3
cultureel maandblad | jaargang 1 | mei 2007
zuiderlucht
Zwarte beschermengel in Venlo 3 Waarom Leon Verdonschot houdt van Pinkpop 14 Sloop van wederopbouwarchitectuur 18 De invloed van modeontwerpers Viktor & Rolf 24
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
ZUIDERLUCHT advertentie
23-04-2007
17:23
Pagina 1
CHRISTIAN JANKOWSKI
MAGIC CIRCLE HEDGE HOUSE 5 MEI - 15 NOVEMBER
donderdag en vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur tevens bezichtiging tuinen en collectie Hedge House • Kasteelwijlreweg 1 • 6321 PP Wijlre hedge.house @ hetnet.nl
gehuisvest in het Glaspaleis Bongerd 18 / Postbus 1, NL 6400 AA Heerlen +31 45 577 22 10 /
[email protected] / www.stadsgalerijheerlen.nl di, wo, vrij 11:00-17:00 uur / do 11:00-20:00 uur / za/zon- en feestdagen 13:00-17:00 uur
LAATSTE KANS T/M 27/05/07
JAN ROELAND SCHILDERIJEN 1997-2007 ZOMERTENTOONSTELLINGEN: 07/06/07 > 12/08/2007
SOMETHING TO WRITE HOME ABOUT & AAD DE HAAS EROTIEK EN FANTASTISCHE VERTELLINGEN
.nl
maastricht
Weerzien Toen ik eind jaren negentig chef was van de stadsredactie Maastricht van Dagblad De Limburger vroeg de toenmalige hoofdredacteur mij – spelenderwijs - om een dream team voor mijn afdeling samen te stellen. Een van de namen op mijn lijst was Leon Verdonschot, een verslaggever met lange blonde manen en een brilletje, net van de academie. Hij was regioredacteur en schreef daarnaast muziekrecensies, in mijn herinnering vooral over metal rock. Ik hield niet van de muziek, wel van zijn stukjes. Maar ik was te laat met mijn keuze, Leon had al besloten te verkassen. Om vervolgens uit te groeien tot een van de beste popjournalisten van Nederland. Lees zijn vorig jaar verschenen boek ‘Hart tegen hart’. Momentaal heeft Leon, nu met kale knikker en contactlenzen, zijn journalistieke kwaliteiten ook buiten de popmuziek bewezen. Als free lancer is hij actief voor onder meer Nieuwe Revu, Volkskrant Magazine, de VPRO en… Zuiderlucht. In ons maartnummer schreef hij een mooi stuk over een van zijn helden, Luc de Vos, de Vlaamse schrijver en zanger van de band Gorki. In het hart van deze editie glorieert Leon met een niet te versmaden liefdesverklaring aan Pinkpop, het festival dat hij vijftien jaar op rij – één editie daargelaten - bezocht. Een ander weerzien geldt Cyrille Offermans. In de afgelopen twee nummers schreef hij essayistische stukken over de boekenweek en BritArt, in deze editie wordt hij geïnterviewd door Fons Geraets. In een (nog) eerder leven was Offermans mijn leraar Nederlands, aan het Bisschoppelijk College in Echt waar in die jaren een pijprokende leraar geschiedenis door de gangen schreed: Jo Gijsen, de latere bisschop. Van de laatste heb ik niets opgestoken. Cyrille Offermans, inmiddels een prominent schrijver/essayist, daarentegen bracht me de liefde bij voor het lezen – en dus het schrijven. Dat Zuiderlucht er is gekomen, komt daarmee ook voor een deel op zijn conto. Waarmee hij de ambitie waarmaakt die hij als leraar jarenlang koesterde: het doorgeven van (culturele) flessenpost. Ook in dit nummer: het verhaal achter een bijzonder schilderij van Pascalle Mansvelders, een vooruitblik op de Dag van de Biografie (waar Leon Verdonschot de ideale side kick zou zijn geweest), regisseur Hans Trentelman over zijn toneelstuk over Petrus Regout en een beschouwing van Guus Beumer over de groeiende invloed van de modeontwerpers Viktor & Rolf. Wido Smeets
[email protected]
Begunstigers krijgen Zuiderlucht elke maand franco thuisbezorgd. Aanmelden als begunstiger kan via de site www.zuiderlucht.eu, klikken op ‘begunstiger’.
www.heukelomverbeek.nl
Inhoud
3 Zwarte beschermengel in Venlo 5 De compassie van de biograaf 7 Wil Dautzenberg als reïncarnatie van een Rus
Het leven biedt tal van uitdagingen
signalement
Van huis uit is een engel een boodschapper. Karel Hutgens is een engel, oordeelde kunstenares Pascalle Mansvelders. Ze portretteerde de voor negentig procent verlamde Venraynaar in zijn karakteristieke positie: in de rolstoel. Het verhaal achter een kunstwerk, het verhaal van de zwarte engel.
8 Interview met Cyrille Offermans 11 Schilderij & gitaar bij Jowan van Barneveld 13 Tibetaanse films, bestaan die? 14 Waarom Leon Verdonschot van Pinkpop houdt 18 Wie sloopt de wederopbouw-architectuur? 20 Toneelstuk eert Petrus Regout 24 De zegetocht van Viktor & Rolf 26 Agenda
En verder: 7 Hier & daar 17 Column Expats door Bart Spaan 17 De schatkist van Theodora Geraets 21 Enkeltje Utopia 26 Naar de bron (Simone)
Cover: Born to run, Olieverf op doek, Pascalle Mansvelders foto Jacques Peeters
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Een van de tien billboards in Venlo met de afdruk van het schilderij van Pascalle Mansvelders. foto Jacques Peeters
door Wido Smeets
D
at het leven Karel Hutgens toelacht, lijkt een ongepaste bewering bij iemand die door een dwarslaesie alleen nog hoofd en armen kan bewegen. Maar toch. Binnenkort betrekt hij een nieuwe woning, met zijn nieuwe vriendin. “Keileuk”, noemt hij het zelf. “Dat me dit in mijn toestand nog overkomt, is toch een wonder. Voor de tijd die ik nog heb, gaan we het ervan nemen. Dag voor dag. “ Hij neemt een slok water, met een rietje uit een glazen kan. Sinds hij twaalf jaar geleden na een auto-ongeluk grotendeels verlamd raakte, begon voor Karel Hutgens (55) uit Venray een compleet ander leven. Na een half jaar kon hij weer eten, na een jaar zit-
ten. Meer dan drie jaar kostte het voordat hij zich met zijn rolstoel – door hem ‘fiets’ genoemd – ook buitens-huis kon voortbewegen. Dat doet hij sindsdien met overgave. Zo’n twintig kilometer per dag legt hij af, in Venray en omgeving is hij inmiddels een bekende verschijning. In het zwart, in zijn rolstoel, met vleugels op de rug, zo heeft de Venlose kunstenares Pascalle Mansvelders hem afgebeeld op een levensgroot schilderij. Tien reproducties van het kunstwerk staan als billboards her en der in de gemeente Venlo opgesteld. “Terwijl ik helemaal geen engel ben”, vecht Hutgens met een brede grijns de weergave op het doek aan. “Dat ben je wél”, werpt Mansvelders tegen. “In de traditionele betekenis is een engel
een boodschapper, dus jij bent een engel. En wat voor een.” Ze doelt op de rol van Hutgens als ‘traffic informer’. Zo’n 250 à 300 lezingen heeft hij inmiddels gegeven, vooral op middelbare scholen, maar ook bij vrouwenverenigingen en rotary clubs, over de gevaren van het verkeer. Zijn boodschap: zet een helm op als je op de brommer stapt, doe je gordel om in de auto. En drink niet. Hutgens is ervaringsdeskundige. Twaalf jaar geleden stapte hij na een barbecuefeestje met een paar glazen te veel op in zijn gloednieuwe zwartmetallic BMW 316i. Om enkele kilometers verderop, tussen Geijsteren en Oostrum, tegen een boom tot stilstand te komen. Behalve traffic informer op middelbare scholen is Hutgens ook
mentale coach voor lotgenoten: dwarslaesiepatiënten in de Sint Maartenskliniek in Nijmegen probeert hij voor te bereiden op hun nieuwe leven. “Op scholen leg ik uit dat je leven naar de knoppen is als je in zo’n rolstoel terechtkomt, in de kliniek vertel ik die gasten dat ik een keileuk leven heb.” Opnieuw die brede grijns. Beide beweringen zijn waar. Hutgens voelt zich allesbehalve zielig. Het leven is vaak geen lolletje, niet zozeer omdat het grootste deel van zijn lichaam dienst weigert, maar omdat zijn handicap hem zo afhankelijk van anderen maakt. Twee dagen voorafgaand aan het barbecuefeestje had acteur Christopher Reeves (Superman) een dwarslaesie opgelopen na een val van zijn paard. Tijdens
de barbecue had Hutgens het er nog met zijn vriend over gehad. Als een van ons zoiets overkomt, komt de ander er een eind aan maken, zo zworen ze elkaar. Zo moeten leven, dat nooit. Enkele uren later was het zo ver. Maar Karel Hutgens heeft er nooit spijt van gehad dat zijn vriend de belofte niet is nagekomen. “Ik heb geen doodswens, maar ben ook niet bang om dood te gaan. Ik leef dag voor dag. Had ik het twintig jaar geleden maar zo gedaan, toen rende ik overal achter aan, net als zo velen. Ik ben geen zielige lul, maar af en toe zou ik willen dat mensen zich realiseren dat je in zo’n rolstoel meer bent dan een hoop vlees op wielen.” Dat hij nu levensgroot is vereeuwigd op tien billboards, vindt hij schitterend. “Vooral het idee erachter is bijzonder, ik had het ook prachtig gevonden als een ander erop had gestaan. De credits zijn voor Pascalle, die heeft het voor elkaar gekregen. Ik ben alleen maar het lijdend voorwerp.” Grijns. Het idee van het schilderij en de billboards versterkte Hutgens’ idee dat met zijn nieuwe vriendin en hun nieuwe woning zijn leven een andere wending heeft genomen. “Ik heb het gevoel dat er weer van alles aan zit te komen. Ik sta er nu beter voor dan twaalf jaar geleden. Van huis uit ben ik een boomkweker, nu sta ik voor de klas. Het leven biedt tal van uitdagingen. Als je ze maar aanpakt.” Zoals het een engel betaamt, vertelt hij nog één boodschap. Een anekdote, beter gezegd, uit de Sint Maartenskliniek in Nijmegen, waar hij op de gang een vrouw ontmoette, een mooie blonde vrouw, met wie hij een gesprek aanknoopte. Bleek ze de moeder te zijn van een elfjarig zoontje, het kind kwam net aanlopen, dat leverkanker had met uitzaaiingen. Dagen was hij er kapot van geweest. “Als ik na zo’n ontmoeting met mijn rolstoeltje wegrijd, tel ik mijn zegeningen.”
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
De compassie van de biograaf
Andersonweg 4 www.museum.roermond.nl geopend dinsdag t/m vrijdag 11-17 uur; zaterdag, zondag, 17 en 28 mei 14-17 uur gesloten maandag en 27 mei
13 mei t/m 19 augustus 2007
Marijke Stultiens
Liefhebbers van de biografie komen volop aan hun trekken. Was het genre in Nederland lange tijd vrijwel onontgonnen gebied, sinds een jaar of tien wordt de markt ermee overspoeld. Een greep uit het recente aanbod: Igor Cornelissen over Mathieu Smedts, Mineke Bosch over Aletta Jacobs, Henk van Renssen over George Nypels, Paul van der Steen over Jo Cals en Rob Molin over Adriaan Morriën. door Fons Geraets
A " . # 5 & / " 3 & / o 0 ' ' * $ * " - 4 ' 0 5 0 ( 3 " ' * & + " / # " / / * / ( $ F O U S F $ ¹ S B N J R V F QSFTFOUFFSUEFUFOUPPOTUFMMJOH ".#5&/"3&/ o 0 ' ' *
' 0 5 0 ( 3 " ' * & + " / # " / / * / ( o " . # 5 & / " 3 & / o 0 ' ' * $ * " - 4 NNW8JMM5JOOFNBOT $FOUSF$¹SBNJRVF.BBTUSJDIU
".#5&/" 3 & / o 0 ' ' * $ * " - 4 " 1 3 * - o + 6 / *
ls er waarheid schuilt in de bewering dat de biografie te vergelijken is met ‘een mozaïek van wrakhout’ zal het op 12 mei wemelen van de strandvonders in Maastricht. Daar wordt in de Groote Sociëteit de eerste Dag van de Biografie gehouden. Hoe zit dat nu met de biografie? Drie biografen aan het woord: Hans Renders (Jan Hanlo, Jan Campert), Nop Maas (Gerard Reve, in wording) en Jos Perry (Hubert Vliegen). Aan welke eisen moet een goede biografie voldoen? Renders: “Er moet iets nieuws in staan, en dan bedoel ik niet kleine feiten maar wezenlijke zaken die van belang zijn voor de kunst, de politiek, de woningbouw, enzovoort. Het moet een product zijn van historisch onderzoek, want dat is de corebusiness van de biograaf. En het moet goed geschreven zijn. Vaak wordt geklaagd over te dikke biografieën maar dan wordt bedoeld: beroerde schrijfstijl.” Maas: “De vraag suggereert dat een ideale biografie bestaat, of dat er vaste maatstaven beschikbaar zijn. Die zijn er wat mij betreft niet. Mijn antwoord is dus dat de vraag zou moeten luiden: Wat is op dit of dat moment een goede biografie van die en die?” Perry: “Het moet een onderhoudend, levendig verteld verhaal zijn. Bovendien wil ik er dingen uit leren; niet alleen over de hoofdpersoon maar ook over
".#5&/"3&/o0''*$*"-4
"WFOVF$¹SBNJRVF .BBTUSJDIUXXXDFOUSFDFSBNJRVFOM
".#5&/"3&/o0''*$*"-4'050(3"'*&+"/#"//*/(
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
de geschiedenis, de samenleving, de menselijke soort. En ik verwacht een visie. De biograaf moet zijn commentaren en oordelen niet opdringen, maar mag zich ook niet verschuilen achter voetnoten en documenten. Hij moet laten zien wat hem of haar bijzonder maakt. Hij hoeft daarvoor niet alles op te lepelen wat hij in de archieven gevonden heeft - alsjeblieft niet - maar uit zijn bronnen een uitgekiende selectie maken.” Heeft de ware biograaf een sterke emotionele relatie met zijn onderwerp? Renders: “Er is altijd emotionele betrokkenheid. Hoe meer je je verdiept in andermans leven hoe milder je wordt. Iemand heeft verschrikkelijke
dingen gedaan, maar je weet dat hij in zijn jeugd is geslagen door zijn vader. Er is altijd compassie. Het overkwam me zelfs bij het lezen van de biografie van Himmler. Het is een wetmatigheid: meer weten leidt tot meer begrip. Ik wilde een boek
