LBActualiteiten Wekelijkse informatie van de LNV-Vertegenwoordiging Buitenland
Jaargang 16, 20 januari 2006 , nummer 2
Colofon Uitgave van: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Internationale Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Telefoon: 070 378 41 87 Telefax: 070 378 61 31 Verantwoordelijk voor inhoud: Hoofd Bureau LNV-Vertegenwoordiging Buitenland Dr. M.H. de Jong Eindredactie, opmaak, reproductie: Directie Informatiebeleid en Facilitaire Zaken
Overname uit LBActualiteiten is met bronvermelding toegestaan
Inhoud
Multilaterale landbouwpolitieke ontwikkelingen
5
Noorwegen, Turkije
Nationale landbouwpolitieke aangelegenheden
6
België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Brazilië, Roemenië, Turkije, Verenigde Staten
Economische en handelsaangelegenheden
13
Denemarken, Spanje, Verenigd Koninkrijk, India Japan, Noorwegen, Roemenië, Verenigde Staten
Agro-industrie
16
Ierland, Verenigd Koninkrijk, Turkije
Grond- en pachtzaken
20
Verenigd Koninkrijk
Akker- en tuinbouw
21
België, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Spanje, Roemenië
Veehouderij en zuivel
24
België, Spanje, Verenigd Koninkrijk
Visserij en aquacultuur
28
België, Spanje, IJsland
Wetenschap, onderwijs, voorlichting en onderzoek
29
Frankrijk
Voedings- en kwaliteitsaangelegenheden
30
Frankrijk, Portugal, Verenigd Koninkrijk
Veterinaire aangelegenheden
32
België, Frankrijk, Portugal, Japan, Turkije, Verenigde Staten, Zuid-Korea
Natuur, bos, landschaps- en faunabeheer
35
Spanje, Verenigd Koninkrijk
Milieuaangelegenheden
36
België, Frankrijk, Ierland, Verenigd Koninkrijk
Biotechnologie
39
Portugal
Diversen
40
Turkije
3
4
Multilaterale landbouwpolitieke ontwikkelingen
Noorwegen: Russisch invoerverbod zalm Tijdens een ontmoeting in Berlijn tussen directeur Joakim Lystad van de Noorse Voedselautoriteit en Russische voedselexperts onder leiding van senior rijksveterinair Sergej Dankvert stond het Russische invoerverbod op Noorse zalm centraal. Volgens de Russen is er te veel cadmium in de vis gevonden. De Noren menen dat dit onmogelijk is en zien het invoerverbod als wraak op de zogenaamde Elektronzaak, eind vorig jaar.
Turkije: screening landbouw gestart De EU is op 5 december jl. gestart met het screeningsproces van het hoofdstuk landbouw van Turkije. Een groep van 50 overheidsambtenaren gaf in Brussel een toelichting op dit proces. Op 23 januari geeft het ministerie van Landbouw en Plattelandszaken in Brussel een presentatie van de actuele stand van zaken van de landbouwsector en de plattelandsontwikkeling in relatie tot het EU-acquis. Het landbouwhoofdstuk wordt beschouwd als één van de belangrijkste hoofdstukken in het toetredingsproces. Wanneer in de tweede helft van januari de tweede fase hiervan begint, zullen de ambtenaren aan de EU een toelichting op de Turkse wetgeving geven. Onder het landbouwhoofdstuk vallen landbouw en plattelandsontwikkeling, veterinaire en fytosanitaire zaken en visserij.
5
Nationale landbouwpolitieke aangelegenheden
België: voorbereiding nationale oefening vogelgriep Momenteel werkt het interministerieel commissariaat Influenza aan een pandemiedraaiboek bij vogelgriep. Dit draaiboek beschrijft onder meer welke informatie door de overheid wordt verspreid in geval van een pandemie in België, wat de rol is van de politie en hoe de communicatie verloopt bij een eerste melding van de ziekte. Zodra de procedures op papier staan, organiseert het commissariaat een nationale oefening, die tussen april en juli 2006 zal plaatsvinden. Hierbij zullen de betrokken instanties simulaties uitvoeren en worden buitenlandse experts ingeschakeld.
Denemarken: reizende inspecteurs dierenwelzijn Vanaf begin april zal een groep reizende inspecteurs dierenwelzijn vanuit hun thuisbasis in het noorden van Jutland als probleem geïdentificeerde zaken onderzoeken. Dit kunnen veehouderijen zijn, maar ook exportstallen, vervoersbedrijven of transporten op de weg. De groep bestaat uit een viertal dierenartsen en een jurist. Eenzelfde formule op het gebied van veterinaire medicijnen was volgens minister Barfoed van Consumenten en Familieaangelegenheden erg efficiënt, waardoor hij gelijke resultaten op het gebied van dierenwelzijn verwacht.
Finland: maatregelen vogelgriep Eén van de vogeltrekroutes die via Turkije naar het noorden van Finland voert, veroorzaakt grote bezorgdheid bij de bevolking. De overheid heeft al risicoanalyses gemaakt en trekvogelrustplaatsen in kaart gebracht. In risicozones hebben pluimveehouders instructies gekregen over het binnenhouden van hun dieren tijdens de vogeltrek. Het ministerie van Justitie is bezig met een wijziging in de noodwet. Doel daarvan is het mogelijk te maken vogelgriep als besmettelijke ziekte te definiëren, waardoor deze als ‘catastrofe’ behandeld kan worden. Met deze wet is de overheid gemachtigd binnenlandse reizen aan banden te leggen om verspreiding van de ziekte te beperken. Het ministerie van Binnenlandse Zaken is eveneens in de weer met een wetswijziging, die het inzetten van tijdelijke assistent-politieagenten gedurende een vogelgriepepidemie mogelijk moet maken. Hiervoor is geld nodig, omdat dergelijke agenten eerst een opleiding moeten krijgen. De hulppolitie zou ingezet moeten worden bij ziekte van een groot aantal politieagenten of bij andere speciale omstandigheden. De overheid hoopt met deze maatregelen de bevolking gerust te stellen. Daarnaast wordt deze opgeroepen het gezond verstand te gebruiken tijdens vakantiereizen en contact met vogels, evenals bezoek aan pluimveemarkten en dergelijke, te mijden. Dat de Finnen het nieuws over vogelgriep serieus nemen werd bewezen doordat de apotheken binnen enkele dagen door hun voorraad Tamiflu heen waren.
Frankrijk: maatregelen tegen vogelgriep en debat over crisisbeheer De minister van Volksgezondheid heeft aangekondigd dat het bestrijdingsplan tegen vogelgriep wordt aangescherpt. De maatregelen hebben onder meer betrekking op de zes nieuwe ‘alarmfases’ zoals door de WHO opgesteld, die in het
6
plan zijn overgenomen. Ook de manier waarop de overheid bij een eventuele uitbraak moet ingrijpen is opnieuw doorgelicht. Elk ministerie beschikt over een actieplan en is verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan op centraal/departementaal niveau. Oefeningen maken hier deel van uit. Het actieplan bestaat uit een aantal zeer uiteenlopende onderdelen (volksgezondheid, vervoer, distributie van voedsel, pluimveehouderij), waarvoor specifieke uitvoeringsmaatregelen worden opgesteld. Het actieplan is gedetailleerd beschikbaar op de regeringswebsite voor vogelgriep: www.grippeaviaire.fr. Voor de pluimveesector is besloten de ophokplicht, die al in 26 departementen gold, ook door te voeren in 32 andere departementen, zodat nu 58 departementen (Frankrijk telt er 95, met uitzondering van de overzeese gebieden) met de ophokplicht te maken hebben. De belangenorganisatie van de pluimveevleesverwerkers (FIA) heeft aangegeven dat de consumptie van pluimveevlees, rond de feestdagen gestabiliseerd, nu weer afneemt met gemiddeld 8%, voor hele kippen met 22% en voor kippen met keurmerk met 20%. De sector benadrukt hoe economisch kwetsbaar de landbouw is bij crisissituaties, of deze nu veroorzaakt worden door weersomstandigheden, natuurverschijnselen of door dier- of plantenziekten. Op 20 januari jl. vond in de Assemblée Nationale een parlementair debat plaats over vogelgriep en de landbouw. Minister van Landbouw Bussereau heeft opnieuw aangekondigd dat Frankrijk begin februari bij de Europese Commissie een memorandum over crisisbeheer zal indienen, mogelijk ook ondertekend door andere lidstaten. Het hervormde GLB biedt niet voldoende voorzieningen bij zware marktverstoring door crisissituaties. Als beheersinstrumenten worden genoemd een verzekeringsfonds, dat gefinancierd wordt met 1% uit de modulatie, evenals steun voor opslag, verwerking, vrijwillige productiebeperking en productpromotie. In het memorandum zal ook een vereenvoudiging van het GLB ter sprake komen: dit betekent versoepeling van de EU-juridische voorschriften voor de sectororganisatie, grotere subsidiariteit met meer flexibiliteit voor de lidstaten. In verband met het verdwijnen van exportsubsidies eind 2013 wil Frankrijk met een voorstel komen voor een EU-kader voor een systeem voor exportkredieten.
Portugal: reorganisatie ministerie van Landbouw In het kader van de reorganisatie van het ambtelijk apparaat moet het ministerie van Landbouw met minimaal 20% inkrimpen. Dit percentage kan eventueel oplopen tot 40%, hoewel dat scenario onwaarschijnlijk is. Op dit moment telt het departement rond de 12.000 medewerkers en staat het daarmee qua omvang op de zevende plaats. Volgens de staatsbegroting van 2006 is Portugal jaarlijks rond de ¤ 8,8 miljard aan personeelskosten kwijt.
Spanje: nieuwe wet plattelandsontwikkeling Het ministerie van Landbouw wil binnen enkele maanden met een voorstel voor een nieuwe wet op de plattelandsontwikkeling komen. Belangrijkste oogmerk is het verhogen van de inkomens op het platteland en het vergroten en verjongen van de plattelandsbevolking. Om dit te kunnen bereiken zouden bewoners van het platteland over dezelfde diensten moeten beschikken als stedelingen, met name over dokters, ziekenhuizen, scholen en culturele instellingen. Ook zou het prijsniveau voor levensmiddelen niet hoger dan dat in de stad moeten zijn.
Verenigd Koninkrijk: kritisch verhoor over invoering hervormd GLB Op 11 januari jl. heeft de vaste Lagerhuiscommissie voor Milieu, Voedsel en Plattelandszaken Lord Bach, staatssecretaris voor duurzame landbouw van het
7
ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken (DEFRA) en directeur Johnston McNeill van de Rural Payments Agency (RPA) op kritische toon aan de tand gevoeld. Het ‘verhoor’ ging over de stand van zaken bij de invoering van het hervormd GLB per 1 januari 2005 in Engeland. De Engelse boeren moeten tot minimaal eind februari 2006 wachten op (gedeeltelijke) uitbetaling van hun bedrijfstoeslag, terwijl uitkering in Wales, Schotland en Noord-Ierland al in december 2005 plaatsvond. De RPA is zwaar onder vuur komen te liggen van zowel boerenorganisaties als de politieke top van het ministerie over zijn falen tijdig tot afwerking van de bedrijfstoeslag voor 2005 te komen. Daar komt bij dat ook de introductie van het nieuwe landbouwmilieuprogramma vanaf voorjaar 2005 niet bepaald zonder horten of stoten is verlopen; als gevolg hiervan kan het tweede onderdeel (‘landbouwmilieu’ voor gevorderden) pas dit jaar van start gaan. De Lagerhuiscommissie haalde alles uit de kast om van de staatssecretaris de toezegging te krijgen dat de vergoedingen eind februari ook inderdaad zullen worden overgemaakt, echter zonder resultaat. Als het niet lukt vanaf eind februari uit te betalen, dan wordt desnoods op een noodscenario overgeschakeld, waarin 60% van het bedrag waarop de boeren recht hebben wordt uitgekeerd en het restant vóór eind juni 2006. De bewindsman liet echter weten het liefst eind februari tot volledige uitbetaling te willen overgaan. Aan het einde van de zitting bleek echter dat ruim een maand vóór de ‘deadline’ van 14 februari over 70% van de claims nog geen volledige duidelijkheid bestaat. Dit is niet alleen van belang voor de uitbetaling, maar ook voor het recht om in dit soort rechten te handelen. Op basis van door de staatssecretaris verstrekte cijfers komen de uitvoeringskosten op een kleine ¤ 130 miljoen. Aangezien er geen cijfers beschikbaar waren van uitvoeringslasten van het vorige systeem kon geen kostenvergelijking worden gemaakt. De bewindsman haastte zich echter te verklaren dat een vergelijking ook niet eerlijk zou zijn, omdat in de door hem gepresenteerde kostenberekening de aanloopkosten van het nieuwe systeem waren verdisconteerd. Hij zei ervan overtuigd te zijn dat op de langere termijn het nieuwe systeem eenvoudiger en goedkoper zal zijn. In de vier landsdelen van het VK is gekozen voor drie verschillende methoden van implementatie van het hervormde GLB. De hervorming is wel per 1 januari 2005 ingevoerd, hiermee liep het VK samen met Ierland binnen de EU voorop. In alle landsdelen is ook gekozen voor volledige ontkoppeling. In Schotland en Wales viel de keuze op implementatie door middel van de historische methode. In NoordIerland is een (statische) variant van de hybride methode gekozen: de nadruk ligt daar op de historische methode, maar er is een element van de ‘flat-rate’ geïntroduceerd, die wordt betaald door afroming van de op basis van ‘historische’ rechten uit te betalen bedrijfstoeslag. De verhouding tussen het ‘historische’ en het ‘flatrate’-deel ligt echter vast. In Engeland is daarentegen gekozen voor de dynamische variant van de hybride methode, waarin tussen 2005 en 2012 het accent totaal verschuift van de historische methode naar ‘flat-rate’-uitbetaling. In 2005 wordt 90% betaald op basis van de historische methode en 10% op basis van de ‘flat-rate’methode. De verhouding tussen beide percentages wijzigt jaarlijks totdat in 2012 100% op ‘flat-rate’-basis zal worden uitbetaald. In het oorspronkelijke plan was ook nog een differentiatie gemaakt tussen de landbouw in achtergebleven (hoger gelegen) gebieden en op ‘normale’ gronden; die differentiatie is in een later stadium (voorjaar 2004) verder verfijnd, omdat gevreesd werd dat de hoger gelegen landbouwgronden (rundvee en schapen) op grond van het voorgestelde regime verlaten zouden worden, wat nadelig voor natuur en milieu zou uitpakken. Voorzover nu duidelijk zijn de kernoorzaken van het achterblijven van de betalingen: • De groei van het aantal klanten van 80.000 naar 120.000, voornamelijk omdat er nu al een ‘flat-rate’-component wordt ingevoerd waardoor aanzienlijk meer mensen met landerijen rechthebbend worden. • Een groei met meer dan 1000% bij het aantal aanvragen voor grondregistratie (100.000 in plaats van 10.000), niet alleen van nieuwe RPA-klanten, maar ook van bestaande klanten waarvan de grond eigenlijk al geregistreerd had moeten zijn.
