5
cultureel maandblad | jaargang 1 | augustus 2007
zuiderlucht
De herontdekking van Le Corbusier 8 Grote verlangens bij Venlose stadsdichter 11 Pierre Cuypers geëerd in game en musical 14 Studio Job pakt uit in Hasselt 18 De keuzes van Shinkichi en Giotta Tajiri 24
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
Voor binnen en buiten
coiffeurs for
men & women z o n d e r a f s p r a a k : B o s c h s t r a at 4 6 , M a a s t r i c h t e n H a s p e l s t r a at 1 1 , S i t ta r d o p a f s p r a a k : S t. G e r l a c h u s w e g 2 , M a a s t r i c h t | t e l e f o o n 0 4 3 3 2 6 2 7 2 4 o p e n : d i n s d a gadvertentie t / m v r i j d a g va n 8 . 3 023-04-2007 tot 1 7 . 3 0 e n z at e r17:23 d a g va n 8 . 3Pagina 0 tot 1 5 . 3 0 1 ZUIDERLUCHT emailadres:
[email protected] site: www.wijnhovencoiffeurs.nl
CHRISTIAN JANKOWSKI
MAGIC CIRCLE HEDGE HOUSE 5 MEI - 15 NOVEMBER
donderdag en vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur tevens bezichtiging tuinen en collectie Hedge House • Kasteelwijlreweg 1 • 6321 PP Wijlre hedge.house @ hetnet.nl www.heukelomverbeek.nl
#POOFGBOUFONVTFVN .BBTUSJDIU LVOTUDVSTVTTFO OBKBBSWPPSKBBS EPPSPO[FQSPGFTTJPOBMT NFUEFNVTFVNDPMMFDUJF BMTCBTJTPQ[PFLOBBSIFU HSPUFWFSIBBMNFFSJOGP XXXCPOOFGBOUFOOM ZUIDERLUCHT advertentie
23-04-2007
17:23
Pagina 1
BON234 WTK advertentie zuid.indd 1
13-07-2007
CHRISTIAN JANKOWSKI
MAGIC CIRCLE HEDGE HOUSE 5 MEI - 15 NOVEMBER
donderdag en vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur tevens bezichtiging tuinen en collectie Hedge House • Kasteelwijlreweg 1 • 6321 PP Wijlre hedge.house @ hetnet.nl
Het is bijna augustus als deze woorden op mijn beeldscherm dwarrelen, en het stormt en regent als in november. Mogelijk heeft de zon een onverwachte comeback gemaakt wanneer u dit leest, maar vooralsnog zitten we met een zomer opgescheept die maar geen zomer wil worden. Zonde voor de buitenfestivals die vragen om een aangename temperatuur, zoals het Theater op de Markt in Hasselt, de Sommerfestspiele in Xanten, het Limburg Festival, Cultura Nova en Booch? in Heerlen en de Parkfeesten in Venlo. En niet te vergeten Lowlands Festival in Biddinghuizen, Pukkelpop in Hasselt, de Biënnale in Venetië, Skulptur Projekte in Münster en Documenta in Kassel. Niets zo saai als het streven naar volledigheid, dus heeft Zuiderlucht een - tamelijk subjectieve - greep gedaan in het aanbod: het jubilerende Limburg Festival in het vorige nummer, Cultura Nova, Booch?, het Grote Verlangen en Skulptur Projekte Münster in deze editie, Musica Sacra in de volgende. Festival bashers - die zijn er namelijk ook - hoeven niet te wanhopen. Het NAi Rotterdam heeft een uitgebreide expositie over Le Corbusier, volgens velen de belangrijkste architect van de 20e eeuw. Cyrille Offermans toog er heen voor Zuiderlucht en kwam terug met een boeiend relaas over hoe hij zijn beeld van het Zwitserse genie heeft moeten aanpassen. Ook binnen vier muren én eveneens bezienswaardig: de expositie van designduo Studio Job in Z33 in Hasselt waar de twee als popsterren hun entree maakten. Verder in dit nummer onder meer de plannen voor een nieuw theatergezelschap in Maastricht, een ontmoeting met de piepjonge Venlose stadsdichter Daan Doesborgh, een portret van de Roermondse bouwmeester Pierre Cuypers (1827-1921) en een uitgebreid interview met Gerard Rooijakkers, hoogleraar folklore en lid van de Raad voor Cultuur, en daarmee adviseur van de nieuwe minister van cultuur Ronald Plasterk. Vast slotakkoord in Zuiderlucht is de reeks Family Affair waarin Emile Hollman een indringend gesprek heeft met Shinkichi (84) en Giotta (50) Tajiri, vader en dochter, 10:16:06wereldburgers en kunstenaars, en al sinds de jaren zestig opererend vanuit de stilte van kasteel Scheres bij Baarlo. Leesvoer genoeg. Voor binnen, wanneer de regen aanhoudt, én buiten, als de zon terugkeert als voorbode van de indian summer die we hopelijk nog voor de boeg hebben. Wido Smeets
[email protected]
Begunstigers krijgen Zuiderlucht elke maand franco thuisbezorgd. Aanmelden als begunstiger kan via de site www.zuiderlucht.eu, klikken op ‘begunstiger’.
Inhoud
3 Nieuw theatergezelschap in Maastricht 5 Vis à Vis bij Cultura Nova 7 De verzamelaar: Jacques Defauwes 8 Hoe (on)menselijk was Le Corbusier 11 Venlose stadsdichter Daan Doesborgh 12 Skulptur Projekte Münster 12 Laura Owens in Bonnefanten 14 Pierre Cuypers in game en musical 15 Inkijk: Italianen bij REM 18 Studio Job pakt uit in Hasselt 21 Nieuwe aanpak Prins Bernhardfonds 22 Gerard Rooijakkers als Pietje Bell 24 Family Affair: Tajiri & Tajiri 26 Agenda En verder: 7 Hier & daar 17 Column Expats door Wiel Seuskens 17 De schatkist van Akihito Morimoto 19 Enkeltje Utopia 26 Naar de bron (Simone van Dijken) Cover: Studio Job, Job Smeets en Nynke Tynagel (foto Mark Kuipers) Zie pagina 18.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
‘Route du soleil’ naar breder theateraanbod
signalement
Een professioneel stadsgezelschap dat jonge theatermakers aan zich bindt, voor een goede doorstroming van talent zorgt, het publiek blijft verrassen en meer mensen laat genieten van toneel. Die droom hoopt Brigitte van Eck, zakelijk directeur van Het Vervolg, over vijf jaar te hebben verwezenlijkt.
* De productie ‘Petrus Regout’ van Het Vervolg, afgelopen voorjaar vier weken lang opgevoerd in de Sphinxfabriek, was de best bezochte voorstelling ooit van het Maastrichtse gezelschap. foto Mark Kuipers
door Meyke Houben
N
a een relatieve stilte is de theaterwereld opeens weer in beweging. Elf theatergezelschappen, waaronder Het Vervolg uit Maastricht, hebben in een gezamenlijke nota voorgesteld om landelijk acht toneelsteden te creëren met een groot stadsgezelschap. Maastricht moet een van die steden zijn. De Raad voor Cultuur en minister Plasterk hebben het advies inmiddels overgenomen. Dat betekent dat Maastricht met Het Vervolg als stadsgezelschap een van de acht landelijke theaterbrandpunten wordt. “Eigenlijk fungeert Het Vervolg al als een stadsgezelschap, maar dat willen we nu naar een hoger plan tillen”, zegt Brigitte van Eck, zakelijk directeur van Het
Vervolg. “Onder andere door het ensemble uit te breiden tot tien à vijftien acteurs, die zich – zonder vast contract - voor een aantal jaren aan ons verbinden. We kunnen dan kiezen uit een veel breder repertoire, waardoor je een groter publiek aanspreekt. Je kunt ook meer variëren: af en toe een lekkere vette komedie ertussendoor bijvoorbeeld. De producties van het nieuwe stadsgezelschap zullen ook in de grote zaal te zien zijn, en dat betekent dat we ons beter kunnen profileren.” De nieuwe initiatieven komen niet uit de lucht vallen. De Nederlandse theatermakers zoeken naar wegen om hun toekomst veilig te stellen door samen te werken met productiehuizen, werkplaatsen, kunstvakopleidingen en schouwburgen. Zo
willen de acht stadgezelschappen overeenkomsten afsluiten met de theaters om zo een circuit van kwaliteitspodia op te bouwen waarin aanbod en afname meer op elkaar worden afgestemd. Eén van de belangrijke voorwaarden voor Maastricht is nauwe samenwerking van Het Vervolg met de plaatselijke schouwburg, het Theater aan het Vrijthof. Gesprekken daarover zijn inmiddels in volle gang. Theaterdirecteur Guido Wevers heeft al laten weten dat hij de komst van een groot stadsgezelschap een zegen vindt voor Maastricht en omgeving. Mochten de middelen ervoor vrij gemaakt kunnen worden - en daar wringt meteen de schoen. “Ons plan is behoorlijk ambitieus”, erkent Van Eck. “Om dat te realiseren, moet er flink wat
geld bij. Niet alleen van het Rijk, maar ook van de provincie en de gemeente.” Wevers vindt dat Het Vervolg het hart moet vormen van het nieuwe stadsgezelschap. Maar hij heeft ook zijn twijfels. “Je moet je afvragen wat de artistieke noodzaak van zo’n gezelschap hier in het zuiden is. Want wat is dit gebied, deze regio nou precies? Hoe kun je hier je artistieke gezicht uittekenen? Het is een beetje het kip of het ei-verhaal: om een nieuw gezelschap te vormen, moet je meer mensen aantrekken. En als je dat doet, krijg je vanzelf een scherpere blik. Daarnaast moet aan een aantal praktische voorwaarden worden voldaan. Om zo’n gezelschap een goede speelplek te geven, heb je echt een middenzaal nodig met 400, 450 stoelen.”
Behalve met het Theater aan het Vrijthof praat Het Vervolg ook met het Huis van Bourgondië, jeugdtheater Het Laagland in Sittard en de Toneelacademie in Maastricht. Gezamenlijk stelden zij het actieplan ‘Route du Soleil’ op, dat moet zorgen voor een optimaal theaterklimaat in Limburg. Afgestudeerden van de Toneelacademie moeten in de regio de kans krijgen zich te ontplooien. Maarten Verhoef van Het Huis van Bourgondië vindt de vorming van een stadsgezelschap een goede ontwikkeling. “Hierdoor ontstaan meer kansen om doorstroming van jong talent op de podia te tonen. Ook de focus op de stad juich ik toe. Daardoor krijg je meer en nieuw publiek voor toneel.” De van oorsprong Limburgse toneelschrijver/regisseur/acteur Ger Thijs kondigde vorig jaar nog aan graag ‘terug naar huis’ te komen voor een “echt Limburgs gezelschap voor de grote zaal dat zijn regionaliteit durft te koesteren”. Nu het zover lijkt te komen, houdt hij de boot af. “Maastricht is een goede maat voor een gezelschap als Het Vervolg. Maar ik weet niet of Nederland misschien niet te klein is voor een aantal grote stadsgezelschappen. In de jaren zeventig had je het Groot Limburgs Toneel, maar dat heeft het niet gered. En twintig jaar geleden heb ik samen met Theu Boermans en Arthur Sonnen het idee voor een Limburgs gezelschap al eens aangekaart, maar dat is toen ook niet gelukt. Van oudsher is er in Nederland ook een sterke scheiding tussen de schouwburgen en de gezelschappen. Het zal moeilijk worden om daar overheen te stappen. Wat mijzelf betreft, ik ben twee maanden per jaar in Limburg om les te geven aan de Toneelacademie. Daarna ga ik weer naar Amsterdam en dat is goed zo. Het verlangen om terug te keren bestaat wel, maar dat is meer het oergevoel van een Limburger die altijd terug wil naar zijn oorsprong.”
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
DE FEESTZAAL DAG VAN DE KOORMUZIEK, DAG VAN DE BLAASMUZIEK, MARSCONCOURSEN, JAZZCONCERTEN, KLASSIEKE EVENEMENTEN, POPFESTIVALS, ZUIDERSTORM... LAAT DE VELE SOORTEN MUZIEK IN HUIS JE FEESTELIJK STEMMEN. WWW.HUISVOORDEKUNSTENLIMBURG.NL/MUZIEK
WWW.HKLIMBURG.NL HET HUIS MET 1000 KAMERS.
KER004 UIT advertentie 05-07-2007 15:12 Page 1 C
Composite
M
Y
CM
MY
CY CMY
K
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
Onder de ijskap schuilt een prachtig golfterrein Zomerfestival Cultura Nova in Heerlen heeft een naam hoog te houden als het gaat om theater op locatie. Met het gezelschap Vis à Vis keert een oude bekende terug. Dit keer met een boodschap.
door Emile Hollman
K
limaatverandering? Grote gevolgen maar unieke kansen, tettert een folder die uitgedeeld wordt bij aanvang van de nieuwste theatervoorstelling van Vis à Vis. Natuurlijk, met een beetje vooruitziende blik koop je nu voor een prikkie een lapje grond in Groenland. Let maar op, als Al Gore straks officieel tot profeet wordt uitgeroepen, zullen onder de gesmolten poolkappen prachtige landschappen verschijnen. De folder is afkom-
Smakelijk lachen om het doodknuppelen van een zeehond stig van een zogeheten prospect consultant ofwel een ‘adviseur nieuwe markten’. Onder het ijs van Groenland gaat een paradijs voor wandelaars, fietsers en golfspelers schuil. Wie er snel bij is kan zijn er zijn voordeel me doen. Zoals Wendy en Herbert die zich met een helikopter laten afzetten in Groenland waar hun gloednieuwe prefab chalet wacht op bewoning. Groenland is nog niet groen. Het sneeuwt
over de ijsschotsen. De Eskimo die de naburige iglo bewoont, heeft zichzelf ingesnoerd met pelzen en begeeft zich op jacht met behulp van een hondenslee. Hij vist in een wak, toont zich onverschrokken voor de plaatselijke ijsbeer en knuppelt onbekommerd een zeehond dood. Op het strand van Almere, waar Groenland, het jongste stuk van Vis à Vis, een reeks avonden werd gespeeld, vervult het doodknuppelen van knuffeldier nummer 1 het publiek niet met afgrijzen. Integendeel, er wordt smakelijk om gelachen. Vis à Vis heeft ervoor gekozen om Wendy en Herbert een kluchtig bestaan te laten leiden. Het wereldvreemde stel heeft bijvoorbeeld niet verzuimd genoeg voedsel mee te nemen voor hun kat. Buurman Eskimo zal weldra ontdekken dat de golfclubs van Herbert uitermate geschikt zijn om de schedel van een zeehond aan scherven te meppen. Best voorbereid op de koude hebben ze zich niet, Wendy en Herbert. Tal van ongemakken moeten zij zich deze vakantie laten welgevallen. De radio heeft geen ontvangst, de plaatselijke ijsbeer blijkt niet ingenomen met de nieuwe bewoners; de kat vriest dood en breekt in twee stukken. Ook Wendy raakt bevangen door de vrieskou en moet met behulp van een broodrooster en een föhn worden ontdooid. Herbert filmt haar terwijl ze onwetend
Botsing van culturen in Groenland. foto Vis à Vis
van een geroosterd boutje kattenpoot peuzelt. Als ze slaande ruzie krijgen, flikkert zij boos de ijskast (cfk´s) uit het chalet en spuit hij haar bussen haarlak (nog meer cfk´s) leeg. Als opmaat naar de klimaatverandering die zich weldra, nog zelfs tijdens dit stuk, in rap tempo zal voltrekken en een ramp zal veroorzaken. Vis à Vis heeft niet veel woorden nodig om de absurditeit van het moderne leven op de korrel te nemen. Het verstaat de kunst om met ingenieuze decors en technisch vernuft bijzondere
locaties naar hun hand te zetten. Te veel woorden zijn overbodig in het Groenlands decor en bovendien begeleidt one-manband Erik Hofland, die vanuit zijn toren naast de ijsschotsen een winkel aan instrumenten en geluiden bestiert, de acteurs met livemuziek.
lege kapstok voor een zomerse voorstelling. Waar dus smakelijk gelachen wordt om het doodknuppelen van een zeehond. Cultura Nova in Heerlen start op vrijdag 24 augustus vanaf 19 uur met Il Canto delle Creature van Arno Dieteren vanuit de kerktoren op het Pancratiusplein, diezelfde
Toch is er iets dat blijft schrijnen in deze luchtige voorstelling. De ernst van de thematiek verhoudt zich maar matig met het kluchtige spel. Er worden uitsluitend lachspiegels voorgehouden waardoor de klimaatverandering uiteindelijk niet meer is dan een
avond volgt de officiële openingsvoorstelling Waterfools van het Franse Ilotopie in de zandgroeve van Vrieheide. Groenland is van 29 augustus t/m 2 september te zie op het Van Grunsvenplein in Heerlen, steeds om 21 uur. www.culturanova.nl
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
NFUPB
JMPUPQJF
8"5&3'00-4 '064%&#"44*/
6SHFWDFXODLUHGURRPZHUHOGRSZDWHU YULMGDJDXJXVWXVRSHQLQJVYRRUVWHOOLQJ nQ]DWHUGDJDXJXVWXV =DQGJURHYH9ULHKHLGH8QRODDQ+HHUOHQ
4DBQJOP#BMMFU3PUUFSEBN 5064-&4+0634
&KRUHRJUDºHYDQ+DQV7XHUOLQJV IHVWLYDOSUHPLHUH GRQGHUGDJHQYULMGDJDXJXVWXV 7KHDWHU+HHUOHQ/,0%85*]DDO
4UVEJP03,"
.*+/)&&31034&-&*/
2QJHULMPGHKXPRU LQIDPLOLHWKHDWHUYRRUVWHOOLQJ ZRHQVGDJDXJXVWXVWP]RQGDJVHSWHPEHU 7XLQ0RQGULDDQ=RUJJURHS:HOWHQ+HHUOHQ
7JTµ7JT
(30&/-"/%
888$6-563"/07" /-
=ZDUWHKXPRULQZLWWHVQHHXZ ZRHQVGDJDXJXVWXVWP]RQGDJVHSWHPEHU %XUJHPHHVWHU9DQ*UXQVYHQSOHLQ+HHUOHQ
UIFBUFS]NV[JFL]mMN]EBOT]CFFMEFOEFLVOTU
N F U P B J M P U P Q J F ] W J T µ W J T ] T U B U J P O [ V J E TDBQJOPCBMMFUSPUUFSEBN]TUVEJPPSLB
3&4&37&3&/t
888$6-563"/07" /-
Boek in Beeld
LINK045
> Publieksdebat > Games > LAN-party > Boekenmarkt > 23-24-25 augustus 2007 > in en om het Glaspaleis > Heerlen
w w w. b o e k i n b e e l d . n l w w w. b i b l i o t h e e k h e e r l e n . n l
●
GABRIEL RIOS (B) ●
● DENNIS ● JAHVOICE sound system (U.K.) ● GAIL OF GOD ● ● DAS POP (B) ● ELECTRIC EEL SHOCK (Japan) ● MATIK ● SEVEN ● ● DARKER ● FUNKERMAN ● dj Traxz ● Henk jr. (D) ●
Burnout Three Laces Drastic Lee Spastic Stake Out Massive Impact Bloodmoon Engulfed Raffnix Prozaq Don Capo Mirrow Torment Engraved Cristal Entity Mikki Mo Electric City
● ● ● ●
muziekfilms: Stop Making Sense Almost Famous 24 Hour Party People Breakfast on Pluto workshops: salsa argentijnse tango djembé streetdance breakdance skate-ramps ● panna-kooi ● inter@ctive: SMS je bericht en foto livecams & webstream projecties op Glaspaleis 10 jaar Booch? expo
● luchtballon ● markt ● info-stands ●
Bibliotheek in beweging ...