schrijven over Jan Hanlo vanwege zijn mooie poëzie en had geen idee wat ik onderweg tegen zou komen. Gaandeweg voelde ik een steeds groter mededogen met Hanlo.” Maas: “Doorgaans zal een biograaf zich wel op enigerlei wijze met zijn onderwerp verbonden voelen. Want biograaf en onderwerp zullen het meestal een behoorlijk lange tijd met elkaar moeten uithouden. De relatie tussen de twee kan er trouwens ook een zijn van haat en afkeer; dat kan best een goede motor zijn.” Perry: “Tijdens het schrijven is die emotionele relatie het innigst. Sommige biografen hebben dan zelfs met hun held ontmoetingen in hun dromen. Na de voltooiing van het boek wordt de band geleidelijk minder. Maar helemaal verdwijnen doet-ie nooit. Overigens: een sterke emotionele relatie is niet hetzelfde als identificatie. Empathie ja, identificatie nee.” Wat is de beste en slechtste biografie? “Renders: “De beste is die van Ernst Pawel over Kafka. De slechtste: Gerard Bes over Hans Lodeizen. Maas: “Daar zou ik eerst eens lang over moeten nadenken.” Perry: “De beste is die van Sebastian Haffner over Churchill. Compact, tegendraads, verrassend, overtuigend. Hij zegt ronduit dat Churchill in de jaren twintig een fascist was, en dat Hitler en Churchill eigenlijk een hoop met elkaar
gemeen hadden. Als je het boek uit hebt, begrijp je beter waarom Churchill ondanks alles een groot staatsman was. De slechtste is die van Wolfgang Hildesheimer over Mozart. Geen hoofdstuktitels, geen chronologie, geen verhaal. Alleen maar eindeloos gezeur over wat we allemaal niet weten.” Wat zegt de hausse aan biografieën over deze tijd? Renders: “Het geloof dat de wereld wordt bestuurd volgens systemen is enorm afgenomen. Het persoonlijke blijkt veel belangrijker te zijn voor het publiek dan we altijd dachten.” Maas: “Volgens mij zijn mensen in alle tijden nieuwsgierig geweest naar het leven van belangrijke personen. De invloed van moderne media – zeg maar vanaf het populair worden van de televisie – heeft een impuls gegeven aan die behoefte.” Perry: “Tegenwoordig wordt van biografen verwacht dat ze met sappige onthullingen op de proppen komen. Liefst onthullingen waardoor de held minder fraai te kijk staat. In feite de omkering van een oude traditie in de biografie. Er was ooit een tijd waarin mensen grote behoefte hadden aan smetteloze supermannen en genieën, en biografieën voorzagen in die behoefte. Biografen waren niet op zoek naar het scandaleuze en als ze er toch op stuitten, lieten ze het liever weg. Daar zijn we gelukkig van af. Alleen hebben we nu de neiging door te slaan naar het andere uiterste. Misschien spelen al die pseudoopenhartige zwetsprogramma’s op tv een rol. En de roddelbladen. Wouter Bos met een kinderwagen op de cover: dat verkoopt beter dan een essay over sociale politiek.” Is de biografie een literair genre? Renders: “Nee. Het is geen poëzie, geen roman en geen essayistiek; de biografie is een historisch genre. Begrijp me goed, niemand begint aan een boek met de intentie om alles zo lelijk mogelijk op te
schrijven, maar ik maak bezwaar tegen het etiket ‘literair’. Het modieuze begrip ‘literaire nonfictie’ betekent ook niks. Er is niets gemeenschappelijks tussen Westerman, Mak en Jongstra.” Maas: “Als u mij zegt wat u ‘literair’ vindt, zal ik zeggen of de biografie een literair genre is. Iedereen die een verhaal vertelt – fictioneel of niet-fictioneel – bedient zich van een zekere retoriek. Iedere historicus die zijn verhaal op schrift stelt, moet ordenen en kiezen en maakt gebruik van stijlmiddelen. Net als hij, liegt de biograaf tot op zekere hoogte de waarheid, of, beter: datgene wat hij voor waarheid houdt.” Perry: “Ja. Je hoeft niet per se literator te zijn om een interessante biografie te schrijven. Maar de beste, de overtuigendste, de invloedrijkste biografieën komen uit de koker van schrijvers met een pakkende stijl.” Welke persoon zou dringend gebiografeerd moeten worden? Renders: “H.P.L. Wiessing, in het begin van de vorige eeuw hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer. In 1960 publiceerde hij z’n memoires: ‘Bewegend portret’. Maas: “De hoofdredacteuren van het negentiende-eeuwse schandaalblad Asmodée: Johan de Vries, A.H. van Gorcum, A. Visscher. Van uitgevers als Geert van Oorschot en Johan Polak missen we ook node biografieën.” Perry: “Peter Debye. We hebben de laatste tijd een heleboel over hem gehoord, maar vooral kreten. Een evenwichtig, op grondig onderzoek gebaseerd levensverhaal is er niet.” Het Huis voor de Kunsten houdt op 12 mei de Dag van de Biografie in de Groote Sociëteit in Maastricht. Aanvang 10.30 uur. Deelnemers zijn Mineke Bosch, Wiel Kusters, Nop Maas, Jos Perry, Gé Vaartjes, Arie Storm, Paul van der Steen en Hans Renders.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
de verzamelaar
HIER & DAAR Creatieve steden 1
Ook altijd gedacht dat Maastricht een van de prettigste steden van Nederland is om in te wonen? Mis, helemaal mis. De stad staat op de ‘ranglijst van aantrekkelijkste steden om te wonen’ op een schamele 37e plaats en blijkt een imago te hebben dat niet echt strookt met de realiteit. De index, eind vorige maand gepresenteerd door de Stichting Atlas voor Gemeenten, is opgebouwd uit elementen als bereikbaarheid van banen, cultureel aanbod, veiligheid, bereikbaarheid van natuur en het historisch karakter. Illustere steden die Maastricht in deze ranglijst achter zich laten zijn Haarlemmermeer, Oss, Velsen, Purmerend en Leeuwarden. Ook bij de klassering van de andere Limburgse steden is het treurnis troef. Scoort Maastricht op de schaal van 0 tot 10 een schamele 3,7, Venlo (40e) komt niet verder dan 3,4. Om maar niet te spreken van Sittard-Geleen (48e) met een 3,1 en hekkensluiter Heerlen op de vijftigste plaats met 2,6.
De kunst van het wonen Vesteda is een landelijke verhuurder van kwalitatief hoogwaardige woningen en richt zich op huurders die grote waarde hechten aan plezierig wonen, een hoog wooncomfort en een aangename leefomgeving. Kunst voegt daar ons inziens een extra kwaliteit aan toe. Daarom combineren we in steeds meer projecten architectuur en woonbeleving
Wil Dautzenberg Reïncarnatie van een Rus
met kunst. Zo heeft beeldend kunstenaar Han Schuil de openbare ruimte onder het Haagse woongebouw La Fenêtre voorzien van opvallende kroonluchters met archetypisch huisjesmotief. Het goede wonen.
Creatieve steden 2
Het jaarlijkse onderzoek van Atlas concentreerde zich dit jaar op ‘cultuur’ en constateerde – wij vermoedden al zoiets - dat mensen met hogere inkomens zich het best thuis voelen in een stedelijke omgeving met een uitgebreid cultureel aanbod. Niet dat ze daar dan gebuik van maken, zo heeft Atlas-directeur Marlet ontdekt. Het gaat vooral om het idee. “Je loopt door de stad, en je hebt het gevoel dat je elk moment naar het theater, de bioscoop of uit eten zou kunnen gaan.” Niet elke euro die gemeenten in cultuur steken, heeft dezelfde uitkomst. Musea zijn typische van-negen-totvijf-attracties en moeten het dus vooral van toeristen hebben. Een stad die toeristen wil trekken, investeert dus in musea. Een stad die de bewoners aan zich wil binden, investeert in theaters. En in de creatieve industrie natuurlijk, sinds enkele jaren de natte droom van veel cultuurwethouders. Ook daar heeft Atlas een top-50 voor samengesteld, en hier staat Maastricht op de 16e plaats. Bijna een kwart van de inwoners is werkzaam in de creatieve industrie, aldus Atlas. De onderzoekers hanteren hierbij de meest ruime definities (zelfs managers vallen eronder), waarschijnlijk omdat ze anders niet eens een top-50 bij elkaar zou krijgen. Hoe het ook zij, Maastricht scoort met bijna 25 procent creativelingen exact het landelijk gemiddelde. Hetgeen niet gezegd kan worden van Heerlen (39e) met 18 procent, Sittard-Geleen (42e) met 17 procent en Venlo (47e) met 13 procent.
La Fenêtre (architect: Rudy Uytenhaak) 112 appartementen, drie penthouses. Met health club (fitness/sauna), een lounge, huismeesterdiensten, domoticavoorzieningen (waaronder boodschappen aan huis) en een inpandige parkeergarage. Appartementen te huur vanaf € 912,- per maand. Tevens zijn er Serviced Apartements te huur. Geïnspireerd? Maak een afspraak voor een bezichtiging. Bel (070) 31 31 800 of kijk op www.lafenetre.nl
coiffeurs for men & women
z o n d e r a f s p r a a k : B o s c h s t r a at 4 6 , M a a s t r i c h t e n H a s p e l s t r a at 1 1 , S i t ta r d o p a f s p r a a k : S t. G e r l a c h u s w e g 2 , M a a s t r i c h t | t e l e f o o n 0 4 3 3 2 6 2 7 2 4 o p e n : d i n s d a g t / m v r i j d a g va n 8 . 3 0 tot 1 7 . 3 0 e n z at e r d a g va n 8 . 3 0 tot 1 5 . 3 0 emailadres:
[email protected] site: www.wijnhovencoiffeurs.nl
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Jan Peeters op Biënnale Venetië
Kunstenaar Jan Peeters uit Baexem maakt deel uit van een videoproject van Lucrezia de Domini Durini tijdens de Biënnale van Venetië die 8 juni wordt geopend. Aanleiding voor de uitnodiging was de tentoonstelling ‘Soms valt een steen in het water…’ in september vorig jaar in de tuin van cultuurboerderij Op Kapittelsbos in Grathem. De daar aanwezige Italiaanse kunstenaar Stefano Odoardi introduceerde Peeters bij De Domini Durini, waarna deze hem, naar Italië haalde. Eerst, in november vorig jaar, naar Bolognamo, en nu dus naar Venetië. Het project heet ‘The Living Sculpture, Kassel 1977-Venice 2007’ en verwijst naar het legendarische optreden van Joseph Beuys tijdens de Dokumenta van 1977 in Kassel.
Wil Dautzenberg naast een van zijn Russische iconen: foto Romy Finke
door Emile Hollman
”J
a, begin maar over iconen, dan is hij nog niet uitgepraat”, zucht zijn oude moeder terwijl ze op zoek gaat naar haar stek voor het raam. Haar zoon Wil Dautzenberg (66), verzamelaar van iconen, woont nog thuis in Landgraaf, dus zij kan het weten. Zoon Wil: “Zelf kom ik uit de verfwereld. Een groot deel van mijn leven heb ik kunstenaarsartikelen verkocht. Een jaar of dertig geleden zag ik mijn eerste tentoonstelling met iconen in Schaesberg. Ik werd er enorm door gegrepen, het was alsof een heilige vonk oversloeg. Vanaf dat moment las ik tijdschriften over iconen, kocht ik boeken over iconen en verkocht uiteindelijk mijn schilderijen om er iconen voor te kopen. Alsof ik een virus had opgelopen. Uiteindelijk ben ik iconologie gaan studeren aan de universiteit van Gent en zo kon ik samen met studenten Slavische talen van dezelfde universiteit door Rusland reizen.” ,,Ik ben praktiserend katholiek, maar ik voel me orthodox. Je ziet het, ik heb mezelf een orthodox imago aangemeten. En dan heb ik het niet alleen over mijn
baard. Meestal kleed ik me in het zwart, zwart pak, zwart hemd, zwarte coltrui. Mijn imago is mijn reclamebord, zeg ik altijd maar. En het werkt hoor, als ik ergens een tentoonstelling inricht. ‘Je kon wel een reïncarnatie van een Rus zijn’, heeft ooit eens een Rus tegen me gezegd.” “Wat me vooral aantrekt in iconen is de mystiek, het ongrijpbare. Er is niets menselijks in die geabstraheerde afbeeldingen. Het gaat me puur om de kunst, niet om het religieuze. Het is niet zo dat ik hier in huis kaarsjes brand voor een icoon. En ik heb ook nog nooit een icoon gekust zoals dat gebruikelijk is in de Russische kerken.” “De meeste mensen denken bij iconen uitsluitend aan afbeeldingen op houten panelen. Maar er zijn ook iconen van metaal en emaille; ze worden gesneden uit ivoor, gekapt in hout en gebeiteld in steen. Zelf heb ik zo’n honderd houten iconen, vijfhonderd van metaal en ongeveer driehonderd emaillen iconen. Ik verkoop uitsluitend om de kwaliteit van mijn eigen verzameling te vergroten. Qua
emaillen iconen denk ik dat ik de grootste collectie heb buiten Rusland. En die kan zich kwalitatief meten met wat de grote Russische musea bieden. Meestal zijn mijn iconen op reis, maken ze deel uit van een tentoonstelling ergens. En anders staan ze reisklaar ingepakt op mijn iconenkamer.” “Zelf koop ik uitsluitend in het westen bij handelaars. Tja, waarom doe je dat? Waarom spaart iemand postzegels? Ik denk dat ik een zo compleet mogelijk beeld wil hebben van wat iconenkunst vermag. Ik houd van de klassieke icoon: ingetogen en artistiek. Iconen komen oorspronkelijk uit Byzantium en de oudste zijn gevonden in de Sinaï-woestijn. Ik geef de voorkeur aan Russische iconen; die zijn verstild en niet zo uitbundig als bijvoorbeeld de Griekse. En dan nog: liever die uit het noorden van Rusland waar men minder pigment had dan in het zuiden, waardoor aardekleuren, okers en bruinen overheersen.” “De iconen die in Europa op de markt zijn, komen vooral uit particulier bezit. Het is vooral wachten op een goede tip. Verzamelaars lopen niet met hun iconen te koop. Ze zijn eerder bang voor beroving dan voor de fiscus. Veel iconen zijn Rusland uitgesmokkeld of buitgemaakt in al die oorlogen die tegen de Russen zijn gevoerd. Dat mag de pret allemaal niet drukken, die stukken zijn al een paar honderd jaar op de markt en de Russen missen die paar miljoen iconen echt niet. Je moet rekenen dat de gemiddelde Rus er vijf tot tien in huis heeft en daar is net goed sprake van ontkerkelijking als hier. Waarom niemand op het idee komt eens een Ferrari of zo op een icoon te schilderen? Dat zit niet in de Russische volksaard. Er is respect voor de traditie.”
