VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 9 JULI 2009 OM 18.30 UUR
AGENDA blz. Opening 1. Verslag van de raadsvergadering van 11 juni 2009 2. Benoeming leden Raad van Toezicht en statutenwijziging Orchidee Scholengroep 3. Jaarstukken 2008 4. Rapport rekenkamercommissie over ‘slepende dossiers’ bij de afdeling werk en inkomen 5. Kaderstelling beleid speelautomatenvoorziening 6. Milieueffectrapport en voorontwerpbestemmingsplan oostelijke randweg 7. ‘Naar een herkenbare categorie-indeling van wegen’ 8. Fietsplan 2009 ‘Ga toch fietsen’ 9. Parkeerdek Varkensweide 10. Evaluatie deelnamesubsidie en tarieven sportaccommodaties 11. Economische visie en actieplan 12. Diverse aangelegenheden 12.1 Stedenbouwkundige visie centrumgebied Wehl 12.2 Voorbereidingsbesluit Woongebied Wijnbergen Het Oosten Torontostraat Wijnbergseweg 12.3 Nieuw Re-integratieverordening 12.4 Eerste financiële monitor 2009 12.5 Overeenkomsten met Sportcentrum Rozengaarde bv 12.6 Deregulering Algemene plaatselijke verordening 13. Ingekomen brieven
135
137 137 138 143 146 170 177 181 184 188 192 196
197
136
VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 9 JULI 2009 OM 18.30 UUR AANWEZIG: CDA
:
M.W.M. Thus, mw. E.O. Berens-van der Pol, B.H.M. Ernst, mw. J. Grootjans-Doornbos, V.B.H.M. Heuthorst, P.J.M. Kiwitz, H. Laan, L.T.M. Steintjes
PvdA
:
P.J. Koning (vanaf 18.48 u), A.D. Boland (vanaf 21.00 u), drs. D. Bos, R.G.W. Isselman, E.M. Koestal, mw. M-L. Moonen, mw. J.H.A. Putman, Th.H.J. Röttger
VVD
:
A.J. Verhoeven, mr. F.A. Feller, J.A. Middelkoop, mr. H.M. Mourik, C.F.P.M. van Pul, J.E.L. de Rechteren van Hemert
GroenLinks
:
drs. F.M. van Doesum, R.A. van Dillen, mw. B.B.M. Ebben, D.C. Kuipers, F.H.T. Langeveld
D66
:
H.L.G. Moïze de Chateleux, R.P.J. Blom (vanaf 19.55 u)
ChristenUnie-SGP
:
ir. A.C. Heij
DSD
:
mw. M. Duijn-Visser
Voorzitter
:
drs. H.J. Kaiser
Griffier
:
mr. A.C. van der Haar
Afwezig
:
geen
Wethouders
:
drs. P.C. Drenth, mr. O.E.T. van Dijk, mr. W. Kuiper, mw. drs. L.W.C.M. van der Meijs-van de Laar
Verslag
:
J.F.M. Hagendoorn
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mee dat bericht van verhindering is ontvangen van de heer Boland en dat de heer Blom later komt. Hij wijst op een wijziging in de agenda. In de schriftelijke toegezonden stukken is bij agendapunt 5 nog het oude dictum opgenomen over het Lyceumkwartier. Dat vervalt. Daarvoor in de plaats komt de nota Kaderstelling beleid speelautomatenvoorziening. 1.
VERSLAG VAN DE RAADSVERGADERING VAN 11 JUNI 2009 Deze wordt zonder op- of aanmerkingen vastgesteld.
2.
BENOEMING LEDEN RAAD VAN TOEZICHT EN STATUTENWIJZIGING ORCHIDEE SCHOLENGROEP De VOORZITTER benoemt tot leden van het stembureau de heren Bos en Middelkoop. De heer BOS deelt mee dat na het tellen van de stemmen op de heer J. Schuit 26
137
stemmen zijn uitgebracht en op de heer L. Kamps eveneens 26 stemmen. De VOORZITTER constateert dat de heren Schuit en Kamps met algemene stemmen van de raad zijn benoemd. Hij wenst hen namens de raad van harte geluk met hun benoeming. Voorts stelt hij vast dat de raad met algemene stemmen akkoord gaat met de nieuwe statuten. 3.
JAARSTUKKEN 2008 De heer KUIPERS opent het debat met de constatering dat zoals gebruikelijk de jaarstukken aan de raad worden gepresenteerd met het voordelig uitkomen van de cijfers van de bedrijfsvoering met ruim € 2,5 miljoen. Dit is door het opleuken van de cijfers met niet gebruikte gelden over het jaar 2008 gelukt en door ze te boeken ten gunste van de algemene reserves. Door de financieel-economische crisis boeken ze echter toch een nadelig resultaat van € 3,7 miljoen. In dit licht kan je de titel van de nota van deze coalitie over de bestuursperiode 2006-2010 ‘belofte maakt schuld’ nu al letterlijk nemen. Wat gaat de gemeente Doetinchem doen om de schuld niet groter te maken? De accountant waarschuwt hiervoor in zijn rapport van bevindingen. Gaf de accountant bij de stukken over 2007 nog aan dat de situatie zorgelijk blijft, bij deze cijfers geeft de accountant het volgende: ‘de financiële positie van de gemeente Doetinchem maakt duidelijk dat uw gemeente de ontwikkeling van de financiën scherp in beeld moet houden’. Het antwoord van het college op deze opmerking is ‘een integraal systeem van risicomanagement kent de gemeente Doetinchem niet’. Kijken we in deze jaarstukken naar paragraaf 2 ‘Weerstandsvermogen’. Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente in staat is financiële tegenslagen het hoofd te bieden. Een voor de raadsleden duidelijke paragraaf. Het is echter wel een blunder als je hierin een vergissing maakt van € 684 miljoen. Dat krijg je als je duizenden voor miljoenen telt op pagina 99. Onze weerstandscapaciteit is slechts € 61 miljoen in plaats van € 745 miljoen. Het geeft voor de fractie van GroenLinks duidelijk aan dat het college niet kijkt naar de cijfers op korte termijn, laat staan in de toekomst. Zoals ze bij de trendnota al hebben aangegeven, is het juist nu tijd om duidelijk te maken welke projecten en in welke fase je ze nog gaat uitvoeren en hoeveel personeel je hier minimaal voor nodig hebt. Tegenvallende inkomsten door achterblijvende grondverkoop en stijgende uitgaven door toename van de bijstandsuitkeringen moeten ook onze gemeente aan het denken zetten. Minder woningen betekent ook minder inwoners en dat leidt tot een lagere algemene rijksuitkering, omdat die gekoppeld is aan het inwoneraantal. Er zijn al gemeentes die het mes zetten in hun personeelsbestand en een selectieve vacaturestop hebben afgekondigd. Tot nu toe geven de acties en maatregelen van dit college de fractie van GroenLinks steeds de indruk dat er meer personeel voor nodig is om deze crisis het hoofd te bieden. Naar hun mening moet de bedrijfsvoering ook meegenomen worden door de door het college ingestelde taskforce. Alles nalezend geeft dit stuk hem de indruk dat de portefeuillehouder idealen nastreeft die hij niet kan behalen, zoals in de roman ‘Het fregatschip Johanna Maria’ van Arthur van Schendel. In deze roman zit evenals in deze jaarstukken een combinatie van het grote verlangen en de concrete alledaagse details. Het fregat draagt op de scheg de zinspreuk ‘Nil Desperandum’. Daarom eindigt hij zijn betoog met de uitspraak: wanhoopt niet, burgers van Doetinchem; volgend jaar maart zijn de verkiezingen voor dit huis; dan kunt u laten zien wat u denkt van deze coalitie. Voor de fractie van GroenLinks is het wel duidelijk. Mevrouw DUIJN laat een ander geluid horen. Over de jaarrekening 2008 c.a. heeft de DSD-fractie geen opmerkingen meer. De cijfers zijn zoals ze zijn. Concrete vragen zijn opgelost en op de vraag over het onderwijsachterstandsbeleid heeft ze inmiddels antwoord gekregen. Ze is blij dat er na een beleidsarme periode nieuwe ideeën en plannen zijn voor een strengere en sterkere aanpak op het gebied van
138
onderwijsachterstandsbeleid. Wel wil ze ingaan op het rapport van de accountant. Het college en indirect de raad krijgen complimenten voor de reeds doorgevoerde verbeteringen zoals de rechtmatigheid. Maar het blijven kritiekpunten. Het college heeft daar een reactie op gegeven. De DSD-fractie is enigszins teleurgesteld over de kracht van de reactie. Hij is een beetje vlak, straalt te weinig kracht uit. Misschien komt het door de snelheid waarmee het college de reactie heeft geschreven, maar dat mag geen reden zijn. Er zijn twee maanden verstreken nadat het rapport was uitgekomen. Ze ziet niet voldoende aanpak in de reactie van het college ten aanzien van de weerstandspositie, het weerstandsvermogen en het risicomanagement. Ze vraagt waarom ze eigenlijk geen integraal risicomanagement hebben. Ze kan zich niet herinneren dat ze er ooit over gesproken hebben op die manier. Ze leest het nu in de reactie en ze zou graag van het college horen waarom ze dat niet hebben. De heer MOÏZE DE CHATELEUX heeft er waardering voor dat het weer gelukt is een verklaring van getrouwheid en rechtmatigheid te krijgen. Het valt de fractie van D66 echter wel op dat ondanks dat de gemeenteraad op voorspraak van het college heeft besloten om werken te activeren waardoor er op dit moment een grote reserve is, dit wel tot gevolg heeft dat de volgende colleges zitten met de financiële lasten van de beleidsvoornemens van deze periode en de stand van de algemene reserve ook nu nog onder het gewenste weerstandsvermogen duikt. Wanneer je dit in samenhang met de teruglopende grondexploitatie bekijkt, stemt dat de fractie van D66 niet vrolijk. Temeer waar er nogal laconiek wordt omgesprongen met eventueel vrijkomende gelden van de NUON. Zij hebben grote vraagtekens bij de hoogte van het geld dat rentedragend wordt weggezet. Het is niet zonder reden dat zij bij hun voorstellen altijd op zoek zijn naar synergie waardoor kans op een win-winsituatie ontstaat tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Wat ze doen, doen ze voor de burger en met het geld van de burger. In dit kader past ook hun reserve tegen de aanleg van de oostelijke randweg die blijkens het feit dat de gemeente zonder enige problemen de Kennedylaan een aantal weken afsluit en tegelijkertijd ook in alle hoeken van de gemeente aan het werk is, niet noodzakelijk is om de verkeerscongestie aan de westkant op te lossen. Verder moet hem nog iets van het hart over het ingevoerde bestuursinstrument dashboard. De fractie van D66 heeft geconstateerd dat doelstellingen en verwachtingspatronen in het dashboard tussentijds worden aangepast. Hierdoor blijven de kleuren weliswaar mooi groen, maar het zegt weinig meer over de daadwerkelijke voortgang en op die manier heeft dit instrument toch aan waarde verloren. Een goed voorbeeld hiervan is Wijnbergen. Zowel in tijd als in geld worden er voortdurend zaken aangepast, waarbij het lijkt of alles op rolletjes gaat. Van de oorspronkelijke doelstelling is echter weinig meer overeind. Over de jaarstukken 2008 is de fractie van D66 voor het grootste deel qua leesbaarheid zeer te spreken. Over de beruchte kleine lettertjes hebben ze al met elkaar gesproken. Als de raad dit daadwerkelijk als beleidsinstrument zou zien, kan dit ook als zodanig gebruikt worden. Inhoudelijk is dit het gevolg van door de raad geïnitieerde en gesanctioneerde voorstellen waarover de fractie van D66 vaak kritisch en niet altijd positief heeft gestemd toen deze voorstellen aan de orde waren. Gezien het feit dat de uitgifte van grond niet zo voorspoedig verloopt, lijkt het hun verstandig om meer reserve in te bouwen dan nu het geval is. Als ze zien dat bijvoorbeeld bij de Veemarkt er nog geen enkele verkoop definitief is gerealiseerd, lijkt hem dat meer op zijn plaats. Gezien het tijdsbestek dat kennelijk nodig is om het voorstel van de parkeergarage te onderbouwen, doet het hem verdriet te moeten constateren dat de fractie van D66 het met hun scepsis bij het voorstel gelijk had. Ten eerste vonden ze het niet goed onderbouwd. Dit blijkt te kloppen, want het is tot op heden nog steeds niet gelukt om het goed te bouwen en in gebruik te krijgen. Ten tweede vonden zij het weggegooid geld voor zo’n korte periode. Aangezien de parkeergarages zij het bij sommige met vertraging op gang dreigen te komen, is binnenkort de voorgestelde periode over zijn uiterste houdbaarheid heen en is ook hier weer een paar ton over
139
de balk gegooid. De heer ERNST feliciteert het college en de medewerkers met de stappen vooruit die gemaakt zijn op het gebied van de bedrijfsvoering. De accountant adviseert in zijn rapport van bevindingen om zijn bevindingen en aanbevelingen in een gemeentebreed plan van aanpak vast te leggen waarin de door te voeren maatregelen worden gekoppeld aan een verantwoordelijke functionaris, cq vakafdeling en in een tijdspad worden uitgezet. Dus zwart gemaakt. Aan de hand van een dergelijk plan kunnen ze als raadsleden de voortgang en de verbetering van de bedrijfsvoering monitoren. Het college geeft in zijn reactie op het rapport van bevindingen al aan dat het altijd beter kan. Ook worden er al enkele punten aangehaald die in een volgend jaarverslag verbeterd zullen zijn. Bijvoorbeeld de paragraaf weerstandsvermogen wordt nu op de schop genomen. Ook wordt aangegeven dat dit alles wordt opgenomen in een actieplan. De CDA-fractie ziet reikhalzend uit naar het geactualiseerde controlplan en gaat er wel vanuit dat al de adviezen en verbeterpunten van de accountant in een tijdspad worden uitgezet. In de commissie hebben ze reeds aangegeven dat ze het onverstandig vinden om de reserve Wet werk en bijstand aan te vullen met € 500.000 ten laste van de algemene reserve. Reeds eerder in vorige vergaderingen waren ze al tegen het creëren van aparte potjes. Ze kunnen de ontwikkeling beter volgen als nieuwe en aanvullende reserves apart aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd. Ook hebben ze nog steeds moeite met enkele boekwaarden van grondexploitatieprojecten die ten laste van het krediet ‘strategische aankopen’ worden gebracht. Hoewel ze weten dat het een technisch verhaal is, zijn voor hen strategische aankopen het aankopen van gronden en of opstallen zonder dat daar reeds concrete plannen onder liggen, maar waarmee de gemeente verwacht in de toekomst substantiële voordelen te kunnen behalen. Het lijkt hun niet dat boekwaarden van grondexploitatieprojecten, oude aankopen, hieronder vallen. Ze zijn blij dat in de commissie is toegezegd dat voortaan elk jaar strategische aankopen voor de raad inzichtelijk worden gemaakt en aankopen geboekt worden waar ze thuis horen. In deze jaarstukken heeft het college verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en de ermee verbonden financiën. De CDA-fractie is met uitzondering van de reeds eerder genoemde punten tevreden over de rekening en verantwoording door het college en ze verlenen het college hiervoor dan ook decharge. De boeken over het begrotingsjaar 2008 kunnen wat de CDA-fractie betreft letterlijk en figuurlijk gesloten worden. De heer HEIJ laat weten dat de fractie van de ChristenUnie-SGP akkoord gaat met de jaarstukken 2008 en het bijgaande collegevoorstel. Het is duidelijk dat ze in deze tijd heel scherp zullen moeten blijven op de ontwikkelingen. Ze hebben daar uitgebreid met het college over gesproken bij de behandeling van de trendnota. Ze verwachten van het college een informatievoorziening die daar ook bij hoort. Ook al heb je geen alomvattend risicomanagementsysteem, je hebt gewoon gezond verstand en iedereen kan van zijn eigen werk en het werk van een collega de risico’s inschatten en dat verwacht de fractie van de ChristenUnie-SGP ook van het college. Wat de stukken zelf betreft weet hij nog dat hij zeven jaar geleden begon. De stukken waren gedrukt op geel papier en er stonden veel getallen en cijfers in. Het was een dikke bundel met een elastiek er omheen. Bij alle getallen die erin stonden vroeg je je af waarom dat zo hoog of zo laag was. Het beleid is toen ingezet om een helder verslag te krijgen dat het beleid beschrijft en de consequenties wat betreft de financiën. Zo gaan inhoud en financiën samen. Wat zijn fractie betreft hebben ze dat doel nu bereikt. Hij is heel blij met deze jaarstukken die ze terecht buiten Doetinchem kunnen laten zien. De heer MIDDELKOOP geeft te kennen dat de VVD-fractie uitermate te spreken is over de leesbaarheid en de bruikbaarheid van de jaarstukken 2008. In de commissie bestuurlijke zaken en financiën, 14 dagen geleden, zijn door alle fracties vele vragen
140
gesteld over diverse onderwerpen van de jaarrekening. Op alle vragen is ook door de VVD-fractie een prima antwoord van het college ontvangen. Ze kunnen dan ook akkoord gaan met de jaarstukken genoemd onder A, B, C en D. Wat D betreft, de grondexploitatie, moeten ze toch de vinger aan de pols houden. De woningbouw stagneert. Er zal in volgende jaren een bijstelling moeten plaatsvinden van de kosten van het bouwrijp maken van de gronden. En dat leidt alleen maar tot een hogere rente. Hij roept het college op een vinger aan de pols te houden. Hij vervolgt met een opmerking die terzijde hiermee te maken heeft. Het is helaas zo dat de inwoners in het algemeen weinig belangstelling hebben voor de gemeentelijke politiek en toch is het belangrijk dat de inwoners er kennis van nemen. De schakel die er tussen zit is de plaatselijke en regionale pers. Als hij dan moet constateren dat de persvertegenwoordigers bij de commissievergadering bestuurlijke zaken en financiën van 14 dagen geleden, waar toch belangrijke zaken zoals de jaarrekening werden besproken, niet aanwezig zijn dan is dat volgens hem niet goed. Juist het reilen en zeilen van onze gemeente moet vele burgers interesseren. Maar als daar de schakel, de pers, ontbreekt dat wordt die burger niet geïnformeerd over wat ze hier allemaal doen. De heer KOESTAL spreekt namens de PvdA-fractie de waardering uit over de jaarstukken 2008. Er ligt een verslag dat een overzichtelijke weergave is van wat ze als gemeente hebben gedaan in 2008 en wat ze niet hebben gedaan. Dat is ook nog zeer leesbaar en informatief. Een positieve conclusie mogen ze trekken uit het gegeven dat de bedrijfsvoering van het ambtelijk apparaat is verbeterd. Het verdient hiervoor hun complimenten. Hun algemene conclusie is dat het jaar 2008 succesvol is geweest. Van 2008 wandelen ze 2009 in met een stevige wind van de kredietcrisis die intussen het karakter heeft gekregen van een economische crisis. Het versterken van de sociale samenhang, de economische motor van Doetinchem en de vele nieuwbouwprojecten zijn kernactiviteiten geweest in 2008 en zullen dat ook zijn in 2009. De PvdA-fractie kan daarom instemmen met het voorliggend raadsvoorstel dat de voortgang van deze activiteiten mogelijk maakt. Wethouder KUIPER dankt namens het college voor de vrij brede positieve reacties over de manier van presentatie en de onderbouwing van de cijfers en de manier waarop ze de raad grafisch en op andere wijzen hebben geïnformeerd in de vorm van het omvangrijke pakket aan jaarstukken. Hij zal de complimenten doorgeven aan de ambtelijke organisatie en ook de accountant trekt terecht de conclusie dat ze op dat punt stappen hebben gezet in de gewenste goede richting. Er is door de fracties heel divers gereageerd op de beoordeling van de resultaten van de jaarrekening. De fractie van GroenLinks heeft het idee dat het college onvoldoende meerjarig stuurt op risico’s die ze lopen en gaan lopen. Ze trekken in feite de conclusie dat ze in deze tijd al veel meer zouden moeten gaan bezuinigen in ieder geval op het personeel dan ze gewend zijn. Er zijn gemeentes die tegen de achtergrond van de actuele recessie al met bezuinigen zijn begonnen. Het college heeft in het kader van de trendnota gekozen voor een mixmodel waarbij ze aan de ene kant als overheid ook blijven investeren in projecten die op dit moment goed zijn voor de samenleving. Dat is een bewuste keuze geweest van de gemeenteraad en dat in combinatie met een restrictief en financieel beleid gericht op bezuinigingen, zodat ze ook de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien. Voor dat mengmodel is een ruime meerderheid in deze gemeenteraad en dat is ook iets waar het college erg blij om is. Dat laat onverlet dat ze in de sfeer van personeelsbeleid en beheersing van de loonsom de zaken nauwgezet blijven volgen en niet onnodig personeel aantrekken, laat staan derden inhuren. In die zin kan de raad het college er aan houden dat het zijn werk zal doen binnen de kaders die afgesproken zijn. Over bedrijfsvoering in de taskforce op nemen zegt hij dat hij bedrijfsvoering een zo algemeen onderwerp vindt dat het hem een stap te ver gaat. Wel het sturen op de elementen die hij zojuist heeft genoemd. De DSD-
141
fractie vindt aan de ene kant de jaarstukken goed, alleen de reactie van het college op de aanbevelingen van de accountant wat vlak. Dat mogen ze zo vinden. Hij stel alleen vast dat het college nog een verdiepingsslag gaat maken waarbij ze de raad gaan confronteren met de komende controlregels die de raad gaat vaststellen. Daarbij krijgt de raad de finetuning, de aanbevelingen van de accountant nog een keer voorgeschoteld. Het college heeft gemeend, indachtig de reacties uit de raad meer te doen aan risicomanagement, om de raad straks te confronteren bij de begrotingsbehandeling met een hoofdstuk in het kader van risicobeleid, waarbij ze aan de raad nieuwe kaders gaan voorleggen. De raad kan die na discussie in de vorm van kaderstelling ook vaststellen. Dat is dan ook voor het college het risicobeleid zoals ze dat in de toekomst gaan vormgeven. Ze gaan daarover met de raad nog een stevig debat voeren zodat ze een weerstandsparagraaf gaan omarmen waarvan iedereen zegt: dit is eigenlijk wat we bedoelen. De fractie van D66 heeft ook kritische kanttekeningen gezet en plaatste de inzet van NUON-gelden in de wat laconieke sfeer. Hij kan dat niet helemaal volgen. Ze hebben een bewuste keuze gemaakt. Aan de ene kant zijn ze blij te constateren dat ze extra geld krijgen vanuit de NUONaandelenpot. Die hebben ze deels ingezet om structurele inkomsten veilig te stellen voor de gemeente en deels ten behoeve van de door hem genoemde investeringsagenda. Dat zijn heldere afwegingen waarbij heldere keuzes gemaakt zijn en daar blijft hij nog volledig achter staan. De fractie van D66 heeft kanttekeningen geplaatst bij het dashboard. Hij vindt dat prima, maar merkt op dat het college daar graag mee verder wil op de manier waarop ze nu met het dashboard de beleidsproducten volgen richting de raad zodat die de controletaak goed kan waarmaken. En als het nodig is om daar nog eens wat finetuning te plegen en te kijken of de informatiestroom anders moet of de verandering van de kleuren eerder gesignaleerd moet worden, dan is daar het debat over, maar het fenomeen op zich zou hij graag overeind willen houden, zegt hij namens het college. Hij is het ermee eens dat het college stevig moet sturen op de lopende grondexploitaties. Het is niet voor niets dat ze een aardig tekort hebben moeten wegwerken. In overleg met de commissie is ook vastgesteld dat ze de taskforce daar ook heel erg op gaan focussen. De raad krijgt ook na de vakantie weer inzicht in de meest actuele stand in de ontwikkeling van de grondexploitaties die ze beschikbaar hebben. Dat illustreert nog eens dat het dagelijkse arbeid is geworden om de ontwikkelingen in de grondexploitaties te monitoren. De CDA-fractie is positief over de resultaten van de rekening en de waardering van de accountant. Ze zijn ook erg geïnteresseerd in een controlplan waarin de nodige details worden neergelegd. Het college gaat met hen in gesprek over wat ze daar precies in willen neerleggen. In algemene zin wijst de CDAfractie erop om niet teveel voorzieningen en reserves te creëren die zich onttrekken aan een goede sturing door de raad. Hij wil in het vervolg van de discussie praten over hoe ze dat beter kunnen doen, zodat er een wat bredere meerderheid over ontstaat. Strategische aankopen meer inzichtelijk maken tegen de achtergrond van de basale bedoelingen daarmee, die mening deelt hij met hen. Het college heeft toegelicht waarom het gegaan is zoals het is gegaan en het zal in de toekomst nog wat nauwgezetter kijken naar wat eigenlijk de achtergrond geweest is van de middelen voor strategische aankopen en welke wel en niet in het door de raad beoogde kader passen. Hij dankt de fractie van de ChristenUnie-SGP dat deze geheel akkoord was met de jaarstukken en dat geldt ook voor de VVD-fractie die met name ook te spreken is over de leesbaarheid. Ten slotte heeft ook de PvdA-fractie tot zijn genoegen positief gereageerd op het materiaal. Hij dankt hen daarvoor. Mevrouw DUIJN zegt in haar tweede termijn goed naar de wethouder geluisterd te hebben, maar niet te hebben opgemerkt dat hij een antwoord heeft gegeven op haar vraag waarom ze geen integraal risicomanagement hebben. Zij vraagt daar nog een korte reactie op. Als ze het goed begrepen heeft gaat de raad verder in het jaar nog dieper in op de reactie van het college op het accountantsrapport.
142
Wethouder KUIPER reageert dat risicomanagement altijd al de rode draad geweest is in de financiële beleidsvoering en de verslaglegging van de gemeente. Alleen waar je over praat is een stringentere definitievorming over wat de parameters zijn die ze hanteren in het risicobeleid tegen de achtergrond van de recessiepolitiek. Het college wil graag met de raad in debat over wat de kaders zijn die de raad belangrijk vindt om risico’s te elimineren in de beleidsvoorbereiding. De heer MOÏZE DE CHATELEUX stelt in zijn tweede instantie dat waar ze spreken over laconiek met NUON-gelden omgaan ze dat ook bij de trendnota al hebben aangegeven. De fractie van D66 vindt dat je die gelden zo goed mogelijk moet beheren. Dat je beter nu kunt bezuinigen en dat je dat geld nu zorgvuldig moet vastzetten en niet te snel uitgeven. Hij heeft niet gepleit voor afschaffing van het dashboard maar juist voor het zo realistisch mogelijk maken. Als de wethouder toezegt dat ze daarover gaan praten en over finetuning, dan volgt hij juist het verzoek van de fractie van D66 op. De VOORZITTER stelt vast dat de raad instemt met het gesteld onder agendapunt 3 met betrekking tot de jaarstukken. 4.