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
de verzamelaar
HIER & DAAR Vesteda Toren
De Vesteda Toren in Eindhoven van architect Jo Coenen is bekroond tot BNA-gebouw van 2007. De smalle, ruitvormige woontoren heeft de stad “een nieuw en prominent landmark” geschonken, aldus de jury die vindt dat Eindhoven met het gebouw een ‘instant monument’ rijker is geworden. Ondanks zijn opvallende uiterlijk heeft de toren zich volgens de jury “zeer harmonieus weten te schikken in het bestaande stedelijk weefsel.”
Cultuurfabriek
Vijf Maastrichtse cultuurinstellingen hebben zich gemeld als potentiële gebruikers van de voormalige Sphinx-Timmerfabriek: het Limburgs Symfonie Orkest, de theaterinstellingen Huis van 86 Bourgondië en Het Vervolg, klankwerkplaats Intro/In situ en filmhuis Lumière. Na een grondige verbouwing moet het complex, waar mogelijk ook een middenzaal in komt, onder de noemer Cultuurfabriek gaan fungeren als centrum van de zogenaamde creatieve industrie (‘new ideas in old buildings’). Het plan past binnen het beleid dat cultuur als belangrijke innovator van de stedelijke economie beschouwt. Maastricht wil in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa worden.
Jacques Defauwes Een stukje tijdgeest kopen met mensen van doen die op de een of andere manier minder vrij zijn in hun keuzes, bijvoorbeeld omdat ze orthopedische schoenen dragen. Het is misschien een klein ongemak, maar het kan een grote impact hebben als je naar een feestje gaat of als het zomer wordt.”
Pand Mooren
Het pand Mooren in Horst lijkt voorlopig van de sloop gered. Het verzet van een groep inwoners lijkt daarmee succes te hebben krijgen. Onderzoek naar de historische en architectonische waarde wees uit dat een monumentenstatus van het vijftig jaar oude gebouw tot de mogelijkheden behoort. Met een investering van een half tot driekwart miljoen euro zou het in modernistische stijl gebouwde pand geschikt zijn te maken voor een woonen/of kantoorfunctie. Volgens het onderzoek zou sloop de minst rendabele oplossing zijn. Na het zomerreces komen burgemeester en wethouders met een voorstel.
Rumoer in Venlo
Jack Reubsaet (31) uit Maastricht heeft de Van Bommel Van Dam Prijs, een stimuleringsprijs voor jonge kunstenaars, gewonnen. Dat de jury unaniem was, zoals het gelijknamige Venlose museum in het begeleidend persbericht liet weten, was een leugentje om bestwil. De naam van Birgitte van Drie, een van de genomineerden, bleef tot de avond van de prijsuitreiking rondzingen als favoriet van minimaal één van de juryleden. Reubsaet verdient met de prijs een oorkonde, 5000 euro en de aankoop van een werk door het museum.
Jacques Defauwes in zijn privé kunsthal. foto Boomer’s/ Hugo Thomassen
d e b ot eA r h a m va n
Designprijs
Guus Beumer begint zich steeds nadrukkelijker te roeren. De culturele omnivoor, part-time directeur van zowel NAi (Nederlands Architectuurinstituut) als Marres (centrum voor contemporaine cultuur) in Maastricht heeft samen met het tijdschrift Frame een tweejaarlijkse designprijs in het leven geroepen. De uitreiking van de eerste editie van de prijs, The Great Indoors, is op 16, 17 en 18 november en gaat gepaard met een conferentie en workshops. De prijs kent vijf categorieën: winkel, vrije tijd, werk, publiek en interieur. Elke prijswinnaar krijgt 10.000 euro.
door Emile Hollman
ls hij op het knopje ‘Kunsthal’ drukt, zakt de lift in zijn woonhuis zachtjes naar de verdieping waar het grootste deel van zijn kunstcollectie een plek heeft gekregen. Jacques Defauwes (Sibbe, 1948), collectioneur en orthopedisch schoenmaker in Heerlen, koopt al veertig jaar kunst en verkocht nog nooit een werk.
“Als ik een week of acht hard heb gewerkt, dan wil ik wel iets voor mezelf hebben. Voor de prestatie die ik heb geleverd. Een geestelijke vergoeding, voor mijn part een vergoeding voor het lijden. Als ik kunst koop, check ik als het ware mijn leven - van de 7-jarige misdienaar in Sibbe tot de man van bijna zestig in Heerlen - en ga te biecht bij een kunstenaar. Die vertaalt iets voor me dat ik kan invoelen.” Defauwes houdt halt bij zijn
jongste aankoop. Het beeld op een manshoge sokkel, omkleed door een satijnen doek afgezet met paarlemoeren knopjes, doet denken aan een monstrans, maar het betreft hier een weldadig versierde kuisheidsgordel in zilver. Hij knijpt zijn ogen tot streepjes die stralen van genot. “Het is niet zo dat ik elke keer als ik hier rondloop een godverschijning krijg. Ze zeggen wel eens: jij moet hier zalig gelukkig worden. Hoezo? Ik koop om alert te blijven, een conflict aan te gaan. Niet om mijn huis te versieren. Ik heb iets met kunstenaars die mensen duidelijk kunnen maken dat er zoiets bestaat als beschaving. Die onrecht aan de kaak stellen. Zoals Jaap Mooy. De beleving van massagraven die spreekt uit zijn werk, dat willen de meeste mensen echt niet in huis hebben, maar ik wil dat bij wijze van spreken elke dag ondergaan. Mooy kwam voor slachtoffers op. Ik heb dagelijks
“Ambachtelijkheid speelt altijd een rol als ik iets koop, maar het werk moet vooral verwantschap hebben met de tijd waarin we leven. Ik wil de tijd vastleggen door dingen te kopen, een stukje tijdgeest kopen. Laten zien dat alles verandert. Bij mensen de angst proberen weg te nemen dat ze altijd hetzelfde moeten blijven. Dat kan ik via mijn collectie laten zien. Vroeger lag al die kunst onder het bed. Nu kan ik het werk tonen op een manier die recht doet aan de kunstenaars.” “Ik was pas in Istanbul. Je kijkt je ogen uit. Je ziet burka´s maar evengoed etalages vol prachtig damesondergoed. Is een burka wel zo seksloos, kun je je afvragen. Er wordt in Nederland een conflict uitgevochten over hoofddoekjes en burka’s. Dat sluit mooi aan bij dat beeld van de kuisheidsgordel. Kijk, ik ben een man van zestig geworden maar al die dingen van vroeger, tot en met de zwarte kappen van de nonnen, het zit er nog allemaal in.” Hij keert terug naar zijn laatste aanwinst. “Het mag eigenlijk niet”, gniffelt hij en tilt vervolgens het middenstuk van het werk dat op een monstrans lijkt op en loopt er enkele plechtige passen mee. Relativeert dan: “Religie is iets bovenmenselijks. Ik hou het liever bij mensen. Als het goed is, heeft in de hemel niemand meer iets aan mijn schoenen.”
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
Le Corbusier, dromen van een stedenbouwer Cyrille Offermans bezocht de expositie over Le Corbusier in het NAi in Rotterdam, en moest zijn beeld van de Zwitserse architect ter plekke bijstellen. Hij ontmoette er een kunstenaar met vele gezichten wiens beste werk vorm kreeg aan het eind van zijn leven. En erna.
Villa Savoye, Poissy, 1930. foto NAi/Ralph Lieberman
door Cyrille Offermans
H
ij staat enigszins gebogen over zijn tekentafel, waarop een plattegrond van Parijs ligt. Met een potlood trekt hij een lijn dwars door het centrum van de stad. Dan tekent hij een rechthoekig blokje, dat hij arceert. Van de plattegrond lijkt hij zich weinig aan te trekken, zijn potlood wordt niet gestuurd door het historisch gegroeide weefsel van straten, stegen en pleinen.
Maquette Plan Voisin, centrum Parijs, 1922. foto NAi/Fondation le Corbusier
Dit strikt mathematische ontwerp komt rechtstreeks uit het geconcentreerd dagdromende hoofd van de stedenbouwkundige, het hoofd van een kunstenaar voor wie vormgeving per definitie een autonoom, van de buitenwereld onafhankelijke
aangelegenheid is. Die buitenwereld – Parijs in dit geval – ach, die moet zich maar schikken. Dan breken de gruizige zwartwit beelden van Le Corbusier in actie plotseling af. Ze worden gevolgd door beelden van een indrukwekkende villa in Parijs, wit, kaal, helder, strak maar evenwichtig in het beton en het glas. Voornaam ook, maar zonder een zweem van protserigheid. Niet te geloven dat dit stralende gebouw ruim driekwart eeuw oud is. Totdat daar ineens een auto het beeld komt inrijden. Met zijn hoekige carrosserie van een karos doet die me met een schok beseffen wel degelijk met opnamen uit de jaren twintig van de vorige eeuw van doen te hebben. Alleen als de camera meer stedelijke
context had gevangen, was de ware toedracht meteen duidelijk geweest: niet die auto maar Le Corbusiers villa is een anachronistisch Fremdkörper in deze omgeving. Het filmpje in kwestie is een ruwe montage van enkele fragmenten uit leven en werk van Le Corbusier, tot 3 september te zien op een overzichtstentoonstelling in het Rotterdamse NAi. Het is een zeer bijzondere tentoonstelling, die geen liefhebber van beeldende kunst, design, architectuur of stedenbouw zich zou mogen laten ontgaan. Vooral dankzij de genereuze medewerking van de Fondation Le Corbusier is het architectuurinstituut erin geslaagd de samenhang tussen deze disciplines in het oeuvre
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
van het visionaire genie direct inzichtelijk te maken. Er valt veel te zien en te overdenken. Ik constateer al snel dat mijn beeld van Le Corbusier moet worden bijgesteld. Ik wist bijvoorbeeld niet dat hij ook schilder was, in de vroege jaren twintig zelfs in de eerste plaats. Ook niet dat hij toen samen met zijn vriend Amédée Ozenfant een nieuwe richting heeft geïntroduceerd, het purisme, een rigide variant van het kubisme, dat zij te frivool, te los uit de pols vonden. En dus evenmin dat zijn schilderwerk als proefstation diende voor zijn architectonische ontwerpen, waar hij indertijd vooral, in de zelfverzekerde toon van het manifest, veel over schreef. In Rotterdam is dat allemaal te zien, zijn schilderijen en tekeningen, boeken en pamfletten, maquettes en plattegronden, meubelen en gebruiksvoorwerpen, sculpturen en tapijten. En nog zoveel meer. Meer dan genoeg, zou je denken, om de gangbare eenduidige oordelen over Le Corbusier voortaan onmogelijk te maken. Niettemin slaagde een deel van de vaderlandse kwaliteitspers er nog in hem vrijwel uitsluitend als het gigantomane stedenbouwkundige monstrum (met bedenkelijke politieke opvattingen) af te schilderen, dat hij ongetwijfeld óók was. De filmbeelden van de tekenende ontwerper stammen waarschijnlijk uit 1922. Dat is het jaar waarin hij op de Salon d’Automne naar buiten kwam met La Ville Contemporaine de trois millions d’habitants, zijn eerste alomvattende poging om de onleefbaarheid van de grote stad te bestrijden. Want daarvan was Le Corbusier (als CharlesÉdouard Jeanneret in 1887 geboren in het landelijke Zwitserse La Chaux-de-Fonds) overtuigd: de moderne stad is ziek. De smalle straatjes zijn voortdurend verstopt, het stinkt er, er is geen licht, geen lucht, geen ruimte. Hij was trouwens lang niet de enige die er zo over dacht. In 1920 bijvoorbeeld publiceerde de Duitse architectuurfantast Bruno Taut een fascinerend boek vol zwierige tekeningen en citaten getiteld Die Auflösung der Städte (de ontbinding van de steden). Taut geloofde niet in de wederopstanding van de stad in geometrisch geordende steenmassa’s, hij zocht het in de richting van een radicaal organisch alternatief, een versmelting van architectuur en natuur. Na Taut zijn de geschriften met apocalyptische titels nauwelijks meer te tellen. In zekere zin, en onvermijde-
lijk, was Le Corbusier dus ook een kind van zijn tijd. Maar dat de bestaande stad ziek was, betekende voor hem niet in de eerste plaats, zoals voor Taut: te druk, te vol, te hectisch, maar vooral: te ongeordend, te chaotisch, te inefficiënt. Taut zag zichzelf als geneesheer, iemand die erop uit was de kwakkelende patiënt, slecht ter been en behept met ademhalingsproblemen, erbovenop te helpen door hem te verwijzen naar een even grillig als kristalhelder sanatoriumcomplex hoog in de Alpen. Le Corbusier geloofde daar niet in, hij wilde de stad geschikt maken voor de snelheid, de flexibiliteit en de complexiteit van de technische, op massaproductie gebaseerde samenleving. Voor de aanpak van de zachte heelmeester was het in zijn ogen te laat. Hij nam afstand van het miezerige gedoe van zijn collega’s die per straat of plein naar oplossingen zochten, en veegde met een machtig gebaar, als een extremistische nazaat van de negentiende-eeuwse stadsvernieuwer Hausmann, het hele oude Parijs van de tekentafel. In het centrum plande hij vierentwintig identieke kantoortorens met elk vijf- à zevenhonderdduizend werkplekken. Het rijkere deel van de inwoners zou gehuisvest
Le Corbusier. foto Fondation le Corbusier
worden in eveneens identieke en even gigantische woontorens, ordelijk gegroepeerd rondom en strikt gescheiden van de kantoortorens. Voor de veel grotere arbeiderswijken had hij minder interesse, zeker is dat ze in de periferie van de stad moesten komen. Hiërarchie, efficiëntie en beweging, daar was het de utopist Le Corbusier om te doen. En dat impliceerde: een scheiding van functies. In het centrum van zijn nieuwe Parijs zou uitsluitend gewerkt mogen worden, wonen gebeurde daarbuiten. Op de grond was veel groen voorzien, het verkeer bewoog zich in diverse lagen daarboven, ongehinderd door voetgangers. Later ontwierp hij een nog reusachtiger plan voor New York. Nu moest Manhattan, toch niet
direct een rommelige Europese stad, eraan geloven. De wolkenkrabbers, van gewapend beton, moesten nog hoger, honderd witte torens voor zes miljoen mensen. Het verkeer ging weer de hoogte in. Op de begane grond, tussen de kantoortorens, kon de idyllische verbinding van mens en natuur gestalte krijgen – in dat opzicht was hij toch nog verwant met Taut. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde Le Corbusier zich in een andere richting. Hij geloofde niet langer dat geometrische vormen oervormen waren, bepalend voor de wetten van het universum en dus voor elke tijdloze, blijvende architectuur. Nu herontdekte hij, tijdens reizen door Noord-Afrika, de aantrekkelijkheid van organische vormen en lokale materialen. Daaraan danken we diverse monumentale gebouwen in Algiers en Marseille, in Cambridge (VS) en Chandigarh (India). En bovenal zijn twee absolute meesterwerken, de Notre Dame du Haut in Ronchamp en, pas in 2006 voltooid, de Eglise Saint-Pierre in het voormalige mijnbouwstadje Firminy. Tegen het einde van zijn leven moet Le Corbusier zijn afkeer van Barok en Rococo én die van het contextuele bouwen definitief hebben overwonnen, getuige zijn nooit uitgevoerde ontwerp voor een ziekenhuiscomplex in Venetië, dat met onverwacht mimetisch talent is afgestemd op de structuur en de proporties van de lagunestad met zijn duizelingwekkende wirwar van kanalen, bruggetjes, trappen, binnenplaatsen, kades, steegjes en pleinen. De grootste verrassing van de tentoonstelling in Rotterdam was voor mij de documentatie over het Philipspaviljoen op de Brusselse Expo van 1958. Als kind heb ik daar rondgelopen, heel goed herinner ik me de wereldpremière van de kleurentelevisie, een regelrecht mirakel, thuis waren wij nog niet eens toe aan zwart-wit tv. Van het ingenieuze bouwsel van Le Corbusier en Xenakis – een soort nomadentent, waarvan het dunne betonnen dak tussen vier of vijf schuin omhoog stekende tentpalen golft – kan ik me niets herinneren. Maar in Rotterdam kon ik dat gemis goedmaken. Daar is een film te zien waarop de bouw, een hoogstandje van Philipsingenieurs en een staaltje ouderwets aannemersvakmanschap, in detail is te volgen. Alleen al die film is een bezoek aan het NAi meer dan waard. ‘Le Corbusier – De kunst van architectuur’. T/m 2/9. www.nai.nl
Ronchamp, een blijvende sensatie
door Wido Smeets
H
oewel Le Corbusier een bijna aangeboren wantrouwen tegen de katholieke kerk had, voltooide hij in 1955, tien jaar voor zijn dood, bij Ronchamp de kapel van de Notre Dame-du-Haut. Het werd zijn meesterproef. Eerder al had hij de architectuur bevrijd van de rechte hoeken en de dragende muren. In Ronchamp experimenteerde hij er verder op los, met draaiende muren en een ogenschijnlijk vervaarlijk hellend betonnen dak. Hier niet de gladde facades van zijn veelbekritiseerde woonmachines, maar stukwerk van wit, korrelige beton. Bij veel architecten is Le Corbusier bepalend geweest voor het denken over hun vak. “Als student heb ik in Ronchamp dozen vol dia’s geschoten”, zegt de Maastrichtse architect Mathieu Bruls. “Het is een fotogeniek gebouw, en lijkt in die zin wel op het geschilderde oeuvre van Le Corbusier. Het is bekend dat hij ’s morgens schilderde, en ’s middags pas naar kantoor ging.” Ook Fred Humblé, architect en professor aan de Technische Hochschule in Aken, benadrukt die veelzijdigheid. “In de tentoonstelling l’Oeuvre Plastique in 1953 werden zijn schilderijen, beeldhouwwerken en architectuur voor het eerst als één geheel gepresenteerd.” Le Corbusier had een maatsysteem ontwikkeld, de ‘Modulor’, waarmee hij een uitweg zocht uit de steriliteit van het functionalisme. Humblé: “In de
uitbundige ruimtelijk vormen van Ronchamp, maar ook in de extreem gereduceerde doosvormige kapel van het klooster La Roulette bij Lyon maakte hij gebruik van dat systeem. Het dramatische licht speelt in beide ontwerpen een hoofdrol. Zowel het contrast als de overeenkomsten tussen beide kerkruimten fascineren mij al sinds mijn studietijd.” Architect René Coenegracht uit Oud-Rekem wijst op de volstrekt asymmetrische uitwerking van de kapel in Ronchamp, ondanks traditionele elementen als de kruisvormige plattegrond, de doopvont op het noorden en de portaal op het zuiden. “Het zware dak lijkt door de lichtspleten eronder te zweven, de constructie van het gebouw is niet zichtbaar waardoor het een sculpturale allure krijgt. De grofheid van het stukwerk geeft het een heel aparte dimensie.” Bruls leerde van Ronchamp “dat je als architect een eigen taal en een persoonlijke wereld kunt scheppen. In dit vak is iedereen schatplichtig aan Le Corbusier, maar hij laat je ook met puzzels achter. Hij dwingt je voortdurend tot herlezing.” De kapel bevalt Coenegracht beter dan het andere werk van Le Corbusier, die graag beton gebruikte. “Ik ben niet zo’n betonsmijter, ik zoek een humanere touch in mijn materialen en werk met baksteen en hout. Ik vind beton lelijk verouderen.” Bruls: “Ik ben vaak teruggegaan naar Ronchamp, maar de sensatie is nooit overgegaan.”
