VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 28 APRIL 2011 OM 19.30 UUR IN HET GEBOUW VAN HET WATERSCHAP
AGENDA
Blz.
MENINGVORMEND DEEL Opening 1. Verslag van de raadsvergadering van 7 april 2011 2. Toelating en installatie H.L.G. Moïze de Chateleux; aanbeveling commissaris Amphion 3. Bestemmingsplan De Pas 2010 4. Ouderenontmoetingspunt in cultuurcluster ‟t Brewinc 5. Verzoek tot verbreding van het haalbaarheidsonderzoek van het nieuwe stadion van bvo De Graafschap 6. Diverse aangelegenheden 1. Verbetering openbare ruimte De Veentjes 2. Subsidie 2009 stichting Sport en Recreatie Wehl 3. Laagrentende lening museum Ut Olde Ambacht 4. Subsidieverordening De Achterhoek bespaart 2011 5. Delegatie bevoegdheid vaststellen exploitatieplan
478 478 478 491 495 509
Pauze
BESLUITEN OVER DE BOVENVERMELDE ONDERWERPEN voor zover van toepassing en de meningvorming is afgerond.
475
512
476
VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 28 APRIL 2011 OM 19.30 UUR IN HET GEBOUW VAN HET WATERSCHAP AANWEZIG: PvdA
:
P.J. Koning, drs. D. Bos, J.O. van de Groep, mw. M.A. Kock, E.M. Koestal, J. Larsen, mw. J.H.A. Putman
CDA
:
M.W.M. Thus, E.O. Berens-van der Pol, B.H.M. Ernst, V.B.H.M. Heuthorst, L.T.M. Steintjes, ing. B.F.M. Vonk
VVD
:
C.F.P.M. van Pul, J.E.L. de Rechteren van Hemert, mw. M. Sluiter, P.C. Wieman
GroenLinks
:
F.H.T. Langeveld, mw. S. Bali, R.A. van Dillen, D.C. Kuipers
SP
:
H.M.M. Bosman, mw. M.B.W. Lukassen, R. Ooms
D66
:
H.L.G. Moïze de Chateleux
SGP-ChristenUnie
:
H.G. Bulten
PLOD
:
mw. J. Grootjans-Doornbos
Voorzitter
:
drs. H.J. Kaiser (burgemeester)
Griffier
:
mr. A.C. van der Haar
Afwezig
:
A.J. Verhoeven (VVD), E. Koçyigit (PvdA), R.G.W. Isselman (PvdA), W.J.M. Traag (D66)
Wethouders
:
mr. O.E.T. van Dijk drs. P.C. Drenth, drs. S. Kroon, mw. drs. L.W.C.M. van der Meijs-van de Laar
Verslag
: J.F.M. Hagendoorn
De VOORZITTER opent de vergadering en heet allen van harte welkom. Hij heeft een voorstelrondje gemaakt met de heer Pieper, de nieuwe dijkgraaf sinds 15 april. Hij vond het passend omdat we als gemeente al meer dan een jaar in zijn huis vergaderen, dat hij even kennis maakte met de raad. Ze vergaderen hier nog drie keer en dan gaan ze terug naar het eigen huis. Hij deelt mee dat hij een nieuwe ambtsketen draagt die gemaakt is op basis van een oude penning. Dit is de niet ceremoniële keten, de werkketen. Morgen heeft hij bij de lintjesregen wel de ceremoniële keten om. Er is bericht van verhindering van de heren Koçyigit en Verhoeven. De heer Verhoeven is vader geworden van wederom een zoon, Jaap, en namens de raad en het college heeft hij een feestelijke attentie in voorbereiding voor de nieuw geborene en zijn ouders. Mevrouw VAN DER MEIJS merkt op dat het een heel leuk jongetje is. Als wethouder van jeugdzaken heeft ze daar kijk op. De VOORZITTER vervolgt dat de heren Traag en Isselman zich hebben afgemeld. Wethouder Drenth heeft aangegeven wat later te komen. In verband met agendapunt 2 heeft hij ingesteld een commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven van de heer Moïze de Chateleux. Daarin heeft hij bereid 477
gevonden zitting te nemen mevrouw Berens en de heren Van de Groep en Van Dillen. Bij het betreffende onderwerp zal de heer Van Dillen verslag uitbrengen. Verder stelt hij voor dat als er vanavond gestemd wordt tot leden van de stembureaucommissie worden benoemd mevrouw Sluiter en de heer Kuipers. Daar stemmen deze gegadigden mee in. 1.
VERSLAG VAN DE RAADSVERGADERING VAN 7 APRIL 2011 Hierover zijn geen opmerkingen binnengekomen. Het wordt als behandeld beschouwd.
2.
TOELATING EN INSTALLATIE H.L.G. MOÏZE DE CHATELEUX; AANBEVELING COMMISSARIS AMPHION De VOORZITTER geeft aan dat tevens aan de orde zijn de vacature van commissaris bij Amphion en de afvaardiging bij Wedeo. Namens de onderzoekscommissie voor de geloofsbrieven laat de heer VAN DILLEN weten dat ze alle geloofsbrieven grondig hebben doorzocht. Ze hebben geen belemmeringen kunnen vinden. De VOORZITTER constateert dat de commissie heeft vastgesteld dat aan alle formele vereisten is voldaan en hij nodigt de heer Moïze de Chateleux uit naar voren te komen voor het afleggen van de eed. De heer MOÏZE DE CHATELEUX legt in handen van de voorzitter de eed af zoals vermeld in artikel 14 van de Gemeentewet. Na afloop hiervan wenst de VOORZITTER hem veel geluk en geeft de aanwezigen de gelegenheid de heer Moïze de Chateleux te feliciteren met zijn benoeming. Na de daarop volgende schriftelijke stemming geeft de stemopnemingscommissie bij monde van mevrouw Sluiter te kennen dat er 23 stemmen zijn uitgebracht waarvan 22 conform het voorstel, wat betekent dat de heer Moïze de Chateleux voor beide functies benoemd wordt. De VOORZITTER feliciteert de heer Moïze de Chateleux met zijn nieuwe functies bij Amphion en Wedeo. Hij dankt de stemopnemingscommissie. Inmiddels is om 19.45 uur ook wethouder Drenth binnengekomen.
3.
BESTEMMINGSPLAN DE PAS 2010 De VOORZITTER meldt vooraf dat in het raadsvoorstel een fout is blijven staan. Midden op de pagina bij het vijfde gedachtestreepje moet Bedrijf aan Emmastraat 2 – 2A gewijzigd worden in Bedrijf aan Julianaplein 12. Mevrouw Grootjans heeft hem te kennen gegeven dat zij vanwege persoonlijke betrokkenheid geen deel wenst uit te maken van de beraadslagingen. De heer VAN PUL geeft te kennen dat bij het voorliggende bestemmingsplan De Pas er voor de fractie van de VVD enige onduidelijkheid blijft bestaan. Voor zowel de bewoners van De Pas als voor henzelf willen ze daarover duidelijkheid hebben voordat ze een besluit nemen. Daarom hebben ze enkele vragen voor de wethouder. Wat houdt de wijzigingsbevoegdheid in en op welke wijze worden hierbij de veiligheidsanalyse en het beheersplan als doorslaggevend argument meegewogen? Klopt het dat voor de percelen 2 en 2A en Julianaplein 12 ambtshalve wijzigingen zijn doorgevoerd en dat deze in ieder geval weer ter inzage gelegd moeten worden? Wist de wethouder voor 4 november 2010 dat Iriszorg dit van plan was in verband met het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010 dat van 4 november tot 15 december 2010 ter inzage heeft gelegen? Zo ja, waarom is de buurt toen niet geïnformeerd? Voor de fractie van de VVD blijft onduidelijk welke mogelijkheden het vigerende bestemmingsplan biedt voor het plan 478
van Iriszorg en hoe zich dat verhoudt tot het nu voorliggende bestemmingsplan. Kan er met het vigerende bestemmingsplan meer dan met het nu voorliggende of juist minder? De heer STEINTJES stelt dat tot voor kort de inperking van de horeca de belangrijkste wijziging was. Toen ontstond de discussie over de vestiging van daklozen in het Dalespand. De fractie van het CDA is van mening dat de discussie betreffende de opvang van daklozen thuis hoort in een debat over de OGGZ, zoals die door het presidium in juni op de agenda voor de beeldvormende raad is geplaatst. De voorgestelde bestemmingen zijn wat de fractie van het CDA betreft goed en logisch. De diverse meesprekers in de beeldvormende raad hebben hen niet overtuigd dat het bestemmingsplan niet vastgesteld kan worden zoals voorgesteld. Met de bezorgde wijkbewoners spreken ze graag verder op het daarvoor geëigende moment. De heer MOÏZE DE CHATELEUX geeft aan dat het voorstel luidt „actualisatie van het bestemmingsplan De Pas‟. Plannen met een woonvoorziening in het Dalespand verdienen wat de fractie van D66 betreft hierbij speciale aandacht. Net als bij de Domusvoorziening in Wehl wil hij ook hier duidelijk zijn: de fractie van D66 onderschrijft de noodzaak tot realisatie van dergelijke voorzieningen. De samenleving kan en mag nooit het fenomeen daklozen accepteren. Dat zou het failliet van een beschaafde samenleving betekenen. Daar zullen ook de bewoners rond het beoogde pand, vertegenwoordigd door de initiatiefgroep, het mee eens zijn. Plannen tot realisatie van dergelijke voorzieningen geven altijd aanleiding tot onrust in de beoogde wijk. Dan lijkt een wijze van communicatie met de bewoners die gekenmerkt wordt door zorgvuldigheid en openheid niet alleen een noodzaak maar ook een vanzelfsprekendheid. Ze kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat met name daar waar het die zaken betreft een groot deel van de onvrede in de wijk ligt. Het college wordt immers verweten niet met open vizier te strijden. De fractie van D66 heeft bij dit voorstel en de gevoerde procedure bij de wijziging een groot aantal vraagtekens. Van de beantwoording zal afhangen of zij kunnen instemmen. In de Nota van zienswijzen en de vergadering van 14 april zijn elf zienswijzen opgevoerd en in de nota van nu twaalf. Ingevoegd is een zienswijze nummer 3 met betrekking tot de Emmastraat. Ze waren niet in de gelegenheid daar kennis van te nemen en het stond trouwens niet in het bis (bedrijfsinformatiesysteem). In de beeldvormende raad heeft het college aangegeven dat eind januari plotseling informatie kwam dat Iriszorg voornemens was het Dalespand te kopen en deze bestemming te geven. Daar wist het college niets van en er was aangeraden te wachten tot de besluitvorming in de raad rond was gezien de risico‟s. In De Gelderlander van 22 april hebben ze kunnen lezen dat het college al een jaar geleden op de hoogte was. Het jaardocument Iriszorg van 2009 vermeldt al Terborgseweg 63 als locatie. De gemeente woordvoerder heeft aangegeven dat het college dit document vorig jaar voor kennisgeving heeft aangenomen. Dan moet het er dus toch van op de hoogte zijn geweest. Of is de praktijk van dit college om stukken ongezien voor kennisgeving aan te nemen? Het lijkt hem moeilijk te geloven. Dat zou heel gevaarlijk en uiterst ongewenst zijn en wellicht tot ingrijpen dwingen. Hij is wel benieuwd hoe het college dit uit kan leggen. Wat in de brief van 21 april van de initiatiefgroep staat met betrekking tot de Terborgseweg 63 en de toelichting op het bestemmingsplan blijkt dus juist te zijn. De toelichting ten tijde van 14 april, resp. ten tijde van de ter inzage legging heeft hij niet kunnen traceren. Niet nagegaan kon dus worden of in de toelichting bij de ter inzage legging deze passage al voor kwam met betrekking tot het betreffende pand. En ook de gronden met bedrijfsbestemming aan de achterzijde van Terborgseweg 63 waarvoor de zorginstelling ook interesse had. Dat betekent dus de gronden behorende bij het perceel Julianaplein 12 waarover in de Nota van zienswijzen werd gezegd: Voor het perceel is bij de gemeente de concrete ontwikkeling bekend voor de vestiging van de maatschappelijke functie op het perceel. Conclusie: hoe dan ook, duidelijk was en is het niet geweest, zoals ook in de brief van 21 april wordt aangegeven. Onder zorgbestemming zou men een kinderdagverblijf, een bejaardentehuis kunnen begrijpen, waartegen niet de bezwaren zouden bestaan die nu tegen de huisvesting van verslaafde dak- en thuislozen bestaat. Hij vraagt wat de begripsomschrijving is van „zorginstelling‟? De Kwaliteitswet zorginstellingen heeft betrekking op instellingen op het gebied van gezondheidszorg waarover de Inspectie 479
gezondheidszorg het toezicht uitoefent. Valt onder deze definitie ook de opvang van verslaafde dak- en thuislozen? Dus dat had geen reden hoeven te zijn om tegen deze bestemmingsplanwijziging naar „centrum‟ bezwaar te maken. Dat betekent dus toch dat men de omwonenden op het verkeerde been gezet heeft of in ieder geval hen dat gevoel heeft gegeven. Anders hadden zij wel een zienswijze kunnen indienen. Zelfs als ze nu toch hoewel ze geen zienswijze ingediend hebben, ontvankelijk zouden kunnen zijn bij beroep bij de Raad van State, zoals in de uitleg van 15 april aangegeven. Het opnemen van de bestemming centrum en de bestemming wonen voor het perceel Julianaplein is een wijziging ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010. Tegen deze wijziging is voor belanghebbenden ook als ze geen zienswijze hebben ingediend dus beroep bij de Raad van State mogelijk. Dan nog moet men constateren dat op deze wijze aan die belanghebbenden daarmee een instantie is ontnomen, namelijk de mogelijkheid om voor vaststelling van het bestemmingsplan een zienswijze in te dienen, nu ze alleen kunnen protesteren door middel van een financieel ingrijpende en mogelijk langdurige procedure bij de Raad van State. Dit bezwaar klemt eens te meer nu het college in de vergadering van 14 april te kennen heeft gegeven geen aanleiding te zien tot het opnieuw ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan, waarop door belanghebbenden gezien de hele gang van zaken waardoor zij zich in hun positie benadeeld hebben gevoeld, is aangedrongen. Het zou alleen maar leiden tot een nieuwe stroom zienswijzen. Daarnaast lijkt het het college te ontgaan dat het formeel weliswaar juist is dat mensen naar de Raad van State kunnen, maar feitelijk niet, simpelweg omdat de gemiddelde burger niet over de kennis beschikt. In het voorstel staat de zin opgenomen: „Bij gewijzigde vaststelling moet zes weken worden gewacht met het ter inzage leggen van het vastgestelde bestemmingsplan. Want deze periode geeft de provincie en de VROM-inspectie de mogelijkheid om een reactie te geven‟. Zij dus wel, de burger niet. De fractie van D66 is wel benieuwd hoe het college die tegenstelling aan de burgers kan uitleggen. Van een zorgvuldig en behoorlijk bestuur getuigt deze gang van zaken geenszins. Helaas worden voorstellen waarvan iedereen de noodzaak inziet door de wijze van communicatie onmogelijk gemaakt en hebben de toekomstige bewoners bij voorbaat al geen kans meer doordat ze onder een microscoop liggen. De fractie van D66 heeft informatie gekregen dat er nog twee locaties bij het college bekend zijn voor de andere twee projecten, maar dat het college die op dit moment nog niet bekend wil maken. Ze vragen of dit zo is, of ze die informatie met hen willen delen en of het college bereid is hun nadrukkelijk toe te zeggen dat bij het verdere verloop van de procedures met deze projecten dus inclusief de al lopende procedures vanaf nu alle zorgvuldigheid en openheid zal worden betracht. De heer LANGEVELD stelt dat onze bestemmingsplannen regelmatig geactualiseerd moeten worden. Daarvan komen ze er elk jaar wel een paar tegen. In principe gaat dat volgens het uitgangspunt dat de actualisatie het bestemmingsplan weer bij de tijd brengt en het bestemmingsplan daarmee aan realiteitsgehalte toeneemt. Wat lastig is dat is dat in de procedure na de behandeling van de Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen er geen nieuwe ronde van inzage plaats vindt. Dit wekt de indruk dat er dan dingen kunnen gebeuren of toegevoegd kunnen worden die eerder niet aan de orde waren. Het is aan de raad om daar dan maar uitspraak over te doen en daarvoor zitten ze bij elkaar. Bestemmingsplan De Pas was waarschijnlijk een hamerstuk geworden als er geen discussie was ontstaan naar aanleiding van de plannen van Iriszorg om in het voormalige Dalespand en aanpalende gebouwen een daklozenopvang te beginnen. De kern van de discussie die dan ontstaat, is of het college onoorbare dingen heeft gedaan na de ter inzage legging om daarmee de inspraak te omzeilen. Los van het feit of je nu wel of geen daklozenopvang wilt realiseren, is dat voor de fractie van GroenLinks de kern van de discussie. In de beeldvormende raad was de wethouder uiteindelijk helder. Er zijn geen aanpassingen gedaan in het bestemmingsplan na de inspraak om daarmee de plannen van Iriszorg mogelijk te maken. Daarna is er in de krant namens het college gemeld dat het college al lang op de hoogte was van de plannen van Iriszorg. Op zich is het dus goed mogelijk dat daarbij rekening is gehouden bij het actualiseren van het bestemmingsplan. Daar kan je verschillend over denken, maar op zich is dat legitiem. Dat je kennis daarvan niet op 480
straat gooit, is voor te stellen. Als Iriszorg er uiteindelijk niet voor kiest, heb je een hoop herrie voor niets. Het gaat de fractie van GroenLinks dus om de helderheid na de periode van ter inzage legging. Ze zouden het op prijs stellen dat de wethouder zich daar volstrekt helder over uitlaat in deze vergadering. Daarmee willen ze voorkomen dat er misverstanden ontstaan of blijven bestaan. Welke wijzigingen zijn er aangebracht in het bestemmingsplan De Pas na de ter inzage legging en in hoeverre heeft het invloed op de mogelijkheden van Iriszorg om in het Dalespand en de aanpalende gebouwen een daklozenopvang te beginnen? De heer OOMS stelt dat met de actualisatie van bestemmingsplannen niets mis is. Dat moet op zijn tijd gebeuren. Alleen is deze actualisatie ingehaald door de actualiteit. De discussie zou vanavond eigenlijk moeten gaan over het bestemmingsplan inhoudelijk. Hebben ze de zaak nu goed geregeld voor de komende tijd? Alleen gaat het daar vanavond niet over en dat heeft het college aan zichzelf te wijten. In de laatste beeldvormende raad zei de wethouder dat de actualisatie los stond van de plannen van Iriszorg. Sterker nog: er werd gezegd dat op het moment dat met de actualisatie werd begonnen, nog niets bekend was van de plannen van Iriszorg. Maar uit de krant van 22 april blijkt dat het college al een jaar op de hoogte was van de plannen. De SP-fractie wil van de wethouder weten hoe het nu werkelijk zit. Als het echt zo is dat het college er al van af wist, wil de SP-fractie weten waarom er niet eerder over gecommuniceerd is, helemaal na het Domusgebeuren in Wehl. Of is dit communiceren niet gebeurd omdat de actualisatie in gang is gezet om de plannen van Iriszorg te kunnen realiseren? Daar wil de SP-fractie graag helderheid over. De heer BULTEN laat weten dat het bestemmingsplan De Pas uitvoerig is besproken in de beeldvormende raad. De fractie van de SGP-ChristenUnie had graag gezien dat het bestemmingsplan alleen behandeld had kunnen worden. Echter na de wensen van Iriszorg ligt dat wat moeilijker. Tussen de beeldvormende raad en deze raadsvergadering is er nieuwe informatie bekend geworden. Al deze nieuwe informatie na de beeldvormende raad brengt verwarring in zijn fractie aanzien hierin voor hen nieuwe gegevens zijn opgenomen of in ieder geval een andere nuance kunnen krijgen. Waar de fractie van de SGP-ChristenUnie moeite mee heeft, is dat deze informatie nu niet voor hen is te verifiëren. Ze verzoeken het college dan ook hierin helderheid te geven. Daarnaast hebben de insprekers van de wijk De Pas afgelopen dinsdagavond ingesproken waarbij een viertal fracties aanwezig was. Hierin werd aangegeven dat het aantal mensen voor hen een groter probleem was dan de opvang zelf, naast de onvrede over het bestemmingsplan waarover het hier eigenlijk moet gaan. Is het college bereid om hierover zowel met Iriszorg als met de wijkbewoners een bemiddelende rol te hebben om zo een impasse te voorkomen? Wethouder DRENTH wil eerst een ding rechtzetten. Volgens hem delen ze informatie met elkaar door schriftelijk over en weer dingen aan elkaar toe te zenden of mondeling in deze zaal dingen te wisselen. Hij hecht eraan om conclusies of zaken die in welk medium dan ook verschijnen, niet op voorhand voor waarheid aan te nemen. Hij grijpt de kans nu ook aan om een aantal van de opmerkingen daarover te gebruiken om eens te zeggen hoe het werkelijk zit. Anders gaat er een heel bijzonder beeld ontstaan. Een beeld dat hij graag weg wil nemen. Want de indruk werd in elk geval gewekt – de heer Moïze de Chateleux ging daar het meest ver in – alsof er een firma List en Bedrog vanuit de Gezellenlaan aan het werk is om een aantal dingen nog voor elkaar te ritselen. Volgens hem heeft de raad dat de afgelopen jaren niet een keer van het college op die manier zien gebeuren, überhaupt niet zien gebeuren en al zeker niet over zulke gevoelige zaken als waar het hier over gaat. Het bestemmingsplan De Pas 2010 is opnieuw in 2010 in procedure gebracht. In 2008 is dat al eerder gedaan. Juist omdat het zo lang had geduurd voordat de verwerking daarvan had plaatsgevonden, wat overigens niets met de Iriszorg te maken had, maar meer met de enorme werkdruk op de afdeling ruimtelijke ordening en omdat deze wethouder in die wijk woont en zei: „In mijn wijk moet men maar het langste wachten, want ik wil absoluut niet de indruk wekken dat als het die wijk betreft het gewoon door zou gaan en anderen moesten wachten‟. Vandaar dat het in 2010 opnieuw in de 481