RAPPORT REKENKAMERCOMMISSIE OVER ‘SLEPENDE DOSSIERS’ BIJ DE AFDELING WERK EN INKOMEN Mevrouw BERENS voert het woord over dit agendapunt namens de hele CDA fractie en mede namens mevrouw Duijn van de DSD fractie en de heer Moïze de Chateleux van de fractie van D66. Een werkgroep bestaande uit raadsleden van DSD, D66 en CDA heeft, na uitvoerig overleg, een voorstel aan de raad gedaan om een onderzoek in te stellen naar de slepende dossiers. De werkgroep heeft aan de portefeuillehouder medewerking gevraagd en gekregen om dossiers, die deze benaming verdienden, onafhankelijk te laten onderzoeken. In een commissievergadering maatschappelijke zaken is besloten het voorstel van de werkgroep te volgen en een selectie van dossiers te laten maken en om aan de rekenkamercommissie te verzoeken dit onderzoek naar de slepende dossiers uit te voeren. De rekenkamercommissie heeft in maart 2009 een onderzoek ingesteld naar wat zij noemen "de slepende dossiers". Daarvoor zijn 13 dossiers van de totaal 1100 behandelde dossiers geselecteerd. Van de 13 zijn 10 dossiers met toestemming van de cliënten onderzocht en 3 cliënten onthielden daarvoor hun toestemming. De rekenkamercommissie heeft zich bij haar onderzoek beperkt tot de proceduretermijnen, daarmee dat als definitie kiezend voor slepend. Vanuit die optiek heeft de rekenkamercommissie volledig aan het verzoek voldaan en sluiten zij deze onderzoeksfase hierbij af. De werkgroep spreekt hierbij dan ook van harte hun waardering uit voor de voortvarendheid en wijze waarop dit onderzoek is uitgevoerd. Ze adviseren het college de aanbevelingen van de rekenkamercommissie over te nemen en zullen de toekomstige ontwikkelingen omtrent de behandeling van de dossiers met vertrouwen tegemoet zien. De rekenkamercommissie heeft alleen gekeken naar de procesgang, niet naar de inhoudelijke juistheid van besluiten en de toepassing van wet- en regelgeving dienaangaande. De rekenkamercommissie kon, evenmin als de raad, inhoudelijk toetsen en mag zich niet mengen in de inhoud van de dossiers. Slechts toetsen van de procedures is door of op verzoek van de raad mogelijk. Inhoudelijk kan men in verweer bij de wettelijk vastgestelde beroepsinstanties. Aan de objectiviteit van de rechterlijke instanties willen ze niet twijfelen. Gebleken is dat er in de beginfase verwarring was en misschien nog wel is over het begrip "slepend". Rekenkamercommissie, raad en afdeling bleken dit begrip verschillend te interpreteren. Leerpunt moet voor hen dan ook zijn in het vervolg bij een onderzoeksopdracht of verzoek, een dusdanige definitie mee te geven, dat daarover
143
geen misverstand kan bestaan. De interpretatie van de afdeling in acht nemend, hadden ze niet over slepende maar over dikke dossiers moeten spreken. Geruststellend was dat er slechts 13 dossiers als slepend werden aangeleverd. Wel moeten zij zich realiseren dat wellicht met een anders opgestelde definitie er meer dossiers in aanmerking waren gekomen. Van de 13 hebben er 10 cliënten ingestemd hun dossier beschikbaar te stellen voor het onderzoek. Na het gereedkomen van het rapport van de rekenkamer werd dit rapport met een begeleidend schrijven toegestuurd aan de 10 cliënten die hun medewerking hadden toegezegd. Bij de presentatie van het rapport in de commissie bestuurlijke zaken en financiën op 25 juni 2009 spraken 2 personen hun teleurstelling uit over het onderzoek naar hun dossier. Die hadden ook een inhoudelijke toetsing verwacht. Onbekend is of de andere 8 cliënten tevreden waren dan wel slechts niet hebben gereageerd. De werkgroep is voornemens zich nog eens nader te beraden en te laten adviseren over mogelijkheden om de resterende onvrede uit de wereld te helpen. Dat is voor de ambtelijke organisatie ook beter. Er moet niets aan de organisatie blijven kleven. Het in het rapport genoemde uitnutten van bezwaar en beroep door cliënten willen ze niet als negatief beoordelen. Dat is immers hun goed recht. De werkgroep houdt zich gaarne aanbevolen voor suggesties van de fracties. Indien het beraad van de werkgroep daar aanleiding toe geeft zullen zij daar later middels een notitie in de commissie op terug komen. De heer HEIJ laat weten dat de fractie van de ChristenUnie-SGP blij is met deze rapportage van de rekenkamercommissie. Er is geen definitie van slepend gegeven. Hij karakteriseert het als ‘langdurig’. Uit het onderzoek is gebleken dat het vooral schakeldossiers zijn, actie en reactie. Voor zijn fractie is dit onderzoek het einde van het onderzoek naar slepende dossiers. Anderzijds blijft de vraag waarom er actie en reactie is. Je hebt natuurlijk bewoners die hun rechten kennen. Anderzijds zullen zij hun ogen niet moeten sluiten. Her werk kan en moet altijd beter. Als iemand een vraag stelt en het antwoord na een week krijgt, had het zo kunnen zijn dat het antwoord ook binnen drie dagen gegeven had kunnen worden. Voor de vragensteller is elke dag er een. Hij of zij weet niet wanneer het antwoord komt. Wachten duurt altijd lang. Met dit alles wil hij zeggen dat ze kritisch moeten zijn op hun eigen werk. Een inhoudelijke controle kan alleen door een ter zake kundige uitgevoerd worden. Het gaat hier dan over het wel of niet aanwezig zijn van een verbeteringsmechanisme in de werkzaamheden. Ze hebben het in het verleden wel eens over interne audits gehad. Dat was in het kader waarin ze ook over klanttevredenheid hebben gesproken. Met interne audits steekproefsgewijs controleren hoe snel een antwoord gegeven had kunnen worden. Hoe kunnen ze de systematiek van het werken zo aanpassen dat door het wegnemen van onduidelijkheden sneller geantwoord kan worden? Wellicht kan de wethouder aangeven of er iets dergelijks is. Voor het overige sluit hij aan bij wat mevrouw Berens reeds gezegd heeft. De heer KONING stelt dat in Doetinchem lang is gesproken over slepende dossiers van de sociale dienst. Gesuggereerd werd zelfs dat de dienst onvoldoende zou functioneren. Het is daarom goed dat er een onafhankelijk onderzoek is gedaan. Het gaat hierbij om belangrijke zaken: de belangen van mensen in een kwetsbare positie, maar ook de positie van ambtenaren en de verantwoordelijk wethouder die ook betrokken is bij deze zaken. Gelukkig hebben voldoende mensen willen meewerken aan het onderzoek. Er is een duidelijk beeld ontstaan. Het aantal dat je ‘slepende dossiers’ zou kunnen noemen is zeer beperkt. Het is ook niet vreemd dat er soms veel tijd besteed moet worden aan een onderzoek. De wetgeving is ingewikkeld. Er is zorgvuldigheid vereist en er zijn heel veel mogelijkheden om in beroep te gaan. Zo duurt een dossier langer en wordt het ook wat dikker. De conclusie is dat de dienst haar werk goed heeft gedaan. Daar is de PvdA-fractie blij mee. Wat hen betreft is daarmee dit dossier, ook een slepend dossier, dicht en kunnen ze overgaan tot de
144
orde van de dag. Wethouder VAN DIJK begint zijn betoog met te stellen dat de afgelopen jaren veel is geïnvesteerd in de sociale agenda. Natuurlijk maken ze bij de uitvoering daarvan, of het nu gaat om medewerkers van de sociale dienst of medewerkers van de Wmowinkel, wel eens fouten. Waar gewerkt wordt worden fouten gemaakt. Alleen het beeld dat af en toe ontstond door een beperkt aantal insprekers is dat er daadwerkelijk sprake zou zijn van slepende dossiers. Een aantal raadsleden heeft in de commissie gezegd dat ze eigenlijk eens goed inzicht moesten krijgen met elkaar waar het nu werkelijk om gaat. Hij heeft toen gereageerd dat hij het een goed voorstel vond van de raad en al zijn medewerking toezegde om te kijken of er sprake is van slepende dossiers en zo ja wat ze eraan zouden kunnen doen. Als hij kijkt naar de conclusies van de rekenkamercommissie, wat een goed onderzoek is geweest, ziet hij dat ze eigenlijk constateren dat slepende dossiers in de zin van dossiers waar geen beslissing wordt genomen feitelijk niet bestaan. Er zijn wel dossiers die dik zijn. Zo hebben ze de slepende dossiers uiteindelijk ook omschreven. Maar dat zijn dossiers waarin een soort actie-reactie, actie-reactie ontstaat. Ofwel, zoals ook de rekenkamercommissie constateert: er zijn mensen die tegen elk besluit dat de gemeente neemt bezwaar indienen, of het nu redelijk of onredelijk is. Een aantal raadsleden vroeg al of daar niets tegen te doen is. Het antwoord is: neen. Ze zouden dat wel willen, maar ze kunnen er niets aan doen. Er is nu eenmaal een wettelijk recht dat mensen hebben om tegen elk besluit, ook al weet je bij voorbaat dat het ongegrond wordt verklaard, bezwaar te kunnen maken. Het is wel goed dat ze met elkaar zien dat ze de twee elementen, worden de beslissingen op tijd genomen en gaan ze goed inhoudelijk met de beslissingen om, uit elkaar houden. De rekenkamercommissie constateert dat ze in alle gevallen die bekeken zijn op tijd beslissen. Ze hebben het al eerder laten doormeten en dan blijkt dat Doetinchem in het proces van vraag naar antwoord als het gaat om uitkeringsaanvragen, behoort tot de snelste gemeenten in Nederland qua doorlooptijden. De rekenkamercommissie heeft ook geconstateerd dat de manier waarop onze organisatie omgaat met mensen een professionele manier is. Daar is in de afgelopen jaren met elkaar ook heel veel in geïnvesteerd. Het gaat om counselingprocessen, klantmanagers zijn ook getraind om het sneller en beter uit te leggen. Besluiten worden tegenwoordig niet alleen opgestuurd, maar mensen worden ook uitgenodigd als het gaat om moeilijke besluiten, zodat die tegelijkertijd kunnen worden uitgelegd en dan kan worden gekeken of de mensen die besluiten hebben begrepen. Over het proces heeft de rekenkamercommissie ook gezegd dat de mensen dat op een goede professionele manier doen. Daar is hij blij om. Over de inhoud echter kan de rekenkamercommissie niets zeggen. Daar kan ook de raad, noch hijzelf iets over zeggen. Daar hebben ze onafhankelijke organisaties en instanties voor: een commissie van bezwaar, een commissie van beroep en tot slot de rechter die uiteindelijk beoordeelt of ze het goed hebben gedaan. De raad ontvangt jaarlijks de rapportage van de commissie van bezwaar en ziet daarin het percentage van ingediende bezwaarschriften en gegrond verklaarde bezwaarschriften en ingediende beroepen en gegrond verklaarde beroepen en dan vallen die percentages naar zijn mening toch alleszins binnen wat je de foutenmarges zou mogen noemen. Ofwel ook op de inhoud durft hij zijn hand in het vuur te steken dat de organisatie dat professioneel en goed doet. Proces en termijn doen ze goed. Inhoud doen ze goed. En natuurlijk worden er fouten gemaakt. Het is een moeilijke wetgeving. Ze willen het snel doen en er gaan wel eens dingen mis en die willen ze ook herstellen. Daarvoor hebben ze uiteindelijk ook een aantal processen in gang gezet om het beter te maken. Hij denkt dat het goed is, zoals door enkelen reeds opgemerkt, dat ze dat dossier over het begrip slepende dossier die er op inhoud, noch op proces blijken te zijn, dichtslaan. Natuurlijk moeten ze verbeteren en hij staat open voor aanbevelingen. Hij vindt het een goed signaal als de raad uitspreekt naar de medewerkers van de afdeling werk en inkomen die dag in dag uit
145
mensen proberen aan werk te helpen en mensen proberen op tijd aan inkomen te helpen maar vooral ook verder in het leven een steun in de rug meegeven, dat ze voor die moeilijke taak ook de steun van raad en college hebben. Hij pleit ervoor op te houden met de paar dossiers die er zijn van mensen die steeds hun bezwaar en beroepsmogelijkheden blijven uitnutten, geen schaduw over het werk te laten vallen, maar vooral al de medewerkers die de mensen helpen een steun in de rug te geven. Mevrouw BERENS dankt in tweede instantie de wethouder voor alle medewerking die hij verleend heeft en wil ook de ambtenaren een compliment geven, in ogenschouw nemend hoe groot de werkdruk is geweest in de afgelopen jaren: 1100 dossiers lagen op de stapels en uiteindelijk zijn er 13 uitgekomen. Ze hoopt dat het er in de toekomst niet meer worden. Met alle regelgeving en alle aanbevelingen heeft ze er alle vertrouwen in dat het in de toekomst heel goed zal verlopen. De heer HEIJ merkt op dat hij van de wethouder geen antwoord op zijn vraag gekregen heeft. Waar het om gaat is, dat het goed gaat. Dat wil hij niet ontkennen, maar het is belangrijk dat er verbeteringsmechanismen zijn waardoor de afdeling constant zichzelf opscherpt om procedures en werkwijze zodanig aan te passen dat het werk gemakkelijker wordt en dat je uiteindelijk met minder mensen sneller werk kunt leveren. Dat is de essentie van het geheel. Hij hoort graag van de wethouder of een dergelijk mechanisme geïnstalleerd is op de afdeling werk en inkomen. Wethouder VAN DIJK antwoordt hierop dat er geen organisatieonderdeel is dat in de historie zoveel werkt met audits, zowel kwantitatief als kwalitatief, als een sociale dienst. Op kwantitatief gebied houden ze heel goed bij hoe snel ze zijn in de processen. Hij heeft ook gelezen dat ze steeds weer nieuwe methodieken verzinnen om het sneller te kunnen doen. Zo verstrekten ze de laatste keer dat ze met elkaar daarover spraken binnen 31 dagen een uitkering waar ze er acht weken over zouden mogen doen. Dat is inmiddels al weer teruggebracht naar 28 dagen. Ze zijn voortdurend bezig met verbeterslagen om het sneller en beter te kunnen doen. Maar ze schuwen uiteindelijk ook de kwalitatieve analyse niet. Ze houden regelmatig klanttevredenheidsonderzoeken. Ze hebben recent hun armoedebeleid nog getest, waar ze met een gemiddelde 7 uitkwamen en vorig jaar hebben ze hun reïntegratiebeleid getest in klanttevredenheid en daar kwam een 8 uit. Ze schuwen dus de accountantsachtige kwantitatieve meetbaarheidselementen niet als ook de kwalitatieve beleving van de dienstverlening door de burgers zelf. Het moet echter een constant proces zijn om te kijken of ze het niet net een tandje sneller of beter kunnen doen. Dat kunnen ze ook zeker gebruiken in de komende tijd waarin het aantal uitkeringsgerechtigden zeker zal toenemen en ze dus van de bestaande personeelsformatie zullen moeten vragen om meer inwoners te bedienen met dezelfde formatie. Ze zullen het dan sneller moeten doen. Er komt een flinke opgave op de medewerkers af en dan is het goed dat ze niet zoveel tijd behoeven te besteden aan al dan niet slepende dossiers, maar er gewoon voor kunnen zorgen dat mensen aan het werk komen. Daar gaat het uiteindelijk ook om. De VOORZITTER concludeert dat de raad met in acht name van de gemaakte opmerkingen het rapport voor kennisgeving kan aannemen en dat het college verzocht wordt de aanbevelingen conform over te nemen. Wethouder KUIPER verlaat de vergadering. 5.
KADERSTELLING BELEID SPEELAUTOMATENVOORZIENING De VOORZITTER draagt de hamer over aan zijn waarnemer, de heer Thus, om de portefeuillehouder in de gelegenheid te stellen volledig aan de beraadslaging mee te
146
doen. Overigens zal de heer Thus ook namens de CDA-fractie het woord voeren. De heer VERHOEVEN begint met uit te spreken dat de VVD-fractie blij is met het voorstel in de vorm zoals het nu voor ligt. Ze hadden in het verleden geen probleem met een voorziening als deze en hebben dat nu ook niet. Je moet echter wel een zuivere discussie voeren en in dat kader vinden ze deze vorm een veel betere. Naar aanleiding van de discussie in de informatieve raad van 2 juli verzoekt hij het college om een notitie te maken hoe de gemeente omgaat met verslaving in z’n algemeenheid: hoe groot is het probleem? Wat doen ze al? Wat kan beter? Daar moeten dan in ieder geval drank, drugs en gokken bij betrokken worden, maar er zijn meer facetten. Ze kregen in de discussie van 2 juli de indruk dat als ze hier tegen zijn, ze het probleem van gokken ook niet hebben. Dat is niet aan de orde. Iedereen heeft een computer en als er iets gemakkelijk is om van je geld af te komen door middel van gokken, dan is het dat. Ze moeten de ogen niet sluiten voor die problematiek. Ze kunnen die met elkaar niet oplossen maar ze moeten er wel een goede discussie over voeren. Het is geen doekje voor het bloeden, maar het mag ook niet iets zijn waar ze zich in de besluitvorming achter verschuilen dat als ze geen speelautomatenvoorziening of casino toestaan, dat ze dan het probleem niet hebben. Hij pleit ten aanzien van de verslaving helder en overzichtelijk te maken hoe groot het probleem in Doetinchem is, wat ze al doen en wat er beter kan. Hij verzoekt het college hierop terug te komen. Ten aanzien van dit voorstel gaat de VVD-fractie akkoord. De heer VAN DOESUM laat weten dat voor de fractie van GroenLinks in de beoordeling van de wenselijkheid van een gokhal in Doetinchem sinds 2005 niets is gewijzigd. Ook niet door het stagneren van de bouw in het Lyceumkwartier. Ze vinden het enigszins gênant dat juist daardoor de discussie weer op gang is gekomen, terwijl onze voorzitter, de burgemeester nog maar 1½ jaar geleden aan Karel Lassche bv, een aanvrager van een gokhal schreef: “De belangrijkste beweegreden voor de raad om geen vestiging van een amusementscenter in de gemeente Doetinchem toe te staan, is het voorkomen van speelzucht en gokverslaving van jongeren in de leeftijd van 18 tot 25 jaar.” En zelfs in januari 2009 schreef onze voorzitter iets dergelijks aan de heer Lievers die ook al een aanvraag had gedaan. En nu ineens, nu er een aanvraag komt die gesteund wordt door de bouwer van het Lyceumkwartier, zouden ze hun beleid moeten wijzigen? Hij heeft eens opgezocht wat gokverslaving eigenlijk inhoudt. Dit vond hij als kenmerken: “In de meeste gevallen is het gokken onschuldig vermaak en tijdverdrijf. Er zijn ook personen die een kick van gokken krijgen en hier niet meer zonder kunnen. Ze blijven uren achter de gokkasten zitten en maken grote schulden. Ze verwaarlozen hun werk, school en vrienden, het gokken beheerst hun hele leven. De hele dag alleen maar aan gokken denken en de drang om achter de gokkasten te kruipen niet kunnen weerstaan. Meer geld in de gokkast gooien dan je jezelf van tevoren had voorgenomen. Proberen te stoppen met gokken zonder resultaat. Proberen om gemaakte verliezen terug te winnen. Aan niemand vertellen dat je verslaafd bent. Leugens vertellen over je gokgedrag om kritiek te vermijden. Werk, school en vrienden verwaarlozen. Steeds meer geld lenen om te besteden aan het gokken. Proberen om op illegale manier aan je geld te komen zoals door fraude of diefstal. Mensen die proberen te stoppen met het spelen op gokkasten krijgen te maken met ontwenningsverschijnselen. Ze worden ziek als ze een tijd niet hebben gegokt, ze krijgen zelfs last van lichamelijke problemen als hoofdpijn, bibberen, slapeloosheid, transpireren of maagklachten. De heer VERHOEVEN onderbreekt hem en stelt dat de omschrijving die hij nu voordraagt van verslaving geldt voor elke vorm van verslaving en niet specifiek voor gokverslaving. Het heeft in zijn optiek nauwelijks iets te maken met speelautomaten maar het is een algemeen betoog. Of zit er een nuancering in? De heer VAN DOESUM bevestigt dat er nuancering in zit. Er zijn ook verslavingen die gaan om genotmiddelen. En gokken is geen genotmiddel. Het is een economische aangelegenheid. Aan gokverslaving lijden kan het hele economisch
147
fundament onder iemands bestaan weghalen en ook onder dat van zijn gezin. De heer VERHOEVEN meent dat dit ook voor drugsverslaving geldt. Het is de kortstondige piek van genot en vervolgens de ellende die daarbij hoort. Gokken is de kans op de winst. Bij alcohol zal het niet om de hoofdpijn de volgende dag gaan. De heer VAN DOESUM erkent dat die verslavingen ook heel ernstig zijn en bestreden moeten worden, maar bij gokverslaving gaat het om steeds meer inkomen verspelen. Dat is een economische kwestie die meestal meer dan alleen de gokker treft en die kunnen ze nu voorkomen. Als je verslaafd bent aan alcohol of cannabis ben je op het eind van de avond stoned of dronken en dat is het dan. Gokken gaat altijd door. Het zit altijd in je hoofd en kan ook ’s nachts doorgaan achter internet. Het stort zoals ook bij andere verslavingen, mensen echt in de ellende. Dat is hem door de discussie die ze vandaag voeren meer duidelijk geworden dan het ooit geweest is. De heer VERHOEVEN merkt op dat de heer Van Doesum stelt dat als ze dit niet doen, dat ze het dan ook niet aanbieden. Dat vindt hij onzin, want het is overal. Ook op zijn computer zoals die hier staat kan je gokken. Je kunt de gehele raadsvergadering gokken. Dus het beeld dat de heer Van Doesum schetst klopt niet. De heer VAN DOESUM zal in het vervolg van zijn betoog aantonen dat de bereikbaarheid van gokken ook een rol speelt bij de kans die je loopt om aan gokverslaving bloot te staan. Hij heeft ook opgezocht op de website van de Stichting Korrelatie wat de factoren zijn die zijn betrokken bij het ontstaan van gokverslaving. Het zijn factoren die samenhangen met de persoon van de speler, met het soort spel en met de bereikbaarheid van het spel. Nu ze de gelegenheid hebben om deze risico’s buiten de deur te houden en de bereikbaarheid van het spelen te beperken, willen ze die gelegenheid ook aangrijpen. Gokverslaving treft ook andere mensen dan de gokker alleen. Niet voor niets deelde Verslavingszorg mee in de informele raad, dat aanmeldingen voor behandeling nogal eens vanuit de schuldhulpverlening komen. Dat toont aan dat het een economisch gevolg heeft. Ondanks de inspanningen van de uitbaters van zulke gokhallen om verslaving te voorkomen, kunnen ze niet uitsluiten dat verslaving aangewakkerd wordt. Zo is het “wittelijst-systeem” niet waterdicht. Iemand die ergens op zo’n lijst staat (overigens met eigen instemming), kan bij een concurrerende gokhal of bij Holland Casino zó weer verder spelen. Kenmerk van een gokverslaafde is immers, dat hij of zij zich niet meer aan de eigen regels kan houden. Dus de drang om naar de concurrent te gaan of op internet verder te gokken zal het winnen. Ook zagen ze bij een bezoek aan een gokhal in Etten Leur en in Nijmegen dat de ingebouwde oponthouden tussen de verschillende spelen op één machine worden omzeild, doordat de startknop met behulp van een kartonnen kaartje permanent ingedrukt blijft. Ook zagen ze mensen op meer dan één machine spelen. Nuttige werkbezoeken waren dat voor hen als raadsleden. De conclusie is dat de fractie van GroenLinks geen behoefte heeft aan wijziging van de verordening op dit punt. De heer MOÏZE DE CHATELEUX vindt het terecht dat het voorstel nu heet ‘Kaderstelling beleid speelautomatenvoorziening’ en de bezwaren tegen de koppeling zoals uitgesproken in de informele raad door de portefeuillehouder zijn gehonoreerd. Hij heeft daar waardering voor. De vraag die nu voor ligt is of de raad opdracht wil geven tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening en tot het opstellen van een verordening met de daarbij behorende kaders. De fractie van D66 is daar nog niet uit en het zal mede van de antwoorden vanavond afhangen wat ze zullen besluiten. Ze zijn persoonlijk beslist niet tegen. Maar het hangt wel af van de kaders die ze eraan verbinden. Hij wil achtereenvolgens ingaan op de ruimtelijke aspecten, de zorg en de juridische aspecten. Wat het ruimtelijke aspect betreft wil het college nu het een signaal uit de markt kreeg wel meewerken aan een dergelijk verzoek. Het heeft er dan veel van weg dat het college naar het Lyceumkwartier toe werkt om de ontwikkeling daar vlot te trekken. Waarom wil het anders één gebied en nog wel in het centrum daarvoor aanwijzen? Wat zou er mis zijn aan vestiging op bijvoorbeeld een industrieterrein? Het is misschien een idee om het te koppelen aan het nieuwe
148
Graafschapstadion. Daar moeten toch allerlei nevenactiviteiten bij inclusief een hotel. Er werd in de ontwikkelingsfase van het Lyceumkwartier zelfs gesproken over de ‘P.C. van Nispenstraat’. Het moest veel uitstraling krijgen. Krijg je die van een speelhal, voorzien van veel glitter en kunststof? Voor hem wordt dat dan de P.C. Kitchstraat. De fractie van D66 vraagt zich echt af of je dit een mooi stuk van je centrum mag aandoen. Daarnaast is het centrum ook een vorm van woonwijk. Mag je dit in een woonwijk doen? Dan het zorggedeelte: tenenkrommend hebben ze geluisterd naar wat in het kader zorg hierover werd gezegd op 2 juli. Terecht merkte de heer Koning op dat het geen argument is dat Doetinchem centrumgemeente is, want dat waren ze in 2005 ook. Toen hebben ze neen gezegd. Wat is er veranderd? De kredietcrisis. Er werd ook over gokverslaving gesproken als ware het het schattige kleine nichtje van de boze neefjes drugs en alcohol. Dat is onzin. Er is simpelweg geen verschil. Het beeld werd geschetst alsof het vestigen van een casino een vorm van hulpverlening was aan gokverslaafden. Doordat ze niet meer in het illegale circuit hoefden zou dat mooi zijn. Dat is onzin. Analoog zou je kunnen stellen dat als ze koffieshops toestaan ze ook doen aan hulpverlening aan de verslaafden aan cannabis en er ook geen illegale verkoop meer zou zijn. Hij denkt dat ze allemaal wel beter weten. Er was veel interesse voor het aantal aanmeldingen voor hulpverlening per jaar. Helaas vergat IrisZorg te melden dat het aanmeldingscijfer niet zoveel zegt. Aanmelding voor verslavingshulp, voor welke soort verslaving het ook is, vindt bijna altijd plaats vanuit een negatieve motivatie. Met de rug tegen de muur staan, eis van partner, huisgenoot ouders, anders consequenties als je het niet doet, werkgever, schulden of een eis van de rechter voor opname WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) en als laatste justitie. Het helpt altijd mee als je bij de politierechter op visite moet en kunt zeggen dat je het hebt ingezien en hulp gevraagd hebt. Helaas is meestal de motivatie verdwenen als de muur niet meer in de rug voelt. Veel interessanter is de vraag hoeveel personen er na enige tijd nog in de hulpverlening zijn en hoeveel er terugvallen. Die vraag hebben ze niet beantwoord gezien. Aan de andere kant moet je ook vragen of het niet gewoon de eigen verantwoording en verantwoordelijkheid van het individu is. Iemand mag zonder enige beperking zoveel als hij wil gokken en het maakt niet uit of dat staatsloten, krasloten zijn. Hoewel met name bij de jeugd die krasloten een aanzienlijk verslavingsprobleem vormen. Tegelijkertijd koos het college ervoor om krasloten toe te zenden aan de jeugd in het kader van alcoholmatiging. Via internet kan met ongehinderd zoveel gokken als men wil met een fors verslavingsprobleem en veel schulden tot gevolg. Net als bij de broertjes alcohol en drugs gaat het bij de gokverslaving om het criterium verslavingsgevoeligheid. Bijna alleen als er sprake is van verslavingsgevoeligheid is er risico voor de geschetste gevaren. Maar dan ook voor die andere vormen. Dat maakt geen verschil. De vorm waar sprake van is, wordt voornamelijk door externe factoren bepaald, namelijk: waar komt men vanuit die gevoeligheid mee in aanraking? Dat is ook de reden van transformatie tussen verschillende vormen van verslaving. Er werd gezegd dat gokken alleen een economische verslaving was, maar door de zeer hoge prijs vormen drugs ook een economische factor. Juist daardoor ontstaat de verpaupering. Zonder dat, ze kennen al jaren het verhaal van artsen die nogal eens uit hun morfinekastje snoepen en omdat het geen geld kost zullen zij niet verpauperen en kunnen ze het volhouden. Het juridisch aspect: iedere exploitant die meent ervoor in aanmerking te komen, kan zich wat de fractie van D66 betreft aanmelden voor de locatie als het zover komt. Hij moet dan evenveel recht hebben als een ander. Iedere afwijking daarvan levert een juridisch probleem op. Ze maken zich nog steeds zorgen over de mogelijkheid van claims van exploitanten waarvan de aanvraag is afgewezen. Afgelopen maand bij de ingekomen brieven stond er nog van een van deze mensen een klacht. Terwijl het college in de voorkamer deze aanvraag afwees, werd er – zo komt het bij de burger over – in de achterkamer met deze exploitant al gesproken. Dat zal wel heel zuiver geweest zijn, maar de fractie van D66 maakt zich zorgen over de claims. Mede op hun verzoek is er een werkbezoek gebracht aan de vestiging van de exploitant die zich op
149
het Lyceumkwartier wil vestigen. Wat de fractie van D66 betreft behoeft het niet uitsluitend deze exploitant te zijn. Het behoeft ook niet uitsluitend op deze locatie. Er behoeft ook geen absolute beperking tot één hal te zijn. Minderjarigen moeten op geen enkele wijze toegang tot de hal kunnen krijgen. Dus geen enkele kast, tafel of wat dan ook voor de beruchte controle. Ze verwachten dat er aan alle wettelijke bepalingen wordt gehouden. Dat de mensen erop gewezen worden dat ze op beeld worden vastgelegd en dat dit ook wordt bewaard. Ze vinden het een heel kwalijk punt als dat niet gebeurt. Twijfels hebben ze ook bij de praktijk van de zogenaamde witte en zwarte lijsten. Wit, quasi vrijwillig en zwart als een soort vonnis waarbij men niet binnen mag. Daar zou dan wel een protocol bij moeten horen waarbij mensen in een onafhankelijke beroepsprocedure hun gelijk kunnen halen. Het managen van veiligheid heeft hun met name waar het de subjectiviteit betreft ernstig verontrust. Het belang van de exploitant is om zoveel mogelijk geld aan de klant te verdienen. Ze hebben inmiddels iemand gesproken die op de locatie Nijmegen op een avond € 1.000 kon verliezen. Waar was dan dat toezicht waar men het over had op die avond? Wat de fractie van D66 betreft zal er in ieder geval een maximum speelbedrag per dag in de voorwaarden moeten worden opgenomen. Er zullen duidelijke afspraken met de hulpverlening moeten worden gemaakt voor wat betreft het signaleren van verslavingsgedrag. In de voorwaarden moet zo mogelijk de clausule worden opgenomen dat bij sterke toename van de gokverslaving zo nodig de vergunning kan worden ingetrokken. De vergunning zal wat de fractie van D66 betreft voor maximaal 5 jaar mogen gelden en daarna moeten worden verlengd om goed de vinger aan de pols te kunnen houden. Ook willen ze graag horen of het mogelijk is in de vergunning op te nemen de verplichting van het percentage behendigheidskasten waar dus veel minder geld in omgaat. De heer THUS onderbreekt zijn waarnemend voorzitterschap om namens de CDAfractie de eerste termijn uit te spreken. Interrupties en tweede termijn zullen gedaan worden door mevrouw Berens. Hij wil vooraf melden dat speelautomatenvoorziening oftewel gokhal voor de CDA-fractie een beladen onderwerp is. Dit resulteert straks ook in een niet unanieme stemming van de CDA-fractie. Zeven leden van de fractie zijn voor en een is tegen. In het CDA-verkiezingsprogramma staat dat ze tegen alcohol, drugs, roken en gokverslaving zijn. Ze streven een beleid na dat dit bestrijdt. Met name dient deze bestrijding gericht te zijn op jongeren. Hij constateert dat in het voorstel wordt gesteld dat de minimum leeftijd 21 jaar zal worden. Dit onderstreept de CDA-fractie van harte. Uit onderzoek blijkt dat gecontroleerd gokken niet leidt tot meer verslaving. Met gecontroleerd gokken heb je een aantal knoppen tot je beschikking om te sturen. Je kunt het een klein beetje beheersen. Het voorstel spreekt hier duidelijk over. Zoals de heer Verhoeven al zei heb je met de computer weinig te sturen. Op zich is dat een groter gevaar. Het college heeft het ook over de economische gevolgen. 100 structurele arbeidsplaatsen worden daarbij geschetst. Voor zijn fractie is dit een neveneffect dat de besluitvorming niet heeft beïnvloed. Ze kunnen immers wel meer lucratieve bedrijfstakken bedenken. Hij wil ze niet noemen, maar er zitten er een paar tussen waar de CDA-fractie absoluut niet op zit te wachten. Zijn fractie komt op één persoon na tot de volgende eindconclusie: Doetinchem is een centrumgemeente in de Achterhoek. In principe past daar een speelautomatenhal bij, mits goed ingekaderd. Ze dragen het college op om conform het voorstel te handelen en de raad een voorstel te doen voor de aanpassing van de verordening. Mevrouw DUIJN heeft vanaf het moment dat ze eerste signalen ontving over een mogelijke vestiging van een casino/speelautomatenhal zich voorgenomen het verzoek met open mind te benaderen en niet in een Pavlovreactie te schieten. Ze nam zich voor om veel informatie te verzamelen en op basis van argumenten het verzoek en mogelijke aanpassingen van de verordening te beoordelen. Aan de verzameling van
150
informatie heeft het college overigens van harte meegewerkt en zij dankt het college daarvoor. Zo kreeg ze lijstjes met argumenten voor, argumenten tegen en argumenten iets minder tegen. Het lijstje met voors werd aanzienlijk korter dan de andere lijstjes. En het werd nog korter na de noodzakelijke aanpassing van het raadsvoorstel. Ze heeft ook met mensen gesproken in haar omgeving en mensen spraken haar op straat aan. Ze hoorde vrijwel geen positieve geluiden. De tegenargumenten behoeft ze niet meer te noemen. Het college maakt er zelf gewag van in zijn raadsvoorstel. Voor de volledigheid noemt ze er een paar. Doetinchem is onderwijscentrum; veel jonge mensen zijn regelmatig in de stad. Doetinchem is centrum van de Achterhoek. Doetinchem draagt daardoor niet alleen verantwoordelijkheid voor de eigen inwoners, maar ook voor de inwoners in de andere Achterhoekse gemeenten. Dit is een heel andere invulling van ‘centrum van de Achterhoek’ dan de invulling die het college daaraan geeft en die ze diverse fracties al heeft horen noemen. De kans op gokverslaving zal zeker niet ontstaan binnen korte tijd, maar pas later. Bovendien heeft een gokverslaafde ook veel uitstraling naar zijn of haar omgeving. Gokverslaving is niet alleen een risico voor jonge mensen maar zeker ook voor mensen met een smalle beurs. Er zijn nu al heel veel gevallen met schuldproblematiek. Vervolgens ook nog mogelijk extra problemen voor binnenstadbewoners, hoe goed ze dat ook proberen te regelen in de verordening. Ze is ook bang voor terugloop van de belangstelling voor het wonen in de binnenstad. Er blijkt nu al veel belangstelling te zijn voor de vestiging van een speelautomatenhal in Doetinchem. Dat geeft aan dat het runnen van een hal een lucratieve zaak is. Het zijn dus de spelers die de inkomsten inbrengen voor degenen die de hal runnen. Ze wijst naar haar opmerkingen over de inkomsten van de hal en daardoor de uitgaven van de spelers. Ze kan het lijstje met tegenargumenten nog verder aanvullen, maar dit is voor dit moment voor haar voldoende. Argumenten vóór hebben betrekking op de economische kant. Inkomsten en werkgelegenheid. Hoe belangrijk dat ook is, zeker in deze moeilijke tijden, toch geven de nadelen van het wijzigen van de verordening en daarmee een speelautomatenhal annex amusementshal mogelijk te maken voor haar de doorslag. De DSD-fractie is tegen het wijzigen van de verordening. Tot slot maakt ze een opmerking in de richting van de formele, officiële voorzitter van de raad, de heer Kaiser en daarmee richt ze zich tot hem persoonlijk. In de vergadering van 2 juli heeft hij hen voorgehouden dat besturen keuzes maken inhoudt en soms ook het nemen van moeilijke beslissingen. Dat is helemaal waar en daar loopt ze ook niet voor weg. Maar ze geeft hem de verzekering dat de keuze die de DSD-fractie nu gemaakt heeft geen gemakkelijke keuze was. Neen zeggen tegen een college dat in meerderheid graag ja had willen horen, vergt een goede onderbouwing. Zij vindt voor zichzelf dat ze met deze woorden een goede onderbouwing heeft gegeven in ieder geval voor haar zelf. De heer BLOM voegt zich om 19.55 uur bij de vergadering. De heer KONING memoreert dat ze uit zorg voor gokverslaving in Doetinchem in meerderheid al lange tijd tegen de vestiging van speelautomaten, gokkasten en dergelijke zijn. In de jaren ’80 en ’90 toen deze apparaten in allerlei snackbars en cafés verschenen, werden ze al heel snel eenarmige bandieten genoemd. De trieste verhalen over gokverslaving en mensen die zich diep in de schulden staken waren niet van de lucht. Terecht raakten overheden gealarmeerd en namen maatregelen om mensen te beschermen tegen zichzelf. En deze maatregelen werkten gelukkig. Jammer genoeg liggen er nieuwe gevaren op de loer. Er is gewezen op de gevaren van internet, heel laagdrempelig en erg toegankelijk. Het kabinet maakt ook plannen om dit tegen te werken. Ook hier werd het gevaar onderkend. In Doetinchem werd ondertussen aan ondernemers die zich hier wilden vestigen de deur gewezen. Heel ferm werd zelfs gezegd bij het indienen van aanvragen dat de mensen zelfs nog geen kopje koffie kregen tijdens het gesprek hierover. Het beleid was duidelijk. De zorg over de
151
