VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 27 OKTOBER 2011 OM 19.00 UUR IN HET STADHUIS
AGENDA
Blz.
1. 2. 3. 4. 5.
Opening en vaststelling van de agenda Verslag van de raadsvergadering van 6 oktober 2011 Rapportage woningbouwprojecten Achterhoek 2020 Acht gemeenten samen in actie Hamerstukken 5.1 Oprichting en deelname in Beheerstichting Het Kleurrijk 5.2 Controleprotocol en clientserviceplan accountantscontrole 2011 5.3 Proces uitwerking voorjaarsnota 2011 5.4 Herstemming over motie meedoen opvolger tweepersoonsfractie 6. Begroting 2012, eerste termijn (doorgeschoven naar 10 november 2011)
745
747 748 754 748 764
746
VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 27 OKTOBER 2011 OM 19.00 UUR IN HET STADHUIS
AANWEZIG: PvdA
:
P.J. Koning, drs. D. Bos (vanaf 19.25 uur), J.O. van de Groep, mw. M.A. Kock, R.G.W. Isselman, E.M. Koestal, J. Larsen
CDA
:
M.W.M. Thus, B.H.M. Ernst, V.B.H.M. Heuthorst, mw. drs. H.J.G. Salemink-van der Burg, L.T.M. Steintjes, ing. B.F.M. Vonk
VVD
:
A.J. Verhoeven, C.F.P.M. van Pul, J.E.L. de Rechteren van Hemert, mw. M. Sluiter, P.C. Wieman
GroenLinks
:
F.H.T. Langeveld, mw. S. Bali, R.A. van Dillen, D.C. Kuipers
D66
:
H.L.G. Moïze de Chateleux, W.J.M. Traag
SP
:
H.M.M. Bosman, R. Ooms
SGP-ChristenUnie
:
H.G. Bulten (vanaf 19.20 uur)
PLOD
:
mw. J. Grootjans-Doornbos
Partij voor Burgers
:
mw. J.H.A. Putman
Voorzitter
:
drs. H.J. Kaiser (burgemeester)
Griffier
:
mr. A.C. van der Haar
Afwezig
:
E. Koçyigit (PvdA), mw. M.B.W. Lukassen (SP)
Wethouders
:
mr. O.E.T. van Dijk, drs. P.C. Drenth, drs. S. Kroon, mw. drs. L.W.C.M. van der Meijs-van de Laar
Verslag
: J.F.M. Hagendoorn
1.
OPENING De VOORZITTER opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom op dit ongebruikelijke tijdstip van 19.00 uur in plaats van 19.30 uur. Hij deelt mee dat agendapunt 6, de behandeling van de begroting vanavond niet aan de orde komt, maar op 10 november. De heer Bulten komt iets later en heeft verzocht agendapunt 4 te behandelen vóór agendapunt 3. Daar heeft de raad geen probleem mee. Hij meldt bericht van verhindering van mevrouw Lukassen en de heer Koçyigit. De heer MOÏZE DE CHATELEUX stelt dat er vanavond een motie van de fractie van D66 op de agenda staat voor een tweede stemming. Er is ook een motie aangekondigd door de fractie van GroenLinks. Er zijn nog wat amendementen aangekondigd. De fractie van D66 trekt de motie voor vanavond in. Na afloop worden er afspraken gemaakt waarbij de moties in elkaar geschoven worden. Hij vraagt het onderwerp over drie weken opnieuw op de agenda te 747
zetten. Dan komt er een nieuw samengestelde motie. De VOORZITTER vraagt hem of hij de motie intrekt of voor vandaag aanhoudt. De heer MOÏZE DE CHATELEUX laat weten dat hij hem voor vandaag intrekt. De moties worden in elkaar geschoven om constructief tot een gezamenlijk voorstel te komen. De VOORZITTER stelt dat dit dus het voorstel is wat hij doet. Hij neemt aan dat de andere partijen daarmee kunnen leven. De heer LANGEVELD geeft te kennen dat de fractie van GroenLinks ook zijn motie intrekt conform het voorstel van de heer Moïze de Chateleux. De VOORZITTER verduidelijkt dat de fractie van GroenLinks via de mail ook een motie over dat onderwerp had aangekondigd. Over drie weken gaat het onderwerp dat nu staat onder punt 5.4 Herstemming over motie meedoen opvolger tweepersoonsfracties opnieuw aan de orde komen. 2.
VERSLAG VAN DE RAADSVERGADERING VAN 6 OKTOBER 2011 Hierover zijn geen opmerkingen binnengekomen. Het wordt ongewijzigd vastgesteld.
4.
ACHTERHOEK 2020 ACHT GEMEENTEN SAMEN IN ACTIE Mevrouw SLUITER merkt op dat ze drie jaar nadat er een voortvarende en bewuste start gemaakt is met de Achterhoek 2020 nu een aangepaste en nieuwe strategie van de Achterhoek op weg naar 2020 ontvangen hebben. Er wordt hierin gesproken over een nieuwe aanpak: de samenwerking die is opgezet met de drie O‟s en de nieuwe visie die is neergelegd. Zaken waar de fractie van de VVD zich prima in kan vinden omdat het het samenwerkingsverband in de regio Achterhoek betreft. Maar ze moeten niet vergeten dat drie jaar geleden de acht Achterhoekse gemeenten ook al bij elkaar gekomen zijn om concreet en met een visie aan die samenwerking te gaan werken. Daarom verbaast het de fractie van de VVD dat ze al drie jaar bezig zijn en er een nieuwe visie komt waarbij vervolgens het hele jaar 2012 uitgetrokken wordt om het strategisch implementatieplan voor de nieuwe structuur, voor de werkplaatsen uit te rollen om dat in 2013 gerealiseerd te hebben. Als fractie van de VVD zien ze juist het belang van de regionale samenwerking en ze zijn van mening dat de regio Achterhoek hier een essentiële en een uiterst regisserende rol in kan spelen. Maar dat moet dan nu wel concrete handen en voeten gaan krijgen in projecten die ze dan ook daadwerkelijk gezamenlijk als regio zullen gaan oppakken. Dat kan simpelweg niet zonder een helder kader, een doel en een gewenst resultaat vast te stellen. Dat missen ze nog teveel in het stuk dat nu voor ligt. Het is een visie, een nieuwe invulling met werkplaatsen, maar wat gaat er nu echt gebeuren? Welke projecten kiezen ze om gezamenlijk op te pakken. Er zijn zeker al successen geboekt, maar het is nu de tijd om aan te pakken en door te pakken. Graag zouden ze zien dat hierin tevens aandacht gevraagd wordt voor de taakdecentralisaties om deze als regionale projecten ook op te pakken. Binnen welke werkplaats is nu niet inzichtelijk, maar juist daarom is het van groot belang dat het strategisch implementatieplan op hele korte termijn tot uitvoering gebracht wordt. Een ander punt waar ze in de beeldvormende raad ook naar gevraagd hebben, betreft de strakke splitsing tussen de portefeuillehoudersoverleggen in de regio Achterhoek. Dat zou elkaar toch juist moeten versterken en misschien juist wel binnen de regio Achterhoek moeten aansluiten. Het stimuleren van regionale samenwerking is toch juist een taak van de regio Achterhoek en past toch ook uitstekend bij de regisseursrol van de regio Achterhoek. De toelichtingen van de insprekers vanuit de ondernemers en vanuit de regio waren verhelderend en hebben hun ook zeker aangegeven dat er ambitie en doel in zit. Maar ze willen dit graag meer concretiseren. Niet alleen het netwerken maar ook gezamenlijk de handen ineen slaan. Ze vinden het in dat licht ook heel belangrijk dat in die visie Achterhoek 2020 die breder gaat dan alleen de gemeentelijke wereld de verantwoordelijkheden tussen de drie O‟s goed benoemd worden. Vanuit de beeldvormende raad werd ook duidelijk dat voor tekening van het convenant in het algemeen bestuur gesproken zal worden over de meningen van de acht betrokken gemeenten en dat hier ook nog iets mee gedaan zal worden voor het tekenen van het convenant. Dat is de reden dat de fractie van de VVD graag de volgende motie indient om dat mee te geven aan het college richting Achterhoek 2020. 748
MOTIE De raad van de gemeente Doetinchem, bijeen op 27 oktober 2011; gelezen het raadsvoorstel Achterhoek 2020 “Acht gemeenten samen in actie”; overwegende dat: er een nieuwe vorm en structuur gekozen wordt voor de invulling van de regio Achterhoek; de visie een aanzet vormt tot meer doelgericht werken aan slimme verbindingen en samenwerking in de regio Achterhoek; algemene inhoudelijke kaders vorm gegeven zijn als leidraad voor projecten die worden benoemd en uitgevoerd; de regio reeds drie jaar bezig is met de vorm en de structuur van de regio Achterhoek; v e r z o e k t h e t c o l l e g e: middels het algemeen bestuur de visie Achterhoek 2020 en de vertaling van de inhoudelijke kaders van de werkplaatsen op zeer korte termijn meer concrete, inhoudelijke handen en voeten te geven ten einde een sturingselement te creëren gebaseerd op concrete doelen en resultaten richting 2020, en dit te doen door de visie en het samenwerkingsverband Achterhoek 2020 te voorzien van inzicht in en vaststellen van: kaders waarin doelen, afspraken en resultaten, oftewel concrete acties, binnen de werkplaatsen voor de korte en de lange termijn richting 2020; inzicht en vaststellen van de verantwoordelijkheden van de betrokkenen, de drie O‟s en de beoogde resultaten hieromtrent te definiëren; keuzes in de inhoudelijke projecten en deze te concretiseren naar werkbare doelen; vaststellen van gewenste en afrekenbare resultaten; inzicht en vaststellen van de besluitvormingsstructuur over de financiën; vaststellen van een tijdpad waarin de doelen en resultaten vorm, inhoud en uitvoering moeten krijgen; onderdeel hiervan vormt het concretiseren en uitvoeren van het strategisch implementatieplan voor 31 maart 2012; beleggen van een jaarlijkse evaluatie binnen de gemeenteraad van Doetinchem waarbij de voortgang van de projecten, doelen en resultaten besproken wordt; en de raad over de realisatie en voortgang van bovenstaande te informeren voor 31 maart 2012; en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend door de fractie van de VVD, de fractie van de PvdA, fractie van het CDA, de fractie van GroenLinks, de SP-fractie, de fractie van D66, de fractie PLOD en de fractie Partij voor Burgers. De heer ISSELMAN memoreert dat al een aantal keren is getracht om de regio Achterhoek met een visie, beschrijving van structuren en procesvoorstellen daadwerkelijk aan het werk te krijgen. Deze vernieuwde visie Achterhoek 2020 barst weer van de vorm, de structuur en de intenties, maar het is niet duidelijk langs welke weg gegaan moet worden om resultaten te boeken. Deze daadwerkelijk te concretiseren om tot de daad te komen. Het ontbreekt aan het duiden van die onderwerpen waaraan vanaf nu voortvarend gewerkt kan gaan worden, welke weg daarvoor bewandeld wordt, hoe de financiering geregeld is, welke partijen hierbij betrokken gaan worden et cetera. De fractie van de PvdA maakt zich hier zorgen over. Ze zijn 749
