VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 1 NOVEMBER 2007 OM 18.00 UUR EN 8 NOVEMBER 2007 OM 14.00 UUR AGENDA Opening Blz. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Verslag van de raadsvergadering van 27 september 2007 De Regio Achterhoek: scherper aan de wind Regiocontract 2008-2011 Rapport rekenkamercommissie Van één loket naar géén loket Nota fonds bovenwijkse voorzieningen Armoedenota gemeente Doetinchem Modernisering Wet sociale werkvoorziening Herontwikkeling voormalig Brewinc tot Cultuurcluster Klimaatplan 2007-2008 Diverse aangelegenheden a. Planologisch beleid 2007 b. Aanwenden subsidie voor het project 'Nazorg ex-gedetineerden / NOG Veiliger' c. Aanwenden subsidie bovenlokale middelen GSO2 voor 'Gelderland helpt scoren' d. Bestemmingsplan Bezelhorst/IJkenberg 2007 e. Grondaankoop voor ontwikkeling regionaal bedrijventerrein f. Voorbereidingsbesluit Verheulsweide, Harveld 1978 en gedeelten van Industrieterrein Hamburgerbroek en Wehl 1991 g. Wijziging van de samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel h. Fusie programmaraden i. Verwerken van de financiële monitor september 2007 in de begroting 2007 11. Ingekomen brieven Motie grotere groencontainer 12. Programmabegroting 2008 • algemene beschouwingen • reacties van het college op de algemene beschouwingen • tweede instantie van de fracties • reactie van het college in tweede instantie • stemming over moties en amendementen
255
257 258 263 264 268 268 270 275 281 287
289 291 294 302 311 337 353
256
VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 1 NOVEMBER 2007 OM 18.00 UUR EN 8 NOVEMBER 2007 OM 14.00 UUR AANWEZIG CDA
:
M.W.M. Thus, mw. E.O. Berens-van der Pol, B.H.M. Ernst, W.H. Gotink, mw. J. Grootjans-Doornbos, V.B.H.M. Heuthorst, P.J.M. Kiwitz, L.T.M. Steintjes
VVD
:
A.J. Verhoeven, mr. H.M. Mourik, mr. F.A. Feller, J.E.L. de Rechteren van Hemert, C.F.P.M. van Pul, mr. M.A.G. Rietbergen
GroenLinks
:
drs. F.M. van Doesum, mw. G. Bouman, mw. B.B.M. Ebben, D.C. Kuipers, F.H.T. Langeveld
DSD
:
H.G.J.M. Wubbels, A.D. Boland, mw. M. Duijn-Visser, mw. M-L. Moonen
PvdA
:
P.J. Koning, mw. J.H.A. Putman, Th.H.J. Röttger
D66
:
R.P.J. Blom, H.L.G. Moïze de Chateleux
Stadspartij Doetinchem drs. D. Bos, W.D. Stoel ChristenUnie-SGP
:
ir. A.C. Heij
Voorzitter
:
burgemeester drs. H.J. Kaiser
Griffier
:
mr. A.C. van der Haar
Afwezig met kennisgeving
:
geen
Wethouders
:
drs. P.C. Drenth, mr. O.E.T. van Dijk, mr. W. Kuiper, mw. drs. L.W.C.M. van der Meijs-van de Laar
Verslag
:
J.F.M. Hagendoorn
De VOORZITTER opent de vergadering, heet iedereen van harte welkom, in het bijzonder de heer Blom die na enige maanden weer in de raad aanwezig is. Zijn vreugde daarover onderstreept hij met een bloemetje. Hij deelt mee dat de heren Moïze de Chateleux, Van Pul en Rietbergen iets later komen evenals de heer Kiwitz en mevrouw Bouman. Vervolgens laat hij weten dat de heer Gotink en mevrouw Putman te kennen hebben gegeven een motie te willen indienen over het onderwerp ‘groene containers’. Hij stelt voor dat tussen de agendapunten 11 en 12 te behandelen. Daar gaat ieder mee akkoord. 1
VERSLAG VAN DE RAADSVERGADERING VAN 27 SEPTEMBER 2007 De VOORZITTER stelt voor de volgende wijziging aan het verslag toe te voegen: Op blz. 248 bij het tweede gedachtebolletje van het besluit moet de tekst luiden: Het seniorenconvent alleen te laten vergaderen indien dit door de voorzitter van de raad, dan wel een van de commissie vertegenwoordigende fractievoorzitters, nodig wordt geacht. De heer BOS heeft daar bezwaar tegen, omdat er een woord ontbreekt, namelijk voor ‘een van’ moet staan ‘door’. De VOORZITTER zegt onder dankzegging voor zijn oplettendheid toe het zo te gaan doen. Mevrouw DUIJN laat weten dat het ook haar was opgevallen dat deze zin niet
257
goed loopt. Zij meent dat het aldus moet luiden: ‘dan wel een van de in de commissie vertegenwoordigde fractievoorzitters nodig wordt geacht’. De VOORZITTER stelt vast dat de heer Bos het met haar eens is en zegt toe het zo in de notulen te zetten. De heer WUBBELS geeft te kennen met betrekking tot bladzijde 232 dat enig speurwerk van de griffie op zijn verzoek ertoe geleid heeft dat datgene wat wethouder Drenth daar beweert en ook in de commissie heeft beweerd dat het gaat om een mandaatregeling niet correct is, maar dat het gaat om een bevoegdheidsverdeling in het kader van artikel 160 van de Gemeentewet. Het resultaat is niet anders, maar ze weten nu wel waar ze aan toe zijn. De tekst in de notulen is correct. Wethouder DRENTH geeft te kennen dat de conclusie van de heer Wubbels in deze prima is. Dat is uitgezocht en heeft te maken met wie nu precies over beroep aantekenen gaat. De VOORZITTER concludeert dat de tekst in het verslag correct is en zegt toe dat de aanvullende opmerking van de heer Wubbels in het verslag van deze vergadering wordt vermeld en van de kant van het college geapprecieerd wordt. Rekening houdend met deze opmerkingen wordt het verslag vastgesteld. 2
DE REGIO ACHTERHOEK: SCHERPER AAN DE WIND De heer VAN DOESUM laat weten dat de fractie van GroenLinks het eens is met de grote lijnen van dit rapport. Het is een lang proces geweest waar ze graag met enthousiasme een bijdrage aan geleverd hebben. De fractie van GroenLinks heeft altijd moeite gehad met de democratische legitimering van de Regio Achterhoek. Ook in de nieuwe structuur zal democratische controle door de raden hun aandacht moeten blijven vragen. Anders ontwikkelt de regio zich teveel in een vierde bestuurslaag die niet door de kiezers is gekozen en waarover geen verantwoording wordt afgelegd. In het voorstel staan daarover wel een paar punten die de moeite waard zijn. Duidelijke afspraken over bevoegdheden van het db (dagelijks bestuur) en ab (algemeen bestuur) en de taskforces, samengesteld uit de portefeuillehouders en de colleges en raden van de gemeenten. Duidelijke afspraken ook over het budgetrecht. Dat is een vrome wens die ze nog wel moeten waarmaken. Als alleen de portefeuillehouders en colleges het voor het zeggen krijgen, is de politieke diversiteit van de regio veel te weinig vertegenwoordigd. In het voorstel lezen ze op pagina 3 iets opmerkelijks over de personele bezetting. ‘Gestreefd wordt naar een bezetting van om en nabij de 14 fte, met een marge van 25%’. Van die marge heeft hij in het voortraject niets gehoord. Als dit er zo in komt, dan weet hij nu al dat de bezetting 14 plus 25% is 18 fte wordt. Dat is echter niet de bedoeling. Als neerlandicus heeft hij moeite met de beeldspraak ’de Achterhoek als een bruisend groen scharnier’. De heer WUBBELS noemt dit onderwerp belangrijk en moeilijk. Zolang er door gemeentes samengewerkt wordt, is al duidelijk dat daar geen perfecte regeling voor te bedenken is en dat je dan voortdurend aanloopt tegen een aantal grenzen, bijvoorbeeld de reeds genoemde legitimatie. Als het om samenwerking gaat, gaat het eerst en vooral over de inhoud. Maar hoe je met die inhoud omgaat is wel een lastige vraag. Tijdens de laatste avonden in de Radstake heeft hij heel erg sterk de indruk gekregen dat die inhoud zich zou beperken tot het versneld aanleggen van zoveel mogelijk snelwegen in de Achterhoek. Dat was niet bepaald een aantrekkelijke agenda. Hij was niet blij met het profiel dat daaruit kwam. De DSD-fractie heeft zich uitgebreid gebogen over dit onderwerp, want ze denken dat het niet alleen voor de regio, maar ook voor Doetinchem van het grootste belang is dat ze daar op een goede manier uit gaan komen. De voortekenen zijn gunstig. Er is hard gewerkt. Ook al hoor je of merk je in de wandelgangen dat een aantal mensen het niet ziet zitten, het lijkt er op dat een ruime meerderheid in de Achterhoek hier positief tegenover staat en daar zijn ze blij mee. Hij vraagt zijn collega raadsfracties hun mening over een element in de discussie van vandaag. Dat lijkt haaks te staan op wat de heer Van Doesum zo-even zei. Het gaat over legitimatie, maar ook over bevoegdheden van algemeen bestuur en dagelijks bestuur en de mogelijkheden om met externe relaties samen te werken. Zijn fractie denkt dat wanneer je doet wat hier staat, wat ogenschijnlijk een sluitende redenering is waar het gaat om het samenwerken met elkaar op basis van die strategische agenda die ergens in de tweede helft van een jaar vastgesteld wordt en waar dan vervolgens het jaar daarop aan gewerkt wordt, dat dit ogenschijnlijk een ideale situatie lijkt. Elke raad versplicht zich tot datgene wat in die agenda staat. Maar wat ontstaat er dan? Ontstaan er dan werkelijk mogelijkheden voor dat flexibele, dat dynamische bestuur dat daar vervolgens mee aan de slag moet? En ontstaan er
258
dan ook mogelijkheden om in relatie tot derden, zoals de provincie of andere organisaties die je tegenkomt in het platform onderwijs-arbeidsmarkt of anderszins, om daar werkelijk zaken mee te doen. Zij hebben daar de grootste twijfels bij. Als je naar de theorie kijkt zouden ze de legitimatie zoals die nu gerealiseerd lijkt te worden van harte willen ondersteunen, maar praktisch gezien vragen ze zich heel erg af of je daar niet naar een andere situatie moet. Ze hebben liever een benadering van 80% van de ideale situatie en sturen dan meer op het goed verantwoorden door het db en ab tijdens en na de rit, maar wat wel het bestuur in staat stelt om werkelijk gedurende zo’n jaar effectief te kunnen functioneren. Zij denken dat het op basis van het huidige voorstel niet kan, althans de koers die in die richting wordt ingeslagen. Ze zijn nog niet aan definitieve besluitvorming toe maar vragen hun collega raadsleden of het wel zo ideaal is als het lijkt wat hier voorgesteld wordt over die legitimatie vooraf (regiocontract, begroting). Je hamert je vast. Maakt dat een effectief optreden van het regiobestuur wel mogelijk? Moeten ze niet het regiobestuur en dit gemeentebestuur vragen om nog eens te kijken naar oplossingen die wellicht niet zo ideaal zijn – theoretisch gesproken – maar die wel gaan werken? Ze hebben al eerder gesproken over de strategische agenda van de Regio Achterhoek. Een van de elementen waarvan ze denken dat daarin een belangrijke rol gespeeld zou moeten worden is het onderwerp arbeidsmarktbeleid. Enige tijd geleden hebben ze kennis kunnen nemen van het feit dat het college heeft ingestemd met het willen hebben van een voortrekkersrol op dat gebied. Dat is een interessante ontwikkeling en een echte uitdaging voor een gemeente. Maar ze denken in eerste instantie toch vooral voor samenwerkende gemeenten, althans dat is de motie die zij op dit moment hebben. Ze willen graag meegeven om dat in het licht van de samenstelling van die strategische agenda mee te nemen. De heer BLOM kan zich de spagaat van de heer Wubbels wel voorstellen. Want het is ook een moeilijke. Het is een moeilijke tussen datgene wat zij al jaren verkondigen, namelijk de vierde bestuurslaag die er wat hen betreft niet moet komen, in ieder geval niet voor een strategisch bestuurlijke organisatie, maar voor een uitvoeringsorganisatie zou het kunnen. Hij vindt dat dit dan ook de invulling zal moeten wezen waar je op zou moeten mikken. Je mist dan de mogelijkheid om gezamenlijk strategisch als Achterhoek nog meer op te trekken dan ze momenteel doen. Daarom zijn ze er voorstander van dat gekozen is voor een legitimatie vooraf. Het is volgens hen een betere constructie dan wat het geweest is en ze zien daar een meer werkbare constructie in, dan de huidige en ook een meer democratisch gelegitimeerde. Daarom is de fractie van D66 blij dat de heroriëntatie op dit moment op het apparaat en de inhoud wordt gemaakt. Ze willen ook nog wel het vertrouwen geven om samen met de regio met een nadere uitwerking te komen. Maar voordat ze nu definitief gaan spreken over de invulling van het geheel, willen ze er hier nog eens mee terugkomen en zich afvragen of dit hetgeen is wat ze ervan verwachten. De richting in ieder geval die het nu inslaat is er een waar zij zich, met de reserves die ze al zeer lang lopen te verkondigen, in kunnen vinden en dat heeft te maken met de legitimatie. Over een ding zal ieder die dit stuk grondig gelezen heeft, vallen. Ze hebben twijfel bij het feit dat je, zoals hier in het voorstel staat, voor de uitvoering van de bovenlokale taken slechts € 100.000 beschikbaar hebt. Er staat: ‘Doetinchem heeft voor het jaar 2008 een taakstelling van € 100.000 voor bovenlokale taken’. Daar ontbreekt kennelijk het woord ‘bezuiniging’. Hij verzoekt in het voorstel het woord ‘bezuiniging’ in te voegen. Dat zal meer recht doen aan de werkelijkheid. Mevrouw PUTMAN laat weten dat de PvdA-fractie positief is over dit voorstel. Vooral de uitgangspunten: effectief, resultaatgericht, compact en flexibel. Die woorden zijn hun uit het hart gegrepen. Zo creëer je slagvaardigheid op verschillende gebieden. Het zwaartepunt ligt bij programmateams, de ‘taskforces’ genoemd. Een mooi voorbeeld hiervan is de samenwerking op het gebied van het TROP en ook de aanpak van daklozen. Daar bewijst het in feite al dat het kan. Ze stemmen in met de uitgezette koers voor de regionale samenwerking en met het vervolgen van het proces, gericht op nadere uitwerking van de gekozen richting. Het is inderdaad verstandig om af te wachten met het definitieve oordeel over de gevolgen van de koers van de Regio Achterhoek totdat concrete invulling heeft plaatsgevonden. De VOORZITTER dankt voor de positieve reacties en de kritische kanttekeningen. De spagaat die door een aantal leden is genoemd en is aangevoeld is niet alleen de spagaat die de raad
259
vanavond gevoeld heeft, maar ook de spagaat waar het bestuur in de regio en ook de portefeuillehouders in gestaan hebben. Op een gegeven moment moest bepaald worden of ze überhaupt iets samen met de Achterhoek wilden, waar ze het over eens waren als het ging over regionale samenwerking. Het was moeilijk om dat te ontdekken, maar een ding was duidelijk: zoals het nu gaat moet het niet, het kan en moet anders. In de verkenning die ze gemaakt hebben in overleg met een extern adviseur zijn inderdaad de drie woorden gekomen als leiding geven, richting gevend, die door mevrouw Putman werden aangehaald: resultaatgericht, compact en flexibel. Als het niet leidt tot resultaten heeft het geen zin om samen te werken. Samenwerking moet ergens toe leiden. Compact betekent dat ze een regio willen hebben die zo licht en klein is dat hij precies net dat kan doen wat hij moet doen, namelijk naar resultaat. Het moet ook een structuur zijn waar je een tijdje mee vooruit kunt en die dus flexibel moet zijn. Hij is van mening dat het voorliggende resultaat aan die drie criteria voldoet. Een criterium dat nog niet genoemd is, maar door een aantal sprekers terecht gebruikt is als openingsstatement van hun betoog is de democratische legitimatie. Er is altijd een afweging te maken tussen democratische legitimatie en effectiviteit. Je ziet in bestuurskundige artikelen wel eens een soort curven lopen van als het heel erg effectief is dan zal het wel niet democratisch zijn en als het heel erg democratisch is, dan is het niet meer effectief. Als je eindeloos doorpraat, dan is dat wel heel democratisch, maar het leidt tot niets. Als je voor resultaten gaat die niet gedragen worden, dan is de vraag waar dat uiteindelijk toe leidt. Daar moet je een soort balans in zien te vinden, maar die balans behoeft niet per se een compromis te zijn van wat halfslachtig is. Ze denken met dit voorstel een model neergezet te hebben wat het in zich heeft om zowel flexibel te zijn, gelegitimeerd met een krachtige democratische basis, als resultaatgericht. Dat is althans de theorie daarachter en de vraag is hoe dat naar de praktijk uitpakt. Die vraag is door de heer Wubbels in de groep neergelegd. Hij vindt dat een interessante vraag, omdat het een politieke vraag is om te beantwoorden of ze vinden dat ze hiermee daadwerkelijk uit de voeten kunnen als raad als ze een stuk vertrouwen geven waarbij ze ervan op aan moeten kunnen dat ze niet elke dag als politieke bestuurders dus als de volksvertegenwoordigers aan de knoppen zitten. Als de raad dat wil, kiest hij voor een ander model, althans met een andere balans dan wat hier is voorgelegd. Dat zou namelijk betekenen dat de raad ook procedures moet gaan bedenken waarmee hij tijdens de rit voortdurend kan blijven sturen en ingrijpen. Hij denkt dat dit niet werkt, omdat dat verlammend kan werken op het besluitvormingsproces. Dat betekent ook dat je de portefeuillehouders al dan niet aangevuld met externen van buiten die dan thuis komen in de eigen raad ter verantwoording kunt roepen en dat het democratisch verantwoordingsproces niet op de zogenaamde vierde bestuurslaag plaats vindt, want die willen ze in feite ook helemaal niet hebben. De regio is eigenlijk een opgetilde structuur vanuit de gemeenten waarbij je programmatische procesmatige afspraken maakt om processen vlot te trekken waar absoluut commitment voor moet bestaan op gemeentelijk niveau. Dat vindt plaats doordat in elke programmabegroting van de acht aangesloten gemeenten een paragraaf regionale samenwerking staat en daarin staan ook de successievelijke inhoudelijke programma’s die getrokken worden door de wethouders in de verschillende colleges. Dit is een trouvaille van de externe adviseur. Door deze verankering van het regiodenken in de programmabegroting van de acht gemeenten heb je gewaarborgd dat die gemeenten het er inhoudelijk over hebben waar het over moet gaan, hier en in de andere zeven gemeenten, en heb je ook een mechanisme ingebouwd om die acht gemeenten met elkaar synchroon te laten lopen. Je kunt gecharmeerd zijn van het theoretisch construct die er onder zit, maar hij kan niet garanderen of dat in de praktijk ook zo zal werken. Dat vertrouwen moeten ze geven aan de toekomst. Dat vertrouwen behoef je niet blind weg te geven, maar je moet wel zeggen dat ze over anderhalf à twee jaar even de balans moeten kunnen opmaken en bepalen waar ze staan. Die afspraken zijn natuurlijk te maken. De heer WUBBELS onderbreekt hem met de opmerking dat hij nu tegenover elkaar zet het model dat nu voor ligt – een ook door zijn fractie gewaardeerd theoretisch construct – en een constructie waarin er voortdurend sprake zou zijn van terugkoppeling in de gemeenteraad van datgene wat er gebeurd is. Daar zouden ze absoluut geen voorstander van zijn, want dan ontstaat er een volstrekt onwerkbare situatie. Het gaat hun er om dat het theoretisch construct dat er nu ligt op een zodanige wijze ingevuld wordt dat er ook een zodanig mandaat gaat ontstaan dat al die betrokken bestuurders – natuurlijk wetend dat ze zich op een adequate manier moeten verantwoorden – ook werkelijk flexibel, snel en met derden overleggend tot resultaat kunnen komen. Als je de huidige constructie leest dan gaat er iets tot stand komen - ook in zijn
260
achterhoofd hebbend hoe sommige gemeenten daarover denken – wat zo volstrekt dichtgespijkerd gaat worden dat er dan alleen maar een soort uitvoeringsbestuur gaat ontstaan dat geen marge heeft. Dan zijn ze met samenwerking niet op de goede weg. Willen ze werkelijk samenwerkend resultaten boeken dan moet het construct op zodanige manier worden ingevuld dat er echt gehandeld kan worden. De VOORZITTER begrijpt zijn zorg. Alleen veronderstelt hij dat aan die zorg tegemoet gekomen wordt door dit voorstel. Het bestuur van de regio, zowel het db als het ab, zijn besturen die puur besturen en controleren op het afgesproken proces. Wat inhoudelijk gebeurt vindt plaats in de programmateams. En de wethouders die zitting hebben in de programmateams leggen elk in hun eigen gemeenteraad verantwoording af. Je kunt zowel sturen als controleren op de inhoud als ook op het proces dat plaats vindt. Het derde punt dat hij bijvoorbeeld naar aanleiding van het arbeidsmarktbeleid wil toelichten is dit. Ze hebben nu in deze regio een voortreffelijk functionerend POA (Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt). Daar staan ze in het land voor bekend. Het zou dwaas zijn als je zulke goede externe partners en contacten hebt om dat weg te stoppen. Dat betekent dat ze in de flexibiliteit die deze structuur biedt zo’n POA daar ook een plek gaan geven. Dat zal terechtkomen bij het programmateam voor economische zaken. Daar heeft hij geen zorgen over. Het is aan de raad zelf hoe oplettend en eager de raad zal zijn om het college daarop te volgen. In de commissies komt het ook terug in de kwartaalrapportages en het dashboard en dergelijke. De regio is dus niet iets wat een aantal van de raadsleden als vertegenwoordigers in het algemeen bestuur wordt meegegeven. Zij maken het regiobeleid samen met de zeven andere raden. Dat is een ingewikkelde zaak, maar ze zijn niet gezwicht voor die ingewikkeldheid. Ze hebben er veel in geïnvesteerd om tot een slimme oplossing te komen. De oplossing is niet zo slim dat je denkt ‘Dit hebben ze aardig bedacht om er theoretisch uit te komen, maar in de praktijk zal het een wagen met vierkante wielen zijn’. Hij vraagt om het vertrouwen om dit nader uit te werken en uit te gaan proberen. De raad heeft overigens zelf in de Radstake-2-bijeenkomst van 24 september een aantal statements meegegeven over de inhoudelijke programmering. Een zeer spannende bijeenkomst vindt plaats op 19 november in de Radstake-3-bijeenkomst als de raden de gelegenheid krijgen te stemmen met de stemkastjes om hun mening kenbaar te maken of ze willen voor een zwaar model, een licht model of een model dat daartussenin zit. Aan die modellen zitten prijskaartjes vast, die je kunt differentiëren naar hoe je het wilt hebben. De raad krijgt inzichtelijk gemaakt wat ze krijgen voor welk bedrag. Als ze iets meer willen wat iets meer mag kosten, dan kiezen ze daar transparant voor. Moet het voor een bepaald bedrag, dan wordt dat transparant getoond. De vrees van de heer Van Doesum dat die marge van 25% wel eens een opwaartse druk kan zijn waardoor ze toch tot een groot apparaat komen, denkt hij te kunnen wegnemen. De raad is er namelijk zelf bij. Het wordt volkomen transparant gemaakt. En de € 100.000 taakstelling waarover de vrees werd uitgesproken of ze dat wel gaan halen in die nieuwe structuur, denkt hij zeker te zullen halen, misschien wel meer. Dat bepaalt de raad zelf aan de hand van datgene wat hun helder wordt gepresenteerd aan varianten. Hij denkt dat het uniek is dat zij aan de legitimatie aan de voorkant van dit proces iets gedaan hebben met de stemkastjes, waarbij alle raadsleden, ongeveer 120 personen, hadden kunnen komen. Dat is meer dan de helft van het aantal raadsleden (ongeveer 60%). Dat is nog nooit in Nederland vertoond. En dat in een aantal stappen. Hij vindt dat ze ook dat als een typisch Achterhoeks product moeten zien dat als dingen ingewikkeld zijn ze het met elkaar aandurven en ook durven te vernieuwen. Dat bestuurlijke vernieuwingsdenken dat ze op deze manier gestalte gaan geven is iets wat bestuurlijk in Nederland interesse opwekt. Waar het vooral interesse opwekt is bij hun economische partners. Bij de Kamer van Koophandel, bij het NCW en ook bij de sociale partners wordt met veel interesse gekeken naar een Achterhoek die dynamiseert. Als de heer Van Doesum zijn afschuw uitspreekt over groene scharnieren, geeft hij de heer Van Doesum daar helemaal gelijk in. Bruisende groene scharnieren. De heer VAN DOESUM licht toe dat hij zoiets altijd voor zich ziet; ijzerwerk in zoutzuur. Hij verzoekt hem de voorzitter van de regio te vragen zulke dingen nooit meer te schrijven. De VOORZITTER antwoordt dat hij niet wist dat de heer Van Doesum deze opmerking zou maken, maar hij had hem zelf kunnen maken. Deze typer heeft ook gestaan op het regioplan dat bij de provincie is ingediend. Dat is bij de voorzitter van de Regio Achterhoek gekomen. Die heeft de telefoon gepakt en gezegd dit stuk niet te tekenen met zo’n titel. Toen ze zeiden geen andere te hebben stelde hij voor ervan te maken: vitaal en verbindend. Dat is wat ze zijn, springlevend, ze zoeken elkaar op om samen de klus aan te pakken en in die geest verwacht hij ook een uitspraak van de raad van Doetinchem.
261
De heer WUBBELS verklaart dat zijn fractie niet minder maar meer vertrouwen wil geven dan in het huidige voorstel staat en meer ruimte creëren om te besturen. De heer BLOM vindt het goed te horen dat het woord vertrouwen steeds vaker voor komt de laatste tijd. De fractie van D66 heeft er vertrouwen in dat de voorzitter er met zijn partners in de regio goed uit komt. Hij denkt echter dat het vertrouwen er niet alleen moet zijn in het opzetten van het product, maar dat er ook onderling vertrouwen moet zijn binnen de regio zelf dat ze het met en voor elkaar doen en dat ze niet de situatie krijgen die ze jarenlang hebben gehad waardoor het meer een samenwerking tegen wil en dank was. Dat is wat je niet op papier kunt uitvlooien; dat moet je door voorbeeldgedrag van allemaal binnen de regio zien te bewerkstelligen. Alleen dan kan je ook daadwerkelijk die partner zijn die bovenlokale zaken doet die hij ook zou moeten doen. In de richting van de heer Wubbels zegt hij het te hebben gehad over een uitvoeringsbestuur met volledig mandaat voor uitvoerende taken. Maar strategisch zullen er ook hele belangrijke dingen moeten gebeuren. Strategisch willen ze zeggen dat binnen de kaders van de begroting er wat de fractie van D66 betreft ruim mandaat mag wezen. Die begroting zorgt voor de democratische legitimatie en de tergkoppeling is een legitimatie achteraf. Dan zijn het meestal voldongen feiten en daar hebben ze niet zoveel zin in. Ze geven liever van tevoren mee waar ze naartoe willen. Binnen die kaders heeft het bestuur grote ruimte van spelen, maar niet zoveel verder. Want daar willen ze toch wel weer zelf bij zijn. De VOORZITTER wil checken of hij de wensen van de laatste twee sprekers goed begrepen heeft. Hij proeft ook een nuanceverschil tussen de heren Blom en Wubbels. Het gaat om de vraag of je ruimte geeft, hoe je die markeert en hoe groot je die maakt. Wat in dit voorstel beoogd is, is dat er maximale ruimte wordt gegeven voor de volksvertegenwoordigers op lokaal niveau die de kaders bepalen. De volksvertegenwoordigers bepalen wat de speelruimte is voor de mensen die zij het veld insturen. Dat zijn hun eigen wethouders die zich verenigen in een programmateam. Al die gemeenten bepalen samen wat de speelruimte gaat worden van hun gezamenlijke wethouders, portefeuillehouders in bijvoorbeeld een programmateam economische zaken. Of die ruimte inhoudelijk groot of klein is, bepaalt de raad zelf. Ook de vraag of dat flexibel is of niet bepaalt de raad zelf. Heeft de raad veel vertrouwen en veel behoefte aan dynamiek en slagkracht, dan betekent dat, dat hij met relatief ruime kaders gaat werken. Als de raad dicht op de knoppen wil zitten – en dat kan hij differentiëren per programma – dan maakt hij de kaders wat enger. Wat ze nadrukkelijk beoogd hebben is, dat de raad in het werk dat ze hier in gang gezet hebben inhoudelijk voor de strategische agenda van de Achterhoek geen last hebben van een dagelijks bestuur en een algemeen bestuur dat zich met inhoud gaat bemoeien. De rol van het ab en het db is puur het bewaken dat die nieuwe ‘regionale machine’ zijn werk kan gaan doen en in control is. En die kijkt of datgene is afgesproken wat er op lokaal niveau is georganiseerd. Het is buitengewoon complex en ze zullen er een stevige klus aan hebben. Je moet het zowel doen als het gaat om het voorbereiden van de nieuwe beleidscyclus alsook bij het terugkijken op de oude beleidscyclus. De rol van het ab en het db wordt er meer een van bestuurlijke controle ten behoeve van de acht gemeenten dan dat het een soort politbureau is dat de inhoudelijke agenda gaat bepalen van wat goed is voor de Achterhoek. Met name richting de heer Wubbels zegt hij dat hij de flexibiliteit, de slagkracht en de legitimatie krijgt. Sinds Thorbecke is niet uit te vinden of dit de beste oplossing is die denkbaar is. Dat is de kwadratuur van de cirkel. Dit is niet de kwadratuur van de cirkel, maar wel een echte Achterhoekse oplossing die werkt omdat hij eenvoudig is en gebaseerd op onderling vertrouwen. De VOORZITTER constateert dat de raad met in achtneming van de gemaakte suggesties en kanttekeningen instemt met het voorstel. 3
REGIOCONTRACT 2008-2011 De heer BLOM vraagt opheldering over een zin in het voorstel die hun verwondering wekt. Er staat: ‘Er zijn geen risico’s aan dit voorstel verbonden’. Ze weten dat regiocontracten nagenoeg altijd uitgaan van cofinanciering en omdat ze in dit huis hebben afgesproken dat het benoemen van risico’s meer betreft dan alleen een financieel risico, omdat er ook sprake kan zijn van
262
imagorisico’s, afbreukrisico’s en dergelijke en dat ze die ook zouden proberen te implementeren in hun programmatisch denken, verzoekt hij het college aan te geven waaruit het concludeert dat er geen risico’s aan dit voorstel zijn verbonden. De VOORZITTER verklaart dat wat hier bedoeld wordt financiële risico’s zijn. Het is niet zo dat de raad geconfronteerd gaat worden door in te stemmen met dit voorstel dat er later een verzoek om een aanvullende financiering kan komen, omdat hij op 1 november akkoord gegaan is met dit voorstel. De heer BLOM reageert dat als ze uitgaan van cofinanciering en stel in het onwaarschijnlijke geval dat ze vrij veel binnenslepen met die regiocontracten en dat ze dus gelden krijgen, dan krijgen ze die alleen als ze er ook zelf geld bijleggen. Hij vraagt of ze in de begroting voldoende gereserveerd hebben om al die contracten uit te voeren zonder dat ze behoeven te denken: we krijgen € 2 miljoen, maar moeten er helaas zelf nog € 2 miljoen bijleggen anders kan het niet doorgaan. De VOORZITTER legt uit dat wat het college heeft beoogd met deze opmerking is de raad te vrijwaren dat er onaangename verrassingen in komen te zitten, dat de gemeente extra zou moeten suppleren om het geld van de provincie alsnog binnen te krijgen. Het is zo dat ze bepaalde wensen hebben en daarbij iets tekort komen. Dat vragen ze aan de provincie en dan kunnen ze het project gaan realiseren. Het is in feite omgekeerd. We lopen risico als het regiocontract wat betreft de gemeente Doetinchem niet door zou gaan, wat betekent dat ze op bepaalde projecten geld tekort gaan komen. Juist omdat ze dat zo overtuigend kunnen duidelijk maken, omdat ze de hefboomwerking van deze provinciale gelden voor de aangegeven projecten nodig hebben, denkt het college nu te kunnen stellen dat dit zo zeer verantwoord is. Wees gerust dat de raad geen aanvullende verzoeken van het college krijgt om dit regioprogramma te kunnen implementeren. De VOORZITTER concludeert dat de raad met algemene stemmen instemt met het voorstel. 4
RAPPORT REKENKAMERCOMMISSIE VAN ÉÉN LOKET NAAR GÉÉN LOKET De heer GOTINK geeft te kennen dat de gemeente de landelijke norm haalt, de minimale norm voor dienstverlening aan onze inwoners. Daarmee zijn we op de goede weg. Het systeem voldoet echter nog niet. Het gebruiksgemak voor de burger moet daarbij centraal staan, zoals bijvoorbeeld de zoekfunctie Google aangeeft. Verbeterslagen door het SMARTer formuleren van doelstellingen en prestaties in onder andere begrotingen en beleidsplannen. Het borgen van digitale ontwikkelingen in de ambtelijke organisatie. Het verwerken van de digitale component in de procesgang. Publiciteit over digitale producten aan burgers. Uitbreiding van producten, hosting en back-up contractueel vastleggen. Tot slot versterking van de rol van de raad met specifieke kaders en ambities. Op blz. 61 worden concrete prestaties beschreven. Een positieve ontwikkeling in kwaliteit van doelen en prestaties. Er is sprake van doelen die meer specifiek meetbaar en tijdgebonden zijn geformuleerd. Eenvoudiger voor de raad kaders te stellen waarmee is te sturen en te controleren. Als raad stellen ze de programmabegroting en daarmee de kaders vast voor digitale dienstverlening. Deze reguliere planning- en controlcyclus is de enige wijze waarop ze kaders stellen. Hij vraagt zich af of daarbij ook de “concept”-beleidsnota’s horen. Op dit gebied hebben ze als raad niets vastgesteld. Hij vraagt zich af of ze dat niet alsnog moeten doen. Hoe informeren over voortgang projecten digitale dienstverlening? Naar de mening van de CDA-fractie niet door een informele raad. Hij denkt daarbij aan de laatste bijeenkomst die ze hier gezamenlijk hebben gehouden. Het lijkt hun beter om dit in maart of begin april in een commissie te doen en van daaruit naar de raad. Als raad moeten ze beter en actiever controleren op doelen digitale dienstverlening. Keuze maken uit vorm en niveau. Vraag is daarbij wat hun de digitale dienstverlening aan de burger mag kosten. De heer HEIJ onderschrijft de conclusies en aanbevelingen van de rekenkamercommissie van harte. De vraag aan de wethouder is, als ze het onderzoek zo verder gaan uitvoeren en voortzetten, in hoeverre de dienstverlening aan de raad kan worden meegenomen in hetzelfde
263
onderzoek of dat daar een specifiek onderzoek voor op touw gezet zal moeten worden. De heer LANGEVELD laat weten dat de fractie van GroenLinks de aanbevelingen van de rekenkamercommissie ondersteunt. Wel willen ze graag afspreken wanneer ze een plan van aanpak in de raad kunnen bespreken. Wat hen betreft zou het in maart kunnen zijn. De heer BLOM vindt dat dit aan de raad aangeboden stuk om een ontspannen behandeling vraagt met hoor en wederhoor. Daar legt hij de nadruk op omdat het om een onderwerp gaat dat zich eigenlijk geheel buiten de politiek zou moeten bewegen. Het is niet voor het eerst dat ze hier over praten. Dit maakt meteen de aanbevelingen van de rekenkamercommissie zo bijzonder. Natuurlijk hebben ze gelijk met hun opmerkingen, maar deze zijn niet nieuw en al helemaal geen eye-openers. Ze weten al lang dat de digitale dienstverlening als product nog verre van ontwikkeld is in Doetinchem en dat het onderdeel gebruiksvriendelijkheid daarbinnen nog een hoofdstuk apart is. Ze zijn ook niet voor het eerst bezig om SMART beleidsuitgangspunten over dit onderwerp te formuleren. In het verleden heeft de gemeenteraad en het college hier al vele voornemens over uitgestort. Waarom blijkt het dan toch zo lastig om ondanks alle goede voornemens een goede en gebruikersvriendelijke digitale dienstverlening op te zetten? De fractie van D66 is van mening dat onze gemeente niet bij machte is om zodanig flexibel en publieksgericht te denken dat er op korte termijn een goed werkend product komt te liggen. Dat is geen verwijt, maar een constatering. Hij meent dit ook te mogen constateren omdat hij in het recent verleden samen met collega’s druk en trek heeft uitgevoerd vanuit het dagelijks bestuur en er ook zelf niet in geslaagd is om dat te bewerkstelligen. Het mooiste voorbeeld van onmacht is wel dat de organisatie met alle goede bedoelingen al jaren bezig is om formulieren eerst te standaardiseren en dan te digitaliseren. Doordat ze dat doet met verschillende gemeentes die elk weer hun eigen dingetje erin willen hebben, duurt het al jaren en schiet het niet echt op. Ze hebben al in het verleden gezegd dat vooruitlopend op de uitkomst van deze exercities het misschien wel handig is om formulieren gewoon in te scannen en op het net te zetten. Dit natuurlijk wel in afwachting van beter, want dat is geen ideale situatie. Tot op heden schijnt dat ondanks toezeggingen helaas niet te lukken. Daarom heeft de fractie van D66 alvast de Wmoformulieren op de site gezet. Ze hebben ze gewoon ingescand. Die kunnen dan per definitie vooral voor mensen die niet al te mobiel zijn gewoon vanuit de site gedownload worden. Dat is zeker niet ideaal, maar nog altijd 100% beter dan geen formulieren. Hetzelfde geldt ook voor de veelheid van andere formulieren en zeker ook voor DigiD. Het advies dat nu voor ligt vraagt weer een plan te maken voordat ze overgaan tot uitvoering. De burgers van Doetinchem zijn niet gediend met het zoveelste plan over dit onderwerp. Ze moeten gewoon durven digitaal hun nek uit te strekken en uit te voeren wat ze willen. Ze weten wel wat ze willen. Dat hebben ze hier al jaren diverse malen besproken. Van weer een plan komt er echt geen bitje op het net. Hij spoort aan daarmee te beginnen en zo snel mogelijk. De heer BOLAND zegt dat Doetinchem volgens de rekenkamercommissie op de goede weg is met betrekking tot de digitale dienstverlening. Ze halen ook de landelijke norm. Je constateert uit het rapport dat digitale dienstverlening nog teveel een ambtelijke aangelegenheid is en nog te weinig een raadsaangelegenheid. Volgens hem gaat het daar vanavond over. De DSD-fractie heeft als een van haar speerpunten adequate dienstverlening aan de inwoners. Digitale dienstverlening staat voor hen niet op zichzelf, maar is onderdeel van de totale inrichting van het dienstverleningsconcept. Deze wereld heeft vaak overspannen verwachtingen van digitale dienstverlening. Het is een onderdeel van het totale dienstverleningsgebeuren. Het dienstverleningsconcept heeft altijd twee componenten, de persoonlijke en de technische component. Digitale dienstverlening staat niet op zichzelf, maar is aanvullend en ondersteunend. En de inzet van digitale middelen bij het product dienstverlening moet leiden tot verhoogde doelmatigheid, efficiënte werkprocessen en last but not least aantoonbare tevredenheid van de inwoners van Doetinchem. Die moeten ervaren dat de gevraagde service gebruiksvriendelijk en gemakkelijk wordt en dat ergernissen vermeden worden. Daar kan je het goed voor gebruiken. De servicenormen die ze hanteren moeten in- en aangepast worden aan het digitale tijdperk. Een cruciale aanbeveling uit het rapport is de kaderstellende rol van de raad. Zij vinden dat het wel belangrijk is dat er kaderstelling gemaakt wordt. Die aanbeveling nemen ze samen met de andere graag over. Ze doen het college een gericht verzoek om een kaderdocument digitale
264
dienstverlening te maken, waarin de ambities – denk aan terugdringen administratieve lasten, verhoogde toegankelijkheid, servicenormen, realisatie inzet middelen en beheer – helder neergezet worden. Dan hebben ze een uitgangsdocument waarbinnen ze de digitale dienstverlening kunnen borgen. De digitale dienstverlening moet voor hen niet leiden tot een utopisch geldverslindend systeem, maar een overzichtelijk, betaalbaar, degelijk en toegankelijk pakket. Input voor die nota kan ook zijn de ervaren ergernis van onze inwoners. Leg maar eens een link met wat straks besproken zal worden over bijvoorbeeld het minimabeleid en de luisterzitting van de mensen die daar aanwezig waren. Ook andere bijeenkomsten hebben voldoende input gegeven om aan te geven waar je naar moet kijken en waar digitalisering een adequaat middel kan zijn. Voor de DSD-fractie zijn ook ervaringsgegevens van andere gemeenten van belang. In de informele raad hebben ze ook een voorbeeld gehad hoe andere gemeenten de digitalisering oppakken en er goed naar kijken en aan benchmarking doen. De raadsbehandeling van die kaders zou dan in de zomerraad van juni 2008 kunnen plaatsvinden, zodat je de kosten zou kunnen meenemen in de begroting van 2009. De VOORZITTER verklaart dat de bedoeling van de behandeling van dit stuk is, dat de raad een uitspraak doet over het ambitieniveau digitale dienstverlening en dan aan het college gericht meegeeft om dat voor de raad uit te werken. Een aantal sprekers heeft suggesties gedaan, vooral ook naar elkaar toe. Hij nodigt ze uit om te reageren op elkaars voorstellen en suggesties. Hij meent dat dit op zich een heel werkbare manier kan zijn om het college te vragen een kaderstellend document op te stellen. Een aantal van de sprekers heeft ook al aangegeven dat de weg daar naartoe er een moet zijn van openheid: stop het niet weg in een informele raadsvergadering, maar behandel het gewoon in een publiek besluitvormingstraject. Wethouder VAN DER MEIJS spreekt namens het college uit dat ze blij is met dit rapport omdat het iets is wat heel erg leeft binnen het college en de raad, maar ook binnen het ambtelijk apparaat. Ze zijn ook blij met de aanbevelingen. Het geeft aan de ene kant aan dat ze er nog lang niet zijn, maar ze komen van heel ver en zijn toch al een eindje op weg. Het gaat inderdaad niet van vandaag op morgen. Het college is echter van mening, los van de aanbevelingen – en als de raad die overneemt zal het college die gaan uitvoeren – dat dienstverlening hier in huis meer is dan een mooie internetsite. Digitale dienstverlening vormt daar een onderdeel van. In dat proces is de raad middels informele raden al meegenomen waar ze staan en gaan. In dat proces is kaderstelling door de raad, niet alleen op gebied van digitale dienstverlening maar voor dienstverlening in het algemeen, onontbeerlijk. Vandaar dat het college in maart/april volgend jaar zal komen met een voorstel aan de raad waarin de raad op een breed vlak van dienstverlening de kaders moet stellen die het college moet gaan aanhouden. Dat heeft te maken met de dienstverlening naar de burger toe, deregulering waar ze mee aan de gang zijn. Hoe maken ze het voor de burgers minder ingewikkeld, klantvriendelijker? Het heeft zo ontzettend veel facetten. Op de langere termijn heeft het ook te maken met hoe je kijkt naar de huisvesting hier in huis, hoe je met de loketfuncties omgaat. Daar zijn ze nog niet helemaal uit. Afgelopen dinsdag is er een brainstormsessie met het college geweest. Deze kaderstelling voor de brede dienstverlening wordt niet weggestopt, maar komt volgens het officiële traject naar commissie en raad toe in het voorjaar van 2008. De aanbevelingen in dit rapport nemen ze daar graag in mee als de raad daar in tweede instantie zich mee kan verenigen. In hoeverre dat al uitgewerkt wordt in dat brede concept kan ze nog niet zeggen. Ze zegt echter toe dat als het niet zo is dat deze aanbevelingen in dat brede concept meteen meegenomen worden, dat de raad vóór 1 januari 2008 van haar te horen krijgt dat ze het hele pakket uiterlijk in april 2008 kunnen verwachten of dat het zo specifiek is, dat ze het later krijgen. Ze hoort graag in tweede instantie of de raad instemt met het brede spoor waar de digitale dienstverlening waar het vandaag om gaat, de aanbevelingen die ze graag overnemen, onderdeel van is. De heer GOTINK memoreert dat door meerderen is opgemerkt het vooral gebruiksvriendelijk te houden. Hij denkt dat het een heel belangrijke voorwaarde is om straks invulling aan dit gebeuren te geven, zodat zoveel mogelijk burgers op een gemakkelijke manier mee kunnen werken. Wat betreft het leren van fouten vindt hij het ook belangrijk om regelmatig te controleren of zaken lopen en aan verwachtingen voldoen zoals gewenst is. In eerste instantie betoogde hij al het vooral klantgericht te houden en te zorgen dat de burger er ook werkelijk wat
265
mee heeft en ook werkelijk wat mee kan. Een van de fracties heeft ook gezegd het voor de raad nog eens een keer te bekijken in hoeverre dit meegenomen kan worden. Hij vindt het best een goede suggestie om daar naar te kijken. Meerderen hebben bevestigd dat ze echt aandacht moeten geven aan de kaderstellende rol van de raad. Wat betreft het ambitieniveau komt de vraag naar voren wat het mag kosten. Volgens hem heeft de DSD-fractie opgemerkt dat ze het heel belangrijk vinden en dat het daarom het nodig mag kosten. Hij is van mening dat als ze het doen, dit ook goed moeten aanpakken en zorgen dat het bruikbaar is voor de burger. Hoever het moet gaan is een vraag waarover je volgens de heer HEIJ een avond kunt volpraten, maar uitgaande van de klant, de burger die daarin iets van de gemeente verwacht, waar de gemeente iets levert, is effectiviteit vooral dat de burger antwoord vindt op zijn vragen. Als je de informatievoorziening zodanig kunt regelen dat wellicht zonder tussenkomst van mensen de antwoorden op die vragen te vinden zijn middels een digitale voorziening, dan denkt hij dat je wat effectiviteit van de digitale dienstverlening betreft al heel snel heel ver komt. Belangrijk is wel om zicht te hebben in de vragen die er zijn, maar hij neemt aan dat vanuit de ervaringen met de gemeentewinkel duidelijk te analyseren is waar de meeste vragen over gaan en welke informatie het beste het snelst aangeboden kan worden. Dat het heel breed is, is een feit. Dienstverlening aan de raad is een, dienstverlening aan de burger is twee. Hoe er binnen dit huis wordt samengewerkt is een belangrijk aspect. Vraag is dan vooral: wat mag het kosten? Het mag heel wat kosten, maar hij heeft geen flauw benul hoeveel er voor de kosten die nu in de begroting staan gedaan kan worden om deze plannen te realiseren. Daar eindigt zijn kennis. Hij wil heel graag een heel hoog niveau, zo snel mogelijk voor 80% van de behoefte. Hoever daarin met de begrote kosten gegaan kan worden is hem echter niet bekend. Hij ondersteunt alles wat in die richting gaat. Volgens de heer LANGEVELD kan je de ambities zo hoog stellen als je wilt, maar ze worden begrensd door de middelen die je beschikbaar wilt stellen. De ambitie is duidelijk: de drempels weghalen zodat de toegankelijkheid toeneemt, maar je zult dat moeten afwegen tegen de middelen die er zijn. Dan heb je wat meer inzicht nodig op een aantal punten. Het debat dat ze in maart/april gaan voeren is daar het goede moment voor. De heer BLOM vond de uitspraak van de wethouder terecht toen ze zei dat dienstverlening meer is dan een mooie internetsite. Hij keek vanmiddag op zijn computer hoe laat deze vergadering begint en kreeg als antwoord: deze pagina is niet beschikbaar. Gelukkig is dienstverlening meer dan een mooie internetsite, want anders waren ze toch nog verder van huis. Dit rapport gaat overigens wel over digitale dienstverlening en niet over de andere vormen van dienstverlening. De kaders die hij in zijn eerste instantie heeft neergezet zijn natuurlijk de gebruikersvriendelijkheid, die moet prevaleren, het vanuit de cliënt denken en de raad is natuurlijk net zo’n grote klant als iemand die beneden in de winkel binnenkomt. Iets anders is dat een half ei beter is dan een lege dop. Dezelfde wethouder die hierover gaat heeft onder andere bij mobiliteit gezegd dat ze vooruitlopend op sommige dingen alvast snelle acties kunnen doen. Er zijn hele gemakkelijke acties: scan die formulieren en zet ze op de site. Het is niet ideaal, maar het is zo simpel en het kost niets meer. Zijn collega’s hadden het over de vraag wat het mag kosten, maar nergens heeft hij gehoord: ‘wat moet het opleveren?’. Het levert zoveel op als je goede digitale dienstverlening hebt. Dat moet je eens goed tegen elkaar afwegen, niet alleen financieel, maar ook inhoudelijk. Ook dat punt moet in die debatten worden meegenomen wanneer ze het er goed inhoudelijk over gaan hebben. De heer BOLAND is zijn eerste instantie geëindigd met het formuleren van een aantal uitgangspunten voor het kaderdocument. De wethouder heeft erop gereageerd dat er toch iets moet komen waarin de kaders voor de digitale dienstverlening worden vastgelegd. Op zich vindt hij het een goede aanpak dat het wordt ingekaderd in het totale dienstverleningsconcept. Dat sluit ook aan bij zijn betoog. Ook het tijdpad klopte met wat hij gezegd heeft. Hij had het over juni 2008 en de wethouder sprak van januari 2008 waarin wat gegevens verstrekt worden en dat wordt dan uitgewerkt in maart/april tot een totaal document. Dat lijkt hem een goede aanpak. Wat betreft de ambities hoort hij zeggen dat er heel veel mogelijk is in de digitale wereld. Dat is ook zo. Maar er is ook een enorme valkuil en dat is het overspannen patroon daarbij en de
266
onbeheersbaarheid van de kosten en de systemen. Je kunt steeds stappen verder gaan waardoor het onbeheersbaar dreigt te worden. In die zin hecht hij wel aan een kadernota om af te bakenen wat je precies wilt, wat het mag kosten, niet alleen materiaal, maar ook beheerskosten en ambtelijke inzet. De ict-wereld is een dure wereld en er moet alvast afgebakend worden wat je ermee wilt. In dienstverlening zijn drie onderdelen aan te wijzen. Extern naar de burger toe, intern naar de organisatie toe en ook intern naar de raad toe. Als je die drie trappen meeneemt kom je een heel eind met het opstellen van een kadernota. Wethouder VAN DER MEIJS geeft te kennen dat het college met de raad afspreekt dat er uiterlijk in april 2008 een kaderstellende nota komt voor de dienstverlening hier in huis, inclusief de digitale dienstverlening. Daarin kan de raad de kaders stellen, wat de raad wil en de uitvoering. Dan zullen ze ook de middelen daarbij betrekken. De VOORZITTER acht deze toezegging concreet genoeg en de griffier zal zorgen dat die in het dashboard wordt opgenomen. De VOORZITTER stelt vast dat de raad instemt met het voorgestelde onder 1 t/m 12 en heeft kennis genomen van de toezegging van het college. 5
NOTA FONDS BOVENWIJKSE VOORZIENINGEN Dit voorstel wordt zonder bespreking door de raad aangenomen.
6
ARMOEDENOTA GEMEENTE DOETINCHEM De heer VERHOEVEN staat er niet als fractievoorzitter van de VVD-fractie, maar als voorzitter van de raadscommissie. Ze hebben als raad samen met het college het armoedebeleid nadrukkelijk op de agenda gezet en dat proces was er een waar ze zelf trots op zijn, trots op de inbreng van de mensen, maar ook trots op de voortvarendheid waarmee dat is gelopen. Aan de andere kant is het voor de raad een van de hoogtepunten van het politieke jaar. Ze hebben een luisterzitting gehouden en willen vanuit de verwachting die ze hebben gewekt bij alle deelnemers nogmaals de piketpaaltjes aanbrengen. Dat hebben ze verwoord in een amendement waarin sommige onderdelen wellicht ten overvloede genoemd worden omdat ze ook in het voorstel van het college staan, maar voor de volledigheid zijn opgenomen. Dat amendement wordt gesteund door alle raadsfracties. Hij leest het voor.