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
#POOFGBOUFONVTFVN .BBTUSJDIU -BVSB0XFOT UN 'PDVTSPOEMFJEJOH PNVVS XXXCPOOFGBOUFOOM
BON232 WTK adv ZUI.indd 1
13-07-2007 10:19:42
De kunst van het wonen Vesteda is een landelijke verhuurder van kwalitatief hoogwaardige woningen en richt zich op huurders die grote waarde hechten aan plezierig wonen, een hoog wooncomfort en een aangename leefomgeving. Kunst voegt daar ons inziens een extra kwaliteit aan toe. Daarom combineren we in steeds meer projecten architectuur en woonbeleving met kunst. Zo hangt in de entreehal van De Waterlinie een vergroting van een beeld van fotograaf Cas Oorthuys, de straatnaamgever. Het goede wonen. De Waterlinie (ontwerp: Van Wylick Architecten/Köthler & Salman) Woongebouw aan het IJmeer op IJburg in Amsterdam. Met 41 luxe appartementen (van maisonnette tot dakvilla en van een twee- tot ruim vierkamerappartement), ruime buitenruimtes, inpandige parkeergarage, huismeesterdiensten en domoticavoorzieningen (waaronder boodschappen aan huis). Appartementen te huur vanaf € 850,- per maand. Geïnspireerd? Maak een afspraak voor bezichtiging. Bel (020) 524 69 00 of kijk op www.hurenindewaterlinie.nl
10
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
Stadsdichter en actievoerder
jonge makers
foto Zuiderlucht
Achttien jaar, net van school en alweer een half jaar stadsdichter van Venlo. Daan Doesborgh zit niet gauw om een mening verlegen. Binnenkort verhuist hij naar Amsterdam om te gaan studeren. “Ik spuug op het Nederlandse onderwijssysteem. Leraren maken zich er terecht heel boos over.” door Wido Smeets
W
at hij zoal voordraagt tijdens optredens? Daan Doesborg (18) haalt de schouders op. Dat beslist hij pas op het laatste moment. Hij ziet wel. Zijn met losse aantekeningen, prints, vodjes papier, bierviltjes en “echte manuscripten” gevuld notitieboekje draagt hij altijd op zich, in zijn rugzak. “Het is mijn complete werk”, zegt hij wanneer hij het beduimelde boekwerkje openslaat. “Nou ja, bijna. Ik heb ook nog een bloknoot, voor op de fiets. Tijdens het fietsen schrijf ik ook.” Door zijn raspende stem, zijn halflange piekhaar, zijn achter dikke brillenglazen schuilgaande pretogen en zijn laconieke uitspraken hangt er een aangename waas van zelfspot over
Doesborgh, stadsdichter te Venlo. Hij houdt de spot niet beperkt tot zichzelf. Amper van school kan hij aardig tekeer gaan over de staat waarin het Nederlandse onderwijs zich bevindt. Drie talen had hij als vwo’er in zijn pakket, hij hoefde er in zes jaar amper twintig boeken voor te lezen. “Ik spuug op dit onderwijssysteem, leraren maken zich er terecht heel boos over. Bij Nederlands leerden we pas in de zesde klas wat een sonnet is, dat is toch om te gillen. Het Studiehuis hangt van beperkingen en onlogica aan elkaar.” Zal best. Toch kan hij op zijn achttiende al mooi de dichter uithangen, met de nodige optredens in zijn agenda. Weer die zelfspot: “In deze regio zijn niet zo veel dichters, dus je wordt
11
al gauw ergens voor gevraagd.” Maar de liefde voor de poëzie zit dieper, is hem bijgebracht door zijn leraar Engels van die vermaledijde school. Die liet zijn leerlingen kennismaken met de technische kanten van de poëzie, en gaf ze vervolgens als huiswerk op om zelf een gedicht te maken. Doesborgh: “Dat ging heel schools. Zo’n gedicht moest bijvoorbeeld op donderdag af zijn. Een goede aanpak. Vanuit jezelf zou je er niet gauw toe komen.” Tijdens een poëzieavond in het plaatselijke café De Splinter moedigde diezelfde leraar (“Jij hoort hier tussen te staan”) hem aan op het podium te springen. Een uur later maakte Doesborgh zijn debuut als dichter/performer. De leraar pleegde anderhalf jaar geleden zelfmoord. “Dat was vrij heftig. Hij is er verantwoordelijk
voor dat ik hier nu zit. Dat ik nu stadsdichter ben, had hij zeker erg gaaf gevonden.” Hoe een vwo-leering stadsdichter wordt? “Dat gaat heel eenvoudig. Je wordt gevraagd door Tieneke Verstegen, van Literair Station Venlo.” Dat gebeurde vorig najaar. Amper had Doesborgh toegezegd om de zittende stadsdichter Frans Pollux (L1programmamer en zanger van de dialectband Neet oet Lottum) op te volgen, of deze trad voortijdig af, als reactie op de hoge score van Geert Wilders in zijn geboortestad bij de Tweede Kamerverkiezingen. Wat hij daarvan vond? “Als je iets niet aanstaat als stadsdichter ligt het voor de hand dat je er een gedicht over maakt. Maar het was zijn keuze. Imagogewijs heeft hij er zich mee in de vingers gesneden.”
Waarna in Venlo een Stadsdichterloos Tijdperk aanbrak van ruim een maand. Op 31 december nam Pollux alsnog officieel afscheid met een gedicht over de immer klagende Venlonaren. Doesborgh volgde hem op met een gedicht over het uitblijven van de winter. Als stadspoëet dichtte hij vervolgens over de aanleg van de A73, waardoor het gehucht Op de Heide als door een Berlijnse muur van Tegelen is afgesloten, en de installatie van de vier monumentale beelden van Shinkichi Tajiri op de Venlose stadsbrug. Ook maakte hij zich druk over de voorgenomen sloop van delen van Nedinsco, een karakteristiek industrieel gebouw in Venlo-Zuid uit het begin van de vorige eeuw. “Het complex is zo uniek door de kakofonie van gebouwen. Het voorstel om een deel ervan te slopen is net zoiets als het van overheidswege schrappen van minder geslaagde delen van een gedicht of een schilderij.” Doesborgh liet het niet bij het maken van het gedicht. ’s Nachts beklom hij de toren van het complex, gebaseerd op de Bauhausarchitectuur, om een spandoek van vier bij zes meter te ontrollen met daarop zijn gedicht. Onder het motto: het gebouw is niet van Nedinsco of van de gemeenteraad, maar van de stad. Volgende maand verkast hij naar Amsterdam, om Nederlandse taal en letteren te gaan studeren. Kan hij dan nog wel stadsdichter zijn? “Eerstejaars hebben de gewoonte elke weekend naar huis te komen, dus ik wil het even aanzien. Ramsey Nasr was ook stadsdichter van Antwerpen zonder er te wonen. Klopt dat niet? Heeft hij er daadwerkelijk gewoond? O, dan ben ik verkeerd geïnformeerd.” In het kader van de manifestatie Het Grote Verlangen treedt Daan Doesborgh op 24 augustus op in Centre Céramique in Maastricht en op 16 augustus in jeugdhuis Ginsert te Genk. Zie pagina 27 en www.hetgroteverlangen.nl
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
Vlinderend De rondtrekkende caravan van Michael Asher uit 1977. foto Roman Mensing
Beelden die de stad veranderen door Xander Karskens
2
007 zal voor de liefhebber van megatentoonstellingen de boeken ingaan als een bijzonder jaar voor de beeldende kunst. Halverwege juni zijn vier landmark-tentoonstellingen geopend, die door kunstprofessionals worden beschouwd als graadmeter voor wat er speelt binnen de kunsten en alleen al vanwege hun omvang en gevarieerde aanbod voor iedere kunstliefhebber de moeite van het bezoeken waard is. De openingen van de Biënnale van Venetië, Art Basel, de Documenta in Kassel en Skulptur Projekte Münster volgden elkaar op in een tijdsbestek van tien dagen, als een soort perfect storm van champagne, designer-kleding, veel te grote zonnebrillen en, eh… kunst. Voor de echte die hard is het bovendien nog niet afgelopen, met de biënnales van onder andere Lyon, Athene en Istanbul nog in het verschiet. Als laatste in het rijtje in de ‘Grand Tour 2007’ ging Skulptur Projekte Münster van start – bij het grote publiek wellicht het minst geanticipeerde evenement, vanwege de geringere bekendheid en de beperking tot de artistieke categorie ‘buitensculptuur’. De tentoonstelling viert dit jaar zijn vierde verjaardag: begonnen in 1977, wordt Skulptur Projekte elke tien jaar georganiseerd. De Duitse provinciestad verandert voor een paar maanden in een gigantische tentoonstellingsruimte: parken, winkelstraten, pleinen en andere locaties worden door kunstenaars toegeëigend om werk te tonen, nadrukkelijk in relatie tot de specifieke kwaliteiten van de plek. Een groot deel van de kunstwerken blijft ook wanneer de tentoonstelling afgelopen is, voortbestaan: zo’n veertig beelden, van wereldberoemde kunstenaars als Daniel Buren, Thomas Schütte en Claes Olden-
burg zijn sinds eerdere edities nog steeds in het stadsbeeld te vinden. Zo verandert de manifestatie dus langzaam het aangezicht van Münster: van historische universiteitsstad tot een openluchtetalage van hedendaagse topkunst. In de huidige editie van Skulptur Projekte is een aantal oude getrouwen weer van de partij. Michael Asher, een Amerikaanse conceptuele kunstenaar die sinds eind jaren zestig werk maakt waarin hij laat zien hoe de context van musea en galeries bepaalt hoe wij naar kunst (geacht worden te) kijken, was er vanaf de eerste editie in 1977 al bij, en zijn project is sindsdien hetzelfde gebleven. Hij parkeert een eenvoudige caravan (dezelfde die hij in 1977 gebruikte) gedurende de tentoonstelling elke week op een andere locatie in de stad. Doordat deze locaties in elke aflevering van Skulptur Projekte, nu dus al 30 jaar, dezelfde zijn, onthult hij op een verbluffend doeltreffende wijze hoe de stad de afgelopen decennia veranderd is. Een aantal andere projecten concentreert zich eveneens op stedenbouwkundige karakteristieken van Münster en hun sociaal-politieke implicaties. Martha Rosler, een geëngageerde Amerikaanse kunstenaar uit de conceptuele school, ontwierp een soort memory-spel waarbij ze zocht naar overeenkomsten in architecturale details van gebouwen in de stad. Zo creëert Rosler subtiele verbanden tussen gebouwen die op het eerste gezicht wat betreft functie of uitstraling geen enkele gemeenschappelijke deler hebben: een kerk, bibliotheek en een botanische tuin. Voor de bezoeker een speelse zoektocht waarbij de geschiedenis van de stad stukje bij beetje wordt ontrafeld. Skulptur Projekte Münster, t/m 30 09 2007 in Münster. Zie ook www.skulptur-projekte.de
12
De schilderijen van Laura Owens hebben geen titel. Zelfs daar wil ze geen woord prijsgeven over haar werk. “Ik weet echt niet wat ik doe en het voelt geweldig.”
foto uit catalogus
door Wido Smeets
D
e Belgische schilder Luc Tuymans staat er om bekend dat hij zijn werk tot in den treure van commentaar voorziet. De stelregel dat een kunstwerk voor zichzelf moet spreken, vindt hij onzin. “Ik heb van begin af aan gestreefd naar ontmaskering, naar demystificatie, naar duidelijke, zuivere stellingnames. En dat blijf ik doen. Maar het is nooit goed hè. Ik heb al een paar keer te horen gekregen dat zonder mijn uitleg – die, ik geef het toe, vaak breedvoerig is – de beelden
niet eens zouden bestaan”, zei hij dit voorjaar in een interview in Vrij Nederland. Dat verwijt zal de Amerikaans kunstenares Laura Owens nooit deelachtig worden. Als haar werk aan de orde is, doet ze er het liefst het zwijgen toe. Of ze speurt naarstig naar vluchtroutes. Anders dan Tuymans zal ze vinden dat beeldende kunst – net als poëzie – niet bedoeld is om te beweren, maar om te tonen. Uit interviews blijkt dat Owens een intuïtief werkende kunstenaar is die, laten we het cliché
niet omzeilen, het liefst haar kwast laat spreken. Het discours over de kunst, laat ze bij voorkeur links liggen, net als de tijdgeest. Toen ze eind jaren tachtig studeerde aan de Rhode Island School of Design stond ze te boek als beeldhouwster. Intussen leefde ze zich in haar atelier uit als schilder - niemand die het mocht weten. “De academie was erg dogmatisch, alles wat je deed moest je verantwoorden. Ik vluchtte in sculpturen omdat ik niet overtuigd was dat mijn schilderijen interessant genoeg waren. Toch ben ik ze blijven maken”, zei ze in een vraaggesprek met collega-kunstenaar Peter Doig bij de opening van haar expositie in het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Die twijfels had Doig, met wie ze in 2002 de expositie Cavepainting maakte, aanvankelijk ook. “In het begin vond ik het erg vreemd, een uitdaging die ik niet onmiddellijk kon waarderen. Ook in haar recente werken zit aanvankelijk weinig beweging, die komt pas als je opnieuw gaat kijken. Dan komt de verrassing, en de lichtheid.” Owens carrière kwam in een stroomversnelling toen ze naar Los Angeles verhuisde, “een stad zonder geschiedenis, dus een stad vol met kansen.” Ze maakte snel furore en was vier jaar geleden, op 32-jarige leeftijd, de jongste kunstenaar ooit die een overzichtstentoonstelling kreeg in het Museum of Contemporary Art in Los Angeles. Vanaf het begin hebben de schilderijen van Owens het publiek overrompeld. De expositie in het Bonnefanten doet niet anders.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
anarchisme van Laura Owens
kunstgeschiedenis fladdert. Dat heeft de ooit doodverklaarde schilderkunst toch maar mooi van de conceptuelen opgepikt: dat de beeldende kunst steeds meer over zichzelf is gaan nadenken, en dat die reflectie weer onderdeel is geworden van de kunst. Soms verdubbelt Owens haar ironie, en wendt een klunzige techniek voor: hoepel toch op met je virtuositeit! Zoals Elvis Costello midden jaren tachtig met een groepje briljante muzikanten Blood & Chocolate opnam, die suggereerde dat ze het niveau van de garagerock nog steeds niet ontgroeid waren. Door de jaren heen heeft Owens met haar aanpak de nodige kritiek gekregen. Ze zou een strategie van bewuste stunteligheid hebben ontwikkeld, haar werk zou kitscherig lichtvaardig zijn en overdreven meisjesachtig, met al die kleuren en die lieftallige thema’s. Ze zal het hebben herkend als vage echo’s uit haar academietijd, toen ze van alle kanten te horen kreeg wat wel en wat niet kon. Toen een bezoeker aan haar atelier haar een keer vroeg wat ze aan het doen was, hoorde ze zichzelf antwoorden: “Ik weet het echt niet, en het voelt geweldig dat ik het niet weet.”
Bezoeker in het Bonnefanten bij een werk van Laura Owens. foto Zuiderlucht
De Amerikaanse grossiert in stijlen en thema’s en heeft lak aan artistieke codes en conventies. Daardoor komt ze het beste tot haar recht, aan die ontdekking uit haar academietijd blijft ze trouw. Het schilderen van sprookjes gaat haar net zo makkelijk af als
(stedelijke) landschappen. Mythologische voorstellingen, interieurs, raadselachtige abstracties komen voorbij, net als grootmoeders borduurkunst, scènes uit het circus, een fragment uit het vermaarde tapijt van Bayeux, en onverholen citaten uit het werk van grootheden als Matisse,
13
Picasso, Schnabel. “Elk doek lijkt het begin van een nieuw oeuvre”, vat Bonnefanten-curator Paula van den Bosch het werk van Owens samen. Aan de tijdgeest mag Owens een broertje dood hebben, uit haar werkwijze blijkt dat ze bij uitstek een kind van haar tijd is. Al
schilderend sampelt, zapt en googelt ze dat het een lieve lust is en zet – al even postmodern – nergens een titel onder. Men zou er alleen maar hiërarchie en betekenis aan ontlenen. Hier is een schilderbeest aan het werk dat op even lichtvoetige als anarchistische wijze door de
En zo is in Maastricht een overzicht te zien van een jong en toegankelijk oeuvre dat een 21e eeuws escapisme ademt en daarmee aansluiting vindt bij de Nieuwe Romantiek – waarvan de hierboven aangehaalde Peter Doig een van de protagonisten is. “Het publiek houdt ervan, omdat het steeds opnieuw weer verrast”, schreef een Amerikaanse criticus eind jaren negentig. Zo eenvoudig kan het zijn. Laura Owens, schilderijen en studies 1994-2006. Tot en met 19 augustus. www.bonnefanten.nl
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
De erfenis van een superkatholiek Terwijl zijn twee bekendste gebouwen (Rijksmuseum en Centraal Station in Amsterdam) in de steigers staan, is 2007 uitgeroepen tot het Cuypersjaar. De Roermondse bouwmeester (1827-1921) wordt geëerd in exposities en een biografie, maar ook in een Cuypers-wijn, een Cuypers-game en zelfs een Cuypers-musical.
