c-mine Z u i d e r l u c h t | september 2010
genk
Michel Bisceglia
Glenn Magerman
Optredens
Wim Dries
Peter de Graef
Workshops
Daan Stuyven
Peter Swinnen
Media happenings
Koen De Preter
Peter De Bie
Kids weekend
Clara van den Broek
Jos Lycops
Rondleidingen
Expositie ‘Genk door
schildersogen’
Limburg All Star(t)s
september 2010
www.zuiderlucht.eu
1
‘Wat wil die kleine uit Zwartberg?’ Jazzpianist Michel Bisceglia componeerde de C-mine Ouverture. Al te Genks wordt het niet, zegt hij, de stad zit onbewust al in alles wat hij maakt. “Muziek was de belangrijkste uitlaatklep in Zwartberg. Vrijwel overal waren mensen die een instrument speelden: de Oekraïeners naast ons, de Grieken achter ons.” door Paul van der Steen
Michel Bisceglia: “Het allereerste wat ik speelde was The Godfather van Nina Rota.” foto Perry Schrijvers
K
lassieke zang is de nieuwe fascinatie van pianist, arrangeur en componist Michel Bisceglia. “Neem de werken van Puccini. Vroeger had ik er niet veel mee. Nu raakt het me emotioneel, maar hoor ik ook hoe groots het is. Alles zit erin: zijn keuze voor de toonaarden, het plaats laten voor de vocalen, de orkestratie die de zang draagt. Bij Donizetti slaat een zelfde vonk over.”
2
Iets van die inspiratie neemt de 40-jarige Bisceglia mee in zijn zeventig minuten durende ouverture, waarmee de nieuwe C-mine theaterzaal in zijn woonplaats Genk op 9 september muzikaal wordt ontmaagd. Hij zet de Belgische sopraan Anne Cambier tegenover popzanger Gabriel Rios, bekend geworden met de single Broad daylight en het bijbehorende album Ghostboy. “Rios heeft geen klassiek geschoolde stem. Dat vraag ik ook niet van hem. Hij moet wel heel anders zingen dan hij gewoon is: sotto
voce, zacht en in het lage register. De instrumentatie is klassiek met moderne accenten. Omdat ik niet met loops of andere elektronische hulpmiddelen wilde werken, heb ik de Cubaanse patadrums een hoofdrol gegeven. Dat zijn horizontale conga’s met vellen aan beide kanten. Het ritme daarvan keert steeds weer terug in de ouverture.” Nadrukkelijk Genkse elementen heeft Bisceglia in zijn compositie vermeden. “Dat zou te gekunsteld klinken. Genk zit onbewust in al mijn muziek. Het multiculturele heeft mijn denken bepaald. Van grenzen tussen genres trek ik me nauwelijks iets aan.” Bisceglia groeide op in de Genkse wijk Zwartberg, waar hij nog altijd woont. Zijn vader kwam uit Puglia, in de hak van Italië, zijn moeder werd geboren in Le Marche (Midden-Italië). “De mijnen beheersten alles in Zwartberg. Muziek was de belangrijkste uitlaatklep. Vrijwel overal waren mensen die een instrument speelden: de Oekraïeners naast ons, de Grieken achter ons. Je werk maken van muziek was minder vanzelfsprekend. De mijn bood de vanzelfsprekende toekomst. Een van mijn broers werkte daar al. Ik kwam langs die schachten als ik naar school fietste; dat is niet de plek waar ik later wil vertoeven, dacht ik dan. Misschien dat ik daarom wel zo fanatiek was in het zoeken van een uitweg.” Maar het pianospelen werd hem niet gemakkelijk gemaakt. “Als kind van zeven kreeg ik een speelgoedklaviertje. Vraag me niet waar ik het toen vandaan trok maar de eerste maten die ik eruit haalde, waren die van het thema van The Godfather van Nina Rota.” Een echte piano bleef een utopie. “Daar was in een gezin met zeven kinderen echt geen geld voor. Ik moest het op een andere manier doen. Spelen in muziekwinkels tot ik buiten werd gegooid. Vroeger naar de muziekschool komen, en er langer blijven hangen. Oefenen bij een vriendje waar een rammelende buffetpiano in een hutje in de tuin stond.” Een zegening waren de lessen van plaatsgenoot Irvin Defays. Gratis. Hele zaterdagen lang. “Hij trok alle registers open. Liet me kennis maken met allerlei
www.zuiderlucht.eu
soorten muziek. De ene keer waren het jazzpianisten als Bud Powell en Art Tatum. Een volgende keer moest ik een strijkkwartet van Haydn uitschrijven. Gewoon omdat ik daar veel van zou leren.” Bij Defays werd de basis gelegd voor zijn bestaan als pianist (onder meer met een sterk eigen jazztrio met bassist Werner Lauscher en drummer Marc Léhan) en als componist/arrangeur. “Het talent voor het doorgronden en scheppen van muziek zat er trouwens al. Anderen kunnen bij een gerecht dat op hun bord ligt moeiteloos de ingrediënten onderscheiden. Ik kon en kan dat met een compositie. Als kind speelden we in een kelder in Zwartberg covers van George Benson en Michael Jackson. Dan wist ik feilloos te vertellen wie wat moest spelen. Ondertussen werden harmonieën, de groove en tempo’s veranderd. Er kwam geen partituur aan te pas. Alles ging intuïtief. Eigenlijk was het instant-arrangeren.” Het creatief talent van Bisceglia wordt inmiddels breed erkend. Hij componeert en arrangeert in klassiek-, jazz-, pop- en kleinkunstidioom, voor evenementen, film en reclames. Stapt even makkelijk in de wereld van Rocco Granata als in die van dance-icoon Buscemi, Ozark Henry en Hooverphonic. Verzorgde de muziek bij het begin van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie, maar ook bij modeshows van Dries van Noten. “Natuurlijk hou ik rekening met mijn opdrachtgevers, maar werken dragen ook altijd mijn stempel.” Net als bij zijn jazztrio wordt ruimte laten meer en meer zijn handelsmerk. “Het hele drukke is niet mijn stijl. Ik vind het veel mooier als publiek er zaken bij kan gaan denken. Bij muzikanten leidt dat soms tot twijfel en aarzeling. Ik zie ze wel eens denken: wat wil die kleine uit Zwartberg? Maar in de meeste gevallen komt het goed. Ze moeten zich durven laten vallen en laten dragen door de muziek.” De première van de C-mine Ouverture van Michel Bisceglia is op 9/9, aanvang 20.15 uur in C-mine cultuurcentrum.
september 2010
Glenn Magerman (rechts): “Ik wacht nog steeds tot ik groot genoeg ben voor de trombone.”
door Paul van der Steen
“B
egrippen als ‘minderheden’ en ‘integratie’ heb ik lang niet gekend. Pas toen ik in Antwerpen ging studeren, maakte ik er kennis mee.” In het Genk van Glenn Magermans jeugd wás de multiculturele samenleving er gewoon. Hij wist zogezegd niet beter. “Ik heb als kind ook acht jaar in Saudi-Arabië gewoond, omdat mijn vader daar werkte. Dat draagt ook bij aan een nieuwsgierigheid naar andere culturen.” Als trompettist leidt de 30-jarige Magerman het leven van een wereldreiziger. Dat uit zich niet per se in duizenden afgelegde kilometers, wel in veelzijdigheid: salsa, meespelen met een Balkan-dj, met de formatie Think of One samenspelen met Marokkanen, Eskimo’s en Congolezen, hij vindt het prachtig. Ook bij het Electric Quartet, waarmee hij in november op het C-mine Jazzfestival speelt, is de aanpak eclectisch. Het viertal mixt jazz, techno, klassiek, pop, funk, filmische invloeden, eigenlijk alles wat in zijn kraam te pas komt. Geprikkeld door wat vrijblijvend gepingel op een keyboard wilde Magerman als kind kerkorgel gaan spelen. Er werd hem duidelijk gemaakt dat hij dan eerst een jaar of twee pianoles moest volgen. Ondertussen viel een briefje van de harmonie in de bus. Tijdens een instrumentenopleiding raakte hij betoverd door de trombone. Daar was hij
3
nog te klein voor, verduidelijkte de leraar. Hij moest beginnen op trompet. “Ik wacht nog steeds tot ik groot genoeg ben voor de trombone”, lacht Magerman. Hij had les met Carlo Nardozza, nog zo’n Genks trompettalent. “Op het conservatorium in Maastricht is hij jazz gaan doen en ben ik de klassieke opleiding gaan volgen. Later heb ik gevraagd om jazzlessen. Daar heb ik lang voor moeten aandringen, omdat de docent vond dat jazz en klassiek twee verschillende zaken zijn. Pas toen ik in Maastricht mijn diploma had gehaald, ben ik me op het conservatorium in Antwerpen echt gaan verdiepen in funk en jazz.” Daar, in Antwerpen, ontstond ook het Electric Quartet. “Vijf jaar geleden speelden we voor de eerste keer samen in een café. Ik wilde al langer spelen met effecten. Kijken hoever je kunt gaan. Het is zaak om een zekere balans te houden. Al is het lastig om in te schatten wat een publiek aankan. Ik heb het wel meegemaakt dat we voor mijn gevoel doorsloegen in experimenteren en dat de toeschouwers het toch een mooi, samenhangend geheel vonden.” Podia vinden voor het Electric Quartet is niet altijd even gemakkelijk. Jazzpuristen vinden dat Magermans groep te ver afdrijft van de kern. “Anderen zetten ons weg als het Miles Davis-project. We zijn inderdaad geïnspireerd door de Miles van de elektrisch versterkte albumklassieker Bitches brew en het funky On the corner, maar zo’n stempel doet ons tekort.”
C-mine Moment
De wereld 2010 in Genk C-mine is een site die de
nieuwe functies in de voormalige
creativiteit wil stimuleren, een
energiegebouwen van de
ontmoetings- en inspiratieplek
site zoals het Cultuurcentrum,
voor mensen die in hun
het Design Innovation Lab en
professioneel leven of in hun
seminarieruimtes. Het toeristisch
vrije tijd geprikkeld willen worden
bezoekersonthaal, inclusief een
door diverse vormen van
route door de energiegebouwen
creativiteit.
opent deze maand. C-mine
C-mine wil creatieve innovatie
Expeditie met rondleiding
realiseren door verbindingen
door de ondergrondse
te leggen tussen academische
gangen, om te eindigen
opleiding en onderzoek,
boven op de schachtbok, zal
artistieke creatie en presentatie,
voorjaar 2011 van start gaan.
creatieve economie en
Tegen die tijd moet ook het
creatieve recreatie. De basis
binnenplein afgewerkt zijn.
