VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 13 DECEMBER 2007 OM 19.30 UUR AGENDA Opening Blz. 1. Verslag van de raadsvergaderingen van 1 en 8 november 2007 359 2. Masterplan Schil 359 3. Programma van Eisen en voorlopige grondexploitatie Hamburgerbroek-Noord 364 4. Gebieden voor projecten 'robuust groen' 370 5. Nota Integratiebeleid 2007 – 2010 378 6. Beleidsplan Wmo 'Iedereen doet mee' 384 7. Beleidskader internationale contacten 394 8. Gevolgen nieuwe raadscommissies 397/400 9. Diverse aangelegenheden 398/400 a. Invoering reclameheffing b. Bezwaren tegen vestiging voorkeursrecht Wehl-Zuid en regionaal bedrijventerrein c. Evaluatie Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning d. Belastingverordeningen 2008 e. Grondaankoop voor ontwikkeling regionaal bedrijventerrein f. Voorbereidingsbesluit 't Lookwartier g. Voorbereidingsbesluit Woongebied Wijnbergen, locatie Torontostraat/Wijnbergseweg h. Voorbereidingsbesluit Wehl-Zuid en het regionaal bedrijventerrein i. Vaststelling grondexploitaties en kredietverhoging j. Delegatie bevoegdheid onttrekkingsbesluiten aan openbaar verkeer k. Verordening begraafplaatsen 2007 l. Projectteam horecateam veilige binnenstad m. Wijziging Algemene plaatselijke verordening n. Aanleg parkeerterrein Sturko 10. Ingekomen brieven en vergaderschema 2008 399 Afscheid mr. M.A.G. Rietbergen 402
357
358
VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 13 DECEMBER 2007 OM 19.30 UUR AANWEZIG CDA
:
M.W.M. Thus, mw. E.O. Berens-van der Pol, B.H.M. Ernst, mw. J. Grootjans-Doornbos, V.B.H.M. Heuthorst, P.J.M. Kiwitz, L.T.M. Steintjes
VVD
:
A.J. Verhoeven, mr. H.M. Mourik, mr. F.A. Feller, J.E.L. de Rechteren van Hemert, C.F.P.M. van Pul, mr. M.A.G. Rietbergen
GroenLinks
:
drs. F.M. van Doesum, mw. G. Bouman, mw. B.B.M. Ebben, D.C. Kuipers, F.H.T. Langeveld
DSD
:
H.G.J.M. Wubbels, A.D. Boland, mw. M. Duijn-Visser, mw. M-L. Moonen
PvdA
:
P.J. Koning, mw. J.H.A. Putman
D66
:
R.P.J. Blom, H.L.G. Moïze de Chateleux
Stadspartij Doetinchem
drs. D. Bos, W.D. Stoel
ChristenUnie-SGP
:
ir. A.C. Heij
Voorzitter
:
burgemeester drs. H.J. Kaiser
Griffier
:
mr. A.C. van der Haar
Afwezig met kennisgeving
:
W.H. Gotink, Th.H.J. Röttger
Wethouders
:
drs. P.C. Drenth, mr. O.E.T. van Dijk, mr. W. Kuiper, mw. drs. L.W.C.M. van der Meijs-van de Laar
Verslag
:
J.F.M. Hagendoorn
De VOORZITTER opent de vergadering met een welkom aan allen. Hij meldt dat de heer Gotink en de heer Röttger afwezig zullen zijn. De zoon van de heer Röttger is zwaar gewond geraakt bij een steekpartij in Didam, bijna 2 weken geleden. Hij is nu buiten levensgevaar en maakt het weer goed. Hij heeft hem gezegd dat raad en college de afgelopen weken met hem hebben meegeleefd. Tevens deelt hij mee dat de heer Mourik later komt. 1.
VERSLAG VAN DE RAADSVERGADERINGEN VAN 1 EN 8 NOVEMBER 2007 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. De VOORZITTER dankt de notulist voor zijn werkzaamheden in het afgelopen jaar.
2.
MASTERPLAN SCHIL De heer BOLAND laat weten dat de DSD-fractie gemengde gevoelens heeft over de start van dit majeure project. Een dergelijk complex plan vereist vanaf het
359
begin georganiseerde betrokkenheid, transparantie en meningsvorming. Die aspecten hebben ze in het begin gemist. Het nu voorliggende plan vinden ze een goede impuls voor de stad. Dit plan geeft de ruimtelijke ontwikkeling een kader voor de stad. Er zit evenwicht in tussen kwantiteit en kwaliteit om Doetinchem als centrumstad te versterken. Kwaliteit is in het belang van de woningvoorraad en een evenwichtige verdeling over de middeninkomens, de starters en bijzondere woonvormen. Ze beschouwen het masterplan als een kader waarbij de deelplannen als aparte onderdelen voor meningsvorming en besluitvorming in deze raad terugkomen. Ze nemen dus vanavond geen onomkeerbare besluiten als het gaat over deelplannen maar stellen het kader vast. Het is een samenhangend, complex en integraal plan. Zo’n plan vereist in alle fases zorgvuldige en open behandeling. Voor de bespreking en discussie daarover moet er voldoende tijd, ruimte, transparantie en openheid zijn. In die zin vond de DSD-fractie de behandeling in de commissie onbevredigend. Op dat moment waren er teveel omvangrijke onderwerpen die in beperkte tijd besproken moesten worden. Je moest in die zin de planning goed in de gaten houden. Zo’n project vereist een strakke planning- en controlcyclus. Een p&ccyclus die past bij zo’n project. Een p&c-cyclus in de vorm van een dashboard Schil is noodzakelijk om hun controlerende taak te kunnen uitoefenen en overzicht op proces, product en kosten te kunnen behouden en bewaken. Tweede punt van aandacht is het beperken en beheersen van parkeeroverlast. Bouwen in de stad brengt overlast met zich mee, zeker dit majeure plan. Daarbij past een pro-actief nadenken en reageren op de problemen die kunnen gaan ontstaan. Niet achteraf, maar vooraf nadenken over het beschikbaar stellen van voldoende parkeercapaciteit. Het niet op z’n beloop laten, maar zorgen dat bewoners die met dit plan een mooie stad krijgen maar ook met overlast geconfronteerd worden, zorgvuldig daarin gecoacht en ondersteund worden, dat de overlast beperkt blijft en dat parkeren in en nabij de stad tot de mogelijkheden blijft behoren. De heer VAN DOESUM geeft te kennen dat de fractie van GroenLinks enthousiast is over De Schil. De integrale benadering van de deelprojecten, zowel stedenbouwkundig als financieel, spreekt hen aan. Maar daar zit ook meteen een addertje onder het gras. Door in te stemmen met de Schil, stem je impliciet ook in met de deelprojecten. Dat nu mag het college van GroenLinks (nog) niet verwachten. De algehele teneur vinden ze prima, maar ze hebben wel reserves t.a.v. de volgende onderdelen: 1. De doorbraak naar de rivier begrijpen ze uit stedenbouwkundige overwegingen, maar dat daarvoor goede, nog niet zo oude woningen moeten afgebroken worden om er een hotel voor in de plaats te zetten, vindt de fractie van GroenLinks niet zo’n goed idee. Zij denken dat er een eenvoudiger oplossing is om een nieuwe looproute te creëren. Ze wijzen er eveneens op dat de gedachte looproute begint bij het nieuwe joods monument, dat straks een obstakel gaat vormen voor voetgangers. Misschien moet er een ruime poort gemaakt worden in de bestaande bebouwing. 2. Een onderdeel dat raakt aan het mobiliteitsplan is het zgn. bruisende stadsplein. Naar hun mening is het slopen van de stadhuisvleugel een vorm van kapitaalvernietiging en geen goed voorbeeld voor de burgers. De vleugel staat er nog maar relatief kort. Zij denken eerder aan een parkeergarage onder het plein. Aan de noordzijde van de stadhuisvleugel is dan nog voldoende plaats voor de commerciële ruimte en eventueel appartementen. Sloop van de vleugel is geen voorwaarde om ruimtelijk en financieel hetzelfde te bereiken als in het voorgestelde plan. 3. De fractie van GroenLinks heeft twijfels bij het eenrichtingscircuit SpinbaanMelkweg. Bij het volgende agendapunt (Hamburgerbroek-Noord) zal zijn collega dit punt nader uitwerken.
360
4. Doetinchem Haven: ze staan gereserveerd tegenover huisvesting van de brandweer bij de haven. Bij eerdere gelegenheden hebben ze gewezen op de kwetsbaarheid van die plek in verband met flora en fauna. In de juniversie van het Masterplan Schil (p.89) stond nog: “Bij de eventuele ontwikkelingen op de kop van sportpark Zuid is het van belang te onderzoeken hoe dit samen kan gaan met een versterking van de natuurkansen voor dit gebied en de ecologische verbindingszone langs de rivier.” Uit de tekening op pagina 13 in de bijlage van de novemberversie moet hij afleiden dat het daar van steen wordt. Dat lijkt hem een nederlaag voor flora en fauna. 5. De Slinge. In de commissie heeft de wethouder uitgelegd dat bodemverontreiniging de reden is om er voorlopig vanaf te zien om de Slinge weer bovengronds te krijgen. Uit het boek van Dinkla, dat onlangs is verschenen, begrijpt hij dat er vroeger een soort vijver was ter hoogte van het huidige oorlogsmonument waar de Slinge in uitkwam en dat die vijver gedempt is omdat hij verschrikkelijk stonk. Van twee dingen één: mijd die plek bij het opgraven van de Slinge, of doe proefboringen om te zien of het alleen organisch afval is dat daar in de grond zit. Oorspronkelijk was het bezwaar om er tijd en geld in te steken: het ontbreken van voldoende wateraanvoer. Toen ze opperden dat er met een stuw heel wat te bereiken is, kwam ineens het andere argument naar voren. Het klinkt niet erg geloofwaardig. Als je zo’n veelomvattend plan bespreekt als de Schil is, wordt de aandacht gauw getrokken naar wat nog beter kan of wat anders moet. Mocht het lijken dat de fractie van GroenLinks de Schil niet ziet zitten, dan wil hij die indruk wegnemen. Ze hebben een aantal kanttekeningen die best nog meegenomen kunnen worden bij de verschillende deelprojecten. Ze denken dat het plan daar alleen maar beter en realistischer van wordt. De heer MOÏZE DE CHATELEUX merkt op dat de fractie van D66 vanaf het begin een groot voorstander van het plan de Schil geweest is. Hij spreekt zijn waardering uit over deze integrale nota. Het was lang wachten, maar dat was het waard, dan heb je ook wat. Het uitgangspunt van een integraal plan waarbij de winst op het ene project wordt ingezet om een ander project mogelijk te maken is voor de fractie van D66 een hard gegeven. Het is noodzakelijk om het plan niet alleen integraal aan te nemen, maar ook tijdsgebonden integraal uit te voeren. Ze zien dit als een goede vingeroefening voor een integrale uitvoering van de mobiliteitsvisie. Mevrouw PUTMAN geeft te kennen dat ook de PvdA-fractie het een mooi en ambitieus plan vindt, maar ook een plan met de nodige risico’s. Ze vragen de wethouder om hen gedurende het traject op geregelde tijden te voorzien van de nodige informatie en te informeren over de voortgang van het proces. Er is veel positieve energie gestoken in de inspraakavonden die goed bezocht zijn. Dat geeft aan dat de mensen betrokken willen worden bij hetgeen er in de buurt gebeurt. Tot nu toe zijn er weinig bezwaren geweest tijdens de inspraak. Ze hopen dat die er tijden de uitvoering ook niet komen, want dat kan onnodig ophouden. Ze hopen dat het enthousiasme dat er voor dit plan in Doetinchem heerst ook blijft. Ze vragen de nodige aandacht voor de parkeerproblemen die zullen ontstaan. Ten slotte hopen ze dat alles voorspoedig mag verlopen. De heer HEIJ laat weten dat de fractie van de ChristenUnie-SGP blij is met dit masterplan. Toen de start gemaakt werd met dit plan, was het een grootschalige gedachte die onwennig aanvoelde. Met visie en vaart werd de bemensing van het projectbureau geregeld. Er werd zo bevlogen gedacht, dat ze wel eens dachten dat het te mooi was om waar te zijn als de plannen die gemaakt werden gerealiseerd zouden kunnen worden. Nu staan ze stil bij een mijlpaal op weg
361
naar het daadwerkelijk realiseren van die plannen. Dat is voor hen nog steeds een positieve ervaring. De fractie van de ChristenUnie-SGP is groot voorstander van inbreiding. Ze staan zeer positief tegenover de inrichting van de Schil om het ei die uiteindelijk ook het ei ten goede zal komen. Het is een masterplan waarvan de deelprojecten apart behandeld zullen worden. Ze kunnen de projecten volgen via hun dashboard waarin ze de stand van zaken kunnen bijhouden. Ze wensen en hopen dat ook de voortgang zoals die tot nu toe geweest is, behouden zal kunnen worden bij de wijzigingen in de personeelsbezetting van de groep. Hij wenst hun veel succes. De heer RIETBERGEN noemt op de laatste dag van zijn optreden als raadslid namens de VVD-fractie, de Schil een project waar zijn fractie altijd heel enthousiast over is geweest. Hij spreekt zijn complimenten uit. Ze vinden de integrale benadering en de gedachte daarachter een hele goede. In zijn kanttekeningen bij dit plan noemt hij de integraliteit ook een risico. In hoeverre ga je nog over de deelprojecten beslissen? Die komen nog allemaal langs. Maar als je dan iets af zou schieten, heb je dan wel een groot probleem op financieel vlak. Het is zodanig aan elkaar verbonden dat je niet alle ruimte hebt om over deelprojecten vrij te beslissen. Ze zijn heel blij dat het risicoprofiel is verbeterd. Planning en voortgang zijn heel belangrijk. Ze steunen de oproep van de DSDfractie om de p&c-cyclus goed in te richten. Hij verwacht dat ze op tijd en goed zullen worden geïnformeerd. De VVD-fractie zal instemmen met dit voorstel. De heer KIWITZ stelt dat Doetinchem als centrumgemeente een behoorlijke bouwopdracht heeft. Om daaraan te kunnen voldoen moeten ze ook goed nadenken over de mogelijke inbreidingslocaties. Het integrale plan de Schil brengt de inbreidingsmogelijkheden voor Doetinchem in beeld. Het stuk geeft aan wat de beoogde locaties zijn met hun mogelijkheden qua type en aantal woningen. Daarnaast is globaal de planning aangegeven, dus qua volgorde is er ook duidelijkheid welke van de deelplannen ze eerst gaan ontwikkelen en welke pas over een paar jaar aan de beurt zijn. De CDA-fractie gaat ervan uit dat ieder deelplan apart aan de raad zal worden voorgelegd. Al met al vinden ze de mogelijkheid om te streven naar ruim 1600 woningen, diverse vierkante meters kantoor- en centrumvoorzieningen, parkeerplaatsen, verdeeld over de achttien deelplannen een goed ruimtelijk kader, zoals nu is voorgesteld. Een dergelijk plan heeft natuurlijk financiële risico’s. Ze vragen de financiële consequenties per project en in totaal inzichtelijk te houden met als startpunt de begroting van de grondexploitatie inclusief de voorbereidingskredieten. Het is een mooi plan, goed voor Doetinchem en een uitdaging voor de gemeente. Wethouder DRENTH neemt mede namens alle mensen in dit huis het compliment graag in ontvangst met de goede en mooie woorden die over het masterplan de Schil zijn uitgesproken. Morgen zullen ze afscheid nemen van twee mensen die heel veel er aan gedaan hebben en ook daar zal hij refereren aan deze complimenten. Ook de raad wil hij echter complimenteren. Want het voorliggende plan is een hele grote stap in de ruimtelijke ontwikkeling van Doetinchem. Een die zal leiden tot een metamorfose. Het is een grootschalige stap. Als de raad met z’n allen naast hier en daar wat kanttekeningen dezelfde kant uitkijkt, dan is dat een goede stap. Het geeft ook weer wat de inspraak aangaf, wat ook het gevoelen bij de mensen is, dat ze een hele goede kant op gaan. Hij vindt dat ook heel erg belangrijk bij dit soort vraagstukken. Dit zijn besluiten die je niet met één stem verschil zou moeten nemen. Vanzelfsprekend komen de verschillende deelplannen bij de raad langs. Een aantal is al langs geweest. Ze hebben afspraken gemaakt over de uitwerking van plannen, de risico’s die er aan zitten en de risicobeheersing als geheel. Ze hebben met elkaar geconstateerd dat niet alleen de projecten in de Schil maar meer gemeentelijke projecten een wezenlijke plaats behoeven in het p&c-verhaal in de gemeente.
362
Dat zal daar ook in gepresenteerd worden. De heer Van Doesum noemde verschillende deelprojecten waar vanavond ook een besluit over wordt genomen, als de doorbraak naar de rivier en bruisend stadsplein. Daar komen nog bepaalde besluiten over. Daarover moet nog een afweging gemaakt worden. Misschien valt het besluit wel uit in de richting zoals hij aangaf, maar daarvoor geeft de raad vanavond een krediet om dat uit te zoeken. Hij denkt dat het voorbeeld dat de heer Van Doesum noemde over de eenrichtingsstructuur in Hamburgerbroek-Noord er een praktijkvoorbeeld van is dat vanavond ook op de agenda staat, van hoe dat in de praktijk vorm zou kunnen krijgen. De ecologische verbindingen en de zones die ze hebben afgesproken met hun partners respecteren ze vanzelfsprekend. Dat is een van de dragers van de stad. Als beelden daartoe een totaal verkeerde indruk hebben gegeven, wil hij dat graag van harte wegnemen. Datzelfde geldt ook voor de Slinge. Hij heeft aangegeven dat hij er groot voorstander van zou zijn om de Slinge weer terug te brengen op maaiveldniveau. Maar hij heeft ook aangegeven dat voor hem de grootste drempel daarbij was dat ze op dit moment heel veel projecten onder handen hebben, dat je op een gegeven moment ook een beetje paal en perk moet stellen aan de hoeveelheid projecten die je hebt. Het is een project waar voornamelijk geld in verdwijnt omdat er maar weinig linken met verdienmogelijkheden in zitten. Gelet op de risico’s in de grondexploitaties en de algemene middelen van de gemeente lijkt hem dat op dit moment geen kansrijk project. Maar alle zaken die gebeuren rondom de oorspronkelijke loop van de Slinge zijn zodanig dat naar de toekomst die mogelijkheid nadrukkelijk open blijft. Ze zijn het eens dat het zeer wenselijk zou zijn. Maar de afweging die je daarin maakt, heeft vooral te maken met risico’s en financiën op dit moment. Naar de toekomst toe blijft het open. Parkeren is een absoluut vraagstuk. Een integraal plan vraagt om een integrale uitvoering. Dat is de crux van het geheel. Daar hoort ook voortgang bij, ook in het risico bewaken. Het parkeren kwam tijdens de commissie ook heel duidelijk naar voren. Het parkeren rondom de Van Nispenstraat was daar heel pregnant aanwezig. In de krant heeft al gestaan dat al die verkeersbesluiten, die ook deels met parkeren te maken hebben, al onderweg zijn. Het zijn er een stuk of 20 en dat willen ze op een juiste manier regelen, juridisch netjes en op orde. Dat zal een punt van aandacht en zorg zijn. Het parkeerterrein achter Amphion verkeert op dit moment in de laatste fase van gereedmaken. Morgen worden de lijnen getrokken en daarna gaat het open. Er gaat wel weer een rechtszaak komen over de geldigheid van het parkeerterrein, maar dat heeft op dit moment geen opschortende werking voor het gebruik. De heer VAN DOESUM komt terug op het bovengronds brengen van de Slinge. De wethouder geeft een financieel antwoord: ‘Er zijn op dit moment geen middelen voor’. Hij dacht echter dat ze de integraliteit gezocht hadden in de Schil om kostende projecten met opbrengende projecten te egaliseren. Hij vindt het juist nu een uitgelezen moment om zo’n mooi project voor Doetinchem uit de grond te trekken, omdat er zich juist nu een kans voordoet om met andere projecten wat te verdienen, waarmee ze de stad een aanzienlijke verfraaiing kunnen bezorgen. Wethouder DRENTH is het eens met wat de heer Van Doesum zei bij de start van zijn betoog over de Slinge. Alleen trekt hij uiteindelijk een andere conclusie. Als een masterplan de Schil voor de gemeente op dit moment een positief saldo laat zien van € 0,5 miljoen op een totaal complex van grondexploitaties van tegen de € 80 miljoen, dan vindt hij het een te groot financieel risico dat hij nu nog niet wil nemen. De € 0,5 miljoen positief op de exploitatie van € 80 miljoen vindt hij te weinig om nog zo’n risicovol project toe te voegen. Daarnaast is in dit huis iedereen ontzettend druk om ook tot die uitvoering te komen. Dan wil hij zich liever eerst focussen op een aantal vastgestelde projecten om
363
daadwerkelijk tot uitvoering te komen om ook invulling te geven aan die integrale uitvoering. Tot slot is het volgens hem ook niet verkeerd als je nog iets over kunt laten voor de mensen die na je komen. Dat lijkt hem bij een aantal projecten in de stad ook wel goed. Ze zijn al met heel veel zaken bezig en er gaat al heel veel veranderen. De heer VAN DOESUM reageert dat de wethouder hem een klein beetje tegemoet komt. Maar hij vraagt of hij bereid is om het project van de Slinge op de reservebank te zetten in die zin dat wanneer de grondexploitatie van het totaal van de Schil een positiever beeld laat zien dan nu het geval is, dat project van de reservebank af kan komen. Wethouder DRENTH gaat daar van harte mee akkoord, want wie krijgt de kans om nu al een besluit te nemen over wat je over acht jaar gaat doen met een mogelijke winst? Hij wil de Slinge graag bovengronds zien. Als de raad dat zo vast wil leggen, gaat hij daarin helemaal mee. Inhoudelijk zijn ze het met elkaar eens. Het wordt vooral ingegeven door het beheersen van risico’s en het grip houden op de uitvoering en het tot uitvoering komen. De VOORZITTER constateert dat de raad akkoord is met het voorgestelde met betrekking tot het masterplan Schil. 3.