een groot voorstander van de regionale samenwerking. En als deze mogelijk wordt gemaakt door het bijeen brengen van de verschillende partijen, de drie O‟s, ervaren ze dit alleen maar als een pre. Ze zijn ervan overtuigd dat het met het Achterhoekse gevoel wel goed zit en wel goed komt. Dat de onderlinge verhoudingen prima zijn. Maar ze willen graag iets concreters hebben. De verhouding tussen de portefeuillehouders is niet duidelijk. Kan het college hier nog wat meer duidelijkheid in verschaffen? De rol van het algemeen bestuur is niet duidelijk. Wellicht kan het college hier ook nog een antwoord op geven. Ze zien de rol van de regio als faciliterend en voorbereidend, maar ook als regisserend en enthousiasmerend om de benodigde partijen voor een werktafel bijeen te brengen. De strategische agenda omvat vier thema‟s: innovatieve en duurzame economie, vitale leefomgeving, slim en snel verbinden en kansrijk platteland. Hier is op zich niets mis mee, ware het niet dat de fractie van de PvdA vindt dat het sociale doeleind te weinig aandacht krijgt. Deze dreigt, omschreven als een gezinsvriendelijke politiek, lichtelijk ondergesneeuwd te worden als onderdeel van het thema vitale leefomgeving. De fractie van de PvdA zou graag van het college horen hoe zij hierover denken. Voor hen zijn er een aantal prioriteiten aan te wijzen waar ze graag mee verder zouden gaan. Dat zijn de winning van de groene energie en het regionale bedrijventerrein (en misschien zijn deze twee te combineren), het dubbel spoor Arnhem-Winterswijk, het doortrekken van de A15-A18 en misschien in het verlengde daarvan de N18 en de Achterhoekse atlas, een regionaal spreidingsplan voor voorzieningen waarvan ze zich afvragen of daar het onderwijs ook niet bij betrokken moet worden. Tot slot nog een opmerking over het voorliggende convenant. Deze wordt door ondertekening door partijen overheid, ondernemers en organisaties geformaliseerd. Het register aangesloten partijen is naar hun mening echter incompleet. Zowel bij de ondernemers als ook bij de maatschappelijke organisaties wordt deze afgesloten met „et cetera‟. Daarmee lijkt het alsof deze lijst niet af is. Graag willen ze weten hoe dit register wordt gecompleteerd. De heer TRAAG laat weten dat de fractie van D66 een verklaard voorstander is van samenwerking in de regio, natuurlijk democratisch gecontroleerd. Een onderwerp dat constante zorg en aandacht verdient bij dit proces. Als raad dienen ze verbonden te blijven en niet achteraf alleen als jaknikker te fungeren. Ze waarschuwen dus ook al jaren voor een extra bestuurslaag. De fractie van D66 verwacht van de portefeuillehouder dan ook stappen en voorstellen om het democratisch procesdeel in deze Achterhoekse samenwerking duidelijk vorm te geven. Alleen samenwerking kan bewerkstelligen dat de Achterhoek krachtig blijft, vooral op sociaal en economisch gebied, maar ook op andere gebieden. In een krimpende economie en demografie is dit een zware opgave. Samenwerking is een must. Dat mag geen loze kreet blijven of een papiergevuld dossier. De voorstellen en intenties, beschreven in de visies en samenwerkingsdocumenten moeten daarom snel hun beslag krijgen in realiseerbare projecten. Daarom moeten er met spoed zoveel mogelijk projectomschrijvingen worden opgesteld, waardoor er een concrete lobby bij provincie en andere geldschieters en partijen kan worden opgestart. Ze moeten vorkomen dat ze als regio Achterhoek hun geloofwaardigheid verliezen als ze nu blijven steken in procesdiscussies en aanverwante zaken. Dan gaat ook de hele samenwerking mis en dat kunnen ze zich niet permitteren. Door te beginnen met snel realiseerbare projecten, de zogenaamde „quick wins‟ ontstaat een vliegwieleffect voor de projectvoorstellen die meer tijd vergen. Het betekent dat de samenwerking als geheel goed op gang blijft ook voor langere tijd en de Achterhoek door haar samenwerking een voorbeeld kan worden voor andere regio‟s. Door nu een helder spoorboekje op te stellen met deels snel realiseerbare projecten wordt de geloofwaardigheid vergroot. Daarom kan de fractie van D66 de motie van de fractie van de VVD ondersteunen. De heer LANGEVELD stelt dat het welslagen van bestuurlijke samenwerking staat of valt met bestuurlijk leiderschap. Zonder voortdurende betrokkenheid van de gemeenteraden wordt samenwerking niets. Een samenwerking lukt alleen als de partijen een gedeelde inhoudelijke visie hebben. Dit was een van de prikkelende stellingen in een bijeenkomst over gemeentelijke samenwerking dit jaar in het gemeentehuis van Capelle aan de IJssel. Een van de deelnemers, 750
Jan Peter Balkenende, zei op deze bijeenkomst: „Vertrouwen is cruciaal. Het belang van gemeentes neemt af onder invloed van gemeenteoverschrijdende opgaven‟. Voor hem ligt een voorstel om maar weer in te stemmen met visies, strategische agenda, bestuurlijk kader, duidelijkheid nog te verschaffen en last but not least ook nog even in te stemmen om het college te mandateren om te ondertekenen namens de raad van dit alles op 30 november 2011. Zonder dat ze als raad een echte inbreng hebben gehad in wat dan ook in dit totale voorstel. De regio wil op z‟n Achterhoeks d‟ran, maar wel met een visie van „kiek moar ‟s dan kun je altied nog zien‟. Om dit dan te kunnen doen, moet je vertrouwen hebben. Helaas, bij de fractie van GroenLinks en zoals ze inmiddels horen ook bij anderen, is dit vertrouwen ver te zoeken. Ze krijgen de indruk dat het college en de raadsleden leven in twee compleet tegengestelde en zo langzamerhand van elkaar vervreemdende werelden. Ga eens na: hoe vaak heeft een portefeuillehouder de raad ongevraagd op de hoogte gebracht van de gang van zaken en de voortgang van de regio Achterhoek? Dit was hun ferm toegezegd door het college bij de opzet „regio Achterhoek nieuwe stijl.‟ De laatste keer dat er over de regio Achterhoek is gesproken in een beeldvormende raad werd het voorstel tijdens de behandeling al min of meer teruggenomen. Ging het toen niet over de coöperatie? Een van de burgemeesters van de regio Achterhoek riep onlangs nog „Hoe moet ik dat in Brussel uitleggen, een regio Achterhoek oost en –west?‟ naar aanleiding van samenwerking van drie oostelijke gemeentes. Dan zijn er nog meer voorbeelden te noemen van min of meer mislukte samenwerkingen in de regio Achterhoek. De fractie van GroenLinks concludeert dan ook dat als het er op aan komt, zowel intern als extern, er weinig vertrouwen is in de regio. En Jan Peter Balkenende besloot zijn betoog dan ook met een rijtje noodzakelijke voorwaarden voor het welslagen van samenwerking. „Transparantie, vermijd bestuurlijke drukte, democratische legitimatie, breek de samenwerking af als dat nodig is, waarborg de autonome rol van de gemeente en verdiep je in de ander‟. De fractie van GroenLinks zal geen antwoorden op al deze voorwaarden geven. Ze achten de raad er meer dan competent genoeg voor. Zoals uit hun betoog hopelijk duidelijk naar voren is gekomen, zullen ze op grond van geen vertrouwen dit voorstel niet steunen. De heer THUS reageert op de inbrengt van de fractie van GroenLinks door te zeggen dat het hun als fractie van het CDA enorm goed doet dat zelfs de fractie van GroenLinks goed naar hun voormalige voorman geluisterd heeft. Tijdens de beeldvormende raad bleek dat zowel de fractie van GroenLinks als de fractie van de VVD en de fractie van het CDA dezelfde vragen c.q. opmerkingen hadden betreffende de agenda 2020. Toen is ook informeel na de vergadering afgesproken dat de fractie van de VVD in de persoon van mevrouw Sluiter een aanzet c.q. voorzet zou geven voor deze raadsbehandeling. De bijdrage van de fractie van het CDA over de agenda 2020 is conform de bijdrage van de fractie van de VVD. Ze zijn voor efficiënt vergaderen en vallen dus niet in herhaling. Mevrouw PUTMAN merkt op dat de heer Thus haar het gras voor de voeten heeft weggemaaid, want het was eigenlijk haar speech die ze wilde houden. Ze heeft de tijd nog meegemaakt dat de regio Achterhoek een grote papieren tijger was. Ze hebben destijds altijd gezegd dat dit moest veranderen. Enkele jaren geleden hebben ze dat gedaan met de bedoeling dat het een slagvaardige regio Achterhoek zou worden. Ze kan zich helemaal aansluiten bij de zorgen die geuit worden, met name door de fractie van de VVD, dat er teveel gesproken zou worden en te weinig aangepakt wordt. Daarom is haar verzoek ook aan degenen die dadelijk aan de slag gaan in de regio Achterhoek om van deze regio Achterhoek niet weer een grote papieren tijger te maken, maar de koe bij de horens te pakken. De heer BULTEN voegt zich bij de vergadering om 19.20 uur. Mevrouw GROOTJANS zegt in de beeldvormende raad een tekst te hebben gebruikt: „Alleen kun je sneller, maar samen kom je verder‟. Dat vond ze kenmerkend voor de regio Achterhoek ook als ze naar de voorgeschiedenis kijken. Als je nu ziet hoeveel jaren ze onderweg zijn, dan betekent dat al dat je behoorlijk wat tijd hebt verbruikt en als je dat samen 751