inspraak is gebracht. De zienswijzen die eerder zijn gegeven, zijn zoveel mogelijk verwerkt. Bewoners hebben ook te horen gekregen wat daarmee gedaan was. Daarom kan de raad ook zien dat tussen 2008 en 2010 het aantal zienswijzen is afgenomen. Als het dan gaat over het zgn. Dalespand, het witte aan de Terborgseweg en de Emmastraat, zullen ze ook weinig verschillen zien tussen het bestemmingsplan 2008 en 2010. Dat is ook helemaal niet zo bijzonder. Hij wil de raad dringend aanraden om in elk geval vanavond het bestemmingsplan vast te stellen want er is voor de raad ook precies nagegaan wat in het oude bestemmingsplan kon en wat in het nieuwe. Dan kunnen ze zien dat het nieuwe bestemmingsplan beperkender maatregelen kent dan het oude bestemmingsplan. Beter gezegd: dat regelt bijna niets, maar gelukkig is het gemeentelijk monument geworden want anders had je het zo tegen de grond kunnen vegen en er een kantoorpand van 10 verdiepingen op kunnen zetten. Want dat stond het bestemmingsplan toe. En als het bestemmingsplan iets toestaat qua bebouwing en functie – in dit geval ongeveer alles wat je kunt bedenken – dan moet het college die bouwvergunning verlenen. Want dat stelt de omgevingsvergunning. Als het verschil bekeken wordt tussen het oude bestemmingsplan uit de jaren ‟50 en nu, dan is dit voorliggende bestemmingsplan beperkender dan wat er lag. In dat verband adviseert hij dringend om dat in elk geval goed te keuren. De wijziging die voor het blokje op Terborgseweg 63 ligt, is een heel gebruikelijke functie die voor al die panden langs de Terborgseweg geldt. Want het is ten slotte een multifunctionele strook waar gewoond wordt, waar diverse soorten winkels en voorzieningen zijn. En dat regelt die functie ook. Dat is wat je regelt in een bestemmingsplan. Waar nu de discussie over gaat is dat Iriszorg daar iets wil beginnen. Wat Iriszorg wil, past op heel erg veel plekken in onze gemeente. Die discussie hebben ze ook gehad rondom de Domusvoorziening in het Lamsweerdegebouw in Wehl. Daar was het maatschappelijke voorzieningen. Diezelfde bestemming die ze hier zien, zien ze op verschillende plekken in de wijk De Pas en als je de hele stad neemt, zal je zien dat er minstens 200 plekken zijn waar dit gewoon kan omdat heel veel functies onder die bestemming vallen en dus ook die van Iriszorg. Het enige wat je eraan kunt doen – en hij heeft beloofd dat hij daar naar aanleiding van het voorbereidingsbesluit rondom Lamsweerde in Wehl op terug zou komen en dat gebeurt ook binnenkort – dat is de vraag of je bij bepaalde functies een wijzigingsbevoegdheid wil opnemen waarin de raad daar later een beslissing over kan nemen. Het heeft heel veel voeten in de aarde, maar dat is de enige mogelijkheid die je zou kunnen doen. Maar een bestemmingsplan gaat over functies. En de functies die in „centrum en wonen‟ vallen, zijn functies die de raad daar prima wil toestaan. De discussie komt naar boven nu Iriszorg zich heeft gemeld. Anders – en dat heeft de heer Langeveld terecht opgemerkt – hadden ze hier over deze bestemmingen geen enkele discussie gehad. Dat hadden ze namelijk ook nooit over de bestemming „maatschappelijke doeleinden‟ waar er ook enkele honderden van in de gemeente zijn. Want de meeste worden gewoon gebruikt door functies die ze zonder discussie eigenlijk wel allemaal graag in de buurt willen hebben. Het is goed om die twee zaken uit elkaar te houden, want het gaat hier over een bestemmingsplan, dat zegt iets over functies. Dat zegt niet iets over nut en noodzaak van in dit geval een daklozenopvang. Dan de vraag en de suggestie die gewekt werd dat er sprake van was dat het in 2009 al bekend was. Neen, in 2009 was het niet bekend. In 2009 is wel een uitwerking gegeven aan het OGGZ-verhaal en het regionaal kompas. Daarbij zijn een heleboel panden en plekken in de stad bekeken waar je mogelijk zulke voorzieningen zou kunnen huisvesten, gelet op bestemming, gelet op oppervlakte, gelet op wat daar misschien zou kunnen. Veel meer dan dat er functies gevraagd werden en het was ook helemaal geen concrete vraag. Er was op dat moment ook geen sprake van daklozenopvang. Wel dat ze die nodig hadden, maar niet gebonden aan welke plek dan ook. Ze hebben gezien dat de eerste die naar boven kwam, Lamsweerde, helemaal niet beoordeeld was omdat die helemaal niet meegenomen was. Alleen kon dat op zich wel en die kwam dus naar boven. Er is dus geen sprake van dat het college op de hoogte was van wat Iriszorg daar wilde. Het was ook gewoon een intern document. Dat is niet eens naar de zorginstellingen of wat dan ook gegaan. In die zin is er ook geen sprake van verborgen kennis of verborgen gehouden kennis. Hij denkt dat het ook heel duidelijk is als ze kijken bij de nota van wijzigingen. Want dan komt hij bij het punt wat er is gebeurd sinds de ter inzage legging en het bekend worden wat Iriszorg wilde. 482
Het is inderdaad bij het college pas bekend geworden dat Iriszorg het pand wilde kopen. Niet eerder. Het bestemmingsplan was toen al onderweg. Bij de nota van wijzigingen – en dan komt hij ook op het terrein van Julianaplein 12 – is een wijziging doorgevoerd. Die wijziging – dat heet ambtshalve, maar is door b&w besloten – ligt ter beoordeling aan de raad voor. Die stelt vast of zij dat willen. Voor Julianaplein 12 is per abuis handel en bedrijvigheid blijven staan. Dat had niet gemoeten, want dat doen ze nergens in de gemeente om handel en bedrijvigheid op die manier in woonwijken te blijven toestaan. En staat er dan een woning, dan mag je die niet voor particuliere bewoning gebruiken. Dat mag alleen maar als dienstwoning. Daarvoor heb je de bestemming wonen nodig. De eigenaar van het perceel heeft gevraagd of daar de bestemming „centrumdoeleinden en wonen‟ op mag. Daar zien ze ook keurig staan bij de ambtshalve wijzigingen de relatie die intussen bekend was met wat de beoogde intussen nieuwe eigenaar van het pand en van de gronden, gekoppeld aan Terborgseweg 63 wilde. Daar is het college ook open over geweest in de nota van zienswijzen. Intussen is ook de informatieavond geweest. Waar het dan op neer komt bij de vraag of hij het opnieuw ter inzage moet leggen of niet – en dat heeft hij in de beeldvormende raad ook zo gezegd – is dat hij heeft aangegeven dat het volgens hem niet opnieuw ter inzage hoefde te worden gelegd, want waarom leg je het ter inzage? Dat is dat de raad een afweging kan maken wat het juiste besluit is bij het vaststellen van het bestemmingsplan. In de beeldvormende raad en ook daarvoor in allerlei bijeenkomsten, al dan niet door de gemeente georganiseerd, is duidelijk geworden dat er binnen een deel van de wijk De Pas tegenstand is tegen een in elk geval zo grote zorgopvang georganiseerd door Iriszorg ten behoeve van daklozen. Een opnieuw ter inzage leggen zal de raad op dat punt geen nieuwe informatie geven. Dat weten ze al. Dat kunnen ze vanavond in hun besluitvorming gewoon mee laten wegen. Daar dient de inspraak voor. Omdat het een wijziging is ten opzichte van het eerder ter inzage gelegde zou normaal gesproken iemand niet naar de Raad van State kunnen gaan om die een oordeel te laten vellen of het een ordentelijk genomen besluit is of niet als het over de inhoud gaat. Maar daar heeft de wet in voorzien. Want als dat niet zou kunnen en ze niet naar de Raad van State zouden kunnen gaan, dan zou het ook terecht zijn om het opnieuw ter inzage te leggen. Want de gemeente doet nooit iets zomaar achter de rug om. Maar in dit geval is dat niet aan de orde. Want voor de bestemming waar het gaat over Terborgseweg 63 is het gewoon keurig in beeld geweest. Daar had ook niemand op zich bezwaar tegen. Men heeft er wel bezwaar tegen als het zo gebruikt wordt voor een daklozenopvang, maar dan refereert hij aan wat de heer Langeveld zei: eigenlijk is het de bestemming die daar overal zit. Het speelt nu op het Dalespand, maar stel dat de C-1000 weggaat, dan kan het daar ook, want daar ligt diezelfde bestemming op en daar gaat die discussie nu niet over. Dat is waar een bestemmingsplan over gaat en niet over de vraag dagopvang, daklozenopvang? Als het gaat over Julianaplein 12 dan is het nieuw. Daar gold in het oude bestemmingsplan ook niet de mogelijkheid voor Iriszorg om een dergelijke voorziening te huisvesten, in het Dalespand wel. Dus als de raad vanavond het bestemmingsplan niet vaststelt, dan treedt het oude bestemmingsplan in werking en past dat gewoon bestemmingsplantechnisch. Voor Julianaplein 12 is dat anders. Daar staat ook gewoon bezwaar en beroep voor open bij de Raad van State. Als de raad vindt op basis van de zienswijzen die zijn binnengekomen bij de beeldvormende raad, mondeling, dat het op Julianaplein 12 niet zou moeten gebeuren, dan moet de raad een bestemming vaststellen op het perceel Julianaplein 12 wat het dus allemaal niet mogelijk maakt. Dan moeten ze er echter geen wonen van maken en geen centrumdoeleinden. Dus dan moeten ze eigenlijk besluiten dat het blijft zoals het is, handel en nijverheid. En volgens hem is dat ook iets wat ze niet in wijken zouden willen hebben, want dan kan er ook een houtzagerijtje komen. Dat is de spagaat waar je in zit als het gaat over bestemmingsplannen. Het is aan de raad om daar een weging in te maken. Maar de inwoners wordt geen enkel onrecht gedaan als het gaat over de rechtsgang. Dat is de discussie die naar boven kwam. Dan kan het best wel opnieuw ter inzage worden gelegd, maar dan moet verder iedereen in die wijk die al langer heeft moeten wachten dan de meeste andere wijken waar dit soort nieuwe bestemmingsplannen liggen, moeten dus ook langer wachten om bijvoorbeeld een erker aan hun huis te zetten, of een dakkapel ergens op te zetten of een garage opnieuw te bouwen. Dat is de keerzijde van het opnieuw ter inzage 483
leggen. Mevrouw LUKASSEN vindt het een geweldig technisch verhaal. De wethouder zit heel goed in die materie. Voor hen als leken is het voor een deel helder. Voor haar eigen begripsbepaling wil ze het volgende inbrengen. Het gaat er natuurlijk om dat de aanwonenden voldoende de gelegenheid hebben gehad om hun zienswijze op die bestemmingsplanwijziging aan te geven. Ze vraagt of dat voldoende gebeurd is. De fractie van GroenLinks stelde de vraag welke wijzigingen er zijn aangebracht na de ter inzage legging. Hebben de aanwonenden, de bewoners dit geweten en hebben ze voldoende de kans gehad om hier hun bezwaar of in ieder geval hun zienswijze op aan te geven. Wethouder DRENTH wil het nogmaals duidelijk aangeven: voor het pand Terborgseweg 63 – alles wat wit is aan het Dalespand, het voormalige hotel – daar is niets aan gewijzigd dat wel of niets iets van Iriszorg mogelijk maakt. Dat past dus ook in de lijn met wat eerder ter inzage heeft gelegen. Voor het pand en de grond Julianaplein 12 is dat wel zo. Dat was „handel en nijverheid‟ en dat wordt nu ook „centrumdoeleinden en wonen‟. Er wordt de inwoners geen enkel recht ontnomen, want de inspraak, voordat de raad een bestemmingsplan vaststelt, dient ervoor dat de raad inzichtelijk heeft wat mensen ervan vinden. Dat kunnen ze mondeling doen en dat kan schriftelijk. Dat is in dit geval niet tijdens de ter inzage legging gebeurd omdat het een ambtelijke wijziging was. Ondertussen kwam de discussie van Iriszorg naar boven en het is in de beeldvormende raad uitdrukkelijk naar voren gekomen. Het opnieuw ter inzage leggen zal de raad dus geen nieuw beeld geven over hoe omwonenden erover denken. Dat weet de raad nu al. Dus als de raad van mening is dat ze het opnieuw ter inzage willen leggen, kan hij nu al voorspellen wat voor reactie ze krijgen, namelijk dezelfde als in de beeldvormende raad. Dat was in de beeldvormende raad ook bekend. Dan kan de raad net zo goed bij de vaststelling haar richting daarin bepalen en zeggen dat hij het wel of niet wil mogelijk maken. Daar gaat het dan om. Zoals hij al zei heeft het geen zin om er alleen wonen van te maken en centrumdoeleinden eraf te halen. Dan is eigenlijk het enige alternatief dat de raad kan doen de bestemming op het Julianaplein laten zoals die nu is, namelijk „nijverheid en handel‟. Hij kan het niet eenvoudiger zeggen dan dat. De mensen zijn daar heel duidelijk over geweest en volgens hem is hij vanuit het college daar ook heel duidelijk over: er zit geen mist in. Als de raad zegt dat ze de lijn willen volgen zoals ze dat met alle bestemmingsplannen doen, los van een discussie over dagopvang en nachtopvang en dagbesteding van daklozen, dan stelt hij dat vast zoals het nu voor ligt. Blijft overigens de discussie van de veiligheidsanalyse en alles wat daarmee samenhangt. Dat is ook de methode zoals ze die met elkaar hebben afgesproken. Als de raad dat niet wil, dan moet hij op dit voorstel een amendement indienen. Want dit is wel het voorstel dat het college bedoelt, dat dus niets in oorsprong met Iriszorg te maken heeft. Het is wel zo dat Iriszorg er gebruik van gaat maken. Daar is ook geen geheim van gemaakt. Hij weerspreekt dat ze daar in het verleden zonder wat te zeggen op aangestuurd hebben. Iemand van de raadsleden heeft gezegd dat er in de wijk geen bezwaar tegen was dat er een opvang voor daklozen komt, of een opvang, maar hij vroeg of dat dan in de grote mate moet waar het hierover ging. Hij heeft daar net overleg over gehad met collega Van Dijk, maar ook afgelopen dinsdag hebben ze erover gesproken in het college, wat er is gebeurd in de beeldvormende raad en wat daar aan de orde gekomen was. Mede namens het college kan hij zeggen dat het voor het college onderdelen zijn die nu bij de verdere uitwerking uitdrukkelijk aan de orde gaan komen en ook kunnen komen en bespreekbaar zijn. Maar dan wijst hij erop dat de raad het aantal niet kan regelen in een bestemmingsplan. In het bestemmingsplan wordt gezegd dat er centrumdoeleinden en wonen kan komen. In het bestemmingsplan wordt geregeld wat het maximale volume is. Misschien is nog wel het meest beperkend in alles dat het een gemeentelijk monument is. Je mag aan de buitenkant niets doen. Dus groter kan het niet worden. Hij weet dat er discussie is over portacabines en hoe die er uit zien. Dat regelt de raad ook niet in het bestemmingsplan. Alleen het bestemmingsplan maakt deel uit van een wijk. In het bestemmingsplan wordt wel iets gezegd over hoe iets er uit moet zien in een wijk. En als iemand dus een omgevingsvergunning aanvraagt voor bijvoorbeeld portacabines, een uitbreiding, dan moet dat getoetst worden door welstand. Daar zegt het bestemmingsplan wel iets van. Het heeft het namelijk over het bijzondere karakter van de bebouwing van wijk De Pas. Dat vindt de raad ook, want dat heeft hij vastgesteld bij het nieuwe deel van De Pas op de veemarkt. Het moest in lijn met …. Dus 484
als er uitbreidingen komen, moet dat qua beeld ook in lijn met ….. Het alleen maar simpel neerzetten van een aantal containers zal niet leiden tot een omgevingsvergunning. Daar zal wel iets aan moeten gebeuren dat het zich ook voegt in het straatbeeld, mocht dat al gaan gebeuren. Hij probeert even die twee dingen uit elkaar te trekken. Het is misschien heel juridisch en heel abstract, maar het is wel goed om dat helder te hebben. Hij is erg benieuwd welke twee panden de heer Moïze de Chateleux op het oog heeft waar het college mee in gesprek zou zijn, want dan hoort hij vanavond iets nieuws. Hij zou het even zo niet weten. De VOORZITTER dankt hem voor zijn uitvoerige beantwoording, waarvan hij meent dat de raad die zeer op prijs stelt. Hij kan zich inleven in de opmerking van mevrouw Lukassen. Het is een zeer gedetailleerd en voor een deel ook technisch verhaal, maar waar het vooral om gaat is dat het heeft te maken met vertrouwen en geloofwaardigheid van het bestuur. De wethouder heeft gezegd een poging te willen doen de mist te laten optrekken. Hij nodigt de raad uit – want daarvoor is de raadsvergadering, een publiek openbaar democratisch orgaan – om als die het gevoel heeft dat er nog iets zit van mist, daarmee voor de dag te komen. Daar nemen ze de tijd voor in dit debat. Dat is daarvoor. Het zou buitengewoon jammer zijn als dingen hier niet tegen elkaar worden uitgesproken die wel blijven hangen. Dus hij spoort aan er de tijd voor te nemen en te vragen als iets blijft hangen, want dit zijn ingewikkelde kwesties. Hij wilde de raad zeggen voordat hij met de tweede termijn begint, dat hij daar ruim de tijd voor neemt. Als er tussentijds vragen zijn dan nemen ze daar de tijd voor. Omdat ze er samen belang bij hebben dat het volstrekt helder en transparant is hoe hier bestuurd wordt. De heer STEINTJES memoreert dat er in de beeldvormende raad ruim aandacht is besteed aan het helder krijgen van het beeld. Hij heeft er zelf ruim de tijd voor genomen om helder te krijgen dat de mogelijkheden onder het oude en het nieuwe bestemmingsplan geen verruiming zouden zijn. Hem was dat al helder. Hij had begrepen dat dit voor menigeen anders lag. Er bleef alleen nog staan de situatie rond Julianaplein 12, de ambtshalve wijziging. Daarvan heeft hij in eerste instantie al gezegd dat de fractie van het CDA die goed en logisch vindt en dat ze voor dat punt vooralsnog genoegen nemen met de mogelijkheid tot beroep bij de Raad van State zonder dat er in een eerder stadium de mogelijkheid is geweest om bezwaar te kunnen maken. De heer MOÏZE DE CHATELEUX stelt dat de wethouder zegt: mist en zelfs de firma „list en bedrog‟. Hij wil wel geloven wat de wethouder zegt totdat het tegendeel bewezen is. Maar als die mist er is, haal die dan weg en leg dat jaardocument 2009 voor de raad ter inzage. Dan kunnen ze zelf lezen of het daarin staat. Het zou voor hem in ieder geval veel duidelijkheid geven. Hij zou graag een toezegging van het college ontvangen dat men dat jaardocument aan de raad ter inzage zal verstrekken. De fractie van D66 heeft steeds nadrukkelijk gesteld geen enkel bezwaar te hebben tegen deze locatie en tegen de bestemming, maar wel tegen de manier waarop met procedures wordt omgegaan. De wethouder zegt dat opnieuw ter inzage leggen geen nieuw beeld zal geven. Dat kan best zo zijn, maar het geeft wel rechtszekerheid. En dat is nu net in een rechtsstaat, in een democratie een van de meest belangrijke zaken. Daar mag je niet mee sjoemelen om tijd, daar mag je niet aan voorbijgaan omdat het anders maar lastig is of extra tijd kost. Je moet in een democratie gewoon de procedures volgen. En als het college dat niet doet, dan krijgt het onenigheid met de fractie van D66. Hij vraagt nog een toelichting op de toelichting bij het bestemmingsplan, in het bijzonder over artikel 3.3.2 waar staat: voor de gronden met de bedrijfsbestemming aan de achterzijde, Terborgseweg 63, heeft de zorginstelling ook interesse. Het lijkt hem interessant daar iets meer over te weten. Welke de twee andere projecten zijn weet hij niet. Hij heeft de wethouder juist gevraagd welke dat zijn. De wethouder heeft gezegd dat het gebouw niet hoger gemaakt mag worden, maar achter het gebouw kan men volgens hem heel veel doen. Dat is vanaf de straat niet zichtbaar. Hoe wil het college dat voorkomen? Daarnaast laat hij weten dat de fractie van D66 het toch heel erg op prijs zal stellen als het college gewoon zorgt dat de burgers die extra instantie wel hebben en zoals dat hoort opnieuw hun zienswijze kunnen geven en hun rechtsgang kunnen hebben. 485
