4
cultureel maandblad | jaargang 1 | juni /juli 2007
zuiderlucht
Nieuw werk van Anselm Kiefer 8 Hoe Limburgs is het Orlando Festival 11 Zuiderluchtige Zomerverhalen 16 New York na Andy Warhol 20 Muziek & filosofie bij Derix & Derix 28
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Sjoen
3 Toneel op de Deel
Betrokken, anders, actief en trefzeker! Voor informatie kunt u contact opnemen met één van de onderstaande vestigingen: Baat Heerlen: 045 – 5711338 Baat Maastricht: 043 – 3258700 Baat Roermond: 0475 – 350909 Baat Sittard: 046 – 4200620 Baat Venlo: 077 – 3549955 of kijk op onze website www.baat.nl. ZUIDERLUCHT advertentie
23-04-2007
17:23
Pagina 1
‘Baat accountants en fiscalisten’ onze naam zegt het al!
CHRISTIAN JANKOWSKI
MAGIC CIRCLE HEDGE HOUSE 5 MEI - 15 NOVEMBER
donderdag en vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur tevens bezichtiging tuinen en collectie Hedge House • Kasteelwijlreweg 1 • 6321 PP Wijlre hedge.house @ hetnet.nl
uw professionele partner voor internationale zakenreizen en kunst & cultuur groeps*arrangementen *lezersaanbieding bij het boeken van een groepsarrangement van minimaal 20 personen mag de hoofdboeker vooraf een gratis kennismakingsreis naar de betreffende bestemming maken
Uniglobe Business Event Travel Nieuwe Markt 1 - 6067CG - Linne
[email protected] (+31) 0475 - 43 84 90
5 Mode volgens José Teunissen Laatst trof ik op mijn fiets, geparkeerd naast de deur van het Zuiderlucht-kantoor, een waarschuwing aan van de politie. Nog één keer en uw rijwiel wordt in beslag genomen, aldus een rozetachtig papiertje dat om het stuur was geklemd. Ik dacht dat het een grapje was. Er zal iets mis zijn met mijn gevoel voor humor, bestuurders weten me steeds weer op het verkeerde been te zetten. Denk ik dat ze een grapje maken, met campagnes als ‘Fatsoen moet je doen’, ‘Bob jij of Bob ik’ en ‘Sjiek & Sjoen’, blijkt het allemaal bloedserieus. Toen ik onlangs het boek ‘Mediapolis. Populaire cultuur en de stad’ las, moest ik denken aan mijn fiets. In het boek wordt de controle-maatschappij beschreven: hoe overheden, stedenbouwkundigen en investeerders de publieke ruimte zo inrichten dat de controlemogelijkheden optimaal zijn. Hoe daarvoor een subtiel systeem van straffen en belonen is ingericht – punten op je rijbewijs, punten voor je inburgering, rozetje op je fietsstuur, pluimpje voor de Bob. Had dit land een liberale partij, je zou er van de weeromstuit op gaan stemmen. Het Nederlands Architectuurinstituut in Maastricht heeft een expositie over Jean Prouvé, en wilde het gebouw aan de buitenkant opsieren met een stuk golvend plaatmetaal, het handelsmerk van het Franse ontwerpgenie. Nog vóór de opening stond de ambtenarij voor de deur. Kan niet, mag niet. Vijftig meter verderop had diezelfde gemeente net een foeilelijk bill board opgericht om de stedelingen bij de Sjiek & Sjoen-les te houden. Zowel ‘Mediapolis’ als de expositie van Jean Prouvé komt aan bod in dit juni/juli-nummer van Zuiderlucht. Waarin verder (onder meer) de particuliere zomerplannen van onze medewerkers, de nieuwe expositie van Anselm Kiefer in Parijs, een reportage uit New York en de queeste van Maastrichtenaren Wim van den Bergh en Kim Zwarts naar het geheim van de Mexicaanse architect Luis Barragán. Zuiderlucht: niet te klein voor de wereld, niet te groot voor de wijk. Dit nummer begint met een item over boerderij Op Kapittelsbos in Grathem, waar ‘Toneel op de Deel’ plaatsvindt, spraakmakend onderdeel van het Limburg Festival. In Weert ontwaarden we het talent van de door een plaatselijke rijschool ondersteunde popband SAT2D. Beschreven èn gefotografeerd door Jasper Groen, een in Maastricht opgeleide verslaggever die zich liet omscholen tot fotograaf. Op het Fotofestival in Naarden is op dit moment een expositie aan hem gewijd. Sjoen! Wido Smeets
[email protected]
Begunstigers krijgen Zuiderlucht elke maand franco thuisbezorgd. Aanmelden als begunstiger kan via de site www.zuiderlucht.eu, klikken op ‘begunstiger’.
www.heukelomverbeek.nl
Inhoud
7 De verzamelaar: Henk Verbeek 8 Expositie Anselm Kiefer in Parijs 10 SAT2D, jonge pop uit Weert 11 Hoe Limburgs is het Orlando Festival? 13 Popfotograaf Brendan van den Beuken 14 De nostalgie van Luis Barragán 16 Zuiderluchtige Zomerverhalen 19 Functioneel mooi bij Jean Prouvé 20 New York na Andy Warhol 23 Het sprookje van Clare Rojas 27 De digitale stad 28 Family Affair: Derix & Derix 30 Agenda En verder: 7 Hier & daar 15 Enkeltje Utopia 25 Expat Fransien van der Putt 25 De schatkist van Antoine ‘Tu Wann’ Pütz 30 Naar de bron met Simone van Dijken Cover: Fragment uit werk (Untitled) van Clare E. Rojas, te zien in Het Domein . Zie pagina 23
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
De regisseur zit in het kippenhok
signalement
De stad als bakermat van kunst en cultuur? Het relativerende tegengeluid komt uit Grathem, waar het Limburg Festival twee jaar geleden ‘Toneel op de Deel’ introduceerde. Laagdrempelig theater dat programmeur Jackie Smeets plagerig een voorbeeld van ‘the creative country’ noemt. “Niet de stad, maar het platteland is het ijkpunt”.
Toneel op de Deel in boerderij Op Kapittelsbos in Grathem, vorig jaar. foto Peter Wijnands
door Wido Smeets
N
ooit had ze er rekening mee gehouden dat ze terug zou keren. Inmiddels woont Jackie Smeets alweer vijf jaar in de boerderij Op Kapittelsbos van haar ouders in Grathem. Na ruim twintig jaar wonen in de stad (Tilburg) is Smeets terug op het Midden-Limburgse platteland. Tussen de schapen en de kippen, het wuivende gras en een handjevol overgeschoten fruitbomen is het alsof ze opnieuw heeft leren ademen. “Ik heb jarenlang zwaar onderschat wat ruimte doet met je geest. Je creativiteit krijgt weer alle ruimte, plannen en ideeën blijven boven komen. Allemaal heel organisch.” Intussen heeft ze het drukker dan ooit. Met de aanpassingen op en rond de boerderij, en
– vooral – met het programmeren van ‘Toneel op de Deel’, succesvol onderdeel van het Limburg Festival dat deze zomer zijn derde editie beleeft. ‘Toneel op de Deel’ brengt kleinschalig theater, dat is waar ze van houdt. “Ik ben veel naar klassiek toneel gegaan. Belangrijke stukken gezien, gespeeld door fantastische acteurs. Toch was ik na afloop meestal teleurgesteld. Het raakte me niet echt.” Ze merkte dat haar hart meer bij de kleine producties lag, low budget voorstellingen voor een klein publiek, opgevoerd in kelders en in schuren. “Je proeft de worsteling van de makers, hoeveel bloed, zweet en tranen het heeft gekost.” Na een brainstormsessie met Jan Klompen besloot Smeets in
2005 haar boerderij ’s zomers in te richten voor klein, laagdrempelig theater. Het idee was van Klompen, voorzitter van het Limburg Festival, dat dit jaar voor de 25e keer tien dagen door de provincie trekt met straattheater en toneel op locatie. Vanaf het begin was ‘Toneel op de Deel’ een succes. Volgens Smeets omdat het concept laat zien dat kunst een alledaags verschijnsel is, even gewoon en tegelijkertijd bijzonder als het drinken van een kop koffie. Op Kapittelsbos, dat in augustus voor de derde keer als theater wordt ingericht, kan 75 bezoekers herbergen. In een schuur op landgoed De Eikenhof in het Zuid-Limburgse gehucht Eyserheide, waar dit jaar ook Toneel op de Deel staat, kunnen 120 bezoekers per voorstelling terecht.
Maar aantallen zeggen niets over de impact die een stuk kan hebben, weet Smeets uit ervaring. “Ons publiek komt zelden bij de grote toneelproducties in de schouwburgen. De meeste hebben zich nooit gerealiseerd dat je door theater en dans ideeën kunt ontwikkelen over de samenleving, of na gaat denken over jezelf zoals je dat nog nooit gedaan hebt. De discussies hier op het erf, na afloop van de voorstellingen, duren vaak tot na middernacht. Kunst brengt troost. En bespiegeling. ” In 2005 programmeerde Smeets voor het Limburg Festival vijf voorstellingen op haar boerderij. Dit jaar zullen er acht stukken zijn, die twee keer op de planken worden gebracht. Op De Eikenhof staan vier voorstellingen geprogrammeerd, eveneens
dubbel opgevoerd. Namens het Limburg Festival schreef Smeets voor Toneel op de Deel een beleidsplan voor drie jaar, en haalde er bij het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing 93.000 euro subsidie op binnen. In het plan introduceerde ze het begrip ‘the creative country’, als tegenhanger van Richard Florida’s concept van ‘the creative city’. Smeets: “In mijn opvatting is niet de stad, maar het platteland het ijkpunt. Daar ligt de kern van de cultuur, de stad mag het komen faciliteren. Zorgen voor technische zaken zoals geluid en belichting.” En dus wordt in augustus het kippenhok ingericht als regiekamer. De belichting wordt bevestigd aan de eikenhouten steunbalken die als dragers van het dak fungeren. Smeets heeft zich ten doel gesteld dat in 2009 minimaal twintig procent van de bezoekers uit jongeren bestaat. Dus houdt ze lezingen voor CKV-docenten op scholen in de omgeving. En wordt er in augustus een theaterjongerencamping ingericht waar scholieren terecht kunnen en bijvoorbeeld de meerdaagse workshop slam poetry van Quirien van Haelen kunnen volgen. Ze krijgen er zelfs studiepunten voor. Dat totaalpakket moet het doen. “Voor jongeren klinkt Toneel op de Deel veel te suf. Daar stappen ze echt niet voor op de fiets.” In de toekomst wil ze nog meer extra voorstellingen programmeren, om een festivalsfeer te creëren. Juist in theater op locatie liggen nieuwe kansen voor het Limburg Festival, mijmert ze. “Je ziet dat het festival een nieuwe koers ontwikkelt die hierbij past.” ‘Toneel op de Deel’, 3 t/m 12 augustus in Op Kapittelsbos in Grathem en De Eikenhof in Eyserheide, maakt deel uit van het Limburg Festival. In juli brengt Zuiderlucht een magazine uit met het programma van het Limburg Festival 2007.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
De kunst van het wonen Vesteda is een landelijke verhuurder van kwalitatief hoogwaardige woningen en richt zich op huurders die grote waarde hechten aan plezierig wonen, een hoog wooncomfort en een aangename leefomgeving. Kunst voegt daar ons inziens een extra kwaliteit aan toe. Daarom combineren we in steeds meer projecten architectuur en woonbeleving met kunst. Zo heeft kunstenaar Marnix Goossens grote natuurfoto’s gemaakt voor de beide atria van Piazza Céramique. Het goede wonen.
Piazza Céramique (Jo Janssen Architecten) drie eigentijdse woongebouwen aan een intiem binnenplein op Céramique in Maastricht. Met 92 appartementen (waarvan 27 woon/werkwoningen), twee imponerende atria, een inpandige parkeergarage, huismeesterdiensten, domoticavoorzieningen (waaronder boodschappen aan huis) en de nabij gelegen health club met o.a. zwembad, fitness en een sauna. Appartementen te huur vanaf ca € 800,- per maand. Tevens zijn er separate werkunits te huur. Geïnspireerd? Maak een afspraak voor bezichtiging. Bel (043) 328 41 41 of kijk op www.piazzaceramique.nl
38-Adv glasp-122x178,5fc
20-03-2007
10:37
Pagina 1
GLASPALEIS venster op cultuur
performances>onderwijs> exposities>bijeenkomste n>uitleen>muziek>archit ectuur>literatuur>dans> kunst>film>lunch>diner> www.glaspaleis.nl Voor programmering zie onze maandbrochure, o.a. verkrijgbaar bij het Glaspaleis | Bongerd 18 6411 JM Heerlen | Postbus 1 6400 AA Heerlen | ma-za 9-23 u I zo 11-17 u | 045 - 5772200
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Mode is een pose van de mens Mode lijkt vooral buitenkant. Door een kort jasje lijken de benen langer. Rood is uitdagender dan grijs. Maar, zegt José Teunissen, lector Modevormgeving aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem, mode is veel meer dan uiterlijk vertoon. Het is een cultureel verschijnsel dat serieus onderzocht dient te worden. door Maaike van Stolk
Z
e kreeg de liefde voor lijnen, coupenaden en elegante stoffen van huis uit mee. Haar moeder maakte zelf kleren, haar tante was een professioneel naaister en er kwamen thuis heel wat ontwerpers over de vloer. Buiten de deur werd ze door de kinderen in haar geboortedorp echter afgerekend op haar modieuze fratsen. “Ik woonde in Venhorst, een klein ontginningsdorp in Brabant. Voor mode als culturele uitingsvorm was weinig plek. Ik herinner me een kring van kinderen om me heen op het schoolplein die me uitlachten vanwege een te kort rokje”. José Teunissen draagt vandaag een lange blauwwollen jas met zwart geborduurde krullen, ronde schouders en zorgvuldig afgewerkte mouwen. Ze is klein, heeft schouderlang zwart haar. Ze houdt van klassiek en eenvoudig. “Daar voel ik me het prettigst bij. Het geeft me ook een zekere serieusheid. Toen ik begon met lesgeven, waren mijn leerlingen niet heel veel jonger dan ik. Mijn stijl stamt uit die tijd. Ik trok me er aan op. Nu ik wat ouder ben, houd ik vast aan deze stijl.” Toch ging ze niet als vanzelf de mode in, zoals haar zus. Even had ze spijt dat ze niet naar de modeacademie was gegaan; blijkbaar wilde ze niet zozeer kleding ontwerpen, maar vooral bekijken. De visuele ervaring ervan analyseren. Er moest toch iets af te lezen zijn aan het uiterlijk. Maar ook die voorkeur voor beeldanalyse kwam later. Met een omweg, ze studeerde Nederlands in Nijmegen, kwam
ze uit bij de studie Filmwetenschappen. Die stond nog in de kinderschoenen stond, dus er was veel mogelijk. Onder de be-zielende begeleiding van Eric de Kuyper, hoofddocent Filmstudies, kwamen de eerste publicaties en onderzoeken tot stand. Studenten en docenten hadden een platform in het kwartaaltijdschrift Versus, over film- en theaterkunsten. Teunissen, geïnteresseerd als ze is in “de pose van de mens, de performance die hij of zij opvoert”, vond erkenning. “Het was een vorm van thuiskomen toen ik filmwetenschappen ging studeren. Mijn interesse voor het visuele bleek inzetbaar.“ Ze deed onderzoek naar de filmjournaals van vroeger in de bioscoop, doceerde filmesthetiek aan de Universiteit van Amsterdam, begon met schrijven en lesgeven, publiceerde in diverse tijdschriften en werkte als modejournalist voor Trouw en de Volkskrant. Toen ze in 1998 modeconservator werd bij het Centraal Museum in Utrecht, was de cirkel rond. Ze kon haar publicaties over mode aanvullen met tentoonstellingen over De Ideale Vrouw (2003) en Global Fashion/ Local Tradition (2005): “Ik heb een mooie collectie kunnen opbouwen, en mode kunnen neerzetten als cultuurfenomeen in een internationale context.” Teunissen werkte met veel plezier onder het directeurschap van Sjarel Ex, inmiddels verkast naar museum Boymans-Van Beuningen. Met de komst eind 2005 van de nieuwe directeur, Pauline Terreehorst, veranderde alles: “Het leek alsof de boel
José Teunissen: “Ook mijn smaak is afhankelijk van bepaalde trends”. werd stilgelegd. De bedrijfscultuur veranderde, van conservatoren leken we te verworden tot manusje-van-alles. Pauline wilde een hele nieuwe beleidslijn voor het museum ontwikkelen, maar wat dat inhield werd maar niet duidelijk. Ik voelde me beknot, ik was mijn vrijheid kwijt die ik onder Ex had en, wat heel belangrijk is voor mij, de sfeer veranderde. De inspirerende, actieve werkomgeving veranderde in een vijandige, wantrouwige sfeer”. Ze kon er niet meer doen wat ze gewend was: de culturele meerwaarde van mode laten zien. Het was haar geluk dat de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem, waar ze al een paar jaar werkte als lector modevormgeving, haar takenpakket wel wilde uitbreiden. Ze stapte op in Utrecht. “Ik ga daar niet onge-
lukkig zitten zijn.” In Arnhem heeft ze de vrijheid haar eigen pad te volgen. Ze kan zich wijden aan haar opdracht, inhoud geven aan een nieuw vak en onderzoeksgebied: de theorie van de mode. Ze koestert de vrijheid van het pionieren en neemt de nadelen, het zonder referenties bouwen aan een nieuwe studierichting, graag voor lief. Maar hoe zit het nu met die zogenaamde binnenkant? Waaruit bestaat de culturele meerwaarde van mode nu eigenlijk? “Mode is een belangrijk middel om jezelf te laten zien en om jezelf uit te drukken. Die functie moet niet worden onderschat. Het is een spel van citaten en verwijzingen”. Misschien moet er een onderscheid worden gemaakt tussen mode als onderzoeksobject en de mode als alledaags verschijnsel? Ze haakt daar op in
door te zeggen dat “mode voor mij ook gewoon kleren zijn die ik elke dag aantrek. Ik heb een bepaalde smaak, maar die is ook afhankelijk van bepaalde trends”. Teunissen probeert met haar publicaties te bewerkstelligen dat mensen mode serieus nemen als hedendaags cultureel fenomeen. Ze moet in die poging echter blijven opboksen tegen het vooroordeel van de vermeende oppervlakkigheid van mode. Mensen ontlenen hun identiteit deels aan de kleding die ze dragen. Dat verschijnsel wil ze onderzoeken. Ze heeft een professionalisering van het denken over mode voor ogen die verder gaat dan wat veel media doen. “Daar gaat men er nog van uit dat iedere vrouwelijke stagiaire is geïnteresseerd in mode en dus verslag kan doen van een modeshow”.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
DE OPENLUCHTKAMER HET FESTIVALSEIZOEN BREEKT WEER AAN! KIJK EENS OP WWW.LIMBURGSEZOMER.NL
WWW.HKLIMBURG.NL
gehuisvest in het Glaspaleis Bongerd 18 / Postbus 1, NL 6400 AA Heerlen +31 45 577 22 10 /
[email protected] / www.stadsgalerijheerlen.nl di, wo, vrij 11:00-17:00 uur / do 11:00-20:00 uur / za/zon- en feestdagen 13:00-17:00 uur
07/06/07 > 12/08/07
SOMETHING TO WRITE HOME ABOUT NICO BICK TAYSIR BATNIJI NL
PAL
2007
HET HUIS MET 1000 KAMERS.
t/m 31 oktober Zwerkballen, grobbebollen en toverkollen Heksen en tovenaars van toen en nu t/m 12 augustus Patricia Steur – Dutch beauty t/m 12 augustus Brendan van den Beuken – Why Music? t/m 14 oktober Breekbaar Verleden – Het mooiste Romeinse glas
Limburgs Museum Keulsepoort 5, 5911 bx Venlo 077 3522112 www.limburgsmuseum.nl
MARRIE BOT NL STÉPHANE COUTURIER FR MARJOLIJN DIJKMAN NL TERRY RODGERS USA MARJAN TEEUWEN NL MAURICE VAN TELLINGEN NL BERT TEUNISSEN NL
& AAD DE HAAS
EROTIEK EN FANTASTISCHE VERTELLINGEN
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
de verzamelaar
HIER & DAAR
Sidi el Karchi naar New York
De New Yorkse galerie LMAK Projects heeft van 5 juli tot en met 4 augustus een expositie van de Maastrichtse kunstenaar Sidi el Karchi. LMAK, in 2004 opgericht door Louky Keijsers, heeft twee vestigingen. Keijsers richt zich op veelbelovende kunstenaars van internationale allure. Het werk van El Karchi zal worden getoond in de LMAK-vestiging in de kunstenaarswijk Chelsea.