doet dat je daar kennelijk wel wat voorbereidingstijd voor nodig hebt. Er vallen ook de nodige kanttekeningen te maken. Ze is blij met de brief die het college naar de regio Achterhoek heeft geschreven, omdat het ook al heeft gevraagd om wat meer concrete informatie en het benoemen van concrete projecten. Ze denkt ook dat dat de kern van het probleem is. Ze hebben concrete projecten nodig om in de toekomst te kunnen samenwerken met de drie O‟s zoals voorgesteld. Gezien hun achterbannen en de diversiteit aan grote belangen die zij hebben, is juist het afkaarten op concrete projecten heel belangrijk. Wat zou het toch goed zijn als ze deze samenwerking zouden kunnen omzetten in werkelijk een aantal prioriteiten en eindelijk eens gaan beginnen met de vervoersbeweging en mobiliteit in de Achterhoek en ze daar in de toekomst de nodige lobby en subsidiestromen voor zouden kunnen aanwenden. Ze sluit zich aan bij de motie van de fractie van de VVD. De heer BOSMAN stelt dat ze er ongetwijfeld van op de hoogte zijn dat de SP-fractie geen voorstander is van extra bestuurslagen. Lagen die in het algemeen meer bureaucratie met zich meebrengen. Een bestuurslaag waarvan het democratisch gehalte en de transparantie niet erg hoog zijn. Er is al heel veel gezegd over deze visie 2020. Ze missen het concrete. Daarom zullen ze de motie van de fractie van de VVD steunen. Verder kunnen ze zich goed vinden in het betoog van de fractie van GroenLinks. De heer BULTEN heeft dezelfde punten. Het ontbreken van een tijdspad was ook het hoofdpunt van de fractie van de SGP-ChristenUnie wat betreft de visie. De motie van de fractie van de VVD is daar heel duidelijk en stellig in dus die ondersteunen ze volledig. Wethouder VAN DIJK merkt op dat de raad twee dingen meegeeft. Aan de ene kant dat het proces of de nieuwe aanpak om met de drie O‟s, overheid, onderwijs en maatschappelijke organisaties en ondernemers met elkaar samen te werken zoals gestart 9 februari 2009, uniek geweest is. Als je kijkt naar de taken die op de gemeente afkomen vanuit het rijk, decentralisaties, economie, krimp, zijn dat klussen die je niet als overheden alleen kunt oppakken. Daar zal je ook met elkaar de schouders onder moeten zetten. Die aanpak, daarvan hoort hij eigenlijk iedereen zeggen dat ze die steunen. Maar, zegt de raad, wat er nu ligt, is qua structuur in hoofdlijnen. Maar zoals de heer Isselman opmerkte, hoe zit het nu met de verhouding tussen de portefeuillehoudersoverleggen en de werkplaats? Of tussen het algemeen bestuur en de werkplaats? Of tussen het algemeen bestuur en portefeuillehoudersoverleggen? Dat zijn eigenlijk de vragen die ze als college ook hadden en wat voor hen ook reden was om ook over dat punt een brief te schrijven naar de regio Achterhoek om vooral niet nu het proces te frustreren en te zeggen dat ze het nu op dit moment maar eens allemaal moeten gaan uitwerken. Daar heeft de heer Traag ook iets over gezegd. Eigenlijk moet je nu het wiel wel draaiende houden. De vaart moet erin blijven. De vaart en de koers en de richting om het ook met elkaar te doen, worden door de raad ook gedeeld, maar ze moeten wel aan de slag gaan om het op een aantal punten echt te laten slagen en concreter te maken. Dat heeft het college in zijn brief aangegeven en dat is eigenlijk nog iets beter en concreter verwoord in de motie die door de fractie van de VVD is opgesteld. Een aantal vragen die de raad heeft opgeworpen zijn eigenlijk opdrachten die ze aan het college geven en die niet alleen in het Doetinchemse college spelen maar eigenlijk in alle Achterhoekse gemeenten in meer of mindere mate de revue hebben gepasseerd. Op die vragen moet gewoon een antwoord komen. Er zit ook nog een tijdspad bij. Hij beschouwt de motie van de fractie van de VVD ook als een verdere aanscherping van de intentie die het college ook had met het schrijven van de brief en die past daarmee ook heel goed in de opdracht en die lijkt hem dan ook niet meer dan terecht. De vragen die gesteld zijn, kan hij wel langsgaan, maar het zijn ook de vragen die bij andere gemeenten spelen. Het proces is uniek en mooi, maar de inhoud kan op een aantal punten concreter en de motie roept uitdrukkelijk op om dat te gaan maken met de deadline die in de motie benoemd staat. De heer BOS voegt zich bij de vergadering om 19.25 uur. 752
De heer ISSELMAN mist bij de beantwoording de prioritering van de projecten. Ze hebben daar een voorkeur voor gegeven en gevraagd of de wethouder daarop in kan gaan om te kijken hoe vanuit de regio daarmee gehandeld wordt. Ten tweede had hij een vraag gesteld over het convenant waarvan zij het idee hebben dat dit niet compleet is. Hoe wordt het compleet gemaakt? De heer LANGEVELD zegt in zijn eerste bijdrage stevige woorden te hebben gesproken over het verlies van vertrouwen in de ontwikkeling van de regio. Ze hebben daar ook gezegd dat daarin een opdracht voor het college ligt, namelijk te zorgen dat de raad in een positie is dat hij betrokkenheid kan uiten. Ze moeten het nu via moties doen. Er is op 5 november een bijeenkomst waarbij hij echt nog de vraag heeft wat ze daar moeten doen, want vandaag wordt hier al een besluit genomen. Daar zit wat hem betreft wel een kernpunt in, want hij proeft bij zijn fractie en ook bij de SP-fractie de vraag of ze hier nog ooit aan moeten beginnen. Bij de andere fracties proeft hij dat die vinden dat het wel vijf voor twaalf is. Die urgentie zou hij ook wel wat scherper terug willen zien in de woorden van de portefeuillehouder. Mevrouw GROOTJANS reageert naar aanleiding van de opmerking van de fractie van de PvdA over de sociale agenda. Ze had inderdaad ook verwacht dat het college er zelf op in zou gaan omdat ze indertijd bij het andere programma van de regio Achterhoek daar met z‟n allen nadrukkelijk bij stil hebben gestaan, juist ook hier in Doetinchem. Alleen op dit moment denkt ze wel dat ze het kind de kans moeten geven om het te laten groeien. Het zal waarschijnlijk eerst in de meer concrete projecten gevonden moeten worden en over het algemeen zijn die dan ook wat directer te benoemen. Dat wil niet zeggen dat zulke ontwikkelingen wat haar betreft later wel gedaan zouden kunnen worden. Maar dan moet je ook even de ruimte geven om binnen de drie O‟s een stukje ontwikkeling te laten gebeuren. Als je het hebt over de sociale infrastructuren dan is dat toch even heel wat lastiger qua vormgeving dan wanneer je het hebt over het doortrekken van de A18. In die zin is ze wel de woorden van de wethouder indachtig en hoopt ze dat ze daar in de toekomst nog wel met elkaar over komen te spreken. Wethouder VAN DIJK begint met de urgentieopmerking die gemaakt is door de fractie van GroenLinks. De heer Langeveld wijst erop dat hij graag gehad had dat de wethouder zijn woorden als het gaat om urgentie nog eens onderstreepte. Volgens hem heeft hij in zijn eerste termijn ook proberen aan te geven dat de behoefte van de raad om het op een aantal punten wat concreter te maken en stappen te zetten ook door het college is opgemerkt. Dat was voor het college ook reden om de brief te schrijven zoals die geschreven is. Hij wil de woorden van de heer Langeveld wel onderstrepen dat de behoefte aan urgentie om een aantal punten even goed neer te zetten ook door het college wordt gedeeld. Als het gaat om de rol van de raad is het, zoals ook in de motie van de fractie van de VVD terugkomt, de raad die via zijn budgetrecht altijd de financiële kaders stelt waarbinnen geopereerd moet worden. En als er projecten worden gestart waar geld voor nodig is, zal dat altijd via de raad moeten plaatsvinden. Hij begrijpt de opmerking, dat het breder is. Dat het niet alleen gaat om het verlenen van budget maar ook als het gaat om de inhoudelijke positionering van de raad met betrekking tot de regio Achterhoek. Daar wordt ook in de motie van de fractie van de VVD nadrukkelijk een oproep toe gedaan om daar een antwoord op te formuleren. Daar komen ze later ook op terug mede in relatie tot wat er in andere gemeenteraden over ditzelfde onderwerp wordt opgemerkt. De fractie van de PvdA stelt twee vragen. De ene is de opmerking van de heer Isselman in de eerste termijn waar hij een aantal voorzetten heeft gedaan voor projecten die de fractie van de PvdA erg belangrijk vindt. Dat zijn allemaal projecten die ook op dit moment in het visiestuk genoemd staan als projecten die belangrijk gevonden worden. Hij neemt het in die zin ook mee dat dit in ieder geval onderwerpen zijn die de raad van Doetinchem ook erg belangrijk vindt. Het college ook. Hij heeft dat bij de meeste van de fracties in de beeldvormende raad ook als zodanig begrepen. Hij stelt een terechte vraag als het gaat om de woorden „et cetera, et cetera‟ als het gaat om het convenant. Dat „et 753
cetera‟ duidt erop dat het niet alleen een statisch moment is van „stap in op 30 november en daarna mag je nooit meer meedoen‟. Het is ook de bedoeling dat iedereen die eigenlijk met dit proces mee wil doen ook op een later moment kan instappen en het convenant ondertekenen. Reagerend op een opmerking van de heer Isselman in zijn eerste termijn die door mevrouw Grootjans in haar tweede termijn nog eens werd onderstreept, zegt hij dat het hen niet zal verbazen dat deze portefeuillehouder er nadrukkelijk op zal toezien dat de sociale agenda en de sociale onderwerpen ook in regionaal verband worden opgepakt. In de bijeenkomst waar ze het hadden over de decentralisatie heeft hij ook met de raad gedeeld dat dat ook zo complex en veelomvattend is en ook zo dom als je dat allemaal voor jezelf gaat zitten uitvinden, dat dat nadrukkelijk onderwerpen zijn die je met elkaar moet delen. Die hebben dan ook een plek gekregen in het portefeuillehoudersoverleg sociale samenhang. Dus daar waar hij en de raad een aantal jaren geleden vooral gestreefd hebben op het weer terugbrengen van de sociale agenda binnen de hoofdstructuur van de regio Achterhoek is dat bij deze ook gelukt. Het maakt onderdeel uit van de regio Achterhoek. De heer THUS hoopt dat de wethouder het niet zo bedoelt, maar het komt wel zo over: hij zegt „je mag van deze wethouder verwachten ….‟ Hij gaat ervan uit dat deze wethouder namens het college van de gemeente Doetinchem bestuurt. Wethouder VAN DIJK antwoordt dat deze wethouder met sociale zaken in zijn portefeuille uitspreekt dat hij namens het college erg blij is dat de sociale agenda wederom deel uit maakt van de regio Achterhoek. Als laatste merkt hij op dat het niet alleen gaat om het portefeuillehoudersoverleg waar de sociale onderwerpen weer op de agenda staan, maar ook de werkplaats waarbij met name de spreiding van de voorzieningen over de Achterhoek, die atlas die ook door de heer Isselman is genoemd, aan de orde is. De raad wordt op zijn wenken bediend: de sociale agenda maakt integraal onderdeel uit van dit verhaal. De VOORZITTER brengt het voorstel in stemming. Voor stemmen fractie van de SGP-ChristenUnie, de fractie Partij voor Burgers, de fractie PLOD, de fractie van D66, fractie van de VVD, de fractie van het CDA, de fractie van de PvdA. Dat betekent dat het voorstel met meerderheid van stemmen is aangenomen. De VOORZITTER brengt de motie in stemming. Deze wordt met algemene stemmen aangenomen. 3.
