Verslag van de openbare vergadering van de gemeenteraad van Leiderdorp op maandag 20 december 2004 om 20.00 uur in het gemeentehuis. Aanwezig: Voorzitter:
M. Zonnevylle
Griffier:
mevrouw J.C. Zantingh
Wethouders:
D.L. MacGillavry V.J.H. Molkenboer W.J. Laman G. van der Does
De leden:
H.K. Langenberg mw. K. van Beelen-Balak R. van der Horst H.H. Dorlandt mw. C.H. Honnef mw. C.W. Vons-de Jong mw. M.A.C. Manshanden A.P. van Gurp H.H.H. Weller S. Weeda A.J.E. Staal O.C. McDaniel mw. J.E. van Steijn-van Reijn R.F. Thunnissen B.M.R.F. Hollands J.J.F.M. Gardeniers J.G. de Vries J.M. Stevers N.H.M. van Jaarsveld J.M.M. Kocken
Afwezig : (m.k.)
P.W. Kanters
2004
- 665 -
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
AGENDA: 1.
Opening.
2.
Afscheid van de heer C. Bos (GroenLinks) uit de politiek.
3.
Vaststellen agenda.
4.
Vragenronde.
5.
Notulen van de op 28 oktober 2004 gehouden begrotingsvergadering 29 oktober 2004 gehouden begrotingsvergadering 15 november 2004 gehouden vergadering.
6.
Ingekomen stukken en mededelingen (regio).
213
7.
Voorstel tot het instemmen met de definitieve inschaling van de griffiersfunctie.
214 – 215
7A.
Voorstel tot het benoemen van de heer B. Reidsma als lid van commissie 2.
8.
Voorstel tot het handhaven van de naam Holland Rijnland en de naam Rijnland Bollenstreek als alternatief niet te steunen.
9.
Voorstel tot het instemmen met de uitgangspunten als verwoord in het beleidskader Regionale Sociale Agenda 218 – 219 Holland Rijnland.
10.
Voorstel tot het vaststellen van de aanpassing op de diverse belasting- en legesverordeningen 2005.
220 – 221 – 222 223 – 224 – 225 226 – 227 – 228 229 – 230 – 231
11.
Voorstel tot het vaststellen van de verordening Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Leiderdorp.
232 – 233
12.
Voorstel tot het vaststellen van de aanpassing op de verordening Leerlingenvervoer gemeente Leiderdorp.
234 – 235
13.
Voorstel tot het vaststellen van de Afvalstoffenverordening 2005.
236 – 237
14.
Voorstel tot het vaststellen van het jaarprogramma 2005 Huisvestingsvoorzieningen onderwijs.
238 – 239
15.
Voorstel tot het vaststellen van het Integraal Huisvestingsprogramma (IHP) Onderwijshuisvesting.
240 – 241
16.
Voorstel tot het instemmen met de beëindiging gemeenschappelijke regeling Streekmuziekschool Rijnakkoord per 1 september 2005.
242 – 243
17.
Voorstel tot het instemmen met de intrekking op de diverse bijdrageregelingen van de Bijzondere Bijstand en Minimabeleid.
244 – 245
18.
Voorstel tot het instemmen met het beschikbaar stellen van een krediet in het kader van de verbouw Sport- en Recreatiecentrum De Does.
246 – 247
19.
Voorstel tot het instemmen met begrotingswijziging motie 13 begrotingsraad van 29 oktober 2004.
248
20.
Voorstel tot het instemmen met begrotingswijziging nummer 3.
249
21.
Voorstel tot het vaststellen van de Najaarsnota.
250 – 251
22.
Voorstel tot het instemmen met de begrotingswijzigingen nummers 4 en 5.
252
23.
Voorstel tot het vaststellen van de nota Reserves en Voorzieningen.
253 – 254
24.
Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het vergaderschema 2005.
255 – 256
25.
Sluiting.
216 – 217
-0-0-0-0-0-01.
Opening
De Voorzitter: Ik open de vergadering, allemaal van harte welkom, aan tafel en op de tribune. Er is bericht van verhindering van de heer Kanters.
2004 2.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 666 -
Afscheid van de heer C. Bos (GroenLinks) uit de politiek.
De Voorzitter: Ik richt mij tot de heer Bos. Toen de heer Bos in ’98 uit de raad vertrok, zei ik: hiermee gaat de laatste geboren en getogen Leiderdorper uit de raad weg. Op zich was dat al een ‘mijlpaal’ - een Leiderdorper èn agrariër. Meer dan de helft van onze gemeente is namelijk nog steeds groen; buitengebied. [Er klinkt tromgeroffel van buiten het gemeentehuis.] Dit is interessant. Dit zouden holle vaten kunnen zijn, maar ik ga ervan uit dat het muziek is. De heer Bos heeft jarenlang een bijdrage geleverd aan het bestuur van onze gemeente. Van 1982 tot 1990 en vanaf 1999 tot heden is hij burgerraadslid geweest, zoals wij dat in onze gemeente noemen. Heel bijzonder vind ik het dat iemand die eerst acht jaar lang burgerraadslid is geweest en vervolgens acht jaar lang raadslid, toch weer zin en moed had - ook loyaliteit naar zijn eigen partij - om vervolgens nog een aantal jaar het burgerraadslidmaatschap te vervullen. Hulde daarvoor! Nu is voor hem de tijd gekomen en is het zijn eigen wens - hopelijk - andere leuke dingen te doen. Intussen is hij vertrokken naar de rand van onze gemeente - nog wel in de Achthovenerpolder - richting Koudekerk. Het was altijd spannend als de heer Bos op bepaalde momenten het woord vroeg en zei: er staan weer distels. Dat geluid hebben we al lang niet in deze raad gehoord. We prikken ons allemaal voortdurend, maar die distels zijn niet meer aan de orde geweest. Als wij op die periode terugkijken, was er voor het college - ik neem aan met uw aller instemming - reden aan dit afscheid bijzondere aandacht te geven. Ik denk dat de verdiensten die ik net heb verwoord daartoe voldoende aanleiding geven. Daarom heeft het college besloten - ik citeer uit de desbetreffende oorkonde: als waardering voor zijn langdurig bestuurlijk actief zijn voor de gemeente Leiderdorp, wordt aan de heer Bos de zilveren speld van de gemeente Leiderdorp toegekend. Cees, ik wil je die graag opspelden.
[Applaus. De Voorzitter speldt de heer Bos de zilveren speld van de gemeente Leiderdorp op en overhandigt hem de bijbehorende oorkonde.] De heer Bos: Om met de distels te beginnen: ik heb onze burgemeester niet zo lang geleden horen vertellen dat de tijd van gedogen voorbij is en dat alle regels voortaan gehandhaafd zullen worden. Dat geeft mij weer moed voor de bestrijding van die stekels, want er is een provinciale distelverordening en daar kan nog best wat aan verbeterd worden. Ik neem aan dat dat zijn beslag gaat krijgen. Ik ben hier zo’n 20 jaar geleden in het gemeentebestuur terechtgekomen. Hoe begint zoiets? De PPR - waarvan ik toen lid was - had een burgerlid voor de commissie ROVM (Ruimtelijke Ordening, Verkeer en Milieu) nodig. Ik werd gevraagd. Je zegt dan ‘ja’ en zo gaat het balletje rollen. In 1990 werd ik lijsttrekker voor de PPR/PSP-combinatie en zo kwam ik in de raad. Gelukkig kreeg ik daar een maat, al had hij er zelf niet op gerekend.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 667 -
Toen de restzetels bekend werden, was hij al naar huis en moest hij snel worden opgehaald voor de groepsfoto. In ’94 kregen we weer twee zetels, maar nu heette zij GroenLinks. Het waren inspannende jaren. Het runnen van een eigen bedrijf samen met het raadswerk in een kleine fractie is zwaar. Zonder de inzet van mijn maten in de raad en die van mijn vrouw Marrie en onze zwager in het bedrijf, had ik het niet kunnen doen. Een van de eerste zaken waar ik me als kersvers raadslid mee moest gaan bemoeien, was de reorganisatie van de ambtelijke organisatie, een onderwerp dat nog steeds actueel is. Ook het zwembad kwam al deze jaren steeds weer op de agenda; ook dat is een vervolgverhaal. Het werken in het gemeentebestuur vond ik boeiend, zeker in Leiderdorp dat zo’n grote ontwikkeling heeft doorgemaakt. Er werd een paar jaar geleden gepraat over omschakelen naar beheergemeente, maar met alle plannen van de laatste tijd is dat voorlopig niet aan de orde. Sinds de laatste verkiezingen is GroenLinks collegepartij, een nieuwe ervaring, met zo zijn voor- en zijn nadelen; het is in elk geval wennen, zeker als het samengaat met het invoeren van het dualisme. Dat ik na twee raadsperioden nog zes jaar burgerlid zou zijn, had ik niet verwacht. We zochten nieuwe mensen en vonden die ook. Zij moesten steeds andere plaatsen opvullen. Onze fractie is nu op sterkte. Het is een prima ploeg waar ik veel vertrouwen in heb. Via het bestuur van GroenLinks blijf ik er nog bij betrokken. Aan de samenwerking binnen raad en commissies heb ik de beste herinneringen. Allemaal bedankt. Dit geldt ook voor de ambtenaren bij wie we altijd voor informatie terecht kunnen en vooral voor de bodes met hun goede zorgen. Voorzitter, u overhandig ik de sleutel van het gemeentehuis. Als afsluiting van deze periode, maar ook als symbool van veranderde tijden. Niet zo lang geleden hadden we geen sleutel nodig om het gemeentehuis binnen te komen. Ik wens u allemaal het allerbeste voor de toekomst, hoop dat u de magere jaren weet te overleven en de vele plannen tot een goed einde brengt. Bedankt voor de mooie speld die ik gekregen heb en de waardering daarbij. [Applaus.]
3.
Vaststellen agenda.
De Voorzitter: Het is de gewoonte eerst degenen die het gevraagd hebben het woord te geven om in te spreken. Het lijkt me goed na het vaststellen van agenda, als eerste agendapunt punt 16 te bespreken: voorstel met betrekking tot de gemeenschappelijke regeling muziekschool.
De heer Erkelens (namens Buurtoverleg Zijlkwartier): Geachte leden van de gemeenteraad, het buurtoverleg Zijlkwartier spreekt zijn grote zorg uit over de mogelijk gehele of gedeeltelijke openstelling van de verkeerssluis in de Splinterlaan, dit geldt trouwens ook voor een eventuele gehele of gedeeltelijke openstelling van de Spanjaardslaan. Het kan ons inziens niet zo zijn dat de destijds geldende argumenten welke hebben geleid tot de genomen verkeersmaatregelen, nu opeens niet meer opgaan.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 668 -
Juist het toenemende verkeer en ontwikkelingen rondom, maar ook in mindere mate in het Zijlkwartier zelf, rechtvaardigen juist te meer handhaving van deze verkeersmaatregelen. De weerstand die deze genomen maatregelen hier en daar oproept betreft voornamelijk het moeten omrijden om de wijk te verlaten cq. te kunnen bereiken, terwijl men voordien gewend was de wijk van alle kanten te verlaten cq. te bereiken. De laatste 20 jaar is het heel gewoon dat bij de ontwikkeling van nieuwbouwwijken het verkeer via twee zo genaamde ‘inputpunten’ en de ringweg, de wijk kan inrijden dan wel kan verlaten (zie in Leiden, de Merenwijk en de Stevenshof en in Leiderdorp, Leyhof). Zo’n zelfde situatie is geprobeerd te bereiken in het Zijlkwartier, uiteraard rekening houdend met de mogelijkheden cq. onmogelijkheden die de reeds bestaande wijk bood. Wij begrijpen dat er mensen zijn die het omrijden vervelend vinden, maar om een leefbare, veilige en prettige woonwijk te bewerkstelligen is het nu eenmaal noodzakelijk dat de destijds genomen maatregelen, ons inziens, gehandhaafd blijven in het belang van het Zijlkwartier. Iedere gelegenheid die zich voordoet, gebruiken deze mensen om dit ongemak onder de aandacht te brengen. Zo ook bij de actie eind oktober/begin november 2004 die de winkeliers in de Splinterlaan tegen de genomen verkeersmaatregelen hebben georganiseerd, i.v.m. het - volgens hen wegblijven, door deze maatregelen, van klanten uit Leiden Noord. Het Nieuwsblad Leiderdorp van dinsdag 2 november 2004 die aan deze actie aandacht besteedde, eindigt zijn verslag daarvan met de opmerking van een bewoner als volgt: ‘Bent u winkelier? Nee, maar ik steun ze wel. Bovendien baal ik ervan dat ook ik als bewoner iedere keer moet omrijden.’ Er ontstaat zo de mogelijkheid van eenzijdige beeldvorming. In ditzelfde verslag heeft een andere bewoner een oplossing bedacht: ‘Volgens een bewoner ligt de oplossing in het verwijderen van de niet meer in gebruik zijnde bussluis zodat het verkeer vanaf de Lage Rijndijk via de Spanjaardsbrug weer de Splinterlaan in kan rijden. In de Splinterlaan moet dan weer tweerichtingsverkeer ingevoerd worden, een maximum snelheid van 30km/h gaan gelden en moeten drempels aangebracht worden om die snelheid te handhaven.’ Wij vragen ons af of deze bewoner zelf in de Splinterlaan woont en zich realiseert wat zijn ‘oplossing’ voor gevolgen zal hebben. De Kamer van Koophandel-medewerker, de heer Wiltenburg, is van mening dat niet de bussluis verwijderd moet worden, maar dat de bloembakken in de Spanjaardslaan weggehaald moeten worden. Dit is naar onze mening, in de ogen van deze medewerker, een prachtalternatief, ook voor de winkeliers van de Baanderij om zo het ingestelde éénrichtingsverkeer op de Van de Valk Boumanweg te omzeilen. Dit geldt trouwens ook bij een eventuele gehele of gedeeltelijke openstelling van de verkeerssluis in de Splinterlaan. Zij die moeite hebben met de destijds ingestelde (fysieke) verkeersmaatregelen gaan gemakshalve voorbij aan een veilige en leefbare woonwijk en hebben alléén oog voor hun eigen individueel belang cq. eigen individuele belangen. Het buurtoverleg Zijlkwartier hoopt en vertrouwt erop dat u, leden van de gemeenteraad, het algemeen belang in het oog zult willen houden om de wijk Zijlkwartier, veilig, leefbaar en prettig te maken. Wij wensen u bij voorbaat veel wijsheid in deze kwestie toe.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 669 -
De Voorzitter: Alvorens ik het woord geef aan de heer De Jonge, het volgende: er staan buiten nog 80 mensen. Dat is vervelend, maar dit gebouw mag nu eenmaal maar een bepaald aantal mensen bevatten in het kader van de veiligheid. Daaraan is enige tijd geleden naar aanleiding van een andere bijeenkomst in de kranten ruim aandacht besteed. Ik mag dat dus bij iedereen bekend veronderstellen. Ik vind elke actie prima, leuk. Ik zou me kunnen voorstellen dat we even schorsen om iedereen de kans te geven om - in dit geval - lawaai te maken. Ik vind echter dat de raad in alle rust moet kunnen praten, want er zijn ook mensen die andere belangen bij een ander agendapunt naar voren willen brengen. Ik doe een beroep op ouders als die aanwezig zijn om hun jonge kinderen tot de orde te roepen. Een beetje lol mag best, maar ik vind niet dat mensen die voor andere agendapunten komen hinder mogen ondervinden van het lawaai.
De heer Langenberg: Ik vind de muziek eigenlijk wel leuk. Ik heb er geen verstand van, dus ik kan me niet uitlaten over toonhoogten en dat soort dingen. Ik begrijp de reactie van de mensen echter goed. Dat er 80 mensen buiten staan voor dit blijkbaar te kleine gemeentehuis is voor u hopelijk geen aanleiding een nieuw gemeentehuis te bouwen. Wel moet het aanleiding voor u zijn na te denken over wat die mensen hier allemaal komen doen. Een beetje getetter - het slaan op de ramen vind ik ook niet zo leuk - steunt het gezellige gebeuren van vanavond alleen maar, maar wat veel belangrijker is: u hoort de stem van het volk. Wie kan daar tegen zijn! [Applaus.]
De Voorzitter: Een goede luisteraar heeft kunnen horen dat ik aan het begin heb gezegd dat ik geen enkel bezwaar heb tegen enige toestanden eromheen. Ik ben blij dat de heer Langenberg het woord ‘volk’ gebruikt, want ik heb juist gezegd dat ook andere categorieën onder wat hij noemt ‘volk’ hier aanwezig zijn voor andere agendapunten. De heer Langenberg: Voor de duidelijkheid, met ‘het volk’ bedoel ik alles dat op twee benen loopt, kangoeroes daargelaten. De heer Staal: Voorzitter, volgens mij hebt u een jaar of twee geleden tijdens uw nieuwjaarsreceptie aangegeven dat mensen alleen belangstelling hebben wanneer er iets in hun achtertuin gebeurt. Als ik vanavond zie dat er 80 mensen buiten staan en er hier een volle tribune is, gaat dat niet over iets dat in een achtertuin gebeurt, maar over iets dat maatschappelijk breed in Leiderdorp gebeurt. Of je daar nu voor- of tegenstander van bent: ik heb er diep respect voor dat die mensen hier vanavond gekomen zijn en zich willen uiten. Dat er buiten nu muziek wordt gemaakt; het is nu eenmaal de vrijheid van mensen geluid te maken wanneer ze dat willen. Volgens mij is er nog geen verordening dat we dat niet mogen maken. Wat mij betreft mogen die mensen gewoon buiten blijven en veel muziek maken, dat maakt het best wat gezelliger in de gemeenteraad.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 670 -
De Voorzitter: Ik ben het daar helemaal mee eens. Ik zal graag in de volgende vergadering aan de hand van het genotuleerde laten zien dat ik het helemaal met de heer Staal eens ben, alleen we luisteren blijkbaar niet naar elkaar. Ik hoop dat we in alle rust kunnen vergadering. Ik heb gezegd: lawaai, muziek, geen enkel probleem. Ik ben blij dat u mijn woorden nog een keer herhaalt.
De heer De Jonge: Dames en heren, mijn naam is Niels de Jonge; ik spreek namens de vereniging Muziekonderwijs Leiderdorp en omstreken. Veel mensen zijn diep teleurgesteld over de feitelijke sluiting van de streekmuziekschool Rijnakkoord. Als gevolg van deze sluiting vrezen de bijna 600 leerlingen en hun ouders dat de mogelijkheid voor muziekonderwijs van goede kwaliteit gegeven door bevoegde docenten uit Leiderdorp verdwijnt. Hiermee verdwijnt niet alleen een aangename tijdsbesteding voor velen, maar ook een mogelijkheid voor persoonlijke ontplooiing en een belangrijke schakel in het maatschappelijke, onderwijskundige en culturele leven van Leiderdorp en omgeving. Een muziekschool heeft een centrale plaats in het muzikale leven. De muziekschool is een kweekvijver en ontmoetingspunt voor muzikaal samenspel, variërend van jeugdorkesten tot popgroepen en van koren tot ensembles. Een goed voorbeeld hiervan is het succesvolle kinderorkest Leiderdorp, dat een opstap is voor het minstens zo succesvolle jeugdsymfonieorkest Rijnstreek. In de besluitvorming tijdens de begrotingsbehandeling 2005 hebt u iets overgeslagen. Immers, nadat in het voorjaar in een afgeladen Muzenhof de direct belanghebbenden, leerlingen en ouders van leerlingen, naast de medewerkers van de muziekschool blijk gaven betrokken te willen worden bij de besluitvorming, is hun stem verder niet gehoord. Zij staan letterlijk in de kou. Leerlingen en ouders van leerlingen hebben daarom op donderdag 9 december 2004 de handen ineen geslagen en de ‘Vereniging Muziekonderwijs Leiderdorp en omstreken’ opgericht. Per brief bent u reeds geïnformeerd over de vereniging, haar doelstellingen en werkwijze. De vereniging Muziekonderwijs Leiderdorp heeft de volgende doelstellingen: • het bevorderen van vakkundig muziekonderwijs op alle niveaus van amateurmuziekbeoefening; • het behoud van een platform vanwaaruit mogelijkheden ontstaan voor gezamenlijke muziekbeoefening; • het bevorderen van de toegankelijkheid van muziekonderwijs voor iedereen; • het leveren van een positieve bijdrage aan het culturele leefklimaat in Leiderdorp. De vereniging wil waar mogelijk aansluiten op bestaande activiteiten en waar nodig nieuwe initiatieven ontplooien. Wij willen op korte termijn met een plan komen voor het behoud van het muziekonderwijs op de langere termijn. Vanavond bespreekt u het voorstel (nr. 242) betreffende de beëindiging van de gemeenschappelijke regeling.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 671 -
Het argument voor het voorstel is louter financieel. De door u beoogde bezuinigingen worden pas effectief op de langere termijn. Daarom verzoekt de vereniging u dringend de muziekschool los van de gemeenschappelijke regeling te laten voortbestaan zodat belanghebbenden de gelegenheid wordt geboden een goed plan te maken voor het voortbestaan van het muziekonderwijs. De vereniging dient daarbij nadrukkelijk betrokken te worden. Naar onze overtuiging zijn de mogelijkheden voor het voortbestaan van het muziekonderwijs in Leiderdorp nog niet volledig verkend. Wij nemen dan ook afstand van de notitie die deze middag door de administrateur van Rijnakkoord is verspreid. Het voorstel vermeldt dat docenten en leerlingen verwacht worden aan te willen cq. kunnen sluiten bij de muziekschool te Leiden. Feitelijk ontbreken hiertoe echter de mogelijkheden. Voor de bijna 600 leerlingen is geen opvangcapaciteit. Het aanbod van muziekonderwijs wordt overigens in heel Nederland ernstig verschraald. Hierdoor nemen de uitwijkmogelijkheden voor gedupeerde leerlingen nog verder af. In het voorstel wordt ook gesproken over het AMV-onderwijs op de basisschool. De vereniging staat in principe positief tegenover Algemene Muzikale Vorming op de basisschool, maar vindt deze vorm van muziekonderwijs absoluut geen alternatief voor de muziekschool. Het muziekonderwijs op een muziekschool gaat verder dan op de basisschool ooit geboden kan worden. Tot besluit vraag ik u namens de ‘Vereniging Muziekonderwijs Leiderdorp en omstreken’ uw medewerking en politieke steun voor het behoud van het muziekonderwijs in Leiderdorp. Ik verzoek u de vereniging actief te betrekken bij de gesprekken over alle aspecten van het muziekonderwijs in Leiderdorp. Ik verzoek u ook het belang van het muziekonderwijs mee te wegen in uw overige besluitvorming, bijvoorbeeld als het gaat om huisvestingsvoorzieningen voor het onderwijs (zie ook de voorstellen 238 en 240, later deze vergadering). Leiderdorp is een muziekschool waard. Ik dank u voor uw aandacht. [Applaus.] Mevrouw Jaspers: Geachte leden van de raad, geachte collega’s en geachte aanwezigen, mijn naam is Marjan Jaspers Fayer en ik sta hier - waarschijnlijk tot uw vreugde - voor de laatste keer in de hoedanigheid als voorzitter van de OR. Ik wil helemaal aan het einde van de discussie over streekmuziekschool Rijnakkoord graag nog eenmaal het woord tot u richten. Wat heeft een meerderheid van jullie ons toch in de kou laten staan! Het bestuur van de school heeft altijd alleen maar voor een fusie geopteerd. De Ondernemingsraad heeft de fusieoptie destijds bestudeerd. Deze optie was echter alleen op financieel gebied uitgewerkt. Over de inhoudelijke kant van de fusie stond geen letter op papier. De OR heeft hierover vragen aan het bestuur gesteld en de antwoorden op deze vragen zijn nooit gekomen. Behalve op het financiële vlak ontbrak elke visie.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 672 -
Als OR zouden we niets waard zijn als wij met de visie hadden ingestemd, zonder dat er antwoord op onze vragen gegeven was. De wens om een eigen verzelfstandigde school in Leiderdorp te behouden kwam voort uit alle onduidelijkheden over de fusie en het feit dat de school - die zelfs wachtlijsten had - graag haar eigen identiteit wilde behouden. Ik breng u nog even de avond in herinnering die 11 maart in de Muzenhof georganiseerd werd onder het motto: keep the music playing. Daar was toch de overgrote meerderheid van de partijen van mening dat het muziekonderwijs voor Leiderdorp behouden moest blijven, weliswaar niet in de vorm van een gemeenschappelijke regeling en tegen lagere kosten, maar principieel stond u sympathiek tegenover muziekonderwijs. Zowel op die avond als in diverse kranten werd dit principe ook uitgesproken. Twee weken later, tijdens de commissievergadering, werd de muziekschool naar huis gestuurd met de opdracht aan de OR zelf te gaan onderzoeken of een verzelfstandigde muziekschool kon bestaan met een subsidie van € 100.000,- minder dan de verzelfstandigingsoptie destijds. Wij werden dus weer op pad gestuurd om het huiswerk van ons bestuur te doen. Bovendien was dit voor ons geen optie. Dit was namelijk alleen mogelijk wanneer docenten als zelfstandige ondernemers zouden gaan werken, zonder de activiteiten die een belangrijke meerwaarde zijn voor de leerlingen, zoals ensembles, voorstelavonden, concerten en dergelijke. Een instelling in deze vorm heeft geen eenheid en geen bindingselement voor zowel leerlingen als docenten. Dit is al gebleken in andere gemeenten. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de recente financiële tegenwind een meerderheid van de partijen binnen deze raad goed uitkwam. Al voordat de begrotingsraad begonnen was, werden de standpunten bepaald. Onder het mom van toekomstige bezuinigingen werd de school geofferd. Dat er nog veel grotere financiële hobbels genomen moeten worden in een tijd van bezuinigingen, nam men zonder enige vorm van discussie op de koop toe. Uw besluit is hard aangekomen bij personeel en leerlingen. De nadelen van de gemeenschappelijke regeling zijn voor u en voor ons duidelijk. De gemeente wil af van de open eindregeling en wij willen af van een totaal ongeïnteresseerd bestuur. Opheffen van deze regeling ligt dan ook voor de hand. Echter, met uw besluit de school te sluiten en geen enkele vorm van muziek te steunen, dupeert u een grote groep inwoners van Leiderdorp en gaat er definitief een stuk cultuur voor Leiderdorp verloren. Niet alleen voor de leerlingen, maar ook voor instellingen waarmee wij samenwerken. Het door u voorgestelde doekje voor het bloeden in de vorm van AMV op de basisscholen is een optie waar niemand op zit te wachten. Dit is al ruim onderzocht. Hierbij doe ik een beroep op uw culturele geweten en verzoek u aan te geven of u überhaupt nog bereid bent om over een vorm van muziekonderwijs na te denken. Ik dank u voor uw aandacht. [Applaus.]
