LBActualiteiten Wekelijkse informatie van de LNV-vertegenwoordiging Buitenland
Jaargang 14, 23 april, nummer 14
Colofon Uitgave van: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Internationale Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Telefoon : 070 378 41 87 Telefax : 070 378 61 31 Verantwoordelijk voor inhoud: Hoofd Bureau LNV-vertegenwoordiging Buitenland Dr. M.H. de Jong Eindredactie, opmaak, reproductie: Directie Informatiemanagement en Facilitaire Aangelegenheden
Overname uit LBActualiteiten is met bronvermelding toegestaan
Inhoud
Multilaterale landbouwpolitieke ontwikkelingen
5
Verenigd Koninkrijk, Zweden, Argentinië, Japan
Nationale landbouwpolitieke aangelegenheden
9
België, Italië, Spanje, Estland, Japan, Turkije
Economische en handelsaangelegenheden
12
Denemarken/Finland/Zweden, Italië, Zweden, India, Turkije
Agro-industrie
14
Ierland, Verenigd Koninkrijk/Ierland, Verenigd Koninkrijk
Akker- en tuinbouw
17
België, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Tanzania
Veehouderij en zuivel
19
Denemarken, Spanje, Ierland, Verenigd Koninkrijk,China
Visserij en aquacultuur
22
België, Denemarken, Ierland, Portugal, Spanje
Voedings- en kwaliteitsaangelegenheden
24
Duitsland, Verenigd Koninkrijk
Veterinaire aangelegenheden
26
België, Portugal, Argentinië
Natuur, bos, landschaps- en faunabeheer
28
België, Ierland, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk
Milieuaangelegenheden
32
België, Spanje, Mexico
Biotechnologie
34
België, Zuid-Afrika
Diversen
36
België, Portugal, Verenigd Koninkrijk, Tanzania
3
4
Multilaterale landbouwpolitieke ontwikkelingen
Verenigd Koninkrijk: Oxfamrapport over suikerbeleid Europese Unie De invloedrijke Britse ontwikkelingssamenwerkingsorganisatie Oxfam (zusterorganisatie van Novib) heeft de afgelopen week een rapport gepubliceerd over het EU-suikerbeleid. Oxfam doet daarin een aantal voorstellen met het oog op de herziening van het suikerbeleid. Deze zijn: • Het terugdringen van de EU-suikerproductie tussen nu en 2013, met in totaal 5,2 miljoen ton (ongeveer eenderde) door middel van verlaging van de quota. Daarmee zou de exportbehoefte van de EU worden uitgeschakeld; ontstaat ruimte voor grotere importen uit de minst ontwikkelde landen en wordt evenwicht geschapen tussen de EU-productie en –consumptie. Deze ingrijpende korting moet in twee fasen plaatsvinden. In de eerste fase een verbod met directe ingang op exporten van suiker die buiten de quota valt (ongeveer 2,7 miljoen ton) en een korting met 2,5 miljoen ton op de EU-suikerquota. Voor deze fase wordt geen einddatum voorgesteld, maar waarschijnlijk loopt deze tot 2006. In de tweede fase, tussen 2006 en 2013, (einde van de nieuwe periode van de financiële perspectieven van de EU) een geleidelijke, jaarlijks in omvang oplopende korting op de quota, die een (geleidelijk oplopende) import uit de minst ontwikkelde landen tot een omvang van 2,7 miljoen ton tegen de dan geldende EU-prijzen mogelijk moet maken. • Het met onmiddellijke ingang afschaffen van alle directe en indirecte exportsubsidies. • Met behulp van de ¤ 1,3 mld. die nu wordt besteed aan exportsubsidies, een programma ontwikkelen voor hulp aan de ACP-landen en de minst ontwikkelde landen, die hun exportopbrengsten zien teruglopen als gevolg van interne EUprijsverlagingen als gevolg van de hervorming van het EU-suikerbeleid. Volgens Oxfam moet dit programma een optie bevatten waarin de EU suikerquota van de betreffende landen kan ‘terugkopen’ in ruil voor een gegarandeerde hoeveelheid hulp. • Herverdeling van steun in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor kleinere boeren. • Europees onderzoek naar de activiteiten van suikerverwerkende bedrijven. Dit onderzoek zou moeten worden uitgevoerd door de nationale mededingingsautoriteiten van de EU-lidstaten. Andere belangengroepen in het suikerdebat, British Sugar en de National Farmers’ Union (NFU), onderstrepen de aparte positie van het VK binnen het EU-suikerregime. In het VK wordt 2,2 miljoen ton suiker geproduceerd en geconsumeerd, waarvan de helft afkomstig is uit ontwikkelingslanden (1,1 miljoen ton rietsuiker, verwerkt door Tate and Lyle). Er is volgens de organisaties dan ook geen overschotproductie en evenmin draagt de Britse suikerindustrie bij aan de gesubsidieerde export van EU-suiker. Bovendien heeft het VK de meest doelmatige suikerindustrie van de gehele EU. In principe is dan ook het uitgangspunt van beide organisaties dat - wat er ook gebeurt - in het VK de productiequota niet verminderd hoeven te worden. De NFU kiest daarbij voor de volgende benadering: • Gematigde prijsverlaging tot maximaal een niveau waarbij nog op rendabele wijze verder geïnvesteerd kan worden in de suikerindustrie (het door de Commissie voorgestelde niveau van ¤ 450 per ton is volgens de NFU te laag).