PROGRAMMA VAN EISEN EN VOORLOPIGE GRONDEXPLOITATIE HAMBURGERBROEK-NOORD De heer BLOM laat weten dat de fractie van D66 het in grote lijnen eens is met het voorstel. Enkele kanttekeningen wil hij nog plaatsen, met name betreffende de samenhang. Bij het vorige agendapunt hebben ze net de inspraaknota van het masterplan Schil vastgesteld. Dit plan ontleent zijn kracht vooral aan het in samenhang ontwikkelen en uitvoeren van de diverse plannen, die, wanneer ze als afzonderlijke plannen zouden worden opgezet niet kostenneutraal zouden kunnen worden uitgevoerd. Dat was de kracht onder andere van het masterplan. Dat geldt voor een groot gedeelte ook voor Hamburgerbroek-Noord. Deze samenhang is er niet alleen in dit plan en moet niet alleen in dit plan zijn, maar moet er ook zijn tussen de diverse plannen onderling. Alleen zo kan de synergetische meerwaarde die in die plannen zit wanneer ze ook gezamenlijk worden uitgevoerd, volledig worden benut. Niet zo lang geleden hebben ze ook het mobiliteitsplan aangenomen. In dat plan wordt uitdrukkelijk gesproken over het verkeersluw maken van de Gaswal. Dat betekent in feite dat je deze knipt, want doorstroombelemmerende maatregelen behoef je voor de Gaswal al lang niet meer te nemen. Het verbaast hem dat daar in dit plan niet aan wordt gerefereerd. De oplossing die gekozen is met eenrichtingverkeer op de Melkweg en de Spinbaan sluit hier volgens hem niet op aan. Het lijkt alsof dat plan er niet bij betrokken is. Daarom verzoekt hij het college nogmaals sterk te kijken naar deze oplossing en met in het achterhoofd de reeds besloten knip in de Gaswal te kiezen voor een samenhangende oplossing. Het is een zeer ambitieus plan dat alleen kan slagen wanneer niet alleen in de ontwikkelingsfase er optimalisatie van uitvoer is, maar dat geldt ook in de realisatiefase. De financiële uitvoerbaarheid valt en staat met de samenhangende uitvoering. Hij verzoekt het college dit stevig te bewaken en de raad bij een dreigende afwijking van de nu voorgestelde samenhang direct te informeren. De heer KIWITZ merkt op dat in zijn beleving er geen sprake is van een knip in de Gaswal. De heer BLOM herhaalt dat die er in zijn beleving niet in zit, maar wel in de mobiliteitsvisie. Dat is de gemiste samenhang tussen de twee plannen die hij hier bedoelt. De VOORZITTER zegt toe dat het college hier opheldering over zal geven. De heer KIWITZ geeft te kennen dat de CDA-fractie het een ambitieus programma vindt. Het past bij het zojuist bespoken agendapunt. De risico’s zijn volgens hen goed in beeld gebracht. Het is ook een ambitieus woningbouwprogramma, aantrekkelijk. Het project is nodig binnen het totaal,
364
omdat andere projecten ervan afhankelijk zijn. Wat betreft punt 4 van het voorstel hebben ze echter wat bedenkingen. In de commissievergadering is door de heer Noevers, een van de insprekers, gesteld dat een brede Melkweg voldoende is om in twee richtingen het verkeer af te wikkelen. Daar is door de CDA-fractie naar gekeken en dat is vooralsnog niet mogelijk. Wellicht is daar wat meer informatie over te geven. Wat betreft de andere mogelijkheden om de Melkweg te gebruiken als eenrichtingsweg en vervolgens te kijken naar de Spinbaan of de IJsselkade, dat behoort volgens de CDA-fractie wel tot de mogelijkheden. De consequenties van het een en van het ander moeten worden onderzocht en in beeld gebracht worden. Het is nu nog niet nodig om over dat stukje eenrichtingsverkeer een besluit te nemen. Als het in beeld gebracht is, kunnen de besluiten tegen de grote vakantie 2008 genomen worden. Daartoe heeft hij een amendement ontwikkeld dat als volgt luidt:
AMENDEMENT De gemeenteraad van Doetinchem, in vergadering bijeen op 13 december 2007; gezien beslispunt 4 van het conceptbesluit inzake het Programma van eisen en voorlopige grondexploitatie Hamburgerbroek-Noord; overwegende dat: − er geen mogelijkheden zijn om de Melkweg in te richten als tweerichtingsweg; − in het mobiliteitsplan de voorkeur is uitgesproken om de IJsselkade geen doorgaande route te laten zijn; − er bij bewoners aan de Spinbaan zorg bestaat ten aanzien van de overlast van autoverkeer; b e s l u i t: punt 4 van het besluit te wijzigen in: 4 a. de Melkweg in te richten als eenrichtingsweg; b. voor de zomer van 2008 te besluiten of de contrarichting wordt ingericht op de IJsselkade of op de Spinbaan; en gaat over tot de orde van de dag. De fracties van CDA, PvdA en VVD Mevrouw PUTMAN stelt dat ook de PvdA-fractie blij is met het voorliggende voorstel en met name met de verdeling van de woningen. Het verschil tussen huur, koop en ook duurdere woningen, maar toch allemaal bij elkaar gezet, ook op het eiland, het mooiste stukje dat er in zit. Dat vinden ze bijzonder mooi. Om leegstand te voorkomen gaan ze er wel van uit dat het plan gebaseerd is op de woningbehoefte die er bestaat. Om vertraging te voorkomen is de papierfabriek onderdeel van het geheel geworden. Dit is in goed overleg gegaan. Wel vinden ze van belang dat er overleg blijft, zowel met de papierfabriek als met de nieuwe burgers die daar gaan wonen. Wat de Melkweg betreft moet die eenrichtingverkeer worden en voor de Spinbaan en de IJsselkade willen ze nader onderzoek dat voor de zomervakantie moet worden afgerond. De heer BOLAND laat weten dat de DSD-fractie instemt met de punten 1 t/m 3 van het dictum. De diversiteit in het woningbouwprogramma spreekt hun zeer aan, dure, middeldure en goedkope sociale huurappartementen. Die vormen voor hun fractie ook een duidelijk kader. Het knelpunt zit voor zijn fractie in punt 4: Spinbaan en Melkweg inrichten als eenrichtingsweg. Hun 365
benaderingwijze voor het inrichten van wegen en bestemmen ervan is gebaseerd op hun visie zoals ze die hebben neergelegd gedurende het debat over het mobiliteitsplan. Centrale lijn in hun visie is verkeer zoveel mogelijk buiten de stad en geen dubbelingen door het creëren van zowel een binnen- als een buitenring. Hun standpunt is het verkeer zoveel mogelijk uit de stad duwen en met die benaderingswijze hebben ze ingestemd met het mobiliteitsplan. Een ander punt in relatie met het vorige agendapunt betreft de deelplannen. Valkuil in de redenering kan zijn dat je deelplannen die in de aannemende zin geformuleerd zijn als vaststaand feit aanneemt. Dat is niet zo. Door bijvoorbeeld het deelplan van de parkeergarage onder het stadhuisplein als vaststaand feit aan te nemen, preludeer je al op de inrichting van de Melkweg en de Spinbaan waardoor een behoorlijke verkeersintensiteit zou kunnen ontstaan. Dat vinden zij niet passen binnen de afspraak die ze net hebben gemaakt dat deelplannen voor aparte besluitvorming terug komen in de raad. Dus bij de inrichting van de Melkweg en de Spinbaan gaan ze niet uit van het feit dat er al parkeerplaats zou zijn onder het stadhuisplein. Hun redenering ten aanzien van Melkweg en Spinbaan is derhalve dat het karakter van beide wegen moet passen in wat in het masterplan staat: het centrum alleen bereikbaar maken voor bestemmingsverkeer. Dat is de lijn die gevolgd moet worden bij de inrichting van Melkweg en Spinbaan. Ze vinden dus dat deze beide wegen als eenrichtingsweg ingericht zouden moeten worden. Ze zijn het niet eens met het amendement van de CDA-fractie als het gaat om de IJsselkade, maar daarnaast vinden ze dat het karakter van Melkweg en Spinbaan zodanig zou moeten zijn, dat het ook een verkeersluwe uitstraling heeft in de vorm van eenrichtingsweg. De heer LANGEVELD begint met de uitspraak dat de fractie van GroenLinks heel positief staat ten aanzien van dit voorstel. Blijft nog over de discussie rond de afwikkeling van het verkeer en daarnaast nog de koppeling met andere plannen. In de tekst wordt aangegeven op welke wijze de financiering van het brandweergebouw geregeld wordt. Die wordt op een gegeven moment tussen haakjes ook al gesitueerd en vastgelegd nabij sportpark Zuid en de Europaweg. Bij het vorige agendapunt hebben ze al aangegeven daar nogal wat vraagtekens bij te hebben. Ze vragen zich dus ook af wat het betekent als je het hier opschrijft. Ten aanzien van de afwikkeling van verkeer zegt hij dat het ingediende amendement hun al eerder bekendgemaakt was. Ze willen best nadenken hoe ze omgaan met de verkeersafwikkeling aan die kant, maar ze willen daarbij ook nadrukkelijk de optie meenemen om de Melkweg tweerichtingsverkeer te laten zijn. Dat betekent dat je niet moet vasthouden aan dat het zo is ingericht en zo moet blijven. Daar kunnen verschillende opties in zijn. In de voorliggende plannen zitten ook ideeën hoe fietspaden zich kunnen ontwikkelen. Het is niet gezegd dat je deze weg daar ook bij zou moeten rekenen. Als dat zou leiden tot het wat verder weg houden van het verkeer bij het centrum – dat is hun uitgangspunt bij het mobiliteitsplan en ook hoe je dat gebied zou moeten inrichten – dan hebben zij er de voorkeur voor om het verkeer zoveel mogelijk richting station te krijgen en dat zou in dit geval de Melkweg zijn. De heer RIETBERGEN brengt het enthousiasme over van de VVD-fractie over dit plan, zeker bij het zien van de maquette. Het is een mooi project voor Doetinchem. Het heeft een heel innovatief karakter. Een minder fraai stukje Doetinchem wordt hiermee wel zeer fraai. Ze zijn blij met het ambitieuze en diverse woningbouwprogramma. En ook zijn ze verheugd over de overeenkomst met KWP en de beperking van de financiële risico’s. Punten van kritiek betreffen de reeds genoemde integraliteit, de dingen die aan elkaar samenhangen, de Doetinchemse haven, de brandweerkazerne, het daarmee samenhangende verplaatsen van de tennisclub. Dat geeft aan dat het in dat opzicht nog steeds geen gelopen race is en dat er zeker nog wat moet gebeuren. Daarnaast is er de
366
verkeerssituatie. Ze zijn overspoeld met reacties van buurtbewoners. De VVDfractie steunt het amendement van de CDA-fractie. Gegeven alle problematieken die er zijn rondom fijnstof en dergelijke zijn ze erg voor creatieve oplossingen, maar zeker niet voor verdere vertraging van het traject. Het mag niet zo zijn dat alles opeens een jaar vertraagd moet worden. Ter afsluiting vraagt hij de wethouder wat er met het idee van het stadsstrand is gebeurd. Wethouder DRENTH antwoordt hem direct dat met het strand nog niets gebeurd is. Dat komt omdat het een van de projecten is die niet geprioriteerd waren in het zojuist vastgestelde masterplan de Schil. Dat zit bij de vervolgprojecten. Daar maakt wel degelijk dat deel van de Oude IJssel deel van uit. Hij constateert dat de raad het op overgrote lijn eens is dat dit een prachtig vertrekpunt zou kunnen zijn voor de herontwikkeling van Hamburgerbroek. Dat is over dit gebied in deze zaal misschien wel eens wat vaker geconstateerd. Dat is ook de status van een stedenbouwkundig programma. Dit is de basis om daadwerkelijk tot overeenstemming te komen met de papierfabriek Doetinchem over hoe ze het nu precies gaan doen en hoe ze een en ander goed op elkaar aanpassen om ook naar de toekomst toe problemen te voorkomen. Daarover is overleg gaande met de papierfabriek. In dat verband kan de raad ook de inspraakreactie zien van de heer Broens tijdens de commissievergadering. Het is goed te wijzen op de samenhang van de verschillende deelplannen van het masterplan. Dit is er zo een. Maar het is ook goed om vastgesteld beleid niet bij ieder deelplan opnieuw ter discussie te stellen. De raad heeft in het mobiliteitsplan gezegd dat de Gaswal gewoon open blijft en dat ze wilden zoeken naar het afsluiten van de IJsselkade in verband met het oplossen van het fijnstofprobleem. Hij vindt dat als je met deelplannen bezig bent, je ook moet uitgaan van die uitgangspunten. Dat is als kader meegegeven. Dat staat voor hem ook niet ter discussie tenzij de raad daar zelf een ander besluit over neemt. De heer Noevers was inspreker tijdens de commissievergadering en hij vroeg of niet alles door de Melkweg kon. Daarover heeft hij een gesprek met hem gehad en daarbij aangegeven hoe het precies zit, wat de breedtes van de Melkweg zijn en van de huidige IJsselkade. Dat is gelegd over het profiel van de Melkweg. Dan blijkt dat het grootste probleem niet zit in het midden van de Melkweg. Het probleem zit hem in de aansluitingen op de Terborgseweg. Daar heb je een bepaalde breedte nodig en daar behoren voorsorteervakken bij. Dat kan niet anders. Op dit moment kan je al zien op de IJsselkade waar er ter hoogte van C&A en de ABN-AMRO te weinig ruimte zit, wat dat betekent als je niet voldoende voorsorteervakken kunt maken. Dat hoopt en stroopt op en leidt dus ook tot stilstand. Dat is een van de oorzaken van het fijnstofprobleem. Als je nu iets doet in de stad en zo’n nieuwe wijk van de grond laat komen, dan moet je zorgen dat de verschillende beleidsaspecten in een keer goed meegenomen worden in zo’n wijk zoals de gedachten daarover op dit moment zijn. Dat is ook waarom hij er zeer aan hecht dat als je verkeersstromen gaat veranderen en omleggen, dat je dat dan wel in een keer goed moet doen en nu niet op voorhand allerlei concessies doen op de inrichting en profilering ervan. In het gesprek met de heer Noevers zijn ze beiden tot de conclusie gekomen dat het gewoon niet past. Dat heeft de raad ook kunnen lezen in het schrijven van de heer Noevers. Daarin staat de weerslag van het gesprek. Vandaar dat het college zowel vanuit stedenbouwkundig oogpunt als qua verkeer en milieu het amendement van harte kan onderschrijven Door het eenrichtingsverkeer over de Melkweg kunnen ze acuut het fijnstofprobleem oplossen op de IJsselkade. Je moet daartoe de Melkweg wel goed inrichten. Als het besluit of je de IJsselkade als eenrichtingsroute gebruikt of de Spinbaan voor de zomervakantie van 2008 valt, lijkt het hem niet tot vertraging te leiden maar juist tot een goede en gedegen onderbouwde besluitvorming. Als de raad dat wil, is het voor het college geen probleem. De Melkweg zal dus niet direct verkeersluw worden ingericht. Dat zou in strijd zijn met de uitgangspunten uit het mobiliteitsplan. Het is een
367
verbindende schakel tussen het ene en het andere deel van het centrum. Als je die verkeersluw gaat inrichten, dan lijkt dat leuk, maar het gaat direct tot een knelpunt leiden, want je gaat daar een flessenhals creëren. Er zijn op dit moment op diverse plekken van die flessenhalzen en hij heeft niet het idee dat heel veel van onze stadsbewoners zich daar iets van aantrekken en met ronkende motor blijven staan wachten totdat ze door de flessenhals kunnen. Het lijkt hem geen verstandige oplossing. Rondom integraliteit is diverse keren gememoreerd aan Doetinchem-haven in relatie tot de locatie van de brandweer, het onderzoek daar en het besluit dat in dit voorstel zit voor de brandweer. De raad heeft met betrekking tot de brandweer geconstateerd dat de huidige kazerne niet voldoet en dat daar dringend iets aan moet gebeuren. Dat is niet alleen wenselijk vanuit dit huis richting brandweer, maar er zitten ook wat wettelijke regels aan vast. Daartoe is onderzoek gedaan wat optimale locaties zouden zijn voor een nieuwe brandweerkazerne en gelet op de ontwikkelingen van de gemeente en uitruktijden, efficiëntie en milieucontouren, lijkt het het beste om dat in de hoek van de gemeente te doen waar ongeveer sportpark Zuid ligt, bij de rotonde. De raad heeft met het krediet van zojuist de mogelijkheid gegeven om tot nader onderzoek te komen hoe dat zou moeten in het gebied Doetinchem-haven. Waar hij dan precies moet komen en of er van alles wat er nu is weg zou moeten in beperkte mate of dat er iets moet schuiven, gaat in dat onderzoek Doetinchem-haven naar voren komen. De raad heeft daar diverse malen over gesproken dan wel besloten en dat is wel de richting. De financiering van de verplaatsing van de brandweerkazerne is hiermee voor het grootste deel ook geregeld. Dat vindt hij wel integrale besluitvorming. Als je iets in een gebied kwijt moet, bijvoorbeeld vanwege overlast of geluidscontouren, moet je ook zorgen dat het op een nieuwe plek weer gehuisvest kan worden. Het woningbouwprogramma in dit gebied sluit bijna naadloos aan op het door de raad voor de vakantie vastgestelde woningbouwprogramma, wat gebaseerd was op de marktscan die ook samen is opgesteld met de corporaties, marktpartijen en onderzoeksgegevens van de gemeente zelf. Hij verwacht dat met de kennis van nu en de stand van de woningmarkt van nu het plan ook voorziet in de behoefte zoals die er op dit moment is. De heer BLOM excuseert zich omdat hij was uitgegaan van een vorige versie van het mobiliteitsplan waar de knip in de Gaswal nog wel in stond. Zoals de wethouder al aangaf blijven ze bij een flessenhals toch wachten tot ze er door kunnen. Daarom kan je hem beter afsluiten, dan weet je zeker dat de doorstroming daar niet komt. Dat is ook de enige mogelijkheid om het verkeer zodanig te leiden dat je een evenwichtige verdeling krijgt tussen de bruggen in de Bedrijvenweg en de Europaweg. Als het college de knip in de Gaswal niet maakt, kan het alleen maar het fijnstofprobleem aanpakken door te zorgen dat er daadwerkelijk ook geen verkeer meer doorheen gaat. Eenrichtingverkeer zou een oplossing kunnen zijn. Alleen is dan het probleem dat je toch nog een doorstroming houdt langs het stadhuis op die locatie en daarvan vindt de fractie van D66, indachtig dat zij willen dat de grootste verkeersstroom aan de andere kant van het stadhuis langs gaat, dat je het daar niet zou moeten entameren. Hij heeft specifiek gevraagd, wanneer zich een afwijking in de samenhang zou kunnen voordoen met name vanwege het financiële aspect dat hier ook erg speelt, of de raad daar dan zo snel mogelijk bij betrokken kan worden. Dat de wethouder daar niet op in gaat is voor hem een teken dat hij het daar automatisch mee eens is en dat ook doet. Met betrekking tot de brandweer heeft hij begrepen dat er een rijkswetgeving dreigt aan te komen die onder andere de aanrijtijden gaat voorschrijven en waarbij ook gesproken wordt over stationering van voertuigen op strategische plaatsen binnen een kern, zodanig dat aan die aanrijtijden gevolg kan worden gegeven. Hij vraagt in hoeverre dat daarin is meegenomen. Misschien moeten ze nog wel een ander plan bedenken. Hij vindt het terecht dat het college uitgaat in het plan van dingen die weliswaar nog niet
368
zijn gerealiseerd en waarvan nog een deelplan ter goedkeuring in de raad moet komen, maar als ze nu een straat inrichten wetende dat de mogelijkheid er in zit dat ze ergens een parkeergarage gaan neerleggen en dan zeggen dat ze net doen alsof ze dat nog niet weten, dan vindt hij dat jammer en denkt dat het dan alleen maar geld kost. De heer KIWITZ is blij met het antwoord van de wethouder. Hij vraagt de raad met het amendement mee te gaan omdat ze vandaag altijd kunnen besluiten om het verkeer over de Spinbaan te laten gaan, maar ze kunnen dat besluit ook nog even uitstellen. Dat vraagt het amendement in feite. Hij begrijpt de overwegingen van de DSD-fractie en de andere partijen. Ze hebben ooit keuzes gemaakt om het verkeer uit de stad te leiden. Toch wil hij de raad vragen het onderzoek af te wachten voordat hij een besluit neemt. De heer BOLAND heeft uit de woorden van de wethouder opgemaakt met betrekking tot de Melkweg en de Spinbaan dat de wethouder wel wil onderzoeken in hoeverre een verkeersluwe inrichting van beide wegen tot de mogelijkheden behoort. Dat zou passen in wat de DSD-fractie eerder zei. Het heeft hun voorkeur dat de Spinbaan, de Melkweg en een deel van de Stationsstraat zodanig worden ingericht dat het daar doorheen rijden wel mogelijk is maar niet wordt bevorderd. De heer LANGEVELD vindt dat de wethouder heeft duidelijk gemaakt waarom je de Melkweg niet kunt gebruiken voor verkeer in twee richtingen. Het rare is dat hij het vandaag op deze manier krijgt aangereikt en dat ze dat zouden hebben moeten begrijpen uit de bijdrage van de heer Noevers. De heer Noevers heeft daar niets over gezegd en hij vindt dat het goed is als ze dat soort informatie wat eerder hebben. Dat scheelt bij de voorbereiding. De heer STEINTJES herinnert hem er aan dat in de commissie is aangegeven dat het gehele profiel in de Melkweg te smal was om daar tweerichtingsverkeer doorheen te leiden. De heer LANGEVELD antwoordt hem dat het daar niet over gaat. De wethouder geeft iets heel anders aan, namelijk over het voorsorteren. De heer STEINTJES reageert dat dat de technische invulling is van die breedte die er wel of niet is. Voor de CDAfractie was het voldoende dat de wethouder heeft aangegeven dat het gehele wegvak in de Melkweg niet breed genoeg is. Als hij daar meer details van had willen weten had hij het de heer Steintjes kunnen vragen. De heer LANGEVELD meent dat de vragen gesteld zijn en dat daar ook antwoord op zou komen. Het enige wat hij aangeeft is dat als hij verwezen wordt naar de inbreng van een inwoner van de gemeente Doetinchem het handig is als het antwoord door de wethouder gegeven is, dat de raad daar dan ook over geïnformeerd wordt. Wat het amendement betreft denkt de fractie van GroenLinks dat het niet consistent is om nu de IJsselkade weer in het traject te gaan betrekken. Ze hebben geen behoefte aan het amendement. De IJsselkade moet gewoon uitgevoerd worden zoals ze dat in het mobiliteitsplan hebben opgezet. Wethouder DRENTH begint met het financiële aspect, de monitoring ervan en het kunnen bijsturen. Bij het masterplan de Schil hebben ze er zojuist nadrukkelijk afspraken over gemaakt en dit is een onderdeel ervan. Dus vanzelfsprekend geldt voor dit onderdeel precies hetzelfde. Hij denkt dat het niet goed is om op basis van het stedenbouwkundig programma van eisen voor Hamburgerbroek-Noord uitgebreide discussie te houden over wat de optimale locatie van de brandweer zou zijn en welke richting dat op zou moeten gaan. Alleen wordt in een begeleidend stuk dat hier ligt, voortgeborduurd op besluiten zoals de raad die hier genomen heeft. De heer BLOM stelt dat dat ook niet datgene is wat hij hier heeft beoogd. Hij heeft slechts geadviseerd dat aspect mee te nemen, want er dreigt nu een wetgeving aan te komen en hij vindt het zonde als er een heleboel werk gedaan wordt dat daarna weer over gedaan