De heer Luif: Geachte leden van de gemeenteraad van Leiderdorp, mijn naam is Henk Luif, directeur van de KNTV, de grootste vakorganisatie van musici en muziekdocenten in Nederland.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 673 -
De werknemers van de muziekschool Rijnakkoord hebben mij gevraagd hier in te spreken tijdens uw raadsvergadering. Ik doe dat niet als directe belangenbehartiger van de werknemers van de muziekschool, maar vanuit de overtuiging en de idee dat plaatselijke instellingen voor kunsteducatie en muziekscholen een belangrijke plaats innemen in de culturele infrastructuur. Of hetgeen ik hier ga zeggen nog betekenis heeft voor georganiseerd muziekonderwijs in uw gemeente in de toekomst, is geheel aan u. U hebt eerder een standpunt ingenomen om de financiering van de muziekschool te beëindigen. Als u dat standpunt heden herbevestigt, betekent dat dat er vanaf het komende schooljaar 2005-2006 geen muzieklessen meer gegeven zullen worden. Uw besluit de financiering van de muziekschool te beëindigen is ingegeven door de noodzaak de gemeentelijke begroting in 2005 sluitend te maken, maar die bedoeling zal in 2005 niet geëffectueerd worden. In dat jaar en ook in de jaren nadien, zullen de kosten voor uw gemeente hoger zijn dan de gemeentelijke bijdrage tot nu toe. Dat komt doordat u de in dienst zijnde medewerkers in een wachtgeldsituatie laat komen - die volledig door uw gemeente en de gemeente Alkemade gefinancierd moet worden - doordat eerder ontstane wachtgeldverplichtingen en afvloeiingsregelingen ook voor uw rekening blijven en de inkomsten uit lesgelden - € 225.000,en 70% beslaand van de financiële bijdrage van Leiderdorp - wegvallen. De sluiting van de muziekschool zal daarboven extra kosten met zich meebrengen, te weten de betaling van grote geldsbedragen, waaronder exit-sommen aan het ABP en aan het IZA en de uitvoering door het UWV van de uitkeringen aan het personeel. 550 Leerlingen in uw gemeente zullen geen muzieklessen meer krijgen, 24 personeelsleden komen op straat te staan. Ik ken de muziekschool Rijnakkoord al heel lang. Op verschillende momenten was ik betrokken bij reorganisaties ten gevolge van het uittreden van kleine gemeenten. Voor het personeel is het in de afgelopen twee decennia vaak moeilijk geweest gemotiveerd muziekonderwijs te blijven verzorgen. Er was met tussenpozen van enkele jaren altijd wel weer iets aan de hand. Wat mij echter steeds weer opviel ten gevolge van de constructie van de gemeenschappelijke regeling, waarin plaatselijke politici het bestuur van de school vormden, is dat er zo vaak verkeerde en daardoor kostbare besluiten zijn genomen. De reden daarvan is dat opeenvolgende gemeentebestuurders die tevens het bestuur van Rijnakkoord vormden, niet in staat bleken aan een instelling voor kunsteducatie bestuurlijk leiding te geven. Hun politieke positie zat hen vaak in de weg. Ik heb in een recent verleden met een bestuur van een muziekschool om de tafel gezeten, waarvan ik niet kon vermoeden dat daarin wethouders van gemeenten een plek hadden. Ik bedoel daar concreet mee dat die personen niet aan minimale kwalificaties voor een dergelijke verantwoordelijke post voldeden. Die personen bestuurden niet alleen een gemeente, maar ook de muziekschool Rijnakkoord omdat er sprake was van een gemeenschappelijke regeling en zij uit hoofde van hun bestuurlijke portefeuille ook in het bestuur van Rijnakkoord geacht werden zitting te nemen. Ook de werknemers van de school deden die ervaring op. Ik was toen en ook nu nog verbaasd dat zij hun werk met enthousiasme wisten te continueren en bovendien nog veel meer deden.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 674 -
Een kleine 40 keer per jaar dragen docenten en overige medewerkers van de school zorg voor muzikale evenementen en activiteiten in Leiderdorp. Op die talloze momenten toont de muziekschool zich in het muzikale en culturele leven van uw gemeente. Ik kan u vertellen dat deze muziekschool, vergeleken met andere muziekscholen in Nederland, daarin vooropgaat en voldoet aan alle eisen die gesteld kunnen worden aan een moderne instelling voor kunsteducatie. Ik heb de indruk dat u zich dat niet echt realiseert. In de afgelopen paar jaar zijn er notities, plannen en voorstellen geweest om tot een herstructurering van het muziekonderwijs te komen; fuseren met de streekmuziekschool Leiden en omgeving, privatisering Rijnakkoord dan wel onderbrenging van de activiteiten bij een andere aanbieder. Terloops wordt hiervan melding in de voorstellen voor deze vergadering gemaakt. Voor geen van de voorstellen is in de raad een meerderheid geweest en is vervolgens besloten de activiteiten te beëindigen. Nu ligt het besluit voor de gemeenschappelijke regeling op te heffen. Ik wil u het volgende in overweging geven. De sector Kunsteducatie in dit land staat onder druk. U zult dat weten. Op verschillende plaatsen in het land wilden een aantal gemeenten om hun begroting sluitend te krijgen, grote sommen geld besparen op onder andere kunsteducatie, waaronder het muziekschoolonderwijs. In een aantal gevallen doen die gemeenten dat gelukkig bij nader inzien op het laatste moment toch niet en vinden zij andere oplossingen of realiseren ze zich, mede door de inzichten die de landelijke brancheorganisatie De Kunstconnectie en de vakorganisaties aanleveren, de betekenis van de kunsteducatieve instellingen in de plaatselijke en landelijke culturele infrastructuur. Recent, eind november, hebben de landelijke vakorganisaties overleg gehad met het ministerie van OCW, de lokale problematiek voorgelegd en besproken. Het ministerie schrok van de omvang van het probleem en deed het voorstel een landelijke commissie samen te stellen. Tevens verzocht het ministerie de vakorganisaties tezamen met de brancheorganisatie de VNG op de hoogte te stellen en in overleg te treden. Aan het begin van het komende jaar zal het overleg met de VNG plaatsvinden. Ik heb in de afgelopen tijd verschillende onvoldragen notities en plannen gezien om de muziekschool Rijnakkoord te doen fuseren met de streekmuziekschool in Leiden, te privatiseren dan wel de activiteiten te laten uitvoeren door een private derde. Gebleken is dat degenen die die plannen ontwikkelden onvoldoende kennis hadden van de materie, met te beperkte taakopdrachten op pad moesten en een speelveld betraden dat ze niet kenden. Er zijn conclusies getrokken op basis van onjuiste en onvolledige gegevens. Ik moet u bekennen dat dit fenomeen zich niet alleen in uw gemeente voordeed, maar in vele andere gemeenten en zelfs in de hoofdstad van ons land. Privatisering van de muziekschool Rijnakkoord moet mogelijk zijn. Er moet een goed bedrijfsplan kwalitatief en kwantitatief - zijn te ontwikkelen en een overgang naar de CAO Kunstzinnige Vorming voor de privaatrechtelijke instelling plaatsvinden. De private instelling kan de pensioenvoorziening bij het ABP voortzetten, waardoor er geen extra kosten ontstaan. Het muziekonderwijs in georganiseerde vorm dat van grote betekenis voor het culturele leven van Leiderdorp is, kan dan behouden blijven.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 675 -
De private instelling met een zelfstandig bestuur heeft dan een subsidierelatie met de gemeente. Er zijn geen dubbele petten en er is geen open einde-financiering meer, maar budgetfinanciering. Ik weet dat het heel laat is en dus heel moeilijk u op andere gedachten te brengen. Realiseert u zich echter dat u, indien u het besluit neemt zoals nu voorligt, geen sluitende begroting voor 2005 noch voor de daarop volgende jaren bewerkstelligt en een belangrijke voorziening kwijt bent. Afgelopen donderdag besloot de gemeente Amsterdam ten aanzien van de instellingen voor kunsteducatie in de allerlaatste raadsvergadering en dus op het allerlaatste moment, voor een beleidswijziging ten gunste van de toekomst en herriep daarmee een eerdere beslissing. U kunt dat ook. Ik wens u alle wijsheid toe. [Applaus.]
De heer Van de Groen (namens de LVU): Op 3 november heb ik hier ook gestaan en wel voor commissie 3. Het probleem dat ik toen aan de orde heb gesteld, is nog steeds niet opgelost. Dat wil niet zeggen dat er niets is gebeurd. Integendeel, mede op aandringen van de commissie is er een gesprek geweest op 10 november met een ambtenaar van OSW en de directeur van Sociaalcultureel werk Leiderdorp (SCw). Daar hebben we afspraken gemaakt die het voor de LVU mogelijk maakte in te stemmen met de verhuizing naar de Buitenhoflaan. Op 11 november heb ik u en vele anderen van deze afspraak in kennis gesteld, blij als we waren dat we het probleem opgelost hadden. Tijdens de daarop volgende raadsvergadering van 15 november krijgen de betrokken instanties - de Volksuniversiteit en SCw - van de wethouder en een aantal fracties een pluim op de hoed voor het bereikte resultaat. Op 17 november is commissie 3 bij de LVU op bezoek geweest en ook daar maken we gezamenlijk gewag van het feit dat we het opgelost hebben. Op 18 november haal ik een e-mail tevoorschijn, waarin verslag van de vergadering wordt gemaakt door OSW. Deze mail was verzonden op 17 november om 13.00h. In deze besluitenlijst wordt met geen woord gerept over de principiële afspraak dat er op de avonden van maandag, dinsdag en woensdag een zodanige sfeer en rust heerst in de locatie Buitenhoflaan dat er cursussen gegeven konden worden. Daarnaast was afgesproken dat op de avonden van donderdag en vrijdag volop kabaal kan worden gemaakt. Correspondentie met OSW mocht niet baten. OSW weigert tot nu toe deze afspraak op papier te zetten. Ook SCw heeft zich niet aan deze afspraak gehouden. In zijn programmaboekje ziet u op maandagavond streetdance en breakdance geprojecteerd. Dat is een activiteit waarbij muziek door het lokaal schalt. Op de vergadering van commissie 3 (8 december) heb ik de meesten van u al over deze kwestie geïnformeerd, zo ook wethouder MacGillavry. Naar zijn zeggen waren het kleine plooien die even glad moesten worden gestreken. Dat heeft hij mij persoonlijk en commissie 3 toegezegd. Op 15 december heb ik de wethouder met een e-mail nog eens herinnerd aan zijn toezegging.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 676 -
Tot vandaag heb ik niets gehoord van het college. Op 13 december heb ik de heer Van den Heuvel gevraagd, om samen met mevrouw Meijer op te willen treden als intermediair. De reactie hierop van een aantal leden van de commissie 3 was dat de regie bij het college moet blijven; daar ligt de verantwoordelijkheid. Dat vindt de LVU bij nader inzien ook. Maar als je geen mondelinge afspraken kunt maken, wat moet je dan? Een onafhankelijke waarnemer was mogelijk een oplossing. Kort en goed, de vraag aan de heer Van den Heuvel was en is natuurlijk ook een noodkreet. Deze noodkreet heeft ook de voorzitter van SCw, mevrouw Kerner, bereikt. Op haar initiatief is er een onderhoud geweest tussen een delegatie van het bestuur van SCw en de LVU. Wij hebben uitgesproken dat de relatie - die toch wel een knauw gekregen had - tussen onze stichtingen weer op orde moest komen. Dat is gebeurd. Vandaar dat u ziet dat wij weer naast elkaar zitten. In diezelfde vergadering met het bestuur van SCw moesten we ook concluderen dat de activiteiten van SCw vooral gericht zijn op jongeren en per definitie vaak spontaan en lawaaierig zijn. De LVU daarentegen heeft vooral activiteiten die ouderen aantrekken. Zij willen cursussen, lezingen en andere activiteiten ongestoord kunnen volgen, net zo goed als u nu een vergadering wilt houden zonder dat u gestoord wordt door de mensen die buiten staan. De gemiddelde leeftijd van cursisten - nu in Sjelter en straks in de Buitenhoflaan - ligt rond de 60 jaar. Dit samengaan, in hetzelfde gebouw dat een slechte geluidsisolatie kent, is uiterst moeizaam en is door de LVU verwoord op de vergadering van 13 oktober 2004. Daarop kwam vanuit het college het laconieke commentaar en ik citeer nogmaals letterlijk: ‘eventueel te verwachten geluidsoverlast is door het college voor kennisgeving aangenomen. Nadat alle Sjelter-gebruikers naar het gebouw Buitenhoflaan zijn verhuisd, kan dit worden onderzocht.’ Ook over de activiteiten die het initiatief van burgers gaat inhouden, zijn wij niet of nauwelijks geïnformeerd. Ook van die zijde verwachten wij dat ze zich houden aan de afspraak die wij hebben gemaakt. Stel je voor dat de buurt op avonden dat wij cursussen geven, gaat bingoën of sjoelbakken. Activiteiten van SCw en van de burgers uit de buurt zijn zeer toe te juichen en moeten een goede plek krijgen. Maar men moet de problemen niet opzoeken door deze activiteiten en die van de LVU op dezelfde tijd in dit te gehorige gebouw te stoppen. Zodoende kunt en mag u van de LVU niet verwachten dat zij zonder garanties daarheen gaat verhuizen. Zonder duidelijke afspraken komen er regelmatig grote problemen tussen de partijen en dat kan toch niet de bedoeling zijn. De LVU wil op voorhand geen hogere prioriteit krijgen. Zij vraagt voor haar activiteiten een zodanige locatie en sfeer dat zij haar activiteiten kan uitvoeren. Stel dat de gemaakte afspraken niet kunnen worden nagekomen, dan moet dat duidelijk worden gezegd. De LVU weet dan dat zij niet op die avonden terecht kan in de Buitenhoflaan. Consequentie zal zijn dat de LVU met een groot aantal activiteiten zal moeten stoppen. Hierdoor komt zij onder de kritische grootte en is zij niet meer levensvatbaar, dat moet u zich goed realiseren.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 677 -
Toen ik vorige keer insprak, heb ik nog een aantal andere zaken genoemd die tot op heden onduidelijk zijn, zoals: het aantal dagdelen dat we kunnen huren en tegen welke prijs. Mogelijk zouden wij daar verder mee geweest zijn als dit obstakel niet voor onze voeten had gelegen. Wij hopen dat deze ellende - want zo noemen we het - snel wordt opgelost, want het werkt bepaald niet motiverend voor de vrijwilligers die de LVU draaiende houden. [Applaus.]
Mevrouw Laurens (namens de vereniging Weg van de Snelweg): Geachte voorzitter, leden van de gemeenteraad, u zult begrijpen dat wij vanmorgen een gat in de lucht sprongen toen wij in het Leidsch Dagblad lazen dat de gemeente een andere locatie moet zoeken voor de nieuwe school in Oude Dorp. Wij stonden hier voor het eerst op 25 maart 2002 om aandacht te vragen voor onze zaak: nieuwbouw van de Kastanjelaanschool op een verantwoorde locatie. Wij beschikten toen al over veel - ons inziens - relevante gegevens en onderzoeksresultaten die zouden kunnen worden bestempeld als voortschrijdend inzicht. Het is goed om te zien dat dit voortschrijdend inzicht nu wordt meegenomen door Rijkswaterstaat, de provincie, de GGD en naar het lijkt ook door de gemeente Leiderdorp. Zoals u waarschijnlijk inmiddels allemaal wel weet, heeft in verband met een recente uitspraak van de Raad van State Rijkswaterstaat besloten het Tracébesluit A4 een halfjaar uit te stellen en parallel daaraan heeft de provincie alle lopende procedures W4 aangehouden. De Raad van State als hoogste rechtsprekend orgaan heeft namelijk bepaald dat er op plaatsen waar niet aan de luchtkwaliteitsnormen wordt voldaan en waar de luchtkwaliteit nog slechter wordt door de geplande bouwactiviteit, niet gebouwd mag worden. Dat geldt zowel voor gebouwen als scholen en kantoren als voor uitbreiding van het wegennet. Een en ander betekent dat op de locatie Ericalaan nooit de bouw van een school zal worden toegestaan door de Raad van State. De uitkomsten van nader luchtonderzoek veranderen daar niets aan. Dit in aanmerking nemend zou het verspilling van tijd, geld en energie zijn het erop aan te laten komen bij de Raad van State. Nog meer uitstel voor de nieuwbouw van de Kastanjelaanschool is echter onaanvaardbaar. Het gebouw is op, de leerlingen en leerkrachten wachten al vijf jaar op hun nieuwe locatie; de hoogste tijd om nu actie te ondernemen. Zoals reeds eerder gesuggereerd komen er op korte termijn twee alternatieven in aanmerking: herbouw van de basisschool op huidige locatie en tijdelijke huisvesting in portocabines op het Samsonveld en een prachtig, historiserend gebouwd nieuw pand van twee lagen aan de Kastanjelaan/Lindelaan, of het gehele concept Brede School op het Samsonveld, waarbij het schoolplein prachtig de archeologische vondsten kan conserveren. Beide oplossingen kunnen snel worden gerealiseerd, zonder nadere luchtonderzoeken. We moeten voorkomen dat er nog meer tijd en geld gestoken wordt in het voornemen de school aan de Ericalaan te bouwen. Dat is trekken aan een dood paard. Iedere minuut en iedere euro daaraan besteed, is weggegooid.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 678 -
Wij rekenen nogmaals op uw daadkracht en besluitvaardigheid om zo snel mogelijk in te zetten op een locatie die haalbaar is, iets waar wij inmiddels twee jaar en tien maanden voor ijveren. Dank u voor uw aandacht. [Applaus.] De Voorzitter: We zijn toe aan het vaststellen van de agenda. We beginnen straks met de behandeling van het agendapunt met betrekking tot de muziekschool. Verder is het voorstel gedaan de punten 21 en 22 tegelijk te behandelen, dat maakt de opmerkingen hier en daar logischer. Daarnaast is er een discussie met betrekking tot agendapunt 15, voorstel tot het vaststellen van het Integraal Huisvestingsprogramma.
Mevrouw Van Steijn: Wij willen voorstellen dit punt aan te houden tot de volgende vergadering om de wethouder in de gelegenheid te stellen de opmerkingen die gemaakt zijn en aanvullingen die in commissie 3 voorgesteld zijn, te verwerken. Ik heb begrepen dat daar brede steun voor is.
De heer Langenberg: Voorzitter, het zal u niet verbazen dat dat onze instemming heeft, want dat is precies de afspraak die een paar weken geleden al gemaakt is. Als we dat nu bekrachtigen, kunnen we daar in januari over praten met alle relevante gegevens en af te wegen belangen, zoals het afwezige lid, de heer Kanters, altijd zegt.
De Voorzitter: Met uw instemming houden wij dat aan.
16.
Voorstel tot het instemmen met de beëindiging gemeenschappelijke regeling Streekmuziekschool Rijnakkoord per 1 september 2005.
De heer Stevers: In de begrotingsraad op 29 oktober is materieel al het besluit genomen op korte termijn een einde te maken aan het bestaan van de muziekschool hier in Leiderdorp. Daar is toen geen uitgebreide discussie over geweest, dus ik wilde nu de overwegingen van de CDA-fractie daarbij uitgebreider aangeven, want het voorstel dat hier ter tafel ligt, is in feite de formele bevestiging van het besluit dat toen al genomen is. De CDA-fractie heeft er de afgelopen anderhalf jaar geen geheim over laten bestaan dat zij vindt dat het in stand houden van een muziekschool in de huidige vorm een luxevoorziening is. Ook een voorziening met een open einde-karakter, dat wil zeggen een waarvan de financiële consequenties in principe onbeperkt zijn, is vandaag de dag niet vol te houden. Daar staan we niet alleen in; op dit moment spelen er ook in Voorschoten en Oegstgeest discussies om een eind te maken aan de subsidiering van de muziekschool in Leiden. Afgelopen halfjaar zijn verschillende opties aan de orde geweest. Privatisering op de huidige schaal is naar onze mening en ook volgens een groot deel van de raad geen optie gebleken.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 679 -
Overdracht naar de streekmuziekschool in Leiden is wat ons betreft ook geen optie, met name niet omdat daarmee het belangrijkste bezwaar van de huidige situatie - namelijk een open einde gehandhaafd zou blijven. In de toekomst kijkend hebben we de afweging gemaakt tussen de aanzienlijke bedragen die wij jaarlijks in de muziekschool zouden moeten steken tegenover die van bijvoorbeeld de huisvesting van het onderwijs, openhouden van het zwembad, een sociaalcultureel centrum en verschillende andere. In die afweging hebben bij ons het onderwijs en het zwembad voorrang gekregen, vandaar dat wij mede het initiatief hebben genomen voor de motie voor de lange termijnuitgaven die op 29 oktober is aangenomen. Daar staan we nog steeds achter, ook in aanmerking genomen twee punten waar ik nog even bij stil wil staan. De financiële gevolgen op korte termijn. Daarvan is met name door verschillende insprekers betoogd dat dit besluit voor het komende begrotingsjaar geen soelaas biedt. Dat is juist. Dat hebben we ons ook gerealiseerd toen wij onze steun gaven aan die motie, omdat het namelijk met name gaat om de uitgaven op de wat langere termijn. Het is duidelijk dat sluiting van de muziekschool behoorlijke uitgaven op het punt van wachtgelden met zich meebrengt. Dat is ook ingecalculeerd. We gaan er overigens van uit, als dat besluit ook inderdaad genomen wordt, dat door het bestuur het uiterste gedaan zal worden om zo snel mogelijk andere functies voor de betrokkenen te krijgen. Ik denk dat daar redelijke kansen op zijn. Dat het op de korte termijn geen gevolgen heeft, was bij de ‘prijs inbegrepen’, als ik het zo triviaal mag zeggen. Het tweede belangrijke punt hebben we ook in de motie verwerkt: er moet nog wel een financiële tegemoetkoming voor de ouders komen die niet in staat zijn muziekonderwijs voor hun kinderen te betalen. Wij vinden dat ook belangrijk; zonder die randvoorwaarde zouden we onze steun daar niet aan gegeven hebben. Het college heeft inmiddels geantwoord op vragen van de heer Van Gurp. Ik ben zowel de heer Van Gurp als het college erkentelijk dat daar werk van gemaakt wordt. Tenslotte, ik herhaal het nog maar eens: het besluit dat we wat ons betreft vandaag zullen gaan nemen, hoeft niet te betekenen dat het muziekonderwijs verdwijnt uit Leiderdorp. Er is nog altijd de mogelijkheid van particulier initiatief. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de Leidse muziekschool hier een dependance opent. Ik maak er geen geheim van dat dat extra uitgaven voor de ouders met zich mee zal brengen. Wij denken dat dat voor een groot deel van de ouders verantwoord is. Wij steunen dit principebesluit. We gaan er ook van uit dat het college dit besluit als dat genomen wordt - doorgeeft aan het bestuur van de muziekschool en dat het college op termijn van een aantal maanden zal komen tot het formele voorstel voor de opheffing van de muziekschool.
Mevrouw Manshanden: Het dossier muziekschool is voor onze fractie een enorm pijnpunt. Daar hoeven we geen geheim van te maken.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 680 -
We hebben door de periode heen dat hierover gesproken is steeds gezegd dat wij vinden dat muziekonderwijs een belangrijke taak van de gemeente is, in ieder geval het gedeelte waarin je ervoor kunt zorgen dat jonge kinderen van alle klassen en standen kennisnemen van muziek, dat wil zeggen de Algemene Muzikale Vorming. Ook het kunnen nemen van muzieklessen hebben we voor de vooral jeugdige inwoners van Leiderdorp altijd heel belangrijk gevonden. Vandaar dat we oprecht meenden, in de bijeenkomst van 11 maart in de Muzenhof, dat onze optie ‘aansluiting bij de muziekschool van Leiden’ een duurzame oplossing was, de enige oplossing die in onze ogen het muziekonderwijs uit de problemen zou kunnen helpen. Daar stonden we toen volledig achter. Ondertussen is er wat gebeurd. Er zijn grote financiële problemen voor de gemeente Leiderdorp ontstaan. Eigenlijk gaat het niet aan je eigen gemoedstoestand over zo’n besluit kenbaar te maken, want daarvoor ben je nu eenmaal raadslid, maar toen ik een van de insprekers net hoorde zeggen dat het de meerderheid van de raad wel erg goed uitkwam omdat ze de muziekschool toch al niet zagen zitten, raakte dat iets bij mij; dan weet je echt niet wat er in onze fractie aan pijn geleden wordt vanwege het feit dat we dit besluit hebben moeten nemen. Waarom hebben we dat genomen? Omdat er grote financieel problemen voor Leiderdorp aankomen. We kijken daarin ook naar de toekomst. De heer Stevers heeft het al over het zwembad en het Sociaal-cultureel centrum gehad. We maken ons ook grote zorgen over de veranderingen die vanuit de landelijk overheid op ons afkomen bij de wet Maatschappelijke Ondersteuning. Ik weet wel dat het nog helemaal niet zeker is of zij er komt en hoe zij er komt, maar wel is zeker … De heer Langenberg: Mag ik u vragen welke relatie er ligt tussen de wet Maatschappelijke Ondersteuning en het afschaffen van de Leiderdorpse muziekschool. Mevrouw Manshanden: Dat was ik aan het vertellen. Het is namelijk zeker dat grote groepen zwakke inwoners van Leiderdorp binnenkort een beroep gaan doen op de gemeente. Je ziet dat soort dingen aankomen. Natuurlijk is de verleiding groot te zeggen: dat zien we dan wel weer. Of misschien nog wel gemakkelijker: dat zien ze dan wel weer. Dat is echter ook een visie waarmee je jezelf niet goed in de spiegel zou kunnen aankijken.
De heer Langenberg: Mag ik u nogmaals vragen mij die relatie uit te leggen, want ik begrijp haar niet. Mevrouw Manshanden: Ik zal het nog een keer proberen. Als wij op langere termijn grote financiële problemen aan zien komen, willen we daar nu alvast rekening mee houden. Dat is de relatie. Dan maak je keuzes; heel moeilijke keuzes en heel moeilijke afwegingen.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 681 -
De heer Langenberg: Om te voorkomen dat ik u nog een vraag moet stellen: is mijn conclusie juist dat u afgaand op verwachtingen van grote financiële tegenslagen nu de muziekschool wilt opheffen? Mevrouw Manshanden: Die financiële tegenslagen zijn er nu al. De uitgaven die we in de nabije toekomst moeten doen, zijn er ook nu al. De berichten over wat er nog meer komen gaat, heeft onze fractie ervan weerhouden te zeggen (ik zei het net al): dat lossen we dan wel weer op. We moeten nu besluiten nemen om te zorgen dat we door de jaren heen kunnen doen wat we moeten doen. Dat heeft onze fractie ertoe gebracht om het muziekonderwijs te stoppen voor zover het de gemeentelijke bemoeienis bij de gewone muzieklessen betreft. Wat we wel erg belangrijk vinden, hebben we ook in onze motie in de begrotingsraad duidelijk gemaakt. Eigenlijk druk ik me verkeerd uit, want we vinden het allebei belangrijk, maar wat we nog wel haalbaar vinden, is de Algemene Muzikale Vorming voor een grote groep leerlingen. In de uitgebreide discussie over de muziekschool is steeds gezegd dat AMV op de basisscholen niet mogelijk is. We weten niet in hoeverre dat onderzocht is en of dat een definitief standpunt is. Algemene Muzikale Vorming op de basisscholen is wat ons betreft de beste oplossing waar we mee verder kunnen. We zouden aan het college willen vragen daar nog eens contact met de scholen over op te nemen en ons daarover te berichten. Ik hoor wel van het college op welke termijn dat kan. We vragen dat met name omdat er in onze opinie licht zit tussen de beweringen dat de scholen het niet zouden willen en de geluiden die we uit sommige medezeggenschapsraden van scholen horen dat ouders het toch wel erg op prijs stellen. Mocht het inderdaad zo zijn dat het op de scholen niet mogelijk of wenselijk is, dan moeten we voor een andere oplossing zorgen. Dan kunnen we aan een culturele instelling in Leiderdorp vragen om die AMV op zich te nemen, maar dan wordt het wel een selectie van kinderen – nl. de kinderen die zich daarvoor opgeven. We willen aan het college vragen daar een goede oplossing voor te vinden. We hebben daarvoor geld bestemd dat we in het subsidieprogramma willen gaan zoeken. Dat is dus helemaal niet royaal en levert nog veel problemen op. We vinden echter wel dat het zou moeten gebeuren. Als het half kan, zou dat aangevuld kunnen worden met eventuele wachtgeldverplichtingen die verminderen doordat AMV-docenten doorgaan met het geven van muzieklessen.