Sander van Deurzen, Pieter Dobbelsteen, Brigitta van Drie, Judith Hettema, Hiryczuk/Van Oevelen, Stephan Kasper, Lotte van Lieshout, Rob Looman, Katja Mater, Jack Reubsaet, Aram Tanis en Bas de Wit zijn de genomineerden voor de Van Bommel van Dam Prijs 2007. De winnaar wordt op 22 juni in het gelijknamige museum in Venlo bekend gemaakt tijdens de opening van de aan het werk van de genomineerden gewijde expositie. De prijs bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag van 5.000 euro. Bij de sluiting van de expositie op 2 september zal voorzitter Frans van Oudenhoven van de Vrienden van Museum Van Bommel van Dam de winnaar van de publieksprijs bekend maken.
Architecten op Belvédère
Céramique, de wijk die Maastricht als architectuurstad op de kaart zette, zocht het begin jaren negentig vooral in buitenlandse architecten. Het nieuwe stedelijke uitbreidingsplan Belvédère, dat de komende 25 jaar in Maastricht 240 hectare stedelijk gebied gaat ontwikkelen, geeft ook architecten uit eigen streek ruim baan. Vorig jaar werd Fred Humblé al ingezet voor woningbouw bij de voormalige JoJo-haven aan de noordkant van het project. Iets dichter bij het centrum, op het voormalige Sphinx-terrein, worden Jo Janssen uit Maastricht en bureau Teeken Beckers uit Heerlen ingezet. Van Janssen werd eerder dit jaar Piazza Céramique, een clustergebouw met woonwerkwoningen, in gebruik genomen. Teeken Beckers ontwierp het prijswinnende woon-/zorgcomplex Lenculenhof in hartje Maastricht.
Het voormalige Retraitehuis in Heerlen van architect Frits Peutz komt in aanmerking voor een plaats in de top-10 van de mooiste gebouwen van Nederland. Dat vindt de Heerlense architectuurclub Vitruvianum, die het gebouw heeft voorgedragen voor de wedstrijd van de mooiste gebouwen van Nederland. Via de site van dagblad Trouw kan er op gestemd worden. Ouderen kennen de schepping van Peutz nog als het gebouw van de Hogeschool voor Theologie en Pastoraat.
Het voormalige Retraitehuis in Heerlen van Frits Peutz. foto Vitruvianum
Het noodlot komt zonder herauten door Wido Smeets
Van Bommel van Dam Prijs
Retraitehuis
Henk Verbeek V
an echte verzamelwoede heeft hij geen last, zegt Henk Verbeek. Even later spreidt hij tientallen ingelijste foto’s uit de reeks ‘Bermmonumenten’ uit over de werktafel in zijn atelier. Verbeek is kunstenaar, het verzamelen staat ten dienste van zijn werk. Vroeger, toen hij les gaf aan academie en opleidingen in Maastricht, Nijmegen en Sittard, maakte hij stenen beelden en schilderijen. Esthetisch, vaak geometrisch werk. Inderdaad: ook daar weer die ordening. Het zit in hem, net als de drang om gruwelijke dingen te vangen in mooie beelden. Titels en teksten bij die mooie beelden verwijzen dan weer naar de onderliggende gruwelen. Zijn ‘Bermmonumenten’ is een reeks foto’s van gedenktekens, kruisen en altaartjes die nabestaanden naast de weg oprichten bij de plek waar een vriend of familielid omkwam. Achter elke foto zit een schrijnend verhaal, een levensverwoestend drama. Verbeek fotografeert de gedenktekens en lijst ze in. Als vakantiekiekjes. Ook schrijnend, maar van een ander kaliber, zijn de foto’s van voordeuren die hij maakte van woningen in de inmiddels deels van de aardbodem verdwenen Duitse dorpen Otzenrath, Spenrath, Pesch en Holz. Geofferd aan de alsmaar uitdijende bruinkoolgroeves in de omgeving van Erkelenz en Jülich. Spookdorpen werden het toen de bewoners moesten verkassen, en ramen en deuren werden dichtgetimmerd. Ze oefenen grote aantrekkingskracht uit op Verbeek, die er regelmatig terugkeert om te fotograferen. En dan zijn er nog de foto’s van aan het asfalt klevende restanten doodgereden konijnen, vogels, ratten en padden. Niets vermoedend geplet onder de wielen van het voorbijrazende verkeer.
Henk Verbeek voor een collage met bewerkte foto’s van in het verkeer gedode dieren. Hoeveel chauffeurs zouden zijn uitgestapt om in ogenschouw te nemen wat ze hadden aangericht? Of waren ze, als ze al stopten, vooral geïnteresseerd in de schade aan hun auto? Een rondleiding door de verbouwde boerderij van Henk Verbeek aan de rand van SintOdiliënberg doet vermoeden dat hij dag in dag uit bezig is met de dood. Een misverstand, zegt hij grijnzend. “Ik ben eigenlijk best een vrolijke jongen”. En hij is niet gefascineerd door de dood, maar door het door menselijk handelen voorbijkomende noodlot. Zoals bij de slachtoffers van de Duitse terreur in de Tweede Wereldoorlog. Verbeek maakte een reeks van potloodtekeningen waarin hij de letters verwerkte van de namen van concentratiekampen en andere onheilsplekken waar de nazi’s zonder aanziens des persoons huishielden. Vaak was het uit blinde vergelding, waren willekeurige burgers die van de straat werden geplukt het slachtoffer. Het had iedereen kunnen overkomen. Net als een fataal verkeersongeluk. Overal schuilt het noodlot, en het komt zonder herauten.
De potloodtekeningen, schijnbare krabbels, zijn streng geometrisch. Ook hier werkt de geduldige ordening esthetiserend. Net als de foto’s van de geplette dieren. Die bewerkt hij op zijn computer tot felgekleurde abstract-expressionistische schilderijen. Verbeek: “Wat ik doe, is het abstraheren van de ellende. Ik leg er een filter overheen, en nog een, uiteindelijk wordt het pure esthetica. Ik denk dat we dat nodig hebben om met het noodlot te kunnen leven.” Hij maakt een vergelijking met het zogeheten ‘vel verteren’, een plattelandsgebruik waarbij vrienden na afloop van een begrafenis de kroeg induiken om bij de inname van de nodige alcohol, de dierbare overledene te herdenken in anekdotes. Verbeek: “Nergens wordt zo gelachen als tijdens het vel verteren.” Die neiging tot mooimakerij-alsbezwering herkent hij. Verbeek is een estheet. Maar ook een beetje een verzamelaar, bekent hij bij het afscheid. “Het zijn werken waarvan ik, gezien hun thematiek, erg moeilijk afscheid van kan nemen.”
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Anselm Kiefers loflied op het leven Er zijn weinig kunstenaars voor wie je speciaal naar Parijs gaat. Anselm Kiefer is er zo een. Tot 8 juli is nieuw werk van hem te zien op een door de kunstenaar zelf geënsceneerde tentoonstelling in het Grand Palais. De Duitser staat bekend als zwaar op de hand, maar toont zich hier ook van zijn optimistische kant. Overzicht van de Kiefer-expositie in het Grand Palais in Parijs foto Didier Plowy/ministerie van cultuur en communication
door Duncan Liefferink
“Z
o nu en dan laat ik er gewoon een omvallen”, zegt Anselm Kiefer tijdens de audiotour van de tentoonstelling. “Zo gaat het in het echt ook”. Hij heeft het over de wankele betonnen torens die hij heeft gebouwd bij zijn atelier, een oud fabrieksgebouw in het Zuid-Franse Barjac en waarvan hij er enkele heeft opgesteld in de immense hal van het Grand Palais in Parijs. En inderdaad, meteen bij de ingang is er een in elkaar gedonderd. Tussen de brokken beton en het gruis liggen verkreukelde, zwartgeblakerde boeken, die net als in eerder werk van
Anselm Kiefer (Donaueschingen, 1945) een zichzelf vernietigende beschaving symboliseren. Het werk heet Verunglückte Hoffnung. Een tweede, nog min of meer intacte toren draagt dezelfde titel als de tentoonstelling: Sternenfall. Dat lijkt niet veel goeds te beloven. Vergankelijkheid en verwoesting zijn vertrouwde thema’s bij Kiefer, maar wie verder kijkt, vindt ook veel hoop die niet verongelukt is. Een voorproefje daarvan geeft de derde toren in het Grand Palais. Ook dit bouwsel, hoewel nog rechtop, maakt een tamelijk ruïneuze indruk, maar uit de ramen en kieren groeien zonnebloemen. Het leven gaat door, lijkt Kiefer te willen zeggen. De Parijse tentoonstelling is opgedragen aan de dichters
Paul Celan (1920-1970) en Ingeborg Bachmann (1926-1973), die kort na de Tweede Wereldoorlog hun eerste gedichten en verhalen publiceerden. Paul Celan was van joodse afkomst en overleefde het concentratiekamp. Voor de in Oostenrijk geboren Bachmann was de Duitse annexatie van haar land in 1938 een beslissende gebeurtenis, een symbool voor de overheersing van de ene mens door de andere. Na de oorlog waren ze beiden actief in de experimentele Gruppe 47. Samen met auteurs als Heinrich Böll, Siegfried Lenz en Günter Grass probeerden ze de Duitse taal te bevrijden van de last van verschrikking en terreur. Hun werk staat in het teken van de onontkoombaarheid van de
geschiedenis, en laat tegelijkertijd zien dat een nieuw begin mogelijk is. Net als bij Kiefer. De titel van diens toren met de zonnebloemen in het Grand Palais, Sonnenschiff, is ontleend aan een gedicht van Ingeborg Bachmann. Ook ander werk op de tentoonstelling verwijst naar de twee dichters. Voor deze expositie is niet zomaar de hal van het Grand Palais gekozen. Het momumentale gebouw van ijzer en glas werd opgetrokken voor de Wereldtentoonstelling van 1900 en is daarna gebruikt voor tal van evenementen, van tuinbouwbeurzen tot paardenraces. De onlangs gerenoveerde hal ademt geschiedenis, net als het oeuvre van Kiefer. Voor een van de tentoongestelde werken
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
3xBeethoven $% 6)*&$% +%):%23#/.#%24 42)0%,#/.#%24 In juni speelt het Limburgs Symfonie Orkest werken van Beethoven door de hele provincie. De solisten zijn allemaal winnaar geweest van de prestigieuze Nederlandse Muziekprijs. Reserveer tijdig! Heerlen www.parkstadlimburgtheaters.nl T 045-5716607 Maastricht www.theateraanhetvrijthof.nl T 043-3505555 Sittard-Geleen www.uitbalie.nl T 046-4524400 www.limburgssymfonieorkest.nl
‘Das Geheimnis der Farne’ foto Didier Plowy
heeft hij lood van het dak van de Keulse Dom gebruikt: honderden jaren kijken op u neer. Toch zouden in de enorme ruimte van het Grand Palais zelfs de grote, krachtige doeken van Kiefer verdrinken. Daarom heeft hij zijn werk opgesteld in zeven rechthoekige huisjes, van buiten bedekt met golfplaten, van binnen wit als een museumzaal. Vergelijkbare huisjes staan ook bij zijn atelier in Barjac. De titel Sternenfall verwijst naar deze optrekjes – die geen dak hebben. Via het glazen dak van het Grand Palais zie je de hemel. Misschien is de tentoonstelling daarom op donderdag tot en met zondag geopend tot middernacht. “Voor mij is er een verschil tussen leven en kunst”, zegt Kiefer op de website van de expositie. “Ik houd er niet van als mijn werk bij mensen thuis boven de bank hangt”. Hij geeft het voorbeeld van Marcel Duchamp die in 1917 een urinoir in het museum zette en zo liet zien dat het alledaagse in kunst kan veranderen als je het maar zo noemt. “Dat was geweldig, maar zoiets kun je misschien twee keer doen. Daarna wordt het urinoir gewoon weer een urinoir. (…) Kunst geeft het leven niet zozeer méér betekenis, maar het biedt ruimte voor een zoektocht naar betekenis op een
ander niveau”. Om de scheiding tussen leven en kunst te benadrukken heeft hij de huisjes geconstrueerd. Zeer bewust hangt Kiefer zijn werk in ivoren torens. Dat werkt voortreffelijk, je wordt als toeschouwer ondergedompeld in Kiefers wereld, er is geen ontsnappen aan. Een mooi voorbeeld van deze werkwijze is Das Geheimnis der Farne. De titel is ontleend aan een gedicht van Paul Celan, maar het is verre van een illustratie. De ene lange wand van het huisje is gevuld met tientallen assemblages van onder meer verf, zand, varens en andere planten. Op sommige ervan is met wit krijt het woord Johannisnacht geschreven. Tegen de andere wand staan drie gesloten betonnen bunkertjes. In een toelichting zegt Kiefer dat hij begon vanuit de visuele tegenstelling tussen de varen en de bunkers en pas daarna op zoek ging naar betekenis: “Je hebt altijd een verklaring nodig, anders is schoonheid geen schoonheid”. Wie tijdens de kortste nacht van het jaar ( de Johannesnacht, 21 juni) sporen van de varen verzamelt wordt onzichtbaar en onkwetsbaar, zo gaat een verhaal uit de noordelijke mythologie. U kunt het dezer dagen zelf proberen. Bunkers hebben dezelfde bedoeling.
Ook zij moeten de bewoners zowel onzichtbaar als onkwetsLSO | ADV BEETHOVEN SERIE FC 2.i1 baar maken. Het is nuttige achtergrondinformatie, het mooie is dat de installatie ook zo werkt. Kijk een tijdje naar de bunkers en naar de varens, sommige spichtig opschietend uit de droge, gebarsten grond, andere zwevend voor een lichte sterrenhemel. De associaties met leven, dood, hemel en aarde komen vanzelf. “Eigenlijk zijn mijn werken niet af”, zegt Kiefer. “De toeschouwer moet ze in zich opnemen en zelf afmaken”. Aan de meest optimistische kant van de kringloop van leven en dood staat het huis met drie grote schilderijen getiteld Aperiatur terra. De inspiratiebron is hier het bijbelboek LSO | ADV BEETHOVEN SERIE FC 2.i2 Jesaja, waarin gesproken wordt over de aarde die zal opengaan. We zien uitgestrekte, roodachtige akkers met voren tot aan de horizon. Ze herinneren aan ouder werk van Kiefer met soortgelijke landschappen en titels als Waterloo en Kaïn und Abel. Het zijn landschappen waar iets is voorgevallen. De drie schilderijen in het Grand Palais lijken de volgende fase weer te geven. Tussen de voren komen, als door een wonder, bloemen op. In helder blauw, oranje, paars steken ze af tegen de weerbarstige aarde. Ze vormen een prachtig contrast met het andere werk op de tentoonstelling, waarin bruin, grijs en LSO | ADV BEETHOVEN SERIE FC 2.i3 oker overheersen. Aperiatur terra is niets minder dan een loflied op de nimmer versagende natuur. Als je na afloop helemaal bekieferd de drukke straten van Parijs weer in loopt, voel je je licht, verheven boven de alledaagse werkelijkheid, op een bepaalde manier zelfs gesticht. Ondanks alle verleidingen die de grote stad te bieden heeft, blijft dat gevoel lang hangen. Anselm Kiefer, Sternenfall. Tot 8 juli in het Grand Palais in Parijs.
1
29-05-2007 20:35:16
DE VIJFDE
Murry Sidlin dirigent Theodora Geraets viool Winnaar Nederlandse Muziekprijs 1989 o.a. vioolconcert en symfonie nr. 5 Donderdag 7 juni, 20.00 uur Stadsschouwburg Sittard-Geleen 19.00 uur inleiding Jean Lambrechts Vrijdag 8 juni, 20.00 uur Theater Heerlen, Heerlen 19.00 uur inleiding Jos Frusch Zaterdag 9 juni, 20.15 uur Theater aan het Vrijthof Maastricht 19.15 uur inleiding Jean Lambrechts
2
29-05-2007 20:35:18
KEIZERSCONCERT
Michel Tilkin dirigent Ronald Brautigam piano Winnaar Nederlandse Muziekprijs 1984 pianoconcert nr. 5, ouverture Coriolan en symfonie nr. 1 Donderdag 14 juni, 20.00 uur Theater Heerlen, Heerlen 19.00 uur inleiding Toine Sporken Zaterdag 16 juni 20.15 uur Theater aan het Vrijthof, Maastricht 19.15 uur inleiding Jean Lambrechts
3
29-05-2007 20:35:22
TRIPELCONCERT
Jan Willem de Vriend dirigent Quirine Viersen cello Winnaar Nederlandse Muziekprijs 1994 Theodora Geraets viool Ronald Brautigam piano Ouverture Leonore III, Tripelconcert en symfonie nr. 4 Donderdag 21 juni, 20.00 uur Theater Heerlen, Heerlen 19.00 uur inleiding Zaterdag 23 juni, 20.15 uur Theater aan het Vrijthof, Maastricht 19.15 uur inleiding Jean Lambrechts
www.monumenta.com.
LSO | ADV BEETHOVEN SERIE FC 2.i4 4
29-05-2007 20:35:25
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
jonge makers
Met moeders rijschool als sponsor
SAT2D, met de klok mee vanaf linksboven: drummer Tim Arits (18), gitariste/zangeres Marlouk Basten (19), bassist Tom van Eerd (18) en leadzangeres/ gitariste Kelly Kockelkoren (20) foto’s Jasper Groen
De vakpers spreekt van een ‘rocksensatie uit Weert’. En jury’s kennen de band de ene na de andere prijs toe: Snowwhites and the two dwarfs, kortweg SAT2D. Na een uit eigen zak betaalde eerste cd en een zelfgemaakte videoclip toert de band door Nederland met hun Krezip-achtige powerpop. “Dat moeten we op You Tube zetten!” Door Jasper Groen
K
elly: “Paradiso, dat was leuk.” Marlouk: “Dat optreden met Herman van Veen ook.” Tim: “En de cd-presentatie, niet te vergeten.” Kelly: “Maar Paradiso is toch wel hét hoogtepunt, tot nu toe.” Tim: “Dat is de poptempel van Nederland. Daar hebben zoveel bekende artiesten gestaan. En nu stonden wij er.”
Kelly: “Met een bus met 58 fans uit Limburg.” Tom: “Allemaal vrienden en bekenden, natuurlijk.” Maar dat laatste verandert snel, bij SAT2D. Sinds de vier tieners uit Weert en omgeving vorig jaar in Utrecht de Kunstbende-finale wonnen, komen er steeds meer liefhebbers voor hun ‘powerpop’, zoals ze hun pittige, wat op de jonge Krezip lijkende muziek omschrijven. En dank zij het winnen van een plek in de Dommelsch Locals Tour bij een wedstrijd van Live XS komen ze steeds meer onder de mensen, van
10
Leeuwarden tot Tilburg. Kelly: “Tijdens het Bevrijdingsfestival, 5 mei in Roermond, werd ik aangesproken door een onbekend meisje dat ons geweldig vond.” Tom: “In Maastricht liep iemand in ons T-shirt.” Marlouk: “Bevrijdingspop zelf was trouwens ook bijzonder. Er stonden zoveel mensen naar ons te kijken.” Tim: “Och ja, dat is waar ook: daar heb ik nog een filmpje van op mijn telefoon.” De anderen, in koor: “Oh, laat zien!”
Kelly: “Dat moeten we op You Tube zetten!” You Tube, de internetsite waarop dagelijks miljoenen filmpjes worden bekeken, is de geëigende plek om de naamsbekendheid van SAT2D verder uit te bouwen. En dus maakte het viertal met wat vrienden en bescheiden apparatuur hun eerste clip. Het resultaat, zo meldt vakblad Musicmaker, is “een prachtclip” die “zoveel beter is dan bij de gemiddelde band.” Op You Tube is de clip naar internetmaatstaven nog geen echte hit, maar toch zagen al
bijna 2.000 mensen de zwartwit-clip van ‘The Story of Sarah Red’. Om verder succes af te dwingen, zo besloten de bandleden eind vorig jaar, moest er een eigen cd komen. Geen demo, zoals de meeste jonge bandjes doen, maar een mini-album in een echte studio, instrument voor instrument opgenomen en later tezamen gemixt. Bij de presentatie ervan in De Bosuil, de Weertse thuishaven van SAT2D, nam Pinkpop-opperhoofd Jan Smeets het eerste exemplaar in ontvangst. Tim: “Die cd heeft veel geld gekocht. Duizenden euro’s.” Kelly: “Gelukkig ondersteunen onze ouders ons.” Tim: “De rijschool van mijn moeder is ook sponsor.” Marlouk: “En we hebben zelf meebetaald. Ik ben als caissière gaan werken.” Tim: “Ik heb nog prei gepoot.” Tom: “Op de markt gestaan.” Tim: “Of Jan Smeets het in ons ziet zitten? Dat is een beetje raar om zo te zeggen.” Kelly: “Maar we hebben wel met hem kunnen praten over onze toekomst, vorig jaar.” Tim: “Hij heeft ons tips gegeven.” Marlouk: “Het was natuurlijk een hele eer dat hij onze cd in ontvangst nam, maar dat betekent niet dat we op Pinkpop komen te staan.” Tom: “Al zouden we het wel erg leuk vinden.” Nu cd en clip af zijn, en Pinkpop toch het doel blijft: wat is de volgende stap? Heeft een jonge band als SAT2D een planning? Tom: “Repeteren en beter worden.” Kelly: “En we willen natuurlijk veel optreden.” Marlouk: “Zodat mensen ons leren kennen.” Tim: “Maar vorige week hebben we tegen elkaar gezegd: een kroeg met vijftig man daar kunnen we nu niet snel meer aan beginnen. We willen toch vooruit.”