Daar moet je niet mee dollen. De heer LANGEVELD herhaalt wat hij in eerste instantie al deed, dat zij zich niet uitspreken over de plannen van Iriszorg op de betreffende locatie. Volgens hem is dat ook een discussie die ze nog uitgebreid gaan voeren. Hij dankt de wethouder voor zijn antwoord. Wat de fractie van GroenLinks betreft is het helder. Ze willen zich daar straks nog wel even op beraden. Wat hem betreft is er geen mist meer over de gang van zaken. Hij heeft wat moeite met de bijdrage van de heer Moïze de Chateleux. Daar proeft hij mist, die er volgens hem echt niet meer is. De heer OOMS laat weten dat het ook de SP-fractie er niet om gaat of er wel of geen Iriszorg in moet komen. Het gaat puur om het bestemmingsplan. Hij heeft wellicht een iets andere bril op dan de heer Langeveld, want hij bespeurt nog steeds iets van mist. Het is meer gevoel en emotie dat het niet helemaal weggenomen is. De wethouder zegt dat wat in het krantenartikel staat niet helemaal waar of gelogen is. Dat brengt toch een bepaald gevoel dat het vertrouwen onder de bewoners van De Pas een beetje geschaad is. Het voelt raar. Misschien heeft hij juridisch en procedureel gelijk. Daar gaat het nu niet om. Het gaat om een emotie en een gevoel. Wat zou het kwaad kunnen om, al weten ze wat er uit komt, het stuk nog een aantal weken ter inzage te leggen, zodat de mensen hun emotie en gevoel nog een keer over de plannen kwijt kunnen, al weten ze waar het uiteindelijk op uit komt. Je moet het kunnen delen met de buurt en je moet de buurt erbij betrekken. Als je draagvlak wilt creëren, moet je de buurt erbij betrekken en niet nu bot zeggen dat het juridisch allemaal goed gelopen is. Dat zal allemaal wel, maar soms moet je de juridische kant ook terzijde schuiven en de emotie zijn gang laten gaan en proberen dat te kanaliseren en proberen dat goed weg te zetten, zodat het een gedragen geheel wordt. De heer BULTEN dankt de wethouder voor zijn verhelderende betoog. Hij refereerde aan de vraag van zijn fractie over de aantallen en de grootte van de Iriszorg wat eigenlijk hier niet ter sprake is en ook de handreiking die hij de raad heeft gedaan zou de heer BULTEN willen oppakken en aan het college willen doorgeven Ze hebben voor de vergadering nog met een bewoonster van De Pas gesproken en het lijkt hem goed, ongeacht dat dit pas bij een latere uitvoering komt, weer het gesprek aan te gaan of aan te blijven gaan en dan niet eens over aantallen of locaties te gaan praten, maar gewoon een kop koffie te gaan drinken en de mist die er was weg te halen en daarin open en eerlijk naar elkaar te zijn dat er dingen fout kunnen zijn gegaan en dat er dingen op papier fout staan. Dat kan en zal van beide kanten zo zijn. Maar laten die mensen en het college met open vizier bij elkaar gaan zitten en dan verder gaan. Mevrouw PUTMAN vindt het ook heel moeilijk. Technisch gezien zegt de fractie van de PvdA ja tegen dit bestemmingsplan. Wanneer ze niet zouden weten dat Iriszorg daar zal komen, dan had niemand daarover gesproken. Het geeft wel aan hoe belangrijk communicatie is. Helaas is hier de communicatie af en toe ook niet goed geweest. Wat ze wel willen doen is zich beraden hoe ze omgaan met grootschalige opvang en dat is dan een andere discussie die ze op een andere plek willen voeren. Dat wil zeggen dat de fractie van de PvdA technisch ja zegt tegen het bestemmingsplan en over de invulling van het Irisplan nog de discussie aan gaat. Wethouder DRENTH reageert op de inbreng van mevrouw Putman en enkele anderen dat de discussie over het wel of niet willen opvangen van daklozen in welke aantallen en op welke plekken in woonwijken, of het nu de stad of de dorpen zijn, maakt niet uit, een discussie is die los staat van het bestemmingsplan. Hij heeft ook geen van de fracties horen zeggen dat ze instemmen met een opvang op de locatie waar nu over gesproken wordt. De raad heeft al eerder uitgesproken dat hij gewoon zicht wil hebben over een veiligheidsanalyse en een beheersplan. Dat is het kader dat is afgesproken. Als namelijk vanavond de discussie alleen daarover zou gaan – en daar gaat hij dus niet over – dan moet de raad zo ongeveer alles wat aan de wegen ligt tegen het centrum aan waar winkels zijn, van andere bestemmingen gaan voorzien. Nu gaat het over dit pand, maar vanaf het spoor tot en met het gemeentehuis heeft 486
het allemaal dezelfde bestemming en kan het dus in elk willekeurig pand. Het focust zich nu qua bestemming op deze, maar het bestemmingsplan regelt wat voor soort functies je daar wilt en toevallig past deze daar ook in. Maar dus bijna in de gehele binnenstad. Het is wel goed om die link eruit te halen. Daarom neemt hij ook afstand van wat zowel de heer Ooms zei waar hij de link maakt met emotie, maar ook de heer Moïze de Chateleux die aangeeft dat het juridisch niet netjes is. Dat is niet waar. Wat je doet is schijnzekerheid geven. Dat heeft hij in zijn eerste termijn ook geprobeerd helder te maken. Het opnieuw ter inzage leggen zal de raad geen nieuwe informatie geven. Dat is meer dan helder. Vanuit het college is ook duidelijk aangegeven welke mogelijkheden de raad heeft in de afwegingen die voor liggen en wat in de beeldvormende raad is gezegd. De heer OOMS merkt op dat hij in zijn tweede termijn begon met te zeggen dat dit losstaat van de Iriszorg. Hij heeft alleen de koppeling gemaakt en de emotie is erop gekomen doordat het parallel liep met elkaar. Als dat is gebeurd, moet je proberen die emotie weg te halen. Hij weet ook dat het los staat van elkaar. Het ligt er nu eenmaal op en daar hebben ze mee te dealen. Ze moeten zien dat ze die emotie daarvan afhalen. Dat is het enige wat hij erover opmerkte. Wethouder DRENTH vervolgt dat als je het nu ter inzage legt, dat het dan over een aantal weken bij de raad tot exact dezelfde discussie leidt. Want de bestemming die erop ligt, ligt over die hele strook. De zienswijzen van de mensen zullen ook hetzelfde zijn en het besluit om het opnieuw ter inzage te leggen als het gaat over de panden Terborgseweg 63 en Julianaplein 12 zal een idee opwekken dat een nieuwe inspraakprocedure ook bij de raad tot nieuwe ideeën zal kunnen leiden. Volgens hem maken daar die 12 weken niets voor uit, want dit wist de raad ook al een aantal weken geleden en vanavond ligt het ter besluitvorming voor. Dus is het een vorm van „kijk wij doen dat‟ en vervolgens schrijft iedereen brieven. Die worden keurig beantwoord en daar komt precies dezelfde discussie uit die hier nu voor ligt. En waar de heer Moïze de Chateleux op ageert, is de rechtszekerheid van mensen. Maar die is gewaarborgd. Want ze mogen hier gewoon voor naar de Raad van State. Hij wil daar een handreiking bij doen om er heel helder over te zijn. Van de mensen die in de beeldvormende raad hebben ingesproken, hebben ze de namen en adressen. Die zullen ze in dit verband ook met de vaststelling van het bestemmingsplan precies zo behandelen als de mensen die dat eerder schriftelijk hebben gedaan, dus die krijgen van het college schriftelijk bericht over wat het besluit van de raad is en op welke manier en wanneer men daartegen bij de Raad van State beroep kan aantekenen. Want dat doen ze altijd. Mevrouw LUKASSEN dankt de voorzitter dat deze zo uitvoerig de gelegenheid geeft tot spreken. De wethouder geeft heel uitvoerig antwoord en dat waardeert ze zeer. Maar de wethouder zegt dat er niets bij gewonnen is om het nog een keer zes weken ter inzage te leggen. Maar alles wat rond dit pand speelt, ligt gevoelig. Het is een nieuw fenomeen. Het ligt gevoelig. Het gaat haar voornamelijk om de omwonenden, want die raakt het het meest. Er is misschien het een en ander weggenomen aan gevoel, aan emotie, dat er misschien iets gebeurd is, en ze hebben het gevoel dat ze niet van alles op de hoogte waren. Dat gevoel zou daarmee weggenomen kunnen worden. Gewoon door open kaart te spelen. Hoe de wethouder het ook zegt en de raadsfracties kunnen hem geloven, maar om bij de burgers, de aanwonenden dat gevoel weg te nemen. Ze heeft toch de indruk dat dat nog leeft. Wethouder DRENTH weet wel zeker dat het nog leeft. Hij vangt ook buiten werktijd wel het een en ander op. Dat is ook waarom het hem zo raakte dat in een krant werd gesuggereerd alsof …. Daarom ook gebruikte hij zelf de term list en bedrog. Ze hebben het over een wijk waarin hij een aantal mensen dagelijks tegenkomt. Ze denken toch niet dat hij zijn eigen buren bij de poot wil hebben? Geen enkele van onze inwoners, maar al helemaal niet je eigen buren. De heer MOÏZE DE CHATELEUX komt terug op de woorden van mevrouw Lukassen. Het verhaal van de rechtszekerheid staat los van deze locatie. Of een locatie gevoelig ligt of niet dat mag niet een reden zijn waarom je de ene keer wel op die manier te werk gaat en de andere keer niet. Dan zou je een stuk rechtsongelijkheid realiseren en dat hoorde hij in de woorden van de wethouder. Dat wil hij zeer nadrukkelijk niet. Hij wil voor alle burgers wat dat betreft wel dezelfde rechtszekerheid. Dat hoort in een rechtsstaat. Dat is volgens wethouder DRENTH de basis van de rechtsstaat. Wat hij probeert aan te geven is dat er juridisch en met de rechtszekerheid van de mensen die het aangaat en waar een aantal zaken die naar boven 487
komen heel gevoelig liggen, niet aangetornd wordt. Hij heeft ook gezegd dat deze mensen, net als de mensen die eerder schriftelijk hebben gereageerd, thuis door het college op de hoogte worden gesteld van het besluit en hoe ze daarmee kunnen omgaan. Daarmee is dat volgens hem voor 100% afgehecht. Er zit wel verschil in met wat hij vanuit de kant van de SP-fractie hoort. Want daar gaat het er juist wel om dat het zo‟n gevoelige plek is, waarbij je dus een plek wilt geven aan emotie. Dat is heel iets anders dan wat hij van de fractie van D66 hoort. Het is aan de raad om daar een richting in te bepalen. Maar juridisch gezien is het op zich een prima route die gelopen wordt. Als hij het eerder had geweten, had het er dus ook eerder in gestaan. Natuurlijk was dat gebeurd. Dat doen ze altijd zo. De heer STEINTJES begrijpt het niet dat hier aangegeven wordt dat ze het nogmaals normaal ter inzage zouden kunnen leggen omdat ze samen ook tot de conclusie komen dat ze na die ter inzage legging dezelfde bestemming erop gaan leggen als die nu voorgesteld wordt. Nemen ze dan niet die mensen gigantisch in de maling door dat gewoon nog een keer ter inzage te leggen en vervolgens tot hetzelfde besluit te komen? Als je je buren niet voor de gek wilt houden, moet je dat niet doen. Wethouder DRENTH bevestigt dat dit het was wat hij net probeerde aan te geven. Omdat die bestemming veelvuldig voor komt in dit bestemmingsplan. Dan komt het terug op de basis of ze dit soort voorzieningen wel of niet in woonwijken willen en in welke mate. Daarover is met de raad afgesproken dat daar in het kader van de OGGZ nader over gesproken wordt. En ze hebben bij de motie die een jaar geleden is aangenomen daarvoor ook een aantal stappen gezet. En daarvoor heeft zijn collega Van Dijk ook gezegd dat die stappen worden doorlopen. Daar zit de burgemeester vanuit de openbare orde en veiligheid ook bovenop. Dat is herhaalde malen ook gezegd. Ze moeten die twee dingen naar zijn mening wel goed uit elkaar halen. Dat is wat hij net bedoelde met dat het opnieuw ter inzage leggen gewoon mag. Hij heeft echter geadviseerd om dat niet te doen omdat er ook een aantal andere effecten aan zit. Het geeft een schijn. Want de raad weet wat de punten zijn en die punten kunnen ze ook nu vanavond meewegen. De heer Langeveld was de eerste, maar de heer Steintjes zei het nu ook dat de raad uiteindelijk die bestemming niet wil wijzigen. Dat willen ze voor die hele strook langs de Terborgseweg. De heer OOMS merkt op dat het geen gevoelige plek is. Dat is een heel andere discussie. Het gaat er niet om wat erin gaat komen. Het gaat erom wat er speelt bij de mensen in die wijk. De heer Steintjes zegt wel dat ze de mensen dan voor de gek houden. Maar die mensen hebben zelf in de beeldvormende raad aangegeven dat ze het opnieuw ter inzage wilden hebben. Ze zitten hier niet voor zichzelf maar voor de mensen. Ze zijn gekozen door de burgers. Als er uit de burgers bepaalde gevoelens of emoties komen, moet je daar ook naar luisteren. Ze worden niet voor de gek gehouden want ze hebben er zelf om gevraagd. De heer STEINTJES reageert dat ze er allemaal naar geluisterd hebben wat die mensen te melden hadden. Ze zijn hier vanavond ook tot de conclusie gekomen dat ze in alle redelijkheid eigenlijk niet tot een fatsoenlijke andere bestemming kunnen komen dan degene die nu voorgesteld wordt. Op het moment dat je die mensen een extra kans geeft op ter inzage leggen met hun reactie daarbij en de raad komt vervolgens aan dat ze er goed aan gedaan hebben en dat die mensen in elk geval hun hart hebben kunnen luchten en ze stellen gewoon de bestemming vast die vanavond hier ligt, dan vindt hij niet dat het voor die mensen van toegevoegde waarde is. Hij denkt dat ze zich dan ook in de maling genomen voelen. De heer OOMS kan niet voor die mensen spreken, maar als het is zoals de heer Steintjes zegt dan moeten ze samen een heldere communicatie naar die buurt gaan doen. In Wehl hebben ze het al niet goed gedaan en hij betoogt het nu wel goed op te pakken en dan helder naar die mensen te communiceren waarom het gaat zoals het nu gaat en waarom er gestemd wordt zoals er gestemd wordt. De heer STEINTJES onderbreekt hem dat hij probeert hier vanavond heel helder in te zijn. Volgens hem is het heel helder hoe hij daar namens de fractie van het CDA tegenaan kijkt. Mevrouw PUTMAN merkt op dat de discussie eigenlijk over iets heel anders gaat. Namelijk over de invulling van het pand. En dat is iets waar ze samen nog eens goed naar moeten kijken. Maar dat gaat op een ander tijdstip op een andere plek gebeuren. De heer OOMS reageert dat elke keer als hij bij de interruptiemicrofoon gaat staan hij aangeeft dat het niet om de invulling van het pand gaat maar om het bestemmingsplan. De emotie die dat teweeg heeft gebracht, is veroorzaakt doordat er 488
parallel aan het bestemmingsplan een ander plan werd gepresenteerd. Mevrouw PUTMAN merkt nog op dat het inderdaad over emotie gaat, maar de emotie komt omdat men weet wat er in het pand gaat gebeuren. Daar moeten ze samen heel serieus over praten op een ander tijdstip. Wethouder DRENTH vervolgt dat uit de inspraakreactie van de ruime omwonenden waar het nu over gaat die avond duidelijk werd dat men zorgen had dat men geen bezwaren meer kon maken tegen de bestemmingsplanwijzigingen van Julianaplein 12. Die avond en vanavond heeft hij geprobeerd, ook omdat het voor een aantal van de fracties niet voor 100% helder was en een aantal mensen uit de wijk ook op de tribune zit, duidelijk te maken dat die rechtszekerheid niet in het geding is. Hij heeft ook gezegd dat ze de mensen keurig zullen informeren over hoe je dat moet doen. Net als bij planschade helpen ze de mensen op weg bij deze gemeente. Er zit dus helemaal niets aparts achter en hij heeft ook toegezegd dat het nu zal gebeuren. De geluiden die onder andere de heer Bulten had gehoord dat het niet gaat bij een aantal mensen dat er iets komt, maar over aantallen, ook daarover heeft hij namens het college gezegd dat in vervolgafspraken die wethouder Van Dijk daarover heeft (deels samen met de burgemeester en met de wijk – al die dingen moeten ook nog opgestart worden dan wel zijn net begonnen – ) het college er helemaal niet afwijzend tegenover staat om daarover in gesprek te gaan. Dat past ook in wat mevrouw Putman, de heer Steintjes en de heer Langeveld zeiden, dat ze het in een komende beeldvormende en meningvormende raad over de inhoud gaan hebben. Het gaat er dan over hoe groot iets kan zijn, welke belasting wel of niet relevant is. Nu gaat het over een bestemmingsplan. En het is juridisch voor alle inwoners die het aangaat – in dit geval de wijk De Pas – gezekerd dat dat wat men van tevoren niet wist – en dan gaat het om Julianaplein 12, want met de Terborgseweg 63 kon veel meer dan nu voor ligt – mensen die daarop hadden willen reageren maar dat niet hebben kunnen doen, dat nu alsnog kunnen doen via de Raad van State. Want daar was het uiteindelijk ook terecht gekomen. De manier zoals het bestemd wordt, zouden ze op andere plekken net zo doen. Beter gezegd: dat doet de raad ook op die manier als hij vanavond instemt op andere plekken in de wijk. De heer MOÏZE DE CHATELEUX mist nog een antwoord op enkele van zijn vragen. De VOORZITTER stelt intussen voor om de besluitvorming over dit onderwerp niet op te schorten tot het eind van de vergadering, maar nu tussentijds over dit onderwerp een besluit te nemen, zodat de groep mensen op de publieke tribune niet tot het eind hoeft te wachten. Met dit ordevoorstel kan de raad instemmen. Wethouder DRENTH geeft nog antwoord op de vragen. Dat betreft in het bijzonder de verwijzing naar artikel 3, punt 3.3.2 waar het ging over aantallen zorgvoorzieningen. De heer MOÏZE DE CHATELEUX onderbreekt hem en wijst hem erop dat het ging over artikel 3.3.2 waarin staat: „Voor het pand op het perceel Terborgseweg 63 wordt een zorginstelling verwacht. Deze zorginstelling is op dit moment mogelijk binnen de huidige regelgeving van het geldende bestemmingsplan. In dit bestemmingsplan blijft een zorginstelling mogelijk met de bestemming „centrum‟. Voor de gronden met de bedrijfsbestemming aan de achterzijde heeft de zorginstelling ook interesse‟. Dat gaat dus niet om het aantal. De wethouder heeft het ook over het aantal bewoners. Volgens hem gaat het bij een bestemmingsplan om volume en niet om aantallen. Dat had wethouder DRENTH in zijn eerste termijn ook gezegd. Hij zei juist dat bij het OGGZ-verhaal en hoe dat paste in de wijk, aantallen thuishoren en hij heeft gezegd dat het bestemmingsplan alleen maar over volumes, hoogtes, afstanden en functies gaat. Als het gaat over wat er staat in 3.3.2 dan gaat het erover dat op een aantal plekken in de gemeente waar grotere panden staan of waar grotere vlekken braak liggen allerlei mensen ermee bezig zijn en op dit moment is zorg ongelofelijk hip. Die heeft geen last van de bouwcrisis. Hij kan zo nog zeven plekken noemen in de stad zonder er nauwelijks over na te hoeven denken waar dit gewoon speelt. De heer Moïze probeert in het stuk een link te leggen om aan te tonen dat het college bewust een aantal mensen om de tuin heeft geleid. Daar wil hij afstand van nemen. De heer MOÏZE DE CHATELEUX reageert dat de wijzigingsbevoegdheid van het college met 489
name over dat volume gaat. Hij heeft ook nog geen toezegging van de wethouder over het jaardocument. Wethouder DRENTH maakt af waar hij mee bezig was: een zorgvoorziening is een enorm wijd scala. Dat gaat ook over het pand dat net naast de nieuwe schouwburg is geopend waar ZoZijn in zit. Dat gaat ook over de Huberroos. Dat gaat ook over een complex waar ze mee bezig zijn naast het Brewinc. Dat zijn allemaal zorgcomplexen. Dat een pand als het Dalespand, dat oorspronkelijk in gebruik was als hotel, bij uitstek ook kansen biedt voor een zorginstelling is niet meer dan te verwachten. En vandaar dat het daar ook staat. En dat er dan de link aan wordt gelegd dat ze het al over Iriszorg hadden en dat ze het al over daklozenopvang hadden, daar neemt hij afstand van. Want dat geeft nu net de ruis en dat geeft nu net het gevoel alsof er iets gebeurt waar mensen om de tuin worden geleid. Dat wil hij te allen tijde wegnemen. Dat is niet het geval. Natuurlijk kijken ze naar heel erg veel plekken in de stad, zeker waar grotere panden staan. Ook in deze wijk zal het nog wel komen met het voormalig belastingkantoor aan de Louise de Colignystraat. Daar zal ook iets mee moeten gebeuren als de gemeente er eind van het jaar uit gaat. Ook daar zal gegarandeerd door de eigenaar gekeken worden of hij er een zorgcomplex van kan maken. Nu kan je daar de link aan leggen dat dit een voorwaarschuwing was dat daar de volgende daklozenopvang aan komt. Dat is niet zo. Overigens zijn ze bezig met plannen die met wonen te maken hebben, daar moet geen nieuwe ruis over ontstaan. Je weet niet hoe dat gaat en hij vind ook niet dat je dat soort linken mag leggen. Dat geeft onveilige gevoelens bij mensen en daar moet je als gemeentebestuur afstand van nemen. De heer MOÏZE DE CHATELEUX vraagt nogmaals het jaardocument ter inzage te verstrekken. Wethouder DRENTH antwoordt dat hij dat natuurlijk ter inzage kan krijgen. De raad kan alles krijgen van het college, zelfs als het besloten is vastgesteld. De raad is het hoogste orgaan. Als hij dat hier expliciet moet zeggen, lijkt hem het verstandigst om het document gewoon beschikbaar te hebben op het moment dat ze in de raad met elkaar discussiëren over het OGGZ en wat daarmee samenhangt. Ze weten ook dat het college hun helemaal niets aan informatie wil onthouden. Dus excuses, het was niet de bedoeling, maar vanzelfsprekend krijgt de raad dit ter inzage. De VOORZITTER zegt toe dat de griffie morgen een mailtje zal sturen wanneer het er ligt en als het er morgen niet ligt, wanneer het er wel ligt op zo kort mogelijke termijn. De VOORZITTER sluit de beraadslagingen over dit punt en schorst voor korte tijd de vergadering. Na de heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER de besluitvorming aan de orde over het agendapunt 3, het bestemmingsplan De Pas 2010. De heer MOÏZE DE CHATELEUX laat als stemverklaring weten dat de fractie van D66 inhoudelijk geen bezwaren heeft tegen het voorstel met bestemmingsplanwijziging. Maar er is nog iets anders waar hij de gehele avond uitvoerig over gesproken heeft, namelijk rechtszekerheid hebben en houden ongeacht als dat tijd kost aan procedures. Het feit dat een proces dat al zo lang duurt misschien een paar weken langer duurt, daarvan gelooft hij niet dat daar de wereld door zal vergaan. Met andere woorden: ook nu moet je je aan procedures houden en de regels die in een rechtsstaat gelden. Wat er ook uit zienswijzen zou komen, hij vindt het prematuur om te zeggen dat het toch precies dezelfde zienswijzen zijn, dus dat het geen verschil maakt. Dan zou je misschien in een kristallen bol gekeken hebben. Die wil hij niet gebruiken. Dat weet je pas als je dat hebt gedaan. Om die reden zal de fractie van D66 zijn goedkeuring aan dit voorstel moeten onthouden. Helaas, maar het is niet anders. De heer OOMS laat weten dat de SP-fractie akkoord gaat met bestemmingsplan De Pas 2010 met uitzondering van het 5e aandachtsstreepje van Julianaplein 12 en vraagt het college om dat nogmaals ter inzage te leggen, zodat de mensen nogmaals hun zienswijze daarop kunnen indienen. De VOORZITTER noteert dat mevrouw Grootjans vanwege een persoonlijk feit niet aan de 490
besluitvorming deelneemt. Hij constateert dat de fractie van D66 tegen stemt en de SP-fractie voor stemt met een kanttekening. De rest van de raad gaat akkoord met het voorstel. Daarmee is het aangenomen. De VOORZITTER heropent de meningvormende raadsvergadering. 4.