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Cyrille Offermans (Sittard, 1945) schreef een boekenplank vol met - vaak prijswinnende - essaybundels, kinderboeken en monografieën, maar bleef in zijn geboortestreek lange tijd een onbekende. Daar lijkt nu verandering in te komen. “Mijn identiteit wordt niet bepaald door de plek waar ik toevallig geboren ben.” door Fons Geraets
O
oit weigerde hij een bijdrage te leveren aan een in dialect uitgegeven publicatie met Limburgse auteurs. “Ik wil niet in een verzamelbundel worden opgenomen waarbij de ballotagecommissie uitsluitend is geïnteresseerd in mijn geboortepapieren”, luidde zijn verklaring. Cyrille Offermans, het moge duidelijk zijn, heeft een hekel aan mensen die zich laten voorstaan op hun herkomst. Bewieroking van de eigen geboortegrond staat voor hem synoniem aan navelstaarderij, verkneutering en eendimensionalisering. Dan ligt “excommunicatie van al het onzuivere en het vreemde” op de loer. In het pamflet ‘Wie sjoon os Limburg is of: waarom ik niet in PLAT-eweg wil’ desavoueerde Offermans een dialectbundel als “een terugval in de donkere standenmaatschappij van voor de Verlichting”. Hij moet er jaren na dato om grinniken. “Maar zo is het toch? In een samenleving van gemengde komaf is het handig als Nederlands de voertaal is. Het ergert me mateloos als
Cyrille Offermans foto Lesley Feher
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Portret van Cyrille Offermans door Peter Bes, te zien in het Letterkundig Museum in Den Haag.
in een gezelschap waar ook niet-Limburgers aanwezig zijn dialect wordt gesproken. Volgens vrienden in Holland zijn Limburgers de ergsten. Waarom blijft een interviewer, zoals mij onlangs is overkomen, stug in het Limburgs vragen stellen terwijl ik geen dialectspreker ben? Dat is zo onbeschoft! Denk niet dat ik een rabiate anti-Limburgse houding heb gecultiveerd, integendeel. Ik zie alleen geen nut in die etikettering.” Toch heeft het er alle schijn van dat de culturele context van schrijver, essayist en criticus Cyrille Offermans steeds ‘Limburgser’ wordt. Is hij immers niet cultuuranalist van L1-radio, gastconservator van museum Het Domein in Sittard, spreker bij de presentatie van een novelle van Frans Budé en medewerker van Zuiderlucht? “Ik ben voor al deze dingen gevraagd. Als ze mij twintig jaar geleden hadden benaderd voor een functie bij de Maastrichtse universiteit had ik ook ‘ja’ gezegd. Ik timmer al meer dan twintig jaar via boeken en publicaties in landelijke bladen aan de weg, maar ben hier al die tijd nooit gevraagd. Ik ben daar niet gefrustreerd over. Wel verbaasd.” Toon Hermans heeft ooit gezegd: Als ik Sittards spreek proef ik champagne, als ik Hollands spreek proef ik sinaasappelsap. Hoe zit dat bij jou? “Geen van beide. De reden waarom ik al vroeg uit Limburg weg wilde is het chauvinisme, de verplichte gemeenschapszin, de vanzelfsprekendheid dat je geboortegrond superieur is. Het
gaat vaak gepaard met klefheid en rancune. Ik beluister bijna elke dag, zelfs uit de mond van intellectuelen, staaltjes van antiHollands ressentiment. Daar kan ik slecht tegen. Mijn identiteit wordt niet bepaald door de plek waar ik toevallig geboren ben. Voor mijn studie heb ik bewust gekozen voor een stad waar ik zo weinig mogelijk Limburgers zou tegenkomen. Dus ging ik naar Amsterdam. Daar kwam ik in een anonieme omgeving terecht waar niet naar mijn geboortepapieren werd gevraagd, waar ik op mijn handelingen werd aangesproken en niet op mijn accent.” De afgelopen decennia heeft Offermans een imposant oeuvre van essaybundels, monografieën en kinderboeken op zijn naam gebracht. Vorig jaar schreef hij het prachtboekje ‘Waarom ik moet liegen tegen mijn demente moeder’, drie maanden geleden verscheen het monumentale ‘Vlek als levenswerk’ over schilder/dichter Lucebert. Voor NRC Handelsblad schreef hij vlammende essays waarin hij de verloedering van het onderwijs, de verwaarlozing van de publieke zaak of het dogma van de economische groei aan de kaak stelt. “Omdat ik het belangrijk vind om het daar over te hebben. Voor mij hebben alle kunstuitingen een maatschappelijke implicatie. Als literair criticus heb ik stukken geschreven omdat ik vond dat ze geschreven moesten worden. Vooral over vergeten of verwaarloosde auteurs óf vanwege mijn afwijkende oordeel. Kortom, als ik iets te melden had. Dat doet zich ook voor bij
ongeïnteresseerde jongens en meisjes meegemaakt. Treurige grijze blik in de ogen, uitgedoofd op hun achttiende, geen sprankje leven. Hoe kun je die laten opflakkeren? Niet door gedichten van Lucebert voor te lezen, maar door andere dingen met ze te doen. Je moet als leraar tegemoetkomend zijn. Alleen een stevig kennisprogramma werkt niet. Ik wilde ze laten ontdekken dat het leven kansen biedt om het bestaan rijker te maken. Die kun je vinden in de blik van een hond, in de natuur, in een dichtregel of liedje, of in verliefdheid. Ik was tevreden als ik van zo’n dichtgemetseld gezicht een paar oprecht klinkende, vriendelijke woorden had gehoord. Een open blik was voor mij belangrijker dan een 7 voor een proefwerk. Dat maakte mij ook tot een buitenbeentje: cijfers interesseerden mij geen bal. Er waren collega’s die in alle ernst een 7,68 gaven. Dat is van ’n onmetelijke willekeur! Als ik dan in lachen uitbarstte, waren ze hoogst verbaasd.” Waarna een gloedvol betoog volgt over ons veel te strenge arbeidsethos, de moderne rusteloosheid en het daarmee gepaard gaande gebrek aan tijd voor rust, reflectie en creativiteit, de kwalijke uitwassen van het neoliberalisme en de noodzakelijkheid van een duurzame economie. Op internet word je beticht van ‘linkse blindheid’. Je zou zelf de rotzooi hebben veroorzaakt, omdat jouw generatie veertig jaar de agenda heeft bepaald. “Ik ben ongevoelig voor beschuldigingen over ’jouw generatie’. Ik ben in 1945 geboren maar moet ik me daarom solidair voelen met mijn leeftijdsgenoten? Ik ken ook mensen die in de jaren zestig de barricaden beklommen en stenen gooiden naar de politie en nu commissariaten bekleden. Mijn opvattingen zijn sinds mijn achttiende niet wezenlijk veranderd. Ik heb geen bekering doorgemaakt. Ben nooit lid van de CPN geweest en heb nooit met De Waarheid gecolporteerd. Dat vond ik toen al volkomen bezopen en getuigen van een slaafse mentaliteit. Ik ben, als je per se iets wilt, een linkse sociaal-democraat. Maar ik ben nooit partijlid geweest en zal dat ook nooit worden. Zodra er een etiket wordt geplakt moet je maken dat je wegkomt.”
stud ioke
d lan rn
‘Elk woord dat ik schrijf, is bevochten op de twijfel’
politieke kwesties. Als er in het maatschappelijk debat te weinig vraagtekens worden gezet bij de globalisering, vind ik het een morele verplichting om dat wel te doen. We leven in een dusdanige dramatische, gevaarlijke en spannende tijd – er zullen onwaarschijnlijke catastrofes op ons afkomen – dat het de plicht is van ieder mens om zich te interesseren voor mondiale gebeurtenissen.” Offermans is er zich van bewust dat door zijn tegendraadse, immer kritische opstelling een beeld van hem kan ontstaan dat niet strookt met de werkelijkheid. “Ik heb een imago van iemand die altijd voor de contramine kiest, en niet losjes maar geharnast door het leven gaat. Toen in 1982 ‘Macht als trauma’, mijn essaybundel over de Frankfurter Schule verscheen, dachten collega-leraren van het Bisschoppelijk College in Echt dat zo’n boek nooit door mij geschreven kon zijn. Ik, die altijd acte de présence gaf tijdens schoolfeestjes en zo.” Onlangs werd hem voor de voeten geworpen zo zelfverzekerd over te komen. Twijfel je nooit? De vraag heeft enige tijd door z’n hoofd gespeeld. “Ik vond het een onbegrijpelijke opmerking. Het verbaasde me. Elke zin die ik uitspreek, elke zin die ik opschrijf is bevochten op de twijfel. En dan bedoel ik niet de radicale twijfel die je in neoreligieuze kringen tegenkomt – aan alles twijfelen, daar houd ik niet van.” Veel mensen worden met het klimmen der jaren milder. Hoe is dat bij jou? “Over onrecht en wantoestanden in de wereld wind ik me even erg op als vroeger. Je hoort wel eens zeggen: ‘Als je op je twintigste niet links bent heb je geen hart; ben je op je veertigste nog links, dan heb je geen hersens’. Een onzinnige uitspraak. Mijn grondhouding is dezelfde gebleven. Ik ben in de directe omgang wel voorzichtiger geworden in het uiten van kritiek. Als 18-jarige was ik veel directer, nu reageer ik niet onmiddellijk.” Hoe voorkom je cynisme? “Door omgang met mensen. Er wordt mij vaak gevraagd waarom ik zo lang voor de klas heb gestaan. Het klinkt misschien ouderwets, maar ik ben ervan overtuigd dat als mensen in gunstiger omstandigheden opgroeien er iets beters uit hen komt. Als je dat niet gelooft, moet je ophouden met denken dat verbetering van de wereld mogelijk is. Mensen zijn beïnvloedbaar, in staat leerprocessen te ondergaan. Ik heb als leraar de meest apathische, inerte,
Distance to the sun
Limburgse kunst uit de 20e eeuw Maastricht, Witmakersstraat 1 T. 043 - 325 85 89 www.schiltaere.nl wo. t/m vr. 14.00-17.30 u. zaterdag 12.00-17.00 u.
graphic design www.obidesign.nl
minds are
Bodosz
like parachutes,
ideeën | concepten |
they
journalistieke producties
function best
T +31 43 3510029
when
www.bodosz.nl
open
Van Cyrille Offermans verscheen eerder dit jaar bij de Historische uitgeverij ‘Vlek als levenswerk. Lucebert op papier’. www.histuitg.nl
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
1 3 , 1 9 , 2 0 , 2 6 , 2 7 m ei 2007
e r i k h a b e ts uit de klei getrokken
‘Ik wil toch een alien blijven’
jonge makers
Het gaat niet al te beroerd met schilder/gitarist Jowan van Barneveld (1978). Met zijn band Viberider opent hij Pinkpop 2007 en onlangs kochten zowel museum Het Domein als het Bonnefanten schilderijen van hem. “Een week in de goot liggen is er niet meer bij.”
“Bij een schilderij werkt het bij mij niet anders. Het gaat om die paar keer dat je het weer voor de eerste keer kan zien, als je je ervan los hebt kunnen maken.” “Op de basisschool hingen tekeningen van me in de lerarenkamer, op de middelbare school had ik het geluk van de bekende stimulerende tekenleraar. Het staat me niet meer helder voor de geest waarom ik precies naar de kunstacademie wilde. Er zijn veel dingen waar ik gemakkelijk doorheen ben gerold maar ik vraag me eigenlijk nooit af hoe dat komt, omdat ik alweer bezig ben met het volgende project. Ik vond het heel belangrijk om na de academie een hele tijd in afzondering te kunnen werken zonder respons. Mijn werk moet ook de ruimte krijgen om te kunnen mislukken.” “Zo’n optreden op Pinkpop voelt als het eerste optreden. Ook die aankoop door Het Domein voelde heel cool. Het brengt wel een andere dimensie met zich mee. Het gaat niet alleen meer om mij en het doel dat ik voor ogen heb, maar er komt ook het beeld bij dat anderen van je hebben en de verwachting die ze van je hebben. Maar als ik morgen besluit alleen nog roze te schilderen in plaats van zwart, dan doe ik dat natuurlijk. Je moet je elke dag afvragen of het oké is of niet.” “Dadelijk ga ik mijn eerste merkgitaar kopen, een echte Gibson. Wat dat betreft gaat het langzaam bij mij. Ik vind het fijn dat ik zulke stapjes nog kan maken. Ik stond me de laatste tijd helemaal lens te stemmen op het podium dus cool dat ik op Pinkop met een nieuwe gitaar kan spelen. Een tweedehands gitaar gelukkig, want nu hoef ik dat ding tenminste niet eerst een paar keer uit mijn handen te laten vallen zodat ie er goed uitziet.” “Ik schilder vooral landschappen, denk ik. Als je ze bijeenzet, vind je overeenkomsten, net als in de muziek. Ik schilder zwart, verschillende kleuren zwart,
underground gallery van sint fiet
g e o p e n d v a n 1 4 . 0 0 t o t 17.00 uur
v a n s i n t f i e t / verzamelaar van kunst / hagengaard 49 6227 he maastricht
Janneke Laheij “M/V” Jowan van Barneveld “als ik morgen besluit alleen nog roze te schilderen in plaats van zwart, dan doe ik dat natuurlijk. ”
door Emile Hollman
“A
Vanaf 5 mei 2007
10
Galerie Stevens Sint Servaasklooster 30 A 6211 TE Maastricht T 043 - 321 43 16 M 06 - 505 075 21 E
[email protected] www.galeriestevens.nl
Openingstijden: Donderdag t/m zaterdag van 14.00 - 20.00 en op afspraak
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
lles valt op zijn plaats. Zowel in de muziek als met schilderen heb ik veel uitgeprobeerd; het is of ik een soort raamwerk heb gevonden waarbinnen ik verder kan. De muziek die we met Viberider spelen lijkt nog het meest op de dingen die we zelf beluisterden toen we begonnen met bandjes: grunge natuurlijk, maar ook Led Zeppelin en Black Sabbath. We spelen een soort stonerpop; laag gestemde gitaren, lang uitgesponnen nummers maar dan wel opgezet volgens de wetten van de popmuziek. In deze stijl kunnen we kwijt wat we willen horen.” “Praten over muziek vind ik makkelijker dan praten over beeldende kunst. Muziek is van zichzelf al communicatiever, denk ik. Muziek komt meteen binnen. Met beeldende kunst
hebben mensen het idee dat er veel meer filters tussen zitten. Alsof ze op voorhand al niet open staan om er onbevangen naar te kijken. Met onze band bijvoorbeeld werken we vooral in sferen, het publiek gaat daar vanzelf in mee, gaat er deel van uitmaken. Een schilderij communiceert een stuk eenzijdiger, dan vraag je meer van een beschouwer.” “Behalve op de Academie Beeldende Kunsten Maastricht zijn schilderen en muziek maken altijd goed samen gegaan. Docenten daar hadden niet veel op met muziek, vonden dat het twee verschillende dingen zijn. Maar goed, ik maakte toen metal. Zowel in schilderen als in de muziek was ik op zoek, en dan gaat het alle kanten op. Ook in de muziek word ik steeds meer mezelf.” “Op je vijftiende ga je eerder
11
met een gitaar rammen dan schilderen. Ik ben altijd een beetje een loner geweest. De muziek die ik beluisterde kwam van mijn vader, veel Britse folk en later Bob Dylan. Pas heel laat ontdekte ik dat er ook harde muziek bestond. Alles wat ik speelde nam ik op. Dat doe ik nog steeds. Mijn eerste nummer heb ik opgenomen in het tuinschuurtje van de toetsenist van de Frank Boeijen Groep, een vriend van mijn moeder. Ik schrijf niet echt muziek, ik neem alles achter elkaar op. Eerst drums, dan bas en vervolgens gitaar. Dan komt hét moment: als ik het voor het eerst beluister en mezelf kan verrassen. Daar doe ik het voor. Pas dan volgt de tekst. Het eerste wat in me opkomt, schrijf ik op. En achteraf blijkt meestal dat ik dit wilde zeggen zonder dat ik van tevoren wist dat ik dit wilde zeggen.”
met steeds een andere glans. De beelden die ik gebruik pluk ik van het internet. Dat vind ik een mooie afstand. Als ik google naar beelden dan zie ik in een oogopslag of die spannend genoeg zijn. Ik vergroot ze uit door het proces van schilderen. Kurt Cobain was mijn eerste obsessie. Op internet vond ik een polaroid van de garage waar hij zelfmoord had gepleegd, nog een stuk van het huis erbij, meer niet. Dat beeld is voor mij zo sterk, daar kan ik alle beelden aan relateren. “Cobain is een deel van mijn persoonlijkheid geworden, een soort richtlijn. Na zijn dood heb ik tien jaar niet meer naar Nirvana kunnen luisteren. Als je die jongens zag spelen dan wist je: ze kunnen niet anders, ze moéten dit doen. Ik vind het heel vervelend om naar een band te luisteren die uitstraalt dat ze door de week met hele andere dingen bezig zijn. Misschien raken beeld en muziek elkaar in mijn schilderijen zoals in mijn leven beeld en muziek elkaar elke dag raken. Als ik schilder in mijn atelier, ga ik helemaal op in de muziek die ik afspeel. Hier kan ik me in mijn eigen wereld wanen. Als je in een winkel werkt of zo kun je je niet zo intens laten bevangen. Ik zoek net als Cobain de overgave. Elk optreden moet het laatste optreden kunnen zijn en elk schilderij moet het laatste schilderij kunnen zijn.” “Je had me een half jaar geleden niet moeten vertellen dat ik op Pinkpop zou staan en een dag later een etentje zou hebben in het Bonnefantenmuseum. Toch wil ik een alien blijven. Een half jaar geleden zat ik wel eens te denken dat het mooi zou zijn als Het Domein een schilderij van me zou aankopen of dat we ‘Nu of Nooit’ zouden winnen. Ongelofelijk, sta je als winnaar op het podium al te denken wat je allemaal moet regelen. Een week in de goot liggen is er niet meer bij.”