Pierre Cuypers aan het werk in zijn Roermondse atelier. foto’s Stedelijk Museum Roermond
door Fons Geraets
E
r lijkt tegenwoordig geen maat te staan op regionale heldenverering te onzent. 2006 was het nec plus ultra voor Jan Linders, de Gennepse middenstander werd uitgeroepen tot Grootste Limburger Aller Tijden. Hij liet grootheden als Pierre Cuypers en Toon Hermans achter zich. Wordt 2007 voor Pierre Cuypers het jaar van de revanche? Geen middel blijft dezer dagen onbeproefd om het kunstenaarschap van de Roermondse bouwmeester en vormgever onder de aandacht van het grote publiek te brengen. Maar er zijn geduchte concurrenten: de onlangs heilig verklaarde pater Karel Houben bijvoorbeeld. Of Zef Timmers, voor wie zelfs een stichting is opgericht die alle registers opentrekt om de vrijwel vergeten cultuurdrager uit Sittard bij te kunnen zetten in het pantheon van Limburgse godenzonen. Het Timmersjaar 2007 wordt opgeluisterd met een dik boekwerk, een documentaire, een symposium en een reizende tentoonstelling. 2007 is uitgeroepen tot Cuypersjaar omdat het Nederlands Archi-
14
tectuurinstituut dezer dagen tot afronding komt van het immense archief van de bouwmeester. Na dit jaar kan Cuypers postuum een biografie, drie exposities, een aantal kamerconcerten, een musical, een stadswandeling, een realitygame en een naar hem genoemde wijn op zijn conto schrijven. Pierre J.H. Cuypers werd in 1827 geboren in Roermond. Hij studeerde architectuur aan de kunstacademie van Antwerpen en keerde op z’n 25e terug om in Roermond stadsarchitect
te worden. Hij bouwt aan de Maastrichterlaan (nu de Andersonstraat) zijn hoofdkwartier: woonhuizen plus werkplaatsen. In de gebouwen is nu het Stedelijk Museum gevestigd. De timing is perfect: een jaar later, in 1853, herstelt paus Pius IX, tot ontsteltenis van al wat protestants is, de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland. Roermond wordt een bisdom en Cuypers’ ‘ateliers voor gewijde beeldhouwkunde’ worden bedolven onder de opdrachten voor beelden, schilderingen en altaren. Ook bouwt en restaureert Cuypers – een onversneden katholiek – aan de lopende band kerken. Bijna allemaal in neogotische stijl, het beeldmerk van de katholieke kerk in die jaren. In 1865 verhuist hij zijn architectenbureau naar Amsterdam. Hij schopt het tot Rijksadviseur en geeft in die functie maar liefst 723 adviezen. Illustratief voor zijn machtspositie is de uitspraak van de eveneens uit Limburg afkomstige Victor de Stuers, hoogste ambtenaar op het departement van Kunsten & Wetenschappen, dat “…niets meer gebouwd noch gerestaureerd [werd], zonder dat Cuypers deswege gehoord en geraadpleegd was”. De ondernemer Cuypers is een netwerker en lobbyist avant-lalettre. Hij verzorgt zijn pr tot in de puntjes en trekt profijt van zijn vriendschap met de katholieke publicist Alberdingk Thijm. Waarschijnlijk schuilt er veel waarheid in de woorden die zijn vrouw Nenny hem ooit schreef: “Ge hebt u maar te vertoonen om de menschen in te palmen”. In het snel veranderende Amsterdam van de tweede helft van de negentiende eeuw krijgt de bouwmeester twee monumentale opdrachten: het Rijksmuseum en het Centraal Station – symbolen van de nieuwe tijd. Er ontstaat beroering over het Rijksmuseum dat als ‘te katholiek’ wordt beschouwd. Men vindt de gotische (lees:
katholieke) stijl niet passen bij overheidsgebouwen die, zo is de communis opinio, een zekere neutraliteit behoren uit te stralen. Tot ontsteltenis van koning Willem III (“Ik zal nooit een voet in dat klooster zetten”) wordt Cuypers ‘Architect der Rijks Museumgebouwen’. Omdat de koning een gruwelijke hekel aan hem heeft, geeft deze pas onder zware druk zijn fiat. Ook de architect Berlage, die brak met de gotiek vanwege de schijnschoonheid, is niet louter positief over zijn vakgenoot. Met gevoel voor understatement schrijft hij: “Cuypers’ kunst is niet eene door geweldige kracht al het voorafgegane omverstootende”. In onze tijd is Aron Betsky, voormalig directeur van het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) in Rotterdam een gepatenteerde Cuypers-basher. In Dagblad de Limburger liet hij zich enkele jaren geleden ontvallen: “Zijn plattegronden deugen niet. Zowel in het Rijksmuseum als in het Centraal Station geldt: Je komt binnen en gaat nergens naar toe.” Ridsert Hoekstra, directeur van het Stedelijk Museum Roermond, reageert geërgerd: “Weet u waarom Cuypers wordt verguisd? Omdat hij van kleur en versiering hield. Uitbundig gebruik van kleur en ornamenten was not done vanaf 1920. De architect Adolf Loos zei al: ‘Das Ornament ist ein Verbrechen’. Het zijn met name ex-katholieken die daar niet zo goed tegen kunnen, haha. Cuypers heeft ons geleerd dat decoratieve patronen, kleur en licht wel degelijk functioneel zijn. Je ziet het terugkomen in de hedendaagse mode en vormgeving.” Hoorde Cuypers als volbloed neogoticus niet thuis bij de nostalgisten? “Dat is kul. Natuurlijk verwijst hij als kunstenaar naar de romantiek en de gotiek, maar hij was uit op revitalisering van het verleden. Hij bleef er niet in
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
in k i j k
Pierre Cuypers
hangen, maar borduurde er op voort.” Waarom bouwde hij vaak in baksteen? “Omdat hij de constructie van een gebouw zichtbaar wilde maken. Voor 1850 werd alles weg gestuukt. Cuypers heeft de constructie teruggehaald. Dat was baanbrekend. Als architect is hij enorm invloedrijk geweest.” Wat is nog niet algemeen bekend over hem? “Dat hij de ontwerper is van de troon in de Ridderzaal. Dat hij zich gedroeg als een huistiran omdat hij mordicus tegen de huwelijken van zijn dochters was. Hij wilde per se zijn zin en dat drukte de sfeer in huis. En wist u dat hij in de grotten van Valkenburg champignons kweekte?” Pierre Cuypers speelde een prominente rol in de katholieke emancipatiebeweging van de negentiende eeuw. Nederland, sinds de Beeldenstorm een
protestantse samenleving die publieke uitoefening van de katholieke godsdienst had verboden, beleefde mede dankzij de neogotische kerken van Cuypers een roomse revival. In zijn boek ‘De architectuur van het geluk’ (2006) noemt Alain de Botton architectuur die tot stand komt onder invloed van een idealiserende kunstopvatting een vorm van propaganda. Volgens die definitie was Pierre Cuypers de architect een propagandist pur sang. In vijftig jaar tijd werden maar liefst zevenhonderd neogotische kerken gebouwd. In Wilderiaans jargon zou je het een tsunami van katholicisme kunnen noemen, waarmee vergeleken de actuele bouw van moskeeën een kalme golfslag is. Nederland was niet langer zendingsgebied. “Katholieke propaganda voeren was niet zijn hoofddoel”, meent architectuurhistoricus Wies van Leeuwen, die de laatste hand legt aan een omvangrijke bio-
15
grafie van Cuypers. “Hij was een superkatholiek maar was niet bezig met de vraag op welke manier hij zijn geloof kon promoten. Hij wilde opdrachten! Hij had meer dan honderd man in dienst, de schoorsteen moest roken. Ik zou hem propagandist van de architectuur willen noemen.” Waarom zijn de decoraties in het Rijksmuseum indertijd onder een dikke laag witte verf verdwenen? “In het begin van de vorige eeuw werd alles verwijderd wat de aandacht van de kunstwerken afleidde. Na zijn dood in 1921 is het tempo nog opgevoerd, tot in de jaren zeventig toe. Nu worden dankzij de restaurateurs van Anne van Grevenstein alle decoraties weer zichtbaar, van de bibliotheek tot de Voorhal en van de trapportalen tot de Eregalerij. Eindelijk gerechtigheid.” Vanaf komende maand barst in Nederland een waar Pierre Cuypers-bombardement los: op 15 september wordt een tentoonstelling in het Stedelijk Museum Roermond geopend, op 22 september volgt het NAi in Rotterdam en een dag later het NAi te Maastricht. In mei volgend jaar gaat ‘ Cuypers, de musical’ in première, een avondvullende voorstelling gespeeld door vijf professionele- en twintig amateur-spelers. De tekst is van de Roermondse stadsdichter Hans van Bergen en de regie is in handen van Els Boonen. De plaatselijke VVV biedt een Cuypersprogramma aan (“In een workshop zult u leren schilderen, posters en mozaïek maken zoals dr. Cuypers. Het resultaat neemt u als souvenir van deze onvergetelijke dag mee naar huis”). Producent Rinkel Films is begonnen aan een vierdelige tvserie over zijn leven en Maurer United Architects uit Maastricht heeft een Cuypers-game ontwikkeld voor scholieren: een educatief computerspel over ‘de betekenis van het ornament’.
Angelo Brugnera, sculptuur in marmer.
Italiaanse perfectie door Duncan Liefferink
D
eze zomer vindt in Galerie REM in Jabeek een inval van zes Italiaanse kunstenaars plaats. Ze komen voor de tentoonstelling Scambio d’Arte – uitwisseling van kunst dus. De nadruk op ambachtelijkheid en techniek geeft hun werk een klassieke uitstraling die we in Nederland niet vaak zien. Het werk van de zes Italiaanse kunstenaars is ogenschijnlijk zeer divers. Wat ze verbindt, is een grote liefde voor de techniek. Zo maakt Angelo Brugnera marmersculpturen die het weerbarstige materiaal waarvan ze gemaakt zijn, lijken te ontkennen. Fragmenten van menselijke figuren lossen op in dunne, elegante curven, alsof ze verwaaien in de wind. De aquarellen van Sergio Macchioli zijn laag voor laag opgezet, waardoor het contrast tussen verzadigde kleuren en heldere passages tot het uiterste wordt opgevoerd. Zijn bloemen en architectuurfragmenten baden in een onaards licht. Ook Giovanni Carpentieri stapelt laag op laag, maar dan in acrylverf. Hij komt ermee tot intense kleuren, die ruimte suggereren. Carpentieri schijnt ook piloot te zijn, maar zijn abstracte composities zijn toch vooral spiritueel bedoeld. De verbluffende technische beheersing springt misschien wel het meest in het oog bij de gouden sieraden en objecten van Andrea Cagnetti. Hij heeft een oude, Etruskische filigraantechniek gereconstrueerd en is daardoor in staat zijn decoraties op te bouwen uit werkelijk minuscule bolletjes en vlechtwerk. Net als de techniek gaat zijn vormentaal terug op voorbeelden uit de oudheid. Filippo Centenari houdt zich bezig met meer hedendaagse technieken: foto, video en computerbewerking. Het resultaat zijn installaties en grote, collage-achtige composities waar ook in zijn geval de virtuositeit vanaf straalt. Een buitenbeentje is tenslotte Vittorio Fava. Ook hij weet technisch gezien heel goed wat hij doet, maar zijn onnavolgbare boekjes, ladenkastjes en andere objecten geven in de eerste plaats blijk van een ongebreidelde fantasie, een speelsheid die je eerlijk gezegd wel eens mist bij zijn collega’s. Het is allemaal prachtig, het werk in Jabeek. Het is met bewonderenswaardig vakmanschap gemaakt, het wortelt in eerbiedwaardige tradities, maar de vraag dringt zich toch op: gaat het ook ergens over? “De nadruk ligt tegenwoordig sterk op het idee, het concept achter de kunst”, zegt Jos Ramakers van Galerie REM. “De technische uitvoering is minder belangrijk geworden. Dat geldt zeker voor de huidige museale kunst. Daar heb ik geen bezwaar tegen, maar het vereist veel voorkennis. Ik probeer “boven-de-bank-kunst” te brengen, maar dan wel hele goede.” In die opzet is Scambio d’Arte zeker geslaagd. Scambio d’Arte III, van 12 augustus tot 2 september 2007 in Galerie REM, Jabeek. www.galerierem.nl.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
$6-5663$&/536.(&/,13&4&/5&&35 een uniek spektakel op een uitzonderlijke locatie.
museum h e t d o m e i n s i t ta r d c h i n e r g i e :&KLQD6XPPHU6KRZ
)RUPVRI([FKDQJH1L+DLIHQJLVP.LWW\=LMOPDQVHQ:DQJ-LDQZHL /LDQJ6KXR/HWWHUWRP\ZLIHDQGOHWWHUWRP\ORYHU 3DXOYDQGHU9HHU'D[L WP2SHQLQJXXU
+RW
WPXXU2SHQLQJXXUPHW 3DUW\RPXXU
c l a r e e . r o j a s)RUJHWPHQRW WP
%&/0$&4%$*-0'5 8"-163(*4%&3007&3441&$53"&/4&.#-&
guestroom7KH%XUQLQJ+RXVH1HZ,PDJH$UW *DOOHU\/RV$QJHOHVWP
miJngebouw waterschei – genk (b) 25-26-29-30-31 augustus 2007
v i a v i a5RPHLQHQLQGHUHJLR
info en tickets cultuurcentrum genk (B) – +32 (0)89 65 38 70 of
[email protected] www.cultuurcentrumgenk.Be Dommelhof neerpelt – +32 (0)11 80 50 02 of
[email protected] *4.%0..&-)0'/&&31&-5 1307*/$*&-*.#63(
%&$6-563&-&$&/53"7"/)&64%&/;0-%&3 )065)"-&/)&-$)5&3&/&/ 7;8)&57&370-(.&5%&45&6/7"/*/4*5 &601&$6-563&&/;0.&37"/"/58&31&/
&&/(3&&16*50/4""/#0% rocco granata stef bos laïs the stranglers het huis van bourgondië adriaan van den hoof nigel williams thé lau pascale platel oblomov kristien hemmerechts raymond van het groenewoud gunther lamoot en nog veel meer
WP
verdere activiteiten 7WLPHELMvia via'H5RPHLQVHNHXNHQLQGH/DJH/DQGHQ XXU asor)HVWLYDOSUHVHQWDWLHFXOWXUHOHLQVWHOOLQJHQ6LWWDUG*HOHHQURQGRPGH PDUNW.ORRVWHUSOHLQ0XVHXP+HW'RPHLQHWFYDQDIXXU &LQHPDflinx&KLQDLQGHWXLQYDQ0XVHXP+HW'RPHLQ XXU 7WLPHELM0DGHLQ0LUURUVHQ5LN0HLMHUVXXU .DSLWWHOVWUDDW 3RVWEXV nlae6LWWDUG t f LQIR#KHWGRPHLQQO ZZZKHWGRPHLQQO 2SHQ7XH6XQKUV
Bestel nu uw Brochure via
[email protected] of via www.cultuurcentrumgenk.Be info en tickets: cultuurcentrum genk – Dieplaan 2 – 3600 genk (B) - +32 (0)89 65 38 70
HSPUF
$/-ADV:UIDERLUCHT INDD
IFU
7FSMBOHFO V L A A M S - N E D E R L A N D S L I T E R A I R Z O M E R F E S T I VA L
10 AuguSTuS - 1 SEpTEMbER 2007 gENK | HASSELT | HEERLEN | MAASTRICHT
gENK
12.8 16.8
,SZQUPT2VBSUFU 5PPO5FMMFHFO 3JDLEF-FFVX .VTUBGB,zS (zLIBO(JSHJOPM %BBO%PFTCPSHI
H A S S E LT
14.8 21.8 1.9
,BEFS"CEPMBI "M(BMJEJ 'SBOL8FTUFSNBO -FP1MFZTJFS "OOB-VZUFO 'SJU[7BOEFO)FVWFM +VMFT%FFMEFS
HEERLEN
17.8 22.8 25.8
)VVCWBOEFS-VCCF 5PN-BOPZF -FPO7FSEPOTDIPU %FOWJT
MAASTRICHT
10.8 18.8 24.8
4BTLJB%F$PTUFS )VHP#PSTU "OOF1SPWPPTU .BSFO4UPGGFMT #BSU$IBCPU %BBO%PFTCPSHI (zLIBO(JSHJOPM
&SJTFFOXF[FOMJKLWFSTDIJMUVTTFOWFSMBOHFOFO)FUHSPUF7FSMBOHFO (FXPPOWFSMBOHFO EBUJTFFOTPPSUPQHFXPOEFO[JOJOJFUT [PBMTKFWFSKBBSEBH.BBS)FUHSPUF7FSMBOHFO NJKOIFNFM EBUJTFFOMVTU FFOUSFLOBBSFMEFSTEJFKFTUFJMBDIUFSPWFSEPFUTMBBO)FUHSPUF7FSMBOHFOJTXBU PPLXFM8BOEFSMVTUXPSEUHFOPFNE EFOFJHJOHPN CJKWPPSCFFME KFCJF[FOUFQBLLFOFO[POEFSJFUTBDIUFS UFMBUFOUFWFSUSFLLFOOBBSIFUCVJUFOMBOE0G[PµOSFJTOVGZTJFLQMBBUTWJOEUPGEBUNFOJOIFUHBNNFMF TDIVJUKFWBOEFTDISJKWFSPQEFXPFMJHFCBSFOWBOEFUBBMFFOFQJTDIFUPDIUOBBSWFSSFPPSEFOPOEFSOFFNU EPFUBBOEFPWFSXFMEJHFOEFLSBDIUWBOEJUHSPUF7FSMBOHFOOJFUTBG .BBS)FUHSPUF7FSMBOHFOIFFGUPPLFFO[FMG LBOU%FOLBMMFFOBMBBOEFPOESBBHMJKLFIVOLFSJOHOBBSFFO POCFSFJLCBSFMJFGEF0PL[PµOTPPSUWFSMBOHFOTDIFUTUEFLVOTUFOBBS*OSFHFMTVJUCMPFE JOWFSCJUUFSEF LSBTTFOPQQBQJFS EPFLPG¾MN JOEF[XBSFUPOFOWBOEFHFCPHFOPSHFMTQFMFSTVJTUEBOXFMOJFUEF QBTTBBUXJOEWBOEFWFSBOEFSJOH NBBSESFVOUXFMPOWFSTUPPSCBBSEFUSPNSPGGFMWBOEFQBTTJF EJFUPDIWPPS BMUJKEIFUSJKHLPPSEWBOEFLVOTU[BMCMJKWFO)FU[JKJOHFMFHEJOMJKEFO IFU[JKQSPFTUFOEBMTFFOESFOLFMJOHJO FFO[FFWBOBMDPIPM IFU[JKDSFQFSFOEJOEFHPPUWBOEFNBBUTDIBQQJK VJUEFLVOTUFOBBSWMPFJUBMUJKEEBUXBU IFUMFWFOEFNPFJUFXBBSENBBLU)FUHSPUF7FSMBOHFO%BBO%PFTCPSHI
XXXIFUHSPUFWFSMBOHFOFV 1SPHSBNNBWFSLSJKHCBBSCJKEFCJCMJPUIFLFOJO(FOLFO)BTTFMUJO#FMHJq EF-JNCVSHTFPQFOCBSFCJCMJPUIFLFOJO/FEFSMBOE -JUFSBJS.VTFVN)BTTFMU5 .BSJKLF3FLLFST]-JUFSBJS4UBUJPO7FOMP. 5JFOFLF7FSTUFHFO
16
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
expats
de schatkist van
Jos van Rey D
Akihito Morimoto Zanger/gitarist rockgroep Electric Eel Shock
L
eeftijd? Ik ben 2001 jaar oud – ik ben een Rock & Roll Odyssey. Wat betekent jullie kreet Menboku Nai? Dat je erg rock & roll bent. Verschilt het publiek in Europa en Japan? Jullie eten niet zoveel rijst maar afgezien daarvan is het Eel Shock publiek overal ter wereld zo’n beetje hetzelfde. Mensen komen naar onze shows om uit hun bol te gaan en veel te drinken. Als dank verzorgen wij het feestje van het jaar voor hen. Beschrijf het huis van je vader in Osaka eens. Mijn vader is een hippie. Hij heeft het bijna tot drummer bij Jimi Hendrix geschopt en speelde cimbalen voor Wizzard. Hij woont in een indianentent, een tipie. Wie zijn je helden? Ozzy. Je bent een gepassioneerd visser. Ik hou van vis, maar vis haat mij. De grootste vis ooit binnen gehaald? Een meter lange snoek die ik ving in een kanaal in de buurt van het huis van onze manager Bob Slayers in Mile End - London. Beschrijf de band eens. Mijn leven en passie. Grootste compliment? Bruce Dickenson van Iron Maiden wilde het naadje van de kous weten over de drumsound op een van de tracks op ons laatste album
‘Beat Me’. Hij wilde elke detail weten. Moet je je voorstellen: een van mijn goden vroeg me naar mijn muziek! Dat vervulde me met trots en blijdschap. Wat is de beste zin die je ooit hebt geschreven? Rock & Roll Can Rescue The World. Wat is het beste Japanse boek? Burrn Magazine! Mijn bijbel toen ik jong was. Het introduceerde me bij alle grote bands. Zo kon ik lezen over Black Sabbath, Twisted Sister, Van Halen, Rainbow, MSG, Iron Maiden, Judas Priest, Queensryche, WASP, RATT, Aerosmith, AC/DC, Ozzy Osbourne Band, Motorhead, Guns and Roses en Motley Crue. Wat beschouw je als de beste plaat ooit? Je moet echt geloven dat dat Transworld Ultra Rock is – onze nieuwe cd die op 1 oktober uitkomt. It will gently fry your brain and make you very happy! Wie zou je willen ontmoeten? Zonder twijfel Ozzy – maar hij is ook degene die ik het liefst niet zou willen ontmoeten – in het geval hij niet zo aardig en geïnteresseerd is in mij en EES als Bruce Dickenson was. Sex, drugs & email? Het zou de titel van een dvd worden maar is nu een tv-programma over ons. Een televisieploeg heeft ons twee, drie jaar over de hele wereld gevolgd. Ik geloof dat de film bijna af is. Ik ben zeer benieuwd.