OUDERENONTMOETINGSPUNT IN CULTUURCLUSTER ‟T BREWINC Mevrouw GROOTJANS vindt het goed om vanuit het centrum en de plannen voor het centrum ook positieve geluiden te laten horen. Als ze met een voorstel erg blij is vandaag dan is het wel dit voorstel. Het voorziet in een behoefte die al heel lang als vraag bij de gemeente ligt, waar niet alleen de ouderen van het centrum belang bij hebben, maar ook ouderen van ver daarbuiten. De manier waarop het college met dit onderwerp is omgegaan, ook binnen de gemeente, is lovenswaardig. Ze heeft een vraag waarom het college de kredieten al op dit moment beschikbaar stelt. Ze stemt daar wel volledig mee in. Ze doet nog een suggestie. In het raadsvoorstel staat de vraag naar de parkeerruimte voor ouderen. Ze vraagt het college daar heel zorgvuldig naar te kijken en te overwegen of daar ook een vorm van beschermde parkeermogelijkheid kan zijn, hetzij met ontheffingen of wat dan ook en vooral ook een veilige. Zeker wanneer het ouderenontmoetingspunt ook later nog in de avonduren geopend zal zijn. Ze legt deze vraag voor als suggestie om daar in de toekomst naar te kijken. Verder spreekt ze haar complimenten uit voor dit raadsvoorstel. De heer KUIPERS merkt op dat met de demografische ontwikkeling in deze regio je ook kunt stellen dat „wie de ouderen heeft, heeft nog toekomst‟. Natuurlijk heb je voor ouderen ook voorzieningen nodig. Ouderen hebben jarenlang via de vorig jaar opgeheven ouderenraad hierop aangedrongen. Hij spreekt lof uit voor de drie samenwerkende ouderenbonden dat na de zomer hun wens, een ouderenontmoetingspunt, in vervulling zal gaan. En niet zomaar ergens in een niet meer gebruikte ruimte van de gemeente, maar in het hart van Doetinchem in de cultuurcluster ‟t Brewinc. De raad moet niet vergeten dat het georganiseerd is voor en door senioren, op eigen kracht. Chapeau voor hun inzet spreekt hij uit namens de fractie van GroenLinks en hij vermoedt namens de gehele raad. Toch nog een kleine opmerking. In het raadsvoorstel kunnen ze lezen dat de ruimte voldoet aan alle voorwaarden. Het is op de begane grond en daardoor toegankelijk. Er is een plateaulift aanwezig en er is een gemakkelijk bereikbaar toilet. Dan is de investering van € 102.000 toch wel wat veel om een telefoonaansluiting aan te leggen waarmee je de senioren gratis met hun kinderen en kleinkinderen kunt laten bellen. Of is de prijs van meubilair en aanverwante benodigdheden erg hoog ingeschat? Misschien zouden ze het budget aan de initiatiefnemers beschikbaar moeten stellen. Wie weet: hoe ouder, hoe slimmer. En dan besparen ze met hun tomeloze en volhardende inzet ook nog flink wat geld op dit bedrag. De heer BULTEN zegt dat onder anderen de ouderen Doetinchem hebben gemaakt zoals het nu is. Daar mogen ze als inwoners en bestuurders blij mee zijn op heel veel punten. Uiteraard hebben deze ouderen een plek nodig om samen te kunnen zijn en contacten te leggen. Tegelijkertijd is dit voorstel een spiegel die ze zichzelf allemaal moeten voorhouden. Hoe kan het bestaan dat deze ouderen, ja zelfs jongeren, vereenzamen tussen duizenden anderen? Het individualisme heeft toegeslagen en doet het nog steeds. Dit is te merken bij het zoeken naar vrijwilligers op vrijwel elk terrein. De kerken lopen steeds verder leeg en er zijn steeds meer vormen van hulp en ondersteuning nodig die eerder door familie of buren werd ondervangen. Zijn er dan geen goede voorbeelden? Zeker wel. Kijk naar de diverse kleine kernen en dorpen en de buitengebieden waar veel meer het noaberschap wordt gehanteerd. Kijk naar diverse instellingen en kerken waar nog steeds de zorg en aandacht is voor de medemens, jong en oud, waar iedereen meetelt. De fractie van de SGP-ChristenUnie roept allen op om zoals de Bijbel het zegt onze naaste niet te vergeten. Laten we onze buurman of buurvrouw aandacht geven en betrokkenheid tonen. Dit geldt zeer zeker de ouderen. Hij hoopt niet dat het hun kwalijk 491
genomen wordt deze oproep gedaan te hebben. Bij de voorjaarsnota hebben ze een slag om de arm gehouden bij de investeringsnota van onder andere het ouderenontmoetingspunt. Gezien het voorgaande is er geen twijfel over nut en noodzaak hiervan. Het voorbehoud gold de financiering hiervan. Hun schriftelijke vragen over de eenmalige kosten van € 102.000 zijn tot hun tevredenheid beantwoord. Misschien is het goed om zulke gegevens direct bij de beeldvorming al te verstrekken. Wel wil hij raad en college meegeven dat er theoretisch met dit voorstel in de toekomst een probleem zou kunnen ontstaan, namelijk dat de raad nu instemt met incidentele bijdragen en bij de ombuigingen met de structurele investeringen een andere keuze zal maken. De fractie van de SGP-ChristenUnie is blij dat er na jaren weer een ouderenontmoetingspunt komt en kan instemmen met het voorstel. Mevrouw SLUITER spreekt namens de fractie van de VVD haar complimenten uit voor zowel de uitgangspunten zoals die hier weergegeven zijn in het raadsvoorstel, maar vooral ook de route die in de samenwerking gekozen is met de ouderen en de productieve houding vanuit de ouderen om dit te kunnen bewerkstelligen. Toch hebben ze twee kanttekeningen bij het voorstel zoals het nu voor ligt. Aan de ene kant dat het jammer is hoe de communicatie gelopen is dat zij nu pas een voorstel krijgen terwijl eind november al het een en ander hierover bekend geworden is. Ze hebben in de beeldvormende raad ook al aangegeven dat er toch een raadsmededeling had kunnen komen in de periode van begin december tot eind april. Daarnaast vragen ze de wethouder waarom er nu besluitvorming moet plaatsvinden en waarom dit niet integraal meegenomen wordt bij de voorjaarsnota waarbij het ouderenontmoetingspunt ook sowieso structureel aan de orde zal komen. Ze vragen, hoe positief dit punt ook is en hoezeer zij de inhoud hiervan ook ondersteunen, dit integraal mee te nemen bij de voorjaarsnota. De heer VONK geeft ook te kennen dat de fractie van het CDA met een beetje dubbele gevoelens heeft kennisgenomen van het voorliggende voorstel om een krediet toe te kennen van € 102.000 om de gehuurde ruimte in de cultuurcluster ‟t Brewinc geschikt te maken als ouderenontmoetingspunt. Ze zijn zeer ingenomen met de voorliggende plannen. Niet alleen gaat hiermee een lang gekoesterde wens in vervulling, maar er komt ook een einde aan een lange zoektocht naar geschikte locaties voor een ouderenontmoetingspunt. Ook zijn ze enthousiast over het proces zoals dat verwoord is door een aantal initiatiefnemers tijdens de beeldvormende raad op 14 april. Ondanks dat een tweetal organisaties heeft afgehaakt, denken ze dat de plannen goed zijn voor een sterk groeiende doelgroep inwoners van Doetinchem, speciaal de ouderen. Tijdens de beeldvormende raad bleek dat er al in november 2010 een huurovereenkomst is aangegaan voor een periode van 20 jaar. Weliswaar stelt het college voor het definitieve besluit over het ouderenontmoetingspunt te nemen tijdens de behandeling van het totale pakket aan ombuigingen en gewenste investeringen. De fractie van het CDA voelt zich hiermee toch wel wat „met de kont voor het blok gezet‟. Het voelt alsof hun het mes op de keel is gezet voor de ombuigingsdiscussie. Ze gaan ervan uit dat er ontbindende voorwaarden zijn opgenomen in de huurovereenkomst en hij wil graag uitspreken dat in deze procedure het moment dat deze huurovereenkomst is aangegaan en het moment van communiceren geen gemeengoed moet worden. Ze zien elkaar heel vaak in deze ruimte, dus wat hun betreft had dat wel wat anders gekund. De heer VAN DE GROEP laat weten dat de fractie van de PvdA voor 100% achter dit voorstel staat. Ze kunnen zich erg goed vinden in de woorden van mevrouw Grootjans. Mevrouw LUKASSEN memoreert dat tijdens de beeldvormende raad over dit onderwerp er veel senioren aanwezig waren om hun betrokkenheid te tonen bij dit initiatief. Een ontmoetingsplek voor ouderen. Hier is lang om gevraagd en het gaat nu wellicht gerealiseerd worden. Dit is vooral belangrijk om een sociaal isolement bij ouderen te voorkomen. Door de inspreker van het centraal seniorenoverleg werd aangegeven dat de voorziening laagdrempelig is, ook financieel. Het is de bedoeling zoveel mogelijk ouderen te laten profiteren van deze 492
voorziening en daarom zullen kwetsbare niet mobiele ouderen thuis opgehaald worden. En dat is positief. Het parkeren is de enige hobbel die nog genomen moet worden. Maar de wethouder gaf aan dat men druk doende is er een goede oplossing voor te vinden. Het collegevoorstel is om nu alvast € 102.000 beschikbaar te stellen voor het inrichten van het ouderenontmoetingspunt. Hiermee wordt wel voor de muziek uit gelopen, immers over ca vier weken wordt de voorjaarsnota met de daarbij behorende bezuinigingen behandeld. In verband met aangegane contractuele verplichtingen moeten ze nu hierover een besluit nemen. De SP-fractie kan zich vinden in dit voorstel. De jaarlijkse structurele investering zullen ze meenemen bij de behandeling van de ombuigingen. Bij de behandeling van de voorjaarsnota staat ook een ontmoetingspunt voor ouderen in Gaanderen genoemd. Wat niet genoemd is, is een gemeentelijk steunpunt loket in Wehl bij zorgcentrum Oldeshove. Ze hebben daar als SPfractie al diverse malen op aangedrongen, maar dit werd telkens door de wethouder weggewuifd. Ook hier is door ouderen, bewoners, senioren al lang naar gevraagd. Ze vraagt hier nogmaals aandacht voor en de SP-fractie zal hier bij de behandeling van de voorjaarsnota op terugkomen. De heer MOÏZE DE CHATELEUX laat weten dat de fractie van D66 het realiseren van een ouderenontmoetingspunt een hele goede zaak vindt. Wat hun betreft moet dat er ook echt komen. Maar er is wel een aantal kanttekeningen te plaatsen. Ze moeten constateren dat het college verplichtingen is aangegaan zonder daartoe middels een raadsbesluit te zijn gemachtigd. De reden ontgaat hun ook. Het had veel meer in de rede gelegen te wachten tot de raadsbehandeling van de bezuinigingen. Dan hadden ze een integrale afweging kunnen maken. Ze ondersteunen dan ook van harte het pleidooi om het bij de voorjaarsnota mee te nemen. Hij hoopt ook dat het college een ontbindende clausule in het contract heeft opgenomen, want stel dat de raad vanavond niet akkoord gaat, dan ontstaat er voor het college toch een groot probleem: contractuele verplichtingen, raad niet akkoord, dan kon er wel eens een aansprakelijkheid komen. Minder positief denkende mensen zouden wellicht kunnen veronderstellen dat het college de raad voor een fait accompli heeft willen stellen. Hij is echter positief en zal graag de echte reden horen waarom het college heeft gemeend zo voor de troepen uit te moeten lopen. Nog een opmerking van specifieke aard. Het betreft een ouderenontmoetingspunt. Een deel van de ouderen zal dan ook met de regiotaxi komen. Er zijn sowieso parkeerproblemen die opgelost moeten worden, maar hem hebben berichten bereikt dat de regiotaxi van de gemeente niet meer in het centrum mag komen en alle mensen bij de Heezenpoort af moet zetten en er zelfs in opdracht van de gemeente handhavend wordt opgetreden. Hij kan zich voorstellen dat de taxichauffeurs zeggen geen behoefte te hebben aan bekeuringen en daar dus naar handelen. Wethouder VAN DIJK deelt het enthousiasme over de manier waarop dit proces is aangepakt, vooral ook door de ouderen zelf. Ze hebben daar ontzettend veel energie in gestoken om op deze wijze die langdurige wens ook tot stand te brengen om tot een ouderenontmoetingspunt in het centrum te komen. Voor ouderen door ouderen! Het is goed dat ze dat doen omdat op een heleboel plekken in de stad er al ouderenontmoetingsplekken, dan wel buurthuizen zijn, maar niet in het centrum. Overigens heeft dit ouderenontmoetingspunt niet alleen een functie voor de ouderen die in het centrum wonen, maar voor alle ouderen in de gehele gemeente. En de ouderen denken ook na over hoe ze ouderen kunnen bereiken die misschien wat minder de deur uitkomen, dat isolement waar ze ook nadrukkelijk wat aan willen gaan doen. Die gemeenschapszin, waar ook de heer Bulten het over had. Hij denkt dat ze met elkaar heel erg blij mogen zijn met het initiatief en het enthousiasme waarmee ze dat hebben opgepakt. De meest cruciale vraag die de raad stelde was: waarom op dit moment? Eigenlijk is de reden ervan erg simpel: omdat dit het momentum was. Eind vorig jaar constateerden ze dat er met de ontwikkeling van ‟t Brewinc, echt een locatie waar de ouderen massaal voor gekozen hebben omdat men daar, ook vanwege de synergie met de VVV, met de bibliotheek, met het archief en alles wat daar mogelijk is, nog een lokaal in dat gebouw beschikbaar was waarbij de projectontwikkelaar heeft aangegeven dat ze wel binnen een bepaalde tijd moesten kiezen of 493
ze dat wel of niet daar zouden doen, omdat er daar mogelijk andere gegadigden zouden zijn. Gegeven de massale voorkeur van de ouderen voor deze locatie en ook gegeven de uitspraken van de raad, zowel in de verkiezingsperiode als ook in alle kaderstellende momenten die ze hebben gehad met betrekking tot de voorjaarsnota en het mogelijk investeren van een aantal plekken, waaronder het ouderenontmoetingspunt, is het – hij geeft dat grif toe – voor de muziek uit lopen. Het college is daar voorbijgegaan aan een besluit dat de raad nog moet nemen. Ze vonden het als college een aanvaardbaar risico, omdat de raad in zijn geheel zich had uitgesproken voor een ouderenontmoetingspunt en de ouderen ook massaal zich hebben uitgesproken voor deze locatie. Het momentum was er nu en ze moesten ook voor een bepaald tijdstip kiezen omdat deze locatie anders zou komen te vervallen. Waarom ook nu de besluitvorming? Dat is omdat voor een deel ook de € 102.000 die gevraagd wordt voor inrichting, plateaulift, interieur, nu met de bouw kan worden meegenomen. Als je dat later zou doen, los gezien van het huurcontract en de periode die de projectontwikkelaar de gemeente daarvoor stelde, dan moest je later gaan verbouwen in een gebouw dat al opgeleverd is. Dat wordt daardoor alleen maar duurder. In het streven de tijd slim te benutten en mee te liften met een bouwproces dat er al is, hebben ze ervoor gekozen om het op dit moment ook te doen. De raad heeft helemaal gelijk dat als het gaat om de structurele lasten die uit de exploitatie van dit ouderenontmoetingspunt voortvloeien, dat de raad niet nu daar een besluit over neemt maar pas bij de voorjaarsnota. Wat de raad nu doet is een krediet ter beschikking stellen om de bouw- en inrichtingskosten te kunnen financieren. Het momentum was nu. Over parkeren heeft hij ook in de beeldvormende raad aangegeven dat zijn collega van verkeer bezig is met de inrichting van het verkeer, met parkeerplaatsen en alles wat ermee samenhangt. Dat er ook over nagedacht is om een aantal invalidenparkeerplaatsen vlak bij de ingang te realiseren. Daar wordt nu nadrukkelijk aan gewerkt. Tot slot de vraag waarom geen ouderenontmoetingspunt in Wehl. Ze weet dat er op dit moment een ouderenontmoetingspunt in Wehl is, waarbij bijvoorbeeld in Oldeshove ook nagedacht wordt over een baliefunctie, medewerkersfunctie of wat dan ook. Het is helemaal niet uitgesloten dat ze zeggen daar straks met vrijwilligers meer te willen gaan doen, zoals bijvoorbeeld in Gaanderen gebeurt. Dat kan in Wehl ook. Hij begrijpt de opmerking niet dat het college een ouderenontmoetingspunt in Wehl zou hebben weggewuifd. Mevrouw LUKASSEN reageert dat het niet zozeer gaat om een ontmoetingspunt. Het ging om een gemeentelijk loket voor kleine gemeentelijke handelingen. Daar hebben ze het al eens over gehad. Dat was volgens haar bij de bespreking van „ruimte voor elkaar‟ en toen heeft wethouder Van Dijk gewezen op Nijmegen Dukenburg of iets dergelijks. Toen heeft hij het weggewuifd. Wethouder VAN DIJK meende dat zij doelde op een ouderenontmoetingspunt. Als het gaat om een gemeentelijk loket, dan hebben ze dat in Gaanderen ook niet en komt het ook niet in ‟t Brewinc en dan hebben ze gewoon in het nieuwe stadhuis de gemeentewinkelfunctie die voor alle inwoners centraal de diensten aanlevert. Daar gaat dit punt ook niet over. Als mevrouw Lukassen behoefte heeft om andere vormen van dienstverlening ook decentraal aan te bieden, dan kan dat en dan kan ze daar op een ander moment op terugkomen. Daar gaat dit agendapunt niet over. Ook hij wil de ouderen complimenteren niet alleen met wat ze nu hebben gepresteerd, maar ook met wat ze van plan zijn met al die werkgroepen en al die enthousiaste vrijwilligers om daar de komende tijd mee aan de slag te gaan. Mevrouw GROOTJANS heeft in haar eerste termijn niet apart de ouderen haar complimenten verstrekt maar meer samen met het college. Ze heeft met waardering gekeken naar de samenwerking. Ze sluit zich op dat punt aan bij de andere partijen. Het zal haar verbazen wanneer dit project niet zou lukken. Volgens haar is er heel veel draagkracht voor. In 1997/1998 heeft ze de kaderopleiding van het CDA gedaan en daar is haar een ding heel helder van bijgebleven, wat ze vanavond ook zag passeren, namelijk het evenwicht tussen je volksvertegenwoordigende taak en je controlerende. En daar is haar deze zinsnede van bijgebleven, namelijk dat besturen niet altijd of het alleen toetsen is aan regelgeving of het beoordelen van raadsvoorstellen, maar vooral voorstellen beoordelen op de effecten voor de burgers. Ze meent ondanks de kritiek die ze op dit raadsvoorstel hier en daar heeft gehoord, 494
dat ze wat dat betreft de volksvertegenwoordigende taak helemaal hebben ingevuld. Mevrouw SLUITER reageert op het antwoord van de wethouder dat het wenselijk is om nu al het budget beschikbaar te stellen om te kunnen beginnen met de voorbereidingen en binnen het tijdpad te blijven. De fractie van de VVD wil van harte het voorstel ondersteunen ondanks dat het niet integraal meegenomen wordt. Maar puur vanwege de inhoud en de afweging en het belang van het ouderenontmoetingspunt zullen ze daarom dit voorstel steunen. De heer VONK ondersteunt namens de fractie van het CDA dit voorstel van harte. Hij merkt wel op dat het voor de wethouder een leermoment is hoe om te gaan met deze raad. Mevrouw LUKASSEN reageert op de opmerking van de wethouder dat het gemeentelijk loket ook niet hier in ‟t Brewinc komt. Dat klopt. Ze zitten hier hemelsbreed 50 meter van dat loket af. In Wehl is het een andere situatie. Daar zaten ze hemelsbreed 50 meter van dat loket af en dat is nu weggevallen. Dus daarom bracht ze het in. Ze zal er met de voorjaarsnota op terugkomen. Wethouder VAN DIJK maakt een diepe buiging in de richting van de heer Vonk. 5.