voor deze verbindingen wordt
Het hoofdgebouw zal worden
gevormd door de Media and
herbestemd tot Centrum voor
Design Academy, C-mine
Creatieve Bedrijfsinnovatie en
Cultuurcentrum, het Design
Ondernemerschap. Deze maand zullen de
Innovation Lab, het centrum voor Creatieve Bedrijfsinnovatie
ambities van het cultuurcomplex
en Ondernemerschap,
voor het eerst worden getoond
Euroscoop, gerenommeerde
aan een breed publiek. C-mine
creatieve bedrijven en ateliers,
wil de vitaliteit van innovatieve
toeristische bezoekersattracties
bedrijven en van creatieven,
en samenwerkingsverbanden
zowel professionelen als niet
met instellingen als het Design
professionelen, versterken en
Platform Limburg en het
inspelen op hun curiositeit, hun
Innovatiecentrum Limburg. De
zoeken naar nieuwe inspiraties
C-mine partners hebben elk
en belevenissen. C-mine wil een
hun eigen kernopdrachten,
ontmoetingsplek voor creatieven
maar door de clustering kunnen
in diverse segmenten zijn. Van 9 september tot 9
op C-mine vernieuwende initiatieven ontstaan. Om dit te realiseren, moest
oktober organiseren de C-mine partners voor de eerste
de voormalige mijnsite van
maal een programma dat
Winterslag met respect voor
uiting geeft aan de kracht
het verleden getransformeerd
van samenwerking die in de
worden naar een nieuwe
toekomst verder ontwikkeld
omgeving. Zo ontstond
zal worden. De bedoeling
C-mine als een site ‘under
is om voortaan jaarlijks
construction’: de afgelopen
zo’n blikvangend C-mine
jaren werden al diverse
Moment te organiseren. Het
projecten gerealiseerd, zoals
programma voor deze primeur is
Euroscoop, de Designacademy
opgebouwd uit vijf thematische
en Stockmans Blauw. Een
weekends, zie daarvoor ook
belangrijke nieuwe fase is de
de programkolommen elders in
openstelling, deze maand, van
deze C-mine special.
www.cminejazz.com
www.zuiderlucht.eu
september 2010
Het best verstopte van Limburg Je merkt dat de nieuwsgierigheid toeneemt. Mensen willen nu wel eens gaan zien wat er van C-mine geworden is.” creatieve cluster omgetoverde voormalige mijngebouwen van Winterslag. Over het weren van projectontwikkelaars, het nieuwe imago van de stad. door Paul van der Steen
O
oit speelde Wim Dries de mannelijke titelrol in Romeo & Julia. Hij was ook jarenlang actief in vlaggendansgroep Symbolica (“Geen vendelzwaaien!”) en werkte achter de schermen bij een aantal theaterproducties in Genk. Die actieve rol heeft de 38-jarige ingeruild voor een passieve, die van cultuurconsument. “Mijn vrouw en ik hebben een abonnement op de schouwburg. Zij zoekt uit. En als er op woensdag- of zaterdagmiddag familievoorstellingen zijn, ga ik daar met mijn kinderen naartoe. Dat weten ze hier in huis. Daar word ik voor vrij geroosterd.” Sinds december vorig jaar is de christendemocraat Wim Dries (Genk, 1972) burgemeester van Genk. Het project C-mine kent hij al uit zijn jaren als raadslid en als bestuurslid van het cultuurcentrum. Hij praat er met geestdrift over, als een onstuitbare verkoper over zijn beste waar. “Als ik al niet ambitieus ben, wie moet het dan wel zijn?” Tijdens zijn eerste raadsvergadering als schepen, in december 2002, kwam de ontwikkeling van het voormalige mijnterrein van Winterslag aan de orde. Een jaar eerder had de gemeente Genk de site gekocht. “Op de Europese aanbesteding kwamen drie soorten belangstellenden af: ondernemers die er hun zaak wilden vestigen, kunstenaars en projectontwikkelaars met een instelling van ‘We weten nog niet wie er gaat komen, maar geef ons de vrije hand en we maken er hét mekka van de wereld van’. Met het laatste soort partijen en vormen van publiek-private samenwerking hadden we in het verleden niet altijd even goede ervaringen. Voor een deel van de historische gebouwen waren ook niet of nauwelijks private partners te vinden. Daarom hebben we gekozen voor een andere aanpak, waarbij we als stad de regie hielden. We hebben het terrein opgedeeld in deelprojecten, en zijn toen gaan onderhandelen met partijen.” Was het concept van C-mine meteen duidelijk? “Dat gebeurde werkendeweg. C-mine heeft vier pijlers. De eerste is educatie.
4
Burgemeester Wim Dries: “We hebben gekozen voor een aanpak waarbij we als stad de regie hielden.” foto Perry Schrijvers
De MAD-faculty zit er. MAD staat voor Media and Design. Het is een hogeschool. Studenten kunnen er hun bachelor en master halen, 450 zijn het er op dit moment. Toerisme en recreatie vormen de tweede pijler. De bioscoop is er al een tijdje. Volgend jaar opent C-mine Expeditie, een betaalde attractie waar mensen op een vernieuwende manier kennis kunnen maken met verleden, heden en toekomst van Genk. De terril, de mijnsteenberg, wordt omgevormd tot een park. Het is een enorm terrein, zo groot als Hasselt binnen
de kleine ringweg om het centrum. Creatieve economie is een derde poot. Er zijn al mooie bedrijven neergestreken op C-Mine, zoals Nascom, actief op het gebied van web-development, ontwerper Piet Stockmans en Painting With Light dat onder meer op virtuele wijze het lichtontwerp voor concerten en theatervoorstellingen regelt. Een aantal fraaie ruimtes in de voormalige energiegebouwen is te huur voor congressen, seminars en feesten. Met het Design Innovation Lab willen we het
www.zuiderlucht.eu
out-of-the-box denken gaan stimuleren: ongebruikelijke partijen moeten er samen tot creatieve oplossingen gaan komen. Laat een kunstenaar eens kijken naar het productieproces bij Ford. Maar er heeft zich ook al een advocatenkantoor gemeld dat de bedrijfsvoering wil doorlichten. Tot slot is er de cultuurcreatie, de kunst. Als stad zijn we daar mee ingestapt via het nieuwe cultureel centrum met een schitterende theaterzaal voor vijfhonderd bezoekers en een vlakke zaal met tweehonderd zitplaatsen of achthonderd
september 2010
8/9-12/9
Burgemeester Wim Dries van Genk is trots op de tot de vier pijlers die C-mnine moeten gaan dragen en staanplaatsen, die weer heel andere mogelijkheden biedt.” Niet direct een makkelijk, eenduidig verhaal om mee naar buiten te treden. “Communicatief heb je baat bij één duidelijk uitgangspunt. Dus is vier pijlers niet echt handig. Maar ik ga met een aantal anderen veel de boer op voor lezingen. Dan worden mensen wél enthousiast.” Mensen associëren Genk niet direct met cultuur. Dat lijkt me ook lastig. “Genk staat niet op het netvlies van mensen. Wij spreken wel eens over het best verborgen plekje van Limburg. Als er al een beeld bestaat, dan is het dat van een grijze industriestad. Van dat imago afkomen kost tijd. Het openen van C-mine helpt daarbij. We hebben mooie ambities als stad, maar zonder iets tastbaars lijkt het op het verkopen van gebakken lucht.” Genk figureert ook niet in het rijtje van euregionale steden die de kandidatuur van Maastricht als culturele hoofdstad 2018 mee ondersteunen. “Om dezelfde reden. Het is de onbekendheid. In Vlaanderen is het al aan het verbeteren. In 2012 zijn we wel een van de sleutelplaatsen als de kunstbiënnale Manifesta naar Belgisch-Limburg komt. Vanuit Maastricht is om die reden al contact gezocht met ons. Prima, hebben wij gezegd, maar dan willen wij ook iets betekenen richting culturele hoofdstad.” Grootstedelijkheid uit het niets scheppen, kan dat eigenlijk wel? “We zijn pas sinds tien jaar officieel stad. Daarvoor waren we gewoon een gemeente bestaande uit verschillende wijken, zoals Zwartberg, Waterschei en Winterslag. Kijk hier uit het raam en zie het centrum zoals dat enkele decennia geleden is neergezet. Een eerste poging om de gemeente een hart te geven. Al die hoogbouw is typisch jaren zestig. Genk expandeerde geweldig. De mijnen waren nog volop in bedrijf. Ford en Arcelor Mittal waren net naar hier gekomen. De gedachte bestond dat hier een nieuwe metropool aan het groeien was. Men ging uit van inwoneraantallen van rond de 120.000. Dat zijn er uiteindelijk 60.000 à 70.000 geworden. C-mine ligt op achthonderd meter van het centrum. De bedoeling is dat we met de ontwikkeling daar en de spin off er omheen een groter
5
hart van Genk gaan creëren. Dat zal niet vanzelf gaan, maar enige tijd kosten.” C-mine heeft veel geld gekost. Gaat u dat allemaal terugverdienen? “Niet allemaal en wat we precies terugverdienen door bijvoorbeeld extra uitstraling van Genk valt lastig te meten. C-mine kost 75 miljoen euro. Zo’n 25 miljoen komt van private partijen. Andere overheden (Europa, Vlaanderen, de provincie) betalen zo’n twintig miljoen. Voor Genk resteert 30 miljoen euro. Het meeste daarvan komt uit spaarpotten die we nog konden aanspreken. We hebben slechts 5 miljoen moeten lenen. Op een totaalbedrag van 75 miljoen zijn dat peanuts.” FLACC, de Genkse werkplaats voor beeldend kunstenaars, wil graag van zijn huidige plek in het Casino naar C-mine, maar ontmoet weinig enthousiasme. Is de groep niet welkom? “C-mine en FLACC moeten absoluut aan elkaar gelinkt worden. Dat kan op alle mogelijke manieren. Bijvoorbeeld door kunst op het plein voor C-mine. De ruimte in C-mine zelf is beperkt. We moeten ook niet alles naar daar willen verplaatsen. Het Casino is trouwens ook mijnerfgoed en het staat op nauwelijks een kilometer van C-mine. Het moet daar ook geen citadel worden. Dat gebeurt ook niet. Kijk naar de Vennestraat, tegenover C-mine, de meest multiculturele straat van Genk. De ondernemers daar worden betrokken bij het project. In september vindt er een grote openlucht-barbecue plaats, waar alle keukens samenkomen. Je ziet er ook al spontaan dingen totstandkomen. Recentelijk zijn er twee nieuwe galeries opengegaan. ” Leeft C-mine bij de Genkse bevolking? “Je merkt dat de nieuwsgierigheid toeneemt. Mensen willen nu wel eens gaan zien wat er van geworden is. Wat helpt is dat de site na de insluiting nooit in de vergetelheid is geraakt. Veel van de ruimtes bleven in gebruik. Ik ben zelf getrouwd in een van de zalen die nu zijn gerenoveerd. In een andere heb ik als technicus meegewerkt aan een theaterproductie. Zo heeft iedereen er wel zijn sporen liggen. Euroscoop effent het pad ook. Daar komen nu al zo’n 450.000 bezoekers per jaar op af. Dat maakt de drempel ook een stuk lager.”
Startweekend
plekje
WOENSDAG 8 SEPTEMBER
zijn zeventigste verjaardag met
Academische openingszitting
een tentoonstelling in zijn studio
met Lidewij Edelkoort. Deze
StockmansBLAUW op C-mine (11
trendwatcher, initiator van het
september t/m 31 oktober). Hij stelt
Designhuis in Eindhoven, geldt
er ook een nieuw boek voor over
als één van de meest invloedrijke
zijn werk. Ook in Gent en Brussel zijn
vrouwen in de creatieve industrie.