verslaving was gemeend en onderbouwd. IrisZorg zegt terecht dat hier in de regio de gokverslaving niet hoog is. Zou het komen omdat hier ook geen vestigingen zijn? Onderzoek wijst uit dat in plaatsen waar wel speelhallen zijn de verslaving groter is. De PvdA-fractie is van mening dat de Achterhoek ook wat dit betreft de Achterhoek moet blijven. Ze moeten zich geen gevaren op de hals halen. Trap er niet in als er wordt gezegd ‘het is maar een spelletje’ of ‘waag even een gokje’. Gokkasten, ook al gaat er een rode loper naartoe waarover je kunt lopen, blijven gokkasten, geen casino’s. Is het betutteling als ze dit zeggen en mensen tegen zichzelf beschermen? De VVD-fractie knikt instemmend van ja. Het is betutteling, maar een rood stoplicht is toch ook betuttelend. Ook daar mag zelfs de VVD-fractie niet doorrijden. Dat is om hun leven niet in gevaar te brengen en dat van hem ook niet. Daar zegt de PvdAfractie ook niet van ‘dat is betutteling’. Dat is noodzakelijke wetgeving. Ze zouden trouwens over deze voorstellen niet eens spreken als het niet ooit gekoppeld was aan het Lyceumkwartier. Nu gelukkig niet meer. Maar er werd geprobeerd om de raad te veranderen. Van dominee naar koopman. Alsof principes te koop zouden zijn. Voor de PvdA-fractie niet. Ze willen straks niet langs een prachtig Lyceumkwartier lopen dat gefinancierd wordt uit opbrengsten van gokken. Voor hen blijft de zorg over verslaving in brede zin overeind staan. Ze hebben veel brieven gekregen en uit een van die brieven citeert hij. Het is een brief van iemand die in zijn studententijd in Groningen in een ‘casino’ heeft gewerkt. Hij schrijft: ’Als uitzendkracht heb ik ruim een jaar gewerkt in Magic City, destijds de grootste amusementshal in het centrum van Groningen. Het was gewoon een van de vele uitzendbaantjes en ik zag er in het begin geen kwaad in. Ik zag het als de eigen verantwoordelijkheid van mensen om te gaan gokken of niet. Daar ben ik in de loop van de tijd anders tegenaan gaan kijken. Mensen die in de ban van het gokken raken, raken ieder gevoel van realiteit kwijt. Ik heb mensen letterlijk kapot zien gaan. Mensen die alles waren kwijtgeraakt door het gokken. Hun relatie was op de klippen gelopen. Ze waren hun baan kwijtgeraakt, als ze die al hadden. Ze raakten steeds verder in de misère. Ik heb in die tijd heel veel schrijnende gevallen gehoord en was op een gegeven moment een halve hulpverlener. In de gokhal stonden mooie folders om gokverslaving tegen te gaan met teksten als: ‘Waag gerust een gokje, maar speel niet met jezelf’. Zelfregulering van de branche heette dat. Een lachertje natuurlijk. In werkelijkheid werd alles gedaan om mensen zo lang mogelijk binnen te houden: koffie, fris, broodjes en hapjes waren gratis. Op de dag dat de sociale dienst uitkeerde, werd er twee keer zoveel personeel ingezet. Want dan werd de grootste omzet van de maand gedraaid. Er was regelmatig trammelant als mensen oververhit waren omdat ze zoveel verloren hadden. En dan stond de politie weer voor de deur’. En dan nu onder druk van de recessie de principes maar over boort gooien? Wat de PvdA-fractie betreft: neen. Maar is de PvdA-fractie in Doetinchem dan selectief moralistisch? Hoe zit het dan met alcoholverslaving? En drugsverslaving? Maakt de PvdA-fractie zich daar geen zorgen over? De heer VERHOEVEN spreekt zijn verwondering uit over het feit dat de heer Koning zegt dat internet landelijk wordt aangepakt en vervolgens heeft hij het over de negatieve effecten van een werknemer van een of ander casino. Ze hebben landelijk de staatsloterij. Als je het hebt over de sociale dienst en de toename van de verkoop van loten is dat een inkoppertje. Holland Casino met een winstmarge die hun eigen minister Bos nog een beetje aan het opschroeven is, maar volgens hem is die € 0,25 miljard per jaar. Dat is dan wel het probleem waar ze het nu over hebben. De heer KONING antwoordt dat ze in Doetinchem niet in staat zijn om de landelijke wetgeving te veranderen. Laten ze zich vooral houden bij hun eigen verantwoordelijkheid. Als de heer Verhoeven zegt dat er inderdaad veel gegokt wordt en de staatskas wordt gespekt, dan merkt hij dat dit hem ook zorgen baart dat zoveel mensen gokken. De heer KONING vindt dat ze het juist daarom hier in Doetinchem maar niet moeten doen. De heer VERHOEVEN vindt het hypocriet als dezelfde partij het landelijk accepteert en incasseert en gebruikt voor allerlei leuke dingen en hier zegt dat als je hier geen speelautomatenhal neerzet het probleem er dan niet is. En
152
internet wordt landelijk wel geregeld. Er gebeurt helemaal niets. De heer KONING reageert dat ze helemaal niet zeggen dat er geen probleem is. Er zijn gokproblemen en die willen ze in Doetinchem beperkt houden. Men kan hier in Doetinchem ook het internet op. Men kan hier krasloten kopen, maar ze willen het beperkt houden. Daarom willen ze niet verder gaan op de weg van alle mogelijkheden die er zijn. Daarom geen speelautomatenhal hier. Hij gaat verder over alcohol- en drugsverslaving en het standpunt van de PvdA-fractie hierin. Wethouder Van Dijk heeft met succes campagne gevoerd tegen overmatig alcoholgebruik. Scholen, ouders en instellingen zijn benaderd. Voor de PvdA-fractie mag hij daarmee door gaan. Al in het begin van deze raadsperiode heeft de PvdA-fractie er op aangedrongen dat de gemeente Doetinchem een convenant zou sluiten met Sité, de politie, de energiebedrijven om te voorkomen dat er thuiskweek zou zijn. Dat hebben ze niet alleen gedaan om gevaren van brand en dergelijke te voorkomen, maar ook om te voorkomen dat jonge kinderen overal maar drugs en dergelijke zouden kunnen kopen. Dus die zorg om alcohol- en drugsverslaving hebben ze wel degelijk. Ze hebben ook al heel vroeg gesignaleerd dat het thc-gehalte in wiet zo hoog is en dat we dus niet meer spreken over ‘een pilsje’ in alcoholtermen, maar dat ze het bijna hebben over jenevergebruik. Dat baart hen wel degelijk zorgen. Alle koffieshops sluiten is echter ook niet de remedie. Als je kijkt waarom er hier koffieshops zijn en je vergelijkt het met het buitenland, dan constateer je dat de drugsverslaving in de ons omringende landen groter is dan hier met een gedoogbeleid in koffieshops. De heer HEIJ is blij dat de heer Koning de vraag al beantwoordde voordat hij gesteld was, maar hij vindt dat hij hierin wel heel selectief is. Hij geeft een antwoord dat gebaseerd is op alcohol. Drugs zegt hij bijna niets over. Twee weken geleden hebben ze in de commissie bestuurlijke zaken gesproken over het drugsbeleid en daar zei de heer Koning namens de PvdA-fractie eigenlijk (overdreven): er is niets aan de hand. We hebben alcoholverslaving, maar met drugs is er eigenlijk niets bijzonders. Als hij kijkt naar het betoog van de heer Koning vanavond als het gaat over gokverslaving en hij vult daar ‘drugs’ in, dan komt daar moeiteloos uit dat de koffieshops weg moeten of dat er hooguit eentje overblijft. Nu gaat hij een verhaal houden over het tegengaan van wiet telen en dergelijke. Het gaat om de bereikbaarheid van de verslaving. Daar heeft de heer Van Doesum ook over gesproken. Wat je ook doet en wat voor rapporten je ook neemt, het heeft te maken met de bereikbaarheid van de verslaving, ook al kan je het niet aantonen. Met hetzelfde betoog dat de heer Koning houdt, kan je alle koffieshops dicht doen als je het overzet op drugs. En dan hebben ze het nog over jongeren in onze stad en niet eens over de 21-plussers, maar over jongeren die ook de fractie van de ChristenUnieSGP na aan het hart liggen. De heer KONING antwoordt hem dat hij geen gelijk heeft als hij zegt dat de PvdA-fractie zich geen zorgen maakt over drugsgebruik en alcoholgebruik. De heer HEIJ betoogt dat het niet om zorgen maken gaat, maar om de consequenties die je uit die zorgen trekt. Het college maakt zich ook zorgen. Daar staat het hele stuk vol van. Maar het gaat erom wat je daarna doet. De heer KONING geeft aan dat wat je doet preventie is. Maar om nu te zeggen dat elke koffieshop hier in de stad dicht zou moeten, daarvan meent hij dat dit geen oplossing biedt. Dan moet je ook kijken wat er in de ons omringende landen gebeurt. Daar is de zorg om de drugsverslaving groter dan hier in het land, hoe vreemd het ook klinkt, met koffieshops waar een gedoogbeleid bestaat. De heer HEIJ repliceert dat om diezelfde reden dan het plaatsen van een speelautomatenhal ook geen oplossing is. De heer VAN DOESUM wijst erop dat hij in zijn betoog zelf ook al heeft aangegeven dat er toch een verschil zit tussen gokverslaving en verslaving aan genotmiddelen. Als het gaat om softdrugs en alcohol, gaat het om genotmiddelen die ze in beperkte mate toestaan en die sommigen van hen ook gebruiken en die je in de hand moet houden. Dat is iets wezenlijk anders dan een gokverslaving die niet te maken heeft met de problematiek van de genotmiddelen. In beperkte mate maakt een genotmiddel deel uit van ieders leven. In beperkte mate is dat ook het geval met loterijen. Maar bij een gokhal is de grens weg en is er geen maat aan. Dat is een groot verschil. De heer
153
MOÏZE DE CHATELEUX vervolgt dat hij van de heer Koning de indruk kreeg dat gokken en de krasloten het ergste is wat er in het leven bestaat. Hij heeft er net ook over gesproken dat de gemeente in het kader van de alcoholmatiging krasloten ging uitdelen. Daar heeft hij de heer Koning toen niet over gehoord en nu ook niet. Dat vindt hij vreemd. De heer KONING antwoordt dat hij verwacht dat de wethouder daar straks op in zal gaan en zal zeggen dat het niet waar is. Terugkerend naar het voorstel vervolgt hij dat het tegenhouden van een speelautomatenhal de gokverslaving niet zal laten verdwijnen. Ze blijven echter staan achter de redenen die tot nu toe in Doetinchem altijd gebezigd werden tot in 2005. In meerderheid was men tegen en de PvdA-fractie wil niet op zijn geweten hebben dat de gelegenheid tot gokverslaving in Doetinchem wordt vergroot. De heer HEIJ geeft te kennen dat de fractie van de ChristenUnie-SGP zich uitgebreid met het onderhavige onderwerp heeft beziggehouden. Vele dikke rapporten waren er op internet over verslaving en verslavingszorg te vinden, onder andere van het IVO, Trimbos en het Ministerie van justitie. Ze hebben ze doorgenomen en kunnen er een avond over vullen. De heer BLOM meent dat hier geen voorstel ligt om te komen tot speelautomaten of een gokgelegenheid, maar dat het hier ging om een wijziging van de Apv om deze dingen mogelijk te maken maar niet om definitief hier een gokhal neer te zetten. De heer HEIJ stelt dat het er om gaat om tot richtlijnen te komen die ze het college mee kunnen geven om uiteindelijk een zodanig kader te scheppen voor een speelautomatenhal en de Apv aan te passen dat er een speelautomatenhal gevestigd kan worden. Die vraag is vorige week ook behandeld in de informatieve raad. De wnd. VOORZITTER geeft de heer Blom gelijk dat het gaat om het wel of niet aanpassen van de verordening. De heer HEIJ is het daar niet mee eens. Dat staat niet in het voorstel. Het gaat om ‘om te komen tot’. Hij vervolgt zijn betoog dat ze na lang denken verschillende manieren hebben gevonden om met dit voorstel om te gaan. In de eerste plaats zijn ze principieel tegen gokken. Het bevordert de hebzucht en dat is iets waar onze maatschappij op dit moment weer het nodige van heeft meegemaakt. Dus niet doen! In de tweede plaats hebben ze als volksvertegenwoordigers een verantwoordelijkheid voor de samenleving van de toekomst. Ze kunnen niet alles panklaar laten leggen en dan tegen de inwoners en vooral de jeugd zeggen dat het hun eigen verantwoordelijkheid is om er van af te blijven. Ze willen verslaving tegengaan en hun verantwoordelijkheid daarin niet ontlopen. Dus: neen! In de derde plaats hebben ze de verslaving onderzocht. De bijbehorende getallen: 9 in 2007 en 7 in 2008, volgens IrisZorg vorige week. Ze realiseren zich wel dat dit het topje van de ijsberg is. Wat zijn de consequenties van het verlies van geld op de levensloop van mensen? Wat zijn de consequenties voor gezinnen? Wat zijn de consequenties voor jongeren? Je kunt niet zeggen dat je er zwaar aan tilt en het gewoon toelaten. De grote hoeveelheid onderwijs en hun zorg voor jongeren van 18 tot 25 jaar moeten hen voorzichtig maken. Dus neen! Mogelijkheid 4: waar maak je je druk om? Via internet kan je al je geld verspelen in je eigen huis achter je eigen computer, zonder dat iemand het in de gaten heeft. Onderzoek heeft geleerd dat er geen verband lijkt te zijn tussen het bezoeken van speelautomaten en internetgokken. Je kunt ook naar andere gemeentes gaan waar alles beschikbaar is. Dus gaat het nergens over en kan je het net zo goed gewoon doen. Toen ze dit alles echter zo doorgenomen hadden, bekroop hen een vreemd gevoel. Ze hadden het gevoel dat ze midden op een eiland zaten midden in de stad, starend naar een speelautomatenhal. Ze hebben het over een speelautomatenhal, maar toen ze om zich heen gingen kijken, zagen ze de verslavingsproblematiek in z’n geheel. En de risico’s voor mensen en in het bijzonder onze jonge mensen in de stad. Er zijn ook nog andere oorzaken aan te wijzen zoals drugs en alcohol. In de laatste commissie bestuurlijke zaken hebben ze over drugsbeleid gediscussieerd. Daarvan zijn de risico’s en de problemen veel groter. Kunnen ze dan hier stellen: waar gaat het hier om en sta het maar toe? Daarin vonden ze in de commissie de opstelling van de PvdAfractie onbegrijpelijk. Drugsproblemen bagatelliseren en een speelautomatenhal
154
weigeren. Het zal het college duidelijk zijn dat ze een verantwoordelijkheid hebben in deze raad. Ze hebben een stad in balans en willen een balans in onze samenleving. Ze hebben de taak bezielend leiding te geven aan de inwoners van Doetinchem en de inwoners van de regio Achterhoek die ook tot het verzorgingsgebied behoren. In het bijzonder de groep van 18 tot 25 jaar en nog meer de groep van 12 tot 18 jaar. De heer BOS reageert op zijn opmerking dat hij de PvdA-fractie niet begrijpt. Ze zijn tegen een automatenhal en tegelijkertijd mild als het gaat over koffieshops, slijterijen. Hoe kan dat? Hij vindt dat ze het ook nooit goed doen als het om hun verhouding met de fractie van de ChristenUnie-SGP gaat. Eigenlijk zijn ze het met elkaar eens, ze willen die hal niet, maar om redenen die de heer Heij niet aan staan. Dus als de PvdAfractie voor is doen ze het niet goed en als ze tegen zijn, is de heer Heij het wel met hen eens, maar dan doen ze het niet om de goede reden. In de tweede plaats wijst hij de heer Heij erop dat hij het niet terecht vindt dat de heer Heij een koppeling legt tussen in dit geval gokverslaving en drugsverslaving. Er is eetverslaving, internetverslaving, seksverslaving, er zijn nog heel veel vormen van verslaving waar ze in deze maatschappij last van hebben. Dus ze kunnen er tot op zekere hoogte wel op wijzen dat er een relatie bestaat tussen de verschillende vormen van verslaving, maar ze moeten er niet in doorslaan. De heer HEIJ is van mening dat ze daar niet in doorslaan, maar dat het er om gaat de dingen in het juiste perspectief te zien. Hij koppelt ze niet aan elkaar, maar de inwoners koppelen ze aan elkaar. Er is een samenleving waarin dat allemaal een rol speelt. Natuurlijk heb je niet alles in de hand, als het gaat om eetverslaving, internetverslaving, maar waar het wel om gaat is dat je uiteindelijk moet zien hoe je de verslavingsproblematiek zoveel mogelijk terug kunt dringen. De heer BOS constateert dat ze het dan kennelijk met elkaar eens zijn, want ze zeggen allebei dat een dergelijke automatenhal niet past in een beleid dat gericht moet zijn op het terugdringen van gokverslaving. En dan haalt de heer Heij er plotseling het element drugsverslaving bij, terwijl dat niet meer relevant is, want ze zijn het al met elkaar eens. De heer HEIJ herhaalt zijn woorden dat ze niet op een eiland zitten naar de gokautomatenhal te staren, maar wanneer je die verslavingsproblematiek terug dringt, gaat het er bij hem niet in dat ze drie koffieshops willen handhaven en een speelautomatenhal willen weigeren. De fractie van de ChristenUnie-SGP wil de risico’s op verslaving in het algemeen verminderen: minder koffieshops, de koffieshops de stad uit, kwaliteit onder controle houden evenals het gehalte thc in cannabis. De fractie van de ChristenUnie-SGP heeft liever een speelautomatenhal dan koffieshops. Er wordt nu gesproken over richtlijnen voor het college over uitwerking van deze plannen. Als dat gereed is moet de Apv aangepast worden. Dat is het uiteindelijke moment van kiezen. Hij wil de Apv dan breder bekijken en gelijk het aantal van de koffieshops aanpassen. Als daarover te praten is, doet de fractie van de ChristenUnie-SGP mee. Dat hoort hij graag van zijn collega’s. Afhankelijk daarvan zullen zij hun standpunt bepalen. De heer BOS is zeer verbaasd. De grootste geleerde aller tijden, Albert Einstein, ontwikkelde de relativiteitstheorie. Maar hij kreeg een groot probleem. De relativiteitstheorie zegt dat het niet exact te voorspellen is waar een deeltje zich op enig moment zal bevinden. Dat wordt in feite beschreven door wetten die uit de statistiek komen in plaats van uit causale theorieën. Daar had Einstein grote moeite mee. Hij heeft toen de historische uitspraak gedaan: dit kan niet kloppen. Hij zei:’God doesn’t play with dices’ (God speelt niet met dobbelstenen). Als hij dan de fractievoorzitter van de fractie van de ChristenUnie-SGP hoort vertellen dat hij nog liever een gokhal heeft dan een koffieshop, dan rijzen hem de haren te berge. De heer HEIJ reageert dat hij net in zijn betoog heeft aangegeven dat als ze het hebben over een speelautomatenhal, dat ze dan praten over een leeftijdscategorie van 21 jaar en ouder en als ze het over drugs hebben, dan hebben ze het al over 13 jaar en ouder. Natuurlijk is het zo dat als je ouder bent en je komt van buiten de stad en je stuurt je kind naar school dat het dan vervelend is te weten dat hier een speelautomatenhal is. Denkt men echter dat die ouders hun kind met een gerust hart naar Doetinchem laten gaan als er koffieshops zijn en dealers die overal bij
155
de schoolpleinen rondlopen? Daarom kan de heer Bos Einstein wel aanhalen, maar dat betekent niet dat je alles relatief mag maken. Alles is relatief. De heer BOS stelt dat de fractie van de ChristenUnie-SGP in principe tegen alles zou moeten zijn wat met gokken te maken heeft, want ‘God doesn’t play with dices’. De heer BLOM hoorde een vorm van koehandel bij de fractie van de ChristenUnie-SGP wanneer ze zeggen: als jullie misschien wat meer koffieshops sluiten is er met mij te praten over het openstellen en de Apv te wijzigen voor gokautomatenhallen. Hij begrijpt dit niet. Je bent ofwel tegen dingen die verslavend zijn en daarmee én tegen gokautomaten én koffieshops en dergelijke ofwel je zegt dat ze zover zijn dat ze het willen reguleren en dan alle twee open laten. In zijn optiek kan je als serieus politicus niet zeggen: als je dit doet en hier in mee gaat dan willen we dat ook nog wel eens heroverwegen. Hij vindt dat een vorm van politiek die hij niet helemaal integer vindt. De heer HEIJ reageert dat de heer Blom hem beter begrijpt dan de heer Bos. Burgemeester KAISER begint zijn eerste instantie als portefeuillehouder met de constatering dat het een debat is met een buitengewone lading. Hij moest ook al voordat de heer Heij sprak, denken aan zijn eerste avond in Doetinchem. Het is de enige nacht die hij hier in een hotel heeft doorgebracht. Toen lag op de hotelkamer een aantal stukken. Hij wilde wat gaan inlezen om er de volgende dag een werkdag van te kunnen maken. Het eerste stuk uit de eerste map was een brief die hij alleen maar behoefde te tekenen, een beschikking voor een derde koffieshop in Doetinchem. Hij schrok daar geweldig van en vroeg zich af of hij daarvoor naar Doetinchem gekomen was. De raad kent zijn worsteling daarmee. Hij wilde eerst eens kijken hoe je die verordening moet interpreteren. Toen heeft de raad hem in een publiek transparant debat duidelijk gemaakt dat de burgemeester de verordening zo diende te lezen als de raad hem bedoeld heeft en geschreven. Natuurlijk behoort een burgemeester in een democratisch bestel dat gewoon uit te voeren ook al doet hij dat minder van harte. Daar dacht hij vanavond en in de loop van de week aan en in het weekend toen ze met een aantal mensen gewerkt hebben aan de totstandkoming van het stuk dat vandaag voor ligt en wat een totaal ander stuk is dan wat de raad twee weken geleden heeft gehad. Als ze ooit als college hebben laten zien dat ze kunnen luisteren en met dat luisteren ook iets kunnen doen, dan is het wel bij dit stuk waarbij werkelijk alle voors en tegens die door de raad zijn ingebracht, alle overwegingen en bedenkingen in de nota zijn meegenomen. Die hebben daar een plek en een gewicht gekregen waar de raadsleden het al dan niet mee eens kunnen zijn. In het dictum wordt ragfijn uit elkaar gehaald waar je wel en niet mee kunt leven en waar punten nog aangescherpt kunnen worden. De raad heeft zelden een stuk van het college gezien waarin de uitgangspunten voor de kaderstelling zo klip en klaar in detail en concreet beschreven zijn. Daar kunnen ze met elkaar een debat over voeren of de voorwaarden die daarin staan niet dusdanig scherp zijn dat ze praten over een andere constellatie dan het zonder meer ja of neen. Na die eerste werkdag (zondagavond) heeft hij een keer de brief ontvangen waar de heer van Doesum aan refereerde. Hij ziet nog helder voor de geest dat het eerste verzoek binnen kwam van een exploitant die hier een speelhal wilde beginnen. Dat was voor hem niet zo moeilijk, want hij had zich daar een beetje op vergewist en hij wist klip en klaar wat het antwoord van de raad was en het beleidskader daarvoor was gewoon ‘njet’. Daar hoefde hij ook niet verder naar te vragen als mensen voor een gesprek wilden komen. Het is inderdaad zo dat ze niet eens een kopje koffie kregen. Sterker nog: ze kwamen er niet eens in, ook niet voor de beleefdheid. Gewoon om duidelijk te maken dat dit niet bij Doetinchem hoort en hier niet past. Hij heeft ook persoonlijk geen enkele behoefte om daar verhullend over te doen, want dat wekt alleen maar misverstanden. Want je behoeft maar een vinger te geven en dat leidt tot allerlei verwachtingen. Hij heeft deze week al gemerkt aan de brieven die zijn binnengekomen dat ze dermate stellig zijn, per koerier, aangetekend, al dan niet op briefpapier van een advocaat om duidelijk te maken dat men een kans ruikt. Er zit waarschijnlijk heel veel geld achter en je voelt op een gegeven moment op
156
je af komen dat het in Doetinchem gaat gebeuren. Maar het gaat niet zomaar gebeuren in Doetinchem. Ze laten deze stad niet zomaar bespringen door mensen die geld uit de zakken van mensen willen kloppen ten koste van alles. Dat gebeurt niet in deze stad. Daarom staat er in de nota die voor ligt dat in deze stad ook in dit college met dit voorstel gekozen wordt voor de historische lijn dat ze een zeer terughoudend beleid hebben ten aanzien van alles wat met verslaving te maken heeft, dus ook met betrekking tot het gokbeleid. Het voorstel dat er ligt is juist zo uitvoerig en gedocumenteerd omdat dit college op geen enkele wijze wenst uit te stralen – als dat misverstand zou zijn gerezen, kan het niet meer na dit stuk – dat ze iets hebben met gokbeleid. Dat kan men de collegeleden vragen. De een zit er wat anders in dan de ander, maar persoonlijk – het treft dat hij de portefeuillehouder is – gaat hij er geen geheim van maken dat hij niet warm loopt voor gokbeleid. Hij heeft daar zijn emoties bij. Als hem gevraagd wordt of hij de koopman of de dominee is dan is het een strikvraag, een bananenschil, een valse vraag, want de raadsleden zijn hier noch koopman, noch dominee. Ze zijn bestuurder en volksvertegenwoordiger. Als de raadsleden zich laten dringen in het dilemma van koopman of dominee, dan komen ze in een verkeerde positie terecht. Het college en de raad zitten hier om een publieke afweging te maken van verschillende belangen die vanuit verschillende wegingsfactoren op een weegschaal gelegd moeten worden. En dat leidt dan tot een publiek gevoerde discussie. De raad neemt het besluit. Hier zitten geen kooplieden en geen dominees, hier zitten bestuurders en volksvertegenwoordigers. Natuurlijk hebben die bestuurders naast hun rationele afweging emoties; het zijn ook mensen en die mogen ze ook tonen. Die mogen ook in het debat gebracht worden. Maar het zijn uiteindelijk argumenten waarover ze met elkaar in debat gaan en waarmee ze elkaar wel of niet kunnen overtuigen in een transparante discussie en een transparant debat. Hij hoopt dat ze dat debat met elkaar kunnen blijven voeren. Het gaat niet alleen maar om ratio, om argumenten, niet alleen maar om emotie, het gaat om nog iets anders. Dat woord is gebruikt door de voorzitter van de PvdA-fractie namelijk geweten en gewetensvolheid. De raadsleden hebben het recht om zoals iedereen dat recht heeft, de dingen te zeggen zoals ze dat gedaan hebben. Maar ze hebben hopelijk niet bedoeld te zeggen dat anderen die tot een andere conclusie zijn gekomen dan zij geen of een minder gewetensvolle afweging gemaakt hebben dan zij. Dat wil hij straks graag nog eens horen. Want de strijd waarmee de raadsleden en hijzelf ook gezeten hebben om die afweging te maken, is een gewetensvolle afweging. Sommige onderwerpen weet je binnen een seconde, maar hier gaat het om een onderwerp waarop hij moet kauwen en herkauwen, met mensen praten, dingen terugkrijgt en het weer anders gaat zien. Op een gegeven moment zit je er op een bepaalde manier in. Juist door het debat dat ze afgelopen donderdag hier met elkaar gevoerd hebben, is hij er nog op een andere manier in gaan zitten, namelijk nog meer afstand houden en proberen het geheel te overzien en dan te kijken hoe ze vanuit de totale verantwoordelijkheid die ze voor Doetinchem hebben dus waarbij alle aspecten worden gewogen en belicht, tot die integrale en gewetensvolle afweging komen. Daar staat dit college voor en daar zal ook de raad voor staan. Hij is ervan overtuigd dat hoe het ook uitvalt, ze straks terug kunnen kijken op een debat waarbij ze aan de burgers hebben laten zien dat ze niet over een nacht ijs gaan en dat ze wat er ook gebeurt tot een voldragen afgewogen oordeel zijn gekomen. Bij het werkbezoek in Nijmegen op een dag die voor hem ook om andere redenen heel veel betekenis en lading had – achteraf gesproken rijst de vraag of hij het wel had moeten doen, maar de dingen lopen zoals ze lopen – is hij graag op de terugweg aanwezig geweest in de bus om met de raad te proeven wat de indrukken geweest zijn. Hij heeft aan de raadsleden gemerkt dat ze daar ter plekke zijnde ook worstelden met de indrukken die ze binnen kregen. Hij heeft naast mevrouw Duijn gezeten en ze hebben niet veel tegen elkaar gezegd want ze hebben goed geluisterd. Je voelt op een gegeven moment dat je je daar als een kat in een vreemd pakhuis voelt. Dat mag mevrouw Duijn rustig zijn en dat voelde hij ook. Als hij zegt dat ze hem persoonlijk heeft aangesproken en gezegd dat beslissen is durven
157
knopen doorhakken, dan bedoelt hij dat niet persoonlijk, maar zij heeft dat punt opgepakt. Hij bedoelt dan echter ook zichzelf daarmee. Op een gegeven moment moet je een keuze maken, welke dat ook zal zijn. Dat bezoek aan Nijmegen heeft bij hem een dubbele indruk achtergelaten. Dat betreft de twee kanten van de ratio en van de emotie. Van de kant van de emotie werd hij bevestigd in alle vooroordelen die hij had: persoonlijk staat het hem tegen. Als hij de kans had gehad om na vijf minuten naar buiten te lopen, had hij dat gedaan. Maar dat kan je als burgemeester niet maken. Het is niet zijn ding. Maar het gaat niet om hem persoonlijk, maar om wat hem gevraagd wordt als bestuurder van deze stad. Dan moet hij niet in zijn eigen positie blijven hangen. Dan moet hij durven kijken naar de vraag of je het ook in Doetinchem mogelijk moet maken dat mensen op een dergelijke wijze hun vertier zoeken. Hij wil niet de woorden betutteling of bevoogding horen. Maar hij wil wel dat een bestuurder in de 21e eeuw in een stad als Doetinchem voldoende in balans is dat hij een afweging kan maken tussen zijn persoonlijke dingen en zaken die wel of niet horen bij deze stad in deze tijd. Moet je dat burgers onthouden of moet je het ze mogelijk maken? Die afweging heeft hij voor zichzelf gemaakt. Het andere gevoel was, dat datgene wat het bedrijf hun van tevoren had verteld op papier en bij de powerpointpresentatie wat een gelikt verhaal was dat overal klopte, dat hij bijna tot zijn verwondering heeft moeten constateren dat wat ze verteld hebben wel klopte met hoe het in werkelijkheid was, op één punt na. Het zijn geen eenarmige bandieten meer. Zo slim is men ook dat ze die arm hebben weggelaten. Maar hij zag wel dat er tegen een wand meer van die apparaten stonden dan hij had gedacht. Wat hem ook tegenviel is dat er meer mensen in een soort verdwaasde houding daarmee bezig waren. Dat is zijn beeld. Maar voor de rest klopte alles wat men verteld had als het ging over beheersing, over het gehele management, over de problematiek van de openbare orde. Dat gaf iets aan over de betrouwbaarheid van het bedrijf, maar het gaf ook aan dat de middelen die worden ingezet om gokgedrag in toom te houden en verslaving tegen te gaan wel degelijk ook zichtbaar waren en dat ze aan de hand van verhalen ook in andere steden duidelijk konden maken hoe zich dat daar voltrok. Hij kon over zijn eerste verbazing heen stappen dat ze in gemeenten groter dan of vergelijkbaar met Doetinchem zo snel akkoord zijn gegaan zonder veel debat met een dergelijke casinoachtige speelvoorziening. Hij is van dat bezoek op 10 juni niet eenduidig teruggekomen. Zijn verwarring is eerder toegenomen dan minder. Maar kijkend naar het rationele zegt hij: eigenlijk is het argument dat je in Doetinchem een dergelijke voorziening niet onmogelijk moet maken, wel bij hem blijven hangen. De heer Van Doesum zei: als je nu zo tegen bent, hoe kan je dan nu in de loop van een paar maanden zo ‘bijdraaien’. De heer BOS valt over de formulering ‘niet onmogelijk maken’. Als hij naar het raadsvoorstel kijkt, zegt het college feitelijk: ‘we moeten het mogelijk maken’. Burgemeester KAISER wijst hem op een bepaalde historische lijn die hij in zijn betoog legt. Die loopt van 10 juni tot afgelopen zaterdag toen het stuk geschreven werd. Het gedachteproces dat hij heeft doorlopen is hij nu aan het schetsen. Hij heeft ook geschetst dat het debat dat ze hier precies een week geleden hebben gehad, daarbij een beslissende invloed heeft gehad. De heer VAN DOESUM hoort de burgemeester niet pleiten om te switchen van ‘neen’ naar ‘ja’, maar van ‘neen’ naar ‘neen tenzij’. In dat ‘tenzij’ zit het hem nu juist. Zijn er condities waaronder het wel kan? Naar het idee van de fractie van GroenLinks is dat niet het geval. Ondanks alle inspanningen die de ondernemers elders doen, die hij heeft gezien en ook waardeert. En ondanks alle beperkingen die in de voorschriften gezet worden en in verordeningen staan, zijn er overal in Nederland ervaringen met gokverslaving. Die ervaringen zijn doorgaans negatief. Ga eens googelen op internet en je vindt overal getuigenissen van mensen die in dezelfde positie zitten als zij; raadsleden in andere steden die waarschuwen: doe het niet! De heer BOS vult aan dat ‘alleen een exploitant die zonder voorbehoud zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt, zal worden toegelaten’. Hij vindt dat een prachtige zin. Hij vervolgt: ‘hoe dit nader juridisch geformuleerd gaat worden, werken wij uit met onze juridische adviseurs’. Hij
158
vindt het een prachtige zin, maar vraagt zich onmiddellijk af hoe je dat kunt borgen. Dat lukt volgens hem niet. En dan vervolgens de slag om de arm over hoe dit juridisch nader uitgewerkt wordt. Dat geeft geen vertrouwen. De heer BLOM hoort graag van de portefeuillehouder of de kaders die ze meegeven nog terugkomen in de raad voor finale beoordeling. Burgemeester KAISER vindt dit een hele wezenlijke opmerking. Want dat vertrouwen dat de heer Bos net niet uitsprak, moet hij ook vandaag nog niet geven. De heer Van Doesum analyseerde voortreffelijk dat de burgemeester op een gegeven moment op een punt is gekomen dat hij begon te kantelen van ‘neen’ naar ‘neen tenzij’. Eigenlijk komt het voorliggende stuk vanuit het ‘neen’ en stelt de vraag aan de raad: moeten wij, gelet op maatschappelijke signalen die we in 2009 binnenkrijgen in Doetinchem ons wel of niet de vraag stellen of het opportuun is om na te denken over zo’n speelcasino. Dat is de eerste vraag die speelt. Als je die vraag met neen beantwoordt, dan is het verhaal van tafel. Maar als de raad zegt dat ze inmiddels zoveel signalen gekregen hebben dat het de moeite waard is om er over na te denken en als het komt daar ook strikte voorwaarden aan te verbinden, dan geeft de raad eerst aan het college de opdracht, een aantal feiten onder ogen ziende en erkennend dat het zinvol is om dit te overwegen, om het maar eens uit te werken. Wat het dan ten minste moet meenemen zijn de voorwaarden, met name over de positie van jonge mensen die hier staan. En als de raad er nog meer weet te bedenken dan ze afgelopen week hebben genoemd, laat ze dan horen. Hij heeft van de heer Moïze de Chateleux een drietal constructieve voorstellen gehoord; die nemen ze mee. Als van de kant van de PvdA-fractie nog extra voorwaarden worden opgelegd die het college over het hoofd heeft gezien, kom ermee en hij neemt ze mee. Het is de ambitie van het college om van Doetinchem niet zomaar een stad te maken met een levendig uitgaanscentrum waar ook een gokhal of casino is, neen, het gaat erom dat het hier een dermate aan stringente voorwaarden verbonden voorziening is dat ze hiermee in Nederland besproken worden. Dat Binnenlands Bestuur gaat schrijven over wat ze daar in Doetinchem gedaan hebben. We onderscheiden ons juist door het gezonde gehalte van ons beleid ook in de toekomst. De heer KONING zegt dat de portefeuillehouder het heeft over maatschappelijke ontwikkelingen en vragen die komen. Het enige dat zij zien tussen 2005 en 2009 is het ontstaan van een bouwput aan de Van Nispenstraat en vragen van een aantal ondernemers die hier graag geld willen verdienen. Dat zijn de enige veranderingen in die tijd. Meer is er maatschappelijk niet veranderd. Burgemeester KAISER reageert dat zelfs als het dat alleen zou zijn hij het nog de moeite waard zou vinden om er met elkaar heel goed over na te denken. Maar als je de signalen hoort van de ondernemers hoe zij de dynamiek van deze binnenstad willen ontwikkelen, dan vindt hij dat je die signalen allemaal bij elkaar moet nemen. We dreigen nu in de valkuil te komen van de kuil in de Van Nispenstraat. Dit voorstel gaat helemaal niet over de Van Nispenstraat. Hij kan niemand voorspellen welke ondernemer hier straks zal neerdalen en ook niet de plek. Dat bepaalt de raad evenals de voorwaarden waaronder. Wie niet aan die voorwaarden voldoet, komt er gewoon niet in. Zo simpel is het. Daar kan de raad op sturen. Hij wil nu wat specifieker ingaan op de opmerkingen van de fracties. Hij was er niet verbaasd over dat de VVD-fractie blij was met het voorstel. Maar ze stappen er kennelijk overheen dat de lat wel heel hoog gelegd wordt. Daarmee stemmen ze in en daarmee geven ze ook een brug naar anderen toe die in de afgelopen jaren wat anders in dit dossier gezeten hebben. Maar het is niet zomaar een liberaal voorstel; het is zo ingekaderd dat dit in Nederland een unieke situatie zal gaan worden. Hij vindt dat Doetinchem zich daarmee mag onderscheiden. Tegelijkertijd wil de VVD-fractie het college verzoeken aan te geven hoe het met verslaving in z’n algemeenheid omgaat. En ze vullen erop aan dat ze ervoor moeten zorgen dat ze in al die dossiers wel evenwichtig en geloofwaardig zijn. Het zijn drie verschillende onderwerpen en bij al die onderwerpen kan je beelden hebben. Die heeft hij ook, van jonge mensen waar op een gegeven moment iets mee gebeurt. Het is voor hem buitengewoon motiverend om zich met bepaalde dossiers bezig te houden. Hij vindt dat ze de samenhang tussen
159
die dossiers ook moeten durven zien. Als ze het college vragen dat eens goed op papier te zetten, denkt hij dat de wethouder van maatschappelijke zorg en volksgezondheid daar uitermate toe gemotiveerd is, hij staat te popelen om zoiets op papier te krijgen. Ook hij wil zich onderscheiden in positieve zin. In dit dossier kan je een gemeente zijn die het over zich heen laat komen of een gemeente die reguleert. En dit college wil wat dat betreft reguleren om risico’s beheersbaar en verantwoord te houden. Die risico’s ontkennen ze niet. Dat zegt hij ook nadrukkelijk naar de PvdAfractie. Hij heeft de heer Van Doesum uitvoerig geantwoord op het nu opeens wijzigen van het beleid. Het is niet opeens gewijzigd en er is niet voor niets een passage in de nota opgenomen waarin staat dat ze willen voorkomen dat er ad hoc beleid gevoerd wordt. Met dit stuk in de hand kan niemand ook indirect beweren dat het college nu op het punt staat ad hoc beleid te voeren. Daar voelt hij zich niet bij betrokken. Hij wil geen opportunist zijn en zeker niet op dit dossier. De fractie van D66 heeft opmerkingen gemaakt over de locatie en zelfs suggesties geopperd waarom niet op een industrieterrein. Het lijkt hem een interessant debat worden, ook met de IG&D. Ze hebben woordspelingen gemaakt over de P.C. Hooftstraat en de P.C. Kitchstraat. Hij wil daarop zeggen dat het college in het noordwestelijk kwadrant van de binnenstad een voorzienig van een bepaald kwaliteitsniveau wel ziet zitten, maar wel onder de voorwaarden die staan in de nota. Dat kan je niet op elk deel. Je moet voorkomen, juist vanwege de vermenging met doelgroepen en vooral met jongeren, dat het in dat deel van het uitgaansgebied komt waar zich de discoactiviteiten afspelen. Ze hebben erover nagedacht. Juist uit een oogpunt van preventie moet je ook zorgvuldig een zoekgebied voor de locatie aangeven. Wat de zorgcomponent betreft vond hij het aardig verwoord dat gokken niet het schattige neefje is van alcohol- en drugsverslaving. Neen. Het zijn beide ook geen kinderen. Hij vindt als ze al van een bepaalde familie zijn, ze alle uit dezelfde asociale familie komen. Ze willen in Doetinchem niet de vrijheid laten van ‘ach, dat moet kunnen’. Noch op het gebied van alcohol, noch op het gebied van drugs. Daar voeren ze beleid op, noch op het gebied van gokken. Hij maakt zich op dit moment geen enkele zorg over schadeclaims van exploitanten. De brievenbus staat open. Ze zijn dusdanig juridisch zorgvuldig te werk gegaan en nu bezig en zullen dat blijven, dat ze dat juridisch zorgvuldig tot een goed einde weten te brengen. Dat ze straks moeten gaan beslissen op basis van een heldere verordening en beleidsregels moge duidelijk zijn. En hoe explicieter de raad is, hoe gemakkelijker het straks wordt om een keuze te maken. De heer Moïze de Chateleux heeft voorgesteld om een maximaal speelbedrag per dag aan te duiden, de vergunning te verlenen voor een maximumtermijn van vijf jaar, de mogelijkheid om het percentage behendigheidsautomaten te reguleren. Hij neemt dat mee bij de uitwerking. Hij moet het laten toetsen, maar het klinkt interessant. Hij heeft er kennis van genomen dat de CDA-fractie deze voorziening vindt passen bij de centrumgemeente nieuwe stijl van Doetinchem, mits de voorwaarden daartoe goed zijn ingevuld. Op de persoonlijke opmerking van mevrouw Duijn is hij al ingegaan. Ze zitten in hetzelfde scheepje en moeten daarvoor de koest bepalen. Hij ziet geen problemen voor de binnenstadbewoners. Hij denkt dat als je een kwalitatief goede voorziening binnenhaalt er zoveel uitstraling vanuit gaat dat het juist een positief effect heeft. Maar dat hangt helemaal van het type hal af. Er zijn ook voorzieningen die hij niet gaarne in de binnenstad zou zien, qua uiterlijk van de doelgroepen, de rommeligheid, de drukte. Wat hij in Nijmegen gezien heeft, was een aspect dat in ieder geval goed zat. Dan de opmerking over Doetinchem centrumstad. Hij merkt het elke dag en hij verheugt zich iedere dag om zoveel jonge mensen weer de school te zien binnenfietsen. Dat maakt Doetinchem groot. Jonge mensen die van alle kanten naar ons toe komen. Mevrouw Duijn denkt toch zeker niet dat ze dat op het spel gaan zetten? Daarom nemen ze zulke stringente voorschriften ten aanzien van ‘verboden voor jongeren’. De maatlat ligt bij 21 jaar in hun voorstel. Bij 18 ben je al volwassen. Hoe bevoogdend moet je verder nog zijn? Als er gezegd wordt: u komt aan onze jongeren, is zijn antwoord: kijk goed wat hier bij de voorstellen geformuleerd staat.