VERZOEK TOT VERBREDING VAN HET HAALBAARHEIDSONDERZOEK VAN HET NIEUWE STADION VAN BVO DE GRAAFSCHAP De heer BULTEN memoreert dat de raad van Doetinchem op 11 juni 2009 het raadsvoorstel heeft aangenomen voor een haalbaarheidsonderzoek op het bedrijventerrein A18 met daarbij een motie geïnitieerd door de fractie van het CDA om dit te verbreden met het gebied van Wijnbergen. Het A18 bedrijventerrein was op uitdrukkelijk verzoek van bvo De Graafschap als eerste uitgekozen voor een haalbaarheidsonderzoek. Een werkgroep vanuit de gemeente heeft hier een taskforce voor opgezet die hierop heeft geanticipeerd, bijna geheel gericht op dit bedrijventerrein. Door voortschrijdend inzicht van De Graafschap en de BAM wordt hun nu gevraagd dit haalbaarheidsonderzoek te verbreden naar Sportpark Zuid en naar het Vredesteinterrein. Stel dat bvo De Graafschap naar een andere locatie gaat, wat betekent dit financieel voor het niet afnemen van de grond op het bedrijventerrein A18? Hoe is de gang van zaken als er bijvoorbeeld een school bij het stadion komt? Door wie wordt dan de aan te passen infrastructuur betaald? Hoe staat het college tegenover een door de gemeente gesubsidieerde instelling als die zou willen participeren. Als ze de stukken van 2009 en de taskforce met de daarbij genoemde argumenten nalezen om te kiezen voor het bedrijventerrein A18 ziet de fractie van de SGP-ChristenUnie geen mogelijkheden op Sportpark Zuid. Ze begrijpen dan ook niet goed dat het college de raad met dit haalbaarheidsonderzoek op deze locatie wil laten instemmen. Voor het Vredesteinterrein blijven de uitgangspunten die gehanteerd zijn bij het A18 bedrijventerrein onverkort gelden bij een eventueel nieuwe locatie. Te denken valt aan een planschade- flora- en faunaonderzoek et cetera. Deze kosten zijn al voor rekening van de initiatiefnemers evenals de aanpassing van infrastructuur gebaseerd op het bedrijventerrein van de A18. De fractie van de SGPChristenUnie vindt dit echter niet ver genoeg gaan. Ze willen 100% zekerheid hebben over een blijvende ontvlechting en geen extra kosten voor de gemeente Doetinchem dan het al eerder hiervoor vastgestelde budget. Zijn fractie denkt daarbij onder meer aan nieuwe ambtelijke uren, doorrekening van plannen, uitwerking van infrastructuur en eventuele aanpassingen hierop en de daaruit voortvloeiende kosten en procedures die uitstijgen boven het al genoemde budget. De fractie van de SGP-ChristenUnie heeft gelezen het voorgaande een amendement uitgewerkt dat gezien moet worden als een extra onderbouwing van de huidige kaders gesteld in het raadsbesluit 2009 en de gemeentelijke taskforce onderzoek nieuwe stadion en het voorliggende raadsvoorstel. Hij leest het voor.
495
AMENDEMENT De raad van de gemeente Doetinchem, bijeen op 28 april 2011; overwegende dat:
de gemeente Doetinchem in december 2010 het A18 Bedrijvenpark als kader voor het onderzoek heeft meegegeven; de gemeente elke financiële band met De Graafschap heeft verbroken; er bij de verbreding van dit haalbaarheidsonderzoek zeer waarschijnlijk ook maatschappelijke organisaties betrokken worden;
constateert dat:
De Graafschap in samenwerking met de BAM tot voortschrijdend inzicht is gekomen m.b.t. de locatiekeuze; hiervoor extra ambtelijke uren moeten worden gemaakt voor uitwerking en onderzoek; op sportpark Zuid veel verenigingen en organisaties hun speelvelden en accommodaties hebben waarmee verplichtingen zijn aangegaan, die niet zomaar teniet gedaan kunnen worden; de eerder gestelde kaders voor andere locaties dan het A18 Bedrijvenpark misschien niet geheel zullen voldoen;
besluit, in aanvulling op en in afwijking van het door het college voorgestelde dictum:
alle bijkomende kosten t.b.v. onderzoek, kaderstelling, mitigerende maatregelen en uitvoering ten laste te brengen van bvo De Graafschap; op geen enkele wijze kosten, direct of indirect, t.b.v. andere bedrijven of (maatschappelijke) instellingen vanuit de gemeente Doetinchem te maken, maar dit de volledige verantwoordelijkheid te laten zijn en blijven van De Graafschap; geen toestemming te verlenen voor het verbreden van het onderzoek op sportpark Zuid;
en gaat over tot de orde van de dag. de fractie van de SGP-ChristenUnie en de fractie van GroenLinks De VOORZITTER zegt het amendement zo gelezen te hebben, dat het in feite materieel het voorstel van het college vervangt, of is het een aanvulling op? Er staat namelijk „in aanvulling op en in afwijking van‟. Het is dadelijk van belang of het oorspronkelijk raadsvoorstel overeind blijft of niet. Daar moet straks helderheid over zijn zodat iedereen weet waar hij over stemt. De heer MOÏZE DE CHATELEUX denkt dat algemeen wel bekend is dat de fractie van D66 nooit voorstander geweest is van een verhuizing naar het regionaal bedrijventerrein. Daarom zouden ze het liefste zien dat het op de huidige plaats blijft. Helaas zullen de ontwikkelaars dat niet toestaan omdat ze toch wel graag hun cheque willen verzilveren. Dan is het Vredesteinterrein een heel goed alternatief. Sportpark Zuid moeten ze niet willen. Immers er zijn al plannen met de sporthal, breedtesport en de ijsbaan al heeft het college plotseling gemeend wijsheid te zien in het laten sneuvelen van dit plan in het kader van de ombuigingsvoorstellen. 180° ombuigen is simpelweg afbreken. Dan moet er nu kennelijk weer een nieuw haalbaarheidsonderzoek worden gedaan. Regionaal bedrijventerrein, Wijnbergen, nog even en analoog aan Amphion zijn alle locaties in de gemeente ook hier weer onderzocht. Februari 2007 hebben ze kaders gesteld. Er zou een volledige ontvlechting ontstaan. Geen banden meer. En nu komt er weer een voorstel voor een haalbaarheidsonderzoek en zou het 496
Graafschapcollege erbij moeten en er zou iets multifunctioneels moeten komen, buitenschool, kinderdagverblijf? Ze zullen het zien. Daar heeft de fractie van D66 allemaal geen behoefte aan. Het schept onduidelijkheid. Er komen toch weer versluierde banden met de gemeente en bvo De Graafschap. Hij heeft gesproken met de directie van het Graafschapcollege en die gaf aan dat ze zich concentreren op Sportpark Zuid en helemaal niet naar Vredestein te willen. Hij vraagt een toelichting van het college hoe deze uitspraken zich tot elkaar verhouden. De fractie van D66 heeft geen behoefte aan alweer nieuwe onderzoeken. Er liggen duidelijke kaders. Daar hoeft het college alleen maar op te toetsen. Niet weer creatief grenzen van kaders opzoeken. Voor de fractie van D66 is De Graafschap gewoon een onderneming. Daar hoort bij dezelfde dienstverlening als aan willekeurig welke ondernemer dan ook wordt verleend en niet meer. Wat dat betreft kan hij zich heel erg vinden in het amendement van de fractie van de SGP-ChristenUnie. Mevrouw GROOTJANS wijst op de beeldvormende raad waarin het bruiste van de ambitie van de voetballiefhebbers in deze zaal. Dat is mooi. Ambitie kan je immers ver brengen. Ook toen was de fractie PLOD al kritisch ten opzichte van het verzoek van bvo De Graafschap, evenals nu. Allereerst ziet ze een onderzoek naar een stadion op Sportpark Zuid eigenlijk niet zitten. Het is doorzonde om daar topsportindustrie te vermengen met de breedtesport. Op Sportpark Zuid liggen unieke kansen voor de breedtesport om daar in de toekomst gezamenlijk iets goeds te verrichten in combinatie met onderwijs, naschoolse opvang et cetera. En hoeveel fan ze wellicht zijn van bvo De Graafschap, het is wel topsportindustrie met alles wat erbij hoort. Daarom maar geen ondersoek naar de locatie op Sportpark Zuid. Dan de verbreding van het onderzoek naar de locaties in Doetinchem. Allereerst lijkt het de fractie PLOD verstandig het onderzoek niet slechts te beperken tot een locatie maar te bezien of een vestiging nabij een van de afslagen van de A18 bij Doetinchem ook mogelijk is. Dat wil zeggen nabij de Havenstraat aan de zijde van het stadscentrum of ook aan de andere kant bij de A18 richting buitengebied. Een soortgelijke locatie zou gezocht kunnen worden bij de afslag van Wijnbergen. Ze hoort graag van de andere partijen in de raad of dit ook nu met haar gedeeld wordt. Dan over het Vredesteinterrein, een locatie direct nabij het stadshart van Doetinchem in de nabijheid van de wijken De Hoop, Wijnbergen, Het Weertje en de wijk Centrum. Dat betekent voor deze locaties ook belasting van het stadshart van Doetinchem. Belasting door aan- en afvoer van verkeer, belasting in geluidsoverlast, belasting in voetbalvandalisme. Geluidsoverlast en voetbalvandalisme laten zich moeilijk reguleren en kosten de gemeenschap heel veel geld, althans wat betreft het voetbalvandalisme. Een goed onderzoek naar deze locatie zoekt niet alleen maar de blinde ambitie maar vooral de realiteit. Daarom dient een onderzoek te beginnen met de vraag of de eigenaren van de grond, volgens haar meer dan een, deze wel degelijk willen verkopen en of de nadelen van deze locatie zowel in exploitatie als in overlast op te lossen zijn. De vraag is of de ruiten van het stadscentrum wel heel blijven en of De Graafschap uiteindelijk financieel wel gezond blijft. Immers, wanneer beide niet voldoende beheerst kunnen worden met vooral een multifunctioneel stadion, bijna anderhalf keer zo groot als het huidige en pal naast het stadshart van Doetinchem, heeft verder onderzoek geen enkele zin. De heer BULTEN stelt dat ze refereerde aan het onderzoek en hij kreeg de indruk dat dit onderzoek gericht wordt naar het college als zijnde degene die dat onderzoek moet gaan uitvoeren. Bedoelde ze dat zo of heeft hij dat niet goed begrepen? Mevrouw GROOTJANS antwoordt dat ze weet dat het college dat onderzoek niet gaat uitvoeren, maar het college heeft daarin natuurlijk wel een toezichthoudende taak. Er is wel een werkgroep geformeerd waar ook ambtenaren van de gemeente Doetinchem deel van uitmaken. In die zin vindt ze zowel de controleren taak van de raad als de verantwoordelijkheid van het college wel heel belangrijk. De heer BULTEN zegt dat ze wel een aantal suggesties geeft om meerdere locaties te onderzoeken als zijnde een uitvoering vanuit het college of zelfs vanuit de raad om dat te gaan doen. Mevrouw GROOTJANS wil van de raad graag weten of ze zich daarin kunnen vinden en om die suggestie ook naar De Graafschap over te brengen. Wanneer je het concentreert op een locatie loop je met elkaar de nodige risico‟s. De voetbalvereniging De Graafschap is natuurlijk ook belangrijk voor onze streek. Ze kennen de superboeren. Hun 497
uitstraling heeft betekenis voor de Achterhoek, maar niet iedereen houdt van voetbal en de gemeenteraad van Doetinchem wil zich niet financieel binden aan topsport en ook niet later in een ander stadium daarmee geconfronteerd worden. Realiteitszin is nu noodzakelijk. Niet alleen bij De Graafschap, maar ook bij raad en college. Immers het stadshart van Doetinchem wordt hetzij verrijkt, hetzij belast met eventueel een stadion voor de komende 40 jaar, terwijl ze ook over de afgelopen 40 jaar de nodige incidenten als voorbeeld zouden kunnen aanhalen als het over voetbal gaat. 40 jaar toekomst vraagt zorgvuldige afwegingen. Mevrouw SLUITER laat weten ten aanzien van het raadsvoorstel zoals het hier voor ligt met betrekking tot het haalbaarheidsonderzoek en de uitbreiding van de locaties voor de voetbalclub De Graafschap naar specifiek het Vredesteinterrein en de locatie Sportpark Zuid dat het voor de fractie van de VVD geen probleem is wanneer ze kijken naar de door de wethouder aangegeven beschikbare gelden binnen het gestelde budget voor het haalbaarheidsonderzoek. Er is ruimte binnen het budget, zelfs meer dan nodig, dus er kan ruim binnen gebleven worden. Dat lijk de fractie van de VVD dan ook een van de doelstellingen. Graag willen ze nog enkele kanttekeningen plaatsen en suggesties doen. De fractie van de VVD hecht er zeer aan dat met het vernieuwde haalbaarheidsonderzoek naar andere locaties en dan specifiek de meer binnenstedelijke locaties, binnen de door de raad gestelde kaders gebleven wordt. Hierbij zal dus ook voldoende aandacht moeten zijn voor de gestelde kaders. Ze hebben er vertrouwen in dat het zal gebeuren, maar willen wel benadrukken dat nieuwbouw van het stadion, inclusief andere functies, zoals aangehaald door de partners van De Graafschap niet ten koste mag gaan van de doelstellingen en de beleidskaders die ze in Doetinchem opgesteld hebben. Ze wil ook nog enkele suggesties naar voren brengen. Naar aanleiding van de beeldvormende raad van 14 april jl. vraagt ze of het niet mogelijk is om enkel onderzoek te doen naar de Vredesteinlocatie. Volgens haar fractie is er op de betreffende avond, maar ook via andere kanalen een duidelijke voorkeur uitgesproken voor die locatie en dan is het zonde om het budget binnen het haalbaarheidsonderzoek te gaan besteden aan teven een andere locatie, bijvoorbeeld Sportpark Zuid, die nu duidelijk geen voorkeur kent. Bovendien hoeft het budget binnen het haalbaarheidsonderzoek vanzelfsprekend niet per definitie geheel besteed te worden. Het hoeft niet op. Een andere suggestie namens de fractie van de VVD richting de voetbalvereniging De Graafschap: gezien de huidige ontwikkelingen bij De Graafschap, de afstand die gekozen wordt tot de locatie op A18 bedrijventerrein maar ook de wat moeilijke positie van het betaald voetbal in het algemeen vraagt ze zich af waarom niet wordt onderzocht wat de haalbaarheid is op de huidige locatie op de Vijverberg. Juist in het licht van de huidige ontwikkelingen rondom de aanleg van de oostelijke randweg waarbij eenvoudig een extra afslag geplaatst kan worden als oprit richting De Graafschap. En de nieuw ontstane mogelijkheden, kijkend naar de parkeergelegenheid. De ESBRO zal binnen korte tijd naar het A18 bedrijventerrein gaan. Een ideale gelegenheid voor parkeermogelijkheid en een oplossing voor de huidige parkeerproblemen in de wijk. Er zou tevens een extra ring geplaatst kunnen worden ten behoeve van het bezoekersaantal zonder aantasting van de huidige kaders en zonder extra functies toe te voegen aan het huidige stadion. Dit zal wellicht een probleem vormen voor de partners, maar het is aan De Graafschap om dat uit te zoeken. In ieder geval zal een aantal grote huidige knelpunten daarmee weggehaald kunnen worden en er wordt tegemoet gekomen aan de wens van vele supporters van De Graafschap. Wellicht is dit nog in de overwegingen mee te nemen. De heer BOS had na alle opmerkingen die er al geweest zijn, willen beginnen met de opmerking dat hij niet goed weet waar ze het hier over hebben. De situatie in de beeldvormende raad was toch dat het college de raad in kennis heeft gesteld van het feit dat bvo De Graafschap en ontwikkelaar BAM gezegd hebben dat ze er nog eens heel goed naar gekeken hebben en dat het regionaal bedrijventerrein eigenlijk geen optie is. Weliswaar schrijft het college dat het niet geheel uit beeld is, maar als je naar de analyse kijkt over dat terrein is het in feite wel uit beeld, om twee redenen. Het stadion kan niet voldoende goed worden ingepast in verband met de voorschriften van de KNVB over de Noord-Zuidlijnen en dat heeft 498
dan weer te maken met keepers, petjes en zonne-inval. Dat is het probleem en bovendien is het probleem de vraag of het mogelijk is een dergelijk stadion te combineren met zoals beoogd een hotel, een conferentiecentrum en dergelijke waar destijds wethouder Drenth zo‟n enorme voorstander van was en zulke fantastische kansen voor zag. In feite heeft de ontwikkelaar gezegd: dat gaat niet lukken. Als je dan spreekt over een verbreding van het onderzoek, dan is het geen verbreding, maar een verandering. Het gaat er dan om dat bvo De Graafschap en BAM zeggen dat het niet gaat lukken, maar ze hebben ook nog een binnenstedelijke locatie, twee zelfs, Sportpark Zuid en eventueel het Vredesteinterrein. Het Vredesteinterrein is groot genoeg, zeggen ze. Men ziet daar mogelijkheden om een synergie (antiek woord voor slimme verbinding) te bedenken met onderwijsinstellingen. Er is van verschillende kanten opgemerkt dat de kans om iets op Sportpark Zuid te doen, gering wordt geacht. Terechte opmerkingen zijn gemaakt over het feit dat daar de breedtesport is bedoeld. Hij heeft zelf na de beeldvormende raad nog kort gesproken met vertegenwoordigers van de BAM. Hij heeft daar een voorstel gedaan om voor een bedrag van € 2.000 het advies te schrijven over de mogelijkheid om op Sportpark Zuid een stadion neer te zetten. Dat leek hem voor de BAM heel goedkoop om voor € 2.000 dat onderzoek gedaan te krijgen en hij heeft zelf het idee dat hij in een uur of twee dat rapport geschreven zou hebben, dus een win-winsituatie. De situatie is volgens hem nu breed in de raad dat Sportpark Zuid geen optie is. Er is geen sprake van een verbreding van het onderzoek, maar er is sprake van de mogelijkheid om te kijken naar het Vredesteinterrein. Vervolgens zijn er door mevrouw Grootjans ook nog diverse andere terreinen geopperd, maar die zijn allemaal al onderzocht en bekeken. Dit kon niet en dat kon niet en zus kon niet en zo kon niet. De fractie van de PvdA denkt dat het op dit moment verstandig is om zich te beperken tot de locatie Vredestein. Tegelijkertijd vragen ze zich af waarom ze het er hier over moeten hebben. Het is per slot van rekening aan De Graafschap en aan de BAM, particuliere ondernemers die iets willen. Die willen iets onderzoeken. Dat moeten ze vooral doen en dat gaat de gemeente ook niet tegenhouden. Sterker nog: de gemeentelijke organisatie is erop ingericht om dergelijke organisaties daarbij te ondersteunen. Het voorstel van de fractie van de SGP-ChristenUnie om dat vooral niet te doen is voor hem een beetje navrant. Per slot van rekening hebben ze de gemeentelijke organisatie toch ingericht om bedrijven en burgers te helpen en te faciliteren als het erom gaat dat ze initiatieven kunnen ontwikkelen. De heer BULTEN onderbreekt hem met de opmerking dat hij niet gezegd heeft dat ze dat vooral niet moeten doen, maar dat hij gezegd heeft dat ze dat moeten doen binnen het budget dat nu beschikbaar is. De heer BOS citeert uit het amendement: „…. Besluit alle bijkomende kosten t.b.v. onderzoek, kaderstelling, mitigerende maatregelen en uitvoering ten laste te brengen van bvo De Graafschap‟. Hij kan dat niet anders interpreteren dan dat vanaf heden alles wat in het kader dat onderzoek uitgegeven moet worden aan ambtelijke inzet, dat die kosten doorberekend worden naar De Graafschap. Als hij het anders moet lezen, hoort hij het graag. De heer BULTEN wijst op het stuk dat hij daarvoor heeft gezegd: wij willen 100% zekerheid hebben over een blijvende ontvlechting en geen extra kosten voor de gemeente Doetinchem dan het al eerder hiervoor vastgestelde budget. De heer BOS vraagt hem dat uit te leggen. Over welk budget heeft hij het dan? De heer BULTEN antwoordt dat er volgens hem een budget van € 50.000 beschikbaar gesteld is waarvan nog geen € 20.000 is besteed, dus dan hebben ze nog dik € 30.000 over om nog een onderzoek te doen of daar uren voor te maken. De heer BOS zou het heel mooi vinden als de heer Bulten dat concreet zou maken en zeggen dat het budget dat daarvoor is uitgetrokken daaraan besteed kan worden en niet meer. De heer BULTEN reageert dat hij dat in zijn bijdrage tot twee keer toe gezegd heeft. De heer BOS vindt het mooi wat de heer Bulten zegt in zijn bijdrage, maar over een amendement wordt gestemd en dit is dus niet duidelijk. Hij heeft het altijd gelezen als dat er vanaf heden geen cent meer uitgegeven wordt aan onderzoek dat door De Graafschap en BAM gedaan wordt naar aanleiding van het stadion. Als hij het anders bedoeld heeft, moet hij het anders opschrijven. Hij vervolgt met een punt dat hij nog even wil noemen. Hij heeft ook iemand gesproken over de risico‟s van binnenstedelijke bouw van een dergelijk stadion. Mevrouw Grootjans had het over een stadion voor 40 jaar en incidenten die er geweest zijn. Er zijn echter niet zo gek veel incidenten geweest. Ze komen als de Graafschap goed weg als het gaat 499