Stockman-exposities, zie
Won verschillende prijzen voor haar
www.pietstockmans.com
ondersteunend werk aan creatief
Opening See Mine pop-upstore
talent. Geeft lezingen in New York,
(13.00 uur). See Mine is een pop-
Sidney, Parijs…
up store waar werk verkocht wordt
Presentatie: Chantal Pattyn.
van jonge designers, van hier en van overal, samengesteld door
DONDERDAG 9 SEPTEMBER
ontwerpers Michaël Verheyden
C-mine Ouverture – Michel
en Saartje Vereecke. De collectie,
Bisceglia (20.15 uur). C-mine
met een verrassend aanbod,
Cultuurcentrum nodigde Michel
heeft als gemeenschappelijk label
Bisceglia, Genkenaar en bekend
‘authenticiteit en bruikbaarheid’.
pianist, componist en platenbaas,
Open van donderdag tot zondag
uit om een C-mine Ouverture te
van 10.00 – 17.00 uuur. Tot 31
creëren. Het stuk wordt uitgevoerd
december.
met de vermaarde sopraan
Opening tentoonstelling
Anne Cambier en de bekende
‘Schoonheid’ (13.00 uur) die
rockzanger Gabriel Rios, met het
de Limburgse kunstenaar Willo
Prova Ensemble en het Brussels
Gonnissen maakte voor C-mine
Chamber Orchestra.
samen met de inwoners van Genk, die werden uitgenodigd om foto’s
VRIJDAG 10 SEPTEMBER
en afbeeldingen met als thema
Capital C – John Cleese inspireert
‘schoonheid’ in te zenden. Van die
ondernemers (15.00 uur).
inzendingen maakte Gonnissen
Capital C wil een inspirerende dag
een kunstwerk. De kunstenaar zal
voor ondernemers zijn met een
affiches van zijn werken signeren.
boeiende combinatie van lezingen die uitmonden in een uniek vorm-
ZONDAG 12 SEPTEMBER
gegeven netwerkmoment. John
Les ballets C. de la B. Gardenia
Cleese is de hoofdattractie in dit
(20.15 uur), een co-productie
programma. Cleese, bekend van
van choreograaf Alain Platel
Monthy Python’s Flying Circus, Fawlty
en musical-regisseur Franck Van
Towers en als auteur van populair-
Laecke. Platel behoort tot de
wetenschappelijk bestsellers over
wereldtop van de hedendaagse
psychologie, zal op C-mine een
dans. Franck Van Laecke is een
verrassende uiteenzetting doen
musical-expert die zijn keurstempel
over creativiteit. Organisatie van JCI
drukte op producties als Daens
i.s.m. de stad Genk.
en Kuifje. Gardenia zal synthese brengen van wat er vandaag op
ZATERDAG 11 SEPTEMBER
een podium te beleven valt.
Opening tentoonstelling ‘Piet Stockmans 70 jaar’ (11.00 uur). Ontwerper Piet Stockmans viert
www.zuiderlucht.eu
september 2010
Loutering, rust en geluk Peter De Graef bewerkte Goethe’s roman Zielsverwanten tot een theatervoorstelling. In hoeverre is het resultaat nog Goethe en in welke mate De Graef? “Vergelijk het met Apocalypse Now. Regisseur Coppola verplaatst de actie naar de Vietnam-oorlog terwijl Conrads Heart of Darkness zich afspeelde in koloniaal Congo.” door Jozefien Van Beek
Scène uit Zielsverwanten: “Kun je de dialoog volgen en tegelijk de gedachten van het derde personage lezen?”
G
oethe schreef met Zielsverwanten een meesterlijke, maar ondertussen zo goed als vergeten roman. “Het is een heel knap boek”, zegt Peter De Graef. “Helaas is het niet meer verkrijgbaar. Je vindt het alleen nog in antiquariaten in het Oud-Nederlands. Er bestaat geen herdruk van in hedendaags Nederlands.” De Graef kwam het verhaal van Goethe twintig jaar geleden voor het eerst tegen. “Toen wilde ik er al iets mee doen. Aan het begin van de roman legt iemand de werking van een chemisch proces uit. Als je stoffen bij elkaar voegt, gaan ze nieuwe verbintenissen aan. A en B plus C en D wordt bijvoorbeeld A en C plus B en D.” Hetzelfde gebeurt nadien met
6
de personages. De man én de vrouw uit een getrouwd koppel worden verliefd op iemand anders. “Zo ontstaat er een gevecht tussen deugd en ondeugd, tussen cultuur en natuur.” Toen De Graef het boek twintig jaar geleden voor het eerst las, kwam de chaostheorie net op. “Die was revolutionair. Zo kreeg ik het idee om de werking van chemische processen uit de roman in mijn versie te vervangen door de chaostheorie. Maar toen ik vele jaren later eindelijk aan de bewerking van de tekst kon beginnen, was dat idee achterhaald. Ik zag de vergeelde bladzijden van mijn boeken over de chaostheorie en wist dat ik een ander uitgangspunt moest nemen. Natuurlijk ben ik ook als mens geëvolueerd. Andere thema’s spreken me nu aan. Het is dus een ander verhaal geworden.
Voor mij draait het nu om de vraag: hoe evolueren wij als individu door het leven? Waar gaan we naartoe? Eerst vond ik het wel jammer dat ik mijn oorspronkelijke idee niet meer kon gebruiken. Maar waar ik nu op uitgekomen ben, gaat veel dieper en staat bovendien dichter bij Goethe, want het gaat over loutering. Door loutering ontstaat er rust. Dat kan ik nu veel beter vertellen dan twintig jaar geleden, want toen zat ik zelf nog midden in de turbulentie van het leven.” De ruggengraat van het Goetheverhaal heeft De Graef behouden. “Vergelijk het met Apocalypse Now, de film van Francis Ford Coppola en Heart of Darkness, het boek waar de film op is gebaseerd en dat zich afspeelt in Congo. Fundamenteel gaat het nog steeds over hetzelfde.”
www.zuiderlucht.eu
In Goethes verhaal verving De Graef de vier nimfen op het landgoed door wetenschappers die een nieuwe subsidie hebben gekregen. “Twee wetenschappers, collega’s, maar ook elkaars geliefden, werven twee extra krachten aan: een veelbelovende exleerling van de ene en een vroegere vriendin van de andere. Parallel aan het wetenschappelijk onderzoek voltrekt zich een emotioneel proces met dramatische gevolgen. Ze onderzoeken het ontstaan van omstandigheden. En als onderzoeksmateriaal hebben ze zichzelf. Het is mooi om aan het begin van het stuk de zorgeloosheid van de vier mensen te zien. Ze kwebbelen erop los, net zoals bij Goethe. Maar plots bevinden ze zich midden in een diepmenselijk drama. Aan het einde vallen er van pure hartstocht zelfs doden. Eén persoon blijft over. Die heeft iets begrepen over de essentie van geluk.” De Graef maakt Zielsverwanten met vier acteurs: David Cantens, Els Olaerts, Dirk Opstaele en Katelijne Verbeeke. Zelf speelt hij niet mee. “Schrijven en acteren kan ik beter, maar regisseren vind ik veel interessanter. Ik kan echt mijn verhaal maken. En ik kan mijn eigen product zien, wat onmogelijk is als ik erin meespeel. Ik ben ook mijn eigen stijl aan het ontwikkelen met tekstprojecties. Ik wil bijvoorbeeld uittesten of we een bepaalde gedachtestroom van een personage kunnen projecteren terwijl twee anderen aan het praten zijn. Kun je de dialoog volgen en tegelijk de gedachten van het derde personage lezen? We moeten repeteren en zien of dat werkt. Maar omdat ons budget beperkt is, moeten we ook proberen om het script zo sec mogelijk op toneel te realiseren. Dat zal resulteren in een strakke en mooie setting. Ik heb in het verleden al bewezen dat ik met weinig geld mooie toneelbeelden kan maken.” Première op 20 oktober in C-mine, Genk. Meer info: www.dwama.be of www.cultuurcentrumgenk.be
september 2010
1
Workshops
Aantekeningen uit het ondergrondse “Ik vind het fantastisch als in de supermarkt een mevrouw me vertelt dat een bepaalde groente lekker is voor mijn soep”, zegt Clara van den Broek. “Je kent elkaar van haar noch pluim, maar je wenst elkaar het beste toe.” door Jozefien Van Beek
DYI@C-MINE: georganiseerd in het
H
tot een breed publiek. Voor de
et verlangen naar samenzijn staat centraal in het leven én het spel van actrice Clara van den Broek. “Ik probeer zo eerlijk mogelijk te spelen door alle ballast af te schrapen. Zo hoop ik dat ik met toneelspelen niet alleen mijn eigen eenzaamheid kan doorbreken, maar ook die van de mensen in de zaal.”
Toch zijn het net het gebrek aan contact en de schreeuw om liefde in Fjodor Dostojevski’s Aantekeningen uit het ondergrondse die Van den Broek ertoe brachten om de novelle van de 19e eeuwse Russische schrijver te bewerken tot een monoloog voor het Antwerpse collectief SKaGeN. “Ik wilde al lang iets met dat materiaal doen. Wat mij erin aansprak, is Dostojevski’s mededogen voor de mens. Het hoofdpersonage is heel ijdel, maar heeft tegelijkertijd een minderwaardigheidscomplex. Die twee komen meestal samen voor; het ene is de schaduwzijde van het andere. Daar heeft Dostojevski groot begrip voor. Het hoofdpersonage uit de novelle schopt tegen alles en iedereen. Niets vindt nog genade in zijn ogen, dus heeft hij zich teruggetrokken uit de wereld. Hij is niet boven, maar onder de wereld gaan staan, in het ondergrondse bij wijze van
spreken. Hij vindt dat hij niets waard is, maar op hetzelfde moment voelt hij zich torenhoog verheven boven de massa. Het kleine van de mens wordt zo mooi uitgewerkt dat het tegelijkertijd deugd doet én heel pijnlijk is om jezelf erin te herkennen. Toch doet het uiteindelijk vooral goed, omdat je merkt dat je niet alleen bent.” Op het menselijk vlak is Dostojevski’s novelle nog zeer actueel, vooral dankzij zijn begrip voor de kleine mens. Maar Van den Broek moest ook heel wat aanpassen bij haar bewerking. “Eén van de hoofdlijnen in het boek is het reageren tegen het vooruitgangsoptimisme. Daar heb ik aan moeten sleutelen om het naar vandaag te vertalen, want wij hebben natuurlijk niet meer dat naïeve vooruitgangsoptimisme. Wij geloven niet meer blindelings in de wetenschap. Maar als de hedendaagse mens al in iets gelooft, dan is het toch de wetenschap. Als er een aardbeving is, gaan wetenschappers de oorzaken ervan analyseren om het in de toekomst te kunnen voorspellen. Die rationele analyse vinden we enorm belangrijk. We geloven nog steeds dat die ons ooit zal redden, dat als we genoeg weten over het menselijk lichaam en de natuur, we in staat zullen zijn om alles te beheersen. Dat is natuurlijk een utopie. Maar toch
Clara van den Broek: “Ik hoop met toneelspelen niet alleen mijn eigen eenzaamheid te doorbreken, maar ook die van de mensen in de zaal.”