De heer Staal: Ik heb een vraag aan mevrouw Manshanden. U geeft aan dat u het wilt gaan zoeken in de subsidieregeling. Waar denkt u dan aan? Betekent dat een uitbreiding van de gelden voor subsidie, of binnen de € 1.5 miljoen die er nu ligt.
Mevrouw Manshanden: We krijgen morgen een belangrijke werkgroepbijeenkomst die over de kaderstelling wat betreft het subsidieprogramma gaat. Ik wil daar nog niet op vooruitlopen.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 682 -
Ons voorstel is in ieder geval het subsidieprogramma van 2006 zo samen te stellen dat de omvang van 2005 wordt aangehouden en een aantal herverdelingen zal plaatsvinden. De heer Staal: Dat betekent dat andere instellingen gewoon geld in zullen moeten leveren, als u dat stukje muziekonderwijs binnen de subsidieregeling wilt opnemen.
Mevrouw Manshanden: Dat zou best kunnen, ja.
De heer Langenberg: Welke zijn dat dan?
Mevrouw Manshanden: Daar gaan we het nu net over hebben.
De heer Langenberg: U zegt dat u daar niet op vooruit wilt lopen, maar u doet het zelf. U zegt zelf waar GroenLinks naartoe wil en dat u daar morgen in een belangrijke werkgroep over zult spreken - waarvan ik de importantie overigens wil relativeren. Ik vind dat de heer Staal gelijk heeft, u suggereert hier iets en vervolgens is het een luchtballon. Mevrouw Manshanden: We hebben het in de begrotingsraad al gemeld, want het stond in de motie die onder andere over het muziekonderwijs ging.
De heer Langenberg: Herhaalt u dat dan nog even voor ons.
Mevrouw Manshanden: Wat nieuw is, is dat ik zeg dat we - als de AMV-lessen gegeven zouden kunnen worden door docenten die anders in een wachtgeldregeling zouden vallen - die daarbij willen tellen. Dat is het nieuwe. De heer Staal: Weet u dan ook wat de impact daarvan is. U zegt gemakkelijk: met de wachtgeldgelden. Ik weet toevallig vanuit mijn vakgebied dat er nog heel wat spelregels aan vastzitten wanneer je mensen met een wachtgeldverplichting, zeker in gesubsidieerd werk, laat werken. Wat vraagt u nu feitelijk van de wethouder? Ik neem aan dat er wel wat op dit terrein zal moeten worden uitgezocht. Mevrouw Manshanden: Er moet een plan komen op het gebied van Algemene Muzikale Vorming. Dat plan moet op een of andere manier financieel mogelijk zijn. Ik ga ervan uit - dat is altijd met mensen die wachtgeld krijgen - dat er een sollicitatieplicht is en daar gewoon rekening mee gehouden wordt.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 683 -
Wethouder MacGillavry: Ik begrijp de opmerking van mevrouw Manshanden heel goed en zeg dan ook toe dat hetgeen uit het groepje komt … De Voorzitter: Wethouder, het woord is nu aan de heer Langenberg. Het college kan straks, als de raad dat goed vindt, antwoorden.
De heer Langenberg: Voorzitter, ik verzoek u vriendelijk maar nederig het woord eerst aan de heer Staal en de heer Van Gurp te geven en mij daarna de gelegenheid te geven. Ik heb - zoals dat vanavond zal moeten heten - mijn partituur namelijk nog niet op orde.
De Voorzitter: U hebt gewoon het woord gevraagd en u krijgt het nu.
De heer Langenberg: Dat klopt, maar ik vraag u heel vriendelijk de volgorde van de sprekers zodanig te veranderen dat ik nog even tijd heb. Die tijd kunt u vullen met de bijdrage van de heren Staal en Van Gurp.
Mevrouw Manshanden: Voor de duidelijkheid: de discussie met mij is afgelopen? Mijn verhaal was klaar, maar ik had het idee dat er nog mensen bezig waren vragen te stellen.
De Voorzitter: Dat kunnen ze dan straks in hun eigen eerste termijn doen. We zouden interrupties ook altijd kort houden. Het woord is nu aan de heer Langenberg, want daar heeft hij om gevraagd. Anderen hebben misschien nog geen behoefte nu al te spreken. De heer Langenberg: Ik wil het ze wel vragen.
De Voorzitter: Zo werken we niet in deze raad, meneer Langenberg. U bent nu aan bod.
De heer Langenberg: Of ik klaar ben met de opmerkingen van mevrouw Manshanden weet ik niet, want ik moet mijn partituur herschikken zoals dat heet. Het is de laatste keer dat u dit woord vanavond van mij hoort, want er zal verder weinig muziek uit voortkomen. Waar hebben we het vanavond over, dames en heren. Ik ben blij dat er zoveel mensen zijn, maar u loopt toch een beetje achter de muziek aan. Ik begrijp dat wel, want u wilt de muziek natuurlijk graag horen, maar waar vanavond over besloten wordt, is alleen maar een uitvloeisel van wat een meerderheid in deze gemeenteraad al besloten heeft, namelijk opheffen van de muziekschool. Dat is het opheffen van een gemeenschappelijke regeling en dat moet formeel gebeuren. Dat gebeurt nu bij dit agendapunt. Het enige wat aan de orde is, is het opheffen van die gemeenschappelijke regeling.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 684 -
Hoe heeft het zo ver kunnen komen, vraagt u zich natuurlijk af. U bent namelijk vast net zo geïnteresseerd als ik in mooie woorden als gemeenschappelijke regelingen; u zit toch veel liever op of staat toch liever voor de schoolbanken in de muziekschool? Wat er de laatste tijd gebeurt in dit dorp - ik noem mevrouw Manshanden, maar andere collega’s in deze raad grijpen daar ook nog al eens naar - is dat zaken gemakkelijk gerechtvaardigd worden door financiële rampen die ons, vooral vanuit Den Haag, bereiken. Het woord ‘Europa’ heb ik nog niet gehoord, maar dat komt vanzelf. Het ligt nooit aan onze gemeenteraad, het komt allemaal door die boosdoeners is Den Haag. De heer Staal: Bij interruptie: maar dat is toch ook zo, meneer Langenberg. De gemeente krijgt veel activiteiten op het bordje zonder dat daar enige compensatie tegenover staat. Dat is toch een reëel feit. De heer Langenberg: Natuurlijk is het een feit dat wij geld uit Den Haag krijgen en wij weinig te zeggen hebben over de hoeveelheid. Hoe wij dat geld echter verdelen, meneer Staal, is wel degelijk aan ons. U vraagt net aan GroenLinks of zij ruimte ziet in het huidige subsidieprogramma met gelden te schuiven. Dat was een goede opmerking van u, want dat geeft aan dat wij als gemeenteraad wel degelijk zelf kunnen bepalen waar het geld heen gaat, ongeacht wat er uit Den Haag komt.
De heer Staal: Meneer Langenberg, u had een vraag aan mevrouw Manshanden over die nieuwe Wet die eraan komt. Ik weet niet of u het stuk gelezen hebt, maar de gemeente krijgt € 100.000,om iemand in te huren om die Wet in te voeren. Ik roep dan: het waren twee leuke weken, want die € 100.000,- zijn er met een externe zo doorheen. Wat krijg je? Je moet het weer zelf op gaan brengen. De heer Langenberg: Ik vroeg even naar die relatie. Mevrouw Manshanden en u zouden dat ook moeten weten, want u hebt het elke keer over Den Haag en ik geef u daar voor een stukje gelijk in. U kunt wel gemakkelijk tegen de publieke tribune zeggen dat u een regeling gaat maken voor mensen die het niet kunnen betalen, zodat zij dat alsnog via een bijdrage van de overheid wel kunnen betalen, maar ik herinner u aan de agenda van vanavond waarop staat het intrekken van allerlei regels van wat wij vroeger de bijzondere bijstand noemden. Dat komt ook uit Den Haag, daar ben ik mij van bewust. Mijn partij is daar ook debet aan en daar ben ik dankbaar voor. Dat moet u echter niet gaan misbruiken door te roepen: ik weet dat de Wet is afgeschaft, maar we gaan straks de mensen die nu gedupeerd worden uit dat potje geld geven. In dat potje zit helemaal geen geld en daarom is die relatie er ook niet, mevrouw Manshanden.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 685 -
Mevrouw Manshanden: U hebt mij niet over dat onderwerp gehoord.
De heer Langenberg: Ik heb u twee keer gevraagd wat u bedoelde en het is mij nog steeds niet duidelijk. Mevrouw Manshanden: De GroenLinks-bijdrage in de motie in de begrotingsraad ging vooral over de Algemene Muzikale Vorming op scholen. De heer Langenberg: Ik kom nu op het punt van de bijdrage van GroenLinks, het is fijn dat u mij daaraan herinnert. GroenLinks heeft een wethouder, de heer MacGillavry, die verantwoordelijk is voor de muziekschool. Daarbij heeft hij meerdere petten op - zoals al bekend is - maar de enige pet waar wij wat mee te maken hebben, is die van wethouder. In de begroting was door deze wethouder, onder zijn verantwoordelijkheid, gesteund door de VVD - ik kan mij herinneren dat ik gezegd heb: ik ben blij dat ik de wethouder van GroenLinks een keer kan steunen en hij ons gesteld dat er geld besteed moest worden aan de muziekschool. Zo stond dat in de begroting. Het is niet dankzij een motie van de oppositie dat het niet doorgaat. Nee, een motie van GroenLinks, PvdA en CDA, die hun eigen wethouder afvielen - tenminste de drie dames van GroenLinks - en het muziekonderwijs van tafel veegden. Ja, dat is de bijdrage van GroenLinks, dat klopt. Het is triest maar waar, maar de VVD was eigenlijk de enige partij in deze raad die - doordat wij tegen de begroting stemden - de begroting die als gevolg heeft dat onder andere de muziekschool gesloten wordt … De heer Stevers: De heer Langenberg weet toch wel het verschil tussen de begroting voor 2005 en de motie die op de lange termijn betrekking heeft?
De heer Langenberg: Ja, en door deze begroting aan te nemen, is die lange termijn door u bepaald voor wat betreft de muziekschool, want daar gaat de stekker uit. De VVD is blij met het voorstel dat er nu ligt van een vereniging in oprichting - heb ik begrepen van ouders en betrokkenen die hun muziekonderwijs op een eigen manier willen voortzetten. De VVD is altijd voor het eigen initiatief geweest en zal dat ook blijven. Dat is in het verleden ook gebleken toen wij een motie hebben ingediend en gesteund die het mogelijk maakte onderzoek te doen naar de mogelijkheid van privatisering. Helaas werd die motie niet door de raad gesteund en dus kwam het onderzoek er niet. Wij hebben gezegd: beperk de kosten van de muziekschool tot ongeveer € 200.000,-. Doe daar onderzoek naar en pas het muziekonderwijs zodanig aan dat je daar een grote groep mee bereikt. Dat er dan bepaalde lessen moeten afvallen … okay, dat kan ik me in deze financiële tijden goed voorstellen. (Ik geloof dat er zich een koortje ontwikkelt, dat mag ik altijd graag zien.)
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 686 -
Het is jammer, maar we kunnen vanavond niet anders constateren dan dat er een eind moet komen aan die gemeenschappelijke regeling. Dat is niet wat de VVD heeft gewild. De VVD is voor het voorbestaan van muziekonderwijs. Wij worden daar helaas niet in gesteund door de coalitiepartijen en een aantal oppositiepartijen die ontkennen ... De heer Staal: Bij interruptie: ik wil iets aan de heer Langenberg vragen. Het doet me pijn dat de muziekschool stopt; ik zal daar zo wat over zeggen. Maar waar wilt u het van gaan betalen, want dat hoor ik u niet zeggen. Het is gemakkelijk te roepen: het moet voortbestaan. Zeg nu eens waar het van betaald moet worden.
De heer Langenberg: Wij hebben bij de begrotingsbehandeling diverse moties en amendementen ingediend, waaruit duidelijk blijkt dat het anders kan in dit dorp. Daaruit blijkt duidelijk dat deze gemeenteraad zelf kan bepalen waar het geld naartoe gaat. Als u mij nu op de man af vraagt waar die € 200.000,- vandaan moet komen, zeg ik u bijvoorbeeld: van het Sociaal-cultureel werk. Haal daar € 200.000,- weg en stop het in de muziekschool. We hebben wel degelijk - u doet voorkomen alsof we dat niet gedaan hebben, leest u de boekjes er maar op na, meneer Staal - diverse alternatieve voorstellen gedaan de muziekschool ook te kunnen behouden. Het argument van de coalitiepartijen dat het nu eenmaal kiezen tussen het zwembad en de muziekschool was, is flauwekul.
De heer Staal: Meneer Langenberg, ik snap iets niet. Waarom bent u als fractie - als oppositiepartij, wat BBL blijkbaar wel is gelukt - er niet in geslaagd anderen te overtuigen dat de begroting die u voorstelt wel haalbaar zou zijn. Blijkbaar bent u daar niet toe in staat geweest, want niemand heeft u gesteund.
De heer Langenberg: Ik leg het u uit. Hoe is het mogelijk dat deze begroting er door is gekomen? Doordat de wethouders, gesteund door de coalitiepartijen, een begroting indienen en u die steunt. Daardoor is dat mogelijk.
De heer Staal: Dan hebt u niet goed geluisterd en moet u het groene boekje nog eens goed gaan lezen. De Voorzitter: Voor de publieke tribune: in het groene boekje staan de notulen van de verschillende vergaderingen. De heer Langenberg: Wij waren de enige die als partij tegen die begroting gestemd heeft, die het onder andere mogelijk maakt de muziekschool te sluiten.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 687 -
Dat is een verantwoordelijkheid die wij niet willen dragen. Dat is de keuze van onze VVD-kiezers. Dat is anders gelopen. U moet mij niet verwijten dat ik u bijvoorbeeld niet heb kunnen overtuigen. Ik heb u namelijk ook wel eens heel andere dingen horen zeggen; dat gaf mij hoop dat wij aan een kant stonden. Meneer Staal, dat er muziek in dit dorp moet blijven bestaan, zijn we wel met elkaar eens. Daarom zou ik aan u, maar ook aan iedereen hier, willen vragen het VVD-standpunt te steunen en daarmee de initiatieven in dit dorp - als ze met een goed plan komen (Ik vind dat dat de verantwoordelijkheid van de ouders zelf is daarmee te komen) - en eventueel geld vrij te maken om een onderzoek mogelijk te maken, zodat er wel muziekonderwijs in Leiderdorp kan blijven bestaan.
De heer Stevers: Heeft de heer Langenberg enig idee van de kosten die daarmee gepaard gaan?
De heer Langenberg: Ja. U niet?
De heer Stevers: Nee, mijn idee is het niet, want wij hebben een paar jaar vooruit gedacht. De heer Langenberg: Ik weet niet wat zo’n onderzoek kost. Ik meen dat dat al een keer, ik dacht door het personeel, is bekeken hoeveel dat ongeveer zou moeten kosten. Met € 10.000,- à € 20.000,- kom je een heel eind. Als u mij vraagt waar ik dat vandaan haal, zal ik u dat morgen vertellen. De heer Stevers: Dat wilde ik niet vragen. Mijn vraag is waar dat onderzoek toe zou moeten leiden.
De heer Langenberg: Dat lijkt me logisch: naar een mogelijk voortbestaan van muziekonderwijs in Leiderdorp, op een zodanige wijze dat er zo min mogelijk koppeling is tussen gemeente en onderwijsinstelling, stichting, vereniging, of wat het dan ook moet worden en dat wij dat als gemeenschap faciliteren waar het kan. Jarenlang heeft de gemeenteraad het nodig gevonden muziekonderwijs in dit dorp te geven in samenwerking met andere gemeenten. Laten we nu eens kijken hoe we dat particuliere initiatief dat er is, kunnen steunen. Daar kan het CDA niet tegen zijn, denk ik. [Applaus.] Ik kan kort afronden. De VVD betreurt het zeer dat de wethouder van Muziek zijn plan niet zodanig binnen het college heeft kunnen brengen dat het werd overgenomen. Het werd zelfs niet door zijn eigen fractie gesteund. Een meerderheid van de raad heeft gezegd dat de muziekschool maar gesloten moet worden. De redenen daarvan hebt u gehoord. Ik heb ze niet begrepen, u misschien wel. Een muziekschool gaat dicht en dat is erg jammer. We moeten verder kijken.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 688 -
Mijn oproep aan de raad is: laten we goed luisteren naar initiatieven van burgers die het mogelijk zouden kunnen maken alsnog muziekonderwijs in Leiderdorp te geven. De heer Staal: Ook BBL heeft heel wat uit te leggen en dat zullen we ook doen. BBL is de begrotingsraad ingegaan met het doel de door het college vastgestelde lastenverzwaring met € 550.000,- te verlagen. Tot onze grote vreugde kregen we bijval, in eerste instantie van de PvdA, vervolgens van het CDA en GroenLinks. Er is twee dagen lang flink tussen de bedrijven door met elkaar onderhandeld. BBL moest keuzes maken: of met lege handen staan en de burger opzadelen met een enorme lastenverzwaring, of akkoord gaan met de motie van CDA, PvdA en GroenLinks over de extra investeringen waar - wat BBL betreft - veel goede dingen in zaten. De motie ging ook over de muziekschool. Er staat onder andere in: constateert dat het voor de betaalbaarheid van deze lasten op lange termijn noodzakelijk is over te gaan tot sluiting van de muziekschool, spreekt voorts als zijn mening uit dat uitgezocht moet worden op welke wijze Algemene Muzikale Vorming voor de Leiderdorpse kinderen mogelijk kan blijven. Tijdens de onderhandelingen was dit voor BBL een heikel punt. Uiteindelijk is de fractie akkoord gegaan met de motie en wel om een tweetal belangrijke redenen. Ten eerste omdat de partij de kans had om voor alle burgers van Leiderdorp de lastenverzwaring met € 450.000,- te verminderen en dit in een tijd waarin de lasten voor de burger alleen maar hoger worden.
De heer Langenberg: Mag ik u vragen waarom u de motie en amendementen van de VVD niet hebt gesteund die het mogelijk maakten om de OZB niet met 12,5%, niet met 6,5% - waar u nu zo trots op bent - maar met slechts 1,25% te verhogen. Waarom hebt u hen niet gesteund? De heer Staal: Omdat wat ons betreft de uitleg en de uitvoering van de motie zoals die er lag, met de aanvullingen die BBL had in haar insteek, voor de langere termijn beter zou zijn voor dit dorp. De heer Langenberg: U hebt liever 6% verhoging dan 1,25%.
De heer Staal: Voor BBL staat hier het algemeen belang voorop. De tweede reden is dat de motie in ieder geval een meerderheid had, aangezien de coalitiepartijen die gezamenlijk zouden hebben ingediend. Als we tegen waren geweest, had de Leiderdorpse bevolking het volle pond van de lastenverzwaring moeten betalen. Daarnaast zat er een aantal goede zaken in die motie, behalve het element van de muziekschool, maar je moet keuzes maken. Daarnaast moet iedereen zich realiseren dat wij in Nederland - dus ook in Leiderdorp - gezien de economische malaise met een enorm financieel probleem zitten. Zijn wij blij met het feit dat wij vanavond het voorstel steunen voor de beëindiging van de gemeenschappelijke regeling voor de muziekschool?
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 689 -
Nee. Wel als het gaat om de ongewenste effecten van de muziekschool in de zin van de open einde-regeling, de oplopende kosten en het politieke bestuur, maar niet als het gaat om de beëindiging van het muziekonderwijs. We moeten echter wel de realiteit onder ogen zien: voor de gemeente is dit niet meer op te brengen. Als ik het hoofdstukje ‘kosten en baten’ zie, doet mij dit denken aan een fruitautomaat. Het is blijkbaar gokken, het wordt: € 1,3 miljoen, € 1,4 miljoen of € 1,5 miljoen. Laat ik u zeggen: ik heb een hekel aan gokken. Wij willen dus een harde toezegging van de wethouder hebben dat hij op korte termijn met een compleet financieel plaatje komt. Daarnaast heb ik mij geërgerd aan het feit dat u blijkbaar nog steeds denkt dat het USZO bestaat. Het USZO bestaat niet meer sinds 1 januari 2002. Dit orgaan is opgegaan in het UWV. BBL heeft muziekonderwijs altijd een warm hart toegedragen. Wij zijn nog steeds bijzonder teleurgesteld in het feit dat de tweede optie nooit is uitgewerkt. Het heeft geen kans gehad. De keuze was moeilijk en heel pijnlijk, maar BBL heeft uiteindelijk gekozen voor het algemene belang van de burgers in Leiderdorp: een vermindering van de al maar stijgende lasten. Wij hebben wel onze ernstige twijfels bij de gehele financiële onderbouwing van de afbouw van de muziekschool en vinden dan ook dat die glashelder moet worden gemaakt. Daarnaast vinden wij het de plicht van de gemeente om de komende maanden alles op alles te zetten de docenten naar ander werk te begeleiden. De gemeente moet alles op alles zetten om in overleg met de scholen te bezien welke mogelijkheden er zijn Algemene Muzikale Vorming in het basisonderwijs te laten plaatsvinden. Het initiatief van de vereniging Muziekonderwijs Leiderdorp en omstreken moet daarom ook serieus worden genomen. Wij dringen er bij de wethouder op aan om in ieder geval met deze vereniging om de tafel te gaan zitten en verkennende gesprekken aan te gaan. Misschien kan dit zelfs een bijdrage opleveren om zo de torenhoge lasten die de gemeente nu moet dragen voor de wachtgelden, te verminderen. Ook zouden wij er voor willen pleiten deze vereniging een startsubsidie te geven. College, neem dit in ieder geval in overweging. Met de doelstelling van de vereniging is niks mis. De gemeente Leiderdorp is eigen risicodrager als het gaat om de wachtgelden van docenten. Het roepen dat docenten sollicitatieplicht hebben, is te gemakkelijk. U zult als eigen risicodrager ook goed moeten zorgen voor dit personeel. Dat is niet alleen uw taak, maar ook uw plicht. Tot slot wil ik nog een oproep doen aan de vereniging Muziekschool Leiderdorp: laat u niet uit het veld slaan en kom met voorstellen. Ook de gemeente heeft een verantwoordelijkheid mensen weer zo snel mogelijk aan het werk te krijgen. Werk boven uitkering, heet dat. Ik kan mij niet voorstellen dat een goed plan niet bespreekbaar is, zeker als de gemeente het totaalbedrag aan te betalen wachtgeld kan verminderen. Binnen de wettelijke kaders moet enige creativiteit mogelijk zijn.