17
Wat is je meest kostbare bezit? Mijn gitaar en mijn vishengel. Ik kan rock & roll en vissen niet scheiden. Ze zijn als yin en yang voor me. Ik heb ze allebei nodig om mijn leven in balans te houden. Welk concert herinner je je? Voor het eerst in London speelden we voor vijf mensen. Vier jaar later zijn we nog steeds met alle vijf bevriend. Ik herinner me ook ons eerste optreden in Nederland, als voorprogramma van The Datsuns in de oude Effenaar. We kwamen Kleine Bart van Peter Pan Speedrock tegen. Hij kwam voor The Datsuns maar heeft nu een EES tatoeage op zijn been. Waar zijn jullie het meest populair? In Groot Brittannië geven we de meeste concerten – de laatste twee tournees waren helemaal uitverkocht. Voordat jullie op het Booch? Festival in Heerlen spelen doen jullie in korte tijd Japan, Duitsland, Noorwegen en Engeland aan. Wat een leven! Een gelukkig leven. Ik ben zo trots dat we hiermee ons geld kunnen verdienen. Wat heeft Japan wat Europese landen niet hebben? We hebben meer Japanse meisjes dan jullie. En we kunnen ze wel verkopen als je wil.
enkend aan Limburg zie ik Jos van Rey op een geïmproviseerd podiumpje in de lerarenkamer van het Bisschoppelijk College Broekhin in Roermond rond verkiezingstijd. Politiek was toen nog hip onder scholieren. Men was voornamelijk links, maar sommigen, meestal zonder wiskunde in hun pakket, waren fanatiek rechts. Een levendige discussie dus op het plein, maar niet altijd even gefundeerd. Daar moeten we iets aan doen moeten ze gedacht hebben, want plotseling was er een heuse Politieke Avond op het college. Wat ik daar te zoeken had, weet ik niet, ik verdeelde de wereld in zeikerds en niet-zeikerds, maar ik was er. De Rooie Reus vertegenwoordigde de PSP en er zullen ook wel kandidaten van de PvdA en KVP zijn geweest, maar er waren liefst twee afgevaardigden van de VVD, onder wie Jos van Rey. Die maar niet aan het woord kwam. Hij was de jongste en meest onervarene van het stel en terwijl de anderen elkaar voor rotte vis uitmaakten, zat Jos met een viltje te spelen. Tot het einde van de avond, toen zijn partijgenoot hem voorstelde als de Jongerenspecialist van de VVD en hem het woord gaf. De eerste zin die deze kersverse Jongerenspecialist ten overstaan van een volle zaal uitsprak was: “Ik snap de jeugd van tegenwoordig niet.” Later, na mijn eerste vluchtpoging uit het Limburgse, kwam ik terug in Roermond om mijn vervangende dienst uit te zitten. Ik werd gestationeerd in het gemeentehuis, afdeling onderwijs. Daar was meneer Schreuders de baas. De arme man was mank en had brillenglazen sterkte min dertien, waardoor we zijn loopweg vrij van prullenbakken moesten houden. Maar hij hield de wind er strak onder, en ik waande me in de jaren vijftig. Tijdens een geanimeerd gesprek met mijn collega’s klonk een keer een scherp ‘kssjt’ vanuit Schreuders kamer. Iedereen zweeg en deed of hij werkte. Toen hij de afdeling binnen kwam lopen vroeg ik hem voor welke hond dat geluid bestemd was. Het werd me door de andere honden in het hok niet in dank afgenomen. Maar Schreuders was niet uitsluitend ouderwets. Hij is degene die ‘copy and paste’ heeft uitgevonden voordat er computers werden binnengedragen. Hij gebruikte daarvoor schaar en nietjes. Op een dag was er opwinding in het stadhuis. Jos van Rey zou terugkomen uit Den Haag waar hij in De Kamer zat. Iedereen was toch wel zenuwachtig om zo’n beroemde expat te ontmoeten die het Gemaakt had in het verre Holland. Ik ook. Wat moest ik zeggen tegen iemand die ik vroeger heel hard had uitgelachen? We stonden in een rij, hij gaf iedereen een hand: “Goedendag, en jij bent?” Ik ben Wiel, en wie ben jij”, wist ik alleen uit te brengen. Hij liet onmiddellijk mijn hand los en stevende af op de volgende nietsbetekenende ambtenaar. ( Jos van Rey is nu loco-burgemeester en draagt een gouden das. Ik denk dat het hem goed gaat.) WIEL SEUSKENS Wiel Seuskens (Roermond, 1955) studeerde beeld- en mediatechnologie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en is momenteel werkzaam op het
Electric Eel Shock speelt op Festival
artlab van het Nederlands Instituut voor Mediakunst. Hij is redactielid van
Booch? in Heerlen dat op 18 en 19
PARK 4DTV, die kunstwerken van een uur uitzendt op de New Yorkse kabel
augustus wordt gehouden.
en via internet (www.park4d.tv). Hij geeft het estafettestokje van deze
www.booch.nl
rubriek door aan Bart Duysens.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
500 kilo lulligheid Kunstcentrum Z33 in Hasselt heeft een puike primeur in de aanbieding: een uitgebreide tentoonstelling met werk van het ontwerpersduo Studio Job. Een voorproefje voor 2010, wanneer het Groninger Museum met hen gaat uitpakken.
door Emile Hollman
Z
e stralen aan alle kanten uit dat ze wereldburgers zijn die in goede doen verkeren, Job Smeets (Hamont Achel, 1970) en Nynke Tynagel (Bergeijk, 1977). Met de flair van celebrities wandelen ze Z33 binnen, hip gekleed, de ogen verscholen achter een grote zonnebril, allebei op dezelfde witte gympen. Ze wonen en werken in Antwerpen, waar ze zich verzekerd weten van tien medewerkers. Hun podium strekt zich uit tussen New York en Tokyo. Sinds Job (die in Weert opgroeide) en Nynke elkaar ontmoetten op de Design Academy in Eindhoven, hebben ze elkaar niet meer losgelaten. Weliswaar kwam Nynke aan toen Job vertrok, maar de beperkte tijd was genoeg voor een langdurig verbond. Hand in hand zouden ze het schemergebied tussen beeldende kunst en vormgeving betreden. Blijkbaar voelen ze er zich goed thuis, want ze laten zich niet verleiden tot eenduidige keuzes. Zelfs hier in Z33 in Hasselt waar hun beelden, meubels, objecten en uitvergrote gebruiksvoorwerpen uitermate goed gedijen in een museale opstelling, verloochenen ze hun afkomst niet: een kasteel is ook een kandelaar, een usurpator is ook een vaas, een melkkan kan Pinokkio heten. De objecten hebben iets van hun functionaliteit behouden, maar staan even goed helemaal op zichzelf. “Design kan expressief genoeg zijn om geen kunst te zijn”, zaait Job nog wat extra verwarring. Opvallend is dat al het werk in kleine collecties wordt getoond. ‘Homework’ bijvoorbeeld, een reeks oogstrelende bronzen gebruiksvoorwerpen in een strakke lijn neergezet. Zoals alle ontwerpen van topdesigners zijn ze geprijsd als kunstwerken: de werken uit de reeks Homework zijn te koop ‘vanaf 30.000 euro’. Job Smeets en Nynke Tynagel, samen Studio Job. foto Mark Kuipers
18
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
aan de muur De reeks die valt onder de noemer ‘Gold Biscuit’ doet door de combinatie van porselein en kitsch onmiddellijk denken aan het werk van Jef Koons; Job en Nynke vatten het op als een compliment. Het werk is even speels als perfect. Een suffe
‘We persifleren de wereld en haar functinaliteit’. eekhoorn, een kandelaar voor de nacht, een kan en een gaapverwekkende klok. Ze glimmen van het goud maar laten zich in de decoratie pas echt lezen: haaien, libellen, tanks, kalashnikovs, straaljagers, narren, vlinders, vogels, boogschutters. Blits werk. De toon in Hasselt wordt al bij binnenkomst gezet. In de hal staat pontificaal een gietijzeren tafel met een goudglanzend opgepoetst oppervlak. Het behoort tot het zogeheten ‘rockfurniture’ van Studio Job. Boven de tafel hangt zwaar en donker, een tikkeltje pompeus, de ‘Candleman’ aan de muur. Een ijzeren figuur die nog het meest doet denken aan een schildpad die twee toortsen in zijn vuisten klemt. ,,Een soort Lam Gods”, zet
Job de interpretatie op scherp. De ‘Candleman’ behoort tot de oudere stukken in de collectie en laat zien dat het latere werk van Studio Job fijner en gedetailleerder is geworden. We mogen het beeld zien als een afgod die de bescherming van het kasteel tegen kwade geesten op zich heeft genomen. Kasteel ja. Nynke en Job doen het voorkomen alsof Z33 een kasteel is met diverse zalen waarin hun werk het beste tot zijn recht komt. Het is niet zo dat het duo een speciale affectie heeft met kastelen of op zoek is naar de een of andere graal. Ze pikten het fenomeen als concept op in Duitsland. Om te beginnen is daar de ruimte met het kasteel zelf. Het bevindt zich opnieuw in een serie objecten van, dit keer, geoxideerd brons. Het is niet geschapen naar een of ander bestaand kasteel maar lijkt in zijn verschijningsvorm op alle kastelen die we kennen. We mogen het van Job zien als ‘een samenvatting’ van Studio Job. “Het staat voor een parallel universum. Niet dat we willen beleren, we gebruiken metaforen om er alles uit te kunnen halen wat wij leuk vinden.” Nu ze het concept hebben verklapt, kun je de tentoonstelling heel anders beleven, namelijk door die te betreden alsof je een rondgang maakt in een kasteel. Speciaal voor deze expositie maakte Studio Job een gigantische kroonluchter die
Homework
19
enkeltje utopia
hangt voor een uit de kluiten gewassen kast die, in aangepaste vorm, inmiddels in productie is genomen. In de zoals Job dat noemt ‘Duitse kamer’ staan tal van bronzen, robuuste gebruiksvoorwerpen: een pijl, een zwaard, een ring. “Er zit enorm veel historie in de collectie, veel cultureel erfgoed. Niet alleen Duits natuurlijk. Wij voelen ons Europeanen en hebben uit alle delen van Europa iconen gehaald. Ik vind dat stijve, strakke, monumentale interessant omdat het belangrijker lijkt dan het is. Het geeft ook de eigen kwetsbaarheid weer want
Candleman
wie zich groter voordoet dan hij is… Uiteindelijk is ‘de Candleman’ niet meer dan vijfhonderd kilo lulligheid aan de muur. Dus waar gaat het allemaal over?” Nu ze er toch zelf over beginnen. “We zijn vormgevers die autonoom werken”, zegt Nynke. “We persifleren de werkelijke wereld en zijn functionaliteit”, vult Job aan. “We overdrijven emotie en vorm, waardoor je als toeschouwer kleiner wordt, maar wat we ook doen, we zien er op toe dat de dingen die we maken extreem goed geproduceerd worden. We proberen zo min mogelijk designer te zijn, maar we zijn het wel. Dat is mooi tragisch”, zegt Job met een brede glimlach. “Deze beelden hier beloven veel, maar zullen je uiteindelijk teleurstellen. Het is niet wat het belooft te zijn. Wat dat betreft staan ze synoniem aan de wereld. Alles is relatief.”
Bijbelse beelden Vraag een beeldend kunstenaar naar de intenties van zijn werk, tien tegen een dat hij ongeveer zo reageert: “Als ik het in woorden kan uitdrukken, had ik het niet hoeven maken.” Woorden en beelden, zelden trekken ze gelijk op. Voor iemand die in woorden denkt, is beeldende kunst als de horizon: alles lijkt onder handbereik, maar dichterbij komen is er niet bij. Omgekeerd is voor de ‘beeldenman’ (m/v) het formuleren van twee zinnen die onderlinge samenhang vertonen vaak een mission impossible. Er bestaan briljante geesten die beide domeinen beheersen, maar ze zijn met weinigen. Dat is een troostrijke gedachte, zeker voor de ‘woordenman’ wiens worsteling even perspectiefloos is als het bestaan van de dolenden in Dantes Inferno. Toch is die worsteling onontkoombaar: beelden zonder woorden blijven immers betekenisloos. Als woordenman schiet me het Bijbels beeld te binnen van het gevecht van Jacob met de engel. Jacob is de uit de klei getrokken man die niet houdt van gezemel. Hij wil duidelijkheid en houvast. De engel is de afgezant van het goddelijke, van de metafysica, het domein dat in de vorige eeuw een tijdje geclaimd werd door de beeldende kunst. Degenen die menen dat engelen niet bestaan, interpreteren het voorval als Jacobs gevecht met zichzelf. Oftewel: hoe twee kanten van één persoonlijkheid met elkaar overhoop kunnen liggen. Tal van prachtboeken had ik achter de rug toen ik voor het eerst bevangen werd door de beeldende kunst. Het was bij een expositie van Max Beckmann, ik weet niet meer waar en wanneer, ergens moet ik de catalogus nog hebben. (Doe ik steeds, catalogi kopen. Een woordenman slaat beelden op in boeken. Die zet hij dan in de boekenkast, die middeleeuwse voorganger van een extern geheugen.) Om de een of andere reden prentte Beckmans werk zich in mijn hoofd. Dit voorjaar was in het Van Goghmuseum de expositie ‘Max Beckmann in Amsterdam 1937-1947’, over zijn jaren als balling. Ik was benieuwd of ik die fascinatie uit mijn jeugd eindelijk kon verklaren. Het beloofde een gevecht met mezelf te worden, want ik hou niet zo van met religieuze en mythologische symboliek overvoerde doeken. De tentoonstelling liet zien hoe Beckmanns werk met de jaren donkerder en nerveuzer werd. Hij ging meer zwart gebruiken, waardoor de kleuren – als contrast - gingen vlammen. Hier is geen somberman aan het werk, maar een vitalist die de wereld ondanks alle ellende aan het hart drukt. Beckmann verknoopt mooi en lelijk, heden en verleden, privé en collectief. Ik lepel zijn artistieke credo uit de catalogus – die ik natuurlijk weer niet kon laten staan: “De wereld van de kunstenaar bestaat pas als hij er vorm aan geeft”, en denk aan woordenman Cees Nooteboom die over zijn werk ooit zei: “Ik begrijp het pas als ik het heb opgeschreven.” Misschien zit daar de verklaring voor die vroege fascinatie voor Beckmann. Hij was zo’n uitzondering die woorden en beelden samen kan laten optrekken. Een woordenman die zich uitdrukte in beelden. In zijn werk zoek je dus vergeefs naar de engel die een potje kwam worstelen met Jacob. Wat hij wel schilderde, was de engel die troost bracht.