8
Verenigd Koninkrijk: eerste speech oppositieleider bij Soil Association Wenden zich de leiders van de reguliere landbouw tot de jaarlijkse Oxford Farming Conference om hun eerste speeches in een nieuw jaar te houden, de kersverse oppositieleider in het Lagerhuis, David Cameron, heeft zijn steven gewend tot de jaarlijkse beleidsconferentie van de Soil Association, de certificerende en belangenbehartigingsorganisatie voor de biologische landbouw. De belangrijkste boodschap van de leider van de Conservatieve Partij was dat zijn partij de Soil Association zou volgen om landbouw en milieu steeds in één kader te bekijken. Hij vergat echter niet om de rol van de gangbare landbouw te erkennen, nog steeds verantwoordelijk voor 95% van de agrarische productie. ‘Er zal een gebalanceerde aanpak nodig zijn die positief uitpakt voor de gehele agrarische sector, waarin de biologische en gangbare landbouw ieder hun deel hebben’, aldus Cameron. Naar zijn zeggen is het de taak van de politiek om het marktaandeel van boerenmarkten te vergroten, kwalitatief goede landbouwproducten van Britse bodem te etiketteren en de transparantie in de markt te vergroten, zodat consumenten precies weten wat zij kopen en eten. Volgens de Britse oppositieleider is dat dé manier om de Britse agrarische sector te steunen, het gebruik van goede landbouwpraktijken te bevorderen, natuur en milieu te behouden en de bevolking voedsel van hoge kwaliteit te geven.
Brazilië: beloning voor duurzame landbouw Boeren die bij hun bank kunnen aantonen dat zij op hun bedrijf activiteiten uitvoeren op gebieden als: het behoud van natuurlijk bos, het onderhouden van een natuurreservaat, het nemen van natuurbeschermende maatregelen, uitvoering geven aan de integratie van landbouw- en veehouderij of werken aan de registratie van hun veestapel, krijgen dit jaar een bonus van 15% op hun agrarisch krediet. Het betreft hier een nieuwe vorm van landbouwkrediet, die voortkomt uit de samenwerking tussen het secretariaat voor landbouwpolitiek en het secretariaat voor veehouderijontwikkeling en coöperatie. Doel van de maatregelen is het belonen van hen die zich positief inspannen op het gebied van duurzame landbouw. Men hoopt hiermee ook anderen te stimuleren hun houding te veranderen. De maatregel komt voort uit het streven van het ministerie van Landbouw om te komen tot een duurzame agrarische productie met toekomst voor de agribusiness. Daarnaast schenkt het departement extra aandacht aan de productie én afzet van organische producten. Door een grootschalige actie in supermarkten in achttien deelstaten hoopt men 700.000 consumenten te bereiken en hen te wijzen op het belang van organische voedingsmiddelen.
Roemenië: vleesimport alleen nog uit EU-goedgekeurde bedrijven Met ingang van 19 december 2005 is een nieuwe wet van kracht geworden waardoor Roemenië alleen nog vlees mag afnemen van door de EU goedgekeurde bedrijven. Diverse Amerikaanse bedrijven hebben al geklaagd over de nieuwe maatregel, die de export van de VS naar Roemenië, naar hun zeggen, enorm zal terugdringen.
Turkije: boeren verliezers economische hervormingen Sinds de start van de economische hervormingen in 1999, op aanraden van IMF en Wereldbank tot stand gekomen, zijn de Turkse boeren $ 5,5 miljard subsidie kwijtgeraakt. De Turkse Landbouw Associatie heeft berekend dat de directe verliezen voor de sector $ 4,3 miljard bedragen, terwijl de landbouwproducenten zich bovendien in een steeds lastiger marktpositie geplaatst zagen vanwege de dalende prijzen voor belangrijke gewassen zoals katoen, graan, druiven en pistachenoten. Van alle OECD-landen ontvangen de boeren in Turkije de minste steun. Terwijl de EU-boeren geen belasting betalen op brandstof, is dat bij de Turkse boeren wel het
9
geval. Daar staat echter tegenover dat de regering brandstof subsidieert voor een bedrag van ¤ 255 miljoen. Daarnaast ontvangen de boeren ook subsidie voor kunstmest en directe inkomenssteun. Volgens het rapport staan de boeren alleen in hun overlevingsstrijd en zou de overheid de boeren moeten bijstaan door het geven van formele steun en het instellen van quota.
Turkije: steun voor toerisme in zuidoost-Turkije De EU heeft een financiële bijdrage ter waarde van ¤ 1 miljoen toegezegd ter stimulering van de toerismesector in zuidoost-Turkije. Met het geld zullen twee projecten, voorgesteld door de Kamer van Koophandel van Gaziantep, worden gefinancierd. Om een en ander te organiseren heeft de EU een contract afgesloten met de Regional Development Administration van het Zuidoost Anatolië Project (GAP). Doel van de projecten is het toerisme te bevorderen naar Rumkale, de plaats waar de apostel Johannes het Christendom verspreidde, en naar Zeugma, een strategische stad aan de historische Zijderoute. Bovendien zal met het geld Turkije’s eerste moderne mozaïekschool worden geopend en zullen traditionele kunsten worden ontwikkeld. In de eerste zeven maanden van 2005 trok de regio Gaziantep 30.000 bezoekers. Over het gehele jaar 2005 verwacht men tot 50.000 bezoekers te komen. Behalve Gaziantep zullen ook de provincies Diyarbakir, Sirnak, Kilis, Siirt, Batman, Sanlurfa, Mardin en Adiyaman worden gepromoot. Voor deze negen provincies zullen toeristengidsen worden geschreven, komen er websites en cd’s met verzamelingen van lokale liederen. De regio hoopt met de twee projecten een toename van het aantal toeristen met 15% te bereiken.
Verenigde Staten: nieuwe visie landbouw gepresenteerd Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst Nashville, Tennessee, van de American Farm Bureau Federation (AFBF), een grote boerenorganisatie is de nieuwe visie voor de Amerikaanse landbouw, genaamd ‘Making American Agriculture Productive & Profitable (MAAPP)’gelanceerd. De AFBF heeft meer dan 5,5 miljoen leden. De bijeenkomst werd bezocht door meer dan 6200 leden van het Farm Bureau en 23 vertegenwoordigers van buitenlandse overheden, waaronder 15 van de Europese Unie. In het rapport wordt, met voor Amerikaanse begrippen een verrassende openheid, erkend dat als gevolg van globalisering en internationale concurrentie het binnenlandse landbouwbeleid de komende vijftien jaar grote veranderingen zal ondergaan. De AFBF hoopt met deze gedetailleerde visie tot 2019, het jaar dat de organisatie zijn 100-jarig bestaan viert, vooruit te lopen op de komende veranderingen en het toekomstige landbouwbeleid voor een deel richting te kunnen geven. De visie is geen voorstel voor de 2007 Farm Bill, maar een beeldvorming over de veranderingen binnen het landbouwbeleid in de komende dertien jaar. De auteurs hebben de afgelopen twee jaar veranderingen waargenomen die volgens hen belangrijke gevolgen hebben voor de landbouwsector: • het verdwijnen van het middelgrote landbouwbedrijf in de Verenigde Staten. In 2002 produceerden slechts 143.000 agrarische bedrijven 75% van de totale agrarische productie, terwijl 2 miljoen bedrijven de resterende 25% produceerden; • boeren worden steeds meer afhankelijk van plattelandsgemeenschappen voor diensten zoals onderwijs en gezondheidszorg, terwijl plattelandsgemeenschappen steeds minder afhankelijk zijn van de landbouw voor economische activiteiten; 89% van het inkomen van een boerenfamilie wordt nu verdiend buiten het agrarische bedrijf; • de wereldhandel speelt een centrale rol in de toekomstige winstgevendheid van de landbouw. 96% van de wereldbevolking woont buiten de landsgrenzen van de VS. De binnenlandse productiegroei overtreft de binnenlandse bevolkingsgroei. Als gevolg daarvan zullen boeren nog afhankelijker worden van internationale handel; de auteurs onderstrepen het belang van succesvolle WTO-onderhandelingen:
10
• substantiële afbouw tarieven; • harmonisatie en uiteindelijke afschaffing van handelsverstorende binnenlandse steunprogramma’s; • afschaffing van directe exportsubsidies; • reguleren en verbeteren van de transparantie van STE’s; • reduceren van belangrijke handelsverstorende, indirecte exportsubsidies, zonder het verstoren van coöperatieve voedselhulpprogramma’s.; • de overgang naar een vraaggerichte productie. Eén van de aanbevelingen in het rapport is om boeren en veehouders aan te moedigen om nieuwe, innovatieve marketingstrategieën te ontwikkelen om daarmee het inkomen te verhogen; Voorbeelden zijn verticale integratie, direct marketing en langetermijncontracten ter bevordering van de afzet op binnenlandse en internationale markten; • het Amerikaanse publiek stelt steeds meer eisen aan milieuvriendelijke landbouwproductie. De industrie zal zich blijvend moeten inzetten voor kennis en toepassing van nieuwe conserveringsinstrumenten; • landbouwonderzoek en technologie zijn van groot belang voor de Amerikaanse landbouwsector. De VS beschikken niet over een monopolie. De AFBF is een voorstander van toename van de financiering door de overheid voor agrarisch onderzoek, onder meer ten behoeve van onderzoek op het gebied van alternatieve energiebronnen; • als gevolg van het nationale tekort op de begroting zal de komende jaren steeds minder geld beschikbaar zijn voor landbouwprogramma’s. In het rapport wordt de voorspelling gedaan dat de huidige structuur van landbouwprogramma’s in 2019 niet meer bestaat. Tevens wordt voorzien dat, vergelijkbaar met de zaak die Brazilië met succes heeft ingebracht tegen onderdelen van het Amerikaanse katoenprogramma, ook andere binnenlandse steunprogramma’s in WTO-verband zullen worden aangekaart. Uit de visie komt naar voren dat de toekomst van de Amerikaanse landbouw voor een belangrijk deel wordt gekoppeld aan het openen van nieuwe markten voor Amerikaanse landbouwproducten, door middel van de afbouw van invoertarieven en importquota door derde markten. De AFBF is van mening dat de overgang van een door de overheid gesubsidieerde sector naar een zelfstandige bedrijfstak op termijn en met zorg moet plaatsvinden: de overheid heeft zich meer dan 150 jaar intensief beziggehouden met de Amerikaanse landbouw, een snelle afbraak van het huidige beleid zal serieuze gevolgen hebben voor de landbouwsector en in het bijzonder voor het platteland.
Verenigde Staten: testprogramma vogelpest De nationale pluimveeraad (NCC), een belangenorganisatie voor de pluimveesector, heeft een nieuw testprogramma aangekondigd, waarbij deelnemende bedrijven pluimvee zullen testen op vogelpest om te garanderen dat de dieren vrij zijn van deze ziekte. Inmiddels hebben zich al veel bedrijven aangemeld voor dit testprogramma, gezamenlijk vertegenwoordigen ze zo’n 90% van de pluimveeproductie. Het testprogramma is een aanvulling op al bestaande overheidsprogramma’s voor de bestrijding van vogelpest. Overigens heeft ook de Amerikaanse veterinaire en fytosanitaire dienst van het ministerie van Landbouw plannen om een testprogramma te ontwikkelen. Op grond van het programma zullen steekproefsgewijs per groep elf stuks pluimvee getest worden. Het NCC heeft tevens bepaald dat het pluimvee veertien dagen voor de slacht getest moet worden. Dit geeft het onderzoeksbureau genoeg tijd om de resultaten te bevestigen. Als de test positief uitvalt op het H5- of H7-virus, wordt het testrapport verzonden naar het veterinair laboratorium van het ministerie van Landbouw in Ames in Iowa, voor een officiële uitspraak. Als deze uitspraak positief uitvalt op één van de virussen, wordt deze specifieke groep op de boerde-
11
rij geruimd. Hiermee kan verzekerd worden dat het pluimvee niet in de voedselketen terechtkomt. Voor meer informatie zie: www.nationalchickencouncil.com
12
Economische en handelsaangelegenheden
Denemarken: leiding Danish Crown in Japan op non-actief Beschuldigingen van fraude met douanevoorschriften bij invoer van varkensvlees naar Japan heeft Danish Crown doen besluiten de leiding van de Japanse dochteronderneming, ESS-food, op non-actief te stellen. Een vijfde deel van het varkensvlees van Danish Crown wordt naar Japan geëxporteerd. Volgens de beschikbare informatie zou de leiding en vijf medewerkers van ESS-food de Japanse staat voor ¤ 6,25 miljoen hebben opgelicht. Het zou gaan om in totaal 151 douanezaken.
Noorwegen: vlees- en eierenfusie De Noorse bedrijven Gilde (vlees) en Prior (eieren) hopen een fusie aan te gaan. Het plan is voorgelegd aan de Noorse mededingingsautoriteit. Het nieuwe bedrijf verwacht een omzet van ¤ 1,86 miljard te behalen en wil 7000 werknemers in dienst nemen.
Spanje: milieuheffing op supermarkten De supermarkten in het gewest Aragón zijn ontevreden met de gewestelijke regering, die een milieuheffing van ¤ 12 tot ¤ 19 per m2 op wil leggen aan alle supermarkten groter dan 500 m2. Zij menen dat dit leidt tot een ongunstige concurrentiepositie en zijn van plan naar de rechter te stappen.