5
• Gelijktijdige verlaging van de EU-buitengrenstarieven voor importeurs die niet behoren tot overeengekomen preferentiële regimes. • Vasthouden aan het systeem van aanbodbeheer door middel van quota (zowel voor interne productie als voor importen onder preferentiële akkoorden). Deze quota zouden in overeenstemming moeten zijn met relatieve doelmatigheid in productie en de eisen die gesteld worden aan duurzame productie en ontwikkeling, zowel in de EU als in de ACP-landen en de minst ontwikkelde landen. • De beperking van de interne EU-suikerquota gelijktijdig op laten lopen met het tempo van prijsverlaging, ook weer in lijn met de relatieve doelmatigheid in productie en gericht op beperking van de suikerexport met behulp van restituties. • Overdracht van suikerquota mogelijk maken, om daarin de relatieve doelmatigheid in productie tot uitdrukking te brengen. • Genoemde maatregelen implementeren op een gefaseerde manier, om verstoring van investeringen en markten te voorkomen. • Adequate compensatie van het inkomensverlies voor boeren als gevolg van de prijsverlagingen, waarbij de merites van koppeling, ontkoppeling en gedeeltelijke (ont)koppeling nog nader moeten worden bestudeerd. British Sugar vindt daarnaast: • Dat in principe hervorming van het EU-suikerbeleid kan bijdragen aan de verdere economische ontwikkeling van ontwikkelingslanden. BS eist dan wel ondubbelzinnige originebepalingen, zodat de opbrengsten van de suikerexporten niet bij ‘unintended parties’ terechtkomen. Ook eist BS vergroting van de markttoegang in andere landen, zoals Brazilië. • Dat de interne EU-suikerprijs op een zodanig niveau moet worden vastgesteld, dat zowel binnen de EU als in ontwikkelingslanden op verantwoorde wijze in een duurzame suikerindustrie kan worden geïnvesteerd. Volledige liberalisering of aanmerkelijke prijsverlagingen in de EU zijn in dat verband niet in het belang van de EU-suikersector, maar zeker ook niet in het belang van ontwikkelingslanden. BS wijst erop dat zowel de ACP-landen als de minst ontwikkelde landen dit soort opties dan ook van de hand hebben gewezen.
Verenigd Koninkrijk: overheid compliceert EU-regels Niet de “Brussels bureaucrats” – zoals EU-ambtenaren in het Verenigd Koninkrijk over het algemeen worden aangeduid – maken de Britten en het Britse bedrijfsleven het leven zuur, maar de Britse overheid zelf, door zijn manier van omzetten van EU-regelgeving in nationale regelgeving. Tot deze conclusie komen de London Business School en de Manchester Business School. In een studie is de implementatieregelgeving in het Verenigd Koninkrijk vergeleken met de manier waarop dezelfde wetgeving in Duitsland en Frankrijk is geïmplementeerd. Gemiddeld gebruikt de Britse overheid bij het omzetten van EU-regelgeving 2,33 keer meer woorden dan noodzakelijk. Eén van de auteurs van het rapport heeft gezegd dat op zich verstandige en begrijpelijke richtlijnen van de EU door de Britse nationale overheid worden veranderd in een “legal mumbo jumbo” (abacadabra) dat niet alleen veel meer woorden bevat, maar mogelijk ook extra administratieve lasten voor het bedrijfsleven met zich meebrengt. Een woordvoerder van de Britse overheid heeft in een reactie opgemerkt dat de regering bij de implementatie van EUregelgeving de Britse juridische positie moet beschermen. Op verzoek van de Britse particuliere sector moet zoveel mogelijk duidelijkheid en zekerheid worden verschaft.