369
moet worden. Wethouder DRENTH is dat met hem eens. Vanzelfsprekend neem je dat mee als je zo’n grote investering doet, want de brandweerkazerne moet weer voor jarenlang meegaan. De direct verantwoordelijk voor de brandweer zit daar bovenop en zal nog direct met de raad in gesprek komen over hoe dat het beste zou kunnen. Ook wil hij vandaag de discussie met de raad aangaan over geen knip in de Gaswal en hoe daarmee om te gaan. De raad heeft rondom het mobiliteitsplan en het vaststellen daarvan uitdrukkelijk met elkaar gediscussieerd. Zolang het mobiliteitsplan van kracht is met de flexibiliteit die daarin zit, gaat hij en de andere collegeleden er vanuit dat dat hun kader is. Daar passen dus de plannen in. Daar komen ook de voorliggende voorstellen vandaan, ook de herinrichting van de Missetstraat als hoofdontsluitingsweg van het centrum. Hij wil er geen twijfel over laten bestaan dat naar zijn mening een verkeersluwe inrichting van welke eenrichtingsweg dan ook – hij hoopt in elk geval de Melkweg – niet de gewenste oplossing zal bieden voor de verkeersstructuur. Wel heeft hij gezegd dat als de raad er op zou staan om dat onderzoek ook te hebben, dat hij dat wel kan aanleveren. Maar hij heeft dat ontraden omdat hij voorziet dat het als een flessenhals gaat werken. Wetende hoe de meeste mensen in de stad daarmee omgaan, zal dit het probleem niet gaan oplossen. Hij dringt er nadrukkelijk op aan om in elk geval de Melkweg aan te wijzen als eenrichtingsroute omdat ze daarmee direct kunnen gaan werken aan het oplossen van het fijnstofprobleem in de IJsselkade en de direct aanliggende huizen. De vraag of de andere route dan via de IJsselkade of via de Spinbaan moet lopen, kan in de loop van het nieuwe jaar bij de raad als besluit langskomen en genomen worden. Waarom is de informatie zo laat in de raad? Hij heeft aangegeven hoe hij is omgegaan met zijn toezegging als portefeuillehouder met het gesprek met de heer Noevers en hij heeft ook een weerslag van de conclusie uit dat gesprek. In de commissie had hij al aangegeven dat naar zijn mening de Melkweg niet breed genoeg was voor twee richtingen en hij gaf aan en de heer Noevers heeft dat ook geschreven dat ook hij tot de overtuiging is gekomen dat het uiteindelijk ook niet zal passen. Daarom ligt een en ander zo voor. Het is geen zaak van laat informeren, maar van terugleggen in de raad wat de afspraak was in de commissie. De VOORZITTER brengt het amendement in stemming. Vóór stemmen de fracties van de PvdA, Stadspartij, ChristenUnie-SGP, CDA en VVD. Tegen stemmen de fracties van DSD, D66 en GroenLinks. Daarmee is het amendement aangenomen. De VOORZITTER brengt het gewijzigde voorstel in stemming. De heer BOLAND legt als stemverklaring af dat de DSD-fractie instemt met de punten 1, 2, en 3, maar niet met punt 4 om redenen die hij in zijn betoog uiteengezet heeft. Vóór het geamendeerde voorstel stemmen alle fracties, met de kanttekening zoals door de heer Boland is uitgesproken. Het voorstel is aangenomen. 4
GEBIEDEN VOOR PROJECTEN 'ROBUUST GROEN' De heer VAN DOESUM vindt dat het plan om een aantal projecten in de groene sfeer in een stroomversnelling te brengen en zo spoedig mogelijk uit te gaan voeren, sympathiek over komt. De fractie van GroenLinks is vóór deze projecten. Ze lijken hun een verrijking van de leefomgeving. Maar de prijs die ze daarvoor moeten betalen is hoog. Het college kiest voor gebruiksgroen, gebruiksnatuur. De ecologische waarde komt voortaan op de tweede plaats. Dat is een trendbreuk sinds ze in Doetinchem een natuurbeleid hebben. In het voorstel staat dat met de beslissing om robuust groen aan te leggen, de andere projecten die in het groenstructuurplan stonden, vervallen. Dat houdt in dat
370
Roos van de Slinge, Groen van Zuid en het ecolint in de Verheulsweide beëindigd worden. Er heeft op hun verzoek een kleine evaluatie plaatsgevonden van dat beleid. Allereerst Roos van de Slinge. Uit de aangeleverde cijfers blijkt dat het gaat om de coördinatie van natuurontwikkeling op particulier terrein, ter waarde van 125 ambtelijke uren per jaar (nog niet 0.1 fte) en € 20.000 per jaar. Een schijntje dus. En wat hebben ze daarvoor teruggekregen? 30 ha bos, 15 ha singels en enkele tientallen poelen. Grote betrokkenheid op het gebied van ontwikkelen van natuur bij 450 eigenaren van percelen die op eigen kosten aan onderhoud en natuurontwikkeling doen. Inzet van tientallen vrijwilligers die een essentiële schakel in Roos van de Slinge vormden: zij gaven cursussen, voorlichting en begeleiding aan de eigenaren. Na 5 jaar liepen zij de oude projecten nog eens na om de eigenaren te adviseren. En dat alles voor 125 uren per jaar en € 20.000. Dat gooien ze nu weg. Dan Groen van Zuid. Uit de aangeleverde cijfers blijkt dat van het budget van € 3,5 ton € 1,6 ton is uitgegeven, met name in de adviserende en onderzoekende sfeer. Nu er van de rest van het geld spijkers met koppen geslagen kunnen worden, schaffen ze het af. Weggegooid geld dus. Maar erger nog is het feit dat de gemeente met het Waterschap een waterplan overeengekomen is, waarin Groen van Zuid en het ecolint zijn opgenomen. Kun je zomaar eenzijdig zo’n overeenkomst opblazen? In de begroting staat het convenant, het zogenaamde Waterplan nog prominent vermeld als beleidsuitgangspunt, compleet met het voornemen om er verder uitvoering aan te gaan geven ook in latere jaren. Ook is er in de begroting een nieuw convenant met het Waterschap voorzien, dat (zo blijkt uit het huidige) voortzetting van Groen van Zuid na 2008 zal omvatten. In het voorjaar moet er een gezamenlijk landschapsontwikkelingsplan voor Doetinchem en twee andere gemeenten komen, het zogenaamde LOP. Hoe wil je aan landschapontwikkeling doen, zonder de elementen die ze nu aan het weggooien zijn: het stimuleren van natuurontwikkeling bij particulieren en op ons eigen grondgebied, de inzet van vrijwilligers, de samenwerking met partners als het Waterschap Rijn en IJssel? Resumerend: de fractie van GroenLinks steunt de dadendrang van het college als het gaat om grotere groene projecten die al jarenlang op uitvoering wachten. Maar ze willen niet het kind met het badwater weggooien. De waardevolle elementen uit eerder beleid zijn niet duur; continuering draagt er bovendien toe bij dat Doetinchem zich laat zien als een betrouwbare samenwerkingspartner. De heer VERHOEVEN vraagt hem of hij dan dadelijk met een voorstel komt waar hij de dekking vandaan haalt. De heer VAN DOESUM wil eerst het antwoord van de wethouder afwachten. Misschien geeft die hem wel gelijk en heeft hij een ‘potje’. De heer STEINTJES laat weten dat de CDA-fractie is ingenomen met dit stuk. Elk fractielid komt met zijn eigen bewoordingen tot diezelfde conclusie. Het varieert van ‘er is de laatste jaren veel geld gestoken in een visie, nu wordt duidelijk de uitvoering geprioriteerd, daadkracht naast visie’ tot een simpel ‘niet praten, maar poten’. Feit is dat er duidelijk wordt geprioriteerd. Maar niets wordt weggegooid of gaat verloren. De ecologie blijft een belangrijk thema. Er wordt fors geïnvesteerd op die plekken waar alle Doetinchemmers ervan kunnen genieten: het openbaar gebied. De heer BLOM snapt niet zoveel van dit voorstel. Hij leest er een boel over dat er een nieuwe opdracht is geformuleerd en wat daar voor criteria aan zijn meegegeven. Kort geformuleerd: ecologie is ondergeschikt aan gebruikswaarde. Daaruit worden plannen benoemd: 3000 bomen in stedelijk gebied, natuurontwikkeling azc, Richtersbos, GIOS en fietspad naast de spoorlijn. Al deze plannen zijn al in diverse stadia van ontwikkeling en vormen dus bestaand beleid. Er is dus geen enkel nieuw plan. Het lijkt sterk op de bekende oude wijn in nieuwe zakken. Maar zelfs dat kan het niet genoemd worden. Zoals ze dit lezen worden er alleen maar projecten geschrapt. De nog uit te voeren zaken
371
staan in het groenstructuurplan en die hier niet worden genoemd, zullen niet meer worden uitgevoerd. Het is dus minder wijn in wollige zakken. Natuurlijk zijn ze het ermee eens dat gekeken wordt naar strategische partners bij de ontwikkeling van het GIOS-gebied. Maar ook dit is niet nieuw. Aangezien er geen nieuwe plannen zijn, lijkt het dan ook dat de gelden voornamelijk worden besteed aan ambtelijke capaciteit en niet aan het groen zelf. Verder kan hij het niet goed rijmen dat er in het begin van het voorstel wordt gesproken over het feit dat van elke uitgave voor grijs 10% wordt geïnvesteerd in groen, terwijl er bij de financiële vertaling alleen maar wordt gerefereerd aan een vast structureel bedrag en een vast bedrag als percentage investering in wegen via het mobiliteitsfonds. Volgens hem staat er in de begroting voor veel meer dan € 2 ton dat aan grijs kan worden toegerekend. Uit dit betoog zal men kunnen concluderen dat de fractie van D66 nog niet echt van zijn stoel valt van pure emotie bij het zien van deze voornemens. Ze vinden het te mager. Daar echter bij het dictum van het voorstel niet wordt besloten om het groenstructuurplan niet verder uit te voeren en het alleen maar rept over het met voorrang richten op enige projecten, kunnen ze akkoord gaan, mits het college hun kan aangeven dat hun zorg betreffende de ambtelijke capaciteit ongegrond is. Dit is namelijk bestaand beleid en het betreft dus eigenlijk alleen maar een prioriteitsbenoeming. Mocht het zo zijn dat impliciet, zonder dat het in het dictum staat opgenomen er toch besloten wordt tot het afbouwen van plannen, dan is het voor de fractie van D66 een andere zaak. Mevrouw DUIJN memoreert dat wethouder Drenth na de behandeling van het plan Vijverberg-Zuid heeft toegezegd een brede discussie te willen voeren over de wijziging in het beleid, dat wil zeggen om de belevingswaarde van groen te gaan stellen boven de ecologische en de natuurwaarde. De fractie van de DSD stelt nu vast dat de wethouder zijn belofte niet is nagekomen en op de ingeslagen weg is voortgegaan. Er is wel een workshop geweest in het voorjaar met ambtenaren, maar uit het verslag daarvan hebben ze kunnen lezen dat ook zij zijn overvallen door het standpunt dat het college reeds had ingenomen, evenals dat de raad bij het plan Vijverberg-Zuid is overvallen. De DSD-fractie is groot voorstander van het bewaren en uitbreiden van de ecologische structuur en de natuurwaarden. Dat zijn ze al jaren en dat zijn ze nu nog. Ook bij Vijverberg-Zuid hebben ze dat standpunt ingenomen. Zij maken deze keuze, het college maakt een andere. Zij constateren hiermee dat ecologie en natuurwaarde niet in goede handen zijn bij het college. Zij zullen dus niet instemmen met het voorstel. De heer MOURIK voegt zich bij de vergadering. Wethouder DRENTH reageert dat het voorliggende voorstel anders is dan de raad gewend is. Het zijn geen dikke pakken papier, maar het geeft wel duidelijk aan welke kant ze op willen. Het gaat niet om het wijzigen van beleid, het gaat alleen wel fundamenteel over een andere uitvoering van dat beleid. Als de raad dan stelt dat het groen niet in goede handen is bij deze portefeuillehouder, of dat de ecologie over boord gezet wordt, of dat het oude wijn in nieuwe zakken is, dan neemt hij daar echt fel afstand van. Ze kunnen best over een heleboel dingen van mening verschillen, maar dat is in dit voorstel niet terug te vinden. Hij betreurt dat de heer Van Doesum slechts een deeltje citeert uit de notitie die is toegestuurd over wat er in de afgelopen jaren met een forse hoeveelheid geld is gebeurd. Dan had hij kunnen zien dat over vrijwel de hele linie van het groen er vooral gewerkt is aan planmatige aanpak en dat er buiten maar heel erg weinig tot stand is gekomen. Dan kan hij dus veel geld uitgeven aan onderdelen van groen van Zuid, wat overigens een prima plan is. Maar als hij dan nu, vele tienduizenden euro’s later, een plan heeft voor bijvoorbeeld het Wielpark waar hij dan ook nog tot grondverwerving moet overgaan en de huidige groene
372
functie dan ook nog eens met geld moet gaan omzetten, dan moet je je afvragen of je op die manier voort wilt gaan. Hij meent van niet, dus geen oude wijn in nieuwe zakken. Een element van groen van Zuid waar hij hartgrondig voorstander van is, was de Kapperskolk. De raad heeft al besluiten genomen om dat deel van de ecologische zone juist wel aan te leggen. Die is er nu niet, maar die gaat er wel komen. De heer VAN DOESUM laat weten dat hij de wethouder eigenlijk niet goed begrijpt. Hij zegt dat ze plannen hebben gemaakt voor groen van Zuid en dat is jammer van het geld, want ze hebben alleen nog maar plannen. Er is nog geen meter natuur ontwikkeld. Beleid begint toch met plannen maken? Daar hebben ze nu de tijd voor genomen en geld voor uitgegeven. Hij denkt ook dat het nuttig geld geweest is. Op het moment dat ze ze kunnen uitvoeren gaan de plannen van tafel. Dat is pas geld weggooien. Hij vindt dat onverantwoord en hij begrijpt niet dat de wethouder zich zo durft te verdedigen. Wethouder DRENTH deelt zijn mening op dat punt ook niet. Want juist daar waar ze wel tot uitvoering over kunnen gaan, zoals bijvoorbeeld de Kapperskolk als een van de grote onderdelen van groen van Zuid, kan hij die nu juist wel uitvoeren, die wordt ook uitgevoerd. Maar een aantal andere delen van groen van Zuid, zoals bijvoorbeeld het Wielpark, of het Belderpark, daar heeft de gemeente niet voldoende grondbezit, daar is van de totale kosten die gemaakt mochten worden (meer dan € 3 ton) al meer van € 1 ton aan onderzoekskosten de deur uit gegaan en nog kan hij buiten maar op heel beperkte schaal iets gaan doen. Als je als stad groeit en zegt dat groen een van de hoofdpeilers van je stedelijke woonomgeving is, dan vindt hij dat je bij die groei het groen mee moet laten lopen. Dan moet je zorgen dat flora en fauna ook blijvend een plek kunnen vinden in die stad. De vraag is nu hoe je dat doet en hoe je dat het snelst doet en het meest adequaat. Dat doe je niet als je goed beleid over boord gooit, maar wel als je nu ook op het gebied van groen, net als ze dat doen op gebied van economie, sociale zaken of stappen die ze nemen op het watergebied, nu ook stappen maakt op gebied van flora en fauna, zodat er ook echt iets gebeurt. De heer Steintjes zei dat al met korte duidelijke bewoordingen. De heer VAN DOESUM zegt dat de wethouder focust op groen van Zuid. Dat is een veel jonger plan dan Roos van de Slinge. Het is geen wonder dat juist bij Roos van de Slinge al wel heel veel resultaten te melden zijn. Hij noemde al in zijn eerste termijn dat er 450 particulieren bij betrokken zijn. Er is een enorme hoeveelheid bosoppervlakte toegevoegd op het grondgebied van de gemeente Doetinchem. Dat is voor een relatief geringe investering gebeurd en dat is doodzonde om dat nu af te kappen. Dat beleid is nu net goed op gang en vindt voor het grootste deel buiten plaats, achter de schop en met een heleboel inzet van vrijwilligers. Die vrijwilligers gaat de gemeente van zich vervreemden, want die begrijpen nu al niet dat waar ze een aantal jaren in geïnvesteerd hebben nu plotseling afgebroken wordt. Wethouder DRENTH neemt van dat laatste nadrukkelijk afstand, want groen dat gerealiseerd is binnen het verhaal van Roos van de Slinge is een waardevolle aanvulling geweest in het landschap. Daar is geen twijfel over. En dat is niet weg. Maar terugkomend op de discussie in de commissie is de vraag waar ze hun geld aan willen uitgeven. Dan ligt nu zijn focus meer om een aantal stappen te maken in het GIOS-gebied om daar wat uitloopgebied te creëren vooral voor mensen uit Dichteren en De Huet, want zeker in Dichteren is te weinig uitloopgebied. Dat vindt hij nu een belangrijke peiler om op te mikken. Het andere is niet minder belangrijk, maar je moet wel keuzes maken. Met investeren in openbaar toegankelijk groen, het maken van verbindingen ook van ecologische aard, vindt hij dat ze een veel belangrijker stap kunnen zetten in het vervolmaken van een van de meest stevige peilers die de kwaliteit van onze stad aangeeft. Dat is ook in de lijst te zien. Het gaat over de aanplant van 3000 bomen, dat is vergroening van de stad, maar is ook voor de aanvliegroutes van de vleermuizen. Dat is te zien aan de Kapperskolk, een van de grootste ecologische projecten die op dit moment lopen en ook met het Waterschap is afgesproken. De heer BLOM merkt
373
op dat die plannen er toch al waren. Vandaar dat hij zei dat het oude wijn in nieuwe zakken is. Daar is wethouder DRENTH het niet mee eens, want bij dat beleid behoort ook een uitvoeringsprogramma. Daar zit het cruciale verschil in. Dat is waar het om gaat, het maken van een herprioritering. Hij vindt het juist om met de raad van gedachten te wisselen wat die prioritering moet zijn en dat de raad daar dan ook een fiat en een klap op geeft. Waar het hem om gaat is, dat als er beelden ontstaan als zou er niet worden geïnvesteerd in ecologie, hij dat niet met de raad eens is. Als ze de lijst met zes punten aflopen, kunnen ze zien dat er een paar bijna alleen maar ecologische gebieden bij zitten en een aantal gebieden waar ecologie samen op gaat met de menselijke aanwezigheid als uitloopgebied van de stad. In die zin is het anders. Niet in de zin van beleid, dat is goed. Roos van de Slinge is helemaal niet verkeerd en heeft zijn waarde ook absoluut aangegeven. Als je echter moet kiezen tussen forse areaaluitbreiding met name aan die delen van de stad waar het op dit moment niet is maar waar wel de helft van de bevolking uit de stad Doetinchem woont, dan vindt hij dat een belangrijke investering en die vindt hij belangrijker dan landschapselementen toevoegen met gemeenschapsgeld van gemeente en provincie op particuliere terreinen. Dat is de politieke keuze die het college aan de raad voorlegt. Tot slot merkt hij op dat hij niet beschikt over een ‘potje’. In het kader van de beheersing van de financiën is de cultuur van de ‘potjes’ niet meer van deze tijd. Als de raad het project Roos van de Slinge wel zou willen, dan kan dat, dan kunnen ze een van de projecten schrappen die in dit voorstel staan of een voorstel doen tot een wijziging van de begroting of ergens iets in schuiven. Het is hem teveel gevraagd om die dekking nu aan te reiken omdat hij van mening is dat ze dat niet zouden moeten doen. Als de meerderheid van de raad het college aangeeft dat toch te willen, dan hoort hij dat wel. De heer BLOM refereert aan wat de wethouder zei over de financiële beheersing die hij vrij hoog heeft zitten. Dat hebben zij ook. Vandaar dat hij ook een vraag stelde over hoe het zit met de 10% van grijs voor groen en over datgene wat nu uiteindelijk in het voorstel staat. Overigens niet in het besluit, want in het besluit staat helemaal niets, vandaar dat hij daar ook een vraag over had. Hij weet niet wat hij met dit voorstel moet en hij vraagt de wethouder hem dat uit te leggen. In het voorstel staat € 170.000 jaarlijks structureel en € 20.000 als percentage van de investeringen in wegen via het mobiliteitsplan. Dat is iets anders dan 10% van grijs voor groen. Of betekent het dat de totale toe te rekenen kosten aan wegen niet meer dan € 200.000 bedragen? Op die vraag heeft hij nog geen antwoord ontvangen. Als dat meer is, is dat potje meteen niet meer nodig, want dan is het al gedekt door hetgeen er in staat. Wethouder DRENTH verklaart dat in het voorliggende besluit niets staat over financiën omdat de raad die besluiten al middels de begroting heeft genomen. Daar is toen uitgebreid bij stilgestaan. Het besluit dat genomen is – en dat was wel een beleidswijziging – namelijk met het structureel € 200.000 cumulatief reserveren in de meerjarenbegroting ten behoeve van de uitvoering van het mobiliteitsfonds, daarvan is besloten dat 10% van dat geld besteed wordt aan groene projecten c.q. de groene inpassing van de aanleg van dat grijs. Dat is inderdaad voor komend jaar € 20.000, namelijk 10% van € 200.000. Als volgend jaar dat geld niet gebruikt zou worden, zou daar het jaar daarop er weer € 200.000 bij komen en dan stijgt dat bedrag tot € 400.000 en dan zou het € 40.000 zijn. Daar zit die link in met grijs, ook al omdat je mitigerende maatregelen met grijs moet nemen. Die wil je ook op voorhand goed financieel afdekken. Wat de raad nu besluit is dat ze met elkaar een aantal helder omschreven prioritaire projecten noemen en die moeten ook tot uitvoering gaan komen. Die gaan dan ook deel uitmaken van de planningen controlcyclus. Daarover zal de raad informatie vinden over de voortgang en die komen in de jaarrekening en begroting weer terug. De heer VAN DOESUM vraagt de wethouder aan te geven waar in de begroting te vinden is dat de oude projecten zijn afgeschaft. Hij heeft het niet kunnen ontdekken. Ook andere raadsleden zijn van mening dat zo’n besluit niet expliciet genomen is.