De heer McDaniel: Twee insprekers hebben erop gewezen - de heer De Jonge en de heer Luif dat het in Nederland slecht gaat met het muziekonderwijs.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 690 -
Daarmee bedoelen ze te zeggen dat op dit moment in vele gemeenten - ik geloof zelfs in een stuk of 50, 60 - de constructie van een gemeenschappelijke regeling als onderlegger voor muziekonderwijs ernstig onder druk staat vanwege de financiële consequenties. Dat verrast ons ook niet, want dat is een uitvinding van 25, 30, misschien wel 40 jaar geleden en dat past helemaal niet meer in de huidige maatschappelijke verhoudingen. Een muziekschool zoals die nu bestaat, zouden we in deze bestuurlijke vorm ook nooit meer beginnen. De risico’s zijn te groot, er zijn open einden en op het moment dat je er iets anders mee wilt - dat is de situatie waar we de afgelopen tijd in verzeild zijn geraakt - loop je al heel snel in de fuik van de beperkte mogelijkheden. Dat betekent dat verschillende personen in vele fracties - oppositie en coalitie tezamen volgens mij zich de afgelopen driekwart jaar hebben ingespannen allerlei varianten te bedenken om enige vorm van muziekonderwijs te behouden. Het was al snel duidelijk dat de financiële consequenties zodanig waren dat de huidige constructie niet kon worden gehandhaafd. Niet voor het jaar 2005, want iedereen weet dat de ontbindingsgelden - de wachtgelden - groter zijn dan datgene wat je eraan kunt verdienen in de eerste periode, maar zeker voor de langere termijn. Daarom is het zo ‘reuze geweldig’ kan ik bijna zeggen, dat zich nu een particulier initiatief heeft aangediend. Een particulier initiatief waarvan wij eigenlijk driekwart jaar geleden al hoopten - dat hebben we destijds ook in de Muzenhof gemeld - dat zich dat zou ontwikkelen, zou uiteindelijk de verantwoordelijkheid kunnen gaan dragen voor het muziekonderwijs dat zich dan nog veel verder dan de huidige gemeenschappelijke regeling zou kunnen ontwikkelen. Dan kunt u zich afvragen wat voor probleem er dan nog is. Dat probleem moeten we vanavond oplossen, dat is dat we wel degelijk de gemeenschappelijke regeling op dit moment moeten ontbinden, want dat is het gremium, het forum, het juridisch instrument waar eigenlijk alle problemen uit voortkomen. Dat veroorzaakt een grote onbeweeglijkheid en grote kosten. Een aantal sprekers heeft erop gewezen - meer of minder terecht, dat hangt een beetje van de context af - dat niet alle varianten tot op het laatste cijfer achter de komma zijn doorgerekend. Dat is ook inderdaad zo, maar laat ik in dat opzicht een zwaar kritische kanttekening in de richting van de muziekschool zelf plaatsen. Die kanttekening is dat men zelf totaal niet bereid was enige intellectuele lenigheid te vertonen. Ik hoef u maar te herinneren aan het feit dat wij in het najaar - de toonzetting was zelfs enigszins schofferend - een brief van de Ondernemingsraad kregen waarmee we eindelijk antwoord kregen op een aantal suggesties die door verschillende raadsfracties was gedaan. Hierin werd gevraagd of wij op een andere planeet leefden toen wij suggesties deden rondom privatisering. Het is dan ook buitengewoon plezierig nu te horen dat het woord privatisering - we moeten wel preciezer formuleren wat we daarmee bedoelen - in de mond genomen wordt. Privatisering heeft in dit geval wel twee kanten. Dat betekent dat niet alleen de ouders en de initiatiefnemers daarmee aan de slag moeten, maar met name ook het personeel. De Ondernemingsraad zal in dat opzicht een andere positie moeten kiezen en daarmee ook een deel van zijn eigen belangen moeten opgeven, wil een geprivatiseerde doorstart van de organisatie mogelijk zijn.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 691 -
Ik schat dat de wachtgelden ongeveer op een bedrag van € 800.000,- zullen uitkomen, ook kijkende naar ervaringen met de opheffing van dit soort organisaties op andere plaatsen; je kunt ongeveer uitgaan van 50% van het gemaximeerde bedrag. Ik ben het helemaal met de heer Staal eens dat het veel aantrekkelijker is wanneer met partijen de afspraak gemaakt zou kunnen worden die wachtgelden, niet als wachtgelden, maar als volumes in geld in te zetten voor het muziekonderwijs. De PvdA heeft altijd duidelijk gemaakt dat het structureel betalen van geld ten behoeve van muziekonderwijs onze sympathie heeft, alleen niet in de volumes waar we op dit moment over spreken. Dat betekent dat je tot een subsidierelatie komt, zoals we dat op dit moment ook met andere partijen hebben, in plaats van een bestuurlijke relatie met grote onbeweeglijkheid. Wij roepen het college in dat opzicht op - ik denk dat meer partijen dat hier vanavond gedaan hebben - heel positief ten opzichte van eventuele initiatieven te staan. Wij zeggen daar wel bij dat dat zal betekenen dat de Ondernemingsraad en alle individuele personeelsleden daarvoor ook een beweging moeten maken. Ik kondig u vast aan dat op het moment - de heer Staal is daar zelfs een expert in - dat dat niet gebeurt, er van privatisering of van een succesvolle doorstart van zo’n organisatie geen sprake kan zijn. In dat opzicht kunnen de ouders en de hier aanwezigen de verantwoordelijkheid in de richting van de gemeenteraad schuiven. Dat is voor wat betreft de hoofdbesluitvorming zeer terecht, want wij zijn degenen die besluiten op te houden met het geven van grote sommen geld. Ik zou ook in de richting van het personeel kunnen kijken als men zegt dat het zo belangrijk is hier muziekvoorzieningen in stand te houden. Dan heeft ook die partij er belang bij en heeft ook die partij daar een bijdrage aan te leveren. Dat kan van grote betekenis zijn. Wij zijn dus voor het voorstel, dat moge duidelijk zijn. Wij zijn van het begin af aan duidelijk geweest in onze opstelling. De gemeenschappelijke regeling is niet het vehikel waar we de toekomst mee in kunnen. Dat is ook precies de reden waarom fusie met Leiden geen enkele zin heeft. Sterker nog: het zal er waarschijnlijk duurder en nog onzekerder door worden. Dat is dus geen optie. Dat betekent dat we nu van het huidige vehikel afmoeten. Als we er de komende tijd in slagen - we roepen daar het college van harte toe op - tezamen iets te doen met de nu opgerichte vereniging waardoor de gelden die we nu in de vorm van wachtgelden moeten besteden, productief in kunnen zetten en het personeel daarvoor meekrijgen, dan zult u de steun van de PvdA daarvoor krijgen. Nogmaals: dat betekent wel dat het besluit zoals nu wordt voorgesteld opheffing van de gemeenschappelijke regeling - genomen moet worden, omdat we die hobbel eerst kwijt moeten. De heer Van Gurp: Tijdens de begrotingsraad van 28 en 29 oktober heb ik de vraag gesteld wat de financiële consequenties van de opheffing van de muziekschool zijn. Ik dacht onder andere aan wachtgelden etc. Ik heb toen geen antwoord gekregen. Ik heb overigens achteraf begrepen dat die bedragen en berekeningen er wel waren, maar op de een of andere manier heeft ons dat op dat moment niet bereikt.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 692 -
Ik heb met deze wetenschap begin december schriftelijke vragen aan het college gesteld die afgelopen vrijdag zijn beantwoord. Die antwoorden hebben een beetje duidelijkheid gebracht. In het raadsstuk - de heer Staal heeft er al op gewezen - worden verschillende bedragen genoemd. We zullen het er maar niet over hebben, of gokken goed is of niet. Er wordt een bedrag genoemd van € 1,3 miljoen oplopend tot € 1,5 miljoen. In het raadsstuk staat € 1,5 miljoen en in de beantwoording van de vragen wordt € 1,3 miljoen als een maximumbedrag genoemd. Ik heb zelf - ik heb overigens goed geluisterd naar de insprekers vanavond, met name naar de heer Luif - een poging gedaan, mede op basis van de informatie die ik uit de antwoorden op de vragen heb gekregen, een sommetje te maken. Daarbij heb ik ook geput uit bronnen buiten Leiderdorp. Om man en paard te noemen: ik heb de raadsstukken van de gemeente Alkemade geconsulteerd. Die zijn gewoon via het web te raadplegen, dus ik heb hier niks dat geheim is. Ik heb naar de bedragen gekeken die daar genoemd zijn. Het viel mij op dat daar een ander bedrag genoemd werd voor wat betreft de afkoop van de wachtgelden voor Leiderdorp. De heer Langenberg: Bij interruptie: meneer Van Gurp, u hebt vragen gesteld die ook in de krant hebben gestaan. Mijn vraag is: waarom? U vraagt naar iets dat wij allemaal zo laag mogelijk willen, maar waarvan niemand weet hoe hoog het uiteindelijk zal worden vanwege het simpele feit dat die wachtgelden stoppen zodra iemand weer werk heeft en doorlopen voor zolang iemand geen werk heeft, afhankelijk van zijn leeftijd, van het aantal jaren dat hij daar gewerkt heeft, enz. Daar krijgt u vanavond geen antwoord op, dat kunnen we pas ooit een keer vaststellen. Uw vragen suggereren alsof er nog van alles door D66 gedaan kan worden aan het item, maar u vraagt naar iets dat niemand weet. De heer Staal: Mag ik daar misschien een antwoord op geven. De wethouder zou contact op kunnen nemen met het UWV. Het zou op basis van de personeelslijst zo kunnen laten uitrekenen wat de wachtgelden zijn. Dat kost niks. Daar heb je ook geen externe voor nodig, want dat is in de premies die je afdraagt, begrepen. Ik denk dat dat een verstandige zet zou zijn; iemand uit Groningen uitnodigen die dat allemaal komt vertellen.
De heer Langenberg: Wat wilt u dan met die kennis?
De Voorzitter: De heer Van Gurp heeft nu het woord.
De heer Van Gurp: Dank voor deze technische bijstand van de heer Staal.
De heer Langenberg: Misschien een goede fractiemedewerker voor u.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 693 -
De heer Van Gurp: Ik heb met de nieuwsgierigheid die mij eigen is, vragen gesteld omdat ik een indicatie wilde hebben van de financiële consequenties voor Leiderdorp - we hebben er eigenlijk tijdens de begrotingsraad al over besloten, maar we gaan het vanavond nog een keer officieel doen voor wat betreft de gemeenschappelijke regeling - als we beslissen de muziekschool te sluiten. Ik noem u het bedrag van € 2 miljoen aan wachtgelden. Ik noem daarbij nog de kosten van een sociaal plan. Uit de antwoorden van het college heb ik begrepen dat er een sociaal plan komt. Dat wist ik niet, maar daar ben ik blij mee. Verder ben ik tegengekomen dat bij uittreden uit het ABP de werkgever nog een bepaald bedrag is verschuldigd. Daarnaast zal de school geliquideerd moeten worden. Daar zal ongetwijfeld een interim-manager of projectleider voor worden aangesteld en u weet hoeveel deze lieden kosten. Het komende jaar hebben wij nog het nodige te verwachten. Ik ben zelf gekomen tot een rekensommetje dat uitkomt op een bedrag van tussen de € 2 miljoen en € 2,5 miljoen. Dat is iets dat ons de komende 15 jaar nog op de een of andere manier zal blijven achtervolgen, want dat is denk ik zo ongeveer het bedrag waar we het op dit moment over hebben. Genoeg over de financiën. Met andere sprekers ben ik blij met het initiatief van de ouders - de vereniging tot instandhouding van het muziekonderwijs in Leiderdorp. Ik heb haar brief ook goed gelezen. Ik heb de heer De Jonge vanavond aan het woord gehoord en ik heb veel vertrouwen in hem. Ik ben het met de heer McDaniel eens dat ik het zelf plezierig gevonden had wanneer wij dit signaal eerder tijdens de rit gekregen zouden hebben. Misschien waren we dan niet eens zo ver gekomen als we nu gekomen zijn. Ik zie wat dat betreft een duidelijk lichtpunt in de duisternis. Ik denk dat dit initiatief van de ouders de mogelijkheid biedt op de een of andere manier een goede doorstart te maken met het muziekonderwijs in Leiderdorp dat mij na aan het hart ligt. Ik wil ingaan op een opmerking die gemaakt is door mevrouw Manshanden. Ik weet dat er morgen een overleg is waarin gekeken wordt naar de kaders voor de subsidiering. Ik denk dat het muziekonderwijs een goed beleidsproduct is waarvoor wij in de toekomst als gemeente Leiderdorp subsidie kunnen verlenen. In de richting van de heer Langenberg: ik denk dat we goed moeten bezien welke activiteiten we verder nog subsidiëren. Er zijn wellicht ook activiteiten waar wij minder subsidie aan kunnen geven. Het Sociaal-cultureel werk - het zal u niet verbazen dat ik dat noem is bijvoorbeeld een onderwerp waar we veel geld aan besteden. Wellicht is het mogelijk dat op de een of andere manier mee te nemen. De suggestie van de heer Staal om de vereniging een startsubsidie te geven, spreekt mij erg aan. Ik denk dat de vereniging voor het muziekonderwijs in Leiderdorp een belangrijke gesprekspartner is. Ik heb in de doelstellingen van de vereniging gelezen dat ze wil gaan optreden als platform. Ik denk dat ze samen met de gemeente en met andere organisaties als het Sociaal-cultureel werk, de muziekverenigingen en de scholen maar eens om de tafel moeten gaan zitten en bekijken hoe het muziekonderwijs in Leiderdorp nieuw leven ingeblazen kan worden, ervan uitgaande dat er nog leven genoeg in zit.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 694 -
Ik heb de laatste vergadering, maar het kan ook een vergadering daarvoor geweest zijn, gezegd: we hebben straks een mooi cultureel centrum zonder muziek. Door het initiatief van deze vereniging denk ik echter dat we in 2008 - als dat SCC er staat - toch muziek in dat centrum zullen hebben. Wethouder MacGillavry: Er zijn over het algemeen veel dezelfde opmerkingen gemaakt, dus wat dat betreft kan ik het een en ander combineren. Ik wil beginnen met mevrouw Manshanden die het college duidelijk verzocht heeft inspanningen te plegen met betrekking tot de Algemene Muzikale Vorming. Het is in de motie vastgelegd, we zullen dat dan ook zeker doen. Er werd toen ook gevraagd waar dat van betaald moet worden. Ik vind het een goede zaak dat mevrouw Manshanden naar voren heeft gebracht dat er een werkgroepje gevormd zal worden, waarin nog eens gekeken wordt hoe de subsidiegelden op een andere manier kunnen worden gealloceerd. Er kan daar wat dat betreft wel degelijk wat uitkomen. Ik ben benieuwd met welke voorstellen dat werkgroepje komt. Er is door diverse partijen gewezen op het particuliere initiatief van de heer De Jonge. Zij hebben mij opgeroepen met de heer Jonge om tafel te gaan zitten om te kijken wat we met dat initiatief kunnen. Uiteraard zal ik dat doen. De eerlijkheid gebiedt, inzake dit particulier initiatief, dat de raad dan ook een structurele subsidie beschikbaar moet stellen. De heer De Jonge heeft daar duidelijk op gewezen: wil je zo’n vereniging levensvatbaar maken, dan moet je die vereniging met een structurele subsidie steunen. De heer McDaniel heeft aangegeven dat dat voor een zekere periode met de wachtgelden kan; wachtgelden hoeven niet ingezet te worden want er wordt personeel mee aan het werk gehouden. Op een gegeven moment is dat volume dat je eigenlijk aan wachtgelden uit zou keren, ook op. Dan kun je niet tegen de vereniging zeggen: jammer, nu is de subsidie …
De heer Langenberg: Waarom gaat u ervan uit dat die vereniging subsidie nodig heeft?
Wethouder MacGillavry: De heer De Jonge heeft in zijn betoog aangegeven dat er subsidie nodig zal zijn … De heer Langenberg: Ik zie de heer De Jonge ‘nee’ schudden. Dat duidt erop dat hij dat niet gezegd heeft. De heer McDaniel: Voor de precisie, ik denk dat de wethouder bedoelt dat elke organisatie - of het nu deze organisatie of een andere initiatief is - ervan op aan moet kunnen dat de gemeente meerjarig geïnteresseerd is in het blijven besteden van geld aan het muziekonderwijs. Wethouder MacGillavry: Precies.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 695 -
De heer McDaniel: Het standpunt van de PvdA is altijd geweest - van het begin af aan - dat ze daartoe bereid is. Het volume heeft uiteraard te maken met de mogelijkheden; wij zijn daar niet toe bereid in de huidige constructie. Ik heb ook - u wijst daarop - de wachtgeldproblematiek verbonden aan de toekomstfilosofie. Indien we wachtgelden kunnen omvormen in iets constructiefs - ik heb daar echter een duidelijke kanttekening bij gemaakt ten aanzien van de rechten van het personeel en het feit dat dat een andere rechtspositie betekent - zijn wij vanzelfsprekend bereid de komende jaren een bedrag voor muziekonderwijs te blijven besteden als de uitdrukkelijke onderlegger, voor welk initiatief dan ook. Wethouder MacGillavry: Gesteld dat die onderlegger helemaal is ingevuld zoals de raad dat graag ziet, dan blijft boven tafel dat dat volume dat normaal gesproken in wachtgelden gestoken wordt, op een gegeven moment op is. Het lijkt me onterecht tegen de vereniging te zeggen dat het dan wat ons betreft ophoudt. De eerlijkheid gebiedt dat ik, als ik met de heer De Jonge aan tafel ga, kan zeggen dat de raad er een bepaald bedrag voor over heeft op langere termijn.
De heer Langenberg: Gaat u nu eerst in gesprek en wacht de initiatiefvoorstellen af voordat u al weer eisen gaat stellen en beperkingen gaat inbrengen. Wethouder MacGillavry: Een vereniging kan ook niet leven van de lucht, de liefde en de muziek. Wat dat betreft zal er ook een financiële bijdrage aan gehangen moeten worden. De heer Thunnissen: Is het dan niet verstandig te kijken hoe, voordat we er een prijskaartje aan hangen. Kijk eerst nu eens hoe.
Wethouder MacGillavry: Precies, maar ik geef u bij deze mee dat het niet voor niks kan. Er is een aantal keren genoemd hoe dat verder met het personeel moet. Wij hebben reeds een stappenplan ontwikkeld. Daarnaast hebben we contact opgenomen met de vakbeweging. Wat dat onderdeel betreft zijn we al voortvarend bezig. Op het moment dat er duidelijkheid is over hoe om te gaan met de rechtspositie van de betrokken werknemers, kom ik bij u terug. Er is gevraagd hoe hoog het bedrag van de wachtgelden is. De heren Staal en Van Gurp zijn daarop ingegaan. Het klopt dat in het raadsvoorstel een bedrag van € 1.540.886,- staat vermeld. U moet zich realiseren dat dat het bedrag was, toen nog gedacht werd dat de streekmuziekschool per 1 januari zou worden geliquideerd. Er is uiteindelijk besloten dat pas per 1 september te doen. Dat betekent dat de muziekschool nog acht maanden op een normale manier draait; dat is € 186.644,-. Als u dat bedrag aftrekt van dat bedrag van € 1,5 miljoen, komt u precies terecht op het bedrag dat nu genoemd is: € 1.354.242,-. Daar zit dat verschil in. Ik denk dat ik in grote lijnen alle grote zaken heb behandeld. Met de voortgang kom ik uiteraard bij de raad terug.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 696 -
De heer Staal: U komt terug met de voortgang; wanneer is dat? Ik wil dan wel ergens een piketpaal slaan wanneer u bij de raad terugkomt. Het mag niet over een half jaar zijn. Ik denk dat u snel terug moet komen. Wethouder MacGillavry: Ik denk dat ik in januari met de vakbeweging spreek. Dan zullen de eerste resultaten van wat de eisen zijn en hoe het sociaal plan eruit gaat zien, bekend zijn en zal ik bij u terugkomen. Het eerste kwartaal van 2005 moet alles glas en glas helder zijn. De heer Thunnissen: Inclusief de resultante van de eerste gesprekken met die vereniging.
Wethouder MacGillavry: Uiteraard, dat heb ik u al toegezegd.
Tweede termijn. De heer Stevers: Ik heb verder niet zoveel op te merken. Voor wat betreft de flankerende maatregelen - om het zo maar te zeggen - de bijzondere bijstand, het college had al schriftelijk aangegeven dat het onderzocht wordt; dat zien we dan wel. In de richting van de PvdA-fractie die allerlei varianten in gedachten heeft over het inzetten van het wachtgeld zonder ons daar nog op vast te leggen, zeg ik dat we ons wel moeten realiseren dat het hoe dan ook eindig zal zijn, want anders zitten we weer in dezelfde situatie als voor deze discussie. Dat wil ik hebben vastgelegd.
De heer Langenberg: Ik heb een vraag. Er is door mevrouw Manshanden en ook door de wethouder gesproken over een werkgroep die morgen iets met subsidies gaat doen. Wat gaat zij precies doen?
De heer Stevers: Ik weet het niet, ik zit er niet in.
De heer Langenberg: U bent voorzitter van de commissie die de werkgroep heeft ingesteld en u weet niet wat zij gaat doen?
De heer Stevers: De commissie kan geen werkgroepen instellen, want dan zouden wij aan de bevoegdheden van raad en presidium afbreuk doen. Er is in commissie 3 over gesproken, dat kan ik wel zeggen. Er is vanuit alle fracties de bereidheid geweest na te gaan denken over criteria voor subsidieverlening. Ik denk dat dat nuttig is. Ik heb begrepen dat er een voorstel in het presidium gedaan zal worden die werkgroep ook formeel in te stellen. De heer Langenberg: Ik heb gehoord dat de werkgroep morgen al bijelkaar komt.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 697 -
De heer Stevers: Dat is, denk ik, officieus.
De heer Langenberg: Laten we dan nu vaststellen dat we in het volgende presidium met elkaar afspreken wat precies de taak van die werkgroep is, zonder daar nu op vooruit te lopen. De Voorzitter: Ik begreep: officieus.
Mevrouw Manshanden: In deze tweede termijn krijg ik de gelegenheid iets aan de orde te stellen dat ik in eerste termijn al wilde zeggen, maar gewoonweg vergeten ben, namelijk dat ook wij het initiatief van de heer De Jonge van harte steunen. In de voorbereiding naar deze besluitvorming toe hebben wij geen mogelijkheden gezien voor een doorstart op particulier initiatief waarbij de gemeente geen risico meer zou lopen, dus zonder open einde-regeling. Mochten die er wel zijn en mocht dat financieel haalbaar zijn, dan zijn we daar blij mee. We willen dan ook graag dat het college hier aandacht aan schenkt. Buiten dat - ik wil dat nog een keer herhalen, ik heb dat in eerste termijn ook gezegd - heeft wat onze fractie betreft het handhaven van Algemene Muzikale Vorming de hoofdmoot, want dat is voor volgende generaties kinderen van het grootste belang. De heer Langenberg: Ik wil aanhaken op hetgeen de heer McDaniel en anderen hebben gezegd. Ik geloof dat de hele raad het initiatief van een particuliere club mensen steunt de mogelijkheid te onderzoeken om te komen tot de oprichting van een muziekschool, of hoe je het verder ook noemt. Ik wil wel benadrukken - ik hoop dat de wethouder meeneemt - dat er niet meteen uitgegaan moet worden van allerlei subsidiestromen, maar dat gewoon open bezien moet worden wat de mogelijkheden zijn en wat voor financiële plaatjes daar aanhangen. Of de gemeente Leiderdorp daar een rol in speelt, zien we dan wel. Laten we dat eerst rustig afwachten. De insteek van die gesprekken zou moeten zijn dat de gemeente bereid is te faciliteren daar waar nodig en eventueel ook geld te fourneren als dat binnen de mogelijkheden van de gemeente ligt, maar misschien is dat helemaal niet nodig. Ik wil ook benadrukken dat voor de VVD de ontwikkeling van een nieuwe muziekschool of het particuliere initiatief, helemaal los moet staan van die wachtgelden. Dat we die wachtgelden daar eventueel voor kunnen inzetten is prima, maar dat mag niet afhankelijk zijn van de mogelijkheid wachtgelden in te zetten om een eventueel particulier initiatief verder op poten te zetten. Ik bedoel dat er dan andere keuzes gemaakt moeten worden. Want anders zou je nu uitgaan van een bepaald wachtgeld en daarop een muziekschool bouwen. Ik zie die relatie niet zo. De VVD pleit ervoor zo open mogelijk met de burgers overleg te plegen en te kijken wat mogelijk is. We zijn blij met de toezegging dat we voor de afloop van het eerste kwartaal van de wethouder horen wat de resultaten daarvan zijn. Er is veel gezegd en vanavond volgens mij veel wat overbodig is, want - zoals ik al zei - we hebben het bij dit agendapunt eigenlijk alleen maar over het opheffen van een gemeenschappelijk regeling.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 698 -
Ik heb in het begin van mijn verhaal gezegd dat de deur van de muziekschool al dicht zit en dat we alleen de sleutel nog moeten omdraaien; dat is die gemeenschappelijke regeling. De VVD zal voor het opheffen van die gemeenschappelijke regeling stemmen, niet omdat wij voor het opheffen van die school zijn, de gemeenteraad heeft dat namelijk besloten. Dat is een gepasseerd station. De muziekschool is in feite al opgeheven. We moeten nu alleen die gemeenschappelijke regeling nog opheffen
om
de
toekomst
in
te
kunnen
gaan.
De
relatie
gemeenschappelijke
regeling/muziekschool is een bijzonder ongelukkige. U weet echter inmiddels dat de VVD voor het voortbestaan van de muziekschool is. Helaas heeft de gemeenteraad anders besloten en moeten we als gevolg daarvan die gemeenschappelijke regeling opheffen.
De heer Staal: Ik ben blij met de toezegging van de wethouder dat hij bereid is met de heer De Jonge, of met de vereniging, te gaan praten. Ik hoop dat er ideeën uitkomen en dat er mooie plannen komen. Ik denk dat er best mogelijkheden zijn, ook voor het particulier initiatief om muziekonderwijs voor Leiderdorp te behouden; daar zijn voorbeelden zat van. Ik heb de wethouder alleen niet gehoord over de suggestie de vereniging een startsubsidie te geven. Ik zou daar graag wat over willen horen. De heer McDaniel: Er gloort toch iets moois. Particulier initiatief, iets waar we al lange tijd op aangedrongen hebben en tegelijkertijd een mogelijkheid om wachtgelden - dat is in essentie het recht van mensen, maar als het gaat om de doeluitkeringen, grote verspilling, want er staat geen prestatie tegenover; het zijn rechten die verzilverd worden - op een andere manier te benutten dan alleen vruchteloos stil te laten liggen. Ik herhaal wat ik net zei: dat betekent ook een beweging aan de kant van het personeel. Dat is een behoorlijke uitdaging. Die beweging hebben we de afgelopen tijd nog niet gezien. Ik hoop echter dat nu er een echt particulier initiatief is - de wethouder, we zijn daar blij om, heeft toegezegd stevig met de vereniging om tafel te gaan zitten het personeel in dat opzicht een beweging gaat maken. We zijn de heer De Jonge en zijn kornuiten dankbaar dat er juist op dit belangrijke moment een goede gesprekspartner is. Moet de vereniging meteen een startsubsidie krijgen? Dat lijkt me een zaak - ik ben het daar met de VVD over eens - die eerst moet worden bekeken. We zijn tenslotte in andere gevallen, als je naar het subsidieprogramma kijkt, buitengewoon kritisch als het gaat om het verlenen van subsidie aan organisaties. Dat is ook terecht. Tegelijkertijd zou een groot leed minder onaangenaam gemaakt kunnen worden als zo’n organisatie met de wind in de zeilen kan starten, maar we wachten daarvoor de voorstellen van de kant van het college af. Er is dus toch wel iets moois gebeurd vanavond. Ik denk dat de heer Langenberg het terecht formuleerde: de deur van de muziekschool zat al op slot, de sleutel moest nog een keer worden omgedraaid om de gemeenschappelijke regeling op te heffen. Dat doen we vanavond. Vanaf nu is het vooral vooruitkijken en kijken of we met intelligente arrangementen een eind verder kunnen komen.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 699 -
De heer Langenberg: Meneer McDaniel, ik wil u vragen of u het met mij eens bent. U zegt: ik wacht de voorstellen van het college af. Ik wacht eigenlijk alleen op de voorstellen van de burgers zodat wij daar als raad eventueel wat mee kunnen doen. Dat daar een collegevoorstel bijkomt; prima. Op zich moet een voorstel van de burgers zelf ook voldoende voor ons zijn. De heer McDaniel: We hebben het college echter - u hebt daar zelf nog op aangedrongen - op het hart gedrukt met de heer De Jonge en zijn vereniging te gaan praten. Ik denk dat het nuttig is wanneer het college die gesprekken stevig oppakt, omdat het college tevens portefeuillehouder is van de ‘oude’ muziekschool. Als die twee dossiers op een intelligente manier aan elkaar kunnen worden verbonden, kan uit deze misère uiteindelijk een prachtige win/win-situatie ontstaan.
De heer Langenberg: Dat ben ik helemaal met u eens, maar ik zou de initiatiefnemers willen uitnodigen vooral voort te gaan met hun initiatief, onafhankelijk van wat er met de wethouder uitkomt, want dat moeten we nog maar afwachten.
De heer Van Gurp: Ik kan kort zijn. Ik ben blij met de toezegging van de wethouder om te gaan praten met de vereniging, maar ik denk dat het goed is dat hij dat wat breder bekijkt. Er is bijvoorbeeld al gesproken over de scholen. Ik weet dat ze verschillend tegen die mogelijkheden aankijken, maar we hebben zelf eerder gezegd - het staat in het collegeprogramma - dat we Algemene Muzikale Vorming in Leiderdorp willen. Misschien moeten we de scholen nog door een trechter trekken voordat ze zover zijn. Ik heb begrepen dat de wethouder ons - de heer Langenberg noemde: voor het einde van het eerste kwartaal 2005 - nog nader zal informeren over de voortgang. Ik denk dat dat belangrijk is. Wanneer wij de sleutel nu precies omdraaien, het is in ieder geval ergens in het jaar 2005. Het moet ook weer niet zo zijn dat we bijvoorbeeld pas in 2007 iets weten, want dan zijn al die werknemers inmiddels royaal met wachtgeld gegaan. De Voorzitter: De tweede termijn van het college. Er is een vraag gesteld en nog niet beantwoord met betrekking tot de startsubsidie. Zou u ook nog iets kunnen zeggen over de termijn - u gaat overleg voeren - waarop u terugkomt bij de raad.
Wethouder MacGillavry: Ik denk dat het verstandig is - het is ook gezegd - eerst het gesprek met de vereniging aan te gaan en dan te kijken of er überhaupt een startsubsidie nodig is. Hij zit ook niet in de begroting, dus zouden we moeten kijken waar we die vandaan halen. Ik wil eerst met de vereniging om tafel gaan zitten, dan zien we daarna wel of er überhaupt een startsubsidie nodig is en kom ik daarmee terug naar de raad.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 700 -
De Voorzitter: Wanneer wilt u - dat is ook een uitdrukkelijke vraag geweest - met een rapportage terug naar de raad komen? Wethouder MacGillavry: Ik ga straks een afspraak maken met de heer De Jonge. Dat zal ergens in januari zijn. De feestdagen komen ertussen en ik weet niet precies hoe de agenda van de heer De Jonge eruit ziet, maar ik vermoed dat dat ergens in januari het geval zal zijn.
De Voorzitter: Behelst dat dan - ik wil daar graag duidelijkheid over hebben - het plan van aanpak, of alleen het resultaat van dit gesprek.
De heer Thunnissen: De wethouder heeft in zijn antwoord in eerste termijn gezegd: einde eerste kwartaal. De heer Staal: Ik wil gewoon dat het op de agenda van maart komt. Dan moeten we niet afwachten, maar nu vaststellen dat het op de agenda van maart terugkomt.
Wethouder MacGillavry: Wellicht kan het eerder, maar ik kan niet kijken in de agenda van de heer De Jonge; ik ga straks een afspraak met hem maken.