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Als Boeddha een camera had gehad... Tibet en boeddhisme lenen zich goed voor interessante cinema, zo blijkt uit de films die getoond worden tijdens de Tibetaanse filmweekin Maastricht. Maar er zijn valkuilen. door Benti Banach
W
einig landschappen spreken zo tot de verbeelding als dat van de Himalaya. Diverse regisseurs hebben ontdekt dat het bijna onmogelijk is een verkeerd camerastandpunt in te nemen als monniken in karmozijnrode gewaden door een veelkleurige en onmetelijke bergwoestijn fladderen. Of als een nomade met staalborstelhaar zijn kudde yaks langs een heilig meer loodst. Inmiddels is er een aardig genre ontstaan dat je Tibetanica of Himalayica zou kunnen noemen. Wat echter opvalt binnen dat genre is de schrijnende afwezigheid van de onafhankelijke Tibetaanse film. Bezetter China staat nu eenmaal niet toe dat Tibetanen een zelfstandige artistieke visie op hun land ontwikkelen en die uitdragen via een breed medium als film. Wat wij krijgen voorgeschoteld is meestal een Tibet door een westerse bril, en ironisch genoeg soms ook nog eens elders opgenomen, zoals ‘Seven Years in Tibet ‘ (in Argentinië) en ‘Kundun’ (in Marokko). In dat soort films strijden exotisme, mooifilmerij en een opgelegde politieke boodschap vaak om voorrang, valkuilen voor een artistiek geslaagde film. Ook een Aziaat als de Indiase regisseur Pan Nalin laat zich erg makkelijk verleiden door het landschap, zoals bleek uit zijn in Ladakh geschoten film ‘Samsara’. Dat geldt net zo goed voor zijn nieuwste film ‘Valley of flowers’ (2006), een soort Tibetaanse Romeo & Julia die tijdens de Tibetaanse filmweek in Maastricht wordt vertoond. En diezelfde nadruk wordt gelegd in de vele National Geographic-achtige documentaires op tv. 0,4ADV :UIDERLUCHTINDD
Er is gelukkig ook een groeiend aantal westerse documentaires dat dieper graaft, zoals Werner Herzogs registratie ‘Wheel of time’ (2003) van het esoterische Kalachakra-ritueel of ‘The Oracle’ (David Cherniack, 2006) over het staatsorakel van de Dalai Lama, eveneens beide te zien in Maastricht. De twee regisseurs laten zich niet afleiden door mooie shots en leggen een betrokkenheid en interesse in cultuur en spiritualiteit aan de dag die je een stuk oprechter zou kunnen noemen. Interessanter worden de films dan ook als de regisseur boeddhistische thema’s in zijn film verwerkt. Dat is ook de reden dat de film ‘Samsara’ uiteindelijk geslaagd was, omdat Nalin de kijker tussen alle landschappen door een voor boeddhisten moreel dilemma schetste: is het verstandig een verbitterd gezin achter te laten in ruil voor de afzondering omdat de verlichting zo sneller te bereiken is? En heeft Boeddha niet immers
hetzelfde gedaan? Het dichtst in de buurt van onafhankelijke Tibetaanse cinema komen films uit de Tibetaanse diaspora of uit aan Tibet verwante regio´s in de Himalaya. De bekendste regisseur uit dat gebied is de Bhutanees Dzongsar Kyentse Rinpoche, een boeddhistische lama die onder de naam Kyentse Norbu de films ‘The Cup’ en ‘Travellers and Magicians’ heeft uitgebracht. Bij hem hoef je niet lang na te denken over de intenties, zijn films zijn een verlengstuk van de cursussen die hij geeft over de dharma, de leer van de Boeddha. Het boeddhisme heeft in zijn 2500-jarig bestaan talrijke middelen gekend om de dharma uit te drukken in schilderingen, beeldhouwwerk, architectuur, poëzie, theater, dus waarom niet ook film? Als Boeddha, kortom, een camera tot zijn beschikking had gehad... Opmerkelijk is dat die bedoelingen geenszins tot zware lessen in ethiek of spiritualiteit leiden, maar zoiets lichtvoetigs oplevert
als het verhaal van jonge monniken die naar het WK voetbal willen kijken. Ook voor Neten Chökling Rinpoche staat vast dat je, zoals Boeddha zei, moet helpen overeenkomstig de noden en middelen van de tijd waarin je leeft. Daarom is ook deze gereïncarneerde lama begonnen met filmen. Zijn in Maastricht vertoonde Milarepa gaat over het leven van Tibets beroemdste yogi, wiens betonnen zitvlak luie mediteerders vaak als voorbeeld wordt gesteld. ,,Als mijn film ook maar één persoon inspireert meer compassie, tolerantie en geduld jegens anderen te ontwikkelen, dan ben ik meer dan gelukkig,” luidt zijn boeddhistische motief voor het maken van de film. Neten Chökling heeft het vak van Dzongsar Kyentse afgekeken, toen hij een hoofdrol in ‘The Cup’ vertolkte en als stuntman optrad in ‘Travellers and Magicians’. Maar de connectie tussen de twee leraren dateert volgens hen al van enkele incar-
Chinese invloeden rukken op in Lhasa. Op de achtergrond het Potala Paleis. foto Benti Banach
naties geleden, toen celluloid en elektriciteit nog moesten worden uitgevonden. Boeddhisme hoeft niet per definitie met Tibet verweven te worden om een dankbaar filmonderwerp te zijn. Dat blijkt uit twee reflectieve films uit Korea, die Lumière nog eens vertoont: ‘Spring, summer, fall, winter... and spring’ van Kim Ki-Duk uit 2004 en ‘Why did Bodhidharma leave for the East?’ van Bae Yong-Kyun Bae uit 1989. Onder het motto één keer zien is beter dan duizend keer horen, zijn in deze dialoogarme films talrijke boeddhistische lessen verwerkt over onthechting, compassie en de wet van oorzaak en gevolg. Zo bindt de jonge monnik in ‘Spring, Summer...’ een vis en slang een steen aan en vindt hij zich op een morgen zelf vastgebonden aan een steen. Praktische levenslessen kunnen ook overhellen naar pure filosofie, zoals in de Hollywoodfilm ‘The Matrix’, die door de nadruk op geweld weliswaar geen boeddhistische film genoemd kan worden, maar duidelijk boeddhistische thema’s aansnijdt. Bij boeddhisme en film kom je vroeger of later altijd uit bij de metafoor uit ‘The Matrix’, die ook Dzongsar Kyentse Rinpoche graag gebruikt. Stel je voor dat je wordt geboren in een bioscoop. En dat je niet weet dat je slechts naar een projectie kijkt. Alles op het scherm ervaar je als de werkelijkheid. Je gaat zo intens op in de film dat je roept ´kop dicht!´ als iemand je afleidt. Je wordt gekweld door hartzeer of een knoop in je onderbuik als de hoofdpersoon met veel bloedvergieten het leven laat. Totdat je buurman vertelt “Relax, man, dit is niet echt, dit is slechts film”. Rinpoche stelt dat wij net als de filmbezoeker slechts een vertroebelde projectie van de werkelijkheid waarnemen. Wat wij als het ware leven ervaren is net zo essentieloos als de film. Hij wil ons, toeschouwers, graag wakker knijpen. Maar dan? De film verlaten en je terugtrekken is een optie. Maar we kunnen ook, ons bewust van het ware karakter van de film, tot het einde blijven zitten en ondertussen proberen mededogen te ontwikkelen voor de anderen in de bioscoop. De Tibetaans filmweek bij Lumière Cinema in Maastricht is georganiseerd door de stichting Yak en enkele Limburgse leden van het Tibetaans instituut Yeunten Ling in Huy. Tussen 6 en 13 mei zijn zeven Tibetaanse films te zien. Op 13 mei zijn drie afsluitende muziekoptredens. www.filmfestival.hitcore.de of www.lumiere.nl
12
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
13
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Waarom ik van Pinkpop hou Bijna Pinkpop, voor de 38ste keer om precies te zijn. Popjournalist Leon Verdonschot - hij liet de afgelopen vijftien jaar slechts één keer verstek gaan - en zijn vijf redenen waarom hij zo van Pinkpop houdt. door Leon Verdonschot
L
owlands is mooier. Sziget excentrieker. Lowlands is afwisselender. Groezrock intiemer. Lowlands is vernieuwender. Werchter heeft grotere namen. Dit jaar. Vorig jaar. Altijd. Maar dan nog steeds. Fields of Rocks komen, Dynamo Open Airs gaan, maar Pinkpop blijft altijd bestaan. Waarom toch? Omdat ik alleen voor mezelf kan spreken, mijn vijf eigen Pinkpopredenen.
1 De muziek Uiteraard. Pearl Jam in 1992. Vijf dolle honden. Eddie Vedder in een Tivoli-shirt, zijn band gretig, vastberaden dat veld om te ploegen. En dat veld ging om. Nooit kwam er zoveel stoom van die menigte. Meerdere Pinkpopartiesten sprongen het publiek in, maar niemand sprong zoals Eddie Vedder. Van de camerakraan, spartelend een zee van uitgestrekte handen in. Acht jaar later kwamen ze terug, en ze deden wat ze het beste konden doen: niet op herhaling gaan. Dertigers inmiddels, speelden ze met minder energie, maar meer concentratie. ‘Alive’ sloegen ze over en ze sloten niet af met ‘Rockin’ in the free world’. Pearl Jam was de nostalgie voor.
Pinkpop 2007 op 26-27-28 mei, Megaland, Landgraaf. Met onder andere Smashing Pumpkins, Korn, The Fratellis, Iggy Pop & the Stooges, Muse, Razorlight. www.pinkpop.nl
En natuurlijk Rage Against the Machine, tot drie keer toe. Een aardbeving, letterlijk. Zack de la Rocha op het eind van ‘Freedom’, op de grond, het schuim op zijn lippen, de woorden niet meer zingend, maar spugend in zijn microfoon. ’s Avonds, thuis, de videoband meteen teruggespoeld, zag ik pas het detail: zijn
14
ogen draaiden weg. Een ziedend hoofd met twee witte bollen erin. Onvergetelijk. Net als die andere triomftochten. Lenny Kravitz’ hippiefeestje. Luka Bloom die het podium op fietste en een veld stil kreeg met zijn stem en snaren. Tool, dat eerst de tent en jaren later het veld de mond snoerde. En de dieptepunten. De bijnazelfmoord van zanger Bob Forrest van Thelonious Monster. De aftocht van beroepsverslaafde Shane MacGowan. Een ei van een popfundamentalistische puber voor Anouk. En natuurlijk het moment dat Jan Smeets als een dieptepunt beschouwt, maar wat was het spannend: The Cult die weigerden op te houden met spelen. Aan de zijkant stond andermaal een ziedend hoofd. Met een witte baard.
2 Kamperen De charme van de Pinkpopcamping is waarschijnlijk het best te vergelijken met die van een ontgroening: goed beschouwd is het afzien, maar het plezier zit hem in het delen van de ontberingen. Op de Pinkpopcamping heb ik ooit een volledige nacht niet kunnen slapen omdat een tent verderop iemand uren lang een weerwolf nadeed. ’s Ochtends mijn tanden poetsen onder dezelfde kraan waaronder mijn buurman op dat moment de pasta uit zijn pan schraapt - het was allemaal van een rauwe romantiek. Of misschien ook niet, maar heb ik dat er van gemaakt. En op maandag, als de dagjesmensen komen, frisgewassen, de kleren en het schoeisel nog stofvrij, dan lijkt hun komst even een invasie van opportunisten.
Dan voelt snuiten in een witte zakdoek die vervolgens pikzwart is, heel even als het toppunt van festival.
3 Pinkpop is ouderwets Bij ieder beetje festival krijg je tegenwoordig voedsel. Dus geen vreten, nee: voedsel. Gezond, lekker, smaakvol opgediend, vers bereid. Voor je ogen geperste sappen, smoothies, salades, vers fruit, een uitgebreide vegetarische keuze, de beste pannenkoeken. Het aanbod van een gemiddelde stad anno 2007. Vergeleken daarmee is Pinkpop in culinair opzicht een uit de hand gelopen dorpsbraderie. Pinkpop blinkt uit in kermisvoer, in kindermenu’s voor volwassenen. Toen ik daar Jan Smeets tijdens een interview op aansprak, koos hij niet voor de verdediging, maar voor de aanval. Op wat hij als yuppenvoer beschouwde. Al die jonge koopkrachtigen die op festivals met stokjes moeilijk zaten te doen om hun sushi naar binnen te werken: kennelijk wilden ze vooral indruk op elkaar maken. “Dat vind ik een rare vorm van aanstellerij. Een soort exhibitionisme, al die dure fruitsalades.” De gemiddelde festivalbezoeker wil een frietje, punt uit. “En met een aardappel is niks mis.” Het was alsof ik de Jan Marijnissen van vijftien jaar geleden hoorde praten, of de Joop den Uyl van dertig jaar geleden. Leve de gewone man, met zijn gewone smaak, voor wie op een festival het consumeren van voedsel gelijk staat aan het leggen van een bodem voor bier, bier en nog meer bier. Zelfde verhaal voor het gebrek aan theater op Pinkpop. Er staat een tent op dat terrein, maar ook daarin spelen bands. Comedians, schrijvers, theatergroepen, hiphoppers: zelfs op Paaspop zijn ze welkom, maar Pinkpop is de no go area voor al wat geen gitaar heeft en niet rockt. Is dat erg? Allerminst! Het maakt van Pinkpop een baken van zekerheid en overzichtelijkheid, al 38 jaar lang. De
hele wereld verandert, Pinkpop blijft Pinkpop. Overslaan is geen optie, weet ik inmiddels. Een paar jaar geleden ging het mis met Pinkpop. Op maandag waren er maar 20.000 mensen op het festival. Ook de trouw van de festivalganger heeft zijn grenzen, ontdekte Jan Smeets: er moeten grote en aansprekend namen onder dat vertrouwde logo staan, anders komt alleen de harde kern – en daar vul je geen weide mee. Ik was er ook niet, want vond het programma ronduit beroerd. Alle mensen die er wel waren, waren het over een ding eens: wat was het leuk zonder ons, de thuisblijvers! Gezellig, een geweldige sfeer, met gelijkgezinden tezamen op een ruime weide. Ze overdreven vast, hadden dit met zijn allen afgesproken, maar ik nam me voor: niet meer niet naar Pinkpop. Al staat Hilbrand Nawijn er te zingen.