Verenigd Koninkrijk: wettelijke basis voor betere regelgeving De Britse regering heeft met de indiening van een wetsvoorstel bij het Lagerhuis een wettelijke basis gecreëerd voor zijn pogingen om tot betere regelgeving te komen. Door middel van het wetsvoorstel vindt sanctionering plaats van een aantal lopende initiatieven op het gebied van vereenvoudiging van wetgeving; terugdringen van administratieve lasten (via de Nederlandse methode van berekening van de lasten) en van uitvoeringslasten door middel van inspecties en stroomlijning van het toezicht. Het wetsvoorstel verschaft bijvoorbeeld de wettelijke grondslag om bestaande wetgeving te vereenvoudigen dan wel in te trekken. Niet alleen wordt een wettelijke basis geschapen voor een stroomlijning van het toezichtapparaat van de Britse overheid, ook worden de beginselen die ten grondslag zouden moeten liggen aan toezicht wettelijk vastgelegd, zoals de aanpak op basis van risicoanalyse. Een in het VK traditioneel lastige zaak als het opleggen van boetes zonder daarvoor de rechter te hoeven inschakelen is uit het wetsvoorstel verdwenen. Er wordt gewacht op een betere gelegenheid om een dergelijk voorstel te introduceren. Leden van de Conservatieve Partij, bij monde van hun schaduwminister voor deregulering, hebben het wetsvoorstel afgedaan als een verzameling botten zonder vlees (te weten daadwerkelijke dereguleringsvoorstellen).
India: buitenlandse investeringen in voedselverwerking, groot- en detailhandel Ondanks de vele dereguleringen van de afgelopen vijftien jaar in de economie, blijft de regering aarzelen bij het toestaan van buitenlandse investeringen in de detailhandel. Zij vreest dat dit te veel ten koste van de kleine detailhandelaren en
13
de informele handel zal gaan. Buitenlandse ketens, zoals Tesco, Carrefour, Casino en Auchan staan te trappelen om in India actief te worden, terwijl Wal-Mart haar Sam’s Club-formule geaccepteerd probeert te krijgen. Ook SHV Makro zou investeringen in het zuid-Aziatische subcontinent (ook Pakistan) overwegen. In eerste instantie wordt gedacht aan cash-and-carry winkels voor de groothandel. In deze sector is een volledige buitenlandse investering wel toegestaan. Het lijkt er echter op dat de bedrijven in eerste instantie in zee zullen gaan met lokale partners via joint-ventures. Nu de markten in de meeste westerse landen min of meer verzadigd zijn, investeren de supermarktketens in China en kijken ze naar mogelijkheden in India, de twee grootste consumentengroeimarkten in de wereld. Het Duitse Metro is overigens al een aantal jaren in India actief. De omzet van de detailhandel beloopt zo’n $ 330 miljard per jaar, waarvan slechts 2% in de formele sector. Volgens een KPMG-studie zal de georganiseerde detailhandelsomzet in India toenemen van $ 6,4 miljard tot $ 23 miljard in 2010. Recentelijk hield minister Kant Sahai voor Voedselverwerking een pleidooi om 100% buitenlandse investeringen in de detailhandel toe te staan. Daarnaast pleit hij voor het verlagen van accijnzen en BTW op verwerkte levensmiddelen. Verder wil hij tien jaar belastingvrijstelling voor investeerders in de voedselverwerking. Sahai realiseert zich dat voedselverwerking in India, waar slechts 2% van de productie enige bewerking ondervindt, een belangrijke groeisector kan worden en dat exportmarkten moeten worden ontwikkeld. Daarom moeten buitenlandse investeringen in de gehele voedselketen mogelijk worden gemaakt en dient contractteelt, waar in veel politieke kringen met argwaan naar wordt gekeken, gestimuleerd te worden. Dit proces van het creëren van verticale belangen moet de landbouwsector vraaggeoriënteerd maken. De verliezen na de oogst lopen soms op tot 50%, doordat de kwaliteit niet deugt en vraag en aanbod niet op elkaar zijn afgestemd. Sahai stelt dat buitenlandse investeringen in de detailhandel juist arbeidsplaatsen zullen creëren en de markt voor verwerkte, kwalitatief goede, producten vergroten.
Japan: geen versoepeling voorwaarden Amerikaans rundvlees Bij een bezoek aan de VS (en Mexico) werd minister van Landbouw Shoichi Nakagawa gevraagd om de Japanse markt te openen voor rundvlees, afkomstig van dieren niet ouder dan 30 maanden. Sinds anderhalve maand is de markt open voor vlees afkomstig van runderen niet ouder dan twintig maanden, een maatregel die het aanbod aan Amerikaanse zijde momenteel aanzienlijk beperkt. Feitelijk zou de leeftijdsgrens voor dieren die buiten een I&R-systeem vallen bij veertien maanden moeten worden gelegd, vanwege de foutmarge die optreedt bij het fysiologisch vaststellen van de leeftijd. Nakagawa heeft het verzoek onmiddellijk naast zich neergelegd. Volgens de minister moeten de VS eerst het vertrouwen van de Japanse consument zien terug te winnen, die voorlopig aarzelt om Amerikaans vlees te kopen. De Japanse invoerbeperking leidt er wel toe dat de rundvleessector in de VS op grote schaal I&R-systemen introduceert.
Roemenië: grote investeringen door SAPARD-programma Roemeense voedingsmiddelenbedrijven investeerden in 2005 ruim ¤ 80 miljoen met behulp van EU-SAPARD-fondsen. De meeste investeringen vonden plaats in de zuivel- en vleesverwerkende sector. Melkverwerkende bedrijven als LaDorna en Lactate Doborgene waren de grootste besteders in de zuivelsector. Nieuwe fabrieken werden opgezet en oude gemoderniseerd, zodat deze bij toetreding tot de EU aan de nieuwe eisen zullen voldoen. Bovendien wordt verwacht dat Roemeense veehouders in 2006 circa ¤ 75 miljoen aan kapitaal zullen steken in 300 varkensbedrijven, zodat ook deze aan de EU-normen voldoen. Hiertoe zullen de bedrijven worden ondergebracht in de overkoepelende Muntenia Coöperatie. De coöperatie zal tevens ¤ 6 miljoen investeren in vleesverwerkende fabrieken voor de aangesloten varkensbedrijven. In 2006 zal in Roemenië voor het laatst gebruik gemaakt worden van het SAPARD-programma. Sinds 2000 is ruim ¤ 700 miljoen besteed in het kader
14
van dit programma; er is nog zo’n ¤ 600 miljoen over, een bedrag dat de Roemenen volledig hopen te benutten. Bosbouw is nu ook opgenomen in het SAPARD-programma. Hieraan is voor 2006 ruim ¤ 120 miljoen toegekend.
Verenigde Staten: multilaterale en bilaterale handelsactiviteiten Richard Crowder is op 5 januari begonnen als landbouwonderhandelaar voor de United States Trade Representative. Hij gaf tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de American Farm Bureau Federation, van 8-11 januari in Nashville, Tennessee, zijn eerste presentatie. Hij benadrukte het belang van exportmarkten voor de toekomst van de Amerikaanse landbouw. De regering-Bush wil vaart zetten achter de afronding van een groot aantal bilaterale vrijhandelsverdragen, onder meer met Thailand, Peru, Panama, de Verenigde Arabische Emiraten en de vijf landen van de Southern African Customs Union (Zuid-Afrika, Botswana, Lesotho, Swaziland en Namibië). Vier andere landen: Egypte, Zuid-Korea, Maleisië en Zwitserland heeft het Witte Huis als mogelijke toekomstige partners aangemerkt. De onderhandelingen met deze landen worden in 2006 gestart. Verder gaf Crowder aan dat het slagen van de Doha-onderhandelingen, waarbij “effectieve markttoegang” voor de VS voorop staat, een prioriteit is voor de regering. Hij refereerde aan het “krachtige” voorstel van de Verenigde Staten en bevestigde nogmaals dat het voorstel van de Europese Unie van oktober 2005 onvoldoende is. Crowder gaf aan dat verdere concessies van de EU ten behoeve van markttoegang nodig zijn. Met effectieve markttoegang bedoelt Crowder: 1. tariefkortingen die werkelijk leiden tot verbeterde markttoegang; 2. geen toename van non-tarief kwesties, zoals extra SPS-zaken; 3. beperking van het aantal gevoelige producten, die de markttoegang nadelig beïnvloeden.
15
Agro-industrie
Ierland: voorstel andere marktbenadering export De oppositiepartij in het Ierse parlement, Fine Gael, heeft voorgesteld de export van Ierse landbouwproducten en levensmiddelen te voorzien van een etiket ‘Green Ireland’, om de kwaliteit en de veiligheid van Ierse producten te waarborgen. Dit etiket zou garanties bieden over het land van herkomst, de productie- en verwerkingsnormen en de voedselveiligheid. De Ierse miljonair Brody Sweeney, die zijn fortuin maakte met de broodjeszaken O’Brien, ontwikkelde het idee. Tijdensde komende parlementsverkiezingen (naar verwachting in 2007) wil hij proberen een Fine Gael-zetel in Dublin te bemachtigen.
Ierland: kleine stijging agrarische export De Ierse agrarische export is in 2005 gestegen met 0,7% tot een kleine ¤ 7,1 miljard. Als oorzaken voor de beperkte groei noemde de Ierse exportbevorderingorganisatie Bord Bia de druk van supermarktketens op de prijzen en het zwakkere pond sterling. In de voor Ierland zo belangrijke rundvleessector steeg de exportwaarde ondanks 6,5% minder slachtingen toch met 0,8% tot ¤ 1,34 miljard. Oorzaken hiervan waren de prijsstijging voor rundvlees met 3% en de hogere karkasgewichten. Het volume van de rundvleesexporten naar de EU steeg met 11%. Met een opmerking over de afschaffing van de exportrestituties in 2013 noteerde Bord Bia dat ‘slechts’ 8% van de rundvleesexporten naar derde landen gaat, vooral naar Rusland. Vijf jaar geleden werd nog ongeveer 50% van het Ierse rundvlees naar niet-EU-landen geëxporteerd. Het VK bleef ook in 2005 de belangrijkste afnemer van Iers rundvlees met 260.000 ton (meer dan de helft van de Ierse productie); van die afzet werd 22% via supermarkten verkocht. In 2006 komen er, volgens Bord Bia, 50.000 extra slachtdieren op de markt. Wil Ierland de verwachte marktverliezen in het VK als gevolg van de afschaffing van de ‘Over Thirty Months’-regeling in het VK compenseren, dan moet het land zijn export van rundvlees naar overige EU-landen met 20% verhogen. Ook de uiteindelijke uitkomsten van de WTO-onderhandelingen vervullen Bord Bia met somberheid. Volgens scenarioberekeningen van Bord Bia zou het nu voorliggende markttoegangsaanbod van de EU betekenen dat de importen van rundvlees in de EU zullen groeien van 500 miljoen ton tot 1,3 miljard ton en dat deze groei de productie en de prijzen in de EU met 10% doet dalen. De export van levend rundvee uit Ierland steeg met 40% tot 184.000 stuks, terwijl de waarde van deze export met 25% toenam tot ¤ 81 miljoen. Bord Bia verwacht in 2006 een vergelijkbaar niveau van export van levend vee met een voortdurende vraag naar kalveren vanuit Nederland. De export van varkensvlees steeg met 11% tot een waarde van ¤ 230 miljoen, waarbij vooral de export naar Japan zich explosief ontwikkelde. De exportwaarde van schapenvlees liep met 2% terug als gevolg van gedaalde prijzen tot een waarde van ¤ 175 miljoen; dit ondanks een stijging in het aantal geslachte ooien met 11%. Frankrijk, met ruim 32.000 ton, was in deze sector de sterkste exportmarkt. De exportwaarde van kippenvlees nam toe met 1% tot ¤ 250 miljoen. De sector ‘verwerkte voedingsmiddelen’, door Bord Bia als een groeisector gekenschetst, kon de gewekte verwachtingen niet waarmaken: de exportwaarde bleef in 2005 op een gelijk niveau ten opzichte van die van 2004. In de allerbelangrijkste exportcategorie voor de Ieren, de zuivelsector, moest een daling van de exportwaarde van 2,2% worden geïncasseerd tot een exportwaarde van ¤ 1,82 miljard.
16
Verenigd Koninkrijk: chipsfabrikant vraagt uitstel van betaling aan De ook in Nederland bekende chipsfabrikant Golden Wonder heeft surseance van betaling aangevraagd. Het in 1947 opgerichte, van oorsprong Schotse, bedrijf deed dit na een verliesgevend boekjaar 2004 (een verlies van ruim ¤ 15 miljoen op een omzet van ongeveer ¤ 130 miljoen) en na nog niet bekendgemaakte verliescijfers in het lopende boekjaar 2005. Bij het bedrijf werken 850 mensen. Golden Wonder startte vlak na de Tweede Wereldoorlog met een bakker in Schotland, die na het bakken van zijn brood chips ging fabriceren. Chips werden voor het eerst gemaakt in 1853 in New York; in 1913 werd dit artikel in het VK geïntroduceerd. Golden Wonder zorgde in de vijftiger en zestiger jaren voor grote innovaties in de chipssector door de introductie van de verpakking in plastic zakken en van kant-en-klaar gezouten chips. Met dit laatste werd concurrent Smith Chips afgetroefd, die zijn chips nog verkocht met een klein zakje zout in de verpakking. Ook introduceerde Golden Wonder in deze jaren verschillende smaakvarianten, die nu niet meer weg te denken zijn in de sector: ‘cheese and onion’ (1962) en ‘salt and vinegar’ (1964). Britten zijn enorme chipseters vergeleken bij andere EUlanden. De totale omzet in 2005 bedroeg ruim ¤ 2 miljard, terwijl er in dat jaar zelfs sprake was van een lichte achteruitgang als gevolg van het groeiend bewustzijn ten aanzien van gezonder eten; de totale ‘snack-food’-markt in het VK bedraagt een kleine ¤ 3 miljard en zag het afgelopen jaar zijn omzet dalen met 3%. Golden Wonder wijt zijn teloorgang aan de bijzonder agressieve wijze waarop PepsiCo (sinds 1989 eigenaar van de concurrerende chipsmerken Smith’s en Walkers) zijn producten op de markt zet. Op dit moment is ongeveer 45% van de Britse markt in handen van Walkers. Zij maakten daarbij in advertenties met name gebruik van het Britse voetbalidool Gary Lineker.