De Voorzitter: Het gaat niet alleen om de heer De Jonge, maar het gaat over het feit dat de raad over de procedure en dergelijke duidelijkheid heeft. We focussen op de raadsvergadering van maart en de commissievergadering daarvoor. Dan is dat duidelijk. Ik stel voor een besluit te gaan nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. Ik schors de vergadering voor enige ogenblikken. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
4.
Vragenronde.
De Voorzitter: Het college heeft de raad voorzien van antwoorden bij een groot aantal vragen. Ik stel de vraag van de heer Van Gurp met betrekking tot de tariefsverhoging door CASEMA aan de orde. Wil de heer Van Gurp daar nog iets over zeggen?
Vraag 1 van de heer Van Gurp namens D66 inzake tariefsverhoging CASEMA.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 701 -
In de raadsvergadering van 8 maart j.l heb ik namens de fractie van D66 het college van b&w vragen gesteld over de excessieve verhoging van de kabeltarieven per 1 januari 2004, een stijging met ca. 45% ten opzichte van het niveau van 1 januari 2003. Ik heb toen aangedrongen op maatregelen de doorgevoerde verhogingen ongedaan te maken en afspraken te maken met CASEMA ter voorkoming van verdere verhogingen. Bij die gelegenheid heb ik erop gewezen dat mij was gebleken dat een verdere verhoging per 1 januari 2005 tussen de 15% en 30% ‘in de pijplijn’ van CASEMA zou zitten. Tot mijn grote verbazing en schrik lees ik in het Leiderdorps Weekblad van woensdag 8 december j.l. dat per 1 januari 2005 CASEMA de prijs van het standaardpakket verhoogt naar € 14,95. Nadere informatie bij CASEMA heeft uitgewezen dat dit niet geheel juist is. Per 1-1-2005 bedraagt voor de gemeente Leiderdorp dit tarief € 14,24. Dit betekent een verhoging met 20% ten opzichte van het huidige tarief van € 11,87 (cumulatief ruim 70% t.o.v. 2003). Voor de fractie van D66 is deze verhoging aanleiding om, gelet ook op de reactie op de op 8 maart jl. gestelde vragen, het college van b&w thans de volgende vragen te stellen.
1.
Heeft het college kennis genomen van de tariefsverhoging van het standaardpakket van CASEMA per 1 januari 2005 met 20%?
Antwoord: Het is ons bekend dat CASEMA een forse tariefsverhoging gaat doorvoeren.
2.
Is het college van mening dat, gelet op de forse verhoging per 1 januari 2004, een verdere verhoging met 20% thans ongewenst en onacceptabel is?
Antwoord: Het oordeel van het college op dit punt is - in principe - niet relevant, omdat wij geen machtsmiddel hebben t.o.v. CASEMA. Leiderdorp heeft een overeenkomst met CASEMA waarin slechts het tarief van het (wettelijk) basispakket (17 tv-zenders en maximaal 32 radiozenders) is vastgelegd en gebonden is aan een maximale jaarlijkse stijging met het Consumentenprijsindexcijfer (Cpi) van het CBS. Slechts 5% van de Leiderdorpse huishoudens echter heeft het basispakket. De overige huishoudens hebben het standaardpakket van maximaal 34 tv-zenders en maximaal 32 radiozenders. Het staat CASEMA vrij de hoogte van het tarief daarvan zelfstandig vast te stellen. Gemeente Leiden (met uitzondering van Merenwijk) heeft een overeenkomst met CASEMA waarin afspraken over beide pakketten zijn vastgelegd. In een eerder memo (maart 2004) aan uw raad is de problematiek rondom het bedingen van de exploitatievoorschriften bij kabelexploitanten door gemeenten uiteengezet.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 702 -
3. Is het college bereid om passende maatregelen te nemen en in navolging van gemeenten als Leiden en Alphen aan den Rijn eventueel juridische stappen te zetten om de excessieve tariefsverhoging per 1 januari 2005 ongedaan te maken?
Ik verwijs hierbij naar de door het college op 8 maart jl. gedane toezegging de raad tijdig te informeren over verdere ontwikkelingen en herinner u volledigheidshalve aan de succesvolle wijze waarop gemeenten als Leiden (tarief per 1/1/2005 € 8,23) en Alphen aan den Rijn (tarief € 10,92) er via een juridische procedure in geslaagd zijn een door CASEMA in 2004 doorgevoerde tariefsverhoging terug te draaien.
Antwoord: Eind 2003 heeft CASEMA de gemeenten bericht dat het contract tussen de gemeenten en CASEMA niet meer geldig was vanwege Europese regelgeving. Een vijftal gemeenten waaronder Leiderdorp heeft daarop gezamenlijk advies ingewonnen bij Houthoff Burema in Amsterdam. Het advies van dit advocatenkantoor gaf aan dat CASEMA zich aan het contract moest houden en dat juridische stappen zinvol waren indien de kabelexploitant dit niet deed. In het geval van Leiderdorp is hiervan geen sprake. CASEMA houdt zich aan de overeenkomst die we met hem hebben gesloten. In bijvoorbeeld de gemeenten Katwijk en Leiden was dit niet het geval en beide gemeenten hebben dan ook met succes de tariefsverhoging aangevochten.
De heer Van Gurp: Ik heb die vragen gesteld omdat ik me zorgen maakte over de excessieve verhoging van het standaardpakket per 1 januari as. Daarbij had ik in het achterhoofd dat er per 1 januari 2004 ook al zo’n verhoging is geweest. Ik maakte me zorgen omdat de lasten voor de burger daarmee ook zwaarder worden.
De Voorzitter: Kunt u instemmen met de antwoorden van het college.
De heer Van Gurp: Ik wilde daar nog het volgende over opmerken. Ik kan instemmen met de antwoorden van het college. Ik constateer alleen wel dat wij in de gemeente Leiderdorp een contract hebben met een monopolist CASEMA, wat hem de mogelijkheid biedt prijzen eenzijdig te verhogen. Dat is niet de inflatie. Dat is niet 1,25% of 2,5% waar we het bij de begroting over gehad hebben, maar CASEMA doet dat opeens met 20%. Vorig jaar heeft het dat met ruim 40% gedaan. Ik heb onderzoek gedaan. Alphen aan den Rijn en Leiden hebben een contract waarin de mogelijkheid wel bestaat dit op te nemen. Ik wil een pleidooi houden dat het college daarnaar kijkt. Wij zijn nu overgeleverd aan CASEMA.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 703 -
Ik vind het ook geen goede zaak dat wanneer de burgers uit dit dorp, dit lezend uit de krant morgen, tot de conclusie komen dat ze hun abonnement bij CASEMA maar moeten opzeggen en allemaal maar met schotels moeten gaan werken, of zich op andere digitale kanalen moeten gaan richten. De heer Langenberg: Ik zou het college willen vragen hoe lang dit contract nog loopt. Als het op korte termijn te beëindigen is, kunnen we dan zodanige voorwaarden inbouwen dat we in de toekomst minder grote verhogingen tegemoet kunnen zien. Wethouder Laman: Het verzoek van CASEMA aan de gemeente is om het lopende contract met betrekking tot het basispakket - dus niet het standaardpakket dat het gros van de Leiderdorpers heeft - op te heffen, met als argument dat er wijzigingen zijn in de Telecommunicatiewet en dat er instanties in Nederland zijn die toezicht houden op de telecomaanbieders, zoals OPTA. Men geeft aan dat er ook met de VNG regelingen zijn getroffen die erin voorzien dat als er graafwerkzaamheden moeten plaatsvinden, dat ook geregeld is. De redenering van CASEMA is in feite dat er een contract is dat overbodig is geworden. Vandaar het verzoek aan de gemeente om dat te beëindigen. Dat is de vraag die voorligt. Naar die vraag zal het college nog kijken. We hebben dus niet veel mogelijkheden CASEMA wat dat betreft tegenspel te bieden.
Tweede termijn.
De heer Langenberg: Dat is niet echt antwoord op mijn vraag. Ik begrijp uw antwoord over dat basispakket. Haast niemand gebruikt dat in Leiderdorp, heb ik uit uw antwoord begrepen. Daar hebt u toch ook een overeenkomst met CASEMA over? Hoelang loopt die nog?
Wethouder Laman: Ik zei net al dat we alleen een contract hebben met betrekking tot het basispakket. Ongeveer 5% van de Leiderdorpers gebruikt dat. We hebben geen contract ten aanzien van het standaardpakket dat door de overgrote meerderheid wordt gebruikt. Dus zijn onze mogelijkheden feitelijk heel beperkt, in tegenstelling tot bijv. Leiden en Alphen die wel een overeenkomst hebben inzake het standaardpakket. De heer Langenberg: Iedere burger kan dus zelf daar waar hij wil een contract afsluiten.
De Voorzitter: Ik wil de discussie hiermee afronden.
Vraag 2 van de heer Van Gurp namens D66 inzake bomenkap Van Alphenplein.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 704 -
Op 2 november j.I. heeft commissie 2 zich gebogen over nut en noodzaak van het Groenstructuurplan. Diverse lokale groeperingen die ijveren voor behoud van het groen maakten van die gelegenheid gebruik om aandacht te vragen voor de wijze waarop omgegaan wordt met kapvergunningen en kap zelf. Er bleek brede steun te bestaan voor uitvoering van de in het Groenstructuurplan genoemde maatregelen, waarbij ook aandacht zou worden besteed aan kapvergunningen, her- en verplantplicht en de controle op het kappen van bomen. Wethouder Molkenboer merkte nog op dat bezwaren tegen bomenkap vaak samenhangen met verzet tegen de grote projecten. Bij de uitvoering kunnen niet alle bomen worden behouden, maar toch wordt alle aandacht besteed aan kappen en voorkomen ervan. Ter illustratie en als poging dit wel te doen zou hij zich inspannen om de monumentale boom bij de ingang van zwembad De Does te sparen. Die boom bleek echter zonder kapvergunning maar met instemming van de daartoe bevoegde bestuurder reeds geveld…
Actualiteit. Begin december 2004 werden de inwoners van de Leyhof opgeschrikt door een massale kap langs de N446, onder verantwoordelijkheid weliswaar van de provincie, maar waarbij de gemeente verzuimde om over dit gevoelige onderwerp tijdig te berichten en uitleg te geven. Het afschuiven op de provincie gaf geen pas, zo beseft de gemeente inmiddels zelf en zij heeft op een vraag van GL op 7 december j.l. toegezegd dat in de toekomst over dit soort zaken beter gecommuniceerd zal worden. En nu ... nog geen week later, ontvangen wij tot onze grote verbazing van de stichting tot Behoud van Leiderdorpse Bomen een brief waarin wordt gemeld dat aan het Van Alphenplein vier beeldbepalende waardevolle lindebomen in strijd met de verleende kapvergunning van 31 augustus jl. op ‘illegale’ wijze zijn gekapt. Deze bomen zouden tijdelijk naar elders worden verplant om later weer te worden opgenomen als de nieuwbouw aan het Van Alphenplein er eenmaal staat (medio 2007). Vergeten en totaal voorbij gegaan is de gemeente aan het informeren van betrokkenen. Volgens een woordvoerder van de gemeente kwam men er te laat achter en was er nog maar één optie over, namelijk kappen. In het geval men de bomen op zo’n korte termijn zou uitgraven, zou de kans op overleven nihil zijn. De kap van de linden vond plaats op donderdag 9 december jl., terwijl de goedkeuring van de omzetting van verplant- naar herplantplicht pas op dinsdag 14 december door het college is genomen.
Voor de fractie van D66 is dit aanleiding tot het stellen van de volgende vragen: 1.
Hoe kan het college het uitblijven van tijdige voorzorgsmaatregelen tot verplanten verklaren? En welke consequenties verbindt het daaraan mede in het licht van de recente toezeggingen over dit gevoelige onderwerp?
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 705 -
Antwoord: Op 31 augustus 2004 heeft de gemeente een kapvergunning verleend voor het vellen van 35 bomen van diverse boomsoorten en het verplanten van 4 lindes en 5 peren, staande in het plantsoen aan het Van Alphenplein te Leiderdorp, waarop twee zienswijzen zijn binnengekomen. In voorwaarde 5 van de vergunning staat: ‘De kapvergunning verlenen onder de bijzondere voorwaarde, namelijk een verplantplicht van 4 lindes (boomnummers 21 t/m 24) in de groene buitenruimte bij het nieuwe appartementencomplex voor 31 december 2007’. De kapvergunning was nodig in het belang van de realisering van een appartementencomplex van 36 woningen door ACL. De gemeente verleende de ACL bij brief van 8 oktober 2004 toestemming om gebruik te maken van de kapvergunning (de vergunning staat op naam van de gemeente). In dat verband is eveneens gesproken over het verplanten van de vier lindes. Door ons is aan een daartoe gespecialiseerde boomverzorger offerte aangevraagd voor de verplant en die is aangeboden aan ACL. In deze offerte was opgenomen welke voorbereidende werkzaamheden dienden te worden uitgevoerd om de bomen met succes te kunnen verplanten. ACL kon zich op zich vinden in de offerte maar wilde nagaan of nog een andere aanbieder mogelijk was. Als gevolg hiervan verstreek de tijd die voor de voorbereidende werkzaamheden nodig was. Uiteindelijk heeft dit geleid tot de gezamenlijke conclusie dat de vier lindes het verplanten niet zouden overleven. In week 49 overlegden gemeente en ACL over de kap; de ACL gaf aan graag in week 50 te willen kappen. Vooruitlopend op een nog te nemen collegebesluit over de herplant van de lindes, werden de lindes tot onze grote spijt abusievelijk op 9 december gekapt. Nu sprake was van een gedeelde conclusie over het niet kunnen uitvoeren van de voorwaarde 5 is een voorstel tot wijziging van de vergunning voorbereid. Dit voorstel wordt morgen binnen ons college behandeld. Hierin is opgenomen het opleggen van een herplantplicht van 4 nieuwe lindes met een relatief grote stamomtrek binnen de nieuw te ontwerpen buitenruimte. Omdat met de kap van de bomen hierop (ten onrechte) vooruit is gelopen, is handhaving van de oorspronkelijke voorwaarde niet meer opportuun. Terugkijkend op de gang van zaken concluderen wij dat wij hebben geprobeerd in overleg met ACL de gestelde voorwaarden na te doen leven. Onze opstelling in deze achten wij in overeenstemming met onze toezegging gedaan tijdens de behandeling van het Groenstructuurplan.
2.
Wat is het college voornemens te doen aan handhaving van en controle op naleving van regels en besluiten aangaande kapvergunningen?
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 706 -
Antwoord: Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een voorstel tot aanpassing van het kapvergunningenregime. In dit voorstel zal op de handhaving worden ingegaan. Kort samengevat komt dit erop neer, dat wanneer sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling waarvoor vergunning is verleend de initiatiefnemer ons bericht wanneer met de uitvoering van de kapwerkzaamheden daadwerkelijk wordt begonnen. Ter plaatse zullen wij dan toezicht houden. Daarnaast zullen wij - gelijk wij doen met het toezicht op andere vergunningen en toestemmingen - steekproefsgewijs controleren.
3.
Ziet het college in dat zijn imago op het gebied van aandacht en passende zorg voor het groen (vooral dat wat wordt bedreigd of moet verdwijnen in verband met de vele bouwactiviteiten) intussen heel slecht is geworden? Zo ja, ziet het college kans daaraan alsnog iets te doen en dan via welke concrete maatregelen?
Antwoord: Het college ervaart dat bij betrokken belangengroeperingen het beeld bestaat dat het college te weinig aandacht en passende zorg zou hebben voor het groen dat moet verdwijnen. Wij kunnen ons aan de andere kant niet aan de indruk onttrekken dat bij sommigen de verontwaardiging rondom de kap van bomen vooral is ingegeven door weestand tegen diverse ruimtelijke ontwikkelingen in Leiderdorp op zich. Dit verschil in perceptie leidt vervolgens tot verwachtingen ten aanzien van de gemeente die wij niet kunnen, maar ook niet willen waarmaken. Dat laat onverlet, dat wij met de grootst mogelijke zorg alles in het werk stellen ondanks alle ruimtelijke ontwikkelingen waardevollende houtopstanden te bewaren en te werken aan een kwalitatief goede groenstructuur in Leiderdorp. Met het vizier daarop gericht willen wij transparant en duidelijk opereren naar alle betrokkenen. In dat kader past ook onze opstelling dat wij slechts bomen kappen als dat niet anders kan en pas op een moment dat het in het belang van de uitvoering van de ruimtelijke ordening manifest is. Daarom vinden wij het ook nodig om de verschillende procedures op elkaar af te stemmen en werken wij aan een herziening van het kapvergunningenregime. Tenslotte zijn wij in goed overleg met de belangengroeperingen over het groencompensatieplan en over de concrete invulling van de buitenruimte bij bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen. De Voorzitter: Er ligt een antwoord van het college; is dat voldoende?
De heer Van Gurp: Op dit moment wel.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 707 -
Wethouder Molkenboer: Ik wil hier toch een opmerking over maken. Ik ben te allen tijde verantwoordelijk voor het doen en laten van het handelen van ambtenaren, daar loop ik niet voor weg. Ik maak echter ernstig bezwaar tegen de suggestie die gewekt wordt in de inleiding dat met instemming van de wethouder tot kap is besloten. Ik werp dat verre van me. Dat is niet aan de orde. Ik wens eigenlijk ook dat dat terug wordt genomen. Daar kan ik niet mee leven. We hebben verder aangegeven hoe het een en ander gelopen is. Dat is een ongeluk. Dat wordt niet aanvaard door de betrokken organisaties. Dat is jammer. In de periode van ’98 tot nu zijn er twee momenten geweest dat er ten onrechte gekapt is. De suggestie wordt gewekt alsof we hier altijd alle procedures aan onze laars lappen. Ik werp dat verre van me. Ik heb dat al een keer in de commissie gezegd. We hebben alle procedures die er in het verleden geweest zijn gewonnen. Daaruit kan de conclusie worden getrokken dat wij onze procedures voor zover wij daar zelf over gaan, keurig netjes handhaven. Waar afgewassen wordt, valt wel eens een kopje. Hier is een kopje gevallen. Daar dragen wij verantwoordelijkheid voor. De suggestie die hier wordt gewekt dat wordt continu door D66 gedaan - is dat het hier een rommeltje is. Dat werp ik van me en zeker ook de suggestie die in de inleiding staat.
De heer Van Gurp: Ik had gedacht dat we dit op een rustige en vriendelijke manier konden afhandelen. Wat wethouder Molkenboer leest in mijn vragen, is inderdaad wel eens het probleem. Als ik nu zeg dat ik in elk geval niet heb gesuggereerd dat het hier een rommeltje is en de wethouder alles afdekt wat zijn ambtenaren fout doen. Misschien neemt hij daar genoegen mee, maar daar wilde ik het in elk geval bij laten. Wethouder Molkenboer: Wat moet ik anders lezen als er staat: ‘die boom bleek echter zonder kapvergunning maar met instemming van de daartoe bevoegde bestuurder reeds geveld …’ Ik maak daar bezwaar tegen. Het wordt niet onderbouwd en is niet waar. Nogmaals, ik draag alle verantwoordelijkheid voor het doen en laten van ambtenaren, daar loop ik niet voor weg, maar hiervan wens ik niet beschuldigd te worden. De Voorzitter: Ik denk dat dat duidelijk is. Ik wilde overgaan naar vraag 3.
De heer Staal: Ik vind dat dit wel gemakkelijk wordt weggewuifd. Ik vind dat wethouder Molkenboer hier nogal wat in ons midden legt en dat daar een reactie van D66 op zijn plaats is. Er wordt hier nogal wat gezegd.
De heer Van Gurp: Ik kan niet anders herhalen dan dat ik gezegd heb.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 708 -
De heer Langenberg: Ik heb wethouder Molkenboer een paar keer horen zeggen - dat was voor iedereen duidelijk verstaanbaar - dat hij niet wegloopt voor zijn verantwoordelijkheid als wethouder; hij is verantwoordelijk voor alle ambtenaren. Ik vind dat een belangrijk gezegde en het verbaast me niks dat wethouder Molkenboer dat zegt, want zo ken ik hem ook. Dat wethouder Molkenboer elke dag alle motorzagen in zijn bureau heeft liggen, kijkt wie er een komt halen en welke boom die persoon om gaat kappen; zo zit de werkelijkheid niet in elkaar. Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Dat is een mooiere uitdrukking dan die van u met dat kopje en de afwas. Dit is gebeurd. Het is triest. Ik kan me de boosheid van wethouder Molkenboer wel voorstellen, ook de verontrusting van de heer Van Gurp, want er gebeurt hier wel eens vaker iets met bomen. In dit geval is het volgens mij duidelijk: het is een foutje. Ik zou zeggen: koekje erbij en we gaan weer verder. De Voorzitter: De heer Van Gurp, welke inspiratie ontleent hij aan dit debat?
De heer Van Gurp: Ik kan zeggen dat het me spijt dat het er zo in is gekomen. Naar mijn idee had ik dat al gezegd. Vraag 3 van de heer Hollands namens de PvdA inzake sloop woningen omgeving Oude Rijn.
Ongeveer zes weken geleden is begonnen met de start van het A4-project; de start bestaat uit het slopen van woningen in de directe omgeving van het viaduct over de Oude Rijn, te weten de Hoofdstraat, de Resedastraat en - in januari - de B.G. Cortslaan. Ook zijn aan Leidse zijde enkele woningen gesloopt. De gehele situatie die ontstaan is na de informatieavond van Rijkswaterstaat, is voor de PvdA-fractie aanleiding tot het stellen van vragen aan het college, waarbij opgemerkt moet worden dat een aantal antwoorden door Rijkswaterstaat zal moeten worden gegeven. Echter het college is voor Leiderdorp de contactpersoon in deze, en derhalve wordt door de PvdA-fractie een aantal vragen gesteld.
1.
Kan het college aangeven waarom er niet vanaf de eerste leegstand van de sloopwoningen direct gezorgd is voor een adequate en permanente bewaking van deze woningen, teneinde de massaal toegebrachte vernielingen tegen te gaan. Deze vernielingen waren mogelijk door een volstrekt onvoldoende omheining, waardoor het sloopterrein gemakkelijk te betreden was. In hoeverre denkt het college deze mogelijkerwijs te ontstane situatie bij de sloop van de flat aan de B.G. Cortslaan te ondervangen? In hoeverre wil het college meewerken het ontstane gevoel van onveiligheid in de buurt weg te nemen?
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 709 -
Antwoord: Met Rijkswaterstaat (RWS) en de aannemer van RWS zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop de veiligheid gewaarborgd en de overlast beperkt zou worden. Rijkswaterstaat heeft gemeld nauwelijks klachten te hebben ontvangen op het informatienummer van het infocentrum A4/HSL. De klachten (3) die binnengekomen zijn, zijn opgelost en indien niet mogelijk beantwoord. Zonder informatie kan RWS geen actie ondernemen. Na het leegkomen van het complex woningen zijn de woningen permanent bewaakt door Home Watch. Daartoe is in een van de woningen een bewaker van dit beveiligingsbedrijf getrokken. Kennelijk heeft dat onvoldoende effect gehad. De werking van dit toezicht en de samenwerking met de politie zal geëvalueerd worden. Afgesproken is dat het gebied na oplevering aan de aannemer, afgezet zou worden met hekken. RWS heeft daarom met de aannemer afgesproken dat er een goede afscherming komt. De aannemer heeft binnen twee dagen na de oplevering deze hekken geplaatst. Personen die toch (onrechtmatig) het terrein willen betreden, zullen echter altijd achter een hekwerk kunnen komen. De afdeling Bouw en Woningtoezicht (BWT) houdt toezicht op het sloopwerk en heeft desgevraagd verklaard dat de hekwerken voldoen aan de eisen. Er is derhalve geen sprake van ondeugdelijke hekwerken. Hoewel er mogelijkheden zijn de genomen maatregelen te verbeteren, is het niet eenvoudig een groot aantal woningen die direct vanaf de straat kan worden bereikt, afdoende tegen vernielingen te beschermen. Wij denken echter dat de B.G. Cortslaan doeltreffender is af te schermen voor vandalisme en zullen hierover met RWS nader overleg voeren.
2.
Waarom is de namens Rijkswaterstaat door de sloper op de informatieavond toegezegde beneveling niet toegepast tijdens de sloop. Door windstilte is de omgeving compleet onder het steengruis komen te zitten. Hoe wordt dit voorkomen bij de sloop van de eerder genoemde flat en wie gaat de zorg of de kosten op zich nemen van het verwijderen van het steengruis op de huizen, tuinen en beplantingen?
Antwoord: Hierover wordt nader overleg met RWS gevoerd. RWS heeft voorzover kan worden nagegaan slechts één klacht ontvangen. Na de sloop van de flat is RWS bereid de glazenwassers de wijk in te sturen als compensatie voor de overlast. Dit wordt nog gecommuniceerd door RWS naar de bewoners. In het algemeen wordt tijdens sloopwerkzaamheden slechts bij wind gebruik gemaakt van een benevelinginstallatie. Bij windstilte is dat niet gebruikelijk. Niettemin wordt hier nader aandacht aan besteed.
2004 3.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 710 -
Kan het college aangeven in hoeverre er overleg is geweest met Rijkswaterstaat om direct na de sloop geluidswerende aanpassingen te maken bovenop de reeds bestaande geluidswal; nu er gesloopt is, is het geluidsniveau explosief toegenomen en zal dit ook rondom andere woningen gebeuren als de flat gesloopt is. Deze fungeert al jaren als een extra geluidsscherm; wij vragen ons af hoe e.e.a. wordt opgelost. Welke maatregelen zijn op zeer korte termijn te verwachten. Het geluidsniveau is onacceptabel en zeker als we in ogenschouw nemen dat de werkzaamheden nog jaren in beslag nemen.
Antwoord: In het overleg tussen Rijkswaterstaat, de gemeente en de Belangenvereniging A4/HSL, is al geruime tijd geleden aandacht gevraagd voor de toename van het geluid als gevolg van de sloop van de B.G. Cortslaan. Rijkswaterstaat heeft inmiddels een akoestisch onderzoek laten uitvoeren en is ook tot de conclusie gekomen dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Daarom is besloten de bestaande geluidsschermen met 1.00m te verhogen. Waarschijnlijk voor 1/9/2005 zal RWS deze werkzaamheden gereed hebben.
4.
Wat kan het college zelf en richting Rijkswaterstaat betekenen inzake de communicatie m.b.t dit project. De communicatie over de werkzaamheden is tot nu toe minimaal en geeft buurtbewoners geen vertrouwen voor de toekomst. Hoe denkt het college dit op te lossen?
Antwoord: Communicatie is uitgebreid besproken, maar niet alle adviezen van de commissie zijn overgenomen. De uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij RWS. We kunnen hem nu aantonen dat onze adviezen nog zo gek niet waren.
5.
Er is op de informatieavond toegezegd dat alle puin voor de feestdagen verdwenen zou zijn; gelet op het slooptempo en het liggende puin is de verwachting dat deze doelstelling niet gehaald gaat worden; is het college bereid hierop actie te nemen richting Rijkswaterstaat om de sloper te manen hiervoor zorg te dragen? Kan het college dan ook navragen hoe het staat met de oplevering met gras? Met meer menskracht en materieel kan de sloper zijn tempo verhogen en deze doelstelling halen. Wil het college deze suggestie overbrengen.