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Hoe Limburgs is het Orlando Festival? door Erwin Roebroeks
H
et bijzondere van het Orlando Festival is de mix van de verschillende niveaus van muzikanten die er spelen. Amateurs van uiteenlopende leeftijden krijgen les van gerenommeerde musici, ’s avonds luisteren zij naar concerten van hun docenten en er wordt vaak tot diep in de nacht samen gemusiceerd. De rest van het jaar wordt de katholieke entourage van Rolduc, waar het bisdom Roermond vroeger zijn priesters opleidde, ingeruild voor calvinistisch georiënteerde contreien. Dan zetelt het Orlando Festival in Het Muziekgebouw aan ’t IJ te Amsterdam. Dat wringt. En dat het 25 jaar oude festival vorig jaar een jubileumconcert in Het Concertgebouw in Amsterdam gaf, ligt nog steeds gevoelig. Speelt hier de aloude angst van de provincie, hoofdsubsidiënt van het festival, om talent aan de Randstad te verliezen? Of zit er een kern van waarheid in de opvatting dat Orlando maar zo moeizaam verankerd raakt in de regio omdat de instelling er amper zichtbaar is? Kerkradenaar Lei Heijenrath, lid van de provinciale Adviescommissie Cultuurbeleid, is een frequent en tevreden bezoeker van het festival. Voor Heijenrath betekent verankering in Limburg onder meer samenwerken met verwante organisaties. Heijenrath: “Dat is een uitdrukkelijke wens van de commissie, die dan ook blij is met de samenwerking van het Orlando Festival met het Charles Hennen Concours, want ze verkondigen dezelfde boodschap.” Ook jongerenparticipatie draagt bij aan de verankering in de provincie, vindt Heijenrath: “De laatste jaren is het Orlando Festival ook daar in toenemende mate in geslaagd vanwege initiatieven op jongerengebied.” Maar het jubileumconcert in Amsterdam kan bij Heijenrath op weinig bijval rekenen. “Uiteraard is het prijzenswaardig dat het
Elke zomer is de voormalige abdij van Rolduc in Kerkrade het hart van het Orlando Festival. De rest van het jaar houdt de organisatie kantoor in Amsterdam. Kritiek op die constructie wordt weggewuifd als provinciaal. Terecht? Concertgebouw het Orlando Festival uitnodigde, maar wij zijn absoluut niet blij met zo’n pontificale hoogmis daar. Er is dan ook een stevig gesprek geweest.” En per saldo vindt Heijenrath kantoor houden in Amsterdam ook geen goed idee: “We zouden liever zien dat ook het organisatiehart van het Orlando Festival in Limburg gevestigd zou zijn.” Geurt Grosfeld, lid van de commissie Muziek en Muziektheater van de Raad voor Cultuur, vindt de vestigingsplek van een kantoor daarentegen niet relevant: “Waar de technische organisatie wordt gedaan, maakt in principe niets uit. Maar het gezicht van het festival en de fysieke betrokkenheid, die kunnen nergens anders zijn dan op de festivalplek zelf.” Grosfeld lijkt precies te weten waaraan een festival moet voldoen om in de omgeving verankerd te zijn. “Het is weliswaar
een ander type evenement, maar neem Musica Sacra Maastricht. Dat is ondenkbaar buiten die locatie. Het is een groot evenement met een behoorlijke naam, maar het voldoet ook aan die andere voorwaarden voor verankering: een stevige inbedding in de lokale structuur, gedragen door verschillende overheden en een landelijke uitstraling, maar mét een plaatselijke basis. En voor het Orlando Festival is die plaatselijke basis er nauwelijks.” In een dergelijke situatie vindt Grosfeld een jubileumconcert in Amsterdam ook niet verstandig. Het voordeel van Musica Sacra is dat de verankering in de stad deels het gevolg is van de kerkelijke traditie van Maastricht, en daardoor een stuk vanzelfsprekender. Dat het Orlando Festival in Kerkrade is ‘geland’ komt letterlijk door het weer. Stefan Metz,
oprichter en artistiek leider van het Orlando Festival: “Ik zocht destijds in Nederland een locatie voor mijn toekomstige kamermuziekfestival. Daarom heb ik het KNMI gevraagd waar de meeste zon schijnt. Dat bleek in Zuid-Limburg. Via via ben ik toen op Rolduc terechtgekomen.” De kritiek op het concert in Amsterdam wuift Metz weg. “We kregen daar carte blanche voor een jubileumweekend. Dat betekent dat Het Concertgebouw ons niveau hoog genoeg vindt om een heel weekend lang de kleine zaal en het afsluitend concert in de grote zaal te programmeren. Dat vind ik een enorme eer en waardering voor het Orlando Festival uit Limburg!” In Kerkrade was trouwens ook een jubileumprogramma. Metz: “Verlangen dat wij alleen maar in Kerkrade mogen vieren, terwijl
het hoogste muziekforum van Nederland ons uitnodigt en dat dan als een verraad aan Limburg zien. Dat vind ik provinciaal en getuigen van beperkt denken.” Metz voelt zich gesterkt door de houding bij de provincie, zijn belangrijkste financier. “Wij hebben een gesprek gehad met de provinciale adviescommissie cultuurbeleid. Daar was men zeer tevreden over de Amsterdamse promotie van het festival.”
Het Orlando Festival vindt van 8 tot en met 22 juli plaats in Rolduc, Theater Kerkrade en Theater aan het Vrijthof. Artiesten zijn onder meer Ad Libitum Kwartet, Rubens Kwartet, Vogler Kwartet, Finalisten van het Prinses Christina Concours 2007, Orlando Junior Academie Orkest, sopraan Miranda van Kralingen en cellist Stefan Metz. www.orlandofestival.nl
Optreden tijdens het Orlando Festival in de Abdij van Rolduc in Kerkrade. foto Peter Damm
11
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
m u s e u m h e t d o m e i n s i t ta r d c l a r e e . r o j a s )RUJHWPHQRW WP
g u e s t r o o m 7KH%XUQLQJ+RXVH 1HZ,PDJH$UW*DOOHU\/RV$QJHOHV WP
v i a v i a 5RPHLQHQLQGHUHJLR WP
t i j d p a d 9DQSUnKLVWRULHWRWGHWLMGYDQQX PHWVSHHOVHHOHPHQWHQYRRUMRQJHQRXG VHPLSHUPDQHQW verdere activiteiten /H]LQJGRRU5HQnYDQ5R\HQRYHUGH5RPHLQVHWLMGQDYGHVWULSV YDQ$VWHUL[HQ2EHOL[HQHHQURQGOHLGLQJGRRUGHFRQVHUYDWRU YDQDIXXU 7WLPHELM6RXQG]RQHRSYDGHUGDJDOOHYDGHUVJUDWLV XXU 6RXQG]RQHOLHGMHVDYRQGLQGHWXLQYDQ+HW'RPHLQ YDQDIXXU .DSLWWHOVWUDDW 3RVWEXV nlae6LWWDUG t f LQIR#KHWGRPHLQQO ZZZKHWGRPHLQQO 2SHQ7XH6XQKUV
ARTS AND ANGELS
KUNST MOET UITVLIEGEN ARTSANDANGELS ORGANISEERT ONDER ANDERE REIZEN, TENTOONSTELLINGEN, LEZINGEN, EVENEMENTEN EN WORKSHOPS OP HET GEBIED VAN KUNST EN CULTUUR. EERSTVOLGENDE TWEEDAAGSE EXCURSIE DOCUMENTA XII, KASSEL, 6 EN 7 SEPTEMBER KOSTEN: 200 PP (INCL. REIS, HOTEL, ENTREE EN INFO) ER ZIJN NOG ENKELE PLAATSEN VRIJ (077-3541957) VERDERE EXCURSIES NAJAAR 2007 HET MANKES PERSPECTIEF, MUSEUM VOOR MODERNE KUNST ARNHEM MUSEUM LUDWIG KEULEN ROTTERDAM 2007 CITY OF ARCHITECTURE OTHER VOICES OTHER ROOMS, ANDY WARHOL, STEDELIJK MUSEUM AMSTERDAM BIËNNALE VENETIË, MEERDAAGSE REIS
KORTE NACHT VD CREATIVITEIT over creativiteit, innovatie, cultuur en kunst Vrijdag 29 juni vanaf 20:00u | Venlo-Q4 | gratis entree www.koekoek.de/kortenacht
WILT U MEER WETEN OVER DE ACTIVITEITEN VAN ARTSANDANGELS, STUUR DAN EEN MAILTJE NAAR:
[email protected]
12
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Zweet, tranen en snot maken de foto In het Limburgs Museum in Venlo hangen foto’s van een kleine vijftig muzikanten uit de wereld van pop en jazz. Allemaal op kleine podia gefotografeerd door Brendan van den Beuken. “Ik wil ieder concert vastleggen in één foto.” plaatje te schieten. Ze kwamen uit bij Van den Beuken - niet vanwege zijn werk of reputatie maar via de Gouden Gids. Hij stopte radicaal, liep aan de grond en kwam weer op gang door wat ‘te rommelen en te reizen’ zoals hij het zelf formuleert. Het duurde jaren eer hij de camera weer eens in de lens keek.
Ramses Shaffy tijdens de Zomerparkfeesten 2006 in Venlo. foto Brendan van den Beuken
door Emile Hollman
H
ij werkte in de metaal toen hij het inzicht verwierf dat een baan van negen tot vijf op kantoor of in de fabriek nooit wat zou worden. Tot dan toe was zijn camera een gelegenheidsvriend geweest maar nu besloot Brendan van den Beuken (Horst, 1967) dat ze voortaan samen zouden optrekken. Meteen na het
afronden van de fotovakschool vertrok hij naar Ulster om de gevolgen van de burgeroorlog in beeld te brengen. Met een oerkatholieke naam als Brendan kun je het in Ierland tot kardinaal schoppen maar in de protestantse wijken is terughoudendheid geboden. Zoals hem te verstaan werd gegeven in een door protestanten gefrequenteerde pub in Derry. Hij rolde moeite-
13
loos in de opdrachten en fotografeerde zonder mokken evengoed voor een blad ter promotie van groente en fruit als voor Rijkswaterstaat. Zijn ritme begon verdacht veel te lijken op dat waaraan hij als vrije jongen juist had willen ontsnappen. Van den Beuken knakte na een telefoontje van een uitgever uit de Randstad. Die zocht een fotograaf in het zuiden om in Noord-Limburg een
Thuiskomen doet Van den Beuken bij café-brouwerij en zaal Cabrinus in Horst. In zijn rommeljaren stond hij in het publiek, in plaats van een camera een biertje in de hand. Hij komt zelf uit de harmoniescène. Speelde in bandjes, gitaar, contrabas, van jazz tot punk. Hij stelde samen met kompaan Ron Bosman zo’n 45 muzikanten een wellicht wat voor de hand liggende vraag: Why Music? Met de antwoorden vulden ze een boek, waarvan de foto’s nu in het Limburgs Museum hangen. Alle deelnemende musici werden live gefotografeerd door Van den Beuken, die altijd op zoek is naar dat ene moment waarin hij de betrokkenheid kan laten zien van de muzikant bij zijn muziek. Een concert samenvatten in één foto, onthult hij zijn ambitie. Van den Beuken is tijdens zijn werk het liefst onzichtbaar. Hij wil muzikanten op het podium niet opzadelen met zijn aanwezigheid. Net zo min als hij het publiek wil trakteren op zijn brede rugpartij. “De gebeurtenis zo min mogelijk beïnvloeden”, heet dat dan. Maar hoe doe je dat, met twintig collega’s op zestig vierkante meter in een kooi voor het podium? Dat is een hoop ego op een kluitje. “Het komt er op aan de randproblematiek te vermijden; te focussen op een detail.” De fluwelen wapperhanden van pianist Egbert Derix bijvoorbeeld. Of de witte knokkels van Ramses Shaffy om een microfoonstandaard. “Wat niet essentieel is mag wegvallen in zwart. Wat niet belangrijk is, hoeft er niet op.” Daar hangt hij aan de wand in het museum: de éminence grise
van het vaderlandse lied: Ramses Shaffy. Je zou zo denken dat het al een hele prestatie is om van Shaffy een beroerde foto van te maken. Zoals het ook een prestatie is om er een te schieten die veel beter is dan al die foto’s van de collega’s langszij. Brendan van den Beuken beweert óók foto’s te hebben van de broze Shaffy, backstage. Hij hield die bij zich. “Uit piëteit met Ramses. Ik werd in Venlo tijdens de Zomerparkfeesten door hem bevangen. Vóór het concert zag ik een oude versleten man, gedronken; jointje, weet je wel. Weinig tekstvast en voor zijn voeten stond een grote autocue. Maar voor zijn eigen gevoel stond hij prachtig te zingen, hij ging er helemaal in op. Dat raakte me enorm. Het was ook net of hij contact met me zocht. Ik dacht: hier ligt mijn taak, ik wil niet het verval in beeld brengen maar laten zien dat hij het concert beleefde zoals hij vroeger zijn concerten beleefde. Dat past bij mijn invalshoek, ik ben altijd op zoek naar de passie van de muzikant. Zweet, tranen, snot; de emotie maakt de foto.” De muzikanten aan de fotowand in het museum zijn voor een groot deel op regionale podia gefotografeerd. “Als je zo’n Iain Matthews nog ziet spelen. Of Albert Lee. Die mannen hebben successen gevierd op de grootste podia, miljoenen platen verkocht. Ze spelen nog steeds met de instelling van destijds. Dat zegt iets over hen: het is echt.” Veel foto’s schoot hij op het podium van Cabrinus in Horst. Zou hij geen groter podium verkiezen? Pinkpop? ”Graag, maar op Pinkpop zijn alle randvoorwaarden ingevuld. Er zijn tienduizenden mensen, het geluid is goed, de stage is enorm, iedereen is er en het ligt alleen nog aan jou om er wat van te maken. In de sfeer waarin ík nu gewerkt heb, spelen er nog vragen als: is het lampje goed, komt er überhaupt wel iemand kijken? Deze artiesten moeten echt terugvallen op hun eigen ding.”
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Luis Barragán, hartstochtelijk amateur Achttien jaar waren Wim van den Bergh en Kim Zwarts in de ban van het werk van architect Luis Barragán. Het resulteerde in een uniek boek over de Mexicaanse Pritzker Prize winnaar. “Mijn architectuur is niet voor degene die de eenzaamheid vreest”.
door Wido Smeets
Binnenplaats bij het huis voor Francisco Gilardi Rivera (1975-77), een van de laatste gebouwen van Luis Barragán. foto Kim Zwarts
G
efrustreerde architecten, ze lijken van alle tijden. Ze klagen over slechte opdrachtgevers, verstikkende regelgeving, een gemarginaliseerde rol in het bouwproces en een tot wanhoop drijvende bureaucratie, en dreigen er met veel misbaar de brui aan te geven. Maar wie voegt daadwerkelijk de daad bij het woord? “Noem me drie architecten die er mee zijn gestopt”, zegt fotograaf Kim Zwarts, om aan te geven dat hun liefde voor het vak meestal groter is dan de frustratie. Toch kent hij er één. Luis Barragán, winnaar van de Pritzker Prize 1980 hield het in 1940 voor gezien als architect en werd projectontwikkelaar. Nou ja, hij stopte er niet echt mee, hij bouwde niet langer in opdracht. “Hij werd een gentleman architect, een echte amateur, in de betekenis van liefhebber”, vult architectuurhoogleraar Wim van den Bergh aan. Bijna twintig jaar eerder was Luis Barragán Morfín (1902-1988) ook als amateur begonnen. In 1923 studeerde hij af als civiel ingenieur en
14
reisde af naar Europa. Toen hij terug kwam, vestigde hij zich in het kielzog van zijn broer als architect. Barragán wilde het vak in de praktijk leren, een beslissing met vergaande gevolgen voor zijn oeuvre. Die ontwikkeling, van amateurarchitect tot Pritzker Prize winnaar, is minutieus vastgelegd in het boek ‘The Eye Embodied’ van Wim van den Bergh en Kim Zwarts. Achttien jaar waren de twee er mee in de weer, en toen het af was, bleek er geen uit-
gever die er aan wilde. Uiteindelijk richtte Zwarts een eigen uitgeverij op, en bracht het boek zelf op de markt. Ontworpen door Reynoud Homan, die er de prijs van ‘Best verzorgde boek’ voor kreeg. De eerste druk van 2000 exemplaren is al grotendeels de deur uit, maar tot een tweede druk zal het niet komen. De Barragán Foundation ziet zich met de uitgave te veel gras voor de voeten weggemaaid en zal, als eigenaar van de beeldrechten van de
Barragán-gebouwen, geen toestemming geven voor een vervolg. Van den Bergh en Zwarts blijven er laconiek onder, die tweede druk houdt hen niet echt bezig. Zwarts: “We hebben ons serieus afgevraagd of we het materiaal niet beter in het archief konden stoppen.” Van den Bergh: “Of om vijf exemplaren te laten drukken, en het daar bij te laten.” Het kloeke boekwerk dat er nu ligt, lijkt in eerste aanleg de
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
enkeltje utopia
Marzamemi
zoveelste architectuurpublicatie voor het salontafelpubliek. Hier geen foto’s die als illustraties dienen bij de tekst, of teksten die als onderschrift dienen bij gelikte plaatjes. Fotograaf Kim Zwarts levert in dit boek misschien wel zijn meest geconcentreerde architectuurfoto’s af. Sommige scènes lijken weggelopen bij Johannes Vermeer, andere doen in hun abstractie denken aan de kleurschakeringen bij Mark Rothko. Maar het is uitsluitend en alleen Barragán wat je ziet. Naast Zwarts’ weergaloze fotografie heeft Van den Bergh een tekst afgeleverd vol met biografische gegevens over Barragán, nog nimmer gepubliceerde interpretaties van diens werk en nauwkeurige tekeningen van gebouwen die nooit eerder voorhanden waren. Dat laatste klinkt vreemd voor een architect, maar niet voor Barragán, zoals gezegd een autodidact die bij voorkeur vanuit de praktijk opereerde. Regelmatig veranderde hij op de steiger nog van inzicht. Barragán heeft relatief weinig gebouwd, zo’n dertig van zijn ontwerpen zijn gerealiseerd. Het meest bekend zijn de villa’s, met ruime binnenplaatsen, diepe tuinen en de befaamde lange, blinde muren. Ze horen tot de hoogtepunten van de 20e eeuwse architectuur. In de jaren zeventig maakt Van den Bergh voor het eerst kennis met Barragáns werk. Zijn robuuste, minimalistische gebouwen met schemerige corridors en een labyrintische opbouw lieten hem niet meer los. In 1988 reisden hij en Zwarts voor de eerste keer naar Mexico om het met eigen ogen te gaan zien. Het meest opvallend vond hij “de normaliteit” van zijn ontwerpen. Pas later onderga je de zintuiglijke rijkdom ervan. Je belandt via een ijzeren deur in een donkere gang met een lange houten zitbank aan de kant. Via een corridor kom je enkele treden hoger in een hal, waar je
je afvraagt: waar komt het licht hier eigenlijk vandaan?” “Door die opeenstapeling van indrukken worden de gebouwen steeds rijker. Je oog wordt voortdurend gemanipuleerd, maar het geheel blijft volstrekt organisch.“ Dat Barragán zelf de steiger beklom en daar regelmatig van de bouwtekening afweek, maakt hem voor Van den Bergh, zoon van een timmerman en kleinzoon van een aannemer, extra interessant. “Vanuit onze westerse, geplande architectuur krijg je een mooie inkijk in de geënsceneerde architectuur van Barragán. Hij rijgt als het ware beelden aan elkaar. Het is fenomenologische architectuur: alle zintuigen worden erbij betrokken. Zoiets kun je niet plannen op de tekentafel of achter de computer; dat moet je regisseren, en daar heb je tijd voor nodig. Die rust, dat geduld heeft hij in de loop der jaren ontwikkeld.” De aaneenschakeling van vertrekken maakt Barragáns werk tot een filmische belevenis. Fotograaf Kim Zwarts kon er likkebaardend zijn werk doen: “Je komt permanent in andere perspectieven terecht, steeds weer verrassend. Je hebt in zo’n woning nooit overzicht, of een doorkijk van voor naar achter.” Aan grote glazen puien, de modernistische trend bij zijn tijdgenoten, had Barragán een broertje dood. Tenzij die uitkeek op een ommuurde tuin of binnenplaats. Altijd zocht hij de beschutting van de dikke muren, en de mystiek die erin schuilt,
15
om er te spelen met de twee belangrijkste – en goedkoopste - materialen die de architect tot zijn beschikking heeft: licht en ruimte. Barragán was een trage bouwer, hij kon het zich als projectontwikkelaar van zijn eigen gebouwen permitteren. Over een villa deed hij drie tot vier jaar. Deels was dat ook noodzaak; de materialen waren niet altijd voorhanden en veel werklui waren analfabeet. Een bouwtekening lezen konden ze niet. Dat hij regelmatig van het ontwerp afweek, was dan ook nooit een probleem. ”Mijn architectuur is autobiografisch”, zei Luis Barragán toen hij in 1980 de Pritzker Prize kreeg. Hij haalde herinneringen op aan zijn jeugd, aan de hacienda’s en kloosters uit zijn kinderjaren in Guadalajara. De schaal van die gebouwen vind je terug in zijn villa’s, net als de sereniteit en de verstilling. “Alleen in een eenzame omgeving vindt de mens zichzelf terug. Eenzaamheid is goed gezelschap, mijn architectuur is niet voor degene die de eenzaamheid vreest”. Een andere trouwe metgezel vond hij in de nostalgie. “Nostalgie is het poëtisch bewustzijn van ons persoonlijk verleden. Omdat het verleden van de kunstenaar de belangrijkste bron is van zijn creatieve potentieel, moet de architect zijn nostalgische visioenen koesteren.” Volgens Van den Bergh liggen bij Barragán leven en loopbaan in elkaars verlengde. “Zeker de laatste decennia van zijn leven heeft hij de tijd genomen. In zijn werk, maar ook in zijn dagelijks bestaan. Hij hield van het goede leven, ook in dat opzicht was hij een echte amateur, een liefhebber. Barragán is altijd heel bewust bezig geweest met het inrichten van zijn eigen leven.” Wim van de Bergh en Kim Zwarts,
Twee zongebruinde stellen zitten een in de Ionische Zee bij elkaar geviste maaltijd weg te werken als de terraskat arriveert. Hun humeur is als het weer: zonder morren werpen ze de ongenode gast wat polipi toe. Als de aanvoer stokt, zet het dier zijn nagels in de dijen van een van de dames. “Wat een agressieve kat”, zegt haar man en koopt de bedelaar af met nieuwe stukjes inktvis. Evolutionair gezien is deze kat ten dode opgeschreven. In een concurrerende omgeving, op een eiland zonder zon en goed humeur, zou ze het niet redden. Vijftig jaar toerisme heeft de Siciliaanse kat veranderd van een snelle en wendbare jager tot een kregelige parasiet. Intussen zingen de vinken bij ristorante Il Boccone in Marzamemi, de plaats van handeling, hun triomfantelijkste lied. Alsof ze op de hoogte zijn van het darwinistische lot dat de kat daar beneden, ooit een gezworen vijand, bedreigt. Dat is natuurlijk niet zo. Ook hier op Sicilië doen vinken hun zingende best om de vrouwtjes te imponeren. Ze vormen stelletjes die richting branding vliegen en terug, onderweg onnavolgbare capriolen uithalend. “De vinken in de Boboli-tuinen zingen anders”, luidde ooit de eerste zin van een column van Dick Hillenius in Vrij Nederland. Het meer dan twintig jaar gekoesterde knipsel ben ik inmiddels kwijt, maar ik vermoed dat Hillenius de vinken anders liet zingen vanwege de schoonheid van hun leefwereld. In de tuinen achter het Palazzo Pitti in Florence zijn cultuur en natuur een maniëristische co-productie aangegaan. Hillenius was bioloog, vogelaar en dichter, een combinatie die hem autoriteit verschaft in zowel het darwinisme als de liefde. Het onthouden van complete gedichten is me nooit gelukt, maar sommige regels laten je nooit meer los. Van Hillenius herinner ik me nog zo’n frase, een mysterieus slotakkoord van een mij verder ontschoten gedicht: “Er zijn nog duizenden huidmondjes te kussen”. Dat vergeten van de context maakt de regel sterker. Hij ontleent zijn kracht aan het isolement. Het literair darwinisme heeft in mijn hoofd flink huisgehouden, maar deze zinsnede heeft het gered. Al twintig jaar buitelt hij door mijn geest, zoals de vinken boven de branding bij Marzamemi. Zingende vogels werken op je gemoed, waar je ook bent. Om immigranten op hun gemak te stellen, werden tot in de twintigste eeuw Europese zangvogels in grote aantallen naar de VS getransporteerd, om daar te worden uitgezet. Er was een vereniging die daar een wel heel bijzondere ballotage bij hanteerde: ze verscheepte uitsluitend vogels die in de gedichten van Shakespeare voorkwamen. Het mocht niet baten. Alleen de spreeuw, de grootste schreeuwlelijk van allemaal, overleefde de invasie. De rest van het gezelschap, inclusief de Shakespeareaanse zangers, bleek niet toegerust voor de nieuwe omgeving of werd weggeconcurreerd door beter ingevoerde inheemse soorten. Het muzikaal darwinisme maakt geen onderscheid in high en low culture. De mens past zich gemakkelijker aan in een nieuwe omgeving. Vele tienduizenden Sicilianen waagden vanaf het eind van de 19e eeuw de oversteek naar de Nieuwe Wereld. Hun inburgering slaagde, niet in het minst omdat ze de zangtradities uit het vaderland wisten vast te houden. Zangers als Vic Damone, Al Martino en Louis Prima zongen jarenlang het hoogste lied. En niet te vergeten Frank Sinatra, wiens ouders afkomstig waren uit de buurt van Catania, zo’n honderd kilometer ten noorden van Marzamemi.