Verenigd Koninkrijk: florerende agrarische export Met stijgingspercentages in de export van landbouwproducten en levensmiddelen gedurende het eerste halfjaar van 3,1% en van 3,4% in de tweede helft van 2005 (steeds vergeleken met de resultaten in dezelfde perioden in 2004) hoopt de Britse exportbevorderingorganisatie op agrarisch gebied, Food from Britain, in 2005 een totaalbedrag aan agrarische export van een kleine ¤ 15 miljard te behalen. Het bedrag aan export in de eerste helft van 2005 bedroeg zo’n ¤ 7 miljard, waarmee het totaalcijfer voor 2004 van ¤ 14,5 miljard zou worden overschreden. Een totaalexport van ongeveer ¤ 15 miljard is de hoogste agrarische export sedert 1996, het jaar waarin voor de eerste keer de volledige effecten van de BSE-uitbraak werden gevoeld. Zowel de BSE- als de MKZ-crisis droegen bij aan een slechte naam voor Britse agrarische producten in termen van voedselveiligheid. De import van Britse producten werd in veel landen om die reden verboden. Hoewel de EU in het algemeen, en daarbinnen Ierland, Frankrijk en Spanje, de grootste afnemers van Britse agrarische producten zijn, neemt de belangstelling van exporteurs voor nieuwe markten snel toe. Met name landen als Brazilië, India, Pakistan en meer algemeen zuidoost-Azië hebben veel belangstelling voor traditionele Britse producten zoals ontbijtgranen, jams en marmelades. Ook het Midden-Oosten, in het bijzonder het Golfgebied, is een groeiende markt voor export vanwege het verblijf daar van vele Britse ‘expats’ en de bijna explosieve groei van Dubai als vakantieoord voor Britten. De belangrijkste exportcategorieën zijn alcoholica, in het bijzonder Schotse whisky, en ontbijtgranen. Eén van de snelst groeiende exportproducten is kaas met een exportwaarde van ¤ 147 miljoen in de eerste zes maanden van 2005, 12% hoger dan in dezelfde periode in 2004. Volgens Food from Britain fabriceert het VK met meer dan 700 regionale variëteiten zelfs een groter assortiment kazen dan Frankrijk.
Verenigd Koninkrijk: forse kerstverkopen Marks & Spencer Marks & Spencer, de kleding- annex ‘up-market’-levensmiddelenwinkel, lijkt langzaam uit het dal te klimmen. Voor het eerst in twee jaar konden de algemene ver-
17
koopcijfers voor kleding en levensmiddelen in het laatste kwartaal van 2005 weer in een groeipercentage worden uitgedrukt. Vooral de verkoop van levensmiddelen (30% van de concernomzet tegen 70% voor de kleding) leverde een belangrijke bijdrage aan het positieve resultaat van 2,9% omzetgroei, en wel met 5,1%. De verkoop van kleding was over het algemeen vrij vlak (stijging van 0,8%), maar toch, mede dankzij de inzet van het inmiddels gerijpte zestiger jaren icoon Twiggy, beter dan in de afgelopen periode en voor het eerst in twee jaar in de groeicijfers. Voorzitter van de Raad van Bestuur Stuart Rose waarschuwde ervoor dat ‘twee zwaluwen echter nog geen zomer maken’. Hij zei pas te willen spreken over daadwerkelijk herstel van het fortuin van Marks & Spencer, wanneer hij de nu geboekte omzetgroei in oktober 2006 kan herhalen. Desondanks verhoogden de analisten in de City de winstvoorspellingen voor Marks & Spencer met 3% tot een bedrag van een kleine ¤ 1 miljard aan het einde van het boekjaar (eind maart 2006). Marks & Spencer is de eerste grotere levensmiddelenketen die zijn resultaten over de kerstperiode bekendmaakt. Er is nu een trend gezet van een goede kerstperiode, waarin het nodige is goedgemaakt na een voor de middenstand over het algemeen matig 2005 (met uitzondering tot nu toe van Tesco en Sainsbury’s). Volgende week komt Tesco met zijn resultaten over de decembermaand.
Verenigd Koninkrijk: miljoenen gehaktpasteitjes verkocht Inter Link Foods, een in Blackburn gevestigd bedrijf dat eigen merk producten fabriceert, heeft in de afgelopen kerstperiode 120 miljoen gehaktpasteitjes verkocht, twee voor elke inwoner van het VK. Deze omzet kwam, vergeleken met de omzet in 2004 op dezelfde fabricagecapaciteit, voor de maanden november en december 2005 11% hoger uit en in de eerste helft van het boekjaar (tot november 2005) 9% hoger. De levensmiddelenproducent was in staat met behulp van investeringen in nieuwe machines van een kleine ¤ 5 miljoen per uur 48.000 van deze pasteitjes te vervaardigen. Deze (zoete) gehaktpasteitjes, ‘mince pies’ geheten, zijn vooral in de kersttijd een populaire snack voor de Britten. Het bedrijf zag zijn omzet over het eerste halfjaar van het boekjaar stijgen van ¤ 63 miljoen naar een kleine ¤ 100 miljoen. De winst nam toe van ¤ 3 naar ¤ 4 miljoen. Het bedrijf bestaat nu twaalf jaar en heeft voor volgend jaar verdere uitbreiding in Midden- en OostEuropa op het oog (na een acquisitie in Polen in 2004) en een verbreding van de activiteiten naar de beroemde en - uit een oogpunt van belasting van de maag beruchte Britse ‘puddings’.
Turkije: Ülker Group samen met US Kellogg De Turkse biscuit- en chocoladeproducent Ülker Group is een samenwerkingsverband aangegaan met de Amerikaanse Kellogg Corporation voor de productie van ontbijtgranen. Het Ülker-Kellogg partnerschap zal onder de naam Kellogg Med op een 50/50 basis gaan opereren. De partners zullen ¤ 12 tot ¤ 13 miljoen investeren in het opzetten van een productiefaciliteit die vanaf de tweede helft van 2006 in bedrijf zal gaan. De fabriek zal een deel van het artikel Kellogg Breakfast Cereals produceren, dat onder de naam Ülker-Kellogg zal worden verkocht. Op een persconferentie verklaarde de woordvoerder van de Ülker Group dat het bedrijf nu tot de internationale spelers behoort en dat deze stap de weg baant voor nieuwe partnerschappen. Voorzitter Zeki Sözer van de Ûlker Research and Development Group benadrukte dat het concern de komende vijf jaar een expansieve groei van de consumptie van ontbijtgranen in Turkije verwacht, tot circa tien keer de huidige omvang.
Turkije: Cadbury Schweppes koopt 30% van Kent Gida Cadbury Schweppes heeft onlangs bekendgemaakt dat het overeenstemming heeft bereikt over de aankoop van 30% van het Turkse bedrijf Kent Gida van de Tahincioplu Holding voor een bedrag ter waarde van ¤ 7,86 miljoen. Deze transactie brengt het totaal van het aandeel van Schweppes in Kent Gida op 95%.
18
Turkije: kruidenierswinkels met uitsterven bedreigd Terwijl er steeds meer supermarktketens in Turkije verschijnen, neemt het aantal traditionele straathoekwinkels, de zogenaamde ‘bakkals’ af. Volgens een rapport van de Turkey Economic Policies Research Association (TEPAV) hebben sinds 1999 al 28.000 ‘bakkals’ hun deuren definitief gesloten, terwijl het aantal supermarkten in dezelfde periode verdubbelde. De TEPAV schat dat in totaal 85.000 traditionele winkels zullen stoppen. De TEPAV is een reeks van projecten gestart om een analyse uit te voeren op het transformatieproces dat Turkije zal doormaken tijdens de toetreding tot de EU. In de detailhandel zal naar verwachting 20% van de productie en 39% van de werkgelegenheid verdwijnen. De grotere efficiency op het schap en in de bevoorrading zal de klanten een hoger serviceniveau en lagere prijzen opleveren, zo verwacht de TEPAV. Volgens het rapport is het marktaandeel van de kleine winkels gedaald van 65% in 1999 naar 48% in 2004. In dezelfde periode deden de straatkiosken het goed: hun marktaandeel steeg van 2% naar 7%.
19
Grond- en pachtzaken
Verenigd Koninkrijk: tendensen in grondprijzen Hoewel het aanbod van landbouwgrond in 2005 flink toenam in vergelijking met 2004 (een stijging van 35% tot bijna 45.000 hectare) bleven de prijzen voor zowel akkerland (+8%) als grasland (+18%) ook toenemen. In het noorden en zuidoosten van Engeland was de stijging in aanbod het sterkst (soms wel met bijna 60%), terwijl in het zuidwesten sprake was van een lichte afname (-5%). Deze stijgingen in grondaanbod moeten gezien worden in het licht van het gemiddelde aanbod in de jaren negentig van de vorige eeuw, ongeveer het dubbele van hetgeen in deze tijd op de markt komt. De uitbraak van de MKZ-epidemie en de aankondiging van de ‘mid-term review’ van het GLB waren verantwoordelijk voor de stagnatie op de agrarische grondmarkt. Een andere belangrijke verandering was de relatieve daling van het aandeel van de grondprijs in de waardebepaling van een boerderij, ten opzichte van het aandeel van de ‘residentiële waarde’ in de waardebepaling van het totaal. Momenteel is het aandeel van de grond nog slechts 40% tegen 75% in 1997. Het groeiend aandeel ‘residentiële’ kopers van boerderijen heeft ook effect gehad op het prijsverschil tussen akker- en grasland. In 1997 was akkerland ongeveer tweeënhalf keer zoveel waard als grasland. Dat verschil liep in 2005 terug tot ¤ 230 per ‘acre’. Strutt and Parker, een van de grote makelaars in onroerend goed in het VK en actief op de agrarische markt, voorspelt voor 2006 een ‘aanzienlijke stijging’ van het aanbod van landbouwgrond, in die mate dat het aanbod de vraag zal overtreffen. Hoewel dat in eerste instantie lagere grondprijzen zou kunnen veroorzaken, verwacht het makelaarskantoor een voortdurend nieuw aanbod van kopers uit het buitenland, die zich oriënteren op de Britse markt voor met name commercieel aantrekkelijke akkerbouwbedrijven. Hierdoor zou wel eens een flinke val in de prijzen voorkomen kunnen worden, verwacht Strutt and Parker, aangezien de grondprijzen in het VK nog steeds een stuk lager zijn dan prijzen voor vergelijkbare landerijen in bijvoorbeeld Denemarken. Daarnaast wijst de makelaar op de invloed vanuit de stad, waar de voortdurend hoge inkomens voor druk op de ‘residentiële’ markt op het platteland zullen blijven zorgen, met name voor de kleinere bedrijven en landgoederen.
20
Akker- en tuinbouw
België: omzet veiling Brava stijgt 10% De omzet van de tuinbouwveiling Brava in Zellik steeg in 2005 met 10% ten opzichte van 2004. Onder meer het extreem slechte weer in Zuid-Europa deed in het voorjaar de prijs van witlof, tomaten en slasoorten stijgen. Bij witlof en tomaten kende Brava ook een areaaluitbreiding.
Denemarken: CO2-quota De Deense verplichting in verband met de Kyoto-overeenkomst is een reductie met 21% van de uitstoot van CO2. De CO2-quota worden over de landen en over de bedrijven verdeeld. Dit lijkt eerlijk, maar volgens de Deense tuinders is dat schijn. Zij menen dat, omdat een deel van de CO2-vermindering bereikt kan worden door investeringen in het buitenland, de verdeling scheef getrokken wordt. Ongeveer een vijfde deel van de Deense reductie wordt bereikt door investeringen in het buitenland. Nederland zou 50% van de 6% verminderingsverplichting door opkoop van CO2 bereiken. Dat verschil zou betekenen dat de Deense tuinbouwers in een slechtere positie komen te staan dan hun Nederlandse concurrenten.
Frankrijk: reacties op uitspraak sjalotten Het Europese Hof heeft op 10 januari jl. uitspraak gedaan over de ‘sjalottenoorlog’ tussen twee Nederlandse zaadveredelaars en de Franse sjalottentelers over het verhandelen van de zaaisjalot op de Franse markt. De 1000 Franse sjalottentelers – voornamelijk Bretonse, aangezien de sjalottenteelt in Bretagne geconcentreerd is gebundeld in een gespecialiseerde organisatie van de grootste boerenbond (FNSEA), vinden de uitspraak van het Hof tegenstrijdig. Enerzijds wordt met tevredenheid vastgesteld dat het Hof de opname van de zaaisjalot in de EU-rassenlijst in 1997 als ‘niet conform’ beschouwt. Theoretisch, zo merkt de sector op, is het ‘illegale karakter’ van de twee rassen nu erkend en zouden deze dus nu geen bestaansrecht meer hebben. Anderzijds wordt de Franse handelsnorm van mei 1990, die alleen vegetatieve vermeerdering van sjalotten erkent en dus de zaaisjalot niet als een sjalot erkent, als in strijd met het Europees recht beschouwd. Deze norm zal dus moeten worden aangepast. De sector merkt op dat hiermee de deur geopend wordt voor producten die, hoewel zij wel lijken op een sjalot, qua smaak meer weg hebben van een ui; etikettering van de productiewijze, zoals het Hof voorschrijft, leidt bij de consument slechts tot verwarring, aldus de sector. Over de definitieve markttoegang moet echter de ‘Conseil d’Etat’ (hoogste rechtscollege) zich nog uitspreken; het was de Conseil die een prejudiciële vraag aan het Hof had voorgelegd over de interpretatie van de EU-richtlijnen 70/458 en 92/33. De sector verklaart de ‘strijd’ voor de knolsjalot, de ‘echalote de tradition’, nog niet op te geven en wil hierbij de ministeries van Landbouw en Economie betrekken. De knolsjalot, ook al ligt de kostprijs vier keer zo hoog, is immers een eeuwenoude traditie die niet verloren mag gaan, aldus de sector. Het productieseizoen 20042005 was goed voor een productie van 2400 ton van deze sjalot.