160
Kan het nog explicieter? Hij denkt van niet. Naar de heer Koning geeft hij te kennen dat ze zich niet willen bekennen in de richting van de eenarmige bandieten. Hij heeft ook al gesproken over het kopje koffie dat mensen niet gehad hebben. De heer Koning heeft zelfs nog gezegd dat dit met een zekere stoerheid werd verteld en dat is ook zo. Hij durft echter wel met overtuiging te zeggen dat de ontwikkeling in de afweging zoals hij die zojuist gemaakt heeft, dat die ontwikkeling ook een zekere durf en moed vraagt, want hij had drie maanden geleden niet gedacht dat hij vandaag dit verhaal aan de raad zou vertellen. Dan komen de koopman en de dominee weer te berde. Als je daarin blijft hangen zit je in een val waar je niet meer uit komt. Ze zijn geen koopmannen en geen dominees. Misschien ergens anders, maar niet hier. Hier zijn ze bestuurder en volksvertegenwoordiger. Er is een term gevallen van selectief moralisme. Als ze dit soort woorden naar elkaar gaan gebruiken, vindt hij dat jammer, want ze zijn niet nodig. Het is alleen maar extra emotie in een debat. Ze maken allemaal hun eigen afwegingen en leggen die hier open neer. Dat doen ze in een vol geweten. Hij hoopt ook dat als ze niet tot dezelfde afweging komen, ze respecteren dat je op basis van een gewetensvolle afweging tot andere conclusies kunt komen. Het voorstel dat voor ligt is ingegeven op basis van de eigen input van de raad naar het college. Het voorstel dat is ingegeven is een uitgebalanceerd voorstel. Het dwingt de raad niet in een bepaald keurslijf, het legt geen druk, het maakt alleen heel transparant mogelijk dat je voor de vraag staat: wil je het wel of wil je het niet overwegen. En als je het wel overweegt, wat is dan het onderscheidende van de gezellige maar ook vooral gezonde stad Doetinchem om hier verder mee aan de slag te gaan? Die vraag wordt door de volksvertegenwoordiging van Doetinchem beantwoord. Hij wenst hun bij die afweging veel wijsheid toe. Op verzoek van de heer KONING wordt de vergadering voor 10 minuten geschorst. De heer BOLAND voegt zich om 21.00 uur bij de vergadering. De heer KONING heeft in zijn eerste instantie de zorg van de PvdA-fractie over gokverslaving breed naar voren gebracht. Risico’s zijn geschetst. Het zal duidelijk zijn dat die risico’s er zijn. Er is een markt voor en anders zal die markt wel gecreëerd worden. Er is een bouwproject dat miljoenen kost, dat de gemeente niet eens kan garanderen om daar te gaan bouwen. En dat zou zomaar ineens mogelijk zijn? Er zit een gat in de markt. Er zit een gat in de handen van mensen en exploitanten willen daar gebruik van maken. Ze zijn geen dominee; ze zijn geen koopman. Ze zijn bestuurder met zorg voor onze inwoners. Dat willen ze zijn en daar staan ze voor. De veranderingen sinds 2005 hebben ze verschillende keren naar voren gebracht. Doetinchem is niet groter geworden, niet bruisender geworden, misschien wel iets sterker geworden. Maar om nu te zeggen dat er opeens de behoefte aan gokhallen is, neen. Die roep komt alleen uit een heel kleine kring: de vijf exploitanten. En waar ze zich andermaal zorgen over maken is het gat aan de Van Nispenstraat. Dat is de verandering. Meer niet. Wat zou er gebeuren als dat gat er niet was geweest? In eerste instantie heeft hij het niet over geweten gehad en over het geweten van andere mensen wil hij ook niet oordelen. Maar hij wil de vraag voorleggen aan iedereen hier persoonlijk: als dat gat er niet was geweest, hadden ze deze discussie dan gehad? Zaten ze dan hier? Neen, want in 2005 was hun oordeel hierover al duidelijk. Ze hebben het hier over gokken. Stel dat ze dit gokbeleid aannemen. Dan nemen ze in ieder geval een gok. Dat er ergens een gokhal komt, maar niet in de Van Nispenstraat. En dat ze dus met verschillende gaten zitten. Gaten in de portemonnee van burgers en in de Van Nispenstraat. Wat net naar voren werd gebracht door de VVD-fractie om te spreken in breder verband over verslavingszorg, daarin vinden ze de PvdA-fractie aan hun zijde. De heer VERHOEVEN dankt de portefeuillehouder voor het overnemen van de
161
voorstellen die ze in eerste instantie hebben gedaan. Reagerend op de vorige spreker stelt hij dat een ‘als dan discussie’ niet opschiet. Wat als het gat er niet was? Wat als de crisis er niet was? Het zijn feitelijke constateringen. Die hebben in eerste instantie bijgedragen aan een discussie over een in het verleden genomen besluit. Hoe staan ze daar nu in? Wat de VVD-fractie betreft hebben ze een kwalitatief hoogwaardige voorziening voor ogen. Ze zijn het er unaniem over eens dat het onderwerp verslaving ontzettend belangrijk is. Daar moeten ze ook heel kritisch naar kijken. Maar je moet dat niet koppelen aan een bepaalde locatie. In die zin is het een echt verkeerde discussie. Het is ook niet handig om voor verschillende verslavende zaken een andere redenatie op te hangen. Dat mag wel, maar is niet geloofwaardig. Of het nu om drugs, om gokken of om drank gaat, maak helder hoe ze daar als gemeente in staan, wat ze daaraan willen doen. Het probleem gokverslaving is niet weg met of zonder het aannemen van dit voorstel. Daarom pleit de VVD-fractie er heel nadrukkelijk voor om dit integraal te bekijken. En dat moet in ieder geval in grove lijnen klaar zijn wanneer ze het gaan hebben over het aanpassen van de Apv, mochten ze dit aannemen. Die twee dingen hebben nadrukkelijk met elkaar te maken. Misschien zet je het dan ook wel in het goede perspectief. Door de fractie van GroenLinks is een aantal opmerkingen gemaakt, specifiek over de gokverslaving. De VVD-fractie wil daar twee dingen over zeggen. Ten eerste dat juist anonimiteit een probleem is bij verslaving. Dat wil niet zeggen dat als er toezicht is en je bent aan het gokken, dat is ook niet goed. Juist anonimiteit maakt het probleem veel groter. Elke serieuze verslaving heeft economische en sociale gevolgen. Dat kan je niet aan een groep toedichten. Als je kijkt naar het aantal verslaafden, dan staat op nummer 1 de koopverslaving. Moet je dan de winkels sluiten? Er zijn heel veel mensen die de derde dag nadat ze salaris hebben ontvangen al een heel gat in hun begroting hebben geslagen omdat iemand een heleboel dingen dacht nodig te hebben. De inhoudelijke opmerkingen die gemaakt zijn door de fractie van D66 en die zijn overgenomen, ondersteunen ze van harte om die mee te nemen in de afweging om te komen tot een mogelijke aanpassing van de Apv. De VVD-fractie gaat akkoord met het voorstel. Zoals de burgemeester in eerste instantie al schetste heeft de VVD-fractie ook water bij de wijn gedaan. Ze denken dat het belangrijk is om het dan ook onder goede voorwaarden op te zetten en daar als raad aan te beginnen. Daarin is het verslavingsaspect ook heel belangrijk. Ze lopen nu allemaal vooral vanuit emotie te discussiëren. De heer VAN DOESUM wedt dat ze het nu niet gehad hadden over de verandering van het beleid inzake gokken als er in de Van Nispenstraat nu gebouwd werd aan een chique antiquairswinkel of een forse schoenenwinkel. Of dat ad hoc beleid is en of dat verband er nu wel of niet ligt, dat is niet zijn woordkeuze. Dat laat hij graag over aan de toehoorder. De portefeuillehouder heeft in zijn betoog gezegd dat in de presentatie van de ondernemers alles klopte in de etablissementen die hij kent. Dat is niet het geval. Ook zonder dat je het wilt en ook zonder dat je beleid daarop afgestemd is, zijn gokverslaafden in staat om de regels te omzeilen. Hij heeft de voorbeelden genoemd van een kartonnetje tussen een knop die continu spelen mogelijk maakt en spelen op meer dan een automaat. Dat is zijn eigen waarneming. Ondanks het goede toezicht en ondanks de strenge regels. Verslaafden hebben zichzelf niet in de hand. Het kenmerkt zich juist door verlies van zelfbeheersing en eigen wil en je wilt alles omzeilen om aan die verslaving tegemoet te komen. We kennen de gevolgen. Mensen storten zich in armoede en storten ook zichzelf in de problemen. De voorzitter heeft ingestemd met de benadering van ‘neen, tenzij’. Maar ‘neen, tenzij’ wordt gauw ‘ja, mits’. En voor je het weet zit je met iets dat je niet wilt en loop je in de nieuwe kleren van de ‘Kaiser’. Gokverslaafden zullen de gemeente niet dankbaar zijn. Gokverslaving is verlies van zelfbeheersing en eigen wil. Mevrouw DUIJN heeft in haar eerste instantie het traject verteld dat ze heeft afgelegd
162
en dat haar uiteindelijk heeft doen besluiten om niet het voorstel te ondersteunen dat is voorgelegd. Ze heeft de portefeuillehouder in zijn beantwoording goed proberen te beluisteren en ze heeft daarin gevoeld dat hij een traject voorstelt dat voor hem en het college voorligt tussen nu als dit wordt aangenomen en uiteindelijk de wijziging in de verordening. Dat traject ziet hij voor zich en heeft het een beetje geschetst. Ze zag in dat traject heel veel overeenkomsten met het traject dat ze zelf tot nu toe al die tijd heeft afgelegd en dat haar tot een beslissing heeft gebracht. Ze hoeft dat traject dus niet meer mee te maken dat het college en wellicht een aantal fracties nu gaan afleggen tot aan het moment dat de wijziging van de verordening zal gaan komen. De portefeuillehouder heeft ook gesproken over twee elementen daarin: het rationele deel en het emotionele deel. In haar traject heeft ze de ratio belangrijk laten zijn en juist geprobeerd om de emotie van zich af te zetten. Maar de emotie speelt wel een rol in de mening waar ze uiteindelijk toe gekomen is. Bij het bezoek aan de locatie in Nijmegen heeft ze haar ogen goed de kost gegeven aan de mensen die aan de speelautomaten zaten. Ze heeft dat niet beoordeeld als mensen uit de happy few. Het waren volgens haar heel gewone mensen met een smalle, misschien wel zeer smalle beurs. Die mensen heeft ze ook voor ogen gehad bij het vormen van haar mening. Het tweede punt als reactie op de portefeuillehouder is dat ze een aantal argumenten genoemd heeft met betrekking tot Doetinchem. Een daarvan was dat naar alle onderwijsvoorzieningen die ze in Doetinchem hebben in het merendeel jongeren gaan. Het tweede punt was dat de DSD-fractie vindt dat Doetinchem als centrumgemeente ook een verantwoordelijkheid heeft naar de gemeentes in de Achterhoek. Dat betreft met name niet alleen de jongeren maar ook anderen; ook mensen boven de 21 jaar. Zij vindt dat Doetinchem ook naar die mensen in de Achterhoek een verantwoordelijkheid heeft. Ze moeten niet alleen naar hun eigen inwoners kijken en de rest dat zal dan wel. Die moeten maar in hun eigen gemeente terecht en hun eigen gemeente moet daar maar naar kijken. Ze vindt dat Doetinchem daar ook zorg voor draagt. Een aantal fracties hebben veel woorden gezegd over de ene en de andere verslaving. Ze vindt dat je diverse verslavingssoorten en de wijze waarop ze daar in de afgelopen jaren in terechtgekomen zijn niet met elkaar kunt vergelijken. Er zal ongetwijfeld internetverslaving zijn. Moeten ze daar dan als gemeente aan gaan toevoegen dat ze dat op een legale manier gaan vormgeven waar iedereen zomaar binnen kan lopen en waardoor de gokverslaving zonder meer groter zal worden? Een andere verslaving waarover veel gesproken is, is de alcohol- en drugsverslaving, Ze weten maar al te goed hoe moeilijk het is om de alcoholverslaving het hoofd te bieden en wat ze allemaal moeten doen om dat in goede banen te leiden. Datzelfde geldt voor de drugsverslaving. De heer VERHOEVEN gaat in op haar woorden dat internet er is en dat ze er dan nog een optie aan gaan toevoegen, maar ook internet is volstrekt legaal. Er is niets illegaals bij. Het is een voorziening die er voor iedereen is. Ongeacht wat je ervan vindt. Mevrouw DUIJN herinnert zich niet gezegd te hebben dat het illegaal is. We zijn als gemeente ook steeds met de drugsverslaving bezig, maar ze zijn er 30 – 35 jaar geleden ingerold en ze moeten nu nog steeds proberen dat in goede banen te leiden. De DSD-fractie vindt dat ze ervoor moeten zorgen dat ze er niet nog een verslaving bij creëren. Ze blijft bij haar standpunt dat ze vindt dat ze niet aan de gang moeten gaan met de wijziging van de verordening. Mevrouw BERENS geeft te kennen dat de woorden van mevrouw Duijn eigenlijk ook weergeven hoe de discussie in de CDA-fractie is verlopen. Ze hebben ook geprobeerd naar een balans te zoeken. Ze hebben heel recent de discussie gehad over de koffieshops en ze zeggen nu ook ‘neen, tenzij’. Bij het wijzigen van deze verordening kunnen ze de mogelijkheid gebruiken om in breder verband over de verslavingszorg te spreken. Uiteraard hebben ze ook gekeken wat ze een aantal jaren gelden in hun verkiezingsprogramma hebben vastgelegd. Daar behoren ze toch ook aansluiting bij te zoeken. Ze hebben toen, na een behoorlijke discussie, over verslavingsproblematiek opgenomen dat ze een beleid willen dat gericht is op het
163
bestrijden van drugsgebruik, gebruik van stimulerende middelen, alcoholmisbruik, gokverslavingen en roken. De aandacht dient daarbij in de eerste plaats gericht te zijn op jongeren. De preventieve maatregelen moeten zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande sociale verbanden en maatschappelijke organisaties. Daar kunnen ze met een aangepaste verordening misschien zorg voor dragen en deze kans gebruiken om het beter te maken dan het nu is. Ze zijn er als raad nog zelf bij, bij de uiteindelijke besluitvorming. Ze spreken het vertrouwen uit in de portefeuillehouder dat hij alles uit de kast zal halen om een zo goed mogelijk dicht getimmerde verordening op te stellen. De heer BOS laat weten dat het hem moeite kost haar te volgen. Ze spreekt over ‘neen, tenzij’ en dan zegt ze vervolgens dat ze misschien de Apv zouden kunnen wijzigen om die nog beter te maken dan die al is. Het enige wat ‘neen, tenzij’ betekent is dat als je het verandert, je er een gokhal bij hebt. Dat is volgens hem niet beter dan het is, maar slechter. Mevrouw BERENS wil het liever ‘minder slecht’ noemen, want ze zijn helemaal niet blij met de situatie zoals ze die nu hebben in Doetinchem. Ze hebben recent gesproken over koffieshopbeleid en ze hebben aangegeven in hun eerste betoog dat ze het graag breder willen zien. Daar hebben andere fracties ook over gesproken. De heer BOS wil het wel met haar eens zijn, maar hij stelt voor dat ze het dan eerst breed maken en zich vervolgens gaan afvragen hoe ze dat op onderdelen uitwerken. Dat lijkt hem een beter idee. Mevrouw BERENS erkent dat dat een verstandig idee zou kunnen zijn. Ze geven de suggestie mee aan de portefeuillehouder om alles wat hij hier gehoord heeft en wat hij in de extra bijeenkomst heeft gehoord de vorige week zo breed mogelijk te zien en een goede balans te vinden in onze Doetinchemse samenleving. De heer BOS hoort de CDAfractie nu zeggen dat ze een beetje om gaan. Ze zeggen dat het een goed idee is om nu even helemaal niet een besluit te nemen over een mogelijke wijziging van de Apv, maar dat het misschien wel verstandig is om eerst eens breder te kijken naar het verslavingsbeleid en als ze dat gedaan hebben, kunnen ze vervolgens op onderdelen kijken wat het in de praktijk betekent. Dat hoort hij haar zeggen. Mevrouw BERENS antwoordt hem dat hij haar een stukje uit het verkiezingsprogramma heeft horen voorlezen, dat ze graag de zorg voor het verslavingsbeleid willen en dat dan zo breed mogelijk. Ze willen niet ontkennen – daar hebben ze vorige week ook de medewerkers van IrisZorg over bevraagd – dat er nu ook een risico van gokverslaving bestaat. Dat hebben ze ook uit het collegevoorstel kunnen opmaken. Daar worden ook geen doekjes om gewikkeld. Ze zitten met deze problematiek en ze weten dat ongecontroleerd gokken via internet een erg groot risico op verslaving geeft. In de CDA-fractie hebben ze deze afweging gemaakt en dat was geen gemakkelijke. Ze heeft ook teruggegrepen naar de woorden van mevrouw Duijn die heel duidelijk was en ook emotie heeft laten meespelen. Dat heeft in haar fractie meegespeeld en speelt nog steeds mee. Ze hebben geprobeerd houvast te vinden. Het houvast biedt hun in ieder geval het verkiezingsprogramma. Ze willen proberen om een zo goed mogelijk beleid in Doetinchem neer te zetten. Dat waardeert de heer BOS en dat zijn ze ook aan hun achterban en kiezers verplicht, maar ze zegt zelf al dat ze in hun verkiezingsprogramma al iets hebben gezegd over verslavingsbeleid en dat ze vindt dat daar aandacht voor moet zijn en dan roept hij haar en de CDA-fractie op om de dingen in de goede volgorde te doen, namelijk zich eerst buigen over de vraag of ze de goede dingen doen op het gebied van de verslavingszorg. En als ze dat gezegd hebben gaan ze dat op onderdelen, en dat zijn er een heleboel, verder uitwerken. Dan hebben ze raadsbreed een fraai compromis. Mevrouw BERENS antwoordt dat dit zijn interpretatie is, maar dat ze in de fractie de discussie hebben gehad en dat ze nu haar fractiestandpunt verwoordt. En dat fractiestandpunt is heel erg duidelijk. De heer BOS stelt dat er verschillende sprekers zijn geweest, waaronder de heer Van Doesum die heeft gezegd dat het niet klopt. Zouden ze deze discussie gevoerd hebben als er geen gat zou zijn in de Van Nispenstraat? Eigenlijk krijgen ze daar geen antwoord op, maar persoonlijk zegt hij daarop ‘nooit’, want dan hadden ze nog steeds geen kop koffie geschonken voor de mensen die dat plan lanceren. Hij vraagt of ze het niet paradoxaal
164
vindt dat ze in deze tijden van economische recessie waardoor de Van Nispenstraat een gat blijft, vervolgens niet weten hoe ze dat gat gevuld krijgen en uiteindelijk dat gat gaan vullen met een fraai gebouw met een gokhal. En wie zijn het slachtoffer van die gokhal? Juist die mensen die het meest te lijden hebben onder die recessie. Mevrouw BERENS reageert dat het beslist niet de bedoeling is dat ze hier beleid gaan maken dat specifiek gericht is op de Van Nispenstraat. Ze meende dat dit in het aangepaste voorstel van het college ook duidelijk verwoord was. Het college komt nu met een voorstel waar zij nu op gereageerd heeft. De heer MOÏZE DE CHATELEUX heeft het idee dat de portefeuillehouder zich enigszins heeft versproken toen hij zei dat hij niets heeft met gokbeleid. Hij gaat ervan uit dat hij bedoeld heeft dat hij niets heeft met gokken. Want een verantwoordelijke portefeuillehouder die geen beleid wil lijkt hem toch een discrepantie. Dit voorstel ziet de fractie van D66 duidelijk los van een locatie. Wanneer ze straks misschien het fiat geven voor het opstellen van kaders zegt dat niets over hun goed- of afkeuring wanneer de portefeuillehouder met een locatievoorstel komt. In ieder geval vinden ze de link die er nu schijnbaar is met de locatie Van Nispenstraat niet gelukkig. Ook wil hij nog naar voren brengen dat als je de stukken van de exploitant leest je daarin zult tegenkomen dat zij een bijdrage verlenen aan de hulpverlening. Daarmee is die hulpverlening niet meer onafhankelijk. Dat vinden zij geen goede zaak. Ze zouden willen dat de bijdrage aan de gemeente wordt gegeven en dat het college dat zou kunnen verlenen. Misschien is er een vorm van belastingheffing mogelijk. Ze hebben maar om een reden gesproken over vijf jaar, namelijk om het gelijk te laten lopen met huurtermijnen. Dat leek hem wel praktisch. Er zijn nog twee punten waar de portefeuillehouder niet op ingegaan is. Ze hebben er over gesproken dat minderjarigen op geen enkele wijze toegang moeten krijgen. Wat hun opviel in Nijmegen was dat als je binnen kwam er al tafels stonden voor dat bekende loketje waar gecontroleerd zal worden of men minderjarig is. Er stonden al kasten waar je geld kwijt kon. Het leek op een roulettetafel. Dat moet je in de vergunning in ieder geval wel tegenhouden. Ten tweede werden mensen naar het loketje gelokt schijnbaar om toegangsbewijzen in ontvangst te nemen. In werkelijkheid was het om zich op beeld op te laten nemen wat vervolgens een aantal dagen werd bewaard. Dan moet je de mensen ook wel duidelijk maken dat je op beeld wordt opgenomen. Het lijkt hem een schending van de wet op de privacy. Daar hoort hij graag nog een antwoord op. De heer HEIJ vraagt waarom ze hierover praten. De aanleiding was natuurlijk ‘het gat’. In deze maatschappij die problemen heeft met geld liggen beslissingen anders dan wanneer die problemen er niet zijn. Het is geen schande om te zeggen dat je het gat eerder dicht kunt hebben. Het is een deprimerend geheel als je dat ziet liggen. Ze moeten de afweging zuiver houden, maar het mag wel een argument zijn. In zijn leven zien de beslissingen er ook allemaal anders uit omdat hij door de crisis zonder werk zit. Dat is realiteit. Dat is de dag van vandaag. Daar moet hij mee leven. Het is ook realiteit dat ze verschillende bronnen van verslaving hebben. Daar willen ze wat aan doen. De fractie van de ChristenUnie-SGP wil niet tegen een speelautomatenhal stemmen en de drugsproblematiek laten voor wat die is. Drugs zijn voor hen een groter probleem dan gokken en dus belangrijker om iets aan te doen. Als je je verdiept in verslavingszorg en je leest over de problemen met verslaving aan drugs, dan gaat het om kinderen van 13 jaar. Dan gaat het om huisdealers rondom schoolpleinen; het thc-gehalte dat heel moeilijk controleerbaar is. En ook hier geldt dat de gelegenheid het gebruik bevordert. En dat geldt ook voor de koffieshops. Dat is voor de fractie van de ChristenUnie-SGP de afweging. De heer BLOM hoort nu voor de tweede keer van de heer Heij dat hij het over een leeftijdsgrens van 13 jaar heeft. Dat staat volgens hem niet in een verordening of wens van het college om hier 13jarigen toegang te gaan geven tot deze locatie. Juist wanneer je een locatie hebt waar goed wordt gecontroleerd en 13-jarigen geen toegang hebben, denkt hij dat je dat
165
meer tegen gaat dan dat 13-jarigen alle vrijheid hebben om op internet een gokje te wagen. Hij vindt het wat tendentieus wat de heer Heij hier zegt. De heer HEIJ bevestigt dat de heer Blom goed heeft begrepen wat hier gezegd werd. Want het verschil is dat ze het hier bij de speelautomaten hebben over 21 jaar en ouder, terwijl de drugsproblematiek zelfs onze jongeren aangaat. En daar zit het verschil en daar ligt ook de koppeling. De heer BLOM vraagt hem in welke koffieshop je mag komen wanneer je 13 jaar bent. De heer HEIJ antwoordt dat dit nergens is. Maar het gaat er niet om of je wel of niet in de koffieshop mag komen, maar dat die koffieshop handel in drugs stimuleert. De heer BLOM reageert dat koffieshops vooral te maken hebben met het beleid dat ze hebben opgezet. Het is een verschrikkelijk beleid, maar dat heeft vooral te maken met de tweeslachtigheid waar er op nationaal niveau mee wordt omgegaan; aan de ene kant gedogen en aan de andere kant verbieden. Je weet zelf niet meer wat je moet. Maar hier in Doetinchem hebben ze nergens staan dat je met 13 jaar een koffieshop binnen mag. Sterker nog: het is beter gereguleerd in een koffieshop dan wanneer je het helemaal bij huisdealers laat gebeuren en onttrekt aan de legaliteit. Dat er dealers zijn die bij schoolpleinen rondhangen is een gegeven en de heer Heij heeft toch niet het idee dat als er geen koffieshops zijn er geen dealers bij schoolpleinen rondhangen. Dat is een wat verkrampt beeld van de werkelijkheid. De heer VAN DOESUM haakt hierop in. Hij heeft geen zin in de discussie over koffieshopbeleid. Niet lang geleden hebben ze het daarover gehad en toen hebben ze vastgesteld dat er nieuwe kaders gesteld moeten worden over koffieshops en dat er ook gekeken moet worden naar het aantal koffieshops in deze gemeente en dat is het dan. Dat is ook het beleid waar de heer Heij om vraagt. Dat is dus al lang afgesproken. Hij stelt voor over te gaan tot de orde van de dag: het gaat over gokhallen. De heer HEIJ is het daarmee eens, maar het gaat om de afwegingen die je maakt. En in de afwegingen die je maakt ga je motiveren waarom je die afweging maakt. Dat is wat hij doet. De heer BOS vraagt hem: stel nu dat we geen drugsprobleem hadden in Nederland; wat zou de heer Heij dan gezegd hebben over een gokhal. De heer HEIJ vervolgt dat de situatie wel zo blijft dat als je geen speelhal in Doetinchem hebt, je dat niet behoeft uit te leggen en als die er wel is, moet je uitleggen dat die pas vanaf 21 jaar toegankelijk is. Dat zien de mensen niet aan de buitenkant. Inhakend op wat de heer Moïze de Chateleux zei over het maximale verlies. Daar hebben ze het in Nijmegen ook over gehad. Er wordt landelijk in een kamercommissie over gesproken om het zogenaamde player tracking systeem te installeren, maar er zijn de nodige problemen met de privacy omdat je dan ook kunt zien wie er wat doet. Na het tweede antwoord van de portefeuillehouder wil de fractie van de ChristenUnie-SGP graag fractieoverleg houden. Burgemeester KAISER spreekt zijn compliment uit voor de luistervaardigheid van de heer Moïze de Chateleux. Hij houdt niet van gokken maar houdt hij daarmee ook niet van beleid rondom gokken? In ieder geval weet hij dat je met dit beleid niet moet gaan gokken maar zeer beslagen ten ijs moet komen. Daarom hebben ze het voorstel ingediend zoals het er ligt. De constatering dat hier eigenlijk een ‘neen, tenzij’-voorstel ligt, die als eerste is gedaan door de heer Van Doesum is een juiste. Als je kijkt naar de overweging en naar het dictum kan je moeilijk zeggen dat ze daar in Doetinchem overlopen van enthousiasme om aan het gokken te gaan. Er staat eigenlijk met zoveel woorden: we wilden het niet (de historische lijn) en eigenlijk willen ze het nog steeds niet, maar de klok staat niet stil. Ze kunnen wel wensen dat het nog 2005 is, maar het is bijna 2010 en dat moet je gewoon onder ogen zien. De vraag is tot welke conclusies dat leidt. In ieder geval, hoe het ook afloopt met dit debat en de uitwerking van de besluiten van vanavond, als er een voorziening komt in Doetinchem dan zal er geen gemeente zijn die daar zo stringent mee omgaat als de gemeente Doetinchem. Als ze zeggen ‘goed gezellig Doetinchem’ dan heeft dat ook betrekking op het hele veiligheidsbeleid en het hele gezondheidsbeleid. Die kans zouden ze zichzelf dan ontnemen om zich daar in positieve zin in te onderscheiden. Als ze het niet doen
166