‘The Eye Embodied’. Pale Pink Publishers, 63 euro.
WIDO SMEETS
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Zuiderluchtige Losfahren
Al sinds ik in Berlijn woon, lokt het. Het Umland waar de stad ophoudt en het groen begint en dan nog verder landinwaarts, het oosten van Duitsland en Europa in. Net over de grens met Tsjechië begint het Riesengebirge. Caspar David Friedrich zwierf er rond en maakte er thuis schilderijen van. Ooit geziene landschappen vergeestelijkte hij in verf. Friedrich kwam oorspronkelijk uit Greifswald, aan de Ostsee, waar hij de zee als voorbeeld had, en zijn blik zich op de einder kon oefenen. Hij woonde ook een aantal jaar in Dresden. Ook daar liep hij rond, langs de rivier, in de velden rond de stad. Daar is het vlakker en groener, als je althans op zijn schilderijen afgaat. En in Dresden zelf hangt een aantal van zijn doeken. Ze werden een paar jaar geleden nog gered van het water, toen de Elbe buiten zijn oevers trad. Het worden er steeds meer: de plekken rond de stad waar een verhaal aan kleeft, waar een kunstenaar iets vond, waar het begin van een kunstwerk ligt. Ik zou ze graag eens opzoeken en deze zomer moet het ervan komen. Op een mooie dag huur ik een auto, spullen achterin en losfahren. Het Umland verkennen, de cirkel rondom Berlijn vergroten. Eén afspraak heb ik al gemaakt. Met een schilder, die een uurtje buiten de stad woont. “Als u langskomt,” zei hij, “neemt u dan wat tijd mee. Want het is hier prachtig; het ziet eruit als Holland tweehonderd jaar geleden.” JURRIAAN BENSCHOP
Alle dagen zuipen
Je hebt mensen die de Grote Vakantie gebruiken voor rust en overpeinzing. Aan mij is die zomerse onthaasting niet besteed. De voorkeur van sociaalantropoloog Hylland Eriksen - “Ik verdiep me liever een half jaar in één dialoog van Plato dan in diezelfde tijd vijftig boeken
te lezen” - is mij te snobistisch. Lang leve de informatierevolutie. En de zomer is een ideaal moment om alle low en high culture op mijn lijstje Wegens Tijdgebrek Niet Aan Toe Gekomen in te halen. Zoals het: - uit het hoofd leren van de sonnetten van PC Hooft (Mijn lief, mijn lief, mijn lief; soo sprack mijn lief mij toe / Dewijl mijn lippen op haer lieve lipjes weiden); -bewijs leveren van de Grote Stelling van Fermat (xn + yn =
zn); -beluisteren van de Kruidvatcollectie van Bach; - in elkaar zetten van de met Sinterklaas ’67 gekregen Meccano Anniversary Set (643 delen); - hinkelen van de 199 kilometer lange Maas-Swalm-Nette route bekijken van de complete Heimat van Edgar Reitz (52 videobanden); - leren onderscheiden van de geluiden van de bosrietzanger, kramsvogel, boompieper, steenpatrijs, koperwiek, goudhaantje en de kuifmees; - inbinden van alle jaargangen Basta en Donald Duck; -lezen van The Canterbury Tales, Essais, Don Quijote en Die Blendung in de oorspronkelijke taal. Maar ik sluit niet uit dat het zal uitdraaien op alle dagen zuipen in café Jenze. By the way: daar kun je prachtgesprekken voeren over het kentheoretisch solipsisme, het contextueel universalisme of de herkomst van paardenvlees in de schappen van Super de Boer. FONS GERAETS
Etentje bij Voltaire
We hebben komende zomer een wijnmakershuisje gehuurd in de Vienne. Ik trek een be-
16
duimelde kaart van Frankrijk uit een lade om aan te wijzen waar het ligt. Wat een ontdekking! In het blauw van de Atlantische Oceaan heb ik twee duimreizen beschreven die ik maakte in 1985: 65 liften in onzinnige details genoteerd: ‘Valence-Marseille, Citroen BX, ?, geslapen in parkje wijk La Rose.’
Ik was jong, alles was nieuw. Er ontging me hoegenaamd niets en ik heb nog zoveel paraat: een ontmoeting op het station van Toulouse, een nacht sous le pont d’Avignon, de geëmailleerde armband die ik kocht van een gozer uit Togo waarna zes uur lang geen auto meer stopte, totdat ik het ding in een berm flikkerde en ogenblikkelijk een
lift kreeg. De Nederlandse blondine in de roomwitte 2CV die later mijn dagboek van lyrische eenzaamheid op de achterbank moet hebben gevonden. Ik kan nog precies aanwijzen waar ik langs de weg van schaamte door de grond ben gezakt. Mijn leven kon destijds nog alle kanten op. De mogelijkheden werden uitvergroot toen
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Zomerverhalen Medewerkers van Zuiderlucht over hun zomerplannen.
die hoognodig in een schilderij moeten worden vastgelegd. Mike, juist, van Michael, een Amerikaanse farmer uit NorthCarolina, een Republikeinse engel - ja, ook die bestaan - die ‘s zomers naar beneden afzakt om er te wonen en werken. En dan Rafaelo, ook een aardse aartsengel, cowboy, paardenfluisteraar, te oud om de gekleurde reïncarnatie van Elvis te zijn, maar je zou er zo in geloven. Of het wordt Guatemala. Waarvoor ik een uitnodiging heb liggen om deze zomer de toekomstige presidentskandidaat Don Alfredo - nee, geen engel - te komen portretteren met zijn familie én zijn vermoorde zoon. Maar waar ik ook zal zijn, er gaat gewerkt worden, hard gewerkt. Dus misschien blijf ik wel gewoon thuis om te schilderen aan al die doeken die nog af moeten voor die tentoonstelling in het najaar, hier in de buurt. Aan al die schilderijen waaraan al zoveel gedachten en momenten, als rondfladderende beelden in mijn hoofd, zijn besteed maar die nog steeds niet zijn geland. Noem mij gerust een dromer, een zomerdromer. PASCALLE MANSVELDERS
Grand Tour
Er heerst altijd een bijzondere,
ik ergens langs een péage het verhaal oppikte van de jongen die tot zijn ontsteltenis een lift kreeg van Mick Jagger, op weg naar diens privé-kasteeltje in de binnenlanden van Frankrijk. Opeens schuilde in elke auto een avontuur. Een voor een gebaarden ze me in te stappen: Jody Foster, Jane Birkin, la Bardot. Hun kastelen werden de
mijne. Mijn geheimen de hunne. En het ging nog verder. Ik soupeerde met Voltaire in Ferney en stapte bij Flaubert in de calèche naar Nohant waar George Sand ons verwachtte. Kijk, hier ergens ligt het wijnmakershuisje. En zie je dit kasteel? Nohant! Ik heb er voor één nacht een kamer geboekt. EMILE HOLLMAN
17
Zomerdromer
Geef mij gerust een zomer het hele jaar door. Genoeg dag en licht, tijd om gedachten in beelden te vangen. Hoe en waar ik dat ga doen deze zomer? Midden-Amerika? Costa Rica misschien. Waar twee engelen wonen die ik recentelijk tegen het lijf ben gelopen en
feestelijke sfeer in een stad waar een biënnale plaatsvindt. Veel Internationale bezoekers (je komt doorgaans wel iemand tegen die je kent), natuurlijk veel tentoonstellingen, maar vooral leuke dingen die in de marges van zo’n evenement worden georganiseerd, zoals concerten, lezingen en openlucht filmvertoningen. Je kan zon en strand afwisselen met koele tentoonstellingsruimtes en ’s avonds staat er altijd wel wat te gebeuren. Deze maanden wordt het allemaal nog mooier: om de tien jaar vallen namelijk vier verschillende kunstmanifestaties in dezelfde zomer – en nu dus ook in de zomer van 2007. Deze zomer kan je van de opening van de
Biënnale van Venetië (11 juni t/m 21 november) naar Art Basel (13 t/m 17 juni), de 12e Documenta in Kassel (16 juni t/m 23 september) én Skulptur Projecte Münster (16 juni t/m 30 september) hoppen in één grote Europese biënnale tour. Alleen Art Basel loopt al in juni af dus die zal bij velen noodgedwongen moeten afvallen. De vier biënnales hebben over de ‘Grand Tour’ zelfs een website opgezet (www.grandtour2007. com) die het allemaal nog eenvoudiger maakt. Je kan vluchten en hotels via hen boeken, maar dat is – financieel gezien – niet voor iedereen weggelegd. Dat hoeft de pret niet te drukken. Venetië heeft namelijk een heerlijke strandcamping (Camping Fusina) en met een Global Pass voor treinreizen in Europa kan je alles voor 250 euro bezoeken. Ik weet wat ik ga doen deze zomer: biënnalehoppen. MAAIKE LAUWAERT
Besmettelijke ziekte
Sinds een jaar of drie jaar kon ik nooit langer dan een week op vakantie. Vóór die tijd konden we Sofietje, onze schapendoes, bij vrienden of familie onderbrengen, maar om diverse redenen ging dat niet meer. Aanvaardbare alternatieven waren er niet: een hondenvakantieadres kwam na één jammerlijke ervaring niet meer in aanmerking, mee op vakantie bleek niet te kunnen aangezien ze achterin de auto kotsmisselijk werd.
Maar nu is ze er niet meer en kan ik zo lang weg blijven als ik wil. Maar ik wil niet meer. Als ik de vertrekhallen op Schiphol zie, of de autowegen naar het zuiden, ben ik blij dat ik thuis mag blijven. Vakantie is een
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Zuiderluchtige Zomerverhalen
TRANS FORM
ARCHITECTEN WWW.TRANS-FORM.NL
coiffeurs for men & women www.wijnhovencoiffeurs.nl
graphic design www.obidesign.nl
minds are
Bodosz
like parachutes,
ideeën | concepten |
they
journalistieke producties
function best
T +31 43 3510029
when
www.bodosz.nl
open
besmettelijke ziekte, een uiting van collectieve hysterie voor mensen die zich thuis vervelen en de illusie hebben dat elders niet te doen – een tragisch misverstand. Ik ga op vakantie in mijn nieuwe boek in wording. Niets is heerlijker dan een beetje te grasduinen in de delen die klaar zijn, waar je hoogstens nog een komma weghaalt, een adjectief aanscherpt of een zinnetje omgooit. Aan niets is meer te zien hoeveel bloed, zweet en tranen het me heeft gekost om het zo, uitgekiend, op papier te krijgen. Dat geeft zelfvertrouwen. En dat heb ik wel nodig ook, want er staan nog diverse zware expedities op het programma waarvan route noch bestemming bekend is, waaghalzerige, misschien zelfs overmoedige ondernemingen door terra incognita, uit te voeren zonder kaarten of kompas, om over zoiets belachelijks als een TomTom maar te zwijgen. Niet uitgesloten dat ik op hondensporen stuit. Een man wilde zijn hond verdrinken, nam hem mee in zijn roeiboot het meer op, gooide hem overboord, verloor daarbij zelf zijn evenwicht, viel in het water en zou zijn verdronken als zijn hond zich niet in zijn kleren had vastgebeten en hem zwemmend had meegesleurd naar de oever. Sofietje herkent mijn geur uit duizenden. Ik ben niet bang. We komen er wel. CYRILLE OFFERMANS
Schuldgevoelens
In deze drukke dagen van
Guido-ontwerpt
Grafisch ontwerp en Art direction
T 043 32 70 888
gesuggereerde klimaatverandering wordt ‘zomer’ een begrip dat doet denken aan vroeger. Aan de jaren dat de opwarming van de aarde – toegegeven, een briljant marketing concept – nog geen thema was. Maar het zomergevoel is ook anderszins een mind fuck. Welke zomer? Al prijsstuntend vlieg je de hele
18
wereld over. Het is altijd wel ergens zomer. Wat resteert is de mentale vlucht die hoort bij de zomer. Eenmaal op de plaats van bestemming biedt het hoofd weer ruimte aan herinneringen die de rest van het jaar geen kans maken. Je mijmert over verlaten kiezelstranden en overdreven aangelichte binnensteden met veel drank. Dan volgt het schuldgevoel. In een essay van Tijs Goldschmidt lees ik dat de Nobelprijswinnaar Niko Tinbergen een terrasje pakken met zijn studenten als een ongepaste uitspatting beschouwde. Na zo’n orgie van drank en debat vluchtte hij weer snel in zijn boeken. Tinbergens schuldgevoel was een belangrijke sleutel tot zijn succes. Frivoliteit was niet zijn ding. Als de latere Nobel-
prijswinnaar niet in het veld was, zat hij vanaf zonsopgang achter zijn schrijfmachine. Fluitend. Dat herken ik. Op mijn vakantiebestemming bij het krieken van de dag achter mijn laptop, dan voel ik me even bevoorrecht als Tinbergen. In dat opzicht ben ik erg gesteld geraakt op mijn schuldgevoelens. Later op de dag trek ik er op uit, er moet immers van alles worden gezien en beleefd. In een zomer waar het kunstcircus in de overdrive gaat, zal het ongetwijfeld neerkomen op te veel beelden en te weinig woorden. Zo raakt de rugzak met schuldgevoelens aardig gevuld en kan ik weer een jaartje vooruit. Tot de volgende zomer de zoveelste disbalans in mijn leven openbaart. Ik kan niet wachten. WIDO SMEETS
Nee, in de zomer kom ik naar buiten en laat mezelf zien. MAAIKE VAN STOLK
Klassiekers
Normaal gesproken koop ik
Naar buiten
Laatst las ik een interview met een kunstenaar van wie ik nog nooit had gehoord. Een oudere man van rond de zestig die ooit les had gegeven op de Jan van Eyck Academie in Maastricht. Hij sprak over zijn opvattingen betreffende kunst. Nu staan kunstenaars erom bekend dat ze zich vaak miskend voelen. Deze man vormde daarop geen uitzondering. Hij wilde een rol in het geheel. Of liever nog, aan het begin staan van een belangrijke ontwikkeling. Hij wilde achteraf de waardering die hij indertijd had moeten hebben. De man deed zijn best om zichzelf niet te verliezen in razernij of gevoelens van frustratie. Over een komende tentoonstelling zei hij: “Ik ben er niet voor gevraagd, maar als ze dat hadden gedaan, dan had ik best mee kunnen doen. Maar je moet niets meer verwachten. Op een gegeven moment moet je daarmee stoppen. ’t Kan mij niks schelen, hoor”. Het is het voorbijgaan van de tijd, zijn zogenaamde onverschilligheid die me raakte. Alsof je in de tweede helft van je leven net zo flexibel bent als toen, op je twintigste. Toen je open stond voor nieuwe gebeurtenissen, uitkeek naar de zomer, naar nieuwe ontmoetingen en mensen. De toekomst onbevreesd tegemoet trad, met een houding van ‘laat maar komen’. Ik word beroemd. Ik laat me niet afschepen door misprijzende blikken of ontwijkende reacties. Ik laat me niet te neer slaan. Trek me niet terug in mijn holletje.
hoe meer het zomer wordt, des te meer nieuwe boeken. En cd’s. En dvd’s. Ik kijk nu achter me, naar mijn boekenkast. Hij puilt uit. Erbovenop liggen enorme stapels dvd’s. Minstens de helft van al die boeken, en dan rond ik het voor mezelf nog mild af, heb ik niet gelezen. Ruim een derde van al die dvd’s moet ik nog zien. Deze zomer rond ik mijn boek over ex-junk en inmiddels directeur van een afkickkliniek Keith Bakker af. Ik heb nu nog een beeld van een tropisch eiland waar ik met mijn laptop op het strand zal zitten. Wanneer het er dadelijk echt op aan komt, zit ik uiteindelijk vast gewoon dag en nacht binnen in mijn werkkamer en hoor ik buiten het geroezemoes van de terrassen, vol met mensen die beter kunnen plannen. Daarnaast ben ik een van de presentatoren van de Varazomertalkshow ‘Wat Heet!’ en sta ik in juli met Leon Giesen op ‘De Parade’ in Utrecht, met een gezamenlijke voorstelling over helden.