WIDO SMEETS
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
38-Adv glasp-122x178,5fc
20-03-2007
10:37
Pagina 1
GLASPALEIS venster op cultuur
Mede op initiatief van de Provincie Limburg zoeken de grote culturele festivals in deze provincie samenwerking. Waar mogelijk bundelen ze hun krachten en leggen kruisverbanden die inhoudelijk verrassend en vernieuwend zijn. Van de 18 grote festivals vinden er 10 plaats in Parkstad Limburg. Zij presenteren zich nu trots in een boekje dat in vier talen verschijnt. Binnenkort: Booch? (18 & 19–8) Cultura Nova (24–8 t/m 2–9) Meer info: www.parkstadfestivals.nl Het festivalboekje wordt op 19 augustus tijdens het
performances>onderwijs> exposities>bijeenkomste n>uitleen>muziek>archit ectuur>literatuur>dans> kunst>film>lunch>diner> www.glaspaleis.nl
tiende Booch? festival in Heerlen gepresenteerd aan de voorzitter van het cultuurwethoudersoverleg Parkstad, Lex Smeets. Het boekje is te verkrijgen via www.parkstadfestivals.nl
Voor programmering zie onze maandbrochure, o.a. verkrijgbaar bij het Glaspaleis | Bongerd 18 6411 JM Heerlen | Postbus 1 6400 AA Heerlen | ma-za 9-23 u I zo 11-17 u | 045 - 5772200
Vers van de pers...
Joes Copier (4), zoon van Saskia Ubags en Maurice Copier uit Urmond.
20
Zuiderlucht maandelijks thuisbezorgd?
of schrijf een
Word begunstiger!
Stationsplein 27
Surf naar
6221 BT Maastricht
www.zuiderlucht.eu/
tel: 043 350 05 91
begunstigers
[email protected]
kaartje naar : Stichting Zuiderlucht
www.zuiderlucht.eu
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
Van spitfires naar sieraden Met zijn subsidies was het Prins Bernhardfonds jarenlang steun en toeverlaat voor culturele instellingen en een stimulans voor jonge kunstenaars. Dat blijft zo, maar de ‘status aparte’ die Limburg had, is verleden tijd. De loterij van het fonds maakt plaats voor een collecte.
Koningin Beatrix met de door Ruth Houkes uit Horn ontworpen glazen anjer. foto Prins Bernhardfonds
door Wido Smeets
“E
en geweldige belevenis, dat was het.” In 2004 kreeg Jo Eyck uit handen van prins Bernhard en koning Beatrix de Zilveren Anjer uitgereikt, vanwege zijn verdiensten op het gebied van de hedendaagse kunst. De Zuid-Limburgse verzamelaar had net het Hedge House, een paviljoen in zijn kasteeltuin in Wijlre geopend om het publiek te laten kennismaken met zijn kunstverzameling. “Maar dat was het niet alleen”, zegt Eyck. “Ik kreeg de anjer ook omdat ik jarenlang actief ben geweest in de Vereniging Rembrandt, Limburgs Kunstbezit en de Sikkens Foundation.” Philip Houben, de toenmalige burgemeester van Maastricht, had hem nog toegefluisterd: “Jo, het is de mooiste onderscheiding die je kunt krijgen omdat alleen vrijwilligers ervoor in aanmerking komen.” Voor de Limburgse afdeling van het Prins Bernhardfonds was de huldiging van Eyck eveneens bijzonder. De Zilveren Anjer, die jaarlijks door het fonds wordt uitgereikt aan Nederlanders die zich verdienstelijk hebben gemaakt op het gebied van kunst, cultuur en natuurbehoud, komt niet zo heel vaak in Limburg terecht. “In verhouding met
21
de rest van het land te weinig”, vindt Sjeng Scheepers, vicevoorzitter van de Limburgse afdeling, die behalve Eyck de namen van Antoon Creusen van het Wereld Muziek Concours, en de natuurbeschermers Piet Janssen en Jan van Susante uit zijn geheugen trekt. Dat Limburg onderbedeeld wordt, mag de provinciale afdeling ook zichzelf aanrekenen, vindt Scheepers. “We moeten er beter bovenop zitten om mensen te scouten die voor de anjer in aanmerking zouden kunnen komen.” Het Prins Bernhardfonds, door
de flamboyante prinsgemaal ooit als Spitfire-fonds opgericht om wapens te kunnen kopen, besteedt jaarlijks achttien miljoen euro aan projecten op het gebied van kunst, cultuur en natuurbehoud. In Limburg – en ook dat is beneden het gemiddelde – werd de laatste jaren tussen de vijf en zes ton aan subsidies uitgekeerd. Elke provincie heeft een eigen afdeling, met de commissaris van de koningin als voorzitter. De beschikbare gelden komen van de Bankgiroloterij en de Stichting Doen, van donateurs en de jaarlijkse Anjercollecte. Jarenlang koesterde de Limburgse afdeling een soort ‘status aparte’: in plaats van de collecte was er een loterij met honderd prijzen. Bijna de helft van die prijzen waren werken van Limburgse kunstenaars en vormgevers, onder wie schilder Eric Toebosch, keramist Sjer Jacobs, designer Maurice Mentjens en sieradenontwerpster Merle Anderson. Het doel van die aanpak was tweeledig, legt Scheepers uit. “De loterij was een stimulans voor jonge kunstenaars, terwijl er via de prijswinnaars toegankelijke kunst in de Limburgse huiskamers terechtkwam.” De glazen anjer (zie foto) die Ruth Houkesdit jaar ontwierp, was echter de laatste in die reeks. De minister van justitie staat de loterij niet langer toe. Deze zomer werden voor het laatst loten aan de man gebracht. Met ingang van 2008 verdwijnt de jarenlang gekoesterde uitzonderingspositie; in juni houdt het Prins Bernhardfonds in Limburg zijn eerste collecte. Scheepers heeft er een dubbel gevoel bij. “Een mooie traditie verdwijnt, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de inkomsten van de loterij gestaag terugliepen. Net als de aanvragen voor subsidie trouwens. De mogelijkheden die het fonds biedt voor kunst- en cultuurpro-
jecten zijn kennelijk wat in de vergetelheid geraakt.” Door de nieuwe opzet hoopt het fonds zijn bekendheid wat te kunnen opvijzelen. “We hebben er belang bij dat het blijft leven”, zegt Matu Huijbregts, lid van de kunstcommissie van het fonds. Ze wijst erop dat er de laatste jaren nieuwe subsidierichtingen zijn gevonden in de podiumkunsten en poppodia. Desondanks blijken harmonieën en fanfares, die jaarlijks met een kwart van het budget aan de haal gaan, het beste de weg te weten richting subsidiepotten van het fonds. Hoe de collecte precies zal worden ingericht, is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. De verenigingen, die de collectanten zullen moeten leveren, zijn nog niet op de hoogte gesteld. De collecte kan hen een interessant bedrag opleveren, zegt Scheepers: “Ze krijgen eenderde van de opbrengst. Het mogen trouwens ook verenigingen en instellingen zijn die bij ons niet voor subsidie in aanmerking komen, zoals sportclubs. Die kunnen zo aan extra inkomsten komen.” Dat collecteren anno 2007 een heikele zaak is, weet Scheepers als geen ander. De risico’s – en de daarmee samenhangende afname van vrijwilligers – zijn hem bekend. Over niet al te lange tijd, verwacht hij, zal collecteren via internet zijn opwachting maken. Hoe het zij, de rol van het Prins Bernhardfonds is belangrijk genoeg om de omschakeling te laten slagen, vinden Scheepers en Huijbregts. Om dat te onderstrepen sommen ze uit het hoofd een handvol initiatieven op die steun kregen van het fonds: de openingen van het theaterseizoen in Maastricht (het Parcours) en Venlo (de Ouverture), het Limburgs Museum, de archivering van Limburgse films (Lifra) en de openingsexpositie in het NAi Maastricht.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
Pietje Bell in cultuurland De Pietje Bell van de cultuur, de grote ontregelaar die de zaak komt opschudden. Het is het beeld dat Gerard Rooijakkers, hoogleraar etnologie en lid van de Raad voor Cultuur, graag van zichzelf in stand houdt. “Heemkundigen en folkloristen zien mij per abuis als collega. Ik beschouw hen als onderzoeksobjecten.”
Binnen en buiten de musea wordt het begrip cultuur te veel gedefinieerd in termen van marketing, vindt Rooijakkers. “Er gebeurt veel, maar er is weinig reflectie. Cultuur is geen product, maar een proces dat je de ruimte moet geven. Voor veel mensen in het culturele wereldje is dat een probleem, omdat hun omgeving daardoor onbestuurbaar wordt.” Gerard Rooijakkers groeide op in Eindhoven, waar zijn vader kastelein was in café-beugelbaan ‘De Gouden Bal’. Rooijakkers senior verzamelde oude werktuigen die de interesse trokken van een conservator van het Kempenmuseum. De 13jarige Gerard fungeerde al snel als hulpje bij het opbouwen en afbreken van exposities.”Daar ben ik ingewijd in de geschiedenis van de volkscultuur. Samen met de conservator van het museum, een onvervalste romanticus, heb ik de verzameling opgeknapt en gedocumenteerd.”
Gerard Rooijakkers in het ouderlijk café in Eindhoven. foto Vincent van den Hoogen
door Maaike van Stolk en Wido Smeets
O
p Goede Vrijdag van dit jaar liet een EO-presentator zich rond de klok van drie, het uur van Jezus’ dood, een rugvullende tatoeage aanmeten door Henk Schiffmacher. De publiciteitsstunt gold als opening van een expositie over tatoeages in het Limburgs Museum in Venlo , een uiting van volkscultuur die nog steeds aan populariteit wint. Gerard Rooijakkers stond er bij en keek er naar. Zijn studenten van de Universiteit van Amsterdam brachten er een donorcodicil in omloop voor mensen die na hun dood hun tatoeages willen redden. “Die mooie tekeningen gaan allemaal het graf in of in rook op. Daar zullen we een regeling voor moeten treffen!”, luidt zijn olijke uitleg. Om er in één adem aan toe te voegen: “Daar heb ik zó’n lol in, om iets in gang te zetten dat groter wordt dan het ding zelf.” Interventies in de culturele wereld, binnen en buiten het museum, zijn het handelsmerk geworden van Gerard Rooijakkers (Eindhoven, 1962). Hij heeft er alle reden toe, vindt hij, want de Nederlandse musea zijn te veel naar binnen gekeerd. Met de publiciteit rond het tattoo-donorcodicil in Venlo hoopt hij dat “de verhalen die in exposities worden verteld ook buiten het museum worden gehoord.” Want dat
22
gebeurt te weinig. Vorig jaar haalde hij in hetzelfde museum de landelijke pers toen zijn studenten bij een tentoonstelling over stadsafval toiletpapier met de afbeelding van Bin Laden in omloop wilden brengen. Het ging niet door, museumdirecteur Schatorjé, een studievriend, vond het te provocerend voor een familiemuseum. Bij Rooijakkers kwam de stoom zowat uit de oren. Een jaar na dato is hij een stuk milder. “Mijn sympathie voor het Limburgs Museum is onverminderd groot”, zegt hij. ”Ze laten ons als stelletje ontregelaars toch maar mooi elk jaar onze gang gaan.” Maar Rooijakkers blijft trouw aan zijn aanpak. In zijn op-
vatting is een museum “een choreografie van objecten. Een theater dus. Daar moet je geen veilige verhalen willen opdissen. Je moet het publiek juist de angels van de cultuur laten zien en laten voelen. De mensen laten krabben waar het jeukt.” Toch vindt hij zichzelf geen provocateur. Als hoogleraar etnologie aan de Universiteit van Amsterdam en onderzoeker aan het Meertens Instituut houdt hij zich bezig met de cultuur van het dagelijks leven. Zeg maar volkscultuur. Sinds een jaar bemoeit hij zich ook met het overheidsbeleid op dat vlak, als lid van de Raad voor Cultuur, het hoogste adviesorgaan van minister Plasterk en de Tweede Kamer.
Het virus had hem te pakken. Rooijakkers ging geschiedenis studeren, specialiseerde zich in volkscultuur en ergerde zich al gauw aan het negatieve imago ervan. “Folklore moet niet als zak vuil aan de straat worden gezet. Als ik me bezig houd met klederdracht bekijk ik die niet zozeer als volks relict maar als een culturele categorie. Je ziet klederdracht in reclame, in cartoons, in voetbal, bij het schaatsen. Het is dus niet iets van vroeger tijden, maar iets dat zich kennelijk steeds vernieuwt. Honderd jaar geleden dacht men al dat klederdracht aan het uitsterven was. Ten onrechte dus.” “Het zijn trouwens niet zozeer de uitingsvormen die me interesseren, maar de mechanismen die ervoor zorgen dat die cultuur in het heden nog steeds wordt gemobiliseerd. Dat is meer dan heemkundigen
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
stud ioke
d lan rn
‘Amateurkunst wordt eindelijk erkend als cement van de samenleving’
Distance to the sun
graphic design www.obidesign.nl
en folkloristen doen. Die zien mij per abuis als collega, ik zie hen als onderzoeksobjecten. Dat klinkt arrogant, maar zo bedoel ik het niet. Ze hebben mijn sympathie, maar dragen een impliciete cultuurkritiek uit door de geest van ‘vroeger was het beter’ te cultiveren. Dat maakt hen kwetsbaar.” Als voorbeelden van zijn studieterrein van ‘immaterieel erfgoed’ noemt hij de Broonk, Zuid-Limburgse dorpsfolklore die vitaler is dan ooit tevoren, maar ook de met veel uiterlijk vertoon omgeven begrafenissen van volkshelden als André Hazes en Pim Fortuyn. Wie zich in de folklore begeeft, ligt het begrip ‘authentiek’ op de lippen bestorven. Zo niet Gerard Rooijakkers. “Ik heb enorme lol in de cultuurdiagnose van de mensen die nog geloven in authenticiteit. Verreweg de meeste authenticiteit is echter geconstrueerd. Kijk maar naar schuttersfeesten en het plattelandscarnaval. Dat zijn fenomenen van recente datum, gefolkloriseerde evenementen. Overigens maakt dat de culturele waarde van schuttersfeesten en carnavalsoptochten er niet minder om!” Op het Meertens Instituut maakt Rooijakkers deel uit van een nieuwe generatie etnologen. “Eerst had je Meertens zelf, geboortejaar 1898. Die zag in het verleden een betere wereld die gedocumenteerd en verheerlijkt diende te worden. Daarna kreeg je J. J. Voskuil (1926), schrijver van het literaire epos ‘Het bureau’, die ontdekte dat de volkscultuur helemaal niet zo authentiek en ongecorrumpeerd was als veel collega’s deden voorkomen. Hij kwam er achter dat meeste tradities zijn bedacht door folkloristen.” Bekendste voorbeeld is het Midwinterhoornblazen, dat stamt eigenlijk pas uit de jaren twintig van de vorige eeuw.
Voskuil ontmaskerde die feesten, sprak van folkloristische oplichters. “Zijn drang om te ontmythologiseren eindigde in een genadeloze debunking van folklore. Hij heeft mensen echt op hun ziel getrapt. In Twente heeft hij zich jarenlang niet kunnen vertonen.” Als opvolger van Voskuil is Rooijakkers opvallend mild voor folkloristen. “Ik vind dat je mensen hun illusie niet moet ontnemen.” Een opmerkelijke coulance van een man die als ‘grote ontregelaar’ de angels van de cultuur wil laten zien. “Ik ben van een generatie die niet meer verheerlijkt, zoals Meertens, of ontmaskert, zoals Voskuil, maar ook jonge tradities blijft onderzoeken. Wat me daarin het meest interesseert is de eeuwige behoefte van de mens aan mythe en magie, en waar die vandaan komt.” Banaliteit is mijn vak, pleegt Rooijakkers te zeggen. Hij is voorloper van een generatie etnologen die minder moralistisch met het cultureel erfgoed omspringt. Maar hun passie is er niet minder om, zegt hij. “Romantici zijn we allemaal. Verzamelen en bewaren is een algemeen menselijk sentiment. Je verloochent jezelf als je die neiging ontkent.” Ook over nostalgie doet hij niet neerbuigend. “Het is een universeel menselijk sentiment. Nostalgie uitbannen is jezelf verloochenen.” Dat hij als etnoloog is doorgedrongen tot de Raad voor Cultuur beschouwt Rooijakkers als een erkenning. “Voor het eerst is het begrip volkscultuur terug te vinden in het regeerakkoord. Het is eindelijk ontdaan van de spruitjeslucht die er altijd omheen hing, men ziet ons als een serieus vakgebied.” De raad geeft advies over de culturele basisinfrastructuur van Nederland, over de ‘civic society’: hoe moet een burger heden ten dage in cultureel opzicht zijn toegerust? “Dat
23
Het bureau van Meertens Gerard Rooijakkers komt de eer toe als laatste aan het bureau van P. J. Meertens (Beerta in de romancyclus Het bureau van J.J. Voskuil) te hebben gewerkt. “Het was een enorm gevaarte, op het instituut hadden ze er een naam voor bedacht: het pijploos orgel. Het was een bureau voor een ambtenaar eerste klas uit 1934, een enorm gevaarte met groen vilt erop, en aan zijkanten van die uitschuifbare bladen. Toen we bij de verhuizing in 1999 nieuw meubilair zouden krijgen, kwam een telefoontje van het Letterkundig Museum. Daar wilden ze het bureau wel hebben, als een icoon van de laat-twintigste eeuwse literatuur. Toen werd ook binnen het instituut de historische waarde van het gevaarte duidelijk, en wilden ze het zelf behouden. Niet als bureau om aan te werken, maar als showpiece voor mensen die het instituut bezoeken. Nu staat het in de hal van het nieuwe instituut. Inclusief het taboe dat bij een expositiestuk hoort: er mag niet meer aan gewerkt worden.” foto Meertensinstituut/Cor Mooij
doen we niet vanuit de oude PvdA-gedachte van de verheffing van het volk, maar vanuit de overtuiging dat een samenleving die geen reflectie heeft op de eigen cultuur, de macht verliest om keuzes te maken en richting te geven. Vandaar ook de aandacht voor de amateurkunst in het regeerakkoord. Die wordt eindelijk erkend als cement van de samenleving.” In het nieuwe Cultuurplan vormen niet langer de musea en de culturele instellingen het uitgangspunt, maar de geëmancipeerde burger. Rooijakkers: “De politiek heeft de cultuur ontdekt als instrument om de sociale cohesie en gevoelens van identiteit te bevorderen. Men ziet echter over het hoofd dat elke identiteit gelaagd is, en dat die gelaagdheid voortdurend verandert.” Zo’n poging tot identiteitsbevordering is de zogeheten Culturele Biografie die Maastricht in stelling heeft ge-
bracht als digitale tegenhanger van het klassieke gemeentemuseum. Rooijakkers stond mede aan de basis van het concept, maar heeft dubbele gevoelens bij de Maastrichtse aanpak. “Het blijft te veel steken in de website. Maar bij een verhaal hoort de geest van de plek. Zonder genius loci geen verhaal. De gekozen thema’s – zoals vestingstad Maastricht - zijn ook te plat. Het zouden metaforische thema’s moeten zijn. Het publiek heeft weinig interesse in algemene verhalen. Mensen willen specifieke, herkenbare verhalen, die hebben de kracht tot identificatie in zich.” Via het concept van de Culturele Biografie zouden steden als Maastricht meer van het stadslandschap moeten laten zien, vindt Rooijakkers. “Je moet fysieke plekken in de stad markeren. Het gaat om het mobiliseren van de verbeeldingskracht. Er is een schreeuwend gebrek aan verbeeldingskracht.”