Amendement De raad van de gemeente Doetinchem, in vergadering bijeen op 1 november 2007; overwegende dat de raad en het college het armoedebeleid nadrukkelijk op de politieke agenda hebben geplaatst; dat vanuit deze verantwoordelijkheid de behoefte bestaat nadrukkelijk de piketpaaltjes aan te geven; b e s l u i t: A. De armoedenota ‘Ondersteunen en meedoen’ vast te stellen. De nota omvat o.a. de volgende onderwerpen. 1) voorstellen gericht op organisatorische veranderingen: a. het verbeteren van de samenwerking tussen de instellingen: verbinden naar buiten, met daarbij een concreet plan van aanpak ten aanzien van de regievoering door de gemeente Doetinchem; b. dienstverlening en continuïteit medewerkers, met daarbij een concreet plan van aanpak hoe de knelpunten op te lossen;
267
c. professionalisering op financieel ondersteuningsgebied. 2) direct te realiseren voorstellen: a. invoering van het digitale klantdossier; b. communicatie over minimavoorzieningen via website en brieven; c. bestandskoppeling en –vergelijking; d. aanvulling Aow met uitkering uit de Wwb; e. bijdrage Meedoenregeling vooraf verstrekken; f. optrekken collectieve ziektekostenverzekering naar 120% van het sociaal minimum; g. versoepelen langdurigheidstoeslag; h. inzichtelijk maken of er ‘slepende’ dossiers bestaan, hoeveel dit er zijn en wat de oorzaak is. 3) nader te onderzoeken voorstellen: a. terugdringing ondergebruik door sociaal raadslieden; b. activering stimuleren door vaker gebruik te maken van de vrijwilligersvergoeding; c. herijking vergoedingen voor ziektekosten bijzondere bijstand en transparantie door een lijst; d. bijstand ‘om niet’ of leenbijstand; e. 18+ regeling; f. collectieve verzekering ter dekking van het in te voeren eigen risico; g. opstellen plan van aanpak waarin de behandelingstermijnen worden vastgelegd; h. consequenties van het invoeren van bestuurlijke boetes bij het overschrijden van termijnen in beeld brengen; i. collectieve overlijdensverzekering, internet- en telefoonkosten voor samenwonende ouderen. 4) tenzij anders vermeld, worden alle voorstellen en onderzoeken afgerond in februari 2008 B. Dat de gelden die van rijkswege semi-geoormerkt worden verstrekt ter bestrijding van armoede of hulp bij schulden, in de gemeente Doetinchem daarvoor ook worden aangewend. C. April 2008: vaststellen nieuw armoedebeleid. D. Eind 2008 een evaluatie uitvoeren naar de effecten van het herziene beleid. De fracties van: VVD, CDA, PvdA, GroenLinks, DSD, D66, Stadspartij, ChristenUnie-SGP Wethouder VAN DIJK noemt het proces waarbij deze nota tot stand gekomen is bijzonder. Dat is ook in de commissie beleidsontwikkeling benadrukt. Hij vindt het ook. Als je kijkt naar de samenwerking tussen raad, college, de mensen om wie het gaat in deze stad, de ambtelijke organisatie is gebleken dat in een hele korte termijn van krap 2 maanden ze de piketpaaltjes met elkaar geslagen hebben voor een nieuw armoedebeleid. Dat is niet zomaar een onderwerp, maar een van de maatschappelijke thema’s waarvan ze met elkaar heel a-politiek gezegd hebben dat dit een probleem is dat bestaat en dat ze ook moeten oplossen. Hij is er trots op dat ze het op die manier met elkaar hebben aangepakt. Ze hebben het ook in een drieslag neergezet in de nota en die zijn door de voorzitter van de commissie opgelezen. Maatregelen van korte termijn, maatregelen die in het eerste kwartaal van 2008 moeten worden opgeleverd en zaken die zien op organisatorische afstemming en verbetering. Wat het amendement betreft kan hij niet anders dan het ermee eens zijn. Het is voor 99% het raadsbesluit plus daaraan toegevoegd die zaken die hij ook tijdens de commissievergadering heeft aangegeven nader te willen onderzoeken omdat hij het goede suggesties van de raad en de commissies vond. Waar het om gaat is dat alle informatie
268
die uit luisterzittingen, uit zijn inloopspreekuur komt, die bij de ambtelijke organisatie bekend is, uiteindelijk straks landt in beleid waar mensen mee verder geholpen worden. Dat amendement behoeft wat het college betreft niet eens in stemming gebracht te worden. Dat neemt het college gewoon over. De raad vraagt in het bijzonder nog aandacht voor ‘lastige dossiers’. Hij begrijpt die vraag heel goed. Hij wil er zelf ook inzicht in hebben, al is het maar omdat ook hij niet wil dat er sprake is van Kafka-achtige manieren van werken. Een quick-scan heeft ook opgeleverd dat het eigenlijk reuze meevalt. Het gaat soms om herhaalaanvragen waar weer nieuwe vragen aan worden toegevoegd enzovoort. Als overheid kan je het niet altijd de mensen naar de zin maken, waar mensen dat misschien soms wel heel graag zouden willen. Hij denkt dat het goed is met elkaar te constateren daar waar het goed gaat en daar waar het niet goed gaat, want daar kunnen ze weer van leren. Hij is ervan overtuigd en weet ook dat de dienst Werk en inkomen heel hard werkt om de dienstverlening voor mensen die kwetsbaar zijn en die afhankelijk zijn van uitkeringen te verbeteren. Daar waar een verbeterslag gemaakt kan worden zullen ze dat ook doen. Daar waar straks uit die inzichten zal blijken dat het ook goed gaat, moeten ze dat ook met elkaar kunnen uitdragen. Bijvoorbeeld een aantal servicenormen die ook dit jaar weer gehaald zijn: 95% van alle aanvragen worden afgehandeld in 8 weken; 82% daarvan ook nog eens in 4 weken en in sommige gevallen zelfs nog dezelfde dag als het gaat om hele spoedeisende zaken, huisuitzettingen of mensen die in de knel komen. Het kan beter en daarvoor dient ook dit proces. Ze zijn er ook niet mee klaar. Dit was de eerste slag. Na het eerste kwartaal waarin de onderzoeksopgaven worden afgerond stellen ze vervolgens de tweede fase van het minimabeleid vast. Ze zijn er dan nog lang niet. Eind 2008 gaan ze het met elkaar evalueren en wellicht komen ook daar weer nieuwe aanbevelingen uit naar voren. Hij denkt wel, kijkend naar de manier waarop ze dit met elkaar hebben aangepakt, raad, college, doelgroep, ambtelijke organisatie, medewerkers intern, maar ook van externe organisaties als het Platform armoedebestrijding, IJsselkring of anderen, dat ze vanavond wel een enorme stap in het proces zetten. Ze kunnen en ze willen leren en het gaat op een aantal punten heel goed. Ze kunnen het altijd beter doen en ze zullen met elkaar afspreken dat ze dat ook gaan doen. Het eerste kwartaal van 2008 leveren ze de onderzoeksresultaten op en daarna kunnen ze die ook met elkaar vaststellen in een integrale afweging in de raad van april. De VOORZITTER constateert dat in het amendement ook de moedertekst van het voorstel is verwerkt en dat ze daarom ook de moedertekst niet in stemming behoeven te brengen na het amendement. Hij stelt vast dat de raad met algemene stemmen instemt met het geamendeerde voorstel zoals dat thans voor ligt. 7
MODERNISERING WET SOCIALE WERKVOORZIENING Mevrouw DUIJN heeft namens de DSD-fractie een paar opmerkingen die behoren bij de kaders en die zal ze met elkaar in verbinding brengen. Ze kunnen zich vinden in het voorstel tot samenwerking tussen de drie gemeenten, mits dit leidt tot meerwaarde van het functioneren van Wedeo en WSW ten behoeve van de cliënten en niet tot vertraging of afremming van de ideeën van Doetinchem ten aanzien van Wedeo. Dit betreft kader 1. In hoeverre is de ambitie van het college om beschut werken te borgen te verenigen met het besluit de uitvoering van de WSW budgettair neutraal te laten verlopen? Op die manier zijn de financiën leidend en niet het beleid om te kiezen voor maximale ontplooiing van ieder individu verbonden aan Wedeo. Dit betreft kader 3 en 8. Verder zijn ze van mening dat de twee instrumenten het POA (Platform onderwijs arbeidsmarktbeleid) en het reïntegratiebeleid en misschien ook wel het integratiebeleid in samenwerking met Wedeo nadrukkelijk tot uitvoering moeten komen. Dat betreft kader 4. Er wordt gesproken over een actieve benadering van de werkgevers om de cliënten een plek te kunnen geven in het arbeidsproces. De DSD-fractie wil een stapje verder gaan. Ze stellen voor om het college te vragen een onderzoek te doen naar de wenselijkheid en de mogelijkheid om het bedrijfsleven medeverantwoordelijkheid te laten dragen voor het realiseren van de doelstellingen in het kader van de WSW. Dit betreft kader 5 en 6. Over de betrokkenheid van de raad heeft ze in de commissievergadering ook al gesproken. Het college stelt voor om de cliëntenparticipatie via de TSR (Tijdelijk sociale raad) te laten plaatsvinden. Dat is op zichzelf niet onlogisch, ware het niet dat de TSR een adviesorgaan is van het college. De toezegging om het advies ter inzage te leggen is nu bij de commissie beleidsontwikkeling ook alweer misgegaan.
269
Daar zit dus een frictie. De raad heeft weliswaar drie vertegenwoordigers, maar deze leggen altijd achteraf verantwoording af. De DSD-fractie vindt dit niet voldoende. De raad moet maximaal kunnen sturen in het beleid ten aanzien van Wedeo. Ze vragen nadrukkelijk om verandering in de huidige werkwijze. Dit betreft kader 7 en 12. De heer KONING geeft te kennen dat de PvdA-fractie instemt met deze nota en met de accenten die er worden geschetst: maatwerk willen leveren voor mensen die een beschutte werkomgeving nodig hebben maar niet altijd weggestopt willen worden. Ze willen niet altijd weggehaald worden uit de samenleving. Recht doen aan de mensen. Dat blijkt heel duidelijk uit deze nota dat dit de intentie is van de gemeente. Niet het budget, maar recht doen aan mensen zodat ze mee kunnen doen op volwaardige wijze aan deze samenleving. Ze zijn nieuwsgierig naar het succes van de gemeente bij de benadering van de werkgevers. Voor hen is geen onderzoek nodig naar de houding van de werkgevers. Zij mogen dat bewijzen in de praktijk. Ze vertrouwen erop dat ze van harte zullen meewerken. Ze zijn trouwens ook heel nieuwsgierig naar de mening van de TSR op dit gebied en ook hoe zij dit proces zullen volgen en of de gemeente de raad daar ook bij betrekt. Mevrouw GROOTJANS voelt zich vandaag een bofkont. Ze mag namens de voltallige CDAfractie de complimenten uitreiken aan het college. Ze vinden dat het een goed stuk heeft neergelegd. Ze vinden het van belang in hoeverre het de keuzes heeft neergelegd in dit document. Ze vinden de keuzes van het college heel erg belangrijk en ook de verzorging van de kaderstelling is heel erg zorgvuldig geweest. Ze willen niet zover gaan als de DSD-fractie, maar ook zij hebben zich de vraag gesteld hoe het gaat met de evaluatie. Daarnaast hebben ze ook wat zorg over het draagvlak onder de werkgevers. Hoe wordt dat ingezet, hoe gaan ze daarmee om en hoe komt het bij de raad terug in de evaluatie? Wethouder VAN DIJK noemt mevrouw Grootjans ook een bofkont omdat zij sinds de vorige raadsvergadering zitting heeft in het algemeen bestuur van Wedeo. Behalve de aanstelling van een nieuwe directeur die er aan lijkt te komen, is er de evaluatie van een pilot waarin wordt samengewerkt tussen werkgevers en SW-geïndiceerden. In dit geval zowel in de schoonmaak als in de groenvoorziening. Daar waar een private marktpartij, een ondernemer Fair in combinatie met SW-geïndiceerden gewoon werkzaamheden verricht. In die zin is er ook bij werkgevers die bezig zijn met maatschappelijk verantwoord ondernemen interesse om samen met SWgeïndiceerden een klus te klaren, omdat het leuk is, maar ook omdat je er gewoon geld mee kunt verdienen. Hij heeft de voorzichtige resultaten van de evaluatie van de pilot al gezien en maakt zich niet zoveel zorgen. Nadat mevrouw Grootjans dat ook gezien heeft in het algemeen bestuur zal hij de evaluatie van de pilot ook met de raad delen. Het is echt een manier om in het kader van een nieuwe Wet sociale werkvoorziening privaatpublieke combinaties te maken met name met de sociale doelstellingen die in deze nota ook verwoord staan. De DSD-fractie zegt dat je samenwerking in een gemeenschappelijke regeling alleen moet doen als dat nuttig is. Daar is hij het mee eens. Ze hebben het dan ook in die zin zo verwoord in het kader dat ze met de gemeenschappelijke regeling Wedeo verder gaan zolang dat hun doelstellingen op sociaal gebied ook legitimeert en daar ook bij helpt. Als dat niet het geval zou zijn dan kan je denken aan alternatieven. In die zin is hij het eens met wat mevrouw Duijn stelde. Wat betreft de ontplooiing van mensen wijst hij erop dat het de bedoeling is van de WSW om dat wat er aan arbeidscapaciteit in mensen zit zoveel mogelijk naar voren te laten komen. Dat is tot op heden niet echt gelukt. Het voorliggende document probeert dat juist wel te bewerkstelligen met een aantal nieuwe instrumenten en een helderder verantwoordelijkheidsverdeling dan in het verleden het geval was. Dat moet ook binnen bepaalde budgettaire kaders. Hij gaat ervan uit dat ze dat doen binnen het budget dat het rijk daarvoor beschikbaar stelt. Dat is nogal wat, wat ze daarvoor krijgen en dat is goed. Hij is ervan overtuigd dat het kan. Als het niet gekund had, hadden ze het voorstel ook niet in die vorm toegestuurd. Terecht constateert mevrouw Duijn dat je er met alleen kijken naar de WSW nog niet bent als je het hebt over ontplooiing van mensen. Dat is ook het idee dat er achter het vorig jaar door de raad vastgestelde actieprogramma zit. Dat betekent dat je mensen moet toerusten met bepaalde instrumenten die in verschillende wetgeving zitten. Het kan gaan om de Wet inburgering, om de Wet werk en bijstand, om integratiebeleid, de WSW. Hij deelt de analyse van mevrouw Duijn dat het met elkaar verbinden van mogelijkheden
270
uit verschillende wetten mensen moet verder helpen bij de ontplooiing van het talent dat men heeft. Dat is de doelstelling van het sociaal actieprogramma en de doelstelling van de voorliggende nota. Hij is erg enthousiast over de resultaten van de pilot inzake samenwerking met de werkgevers en zal de raad van de resultaten in kennis stellen. Dat is maar een manier van hoe je met werkgevers omgaat. Ze weten ook dat ze in het kader van hun succesvolle arbeids- en integratiebeleid in het kader van de Wet werk en bijstand met jobcoaches, jobhunters en dergelijke werken. Het zijn manieren waarop je werkgevers probeert te interesseren om mensen die een wat grotere afstand hebben tot de arbeidsmarkt toch in dienst te nemen met behulp van instrumenten die de gemeente ter beschikking heeft om die persoon en de werkgever verder te helpen. Die manier van werken willen ze ook gaan toepassen met de WSW. Het is niet alleen de pilot, maar ook de manier van werken zoals ze met de Wet werk en bijstand gedaan hebben. De Tijdelijke sociale raad is het logische adviesorgaan waar het gaat om sociale vraagstukken, dus ook de WSW. Het advies van de TSR ligt ook ter inzage in de fractiekamer. Dat is nagezonden omdat hij vergeten had dit vooraf langs de TSR te laten gaan. Hij heeft daarvoor zijn excuses aan de TSR aangeboden en ze hebben een digitale consultatie gedaan, waaruit een aantal aanbevelingen is opgemaakt waarmee ze met het verder uitvoeren van het proces rekening zullen houden. Het is een aantal nuttige aanbevelingen geweest. Het advies ligt er en is voor de raad ter inzage en te gebruiken in het verdere proces. Officieel werkt het in het dualisme zo dat je een adviesorgaan slechts voor één bestuursorgaan kunt aanwijzen, of de raad of het college. Als je vindt dat een adviesorgaan ook mee moet kunnen adviseren en invloed moet kunnen hebben op het uiteindelijke resultaat dat wordt vastgesteld, dan is het logischer om het te laten adviseren aan het college. Hij heeft ook afgesproken en dat is ook gebeurd en de raad zal dat bij de nadere voorstellen die vanuit de TSR komen, bijvoorbeeld het Wmo-beleidsplan dat in december op de raadsagenda staat, ook zien, dat het gewoon meegezonden wordt. Daarmee is het formeel een advies aan het college, omdat het in het besluitvormingsproces een nadrukkelijke rol heeft, maar materieel kan de raad daar ook gewoon kennis van nemen en er zijn voordeel mee doen. Mevrouw DUIJN stelt vast dat de PvdA-fractie het eens is met het college betreffende hun eerste opmerking betreffende de samenwerking tussen drie gemeentes en dat die alleen maar tot meerwaarde moet leiden. De tweede opmerking betreft de beschikbaar gestelde middelen waarvan het college vindt dat het budgettair neutraal moet verlopen. Wat de ontplooiing van de mensen betreft zijn ze het eens, maar de DSD-fractie heeft zorgen over het onderdeel beschut werken voor mensen die wat minder goed uit de voeten kunnen, hetzij door lichamelijke gebreken, hetzij door beperkte capaciteiten. Dat betreft dus kaders 3 en 8. Wat betreft het platform onderwijs, arbeid, reïntegratiebeleid en misschien ook wel het integratiebeleid. Daarover heeft de wethouder niets gezegd, maar ze gaat ervan uit dat ze het daarover eens zijn. Over de samenwerking met de werkgevers zei de wethouder dat er een pilot geweest is, publiekprivaat, die goed lijkt te zijn verlopen. Wat ze in eerste instantie zei was wellicht wat cryptisch maar ze omschrijft nader dat ze graag zouden willen dat het college een onderzoek doet of het mogelijk en wenselijk is dat de werkgevers, resp. een afvaardiging ervan, een plek zouden kunnen krijgen in het bestuur van Wedeo. Ze kunnen niet zeggen dat dit zou moeten, maar vragen er een onderzoek naar te doen. Dat zou als prettige consequentie kunnen hebben dat de samenwerking tussen de gemeentes en de werkgevers nog positiever zal verlopen en resulteren in positieve gevolgen voor de cliënten. Dat is de achterliggende gedachte van haar opmerking in eerste instantie. Over het betrekken van de raad zei de wethouder zelf al dat het ter inzage leggen nu was misgegaan. Ze hebben het gevoel dat dit al vaker is gebeurd, maar kunnen dat niet exact benoemen. Daarom vraagt ze het advies van de TSR een goede plek te geven, dat het college erop toeziet dat het ter inzage komt wanneer het nodig is voor de raad bij bepaalde commissies. Ze willen graag sturen en de goede kaders meegeven. Haar fractie vindt dat de raad door de drie vertegenwoordigers eerder betrokken moet worden bij wat er bij Wedeo staat te gebeuren en niet achteraf worden geïnformeerd. Dan kunnen ze het college ter verantwoording roepen, maar ze hebben er dan weinig of geen invloed meer op. Mevrouw BOUMAN wil nog een inbreng omdat ze het idee heeft dat er in de commissie een aantal toezeggingen is gedaan waar ze tevreden mee was, maar die ze nu niet meer terug hoort. Wat betreft het budgettair neutraal zijn heeft ze in de commissie begrepen dat het college komt met een aanvullend voorstel voor de extra middelen die in de algemene uitkering zijn. Over de
271
evaluatie hebben ze in de commissie gezegd dat het er eigenlijk over ging dat het college anders dan de andere gemeenten vooral operationeel wil gaan werken als een soort pilot. De fractie van GroenLinks heeft in de commissie gevraagd wat voor resultaten het college dan beoogt en wat het dan evalueert. Daarbij heeft het college in de commissie gezegd dat het voor de start komt met een notitie. Ze vraagt daar een bevestiging van. Ze steunt wat de DSD-fractie zegt over de TSR. Ze moeten echt goed afkaderen met wat voor voorstellen ze naar de TSR gaan. Eigenlijk verwacht ze als ze binnenkort de evaluatie van de TSR krijgen, dat daarin nu eens helder wordt wat echt de rol van de TSR is. Ze vindt het voorstel van de DSD-fractie om een onderzoek te doen wel heel ver gaan, maar ze kan zich wel voorstellen dat het college eens een balletje opgooit in het bestuur wat zij daarvan vinden. Misschien vinden zij het ook wel een goed idee. Wethouder VAN DIJK laat weten in zijn reactie dat hij het eens is met de meeste opmerkingen van mevrouw Duijn. Ze werken hier het kader uit dat ze het budgettair neutraal uitvoeren, maar daar waar er bijzondere omstandigheden zijn maakt ook de ontschotting in de arbeidsreïntegratiemiddelen mogelijk dat ze bijvoorbeeld geld uit het W-deel van de Wet werk en bijstand inzetten voor de doelen die ze met de WSW ook kunnen halen. Dat maakt dat ze breder kunnen inzetten op arbeidsmarktbeleid. Wet werk en bijstand, uitkeringsgerechtigden, maar ook niet uitkeringsgerechtigden aan werk helpen en ook de doelstellingen die in de SW worden genoemd. Dat maakt dat ze ook meer speelruimte hebben, maar ze moeten met elkaar een financieel kader afspreken als vertrekpunt. En dit voeren ze budgettair neutraal uit. Mochten ze daar niet uitkomen, dan hebben ze nog andere mogelijkheden. Zo niet, dan komt het college toch bij de raad terug met voorstellen hoe daarmee om te gaan. Dat beantwoordt ook de vraag van de fractie van GroenLinks hoe ze omgaan met de extra middelen die soms vanuit het rijk verstrekt worden, zoals bijvoorbeeld het amendement Irrgang waar het in Doetinchem toch om een fors bedrag ging dat ze extra konden inzetten om wachtlijsten weg te werken. Wanneer het gaat om extra middelen, komt het college met nadere voorstellen hoe ze dan het beste de doelstellingen op het arbeidsmarktbeleid zo goed mogelijk kunnen vormgeven. Dat moeten ze niet op voorhand willen reserveren voor waar het rijk zegt een wachtlijst. Stel dat ze geen wachtlijst hebben, dan kunnen ze het beter inzetten op andere vormen van arbeidsmarkttoeleiding. Ze hebben dus afgesproken dat ze in dat geval komen met nadere voorstellen. Wat betreft de vraag van de DSD-fractie inzake onderzoek naar de plek van de werkgevers in de gemeenschappelijke regeling zegt hij dat ze op dit moment bezig zijn met vennootschapsrechtconstructies van bv’s, nv’s en gemeenschappelijke regelingen die ook proberen werkgevers zoveel mogelijk betrokken te laten zijn bij de uitvoering van de SW, en weet hij dat nu gewerkt wordt aan de doelstelling de deze fractie daarmee voor ogen heeft. In de pilot die hij toegezegd heeft met betrekking tot werkgevers in de publiekprivate verhouding wil hij dan met de raad gaan praten over hoe je dat zou kunnen doen. Dat behoeft niet per se via een bestuurder vanuit het bedrijfsleven in een gemeenschappelijke regeling, het kan ook met behulp van combinaties, deel GR, deel BV enzovoort. Het zou een college vennootschapsrecht worden om daar vanavond dieper op in te gaan. Bij de bespreking van de pilot, het Fair-project wil hij daar verder op in gaan. Over de TSR wordt gezegd dat ze misschien af en toe wel eens wat missen aan informatie. Hij is van mening dat dit wel meevalt. Hij kan ook geen exacte voorbeelden noemen. Wel kan hij aankondigen dat er voor de raadsvergadering van december drie zeer zwaar wegende adviezen van de TSR op tafel liggen. Het beleidsplan Wmo, de kadernotitie vrijwilligerswerk en mantelzorg en de nota hoe ze omgaan met inburgering. Bij alledrie zit een advies van de TSR en hij zegt toe dat het niet alleen ter inzage wordt gelegd, maar dat het bij de stukken zelf naar de raad wordt toegezonden. Het zijn goede adviezen. Er zal blijken dat de TSR een heel nuttig adviesorgaan is met heel degelijke kennis en hele degelijke adviezen waar hun beleid ook echt op aangepast is. Het klopt dat de raad al lang niets meer gezien heeft, maar dat heeft te maken met de lange voorbereidingstijd van de stukken die komen gaan. Mevrouw GROOTJANS heeft nog een vraag met betrekking tot de evaluatie waar de fractie van GroenLinks ook naar vroeg. In de commissie heeft het college aangegeven dat de evaluatie – en dat zegt ze bewust omdat de wethouder refereerde aan het feit dat zij lid is van het algemeen bestuur sinds vorige maand maar er nog niet actief aan heeft deelgenomen; ook vorige maand werden er naar haar toe vragen over gesteld – als apart onderwerp wordt meegenomen in het
272
plan van aanpak; wellicht kunnen ze er dan met elkaar uitvoeriger over spreken. Ze vraagt hoe dat dan gaat gebeuren. Mevrouw DUIJN voegt toe dat ze blij is met de toezegging van de wethouder inzake de pilot en de TSR-adviezen. Wethouder VAN DIJK geeft toe te hebben nagelaten te reageren op de opmerking van de fractie van GroenLinks inzake de evaluatie van de pilot op de trajectplannen. De evaluatie waar hij in zijn tweede termijn over sprak had betrekking op het publiekprivate werkgeversbenaderingsdeel. Dat heeft hij toegezegd. Waar het gaat over de pilot op de trajectplanuitvoering waarmee ze met de Wet werk en bijstand goede ervaringen hebben heeft hij al aangegeven dat hij die deelt met de raad. Hij kan zich niet herinneren of hij heeft aangegeven wat de inhoud van die evaluatie zou moeten zijn. Volgens hem moet die evaluatie juist kijken of ze de doelen die dat begeleid werken juist beoogt te behalen ook halen. Daar moeten ze op gaan toetsen. Mevrouw BOUMAN kan zijn geheugen opfrissen, want ze heeft opgeschreven dat ze toen gevraagd hebben: ‘Waarom regisseren we op operationeel niveau?’ ‘Is dat wel de rol van de gemeente?’ Daarop heeft de wethouder geantwoord: ’Ik ben zo benieuwd naar de resultaten ervan. Vergeleken met: andere gemeenten hebben gezegd, we gaan niet op operationeel niveau, maar op bestuurlijk niveau’. Daarop heeft ze gevraagd: ‘Wanneer evalueert u dan en welke resultaten boogt u?’ Daarvan heeft de wethouder toen gezegd: ‘Ik kom voor de start met een notitie en dat zal daar onderdeel van uitmaken’. Wethouder VAN DIJK kan, als het van twee kanten zo stellig wordt gezegd, niet anders dan dit beamen. Er is maar één element waarop ze dat gaan toetsen. Als je namelijk kijkt wat het probleem was met de vorige SW-operaties en wetgevingsoperaties zag je dat de doelen voor het begeleid werken, de ontplooingskant van de SW, niet gehaald worden. Wat hij in de evaluatie zal toetsen is, wat ze in de Wet werk en bijstand ook doen, op trajectplanniveau meehelpen dat opstellen, of ze dan wel de doelen halen die tot nu toe door anderen niet worden gehaald? Dat is het enige waar hij het op wil toetsen. Wanneer ze die evaluatie doen weet hij nog niet. Hij behoeft er geen uitgebreidere notitie voor te maken dan deze vraag. Dat is eigenlijk de onderzoeksvraag. De VOORZITTER concludeert dat de aanvullende vragen nu naar tevredenheid zijn beantwoord. Mevrouw DUIJN heeft haar stemverklaring afgelegd. Hij constateert dat indachtig de gemaakte opmerkingen de raad instemt met het voorliggende beleidskader. 8
HERONTWIKKELING VOORMALIG BREWINC TOT CULTUURCLUSTER De heer DE RECHTEREN VAN HEMERT vindt de plannen prachtig maar over de uitwerking is nog wel wat op te merken. Parkeren voor de gebruikers en de bezoekers wordt een probleem. Dat kan niet in de directe omgeving, zoals blijkt uit de beantwoording van de vragen die ze gesteld hebben. Een prachtig plan waarbij een stukje oud Doetinchem blijft bestaan, al is het niet echt oud, maar wel beeldbepalend. Er komen 200 parkeerplaatsen aan de Spinbaan, maar wanneer en hoe gaat het in die tussentijd? Hij spreekt zijn dank uit voor de beantwoording van de vele vragen die ze gesteld hebben. Deze was erg duidelijk op een paar details na. Kans op verbeteringen. Cultuur naar commercieel. Een van de vragen was wat er gebeurt als je van cultuur naar commercieel omgaat. De ontwikkelaar zal daar een bedrag voor moeten neertellen. Hoeveel dat is staat nu net niet geregeld. Ook is niet geregeld wat er na de gunning gebeurt. Stel dat hij zich na een half of heel jaar terugtrekt met de mededeling dat hij het plan niet rond krijgt. Dat hebben ze niet geregeld. Dat was nu juist het probleem bij Ruimzicht en bij het oude postkantoor. In de beantwoording stond heel duidelijk dat daar niets over geregeld was. ‘Op dit moment niet relevant’. ‘Hypothetisch geval’. Zo hypothetisch is het niet. Zie Ruimzicht en het oude postkantoor. De kans is aanwezig dat het nu weer plaatsvindt. Hij vraagt dus hoe ze dit nu gaan afstemmen en waarborgen dat ze in dit plan geen financiële missers maken. Hij hoort graag hoe de raad er verder over denkt.
273
De heer VAN DOESUM vindt het namens de fractie van GroenLinks een mooi plan. Graag willen ze nog iets weten over de volgende punten. Allereerst het parkeren langs de Spinbaan. In de commissie zeiden ze al dat die beslissing eigenlijk vooruit loopt op het mobiliteitsplan. Het maakt de Spinbaan ongeschikt voor doorstroming. Diezelfde Spinbaan staat wel in het mobiliteitsplan als een van de wegen waar de verkeersafwikkeling zal moeten plaatsvinden in het centrum van Doetinchem. De PLOP (Plutus oefenpodium) is opgezet door de jongeren van Plutus en ze genieten gastvrijheid in het gebouw van ’t Brewinc, zeer tot tevredenheid van iedereen. De oefenruimte wordt intensief door iedereen gebruikt. Er is zelfs een wachtlijst voor gebruikers en daaruit blijkt hoe nodig en populair die voorziening is. Ze hebben daar een goed geïsoleerde ruimte waar ze in wisselende bezettingen met elkaar oefenen in popmuziek. De fractie van GroenLinks ziet niet in waarom juist deze beoefenaars van jeugdcultuur niet in het cultuurcluster zouden kunnen worden opgenomen. In de commissie heeft de wethouder toegezegd dat hij spoedig met Plutus in overleg zou gaan. Daar hebben ze nog niets over gehoord. Tot nu toe heeft Plutus alleen maar een brief gekregen waarin de huur werd opgezegd. Hij vraagt hier opheldering over. Mevrouw PUTMAN laat weten dat ook de PvdA-fractie blij is met dit mooie plan. Het is goed om ’t Brewinc te behouden en goed dat de monumentencommissie daarin betrokken wordt. Wel hebben ze hun twijfels en zorgen bij de kostenberekening. De € 50,00 per m², met name voor het streekarchief is in hun optiek vrij laag. Luisterend naar wat in de omgeving en voor andere archieven betaald wordt, zitten we heel laag. Het mag niet zo zijn dat het op den duur ten koste gaat van de anderen die van het pand gebruik maken. Ook de situatie van Plutus baart hen zorgen. Misschien kan het technisch gezien niet vanwege geluidsoverlast, maar ze pleiten er wel voor dat er gezorgd wordt dat ze andere ruimte krijgen. Het parkeerprobleem lijkt net een hete appel die over het bordje geschoven wordt. Hij ligt al op het randje en kiept er een keer af. Ze zouden heel graag willen dat daar grote aandacht voor was. Verder wensen ze het hele project heel veel succes. De heer MOÏZE DE CHATELEUX memoreert dat dit agendapunt al in 2005 speelde en ze zijn verheugd dat het in 2007 eindelijk zover lijkt te zijn. Hij sluit zich aan bij de zorgen die de VVDfractie heeft uitgesproken. Daarnaast vragen ze toelichting over het niet opnemen van de GSOmiddelen die gebruikt moeten worden voor de sanering in de risicoparagraaf. Ze hebben het niet kunnen vinden en het is nog niet zeker. Ook vraagt de fractie van D66 zich af om welke reden de reservering voor de sanering (€ 200.000 tot € 250.000) niet in het dictum is opgenomen. Ze vragen hierover toelichting. De heer KIWITZ noemt dit voorstel een kans waarbij het schoolgebouw grotendeels behouden blijft voor de publieke functie. Ook op de lange termijn de invloed van de bestemming op de locatie via de erfpachtregeling. Wel op een plek die de uitdaging meegeeft om de omgeving passend in te richten, waaronder het parkeerprobleem. De beoogde gebruikers, de stichting bibliotheek Doetinchem, streekarchivariaat regio Achterhoek, Staringinstituut, het centrum beeldende kunst Gelderland, de stichting spel- en opvoedwinkel De Wissel, zijn nog steeds de beoogde participanten voor de cultuurcluster. De meerwaarde van het voorstel is nu al de mogelijkheid tot synergie die de combinatie van deze instellingen op het gebied van cultuur en educatie de gezamenlijke identiteit en uitstraling zal moeten geven. Het handhaven van de shedgebouwen met een woonfunctie, een grand-café waarin gestimuleerd kan worden ook eens bij een ander te gaan kijken. Wat de CDA-fractie betreft een passende huurprijs voor de culturele instellingen. Kantoorruimte en verkoopvloeroppervlak als inkomstenbron, woningen als inkomstenbron en kostenneutraal dankzij publiekprivate samenwerking. De CDA-fractie is enthousiast over de planontwikkeling en ziet een kans om op een goede manier een start te maken met herontwikkeling van dit deel van Hamburgerbroek. Uiteraard moeten ze afwachten of de minimale bieding voor dit project door de ontwikkelaar/belegger wordt gedaan. Er is voldoende vertrouwen in de haalbaarheid en het wordt in vele opzichten een aanwinst voor Doetinchem. Mevrouw MOONEN vindt het een goed plan. Het is een versterking van de binnenstad en
274
tevens een oplossing voor de huisvesting van onder anderen de bibliotheek en het archief en alle andere culturele instellingen. Ze wil haar twee prangende vragen uit de commissievergadering ook hier nog even stellen. Parkeren is al ruim aan de orde geweest. De DSD-fractie vraagt zich af of parkeren langs de Spinbaan zich wel verhoudt met datgene wat de toekomstige planning is met de Spinbaan in het mobiliteitsplan. Voor hen is nog een heikel punt de € 96 per m² verhuurbaar vloeroppervlak. Dat is niet alleen voor het archief, maar dat geldt ook voor alle andere huurders, instellingen die straks dit bedrag moeten gaan opbrengen. Haar fractie vraagt een harde toezegging van het college dat deze € 96 door de instellingen opgebracht zullen worden. Het kan en mag niet zo zijn dat de gemeente in geval van in gebreke blijven door de instellingen alsnog geconfronteerd wordt met een impliciete verhoging van de budgetsubsidie hiervoor. Deze vraag heeft haar fractie ook in de voorronde al gesteld. Voordat zij een uitspraak kunnen doen op dit voorstel, willen ze daar een antwoord op. Wethouder KUIPER merkt op dat het onderwerp planvorming cultuurcluster op de locatie van de voormalige Brewincschool al een aantal keren in commissie- en raadsverband aan de orde is geweest in het kader van het gemeentelijk vastgoedbeleid. Hij stelt met vreugde vast dat er in het algemeen door de fracties heel positief wordt gereageerd op deze ambitie, die ze overigens nog wel moeten verzilveren. De VVD-fractie heeft vragen gesteld over het parkeren. De oorspronkelijke optie op niveau van het mobiliteitsplan was om te kijken of daar vanwege de bronpuntsfunctie richting stad een vrij forse parkeergarage zou kunnen worden gerealiseerd. In de afweging en het onderzoek naar de grond- en bodemgesteldheid in relatie tot deze planopzet viel deze locatie af. Dat wordt ook gedeeld, zoals hij uit de reactie heeft vernomen. Nu gaat het om de resterende situatie: het ondergronds realiseren van de parkeervoorziening voor het project zelf, de bewoners, en een bovengrondse oplossing bijvoorbeeld langs de IJsselkade en de Spinbaan en de risico’s die je hebt als je die wegen een andere functie geeft. Daar is naar gekeken en dat onderwerp is in die zin nog niet helemaal opgelost omdat je moet kijken naar optimalisering, ook een beetje afhankelijk van de finale besluitvorming over de status van Melkweg of Spinbaan in het kader van het mobiliteitsplan. Daar komen ze op terug. Intussen moet er wel rekening gehouden worden met die gegevens en de wederzijdse beïnvloeding. Er is in de commissie gezegd dat langsparkeren langs de IJsselkade onmogelijk is. Hij heeft uit overleg met de architect begrepen dat er toch wel enige mogelijkheden zijn. Dat behoeven ze dus niet helemaal weg te poetsen als kansrijk. Het zit ook een beetje in de sfeer van wat de optimaliseringskansen zijn die de partijen die dadelijk gaan inschrijven op de finale bieding zichzelf ook toeleggen om de randvoorwaarden die de gemeente heeft gedicteerd op een nette manier een plek te geven. Het probleem van parkeren is onderkend en er wordt ook op gestuurd. In het kader van de ontwikkeling van het gebied Hamburgerbroek-Noord wordt nog gekeken naar een alternatieve locatie voor een grootschalige ondergrondse parkeergarage. Die zou kunnen in de onmiddellijke omgeving van het gebied Spinbaan. Daar wordt op dit moment studie naar gedaan en het is niet uitgesloten dat ze daar een sluitende plaat althans voor wat betreft de ruimtelijke implicaties bij kunnen leveren. Daar komt dan ook een separaat voorstel over in het kader van Hamburgerbroek-Noord. De heer De Rechteren van Hemert heeft het gehad over als je daar nu een cultuurobject hebt en het werkt niet meer, het gedeeltelijk of geheel weg gaat en er dan een commercieel verhaal komt. Daar hebben ze inderdaad op gezinspeeld. Dan moet je als gemeente je juridische positie zodanig hebben gemarkeerd dat je aan tafel blijft over de condities die dan aan de orde zijn. Vandaar het voorstel voor eeuwigdurende erfpacht en ook de propositie die je als gemeente dan kiest om te zeggen dat als er dan een andere functie komt, ze dan opnieuw aan de tafel gaan over acceptabele tarieven, vergoedingen enzovoort. De positie van onderhandelaar in dat traject vanuit de eigendomssituatie die ze houden is wat dat betreft voldoende om ervoor te waken dat die commerciële functie, als je al daartoe besluit, ook gepaard gaat met een behoorlijk kostenverhaal, zodat de gemeente daar geen schade door lijdt. De situatie na de gunning is ook door een aantal sprekers naar voren gebracht. Ze moeten zich voorstellen dat de volgende fase is de selectie van de verschillende biedingen met als consequentie de keuze van één partij. Vervolgens gaan ze daar een overeenkomst mee sluiten. De raad heeft daar heel veel informatie over gekregen. Onderdeel van de overeenkomst is de planning van de voortgang. Dat is een interactie tussen gemeente en ontwikkelaar ook gevoed door de snelheid waarmee ze het ruimtelijke ordeningstraject kunnen afwikkelen. Het is aan de gemeente om die planning zodanig te optimaliseren dat zodra de kans om te starten aanwezig is
275
er ook werkelijk wordt gestart, zodat die bouw ook echt wordt gerealiseerd. In theorie is het zo dat als je voor het slaan van de eerste paal aanwezig bent, de ontwikkelaar nog kan zeggen ‘ik doe het niet’. Dan ontstaat er een juridisch geschil dat al vaker in ons land aan de orde was en dan moeten ze naar de rechter. Het vermijden van risico’s in die sfeer en ook refererend aan andere projecten in deze stad, het leergeld dat ze betaald hebben, maakt dat ze proberen het juridisch helemaal dicht te slaan. Het moet wel op een manier waarbij ze ook respect hebben voor de publieke r.o.-trajecten die nog moeten worden opgestart. Wat betreft de tijdelijke huisvesting van Plutus gaat hij ervan uit dat ze ook wisten op het moment dat ze daar gingen zitten dat het om een tijdelijke situatie ging. In het kader van de zoektocht naar andere huisvesting heeft hij in de commissie direct gezegd dat hij met hen om de tafel wil gaan zitten om te kijken waar dat mogelijk is. Dat moet nog plaatsvinden. Als het gaat om deelname aan dit project is hij van mening dat Plutus zich van aanvang af had moeten melden als een van de kandidaten. Het is een heel interactief proces geweest met de potentiële huurders. Het plaatje waar ze vanavond over praten is gebaseerd op die ruimtelijke claims die afkomstig zijn van de mensen die nu het plan dragen. De heer VAN DOESUM herhaalt de wethouder die zei dat ze wisten dat het tijdelijk was en dat dit ook in het contract stond. Dat voorbehoud is indertijd gemaakt omdat er gepraat werd met projectontwikkelaars. Daar mag je nu niet deze organisatie op afrekenen dat ze zich niet gemeld hebben. Ze hebben het in de commissie gehad over morele verplichting bij de gemeente om te zorgen dat deze jongeren die beginners zijn op het gebied van procedures een gegarandeerd onderdak krijgen. Wethouder KUIPER reageert dat de heer Van Doesum spreekt over onderdak, maar niet gekoppeld aan die plek. Dat is ook het beeld dat hij uit de commissie heeft overgehouden: wethouder ga met deze mensen aan tafel om te zoeken naar een acceptabel alternatief. Als de discussie erover gaat dat ze een plekje hadden moeten hebben in de cultuurcluster, vindt hij dat ze dan van aanvang af hadden moeten meedoen in het project. Het loopt al een hele tijd. De heer VAN DOESUM is het om het even waar ze gehuisvest worden. Hij zou het logisch vinden als ze in het cultuurcluster opgenomen zouden worden, want ze zijn bij uitstek beoefenaars van jongerencultuur. Als dat om een of andere reden niet kan, heeft de gemeente de morele verplichting om ze elders te huisvesten. Dat heeft de wethouder in de commissievergadering ook toegezegd. Zijn vraag was wat de wethouder in die afgelopen 14 dagen heeft gedaan. Heeft hij contact met ze gezocht? Zijn er al uitzichten op oplossingen? Wethouder KUIPER laat weten nog geen contact met ze te hebben gezocht. Hij gaat dat wel doen. De toezegging in de commissie is echter geen resultaatsafspraak, maar een inspanningsverplichting van zijn kant om met hen te kijken naar goede alternatieven voor de huisvesting van het fenomeen waar hij zelf ook blij mee is en waarvan hij vindt dat ze het moeten koesteren. Alleen ging wat hem betreft de discussie er niet over dat hij als wethouder moest gaan praten over de locatie en huisvesting van het popcentrum in ’t Brewinc. Hij wil dat best nog eens proberen maar zegt bij voorbaat dat het heel lastig wordt en dat ze de next best situatie zullen moeten omarmen. De heer VAN DOESUM vraagt hem uit te leggen waarom hij het zo moeilijk vindt om ze te huisvesten in het cultuurcluster, afgezien van het feit dat ze niet van het begin af meegedaan hebben. Wethouder KUIPER vindt dat je in de naamgeving al een probleem hebt als je aan een cultuurhistorisch centrum ook een popcentrum toevoegt, maar niettemin kan je alles bekijken, maar dat had in een eerder stadium moeten gebeuren. Reagerend op de opmerking van de PvdA-fractie over de kosten in relatie tot het lage huurniveau van het Staringinstituut zegt hij dat je kunt praten over huurniveaus (€ 50 maatschappelijke huur) en dan heb je het over een streekarchief dat een publieke functie vertegenwoordigt in dat kader. Daar had je een commerciële huur aan kunnen toekennen. Hij stelt vast dat ze nu de ambitie kunnen koesteren om op het niveau van acceptabele huren een sluitend budgettair neutraal project te realiseren en ook in relatie tot de concurrentie die er was ten aanzien van huisvesting van het streekarchief enzovoort en gegeven de synergievoordelen van huisvesting toch ook van het streekarchief in deze cluster, denkt hij dat deze marsroute zeer te verdedigen is. Mevrouw PUTMAN had geprobeerd te zeggen dat het niet zo mag zijn dat voor het archief van de Regio Achterhoek de kosten zo laag zijn. Ze sprak vandaag iemand van het Gelders Archief en die betalen € 107 per ² en daar zit verder nog niets bij in. Hier hebben we alles er in zitten en hebben het nog niet eens over € 100 per m². Ze spekken hiermee eigenlijk de portemonnee van omliggende gemeentes ook, maar het mag niet ten koste gaan van de rest die er in ’t Brewinc komt. Er worden heel andere eisen gesteld aan een m² van een streekarchief dan aan een m² van een bibliotheek. Luchtvochtigheid en alles moeten kloppen. Wethouder KUIPER is wel duidelijk
276
wat ze bedoelt. Het mag niet zo zijn dat ze onderweg straks vaststellen dat de hele nieuwbouw en alles wat er bij hoort voor streekarchief een extra huurniveau zou rechtvaardigen waardoor anderen er de dupe van zouden kunnen worden. Uitgangspunt in het biedboek is € 50 per m² maatschappelijke huur en het ritme van stijging is ook gekoppeld aan de normale stijgingen die gebaseerd zijn op indexeringen. Ze hanteren daarbij het model van de Raad voor onroerende zaken in Nederland. Dat betekent dat je niet kunt zeggen als dadelijk die functies gehuisvest zijn, dat er dan een gedifferentieerd huurniveau is en zeker geen huurniveau waarbij de anderen meebetalen aan de lasten van het streekarchief. Mevrouw PUTMAN krijgt dat idee nu wel. Aan een archief worden hoge eisen gesteld. Voordat een archief ergens mag komen, moet het aan allerlei eisen voldoen. Die m²’s kosten dus in aanvang al veel meer dan die andere m²’s waar die eisen niet liggen. Dat betekent dan toch dat de rest moet meebetalen aan die m²prijs? Wethouder KUIPER licht toe dat de huurprijzen die ze hebben opgenomen voor maatschappelijke huur niet zijn gerelateerd aan bouwkosten. Dat is de input voor de selectie van ontwikkelaars. Mevrouw PUTMAN vraagt of dat ook geldt voor op de lange duur. Wethouder KUIPER antwoordt dat de exploitatielasten nu beraamd zijn op € 46, dus je praat over totaal € 96. Dat is de input voor het contract met de ontwikkelaar/belegger. Dat is het vertrekpunt. Daarop worden dan in de toekomst de indexeringen toegepast die komen van de Raad voor onroerende zaken. Dat hebben ze ook vastgelegd in de finale bieding dat er geen sprake is van een situatie dat ze starten met € 50 die over 2 jaar € 100 wordt. De normale indexering zoals die in de sfeer van de huurbescherming plaats vindt zal ook in dit project worden veiliggesteld. Antwoordend op de opmerkingen van de fractie van D66 zegt hij over het niet opnemen van GSO-middelen dat dit te maken heeft met de sanering van de grond. Daar is de gemeente opdrachtgever voor en dat moet onderdeel van het project zijn. De vraag of je daar geld voor nodig hebt hangt af van of ze misschien wel veel meer uit de bieding halen dan de minimale prijs die ze nodig hebben. Als dat zo is, hebben ze ruimte om dat te dekken. Vandaar dat er nu in de risicoparagraaf nog geen aparte plek aan is toegekend. De CDA-fractie heeft een positieve insteek over dit project en de ambities en de uitstraling die het kan hebben voor onze stad. Ze wijzen op het pps-karakter van dit fenomeen en stelt ook vast dat ze daar in het verleden wat minder goede ervaringen mee hebben opgedaan. Ze zijn echter een lerend bestuur en de ervaringen uit het verleden mogen hen enigszins geruststellen op de haalbaarheid van de dingen nu. De DSD-fractie heeft het ook over een goed plan. Hij is daar blij mee. De aspecten over mobiliteit en parkeren zijn ook door het college onderkend en die zullen ze bij de verdere finetuning van het project zeker de nodige plek geven. De € 96 is het resultaat van het denkproces tot nu toe, input voor de ontwikkelaar, degene die het plan gaat realiseren. Dat wordt ook opgenomen in het contract dat ze met hem gaan sluiten. Mevrouw MOONEN komt terug op de € 96, een bedrag dat ze afgesproken hebben in de contracten. Haar vraag is hoe hard die toezegging is. Op het moment dat straks de instellingen komen en zeggen dat ze op een of andere manier die € 96 per m² niet meer kunnen opbrengen, dan staat de gemeenteraad weer voor de keuze wat ze hiermee moeten gaan doen. Ze willen van het college de toezegging dat dit niet gebeurt, want het kan zo zijn dat straks op een of andere manier de bibliotheek Doetinchem zegt dat als ze dit niet meer kunnen opbrengen ze de bibliotheek in Gaanderen gaan sluiten. Dan kunnen ze in ieder geval die € 96 weer betalen. Daar willen ze graag de toezegging over van de wethouder. Wethouder KUIPER doet die toezegging ook in die zin dat ze met de bibliotheek een budgetsubsidierelatie hebben. Een onderdeel daarvan is kosten van huisvesting, een onderdeel is kwaliteit en aantal van dienstverlening van de boeken enzovoort. Als daar als gevolg van stijging van huren of stijging van energielasten mutaties nodig zijn dan is het aan de bibliotheek om die een plek te geven. Het is vervolgens aan de gemeenteraad om een eventueel subsidieverzoek, als dat al zou komen, in het kader dat helemaal geen betrekking behoeft te hebben op deze tariefstellingen, huur en exploitatie, het kan ook betrekking hebben op ambities om collecties uit te breiden of anderszins, te beoordelen. Het college heeft die relatie beslist niet willen leggen en die zit ook niet in de stukken. De heer DE RECHTEREN VAN HEMERT is blij met de gekregen antwoorden. Ze kunnen zich er goed in vinden. Hun angst is met de beantwoording van het financiële gedeelte veel minder geworden. Er wordt echter op een gegeven moment gezegd dat ze het dan zullen voorleggen aan de bevoegde rechter. Hij denkt dat ze het niet aan een onbevoegde rechter zullen doen.