De tijd die overblijft, gebruik ik om al die pretentieus aangeschafte verzamelbanden met Russische bibliotheken, duizenden pagina’s aan geschiedenis van de westerse filosofie en uren aan filmhuisklassiekers eindelijk eens tot me te nemen. Maar dat zei ik vorig jaar ook al. LEON VERDONSCHOT
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Jean Prouvé hield van functioneel mooi Voordat design een containerbegrip werd, was er Jean Prouvé. De ongeschoolde Franse ontwerper vond de functie minstens zo belangrijk als de vorm. Een door NAi Maastricht naar Nederland gehaalde expositie met zijn tekeningen en objecten is daarvan het bewijs. door Wido Smeets
“E
en van de ontwerpen van mijn vader die het nog steeds goed doen, staat nu voor u”. Cathérine Prouvé kreeg de lachers op haar hand tijdens haar korte inleiding, enkele weken geleden, bij de opening van de tentoonstelling over het werk van haar vader in het Nederlands Architectuurinstituut in Maastricht. Binnen de muren van de Wiebengahal, waar het NAi Maastricht is gehuisvest, geldt de tijdloze kwaliteit van de ontwerpen van Jean Prouvé (1901-1984) als onomstreden. Daarbuiten ligt het een tikje anders. Om de Prouvé-expositie extra cachet te geven hadden de tentoonstellingmakers gedacht om enkele vierkante meters golvend plaatmetaal, een van Prouvés geliefde materialen, aan de gevel van de Wiebengahal te bevestigen. Moet kunnen, dachten ze bij het NAi, voor de drie maanden die de expositie duurt. Maar nog voor de feestelijke opening stond de ambtenarij op de stoep. Mag niet, kan niet. Dat stukje tijdelijke gevelbekleding moest weg, al had de paus zelf het ontworpen. Inmiddels is de zaak gesust. Maar zo gaan de dingen, in een stad die bekend staat als architectuurminnend, in een provincie die vormgeving tot speerpunt van haar cultuurbeleid heeft uitgeroepen. Dat de twee disciplines, architectuur en industriële vormgeving, bij Jean Prouvé zo wonderwel in elkaar overliepen, kan een teken van zijn tijd zijn geweest. Voor hem zelf was het geen punt
Jean Prouvé gaf zijn personeel in de jaren dertig al vakantiegeld van twijfel, voor beide was hij niet opgeleid. Prouvé, zoon van een regionaal bekende kunstenaar uit Nancy, wilde ingenieur worden. Het geld voor de studie ontbrak, tussen 1916 en 1921 ging hij in de leer als (kunst)smid. Midden jaren twintig ontwierp hij zijn eerste meubels van geplooid plaatstaal, het zou zijn handelsmerk worden. In de jaren dertig voegde hij zich bij de avant garde in de architectuur. Met Beaudoin en Lods bouwt hij in de buurt van Parijs twee in constructief-innovatief opzicht meesterwerken: een hal voor vliegclub Roland Garros in Buc en het Maison du Peuple in Clichy. Voor deze gebouwen gebruikte Prouvé dezelfde constructies als voor zijn meubels. De in het NAi getoonde tekeningen laten zien hoe Prouvé vertrouwde op zijn als meubelmaker opgebouwde expertise, met het als een tafel geconstrueerde Maison du Peuple als sprekend voorbeeld. Als ontwerper noch als constructeur en architect zocht Prouvé naar een eigen handschrift. Hij was geen estheet, maar een onderzoeker die logische oplossingen zocht voor de functies van zijn ontwerpen. Bovenal had
19
hij een bovengemiddelde interesse in de (nieuwe) materialen die hem daarbij ter beschikking konden staan. Op alle terreinen waar hij actief was, was Prouvé vooral een innovator. In ateliers en fabrieken die hij leidde zocht hij naar nieuwe vormen van organisatie. Hij had snel in de gaten dat de traditionele ambachtelijkheid ten einde was, en dat de toekomst aan de massaproductie was. Vanaf de allereerste ontwerpen die hij maakte, was Prouvé er zich van bewust dat het om technische, tot in detail doordachte objecten waren die seriegewijs in productie genomen moesten kunnen worden. Zijn ontwerpen verhullen nooit de constructie. Voor Prouvé stond de vorm gelijk aan de functie, het is de aanpak die aan het begrip design ten grondslag ligt. Zo verlekkerd als hedendaagse designliefhebbers naar zijn eindproducten kijken, zo gefascineerd zijn professionele ontwerpers door Prouvés gedetailleerde technische tekeningen. Ook in sociaal opzicht liep Prouvé voorop. Begin jaren dertig leidde hij een fabriek met 250 werknemers die hij – een absolute noviteit in die jaren – vakantiegeld toekende. Hij betaalde zijn personeel goed en gaf hen training-on-the-job. Een eminent ondernemer was hij echter niet. Hij financierde zijn bedrijven deels uit de opbrengsten van aandelen. Omdat ze desondanks in permanente geldnood verkeerden, kreeg hij vanaf de jaren vijftig alleen nog als ‘ideeënmaker’ toegang tot de directievergaderingen. Net zo min als zijn dochter Catherine het eeuwige leven
heeft, zullen alle ontwerpen van Jean Prouvé overleven. Vindingen raken nu eenmaal achterhaald door nieuwe, sommige van zijn gebouwen – die zelden als ‘mooi’ worden ervaren en daardoor weinig kans maken te promoveren tot publieke knuffelobjecten - worden regelmatig met sloop bedreigd. Zo raakte hij aan het eind van zijn leven verwikkeld in een twist over de restauratie en plaatsing op de monumentenlijst van het fameuze Maison du Peuple in Clichy. Toch bevinden Prouvés ontwerpen zich nog steeds binnen ieders handbereik. De robuuste eetkamerstoel Standard
bijvoorbeeld, vervaardigd uit Japans plaatstaal en blank eiken, is nog steeds in de handel. In het NAi mag je hem niet aanraken, in de winkel mag je hem voor 450 euro meenemen om er thuis op te gaan zitten. Op internet wordt de Standard zelfs met 25 procent korting aangeboden. Prachtige vinding, dat internet, zou Prouvé gedacht hebben als hij tijd van leven had gehad. Jean Prouvé – De poëzie van het technisch object. T/m 2 september in het NAi Maastricht. www.naimaastricht.nl De catalogus ‘Jean Prouvé, The Poetics of the Technical Object’ kost 79 euro.
Jean Prouvé. foto uit catalogus
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
New York, van Als studente vertoefde de Venlose kunsthistorica en kunstenares Pascalle Mansvelders regelmatig in New York waar stad en pop art zo wonderlijk samenvloeiden. Vorige maand ging ze terug. Ze raakte er Andy Warhol, peetvader van de pop art, kwijt maar kreeg er Jeff Wall voor terug. Op elke straathoek.
door Pascalle Mansvelders
“P
op in zijn meest pure vorm werkt als een laserstraal. Het dringt het moment binnen als een brandend punt van licht, verleden en toekomst in totale duisternis achterlatend”, schreef George Melly in het beste boek over popcultuur aan deze kant van de Atlantische Oceaan. Aan de andere kant is de stad New York de beste manier om pop art te ondergaan. In de jaren tachtig organiseerde en begeleidde ik kunstreizen naar New York. Het was de beste, of eigenlijk de enig betaalbare, mogelijkheid de stad te leren kennen voor een studente kunstgeschiedenis die wilde afstuderen in pop art. Tripjes van een week, volgepropt met artistieke en stedelijke highlights. Die combinatie bleek wonderwel te kloppen. New York wàs pop art en pop art was New York. Zelfs in het Vrijheidsbeeld bleken altijd weer nieuwe betekenislagen te vinden. Zo sjokte ik dagelijks met kunstliefhebbers door de stad. ’s Ochtends het Empire State Building, daarna het MoMA, aan het einde van de middag China Town en vervolgens stevig doorzakken in een pianobar in Greenwich Village. Tussendoor het juiste linnengoed regelen in het hotel, rondleidingen doen in de musea, een half uurtje afzonderen van de groep voor een bezoekje aan de kapper in Soho. Als laatste in bed, als eerste eruit. Gelukkig leeft New York inderdaad 24 uur per dag en heeft het een eenvoudig stratensysteem. Sindsdien doe ik vakliteratuur in het Engels, is improviseren met publiek een uitdaging en in je eentje verdwalen in Harlem een mooie herinnering. New York was in die jaren nog steeds de stad van Andy Warhol. Zijn ateliers waren gemakkelijk terug te vinden en Union Street toonde nog steeds dezelfde filmset. Op de vlooienmarkt aan Columbus Avenue leek alles van waarde omdat Warhol er altijd
20
Straatbeeld in New York. had gekocht en in de bookstores kon je gesigneerde uitgaven kopen van de zoveelste beschrijving van ‘My years with Andy’ door de zoveelste Warhol-superstar. Het Chelsea Hotel was van de kunstenaars en nog niet van popmuzikanten die er hun vriendin kwamen vermoorden, en de PopShop van Keith Haring was een gewoon kunstproject waar je Amerikaans vriendelijk geholpen werd wanneer je iets wilde kopen. Je hoefde geen roze-getinte popbril te dragen om het allemaal te zien. Elk straatnaambordje, reclame-
billboard en verkeerslicht, elke typisch Amerikaanse truck, taxi en gebouwencombinatie leken een foto waard die thuis eenmaal opgeblazen veranderde in een echte Rosenquist. Alles paste in het kader, was interessant en moest - al was het maar in gevoel - mee naar huis want ‘greed was good’ in die jaren. Maar in 1987 beleefde Wall Street de ergste krach sinds 1929, en overleed Andy Warhol. In 2001 ging ik terug, nu om de stad aan mijn kinderen te laten zien. De dependances van het Guggenheim werden
vervangen door het Museum of Natural History en de pauzes in Central Park werden langer. Ik zag geen galeries meer in small cobblestone side streets maar herkende nog genoeg pop art in de Disney Store. Precies een maand voordat de vliegtuigen het World Trade Center binnenvlogen, stonden we op het dakplatform, te genieten van het uitzicht. De kids waren onder de indruk, de lift bereikte inderdaad de 107de verdieping in 58 seconden en ze waren lamgeslagen, collectief met de rest van de wereld, toen net nadat ze
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Warhol naar Wall
op school waren uitverteld de bekende beelden via de televisie binnenkwamen. Het duurde jaren voordat ik weer zin kreeg om terug te gaan. Zelfs als ik in de buurt was, ging ik met een bocht om New York heen. Ik hoefde Ground Zero niet te zien, het was teveel en het was niks. Tot zich vorige maand een te mooie gelegenheid voordeed. In het vliegtuig las ik: “…an epidemic of leggings is not the only sign that the world is revisiting the decade of the 80’s…”. Ik
raakte vastbesloten er géén sentimental journey van te maken en verheugde me erop helemaal alleen door mijn lievelingsstad te kunnen lopen, zonder iets aan iemand uit te hoeven leggen. Internet deed het werk dat ik vroeger zelf moest doen en wapende me met een overzicht van exposities die ik wilde zien. De Warhol-plekken die ik wilde bezoeken, wist ik zo nog wel. Maar de officiële museumsite van de stad bleek weinig actueel, en ik raakte er voor het eerst de weg kwijt. Het water kwam met bakken uit de lucht en toen ik
21
grinnikend aan Warhol vroeg: “Is it raining?”, antwoordde hij: “I think they’re spitting at us”. Bij snoepreisjes heeft altijd iemand anders de wikkel in handen. Ik leerde meer over te dure wijn dan me lief is en ontdekte dat limousines lang niet zo leuk zijn als de metro. Kwam Robert de Niro en zoontje niet meer tegen in Heckscher Playground maar at te lang en te veel in zijn te trendy restaurant. De geschilderde Coca Cola logo’s op de gebouwen waren zo vervaagd dat je ze bijna niet meer herkende en Times Square overschreeuwde zichzelf harder dan pop art ooit gedaan heeft. 231 East 47th Street, Warhols eerste Factory, stond in de schaduw van een lelijk kantoorgebouw waar mensen werken die nooit van hem hebben gehoord. De redding kwam van het MoMA, waar je door de moderne kunstgeschiedenis kunt wandelen als door Jansons fameuze History of Art. Het was er te druk om te kunnen verzuipen in Monets vijvers of in One, Jackson Pollocks masterpiece of the drip. De pop art afdeling was behoorlijk gekrompen en dat verbeeldde ik me niet. Maar op de bovenste verdieping was een retrospectief van Jeff Wall en zijn werk bleek helemaal thuis te horen in dit museum. Net als de waterlelies en de drippings trekken ze je mee in hun picturale ruimte. En net als Warhol geeft Wall genoeg te zien en te ontdekken om over na te denken. Overeenkomsten tussen Warhol en Wall zijn er in de keuze voor het realisme en de manier waarop schilderkunst en fotografie versmelten. Maar door de wijze waarop Jeff Wall popthema’s vastspijkert aan conceptuele strategieën is het geen eenvoudige koppeling. En de verschillen zijn veelvuldig. Warhol was, als iedere goede kunstenaar, een intellectueel in de manier waarop hij weigerde in zijn leven opgedane wijsheden voor feiten aan te nemen. De in
enorme hoeveelheden lezende en publicerende Wall is er een in de traditionele zin van het woord. Warhol wilde boven alles een kunstenaar zijn en richtte daar zijn hele leven op in, Wall is de hoogleraar kunstgeschiedenis die zich liever bezighoudt met onderzoek naar het werk van anderen, iemand die zich beter op zijn gemak voelt in de omgeving van de universiteit dan van de academie. Warhol verklaarde geld tot kunstvorm, Wall heeft een hekel aan businessfetisjisme. Warhol wilde werken als een machine, zonder gevoelens en enige vorm van individualiteit, Wall vindt de sociale dimensies in kunst heel belangrijk. Wall gaat verder dan Warhol. Of, zo je wilt, gaat daar ver-
‘I think they’re spitting at us.’ der waar Warhol ophield. De psychologische intensiteit, het fysieke drama en de ruimte die de figuren in zijn werk innemen maken de imaginaire reikwijdte van Walls beelden groter dan die van Warhol. Het retrospectief van Jeff Wall in het MoMA toont dertig jaar werk in krap veertig foto’s. Alle in de backlit transparency techniek: foto’s in verlichte kasten zoals we die kennen van de advertenties in bushokjes. Wall was de eerste die dit medium vanuit de reclame de kunst binnenbracht. Daarmee raakt hij, net als Warhol, de commerciële cultuur van binnenuit. Ook in de wijze waarop Wall’s foto’s tot stand komen zitten parallellen met Warhol door in fotografie elementen van schilderkunst, film en propaganda op te nemen. Wall maakt zijn foto’s zoals een
regisseur films maakt, “staging and restaging the scenes”. Warhol was de eerste beeldend kunstenaar die zich regisseur noemde én zich daarnaar gedroeg. De weergave van het leven om hem heen zoals het was, was Warhols grootste doel. Daarmee trok hij de stad New York als vanzelf mee in zijn werk. Zijn Disasters en Suicides lijken wel voorbodes van september 2001. Sinds die historische dag lijkt alles in de stad op een Wallachtige manier in scène gezet en gecontroleerd te worden. Warhol en Wall, ieder in hun tijd, schilderen het moderne leven, het leven in New York. Opvallender nog dan de overeenkomsten tussen beide kunstenaars bleken die tussen hun werk en New York. De stad die eerst zo lang van Andy Warhol was geweest en nu toebehoort aan de Canadees Jeff Wall. De stad die sinds 9/11, net als de werken van Wall, een experiment is geworden van vervreemding, van zichzelf losmaken van de rest van de wereld. New York is er altijd bedreven in geweest de eigen geschiedenis uit te gummen. Door Wall zag ik, op de valreep, dat de stad ook weer opbouwt en zo een heel nieuwe manier vindt om die geschiedenis eer aan te doen. In de taxi op de terugweg naar het vliegveld zag ik hoe Wall elke straathoek in bezit had genomen. Een gehandicapte man zonder benen zat in een rolstoel, starend naar zijn misvormde handen, gekleed in blauwe jas voor een oplichtende advertentie in dezelfde kleur met daarop een slagzin van Continental Airlines: “Once again, we’ve been put in our place…” Dat is, nog steeds, precies waar New York zo goed in is.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
&JOEFYBNFOFYQPTJUJF KVMJVVS 0QMFJEJOH"VUPOPNF#FFMEFOEF,VOTU0QMFJEJOH7PSNHFWJOH %PDFOUFOPQMFJEJOH#FFMEFOEF,VOTUFO7PSNHFWJOH UFMFGPPO
XXXIT[VZEOMBCLN =D<:H8=DDA
O J N9
8ZX[\d`\9\\c[\e[\Blejk\eDXXjki`Z_k
#POOFGBOUFONVTFVN .BBTUSJDIU -BVSB0XFOT TDIJMEFSJKFOTUVEJFT XXXCPOOFGBOUFOOM
UZS_
1^UWCM^P 3QQ^X
ÓÊ Ê/ÉÊÎäÊ1 ÊÓääÇ
"*Ê" / \Ê"1 Ê-* 8Ê , Ê-/, /
ä{ÎÊÊÎxäÊxxÊxxÊUÊ777°/ / , /6,/"° ä{ÎÊÊÎxäÊÎäÊxäÊUÊ777° /6 ,6"°
Ê / Ê"6 ,Ê 1< Ê6"", , -/ 1 Ê ,1 ," Ê Ê6
22
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
De soundtrack bij de schilderijen van Clare Rojas
Clare Rojas opent als Peggy Honeywell haar expositie in Het Domein. Op de achtergrond haar werk.