7
is dat wat ons drijft. Dat heb ik kunnen aangrijpen om het pessimisme van Dostojevski te actualiseren.” Eerst was Van den Broek van plan om de monoloog door iemand anders te laten spelen en zelf te regisseren. “Bij nader inzien vond ik het net interessant dat het mannelijke personage door een vrouw gespeeld zou worden. Ik ben het personage, maar tegelijk ook niet. Anders werd het misschien té kwetsbaar. Het moet toneel blijven, een spelletje. Daarom is het goed dat ik een vrouw ben en een man vertolk. Met die dubbelheid wil ik ook wel wat spelen. Er is bijvoorbeeld een passage waarin de man een prostituee bezoekt. Dan kan ik zowel de man als de prostituee uitbeelden. Zij is een exponent van hem: ze is nog meer vernederd dan hijzelf en hij kleineert haar omdat hij zelf zo vernederd werd. Dat is een mooi beeld.” Ter voorbereiding trok Van den Broek naar Sint-Petersburg om er met de Russische ziel in contact te komen. “Ik ben er een week geweest en heb wat research gedaan. Ik heb er veel bijgeleerd over Dostojevski’s periode in Siberië als dwangarbeider. Hij leerde er veel respect te hebben voor zijn medegevangenen. Hoewel ze verworpen waren, bleven ze mens. Zelf heeft Dostojewski ook altijd geprobeerd om niet te verwilderen, om niet hard en cynisch te worden tijdens zijn ballingschap. Hij zei: ‘Ik moet proberen om mens te blijven onder de mensen’. En dat is eigenlijk wat men moet doen in het leven.” Ze heeft een voorbeeld bij de hand, rechtstreeks uit het alledaags bestaan. “Ik vind het fantastisch als ik in de supermarkt groenten ga kopen en een mevrouw vertelt me dat een bepaalde groente lekker is voor mijn soep. Dan zit je samen in hetzelfde moment. Je kent elkaar van haar noch pluim, maar je wenst elkaar het beste toe. Die kleine, eenvoudige momenten zijn van de grootste schoonheid.” Première op 1 april 2011 in C-mine, Genk. www.skagen.be of www.cultuurcentrumgenk.be
www.zuiderlucht.eu
weekend van 18 en 19 september met uitlopers in de weken nadien richten tal van workshops zich aanvangstijden, zie www.c-mine.be
18 SEPTEMBER • ‘Eye tracking – website – U-sentric’. Deze workshop toont hoe door middel van een eye-tracking toestel bezoekers naar uw website kijken. De deelnemers krijgen inzicht in hun eigen website, een interessante basis voor het verhogen van de efficiëntie van de website van uw bedrijf of organisatie. • ‘Arduino - Timelab’ over Arduino, een open source microcontroller die op een eenvoudige manier met een computer geprogrammeerd kan worden. U kan er robots mee besturen, een automatisch irrigatiesysteem mee maken, uw verlichting automatisch aansturen, etc. Arduino is ontworpen voor al wie geen achtergrond in programmeertalen of elektronica heeft. • ‘Zwerfhout’ - Maak van zwerfhout een designstoel. Zwerfhout is kostbaar nomadisch materiaal, het is vervoerd, gebruikt, gesloopt, heeft rondgeslingerd. Het is één van de materialen die het makkelijkst opnieuw gebruikt kunnen worden. Een uitdaging voor diegenen die graag een eigen stoel creëren. • ‘Gastronomisch vegetarisch koken’. Bart Claeys is gastheer voor sterrenkok Philippe Van den Buck, die zijn sporen verdiende in prestigieuze huizen in New York, Monaco en Catalonië (El Bulli). Hij zal in C-mine de gastronomische kwaliteiten van de vegetarische keuken demonstreren. • ‘Een mok van Stockmans‘. Ontwerper Piet Stockmans nodigt creatievelingen uit om in zijn atelier op C-mine een bord of mok naar eigen inspiratie te komen beschilderen. >>>>>
september 2010
Architectuur
Culturele mijnschac
De Brusselse architect Peter Swinnen (1972) is mét zijn team (zegt hij uitdrukkelijk) de ontw juli is hij ook Vlaams Bouwmeester. “De mentaliteit van verplichte bescheidenheid wijzen 15 SEPTEMBER • Lezing over ‘Ontwerp energiegebouwen en C-mine Cultuurcentrum’. Architect Peter Swinnen geeft toelichting bij het ontwerp van 51N4E van de energiegebouwen en het nieuwe cultuurcentrum op C-mine én bij zijn toekomstig beleid als Vlaamse Bouwmeester. Met rondleiding! 20.15 uur.
Peter Swinnen. foto Martin Hogeboom
22 SEPTEMBER • Lezing ‘Re-public: drie strategieën voor een nieuwe publieke ruimte in Genk’. Drie studiebureaus belichten aan de hand van drie stedenbouwkundige projecten hun visie op en strategie voor de inrichting van publieke ruimtes. 20.15 uur.
H
29 SEPTEMBER
De gerenoveerde luchtcompressorenhal op C-mine. foto’s Maarten Thijs
et is een verbluffende historische en landschappelijke site, waar door de politiek veel over gepiekerd is, maar die door de wilskracht van het team van een Brussels architectenbureau is omgetoverd tot – op een voorlopig eerste zicht, want er moet voor de deur en binnenin nog veel worden gedaan – een voor de regio belangrijke culturele site. Dwalend door de nog lege zalen, hallen, spelonken en alkoven van de voormalige energiegebouwen van de mijnsite van Winterslag – nu de huisvesting van het Genkse C-mine Cultuurcentrum – besef je hoe het architectenbureau 51N4E, dat op een zachte manier het hele complex heeft gerenoveerd, met zo’n renovatie omspringt: discreet, met respect voor het slapende verleden, met een zicht op het landschap – de opgehoopte kolenafslag en de tuinwijken van de voormalige mijnwerkers in de vitrine van het glaswerk – en met een opzienbarende vooruitkijk en blik op de toekomst van een door werkloosheid geteisterde stad.
Film
• Lezing ‘10 Genkse architecten lichten toe’. Aan de hand van twintig beelden die elk twintig seconden worden getoond, lichten tien architecten een bepaald project of een bepaalde visie toe. 20.15 uur.
Tijdens dit C-mine Moment heeft Euroscoop regelmatig speciale vertoningen, bv. een unieke selectie kinderfilms op 2 en 3 oktober. Op 25 en 26 september zijn het de BNP Fortis Paribas Filmdays (exclusieve avant-premières en films aan e 3). Ideaal om te combineren met bv. de Game-day. Voor meer info over de programmatie kijk op www.euroscoop.be.
8
Het C-mine Cultuurcentrum wordt een nieuw hart van Genk, met twee theaterzalen en een tentoonstellingsplek, foyers, toeristische attracties zoals een ‘ervaring in de mijnschachten’, een erfgoedsite met oude machinerie, een culinaire plek met restaurant en cafés, een stedelijke culturele oase tussen de twee hoge schachtbokken van een voormalige kolenmijn. Durf, discours en tegenspraak, lef en een tikkeltje bluf – het zijn de kenmerkende eigenschappen van het Brusselse architectenbureau 51N4E, dat de ‘reconversie’ van een deel van de mijnsite in Winterslag bedacht en herdacht. Vergis je niet: het bureau is geen pronkerige vitrine van kant-enklare oplossingen of oogverblindende architectuur. Het is eigenzinnig; meer een ‘team’ dan een ‘bureau’. Peter Swinnen, een van de drie partners binnen 51N4E, is een onderzoeker, “een architect” – lees je in krantenartikelen
www.zuiderlucht.eu
– “die de vragen niet schuwt maar ze hardop stelt en daardoor vastgeroeste conventies op de helling durft te zetten.” De architecten van 51N4E zijn space producers. Ze richten zich naar eigen zeggen “op ruimteproductie in de brede zin van het woord, met architectuur, urbanisme, ontwerp en ruimtelijke analyse.” Ze bouwen niet slaafs en gewillig wat hun opdrachtgevers vragen, ze gaan algauw in discussie, ze tonen op hun ontwerptafels – zoals ze dat al vaker in kranten en tijdschriften hebben geafficheerd – “iets wat rijker is, meer mogelijkheden biedt, een sterker idee heeft.” 51N4E is vaak in de contramine, om het resultaat te verbeteren, het denken over de architecturale keuzes aan te scherpen, om het ontwerp nog maar eens te wikken en te wegen vooraleer het klakkeloos wordt uitgevoerd. Bescheiden zijn ze niet – waarom zouden ze eigenlijk terughoudend moeten zijn? Architectuur mag gezien worden. “In de Vlaamse architectuur”, zegt Peter Swinnen, sinds juli 2010
september 2010
2
werper van het C-mine cultuurcentrum op de voormalige mijnsite van Winterslag. Sinds n we af. We hebben in Vlaanderen een te veel aan non-imago”. door Paul Depondt ook Vlaams Bouwmeester, die van overheidswege de kwaliteit van het bouwen bewaakt, “heerst een mentaliteit van verplichte bescheidenheid.” Het is haast een dogma, en ‘dat wijzen we af’. Waarom zou je ‘teruggetrokken’ moeten bouwen? Architectuur moet toch niet amper zichtbaar zijn? Zijn collega’s beamen dat: die bescheidenheid is misplaatst. “Als je bouwt, maak je iets voor een publiek”, zei Freek Persyn (1974), met Swinnen en Johan Anrys (1974) partners van het bureau in de Vlaamse krant De Standaard. “Je werkt op een publieke scène, en dan is het je taak om daarover te communiceren.” Je kunt je toch niet verstoppen achter bescheidenheid? Dat is “vooral een mom om niet te moeten discussiëren, om het discours te vermijden. “ “We hebben in Vlaanderen”, zei Swinnen meermalen, “een teveel aan non-imago”. Hij vindt dat we ons, als regio, ‘wat scherper kunnen profileren’. Bouwheren kunnen zich laten bijstaan door ‘projectregisseurs’. Dat is de essentie van 51N4E: architectuur, zegt Swinnen, “is een dienstbaar beroep, het kan nooit negatief zijn.” Architectuur is volgens hem geen kunst; daarin verschilt de architect van de kunstenaar. “Het resultaat moet de samenleving vooruithelpen.” De naam van het bureau, 51N4E, verwijst naar de coördinaten van Brussel, de lengte- en breedtegraden op de wereldkaart, de plek in Molenbeek waar in een verbouwde oude brouwerij op drie hoog het kantoor is gevestigd. Bijna het hele team is Brussels, dat tekent hun filosofie. Ze vinden dat de stad nood heeft aan ‘verlichte bouwheren’ of ‘verlichte studiebureaus’. Liefst beide – zeggen ze. Het bureau – Swinnen spreekt altijd over ‘een team’ – verwierf bekendheid door zichtbepalende projecten: de verbouwing van een brouwerij in Mechelen tot een museum (2005), de herinrichting en stoutmoedige stoffering van het Brugse Groeningemuseum, het beroemde ‘schrijn’ van de vermaarde Vlaamse Primitieven (2002) in Brugge, de bouw van een toren in het historische centrum
9
van de Albanese hoofdstad Tirana. In Brugge zag je de schilderijen van de Primitieven, in de oude opstelling, met ‘een geconsacreerde blik op geconsacreerd werk’. Het publiek kwam stilzwijgend binnen, liep langs neogotische ‘museumkapellen’ en voelde een soort religieuze intensiteit. Er was een imagoprobleem. Daar bedachten de architecten van 51N4E iets op. Hoe kon je, met een weliswaar erg krap budget, een frisse wind door die vroegere duffe zalen laten waaien. Ze herschiepen het Brugse museum met zalen waarin oude kunst werd getoond met een eigentijdse presentatie: witte en zwarte wanden, stoeltjes voor het publiek, tribunes om scherper en langer naar de werken te kijken. Hun ingreep kreeg veel kritiek, ze hadden de oubollige manier om met de Primitieven om te gaan doorbroken. Dat deden ze ook in Mechelen, “ze dachten dingen door, ze zetten ze op hun kant.” Ze werden door de stad gevraagd om een scenografie te bedenken. Ze herdachten het project – omdat er zo veel meer mogelijkheden waren. Als concept-architecten bedachten ze, met veel argumenten, een andere vertolking van de architectuur. De oude brouwerij Lamot werd, als paradestuk van Mechelen, verbouwd tot congres- en cultuurcentrum. Dat moest je volgens 51N4E laten zien door een radicale ingreep: ze bewaarden alleen de draagstructuur, haalden alles weg, vervingen buitenwanden door glas. Lamot, zeiden ze, “mag niet op zichzelf gericht zijn”, zo’n centrum
De nieuwe theaterzaal in C-mine cultuurcentrum
”moet communiceren met de straten eromheen.” Zo is Swinnen en zijn team ook omgesprongen met C-mine: kijk eerst wat de site biedt, het omringende landschap, de gebouwen en de daarin aanwezige machines voor liften en ophaal van kolen – die je op een heel bijzondere manier als ‘kunstwerken’ ervaart, in de woorden van architect en criticus Koen Van Synghel. In zijn grote kantoor toont Swinnen op het scherm van zijn laptop hoe hij en zijn team de moeilijke verbouwing van de bovengrondse mijngebouwen in Winterslag hebben aangepakt. “We zijn eigenlijk maar met een klein toplaagje bezig geweest”, zegt hij, terwijl we naar de ondergrondse infrastructuur kijken die sinds de sluiting van de mijn niet meer toegankelijk is. Toch is zijn streven vérstrekkend. “Genk is ambitieus, de stad wil van de mijnsite van Winterslag, op nauwelijks een kilometer van het stadscentrum, een cultureel hart maken. De burgemeester formuleert het iets anders: hij spreekt over creatieve economie, omdat hij ook innoverende bedrijven wil aantrekken.” Er is vroeger een masterplan opgesteld, door het Limburgs architectenbureau De Gregorio & Partners, waarin de solide structuur van de oude gebouwen werd omschreven, vooral om die als erfgoed te behouden. Maar toch wilde men aanvankelijk het hele project liever realiseren op het ruime ‘plein’ voor de gebouwen. Swinnen: “Toen we die mijngebouwen zagen, begrepen we dat die in goede staat waren. We wilden die evenwel niet kapot restaureren. We zagen een sokkel: ongeveer vijf meter hoog. Dat was een soort kelder, een zeer onaangename plek om te zijn, veel buizen, fundamenten voor machines. Toen dachten we om die sokkel uit te breiden, die labyrintische ruimte met nutsvoorzieningen.” Dat is het uiteindelijk geworden: bovenop die plek twee theaterzalen, behoud van de curieuze machinerieën als industrieel erfgoed, en voor het plein een gigantische trechter voor het publiek. Een uitnodiging naar de stad.