minds are
Bodosz
like parachutes,
ideeën | concepten |
they
journalistieke producties
function best
T +31 43 3510029
when
www.bodosz.nl
open
TRANS FORM
ARCHITECTEN WWW.TRANS-FORM.NL
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
Shinkichi en Giotta Tajiri: ‘Er was geen keuze’
family affair
Drie generaties Tajiri wonen inmiddels onder één dak in kasteel Scheres in Baarlo. Shinkichi (Los Angeles, 1923) zijn dochter Giotta Fuyo (Amsterdam, 1957) met echtgenoot en kinderen. Een gesprek over identiteit en kunst. door Emile Hollman
D
e oude meester Shinkichi Tajiri vangt de zon in zijn gezicht,op de binnenplaats van kasteel Scheres in Baarlo. In 1962 nam hij er zijn intrek om nooit meer weg te gaan. Hij is 83 en ernstig ziek maar hij heeft een weldadige kalmte over zich. De kunstenaar zegt geen pijn te voelen en vertrouwt er maar op dat de kanker alle tijd zal nemen voor de vernietiging van zijn alvleesklier. “Ze zullen me niet meer opereren,” zegt hij zonder enige emotie. En dat was het. We gooien de toekomst in het slot en gaan op zoek naar de weg terug. Zijn dochter Giotta Tajiri gaat voor naar haar vertrekken. Sinds 1989 woont ze met haar gezin weer onder het dak van haar vader en zijn tweede echtgenote, de binnenhuisarchitect Suzanne van der Capellen. In het trappenhuis hangt een daverende verrassing. Een groot en onmiddellijk imponerend portret van Giotta’s moeder, de kunstenares Ferdi die in 1969 door een ongeluk om het leven kwam. Het is van Karel Appel, die het schilderde in het jaar van haar overlijden. Shinkichi en zijn kinderen Ryu en Giotta mochten bij de familie Appel in Zuid-Frankrijk in dat jaar op adem komen. Ook Shinkichi heeft inmiddels vernomen dat Corneille, die andere Cobrakunstenaar van het eerste uur, opnieuw tot leven is gekomen en weer schildert. Tajiri, Corneille en Appel namen deel aan de grote Cobra-
tentoonstelling in Parijs in 1949. Hij zou zich er later tegen afzetten. Corneille (die door Shinkichi minder hoog wordt ingeschat dan Appel) en Tajiri werden in 1962 samen namens Nederland uitgezonden naar de biënnale van Venetië. Giotta was toen een kleuter van vijf die thuis met haar zusje nog buitelde rond de aaibare sculpturen van Ferdi en zich spelenderwijs een weg baande door het schuimplastic dat zij in het kamertje naast haar atelier had opgeslagen. Voor Giotta voelde het als heel natuurlijk dat ook zij haar weg zou vinden in de kunst. Haar hele leven lang ademt alles kunst. “Er was geen keuze, er was een staat van zijn.” Het verbaasde Shinkichi dan ook niets toen ze openbaarde dat ze naar de Rietveldacademie wilde. Ferdi was inmiddels overleden en huisvriendin Suzanne had haar intrek genomen om Shinkichi en de kinderen bij te staan. Shinkichi is altijd een workaholic geweest. Hij maakte furore als kunstenaar, werd gevraagd voor alle belangrijke evenementen en exporteerde zijn beroemde knopen over de hele wereld. Hoe vaak zijn futuristisch aandoende wapeninstallaties ook verkeerd begrepen werden, ze gingen over de tong en Shinkichi bleef experimenteren in alle mogelijke disciplines. Een week voordat Ferdi stierf, bezorgde de postbode een brief die hij niet kon lezen. De in Los Angeles geboren kunstenaar uit Japanse ouders spreekt enkel Engels en Frans. “Ik geloof dat ze je als professor willen aan de Kunsthochschule”, vertaalde
24
Ferdi. “Een week later was ze dood, daar zat ik met twee jonge kinderen, twee assistenten en een hele boel dingen op de rails”, zegt Shinkichi afgemeten. ,,Ik dacht: ik ga mijn leven veranderen en neem die baan in Berlijn. Ik moest tenslotte mijn gezin onderhouden.” Hij liet de zorg voor de kinderen tijdelijk over aan Suzanne en vertrok naar Berlijn waar hij tot 1989 part-time les zou geven. Een week weg, een weekeinde en een week thuis, dat ritme.
‘Ze willen me niet meer opereren.’ “Hij was veel weg”, zegt Giotta aan tafel in haar sfeervolle woonkamer die net als Shinkichi’s vertrekken sprankelt van beeldjes, speeltjes, schilderijen, souvenirs, etnografica, parafernalia en hebbedingetjes. Ze vertrok naar de stad waar ze werd geboren, Amsterdam. De stad waar haar vader terechtkwam nadat hij in Parijs had ontdekt dat zijn voorname leermeesters Zadkine en Léger hem vooral wilden modelleren tot vaandeldrager van hun eigen school. Giotta herinnert zich maar al te goed dat ze ineenkromp als een docent als Jan Elburg op de Rietveldacademie haar na de les opdroeg om de groeten aan haar
vader over te brengen. Natuurlijk leverde Shinkichi zelf ook een enorme positieve bijdrage aan haar kunstenaarschap. Hij leerde haar vooral te kijken, zelf te kijken. En Shinkichi of diens assistent Karl Kleimann, die ook alweer een half leven op Scheres woont, konden al haar technische vragen beantwoordden. “Als ik wilde lassen, dan kon ik lassen.” Op de Rietveldacademie stond Giotta Tajiri uiteindelijk aan de basis van een geheel nieuwe richting, de theaterafdeling. Maar er restte ook nog een belangrijke klus die ze moest klaren. “Om mijn vader beter te kunnen begrijpen, moest ik naar de Verenigde Staten, op zoek naar mijn roots. Shinkichi zat in Baarlo in een isolement. Ik had het idee dat ik hem pas echt zou kunnen begrijpen als ik zijn familie zou ontmoeten. Hier had ik geen klankbord.” Het was nooit de bedoeling dat Japanse Amerikanen erg hoog op de sociale ladder terecht zouden komen. Die achterstelling veranderde in racisme en pure haat nadat Pearl Harbor op Shinkichi’s achttiende verjaardag werd gebombardeerd. Met zijn ouders werd hij geïnterneerd en opgesloten in een concentratiekamp. Om de levenslange woede van Shinkichi te begrijpen, helpt het misschien om een vergelijking naar nu door te trekken. Als de Amerikanen uit het verleden niets zouden hebben geleerd, dan zouden ze na 11 september alle moslims opgesloten hebben in kampen. Om de buitenwereld te tonen dat Amerikaanse Japanners niet werden gediscrimineerd, mochten ze wel naar het front. Shinkichi sloot zich aan bij een speciale legereenheid van Japanse komaf die in 1944 de SS uit het Italiaanse Castellina moest verjagen. Met een aan flarden geschoten knie keerde
hij terug naar de VS waar hij bepaald niet als een held werd binnengehaald. “They didn’t give a shit”, zegt hij, na al die jaren nog altijd verbolgen. “Ik had nog steeds het gezicht van de vijand.” Drie maanden had Giotta nodig om te ontdekken dat de positie van Japanse Amerikanen er nauwelijks beter op was geworden, hooguit complexer. Ze herinnert zich nog die ene taxirit met de befaamde, in Japan geboren, regisseur en acteur Mako Iwamatsu en diens echtgenote. Gevraagd naar haar eigen identiteit antwoordde Giotta Tajiri: half Japans. “Maar jíj bent niet Japans”, kreeg ze toegesnauwd. “Opeens begreep ik waarom Shinkichi naar Europa was vertrokken. Sterker nog, ik begreep niet eens waarom hij en wij überhaupt nog een Amerikaans paspoort hebben. Wat ik wel begreep was dat Shinkichi een van de weinigen van zijn generatie is geweest die zich heeft verzet tegen de onderdrukking.” Het werk van haar vader is nooit in schoonheid gestorven. Het is erop berekend om zo lang mogelijk te communiceren. Zijn knopen spreken van verbondenheid, zijn wachters waken over aantasting van identiteit. Haar Amerikaanse avontuur inspireerde Giotta tot het schrijven van Shinkichi´s familiegeschiedenis. Tegelijk leverde haar reis zoveel concrete ervaring op, dat ze kon afstuderen aan de Rietveldacademie. Eind jaren negentig maakte ze een serie beelden, Hybrids, die terugvoeren op deze kwestie van de complexe identiteit en of ze het nu graag hoort of niet, de beelden zijn verwant aan de wachters die consequent een kunstenaarsleven lang door het werk van de pacifistisch ingestelde Shinkichi marcheren. De laatste wachters posteerde hij net voor de zomer
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
Het is lastig om je ogen ongegeneerd de kost te geven als je tegenover haar zit. Giotta is een ravissante verschijning, haar voorkomen verraadt iets van loutering. Het duurt even voordat ze haar vorsende blik aflegt en haar ogen tot leven komen. “In Nederland kunnen ze mijn herkomst vaak niet thuisbrengen. Ze denken dat ik een Turkse ben, Marokkaans, een Indische of Italiaanse. Maar nooit half Japans half Nederlands. Door mijn mix kan ik me op veel plaatsen begeven zonder op te vallen. Nederland wordt steeds meer een hybride cultuur en dat is voor mij een vooruitgang.” Op de wreven van haar voeten kun je een glimp opvangen van de vossen die daar een getatoeëerd leven leiden. Op haar linkerhand prijkt fier het familiewapen. ,,Als kind groei je op met idee dat je je ouders zult overleven. Toen ik 42 werd, de leeftijd waarop mijn moeder Ferdi stierf, realiseerde ik me eigenlijk pas hoe jong ze was. Om aan dat gevoel vorm te geven, heb ik zelf met een leesbril op en drie bijeengebonden naalden het familiewapen op mijn hand getatoeëerd. Zo ben ik altijd verbonden met Ferdi en Shinkichi.” Altijd al was ze gefascineerd door de tatoeage die Shinkichi in 1950 in Rotterdam in zijn handpalm liet zetten: een Tibetaans levensrad in vlammen, gebaseerd op het familiewapen, waarin de zon en een anjer zijn verbeeld. Hij toont de kleine wat versleten tatoeage, bijna verscholen in de plooien van zijn huid maar strak als hij zijn handpalm opent. Hij heeft het geluk mogen smaken dat hij ze altijd onder handbereik had: zijn familie en zijn werken.
foto’s Romy Finke
op de Maasbrug in Venlo, twee wachters die ons allen met gemak zullen overleven. Toch enigszins op haar hoede onthult Giotta dat haar vader haar destijds voorzichtig adviseerde eens met centerfoam te werken. “Als ik iets van Zadkine en Léger heb opgestoken, is het wel dat je als docent studenten nooit iets van jezelf moet
opdringen”, zegt Shinkichi. Uiteindelijk bleek dat de Berlijnse studenten zelf zijn naam bovenaan de lijst met gewenste docenten hadden gezet. “In al die jaren heb ik nooit werk van me laten zien”, zweert hij. “Wat is invloed”, proeft Giotta de vraag nog even na. “Nu ik volwassen ben, kan ik het werk van mijn ouders pas echt
25
beoordelen. Het duurt een hele tijd voordat je ziet dat het goede kunstenaars zijn. Ik ben bijzonder trots op ze. Ter gelegenheid van Shinkichis tachtigste verjaardag presenteerde Het Valkhof in Nijmegen een overzicht van zijn werk. Ik kende dat natuurlijk al maar om het zo bijeen te zien vond ik ongelofelijk: een constant hoog
niveau in al die disciplines. Toen ik in 1989 weer in Baarlo ging werken, heb ik veel met mijn vader gesproken. Maar meer over technische dingen. Hij zei altijd: ik wil niet weten hoe je het gaat doen, ik wil het resultaat zien.” Shinkichi: “Ik wil haar territorium niet betreden. Iedere kunstenaar is uniek en moet zichzelf ontwikkelen.”
Giotta en haar zus Ryu zijn samen met hun vader doende om volgend jaar een tentoonstelling te organiseren in Het Valkhof over Ferdi. De publicatie zal een vervolg zijn op het boek dat Shinkichi vlak na haar dood maakte. Ze verkochten zelfs Ferdi’s prachtige Dragonfly aan het Bonnefantenmuseum in Maastricht om het project te kunnen financieren. Shinkichi is moe na dik drie uur praten en luisteren. Giotta taxeert hem. “Ik ben vijftig nu maar ik blijf wel zijn kind”, realiseert ze zich opeens hardop. “Ik weet niet hoe jij dat ziet Shinkichi?” Die antwoordt met een berustende glimlach.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
Agenda
Architectuur
Beeldende kunst
> Maastricht – Nederlands Architectuurinstituut. ‘Jean Prouvé, De poëzie van het technische object’. Tot en met 2 /9. www.naimaastricht.nl > Maastricht – Infocentrum Belvédère, Boschstraat 24. Uitreiking 17e Euregionale Architectuurprijs van Vitruvianum op 10/11, vanaf 20.00 uur. Expositie 13 deelnemende projecten t/m 14/12. www.eap-pea.org > Rotterdam – NAi. ‘Le Corbusier – De kunst van architectuur’. T/m 2/9. www.nai.nl > Valkenburg – Streekmuseum. Art Valkenburg staat helemaal in het teken van architect Friedensreich Hundertwasser, van wie in Houthem het comples ‘De regenboogspiraal’ wordt gerealiseerd. T/m 2 september. Op 16 augustus is een lezing door de uitvoerend architect Heinz Springmann. www.streekmuseumvalkenburg.nl
> Aijen (Bergen) – Galerie Pictura. www.galeriepictura.nl > Amsterdam – Galerie The Living Room. Solo van Hans Lemmen. Maand september. www.hanslemmen.nl > Antwerpen - MUHKA (Museum van Hedendaagse Kunst) Polaroids van Luc Tuymans onder de titel ‘I don’t get it’. T/m 9/9. www.muhka.be > Antwerpen – Middelheimmuseum. Paul McCarthy, Air Born. T/m 28/10. www.middelheimmuseum.be > Bergen – Kunsthuis De Bakkerij. Werk van Jos Solberg, Arno Roeloffzen en Lou Schoonbrood. T/m 3/9. www.bakkerijbergen.nl > Berg en Terblijt – Beeldentuin Giardino met werk van Madama, Antoon van Wijk en Bozena Lesiak. www.giardinobeeldentuin.nl > Brussel – Paleis voor Schone
Kunsten. A Vision for Brussels t/m 16/9. Prijs van de jonge Belgische Schilderkunst 2007, t/m 9/9. Family Kit, t/m 9/9. Candida H”fer, t/m 9/9. www.bozar.be > Den Bosch – Kruithuis. Boulevard des Arts, met o.a. Guus Koenraads, Pierre Lumey en Mieke Smits. T/m 9/9. www.kruithuis.nl > Echt – Art. Dabekaussen. www.artdabekaussen.nl > Echt – Galerie Graus. Schilderijen en aquarellen van Peter Cox. 0475481068. > Echt – Wiesner Hager. Rolling Stones expositie. T/m 31/8. www.wiesner-hager.nl > Eindhoven – Van Abbemuseum. Triotentoonstelling Pavel Büchler, Frances Stark, Avi Mograbi. T/m 2/9. Verder Kim Schoenstadt, Lily van der Stokker en Dan Perjovschi. www.vanabbemuseum.nl > Eindhoven – Galerie Judy Straten. Birgitte Birnie, schilderijen. Van 8/9 t/m 13/10. www.galeriejudystraten.nl > Grubbenvorst – Galerie Judy Straten. Sjaak Korsten, 20 jaar kunstenaar. 9/9 t/m 14/10. www. galeriejudystraten.nl > Hasselt – Z33. Studio JOB (Job Smeets en Nynke Tynagel) t/m 23/09. www.z33.be > Heusden-Zolder – Galerie De Stijl. www.galeriedestijl.be > Heusden-Zolder – Kunstgalerij de Mijlpaal, i.s.m. Landcommanderij Alden Biessen, Eduardo Chillida en André Verroken, van 7/10 t/m 9/12. www.demijlpaal.com
> Heerlen – Kunstencentrum Signe. Dominique Panhuijsen, The power of creating. t/m 29/9. www. kunstencentrumsigne.nl > Heerlen – Stadsgalerij. Zomertentoonstellingen: ‘Something to write home about’ & ‘Aad de Haas, Erotiek en fantastische vertellingen’. T/m 12/8. Naro Snackey, In one glance (in projectruimte). Encounters II. Over hedendaagse beeldcultuur. Van 24/8 t/m 11/11. www.stadsgalerijheerlen.nl > Heerlen – ’t Patronaat. Leida Wieland. Vanaf 19/8 Wim Albrink: Het portret als spiegel van de ziel. www.patronaat.eu > Heythuysen – Plaatsing van het kunstwerk Lichtpiramide op de rotonde Vlasstraat/Noorderbaan door Natascha Waeyen. 24/8, na zonsondergang. > Jabeek – Galerie REM, Scambio del’arte. Uitwisseling met Italiaanse kunstenaars, t/m 2/9. www.galerierem.nl > Limbricht – Galerie Prinsenhoek. www.galerieprinsenhoek.nl > Luik – Monos Art gallery. www.monosgallery.com > Luik – Mamac, museum voor contemporaine kunst: Cardiogramme. T/m 8/7. www.mamac.be > Luik – Galerie Nadja Vilenne. www.nadjavilenne.com > Maaseik – Cultuurcentrum Achter de Olmen. www.achterolmen.be > Maastricht – Spaans Gouvernement. Christiane Steffens, Kamerleven (in dialoog met de 17e en 18e eeuwse stijlkamers), van
17/8 t/m 14/10. Henri Jonas, zijn muzen en demonen. Van 3/11 t/m 3/2/08. www.museumspaansgouvernement.nl > Maastricht – Bonnefantenmuseum. Petit Parcours d’art’, gratis entree met tal van activiteiten, o.m. muziek van LSO-ensembles. From Vulcan’s Forge, bronzen sculpturen, t/m 16/9. Foto’s van François Hers uit collectie Vandenhove, t/m 26/8. De zuil van Genk van Luciano Fabro, avant-première in binnentuin. Open restauratieatelier van SRAL met doeken van Georg Sturm uit Rijksmuseum, tot januari 2008. www.bonnefanten.nl > Maastricht – Natuurhistorisch Museum. Expositie Rob en Marijke Stultiens. T/m 26/8. > Maastricht – Galerie Post & Garcia. www.postgarcia.nl > Maastricht – Galerie Stevens. Zomerexpositie. Vanaf 2/8. www.galeriestevens.nl > Maastricht – Galerie Rob van Rijn. Schilderkunst en beeldhouwkunst 20e/21e eeuw. www.robvanrijn.nl > Maastricht – Galerie Wansink. Overzichtstentoonstelling Jef Diederen. T/m 18/8. Zonder zon, Christine de Vos, van 2/9 t/m 13/10. www.galeriewansink.nl
Werk van Bernhard Heesen in Marres, Maastricht
> Maastricht – Marres, Centrum voor Contemporaine Cultuur. L’art pour tous. Kunstgewrochten door Bernhard Heesen. T/m 26/8. www.marres.org > Maastricht – Schiltaere Kunsthandel. Werk van o.a. Pieter Defesche, Appie Drielsma, Charles Eijck, Gene Eggen, Robert Graafland, Sjef Hutschemakers, Piet Killaars, Lei Molin, Anton Rooskens, Hans Truijen en Jaap Min. www.schiltaere.nl. > Maastricht – Galerie Dis. Serenity. Groepstentoonstelling van vooral jonge kunstenaars, t/m 11/8. www.galeriedis.nl > Maastricht – Traders Pop Gallery. www.traderspopgallery.nl > Maastricht – Galerie Onyva. www.mariaes.nl > Maastricht – Quaedvlieg Modern Fine Art.