277
De heer VAN DOESUM komt terug op het probleem van de popoefenruimte. Nog maar kort geleden heeft het college zich vreselijk ingespannen om de gebruikers van de Houtkamphal tevreden te stellen. Ze waren het daar van harte mee eens. Ook daar hadden ze een morele verplichting om die gebruikers te helpen. Hij denkt dat er een minstens even grote morele verplichting rust op het college als het gaat om deze jongeren. Ze zijn in het proces vanaf het begin helemaal niet uitgenodigd. De wethouder kan de jongeren wel verwijten dat ze zich niet aangemeld hebben om mee te doen, maar dan wijst hij erop dat ze als jonge mensen heel onervaren zijn in procedures. Ze zijn er pas mee geconfronteerd toen de plannen feitelijk al rond waren. In het commissieverslag staat ook letterlijk: ‘Na aandringen van GroenLinks en de PvdA zegt de wethouder toe om voor de popoefenruimte vervangende ruimte te zoeken’. Dat lijkt hem meer dan alleen een poging doen tot, dat lijkt hem te gaan in de richting van een resultaatsverplichting. De wethouder komt daar volgens hem niet zo gemakkelijk mee weg. Ze hebben een poosje geleden de notitie Jongleren in Doetinchem vastgesteld, een notitie over jeugdbeleid, prachtige voornemens op papier. Hier heb je de kans om dat om te zetten in daden. Ze moeten zich niet te kijk zetten tegenover jongeren, zodanig dat wanneer het op echt beleid aan komt ze letterlijk en figuurlijk het kind van de rekening zijn. De wethouder noemde tussen neus en lippen door de IJsselkade als een mogelijkheid om te parkeren. Hij herinnert zich heel goed uit de plannen die ze vandaag bespreken dat die IJsselkade een terrasfunctie zou krijgen. Dat staat ook in de tekeningen zo. Dat is niet heel goed verenigbaar met de functie die de wethouder voor ogen heeft, namelijk het parkeren van heel veel blik. In zijn fractie werd de suggestie gedaan om aan de parkeergarage 50 kubieke meter toe te voegen en dan kunnen de jongeren daar ook mooi terecht. Mevrouw PUTMAN is het ermee eens dat wat betreft de popruimte een inspanningsverplichting veel te weinig is. Er is een harde toezegging dat er vervangende ruimte zal komen. Daar houden ze de wethouder aan. Met betrekking tot het parkeren zijn hun zorgen nog niet weggenomen. De heer VERHOEVEN merkt op dat in de commissie heel nadrukkelijk gezegd is dat ze zullen zoeken en volgens hem niet dat ze zullen vinden. Dat is een wezenlijk verschil. Hij vindt wel dat vanaf het begin helder was dat het om een tijdelijk popoefenruimte ging in ’t Brewinc en er is al een hele tijd gezocht en die inspanning is er nog steeds. Maar om er nu een hele andere draai aan te geven is niet de lijn die er in de commissie aan gegeven is. Mevrouw PUTMAN betoogt dat ze zich altijd hard gemaakt hebben dat de jongeren van de straat af moeten. Ze moeten wat doen. De wethouder vertelt net zelf dat het een doorslaand succes is. Er is een wachtlijst. Wat wil je dan nog meer? De heer VERHOEVEN herhaalt dat in de commissie geen alternatieve locatie is toegezegd. Er wordt gezocht. Wat dat betreft wordt de discussie nu niet zuiver gevoerd. Dat wil hij aangeven, los van het belang dat ook de VVD-fractie hecht aan een popoefenruimte. Mevrouw PUTMAN herhaalt dat de PvdA-fractie het een morele verplichting ten opzichte van de jongeren vindt. De heer VAN DOESUM zegt de commissievergadering helder voor de geest te hebben en dat de wethouder echt meer gezegd heeft dan wat hij nu beweert. Hij heeft zelfs toegezegd dat hij voor deze raadsvergadering contact zou opnemen met de jongeren. Het stelt hem zeer teleur dat hij dat niet gedaan heeft. Het stelt ook de jongeren zeer teleur. Dat ondergraaft hun vertrouwen in hen als gemeentelijke overheid. Hij constateert dat en vindt het heel jammer. De wethouder heeft de kans om dat ongedaan te maken. De heer MOÏZE DE CHATELEUX constateert dat de wethouder niet ingegaan is op zijn vraag om toelichting waarom in het dictum die reservering niet is opgenomen. De wethouder zegt dat het allemaal wel goed zit met erfpacht en zo. Erfpacht heeft echter met de ondergrond te maken, dus daar kan je niet zoveel mee regelen. Hij vraagt zich af of hij de wethouder goed begrijpt met zijn opmerking over de risicoparagraaf als hij zegt: Omdat ze nog niet weten of ze de kosten wel of niet gedekt krijgen staat het niet in de risicoparagraaf. Als dat zo is, kunnen ze de hele risicoparagraaf wel weggooien, want dat is nu net de essentie van een risicoparagraaf. Mevrouw MOONEN wacht wat betreft parkeren de onderzoeken af. Ten aanzien van het poppodium kan ze de heer Verhoeven ondersteunen. In de commissie hebben ze er wel over gesproken, maar in haar beleving zijn die woorden niet zo zwaar als de heer Van Doesum doet voorkomen. Ze vindt dat ze moeten kijken of er mogelijkheden zijn, maar volgens haar fractie is
278
er geen enkele toezegging gedaan. Over wat ze in eerste instantie zei over de huur wil ze nog toevoegen dat de wethouder heeft toegezegd dat op geen enkele manier de huurverhoging van de exploitatiekosten terug komt bij de gemeente en dat de exploitatiekosten die eventueel zouden ontstaan door de huurverhoging bij de bibliotheek binnen de kaders van de afgesproken budgetsubsidie opgelost moeten worden. Als ze dat afspreken zijn ze al een heel eind. Wethouder KUIPER stelt vast dat door de VVD-fractie instemming is betuigd. De fractie van GroenLinks komt even terug op de popoefenruimteproblematiek. De toezegging van deze wethouder hierin gaat inderdaad niet verder dan uitgesproken te hebben dat hij behulpzaam is bij het zoeken naar een vervangende ruimte. Hij is ook wethouder cultuur en in die functie geïntrigeerd in dit hele probleem. Maar hij gaat nu niet de garantie afgeven dat hij ruimte gaat vinden. Hij gaat zoeken, samen met hen. Wat betreft de discussie over het parkeren en de functie van de IJsselkade geeft hij toe dat er een schets geweest is met een terras daar. In de sfeer van finetuning en het beoordelen van plannen zullen ze kijken hoe je die dingen daar al dan niet kunt combineren. Ze moeten kijken naar optimalisering vanuit de integraliteit van dingen die daar een plek moeten hebben. Met betrekking tot de risicoparagraaf beslissen ze vanavond of ze dit project het groene licht geven. Vanaf dat moment ontstaat die risicosfeer en in de komende begroting zullen ze aandacht schenken aan de plek die dit verdient in de risicoparagraaf. Als het zo is, dan zal hij daar ook een plekje krijgen. Inzake de relatie tussen de erfpacht en de beïnvloedingsmogelijkheden zegt hij dat de gemeente het blote eigendom behoudt, dus op het moment dat daar een andere functie in komt kunnen ze daar weer op sturen. In zijn eerste termijn heeft hij gezegd wat de input is voor de relatie in het project en hoe ze dat ook een juridisch fundament geven in de richting van de ontwikkelaar. Dat staat los van de inhoud van budgetcontracten. Het is niet zo dat de bibliotheek straks bij de gemeente komt met de mededeling dat de subsidie omhoog moet vanwege deze lasten. Dat zijn twee gescheiden circuits. Zo moet het ook blijven. Dat zegt hij toe. De heer MOÏZE DE CHATELEUX laat weten dat hij heeft gevraagd waarom die reservering niet in het dictum is opgenomen. Als je gaat reserveren voor iets, zal je dat daarin moeten zetten. Wethouder KUIPER antwoordt dat hij heeft toegelicht dat die reserveringsbehoefte ontstaat en afhankelijk is van de bieding en daarom hebben ze hem niet verder gedefinieerd. De heer VAN DOESUM herinnert hem aan zijn suggestie om die parkeergarage te gebruiken als popoefenruimte. Wethouder KUIPER vindt dat als je het hebt over de kwaliteit van wat de jongelui van Plutus daar doen, je ze dan niet in de grond moet stoppen. Ze zoeken een oplossing bovengronds. De VOORZITTER constateert dat de raad met algemene stemmen akkoord gaat met het voorstel. 9
KLIMAATPLAN 2007-2008 De heer KONING stemt in met de klimaatnota. Vervolgens kondigt hij aan een motie in te zullen dienen over groene daken. Hij is er aldus toe gekomen: Doetinchem is een groene stad in het groen. Dat zou je letterlijk als gemeente ook van de daken moeten roepen. De PvdA-fractie wil daaraan concrete voorstellen verbinden. In de komende jaren is de ambitie van de stad om de binnenstad te verdichten. Grote nieuwbouwprojecten staan op stapel. Bedrijventerreinen raken vol en er wordt een nieuw bedrijventerrein in ontwikkeling gebracht. Kortom, er zijn volop economische activiteiten die de stad een voortrekkersrol in de regio kunnen geven. Maar de economische bedrijvigheid heeft ook een keerzijde. In het Brabants Dagblad van 30 augustus jl. heeft de Tilburgse econoom Lou Keune aangegeven dat in de berekening van het bruto nationaal product geen rekening wordt gehouden met schade aangericht aan het milieu. Dat wordt niet in geld uitgedrukt. In het verlengde hiervan verdichting van de stad, vestiging van grote bedrijven, economische groei, het zal altijd een fysieke inbreuk brengen op de leefomgeving. De film An Inconvenient Truth die ze allemaal hebben kunnen bekijken is meer dan een hype, want het is een oproep aan de wereld om bewust te zijn van de klimaatsverandering die momenteel plaatsvindt met alle desastreuze gevolgen. Dit alles is een goede reden om duurzaam te bouwen. En om dat duurzaam bouwen nog meer te stimuleren door het bevorderen van de aanleg van de zogenaamde ecologische of groene daken. Tegenwoordig beleven de groene daken, de daktuinen in het midden van Europa een
279
renaissance. Steeds meer ontdekken stedenbouwers, architecten en aannemers de ecologische, economische en esthetische waarden van begroeide daken. In de documentaire Afval is Voedsel geeft de directie van Ford aan hoe het bedrijf $ 35 miljoen wist te besparen door de immense fabriekshallen te voorzien van een groen dak. Dit economisch rendement is natuurlijk heel hoopgevend voor een brede toepassing van een milieuvriendelijke dakbedekking. In Scandinavië, IJsland en Canada hebben dakbegroeiingen een lange traditie. En ook in Duitsland wordt een zeer voortvarend beleid gevoerd waar het gaat om daken van een groene bedekking te voorzien. Het wordt in gemeentes met meer dan 10.000 inwoners en aan bedrijven voorgeschreven hoeveel m² bouwperceel letterlijk groene daken moeten krijgen. Indien er sprake is van een daktuin dient deze in voorkomende gevallen als recreatieruimte de werknemers. Er is bij de buren veel kennis voorhanden hoe bedrijven en particulieren via subsidieregelingen en bijvoorbeeld kortingen op de rioolbelasting hiertoe kunnen worden uitgenodigd. Overheidsinstellingen, scholen, ziekenhuizen en uiteraard gemeentehuizen, kantoren zouden het voorbeeld moeten geven, ook hier in Doetinchem. Een groen dak heeft niet alleen effect op de temperatuur en de waterberging, maar ook worden de mogelijkheden op het gebied van de ruimtelijke ordening c.q. de bouwmogelijkheden erdoor vergroot. Het inpassen van bebouwing in de omgeving middels een op de omgeving aansluitend groen dak, maakt het mogelijk om te bouwen op plaatsen waar het normaal niet mogelijk zou zijn. Hierdoor ontstaat er een economisch voordeel. Doetinchem als groene stad kan een gigantische inhaalslag maken door in nieuwbouwprojecten een koppeling te maken met de esthetiek en de duurzaamheid middels begroeiing van de immense hoeveelheid platte daken die er ongetwijfeld zal gaan komen. Daartoe dient hij de volgende motie in:
MOTIE GROENE DAKEN De gemeenteraad van Doetinchem, in vergadering bijeen op 1 november 2007; overwegende dat het aanleggen van groene daken economische, ecologische en esthetische voordelen biedt; v e r z o e k t h e t c o l l e g e:
−
−
het stedelijk groen en het gemeentelijk klimaatsplan een nog grotere dan de beoogde kwaliteitsimpuls te geven door het effectief en actief bevorderen en stimuleren van de aanleg van groene daken bij bedrijven, kantoren, woningen en scholen;
−
deze doelstelling als groen speerpunt mee te nemen in het aanstaande groenstructuurplan;
−
onderzoek te doen naar de mogelijkheden en condities die er zijn om de aanleg van groene daken effectief en actief te bevorderen en dit nader uitgewerkt aan de raad terug te koppelen;
−
te onderzoeken of het mogelijk is de financiële middelen die een stimulerend beleid met zich meebrengt, verworven kunnen worden via de Europese Civitas-middelen zoals die worden genoemd in het verslag over de thematische strategie voor het stadsmilieu (2006/2061INI) van de commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid van het Europees Parlement;
en gaat over tot de orde van de dag. De fractie van de PvdA,
Deze motie is heel voorzichtig: onderzoek. Wie kan daar nu tegen zijn? In ieder geval niet de volgende persoon van wie hij het volgende citaat voorleest: ‘Maar ik denk ook aan de 80.000 tot 100.000 woningen die we de aankomende jaren gaan bouwen. Waarom kan duurzaamheid bij de bouw van deze woningen geen doorslaggevend criterium zijn? Er is zo veel mogelijk. Een mooi
280
voorbeeld vind ik zelf de letterlijke vergroening van Chicago. Daar worden dagelijks zogenaamde ‘green roofs’ geïnstalleerd. Platte daken van overheidsgebouwen worden beplant en burgers en bedrijven worden gestimuleerd hetzelfde te doen. Door deze groene daken is er een positief effect op de luchtkwaliteit, zijn er minder stookkosten en is er meer natuur in de stad.’ Dit zegt Jan Peter Balkenende bij het evenement ‘Kansrijk’ in Nieuwegein op 24 april 2007. De heer HEUTHORST geeft te kennen dat de CDA-fractie zich kan vinden in de extra kredietverstrekking voor de uitvoering van het klimaatplan. De fractie vindt het prima dat het college vertrouwt op bewezen technieken in de gemeentelijke gebouwen waar ook diverse maatregelen zijn genomen of recent nieuwe energieonderzoeken gaande zijn en is positief over het project voor energiebesparing om huishoudens met lage inkomens te voorzien van een energiebox met ideeën over energiebesparing in huis. Dat is ook goed voor het milieubelang ‘energiezuinig’. Ze denken ook met betrekking tot het aantal woningen die ze de komende jaren gaan bouwen dat duurzaamheid bij de bouw van de woningen doorslaggevend criterium kan zijn. Daarom kan de CDA-fractie ook de ‘motie groene daken’ steunen. Ze prijzen de indiener van de motie dat hij het citaat van onze eigen minister-president heeft voorgelezen als argument om hiermee aan de slag te gaan. Als extra vraag daaraan gekoppeld vragen ze naar de evaluatie van het duurzaam bouwen in Dichteren. Het evaluatieonderzoek ligt al jaren in de la. Ze kunnen ook vragen dat te laten uitvoeren door de vrijwilligers van de Vrouwenadviescommissie. Die waren erg betrokken bij de totstandkoming van de wijk en het project duurzaam bouwen. De heer DE RECHTEREN VAN HEMERT zou over het klimaatplan een lezing van een week kunnen houden en dan zijn ze er nog niet uit. De inhoud van het voorstel doet anders vermoeden als je het ziet. Ze gaan het niet hebben over het klimaat, maar over energiebesparing. Een druppel op de bekende plaat, zoals het hier staat. Energiebesparing begint met het aantrekken van een trui. Ten eerste moeten ze de energiebehoefte verminderen, dus beter geïsoleerde woningen of gebouwen maken. De huidige stand van isolatietechnieken kan dit gemakkelijk. Daarvoor behoeven ze niet allerlei installatietechnische maatregelen voor te treffen, zoals een warmtepomp. Die mag trouwens niet overal in Nederland. Hij vraagt zich ook af of het hier mag. Zodra het een waterwingebied is, mag het al niet meer. Over de gevolgen op lange termijn van het halen van warmte uit de aarde is nog niet zoveel bekend. De enige reden waarom ze dit soort dingen naar voren brengen is, omdat ze hier meer aan verdienen dan aan isolatie. Op 12 februari 1983 was het eerste examen van de energiebeheerder. Die had opdracht gekregen een gebouw of woning met een epc-waarde van 0,8 te ontwikkelen. In die tijd was het een lastige opgaven, maar het lukte toch iedereen. Nu, 24 jaar later, praten ze pas over de 0,8 en in 2011 naar 0,6. Nu zegt een epc-waarde eigenlijk heel weinig van een woning. Hij kent projecten die slecht geïsoleerd zijn, maar een lager energieverbruik hebben. Ieder kent wel het voorbeeld. In de folder van de auto staat het benzineverbruik. Als een ander die haalt, haalt hij hem ook. Dat is niet te doen. Die gelden alleen onder ideale omstandigheden. Als men weet hoe een epc-waarde berekend wordt…..een handige jongen kan daarin manipuleren. De bewoner is de zwakke schakel. Die zet liever een raam open als hij het ventilatiesysteem aan heeft. In principe kan het niet, maar een handige jongen lukt het wel. Hij kan hem uitzetten door twee draadjes te veranderen. De gesloten systemen hebben ook een keerzijde. Veel mensen die deze panden bewonen krijgen allerlei allergieën, astma en ook veel hoofdpijn. Natuurlijk is het eigen schuld. Ze moeten niet aan het systeem zitten en voldoende onderhoud plegen. Of nog erger: hij zet het gewoon uit. Betere voorlichting is op z’n plaats. Geef een bewoner een handboek hoe ze om moeten gaan met die installaties. Het plan over de energieboxen juichen ze toe. Maar hoe gaat het met de handhaving over dit soort dingen? Controleren ze na die tijd ook werkelijk of gebouwd is wat is aangevraagd? Controleren ze het energieverbruik na een paar jaar? En is die epc-waarde wel op de juiste manier berekend? Waarschijnlijk niet. En daarin zit de mislukking van het plan. Dat missen ze in dit voorstel. De heer BOLAND vindt het terecht dat iedereen wat aandacht krijgt voor het klimaat. Het is toch onze leefomgeving en het bepaalt ook onze toekomst. Al Gore wordt veel geciteerd. Dat is de ene kant van het klimaat. Hij las laatst over een IJslandse onderzoeker die weer eigen inzichten had over het klimaat. Het was de andere kant hoe je ook kon beheersen. Veel geleerden en wetenschappers buigen zich er over. De heer De Rechteren van Hemert gaf ook
281
wat technische informatie over de klimaatfactoren. Ze vinden het fijn dat het voorstel er ligt. Hij constateert dat het al eerder, in 2004, is vastgesteld en dat het nu geëffectueerd wordt. Je kunt je afvragen wat er in die tussentijd is gebeurd. Hij hoopt wel dat er iets aan klimaatbeheersing gedaan is. In dit verhaal zijn er twee aspecten. Je kunt een basispakket nemen. Wettelijk moet het gebeuren. Het bestuursakkoord schrijft het voor. Ze vinden het goed dat er extra kansen gecreëerd worden, dat ze een stap verder gaan en het ambitieniveau een stap hoger leggen en aansluiten bij de landelijke ontwikkelingen. Het is goed dat ze besparingsmogelijkheden bij bedrijven aan de orde stellen en beginnen bij het eigen bedrijf en in tweede instantie ook kiezen voor de huishoudens. In de Volkskrant van hedenmorgen stond een aardig verhaal over Leeuwarden dat mensen energieboxen gaf, waarin bijvoorbeeld een spaarlamp zit. Dat zijn aardige ontwikkelingen en creatieve gedachten om mee om te gaan als het gaat over de energiebox. De DSD-fractie ondersteunt het voorstel. Ze constateren dat de klimaatbeheersingsactiviteiten over de grenzen heen gaan, ook over de grenzen van Doetinchem. In die zin is een regionale aanpak van belang als het gaat over klimaatbeheersingsmaatregelen die je gezamenlijk zou kunnen nemen in het kader van de regio en aansluitend bij de landelijke ontwikkelingen en ambitie op klimaat, onze eigen leefomgeving. Ze gaan akkoord met het voorstel. Ze ondersteunen de motie van de PvdA-fractie als het gaat om onderzoek doen naar groene daken. De heer BLOM herinnert aan de motie die ze op 10 november 2005 hebben ingediend in deze raad waarin ze voorstelden om eigenlijk dat te doen wat hier nu voor ligt. Dan is te begrijpen dat de fractie van D66 het hier absoluut mee eens is. Ze kunnen ook de motie van de PvdA-fractie ondersteunen, maar hij is wel benieuwd of en hoeveel extra kosten daarmee gemoeid zijn. Als het teveel zou kosten, willen ze er nog even op terugkomen. Toen de heer De Rechteren van Hemert het woord voerde, dacht hij aan de spreuk die ze al jaren kennen die zegt dat ‘waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Waar weinig gewerkt wordt, worden weinig fouten gemaakt. Zij maken geen fouten’. Als ze het niet doen, is het altijd slechter dan wanneer je wel iets doet. Er zit altijd een kans op mislukking in. Als de angst daarvoor leidt tot de beslissing om het maar niet te doen, vindt hij dat te ver gaan. Hij verzoekt en hoopt dat de VVD-fractie, ondanks hun twijfel toch dit wil steunen, omdat de kans dat er iets positiefs voor het milieu uit komt groter is, dan dat ze helemaal niets doen. Wethouder VAN DER MEIJS bespeurt in het algemeen instemming met de vaststelling van het klimaatplan en daar is ze verheugd over. Het gaat uit van de voorbeeldfunctie die je hebt als gemeente om die gestalte te geven. Het gaat ook over de voorlichting die je kunt bevorderen om te komen tot energiebesparende maatregelen, wat toch zijn effect heeft op het klimaat. De CDA-fractie doet een voorstel om het duurzaam bouwen in Dichteren te evalueren en dat door de VAC-vrouwen te laten doen. Zij en haar collega van bouwen vinden dat een interessante optie. Ze doet de toezegging dat ze ernaar gaan kijken. Het komt op de toezeggingenlijst en er volgt een antwoord op. Wat betreft de verhandeling van de heer De Rechteren van Hemert over energiebesparing en zijn vraag betreffende de handhaving zegt ze dat je kunt handhaven op afgifte van de bouwvergunning. Als je gaat handhaven dan moet je uitgaan van die bepalingen die gelden op het moment dat de bouwvergunning voor een huis wordt afgegeven. Dat betekent dat als je een jaren’30-huis hebt en de bouwvergunning is in die jaren afgegeven, dat dan de normen gelden die in de jaren’30 golden. Bij een huis van de jaren ’70 de normen van de jaren ’70 en bij de bouwvergunningen die nu afgegeven worden de normen die thans gelden. Ze neemt aan dat de raad bedoelt dat ze vanaf dit moment gaan handhaven, want het is een onmogelijkheid om het te gaan doen. Dat is dus heel ingewikkeld. Dat is erg tijdrovend. Het is niet onmogelijk, maar de manier waarop het wordt voorgesteld, denkt ze dat het zeer kostenverhogend werkt, heel veel regels opwekt hoe dat dan moet, heel veel naslagwerk. Ze is de laatste die zou zeggen dat ze niet moeten handhaven, maar ze moeten wel een systeem ontwikkelen van steekproefsgewijs of iets dergelijks. Als je echt huis voor huis bij elke bouwvergunning die afgegeven wordt gaat kijken na een aantal jaren of die norm die toen bij afgifte van de bouwvergunning geldig was gehaald wordt, dan betwijfelt ze of dat de weg is die ze samen moeten gaan. Je hebt het ook over een zekere mate van eigen verantwoordelijkheid van mensen voor het klimaat en dat ze daaraan willen voldoen. Ze meent dat de VVD-fractie toch wel voor de eigen verantwoordelijkheid van mensen was. Dat betekent dat ze toezegt wel
282
naar steekproefsgewijze handhaving te willen kijken, maar ze heeft haar bedenkingen bij de wijze waarop het door de VVD-fractie wordt voorgesteld. Ze vindt de ingediende motie heel sympathiek. Ze was afgelopen zomer in Noorwegen en wat de voordelen van groene daken betreft die de heer Koning noemde, daarin kan ze hem niet verbeteren. Het is een voorzichtige motie. Ze moeten het onderzoeken. Maar ze zijn eigenlijk met de huidige bemensing die ze hebben al erg druk met hun normale taken en de taken die ze al extra in het klimaatplan hebben neergezet. Als je het hebt over de subsidie en de taken die daaruit voortvloeien, dan is dat een hele kluif. Wel is ze voornemens om het mee te nemen bij de voorlichting daarover. Het past in het voorlichten over de mogelijkheden die er zijn om het mee te geven aan de mensen die gaan bouwen en ontwikkelen in deze stad. Ze wil de motie graag overnemen, maar puur op gronden van de bemensing van de groep medewerkers die het moet uitvoeren raadt ze deze motie af, omdat het zou betekenen dat ze andere dingen minder kunnen doen of minder aan toe zullen komen. Dat wil de raad vandaag niet, want hij staat positief tegenover het klimaatplan. De heer KONING is blij met de woorden van de wethouder. Ze noemt zijn woorden sympathiek en niet te verbeteren in argumentatie. Dus wat is er dan tegen? Als alleen de bemensing het probleem is, waarom vraagt ze de raad dan geen toestemming om ook te schuiven met personeel? Dan moet ze niet bij voorbaat een motie in die richting afwijzen. In de stad Tilburg is deze motie al aangenomen. Deze stad heeft een uitvoerig onderzoek laten doen naar de mogelijkheden en de kosten. Hij biedt haar bij deze dat onderzoek aan. Uit deze woorden zal de wethouder begrijpen dat zij zich niet kunnen voorstellen dat deze motie ontraden zou moeten worden. De heer HEUTHORST laat weten dat de CDA-fractie de motie blijft steunen. Hij heeft voordelen voor zowel economie als klimaat en daarom lijkt het hun best mogelijk om dit onderzoek uit te voeren. De heer DE RECHTEREN VAN HEMERT geeft richting de fractie van D66 aan dat je dit natuurlijk moet doen. Dat is niet de essentie van zijn verhaal geweest. Hij heeft ook gezegd dat ze beter moeten isoleren. Ze moeten een jas aantrekken en af een toe eens een trui aantrekken. En dan niet zichzelf, maar die woning. Je moet het integraal gaan bekijken. Voorlichting is hierin helemaal cruciaal. Wat het amendement betreft weet hij dat waar men plannen met groene daken maakt, men in het algemeen toch naar alternatieven gaat zoeken gezien de vrij hoge kosten. Ook het onderhoud valt de eerste vijf jaar mee, maar daarna beginnen de onderhoudskosten flink op te lopen. Als je gaat kijken naar het kostenplaatje dat je dan uitgeeft, dan zijn andere isolatiemogelijkheden veel beter. Een van die dingen is driedubbel glas toepassen, wat in Nederland bijna niet gebeurt. Buiten de mogelijkheid van de groene daken zou je ook kunnen gaan kijken voor de daken naar zonne-energie. Neem dat dan gelijk mee. De praktijkervaringen met groen daken zijn, afhankelijk van naar wie je luistert, de ene keer goed en de andere keer slecht. De gemeente Tilburg was ook de eerste in Nederland die kunststof kozijnen ging toepassen. Daar zijn ze na een paar jaar ook van teruggekomen. Hij kent het onderzoek van Tilburg niet en wil het graag lezen en dan commentaar erop geven. De heer BOLAND constateert dat de PvdA-fractie opeens een groot groen hart heeft gekregen en vindt het fijn dat vast te stellen. Wat de motie betreft vinden ze belangrijk wat de wethouder zegt. Het is een voorzichtige motie voor een onderzoek. Het zal ook zo kunnen zijn, dat je wat creatief bent in het vinden van methodieken om onderzoek te laten doen. Wat Tilburg gedaan heeft zou je in Doetinchem ook kunnen doen, namelijk de omgeving erbij betrekken. Hij denkt aan een stageopdracht voor een landbouwschool, bijvoorbeeld Larenstein, die je in zou kunnen zetten om dat onderzoek te doen, waardoor je de kosten wat beheerst. Je moet wel ambitie en durf tonen en creativiteit in de methodiek en naar degene die het zou kunnen uitvoeren. Dan denkt hij dat het binnen beheersbare kosten wel moet lukken en is hij het ermee eens. De heer BOS merkt op dat de wethouder hem niet heeft overtuigd met haar argumenten. Daarom zullen ze de motie steunen. De heer HEIJ geeft ook aan de motie te zullen steunen.
283
De heer BLOM is blij met de reactie van de VVD-fractie in tweede instantie. Wat de motie betreft is hij niet zo gecharmeerd van de suggestie van de PvdA-fractie dat de wethouder aan de raad moet vragen om met personeel te mogen schuiven. Hij meent dat ze op dit moment al genoeg aan het schuiven zijn. Hij denkt dat wat de heer Boland naar voren brengt meer in de lijn der verwachting ligt en waar je op moet gaan zoeken. Wel wil hij gelegenheid geven en de motie van de PvdA-fractie ondersteunen, want hij vindt het wel goed dat ze de wethouder gelegenheid geven om met een goed werkbare en goedkope oplossing te komen en op korte termijn de onderzoeksresultaten op tafel krijgen. Het moet allemaal ook nog wel kunnen. Hij vindt het vooral belangrijk dat deze motie nu wordt aangenomen, omdat de vorige motie, waar dit voorstel helemaal over ging, door de toenmalige oppositie was afgewezen. De heer LANGEVELD doet de niet verrassende uitspraak dat de fractie van GroenLinks deze motie ondersteunt. Wel hebben ze hun vraagtekens of dit agendapunt het item is om eens te praten over wat het klimaatbeleid in Doetinchem zal zijn en welke aanpak de gemeente zou kunnen kiezen. Goede maatregelen moet je niet weigeren. Wethouder VAN DER MEIJS denkt al te weten waar het met de motie naartoe gaat. Ze wil de raad meegeven dat binnen het kader van de personele bezetting ze zich allen moeten realiseren – want ze besluiten vandaag ook dat er een aantal dingen gaat gebeuren – dat ze de opdracht aan het college verruimen. Als de meerderheid van de raad daar voor is, aanvaardt ze de opdracht, maar ze tekent erbij aan dat dit komt boven op de maatregelen waartoe de raad binnen het klimaatplan besluit. De raad geeft namelijk geen verruiming van het personeelsbudget. Ze kan daarentegen de motie ook zo interpreteren dat de raad zegt dat de wethouder moet onderzoeken of binnen de voorlichting en de voorbeeldfunctie die in het klimaatplan staan het groene dakenplan kan worden meegenomen. Kunnen daar voorstellen tot maatregelen, tot extra voorlichting worden gemaakt? Dan zal daar ook wel een financieel voorstel bij komen. Dan komt het hier terug in de raad. In dat geval is de motie acceptabel. Binnen de voorbeeldfunctie en binnen de voorlichtingsfunctie onderzoeken in hoeverre daar groene daken in kunnen worden meegenomen en als er verdere voorstellen komen, dan komt het terug in de raad. Als de motie zo geïnterpreteerd wordt, kan ze met deze motie instemmen. De heer VERHOEVEN geeft te kennen dat de VVD-fractie kan ondersteunen de lijn die de wethouder aangeeft hoe met de motie om te gaan. Een lijn waarbij je daar boven op iets gaat doen heeft niet hun instemming. De heer BLOM sluit zich namens de fractie van D66 hierbij aan. De VOORZITTER constateert dat de raad akkoord gaat met de voorliggende motie en dat de raad instemt met het voorstel van het college. 10
DIVERSE AANGELEGENHEDEN a. Planologisch beleid 2007 De raad besluit de nota Planologisch beleid 2007 gewijzigd vast te stellen. b. Aanwenden subsidie voor het project 'Nazorg ex-gedetineerden / NOG Veiliger' Mevrouw DUIJN vraagt of dit in het verleden eigenlijk niet de taak was van de reclassering. Tevens vraagt ze of ze eigenlijk wel op de goede weg zijn door naast de reclassering in gemeentes of op welke plek dan ook instituties of samenwerkingsverbanden op te tuigen die de taak van in dit geval de reclassering overnemen. Ze herinnert zich dat er een behoorlijk bezuiniging op de reclassering heeft plaatsgevonden, maar dit geeft weer eens aan dat er in het verleden besluiten zijn genomen die niet zo handig waren geweest. Daarnaast heeft ze in de commissie een vraag gesteld die ging over dat ze nu iets in Doetinchem besluiten met betrekking tot de grote regio, maar wat gaat er nu gebeuren wanneer er elders in het land waar niet zo’n
284
samenwerkingsverband is mensen worden vrijgelaten die naar Doetinchem komen of bij Doetinchem horen? Hoe wordt daarmee omgegaan? Het kan ook dat er mensen uit Doetinchem worden vrijgelaten of in de regio die elders naartoe gaan. Hoe gaan ze met beide gevallen om? De VOORZITTER als portefeuillehouder stelt dat het een hele principiële vraag is. De taak van de reclassering begint ergens en eindigt ergens. Als we zeggen dat er maatschappelijke participatie moet zijn en mensen moeten meedoen, dan moet je ook zorgen dat na de poort van de gevangenis een maatschappelijk traject geregeld is. Het is een groot punt van zorg, onder andere daarvoor is door de provincie Gelderland het zogenaamde Topoverleg samengesteld, wat een ketenorganisatie is van alles wat te maken heeft met politie, justitie, reclassering, jeugdzorg, maatschappelijke zorg. Zowel de politieregio Noordoost Gelderland als die waar Arnhem in ligt, nemen daaraan deel. Het wordt een heel belangrijk experiment, omdat ze absoluut het de burgers, maar ook de betrokkenen zelf niet kunnen aandoen, dat er hiaten zitten in die keten en mensen uiteindelijk plotseling geconfronteerd worden met het feit dat ze kunnen gaan en dat er dan buiten de poort niets geregeld is. Daar zijn die mensen de dupe van en daar is de samenleving de dupe van. Voor als er mensen van de ene regio naar de andere gaan wordt er al samengewerkt met de buurregio en vanuit de contacten die binnen dat Gelders topoverleg bestaan zijn dus ook de ketens te organiseren naar regio’s elders in den lande. Dat doet elke organisatie via het eigen netwerk. De raad besluit in te stemmen met het aanwenden van de door de provincie Gelderland vanuit het GSO2-budget toegekende subsidie van € 50.000 voor het project 'Nazorg ex-gedetineerden / NOG Veiliger' (112e wijziging van de begroting). c. Aanwenden subsidie bovenlokale middelen GSO2 voor 'Gelderland helpt scoren' Mevrouw DUIJN vraagt of er geen onaangename consequenties zouden kunnen blijken te zijn in het kader van deze plannen met betrekking tot het gebruik van het stadion. Wethouder VAN DER MEIJS antwoordt dat ze dit expliciet nog bekeken heeft in het kader van de milieuvergunning van De Graafschap. Daar zijn geen negatieve consequenties aan verbonden. Het mag zoals ze van plan zijn. De raad besluit, in te stemmen met de inzet van de door de provincie toegekende subsidie ten bedrage van € 166.825 voor het project '‘Gelderland helpt scoren' (113e wijziging van de begroting). d. Bestemmingsplan Bezelhorst/IJkenberg 2007 De raad besluit het bestemmingsplan vast te stellen. e. Grondaankoop voor ontwikkeling regionaal bedrijventerrein De raad besluit een aanvullend krediet van € 450.000 beschikbaar te stellen voor de aankoop van de onroerende zaak Martinuslaan 2 (114e wijziging van de begroting). f. Voorbereidingsbesluit Verheulsweide, Harveld 1978 en gedeelten van Industrieterrein Hamburgerbroek en Wehl 1991 De raad besluit: 1. een voorbereidingsbesluit te nemen ten behoeve van het bestemmingsplan Verheulsweide, Harveld 1978 en gedeelten van het Uitbreidingsplan-in-onderdelen Industrieterrein Hamburgerbroek en het bestemmingsplan Wehl 1991, een en ander zoals op de bijbehorende tekeningen met een rode kleur is aangegeven; 2. te bepalen dat dit besluit een dag na publicatie in de Staatscourant in werking treedt.
285
g. Wijziging van de samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel De raad besluit het college toestemming te verlenen tot het nemen van een besluit inzake de tweede wijziging samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel als gevolg van de toetreding van zes Veluwse gemeenten. h. Fusie programmaraden De raad besluit: 1. in te stemmen met de fusie tussen programmaraad Gelderland-Oost en stichting Programma Adviesraad Oost en samen met de andere gemeenten per 1 november 2007 de nieuwe programmaraad in te stellen, conform de bepalingen van de Mediawet; 2. de gemeentelijke bijdrage voor 2008 te bepalen op € 1245 per gemeente; de gemeentelijke bijdrage voor de jaren na 2008 vooralsnog te bepalen op maximaal € 1245 per gemeente, geïndexeerd op basis van de reguliere prijsontwikkeling. i. Verwerken van de financiële monitor september 2007 in de begroting 2007 De heer WUBBELS merkt op dat in dit agendapunt in de begroting een aantal wijzigingen wordt aangebracht die hun instemming kunnen hebben, hoewel ze zich over sommige bedragen verbazen. Maar er zit één element in dat hun bijzondere aandacht trekt. Dat is het gebruik van het fpu-arrangement op een andere wijze dan waarvoor de voorziening bedoeld was. De DSDfractie kan instemmen met het feit dat het college zegt dit niet langer ten laste van het fpuarrangement te brengen, maar ten laste van de loonsom. Daarmee gaat het wel verloren in die enorme bulk. Ze willen inzicht hebben in die kosten, die op basis van dit voorstel ten laste van de loonsom worden gebracht, zodat ze beter weten wat de consequenties van allerlei handelingen zijn in het kader van hun budgetrecht. Wethouder KUIPER stelt dat de heer Wubbels de mutatie begrijpt, maar inzicht wil hebben in de bedragen en de exacte inbedding in de loonsomdiscussie. Hij zegt toe daarvoor te zullen zorgen en dat ze daar binnenkort informatie over krijgen. De raad besluit de begroting 2007 te wijzigen naar aanleiding van de financiële monitor van september 2007 (115e begrotingswijziging). 11
INGEKOMEN BRIEVEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Familie Vredegoor, 27 augustus 2007, klacht over WOZ-taxatie. Stichting Achterhoekse zaalsportaccommodatie, 25 september 2007, protest tegen belastingaanslag. Bewoners Van Hogendorplaan en Zuivelweg, 25 september 2007, verzoek overleg over aanleg voetbalveldje. R.J.C. Nienhuis en J. Leenders, 26 september 2007, verzoeken om informatie. Fietsersbond, 4 oktober 2007, verzoek lange en zware vrachtauto's te weren op wegen waar ook fietsers en voetgangers komen. Dorpsraad Gaanderen, 11 oktober 2007, vragen over mast aan de Ds. Warnersstraat. Socialistische Partij, 18 oktober 2007, rapport van landelijk meldpunt Wmo. Gedeputeerde staten, 19 oktober 2007, ontheffing verhoging onroerendezaakbelasting. Regio Achterhoek, 22 oktober 2007, bestemming voorzieningen stortplaats De Langenberg. De heer VAN DOESUM verzoekt de afdoening van brief 5 via de commissie te laten lopen, zodat ze inzicht hebben voordat er een antwoord komt aan de schrijvers van deze brief. De heer WUBBELS verzoekt in kennis gesteld te worden van de afdoening van de brieven 1
286
en 9. De VOORZITTER zegt toe dat aan deze verzoeken tegemoet gekomen zal worden. De raad besluit deze brieven door het college te laten afdoen. 10.
Gemeentelijke rekenkamercommissie, 3 oktober 2007, uitleg over bevoegdheden van de commissie; verzoek verordening aan te passen. De heer KUIPERS zou graag brief 10 van de rekenkamercommissie in de commissie regelgeving behandeld zien, omdat er aanbevelingen in staan, om een en ander te kunnen regelen, ook binnen de gemeente. De VOORZITTER zegt toe dat aan dit verzoek tegemoet gekomen zal worden.
De raad besluit deze brief voor advies aan de griffie voor te leggen. PUNT VAN ORDE De heer KUIPERS merkt op dat allen in deze zaal conform de Gemeentewet artikel 15 de eed of de gelofte hebben afgelegd dat ze nimmer een geschenk zullen aanvaarden. Hij begrijpt dat ze nu door de bode door middel van een geschenk zijn verblijd. Dat is een beetje in strijd met de Gemeentewet. Dit geschenk komt van de bibliotheek naar aanleiding van het aanvaarden van het agendapunt over ’t Brewinc. Hij zit met een dilemma. De heer BOS valt de heer Kuiper graag bij. Niet zo lang geleden hebben ze van de directie van Amphion een fles wijn gekregen. Daar heeft hij zich ook vreselijk aan geëergerd (maar niet heus!). De VOORZITTER wil afspreken dat als er dingen uitgedeeld worden, dit altijd gaat in overleg met de griffier of met hem. Ter geruststelling kan hij mededelen dat alle Nederlanders zo’n boekje gratis hebben kunnen krijgen. Dit kost niets en behoeft geen aanleiding te zijn tot onzekerheid. Hij vindt het positief dat de heer Kuipers zo integer is dat het gelijk aan hem gaat knagen. Hij vindt het punt van de beeldvorming ook van belang. Ook al kost het niets, het geeft toch een bepaald beeld. Ze zullen voortaan vragen dit soort zaken niet tijdens de raadsvergadering uit te delen, vanwege het mogelijke beeld dat kan ontstaan. MOTIE GROTERE GROENE CONTAINERS (Heer Gotink en mevrouw Putman) De heer GOTINK zegt zelden zoveel reacties te hebben gehoord als toen het ging om het inwisselen van die container(s). Heel veel mensen hebben hen aangesproken over het feit hoe het gebeurd is, - dat hebben ze in de commissie al uitvoerig besproken – maar ook de strekking van het geheel. Samen met mevrouw Putman heeft hij gekeken wat ze wel en niet hebben besloten en naar hun mening hebben ze besloten inderdaad tot harmonisatie over te gaan, dwz een kleine groene container van 140 liter, een grote grijze van 240 liter en een papiercontainer van 240 liter. Waar ze naar hun mening echter geen besluit over hebben genomen is dat iemand die meer wil verplicht is om twee groene containers van 140 liter te nemen. Dat kunnen de mensen niet begrijpen. Burgers hebben hun gevraagd of dat wel het meest efficiënt en gemakkelijk was. Ze hebben gekeken wat de burger heeft: twee kleine ten opzichte van één grote. Ze constateren dat een grote minder ruimte in beslag neemt dat twee kleine, dat er voor de burger minder handelingen noodzakelijk zijn bij het brengen en halen van de container naar de weg en bij het schoonmaken. Naar verwachting van de mensen zal een grotere container goedkoper zijn dan twee kleine. Het voordeel voor de gemeente menen ze te zien in dat het ledigen wat nu gebeurt in een cluster van twee containers, buren hun container bij elkaar plaatsen en dat twee containers in een handeling worden geleegd. Als echter een buurman gaat beschikken over twee kleine containers, betekent dat een extra handeling bij het ledigen. Ze denken ook dat de inkoopsprijs van een grote containers van 240 liter lager zal zijn dan die van twee containers van 140 liter. Blijven nog over de extra kosten bij invoering van dit systeem. Deze kosten zijn eenmalig en op termijn zijn de voordelen van één grote ten opzichte van twee kleine containers evident. Ze hebben al gesuggereerd een werkwijze te kiezen die ook de
287
voormalige gemeente Wehl toepaste, namelijk: plaats meerdere keren een advertentie in de daarvoor bestemde pagina van de gemeente en digitaal. De gemeente zal dan het omwisselen van de containers kunnen uitbesteden. Stel dat je daar een vereniging voor interesseert, bijvoorbeeld voor een bedrag van € 10 per container en de gemeente heeft dan alleen nog de kosten van het eenmaal wijzigen van twee kleine naar een grote container voor betrokkene. Ze zijn van mening dat op die manier de kosten van uitvoering best binnen de perken gehouden kunnen worden. Ze hebben geen idee hoeveel personen het betreft. Het is hun nu al opgevallen dat daar in het Doetinchemse en Gaanderense belangstelling voor is. Niet iedereen kan of wil composteren. Als men niet goed composteert, houdt dat ook nog grote gevaren in. Je moet daar een doelbewuste keuze in maken. Vanzelfsprekend moet een en ander budgetneutraal gebeuren. Hij leest de volgende motie voor: MOTIE GROTERE GROENCONTAINER De gemeenteraad van Doetinchem, in vergadering bijeen op 1 november 2007; overwegende dat burgers te kennen geven een ander alternatief voor te staan dan een extra kleine groencontainer als aanvulling op het standaardsysteem; v e r z o e k t het college: - gezien de voordelen van een grote groencontainer ten opzichte van twee kleine zoals: kosten inkoop container, minder handelingen bij inzameling en vriendelijker gebruik voor de burger; - over te gaan om in plaats van twee kleine groencontainers van 140 liter, een grote groencontainer van 240 liter beschikbaar te stellen; - de afvalstoffenheffing zodanig aan te passen dat een en ander kostenneutraal kan plaatsvinden; en gaat over tot de orde van de dag. De fractie van CDA
De fractie van PvdA
De heer STOEL vraagt hem of het zo is, dat bij het inwisselen van de containers de afvalstoffenheffing niet omhoog gaat. De instelling van de heer GOTINK is dat de afvalstoffenheffing niet omhoog mag gaan en dat de extra kosten die er zijn worden neergelegd bij degenen die over een grotere container gaan beschikken. Dus geen verhoging van het standaardsysteem. De heer BLOM merkt op dat datgene wat de heer Gotink nu net zei en wat niet in de motie staat, van essentieel belang is. Als hij toevoegt aan de motie na ‘kan plaatsvinden;’ ‘en er een differentiatie van de tarieven van kracht wordt voor degene die een grotere container wil’ , dan staat het duidelijk in de motie verwoord. De heer GOTINK laat weten graag bereid te zijn deze aanvulling te maken. Wethouder VAN DER MEIJS wijst op de uitspraak van de heer Gotink dat hij niet precies weet over hoeveel mensen het gaat. Ze neemt aan dat hij met haar van mening is dat het gaat om de mensen die nog een tweede groencontainer in Wehl hebben behouden. Die mensen hebben behoefte aan meer dan de bak van 120 liter die ze nu standaard hebben. De heer GOTINK zegt dat dit niet klopt. Ze willen deze gelegenheid openstellen voor alle burgers van Doetinchem, dus niet alleen de burgers in Wehl. Ze weten niet om hoeveel mensen het in Wehl gaat, maar zijn er wel van overtuigd dat een hele grote groep mensen zal kiezen voor een grotere groencontainer, maar niet voor twee kleinere containers. Wethouder VAN DER MEIJS stelt dat op het moment dat Wehl bijna 100% heeft ingeleverd je ervan mag uitgaan dat diegenen die van de standaardset zijn uitgegaan daar voldoende aan hebben en dat het gaat om drie gezinnen in Wehl die een tweede groene container erbij hebben. De heer GOTINK weerspreekt dat, want hij weet van die mensen dat die pertinent niet willen kiezen voor twee kleine containers. Ze willen eerst van de
288
gemeente horen waarom ze zouden moeten kiezen voor twee kleine, terwijl ze ervan overtuigd zijn dat een grote goedkoper is. Wethouder VAN DER MEIJS gaat uit van de cijfers dat het gaat naar de behoefte die mensen hebben. Dan gaat het in Doetinchem om 1% van de huishoudens waar ze een tweede groene container hebben. Daarnaast is het zo dat in de herfst in Doetinchem op veel plekken korven ter beschikking worden gesteld om extra blad en dergelijke in te doen. Ze raadt deze motie af omdat ze het niet standvastig zou vinden van de raad als die zou worden aangenomen. In februari heeft de raad de vernieuwde afvalstoffenheffing vastgesteld. De heer WUBBELS wijst haar erop dat de raad nog helemaal geen standpunt heeft kunnen innemen. Wethouder VAN DER MEIJS raadt de motie af, want ze vindt het niet verstandig. De heer WUBBELS vindt het voorbarig dat ze nu al zegt dat ze het niet standvastig van de raad vindt. Wethouder VAN DER MEIJS bevestigt dat ze als de raad deze motie aanneemt dat ze het dan niet standvastig van de raad vindt. In februari heeft de raad de vernieuwde afvalstoffenheffing vastgesteld. Hierin heeft hij impliciet gekozen voor een kleine gft-rolemmer. Dat betekent dat die grote rolemmers in Wehl omgewisseld moesten worden, twee jaar na dato. Wat nu in februari is vastgesteld zou de raad dan in november weer verlaten. Ze hebben daar de keuze voor de standaardset gedaan en ze wijst erop dat de raad ten aanzien van de grijze en de papiercontainer aan precedentwerking doet, want het is ook voor mensen met twee grijze containers gemakkelijker om een grote grijze container te hebben. De ervaring in Doetinchem is dat 1% in de gemeente Doetinchem buiten Wehl gebruik maakt van een tweede groene container. Van de gft-containers is in Wehl bijna 100% omgeruild. Drie bewoners hebben op dit moment aangegeven dat ze een extra 140-litercontainer nodig hebben. Wat de kosten betreft is het als je uitgaat van een totale omruiling een investering van € 225.000. Dat betekent een verhoging van de afvalstoffenheffing van € 1,50. De heer Gotink heeft aangegeven dat dat niet de grondslag zou moeten zijn van de motie. Voor een vervangende 200-litercontainer zal een tarief in rekening gebracht moeten worden van ongeveer € 50 per container. De zelfwerkzaamheid in openbare ruimten is ook nog een mogelijkheid. Die zouden ze kunnen intensiveren. Dat geeft ze mee als overweging om voor of tegen de motie te stemmen. Onbevangen kijkend naar het voorstel denkt de heer WUBBELS ‘Waarom ook niet?’. Tegelijkertijd moet je je wel afvragen of je met betrekking tot dat soort tamelijk geringe hoeveelheden een heel apparaat in beweging moet zetten om dat tot stand te brengen. Er zijn grenzen in de verhouding tussen inspanningen en resultaten die je hier ook op van toepassing mag verklaren. Bovendien huldigt zijn fractie het standspunt dat zelf composteren de voorkeur verdient boven het grootschalig gebruik van middelen om groen afval af te voeren en dat de inwoners, ook die van de voormalige gemeente Wehl daarin bepaald niet onderschat moeten worden. Ze hebben er op dit moment geen behoefte aan om deze motie te ondersteunen. Wat het proces betreft blijft hij het toch merkwaardig vinden dat de wethouder in deze fase van de discussie die eigenlijk in de raad gevoerd zou moeten worden, al het woord heeft gekregen. In het seniorenconvent wil hij daarover nog wel eens spreken. De heer VAN DOESUM laat weten dat het naar de mening van de fractie van GroenLinks, als je een zo ingrijpende maatregel neemt in het afvalstoffenbeleid, zaak is dit in te bedden in een groter beleid, zoals ze dat in de afvalstoffennota hebben vastgelegd. Hij ziet in veel gemeenten in deze tijd van het jaar bladkorven staan en ziet tegelijkertijd dat dit in zijn eigen woonomgeving niet het geval is, waardoor mensen juist die groene container overmatig gaan gebruiken. Wat het zelf composteren betreft zei de heer Gotink dat er mensen zijn die het niet kunnen of willen. Hij wil wel geloven dat er mensen zijn die het niet kunnen. Maar zij die het niet willen en het willen afvoeren, wil hij een cursus compost maken aanbieden. De heer BOS vindt dat de samenvoeging van Wehl en Doetinchem naar zijn opvatting vlekkeloos verlopen is. Dat uiteindelijk rond de groene container een emotionele discussie vanuit het Wehlse ontstaat, is teleurstellend, alsof dat nu een thema is dat er toe doet. Voor de fractie van de Stadspartij is dit een ‘non-discussie’. Hij vindt het moeilijk deze serieus te nemen. Als iemand veel groenafval heeft, moet hij gewoon twee containers nemen. Dan heeft hij zelfs 40 liter extra. De heer BLOM is van mening dat elke discussie in de raad naar aanleiding van een behoefte
289
nooit een ‘non-discussie’ kan zijn. Er is blijkbaar bij een deel van de raad behoefte aan om op dit niveau hierover te praten. Hij sluit zich graag aan bij de woorden van de heer Wubbels. In zijn eerste instantie vroeg hij naar de differentiatie van de tarieven, die nu door de CDA-fractie ruimhartig wordt toegekend en door de PvdA-fractie, omdat zijn D66-fractie in het verleden met enige regelmaat heeft gepleit voor diftar en zij daar de grootste tegenstanders van waren. Consequentheid kan hun in ieder geval niet verweten worden. Wanneer je meer behoefte hebt, dan moet je gewoon twee emmers nemen. Dan is iedereen blij en hebben ze in de raad inderdaad echte discussies. De heer VERHOEVEN meent, hoewel de VVD-fractie het voorstel sympathiek vindt, dat het absoluut niet consequent is als je dit nu op deze manier gaat invoeren. In zijn fractie is er stevige discussie over geweest omdat bij een aantal mensen toch wel heel veel emoties zaten. Ze vinden dat, als je begin dit jaar een keuze hebt gemaakt, je daar dan nu niet op moet terugkomen. De opmerking over de bladkorven is er een die het college al heeft toegezegd, maar dit verdient wel extra aandacht. Het is een oplossing voor een deel van het probleem en ook iets waar iedereen in Doetinchem recht op heeft. De heer GOTINK zegt dat hem als raadslid geleerd is te luisteren naar burgers. Als burgers massaal reageren, wat kan hij dan anders dan vragen aan die burgers wat hen bezig houdt en daar de redelijkheid en onredelijkheid van afwegen? De heer BOS onderbreekt hem met de opmerking dat het ook de taak van het raadslid kan zijn om tegen die burger te zeggen dat ze destijds als raad een besluit genomen hebben en bovendien hebben besloten dat Wehl en Doetinchem tot harmonisatie zouden komen. Dus als hij voor de tiende keer gebeld wordt, moet de heer Gotink zeggen: ‘Ik snap uw probleem, maar we hebben helaas zo besloten en zo gaan we het doen’. De heer GOTINK vervolgt dat ze inderdaad besloten hebben naar een systeem en dat is een kleine groencontainer. Ze hebben geen besluit genomen over mensen met een grotere behoefte. Dat het college daar de conclusie uit trekt dat het dan twee kleintjes moeten worden, is een ander verhaal. Op de opmerking van heer Van Doesum dat je composteren moet bevorderen, vraagt hij waarom hij dan wel twee kleine containers beschikbaar stelt. Houd je dan aan één kleine container en geen tweede. Als je toch de mogelijkheid geeft van twee kleine, dan moet je voor het meest voordelige systeem kiezen en dat is één grote in plaats van twee kleine. De wethouder heeft een bedrag genoemd van € 250.000. Hij nodigt de wethouder uit hem nader aan te geven hoe zij aan dat bedrag komt. Daar is hij zeer benieuwd naar. Ze zouden ook voor een alternatief kunnen kiezen. Hij neemt aan dat de grote groene containers nog beschikbaar zijn. Misschien zouden ze in overleg met de wethouder tot een regeling kunnen komen om te kijken wat het effect is. De wethouder schudt haar hooft. Hij was er al bang voor dat de gemeente die inmiddels al gedumpt heeft. Over milieuvervuiling gesproken….. De VOORZITTER legt uit waarom de wethouder net het woord heeft gehad nadat de raad zelf bij de indiener vragen heeft kunnen stellen om een oordeel te kunnen bepalen. Omdat dit gaat over een technische kwestie met nogal wat uitvoeringsaspecten, heeft de raad er ook recht op om van tevoren kennis te nemen van die aspecten. Je kunt er verschillend naar kijken, maar dat is de reden dat de raad de feitelijke informatie heeft gehad, voordat ze met elkaar het politieke debat aangingen. Wethouder VAN DER MEIJS laat weten dat de ingenomen groene containers naar goed gebruik gerecycled zijn. De opbrengsten daarvan zijn gebruikt ter dekking van de kosten van het registratieproject. Als ze een inschatting maken van 8000 van die grote containers voor Wehl en Doetinchem, betekent dit een investering van € 225.000 en dat zou leiden tot een verhoging van de afvalstoffenheffing van € 1,50 per huishouden. De onderbouwing heeft ze in haar computer staan. De berekening is door de afdeling gemaakt. De heer GOTINK geeft als voorbeeld dat je 500 grote containers zou kopen en je zou daarmee in een behoefte voorzien voor de mensen die een grotere willen. Die kleine containers zijn niet verloren. Ze groeien nog in Doetinchem en er komen nieuwe woningen bij, dus die kleine kan je zo weer gebruiken. Hij kan niet geloven dat je dan tot het bedrag komt dat het meer geld zou moeten gaan kosten. Wethouder VAN DER MEIJS antwoordt hem dat een vervangende container afgerond € 50 kost per huishouden. Het gaat niet om de verhoging van
290
de afvalstoffenheffing. De heer Gotink heeft zelf gezegd dat de kosten dan gedragen moeten worden door de mensen die een grotere container hebben. Als dus de mensen een grotere container willen hebben en je wilt dat verhalen op de mensen die dat willen, dan kost dat € 50. De heer GOTINK reageert dat in dat kader het bedrag van € 250.000 ook niet interessant is. Dan gaat het om het bedrag wat het per container kost voor de mensen die dat willen. Dat bevestigt wethouder VAN DER MEIJS. De heer HEIJ geeft te kennen dat hij zichzelf nog steeds niet capabel acht om hierin een beslissing te nemen. De VOORZITTER constateert, gelet op de uitspraken van de fracties dat er een meerderheid van de fracties van DSD, GroenLinks, Stadspartij, D66 en VVD tegen de motie is (19 stemmen). Voor zijn de CDA-fractie en de PvdA-fractie (11 stemmen). De heer Heij heeft zich nog niet uitgesproken. De VOORZITTER concludeert dat de motie is verworpen door een meerderheid van de raad. De VOORZITTER schorst de vergadering. De heer BLOM verlaat de vergadering. 12
PROGRAMMABEGROTING 2008 Algemene beschouwingen De heer THUS begint de algemene beschouwingen van de CDA-fractie met de opmerking dat het college de begroting 2008 het motto AANPAKKEN heeft meegegeven. Hiermee wordt bedoeld dat ze geen onrealistische plannen moeten maken, maar aan het uitvoeren moeten gaan. Bouw woningen, met name voor starters, zorg dat kwetsbaren aan de samenleving kunnen deelnemen, zorg voor goede onderwijsvoorzieningen. Dit zijn voorbeelden. Over de behandeling van deze begroting in de raad hebben de fractievoorzitters afspraken gemaakt. Afgelopen vrijdag zouden de partijen hun algemene beschouwingen inleveren. Elke partij heeft op die manier de kans om van elkaar te vernemen wat het oordeel over het afgelopen jaar is en wat de wensen voor de toekomst zijn. Door de algemene beschouwingen op de gemeentelijke site zetten wordt de burger ook in de gelegenheid gesteld om er iets van te vinden en eventueel te reageren. Vanavond krijgt iedere fractie de kans zijn algemene beschouwingen toe te lichten en wat te ventileren over de inbreng van de andere fracties. Wat vindt de CDA-fractie van de inbreng van de andere partijen? De conclusie van deze fractie is dat waar de fracties het over de inhoud van de programmabegroting hebben, ze allemaal redelijk tevreden zijn. Met de inhoud van het programma bedoelen ze dat aangegeven wordt wat er wel en niet goed is en tevens hoe het wel zou moeten. Hij refereert hier weer aan het motto AANPAKKEN. De CDA-fractie kijkt dan ook uit naar de verdere toelichting van hun collega’s. Dan nu de inhoudelijke inbreng van de CDA-fractie. Bij het thema bedrijfsvoering heeft het college reeds een grote slag gemaakt naar een efficiënte organisatie. Maar ze zijn er nog lang niet. Weerstandsvermogen en risicoparagraaf noemt hij beide ver onder het gewenste niveau. Ze zien echter dat dit voor de toekomst goed zal komen. Inzake de mobiliteit zijn ze blij met de stappen die in die richting zijn gezet met de daarbij behorende financiering. Wat betreft minima en armoedebeleid wijst hij op het begin van deze vergadering, waarbij de raad en het college hebben beloofd dit onmiddellijk stevig aan te pakken. Ze wachten vol ongeduld op de jeugdnota, waarin ze graag ook opgenomen zien de onderwerpen budgetvoorlichting en voorkomen van schulden. De jeugd heeft recht op aandacht en zorg. Die bewaren het goede in mensen, ook in jonge mensen. Onder het hoofdje onderwijs vraagt hij het college wanneer de nieuwbouw van de praktijkschool Rozengaarde in gebruik genomen kan worden. De CDA-fractie is waar het sport betreft zeer bezorgd over de definitieve uitwerking van het Coach+scenario. Afhankelijk van de beantwoording van de wethouder zullen ze in tweede instantie met eventuele voorstellen komen. Op dit moment denken ze onder andere aan het in eigen beheer geven van accommodaties aan de verenigingen. Ook denken ze aan de oprichting van een soort stimuleringsfonds voor sport en welzijn, waardoor incidenteel medewerking kan worden verleend aan waardevolle initiatieven. Evenals de PvdA-fractie heeft de CDA-fractie moeite met de limiet van € 170.000 voor een starterswoning. Starters kunnen geen € 170.000 opbrengen. Afhankelijk van het antwoord van het college zullen ze volgende
291
week reageren. Ze overwegen een motie om experimentele woningbouw met particulier opdrachtgeverschap en gedeeltelijke zelfrealisatie om toch goedkoper te kunnen bouwen en iedereen een kans te geven. Wat milieu betreft is Doetinchem uniek in haar afvalinzameling ten opzichte van de omliggende gemeenten. Ook in de tariefstelling is Doetinchem vrij duur. Hij verzoekt de wethouder hierop te reageren. De CDA-fractie is verheugd dat er structureel geld is gereserveerd voor het groen maken van Doetinchem en omgeving. Niet meer praten, maar poten! Over de regio Achterhoek kan hij volstaan met een zin: met elkaar werken aan een goed leefklimaat in de Achterhoek. Gewoon samen optrekken. Bij het hoofdje economie merkt hij op dat de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein moeilijk is. Ze moeten proberen de risico’s tot een minimum te beperken. Wat betreft veiligheid pleit hij voor meer blauw op straat en lik op stuk beleid. De belastingen moeten geheven worden conform indexeringen en kostenstijgingen. De heer VERHOEVEN wijst er vooraf op dat ze met elkaar hadden afgesproken om op vrijdag hun stukken in te leveren. De VVD-fractie heeft dat niet tijdig gedaan. Hij biedt daarvoor hun excuses aan. De fractie is verheugd met de insteek die is gekozen bij deze programmabegroting. Het terugbrengen naar de 10 programma’s sluit veel beter aan bij de organisatie en vergroot daarmee ook de herkenbaarheid voor de inwoners en vergroot de controleerbaarheid voor de raad en ook dat is hard nodig en een goede ontwikkeling. Ze vinden de begroting realistisch en evenwichtig. Evenwichtig in de financiën en evenwichtig in de consistente lijn van bestuurlijk Doetinchem, evenwichtig in de verhouding sociaal en fysiek. Volgens de algemene beschouwingen van andere partijen denken die over dat laatste wat genuanceerder. Zij zijn echter van mening dat er voor beide kanten heel nadrukkelijk verbeteringen worden aangebracht. Ten aanzien van de woningbouw zijn ze blij met het feit dat nu reëel wordt aangegeven wat er gebouwd wordt. Te lang is het aantal van 400 boven de markt blijven hangen, maar als ze dat niet halen, dan moet je je begroting aanpassen. Ze zijn wel benieuwd of bijvoorbeeld de uitkomsten van de woningmarktscan daar invloed op hebben gehad. De economische ontwikkeling blijft voortdurend hun aandacht vragen. Zonder goede economische dragers kunnen ze als Doetinchem hun centrumfunctie niet waarmaken en dan verliezen een groot deel van de andere zaken uit deze begroting hun bestaansrecht. Het is iets waar ze continu met elkaar aandacht voor zouden moeten hebben. Dat geldt ook voor de mobiliteit. Mobiliteit is veel meer dan alleen verkeer dat van A naar B gaat of mensen die van A naar B gaan met de verschillende vervoersmogelijkheden die daarbij horen. Het heeft ook heel nadrukkelijk te maken met de leefbaarheid en de veiligheid. Voor een deel is dat in hun optiek ook gewoon een sociaal aspect. Zo zou je er ook veel meer dan nu naar moeten kijken. Er is een aantal aanzetten gemaakt voor het jeugdbeleid. In de komende periode moet dat nog verder worden uitgebreid, waarbij het kind centraal moet staan. Er wordt heel veel gepraat over jeugdbeleid en er wordt heel veel over jongeren gepraat, maar dat moet ook met jongeren gebeuren. Er moet in 2008 een eerste aanzet gemaakt worden voor een jongerenraad. Die zal absoluut niet perfect zijn, maar daar moeten ze niet op wachten. Ze moeten met elkaar aan de slag gaan om jongeren zelf een positie te geven om hun geluid te laten horen in een formeel kader. Het issue veiligheid komt toch continu weer naar boven. Dat is mede naar voren gekomen vanwege het succes van de stads- en wijkwachten om eens te kijken of ze het net als in het verleden ten aanzien van de handhaving van de verkeersovertredingen niet in een soort verkeerswachtenmodel kunnen gieten. Ze vragen de portefeuillehouder, de burgemeester, om eens te kijken of daar mogelijkheden voor zijn, dat je daarmee de verkeersoverlast kunt verminderen, maar ook de politie ruimte geeft voor al die andere heel wezenlijke taken die zij heeft. Het volgende heeft voor een deel te maken met de organisatie en voor een deel te maken met de kaderstelling door de raad: hoe effectief zijn de middelen die ze inzetten? Dat punt moet hun voortdurende aandacht hebben. Ook in regioverband praten ze er over, maar de VVD-fractie vraagt zich af of een efficiëntieslag ook niet gemaakt kan worden door bovengemeentelijk, maar niet per se regionaal met omliggende gemeenten aan de slag te gaan om te kijken of je daar niet op een aantal gebieden voordeel kunt halen door de schaalgrootte. Ze zijn benieuwd naar de mogelijkheden en de ambitie van het college hierin. Deze begroting lijkt rooskleurig. De risicoparagraaf is er een die hen toch heel veel zorgen baart. Dat maakt dat voor de VVD-fractie de insteek zal zijn om uit te voeren wat ze met elkaar hebben vastgesteld, maar om niet teveel nieuwe dingen te onderzoeken of vanuit emotie besluiten te nemen, omdat er zoveel onzekerheden in die risicoparagraaf staan dat hun polsstok