21
Ierland: strijd over referentiejaar suikerbietenteelt Akkerbouwers in Ierland zijn verdeeld over de keuze van het referentiejaar voor de berekening van het ontkoppelde compensatiebedrag voor suikerbietentelers in 2006. Suikerbietentelers in het zuiden van Ierland lobbyen voor de keuze van het referentiejaar 2006, omdat op die wijze een extra teeltjaar zou worden geschapen. Er is ook een politiek belang. Een keuze voor 2006 als referentiejaar zou Greencore min of meer dwingen zijn suikerfabriek in Mallow open te houden tot zeker de volgende algemene verkiezingen in Ierland. Greencore, de eigenaar van de suikerfabriek, zegt minimaal één miljoen ton bieten nodig te hebben om nog een volgende campagne te kunnen doen. Volgens Greencore zou de benodigde inzaai waarschijnlijk niet verkregen kunnen worden zonder 2006 te bombarderen tot referentiejaar. Andere suikerbietentelers menen echter dat een dergelijke beslissing boeren zou dwingen beneden de kostprijs te werken. Zij denken dat collega’s in het midden van het land op grote schaal zullen afzien van het planten van suikerbiet, omdat de voorgeschreven prijsdaling in combinatie met de kostenstijgingen ervoor zorgen dat deze boeren beneden de kostprijs moeten werken.
Spanje: droogte Het ministerie van Milieu houdt er rekening mee dat de droogte ook in 2006 zal toeslaan. In 2005 viel een kwart minder regen dan normaal en daardoor bevatten de stuwmeren, die begin 2004 met 30.427 hl3 waren gevuld, nu slechts een reserve van 24.364 hl3. In rivieren als de Segura en de Guadalquivir zijn al vissen ontdekt die door de lage waterstand zijn omgekomen en in de Taag en de Júcar rukken planten op die daar niet thuishoren. Watergebrek verwacht men in 2006 in de gewesten Madrid, Murcia en Andalucía (met de provincie Almería). Daarom wil de regering nu alvast maatregelen nemen die voor een goede drinkwatervoorziening kunnen zorgen. Een van de maatregelen zou zijn dat water uit de Taag nog wel naar Murcia mag worden omgeleid, maar dat hiervan geen druppel voor de tuinbouw mag worden gebruikt. De oppositie heeft de regering ervan beschuldigd 130.000 hectare tuinbouw te willen vernietigen. De waterstand in belangrijke stuwmeren half januari 2006: Stuwmeer
normaal gemiddelde
januari 2005 januari 2006
Madrid
637
600
Entrepeñas-Buendía
781
776
309
Júcar
431
586
241
Segura
169
151
113
Sevilla
374
365
233
Guadalquivir
2.523
2.969
1.488
353
Spanje: dalende productie op Canarische eilanden Uit de statistieken blijkt dat de totale landbouwproductie op de Canarische eilanden blijft dalen. De daling is het grootst bij tomaten, zowel in areaal als uitvoer. Het areaal bananen nam echter toe, wat gepaard ging met een productie- en exportstijging. De uitvoer steeg in 2004 tot 376.465 ton. Het in stand houden van de bananenproductie is door de regering in Madrid tot ‘staatszaak’ verheven. Wat betreft de WTO-onderhandelingen betreurt de Canarische overheid het dat veel lidstaten, zoals Nederland, bij de bananen een puur economische oplossing wensen en zich niet solidair verklaren met boeren uit de EU-lidstaten. 1998
1999
Landbouwproductie in ton Productie in 1000 Euro
2001
2002
2003
265.583
257.932
203.798
203.798
137.902
175.028
131.711
Tomatenareaal in ha.
3.930
3.816
3.114
3.229
3.010
3.044
Bananenareaal in ha.
8.649
8.923
8.877
9.194
9.614
9.642
437.723
362.313
396.865
421.820
408.631
401.988
Uitvoer tuinbouw (ton)
272.214
253.152
230.739
233.436
Uitvoer tomaten (ton)
256.917
239.059
217.411
219.357
366.507
377.110
392.115
368.728
Bananenproductie (ton)
Uitvoer bananen (ton)
22
2000 310.340
407.626
333.226
Spanje: zorgen over tomaat Met name in het gewest Andalucía is men bang dat de herziening van de marktordening voor groenten en fruit zal leiden tot een inkomensdaling van de producenten van het ‘rode goud’, de tomaat. Meer dan 29.000 hectare is ingezaaid en grote investeringen zijn gedaan om een moderne verwerkende industrie op te zetten. Helaas is sprake van een behoorlijke overproductie, zodat elk jaar grote kortingen worden gegeven vanwege overschrijding van het EU-quotum. De landbouworganisaties willen dat de regering ervoor zorgt dat de herziening van de marktordening niet ongunstig voor hen uitvalt en dat het Spaanse quotum verhoogd wordt en/of de te hoge EU-prijskortingen worden stopgezet. Mocht dat niet lukken, dan willen de landbouworganisaties een zo spoedig mogelijke invoering van de herziening op 1 januari 2007. Ook verzoeken zij de overheid actie te voeren tegen de verwerkende industrie, omdat die op onjuiste gronden teveel kwaliteitskortingen zou toepassen.
Spanje: toepassing suikerhervorming De gewestelijke regering van Castilla y León heeft de regering gevraagd een nationale werkgroep in te stellen om ervoor te zorgen dat de hervorming van de suikermarktordening goed wordt uitgevoerd. Dit betreft met name een juiste verdeling van de steun over alle suikerbietentelers, de vaststelling van referentiejaren en de eventuele korting op basis van artikel 69.
Roemenië: graanproductie in 2005 De totale graanopbrengsten in Roemenië waren in 2005 voldoende om in de binnenlandse vraag te voorzien. De opbrengst is wel lager dan de recordoogst in 2004, toen bijna 25 miljard ton graan werd geoogst , maar toch is de ruim 18 miljard ton van 2005 nog steeds voldoende voor binnenlands gebruik. De graanoogst in Roemenië bestaat voor het overgrote deel uit maïs en tarwe. Verder wordt in mindere mate gerst, haver en rijst verbouwd. Ruim driekwart van de tarwe (5,58 miljoen ton) is bestemd voor binnenlands gebruik, de rest wordt geëxporteerd of opgeslagen. Het merendeel van de tarwe wordt gebruikt voor menselijke consumptie. Dit in tegenstelling tot maïs: van de totale 9,98 miljoen ton wordt circa 60% benut als diervoeder.
23
Veehouderij en zuivel
België: melkquota niet volgemolken De hoeveelheid melk die België jaarlijks van de Europese Commissie mag produceren is groter dan wat er de afgelopen maanden werkelijk is opgeleverd. Volgens het vakblad ‘Boer en Tuinder’ is de achterstand opgelopen tot het equivalent van drie melkproductiedagen, oftewel 26 miljoen liter. De boeren willen wel, maar kunnen niet melken. De Boerenbond beaamt dat de vraag naar fokvee sterk is toegenomen, omdat veel boeren hun melkveestapel willen aanvullen. Dat creëert schaarste en onbalans op de markt. De quota worden overgenomen van boeren die ermee stoppen omdat de melkprijs te laag is om kostendekkend te zijn. Volgens de Boerenbond gaf in 2005 9% van de melkveehouders er de brui aan, drie keer zoveel als andere jaren. De vooruitzichten zijn niet goed. Dat heel Vlaanderen door de Europese Commissie is aangewezen als kwetsbaar gebied inzake mestvervuiling, zal er ongetwijfeld toe leiden dat nog meer boeren zullen stoppen. Bovendien zal vanaf het volgend boekjaar de toekenning van de melkpremie losgekoppeld worden van de productie. De premie wordt vanaf 1 april toegekend op basis van het beschikbare land. Hoeveel melkkoeien daarop lopen, doet er niet toe. De melkveesector zit al enige tijd in een crisis doordat de supermarktketens over de marktmacht beschikken en de prijs naar beneden duwen. Daardoor wordt het steeds moeilijker om met melkproductie winst te maken.
Spanje: aanpassing herstructurering zuivelsector Het ministerie van Landbouw is van plan om dit jaar een nieuw opkoopplan in de zuivelsector in te voeren, zodat de herstructurering van de sector sneller kan verlopen. Vóór de herstructurering waren de kleine melkveehouders in de problemen geraakt. Door het landenquotum van 6,1 miljoen ton en de veel grotere Spaanse productiecapaciteit was de vraag naar quota zo gestegen dat hiervoor ¤ 0,80 per liter werd betaald. Deze prijs was volgens de regering zó hoog dat alleen de grote (en rijkere) melkveehouders quota konden kopen, waardoor de kleine melkveehouders geen mogelijkheid hadden zich tot rendabele bedrijven te ontwikkelen. Als gevolg hiervan werd de quotahandel tussen particuliere melkveehouders in 2005 verboden en konden quota alleen nog door de overheid worden aangekocht en verkocht. Dat had enkele nadelen. In de eerste plaats daalde de financiële waarde van bedrijven omdat quota niets meer waard waren, waardoor de banken alleen nog maar lagere leningen wilden afsluiten. Hierdoor kon minder in modernisering van de bedrijven worden geïnvesteerd. In de tweede plaats konden veehouders die hun quotum door betere bedrijfsvoering structureel overschreden, hun bedrijfsvoering niet meer op orde brengen door quota bij te kopen. Een verder nadeel was van politieke aard en ontstond omdat melkveehouders in sommige gewesten graag aan de opkoop wilden meedoen en de opgekochte quota vervolgens werden verdeeld aan melkveehouders in andere gewesten. Zo kreeg Galicia 177.000 ton van de in totaal door de overheid doorverkochte uitgedeelde 289.000 ton. Nationaal gezien misschien een goede zaak, maar voor gewestelijke politici onverteerbaar, omdat ‘gewestelijk bezit’ van quota ook recht gaf op aan die gewesten toegekende EU-subsidies. Het is nog niet duidelijk of het ministerie van plan is het verbod op quotahandel tussen particuliere melkveehouders op te heffen, hoewel veel landbouworganisaties en de grootste oppositiepartij er met klem om vragen.
24
Spanje: nog steeds dalende melkprijzen De landbouworganisaties blijven protesteren omdat de melkfabrieken nu hebben besloten om de prijs weer met ¤ 00,1 tot ¤ 00,3 te verlagen. In meerdere provincies wordt met acties gedreigd. De fabrieken zeggen dat ze de prijs wel moeten verlagen om te kunnen concurreren met goedkope, merendeels uit Frankrijk, ingevoerde melk.
Spanje: de varkenssector in 2005 De Nationale Vereniging van Varkenshandelaren (Ancoporc) is in 1997 gestart als vereniging van handelaren, maar in de loop der jaren zijn veel handelaren ertoe overgegaan zelf varkens te houden en te slachten. Daardoor is Ancoporc, naast het al langer bestaande Anprogapor, een belangrijke vertegenwoordiger van de Spaanse varkenssector. Begin januari heeft Ancoporc het jaarverslag over 2005 gepubliceerd. Hieruit blijkt dat de belangrijkste Spaanse thema’s op dit moment de diergezondheid, tracering, dierenwelzijn, voedselveiligheid en de export zijn. Bij dit laatste onderwerp roept Ancoporc de regering op zijn best te doen om markten van derde landen te openen en de bureaucratie te verminderen. De vereniging is optimistisch over de toekomst, ondanks de toenemende verticalisering van de sector en de stijgende concurrentie op de wereldmarkt. Toch ‘worden veldslagen alleen gewonnen door daadkracht, en wij (Ancoporc) staan klaar om ervoor te zorgen dat de Spaanse varkenssector de strijd aangaat en uiteindelijk de leider van de Europese en mondiale varkensmarkt zal worden’. Als grootste concurrent op de wereldmarkt wordt China genoemd, omdat dat land in 2005 overging van traditionele naar industriële productie en tegelijkertijd profiteerde van grote buitenlandse investeringen. Daartegenover staat de EU met belangrijke structurele overschotten, die ze moet afzetten op een wereldmarkt waar de concurrentie sterk toeneemt. Tien jaar geleden lag de mondiale productie van varkensvlees op ongeveer 80 miljoen ton, waarbij 50% in Azië werd geproduceerd, 30% in Europa en 17% in de VS. Deze situatie is nu veranderd: de mondiale productie ligt op 100 miljoen ton, waarvan 56% in Azië, 26% in Europa en 17% in de VS. Maar de Europeanen eten meer: 43 kilo pp/jaar (in Spanje zelfs 63 kilo), terwijl de gemiddelde mondiale consumptie op 16 kilo ligt. Ancoporc ziet de volgende elementen waarvan de Spaanse sector zou kunnen profiteren: • De Russische consumenten betalen steeds meer voor varkensvlees en het land importeert steeds grotere hoeveelheden doordat de nationale productie al meer dan gehalveerd is. • Denemarken verliest marktaandeel in Japan. • Brazilië is nog niet geheel hersteld van de MKZ-uitbraak, waardoor belangrijke Aziatische markten voor haar nog gesloten zijn. Daartegenover staat dat Canada nu 60% van haar productie exporteert en dat ook de VS de productie sterk aan het opvoeren zijn. Wat betreft de Spaanse varkenssector, lag de gemiddelde prijs die de producenten in 2005 ontvingen op ¤ 1,06/kilo levend gewicht. Hier was niemand echt tevreden mee, omdat de inkomsten toch lager waren dan verwacht. Ancoporc wijst op marktcycli, waar na de crisis van de jaren negentig in 2001 hoge prijzen (¤ 1,30/ kilo) werden bereikt dankzij BSE en varkenspest in andere landen. De opbrengsten werden gebruikt voor modernisering van de bedrijven, terwijl er meer dan tweeënhalf miljoen moederdieren werden geplaatst. De biggen daarvan maakten de invoer van meer dan één miljoen geïmporteerde dieren onnodig. Ook nam de slachtcapaciteit toe, zodat meer dan 25% van de productie kon worden geëxporteerd. Na 2001 zakten de marktprijzen behoorlijk en in 2004 hadden de producenten te maken met hoge voederprijzen wegens slechte oogsten. Ondanks de droogte beschouwt Ancoporc 2005 als het jaar waarin men uit de crisis lijkt te komen. De productie bleef toenemen en in 2005 werd zelfs 20% meer geëxporteerd dan in 2004:
25
De Spaanse buitenlandse handel in 2005 (Bron: Ancoporc)
Ton levende dieren vers en gekoeld vlees spek en vet gedroogd en gezouten vlees bereidingen en conserven
januari – september 2005 Export Import 101.146 24.148 437.774 43.788 46.065 4.018 24.896 6.924 14.006 5.172
Portugal neemt eenderde van de Spaanse export af en kan volgens Ancoporc beschouwd worden als ‘een deel van de Spaanse markt’. De Franse markt zou in 2006 de meeste kansen bieden omdat Frankrijk tussen januari en augustus 2005 10% meer vlees kocht dan in 2004, waardoor onder meer de Deense export naar Frankrijk met 37,5% daalde. Daartegenover staat een Spaanse import die in 2005 bijna 30% lager lag dan in 2004. Zo daalde de import van levende dieren met 24.0000 en van vlees met 44.000 ton.