www.zuiderlucht.eu
Workshops
oase tussen chten
18 SEPTEMBER • ‘Virtual Knittings’ door Els Arnols. Creatief eigen truien en andere dingen maken, gebruik makend van de nieuwe breitechniek virtual knitting: breien zonder naalden, een techniek waarmee u vrij kan experimenteren en combineren. • ‘Dresscode van het parfum’ door Lieve Bosmans. Over parfum zijn boeken geschreven en films gemaakt, maar eigenlijk is het niet meer dan een mengsel van verschillende extracten. Parfum-expert Lieve Bosmans laat deelnemers kennismaken met parfumfamilies en geeft tips over het gebruik ervan. Deelnemers kunnen een eigen klein parfum creëren. • ‘Stand up comedian’ door Dimitri Desmyter. Dimitri Desmyter, finalist van Humo’s Comedy Cup 2000 en 2003 leert technieken en trucks van de stand up comedian en geeft tips over hoe je andermans lachspieren kan opwarmen. • ‘Een wens die waar wordt’ door New Shoes Today. Alledaagse wensen en plannen, ze worden vaak uitgesproken maar het komt er vaak niet van om ze waar te maken. In deze workshop maakt u kennis met ‘wensrealisatie’. In zes stappen leert u hoe u een wens kan omzetten in actie.
workshops 19 SEPTEMBER • ‘Watch out Walt Disney’ door Wouter Bongaerts. Wouter Bongaerts in een animatiefilmverslaafde. Hij deed tijdens zijn opleiding al heel wat ervaring op bij verschillende animatiefilmbedrijven en binnenkort verschijnt zijn eerste kortfilm. Aan geïnteresseerden toont hij de kneepjes van het vak. • ‘Creatief recycleren’ met topontwerpster Marina Yee. Marina Yee, één van de Zes van Antwerpen, was een van de eersten die zich bezig hield met recycling fashion. Marina Yee en haar studenten komen naar C-mine om te tonen hoe je kleding kan ontwerpen met oude stoffen. >>>>>
september 2010
Media & design
C-mine, site Waar ooit de mijn Winterslag floreerde, ontstaat een werkplaats voor creatieve economie toekomst. “Hier ontstaat een culturele hotspot, waar zowel populaire cultuur als eigenzinnige
24 SEPTEMBER • Sneak Preview: Show me yours and you can C-mine (aanvang 16.00 uur). Tijdens dit corporate event kunnen bedrijven kennismaken met creatievelingen en omgekeerd. Humin van Dany Snockx toont in een ‘sneak preview’ de resultaten die bedrijven uit de regio bereiken met design coaches . Bedrijven laten anderen meekijken naar hun innovaties. Afgestudeerden krijgen de gelegenheid hun portfolio te tonen aan deskundigen. Nascom toont hedendaagse evoluties in webapplicaties. Het Innovatiecentrum Limburg zet een Innovatie War Room op en sprekers geven hun visie op creativiteit. Afsluiter is een klassevol feestje. • MAD open space (aanvang 16.00 uur), is een feestje voor studenten. Ze vieren de start van het academiejaar met een DJ-Battle in de hallen van de MAD. Afsluiter is Sam De Bruyn (StuBru) met SAMTEX. In een voormalige kelderruimte is nu de toog voor de ontvangst van de gasten bij theatervoorstellingen. foto Maarten Thijs
25 SEPTEMBER • Barcamp (aanvang 10.00 uur). C-mine organiseert samen met Nascom en de MAD-Faculty zijn eerste barcamp, een ‘Unconference’, een conferentie die georganiseerd wordt door de deelnemers ter plekke. De filosofie is dat iedereen die komt iets doet, de meeste deelnemers zullen het hebben over technologische thema’s maar u mag ook gewoon mee helpen opruimen of een leuk recept voor een cocktail aanbrengen…
D
e voormalige mijnwerkersstad Genk is ambitieus en durft dit, bij de projectmatige ontwikkeling van C-mine, ook tonen. Cultuur en economie gaan samen, maar daarom moet je het verleden niet uitwissen. Op de site, die nog in volle ontwikkeling is, komt binnenkort een ‘belevingsroute’, die vanuit de imposante Energiegebouwen – die nu zijn verbouwd tot cultuurcentrum – bezoekers via een ondergronds traject iets wil laten zien van het mijnverleden.
26 SEPTEMBER • Genk in-Game (aanvang 11.00 uur) is inmiddels een begrip onder de gamers door de LAN-parties. Dit keer gaat het over een andere boeg: geen LAN-party maar een race-contest in speciale simulators. Er zijn mooie prijzen te winnen. De foyer van Euroscoop wordt die dag omgetoverd tot een game-paradijs waarin elke gamer zijn gading vindt.
Op zo’n inspirerende plek, denkt Genk, kunnen jonge bedrijven zich ontwikkelen. De stad wil niet alleen (met overheidsgeld en Europese steun) investeren in louter cultuurvoorzieningen, theaters en expositieruimte, maar ook in de economische ontwikkeling van de regio. De toon die je in Genk hoort, is dynamisch en positief: de site wordt een plek voor bedrijfsinnovatie
10
en ondernemerschap, met kunstenaarsateliers en creatieve bedrijven. Op de gronden van de voormalige Winterslag-mijn, die nu een cultureel stadshart worden, kunnen bedrijven in het complex en in andere mijngebouwen huisvesting vinden. Daardoor ontstaat synergie tussen kunsten en – waar het uiteindelijk in Genk om gaat – een nieuwe economische welvaart. In 1988 sloot de mijn van Winterslag – een sociaal drama in een streek die van de ontginning van ‘vette’ kool voor de staalindustrie leefde. De mijnsluitingen gingen niet zonder slag of stoot. Er was sociale onrust, er waren stakingen aan vooraf gegaan. In de regio vroeg men zich af, na het leed van de sluitingen, hoe je de vroegere ‘mijnsteden’ die het landschap van het Limburgse bekken sinds een eeuw vorm hadden gegeven, een nieuwe toekomst kon geven. De regio, luidde het in het Masterplan voor de mijnsite van Winterslag, stond
www.zuiderlucht.eu
“voor de immense uitdaging om zich te heroriënteren en een nieuw sociaal en economisch profiel op te bouwen”. Het oude mijnpatrimonium, dat decennialang welvaart had gebracht, bood “belangrijke ontwikkelingspotenties”. Maar wat kon je met dat omvangrijke patrimonium aanvangen, met die hoge schachttorens, enorme compressorenzalen, bunkers, liften, gigantische ventilatoren, met de hele ondergrondse en bovengrondse infrastructuur van de vroegere mijnen? Genk bedacht een project van vooral ‘innovatie’. De stad wil ontwerpers aantrekken, scherpe bedenkers van nieuwigheden. C-mine, zeggen de partners die op de fundamenten van de voormalige Winterslag-mijn een ‘cultureel hart voor de stad’ hebben opgericht, is een site under construction. De plek wil vooral “creatieve innovatie realiseren”, zoals het met heel krachtige woorden klinkt in de teksten van de Genkse ontwikkelaars, “door verbindingen te
september 2010
en innovatie. Paul Depondt kwam poolshoogte nemen en verbindt verleden met artistieke vernieuwingen hun plek kunnen vinden.” door Paul Depondt leggen tussen academische opleiding, en onderzoek, artistieke creatie en presentatie, creatieve economie en creatieve recreatie”. Er zijn al, naast de herinrichting van de oude mijngebouwen als nieuw cultureel centrum, verschillende projecten gerealiseerd: een bioscoopcomplex, de huisvesting van een kunstenfaculteit, de inrichting van het ‘huisatelier’ van porseleinkunstenaar Piet Stockmans – bekend om zijn ontwerpen voor de gedekte tafel. Men wil een Design Innovation Lab oprichten, waardoor hogeschoolstudenten al meteen kunnen samenwerken met een bedrijf; er komt een Centrum voor Creatieve Bedrijfsinnovatie en Ondernemerschap, dat startentende bedrijven huisvesting wil geven. Er zijn plannen om een onderneming, die gespecialiseerd is in lichtontwerpen, in de ‘paardenstallen’ onderdak te geven. Verscheidene designers hebben al een atelier op de site. De geschiedenis van de Limburgse kolenmijnen – voor de huidige generatie vooral van de sluitingen ervan – is een van de zwarte pagina’s in de Belgische geschiedenis. Winterslag was in 1917 de eerste Vlaamse mijn die in productie ging. Er werden voor de arbeiders woningen gebouwd, veertig jaar na de opening van de kolenmijn telden de moderne ‘tuinwijken’ niet minder dan tienduizend inwoners, bijna een vierde van de totale bevolking van Genk. Inmiddels kent de stad grote werkloosheid en zoekt ze hoe – bij aanwezigheid van een grote allochtone bevolking – cultuur als een maatschappelijk bindmiddel kan fungeren zonder al te zalvend te zijn. Er zijn ideeën voor ondernemerschap, voor kleine bedrijfjes, voor durf. Waar ooit Winterslag floreerde wil C-mine een plek worden “voor mensen die in hun professioneel leven of in hun vrije tijd geprikkeld willen worden door diverse vormen van creativiteit.” De ambities zijn groot. C-mine cultuurcentrum is voor Genk én de regio een ‘culturele hotspot’, waar zowel populaire cultuur als eigenzinnige artistieke vernieuwingen hun plek kunnen vinden.