om het stadion. Hij merkt bovendien op dat op zich de locatie van het station in relatie tot supportersrellen eigenlijk veel minder relevant is dan men denkt. De reden is dat alle supporters van de tegenpartij met bussen komen en niet met de trein. Dus de plaatsing van het stadion bij het station is van belang voor de supporters van De Graafschap, maar de relatie tot rellen in de binnenstad met supporters van de tegenpartij is nauwelijks relevant, want de mensen worden aan- en afgevoerd met bussen. Mevrouw GROOTJANS reageert dat hij zegt dat De Graafschap zelf bepaalt waar ze naartoe willen en dat de gemeente dat maar heeft te ondersteunen. De heer BOS spreekt dat tegen. Hij heeft gezegd dat zij een dergelijk onderzoek, net zo goed als een onderzoek van de ESBRO die wil verhuizen of een papierfabriek, ambtelijk ondersteunen. Als De Graafschap die net zo goed een bedrijf is, iets wil in deze gemeente, dan heeft de gemeente de taak om dat te ondersteunen. Mevrouw GROOTJANS stelt dat als het ging over de ambtelijke ondersteuning, dat ze dat graag bij hem wil laten qua opmerkingen. Ze dacht even dat hij het had over de locatiekeuzes. Natuurlijk heeft de locatiekeuze van een voetbalstadion gigaveel effect binnen onze gemeente qua maatregelen die er getroffen moeten worden en ook qua bestemming en dergelijk. In die zin wil ze dat even aandragen. Verder reageerde ze op de incidenten die hebben plaatsgevonden in relatie tot de 40 jaren. Er heeft nu een aantal incidenten plaatsgevonden. Gelukkig mogen ze zich prijzen dat het binnen De Graafschap inderdaad in verhouding met anderen heel erg meevalt. Maar ze kunnen niet altijd een termijn van 40 jaar overzien. Bovendien gaat het stadion uitbreiden naar ruim 17.000 plaatsen. Dat is ook een aanzienlijke uitbreiding van aantallen. Het cumulatieve effect van aantallen kan effect hebben op dit soort ontwikkelingen. De heer BOS zegt dat alles kan. De heer OOMS blijft nog even zitten met de kosten van ambtelijke uren. De heer BOS verwijst hem daarvoor naar de wethouder. De heer OOMS vraagt of hij dan ook vindt dat niet een organisatie ambtelijke uren hoeft te betalen wanneer ze iets willen. De heer BOS antwoordt dat dit in redelijkheid niet hoeft. Als het om iets groots gaat als de bouw van een stadion dan is het niet onredelijk dat je als gemeente zegt: hier gaat iets groots aankomen, hier moeten we geld voor reserveren om er iets mee te doen. Maar in principe gaat het erom dat het gemeentelijk apparaat er zich open voor stelt om burgers en bedrijven te ondersteunen en te faciliteren bij de ontwikkeling van hun bedrijf en bij bouwplannen die ze hebben, net zo goed als ze met de papierfabriek in gesprek zijn en met de ESBRO enzovoort. In principe vindt hij het een gemeentelijke taak, maar het spreekt voor zich dat als het gaat om een zeer ingrijpend project, je je dan de vraag moet stellen of je er niet apart geld voor moet reserveren. En dat hebben ze in dit geval gedaan. Samen met de heer Bulten heeft hij vastgesteld dat er nog een bedrag voor over is en dat bedrag is daar in elk geval beschikbaar voor. Mocht het zo zijn dat het onderzoek zo ingewikkeld is, dan is hij ervan overtuigd dat de wethouder bij de raad terug komt met argumenten om er nog iets bij te krijgen. De heer OOMS controleert of hij het goed begrijpt: als iemand een ijsbaan wil en daar zijn ambtelijke uren voor nodig, dan hoeft de ijsbaan dat niet te betalen. Dat bevestigt de heer BOS. Hij vervolgt met de opmerking dat hij de fractie van de SGP-ChristenUnie de vraag heeft horen stellen waarom B&W dit voorstel aan de raad voorlegt. Hij heeft juist begrepen dat het punt was in de beeldvormende raad dat het college gezegd heeft de raad te informeren over de stand van zaken en gevraagd heeft of de raad dit voor kennisgeving aannam. Hij kan zich levendig herinneren dat in elk geval de heer Langeveld gezegd heeft erover te willen praten in een meningvormende raad en volgens hem gold dat ook voor de heer Bulten. De heer BULTEN erkent ook gezegd te hebben dat hij het in de meningvormende raad wilde hebben en heeft dat juist gedaan om nu die aanscherping te krijgen die hij in het amendement heeft willen verwoorden, omdat hij bang is dat met een ander onderzoek dat niet zo gedefinieerd is als het bedrijventerrein A18 de kosten hoger gaan worden dan nu gebudgetteerd is. Daarom wilde hij het in de meningvormende raad hebben. Dan kunnen ze er daar iets van vinden. Dat ze iets niet willen, dat betreft Sportpark Zuid. Over het Sportpark Zuid is de heer BOS het in elk geval met hem eens. Hij adviseert hem echter om zijn amendement dan een stuk scherper te formuleren om duidelijk te maken dat het hem erom gaat dat de kosten zich voor het moment moeten beperken tot dat wat er gemeentelijk is gereserveerd om dat onderzoek te ondersteunen. Dat zou het amendement een stuk overzichtelijker hebben gemaakt. Vervolgens 500
dient de fractie van de PvdA een motie in. De stellingname van de fractie van de PvdA is dat dit eigenlijk een non-discussie is. De non-discussie is dat er geld voor is om dit onderzoek te doen. Als bvo De Graafschap samen met BAM een onderzoek wil doen, wie is de gemeente dan om te zeggen dat ze het niet moeten doen, dus waarover besluiten ze hier eigenlijk? De motie luidt als volgt:
MOTIE De raad, in vergadering bijeen op 28 april 2011; gelezen agendapunt 5, “Verzoek tot verbreding van het haalbaarheidsonderzoek van het nieuwe stadion van bvo De Graafschap”; overwegende dat: - De raad in december 2010 voldoende kaders heeft vastgesteld waarmee het college aan de slag kan gaan; - Het voorliggende besluit niets toevoegt aan het instrumentarium welke het college nu al heeft om handelend op te kunnen treden in de relatie tussen het college en het bedrijfsleven, zoals bvo De Graafschap; draagt het college op: Het onderhavige onderzoek verwoord in agendapunt 5 van de raadsagenda terug te trekken en datgene te doen wat normaal is in de relatie tussen het bedrijfsleven en de gemeente met in achtneming de besluitvorming van de raad in december 2010 over bvo De Graafschap. en gaat over tot de orde van de dag. De fractie van de PvdA De VOORZITTER vindt het wat lastig dat de raad vraagt aan het college een stuk terug te trekken. Hij verwijst naar jurisprudentie in Binnenlands Bestuur waarin staat dat het aan de raad is en niet aan het college, al zou die het willen. De heer BOS is het daarmee eens. Hij corrigeert zijn tekst en zegt dat er moet staan: draagt de raad op. De heer LANGEVELD zegt dat de heer Bos een mooi betoog namens de fractie van de PvdA heeft neergezet waarin hij betoogt dat Sportpark Zuid niet in beeld is. Daar is hij erg blij mee. Maar daarnaast stelt hij vast bij motie om het weer van de agenda af te voeren. Volgens hem bedenkt de heer Bos iets nieuws, maar hij had het logischer gevonden wanneer hij gezegd had: dit agendapunt is voor ons niet nodig, we laten het hierbij. Maar de heer Bos heeft wel zijn mening gegeven en dat is anders dan wat hier voor ligt. Hij mist daar enige consistentie. De heer BOS reageert dat het wel aan hem ligt. In feite is de bijdrage van de heer Langeveld in de beeldvormende raad heel beperkt geweest en heeft hij uitsluitends aan het eind van de raadsvergadering zijn vinger opgestoken samen met de heer Bulten met de mededeling dat ze van mening zijn dat dit terug moet komen in de meningvormende raad. Dat is de kat op het spek binden. De heer LANGEVELD is heel blij met de bijdrage van de heer Bos. Zijn bijdrage is heel verhelderend en hij is blij dat de fractie van de PvdA er zo helder en duidelijk over is. Nut en noodzaak van deze discussie zijn voor hem duidelijk. Maar wat moet hij nu met die motie? Eigenlijk zegt hij dat het een non-discussie is dus dat ze hem niet moeten voeren. Of ze voeren hem wel, of ze voeren hem niet. Hij stelt dat een beeldvormende raad is om beelden te vormen. De meningvormende raad is om het gesprek met elkaar te voeren. Daarom hecht hij eraan om het in de meningvormende vergadering te bespreken en daarom houdt hij zijn mond dicht in de beeldvorming. Hij kreeg daar de informatie maar hij hield verder zijn mond dicht omdat de informatie wat hem betreft helder was. Hij vond dat het debat in de meningvormende 501
vergadering gevoerd moest worden. Vandaar zijn verzoek om het hier te agenderen. En wat dat betreft heeft de heer Bos ook de munitie. Hij kan het niet plaatsen. De heer BOS reageert dat waar het om gaat, is dat op het moment dat hij aan het eind van de beeldvormende raad, al is hij de enige fractie, al is hij een eenpersoonsfractie, als een van die fracties zegt dat ze dit op de agenda willen hebben van de meningvormende raad, dat hij dan de laatste is om zich daartegen te verzetten omdat hij vindt dat dat redelijk is. Voor hem hoefde het niet, maar vindt dat er geen enkele aanleiding is om welke fractie dan ook ervan te weerhouden om daar een stemming over te houden. Dat heeft hij dus niet gedaan. De VOORZITTER noemt het de „paradox van Bos‟ dat iemand zegt dat het een non-discussie is en wel zelf zo‟n uitvoerige discussie voert. Mevrouw GROOTJANS wil er op reageren, want ze bemerkt weinig consistentie in de gedachtegang van de heer Bos. Aan de ene kant zegt hij dat ze als raad niet op Sportpark Zuid gaan kijken. Dat is ze met hem eens. Maar hij geeft er wel zijn visie over en zegt gelijktijdig dat ze die hele discussie eigenlijk niet hadden hoeven voeren, want dat ligt bij het college en is aan De Graafschap. Zij denkt dat de raad wel degelijk een taak heeft als De Graafschap zou willen wijzigen van locatie om daar een beeld over te gaan vormen. De heer BOS antwoordt dat als De Graafschap de moeite zou willen nemen om te onderzoeken of Sportpark Zuid een mogelijke locatie is, wie is de raad dan om dat tegen te houden. De enige opmerking is dat hij op voorhand zegt dat het een non-discussie is omdat het geen serieuze optie is, zoals ze zelf al heeft aangegeven in haar eerste instantie. De heer OOMS laat weten dat de SP-fractie achter het voorstel staat tot verbreding van het haalbaarheidsonderzoek van het nieuwe voetbalstadion van bvo De Graafschap. Maar dan wel met uitzondering van Sportpark Zuid. De SP-fractie heeft een vraag aan de wethouder. Zoals dat in het voorstel staat zijn er geen financiële consequenties voor de gemeente. Kunnen ze hieruit concluderen dat het onderzoek de gemeenten geen extra geld kost? Tot slot reageert hij op mevrouw Grootjans betreffende haar opmerking over overlast. Het huidige stadion staat al meer dan 50 jaar in een villawijk en de enige reacties van overlast gaan voornamelijk over het parkeren en de aan- en afvoer van auto‟s. En juist dat kan goed opgelost worden op het Vredesteinterrein. De SP-fractie ziet dan niet de beren op de weg die mevrouw Grootjans ziet. Mevrouw GROOTJANS begint zich langzaamaan te ergeren. Hij kent de werkelijkheid niet. De werkelijkheid heeft ook andere aspecten. Als er nooit iets gebeurd is in de villawijk, als er nooit ruiten zijn ingegooid, dan moet hij haar maar eens uitleggen waarom zij de ME in haar straat heeft bij een risicowedstrijd van De Graafschap. De heer OOMS zegt niet te weten wat ze bij haar in de straat doen, maar het stadion staat aan de andere kant van het spoor. De VOORZITTER zegt dat er maar een is die die vraag kan beantwoorden en dat is hij, maar dat zal hij vanavond niet doen. Hij wil het mysterie nog wel een keer ophelderen. De heer LANGEVELD merkt op dat het nieuwe stadion van De Graafschap een beetje een soap lijkt te worden. Het moet en het zal er komen terwijl er nog zo‟n redelijk nieuw stadion ligt. Zoals de heer Bos al aangaf is het niet aan de gemeenteraad en ook niet aan de fractie van GroenLinks dus willen ze het vraagstuk op dezelfde manier behandelen als ze dat voor elk willekeurig ander bedrijf zouden doen. Ze kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat de hoofdreden voor De Graafschap cq BAM om een multifunctioneel stadion te ontwikkelen dicht bij de stad, gelegen is in de reden om door een combinatie te realiseren met maatschappelijke functies er een mogelijkheid is om geld los te peuteren bij de overheid. En dat heeft de BAM ook met zoveel woorden toegegeven in de beeldvormende raad. Dat maakt de fractie van GroenLinks wantrouwig. Ze zitten zeker niet te wachten op een commercieel stadion dat in de lucht moet worden gehouden door maatschappelijke functies. Dat lijkt weer heel erg veel op de oude constructie waarbij de gemeente weliswaar niet rechtstreeks, maar uiteindelijk toch weer vast zat aan verplichtingen aan de bvo. De fractie van GroenLinks pleit er dan ook voor dat het college in de gesprekken met De Graafschap volstrekt helder is over de relatie tussen de gemeente en De Graafschap. Doetinchem heeft de financiële banden met De Graafschap doorgesneden en dat betekent in hun optiek ook dat maatschappelijke functies die door de gemeente Doetinchem worden gesubsidieerd, niet in het stadion thuis horen. Ze 502
komen dan wederom in een afhankelijkheidspositie. Geen scholen voor basis of voortgezet onderwijs, geen peuterspeelzalen of wijkcentra in het nieuwe stadion. Daarnaast willen ze ook volstrekt helder zijn over de locatie Sportpark Zuid. Daar moet niet nog meer beton komen dan al gepland. Het is qua verkeer nu al amper te regelen. Sportpark Zuid moet een groene long van Doetinchem blijven. Wat de fractie van GroenLinks betreft is de locatie Vredestein bespreekbaar. Verder zijn ze van mening dat de extra te maken gemeentelijke kosten in duur en inspanning voor rekening moeten komen van De Graafschap. Alle uren die in de A18locatie zijn gestoken, hebben weinig nut gehad, maar die zijn al door de gemeenschap betaald. Reagerend op de fractie PLOD zegt hij dat het hem niet zinvol lijkt om nog meer locaties te gaan onderzoeken waar zij misschien van alles van vinden. De Graafschap moet daar maar mee komen en hij vindt ook dat daar een einde aan moet zijn. Dat einde is wat hem betreft er nu al. Je moet niet blijven meebetalen aan nieuwe zoektochten. Voor hem is dat ook de strekking van het amendement dat door de fractie van de SGP-ChristenUnie is opgesteld. Prima dat ze andere dingen onderzoeken, maar de gemeentelijke betrokkenheid stopt dan. De heer THUS merkt op dat het standpunt van de fractie van het CDA over De Graafschap eigenlijk wel bekend is. De fractie is blij met De Graafschap. Volgens hen is de hele Achterhoek content met De Graafschap. Als gemeenschap dragen ze niet financieel bij aan topsport. Dat is een heel bekend kader dat ook door zijn fractie wordt onderschreven. Dus al die opmerkingen die hier gemaakt worden over de financiën getuigen in zijn beleving een beetje van wantrouwen tegenover het college. Als je dat vindt, zeg dat dan gewoon en ze moeten elkaar niet voor de gek houden. Als gemeente sponsoren ze geen topsport, maar de faciliteren wel ondernemingen en de Graafschap is een onderneming. In een eerder stuk van het college noemen ze dat ontwikkelperspectief. Daar is ook iedereen mee akkoord gegaan en ook nu gaat de fractie van het CDA daarmee akkoord. Alle bedrijven die zich in Doetinchem of omgeving willen vestigen, worden warm onthaald op het gemeentehuis. Zo ook De Graafschap. Ze willen nogmaals benadrukken dat de economische impuls van De Graafschap niet onderschat moet worden. Enige bescheidenheid cq waardering van deze zijde vindt hij wel op de plaats. Het onderzoek dat ten aanzien van Sportpark Zuid gehouden moet worden, bevreemdt zijn fractie, maar ze wachten even de reactie van de wethouder af. De gemeente heeft geen financiële consequenties, dat staat er duidelijk in, dus daar hebben ze ook geen vragen over. Reagerend op andere partijen zegt hij dat de heer Bulten begon over de betekenis van de A18 en geen Sportpark Zuid. Daar is hij het mee eens. 100% zekerheid heeft hij genoemd in zijn bijdrage over geen kosten maken. Het amendement van de fractie van de SGPChristenUnie, daarvan weten ze niet goed wat ze daarmee moeten. Volgens hem gebeurt alles gewoon binnen de bestaande kaders en is daar geen probleem. De heer BULTEN reageert op zijn opmerking over wantrouwen naar het college. Hij heeft in zijn eerste termijn heel duidelijk aangegeven dat de kaders helder en duidelijk zijn, maar dat die vooral gericht zijn op de wens van De Graafschap op het A18 bedrijventerrein. Wantrouwen tegenover het college is absoluut niet aan de orde. Ze hebben hem ook heel duidelijk in hun bijdrage genoemd als een extra ondersteuning van …. Dat is de hoofdzaak van wat ze hebben gezegd. De heer THUS antwoordt dat hij niet gezegd had dat de heer Bulten wantrouwig is tegenover het college. Hij heeft alleen gezegd dat dergelijke vragen in zijn beleving een soort wantrouwen tegenover het college oproepen. Ze hebben het raadsvoorstel gelezen en daar staat in wat er in staat. De heer BULTEN zegt dat het in het raadsvoorstel staat en dat daarin verwezen wordt naar een onderzoek dat hoofdzakelijk nu gebaseerd is op de A18. De kaders zijn nu helder voor de A18 maar ze kunnen onhelder zijn voor een andere locatie en daarom hebben ze hun amendement ingediend. De heer THUS vervolgt dat de fractie van D66 er in een noemer de ijsbaan bij noemt. Volgens hem komt die discussie de volgende keer en als hij het goed ingeschat heeft gaan ze allebei de goede kant op. Van de fractie PLOD hoorde hij tot zijn verbazing dat de fractie PLOD al in crisis was bij eerdere plannen bij de A18. Zij vraagt om meerdere locatie te onderzoeken. Hij wil haar toch verzoeken om het eerdere rapport over de zes locaties nog eens terug te halen. Wat de opmerking over de onveiligheid betreft zegt hij dat in de beeldvormende raad duidelijk is weerlegd dat het allemaal wel meevalt. Er is ook duidelijk 503
aangegeven dat het om een multifunctioneel stadion gaat waar een keer in de 14 dagen gevoetbald wordt. Zij weet ook dat de bezoekers maar voor 15% van de recettes zorgen, dus ze moet het allemaal niet overdrijven. De reden dat de m.e. bij haar in de straat staat, is een heel begrijpelijke. Als de overheid signalen ontvangt dat er iets zou kunnen gebeuren, dan houd je de politie, of brandweer of m.e. op veilige afstand. Dus die hebben gewoon niets te doen. De verwachting is eigenlijk dat de buurt hun koffie geeft. Dan gaan ze weg. Mevrouw Sluiter vroeg wat het onderzoek naar Sportpark Zuid toevoegt. Die vraag heeft hijzelf ook en hij wacht op het antwoord van de wethouder. De Vijverberg behouden daar mogen ze zelf wel wat van vinden maar dat is aan De Graafschap. Die heeft duidelijk uiteengezet waarom zij een nieuw multifunctioneel stadion willen. Wat de heer Bos betreft was hij even aan het twijfelen of die namens de fractie van de PvdA sprak of niet, maar daar gaat hij wel van uit. Het onderzoek is geen verbreding maar een verandering zegt die. Daar is de heer Thus het mee eens. De risico‟s van een binnenstedelijk stadion zijn redelijk beperkt zegt die. En ook daar is de heer Thus het mee eens. Maar dan zegt de heer Bos dat het om een non-discussie gaat en komt hij met een motie. Er is heel duidelijk uiteengezet waarom dit op de agenda staat. Ze hebben een raadsbesluit genomen voor een eventuele vestiging op het A18 bedrijventerrein. Het college doet wat het moet doen en komt terug naar de raad met een ander voorstel. Nu zegt de heer Bos dat ze dat agendapunt moeten terugtrekken. Er is een presidium en dat gaat over de agenda‟s. In het presidium waar ook de fractie van de PvdA vertegenwoordigd is, is unaniem geconcludeerd dat dit gewoon op de raadsagenda hoort. Ten eerste is het netjes om partijen de kans te geven er iets van te vinden en ten tweede is het ook gewoon voortvloeiend uit de regels die ze hier intern afgesproken hebben. Het college voert uit. Hij vindt het een klein beetje een net bedachte discussie. Wat de mening van de heer Bos betreft begint hij nu te twijfelen of die het partijstandpunt uitdraagt. Hij zei: Als een iemand vindt dat iets naar de meningvormende raad moet, dan gaat dat door. Dat kan volgens de heer THUS, maar zo hebben ze het niet afgesproken. Over de bijdragen van de heren Ooms en Langeveld heeft hij verder geen opmerkingen. Die zijn gewoon correct. Wethouder DRENTH vindt de verleiding heel groot om op hetzelfde pad verder te gaan als waar de discussie over ging, over nut en noodzaak van locaties, over wat wel en niet goed zou zijn en hoe het allemaal wel of niet zou kunnen en wat bijbedoelingen zouden kunnen zijn van het bedrijf De Graafschap. Daar gaat het nu niet over en daar is het collegevoorstel ook heel duidelijk over. De raad heeft kaders vastgesteld. Hij gaf het college de vrijheid om samen met het bedrijf De Graafschap te onderzoeken of herhuisvesting of het bouwen van een nieuw stadion op het A18 bedrijvenpark tot de mogelijkheden behoorde. Het ging om één locatie. Uit dat onderzoek is gebleken vanuit De Graafschap en haar partner Stichting Nieuw Stadion en de BAM dat zij dat niet op een financieel verantwoorde wijze kunnen doen. Volkomen terecht om dat dan te concluderen en dan ook niet verder te gaan. Dat hoort bij een gezonde bedrijfsvoering. Niet bij de pakken neergezeten, hebben ze gekeken wat ze wel kunnen en waar ze tegenaan liepen. Daarop heeft De Graafschap bij monde van de BAM en de stichting gevraagd of ze twee binnenstedelijke locaties mochten onderzoeken. Want snelweglocaties passen niet in het kader van De Graafschap en de ligging in ons gebied niet. Daar wil het college aan meewerken, maar dat is niet conform de kaderstelling van de raad. Dan kan het college dus niet anders dan aan de raad voorleggen: het lijkt ons verstandig om die mogelijkheid te geven en te onderzoeken, ook wetende hoe daar onder de fans van De Graafschap over gedacht wordt en de discussies die daarover geweest zijn rondom het A18 bedrijvenpark vanwege de afstand en dergelijke. Alleen moet de raad daar wel toestemming voor geven. Daarom is het dus niet verstandig om het vandaag niet meningvormend te behandelen en is het niet verstandig om niet iets te besluiten. Want als de raad niets besluit, is het gevolg daarvan automatisch dat de raad de kaders niet oprekt en dat het college tegen De Graafschap moet zeggen dat ze het als college misschien wel met hen eens zijn, maar dat de gemeenteraad niet de ruimte geeft om tegen hen te zeggen dat ze dat mogen onderzoeken. Het dictum is over dat onderzoek heel helder. Alle uitgangspunten zijn vastgesteld die bij dat onderzoek aan de orde moeten komen: ligging, ontsluiting, openbare orde en veiligheid, 504