292
niet zo lang is en misschien wel een heel eind wegzakt. Dus eigenlijk roepen ze eenieder op en willen dat ook zelf uitdragen om terughoudend te zijn, want ze zijn er nog lang niet. De heer VAN DOESUM meende bij de ontvangst dat deze begroting wel een groot GroenLinksgehalte zou bevatten. Helaas bleken er nog de kleuren bij te zitten van de NUON, maar die hebben ze verder niet in de begroting aangetroffen. De kleurkeuze van de omslag is dan toch kennelijk min of meer toeval geweest. Het GroenLinksgehalte van deze begroting valt nogal tegen. Het allelujagehalte van deze begroting is heel groot. Ook in de aanbiedingsbrief worden er juichende tonen aangeslagen. Ze denken echter dat daar allerminst reden voor is. De fractie van GroenLinks heeft de moeite genomen om een vergelijking te maken van de cijfers uit deze begroting en die van vorig jaar. Helaas stond die vergelijking niet in de stukken, maar moesten ze dat zelf ontdekken. Die cijfermatige analyse spreekt boekdelen. Die laat echt zien waar de ombuigingen zitten in het beleid, waar breuken zitten met het vroegere beleid. De keerpunten bevinden zich met name in het sociale gebied. Daar wordt € 1,8 miljoen minder voor begroot in 2008. Voor milieubeheer gaat het over € 200.000 minder te besteden in 2008. Een halvering van de post milieukosten. Het onderwijs levert € 300.000 in. Het meeste zit in huisvestingskosten. De hele ambitie 1, het centrum van de Achterhoek te zijn, daarvoor is in 2008 € 1,4 minder begroot dan in 2007. Die verschuiving zit hierin: het verkeer krijgt er structureel € 200.000 bij en er wordt nog eens € 200.000 extra gereserveerd voor de oostelijke randweg. Dus in totaal € 0,4 miljoen voor het verkeer. De algemene reserve wordt terecht flink gespekt met € 1,7 miljoen. Al met al is er voor juichen en alleluja roepen niet zoveel plaats. Ze hebben het iets breder dan vroeger, dan vorig jaar, maar dat komt niet door het actieve beleid van dit college. Als je de cijfers verder analyseert zie je dat het geld dat ze meer te besteden hebben voortkomt uit meevallers, het gemeentefonds en meevallers uit de opbrengsten van de belastingen. Voor de rest is het een administratieve, boekhoudkundige herschikking. Er zijn hier en daar wat slapende reserves bij elkaar geveegd. Die dragen ertoe bij dat de algemene reserve er wat beter uit zien, maar ze hebben er niet meer geld voor. Het is een kwestie van herschikken geweest. Als je dat allemaal op een rij zet, moet je tot de conclusie komen dat zacht inlevert voor hard, dat groen inlevert voor rood en dat arm inlevert voor rijk. Het kwetsbare zoals natuur en milieu en onderwijs en de kwetsbaren, zoals de voorzieningen gehandicapten (€ 350.000 minder!) betalen de aanvulling van de algemene reserve. Dat is anders dan het college beweert. Op verscheidene plaatsen in deze begroting is te lezen: we zetten in op eigen verantwoordelijkheid, maar geven wel gerichte ondersteuning aan kwetsbare groepen. Neen, dus. Maar ook de ambitie dat Doetinchem centrum wil zijn komt in een schril daglicht te staan als je ziet dat de bezuinigingen op economische uitgaven lager zijn dan vorig jaar. Het was plezierig geweest als het college deze koerswendingen zelf zichtbaar had gemaakt in het kleurige boekwerk. De fractie van GroenLinks heeft ervoor gekozen om voor de algemene beschouwingen drie ingangen te benadrukken. Het eerste thema is de armoede en de daarmee samenhangende problemen, het tweede is natuur en milieu en het derde thema is jongeren. Ze willen hun bijdrage structureren langs deze drie thema’s. De fractie van GroenLinks kiest voor een verbetering van het armoedebeleid. Dat hebben ze ook laten blijken in hun bijdrage aan de armoedenota die zojuist behandeld is en het amendement dat daarbij aangenomen is. Daar zijn ze tevreden mee. In die luisterzitting kwam ook een ander probleem naar voren: eenzaamheid, sociaal isolement. Dat is niet voorbehouden aan minima. Er zijn ook mensen die het financieel niet zo slecht hebben als degenen op wie het armoedebeleid gericht is, maar die toch eenzaam zijn. Grote groepen ervan. Voorbeelden staan in hun algemene beschouwingen. Beleid daarop koste geld. Zorg kan je wel inkopen voor geld, in deze nieuwe wetgeving, maar ondersteuning op sociaal gebied niet. De Awbz wordt in een rap tempo afgebouwd inclusief de op ondersteuning gerichte functies. De extramuralisering van de bejaardenzorg bijvoorbeeld betekent dat de sociale ondersteuning in een gat valt en bij de gemeente terechtkomt als er problemen ontstaan. Er is dus beleid nodig op het thema sociaal isolement. Ze willen het graag is 208 op de agenda zetten, in 2009 optuigen en in 2010 de eerste resultaten hiervan zien. In hun algemene beschouwingen staat ook een kleine berekening van het aantal mensen waarover het hier gaat. Als tweede thema vraagt de fractie van GroenLinks aandacht voor natuur en milieu. Bedrijfsverplaatsingen zoals van de Esbro en van Barink in Gaanderen en vast ook nog andere zijn nodig voor het leefmilieu voor omwonenden. Het mobiliteitsplan moet ook rusten op de pijler van de leefbaarheid, zo was de insteek toen ze het aannamen. Ze zullen dus iets moeten met de fijnstof aan de Hofstraat en
293
de Spinbaan. Het klimaatbeleid beperkt zich in deze begroting tot het dweilen. We pakken onze eigen gebouwen aan qua energieverbruik en dat is het dan. We pakken de riolering aan om overlast te voorkomen en daar beperkt het zich toe. Waar blijft het eerste aardgastankstation? Waar blijft geld voor de bewaakte fietsenstalling? Waar blijft beperking van de openbare verlichting? Er is een lichtpuntje in het voornemen om het spoor ter hoogte van De Huet te verdubbelen. Wat betreft het derde thema, de jeugd, is er een uitbreiding van het jongerenwerk met tien uur op De Huet voorzien. Ligt daar een analyse aan ten grondslag? Wat is er eigenlijk aan de hand? Is dat verveling? Is er handhaving nodig in verband met overlast? Of hebben jongeren misschien problemen waar ze hulp bij zoeken? Die vragen leiden ieder tot een ander antwoord. De fractie van GroenLinks gaat voor de ondersteuning van de jeugd, waarmee je de preventie meteen bereikt. Er moet echter wel eerst een goede analyse gemaakt worden. Ze willen jeugdwerkers in plaats van ordehandhavers. De Huet heeft veel jongeren. In verhouding tot Wehl en Gaanderen is tien uur voor jeugd- en opbouwwerk in De Huet weinig. Ook opvoedingsondersteuning is nodig. Dat is steun aan jonge mensen tot 12 jaar. Ook dat werkt preventief, want daar ontstaan de eerste wantoestanden. En juist die opvoedingsondersteuning wordt afgebroken. Scholen, wijkopbouw, Sité, JEKK, Lindenhout, de schoolbegeleiding zouden hier moeten samenwerken. Dat kan onder regie van de gemeente. Dat kost wat geld, maar het voorkomt veel en bereikt dat ze fijne leefbare wijken blijven houden in Doetinchem. De vraag is of iedereen in deze raad zich gerealiseerd heeft wat de ommezwaai betekent voor kwetsbare mensen en voor iedereen die zich niet kan verdedigen. Daarom moet het debat volgende week gaan over deze onderwerpen. Hij besluit met een aantal vragen naar aanleiding van de antwoorden die gegeven zijn door het college op vragen die hier gesteld zijn. De VOORZITTER vraagt hem of hij daar vanavond nog antwoord op wil. De heer VAN DOESUM zegt dat dit in de loop van de week kan. Hij is buitengewoon ontevreden over de manier waarop sommige van de vragen beantwoord zijn door het college en hij zal ze schriftelijk indienen en hoopt dat er deze week tijd gestoken wordt in serieuze beantwoording van een aantal van deze vragen. De heer VERHOEVEN vraagt hem of zijn betoog enkel is gebaseerd op de vergelijking van de begrotingen van 2007 en 2008. De heer VAN DOESUM zegt dat ze een objectieve analyse gemaakt hebben. Je kunt die cijfers en posten vinden in de begroting van vorig jaar. Alleen zijn ze een beetje anders gerangschikt. De heer VERHOEVEN stelt vast dat het dus de objectieve waarnemingen van de heer Van Doesum zijn en niet de algemeen objectieve. De heer WUBBELS laat weten dat een van de moeilijkste zaken met betrekking tot de behandeling van deze begroting het fenomeen was dat ze niet overal iets van zouden moeten willen zeggen. Dat heeft hem veel moeite gekost. De insteek van de DSD-fractie op deze begroting kent twee kernpunten. Dat is allereerst meedoen aan en in Doetinchem, anders gezegd het creëren van gelijke kansen die voor een aantal mensen in deze samenleving niet vanzelfsprekend zijn. Ten tweede het verbeteren van de dienstverlening aan de inwoners en relaties. Meedoen kent behalve een externe – in die zin dat ze het over groepen in de samenleving hebben – ook een intern element. Intern vraagt het om het tot stand brengen van een dialoog in deze raadszaal en respect voor de verantwoordelijkheden van de raad. Dat is iets wat ze vanuit de raad, maar ook vanuit het college nog wel eens gemist hebben. Dan gaat het om omgangsvormen, maar ook om het zich houden aan de afspraken die ze met betrekking tot een aantal zaken hebben gemaakt. Zo is de behandeling van de begroting op dit moment in strijd met hun verordening op dit punt. Dat willen ze liever niet, maar liever dat de verordening aangepast wordt, zodat ze allemaal weten hoe ze met elkaar om willen gaan. Kijkend naar de inhoud van de begroting constateren ze dat er sprake is van een steeds rechtser college, eigenlijk een onvervalst rechts college. Niet de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente zijn maatgevend, maar de inflatiecorrectie en datgene wat het aan mogelijkheden in zich heeft. Daar denkt de DSD-fractie anders over. Dat betekent dat er echt veranderingen aan deze begroting nodig zijn, willen ze tot steun komen. De teneur van de begroting en van andere fracties is toch van ‘wereld sta alstublieft een poosje stil, want Doetinchem moet eerst zijn zaken op orde hebben’. Je kunt je afvragen of je je kunt permitteren om wat dat betreft zo weinig ambities te hebben. De fractie heeft al aangegeven dat ze ambities hebben op gebied van onderwijs, op gebied van dagindeling enzovoort. Ze willen echter benadrukken wat ze vooral wel willen zien. Meedoen in het licht van burgervorming, burgerschap, opvoeding, maar ook van gezondheid vraagt wat hen betreft extra inzet met betrekking tot het opdoen van ervaring op gebied van
294
sport en cultuur voor jongeren, schoolgaande jeugd. Het zal moeten gebeuren in nauwe samenwerking met de sportclubs en met cultuureducatie. Meedoen leer je volgens hen in de eerste plaats door samen dingen te doen. Dat moet absoluut een impuls krijgen. Naast vele andere mogelijke invullingen heeft dit hun prioriteit. Kijkend naar de dienstverlening constateren ze dat ze als gemeente, als monopolist op overheidsdiensten zich eigenlijk bij voortduring moeten dwingen tot aanscherping van kwaliteit. Hij doelt dan niet alleen op ambtelijke processen, maar ook op bestuurlijke processen. Dat vraagt om een onderzoek waarbij alle betrokkenen vertegenwoordigd zijn. De ervaringen onder andere met het armoedebeleid brengen hem ertoe om te zeggen dat het een onderzoek zou moeten zijn dat college, raad en organisatie samen zouden moeten verrichten erop gericht om de lastendruk, niet alleen administratief, maar ook in de bestuurlijke processen te verminderen. De heer KONING noemt het kenmerk van deze begroting AANPAKKEN, of Graafschapachtig ‘dr’an’. Dat kan leiden tot heel goede resultaten. Daar zijn ze getuige van. Deze begroting laat volgens de PvdA-fractie nog heel wat ambities zien. Niet zoals andere partijen die ambities weg willen poetsen. Dat is niet waar. Deze ambitie bouwt voort op de toekomstvisie. Niets daaruit is verdwenen. Het staat er allemaal nog. Doetinchem moet een sociale gemeente zijn. En Doetinchem is een sociale gemeente. Gegoochel met cijfers kan dat niet wegnemen. Doetinchem is een economisch sterke gemeente, wil dat blijven, wil de motor zijn van de Achterhoek en zal dat ook blijven. Deze evenwichtige begroting is daarvoor een basis. Evenwichtig wat betreft sociaal, fysiek, economisch en groen. Geen gegoochel met cijfers poetst dat weg. De PvdA-fractie heeft ook wel kritische opmerkingen over deze begroting. Ze hebben moeite met het idee dat er gebouwd moet worden voor starters en deze kunnen een bedrag ophoesten van € 170.000. Dat zijn yuppenbedragen. Dat zijn geen bedragen voor mensen die zij in Doetinchem onderdak willen bieden. Ze zien graag dat het college daarin ook creatiever is in overleg met bouwers, zodat er goedkoper gebouwd kan worden voor mensen die starten op de arbeidsmarkt. Er kan ook mooier gebouwd worden. Ze vragen daarom het college op te schieten met het beeldkwaliteitsplan en de gemeente niet langer te laten gijzelen door een welstandscommissie die in hun ogen heel beperkt is samengesteld. Die kan veel breder en ze willen dat graag gerealiseerd zien op korte termijn. Doetinchem is sterk, dankzij de intensieve samenwerking met o.a. de EOD, de Kamer van Koophandel, de IG&D, de Doetinchemse middenstandsvereniging. Ze prijzen het college daarin en dit leidt tot goede resultaten. Maar ook hier geldt dat het beter kan, bijvoorbeeld wat betreft de stageplekken. Het college richt zich wat betreft het aantrekken van mensen op hogere niveaus toch een beetje teveel erop dat hier wel een hbo zal kunnen komen. Daar moeten ze naar streven en dat proberen, maar ondertussen moeten ze bouwen aan een goede structuur voor stages in samenwerking met de HAN, met Saxion, met de Universiteit Twente. Doetinchem zou niet sociaal zijn. Doetinchem zou bezuinigen op mensen met lage inkomens. Ze hebben hier net een armoedenota aangenomen die zijn weerga niet kent. Raadsbreed is die aangenomen. Hoe kan je met droge ogen zeggen dat Doetinchem niet sociaal zou zijn. De mensen in de bijstand. Doetinchem staat in de top 10 van plaatsen die erin slagen om mensen te plaatsen, hetzij als vrijwilliger, hetzij op de reguliere arbeidsmarkt. Geen wonder dat je dan minder geld nodig hebt. Wat betreft de jeugd wordt er door het college gesproken en voornemens gemaakt. Ze vinden die voornemens wel erg mager. Er staat iets over een concept voor jeugd en gezin. Ze leven niet van concepten, ze willen regie. Ze willen een wethouder die laat zien dat jeugd haar een zorg is. De schrijnende verhalen die ze gehoord hebben op gebied van minima met instanties die langs elkaar heen werkten willen ze niet horen op gebied van de jeugdbegeleiding. Hier moet heel snel meer regie komen tussen EHBS, JAT’S, RMC en welke instanties er nog meer mee bezig zijn om jongeren op school te houden zodat ze niet afzakken. Er zijn trouwens ook positieve jongeren! Ze hebben goede initiatieven gehoord van onder andere Plutus en de jeugdraad. Daar wil hij mee in contact blijven. De PvdA-fractie is blij dat de mobiliteitsdiscussie afgerond is en dat er naar hun mening goede besluiten zijn genomen. Er zijn nog wel wat puntjes op de i te zetten. Ze missen heel node de parkeerbalans. Ze missen ook heel node een fietsnota. Ook hier willen ze iets meer evenwicht zien die er verder wel in zit. Ze maken zich zorgen over de handhaving en de veiligheid. Er zijn goede tijden geweest dat de gemeente Doetinchem hier zelf de regie voerde wat betreft de snelheidscontrole. Nu is Doetinchem bijna een rampgebied. Rood …. Heel veel mensen schijnen in Doetinchem kleurenblind te zijn, want rood betekent veelal doorrijden, het liefst zo snel
295
mogelijk zonder te kijken of er van de andere kant iets aankomt. Hier kan meer handhavend opgetreden worden. Risico’s worden in deze begroting genoemd. Tegelijkertijd stemmen ze in met wat de fractie van GroenLinks signaleerde als een zekere allelujastemming. De wethouder was wel erg enthousiast. De risico’s zijn erg groot. Het is nog geen tijd om met een pilsje op het strand te zitten. Ze zijn er nog niet. De heer MOÏZE DE CHATELEUX geeft te kennen dat de programmabegroting 2008 van het college als motto AANPAKKEN gekregen heeft. In de aanbiedingsbrief bij de begroting wordt gesproken over aanpakken met vertrouwen, aanpakken met partners, aanpakken voor de toekomst van Doetinchem. Het sleutelwoord aanpakken komt echter in de hele programmabegroting niet meer voor. De fractie van D66 pleit ervoor om het kernwoord, motto of sleutelwoord van de begroting vertrouwen te laten zijn. Dit betekent vertrouwen hebben, vertrouwen wekken, vertrouwen geven en vertrouwen verdienen. Als het vertrouwen er is zal het aanpakken van diverse zaken een stuk beter verlopen. De gemeentelijke begroting moet je kunnen vertrouwen, hij moet realistisch zijn en niet voor onaangename verrassingen gaan zorgen. Dit betekent bij uitstek dat er een betrouwbare risicoparagraaf wordt opgenomen, dat voorzienbare kosten worden meegenomen. Beide zaken zijn naar hun mening in de begroting beneden de maat. Zo wordt in de risicoparagraaf niet gesproken over zaken als kortingen Wmo, verwachte overschrijdingen in nieuwbouw scholen, zelfs voor relatief simpele voorstellen, zoals het aanleggen van tijdelijke parkeervoorzieningen bij De Veentjes, worden voorzienbare kosten als de reiniging van de grond niet meegenomen. De fractie van D66 pleit er al jaren voor om van de begroting een echt sturingsinstrument te maken. Op veel plaatsen in deze begroting worden wel intenties uitgesproken, maar worden geen tijdspaden en kengetallen aangegeven. Zonder dat kan je niet sturen. Al jaren vraagt de fractie van D66 om het mogelijk te maken om formulieren, met name op terrein van de Wmo-winkel op de site te zetten. Tot op heden werd dit ondanks alle toezeggingen niet gedaan. Ook dit raakt voor hen het kernwoord vertrouwen. De fractie van D66 heeft daarom op haar site de formulieren geplaatst die met ingang van vandaag voor alle burgers zijn op te halen. Onderling vertrouwen is van het grootste belang in relaties die de gemeente Doetinchem heeft met zogenaamde verbonden partijen. Op de begroting blijkt dat de gemeente haar bijdrage aan de exploitatiemaatschappij van bedrijfsterrein Wijnbergen tot een derde van de huidige bijdrage gaat terugbrengen. Dit is een eenzijdige wijziging want in de raad is nooit een voorstel gedaan om het exploitatiebeleid te wijzigen. Dit vergroot het vertrouwen van het bedrijfsleven in de samenwerking met de gemeente niet. Ook een partij als de praktijkschool zal steeds minder vertrouwen krijgen in de gemeente Doetinchem omdat die nog steeds niet begonnen is met de bouw van de nieuwe school, terwijl in de zomer van 2006 het bouwplan al klaar was en ze als gemeente beloofden zich onverkort in te zetten voor de praktijkschool, mede omdat de huidige panden niet goedgekeurd zijn door de brandweer en alleen nog maar gedoogd worden. De fractie van D66 vindt dat een goede samenwerking met verbonden partijen met name bepaald wordt door de mate van onderling vertrouwen. Hier laat het college kansen liggen. Niet in de laatste plaats moet het college het vertrouwen van de burgers van Doetinchem hebben, wekken en verdienen. De fractie van D66 is ervan overtuigd dat het vertrouwen van een kiezer alleen te verdienen valt door wat er werkelijk wordt gedaan. Het gaat om de inhoud en de kiezer laat zich in het algemeen niet verblinden door een roze bril. De aangekondigde verhoging van de lasten van de Doetinchemse burgers van 4,5%, mede door verhoging van de ozb en de korting op de Wmo leidt volgens de fractie van D66 niet tot vertrouwen wanneer deze aankondiging gevolgd wordt door een etentje van de gemeenteraad en het college op kosten van diezelfde burger. Het vertrouwen van de kiezer in de gemeentelijke politiek wordt sterk beïnvloed door beeldvorming. Dat betekent niet voor lange tijd energie en geld steken in een oostelijke randweg nu dit plan in hun ogen eigenlijk een dood paard is door de aangescherpte milieuwetgeving, maar snel en concreet knelpunten aanpakken aan de westkant van Doetinchem, daar waar de problemen nu en in de toekomst het grootst zijn. Dat betekent ook geen 20.000 huishoudens keer op keer met hun rolemmers te laten slepen in een € 1,5 tot € 2 ton kostende operatie die in zijn ogen geen meerwaarde lijkt te hebben. Het invoeren van gedifferentieerde tarieven is iets waar de fractie van D66 een groot voorstander van is. Dit wordt nog steeds niet opgepakt. Dit betekent al helemaal niet een systeem waarbij een deel van de raad op cognitieve achterstand wordt gezet. D66 is opgericht uit onvrede met de toenmalige democratische processen. Ze behoeven nog steeds niet te twijfelen aan hun bestaansrecht in dit kader zolang de
296
regels van dualisme niet worden nageleefd. De fractie van D66 stelt voor om het werken aan vertrouwen binnen de gemeente, tussen de gemeente en verbonden partijen en tussen de gemeente en de Doetinchemse burgers aan te pakken. De heer BOS verzoekt de voorzitter om hem na 5 minuten onmiddellijk af te hameren. Ze hebben met elkaar afgesproken dat ze 5 minuten zouden spreken. Het is helemaal niet ingewikkeld om een stukje te schrijven, voor de spiegel te gaan staan, het voor te lezen en dan te kijken wat er uitgegooid moet worden. Hij zou willen dat ze zich wat dat betreft aan hun afspraken houden. De fractie van de Stadspartij heeft in haar algemene beschouwingen een viertal speerpunten. In de eerste plaats: armoedebeleid, woorden en daden. Wat hen betreft zal in de vergadering van 8 november uiteindelijk gekeken moeten worden of ze de maatregelen die ze genomen hebben afdoende vinden. Vanavond is met de aanname van een raadsbrede motie een mooie stap gezet. Het tweede speerpunt betreft het jeugdbeleid. Zoals bekend hebben ze een tijd geleden gesproken met de wijkagenten van Doetinchem en ze weten dat er op een aantal punten, waaronder de Huet, grote problemen zijn. In het algemeen verplaatst de aandacht zich naar het centrum van de stad en is er voor jeugdbeleid en veiligheid weinig aandacht als het gaat om de wijken. Ze denken ook aan de sluiting tijdens vakanties van de wijkcentra. Het derde speerpunt heeft ook zijn relaties met het armoedebeleid en hangt samen met de ontwikkeling van de organisatie. In de eerste plaats is het hun een doorn in het oog dat de termijnen van afhandeling van bezwaarschriften, brieven, aanvragen en verzoeken in het kader van de bijstand en dergelijke vaak niet op tijd verlopen. De wethouder heeft gezegd dat 95% op tijd gaat. Dat is mooi, maar 5% van 100 is iets heel anders dan 5% van 10.000. Dat betekent dus dat daar waar de burger gekort kan worden op zijn uitkering of te laat is met het indienen van een bezwaarschrift, hij niet ontvankelijk kan worden verklaard. De fractie van de Stadspartij is van mening dat de gemeente ook daar een prestatieverantwoordelijkheid heeft. Ze overwegen in dat verband ook tijdens de behandeling van 8 november een motie in te dienen. Ten slotte heeft hij nog een verzoek aan het college om de raad voor 8 november de huidige stand van zaken aan te leveren voor wat betreft de afhandeling van brieven en dergelijke. Als het goed is, is het college op de hoogte van die gegevens. De heer VAN DOESUM merkt op dat de heer Bos de voorzitter te hulp schoot bij de tijdsbewaking en te verzoeken hem te herinneren aan de te gebruiken tijd. Hij wil de heer Bos er op wijzen dat er ook afspraken waren over het tijdstip waarop de algemene beschouwingen ingeleverd zouden worden. Hij herinnert er graag aan dat hij geruime tijd nadat alle algemene beschouwingen waren binnengekomen pas met de algemene beschouwingen van de Stadspartij op de proppen kwam. De heer BOS is het met hem eens. Het is een aperte schande. De heer VAN DOESUM onderbreekt hem met de vraag of hij wil zeggen dat de vijf regels die hij vrijdag inleverde zijn algemene beschouwingen waren. De heer BOS antwoordt hem dat er sprake was van een misverstand. Hij verkeerde in de verkeerde veronderstelling, dat ze hier hun algemene beschouwingen die hij ook relatief kort gehouden heeft, zouden voorlezen en het was hem ontschoten dat ze die rond zouden mailen. Daarom heeft hij zijn speerpunten rondgemaild in de veronderstelling dat hij daarmee aan de afspraak voldeed. Toen hem duidelijk werd dat hij daarmee in de mist was gedaan, is onmiddellijk alsnog dat stuk geproduceerd. De heer VAN DOESUM zegt hem beter op te letten als ze afspraken maken. De heer HEIJ begint met veel genoegen namens de fractie van de ChristenUnie-SGP met zijn bijdrage voor de eerste termijn aan de begroting 2008. Enerzijds vanwege het beschouwende karakter, anderzijds vanwege het overwegend positieve beeld van de begroting. Ze zijn klein in getal, maar hebben een stevig fundament. Zij bouwen het huis op de rots. Ze denken en werken vanuit de Bijbel en daar staat in wat God van hen vraagt om Hem te dienen en Hem de eer te geven die Hem als schepper en onderhouder van deze wereld toekomt. Zijn geboden zijn goed voor alle mensen en worden samengevat met de woorden: heb de Heer uw God lief met heel uw hart, heel uw ziel en heel uw verstand. Dat is het grote en eerste gebod. Het tweede daaraan gelijk is: heb uw naaste lief als uzelf. Dat is hun fundament en dat wensen ze ieder toe. Dat geeft hun ook kracht bij hun dagelijkse politieke werk om de wetenschap te hebben dat ze het niet voor zichzelf doen, maar dat ze het doen voor God en Hij geeft hun ook de kracht daarvoor. Daarom spreekt hij ook graag een woord van dank aan de fractie, Henk en Gert-Jan als commissieleden en ieder die de website onderhoudt en Carol als fractiesecretaresse. Over de begroting zegt hij dat de financiële zorgen in Doetinchem groot waren. Het kostte moeite om
297
niet onder curatele gesteld te worden. Het ombuigingsproces om dat te voorkomen heeft zijn doel bereikt. Ze zijn voorbij het kritieke punt en de koers leidt naar een betere situatie. Er zijn echter voldoende factoren die de koers zodanig kunnen verstoren dat deze alsnog de verkeerde kant op gaat. Hij noemt de korting op de Wmo en het RBT. Het is voor de fractie van de ChristenUnie-SGP dus zaak om scherp te blijven en kritisch hun koers te blijven bewaken. Dat betekent dat ze vol zullen moeten blijven inzetten op het verbeteren van de financiële situatie. Hij denkt aan de loonsom, inkoopinspanningen, uitvoering van het woningbouwprogramma. En dan de beeldvorming van de burger ‘buiten’. Wat hebben zij voor beeld van deze situatie? Deze vraag geeft het volgende te zien. Er is een positief beeld naar buiten gebracht door het college. Inhoudelijk gezien het voorgaande terecht. Maar het bezuinigingsprogramma Coach+ bevat ook maatregelen die pijn doen in de samenleving. Het afschaffen van subsidies voelt menigeen op dit moment en dan vooral degenen die het het minst kunnen hebben. De door hen bedachte regeling ter ondersteuning van deze mensen blijkt in de praktijk onvoldoende bekend en gebruikt te worden. Hun bezoek aan de jarige vv Doetinchem, alsmede de luisterzitting waren veelzeggend. In dit licht bezien had het positieve beeld naar buiten beter wat genuanceerd kunnen worden. Wat het SMART zijn van doelstellingen betreft vinden ze het jammer dat de doelstellingen na het aannemen van de begroting verder zullen worden uitgewerkt. Waarom niet eerder? Waarom niet nu? Fundamenteel in de toekomstplannen is het aantal inwoners. Ze hebben kennis genomen van de uitleg van de heer Derks. Deze uitleg wordt in de raad bevestigd gezien in de ontwikkelingen van 2006. Maar de fractie van ChristenUnie-SGP is van mening dat dit sterk beïnvloed wordt door de achterblijvende woningbouw. Belangrijker is dat we geloven dat ze veel zelf in de hand hebben. We hebben het mooiste deel van het land. We hebben ruimte en groen. We hebben werk en een fijne centrumgemeente. Dat moeten ze uitdragen en uitbuiten. Wanneer ze het woningbouwprogramma doorzetten zoals dat nu gebeurt, dan zullen deze huizen ook bewoond worden en zal de bevolking stijgen. In dit licht bezien is het toerisme een belangrijk aandachtspunt. Ze zijn het eens met het college: in de top 10, gelijk of hoger. Wat hen betreft hoger. Dan is veiligheid echter wel een belangrijke randvoorwaarde voor de samenleving. Gevoelens van onveiligheid zijn een discussie apart. Handhaving speelt daar een rol, maar preventie nog meer. Ze kijken uit naar de aanstaande discussie met de politie over beleid en prioriteit voor 2008 en dat zal ten gunste van de samenleving moeten zijn. Daar waar nu criminaliteit en overlast is, dient rust en saamhorigheid terug te komen. De aanrijtijden van de brandweer zijn daar een onderdeel van. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. De plannen die op stapel staan hebben hun onvoorwaardelijke steun. Wat de fractie van de ChristenUnie-SGP betreft dient de opvoedingsondersteuning gehandhaafd en liefst nog uitgebreid te worden. Voorkomen is beter dan genezen. En dan de bedrijfsvoering: ze hebben de 850 K coulance genoemd, € 850.000. Liefst zien ze dat het geld niet nodig is. Wat is nu concreet mogelijk? Wanneer vindt het college dat het zijn werk goed gedaan heeft? Het dashboard is voor hen allen een stuurmiddel. Eerdere discussie heeft te zien gegeven dat ze het dashboard eenmaal per kwartaal gaan ontvangen. Daarna zou het frequenter kunnen. Als het verzamelen van cijfers eenmaal is ingeburgerd in de werkwijze in dit huis, is maandelijkse toezending zonder problemen te doen. Hoewel daar in de commissie toen geen steun voor was, bleek bij latere discussie in de wandelgangen wel degelijk draagvlak te zijn voor een maandelijkse verschijning van het dashboard. Dat stellen ze ook nu weer voor. Verder komen ze in de begroting overal cultuur tegen. Van het kastje naar de muur gestuurd worden van burgers tot het structureel niet nakomen van toezeggingen aan de raad door het college. Cultuur veranderen is moeilijk, heel moeilijk, maar wel datgene wat uiteindelijk de uitvoering van regels en structuren bepaalt. Dat verdient prioriteit bij alle activiteiten. De op pagina 41 genoemde servicenormen zien ze dan ook met zeer veel belangstelling tegemoet. Wellicht kan de raad daar ook in meegenomen worden. De omgang met elkaar, sociale cohesie, samenwerking in de stad, samenwerking in dit huis,, samenwerking in de raad. Dat laatste kunnen ze zelf het beste beïnvloeden. Daarvoor zullen ze zich blijven inzetten met warmte voor elkaar, ongeacht achtergrond en partij, de argumenten wegen en beslissingen nemen. Het goede voor elkaar zoeken ten gunste van de burgers en de stad. De fractie van de ChristenUnie-SGP zal het komende jaar blijven bijdragen aan verbetering van stad en samenleving. De fractie van de ChristenUnie-SGP acht de voorliggende begroting een goede basis voor het komende begrotingsjaar. Zij wensen het college Gods zegen toe bij de uitvoering ervan.
298
Reacties van het college op de algemene beschouwingen Wethouder KUIPER stelt dat de algemene beschouwingen voor hem tot de volgende reactie leiden. De aan de raad gepresenteerde begroting voor 2008 is naar het oordeel van het college evenwichtig met een perspectiefvol meerjarenbeeld. Dat beeld wordt ook door de meeste raadsfracties bevestigd. Het college is zonder juichkreten te slaken best trots op deze begroting en erkent en onderkent daarbij de aanwezigheid van aanzienlijke risico’s. De evenwichtigheid geldt ook de inzet op een balans tussen beleid en uitgaven en betreft zowel de fysieke als sociale sfeer. De lastenstijgingen zijn gebaseerd op een noodzakelijke ozb-verhoging om rijkskorting in de algemene uitkering te voorkomen en de tarieven gaan beperkt omhoog vanwege het beleid van kostendekking in de dienstverlening. Op het niveau van het dashboard en jaarplannen zal de begroting verder SMART worden gemaakt, vooralsnog met een presentatie per kwartaal voor dashboard, maar ze zetten wel in op een maandelijkse digitale actualisering. Ze onderkennen de belangrijke risico’s en kijken derhalve niet door een roze bril. De korting op de Wmo voor 2008 is verwerkt in de begroting en in 2008 zullen nadere keuzes moeten worden gemaakt. De reactie op de door de fractie van D66 bedoelde moties die nog niet zijn afgewikkeld, waarvoor hij zijn excuses aanbiedt, is gepland voor december a.s. De bedrijfsvoering blijft een onderdeel waarop nog sterk gestuurd moet worden. Naast de ontwikkelingen van elektronische dienstverlening wil het college graag een voorstel doen voor een geïntegreerd kantoorconcept op basis van een breed frontoffice in de centrale huisvesting in een kader waarbij ook de ruimtelijke relatie tussen de omgeving van het stadhuis en het centrum wordt verbeterd. Ze kiezen daarbij voor een efficiëntere huisvesting en niet voor een goudgerand gemeentehuis. Tijdens de informatieve raad van 21 november gaan ze verder in op de stand van de bedrijfsvoering inclusief de beheersing van de loonsom. Overigens denkt het college het budget van € 850.000 nodig te hebben. In deze begroting zit een loonsom van € 24,2 miljoen. De doorontwikkeling van de organisatie wordt ook in 2008 met kracht doorgezet. Het streven is een organisatie met gemotiveerde en betrokken medewerkers, respect voor vakmanschap, integraal management, met een focus op efficiëntie en bedrijfsvoering in een open en transparante bedrijfs- en bestuurscultuur. Ook willen ze kijken naar bovengemeentelijke samenwerking in de sfeer van bedrijfsvoering, daar zijn al goede voorbeelden van. Hij denkt dan aan shared servicecentra die verder te ontwikkelen zijn. Er zijn al initiatieven op gebied van ict waarbij de gemeente samenwerkt met de regio en de gemeente Oude IJsselstreek wat erg succesvol lijkt te gaan. Het project Sport en cultuur heeft een extra pilot-subsidie gekregen van de provincie, zodat extra inzet mogelijk is om jonge mensen met cultuur in aanraking te laten komen. Behalve het feit dat ze dit beleid faciliteren, stelt hij vast dat het ook geland moet worden, bijvoorbeeld in het onderwijsveld. De cultuureducatiemarkt is dit jaar niet door kunnen gaan omdat het onderwijs zich niet goed kon inpassen. Overigens vindt het college dat in de gemeente al breed sprake is van culturele voorzieningen en culturele activiteiten. Een stimuleringsfonds voor sport en welzijn en het meer betrekken van verenigingen bij beheerstaken klinkt sympathiek, maar vraagt eerst een raadsuitspraak over al dan niet brede steun hiervoor. De suggestie van de DSD-fractie om vrijwilligerswerk en voorzieningen voor schooljeugd te betalen uit vrijval onderwijs dient een andere dekking te krijgen, aangezien deze vrijval geen vrije begrotingsruimte impliceert. Deze is namelijk reeds bestemd als integraal onderdeel van de begroting. Wat betreft Coach+ en bezuinigingen had een aantal sprekers het al over het beeld, met name de bezuinigingsoperatie die toch ook af en toe spanningen oproept in de ambities van verenigingen in de zin van hoe ze de consequenties moeten verwerken. 2008 is het laatste jaar waarin het wordt geregeld en de vraag is, ook vanuit de CDA-fractie en de VVDfractie wordt daarvoor aandacht gevraagd, hoe dit uitpakt voor het verenigingsleven. Hij meent dat ze 2008 moeten afwachten. Hij merkt in zijn contacten met verenigingen wel dat ze begrijpen dat de noodzaak van bezuinigingen er was, dat ze proberen om dingen toch te regelen en dat dit over het algemeen wel lukt, maar dat ze af en toe wel behoefte hebben aan ondersteuning op een aantal terreinen. Het heeft overigens niet altijd met geld te maken. Vaak is er sprake van een regisseursrol voor de gemeente en dat in een wisselende intensiteit. Soms op het toneel, soms er naast. De gemeente bewaakt en coördineert de samenhang en bevordert de samenwerking met ketenpartners om doelen op een integrale wijze te bereiken. Het zoeken naar verbindingen met andere onderdelen van de samenleving blijft van belang. Zelforganisatie en actieve inzet van burgers en organisaties hoort hier ook bij. De markt is hierbij voor hen zeker niet het hoogste
299
doel maar uitsluiting is evenmin aan de orde. In de recente septembercirculaire is sprake van een groei in de algemene uitkering met ingang van 2008. Daarbij moet worden aangetekend dat dit met zich brengt dat er ook kosten mee zijn gemoeid en ook het aspect van doorontwikkeling van beleid. Het gaat er niet alleen om dat je extra geld krijgt, maar eveneens om de vraag welke kosten er verbonden zijn aan het definiëren van beleid daarop. De septembercirculaire is geen officieel vaststellingsmoment voor de uitkering en om die reden zijn de effecten ervan niet in deze begroting verwoord. Dit zal wel aan de orde zijn bij de eerste behandeling van het dashboard van 2008. Wethouder VAN DIJK noemt de voorliggende begroting evenwichtig. Hij heeft niet veel met termen als ‘rechts’ of ‘gegoochel met cijfers’. Hij hanteert liever het motto dat op deze begroting staat: AANPAKKEN. Problemen aanpakken. Hij wil daarbij stilstaan bij de volgende drie categorieën: sociaal gebied, economie en regievoering en samenwerking met ketenpartners. Wie de begroting goed leest, ziet dat het college flink investeert in de sociale sector. Het gaat om de armoede, die vanavond al aan de orde geweest is, de aanpak van daklozen, die in de vorige raadsvergadering is vastgesteld, het gaat om jeugd, om integratie, om de Wmo en alles wat ermee samenhangt. Een behoorlijk investeringspakket, zowel qua regievoering alsook qua geld als het gaat om het sociale domein. Ze trekken er zelfs nog extra geld voor uit in vergelijking met voorgaande jaren. Neem bijvoorbeeld de bijna € 100.000 die ze extra uittrekken voor de Wet voorzieningen gehandicapten, opgegaan in de Wmo. Geen korting van € 3,5 ton waar de fractie van GroenLinks het over heeft. Neem het structureel maken van een aantal zaken als de ouderensteunpunten die steeds incidenteel werden gefinancierd en dreigden gesloten te worden, maar dankzij dit college gecontinueerd worden en een structurele plek in de begroting hebben gekregen. Ook een item als je het hebt over isolementsbestrijding, iets wat nu geregeld is door dit college. De stelling van de fractie van GroenLinks dat € 1,8 miljoen minder aan kwetsbaren wordt besteed en dat het lijkt dat ook de algemene reserve op orde wordt gebracht over de ruggen van kwetsbaren, daarbij gaat hij ervan uit dat dit een vergissing betreft en een rekenexercitie die niet klopt. Als het geen vergissing is, dan vindt hij het kwalijk, omdat het misleidend is en onjuist. Er wordt niet € 3,5 ton bezuinigd op gehandicapten. Er wordt € 3,5 ton overgeheveld van de reserve om de eerste korting die ze in het kader van de Wmo in 2008 voor hun kiezen krijgen, het uitgavenpatroon en de zorg voor mensen thuis op niveau te houden. Dat is investeren en op niveau houden en niet bezuinigen. Ze trekken zelfs nog € 100.000 extra uit. Dan het punt economie. Je had ook kunnen zeggen dat ze van die € 1,8 miljoen € 1,5 miljoen minder uitgeven aan uitkeringen. In plaats van te zeggen dat ze € 1,8 miljoen minder uitgeven aan kwetsbaren, hadden ze een compliment kunnen geven aan het college of naar elkaar in de zin van dat hun arbeidsreïntegratiebeleid succesvol is en leidt tot heel veel minder mensen in de bijstand, die afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering maar nu zelf hun boterham verdienen. Ze staan overigens, zoals al door de PvdA-fractie werd opgemerkt, in de top-10 van het succesvol en duurzaam aan arbeid helpen van mensen. Dat leidt tot minder uitgaven aan uitkeringen van € 1,5 miljoen. Dat is niet minder geld aan kwetsbaren geven, maar dat betreft geld wat mensen niet meer nodig hebben. De € 1,5 miljoen die dat oplevert moeten ze voor de helft weer inleveren bij het rijk, op grond van het verdeelmechanisme. Die andere helft die ze over houden, zetten ze nog even op een spaarbankboekje om met het generaal pardon en een maatregel die ze in het kader van het armoedebeleid vanavond hebben vastgesteld, AOW-ers met een onvolledige AOW daaruit bij te dragen tot een volledige AOW-uitkering. Er wordt dus niet bezuinigd of minder aan kwetsbaren besteed. Er gaat meer naar kwetsbaren. Daarnaast hebben ze ook nog eens een heel succesvol reïntegratiebeleid. Dankzij een buitengewoon succesvolle samenwerking met het bedrijfsleven starten ze volgend jaar met citymanagement. Dat is een vurige wens waarover ze het al langere tijd met elkaar eens zijn dat dit goed zou zijn voor de stad. Taskmanagement, de revitalisering van bestaande bedrijventerreinen, het wordt allemaal opgepakt. Dus ook op het terrein van economie slaan ze slagen. Wat betreft de regievoering is in de schriftelijke algemene beschouwingen door een aantal partijen de suggestie gewekt dat er sprake zou zijn van een trendbreuk, dat het college rechtser zou zijn. Hij noemt een aantal kernbegrippen die in het kader van Coach+ naar voren kwamen, die toen unaniem door de raad zijn vastgesteld en nog steeds voor dit college leidend zijn. Er waren er drie: aanvoeder, Coach+ en scheidsrechter. Kernwoorden van Coach+, het unaniem aangenomen scenario, waren ruimte geven, mensen
300
eigen plannen laten maken, zelforganisatie van burgers, een echte stad creëren, een basisvoorziening in de wijk, lasten laten dragen door mensen die dat kunnen, handhaving, wijkvisies, stedelijk woonmilieu, bewust van invloed op je eigen leefomgeving, groepen binden aan de stad, kwaliteit in dienstverlening, gerichte ondersteuning van kwetsbare groepen. Als hij deze kernbegrippen van Coach+ nog even in herinnering mag brengen, dan is dat het waar deze begroting doorspekt van is. Maar ook nog eens met concrete plannen om daar uitvoering aan te geven. Het gaat niet om mooie of grote woorden, maar vooral om dingen doen en dingen aanpakken. Dat doet het college niet alleen, maar samen met een range van partners, een heleboel, van het bedrijfsleven via het reeds door de raad genoemde economisch overleg met het bedrijfsleven, met sociale partners in het directieberaad sociaal domein, het CIZ, de welzijnsinstellingen en gemeentelijke medewerkers in de Wmo-winkel om mensen te helpen bij zorg welzijn en ondersteuning, met vrijwilligers, het centraal seniorenoverleg, het daklozenplatform, het platform chronisch zieken. Hij kan er nog velen noemen die samen invulling geven aan de sociale stad. En ook op wijkniveau slaan ze slagen. Na ‘schoon, heel en veilig’, ambieert het college ‘schoon, heel, veilig en sociaal’. Daarvoor spreken de wijkketenpartners in het ketenoverleg samen af hoe ze thuiszorg, welzijn, politie, veiligheid, leefbaarheid, bewonersinitiatieven aan elkaar koppelen. Er wordt geïnvesteerd, er wordt gezegd, er wordt gedaan, er wordt aangepakt op sociaal gebied, op economisch gebied en op regievoering. Diegenen die dat willen afdoen als ‘rechts’ nodigt hij uit: ‘Be my guest’. Diegenen die goochelen met cijfers om daarmee een beeld te schetsen: ‘Be my guest’, maar het is niet de waarheid. Als dat iets is wat men wil, dan neemt hij dat betrokkene kwalijk. Wethouder VAN DER MEIJS heeft haar eerste reactie geclusterd in vier punten: milieu (inclusief de afvalinzameling), de jeugd, de dienstverlening en mobiliteit. Deze begroting is een begroting van aanpakken. Aanpakken kan je soms wel beter zien aan de ene kant dan aan de andere kant. Bij mobiliteit is dat hier in de raad al geweest en is dat heel duidelijk en daar hebben ze al aangepakt in de vorm van een visie en binnenkort kan de raad kennis nemen van de bestuursopdracht die daaruit voortvloeit, waarin fietsnota en parkeernota zullen staan en geprioriteerd zullen worden om aan te pakken. Ze begrijpt niet waar de fractie van GroenLinks de € 200.000 structureel, nog eens vermeerderd met € 200.000 voor de oostelijke randweg vandaan haalt. Ze kan dit niet vinden in de begroting. In hun beleving staat er heel duidelijk dat er extra € 200.000 voor de mobiliteit wordt toegevoegd. Als de fractie van GroenLinks er dan nog € 200.000 voor de oostelijke randweg weet te vinden: ‘Be my guest’. Het staat niet in de begroting. Ze hoort graag in hun tweede instantie hoe ze daaraan komen. Bij milieu werd door de CDAfractie ook genoemd de afvalinzameling en de tariefsverhoging. De vergelijkingstabel van de tarieven in deze afvalstoffenheffing vergelijkt de diftar-gemeenten met gemeenten zonder diftar. De tarieven in diftar-gemeenten zijn gebaseerd op het niet elke week ledigen van een container. De tarieven van Doetinchem zijn daar wel op gebaseerd, namelijk 26 keer restafval en 26 keer gft. Dat betekent dat we in Doetinchem een veel hogere dienstverlening hebben voor het geld dat ze daarvoor vragen. Dat geldt ook voor de aangeboden basisvoorzieningen. We hebben een brengstation. Dat betekent dat mensen van onze gemeente lagere tarieven behoeven te betalen bij het wegbrengen van grofvuil. Een deel van het vegen van de straten en de kosten van het opruimen van zwerfafval valt ook binnen de afvalstoffenheffing. Als je de heffing in Doetinchem vergelijkt met gemeenten met dezelfde dienstverlening, dan valt Doetinchem qua gemiddelde laag uit. Ze heeft deze gegevens op papier voor de raad beschikbaar. De fractie van GroenLinks heeft gevraagd waarom er niets in de begroting staat over aardgastankstations. Als de fractie van GroenLinks gekeken had in het regiocontract had zij kunnen zien dat ze dat op regioniveau geprioriteerd hebben voor een bijdrage in het regiocontract. Het zou mooi zijn als Doetinchem een aardgasstation heeft, maar ze wil het onderzoek daarnaar regionaal oppakken. Het zou mooi zijn als het in de regio gelijk verdeeld is op plekken die daar goed voor uitgerust zijn. De fractie van GroenLinks heeft het over minder uitgeven voor milieu op de begroting. Zoals voor veel posten hebben ze in het kader van de loonsomdiscussie kunnen kijken waar bezuinigd kon worden. Daar heeft de raad ook mee ingestemd. De bezuiniging op milieu heeft te maken met de bezuiniging op de personeelspost milieuvergunningen en handhaving. Omdat ze daar toch een aanvaardbare basis hadden en het voor minder kosten kon, hebben ze daar toch de opdracht die de raad gegeven heeft op uitgevoerd. Voor het onderdeel jeugd begrijpt ze dat de raad net als
301
zijzelf vol ongeduld zit te wachten op de jeugdagenda. Er zijn zoveel opmerkingen gemaakt door de fracties bij de algemene beschouwingen over jeugd, opvoedingsondersteuning, de problemen bij jongeren in met name de wijk De Huet, dat het college, dat deze agenda al in concept gereed had, nog heel kritisch is gaan kijken hoe ze de opmerkingen van de raad nog in deze agenda kunnen meenemen en prioriteren met de middelen die daarvoor ook in deze begroting zijn opgenomen, namelijk € 50.000 extra voor jeugdbeleid, en hoe ze daarvoor een goede balans kunnen vinden. Het komt er dus aan en daar zit ook een regiemodel bij. Het college heeft gekeken hoe ze met de jeugd omgaan, tegen de jeugd aan kijken, met de jeugd praten. Ze zullen dat nog een keer doen. Er zijn plannen voor het ontwikkelen van een website voor de jeugd. Dat doen ze niet zelf, maar daar werken ze wel aan mee. Dat is op basis van het model Apeldoorn. Dat is een hele mooie website. Daarnaast is er in gesprekken met het veld wel begrepen dat er een regiemodel moet komen en dat krijgt de raad ook bij de jeugdagenda. Daarin staat hoe ze met de partners in het veld omgaan om te komen tot een beter jeugdbeleid, een beter gestructureerd jeugdveld, minder vergaderen en het aanpakken van de problemen met de jeugd. Wat betreft de jeugd in relatie tot het HBO merkt ze op dat het hbo-niveau in Doetinchem ruim ingezet wordt. Ze zouden het wel toejuichen als er in Doetinchem een hbo-instelling kwam, maar dat zit met de licentietoewijzing erg moeilijk. Er zijn vele mogelijkheden en dat beperkt zich niet tot de opleiding zelf. Samen met wethouder Van Dijk heeft ze er gesprekken over en ze gaan er nog meer over spreken met het Graafschapcollege, met de hbo-instellingen die leerlingen hier hebben, wat ze kunnen doen – en daar betrekken ze ook het COA bij – in de zin van waar is vraag naar, wat kan er op hbo-niveau of mbo-plus. Er zijn nog allerlei mogelijkheden. Dat wordt breed ingezet in het komend jaar en als daar voorstellen uitkomen zullen die ook in de richting van de raad gaan. Met betrekking tot de dienstverlening zal ze naar aanleiding van het verzoek van de Stadspartij zo spoedig mogelijk voor de vergadering van 8 november gegevens met betrekking tot de afdoeningstermijn van brieven ter inzage laten leggen. Wethouder DRENTH begint zijn bijdrage met het verzoek om in de raadszaal twee klokken op te hangen. Hij vervolgt zijn relaas met het bouwtempo en de relatie met de begroting. In de commissie hebben ze er al uitgebreid over gesproken en hij vindt het een goede zaak een begroting te hebben die uitgaat van reëel haalbare zaken. Er zit een verschil tussen het moment dat je een bouwplan opstart, het moment dat je een bouwvergunning afgeeft, het moment dat het huis opgeleverd wordt en het moment dat het meetelt in de gemeentebegroting. Bij een snelle methode zit daar vier tot vijf jaar tussen en bij de langzame methode, als er maar iets gebeurt onderweg, dan zit je al gauw op een jaar of zeven à acht. Hij vindt het een goede zaak om je ambities goed neer te leggen, je planning goed te bewaken – dat kan de raad ook volgende maand verwachten rondom alle grote bouwprojecten in de stad voor de komende jaren – maar ook om je cijfers een beetje conservatief in de begroting op te nemen. Als het meezit is dat mooi. Dan hebben ze een meevaller. Maar laten ze op voorhand vooral niet rekening houden met meevallers die later tegenvallers worden. Want daar weten ze intussen op dit punt alles van. Gewoon een beetje volgen hoe de markt in elkaar zit. Daarvoor is de dynamische woningmarktscan gemaakt. Niet om alleen maar te bepalen hoeveel huizen er gebouwd zouden kunnen worden, wat de marktvraag is, dat ook wel. Niet om vervolgens de dingen bij te stellen omdat professor Derks iets zegt – dat was een conclusie die hij in de algemene beschouwingen van de fractie van GroenLinks las – dat is niet waarom het dus zo veranderd is, maar wel om meer in de lijn zoals de fractie van de ChristenUnie-SGP het aangaf, te kijken hoe ze moeten gaan sturen, wat ze moeten gaan doen, hoe ze ervoor zorgen dat ze hun doelstellingen ook werkelijk gaan realiseren. Groei is niet direct het doel waarnaar ze streven, maar groei, voldoende schouders onder onze voorzieningen om al die dingen waar het eigenlijk om gaat, waar wethouder Van Dijk het zojuist uitgebreid over heeft gehad, om die dingen in stand te houden. Om die schouders voldoende aanwezig te laten zijn om dat te kunnen blijven betalen. Daar gaat het om. Verder inzoomend op wonen vindt hij het een heel goed teken dat ze ten opzichte van vorig jaar het nu nadrukkelijk hebben over wonen, woningbouwprogramma’s, maar ook over de betaalbaarheid van woningen, de wenselijkheid van verschillende soorten van woningen en zelf ook iets kunnen doen rondom wonen. Voor de zomer is de woningprogrammering vastgesteld en ook de inbedding daarbij in prijscategorieën. Hij begrijpt van een aantal fracties dat ze graag opnieuw een discussie willen hebben over wat ze voor prijsranges gaan gebruiken rondom starterswoningen en zelf daar dingen in doen. Dat zou een goede zaak zijn. Maar dat is dan wel het aanpassen van relatief kort
302
geleden vastgesteld beleid. Dat behoeft overigens helemaal niet erg te zijn. Wat hij wel van belang vindt en wat in deze begroting uitdrukkelijk is verwerkt is, dat als ze wonen zo belangrijk vinden, dat ze dan ook met deze begroting moeten zorgen dat er inhoudelijke capaciteit hier in huis is om ook die volkshuisvesting te begeleiden. Op dit moment heeft hij geen beleidsmedewerker volkshuisvesting. Dat vindt hij te bizar voor woorden als je het hebt over zulke wezenlijke dingen naar de toekomst toe. Dat wordt met deze begroting geregeld. Dat leidt er ook toe dat in deze begroting zaken worden opgepakt als het woningtoewijzingsverhaal met name met Sité, vraagstukken rondom het huisvesten van speciale groepen, bijvoorbeeld generaal pardon, gescheiden moeders, maar ook hoe jongeren nu een beetje sneller aan een betaalbare huurwoning komen. Ook hoe je gaat sturen op de vraag naar starterswoningen. Hij vindt dat hele belangrijke zaken die voor komend jaar op de rol staan. Daarnaast is in deze begroting opgenomen om geld niet langer te laten rotten op de bank. Hij vindt dat geld moet werken. Het volkshuisvestingsfonds wordt al jarenlang niet meer gebruikt omdat bijdragen in woningbouw zodanig weinig zoden aan de dijk zetten dat dit niet meer is gebeurd. Dat zie je landelijk breed. Maar die gelden kan je wel inzetten ten behoeve van de woon- en leefomgeving. En daar kunnen ze wel een heleboel slagen maken. Met de voorliggende begroting kan de raad het komend jaar voorstellen van hem verwachten om dat geld ook daadwerkelijk in te zetten ten behoeve van de woon- en leefomgeving, zodat het geld gaat werken voor de inwoners in onze stad, zodat ze er iets aan hebben. Dat is volgens hem de doelstelling waarvoor ze het geld bij elkaar gebracht hebben. Hij vindt het jammer, maar weet niet hoe hij het moet doorbreken, dat de discussie die ze hebben gehad rondom groen en natuur en de wijze van bestemmen in het bestemmingsplan kennelijk rondom het onderwerp groen of natuur telkens hem en met name de fractie van GroenLinks in een spagaat brengt. Deze begroting heeft een hele goede handreiking om juist op dat belangrijke kwaliteitsonderdeel van onze stad een belangrijke stap te maken. Tot op heden zat groen en zelfs de ambtelijke bemensing van groen enkel op incidentele basis in de begroting. Het werd gefinancierd vanuit een groenfonds dat langzamerhand leeg gaat lopen. Dat heeft tot gevolg dat op enig moment, te verwachten binnen twee à drie jaar, het fonds op is en het beleidsveld geen financiering meer kent. Wat nu voor ligt is het structureel inbrengen in de begroting. Binnen drie jaar is er dan al meer geld uitgegeven op dat onderdeel binnen de begroting, dan het gehele fonds groot was. Daarnaast kan de raad zien – en dat vindt hij een wezenlijk element in het geheel – dat ontwikkelingen van de stad gelijk op moeten gaan met de ontwikkeling van groen. De link met het 3000 bomenplan rondom de metamorfose van de binnenstad, de link van infrastructuur laten aanleggen vergezeld van ook de groene zoom daarbij. Dat is niet alleen vanuit ecologisch oogpunt, maar ook vanuit het oogpunt dat we een groene stad zijn en dat dit het is wat ons onderscheidt van andere plaatsen. Fysiek buiten dingen toevoegen, het stoppen met allerlei dikke producten met prachtig mooie plannen, met hele goede bedoelingen. Hij is er echter van overtuigd dat we gewoon zitten te wachten op meer vierkante meters groen per inwoner. Dat is de afgelopen tien jaar fysiek afgenomen. Die voorstellen liggen aan de raad voor. Dat noemt hij investeren in de groene ruimte. In het kader van bestemmingsplannen kunnen ze het er over hebben of dat groen of natuur is. Dat is een mooie juridische kwestie. Maar hem gaat het erom dat ze de doelstellingen halen voor de stad om met elkaar een betere groen-, leef-, woon- en werkomgeving te hebben. Hij is teleurgesteld dat sommige fracties hierover gereageerd hebben zoals ze gedaan hebben. Volgens hem is het een enorme beleidswijziging. Daar is hij het mee eens en daar is hij ook trots op. Want ze gaan buiten iets doen. En dat was volgens hem ook de belangrijkste opgave die de raad het college heeft meegegeven. Dat wil hij in elk geval op deze beleidsvelden uitdrukkelijk tot wasdom laten komen. Dat is ook wat de raad in de begroting tegenkomt. De VOORZITTER als portefeuillehouder algemene zaken en veiligheid memoreert dat een aantal fracties nogal sterk is ingegaan op het thema van veiligheid en overlast, met name in het verkeer. En de ergernis spatte er gewoon vanaf. Eigenlijk zegt de raad naar hem als portefeuillehouder veiligheid: AANPAKKEN. Dat gaan ze ook doen. Ze, dat zijn de politie en de ambtelijke medewerkers. En het motto zal zijn: meer sturing, minder vrijblijvendheid, meer offensief, minder berustend, dus meer aanpakken en niet bij de pakken neerzitten. Het straatbeeld in Doetinchem – dat begon hem in de eerste weken dat hij er pas was een beetje op te vallen – gaat er soms nog wel een beetje ruig aan toe. Een situatie bij een verkeerslicht dat je heel goed in je achteruitkijkspiegel moet kijken en dat je regelmatig het gevoel hebt dat er dadelijk
303
iemand uitstapt die het je kwalijk neemt dat je gewoon voor het oranje licht gestopt bent. De raad zal het hem niet kwalijk nemen en ook wel geloven dat hij zich stipt probeert te houden aan de 50 km per uur. Maar dat betekent wel dat je in Doetinchem grote risico’s loopt dat er voortdurend iemand letterlijk op je achterbumper zit. Dat is niet zijn subjectieve beleving. Hij heeft er met veel mensen over gesproken en hij kreeg er eerst een reactie op terug van ‘Maak je niet druk, dit is de Achterhoek, het moet een beetje gemakkelijk kunnen’, maar dat is een verkeerd beeld. Het stoort mensen mateloos. Hij krijgt daar heel veel reacties over vanuit de bevolking. Mensen houden zich vaak een beetje koest, want ze willen niet te klagerig overkomen. Maar als je er zelf over begint en het ijs is een keer gebroken, dan komt er een hele litanie. Het blijkt ook uit het onderzoek van de Lemonenquête dat verkeersoverlast – wat iets anders is dan verkeersonveiligheid, al hangen ze wel samen – een gruwel is in de ogen van onze burgers. Dat betekent dat ze de zaak op een wat andere manier gaan aanpakken en dat er misschien ook wel een wat andere wind kan gaan waaien. Daar voelt hij zich in ieder geval ook in gesterkt door de nieuwe korpschef, mevrouw Hannelore Roelofs, die haar mannetje wel weet te staan en die ook die verbinding wil gaan leggen – dat is een zorgpunt van haar – tussen de politie en de burgers. Dat betekent dat je heel goed moet luisteren naar signalen vanuit de burgerij. Wat gaan ze anders doen? Wat ze in ieder geval gaan aanpakken is dat ze wat vroeger in Doetinchem gebruikelijk was, een goede samenwerking tussen politie en gemeente, gaan herstellen. Ze gaan proberen het politieblauw, het blauw van het team toezicht, de wijkwachten, de nachtwachten meer in een blauwe keten te laten opereren. Dat gaan ze doen op plekken en tijden dat het zinvol is. Ze gaan hot spots opzoeken. Ze gaan het asociale, het huftergedrag, systematisch aanpakken. Voor hen is in feite de maat vol. Je kunt gaan praten over een zero-tolerancebeleid. Er wordt een aantal grote controles georganiseerd, met name ook op het gedrag van scooters, brommers en snorfietsen en ook van de auto’s die je al op grote afstand hoort aankomen, hetgeen voor zowel akoestisch als voor overige milieueffecten buitengewoon storend is en echt niet meer kan. Alcoholgebruik wordt gecontroleerd en met name wordt er ingezoomd op gevaarlijke situaties bij scholen. Er is gesproken en geklaagd over de onzichtbaarheid van de politie, met name in de wijken. Hij zal met de politie proberen aan te tonen dat dit eigenlijk wel meevalt. Het feit dat de burgers er over klagen betekent dat de politie misschien wel een imagoprobleem heeft. Het is wel een probleem van de politie dat, zodra ze zichtbaar is, veel klachten waar ze op af komen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Enerzijds gaan ze ernaar streven de zichtbaarheid en de beeldvorming van de politie te versterken, anderzijds zal de raad van hem moeten geloven – en dat zal hij ook naar hen verantwoorden – dat ze ook proberen de zichtbaarheid van de politie te verminderen om beter en effectiever te kunnen optreden. Want in heel veel wijken – de Muziekbuurt, de Beethovenstraat – is er toch wel sprake van een soort kanteling van de problematiek. En dat nemen ze buitengewoon serieus als college en als politie. In het komende jaar gaan ze de landelijke handhavingsestafette die altijd in september/oktober plaatsvindt nog zwaarder aanzetten. En ze gaan dat ook nog eens koppelen aan wat een half jaar daarvoor gebeurt met een soort Achterhoekse handhavingsdag, waarbij ze over de gehele linie van overheidsinstanties die te maken hebben belevingswaarde, veiligheid voor de burgers in een geconcentreerde actie gaan aanpakken. Een keer per jaar is niet genoeg. Dat mag twee keer per jaar heel duidelijk gezien en ook gevoeld worden. Over de situatie in De Huet is een aantal opmerkingen gemaakt; ook vanuit de politie zal daar zwaarder op ingezet worden en ze proberen de positieve ervaringen die ze in de binnenstad hebben opgedaan ook te vertalen naar De Huet. De stad verdient het dat ze het succes waarmee ze ook naar de minister-president naar buiten zijn opgetreden wat breder gaan uitzetten. De fractie van de ChristenUnie-SGP heeft zich bij herhaling met zorg geuit over de aanrijtijden. Hij deelt die zorg. Zoals gisteren op het journaal te zien was, is het een algemeen beeld. Dat is een schrale troost. Hij heeft ook de oplossing niet of nog niet. Wat ze afgelopen jaar geprobeerd hebben met het werven van meer vrijwilligers werkt in ieder geval niet. Hij doet een beroep op de creativiteit van de raad en de burgers om te zorgen dat er onconventionele Achterhoekse oplossingen komen om dit probleem aan te pakken. Er is door een aantal fracties gesproken - op papier meer dan vanavond mondeling – over de ontwikkelingssamenwerking en de positie van DOS en La Libertat. Hij is heel erg benieuwd naar wat de raad daar volgende week over gaat zeggen en welke ruimte hij aan het college geeft om eventueel tot een versnelling van het beleid te komen. Ook is hij benieuwd naar de suggestie die hier en daar gedaan is om hun beleid inzake ontwikkelingssamenwerking meer te koppelen aan de millenniumdoelen van de Verenigde Naties die ook door de Vereniging van Nederlandse gemeenten worden gepropageerd.