11
3
Workshops
under construction
19 SEPTEMBER • Kennismaking breakdance door Sam De Waele. Breakdance icoon Sam De Waele was oprichter van de groep Psycho B-Boys, en verzorgde tal van optredens en workshops in binnen- en buitenland. Zijn dansstijl is een mix van ingewikkeld benenspel gemengd met veel creativiteit en explosiviteit. Hij geeft op C-mine een introductie breakdance voor iedereen die weinig tot geen ervaring heeft. • ‘Cross over bodydrumming & breakdance’ door Sam De Waele. Heb je al iets meer ervaring met breakdance? Sam De Waele leert de deelnemers een choreografie aan waarbij ze hun skills verder kunnen verfijnen. • ‘Gaten dichten met Lego’ door Jan Vormann. De Oostenrijkse kunstenaar Jan Vormann, bekend van zijn Lego Art Construction, komt naar C-mine om samen met de deelnemers met Lego de gaatjes op C-mine te vullen. • ‘Vintage’ door ontwerper Steven Brouns. Wilt u vintage design herkennen? Kom met uw design naar C-mine en ontwerper Steven Brouns (Zoink) legt u uit hoe u echte vintage kan herkennen.
Schachtbok van Winterslag, nu icoon van C-mine. foto Perry Schrijvers
• ‘Denken met een bochtje’ door New Shoes Today. Creatief denken, anno 2010! In deze workshop leert u anders denken, weg van de routine en de sleur. U krijgt tips, technieken voor nieuwe creatieve ideeën voor uiteenlopende zaken zoals bv. een verjaardagsfeestje, een feest…
21 SEPTEMBER • ‘Designing for Multi-touch interfaces’ met Robert Winters (Nascom). Multi-touch interfaces – zoals de iPhone of de iPad – maken de meest ongelooflijke features mogelijk met onze vingers. In deze workshop wordt dieper ingegaan op hoe multi-touchdesign verschilt van traditionele interface design. Speciaal voor interface designers. >>>>> Exterieur van de energiegebouwen van Winterslag. foto Perry Schrijvers
www.zuiderlucht.eu
september 2010
Kidsweekend
Weerhaakjes in een zoektocht naar geluk Musicalsterren als Fred Astaire en Julie Andrews en – voor de jongeren – Billy Elliot en Björk resoneren mee in While things can change van Koen De Preter. De première is in Genk. “Ik verheug mij om te werken in dat gebouw met die rijke historie.” door Annette Embrechts
A
Het weekend van 2 en 3 oktober brengt C-mine Cultuurcentrum creatieve en artistieke smaakmakers voor kinderen. Met rondleidingen op kindermaat.
vonden lang hebben Koen De Preter en Maria Ibaretxe zich ondergedompeld in films waarin dialogen worden gezongen, en emoties met dans en muziek worden aangezet. En reken maar, zegt De Preter, “dat we daaruit gaan plukken. We maken een intieme musicalachtige voorstelling.” Enig sentiment zal daarbij niet vermeden worden, glimlacht hij verontschuldigend. “Ik hou daar wel van. Je zo lekker laten opslokken als in een trip. Een feel good trip.’
• Mooi! is een tentoonstelling over schoonheid waarin RASA met kinderen op zoek gaat naar wat zij mooi vinden en wat dan wel het geheim van die schoonheid is. Van zaterdag 2 oktober tot zondag 17 oktober. Geleide bezoeken op 2 oktober en 3 oktober. • Architectuurstudio. Het ABCstation voor architectuur staat twee weken op C-mine. Via speel-, bouwen werkmateriaal, afbeeldingen en nieuwe media leren kinderen bewuster kijken naar ruimte en inrichting. Op die manier worden ze ook een beetje ‘architect’ van hun eigen leven. Van zaterdag 2 oktober tot zaterdag 9 oktober. Geleide bezoeken op 2 en 3 oktober.
De Preter en Ibarretxe gebruiken oude en jonge musicalfilms als inspiratiebron omdat de films rijke voorbeelden zijn van mensen op zoek naar geluk. En omdat ze muzikaal zijn. In de nieuwe voorstelling While things can change willen ze zowel covers als zelfgemaakte songs ten gehore brengen. Ibarretxe, behalve actrice ook filmmaakster en muzikante, speelt ukelele en elektrische gitaar, De Preter, met minder muziek in zijn opleiding als maker en vertolker van eigentijds danstheater, neemt speelgoedinstrumenten ter hand: “Een triangel of een kinderpiano. Van die dingskes.” Maar wie verwacht dat While things can change een lieve voorstelling gaat worden, zal bedrogen uitkomen. De Preter en Ibarretxe nemen een paar stevige vragen als uitgangspunt voor de dramatische kant van de productie. Vragen die de mens in zijn zoektocht naar geluk in conflict brengen met anderen en met zichzelf. Bijvoorbeeld. Waarom onthouden we kritiek beter dan complimenten? Waarom vertellen we slechter nieuws vaker door dan goed nieuws? Waarom zijn sommige dingen makkelijker gezegd dan gedaan? Hoe komt het dat we mensen die het dichtst bij ons staan soms over het hoofd zien? Basale vragen die persoonlijke en universele gevoelens oproepen en die weerhaakjes vormen in ons aller menselijke zoektocht naar geluk. De persoonlijke antwoorden van De Preter en Ibarretxe vormen de
2 OKTOBER • Anne Niepold & Zonzo Compagnie, ’s Nachts zijn alle katten grijs. Woordenloze muziekvoorstelling voor kinderen vanaf 4 jaar met één van de beste jonge accordeonistes van het land. Een verrassing met klanken, beelden en een streepje licht. Aanvang 11.00 uur. • Christine Verheyden, Kofferkind. De jonge Genkse Christine Verheyden speelt het jonge meisje dat komaf maakt met de scheiding van haar ouders. Ze laat zichzelf en haar ouders alle hoeken van de zaal zien en het resultaat is een inventieve theatervoorstelling over een gevoelig thema. Aanvang 16.00 uur. • Het Paleis/ Judith Nab, De grote reis. De Nederlandse kunstenares Judith Nab brengt een
12
verhalende schakels in de voorstelling. Maar Koen De Preter (Bonheiden, 1981) zou geen danser zijn als hij niet ook in beweging naar antwoorden op zoek zou gaan. Hoe reageert ons lichaam op slecht nieuws? Hoe kunnen we dansen en jongleren met onze vooroordelen? Ook daarbij zal hij rijkelijk putten uit het collectieve geheugen van de film. “Die films kunnen we terugspoelen, ons eigen leven niet. En iedereen kent en herkent passen uit filmische swingscènes. Met de kleur die daaromheen hangt, gaan we spelen in deze musicalachtige voorstelling.” De Preter weet dat hij een risico neemt door zich op het voor hem onontgonnen terrein van de musical te begeven. Maar hij wil daar graag ploegen vanwege de collectieve emoties die aan de oppervlakte liggen. Eerder maakte hij met Ibarretxe We dance to forget, dankbaar puttend uit het collectieve geheugen van populaire dansvormen. Op een medley van bekende hits danste hij als een dartel kalfje rond Ibarretxe. De toeschouwers voelden zich soms ook weer twintigers op een dansvloer. “Ik hou ervan om genereus te zijn richting publiek. Ik speel graag met gevoelens van herkenning.” Zijn voorliefde voor swingdans komt bij De Preter niet uit de lucht vallen. Hij begon als jazzdanser aan zijn opleiding aan de Fontys Dansacademie in Tilburg, waarna hij switchte naar eigentijds danstheater omdat hij de kracht van
improvisatie ontdekte. “De enige opleiding die mij had aangenomen. En van P.A.R.T.S. van Anne Teresa de Keersmaeker had ik nog nooit gehoord.” De Preter komt uit een lage middenklasse zoals hij zelf zegt. “Mijn paps was brandweerman, mijn mams bediende.” Hoewel hun gezinsleven verre van artistiek was, danst hij toch al vanaf zijn zesde. Toen werd hij door een vriendinnetje meegenomen naar kleuterdans. En hoewel hij op de middelbare school ook gevangen werd door Latijn en moderne talen, viel zijn keuze toch op dans. Met succes. De jonge De Preter timmert rustig, kleinschalig maar gestaag aan de weg. Eerst door te performen bij T.R.A.S.H. en Sasha Waltz, daarna door zelf te gaan creëren. Met Ulrika Kinn Svensson, nu een van de vaste dansers van Sidi Larbi Cherkaoui, maakte hij vorig jaar Sometimes it’s there, een dansduet over de magie en de vluchtigheid van herinneringen. En nu staat hij in het nieuwe theater van C-mine Genk, dat tevens de belangrijkste co-producent is van zijn nieuwe voorstelling. “Ik verheug mij enorm om te werken in dat gebouw met die rijke, industriële historie. Je voelt en ruikt nog dat daar van alles is gebeurd.” While things can change. Belgische première op 26/1 2011 in C-mine Genk. Sometimes it’s there/We dance to forget Op 21/5 2011, eveneens in C-mine Genk.
Koen De Preter speelt met gevoelens van herkenning in While things can change. foto Thanh Beels
www.zuiderlucht.eu
september 2010
Niet de tekst, maar eten moet het uitgangspunt zijn. Daarom moet theatermaker Peter De Bie steeds een nieuw genre uitvinden: een culinair concert, een peepshow met voedsel. “Geef mensen drank en eten en de tongen komen los.” Laika brengt circustheater ”waar elke mislukking een opstap is naar iets nieuws.”
M
et hun nieuwe voorstelling Cucinema willen Laika en Circo Ripopolo de sfeer van de roaring twenties, vaudeville en slapstick weer tot leven brengen. En dat alles mét eten. Bij voorstellingen van Laika, “theater der zinnen”, moet het publiek kunnen horen, ruiken, voelen, zien én proeven.