sportzaken, economische zaken, maatschappelijke zaken, ze horen allemaal in die onderzoeken naar boven te komen. Pas dan en ook niet eerder kan er een afweging plaatsvinden of er van gemeentezijde überhaupt wordt meegewerkt aan het mogelijk maken van een stadion op die locatie. Daar is het besluit ook heel erg helder over. Zowel de kaders als dat de raad zich niet impliciet verbindt aan toestemming op deze plek. Eerst de resultaten van het onderzoek. Het overgrote deel van de zaken die voorbij kwamen over veiligheid, over wat wel of niet met subsidies en dergelijke, komt ook pas op dat moment naar boven. Een ding mag helder zijn. Daar zijn bvo De Graafschap en de stichting heel erg helder over geweest: het is iedereen duidelijk dat er geen financiële relatie is tussen de gemeente Doetinchem en bvo De Graafschap. Het is wel duidelijk dat De Graafschap blij is dat ze in Doetinchem zit en dat de gemeente Doetinchem trots is dat De Graafschap in Doetinchem zit. Net als dat ze trots zijn op een heleboel andere bedrijven. Vanzelfsprekend houdt de afdeling economische zaken en ruimtelijke ordening nauwe banden met alle bedrijven binnen onze gemeente. Op het moment dat bedrijven vragen hebben over milieuvergunningen, over herhuisvesting, wordt dat gewoon behandeld zoals je van een goed opererende gemeente mag verwachten. Pas als bedrijven specifiek capaciteit gaan vragen, bijvoorbeeld ten behoeve van r.o.-procedures dan gaat de legestikker lopen, net als voor allerlei individuen en projectontwikkelaars. Ook bij vakinitiatieven geldt dat gewoon. In die zin is er volgens hem sprake van een gezonde prettige relatie tussen de gemeente en in dit geval het bedrijf De Graafschap, is er geen sprake van een financiële verbinding, maar wordt het bedrijf De Graafschap net zo behandeld als ieder ander en dient het dus ook afgehandeld te worden in de raad op eenzelfde manier als die met een ander bedrijf om zou gaan. Daarom gaat hij de andere vragen op dit moment ook niet beantwoorden. Hij vindt er wel iets van. Het college vindt er iets van. De burgemeester als hoeder van de openbare orde vindt er iets van. Maar hij wil nu eerst wel eens gewoon het onderzoek zien. Op basis van het onderzoek wil hij een mening gaan vormen. De heer LANGEVELD zit met een vraag over de locaties. De discussie is in de eerste termijn al even aan de orde geweest of ze als gemeente op een goede manier willen meedenken met vraagstukken die vanuit het bedrijfsleven op hen af komen. Maar er is ook ergens een grens aan dat soort verhalen en dat soort begeleiding. Hij kan nog andere voorbeelden bedenken waarvan je je kunt afvragen of je daar als gemeente aan moet meewerken. Moet je op een gegeven moment gaan meedenken over een woningbouwlocatie terwijl ze weten dat ze eerder een probleem hebben om woningen kwijt te raken? Je stelt prioriteiten en je maakt keuzes. Op dit moment is het een tijd waarin ze minder keuzes maken omdat ze minder geld te besteden hebben. Wat hem betreft, als ze toch al constateren dat Sportpark Zuid geen interessante optie is omdat dat een heel groot aantal gevolgen heeft die ze nu al kunnen uittekenen, waarom gaan ze dan dat onderzoek doen. Daarover hoort hij de wethouder niet. Die heeft het alleen over het faciliteren van het onderzoek. Toch vindt hij dat de wethouder er een heldere uitspraak over moet doen, waarom de gemeente zou gaan moeten onderzoeken op Sportpark Zuid, terwijl ze feitelijk samen kunnen vaststellen dat ze dat niet moeten willen. Daar hoort hij niet. De heer BULTEN is het met hem eens dat de kaders helder en duidelijk zijn verwoord in het raadsvoorstel. Alleen bij de kaders die gesteld zijn in de taskforce, daar wordt expliciet genoemd hotel en conferentiezalen. De wethouder wil geen uitspraak doen vooruitlopend op een gesubsidieerde instelling. Als de wethouder dat niet doet, kunnen de kaders dus op dat moment opgerekt worden of ze verschuiven het probleem naar een later stadium en dat vindt hij geen recht doen aan de initiatiefnemers. Wat vindt de wethouder daarvan? Wethouder DRENTH wil eerst over Sportpark Zuid iets zeggen en dan daarop terugkomen. Vanzelfsprekend heeft het college gedachten bij hoe kansrijk Sportpark Zuid is en hoe kansrijk het Vredesteinterrein zou kunnen zijn. In de beeldvormende raad is ook uitgelegd dat het belang van het bedrijf De Graafschap naar de toekomst toe is om iets aan capaciteitsvergroting te doen en hoe dat zit in de voetbalwereld. Je zit hier aan het hart van de toekomst van het bedrijf en op welk niveau het kan spelen. Dan vindt hij dat als dat bedrijf zegt en gelet op de inbedding in de samenleving, dat ze Sportpark Zuid toch willen onderzoeken – grofweg 10 tot 15 jaar geleden is die plek ook aan de orde geweest en was dat toen nog een voorkeursplek van de gemeente, niet van De Graafschap, dat heeft ook geleid tot de aanpassing op de 505
Vijverberg - vindt hij dat het niet verstandig is om nu zonder dat je die onderzoeksresultaten hebt, zomaar te zeggen dat het niet kan. Dan kan hij voorspellen wat de teneur wordt: “Gemeenteraad wil Graafschap niet faciliteren op Sportpark Zuid.” Dan denkt hij dat als de Graafschap dat wil onderzoeken en zij die kosten dragen – de gemeente doet daar alleen toetsend in mee en voor een deel komt daar wat informatie uit de organisatie, maar het maakt nauwelijks uit of dat voor een of twee locaties is - zij zelf met een aantal vraagstukken moeten komen. Als de raad dan denkt dat het Vredesteinterrein wel eens kansrijker zou kunnen zijn dan Sportpark Zuid, dan sluit hij dat niet uit, maar als De Graafschap dat wil onderzoeken, lijkt hem dat geen enkel probleem. Dat ze gelijk een aantal zaken tegenkomen zoals de raad die ook noemt – er zit ook een aantal vertegenwoordigers en die hebben het ook gehoord – laat dat zo zijn. Laat het bedrijf waarin het zo erg gaat om het hart van welke kant het op kan gaan, laat dat bedrijf het nu zelf constateren en zelf tot conclusies komen. De gemeente gaat ook niet voor andere bedrijven op hun stoel zitten welke keuzes ze zouden moeten maken. Terugkomend op de interruptie van de heer Bulten zegt hij dat in het dictum heel duidelijk staat dat ze de bestaande kaders hanteren. Wat veelvuldig voorkomt in deze en in alle gemeenten is dat de samenleving in beweging is. En dat daar vraagstukken uit naar voren komen hoe het vastgestelde beleid zich verhoudt met wat de wensen zouden zijn. Dan komt de vraag naar voren of ze willen afwijken van de kaders of niet. In het besluit dat voorligt, is het zo dat de raad De Graafschap de mogelijkheid geeft om beide plekken te onderzoeken. Hij geeft niet de ruimte om buiten de kaders te gaan. Dat het ergens op een plek zal komen dat sluit hij absoluut niet uit. De raad krijgt er eerdaags ook nog iets van langs als ergens in afwijking van de detailhandelsnota het college toestemming wil geven om bijvoorbeeld een bepaald bedrijf uitbreiding te geven. Dat is keurig onderzocht met een dpo en alles wat eraan vast zit en er is een goede argumentatie voor om dat te doen. Dan komt uiteindelijk die afweging: wil ik dat wel of wil ik dat niet? Uitgangspunt zijn altijd de kaders zoals de raad die aangeeft. Hij denkt dat dit raadsvoorstel daar een heldere lijn in geeft. Het college komt eerst bij de raad terug voordat ze tegen de BAM, de Stichting Nieuw Stadion en De Graafschap zeggen dat ze er vol voor kunnen gaan en het onderzoeken. Neen, ze gaan eerst onderzoeken of de raad inderdaad die oprekking van de kaders wil hebben. Daarmee mag helder zijn dat niets zomaar kan. De raad is altijd degene die daarover besluit. Dat besluit is dan nog extra, ondanks dat de wet dat dan zegt, in het dictum wat hier voor ligt. Dat maakt volgens hem dat de ingediende motie en het amendement overbodig zijn. De heer BULTEN laat weten dat de fractie van de SGP-ChristenUnie zijn amendement blijft handhaven. De tekst ervan is bedoeld in plaats van het dictum van het raadsvoorstel. De VOORZITTER heeft het zo gelezen dat bij het woord „besluit‟ de eerste twee punten aanvullingen zijn en hij in het derde punt zegt „geen toestemming te verlenen voor het verbreden van het onderzoek op sportpark Zuid‟. Materieel betekent dat dat het wel gaat over het Vredesteinterrein. Dat blijft staan. Dat houdt straks in dat als de formulering zo blijft, dat ze dan het oorspronkelijke voorstel van het college straks wel in stemming brengen. Want zijn amendement vervangt niet het collegevoorstel, tenzij hij in het amendement had verwoord dat het Vredesteinterrein wel onderzocht moet worden. Hij gaat het straks zo doen dat na het amendement het collegevoorstel in stemming wordt gebracht, omdat dan materieel het Vredesteinterrein nog in positie blijft. De heer BULTEN vervolgt dat de fractie PLOD heeft gevraagd meerdere locaties te onderzoeken. Daar is de fractie van de SGP-ChristenUnie geen voorstander van. Daarover heeft de fractie van GroenLinks ook al verwoord wat hij had willen zeggen. De motie van de heer Bos zal hij niet steunen en op de fractie van het CDA heeft hij al gereageerd. De heer MOÏZE DE CHATELEUX kan het amendement steunen. De motie betitelt hij als „non-motie‟. Er is helemaal geen motie nodig. Als je iets van de agenda wilt, kan je een ordevoorstel indienen en vragen het van de agenda te halen. Daar heb je geen motie voor nodig. Hij zal die dan ook niet steunen.
506
Mevrouw GROOTJANS laat weten dat ze eigenlijk wel een gastvrij huis hebben en ook wel koffie willen verstrekken aan de ME. Alleen had de ME er geen tijd voor gehad want de supporters van de tegenpartij waren er ook bij. Komt ze weer in die situatie en denkt ze dat ze er tijd voor hebben, dan zal ze de m.e. uitnodigen. Haar wordt somberen verweten. Als je ambitie hebt, wil je de zaken graag positief voorstellen. Wat zij hier heel bewust doet is de kritische kant belichten omdat gezien de locatie van Vredestein de effecten van de negatieve kant direct effect hebben op burgers van Doetinchem. Over de locaties handhaaft ze haar beeld dat het verstandig is om twee locaties tegelijkertijd dus met een second best naast elkaar te hebben en te vergelijken. Ze staat niet achter het onderzoek naar Sportpark Zuid. Ze zou zich kunnen aansluiten bij de fractie van de VVD want het stadion waar het nu ligt mag wat haar betreft ook in onderzoek genomen worden. Ze vermoedt dat daarvoor geen meerderheid in de raad is. Ze zal zich beraden op haar stempositie. Mevrouw SLUITER zegt in haar eerste termijn enkele duidelijke suggesties te hebben aangegeven ten behoeve van het haalbaarheidsonderzoek. De rol die we als gemeente hierin hebben, is door de wethouder nog eens heel duidelijk en helder neergezet. Ze hechten zeer aan de ontvlechting zoals die heeft plaatsgevonden en zien ook dat op dit moment die financieringsstromen duidelijk uit elkaar liggen. Ze zien daarmee ook niet zozeer de toegevoegde waarde van de eerste twee besluitvormen in het amendement van de fractie van de SGP-ChristenUnie. Zoals ze in haar eerste termijn ook aangegeven heeft, heeft Sportpark Zuid niet hun voorkeur, maar dat moet De Graafschap maar zelf onderzoeken. De heer LANGEVELD proeft bij de raad in ieder geval ten aanzien van Sportpark Zuid duidelijke twijfels en hij vindt het wel prettig om daar ook een uitspraak van de raad over te hebben. De fractie van GroenLinks heeft het amendement van de fractie van de SGP-ChristenUnie mede ondertekend en wat hem betreft kan het blijven staan, maar hij zou ook kunnen nadenken over een amendement- of motievorm waarin ze in ieder geval een uitspraak doen ten aanzien van Sportpark Zuid. Daar roept hij de hulp van de voorzitter bij in. Ze moeten straks nog een keer schorsen, maar hij weet niet of na de schorsing nog een amendement kan worden ingediend of dat het voor die tijd moet. De VOORZITTER reageert dat de vraag stellen hem ook beantwoorden is. De schorsing is om zich te kunnen beraden over alles wat is ingediend. Dan kan er niet alsnog een amendement overheen komen. Dat is niet logisch omdat ze dan weer zouden moeten schorsen vanwege het nieuwe amendement. Hij nodigt hem uit om datgene wat hij heeft in te brengen voor de afsluiting van de beraadslagingen te doen. De heer LANGEVELD meent dat het dan wel nodig is om even te schorsen om te komen tot een tekst waar ze het met elkaar over eens zijn. Hij nodigt de fractie van de VVD uit met de vraag of er daar ook interesse is om tot een dergelijke motie/amendement te komen. Mevrouw SLUITER antwoordt dat ze zowel in de eerste als in de tweede termijn vrij helder geweest zijn over hun positie richting Sportpark Zuid. Kort reagerend op de heer Thus vervolgt ze dat ze in eerste instantie alleen maar de suggestie mee willen nemen richting De Graafschap dat ze wat hun betreft gewoon de huidige locatie kunnen onderzoeken. Ze begrijpen ook dat dat gezien de partners en de multifunctionele aspiraties en ambities misschien niet de voorkeur heeft, maar de A18 bedrijvenlocatie is nu ook veranderd, dus je weet maar nooit wat er in de toekomst nog kan veranderen. Tot slot de motie van de fractie van de PvdA. Ze vindt het heel leuk gedaan, eerst de discussie voeren en vervolgens een motie indienen om die discussie niet te voeren. De heer BOS laat weten dat de fractie van de PvdA heeft besloten haar eigen motie in te trekken. Mevrouw Sluiter heeft gelijk. Ze hebben hun punt gemaakt. Daarvoor hoeven ze die motie ook niet in te dienen. Hij heeft waardering voor de inbreng van de wethouder. Hij vindt het terecht dat hij zegt: „Het is niet aan de raad om De Graafschap te verbieden een onderzoek te doen naar iets wat zij eventueel zouden willen‟. Het feit dat de fractie van de SGP-ChristenUnie dat in het amendement voorstelt is voor de fractie van de PvdA aanleiding om het amendement niet te steunen en was wel degelijk aanleiding om de motie in te dienen. De heer BULTEN vraagt of als ze die regel hier uit halen, hij dan het amendement wel steunt. 507
De heer BOS ontkent dat. Hij heeft in zijn eerste instantie uitvoerig uitgelegd dat hij hem niet duidelijk vond over de vraag hoe het nu zit met het niet beschikbaar stellen van gelden voor ….. De heer BULTEN vraagt hem wat hij dan aangepast wil hebben. Aan de ene kant zegt hij dat het bedrag niet genoemd is. Dat klopt. Dat is € 30.000, het bedrag dat open staat. Dat heeft hij wel genoemd in zijn bijdrage. Hij ging ervan uit dat dat voldoende was. Als de heer Bos dat graag in het amendement opgenomen wil hebben, dan kan dat. De heer BOS zegt dat het amendement volgens hem overbodig geworden is om de eenvoudige reden dat het in elk geval voor hem zo is dat een uitspraak in de sfeer van „De Graafschap mag geen onderzoek doen naar de mogelijkheden van realiseren op Sportpark Zuid‟ nooit en te nimmer een uitspraak van de raad kan zijn. In de tweede plaats ligt er de vraag hoe het zit met de financiering van het onderzoek. Daarvan heeft de wethouder duidelijk gemaakt dat er gelden voor gereserveerd zijn om dat onderzoek te faciliteren en dat geld wordt ervoor gebuikt. Dat is dus bestaand beleid dat ze niet in een amendement hoeven vast te leggen. De heer BULTEN reageert dat het hier juist om gaat. Als dat geld op is, hoort hij in de bijdrage van de heer Bos dat er gewoon doorbetaald gaat worden om verder te onderzoeken. En dat willen ze voorkomen. De heer BOS zou het heel raar vinden als de wethouder dat zou doen. Het enige wat die kan doen, is naar de raad komen en het probleem voorleggen. Mevrouw SLUITER zegt dat de heer Bos heel duidelijk aangeeft dat de raad niet bepaalt wat De Graafschap moet onderzoeken. Daarin vinden ze elkaar volledig. Maar volgens haar bepaalt de raad wel met het haalbaarheidsonderzoek waar ze hun budget van ongeveer € 50.000 aan gaan besteden. Volgens haar gaat daar de discussie er over of ze het zinnig en nuttig vinden om dat aan beide locaties te besteden of te zeggen dat ze vanuit de beeldvormende raad en de krant en alle informatie die ze vergaard hebben al genoeg gezien hebben en hun eigen afweging gemaakt om daar een duidelijke keuze in te maken. Volgens haar gaat daar de discussie over en niet zozeer over wat De Graafschap al dan niet zelf besluit. Daar gaat de raad niet over. De heer LANGEVELD sluit aan op de woorden van mevrouw Sluiter omdat het feitelijk erom gaat dat je een duidelijk uitspraak wilt afgeven hierover. Dat beluistert hij aan diverse kanten. Dat het De Graafschap te allen tijde vrij staat om desnoods de hele stad rond te kijken, wie is hij om dat tegen te houden. Maar hij wil er wel op focussen, want hij wil geen geld besteden aan iets waarvan hij het heil niet ziet. De heer BOS antwoord ironisch bedoeld dat ze De Graafschap tegemoet zouden kunnen komen door voor te stellen dat hij zelf het onderzoek doet naar de mogelijkheden van de plaatsing op Sportpark Zuid. Desnoods doet hij het voor de helft van het geld, maar dan hebben ze dat gewoon weggepoetst. Dan zijn ze daar vanaf en hebben daar geen last meer van. Maar tegelijkertijd is het toch zo dat als een ambtenaar een bizar verzoek zou krijgen van een burger die zegt dat hij onderzoek zou willen doen naar de mogelijkheid om een torenflat te realiseren op een bizarre plek, dat er dan toch geen ambtenaar onderzoek naar gaat doen. Die schrijft een briefje met twee alinea‟s met de mededeling dat het niet in het bestemmingsplan past. De heer LANGEVELD verzoekt om schorsing om zich te beraden hoe ze moeten omgaan met het voorliggende dilemma. De VOORZITTER schorst de vergadering voor 5 minuten. De heer LANGEVELD zegt namens alle fracties de volgende motie in te dienen:
MOTIE De raad van de gemeente Doetinchem, in vergadering bijeen op 28 april 2011; gelezen het voorstel van het college over een onderzoek naar een nieuw terrein voor De Graafschap; gehoord de beraadslagingen; 508
spreekt uit: dat het niet zinvol is geld te besteden aan een onderzoek naar een stadion op Sportpark Zuid; en gaat over tot de orde van de dag. de fractie van GroenLinks Wethouder DRENTH heeft van de schorsing gebruik gemaakt om een kleine consultatie te doen bij zowel de BAM als bvo De Graafschap, die op de publieke tribune aanwezig zijn. De Graafschap focust zich bij verder onderzoek in het bijzonder op het Vredesteinterrein, maar wil graag ook gelet op de eerdere ervaringen met het A18 bedrijvenpark, Sportpark Zuid niet op voorhand helemaal afschrijven. Ze zullen hun focus richten op het Vredesteinterrein. Dat is precies het gevoelen dat met de motie beoogd wordt en wat hij ook in de eerste termijn bij de meeste fracties hoorde, alleen niet op voorhand al de andere locatie afschrijven. Hij denkt dat daarmee de twee dingen prima bij elkaar komen over wat een meerderheid van de raad daarvan vond. De VOORZITTER sluit de beraadslagingen over dit onderwerp af. 6.