304
Hij is erg benieuwd naar het standpunt van de fracties hierover de volgende week. Door de fractie van D66 is een opmerking gemaakt die hem wel geïntrigeerd heeft. Ze hebben het vanavond erover gehad dat vertrouwen het sleutelwoord zou moeten zijn, alsof vertrouwen en aanpakken met elkaar in tegenspraak zou zijn. Hij laat weten hen helemaal te volgen, maar dan is het aanpakken met vertrouwen. Dan vindt hij ook dat ze met open vizier niet met elkaar moeten strijden, maar met elkaar moeten debatteren. Als de fractie van D66 op papier in de schriftelijke bijdrage de uitspraak heeft gedaan dat hier in deze raad in het kader van het dualisme wordt geleden aan cognitieve ondervoeding van bepaalde delen van de raad of van de raad, wil hij graag vernemen van die fractie waar dat gevoel van die cognitieve ondervoeding dan in zit en horen hoe de andere fracties daarop reageren. Hij vindt dat in een democratie ieder zijn deel moet krijgen. Dat is ook juist de reden dat ze deze begrotingsbehandeling, die wat discussie, moeite en tijd gekost heeft om zover te komen, hebben die in feite het hoogtepunt moet zijn van de parlementaire cyclus van de democratie. Dat moeten ze met elkaar vieren door er samen aan te gaan werken en dat hoort ook bij democraten: aanpakken, elkaar ook zeggen waar het op staat en proberen daar de juiste conclusies uit te trekken. Hij is erg benieuwd naar datgene wat ze de volgende week met elkaar te delen hebben. De VOORZITTER constateert dat het college ruim binnen de spreektijd is gebleven. Het is 23.30 uur. Hij verdaagt de vergadering tot volgende week, 8 november om 14.00 uur. Op het verzoek van de heer VAN DOESUM om het verslag van het laatste punt uit deze vergadering voor de volgende week ter hand te willen stellen, zegt de VOORZITTER toe te willen bevorderen dat de raadsleden de tekst van dit agendapunt op band kunnen beluisteren. Dat er een uitgeschreven tekst beschikbaar zal zijn kan hij niet beloven. Dan zou hij de volgende week zijn excuses moeten aanbieden. Hij wil proberen de mogelijkheid te bieden dat de raadsleden de tekst vanaf de band kunnen afluisteren.
305
VERSLAG VAN HET VERVOLG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 1 NOVEMBER 2007 OP 8 NOVEMBER 2007 OM 14.00 UUR AANWEZIG CDA
:
M.W.M. Thus, mw. E.O. Berens-van der Pol, B.H.M. Ernst, W.H. Gotink, mw. J. Grootjans-Doornbos, V.B.H.M. Heuthorst, P.J.M. Kiwitz, L.T.M. Steintjes
VVD
:
A.J. Verhoeven, mr. H.M. Mourik, mr. F.A. Feller, C.F.P.M. van Pul, mr. M.A.G. Rietbergen
GroenLinks
:
drs. F.M. van Doesum, mw. G. Bouman, mw. B.B.M. Ebben, D.C. Kuipers, F.H.T. Langeveld
DSD
:
H.G.J.M. Wubbels, A.D. Boland, mw. M. Duijn-Visser, mw. M-L. Moonen
PvdA
:
P.J. Koning, mw. J.H.A. Putman, Th.H.J. Röttger
D66
:
R.P.J. Blom, H.L.G. Moïze de Chateleux
Stadspartij Doetinchem drs. D. Bos, W.D. Stoel ChristenUnie-SGP
:
ir. A.C. Heij
Voorzitter
:
burgemeester drs. H.J. Kaiser
Griffier
:
mr. A.C. van der Haar
Afwezig met kennisgeving
:
J.E.L. de Rechteren van Hemert
Wethouders
:
drs. P.C. Drenth, mr. O.E.T. van Dijk, mr. W. Kuiper, mw. drs. L.W.C.M. van der Meijs-van de Laar
Verslag
:
J.F.M. Hagendoorn
De VOORZITTER heropent de vergadering en meldt dat de heer de Rechteren van Hemert verhinderd is. De heer Kiwitz, de heer Mourik, de heer Bos, de heer Moïze de Chateleux, mevrouw Moonen en mevrouw Bouman zullen later komen. Hij biedt zijn excuses aan aan de fractie van GroenLinks. Toen de uitlopende termijn van de heer Van Doesum toch afgerond moest worden, heeft hij gezegd dat een aantal aanvullende vragen die hij nog wilde stellen in de loop van de week alsnog beantwoord zouden worden. Dat is wel gebeurd, maar dan letterlijk te elfder ure door een misverstand. Hij heeft inmiddels het antwoord ontvangen. Hij geeft toe dat dat te laat is. Voorts laat hij weten dat er nog een aparte termijn komt om de moties en amendementen te bespreken. Dat zal zijn na de duplieken van het college. Tot dat moment kunnen ook nog moties en amendementen worden ingediend en niet meer daarna. Dan heeft ieder de gelegenheid om moties en amendementen die op het laatste moment nog worden ingediend te bestuderen en zijn standpunt daarover te bepalen. 12
VOORTGEZETTE BEHANDELING VAN DE PROGRAMMABEGROTING 2008 De heer THUS zegt dat het college tijdens zijn eerste termijn als reactie op de bijdragen vanuit de raad, de raad ook heeft uitgedaagd om op een aantal punten wat specifieker te zijn. De CDAfractie voelde zich aangesproken op de volgende onderwerpen. Oprichting stimuleringsfonds voor sport en milieu, inbreng van de raad betreffende het opstellen van de jeugdagenda, het
306
eventueel wijzigen van de term ‘starterswoningen’ waarbij geconstateerd is door zowel zijn fractie als de PvdA-fractie dat € 170.000 voor een woning eigenlijk geen startersprijs is, en de positie van DOS en La Libertad. Mevrouw Berens zal ook een deel van de tweede termijn voor haar rekening nemen en daarbij het CDA-standpunt verduidelijken, dat op enkele punten gesteund zal worden door middel van een motie. De volgende punten gaven zijn fractie vorige week niet voldoende duidelijkheid. Hij hoopt dat het college in zijn tweede termijn hem daarin tevreden kan stellen. Inzake mobiliteit heeft de wethouder toegezegd dat ze binnenkort kennis zullen kunnen nemen van de bestuursopdracht betreffende de fiets- en parkeernota. Hij vraagt de wethouder hier iets specifieker een datum te noemen. De wethouder is vorige week niet ingegaan bij het item onderwijs op de school Rozengaarde. Ieder heeft in de krant de twee meningen kunnen lezen, maar hun gaat het erom dat ze als gemeente een verantwoordelijkheid hebben voor de leerlingen. Ze horen graag van de wethouder welke richting het uit gaat. Mocht het inderdaad veel duurder zijn, dan zitten ze ook met het dekkingsvraagstuk. Hij hoopt op iets meer informatie. De beantwoording van de wethouder betreffende afvalinzameling wekte bij de CDA-fractie wat verbazing. De achtergrondinformatie die de wethouder beschikbaar stelde is voor hen niet overtuigend. Ze hebben daar met de betreffende ambtenaar ook over gesproken en de uitkomst van dat gesprek was dat de CDA-fractie zijn huiswerk opnieuw zal gaan doen en ook bij de ambtenaar zullen gaan vragen hoe nu alles in elkaar zit. Mocht het dan nodig zijn dat ze daar iets van vinden, dan komen ze er op een ander moment op terug (dus niet dit jaar). Wat betreft veiligheid deelt de CDA-fractie de gedachte dat handhaving niet alleen een repressiemiddel is, maar ook een preventiemiddel. Inzoomen op de veiligheidsaspecten rondom de jeugd waarderen ze zeer. Mevrouw Berens zal verder ingaan op de eerder genoemde zaken. Mevrouw BERENS vervolgt de tweede termijn van de CDA-fractie met haar inbreng over de jeugdagenda. Ze hebben de motie gezien die de fractie van GroenLinks zal indienen en ze zijn erg benieuwd hoe het college daarmee omgaat. Ze zijn erg tevreden als ze in de jeugdagenda iets gaan terugvinden over opvoedingsondersteuning, de jeugd in de wijken en de inspanningen die het college zal leveren om samen met Plutus een goede oplossing voor de toekomst te vinden. Wat betreft de stedenbanden met Raesfeld, La Libertad en Pardubice wijst ze op de evaluatie die ze daar twee jaar geleden over gehouden hebben in de commissie en de raad en ze hebben toen ook het een en ander aan visie daarop neergelegd. Evenals in 2005 en 2006 ziet de CDA-fractie vriendschappelijke banden met Raesfeld en Pardubice. Volgens hen richt deze vriendschappelijke band zich met name op uitwisseling op diverse terreinen als economie, welzijn, onderwijs en sport. Ook betekent dit dat het gedragen moet zijn in onze eigen samenleving en daarom verwachten ze ook investeringen in zowel middelen als energie van bedrijfsleven en organisaties in de gemeente Doetinchem. La Libertad wil de CDA-fractie graag bijzonder ondersteund zien in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Het college mag van hen de inzet enten op de acht millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties. Van bedrijfsleven en organisaties verwachten ze dat deze daarin de gemeente daadkrachtig ondersteunen. Met elkaar hebben ze een voorbeeldfunctie wat betreft ontwikkelingshulp en bewustwording daarvan in onze gemeente. Ze maakt het college een compliment voor de manier waarop het in de samenleving staat. Ze merken dagelijks hoe burgers daar erg tevreden over zijn. En er gaat een hele positieve stimulans van uit. Het college, met name de burgemeester, laat zien dat je het werk buiten dit gebouw moet gaan doen en dat is ook een voorbeeld voor de raadsleden. Veel naar de burgers toe, luisteren, reageren op de brieven en opmerkingen die zij tot je richten. Ook de pers heeft daar een hele belangrijke rol in. Vanmorgen heeft ze een pakketje uitgeknipt van de volgende artikelen: Vrijwilligers bundelen krachten, Thema-avond Goed met geld omgaan (denk aan het budgetteren dat ze in hun algemene beschouwingen hebben genoemd), Drankjeugd bestraft door Boa’s. Ze is benieuwd of het kabinet er ook wat extra middelen bij doet; pas dan kan je echt gaan handhaven en vooral ook de jeugd opzoeken op de plekken waar zij zich ophouden, vooral in de vorm van preventie, naar de jeugd toe gaan en zorgen dat ze wel tevreden worden gesteld in datgene wat ze zoeken. Ze zoeken een eigen plek, een ontmoetingsplek, bezigheden. Wat de bezigheden betreft kunnen ze heel goed terecht bij straattheater Buitengewoon. Ook daarover staat een artikel met foto. Die willen een productiehuis voor de jeugd gaan opzetten. Meer veiligheid voor het spoor; daar gaat de provincie zich druk voor maken. Ze las over spoorverdubbeling bij De Huet, zodat ze wat minder vertragingen krijgen. Vanuit de trein gaan ze straks meer groen zien. Dat zit ook in het
307
beleidsplan. En dan nog een groot artikel, een interview met wat Turkse mensen waar een andere gemeente in de regio toch wat meer accenten wil gaan leggen op de verplichte zorg voor je ouders. Ze denkt dat de samenleving in Doetinchem op het goede spoor zit en dat het gemeentebestuur ze vooral moet stimuleren. De heer VERHOEVEN laat weten dat op veel zaken die de VVD-fractie in eerste instantie heeft ingebracht, voldoende is ingegaan door het college. De volgende punten blijven nog over. Jeugdbeleid. Veel fracties hebben opmerkingen of aanvullingen gemaakt over het jeugdbeleid en de wethouder heeft gezegd te overwegen om besluitvorming hierover uit te stellen tot de raad van februari. Dat heeft hun instemming. Anders zou je van allerlei amendementen kunnen krijgen. Ze hechten aan een goede besluitvorming waarbij je alle aspecten meeneemt. Dus liever uitstel. Ten aanzien van de mobiliteit heeft hij een opmerking gerelateerd aan de Regio Achterhoek. Voor de ontwikkeling van de Regio Achterhoek is de doortrekking van de A18 van het grootste belang. Dit wordt ook onderschreven door alle gemeenten in de regio. Groot was de verbazing in zijn fractie toen ze een afschrift zagen van de brief van MKB Oost Nederland en de VNO/NCW-Achterhoek gericht aan de Regio Achterhoek. Daarin vragen zij de regio haar regierol op te nemen in het proces omdat de gemeenten het bestuurlijk nog niet met elkaar eens zouden zijn over de doortrekking van deze weg. Hij weet dat de vraag over het opnemen van de regierol in deze raad niet beantwoord kan worden, want dit is aan de gemeenteraad van Doetinchem en niet aan het db van de Regio Achterhoek. Daarom vraagt hij het college van Doetinchem om op te roepen al het mogelijke in het werk te stellen en de voorzitter van het db van de Regio dringend het volgende te verzoeken: de regierol waarom gevraagd wordt ferm ter hand te nemen, krachtige lobby te voeren richting Den Haag en hiermee niet te wachten tot de MER-rapportage uitkomt en bericht in dezen zo snel mogelijk richting gedeputeerde van de provincie, mevrouw Van Haaren te sturen vóór 15 november a.s. omdat dan het landsdelenoverleg is waar deze weg op de agenda staat. In het licht van de regiodiscussie waar ze het doel hebben een sterke, kleinere en vooral slagvaardiger regio te krijgen die met kracht kan regisseren en lobbyen voor hun regio lijkt hem dat een uitstekend begin. Ze zijn zich ervan bewust in de eerste instantie dit punt niet ingebracht te hebben, maar ze vinden het verbazingwekkend dat een regio bij een zo belangrijk onderdeel haar rol blijkbaar niet kan of wil invullen. Dus hij doet nogmaals een dringend appel op de voorzitter om er in zijn beantwoording op terug te komen. Over het DOS hebben ze in 2005 al in de commissie gesproken en ook in de richting van La Libertad aangegeven dat ze dat in ieder geval wilden blijven ondersteunen. In die zin kunnen ze zich blijven aansluiten bij het verhaal van mevrouw Berens aangaande die discussie. Daar is toen ook gezegd dat er een meerjarenplan zou komen. Tot op heden is dat er niet. Hij heeft een amendement gezien van de fractie van GroenLinks waarin wordt gezegd dat ze het bedrag dat er staat voor ambtelijke ondersteuning eenmalig moeten schenken en volgend voorjaar te komen met een plan. De VVD-fractie is daar op zich niet negatief over, maar vraagt zich af of dat bedrag nog helemaal beschikbaar is. Ze vragen het college te kijken of er nog iets in dat potje zit. Wat hen betreft zou dat als gebaar daar naartoe kunnen gaan in afwachting van de definitieve discussie. De VVD-fractie is van mening dat de raad een of twee keer per jaar een onderwerp nadrukkelijk op de agenda moet plaatsen, zoals dit jaar het armoedebeleid. Aansluitend bij het voorstel van de DSD-fractie, stellen ze voor om voor de eerste helft van 2008 het onderwerp dienstverlening te kiezen met twee aanvullende accenten: dienstverlening waar het gaat om de effectiviteit van de interne organisatie mede in het licht van de vele locaties waar ze zitten en daarnaast de invulling van de 1-loketfunctie. Ten aanzien van een aantal andere onderwerpen: de fractie van GroenLinks heeft een opmerking gemaakt over eenzaamheid, de DSD-fractie heeft een opmerking gemaakt over het meenemen van de raad in de ruimtelijke discussie over de ontwikkeling in de stad, groen en alle andere aspecten. Die willen ze gaan inventariseren en prioriteren. Voor hen moeten er niet teveel onderwerpen zijn, want dan lijdt de kwaliteit van wat ze als raad doen onder de veelheid aan onderwerpen en dat is ook niet goed. Ten aanzien van de moties van de CDA-fractie wacht hij eerst de reacties van het college af met een opmerking over twee moties. De motie inzake de afsluiting van de grondexploitatie en het afhechten van de open eindjes en de evaluatie van het duurzaam bouwen kunnen ze ondersteunen. De heer WUBBELS laat weten dat de DSD-fractie en ook de fractie van D66 niet beschikken over deze informatie. Het zou prettig zijn wanneer ook zij zouden beschikken over deze teksten. De VOORZITTER merkt op van de griffier te horen dat ze zijn
308
doorgemaild, maar een aantal van de raadsleden komt rechtstreeks van andere plaatsen dan thuis. Dus dat is lastig. Alle fracties moeten over dezelfde papieren documenten beschikken. Hij ging ervan uit dat dit hier het geval was. Dat betekent dat ze datgene waarvan men dacht dat het verspreid was, alsnog gaan verspreiden. Na de duplieken van het college geeft de VOORZITTER de gelegenheid om de moties en amendementen nog even kort toe te lichten, vragen erover te stellen, te debatteren. Dan komen ze vervolgens in stemming. De heer VAN DOESUM laat weten dat de heer Verhoeven reageert op teksten waarin de fractie van GroenLinks niet kan meelezen. Het belemmert hen in de oordeelsvorming. Hij stelt voor dat de voorzitter de vergadering schorst en de papieren uitdeelt. Daarmee stemt de VOORZITTER in. Over moties en amendementen zegt hij geen e-mails en dergelijke te kennen. Dit is geen virtuele vergadering. Als er een motie is, dan wordt die bij hem ingediend, zodat iedereen dat kan zien. Zolang hij niet bij de voorzitter is ingediend bestaat hij dus niet. Hij vraagt mevrouw Berens om datgene wat ze zojuist heeft aangekondigd in te dienen en nu even kort voor te lezen. Ze kan volstaan met het voorlezen van het dictum. Elke motie of amendement wordt dan voorzien van een registratienummer en ze houden een lijst bij van alle moties en amendementen die zijn ingediend. Mevrouw BERENS licht toe dat ze geprobeerd hebben op tijd al die moties aan te leveren. De griffie heeft ze keurig doorgestuurd met het CDA-logo er op, maar dat bleek een beetje zwaar te zijn. Ze bleken allemaal als onbezorgbaar teruggekomen te zijn. Dus voortaan moeten ze die op de fiets even rondbrengen. De eerste motie gaat over de afsluiting van de grondexploitatie Dichteren. De heer Verhoeven heeft al aangegeven dat van de VVD-fractie daarvoor steun kan komen. Het gaat er om dat nagegaan wordt of zaken betreffende infrastructuur, bewegwijzering en dergelijke zijn nagekomen zoals de bedoeling was. Dichteren is over zoveel jaren verspreid gebouwd. Vraag is of daar alle zaken goed op elkaar aansluiten. Verder de evaluatie van duurzaam bouwen, waar de CDA-fractie al bij twee eerdere colleges naar gevraagd heeft. Steeds is het vanwege de kosten onder in de la beland. Ze hebben nu de suggestie gedaan om daar de VAC voor te benaderen. Dan kan het wat goedkoper gedaan worden. Burgers hebben er wel behoefte aan. Dat is de volgende motie:
MOTIE inzake de afsluiting van de grondexploitatie Dichteren
1
De gemeenteraad van Doetinchem, in vergadering bijeen op 8 november 2007; overwegende dat binnenkort de bouwwerkzaamheden binnen het bestemmingsplan Dichteren volledig zijn uitgevoerd; dat tijdens de realisatie van dit bestemmingsplan op verschillende onderdelen is gebleken dat de aanleg van fietspaden, parkeerplaatsen, bestrating en bewegwijzering nog verbetering behoeft, zowel in de nieuwe wijk als in de oude kern; dat de woningen in Dichteren zijn gebouwd volgens een plan van aanpak duurzaam bouwen; dat het van belang is om te weten hoe de ervaringen van de bewoners zijn geweest om te wonen in een duurzaam gebouwde woning; dat het van belang is om van de ervaring van deze bewoners te leren en de opgedane kennis te gebruiken bij nieuwe bouwplannen; v e r z o e k t het college: - te onderzoeken welke aanpassingen in infrastructuur en bewegwijzering in Dichteren nodig zijn en hiervoor budget te reserveren; - een evaluatie van het duurzaam bouwen in Dichteren te laten uitvoeren en te onderzoeken of de leden van de Vrouwen Adviescommissie voor de Bouw hieraan medewerking zouden kunnen en willen verlenen; alvorens de grondexploitatie Dichteren af te sluiten;
309
en gaat over tot de orde van de dag. De fractie van het CDA De tweede motie gaat over goedkopere woningbouw en particulier opdrachtgeverschap. Daar heeft ook de PvdA-fractie iets over gezegd in de algemene beschouwingen. Iedere fractie is het ermee eens dat ze wegen moeten bedenken om starterswoningen wat goedkoper en betaalbaarder te maken. Ze denken aan particulier opdrachtgeverschap, maar dat is een heel ruim begrip. Ze willen ook graag verwijzen naar de voorbeeldtrajecten van de SEF en van de provincie, die is daar ook erg hard mee bezig en dan vermelden op de website. Het behoeft in eerste instantie niet veel te kosten. Dat betreft de volgende motie:
MOTIE
inzake stimulering goedkope woningbouw en particulier opdrachtgeverschap 2 De gemeenteraad van Doetinchem, in vergadering bijeen op 8 november 2007; overwegende dat de gemaakte beleidskeuzes in het woningbouwprogramma de kaders voor de te realiseren betaalbare woningen nadere invulling behoeven; dat het derhalve nuttig is om tot een aanvullend onderzoek te komen en richtinggevend reeds een duidelijke beleidsrichting aan te geven; v e r z o e k t het college: −
− −
de bovengrens voor betaalbare koopwoningen maximaal vast te stellen op 170.000 euro von met de uitdrukkelijke wens te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om forse aantallen woningen voor aanzienlijk lagere bedragen te realiseren; de woningcorporaties en ontwikkelaars te stimuleren om vooral goedkoper te bouwen voor de starters op de woningmarkt en dat de bovengrens zeker geen ondergrens hoeft te zijn; particulier opdrachtgeverschap niet alleen voor de vrije kavels in te voeren, maar ook voor de betaalbare en goedkope woningen;
en gaat over tot de orde van de dag. De fractie van het CDA De derde motie betreft het Coach+-model Dat klinkt veelomvattend, maar is gepland voor 2009. Dat hebben ze in de kaders meegegeven. Ze denken echter signalen te hebben van onder andere verenigingen dat ze wat problemen hebben om het hoofd boven water te houden. Als ze wat eerder evalueren kunnen ze misschien wat sneller de vinger op de gevoelige plekken leggen. Het is aan het college om te bezien of daar op korte termijn voldoende capaciteit voor is.
MOTIE
inzake de evaluatie van het Coach plus-model
3
De gemeenteraad van Doetinchem, in vergadering bijeen op 8 november 2007; overwegende dat de gemaakte beleidskeuzes in het Coach plus-model waar het betreft de ondersteuning aan het verenigingsleven ondanks de overgangsregeling sommige verenigingen in moeilijkheden heeft gebracht; dat het derhalve nuttig is om de aangekondigde evaluatie zo snel mogelijk op te stellen en ondertussen te voorkomen dat verenigingen het hoofd niet boven water kunnen houden; v e r z o e k t het college:
310
-
de aangekondigde evaluatie Coach plus uiterlijk eind 2008 op te pakken en aan het begin van 2009 hierover de besluitvorming af te ronden; te voorkomen dat verenigingen in afwachting van de evaluatie in dat kader in grote financiële problemen komen;
en gaat over tot de orde van de dag. De fractie van het CDA De vierde motie gaat over het stimuleringsfonds voor sport en welzijn. Ze maken regelmatig mee dat ze burgers verwijzen naar het college: ga eens met de wethouder praten, misschien dat die nog iets voor jullie kan doen, misschien heeft hij nog ergens een potje. En als zo’n wethouder dan geen potje heeft, valt het tegen. Misschien dat hij met een stimuleringsfonds voor sport en welzijn hier en daar even iets kan stimuleren door gewoon overal op bezoek te gaan, maar dan is het ook leuk als je een cadeautje mee kunt brengen. Wat betreft het beheer van sportvelden bij verenigingen werd hen gevraagd om dekking aan te geven. Maar ze hebben de ervaring in Wehl dat heel veel sportverenigingen zelf ontzettend actief zijn bij het onderhoud van gebouwen, velden enzovoort en het zelf organiseren van evenementen. Dat kan ook een enorme besparing opleveren. Misschien dat het onderzoek gedekt kan worden door de besparingen die het later opbrengt.
MOTIE inzake Stimuleringsfonds voor Sport en Welzijn
4
De gemeenteraad van Doetinchem, in vergadering bijeen op 8 november 2007; overwegende dat zowel in actueel rijks- als provinciaal beleid wordt onderkend dat sportbeoefening van groot belang is voor de gezondheid, de sociale ontwikkeling en de integratie van (jonge) mensen; dat de staatssecretaris recent nieuw beleid heeft aangekondigd ter intensivering van deze doelstellingen; dat de Gelderse Sportfederatie mogelijkheden heeft om projecten te begeleiden; dat het derhalve goed is om de mogelijkheden te bezien tot het instellen van een Stimuleringsfonds voor Sport en Welzijn ten einde steun te kunnen geven aan waardevolle initiatieven; v e r z o e k t het college: -
onderzoek te doen naar het instellen van een Stimuleringsfonds voor Sport en Welzijn als middel om waardevolle initiatieven te steunen; onderzoek te doen naar de financiële voeding hiervan in relatie tot de mogelijke ruimte in het eerste (financiële) dashboard in 2008;
en gaat over tot de orde van de dag. De fractie van het CDA De VOORZITTER laat weten dat alle moties en amendementen genummerd worden en door de voorzitter geparafeerd, zodat herkenbaar is welke stukken officieel zijn ingediend. De heer VERHOEVEN trekt terug wat hij al over mogelijke amendementen heeft gezegd. Hij sluit af met nogmaals te benadrukken dat de VVD-fractie blij is met het feit dat er een evenwichtige begroting voor ligt, rekening houdend met alle aspecten en waarbij er een positief meerjarig perspectief is. Ze zijn zich er terdege van bewust hoe groot de financiële risico’s nog 311
zijn, met alle projecten die op stapel staan. Ze staan open voor zaken die beter kunnen, maar ze zullen niet klakkeloos allerlei onderzoeken volgen. De heer VAN DOESUM begint met sommetjes op te geven aan de raad. De VOORZITTER vraagt hem wat hij voor heeft met deze hoofdrekenactie. De heer VAN DOESUM zegt in de afgelopen weken veel te hebben moeten hoofdrekenen, want deze en andere analysegegevens lagen ten grondslag aan de algemene beschouwingen van de fractie van GroenLinks. Koele cijfers uit een boekhoudkundige exercitie. Die cijfers laten op een objectieve manier zien waar de koersverschuivingen liggen. De uitkomst van € 1,8 miljoen is het negatieve verschil tussen de uitkomsten voor het programma ‘samenhang versterken’ waaronder de bijstandsverlening en het minimabeleid uit de begrotingen van 2007 en 2008. De uitkomst van € 192.000 is het positieve verschil tussen de uitgaven voor verkeersmaatregelen in beide zelfde jaren. Geen gegoochel met cijfers dus. Volgend jaar willen ze graag vergelijkende kolommen in de begroting zodat alle fracties in één oogopslag kunnen zien waar de verschillen liggen zodat ze niet weer allemaal zelf deze exercitie behoeven te maken. De fractie van GroenLinks wil allereerst weten in verband met de sociale uitgaven hoe het precies zit met de gepardonneerde asielzoekers. De wethouder zei vorige week dat met hen rekening was gehouden in de reserve Wwb. Hij noemde dat een spaarbankboekje. Naspeuringen die hij deze week in het ambtelijk apparaat uitvoerde leverden op dat deze groep van 80 tot 100 toch in de begroting is opgenomen en niet in de reserve Wwb. Er is ook een extra bate voor in de begroting opgenomen die gedekt wordt uit een extra rijksbijdrage. Ze weten echter nog niet hoe de regering deze zal vorm geven. Ondanks deze toevoeging van 80 nieuwe bijstandsgerechtigden is de begrotingspost voor bijstandsverlening ten opzichte van 2007 spectaculair gedaald van € 15,8 naar € 12,6 miljoen. Het verschil is € 3,3 miljoen. Daar staat tegenover dat zo’n 150 mensen sinds dit jaar geen beroep meer op de bijstand doen. Het verschil tussen 150 en 80 is 70. Ze kunnen nog steeds niet goed bevatten hoe zo’n relatief klein verschil zo’n grote teruggang in de kosten teweeg kan brengen. Hij vraagt of op deze post wel realistisch begroot is. Ze hebben meer informatie nodig voor hun finale oordeel. Het succesvolle reïntegratiebeleid is er de oorzaak van dat de uitgaven in het sociale domein zo spectaculair konden dalen, aldus verschillende sprekers vorige week. Hoe is dat te verklaren? Allereerst uit de aantrekkende arbeidsmarkt. Ten tweede vanuit het succes van de bemiddelaars. Ten derde een strikte hantering van de stofkam. Op de luisterzitting hoorden ze een van de deelnemers zeggen: het is net of een ambtenaar er niet op uit is om je te helpen, maar om je er uit te kieperen. Ze weten niet of de mensen die er uit gekieperd zijn nu wel op hun plaats zitten in een betaalde baan. Op de luisterzitting hoorden ze ook andere geluiden. Ze weten niet of er een verband is tussen het toenemende aantal daklozen in Doetinchem en de strengere aanpak in bijstandsaanvragen. Ze blijven kritisch volgen of mensen die echt bijstand verdienen niet onheus of onjuist bejegend worden. Er blijft genoeg te doen in de armoedebestrijding. De heer VERHOEVEN onderbreekt hem met de opmerking dat waar hij refereert aan het armoedebeleid, waar ze in de vorige vergadering unaniem een besluit over genomen hebben, waarbij de kwaliteit van de dienstverlening bovenaan staat, dit niet in verhouding staat met de insinuerende manier waarop heer Van Doesum er nu over spreekt. De heer VAN DOESUM reageert dat als hij goed geluisterd heeft, hij heeft begrepen dat de fractie van GroenLinks niet weet of er een verband bestaat tussen die twee verschijnselen en eigenlijk insinueren ze naar het college dat ze dat eens uit moeten zoeken. Er zijn een heleboel mensen die eigenlijk helemaal niet in beeld zijn en toch dakloos zijn. De heer VERHOEVEN merkt op dat het hem gesierd had als hij daar de vorige vergadering mee gekomen was. Nu vindt hij het verkiezingsretoriek en geen recht doen aan deze groep. De heer VAN DOESUM antwoordt dat er volgens hem binnenkort geen verkiezingen zijn en dat de fractie van GroenLinks ook buiten de verkiezingstijd zal opkomen voor deze groep. Er blijft genoeg te doen in de armoedebestrijding. Ze weten wel een bestemming voor de reserve Wwb die niet nodig blijkt voor de gepardonneerde asielzoekers. Ze zijn er content mee dat er voor de steunpunten ouderen en voor buurthuisbeheer structureel meer geld komt. Het is mooi dat er in het nieuwe beleid nog voor opbouwwerk en opvoedingsondersteuning in Oosseld incidenteel € 86.000 kan worden toegevoegd. Ook over het onderwerp verkeer waren er reacties vorige week naar aanleiding van hun algemene beschouwingen. De wethouder snapt niet hoe ze komen aan twee keer € 200.000 extra voor het verkeer. In 2007 werden de verkeersmaatregelen begroot op € 580.000 en voor 2008 op € 769.000. Het verschil is bijna € 2 ton. Daarnaast is er in nieuw beleid nog eens € 2 ton
312
(cumulatief) uitgetrokken voor het mobiliteitsplan. En 2+2=4. Dat is de beleidsombuiging die er wezen mag. Die bewering uit hun algemene beschouwingen houden ze staande. Ter zake van weerstandsvermogen is wethouder Kuiper in zijn reactie niet ingegaan op de kwestie rond het ziekenhuis. Hebben de onderhandelingen over de afkoopsom nu wel of niet plaatsgevonden? Zijn ze afgerond? Het antwoord op de desbetreffende vraag in de nota van antwoord was: er is ten onrechte geanticipeerd en er komt een nieuw voorstel naar de raad. Hoe staat het daarmee? Ze willen ook graag een chronologie van de gebeurtenissen zodat ze als raad kunnen volgen hoe dat proces verloopt en verlopen is. Het onderwerp kan dan verder in de commissie beleidsevaluatie besproken worden. Bij het onderwerp natuur- en milieubeleid toonde wethouder Drenth zich wat allergisch voor GroenLinks. Hij reageert op hun constatering dat groen inlevert voor rood. Daarmee doelen ze op de begrotingsposten milieu, die ruim € 1 ton inleveren. Wethouder Van der Meijs heeft uitgelegd dat het komt omdat er minder milieuvergunningen behoeven te worden uitgegeven en er ook minder behoeft te worden gehandhaafd. Wethouder Drenth hebben ze juist geprezen vanwege zijn voornemen om het groene waas over Doetinchem als erfenis van het vorige college te aanvaarden. Over de algemene beschouwingen van de andere partijen zegt hij dat het opvallend is dat er veel gemeenschappelijke thema’s zijn. Jeugdbeleid komt bij allen voor. De Stadspartij heeft het net als de fractie van GroenLinks over de stedenbanden. De CDA-fractie en de PvdA-fractie spreken in hun bijdrage net als hen over de noodzaak tot bedrijfsverplaatsingen. De CDA-fractie betreurt de stagnatie van het Pelgrimterrein waar ook bedrijven in de weg zitten. De CDA-fractie en de fractie van de Stadspartij vinden de GroenLinks-fractie aan hun zijde als het gaat om hun pleidooi voor het versterken van het anti-armoedebeleid. Het klimaatbeleid in Doetinchem kan een impuls gebruiken. Dat vindt ook de DSD-fractie. Het verbeteren van de ambtelijke organisatie en de cultuuraspecten die daarmee samenhangen treffen ze aan bij de fracties van de Stadspartij, de DSD, de CDA-fractie en de fractie van ChristenUnie-SGP. Er is dus veel gemeenschappelijks en hij hoopt dat dit ook leidt tot brede steun voor een aantal initiatieven die ze willen nemen. Allereerst hebben ze het plan om een amendement in te dienen op gebied van jeugdbeleid. Het contact tussen gemeente en jongeren is niet optimaal. Dat blijkt onder andere uit een brief die ze ontvingen van de georganiseerde jongeren die zelf aan de belt trekken over de toenemende agressie. Ook uit het feit dat de gemeente het niet vanzelfsprekend vindt om met jongeren te zoeken naar een vervangende popoefenruimte. Zoals ze in hun algemene beschouwingen betoogden zet de fractie van GroenLinks vooral in op preventie, onder andere door in jongerenwerk en in opvoedingsondersteuning te investeren. De kern Doetinchem is in dit opzicht te karig bedeeld in verhouding tot Gaanderen en Wehl. Vandaar dat ze komen met het volgende amendement:
AMENDEMENT
1
De raad van de gemeente Doetinchem, bijeen op 8 november 2007; gehoord de discussie over de programmabegroting voor 2008; overwegende dat: − − −
− −
het jeugdbeleid hoog op de gemeentelijke agenda staat, wat onder andere tot uitdrukking komt in de algemene beschouwingen; er tegelijkertijd weinig formatie beschikbaar is voor jongerenwerk in de kern Doetinchem; er voor 2008 incidenteel middelen vrijgemaakt worden voor het maken van plannen; constaterende dat: de banden tussen de gemeente en de jongeren nauwelijks ontwikkeld zijn; het mogelijk is de huur op te zeggen van een popoefenruimte zonder dat daarvoor contact wordt opgenomen met de betreffende jongeren;
313
− −
de spreiding van jongeren over de wijken ten gevolge van andere beleidsinitiatieven, bijvoorbeeld het wijkontwikkelingsplan Oosseld, ertoe leidt dat de ontmoeting met jongeren verder bemoeilijkt is; het zonder meer noodzakelijk is dat op soms onconventionele wijze contact gelegd wordt met jongeren op de plekken waar zij elkaar ontmoeten; verveling en ‘je plek niet vinden’ een verhoogd risico opleveren voor (school)uitval; opvoedingsondersteuning in sommige wijken node wordt gemist;
− −
in de verwachting dat: de jeugdagenda ook een impuls zal opleveren voor het jongerenwerk; hiermee een bijdrage wordt geleverd aan het verminderen van beleefde overlast;
−
−
b e s l u i t: − − −
incidenteel voor 2008 € 40.000 beschikbaar te stellen voor het aanstellen van een jongerenwerker boven de bestaande formatie; dit te dekken uit de reserve WVG/WMO; voor 2009 en verder structurele dekking te verkrijgen binnen het vast te stellen budget voor de jeugdagenda;
en gaat over tot de orde van de dag. GroenLinks Het tweede onderwerp waar ze een initiatief in willen nemen betreft de stedenbanden, met name La Libertad. Er is helaas sinds enige tijd geen ambtelijke tijd meer beschikbaar voor het in de steigers zetten en uitvoeren van het internationale hulpprogramma voor hun zusterstad in Nicaragua. Er zijn daar, zoals de waarnemingen van DOS laten zien, zeker vorderingen gemaakt inzake beleidsontwikkeling. Kennis vanuit Doetinchem en vanuit het netwerk van onze gemeente zijn echter voor de uitvoering nog onontbeerlijk. Vandaar dat La Libertad vraagt om ambtelijke steun uit Doetinchem ter begeleiding van diverse projecten op gebied van gemeentelijk beleid in Nicaragua. De organisatie van stedenbanden tussen Nederland en Nicaragua wil een Doetinchemse bijdrage verdubbelen vanuit de pot van ontwikkelingssamenwerking. Maar geen cofinanciering zonder financiering. Ze laten dus als ze dat niet doen een financieringsbron voor La Libertad onbenut. Het amendement luidt als volgt:
Amendement
2
De raad van de gemeente Doetinchem, bijeen op 8 november 2007; gehoord de discussie over de programmabegroting voor 2008; overwegende dat: − vanaf 2005 om bekende redenen de gemeente Doetinchem geen ambtelijke capaciteit heeft ingezet voor internationale betrekkingen; − de toenmalige burgemeester in 2005 een intentieverklaring voor bilaterale samenwerking heeft getekend met de burgemeester van La Libertad; − inmiddels de gemeente La Libertad steeds beter in staat is zelf beleid te ontwikkelen, maar voor de realisatie ervan een beroep doet op de kennis en het netwerk van haar zustergemeente; − hiervoor concrete plannen liggen; − er vanuit de landelijke organisatie van stedenbanden tussen Nicaragua en Nederland budget beschikbaar wordt gesteld voor een voorlichtingscampagne ten behoeve van het bereiken
314
van de millenniumdoelen 2 en 8 op voorwaarde van cofinanciering door de betreffende gemeente; constaterende dat: − in de programmabegroting opnieuw structureel middelen gereserveerd worden voor internationale betrekkingen; − deze in 2008 in eerste instantie nodig zijn voor het ontwikkelen van een nota voor de visie ten aanzien van stedenbanden in algemene zin en daarna ook voor dekking van de bestuurskosten voor het uitvoeren van deze nota; − er daardoor voor het derde jaar feitelijk geen (ambtelijke) capaciteit beschikbaar is voor het concreet inzetten van kennis van de gemeente Doetinchem en het gebruikmaken van haar netwerk; − daarmee het elan zowel in La Libertad als in Doetinchem verloren dreigt te gaan door gebrek aan steun vanuit de gemeente; − een landelijke financieringsbron ten behoeve van voorlichting, waarvoor in principe de cofinanciering beschikbaar is, onbenut wordt gelaten; in de verwachting dat: − de ontwikkeling van de nota Voorbij de stad - internationale betrekkingen in perspectief de kaders voor het structurele beleid zal formuleren; − hiervoor in principe structurele middelen opgenomen zijn, mede afhankelijk van het nog vast te stellen ambitieniveau; b e s l u i t: − incidenteel voor 2008 € 17.000 beschikbaar te stellen voor enerzijds het realiseren van de voorlichtingscampagne en anderzijds het leveren van capaciteit (tijd) om bijdragen te leveren aan het behalen van de beleidsvoornemens van de gemeente La Libertad, een en ander in samenwerking met de stichting DOS; − de dekking voor deze incidentele middelen te vinden in een eenmalige vermindering de algemene reserve; en gaat over tot de orde van de dag. GroenLinks Het derde onderwerp waarop ze een voorstel willen doen is bedrijfsverplaatsingen. Ze vinden al geruime tijd dat de gemeente niet afwachtend moet zijn inzake ongewenste bedrijfsactiviteiten in woongebieden. Ze kennen allemaal de steeds sterker worden klachten rond de stankoverlast vanuit de Esbro. Nog onlangs zijn ze geconfronteerd met bezwaren van kleinere bedrijven die de bouw van het Pelgrimterrein in Gaanderen ophouden. Ze pleiten er niet voor dat bedrijfsverplaatsingen uit gemeentegeld worden gefinancierd. Er zijn Gelderse en Europese potten voor en ook de ondernemer moet het wat waard zijn om van het ‘gelazer’ af te zijn. Bovendien kan bij een eventuele verwerving van een pand of terrein ook interessante bouwgrond worden verkregen. Ze denken aan een mooie woonwijk op de plaats waar nu de Esbro staat. Voor juridische en begeleidingszaken is ambtelijke capaciteit nodig. Ze weten niet hoeveel. Daarom nodigen ze in de volgende motie het college uit om te komen met voorstellen hieromtrent. De motie luidt als volgt.