Spanje: vereenvoudiging vleesexport Op 16 januari is het ‘unieke loket’ voor de export van vlees in werking getreden. Het vormt een deel van de overheidsmaatregelen om de uitvoer van Spaanse vleeswaren te bevorderen. Met het ‘unieke loket’ is er slechts één instantie die alle informatie (zoals invoereisen en benodigde documenten) over derde markten geeft en die ook zorgt voor de erkenning van bedrijven die willen exporteren. Om te worden erkend dient een bedrijf een aanvraag in te dienen om te worden opgenomen in het ‘sistema de solicitud telemática de certificados sanitarios de exportación, CEXGAN. Als de aanvraag wordt goedgekeurd krijgt men een naam of nummer en een toegangscode, waarna een bedrijf de exportcertificaten elektronisch dan wel per fax kan aanvragen. Voorlopig is dit systeem beperkt tot de export naar Rusland. Zie verder (in het Spaans) www.mapya.es/es/ganaderia/pags/CEXGAN/cexgan.htm. Andere maatregelen ter bevordering van de export houden in dat de Spaanse overheid - actiever dan voorheen - probeert handelsbarrières op te heffen.
Verenigd Koninkrijk: advies om schoolmelksubsidie af te schaffen In een rapport, opgesteld door consultant London Economics in opdracht van het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken, wordt de regering geadviseerd de schoolmelksubsidies voor 1,2 miljoen kinderen af te schaffen omdat het een verkwisting van belastinggeld zou zijn. Volgens de consultant is er geen enkele reden te bedenken om met de schoolmelkregeling door te gaan, gezien het huidige prijsniveau voor melk in de supermarkt. Het gaat hier om een nationale regeling, die het voor scholen aantrekkelijk moet maken mee te doen aan het EU-schoolmelkprogramma. De regeling kost de Britse belastingbetaler jaarlijks ¤ 2,25 miljoen, waarvan volgens de onderzoekers het grootste deel wordt uitgegeven aan de uitvoering van de regeling. De uitvoering van beide regelingen (de EU-subsidie en de nationale bijdrage) slokt 82% van de beschikbare middelen op. Volgens het rapport zouden de ouders van kinderen, waarvan de scholen meedoen aan de regeling, gemiddeld ¤ 0,16 betalen voor eenderde ‘pint’ melk (189 milliliter), terwijl dezelfde hoeveelheid melk in de supermarkt is te krijgen voor ¤ 0,12 tot ¤ 0,14. De EU-schoolmelksubsidie bedraagt ¤ 0,04 per pakje melk van eenderde ‘pint’ en de Britse regering draagt nog eens ¤ 0,01 per pakje extra bij. Volgens de onderzoekers zorgt de regeling ervoor dat een kind van een deelnemende school 0,1 liter per dag meer drinkt. Kinderen op niet-deelnemende scholen nuttigen al 0,76 liter melk per dag uit andere bronnen. Dairy UK, een platform voor de zuivelsector, kritiseerde het advies en zei dat schoolmelk een goed instrument was om de voedingskundige voordelen van melk op kinderen over te brengen. Ook de National Farmers’ Union bepleitte handhaving en zelfs uitbreiding van de subsidie. De NFU
26
wees daarbij tevens op het opvoedende aspect voor de toekomst, omdat daarmee melkconsumptie ook in de toekomst wordt veiliggesteld.
Verenigd Koninkrijk: belangrijke schapengebieden wisselen van eigenaar De grootste schapenproducent van het VK heeft om persoonlijke redenen besloten een stapje terug te doen. Richard Cameron, voormalig voorzitter van de National Farmers’ Union Scotland, heeft vijf van zijn zeven boerderijen met een landoppervlakte van ruim 15.000 hectare en meer dan 10.000 schapen in één klap aan een investeringsmaatschappij in onroerend goed verkocht. Hoewel de nieuwe eigenaar aankondigde op dit moment geen beslissingen te nemen over de toekomst van de aangekochte gronden, zei de National Farmers’ Union Scotland in een reactie dat de toekomstige beslissingen van de nieuwe eigenaar veel zullen zeggen over de te koesteren verwachtingen voor de schapensector in Schotland. Tegelijkertijd verkocht de familie Bowes-Lyon - verwant aan de Koningin en al 440 jaar eigenaar van het betreffende stuk land – de ruim 7500 hectare omvattende Wemmergill Moor in het noordoosten van Engeland aan Michael Cannon, een ‘self-made’ miljonair die zijn fortuin van ¤ 240 miljoen vergaarde met het innoveren en daarna verkopen van brouwerijen. Wemmergill Moor staat wijd en zijd bekend als één van de beste gebieden voor de jacht op korhoen. Al in 2003 kocht hij voor ¤ 6 miljoen de jachtrechten voor een periode van 40 jaar; nu heeft hij er nog eens ¤ 7,75 miljoen voor over om het gebied zelf ook aan te kopen. Vijf jaar geleden kocht Cannon ook al de High Abootside Moor in Noord-Yorkshire, ongeveer 3000 hectare.
27
Visserij en aquacultuur
België: Brugse visgroothandel Starfish failliet De visgroothandel Starfish uit Brugge en het zusterbedrijf Drakkar Delicatessen uit Knokke zijn failliet. Starfish leverde verse vis en schaaldieren aan de horecasector. In 2004 realiseerde het met zestien medewerkers ¤ 4,8 miljoen omzet, ¤ 120.000 exploitatiewinst en ¤ 2.800 nettoresultaat. De omzet daalde de afgelopen twee jaar met 11%.
Spanje: minder visvergunningen voor Marokko In december ging het ministerie er nog van uit dat Spanje 100 visvergunningen voor Marokkaanse wateren zou krijgen, maar de Europese Commissie gaf er uiteindelijk maar 95 af, aanzienlijk minder dan de 397 schepen die tot 1999 op visvangst in Marokko mochten gaan. De onderverdeling was: twintig pelagische boomkorvisserijschepen, twintig diepvissende beugschepen kleiner/minder dan 40 ton in het noorden, twintig artisanale schepen in het zuiden, zeven diepvissende beugschepen voor demersale vangst, elf trawlers en zeventien schepen voor de vangst met lijnen.
IJsland: vispiraterij De regering heeft besloten een campagne te starten tegen zogenaamde vispiraten op de visgronden van de Reykjanes Ridge. Minister Einar K. Gudfinnsson van Visserij verklaarde dat de campagne uit verschillende delen zal bestaan: de kustwacht gaat intensiever patrouilleren, de handel zal in kaart worden gebracht en de betrokken bedrijven zullen worden gewaarschuwd tegen het zakendoen met de piraten. Op deze manier hoopt de regering de kosten van de illegale vangsten op te drijven, waardoor piraterij onrendabel wordt.
28
Wetenschap, onderwijs, voorlichting en onderzoek
Frankrijk: INRA presenteert oriëntatieplan 2006-2009 Het INRA (instituut voor landbouwkundig onderzoek) heeft zijn oriëntatieplan 2006-2009 gepresenteerd als een driehoek, gevormd door landbouw, voedsel en milieu, waarin duurzame ontwikkeling centraal staat. Het programma richt zich op de volgende onderwerpen: ontwikkeling/innovatie van landbouwpraktijken en technieken; beperking van het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen; nieuwe dier- en plantenziekten; voedselveiligheid, aangepast aan evenwichtige voeding en de ‘groene chemie’. Ook zal het INRA zijn partnerschappen met bedrijven verder uitbreiden. Bovendien wil het instituut een internationaal onderzoeksprogramma opzetten voor een betere kennis van bacteriën die van nature in de menselijke spijsverteringsorganen aanwezig zijn. Ten slotte zal ruimer geïnvesteerd worden in onderzoekers: het INRA gaat 63 extra wetenschappelijke onderzoekers en 226 ingenieurs aantrekken. Van de onderzoekers zal 38% worden ingezet voor onderzoek op het vlak van humane voeding, diversificatie van producten, het gebruik van deze producten voor food en non-food toepassingen; 28% zal worden ingezet voor milieuonderzoek en 33% voor fundamenteel landbouwkundig onderzoek. Het INRA kreeg voor 2006 een verruiming met 2,7% van zijn budget toegewezen. De begroting voor 2006 bedraagt nu ¤ 600 miljoen.
29
Voedings- en kwaliteitsaangelegenheden
Frankrijk: onderzoek AFSSA naar ontwikkeling voedingsgewoonten Het Agentschap voor Voedselveiligheid (AFSSA) gaat een tweede onderzoek, INCA2 genaamd, instellen naar de ontwikkeling van voedingsgewoonten van volwassenen en kinderen. De AFSSA heeft al eerder een dergelijk onderzoek uitgevoerd (zie www.afssa.fr). Doelstelling is om het voedingspatroon van de Franse consument vanaf 1999 in beeld te brengen en op basis hiervan een extrapolatie te maken van diverse gezondheidsrisico’s waarmee de maatschappij geconfronteerd wordt. De resultaten van INCA2 dienen ook voor aansturing van het nationale programma van het ministerie van Volksgezondheid voor het voedingsbeleid, de PNNS (Programme national nutrition santé), in 2001 gelanceerd.
Portugal: nieuw voedselagentschap, nieuwe voorzitter De recent opgerichte Autoriteit voor de Voedselveiligheid en Economische Activiteiten heeft een nieuwe voorzitter, António Nunes. Nunes was al eerder betrokken bij het Agentschap, onder meer bij het project voor de oprichting van het eerste agentschap; hij maakte tevens deel uit van de installatiecommissie. Wanneer de nieuwe autoriteit werkelijk van start zal gaan is nog onduidelijk, gezien het feit dat er tien verschillende instanties moeten worden samengevoegd, aldus Nunes.
Portugal: winst op agrarische producten voor retailsector In een recente studie van de ‘Waarnemer van de Agrarische Markt en Import van Agrarische Producten’ is gebleken dat de distributieketens het meest verdienen op agrarische producten. Van de winst blijft 70% in handen van de distributeurs; de producenten zelf merken niets van deze winst. Gebleken is dat vooral de distributieketens voor prijsverhogingen verantwoordelijk zijn, terwijl de productiekosten veelal onveranderd blijven. De studie is voornamelijk gebaseerd op vier agrarische producten, peren (pêra rocha), appels (Golden Delicious), wortelen en bloemkool, gedurende de periode 2000-2003. Doel van deze studie was om de autoriteiten op deze praktijken te wijzen en te stimuleren een eind aan deze situatie te maken.
Portugal: distributieketens garanderen lagere prijzen voor 2006 Diverse distributieketens hebben de garantie gegeven dezelfde prijzen te handhaven als vorig jaar en deze niet te verhogen, zoals andere jaren het geval was. Carrefour zal vanaf medio januari de huismerkprijzen zelfs met 15% verlagen. Ook de BTW van 700 voedingsproducten, persoonlijke hygiëne en schoonmaakmiddelen zal 19% blijven, in tegenstelling tot wat de wet voorschrijft, namelijk 21%. Het ‘verlies’ van ¤ 3 miljoen zal ten koste van Carrefour gaan. Carrefour verwacht met deze actie, naast een imagoverbetering, een verhoging met 10% van de verkoop van huismerkproducten te bereiken. Ook JM (Jerónimo Martins) zal in 2006 zijn BTWbevriezing doorzetten. Ook zij houden deze op 19% en hebben diverse prijsverlagende acties. Daarentegen hebben de Auchan-groep en de Mosqueteiros de BTW van hun producten wel verhoogd, maar garanderen ook zij een prijsdaling.
30
Verenigd Koninkrijk: totaal rookverbod opnieuw dichterbij Een totaal rookverbod in openbare gelegenheden in het VK behoort nu tot de mogelijkheden, aangezien premier Blair bereid lijkt de Labour-fractie in het Lagerhuis een vrije stemkeuze over dit onderwerp toe te staan. De regering heeft in een Volksgezondheidswet, nu bij het parlement in behandeling, voorgesteld om tot een gedeeltelijk rookverbod in openbare gelegenheden te komen, waarbij besloten clubs en pubs, die geen maaltijden serveren, van het rookverbod zouden worden uitgezonderd. Er zou op die plaatsen wel een rookverbod rond de bar gelden om het personeel achter de bar enigszins te beschermen. Dit beleid is destijds ook verwoord in het programma van Labour voor de verkiezingen van mei 2005. Ongeveer 60 Labour-Lagerhuisleden (de Labour-meerderheid bedraagt op dit moment 65 leden) hebben te kennen gegeven voorstander te zijn van een totaal rookverbod. Normaal wordt in het Lagerhuis gewerkt met een strakke fractiediscipline, waarvoor de ‘whips’ van de fracties verantwoordelijk zijn. Een vrije stemkeuze wordt meestal alleen dan toegestaan wanneer het om ‘gewetensonderwerpen’ zoals abortus en euthanasie gaat. In dit geval lijkt de premier overstag te gaan in een poging om krediet op te bouwen; hij hoopt op deze manier bij stemmingen over toekomstige, voor Labour politiek belangrijker onderwerpen, een strakkere fractiediscipline te kunnen eisen. Met een vrije stemkeuze wordt naar alle waarschijnlijkheid een meerderheid van het Lagerhuis gevonden die vóór wijziging van het voorliggende wetsvoorstel zal stemmen.
Verenigd Koninkrijk: bierreclames verboden De Londense brouwerij Young’s is het eerste ‘slachtoffer’ geworden van de nieuwe regels die moeten leiden tot minder reclame voor alcoholconsumptie. Die regels, sinds oktober 2005 van kracht, houden onder meer in dat alcoholconsumptie niet in verband moet kunnen worden gebracht met succes bij seksuele veroveringen, dan wel met sociaal succes van de drinker. In nieuwe posters voor een product van de Young’s brouwerij werd enerzijds een man afgebeeld met het hoofd van een ram, omringd door minimaal geklede dames en de slogan ‘This is a ram’s world’; anderzijds werd de man met het ramshoofd omringd door andere mannen die schijnbaar lachten om dit commentaar. Beide posters zijn nu door de Britse Reclame Code Commissie verboden.