4 Pinkpop is Limburgs Bewijzen kan ik het niet, maar ik ben ervan overtuigd dat een van de redenen dat Lowlands lekkerder lijkt te liggen bij popjournalisten het simpele feit is dat Lowlands zich niet zo ver weg afspeelt. Van Amsterdam, wel te verstaan. Terwijl Pinkpop, dat is niet in Landgraaf, dat is “helemaal in Landgraaf”. Veel popjournalisten houden niet van reizen. Ze hebben vaak niet eens een rijbewijs. Daarom staan er veel meer recensies van concerten in Paradiso dan van concerten in 013 in lande-lijke kranten. Geen Nederlander zo provinciaal als de Amsterdammer. Over Pinkpop hebben de afgelopen jaren vele geruchten de ronde gedaan, maar die over een verplaatsing naar het Goffertpark in Nijmegen was wel een van de gruwelijkste – dat vond Jan Smeets zelf vast ook. Als oud-inwoner van Geleen is het uiteraard een eeuwig doorbloedende open wond dat Geleen het festival ooit kwijtraakte – ingeruild voor nota bene een ‘subtropisch zwem-
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
paradijs’ – maar ik ben trots dat we het in ieder geval hebben gehad. Niet dat ik ooit binnen ben geweest, ik was nog te jong, maar buiten het hek luisteren naar Marillion en samen met mijn opa kijken naar die even merkwaardige als spannende rouwstoet van pikzwarte Curefans, dat was een waardig alternatief. En dat ieder jaar een Limburgse band via de Nu of Nooit-route op zaterdag mag spelen en dus Limburgse grootheden als Mo’ Jones en Right Direction op Pinkpop hebben gestaan: ik vind het een mooi gebaar. Daardoor slaat het niet door naar een Limbofestival (dat After Forever, Rowwen Hèze en De Heideroosjes er hebben gestaan, hebben ze niet aan hun afkomst maar aan zichzelf te danken), maar is het wel nadrukkelijk een Limburgs festival.
5 Jan Smeets Het schijnt dat sommige mensen in Delft, waar concertreus Mojo huist, geregeld stapelgek worden van Jan Smeets. Die bemoeit zich namelijk met alles, heeft overal verstand van, en is nog maar net gewend aan de fax, terwijl de hele wereld inmiddels mailt. Bij wijze van spreken dan. Maar ook niet helemaal. Zonder Jan Smeets geen Pinkpop, maar zonder Pinkpop eigenlijk ook geen Jan Smeets. En ook dat is niet van nu; een beetje organisatieadviseur zou zich kunnen uitleven op het introduceren van het begrip ‘delegeren’ op de burelen van Buro Pinkpop in Geleen – als hij ooit binnen zou mogen. Maar ik vind het hoogst charmant, en meer dan dat. Ik vind het zelfs ontroerend. Omdat je, wanneer je de ijdelheid wegsnijdt, iets cruciaals overhoudt: betrokkenheid. Pinkpop gaat Jan Smeets aan het hart – letterlijk. Geen mens die daar aan twijfelt. Dus mag hij elk jaar zelf op het eind van de avond het podium beklimmen om ons allen welterusten te wensen, te manen voorzichtig te zijn en ons warm te kleden – het is een gevaarlijke wereld daarbuiten. Maar vader Smeets waakt.
De historische sprong van Eddy Vedder (Pearl Jam) tijdens Pinkpop 1992. foto Buro Pinkpop
15
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
expats
de schatkist van
Wegsterven M
Theodora Geraets violiste en concertmeester Limburgs Symphonie Orkest
G
Welke film moet u nog eens een tweede keer gaan zien? The Weeping Camel. eboren: in Zeist.
Wie is de grootste violist aller tijden? Het is een kwestie van smaak, maar Jasha Heifez heeft een grote naam. Eigenlijk is deze vraag voor mij lastig te beantwoorden, omdat er zo velen prachtig spelen! Op welke viool zou u graag eens willen spelen? Mijn nieuwe, net voor mij gebouwde viool! Trots op André Rieu? André Rieu heeft het op zijn gebied heel ver geschopt en is een goede ambassadeur voor Limburg. Zijn er nog helden? Ja beslist, iedereen kan op zijn manier een held zijn. Iedereen heeft het in zich.
Wanneer bent u voor het laatst echt van slag geraakt door een kunstwerk? Na ‘The Weeping Camel’, een film over een kameel die zijn jong niet wil accepteren. Ze proberen alles om de kameel op andere gedachten te brengen, en uiteindelijk gaat een muzikant voor het dier zingen. Het halve dorp kijkt toe als er dikke tranen uit de ogen van de kameel rollen. Dat is zo ongelofelijk bijzonder. De film toont een oorspronkelijkheid die dicht bij de essentie komt. Welk boek leest u op dit moment? Een boek van Paulo Coelho, ‘De Zahir’. Gaat over mensen die iets waarachtigs proberen te vinden. Iedereen is toch op zoek naar zijn ware zelf? Welke cd zou u voor iedereen willen kopen? Een cd met Green
uw professionele partner voor internationale zakenreizen en kunst & cultuur groeps*arrangementen *lezersaanbieding bij het boeken van een groepsarrangement van minimaal 20 personen mag de hoofdboeker vooraf een gratis kennismakingsreis naar de betreffende bestemming maken
Uniglobe Business Event Travel Nieuwe Markt 1 - 6067CG - Linne
[email protected] (+31) 0475 - 43 84 90
16
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Music om te kunnen ontspannen, dat doet eenieder goed. Ik wil niet zeggen dat ik er gelukkiger van word dan van een vioolconcert, maar in een hectisch leven is het soms heerlijk om even tot jezelf te komen.
17
Is er een kunstwerk dat u zich speciaal herinnert? De Nike van Samothrake in het Louvre. Een engelenbeeld zonder hoofd dat iets onbeschrijfelijks uitstraalt. De beweging van de vleugels brengt de steen tot leven en strekt tot voorbeeld om boven ons zelf uit te stijgen. Heeft u een lievelingsplek? De Thunersee in Zwitserland, waar Johannes Brahms zijn prachtige vioolsonates schreef! Wat is uw meest kostbare bezit? Het vermogen om vreugde en liefde te beleven en te delen met anderen Wat zal er straks van u overblijven? Een uit de as herrezen Feniks. Je hoopt toch dat er na je overlijden iets van jezelf overblijft, anders is het allemaal zo zinloos. Misschien door de mooie muziek die je hebt gemaakt, misschien leef je voort in de mensen aan wie je les hebt gegeven. Je moet altijd een beetje sterven om opnieuw te worden geboren. Theadora Geraets speelt op 7 juni in Sittard, op 8 juni in Heerlen en op 9 juni in Maastricht als soliste met het LSO, op 21 juni in Heerlen en op 23 juni in Maastricht samen met Quirine Viersen en Ronald Brautigam.
ijn moeder is nu enkele weken dood, maar het huis waarin ze woonde en ik ben opgegroeid, is, zo lijkt het, niet sterfelijk. Zeurderig als altijd zoemt de klok in de huiskamer. De voordeur kraakt bij een windvlaag. De elektriciteitsmeter in de gangkast tikt meedogenloos door. Ik leg ze vast, de geluiden van dit huis. Vandaag ben ik er, met recorder en statief, voor naar Roermond gekomen. Terug in Amsterdam zal ik ze inladen in mijn computer en er een klankcompositie van maken. Dat is mijn plan. Ik concentreer me op de levenloze, mechanische geluiden. Het gonzen van de koelkast, het zoemen van de klok. Deze geluiden hebben mijn moeder niet nodig. Ze demonstreren stilte, haar afwezigheid. Feilloos worden ze door de recorder geregistreerd. Maar na verloop van tijd neem ik iets anders waar. Gestommel, aan de andere kant van de muur. Gebonk. Is het de buurvrouw? De klanken hebben een percussieve rand. Snerpend, dan weer donker, telkens het gevolg van een korte, felle beweging. Ik zet mijn apparaat op het statief, richt hem op de muur en wacht af. Het is opgehouden. Wel hoor ik buiten een auto. Een claxon klinkt, gevolgd door het trage glissando van een passerend vliegtuig. In de tuin zijn wat vogels te horen. Ik houd me stil en wacht. Waar is de buurvrouw? Is ze de deur uit? De recorder neemt nu voornamelijk ruis op. Niet zo interessant. De tijd verstrijkt. Ik luister naar de vogels. Er blaft een hond. Ineens valt me een gedempt tikken op: de elektriciteitsmeter. Op hem had ik niet meer gelet. Langzaam en monotoon, als een mechanisch hart, baant hij zich een weg door de stilte. Hij is er altijd en overal, komend vanuit de gangkast. Hij is de nieuwe hoofdbewoner. Het wordt donker. Vanuit de tuin komt geen geluid meer. Na een tijd sta ik op en haal de recorder van het statief. Ik besluit naar boven te gaan. Op zolder maak ik het dakraam open en richt mijn recorder op de spoorlijn in de verte, wachtend op een trein. In Amsterdam heb ik dit ook eens gedaan, maar de opname viel tegen. Hij verbleekte bij mijn herinnering aan Roermondse treinen. Klinken ze hier beter of speelt de verbeelding me parten? Een goederentrein is in aantocht. Zijn geraas komt uit de richting van het station en neemt snel in volume toe. Een hevige tremolo ontstaat: vele wagons denderen langs de onbewaakte spoorwegovergang. Vervolgens gaat de tremolo over in een compact gesuis en de trein trekt zuidwaarts. Het wordt stiller en doffer. Dan gebeurt het. In plaats van geheel te verdwijnen neemt het gesuis weer toe, alsmaar breder en zwaarder wordend. Een duister klanklandschap ontvouwt zich. Het is een klanklandschap dat niet wil wegsterven, maar zich voorgoed verenigt met de nacht. Bart Spaan (Roermond, 1963) studeerde muziekwetenschap en geschiedenis in Nijmegen en Amsterdam en speelde begin jaren 80 als toetsenist in de experimentele popgroep Bazooka. Daarna richtte hij zich op de hedendaagse gecomponeerde muziek. Hij schreef vooral piano- en orgelwerken, maar ook een fluitkwartet en ensemblewerken voor Muziekgroep De Ereprijs, The Barton Workshop en Ensemble ’88. In 2001 verscheen van hem de cd Silencios. Voor Ralph van Raat schreef hij onder meer het vijfdelige solowerk Kringen, en de ouverture bij Frederic Rzewski’s The People United Will Never Be Defeated.
Expats is een estafettecolumn. Voor het volgende nummer geeft Bart Spaan het stokje over aan dramaturge Fransien van der Putt.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Muziek in baksteen en beton “Raadsleden missen de kennis, hebben geen visie. Bij de eerste de beste opmerking van een ambtenaar of een wethouder gaan ze om.”
door Wido Smeets
D
e diaprojector snort. Op het piepkleine podium waar in het weekend regionale bluesbands hun zielenleed bezingen, staan vier stoelen schouder aan schouder achter evenzoveel cafétafeltjes. Microfoons staan in de aanslag: in café Cambrinus in het Noord-Limburgse Horst kraait het oproer. Niet over de sanering van de boerenstand, of de aanleg van een nieuwe snelweg, maar over de sloop van een leegstaand winkelpand uit de jaren zestig. Inwoners gaan met elkaar in debat. Wat de een ziet als “een verzameling op elkaar gestapelde bouwketen” die liever vandaag dan morgen moeten worden gesloopt, beschouwt de ander als “een prachtig pand, helemaal in de stijl van het Modernisme”. Ze hebben het over het pand dat winkelierfamilie Mooren in 1960 liet bouwen in hartje Horst. Het uit beton en glas opgetrokken gebouw was een novum in het conservatieve dorp waar de massieve baksteenbouw van maaiveld tot dakgoot de standaard was. Nog steeds trouwens. Het modernisme en alle erop volgende architectuurstromingen lijken aan Horst voorbij te zijn gegaan. Een enkel ontwerp van de plaatselijke architect Ben Keijsers vormt de spreekwoordelijke uitzondering. Keijsers is een van de sprekers tijdens de bijeenkomst in café Cambrinus. Hij heeft het werk van architect Lei Martens, die pand Mooren ontwierp, bestudeerd. Zijn conclusie is dat het gebouw, teruggebracht in zijn oorspronkelijke staat, behouden dient te blijven. Keijsers is niet te beroerd om daarbij creaties van beroemde vakbroeders aan te roepen. Het ‘zweven’ van het gebouw boven het maaiveld, de betonnen skeletbouw, de openheid van de ruimtes op de begane grond ver-
De Gemeenteflat in Maastricht. foto Moniek Wegdam
De Nederlandse architectuur worden wereldwijd bewierookt. Tegelijkertijd is er geen land dat zoveel bouwafval produceert, want afbreken brengt geld in het laatje. Maar het verzet tegen de slopershamer neemt toe. “Gebouwen vertellen de geschiedenis van een straat, van een plaats. Daar moet met eerbied mee worden omgesprongen.” sus de geslotenheid van de vertrekken daarboven: het kan niet anders dan dat Le Corbusier en Duijker de inspiratoren van Lei Martens waren. En het gebruik van kolommen en zuilen verraadt dat Martens het werk van Frits Peutz en Pier Luigi Nervi goed moet hebben gekend. Maar bovenal, vindt Keijsers, drukt het ontwerp van Martens het optimisme en vooruitgangsgeloof uit van de wederopbouwjaren na de Tweede Wereldoorlog. In zijn oorspronkelijke staat was het een luchtig gebouw, een blijmoedige vooruitblik naar het Amerikaanse consumentisme dat op het punt stond
18
Europa te veroveren. Bijna vijftig jaar later symboliseert de status van pand Mooren de zorgwekkende toestand waarin een groot deel van de Nederlandse wederopbouwarchitectuur zich bevindt. Gebouwen worden steeds sneller afgeschreven, tijd voor een herwaardering is er niet. Sloopbedrijven doen goede zaken. Marieke Kuipers, bijzonder hoogleraar Cultureel Erfgoed aan de Universiteit van Maastricht, concludeerde onlangs in de Volkskrant dat in Nederland, internationaal gewaardeerd vanwege de kwaliteit van zijn
architecten, verhoudingsgewijs het meeste bouwafval wordt geproduceerd. Vijf jaar geleden publiceerde ze het overzichtswerk ‘Toonbeelden van de wederopbouw’; inmiddels is een fiks aantal van de daarin beschreven gebouwen al gesloopt of staat op de nominatie. Pand Mooren in Horst is een dergelijk gebouw, net als de Gemeenteflat in Maastricht. Het karakteristieke complex langs de A2-traverse moet wijken voor de ondertunneling van de autoweg. Maar ook hier komt het verzet op gang. Voorop gaat John Wevers, voormalig PvdA-wethouder van volkshuisvesting en stadsver-
nieuwing. Als actievoerder redde hij in de jaren zeventig het 19e eeuwse pakhuis aan het Bassin van de sloop. Als wethouder stak hij begin jaren negentig de helpende hand toe om de Wiebengahal, icoon van het Nieuwe Bouwen, van de ondergang te redden. Sinds kort is er, o ironie, het Nederlands Architectuurinstituut gehuisvest. Wevers’ staat van dienst helpt vooralsnog weinig om de sloop van de Gemeenteflat, een ontwerp van Frans Dingemans uit 1948, af te wenden. Een samen met Marieke Kuipers opgestelde brandbrief aan het gemeentebestuur moest ruim
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
een half jaar wachten op een antwoord. “De plannenmakers beschouwen de sloop kennelijk als een logische en onontkoombare daad, begeleid door krokodillentranen”, zei Wevers in oktober tijdens een aan de Gemeenteflat gewijde bijeenkomst van architectuurclub Topos. Voor wethouder Wim Hazeu (Groen Links), die zich gesteund voelt door Rijkswaterstaat en woningvereniging Maasvallei, is het makkelijker een huurflat te ontruimen dan het verwerven van de tegenovergelegen “karakterloze” ANWB-flat met koopwoningen, zegt Wevers met nauwelijks verholen cynisme. Volgens Wevers is het mogelijk de Gemeenteflat te redden als de tunnel niet gegraven, maar geboord wordt. Wethouder Hazeu verwacht er weinig van. De tunnel boren is technisch gezien geen echte optie, vanwege de ondergrondse aftakkingen. De Gemeenteflat is ons echt wat waard, maar de kans dat het gebouw behouden blijft, schat ik minder dan een procent. Het stedelijke belang bij een verbeterde infrastructuur weegt nu eenmaal zwaarder.” Toch wil de wethouder geen enkele deur dichtgooien zolang het project nog niet is toegewezen. ”De marktpartijen hebben nog drie
jaar te gaan. In de aanbesteding staat de waarde van de Gemeenteflat beschreven. Wellicht dat ze door deze discussie worden geprikkeld met een oplossing te komen.” John Wevers vindt dat te makkelijk. Hij vindt dat een bestuurder bij voorbaat een kritische houding moet hebben ten opzichte van sloop. “Oude gebouwen zijn kwetsbare objecten waar mensen vaak snel mee willen afrekenen.” Nostalgie is voor hem geen criterium. “Ik ben geen ouderwetse heemschutter die vindt dat alles overeind moet blijven. Tot in de jaren zeventig vond men de binnenstad ook maar oude troep die je het beste kon slopen. Inmiddels begrijpt iedereen wel om welk een kostbaar erfgoed het ging; niemand kan zich Maastricht voorstellen zonder de Stokstraat. Bij de architectuur van de wederopbouw is men nog niet zo ver. Dat heeft tijd nodig.” Dat beseft ook de Nijmeegse cultuurhistoricus Gert-Jan Timmer, werkzaam bij het Steunpunt Archeologie en Monumentenzorg. Tijdens de actiebijeenkomst in café Cambrinus waarschuwde hij dat men zich moet realiseren wat de gevolgen zijn als met pand Mooren het zoveelste karakteristieke pand in Horst tegen
de vlakte gaat. “Gebouwen vertellen de geschiedenis van een straat, van een plaats. Ze vertellen hoe vorige generaties dachten, leefden en werkten. Pand Mooren vertelt het verhaal van de wederopbouw, halverwege de vorige eeuw. Daar moet met eerbied mee worden omgesprongen.” In Maastricht is oud-wethouder Wevers het roerend met hem eens. “In de geschiedenis van de volkshuisvesting in Maastricht is de Gemeenteflat de eerste hoogbouw. Het was een serieuze poging tot sociale woningbouw, en daarnaast een staaltje buitengewoon zorgvuldige architectuur. Niet met de harde moderniteit waarmee elders in Nederland werd gebouwd, maar met een zekere joyeusheid. Het is een vertaling van het modernisme naar de Maastrichtse situatie.” Wevers slaat de architectonische kwaliteit van de Gemeenteflat hoger aan dan die van bejubelde wooncomplexen elders in de stad. “Ik tart iedereen te beargumenteren dat de architectuur op Céramique zich kan meten met deze flat. Niet dus. De Stoa, dat langgerekte appartementencomplex langs de Maas, roept geen warme gevoelens bij me op. Daarentegen heeft architect Dingemans
Pand Mooren in Horst bij de oplevering in 1960. foto archief Jeu van Helden
19
met de Gemeenteflat muziek gemaakt in baksteen en beton.” Hoe de kansen op behoud liggen? Wevers haalt de schouders op. Het stadsblad ‘Basta!’ heeft een officieel verzoek ingediend om de flat op de Monumentenlijst te plaatsen.