MOTIE
6
De raad van de gemeente Doetinchem, in vergadering bijeen op 8 november 2007; gelezen de ontwerpbegroting van de gemeente voor 2008; overwegende de gevolgen voor het woonmilieu van de aanwezigheid van bedrijfsactiviteiten in woongebieden;
315
besluit ambtelijke capaciteit vrij te maken voor de voorbereiding en de begeleiding van bedrijfsverplaatsingen en draagt het college op, daarvoor met voorstellen te komen; en gaat over tot de orde van de dag. GroenLinks Het vierde onderwerp waar ze een vorstel over willen doen is eenzaamheid en sociaal isolement. In hun algemene beschouwingen hebben ze een kwantitatieve analyse gegeven van het probleem dat niet beperkt is tot mensen met een laag inkomen. Om en nabij de 11.000 mensen in deze gemeente hebben te maken met eenzaamheid en sociaal isolement. Het is een vrij nieuw fenomeen dat de overheid zich zo rechtstreeks bemoeit met menselijk geluk. Dat is geen reden om niet de hand aan de ploeg te slaan. Er is ook een heel pragmatisch argument om als gemeente een eenzaamheidsbeleid te ontwikkelen. Je voorkomt er grotere problemen later mee. Een grotere zorgvraag, dakloosheid, hospitalisatie zijn er enkele van. Sinds kort weten ze ook dat criminaliteit onder ouderen toeneemt. Zonder te willen beweren dat ze dat verschijnsel in Doetinchem kunnen uitbannen, is het wel hun plicht om er een bijdrage aan te leveren. Ze hebben een motie opgesteld die vraagt om beleid ter zaken. Die luidt als volgt:
MOTIE
7
De raad van de gemeente Doetinchem, in vergadering bijeen op 8 november 2007; overwegende: − dat de luisterzittingen over armoedebeleid aan het licht brachten dat eenzaamheid en sociaal isolement problemen zijn die onze aandacht verdienen; − dat eenzaamheid en sociaal isolement zich niet beperken tot de groepen waar het armoedebeleid zich op richt; − dat een netwerk van goede relaties met anderen een onmisbaar ingrediënt vormt voor de kwaliteit van leven; − dat de kwaliteit van leven wordt geschaad wanneer mensen zich niet verbonden voelen met anderen; − dat gemeentelijk beleid op dit gebied daadwerkelijk kan bijdragen om de problematiek van eenzaamheid en sociaal isolement effectief aan te pakken; − dat aanpak van eenzaamheid en sociaal isolement resulteert in preventief beleid, nl. door nog veel grotere en complexere problemen te voorkomen; draagt het college op om in 2008 beleid te ontwikkelen voor de aanpak van eenzaamheid en sociaal isolement, zodat vanaf het jaar 2009 dit beleid ten uitvoer kan worden gebracht; en gaat over tot de orde van de dag. GroenLinks
DSD
Zo kan er in 2009 begonnen worden en in 2010 kunnen de eerste resultaten zichtbaar zijn. Hun vijfde motie gaat over een bijdrage aan het klimaatbeleid. In hun algemene beschouwingen hebben ze vastgesteld dat de bijdrage van de gemeente Doetinchem aan het klimaatbeleid uit meer zou moeten bestaan dan het energiezuinig maken van hun eigen gebouwen. Uit ervaring in andere steden ( Nijmegen, Groningen, Gent) blijkt dat er een flinke categorie bezoekers aan de stad is die overwegen met de fiets te komen mits die geen gevaar loopt op beschadiging c.q. diefstal. Een bewaakte gratis fietsenstalling is een probaat middel in dit kader. In andere steden is
316
dit ook gecombineerd met een strengere handhaving van fietsparkeerverboden. Dat zou in Doetinchem ook moeten. Uit ervaring blijkt dat er een forse toename is in het gebruik van de Perlsteinkelder gedurende het experiment gratis stallen. Een van de pas laat beantwoorde vragen waar de voorzitter aan refereerde had betrekking op dit onderwerp. Uit die ervaringen blijkt dat dit instrument werkt. Het kost relatief weinig – ongeveer € 25.000 – om het experiment om te zetten in een permanente situatie en ook uit te strekken naar de bewaakte fietsenstalling aan de Nieuwstad. De motie luidt aldus:
MOTIE
8
De raad van de gemeente Doetinchem, in vergadering bijeen op 8 november 2007; gelezen de begroting voor 2008; overwegende dat de bevordering van het fietsgebruik een flinke bijdrage levert aan het tegengaan van een aantal ongewenste milieueffecten; dat een toename van het fietsgebruik de verkeerscongestie in Doetinchem kan doen afnemen; dat het aanbieden van gratis bewaakte fietsenstallingen bevorderend werkt voor het fietsgebruik; gezien de resultaten van het experiment onbetaald parkeren in de bewaakte fietsenstalling in de Perlsteinkelder; b e s l u i t: het college op te dragen, te komen met voorstellen voor gratis fietsparkeren in de nu bestaande bewaakte fietsenparkeerplaatsen en daartoe een begrotingswijziging voor te bereiden; de kosten daarvoor voor 2008 te ontlenen aan de reserve fietsenstalling Perlstein en de bijdrage uit die reserve aan de algemene reserve met een overeenkomstig bedrag te verminderen en voor de volgende jaren een structurele dekking voor te bereiden; en gaat over tot de orde van de dag. GroenLinks Dat laatste vereist nog enige toelichting. In de begroting is sprake van een aantal op te heffen reserveringen. Een daarvan is fietsenstalling Perlstein. Ze stellen voor om daar € 25.000 af te halen en niet het gehele bedrag aan de algemene reserve toe te voegen. Vervolgens zijn laatste voorstel: dezer dagen staat de krant vol met artikelen over de spoorlijnen en Syntus en de service die Syntus verleent. Mevrouw Berens gaf al een aantal voorbeelden uit knipsels die zij verzameld had. Ze zijn als fractie van GroenLinks zeer begaan met het wel en wee van de openbaar vervoerder in deze regio. Ze willen dan ook voorstellen om als gemeente Doetinchem aan te dringen op ondersteuning van het streven van Syntus om de kwaliteit van het openbaar vervoer in de regio te handhaven en verder te verbeteren. Een morele steun en een verzoek aan de regio Achterhoek om zich achter deze openbaar vervoerder te scharen in zijn streven voor het behoud en de kwaliteitsverbetering van het openbaar vervoer te pleiten. De motie luidt aldus:
MOTIE
9
De raad van de gemeente Doetinchem, in vergadering bijeen op 8 november 2007, Overwegende
317
dat het openbaar vervoer een belangrijke bijdrage levert aan de leefbaarheid van stad en regio; dat ook de gemeente Doetinchem zijn deel wenst te dragen aan praktische bijdragen aan een regionaal klimaatbeleid; dat de spoor- en busverbindingen in de Achterhoek een levensvoorwaarde zijn voor de bereikbaarheid van de kernen en de centrumgemeente; Besluit: Bij de regio Achterhoek aan te dringen op ondersteuning van het streven van Syntus om de kwaliteit van het o.v. in de regio te handhaven en verder te verbeteren, En gaat over tot de orde van de dag. GroenLinks De heer LANGEVELD (fractie GroenLinks) verlaat om 14.45 uur de vergadering. De heer WUBBELS had zich in de loop van dit jaar best iets kunnen voorstellen bij een virtuele vergadering wat betreft de tweede instantie van de begrotingsbehandeling van vandaag, ook al maakte de voorzitter er een opmerking over dat dit niet de bedoeling was. Afgelopen jaar hebben ze wel eens verzucht dat wanneer de coalitie bereid zou zijn om hun voor de vergadering te mailen tot wat voor conclusie ze gekomen was, zij ook in staat waren gesteld om dan ook via de mail hun handtekening te zetten, dan zouden ze wellicht wat meer tijd overgehouden hebben om buiten dit gemeentehuis wat te doen. Daar komt het voorlopig nog niet van en ze houden wat betreft de gedachte-uitwisseling en de dialoog toch de moed er in. Terug naar de algemene beschouwingen. De vorige keer hebben ze als fractie ingestoken op een tweetal elementen: meedoen in en aan Doetinchem en aan de dienstverlening. Primair hebben ze daar een discussie over als raad onderling. Uiteraard zullen ze zich ook richting college wenden voor zover dat gereageerd heeft en de wijze waarop op datgene wat door de fracties is gezegd. Op lang niet alle terreinen is dat het geval geweest. Sprekend over de reacties van het college hebben ze het ook over de relatie tussen raad en college. Met name tijdens de vorige vergadering hebben ze zich echt afgevraagd of die relatie er wel was. Het college deed er in de vorige vergadering alles aan om afwezig te zijn. Hij dacht dat dit niet de bedoeling van deze vergadering was en heeft zich afgevraagd waaraan dat zou kunnen liggen. Hij waagt zich niet aan de oorzaken die binnen het college kunnen liggen, maar hij kan zich ook voorstellen dat er ook een verantwoordelijkheid bij de raad ligt voor wat betreft die houding van het college. Terugkijkend naar afgelopen jaar stelt hij vast dat op belangrijke momenten de kaderstellende en controlerende verantwoordelijkheid van de raad niet waargemaakt is. En dan moet je niet verbaasd zijn als daar zo mee omgesprongen wordt, ook al heeft het college daar een eigen verantwoordelijkheid in. Het kan anders. Kijk naar de nota armoedebeleid. En het is vanzelfsprekend dat het ook anders moet. De heer THUS zegt hier het verwijt te horen dat het college afwezig is en de raad niet ingrijpt. Hij vraagt de heer Wubbels om iets duidelijker en specifieker te zijn. De heer WUBBELS voelt zich in een moeilijk parket gebracht, want hij kan de film van de vergadering van vorige week donderdag niet afdraaien. Een ieder die af en toe gekeken en opgelet heeft hoe het college in die vergadering zat, die moet toch zijn opgevallen dat men soms letterlijk afwezig was en in heel veel gevallen ook op andere wijze afwezig was. De heer THUS vraagt hem wat hem op dat moment belet heeft daar een opmerking over te maken. De heer WUBBELS heeft zich wel sterk afgevraagd of dat zijn primaire verantwoordelijkheid was. Dat vond hij niet. Hij gaat terug naar de inhoud en kijkt naar de opmerkingen die daar vandaag nog over te maken zijn. Hij heeft in de voorbereiding van vandaag met name betrokken de reactie van de andere fracties op de algemene beschouwingen. De DSD-fractie heeft geconstateerd dat er breed draagvlak lijkt te zijn om samen het aspect dienstverlening in de breedste zin van het woord aan te pakken. Dat willen ze vandaag nog eens benadrukken. Ze zijn het eens met de heer Verhoeven dat je met de manier waarop je dat doet en wat je daar aan de orde stelt inclusief het aantal keren dat je dit soort dingen doet, voorzichtig moet zijn, want als je die zaken doet, dan moet je het wel goed doen.
318
Desalniettemin gaan ze er vanuit dat dit een wat bredere steun in deze raad zal krijgen en hebben niet de behoefte om dit door middel van een motie of amendement tot uitdrukking te brengen. Ze denken dat het voldoende is als deze raad daar een algemene uitspraak over doet. In de algemene beschouwingen van met name wethouder Drenth van de vorige keer – ondersteund door de reactie van de fractie van GroenLinks vandaag – hebben ze wel aanleiding gevonden om zich nog eens te beraden over de vraag of ze niet toch een impuls kunnen geven op een aantal gebieden aan datgene wat in Doetinchem voor al onze inwoners van belang is. Ze hebben dat gemakshalve in een notitie aan de andere fracties omschreven als de kwaliteit van de ‘gebouwde’ omgeving. Het gaat, zoals ook in het kader van het volkshuisvestingsbeleid aan de orde is geweest om die gebouwde omgeving in een één op één relatie met de sociale kant daarvan. Je stapelt niet alleen stenen, maar je bouwt ook op. Dat is een verantwoordelijkheid, hetzij in regievorm, hetzij in directe vorm die je als gemeente hebt. Daarin kunnen voor de DSD-fractie in de volle breedte aan de orde komen onderwerpen als: Wat willen we nu eigenlijk als het gaat om de kwaliteit van onze gemeente op gebied van groen en natuur? Wat willen we nu eigenlijk als het gaat om de verantwoordelijkheid die Doetinchem neemt in relatie tot wat er in de gebieden buiten Doetinchem gebeurt. Het lijkt hun verstandiger en ook aantrekkelijker om minder datgene te doen waar het nu af en toe op lijkt – hij weet dat hij het zwart-wit voorstelt en daarmee sommigen tekort doet, maar dan hebben ze het over beelden. Ze zouden er de voorkeur aan geven wat meer in gezamenlijkheid naar oplossingen te zoeken. Hun voorstel was om door middel van een raadsconferentie – dat woord is aan inflatie onderhevig – dat op te pakken. Hij hecht eraan te zeggen dat ze het initiatief nog steeds hebben, dat ze andere fracties ook vandaag formeel uitnodigen om het initiatief op te pakken en vooral mede vorm te geven. Vorm is wat hen betreft ter discussie, inhoud is ter discussie. Als ze maar in gezamenlijkheid dat onderwerp in de brede zin aanpakken, er ook in slagen om het over de grens van dit gebouw heen te brengen, dus met de bevolking in discussie gaan en dan tot conclusies te komen die op tal van terreinen – ze hebben net wethouder Drenth specifiek genoemd, maar er is een 1 op 1 raakvlak met wat wethouder Van Dijk onder zijn hoede heeft - in gezamenlijkheid aan te pakken. De heer BLOM vraagt hem met betrekking tot het bebouwingsvoorstel of hij niet vindt dat het verstandig zou zijn om de discussie over en het uitkristalliseren van De Schil af te wachten alvorens ze overgaan tot specifiek dit onderwerp. Bij dienstverlening kan hij zich heel wat voorstellen, maar nu lijkt het alsof ze twee dingen door elkaar gaan doen. De heer VERHOEVEN vraagt of het voorstel van de heer Wubbels de lopende besluitvorming in de weg staat of dat het daar parallel aan meeloopt. Dus heeft het een vertragende werking of niet? Hij zou zich kunnen voorstellen dat het onderwerp ook geknipt zou kunnen worden. Dat je in eerste instantie in de raad zelf kijkt, dat iedereen meergenomen wordt in het proces en dat ook helder is wat er exact gebeurt zonder gelijk met allerlei cijfermatige onderbouwingen te komen en dat daarnaast of daarna (liever daarna) dat eventueel een van de onderwerpen zou kunnen zijn die je heel breed uitzet. Is dat een optie? De heer WUBBELS neemt als voorbeeld het proces rondom mobiliteitsbeleid. Hij denkt dat dat een heel aardig voorbeeld is hoe dat kan. Dat je eerst gaat kijken waar ze het nu eigenlijk over willen hebben, vervolgens gaat kijken welke cijfers ze daarvoor nodig hebben enzovoort. Als tweede punt geeft hij te kennen dat het nadrukkelijk niet hun bedoeling is om Doetinchem stil te zetten in afwachting van hun gedachtevorming. Dat kan je je niet veroorloven. Als er zoiets is als De Schil en daar zitten elementen in die niet kunnen wachten – er zullen wellicht ook wat elementen in zitten waarvan je zegt dat ze wel kunt temporiseren – dan is het niet hun bedoeling om allerlei dingen af te wachten, maar om voortgang te blijven boeken, maar wel de dingen waar ze mee bezig zijn samen te voegen en op die manier aan te pakken. Hij keert terug naar de zaken die de vorige keer nadrukkelijk aan de orde zijn geweest en neemt er twee uit. Dat is het aspect van de veiligheid en het aspect van de ontwikkelingssamenwerking. Het is duidelijk dat het onderwerp veiligheid raadsbreed op warme belangstelling kan rekenen, maar ook dat diezelfde raadsbreedte garandeert dat er ook een menigvuldigheid aan meningen over dit onderwerp is. Dat betekent naar zijn mening dat er een definiëring zal moeten plaatsvinden van onderwerpen die daar aan de orde komen en dan zou je ook eens moeten denken aan prioritering. Ze hebben het over een buitengewoon breed beleidsterrein. Ze merken en constateren dat het voor de inwoners gaat om datgene wat in hun zeer nabije omgeving gebeurt. En ook al is dat samengesteld uit verschillende veiligheidsgebieden die dan weer samenkomen, daar gaat het dan om, om dat plekje waar dat geïntegreerd plaatsvindt. Het lijkt hun van belang dat ze nog eens gezamenlijk praten over de
319
vraag wat daarin hun prioriteit is en hoe ze dat aanpakken, zodat ook de inwoner het idee heeft dat er met zijn mening en belang rekening wordt gehouden, echter zonder dat dit op voorhand maatgevend is voor de uitkomst. Want dan ben je bezig met een cliëntisme die hun ook niet verstandig lijkt en waarvoor het onderwerp te belangrijk is. De heer BOS komt terug op het interruptiedebatje tussen de heer Thus en de heer Wubbels, naar aanleiding van de opmerking van de heer Wubbels die zei dat ze toch graag wat vaker samen met de coalitie wilden optrekken, dat ze niet serieus genomen worden enzovoort. Hij is verbaasd. Pas werden de moties van de fractie van GroenLinks uitgedeeld. Een aantal heeft hij gisterenavond al gekregen en een aantal zijn hem vanochtend toegesneld per e-mail. En het valt hem op dat de motie over eenzaamheid en sociaal isolement van de fractie van GroenLinks mede ondertekend is door de DSD-fractie. Wat hij zegt tegen de coalitie geldt dan net zo goed voor de DSD-fractie en de fractie van GroenLinks, namelijk dat hij de andere partijen in de raad niet in de gelegenheid stelt om mee te tekenen. De heer WUBBELS antwoordt dat het hem een primaire verantwoordelijkheid van de fractie van GroenLinks lijkt om de steunverwerving voor haar moties en amendementen te verzorgen en dat is net voor deze vergadering door de fractie van GroenLinks in zijn richting gedaan. Als het gaat om het onderwerp wat hij aan de orde heeft gesteld, dan heeft hij dat vorige week gedaan tijdens de begrotingsbehandeling en jongstleden dinsdag ‘s morgens om 10.24 uur is de heer Bos een mail toegezonden met het onderwerp betrekking hebbend op de gebouwde omgeving. Dat is naar zijn mening alleszins op tijd als het gaat om de vraag: hoe staat u hier tegenover? – hij heeft er ook nadrukkelijk in gevraagd: wilt u het ook mede vorm geven? en dergelijke, dus er waren uitgebreide mogelijkheden. De heer VAN DOESUM licht toe dat het feit dat enkele van hun initiatieven ondersteund worden door de DSD-fractie een hele pragmatische verklaring heeft. Hij is vlak voor deze vergadering rond geweest langs een aantal fractievoorzitters. De meeste hadden de moties nog niet gelezen. De DSD-fractie had ze wel gelezen en was bereid twee van hun initiatieven te steunen. Bij de anderen is hij er niet aan toegekomen wegens te weinig tijd. De heer WUBBELS vervolgt dat hij dit soort dingen kleinigheden vindt in het licht van de belangen waar het om gaat. Ze hebben vanmiddag de tijd om nog rustig over allerlei zaken te spreken, inclusief de steunverwerving. Verder sprekend over ontwikkelingssamenwerking zegt hij dat het voor hen zo is dat er met alle respect voor allen die bezig geweest zijn en nog zullen zijn met de samenwerking zoals die tot nu toe gestalte heeft gekregen – dat betreft Raesfeld, La Libertad, Pardubice – zijn zij van mening dat het echt tijd is voor een heroriëntatie. Ze zijn van mening dat ze daarin meer dan voldoende aandacht en middelen hebben gestopt en dat een koers zal moeten worden ingeslagen die gericht is op de allerarmsten van deze wereld. Er is nog een wereld te winnen en nog buitengewoon veel te doen. Ze denken dat daar het rendement van de inspanningen – wat betekent dat wat hen betreft het budget minimaal in stand zal moeten blijven en als het nodig is, is er ook te praten over verhoging – veel groter zal zijn en ze die richting van de allerarmsten in de wereld echt zouden moeten inslaan. Hij vervolgt over impulsen op gebied van cultuur en sport. Ze behouden zich de vrijheid voor om hun begroting te wijzigen waar het hun uitkomt als het gaat over het beschikken over het budget. De programmabegroting was de begroting van de raad. Het lijkt hem in het licht van de moties die vandaag worden ingediend en de samenhang daarin toch wel verstandig om dit onderwerp even te parkeren totdat ze de discussie over de jeugdagenda gaan voeren en daar ook het onderwerp brede school – waar de vorige keer helaas door het college niet op werd geantwoord – nog eens nadrukkelijk onder de aandacht brengen. Kijkend naar de gehele begroting heeft de DSD-fractie zich afgevraagd of ze deze begroting zouden kunnen steunen of niet. Ze hebben in hun algemene beschouwingen ook alleszins duidelijk gemaakt dat ze daar moeite mee hebben om een aantal redenen, die ze ook de vorige keer al aangegeven hebben. Ook vandaag willen ze nog eens zeggen dat zo’n inflatiecorrectiebegroting waarbij daadkracht gevolgd wordt door visie, niet hun keuze is. Desalniettemin zijn ze van mening dat het tegen een begroting stemmen contraproductief is. Die afweging hebben ze in dit geval gemaakt. Er zitten teveel zaken in de begroting die ze wel steunen en de moeite waard vinden. Wanneer je tegen zo’n begroting stemt zeg je eigenlijk dat je het hele bouwwerk wat de gemeente is niet voldoende vindt. Gegeven de accentverschillen die nu worden gelegd vinden ze dat weliswaar soms aantrekkelijk, maar alles overwegende zeggen ze toch voor deze begroting te stemmen en zullen in de loop van dit jaar ongetwijfeld op veel terreinen op aanscherping of versteviging aansturen, dan wel bij sommige onderwerpen zeggen die keuze niet te willen maken. De heer THUS merkt op dat de heer Wubbels het college verwijt dat ze niet goed opletten. Hij
320
zegt dat de visie pas een hele poos na daadkracht komt. In zijn beleving is daar vorige week door het college flink op gereageerd, vol passie met visie. Hij vindt dat het correct zou zijn als de heer Wubbels aangeeft wat er vorige week niet klopte aan het verhaal van het college. Een losse kreet van daadkracht, een hele poos niets en dan visie vindt hij erg gemakkelijk. De heer WUBBELS vindt het te ver gaan om per onderdeel en per paragraaf of per uitvoeringsmaatregel te moeten zeggen waar ze het wel of niet mee eens zijn. Ze hebben in algemene lijnen – en dat hoort ook zo – aangegeven hoe ze er tegenover staan als het gaat om die ambities. Er wordt nogal wat aangekondigd. In een aantal gevallen vinden ze dat het kader ontbreekt. Er zit dus ook een hele duidelijke uitnodiging richting college in om zich te oriënteren op de vraag hoe en op welke wijze de raad daarin meegenomen zou kunnen worden. Verder ingaan op wat de heer Thus nu vraagt vinden ze niet passend bij de begrotingsbehandeling zoals zij daar tegenover staan. Hij gaat verder in op de reeds ingediende moties en de voorzitter en zijn assistent bewaken of dit al reeds officieel ingediende moties zijn, dan wel dat hij ze via de e-mail heeft gekregen en er straks pas wat over mag zeggen. Er is door de CDA-fractie een motie ingediend inzake de grondexploitatie Dichteren. Ze dachten uiteraard dat die eerst ging over afsluiting van de Loolaan, maar het was de afsluiting van de grondexploitatie Dichteren. Hem is niet duidelijk waar de informatie die aan deze motie ten grondslag ligt op gebaseerd is. De conclusie moet dus eigenlijk zijn dat er in die relatief nieuwe wijk nu alweer heel veel zaken anders moeten gebeuren. Als je gaat zoeken vanuit de vooronderstelling dat het allemaal anders moet worden, inclusief welke aanpassingen dat zijn, dan wek je ook verwachtingen. Ze willen eerst wat meer informatie voordat ze een motie met deze strekking zouden kunnen ondersteunen. Mevrouw BERENS reageert hierop en zegt dat de wijk Dichteren in vier fases gebouwd is. Er zijn in het begin, toen bestemmingsplannen nog moesten worden goed gekeurd, procedures gestart. De realisatie van het hele bestemmingsplan, daar is jaren overheen gegaan. De volgorde van het realiseren van de verschillende delen van de wijk is anders gegaan dan eigenlijk gepland was. Daarom zijn er wat onderdelen van de uitvoering misschien een beetje anders gegaan dan oorspronkelijk bedoeld was. Ze vragen niets anders dan dat het college even de ruimte neemt om te kijken of alles zoals het bedoeld was en zoals het overleg met de burgers geweest is, werkelijk gerealiseerd is. Er zijn hun regelmatig bijvoorbeeld vanuit de wijkraad opmerkingen ter ore gekomen of iets niet anders gekund had en alsnog anders mag. Ze vragen dat liever aan het college voordat de exploitatie wordt afgerond, zodat ze de zaak prima afleveren bij de bewoners. Het betreft heel veel woningen en heel veel bewoners. De heer WUBBELS heeft niets tegen het moment waarop die vraag gesteld wordt, maar ze horen mevrouw Berens nu zeggen dat er nu al een notie is, een constatering waarin gezegd wordt dat die en die zaken niet goed gegaan zijn. Als die kennis aanwezig is, horen ze die graag en kunnen ze heel concreet daarop voortbordurend zeggen dat er alle reden is om de infrastructuur en de bewegwijzering aan te passen. Dat wachten ze graag af alvorens ze deze motie steunen. Mevrouw BERENS reageert over de bewegwijzering van de fietspaden, dat ze zelf aan een van de tangenten woont en regelmatig zijn er bewoners die haar aanspreken terwijl ze in de tuin werkt en vragen hoe ze in het centrum moeten komen. Het zijn mensen die de weg een beetje kwijt raken en de aansluiting op de fietspaden missen zoals die bedoeld is. En dan de evaluatie duurzaam bouwen. De heer BLOM onderbreekt haar betoog met de mededeling dat het hem niet verstandig lijkt dat ze op deze manier deze vergadering voortzetten. Dat gaat te lang duren. De VOORZITTER licht toe dat bij de bespreking van de moties een verduidelijking is gevraagd en mevrouw Berens geeft tot in tweede instantie toe die verduidelijking. Hij vraagt dit wel zo kort mogelijk te houden. De heer WUBBELS laat weten dat voor hem die informatie snel kan volgen en dan kan in een volgende vergadering, als iedereen er kennis van heeft kunnen nemen alsnog gezegd worden dat het zou kunnen. Ze vinden deze motie op dit moment prematuur. Mevrouw BERENS vervolgt dat ze de helft van deze motie al heeft toegelicht, maar ze is graag bereid om straks tijdens de schorsing als het college over de moties nadenkt de heer Wubbels bij te praten. De heer WUBBELS waardeert haar bereidheid zeer, maar is zelf niet bereid om vervolgens tegen de andere 30 raadsleden te gaan vertellen wat mevrouw Berens hem verteld heeft. Als op papier staat wat er allemaal geconstateerd is, als dat snel kan komen, kunnen ze daar wellicht een andere keer zich over beraden. Mevrouw BERENS merkt op dat iedereen kan blijven zitten en dat ze in 5 minuten klaar is. De heer BOS benadrukt in aansluiting op het ordeverzoek van de heer Blom dat ze inmiddels de vierde spreker hebben, dat het 10 voor half vier is. Er was bedoeld dat ze hier om half vier mee klaar zouden zijn. Als de heer Wubbels al zijn amendementen gaat toelichten, wordt het kwart voor vier. Als iedereen net zo lang praat als
321
de vorige sprekers, dan zitten ze er om 7 uur nog. Dit moet anders. Vorige keer hebben ze met spreekduurbeperking gesproken. Hij had zich voorgenomen om vandaag 5 minuten te spreken. Maar dit is in geen verhouding. De VOORZITTER antwoordt dat er geen spreektijd is vastgesteld, maar wel een globale tijdsindicatie afgesproken. De interrupties worden bij de spreker geteld. Dat hoort bij de interactiviteit van de raad. Straks komt er een aparte ronde over de moties en amendementen, dus die kunnen straks zo aan de orde komen. Alles wat aan verduidelijking nu al in deze termijn wordt gegeven is mooi meegenomen. Het gaat uiteindelijk niet ten kosten van de lengte van de vergadering. De heer WUBBELS heeft er moeite mee dat met name de heer Bos meent te moeten zeggen hoeveel tijd hij in gebruik moet nemen, gelet op het grote aantal interrupties dat hij altijd te pas en te onpas pleegt, zal hij zijn best doen om zijn meningen over de moties heel kort te doen zijn. Motie 2, evaluatie Coach+model. Die evaluatie hebben ze afgesproken, maar de pijn zit met name in het tweede: voorkomen dat de verenigingen hun hoofd niet boven water kunnen houden. Dat willen zij ook wel, maar dan ook eerst wel weten waar ze het over hebben qua omvang. Motie 3, beheer sportvelden en dergelijke bij verenigingen. Daar zijn ze geen voorstander van. Ze denken dat de bestaande systematiek zichzelf in voldoende mate bewijst en dat je niet alles kunt uitvoeren op de wijze zoals dat vroeger in de gemeente Wehl ging. Ze denken dat motie 4, sportbeoefening, mooi meegenomen kan worden in de jeugdagenda, waar ook dat onderwerp cultuur aan de orde zou kunnen komen. Motie 6 van de fractie van GroenLinks inzake bedrijfsverplaatsingen. Ze delen de overwegingen van de fractie van GroenLinks helemaal niet, maar ze zijn wel van mening dat het van belang is om meer energie in bedrijfsverplaatsingen te steken, ook om nuttig ruimtegebruik te propageren en ervoor te zorgen dat er niet meer dan strikt noodzakelijk bedrijfsterreinen en dergelijke gemaakt wordt. Motie 7 inzake sociaal isolement; dit achten zij een buitengewoon belangrijk punt. Ze denken dat dit een risico is voor onze samenleving. Ze steunen die motie en hebben hem mede ondertekend. Over het amendement inzake internationale betrekkingen meent hij in eerste instantie voldoende duidelijk gemaakt te hebben hoe de DSD-fractie daar in zit. Wat het amendement over jeugdbeleid betreft, komt dit naar hun mening te vroeg. Ze moeten het meenemen in de jeugdagenda. De heer KONING vindt dat de algemene beschouwingen van vorige week donderdag een verheugend beeld toonden, een beeld van grote instemming met de begroting van 2008. De coalitiepartijen spraken van een evenwichtige begroting, fysiek, sociaal, economisch en ook groen. Er was een knappe prestatie geleverd, werd gememoreerd. Op financieel gebied en ook op organisatorisch gebied. Daarbij merkten de partijen wel op dat ze er nog niet zijn. Er blijven zorgen en risico’s. De oppositiepartijen stelden zich ook op dit standpunt en met name de fractie van D66 waarschuwt en maakt zich zorgen over de gemeentelijke lasten. De lasten die wel heel logisch verklaard worden, goed worden uitgelegd, met name wat betreft de ozb. Kijkend naar die lasten blijven ze binnen de perken, zeker gezien de omstandigheden waarin de gemeente Doetinchem verkeert. Niemand heeft hij horen pleiten voor verdere bezuinigingen, bijvoorbeeld op het verenigingsleven. Neen, deze begroting, daar doen ze het mee. Vanuit de oppositiepartijen werd er gelukkig ook veel instemming naar voren gebracht, met name de fractie van GroenLinks was heel complimenteus en wees op de voortzetting met de vorige coalitie. De Wmo, RBT, De Schil, Amphion, allemaal zaken en niet de geringste die voortgezet worden. En dan hebben ze het over terreinen als fysiek, economie, sociaal, zelfs werd de groene waas geprezen. De PvdA-fractie is er blij mee. Ze hadden gehoopt dat bij de fractie van GroenLinks de zorgen wat waren weggenomen om de meest kwetsbaren die door dit beleid aangetast zouden worden, bijna zelfs nog meer. Ze hadden gehoopt dat de wethouder de fractie van GroenLinks had kunnen overtuigen. Vandaag hebben ze gemerkt dat dit nog niet helemaal gelukt is. Als je nagaat hoe de armoedenota raadsbreed is aangenomen, dan kan je niet zeggen dat hier een rechts, laat staan een asociaal college zit. Als je zegt hoe hier in Doetinchem de Wmo wordt geïmplementeerd, een voorbeeld voor andere steden, dan kan je niet beweren dat hier een rechts, laat staan een asociaal college zit. De heer VAN DOESUM protesteert krachtig tegen de woordkeus van de heer Koning. De twee woorden die hij steeds in de mond neemt, hebben ze geen van beide ooit gebruikt. De heer KONING erkent dat, maar dat was zijn (ondeugende) interpretatie. Zo stellig brachten zij het naar voren. Als ze dat niet wilden beweren, neemt hij dat graag in dank af. De heer VAN DOESUM bevestigt dat hij hem wilde vragen dat terug te nemen. Wat wel werd beweerd is dat dit een rechts college is. Hij is blij dat de DSD-fractie daar
322
nu vanaf is en dat ze zeggen niet meer te weten wat een rechts college is, maar dat het een visieloos college is. Dat vindt hij al wat winst. Terugkijkend moet hij zeggen dat er inderdaad heel veel overeenstemming is tussen de partijen, zowel oppositie als coalitie. Graag wil de PvdAfractie van deze gelegenheid gebruik maken om een paar zaken te verduidelijken, te benadrukken en hopelijk wat scherpere toezeggingen te krijgen van het college, zonder bij voorbaat hun emoties te verwoorden in moties. Ze wachten wat dat betreft de reactie af van het college. Ze hebben al eerder laten blijken dat jeugd en opvoedingsondersteuning hun een serieuze zorg is. Gelukkig is dat volgens zijn constatering raadsbreed het geval. Er is in de algemene beschouwingen gesproken over Jongleren in Doetinchem, de jeugdagenda, over investeren in de toekomst en over structurele opvoedingsondersteuning in wijken en over jeugdwerk. Ze hebben uit de reactie van de wethouder begrepen dat ook in het college de urgentie duidelijk is. De wethouder zal komen met een regiemodel waardoor er een betere samenwerking is tussen alle instanties die met jongeren te maken hebben. De PvdA-fractie vindt dat een zegen als dat ook werkelijk gerealiseerd gaat worden. Voor hen moet het accent op preventie liggen, minder schooluitval en bereikbare ondersteuning in wijken of op scholen of in een soort winkel of een combinatie van dat alles. Als het maar praktisch, herkenbaar en structureel is. Het is niet allemaal kommer en kwel wat betreft de jongeren. In de nota Jongleren in Doetinchem wordt ook een laag percentage genoemd. Er zijn problemen. Er is verwarring onder ouders over opvoeding. Maar laten ze ook kijken naar de goede kanten. Ze zijn blij met de oprichting van een jeugdraad. Ze kijken positief onder andere naar Plutus en naar de Turkse vereniging Tura, die ook steeds nauwer bij het beleid in Doetinchem betrokken wordt. Ook het gebruik van de popoefenruimte zien ze als een positief iets. Ze willen de wethouder van accommodaties graag een tip aan de hand doen. Wat zou hij ervan vinden in contact te treden met de eigenaar van de oude discotheek Walk Inn in Wehl om die ruimte te gebruiken. Geïsoleerd, leegstaand, multifunctioneel en de eigenaar weet nog niet wat hij ermee wil. Het contact is gelegd. En nu het verzoek om dit gauw op te pakken. Over wonen zegt hij dat de PvdA-fractie zich zorgen maakt over kansen op de woningmarkt voor grote groepen, met name jongeren. Het streven is inderdaad om veel te bouwen in de sociale sector. Toch pleiten zij voor meer onderzoek en ook meer lef en meer experimenten op dit gebied. Ze hebben ooit in deze raad informatief gesproken over huurvouchers, huren naar inkomen, daaraan gekoppeld. Niet mopperen over scheefgroei en mensen uit voor hen te goedkope woningen jagen. Neen, ook kijken naar de winst die dat biedt. Samenhang in de wijk, maar dan wel een bijdrage leveren naar inkomen. Ook pleiten ze voor meer particulier ontwikkelingsschap, ook in de goedkopere sector. De antwoorden in het kader van veiligheid stelden hen enigszins teleur. Verkeersveiligheid, verkeersgedrag en overtredingen, het optreden had voor hen wel wat concreter gemogen. Waarom is er niets gezegd over bindende afspraken met de politie? Waarom niet gesproken over zelf weer flitsen, aankondigingen hiervan in de pers, resultaten daarvan in de pers? Dan is het niet alleen maar pakken, maar ook preventie. Dat beleid hebben we in Doetinchem gehad, maar daar is mee gestopt. Ze hebben er bitter weinig voor in de plaats gekregen. Ze zien graag wat meer concrete stappen op dat gebied. Wat het reageren van de politie op klachten betreft, bereiken hen vaak opmerkingen, met name van jongeren. “We worden hier weggepest bij het voetbalveldje”. “We bellen de politie en we worden niet serieus genomen”. Vandaag nog: we hebben een mooie scatebaan op het veemarktterrein. Jongeren zeggen “Wij worden hier weggepest. Wij bellen naar de politie en naar ons wordt niet geluisterd. Wilt u dit naar voren brengen?”. Hij doet dan bij deze heel graag. Het kan niet zo zijn dat mensen die hebben gevochten voor iets (deze scatebaan) vervolgens moeten zeggen dat ze er niets meer mee kunnen. Klachten serieus nemen! De PvdA-fractie kijkt elke maandagmorgen met zorg in de krant om te zien wat er nu weer is gebeurd in de binnenstad. Functioneert die intelligente verlichting? Moeten er hier niet meer stappen ondernomen worden? De volgende zaken die de vorige keer niet naar voren zijn gebracht wil hij nu naar voren brengen. In de commissie hebben ze gesproken over kunst. Doetinchem is erin geslaagd om op het gebied van kunst geld over te houden. Ze hebben het college ermee gecomplimenteerd, maar ze denken niet dat dat de bedoeling is. Ze willen daar graag meer duidelijkheid over. Wat hun ook zorgen baart is de positie van het straattheaterfestival. Te lang en te vaak is hier correspondentie en overleg over. Ze willen nu graag meer duidelijkheid over de positie van het straattheaterfestival. Een brief van 17 juli die volgens de organisatie onvoldoende beantwoord is. Dat stoort hen. Veel is al gesproken over ontwikkelingssamenwerking en DOS. Ze dragen DOS een warm hart toe. De band met La
323
Libertad is hun lief. Eigenlijk liever dan de andere steden waar ze een band mee hebben. De organisatie DOS is diep geworteld in de Doetinchemse samenleving. Onderwijs, kerken, landbouw, watermanagement. Door DOS leren mensen de ontwikkelingsproblematiek kennen. Ze pleiten ervoor om van 2008 geen verloren jaar te maken. Ook op andere terreinen maakt het college van 2008 geen verloren jaar en werkt naar hun mening aan een sterk en sociaal Doetinchem. De heer BLOM laat weten dat de fractie van D66 nog steeds gehandicapt is omdat de fractievoorzitter nog steeds in het ziekenhuis in Ede ligt waar hij elke woensdag moet worden behandeld en dus niet op tijd hier kon zijn om dit uit te spreken. Tegen zijn zin in, omdat hij het niet kies vindt om over sommige onderwerpen hier het woord te voeren, doet hij dat nu toch. Er wordt gesproken over vertrouwen, waar ze hun hele eerste algemene beschouwingen op hebben geënt en over een warme jas. Een aantal leden van het college positioneerde zich met ‘Be my guest’, impliciet voor gastvrijheid. Het kader waarin dit werd uitgesproken was echter niet zo gastvrij. Wethouder Kuiper stelt in zijn antwoord dat de lastenstijgingen zijn gebaseerd op de noodzakelijke ozb-verhoging om rijkskortingen in de algemene uitkering te voorkomen. Dit was echter altijd al zo. Wat is er dan veranderd ten opzichte van de afgelopen drie, vier, vijf jaar? In een vorig leven wenste men geen verhoging behalve trendmatig. Er wordt gesproken over het onderkennen van risico’s. Onderkennen is leuk, maar voor de verantwoordelijken is echter belangrijk dat je de risicoparagraaf hebt waarin je dat benoemt. De risicoparagraaf is om eventuele risico’s aan te geven en vooraf alle mogelijke risico’s in kaart te brengen. Een brandverzekering sluit je ook niet als de brandweer voor de deur staat en de vlammen uit het dak slaan. De risicoparagraaf is een soort brandverzekering waarvoor de raad een premie berekent. De fractie van D66 is het pertinent oneens met de gehanteerde methodiek om risico’s niet te benoemen totdat er sprake is van een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat deze ook daadwerkelijk gaan plaatsvinden. Dit vinden ze niet het juiste beleid. Het college heeft spijt betuigd over het niet op tijd uitvoeren van de moties van de fractie van D66 en toegezegd daar in december mee te komen. Ondanks het feit dat ze daar blij om zijn, vinden ze het jammer. Als het tijdig was opgepakt had het in de begroting meegenomen kunnen worden. Nu is het niet het geval en kan er in de begroting geen rekening mee worden gehouden. Dit komt de transparantie en het vertrouwen niet ten goede. Het is zeker geen voorbeeld van aanpakken. Er wordt gedacht aan shared servicecentra en gesproken over integraal management. De fractie van D66 heeft over deze zaken behoefte aan meer duidelijkheid. Twee tot drie jaar geleden werd hier ook al aan gewerkt en ze willen graag weten hoeveel het ten opzichte van die tijd is uitgebouwd. In antwoord op de suggestie van de DSD-fractie inzake vrijwilligerswerk geeft het college aan dat deze vrijval al integraal onderdeel van de begroting is. Hieruit kunnen ze alleen maar constateren dat vooraf, zonder de raad af te wachten deze vrijkomende middelen zonder een expliciet voorstel al zijn overgeheveld. Ze waren toch van mening dat dit de begroting van de raad was. Het btw-compensatiefonds dreigt uitgeput te raken. De verhoging van de btw volgend jaar van 19 naar 20% zorgt ervoor dat ze eerder met de negatieve gevolgen geconfronteerd zullen worden. Ook dit hebben ze niet in de risicoparagraaf aangetroffen. Ze hebben geen reactie gekregen aangaande de digitale dienstverlening en het meewegen van alle variabelen hiervan in de begroting. Ze hebben de indruk, versterkt door de beantwoording en vooral het niet beantwoorden in eerste termijn, dat niet alle variabelen worden meegewogen. De korting Wmo is meegenomen in de begroting. In de commissie is gezegd dat er geen korting 2008 is. Hoe kan het dan wel in de begroting staan? De wethouder heeft hun zorg over de bijstelling van het dienstenpakket Wmo niet benoemd. Hoe denkt het college dit, met name financieel, op te vangen? Ook hebben ze geen reactie gekregen inzake het eigenaargedeelte ozb, dat veranderd zal gaan worden ten opzichte van het huidige en wat dit kan betekenen voor de bijstandsgerechtigden die toch meestal in een huurwoning wonen. Wethouder Van Dijk heeft op een naar hun mening onprettige toon de door de raad gestelde vragen min of meer beantwoord. Hij kapittelde in de commissie de fractie van D66 omdat deze het waagde Marx te citeren. Volgens de wethouder kon een liberale partij nooit een linkse rakker als Marx citeren. Dat er ook sociaal liberalisme bestaat ligt kennelijk buiten zijn gezichtsveld. Dit werpt dan ook een heel ander beeld op de in zijn antwoord genoemde termen rechts en links. Wellicht is hier sprake van selectieve blikvernauwing. De wethouder spreekt ook over aanpakken. Hij zegt dat een sociaal vangnet niet nodig is. Toch zijn er diverse zaken die momenteel vragen om een vangnet. Vitens
324
is bijvoorbeeld weer bezig met afsluiten. Wat wordt daaraan gedaan met de winter voor de deur? Het geld van de Wmo-reserves om gaten in het financiële fundament van de Wmo te stoppen, is dat aanpakken of is dat gewoon putten uit de reserves van de Wmo-gelden? Is dit een structurele oplossing? Heeft de wethouder een structurele oplossing? Met betrekking tot de armoedeplannen in de beantwoordingen leek het stuk een grote reclamespot. Als je het hoort breekt in januari het Nirwana uit. Daar zijn ze natuurlijk allemaal voor. Maar wat doet de wethouder tot dat moment? Ze moeten oppassen dat ze door de structuren van de wethouder die ze overigens kunnen onderschrijven, in zijn ijver om die structuur op poten te zetten het hier en nu niet vergeten. Ook mensen die nu met problemen zitten, verdienen nu aanpak en niet ergens in de toekomst. Zoals de mensen die, doordat ze in het kader van reïntegratie werk hebben aangepakt, daarna zonder werk komen te zitten nu nog steeds maanden zitten te wachten totdat ze weer in aanmerking komen voor een uitkering. Dat is al maanden geleden in de commissie door de fractie van D66 aangegeven en dat geldt ook nu nog. Met betrekking tot de economie zijn de vragen van de fractie van D66 niet beantwoord. Op hun vragen aangaande de halvering in de bijdrage aan de exploitatie van het bedrijventerrein is niet ingegaan. Ze vinden het jammer dat zonder meer voorbijgegaan is aan hun twijfels over de meerwaarde hiervan. Zoals bekend zijn ze voor citymanagement en ze zijn zeer benieuwd naar de uitleg aangaande de argumenten om te kiezen voor het voorgestelde bijdragemodel van de verplichte deelnemers. Ze nemen aan dat wethouder Van der Meijs niet juist is geciteerd in het artikel van De Gelderlander waarin zij stelt dat het de burgers die bezwaar hebben gemaakt (inzake de Nieuweweg) te verwijten valt dat het parkeerterrein later klaar is. Het kan nooit zo zijn dat burgers verweten wordt dat ze gebruik maken van hun wettelijk recht. Dat zou getuigen van een verkeerde aanpak en ook van een heel verkeerd idee over democratie. Ook bij deze wethouder hebben ze in haar eerste termijn het ‘be my guest-virus’ aangetroffen. Ze stellen voor om alle lijders aan dat virus goed onder behandeling te zetten. Wat betreft de afvalinzameling spreekt de wethouder over ‘zoveel service voor zo weinig geld’. Het is bijna te geef. Ze verwijzen toch even naar Deventer waar blijkt hoe goed en goedkoop het ook kan. Daar krijgt elk gezin een tegoed waarmee ze elk jaar hun eerste kuub grof afval naar het ook daar aanwezige brengpunt kunnen brengen. Ze hebben geen reactie gekregen op hun opmerking betreffende diftar en ze gaan er dus vanuit dat ze binnenkort een voorstel tegemoet mogen zien, zeker daar dit in de raad breed gedragen wordt. In de vergadering van 1 november hebben zowel de CDA-fractie als de PvdA-fractie zich hier al voor uitgesproken. Inzake mobiliteit hebben ze tot op heden alleen een plan gezien dat in hun optiek zonder realisme is. Ook hier hebben ze geen reactie op gekregen. Ze kennen allen het adagium ‘wie zwijgt stemt toe’ en ze gaan er vanuit dat de wethouder het met hen eens is en met bijzonder grote instemming hebben ze kennis genomen en zijn in afwachting van de voornemens inzake het integrale jeugdplan. In de aanpak van overlast jeugd kunnen ze misschien ook de poppodia betrekken. Een zwaarwegend punt is de praktijkschool. De fractie van D66 is verbaasd over het interview dat gisteren met wethouder Van der Meijs in De Gelderlander stond omtrent de vragen die de fractie van D66 in zijn algemene beschouwingen heeft gesteld. Allereerst de vorm. Wanneer de nieuwe wijze van communiceren er in resulteert dat vragen van de raad niet in de raad worden beantwoord maar moeten worden gelezen in een dagblad, dan passen ze ervoor. Dit heeft niets te maken met aanpakken en zeker niet met vertrouwen. Daar het hun bekend is en het derhalve ook bij de wethouder bekend moet zijn dat er in de genoemde maand juni niet bekend was bij het college dat de praktijkschool voor het begrote geld niet gebouwd kan worden, willen ze hier graag uitleg over. Dat geldt zeker voor het gedeelte waar staat dat de raad niet voor een realistische bijstelling van het bouwbudget zou hebben gezorgd. Het lijkt hun redelijk te veronderstellen dat een raad toch op z’n minst op de hoogte zou moeten zijn van dit gegeven, wil ze daarop kunnen reageren met een bijstelling. Daar deze signalen ongeveer een maand geleden zijn afgegeven, kan de fractie van D66 niet anders dan concluderen dat gezien de tijd die er zit tussen de door de wethouder genoemde juni 2006 en november 2007 het gezien de aantrekkende bouw logisch is dat het nu niet meer voor het oorspronkelijke budget gebouwd kan worden. Volgens de heer VERHOEVEN die hem onderbreekt, stond de bouw van de school gedurende de gehele periode in het dashboard al op rood. Dat betekent volgens hem dat er mogelijk problemen waren. Maar heeft de heer Blom dat ook geconstateerd? De heer BLOM bevestigt dit en antwoordt dat dit de signalen zijn die de wethouder over een dreigende overschrijding aan de raad moet presenteren. Dat is voor de heer Verhoeven kennelijk voldoende. Vindt hij dat als controlerend orgaan de juiste gang van zaken? De heer