31
Veterinaire aangelegenheden
België: eerste BSE-geval van 2006 Het Voedselagentschap (FAVV) heeft een geval van BSE vastgesteld op een rundveebedrijf in Froidfontaine in de provincie Namen, waar het sinds 1994 verbleef. De vleeskoe van het witblauwe ras is het eerste BSE-geval van 2006. Het dier werd in 1991 geboren op een bedrijf in Ave-et-Auffe. Dit bedrijf is niet meer actief. Sinds 1997 zijn in België 132 BSE-gevallen vastgesteld.
Frankrijk: marktopening Rusland voor fokvee Vanaf 1 februari a.s. kunnen weer fokrunderen naar Rusland worden geëxporteerd. Medio 2006 zullen de Russische veterinaire autoriteiten hun importeisen voor fokvee voor Frankrijk formeel bijstellen, nu de BSE-situatie in Frankrijk sterk verbeterd is. Met deze marktopening kan Frankrijk weer actief deelnemen aan het Russische herstelprogramma voor de rundveestapel. Conform dit programma wil Rusland jaarlijks zo’n 50.000 hoogwaardige runderen invoeren. Frankrijk telde in 2005 31 BSE-gevallen, waarvan twee klinische gevallen, zeventien gevallen in het kader van het controleprogramma voor risicorunderen en twaalf gevallen op het niveau van controle in de slachterij. In 2004 telde Frankrijk nog 54 BSE-gevallen; het totaal aantal sinds 1991 bedraagt 977.
Portugal: dioxinekippen geslacht De Veterinaire Dienst heeft onlangs 52.000 kippen laten slachten waarbij dioxine was aangetroffen. Het betreffende bedrijf was al een tijd in quarantaine geplaatst en het vlees is nooit in de distributieketens terecht gekomen, aldus de Veterinaire Dienst. De autoriteiten willen niet bekendmaken om welk bedrijf het gaat, noch de locatie aangeven. Men vermoedt dat de dioxine afkomstig is van houtsnippers die in kippenhokken worden gebruikt. Deze houtsnippers zijn afkomstig van afgebrand hout van de bosbranden van de afgelopen zomer.
Japan: H5N2-infecties Japan heeft eind 2005 te maken gehad met een 40-tal uitbraken van laagpathogene vogelgriep van het type H5N2. Het Nationaal Instituut voor Besmettelijke Ziekten heeft 350 personen onderzocht die contact hadden met het pluimvee op de getroffen bedrijven. Bij 77 werden antilichamen in het bloed aangetroffen. Het instituut concludeert dat de besmettingen waarschijnlijk plaatsvonden voordat de ziekte in het pluimvee werd aangetoond. Het ministerie van Volksgezondheid heeft er bij het ministerie van Landbouw op aangedrongen dat pluimveehouders in alle gevallen bij hun dagelijks werk beschermende kleding dragen.
Turkije: verspreiding vogelgriep De vogelgriep is inmiddels bevestigd in dertien van de 81 Turkse provincies op totaal 24 plaatsen. Daarnaast bestaan er in 23 provincies op 49 plaatsen verdenkingen van de ziekte. Zodra een uitbraak van vogelgriep wordt vermoed, worden monsters genomen en geanalyseerd. Indien vogelgriep wordt geconstateerd, worden in de getroffen streek quarantainemaatregelen genomen in een gebied met
32
een doorsnee van drie kilometer rondom de bedrijven. In een gebied met zeven kilometer doorsnede wordt een monitoring- en screeningprogramma uitgevoerd. Alle toegangswegen worden gecontroleerd en alle voertuigen worden ontsmet. In het gehele land is het transport van vogels en eenhoevigen verboden, met uitzondering van racepaarden en geldt een jachtverbod op gevleugelde dieren. Op 13 januari jl. maakte het ministerie van Buitenlandse Zaken bekend dat er op die dag in totaal achttien mensen met het vogelgriepvirus waren geïnfecteerd. Dit aantal betreft uitsluitend medisch vastgestelde en officieel verklaarde gevallen, inclusief de drie kinderen die aan de gevolgen van de infectie zijn overleden. In dit aantal zijn die gevallen die nog ter observatie in ziekenhuizen liggen, niet meegeteld. De bevestigde gevallen komen uit de provincies Corum, Kastamonu, Samsun en Van. Op 16 januari citeerde het dagblad The Turkish Daily News een persbericht van het ministerie van Volksgezondheid, dat een jongetje van vijf jaar positief is getest op H5N1, wat het aantal infectiegevallen op negentien brengt. Van alle gevallen is bekend dat zij in nauw contact zijn geweest met vogels. Volgens de WHO ontbreekt enig bewijs van mens-op-mens besmettting. Inmiddels zijn in de Oost-Turkse regio Van drie kinderen aan de gevolgen van de infectie met H5N1 gestorven. Op 15 januari overleed een meisje van twaalf jaar, eveneens in Van. Zij komt uit dezelfde woonplaats (Dogubeyazit aan de grens met Iran) als de eerder overleden kinderen. Zij testte aanvankelijk negatief voor het virus. Maar nu haar broertje positief is getest, zullen verdere tests worden uitgevoerd om de ziekte te diagnosticeren. De hoofdarts van het ziekenhuis verwijt de ouders van de twee kinderen dat zij pas vijf dagen nadat de symptomen zich openbaarden, naar het ziekenhuis kwamen, erg laat volgens deze arts. Van de negentien geïnfecteerde personen hebben inmiddels twee mensen het ziekenhuis mogen verlaten. De WHO blijft deze mensen nauw volgen om vast te kunnen stellen of en hoe het virus muteert en of het virus wel zo dodelijk is als aanvankelijk gedacht. De Turkse overheid heeft een Bird Flu Coordination Centre opgezet. Dit coördinatiecentrum wordt gezamenlijk geleid door de twee staatssecretarissen van het ministerie van Volksgezondheid en Landbouw. Dit centrum is aangewezen als spreekbuis over ontwikkelingen van de ziekte. De provinciale autoriteiten is verzocht geen verdere openbare mededelingen meer te doen. De pluimveesector in Turkije is voornamelijk modern. De waarde van de sector wordt geschat op $ 3 miljard; in de sector zijn naar schatting 100.000 mensen werkzaam. Afgelopen zaterdag heeft de Turkse overheid een commissie ingesteld die aanbevelingen moet doen om de sector te redden. Tot nu toe zijn circa 932.000 dieren gedood. Er zijn geen additionele preventieve maatregelen van Turkse zijde bekend om overdracht van de ziekte naar buurlanden tegen te gaan. Griekenland desinfecteert aan de noordoost-grens met Turkije alle inkomende voertuigen, evenals de veerboten die op Turkije varen. Van alle passagiers worden de schoenen gedesinfecteerd en wordt hun bagage streng gecontroleerd op meegebrachte etenswaren. Griekenland heeft alle invoer van dierlijke producten vanuit Turkije verboden. In Syrië zijn op een markt aan de grens met Turkije afgelopen zaterdag alle vogels gedood. De autoriteiten hebben de wekelijkse vogelmarkt verboden en een hygiëne-inspectie van alle pluimveewinkels gehouden. Volgens de autoriteiten werden op de markt vogels uit plattelandsgebieden aangeboden, tegen de regels in. Syrië deelt een grens van 300 kilometer lengte met Turkije. Besmetting vanuit Turkije is mogelijk, bijvoorbeeld via zuidwaarts migrerende vogels.
Verenigde Staten: nieuwe benadering I&R-systeem Het ministerie van Landbouw (USDA) overweegt een dieridentificatie en registratiesysteem te ontwerpen, waarbij het ministerie, indien nodig, toegang kan krijgen tot een netwerk van private en statelijke databases. Het systeem zou het ministerie toegang moeten geven tot een elektronisch portaal van verschillende dieridentificatieen traceringssystemen, die door productschappen en andere organisaties worden
33
beheerd en aan twintig al bestaande databases, die op dit moment door staten worden onderhouden. Het ministerie heeft in augustus 2005 aangekondigd dat het voornemens was om een geprivatiseerd I&R-systeem te ontwikkelen. De veehouderijsector reageerde verdeeld op deze beslissing. Op grond van de nieuwe benadering blijven de kritische componenten van de nationale database behouden, waaronder de registratie van bedrijven, dieridentificatie (per dier of per kudde) en tracering. Het is de bedoeling dat het ministerie juridische overeenkomsten aan gaat met de verschillende beheerders van de databases, waarin de wettelijke verantwoordelijkheden van de verschillende partijen worden gedefinieerd ten aanzien van de specificaties van het systeem. Het gaat hierbij om de betrouwbaarheid, de ononderbroken toegang voor ambtenaren en de gratis toegang voor de statelijke en federale overheid. Het ministerie benadrukt dat de haalbaarheid van deze benadering op dit moment in overweging wordt genomen. Minister Johanns staat uiterst positief tegenover het idee. De sector heeft met name veel zorg over de kosten voor het ontwerp, de implementatie en het beheer van het systeem.
Zuid-Korea: weer (beperkt) open voor Amerikaans rundvlees Na een tweejarig verbod op Amerikaans rundvlees, opgelegd naar aanleiding van BSE, gaat de Koreaanse grens in maart 2006 voor dit product weer open. Korea zal rundvlees accepteren van runderen jonger dan 31 maanden, maar een tweede beperking is dat vlees gehecht aan bot (nog) niet wordt toegelaten. Dit laatste heeft te maken met een verondersteld hoger BSE-risico voor vlees aan bijvoorbeeld ribben die direct in verbinding stonden met het ruggenmerg. De Amerikaanse handelsvertegenwoordiging heeft op deze beperking met grote teleurstelling gereageerd, aangezien dit de invoer van populaire artikelen zoals spareribs voorlopig onmogelijk maakt. Overigens wijzen douanestatistieken uit dat ten tijde van het verbod toch een aanzienlijke hoeveelheid Amerikaans rundvlees, ongeveer 29.000 ton, op de Koreaanse markt is verkocht. Dit betrof rundvlees dat de quarantaineprocedures al had doorlopen voordat het verbod in werking trad (24 december 2003) en vervolgens legaal tot ongeveer twee jaar daarna kon worden gedistribueerd. Wat de invloed van het opheffen van het verbod op het consumentengedrag ten aanzien van rundvlees zal zijn, is moeilijk voorspelbaar. De Amerikanen verwachten dat de Koreaanse markt zich slechts langzaam zal herstellen, aangezien de Koreaanse consument nog steeds huiverig is van Amerikaans rundvlees, zelfs nu de overheid het een veiligheidsgarantie heeft gegeven. Inmiddels zijn de prijzen van lokale runderen wel flink gezakt. De prijs van een lokale koe van 500 kilo, in oktober 2005 goed voor een topprijs van US $ 4.500, bracht half januari 2006 nog maar US $ 3.400 op, een daling van 25%. Voor de consument heeft dit nog geen gevolgen gehad. Dankzij de extra vraag voorafgaand aan het Chinees Nieuwjaar, is de prijs van een kilo biefstuk in de winkels naar de ongekende hoogte van ¤ 51 gestegen. Ter vergelijking, de gemiddelde prijs voor een kilo biefstuk was in 2004 nog ongeveer ¤ 30, gecorrigeerd voor de waardestijging van de lokale munteenheid.
34
Natuur, bos, landschaps- en faunabeheer
Spanje: dalende gezondheid bossen Uit een studie van het ministerie van Milieu, uitgevoerd op 620 ijkpunten door het gehele land, blijkt dat de gezondheid van de bossen in 2005 achteruit is gegaan. Belangrijke oorzaken hiervan waren de vorst en de droogte. Terwijl in 2004 nog 84% van de bomen gezond werd geacht is dit percentage in 2005 teruggelopen tot 78,5%. Bijna 25% van de bomen toont bladverlies van meer dan 25%. Door de zwakkere gezondheid worden de bomen ook gevoeliger voor insecten en plagen.
Spanje: protesten tegen verbreding Carretera de los Pantanos Het ziet er naar uit dat de gewestelijke regering van Madrid ertoe zal besluiten om achttien kilometer van de Carretera de los Pantanos, een provinciale weg die door een natuurpark loopt, tot autosnelweg te verbreden. Tegen de daardoor ontstane toenemende verkeersoverlast hebben de milieuorganisaties protest aangetekend. Zij wijzen op een door het gewest uitgevoerde milieustudie, waarin uiterst helder wordt geconcludeerd dat verdubbeling van de weg een zware aanslag op het milieu en de in het gebied voorkomende bedreigde diersoorten zou betekenen. Zij zeggen een dergelijk besluit daarom te zullen beschouwen als een oorlogsverklaring aan de natuur. Het gewest Madrid wijst echter op de 101 ongelukken, waarvan vijftien met dodelijke afloop, die hier tussen 2002 en 2005 plaatsvonden. Daarom heeft zij de wegverbreding verklaard tot ‘zaak van algemeen belang ten behoeve van de publieke veiligheid’. Het gevolg van deze status is dat het gewest zich niet aan de milieutoets hoeft te houden. Wel deed het gewest de belofte dat bij de aanleg van de snelweg ten bedrage van ¤ 69 miljoen, ¤ 25 miljoen zal worden besteed aan ecotunnels en andere maatregelen ter bescherming van dieren. De natuurorganisaties hebben een klacht bij de Europese Commissie ingediend. Voorzichtigheidshalve heeft de nationale regering gesteld dat ze er niets mee te maken heeft en dat alle consequenties (als het gewest Madrid door de Commissie veroordeeld zou worden) ten laste van dit gewest zullen komen.
Spanje: beren In het kader van LIFE zal Spanje dit jaar een aantal bruine beren in de Pyreneeën uitzetten.