Peter De Bie, artistiek leider van Laika, maakte in het verleden al de culinaire peepshow PEEP&EAT, waarin hij de erotische prikkels van een peepshow samenbracht met de geneugten van een goed bereide maaltijd. Met Patatboem bracht hij dan weer een culinair concert waarin koks en muzikanten samen live op scène een diner kookten voor de toeschouwers. Elk kookgeluid werd onderdeel van de partituur. De nieuwe voorstelling Cucinema noemt De Bie “drie gangen in 3D”. Inspiratie vond hij samen met Ief Gillis van Circo Ripopolo in de wereld van de vaudeville en de slapstick. “lef is net als ik bezeten van eten en had al lang de droom om iets theatraals met voedsel te doen.” Thema van het project was schijn en werkelijkheid. “In circus is bedrog heel belangrijk, denk maar aan goocheltrucs. Ook in theater speel je met de codes van wat echt is en wat niet. Bovendien is dat thema ook in de culinaire wereld op dit moment belangrijk. Denk maar
13
aan de moleculaire keuken, waarin met chemische reacties wordt gewerkt om dingen er anders te doen uitzien. Daar ben ik binnen mijn voorstelling ook naar op zoek. Ik wil mensen op het verkeerde been zetten. In Hotel Tomilho serveerden we mensen bijvoorbeeld een ontbijt, maar de koffie, die er wel uitzag als koffie, was eigenlijk een cocktail.” Een ander basisingrediënt voor Cucinema is uiteraard cinema. “De voorstelling is theater, maar zal wel de sfeer van film ademen, bijvoorbeeld dankzij de live pianobegeleiding. Soms krijgen we de vraag: is het nu theater of circus? Laatst had ik het daar met Ief over. Hij zei: “Het ergste wat er in een echte circusvoorstelling kan gebeuren, is dat het mislukt. Want een circus wil uitpakken met kunstjes. Wij brengen circustheater waar elke mislukking een opstap is naar iets nieuws. In een traditionele circusvoorstelling zie je een act waar ze een verhaaltje rond breien. In Cucinema ontstaan acts vanuit de functionaliteit van het klaarmaken van eten.” Na het koken krijgen de mensen het diner ook echt op hun bord geserveerd: voorgerecht, hoofdgerecht en dessert. “Je moet er wel voor zorgen dat het eten helemaal in orde is. Doorheen de jaren heb ik gemerkt dat mensen wel mee willen gaan in een experiment op visueel of auditief vlak, maar als het met eten te maken heeft, moet je hen iets herkenbaars of vertrouwds geven. Ofwel
door Jozefien Van Beek moet je een context creëren die het voor hen gemakkelijker maakt. Je moet elke keer opnieuw hun vertrouwen winnen. Als je bijvoorbeeld chocomousse in een spuit serveert of cocktails in een handschoen, gaan mensen er niet gemakkelijk van proeven. Ook al smaakt het heel lekker, als mensen de vorm niet kennen, zullen ze er niet snel in meegaan.” Het sociale aspect van een voorstelling vindt De Bie heel belangrijk. “Het is geweldig dat je met een voorstelling elke avond een live publiek hebt dat de voorstelling samen meemaakt. Daar wil ik op inspelen. Samen aan tafel zitten is echt een sociale gebeurtenis. Dat heeft volgens mij vooral met dat eten te maken. Geef mensen drank en eten en de tongen komen los. Bij PEEP&EAT zaten mensen per vijf in een heel klein compartimentje. Op een bepaalde avond stond ik in de keuken, klaar om met de voorstelling te beginnen. De hele tent zat vol, behalve één compartiment. Er waren nog vijf mensen die elkaar niet kenden en niet samen in zo’n klein hokje wilden kruipen. Uiteindelijk zijn ze toch gaan zitten. Na de voorstelling ging ik om drie uur ’s nachts een café binnen en wie zaten daar? Die vijf! Eerst wilden ze niet samen zitten, nadien zaten ze tot ’s nachts op café. Dat is toch fantastisch! Dat was het grootste compliment dat wij ooit kregen.”
Kidsweekend
Bezeten van eten
omgebouwde bus tot leven voor kleine ontdekkingsreizigers. Een spannende reis vol opwinding en verrassingen. Aanvang 14.00 uur en 16.00 uur. • Workshops ‘Word een gediplomeerd parfummaker’ (14.00 uur) ,Customize your outfit’ (13.00 uur), ‘Maak je eigen superslippers (13.00 uur)’, ‘Landschapsschilderen’ (13.00 uur) en ‘Maak je eigen Mok met Piet Stockmans’ (14.00 uur).
3 OKTOBER • Pantalone, Het geheim van de keel van de nachtegaal. Het sprookje van Hans Christian Andersen over de Chinese keizer en zijn nachtegaal werd door Peter Verhelst herschreven en Pantalone maakt er een muzikale voorstelling van. Krijgt de keizer de nachtegaal in zijn paleistuin? Aanvang: 15.00 uur • Silvie Moors, De Dagen brengen Het Vreemde Eend Koor. In het project Vreemde Eend leren anderstaligen Nederlands op een leuke manier, via Vlaamse kinderliedjes. Toonmoment. Aanvang 11.00 uur. • Het Paleis/ Judith Nab, De grote reis. De Nederlandse kunstenares Judith Nab brengt een omgebouwde bus tot leven voor kleine ontdekkingsreizigers. Een spannende reis vol opwinding en verrassingen. Aanvang 11.00, 13.00 en 15.00 uur. • Olla Podrida, Jongeren uit Limburg doen auditie voor een theater- en muziekproject dat later door de provincie zal reizen. Ze werken een ganse dag aan hun podiumprésence en uiteindelijk worden 30 jongeren uitverkoren. Limburg got talent! Presentatie vanaf 17.00 uur.
Belgische première op 13 oktober 2010 in C-mine, Genk. www.laika.be
www.zuiderlucht.eu
september 2010
Galerie
Met ’n Genks
27 september
De uitgestrekte moerassen en heidevelden rondom Genk trokken vroeger tal van schilders schildersogen toont prachtige beelden van dit verleden, maar is de geschiedenis wel zo de toeristen gewoon om de mijnen heen.” door Duncan Liefferink
• Lezing waarin professor Luc Daels het fenomeen van de landschapsschilderkunst in haar historische en culturele context plaatst. Aanvang 20.15 uur.
28 september - 5 december • Opening van de expositie ‘Genk door schildersogen’ (van 28 september tot 5 december). De allereerste tentoonstelling in de nieuwe galerie van het C-mine Cultuurcentrum is verrassend. Onderwerp is Genk, maar dan wel geschilderd in de periode 1840-1950. In de jaren 1840 werd Genk als schildersdorp ontdekt, en landschapsschilders uit het ganse land en zelfs uit Europa kwamen er naar toe om de heide, de duinen en de moerassen te schilderen. Tussen 1840 en 1950 kwamen honderden schilders naar Genk. Ook andere kunstenaars zoals schrijvers en acteurs zakten samen met de welgestelde burgerij uit Antwerpen, Brussel af om er hun vakantiemaanden door te brengen. Genk neemt zo zijn (vergeten) plaats in naast Tervuren, Knokke, Kalmthout, Barbizon, Den Haag en andere Europese pleisterplekken voor de schilders en plein air van de 19de en 20ste eeuw. • Parallel aan Genk door schildersogen lopen de tentoonstellingen ‘Mijnbeeld’ (Coalface) met historische foto’s die de opkomst van de industrialisering in Genk illustreren en ‘Interland’ (C-mine, in samenwerking met FLACC) met een hedendaagse blik op het landschap door Anne Lass en Mårten Lange.
11 oktober • Lezing door Kristof Reulens met een uitgebreide toelichting bij de door hem samengestelde tentoonstelling ‘Genk door schildersogen’ Aanvang 20.15 uur.
Burgemeester Wim Dries: “Met projectontwikkelaars en” foto Perry Schrijvers
Isidore Verheyden - Palingvissers in de moerassen rond Genk © Charliermuseum, Sint-Joost-ten-Node
H
et zal wel de befaamde ironie van de geschiedenis zijn dat de tentoonstelling Genk door schildersogen voor een belangrijk deel in C-mine plaatsvindt. Schilders uit Brussel, Antwerpen en Luik ontdekten het stille Genk in het midden van de 19e eeuw. Hun werk is te zien op het eerste deel van de tentoonstelling: weidse vergezichten, heidevelden, moerassen en natuurlijk de vijvers waar Genk beroemd om was. Toen kwamen de mijnen. De eerste werd in 1917 geopend bij het gehucht Winterslag. De mijnbouw stuwde Genk op in de vaart der volkeren, maar het landschap was het kind van de rekening; schilders hadden er steeds minder te zoeken. Historische foto’s in het tweede deel van de expositie brengen de opstomende industrialisatie in beeld. Op dit moment is het alweer ruim twintig jaar geleden dat de laatste mijn gesloten werd. Genk bleef achter met mijnterrils (de bergen van
14
steenafval) die het natuurlijke reliëf in deze streken verre overtreffen, en een indrukwekkend bestand aan werkloze schachttorens en vervallen gebouwen. In het derde deel van de tentoonstelling geven drie fotografen hun visie op de contrasten in het hedendaagse Genk – de moderne stad, de mijnrelicten en de restanten van het oorspronkelijke landschap. De cirkel is rond, zo lijkt het. C-mine is immers niets anders dan de herbestemde en grondig verbouwde hoofdzetel van de mijn Winterslag. Bij wijze van feestelijke opening worden uitgerekend daar de Genkse schilders in het zonnetje gezet. De idyllische landschappen van weleer krijgen we er niet mee terug, maar de schilderijen die herinneren aan wat verloren is gegaan, hangen toch maar mooi in het hol van de industriële boosdoener. Wie het laatst lacht, lacht het best. Maar de expositie Genk door schildersogen brengt niet alleen een groot aantal prachtige en goeddeels
www.zuiderlucht.eu
onbekende schilderijen en historische foto’s bijeen. De tentoonstelling en de zeer lezenswaardige catalogus, grotendeels van de hand van de Genkse erfgoedcoördinator Kristof Reulens, geven ook aanleiding na te gaan of de geschiedenis echt wel zo’n mooie cirkel beschrijft als hierboven gesuggereerd. Natuurlijk vormden het ruimtebeslag, de bevolkingsgroei en de horizonvervuiling die met de mijnbouw gepaard gingen een onoverkomelijke aanslag op natuur en landschap. En natuurlijk raakte de realistische of gematigd impressionistische stijl van de Genkse schilders in de loop van de twintigste eeuw gewoon uit de mode. Toch is dit niet het hele verhaal. Een vast element in pre-industriële lofzangen op het Genkse landschap is het ongerepte karakter. Die ongereptheid zien we terug in de schilderijen. De menselijke aanwezigheid bleef beperkt tot een torenspits aan de horizon. Foto’s van de botanicus Jean Massart
september 2010
aan. Toen kwamen de mijnen en werd alles anders. De tentoonstelling Genk door simpel? “Zoals de schilders onverminderd ‘lege’ schilderijen bleven maken, zo toerden (1865-1925) uit 1904 geven eenzelfde indruk van totale verlatenheid. In de tentoonstellingscatalogus citeert Reulens de dichter Hilarion Thans (1884-1963) die in de heide niets minder zag dan “de wereld zoals God haar schiep”. Zelfs de resterende flarden van dit landschap, bijvoorbeeld in het natuurgebied De Maten of op de Boxbergerheide, brengen nog iets over van de oneindigheid die de schilders zo waardeerden. Maar ongerept was het niet. Op een handvol natuurlijke vennen na werden de voor Genk zo kenmerkende vijvers vanaf de middeleeuwen aangelegd voor het kweken van vis, hard nodig om het eiwitarme dieet aan te vullen. Het open landschap en de heide waren het gevolg van langdurige ontbossing en begrazing door schapen. Jos Lycops, conservator van de natuurgebieden in de Stiemerbeekvallei voor Natuurpunt Vlaanderen, vat het kernachtig samen: “Sinds het einde van de laatste ijstijd is het hier niet zo kaal geweest als in de negentiende eeuw.” Als je de natuur echt haar gang laat gaan, groeit hier bos. Ook de zeldzame planten waar botanici als Massart op afkwamen, vestigden zich door menselijk toedoen. Trots wijst Lycops op de zonnedauw, een plantje dat tot de verbeelding spreekt omdat het insecten eet. “Boeren plagden hier elke paar jaar de humusrijke toplaag af en vermengden die met de stalmest”, vertelt hij. “Op de afgeschraapte, zeer arme grond kwam ruimte voor planten als de zonnedauw.” In De Maten wordt nog steeds periodiek geplagd. De geleidelijke (her)bebossing van het gebied wordt meestal verbonden met de komst van de mijnen. Armand Maclot (1877-1959), één van de kopstukken van de derde generatie Genkse landschapsschilders, beklaagde zich in 1937 over het verdwijnen van steeds meer vergezichten. Om te voorzien in de behoefte aan stuthout voor de mijnen werd inderdaad bos aangeplant, maar Reulens benadrukt dat de ontwikkeling veel eerder begonnen was. Al in 1847 stimuleerde een wet de bebossing van ‘onproductieve’ heidegronden. In het kielzog van de schilders kwamen
15
de toeristen. Het aantal hotels groeide snel en rond de eeuwwisseling verrezen de eerste vakantievilla’s. De eerste generaties kunstenaars zagen met lede ogen aan hoe Genk veranderde in een ‘bourgeois’ toeristendorp. Natuurlijk waren hun eigen schilderijen daarvoor medeverantwoordelijk: door het beeld van het ‘ongerepte’ Kempendorp dat zij de wereld instuurden, droegen zij eraan bij dat de werkelijkheid achter dat beeld langzaam maar zeker oploste. De latere generaties schilders hadden daar minder moeite mee. Armand Maclot woonde, evenals zijn collega Emile van Doren (1865-1949), in een uit de kluiten gewassen villa met uitzicht op de Molenvijver (zie het artikel over de villa van Van Doren in het augustusnummer van Zuiderlucht). Maclot leverde in de jaren twintig en dertig het schilderwerk voor toeristische affiches en voor een fascinerende kijkkast over ‘Droomland Genk’. In dit propagandamateriaal waren alle verwijzingen naar de mijnen
Toeristische folder ‘Droomland Genk’ © Emile Van Dorenmuseum, Genk
zorgvuldig weggepoetst. Zoals de schilders onverminderd ‘lege’ schilderijen bleven maken, zo toerden de toeristen gewoon om de mijnen heen. Dat kon toen ook nog. Weliswaar groeide Genk tussen 1900 en 1940 van 2500 naar 27.000 inwoners, maar dat is nog niet de helft van de huidige 64.000. Pas de tweede golf van industrialisatie en bevolkingsgroei na de Tweede Wereldoorlog maakte Genk definitief tot het industriële centrum – één van de belangrijkste van Vlaanderen – dat het nu is.