onderscheiden ze zich in ieder geval als een van de weinige centrumplaatsen die zo’n voorziening niet hebben. Daar kan je ook trots op zijn als je dat vindt. Maar dan geeft hij wel op een briefje – hij komt op mevrouw Duijn die het had over de inwoners van andere gemeenten – dat de druk op de Achterhoek zo groot zal zijn dat hij niet in Doetinchem komt maar wel ergens anders. Want de tijd gaat door. En je houdt het op een gegeven moment niet tegen. Een tweede opmerking kreeg hij van iemand die op de tribune zat te luisteren en geen belang heeft bij datgene wat gezegd wordt. Die zei dat soms door allemaal de indruk wordt gewekt dat iedereen die zo’n speelvoorziening binnenkomt daarmee dan ook gokverslaafd is. Het overgrote deel van de mensen gaat naar binnen en weer naar buiten en komt na een tijdje weer en die blijven volkomen normaal en gezond. Dat moeten ze wel allemaal even in z’n ware proporties gaan zien. Hij heeft ooit een boek gelezen dat heette The Tipping Point en dat ging over de grote omslaggebeurtenissen in de geschiedenis. Het is niet zo dat dit er onderdeel van zou moeten uitmaken. Maar als er een tipping point is in dit debat, dan lag dat in de dialoog tussen mevrouw Berens en de heer Bos. De heer Bos heeft mevrouw Berens en daarmee ook hem uitgedaagd door te zeggen: als je nou eens eerst zou beginnen om het in den brede te trekken en ook de heer Heij was propagandist van: maakt het nu breder en zet het naast elkaar en kom dan tot een afweging, dan wekte de heer Bos in ieder geval de indruk dat ze als PvdA-fractie dan bereid zouden zijn om mee te gaan denken in het kader van zo’n integrale afweging. Hij zou nu kunnen denken dat hij de eer heeft van dat voorstel en ook de heer Heij zou dat kunnen denken, maar dat is niet zo, want dat was van de eerste spreker van vanavond, de heer Verhoeven. Deze heeft namelijk als eerste voorgesteld - en dat heeft de burgemeester KAISER al namens het college toegezegd - dat er een integrale afweging komt van alle vormen van verslaving die ze in Doetinchem hebben en die wil hij graag gelegd hebben naast het besluit dat ze gaan nemen. Een aantal van de sprekers heeft daar positief op gereageerd, maar hij heeft de heer Bos er noch in de eerste en tweede termijn, noch in het interruptiedebat over gehoord. Dat punt is al binnen. Dat maakt eigenlijk dat hij de drempel om straks ja te zeggen alleen nog maar hoger heeft gemaakt. Hij is er vreselijk benieuw naar wat er nog extra zou moeten komen om hem te overtuigen. Want hij is al bediend. De heer BOS reageert hierop dat de logica zit in wat de portefeuillehouder zei over ‘neen, tenzij’. Dan zeg je ‘neen’, dan zeg je ‘integraal afwegen’ en dan zeg je ‘tenzij’. Burgemeester KAISER antwoordt hem dat dit precies is wat ze gaan doen: een afweging maken of het nodig en wenselijk is om het bestaande beleidskader aan te passen. Als hij daarop ja zegt – dat is punt 1a van het dictum – dan betekent dat dat hij het college aan het werk gaat zetten om dat totale kader te formuleren waarin afgewogen gaat worden om dat ‘neen, tenzij’ voorzichtig te vertalen in een ‘ja, mits’. Dat is het omslagpunt dat ze vanavond gaan maken. Als hij blijft hangen in ‘neen is neen en je kunt van alles roepen en het helpt toch niet’ dan had dit debat ook in een kwartier afgerond kunnen zijn. Als het erom gaat te zoeken of ze elkaar kunnen overtuigen en bij elkaar komen, dan ligt er een brug die gemaakt is in het begin van het debat door de heer Verhoeven. Hij heeft zelfs zijn verwondering erover uitgesproken dat de heer Verhoeven dat heeft gedaan. Door anderen is erover gesproken om te proberen tot een integrale geloofwaardige afweging te komen. Ook daar zit natuurlijk een gevoeligheid in die hij wel geproefd heeft maar waar hij niet in wil treden. De heer BOS stelt dat de portefeuillehouder zegt: laat van die integrale afweging van het ‘neen, tenzij’ een ‘ja, mits’ maken. Burgemeester KAISER stelt dat het ‘ja, mits’ nog helemaal niet aan de orde is. Dat komt pas bij de volgende ronde. Het college heeft nog twee hordes te nemen en het is nog maar de vraag of het college, als het er niet uit komt, zelf die horde wil nemen. Eerst moet het huiswerk gemaakt worden door het college van dat beleidskader. Daar heeft de raad de vorige week al ingrediënten voor aangegeven en vandaag nog een aantal. Die verzamelt het college. Er komt een constructief voorstel vanuit de raad dat wordt binnengehaald. Dan vraagt hij zich af wat er nog moet gebeuren. Waar zit bij hem het verborgen tipping point om daadwerkelijk datgene wat de raad betoogt ook
167
te laten landen in een concept besluit? Dat stukje van de puzzel mist hij. De heer BOS zou dan graag willen weten op welke wijze het college de beantwoording van het debat van vanavond inritst in een debat over integraal verslavingsbeleid. Als de burgemeester er een antwoord op kan geven hoe hij die twee aspecten in elkaar ritst, dan wordt het interessant. Burgemeester KAISER verwijst daarvoor naar het vijfde uitgangspunt van de kaderstelling waar staat: het voorkomen van verslaving en van schulden. Er staat een opmerking over de regierol van de gemeente. De heer BOS vindt dat echter zo gemakkelijk gezegd en zo verschrikkelijk moeilijk gedaan. Alles wat er staat in die voorgestelde kaders, het kan zo gemakkelijk opgeschreven worden. Hij heeft gevraagd hoe de portefeuillehouder kan borgen dat hij een aantal elementen die genoemd worden in die kaderstelling ook daadwerkelijk binnen haalt. Dat is het punt waarop de PvdA-fractie met hem van mening verschilt. Burgemeester KAISER bestrijdt dat dit gemakkelijk gezegd en gemakkelijk opgeschreven is. Het is nog een hell of a job om dat goed op papier te krijgen. Als het college dat niet goed op papier krijgt, moet de PvdA-fractie gewoon neen zeggen als ze hiermee na de vakantie komen. De heer BOS betoogt dat ze daarom ook neen zeggen. Want het is zo gemakkelijk om op te schrijven dat het de bedoeling is om schulden te voorkomen en dergelijke. De wnd. VOORZITTER grijpt in omdat dit een herhaling is van zetten en er geen nieuwe argumenten meer komen. De heer VAN DOESUM meent dat als ze echt zo’n brede afweging willen maken over verslavingszorg, ze nu de moed moeten hebben om neen te zeggen. Dan kan je onbevooroordeeld zo’n discussie voeren. Als je ‘neen, tenzij’ zegt, geef je toch een opening om de vestiging van een gokhal hier mogelijk te maken. Als je wilt discussiëren zonder die last van de verbinding met de Van Nispenstraat dan moeten ze nu de moed hebben om neen te zeggen en vervolgens onbelast een brede oriëntatie op het algehele verslavingsbeleid in Doetinchem durven voeren. Burgemeester KAISER wil zichzelf ook niet herhalen. Het college had al aangegeven bij de uitgangspunten dat ze als gemeente regie willen voeren. Ze kijken ook naar alle andere aspecten van de verslaving en ze kijken naar de verschillende doelgroepen. De aansporing van de heer Verhoeven hadden ze eigenlijk niet nodig om dit te doen. Ze gaan geen moratorium instellen voor andere sectoren. Dat draait ook gewoon door. En hier gebeurt in feite nog niets, behalve dat ze een voorzichtig ‘neen, tenzij’ zeggen en het college huiswerk geven. Bij dat huiswerk hoort ook een analyse maken van de verslavingsproblematiek in andere sectoren en het verband ertussen laten zien. Helderder dan het hier staat kan het niet geformuleerd zijn en helderder was een keuzemoment voor de raad zelden geweest. De heer BLOM wijst er op dat ze over de helderheid van het voorstel in hun tweede instantie al iets gezegd hadden. Namelijk de link die er gelegd wordt met de locatie waarvan zij hebben aangegeven dat ze op dit moment praten over een eventuele wijziging van de Apv maar wat niets zegt over de locatie als zodanig en dat ze dat op z’n minst wat minder helder vinden omdat de verwevenheid in het voorstel wel degelijk aanwezig is. Hij vraagt daar nog wat meer explicietheid over in het geheel. Burgemeester KAISER wijst er op dat bij de uitgangspunten onder nummer 3 Vestigingsbeleid een gebied in de binnenstad staat aangewezen. Als de raad ja zegt tegen het voorstel gaat hij het college huiswerk geven om dat uit te zoeken. Als hij tegen het college zegt dat ze ook iets anders moeten uitzoeken, vraagt hij dat ook expliciet te formuleren. De heer BLOM repliceert dat ze dat in hun eerste instantie al gedaan hebben. Ze hebben onder andere gesproken over synergie met De Graafschap. Ze hebben industrieterreinen genoemd. De portefeuillehouder heeft gezegd dat hij de ideeën van de fractie van D66 zou meenemen bij de verdere uitwerking en dat is groter dan alleen een gebied in de binnenstad. Dus dat hebben ze expliciet uitgesproken. Burgemeester KAISER kan toezeggen dat zonder dat hij nu de ontwerpuitgangspunten gaat aanpassen ze een beargumentatie gaan opstellen waarom dit de voorkeur zou hebben boven perifere terreinen op een industrieterrein. Dat doen ze transparant en dat is dan ook onderwerp van debat. Op het verzoek van de CDA-fractie om een dichtgetimmerde verordening te maken zegt hij dat met al datgene wat hier voor ligt
168
hem dat niet alleen dichtgetimmerd maar ook vooral doortimmerd lijkt. De heer Moïze de Chateleux heeft er nog over gesproken dat de hulpverlening onafhankelijk moet zijn. Dat is inderdaad een punt. Je moet niet de indruk wekken dat hulpverlening gekocht of gesponsord wordt door de verslavingszorg. Vandaar dat de regierol van de gemeente ook nadrukkelijk in dat beleidskader komt te staan. Wat betreft de Wet op de privacy spreekt het vanzelf dat die in een stad als de onze hoog in het vaandel moet blijven staan. Die nemen ze dan ook expliciet mee. Het is nu aan de raad. Als het college huiswerk krijgt is het er ook deze zomer gereed voor om daar grondig werk van te maken. De wnd. VOORZITTER schorst op verzoek van de heer Heij de vergadering voor 5 minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering en geeft de heer Heij het woord. De heer HEIJ geeft te kennen dat ze in de fractie van de ChristenUnie-SGP uitgebreid overleg gevoerd hebben. Ze zijn tot de volgende conclusie gekomen. Ze zullen het college opdracht geven om verder te gaan met de uitwerking van de Apv, maar ze gaan die afweging breder maken voordat de Apv gewijzigd wordt. Wanneer de Apv uiteindelijk voor ligt, zal de fractie van de ChristenUnie-SGP voor de speelautomatenhal stemmen wanneer ook het aantal koffieshops zal worden gereduceerd tot maximaal één en de locatie naar een industrieterrein gaat. De heer MOÏZE DE CHATELEUX legt de volgende stemverklaring af. Met betrekking tot de antwoorden op hun vragen over bredere locatiecriteria wil de fractie van D66 expliciet aangeven dat ze ervan uit gaan dat de door hen aangeduide locaties serieus en onbevooroordeeld zullen worden meegenomen in het naar hen toe komende voorstel. Hij vraagt daar een reactie op. Is dit niet het geval, dan zal dat zeker hun besluitvorming beïnvloeden. De VOORZITTER reageert dat hij daar als portefeuillehouder straks al in positieve zin op heeft geantwoord. De heer MOÏZE DE CHATELEUX vervolgt dat de fractie van D66 van mening is dat het op de eerste plaats de verantwoordelijkheid is van het individu. Ze kunnen in principe instemmen met het voorleggen van een wijzigingsvoorstel van de Apv en de conceptverordening. Hun finale oordeel zal afhangen van de wijze waarop de kaders die ze hebben aangegeven worden vertaald. Mevrouw GROOTJANS vindt het voor zichzelf belangrijk dat ze voorzieningen als goed ervaart aan de basis. Een recreatievoorziening als een automatenhal voldoet daar gezien de nadelen voor haar niet aan. Ze acht een speelautomatenvoorziening op dit moment niet wenselijk en daarom onnodig. De VOORZITTER gaat op verzoek van de raad over tot hoofdelijke stemming. Dhr. Moïze de Chateleux mw. Moonen dhr. Mourik dhr. Van Pul mw. Putman dhr. De Rechteren van Hemert dhr. Röttger dhr. Steintjes dhr. Thus dhr. Verhoeven mw. Berens-van der Pol dhr. Blom
voor tegen voor voor tegen voor tegen voor voor voor voor voor
169
dhr. Boland dhr. Bos dhr. Van Dillen dhr. Van Doesum mw. Duijn-Visser mw. Ebben dhr. Ernst dhr. Feller mw. Grootjans-Doornbos dhr. Heij dhr. Heuthorst dhr. Isselman dhr. Kiwitz dhr. Koestal dhr. Koning dhr. Kuipers dhr. Laan dhr. Langeveld dhr. Middelkoop
tegen tegen tegen tegen tegen tegen voor voor tegen voor voor tegen voor tegen tegen tegen voor tegen voor
De VOORZITTER stelt vast dat er 16 stemmen zijn uitgebracht voor het voorstel en 15 tegen. Daarmee is het voorstel aangenomen. De heer BOLAND verlaat de vergadering. 6.
MILIEUEFFECTRAPPORT EN VOORONTWERPBESTEMMINGSPLAN OOSTELIJKE RANDWEG De heer VERHOEVEN laat weten dat de VVD-fractie kan instemmen met het voorliggende voorstel waarin conform de besluiten van de raad op een zorgvuldige en transparante wijze de volgende stap gezet wordt. De heer STEINTJES geeft te kennen zoals in de commissie reeds gezegd, dat de CDAfractie content is met deze stap in het proces mooi volgens de planning. Volgens de CDA-fractie schuilde er niets bijzonders achter het beroep dat het college deed op hun souplesse. Gezien de ophef die her en der hierover is ontstaan, willen ze alleen al om alle schijn te vermijden vasthouden aan de planning die vasthoudt aan de normale interne regels en procedures. De heer BOS weet het niet goed omdat hij zich afvraagt hoe het toch komt dat ze in de commissievergadering eigenlijk heel snel door dit onderwerp heen zijn gemarcheerd terwijl het tegelijkertijd toch gaat om een cruciale stap in een proces dat zich al jarenlang afspeelt en waar ontzettend veel commotie over is. Het verbaast hem dus. Hij moet denken aan de discussie die net bijna twee uur geduurd heeft over de vraag of ze al of niet gaan kijken of ze de Apv gaan wijzigen. Dan kan het toch niet zo zijn dat ze over zoiets essentieels als de milieueffectrapportage van de oostelijke randweg heen marcheren. Niettemin stemt de PvdA-fractie in met deze milieueffectrapportage en vindt dat er keurig werk geleverd is. Maar ze willen nog wel wat kwijt. Hoe gaan ze er nu voor zorgen – dat zou hen toch echt wat waard zijn – dat de discussie over de oostelijke randweg niet elke keer een herhaling van zetten is in plaats van een discussie over de vraag hoe ze het nu zo goed mogelijk kunnen doen. In dat verband verbaast het hun en maakt het hun zorgelijk dat plotseling in de discussie de laatste twee jaar iets nieuws binnen komt drijven, namelijk dat er geen probleem is aan de oostkant van de stad, maar aan de westkant van de stad. Halverwege de jaren ’90 heeft deze hele stad op z’n kop gestaan over de vraag of er al
170
of niet iets moest gebeuren aan de westkant van de stad. Tot en met de Raad van State is vastgesteld dat het niet moest. En nu komen degenen die zich keren tegen de oplossing aan de oostkant van de stad met de visie dat ze zich moeten richten op de westkant van de stad, want daar ligt het probleem. Dat is een ontwikkeling die hun zeer veel zorgen baart. De heer LANGEVELD laat weten dat de GroenLinks fractie heeft overwogen om op dit moment geen bijdrage te leveren bij dit agendapunt. De milieueffectrapportage is een rapport waarover inspraak kan plaatsvinden en waarover de toetsingscommissie ook een inhoudelijke uitspraak zal doen. Ze hebben vertrouwen in de betrokkenheid van de burgers van Doetinchem bij de inspraak en uiteindelijk komt alles weer terug als ze over het bestemmingsplan gaan praten. Er is echter een aantal redenen om toch het woord te voeren. Allereerst over de inspraak en besluitvormingstraject. Er wordt een enorme tijdsdruk op de inspraakprocedure voor de burgers gelegd en de besluitvorming in de raad. Alles is erop gericht om nog voor de verkiezingen van 3 maart 2010 te komen tot besluitvorming. De reden zou zijn dat anders de nieuwe raad zou moeten besluiten en die zou geen voldoende kennis van dit dossier hebben. Het wel of niet aanleggen van de oostelijke randweg zal een hot item zijn in de verkiezingen. Elk raadslid, oud of nieuw zal daar een mening over hebben. En het college mag er op rekenen dat een besluit tot aanleg van de oostelijke randweg voor de verkiezingen, door de fractie van GroenLinks na de verkiezingen, als het aan hen ligt, zal worden teruggedraaid. Wat hen betreft is de tijdsdruk er niet en dient er voldoende gelegenheid te zijn voor de inwoners van Doetinchem om inspraak te hebben op de milieueffectrapportage. Dat moet niet worden beperkt door de inspraak voor een deel te plannen in de zomervakantie. Als tweede wil hij het hebben over nut en noodzaak van de oostelijke randweg. Telkens weer blijkt dat de beloofde periodieke actualisatie van het verkeersmodel niet wordt toegepast. Het model gaat nog steeds uit van de aannames van 2005 (remember het vorige vergaderpunt: 2005 – 2009). Er is heel wat veranderd in de wereld sindsdien. Gisteren nog is door de G8 besloten dat er een einde moet komen aan de temperatuurstijging op aarde. Het kabinet geeft aan in te gaan steken op elektrische auto’s. Voor jongeren is de eigen auto als vervoersmodaliteit niet meer de eerst voor de handliggende keuze, blijkt uit een onderzoek dat van de week gepubliceerd is. En Doetinchem en de Achterhoek omarmen de Green Deal. Toch blijkt dan in de commissievergadering dat in antwoord op vragen naar de hardheid van de getallen over het doorgaande verkeer dat het verkeersmodel daarover uitsluitsel geeft, niet kentekenregistratie of iets dergelijks. Ze breken de Kennedylaan op, Ze stellen de stoplichten buiten werking; je zou een enorme puinhoop mogen verwachten en die blijft telkens uit. Het model werkt op dit punt niet en toch blijven college en collegedragende partijen er in geloven. De eventuele verkeerscongestie ontstaat niet tgv van het doorgaande verkeer en daar is de oostelijke randweg dus ook geen oplossing voor. De heer VERHOEVEN onderbreekt hem en zegt dat de fractie van GroenLinks vanaf het begin gezegd heeft dat ze de oostelijke randweg niet hoeven en hoe verder ze in het traject komen, hoe nadrukkelijker mensen zich realiseren dat het misschien wel gebeurt en dan is er een hele mooie oplossing te bedenken aan de andere kant van de stad. Het andere verhaal is om het proces te traineren. Maar ze hebben zich met elkaar heel nadrukkelijk afgevraagd wat ze belangrijk vinden voor Doetinchem, veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. Dat waren de unanieme vertrekpunten. En dan gaan ze vervolgens nu een discussie voeren over procedure en wat reken je wel en wat reken je niet toe? Volgens hem hebben ze dat stadium nu helemaal gehad. De heer LANGEVELD vraagt zich af waar de heer Verhoeven dat vandaan haalt. Hij heeft hem niets horen zeggen over de procedure of wat dan ook. Alleen hoort hij hem zeggen dat in dit raadsvoorstel zit opgenomen dat ze de inspraak voor een deel in de zomervakantie laten plaatsvinden en dat ze het moeten afronden voor de raadsverkiezingen van 3 maart 2010. Daar reageert hij op en neemt aan dat
171
het kan. Hij doet niets af aan de procedure en het gevolgde traject tot nu toe. Hij heeft aangegeven dat het gekozen mobiliteitsplan bij een punt voor de fractie van GroenLinks een probleem heeft en dat is de gekozen oplossing voor de oostelijke randweg omdat ze daar niet de oplossing van verwachten. De heer VERHOEVEN spreekt zijn excuses uit voor het woord procedure. Hij bedoelde de uitgangspunten. Ze hebben de discussie gevoerd over de procedure die normaal in de zomervakantie valt maar die in dit geval aangepast is. Voor een bouwvergunning bij de buren heb je dat risico ook. Dit is iets meer, dus is het aangepast. Voor de VVD-fractie is dat voldoende. Ze zitten overigens op dezelfde lijn als de CDA-fractie dat de verkorting, als daar enig misverstand over gaat ontstaan, in ieder geval bespreekbaar is. Een derde punt waar de heer LANGEVELD over wil spreken zijn de alternatieven, zoals de nulplus variant. De fractie van GroenLinks vindt dat deze onvoldoende serieus zijn onderzocht. Ze vinden dat er sprake is van een magere nulplusvariant, waardoor hij ten onrechte wordt afgeserveerd. Daarnaast stellen ze vast dat het college een westelijke variant zoals de fractie van GroenLinks deze al eerder heeft voorgesteld ten onrechte niet heeft laten onderzoeken. Argument was in de commissie dat dat niet de startnotitie zou staan. Dat getuigt dan van een beperkte blik, omdat de MER-commissie zelf verwijst naar deze alternatieven. Het college heeft niet serieus werk van de alternatieven laten maken. Dan de milieueffectrapportage zelf. De milieueffectrapportage zelf geeft duidelijk weer wat de gevolgen van de oostelijke randweg zijn voor de leefomgeving van de geplande route. Je zult als kind maar op een school zitten waar rust de eerste voorwaarde is en je wordt blootgesteld aan dat lawaai. Hoe ze de geluidsbelasting in het algemeen op gaan lossen is nog volstrekt onduidelijk, laat staan wat het gaat kosten. Zij missen de belangrijkste gegevens voor het effect op de Zumpe en zijn omgeving, namelijk de geohydrologische rapporten, met name die van het aanleggen van de tunnel. Er zijn geen gegevens over de kwetsbare habitatsdelen binnen de Zumpe. Terwijl het gaat om een uniek natuurgebied! De milieueffectrapportage geeft in haar onvolledigheid al aan wat de effecten zijn. Dat zou al reden moeten zijn de oostelijke randweg niet te ontwikkelen. Als laatste illustratie van het geringe belang dat de natuur heeft bij dit college: de keuze voor de variant 2. Ondanks dat het meer kost en meer natuur aantast en meer nadelige effecten heeft voor de leefomgeving kiest het college voor deze variant omdat anders het verkeer niet optimaal kan worden afgewikkeld. Beter kan niet worden geïllustreerd dat de hardheid van het autoverkeer het bij dit college altijd wint van de zachtheid van de leefomgeving en natuur. Dat onze kinderen niets hebben aan nutteloos asfalt terwijl de leefomgeving er wel ernstig door is beschadigd, speelt blijkbaar geen rol. De heer BOS vraagt hem en zijn fractie hoe het kan gebeuren dat hij zijn betoog begint met de mededeling dat hij ernstig heeft overwogen om helemaal niets te zeggen en vervolgens een betoog houdt dat bol staat van de kritiek op datgene wat voor ligt. Dat begrijpt hij niet. De heer LANGEVELD antwoordt dat dit hem juist van de heer Bos verbaast. De heer Bos gaf net aan dat het niet zo kan zijn dat een zo belangrijk onderdeel zomaar passeert in de commissie. Dat heeft hem ook verbaasd. Naar zijn mening is dit een cruciaal moment. Je moet met elkaar af en toe arresteren: waar staan we nu en hoe gaan we nu verder? We zijn bezig met een proces dat al heel wat jaartjes duurt. En intussen verandert de wereld. Ze zullen wel met elkaar moeten kijken waar ze nu staan en of dit nog steeds de goede route is. Dat heeft hij proberen te verwoorden. De heer BOS stelt dat dit geen antwoord is op zijn vraag. Waarom begon de heer Langeveld zijn betoog met de zinsnede dat hij overwogen had om niets te zeggen? De heer LANGEVELD antwoordt hem dat dit is omdat je het ook heel technisch kunt opvatten. Je kunt zeggen dat er niets aan de hand is en dat het conform procedure is. De heer Verhoeven is daar heel duidelijk in geweest. Het is alleen een milieueffectrapportage, onderdeel van het proces. Beoordeel dat, laat de inspraak zijn gang gaan, laat de toetsingscommissie komen en we doen het nog wel een keertje over of we komen elkaar wel weer tegen. De ervaring van de fractie van GroenLinks in de afgelopen maanden is dat die houding
172
absoluut geen begrip ondervindt bij de burgers. Die vragen zich af wat er aan de hand is. Is die milieueffectrapportage een wassen neus of stelt het nog echt iets voor? Waar zijn we nu mee bezig? Dat heeft hij in zijn betoog getracht te verwoorden. De heer MOÏZE DE CHATELEUX stelt dat een milieueffectrapportage alleen aangeeft wat van de voorgestelde mogelijkheden voor het milieu het minst belastend is. Dat kan nog veel teveel zijn en daardoor onaanvaardbaar. Aanleg van wegen is per definitie een handeling die inbreuk maakt op de natuur. Dit houdt voor de fractie van D66 niet in dat daarmee elke aanleg van wegen onbespreekbaar zou zijn. Bij hen is het te allen tijde een afweging tussen baten en lasten. De uitkomsten van het onderzoek milieueffectrapportage en het gegeven dat het grootste knelpunt – dat zeggen ze al jaren – aan de westkant van Doetinchem ligt waarvoor deze oostelijke randweg niet of nauwelijks een oplossing biedt, maakt dat de fractie van D66 nog steeds geen voorstander is en ook niet zal worden van het tracé zoals hier besproken. Dit houdt overigens niet in dat ze alle voorstellen omtrent de oostelijke randweg zoals bijvoorbeeld de ongelijkvloerse kruising, bij voorbaat afwijzen. Dit is een logisch gevolg van het raadsbesluit en daar hebben ze op zich ook niet zoveel over te zeggen. In de commissie heeft de portefeuillehouder uitgesproken dat zo rond maart/april dit voorstel gereed zou liggen voor finale besluitvorming in de raad. En omdat de nieuwe raad zich nog zal moeten inlezen, het wellicht een goede zaak zou zijn hier soepel mee om te gaan en dit door deze raad nog te laten afhandelen. Als het binnen alle procedures en termijnen binnen deze raadsperiode kan, dan moet dat uiteraard mogelijk zijn. Overigens onderschat het college de nieuwe raad als het meent dat dit een bezwaar zou zijn. De fractie van D66 neemt aan dat het niet zo bedoeld is, maar ze vinden het wel heel belangrijk om zo’n verhaal uit de wereld te helpen en iedere beeldvorming tegen te gaan dat er soepel met termijnen zou moeten worden omgegaan om dit mogelijk te maken. Daarnaast zou ook de beeldvorming kunnen ontstaan dat het college serieus rekening houdt met een dusdanige samenstelling van de nieuwe raad dat dit voorstel geen meerderheid meer zou krijgen. Mevrouw DUIJN memoreert dat exact twee jaar geleden de raad in meerderheid het mobiliteitsplan heeft aangenomen. Daarna is het proces en de procedure van de uitwerking op gang gekomen. Volgens de DSD-fractie is de stap waarin ze nu verkeren en waar ze het nu over hebben een logisch gevolg van dat besluit, het proces en de procedure. Of ze het nu wel of niet eens is met de oostelijke randweg doet niet ter zake. De kwaliteit van de milieueffectrapportage trekt ze niet in twijfel, dat wil ze niet. Ze wil vertrouwen hebben in de MER-commissie. Nu komt alles ter inzage voor de burgers. Dat hoort zo en het is hun goed recht om daarop te reageren. Over twee dingen in het raadsvoorstel wil ze een opmerking maken. Het gaat om het tekstdeel op pagina 4 (eind 1e alinea) van het raadsvoorstel dat luidt: Grotere aanpassingen van het plan evenals de benodigde aanvullende onderzoeken zullen bij het ontwerpplan pas worden ingevoegd. Ze vraagt het college waarom pas bij het ontwerpplan? Waarom kunnen de burgers dat niet nu meteen ter inzage krijgen? Ze is het niet eens met het voorgestelde tijdpad. Laat alles op de normale manier zijn plek krijgen en zijn besluitvorming krijgen. Wethouder VAN DER MEIJS laat weten dat zij over het gedeelte betreffende de milieueffectrapportage het woord zal voeren. Waar het gaat om de tracékeuze en het voorontwerpbestemmingsplan zal de wethouder van ruimtelijke ordening, wethouder Drenth het woord voeren. Ze gaat niet inhoudelijk in op de opmerkingen, want zoals door velen is opgemerkt, het is een proces dat ze met z’n allen aangegaan zijn. De fractie van GroenLinks stelt dat ze het eigenlijk niet zomaar voorbij willen laten gaan. Dat is aan hen en aan de raad of ze daar goed inhoudelijk over willen praten. Vanuit het college wil ze zeggen dat zij juist omdat het al jaren zo’n beladen onderwerp is, recht doen aan de gevoeligheid van het onderwerp en daarvoor, vanwege het besluit
173