374
Wethouder DRENTH verwijst naar een lijst in de begroting die ‘oud voor nieuw’ heette of ‘stoppen van oud beleid ter financiering van nieuw beleid’ en daar stond € 20.000 in voor landschapscoördinatie. Het was in verschillende delen uitgezet. Daar stond ook in het afschaffen van het fonds Groenstructuurplan waar al die groen zaken incidenteel van betaald konden worden (€ 6 of 7 ton) en het element groen en natuur structureel in te brengen in de gemeentebegroting, zijnde € 170.000 structureel per jaar. Binnen de huidige raadsperiode heb je net zoveel uitgegeven aan groen en natuur als in het fonds stond en daarna zit het er gewoon structureel in. Hij verwijst naar bladzijde 101 van de begroting. Daar staat genoemd: landschapscoördinatie noord-zuid schrappen subsidie particulieren € 20.000. De heer VAN DOESUM merkt op dat daar ook in staat: waterplan meerdere jaren € 30.000 gereserveerd, niet meer opvoeren in 2008. Hij stelt dat de wethouder nog niet is ingegaan op de samenwerkingsrelatie met het Waterschap. Wethouder DRENTH antwoordt hem dat de samenwerking met het Waterschap erg goed gaat. Ze hebben ambtelijk en bestuurlijk goed overleg. Hij zal nog een aantal dingen zien langskomen omdat ze de laatste zaken van de basisinspanning die ze zijn aangegaan, gaan nakomen. De ecologische verbindingszone Oude IJssel is op een haar na gereed. De uitwerking van de bypass die via groen van Zuid geregeld was voor de grote natuur komt ook tot stand met de aanleg van de Kapperskolk en daarmee zijn ze geheel in lijn met de afspraken zoals ze die hadden met het Waterschap. Ook de ecologische verbinding, zoals aangelegd op Verheulsweide blijft gewoon liggen. Wethouder Van Dijk zal er nader op terugkomen als de gehele revitalisering in dat gebied aan de orde komt. De retentievijvers blijven er in liggen en daar waar nog geen fietspad ligt, zouden ze er wel graag een aanleggen, omdat het een mooie fietsroute over het bedrijfsterrein is. De heer VAN DOESUM stelt vast dat de wethouder formuleert dat eigenlijk het beleid zoals dat vroeger genoemd werd in de plannen groen van Zuid gewoon gehandhaafd blijft. Dat bevestigt wethouder DRENT hem. Wat hij echter voorlegt is een zestal prioritaire projecten. Daar zet hij bestuurlijk en ambtelijk al zijn geld en al zijn capaciteit op in om dat met voortvarendheid ter hand te nemen, zodat ze minder geld uitgeven aan planvorming en meer aan fysiek ontwikkelen van groen en natuur buiten. Mevrouw DUIJN geeft in haar tweede termijn als voorbeeld dat de ontwikkeling met betrekking tot park Overstegen stil is gezet en dat er nu alleen maar afgewacht wordt hoe het zich verder gaat ontwikkelen. De verdere plannen zijn gestopt. Wanneer ze in de beleving van de wethouder dan weer opgepakt zullen worden wachten ze af, maar ze hebben daar niet veel fiducie in en een ander voorbeeld is dat in het kader van de ecologische structuurzone er in het verleden in samenwerking met Misset een vijver was. Volgens haar is die vijver inmiddels gedempt en gepromoveerd tot parkeerplaats. Dat zijn volgens de DSD-fractie de nadelen van de keuzes die het college heeft gemaakt. Die keuzes delen zij niet. Vandaar dat zij niet zullen instemmen met dit voorstel. De heer VAN DOESUM gaat in op de opmerking van mevrouw Duijn over de brede discussie over natuur en groen. Hij wijst op een handtekeningenactie waarbij enkele honderden Doetinchemmers hun handtekening gezet hebben tegen het verleggen van het accent van natuur naar openbaar groen. Er zijn hun concrete beslissingen in het vooruitzicht gesteld in het najaar van 2007. Als dit die brede beslissing is, dan is hij zeer teleurgesteld over de voorbereiding ervan en over de inzet van het college die uiteindelijk uitmondt in het uitvoeren van een aantal andere plannen en het afschaffen van een aantal beleidszaken. Ingaande op de woorden van de wethouder erkent hij dat er bij de Roos van de Slinge veel natuur is ontwikkeld op particulier terrein, maar ook op terrein van de gemeente Doetinchem. De Roos van de Slinge bestaat uit 23 projecten waarvan er 3 betrekking hebben op terrein van particulieren. Bij de particulieren
375
hebben sommigen zelf al het initiatief genomen om hun terrein toegankelijk te maken. Er zijn mensen die picknicktafels geplaatst hebben nadat er flinke investeringen door henzelf en door de gemeente gedaan zijn om daar natuur te ontwikkelen. Er zijn particulieren die bereid zijn om op hun terrein fiets- of wandelpaden toe te staan en het Doetinchemse beleid zou daarop gericht kunnen zijn. Er zijn echt veel mogelijkheden. Hij denkt dat ze binnenkort een landschapsontwikkelingsplan gaan goedkeuren waarin dezelfde elementen zitten als in het bestaand beleid. Hij dient het volgende amendement in:
AMENDEMENT De raad van de gemeente Doetinchem, in vergadering bijeen op 13 december 2007, Gehoord de discussie over de gebieden voor projecten Robuust Groen, overwegende, - dat het wenselijk is dat groen- en natuurbeleid ingepast wordt in een bovengemeentelijk landschapsontwikkelingsplan (LOP); - dat zo’n plan in het voorjaar van 2008 in de raad aan de orde zal komen; - dat het convenant met het Waterschap Rijn en IJssel, neergelegd in het Waterplan nog geldig is en dat verlenging daarvan in 2008 aan de orde komt; besluit het dictum aan te vullen met: “en voor het overige het lopende natuurontwikkelingsbeleid, neergelegd in Roos van de Slinge, te handhaven in het perspectief van opname daarvan in een nieuw LOP; deze uitloop van bestaand beleid te dekken uit een meer gematigde uitvoering van de Robuust-Groenprojecten dan wel het later in uitvoering nemen van het plan Richtersbos in Gaanderen en gaat over tot de orde van de dag. GroenLinks De VOORZITTER schorst de vergadering om het stuk te kopiëren en er kennis van te laten nemen. Wethouder DRENTH reageert allereerst op de inbreng van mevrouw Duijn met betrekking tot de vijver tussen Reed Business en Senefelder-Misset. Dat is een vijver op privé-terrein die is blijven liggen bij de aanleg van bedrijfsterrein De Huet vanwege een ecologische stapsteen. Er is uitgebreid over gesproken of die wel of niet zou moeten blijven liggen. Daartoe heeft Senefelder-Misset ook uitgebreid natuuronderzoek gedaan. Er is getoetst door mensen van buiten het gemeentehuis of het inderdaad verantwoord was of niet. Het bleek dat de natuurwaarde van de vijver in de loop van de tijd met de ontwikkeling van het bedrijfsterrein en de aanliggende wijk de Huet zodanig was afgenomen dat je niet meer kon spreken van natuur, maar alleen van een vijver. Dan heb je het over stedenbouwkundige of landschappelijke kwaliteit. Op basis daarvan is de afweging gemaakt dat hij gedempt kon worden. De tweede is de vijver in het Bonanzapark. Uit de evaluatie van het park Overstegen of Bonanzapark is gebleken dat een van de projecten die nog zouden moeten gebeuren het uitbaggeren, dan wel het aanpassen van de vijver is, zodat die sneller in ecologisch evenwicht is. De kosten daarvan waren geraamd op ongeveer € 100.000 en dat zou bewerkstelligen dat het ecologisch evenwicht niet over tien jaar bereikt zou worden maar ongeveer een jaar nadat die maatregelen waren
376
uitgevoerd. De keuze die je dan moet maken is of je een ton wilt uitgeven om versneld dat ecologisch evenwicht te hebben of dat je de tijd daar overheen laat gaan. Dan duurt het tien keer zo lang, maar dan komt er ook een ecologisch evenwicht. Dat is in die evaluatie geconstateerd. Die is door een onafhankelijk instituut opgesteld. De keuze die voorligt is om de natuur zijn werk te laten doen, dan duurt het we langer voordat hij in evenwicht is, maar dan gaat het uiteindelijk wel zijn doel bereiken. Over het amendement van de fractie van GroenLinks zegt hij dat juist een aantal punten die daar opgevoerd worden voor een deel eerder op de weg vallen zoals eerder geprioriteerd is. Daarmee is het in beginsel strijdig met wat in de begroting is aangegeven, maar dat kan op zich. Waar dan volgens het amendement de dekking vandaan moet komen, dat wil hij ten stelligste afraden. Als ze één groenproject in de lijst hebben staan dat ze met gezwinde spoed moeten aanpakken dan is het wel de inrichting van de Akkermansbeek, op een burgerinitiatief vanuit de gemeenschap Gaanderen. En om dan juist dat project voor te stellen om niet uit te voeren, terwijl ze weten dat daar nota bene vanuit de bevolking om gevraagd is, dat begrijpt hij niet. De heer VAN DOESUM reageert dat ze allemaal weten dat er voor dat project een financiering was, namelijk uit de exploitatie van de daarbij gelegen gronden. Daar was iedereen akkoord mee, de raad, de bewoners van Gaanderen en de initiatiefnemers. Het is prachtig als het eerder zou kunnen, maar het plan wordt niet later uitgevoerd dan in de oude situatie voordat ze deze beslissing zullen nemen. Hij denkt dat dat de reden is waarom zo’n project met de oude financieringssystematiek niet in gevaar behoeft te komen. Daar zit de mogelijkheid om continuïteit in het bestaande beleid tot stand te brengen. Wethouder DRENTH reageert dat er een beperkt aantal projecten is dat hij kan wegzetten binnen de organisatie, want het moet ook begeleid worden. Dat is naast de investering buiten wel van belang. Wat het tweede betreft verschillen ze echt van mening over het doel van groen als steunpilaar in de woonomgeving. De bedoeling was om de Akkermansbeek te gaan financieren met 40 tot 60 woningen. Daar was een plan voor. Dan werd ongeveer de helft van het gebied dat daar nu nog ligt bebouwd met woningen en de andere helft werd ingericht. Bij alle exercities met betrekking tot de grondexploitaties heeft de raad besloten om de boekwaarde juist van die gronden terug te brengen tot nul, zodat het gebied daadwerkelijk als groengebied ingevuld kan worden met een minimum aan woningen, zodat er meer groen c.q. natuur rondom de Akkermansbeek ontstaat. Dan is hij van mening dat er een beleidslijn is ingezet die er juist toe dient dat er meer groen en natuur komt. Over de Akkermansbeek is ook een afspraak met het Waterschap dat die een ecologische inrichting krijgt met uitstraling op het land en dan hoort hij de heer Van Doesum, pleiten om toch dat oude plan uit de kast te pakken waarbij de helft of 40% bebouwd werd met woningen. Daarin verschillen ze fundamenteel van mening. Het voorstel dat voor ligt is om zes projecten te kiezen waar je expliciet insteekt op groen of natuur, dat je op een aantal plekken dat ook gebruikt als uitloopgebied voor de mensen uit de stad en de kerkdorpen en dan in zodanige proporties dat het ook een substantiële toevoeging is. Daarom raadt hij uitdrukkelijk dit amendement af. De VOORZITTER brengt het amendement in stemming. Mevrouw DUIJN verklaart dat de DSD-fractie dit amendement kan steunen, want in hun gevoel maakt het de brede benadering mogelijk die ze node in het collegevoorstel missen. De heer BLOM laat weten dat de fractie van D66 de intentie van het amendement ondersteunt, maar dat ze met de financiële dekking niet uit de voeten kunnen omdat ze het zeer belangrijk vinden dat het zo snel mogelijk wordt uitgevoerd. De financiële dekking kan wel gevonden worden in de inconsistentie die in het voorstel zelf zit, maar dat wordt niet onderschreven door de rest. De PvdA-fractie laat bij monde van de heer KONING weten dat ze niet instemmen met de motie omdat de uitvoering ervan niet leidt tot het sneller
377
groen maken van de gemeente Doetinchem en ook niet tot het meer openbaar maken van het groen. De heer HEIJ geeft te kennen dat de fractie van de ChristenUnie-SGP gaat voor zo snel mogelijke invoering van deze groenpartij. De heer STEINTJES stelt dat uit zijn inbreng duidelijk mag zijn dat ze geen behoefte hebben aan dit amendement. De dekking die aangegeven wordt om het uit het burgerinitiatief te halen verbaast hun ten zeerste. De heer VERHOEVEN verklaart als mening van de VVD-fractie dat ze het amendement nog los van de dekking onnodig en overbodig vinden. Vóór het amendement stemmen de fracties van GroenLinks en DSD. Tegen het amendement stemmen de overige fracties. Daarmee is het amendement verworpen. De VOORZITTER brengt het collegevoorstel in stemming. Vóór het collegevoorstel stemmen de fracties van VVD, CDA, ChristenUnie-SGP, Stadspartij, PvdA, en mevrouw Bouman van de fractie van GroenLinks. Tegen stemmen de fracties van de DSD, D66 en GroenLinks exclusief mevrouw Bouman. Daarmee is het collegevoorstel aangenomen. 5
NOTA INTEGRATIEBELEID 2007 – 2010 Mevrouw BERENS geeft te kennen dat de CDA-fractie erg meeleeft met de belangen van de Stichting Vluchtelingenwerk Achterhoek, die ook in de commissie heeft ingesproken. Ze hebben zich jarenlang ingezet om de vluchtelingen bij te staan en ze verwachten dat hun zorg nog heel lang nodig zal zijn. Ze kunnen echter niet als gemeente op hele lange termijn subsidie gaan verstrekken. De subsidie voor het jaar 2008 is nog veiliggesteld en toegezegd. Met ingang van 1 januari 2009 zal het misschien nodig zijn deze geheel te beëindigen of in ieder geval op een andere manier te gaan invullen. Ze zouden daar als fractie wel een voorschot op willen nemen, maar er zijn al zoveel onderwerpen vanavond aan de orde geweest waar ze best een voorschot op hadden willen nemen. Dus dat gaat niet lukken. Ze hebben er in en buiten de commissie met de fractie van GroenLinks over gesproken hoe dit op te lossen. Op korte termijn hebben ze hier geen oplossing voor. Wel willen ze in een zeer vroeg stadium dat gesprek aangaan met de stichting om hun perspectief te geven waar dat mogelijk is. De heer KONING wil naar aanleiding van de Nota Integratiebeleid 2007 – 2010 nog wel het een en ander opmerken vanwege hun betrokkenheid met dit onderwerp en vanwege het punt dat het in Doetinchem nog niet zo vaak naar voren is gekomen. Dit onderwerp verdient wat aandacht en er moet wat langer bij stilgestaan worden. In Nederland is sinds de aanval op de twintowers in New York op 11 september 2001 het klimaat tussen allochtonen en autochtonen verhard. Sinds de opkomst van Pim Fortuyn moet, lijkt het wel, gezegd worden wat je denkt. Daarbij worden grenzen opgezocht en even zo vaak overschreden. Oorzaken van maatschappelijke problemen worden sinds die tijd vaak eenzijdig neergelegd bij allochtonen en in het bijzonder bij het moslimdeel ervan. Problemen worden nadrukkelijk genoemd en in dit klimaat passen blijkbaar ook in Nederland politieke moorden en bewaking van politici. Zeggen wat je denkt. Lang zijn problemen als gevolg van immigratie uit de vorm van politieke correctheid verzwegen. Het woord racisme lag al snel bij iedereen voor in de mond. Houd je mond dicht. Hoge werkloosheid onder allochtonen, veelvuldige criminaliteit onder allochtonen, het mocht in sommige kringen niet genoemd worden uit politieke correctheid. Ook de PvdA-fractie heeft zich daar schuldig aan gemaakt en daar terecht ook de politieke tol voor moeten betalen. Maar zeggen wat je denkt en daarbij het recht op vrijheid verwarren met het recht op belediging brengt oplossingen niet dichterbij. Zo worden slechts
378
bevolkingsgroepen tegen elkaar opgehitst. Zo zullen er geen winnaars zijn, alleen verliezers en een verwildering van Nederland. Ook in Doetinchem is lang gezwegen over integratie en de daarbij vanzelfsprekende problemen die dat met zich meeneemt. Tolerantie was vaak niet meer dan negeren, opzij kijken. Als nu in de nota staat dat volgens IJsselkring 1500 mensen in Doetinchem inburgeringsbehoeftig zijn en 780 inburgeringsplichtig, dan is het triest dat dit nu pas boven tafel komt. Dan zijn ze reuze benieuwd naar wat het rijk beschikbaar stelt om snel cursussen te financieren. In de nota staat dat ze er zelfs 90 per jaar kunnen aanbieden. Dat schiet dan niet snel op. Nu pas is er een integratienota, een voorzichtige nota zonder grote woorden. Een nota die de verschillen tussen de bevolkingsgroepen niet benadrukt, zelfs niet noemt. Er wordt in de nota geen alarm geslagen. Hij bevat een jaarlijks bij te stellen activiteitenkalender voor het zetten van concrete stappen. Dit is een aanpak die de PvdA-fractie voor staat en toejuicht. De PvdA-fractie wil de nota zien als het begin van een structurele samenwerking tussen allochtonen en autochtonen waarbij meer het accent gelegd moet worden op de overeenkomsten dan op de verschillen. In hun voorbereiding hebben ze gesproken met iemand die uit Marokko komt. Hij is op 7-jarige leeftijd hier gekomen en inmiddels in de 40. Hij heeft een gezin gesticht en beschikt over een bloeiende zaak. Hij is actief in het culturele leven, in de sportwereld en nog steeds is hij allochtoon. Dat kan toch niet? Zo stop je elkaar jarenlang in kaders, kijkend naar de verschillen en niet naar de overeenkomsten. De contacten die nu gelegd zijn met allochtone groepen om aan deze nota te werken moeten wat de PvdA-fractie betreft blijven. Voor het onderhouden van deze contacten zijn alle partijen verantwoordelijk, misschien onder regie van de gemeente. Het moet een samenwerking zijn van groepen die hier willen wonen en werken in Nederland. Is er in Doetinchem een integratieprobleem? Neen, de Doetinchemse werkelijkheid is anders dan in de media wel wordt geschetst van het integratieprobleem. Daarom vinden ze het jammer dat in deze nota toch het woord radicalisering valt. Ze vinden dat overbodig. Er zijn wel problemen en die moeten ze niet wegpoetsen. Er zijn problemen op gebied van de taalbeheersing. Sommige mensen hebben inderdaad nog te weinig vaardigheid in het Nederlands. Ze zijn blij dat dit in de nota wordt onderkend en dat er gezegd wordt dat ze vooral vrouwen met jonge kinderen snel cursussen willen aanbieden. Voor die kinderen is het nodig dat ze snel in aanraking komen met het Nederlands. Er is een probleem met allochtone leerlingen. Hun uitvalspercentage is veel hoger dan dat van autochtone kinderen. Ze pleiten ervoor om gebruik te maken van allochtonen die goed opgeleid zijn, die misschien nog bezig zijn met hun studie om hen te vragen een rolmodel te zijn voor deze jongeren om hun perspectief te bieden. Misschien kunnen daar allochtone ondernemers ook een rol bij spelen. Er is geen groot integratieprobleem in Doetinchem, maar nog steeds ondervinden ook hier allochtone jongeren problemen met het vinden van een stageplek. Het noemen van een achternaam is ook in Doetinchem nog vaak genoeg reden om te zeggen dat de plek al vervuld is, terwijl dan later blijkt dat het niet zo is. Er is geen vreemdelingenangst, maar wel een soort koudwatervrees. Misschien ook een gebrek aan lef. Dat zou met de Doetinchemse ondernemers besproken moeten worden, waarbij de gemeente zelf ook wel de hand in eigen boezem moet steken. Want het percentage allochtonen dat hier in dienst is, is niet overeenkomstig het percentage van de allochtonen die hier werken en wonen. Ook de PvdA-fractie ondersteunt het voorstel om allochtonen te betrekken bij het besturen van verenigingen. Ze melden zich bij deze. Verder is belangrijk dat in de nota aandacht wordt besteed aan de positie van de generaal-pardonners. Ze hebben daar in de raad ook vroegtijdig vragen gesteld over de mensen die jarenlang in de schaduw van de samenleving hebben moeten leven. Die nu tevoorschijn kunnen komen maar moeite zullen hebben met het vinden van een plek. Ze zijn tevreden met de aanpak die het college heeft gekozen, die niet alleen maar wijst op inburgeren en meedoen, maar ook aandacht schenkt aan de
379
psychische maatschappelijke problemen en een behoefte aan veiligheid waar deze mensen om vragen. Ook zijn ze tevreden over de extra aandacht voor de grote en kwetsbare groep ama’s die hier in Doetinchem te lang tussen wal en schip heeft moeten verkeren. Terecht wordt er in de integratiekalender gewezen, weliswaar voor 2008, op de groep van oudere allochtonen. Zij zullen misschien te maken krijgen met een te lage AOW. Een financieel probleem. En misschien zullen zij te maken krijgen met gewenningsproblemen van ondersteuning die hier anders zal zijn dan in hun land van herkomst en waar zij misschien nog op rekenen. Dat zal wellicht tot fricties leiden. Integratie is een zaak waaraan van verschillende kanten gewerkt moet worden. Niet alleen problemen signaleren en ze luidkeels benoemen. Niet alleen zeggen wat je denkt, maar doen wat je moet doen om een samenleving bijeen te houden. De PvdA-fractie wil daar haar bijdrage aan leveren. Mevrouw BOUMAN begint haar bijdrage met de opmerking dat de fractie van GroenLinks best tevreden is met de uitgangspunten van de nota. Hoewel ze zich daarin grotendeels wel kunnen vinden, vinden ze dat de balans te ver doorslaat naar ‘het komt vanzelf wel goed’. Uit de nota blijkt ook dat de realiteit is dat er nog teveel allochtone medeburgers niet of onvoldoende participeren in maatschappelijke activiteiten. Ook profiteren allochtone werklozen aanzienlijk minder van de kansen die de huidige arbeidsmarkt biedt. Ook is gebleken dat door burgers van allochtone afkomst de weg naar reguliere voorzieningen nog lang niet altijd gevonden wordt. Haar uitspraak ‘het komt vanzelf wel goed’ leidt ze voornamelijk af uit de zinsnede ‘een integratieproces afdwingen kan de gemeente niet’ wat staat bij ‘onder de aandacht brengen’. Zij denken dat het nodig is om als gemeente een krachtige motor te zijn, die werkgevers, woningcorporaties, wijkraden, maatschappelijke instellingen, onderwijsinstellingen en groepen burgers aanjaagt om in samenhang die taak op zich te nemen. Ze willen graag bevestigd krijgen dat ze als gemeente een actieve rol innemen om die rol ook echt vast te houden. Een ander punt gaat over de meetbaarheid. Het integratiebeleid in Doetinchem moet als resultaat opleveren dat de 13,5% allochtone burgers in Doetinchem weerspiegeld worden in onze gemeenschappen. Dat er ook aan besturen 13,5% allochtone burgers meedoen en dat die ook overal in sportverenigingen en dergelijke te vinden zijn. Ze vinden het een heel goed streven als ze die deelname willen realiseren. Maar als ze dat willen bereiken, moeten ze ook de vinger aan de pols houden. Ze vragen de andere fracties het college de opdracht te geven via het bestuurlijk dashboard de raad van de voortgang op de hoogte te houden van het percentage allochtone burgers dat deelneemt aan de maatschappelijke en economische activiteiten. Dan zou je de resultaten van het onderzoek van Osmose van februari 2007 als nulmeting kunnen nemen. Over het vluchtelingenwerk staat in de nota: ‘hoewel een vluchteling na het verkrijgen van een status niet ineens van zijn of haar specifieke problemen af is, benoemen wij een ex-vluchteling vanaf dat moment als een Doetinchemse inwoner die gebruik kan en moet maken van de reguliere voorzieningen’. Ze denkt dat er dan toch een denkfout wordt gemaakt. Wat is een ex-vluchteling? Als iemand in Nederland aankomt noemen we dat een asielzoeker. Dat is iemand die de Nederlandse overheid verzoekt om als vluchteling erkend te worden en toegelaten te worden. Die heeft dus nog geen verblijfsvergunning. Een vluchteling is iemand van wie is vastgesteld dat hij/zij gegronde vrees heeft voor vervolging en dat hij/zij in het bezit is van een verblijfsvergunning. Het is en blijft een vluchteling. Hij/zij is pas ex-vluchteling als hij/zij terugkeert naar het eigen land en daar geen gevaar meer is. Het is belangrijk dat duidelijk te hebben, omdat die mensen gebruik moeten gaan maken van reguliere voorzieningen. Het lijkt op het eerste oog een prachtig streven om iedereen van die reguliere voorzieningen gebruik te laten maken, maar voorwaarde om dat te realiseren is dat je heel goed de weg moet kennen. Voor met name de vluchtelingen die meestal niet kunnen steunen op familie die