RAPPORTAGE WONINGBOUWPROJECTEN De heer BULTEN wil uit de rapportage woningbouwprojecten twee zaken uitlichten, namelijk de verplichting van de marktpartijen en de samenwerkingsovereenkomst van KWP met betrekking tot Iseldoks. In het raadsvoorstel staat: „Wij hebben zorgen over de mogelijkheden van marktpartijen om hun verplichtingen integraal na te komen. Wij onderzoeken diverse alternatieven voor het geval dat …‟ Deze zin geeft een nieuwe dimensie aan deze rapportage. Dit houdt dus impliciet in dat bij het niet nakomen van afspraken van een of meer marktpartijen dit grote risico‟s voor de gemeente zal kunnen hebben. Deze marktpartijen of partijen zijn afspraken aangegaan die in contracten vastliggen en naar ze mogen aannemen juridisch zijn getoetst. De fractie van de SGP-ChristenUnie wil hier helder in zijn. Als er een of meer marktpartijen zijn die hun afspraken niet kunnen of willen nakomen, wil de fractie dat weten voordat er een deadline is overschreden met daarbij een plan van aanpak inclusief het kosteloos stellen van bijvoorbeeld rentetegoeden of gronden die niet zijn afgenomen en overige nog te maken kosten zoals bijvoorbeeld interne of proceskosten. Het kan niet zo zijn dat een marktpartij die bij een of verschillende projecten met de gemeente afspraken heeft gemaakt hiermee op enige wijze de gemeente bewust of onbewust onder druk zou kunnen zetten of daarmee het recht neemt om gronden niet af te nemen. Alle gevolgen, financieel of van welke aard dan ook, dienen bij een latere afname voor het verstrijken van een eerste deadline bekend te zijn bij de marktpartijen en bij de raad. Sancties dienen dan ook direct na deze datum in te gaan. Ze willen van het college hierover een duidelijke toezegging hebben en horen ook graag de andere fracties hierover. In de beeldvormende raad hebben ze de 754
wethouder gevraagd om de stand van zaken rondom Iseldoks, KWP en Sité. Ze hebben ondertussen contact gehad met de directie van Sité en hebben vragen gesteld aan het college over voorwaarden die omschreven zijn in een brief van Sité verstuurd in februari of maart dit jaar. Ze hebben deze brief ook na schriftelijke vragen nog niet ontvangen, wat ze jammer vinden omdat daardoor vanavond deze discussie niet goed kan plaatsvinden door het ontbreken van voor hen misschien wel cruciale gegevens. Wel hebben ze vanmiddag gedeeltelijk antwoord gekregen op hun schriftelijke vragen. Ze constateren uit de beantwoording van hun vragen aan wethouder Drenth dat er niet een maar twee brieven zijn. Waarom is de brief of zijn de brieven met voorwaarden niet beschikbaar gesteld in de vergadering van 30 juni? Een aantal voorwaarden die gesteld zijn aan Sité zijn in de antwoorden die hun zijn toegezonden, beantwoord. Toch blijkt uit deze beantwoording ook dat deze zaken nog niet gereed zijn. Wat staat er dan nog meer in deze brieven? De uiterste datum van 1 december staat vast. Maar als over een brief van februari en/of maart nog geen duidelijkheid is, vraagt de fractie van de SGP-ChristenUnie zich af hoe hard deze datum is en wat dit voor financiële gevolgen kan of zal hebben. Wat de fractie van de SGP-ChristenUnie niet juist vindt, is dat voor de raad relevante en misschien wel cruciale informatie niet of na diverse keren vragen pas naar hen toe komt. Op deze wijze kunnen ze hun controlerende taak niet of niet goed uitvoeren, zoals van de raad verwacht wordt. Ze wachten de beantwoording van de wethouder nu eerst verder af. Mevrouw GROOTJANS stelt dat ondanks het feit dat er misschien wel wat te zeggen valt over deze onderwerpen ze in de totale lijn een andere beeldvorming heeft dan de fractie van de SGP-ChristenUnie. Ze heeft sterk de indruk gekregen in de afgelopen periode dat het college heel alert omgaat met het woningbouwprogramma en ook met de problematiek die daarin zit. Natuurlijk ligt het op een aantal projecten heel moeilijk en heel gevoelig en is de communicatie ook heel lastig geweest. Dat zal hier vanavond nog genoegzaam aan de orde komen. Maar toch vindt ze in de grote lijn dat ze daar verstandig mee omgaan. In die zin wil ze het college een compliment maken omdat het natuurlijk in deze tijd een hele moeilijke situatie is om mee verder te gaan en de problemen die op de projecten zitten behoorlijk groot zijn. Ze wil de volgende motie inbrengen.
MOTIE De raad van de gemeente Doetinchem, bijeen op 27 oktober 2011; gelezen het raadsvoorstel nr.3 Rapportages woningbouwprojecten; overwegende dat: de situatie van de huidige woningmarkt zorgwekkend is; de werkzaamheden binnen de taskforce woningbouw in relatie tot de woningmarkt een complexe materie vormen; de grondexploitaties een belangrijke input vormen voor besluiten in het woningbouwprogramma; deze grondexploitaties, in het bijzonder ook de berekening van risicofactoren daarin, berekend worden intern door het ambtelijk team op grond van expertise en deskundigheid; objectieve maatstaven wat betreft risicofactoren niet voldoende voorhanden zijn; er een grote druk en verantwoordelijkheid ligt op het ambtelijk apparaat wat betreft besluiten op dit vlak;
755
inmiddels enkele malen naar tevredenheid gebruik is gemaakt van externe deskundigheid voor toetsing en doorrekening van de grondexploitaties en risicokaarten; besluit: het college op te dragen jaarlijks de doorrekening grondexploitaties/risicokaarten te laten toetsen op gekozen uitgangspunten en door te laten rekenen door externe deskundigen.