dat genomen is door de raad in overgrote meerderheid om over te gaan tot aanleg van de oostelijke randweg, in een zeer zorgvuldige besluitvorming en procedure een milieueffectrapportage starten met alle inspraakmogelijkheden die daar zijn. In dat proces zitten ze nu. Er is een startnotitie geweest. Daar zijn opmerkingen over naar de MER-commissie gegaan. Die zijn onverkort overgenomen. Daar is deze milieueffectrapportage over gekomen en dat aanvaardt de raad nu wel of niet. Daar volgt nu de inspraak op en daarmee zal zorgvuldig worden omgegaan. Het is dan uiteindelijk aan de MER-commissie ter toetsing of dat een juiste procedure, een juist rapport en juiste constateringen zijn geweest. Ze is blij dat het nu voor de inspraak vrijkomt en dat belanghebbenden en mensen die er wat van vinden hun mening kunnen geven. Ze wil nog een persoonlijke opmerking maken omdat ze daar zowel publiekelijk als privé veel over is bevraagd. Ze vindt dit het juiste moment om er iets over te zeggen. Raad en college kennen haar niet als iemand die graag dingen uit handen geeft. Ze heeft met de raad en het college in het kader van de integriteitscode de afspraak dat zo gauw beslissingen of ontwikkelingen het privébelang schaden of raken aan persoonlijke zaken, dat die persoon zich dan verder onthoudt van de dingen waar het over gaat. In dat licht – en dat heeft ze ook gemeld bij de commissie bestuurlijke aangelegenheden waar integriteit onder valt – zal zij zich bij de tracékeuze van elke bemoeienis onthouden. Wethouder Drenth zal het dan van haar overnemen. Ze zegt dit omdat er ook door een inspreker publiekelijk opmerkingen over zijn gemaakt. Ze hecht eraan dit hier te melden. Degenen die haar privé-situatie kennen, weten waarom ze dat zo doet. Haar achtertuin grenst aan een van de tracés. Wethouder DRENTH geeft aan dat er in de afgelopen drie jaar een aantal zeer forse stappen zijn gezet als het gaat over groen en natuur. Het is voor het eerst sinds jaren structureel in de begroting opgenomen en niet alleen maar als een reserve. Van elke tien euro die uitgegeven wordt aan infrastructuur – het maakt niet uit wat, ov, fiets, auto – daarvan wordt een euro, dus 10% uitgegeven ten behoeve van groene investeringen. Er zijn maar weinig overheden die dat soort combinaties vastleggen in beleid en in de begroting. In de afgelopen drie jaar is er meer hectare natuur in deze gemeente aangelegd dan in de afgelopen 15 jaar daarvoor. Hij houdt het verre van hen dat er binnen het college absoluut geen aandacht zou zijn voor natuur of groen of de leefomgeving van mensen in onze stad en de dorpen. Hij gaat in op wat sprekers zeiden over de termijnen. Hij heeft natuurlijk niet voorgesteld om inspraak te verkorten. Verre van dat. Dat is een basisgoed in een democratie. Wat hij heeft voorgestel is om als de raad dat zou willen omdat die het college de opdracht heeft gegeven om deze dingen ook af te maken, aan de eigen interne procedures te werken. Wanneer lever je stukken aan, hoe ga je met elkaar daarmee om, dus niets te maken hebbend met iemand buiten dit huis of de inspraak daarvan, maar puur hoe bureaucratisch of niet bureaucratisch willen ze daarin zijn. Daar ging de opmerking over. Hij denkt dat het verstandig is om elke vorm van discussie die daarover is ontstaan weg te nemen en hun eigen procedures daarin ook volledig vast te houden. Dan wil hij iets zeggen over alsof er iets gebeurt aan het inperken van de inspraak door iets in de vakantie ter inzage te leggen. Dat is juist niet zo. De huidige regelingen bieden zelfs de mogelijkheid als je dat had gewild om volgende week het bestemmingsplan en de milieueffectrapportage in de inspraak te leggen. Precies in de volle zes weken die daarvoor staan in de vakantieperiode. Het college heeft besloten dat ze die richting niet op willen en niet alleen voor dit plan maar gemeentebreed. Ze gaan dit soort zaken niet zes weken in de vakantie ter inzage leggen. Het maximum is gesteld op de helft van de inspraakperiode. Dat wil in dit geval zeggen dat vanaf 6 augustus dingen in de inspraak komen en drie weken na het einde van de zomervakantie komen ze er pas uit. De inspraakavond die hierover is – 27 augustus om 19.30 uur in de hal van het stadhuis – is ook in de eerste week na de zomervakantie. Daarbij is afgesproken dat er wordt gepubliceerd zoals het hoort in de week dat iets in de inspraak komt. Maar in het Doetinchems Vizier dat donderdags
174
verschijnt voor het einde van de vakantie wordt een verzameladvertentie nog een keer neergezet voor mensen die die laatste drie weken toevallig op vakantie waren. Op het moment dat het weer opstart, kunnen ze de laatste Vizier pakken en hebben ze een heel overzicht van alle procedures die op dat moment in de afgelopen twee weken in procedure zijn gebracht. Volgens hem is dat een hele nette methode om daarmee om te gaan. Dan zou je nog kunnen zeggen: wie weet mist iemand dat. Voor de milieueffectrapportage is dat geen probleem, want ze weten welke mensen dat volgen. Die hebben ook gereageerd op de startnotitie. Die krijgen er allen een persoonlijk bericht van en zijn er via die lijn dan ook in eigen huis van op de hoogte gebracht. Bij het bestemmingsplan zou je kunnen zeggen dat nog niemand dat heeft kunnen inzien. Daarom is er ook sprake van een voorontwerp. Het voorontwerp is de eerste stap op weg naar een bestemmingsplan. In het voorontwerp zijn ook nog niet alle onderzoeken al gedaan. Dat is waar het raadsvoorstel ook naar verwijst. Iemand die in de periode dat het voorontwerp ter inzage ligt, niet reageert, verspeelt ook geen enkel recht. Later komt het ontwerpbestemmingsplan. Dat is het moment waarop de inspraak cruciaal wordt, wil je in latere stappen bezwaar en beroep aantekenen. Dat zal pas ook verder in het jaar plaatsvinden. Volgens hem wordt er aan geen enkele kant ook maar iets gedaan om te sturen dat mensen geen inspraak zouden hebben. Verre van dat. Daarnaast is de aanleg van de weg vraag een, maar de inpassing van de weg is minstens zo belangrijk. Daarover zijn gesprekken gaande met mensen die daar gedachten over hebben, onder andere de groep die bezig is met het verhaal van Den Vinkenburg. Ze proberen voor de avond van 27 augustus er alvast een voorzet voor te maken hoe je zou kunnen denken dat de weg ingepast zou kunnen worden. Hij denkt dat daarmee zo optimaal mogelijk geprobeerd wordt om aan te geven welke richting het op gaat als het bestemmingsplan uiteindelijk wordt vastgesteld door de raad. Overigens volgen er nog zoveel besluiten na het vaststellen van het bestemmingsplan door de raad voordat er überhaupt buiten iets gebeurt dat het geen enkele zin heeft om iets voor de verkiezingen vast te stellen als ware dat het daarmee geregeld was en de verkiezingen geen invloed hebben. Hij denkt dat de volgende raad en misschien wel de daarop volgende raad nog wel besluiten zal moeten nemen, al was het maar rondom kredieten en alle zaken die daar omheen spelen zoals grondaankopen. Tot slot de keuze voor variant 2. Deze keuze is juist ingegeven op basis van de onderzoeken van de milieueffectrapportage in relatie tot ecologie. Variant 1 loopt grofweg van de huidige rotonde in de Bedrijvenweg, waar het nieuwe rouwcentrum in aanbouw is, tot aan de Varsseveldseweg. En precies op de kruising van de Varsseveldseweg waar je richting Varsseveld gaat of rechtdoor richting Zelhem, daar ligt een aantal zeer belangrijke ecologische poelen. Door de aansluiting niet op die plek te doen, behoeft hij juist in dat gebied niet te sleutelen en kan hij dit in stand laten. Dat is de ene reden. De tweede reden is om de weg wat verder door te trekken in de richting van de Normandiëstraat en dan kan hij het park Overstegen veel beter verbinden met het deel dat aan de andere kant van de randweg ligt. Ze zullen ook wel voorzetten zien van de inpassing van de weg. Daar ligt de weg heel ongelukkig, heel smal tegen elkaar aan. En juist daar kan je stappen vooruit maken. Hij beweert echter niet dat de weg bijdraagt aan de verhoging van de ecologie in dat gebied. Dat is onzin. Als je ergens wegen, industrieterreinen of huizen toevoegt is dat nooit een verbetering van de ecologie. Ze willen wel als ze het aanleggen dat zodanig doen dat ze ook een aantal stapjes vooruit binnen die ecologie kunnen doen wat anders niet had gekund. De heer LANGEVELD vindt het helder dat het college aangeeft dat ze het niet willen belasten met beeldvormingen dat ze iets willen regelen. Dat is helder en daar is hij blij mee. Zijn er echter belemmeringen om de inspraak wat langer te laten duren? Zo ja, welke? Je blijft zitten met die vakantieperiode en je maakt het moeilijk. Het is een moeilijk dossier en er ligt heel veel materiaal waar je naar moet kijken. Dan gaat het niet over de raadsleden of de ambtenaren die zich er toch al in verdiepen, maar het
175
gaat ook om mensen die dit niet als dagelijks werk doen. Het is iets anders dan het verbouwen van je huis of dat van de buurman. Hij vraagt vervolgens aan de raad op welk moment ze het noodzakelijk achten om te gaan nadenken of het model dat ze in 2005 hebben vastgesteld nog steeds het model is waarlangs ze moeten blijven kijken nu in 2009. Want als ze dit vasthouden, lijkt het er op – en dat staat ook in de milieueffectrapportage – dat ze in 2040 kunnen constateren dat de oostelijke randweg ook vol zit en dat ze dan de volgende weg moeten aanleggen. Er zit iets raars in dit systeem. Het klopt niet. Voor de volgende vraag geeft hij aan dat de wethouder kiest voor de bescherming van een aantal poelen. Toch werd dat in de milieueffectrapportage niet aangeduid als het meest milieuvriendelijke alternatief. Daar werd variant 1 genoemd. Blijkbaar ziet het college het beter dan dat het in het rapport staat. Wethouder DRENTH meent wat betreft het later in de inspraak leggen dan nu wordt voorgesteld dat er heel veel mensen afhankelijk zijn van heel veel zaken die de gemeente in de inspraak doet. Je moet daarvoor een eenduidige lijn hanteren. Hij begrijpt wel waar de vraag vandaan komt om het bij het bestemmingsplan op deze manier te doen en om de inspraak uit te stellen. Maar het is van belang dat de gemeente daar altijd gelijksoortig mee omspringt. Voor alle bestemmingsplannen, al die procedures, voormalige art. 19 lid 1, geldt precies hetzelfde. Niet voor bouwaanvragen, die gaan in de vakantie gewoon door. Maar die wat grotere dingen die ingrepen betekenen voor de omgeving van mensen. Dat een weg misschien wel iets meer mensen raakt dan een bouwproject ergens in een woonwijk gelooft hij direct. Maar of de impact van een inbreidingsproject in een woonwijk waar misschien maar 20 mensen omheen wonen voor die mensen ook minder erg zou zijn dan een randweg die over een aantal kilometers langs een paar honderd mensen ligt, die weging zou hij niet willen maken. Het college is er geen voorstander van om helemaal niets in de inspraak te leggen als er vakantie is, want er zijn gespreid over het jaar zoveel vakanties. Als je dat koppelt aan een vergaderschema waarbij de raad ook een aantal dingen vrij geeft voor inspraak, dan wordt het nuttig effect waarin je in een jaar iets neer kunt leggen in de inspraak zo verrassend klein, dat je alle snelheid er uit haalt. Dat zal volgens hem ook absoluut niet de insteek van de raad zijn. Hij heeft aangegeven welke veiligheidskleppen er in zitten om de inspraak zo optimaal mogelijk te doen. Daarom is ook de inspraakavond al gepland. De mensen die al eerder gereageerd hebben krijgen thuis ook bericht. Hij is van mening dat het daarmee op een hele ordentelijke manier is afgehandeld. Er zijn heel wat gemeenten in dit land die gewoon in de eerste week van de vakantie de spullen zes weken ter inzage leggen. We doen het absoluut al veel netter dan de wet voorschrijft. Hij hecht eraan om dat zo te zeggen. Het meest milieuvriendelijke alternatief waar de milieueffectrapportage het over heeft, het korte tracé tot aan de Varsseveldseweg dat klopt en dat is zo. De milieueffectrapportage geeft een aantal mogelijkheden aan, onder andere het MMA (meest milieuvriendelijk alternatief) en hij heeft al aangegeven waarom het college heeft gekozen voor variant 2. Dat heeft te maken met de ecologische poelen die in de bocht van de Varsseveldseweg liggen maar ook met wat de ecologische waarden van het park Overstegen zijn en de link met de andere kant. Dat is een wegen van keuzemogelijkheden. Overigens zijn ze nog op een ander punt afgeweken van het MMA. Het MMA gaat ervan uit dat de weg pal op het fietspad ligt dat over het Zelhemse spoorwegtracé loopt. Het college heeft ervoor gekozen om daar juist afstand in te bewaren zodat niet de weg boven op de huizen loopt. Dat heeft twee redenen. Onze gemeente, of het nu Gaanderen, Wehl of Doetinchem is, kenmerkt zich op de meeste plekken door zo’n beetje door de achtertuinen van mensen te lopen. Daar moet je van leren en ze willen ook een prettiger leefomgeving voor mensen creëren. Daar komt ook de discussie uit het mobiliteitsplan vandaan. Door afstand te bewaren ligt hij niet in de achtertuin van mensen (dat je 40 à 50 meter als aanwonende wel zo ervaart kan hij zich voorstellen) maar die afstand biedt ook de
176
mogelijkheid om in het kader van de inpassing op een vriendelijke manier iets aan geluidwerendheid te doen. Nog afgezien van de vraag of dat juridisch noodzakelijk zal zijn. Die vragen komen allemaal langs. Dan heb je in ieder geval meer keuzes dan alleen maar een plat scherm ergens tussenin te zetten. Daar wijkt het college inderdaad in het voorstel af van het MMA. Dat is een weging niet alleen tussen natuur en ecologie maar ook tussen mensen en de belangen van mensen. Het college staat daar voor en het is aan de raad of die dezelfde denkrichting volgt voor deze eerste stap in zowel de milieueffectrapportage als het bestemmingsplan. De heer LANGEVELD legt de volgende stemverklaring af. De fractie van GroenLinks kan akkoord gaan met het voorstel waarbij ze aangeven dat ze het niet eens zijn met punt 5 van het voorstel. De heer MOÏZE DE CHATELEUX laat weten dat de fractie van D66 kan instemmen met het voor inspraak vrijgeven van het stuk, maar het betekent niet en zal ook niet betekenen dat ze op enig moment van standpunt zullen veranderen. Ze waren tegen de oostelijke randweg en zien hem nog steeds als een te grote aantasting van de natuur. De VOORZITTER constateert dat de raad in meerderheid akkoord gaat met het voorstel met in achtneming van de gemaakte kanttekeningen. 7.
‘NAAR EEN HERKENBARE CATEGORIE-INDELING VAN WEGEN’ De heer STEINTJES vindt dat de discussie bij dit agendapunt nauwelijks nog gaat over de categorisering. Wat de CDA-fractie betreft mag het college dit als compliment beschouwen. Maar dan de Kruisbergseweg/Haareweg. Om hier maar eens daadkrachtig aan te pakken zou voor de CDA-fractie de kruising bij de Velswijkseweg zo spoedig mogelijk moeten worden aangepakt en de aansluitingen op de Ruimzichtlaan uitgevoerd. Ze denken dat dan voor de winter al een enorme vooruitgang is geboekt. Mocht verder blijken dat er nog meer oplossingen nodig zijn dan kunnen die later volgen. Mevrouw PUTMAN laat weten dat de zorg van de PvdA-fractie ook uit gaat naar de Kruisbergseweg en de Haareweg. Met name de gelijkwaardige verdeling van het leed. Het is in het verleden al eens geprobeerd, maar dat is niet gelukt. Ze vragen daar op korte termijn iets aan te doen. Dan staat of valt het hele plan met handhaving. Ze staat zelf niet bekend als keurig nette rijdster van het toegestane aantal kilometers, maar er zitten heel veel trajecten in van 30 km. Wanneer je je daar echt aan houdt, komen ze je op de fiets voorbij. Je kunt het wel graag willen, maar dan moet je het wel handhaven. Ze zouden graag na verloop van tijd een rapportage zien waarin aangegeven staat of het überhaupt werkt. De heer VERHOEVEN spreekt zijn complimenten uit voor het stuk en voor de heldere lijn die gekozen is. Die ondersteunt de VVD-fractie van harte. Op het gebied Kruisbergseweg-Haareweg zullen ze als raad zeker nog terugkomen, maar de lijn zoals de heer Steintjes aangaf om die twee knelpunten zo spoedig mogelijk aan te pakken, ondersteunen zij van harte. De heer VAN DOESUM geeft te kennen dat het wegencategoriseringsplan er goed uit ziet. De fractie van GroenLinks kan er ook mee instemmen. In de commissie gaven ze reeds aan dat ze graag aandacht willen voor het 30-km regiem op doorgaande wegen. Ook als dat vanuit de categorisering eigenlijk niet kan. Er zijn nu eenmaal doorgaande wegen waar desondanks toch een 30-km regiem nodig blijft. Verder blijft hun aanbeveling van kracht om nu eindelijk eens de informele fietsroutes in kaart te
177
brengen. Het weergeven van een officieel fietspadennet wil nog niet zeggen dat ze ook weten hoe fietsers zich door de gemeente bewegen. Enkele knelpunten hebben ze in de commissie al genoemd. Er zijn er vast meer en samenwerking met de Fietsersbond kan hierin helpen. Raadsleden hebben na hun ochtendbezoek aan de Kruisbergseweg afgesproken dat ze in de marge van deze wegencategorisering de problematiek van de verdeling van het verkeer over de Haareweg en de Kruisbergseweg zouden bespreken. De fractie van GroenLinks heeft al eerder aangegeven dat ze vinden dat daartoe ook met de bewoners van de Haareweg gesproken moet worden. Dat ze voor een verdeling van het verkeer zijn die meer in de buurt komt van fifty/fifty. Dat daartoe desnoods het kruispunt bij de gevangenis aangepast moet worden en dat ze een studie willen naar een oplossing voor fietsers in de buurt van het Rietveldlyceum, bijvoorbeeld door ze al vanaf verder aan de kant van het Rietveldlyceum te brengen wellicht met gebruikmaking van de Leerinkstraat en de Mullerstraat. Ook het Rietveldlyceum zelf zal dan grond moeten afstaan voor een veilige fietsvoorziening. Zijn collega’s van de fractie van D66 zijn gekomen met een plan voor de Kruisbergseweg. Het verzoek is om daarvoor een werkgroepje samen te stellen uit de fracties van de raad en de fractie van GroenLinks wil daar graag aan meewerken. De heer MOÏZE DE CHATELEUX kreeg de situatie in Doetinchem in de afgelopen weken overziende eigenlijk de indruk dat de titel van het voorstel een vergissing was en had moeten zijn: wegenchaotiseringsplan. Het was een puinhoop. Het wegencategoriseringsplan gaat eigenlijk om veiligheid. De fractie van D66 heeft daarom een voorstel voor de Kruisbergseweg-Haareweg gedaan en daar gaan ze met elkaar aan werken. Hij is het niet eens met mevrouw Putman die zegt dat het niet gelukt is om die pijn te verdelen. Er is inderdaad pijn verdeeld fifty/fifty, maar alleen hebben beiden nu heel veel pijn en dat was kennelijk niet helemaal de bedoeling. De fractie van D66 vraagt zich af hoe het college denkt aan het geld voor de uitvoering te komen. Het is prachtig om tot realisatie te komen uitsluitend door mee te liften, maar is het niet zo dat onderhoud of reconstructie hier altijd duurder door wordt? Mevrouw PUTMAN erkent dat ze gezegd heeft dat in het verleden maatregelen zijn genomen om de verdeling gelijkwaardig te maken tussen de Haareweg en de Kruisbergseweg. Maar dat is gewoon mislukt. Het grootste deel van het verkeer komt via de Kruisbergseweg. De heer MOÏZE DE CHATELEUX reageert dat allebei de straten nu heel veel pijn lijden. Daarom sprak mevrouw PUTMAN ook over verdeling van het leed. De heer MOÏZE DE CHATELEUX nodigt haar uit met een voorstel te komen. De heer HEIJ geeft te kennen dat de fractie van de ChristenUnie-SGP akkoord gaat met het voorstel. Met betrekking tot de problematiek Haareweg/Kruisbergseweg merkt hij op dat ze uitgebreid overleg hebben gehad met de bewoners en hun zorgen hebben gehoord met name met betrekking tot de veiligheid van kinderen en de doorstroming van de hulpdiensten. Dit overleg was positief en constructief. Hij ziet in het collegevoorstel een gebiedsontsluitingsweg min staan dus dat betekent een betere doorstroming. Hun uitgangspunt is dat er zodanige maatregelen worden genomen dat de Kruisbergseweg en de Haareweg een zodanige hoeveelheid verkeer verwerken waar het profiel van de weg ook op berekend is. Het college geeft aan dat er ontwerpopgaven zijn met betrekking tot deze wegen en de bewoners zullen graag meedenken net als zijn fractie. Wethouder VAN DER MEIJS dankt voor de complimenten voor het hele wegencategoriseringsplan. De discussie spitst zich toe op de Kruisbergseweg/Haareweg. De verdeling op die twee wegen heeft haar ook nog wel eens hoofdpijn gekost. Natuurlijk ziet het college de problemen daar. Hoe je het wendt of keert en wat ze ook aan de westkant doen, zolang ze niet een directe westelijke randweg daar neerleggen, blijft het probleem aan die kant van de stad
178
bestaan. Wat voor bypasses je ook maakt, het verkeer zal toch aan die kant Doetinchem uit moeten. Dat beseffen de bewoners ook goed. Ook zij heeft met de bewoners gepraat en ze is blij dat de raadsleden dat ook hebben gedaan. In de mobiliteitsuitvoeringsagenda kan de raad precies zien wanneer een en ander op de rol staat. Dan weten ze ook dat ze zo snel mogelijk de Ruimzichtlaan moeten aansluiten en dan staat ook de herinrichting van beide wegen op de agenda. Dat betekent niet dat ze dan wachten met plannen maken. Ze hebben al een aantal ontwerpschetsen gemaakt. Die worden door de afdeling verkeer nog doorgerekend. Die komen op een aantal punten zeer overeen met de plannen van de fractie van D66. Dank daarvoor. Dat betekent uiteraard dat de raad en de bewoners bij de uitwerking ervan betrokken worden. Er zijn al wat problemen. Aan de ene kant is het de grote hoeveelheid verkeer. De kruising bij de Velswijkseweg zal daarom ook ingrijpend moeten worden veranderd. Daarnaast is het ook de vraag of je de 30-km zone bij het winkelgebied op de Haareweg zou moeten handhaven als je tot een gelijke verdeling zou willen komen. Een heel groot probleem is inderdaad het fietsverkeer op de Kruisbergseweg, waar ze nog aan het studeren zijn op mogelijkheden om die zoveel mogelijk daar vanaf te halen en op een of andere innovatieve manier de situatie veiliger te maken. Het zijn nog geen vaststaande plannen. Er wordt heel hard aan gewerkt. Wat de financiën betreft heeft de raad in de begroting goedgekeurd dat er mobiliteitsgelden zijn waar ook de aansluitpunten met de Ruimzichtlaan uit betaald worden en waar ze ook deze aanpassingen in de begroting van de mobiliteit hebben staan. Ze wil de informele fietsroutes waar de fractie van GroenLinks op wees liever meenemen in het fietsplan en er daar nog eens naar kijken. Op zich is het inderdaad zo dat fietsers net als auto’s hun eigen weg gaan en zo snel mogelijk van a naar b willen, zij het niet voor de routes die zij zouden bedenken. Maar het is zo dat er een heleboel fietsroutes zijn waar zij niet aan denkt maar die toch heel veel gebruikt worden. Ze doet de toezegging dat ze daar in het kader van het fietsplan naar zal kijken om te zien of daar slimme oplossingen voor te bedenken zijn. Dat kan dan ook weer gevolg hebben voor de wijze waarop je het rond het Rietveldlyceum gaat regelen. Ze kan wel melden dat dinsdag in het college ten aanzien van de aansluitingen op de Ruimzichtlaan heel goed geluisterd is naar de opmerkingen die vooral uit de buurt zijn gekomen ten aanzien van het fietsen nabij het kruispunt ten noorden van de Ds. Van Dijkweg, waar fietsers twee keer zouden moeten oversteken, en ze denken met goede oplossingen te komen in de geest zoals bewoners en raadsleden dat hebben aangegeven. Concluderend dankt ze voor de complimenten. Aan de Kruisbergseweg/Haareweg wordt druk getekend en ze zegt toe – of ze dat nu met een werkgroep willen doen of een keer met een commissie en de bewoners van beide wegen als insprekers – dat dit overleg inderdaad gaat gebeuren. De heer STEINTJES vraagt de wethouder of die snelle slag om dat voor de winter nog rond te krijgen inderdaad tot de mogelijkheden behoort. Wethouder VAN DER MEIJS antwoordt hem dat de aansluiting van de Ruimzichtlaan het eerste is wat moet gebeuren. Daar is de planning al zo strak op. Ze gaan daarna in de voorbereidende fase ten aanzien van de aanpassingen aan beide wegen. Voor de winter de schop in de grond kan vanwege de procedures en de verkeersbesluiten en het overleg al niet eens meer, hoe graag ze dat ook zou willen. Hij moet erop vertrouwen dat het college dat zo snel mogelijk doet. De heer STEINTJES laat weten dat het onderzoek van de fietsroutes bij het fietsplan kan rekenen op de steun van de CDA-fractie. Daar hoort het volgens hem thuis en nergens anders. Overigens rekent hij erop dat gezien de toezeggingen van de wethouder de fractie van GroenLinks ook staat achter de plannen ten aanzien van de uitvoering van de aansluitingen Ruimzichtlaan en de Kruisbergseweg/Haareweg. Mevrouw PUTMAN wil graag van de wethouder weten hoe ze denkt te gaan handhaven en of ze dat teruggerapporteerd krijgen.
179
De heer VAN DOESUM laat weten dat de fractie van GroenLinks blij is met de voornemens die de wethouder geformuleerd heeft. De vraag is of zo’n informeel fietspadennet thuis hoort bij dit onderwerp of bij het fietsplan, er is voor beide iets te zeggen. Hij trof in de wegencategorisering een keurig kaartje met de officiële fietsroutes. Zijn zorg werd ingegeven door het feit dat hij uit eigen ervaring weet dat fietsers zich lang niet altijd aan die officiële fietsroutes houden maar ook andere routes kiezen. Als ze niet weten hoe de andere routes lopen, kunnen ze daar ook geen voorzieningen voor maken. Dus onderzoek naar de routes die fietsers nemen lijkt hem aan het begin liggen van een goed fietsbeleid. De heer STEINTJES merkt op dat dit zoals door de wethouder werd aangegeven bij auto’s niet anders is. Als die keurig zouden doen wat zij willen zou er op de Kruisbergseweg/Haareweg ook geen probleem zijn. Dan verdeelde het zich keurig. Om dat een keer goed uit te zoeken heeft de steun dan de CDA-fractie. Mevrouw DUIJN had in eerste instantie het woord niet gevraagd omdat ze benieuwd was naar de beantwoording van de wethouder op de vragen van diverse fracties. Na de beantwoording kan ze zich vinden in het gehele voorstel inclusief de opmerkingen van de wethouder. Wethouder VAN DER MEIJS was inderdaad vergeten te reageren op het punt dat de PvdA-fractie aangeeft en wat ook een zorgpunt is. Als je het hebt over handhaving op de 30-km routes loop je vaak er tegenaan dat de politie zeer stringente eisen stelt bij het aanleggen van 30-km routes en dan pas wil handhaven. Ga je dat doen op doorgaande wegen, dan kom je in de knel met vooral de busverbinding en ook de hulpdiensten die door alle knelpunten die je aan moet leggen voor 30-km routes dan zeggen dat het niet kan. Dat is de afweging die je vaak maakt. Op doorgaande wegen waar je 30-km stukken hebt, kan je vaak vanwege deze argumenten die maatregelen niet nemen waardoor de politie zegt dat ze daarop kunnen handhaven, want je dwingt auto’s om 30 km te gaan rijden. Ze is het zelf niet geheel eens met die redenering, maar die hoort ze al drie jaar van de politie. Op doorgaande routes loop je er tegenaan dat bussen er niet meer over kunnen vanwege de maatregelen of en vooral de hulpdiensten. Dat is ook de reden geweest dat dat hele gemene drempeltje aan het begin van de Kruisbergseweg waar mensen echt van baalden en daarom misschien nog wel eens de Haareweg wilden nemen, er af is gehaald omdat de ambulance daar niet tegen kon. Mevrouw PUTMAN reageert dat we dus iets willen maar het niet kunnen handhaven. Dat erkent wethouder VAN DER MEIJS. Ze kan zich voorstellen dat zij daar al menig gesprek met het hoofd van de politie heeft gehad. De heer KONING vraagt of het dan misschien mogelijk is om wat duidelijkheid te verschaffen voor de raad om te zien waar ze onmogelijke eisen stellen aan de politie en waar de politie vindt dat het wel mogelijk is. Kunnen ze een overzicht krijgen waar de politie wel denkt te handhaven en waar niet. Het zou dan mooi zijn als ze ook kunnen zien hoe vaak de politie ergens handhaaft. De VOORZITTER antwoordt als hoofd van de politie sprekend dat hij denkt dat de politie niet met hen in een openbaar gesprek gaat waar ze niet gaan handhaven. Hij wil wel bevorderen dat er een samenspraak komt tussen de leden van de commissie en een vertegenwoordiging van de politie om een aantal dilemma’s uit te leggen. Hij komt er nader op terug. De VOORZITTER legt een verklaring af naar aanleiding van een persoonlijk feit. Wethouder Van Der Meijs heeft zojuist gezegd dat daar waar achtertuinen in het geding zijn terughoudendheid van het desbetreffende collegelid past. Dat geldt bij dit agendapunt voor hem ook en dan voor de voortuin. Hij wil de integriteitsregels dienaangaande ook consequent naleven.
180
De VOORZITTER constateert dat de raad instemt met het voorstel. 8.