380
hier al langer is, is het onmogelijk om meteen door te hebben waar je moet zijn in de doolhof aan instellingen. Ze moeten zich realiseren dat vluchtelingen zolang ze in een asielzoekerscentrum verblijven nog niet mogen inburgeren. Zodra ze erkend vluchteling zijn en dan in de gemeente komen, zijn ze in principe voor het eerst aan het kennismaken met onze maatschappij. Voor scholing moet je hier zijn, voor werk daar, voor juridische ondersteuning of vrijetijdsbesteding weer ergens anders. Daarom is het goed dat er een instelling is die vluchtelingen die hier nieuw komen in de eerste periode de weg kan wijzen naar al die bestaande reguliere voorzieningen. In hun visie moet Vluchtelingenwerk op operationeel niveau die voorzieningen op zich nemen met uiteraard als doel dat die mensen zo snel mogelijk de weg weten te vinden naar de reguliere voorzieningen. Stichting Vluchtelingenwerk heeft bewezen dit goed te kunnen en heeft daar in de afgelopen jaren een enorme deskundigheid in opgebouwd. De fractie van GroenLinks vraagt de andere fracties hen te steunen in het voorstel om voor het onderzoek ter uitvoering van uitgangspunt 9 van hoofdstuk 1 Een centraal informatiepunt, daar ook Stichting Vluchtelingenwerk nadrukkelijk bij te betrekken. Er staat in het voorstel om de subsidierelatie met ingang van 1 januari 2009 te beëindigen. Het woord beëindigen zien ze graag gewijzigd in ‘wijzigen’. Ze willen ook wel toe naar een budgetfinanciering. Ze willen de subsidierelatie met SVOG per 1 januari 2009 dus niet beëindigen, maar wijzigen. Mevrouw Berens sprak nog over de dekking. Zij stelt dat de begroting 2009 nog komt en dat ze met elkaar moeten kijken hoe ze binnen de begroting 2009 – ze hebben nog bijna een jaar om er over na te denken – de dekking ervoor kunnen vinden. De VOORZITTER verzoekt haar om het amendement dat ze wil indienen op papier te zetten. Mevrouw MOONEN laat weten dat de DSD-fractie deze nota aan goede aanzet vindt voor het beleid georganiseerd op het thema ‘Meedoen in de gemeente Doetinchem’. Ze zijn echter van mening dat de nota te vrijblijvend en te soft gesteld is. Ze willen over een jaar kunnen toetsen wat er van de voorliggende kaders terechtgekomen is, zodat ze de vinger aan de pols kunnen houden. Ze willen nogmaals benadrukken dat arbeidsparticipatie de beste manier van integratie is. Dat missen ze in het stuk en ook het thema ‘stimuleren van opleiding en zoeken naar werk’. Ze ondersteunen het pleidooi van de Sociale Raad hierin die pleit voor tweezijdigheid in dit opzicht en ze vinden dat in deze nota de gedeelde verantwoordelijkheid erg belangrijk is. Het bedrag van € 500.000 is een goede aanzet om in ieder geval te kunnen komen tot een grote deelname aan het arbeidsmarktproces. Ze willen dat de wethouder probeert om hun over een jaar te laten weten hoe het hiermee gesteld is. De vragen die de dames Bouman en Berens stelden over vluchtelingenwerk hebben zij ook in de commissie gesteld. Daar heeft de wethouder uitgebreid antwoord op gegeven. Ze hebben dus geen behoefte aan wat door beide dames is gesteld. De heer MOÏZE DE CHATELEUX citeert de uitspraak van een franse filosoof dat ‘het niveau van beschaving valt af te lezen aan de wijze waarop men omgaat met de zwakkeren’ en noemt deze zowel op dit onderwerp als op het volgende volledig van toepassing. De uitspraak van de portefeuillehouder in de commissie dat er wat dit onderwerp betreft eigenlijk nog niet veel was, spreekt boekdelen. Ze vinden het goed en zijn tevreden dat ze hiermee aan de slag gaan. Wel moeten ze zich realiseren dat ze er nog lang niet zijn. Dit is pas het begin. Het voornemen is om de subsidie voor de Stichting Vluchtelingenwerk voor 2008 te prolongeren en daarna te beëindigen. Zij zullen de ontwikkelingen daarin zeer kritisch volgen en zo nodig bij de begroting 2009 daarvoor met een wijzigingsvoorstel komen. Wethouder VAN DIJK herhaalt de woorden van de heer Koning die zei dat ze geen behoefte hebben aan grote woorden of zeggen wat ze denken, maar ze
381
moeten vooral aan de slag gaan. Daar is deze nota de eerste aanzet toe. Degenen die zeggen dat het wat voorzichtig gesteld is, geeft hij eigenlijk wel gelijk. Het is het begin van een beleid dat ze in Doetinchem nog helemaal niet kenden. Ze kenden geen integratiebeleid, terwijl toch een groot deel van de inwoners (13,5%) van allochtone afkomst is. Met deze nota proberen ze, net als bij het volgende agendapunt, te zeggen ‘iedereen doet mee’. Dat is het belangrijkste uitgangspunt dat ook geldt voor mensen van allochtone afkomst. Een van de items die genoemd werden was dat ze in Doetinchem niet heel veel te maken hebben met etnische spanningen. Er is ook niet echt sprake van verWildering, of Wildersachtige situaties. Daar mogen ze wel blij mee zijn. Ze lossen dit probleem met elkaar op z’n Doetinchems op. Ze hebben geen behoefte aan grote woorden, maar meer aan mouwen opstropen en problemen waar ze zijn aanpakken. De PvdA-fractie noemde ze al: hogere schooluitval van jongeren, hoger percentage van mensen met een uitkering. Daar gaan ze mee aan de slag en dat willen ze ook aanpakken. Wat de Stichting Vluchtelingenwerk betreft wil hij buiten kijf stellen dat ze nuttig werk doen en gedaan hebben. Als je echter kijkt welke rol de gemeente in de toekomst krijgt met betrekking tot vluchtelingen, wordt dat enerzijds minder. Het vraagt ook om een heroverweging van de taken die Vluchtelingenwerk had en heeft in onze stad. Aan de andere kant is ook een uitgangspunt dat ze zoveel mogelijk willen werken met reguliere instellingen. Als burgers er een van ons zijn, vindt hij ook dat onze instellingen zich zodanig moeten inrichten dat onze burgers daar ook door geholpen kunnen worden. Daar waar dat niet het geval is en er behoefte is aan bijzondere aandacht, gericht op de afbouw van die bijzondere aandacht, kan het zijn dat ze daarbij nog gebruik maken van de diensten die Vluchtelingenwerk aanbiedt. In ieder geval zal, en daarom staat het ook zo in het voorstel geformuleerd, de huidige vorm van subsidiëring van Vluchtelingenwerk in de huidige vorm per 1 januari 2009 worden afgebouwd en beëindigd. Wat ze daarvoor in de plaats inkopen, moeten ze in 2008 met elkaar gaan bekijken. Hun eerste opdracht is dat ze vinden dat hun reguliere instellingen ook voor deze mensen toegankelijk moeten zijn. Het reservepotje waar ze dit tot nu toe uit betaalden, is op. De afweging zullen ze moeten maken bij de begroting 2009. Door de diverse partijen is al genoemd dat ze vinden dat met ingang van 2009 specifieke zaken ingekocht moeten worden. Hij is het eens met de DSD-fractie en de anderen dat arbeid en werkgelegenheid eigenlijk de beste weg zijn niet alleen naar meedoen, maar ook naar integratie. Vandaar dat ze ervoor kiezen om het inburgeringstraject zoveel mogelijk gepaard te laten gaan met dan wel een maatschappelijk participatietraject – mensen activeren dan wel met een reïntegratietraject. Kijkend naar de voorliggende nota is hij van mening dat ze een goede concrete stap voorwaarts zetten, zowel als je kijkt naar de uitgangspunten – iedereen doet mee – als het voorkomen van radicalisering, voorkomen van verdere problemen maar tegelijkertijd zonder al te grote woorden te gebruiken gewoon proberen problemen waar ze er zijn te benoemen - die valkuil moeten ze niet meer invallen – aan te pakken en er iets mee te doen. Daar is het een aanzet voor en elk jaar stellen ze met de raad via deze integratiekalender vast wat in het volgend jaar het belangrijkste is om aan te pakken. Mevrouw BERENS betreurt dat ze het amendement van de fractie van GroenLinks nog niet op papier heeft ontvangen en daar dus niet op in kan gaan. Ze denkt met wat de wethouder in de commissie heeft gezegd en zojuist weer heeft bevestigd dat er gesprekken zullen worden gehouden met hen en alle andere partijen om te kijken hoe ze verder om moeten gaan met die taakvelden waarin Stichting Vluchtelingenwerk een rol zou kunnen spelen. Daar hebben ze vertrouwen in. De VOORZITTER licht toe met betrekking tot het amendement van mevrouw Bouman dat het om een simpele wijziging gaat. Waar in relatie tot de Stichting Vluchtelingenwerk staat ‘beëindigen’ wordt nu voorgesteld dit te
382
veranderen in ‘wijzigen’, wat de mogelijkheid open hield dat het gecontinueerd kan worden. Mevrouw BERENS vindt dat niet zo ingrijpend. Als het wijzigt dan heb je daar nog heel veel armslag in. Ze denkt dat de CDA-fractie daar geen problemen mee zal hebben. Mocht dat wel zo zijn, dan komt ze daar nog op terug. Mevrouw BOUMAN leest haar amendement voor:
AMENDEMENT De raad van de gemeente Doetinchem, in vergadering bijeen op 13 december 2007, overwegende dat - Vluchtelingenwerk in de eerste periode na de komst van vluchtelingen begeleidt en hen de weg wijst naar reguliere voorzieningen; - Vluchtelingenwerk bewezen heeft dit goed te kunnen en de deskundigheid hierin heeft opgebouwd; - Vluchtelingenwerk steunt op een groep vrijwilligers die hierin geschoold zijn - We toe willen naar budgetfinanciering besluit: de zin in het dictum onder hoofdstuk 8 personeelsbeleid, 4e aandachtsstreepje het woord ‘beëindigen’ te vervangen door ‘wijzigen’ en gaat over tot de orde van de dag. GroenLinks Wethouder VAN DIJK doet in zijn tweede termijn nog een beroep op de juristen van de VVD-fractie of van D66, want het lijkt een kleine woordwisseling. Maar hij herinnert zich uit zijn juridische tijd, dat waar het gaat om langdurige subsidierelaties als je de mogelijkheid van beëindiging ervan open wilt houden, je het ook ‘beëindigen’ moet noemen. Op het moment dat je het wijzigen noemt, blijf je op een of andere manier toch verbonden. Hij neemt instemming waar vanuit de raad. Het is dus aan de raad om te kijken hoever hij wil gaan. Hij is het met mevrouw Bouman eens dat ze er toch met elkaar over komen te spreken in november 2008 bij de begrotingsbehandeling 2009. Daar heeft de raad de politieke ruimte om te zeggen dat ze een aantal zaken willen laten voortgaan. Op het moment dat de raad nu niet kiest voor beëindigen, maar voor wijzigen, kader hij nu al zijn politieke speelruimte af. Daar kan de raad nu zelf over beslissen. Mevrouw BOUMAN stelt voor de tekst te wijzigen in ‘beëindigen met de intentie om te komen tot een nieuwe overeenkomst’. De heer BLOM is van mening dat ‘beëindigen’ zoals het nu in het voorstel staat alle opties open laat die je politiek wilt hebben om het eventueel nog door te laten gaan wanneer je dat nodig vindt. Het is bestuursrechtelijk wel verstandig om het woord ‘beëindigen’ nu te laten staan, omdat je anders bij de bestuursrechter nat gaat als je het eventueel zou willen. De heer BOS stelt vast dat naar zijn indruk de meerderheid van de raad de strekking van de motie van de fractie van GroenLinks onderschrijft en dat dat ook terug te vinden zal zijn in de notulen. En dat tegelijkertijd vastgesteld zou kunnen worden dat het in juridische termen ongelukkig zou kunnen zijn. Dat ze met elkaar vaststellen dat de strekking door deze raad gesteund wordt, dat dit in de notulen vastligt en dat de raad daarmee zijn uitspraak gedaan heeft. De VOORZITTER constateert uit het instemmend geknik van een aantal van de raadsleden dat de lijn die door mevrouw Bouman is ingezet dat de deur niet helemaal dichtgegooid moet worden omdat ze nog een opening moeten hebben om het op een andere manier te doen, als
383
sympathiek ervaren wordt, ook door het college. Maar dat het om juridische redenen verstandig is om even stop te zetten en een cesuur te leggen en dat ze dan het hele jaar 2008 nog hebben om te kijken hoe ze in 2009 verder gaan. Dat is de lijn die breed gedragen wordt naar aanleiding van het voorstel van mevrouw Bouman. Dat betekent dat als die intentie zo door de raad wordt overgenomen, mevrouw Bouman wellicht kan overwegen om het amendement in te trekken. Mevrouw BOUMAN vindt het belangrijk te horen dat het college de tekst op dezelfde wijze interpreteert. Dat wetende trekt ze haar amendement weer in. Wethouder VAN DIJK spreekt uit bij haar interpretatie van de tekst instemmend geknikt te hebben. De VOORZITTER concludeert dat de raad met algemene stemmen akkoord gaat met het vaststellen van de kadernota integratiebeleid. De heer BLOM verlaat de vergadering. 6
BELEIDSPLAN WMO 'IEDEREEN DOET MEE' Mevrouw MOONEN vraagt vooraf of het dictum van het voorstel wel in overeenstemming is met de inhoud van het voorstel. In het voorstel wordt in het laatste stukje inzake de uitvoering van de Wmo, de eventuele korting op de subsidies van huishoudelijke hulp expliciet genoemd. Het besluit dat hier staat, staat niet in het dictum. Zij vraagt hoe ze daarmee om moeten gaan. De VOORZITTER schorst de vergadering 10 minuten voor een noodzakelijke pauze waarin dan tevens het antwoord op deze vraag kan worden uitgezocht. Na heropening van de vergadering deelt de VOORZITTER mee dat hij met de wethouder heeft overlegd hoe de toelichting van het college gelezen zou moeten worden. Wat er staat dat staat er, maar wellicht kan worden aangegeven hoe dit geïnterpreteerd moet worden, zodat het voorstel eenduidig is en de tekst van wat besloten gaat worden. Wethouder VAN DIJK licht toe dat hetgeen de raad gaat vaststellen staat onder het raadsbesluit op de volgende pagina. De raad neemt dus nog niet een besluit, want hier staat dat de korting, als die door zou gaan volledig ten laste zou komen van de thuiszorg. Dat is het voorstel dat het college doet op basis van de eerste twee stukken, het raadsvoorstel, niet het besluit, waarin ze zeggen dat die korting eigenlijk ook gebaseerd is op die thuiszorggelden. Ze vinden het dan ook legitiem om die daarop te verhalen. Hoe dat gaat gebeuren, daar zullen ze in de eerste termijn met elkaar over discussiëren, maar het is nog geen onderdeel van het raadsbesluit, om de eenvoudige reden dat ze nog niet weten of er ook daadwerkelijk korting in deze omvang gaat plaatsvinden. De raad neemt er nu dus nog geen beslissing over, maar neemt alleen kennis van de voorstellen die hij straks als het door mocht gaan van het college mag verwachten. De VOORZITTER vult aan dat dit betekent dat later nooit iemand kan zeggen: ‘Toen stond er dat en dat had u toen al kunnen weten’. Als later dit doorgaat zoals de raad het wil hebben, dan kan dus niemand zeggen dat ze dat op 13 december al hadden kunnen weten, want toen stond er al dit zoals het in het voorstel staat. Hij is van mening dat de raad er recht op heeft helder te weten wat ze besluiten en wat niet. Wethouder VAN DIJK bevestigt dat ze er nu geen besluit over nemen. Maar ze kunnen wel, mocht die bezuiniging doorgaan, voorstellen in die richting van het college verwachten.
384
De VOORZITTER stelt vast dat dit het antwoord van de wethouder is en dat dit geen deel uitmaakt van datgene wat besloten wordt. Mevrouw MOONEN vindt dat de voorzitter het wel erg ingewikkeld maakt. Het dictum is datgene wat ze vanavond besluiten. Ze vraagt zich af waarom ze de toelichting er nog bij moeten hebben. Die kan dan beter helemaal wegblijven om alle verwarring te voorkomen. Ze vindt en met haar de DSD-fractie dat dit niet iets moet zijn waar ze discussie over moeten voeren. Wat haar betreft mag die toelichting ook geschrapt worden. Dan heb je er geen discussie over. Wat het voorstel betreft merkt ze op dat de Wmo in het recente verleden altijd de speerpunt geweest is van de gehele raad en dat willen ze graag ook zo houden en benoemen. Het is erg belangrijk dat ze wat betreft de Wmo een vinger aan de pols houden omdat de kwetsbaren in onze samenleving en specifiek in Doetinchem daarmee gemoeid zijn en ze daar ook voor moeten zorgen. In het voorstel wordt bij een van de prestatievelden gesproken over de mantelzorgers. Ze wil daar vanavond wat aandacht aan besteden in verband met de specifieke zorg voor de mensen die de mantelzorg hier in Doetinchem doen. Er bestaat sinds kort een subsidie voor de mantelzorger. Die wordt niet door de gemeente verstrekt, maar door de Sociale Verzekeringsbank. Ze horen dat die subsidie niet helemaal opgegaan is. Concreet gezegd is er nog € 32 miljoen beschikbaar. In het verleden is gezegd dat er € 62 miljoen is uitgetrokken. Als ze het goed heeft begrepen is staatssecretaris Bussemakers bezig te bekijken hoe ze hier nu mee verder moeten. Volgens haar informatie zou de nog beschikbare € 32 miljoen verdeeld kunnen worden over de gemeentes om iets te doen voor de mantelzorgers. Als dat zo is wil ze de wethouder voorstellen samen te bekijken hoe ze straks omgaan met het bedrag dat ze eventueel krijgen. Het is nog even vooruit kijken, maar omdat ze het hier hebben over mantelzorgondersteuning is het heel belangrijk dat ze daadwerkelijk aan mantelzorgondersteuning gaan doen. Alles wat hier in de notitie staat is prima, maar is volgens haar nog niet gericht op datgene wat de mensen echt behoeven. Ze willen graag toe naar aandacht voor de daadwerkelijke ondersteuning. De heer VERHOEVEN meent haar het college te horen oproepen om als er geld uit dat potje komt met aanvullende voorstellen te komen. Mevrouw MOONEN bevestigt dat. Het lijkt de heer VERHOEVEN een goed plan. Mevrouw MOONEN neemt een voorschot op wat gaat komen. De mantelzorgondersteuning kan volgens hen vraaggerichter zijn. Het moet niet alleen naar de instellingen gaan die ondersteunen, maar mensen moeten daar ook naar maat een beroep op kunnen doen. Ze adviseert nog dat op het moment dat die voorstellen er moeten komen de tijdelijk sociale raad daarbij ook mee gaat kijken hoe ze daarmee om kunnen gaan. Zij zijn immers hun klankbord om dit soort dingen samen in de maatschappij neer te leggen. Ze wil het nog even over de laatste alinea hebben. Als de wethouder dat er in laat staan, zegt de DSD-fractie op voorhand dat ze zich ernstig zorgen maken over de dreigende korting op de huishoudelijke verzorging. Ze zijn het wel eens met de samenvoeging van HH1 en HH2. Maar ze willen op voorhand zeggen dat ze niet akkoord gaan met het voorstel zoals het er nu ligt. Als de wethouder het er niet uit haalt, weet hij dat de DSD-fractie er straks geheel de vrije hand in kan hebben om daar hun beslissing over te nemen. De heer MOÏZE DE CHATELEUX laat weten dat de fractie van D66 zich grote zorgen maakt over de Wmo-problematiek, met name over bezuinigingen. Ze weten niet hoe het daarmee gaat en wat dat voor gevolg zal hebben. Daarnaast komen mensen door de verhoogde bijdrage AWBZ nu al onder het sociaal minimum. Dit betekent dat een substantieel aantal mensen een bijstandsuitkering zal gaan aanvragen. Dat is dus weer een openeindregeling die ook weer niet in de risicoparagraaf voorkomt. Ze vragen de portefeuillehouder om de raad zo snel mogelijk in de commissievergadering te informeren om hoeveel mensen het hier gaat en wat ze er financieel en sociaal aan kunnen gaan doen.
385
Mevrouw BOUMAN wil een voor de fractie van GroenLinks nog heel erg belangrijk punt voorleggen. De vraag is of ze er goed aan doen het onderscheid tussen HV1 en HV2 te laten vervallen. Met die vraag houdt de fractie van GroenLinks zich al een hele tijd bezig en ze is daar nog niet uit. Dat komt omdat ze als raad nog niet genoeg gegevens hebben om dat goed te kunnen beoordelen. Ze stelt voor het besluit daarover vanavond uit te stellen totdat ze als raad die benodigde gegevens wel ter beschikking hebben, zodat ze er een afgewogen oordeel over kunnen vellen. Wat zijn de financiële consequenties van het laten vervallen van het onderscheid? Het gaat bij huishoudelijke verzorging jaarlijks om miljoenen euro’s. Dat vormt een aanzienlijk deel van het budget in de gemeentebegroting. Ze willen voordat er een besluit wordt genomen eerst een doorrekening van die financiële consequenties. Om dat te kunnen bepalen zijn eerst de totaalcijfers van 2007 benodigd over de geleverde zorg. Hoeveel procent HV1 en hoeveel procent HV2 is er nu daadwerkelijk geleverd? De aanbieders riepen aan het begin van het jaar dat 90% HV1 en 10% HV2 werd geïndiceerd. Dat was logisch omdat het alleen om nieuwe klanten ging. In de loop van het jaar bleek al dat er met die indiceringen niets mis was, maar hoe liggen die percentages nu precies over het hele jaar 2007? De wethouder is nog in gesprek met de staatssecretaris over het objectieve verdeelmodel. Pas als die gesprekken zijn afgerond kunnen ze de precieze consequenties in beeld brengen. Ze weten dat in ieder geval een van de aanbieders het onderscheid tussen HV1 en HV2 wil laten vervallen zodat ze hun personeel anders in kunnen gaan zetten. Maar hoe denkt de klant erover? Dat weten ze nog niet. Hoe heeft de klant de hulp in het afgelopen jaar ervaren? Vinden ze zelf ook dat ze de juiste hulp hebben gekregen of helemaal niet? Dat weten ze pas nadat de gegevens over het cliëntentevredenheidsonderzoek over 2007 bekend zijn. Ze concludeert dat er nog teveel onzekere factoren zijn om nu al een oordeel te kunnen vellen. Ze hebben meer gegevens nodig waarop ze hun keuzes verstandig kunnen maken. Ze moeten zichzelf en de aanbieders de tijd geven om de feitelijke situaties ook op de wat langere termijn goed in kaart te brengen, inclusief de effecten van de invoering van de Wmo voor klanten, medewerkers en bedrijfsvoering. Op het moment dat ze als raad de kaders gaan stellen voor de nieuwe aanbesteding, is dat het goede moment om hierop terug te komen. Nu besluiten om het onderscheid tussen HV1 en HV2 te laten vervallen kan bovendien in 2008 naast de voorgestelde korting op het Wmobudget nog eens een extra gat in de begroting slaan. Ze stellen voor om de keuze voor het al dan niet maken van onderscheid tussen HV1 en HV2 vanavond niet te maken, maar in de loop van 2008 wanneer ze voldoende gegeven ter beschikking hebben. Op grond daarvan kunnen ze als gemeenteraad kaders meegeven aan het college voor een nieuwe aanbesteding voor HV. De heer HEIJ geeft te kennen dat de fractie van de ChristenUnie-SGP blij is met het voorstel zoals het er nu ligt. Het is naar hun oordeel een goede evaluatie. En zoals het behoort start je nieuw beleid, je evalueert het en je stelt het bij. Ze spreken hun waardering uit over de evaluatie zoals die is uitgevoerd en de betrokkenheid van alle partijen die er was. De voorgestelde bijstellingen zijn voor hen helder en met name de gerichtheid op de ketenstructuur in de zorg en de visie op en aandacht voor het vrijwilligerswerk zoals deze onder prestatieveld 4 sterk is geformuleerd hebben indruk op hen gemaakt. Ze steunen het voorstel. Ze hopen dat de dreigende korting niet door gaat en steunen de wethouder in zijn acties te trachten dat te voorkomen. Ze willen de wethouder de goede raad meegeven om kritisch te blijven over de gang van zaken in het vervolg en vooral voeling te blijven houden met de cliënten over de gevolgen van deze wet.