325
VERHOEVEN geeft te kennen dat het de heer Blom vrij staat om daar te allen tijde vragen over te stellen. Dat heeft hij op enig moment gedaan, maar ook een hele tijd niet. Dat stelt hij vast. De heer BLOM noemt dit een van de tijden waarop hij die vragen gaat stellen, niet alleen vragen, maar ook meteen meningen gaat verkondigen. De heer WUBBELS vraagt de heer Blom of deze ermee kan instemmen, resp. kan leven met het voorstel zoals dat in eerste instantie door de CDA-fractie is gedaan met betrekking tot dit onderwerp, namelijk om over dit onderwerp in gesprek te gaan, vertaald in de zin van dat ze op de eerstvolgende commissievergadering adequaat voorbereid met alle informatie die er maar is dit onderwerp op tafel, zodat ze er iets van kunnen vinden en op dat moment dieper op deze zaken ingaan. Want iedereen betreurt wat daar gebeurt. Het duurt allemaal te lang. Maar op deze manier erover discussiëren vinden ze lastig. De heer BLOM heeft geen probleem met het feit dat het in de volgende commissie dieper en uitgebreider ter sprake komt. Dat is eigenlijk een van de eisen die ze stellen. Maar dat neemt niet weg dat hij zich toch geroepen voelt om als vertegenwoordiger hier – ook als hij ziet dat er feitelijke onjuistheden in de krant staan – dat toch ook nog wel even te herroepen. Hij vindt dat op z’n minst zeer kwalijk. Hij herhaalt dat het logisch is dat niet meer voor het oorspronkelijke budget gebouwd kan worden. Daar gezien de perikelen rond de kosten voor het Metzocollege de stijging van de staalprijzen genoegzaam bekend was, geldt het zeker niet als reden voor gestegen bouwkosten. Deze zijn gelegen in de vermindering in de behoefte aan werk bij bouwondernemers, waardoor er zeker niet meer voor het budget kan worden aanbesteed. Voorshands zien zij de overschrijding van de bouwsom dus niet als oorzaak van de vertraging, maar als een gevolg. Een vertraging die steeds verder wordt bewerkstelligd doordat de wethouder pas na anderhalf jaar nadat ze er weet van kreeg de moeite heeft genomen om de raad ook daadwerkelijk actief te informeren. Er is ook zoiets als een actieve informatieplicht. Deze vertraging vinden ze gezien de staat van de huidige praktijkschool meer dan tragisch en ze zijn van mening dat een verder uitstel van de bouw onacceptabel is. Overigens is de fractie van D66 niet de enige die zich zorgen maakt over de staat van de bebouwing. Daarom zijn ze ook zeer benieuwd op welk rapport van de brandweer de wethouder haar uitspraken baseert. Ze willen dat rapport graag zo snel mogelijk zelf bekijken. Dat is onder andere in de commissievergadering waar de heer Wubbels op doelde. Deze handelswijze geeft hun geen vertrouwen en ze zijn zich aan het beraden op de vraag hoe ze hier bestuurlijk mee om dienen te gaan. In zijn beantwoording had de heer Drenth het over de natuur als groen bestemmen en met name over de spagaat waarin de fractie van GroenLinks en wellicht ook de fractie van D66 zouden verkeren. De fractie van D66 kan het betoog van de wethouder niet volgen. Ze worden hier niet in een spagaat gebracht. Ze zijn immers van mening dat je de natuur geen dienst bewijst door natuurontwikkeling als groen te bestemmen. Dat hebben ze meermalen naar voren gebracht. Ook moeten ze constateren dat ze daarin niet alleen staan, aangezien ook andere gremia in het openbaar bestuur er klaarblijkelijk zoveel moeite mee hebben dat ze hun goedkeuring aan diverse Doetinchemse plannen onthouden. Ze gaan ervan uit dat gezien het downsizen van de bouw en de bebouwingsdoelstellingen en het vorderen van het plan De Schil de wethouder het hierin genoemde woningbouwprogramma zal realiseren. Over de kwaliteit en de kwalitatieve invulling van de plannen waarover al door de heer Wubbels een en ander is gezegd, willen ze graag positief kritisch meedenken. Met betrekking tot de beantwoording van de heer Kaiser zegt hij dat de fractie van D66 zeer gecharmeerd is van de plannen waar het gaat om het aanpakken van door rood licht rijden, snelheid, alcohol, het zogenaamde zero-tolerancebeleid dat hij de vorige keer heeft verwoord. Wel vragen ze zich af hoe de burgemeester dit denkt te realiseren. Heeft hij daarvoor een potje gevonden dat de raad niet kent? Het is al jaren lang ondanks vragen van de raad hierover niet mogelijk gebleken deze terechte wensen in een uitvoeringsprogramma van de politie zoveel kracht mee te geven dat ze ook daadwerkelijk werden uitgevoerd. Ook vinden ze het een positief en goed idee om de nieuwe korpschef met de commissie te laten kennis maken en van gedachte te wisselen. Ze vinden het prettig kennis te maken met diegenen die zijn beleid en dat van de raad uitvoeren. Het door hem voorgestelde beleid behoeft wel evaluatie. Hij vraagt hier een SMARTe toezegging in. Hij heeft begrepen dat de heer Koning daar ook al naar vroeg. Met instemming hebben ze kennis genomen van de voorgestelde aanpak van de problematiek in De Huet en ze zullen de resultaten met belangstelling volgen, het liefst ook op korte termijn. Al jaren en bij diverse burgemeesters heeft de raad toezeggingen gekregen en ze hebben ook een evaluatie gekregen van de stedenband met Pardubice. Die is de vorige keer meegenomen in alle stedenbanden die ze hebben. Het staat hem bij dat ze met Pardubice hebben afgesproken dat ze
326
het zouden terugbrengen ten faveure van de overige stedenbanden die ze hebben en dat de raad daar een voorstel van zou krijgen. Dat is al enige jaren geleden. Ze zien wel dat er nog steeds innige en inniger banden met Pardubice worden ontwikkeld, maar dat staat een beetje in contrast met datgene wat ze in het verleden daar hebben afgesproken. Hij wil daar graag op korte termijn met de burgemeester van gedachte over wisselen. Vertrouwen is een sleutelwoord en de burgemeester vroeg waar de discrepantie zit tussen vertrouwen en aanpakken. D66 ziet daar geen tegenspraak in. Wat ze gesteld hebben is dat je beter kunt aanpakken als er werkelijk vertrouwen is. In hun optiek is het ook volgordelijk en naar hun idee staat dan vertrouwen voorop. Met vertrouwen kan je veel beter en veel sneller aanpakken. De vraag van de voorzitter aan de fractie van D66 om nu eens uit te leggen wat ze bedoelen met hun kritiek op het dualisme en waar ze uit concluderen dat een gedeelte van de raad cognitief wordt ondervoed, leek hun meer een vraag naar de bekende weg. Maar ze willen graag het belang en het wezen van democratie hier voorleggen. Het lijkt hem niet zinvol om hier nog dieper in te gaan op het gebrek aan dualisme. Hetgeen ze in hun algemene beschouwingen hebben gezegd over hoe op dit moment de vergaderingen worden voorgesproken door de voltallige coalitiepartijen, samen met het wethoudersdeel van het college, lijkt hem voorshands al een redelijk voldoende voorbeeld. Hiermee stoppen zal dus al een verbetering kunnen zijn. En ook wat bijvoorbeeld door vorige colleges wel is gedaan, namelijk het actief vragen of er ook een uitleg mag worden gegeven over onderwerpen in fractievergaderingen van de oppositie. Dat doet ook al heel veel aan het verminderen van cognitieve ondervoeding. Ook, waar de fractie van D66 al jaren voor pleit, het invoeren van een vragenhalfuurtje voor het college is er een. Namelijk daar waar het college, zonder dat er al meteen politieke statements behoeven te worden gemaakt aan de raad gewoon dingen kan uitleggen over waar ze mee bezig zijn. Mevrouw GROOTJANS zegt dat de opmerkingen van de fractie van D66 van de vorige keer haar wat hebben verbaasd. Ook hij weet dat binnen het dualisme hun taakstelling is gescheiden. Dat wil niet zeggen dat ze geen contacten met elkaar mogen hebben. Het mag wat haar betreft raadsbreed en het staat de heer Blom ook vrij binnen het dualisme om wethouders en burgemeester uit te nodigen voor informatie in zijn fractie. Het verbaast haar dat hij daar in het verleden kennelijk toch weinig gebruik van heeft gemaakt. Dit advies geeft ze hem mee. De heer BLOM vindt het jammer dat mevrouw Grootjans niet heeft begrepen wat hij gezegd heeft. Hij heeft gezegd dat de vorige colleges ook actief hebben gevraagd aan onder andere de oppositie of ze bij hen in de fractievergaderingen gebruik zouden kunnen maken van de mogelijkheid te spreken met die fractie om hun beleid over zaken toe te lichten. Dat is iets anders dan wanneer je als oppositiepartij moet vragen of ze alstublieft een keer langs willen komen. Dat is het grote verschil waar hij hier op doelt. Overigens mogen contacten altijd. In dit geval zouden misschien wisselende contacten nog beter zijn. Mevrouw GROOTJANS antwoordt dat volgens haar vertrouwen uit gaat van het feit dat je elkaar gewoon inseint als je denkt dat iets beter kan. Dat had ze van de heer Blom verwacht. Hij heeft deze anderhalf jaar ruimschoots de gelegenheid gehad aan te geven hoe hij dat vorm zou willen geven. Hij weet ook van de andere fracties, zeker binnen de coalitie - ze heeft het meerdere keren ook zelf aangegeven richting de fractie van D66 – dat ze wat dat betreft ook open staan voor constructieve voorstellen. Ze vindt het jammer dat het hier op dit moment op tafel komt. Hij heeft volgens haar ruim de gelegenheid gehad om dat eerder te doen, om dat beter te doen en ook om dat met een seintje in goed vertrouwen elkaar even aan te reiken. De heer BLOM laat weten dat ze dat ook diverse malen eerder gedaan hebben en zeker niet in de openbaarheid. Hij is het met mevrouw Grootjans eens dat het jammer is dat het na anderhalf jaar tijd is dat het eens in de openbaarheid gezegd moet worden, daar waar het blijkbaar bilateraal werd gezegd en geen oplossing heeft geboden. De voorzitter heeft de raad gevraagd aan te geven waar verbeteringen nodig zijn en heeft zelfs uitgenodigd daar in deze vergadering over te gaan praten. Hij draagt een citaat voor van wat deze week in het dagblad De Dag stond naar aanleiding van het antihomobeleid van de ChristenUnie over democratie. Er wordt nazieDuitsland in genoemd, maar het is maar een voorbeeld. Het kan verkeerd uitgelegd worden. De heer Jagung zegt: ”Democratie is het recht van de zwakkere en niet: de meeste stemmen gelden. Als dat zo is, dan zou nazi-Duitsland ook een democratie geweest zijn”. In het Doetinchems geval laat zich dat vertalen dat democratie niet gebaat is bij dictaten maar bij een goede dialoog en dat een goede dialoog alleen maar gevoerd kan worden wanneer er sprake is van een evenwichtige kennisverdeling. De VOORZITTER reageert hierop dat de heer Blom zich voelt opgeroepen om iets te zeggen over de cognitieve ondervoeding en de kwaliteit van de
327
democratie hier. Het was een serieuze oproep en de heer Blom is er ook uitvoerig op ingegaan. Wat het laatste citaat betreft heeft hij op voorhand gezegd dat het verkeerd uitgelegd kan worden, doordat het in een bepaalde context wordt gedaan. Toch beluistert hij in de vergadering een zekere huiver, in ieder geval proeft hij die zelf. Als hij het functioneren van onze lokale democratie met al z’n beperkingen en gebrekkigheden doortrekt in de context van de jaren ’30 in Duitsland en dat doet in de week waarin ze de Kristalnacht gaan gedenken, dan huivert hij daar een beetje van. De heer BLOM antwoordt als geen ander te weten dat deze week de Kristalnacht herdacht wordt. Daarom heeft hij op voorhand dat gezegd. Hij heeft echter niet over de lokale democratie in Doetinchem gesproken, alleen heeft hij gesproken over wat het wezen is van democratie en vertaald naar het Doetinchemse heeft hij gezegd dat ze moeten zorgen dat er een evenwichtige kennisverdeling is. Dan is er geen sprake van een zwakke en een sterke. De VOORZITTER stelt dat als hij zegt dat democratie ook respect voor minderheden betekent en dat minderheden nooit overruled mogen worden door de macht van het getal, dan vinden ze elkaar. Maar de connotatie zou verkeerd uitgelegd kunnen worden. Hij reageert er gelijk op zodat het geen eigen leven kan gaan leiden. De heer BLOM memoreert dat ze de vorige keer gesproken hebben over verbetering van de dienstverlening en ook over digitalisering. Dat zou geld kosten. Zijn fractie is van mening dat deze papiermachine een stukje verminderd kan worden en daarom willen ze graag de volgende motie indienen:
MOTIE
10
De raad van de gemeente Doetinchem; In vergadering bijeen op 8 november 2007 overweegt dat: - de stukken voor Raad en Commissies op papier aan de Raad worden verstrekt en toegezonden; - aan de Raadsleden ten behoeve van haar werkzaamheden laptops ter beschikking zijn gesteld en bij de herinrichting van de Raadszaal voorzieningen zijn getroffen teneinde deze laptops tijdens de vergaderingen te kunnen gebruiken, voorzieningen die momenteel niet worden gebruikt; - het uitsluitend digitaal toezenden van de stukken een aanzienlijke structurele bezuiniging oplevert; - hierdoor extra ruimte ontstaat, te besteden aan het verbeteren van de digitale dienstverlening; b e s l u i t: - het College opdracht te geven Raads- en Commissiestukken met ingang van een nader te bepalen datum uitsluitend digitaal aan te bieden; - de hierdoor ontstane ruimte aan te wenden voor verbetering van de digitale dienstverlening; - de voorzieningen in de Raadszaal ten behoeve van de Raadsleden uit te breiden met een internetaansluiting. en gaat over tot de orde van de dag. De fractie van D66 De heer BOS heeft reeds een opmerking gemaakt over de gang van zaken in deze vergadering. Het kost hem moeite om in alle bijdragen een algemene beschouwing over begrotingen te ontdekken. Hij dankt voor het feit dat de voorzitter hun alsnog dat deel van de vorige vergadering waar het college heeft gereageerd op de opmerkingen uit de raad heeft toegezonden. Hij was vorige week teleurgesteld en ging er toen eigenlijk al zonder meer vanuit dat die notulen er zouden zijn, omdat het anders wel heel lastig vergaderen is. De VVD-fractie stelt voor om een proces in gang te zetten rondom dienstverlening vanuit het gemeentehuis. Dat sluit aan op zijn vraag aan het college over de afhandeling van brieven. De afhandeling van die vraag was ‘kantje
328
boord’. Hij had de tegenwoordigheid van geest om de griffie te vragen om ook naar zijn werkadres te mailen zodat hij hem daar ook werkelijk kon inzien. Hij vindt het antwoord niet helemaal compleet, maar hij stelt voor om er op terug te komen bij de afhandeling van de kwestie rondom dienstverlening. Heel belangrijk punt is het jeugdbeleid waarbij ze de vorige keer al opgemerkt hebben dat curatie en preventie met elkaar in evenwicht moeten zijn. In sommige gevallen doe je daarmee allebei, maar ze hebben erop gewezen dat in de wijken een aantal voorzieningen voor jongeren te wensen overlaat en dat je daar niet van mag verwachten dat je daarmee zomaar de problemen oplost, maar het is wel een gevoeld gebrek. Ze zijn het er daarom mee eens dat ze binnenkort komen tot een goede integrale jeugdnota. En liever een maand later dan dat hij incompleet is. Wat ze daarin willen meenemen is dat heel vaak wordt gesproken over jongerenhuisvesting - zie onder andere de motie van de CDA-fractie over de kosten, een plafond – maar ze horen niemand over het gebrek aan kamers voor jongeren. Doetinchem wil zich presenteren als een onderwijsstad en het vinden van een huurkamer in deze stad is bijna onmogelijk. Ze zouden graag zien dat het college dat meeneemt en daarover in contact gaat met Sité. Hij zou graag gebruik maken van de motie van de CDA-fractie over de afsluiting van de grondexploitatie Dichteren om in de richting van het college te zeggen dat daarmee verwant is het door hem zo gewenste sluiten van het klaphek tussen De Huet en Dichteren. Het is en blijft gewoon gevaarlijk. Hij heeft nog een aanvulling op de wat kriebelige reacties over DOS. Twee jaar geleden is hij met toen nog burgemeester Horselenberg, de voorzitter van de stichting Pardubice en een beleidsambtenaar daar naartoe geweest. Ze hebben hele interessante gesprekken gevoerd. Er zijn ook dingen gezegd over bepaalde zaken vorm geven. Het was een hele leuke week, maar achteraf wel zonde van de investering van tijd en geld dat er uiteindelijk zo weinig gedaan is met wat daar is besproken. Wat de motie van de fractie van D66 betreft over digitalisering vindt hij deze fractie heel consequent. Hij herinnert zich de raadsdiscussie die ging over het laten bezorgen van raadsstukken door Wedeo. Hij herinnert zich dat als enige de fractie van D66 het daarmee eens was, want men zei dat ze het toch digitaal aangeleverd kregen. Onder andere heeft de heer Wubbels toen gezegd dat als ze dat doen, dan moeten ze de raadsleden wel van gemeentewege inkt gaan verstrekken en een snelle laserjetprinter anders komt aan de papierwinkel geen eind. Kortom, wel consequent, niet verstandig. Ook vindt hij het citaat van de heer Blom dat kennelijk niet betrekking had op deze gemeente ( wat moet dat citaat dan hier?) niet verstandig en bovendien is het een heel oud citaat, maar hij had een heleboel onbegrip kunnen voorkomen door de laatste zin, die er voor het citaat helemaal niet toe doet, niet uit te spreken. De heer HEIJ geeft te kennen dat het de eerste maal is dat hij algemene beschouwingen doet. Hij heeft links en rechts eens geïnformeerd naar ervaringen van anderen maar door de diversiteit ervan had hij niet veel houvast. Toen kwam het tijdschema van de voorzitter, waaraan hij hoopte wat houvast te hebben. Dat was anderhalf uur voor de replieken. Dat is voor acht partijen 11 minuten per partij. Dat betekent voor hen dat ze anderhalve minuut per partij hebben om in te gaan op wat een ander gezegd heeft. Gezien de energie die andere partijen hebben gestopt in hun eerste termijn, zou hij daar heel graag heel diep op ingaan omdat er heel veel goede dingen gezegd zijn, maar binnen de beschikbare tijd lijkt hem dat niet mogelijk. In het algemeen is hij tevreden met de beantwoording van zijn vragen en de intenties van het college. De begroting moet nog SMARTer worden gemaakt. Dat geldt dus ook voor de toezeggingen. Dat mag vandaag en behoeft niet later te gebeuren. Graag hoort hij van het college wanneer de maandelijkse actualisering gaat plaatsvinden. De fractie van de ChristenUnie-SGP heeft geen behoefte aan extra onderzoeken. Ambtenarencapaciteit is schaars. Ze krijgen het werk niet gedaan. Dus doen ze dat eerst maar eens. De later in de planning staande evaluatie van COACH+ eerder uitvoeren zullen ze ondersteunen, omdat ze in eerste instantie ook al hebben aangehaald dat ze ervaringen hebben met de bezoeken die ze als raad hebben gebracht, waar ook de nodige problemen uit naar voren zijn gekomen. Ze willen die evaluatie graag op twee zaken richten. In de eerste plaats of de regeling die ze hebben ontworpen voor de ondersteuning van moeilijke situaties wel goed uitgevoerd wordt en door de bedoelde mensen gebruikt wordt. In de tweede plaats pas of daar wel voldoende geld voor beschikbaar is. Het lijken hem twee zaken die heel wezenlijk met elkaar samenhangen, maar wel in die volgorde en niet andersom. Verder is het nodige gezegd over armoedebestrijding. Ze hebben de handen ineengeslagen omdat ze hier geen politiek thema van wilden maken. Het is een zaak die hun allen aangaat. Zo hebben ze de handen
329
ineengeslagen en zo doen ze dat nu ook. Ze hebben geen behoefte om in te gaan op hetgeen door de fractie van GroenLinks naar voren is gebracht. Ze vinden dat op dit moment ongepast. Voor sociaal isolement geldt feitelijk hetzelfde. Wie zal het daar niet mee eens zijn? Het moet duidelijk zijn dat ze te maken hebben met een sterke individualisering van de maatschappij. Dat is geen onderwerp om een ambtenaar in de schoenen te schuiven, dat kunnen ze beter met elkaar bespreken. Daarom zullen ze die motie niet ondersteunen. Of ze nu virtueel of fysiek samen zijn, samen aanwezig zijn en zaken samen oppakken is de fractie van de ChristenUnie-SGP uit het hart gegrepen. De invulling in de dagelijks politiek blijkt echter moeilijker. Alleen iets doen of met acht partijen of met 31 raadsleden is een wezenlijk verschil. De aanwezigheid tijdens informele vergaderingen zegt ook iets over hun eigen beleving van dat samen doen. Zij zullen elk initiatief ondersteunen, dus ook een gezamenlijke discussie over dienstverlening. Ze vinden dan wel dat er integratie moet plaatsvinden met de op te stellen servicenormen waar het college al iets over gezegd heeft. Die komen eraan en die moeten dan ook in die discussie een plek vinden. De vorm is wat hen betreft open. Ze worden niet vrolijk van het verschijnsel raadsconferentie. Ze vinden dat vooraf wel duidelijk moet zijn wat het doel en de afbakening is van het onderwerp voordat ze daarmee gaan starten. Zo kunnen ze zich vele zaken voorstellen wat betreft de dienstverlening. Een en ander hangt wel sterk samen met de waarden die ze in de samenleving hebben en de normen van hun onderlinge omgang. Ze kunnen en moeten als burgers veel eisen stellen aan de overheid, maar zullen ook eisen moeten stellen aan zichzelf. En dat lijkt hem dan ook een wezenlijk onderdeel van zo’n discussie. Maar de fractie van de ChristenUnie-SGP is van mening dat de inspanningen die ze als raad met elkaar doen, parallel moeten lopen met de inspanningen die het college doet. In dat geval maken ze zo goed mogelijk gebruik van de energie die zij ergens instoppen en de energie die het college ergens instopt. Ze stellen voor om het meest bindende element centraal te stellen bij een onderwerp dat ze in gezamenlijkheid oppakken. Dat onderwerp is volgens hen de jeugd. Daar zijn ze het heel breed over eens. Hij bepleit samen de jeugd op te zoeken en dan jeugd in de hele breedte en de jongeren de gelegenheid geven om initiatief te nemen en samen met de raad verantwoording te dragen. Wat is mooier dan als raad samen met jongeren in de breedte naar oplossingen te zoeken voor jongeren en jeugd? Zo zouden ze graag een warm betoog houden hoe de samenleving van de toekomst er uit zou kunnen zien. Ze zouden vele moties kunnen indienen. Ze kennen vele mogelijke initiatieven. Maar ze moeten realistisch zijn. Het ijs is dun en er pakken zich donkere wolken samen boven hun hoofden. Daarom zullen ze van de kant van de fractie van de ChristenUnie-SGP geen moties indienen. De begroting die is opgesteld is volgens hen evenwichtig en heeft de wensen die er leven goed afgewogen. Ze zijn het eens met het voorgestelde beleid, de continuering van de goede zaken van het vorige college en de gezamenlijkheid die er wel is. Ze hebben vertrouwen in burgemeester en wethouders en de fractie van de ChristenUnie-SGP vertrouwt erop dat zij deze begroting goed zullen uitvoeren. De VOORZITTER constateert dat er binnen zijn 10 moties en 2 amendementen. Hij schorst de vergadering om het college gelegenheid te geven de beantwoording in tweede instantie voor te bereiden. Na de schorsing begint wethouder KUIPER met de beantwoording in tweede instantie door het college. Hij constateert dat kijkend naar het algemene beeld van de reacties de insteek die ze hebben gekozen bij de begroting om te kiezen voor een evenwichtige begroting met onderkenning van de risico’s die ze hebben, overeind gebleven is, ondanks het feit dat er in de discussie van verschillende kanten nog opmerkingen zijn gemaakt en wijzigingsvoorstellen zijn gedaan. Het algemene beeld dat het college hier een evenwichtige begroting presenteert is overeind gebleven. Er is vrij breed gereageerd op het onderwerp dienstverlening. Als fenomeen om daarop te sturen ook vanuit de gemeenteraad is daar brede belangstelling voor. Als ze dat koppelen als middel aan de huisvestingaccommodatie die ze hebben, de discussie over waar ze de verschillende dislocaties centraal gaan huisvesten, ook in het kader van optimalisering van dienstverlening denkt hij die dingen te kunnen koppelen. Ze zijn bezig met de gedachtevorming over die huisvesting in het licht van de ruimtelijke herontwikkeling van het gebied rondom het stadhuis en de mobiliteit daaromheen. Ze kunnen dus met elkaar afspraken maken over een congres, themabijeenkomst of anderszins om dienstverlening in een breed perspectief te bespreken, mede tegen de achtergrond van de huisvestingsoplossingen die ze voor ogen hebben
330
en de financiële mogelijkheden om dat allemaal te realiseren. Hij zegt dat toe te zullen organiseren en komt daarmee tegemoet aan een breed verlangen in deze raad. De VVD-fractie heeft daarmee geopend. De fractie van GroenLinks heeft opmerkingen gemaakt wat betreft zijn portefeuille om voor informatie betreffende de vorige begroting kolommen te hanteren om de leesbaarheid te verhogen. Hij zegt toe te zullen kijken wat ze in de sfeer van optimalisering kunnen doen. Over de afkoop garantieverplichting ziekenhuis zegt hij toe dat ze daar een dossier over gaan maken waarbij ze in chronologische volgorde informatie geven over de stand van zaken tot nu toe. Hij stelt vast dat de discussie en het overleg met het ziekenhuis nog niet zijn afgerond en een dezer dagen weer wordt opgepakt. De DSD-fractie heeft het gehad over sport en cultuur als belangrijke fenomenen en koppelt daaraan de jeugdagenda. Dat is goed, maar hij stelt vast dat sport en jeugd en welzijn ook dingen zijn die hij vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid als portefeuillehouder wil blijven benoemen. Dus waar mogelijk integratie van het jeugdbeleid, maar anderszins ook specifieke aandacht voor sportontwikkeling in deze tijd, ook in de zin van educatie en meer bewegen. Er is door de DSD-fractie gesproken over gebrek aan visie betreffende de slogans die ze hebben daadkracht naast visie. Het college houdt overeind dat ze dat uitgangspunt best kunnen blijven hanteren in het licht van deze begroting. Een algemene opmerking van de heer Wubbels was dat hij vindt dat de raad optimaal moet worden gefaciliteerd in haar rol. Dat is een permanent aandachtsproces, ook voor het college, om daar in een goede dialoog de juiste vorm voor te vinden. Hij zegt toe dat het college alert zal blijven om de raad optimaal te blijven faciliteren. De PvdA-fractie heeft gesproken over de status van visie en of het een rechts/links college is. Hij laat die discussie aan de raad. Heel specifiek is hij ingegaan op het jeugdbeleid en de actualiteit ten aanzien van een dreigend gemis aan een oefenruimte voor popmuziek die nu plaatsvindt in ’t Brewinc. Er is een suggestie gedaan om te kijken in Wehl naar een leegstaande horeca-accommodatie die optimale mogelijkheden daarvoor zou bieden. Hij is in het kader van de publiciteit die daarover geweest is ook al benaderd door de muziekschool. Die heeft uitbreidingsplannen. Ook heeft hij een gesprek gehad met Plutus. Die hebben ook bepaalde ideeën. In samenspraak zullen ze een plek zoeken en hij is blij met deze suggestie. Die is zeker de moeite waard om nader te bekijken. Wat kunst betreft: er is een kunstfonds opgeheven. Dat heeft te maken met het niet uitputten van de voeding die dat fonds in het verleden heeft gehad. Dat laat onverlet dat ook de gemeente Doetinchem kunstbeleid wil blijven voeren. Er wordt ook voor dit doel gespaard bij de gronduitgifte. Waar de projecten komen, kunnen ze kijken welke mogelijkheden zich aandienen. Hij stelt vast dat in de communicatie met het bestuur van de Stichting Straattheaterfestival er enig misverstand is ontstaan over datgene wat ze voor elkaar kunnen betekenen. Daarom heeft hij vanmorgen met de ambtenaar afgesproken dat ze uitvoerig met hen om de tafel gaan omdat ze vanuit de positieve beeldvorming die ook het college heeft over datgene wat die stichting voor Doetinchem doet – de laatste uitvoeringen hebben laten zien hoe goed of dat werkt – en mede gezien de zoektocht die zij zelf organiseren om te werken aan eigen fondsvorming via de businessclub ACCU (AChterhoek CUltuur), vinden ze het dermate positief dat ze daar zeker mee verder willen. Daar wordt echt op gestuurd. De fractie van D66 heeft gesproken over wat er nieuw is aan de verantwoording van de ozb-verhoging. Dat is niet nieuw, dat is vorig jaar als onderlegger gebruikt en in het verleden ook wel. Het college heeft alleen willen aangeven wat in feite de ingrediënten waren waarop die verhoging is gebaseerd. Dat is op zich geen nieuw gegeven. Dat is continuïteit in het beleid. Daarnaast hebben ze gesproken over risicobepaling en de vertaling ervan in de begroting. Ze zeggen dat het college daarin verder moet gaan. Het college heeft gemeend het zo te moeten doen, waarbij hij aangeeft dat risicomanagement binnen de organisatie een speerpunt van beleid is. Mocht uit dat traject blijken dat ze daarin nog verder kunnen finetunen dan zullen ze dat, indachtig hun suggesties, ook doen. De ontwikkeling van de shared servicecentra zullen ze niet alleen lokaal, maar ook regionaal oppakken. Ze zijn er al volop mee bezig. Ict-samenwerking met andere gemeentes is daar een goed voorbeeld van. Ook het directeurennetwerk Achterhoek, waar de gemeentesecretarissen onderdeel van uitmaken, heeft dit tot vast agendapunt verheven. Op dat punt mag de raad de komende tijd nog wat verwachten van het college. Integraal management als fenomeen is een onderdeel van het organisatieontwikkelingtraject waar ze middenin zitten. Dat betekent dat, nadat ze afscheid hebben genomen van het model met hoofden van eenheden, de afdelingschefs gefaciliteerd zullen worden op al die aspecten die verband houden met integraal management. De komende informele raadsvergadering van 21 november zullen ze hun gedachten daarover delen met de
331
raad. Misschien komen ze dan samen wel tot een nog betere marsroute naar de toekomst. De problemen die te maken hebben met het btw-compensatiefonds en de verhoging van de btw van 19% naar 20% zijn een punt van aandacht, maar vinden hun vertaling in de informatie die de raad binnenkort krijgt over de effecten van de septembercirculaire. Ook de voeding die daarin zit in de plus is deels daarop verankerd. De ozb-vraag heeft te maken met de effecten die een verhoging heeft voor de doelgroep eigenaren. Daar is regulier beleid op. Mensen die de lasten die de gemeente oplegt niet kunnen betalen, daar is beleid op geformuleerd. De heer BLOM laat hem weten dat het juist ging om de doelgroep huurders. Het is een overheveling van de eigenarenlast naar de huurderslast. Het huurdersdeel wordt hoger. Diegenen die onder aan de maatschappelijke welvaartsladder verkeren, zitten vaker in huurhuizen dan in koophuizen. Daarom bestaat daar meer kans dat ze eerder in de bijstandssituatie komen. In antwoord op de vraag van de fractie van de ChristenUnie-SGP zegt wethouder KUIPER dat het streven is om de driemaandelijkse rapportages van het dashboard uit te breiden tot maandelijks. Dat betekent nogal wat voor de functie van het integraal management. Daar moet op gestuurd worden. Ze zijn er volop mee bezig, maar hij wil nu nog geen harde toezegging doen wanneer dat gerealiseerd gaat worden. Ze gaan samen met de raad dat proces in en hij zal de raad op de hoogte houden over de voortgang. Het uiteindelijke doel is om het zo te organiseren, maar het is wat te gevaarlijk om nu al te zeggen dat ze dat op 1 februari operationeel gaan maken. De heer VAN DOESUM komt nog terug op de huisvesting van een popoefenruimte. De wethouder ging in op een suggestie van de PvdA-fractie om eens te kijken naar een ruimte in Wehl. Voor de fractie van GroenLinks behoeft hij niet te kijken naar een plek die zo excentrisch ligt. Zo’n centrale voorziening moet ook centraal liggen. De jeugd beschikt niet over dezelfde mobiliteit als de volwassenen en daarom moet je juist in de kom van Doetinchem iets zoeken. Als ze geweten hadden dat dit bespreekbaar was, had hij Amphion wel graag in Gaanderen gehad. De heer BOS reageert hierop. Als hij ’s ochtends naar zijn werk rijdt ziet hij zeker 100 à 150 jongelui fietsend vanuit Wehl naar Doetinchem gaan. En dat kunnen ze op de terugweg ook nog wel. Hij vindt het niet juist om op voorhand al dat idee af te wijzen. Mevrouw PUTMAN is het eens met de heer Bos. Daarnaast, als je van de trein komt en het centrum van Doetinchem moet inlopen, dan moet je verder lopen dan wanneer je van de trein in Wehl het centrum van Wehl inloopt. Wethouder KUIPER stelt vast dat er over de huisvesting van Plutus als jongerenorganisatie in brede zin ook nog een andere discussie moet worden gevoerd en dat heeft te maken met dat zij op termijn ook hun huidige locatie moeten verlaten aan de Missetstraat. Je zou dit probleem kunnen knippen in een oplossing voor de langere termijn die misschien wel in Doetinchem een plek kan krijgen – dat is een afweging van plekken en financiën - en een voor de korte termijn zou je best kunnen kijken naar een oplossing in Wehl en misschien komen ze dan wel waar de raad wil zijn. De heer VAN DOESUM merkt op dat als je de jongeren zelf hierover vraagt, ze zelf ook pleiten voor een centrale huisvesting in Doetinchem, juist omdat wanneer je het in een wijk of in een dorp zou vestigen het dan de plek is van de mensen die daar wonen. Als je het op een centrale plek huisvest, is het de ruimte van allemaal. Mevrouw PUTMAN denkt dat als je de jongeren voor wat betreft de oplossing op korte termijn voorlegt of ze überhaupt ergens willen, dat ze dan liever iets pakken dan niets. Wethouder KUIPER denkt dat het knippen van het probleem in een oplossing voor de korte en een voor de lange termijn het middel is om dit probleem te tackelen. Hij wil ten slotte nog enkele moties van commentaar voorzien. Motie 2 gaat over de evaluatie van het Coach+ model en de geest van de motie is om het naar voren te halen, problemen te voorkomen. Het college kan daarmee leven en is zich bewust dat dit vertaling behoeft in de jaarplannen voor het komende jaar. Om er ook financieel iets aan te doen, daar hebben ze in deze begroting geen middelen voor. Dus het voorkomen dat verenigingen problemen krijgen zal vooralsnog betrekking moeten hebben op het tonen van begrip en het zoeken van oplossingen en die kunnen ook liggen in de niet financiële sfeer. Je zou je kunnen voorstellen dat een vereniging problemen heeft en je gaat praten over fusie met een andere vereniging om te voorkomen dat er financiële problemen opdoemen. Het college is bereid die dialoog aan te gaan. Als de CDA-fractie deze nuancering overneemt, wil het college deze motie aanbevelen. Motie 3 heeft te maken met het beheer van sportvelden. Ook daarvan kan je zeggen dat er in Wehl goede ervaringen zijn opgedaan. Je kunt de situatie van een dorp niet een op een vertalen naar die van een ander dorp of een stad. Dat moet beoordeeld worden. De CDA-fractie nodigt het college uit dat te onderzoeken en dat zal het ook doen. Alleen vraagt hij iets meer ruimte dan een afronding in het eerste kwartaal. Hij wil afspreken dat het college
332
daarover zo vroeg mogelijk in het jaar een advies opstelt zonder dat te koppelen aan het eerste kwartaal. Als die ruimte geboden kan worden kan het college zich vinden in deze motie. Motie 4 betreft het instellen van een stimuleringsfonds voor sport en welzijn. Tegen de achtergrond van datgene wat aan beleid bij provincie of rijk wordt ontwikkeld om met name sportstimulering beleidsmatig te onderbouwen en mogelijk ook extra financiële steun te verlenen, wil het college dat onderzoek doen. Ook hier de kanttekening dat het organiseren van financiële middelen in dit kader niet mogelijk is. Dat zou moeten leiden tot wijziging van de begroting. Ze zijn nu bezig om deze begroting integraal te laten vaststellen. Als de raad wil instemmen met het onderzoek en in de rapportage ook wordt opgenomen hoe het financiële traject vorm moet worden gegeven, dan kan binnen dat kader ook deze motie de steun krijgen van het college. Wethouder VAN DIJK wil stilstaan bij de clusters sociaal en werk en economie en bij de opmerkingen die door de raad in dat kader zijn gemaakt. In het afgelopen jaar hebben ze met elkaar een heleboel plannen vastgesteld. Het gaat om de aanpak van armoede, de bestrijding van dakloosheid – in 6 jaar tijd willen ze 75% minder daklozen dan nu – mensen aan werk helpen, de jeugd, de Wmo, allemaal zaken die unaniem door de raad zijn vastgesteld inclusief het daarbij behorende financiële kader. Met elkaar hebben ze dus afgesproken flink te willen investeren in het sociale domein. Dat hebben ze dit jaar gedaan en ze gaan er volgend jaar mee verder. De vertaling van de unanieme raadsbesluiten is terug te vinden in de begroting van 2008. Hij is teleurgesteld over de opmerking van de fractie van GroenLinks en de opmerking die zij vorige week heeft gemaakt en nu wederom, dat er gekort zou worden, dat er minder geld zou gaan naar de kwetsbaren in de samenleving. Hij heeft vorige week – enigszins boos – uitgelegd dat dat echt onzin is. Hij kan het hele betoog nog eens herhalen, maar verwijst naar het verslag van vorige week. Voor het gemak zegt hij gewoon dat het echt onzin is. Er wordt volgend jaar tonnen extra uitgetrokken om de plannen die ze met elkaar hebben vastgesteld ook te kunnen uitvoeren. Door de fractie van D66 is aangedragen de korting van de Wmo. Volgens hem geeft deze fractie in haar eigen bijdrage het antwoord op die vraag, namelijk dat ze in 2008 niemand, maar dan ook niemand laten voelen dat die korting dan ook ingaat. Ze hebben € 3,5 ton uit de reserve gehaald om het uitgavenniveau met betrekking tot de thuiszorg gewoon in 2008 op hetzelfde peil te houden als in 2007. Niemand merkt dat. Dat neemt niet weg dat ze buitengewoon bezorgd zijn over de korting van € 1,7 miljoen die in het bestuursakkoord vermeld staat. Hij heeft vorige week met staatssecretaris Bussemaker en deze week met de directeur-generaal maatschappelijke ondersteuning afgesproken te kijken wat nu precies de bugs in het model zijn waardoor het voor hen zo onredelijk uitpakt. Dat neemt niet weg dat ze voor 2008 te maken hebben met een eerste korting die ze opvangen, maar dat ze ook in 2008 samen met het ministerie gaan kijken hoe dat nu uitpakt en of het niet anders kan. De fractie van D66 sprak van een sociaal vangnet. Hij denkt dat ze met elkaar in deze stad een goed sociaal vangnet hebben. Daar waar het beter kan hebben ze het afgelopen jaar plannen gemaakt om het te verbeteren. Als je kijkt naar hele praktische zaken – de heer Blom noemde de afsluiting van het water door Vitens – dan geldt hier een hele praktische afspraak. Als iemand van de minima of iemand afgesloten dreigt te worden van water omdat men te weinig geld heeft om te betalen, kan men zich melden bij de Wmo-winkel en indien men ook wil meewerken aan het voorkomen van de inkomensproblemen en het oplossen van schulden die daar vaak mee gepaard gaan, stort de gemeente nog diezelfde middag op de rekening van Vitens het daarbij behorende bedrag. Het is een heel praktisch model waarbij ze ook kijken hoe ze het in andere delen van het land doen. Vitens draagt dat ook bij en draagt dat ook uit. Dat sociaal vangnet is er en het is goed. Maar niet geciteerd op basis van Marx maar gewoon heel praktisch en heel pragmatisch. Dat moet een fractie als D66 wel aanspreken. Een motie van de fractie van GroenLinks gaat over eenzaamheid onder ouderen. Terecht agendeert deze fractie dit. Het is een enorm maatschappelijk probleem, dat het college al eerder heeft onderkend en het heeft in 2005 de GGD gevraagd een onderzoek te doen naar eenzaamheid onder ouderen. Daaruit bleek dat 41% van de ouderen boven de 75 jaar in deze stad in min of meerdere mate te maken heeft met isolement. Soms emotioneel en soms ook gepaard gaand met mobiliteitsproblemen. Er kwamen nog veel meer items uit dat onderzoek. Naast eenzaamheid was dat mantelzorg voor partners en was het ook mobiliteitsproblemen. In een brede setting hebben ze begin dit jaar met ouderen zelf en ouderenbonden gevraagd waar ze ook gegeven de beschikbare ambtelijke capaciteit in 2007 en 2008 hun energie op moeten richten. Daar is uit naar voren gekomen dat ze met name op het item mantelzorg en het item mobiliteitsproblemen
333
dit jaar en volgend jaar inzetten. Dat neemt niet weg dat ze het probleem van eenzaamheid en isolement erkennen en dat ze er iets mee doen, maar de volgorde is eerst mantelzorg en mobiliteitsbeperkingen en vervolgens gaan ze aan de slag met eenzaamheid. De heer VAN DOESUM stelt dat de wethouder het thema beperkt tot ouderen. Ze hebben juist in hun algemene beschouwingen gezegd dat het verschijnsel eenzaamheid zich over alle leeftijdscategorieën uitstrekt. Hij zou graag zien dat de gemeente daar ook over gaat nadenken. Het is prachtig dat er al maatregelen op stapel staan, maar het probleem ligt veel breder dan de wethouder nu doet voorkomen. Wethouder VAN DIJK wil dat niet zo doen voorkomen, want als volgende punt heeft hij staan dat in hun Wmo-beleidsplan dat voor volgende maand op de agenda staat en door het college afgelopen dinsdag is vastgesteld, eenzaamheid als breed probleem in deze samenleving benoemd staat. Die eenzaamheid van ouderen heeft niet alleen te maken met mobiliteitsbeperkingen, maar het begint al vaak op hele jonge leeftijd. Dat heeft in die zin ook een plek gekregen in het Wmo-beleidsplan. Het gaat om de brede aanpak. Ook met de aanbieders, o.a. de welzijnsinstellingen zijn ze in gesprek hoe ze het aanbod van de sociale interventieprogramma’s kunnen verbeteren. Een van de items is ook al financieel in deze begroting geregeld, namelijk het structureel maken van bijvoorbeeld ontmoetingspunten in de wijk. Deze motie is sympathiek, hij is terecht, hij is goed, maar ze zijn er enerzijds al mee bezig, anderzijds zijn ze met de doelgroep al aan de slag om het op een andere manier te doen en lijkt die het college overbodig. De heer VAN DOESUM merkt op dat de wethouder steunpunten in de wijk noemt, waar extra geld voor gekomen is. Hij heeft hem daar uitbundig voor geprezen. Maar dat gaat weer over ouderensteunpunten. Dat gaat niet over jong gehuwden en mensen op studentenleeftijd. Uit onderzoek blijkt dat onder die leeftijdscategorieën eenzaamheid ook een groot probleem aan het worden is. Globaal berekend gaat het over zo’n 11.000 Doetinchemmers van jong tot oud. Over die breedte moeten ze het hebben. Wethouder VAN DIJK antwoordt dat hij niet met de heer Van Doesum van mening verschilt waar het gaat om de ernst van de vraag en dat ze er wat aan moeten doen. Hij noemde als voorbeeld die ouderensteunpunten, maar roept ook in herinnering het structureel maken van beheer voor wijk- en buurtcentra. Daar maken jong en oud gebruik van. Ze verschillen niet van mening over de problematiek en het feit dat ze er iets aan moeten doen. Het staat ook in de plannen waar ze mee bezig zijn, maar een integrale stevige aanpak hebben ze gefaseerd uitgevoerd. Het amendement over de jeugdwerker is een goed amendement wat de strekking betreft. Het college stelt toch voor dit amendement niet aan te nemen om twee redenen. Enerzijds omdat dit vooruit loopt op de op te stellen jeugdagenda. Hij zegt dit mede namens wethouder Van der Meijs, die begin volgend jaar met de raad aan de slag gaat met de jeugdagenda. Daar hoort de afweging ook in thuis of ze kiezen voor een extra jongerenwerker, dan wel een popoefenruimte, dan wel zorgstructuren, dan wel een jeugdhonk en dergelijke. Ten tweede verzet hij zich tegen het aangegeven dekkingsvoorstel. Het zou gehaald moeten worden uit de reserve Wvg/Wmo en gelet op de discussie die hij zo-even gevoerd heeft over de korting op het Wmo-budget wil hij aan een dalend budget niet nog eens extra gaan onttrekken en dan ook nog eens incidenteel. Ze creëren op deze manier weer een nieuw los eindje en volgend jaar moeten ze niet wederom gedwongen worden om dan de dekking uit de reserve Wmo te halen. De heer VAN DOESUM vraagt of hij de uitspraken van de wethouder mag interpreteren als een toezegging dat het gevraagde zal worden opgenomen in de jeugdnota. Wethouder VAN DIJK antwoordt hem dat de inzet van jongerenwerkers natuurlijk deel uitmaakt van de jongerennota. De heer VAN DOESUM vraagt vervolgens of hij het mag opvatten als een toezegging dat er een extra jeugdwerker bij komt. Dat is volgens wethouder VAN DIJK de keuze die hij maakt bij het vaststellen van de jeugdagenda. De heer VAN DOESUM vraagt of hij het goed heeft als hij denkt dat de wethouder zegt dat het college onderkent dat de problematiek onder de jeugd met name in de kern Doetinchem hoge prioriteit heeft. Dat bevestigt wethouder VAN DIJK. Hij vervolgt met het blok werk en economie. Hij wil daarover twee items naar voren brengen. Enerzijds is dat een verklaring voor het feit dat de fractie van GroenLinks gerekend heeft met het feit dat er minder uitgetrokken wordt aan ondersteuning. Hun succesvolle arbeidsreïntegratiebeleid, enerzijds een beleidsmatig succes, anderzijds komt, omdat ze te maken hebben met een aantrekkende economie. Ze profiteren daar dus wel met hun beleid van, ze versterken elkaar daarin. Doetinchem staat aan de top 10 waar het gaat om het duurzaam helpen van mensen aan werk. Daardoor zijn ze volgend jaar € 1,5 miljoen minder kwijt aan uitkeringen. Dat is niet minder ondersteuning van mensen, maar die mensen hebben de ondersteuning van de gemeente niet meer nodig op dat gebied.