‘Ik ben geen heemschutter die vindt dat alles overeind moet blijven’. Een sympathiek gebaar dat volgens Wevers geen grote kans van slagen heeft. “Alleen verzoeken van direct belanghebbenden worden in behandeling genomen.” Een beroep op de auteurswet, waarmee sinds midden jaren negentig de nodige jurisprudentie is opgebouwd, lijkt eveneens kansloos. De Leeuwarder advocaat Pieter Tuinman vocht indertijd met succes een met verminking bedreigd gebouw van architect Abe Bonnema aan. “Als de situatie qua ruimtelijk ordening is gewijzigd, is sloop onafwendbaar”, zegt Tuinman, verwijzend naar het Wavinarrest uit 2004. “De enige voorwaarde die de rechter zal stellen is dat het gebouw aan de hand van foto’s en tekeningen goed wordt gedocumenteerd.” In de Maastrichts politiek blijft het intussen muisstil, uit angst dat de A2-tunnel vertraging op zal lopen. Wevers: “In de raad bestaat weinig animo voor dit soort acties. Raadsleden missen de kennis, hebben geen visie. Bij de eerste de beste opmerking van een ambtenaar of een wethouder gaan ze om.” Het oordeel van Marieke Kuipers is harder. Slopen is vaak een spel tussen projectontwikkelaars, corporaties en
stadsbestuurders, een samenzwering van “veelal jobhoppers die zich nauwelijks bekommeren om cultuurhistorische waarden”. En de architecten? Gaan ze de barricaden op nu een monument van een gewaardeerde vakbroeder het loodje dreigt te leggen? Jo Coenen, hoogleraar restauratie aan de Technische Universiteit in Delft, spreekt op kousenvoeten. “De Gemeenteflat hoort bij het stadsbeeld, is goed gelegen en mooi geschaald. Dan neig je naar behouden. Anderzijds schijnt de flat erg kleine woningen te bevatten die niet aan de huidige standaard voldoen. Interne vernieuwing zou noodzakelijk zijn. Het is dus niet gezegd dat je er per se af moet blijven.” Inmiddels maakt Coenen deel uit van de jury die de bouwkundige voorstellen rondom de A2-ondertunneling beoordeelt. Vandaar dat hij geen standpunt wil innemen: “In zo’n jury kan ik meer betekenen dan publiekelijk deelnemen aan een wellesnietes spel.” Van de Maastrichtse architectuurclub Topos valt niets te verwachten. Ze organiseerde in oktober een bijeenkomst over de Gemeenteflat, en daar bleef het bij. Ondanks een gerichte provocatie door John Wevers tijdens die avond: “Durf eens openlijk stelling te nemen. Wees niet bang dat jullie geen opdrachten meer krijgen van gemeente of corporatie, laat zien dat de Topos-bijeenkomsten geen gratuite avondjes zijn. Toon Zivilcourage!” Die burgerlijke moed blijkt niet voorhanden bij Topos. Lafheid en angst overheersen , concludeert Wevers. “Topos is niet meer dan een vrijblijvend informatieplatform.” Inmiddels is de Heerlense architectuurclub Vitruvianum wél in actie gekomen, middels een brandbrief richting stadsbestuur. Het verzet tegen de sloop van een Maastrichts monument wordt gebundeld in Heerlen.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
We zijn allemaal goudzoekers Terwijl overdag de slopershamer zijn werk doet, beweegt ’s avonds theatergroep Het Vervolg zich tussen de restanten van de Sphinxfabrieken in Maastricht. Regisseur Hans Trentelman over de verguisde 19e eeuwse industrieel Petrus Regout en toneel op locatie. “De kans om zo’n stuk op heilige grond te spelen, wilden we niet onbenut laten.”
Regisseur Hans Trentelman: “Regout was een tragische held” foto Wido Smeets
door Wido Smeets
“H
et is zo’n idee waar je jaren mee rondloopt, zo’n idee dat moet rijpen. Het is een Limburgs thema, en ook weer niet. Petrus Regout was misschien wel de grootste Maastrichtenaar die geleefd heeft. En als Maastrichtse theatergroep zoek je toch steeds naar thema’s uit het gebied waar je bent geworteld. Ik ben altijd al gefascineerd door mensen als Regout, mensen die niet alleen een idee hebben, maar ook een vast voornemen om het uit te voeren. Regout wilde een industrieel imperium opbouwen, en dat is hem gelukt. Ondanks de tegenwerking in de stad. Een vriend van me wees me op de Parlementaire Enquête van 1887, over de arbeidsomstandigheden in de nieuwe Amsterdamse, Tilburgse en Maastrichtse industrieën. Ik ben dat pak papier gaan lezen, die enquête geeft een waanzinnig goed beeld van hoe er toen
20
geleefd en gewerkt werd. Het is woord voor woord opgetekend, het leest als een roman. Uit onze tijd kennen we de enquêtes over de Bijlmerramp, de IRT-affaire en de bouwfraude, dus je ziet het helemaal voor je hoe het toen is gegaan. Hoe de Regouts, de zonen van Petrus , voor de commissie verschenen. Hoe sommige ondervraagden niet alles durfden te zeggen. In die zin is er niet veel veranderd.
Wat ik niet wist is dat de werkgevers er tijdens die enquête zelf voor pleitten ziekte, arbeidsongeschiktheid en pensioenen door het parlement te laten regelen. Regout had een kas voor ziekte maar die heeft hij op een keer verdeeld onder het personeel. Door de enquête kwam ik erachter dat er in Maastricht niet eens een straatnaam naar hem is vernoemd. Dat hij jarenlang is verguisd als de man van de kinderarbeid. Een direct gevolg van die enquête, terwijl het zijn zoon, Petrus jr., was die daar het woord voerde. Toen Regout met zijn aardewerkfabrieken begon, was kinderarbeid heel normaal. Gek genoeg bestaat het nog steeds, in grote delen van de wereld. Regout was een tragische held. Hij heeft een leven lang grote dingen nagestreefd en veel van zijn idealen gerealiseerd. Wat hij uiteindelijk wilde, door zijn prestaties worden verheven in de adelstand, is hem echter niet gelukt. Dat is iets van alle tijden, mensen die op zoek zijn naar erkenning. Ik herken dat, maar hoe het precies zit, daar krijg ik bij mezelf geen helderheid over. We zijn als goudzoekers die blijven volharden, ze houden het vol in de hoop dat ze ooit die ene goudklomp zullen vinden. Bij mij als regisseur werkt het ook zo: je wil één keer een parel maken. En dan nóg een, en nóg een. Het is een soort verslaving. Het draait allemaal om aanzien. Om erkenning, ook bij de vrouwen - ik denk dat mannen dat te weinig van zichzelf durven toegeven. Het is in kunst als in de natuur. Waarom zingen de vogels voor elkaar? Waarom staan we ons uit te sloven met een gitaar onder een balkon? Omdat we elkaar willen verleiden tot het maken van mooie dingen. In zijn toneelstuk ‘De koningsmoord’ van Pier Paolo Pasolini wordt de zoon vermoord door de vader – een
enkeltje utopia
Domme blondjes
omgekeerde Oidipous dus. De vader wordt wakker met het besef dat zijn zoon het ooit van hem zal overnemen. Dat niet hij, maar zijn zoon dan aan de touwtjes trekt, de vrouwen versiert. Hij kan het niet verkroppen. Het gaat altijd om winnen, om macht, het is nooit genoeg. Vroeger beconcurreerden dorpen elkaar met de hoogste kerktoren, nu zijn het de banken die wedijveren met hun protserige hoofdkantoren. Het is een bizarre competitie. Je kunt het verklaren in termen van economie, maar het zijn
‘Ik wil als theatermaker geen politiek bedrijven.’ ménsen die het doen. Die drive zie ik terug in Petrus Regout en tegelijkertijd in veel mensen om me heen. Mensen met idealen. Of het nu kunstenaars zijn of ondernemers of politici, bij geen van allen heb ik het gevoel dat ze het in eerste instantie om het geld doen. Twee, drie jaar geleden raakten we in gesprek met Sphinx, erfgenaam van het Regoutimperium, over een toneelstuk over Regout. Niet om een polemiek te beginnen; ik wil als theatermaker geen politiek bedrijven, maar processen zichtbaar maken. We wilden ook onderzoeken of ze een geschikte historische locatie hadden. Het zou raar zijn de kans om zo’n stuk op heilige grond te spelen onbenut te laten. Het is een unieke mogelijkheid het publiek voor de laatste keer
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Hoofdrolspeler Hans van Leipsig en Ineke Wolters in een scene uit ‘Petrus regout’. foto Het Vervolg bijeen te brengen op de plek waar het allemaal begon. Maastricht was de eerste industriestad van Nederland. Dáárvoor was het een garnizoenstad, en dáárvoor een kloosterstad. Onvoorstelbaar hoeveel voormalige kloosters deze stad herbergt. Miljoenen pelgrims hebben in de loop der eeuwen Maastricht bezocht, ze vonden onderdak in die kloosters. Nu Sphinx en ENCI als laatste industrieën uit het stadsbeeld verdwijnen, bevindt Maastricht zich opnieuw op een kantelpunt. De vraag is welke richting het zal uitgaan. Daar spelen bestuurders en stedenbouwkundigen een rol, maar vooral ondernemers – net als indertijd Regout. Hij heeft de stad gemaakt tot wat ze nu is. Het stuk is geschreven door Erik-Ward Geerlings, met wie ik het stuk dramaturgisch in elkaar heb gestoken. Het begint met een sterfscène.
Zijn vrouw en de zonen staan aan het sterfbed van Petrus Regout, die zich terugblikkend op zijn leven de vraag stelt of er daadwerkelijk een hiernamaals bestaat, of dat hij uiteindelijk als materie zal verdwijnen in zijn eigen ovens. Hij ziet de ‘pottemennekes’ al met een homp klei naar het vuur lopen… Belangrijke momenten uit zijn leven passeren de revue, zoals de conflicten met zijn zoons, de relatie met zijn vrouw, zijn ruzie met wethouder (later burgemeester) Pyls en de ontmoeting met de engel des doods, tevens zijn minnares. Hier speelt een journaliste van de plaatselijke krant genaamd Louise een rol. Inderdaad, dezelfde Louise uit de roman ‘De citoyenne’ van Ad van Iterson. Ook krijgt Regout een perspectivisch beeld van wat zijn zoons er na hem van terecht zouden brengen. Zij waren absoluut geen patron, zoals hun vader.
21
In het stuk is Regout iemand die het servies van Wedgwood wilde overtreffen, een man die verrukt reageerde als zijn personeel aardewerk zonder putjes en pukkels uit de oven haalden. Zijn zonen echter waren kille managers die werknemers zagen als kostenpost. Regout was ook een innovator die een stoommachine introduceerde in zijn bedrijf, en gasfabrieken wilde bouwen om de stad van verlichting te voorzien. Hij maakte zich druk over de bevaarbaarheid van de Maas, en de stijgende werkloosheid in Nederland. In die zin is dit stuk ook een postuum eerbetoon aan een man van wie de mensen te lang een verkeerd beeld hebben gehad.” Het Vervolg speelt ‘Petrus Regout’ op het voormalige Sphinxterrein in Maastricht van 29 mei tot en met 30 juni. www. hetvervolg.nl
“Je bent het beeld dat de mensen van je hebben”, schreef Joachim Fest ooit. Of hij die uitspraak van zichzelf had, weet ik niet meer, het is een leerzame regel om op afroep beschikbaar te hebben. Beeldvorming, vals of niet, er valt niet aan te ontsnappen, suggereert Fest. Zijn stelling is een mooi contrapunt als je je weer eens voorneemt niets, maar dan ook helemaal niets gelegen te laten liggen aan het door anderen geboetseerd beeld van je eigenste ik. Dat mensen zich steeds meer druk maken over beeldvorming is een teken van deze tijd. Niet alleen de politiek, de hele samenleving is in de ban van de beeldvorming. Het schijnt dat zelfs Bram Moszkowicz strijd voert tegen de beeldvorming. Zó slecht is het dus gesteld met de arrogantie, dat verleidelijke schild waarmee je de bemoeizuchtige buitenwacht op afstand houdt. Ik lees dat ook de stad Rotterdam last heeft van een verkeerd imago; u weet, imago is het vaak vooropgezette resultaat van beeldvorming. De tot architectuurstad omgeturnde voormalige havenstad heeft een heel behoorlijk cultuuraanbod en een museumwijk waar het goed toeven is. Maar de terrasjes op de Kop van Zuid blijven leeg en de hippe designwinkels aan de voormalige dokhavens gaan over de kop wegens gebrek aan klandizie. Rotterdam heeft wel een skyline, maar geen imago. En de harde werkers waar de stad ooit om bekend stond, willen er niet meer wonen. Van de beroepsbevolking heeft 55 procent de stad ontvlucht. Eind vorige maand verscheen – alweer voor de twintigste keer – het Jaarboek Architectuur in Nederland. Op deze catwalk van de nationale bouwmeesters worden niet zozeer de dertig beste, als wel de meest sexy gebouwen aan den volke getoond. Allemaal beeldvorming, wat u zegt. Ook hier vindt beoordeling steeds meer plaats op basis van uiterlijk vertoon; een gebouw moet vooral een goed beeldmerk zijn. Voor de bank die erin zit, de verzekeraar, het museum of het theater: het zijn de kathedralen van deze tijd. Architecten gedragen zich als popsterren, hun ontwerpen zijn iconen die moeten bijdragen aan de ‘branding’ van de stad. City marketeers varen wel bij spektakelgebouwen à la Guggenheim, door de Maastrichtse hoogleraar Wim van den Bergh ooit omschreven als ‘architectuur voor domme blondjes’. En als een stad op een of andere ranglijst naar het oordeel van de burgemeester een te lage plaats inneemt, is hij niet boos over het onrecht dat zijn inwoners is aangedaan, maar over de schade aan het imago. Bij steden is het net als bij mensen: de buitenwacht heeft altijd een ander beeld over je dan jezelf. De schrale troost is dat je je koestert bij de gedachte dat die buitenwacht het bij het verkeerde eind heeft.