386
De heer THUS laat weten dat de CDA-fractie een heel stuk mee kan gaan in de reacties van de fracties van DSD en GroenLinks. Op zich hadden ze het standpunt ingenomen dat het in principe een goed voorstel was op een punt na, namelijk dat als er een korting mocht zijn, deze verminderd zal gaan worden op de thuiszorg. Het was verder een goed voorstel. Alleen is er een probleem, namelijk dat ze waarschijnlijk een flink tekort gaan krijgen. Op een bedrag van € 6,8 miljoen een bezuiniging van € 1,7 miljoen gaan toepassen kan in hun ogen niet. Daar klopt iets niet. Het is deze week ook in het algemeen bestuur van de regio geweest. Daar zijn hun stukken aangereikt wat het per gemeente zou gaan kosten. Alle gemeenten gaan veel geld tekort komen. Daarbij is ook inzichtelijk gemaakt wat de uitvoeringskosten zijn. Je ziet daarbij dat er verschillen zitten tussen de ene gemeente en de andere. Daar ligt ook een brief bij van de VNG waarop de regio gereageerd heeft. Een van de conclusies is wel dat ze in dit gebied meer geld krijgen dan landelijk, in tegenstelling tot hetgeen ze dachten. Er zijn gemeentes die zwemmen in het geld en er zijn gemeentes die tekort komen. Ze begrijpen het dus niet. Om nu een besluit te nemen over iets dat ze niet begrijpen is lastig. Ze sluiten zich aan bij het verhaal van mevrouw Bouman inzake het verschil tussen HV1 en HV2. Hij kan het ook niet inzichtelijk maken. De CDA-fractie stel voor dat het college met spoed doorgaat om helder te krijgen wat de reden is van de korting. Dit is ook zo afgesproken in de ABvergadering van de regio Achterhoek, afgelopen maandag. Daar is ook gezegd dat het misschien wat fanatieker moet. De conclusie daar was ook dat het allemaal iets te langzaam ging. Er moet helder gemaakt worden waar het probleem ligt. Het volgende wat de fractie voorstelt is dat het college inzicht verschaft in de totale besteding van het Wmo-budget. Dat is in totaal ongeveer € 15 miljoen. Als dit voor de zomer van 2008 gebeurt, hebben ze als raad de gelegenheid om een integrale afweging te maken hoe de korting opgevangen kan worden. Ze weten dan ook waarover ze praten. Hij wil eerst de reactie van de wethouder afwachten en dan bekijken of ze het gezamenlijk eens kunnen worden. De heer RIETBERGEN merkt op dat hij de heer Thus niet begrijpt. Wat wil hij van de wethouder en de raad? Wil hij het voorstel stopzetten? Hij wil nog wat gegevens. Ze zijn nu bezig met de behandeling in de raad; dat hadden ze bij de commissie ook naar voren kunnen brengen. Hij begrijpt hem niet helemaal. De heer THUS antwoordt hem dat hij de stukken die hem vorige week zijn toegezonden van de AB-vergadering van de regio niet eerder in zijn bezit had. Dat betreft zowel de brief die namens de regio Achterhoek naar de VNG gestuurd is en het antwoord van mevrouw Bussemakers daarop. Die had hij niet in zijn bezit, dus hij kon het niet overzichtelijk maken. De korting van € 1,7 miljoen is bij de begroting ook aan de orde geweest. Toen is door de CDAfractie ook met klem aan de wethouder gevraagd te proberen dat op te lossen. Nu krijgt hij nog te horen dat ze in dit gebied meer geld krijgen dan het gemiddelde van Nederland. Nu begrijpt hij het niet meer. De heer RIETBERGEN heeft de wethouder horen uitleggen dat er waarschijnlijk iets in de systematiek mis zat en dat hij druk bezig is met het ministerie om te achterhalen waar het in zit. Daar heeft hij de raad uitgebreid uitleg over gegeven. Wat verwacht de heer Thus dan nog meer? Ook voor het college zit er onduidelijkheid in waar precies die onevenredigheid in de korting vandaan komt. Heeft hij dan niet het vertrouwen dat de wethouder dat op een goede manier voor de gemeente verdedigt? Hij zelf heeft het idee dat de wethouder daar bovenop zit en daar alles in het werk stelt om een voor Doetinchem zo gunstig mogelijk resultaat te behalen. De heer THUS deelt die mening. De wethouder is daar flink mee bezig. De heer Rietbergen weet nu ook dat de gemeente Doetinchem meer geld krijgt. En ook dat net als in de regio Achterhoek voor Doetinchem de objectieve criteria niet slecht zijn. Alleen is het hem niet duidelijk. Hij komt daar niet uit. Wethouder VAN DIJK begrijpt de opmerking van de heer Thus niet helemaal, behalve waar hij zegt – en dat is hij met hem eens – dat het een buitengewoon
387
complexe en moeilijke materie is. Hij heeft de raad regelmatig, bij begrotingsbehandeling en in de commissie verteld hoe het in elkaar zit. De € 6,7 miljoen die ze nu in de begroting hebben staan voor het jaar 2007 is gebaseerd op de werkelijke uitgaven vanuit het verleden. Voor geld dat het zorgkantoor kwijt was aan thuiszorg. Op basis van het objectieve verdeelmodel krijgen ze € 1,7 miljoen minder voor de uitvoering van de nieuwe ex-AWBZ-taken. En het overgrote deel van de € 6,7 miljoen, namelijk € 6,2 miljoen gaat om thuiszorg. De overige € 500.000 betreffen vernieuwingssubsidies die in het kader van experimentele regelingen uit de AWBZ ook vanuit de AWBZ zijn overgegaan naar de Wmo. In feite is 98% van het thuiszorgbudget die € 6,7 miljoen. Geen wonder dat de raad nu vraagt of die korting dan ook helemaal ten lasten van de thuiszorg moet komen. Tot nu toe hebben ze geredeneerd dat het zo moet, omdat die korting er ook is op basis van het model van de thuiszorg. Daarom staat het in het raadsvoorstel, zoals het er nu staat. De heer THUS stelt dat het budget dat ze nu hebben gebaseerd is op 2005. Tussen 2004 en 2005 wordt ook wel genoemd in het stuk. Hij vraagt hem uit te leggen wat daar het verschil in is. Dat wordt als mogelijke oorzaak genoemd, maar dat kan nooit het gat zijn. Wethouder VAN DIJK verklaart hem dat waar hij wellicht mee in de war is, is dat het objectief verdeelmodel een aantal parameters kent. Dat is een buitengewoon complexe. Dat heeft te maken met het aantal 85-plussers, het aantal 75-plussers, het aantal mensen met een laag inkomen, het aantal allochtonen, het aantal OGGZ-cliënten voor zover dat bekend is, dat wordt in een bepaalde mix en een aantal gewichten gestopt en daar komt uiteindelijk een eindoordeel per inwoner uit. Op dat punt heeft hij dus gelijk. Dan zie je dat het landelijk gemiddelde dat een gemeente krijgt per inwoner € 81 is voor de uitvoering van de thuiszorg en ze in de Achterhoek eigenlijk al € 100 per inwoner krijgen. Ze krijgen in het nieuwe verdeelmodel eigenlijk al meer dan het landelijk gemiddelde. Maar bij lange na niet genoeg om de werkelijke zorgkosten te dekken. Dat is het grote verschil. Het gaat hier om een rekenkundig model, gebaseerd op een aantal parameters, die wel laten zien dat we wat meer ouderen in onze gemeente hebben, dat we misschien een groter aantal mensen met een laag inkomen in de gemeente hebben, maar uiteindelijk is wat het rekenkundig model van het ministerie oplevert niet voldoende om de werkelijke kosten die ze in het jaar 2007 geprognosticeerd hebben te dekken. Op € 1,5 ton na zijn ze het bedrag dat hier staat ook kwijt aan de thuiszorg. Ze hebben niets over. Dat betekent dat ze te maken hebben met een feitelijk tekort van afgerond € 1,6 miljoen voor de uitvoering van de thuiszorg. Dan heeft hij nog niet meegeteld de autonome groei die te maken heeft met het stijgend aantal oudere mensen. Mevrouw BOUMAN vraagt hem of het klopt dat de gemeente een zorgplicht heeft en dan ook die zorg moet leveren. Als de wethouder dat bevestigt stelt zij dat het niet zo kan zijn dat ze daar als gemeente straks op gaan bezuinigen, want ze hebben zorgplicht. Wethouder VAN DIJK antwoordt haar dat de zorgplicht zoals die in de AWBZ stond vervangen is door het compensatiebeginsel dat de gemeente de opdracht geeft om mensen te compenseren in de beperking in het voeren van een huishouding. Hoe ze dat vervolgens doen, daar kunnen ze zelf voor kiezen. Hij begrijpt haar reserve heel goed waarbij ze aangeeft die korting van € 1,7 miljoen helemaal niet te willen. Daarom is hij wel wat geraakt door de opmerking van de heer Thus waar die zegt dat ze daar samen eens wat meer op moeten aandringen. De afgelopen maanden heeft hij zich het vuur uit de sloffen gelopen bij de directeurs-generaal, staatssecretarissen en alle kamerfracties, ook hier naartoe uitgenodigd, om hun duidelijk te maken dat ze dat bedrag gewoon nodig hebben. Mevrouw BOUMAN zegt hem te weten dat hij dat gedaan heeft en daar ook heel veel waardering voor te hebben. Maar ze hebben het vanavond niet over dat bedrag, maar over het onderscheid tussen HV1 en HV2. Ze vraagt hem of haar betoog klopt dat ze niet weten of het misschien nog duurder maakt als je een gemiddelde prijs kiest. Omdat ze daarin geen inzicht hebben is het niet
388
verstandig, omdat ze ook dat andere probleem al hebben, om er nog een ander probleem bovenop te gooien voordat ze inzicht hebben. Wethouder VAN DIJK reageert dat ze nu twee dingen bij elkaar haalt die ze ook afgepeld met elkaar moeten bediscussiëren. De heer THUS biedt zijn excuses aan als de indruk gewekt zou zijn dat hij twijfelt aan de bereidheid van de wethouder om dat boven water te halen. Dat heeft hij ook niet zo gezegd. Hij heeft te maken met de stukken die hij krijgt. Daar staat in dat de wethouder in Den Haag geweest is, samen met de FNV en namens de Achterhoekse gemeenten waar burgemeester Berghoef van Aalten de portefeuillehouder is, dat daar correspondentie over is en die heeft hij tot zich genomen. Meer kan hij daar op dit moment niet van vinden. Dat zijn de officiële stukken. Hij leest ook uit die briefwisseling dat ze niet korter bij elkaar komen. Ook leest hij uit de briefwisseling dat er vanuit Doetinchem een tweesporenbeleid gevoerd wordt, wat hij zeer verstandig vindt. Mocht de korting er zijn dan moet je daarop anticiperen. Op dit moment kunnen ze niet akkoord gaan met een korting van 30% op een onderdeel van de Wmo. Wethouder VAN DIJK vervolgt zijn toelichting met de stelling dat als ze het hebben over het verdeelmodel, ze hebben te maken met de korting van € 1,7 miljoen, ze met elkaar hard hun best doen om daar wat aan te doen. Er zit een aantal parameters in – en dat is ook het voorlopige tussenresultaat van hun bezoek aan de staatssecretaris en de directeur-generaal maatschappelijke ontwikkeling – en dit jaar nog zullen ze als Doetinchem al hun gegevens aanleveren bij het ministerie en ze hebben daar ook afgesproken dat als blijkt dat ze werkelijke zorguitgaven hebben die niet te maken hebben met bijvoorbeeld een ruimere indicatie per afgegeven persoon in vergelijking met andere referentiegebieden in dit land, dat het ministerie bereid is om dan het verdeelmodel als zijnde niet helemaal goed ook ter discussie te stellen in 2008. De discussie is dus nog niet afgerond. Dan het onderscheid HV1 en HV2. Ook in de commissie heeft hij er uitvoerig bij stilgestaan waarom hij er niet voor is om dat verschil te handhaven. Vroeger bestond dat verschil al niet en het is ook een gekunsteld onderscheid. Enerzijds omdat vanuit cliëntenperspectief juist belangrijk is dat je kijkt welke functies er achter zo’n indicatiebesluit zitten. Dan heb je het niet over stempeltje een of twee, maar over regie voeren op je huishouden, over boodschappen doen, over schoonmaken, over kinderen begeleiden. Dat zijn de functies op basis waarvan ze hun nieuwe indicaties willen afgeven en niet op basis van het aangeven van een HV1 of HV2. Dat betekent dat je uiteindelijk iets gaat inkopen tegen een gemiddeld tarief. Dat gemiddeld tarief wordt ook afgestemd op het aantal gewogen indicaties en de functies die daar achter zitten. Per definitie wordt het er helemaal niet duurder mee. Je geeft een gewogen gemiddelde aan datgene wat nodig is met als bijkomend voordeel, dat als er functies worden toegevoegd aan een bepaalde indicatie mensen ook niet per se behoeven te verwisselen van een HV1-werker naar een HV2-medewerker, maar dat er gemakkelijker mee geschoven kan worden, ook door personeel van thuiszorgorganisaties. Derde niet onbelangrijke voordeel is dat je het hele bureaucratische circus dat met de indicatietoestanden HV1 en HV2 en de verantwoording die daarmee samenhangt, ook kwijt bent. Het zijn wel twee verscheidene dingen. Het objectieve verdeelmodel en het onderscheid HV1, HV2 waarvan ze voorstellen om dat op te heffen. Dan nog de korting: of je het leuk vindt of niet, ze zullen – en die beslissing behoeven ze nu niet te nemen – begin tot uiterlijk medio 2008 weten wat er uit hun acties gekomen is om die korting teniet te doen. Dan weten ze of het minder geworden is, wat ze als budget houden, dan wel dat ze toch rekening moeten houden met de € 1,7 miljoen. Hij stelt voor om in het raadsvoorstel de laatste zin aan te pakken en in plaats van ‘stellen voor’ ‘overwegen’ op te nemen. Daarvan overwegen ze nu om te zeggen dat die korting ook gebaseerd is op de ex-AWBZ-taken en dat is met name thuiszorg, om te voorkomen dat er bijvoorbeeld bezuinigd moet worden op jeugd, of op wijkgericht werken, of op daklozenbestrijding (dit laatste kan overigens niet omdat dit gaat om een
389
doeluitkering die als ze die niet besteden weer terug moet naar het rijk), dus je bezuinigingsmarges binnen de Wmo zijn niet zo verschrikkelijk breed. De raad vindt waarschijnlijk ook dat ze de armoedebestrijdingsnota goed handen en voeten moeten geven, dus daar kunnen ze het ook niet vandaan halen. Hij is het met de raad eens dat het wellicht wat prematuur is om je af te vragen waar het nu vandaan moet komen, maar op dit moment, als de raad zegt dat er bezuinigd moet worden omdat dat de conclusie is, stelt het college voor toch te overwegen om dat terecht te laten komen bij de oorzaak van die bezuiniging en dat is de thuiszorg. Ook kunnen de raadsleden – en die integrale afweging gaan ze dan maken bij begroting 2009 – daar andere voorstellen voor doen. Dat inzicht zal het college verschaffen in 2008, zodat de raad bij de begrotingsbehandeling van 2009 daar ook een goede afweging in kan maken. De heer WUBBELS begint zich steeds meer te ergeren aan het feit dat nu bij voortduring gesproken wordt over een voorstel dat niet gedaan wordt. Het gaat voortdurend over de laatste alinea van dit voorstel. Ze hebben zojuist voorgesteld dat als het college dit niet als voorstel beschouwt – het staat ook niet in het dictum – om het dan te laten schrappen en er dan op een ander moment over te discussiëren. Maar nu ziet hij dat het bij voortduring alleen maar daarover gaat. Hij verzoekt de voorzitter vriendelijk om daar een eind aan te maken. De VOORZITTER reageert dat de verwarring kennelijk aan houdt. Maar de wethouder heeft stellig gezegd dat hij die passage wil aanpassen. Want de toelichting is van het college aan de raad. De raad neemt een besluit. De wethouder heeft gezegd dat bij korting van de rijksbijdrage het college overweegt de raad voor te stellen deze geheel te minderen op het aandeel thuiszorg. Er is dus geen voorstel. Het college zegt dit te zijner tijd te overwegen. Dan is het duidelijk dat dit niet vanavond voorligt als besluit, maar het college is wel transparant in zijn overwegingen in de toekomst. Het wegstrepen zou hij ook het onthouden van informatie vinden. Hij begrijpt niet waar dan nog het misverstand in kan bestaan. Dit wordt vanavond dus niet voorgesteld en de raad besluit hier ook vanavond niet over. De heer WUBBELS antwoordt dat als het geen voorstel is, ze het er dan ook niet over moeten hebben. Ze moeten het er over hebben op het moment dat ze adequaat deze discussie kunnen voeren en niet vanavond het leeuwendeel van de tijd besteden aan dit ene onderdeeltje dat geen voorstel is. Wethouder VAN DIJK reageert dat het de raad is die hem in de commissievergadering bij de begrotingsbehandeling bij voortduring heeft gewezen op het financiële risico dat hier achter zit. Als het college het niet genoemd zou hebben in het voorstel, zou de raad terecht kunnen zeggen dat het college mooie kaders maakt, maar dat niet duidelijk is hoe ze dat hele verhaal moeten gaan betalen. Het college zegt dat ze die kaders kunnen betalen, maar als ze met de korting te maken hebben, doen ze al een overweging aan de raad ter voorstel. De heer WUBBELS stelt dat het college dan een voorstel doet aan de raad waarin al in het dictum is opgenomen wat het college van de raad verlangt qua besluitvorming. Dat doet het college niet. Zolang het niet in het dictum staat behoort ook een dergelijk verkapt voorstel hier niet aan de orde te komen. De VOORZITTER corrigeert hem dat het geen voorstel meer is, maar een overweging. Hij begrijpt het zo dat er een zwaard van Damocles boven dit hele dossier hangt. Het zou raar zijn als er niet over gesproken zou worden en als het niet in het voorstel staat. Het moet alleen wel digitaal zijn, krijgt de raad daar vanavond een uitspraak over voorgelegd, ja of neen. Het antwoord is digitaal neen. Mevrouw BOUMAN heeft hier nog een vraag over. Ze heeft in haar interruptie gesteld dat bezuinigen op de thuiszorg niet kan, want ze hebben de compensatieplicht. Het enige waar ze op kunnen besparen is door heel sterk op prijs aan te besteden – dat willen ze niet, ze willen op kwaliteit aanbesteden – of de mensen op een andere manier compenseren. Bijvoorbeeld vrijwilligerswerk een sterke impuls geven, zodat het allemaal door vrijwilligers wordt gedaan. Maar in feite echt bezuinigen kan niet, want ze hebben de compensatieplicht. Het is wat haar betreft sowieso een rare opmerking. Wethouder VAN DIJK voelt zich wederom uitgedaagd iets over de
390
bezuinigingen te zeggen. Hij raakt verward of de raad het er nu wel of niet over wil hebben. Het is wel een discussie die ze met elkaar moeten voeren. Dat gaan ze ook doen in 2008 en dan zal het college ook concrete voorstellen doen, mogelijk ook in de richting zoals mevrouw Bouman die doet. De DSD-fractie heeft gewezen op de gelden die er zijn voor de mantelzorg en waar te weinig beroep op gedaan wordt. Het is een goede regeling. Voor een bedrag van € 250,00 per mantelzorger kunnen ze daar fiscaal of via de SVB beroep op doen. Mevrouw Moonen heeft gelijk dat er verschrikkelijk weinig gebruik van gemaakt wordt, waardoor de helft van het subsidiepotje nog over is, € 31 miljoen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat ze vindt dat dat geld eigenlijk wel besteed zou moeten worden voor mantelzorgondersteuning en stelt voor om dat te laten lopen via gemeenten. Hoe dat verdeeld gaat worden weten ze nog niet. Daar worden ze begin volgend jaar over geïnformeerd. Als dat zo is, komen ze met elkaar te spreken hoe ze dat incidentele geld zullen inzetten voor de ondersteuning van mantelzorgers. Dus hij komt nog met aanvullende voorstellen over wat ze ermee gaan doen. Het lijkt veel te gaan over geld of over techniek, maar in feite hebben ze het over iets ongelofelijk belangrijks, namelijk een van de speerpunten van de raad, zoals mevrouw Moonen al opmerkte en ook van het college en van de gemeente Doetinchem. Ze hebben altijd gezegd dat ze van de Wmo een succes wilden maken en hun ondersteuners wilden helpen bij het ontwikkelen van hun talenten en bij het meedoen aan de samenleving. Daar hebben ze het vanavond vrij weinig over gehad. De raad heeft wel aangegeven dat hij dit goed vindt aan deze nota, omdat die ook tot stand is gekomen met behulp van heel veel cliëntenorganisaties, vertegenwoordigd in de TSR, maar ook met heel veel aanbieders in deze stad, thuiszorgorganisaties, de welzijnsinstelling, het wijkwerk in hun directieberaad sociaal domein. Zowel aanbieders als vragers zijn uitgebreid en nadrukkelijk betrokken bij de totstandkoming van dit product. Inhoudelijk mag het er zijn en mogen ze er ook trots op zijn wat de raad, het college en de stad met elkaar gemaakt hebben. Omdat ze er ook trots op zijn wat ze in de praktijk hebben laten zien – kijk naar de Wmo-winkel – hebben ze ook een publieksversie gemaakt van het Wmobeleidsplan en een dummyversie is inmiddels reeds beschikbaar en die wordt ook uitgedeeld. Er wordt nog een definitieve versie gedrukt na deze raadsvergadering. De heer VERHOEVEN verlaat de vergadering. Mevrouw MOONEN ondersteunt de wethouder in zijn woorden dat ze trots kunnen zijn op hun beleid en hoopt dat ze ook trots kunnen blijven zijn. Het blijft moeizaam en het blijft een groot aandachtspunt. Het heeft vanavond weer volop in de belangstelling gestaan en is dus als speerpunt weer volop aan de orde geweest. Naar mevrouw Bouman geeft ze te kennen dat de DSD-fractie erg blij is met de samenvoeging van HV1 en HV2. Het is een natuurlijke zaak om het samen te voegen want het uit elkaar halen brengt alleen maar rare kronkels met zich mee, alsof je de schilder het plafond laat schilderen tot aan de randjes en bij de muren laat stoppen. Ze wil hiermee aangeven hoe moeilijk het is om het van elkaar los te koppelen. De DSD-fractie wil benadrukken wat de wethouder ook al zei, dat ze gaan voor kwaliteit. In de brief naar de landelijke raad voor cliëntenraden heeft de wethouder specifiek gezegd dat ‘in onze visie en beleidsplan het uitgangspunt de behoefte van de cliënt is die breder kan zijn dan alleen hulp bij het huishouden’. Dus kwaliteit staat bij hen voorop. Ten aanzien van de bezuinigingen wil ze graag in februari 2008 horen hoe het zit. Als ze geld gaan uitgeven moeten ze wel zorgen dat ze niet teveel uitgeven, want dan hebben ze een probleem. Hij vraagt het college in februari met een voorstel te komen en de raad te laten weten hoe ze er in de toekomst mee omgaan en hoe het er voor staat. Mevrouw BOUMAN onderbreekt haar met de opmerking dat ook de fractie van GroenLinks vindt dat voorop staat hoe de
391