334
Ondersteuning en weg naar werk was de ambitie die ze met elkaar hebben vastgelegd in hun reïntegratiebeleid. De € 1,5 miljoen moeten ze voor de helft terugbetalen aan het rijk. En de andere helft zetten ze op hun bankrekening, de reserve Wwb. Dat doen ze omdat, hoewel ze rekening gehouden hebben met 80 ‘generaal pardonners’ in de begroting, ze nog niet exact weten hoeveel ‘generaal pardonners’ er in Doetinchem gehuisvest worden. Omdat ze nog niet exact weten wat de maatregelen in het kader van het anti-armoedebeleid hun gaan kosten, zodat ze daar mogelijkerwijs ook een beroep op kunnen doen. De heer VAN DOESUM meent dat de wethouder wil reageren op wat hij gezegd heeft in zijn tweede instantie over de post bijstandsverlening. Hij heeft nog niet duidelijk gemaakt hoe het kan dat die post zo spectaculair gedaald is. Hij heeft aangegeven dat er minder mensen zijn die bijstand nodig hebben. Maar de daling van die post staat niet in verhouding tot de daling van het aantal mensen dat er gebruik van maakt. Dus de fractie van GroenLinks heeft zorg over de toereikendheid van die post. Ze zijn dus bang dat daarom de reserve waar de wethouder van spreekt al heel snel aangesproken moet worden omdat er veel meer mensen gebruik van gaan maken dan nu in eerste instantie gedacht wordt. En als die reserve gebruikt moet worden, dan blijkt dat ze de storting in de algemene reserve van het overschot uit die bestemmingsreserve eigenlijk achteraf beter niet hadden kunnen doen. Dat is precies wat de fractie van GroenLinks bepleit heeft in eerste instantie om de algemene reserve niet al te zeer op te pompen, maar dat te blijven reserveren in de begroting voor de vele mensen waarvan zij denken dat ze het nodig zullen hebben, inclusief die 80 à 100 gepardonneerde asielzoekers. Wethouder VAN DIJK merkt op met dat laatste rekening te hebben gehouden. Mensen die een beroep doen op een bijstandsuitkering en daar recht op hebben, die krijgen dat ook. Daar bestaat geen verschil van mening over. Ze prijzen zich gelukkig dat de economie aantrekt, dat ze dik anderhalf jaar geleden nog 1100 mensen met een bijstandsuitkering hadden, dat ze nu op 700 tot 750 zitten en volgend jaar willen streven naar vermindering van het aantal bijstandsgerechtigden. Waar dat kan moeten ze dat zeker doen. De heer VAN DOESUM laat weten dat het college voor dat streven hun steun vindt. Maar verstandig begroten is rekening houden met realistische omstandigheden. Ze weten nu dat er in ieder geval 80, misschien 100, misschien nog wel meer mensen meer een beroep zullen doen op de wellicht ook bijzondere bijstand. Waarom wordt dat dan niet meteen meegenomen in de begroting? Waarom dan die schijnmanoeuvre van het op een spaarbankboekje zetten in de reserve waardoor het lijkt alsof die reserve Wwb overmatig groot is en zelfs zo groot dat er een storting kan worden gedaan in de algemene reserve? Om die boekhoudkundige zaak gaat het ook. Daarmee heeft het college naar buiten gebracht dat die algemene reserve wel voldoende op peil gebracht wordt in de loop der jaren. Als je het werkelijk doorgrondt, blijkt dat daar nog best wat kanttekeningen bij te plaatsen zijn. Wethouder VAN DIJK snapt hem op dit punt niet. Ze hebben gerekend met een realistische aanname van het aantal mensen dat is aangewezen op een bijstandsuitkering. Er is rekening gehouden met een aantal ‘generaal pardonners’ waarvan ze nu inschatten dat die er in ieder geval in Doetinchem voor in aanmerking komen. Daarnaast hanteren ze gewoon de begrotingsspelregels zoals die ook door de raad zijn vastgesteld. Dat betekent dat als reserves overmatig groot worden, dat het dan overvloeit naar de algemene reserve. Dat zegt helemaal niets over de kwaliteit van dienstverlening aan de mensen die een beroep daarop moeten doen. Dat is gegarandeerd in de beleidsdocumenten die hij in eerste instantie met de raad heeft gedeeld en die unaniem door de raad zijn vastgesteld. Waar het gaat om dienstverlening aan mensen inclusief de daarbij behorende budgetten is dat gewoon gehanteerd volgens hun begrotingsspelregels. De heer VAN DOESUM merkt op dat ze in de jaarrekening zullen zien of deze begrotingspost toereikend is geweest. Dan hervatten ze de discussie. Ander onderwerp dat wethouder VAN DIJK aansnijdt op gebied van werk en economie is, dat het college echt heeft gekozen werkt te maken van regionaal arbeidsmarktbeleid. Doetinchem is daarin trekker voor de Achterhoek. Dat betekent dat ze met Achterhoekse gemeenten, uitkeringsinstellingen, sociale diensten, maar ook het onderwijs en de Kamer van Koophandel daar het komende jaar met elkaar over komen te spreken. En dat om die mensen waar hij het zo-even over had en die een nog grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben nog meer toe te rusten om hun ambitieuze doelstellingen op dat terrein te halen. Waar de heer Blom het had over citymanagement zegt hij toe dat ze daar in de decemberraad over komen te spreken. Dat voorstel is nu klaar voor bespreking, zodat het ook met ingang van januari 2008 in kan gaan. Mevrouw Berens had het over de rol van het college en de rol van de raad en van hun allen in de gemeente en de gemeenschap. Hij denkt dat het een belangrijke zaak
335
is, want wat ze hier ook met elkaar beslissen, uiteindelijk doen ze heel veel met elkaar, met heel veel vrijwilligersorganisaties. Zie de motie van de CDA-fractie, zie ook de professionele organisaties als de welzijnsinstellingen, de thuiszorgorganisaties en het bedrijfsleven met wie ze enorme slagen aan het slaan zijn. Dan merkt hij dat er daadkracht ervaren wordt, maar dat er ook vooral draagvlak ervaren wordt. Daardoor kunnen hun maatregelen in de praktijk ook tot resultaat komen. Daar gaat het hen om. De heer BLOM herinnert de wethouder eraan dat hij niet is ingegaan op de halvering van de bijdrage aan het bedrijvenpark van Wijnbergen. Hij heeft hem er in zijn tweede instantie expliciet voor uitgenodigd om er alsnog op in te gaan, maar hij hoort het nu nog niet. Hij wil er graag weten waarom dat is en wat de meerwaarde ervan is. Wethouder Van DIJK begrijpt de vraag zo dat de heer Blom zegt dat er blijkbaar een mindere bijdrage is aan de parkmanagementorganisatie. Dit is voor zover hem bekend geen bewuste beleidskeuze behalve waar het gaat om onderhoud van groen, maar dat zat niet in de begroting, dus dat kan het niet zijn. Hij moet het antwoord schuldig blijven en zal later met een nadere onderbouwing komen. De VOORZITTER vult aan dat later betekent dat de wethouder schriftelijk ingaat op deze vraag. Wethouder VAN DER MEIJS zal in haar reactie ingaan op de vragen van de raad, geclusterd rond mobiliteit, jeugd, onderwijs en daarnaast de reactie van het college geven op de moties voor zover die haar portefeuille betreffen. Ten aanzien van mobiliteit is het motto van dit college AANPAKKEN. Dat heeft geresulteerd in de vaststelling van de mobiliteitsvisie en zal ook resulteren in de uitvoeringsopdracht die het college de volgende week of de week daarna zal vaststellen. Daarin wordt duidelijk gemaakt wat in 2010 aan het einde van deze raadsperiode gebeurd moet zijn aan plannen maken, maar vooral aan dingen buiten op straat. Waar staan ze dan en wat moeten ze daar elk jaar voor doen en wat is daarvoor nodig aan geld en menskracht? Dat komt begin volgend jaar richting raad. Dan gaat het niet alleen om mobiliteit in Doetinchem. Doetinchem is geen eiland, het is ook de centrumgemeente in de Achterhoek en voor de Achterhoek is het van het grootste belang dat de A18 doorgetrokken wordt richting Enschede Dat zijn alle gemeenten binnen die regio van mening. Ze begrijpt de oproep van de VVD-fractie dat vooral het bedrijfsleven in deze regio de indruk heeft dat de Regio Achterhoek hier niet de regie op voert. Ze hebben gisteren met de wethouders verkeer en vervoer uit de regio hierover gesproken en daar ook het lid van het db dat die commissie voorzat dringend verzicht om in de richting van de gedeputeerde aan te geven voor het overleg dat de regio wat dat betreft pal achter de gedachte staat om de A18 uit te breiden. Ze heeft begrepen van de fractie van D66 dat ze virtueel contact gaat zoeken met de voorzitter van de regio om hem te vragen de oproep van de raad ter harte te nemen en dit ook buitengewoon te doen. De heer BLOM wil dat liever digitaal dan virtueel. De heer VAN DOESUM wil de wethouder meegeven dat als ze die oproep plaats aan de voorzitter van de Regio Achterhoek dat ze dat mag doen voor de gehele raad, minus de fractie van GroenLinks. Wethouder VAN DER MEIJS heeft het genoteerd en zal dat digitaal vastleggen. Ze heeft het met de heer Van Doesum vaker gehad over de problematiek van de fietskelder en het gratis maken ervan. Ze staat sympathiek tegenover het punt hoe je om moet gaan met fietsparkeerplekken in de stad, bewaakt dan wel onbewaakt. Moeten die gratis of moet dat betaald zijn? Ze vindt dit een item dat ze in 2008 moeten opnemen als ze de fietsnota gaan bekijken, wat een praktisch document gaat worden over wat ze kunnen gaan doen om het fietsverkeer in Doetinchem in ieder geval op het hoge niveau te houden, zo niet te verbeteren. Ze wil daarop inzetten. Het staat op de agenda bij de fietsnota. Op de motie zal ze later nog terugkomen. De fractie van GroenLinks heeft het over het openbaar vervoer en de rol van Syntus hierin. Daar hebben ze het gisteren ook over gehad. Ze kan mededelen dat er gelden voor openbaar vervoer zijn binnen de regio, die komen uit de gelden van de regiotaxi en die kunnen verdeeld worden over projecten binnen de regio. Er is daar een aantal projecten voor aangewezen. Er was geld over en ze heeft voorgesteld aan de regiogemeenten om dat geld (€ 5 tot € 6 ton) te oormerken voor allerlei dingen die te maken hebben met de versterking van de spoorlijn Winterswijk-Arnhem. Dat kan gaan om stationsomgevingen, dat kan gaan om een uitgebreidere parkeergelegenheid bij station Wehl waardoor mensen daar hun auto kunnen parkeren en met de trein naar Arnhem kunnen gaan. Dat kan ook gaan naar onderzoeken die er nodig zijn om te kijken of bestemmingsplannen gewijzigd kunnen worden waardoor dubbel spoor mogelijk is. Samen met haar collega uit Berkelland heeft ze deze move gedaan om je toch als regio heel erg sterk te maken voor het spoorverkeer. Naar de fractie van GroenLinks toe
336
merkt ze op dat de twee wethouders die zich hier sterk voor maken beiden van de VVD zijn en dat het hun zeer aan het hart gaat. De openbaar vervoerverbinding is erg belangrijk voor de ontwikkeling van de regio. Ze vindt dat daar vanuit regioverband sterk op ingezet moet worden. Het verschil dat de fractie van GroenLinks ziet dat in 2008 € 200.000 meer wordt uitgegeven aan verkeer dan in 2007, is de € 200.000 structureel extra die voor het mobiliteitsplan bedoeld is. De heer VAN DOESUM heeft in de begroting gelezen dat er € 200.000 is voor verkeersmaatregelen en € 200.000 voor nieuw beleid. Wethouder VAN DER MEIJS ontkent dat. In de begroting staat dat er € 769.000 wordt uitgegeven. Dat is € 200.000 meer dan in 2007 en de uitleg is dat het de € 200.000 is voor het mobiliteitsplan. De heer VAN DOESUM vraagt of er dan geen geld is voor de overige verkeersmaatregelen zoals die altijd in de begroting staan. Wethouder VAN DER MEIJS zegt dat het wel zo is. Het is een rekenkundig iets. Ze kan dat heel goed uitleggen. Voor verkeersmaatregelen is er afgerond € 580.000, boven op de € 200.000 voor het mobiliteitsplan en dat maakt totaal de € 769.000. De heer VAN DOESUM merkt op dat dit voorval illustreert dat het lezen van de begroting en het interpreteren van die gegevens toch een ingewikkelder zaak is dan ze soms denken. Heel veel van de vragen die gesteld zijn over de begroting hebben ook die achtergrond. Hij pleit ervoor voor de volgende keer de fase van de vraagstelling wat langer te doen en wat serieuzer te nemen. Hij heeft de indruk als hij de antwoorden leest dat degenen die de antwoorden hebben geconcipieerd een cursus bij jantjevan-leiden hebben gevolgd. Dit soort discussies is daar een gevolg van. Wethouder VAN DER MEIJS noemt het een simpele uitleg en geen discussie, maar ze neemt notie van zijn opmerkingen. Door alle fracties is wel iets over de jeugd gezegd. En daaruit blijkt dat de jeugd hoog op de agenda staat en ook zeer hoog bij het college. Een heleboel opmerkingen die ze hebben meegekregen zijn al besproken in het kader van de agenda die de raad krijgt en dat wordt begin volgend jaar, omdat ze heel veel willen meenemen. Het scheelt de raad een hoop opmerkingen. Amenderen kan altijd. Ze vindt het zinnig en is heel blij met de opmerkingen vanuit de raad. Ze hebben gekeken dat daar duidelijk in moet staan hoe ze met opvoedingsondersteuning omgaan. Het is zo’n belangrijke voorziening in de wijken op zeer laagdrempelig niveau dat ze echt willen kijken hoe ze daarmee omgaan. Ze willen de jeugd in De Huet bezien in relatie tot het buurtwerk. Kunnen ze daar kijken met een regiemodel als pilot of er mogelijkheden zijn om de problemen daar aan te pakken? In samenhang met de evaluatie van de brede school zullen ze dat behandelen. Als je het hebt over intensivering van jeugdbeleid op wijkniveau hangt dat nauw samen met het instrument brede school dat ook in die wijken plaats vindt. Ze hoopt dat het dan een hele interessante discussie wordt. Vooruitlopend daarop heeft ze het ook al gehad over de jeugdinzet, dus hoe ze met de vertegenwoordigingen van de jeugd omgaan. De raad heeft al een uitnodig ontvangen over weer een soort informatieavond met de jeugd. Er is iemand bezig met een website en daar wil de gemeente in participeren. Alle opmerkingen neemt ze ter harte en probeert die te verwerken in de jeugdagenda. De evaluatie brede school komt er aan en daarvoor stelt de raad vandaag vast dat er € 50.000 per jaar voor wordt gereserveerd, zodat ze ook echt dingen kunnen gaan aanpakken. De fractie van D66 heeft het gehad over afvalinzameling met diftar. Daar is volgens haar nooit voor gekozen door deze raad. Als de fractie van D66 denkt dat dat een goed plan is, daagt ze deze fractie uit om daar een raadsmeerderheid voor te vinden en een bijbehorend financieel plaatje. Het laatste punt betreft onderwijs en de opmerkingen die gemaakt zijn door de fractie van D66 over de praktijkschool. De toon die deze fractie hierbij had begrijpt ze en die kwam voort uit de bijzondere zorg voor de huisvesting van die school. Ze heeft die zorg al vaker van de fractievoorzitter van D66 gehoord en die zorg deelt ze en ook de raad deelt die zorg. De fractie van D66 heeft het over het beantwoorden van vragen van die fractie door de wethouder in de krant. De vragen die haar door de krant gesteld zijn, heeft ze beantwoord, maar dat is bij lange na niet de strekking van de informatie die de raad in de commissie heeft ontvangen, waarbij ze ook aan de fractie van D66 gevraagd heeft – en ze hoopt dat daarmee ook de vragen van D66 zijn beantwoord – en waarbij de fractievoorzitter van D66 instemmend heeft geknikt. Dus dat wil ze weerleggen. De heer BLOM zegt in zijn algemene beschouwingen in de eerste termijn vragen te hebben gesteld en ze hebben geen beantwoording op die vragen gekregen. Ze hebben de antwoorden op de vragen die daar gesteld zijn via de krant moeten horen. Dat verbaast hem zeer. Wethouder VAN DER MEIJS antwoordt dat de vragen die de fractie van D66 stelde overeen kwamen met de vragen die ze eerder hadden gesteld. Ze neemt kennis van de bezorgdheid die de hele raad aangaat. Ze heeft ook toegezegd, gezien de gesprekken die er lopen,
337
hier uitgebreid op terug te komen in de eerstvolgende commissie beleidsevaluatie. Ze is uiteraard altijd bereid en biedt zich ter plekke aan om daarover met de fractie van D66 van gedachte te wisselen in de fractievergadering. Dit aanbod wordt door de heer BLOM gaarne aanvaard. Wethouder VAN DER MEIJS ontraadt de motie nummer 8 over Perlstein. De reden is dat de kosten worden ontleend aan de fietsenstalling Perlstein. Dat zit al integraal in de begroting. Als ze dat er uit halen hebben ze een probleem in de begroting. Om die reden doet ze ook de toezegging dat ze dat in de fietsnota meenemen die volgend jaar ontwikkeld gaat worden. De heer VAN DOESUM vraagt of als er een andere dekking zou staan, dat de wethouder de motie dan wel zou accepteren. Daarnaast wil hij graag weten of het niet van heel veel belang is om nu de bevolking gewend is aan die gratis bewaakte fietsenstalling continuïteit na te streven. Ze zijn bang dat straks de gewoontevorming weg is en ze weer van voor af aan kunnen beginnen met de bevolking te wijzen op deze mogelijkheid. Zolang tot de fietsnota uitkomt kan de bevolking wellicht niet wachten. Wethouder VAN DER MEIJS wijst de heer Van Doesum erop dat het gratis maken van de fietsenstalling de bedoeling is geweest van het college en de raad om bekendheid te geven aan de fietsenstalling. Die bekendheid is nu vergroot. De afspraak is gemaakt om dan weer te tariferen omdat het bij de andere fietsenstalling ook goed werkt. Daar wordt gebruik van gemaakt. Die kent men, zet er de fiets neer en betaalt er een klein bedrag voor. Dat is de afspraak. De bekendheid is vergroot en nu gaan ze die gewoon net als de andere fietsenstalling ook betaald maken. Als de heer Van Doesum de raad meekrijgt voor een andere dekking, dan is dat aan de raad. Ze ontraadt dit omdat de afspraak is dat er bekendheid gegeven zou worden aan die fietsenstalling als het gratis was. Hij is nu meer bekend en er moet nu weer betaald worden, zoals is afgesproken. De hele discussie over wel of niet betaalde fietsenstallingen wil ze graag breder trekken in het kader van de fietsnota. De heer VAN DOESUM laat weten dat het hem niet gelukt is om een set cijfers tevoorschijn te halen over het gratis gebruik van deze faciliteit. Hij heeft daar al geruime tijd geleden om gevraagd en het is tot aan deze vergadering niet gelukt om een lijstje te maken hoeveel mensen er voor de instelling van het experiment en hoeveel mensen na het experiment gebruik gemaakt hebben van deze mogelijkheid. Hij heeft zelf verschillende keren gebruik gemaakt van die kelder en gepraat met de beheerder. Hij heeft zijn administratie gezien. Die liet al vanaf het begin van het gratis experiment zien dat er een geweldige toename was van het gebruik van die kelder. Hun zorg is dat de mooie gewoonte die er nu gevormd is weer langzaam zal verwateren nu alles weer wordt teruggedraaid. De VOORZITTER vraagt hem de interrupties kort te houden en niet anekdotisch te laten worden. De heer VAN DOESUM antwoordt dat te doen omdat de wethouder er niet in geslaagd is hem cijfers te geven hoewel hij ze tot twee keer toe netjes gevraagd heeft. De VOORZITTER laat weten dat soms iets is zoals het is. Daar is dan niets aan te doen. Hij zal later nog op informatievoorziening terugkomen. Mevrouw BERENS laat weten ook regelmatig in de fietsenkelder te parkeren en te zien dat er een toename is. Het heeft ook heel ruim in de krant gestaan dat het gratis is. Voor zover haar bekend is heeft ze voor die tijd maar € 0,30 betaald als ze kwam parkeren, dus dat valt ook wel mee. Wethouder VAN DER MEIJS vervolgt met motie 9, waarvan het de fractie van GroenLinks niet zal verbazen dat ze deze motie overneemt. Ze gaat weer digitaal bij de voorzitter van de regio aandringen. Vanuit de regiocommissie is al gezegd dat wat dat betreft Syntus een goede rol heeft. Ze kunnen zich niet mengen in de concessiediscussie die bij de provincie speelt, maar het heeft zeer zeker de aandacht van het college, maar ook van de regiocommissie verkeer en vervoer. Deze motie zal ze onverkort overnemen. Over de motie nr 10 van de fractie van D66 over digitale dienstverlening zegt ze bij streepje 1 en streepje 2 dat als de raad alles alleen maar digitaal wil, hij dat kan krijgen. Wat bij het derde streepje staat is per 1 januari waarschijnlijk al zo ver, namelijk een internetaansluiting in de raad, alleen zitten ze nog met de beveiligingen. Het streven is om in 2008 internetverbinding hier in de raadszaal te hebben. Dus nummer 3 is overbodig. Als de raad zegt dat ze niets meer op papier willen hebben maar alles digitaal, dan kan dat. Daar moet de raad zich dan over uitspreken. Ze eindigt met de wens dat ze met elkaar voor Doetinchem heel veel moois tot stand kunnen brengen en wat haar betreft op het gebied van jeugd een heleboel kunnen doen, maar ook ten aanzien van de mobiliteit, dat de mensen in de stad echt iets gaan merken, nog steeds merken en nog meer gaan merken dat er heel hard wordt gewerkt. De VOORZITTER haakt hierop in naar aanleiding van een interruptieopmerking van de heer Van Doesum over de tevredenheid en ontevredenheid over de informatietoelevering, zowel wat betreft tijd als wat betreft de hoeveelheid, volledigheid en kwaliteit ervan. Hij proeft bij hem een
338
zeker ongenoegen. Hij kan die projecteren op het college, maar hij verzoekt hem niet de medewerkers erbij te halen. Als die al cursussen volgen, dan zijn dat niet de cursussen die hij bedoelt. Hij vraagt hem er rechtstreeks het college op aan te spreken. Daar zijn ze mans/vrouws genoeg voor. De heer VAN DOESUM antwoordt hem dat hij het woord medewerkers niet heeft gebruikt. Hij heeft degenen die verantwoordelijk zijn voor deze antwoorden verweten dat ze onvoldoende kwaliteit hebben. De VOORZITTER stelt dat iedereen weet dat de collegeleden die antwoorden niet zelf geschreven hebben, dus dat suggereert iets. Het college neemt het op voor de mensen die zich hier niet kunnen verdedigen. Daar staat het college hier voor. Dus hij verzoekt hem bij dit soort opmerkingen het college aan te spreken. Wethouder VAN DIJK geeft een toelichting bij het antwoord op de vraag van de fractie van D66 over de halvering van de gemeentelijke bijdrage aan de managementorganisatie van Wijnbergen. Er is een aparte stichting voor opgericht, de SBWW. Enerzijds wordt dat fonds gevoed door een bijdrage van de ondernemers zelf en de gemeente verdubbelt dat met een maximum van destijds ƒ 600.000 per jaar. Dat wordt bekostigd vanuit de grondexploitatie. Daar is niets in veranderd. De gemeente komt die afspraken gewoon na. In die zin is er geen sprake van de halvering van de gemeentelijke bijdrage aan de parkmanagementorganisatie. Dat gaat gewoon door. Mogelijk heeft de fractie van D66 het wel over de discussie die hij net aanhaalde en waar momenteel nog over gesproken wordt met betrekking tot het groenbeheer. Dat heeft echter geen relatie met deze begroting. In die zin komt de gemeente in deze begroting ook haar afspraken na. Dit antwoord wordt op papier uitgedeeld. Wethouder DRENTH wil allereerst ingaan op het hebben van visie en hoe je ertoe komt en of je in staat bent tot nieuw beleid. Hij vindt het geen schande als hij staand beleid van voorgangers overneemt als zijnde goed beleid en uitvoering. Dat staat ook in het coalitieakkoord. Hij is er groot voorstander van om niet telkens alles overnieuw te doen. Als het wiel is uitgevonden moet je er gebruik van maken. Dat neemt niet weg dat het wiel wel onderhoud nodig heeft. Daar zal hij op terugkomen naar aanleiding van opmerking vanuit de DSD-fractie. Visie heb je naast dat beleid wel degelijk ook. Hij wil een duidelijk onderscheid maken tussen het hebben van geen enkele visie en verschil van mening hebben over wat de juiste visie is. Hij voelt zich geraakt als men zegt dat hij geen visie heeft en hij verwacht een spannend debat als je zegt een verschillende visie te hebben. Dit debat is volgens hem niet bedoeld om het over verschil in visie te hebben en wat daaruit voort zou kunnen komen, maar hij wil het hier wel gezegd hebben. Toen hij vanmorgen voor de kast stond en kon kiezen wat hij aan zou doen, besloot hij een rode stropdas om te doen. Niet vanuit een oogpunt van links en rechts, maar wel vanuit het vraagstuk dat je hem kunt gebruiken als een rode lap en dan kan het gaan escaleren. Je kunt hem ook gebruiken als een rode lopen om naar elkaar uit te leggen. Ondanks dat het debat aan het begin van de middag een heleboel kansen gaf om hem als een rode lap te gebruiken, wil hij hem vooral als rode loper gebruiken. Van verschillende kanten kwamen er vragen en opmerkingen over de toekomst van onze stad. Hij citeert uit de begroting dat ze willen werken aan een solide Doetinchem ‘solide bouwen aan de toekomst’. Solide is hier niet bedoeld als constructief goed. Het gaat om de samenleving. Hij komt dan bij de lijn die de heren Wubbels en Bos noemden en die hij ook terug zag in moties van de CDA-fractie en in vragen van andere fracties. Het is goed om met elkaar blijvend in gesprek te zijn over de kant die ze op moeten gaan. De voorliggende begroting biedt de mogelijkheid om het komend jaar uitgebreid te praten over welstand, waar een nieuwe nota voor moet komen, cultuurhistorisch beleid, waar weer iets aan gedaan moet worden. Wat moet er gedaan worden nadat De Schil en Wijnbergen gerealiseerd zijn, hoe moet de stad zich ontwikkelen en wat doen ze met de kerkdorpen? Ze gaan het dit jaar hebben over volkshuisvesting. Ze moeten komen tot nieuwe afspraken met de corporatie Sité, maar ook met de Woningstichting Dinxperlo en Vestia. Hoe gaan ze om met het huisvesten van mensen die een zetje in de rug nodig hebben? Hij bedoelt dan niet alleen gepardonneerden of asielzoekers, maar ook mensen die in scheiding liggen of jongeren die behoefte hebben aan een betaalbare woning, misschien alleen een kamer en niet een heel huis. Dat kan je in snippers gebruiken en daar over spreken. Een aantal andere onderwerpen van die discussie zijn vandaag ook langsgekomen: jeugd, dienstverlening. Hij is het hartgrondig met de heer Wubbels eens dat het van groot belang is dat de raad als ook zijn volksvertegenwoordiger nadenkt over de kant waarop ze gaan met de stad, met het buitengebied en de dorpen vanuit het oogpunt dat bouwen meer is
339
dan stenen stapelen alleen. Het gaat om de samenleving, de mensen waarvoor je het doet. Woningbouw is slechts een middel en geen doel. Het is goed om daarmee bezig te zijn, maar de vraag is hoe breed je dat moet doen en hoe je dat het beste kunt oppakken. Hij wil daarin de volgende handreiking doen. Misschien is het aardig om met twee of drie raadsleden samen te kijken of ze een of twee bijeenkomsten zouden kunnen voorbereiden om samen misschien wel voor een deel buiten dit huis ergens op locatie wat dingen te bekijken en aan visievorming te doen waarmee ook een agenda kan worden gemaakt rondom kaderstelling. Dan wel vanuit het reeds genoemde perspectief dat je een goed wiel niet opnieuw moet willen uitvinden. Maar een wiel heeft onderhoud nodig en daar moet je met elkaar uitdrukkelijk aan werken. Dus niet iets stilzetten, maar vanuit het vastgestelde beleid verder kijken wat je daarmee zou kunnen doen. Misschien is het vreemd als een lid van het college dat met enkele raadsleden samen zou gaan doen, maar het kan een heel inhoudelijke dag met elkaar worden. Hij wil niet opnieuw de discussie aangaan over groen en natuur, buiten dat hij in zijn eerste termijn ook nadrukkelijk bedoeld had om een handreiking te maken. Laten we de juridische kant ervan bij het juridische houden. De raad heeft vanmorgen in de krant kunnen lezen dat het college er iets over besloten heeft. Dat komt in december in de commissie en mogelijk de raad. Hij wil met de raad een open gesprek aangaan hoe ze daarmee om gaan. Als het in de eerste beantwoording niet duidelijk is geworden, wil hij nogmaals uitdrukkelijk zeggen dat ze de inhoud en de juridische vertaling ervan even moeten losknippen als ze het daar over hebben, want hij vindt het onderwerp zo vreselijk belangrijk voor de stad. De heer VAN DOESUM wil de wethouder van harte steunen in zijn streven om van Doetinchem een mooie groene stad te maken. Maar in de juridische kant zit nu net de kwintessens. Waarom heeft de provincie de gemeente Doetinchem teruggefloten in het bestemmingsplan Vijverberg-Rekhemseweg? Omdat ze in de definitie van wat groen is en de definitie van wat natuur is niet genoeg hebben aangegeven hoe ze de natuur denken te beschermen. Het is wel degelijk belangrijk om je druk te maken om de juridische omschrijvingen en definities die je in je plankaarten hanteert. Wethouder DRENTH merkt op dat dit precies het type discussie is wat hij bedoelde en wat hij in het kader van de begroting ontzettend jammer vindt om te voeren. Sommigen hebben hem ook wel verweten dat hij misschien een wat rozige bril heeft, maar hij zou heel graag met elkaar die juridische discussie op het ene moment willen voeren, maar het er samen eens over hebben welke kant ze verder op willen. Welke bakens wil de raad als volksvertegenwoordigers zetten naar de toekomst toe op basis van het vastgestelde beleid? Daar hoort ook deze discussie bij, maar laten ze niet in die discussie blijven hangen, maar vooral ook bezig zijn om dingen buiten te doen. Hij vindt dat zijn opdracht en ziet dat als daadkracht naast visie. Ze moeten het over de visie voor de komende periode hebben, maar ze moeten zich niet laten hinderen om tot daadkracht te komen. Dat hoort hij veel van mensen in de stad en de dorpen. Het is goed om het te hebben over waar je naartoe wilt, maar het is ook heel goed om een aantal dingen gewoon te doen. Daarom gaat hij niet nu die discussie aan, want hij wil juist samen optrekken, zeker op dit wezenlijk onderscheidende punt voor onze gemeente. Hij proefde en wil in elk geval in de tweede termijn absoluut van een aantal fracties die handreiking proeven om daar ook een stap in te zetten. Die handschoen zal hij graag oppakken. Dan is het wellicht monistisch om voor te stellen in kleiner verband een en ander voor te bereiden. Dat hoort hij dan wel weer terug van de raad. De heer VAN DOESUM meent dat de wethouder de indruk wekte alsof juridische zaken een onbelangrijk detail waren. Hij heeft dat nu rechtgezet en hij is hem daar dankbaar voor. Wethouder DRENTH vervolgt met de motie van de CDA-fractie over het woningbouwprogramma en de keuzes die gemaakt zijn. Het college zou deze motie erg graag overnemen omdat het van belang is daar uitdrukkelijk met elkaar mee bezig te zijn en ook particulier opdrachtgeverschap verder te bekijken dan alleen maar de standaardinvulling van vrije bouwkavels. Hij wil in het verlengde van wat hij zei daarin niet al te hoge verwachtingen wekken. Er is al een aantal vlekken met woningbouwlocaties onderweg. Daar zijn besluiten voor en afspraken over met marktpartijen. Hij hoopt dat de raad het college niet kwalijk neemt dat het bestaande contracten niet open gaat breken, wat vertraging tot gevolg heeft. Maar een locatie waar deze zaken uitdrukkelijk een rol zouden kunnen spelen is bij de invulling van Wehl-Zuid. Daar zijn ze helemaal aan het begin en ziet hij goede mogelijkheden om dat te doen en voor een deel zijn er ook al eerste verkennende gesprekken met bouwers over geweest. Bij de motie 6 van de fractie van GroenLinks zegt hij dat het verplaatsen van bedrijven en ook financiële zaken daarbij een rol laten spelen iets is wat in het verborgene gebeurt. Recent hebben ze daar in de krant het een en ander over kunnen lezen, bijvoorbeeld de verhuizing van
340
Tenback maar er spelen veel meer zaken en een aantal zijn daar ook bij gelukt. Dat zijn zaken die hij niet op voorhand met de raad kan bespreken. Hij kan wel in een besloten sessie voor de raad inzichtelijk maken wat er allemaal gebeurt. Daar gaat heel wat ambtelijke capaciteit in zitten, ook vrij recent nog. Hij kan daar echter niet in de openbaarheid over spreken. Als hij het heeft over het verplaatsen van een bedrijf, dan ligt alles gelijk op straat en gaat het zijn eigen leven leiden en dat doet de kans van slagen ontzettend afnemen. Het college heeft echter geen enkele behoefte om ergens geheimzinnig over te doen. Hij wil met alle plezier inzichtelijk maken wat daar de laatste twee jaar aan gedaan is. Daar heeft hij direct zicht op. Hij kan ook aangeven waar het niet gelukt is en waarom niet en waar ze op dit moment mee bezig zijn. Hij raadt de raad dringend af om met voorstellen te komen hoe daarmee om te gaan, want dan is 90% van de bedrijfsverplaatsingen bij voorbaat al mislukt. Dat ligt heel gevoelig. Ze zijn het dus eens met de intentie van wat er staat, maar om het in de openbaarheid te doen, dat schaadt de kans van slagen. De heer VAN DOESUM kan in de tekst niet vinden waar gepleit wordt voor openbaarheid. Wethouder DRENTH reageert dat de ambtelijke capaciteit al wordt vrijgemaakt. Voorbereiding en begeleiding van bedrijfsverplaatsingen gebeurt op grote schaal. Maar de fractie van GroenLinks komt met deze motie, waarbij hij het gevoel heeft dat de fractie denkt dat het niet gebeurt. Het venijn zit in de staart: ‘daarvoor met voorstellen te komen’. Als hij de raad voorstellen voorlegt dan zijn die in de openbaarheid, want hij heeft voor het inzetten van die dingen de instemming van de raad als bestuursopdracht niet nodig. Het zit in deze begroting verwerkt. De heer VAN DOESUM noemt het een taalkundige kwestie. Met voorstellen komen om de ambtelijke capaciteit vrij te maken. De wethouder zegt dat dit al gebeurt. Wat dat betreft vindt wethouder DRENTH de motie overbodig. Hij begrijpt de zorg van de heer Van Doesum en deelt die ook. Het lijkt hem goed als ze daar in vertrouwelijkheid eens wat dieper op in gaan, zodat die ook het beeld heeft en het gevoel krijgt dat er hard aan gewerkt wordt met overigens wisselend succes, maar dat het wel degelijk aan de orde is. De heer VAN DOESUM geeft te kennen dat na deze uitleg de motie ingetrokken kan worden. Wethouder DRENTH zegt dat hij het eerste gedachtestreepje in de motie over Dichteren opvat als een oproep aan het college om alle gemaakte afspraken in het gehele traject in de realisatie van Dichteren die helaas wat langer heeft geduurd dan iedereen van tevoren gedacht had, na te komen. Hij leest deze motie als een aansporing in zijn richting om de archieven goed na te checken of dat zo is. Die afspraken behoren in de grondexploitatie te zitten, dus dat is een dekking die daarbij behoort. Iets anders is de evaluatie. Een evaluatie behoort niet tot de grondexploitatie. Hij vindt het een hele goede zaak om daarvoor de VAC te vragen. Hij kent de organisatie als een die het op een hele goede manier zou kunnen en willen doen. Ze hebben het dan niet over al te grote bedragen. Hij heeft dit niet overlegd met zijn collega van financiën. Mevrouw Van der Meijs zal het niet leuk vinden als hij een paar duizend euro uit de post grondexploitatie haalt, maat het lijkt hem goed om het daaruit te financieren, maar om met een begrotingswijziging te komen om die evaluatie te gaan doen lijkt hem wat overdone. Mevrouw BERENS zegt niet alles in de motie te kunnen verwerken, maar in het verleden was ze zover dat de provincie een potje beschikbaar had voor die evaluatie. Er zijn wat organisaties die het evalueren van dit beleid stimuleren en daar geld voor beschikbaar stellen. Als het nodig mocht zijn wil ze daar wel eens achteraan gaan. Wethouder DRENTH antwoordt haar dat als ze ergens fondsen weet, hij zich daar altijd voor beschikbaar houdt. Ze hebben ook iemand in dienst genomen die als hoofd- en enige taak heeft om dat soort bronnen aan te boren. Het lukt ook op grote schaal. Hij verwacht dat de voorzitter ook nog iets zal zeggen over de laatste resultaten op dat gebied. De heer WUBBELS heeft nog een vraag over deze motie. De wethouder heeft zich niet uitgelaten over de vraag of er budget gereserveerd zal worden, maar heeft wel een aantal toezeggingen gedaan. Hij vraagt of dat betekent dat die motie nu ingetrokken wordt. De VOORZITTER vraagt mevrouw Berens of de motie op grond van de interactie tussen haar en de wethouder nu kan worden ingetrokken. Mevrouw BERENS laat weten dat als er een opening is om ook die evaluatie te kunnen doen en ze zo nodig samen budget gaan zoeken als dat nog nodig is, de motie kan worden ingetrokken. Ze hebben niet zozeer een motie nodig dan wel dat wat al twee keer eerder is toegezegd ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. De motie M1 wordt ingetrokken. De VOORZITTER wil graag op vier onderwerpen ingaan. Over een onderwerp heeft de raad niet gesproken. Op de tafel ligt bij de raad een brief van het college van GS. Er is vanmorgen een bijeenkomst geweest van de portefeuillehouders van het stedenbeleid. Daarbij is kenbaar
341
gemaakt wat de voorlopige verdeling is van de middelen in het kader van het grote en kleine stedenbeleid. Dit is nog niet het laatste woord dat er over gezegd is, maar de gemeente Doetinchem krijgt voor de sleutelprojecten en voor wijkwerk ongeveer 2/3e, dat is bijna € 10 miljoen van wat gevraagd is. Dat is vanmiddag om twaalf uur publiek gemaakt. De heer WUBBELS heeft de notitie gelezen en hij vond het heel plezierig om hem te (kunnen) lezen. Dat betekent dat ze snel en goed geïnformeerd worden. Wat hem bezig hield was de vraag wat de betrokkenheid van de raad was bij de totstandkoming van de inhoud van de aanvraag en hoe de rest er uit ziet. Dat is ook een punt dat GS van belang vindt. De VOORZITTER geeft te kennen dat de gedeputeerde bij herhaling ook vanmorgen weer heeft aangedrongen op het feit dat GS zeggen dat je pas een stadscontract kunt gaan sluiten, de formele afronding, als ze de zekerheid hebben dat er ook een democratische legitimatie is. Dat betekent dus dat het college nog in gesprek gaat over wat nu voor ligt, want het moet ook wel het fiat en draagvlek krijgen van de raad. Ze hebben er alle vertrouwen in dat ze zowel voor de bijdrage voor de sleutelprojecten als voor de wijkprojecten overeenstemming met de raad zullen krijgen. Dat traject loopt nu. De heer WUBBELS concludeert dat dit dus achteraf gebeurt. Er is over de inhoud al gesproken en onderhandeld met de provincie en nu pas komt de raad aan bod om te kijken of ze het van belang vinden dat het project De Schil in dat kader alles bepalend gaat worden. De VOORZITTER vindt dat je wel iets moet hebben om over te praten, anders ben je met de raad alleen maar speculatief bezig. De handtekening wordt echter pas gezet ook door de provincie, als wordt aangetoond dat de raad van de desbetreffende gemeente het voorstel steunt. Omdat het gaat over toekenning van programma’s heeft de raad bovendien nog de vrijheid om in projecten nog tot verschuivingen te komen. Maar dan zal het college buitengewoon goed beslagen ten ijs moeten komen om duidelijk te maken dat voor de komende periode deze projecten nu de grootste hefboomwerking hebben voor de stad Doetinchem. De heer WUBBELS vat samen dat de voorzitter hem gelijk geeft dat het achteraf is. Dat betekent wel dat het echt complicerend is op het moment dat de raad iets anders zou willen. Hij had graag gezien dat de raad hier in een veel vroeger stadium bij betrokken was. De VOORZITTER stemt niet in met deze samenvatting, maar zal er later nog op terugkomen. De heer BLOM is het in dit geval niet helemaal eens met de heer Wubbels. Ze willen natuurlijk allemaal vroegtijdig en zoveel mogelijk geïnformeerd worden. Dat wil elke raad. Maar in dit specifieke geval kan hij zich ook uit het verleden niet anders herinneren dan dat er al enig voorwerk gedaan is door de desbetreffende besturen om te komen tot een draagvlak ook bij de provincie om tot bijdrage aan projecten over te gaan. Hij denkt dat het draagvlak heel erg goed is, kan zich ook voorstellen dat je de wens uit om daar nog een wijziging in aan te brengen, maar ook dan zal er na GSO-3 ook nog een GSO-4 komen waarmee ze dat dan op kunnen pakken. De VOORZITTER geeft hem hierin gelijk. Er zijn hele strikte criteria aangewend. Het is anders gegaan dan andere jaren. Hij kreeg van een journaliste de vraag of het een beetje als Sinterklaas aanvoelde. De provincie heeft bepaald niet voor Sinterklaas gespeeld. Die projecten hebben ze echt voor de poorten van de hel moeten wegslepen. De gedeputeerde is een aantal keren ter plekke geweest en heeft buitengewoon kritisch naar de argumentatie gekeken. Daarbij heeft hij de nieren geproefd en er is een aantal colleges bij betrokken geweest. Sneller dan vandaag had de raad niet geïnformeerd kunnen worden. Dat geldt overigens nog voor een aantal andere raden die vanmiddag hun begrotingsbehandeling hebben. Die zitten in dezelfde situatie. Hij vervolgt zijn betoog met drie trefwoorden: democratie, politie en veiligheid en internationale samenwerking. Hij heeft niet vaak de gelegenheid, maar staat hier nu als een van de vijf collegeleden, om te zeggen dat hij zich buitengewoon thuis voelt, niet alleen in de raad, maar ook in dit college. Het geeft zo’n goed gevoel omdat ze als college als team opereren. Dat ze van elkaar kunnen hebben dat de dingen er soms iets anders bij liggen dan je misschien van je collega’s zou verwachten. Ze komen er altijd samen uit. Hij is er ontzettend trots op dat hij behalve voorzitter van de raad ook de voorzitter van dit team mag zijn en als portefeuillehouder in dit team. Hij let er wel altijd op dat niet alleen de teamgeest goed is, want dat doen ze met elkaar, maar dat de opstelling van het college er een is van democratisch respect. De opmerking over democratische ondervoeding van de raad heeft hij zich aangetrokken in zijn dubbelrol als voorzitter van de raad en als voorzitter van het college. Hij spreekt zijn teamleden er op aan dat ze met respect omgaan met de raad en met open vizier met de raad communiceren. Hij wil heel graag weten als de raad niet tevreden is en het gevoel heeft aan cognitieve ondervoeding te lijden. Dan moeten ze cognitief resoneren. Als de raad vibreert, resoneert de VOORZITTER met hen mee. Dat geldt ook voor elk lid van dit
342
team. Hij vraagt ook de leden van de raad het er niet op aan te laten komen. Als ze vinden dat ze niet kunnen doen wat ze als volksvertegenwoordiger moeten doen, meesturen, controleren, transparant zijn, dan moeten ze aan de bel trekken. Als ze niet tevreden zijn over hoe ze worden geholpen, kunnen ze altijd de voorzitter in zijn rol aanspreken. Die staat nu hier als lid van het college. De openheid en de kwetsbaarheid die daarbij hoort, hoort bij de stijl van dit team. Inzake politie en veiligheid is er door een aantal mensen een opmerking gemaakt dat ze het bijna onwaarschijnlijk vinden hoe hij het allemaal gaat doen. Er staat meer geld in de begroting. Er staan ook meer projecten bij, onder andere safer bars, dingen die met het uitgaansleven te maken hebben, dus er zit een aantal plussen in deze begroting. Waar ze vooral de winst uit willen halen is door slimmer met elkaar te gaan werken. Slimmer in de zin dat ze gaan proberen meer ketens met elkaar samen te voegen. Hij constateert dat ze in dit huis twee handhavingsteams hebben en dat die gescheiden van elkaar opereren. Als portefeuillehouder handhaving is hij bezig om met ingang van januari die teams gecombineerd in te zetten, zodat ze meer slagvaardigheid kunnen inzetten. Dat gaan ze samen met de politie doen. Slim betekent ook dat je je op de juiste plaats op het goede moment moet laten zien. De vraag van de heer Koning was om dat concreet te maken. Ze gaan het zo concreet maken dat er in de commissie bestuur en middelen periodiek op dit bord een presentatie komt, digitaal van een kaart waarin de hot spots staan weergegeven waar ze mee bezig zijn. Elke twee maanden kan de raad die zien en vergelijken met de periode daarvoor. Als ze ergens inzichtelijk maken waar er gestuurd kan worden, ook door de raad, gelet op de interactie van de raad met de bevolking, dan zal dat zijn bij het thema veiligheid en inzet van de politie. Dat is besproken met de politie. Er waait een andere wind. Dat zal de raad merken. Ze zullen dan ook aangesproken worden in hun rol als volksvertegenwoordiger: geef ons de signalen! Als ze het niet via de ene lijn krijgen is een andere mogelijkheid dat ze het via de raadsleden krijgen. Het college neemt die signalen serieus. Terzake van ontwikkelingssamenwerking noemt hij het amendement van de fractie van GroenLinks sympathiek. Het is in dit huis echter helaas niet de gewoonte om als je ergens graag geld voor zou willen hebben, dat je dat dan haalt uit de spaarpot. Hij wijst erop dat nu in deze begroting structureel een bedrag van € 17.000 staat opgenomen om de ambities die DOS heeft in 2008 uit te voeren. Dat gaat dus niet lukken. Als ze van euro’s euro’s willen maken in het kader van multipliers, zijn het fantastische rekensommen. Maar helaas is dat in 2008 nog niet mogelijk; althans voor zover hij nu kan overzien gaat hen dat niet lukken. De heer Wubbels heeft gevraagd of ze niet toe zijn aan herijking van het beleid rond internationale samenwerking. De heer Bos zei in Pardubice te zijn geweest en daar nog bepaalde herinneringen aan overgehouden te hebben. Hij heeft van dat bezoek gehoord. De VOORZITTER is de afgelopen maand in Pardubice geweest omdat hij het wat onbeleefd zou vinden om na een jaar nog geen kennis gemaakt te hebben met de burgemeester van onze partnerstad, die overigens ook pas in oktober 2006 is aangetreden. Hij had daar een wat neutraal gevoel bij met de vraag van: moet dat nog wel en heeft het nog wel zin? Hij is ervan teruggekomen met het idee dat het wel degelijk zinvol is om die contacten voort te zetten, maar dan op een andere manier. Een van de ideeën die ze daar hebben opgepikt – hij wil dat binnenkort in de commissie bestuur communiceren met de raad – is waartoe ze zijn uitgenodigd door de VNG om samen met Pardubice in het kader van het zogenaamde Logo East project van de Europese Unie de stad Pernik in Bulgarije samen onder de arm te nemen om in Bulgarije en zeker de regio waar Pernik in ligt een inspanning te verrichten om vanuit west en midden Europa een gemeente in oost Europa onder de arm te nemen en te gaan ondersteunen. Dat is iets wat zichzelf bekostigt vanuit de middelen van Logo East. Dat lijkt hem een geweldige uitdaging om niet met de arrogantie te komen dat de westerlingen het daar wel eens even gaan vertellen. Ze kunnen er ook heel veel van leren. Hij was onder de indruk van wat ze in Pardubice gepresteerd hebben, want het is een stad met een lage werkloosheid van 4%, met een economische dynamiek die grote indruk op hem maakte. Hij vroeg zich even af of dit nu onze partnerstad was. Misschien was het wel een maatje te groot voor Doetinchem. Zo voelen zij dat helemaal niet. Ze zijn eager om met Doetinchem te leren hoe je e-gouvernment op kunt zetten. Toen kwam net de rekenkamercommissie met het rapport en toen dacht hij dat het eigenlijk allemaal fantastisch mooi samen kwam. Dat betekent dat het college ten aanzien van Pardubice de raad binnenkort een voorstel gaat doen. Wat La Libertad betreft zullen ze gaan kijken of ze de zaak voorlopig zo kunnen voorbereiden dat ze in 2009 een echte doorstart kunnen maken. Hij is ook erg onder de indruk van de overwegingen om het beleid van DOS te koppelen aan de
343
millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties die ook door de VNG worden overgenomen. Als je dat heel expliciet gaat maken en het ook gedragen wordt door de raad, dat je dan bezig bent met een beleid rond internationale samenwerking dat helemaal is van deze tijd en de opdracht van deze tijd. Wat hem daarbij het allerbelangrijkste lijkt is dat ze het niet doen omdat ze het in deze ronde zaal zo met elkaar bedenken, maar omdat het spoort met wat er werkelijk leeft aan idealisme dat hij in Doetinchem is tegengekomen, niet alleen bij DOS, maar ook in Wehl als het gaat over de Fair Tradegroep. Er zijn ook al contacten gekomen. Zo zie je dat er al in de nieuwe gemeente Doetinchem ook nieuwe maatschappelijke vitaliteiten gaan ontstaan. Hij is daar heel blij mee. Om bij Wehl te blijven: de stichting ‘Vrienden van Raesfeld’ is ruim een half jaar geleden bij hem geweest met de opmerking dat het allemaal wat terug loopt, want ze hebben geen eigen burgemeester meer. Daarop antwoordde hij dat ze dat verkeerd zien, want Wehl heeft ook een eigen burgemeester en dat is hij. Hij is blij dat hij gezegd heeft dat, tenzij de raad iets anders zou besluiten, dit wordt doorgezet. Hij heeft in augustus kennis gemaakt met zijn collega van de gemeente Raesfeld en dan zie je dat in de gevel van het gemeentehuis van Raesfeld staat ingemetseld de band die ze hebben met Wehl. Hij denkt dat het buitengewoon slecht zou vallen als ze dat gaan beëindigen. Wat is er tegen om in een groeiend Europa een goede burenrelatie te hebben met mensen die net aan de andere kant van de streep lopen. Het valt hem op dat een echte grensgemeente zegt dat de grens nog altijd bestaat, namelijk in hun eigen hoofden, dat is ook deze week gebleken toen ze in Winterswijk waren. Er zijn op dit moment meer Duitsers die in Munster Nederlands leren, dan in heel Nederland op alle universiteiten en hogescholen mensen die Duits leren. Dus het wordt de hoogste tijd om werkelijk onze plaats te weten, Doetinchem als centrum van de Achterhoek en ook nauw verboden met onze buren in de Euregio. De heer VERHOEVEN merkt op dat de raad in 2005 iets heeft afgesproken ten aanzien van de stedenbanden. De voorzitter spreekt nu een aantal persoonlijke ervaringen uit, waarover hij geen oordeel heeft. Maar er ligt een afspraak om in ieder geval een meerjarenplan te maken ten aanzien van de stedenbanden. Dat is in 2005 toegezegd. Inmiddels hebben ze het over 2008. Als hij hem goed begrijpt, zegt de voorzitter nu dat ze ten aanzien van Tsjechië een heel eind zijn, maar dat de rest tot 2009 duurt. De VOORZITTER verklaart dat die nota nog niet gekomen is, omdat hij vond dat hij zich daar eerst even in moest verdiepen. Wat Pardubice betreft moest hij daar gewoon geweest zijn. Dat is de reden dat de nota Internationale samenwerking er nog niet is. Hij heeft die nu in zijn hoofd en wil daar in februari uiterlijk maart met de commissie bestuur en middelen over gaan spreken. Dan hebben ze het over alle drie de componenten en datgene wat de raad mogelijk nog zou missen. Inventarisatie van en stemming over amendementen en moties De VOORZITTER concludeert dat er 10 moties en 2 amendementen zijn ingediend en dat er twee zijn ingetrokken, namelijk motie 6 van de fractie van GroenLinks en motie 1 van de CDAfractie. De heer BLOM heeft uit de reacties van het college begrepen dat er enkele moties door het college worden overgenomen en vraagt of die desondanks toch nog blijven bestaan. De VOORZITTER stelt vast dat er in ieder geval geen bij komen. Hij wil nog even schorsen om de raadsleden gelegenheid te geven te bezien hoe ze over de moties gaan stemmen en of ze stemverklaringen willen afleggen. Hij noteert op grond van de tijdregistratie dat de DSD-fractie die stemverklaring in feite al heeft afgelegd, tenzij er nieuwe inzichten zijn ontstaan na de beantwoording van het college. Hij inventariseert: Motie 1 is ingetrokken Motie 2 wordt overgenomen door het college met kanttekeningen. Die kan dus ook van tafel. De heer WUBBELS vindt deze gang van zaken erg lastig. Er is door het college met kanttekeningen overgenomen en die kanttekeningen betreffen met name het tweede deel, te weten: ‘te voorkomen dat verenigingen in de problemen komen’ zonder dat ze enig zicht hebben op wat dat precies betekent. Het college heeft dat ook niet, anders gezegd: de motie wordt gesplitst, anders kan je er niet over stemmen. De VOORZITTER antwoordt dat de indiener van de motie beslist wat er met de motie gaat gebeuren. De heer WUBBELS zegt dat het erom gaat dat iedereen begrijpt wat het college heeft toegezegd. Hem ontgaat dat nu. Mevrouw BERENS twijfelt of ze hem zal intrekken. Als de heer WUBBELS daar nog twijfel over houdt, kan het zijn dat ze het tweede aandachtsstreepje doorstrepen en dus alleen de aangekondigde evaluatie Coach+ naar voren halen. Ze verwacht daar wel draagkracht voor. De VOORZITTER stelt vast
344
dat het dan gaat om een gewijzigde motie die door het college wordt overgenomen. Die gewijzigde motie wordt dan aanvaard en niet in stemming gebracht. De heer VAN DOESUM laat weten dat de fractie van GroenLinks zich niet kan vinden in deze motie. Ze hebben er naar zijn mening nog onvoldoende over gediscussieerd, maar als de indiener hem intrekt wil hij dat niet bekritiseren. Zijn fractie constateert dat ze nog midden in de proefperiode, in de overgangsperiode zitten van de herverdeling van gelden aan verenigingen en hij vindt het niet goed om midden in dat proces nu alweer een nieuw punt in te lassen. Hij bepleit rustig de afgesproken datum te blijven hanteren. 2009 is mooi op tijd. Dan hebben ze alle ervaringen en dan kunnen ze er beter beleid op maken. Mevrouw BERENS gaat nog even terug naar haar fractie. Ze hebben veel reacties ontvangen van burgers die sport beoefenen. Er zijn wat verenigingen die ondanks al hun goede bedoelingen toch in de problemen komen. De VOORZITTER grijpt in omdat het nu verwarrend wordt. Of de motie is gewijzigd en is ingetrokken. Dat hebben ze net geconstateerd. De heer Van Doesum maakt er nog een kanttekening bij, anders had hij daar namelijk geen gelegenheid meer voor. Maar als ze nu gaat reageren op de heer Van Doesum, dan raken ze een beetje het spoor bijster. De motie is ingetrokken en daarmee ook nu niet meer aan de orde. De heer BLOM sluit zich aan bij de woorden van de heer Van Doesum. Motie 3 is ook door het college overgenomen met kanttekeningen. Mevrouw BERENS geeft te kennen dat ze achter de motie blijven staat en dat in de laatste zin ‘het 1e kwartaal van’ er uitgehaald kan worden. Dan ontstaat er wat meer ruimte. Ze wil die resultaten wel zien vóór de behandeling van de begroting 2009. de VOORZITTER stelt vast dat deze motie nu zonder kanttekeningen wordt overgenomen en dus niet meer in stemming wordt gebracht. Motie 4 is overgenomen met kanttekeningen. Mevrouw BERENS verzoekt ook hier de termijn te wijzigen in ‘voor de begroting 2009’. De VOORZITTER constateert dat deze motie ook verder van de agenda gaat. Motie 5 kan overgenomen worden zonder kanttekeningen. Dus die behoeft niet in stemming te worden gebracht. De heer BOS merkt op dat de wethouder tijdens de schorsing hem heeft toegezegd dat hij nog iets zou zeggen over de huurwoningen of kamerbewoning. Wethouder DRENTH zegt de jongerenwoningen te hebben genoemd en dat het klaphekje bij Dichteren behoort. De VOORZITTER stelt vast dat motie 5 ook niet meer aan de orde behoeft te komen. De heer WUBBELS wil er toch nog een kanttekening bij plaatsen. Dat betreft het aspect kwaliteit. Als er uitsluitend naar de prijs wordt gekeken dan heb je op een ander vlak een probleem. De DSD-fractie gaat ervan uit dat bij de uitvoering van deze ingetrokken motie het fenomeen kwaliteit ook een belangrijke rol speelt. Motie 6 was ingetrokken. Motie 7 vond wethouder VAN DIJK sympathiek maar overbodig. De heer VAN DOESUM handhaaft de motie. Deze zal straks in stemming gebracht worden. Motie 8 is door het college ontraden. De heer VAN DOESUM handhaaft de motie. Deze zal straks in stemming gebracht worden. Motie 9 is door het college overgenomen. Die behoeft niet meer in stemming te worden gebracht. Motie 10 daarvan heeft de wethouder gezegd dat het aan de raad is om daar een standpunt over in te nemen. Die blijft gewoon staan. Amendement 1: daarvan heeft het college gezegd het sympathiek te vinden, maar de dekking niet te ondersteunen en dit amendement te ontraden. De heer VAN DOESUM heeft genoteerd dat de wethouder de toezegging heeft gedaan dat het ingebouwd wordt in de jeugdagenda. Daar is de fractie van GroenLinks tevreden mee. Daarom kan het amendement ingetrokken worden. Amendement 2: daarvan heeft het college gezegd het sympathiek te vinden, maar de dekking niet te ondersteunen en dit amendement te ontraden. De VOORZITTER brengt de moties en amendement die over zijn afzonderlijk in stemming. Daarbij kunnen de raadsleden hun stemverklaring afgeven. De VOORZITTER brengt motie 7 in stemming. Dat betreft de motie van de fractie van GroenLinks inzake de aanpak van eenzaamheid en sociaal isolement. De heer BOS legt de volgende stemverklaring af. In een interruptiedebat tussen de wethouder en de heer Van Doesum heeft de heer Van Doesum gesteld dat eenzaamheid zich niet beperkt tot ouderen of mensen die qua inkomen aan de onderkant van de samenleving zitten. Daarbij heeft hij het ook
345
steeds gehad over eenzaamheid onder jongeren. Dat was een punt waarop hij neigde te interrumperen omdat hij dat een overdreven stellingname vindt. Als ze zich graag willen focussen op het gebied van sociaal isolement, dan moeten ze zich realiseren dat er bepaalde groepen zijn die daar veel meer hinder van ondervinden dan jongeren. Hij kan niet tegen deze motie stemmen, want de strekking is hem sympathiek, maar hij vond in dat interruptiedebat dat er een toon gezet werd die hem niet helemaal beviel. Maar hij stemt wel voor. De heer KONING laat weten niet voor te zullen stemmen. Ze vinden dit probleem te geïsoleerd naar voren gebracht. Ze vinden het ook nog een te vaag begrip en er is nog te weinig onderzoek naar gedaan om hen te overtuigen hier voor te stemmen. De heer VERHOEVEN laat weten dat ook de VVD-fractie tegen stemt met de kanttekening dat ze vinden dat een aantal onderwerpen zich leent om door de raad opgepakt te worden en aansluitend bij de woorden van de heer Heij, om dat ook aan te laten sluiten bij het collegebeleid. Er is een aantal dingen genoemd, waar dit ook bij hoort, waarover ze binnenkort als raad een integrale afweging gaan maken. Mevrouw GROOTJANS merkt op dat de CDA-fractie op dit moment geen behoefte heeft aan deze motie. Ze zullen het komend jaar nauwgezet in de gaten houden hoe de eenzaamheid vorm gegeven wordt binnen het jeugdbeleid, Wmo en ouderenbeleid. Mocht er daarna nog wel behoefte zijn hier iets mee te doen, dan nemen ze vanzelf contact op met de fractie van GroenLinks. De VOORZITTER brengt motie 7 in stemming. Vóór stemmen de fracties van DSD, D66, Stadspartij en GroenLinks. Tegen stemmen de PvdA-fractie, de CDA-fractie, de fractie van ChristenUnie-SGP en de VVD-fractie. Daarmee is motie 7 verworpen. De VOORZITTER stelt motie 8 inzake het fietsparkeren aan de orde. De heer BLOM is van mening dat bewaakt parkeren betaald mag worden. Het geld dat daarvoor in rekening wordt gebracht is niet zodanig hoog dat het niet kan. De fractie van D66 heeft geen behoefte aan het voortzetten van het gratis parkeren. De VOORZITTER brengt motie 8 in stemming. Vóór stemt de fractie van GroenLinks. Tegen stemmen de overige fracties. Daarmee is motie 8 verworpen. De VOORZITTER stelt motie 10 aan de orde inzake digitaliseren van raadsstukken. De heer BLOM geeft nog een kleine toelichting omdat het dreigde de verkeerde kant op te gaan toen er al vraag was naar extra printers en inkt. De bedoeling is niet dat de raadsleden meer gaan uitprinten, want ze hebben een scherm waarop ze kunnen lezen. Meer digitaliseren betekent minder papier. Dat was de essentie van deze motie. De heer VAN DOESUM geeft te kennen dat zijn fractie over deze motie verdeeld zal stemmen. Enerzijds zijn er fractieleden die geloven in het papierloze kantoor en een papierloos gemeentebestuur. Zij vinden het digitaal communiceren efficiënt en bovendien milieubesparend. Degenen die tegen stemmen leggen meer gewicht in de attentiewaarde van e-mail die gering is. Er gaat nog veel fout. Ook in de voorbereiding van deze vergadering. Er is veel digitaal fout gegaan. De digitale communicatie leidt bovendien door z’n hele speciale omgangsvormen vaak tot misverstanden en dat brengt sommigen van hen ertoe om helaas tegen deze motie te moeten stemmen. Hoewel de heer VERHOEVEN een heel eind wil meegaan met de intentie van de motie, gaat hij hun net een stapje te ver. Ze zijn er nog niet uit of ze unaniem zijn of dat er mogelijk verdeeld gestemd wordt. De hoofdlijnen ondersteunen ze wel, maar het gaat nu net een stap te ver. De heer HEIJ is het wel eens met de koers die hier wordt aangegeven, maar dat zal wel heel lang duren. Daarom zal hij nu niet voor deze motie stemmen. De VOORZITTER brengt motie 10 in stemming. Vóór stemmen de heer Blom van de fractie van D66 (zijn collega heeft even de zaal verlaten), van de fractie van GroenLinks de heer Kuipers en mevrouw Bouman en van de VVDfractie de heer Rietbergen. Tegen stemmen de overige aanwezige raadsleden. Daarmee is motie 10 verworpen. De VOORZITTER stelt amendement 2 aan de orde inzake internationale samenwerking. De heer BLOM geeft te kennen dat de fractie van D66 iets anders denkt over de stedenband met Pardubice dan de voorzitter naar voren bracht en ook in het vervolg van wat ze hebben besproken. Daarom vonden ze dat als er dekking gezocht moet worden dit niet uit de algemene reserve zou moeten gebeuren maar uit een eventuele herschikking van de gelden voor de stedenband. Daar krijgen ze in februari/maart van het college een uitgebreide notitie over. Dat willen ze eerst afwachten. Mevrouw GROOTJANS laat weten na de woorden van de voorzitter op dit moment geen behoefte te hebben aan deze motie. Ze merken op in de richting van de voorzitter het van belang te vinden dat hij duidelijk stelling neemt in La Libertad in het kader van millenniumdoelstellingen en draagvlak en actie daarvoor in Doetinchem. De heer
346
VERHOEVEN kan na de woorden van de voorzitter instemmen met het uitstel. De VVDfractie gaat niet mee met het amendement, maar hecht er dan ook zeer aan dat zo snel als mogelijk, uiterlijk maart 2008 het naar de raad toe komt. Ze hebben al enige verwachtingen gewekt. De heer KONING sluit zich aan bij de sprekers van de CDA-fractie en de VVD-fractie ook vanwege de argumentatie die nu naar voren is gebracht. De VOORZITTER brengt het amendement in stemming. Vóór stemt de fractie van GroenLinks. De overige aanwezige raadsleden stemmen tegen. Daarmee is het amendement 2 verworpen. De VOORZITTER stelt de programmabegroting 2008 aan de orde. De heer BLOM memoreert dat hij in zijn betoog diverse voorbehouden heeft gemaakt, onder andere over de wijze waarop de risicoparagraaf is vormgegeven, wat volgens hem heel essentieel is voor onder andere de begroting en de realiteit ervan. Toch wensen ze niet de gehele begroting af te stemmen, want dat vinden ze niet terecht. Dat is not done. Wel wensen ze aantekening dat ze niet instemmen met de dingen waar ze voorbehouden bij gemaakt hebben. De heer VAN DOESUM sluit zich bij de woorden van de heer Blom aan. De VOORZITTER brengt de programmabegroting 2008 in stemming en stelt vast dat deze met algemene stemmen wordt aangenomen. De VOORZITTER concludeert dat ze hiermee aan het einde van deze vergadering zijn gekomen en complimenteert de raad voor de wijze waarop hij hier het debat heeft gevoerd, onderling, maar ook met het college. Hij weet dat het in de voorbereiding wat voeten in de aarde heeft gehad. Ze zullen het verloop van de begrotingsbehandeling gaan evalueren in de commissie bestuur. Hij dankt de raad en het college voor hun bijdrage en in het college ook de medewerkers die zeer vele uren inzet hebben gepleegd om de programmabegroting tot stand te brengen. Dat zijn naast de medewerkers die hier vanavond zijn ook zeer veel anderen. Hij wil namens allen ook zijn waardering naar hen toe uitspreken. Dit wordt met applaus bevestigd. Hij nodigt de aanwezigen uit vanavond zijn gast te zijn. De heer BLOM laat weten geen gebruik te zullen maken van zijn gastvrijheid. De VOORZITTER sluit de vergadering om 18.40 uur.
347