Verenigd Koninkrijk: natuurbeschermingsrel in Big Brother De mediabelangstelling voor het televisieprogramma Big Brother, maar dan in de versie met omstreden beroemdheden waaronder een lid van het Lagerhuis, heeft in het VK geleid tot een rel over de jas van één van de deelnemers in het BigBrother-huis. Pete Burns, de transseksuele zanger van de popband Dead or Alive, claimt namelijk een van gorillahuiden gemaakte jas te dragen. Niet alleen is hij daarop al door medehuisbewoners aangesproken, nu heeft ook staatssecretaris Jim Knight van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken en verantwoordelijk voor natuuraangelegenheden, zich in de discussie gemengd. Hij heeft Pete Burns via de televisie gewaarschuwd voor de ‘ernstige consequenties’ die het dragen van een dergelijke jas zonder importvergunning op grond van het CITES-verdrag met zich meebrengt. ‘Het is hoogst onwaarschijnlijk dat hij een uitzondering op het importverbod, dat bestaat sinds 1947, heeft gekregen’, aldus de bewindsman. 35
Milieuaangelegenheden
België: regeling mestverwerking door substitutie verlengd De Vlaamse regering heeft onlangs het ontwerpbesluit goedgekeurd dat enerzijds de regeling van de mestverwerking door substitutie voor een periode van één jaar verlengt, en anderzijds de mestverwerkingsplicht van 2006 bevriest op hetzelfde peil als dat van 2005. In dat jaar waren ongeveer 1550 veeteeltbedrijven verwerkingsplichtig. Dit betekent dat zij een deel van hun mestoverschot moeten (laten) verwerken en exporteren. De veeteeltbedrijven moeten volgens het huidige mestdecreet zo’n veertien miljoen kilo stikstof verwerken. Tot nu toe wordt daarvan jaarlijks negen miljoen kilo gerealiseerd: één miljoen kilo door verwerking van varkensmest, vijf miljoen kilo door verwerking van kippenmest en drie miljoen kilo door substitutie met kippenmest. Substitutie houdt in dat bedrijven onder bepaalde voorwaarden de verwerkingsplicht gedeeltelijk invullen door de verwerking van niet-verwerkingsplichtige dierlijke mest, afkomstig van een ander bedrijf. Meestal gaat het hierbij om de vervanging van de verwerking van varkensmest door verwerking van pluimveemest, omdat de technologie bij de verwerking van kippenmest het meest geavanceerd is en kippenmest gemakkelijk kan worden geëxporteerd. Deze mogelijkheid van substitutie van de verplichte verwerking van varkensmest door de niet-verplichte verwerking van kippenmest gold volgens het huidige MilieuActiePlan echter alleen voor de overgangsjaren 2003 - 2005. In het kader van de Nitraatrichtlijn en het arrest van het Europese Hof van Justitie van 22 september 2005 vinden onderhandelingen met de Europese Commissie plaats over een nieuw actieprogramma, waardoor het opstellen van een nieuw mestdecreet vertraging opliep. De mogelijkheid van substitutie zou eind 2005 vervallen en in 2006 niet meer van toepassing zijn. Dan zou namelijk de noodzakelijke verwerking via substitutie van ongeveer drie miljoen kilo stikstof wegvallen. Bovendien zou, volgens het huidige mestdecreet, de mestverwerkingplicht voor de bedrijven met 5% stijgen, terwijl er momenteel onvoldoende verwerkingscapaciteit is. Op 1 januari 2007 moet er een nieuw mestdecreet zijn, waarin een haalbare mestverwerkingsplicht wordt aangekondigd, in aanmerking nemend dat Vlaanderen voor 100% kwetsbaar zal zijn conform de Europese Nitraatrichtlijn.
België: accijnsverlaging biobrandstoffen De Europese Commissie heeft het licht op groen gezet voor een Belgische accijnsverlaging op biobrandstoffen. Het akkoord maakt de weg vrij voor het gebruik van biobrandstoffen in België. De regering verscherpt ook meteen de ambities rond biobrandstoffen. Een Europese richtlijn vroeg de lidstaten om tegen 2005 in 2% biobrandstoffen te voorzien. Tegen 2010 loopt dat percentage op tot 5,75%. De richtlijn past in de inspanningen rond de bestrijding van het broeikaseffect en de naleving van het Kyoto-protocol. In tegenstelling tot andere Europese landen als Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Zweden kan men in België nog geen biobrandstoffen tanken. De verlaging van de accijnzen is van cruciaal belang om het prijsverschil tussen biobrandstoffen en gewone benzine en diesel aan de pomp weg te werken. Met het Europese akkoord is de weg praktisch vrij voor een aantal binnenlandse projecten rond de productie en het gebruik van biobrandstoffen. Zo staat het
36
Gentse project ‘Ghent Bio-Energy Valley’ al meer dan een jaar te popelen om te kunnen starten. Minister Reynders van Financiën voorspelt dat België door die binnenlandse projecten in staat zal zijn om binnen enkele jaren 200 tot 400 miljoen liter biobrandstoffen te produceren. Het Europese akkoord scherpt ook de ambities van de regering aan. België mag dan het Europese streven van 2% biobrandstof in 2005 gemist hebben, minister Reynders lijkt van plan die achterstand in te willen halen. Zo wil hij in 2007 komen tot 4,29% biodiesel. Minister van Landbouw Laruelle meent dat een percentage van 7% voor bio-ethanol in 2007 haalbaar moet zijn.
Frankrijk: parlementaire onderzoekscommissie voor bio-transportbrandstoffen Een groep parlementariërs heeft aangekondigd een aparte commissie in te stellen voor het volgen van de, door hen noodzakelijk geachte, ontwikkeling van biotransportbrandstoffen. De commissie zal onder meer onderzoek doen naar de belemmeringen, ook bij het bedrijfsleven, die zich op dit vlak volgens hen voordoen. Frankrijk heeft al sinds 2005 een ambitieus programma voor bio-transportbrandstoffen, dat verder gaat dan de EU-besluiten (in 2010 verplichte bijmenging ter hoogte van 7% van bio-ethanol en esters in resp. benzine en diesel). De financiële staatssteun in de vorm van een gedeeltelijke accijnsontheffing en een verlaging van de milieuheffing, TGAP, voor bedrijven die bijmengen kostte de Franse staat in 2005 ¤ 162 miljoen (bij een gemiddelde kostprijs van $ 50 per vat olie). Volgens het nationaal instituut voor milieuonderzoek, IFEN, is de productie van biobrandstoffen bij een kostprijs beneden de $ 75 niet rendabel. In 2004 produceerde Frankrijk 498.000 ton bio-ethanol en esters; deze productie wil Frankrijk in het kader van zijn programma voor bio-transportbrandstoffen opvoeren tot 800.000 ton in 2007. De grootste Franse spelers op het vlak van bio-ethanol zijn de suikerconcerns Cristanol (fusie van Cristal Union en graancoöperaties, waaronder vooral Champagne Céréales) en Tereos. Daarbij komt nog de grootste, Franse graanhandelaar Soufflet, die een ethanolfabriek voor 300.000 ton gaat bouwen in het Noord-Franse departement Aube. De voornaamste spelers van esters zijn Diester Industrie en Ineos.
Frankrijk: FARRE zoekt EU-steun voor label duurzame landbouw Het kwaliteitssysteem ‘agriculture raisonnée’, werd in Frankrijk in 2002, op initiatief van de toenmalige minister van Landbouw Glavany, officieel erkend. Dit systeem werd indertijd ontwikkeld door FARRE - een non-profit organisatie, opgericht door de landbouwsector in 1993 - die zich alleen bezig houdt met het promoten van en communiceren over duurzame landbouw. Dit (vrijwillige) systeem hield onder meer een pakket voorschriften in voor een duurzaam integraal - en dus niet sectoraal - beheer van het boerenbedrijf, gekoppeld aan een verplichte bedrijfskwalificatie door een erkende certificeringorganisatie. Inmiddels bestaat er een label ‘agriculture raisonnée’ en wordt de kwalificatie van bedrijven ook door de overheid gesteund. Ook zegde het ministerie van Landbouw toe dat de controle van deze gecertificeerde bedrijven minder intensief zou zijn bij de naleving van de cross-compliance eisen, omdat de certificering al voldoende zekerheid biedt. Frankrijk telt op dit moment nog slechts 1000 gecertificeerde bedrijven. FARRE’s doelstelling is om dit systeem op Europees niveau te brengen en zoekt als bondgenoot Landbouwcommissaris Fischer Boel, die eind 2005 tijdens een congres van de Europese organisatie voor duurzame landbouw, EISA, verklaarde dat er voor de Europese landbouw in de toekomst slechts twee vormen denkbaar zijn: de duurzame en de biologische landbouw. Hoewel er geen sprake is van EU-subsidies, zou Fischer-Boel haar steun hebben toegezegd bij de uitwerking van een Europese identificatie. Naar verluidt zou het dossier in de lift zitten.
Ierland: tweede derogatie Nitraatrichtlijn gevraagd In overleg met het ministerie van Landbouw en Voedsel en dat van Milieu zal
37
Teagasc, de studie- en voorlichtingsdienst van het ministerie van Landbouw en Voedsel, de mogelijkheid onderzoeken van een tweede Ierse derogatie op de Nitraatrichtlijn: naast die voor nitraat ook één voor fosfaat. Het wetenschappelijk onderzoek zal de benodigde informatie leveren die een hoger gebruik van fosfaat op landerijen waar geen risico van waterverontreiniging bestaat, zal moeten rechtvaardigen. Dat is de uitkomst van een beladen vergadering van het bestuur van Teagasc met 500 woedende, demonstrerende boeren voor de deur. Het betrof vooral varkensboeren, die het hoofd van Teagasc-directeur Jim Flanagan eisten. Oorzaak van de woede zijn de fosfaatnormen, die volgens de boeren ‘plotseling’ in de implementatieregelgeving voor de invoering van de Nitraatrichtlijn in Ierland zijn opgedoken. Als onafhankelijk wetenschappelijk adviseur van de regering heeft Teagasc zijn standpunt herhaald, dat aanbevelingen op agronomische basis (ten aanzien van fosfaatgehalten in relatie tot grondsoort) niet gebruikt hadden moeten worden voor het formuleren van wettelijke regels. De voorzitter van de Irish Farmers’ Association, John Dillon, zei dat hij nog steeds overtuigd moet worden van het feit dat de Teagasc-leiding in staat blijkt een sterke zaak voor het boerenbelang op te bouwen. Om het vertrouwen van de boeren te herwinnen zouden wijzigingen in de Teagasc-leiding moeten plaatsvinden; hierop herhaalde Dillon zijn eis dat directeur Flanagan zijn biezen moet pakken.
Verenigd Koninkrijk: supermarktketens steeds groener Stijgende energieprijzen brengen supermarktketens in het VK tot het toepassen van mogelijkheden om te komen tot een doelmatiger gebruik van energie. Naast kostenbesparing speelt hier ook het PR-aspect een niet te verwaarlozen rol. Sainsbury’s heeft de eer voorop te lopen met de opening in 1999 in Greenwich van zijn eerste ‘groene’ supermarkt met een reeks zonnepanelen op het dak van het bij de supermarkt behorende benzinestation. Tesco volgde in 2005 met de opening van een nieuwe supermarkt in Diss (Suffolk), die met behulp van op het dak gemonteerde windmolentjes groene elektriciteit produceert om de kassa’s van energie te voorzien; in 2006 zal een nieuwe winkel in Swansea worden geopend, waarin - naast het gebruik van specifieke, op energiebesparing gerichte bouwmethoden en meer isolatie - ook zal worden gewerkt met zonne-energie en hergebruik van water. Asda zal later in 2006 een, naar zijn zeggen, volledige ‘eco-store’ openen. En niet te vergeten, ‘new kid on the block’ Whole Foods Market, die volgend jaar een megasupermarkt in Londen opent, heeft op zijn thuismarkt besloten al zijn energie nog uitsluitend van ‘groene’ bronnen te betrekken. Volgens berekeningen van de Amerikaanse milieudienst levert dat een besparing aan CO2-uitstoot op die gelijk is aan het gedurende één jaar van de weg halen van 60.000 auto’s. Het gaat de supermarktketens vooral om kostenbesparing. Sainsbury’s is erin geslaagd door middel van energiebesparende maatregelen het energieverbruik in ongeveer 500 winkels met 11% in de periode 2001-2005 terug te dringen, hetgeen een besparing van ¤ 12 miljoen op de energierekening opleverde. Vóór april 2008 wil deze keten het energieverbruik per m2 verder met 5% terugdringen. Het energiebesparingsprogramma kostte Sainsbury’s tot nu toe ¤ 21 miljoen, maar deze investeringen worden in een betrekkelijk korte tijd terugverdiend. Tesco streeft een energiebesparing van 20% na, waarbij de eerder genoemde supermarkt in Diss als ‘pilot’ fungeert. Waitrose heeft zich als doelstelling voor de korte termijn een vergroting van de doelmatigheid in energieverbruik van 5% gesteld en voor de lange termijn (2010) een beperking van de CO2-uitstoot van 10% (referentiepunt is de situatie in 2000).
38
Biotechnologie
Portugal: genetisch gemodificeerde maïs In 2005 is er totaal 750 hectare genetisch gemodificeerde maïs geplant, 0,6% van de 135.000 hectare geteelde maïs. De laatste keer dat er in Portugal gg-maïs werd geplant was in 1999; het areaal bedroeg toen rond de 1000 hectare.
39
Diversen
Turkije: grondaankopen door buitenlanders toegestaan In december heeft het parlement een wet goedgekeurd die de aankoop van grond door buitenlanders vastlegt. Op grond van de nieuwe wet kunnen buitenlanders land kopen met een oppervlakte van maximaal 2,5 hectare. Het is mogelijk deze oppervlakte tot 30 hectare te vergroten; hiervoor is toestemming van de ministerraad nodig. Het kabinet kan per provincie een ratio vaststellen voor grondoppervlak dat in buitenlands bezit is. Het buitenlands bezit mag per provincie in ieder geval niet meer dan 0,005% van de totale oppervlakte bedragen. Buitenlandse stichtingen, associaties, coöperaties, verenigingen en groepen krijgen geen toestemming om grond te kopen; buitenlandse bedrijven kunnen wel grond kopen, met toestemming van het kabinet. Het ministerie van Defensie stelt een kaart ter beschikking waarop zones worden aangegeven die niet voor de verkoop in aanmerking komen. Dit betreft militaire gebieden, speciale veiligheidsgebieden en strategische regio’s.
40