Museum Het Domein heeft vaak exposities uit de wereld van skaters, graffiti en surfers. Op het eerste oog past Clare E. Rojas naadloos in dat rijtje. Maar ze blijkt niets te hebben met urbane cultuur. “Mijn werk gaat eerder over het ontvluchten van de stad” door Emile Hollman
S
chijn kan dezer dagen bedriegen in Het Domein, het Sittardse museum waar kunst in een maatschappelijke context wordt gepresenteerd. De laatste jaren kregen kunstenaars uit de straatcultuur zoals Ed en Deanne Templeton, Barry McGee, Mark Gonzales en Thomas Campbell er een tentoonstelling. De wind blijft uit California waaien. Want ook de kunstenaars die verantwoordelijk zijn voor The Burning House, nu in het museum, komen er vandaan, net als Clare Rojas. Opvallend genoeg blijkt die laatste weinig op te hebben met San Francisco, waar ze woont. Bij haar tentoonstelling ‘Forget me not’ in Het Domein is geen catalogus verschenen maar ver-
rassend genoeg een kinderboek, al spreekt de kunstenares zelf liever van een ´folk tale´. Een verhaaltje over een rode vos en een blauw hert die altijd samen optrekken en in gestileerde, bijna dromerige landschappen met frisse bloempjes en kwetterende vogels hun vriendschap celebreren. “Het heeft wel wat klefs”, zegt Clare Rojas, “maar hier gaat mijn werk in essentie wel over: lief zijn voor elkaar, elkaar helpen. Ik weet dat iederéén zijn mond vol heeft van liefde en respect maar het gaat erom dat je het in de praktijk brengt.” Rojas groeide op in Ohio. Amerikaanse moeder, Peruaanse vader, twee broers. Iedereen speelde wel een instrument thuis. Al vroeg schreef Clare songteksten. Ze begeleidde zichzelf op de gitaar. Moeder
23
was een gepassioneerd quilter, hetgeen gevolgen zou hebben in de beeldende kunst van haar dochter. Want de symbolen, de patronen en de stijlen van de quilts – doorgestikte dekens - doemen altijd op in haar werk. Clare Rojas componeert, schrijft, schildert, maakt grafiek en video. “In al die disciplines vertel ik hetzelfde verhaal. Mijn muziek is als het ware de soundtrack bij mijn schilderijen.” Die soundtrack bestaat uit zeer delicate luisterliedjes, die doen denken aan de breekbare songs van de Cowboyjunkies. Bij elke tentoonstelling speelt Rojas onder de naam Peggy Honeywell enkele songs. “Liedjes kun je nog dagen met je meedragen, een schilderij laat je achter aan de muur. Ik denk dat een song ook veel meer emoties losmaakt dan een
schilderij. Toen ik mijn opleiding tot beeldend kunstenaar genoot, voelde ik me gefrustreerd omdat ik in mijn schilderijen niet helemaal kon uitdrukken wat ik wilde zeggen. Muziek bleek een perfecte aanvulling.” Op de School of Design van Rhode Island leerde ze prints maken en ook die expertise valt op in haar werk. Vaak zijn haar afbeeldingen ongelaagd, strak van kleur, en vermenigvuldigt ze symbolen, beelden of patronen die ze van het quilten heeft afgekeken. Via Philadelphia kwam ze in Chicago terecht en sinds een jaar of vijf jaar woont ze in San Francisco. Haar carrière nam een enorme vlucht, haar werk is normaliter niet meer te betalen voor een museum als Het Domein. Het is de menselijke maat die voor haar het verschil maakt. “De kunstwereld heeft doorgaans een broertje dood aan kunstenaars met kinderen.” Rojas raapt haar beelden niet op van de straten in de stad waar zij woont zoals haar echtgenoot Barry McGee dat doet. “Mijn werk gaat eerder over het ontvluchten van de stad. Voor mij betekende de verhuizing vanuit de Midwest naar San Francisco een enorme cultuurschok. Ik voelde me zowat een buitenaards wezen. Men is er zo individualistisch ingesteld: iedereen kijkt een andere kant op. San Francisco wordt bewoond door een soort stadsnomaden die het er een aantal jaren uithouden, dan alles uit hun handen laten vallen en vervolgens verder trekken naar de volgende stad. Waar ik vandaan kom, speelt het familieleven een veel grotere rol, iedereen blijft bij elkaar. In SF heb ik geen gevoel voor broederschap of zusterschap kunnen ontdekken.” De beelden van Clare Rojas, vaak fijntjes geschilderd op houten panelen of papier, eventueel ingelegd in een bedje van quilt, doen denken aan sprookjes uit een dromerige wereld maar wereldvreemd zijn ze bepaald
niet. “Mijn werk bemoeit zich niet met de wereldproblemen maar maakt wel gewag van zaken die impact op vrouwen hebben. Daarbij wil ik per se niet de mooie dingen in het leven vergeten in te vullen. Ik vind het veel uitdagender om dat te laten zien dan ellende.” In de ‘catalogus’ staat zij zichzelf toe om woorden te gebruiken, in haar beeldend werk doet ze dat pertinent niet. “Woorden kunnen een gevaarlijke impact hebben waarvan je als kunstenaar maar moeilijk de reikwijdte kunt inschatten. Woorden zouden mijn schilderijen zomaar kunnen ontkrachten.” In de schilderijen van Rojas verhouden vrouwen zich tot dieren en mannen. Hebben de mannen in het werk van haar echtgenoot joekels van wallen onder de ogen, bij haar worden ze op hun nummer gezet doordat de schilder hen dwingt de pose aan te nemen die vrouwen vaak aannemen in reclame of de bladen. Hun snorren zijn vaak potsierlijk en hun edele delen verandert ze graag in een (kwispelende of hangende) staart. Ze kan behoorlijk pissed zijn als haar verweten wordt geobsedeerd te zijn door penissen. “Mijn werk gaat niet over seks. Mijn werk gaat eerder over macht, onderdrukking, exploitatie.” De vrouwen in haar werk lijken het allemaal aan te kunnen. En als ze al bedreigingen aan de orde stelt dan doet zij dat bij voorkeur tongue in cheek. In haar videowerk doet het aan Monthy Python denken, via snel opkomende en verdwijnende cartooneske tekeningen karikaturen maken van modellen uit de glossy’s. “Er zijn mensen die me vragen deze problematiek explicieter aan de orde te stellen. ‘Waarom gebruik je geen beelden uit de porno-industrie?’ Maar dat wil ik niet. Dan zou ik me op het niveau begeven dat ik juist wil bestrijden.” Clare E. Rojas, Forget me not. T/m 5 augustusi in Het Domein.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
AmadèO
13.7 – 22.7.2007
Expositieruimte Natuurhistorisch Museum Maastricht
6. Internationaal Kamermuziekfestival in Aken (D) en Vaals(NL) 6. Internationales Kammermusikfestival in Aachen (D) und Vaals (NL) 6. International Chambermusicfestival in Aachen (Germany) and Vaals (NL)
N Architecten zoekt
Ontwerper/Architect
Academia Musica
met internationaal bekende musici mit international bekannten Musikern with well-known international musicians
da Camera
www.euriade.net
0031 (0)45 5620680
Kamermuziek/chambermusic
Koningsplein 16 6224 EC Maastricht Nederland
Prix d’AmadèO-Jeunesse de Piano 2007 13.7. – 14.7.2007 – Schloss Rahe, Aachen/Laurensberg (D)
T +31 (0)43 408 18 27
AmadèO Musica da Camera 2007
F +31 (0)43 362 87 90
15.7. – 22.07.2007 – op diverse locaties/in several locations
E
[email protected]
Opening AmadèO Musica da Camera 2007 15.7.2007 – 14.00 uur – Pauluskerk (church), Vaals (NL)
Ten behoeve van de afdeling WELZIJN, bureau VITRUVIANUM. Vitruvianum is
Functie-eisen U beschikt over een academisch denk - en werkniveau (TU
een centrum voor architectuur in de Euregio Maas-Rijn, dat de ruimtelijke kwaliteit
Bouwkunde / Academie van Bouwkunst / Cultuurwetenschappen / Kunstge-
van de bebouwde omgeving wil stimuleren door publieksactiviteiten, studie en
schiedenis met afstudeerrichting architectuur). U bent bekend met het Heerlense
onderzoek in Parkstad Limburg en de Euregio Maas-Rijn. Architectuur omvat niet
/ Parkstedelijke culturele leven en op de hoogte van regionale en (inter)nationale
enkel bouwkunst, maar ook stedenbouw, landschapsarchitectuur en monumen-
ontwikkelingen in (interieur)architectuur, landschapsarchitectuur en stedenbouw.
tenzorg. Al sinds 1995 zet Vitruvianum zich in voor de bewustwording op het
U beschikt over uitstekende communicatieve vaardigheden. U hebt ervaring in de
gebied van architectuur, openbare ruimte en behoud van erfgoed. Hierbij wordt
omgang met architecten en collega- beleidsmakers en bent thuis in het huidige
zowel naar historische als hedendaagse architectuur gekeken. Vitruvianum is sinds
architectuurdebat. U bent een teamspeler en hebt de ambitie om leidinggevende
2003 gehuisvest op de vierde etage van het Glaspaleis, een architectuurhistorisch
taken te verrichten. Kennis van moderne talen (Duits / Engels) is vereist.
Graphic design: Polka Design graphic designers – Gemälde/paintings: Rafael Ramírez
N Architecten
m/v, AVB-TU
belangrijk gebouw uit 1935 van de Heerlense architect Frits Peutz, dat gerenoveerd werd door Wiel Arets en Jo Coenen.
Vitruvianum zal in de nabije toekomst nauwer gaan samenwerken met Stadsgalerij Heerlen, dus affiniteit met en kennis inzake kunst, en kunst in de openbare ruimte
Om verder vorm te geven aan onze ambities zoeken wij voor Vitruvianum een nieu-
in het bijzonder, is een pré.
we collega voor de functie van:
Programmamedewerker/plv hoofd Vitruvianum
M/V
0.8 fte voor de duur van 1 jaar (vac.nr. 07 030)
Functie-informatie U adviseert en ondersteunt het hoofd inzake beleidson-
Salaris Het salaris bedraagt maximaal e 3.639,00 bruto per maand (schaal 10).
twikkeling op het gebied van architectuur en de geschiedschrijving hiervan; u onderzoekt mogelijkheden van subsidieverwerving en sponsoring. U initieert,
Sollicitaties Belangstellenden kunnen hun sollicitatiebrief onder vermelding
coördineert en organiseert publieksactiviteiten en educatieve projecten tbv kennis-
van vacaturenummer op brief en enveloppe voor 16 juni 2007 zenden aan dhr.
overdracht. U doet onderzoek naar actualiteit en geschiedenis van de architectuur
G. Heldens, hoofd van de afdeling Welzijn van de gemeente Heerlen, Postbus 1,
en het architectuurbeleid in de Euregio. Daarnaast heeft u als plv hoofd de zakeli-
6400 AA Heerlen of per e-mail naar
[email protected].
jke en inhoudelijke leiding indien het hoofd afwezig is, verzorgt u de communicatie
Nadere inlichtingen over deze functie kunnen worden ingewonnen bij Paul Kuiten-
met interne en externe partijen en treedt u op als representant van Vitruvianum.
brouwer, hoofd a.i.. Vitruvianum,
[email protected].
24
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
expats
de schatkist van
Vicious V
foto Perry Schrijvers
Antoine ‘Tu Wann’ Pütz Zanger/gitarist van rockgroep 21 Eyes of Ruby
G
eboren: 10 maart 1970, Heerlen Hoeveel bands heb je al versleten? Genoeg... Jullie openen Bospop! Ja, lekker in de natuur met Blondie, en rocken! En meteen maar een dubbel-cd ertegen aan gooien: Conquer the world! Tikkeltje overmoedig? Juist helemaal niet, het gaat veeeeel te langzaam... Leg uit, 21 Eyes of Ruby? 21=Tu Wann + “through the EYES OF RUBY”, een Smashing Pumpkins nummer. Omschrijf jullie muziek eens? Complex- alt-gtr-rock. Gooi Tool, SP, The Fall of Troy, The Mars Volta & Motorpsycho in de blender, en doe er onze typische drive bij... Waar is Conquer the World part 1? Alleen online. Veel ruzie in de band? Gelukkig wel! Wat gebeurt er met je als de show begint?
Behoorlijk veel, soms weet ik niet wat. Welk concert zal je het langste heugen? Het voorlaatste Motorpsycho concert met Geb op drums in Utrecht 2004, waar ik niet bij kon zijn...damned. Mooiste plaat aller tijden? Uiteraard niet te beantwoorden, maar als je Pinkerton van Weezer snapt ben je mijn vriend! Het verhaal gaat dat je in een hol met cd’s woont? Ach niet waar! Er staan ook amps, cabs, minidiscs, gitaren, basgitaren, een drumstel en een computer met 50 GB aan muziek in iTunes... Wat staat er allemaal in die cd-kasten? Behalve de bovengenoemde ook vooral Pinback en Metallica. Verder Weezer, At The Drive-In, Pixies, The Police, Beatles, Abba, Kiss, PinkFloyd, Peter Gabriel, Frank Zappa & Miles Davis. Wie is je held? De vorige paus, die bleef maar doorgaan. Welke film moet je nog eens gaan zien? The Silence of the Lambs.
Je meest dierbare plek? Een vreedzame.
Wat is je motto? ‘Meer is meer’ De plek waar je steeds naar terugkeert? Muziekkamer. Wat is het mooiste dat je ooit gezien hebt? Naast een zonsondergang en een vrouw op haar hoogtepunt, denk ik het haar van Alex, onze bassist... Wie zou je graag willen ontmoeten? Holly Marie Combs. Nee, niet Alyssa. Wat is je meest kostbare bezit? Mijn vrijheid, gezondheid, moeder en vriendin. Mooiste zin van de nieuwe cd? sometimes there’s need to cry some people said goodbye oh why I wish that they’d come back but all I see is a hole that’s black
ertaling Grieks, de eerste twee uur op donderdag. Papa fume une pipe-achtige zinnen in een dode taal. Van Gurp, een joviale man met het rijzige postuur van een zwaargewicht judokampioen, scharrelde tussen de tafeltjes door. Hij verveelde zich. Ook als wij behoorlijk presteerden, viel er wat het Grieks betreft weinig voor hem te beleven. De leraar natuurkunde had tenminste nog een schaakclub en leverde de technici voor de jaarlijkse SJOO. Maar daar werd geen Euripides meer opgevoerd of Plautus. Van Gurp en de zijnen moesten het doen met een schoolreisje langs de Moezel, op en neer naar Trier. Mijn vader las ooit Ovidius tijdens de catechismusles, waarvan hij wegens gebrek aan geloof was vrijgesteld door de Jezuïeten. Zij vreesden zijn opruiende invloed. Mijn moeder vertelde uit verbazing over onze lessen hoe zij in verschillende dialecten en weet ik hoeveel genres eindexamen had gedaan. De meesterwerken drongen niet meer door tot de schoolbanken sinds de Mammoetwet, zoveel was duidelijk. Van Gurp hield van agenda’s van meisjes die van paarden hielden. Hij informeerde naar het welzijn van Diego of Rocket, om er steevast aan toe te voegen dat hij niet snapte waarom het paard niet allang voor een jongen was verruild. De paardenfoto’s en getekende portretten inspireerden hem tot wilde speculaties over het soort jongen waar Nathalie of Petra heimelijk van droomden. En als het vertaalwerk gedaan was, wilde hij nog wel eens over de Romeinse gewoonte van het bacchanaal uitweiden. Niet omdat deze vrolijke huisvader er een dubbelleven op na hield, maar omdat hij er van genoot de paardenmeisjes aan het blozen te krijgen. In mijn agenda stonden in het begin vooral tekeningetjes van blote vrouwen en mannen en vieze woorden, die uitgescheurd en tot minipakketjes verfrommeld aan klasgenoten werden verstuurd. Mertens, de priester die Latijn gaf, kon er niet om lachen. Bij Van Gurp hield ik ze angstvallig verborgen, zijn spot zou dodelijk zijn en jaren aanhouden. Ook ik versierde mijn bladzijden, maar dan met citaten van dichters en songwriters en de politieke leuzen en logo’s van die tijd. Ban de bom. Abortus vrij. Mijn jargon werd door de leraar aardrijkskunde op de hak genomen. In verkiezingstijd hing hij een VVD poster op in zijn lokaal. Haast on-katholiek zocht hij met mij en mijn beste vriendin de discussie over Zuid-Afrika, Rusland en China, de Amerikanen, Indonesië, en andere eindexamenonderwerpen. Als we zaten te kletsen klonk het bars, maar welgemeend: “Wil de Wereldwinkel haar vergadering staken?” Mijn Wereldwinkelcollega, die zich net zo min als ik met de handel in eerlijke producten bezighield maar een punkbandje had en de lesbische liefde propageerde, reed pony. In haar weekoverzichten geen Shadow of Winnie-toe, laat staan satijnen trofeeën, maar hooguit een met een sigarettenpeuk uitgebrand anarchistenteken. Ze keek neer op de dames van de dressuur, de meisjes en hun springpaarden. Zij crosste met haar ponyclubvriendinnen het hele weekend door eikenbosjes, langs zandverstuivingen en over karrensporen tussen Melick en Sint Odiliënberg. Soms sloegen ze ergens hun tenten op en dronken tot diep in de nacht bier bij een kampvuur. Ik weet niet meer of haar pony Vicious heette, maar zelf heette ze Zip, van zipper. Heel wat anders dan het Hortense waarmee haar ouders haar bij het gemeentehuis hadden ingeschreven. Dramaturg en radiomaker Fransien van der Putt (Winschoten, 1965) groeide op in Roermond en studeerde theaterwetenschap in Amsterdam. Van
www.21eyesofruby.com
1990 tot 1997 schreef zij in het tijdschrift ‘Notes’. Tot 2003 maakte zij een
cd Conquer the World part 2 & 3 is
wekelijks radioprogramma voor de illegale Amsterdamse zender Radio100.
op 31 mei gepresenteerd
Momenteel is ze bezig met een onderzoek naar het gebrek aan beschouwelijkheid in de Nederlandse dans. Expats is een estafettecolumn. De volgende deelnemer is Wiel Seuskens.
25
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
• • • • •
Concertserie in het Theater aan het Vrijthof - Maastricht 12, 13, 17, 19 en 20 juli·aanvang 20.15 uur·losse kaarten €18/ €14·Verkooppunt: De UITbalie, Vrijthof 47 ·T: + 31 (0)43 3505555·www.theateraanhetvrijthof.nl
donderdag
12
vrijdag
Ludwig van Beethoven: Serenade in D, op. 25 Peter-Lukas Graf, fluit Peter Brunt, viool Liesbeth Steffens, altviool Wolfgang Amadeus Mozart: Pianokwartet in g, KV 478 Peter Brunt, viool Sven Arne Tepl, altviool Maarten Mostert, cello Frans van Ruth, piano Franz Schubert: Kwintet in C, D 956 Ad Libitum Kwartet Stefan Metz, cello
donderdag
19
13
dinsdag
Joseph Haydn: Strijkkwartet in C, op. 20/2 Rubens Kwartet
Ludwig van Beethoven: Strijkkwartet op. 18/2 Vogler Kwartet
Ludwig van Beethoven: Serenade op. 8 Adrian Berescu, viool Liesbeth Steffens, altviool Stefan Metz, cello
Jörg Widman: Strijkkwartet no. 4 (Nederlandse première) opgedragen aan het Vogler Kwartet ter gelegenheid van hun 20 jarig bestaan Vogler Kwartet
Franz Schubert: ‘Der Tod und das Mädchen’ en andere Liederen Miranda van Kralingen, sopraan Claar ter Horst, piano
Franz Schubert: ‘Die Forelle’ en andere Liederen Miranda van Kralingen, sopraan Noam Greenberg, piano
Franz Schubert: Strijkkwartet in d, D810 ‘Der Tod und das Mädchen’ Rubens Kwartet
Franz Schubert: Kwintet in A, D667 ‘Die Forelle’ Tim Vogler, viool Jürgen Kussmaul, altviool Stefan Metz, cello Christoph Meyer-Borghardt, contrabas Noam Greenberg, piano
vrijdag
Ludwig van Beethoven: Strijkkwartet in Bes, op. 18/6 Leonis Kwartet Franz Schubert: Pianotrio in Bes, D898 Zürcher Pianotrio
17
Ludwig van Beethoven: Septet in Es, op. 20 Anke Dill, viool Isabel Charisius, altviool Joel Marosi, cello Christoph Meyer-Borghardt, contrabas Johannes Peitz, klarinet Bence Boganyi, fagot Paul van Zelm, hoorn
20
Franz Schubert: Strijkkwartet in a, D 804 ‘Rosamunde’ Leonis Kwartet v
Antonín Dvorák: Pianotrio in e, op. 90 ‘Dumky’ Devich Trio Pjotr Iljitsj Tsjaikovski: Strijkkwartet no. 2 in F, op. 22 Atrium Kwartet
8 - 22 juli: Orlando Festival in Kerkrade Concertserie in de Aula Major Rolduc, Heyendallaan 82, Kerkrade 8 – 14 juli dagelijks om 20.00 uur losse kaarten €7,50 / €5,Reserveren niet nodig, kaartverkoop aan de kassa van de Aula Major vanaf één uur voor aanvang van het concert. Concertserie in het Theater Kerkrade Theaterpassage 2, Kerkrade 15 – 21 juli dagelijks om 20.30 uur (behalve donderdag 19 juli) losse kaarten €18,-/€16,20 en €14,-/€12,60. Verkooppunt: Parkstad Limburg Theaters T: + 31 (0)45 5716607 www.parkstadlimburgtheaters.nl
Masterclasses in de Rococo bibliotheek Rolduc, Heyendallaan 82, Kerkrade Blaaskwintetten door Peter-Lukas Graf 9 – 14 juli dagelijks om 9.15 / 11.00 / 13.45 / 15.30 uur Strijkkwartetten en pianotrio’s door Eberhard Feltz 16 – 21 juli dagelijks om 9.15 / 11.00 / 13.45 / 15.30 uur Vocale Interpretatiecursus Aula Minor Rolduc, Heyendallaan 82, Kerkrade door Miranda van Kralingen en Tan Crone 16 – 21 juli dagelijks om 9.15 / 11.00 / 13.45 / 15.30 uur
Het programma van de Masterclass en de Vocale Interpretatiecursus is te vinden op www.orlandofestival.nl Dagkaarten voor de Masterclass en de Vocale Interpretatiecursus zijn verkrijgbaar op het festivalsecretariaat op Rolduc. Orlando Festival Piet Heinkade 5 1019 BR Amsterdam T: +31 (0)20-5191870 F: +31 (0)20-5191871
[email protected] www.orlandofestival.nl
Het Orlando Festival wordt mede mogelijk gemaakt door:
26
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
De stad is dood, leve de stad! door Maaike Lauwaert
I
n een willekeurige trein ergens in Nederland raken op een bankje achter me twee mannen aan de praat. Na een korte kennismaking gaan ze al snel over tot een andere manier van verbroedering: samen zingen. Ze zingen flarden van een aantal Bob Marley-nummers. Eén van de twee mannen heeft duidelijk de leiding, hij kent de tekst (“Good friends we lost, along the way”), de gitaarbegeleiding (thang thangelang) en de drumsolo’s (tacketacketack). Een andere treinreis wordt onaangenamer verstoord: door een hand-held gaming device waarvan het volume op maximum staat. Het duurt even voor de norse moeder haar dochter vertelt dat ik, als medepassagier, last heb van het geluid. Ik probeer namelijk te lezen... Treinen zijn een compacte ophoping geworden van mensen die hun persoonlijke ruimte afbakenen via elektronische, vaak multimediale apparatuur: MP3 spelers, laptops, handheld spelcomputers, mobiele telefoons. Het zijn apparaten die allemaal geluid ‘lekken’. Op de internationale treinen van België naar Nederland wordt er aan deze cocktail nog een ander element toegevoegd: dat van de paspoortcontrole. De Marechaussee neemt mensen zonder paspoort mee, die mogen Nederland niet in. Behalve leuke Nederlandse meisjes, die mogen blijven zitten, ook zonder paspoort. De buitenlanders moeten mee. Ook een jonge moslima die, helemaal in de war, naar de begrafenis van haar moeder onderweg is. Of een kunstacademiestudent die uit financiële overwegingen net over de Belgische grens is gaan wonen. Al deze treinervaringen zijn
Overzicht van het NK Gaming in 2007. foto Vincent van den Hoogen doorgaans een bron van ergernis voor me. De laatste serie treinreizen was ik echter Mediapolis. Populaire Cultuur en de Stad van Alex de Jong en Marc Schuilenburg aan het lezen en het leek wel of al deze incidenten wilden illustreren hoe pertinent hun boek is. In Mediapolis wordt namelijk betoogd dat de stad veel meer is dan haar fysieke structuur. De stad wordt beïnvloed door, en beïnvloedt op haar beurt, de populaire cultuur. “Nu die steden zich verheffen van hun grondvesten, verliest het begrip stedelijkheid zijn eenduidigheid. De stad is niet meer. Een wereld die bezet is door de beelden en klanken van de populaire cultuur vraagt daarom om een nieuwe theorie van de stad”. Tot die theorie willen zij een eerste aanzet geven door systematisch een aantal relaties tussen stad en populaire cultuur te behandelen. Het eerste deel van het boek bespreekt drie aspecten van wat de auteurs
27
omschrijven als ‘Virtuele stedelijkheid’. De militarisering van de openbare ruimte wordt via de relatie tussen computerspellen en de stad behandeld. De cultuur van controle wordt geïllustreerd aan de hand van het begrip ‘Urban Container’: van de buitenwereld afgezonderde complexen waarin wonen, werken, winkelen en tal van andere functies zijn gecombineerd. Ze hebben vaak geprivatiseerde bewaking; binnenhouden en buitensluiten is het mechanisme waar deze stedelijke containers op gebaseerd zijn. Ten slotte dringt zich de vraag op wat deze beide ontwikkelingen betekenen voor de publieke ruimte, voor het leven op straat. In een gemilitariseerde openbare ruimte die gefundeerd is op controle, is het verzet daartegen voor een groot deel de virtualiteit (internet, games) ingeduwd – de straat is dood, leve het wereldwijde web! Het tweede deel van het boek, Sonische Stedelijkheid, gaat over
een doorgaans onderbelicht aspect in het denken en schrijven over de stad: namelijk muziek. Deze immateriële, sonische stedelijkheid creëert tijdelijke en vluchtige verbanden die desondanks niet hoeven onder te doen voor de bestaande fysieke stedelijke ruimte. Het boek sluit af met een beschouwing over Nodale Stedelijkheid: de stad is niet langer een fysieke opeenhoping van mensen, gebouwen en infrastructuur, maar een complex schakelbord van veelal digitale netwerken. De stad kan niet meer gedefinieerd worden in louter fysieke systemen, de stad is virtueel, connectief, multimediaal en interactief. Kortom: de stad zit in de laptop, de stad is een verzameling mensen die verbonden zijn via een wereldwijd digitaal netwerk. De schrijvers van ‘Mediapolis’ gebruiken populaire media om het 21e eeuwse begrip stad te analyseren. Wat het boek rijker had gemaakt is een kritische kijk
op alle gepresenteerde processen van veranderende stedelijkheid vanuit een economisch perspectief. Het begrip Urban Container bijvoorbeeld is ook te duiden in laatkapitalistische termen. Je zou het ook een Consumer Container kunnen noemen: wie geen geld heeft en dus niet kan consumeren wordt buiten gesloten, zodat de mensen die wél geld hebben hun gang kunnen gaan. Bij de ontwikkeling van games zie je een model waarbij de samenstelling ervan steeds meer bij gebruikers komt te liggen. Zo produceerden de fans van het populaire computerspel SimCity tot negentig procent het spel The Sims. Dat creëert een systeem waarbij grote bedrijven zoals computerspelgigant Electronic Arts kunnen rekenen op veel onbetaalde arbeid van fans. Alex de Jong & Marc Schuilenburg, Mediapolis. Populaire Cultuur en de Stad. Uitgeverij 010, Rotterdam.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
De draaglijke lichtheid van het bestaan
family affair
door Emile Hollman
Govert Derix (Horst, 1962) is filosoof en schrijver, zijn broer Egbert (Horst, 1969) is pianist, componist en docent. Een ontmoeting op maandag in de Heerlense Stadsgalerij. “Misschien hebben we elkaar leren kennen via de muziek.”