Ze heeft er bewust voor gekozen om het nu op deze manier in te brengen. Ze hebben daar in een informatieve raad ook al eens over gesproken. Ze vindt dat gezien de problematiek op de woningbouwmarkt er een hele grote verantwoordelijkheid ligt bij het ambtelijk apparaat en bij het college. Om elkaar daarin te beschermen, lijkt het haar verstandig dat jaarlijks gebruik gemaakt wordt van expertise van buitenaf door deskundigen om te gaan controleren of de berekeningen en de risicofactoren zoals ze die inschatten voldoende goed zijn. Het gaat haar niet om het feit dat ze maar enigszins zou denken dat het niet goed gedaan wordt. Dat vindt ze namelijk wel en die indruk heeft ze er ook van. Ze vindt dat het op dit moment heel goed gaat, maar ze wil graag dat nu het zo belangrijk wordt voor de toekomst en ze zo ontzettend veel risico‟s lopen op de woningbouwprojecten externe deskundigheid in huis gehaald wordt. De heer THUS stelt dat de raad toch degene is die de kaders bepaalt en de raad degene is die het beoordeelt. Je kunt wel naar een externe gaan lopen, maar wat moet die dan anders gaan regelen dan wat het college gedaan heeft. Mevrouw GROOTJANS legt uit dat de berekeningen worden gemaakt op bepaalde risicofactoren. Die worden ingeschat door het team van onze mensen, door hun deskundigheid, hun ervaringen van de laatste jaren en aan de hand daarvan worden ze bijgesteld. Dat heb je ook met de markten, de verkopen binnen de markten et cetera. Op basis van die gegevens proberen zij een inschatting te maken voor de toekomst en op die basis stellen zij dan bij. Ze hebben daar al een paar keer gebruik van gemaakt. Het is aan de orde geweest in een informatieve raad dat hun dat goed is bevallen. Om nu het hele team af te schermen lijkt het haar verstandig om dat ook jaarlijks echt te blijven doen en niet incidenteel, maar dat ze dat jaarlijks structureel gaan doen zolang de woningbouwmarkt zo kritiek is. De heer THUS antwoordt dat ze nog steeds geen antwoord geeft op zijn vraag: wat moeten ze dan gaan berekenen? Die risico‟s bepalen ze zelf. Op de input van het college vinden ze als raad wat en vervolgens gaat het college daarmee aan het werk. Ze krijgen vandaag informatie en over drie maanden. Wat moeten ze nu expliciet gaan tellen. Doelt ze nu op de uitkomst die ze zelf gemaakt hebben? De heer KUIPERS vraagt wat er anders is dan wat ze laatst aan de accountant die namens de raad de controle voert over de boekhouding en de gang van zaken hebben gevraagd. Wat is er anders in deze motie? Want in wezen hebben ze in het laatste gesprek met de accountant gevraagd om dit punt met betrekking tot de grondexploitaties expliciet na te kijken en de raad daarover te rapporteren. Wat wil ze nu extra? Mevrouw GROOTJANS antwoordt dat hij het nu precies aangeeft. Men heeft nu binnen het ambtelijk apparaat daar een paar keer gebruik van gemaakt. Dat is ook via de accountant gegaan. Wat ze graag wil is dat het jaarlijks iedere keer gebeurt zolang de woningmarkt nog zo gespannen is. De heer KUIPERS zegt dat het jaarlijks gebeurt door de accountant. Dat is een externe die de raad heeft ingehuurd. Mevrouw GROOTJANS erkent dat het jaarlijks gebeurt. Alleen is het wel anders of je specifiek een deel van a tot z laat doorrekenen of dat je een algemene toetsing laat doen. Wat zij vraagt is om wat het ambtelijk apparaat heeft gedaan gewoon van begin tot eind te laten narekenen en toetsen door externen. De heer KUIPERS wijst erop dat ze juist gevraagd hebben of de accountant dit extra wil gaan doen dus buiten zijn normale controles extra de grondexploitatie en alles wat er omheen zit, toetsen. Daar krijgen ze dus als het goed is volgend jaar een rapportage over. Dus het is eigenlijk dubbelop wat zij 756
vraagt want het is er al. Mevrouw GROOTJANS stelt dat als ze in de raad de afspraak maken dat ze dat jaarlijks tot in detail gaan doen zolang de woningbouwmarkt zo gespannen blijft, dat ze het dan eens zijn en dan hoort ze graag hoe het college erover denkt. Want als dat gebeurt, kan ze haar motie intrekken. Maar ze wil dat het zorgvuldig ieder jaar gebeurt. Mevrouw PUTMAN gelooft niet dat er een onderwerp is dat zo in beweging is en dat zo moeilijk is. Daarom begint ze met een compliment te maken voor de manier waarop er hiermee omgegaan wordt. Dat neemt niet weg dat ze grote zorgen blijven houden. Wat haar nog niet helemaal helder is, is het standpunt van Sité. Er stond vanmorgen een positief bericht in de krant, maar ze heeft van het college nog niet gehoord of het inderdaad zo is. Mocht het zo zijn, dan zou ze dat graag nu willen horen. De heer ERNST stelt dat ze in de rapportage kunnen lezen dat er sprake is van een verdere verslechtering van de Doetinchemse woningmarkt maar ook dat er toch nog enkele lichtpunten zijn. De provincie wil niet investeren in projecten die niet door gaan, maar wel in projecten die doorgaan. Het college heeft de provinciale handschoenen opgepakt en een nieuwe subsidiemethodiek uitgewerkt. Bij de ontwikkeling van de planvoorraad lijkt de reële planvoorraad flink onder de 3000 woningen te zakken. Ze lezen dat de belangrijkste opgave voor de komende periode is om te proberen de verhouding grondgebonden woningen versus appartementen niet te laten verslechteren. Ook dat het gewenst is om de bouw van goedkope woningen te stimuleren. Het college wil binnen drie maanden een brede analyse laten opstellen over woonzorginitiatieven. De woningmarkt in de dorpen wordt serieus bekeken. Ook wordt uitgebreid verslag gedaan over projectstrategieën. In de begroting 2012 zijn de spaarbedragen voor de sanering, herprogrammering en faseringsrisico‟s opgenomen. Deze gegevens en de ontwikkeling van de projecten worden het komende kwartaal gebruikt voor specifieke financiële doorrekeningen. Allemaal dingen die hun duidelijkheid verschaffen. Maar in de laatste alinea wordt dan nog gesproken over kredietaanvragen en zelfs in de allerlaatste regel wordt de raad gevraagd om aanvullend krediet voor de bedrijfsterreinen en overige grondexploitaties van € 13,9 miljoen. Wetende dat dit agendapunt gericht is op de woningbouwprojecten verbaast het de fractie van het CDA dat ze bij dit punt ook moeten besluiten om in te stemmen met deze kredietaanvraag terwijl hier in het hele stuk niet over gesproken wordt. De grondexploitatie van het A18 bedrijvenpark is volgens de verantwoordelijke wethouder de meest complexe grondexploitatie. De financiële risico‟s zijn hier zo hoog dat de fractie van het CDA hier graag in mee wil denken. Ook de drie andere deelnemende gemeenten hebben belang hierin. Ze hebben het idee dat er op dit moment nog geen grip is op de grondexploitatie. Hoe zit het bijvoorbeeld met de onteigeningsprocedures? Er loopt nog een procedure bij de Raad van State. Wat als dit negatief uitvalt? Ze lazen deze week op een nieuw bord langs de A18 dat de eerste kavels zijn verkocht en er staat al een naam op. Maar hoe gaat het nu verder? Hoe zit het met het gronduitgiftetempo? Waarom bij deze aanvraag geen actuele stand van zaken zoals bij de woningbouw? Al met al genoeg vragen om daar eerst een goed antwoord op te krijgen alvorens in te kunnen stemmen met deze kredietaanvraag. Ze willen het college verzoeken om deze kredietaanvraag uit te stellen tot een volgende vergadering zodat de raad meer informatie tot zijn beschikking heeft hoe de stand van zaken op dit moment is. Als fractie van het CDA denken ze dat ook de andere deelnemende gemeenten hier recht op hebben. De heer MOÏZE DE CHATELEUX geeft te kennen dat de fractie van D66 het in een tijd waarin het veel moeilijker is om bestaande woningen te verkopen verstandig vindt om de markt niet met een te groot aantal nieuwe woningen te overvoeren. Nieuwe woningen zijn over het algemeen gemakkelijker te financieren wat de situatie voor de bestaande bouw nog verder verslechtert. Ze kunnen het collegebeleid in dezen dan ook onderschrijven. Verstandig is het vooral te sturen op goedkope woningen en wat de fractie van D66 betreft krijgen vooral starters daarin extra aandacht. Ze verzoeken het college de mogelijkheden te onderzoeken en de raad te informeren betreffende de mogelijkheid van flexibel bouwen. Appartementen met 757
flexibele indeling, duplexwoningen en dergelijke. Ze zijn gemakkelijker te verkopen en te financieren door de lagere prijs en geven ook meer doorstromingsmogelijkheden, wat goed is voor de bestaande bouw, nog los van het levensbestendig element. Hij wil nader ingaan op Iseldoks. De fractie van D66 begrijpt de kennelijke feeststemming van het college die vandaag doorklinkt in het artikel in De Gelderlander niet helemaal. „30 juni was er een volledige overeenstemming‟, heet het. Sité was akkoord en ook de raad van commissarissen was akkoord, alleen moest het formeel nog even bestempeld worden en ze waren helaas nog niet bij elkaar geweest. Vervolgens moeten er ineens kennelijk wat puntjes op de i gezet worden en nu blijkt er een brief van maart te zijn, waar de heer Bulten ook al over sprak, die ze alleen niet kunnen krijgen als ze erom vragen, want hij was niet openbaar en hij wordt na vijf weken van het bis gehaald. Heel klein detail: ook rond de raadsbehandeling van 30 juni stond hij niet op het bis. Dat is een lastige. En ook het bezwaar dat hij niet openbaar is, vindt de fractie van D66 niet steekhoudend. Daar hebben ze toch net dat besloten bis voor ingesteld? De fractie van D66 vraagt dan ook heel nadrukkelijk die brief alsnog ter inzage. Kennelijk zou er ook wellicht meer zekerheid kunnen zijn rond 1 december. Dat is pas zekerheid! Hij zou haast met zo‟n zekerheid een staatslot kopen. Dan wil men immers gaan besluiten of men doorgaat of niet. Met andere woorden: er is helemaal