FIETSPLAN 2009 ‘GA TOCH FIETSEN’ De heer MOÏZE DE CHATELEUX wil beginnen met de spoorovergang ter hoogte van het bekende klaphek. Ze hebben altijd aangegeven daar tegen te zijn en in de commissie stelde de vervangende portefeuillehouder dat ProRail in Nederland een pilot wilde met een soort tunneltje en het daarom geen geld kostte. Dat noemde hij pragmatisme door te stellen; als ze het toch ergens willen, dan in Doetinchem. Hij moet hem teleurstellen. Pragmatisme zou zijn: als er sprake is van een beperkte hoeveelheid financiële midden moet je die daar aanwenden waar dat het hardste nodig is. Dit was geen pragmatisme maar chauvinisme. Dat moeten we niet doen. Als ze het toch willen doen, moet het college er een officiële fietsroute van maken, netjes verlicht, voldoende breed en goed bestraat. Is het dan nog wel zo goedkoop? Of was het college van plan er een zandpad van te maken? Ten slotte komt het college weer met het plan voor onderzoek om fietsen de gehele dag door het centrum mogelijk te maken. Daar is de fractie van D66 absoluut tegen en het is ook niet nodig. Je moet alleen dat onderzoeken wat nut heeft en niet onderzoeken om te onderzoeken. Tegen beide zullen ze dan ook tegenstemmen. Mevrouw DUIJN laat weten dat de DSD-fractie geen problemen heeft met de concrete plannen uit het fietsplan. Het spijt haar wel bijzonder dat er geen krachtdadiger beleid gevoerd wordt om het autogebruik terug te dringen en het fietsgebruik sterker te bevorderen. Zoals ze in de commissievergadering al zei is autogebruik het uitgangspunt in het gehele beleid en fietsvoorzieningen zijn volgend. Dat spijt haar. De heer VAN DOESUM stelt dat de fractie van GroenLinks zelf een flinke bijdrage heeft geleverd aan dit fietsplan. Het zou wel gek zijn, als ze nu niet tevreden waren met de richting en de conclusies. Bij de concrete projecten die op korte termijn worden aangepakt, staat een studie naar een doorgaande route door de stad voor fietsers. In de commissie is misschien de indruk ontstaan – zo is hun achteraf gebleken - dat ze overal in het voetgangersgebied fietsen willen toestaan. Dat is niet het geval. Wat hun wel wat lijkt is, dat je als fietser rechtstreeks van de Waterstraat naar de Nieuwstad kunt fietsen. In veel steden is al een gecombineerde gebruiksruimte voor voetgangers en fietsers, zoals blijkt uit het rapport van het Fietsberaad, dat hij aan alle raadsleden heeft laten toezenden. Er blijkt een kritische verhouding te zijn van de breedte van de rijloper voor fietsers en het totaal aantal beschikbare meters in het gebied. Verder blijkt dat als het kritische aantal voetgangers wordt overschreden, fietsers zich aanpassen door af te stappen en verder te wandelen. Zo’n studie zou de fractie van GroenLinks graag uitgevoerd zien voor het gebied tussen Waterstraat en Nieuwstad. Als de maten en aantallen het toelaten, zouden zij voor aanleg van deze ontbrekende schakel zijn. Verder moet hij natuurlijk iets zeggen over het klaphek aan de Wielstraat. Na beraad in de fractie komen zij tot de conclusie dat ze voor aanleg van de experimentele tunnel door ProRail zijn, mits die de kosten volledig voor hun rekening nemen. Laten we het maar beschouwen als een goedmakertje van ProRail aan de Achterhoek voor alle storingen en ander ongerief waarmee de inwoners van Doetinchem te maken hebben gehad de afgelopen jaren. De heer BOS wil het hebben over fietsen door de stad, het Jaagpad en de Wielstraat. Hij leest in het voorstel dat het aanleggen van die beveiligde oversteek kosteloos kan gebeuren omdat ProRail en de provincie bereid zijn om dat te financieren. Het voorstel is echter op dat punt niet helemaal consequent want wat er op pagina 2 onder 2 van het voorstel gezegd wordt, spoort niet volledig met datgene wat bij financiën gezegd wordt over dat plan. Het is niet kosteloos. Ze hebben toch €
181
200.000 die ze zullen moeten betalen voor de aansluitingen op die tunnel. Dan leest hij vervolgens dat je niet door die tunnel kunt fietsen. Je moet van de fiets afstappen en er dan onderdoor. Als dat net zo’n ding wordt als er in de buurt van Wijnbergen ligt, dan is dat een uitgesproken onding. En als het niet zo’n ding wordt dan vraagt het een ruimtebeslag van behoorlijk wat om niet al te schuin naar benenden en weer omhoog te moeten. Dan moet dat ding haast schuin gelegd worden op die plek om dat aan te kunnen leggen. Hij heeft in zijn fractie de stelling van Pytachoras gebruikt om uit te leggen dat dit echt totale onzin is. Ze hebben het over 400 meter naar links en 800 meter naar rechts, maar als je dat rekent vanaf een punt halverwege Dichteren dan is de winst die gemaakt wordt zowel in afstand als in tijd te verwaarlozen. En waar deze stad in wil zetten op gezonde burgers die ook nog eens wat willen bewegen, moeten ze vooral geen € 200.000 gaan uitgeven aan een tunnel. Mocht het zo zijn dat het zich laat aanzien dat de meerderheid van de raad het toch een goed idee vindt, dan zal de PvdA-fractie alsnog hierover een motie indienen. Wat het fietsen door de stad betreft is het waar dat als je in de Waterstraat ter hoogte van De Graafschap bent en je moet afstappen om dan helemaal naar de Nieuwstad moet lopen, je misschien wel 150 meter moet lopen. Dat is een aftand, die tikt aan. De PvdA-fractie heeft geen behoefte aan onderzoek naar deze mogelijkheid. Het gaat om een afstand van helemaal niets. De afspraak dat er tussen 9.00 en 17.00 uur niet gefietst mag worden en de rest van de tijd wel lijkt hun prima en voldoende. De heer VAN DOESUM interrumpeert hem en stelt dat het er niet om gaat of de afstand van 150 meter groot is, maar het gaat erom dat het een ontbrekende schakel is. Zolang je constateert dat daar een belangrijke schakel ontbreekt, moet je daarover nadenken. Als de oplossing is dat het technisch niet kan, dan is het voor de fractie van GroenLinks ook goed als er een alternatief gemaakt wordt om in ieder geval de ketting weer aan elkaar te maken met de ontbrekende schakel. De heer BOS laat weten dat de PvdA-fractie daar anders tegenaan kijkt. Hij vervolgt met het Jaagpad. De voorzitter van de PvdA-fractie heeft er onderzoek naar gedaan en de fractie blijft van oordeel dat gezien de wijze waarop destijds tot besluitvorming is gekomen om daar die paaltjes en die hekken neer te zetten, het destijds een onnodig besluit geweest is. Het dient tot niets en leidt net zo goed tot overlast. Een aardig voorbeeld dat gevonden werd was dat er bewoners van het Jaagpad zijn die zich beklagen over vloekende fietsers die er langs komen die zich ergeren aan die paaltjes. Ze roepen het college op om nog eens diep na te denken over de vraag of dit niet anders kan. De heer STEINTJES dankt de fractie van GroenLinks die een redelijke bijdrage aan dit fietsplan heeft geleverd. Volgens de CDA-fractie is dit plan in grote lijn prima. Bij de knelpunten merkt hij het volgende op: fietsbewegwijzeringsplan prima, klaphek dicht, de tunnel van ProRail is veilig en gratis, oké. Over een fietstunnel onder de Energieweg en Keppelseweg was, is en blijft het standpunt van de CDA-fractie dat die onveiligheid moet worden opgelost. Als dat een tunnel betekent dan is dat prima. De CDA-fractie loopt vooralsnog niet warm voor fietsen door het centrum, maar wil onderzoek niet bij voorbaat blokkeren. Het geeft echter wel te denken als veel fracties bij voorbaat geen of weinig heil zien in dit onderzoek. Dan kan het misschien beter geschrapt worden. De heer BOS begrijpt van de heer Steintjes dat deze het ermee eens is dat er € 200.000 wordt uitgetrokken voor de aanleg van die tunnel bij het klaphek. De heer STEINTJES antwoordt niet anders te hebben begrepen dan dat die tunnel gratis wordt aangelegd. De heer BOS wijst hem erop dat het zo niet in het voorstel staat. Daar staat dat het € 200.000 kost aan voorzieningen die voor rekening van de gemeente komen. En nu zegt de heer Steintjes dat het prima is. De heer STEINTJES ontkent dat. Hij heeft gezegd dat die tunnel van ProRail veilig en gratis is. Hij leeft op dit moment nog in de veronderstelling dat het gratis is. Als het anders is hoort hij het graag van de wethouder. Blijft nog over punt 5, het verbeteren van de stallingsvoorzieningen. Dat lijkt de CDA-fractie een goed idee.
182
Wethouder VAN DER MEIJS stelt dat de discussie over het fietsplan zich toespitst op drie punten. Beginnend bij het Jaagpad wordt de PvdA-fractie op haar wenken bediend. Ze zijn aan het kijken, gezien dat de situatie in die zin veranderd is dat de bromfietsen op de openbare weg rijden, dat de situatie nu zodanig is dat die hekjes daar wel zouden kunnen verdwijnen. De raad weet dat het lastig is. De bewoners zijn twee keer met succes in een juridische procedure een heel eind gekomen. Ze heeft een aantal weken geleden opdracht gegeven om te kijken wat de veranderde omstandigheden zijn, met de bewoners in discussie te gaan en dan te gaan kijken of die hekjes daar weg kunnen. Ze zegt toe dat de raad daarvan op de hoogte gehouden zal worden. Het tweede punt is het onderzoek naar de wenselijkheid of je een doorgaande fietsroute door het centrum zou moeten maken. De heer Van Doesum heeft volkomen gelijk als hij zegt dat het er niet om gaat dat ze zo snel mogelijk bij winkel a of winkel b willen zijn. Het gaat erom dat als je naar het fietsroutenetwerk kijkt het net dat stukje schakel is dat ontbreekt. Wat ze nu gaan doen is onderzoeken of het wenselijk is om dat te hebben, of het mogelijk is om daar een goede oplossing voor te vinden en samen met de ondernemers in het centrum goed te kijken of je dat zou moeten doen. Het heeft er ook mee te maken of je, als je kijkt naar de binnenstad gaat zeggen dat je een geheel fietsvrije binnenstad wilt hebben. Dat betekent dat je ook niet eens je fiets in de binnenstad kunt neerzetten bij winkels. Dat zou ook een beleidsuitgangspunt kunnen zijn. Dat soort dingen willen ze heel goed bekijken alvorens te zeggen dat het wel of niet kan. Daar moet je het ook met belanghebbenden eens even goed over hebben. Ze zou er toch voor pleiten ook gezien de discussie die in de binnenstad bij de ondernemers woedt hoe ze met het centrum om gaan en niet alleen kijken naar die 100.000 toevoer aan goederen met 450 ontheffingen, maar ook naar wat ze met de fietsers moeten doen. Over het klaphek aan de Wielstraat heeft de heer Bos gelijk als hij zegt dat in het voorstel staat dat er wel een garantstelling moet zijn voor eventuele risico’s voor € 200.000. Ze merkt dat dat heel gevoelig ligt. Het is aan de ene kant een uitvloeisel van onderhandelingen met ProRail ook ten aanzien van alle onbeveiligde spoorwegovergangen. Zij willen dit graag en ook in ruil daarvoor willen zij meebetalen aan een mini-ahob in Wehl aan de Dassenboomseallee. Dat wilde de gemeente ook heel graag, want er komen echt bedrijven in de problemen als je dat gaat afsluiten. Dat bleek ook uit de inspraakreacties. De heer STEINTJES merkt op dat als die andere spoorwegovergang erbij betrokken wordt het wel in een ander licht komt te staan en hij neemt aan dat de heer Bos daar ook anders naar gaat kijken. Het lijkt hem dan ook veel zinniger om de directe koppeling die de wethouder met ProRail maakt samen met dat tunneltje hier aan te bieden. Wethouder VAN DER MEIJS antwoordt dat het lastige is dat het tunneltje er eigenlijk tussendoor kwam fietsen toen het fietsplan eigenlijk al ter inzage lag. Ze wil voorstellen om in te stemmen met het fietsplan en het dictum van punt 2 te veranderen in onderzoek of er even uit te halen om te kijken wat er precies aan de hand is, wat er precies uit de onderhandelingen met ProRail komt, wat zo’n tunnel nu precies inhoudt, wat het de gemeente precies gaat kosten en dat de raad dan in het licht van de onderhandelingen ook over de andere spoorwegovergangen daar een besluit over neemt. Ze wil niets forceren, ook niet gezien de zorgvuldigheid van het hele fietsplan met de inzet van diverse partijen. Het zou zonde zijn om het daarop te laten struikelen. Ze stelt voor het fietsplan af te sluiten met uitzondering van punt 2. Daarover wordt pas als alle dingen helder zijn die ze net genoemd heeft, een apart besluit genomen. Naar aanleiding van de opmerking van de DSD-fractie dat de auto boven de fiets gesteld wordt, reageert ze dat de raad de prioriteiten en alle onderliggende kaders heeft vastgesteld in het mobiliteitsplan. Daarvan hebben ze toen ook gezegd dat het fietsverkeer of het aantal fietsenden in Doetinchem minimaal gelijk moest blijven en dat dit een vrij hoog percentage was. Vanuit dat kader is het fietsplan gemaakt. Zij baseert zich op deze kaders die vastgesteld zijn in het mobiliteitsplan en waar dit fietsplan een uitvloeisel van is.
183
De VOORZITTER begrijpt dat ze punt 2 fietsoversteek Wielstraat on hold zet en dat dit in een later stadium terug komt. Het maakt dus nu geen deel uit van het plan. De raad kan rekening houdend met de wijziging die de wethouder heeft voorgesteld, akkoord gaan met het voorgestelde. Na overleg met de fractievoorzitters wordt omstreeks 23.30 uur besloten, gezien het late tijdstip om de agenda toch af te maken ongeacht het tijdstip en daarvoor niet de volgende dag terug te komen. De VOORZITTER last nog een korte pauze in. 9.
PARKEERDEK VARKENSWEIDE De heer HEIJ geeft te kennen dat de fractie van de ChristenUnie-SGP akkoord gaat met het voorliggende voorstel. Ze gaan ervan uit dat er goed overleg met de bewoners zal blijven om een en ander zo goed mogelijk in te vullen, vooral wat betreft lawaai en schijnende lichten. Hij ziet bij voorkeur de in- en uitrit aan de andere zijde. Het moet zo integraal mogelijk uitgevoerd worden, bijvoorbeeld samen met de nieuwe kazerne hoewel ze betwijfelen of dat inderdaad wel mogelijk zal zijn. Met betrekking tot de verkeerslichten op de Europaweg hebben ze begrepen van de brandweer dat die ook nog op groen kunnen wanneer ze uitrukken. Wanneer ze de rotonde kunnen handhaven heeft dat wel hun voorkeur boven een verkeersregelinstallatie. De heer VAN DOESUM laat weten dat de fractie van GroenLinks het plan steunt om op de Varkensweide een flinke compensatie te laten plaatsvinden voor de parkeerplaatsen die elders in de stad door bouwplannen verloren gaan. De Varkensweide is volgens hen ook een goede plek, aan een invalsweg met een prettige looprouting richting de stad. Wel vinden ze het zonde van het geld om de rotonde die er nog maar tien jaar ligt, nu alweer te slopen en te vervangen door een gewoon kruispunt met verkeerslichten. De argumentatie dat straks wellicht de brandweerkazerne gesitueerd zal worden aan de andere zijde van de Europaweg en dat daarvoor beïnvloedbare verkeerslichten beter zijn, spreekt hen niet aan. Allereerst is er nog geen besluit genomen over de kazerne. Ten tweede komt een uitrukkende brandweerauto die richting Wijnbergen moet, even verderop ook weer een rotonde tegen: moet die dan ook verdwijnen? Uit het oogpunt van kapitaalsvernietiging en met het oog op de precaire financiële positie van de gemeente, lijkt het de fractie van GroenLinks verstandig om de rotonde intact te laten. We houden op die manier zomaar € 1 miljoen in de zak. Dat de rotonde gedeeltelijk in het bouwvlak van de parkeergarage ligt, dat probleem is op te lossen, door de capaciteit iets in te krimpen. Ze denken dat een garage van bij voorbeeld 800 plaatsen ook goed zal voldoen op die plaats. Uit door hen opgevraagde cijfers blijkt dat de Catharinagarage maar gedurende drie uren in de week praktisch vol is en dat hij door elkaar voor 60 tot 70% leeg staat. Natuurlijk mag je dat gegeven niet zonder meer overbrengen naar de nieuwe parkeervoorziening op de Varkenswei, maar het gegeven relativeert de betekenis van de gehanteerde getallen. Ze stellen voor om de 100 plekken toe te voegen aan de reserve van 400 die ze toch al niet meteen realiseren. Bovendien hebben ze net een fietsnota aangenomen, die als doelstelling heeft “om de mensen zoveel mogelijk te laten profiteren van de voordelen van het fietsen. Deze voordelen zijn enerzijds persoonlijk (gezondheid, sneller in de stad) en anderzijds maatschappelijk (bereikbaarheid voorzieningen en centrum, milieu). De onderliggende doelstelling is dat er zodanig moet worden geïnvesteerd in de fiets dat men in de stad een goed alternatief heeft voor verplaatsingen met de auto”. Het lijkt hem goed om ervan uit te gaan dat bewoners van de Huet en van Dichteren straks zoveel mogelijk met de fiets komen. De fractie van GroenLinks heeft hierover een amendement aangekondigd, dat naar hij aanneemt ook de steun ontvangt van andere fracties. Ze hebben de plicht om zuinig met de door de parkeerders opgebrachte centen om te gaan en niet zomaar
184
een miljoen te verkwisten. Het amendement luidt als volgt: AMENDEMENT De raad van de gemeente Doetinchem, in vergadering bijeen op 9 juli 2009, gelezen het voorstel Parkeerdek Varkensweide, overwegende dat aanpassing van de bestaande rotonde leidt tot kapitaalvernietiging en dat een extra uitgave van € 1.000.000 vermijdbaar is, indien de rotonde gehandhaafd kan worden; overwegende dat er een berekende totaalcapaciteit van 4000 parkeerplaatsen voor heel Doetinchem is, waarvan we er 400 in reserve houden; overwegende dat het nog onzeker is waar de toekomstige nieuwe brandweerkazerne gevestigd zal worden; besluit: * het stedenbouwkundig kader Parkeerdek Varkensweide vast te stellen met dien verstande dat de rotonde in de Europaweg/Varkensweide intact wordt gelaten; * dat de capaciteit van de parkeergarage met 100 plaatsen wordt verkleind of zoveel als nodig is om de rotonde in stand te houden; * de capaciteit van 100 parkeerplaatsen toe te voegen aan de reserve; * punt 2b uit het dictum te schrappen; en gaat over tot de orde van de dag. GroenLinks Bewoners van de Varkensweide en de Dichterseweg en omliggende straten hebben voorstellen gedaan over de toegang en de uitgang van de parkeergarage. Voor de raad is dat een uitvoeringskwestie, die niet behoort tot de kaderstelling. De fractie van GroenLinks neemt aan dat ze als gemeente gretig gebruik maken van de meedenkcapaciteit van de bewoners die terecht hun eigen woongenot zo min mogelijk aangetast zien. Ze willen hun complimenten maken aan die bewoners, omdat ze zich zo coöperatief opstellen bij deze veranderingen in hun buurt. Er komt vast een goede oplossing, daar vertrouwen ze op. Mevrouw BERENS zegt dat voor de CDA-fractie het adagium is: onderzoek alles en behoud het goede. De voorstellen zoals de bewoners die hebben ingediend en ook het voorstel zoals ze dat recente hebben ontvangen van de fractie van D66 geven hun aanleiding om te denken: waarom zou je daar de goede dingen niet uithalen en in overleg met de partijen die daar een inzet in willen plegen tot een zo best mogelijke oplossing komen? Graag willen zij die mensen bij de planvoorbereiding betrekken zodat de meest duurzame en toekomstbestendige variant ontwikkeld kan worden. Bij de bestudering van de plannen van de fractie van D66 heeft ze al een aantal vragen voorgelegd omdat ze verwachtte dat er conflicten zouden ontstaan met een aantal weggebruikers. Daar heeft ze al een eerste reactie op ontvangen. Ze heeft vanavond nog met een van de bewoners gesproken die dicht bij de Varkensweide woont aan de Dichterseweg. Het plan van de fractie van D66 bij een van de varianten houdt in dat er onteigening zou moeten plaatsvinden van een deel van het perceel. Dat lijkt haar niet de bedoeling. Dus zij vraagt vooral rekening te houden met alle belangen die hierin spelen. Ze vraagt zich nog af of er een amendement moet komen en het dictum moet worden aangepast of dat alle voorstellen meegewogen kunnen worden. Ze
185
constateert uit ja knikken dat dit kan. De heer MOÏZE DE CHATELEUX pleit zoals altijd bij de fractie van D66 voor een integrale aanpak. In de commissie hebben ze hun bedenkingen over het voorstel geuit en daarom zijn ze hard aan het werk gegaan en hebben ze aan dit stuk dat nog de status van een discussienota heeft (vandaar dat er ook geen dictum nodig is) gesleuteld. Ze vragen college en raad om op een constructieve, loyale wijze zowel uit de ideeën van de bewoners van de Varkensweide als uit het collegevoorstel en ook uit zijn voorstel het beste halen en te komen tot een goed plan dat voor de bevolking van Doetinchem het beste is. Ze behoeven vanavond dus niet te besluiten, maar moeten gewoon met elkaar aan het werk. Het amendement staat vrij haaks op het voorstel dat de fractie van D66 gedaan heeft. Het zou niet zo consistent zijn voor de fractie van D66 om dat amendement te steunen. De heer VERHOEVEN spreekt uit dat de VVD-fractie instemt met het voorstel en belang hecht aan de inbreng van bewoners en de inbreng vanuit de fractie van D66. Ze gaan ervan uit dat die informatie op een goede manier meegenomen wordt en dat er het beste uitgehaald wordt. Het amendement van de fractie van GroenLinks zullen zij niet steunen. Mevrouw PUTMAN stelt dat voldoende parkeergelegenheid voor Doetinchem van groot belang is. De plek waar de parkeergarage gaat komen is niet zo maar een plek. Het is de entree van de stad. Wat de PvdA-fractie betreft mag het ook wel een beetje allure hebben, maar niet ten koste van elke prijs. Ze vragen aandacht voor de sociale veiligheid, geluid, lichtoverlast, toenemende verkeersdruk op de omliggende straten, behoud van zoveel mogelijk bomen en ook is een goede communicatie met de buurt van groot belang. Dat houdt in dat het informeren van de buurt niet voldoende is. Ze moeten betrokken worden door middel van overleg voor en tijdens de ontwikkelingen zoals ze dat met sommige andere projecten ook doen. Ze hebben met meer dan alleen belangstelling gekeken naar de alternatieven die de fractie van D66 door een expert heeft laten maken. Met name de combinatie met de brandweergarage. Toevallig zag ze vanavond op internet nog dat ook de brandweergarage naar ons toe komt en dat is al in november. Het is in het college geweest dus wat kan er tegen zijn om een combinatie te maken van deze twee projecten. Met name de combinatie met de brandweergarage die aan de westzijde van de Europaweg is gepland en de daarbij behorende mogelijke alternatieven voor in- en uitritten zijn in hun ogen het bestuderen meer dan waard. Ze willen ook voorkomen dat ze het kapitaal vernietigen dat ze daar hebben liggen. Ze vraagt de wethouder wat de gevolgen zijn wanneer ze het voorstel zoals het nu voor ligt parkeren en de alternatieven onderzoeken en eventueel meenemen in een nieuw voorstel naar de raad. Ze hadden deze alternatieven liever eerder gekregen, maar zoals het stuk zelf al zegt ontstaat het nadenken om te komen tot de meest creatieve oplossingen meestal na het roepen van een idee. Dit project is te belangrijk om goede kansen of oplossingen te laten liggen omwille van de tijd. Wethouder VAN DER MEIJS noemt het parkeerdek Varkensweide een plek waar in het verleden al een heleboel over te doen is geweest en die door de raad ook als uitbreidingslocatie in de parkeernota is vastgesteld om daar meer parkeerplaatsen mogelijk te maken. Wat hier voor ligt is een kaderstelling. Het stedenbouwkundig kader en het geld. De uitvoering en hoe het er uit komt te zien en wat de mogelijkheden daarin zijn, dat is inderdaad aan het college, maar zo flauw zijn ze natuurlijk niet. Het is een punt aan de rand van een woonwijk, bij binnenkomst van de stad en bij een belangrijke verkeersader van de gemeente Doetinchem. Ze heeft de voorstellen gezien van de bewoners en ook van de fractie van D66. Ze heeft daar al een ambtelijke reactie op maar het was allemaal zo kort dag dat ze dat beter niet nu in
186
de discussie kan brengen. Feit is dat ze de raad vraagt het kader vast te stellen zodat ze kunnen doorgaan en dat ze dan uit alle plannen en onderzoeken en voorstellen die er liggen uiteraard in overleg met de bewoners kijken wat haalbaar en mogelijk is. Want ze hebben toch wel met een aantal dingen rekening te houden. Bij de ontsluiting in bepaalde voorstellen kom je aan de ecologische zone en de rand die toen een belangrijk item was, ook voor de fractie van D66 om neen te zeggen tegen de nieuwbouw van Amphion daar. Je komt in bepaalde voorstellen ook aan het ecologisch gebiedje aan de andere kant van de Stokhorstweg. Je hebt te maken met de waterkering tussen de Stokhorstweg en de Dichterseweg. Een bepaald voorstel geeft ook aan dat als je dit doet je een hele korte route van de Wijnbergseweg richting Europaweg krijgt en dat betekent veel meer verkeer op de Wijnbergseweg. Ze beweert niet dat het allemaal onmogelijk is, maar ze geeft heel even in het kort aan dat het een hele complexe situatie is. Ze raadt het amendement van de fractie van GroenLinks af omdat als je keek naar het mobiliteitsplan je dan al zag dat je op een gegeven moment van de rotonde af zou moeten naar een verkeersregelinstallatie (vri) al was het alleen maar door de toename van het verkeer. Ze hebben het amendement pas kort van tevoren gekregen, maar haar sterke inschatting is dat afname van 100 parkeerplaatsen toch nog veel teveel verkeersbewegingen op dat punt geeft om met een rotonde toe te kunnen. Dat zou gewoon betekenen dat het volloopt en vastloopt. Je zult toch naar een vri moeten, los van de brandweerkazerne. Aanleg van een turborotonde heeft weer het probleem dat je met de ecologische vlek zit in een van de hoeken rond die rotonde. De heer VAN DOESUM heeft vanmiddag nog op de computer zitten kijken naar verkeerskundigen die bestudeerd hebben wat nu de veiligste kruising is. Het artikel dat hij gevonden heeft begint met een hele krachtige zin: het beste kruispunt is een rotonde. Dat is uit het oogpunt van veiligheid bekeken. Daar gebeuren de minste ongelukken omdat de naderingssnelheid tamelijk langzaam is. Terwijl bij een door een vri beveiligd kruispunt de naderingssnelheid in sommige gevallen juist heel hoog is omdat mensen net nog door het groene of oranje licht willen rijden. Dus uit een oogpunt van veiligheid zou het ook beter zijn om die rotonde daar te laten liggen. Wethouder VAN DER MEIJS reageert dat een rotonde alleen veilig is als die het aankan. Op het moment dat je daar veel teveel verkeer op hebt zitten, is een rotonde ook niet meer veilig. Dat gaat uit van een goed werkende rotonde. Als de verkeersbewegingen teveel zijn, dan gaat de hele Europaweg vol zitten, toegangswegen van en naar de parkeergarage richting centrum en dat willen ze nu juist niet. Dat is ook bijzonder slecht voor het milieu. Haar sterke inschatting is dat 100 plaatsen minder absoluut niet toereikend is voor het handhaven van de rotonde puur om verkeerstechnische redenen. De heer VAN DOESUM vindt het verhaal van het milieu tamelijk onzin. Iedereen die hier auto rijdt weet dat stilstaande auto’s voor een rood stoplicht veel meer milieuschade aanrichten dan auto’s die langzaam over een rotonde rondrijden. Wethouder VAN DER MEIJS stelt dat optrekken en afremmen wel meer milieuschade veroorzaakt. Terecht zegt de PvdA-fractie dat alleen informeren van bewoners niet voldoende is. Ze zijn wel begonnen. Dit is het traject waar ze vanuit gaan. Er komt nog een heel traject van hoe het er uit gaat zien. Er zijn ook een heleboel vragen van bewoners en suggesties. Daar moet je blij mee zijn. Ze heeft ook toegezegd aan bewoners dat ze er wat innovatief mee willen zijn. Ze zou het prettig vinden als er een soort innovatieve vorm van meedenken van de bewoners is. Feit is wel dat je het niet iedereen naar de zin kunt maken. Daar moeten de bewoners zich ook goed van bewust zijn. Ze vond die avond bijzonder prettig. Ze verwacht dat dit wel goed komt. Belangrijk is wel dat de raad van tevoren deze kaders vaststelt want dat geeft ook houvast. Anders krijg je allerlei plannen waarvan ze achteraf moeten zeggen dat die niet realiseerbaar zijn omdat ze niet passen binnen de stedenbouwkundige kaders en/of binnen de financiële kaders. Ze verwacht dat ze er dan een heel goed evenwicht in hebben. Mevrouw BERENS laat weten dat de CDA-fractie geen behoefte heeft aan het
187
amendement van de fractie van GroenLinks. Ze steunen dat dus niet. Mevrouw PUTMAN geeft te kennen dat de PvdA-fractie zal instemmen met het voorstel als de wethouder toezegt dat ze alle plannen meeneemt in het vervolgtraject. Ze kunnen niet meegaan met het amendement van de fractie van GroenLinks omdat in de stukken staat aangegeven dat de rotonde niet berekend is op zo’n grote toeloop. De VOORZITTER brengt het amendement van de fractie van GroenLinks aan de orde. Voor het amendement stemt alleen de fractie van GroenLinks. Daarmee is het amendement verworpen. De VOORZITTER brengt het collegevoorstel in stemming. Met uitzondering van de fractie van GroenLinks stemmen alle fracties voor het voorstel. Daarmee is dat aangenomen.
10.