[email protected] > Maastricht – Spaans Gouvernement. Christiane Steffens, Kamerlevens (in dialoog met de 17e en 18e eeuwse stijlkamers). Henri Jonas, zijn muzen en demonen. Van 3/11 t/m 3/2/08. www.museumspaansgouvernement.nl > Roermond - Galerie DZD. Terna, expositie met Frieda van Voorst, Arthur Meijer en Corine Rietveld. In de Beeldentuin: Ada Andreae, Natascha, Maarten Donders. Van 9/9 t/m 4/11 www.dzdart.nl > Roermond – Stedelijk Museum Roermond. Nieuw werk van Marijke Stultiens. Plattegrond van Roermond 2006 door Michael Schulz. T/m 19/8. www.museum.roermond.nl
26
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
Literatuur
Marijke Stultiëns, Stedelijk Museum Roermond
> Sittard – Museum Het Domein. Claire Rojas, Forget me not, en Guestroom #6, The Burning House, verlengd t/m 19/8. Liang Shuo, Letter to my Wife and Letter to my Lover (video). Forms of Exchange, Ni Haifeng (i.s.m. Ktty Zijlmans) Gift. Wang Jianwei, Input/Output. Van 11/8 t/m 2/9. www.hetdomein.nl > Sittard – Galerie Michel Knops. www.galerieknops.nl > Sittard – 40eurogalerie. www.de40eurogalerie.nl > Sittard – Kunstcentrum Leijenbroekerweg. Info 045-4527355. > Soest – Galerie de Ploegh. Werk van oa Hetty Heyster, Mieke Smits, Annemie Bogaerts. T/m 22/8. www.deploegh.nl >Tilburg – Museum De Pont. René Daniels, Tekeningen en schilderijen 1977-1987. Fiona Tan, Saint Sebastian. T/m 26/8. www.depont.nl > Venlo – Galerie Sir Harald’s Art. www.sirharaldart.com > Venlo – Museum Van Bommel Van Dam. Expositie met werk van finalisten Van Bommel van Dam Prijs 2007. Aan de hand van – nieuwe aanwinsten. T/m 2/9. Toon Michiels, Alleen het onderweg zijn telt. Foto’s. Van 14/9 t/m 25/11. www.museumbommelvandam.nl > Venray – Odapark, beelden in park. Rnul Interactive, t/m 12/8. Opening kunstmanifestatie Rock my Religion op 9/9. www.odapark.nl > Wijlre – Hedge House. ‘Magic Circle’. Christian Jankowski. T/m 15/11. www.hedgehouse.nl
Fotografie en film > Heerlen – Galerie V.I.A.P. www.viapgalerie.nl > Heerlen – Glaspaleis, Divine Intervention van Elia Suleiman, 29/8 20.30 uur. > Heerlen – Internationaal Filmfestival Parkstad Limburg. Van 31/8 t/m 2/9 in Glaspaleis. www.glaspaleis.nl > Heerlen – Royal Theater. Circusism door I Compani. Acht korte films met circuselementen. De films zijn door jazzcomponisten voorzien van muziek. www.icompani.nl > Maastricht – Centre Céramique. www.centreceramique.nl > Maastricht – Flow’in. Alexander Battalaan 33. www.myspace.com/ bemyhero2007 > Oud-Rekem – De Glazen Kast. www.deglazenkast.com
foto Ted Boost in Museum van> Bommel van Dam
Venlo – Museum Van Bommel Van Dam. Euregionale fototentoonstelling van fotoclubs AFV Venlo, Bayer Uerdingen en Delta Neeroeteren. Van 15/9 t/m 28/10. www.vanbommelvandam.nl
> Genk – Emile van Dorenmuseum, Het Grote Verlangen met Kryptos Quartet en Toon Tellegen, 12/8, 20.00 uur. Jeugdhuis Ginsert, met Mustafa Kör, Rick de leeuw, Gökhnan Girginol en Daan Doesborgh. 16/8, 20.00 uur. > Hasselt – Tuin Z33. Het Grote Verlangen met Kader Abdolah en Al Galidi, 14/8, 20.00 uur. www.z33.be Tuin van de Minderbroeders, met Frank Westerman, Leo Pleysier en Anna Luyten op 21/8, 20.00 uur. Kunstencentrum, met Fritz van den Heuvel en Jules Deelder op 1/9, 20.00 uur. > Heerlen – Glaspaleis. Het Grote Verlangen, met Huub van der Lubbe op 17/8, 20.00 uur. Met Tom Lanoye op 22/8, 20.00 uur. Met Leon Verdonschot en Denvis (The Spades) op 25/8, 20.00 uur. www.glaspaleis.nl > Heerlen – Glaspaleis. Boek in Beeld 2007. Coriovallum Complot (interactief internetgame), vanaf 23 augustus. Publieksdebat ‘Van Avatar tot Parkstadplanoloog, 23/8, 19.00 uur. LAN-party, 24 uurs computergame, 23 en 24/8 van 12.00 tot 12.00 uur. Boekenmarkt, op Pancratiusplein, 25/8 van 10.00 tot 16.00 uur. www.bibliotheekheerlen.nl > Maastricht – Centre Céramique. Openingsavond literair zomerfestival Het Grote Verlangen, 20.00 uur, met Saskia de Koster en Hugo Borst op 10/8. Met Anne Provoost en Maren Stoffels op 18/8, 20.00 uur. Met Bart Chabot, Daan Doesborgh en Gökhan Girginol op 24/8, 20.00 uur. www.centreceramique.nl
Muziek > Brunssum – Schutterspark Pompgebouw A. Intro I In Situ. Jéranium en Man’hu, 25 en 26/8, 15 en 20 uur. www.culturanova.nl > Genk – Emile van Dorenmuseum. Museumconcerten op 5, 12 en 19 augustus (15.00 uur) met het Kryptos Quartet. Op 12 augustus leest Toon Tellegen voor uit eigen werk. www.cultuurcentrumgenk.be > Hasselt – Pukkelpop, 16, 17, 18 augustus. Met oa Smashing Pumpkins, Iggy Pop, Tool, Arcade Fire, Editors, The Hives. www.pukkelpop.be > Heerlen – Booch Festival, 18 & 19/8. www.booch.nl > Heerlen, Venlo, Valkenburg en Maastricht. - Dag van de blaasmuziek. Verschillende lokaties, 9/9. www.hklimburg.nl/lbm > Heerlen – Toren Pancratiuskerk. Il Cantico delle creature. Melodieën van Arno Dieteren vanuit de kerktoren, gebaseerd op loflied van Francisus van Assisie. Van 24/8 t/m 2/9 tussen 19 en 22 uur. (Cultura Nova). > Heerlen – Pancratiusplein. Carrillonconcert O Guardador de Rebanhos door Frank Steijns. 31/8, 20 uur. www.culturanova.nl > Heerlen – Plaarpop, Plaarstraat, 2/9, 14-23 uur. www.cafepelt.nl > Horst – Café Cambrinus. The black Crabs. 15/8, 20.30 uur. The Pine Box Boys, 29/8, 20.30 uur. www.cambrinusconcerten.nl > Roermond – Zaal acht. Jodymoon. 8/9 21.00 uur. www.jodymoon.nl > Meijel – Dag van de koormuziek. 18/8. www.hklimburg.nl/vnk > Maastricht - Muziekgieterij. Zuiderstorm, de ‘vetste dj-wedstrijd van Limburg, 8/9. www.spl.nl
27
> Maastricht - Cörverspleinfestival. Cörversplein, Wyk. 10-11-12 augustus. > Venlo – Zomerparkfeest. 2/8 t/m 5/8. www.limburgsezomer.nl > Venray – Club Wow, tweede ronde dj-wedstrijd Zuiderstorm. 14/9. www.spl.nl
Podiumkunsten > Born – Kasteelruïne. Maskerade, of watse wils. Shakespeare in Born, samengesteld door Monique Engelse. T/m 26 augustus. www.maskerade.eu > Brunssum – Schutterspark (pompgebouw A) Huis van Bourgondië. Zo is mijn hand een pistool, 1/09 (15 uur) en 2/09 (20.30 uur). > Heerlen – Zandgroeve Vrieheide, Ilotopie met Waterfools. Opening Cultura Nova, 24 en 25/8, 21.30 uur. www.culturanova.nl > Heerlen – Van Limburse Bodem, vier dansstukken van Limburgse choreografen. Theater Heerlen ism Huis voor de Kunsten. Theater Heerlen, 1 en 2/9, 15 en 20 uur. > Heerlen – Theater Lexor. Lexor Buitenmarkt. Met oa Jack Vinders, Rascals, Ton Custers, Harry Sevriens, Greengrass, Ivo Rosbeek, 26/8 vanaf 13 uur. > Heerlen – Theater Lexor. Theatergroep So oder So met Hotel Manoli. Op 31/8 en 1/9, 20.15 uur. > Heerlen – Cultura Nova. Malabar, Helios 2 (Nederlandse première). Centrum Heerlen, 1/9, 22.30 uur. > Heerlen – Theater Heerlen. Het Vervolg. Everything you always wanted to know about Theater, 25 en 26/8, 19 en 21 uur. > Heerlen – Studio Orka, de Vogelkathedraal (Cultura Nova). Van Grunsvenplein, 25, 26/8, 29 t/m 31/8 en 1 en 2/9. Voor tijden zie: www.culturanova.nl > Heerlen – Theater Heerlen. Het Vervolg speelt King Lear, ter gelegenheid van de opening van het vernieuwde theater. 13 oktober, 20.00 uur. www.hetvervolg.nl > Heerlen – Cultura Nova, multicultureel zomerfestival. 24/8 t/m 2/9. www.limburgsezomer.nl > Heerlen – Theater Heerlen. Scapino Ballet Rotterdam. 30 en 31/8, 20 uur. > Limburg (NL) – Limburg Festival, theater op lokatie door de hele provincie, van 3/8 t/m 12/8. www.limburgfestival.nl > Maastricht – Theater Kumulus. www.kumulus.nl > Maastricht – Het Parcours, opening van het theaterseizoen, diverse locaties in de stad, op 9/9. > Venlo - De Ouverture, opening van het theaterseizoen, diverse locaties in de stad, op 2/9. www.ouverturevenlo.nl > Voerendaal – Kasteelhoeve Puth, Steinweg. Seven by 2, door Station Zuid, locatievoorstelling Cultura Nova, 25/8 en 26/8, 21 uur.
Diversen > Arcen – Franz Pfanner Huis. Voedsel hier en daar in mondiaal perspectief. T/m 7/10. www.roompot.nl/franzpfannerhuis >Brunssum – Promesse d’un Voyage; kunst- en ijzerwinmanifestatie in Schutterspark. Eerste weekeinde augustus. www.Promesse-Art.com > Heerlen – Zomerfestival Cultura Nova. Van 25/8 t/m 3/09. www.culturanova.nl > Heerlen – Avantis Science & Businesspark. Eindelijk los. Concert van Arno en Paulien Dieteren en Frank
Roovers bij onthulling sculptuur van Jaap Mooy. 26/8, 15 uur. > Heerlen – Cultuurdebat over het culturele leven in de Euregio MaasRijn. Theater Heerlen, 30/8, 19 uur. > Kerkrade – Industrion – ‘Let’s play.‘ T/m oktober. www.industrion.nl > Limburg – Limburg Festival, straattheater. Van 3 t/m 12 augustus. www.limburgfestival.nl > Maastricht - Vertelfestival. Van 5 t/m 12 augustus. Meer dan 150 voorstellingen, ook in Kerkrade, Beek, Venlo, Margraten. www.vertelfestival.nl > Sittard – DSM-kantoor. FASH*ONCLASH , Mode, foto’s en video van Nederlandse en Braziliaanse ontwerpers. T/m 20/8. > Venlo - Limburgs Museum. Zwerkballen, grobbebollen en toverkollen. Expositie over heksen door de eeuwen heen. T/m 31/10. Breekbaar verleden – Romeins glas in de Lage Landen t/m 14/10. www.limburgsmuseum.nl > Wittem – Kunstdagen. Van 9 t/m 30/9. www.kunstdagenwittem.nl
DUITSLAND > Aken – Ludwig Forum. Chuck Close. Portretten 1969-2006. T/m 2/9. www.ludwigforum.de > Aken – Suermondt-Ludwig Museum. Aus der Tiefe des Raumes t/m 30/08. Onze-Lieve-Vrouw-VanZeven-Weeen t/m 12/08. www.suermondt-ludwig-museum. de > Aken – NAK (Neue Aachener Kunstverein). Eurovision Johanna Roderburg/Jahresgaben. T/m 16 september. www.neueaachenerkunstverein.de > Berlijn – Hamburger Bahnhof, Museum für Gegenwart. There is never a stop and never a finish. Werk uit de Flick Collectie. T/m 19/9. Brice Marden Retrospektive. Schilderijen en tekeningen. T/m 7/10. www.hamburgerbahnhof.de > Dresden – Landesmuseum für Vorgeschichte/Japanische Palais. Die Suche. Tijdloze archeologie uit de woning. Mede gecureerd door Studio Kernland Maastricht. T/m 6/1/08. www.archsax.sachsen.de > Düsseldorf – Kunsthalle. Wie es ist. Beelden van de vroege jaren tachtig tot heden. T/m 30/9. www.kunsthalle-duesseldorf.de > Düsseldorf – K20. Hiroshi Sugimoto t/m 06/01/08. K21 Joe Scanlan t/m 5/10. www.kunstsammlung.de > Kassel – Twaalfde Documenta. T/m 23/09. www.documenta12.de > Keulen – Museum Ludwig. Balthus, Aufgehobene Zeit. Schilderijen en tekeningen 1932-1960. 18/8 t/m 4/11 www.museum-ludwig.de > Kleve – Museum Kurhaus. Aquarellen van Ewald Mataré. T/m 12/08. Tien jaar Museum Kurhaus Kleve. T/m 12/08. Rijksmuseum Duitsland, tot einde jaar. www.museumkurhaus.de > Linnich – Deutsches GlasmalereiMuseum. Sonderausstellung met werk van Johan Thorn Prikker. T/m 23/9. > Münster – Skulptur Projekte Münster T/m 30/9. www.skulptur-projekte.de
ITALIË > Venetië - Biënnale. t/m 21 november. www.labiennale.org
Colofon Uitgever: (in opdracht van de Stichting Zuiderlucht): Bodosz, Stationsplein 27, 6221 BT Maastricht. Telefoon: 0031 43 3510029 Fax: 0031 43 3500636 Email:
[email protected] Bankrekening: 93.67.79.675 Hoofdredactie: Wido Smeets. Telefoon: 0031 43 3500591 Mobiel: 0031 653 338905 Email:
[email protected] www.zuiderlucht.eu Eindredactie: Emile Hollman. Telefoon: 0031 43 3500592 Mobiel: 0031 646 052505 Email:
[email protected] Medewerkers: Benti Banach, Jurriaan Benschop (Berlijn), Guus Beumer, Simone van Dijken, Fons Geraets, Jasper Groen, Lene ter Haar, Jos Hodenius, Guuz Hoogaerts, Meyke Houben, Xander Karskens, Maaike Lauwaert, Duncan Liefferink, Pascalle Mansvelders, Leentje Mostert, Cyrille Offermans, Maaike van Stolk, Stef Telen, Leon Verdonschot. Tekstcorrecties: Anna Peeters Fotografie: Romy Finke, Jasper Groen, Vincent van den Hoogen, Chris Keulen, Mark Kuipers, Jacques Peeters, Johannes Timmermans, Moniek Wegdam. Website: Gosi Design Maastricht Ontwerp: Baer Cornet Vormgeving: Obidesign Commercie en elatiebeheer: Lorraine Witteveen-ter Meulen 0031 630851148
[email protected] Administratie: Agnes Doughty
[email protected] Bladmanagement: Bodosz Maastricht
[email protected] Druk: Concentra, Hasselt (B.) Distributie: Habetsxpress Zuiderlucht wordt in een oplage van 23.000 verspreid via theaters, musea, galeries, bibliotheken, (hoge)scholen, universiteiten en andere culturele instellingen. Zuiderlucht verschijnt in de eerste volle week van de maand (m.u.v. juli). Begunstigers van de Stichting Zuiderlucht krijgen het blad voor 55 euro per jaar thuisgestuurd. Aanmelden kan via de site. Zuiderlucht wordt ondersteund door het Fonds BKVB, Brand Cultuurfonds, SNS Reaalfonds, de Tripoolsteden, de gemeente Venlo en de
© Uitgeverij Bodosz. Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden overgenomen of vermenigvuldigd.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007
WONEN WERKEN ZORGEN LEREN BELEVEN
0ROCESSEN VERSNELLEN KWALITEIT LEVEREN VERTROUWEN VERDIENEN $AAR GAAT HET OM IN ONZE DIENSTVERLENING 2/ GROEP ADVISEERT OVER LANGE TERMIJN HUISVESTINGSVRAAGSTUKKEN 'EEFT BELEIDSADVIEZEN OVER RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN VERZORGT INTEGRALE GEBIEDSONTWIKKELING IN OPDRACHT VOERT DE DIRECTIE VAN COMPLEXE BOUWWERKEN EN BEHEERT GEBIEDEN EN GEBOUWEN 'RAADMETER IS KWALITEIT MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT EN LEVENSDUURKOSTEN /F HET NU OM WONEN WERKEN ZORGEN LEREN OF BELEVEN GAAT
WWWROGROEPNL 28
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad augustus 2007