G
overt: “Moeder stond veertig jaar voor de klas. Dat was bijzonder in een boerengezin waar alle meisjes naaister werden. Vader was journalist. Door de aanwezigheid van veel boeken ben ik enorm gestimuleerd om te gaan lezen. Op de oude Erica-typemachine begon ik al heel jong te tikken, eigen sciencefictionverhalen.” Egbert: “Muziek speelde geen rol thuis. Onze ouders stimuleerden ons wel om muziek te maken maar het waren geen liefhebbers. Heel typisch: als er een documentaire op televisie was over Glenn Gould of Herbert von Karajan dan vond mijn vader dat bijzonder interessant. Maar zelf musiceerde hij niet.” Govert : “Muziek kwam van buitenaf. Via Robbie Nabben, een vriendje in de straat, hoorde ik Beethovens Eroica. In letterlijke, existentiële zin ging er een universum voor me open dat nooit meer dicht zou gaan. Ik nam pianoles maar dat verwaterde na een paar jaar toen ik filosofie ging studeren in Rotterdam. Als ik in het weekeinde thuis kwam, zat Egbert achter de piano.” Egbert: “Ik ben relatief laat begonnen met spelen. Ik wilde eigenlijk rockgitarist worden. Eerlijk gezegd had dat vooral met de buitenkant te maken. Ik hing dat ding liever om dan dat ik erop wilde spelen. Piano is een veel concreter instrument, je ziet alles voor je. Het is ook een visueel instrument, heel…” Govert: “…tactiel. Egbert en ik verschillen zeven jaar. Hij zat nog op de lagere school toen ik ging studeren. Ik herinner me
dat we op vakantie waren in Kenia in het Kericho Tea Hotel. Daar stond een piano…” Egbert: “Er is nog een foto van: mijn broers Richard en Govert achter de piano en ik sta ernaast of ik met dat ding niks te maken wil hebben. Ik was in het eerste jaar van het Conservatorium en ik speelde veel tijdens kerstdiners, bij rotaryclubs, Center Parcs, dat soort dingen. Marathons waren het: ‘s morgens bij het ontbijt, ´s middags bij de lunch en ‘s avonds tijdens het diner. Er is geen professionele pianist die dat nooit gedaan heeft. Zo raak je onthecht van het spelen.” Govert: “Misschien hebben we elkaar leren kennen door de muziek.” Egbert: “Dat weet ik niet. Omdat jij en Richard zoveel ouder zijn, voelde ik me vaak enig kind. Jullie trokken vaak samen op.” Govert : “Ik realiseerde me voor het eerst wat Egbert deed, toen ik hem in 1990 zag spelen tijdens Jazz-Mecca in Maastricht. Cool dat mijn broer uit Horst daar op een podium stond. De laatste keer dat ik hem had gehoord, was op die vleugel in Kenia.” Egbert: “Het was minder heroïsch dan het lijkt, want er speelden wel meer Limburgse bandjes in die zaal. Maar voor mij was dat het eerste muzikale hoogtepunt. Ik had het gevoel dat we serieus werden genomen. Voor mij stond vroeger op de een of andere manier vast dat Govert dirigent zou worden. Hij had ook zo’n stokje.” Govert : “Als schrijver moet je je eigen stem vinden en die heb ik eigenlijk pas tien jaar geleden
28
gevonden. Dat is laat als je zo vroeg met schrijven bent begonnen. Ik verdiepte me in astronomie, fysica, biologie, theologie en mystiek maar ik had niet het idee dat dat in NoordLimburg ooit serieus genomen zou worden. Ik weet nog goed dat ik in Rotterdam van ongeloof door de knieën ging toen ik in een boekhandel een plank vol Rilke tegenkwam.” Egbert: “Hij vertrok ook meteen naar Brazilië na zijn eindexamen.” Govert: “Daar vierde ik mijn 18e verjaardag. Ik reisde er twee maanden rond en keerde er later voor langere tijd terug. Het was een zoektocht naar het andere: de cultuur, de mensen. Brazilië is een land met een draaglijke lichtheid van bestaan. Dat heeft te maken met het licht, de horizon, de ruimte, het gevoel, minder barrières. Hier moeten we hobbels nemen, een soort lijdensweg afleggen. Hier lijkt het wel of je melancholie en Weltschmerz nodig hebt om tot je eigen essentie te komen. Dat speelt in Brazilië niet. En ik heb het niet over een of ander romantisch Rousseau-achtig beeld van terug naar de natuur.” Egbert: “Natuurlijk romantiseer jij dat.” Govert : “Dat hèb ik ook gedaan. Sinds ik getrouwd ben met een Braziliaanse en het land van binnenuit ken, zie ik ook veel meer het geweld, de corruptie en de hypocrisie. Maar er is een soort natuurlijke vorm van hartelijkheid. Men leeft buiten, een huis kun je terugbrengen tot de veranda die je weer deelt met de buurt. Ik denk dat ik een haatliefdeverhouding heb met het
land. Uiteindelijk voel ik mij een soort gespleten figuur. Er is daar geen sprake van Weltschmerz maar van saudade, dat heeft een lichtere toets, het is een soort geaccepteerde omgang met eenzaamheid en pijn. Zaken die wij niet accepteren maar proberen te overwinnen. Dat brengt me op de stem. Ik geloof dat iedereen zijn eigen stem heeft. Dus ook schrijvers en musici. Mijn innerlijke stem zegt dat ik in een Braziliaanse context meer tot mezelf kom.”
‘Govert is wat lang in zijn loftuitingen.’ Egbert: “Iedere muzikant wéét wanneer je die innerlijke stem hebt gevonden. Het heeft te maken met onthechting: je bent niet meer met het randgebeuren bezig. Als je luistert, kun je je eigen stem vinden. Dan hoef je niets meer te interpreteren: je spéélt. Een eigen stem hebben klinkt verder heel leuk maar je moet er wel nog iets mee doen. Dan nog, er zijn mensen met een prachtige stem zonder dat die me aanspreekt. Ik heb trouwens een hekel aan puristen die te veel over hun eigen oorspronkelijkheid praten want zo ontstaat een nieuw soort purisme. Je hoort het wel eens zeggen: jij speelt niet onthecht genoeg. Mensen kunnen zichzelf zo serieus nemen. Ik mis soms de lichtvoetigheid.” Govert : “Dat vind ik een belangrijk verschil met bepaalde kringen waarmee ik in Brazilië verkeer. Het idee dat je in Nederland aan allerlei criteria
moet voldoen.” Egbert: “Ik kan me moeilijk in Goverts situatie verplaatsen. Toch denk ik dat het heel anders zou zijn wanneer hij in Brazilië zou wonen. Misschien ga je bepaalde dingen van hier wel missen.” Govert : “Het gaat om een innerlijke noodzaak. In tegenstelling tot het postmodernisme geloof ik dat er een fundamentele waarheid is, een diepste verlangen waar je gehoor aan moet geven.” Egbert: “Ik praat niet graag over muziek, wel tijdens het creatief proces zelf natuurlijk. Ook met Govert lukt het op de een of andere manier niet om over muziek te praten. De enige manier is hem een cd mee te geven met de vraag ernaar te luisteren. Omgekeerd gaat het ook zo. We zijn heel verschillend. Govert is wat lang van stof, ook in zijn loftuitingen. Voor hem is filosofie vanzelfsprekend, hij kan zomaar Nietzsche ter sprake brengen. Ik ga er nog simpeler van praten, neig nog meer naar de eenvoud.” Govert : “Die eenvoud spreekt me aan bij Egbert. Die vind je ook terug in zijn muziek.” Egbert: “Dat zeggen ze wel eens ja: je speelt steeds minder noten. Hallo, tot ik helemaal niks meer speel. Ik kan het verschil tussen Govert en mij het best illustreren met een anekdote. We waren op vakantie in de Filippijnen. ’s Nachts hadden we op het strand gezeten en liepen terug naar het strandhuis. Opeens zagen we een slang op het pad kronkelen. Ik dacht: zo snel mogelijk wegwezen. Maar Govert pakte een stok en ging die slang achterna.” Govert : “Ik houd ervan grenzen op te zoeken, te zoeken naar de dingen waar je met je verstand niet bij kunt. Kun je het verstand van buiten bekijken? Kan het verstand over zijn eigen
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
schaduw springen? Het is een paradox jezelf van buiten proberen te beschouwen – je weet dat het niet kan. Beethoven citeerde Kants opvatting over de impact van de ethische wet in ons en de sterrenhemel boven ons. Dat achtervolgt me als beeld waar het in de filosofie om gaat.” Egbert: “Verandert dat de manier waarop je je tanden poetst?” Govert : “Ja. Filosofie is het grote verlangen van de zoektocht naar de vraag: wat is de mens? In veel muziek van Beethoven wordt die vraag beantwoord in een luisterervaring. Ook in de filosofie raak je aan de grens dat het antwoord op die vraag uiteindelijk alleen een ervaring kan zijn. En natuurlijk kan dat de manier zijn waarop je je tanden poetst. Want dat doe je voor de spiegel. Als je naar jezelf kijkt en je beseft dat je een voorlopig eindproduct bent van 13,5 miljard jaar natuurgeschiedenis, kan dat een heel mystieke ervaring zijn. Als je jezelf in de ogen kijkt kan dat…” Egbert: “…hedonistisch zijn.” Govert: “Het kan ook terugkomen in nederigheid. Niet dat ik zo’n nederig persoon ben, maar dat spreekt me zeer aan. Als ik iemand zie die de eenvoud opzoekt in muziek, dan maakt me dat nederig.” Egbert: “Ik heb het over het hier en nu. Anderen niet tot last zijn. Ik probeer tegenwicht te vinden bij die grote woorden. Straks geef ik boven in de muziekschool les aan pubers. Ik moet mezelf wegcijferen wil ik het terugbrengen tot waar het om gaat, namelijk les geven. Je kunt het hebben over onthechting of het mededogen van de Dalai Lama, maar als je het ´s morgens niet kunt opbrengen goedendag te zeggen tegen de bakker, ben je geen knip voor de neus waard. Als muziek maken één groot ego-ding is, prachtig,
foto’s Romy Finke
maar val anderen daar niet mee lastig.” Govert : “Voor mij gaat het erom waar het grote en het kleine elkaar raken.” Egbert: “Saxofonist Peter Hermesdorf van ons Searing Quartet noemt mij een reactionair.” Govert : “Terwijl ze van mij zeggen dat ik een romanticus ben, maar waar jij een reactionair bent, ben ik een idealist – op de filosofische manier.” Egbert: “Ik ben niet zo’n lezer, ik lees hooguit wat kranten, tijdschriften en het fanclubb-
29
laadje van Marillion. Van Govert heb ik twee romanmanuscripten gelezen en zijn boek over Ayahuasca. Ik ben gek op instrumentale muziek, jazz, klassiek en toch ben ik een ‘wordy person’. Een song is pas goed als de tekst goed is.” Govert : “Ik ben geen musicus, maar wel ‘musy’. Ik ben ik schrijver veel met muziek bezig. Ik denk in composities. Sommige van mijn boeken heb ik van Beethoven afgeleid: compositie, bruggetjes, overgangen, tempo, een goed contrapunt, een slotakkoord.”
Egbert: “Ik herken dat wel, maar bij mij blijkt dat allemaal achteraf.” Govert : “Sinds ik mijn stem gevonden heb, gaat het vaak vanzelf. Volgens een soort innerlijke logica schrijft het manuscript zich na een derde als het ware zelf omdat ik die innerlijke stem genoeg ruimte geef.” Egbert: “De een noemt het een eigen stem, de ander heeft het over een andere dimensie. Ik voel wel eens dat muziek niet uit je komt, maar door je heen gaat. Het klinkt zweverig, maar
het kan allemaal. Dit is misschien een cliché maar klopt wel: je moet altijd op zoek naar het gezelschap dat zoekt naar de waarheid. Maar zodra iemand roept dat ie de waarheid heeft gevonden, moet je maken dat je wegkomt.”
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
Agenda
sten. Visit(e) – Hedendaagse kunst in Duitsland. T/m 1/7. www.bozar.be > Brussel – A.L.I.C.E. Gallery. A day in the life of a fool. T/m 16/6. www.alicebxl.com
Nicole Alberts bij Art . Dabekaussen in Echt
Architectuur > Maastricht – Nederlands Architectuurinstituut. ‘Jean Prouvé, De poëzie van het technische object’. Tot en met 2 september. ‘De eetbare stad - Food for Thought’. T/m 22 juni. www.naimaastricht.nl > Rotterdam – Nai. ‘Le Corbusier – De kunst van architectuur’. T/m 2/9. www.nai.nl > Euregio – Dag van de Architectuur, 24 juni. Busreis langs boeiende gebouwen. Aanmelden/info
[email protected]
Beeldende kunst > Aijen (Bergen) – Galerie Pictura. Groepstentoonstelling ‘Rondom Sierk Schröder’. T/m 23/6. www.galeriepictura.nl > Amsterdam – Galerie Ferdinand van Dieten – d’Eendt. ‘Another Preferred Galaxy’. Solo-expositie van Mireille Brouwer. T/m 3/7.
www.dieten.eu > Amsterdam – Slewe Galerie. Schilderijen en collages van Paul Drissen. T/m 16 juni. www.slewe.nl > Amsterdam – Natuurlijk Museum. Vier kunstenaars/verzamelaars. T/m 30/6. www.natuurlijkmuseum.nl > Antwerpen – MUHKA (Museum van Hedendaagse Kunst) Polaroids van Luc Tuymans onder de titel ‘I don’t get it’. T/m 9/9. www.muhka.be > Antwerpen – Middelheimmuseum. Paul McCarthy, Air Born. T/m 28/10. www.middelheimmuseum.be > Bergen – Kunsthuis De Bakkerij. Fotografie en houtsculpturen van Christoph Heek en Gunther Hülswitt. www.bakkerijbergen.nl > Berg en Terblijt – Beeldentuin Giardino met werk van Madama, Antoon van Wijk en Bozena Lesiak. www.giardinobeeldentuin.nl > Brussel – Paleis voor Schone Kun-
> Echt – Art. Dabekaussen. Werk van Nicole Albers. Maand juni. www.artdabekaussen.nl > Echt – Galerie Graus. Werk van Bernhard Visser. T/m 17/6. Vanaf 10/6 schilderijen en aquarellen van Peter Cox. 0475-481068. > Echt – Wiesner Hager. Rolling Stones expositie. Tot en met 31 augustus. www.wiesner-hager.nl > Eindhoven – Van Abbemuseum. Triotentoonstelling Pavel Büchler, Frances Stark, Avi Mograbi. T/m 2/9. Verder Kim Schoenstadt, Lily van der Stokker en Dan Perjovschi. www. vanabbemuseum.nl > Hasselt – Z33. Schilderijen tekeningen en installaties van Hugo Duchateau (op meerder locaties in de stad) T/m 1/7. Nr. 16 Studio JOB, Job Smeets en Nynke Tynagel, van 01/07 t/m 23/09. www.z33.be
> Hasselt – Cultuurcentrum – Exposities van Hugo Duchateau, Alexander Christiaens, Jean-Francois Spricigo, Patrick Guns en Christoph Malfliet. T/m 24/6. www.ccha.be > Heusden-Zolder – Galerie De Stijl. www.galeriedestijl.be > Heusden-Zolder – Kunstgalerij de Mijlpaal, keramiek, textiel en was van Annelies Slabbynck en Maarten. Tot en met 17 juni. www.demijlpaal.com > Heerlen – Kunstencentrum Signe is in juni onderdeel van de atelierroute Parkstad. Open Ateliers op 16/17 juni, 23/24 juni 11-17 uur. www.parkstadatelierroute.nl of www.kunstencentrumsigne.nl > Heerlen – Stadsgalerij. Zomertentoonstellingen: ‘Something to write home about’ & ‘Aad de Haas, Erotiek en fantastische vertellingen’. Van 7/6 t/m 12/8. Naro Snackey, In one glance (in projectruimte). www.stadsgalerijheerlen.nl > Jabeek – Galerie REM, Werk uit de collectie van de kunstuitleen. In de beeldentuin o.a. Maria Stams, Loek Hambeukers, Anne Martens, Huub Mintjens, Lo van der Linden en Jos Beurskens. www.galerierem.nl > Limbricht – Galerie Prinsenhoek. www.galerieprinsenhoek.nl > Luik – Monos Art gallery. www.monosgallery.com > Luik – Mamac, museum voor contemporaine kunst: Cardiogramme. T/m 8/7. www.mamac.be > Luik – Galerie Nadja Vilenne. www.nadjavilenne.com > Maaseik – Cultuurcentrum. Expositie Julija Spijkers en Marjan Vissers.