EVALUATIE DEELNAMESUBSIDIE EN TARIEVEN SPORTACCOMMODATIES Mevrouw GROOTJANS memoreert dat het college in november 2007 de motie van de CDA-fractie heeft overgenomen om het subsidiestelsel voor sportverenigingen te evalueren. Ze vroegen om die evaluatie begin 2009 aan te reiken. Ze vindt vandaag, 9 juli 2009 dan ook wel laat. Nog meer verbaasd waren ze dat in juni in de commissievergadering de PvdA-fractie het college complimenteert omdat het zo goed luistert naar de kritische geluiden uit de samenleving. Dit klopt van geen kanten als je bedenkt dat de CDA-fractie al in 2007 de motie heeft ingediend. De evaluatie ligt er nu echter in een uitstekend rapport. Maar wel een rapport waar ze niet vrolijk van worden. Het subsidiestelsel voor de verenigingen mist doel en behaalt niet de beoogde resultaten. De verenigingen hebben het moeilijk. Jeugd en mensen met een beperking zijn niet wezenlijk meer gaan sporten. Het is maar goed dat het college in de commissievergadering ruiterlijk erkend heeft dat de plank van Coach+ 2005 hierin is misgeslagen. Alhoewel de CDA-fractie blij is met deze eerste bijstelling zal er nog meer moeten gebeuren. 1. Het systeem van de deelnamesubsidie wordt wat de CDAfractie betreft meegenomen in de discussie over de functie en de organisatie van de verenigingen. Een regeling die zijn doel niet bereikt moet je op de schop nemen en beoordelen wat je ermee doet. 2. De controle op de verenigingssubsidies en zeker ook de controle op commerciële instellingen moet in een helder en transparant controlekader geplaatst worden. 3. Er dient overleg te komen met omringende gemeenten hoe om te gaan met grensoverschrijdende sporters. Dit dient beter in balans te komen. 4. Hardheidsclausule: er dient ruimte te zijn voor het college te regelen waar nodig. Verenigingen mogen niet omvallen door problematiek in relatie tot subsidie, kostenplaatje en de hoogte van lidmaatschapsgelden. 5. Een sportnota ligt er wat de CDA-fractie betreft eind 2009. De te voeren discussie over de functie en organisatie van verenigingen zien ze tegemoet. Eerder noemden ze als onderwerpen wel of niet basissport, breedtesport, de betekenis van topsport en vooral de verbinding tussen sport en welzijn. 6. Met het sportservicepunt ter ondersteuning van verenigingen stemt de CDA-fractie van harte in. Die ondersteuning is dringend noodzakelijk. 7. Een definitief besluit de tarieven van sportaccommodaties per 1 januari 2010 te verlagen conform aanbeveling 1 is akkoord. De noodzaak om de tarieven te verlagen is klip en klaar. De CDA-fractie gaat graag met de raad en het verenigingsveld de discussie aan over wat nu precies nodig is in de toekomst. De heer VERHOEVEN geeft aan dat mevrouw Grootjans al nadrukkelijk is ingegaan op de insteek die ze hadden afgesproken bij het Coach+-verhaal. Het heeft niet gebracht wat ze hadden gehoopt en verwacht. Ook de VVD-fractie trekt die conclusie. De fractie heeft enorm geworsteld met het voorliggende voorstel. In de commissie hebben ze al aangegeven dat ze eigenlijk vinden dat de situatie zoals die nu
188
is niet goed is. Dat ze eigenlijk vinden dat er op zo kort mogelijke termijn helderheid gegeven moet worden aan de verenigingen en dat zij zelfs overwogen om de ingangsdatum nadrukkelijk naar voren te halen naar 1 augustus of 1 september, afhankelijk van de discussie. Daarnaast is er door een aantal insprekers aangegeven, maar hebben zij er ook nadrukkelijk naar gekeken, dat zowel de binnen- als de buitensport hebben te kampen met de consequenties van de financiële bezuinigingen. Als je echter kijkt naar de voorstellen en de verschillen in de verlaging van de tarieven dan zit daar voor de binnen– en de buitensport een heel groot verschil in. Daar is in de commissie wel over gesproken, maar dat heeft voor de VVD-fractie eigenlijk geen duidelijkheid gebracht. Ze begrijpen dat niet en vooralsnog zijn ze van mening dat die tarieven ook veel meer naar elkaar toe zouden moeten gaan. Dat heeft financiële consequenties maar dat heeft ook – en dat is misschien wel een van de punten waarom het bij Coach+ ook mis ging – nog eens onvoorziene neveneffecten. Als je dat in anderhalve week uit moet puzzelen met dat risico en met die geschiedenis, dan denken ze dat het geen goede insteek is. De insteek zou moeten zijn om bij de behandeling in de begroting inzichtelijk te hebben wat het betekent om die percentages wat meer naar elkaar toe te laten komen van binnen– en buitensport en dan moet ook helder zijn wat de directe, maar ook de indirecte consequenties daarvan zijn en ook wat dat financieel betekent. Datzelfde geldt ook voor de deelnamesubsidie. Ook daarin kunnen ze niet echt constateren welk effect het heeft gehad en ze zouden zich kunnen voorstellen dat je een maximum bedrag voor jeugdleden bepaalt. Om dat nu kort door de bocht hier neer te leggen gaat hun te ver. Er is geen enkele discussie over het feit dat het voorstel om voor de binnensport de contributie in ieder geval met 19% te verlagen voor de VVD-fractie het absolute minimum is. Ze zien graag meer. Voor de buitensport mogelijk iets minder. Maar dan dreigt het een beetje incidentenpolitiek bedrijven te worden. Dat willen ze niet. Namens zijn fractie vraagt hij of het college toe kan zeggen een aantal varianten ten aanzien van de contributieverlagingen door te rekenen en mee te geven bij de discussie rond de begroting en daarnaast ook ten aanzien van de deelnamesubsidie inzichtelijk te maken hoe ze het hebben ingestoken, wat de effecten waren, hoe het beter en hoe het anders kan. Op deze manier gaan ze er in ieder geval niet mee verder. Mevrouw MOONEN herinnert zich nog goed dat ze in 2005 in deze zaal met verenigingen en met commissieleden en daarna ook in de raad uitgebreid gesproken hebben over de toenmalige bezuinigingen bij Coach+. Het was een behoorlijk heftige zaak en niemand wist hoe het zou gaan lopen. Ze hebben toen als fractie gezegd dat voor hen de bezuinigingen alleen te billijken waren als het beleid op een redelijke termijn geëvalueerd zou worden en indien effecten tegen zouden vallen en mensen of verenigingen er de dupe van zouden worden dat ze er dan opnieuw naar zouden kijken. Mevrouw Grootjans zei dat ze niet begreep waarom de PvdA-fractie in de commissie bepaalde dingen zei. Mevrouw MOONEN was er niet zelf bij, maar ze weet wel dat ze altijd gezegd hebben dat ze vanaf het begin af aan wilden evalueren. De CDA-fractie heeft toen gevraagd om een snelle evaluatie. Daar was de PvdA-fractie het toen van harte mee eens en ze zijn blij dat het er nu ligt. Dat het later is dan de bedoeling was, dat zij dan zo. Ze hebben nu de evaluatie en de signalen waren er ook al eerder dat het niet helemaal ging zoals zij het verwacht hadden. Maar nu ligt er iets voor waaruit blijkt dat het inderdaad zo is als ze dachten dat het was. Het uitgangspunt van Coach+ was altijd ‘iedereen doet mee’. Dat nu de verhoging van de huur van de accommodaties tot financiële problemen leidt bij verenigingen is een signaal naar de gemeente dat de opzet zoals die bedoeld was in ieder geval niet is geslaagd. In de subsidiemaatregelen zat heel duidelijk de wens om de deelname voor de doelgroepen te promoten. Dit zou dan ook door de verenigingen opgepakt worden. Verenigingen zien de deelnamesubsidie meer als een algemene subsidie, staat in het stuk van het college. Ook is gebleken dat de contributie van jeugdleden en van
189
leden met een beperking meer is gestegen dan de contributie van de overige leden. In hun beleving is dat niet geheel in overeenstemming met het doel dat ze voor ogen hadden. Daar moeten ze nog eens goed naar kijken. Ze kan zich voorstellen dat ze dit gezamenlijk tijdens de begroting nog eens doen en dat ze het dan ook goed in beeld hebben. Ze kijken nu alleen naar de accommodaties en het lijkt de PvdA-fractie beter om het totale plaatje strak voor zich te hebben. Toch heeft de PvdA-fractie waardering voor het feit dat het college en alle andere fracties het voorstel om de tariefsverlaging nu door te voeren onderschrijven. Het is wel belangrijk dat ze nu met z’n allen onderkennen dat ze er ook wat aan gaan doen. Wat dat betreft vinden ze het positief. Het college onderkent heel duidelijk dat dit beleid niet heeft geleid tot een uitkomst die zij en ook de raad voorstonden toen ze dat besluit namen. De PvdAfractie kan niet overzien hoe het gaat met de zeven verenigingen die het college noemt in het voorstel, want daar staat verder niet zoveel over genoemd. Ze kunnen ook helemaal niet weten of zij het nu gaan redden met deze maatregel die nu voor ligt. Ook daarvan vragen zij het straks goed in beeld te brengen, zodat ze dan kunnen kijken of het lukt. Ze ondersteunt wat de heer Verhoeven zei om er bij de begroting nog eens uitgebreid naar te kijken en ze hoopt dat het college de tijd heeft om het voor die tijd goed in beeld te brengen. Het zou wat de PvdA-fractie betreft wel een goed plan zijn. Inzake de aanbevelingen 2 en 3 vinden ze de maatschappelijke discussie over de functie en organisatie van de verenigingen een prima initiatief. Er is bij de verenigingen steeds meer aan taken te doen en er zijn steeds minder vrijwilligers. De vrijwilligers die ze hebben worden steeds zwaarder belast. Vandaar dat die discussie hun heel erg zinvol lijkt. Het lijkt hun goed dat ze voor het instellen van het ondersteuningspunt even wachten op de resultaten van de maatschappelijke discussie en dan kijken hoe ze met het ondersteuningspunt omgaan. De heer MOÏZE DE CHATELEUX stelt dat onderdeel van het doel van Coach+ niet alleen was een ombuigingsopdracht te realiseren, maar ook transparant maken wat accommodaties werkelijk kosten. Doelstelling was het vergroten van de participatie van de jeugd en van mensen met een beperking en dat is mislukt. Het aantal jeugdleden is afgenomen en het aantal mensen met een beperking licht gestegen. Dat is onbevredigend. Uit onderzoek is gebleken dat verenigingen de deelnamesubsidie geen extra stimulans vonden. Dan zou het toch logisch zijn om daar een prikkeling in aan te brengen. De fractie van D66 vraagt het college de mogelijkheid te onderzoeken van een soort bonussubsidie. Bij toename meer en bij gelijk blijven of minder korten op de subsidie. Dan wordt het aantrekkelijk om er wat mee te doen. Hij ondersteunt het verzoek van de VVD-fractie om ervoor te zorgen dat ze bij de begroting gegevens hebben zodat ze daar nog eens goed naar kunnen kijken. Op dit moment is de fractie van D66 niet zo voor het verlagen van tarieven. Ze willen daar echt bij de begroting nog eens uitvoerig naar kijken, maar ze vragen wel dat onderzoek. De heer VAN DILLEN herinnert eraan dat ze in maart van dit jaar Stichting Topvolleybal Orion een eenmalige subsidie van € 50.000 hebben verleend om het voortbestaan te waarborgen. Dat heeft schijnbaar zo goed uitgepakt dat Orion meteen een sportpsycholoog in dienst kon nemen. Wat dat betreft kunnen ze toch zeker niet achterblijven bij het oplossen van de financiële problemen die zijn ontstaan bij verenigingen in de breedtesport. Ze nemen aan dat deze verenigingen nog geen sportpsycholoog nodig hebben… De fractie van GroenLinks stemt in met de voorgestelde tariefsverlagingen van de sportaccommodaties. Wat de deelnamesubsidie betreft willen ze dat deze wordt meegenomen in de maatschappelijke discussie over de functie en organisatie van verenigingen, punt 3 in het voorstel. Coach+ is destijds raadsbreed aangenomen met als doel dat iedereen kan meedoen en de fractie van GroenLinks wil niet dat het draagkrachtprincipe onderuit wordt gehaald. In de commissie is ook meerdere malen gevraagd waarom de verlaging van het huurtarief voor buitensport groter is dan die voor binnensport terwijl de pijn vooral zit bij de
190
binnensport. Wethouder Van Dijk gaf steeds als antwoord dat de tarieven in de regio als ankerpunt zijn gebruikt. Dat wil dus zeggen dat de evaluatie op dit punt wordt genegeerd. De fractie van GroenLinks vraagt: de verlaging in het huurtarief m.b.t. binnensport / buitensport nog even te bekijken, de discussie over de functie en organisatie van verenigingen te agenderen voor de commissie maatschappelijke zaken en in deze discussie ook deelnamesubsidie mee te nemen. Ook het nog uit te werken voorstel voor het instellen van een ondersteuningspunt zal de discussie kunnen verbreden. En ten slotte een tijdstip bepalen voor evaluatie na de tariefsverlaging van 1 januari 2010. Wethouder VAN DIJK wil op zes punten reageren. Als ze als gemeente of als college dingen goed doen, dan zeggen ze dat graag. Maar ook als ze dingen niet goed doen, zoals blijkt uit deze evaluatie, dan lopen ze daar helemaal niet voor weg. Hij vindt dat bij een modern transparant bestuur hoort dat je ook ruiterlijk toegeeft als dingen ook niet goed zijn gegaan. Dat hebben ze hier gedaan en hij vindt dat een goede zaak. Het is een goede evaluatie en hij dankt alle verenigingen die daaraan hebben bijgedragen. Hij wil voor de helderheid Coach+ en de bezuinigingen nog even tegenover elkaar stellen. Coach+ behelsde eigenlijk niets anders dan dat ze zeiden dat ze van het algemene subsidiebeleid waarbij elke vereniging een beetje kreeg toe gingen naar een specifiek subsidiebeleid waarin een aantal door de raad geselecteerde doelgroepen, jeugd, mensen met een beperking en mensen met een lager inkomen, daarvoor in de plaats kwam en niet iedereen maar een beetje. Daaruit is uiteindelijk het systeem van enerzijds de meedoenregeling en anderzijds de deelnamesubsidie naar voren gekomen. Het tweede element uit de operatie destijds was de bezuiniging. Ze hadden toen te maken met vele miljoenen die ze moesten bezuinigen en het sociale domein hebben ze geprobeerd met elkaar zoveel mogelijk te overzien, maar ze moesten ook op het beleidsterrein sport een bijdrage leveren aan die bezuinigingen. Dat hebben ze gevonden door de tarieven van de accommodaties een aantal jaren fors en naar nu blijkt te fors te verhogen. Hij vindt het toch goed om deze twee elementen, de gewijzigde subsidiesystematiek en de tariefstijging ten opzichte van elkaar te plaatsen. Want die gewijzigde subsidiesystematiek heeft in de praktijk eigenlijk helemaal geen kans gehad om zichzelf te bewijzen omdat de ophoging van de jeugdsubsidies (die werden verdubbeld evenals voor mensen met een beperking) werd ingehaald door de extreme tariefstijging aan de andere kant. Je zag dat verenigingen daardoor financieel in de knel kwamen. Uit die evaluatie die ook helder en scherp is geweest, waarvan ze vooraf raadsbreed met elkaar hadden afgesproken dat ze die zouden doen en waarvan ook raadsbreed is afgesproken om dat naar voren te halen, blijkt dat die tarieven te hoog zijn geworden ook in vergelijking met het regionale gemiddelde. Waarom hebben ze gekozen voor de systematiek zoals die hier ligt? Dat is dat deze gemeente al jarenlang het systeem hanteert dat binnen sporten nu eenmaal duurder is dan buiten sporten. Daarom hebben ze een aantal ankerpunten gezocht in de regio om zich aan te spiegelen. Hij zegt toe dat hij bij de raadsbehandeling van de begroting komt met inzicht in wat eventueel de financiële consequenties zijn als je dat op een andere manier ten opzichte van elkaar zou positioneren zodat ze een heldere keuze met betrekking tot die tariefsverlaging kunnen maken. De raad stelt hierbij vast dat ze die tariefsverlaging in ieder geval gaan doen maar de financiële vertaling daarvan vindt sowieso pas plaats bij de begroting in november. Wat betreft de deelnamesubsidie is hij het eens met degenen die zeggen dat die niet gebracht heeft wat ze daarvan met elkaar verwacht hadden. Er zijn nauwelijks meer mensen met een beperking gaan sporten en het aantal jeugdleden dat is gaan sporten is gelijk gebleven of licht gedaald. Voordat ze echter weer in een reflex schieten om een hele andere systematiek te kiezen, lijkt het hem goed om juist in het maatschappelijke debat waarin uit die evaluatie ook blijkt dat er meer aan de hand is dan alleen de tarieven die te hoog zijn, of de subsidiesystematiek, vast te stellen dat er ook een aantal maatschappelijke ontwikkelingen zijn. Hij refereert aan wat de heer Boot van de Nieuwe Doetinchemse
191
Dolfijnen zei: het winkelgedrag van een aantal leden waar ook een vereniging met betrekking tot bijvoorbeeld vrijwilligers mee te maken heeft. Hij stelt voor dat als ze kiezen om op een andere manier de doelen die ze met elkaar willen – meer jeugd, meer mensen met een beperking en meer mensen met een laag inkomen – te bereiken en als blijkt dat de deelnamesubsidie daar geen effectief instrument in is, dan moeten ze daar ook niet mee doorgaan. Dan moeten ze een instrument zoeken – zie het voorstel van de heer Moïze de Chateleux en van anderen – en de discussie met elkaar aangaan om te kijken met welk instrument ze de doelen die daar achter zitten en die ze raadsbreed delen, kunnen bereiken. Daar staat het college geheel voor open. Als je kijkt naar de voorstellen zoals die er nu zijn, dan luiden die dat ze toe willen naar tariefsverlaging. Daar zijn ze in doorgeschoten en dat moeten ze repareren; in de begroting voor volgend jaar zullen daar dekkingsvoorstellen voor aangegeven worden. Op dat punt dient het college nog een nadere afweging te maken hoe binnen- en buitensport zich ten opzichte van elkaar verhouden. Het tweede punt dat hij wil aanhalen vinden ze terug in de maatschappelijke discussie en hij neemt daar ook de rol van het ondersteuningspunt in mee. Dan kijken ze wat ze als gemeente als subsidiesystematiek gaan hanteren plus de ondersteuning die ze door middel van een servicepunt aan verenigingen kunnen bieden, wat daarbij het meest dienend is voor de doelen die ze met elkaar ook willen. De heer VERHOEVEN vraagt welke termijn de wethouder in geachte heeft als het gaat over de te voeren maatschappelijke discussie. Wethouder VAN DIJK antwoordt dat dit na de zomervakantie moet gaan plaatsvinden. De VOORZITTER stelt vast dat de raad unaniem akkoord gaat met het voorstel. 11.
ECONOMISCHE VISIE EN ACTIEPLAN De heer HEIJ laat weten dat de fractie van de ChristenUnie-SGP gelukkig is met dit plan. Dat overheid en ondernemers de handen ineenslaan is een hele goede zaak. Daar word je alleen maar beter van. De wijze waarop het tot stand is gekomen met inbreng van allerlei betrokkenen is goed geweest voor de onderbouwing en het draagvlak van dit plan. Hij wenst alle betrokkenen veel succes met de uitvoering. De heer THUS laat weten dat de vraag om voor Doetinchem en omstreken een economische visie op te stellen voort komt uit het feit dat de raad al jaren constateert dat in Doetinchem de uitgifte van bedrijfsgrond flink achter blijft bij de verwachtingen. Dit heeft geresulteerd in een motie van de raad waarin het college gevraagd wordt meer actie te ondernemen. Het college heeft dit opgepakt en samen met de IG&D een visie en actieplan opgesteld. Op zich een prijzenswaardig initiatief om dit samen met het bedrijfsleven te doen. Dit alles heeft geresulteerd in twee boekwerken. Het eerste geeft weer hoe de situatie nu is en waar Doetinchem zich in onderscheidt, zowel in de goede als in de minder goede ontwikkelingen. Over deze foto zijn ze als fractie zeer tevreden. Ze weten nu precies waar ze het over hebben. Het tweede gedeelte gaat over de acties die er komen, die ze als politiek en IG&D gaan ondernemen om te komen waar ze willen zijn. Er staan 27 actiepunten in vermeld. Bescheidenheid kan hun niet worden verweten. Ze zijn verheugd dat de IG&D ook haar verbondenheid cq verantwoording uitspreekt. Het gaat echter niet alleen om het benoemen, maar ook om het uitvoeren. De CDA-fractie wil hier de volgende aanbevelingen richting het college doen. Maak de actiepunten SMART. Wat wordt bedoeld met duurzaam? In de commissie is dat woord ook al aan de orde geweest. Er is toegezegd dat er een nadere specificatie komt. De relatie zorg/economie zou nader uitgewerkt worden. Die is op dit moment nog onderbeschreven. Daar is ook in de commissie over gesproken. Hoe monitoren ze als raad dit proces? De heer VAN DOESUM merkt op dat de heer Thus het voortdurend over de commissie heeft, maar
192
waarschijnlijk de informatieve raad bedoelt. Dat beaamt de heer THUS. Hij bedoelt de informatieve raad van 2 juli. De heer VAN DOESUM zegt dat dit de snelle procedure tekent die hier aan de hand geweest is en die het noodzakelijk maakte om net te doen alsof die informatieve raad een commissie was. Dat was het dus niet. Daar is de fractie van GroenLinks niet zo tevreden over. De heer THUS erkent zijn verkeerde woordkeuze. De inhoud blijft hetzelfde. Hij vervolgt: hoe monitoren wij als raad dit proces? Ze hebben al geconcludeerd dat de meeste aanbevelingen niet nieuw zijn. Sommige zijn onvoldoende opgepakt. Ze vragen het college dan ook om de actiepunten op te nemen in het dashboard zodat de raad een simpel en doeltreffend middel heeft om de zaak te volgen. De CDA-fractie noemt dat ‘aanpakken’ en dat past natuurlijk ook bij een economische visie. De heer LANGEVELD begint zijn bijdrage met de vraag: dynamisch duurzaam Doetinchem, wie kan daar tegen zijn? Ook de GroenLinks fractie juicht het opstellen van een economische visie en een actieplan toe en acht het van groot belang daar goed aandacht aan te besteden. Ze zijn blij met de samenwerking met de IG&D. Wat dat betreft is het jammer dat ze in een week tijd deze visie en het actieplan er doorheen jassen. Dat doet het belang ervan geen recht. De fractie van GroenLinks verbaast zich er dan ook over dat deze route gekozen is. Wat is de reden daarvoor? Dat betekent ook dat deze fractie lang niet zo gedegen als anders deze visie en dit actieplan heeft kunnen bespreken en dat ze ook nog met een aantal vragen zitten. Normaliter gebruik je daar de commissie voor, nu moet het maar in de raad. De term duurzaam spreekt hun aan, maar is tegelijkertijd een term die voor van alles wordt misbruikt. De fractie van GroenLinks verstaat daaronder: hernieuwbare energie- en grondstofbronnen, energiebesparing, afval niet zien als afval maar als grondstof (denk aan kunststof), geen grondstoffen van ver weg, maar van dichtbij, mensvriendelijk, generatievriendelijk. Dynamisch. Dat roept meer vragen bij hen op. Dynamisch klinkt goed. Toch lijkt in de visie dynamisch vooral te staan voor jong, creatief en hoogopgeleid. Daarmee wordt volgens hen dynamisch te beperkt uitgelegd en in het actieplan te beperkt uitgewerkt. Ze hebben vraagtekens bij het proberen vast te houden van jongeren en ze te verleiden niet naar de grotere steden als Arnhem, Nijmegen en Enschede te gaan. Jongeren van 16-23 jaar zitten in een levensfase waarin uitdaging en nieuwe dingen meemaken een belangrijke rol spelen. Daar hoort het vreemde bij. Waar volgens hen de uitdaging zit, is om voor de jongeren na die leeftijdsfase een aantrekkelijke stad te zijn, als zij meer toe zijn aan duurzaamheid (werk, gezin, samenleving). Daarbij past ook ondernemerschap. Het hoeft ook niet hbo of wo te zijn, het kan ook mbo plus zijn, of latere scholing naar dat niveau. Juist de mbo geschoolde ondernemers hebben Doetinchem en de Achterhoek veel werkgelegenheid en innovatie gebracht. Het is een illusie te denken dat ze op hbo/wo niveau een positie kunnen innemen in het krachtenveld van de Health, Food en Techno valley om ons heen (lees: Nijmegen, Wageningen of Enschede), maar van daaruit kun je wel de kansrijke mogelijkheden oppakken, die zij zelf niet tot uitvoering (kunnen) brengen. Dat versterken en vasthouden zou een belangrijk actiepunt moeten blijven. Overigens ervaren zij niet dat Doetinchem de achtertuin zou zijn, zoals ergens in het rapport staat; ze zien hierin eerder een bevestiging van een eigen opgelegd gevoel dan van de beleving elders. In den lande heeft de Achterhoek een goede naam als plek waar zaken tot stand komen, hard gewerkt wordt en betrouwbaarheid een extra plus is. De achtertuin wordt door de fractie van GroenLinks wel ervaren ten aanzien van de bereikbaarheid per ov en met name de trein. De pendelaars naar Nijmegen, Arnhem en de rest van het land ervaren dat niet als een positieve stimulering om in Doetinchem te wonen. Als laatste vraag willen zij graag concreet weten wat de gemeente nu precies verstaat onder het ondernemersloket en welke personele middelen daarmee gepaard gaan. Gezien de financiële situatie van Doetinchem kan wat de fractie van GroenLinks betreft van uitbreiding geen sprake zijn. De heer THUS stelt dat ze het hier hebben over een economische visie. Vorige
193
week, op 2 juli heeft de heer Langeveld dat ook al aangehaald. Als het over economie gaat, dan gaat het ook over wat verdienen. Als hij dan gaat zeggen dat er wel een ondernemersloket moet komen maar dat er geen personele invulling aan gegeven mag worden, dan begrijpt hij het dus niet. Hij vraagt hem om eens goed na te denken waar het over gaat. Investering gaat altijd vooraf. De heer LANGEVELD ontkent te hebben gezegd dat er geen ondernemersloket mag komen. Hij heeft alleen aangegeven dat ze dit volgens de fractie van GroenLinks niet via personeelsuitbreiding moeten doen. Dan moeten ze maar herschikken. De heer THUS reageert dat hij dan impliciet zegt dat er op dit moment teveel personeel rondloopt. Er komt een nieuwe taak bij en daar mag geen invulling aan gegeven worden. De heer LANGEVELD antwoordt dat de fractie van GroenLinks bij de begroting vorig jaar bij de trendnota al heeft aangegeven dat wat hen betreft ze zichzelf een loer voor de ogen aan het draaien zijn door personeelsuitbreiding toe te staan. Ze komen elkaar daarover op een gegeven moment weer tegen, maar dan hebben ze wel een probleem. De heer KONING geeft te kennen dat voor de PvdA-fractie werkgelegenheid en versterking van werkgelegenheid uiterst belangrijk is. Daarom willen ze er nu (om 00.30 uur) er nog wat woorden aan besteden. Ze prijzen het initiatief en ze prijzen de foto, de analyse. Ze prijzen de visie, het brede draagvlak, de brede aanpak en de snelheid van handelen. Ze zijn zeer enthousiast over wat nu voor hen ligt. Ze kunnen zich vinden in veel van de actieplannen. In het ene meer dan in het andere. Ze vragen extra aandacht voor het centrum voor jong ondernemerschap, de duurzaamheidsacademie. Apeldoorn is het ook gelukt om meerdere hbo-opleidingen te starten. Waarom zou het Doetinchem niet lukken? Het stagebureau voor hbo-ers en wo-ers zien ze veel in. Kleinschalige bedrijfsunits, zoals in Arnhem in Klarendal ook een succes blijkt te zijn. Ze zien veel in het regionaal bedrijventerrein. Bij de uitvoering zagen ze dat de gemeente Doetinchem veel op zich gaat nemen. Ze zullen dat nog tegenkomen bij de begroting. Aangenaam verrast waren ze in de laatste informatieve raadsvergadering dat de wethouder er al op vooruit loopt en al een heel plan heeft samengesteld hoe de gemeente kan waarmaken wat in deze visie staat. Hoe pakken ze de zaken aan? Voor het volgen van al deze actieplannen vragen ze zich af of het dashboard niet het aangewezen instrument is. Mevrouw DUIJN stelt dat het heel tegenstrijdig lijkt als een gemeente samen met de economische sector een visie gaat ontwikkelen. De gemeente heeft toch een andere kerntaak dan de sector. De gemeente heeft in principe te zorgen voor het welzijn van de burgers en de sector behandelt de belangen van de sector. In werkelijkheid ligt dit natuurlijk genuanceerder. Een gemeente heeft ook belang bij een goede economische ontwikkeling. En de economische sector bij welzijn en een zo goed mogelijke inkomenspositie van burgers die ook klanten zijn. De DSD-fractie vindt het heel goed dat deze visie gezamenlijk tot stand is gekomen. En ook de raadsleden zijn daar nog bij betrokken geweest. Nu komt het neer op de uitwerking. Als beide partijen net zo eendrachtig de uitwerking ter hand nemen als de ontwikkeling en daarbij ook alle opmerkingen die in de bespreking op 2 juli zijn gemaakt ter harte nemen en opvolgen dat kan ze voorlopig tevreden zijn. De suggestie om de ontwikkeling van de uitwerking in het dashboard op te nemen lijkt haar een heel goed. De heer MOÏZE DE CHATELEUX sluit zich graag aan bij de positieve woorden over het mooie van de samenwerking bij de uitwerking van een visie als dit; de samenwerking tussen IG&D en de gemeente. Ze profileren de regio graag als toeristisch. Een belangrijk item is dat in de Achterhoek 30% van de mensen een baan heeft in de technische sector en om hiervoor ook in de toekomst voldoende personeel te vinden is het absoluut noodzakelijk dat mensen van buiten de regio de Achterhoek zien als een aantrekkelijke werk- en woonomgeving. Profileren als agrarisch of toeristisch trekt mogelijk senioren maar zeker geen techneuten. Een
194
betere insteek zou zijn de Achterhoek als het groenste industriegebied van Nederland. Groen staat hier voor schone, duurzame in het groen gelegen industrie. De fractie van D66 kiest voor inzet op duurzame innovatieve techniek met de daarbij behorende onderwijsmogelijkheden. Mobiliteit is een component van duurzaamheid, andere opties zijn bijvoorbeeld duurzaam bouwen en het produceren van duurzame apparatuur. In de regio zijn er al tal van initiatieven op dit gebied. In het hele stuk echter hebben ze cultuur als economische waarde niet kunnen aantreffen. Dat vinden ze een gemiste kans. De fractie van D66 pleit al jaren om cultuur een volwaardige plaats in dezen te geven. De heer VERHOEVEN geeft te kennen dat de VVD-fractie verheugd is over de samenwerking bij de totstandkoming van dit stuk. Ook zij vinden dat het aspect zorg wat nadrukkelijker belicht moet worden. Ten aanzien van de foto vonden ze dat echt een openbaring. Ten aanzien van het actieplan vinden ze dat dit uiteraard in het dashboard moet maar ook graag zoveel als kan voortgang. Ze gaan uiteraard akkoord met het voorstel. Wethouder VAN DIJK merkt op dat een groot deel van de sprekers heeft gezegd dat het samenwerkingsproces uniek is en een aantal zei ook dat het bijna randvoorwaardelijk is dat overheid en bedrijfsleven dat met elkaar doen, want de een kan niet zonder de ander. Als ze geen goede economische dynamiek hier hebben in de regio hebben ze te maken met een stijgend aantal uitkeringen. Dat komt weer voor rekening van de gemeente en verlaagt het welzijn weer. Andersom heeft het bedrijfsleven ook weer belang bij een overheid die enigszins faciliterend en meegaand is als het gaat om het stimuleren van die economische dynamiek. Dat zie je ook heel nadrukkelijk in dit plan naar voren komen. Hij wil dit benadrukken omdat die samenwerking misschien hier voor ons in de Achterhoek vanzelfsprekend is, maar toch als je dat in het Nederlands perspectief verplaatst toch nog wel eerder tot de uitzonderingen dat tot de regel behoort. Het is in zekere zin wel bijzonder. Het is inderdaad heel snel geweest tussen de informele raad van vorige week en nu. Wetend dat ze met elkaar begonnen zijn in januari/februari met de ambitie om dit te gaan doen en dit binnen twee/drie maanden het licht hebben laten zien. En in de commissie maatschappelijke zaken hebben ze aan de voorzitter ook aangegeven dat het een snelheidsprocedure gaat worden waarbij ze niet de normale procedurestappen helemaal volgen. Welke naam je dan ook geeft aan de bijeenkomst van vorige week laat hij aan de raadsleden over. Als je kijkt naar het resultaat waarin ze toch een aantal vragen hebben kunnen stellen en aan meningsvorming hebben kunnen doen en ze samen met de IG&D het beeld hebben kunnen neerzetten dat ze als gemeente en bedrijven die klus moeten klaren en hij over dat beeld dat ze hebben neergezet en het tempo waarin dat is gebeurd, twee/drie maanden, inclusief alle raadplegingen van de partijen die erbij betrokken zijn geweest, vindt hij het eigenlijk nog wel een huzarenstukje, zowel vanuit het bedrijfsleven als ook van de raad, dat ze hier vanavond die economische visie en het bijbehorend actieplan hebben kunnen vaststellen. Een visie benoemen is niet zo verschrikkelijk moeilijk. Hem uiteindelijk uitvoeren is lastiger. Vandaar dat ze ook gezegd hebben dat ze niet tevreden zijn met fase 1 en 2. Fase 1 was de foto: waar staan ze nu, waar zijn ze goed in, waar zijn ze slecht in en fase 2 was de vraag op welke punten ze zouden kunnen doorontwikkelen door aan een aantal hefbomen te trekken om die economie in de regio een boost te geven de goede kant op, en dat alleen te benoemen en het daarbij te laten. Neen, ze hebben gezegd dat er ook een derde hoofdstuk bij moet komen waarin staat wie wanneer waarvoor verantwoordelijk is. Dat zijn nog eens 27 concrete plannen van aanpak. Hier staan de acties benoemd in een kort schemaatje wie wanneer wat moet opleveren. Uiteraard zal dit moeten worden uitgewerkt in plannen van aanpak. Het draait natuurlijk om het uitvoeren. Maar naast het uitvoeren zal de raad dit ook willen monitoren. Het college monitort dit zelf ook. Elke maand heeft hij overleg met het
195
bedrijfsleven in het economisch overleg Doetinchem. Daar agenderen ze dit ook steeds om ervoor te zorgen dat het tempo erin blijft. Maar hij kan zich voorstellen dat de raad dit graag geplaatst ziet op het bestuurlijke dashboard om ook de voortgang van de actiepunten die opgepakt zijn en in de jaarschijf staan te kunnen volgen. Het lijkt hem goed om het op die manier te doen. Als je dan zegt: zo staan we ervoor en we hebben te maken met die visie en als derde met dat actieplan, dan kan je niet tegen het bedrijfsleven zeggen ‘succes ermee en we laten het hierbij’. Het betekent ook dat je intern je zaken op orde moet hebben. Dat betekent dat ze het ondernemersloket zo hebben ingericht dat ze aan de ene kant in hun dienstverlening naar bedrijven en aan de andere kant de ontwikkeling van de dingen die hier staan, dit actieprogramma, ook kunnen uitvoeren. Daar zullen dan inderdaad extra mensen op moeten worden ingezet om dit ook waar te maken. Voor een groot gedeelte betekent het ook dat er geschoven wordt in taken. Maar als ze dat niet helemaal redden, dan is dit wel iets waar ze ook voor 2010 erg zwaar op zullen moeten inzetten omdat anders de sociale consequenties groot zullen zijn. Dus simpel gezegd: samen een proces gemaakt, daar hebben ze een aantal actiepunten uit naar voren laten komen. En een aantal punten zoals die door de raad zijn genoemd, zoals de relatie zorg en economie – dat is ook een van die unieke dingen in Doetinchem, ook als je kijkt naar de werkgelegenheidsgroei of het verzilveren van de vergrijzing - dan is dat absoluut een van de punten die ze nader gaan uitwerken, er zelfs dit jaar nog mee bezig zijn en er een aantal baanbrekende pilots voor uitvoeren. Werk is dynamiek. Dynamiek is overigens niet alleen dat we tevreden zijn als het aantal hoog opgeleiden hier toeneemt. Dynamiek lees je af aan het aantal nieuwe initiatieven, aantal nieuwe starters. Het mkb is hier de motor in onze regio en de ervaring leert dat de gemiddelde mkb-er is opgeleid op mbo-niveau 3. Dus alle heil komt echt niet alleen van hbo en wo. Het zal juist de combinatie zijn van de startende dynamiek vanuit het mkb maar ook de duurzaamheidsacademie waarbij de Hogeschool Arnhem-Nijmegen laaiend enthousiast is om dit jaar nog te beginnen met hoe ze al die duurzame initiatieven, stadion De Graafschap, ons eigen regionaal bedrijventerrein, een aantal ontwikkelingen die gaande zijn en die maken dat het ook voor hoger onderwijs een interessante omgeving is hoe ze met die duurzaamheid een aantal stappen verder komen. Het actieprogramma dat gemaakt wordt is geen statisch verhaal. Als ze op een gegeven moment constateren dat ze iets wel met elkaar afgesproken hebben in 2009 maar dat de situatie dan er toch om vraagt om het eigenlijk niet meer te doen en een ander element waarvan ze zeggen dat ze dat vooral wel moeten doen, dan zit die mogelijkheid er gewoon in. Het is geen kwestie van dat ze zeggen dat dit en dat in 2009 met elkaar is afgesproken en andere dingen er niet meer op komen. Maak vooral ook gebruik van kansen die zich in de economie voordoen. Met inzet van de gemeente vanuit het nu inmiddels opgerichte ondernemersloket. De VOORZITTER constateert dat met in achtneming van de gedane toezeggingen de raad akkoord gaat met het onder agendapunt 11 gestelde met betrekking tot de economische visie en het actieplan. 12.
DIVERSE AANGELEGENHEDEN 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6
Stedenbouwkundige visie centrumgebied Wehl Voorbereidingsbesluit Woongebied Wijnbergen Het Oosten Torontostraat Wijnbergseweg Nieuw Re-integratieverordening Eerste financiële monitor 2009 Overeenkomsten met Sportcentrum Rozengaarde bv Deregulering Algemene plaatselijke verordening
196
De VOORZITTER stelt vast dat de punten 12.1 t/m 12.6 bij hamerslag zijn geaccordeerd. 13.
INGEKOMEN BRIEVEN 1. G.J.L. Janssen, 4 juni 2009, aandacht voor overlast door de Dönerix-zaak in de Waterstraat. 2. W.J.J. Lukassen namens de Ouderenraad, 5 juni 2009, advies om de indicatie voor een Regiotaxipas te laten vervallen voor inwoners van 75 jaar en ouder. 3. Albertus Lubbers, 26 juni 2009, hartenkreten over plaats stadion De Graafschap. 4. Stichting Stralingsarm Nederland, 29 juni 2009, bezwaar tegen toestemming bouw UMTS-mast. De raad besluit deze brieven door het college te laten afdoen. 5. Ministerie van binnenlandse zaken, 15 juni 2009, informatie over subsidieregeling scholing en vorming van (kandidaat)raadsleden. De raad besluit deze informatie voor kennisgeving aan te nemen. 6. Loyens & Loeff namens Hadeco bv, Carwash De Achterhoek bv en Autoschade De Achterhoek bv, 16 juni 2009, zienswijze op ontwerponteigeningsbesluit Het Loo 2007. 7. Ross advocaten namens Crowntek Beheer bv, 29 juni 2009, verzoek om vergunning speelautomatenhal. De raad besluit deze brieven voor advies in handen van het college te stellen. 8. S. Pattinaja, E. Boshart en S. Kuipers, 8 juni 2009, verslaglegging en toegankelijkheid commissievergadering en behandeling ingekomen brieven. 9. Janneke Hendriks, 17 juni 2009, zienswijze op bestemmingsplan Lookwartier De raad besluit deze brieven en de antwoorden erop voor kennisgeving aan te nemen. Mevrouw BERENS verzoekt de brief onder 2 ter inzage in de leesmap te krijgen. De heer VAN DOESUM doet hetzelfde verzoek voor wat betreft brief 4. Dat zegt de VOORZITTER voor beide brieven toe.
De VOORZITTER sluit de vergadering en wenst ieder een hele fijne vakantie toe in de Achterhoek of daar buiten.
197