geen zekerheid. Er is nog steeds een grote kans dat de gemeente zoals hij al op 30 juni heeft uitgesproken, fors in het schip gaat. Dat staat redelijk haaks op de zeer stellige uitspraken van het college op 30 juni. Hij wil ze heel positief maar: „overenthousiast‟ noemen. Ze willen de wethouder er wel voor waarschuwen dat als dit mis gaat hij heel erg veel heeft uit te leggen en ze het proces uiterst kritisch willen blijven volgen. Wat de motie van de fractie PLOD betreft kan hij zich inhoudelijk geheel aansluiten bij de woorden van de heer Kuipers. Maar principieel gezien: de fractie van D66 is altijd al tegenstander van het inhuren van externen. In een tijd dat je heel veel moet bezuinigen en zelfs afscheid moet gaan nemen van medewerkers, hiervoor externe deskundigheid in te gaan huren terwijl de accountant dat werk al doet, vindt de fractie van D66 volkomen misplaatst. Ze zullen de motie dan ook niet steunen. De heer LARSEN stelt dat na intense lezing van lopende woningbouwprojecten het wel opvalt dat er sprake is van een uitgebouwde controle en beheersing. Vanzelfsprekend is het ook voor iedereen overduidelijk hoe moeilijk het is voor woningbouw en vervolgens verkoop. Hier spelen de ontzettend zware marktomstandigheden bij, denk aan onder druk staande huisprijzen, veranderde leenomstandigheden en ga maar zo door. De conclusie van de fractie van de PvdA is: „Wij kunnen instemmen met de opgestelde rapportage, behalve rond bedrijvenpark bij A18 (of B 18)‟. In principe zijn ze niet tegen het gevraagde extra krediet, maar een besluit moet wel op basis van meer gegevens. Na instemming met hun verzoek om meer inzage maakt dat het voor de fractie van de PvdA ook een stuk eenvoudiger om tot een positief besluit te komen. Nadrukkelijk wijzen zij erop, dat de ingenomen zienswijze absoluut niet tot vertraging moet leiden. Sterker nog – ze zullen zich sterk maken voor een vloeiend, objectief en progressief proces. Ten slotte een opmerking: In de rapportage staan weinig acties en/of maatregelen. In de toekomst graag iets meer innovatief denken en ook doen. De heer OOMS wil allereerst een opmerking maken over iets wat deze week nog in het nieuws was en de toch wat gemakkelijke toon in de derde alinea, namelijk „voor bestaande woningbezitters is elke waardedaling vervelend maar de prijsdalingen maken koopwoningen nu meer beschikbaar voor de jongere generatie‟. Laat nu net in het nieuws zijn geweest dat steeds meer mensen niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen tegenover hun hypotheekverstrekker. Dat neemt steeds meer zorgelijke proporties aan. Laat staan de groep die er net nog aan kan voldoen. Dan zijn de dalingen niet meer vervelend maar erg zorgelijk en begint het richting het dramatische te lopen. De opmerking dat dan de huizen voor de jongere generatie beter bereikbaar worden, valt in de praktijk vaak vies tegen, want de banken – een van de grote veroorzakers van deze crisis, naast hebzucht – houden angstvallig hun hand op de knip en verstrekken steeds minder gemakkelijk hypotheken. Dus eigenlijk is „vervelend‟ niet het goede woord. Het is erger dan dat. Ze moeten daarom goed blijven monitoren wat de 758
ontwikkelingen lokaal, regionaal, landelijk en wereldwijd betreffende dit onderwerp zijn. Bijvoorbeeld de planvoorraad is iets wat regelmatig gecheckt moet worden en daarom baart de alinea over het woon-zorgsegment de SP-fractie dan ook zorgen. Wat bedoelt het college hier precies mee? Bedoelen ze daarmee dat er teveel gebouwd gaat worden in het intramurale woon-zorgsegment zodat er leegstand komt en op dat moment de ontwikkelaars komen om het intramurale los te laten en die gebouwen alsnog verhuurd of verkocht te krijgen? Als dit is wat het college bedoelt dan moet daar zo snel mogelijk actie op worden ondernomen en zo ja: speelt het nu ook al in onze gemeente? Hij dacht vanmorgen nog de wethouder streng te kunnen toespreken over de Iseldoks. Maar nu staat er in de krant dat de partijen het eens zijn. Want waarom nog steeds niets van Sité gehoord? Nu kon hij vanmiddag na zijn werk de boel weer herschrijven. Het verzoek aan de wethouder is om dat in het vervolg eerder bekend te maken. Het feit dat Sité er zo lang over heeft moeten nadenken, zegt ook al genoeg over de situatie waarin ze zich met z‟n allen bevinden. En toch staan er in het artikel, waarvan de kop wel heel duidelijk is, als je verder leest nog wat mitsen en maren. De vraag van de SP-fractie is dan ook of het nu 100% zeker is of dat er toch nog wat ruimte in zit. Wat verder ook opvalt in het stuk van vanmorgen in De Gelderlander is de opmerking over de twee zorgpartijen. Is dit wat het college bedoelt met de zonet genoemde intramurale zorg? Of wordt hier iets anders mee bedoeld? Wat ook nog vraagtekens oproept in het stuk is de opmerking in de alinea over Wijnbergen Het Oosten. Daar staat een zin: „In eerste instantie zullen wij aandringen op integrale naleving van de afspraken.‟ De SP-fractie vraagt wat er dan in tweede instantie gebeurt. Als er dan niets gebeurt, kan je net zo goed die opmerking weglaten. Wat betreft de kredietaanvraag, daar zat de SP-fractie eigenlijk ook mee. Met name wat over de tweede fase gezegd wordt. Daar moet ook een bedrag voor vrijgespeeld worden. Is dat om nieuwe gronden te verwerven of is dat een bedrag voor andere zaken. Naar aanleiding van het antwoord van de wethouder zal de SP-fractie misschien een motie indienen. Hij wacht nu eerst de antwoorden van de wethouder af. De heer VERHOEVEN merkt op dat de fractie van de VVD de discussie over de woningbouwlocaties de laatste keer heel kritisch heeft ingestoken. Ze vinden met het voorliggende stuk en de voornemens voor de komende drie maanden, dat het college een hele grote stap heeft gezet om kansen, keuzes en risico‟s inzichtelijk te maken in een hele moeilijke en flexibele markt. Hij bedankt ze daarvoor. Ze kunnen zich in grote lijnen vinden ten aanzien van dit stuk. In de beeldvormende raad heeft wethouder Kroon naar hun mening toegezegd dat er aanvullende informatie zou komen rondom het A18-bedrijventerrein. Die hebben ze niet gezien en die informatie is voor de fractie van de VVD cruciaal om over het laatste deel van het besluit over de kredietverlening een besluit te kunnen nemen. Graag vernemen ze wanneer die komt, zodat ze die mee kunnen nemen in de besluitvorming. Ten slotte vinden ze het eigenlijk geen goede gang van zaken om bij een woningbouwlocatiediscussie het bedrijventerrein mee te nemen. Hij stelt voor die twee in het vervolg gescheiden aan de raad voor te leggen. Dan is het ook zuiver en dan kunnen ze ook risico‟s, kansen en keuzes beter beoordelen. Wethouder DRENTH begint met het positieve deel van de reacties. De raad constateert in overgrote meerderheid dat er in deze hele moeilijke materie een stuk voor ligt dat in elk geval inzicht en helderheid geeft en ook aangeeft dat ze met de vinger aan de pols zitten. De raad spreekt daarover zijn waardering uit en dat wil hij namens het college maar mede namens de raad aan het gemeentelijk apparaat ook op die manier overbrengen. Dan wordt het een en ander gemeld over brieven van Sité en de raadsvergadering van 3 juni. Hij hecht eraan om een paar dingen wel helder te hebben. Die brief heeft toen keurig ter inzage gelegen. Dat na 5 á 6 weken kennelijk besloten bijlagen uit het bis verdwijnen, was hem niet bekend. Er zit ook helemaal geen reden achter om dit te doen. Als raad hebben ze altijd de beschikking over alle documenten hier in huis. Dat is een van de redenen waarom er een eed afgelegd wordt bij zitting nemen in de raad. Hij begrijpt niet waarom daar commotie over zou moeten zijn, want dat is niet nodig. Hoe de regels van het bis zijn weet hij niet en evenmin wiens 759
verantwoordelijkheid dat is. Het lijkt hem dat het bis van de raad zelf is, want het gaat over het bestuurlijk informatiesysteem en dat gaat de raad aan. Kennelijk is het door de raad zelf zo vastgesteld dat het op die manier gaat. Er zit geen enkele boze bedoeling achter van de zijde van het college. Hij hecht er veel waarde aan dat zo te zeggen. Het is geen enkel probleem dus de raad krijgt de brief gewoon. Hij vindt wel en dat staat in het bis, dat het raadsverslag van 30 juni wel op de juiste manier geciteerd moet worden. Hij heeft toen namelijk die brief wel aangehaald en toen ook letterlijk gezegd dat er een aantal voorwaarden aan de samenwerking met Sité aan het project Iseldoks zaten. Dat is ook conform wat de raad in de schriftelijke beantwoording kan lezen. Het is vanmorgen of vanmiddag op de mail gegaan. Ook daar wordt eraan gerefereerd. Wat de afspraak is met Sité - en in die zin heeft De Gelderlander dat vanmorgen ook goed aangegeven – is dat Sité wil investeren in het project Iseldoks. Alleen heeft Sité daar een aantal voorwaarden aan gesteld richting de gemeente. Daar hebben ze de vorige keer ook over gesproken. Dat hangt ook samen met de afhechting, met de GSOsubsidie. Er zitten nog wat voorwaarden aan en die voorwaarden moeten allemaal ingelost zijn. De taskforce van vanavond maakt daar ook deel van uit. Daarnaast moet Sité het natuurlijk eens worden met een vastgoedontwikkelaar. Die moet iets aanbieden wat een koper zou willen hebben en dat moet ook tegen een prijs die de koper bereid is te betalen en de verkopende partij moet wel voldoende bieden, wil de kopende partij bereid zijn om te betalen. Dat was toen aan de gang en dat is nog steeds aan de gang. Dat is ook niet raar als je kijkt over hoeveel woningen het in verschillende varianten zou kunnen gaan, want dan is het een verhaal waar miljoenen mee zijn gemoeid. Ga maar na: 35 huurwoningen is toch al gauw zo‟n € 5 miljoen. En dat is alleen nog maar de