Antwoord: Wij kunnen niet beoordelen welke toezeggingen door RWS op de informatieavond zijn gedaan. Door RWS is aan de gemeente een sloopplanning aangeboden. Toegezegd is dat de brandbare sloopmaterialen voor de feestdagen zijn afgevoerd. De afvoer van het slooppuin zal volgens planning in week 2 van 2005 plaatsvinden.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 711 -
Voor zover RWS kan nagaan is het verwijderen van de brandbare materialen voor de feestdagen ook de enige toezegging die gedaan is. De sloopactiviteiten vinden derhalve nog steeds volgens de aan de gemeente overhandigde planning plaats. In hoeverre deze planning afwijkt van de informatie tijdens de informatieavond, kunnen wij niet beoordelen. Volgens deze planning zal het gebied in een keer in week 17 worden geëgaliseerd, afgewerkt en opgeleverd worden.
6.
Kan het college er in ieder geval voor zorgdragen dat er geen brandbare zaken - als houten vloeren - meer liggen rondom de jaarwisseling. Brandgevaar en vuurwerk zijn al meermalen aan de orde geweest en een deel van de flat staat al leeg met de jaarwisseling. Hoe denkt het college de veiligheid voor de buurt te waarborgen?
Antwoord: Zoals hiervoor vermeld, wordt het brandbare sloopafval voor de feestdagen afgevoerd. Het meeste is al weg en het restant zal deze week verwijderd worden. Dat wordt bevestigd door de afdeling BWT die hierover in overleg met de sloopaannemer is getreden. Gedurende de feestdagen en de jaarwisseling zijn de woningen van de B.G. Cortslaan gedeeltelijk bewoond. Er is voor gezorgd dat in elk portiek een aantal woningen bewoond is. Na vertrek van deze bewoners wordt het complex permanent bewaakt door Home Watch totdat de sloopaannemer het gebied afzet met hekwerken. Op 21 december a.s. wordt de sloop van de woningen Resedastraat en Hoofdstraat geëvalueerd. Voor dit overleg zijn RWS, politie, brandweer en de Belangenvereniging A4/HSL uitgenodigd. In het overleg worden de reeds getroffen maatregelen nader bezien op hun effectiviteit en wordt tevens besproken waar verbeteringen mogelijk zijn. Ook deze raadsvragen en eventueel ingediende klachten zijn onderwerp van gesprek. De genomen of te nemen maatregelen zullen aan de bewoners worden meegedeeld. De heer Hollands: Ik ben uitermate tevreden met de antwoorden die op deze korte termijn gegeven zijn. Ik besef dat het moeite kost om zo snel van Rijkswaterstaat antwoorden te krijgen. Ten aanzien van punt 3 en het antwoord dat daar gegeven wordt, wilde ik nog wel een ding toevoegen. Ik heb mensen gesproken uit de Resedastraat die in de buurt wonen van het Monuta Soek-gebouw dat ook gesloopt gaat worden. Deze mensen maken zich zorgen over de toename van het geluid nadat de flat gesloopt is, met name wanneer de mooi weerperiode eraan zal komen. Dat zal jaar in, jaar uit het geval zijn. In het antwoord staat dat de ophoging van de bestaande geluidsschermen voor 1/9/2005 waarschijnlijk gereed zal zijn.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 712 -
Ik zou willen vragen aan Rijkswaterstaat te verzoeken dat sneller te doen dan 1 september, dat houdt de leefbaarheid van de mensen die aan de oneven kant wonen hoog. Voor de rest kan ik uitstekend leven met de antwoorden. Wethouder Molkenboer: Naast de uitgebreide beantwoording en de contacten die er hier kort over zijn geweest, geven wij als college nog eens aan dat we deze zaak uitermate serieus nemen. We hebben zo onze lessen geleerd bij de aanvang van de HSL. We hebben daar ook het een en ander van uitgewerkt. Die lessen hebben we ook met Rijkswaterstaat besproken. Het voorbeeld dat hier aan de orde is, kan ook voor Rijkswaterstaat een aardige case zijn om niet alle adviezen in de wind te slaan. Dat blijkt ook uit het stuk. Morgen hebben we overigens een evaluatie met RWS. Die was overigens al gepland. Dat heeft dus niks met de vragen te maken, die was al gepland. We nemen uiteraard alle zaken die hier instaan nog eens extra mee. We zullen RWS natuurlijk in de gelegenheid stellen een weerwoord te geven, want er is in een schrijven aan bewoners een klachtennummer gepubliceerd en op dat klachtennummer zijn niet zoveel reacties binnengekomen. We moeten dat goed met elkaar gaan afstemmen. Wij kunnen ons goed voorstellen dat er van alles leeft. Wij gaan morgen evalueren en doen daar op korte termijn verslag van. Voor het tweede deel van de sloop, maar ook voor het verdere proces zullen we de afspraken die we op basis hiervan gaan maken met u communiceren. Het blijft evenwel een verantwoordelijkheid van RWS. We kunnen veel inspanningen verrichten, maar het blijft uiteindelijk de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. Wij proberen ons best te doen. We zullen dit zeer zeker als case gebruiken. Vraag van de heer Langenberg namens de VVD inzake telefooncentrale.
In de vergadering van commissie 1 van 6 december jl. werd de Najaarsnota behandeld. Hierbij kwam aan de orde dat er voor de enkele jaren geleden aangeschafte telefooncentrale nooit een rekening zou zijn ontvangen. Het college stelt in de Najaarsnota voor dit bedrag te laten ‘vrijvallen’. Volgens wethouder Van der Does is het bedrijf meermalen verzocht om een rekening, maar dit bedrijf heeft telkens geantwoord dat er geen rekening meer openstaat. Het college doet nu voorkomen alsof deze telefooncentrale niet door de gemeente betaald hoeft te worden, want het desbetreffende bedrijf wil maar geen rekening sturen. Dat lijkt een meevaller, en nu kan dit aanzienlijke bedrag ‘vrijvallen’.
De VVD heeft de volgende vragen: 1.
Is het niet aannemelijk dat desbetreffend bedrijf wel degelijk is betaald?
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 713 -
Antwoord: Uit de administratie blijkt niet dat deze rekening is betaald.
2.
Waarom zegt het bedrijf anders dat er geen vordering meer bestaat?
Antwoord: In het verleden zijn er geen betalingsherinneringen geweest. De vordering van KPN is na vijf jaren verjaard.
3.
Kan het zo zijn dat de rekening wel is betaald, maar kennelijk niet als zodanig geboekt?
Antwoord: Nee, dat zou in dat geval uit de administratie moeten blijken.
4. Is de telefooncentrale geactiveerd (boekhoudkundig), en wordt erop afgeschreven?
Antwoord: Op het moment van levering is de telefooncentrale geactiveerd en afgeschreven zoals is voorgeschreven. De kapitaalslasten worden jaarlijks in de exploitatie verantwoord.
5.
Waarom is kennelijk niet nagegaan of er een bedrag van deze omvang is betaald?
Antwoord: Dat is wel gebeurd. Zie antwoord op vraag 3.
De Voorzitter: Geven de antwoorden nog aanleiding tot discussie?
De heer Langenberg: Ja, de vragen zijn niet beantwoord. De Voorzitter: Ik zie steeds staan: ‘antwoord:’.
De heer Langenberg: Dat zie ik ook, maar als ik vraag: is het niet aannemelijk dat het desbetreffende bedrijf wel degelijk is betaald, dan is het antwoord: uit de administratie blijkt niet dat deze rekening is betaald. Dat is geen antwoord. Wethouder Van der Does: We hebben onderzoek gedaan en uit niks blijkt dat de rekening is betaald. Hij staat nog gewoon als een schuld open. Meer kan ik er niet aan toevoegen.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 714 -
De heer Langenberg: U kunt ons toch niet voorhouden dat een bedrijf als KPN een dergelijk bedrag open laat staan. Als het zegt dat we niet meer hoeven te betalen, hebt u dan niet even gevraagd: wanneer heb je dat ontvangen, dan kijk ik het even na. Wethouder Van der Does: Ik voer niet de administratie van de KPN. We weten allemaal dat KPN moeilijke tijden heeft meegemaakt, dat is niet zonder reden. Ik denk dat ook zijn administratie misschien niet helemaal in orde was. Als het bij hoog en laag blijft beweren dat het geen vordering op ons heeft, zij het zo. De heer Langenberg: Als het zegt dat er geen vordering is, dan heeft het geld ontvangen en kan het u aangeven wanneer. U weet dan waar het zit. Er kan toch niet zomaar € 127.000,- verdwenen zijn in de boekhouding. Wethouder Van der Does: Bij ons staat het open, wij hebben het niet betaald. Hoe de administratie van KPN in elkaar zit, weet ik niet en daar ga ik ook geen tijd en energie in steken.
De Voorzitter: Ik stel voor naar vraag 5 over te gaan.
De heer Langenberg: Ik kan geen genoegen nemen met dit antwoord. Ik kom hier nog op terug.
De Voorzitter: Dat wordt genotuleerd.
Vraag 5 van de heer Langenberg namens de VVD inzake verplaatsing woonwagenkamp.
De VVD wordt graag zo uitgebreid mogelijk geïnformeerd over de actuele stand van zaken van de verplaatsing woonwagenkamp. De Voorzitter: Ik heb begrepen dat de wethouder deze vraag mondeling beantwoordt.
Wethouder Molkenboer: Er zijn veel vragen ingediend. Ik heb gevraagd of ik dit mondeling kon doen, want dat scheelt het ambtelijk apparaat tijd. Ik kan er kort over zijn. Afgelopen week is de tweede partiele herziening in PS behandeld. Een meerderheid heeft die tweede partiele herziening goedgekeurd. Houdt dat in dat dat woonwagenkamp automatisch verplaatst kan worden? Nee, maar er is wel een afwegingskader voor GS om de verklaring van geen bezwaar te geven. De bouwaanvraag ligt er. De aanvraag voor de verklaring van geen bezwaar is gedaan. Wij verwachten dat GS op korte termijn een afweging maakt en wij de verklaring van geen bezwaar kunnen ontvangen.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 715 -
Dat zou betekenen dat we in januari met de voorbereidende werkzaamheden kunnen beginnen. Dat betekent dat wij een doorsteek gaan maken richting het RCL-veld om er vanaf de Persant Snoepweg in te kunnen. We gaan dan met de grondwerkzaamheden van het woonwagenkamp beginnen. De planning is dat we de zaak in mei/juni zullen kunnen gaan verplaatsen. De heer Langenberg: Ik heb gehoord dat er bezwaar of beroep is ingesteld tegen de eerste partiele herziening. Ondertussen is de tweede partiele herziening aangenomen. Dat beroep is nog in behandeling. Klopt dat? Hoe zit dat precies? Wethouder Molkenboer: Tegen de tweede partiele herziening kan geen beroep worden aangetekend. De heer Langenberg: Ik bedoelde de eerste partiele herziening; daar loopt nog een procedure over.
Wethouder Molkenboer: Van wie uit? Ook tegen die eerste partiele herziening is geen beroep mogelijk. We hebben dat wel overwogen omdat wij ons daar niet in konden vinden. Uiteindelijk was dat niet nodig omdat we een politieke oplossing hebben gevonden. Met de juridische zijn we gestopt. Overigens zou dat een heel kleine kans van slagen gegeven hebben.
De Voorzitter: Vraag 6 is ingetrokken.
Vraag 7 van mevrouw Van Steijn namens de PvdA inzake Ienie Mienie.
Naar aanleiding van het opzeggen van het huurcontract van lenie Mienie heeft de fractie van de PvdA een aantal vragen gesteld in commissie 3 op 8 december. Naar aanleiding daarvan heeft zij aanvullende vragen gesteld waar nog geen reactie op is gekomen. Graag ontvangt zij een reactie in de raad van 20 december 2004.
Dit zijn de volgende vragen: -
Volgens de beantwoording heeft Elckerlyc recht op 13 lokalen en 1 speellokaal. Hoeveel lokalen worden er op dit moment met geldstromen vanuit rijk en gemeente gesubsidieerd/gefinancierd door Elckerlyc gebruikt?
-
Ik begrijp uit eerdere informatie van Elckerlyc dat op dit moment 17 lokalen en 1 speellokaal gebruikt, incl. huur van 4 lokalen aan de Touwbaan; worden deze 4 extra lokalen door subsidiestromen bekostigd of huurt Elckerlyc deze particulier?
2004 -
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 716 -
Hoeveel lokalen moeten dus eigenlijk worden bestempeld als ‘leegstand’ en kunnen dus eventueel voor lenie Mienie worden gebruikt?
-
Als Elckerlyc recht heeft op 13 lokalen en een speellokaal (zoals blijkt uit de beantwoording) en dit ook de capaciteit is aan de Klimopzoom (zoals aangegeven in het IHP) dan betekent dit toch dat er geen lokaal beschikbaar is aan de Klimopzoom voor lenie Mienie? De vraag die dan rest is hoe en door wie de vier lokalen aan de Touwbaan worden gefinancierd en of lenie Mienie daar gebruik van kan maken voor een betaalbare prijs (zie bovenstaande vragen)?
-
Een duik in dat wat ik mijn archief mag noemen, leverde mij een collegestuk (dd. 11 april 2000) ten behoeve van een commissie 1-vergadering van 22 mei 2000 te behandelen in de raad van 19 juni 2000, inzake uitbreiding/verbouwing Elckerlyc op. In dit stuk staat bij de inleiding nog eens chronologisch aangegeven dat: Elckerlyc destijds (1996), nadat daarvoor medewerking is verleend door het ministerie van OCW, met twee lokalen wordt uitgebreid en door middel van een inpandige verbouwing een extra lokaal wordt gecreëerd. Kort na dit besluit, besluit het bestuur van Elckerlyc nog eens twee lokalen voor eigen rekening te bouwen ten behoeve van leerlingen in de Engelse stroom. Daarnaast zou er een lokaal voor lenie Mienie worden gebouwd. De kosten daarvan ƒ 250.000,- (ik noemde euro maar is onjuist) komen voor rekening van het bestuur van lenie Mienie. De school zou dus worden uitgebreid met 5 lokalen en een lokaal voor lenie Mienie. Lenie Mienie is echter afgehaakt omdat zij financiering niet rond kreeg. Kortom, wat bedoelt het college met: is destijds ingericht ten behoeve van lenie Mienie?
Aanvullend: -
Wat is de stand van zaken op dit moment met betrekking tot de situatie rond de verhuizing van lenie Miemie na het tweede gesprek op 9 december?
Antwoord: Inmiddels hebben wij uw raad door middel van een uitgebreid memo geïnformeerd over de resultaten van het laatste gesprek met lenie Mienie en Elckerlyc. Deze resultaten zijn vastgelegd in een gezamenlijke en ondertekende verklaring. Wij nemen dan ook aan dat hiermede uw vragen voorlopig voldoende zijn beantwoord. Uiteraard zullen wij u van de verdere uitkomsten van onze vervolgoverleggen met Elckerlyc op de hoogte brengen.
Op eerdere vragen met betrekking tot de verhuizing van een aantal instellingen uit Sjelter naar de Buitenhoflaan ontvangen wij graag een antwoord in de raad van 20 december:
2004 -
- 717 -
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
Ik heb vorige week gevraagd of het college de regie in deze kwestie wil nemen. Op dit verzoek heb ik geen reactie gekregen. Graag zou ik de komende raadsvergadering een toelichting krijgen op de ontstane problematiek m.b.t. de verhuizing van instellingen naar de Buitenhoflaan. Tevens wil ik van u weten welke actie er vanuit het college wordt ondernomen partijen nader tot elkaar te brengen. Zoals ik reeds eerder heb aangegeven, is snelheid geboden want het is bijna 1 januari 2005.
Antwoord: Het betreft in deze een kwestie tussen twee - in onze ogen - goed functionerende en volwassen organisaties
die
hun
eigen
verantwoordelijkheid
kennen.
Zij
hebben
dan
ook
hun
verantwoordelijkheid in deze genomen en zijn met elkaar in gesprek. Overigens doet zich in deze een nieuwe situatie voor, die om nieuw overleg met alle partijen vraagt. Zie hiervoor onze beantwoording op uw aanvullende vraag.
Aanvullend: -
Inmiddels hebben wij begrepen dat voorlopige geluidsmetingen uitwijzen dat veel van de activiteiten van het Sociaal-cultureel werk niet aan de Buitenhoflaan kunnen plaatsvinden. Dit zal wellicht ook gevolgen hebben voor het initiatief vanuit de buurt. Kan het college de stand van zaken aangeven in deze en wat de gevolgen zijn voor de verhuizing van instellingen?
Antwoord: De voorlopige uitkomst van het recent bekend geworden meetresultaat is dat er geen dans/muziekactiviteiten gehouden kunnen worden in de Buitenhoflaan. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de instellingen en de verhuizing. Van de zijde van het bestuur van SCw Leiderdorp hebben wij inmiddels een brief per e-mail ontvangen waarin het stelt: … ‘het op dit moment niet gewenst is te verhuizen van gebouw Sjelter naar gebouw Buitenhoflaan’. Ook voor het buurtinitiatief heeft één en ander gevolgen. Wij zullen op korte termijn met alle betrokkenen de thans ontstane situatie bespreken en daarbij trachten met hen te komen tot oplossingen voor de problemen.
Mevrouw Van Steijn: Ik kan me niet vinden in het antwoord, omdat in het memo dat u gestuurd hebt - waar we overigens wel blij mee waren - niet de antwoorden op de vragen staan die ik hier gesteld heb. Ik wacht de antwoorden echt af. Ik begrijp dat er inmiddels - dat is mooi - een goed resultaat ligt na het laatste gesprek met Ienie Mienie. Er is inmiddels sprake van tijdelijke huisvesting voor Ienie Mienie en de drie partijen hebben de intentie uitgesproken er voor de zomer uit te komen hoe Ienie Mienie binnen de omgeving van Elckerlyc gerealiseerd kan worden. Nogmaals: de vragen die ik hier gesteld heb, staan nog open wat mij betreft.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 718 -
Ik zie dat het hier als een punt behandeld is, maar ik heb ook vragen gesteld over de situatie met betrekking tot de instellingen die moeten verhuizen uit Sjelter. Van het antwoord kun je in die zin niet zoveel vinden, behalve dan dat ik graag meer informatie zou willen hebben. Als ik zeg dat wij verwachten dat de wethouder de regie neemt in deze kwestie - door de inspreker is vanavond ook weer het een en ander aangegeven - verwacht de PvdA dat de wethouder dat oppakt en actief met partijen om de tafel gaat zitten om tot goede oplossingen te komen. Het probleem van twee partijen die naast elkaar moeten functioneren met betrekking tot wel of geen herrie, of daar wel of niet yoga kan plaatsvinden of iets dergelijks, lijkt zich vanzelf op te lossen. Er doet zich echter wel een ander probleem voor en daar is - het staat ook in het antwoord - een reactie vanuit het Sociaal-cultureel werk op gekomen, namelijk dat bepaalde dans- en muziekactiviteiten helemaal niet plaats kunnen vinden. De Voorzitter: Het ging over Ienie Mienie en Elckerlyc.
Wethouder MacGillavry: Dit onderdeel hoort bij de vraag. Dat klopt.
De Voorzitter: Dat weet ik, maar dan breiden we maar uit en uit. Ik wil een voorstel doen, want anders gaan we vanavond in discussie over al die onderwerpen - hoe nuttig ook. Ik stel voor de discussie in de eerstvolgende commissievergadering voort te zetten.
Mevrouw Van Steijn: Nee, Voorzitter, daar ben ik het niet mee eens, want per 1 januari zou de verhuizing van de instellingen gerealiseerd moeten worden. Het is nu 20 december. Ik wil graag opheldering van de wethouder met betrekking tot deze punten, want we hebben hier zorgen over. Er is een reactie vanuit het Sociaal-cultureel werk gekomen waarin het aangeeft dat het op deze manier niet kan verhuizen vanuit het Sjelter-gebouw. We hebben deze discussie eerder gehad toen Ienie Mienie eruit moest en nog geen duidelijke opvang had. We hebben toen een keurig memo van het college ontvangen waarom dat allemaal niet zou kunnen. Ik vraag nu aan de wethouder wat de stand van zaken is. Wat zijn de mogelijkheden voor het Sociaal-cultureel werk om eventueel toch langer te blijven in het gebouw Sjelter, of zijn er andere mogelijkheden. Het zit met een aantal activiteiten die het niet in de Buitenhoflaan kan laten plaatsvinden. De Voorzitter: Uw vraag is duidelijk.
Wethouder MacGillavry: In dit geval hebben we een verschil van mening over het initiatief; de regie die genomen moet worden. Het college heeft het standpunt dat er in eerste instantie tussen partijen onderhandeld moet worden hoe ze dat gebouw gaan bemannen. Als het echt helemaal niet kan, zal de wethouder daar iets aan moeten doen. Daar ligt duidelijk een verschil van inzicht.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 719 -
De heer Weeda: Ik maak hier bezwaar tegen. In de commissie is gevraagd de regie te nemen. Nu wordt de bal voorzichtig aan weer teruggelegd. Dat is toch niet te geloven. De heer Van der Horst: Ik wil er op wijzen dat mevrouw Meijer op 21 oktober ook al in een overleg met u duidelijk heeft gezegd: neem de regie, want anders krijgen we problemen. Dat is toen toegezegd en vervolgens - ik ben dat met BBL eens - legt u de bal bij een ander.
Wethouder MacGillavry: Voor de helderheid: met betrekking tot de instellingen hebben wij gezegd dat het Sociaal-cultureel werk de regie heeft in het Buitenhoflaan-gebouw, net zoals dat nu gebeurt in Sjelter. Dat hebben we bepaald. Het kan dan niet zo zijn dat een wethouder het Sociaalcultureel werk iedere keer voor de voeten gaat lopen als er iets is binnen die organisatie in het betreffende gebouw. De heer Van der Horst: Bij interruptie: in het gebouw gaat het om de facilitering. Hier gaat het om de samenwerking tussen twee instellingen. Dat is duidelijk iets anders dan waar het besluit toentertijd over genomen is. In vind dat het college de regie moet nemen om die samenwerking weer goed te krijgen, in alle aspecten. Wethouder MacGillavry: Laten we naar de toekomst kijken. U hebt de inspreker, de heer Van de Groen gehoord. Beide instellingen hebben weer met elkaar rond de tafel gezeten en zijn tot overeenstemming gekomen. De heer Van der Horst: Volgens mijn informatie zijn ze nog niet zo ver. Ze zijn bezig.
De Voorzitter: Meneer Van der Horst, u mag de wethouder afrekenen op het resultaat. Ik vind dat de raad zich niet met het onderhandelingsproces bezig moet houden. De heer Van der Horst: Dat kan wel wezen, maar het resultaat is er nog niet en dat had er al moeten zijn.
De Voorzitter: Dat is wat anders. Dan moet u het daar over hebben, maar niet over de onderhandelingen en de processen.
Wethouder MacGillavry: In ieder geval is het zo dat beide partijen op een constructieve wijze met elkaar aan tafel zitten. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat goed gaat. Mevrouw Van Steijn heeft gelijk dat er nu een ander probleem is gerezen.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 720 -
Recent is het rapport van de Milieudienst verschenen waarin bepaald is dat een aantal activiteiten van het Sociaal-cultureel werk niet in de Buitenhoflaan plaats kan vinden in verband met geluidsoverlast. We gaan uiteraard met het Sociaal-cultureel werk rond de tafel zitten hoe we daar een oplossing voor kunnen verzinnen. Het rapport is zodanig recent dat wij op dit moment nog niet met het Sociaal-cultureel werk overlegd hebben, maar gezien onze werkwijze en de situaties in het verleden, ben ik ervan overtuigd dat we er met het Sociaal-cultureel werk uitkomen. Dat zal misschien niet precies op 1 januari allemaal geregeld zijn. We moeten in ieder geval op korte termijn naar een oplossing zoeken. De heer Staal: Ik maak bezwaar. Het is elke keer: de toekomst, we komen er wel een keertje uit, enzovoorts. Er is duidelijk aan deze wethouder gevraagd de regie te nemen. Regie is sturen, mensen bij elkaar brengen, leiden en coördineren om uiteindelijk tot een oplossing te komen. Dat hoor ik deze wethouder gewoon niet zeggen. Wethouder MacGillavry: Ik heb al aangegeven dat er kennelijk een verschil van inzicht is. Ik kijk naar de wijze waarop de instellingen op dit moment met elkaar in gesprek zijn. Ik vind dat een goede wijze. Ik ga ze niet voor de voeten lopen met wat u ‘regie’ noemt. Het gaat nu goed en we zullen samen met het Sociaal-cultureel werk - dat is een andere kwestie, want dat is een zaak waar het Sociaal-cultureel werk zelf niet uit kan komen - in bilateraal overleg gaan om alsnog een oplossing te vinden voor de problemen die door het rapport van de Milieudienst zijn ontstaan. De Voorzitter: Ik stel voor de discussie af te ronden.
Mevrouw Van Steijn: Ik zit nog met een probleem. Hoe ziet u dat in het licht van de gebruiksvergunning die per 1 januari afloopt? Wethouder MacGillavry: Daar zullen we op korte termijn een oplossing voor moeten vinden. Wij hebben nog 10 dagen de tijd. Het rapport is heel recent. Ik kan daar op dit moment niks over zeggen.
Mevrouw Van Steijn: Hebt u oplossingen achter de hand? U kunt wel zeggen dat u nog 10 dagen hebt …
Wethouder MacGillavry: In die 10 dagen kan veel. Ik zal een oplossing moeten verzinnen. Dat dat in die 10 dagen moet gebeuren, klopt.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 721 -
De heer Staal: Wethouder, met alle respect: het is 20 december, we hebben er Kerst en Oud en Nieuw tussen zitten. Het is ‘wishful thinking’ te denken dat u nog 10 dagen hebt. Dat is onzin. De heer Van der Horst: Mag ik erop wijzen dat we dit onderwerp per se moesten behandelen omdat het zo’n haast had? Wat blijkt nu: het had eigenlijk niet behandeld hoeven worden, want u bent er gewoon niet.
Wethouder MacGillavry: Niemand had verwacht dat het rapport van de Milieudienst op deze manier zou uitpakken. Ik sta ervan te kijken dat het kennelijk wel in het Sjelter-gebouw kon, maar niet in het Buitenhoflaan-gebouw. Enfin, dat staat allemaal netjes in het rapport. Niemand had dat verwacht. Dit komt als een extra beer op de weg te liggen. We zullen daar een oplossing voor moeten bedenken, hoe dan ook. De heer Hollands: Voorzitter, mag ik u een vraag stellen. U bent voorzitter van de commissie Openbare Orde en Veiligheid. Hoe lang duurt het voordat een gebruiksvergunning die niet meer van kracht is, weer geactiveerd kan worden? Hoeveel tijd is daar voor nodig? De Voorzitter: Dat weet ik niet, maar de brandweer kan - dat gebeurt bij allerlei openbare manifestaties - ter plekke een aantal maatregelen voorschrijven in goed overleg met betrokkenen. Het is dus ‘a la minute’ te regelen. Daar mag u mij aan houden; dat doet zich geregeld in deze gemeente voor. Gelukkig maar dat er wel eens ter plekke wat geregeld kan worden. Mevrouw Van Steijn: Ik ga ervan uit dat de wethouder ons de komende 10 dagen op de hoogte houdt van de vorderingen en het resultaat.
Wethouder MacGillavry: Uiteraard.
De Voorzitter: Uiteraard; dat leggen we vast.
Mevrouw Van Steijn: Van mijn vragen aan de heer Laman heb ik gezegd dat ze wat mij betreft blijven staan. Als de wethouder dat beaamt, zie ik de antwoorden graag tegemoet. Wethouder Laman: Wat mij betreft ook.
Vraag 8 van de heer Langenberg namens de VVD inzake Achthovenerweg.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 722 -
Is het college tevreden over: 1.
De verkeersintensiteit op deze weg?
2.