WIDO SMEETS
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
DSMKunstadvertentieBraz.qxd
HET HUIS MET 1000 KAMERS.
25-04-2007
15:23
Pagina 1
Kunst is innovatie. Innovatie is DSM
TOT APRIL 2008 LATEN WE U ZIEN WAT ER SPEELT, WIE ER WERKT, WAT ER LEEFT.
WWW.HKLIMBURG.NL
FASH*ONCLASH Internet: www.fashionclashbrazil.com Lisa Klappe, Els Petit, Nawie Kuiper en Branko Popvic
BRAZIL
Mode, foto's en video van Nederlandse en Braziliaanse ontwerpers Twintig jonge modeontwerpers uit Nederland en Brazilië, een filmploeg en een fotograaf werkten afgelopen zomersamen aan een collectie die een lokaal bedrijf in de Noordbraziliaanse stad Fortaleza direct in productie kon nemen.De verrassende kledinglijn, het filmmateriaal en de foto's van het project komen nu samen in een overzichtsexpositie bij DSM.
11 mei tot 20 augustus 2007 DSM Hoofdkantoor Het Overloon 1, Heerlen DSM Kantoor Poststraat 1, Sittard De DSM Art Collection bestaat uit hedendaagse schilderkunst, beeldhouwkunst, fotografie, glas, keramiek en design. De verzameling telt ruim 2000 werken van Nederlandse en buitenlandse kunstenaars. www.dsm.com
22
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
23
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
De zegetocht van Viktor & Rolf Mode laat de beperkingen van de kledingindustrie achter zich en wordt onderdeel van de wereld van show en entertainment. Belangrijke representant van die ontwikkelingen is het Nederlandse ontwerpersduo Viktor & Rolf. Modekenner Guus Beumer beschrijft de volgende stap: de niet seizoensgebonden, permanente vraag naar media-aandacht.
enscenering van een advertentiecampagne alsnog als droom kon worden omarmd. Het realiteitsgehalte van dit beeld werd versterkt door de gelijktijdige presentatie van een in gelimiteerde oplage te koop aangeboden parfumfles. Maar ook hier was alleen maar sprake van verpakking, om het illusoire karakter van hun verlangen te benadrukken. Na enkele legendarische presentaties tijdens de zogeheten coutureweek in Parijs besloten ze vervolgens, ondersteund door de daarmee verworven mediabekendheid, alsnog de kledingindustrie te omarmen, en hun ‘kritische houding’ vaarwel te zeggen. Het ontstane imago van onlosmakelijk duo werd, analoog aan de strategie van het kunstenaarsduo Gilbert & George, benut om een dubbelpersoonlijkheid V&R in het leven te roepen.
door Guus Beumer
D
e Nederlandse ontwerpers Viktor & Rolf danken hun eerste roem niet aan een spraakmakende kledinglijn, maar aan de lichtvoetige wijze waarmee ze de draak staken met het modesysteem. Hun houding kwam niet voort uit een kritisch perspectief, maar eerder uit het verlangen er zelf onderdeel van te mogen zijn. Ze creëerden een persoonlijke binnenwereld waarin ze het stermodel en de catwalk alsnog konden omarmen. Meest spraakmakend was het door het duo geïntroduceerde parfum, door hen teruggebracht tot een suggestieve foto die in de
Een model showt in Parijs een creatie van Viktor & Rolf uit hun herfst-/wintercollectie 2007/08. foto ANP/Pierre Verdy
24
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Met de keuze onderdeel te worden van de kledingindustrie, veranderde noodzakelijkerwijs hun visie op mode. De dramatiek uit hun eerder werk heeft inmiddels plaatsgemaakt voor traditionele presentaties en showmanship, waarbij de ontwerpen moeten voldoen aan de klassieke eis van draagbaarheid. Interessant is dat die producten, inclusief de details, zoveel mogelijk worden teruggebracht tot dragers van een imago dat direct verwijst naar het V&R-universum. Klassiekers als de trenchcoat of de smoking worden ontdaan van hun geschiedenis, door ze, in iedere show opnieuw, als specifieke trouvailles van V&R te presenteren. Waardoor deze kledingstukken langzamerhand transformeren tot onlosmakelijke onderdelen van hun persoonlijke oeuvre. Datzelfde geldt voor details als de strik, direct verbonden aan de decoratiekunst van de couture en door grote ontwerpers als Balanciaga, Dior en Yves St. Laurent oneindig gemanipu-
leerd. Ook die strik behoort sinds kort tot het exclusieve domein van V&R, nadat zij hem op geraffineerde wijze keer op keer hebben ingezet als onderdeel van hun beeldende repertoire. Even bepalend is bij V&R de rol van de show, tot in de jaren tachtig het presentatieplatform bij uitstek voor een nieuwe collectie ontwerpen. Bij Viktor & Rolf is de show zélf het ontwerp, en zijn de kledingstukken een restproduct van dit spektakel. Waarschijnlijk is kleding dan ook niet de meest bepalende drijfveer voor V&R. Men kan zich zelfs afvragen of de vrouw en de man als uiteindelijke drager een belangrijk criterium voor hen is. Hun shows zijn voer voor psychologen, waar de vrouwelijke modellen worden ontdaan van hun individuele kwaliteiten en vaak letterlijk verscholen gaan achter een masker. Ook mannen worden gestript van hun individualiteit en, ieder voorzien van de inmiddels karakteristieke Viktor & Rolf-bril, gereduceerd tot icoon van het V&R-imago. De conclusie is gerechtvaardigd dat vrouwen bij V&R slechts functioneren als representanten van de vrouw; het gesublimeerde ideaal van de homoseksuele man lijkt bij het duo nog springlevend. Terwijl mannen hooguit bestaan als de geperfectioneerde gedaante van een idee, kan het duo een zekere vorm van narcisme niet worden ontzegd. Beide uitkomsten zijn binnen het oeuvre van V&R volstrekt logisch, ja bijna onafwendbaar. Voor het ontwerpersduo vormen immers het beeld, de sfeer en de ambitie van de show de enige en ultieme werkelijkheid. Aan dat – in hun eigen woorden - verlangen naar schoonheid wordt alles, ook hun eigen rol, onderworpen. Met V&R heeft de mode het kledingstuk als eindproduct gerelativeerd. Het showbeeld zelf werd het dominante product - waar vervolgens het kleding-
25
stuk aan is onderworpen. Het interessante is dat hiermee ook nieuwe vormen van marketing en ontwerpstrategieën mogelijk worden. De beeldtaal van Viktor & Rolf in hun recente H&M-lijn draagt een aantal elementen in zich die preluderen op een mogelijke toekomst. Showmanship – het begrip viel al eerder - lijkt een steeds krachtiger onderdeel te worden in het oeuvre van het Nederlandse ontwerpersduo. Sterker: de show is hun ware product. Waarmee we, na de kritische pose uit de beginjaren en de daaropvolgende branding van klassieke kledingstukken, de derde fase bereiken in hun carrière. Hierin tracht het merk V&R met behulp van entertain-
Als Anastacia en Puff Daddy een kledinglijn kunnen hebben, waarom V&R dan geen tv-show? ment nieuwe terreinen, mogelijk ver buiten de mode, open te leggen. Van organisch onderdeel lijkt entertainment nu het voornaamste doel van de show te zijn geworden. Deels heeft dat te maken met de budgetten die l’Oreal, het merk achter het echte V&R-parfum dat enkele jaren geleden alsnog werd geïntroduceerd, of H&M kunnen neerleggen. Groot, groter, grootst! Maar het heeft mogelijk ook te maken met een inzicht van V&R, waarbij de mode eerder wordt beschouwd als onderdeel van de entertainmentindustrie dan van de kledingindustrie. Daardoor kunnen nieuwe producten – V&R de film!, het platencontract!, de teeveeshow! – met hun respectieve spin off worden gegenereerd. En waarom ook niet? Als J-Lo,
Anastacia, Puff Daddy, Beyonce en de tennissende Williamszussen een kledinglijn kunnen hebben, waarom kan V&R dan geen tv-show, serie of film hebben? Het wordt vast leuker als V&R een plaat maakt, dan wanneer Anastacia zich, zoals onlangs, laat omvormen tot een goedkoop catalogusmodel voor haar eigen kledinglijn: ‘I am so excited!’
hankelijk van de seizoensmatige aandacht van de media, maar wordt de nieuwste eis, die van de permanente media-aandacht, werkelijkheid. En de hierop volgende strategische vraag luidt: ‘Welke producten kunnen aan dit nieuwe centrum voor presentatie worden gekoppeld en hoe kan steeds beter worden ingespeeld op de verdergaande popularisering van de mode?’
De vraag is alleen hoe V&R die stap gaat maken. Hun shows geven in ieder geval indicaties van de uiteindelijke ambitie. De voorlaatste show heette niet voor niets ‘Dancing with the Stars’, verwijzend naar het succesvolle BBC tv-format. In dit licht moet ook de keuze van V&R worden gezien om juist in Los Angeles, het centrum van de entertainmentindustrie, de H&M-collectie te presenteren. Ditmaal was de presentatie een directe verwijzing naar ‘The Marriagemaker’, waarbij het bruidje het klassieke hoogtepunt vertegenwoordigde in een show die vooral de ambiance had van het ideale Amerikaanse huwelijk. Tot het slotakkoord, toen – zeer tongue in cheek – V&R zelf werd gepresenteerd als echtgenoot van het bruidje… Er is nóg een reden waarom Los Angeles, centrum van de entertainmentindustrie, een interessante plek is om een nieuwe kledinglijn te presenteren. Het is de stad van het ritueel van de rode loper, waarop een oneindige stoet filmsterren in avondjurken een nieuwe presentatievorm voor mode hebben ontwikkeld. Met de befaamde rode loper heeft de catwalk de zoveelste transformatie ondergaan - met de filmster, het ultieme rolmodel, als mannequin. In een tijdsgewricht waarin succes, mediabekendheid en sterrendom zo nauw met elkaar zijn verweven, vormt deze combinatie een even interessante als begeerlijke cocktail voor de modewereld. Hier is de mode bovendien niet langer af-
V&R heeft duidelijk gemaakt dat mode zich van een productindustrie heeft getransformeerd tot een beeldenmachine die in hun geval onderdeel lijkt te worden van de entertainmentindustrie. Deeluitmakend van die industrie zullen ongetwijfeld ook nieuwe producten worden ontwikkeld. Maar juist als beeldtaal kan de mode zich ook transformeren tot interieurvormgeving, tot architectuur, tot industriële vormgeving. Dit is allesbehalve een bizarre toekomstvisie. Ralph Lauren staat voor velen gelijk aan interieur. Armani, beter gezegd Emporio Armani, is de kledingindustrie allang ontgroeid en richt zich onder meer op interieurs, stoffen, porselein, vloerbedekking en meubilair; onlangs maakte hij de stap naar hotelketens. Hier dient zich een even fascinerende als beangstigende ontwikkeling aan waarin de mode een dominante taal dreigt te worden en iedere andere discipline wordt onderworpen aan de systematiek van de modeindustrie. Vraag is nu welke strategieën vanuit andere disciplines zullen worden ontwikkeld? Zullen zij zich vrijwillig onderwerpen en mee willen stromen op het succes van de mode als de dominante taal, of........
Dit artikel is een bewerkte versie van een hoofdstuk in een later dit jaar te verschijnen boek.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Agenda
Architectuur
Tot en met 23 juni. www.galeriepictura.nl
> Maastricht –Nederlands Architectuurinstituut. ‘Jean Prouvé, De poëzie van het technische object’. Van 13 mei tot en met 2 september. ‘De eetbare stad - Food for Thought’. T/m 22 juni. www.naimaastricht.nl > Rotterdam – Nai. ‘Le Corbusier – De kunst van architectuur’. Van 26 mei tot en met 2 september. www.nai.nl
Beeldende kunst > Aijen (Bergen) – Galerie Pictura. Groepstentoonstelling ‘Rondom Sierk Schröder’.
‘Targetstores’ van Mireille Brouwe foto Eef Bongers
> Amsterdam – Galerie Ferdinand van Dieten – d’Eendt. ‘Another Preferred Galaxy’. Soloexpositie van Mireille Brouwer. Tot en met 3 juli. www.dieten.eu > Antwerpen – MUHKA (Museum van Hedendaagse Kunst)
Lentefestival door beeldend kunstenaar Charif Benhelima, de ruimtes in het museum worden omgetoverd tot ontmoetingsplekken. Tot 20 mei. www.muhka.be > Bergen – Kunsthuis De Bakkerij. Fotografie en houtsculpturen van Christoph Heek en Gunther Hülswitt. www.bakkerijbergen.nl > Brussel – Paleis voor Schone Kunsten. Visit(e) – Hedendaagse kunst in Duitsland. Tot en met 1 juli. www.bozar.be > Echt – Art. Dabekaussen. Schilderijen van Mark Silverentand. Tot en met 27 mei. Nicole Albers. Maand juni. www.artdabekaussen.nl > Echt – Galerie Graus. Werk van Bernhard Visser. Tot en met 17 juni. Vanaf 10 juni schilderijen en aquarellen van Peter Cox. 0475 481068. > Echt – Wiesner Hager. Rolling Stones expositie. Tot en met 31 augustus. www.wiesner-hager.nl > Eindhoven – Van Abbemuseum. Triotentoonstelling Pavel Büchler, Frances Stark, Avi Mograbi. Vanaf 12 mei t/m 2 september. Wandschildering Kim Schoenstadt, vanaf 12 mei.