DIVERSE AANGELEGENHEDEN 1. Verbetering openbare ruimte De Veentjes De heer MOÏZE DE CHATELEUX zegt kijkend naar dit voorstel dat het lijkt alsof er geen bezuinigingen in aantocht zijn. € 1.245.000 stoppen in het aanleggen van een park en het oppimpen van wat straten, dat is toch het gevoel dat ze bij dit voorstel krijgen. Uitstel noemt het college niet gewenst. Dan dringt zich toch direct de vraag op waarom niet. Waarom kan het nu niet wachten op een integrale afweging bij de voorjaarsnota of bij de begroting? Het is nogal een fors bedrag. Waarom kan met slimme verbindingen waarin het college, zoals het soms lijkt, grossiert niet gezocht worden naar een slimme invulling van het gebied zolang de woningbouw daar niet door gaat. Stel dat de plannen op enig moment wel door gaan. Dan is het toch dubbel vreemd en niet erg duurzaam dat alles wat ze net geplant hebben, bomen struiken en alles wat gedaan is weer weg moet. De fractie van D66 pleit ervoor om te kijken naar en te denken over een andere manier van invulling. Hij vraagt het college te kijken of ze op enige wijze bereid zijn toe te zeggen om in die richting mee te denken. Dat voorkomt een heleboel tijd. Het idee van zijn fractiegenoot Traag is: je zou heel simpel, en daarmee zou Doetinchem zich heel erg onderscheiden van omliggende steden, van dat gebied een broedplaats kunnen maken voor jonge ondernemers en enthousiastelingen. Je zou bijvoorbeeld de vrijkomende ruimte na de sloop van Amphion en het achterliggende parkeerterrein beschikbaar kunnen stellen aan ondernemers en particuliere kunstenaars of dergelijke die een idee van tijdelijke aard hebben voor de beschikbare ruimte. Het kost zo niets. Het heeft een positieve bijdrage aan de centrumfunctie van Doetinchem. Als het nodig is kan hij in tweede termijn alsnog de motie indienen, maar wellicht kunnen ze tot een pragmatische opstelling komen. Mevrouw LUKASSEN verlaat om 23.10 uur de vergadering. Mevrouw PUTMAN zegt dat haar verhaal bijna tegenovergesteld is aan dat van de vorige spreker. De fractie van de PvdA is blij met dit voorstel. Wanneer ergens in Doetinchem een plek het verdient om opgeknapt te worden dan is het wel De Veentjes. Al jaar en dag zijn ze ermee bezig en al jaar en dag leven de mensen daar met allerlei narigheid. Wat hen betreft is het een heel goed voorstel. Ze gaan ervan uit dat als ergens op bezuinigd kan worden, dat het 509
dan ook gedaan zal worden. Het mag niet ten koste gaan van …. De heer MOÏZE DE CHATELEUX vraagt haar of ze niet denkt dat het ook mogelijk is als het gedaan wordt op de manier zoals hij voorstelde zonder dat het geld kost. In feite zeggen ze alle twee dat er iets moet gebeuren. Wat zijn fractie voorstelt, is dat je ook zou kunnen kijken om dat te doen waarbij het geen geld of veel minder kost. Of vindt ze per se dat dit moet gebeuren? Mevrouw PUTMAN antwoordt dat de voorwaarde was dat het in overeenstemming met de bewoners ging en dat staat bij haar fractie nog steeds voorop. Dat hebben ze beloofd. De heer MOÏZE DE CHATELEUX vraagt of zijn voorstel dat niet is. Dat kunnen ze toch onderzoeken. Mevrouw PUTMAN zegt dat ze daarom ervan uit gaat dat zowel de bewoners als degenen die daarmee bezig zijn er goed naar kijken. De heer MOÏZE DE CHATELEUX concludeert dat ze het dan eigenlijk wel eens zijn. Mevrouw PUTMAN vindt zijn tonatie iets anders. De heer OOMS geeft te kennen dat de SP-fractie vindt dat De Veentjes een grondige opknapbeurt verdient. Er is al veel te lang met hen gesold en er zijn plannen voorgespiegeld die niet uitkwamen. Er is bijvoorbeeld al eens gesproken over een nieuwe schouwburg op die plek, plannen voor woningbouw en er is zelfs een parkeerplaats gekomen die niet gebruikt mag worden. Al die zaken hebben ontzettend veel geld gekost. Geld dat ze nu goed hadden kunnen gebruiken voor het opknappen van De Veentjes. De SP-fractie vindt het vreemd dat er voor die € 1,2 miljoen geen onderbouwing is waar het precies naartoe gaat terwijl op andere momenten bij andere voorstellen wel onderbouwing gevraagd wordt wat het precies allemaal gaat kosten en hoeveel geld daar naartoe gaat. Hij noemt bijvoorbeeld een toilet op de begraafplaats. Wat de SP-fractie verbazingwekkend vindt, is dat er zonder blikken of blozen € 100.000 uit robuust groen gehaald is, terwijl er geen € 3.500 over was voor een gebiedsmakelaar. Ze begrijpen dan ook niet helemaal de link waarom dat uit het potje robuust groen gehaald moest worden, want welke robuuste gebieden gaat het dan verbinden of wat voor ecologische verbindingszone wordt het dan? Wat verder de vraag daarbij is, is dat de wethouder in de beeldvormende raad aangaf dat er geen onderbouwing was omdat samen met de buurt gekeken wordt waar het geld naartoe gaat. Dat kan misschien ook wel € 1 miljoen gaan kosten of € 1,1 miljoen. Hij vraagt dan ook: stel dat er aan het groen, aan het park maar € 50.000 wordt uitgegeven om alleen maar in te zaaien, dan blijft er voor robuust groen € 50.000 over. Gaat het dan terug naar het potje robuust groen of mogen daar iets duurdere stenen voor gekocht worden voor de bestrating? Dat mist de SP-fractie hierin. Verder hebben ze overwogen een motie in te dienen om de € 100.000 terug te brengen tot € 96.500 om zo de € 3.500 voor de gebiedsmakelaar te gebruiken. Wethouder DRENTH vindt het gelukkig dat ze in de regio Achterhoek goed samenwerken. Soms wil de een iets niet en soms wil de ander iets niet en komt er toch een oplossing. De gebiedsmakelaar is er al en wordt ook betaald enkel door de buren en Doetinchem doet niet mee. In elk geval is het doel dat diverse malen in discussie kwam wel geregeld. Als het gaat over De Veentjes, dan heeft mevrouw Putman verwoord wat al vele malen bij de raad aan de orde is gekomen, ook bij het masterplan De Schil. Het gaat hier in hoge mate over als hier dingen veranderen ook buiten de schuld van de gemeente. En daar gaat het in dit geval over, want de woningbouw in De Veentjes was bedoeld dat er in dit deel van de stad waar al 20 jaar verschillende plannen over waren geweest en het telkens in het zicht van de haven toch weer anders ging, nu echt iets moest gebeuren. Dat is ook wat het college met dit voorstel voor ogen had. Omdat er al een aantal zaken samen met winkeliers en bewoners zijn opgepakt, wordt ook voorgesteld om een budget beschikbaar te stellen dat wel gekoppeld is aan een bepaald gebied. Er zit wel een aantal kwalitatieve punten in om ook het openbaar gebied op te knappen, maar ook om het participerend met de bewoners en de winkeliers in te richten. En dan kan het inderdaad zo zijn dat zij zeggen dat ze iets minder bomen willen en in plaats daarvan twee lantaarnpalen meer of iets dergelijks. Dat is inherent aan een participatieproces. Hij gaat zich er niet aan verbinden dat elke euro robuust groen in groen komt, maar ook niet dat elke euro vanuit het parkeerfonds ook voor 100% in het parkeerterrein terechtkomt. Dan haalt hij alle jeu eruit voor het participatieproces. Dat brengt hem ook tot de motie van de 510
fractie van D66. Volgens hem kom je er niet mee met wat daarin staat om te zeggen dat het geen geld kost. Want er wordt een schouwburg afgebroken, daar is straks gewoon een braakliggend stuk grond. Als hij daar niets aan doet gaat er vanzelf wel iets op groeien en uiteindelijk wordt het een grote bende en gaan ze precies het tegenovergestelde bereiken. Hij vindt het op zich een goed idee om dat terrein als park in te richten en het past volgens hem prima in het idee van een park, want daar doe je ook dingen in. Het is niet alleen maar kijkgroen, het is ook gebruiksgroen (na gebruik van de barbecue deze opruimen!). Maar ze hadden een participatieproces en in alle gevallen moet hij het gebied inrichten. En wat volgens hem niet de bedoeling is vraagt hij nu aan de raad: We gaan toch niet op dat stuk van De Veentjes een tweede Ruigoord organiseren? Dan maakt hij zich wel wat zorgen. Dat is een ongelofelijk leuk gebied bij Amsterdam met heel veel creatieve mensen waar bijzondere dingen uit komen. Maar het heeft ook een aantal bijeffecten die ze juist in De Veentjes niet zouden willen laten ontstaan. Want dan gaat het precies een omgekeerde richting op van wat ze met elkaar hebben afgesproken en wat De Veentjes wilde. Als het erom gaat dat de mogelijk in te dienen motie van de fractie van D66 ertoe leidt dat het ook een park is waar mensen gebruik van kunnen maken, dan kan hij daarmee instemmen. Dat is de bedoeling en dat gaat ook mee in het participatieproces. Wat daar precies uit komt weet hij ook nog niet, maar dat hoort er wel bij. In alle gevallen zal je kosten moeten maken om het gebied op te knappen. In die zin vindt hij het niet een onderdeel dat thuishoort bij de voorjaarsnota. Het is het afhechten van een aantal besluiten die in het kader van de taskforce zijn gemaakt en verplichtingen die ze met elkaar, college en raad, met de bewoners van De Veentjes en de ondernemers in De Veentjes zijn aangegaan. De heer MOÏZE DE CHATELEUX heeft uit de woorden van de wethouder begrepen dat ze wel een stuk in de richting van zijn motie willen meedenken. Als de strekking van zijn motie wordt gevolgd dan heeft het geen zin om die formeel in te dienen. Wethouder DRENTH merkt nog op dat er geen motie is ingediend, dus hij weet ook niet of hij de strekking van de motie heeft overgenomen. Hij heeft alleen aangegeven wat hij hoorde in de woorden van de heer Moïze de Chateleux en dat een deel daarvan meegenomen wordt in het participatieproces. 2. Subsidie 2009 stichting Sport en Recreatie Wehl De VOORZITTER merkt op dat als er straks over gestemd gaat worden de heer Steintjes geacht wil worden niet meegestemd te hebben wegens persoonlijke betrokkenheid als bestuurslid. De heer MOÏZE DE CHATELEUX merkt op dat de fractie van D66 heel veel onvrede heeft met het feit dat de gemeente nu heel veel geld moet gaan verstrekken omdat de NUON kennelijk niet in staat is om zijn administratie in orde te brengen en voorschotten op tijd te berekenen. De gemeente wordt gevraagd de wanprestatie van NUON te financieren. Daar heeft zijn fractie toch wel wat moeite mee. Ze zouden het veel beter vinden als de gemeente zegt dat ze best juridisch deze organisatie willen faciliteren; laat de NUON maar eens op de stoep komen en dan zien we wel waar het schip zinkt. Zijn fractie heeft moeite met deze manier van wanprestatie belonen. 3. Laagrentende lening museum Ut Olde Ambacht De heer VONK zegt dat aan een lange zoektocht voor het museum nu eindelijk een eind lijkt te komen. Er is een prachtige locatie beschikbaar en er is ook een behoorlijk bedrag dat beschikbaar komt voor Ut Olde Ambacht. Hij spreekt zijn complimenten uit voor het college bij de ondersteuning van dit initiatief.
511
De heer BOSMAN geeft te kennen dat de SP-fractie instemt met de laagdrempelige lening aan het museum en de symbolische overdracht van het gebouw voor € 1 . Dit is nog een raadsbesluit uit de tijd dat de gemeente Wehl nog zelfstandig was. Voor sommigen is dat de goede oude tijd. En die goede oude tijd wordt gekoesterd met dit museum. Een stukje cultuurhistorisch erfgoed op een uiteindelijke locatie aan de ingang van Wehl. Doetinchem wordt een museum rijker, juist nu cultuur zo onder druk staat. Ze gaan er dus op vooruit. Het gebouw krijgt een enorme facelift en dat wordt ook tijd omdat alles een beetje een verpauperde indruk maakt. Wethouder VAN DER MEIJS dankt voor de complimenten. Als historica wil ze de woorden van de SP-fractie even in het goede historisch perspectief zetten. De laagrentende lening is een besluit uit Wehl. De verkoop van het gebouw voor € 1 is wel degelijk een besluit van de gemeente Doetinchem en heeft niets met een oud besluit uit de gemeente Wehl te maken. 4. Subsidieverordening De Achterhoek bespaart 2011 Geen opmerkingen. 5. Delegatie bevoegdheid vaststellen exploitatieplan De heer OOMS laat weten dat de SP-fractie tegen het voorstel zal stemmen om de volgende reden. Wanneer de raad vanavond instemt met het voorstel geeft ze weer mandaat aan het college. Het is in het verleden al meerdere malen gebeurd, alleen is het overzicht wel zoek en kunnen er ongelukkige situaties door ontstaan. Er wordt wel gezegd dat als je het er niet mee eens bent je altijd nog een initiatiefvoorstel kunt indienen. Alleen is de praktijk toch weerbarstiger dan de theorie. BESLUITNEMENDE VERGADERING 1.
VERSLAG VAN DE RAADSVERGADERING VAN 7 APRIL 2011 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
3.
BESTEMMINGSPLAN DE PAS 2010 Hierover is reeds besloten.
4.
OUDERENONTMOETINGSPUNT IN CULTUURCLUSTER ‟T BREWINC De raad gaat unaniem akkoord.
5.
VERZOEK TOT VERBREDING VAN HET HAALBAARHEIDSONDERZOEK VAN HET NIEUWE STADION VAN BVO DE GRAAFSCHAP De VOORZITTER brengt het amendement van de fractie van de SGP-ChristenUnie in stemming. De VOORZITTER verklaart nog dat dit een aanvulling en een correctie is op het collegevoorstel. Als het wordt aangenomen zal daarna het collegevoorstel alsnog in stemming worden gebracht omdat het niet een op een elkaar vervangt. Voor het amendement stemmen: de fractie van D66, de fractie van de SGP-ChristenUnie, de fractie van GroenLinks en de SP-fractie. Dat is een minderheid, dus het amendement is verworpen. De VOORZITTER brengt het collegevoorstel in stemming. 512
De heer BULTEN laat weten te zullen instemmen met het raadsvoorstel met de kanttekening van de besluitpunten genoemd in zijn amendement. Mevrouw GROOTJANS geeft te kennen dat gezien de motie die nog aan de orde komt en waar ze ook haar stem aan heeft gegeven en het belang dat ze hecht aan het onderzoek dat er wel gedaan wordt naar het Vredesteinterrein, zal ze wel instemmen met het raadsvoorstel. De heer OOMS verklaart hetzelfde als de fractie van de SGP-ChristenUnie. De heer LANGEVELD voegt toe dat dit ook voor de fractie van GroenLinks geldt. De VOORZITTER constateert dat de raad met algemene stemmen akkoord gaat met het collegevoorstel, met in achtneming van de zojuist door diverse fracties geuite kanttekeningen. De VOORZITTER brengt de motie van de heer Langeveld in stemming en constateert dat de gehele raad kan instemmen met deze motie. 6.
DIVERSE AANGELEGENHEDEN 1. Verbetering openbare ruimte De Veentjes De raad gaat akkoord met dit voorstel. 2. Subsidie 2009 stichting Sport en Recreatie Wehl De VOORZITTER merkt op dat de heer Steintjes wordt geacht niet te hebben meegestemd. De heer MOÏZE DE CHATELEUX heeft in zijn eerste termijn al aangegeven dat de fractie van D66 geacht wordt tegen dit voorstel te stemmen. De VOORZITTER stelt vast dat de overige leden van de raad en daarmee een meerderheid akkoord gaat. 3. Laagrentende lening museum Ut Olde Ambacht De VOORZITTER stelt vast dat de raad unaniem akkoord gaat met dit voorstel. 4. Subsidieverordening De Achterhoek bespaart 2011 De VOORZITTER stelt vast dat de raad unaniem akkoord gaat met dit voorstel. 5. Delegatie bevoegdheid vaststellen exploitatieplan De heer OOMS legt zijn stemverklaring af zoals verwoord bij de behandeling van het onderwerp. De heer KUIPERS geeft aan dat hij tegen dit voorstel zal stemmen. De VOORZITTER brengt het voorstel in stemming en stelt vast dat de SP-fractie en de heer Kuipers van de fractie van GroenLinks tegen dit voorstel stemmen en de overige raadsleden voor. Daarmee is het voorstel aangenomen.
513
De VOORZITTER sluit de vergadering om 23.35 uur. Hij kondigt aan dat hij morgen namens hare majesteit een vijftal blijde boodschappen mag komen brengen. Hij zal het plezierig vinden de raadsleden tegen te komen bij de diverse manifestaties die op Koninginnedag plaatsvinden. In ieder geval is om 17.00 de traditionele Koninginnedagreceptie in Ruimzicht.
514