huur. Dan de vragen van de SP-fractie over het woonzorgen. Het college wil een onderzoek omdat ze zien dat juist heel veel ontwikkelaars overgaan van het woonsegment naar het zorgsegment. Die tellen namelijk niet mee in de contingenten die ze in regionaal verband hebben afgesproken. Het gaat daarom niet om intramuralisering, het gaat om extramuralisering. Naast het woningbouwvraagstuk zit daar een Wmo-financieringsvraagstuk bij, want intramurale zorg wordt grofweg betaald door de AWBZ en extramurale zorg, dus zelfstandig wonen is een Wmo-vraagstuk. En daar zien ze grote risico‟s als het gaat over de begroting van de toekomst. De heer OOMS vraagt of dat dan niets met de planvoorraad te maken heeft. Wethouder DRENTH zegt dat het wel zo is maar op een heel andere manier dan wat de heer Ooms aangaf. Als het allemaal intramuraal zou worden dan maakt het de gemeente financieel niets uit en ook qua woningaantallen niet. Wat ze zien is dat woningen worden omgekat naar zorgwoning. Daarom tellen ze niet mee met het contingent en kom je onder de deadline van 1 december aanstaande uit. Dat is de ene kant van het onderzoek. De andere kant van het onderzoek is: stel dat Het Weerdje, dat nu voor een groot deel intramuraal is, allemaal in zorgcomplexen terecht zou komen, dan moet de zorg die nu door Sensire wordt geleverd en betaald wordt door de AWBZ, op dat moment door Sensire worden aangeboden via de Wmo-gelden. En dat maakt voor de uitkering uit het gemeentefonds niet veel uit. Dan zie je dus een stijging van de kosten. Overigens vinden ze extramuraal wonen aantrekkelijk voor mensen die ouder worden en zorg nodig hebben. Dat maakt het allemaal nog complexer. Vandaar dat snelle onderzoek. Rest nog het punt van de fractie van de SGP-ChristenUnie. Wat ze daar vragen, daar kan hij in elk geval voor de eerstkomende deadline niet aan voldoen. Hij kan onmogelijk de raad informeren vanuit het college over een deadline die gaat verlopen nog voordat die verlopen is en wat hun plan van aanpak zou zijn terwijl hij nog niet weet of diegene voor die deadline zijn verplichtingen kan nakomen. Hij kan pas na de datum dat een deadline verloopt, constateren dat iemand dat niet doet. Overigens zijn ze het helemaal eens over de manier van aanvliegen daarbij. Wie niet aan zijn verplichtingen voldoet, wordt via andere middelen gedwongen om zijn verplichtingen na te komen. Het is alleen wel zaak te kijken hoe je dat doet, want van een kale kip valt niet te plukken. Het punt van de grondexploitatie en het regionaal bedrijfsterrein laat hij over aan zijn collega Kroon. Wethouder KROON wil ingaan op de motie van de fractie PLOD en de kredietverlening voor het A18 bedrijvenpark. Als hij de motie goed leest en de indienster goed beluistert, dan 760
spreken uit de motie twee dingen. Eerste is waardering voor de manier waarop onze eigen organisatie werkt aan het in kaart brengen van risico‟s en het omgaan met risico‟s. Bijvoorbeeld met betrekking tot de risicoanalysekaarten die kort geleden zijn getoond aan de raad. Hij kan het alleen maar met haar eens zijn. De waardering zal hij richting de ambtelijke organisatie overbrengen. Wat ook uit deze motie spreekt is permanente aandacht voor toch complexe en risicovolle dossiers die de grondexploitaties nu eenmaal zijn. Hij wil daarbij opmerken dat die aandacht al aanwezig is voor de grondexploitaties. Het is niet alleen zo dat de eigen gemeentelijke organisatie er bovenop zit, extra toetsen erop legt met behulp van de risicokaarten, maar de accountant zit er ook bovenop. Niet alleen in termen van rechtmatigheid, maar ook – en dat is de opdracht die de raad heeft meegegeven aan de accountant – kijkt de accountant heel goed naar de manier waarop ze omgaan met betrekking tot de grondexploitatie met risicomanagement. In die zin wil hij een kanttekening plaatsen bij de motie. Een forsere kanttekening is dat als de motie oproept tot het uitvoeren van een toets op projectspecifieke risico‟s hij echt wil ontraden om deze motie op deze manier aan te nemen. Los van de vraag of je al moet willen dat een externe alle kennis die nodig is en die hij niet heeft om die toets te kunnen uitvoeren in bezit moet hebben, leidt dit als ze het op deze manier doen op projectspecifiek niveau tot hele dure opdrachten, tot heel veel capaciteitsbeslag op de eigen organisatie en dat staat voor hem niet in verhouding tot de energie die ze al als eigen organisatie hier instoppen. In die zin wil hij de motie ontraden. Mevrouw GROOTJANS verklaart dat wat ze bedoeld heeft te zeggen, is dat ze die permanente aandacht de komende jaren ontzettend nauwgezet bij de hand moeten houden, maar dat wat haar betreft als er mogelijk ondersteuning kan zijn van deskundigen, het college daar in dit specifieke geval gebruik van zou mogen maken. De risico‟s op deze projecten en de effecten zijn dermate groot voor ons als gemeente, dat ze zichzelf daarin ook moeten beschermen. De wethouder heeft goed geluisterd. Ze zei dat ze het team het ontzettend goed vindt doen, maar er moet ook een stuk bescherming in zijn ten aanzien van de risico‟s die ze lopen, ook voor het team. Wethouder KROON antwoordt dat als het nodig is ze altijd externe deskundigheid zullen inhuren. Maar de motie roept in zijn beleving op tot structurele aandacht op projectniveau voor doorrekening en dat wil hij absoluut ontraden. Tot slot de opmerkingen over het A18 bedrijvenpark en de kredietverlening. Het klopt dat dit een heel dynamisch, complex en risicovol dossier is dat eigenlijk in deze taskforcerapportage die over woningbouwprojecten gaat, niet helemaal uit de verf komt. Daarnaast is het een dossier waar de afgelopen maanden veel informatie onder andere met betrekking tot de risicokaarten, in de richting van de raad is gekomen. Hij begrijpt dat ze vragen alvorens ze de kredietverlening voor het A18 bedrijvenpark goedkeuren of niet, dat ze de informatie die ze toegestuurd hebben gekregen of tot zich genomen hebben in informatieve sessies, dat ze die van een ander karakter willen laten zijn en die echt als sturingsinformatie in een raadsvoorstel voorgelegd willen hebben. Hij zegt dat toe. Dat is een raadsvoorstel dat dan bijvoorbeeld de informatie in het Onland maar ook met betrekking tot de risicoanalysekaarten die naar de raad zijn toegekomen, bevat. Het gaat natuurlijk ook weer in op de kredietverlening. Een nieuwe gewijzigde grondexploitatie met risicoanalysekaart, zoals door de heer Verhoeven is gevraagd, zal onderdeel uitmaken van dat raadsvoorstel. Hij zal zijn uiterste best doen om te zorgen dat in de volgende raadsvergadering in december het raadsvoorstel bij de raad voor ligt. De heer BULTEN laat weten dat hem nog steeds niet helder is of er nu een of twee brieven zijn. Het is aan de raad dat ze die brieven behoren te krijgen en dat ze in het bis behoren te staan. Ze hebben de vraag de afgelopen maandag gesteld. Ze hebben de brieven niet gezien, dus hij gaat er nu vanuit dat ze die voor het weekend wel krijgen. Ze zien dan graag dat de voorwaarden die in die brieven schijnen te staan maar die hij in ieder geval niet kent, via een raadsmededeling naar hen toe komen en hij vraagt wat daarvan op dit moment de uitkomsten zijn en de stand van zaken. Ze willen in ieder geval door het college geïnformeerd worden en niet door de krant. Datzelfde geldt wat dat betreft ook voor de overeenkomst met KWP en Sité. Dat is niet aan de raad, maar daar kunnen ze waarschijnlijk wel heel veel over horen en lezen. Dan de deadline die niet haalbaar is. Hij begrijpt dat de wethouder niet kan beginnen als 761
er nog geen deadline is. De fractie van de SGP-ChristenUnie wil aangeven: het college zit heel vaak aan tafel met marktpartijen en ook met marktpartijen waarvan ze verwachten dat er moeilijkheden kunnen komen. Het lijkt hem dan goed dat op dag 1 na het verstrijken van die deadline zowel die partijen als de raad erover geïnformeerd worden dat er ook een handleiding voor de raad is wat er nu werkelijk gaat gebeuren. Daar wil hij graag een toezegging over hebben. Mevrouw GROOTJANS heeft in haar interruptie al aangegeven waar ze staat. Ze vindt het heel belangrijk dat als het gaat om het inschatten van de risico‟s ze desnoods gebruik maken van deskundigheid. Ze vindt het belangrijk om het eigen team te beschermen op enig moment; als hier fouten gemaakt worden op dit vlak hebben ze in de toekomst heel veel problemen. Gezien het antwoord van de wethouder namens het college zal ze haar motie intrekken. Wat betreft de reactie over de discussie over de vergadering van 30 juni deelt ze die niet. Ze heeft indertijd alle stukken van a tot z gelezen over de contracten en ze heeft ook toen gezegd dat ze vond dat het er zorgvuldig uitzag. Die mening heeft ze nog. Wel betreurt ze – en dat is ze met andere partijen eens – dat de communicatie zo her en der toch wel wat lastig is verlopen in de afgelopen perioden. Ze vraagt daar de aandacht van het college voor. De heer ERNST constateert dat de wethouder antwoord heeft gegeven over het A18 bedrijvenpark. Hij heeft ook het een en ander uitgelegd. Maar voor de fractie van het CDA is nog niet duidelijk of aan het verzoek om deze kredietaanvraag uit te stellen tot een volgende vergadering is voldaan. Ze zien graag dat ze vanavond niet besluiten over punt 12 maar in een eerstkomende vergadering. De heer OOMS meent dat er nog iets is blijven staan over dat woonzorgsegment. De wethouder en hij zitten daar toch verschillend in. Ze begrijpen elkaar hierin niet goed. Hij had ook de vraag gesteld aan de wethouder of dit nu al speelt in Doetinchem en of de Iseldoks waar ook twee zorginstellingen met de projectontwikkelaar bezig zijn, of het daar ook bij bedoeld wordt. Hij heeft nog