Themabijeenkomsten over Andy Warhol. 12 en 19 mei. www.vanabbemuseum.nl > Hasselt – Z33. Designing critical design. Vier ontwerpers die bekend staan om hun kritische houding tegenover mainstream productdesign. Tot en met 3 juni. www.z33.be > Hasselt – Cultuurcentrum – Exposities van Hugo Duchateau, Alexander Christiaens, Jean-Francois Spricigo, Patrick Guns en Christoph Malfliet. Tot en met 24 juni. www.ccha.be > Heusden-Zolder – Galerie De Stijl. Niko van Stichel, beeldhouwwerk en installaties. Tot en met 20 mei. www.galeriedestijl.be > Heusden-Zolder – Kunstgalerij de Mijlpaal, keramiek, textiel en was van Annelies Slabbynck en Maarten. Tot en met 17 juni. www.demijlpaal.com > Heerlen – For your eyes only. Ilse Wielage en Jeanny Golembiesky. Tot en met 26 mei. www.kunstencentrumsigne.nl > Heerlen – Stadsgalerij, Schilderijen van Jan Roeland 1997-2007. Tot en met 27 mei. Zomertentoonstellingen: ‘Something to write home about’ & ‘Aad de Haas, Erotiek en fan-
Werk van Ilse Wielage in Signe Heerlen
tastische vertellingen’. Van 7 juni tot en met 12 augustus. www.stadsgalerijheerlen.nl > Jabeek – Galerie REM, Werk uit de collectie van de kunstuitleen. In de beeldentuin o.a. Maria Stams, Loek Hambeukers, Anne Martens, Huub Mintjens, Lo van der Linden en Jos Beurskens. www.galerierem.nl > Limbricht – Galerie Prinsenhoek. Jubileumexpositie van vijftien kunstenaars. Tot en met 13 mei. www.galerieprinsenhoek.nl > Luik – Monos Art gallery. Werk van de Roermondse kunstenaar Jan Martens. Tot en met 31 mei. www.monosgallery.com > Luik – Mamac, museum voor contemporaine kunst: zesde internationale biennale voor gravures. Tot en met 20 mei. www.mamac.be > Luik – Galerie Nadja Vilenne. Tsuneko Taniuchi, Jeroen van Bergen en Emilio LopesMenchere. Tot en met 5 juni. www.nadjavilenne.com > Maaseik – Cultuurcentrum. Expositie Julija Spijkers en Marjan Vissers. Tot en met 8 juli. www.achterolmen.be > Maastricht – Bonnefantenmuseum. Lost Highway, Fons Haagmans. T/m 6 mei. Lauro Owens, schilderijen en studies 1994-2006. Van 29 mei tot en met 19 augustus. From Vulcan’s Forge, bronzen sculpturen, t/m 16 september. Foto’s van François Hers uit collectie Vandenhove, t/m 26 augustus. www.bonnefanten.nl > Maastricht – Centre Céramique. ‘Ambtenaren’ met foto’s van Jan Banning en teksten van Will Tinnemans. Tot en met 10 juni. www.centreceramique.nl
Verder werk van Ripollés, Thomas Ritter, Pierre Lumey, Sroka, Hervë Martijn, Franca Ravet en Michael Lauterjung. www.postgarcia.nl > Maastricht – Galerie Stevens. Solo-expositie “M/V” van Janneke Laheij. Vernissage 5 mei om 17.00 uur. Tot 16 juni. www.galeriestevens.nl > Maastricht – Galerie Rob van Rijn. Schilderkunst en beeldhouwkunst 20e/21e eeuw. www.robvanrijn.nl > Maastricht – Galerie Wansink. ‘Het debuut’, soloexpositie van Maureen Bachaus met assemblages en objecten, en tekeningen van Armando. Van 20 mei tot en met 30 juni. www.galeriewansink.nl > Maastricht – Marres, Centrum voor Contemporaine Cultuur. RAW Among The Ruins. T/m 19 mei www.marres.org > Maastricht – Schiltaere Kunsthandel. Werk van Limburgse kunstenaars, o.a. Pieter Defesche, Appie Drielsma, Charles Eijck, Gene Eggen, Robert Graafland, Sjef Hutschemakers, Piet Killaars. Lei Molin, Anton Rooskens, Hans Truijen en de Bergense kunstenaar Jaap Min. www.schiltaere.nl. > Maastricht – Galerie Dis, Schilderijen van Patricija Jurksaityte. Tot en met 14 mei. www.galeriedis.nl > Maastricht – Traders Pop Gallery. The Way to Paint. Expositie van Yvonne Grootenbroek. Tot en met 29 mei. www.traderspopgallery.nl > Maastricht – Galerie Onyva. Expositie Women in War/Die Gedanken sind frei van Maria Es. Tot en met 29 mei. www.mariaes.nl > Maastricht – The Underground Gallery. ‘Uit de klei getrokken’, expositie van Erik Habets. 13, 19, 20 en 26 mei. Hagengaard 49.
> Maastricht – Galerie Post & Garcia. Expositie met schilderijen, sculpturen en grafiek van Alexander Vogels. Vanaf 20 mei.
26
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
Schilderij van Felix Stelten
www.galerieknops.nl > Sittard – Kunstcentrum Leijenbroekerweg. ‘I feed colours’, expositie met werk, performances en masterclass van Felix Stelten. Vanaf 17 mei. Info 045 4527355. > Tilburg – De Pont. Keith Tyson, Large Field Array. Tot en met 17 juni. www.depont.nl > Valkenburg – Streekmuseum Land van Valkenburg. De werelden van Frans Slijpen. Tot en met 1 juni. www.streekmusuemvalkenburg.nl > Venlo – Galerie Sir Harald’s Art. ‘Meesterwerken’. Met werken van Armand Bouten, Eugène Brands, Jan Montijn, Floris Jespers, Peter Klashorst, Yin Kun e.v.a. www.sirharaldart.com > Venlo – Museum Van Bommel Van Dam, Tune the Light - Industriële lichtontwerpen uit Limburg 2007. Tot en met 10 juni. www.museumbommelvandam.nl > Venray – Odapark, Wilde Zeiten van Monique Camps. Tot en met 20 mei. www.odapark.nl > Wijlre – Hedge House. ‘Magic Circle’. Christian Jankowski. Tot en met 15 november. www.hedgehouse.nl
Design > Hasselt – Z33. Lezingen en debat bij expositie Nr.15 Designing Critical Design. Met jan Boelen, Fiona Raby en Jügen Bey. Maandag 7 mei, 19.00 ‘De lange tafel’ van Martin Koole
Indische ambtenaar van fotograaf Jan Banning
‘Guestroom #6. New Image Art Gallery.’ Van 12 mei t/m 5 augustus. ‘Ode aan professor Timmers’. Tot en met 28 mei. www.hetdomein.nl > Sittard – Galerie Michel Knops. Fons Bloemen, schilderijen. Van 13 mei t/m 17 juni. Beelden van Sjaak Mesters. Tot en met 5 mei.
> Roermond – Galerie DZD Art. Martin Koole (schilderijen), Peter Dejong (konterfeitsels) en Natascha Waeyen (beeldentuin). Tot en met 8 juli. www.dzdart.nl > Roermond – Stedelijk Museum Roermond. Expositie met nieuw werk van Marijke Stultiens. Van 13 mei tot en met 19 augustus. Atelier Cuypers: t/m 6 mei. www.museum.roermond.nl > Sittard – Het Domein. ‘Forget me not’, van Clare Rojas. Van 12 mei t/m 5 augustus.
Fotografie en film > Maastricht – Filmtheater Lumière. Latin America Film Festival ‘on tour’. 18 en 19 mei. www.lumiere.nl > Oud-Rekem – De Glazen Kast. Expositie ‘Einde reeks’ van Kim Zwarts. Tot en met 13 mei. www.deglazenkast.com
Letteren > Maastricht - De Groote Sociëteit, Vrijthof 36. Dag van de Biografie. Zaterdag 12 mei, van 10.30 -16.00 uur.
Muziek > Brunssum – Jazzhome Casino, optreden van Phoenix Jazzband. Zaterdag 26 mei, 20.30 uur. www.oudestijljazzclub.com > Landgraaf – 26, 27, 28 mei: Pinkpop met o.a. Smashing Pumpkins, Korn, The Fratellis, Iggy Pop & The Stooges, Muse, Razorlight. www.pinkpop.nl > Maastricht – Landbouwbelang. Benefietconcert voor tehuis Hamro Jivan in Nepal. Met o.a. Frans Theunisz, Segura, jazz, klassiek, rock, dans. 6 mei, van 14.00 tot 22.00 uur. > Maastricht – Markt. Global Culture Festival, tegelijk met ‘Maastrichts Mooiste’. Live wereldmuziek. Vanaf 12.00 uur. > Maastricht – Onze Lieve Vrouwebasiliek. Concert Studium Chorale met polyfone muziek van onder meer Orlandus Lassus, Philippus de Monte en Jachet de Wert. Gastdirigent: Erik van Nevel. Zondag 10 juni, aanvang 15.00 uur. www.studiumchorale.nl > Roermond – Minderbroederskerk. Concert Studium Chorale met polyfone muziek van onder meer Orlandus Lassus, Philippus de Monte en Jachet de Wert. Gastdirigent: Erik van Nevel. Vrijdag 15 juni. Aanvang 20.00 uur. www.studiumchorale.nl >Sittard – St.Michielskerk. Concert Studium Chorale met polyfone muziek van onder meer Orlandus Lassus, Philippus de Monte en Jachet de Wert. Gastdirigent: Erik van Nevel.Zaterdag 16 juni. Aanvang 20.00 uur. www.studiumchorale.nl > Venlo – St.Joriskerk. ‘Strooming’: vijf klassieke koorwerken van eigentijdse regionale componisten door Universiteitskoor Maastricht. Zondag 17 juni. Aanvang 16.00 uur. > Venlo – Joriskerk. ConcertStudium Chorale met polyfone muziek van onder meer Orlandus Lassus, Philippus de Monte en Jachet de Wert. Gastdirigent: Erik van Nevel. Zondag 17 juni. Aanvang 15.00 uur. www.studiumchorale.nl > Werchter – Rock Werchter met oa Arctic Monkeys, Bloc Party, Pearl Jam, Metallica, The Kooks. 28 juni – 1 juli. www.rockwerchter.be
Podiumkunsten > Maastricht - Het Vervolg. Petrus Regout. Vanaf 3 juni, op locatie op het voormalige Sphinx-terrein. www.hetvervolg.nl > Maastricht – Theater Kumulus. Danscircuit Amateurdans Limburg. Zaterdag 27 mei, aanvang 16.00 uur. Reserveren: 043 3505550.
> Roermond – Theater CK. Danscircuit Amateurdans Limburg. Zaterdag 12 mei, aanvang 19.00 uur. Reserveren 0475 317171.
Colofon
Diversen > Kerkrade – Industrion – ‘Gewoon gezellig, de jaren ‘50’. T/m 6 mei. www.industrion.nl > Maastricht – Studium Generale: Lezing door prof. H. Welzer, ‘How to be a mass murderer. Aula Minderbroedersberg 4-6. 3 mei, 20.00 uur. Studium Generale: Lezing door Jeremy Rifkin, The European Dream. 9 mei, 20.00 uur. > Sittard – DSM-kantoor. FASH*ONCLASH , Mode, foto’s en video van Nederlandse en Braziliaanse ontwerpers. 11 mei tot en met 20 augustus. > Venlo – Limburgs Museum. Tentoonstelling over geschiedenis en betekenis tatoeages. Met documentaire over Henk Schiffmacher. Tot en met 20 mei. Zwerkballen, grobbebollen en toverkollen. Expositie over heksen door de eeuwen heen. T/m 31 oktober. www.limburgsmuseum.nl > Venlo – Visual & Action Night. Cross media manifestatie met geluid, beeld, performances. 25 mei, Hagerhofweg 20, aanvang 18.00 uur. www.anak.anak.nl
DUITSLAND > Aken – Ludwig Forum. Chuck Close. Portretten 1969-2006. Vanaf 26 mei t/m 2 september. www.ludwigforum.de > Berlijn – Hamburger Bahnhof, Museum für Gegenwart. Schmerz, pijn in het werk van Marina Abramovic, Francis Bacon, Joseph Beuys, Bruce Nauman, Bill Viola en Sam TaylorWood, t/m 5 augustus. www.hamburgerbahnhof.de > Düsseldorf – Kunsthalle. Compilation III, werk van SvenOle Frahm, Melissa Gordon, Henriette Grahnert, Jana Gunstheimer, Sebastian Ludwig, Takeshi Makishima, Bernd Ribbeck en Julia Schmidt. Tot en met 8 juli. www.kunsthalle-duesseldorf.de > Düsseldorf – K20. Picasso – Malen gegen die Zeit. Tot en met 28 mei. K21: installaties van Gregor Schneider t/m 15 juli. www.kunstsammlung.de > Köln – Museum Ludwig. What does the jellyfish want? Foto’s van Man Ray tot James Coleman. Tot 15 juli. www.museum-ludwig.de > Kleve – Museum Kurhaus. Aquarellen van Ewald Mataré. T/m 3 juni. www.museumkurhaus.de
Uitgever: Bodosz, Stationsplein 27, 6221 BT Maastricht. Telefoon: 0031 43 3510029 Fax: 0031 43 3500636 Email:
[email protected] Hoofdredactie: Wido Smeets. Telefoon: 0031 43 3500591 Mobiel: 0031 653 338905 Email:
[email protected] www.zuiderlucht.eu Eindredactie: Emile Hollman. Telefoon: 0031 43 3500592 Mobiel: 0031 646 052505 Email:
[email protected] Medewerkers: Benti Banach, Jurriaan Benschop (Berlijn), Guus Beumer, Simone van Dijken, Fons Geraets, Lene ter Haar, Jos Hodenius, Guuz Hoogaerts, Meyke Houben, Sander Jongen, Xander Karskens, Pascalle Mansvelders, Maaike Lauwaert, Leentje Mostert, Stef Telen, Cyrille Offermans, Maaike van Stolk, Noëlle Stommel, Leon Verdonschot, Sara Weyns. Tekstcorrecties: Anna Peeters Fotografie: Romy Finke, Vincent van den Hoogen, Chris Keulen, Jacques Peeters, Johannes Timmermans, Moniek Wegdam Website: Gosi Design Urmond Ontwerp: Baer Cornet Vormgeving: Obidesign Bladmanagement: Bodosz Maastricht Relatiebeheer: Lorraine Witteveen-ter Meulen 0031 630851148 Aquisitie: Annette Reiff Druk: Concentra, Hasselt (B.) Distributie: Habetsxpress/Leo Gerards Zuiderlucht wordt in een oplage van 23.000 verspreid via theaters, musea, galeries, bibliotheken, (hoge)scholen, universiteiten en andere culturele instellingen. Zuiderlucht verschijnt in de eerste week van de maand (m.u.v. juli). Begunstigers van de Stichting Zuiderlucht krijgen het blad voor 55 euro per jaar thuisgestuurd. Aanmelden kan via de site. Zuiderlucht wordt ondersteund door het Fonds BKVB, Brand Cultuurfonds, SNS Reaalfonds, de Tripoolsteden, de gemeente Venlo en de
© Uitgeverij Bodosz. Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden overgenomen of vermenigvuldigd.
27
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007
WONEN WERKEN ZORGEN LEREN BELEVEN
0ROCESSEN VERSNELLEN KWALITEIT LEVEREN VERTROUWEN VERDIENEN $AAR GAAT HET OM IN ONZE DIENSTVERLENING 2/ GROEP ADVISEERT OVER LANGE TERMIJN HUISVESTINGSVRAAGSTUKKEN 'EEFT BELEIDSADVIEZEN OVER RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN VERZORGT INTEGRALE GEBIEDSONTWIKKELING IN OPDRACHT VOERT DE DIRECTIE VAN COMPLEXE BOUWWERKEN EN BEHEERT GEBIEDEN EN GEBOUWEN 'RAADMETER IS KWALITEIT MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT EN LEVENSDUURKOSTEN /F HET NU OM WONEN WERKEN ZORGEN LEREN OF BELEVEN GAAT
WWWROGROEPNL 28
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad mei 2007