I
n de loop van de twintigste eeuw veranderden ook de landbouwmethoden. Niet alleen verdwenen de laatste schaapskuddes van de heide, ook de natte beekvalleien raakten verwaarloosd. De vochtigste delen van de Stiemerbeekvallei waren van oudsher zeer kleinschalig verkaveld. Tot in de jaren vijftig of zestig, aldus beheerder Jos Lycops, werd er één of hooguit twee maal per jaar gehooid. Toen dit niet meer rendabel was, verwilderden de veldjes. Om de karakteristieke vegetatie te behouden, worden ze nu begraasd door Gallowayrunderen. De uitwerking van het veranderde landgebruik werd versterkt door luchtverontreiniging. Stikstof, mest voor alles wat groeit en bloeit, daalde vooral vanaf de jaren zestig in steeds grotere hoeveelheden op de bodem neer en versnelde het dichtgroeien van de laatste restjes grasland en heide. Het gaat te ver Genk door schildersogen, de openingstentoonstelling van C-mine, te zien als historische revanche op de mijnen. De geschiedenis is te ingewikkeld voor ironie – maar een knipoog kan er op zijn tijd wel af.
4 22 SEPTEMBER
• ‘New Media als promotioneel hulpmiddel’ met Robby Remmerie (Nascom). Deze workshop geeft je een inzicht in new en social media, hoe u de perfecte campagne kan opzetten, de do’s and don’ts. Plus: enkele succesvolle en minder succesvolle voorbeelden om internet en new media in te zetten in bedrijf en organisatie.
23 SEPTEMBER • ‘Schrijven voor het wwweb’ door Nele Waelbers (Nascom). Hoe schrijf je boeiende, interessante en unieke teksten die de aandacht trekken. Bij het schrijven voor het web is het van het allergrootste belang uw boodschap zo snel mogelijk over te brengen. Daarom, less is more: praat minder, zeg meer. Voor iedereen met een website. • ‘Design Innovatie’ door Dany Snockx, die met zijn project Humin bedrijven creatiever helpt om te gaan met hun producten. In C-mine geeft hij tips over hoe u creatieve innovatie kunt realiseren binnen uw bedrijf.
30 SEPTEMBER • Adobe User Group, presentatie door organisatie die de creatieve en functionele aspecten van Adobe Software overkoepelt. In deze sessie worden hedendaagse creatieve mogelijkheden verkend. Voorkennis niet vereist. • ‘Away 3D’ door David Lenaerts (Nascom), tijdens Adobe User Group. Wil u inzicht krijgen in 3D in Flash of hebt u Away3D al gebruikt, maar wilt u uw kennis uitbreiden? Workshop over de basisprincipes van Away3D, voor alle Flash & 3D geeks.
Genk door schildersogen. C-mine Genk en andere locaties, 28 september t/m 5 december. www.uitingenk.be. De foto’s van Jean Massart (met latere hernemingen op dezelfde plekken) zijn te vinden op www.recollectinglandscapes.be
www.zuiderlucht.eu
Workshops
knipoog naar het verleden
september 2010
Start cultureel seizoen
De vele gedaanten van Daan Als een muzikale anarchist danst Daan tussen de zelfbenoemde agenten van de smaakpolitie door. Het Belgische publiek weet die ongrijpbaarheid te waarderen en sluit hem in de armen, in Nederland gaat het een stuk moeizamer. door Paul van der Steen
9 OKTOBER • LIMBURG ALL STAR(t)S. C-mine Cultuurcentrum zet een uniek spektakel op poten! Een selectie van de beste en bekendste rock ’n pop-artiesten uit Limburg spelen samen een uniek concert voor C-mine. Het Limburgs volkslied zal nooit zo krachtig geklonken hebben als tijdens deze afsluiting. Na het concert is een spetterende afterparty met dj’s die net ervoor nog op het podium stonden. Een groot feest dat lang mag duren, in het bronsgroen eikenhout. Aanvang 20.15 uur.
H
eel België doet mee of heeft op zijn minst een uitgesproken mening over de Vlaams-Waalse twisten. Heel België? Nee, tenminste één man blijft moedig weerstand bieden aan alle communautaire tweestrijd. Zijn naam is Daan Stuyven, muzikant van professie.
Geleide bezoeken
Makkelijk oplosbare problemen zijn opgeklopt tot gigantische proporties. Pure decadentie, vindt de veertigjarige zanger die zichzelf een volbloed-Belg noemt. Zijn land past hem dan ook als een maatpak. Meertaligheid, veelvormigheid, surrealisme, het zijn trefwoorden die even goed bij België als bij Daan passen. Hij zingt in het Engels, maar ook in het Frans, het Nederlands en het Duits. Eigenlijk is Daan behoorlijk introvert, zegt-ie. Maar daar wil hij zijn publiek niet mee lastig vallen. Zijn muziek is fictie en daar passen extraverte uitdossingen bij. De ene keer verschijnt hij in een smetteloos wit kostuum met dito cowboyhoed vergezeld door een kermispaard, een volgende keer in een zwart leren pak. Die aandacht voor uiterlijkheden past ook bij zijn achtergrond. De in Holsbeek geboren Stuyven is de zoon van een kunstschilder. Aanvankelijk leek hem dat zelf ook wel wat. “Ik ben kunstschilder” - dat klonk machtig interessant. Het werd (totdat hij voldoende met muziek verdiende) een variatie op het thema: grafisch ontwerper, met cd-hoezen als specialiteit. Ondertussen werkte hij ook aan eigen muzikale projecten, maar formaties als Citizen Kane (finalist Humo’s Rock Rally), Running Cow en Volt hadden niet voldoende succes om al definitief die wereld in te stappen. Als grafisch vormgever leerde Stuyven hoe hij met minimale middelen een maximaal effect kon bereiken. Als muzikant heeft voor zijn eigen gevoel dat niveau nog niet bereikt en kiest hij vaak voor een wall of sound. Zijn vorig jaar uitgekomen album Manhay bewijst dat hij wel degelijk leert doseren. Na de dance-georiënteerde nummers van zijn vorige soloplaat presenteert hij een
Colofon
In het openingsweekend van 18/19 september, tevens Open Monumentendag, gaat ook het nieuwe bezoekersonthaal op C-mine open. Elk weekend staan gidsen klaar voor een geleid bezoek aan C-mine. Tijdens het kinderweekend van 2 en 3 oktober worden deze aangepast aan de wensen van de kleinsten.
Concept en coördinatie: Wido Smeets Eindredactie: Emile Hollman Beeldbewerking: www.mindswing.eu Fotografie: Than Beels, Phile Deprez, Martin Hogeboom, Perry Schrijvers, Maarten Thijs. Teksten: Jozefien Van Beek, Paul Depondt, Annette Embrechts, Duncan Liefferink, Paul van der Steen Vormgeving: Obidesign/Annebeth Nies Cover: Michel Bisceglia. foto Perry Schrijvers
16
wat rockachtiger geluid en opvallend veel kleine, intieme liedjes. Critici waardeerden het, het publiek zo mogelijk nog meer: Manhay stond meer dan een jaar in de albumlijsten. De originele vormgeving van zijn albums getuigt ook nu nog van Stuyvens verleden. Net als zijn videoclips. De discohouse van Swedish Designer Drugs liet hij vergezeld gaan van hilarische beelden van met Nilfisk-stofzuigers dansende cowboys in een parkeergarage. De single werd een enorme hit, maar Radio 2 en Donna draaiden het nummer niet omdat het te intellectualistisch zou zijn. Het is het soort culturele apartheid waar de artiest van gruwt. Stuyven weet uit ervaring dat het aan de andere kant van de smaakgrens even goed gebeurt. Hijzelf kwam pas door de ‘ballotage’ van het cultureel-correcte deel der natie toen hij met Rudy Trouvé, oudgitarist van dEUS, de band Dead Man Ray oprichtte. Dat was een formatie die bijna bij voorbaat een cultstatus en het StudioBrussel-goedkeuringsstempel waardig was: in plaats van hap-slik-weg-pop bood de groep collages van klanken en ideeën.
Ondertussen bleef Daan schoppen tegen cultureel snobisme. Andere zogenaamd credible zangers zouden hun neus ophalen voor een duet met Bobbejaan Schoepen (De lichtjes van de Schelde) - hij niet. Juist hij niet. Dead Man Ray maakte al een soundtrack bij de film over de eerste aller Belgische cowboys. Na de samenzang met Schoepen bracht Daan nog een aantal malen een eerbetoon aan de onlangs overleden entertainer. Het publiek pikt veel van Daan Stuyven. Bij de laatste uitreiking van de MIA’s, de Vlaamse populariteitsprijzen voor muzikanten, mocht hij er vier mee naar huis nemen: een voor het artwork van Manhay, een voor de videoclip van de single Exes (Stuyven vervaarlijk zwaaiend met een bijl), een als beste tekstschrijver en componist en een als beste mannelijke soloartiest. Wonderlijk genoeg is de man die wereldberoemd is in België, in Nederland alleen in de kleine kring van fijnproevers bekend. Daans theatertour doet op 14 december C-mine aan.
Meertaligheid en veelvormigheid zijn trefwoorden die zowel bij België als bij Daan passen.
www.zuiderlucht.eu
september 2010