De gemiddeld gereden snelheid op deze weg?
3.
De overlast voor omwonenden als gevolg van oa. vrachtverkeer?
Zo nee, welke (aanvullende) maatregelen stelt het college voor teneinde de situatie te verbeteren?
De Voorzitter: De vragen met betrekking tot de Achthovenerweg zijn nog niet beantwoord. Het college was er nog niet aan toegekomen? Wethouder MacGillavry: Dat klopt, Voorzitter. We hadden namelijk veel vragen te beantwoorden. Deze vragen worden deze of volgende week beantwoord. De Voorzitter: Daarvan nemen we kennis.
De heer Langenberg: Ho, ho, ho. De komende 10 dagen hebt u nogal wat te doen, geloof ik. Ik zou de antwoorden graag voor 1 januari zien. De Voorzitter: De wethouder heb ik horen zeggen: nog deze week - dacht ik.
Wethouder MacGillavry: Deze of volgende week. De heer Langenberg: Zie, daar heb je ’t al; voor 1 januari.
De Voorzitter: Dan leggen we dat vast.
Vraag 9 van de heer Langenberg namens de VVD inzake Vliko.
Wat is de actuele stand van zaken rondom de eventuele verplaatsing van Vliko?
Antwoord: Met Vliko BV is een goed gesprek gevoerd. In de ogen van het college is een alternatieve locatie voor Vliko BV niet beschikbaar. Hiervoor is gekeken naar bedrijventerreinen en lokaties in de regio Holland Rijnland. In samenspraak met Vliko BV is een charmeoffensief gestart bij de buurgemeenten Leiden en Zoeterwoude. Dit is gedaan om een goed beeld te geven van de activiteiten van Vliko BV en een eventuele verplaatsing naar een andere locatie soepeler te laten verlopen. Een afvaardiging van de beide colleges heeft een bezoek gebracht aan het bedrijf en heeft een rondleiding gekregen over de locatie met daarbij een toelichting door de heer Koen.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 723 -
Op het moment dat er duidelijkheid is over een alternatieve locatie wordt u hiervan op de hoogte gebracht. Vraag 10 van de heer Langenberg namens de VVD inzake de discussieavond op 15 december.
Waarom is de door diverse instellingen georganiseerde discussieavond op 15 december niet doorgegaan?
Antwoord: Hieraan ligt een aantal oorzaken ten grondslag. De belangrijkste oorzaken zijn gelegen in onvolledige communicatie en een aantal misverstanden. Zoals u weet hebben wij in een goed en constructief gesprek met de organisatoren, de wederzijdse ervaringen en gevoelens met betrekking tot de voorbereiding en het uiteindelijk niet doorgaan van de avond besproken. Tevens is besloten de bijeenkomst door te laten gaan op woensdag 2 februari 2005 in het gemeentehuis. De gemeente zal bij de voorbereiding steun verlenen. De Voorzitter: De antwoorden zijn inmiddels gegeven, inclusief een persbericht. Geeft dit nog aanleiding tot vragen?
De heer Langenberg: Ik ben blij dat er inmiddels overeenstemming is de discussieavond alsnog op 2 februari te houden. In het antwoord staat: hier ligt een aantal oorzaken aan ten grondslag. Welke zijn dat dan? Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
De Voorzitter: Heeft de wethouder nog iets toe te voegen aan de beantwoording?
Wethouder MacGillavry: Eigenlijk niet. Er is een aantal misverstanden gerezen. Dat kan gebeuren, het blijft mensenwerk. Het is heel vervelend en jammer. We hebben naar een oplossing gezocht. We hebben constructief met de Oudheidkamer overlegd, u kunt dat lezen in het persbericht. We gaan op 2 februari de nieuwe dag organiseren. De gemeente is daar nu ook partij in. Vandaar dat we ook gezegd hebben dat het in het gemeentehuis kan. Wat dat betreft zijn de problemen opgelost.
De heer Langenberg: Hebben de door de organisatie in mijn ogen gestelde kritische vragen aanleiding gegeven tot deze problemen?
2004
- 724 -
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
De Voorzitter: Ik stel voor de discussie af te ronden. Ik wil de wethouder nog een keer het woord geven en dan gaan we naar de volgende vraag. Wethouder MacGillavry: Ik neem aan dat u op de stellingen doelt. Zoals u weet heb ik de Oudheidkamer aangeraden niet de afdeling OSW uit te nodigen om de stellingen te verdedigen, maar de politiek, de fracties. Daarmee hebben zij ingestemd. Wij hebben u daar via de griffie een uitnodiging voor gezonden. Iedere stelling kan met de politiek besproken worden. Dat mag geen enkel probleem zijn. Ik denk niet in uw visie, maar ook niet in die van mij. Vraag 11 van de heer Van der Horst namens de VVD inzake LVU/SCw.
De VVD wordt graag geïnformeerd over de stand van zaken van de toekomstige gebruikers van de locatie aan de Buitenhoflaan.
In de commissie vergadering van 8 december jl. heeft de wethouder op een vraag van de VVD t.a.v. de geluidsoverlast in relatie tot de indeling van de cursussen van met name de LVU geantwoord dat dit probleem is opgelost. Reeds tijdens de verdere commissievergadering en ook in het gevoerde mailverkeer daarna heeft de VVD geconstateerd dat de relatie SCw en de LVU blijkbaar is gefrustreerd. De VVD maakt zich dan ook zorgen dat deze gebruikers de roosterproblematiek niet weten op te lossen zodanig dat er geen sprake van geluidsoverlast zal zijn. De VVD bekijkt deze kwestie nog steeds vanuit het belang dat de leiderdorpse burger heeft bij het continueren van het cursusaanbod van de LVU.
-
De VVD vraagt de wethouder dan ook of hij inmiddels de regie naar zichzelf heeft toegetrokken waarop wij aangedrongen hebben in het gesprek dat mevrouw Meijer op 21 oktober jl. met de wethouder en de betreffende ambtenaar over deze zelfde problematiek heeft gehad.
Antwoord: Het betreft in deze een kwestie tussen twee - in onze ogen - goed functionerende en volwassen organisaties
die
hun
eigen
verantwoordelijkheid
kennen.
Zij
hebben
dan
ook
hun
verantwoordelijkheid in deze genomen en zijn met elkaar in gesprek. Overigens doet zich in deze een nieuwe situatie voor die om nieuw overleg met alle partijen vraagt. Zie hiervoor onze beantwoording op de aanvullende vraag van de PvdA-fractie.
2004 -
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 725 -
In dit kader vraagt de VVD tevens of er andere ruimten beschikbaar zijn waar activiteiten van de LVU dan wel SCw uitgevoerd kunnen worden.
Antwoord: Betrokkenen onderzoeken alle mogelijkheden, waarbij dus ook alternatieve ruimte meegenomen wordt.
De heer Van der Horst: We hebben verder geen aanvullende vragen. We blijven alleen opmerken: wethouder, pak de regie!
5.
Notulen van de op 28 oktober 2004 gehouden begrotingsvergadering 29 oktober 2004 gehouden begrotingsvergadering 15 november gehouden vergadering.
De Voorzitter: De verslagen van 28 en 29 oktober worden conform vastgesteld. Het verslag van 15 november. De heer Kocken: In de vergadering van 15 november heb ik een opmerking gemaakt omtrent het collegebesluit inzake de Europese richtlijn Inkoop en Aanbesteding. U hebt daarvan gezegd dat het college ons daar voor de volgende raadsvergadering een antwoord op zal geven en dat het opgenomen zal worden in de lijst van toezeggingen. Ik heb dat niet kunnen vinden. Misschien kan dat voor de volgende vergadering. De Voorzitter: Dat zullen we doen. Ik constateer, maar dat is heel fijntjes, dat het college niet verantwoordelijk is voor de lijst van toezeggingen; dat is de raad zelf. Uw boodschap is echter duidelijk. Mevrouw Manshanden: Ik zou graag zien dat op p.635 - gezien de persoonswisselingen die hier af en toe plaatsvinden - wethouder Manshanden vervangen wordt door wethouder Molkenboer.
De Voorzitter: Met inachtneming van de gemaakte opmerkingen is het verslag van 15 november vastgesteld.
6.
Ingekomen stukken en mededelingen (regio).
163.
Een brief van het cultuurhistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek dd. 5 november 2004, ons nummer 4578, met het verzoek om de naam Bollenstreek op een of andere manier in de naamgeving van de regio te laten terugkomen.
2004 164.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 726 -
Zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied van de Zuid-Hollandse Milieufederatie dd. 3 november 2004, ons nummer 4577.
165.
Zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied van drs. B.R. de Vries dd. 3 november 2004, ons nummer 4576.
166.
Een brief van de heer en mevrouw Van Kampen-Kramer dd. 12 november 2004, ons nummer 4650, inzake de opheffing van de streekmuziekschool Rijnakkoord.
167.
Nadere toelichting op de zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied van Bancken Advies BV namens de Golfvereniging Leiderdorp dd. 16 november 2004, ons nummer 4669.
168.
Een brief van Regionale programmaraad Leiden e.o. dd. 15 november 2004, ons nummer 4761, inzake programmeringsadvies radiopakket.
169.
Nieuwsbrief 1781 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten inzake Nieuwe Vereniging voor Raadsleden, ons nummer 4761.
170.
Een brief van de burgemeester van Leiderdorp dd. 23 november 2004, ons nummer 4860, inzake de gemeentegids 2004-2005 en de bewonersavond.
171.
Een brief van het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp dd. 24 november 2004, ons nummer 4884, inzake onderzoeksplan gemeente Leiderdorp 2005.
172.
Een brief van de heer W.J. Laman, wethouder personeel, dd. 30 november 2004, ons nummer 4920, inzake inzage in inhuur externen ten laste van de personeelsbegroting.
De heer Staal: Ik heb veel respect voor de brief, maar hij dekt niet de lading zoals gevraagd is in de begrotingsraad en de motie die daaraan ten grondslag lag die namens VVD en BBL is ingediend. Hij heeft er nu een aspect uitgehaald en beperkt beantwoord, maar de motie en het antwoord van de wethouder tijdens die begrotingsraad waren overduidelijk; hij zou een complete lijst sturen waar alle aspecten die hij hier opnoemt in beantwoord zouden worden. We zien maar een beperkt antwoord.
Wethouder Laman: Dat is dan een misverstand. Ik dacht aangegeven te hebben dat het antwoord dat ik nu aan u heb laten toekomen, het antwoord is op de vraag die is gesteld. Als dat niet zo is, stellen we dat bij deze vast.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 727 -
De heer Staal: Ik denk dat het goed is hier in de volgende commissie op terug te komen. Ik zal u de tekst van de motie nog eens toesturen - dat lijkt me handig - want daar staat precies in wat gevraagd is. De Voorzitter: In de volgende commissie 1-vergadering komt het terug.
De heer Langenberg: Ik verwijs voor de duidelijkheid naar p.614 van het boekje van 29 oktober.
De Voorzitter: Dan is het helemaal duidelijk.
173.
Een brief van het buurtoverleg Zijlkwartier, de heer M.J. Erkelens, dd. 30 november 2004, ons nummer 4922, inzake mogelijke ongewenste ontwikkelingen rond de verkeerssluis in de Splinterlaan.
De Voorzitter: Met betrekking tot deze brief is ingesproken.
174.
Een brief van de gemeenteraad van Noordwijkerhout dd. 16 november 2004, ons nummer 4923, met daarbij een motie inzake het door het Kabinet voorgenomen ‘Kierbesluit’ betreffende het beheer van de Haringvlietsluizen.
175.
Een brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties dd. 24 november 2004, ons nummer 4924, inzake vernieuwde accountantscontrole bij provincies en gemeenten.
176.
Een e-mail van de gemeenteraad van Stadskanaal dd. 30 november 2004 ons nummer 4921, met daarbij een motie inzake veiligheidsregio’s.
177.
Een brief van IZA Nederland dd. 30 november 2004 ons nummer 4973, inzake begroting premies/pakket 2005 IZA Nederland.
178.
E-mail van de gemeente Haaksbergen dd. 7 december 2004, ons nummer 5015, inzake motie over de financiële relatie rijk/gemeenten.
De Voorzitter: De lijst van ingekomen stukken is afgehandeld.
Mededelingen. De Voorzitter: 8 Januari hebben we onze nieuwjaarsreceptie.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 728 -
Wethouder Molkenboer: Het college heeft er behoefte aan u op een aantal punten met betrekking tot het Tracébesluit te informeren. Ik beloof u overigens dat we u een voortgangsbericht toe zullen sturen - begin januari. Ik beluister hier en daar onrust en onzekerheid. Het leek me goed u helder te maken hoe een en ander exact in elkaar steekt. Wat is er aan de orde? Wij zijn in afwachting van het Tracébesluit. Van het Tracébesluit schat Rijkswaterstaat in dat het waarschijnlijk in april/mei af zal komen. Waarom is het Tracébesluit verschoven? Het Tracébesluit is verschoven omdat RWS in de Tracébesluitprocedure niet het risico wil lopen teruggefloten te worden door de Raad van State als gevolg van de jurisprudentie die inmiddels ontwikkeld is op een andere zaak. Men vond het verstandig naast jaargemiddelden, de 24-uurs-gemiddelden te berekenen. Dat wordt gedaan. We hebben niet de verwachting dat daar veel consequenties aan vastzitten. Als gemeente hebben we TNO eveneens gevraagd de 24-uurs-gemiddelden te berekenen van de parallelweg, want zo werken wij. Wij verwachten die uitkomsten ergens in februari/maart. Dat heeft niets van doen - zoals eerder deze avond gesuggereerd werd - met andere ontwikkelingen. Dat staat op zichzelf. Daarnaast is er een tweede zaak. Hier gaat het eveneens om een besluit van de Raad van State; dit heeft als gevolg dat het ministerie van VROM actie gaat ondernemen. Het ministerie van VROM komt als gevolg van Europese regelgeving en de effecten daarvan, met reparatiewetgeving. Hoe die reparatiewetgeving eruit komt te zien, weten wij niet. De verwachting is dat ook VROM in april deze reparatiewetgeving op orde zal hebben. Wat gaat het repareren? VROM gaat in ieder geval opnemen dat in plaats van jaargemiddelden, gemeenten 24-uursgemiddelden moeten berekenen; in zoverre is er wel een relatie. Daarnaast gaat VROM voor bijzondere voorzieningen, categorieën, zoneringen ed. aangeven. Wat daaruit voortkomt, weten we niet. Een ding weet ik wel, het zal niet op kantoorlocaties slaan. Dat is niet aan de orde. Het gaat natuurlijk over scholen, gezondheidscentra en dat soort zaken. Wat daar de uitkomsten van zijn, weten we niet. Zodra die regelgeving er is, zullen wij opnieuw een afweging maken, u kond doen van die afweging en die met u bespreken. In tegenstelling tot wat vanavond viel, de GGD, VROM en de Regionale Milieudienst hebben allen erkend dat wij aan de normen voldoen. Ze hebben daar kritische kanttekeningen bij gemaakt overeenkomstig hun verantwoordelijkheden, maar hebben allen aangegeven dat we binnen de normen onze zaken op orde hebben. Er komt nieuwe regelgeving, daaraan moet dus opnieuw getoetst worden. Ik heb aangegeven dat we dat moeten afwachten en opnieuw moeten toetsen. Hoe die toetsing uitpakt, weet ik niet. Dat kan positief zijn, dat kan negatief zijn; het is in maart/april aan de orde. Moeten we dan al acties voor alternatieven gaan ondernemen? Als dat zo simpel was, hadden we hier al in een andere discussie over gesproken. Alternatieven zijn er niet zo gemakkelijk. De alternatieven die er zijn, liggen allemaal in dezelfde zone.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 729 -
Wat dat betreft schieten we er niet zoveel mee op, want als die zonerings-discussie verkeerd uitpakt, kunnen we niet eens op de huidige locatie van de Kastanjelaanschool nieuwbouw plegen om maar eens een voorbeeld te noemen. Die zone is namelijk gelijk aan die van de Brede School. Oplossingen zijn niet zo voor de hand liggend. Mogelijk zijn ze er wel, maar dan worden we ook nog getroffen door archeologie; dat is ook geen korte termijn-discussie. Het is niet zo dat het college zomaar een oplossing uit zijn zak kan toveren. Het optimisme waarmee vanavond gesproken is - ‘vindt even een andere oplossing’ - is helaas niet aan de orde. Als het straks negatief uitpakt, moeten we wel iets met elkaar doen, maar dat gaat lange termijnwerk worden. Ik wil nogmaals aangeven dat dat geen gemakkelijke zaak is. Ik vind wel dat we eerst de resultaten van de nieuwe regelgeving moeten afwachten. Dan maken we een nieuwe afweging. Dat lijkt me verstandig en correct. Dat moeten we ook. Op basis daarvan gaan we verder met de discussie. In februari, maart, april komen we met deze discussie bij u terug. We zullen dit ook op schrift zetten, zodat u het allemaal nog eens na kunt lezen. Het leek me goed dit even mede te delen. De Voorzitter: Krijgen we ook problemen met betrekking tot de financiering die Leiderdorp moet plegen. Wethouder Molkenboer: Daar hebben we wel even naar gekeken, zeker wanneer het zou gaan om die zoneringen. Daarvan is de verwachting dat het niet echt aan de orde is. Misschien heeft het wel een beetje impact, maar niet in die zin dat we nerveus worden. Ik wil u wel aangeven dat we de minister inmiddels hebben laten weten - door middel van een brief via de gedeputeerde Jeltje van Nieuwenhoven - dat wij nu wel aan het inventariseren zijn wat het uitstel van het Tracébesluit de gemeente Leiderdorp financieel kost. Het gaat niet om tienduizenden euro’s, maar om ettelijke tonnen. Wij zijn voornemens daar met haar over van gedachten te wisselen; de gedachte leeft niet op de termijnen te betalen die inmiddels zijn afgesproken. De minister zegt heel helder: wij kunnen ons werk op tijd opleveren. Dat kan door de aannemer sneller te laten werken. Wij zijn als gemeente echter wel gehouden de procedures correct te laten verlopen. Die kunnen wij niet beïnvloeden. Gelukkig maar, want dat zou een slechte zaak zijn. We willen dat natuurlijk wel, maar dat zou niet goed zijn. Het moet zijn beloop hebben en daarin kunnen wij niet versnellen. De consequenties zullen we met RWS gaan bespreken. We zullen u daarvan op de hoogte houden. De Voorzitter: Lukt het om voor de eerstvolgende commissie 2-vergadering een en ander op schrift te hebben, zodat daar eventueel verder gediscussieerd kan worden?
Wethouder Molkenboer: Dat kan, want dat is in januari.
7.
Voorstel tot het instemmen met de definitieve inschaling van de griffiersfunctie.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 730 -
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 7A.
Voorstel tot het benoemen van de heer B. Reidsma als lid van commissie 2.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
8.
Voorstel tot het handhaven van de naam Holland Rijnland en de naam Rijnland Bollenstreek als alternatief niet te steunen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 9.
Voorstel tot het instemmen met de uitgangspunten als verwoord in het beleidskader Regionale Sociale Agenda Holland Rijnland.
Mevrouw Manshanden: Ik heb afgelopen woensdag de algemene bestuursvergadering mogen bijwonen waarin dit al aan de orde is geweest. In commissie 2 was afgesproken dat we ons voorstel over de sociale raadslieden zouden inbrengen. We hebben ter plekke besloten dat de portefeuillehouder dat in het portefeuillehoudersoverleg zou doen. Ik vond dat ik u dat in het openbaar moest melden. In de notulen van commissie 2 heb ik gelezen dat we het voorlopig zouden moeten doen met notulen van de portefeuillehoudersoverleggen die ter inzage worden gelegd. Mijn ervaring is dat daar nogal wat tijd overheen gaat. Ik zou het erg prettig vinden als in de commissies 1 en 3 de mededelingen van de regio ook gebruikt zouden worden door de portefeuillehouders om verslag te doen. Dan blijven we toch wat meer op de hoogte. Dat is mijn verzoek.
Mevrouw Van Beelen: Mijn punt ging ook over de informatie-uitwisseling; dat vinden wij erg belangrijk. De notulen liggen inderdaad ter inzage. Aan het pleidooi van GroenLinks willen wij toevoegen dat we graag een goed archiefsysteem in de leeskamer m.b.t. dit onderwerp en sowieso voor de regio in het algemeen zouden willen hebben.
De Voorzitter: Ik kijk naar mijn linker buurvrouw; dat zal zij bevorderen. U kunt allemaal leven met de suggestie meer gebruik te maken van het punt ‘regio’ en tussentijds terug te koppelen voordat er verslagen zijn? Ja. Prima, dan hebben we afgesproken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
2004 10.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 731 -
Voorstel tot het vaststellen van de aanpassingen op de diverse belasting- en legesverordeningen 2005.
De Voorzitter: U hebt op uw tafel enkele wijzigingen gevonden.
De heer Gardeniers: Na twee jaar zeer kritische geluiden van onze kant te hebben laten horen over deze lokale heffingen, moeten we dit jaar een compliment uitdelen. Dat wilden we dus even doen. Eigenlijk alle wijzigingen die wij in de commissie hebben voorgesteld, zijn integraal overgenomen. Wat dat betreft onze complimenten, zeker ook ten aanzien van de toevoeging van de asterix bij de rijksheffingen, waar wij dus niks aan kunnen doen. Ik dank u ervoor.
Mevrouw Van Beelen: Wij kunnen instemmen met de verhogingen a t/m i, maar niet met de OZBverhoging, want die is niet conform de begrotingsmotie. De Voorzitter: Ik beschouw uw opmerkingen als stemverklaringen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het gewijzigde voorstel van burgemeester en wethouders, met aantekening voor de fractie van de VVD dat zij niet akkoord gaat met de Verordening OZB 2005.
11.
Voorstel tot het vaststellen van de verordening Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Leiderdorp.
De heer Thunnissen: Ik kan kort zijn, namelijk door hier een uitroepteken bij te zetten. Dit is een uitstekend voorstel. Die Verordening moest er nodig komen. De heer Kocken gaat straks nog wat voorstellen - dat gras zal ik niet voor zijn voeten wegmaaien - dat er nog aan ontbrak. Als dat eraan wordt toegevoegd, kan er alleen maar voor gestemd worden De heer Staal: Het voorstel ziet er goed uit. Er leven bij ons vragen bij hetgeen staat bij ‘kosten en baten’. Ik stel die aan de wethouder van Financiën. Als ik dit stukje lees, vraag ik me af of de financiële administratie wel op orde of toegankelijk is als ik lees, ik citeer: ‘Het is onduidelijk of dit bedrag wel is opgenomen in de begroting. Indien dit wel gebeurd is, moet nader onderzoek uitwijzen waar dit bedrag gebleven is. Het lijkt erop dat de uitgaven Communicatie hierop zijn geboekt.’ Ik krijg daar twijfels over. Ik wil daar uitleg over hebben.
De heer Kocken: We hebben in de commissie gesproken over deze Verordening die getoetst moet worden aan de Wet. Ik heb een paar opmerkingen gemaakt. Aan de meeste opmerkingen is gevolg gegeven. Er is gesproken over het feit dat er ook inhoudelijk door het platform met het college vergaderd moet worden. Vandaar dat ik een amendement op art. 11 voorstel.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 732 -
Het voorstel is daar een lid 7 aan toe te voegen. Dat luidt: op een van de vergaderingen als bedoeld in lid 1, vindt tenminste eenmaal per jaar overleg plaats met het college van burgemeester en wethouders. Ik heb begrepen dat de wethouder zich daarmee kan verenigen. De Voorzitter: Ik lees de tekst voor de goede orde voor, want die was mij niet van tevoren geworden.
Amendement Aan art. 11 wordt toegevoegd een lid 7, luidende:
Op een van de vergaderingen als bedoeld in lid 1, vindt tenminste eenmaal per jaar overleg plaats met het college van burgemeester en wethouders. Mevrouw Van Beelen: In de commissie hadden we gevraagd iets uit te zoeken. Het staat op de pagina genummerd nr. 232 (5), tweede bolletje bij standpunt commissies. De vraag was of het platform ook betrokken kon worden bij de vaststelling van het gemeentelijk beleid. In de commissie waren we tot de slotsom gekomen dat het wel kon activeren, maar niet betrokken was bij het vaststellen van het beleid.
Wethouder Molkenboer: Ik kan me geheel vinden in het voorstel van de heer Kocken. Ik adviseer de raad dat over te nemen. De heer Staal. De heer Staal heeft gelijk. Eigenlijk hadden wij soortgelijke opmerkingen, van: goh, hoe zit het nu? Dat bedrag stond er wel, maar dat is voor andere dingen gebruikt. Wij zijn bezig dat in de begroting te corrigeren. Ik kan me uw opmerking wel voorstellen. We zullen dit niet meer laten plaatsvinden. Bolletje 2 dat we nog zouden uitzoeken. Ik hoor nu: alle drie de bolletjes. Bolletjes 2 en 3 zijn namelijk ingelost. Bolletje 2 had betrekking op art. 4. Art. 4 luidt: ‘Het platform wordt betrokken bij de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie …’, we hebben ‘vaststelling’ in overleg met u eruit gehaald. Dat is dus ingelost. Bolletje 3 hoeft niet in de Verordening; er zullen enige financiën beschikbaar worden gesteld. Bolletje 1 ligt ingewikkelder, omdat in de regeling staat … De heer Langenberg: Het ging onder andere over mensen …
Wethouder Molkenboer: Beëindiging van het lidmaatschap; ik weet waar u het over hebt, dus als u me even de gelegenheid geeft antwoord op te geven.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 733 -
De heer Langenberg: Ik wilde u alleen maar even helpen.
Wethouder Molkenboer: Dat hoeft niet, want ik weet wat er bedoeld wordt. Art. 7, beëindiging van het lidmaatschap. Daar staat: ‘als belanghebbende of diens vertegenwoordiger niet meer deel uitmaakt van deze groepen’. Daaruit kan worden afgeleid dat het niet per se een Leiderdorper hoeft te zijn. Vandaar dat we dat op deze manier laten staan. Het is dus niet plaatselijk gekoppeld.
De Voorzitter: Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
12.
Voorstel tot het vaststellen van de aanpassing op de verordening Leerlingenvervoer gemeente Leiderdorp.
Wethouder Laman: Op 25 augustus hebben we in commissie 3 gesproken over de toen voorliggende voorstellen van het college aan te sluiten bij de regelgeving in de regio. Daar was toen commentaar op, met name op de toepassing van het tijdscriterium; de oprekking van 1 naar 1,5 uur. Dat lag moeilijk. Het college heeft daarop bij de begrotingsbehandeling toegezegd dat we de tijd van de overgangsregeling zouden gebruiken voor het doen van een studie; dat staat wat mij betreft nog recht overeind. Dat wilde ik voordat het rondje wordt gemaakt, gezegd hebben.
De heer Staal: Ik wil graag weten wat deze woorden nu precies betekenen. Gaan we het nu behandelen of komt er een voorstel, want daar gaat de discussie volgens mij over. Mevrouw Manshanden: Volgens mij betekenen de woorden van de wethouder dat het voorstel wordt ingetrokken.
Wethouder Laman: Nee, ik wilde alleen maar even herinneren aan de toezegging van het college op het punt van de studie. De heer Thunnissen: Er wordt nu toch niks gestudeerd, want het besluit dat hier voorligt, zegt gewoon: we vullen het in. Wethouder Laman: De studie zou in het voorjaar van 2005 plaatsvinden.