Tot en met 8 juli. www.achterolmen.be > Maastricht – Bonnefantenmuseum. Laura Owens, schilderijen en studies 1994-2006. Tot en met 19 augustus. From Vulcan’s Forge, bronzen sculpturen, t/m 16 september. Foto’s van François Hers uit collectie Vandenhove, t/m 26 augustus. www.bonnefanten.nl
Alexander Vogels bij Post & Garcia Maastricht
> Maastricht – Galerie Post + Garcia. Expositie met schilderijen, sculpturen en grafiek van Alexander Vogels. Verder werk van Ripollés, Thomas Ritter, Pierre Lumey, Sroka, Hervë Martijn, Franca Ravet en Michael Lauterjung. www.postgarcia.nl > Maastricht – Galerie Stevens. Solo-expositie “M/V” van Janneke Laheij. Tot 16 juni. www.galeriestevens.nl > Maastricht – Galerie Rob van Rijn. Schilderkunst en beeldhouwkunst 20e/21e eeuw. www.robvanrijn.nl > Maastricht – Galerie Wansink. ‘Het debuut’, solo-expositie van Maureen Bachaus met assemblages en objecten, en tekeningen van Armando. T/m 30 juni. www.galeriewansink.nl > Maastricht – Marres, Centrum voor Contemporaine Cultuur. RAW Among The Ruins. Tot 24 juni. www.marres.org > Maastricht – Galerie Stevens. “M/V” werk van Janneke Laheij. T/m 16 juni. www.galeriestevens.nl > Maastricht – Schiltaere Kunsthandel. Werk van Limburgse kunstenaars, o.a. Pieter Defesche, Appie Drielsma, Charles Eijck, Gene Eggen, Robert Graafland, Sjef Hutschemakers, Piet Killaars. Lei Molin, Anton Rooskens, Hans Truijen en de Bergense kunstenaar Jaap Min. www.schiltaere.nl. > Maastricht – Galerie Dis. Patricia Lippert. Van 8/6 t/m 14/7. www.galeriedis.nl > Maastricht – Traders Pop Gallery. Don Londi. Van 5/6 t/m 10/7. www.traderspopgallery.nl > Maastricht – Galerie Onyva. Expositie Women in War/Die Gedanken sind frei van Maria Es. T/m 1/7. www.mariaes.nl > Maastricht – Quaedvlieg Modern Fine Art. Russische kunst 2e Avantgarde. Tentoonstelling ‘Russian Soul’.
[email protected] > Maastricht – BadenMagazijn voormalige Sphinxfabriek, Maagdendries. De beer is los! 9 en 10 juni. www.artikel27.be > Roermond – Galerie DZD Art. Martin Koole (schilderijen), Peter Dejong (konterfeitsels) en Natascha Waeyen (beeldentuin). T/m 8/7. www.dzdart.nl > Roermond – Stedelijk Museum Roermond. Expositie met nieuw werk van Marijke Stultiens. T/m 19/8. www.museum.roermond.nl > Roermond – Greenshop Kloosterwandplein. HAK 2000 kunstenaars uit Horn. 30 juni en 1 juli. > Sittard – Het Domein. ‘Forget me not’, van Clare Rojas. T/m 5 augustus. ‘Guestroom #6. New Image Art Gal-
30
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
lery.’ T/m 5 augustus. www.hetdomein.nl > Sittard – Galerie Michel Knops. Fons Bloemen, schilderijen. T/m 17 juni. www.galerieknops.nl
Ton Slits
> Sittard – 40eurogalerie. Werk van Ton Slits. T/m 7 juli. www.de40eurogalerie.nl > Sittard – Kunstcentrum Leijen- broekerweg. ‘I feed colours’, expositie met werk, performances en masterclass van Felix Stelten. Info 045-4527355. > Soest – Galerie de Ploegh. Werk van oa Hetty Heyster, Mieke Smits, Annemie Bogaerts. T/m 22/8. www.deploegh.nl > Steyl – Botanische tuin Jochumhof. Expositie in kader KunSteyl. T/m 1 juli. >Tilburg – De Pont. Keith Tyson, Large Field Array. T/m 17/6. www. depont.nl > Venlo – Galerie Sir Harald’s Art. ‘Meesterwerken’. Met werken van Armand Bouten, Eugène Brands, Jan Montijn, Floris Jespers, Peter Klashorst, Yin Kun e.v.a. www.sirharaldart.com > Venlo – Museum Van Bommel Van Dam, Tune the Light - Industriële lichtontwerpen uit Limburg 2007. Tot en met 10 juni. Uitreiking Van Bommel van Dam prijs 2007 op 22 juni. Aan de hand van – nieuwe aanwinsten. Van 22/6 t/m 2/9. www.museumbommelvandam.nl > Venlo – Muziekschool Tino Snijtsheuvel & zonen. Goltziusstraat. Werk van Astrid Peelen dat ze maakte geïnspireerd door het Geronimo Snijtsheuvel Trio (jazz). T/m 29/6. > Venray – Odapark, beelden in park.www.odapark.nl > Wijlre – Hedge House. ‘Magic Circle’. Christian Jankowski. T/m 15/11. www.hedgehouse.nl
Fotografie en film > Heerlen – Galerie V.I.A.P. “Instant…cubist photo’. Werk van David Carlson. T/m 17/6. www.viapgalerie.nl > Heerlen – Atrium Medisch Centrum, fotografie van Edith Eussen. T/m 23/6. > Heerlen – ABP. Foto’s van José Aerts. T/m 28/6. > Maastricht – Centre Céramique. ‘Ambtenaren’ met foto’s van Jan Banning en teksten van Will Tinnemans. T/m 10/6. www.centreceramique.nl > Maastricht – Flow’in. Alexander Battalaan 33. Foto-expositie. T/m 24/6. www.myspace.com/bemyhero2007 > Venlo – Limburgs Museum. Foto’s van Brendan van den Beuken (muziek) en Patricia Steur (beroemdheden) t/m 12/8. > Oud-Rekem – De Glazen Kast. www.deglazenkast.com
Muziek > Aken – AmadèO Konzertreihe, Quadrum. Von Bach bis Flamenco: 6/7. On the road met Hortus Musicus: 13/7. KCP 5: 14/7. www.euriade.net > Aken – AmadèO Festival. Collegium Instrumentale Halle & Ramon Jaffé. Alten Kurhaus, 19/07. www.euriade.net > Aken-Laurensberg – Prix
d’AmadèO Jeunesse de Piano. Schloss Rahe. 13/7 kwalificatie, 14/7 concours & concert. 17/07: avond rond schrijver Stefan Zweig. Ook op 22/7 speciale aandacht voor Zweig in Rosenpark. 18/07: klassieke muziek. www.euriade.net > Aken-Laurensberg – AmadèO Festival. Baroknacht 19-24 uur. 21/07. www.euriade.net > Andenne – Bear-Rock Festival. Met oa Signal Electrique en Rotterdam Ska Jazz Foundation. 29/6. www.bear-rock.org > Elsloo – Conincxpop. Met oa Epica, Nomads, Rob Tognoni, Peter Bleeker, 30/6. www.conincxpop.nl > Eupen - Multicultureel muziekfeest in stadscentrum: 42 concerten op 10 podia: klassiek, rock, pop, jazz, blues, wereldmuziek, techno en volksmuziek. 24/6, vanaf 14 uur. www.sunergia.be > Hasselt – Pukkelpop, 16, 17, 18 augustus. Met oa Smashing Pumpkins, Iggy Pop, Tool, Arcade Fire, Editors, The Hives. www.pukkelpop.be > Heerlen – Parkstad Limburg Theater. 8 juni LSO met De vijfde van Beethoven. Inleiding door Jos Frusch 19.00 uur. 14 juni LSO met Keizersconcert. > Heerlen – Tuinen van Ineke Greve. Kamerkoor Transparence. ‘Vreugdezang en minnestrelen’. 22/6 20.30 uur. > Heerlen – Booch? Festival, 18 & 19/8. www.booch.nl > Hoensbroek – Kasteel Hoensbroek. Kamerkoor Transparence. ‘Vreugdezang en minnestrelen’. 21/6 20.30 uur. > Luik – Les Ardentes, popfestival. Met oa Air, Les Rita Mitsouko, Calexico, Olivia Ruiz, Zita Swoon. 5 t/m 8/7. www.lesardentes.be > Kerkrade – Orlando Festival. Abdij Rolduc, Theater Kerkrade en Theater aan het Vrijthof Maastricht. Van 8 t/m 22 juli. Met Ad Libitum Kwartet, Rubens Kwartet, Vogler Kwartet, Finalisten van het Prinses Christina Concours 2007, Orlando Junior Academie Orkest, sopraan Miranda van Kralingen en cellist Stefan Metz. www.orlandofestival.nl > Maastricht – Conservatorium. ArkA Symfonie Orkest. 17/6 16 uur. www.arkasymfonieorkest.nl > Maastricht – Markt. Global Culture Festival, live wereldmuziek uit India, Mozambique, Suriname. 9 juni vanaf 12.00 uur. > Maastricht – De Heerenhof. Kamerkoor Transparence. ‘Vreugdezang en minnestrelen’. 24/6 17.00 uur. > Maastricht – Onze Lieve Vrouwebasiliek. Concert Studium Chorale met polyfone muziek van onder meer Orlandus Lassus, Philippus de Monte en Jachet de Wert. Gastdirigent: Erik van Nevel. Zondag 10 juni, aanvang 15.00 uur. www.studiumchorale.nl > Roermond – Minderbroederskerk. Concert Studium Chorale met polyfone muziek van onder meer Orlandus Lassus, Philippus de Monte en Jachet de Wert. Gastdirigent: Erik van Nevel. Vrijdag 15 juni. Aanvang 20.00 uur. www.studiumchorale.nl > Roermond – Zaal Acht. 21 Eyes of Ruby, 8 juni. 22 juni: Barry Hay and The Barking Dog. www.zaalacht.nl > Roermond – Kathedraal. Concert van Ad Mosam, 10 juni, 20 uur. www.theaterhotelroermond.nl >Sittard – St.Michielskerk. Concert Studium Chorale met polyfone muziek van onder meer Orlandus Lassus, Philippus de Monte en Jachet de Wert. Gastdirigent: Erik van Nevel. Zaterdag 16 juni. Aanvang 20.00 uur. www.studiumchorale.nl >Spa – Francofolies de Spa, 18 t/m
31
22/7. Met Laurent Voulzy, Patrick Bruel, Zazie, Zoé en Renaud. www.francofolies.be > Ulestraten – Wijngaardshof. Kamerkoor Transparence. ‘Vreugdezang en minnestrelen’. 23/6 20.30 uur. > Vaals – Opening AmadèO Academia Musica da Camera. Pauluskerk, 15/7, 14 uur. Kasteel Vaalsbroek 20 uur ‘De musici stellen zich voor’. www.euriade.net > Vaals – AmadèO Festival. Kasteel Vaalsbroek, 16/7. www.euriade.net > Vaals – AmadèO Festival, vesperconcert. Abdij Mamelis, 20/7. ’s Avonds concert in Kasteel Vaalsbroek. www.euriade.net > Vaals – AmadèO Festival. Slotconcert met werk van Schubert en Beethoven. Kasteel Vaalsbroek 22/7. www.euriade.net > Venlo – St.Joriskerk. ‘Strooming’: vijf klassieke koorwerken van eigentijdse regionale componisten door Universiteitskoor Maastricht. Zondag 17 juni. Aanvang 16.00 uur. > Venlo – Joriskerk. Concert Studium Chorale met polyfone muziek van onder meer Orlandus Lassus, Philippus de Monte en Jachet de Wert. Gastdirigent: Erik van Nevel. Zondag 17 juni. Aanvang 15.00 uur. www.studiumchorale.nl > Venlo – Texfree Festival. Met Decennium, That’s Live, Jodymoon, 2NFRO, College Den Hulster, Franky’s Funky Fanfare. 8 en 9 juni. www.texfree.nl > Weert – Bospop. Met oa Blondie, Joe Cocker, John Fogerty, The Scene, Ilse de Lange, Gary Moore, 21 Eyes of Ruby. 7 & 8 juli. > Werchter – Rock Werchter met oa Arctic Monkeys, Bloc Party, Pearl Jam, Metallica, The Kooks. 28 juni – 1 juli. www.rockwerchter.be
Podiumkunsten > Heerlen – Boerderij Gitsbach, Terworm. Theatervoorstelling Het verhaal van twee broers, productie Huis voor de Kunsten. Op 8,9,10, 15, 16, 17, 29, 30 juni en 1 juli. Reserveren: 0475-399261. > Heerlen – Parkstad Limburg Theater. Jörgen Raymann. 15 juni. www.parkstadlimburgtheaters.nl Babylon, stadspremiére. 20 juni. > Heerlen – LSO met Theodora Geraets, Ronald Brautigam en Quirine Viersen. www.parkstadlimburgtheaters.nl > Landgraaf – Zand-, klei- en grindgroeve van de Groot in Abdisschenbosch Landgraaf. Theaterspektakel met beeldend kunstenaars Yvonne Drummen, Joyce Dietrichs, Esther Geelen, Monique Vossen, Liesbeth Litzenburg. Op 23 en 24 juni. Info: Theater Landgraaf 045-5310929.
[email protected] > Maastricht - Het Vervolg. Petrus Regout. Vanaf 3 juni, op locatie op het voormalige Sphinx-terrein. www.hetvervolg.nl > Maastricht – Theater Kumulus. Open dag met optredens, 10 juni. www.kumulus.nl
Diversen > Brunssum – Promesse d’un Voyage; kunst- en ijzerwinmanifestatie in Schutterspark. Eerste weekeinde augustus. www.Promesse-Art.com > Heerlen – Zomerfestival Cultura Nova. Van 25/8 t/m 3/09. www. culturanova.nl > Kerkrade – Industrion – ‘Let’s play.‘ T/m oktober. www.industrion.nl > Limburg – Limburg Festival, straattheater. Van 3 t/m 12 augustus. www. limburgfestival.nl > Maasland – Maasland Kunstroute. Eerste drie weekends van juni; route
langs beeldend kunstenaars Doris Becke, Geert Mols, Xander Spronken, Marijke Stultiens, Dries Engelen en Netty van Bekkum in Bunde, Itteren en Geulle. www.maaslandkunstroute.nl > Maastricht – Vertelfestival. Van 5 t/m 12 augustus. Meer dan 150 voorstellingen, ook Kerkrade, Beek, Venlo, Margraten. www.vertelfestival.nl > Maastricht – Antiquariaat & Galerie De Bovenste Plank. Tentoonstelling met werk van Wiel Kusters. Vanaf 10/6. > Maastricht – Modeshow ‘If 6 was 9’. Studenten ABKM, 30/6 AINSI Lage Kanaaldijk, vanaf 16 uur. www.if6was9.com > Sittard – DSM-kantoor. FASH*ONCLASH , Mode, foto’s en video van Nederlandse en Braziliaanse ontwerpers. T/m 20/8. > Sint Truiden – Begijnhofkerk. Festival van Vlaanderen. Onder meer met Collegium Ad Mosum. 9 juni. www.festivalvanvlaanderen.be > Venlo – Limburgs Museum. Zwerkballen, grobbebollen en toverkollen. Expositie over heksen door de eeuwen heen. T/m 31 oktober. Breekbaar verleden – Romeins glas in de Lage Landen van 9/6 t/m 14/10. www.limburgsmuseum.nl
[ DUITSLAND ] > Aken – Ludwig Forum. Chuck Close. Portretten 1969-2006. T/m 2 september. www.ludwigforum.de > Aken – Suermondt-Ludwig Museum. Aus der Tiefe des Raumes t/m 30/08. Onze-Lieve-Vrouw-VanZeven-Weeen t/m 12/08. www. suermondt-ludwig-museum.de > Berlijn – Hamburger Bahnhof, Museum für Gegenwart. Schmerz, pijn in het werk van Marina Abramovic, Francis Bacon, Joseph Beuys, Bruce Nauman, Bill Viola en Sam TaylorWood, t/m 5 augustus. www.hamburgerbahnhof.de > Düsseldorf – Kunsthalle. Compilation III, werk van Sven-Ole Frahm, Melissa Gordon, Henriette Grahnert, Jana Gunstheimer, Sebastian Ludwig, Takeshi Makishima, Bernd Ribbeck en Julia Schmidt. Tot en met 8 juli. In het najaar grote retrospectieve Jörg Immendorf. www.kunsthalle-duesseldorf.de > Düsseldorf – K20. Picasso – Malen gegen die Zeit. T/m 10/6. Hiroshi Sugimoto van 14/7 t/m 06/01/08. K21 Gregor Schneider t/m 15/07 Joe Scanlan t/m 5/10. www.kunstsammlung.de > Kassel – Twaalfde Documenta. Van 16/6 t/m 23/09. www.documenta12.de > Keulen – Museum Ludwig. What does the jellyfish want? Foto’s van Man Ray tot James Coleman. Tot 15 juli. www.museum-ludwig.de > Kleve – Museum Kurhaus. Aquarellen van Ewald Mataré. T/m 12/08. Tien jaar Museum Kurhaus Kleve. T/m 12/08. Rijksmuseum Duitsland, tot einde jaar. www.museumkurhaus.de > Linnich – Deutsches GalsmalereiMuseum. Sonderausstellung met werk van Johan Thorn Prikker. T/m 23 september.
[ Italië ] > Venetië - Biënnale. 10 juni t/m 21 november. Op 1 juli met Jan C M Peeters, Il respiro della Natura in Contrare. www.labiennale.org
[ VS ] > New York - LMAKprojects Chelsea. Soloexpositie Sidi El Karchi. Van 5 juli tot en met 4 augustus. www.LMAKprojects.com ➢
Colofon
Uitgever (in opdracht van de Stichting Zuiderlucht): Bodosz, Stationsplein 27, 6221 BT Maastricht. Telefoon: 0031 43 3510029 Fax: 0031 43 3500636 Email:
[email protected] Bankrekening: 93.67.79.675 Hoofdredactie: Wido Smeets. Telefoon: 0031 43 3500591 Mobiel: 0031 653 338905 Email:
[email protected] Eindredactie: Emile Hollman. Telefoon: 0031 43 3500592 Mobiel: 0031 646 052505 Email:
[email protected] Medewerkers: Benti Banach, Jurriaan Benschop (Berlijn), Guus Beumer, Simone van Dijken, Fons Geraets, Jasper Groen, Lene ter Haar, Jos Hodenius, Guuz Hoogaerts, Meyke Houben, Sander Jongen, Xander Karskens, Pascalle Mansvelders, Maaike Lauwaert, Leentje Mostert, Cyrille Offermans, Maaike van Stolk, Noëlle Stommel, Stef Telen, Leon Verdonschot, Sara Weyns. Tekstcorrectie: Anna Peeters Fotografie: Romy Finke, Jasper Groen, Vincent van den Hoogen, Chris Keulen, Jacques Peeters, Johannes Timmermans, Moniek Wegdam, Kim Zwarts. Website: Gosi Design Ontwerp: Baer Cornet Vormgeving: Obidesign Relatiebeheer: Lorraine Witteveen-ter Meulen 0031 630 851148
[email protected] Commercie: Annette Reiff Administratie: Agnes Doughty
[email protected] Bladmanagement: Bodosz Maastricht Druk: Concentra, Hasselt (B.) Distributie: Habetsxpress/Leo Gerards Zuiderlucht wordt in een oplage van 23.000 verspreid via theaters, musea, galeries, bibliothe-ken, (hoge)scholen, universiteiten en andere culturele instellingen. Zuiderlucht verschijnt in de eerste week van de maand (m.u.v. juli). Begunstigers van de Stichting Zuiderlucht krijgen het blad voor 55 euro per jaar thuisgestuurd. Aanmelden kan via de site. Zuiderlucht wordt ondersteund door het Fonds BKVB, Brand Cultuurfonds, SNS Reaalfonds, de Tripoolsteden, de gemeente Venlo en de
© Uitgeverij Bodosz. Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden overge-nomen of vermenigvuldigd.
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007
WONEN WERKEN ZORGEN LEREN BELEVEN
0ROCESSEN VERSNELLEN KWALITEIT LEVEREN VERTROUWEN VERDIENEN $AAR GAAT HET OM IN ONZE DIENSTVERLENING 2/ GROEP ADVISEERT OVER LANGE TERMIJN HUISVESTINGSVRAAGSTUKKEN 'EEFT BELEIDSADVIEZEN OVER RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN VERZORGT INTEGRALE GEBIEDSONTWIKKELING IN OPDRACHT VOERT DE DIRECTIE VAN COMPLEXE BOUWWERKEN EN BEHEERT GEBIEDEN EN GEBOUWEN 'RAADMETER IS KWALITEIT MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT EN LEVENSDUURKOSTEN /F HET NU OM WONEN WERKEN ZORGEN LEREN OF BELEVEN GAAT
WWWROGROEPNL 32
www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad juni/juli 2007