een laatste aanvulling. Er was nog een laatste vraag. In verband met het in de ijskast zetten van projecten en het steeds naar beneden bijstellen van de planvoorraad, vraagt hij of er daardoor ook nog gekeken wordt of de plannen wat betreft de mobiliteit bijgesteld moeten worden. Wethouder DRENTH reageert op de opmerking over de mobiliteit dat ze er kennis van hebben kunnen nemen dat ze met twee verkeersmodellen werken. Een hoog en een laag model als het gaat over de economische ontwikkeling. En de raad heeft kunnen zien welke gebieden en welke groei tot 2020 meegenomen worden in het verkeersmodel. Daarvan heeft de raad kunnen zien dat er minder toevoegingen zijn dan bij eerdere verkeersmodellen. Volgens hem is het antwoord op de vraag van de heer Ooms dan ja. Als er sprake is van woonzorgeenheden in Iseldoks dan speelt dat woonzorgonderzoek onder andere over Iseldoks. Gemeentebreed gaat het over plannen die ongeveer 200 á 300 woonzorgeenheden bevatten. En het grote verschil tussen die plekken en Iseldoks is dat die woningen op Iseldoks al als woningen meegenomen waren in de 2200. Dus het omvormen naar woonzorg levert woningtechnisch gezien niet het probleem op. Zorgtechnisch, qua Wmo-gelden is dat een ander verhaal. De heer OOMS wil het nog even helder krijgen. De wethouder zei dat het speelt om 200 tot 300 wooneenheden in de gemeente. Betekent het dan dat de planvoorraad nog eens zakt met 200 tot 300 woningen? Wethouder DRENTH ontkent dat. Een aantal ontwikkelaars zoekt oplossingen enerzijds als het gaat over verkopen, namelijk een huurcontract met een zorgpartij zodat een belegger daar gewoon in gaat en anderzijds gebruiken een aantal bouwers dit om projecten die niet aan de goede kant van de streep van het raadsbesluit van 1 december 2010 staan, alsnog tot de bebouwing van een vlek over te kunnen gaan omdat woonzorg daar niet onder valt. Die verschillende aspecten willen ze met elkaar bekijken en dan in de brede zin van én wonen én zorg en de invloed die dat heeft op de woningmarkt. Mede namens zijn collega Kroon stelt het college voor om bij het besluit punt 12 762
waar het gaat over de kredietverstrekking het tweede deel daarvan, betrekking hebbend op het A18 bedrijvenpark, uit het besluit te schrappen maar het krediet dat te maken heeft met de woningbouw te laten staan. Hij had al aangegeven dat de brieven gewoon weer ter inzage zouden worden gelegd. Het probleem over het informeren over wat er gaat gebeuren, daarbij vraagt hij zich af of het handig is om wanneer deadlines verlopen met marktpartijen apart daar telkens raadsmededelingen over te doen of die gewoon deel te laten uitmaken van de kwartaalrapportages, die een keer per halfjaar in de vorm van een taskforce komen en een keer per halfjaar via de lijn van de grondexploitaties, of het niet logischer is om die daar aan te hangen omdat ze in hun hele € 37 miljoen op dit soort dingen geanticipeerd hebben als het gaat over de risico-invulling. De heer BULTEN merkt op dat de wethouder daar een punt heeft dat hij dat wil laten meelopen met de twee instrumenten die ze al hebben. Alleen ligt zijn zorg daarin dat als dat werkelijk net na de eerste lijn komt en dat dan net een deadline verstrijkt, dat het dan een half jaar kan duren voordat de raad daarover geïnformeerd wordt. Zijn zorg is dan wat er in die tussentijd gebeurt. Wethouder DRENTH antwoordt dat hij aangeeft dat de raad elk kwartaal of een taskforcerapportage heeft over de woningbouw en dan kan het daarin meegenomen worden, of de raad heeft in het andere kwartaal de hele stand van zaken rondom de grondexploitaties en dan is dat het moment om het mee te nemen. Het heeft zowel te maken met enerzijds het wel of niet doorgaan van woningbouw en anderzijds heeft het te maken met de risicoparagraaf die binnen de gemeente ligt op de verschillende grondexploitaties. Dus dat houdt in dat er grofweg maximaal 3 à 4 maanden overheen kan gaan voordat compleet inzichtelijk is dat er een deadline voorbij is en welke acties er dan worden genomen. Als je dan nagaat over welke termijnen dit loopt, dan is dat volgens hem een redelijk acceptabele termijn. Er is een termijn verlopen ergens begin dit jaar. Dat speelt nu op dit moment pas bij de kantonrechter. Er gaan dus aardig wat maanden overheen, dus er is voldoende tijd voor de raad om te zien wat er gebeurt en als er iets gebeurt waar de raad een andere mening over heeft of wat anders aangepakt zou moeten worden, zijn er dus ook voldoende mogelijkheden om daar tussentijds als raad een uitspraak over te doen. Hij stelt dus voor om het bij die rapportagemomenten te doen. De heer BULTEN zou datgene wat nu verlopen is en waar nu 9 tot 10 maanden overheen gegaan is, wel eens willen bekijken betreffende de kosten en hoe ermee omgegaan wordt. Dat is zijn zorg achter deze vraag. Die deadline is verlopen. Nu gaan ze voor het eerst naar de rechtbank, maar er zit wel tien maanden tussen terwijl er eigenlijk afgenomen moet worden. Wethouder DRENTH verduidelijkt dat wat er gebeurt, is dat iemand heeft ondertekend en is overeengekomen dat hij uiterlijk op een bepaalde datum zal afnemen, stel 1 januari 2011. De gemeente constateert dat ze niet naar de notaris zijn geweest voor 1 januari 2011. Dan gaat er eerst een brief uit waarin staat dat er een momentum verlopen is en dat ze naar de notaris moeten, want ze hebben een contract getekend. In het algemeen gebeurt dan dat mensen eerst wat heen en weer pendelen over hoe het moet met dat contract enzovoort. Dat is het gebruikelijke systeem en intussen ben je weer drie maanden verder. Dan komt het moment dat er vanuit de gemeente een brief gaat waarbij ze iemand in gebreke stellen en zeggen: ´U hebt de rekening niet betaald´. Daar volgt geen reactie op of er komt een negatieve reactie op of men probeert te onderhandelen. Daar kan je al of niet op in gaan. Dan pas komt het moment dat de gemeente een uitspraak van de rechtbank vraagt om er een deurwaarder achteraan te sturen. Dat zijn de gewone kosten die bij de gemeente worden gemaakt voor het innen van niet betaalde rekeningen. Hij wil ook geen verschil maken tussen een ontwikkelaar die zijn rekening niet betaalt of een burger die zijn ozb niet betaalt of iets anders wat ze van de gemeente hebben afgenomen. Daar zit volgens hem op zich geen verschil in. Waar de crux wel zit is dat als die rekening niet betaald wordt het wel om andere bedragen gaat dan om een reguliere ozb aanslag. Die risicoanalyse zit in de hele risicoanalyse van de verschillende grondexploitaties. In de besloten stukken van vanavond heeft de raad op een aantal punten daar ook een voorzet voor kunnen zien. De VOORZITTER stelt vast dat punt 12 van het dictum in feite luidt: „In te stemmen met een aanvullend krediet voor de woningbouwprojecten van € 7,9 miljoen‟. 763
Wethouder DRENTH wil nog een correctie aanbrengen. De „overige grondexploitaties‟ heeft voor een deel te maken met strategische gronden en dergelijke. Die zitten niet in een grondexploitatie maar daar moet wel een krediet voor aangevraagd worden als het gaat over de rentetellers die daar overheen zitten. Het zou dan moeten zijn: „… en de overige grondexploitaties‟ en het lijkt hem verstandig om voor de besluitvorming even kort te sluiten welk bedrag daar dan zou moeten staan. De heer ERNST heeft het bezwaar dat ze weer met een krediet moeten instemmen terwijl ze in feite helemaal niet weten waar het over gaat. De fractie van het CDA vraagt ook voor dit onderdeel uitstel tot de volgende vergadering. De heer VERHOEVEN ondersteunt dat verzoek. Hun ontgaat de noodzaak om bij uitstel van een maand dat onderdeel er nu nog aan toe te voegen. Woningbouwlocaties met een bedrag erbij lijkt hem volstrekt helder maar met de rest maakt het college het wel heel gecompliceerd. Hij vraagt of een maand uitstel van de rest, waar die € 13,9 miljoen over gaat, een probleem is. Wethouder DRENTH antwoordt dat het niet op die ene maand zit. Waar hij alleen een beetje bezorgd over is, dat is dat die overige exploitaties vervolgens weer met woningbouw te maken hebben. Het lijkt hem prima dat het over anderhalve maand aan de orde komt. Maar ze moeten dan niet de discussie krijgen dat daar dan een rapportage bij ligt van het A18 bedrijvenpark en vervolgens niet de stukken waar het woningbouw betreft. De VOORZITTER stelt vast dat zoals hij dat zelf zojuist geformuleerd heeft het kan blijven staan. Dus achter „€ 7,9 miljoen‟ komt een punt. De VOORZITTER brengt het voorstel in stemming. Dit wordt met algemene stemmen aangenomen. 5.
HAMERSTUKKEN 5.1 Oprichting en deelname in Beheerstichting Het Kleurrijk De heer VONK verklaart dat ze tijdens de beeldvormende raad dit punt hebben besproken. Daar is toegezegd dat dit punt zou worden aangepast. Bij het stuk dat nu op het bis staat, is dat niet gebeurd. Dus of dit punt wordt aangepast in die zin dat het laatste gedeelte „tenzij het bestuur anders besluit‟ geschrapt wordt uit de oprichtingsakte. Anders zal de fractie van het CDA tegen dit voorstel stemmen. De VOORZITTER stelt vast dat dit voorstel hier als hamerstuk ligt en dat de fractie van het CDA alleen maar een stemverklaring kan afleggen. Dat betekent dus dat de fractie van het CDA tegen het voorstel stemt. De VOORZITTER brengt het voorstel in stemming en constateert dat alleen de fractie van het CDA tegen dit voorstel stemt. Het is aangenomen. 5.2 Controleprotocol en clientserviceplan accountantscontrole 2011 5.3 Proces uitwerking voorjaarsnota 2011 De voorstellen 5.2 en 5.3 worden zonder verdere bespreking akkoord bevonden. 5.4 Herstemming over motie meedoen opvolger tweepersoonsfractie De VOORZITTER merkt op dat punt 5.4 is verdaagd.
De VOORZITTER sluit de vergadering om 20.35 uur
764