De heer Thunnissen: Maar nu wilt u ons laten besluiten dat we dat met de kilometers doen; dus die is al ingevuld.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 734 -
Wethouder Laman: Nee, wat nu voorligt is een voorstel enkele maatregelen die waren gericht op de bestrijding van de budgetoverschrijding, ‘teniet te doen’. Nou, ‘teniet te doen’, dat gebeurt voorlopig niet voldoende. Die voorstellen liggen op het ogenblik voor. Dat gaat om voorstellen die gelden voor nieuwkomers, maar ook voor mensen die nog meedoen in het lopende schooljaar. Dat betreft een verhoging van eigen bijdrage en wat dies meer zij. Ik wilde alleen even herinneren verder is het aan de raad te beslissen over het voorliggende voorstel - aan het feit dat het college had aangegeven graag een studie te willen doen met de betrokken ouders en zo mogelijk met deskundige raadsleden, want die zijn er wel degelijk. De Voorzitter: Ik hoorde net suggesties dat we dit agendapunt aan kunnen houden, etc. Wat is de juridische status? Wat gebeurt er als we het aanhouden? De heer Van der Horst: Ik begrijp niet waarom we het zouden moeten aanhouden. De Voorzitter: Ik vraag aan de wethouder …
Wethouder Laman: Dat is een vraag die we in de volgende fase kunnen beantwoorden. Ik heb alleen willen herinneren aan de toezegging van het college een studie te doen op het punt van het tijdscriterium dat als nogal verstrekkend werd ervaren. We hebben daarvan gezegd dat we daarop gaan studeren in het voorjaar van 2005. Die toezegging wilde ik alleen in herinnering brengen. Verder is het aan de raad aan te geven wat hij vindt van het voorliggende voorstel. De heer De Vries: Ik denk dat de wethouder gelijk heeft. Ik denk dat we in deze raad moeten oppassen dat we niet elke hete aardappel continu voor ons uitschuiven. We hebben ons tijdens de Algemene Beschouwingen verplicht voor een bedrag van € 40.000,- een alternatieve dekking te vinden. Als u hier nu zegt dat dit voorstel ingetrokken moet worden, constateer ik dat we hier zonder slag of stoot zeggen dat we bovenop die € 40.000,- nog eens € 30.000,- elders zullen moeten zien te vinden. We hebben te maken met een overschrijding van € 60.000,-. De heer Van der Horst: Volgens mij gaat het om € 88.000,-.
De heer De Vries: Dat was de voorgestelde bezuiniging, daarnaast hebben we nog een overschrijding.
De heer Thunnissen: Volgens mij is hier sprake van een Babylonische spraakverwarring. In mijn hoofd zit ook € 40.000,-. Voor die bezuinigingsdoelstelling hebben we ons allemaal sterk gemaakt. Die heeft wethouder Van der Does in zijn tas en die blijft in die tas.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 735 -
Voor € 40.000,- zullen we een oplossing moeten vinden. Zoals het voorstel van het college er nu uitziet, lijkt dat gezocht te worden in het kilometerverhaal. Wij hebben gezegd: doe dat nu niet, denk daar slimmer over na en zoek dat op een andere manier uit. Misschien kan het ook zonder … De heer De Vries: Het zou handig zijn dat de mensen het woord voeren die voor de commissie ook, als het goed is, hun stukken bestudeerd hebben. Er wordt nu namelijk steeds de indruk gewekt dat die € 80.000,- het enige probleem is dat we hebben. Dat is niet zo. Er was een voorgestelde bezuiniging en er was een overschrijding. Van die bezuiniging hebben we gezegd dat we daar een alternatief voor wilden vinden. Dat is vanwege de overgangsregeling van een half jaar maar € 40.000,-. De heer Weeda: U ziet nu de Babylonische spraakverwarring. Die hadden we in de commissie kennelijk ook. De heer De Vries: We hebben die discussie ook in de commissie gehad. Had dan even in de allereerste stukken nagekeken waar we het over hebben. De heer Van der Horst: We hebben net de notulen van de begrotingsvergadering van 29 oktober vastgesteld. Ik wil wel een stuk citeren, maar als we kijken naar p.585 dan staat daar duidelijk wat er in die vergadering is vastgesteld. Dat houdt een knip in. Nu € 44.000,- en een onderzoek naar € 88.000,-. Dat hebben we vastgesteld. Ik stel voor dat we ons houden aan het besluit dat toen genomen is, want jullie hebben allemaal voor die begroting gestemd. Mevrouw Van Steijn: Ik heb niet gelezen wat er staat, maar dat maakt niet uit. Ik heb een en ander … De heer Van der Horst: Ik denk dat het wel uitmaakt, mevrouw Van Steijn.
Mevrouw Van Steijn: Een ding weet ik zeker. Wat wij gezegd hebben in die begrotingsraad was dat wij het hele verhaal begin volgend jaar onderzocht wilden hebben. We hebben toch de tijd tot de zomer omdat wat ons betreft regelingen niet op de helft van een schooljaar kunnen ingaan of gewijzigd kunnen worden. We zouden de eerste paar maanden van het volgend jaar de tijd nemen een en ander nader uit te zoeken en te kijken welke alternatieve voorstellen er eventueel mogelijk zijn. Op het moment dat blijkt dat dat niet mogelijk is, kan de wethouder deze bezuiniging inboeken met ingang van het nieuwe schooljaar. Dat is wat de PvdA ervan gezegd heeft tijdens de begrotingsvergadering.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 736 -
De heer Van der Horst: Dat is niet vastgesteld. In het boekje staat wat er is gezegd. Dat is net vastgesteld. Mevrouw Van Steijn: Dit is wat wij er van gezegd hebben en daar blijven we bij.
De heer De Vries: Ik heb indertijd een A4-tje gezien met allerlei suggesties van de heer McDaniel. Dat is prima, daar kunnen we mee aan de slag. Het is echter een illusie te denken dat die suggesties optellen tot het bedrag … Mevrouw Van Steijn: Dat weet u helemaal nog niet. Er zijn diverse alternatieve mogelijkheden …
De Voorzitter: Ik denk dat hier verschillende meningen liggen.
De heer Weeda: Om de verwarring nog iets groter te maken. In datzelfde boekje, op dezelfde pagina (p.585) staat, ik citeer: ‘We houden die bezuinigingen dus aan. Mocht blijken dat zij niet of onvoldoende te realiseren zijn, dan zullen we daar later mee terugkomen. Wellicht moet er dan een andere dekking worden gezocht.’ De heer Van der Horst: Dat is precies wat ik net gezegd heb. Dat is die € 88.000,- waar het onderzoek door de wethouder naar plaatsvindt. Het andere bedrag behandelen we nu. De heer Van Gurp: Ik vind het een merkwaardig voorstel. Ik ga misschien wel voor 100% mee met de woorden van mevrouw Van Steijn. Ik denk dat het eens goed bekeken moet worden. Ik heb uitgerekend dat het gaat om 14 ouders gedurende een half jaar. Ik denk dat die € 40.000,- niet eens binnengehaald wordt. Laten we voor die paar centen nog even nadenken, volgend jaar met een goed voorstel komen en de ouders niet halverwege opzadelen met een brief waarin ze te horen krijgen dat ze er vanaf 2 januari - ze krijgen dat dan een week van tevoren te horen - niet meer voor in aanmerking komen.
Mevrouw Manshanden: Ik wil me aansluiten bij de PvdA. Onze fractie vindt de wijziging in het kilometercriterium niet veel anders dan het tijdscriterium. Volgens ons hebben we alleen de financiën bij de begroting vastgesteld en zou de wethouder nog uitzoeken hoe dat het beste opgebracht kan worden.
Wethouder Laman: Destijds is - daarom begon ik met de commissievergadering van 25 augustus duidelijk gebleken dat de enige kritiek die men toen op de voorstellen om de Verordening te wijzigen had, betrekking had op de oprekking van het tijdscriterium.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 737 -
Dat levert een forse bezuiniging op: € 88.000,-. Daarvan heeft het college gezegd dat het daarop zou gaan studeren. Dat was de toezegging die we bij de begrotingsbehandeling gedaan hebben. Ik vind het uitstekend als de raad anders beslist. Wat mij betreft bekijken we de hele regeling. Als we daar een prachtige alternatieve invulling voor kunnen vinden en dat levert de beoogde bezuinigingen op, heb ik er geen probleem mee. Ik heb echter het gevoel dat hier wel wordt gepleit voor een studie, maar de consequenties die dat heeft voor de reeds aangenomen begroting niet worden gezien. Als ik de toezegging kan krijgen dat we - wanneer mocht blijken dat de studie onvoldoende resultaat heeft - met de oorspronkelijke voorstellen - voor zover nodig - terug kunnen komen en deze worden aanvaard, is alle kou uit de lucht. Dan gaan we in januari de eerste bijeenkomst van de werkgroep organiseren. Ik doe nogmaals een beroep op deskundige raadsleden daarin plaats te nemen. We hebben het dan over een gemengde werkgroep van zowel deskundige raadsleden als ouders. We hebben dat in de hoorzitting - ik weet niet of u daarbij geweest bent - ook met ouders besproken. Er waren toen diverse ouders die aangaven daarvoor in te zijn. Het zou mooi zijn als we een groepje kunnen vormen van een paar raadsleden degenen die het betreft voelen zich hopelijk aangesproken - en een paar ouders. Dan gaan we aan de slag en kijken we of we de intelligente arrangementen van de heer McDaniel waar kunnen maken. Die uitdaging wil ik graag aangaan, maar daar heb ik ook de deskundigheid van betrokkenen voor nodig.
De Voorzitter: Een vraag van mijn kant. Is het juridisch mogelijk dit voorstel aan te houden? Kunnen we in de loop van het voorjaar een verordening vaststellen die per 1 augustus in werking treedt? Wethouder Laman: Dat levert problemen op voor wat betreft eventuele nieuwkomers, want die kunnen dan mogelijkerwijs aanspraak maken op een overgangstermijn. Voor de huidige deelnemers loopt de overgangsperiode al en maakt dat wat dat betreft niet uit. Tweede termijn. De heer De Vries: Het blijft jammer - dat is een herhaling van zetten ten opzichte van de commissievergadering - dat we niet in staat zijn hier met elkaar de heldere getallen naar boven te krijgen. We hebben elkaar blijkbaar verkeerd begrepen. We nemen een flinke uitdaging op onze schouders. We moeten nog maar zien of we het halen. Ten aanzien van de nieuwe gevallen wil ik de wethouder meegeven dat daar waar de oude gevallen heldere communicatie hebben gehad dat het mogelijk kan veranderen, iedere nieuwe aanvraag datzelfde bericht krijgt. Anders zijn we te veel dode mussen aan het verkopen.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 738 -
De heer Van der Horst: Ik blijf het een rare constructie vinden. Ik stel voor de werkgroep alleen uit ouders te laten bestaan. Het lijkt me niet handig daar raadsleden bij te betrekken, of ze zouden toevallig ouder moeten zijn. Ik zou het tot ouders willen beperken. De Voorzitter: Ik vraag de wethouder een suggestie te doen voor de verdere procedure.
Wethouder Laman: Die suggestie heb ik al gedaan. Ik heb raadsleden gevraagd toe te zeggen dat ze mee willen gaan doen. Ik heb die toezegging nog niet gehoord. De Voorzitter: Ik bedoel: met betrekking tot het al of niet aanhouden van dit voorstel.
Wethouder Laman: Met betrekking tot dit voorstel heb ik aangegeven dat het voorstel wat mij betreft kan worden aangehouden in afwachting van de resultaten van de werkgroep. Die moeten op z’n laatst ergens medio mei beschikbaar zijn, zodat we daar voor de zomer besluiten over kunnen nemen, mogelijkerwijs eerder. We hoeven nu dan geen besluit te nemen. Ik zeg dat uitdrukkelijk onder de conditie dat we, als de resultaten van de werkgroep onvoldoende zijn om de beoogde bezuinigingen - zoals vastgesteld in de door ons allen aangenomen begroting - te realiseren, terug mogen komen met een deel van de oorspronkelijke voorstellen. Als dat akkoord is, rest nog een antwoord op de vraag die ik net gesteld heb, namelijk, dat ik graag zou willen dat er een paar raadsleden - naast de ouders - in die werkgroep meedoen. Als ik die toezegging kan krijgen, gaan we in januari aan de slag. De heer Van der Horst: Daar ben ik het niet mee eens, want het is een uitvoerende taak. Die werkgroep moet uit ouders bestaan en niet uit raadsleden.
Mevrouw Van Steijn: Van de PvdA kunt u die toezegging krijgen; wij zullen meedenken.
De Voorzitter: Ik kijk de raad rond; de raad wil de toezegging gestand doen een personele bijdrage te leveren. Er is gesproken over wat juridisch van belang is voor de toekomst. De heer De Vries deed de suggestie alle nieuwkomers ook een brief te sturen, waarin wordt aangekondigd dat er mogelijkerwijs iets gaat veranderen, om eventuele rechten te garanderen of te voorkomen. De heer Thunnissen: Dat lijkt me een nuttige suggestie.
De Voorzitter: Dan stoppen we op dit moment de discussie en houden we dit voorstel aan. De raad heeft zich nadrukkelijk gecommitteerd.
2004 13.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 739 -
Voorstel tot het vaststellen van de Afvalstoffenverordening 2005.
De Voorzitter: De VVD had het woord gevraagd met betrekking tot de afvalstoffenheffing, maar de CDA-fractie had het voorstel de citeertitel, art. 38 … De heer Kocken: Voorzitter, mag ik er nog een opmerking over maken. De Verordening begint met de opmerking: ‘besluit: Afvalstoffenverordening Leiderdorp 2004’. In het voorstel dat ik u doe, is dat te noemen: ‘besluit: Afvalstoffenverordening Leiderdorp 2005’. Alle Verordeningen die vandaag vastgesteld worden, worden namelijk als 2005 aangemerkt. Wat dat betreft is dat een afwijking van waarmee zij begint. Eigenlijk zou het verstandig zijn die datum daar ook te veranderen.
De heer Dorlandt: Tijdens de commissie 2-vergadering heb ik een vraag gesteld over de aansprakelijkheid. Tot op de dag van vandaag is die nog niet beantwoord. Wanneer kunnen wij dat antwoord verwachten? Wethouder MacGillavry: Ik heb die vraag bij Juridische Zaken neergelegd. Het blijkt zo te zijn dat u - u krijgt daar nog schriftelijk antwoord op - verantwoordelijk bent voor de bak. We zullen de juridische onderbouwing daarvan nog schriftelijk aan u meedelen. De Voorzitter: Zullen we afspreken dat deze toezegging de volgende raadsvergadering is ingelost? Wethouder MacGillavry: Laten we hem op de afsprakenlijst zetten, dan kunnen we hem in het stramien meenemen. Ik neem de opmerkingen van de heer Kocken over.
De Voorzitter: Akkoord met deze twee wijzigingen? Ja.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders met in achtneming van de aangebrachte wijzigingen.
14.
Voorstel tot het vaststellen van het jaarprogramma 2005 Huisvestingsvoorzieningen onderwijs.
De heer Weeda: Wij hebben in commissie 3 - niet alleen wij, maar ook anderen - de verbijzondering van de kosten van binnen- en buitenonderhoud aan de orde gesteld. Het voorliggende stuk heeft geen andere tekst dan er toen lag. Veel posten zijn bijvoorbeeld onder de categorie Brede School West nogal vaag of in het geheel niet opgenomen. Wat ons betreft is die tweede Brede School, Brede School West nu nog helemaal niet aan de orde. Er is ons voor 4 januari een visiedocument toegezegd. Het lijkt me zinvol er dan over te spreken.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 740 -
De heer Van der Horst: Bij interruptie: is dat geen onderdeel voor het IHP?
De heer Weeda: Het hangt samen met allebei.
De heer Van der Horst: Dat ben ik niet helemaal met u eens. Hier gaat het puur om de Verordening en de aangevraagde producten - als ik het zo mag noemen. In het hele voorstel is de Brede School niet ‘im Frage’. De heer Weeda: Akkoord.
De heer Van Gurp: Wat mij opgevallen is bij het stuk, is dat vrijwel alle scholen een verzoek hebben ingediend, maar er maar twee gehonoreerd zijn. Ik heb me daarover verbaasd. Ik heb begrepen dat dat komt omdat men toetst aan de hand van bepaalde criteria. Ik heb die er nog eens op nagelezen, maar dan blijft het me verbazen dat er zoveel gevraagd wordt en zo weinig wordt toegewezen. Ik zit naar de oplossing daarvan te zoeken. Heeft dat iets te maken met de ambtelijke capaciteit op de afdeling, of zijn er andere redenen? De heer Van der Horst: Dit zijn vragen die al gesteld zijn in de commissie en daar ook beantwoord zijn. Ik stel voor dat we verdergaan; het is al laat. Er is echt een duidelijk antwoord gegeven. We houden ons nu gewoon strikt - de wethouder hoort dat te zeggen, maar hopelijk spreek ik namens hem - aan de Verordening. Toen we veel geld hadden, deden we dat ruimer. De heer Van Gurp: Ik zou graag een antwoord van het college op dit punt willen.
Wethouder Laman: Ik sluit met helemaal aan bij de woorden van de heer Van der Horst.
De Voorzitter: Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
15.
Voorstel tot het vaststellen van het Integraal Huisvestingsprogramma (IHP) Onderwijshuisvesting.
Dit agendapunt wordt aangehouden.
2004 17.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 741 -
Voorstel tot het instemmen met de intrekking op de diverse bijdrageregelingen van de Bijzondere Bijstand en Minimabeleid.
Mevrouw Honnef: Om nog een beetje gemeentelijk beleid te kunnen voeren, hebben we de beleidsregels nodig. Wanneer komen die? De heer Hollands: We zien dat de beleidsregels in januari in de commissie langskomen die daarna in de raad kunnen worden vastgesteld. Er zit een periode tussen 1 januari en het moment dat zij in de raad komen. Wat gebeurt er in die periode als mensen een beroep doen op de gemeente? Ik denk dat het opheffen van deze regels onzekerheid teweegbrengt bij de kwetsbare groepen in onze samenleving. Hoe is het gesteld met de communicatie naar deze mensen toe? Ik neem aan dat het belangrijk is dat er goed wordt gecommuniceerd en er een goede informatievoorziening is. Ik wil daar graag meer over weten. De heer Van Gurp: Mijn opmerkingen waren van dezelfde strekking als die van de heer Hollands.
De heer Langenberg: Bij interruptie: nu komen drie vragenstellers met allerlei vragen die al in de commissie behandeld zijn. De beleidsregels staan helemaal niet op de agenda, die komen in januari - zoals al vermeld is. Daar hebben we het helemaal niet over. We hebben het over het intrekken van een aantal regelingen. De beleidsregels hebt u al lang gehad, want ik heb ze ook. Net is al gezegd dat ze in januari in de commissie besproken worden. De heer Van Gurp: Ik wil nog iets opmerken ter verduidelijking van wat de heer Hollands bedoelt. Zolang er geen beleidsregels zijn, moeten we de huidige regeling niet intrekken, want anders scheppen we onzekerheid.
De heer Hollands: Dat zeg ik niet.
De heer Van Gurp: Dat is mijn interpretatie ervan.
Wethouder Molkenboer: De interpretatie van de heer Van Gurp is onjuist. Ik zou u inderdaad nog informeren over de tussenliggende periode. We hebben daar afspraken over gemaakt; het kan heel goed. De aanvragen worden aangehouden, getoetst aan het vast te stellen beleid en in januari met terugwerkende kracht op basis van de vastgestelde regeling verleend. Zo pakken we dat op. De heer Langenberg: Onder ‘standpunt commissies’ staat duidelijk vermeld dat het college die regels vaststelt.
2004
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 742 -
Wethouder Molkenboer: Dat klopt, maar ik heb beloofd dat ik ze met u zou bespreken.
De heer Langenberg: Dat doen we in januari. Er is helemaal geen gat. We kunnen gewoon aan de slag. Wethouder Molkenboer: Het kan theoretisch voorkomen dat iemand op 10 januari een aanvraag indient. We schorten die dan op en toetsen de aanvraag op het moment dat de beleidsregels zijn vastgesteld. Afhankelijk van de beleidsregels worden zij met terugwerkende kracht toegepast. Over de informatieverstrekking heb ik het in de commissie gehad. De medewerkers hebben allemaal 1:1-gesprekken met de cliënten gehad. Daar is dat aan de orde geweest.
De Voorzitter: Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 18.
Voorstel tot het instemmen met het beschikbaar stellen van een krediet in het kader van de verbouw Sport- en Recreatiecentrum De Does.
De heer Stevers: Ook dit besluit is een voortvloeisel van de motie bij de begrotingsraad. Het is van belang dat we hier vaststellen dat het zwembad ook na 2005 openblijft. Ik heb twee vragen in de richting aan het college. Gezien de ervaring met eerdere verbouwingsprojecten in deze gemeente, denk ik dat het goed is dat wij van tijd tot tijd tussentijdse informatie over de voortgang krijgen. Ten tweede zou ik willen bepleiten dat ook op de bouwkostentechnische zaak goed deskundig toezicht uitgevoerd wordt. Ik denk dat het verstandig is dat we dat van buitenaf inhuren. Wethouder Molkenboer: De controle op de bouw besteden wij uit. Daar zijn bureaus voor in selectie. Als het om de kostentoetsing gaat, hebben we de offertes van de firma Vaessen al laten toetsen. Er wordt nu gewerkt aan het bestek. Het bestek wordt ook weer extern getoetst. We weten dan exact wat alles kost. Nogmaals: toezicht op de bouw en de uitvoering laten we extern begeleiden. Ik ben te allen tijde aanspreekbaar op de resultaten, zoals u vanavond heeft kunnen horen.
De heer Dorlandt: Met alle respect, maar dit antwoord hebben we eerder gehoord. Dit is uitgebreid in commissie 2 aan de orde geweest. Dat was naar aanleiding van een vraag van de VVD.
De Voorzitter: Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
2004 19.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 743 -
Voorstel tot het instemmen met begrotingswijziging motie 13 begrotingsraad van 29 oktober 2004.
De heer Langenberg: Ik zal het kort houden omdat lang praten in dit geval geen zin heeft vermoed ik. De begrotingsmotie was duidelijk: een halvering van de voorgestelde verhoging - de verhoging was 12,5% en een halvering daarvan is 6,25%, dat zou ook gelden voor de bedrijven en teruggave van de halve Zalmsnip. Wat nu voorligt is niet in overeenstemming met de begrotingsmotie. Ik daag de indieners van de motie uit dit niet te accepteren. De heer Van Gurp: Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Langenberg.
De heer Staal: BBL stemt wel in met de motie. We willen de wethouder en de ambtenaren complimenteren met het feit dat de motie zo snel is uitgevoerd. Het gaat om het bedrag - of het een nu 7,5% of 6,25% is - dat in mindering gebracht wordt op de lastenstijging. Als je het doorrekent, kloppen de cijfers zoals ze er nu liggen.
De heer Gardeniers: Ik wil reageren op hetgeen de heer Langenberg heeft gezegd. We hadden een aparte kleine commissie, waar de heer Langenberg ook aanwezig was en inspraak had in de invulling hiervan. We hebben dat toen niet gehoord. Het is u toen ook uitgelegd waarom die halvering van die Zalmsnip niet en de heffingskorting wel kon. U hebt daar toen helemaal niks op gezegd. De heer Langenberg: Dat is niet waar. Ik heb toen duidelijk hetzelfde als net gezegd. Ik ben er kort over geweest omdat ik van tevoren doorhad dat het al lang besproken was; het stond al op papier. Ik heb toen ook gezegd dat het niet overeenkomstig de ingediende motie was. Dat heb ik wel degelijk gezegd, meneer Gardeniers. De heer Gardeniers: Ik kan het mij niet herinneren.
Wethouder Van der Does: Ik denk dat we de motie zoals die in de begrotingsraad aan de orde is geweest, hebben uitgevoerd. Er is gesproken over de € 450.000,-. We hebben nog eens aangegeven hoe we aan die € 450.000,- gekomen zijn. We hebben daar duidelijk een dekking bij gevonden. Je kunt praten van een halvering. Als je spreekt over de halvering van de extra 10%, kom je uit op 7,5%.
De Voorzitter: Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders met aantekening voor de fracties van VVD en D66, die geacht wensen te worden tegen te hebben gestemd.
2004 20.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 744 -
Voorstel tot het instemmen met begrotingswijziging nummer 3.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 21.
Voorstel tot het vaststellen van de Najaarsnota.
22.
Voorstel tot het instemmen met de begrotingswijzingen nummers 4 en 5.
De heer Langenberg: Ik heb de wethouder zojuist een aantal vragen naar aanleiding van het verslag van commissie 1 van 6 december gegeven. Als hij mij die antwoorden geeft, kunnen we snel klaar zijn. Wethouder Van der Does: In eerste instantie zouden we circa € 1,9 miljoen hebben moeten repareren. In de Perspectiefnota is dat ook als zodanig aangegeven. In de Perspectiefnota hebben we aangegeven dat we dat in een vijfjaarstermijn zouden willen doen, zodat we per jaar ongeveer € 450.000,- zouden moeten repareren. We hebben overleg met de provincie gehad of dat een mogelijkheid was, omdat het toch iets afwijkt van het BBV. Dat werd absoluut niet geaccepteerd. Daarom hebben we nu in een keer bijna € 800.000,- moeten repareren. We zijn bezig met het maken van nieuwe onderhoudsplannen, ook op verzoek van de provincie om na te gaan of dat op termijn positief blijft. Zoals het er nu naar uitziet, zal dat ook zo zijn.
De Voorzitter: We gaan over tot het nemen van besluiten. Eerst agendapunt 21, voorstel tot het vaststellen van de Najaarsnota.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
Agendapunt 22, voorstel tot het instemmen met de begrotingswijzigingen nummer 4 en 5.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
23.
Voortel tot het vaststellen van de nota Reserves en Voorzieningen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
2004 24.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 745 -
Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het vergaderschema 2005.
De Voorzitter: We stellen dat nu vast, maar we kunnen daar in de loop van het jaar altijd in goed overleg wijzigingen in aanbrengen. Terecht is er vanuit de CDA-fractie de opmerking gekomen dat we het vergaderschema vandaag, dus 20 december, vaststellen en niet op 15 november zoals in het stuk staat.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 25.
Sluiting.
De heer Langenberg: U weet dat Peter Kanters niet aanwezig is. Het gaat ook niet zo goed met Peter. Mijn verzoek aan iedereen is hem nogmaals een kaartje of een bloemetje te sturen. Hij vindt een kaartje ontvangen ontzettend fijn. Ga niet meteen bij hem op bezoek, maar bel hem daar even over op. Als wij hem allemaal een kaartje sturen, dan heeft hij 30 kaartjes. Dat vindt hij ontzettend fijn, want hij is in gedachten bij ons en wij bij hem.
De Voorzitter: Een heel sympathieke gedachte; ik denk dat ieder van ons daar zeker gehoor aan zal geven. De griffier heeft bijna geen afzeggingen - ik ben daar heel blij mee - gehad van raads- en burgerraadsleden voor onze MT-borrel aanstaande woensdag om 17.30h. Ik hoop dat u allemaal komt. Dit was de laatste vergadering van 2004. Ik wens u allen een heel goede recesperiode. Wees voorzichtig. Ik hoop u allemaal gezond en wel volgend jaar terug te zien. Kerstmis betekent ook licht. Wat iedereen ook gelooft of denkt, daar kunnen we allemaal wel inspiratie uit halen. Ik sluit de vergadering. Het is 23.48h.
Aldus vastgesteld tijdens de openbare vergadering van de raad der gemeente Leiderdorp op 31 januari 2005, de Voorzitter,
de Griffier,
M. Zonnevylle
mw. J.C. Zantingh