klant erover denkt. Maar ze wil graag horen wat de klant van het eerste jaar heeft gevonden. Ze zijn pas een jaar bezig. Ze hebben het eerste klantentevredenheidsonderzoek nog niet binnen en ze zouden nu voor die klant gaan besluiten dat het misschien niet goed gaat? Volgens haar informatie komen er relatief heel weinig klachten binnen. Dus zij betoogt dat ze de beslissing moeten uitstellen om als ze alle gegevens hebben te kijken of dat inderdaad het beste is. Mevrouw MOONEN denkt dat ze met z’n allen moeten concluderen dat het ontzettend moeilijk is om de huishoudelijke hulp uit elkaar te rafelen en dat het veel natuurlijker is om het samen te voegen en dan niet meer die splitsing te hebben tussen het huishoudelijke en het ietsje meer. Wanneer het een ietsje meer is kan zij niet aantonen en de cliënt waarschijnlijk ook niet. Dat is de insteek van de DSD-fractie. Haar fractie kan zich vinden in het idee van de heer Thus betreffende planning en control. Dan hebben ze net als bij het masterplan Schil goed inzicht. Het is een groot project met grote uitgaven. Als de raad dat goed wil volgen, lijkt hun dat een prima voorstel. Ze willen de wethouder ook voorstellen om het SAP en de Wmo in de planning en control te stoppen, zodat de raad altijd een goede meetlat heeft waar ze het langs kunnen leggen. Haar fractie denkt dat ze met deze discussie en met de discussie in het veld behoorlijk wat losmaken bij de cliënten. Ze merkt dat mensen er onrustig van worden. Ze vraagt het college hier aandacht voor en ervoor te zorgen dat de mensen gerustgesteld worden. Het kan niet zo zijn dat iedereen in de stress raakt over de vraag wat hun volgend jaar weer boven het hoofd hangt. Ze hebben de laatste tijd al genoeg polarisatie gehad over de huishoudelijke hulp, over de Wmo. Ze vraagt dat wellicht samen met de sociale raad op te pakken en aandacht aan te schenken. De heer MOÏZE DE CHATELEUX vindt het lastig een tweede termijn te doen als de portefeuillehouder alles wat in eerste termijn wordt opgemerkt, negeert. De VOORZITTER nodigt de wethouder uit om in zijn tweede termijn de vragen en opmerkingen van de fractie van D66 nog eens zorgvuldig na te lopen. Mevrouw BOUMAN stelt dat de discussie van zo-even haar fractie heeft bevestigd dat er nog veel teveel onduidelijkheden zijn om een besluit te kunnen nemen. Ze ondersteunen het inhoudelijk deel van de Wmo-nota. Het gaat hier nog maar om één puntje: ze stellen voor om bij prestatieveld 6 punt 1 te schrappen. De VOORZITTER stelt vast dat dit een mondeling amendement is. De heer THUS laat weten dat de CDA-fractie uit de voeten kan met de toezegging van de wethouder dat de laatste zin over het aandeel thuiszorg veranderd wordt. Uiteraard staat kwaliteit voorop en is het ook voor de kwaliteit een goede gedacht om HV1 en HV2 samen te voegen. Hoe het dan precies uitwerkt horen ze te zijner tijd. Wethouder VAN DIJK heeft de vraag van de fractie van D66 zo opgevat dat zij constateren dat door een stapeling van eigen bijdrages – overigens is er ook een anti-cumulatiebeding op grond waarvan de eigen bijdragen van Wmo en AWBZ nooit het maximum mogen overstijgen; dan geldt een van beide niet – mensen daardoor wel eens onder het sociaal minimum kunnen vallen en daardoor in aanmerking kunnen komen voor bijstand. Het is een probleem dat zich ook al voor zou hebben kunnen doen in de AWBZ-periode. Hij heeft geen zicht op de omvang ervan. Volgens hem is de eigen bijdrage afgestemd op het inkomen van mensen. Bij een laag inkomen heb je een relatief lage bijdrage, waarbij het gaat om enkele euro’s per maand, waardoor je niet onder het sociaal minimum zou kunnen komen. Wel kan er sprake zijn van andere elementen waardoor mensen te maken hebben met een inkomensachteruitgang, bijvoorbeeld door extra zorgkosten die niet onder deze eigenbijdrageregeling vallen. Als het hierom gaat is dat iets wat ze in hun armoedebeleid tweede fase ook een plek zouden
392
moeten geven. Dit als antwoord op de vraag van de fractie van D66. De DSDfractie stelt voor om in februari al samen over de budgetontwikkeling te gaan praten, want wellicht hebben ze niet genoeg geld voor 2008. Daarover kan hij de DSD-fractie en de aanwezigen en de inwoners van de stad geruststellen voor het jaar 2008. In de begroting 2008 hebben ze een greep uit de reserve Wmo gedaan om ervoor te zorgen dat de eerste korting van 30% die ingaat per 1 januari 2008 niet terecht komt op de jaarschijf van 2008. Dus voor 2008 hanteren ze hetzelfde budget als voor 2007 en dat hebben ze gedekt door een greep uit de kas van de reserve Wmo. In 2008 zullen er dus geen budgetproblemen zijn waarover ze met elkaar moeten gaan praten. Hij stelt voor en spreekt af dat op het moment dat uit zijn correspondentie en zijn bezoek aan het ministerie en de toets van het objectieve verdeelmodel er meer te melden is wat leidt tot mogelijkerwijs een aanpassing van het model of juist niet, dat hij dat zo snel mogelijk met de raad gaat bespreken. Dan kunnen ze dat onderwerp, de laatste zin in het voorstel, goed en integraal met elkaar bespreken. Die toezegging doet hij ook in de richting van de heer Thus, waar deze zegt dat ze het ‘overwegen’ daaraan toevoegen en daar hangt ook volgordelijk aan vast dat ze ergens in 2008, hopelijk in het eerste kwartaal, weten wat het financieel voor hen betekent in 2009 en verder. Daar komen ze over te spreken en dan kunnen ze de afweging maken hoe ze daarmee omgaan. De VOORZITTER merkt op dat hij een andere datum dan februari gaat hanteren. Hij zegt nu ‘ergens in het eerste kwartaal’. Hij stelt dat de wethouder in ieder geval in het eerste kwartaal 2008 in de commissie maatschappelijke aangelegenheden terug komt op dit issue. Wethouder VAN DIJK antwoordt hem dat hij wel afhankelijk is van wat het ministerie van Volksgezondheid uiteindelijk heeft opgeleverd. De VOORZITTER wijst hem erop dat de raad ook geïnteresseerd is als er niets beweegt en ook daarover van gedachte wil wisselen. Wethouder VAN DIJK zegt toe dat hij elke commissie maatschappelijke zaken de raad zal informeren over de stand van zaken met betrekking tot het Wmo-budget. Mevrouw MOONEN vraagt hem of het dan niet in de planning- en controlcyclus kan worden opgenomen. Wethouder VAN DIJK is het met haar eens dat het onderwerp belangrijk genoeg is om in de planning- en controlcyclus op te nemen. Daar hebben ze ook een dashboard voor. Hij stelt voor dat ze de verschillende elementen uit deze nota een plek geven in dat dashboard zodat de raad dit net als alle andere belangrijke plannen kan monitoren. Hij is er blij mee dat de raad benadrukt dat het om een inhoudelijk plan gaat. Over de onzekerheid met betrekking tot de financiering zal hij samen met de thuiszorgorganisaties, welzijnsinstelling en cliëntenorganisaties proberen om de onrust die er bij mensen is zoveel mogelijk in te dammen. Gelukkig hebben ze in deze regio nog niet te maken met massaontslagen in de thuiszorg of enorme wachtlijsten, zoals elders in het land. Dat doen ze door achter de schermen met de thuiszorgorganisaties heel intensief te overleggen. De raad mag van hem verwachten dat hij alles op alles zal zetten om de onrust bij mensen zoveel mogelijk te voorkomen. De VOORZITTER stelt vast dat voor ligt een mondeling amendement van de fractie van GroenLinks om het onderdeel prestatieveld 6 nummer 1 te schrappen. Hij brengt het amendement in stemming. Vóór stemt de fractie van GroenLinks. Tegen stemmen de andere fracties. Daarmee is het amendement verworpen. De VOORZITTER brengt het collegevoorstel in stemming. Mevrouw BOUMAN verklaart dat de fractie van GroenLinks instemt met het voorstel, met uitzondering van wat er staat onder prestatieveld 6 sub 1. De VOORZITTER stelt vast dat het collegevoorstel met algemene stemmen wordt aangenomen, met de door mevrouw Bouman gemaakte kanttekening.
393
7
BELEIDSKADER INTERNATIONALE CONTACTEN De heer MOURIK geeft te kennen dat de VVD-fractie het onjuist vindt om zonder deugdelijke evaluatie nu te besluiten om voor 2008, 2009 en 2010 € 20.000 meer uit te geven voor DOS. Ze willen wel instemmen met een overbruggingskrediet voor DOS tot de evaluatie. Naar aanleiding van de evaluatie stellen ze dan een nieuw beleidskader internationale contacten vast. Ze zijn dus tegen het voorstel. De heer WUBBELS is van mening dat ze het recht hebben om deze discussie te voeren niet alleen op basis van hun eigen begrotingsvoorstellen en de consistentie daarin, maar mede dankzij de inzet en betrokkenheid van de vrijwilligers die DOS, de Vrienden van Tsjechië en de vrienden van Raesfeld dragen. Daarvoor past grote waardering. Het past ook om te zeggen dat ze verrast waren dat ze eindelijk een beleidskader kunnen vaststellen. Nog mooier ware geweest dat behalve de subsidieontvangers ook de raad bij de voorbereiding van dit beleidskader betrokken was geweest. De blijdschap over het feit dat ze er iets over kunnen zeggen overheerst. Er wordt hun gevraagd een uitspraak te doen over het onderliggende beleidskader en het voorstel waarbij een drietal uitgangspunten wordt gehanteerd, namelijk een open gemeente zijn, solidair zijn, verantwoordelijkheid nemen voor de milieudoelstellingen van de VN. Daar gaan ze graag mee akkoord. Vervolgens een viertal doelen: meetbare bijdrage, ook weer in het kader van VNG internationaal actief zijn (daar is de DSD-fractie het niet mee eens), actieve presentie in Euregio en een interessante werkgever in dit kader. Deze twee zaken zijn ze het wel mee eens. Dan wordt er nog een drietal vragen gesteld. Wilt u ten principale doorgaan met dit beleid? De DSD-fractie wil dat, in tegenstelling tot de VVD-fractie. Dan komen er lastiger conclusies, namelijk of ze dat ook willen doen op de drie schaalniveaus en met de huidige partners. Die laatste twee vragen worden door hen met ‘neen’ beantwoord. De heer MOURIK onderbreekt hem met de mededeling dat de VVD-fractie niet gezegd heeft niet te willen doorgaan, maar eerst te willen evalueren. De heer WUBBELS wijst hem erop dat aan de basis van dit voorstel al een evaluatie ligt. De heer MOURIK reageert dat de heer Wubbels zei dat de VVD-fractie niet door wilde gaan. De heer WUBBELS antwoordt hem dat dit dan ligt aan het feit dat hij niet begrijpt dat de VVD-fractie niet op basis van de evaluatie die nu voor ligt, geen besluit kan nemen. Hij kent de VVD-fractie als een partij die besluitvaardig is en nu ligt er een mogelijkheid voor besluit voor en nu gaan ze het opschuiven zonder dat dit goed beredeneerd is. De heer MOURIK is van mening dat wat voor ligt niet de evaluatie is die in 2005 is afgesproken. De heer WUBBELS laat de verdediging van dit voorstel graag over aan de portefeuillehouder voor wat betreft de kwaliteit van de evaluatie. Hij stelt vast dat het voor de DSD-fractie voldoende aanknopingspunten biedt om er vandaag iets van te vinden. Ze hebben in de commissie al duidelijk gemaakt dat ze graag een hele andere uitwerking zouden zien. Dat is kennelijk te abstract geweest. Om die reden hebben ze net laten uitdelen ter illustratie van wat zij van belang vinden, een twee jaar oude overdruk uit de NRC met betrekking tot de situatie in Malawi. Hij beveelt de lezing ervan van harte aan, want het illustreert de motieven die ze hebben om op een aantal punten af te wijken van wat het college voorstelt. De heer HEIJ reageert nog op wat de heer Mourik zei. Volgens hem hebben ze in 2005 al geëvalueerd en zitten ze te wachten op nieuw beleid. De heer WUBBELS vervolgt dat ze uit de tekst van vandaag niet hebben opgemaakt dat wat ze vandaag doen als een soort tussentapje moet worden gezien en dat het volgende keer weer helemaal anders moet. Dat zijn wel erg grote rimpelingen in deze tot nu toe rustige vijver. Waarschijnlijk zijn ze te blij met het feit dat ze er eindelijk iets over kunnen zeggen. De DSD-fractie vindt, met waardering voor alles wat er tot nu toe gebeurd is, dat te constateren valt dat er door alle inzet van
394
betrokkenen nu voldoende voorwaarden gecreëerd zijn om in meerdere of mindere mate op eigen kracht verder te gaan met de projecten waarmee ze bezig zijn geweest en dat er dus andere doelen zijn die hoger scoren, helaas, op de doelstellingen van de Verenigde Naties, bijvoorbeeld de extreme armoede, als eerste punt van de acht behartenswaardige zaken. Vanuit die gedachte geredeneerd, voelen ze er niet voor de partner te zijn in het kader van de VNG, niet voor het doorgaan op de drie schaalniveaus en met de huidige partners. Ze zijn van mening dat ze zich in Euregio goed moeten presenteren, maar dat voor het overige alle aandacht gevestigd zou moeten zijn op de allerarmsten van deze wereld. De VOORZITTER hoopt als portefeuillehouder te mogen constateren dat diegene die vanavond niet het woord gevraagd heeft, in kan stemmen met het voorstel van het college. Hij is teleurgesteld over de reactie van de VVD-fractie. Hij hoopt dat dit ook niet het laatste woord is dat ze er vanavond over gezegd hebben en dat er de mogelijkheid is voor een open gedachtewisseling en tot onderling debat. Hij bestrijdt dat hier een voorstel ligt dat niet gebaseerd is op een evaluatie, omdat in de map met stukken met het voorgestelde beleidskader voor ligt, waarvan in hoofdstuk 5 de evaluatie van de drie stedenbanden deel uitmaakt. Het is een evaluatie. Over de kwaliteit ervan kan je van gedachte wisselen. Misschien is het een soort quick-scanevaluatie geweest, maar het is in ieder geval helder, niet wollig, bullets. Punt voor punt is de beoordeling weergegeven van alle contacten die ze tot dusverre hebben. Als de raad het niet met die waardering eens is omdat ze die te kort door de bocht vinden, had hij graag een zakelijke reactie gehad over concrete punten die te zwaar of te licht zijn gewogen. Zeggen dat er geen evaluatie is, vindt hij bezijden de werkelijkheid. Wel heeft hij kennis genomen van het standpunt van de VVDfractie dat ze bereid zijn voor 2008 DOS te helpen over de brug te komen, waarbij het wel zo is dat het contract dat DOS dan namens de gemeente aangaat in het kader van het internationale project, voor drie jaar is. Als je nu ja zegt, zeg je dat in feite voor drie jaar. Dat biedt wat perspectief. De DSD-fractie is blij dat het stuk met de evaluatie er ligt. Hij denkt dat die blijdschap door meer mensen hier gedeeld wordt. Hij is blij dat er vóór 1 januari 2008 een stuk ligt, omdat als ze over die datum heen zouden komen, ze een kans zouden missen. En niet alleen de gemeente en DOS en een stuk maatschappelijk initiatief in Doetinchem, maar vooral die landen waarvan hij denkt dat zij tot de armsten van de wereld behoren en volgens de internationale indexen zelfs helemaal onder aan de lijst staan, bij de laatste drie. Mevrouw GROOTJANS memoreert dat ze er in de commissie over hebben gesproken en dat de voorzitter dat voorstel zelf heeft aangedragen om er in 2008 nog eens opnieuw met elkaar over te spreken. Ze is ervan uitgegaan dat het op dat moment door de commissie gehonoreerd werd en ze dat ook nog een keer zullen gaan doen. Ze heeft aan het eind van die vergadering er namens de CDA-fractie aan toegevoegd dat ze dan ook in het bijzonder graag zouden spreken over La Libertad om die positie vanuit de gemeente ook meer draagvlak en body te gaan geven. Daar heeft de commissie toen niet echt op gereageerd. Zelf zouden ze in 2008 graag daarop terug willen komen. Ze zouden dan wellicht in een informatieve raad uitvoerig met elkaar verder gaan spreken over dit onderwerp. De VOORZITTER hoop in ieder geval dat met dit stuk gemarkeerd wordt dat ze niet elk jaar moeten gaan doen alsof ze alles moeten gaan evalueren en opnieuw het beleid moeten gaan vaststellen. Op een gegeven moment stel je een beleid vast waar je dan een aantal jaren mee wilt doen. Je kunt het daar wel of niet mee eens zijn en dat respecteert hij ook, maar ze moeten het er wel met elkaar over hebben. Wat hier ligt is klip en klaar. Er wordt inderdaad gesproken over drie schaalniveaus. Dat is een keuze. Als je dat niet vindt is het jouw keuze, dat je je ergens anders op wilt concentreren. Hier is ervoor gekozen om die schaalniveaus die ze hebben – het Euregionale contact, het Europese contact en het mondiale contact – te
395
blijven doen en ook bij de partners te blijven. Dat is voor alle drie de partners om uiteenlopende redenen. Juist als het gaat over La Libertad wil hij zeggen dat hij, toen hij hier kwam, niets had met La Libertad en niets met Nicaragua, hooguit een bepaald vooroordeel. Hij is daar binnen zes weken totaal vanaf geraakt. Hij was onder de indruk van de betrokkenheid van de mensen van DOS en binnen twee maanden was er vanuit Nicaragua hier een delegatie, ook door de betrokkenheid van de mensen daar. Het zou buitengewoon jammer zijn, juist als je wilt gaan inzoomen op de allerarmsten, om in een contact dat je al hebt, met menselijke en sociale banden, van stad tot dorp, van land tot land, te gaan desinvesteren. Het zou een teleurstelling zijn voor de mensen, zowel daar als hier. Je moet ook de gedane inzet waarderen en die op een hoger niveau gaan brengen. Dat bedoelde hij in de commissievergadering. Hij zou graag nog eens met de raad in debat gaan over de millenniumdoelstellingen van de VN en of die niet wat meer kunnen gaan inzoomen op met name de ondersteuning van de allerarmsten, zoals door de heer Wubbels genoemd. Of dat is aangehaakt aan de VNG of wie dan ook, het gaat erom wat de idealen en doelstellingen zijn die daar achter zitten. Als je daar met elkaar over spreekt en je kiest ervoor, moet je op een gegeven moment ook die heldere lijn volgen. De heer KONING meent dat de voorzitter nu stelt dat ze een nieuw beleid aannemen en dat ze gaan werken op drie niveaus. De VOORZITTER weerspreekt dat en merkt op dat hij zei dat ze in feite een bestendiging hebben van beleid, maar dat ze het wel een swing geven voor alle drie de projecten en met name voor Nicaragua. De heer KONING zegt de drie niveaus wel interessant te vinden, maar in de commissie heeft hij te kennen gegeven dat het wel waargemaakt moet worden. Uitgangspunt voor de gemeente formuleren is een ding, het moet ook voldoende draagkracht vinden in de bevolking. Als dat niet zo is, is de PvdAfractie van mening dat ze bij de begrotingsbehandeling de vrijheid hebben om hier ja of neen tegen te zeggen met de overweging of er wel voldoende wordt waargemaakt wat men pretendeert. De VOORZITTER geeft toe dat ze uiteraard die vrijheid hebben, wel met de kanttekening dat ze zich wat Nicaragua betreft binden voor drie jaar. De heer KONING geeft te kennen dat dit nu juist het onderdeel is waar de PvdA-fractie enthousiast over is. Mevrouw GROOTJANS wil volstrekte duidelijkheid hebben. In de commissievergadering heeft ze namens de CDA-fractie gezegd dat ze de beleidsvoorstellen zoals nu aangegeven ondersteunen. Dat gold voor alledrie de velden. En ze wilden graag met elkaar verder bespreken hoe je zo’n inzet met name richting La Libertad met elkaar zou kunnen optimaliseren. De heer MOURIK vraagt de voorzitter of hij uit diens woorden moet opmaken dat het beleid zo is dat ze zich voor drie jaar binden met het bedrag van € 20.000. De VOORZITTER bevestigt dat. Volgens hem staat het ook duidelijk zo in de stukken. Volgens de heer VAN MOURIK is dat dan geen beleid meer. De VOORZITTER verklaart dat beleid is dat je ergens voor kiest en aangeeft waarmee je het doet, hoe lang en hoe. De heer MOURIK zegt dat het voorstel de suggestie wekt dat je hier in 2009 en 2010 alsnog weer een discussie over zou kunnen voeren. Hij begrijpt uit de woorden van de voorzitter dat je drie jaar achtereen verbonden bent om die € 20.000 extra te doneren. De VOORZITTER stelt dat dit de essentie is van het project Caminando Juntos. De heer WUBBELS heeft de indruk dat er met 28 raadsleden nu ook 28 interpretaties dreigen te ontstaan. De DSD-fractie heeft de tekst van het voorstel goed bestudeerd en constateert dat er geen voorstel wordt gedaan om in 2008 opnieuw de zaak te evalueren anders dan dat er voor één project geldt dat de stichting een evaluatierapport gaat aanbieden. Dat betekent dat je het gaat hebben over de condities waaronder deze afspraken worden gedaan. Als de raad dit voorstel aanneemt, bindt hij zich voor de komende drie jaar aan dit beleid. Dat is de enige conclusie die zijn fractie kan trekken op basis van dit voorstel. Dat is ook de reden waarom ze zich daar niet mee kunnen verenigen. Ze zien graag andere wegen bewandeld om de wereldbevolking te ondersteunen, maar ze moeten geen veelheid aan interpretaties gaan krijgen die
396
per hoofd of per fractie van deze gemeenteraad gaan verschillen. De VOORZITTER heeft er geen behoefte aan om elk jaar nieuw beleid te gaan uitvinden. Dit is klip en klaar het beleidskader, maar dat neemt niet weg dat de raad de gelegenheid heeft om daar nog dingen aan toe te voegen, bijvoorbeeld vanuit het perspectief van de millenniumdoelstellingen. De heer WUBBELS laat weten dat het de portefeuillehouder ook in deze sessie niet gelukt is de DSD-fractie te overtuigen van het feit dat het middel, de betrokkenheid die er al is in de bevolking met betrekking tot de derde wereld, dat bestendiging daarvan zo belangrijk is dat je niet tot andere invulling van de doelstellingen kunt komen. De fractie heeft veel waardering voor wat men allemaal gerealiseerd heeft. Ze gaan ervan uit dat de voorwaarden gecreëerd zijn om op eigen benen verder te gaan en dat andere doelen alleszins de moeite waard zijn om vanuit Doetinchem ondersteund te worden. Om die reden zal de DSD-fractie niet voor dit voorstel stemmen. De VOORZITTER vindt dit een zaak van hoe je tegen de dingen aan kijkt. De DSD-fractie maakt daar een keuze in en dat hebben ze te respecteren. Anderen maken andere keuzes. Je moet wel een keuze durven maken, anders blijf je in een cirkel ronddraaien. Dat zou met name het particulier initiatief in Doetinchem ook niet verdienen. De VOORZITTER constateert dat de fracties van VVD en DSD persisteren bij hun mening en dat de raad instemt met het voorstel met uitzondering van de fracties van VVD en DSD. Het voorstel is aangenomen. Mevrouw MOONEN verlaat de vergadering. 8
GEVOLGEN NIEUWE RAADSCOMMISSIES De VOORZITTER wijst op de correctie op het raadsvoorstel die als volgt luidt: ‘In het voorstel is onvermeld gebleven de vacature voor plaatsvervangend voorzitter van de drie commissies. Op het stembriefje staat hiervoor de naam van de huidige plaatsvervangend voorzitter, de heer J.P. Koning.’ De heer WUBBELS is van mening dat in dit voorstel een vruchtbare combinatie van de nieuwe en de oude manier van werken tot stand is gebracht. Wat hij wel wil aankaarten is dat in dit stuk zo nadrukkelijk de waarschuwende vinger in de richting van de raad wordt geheven: ‘Houdt u als raad wel voldoende afstand? Respecteert u de uitvoerende taak van het college wel voldoende?’ Het college mag uiteraard die vinger in de richting van de raad wel heffen, ware het niet dat hij verwacht dat het college ook naar zichzelf gaat kijken en hij erg nieuwsgierig is welke vingers het college in eigen richting heeft geheven. Hij gaat er niet vanuit dat het college zo zelfgenoegzaam is dat het vindt dat het het tot nu toe voortreffelijk doet op dat gebied. Het gaat ook om de vraag of het college er zorg voor draagt dat de raad die afstand kan houden en dat het die uitvoerende taak van het college voldoende kan invullen. Daar hoort ook bij goede en tijdige informatie voor iedereen en dergelijke. Het is vanavond volgens hem ook weer eens bewezen dat de agendacommissie ook weer wat steviger aan de bak mag komen in het kader van de voorbereiding van de raadsvergadering. Hij wil het bij deze korte opmerking houden, want hij vreest dat ze op niet al te lange termijn daar ongetwijfeld weer over te spreken komen. De VOORZITTER reageert op het schot voor open doel. Deze tekst wordt geacht de tekst van de raad te zijn en daar heeft de raad zijn eigen griffier en voorzitter voor en die hebben geïnterpreteerd de Zeddam-2-conferentie in maart plus de verschillende discussies die ze nog buitengewoon scherp op het netvlies hebben
397
staan, die ze dus ook niet over behoeven te doen. Dit hebben ze hieruit geconcludeerd. Hij wil het college niet vrijpleiten van wat dan ook, maar van deze zonde mag hij het college niet betichten. Dit komt geheel voor rekening van de griffier en van hemzelf. Waar staat ‘de raad behoort zich tot …’ is de boodschap die de raad zichzelf voorhoudt. Wat betreft de agendacommissie is er afgesproken dat er ook nog eens naar gekeken wordt. Ze moeten altijd scherp blijven en hij weet dat de agendacommissie hiervoor open staat. Dat komt ongetwijfeld goed. De VOORZITTER stelt vast dat er nu drie leden gekozen moeten worden met een schriftelijke stemronde. Als stemopnemingscommissie stelt hij voor mevrouw Ebben en de heer Rietbergen. Aan de heer Rietbergen geeft hij te kennen dat het goed is voor zijn c.v. dat hij daarin kan opnemen dat hij voorzitter was van de stemopnemingscommissie bij agendapunt 8 van 13 december 2007. 9
DIVERSE AANGELEGENHEDEN a.
Invoering reclameheffing
Bespreking hiervan wordt uitgesteld tot de heer Rietbergen terug is na de telling van de stemmen bij agendapunt 8. b. Bezwaren tegen vestiging voorkeursrecht Wehl-Zuid en regionaal bedrijventerrein De raad stemt zonder bespreking in met dit voorstel. c.
Evaluatie Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
De heer KUIPER wijst erop dat weliswaar het raadsvoorstel is gewijzigd, maar niet de onderliggende stukken, de verordening die ook bij de raadsstukken zat. De VOORZITTER geeft te kennen dat de gewijzigde versie op tekstverwerking ligt, maar dat als hij nu met de hamer slaat, de voorliggende tekst wordt vastgesteld. De heer KUIPER zegt dat deze tekst nog niet zo in de verordening staat. De portefeuillehouder geeft hem in dit geval gelijk. De VOORZITTER reageert dat ze nu een formeel punt hebben. Als ze iets vaststellen moeten ze ook weten wat de tekst is die er onder ligt. Wethouder VAN DIJK vult aan dat het gaat om een toezegging van hem naar aanleiding van de commissiebehandeling om van eenmaal een woning te weigeren tweemaal te maken. Dat is wel in het raadsvoorstel veranderd, maar niet in het dictum van het besluit. Hij zegt bij deze toe dat het wel van een naar twee moet en ook in de verordening en de beleidsregel is het een kwestie van het nu doen. De VOORZITTER stelt vast dat dit zo op de band staat en als ze de stukken gaan tekenen dat ze dit er dan gewoon even naast leggen. Vanwege de haast en het late tijdstip besluit hij daartoe. Inhoudelijk hebben ze er geen verschil van mening over. Hij stelt het zeer op prijs dat de heer Koning zo alert was en is. De raad stemt in met dit voorstel met voorstaande kanttekening. d. e. f. g. h. i. j. k.
Belastingverordeningen 2008 Grondaankoop voor ontwikkeling regionaal bedrijventerrein Voorbereidingsbesluit 't Lookwartier Voorbereidingsbesluit Woongebied Wijnbergen, locatie Torontostraat/Wijnbergseweg Voorbereidingsbesluit Wehl-Zuid en het regionaal bedrijventerrein Vaststelling grondexploitaties en kredietverhoging Delegatie bevoegdheid onttrekkingsbesluiten aan openbaar verkeer Verordening begraafplaatsen 2007
398
De raad stemt zonder bespreking in met de voorstellen d t/m k. l.
Projectteam horecateam veilige binnenstad
Mevrouw DUIJN laat weten dat de DSD-fractie heeft ingestemd met het voorstel zoals het lag in de commissievergadering en ze stemmen er nu nog mee in, maar willen de voorzitter de dringende suggestie meegeven om de tijd tot aan 1 september 2009 te benutten om ook de horeca nader te betrekken en ook wat de middelen betreft te betrekken bij een eventueel vervolg van het bestaan van het horecateam. De VOORZITTER zal haar te zijner tijd meedelen hoe ze dat in het vat gaan gieten. Hij stelt vast dat de raad instemt met dit voorstel. m. Wijziging Algemene plaatselijke verordening n. Aanleg parkeerterrein Sturko De raad stemt zonder bespreking in met de voorstellen m en n. 10
INGEKOMEN BRIEVEN EN VERGADERSCHEMA 2008 1. 2.
G.J.K. Bulten e.a., 1 november 2007, zienswijze op ontwerpherziening bestemmings-plan Buitengebied. Maatschap Nomibe, 5 november 2007, kanttekeningen bij voorbereidingsbesluit Europaweg/Sicco Mansholtweg. De heer MOÏZE DE CHATELEUX vraagt de beantwoording van deze brief in de leesmap te leggen.
3.
Dorpsraad Gaanderen, 13 november 2007, verontrusting over en voorstellen voor verkeersmaatregelen Rijksweg. De heer WUBBELS vraagt de beantwoording van deze brief in de leesmap te leggen.
4. 5. 6. 7.
Drs. L.W. Verhoef, 15 november 2007, commentaar op gemeentelijke jaarrekening 2006. G.J. Holtus, 19 november 2007, onvrede over bezwaarprocedure. A.W. Wagenaar, 20 november 2007, verzoek om nieuwe meting verkeerslawaai. Myriam Loonen en Hannie Gorter, 1 december 2007, pleidooi om sluitingstijden horeca te vervroegen. De heer HEIJ vraagt de beantwoording van deze brief in de leesmap te leggen.
8.
Comité Staakt het Vuren, 4 december 2007, verzoek actie te steunen om afsteken van vuurwerk te vervangen door inzameling voor derde wereld.
De raad besluit, deze brieven door het college te laten afdoen. 9.
Mr. M.A.G. Rietbergen, 2 november 2007, mededeling dat hij wegens verhuizing zijn raadszetel ter beschikking stelt. 10. Ramon Barends, 20 november 2007, verzoek steun voor actie om vergaderingen provinciale staten openbaar te houden door grotere zaal. 11. Ir. R.T. Steinbuch, 27 november 2007, open brief inzake het drugsbeleid. De heer MOÏZE DE CHATELEUX vraagt deze brief mee te nemen in de
399
evaluatie van het koffieshopbeleid. 12. Gedeputeerde staten, 5 december 2007, mededeling dat de gemeente in 2008 in aanmerking komt voor repressief financieel toezicht. De heer WUBBELS vraagt, als er een antwoord komt op deze brief, dit ook ter inzage te leggen. Aanleiding van deze brief is dat het college van GS van heel veel zaken uitgaat. Hij wil graag weten hoe het college met deze uitgangspunten omgaat. De raad besluit deze brieven voor kennisgeving aan te nemen. 13. Ir. G. Achterveld namens Hout- en bouwmaterialenhandel Kort bv, 1 november 2007, ongenoegen over gang van zaken in het gebied Heelweg. 14. Pro Nijmegen, 7 november 2007, reactie op uitvoeringsprogramma van gedeputeerde staten. De raad besluit deze brieven en de antwoorden erop van het college voor kennisgeving aan te nemen. 15. H.G. de Boer en A. de Boer-Zwerver, 16 november 2007, bezwaar tegen voorbereidingsbesluit Europaweg/Sicco Mansholtweg. 16. Henk van Zuilekom en Rianne Koskamp, 16 november 2007, idem. 17. H.W.G. Veerman en J.T. van der Linden, 27 november 2007, idem. 18. D.J.M. van Haarlem, 28 november 2007, bezwaar tegen voorbereidingsbesluit Verheulsweide, Harveld 1978 en gedeelten Industrieterrein Hamburgerbroek en Wehl 1991. De raad besluit deze brieven om advies voor te leggen aan de bezwaarschriftencommissie. De VOORZITTER reageert positief op de verzoeken om ter inzage legging. 8
GEVOLGEN NIEUWE RAADSCOMMISSIES (vervolg) De heer RIETBERGEN laat weten dat er 26 stemmen zijn uitgebracht: 26 stemmen op de heer Verhoeven 25 stemmen op de heer Heij 23 stemmen op de heer Koning 21 stemmen op de heer Kuipers, conform de commissies die waren voorgesteld. De VOORZITTER wenst de gekozen voorzitters geluk met hun benoeming door de raad en wenst ze veel succes. Tevens stelt hij vast dat de raad instemt met het tweede deel van het voorstel.
9
DIVERSE AANGELEGENHEDEN (vervolg) a
Invoering reclameheffing
De heer MOÏZE DE CHATELEUX laat weten dat de heer Blom zich zou onthouden van stemming omdat hij in dat gebied zit, maar daar hij niet meer aanwezig is, is dat probleem opgelost. Bij de discussie in de fractie van D66 kwam nog wel naar voren dat ze eigenlijk wel zouden willen weten hoeveel procentueel gezien de perceptiekosten zijn. Ze zijn altijd een groot voorstander geweest van de reclameheffing en hebben zich er ook altijd voor ingezet. Ze vinden het heel jammer dat ze het huidige voorstel dat nu voor ligt niet kunnen steunen. Het zou logisch zijn de heffing op te leggen aflopend in ringen vanaf 400
het Simonsplein. De gebruiker betaalt. Het profijtbeginsel wordt hier niet gehanteerd. De logica dat iemand die op grotere afstand zit hetzelfde moet betalen als iemand die helemaal in het centrum zit, ontgaat zijn fractie. Zij zullen dus tegen stemmen. De heer WUBBELS vindt het goed dat dit unanieme collegevoorstel er is. Het doel om het centrum te versterken is duidelijk en om het free riders onmogelijk te maken nog langer gratis mee te rijden. Het is een middel voor en door ondernemers. Hij hoopt en gaat ervan uit dat die het in hen gestelde vertrouwen heel goed zullen benutten en ook erg veel zorg zullen besteden aan het draagvlak voor datgene wat hier – toch tamelijk uniek in Nederland – gerealiseerd is. Ze hebben wel wat op- en aanmerkingen bij het voorstel, maar vinden het veel te belangrijk om het op basis van die op- en aanmerkingen te blokkeren. Wel willen ze wat meegeven. Dat komt enerzijds door de discussie in de commissie, anderzijds door de signalen die ze de afgelopen weken vanuit de binnenstad hebben opgevangen en bijvoorbeeld ook vanmorgen in de krant hebben kunnen lezen. Dat is de vraag of het niet toch mogelijk is om vormen van differentiatie toe te passen. Ze hebben gelezen dat dan de perceptiekosten veel te hoog zouden oplopen, maar de suggestie om het te doen via de wozwaarde, zodat ook op deze manier de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, moet volgens hen in het komende jaar onderzocht kunnen worden. Ze steunen het voorstel en vinden het te belangrijk om het op te houden, maar vinden het mede in het belang van het draagvlak van het grootste belang dat volgend jaar gekeken wordt of het ook op een andere manier ingevuld kan worden om dezelfde doelstellingen te bereiken. De heer BOS laat weten dat ook de fractie van de Stadspartij van oordeel is dat het een belangrijke doorbraak is. Het is hun jarenlang een doorn in het oog geweest dat de ondernemers niet of weinig hebben bijgedragen als het gaat om de grotere projecten die ze in de binnenstad gehad hebben, met uitzondering van enkele Mecenassen. Het is goed dat er nu eindelijk draagvlak is voor een dergelijke voorziening. Hij steunt de opvatting van de heer Wubbels dat je nog zou kunnen kijken of je het een en ander niet zou kunnen differentiëren, maar ook zij vinden dat het veel te belangrijk is om nu de keuze te maken voor een dergelijk beleid. Ze zijn er erg blij mee. Wethouder VAN DIJK is blij met de opmerkingen uit de raad. Samen kunnen ze tevreden zijn dat na jaren praten over dit onderwerp ze hier nu gewoon mee gaan beginnen. De ondernemers zelf en de gemeente hebben zich al jaren afgevraagd hoe ze de versterking van de binnenstad beter vorm kunnen geven en dit is een van de mogelijkheden. De reclameheffing waar ze nu ja tegen gaan zeggen – hij is het met de heren Wubbels en Bos eens dat het ook op een andere manier zou kunnen – is alleen maar een middel om het fonds waar de activiteiten uit betaald kunnen worden te kunnen voeden. Ze hebben in het verleden gekeken of de woz-waarde daar een mogelijkheid voor zou kunnen zijn. Toen kon dat nog niet omdat ze te maken hadden met gemaximaliseerde ozb-tarieven. De provincie wilde desgevraagd niet voor dit doel hieraan meewerken. Dat komt met ingang van 2008 te vervallen. Het zou best kunnen zijn dat ze in de loop van de jaren evalueren dat er ook andere vormen zijn om met deze collectieve heffing om te gaan. Die heffing, nu reclameheffing, misschien woz, misschien gebiedsverbeteringssubsidies waar ook qua taxen mee geëxperimenteerd wordt, het gaat er niet zozeer om welk middel ze kiezen, als ze dat fonds maar voeden. De heer WUBBELS geeft te kennen dat het hem er niet om gaat het in de woz te doen – die mogelijkheid moet nog komen – maar om het op basis van de woz te doen. Wethouder VAN DIJK antwoordt dat wat hem betreft alles te onderzoeken is, maar ze hebben hier te maken met objecten gevelreclame. En of het juridisch houdbaar is dat te relateren aan de woz-
401
waarde, terwijl het eigenlijk gaat om de object- en gevelreclame weet hij niet, maar wil het wel uitzoeken. Hij zegt toe te willen kijken naar andere heffingsmogelijkheden. Het gaat er om dat ze ermee aan de slag gaan. Ze hebben sowieso afgesproken dat ze dit na twee à drie jaar gaan evalueren. Hij vindt het erg jammer dat de fractie van D66 tegen dit voorstel is. Hij kan zich voorstellen dat ze voorstander zijn van differentiatie in tarieven. In de commissie hebben ze er uitgebreid bij stilgestaan wat dat betekent ten aanzien van de uitvoeringskosten voor de invoering van die reclameheffing. Dat is erg zonde, want dan blijft er veel geld aan de strijkstok hangen terwijl ze juist de versterking van de binnenstad vorm willen geven. Hij begrijpt het, maar heeft inmiddels duidelijk gemaakt dat ze het niet over een paar procent perceptiekosten hebben, wat ze nu kunnen realiseren, maar dat het dan al gauw in de tientallen loopt, omdat de omvang en de vormgeving van de gevelreclame, dan wel de afstand tot de binnenstad leidt tot eindeloze discussies. Zo’n grote binnenstad hebben ze niet. En met hem zijn de ondernemers de mening toegedaan dat gesteld kan worden dat iedereen in zekere mate profiteert van de activiteiten die door het citymanagement worden opgenomen. Hij is het eens met de fractie van de Stadspartij dat het een doorbraak is. Hij is blij dat ze ermee aan de slag kunnen. De VOORZITTER noteert de toezegging van de wethouder dat hij nog op een andere verdeelsystematiek gaat terugkomen indachtig datgene wat vanmorgen ook in de krant stond. De heer RIETBERGEN geeft als stemverklaring dat twee leden van de VVDfractie, de heren De Rechteren van Hemert en Mourik zich zullen onthouden van stemmen vanwege privébelangen in het gebied. De VOORZITTER stelt vast dat de raad in meerderheid akkoord gaat met dit voorstel. *
AFSCHEID MR. M.A.G. RIETBERGEN De VOORZITTER memoreert dat Michel (mr.) Rietbergen sinds september 2004 raadslid is. Het doet wat pijn om dan nu al afscheid te nemen. Hij behoort tot de categorie van de nieuwe generatie raadsleden. Daaronder verstaat de griffier ieder die jonger is dan zijn generatie. Dus ze horen dan samen bij dezelfde generatie. Dat geldt qua leeftijd (hij is 31 jaar als hij aantreedt) maar dat is vooral omdat hij een echt duaal raadslid is dat niet besmet is met een monistisch verleden. Hij is lid geweest van de commissie beleidsontwikkeling en heeft met de VVD-fractie nagedacht over een nieuw beleid en nieuwe ontwikkelingen. Van onbevangen raadslid dat zeker in het begin nog een bepaalde schroom moest overwinnen is hij uitgegroeid tot een raadslid dat op zeer heldere wijze deelneemt aan de discussies, zowel in de raad als in de commissie. Hij is een scherp maar aangenaam debater en wat velen heeft aangesproken is dat hij heldere standpunten kan verwoorden, zowel dat van hemzelf als ook dat van een ander nog eens pregnant kunnen samenvatten. Sommigen zeggen dat het aan zijn juridische achtergrond ligt. Dat vindt althans de griffier. Het helpt hem wel. Als het college er even juridisch niet uit komt, hetgeen soms op een pijnlijke manier geconstateerd moet worden, dan kijken ze vertwijfeld naar juristen, ongeacht de fractie waartoe deze behoren. De raad zal hem missen, maar de wethouders ook. Het heeft in ieder geval bijgedragen tot de kwaliteit van het geheel en dat betekent dat degene die in zijn voetsporen treedt weer op een eigen manier zijn bijdrage moet leveren om het palet weer volledig te krijgen. Wat wel eens geleid heeft tot stevige discussie buiten de vergadering met de griffier, was zijn neiging om heel erg precies de zaken afgeregeld te zien tot de punt en de komma. Hij heeft raad en college daarmee niet lastig gevallen,
402
maar er schijnen wel discussies op de gang geweest te zijn tussen hem en de griffier, waar gelukkig niemand getuige van is geweest, maar wat op de griffier grote indruk heeft gemaakt. Hij heeft het in deze afscheidstoespraak opgenomen. Hij heeft bijgedragen aan een levendige en heldere discussie in commissie en raad. Er vertrekt een goed raadslid die trots is op wat ze in Doetinchem doen. Zoals hij vanavond over Hamburgerbroek en de Schil sprak moest de VOORZITTER even het puntje van zijn tong afbijten, want waarom gaat hij dan verhuizen als het allemaal zo geweldig is. Het mag best een beetje pijn doen en kan ook geen kwaad als Doetinchem ambassadeurs heeft in andere steden. Zijn belangstelling voor politiek en bestuur blijft. Dat zit in hem en komt straks wel een keer terug. Wie weet voor welke functie in de publieke zaak ze hem nog eens gaan tegenkomen. Hij ziet hem met lede ogen gaan, maar ze moeten hem laten gaan. Het is zijn eigen keuze en ze zijn allemaal wel zo liberaal genoeg dat ze die keuze respecteren. Hij wenst hem alle goeds en overhandigt hem een presentje van handwerk uit Nieuw-Wehl. De heer RIETBERGEN spreekt voor de laatste keer raad en college vanaf de sprekerslessenaar toe na drie jaar deel te hebben uitgemaakt van deze raad. Misschien denken ze wel dat eindelijk dat juridisch geleuter nu op houdt, maar juich niet te vroeg, want er blijven er nog altijd twee in de VVD-fractie over. Drie en een half jaar geleden kwam hij vrij onverwacht deze raad binnen nadat Loes van der Meijs voor een korte periode wethouder werd. Dat was best even wennen. Je kent de historie niet van de lopende dossiers, de gebruiken en de verhoudingen binnen de raad niet en het duurt dan even voordat je je plek gevonden hebt. Vanaf het begin heeft hij zich altijd met veel plezier ingezet voor het werk binnen deze raad. Toen hij begon bij de raad zei een oud mentor tegen hem: ‘Je zou theaterlessen moeten nemen’. Terugkijken snapt hij nu wat hij bedoelt. Het gaat natuurlijk altijd om de inhoud van de discussie, maar minstens net zo belangrijk is hoe je het kunt brengen. Dat is soms ook een stuk theater. Zijn inbreng heeft zich met name geconcentreerd op een aantal grote projecten en dossiers waar juridisch iets leuks mee aan de hand was. Daar ligt zijn hart. Hij beseft terdege dat hij met name het werk in het gemeentehuis erg leuk vond en hij kan ook erg genieten van goede en scherpe debatten. Hij kijkt met veel plezier terug op een aantal momenten van zulke debatten. Zonder anderen tekort te doen heeft hij warme herinneringen aan de debatten met de heren Wubbels en Van Doesum, op een positieve manier. Het was altijd scherp en kritisch, met veel theater, maar inhoudelijk altijd erg goed. En zo moet je met elkaar omgaan en ook naderhand met elkaar wat drinken of lachen. Hij dankt daarvoor. Het raadswerk speelt zich natuurlijk ook grotendeels buiten de raad af. Bij zijn start als raadslid kreeg hij van Ans Jenniskens het boekje ‘Stemmen win je niet in het gemeentehuis’. De titel is natuurlijk juist, maar gezien zijn drukke maatschappelijke carrière was dat voor hem niet altijd eenvoudig om waar te maken. Zeker met zijn huidige baan in Den Haag en zijn reistijd is dat niet meer goed te combineren met zijn werkzaamheden voor deze raad. Hij is geen persoon die dingen graag half doet. Daarbij komt dat hij binnenkort zal verhuizen naar een andere mooie stad, Deventer. Het is nu tijd geworden om afscheid te nemen. Hij doet dat met een goed gevoel. Hij heeft het idee dat ze met de gemeente Doetinchem weer een aantal stapjes hebben kunnen maken in de jaren dat hij heeft mogen deelnemen. Daar is hij trots op. Zelf heeft hij ook veel geleerd en die kennis kan hij voor zichzelf later ook weer gebruiken. Hij dankt daar iedereen hartelijk voor. Een speciaal woord van dank richt hij tot zijn fractie: de mannen van de VVD en niet te vergeten Loes. Niet alleen was de onderlinge samenwerking uitstekend vanaf het begin, maar ze hebben heel erg veel en nog steeds met elkaar gelachen. Ook relativeringsvermogen en humor vindt hij zeer belangrijke eigenschappen binnen de politiek. Ze gaan binnenkort nog gepast afscheid nemen. In VVD-kringen betekent dat veel wijn, goed eten, sigaren en dergelijke, waar hij overigens zelf niet zo erg aan meedoet. Als laatste
403
bedankt hij zijn vriendin Karin die ook vandaag aanwezig is. Ook zij heeft hem veel uurtjes moeten missen doordat hij hier aanwezig is geweest en ook vandaag is het weer laat geworden. Hij wenst iedereen alle goeds. De VOORZITTER dankt iedereen voor de inzet in het afgelopen jaar, de volksvertegenwoordiging, de bestuurders en de ambtelijke medewerkers. In dit jaar is veel gepresteerd en ze krijgen ook loon naar werken in die zin, dat het voor de burgers van Doetinchem ook heel wat zal opbrengen. Hij dankt voor inzet en betrokkenheid en wenst ieder hele mooie en betekenisvolle dagen en een goede jaarwisseling. Hij ziet ieder graag terug op de nieuwjaarsbijeenkomst in de hal van het stadhuis op 3 januari 2008. De VOORZITTER sluit de vergadering om 24.00 uur.
404