Zweden: overeenstemming over implementatie mid term review Na intensieve onderhandelingen is overeenstemming bereikt over de implementatie van de mid term review in Zweden. De hoofdpunten van het compromis zijn: • de subsidies worden ontkoppeld van de productie (met één uitzondering: jonge stieren); • SEK 400 mln. (¤ 45 mln.) wordt ingezet voor milieu en plattelandsontwikkeling;
6
• vanaf 1 januari 2005 wordt de accijns op diesel voor landbouwmachines verlaagd; • SEK 30 mln. wordt gebruikt voor het uitdragen van de boodschap over de toegevoegde waarde van Zweedse producten; • de hervorming wordt met ingang van 2005 van kracht. “Landbouw met voldoende concurrentievermogen is een voorwaarde voor een sterke levensmiddelenindustrie en een levenskrachtig platteland,” aldus minister Ann-Christin Nykvist van landbouw. Het compromis zou bijdragen aan dat concurrentievermogen. “De hervorming is een eerste stap in de richting van modernisering van het EU-landbouwbeleid. De consumenten krijgen nu de kans om door hun keuzes invloed uit te oefenen op de productie. Door verhoging van de steun aan milieu en plattelandsontwikkeling hebben we ook de mogelijkheid om het open cultuurlandschap en de natuur te beschermen. De volgende stap is het vergroten van vrijhandel door middel van de WTO en het afwikkelen van douaneheffingen en exportsubsidies.” De subsidies worden ontkoppeld van de productie, met één uitzondering. De premie voor jonge manlijke runderen blijft voor 75% gekoppeld. De partijen waren het eens over een mengmodel van ontkoppeling, waarbij een deel van het basisbedrag per areaal wordt toegekend en een deel gebaseerd is op de eerdere productie op de boerderij. Een basissubsidie voor natuurweiden is ook in de hervorming opgenomen.
Argentinië: MERCOSUR-onderhandelingen met Andeslanden afgerond De MERCOSUR-landen (Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay) hebben na acht jaar onderhandelen overeenstemming bereikt met Colombia, Ecuador en Venezuela over de vorming van een douane-unie. Met Peru en Bolivia was al eerder een akkoord gesloten. Men verwacht vooral op zuivelgebied een forse toename van de regionale handel.
Japan: resultaten bilateraal fytosanitair overleg Nederland en Japan hebben half april in Tokio bilateraal fytosanitair overleg gehad. De Nederlandse delegatie werd geleid door Jaap van der Veen, voorzitter van het Productschap Tuinbouw, die in Japan opereerde als speciaal adviseur van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Hoog op de agenda stond een nieuw protocol voor de export van vruchtgroenten. In het bestaande protocol kon de vangst van enkele Middellandse Zeevliegen leiden tot een exportstop voor een heel productiegebied, zoals het Westland. De inzet was er daarom op gericht om een nieuw protocol geaccepteerd te krijgen, waarin pestvrije productiebedrijven centraal staan en niet pestvrije gebieden. Als er dan ‘Medfly’ wordt gevonden, heeft dat zeer beperkte handelsgevolgen. Bovendien betreft het een protocol dat eenvoudiger en dus goedkoper te handhaven is. Hoewel nog enkele details moeten worden ingevuld, kon Japan deze nieuwe benadering accepteren. Het markeert een fundamentele wijziging in het denken van de Japanse fytosanitaire autoriteiten. Naar alle waarschijnlijkheid kan het nieuwe protocol dit exportseizoen al van start gaan. Het vorig jaar gestarte proefproject voor snijbloemen is door beide landen in eerste instantie positief geëvalueerd wat de fytosanitaire aspecten betreft. Bij dit project wordt een tolerantiedrempel gehanteerd voor negen wereldwijd voorkomende organismen, die in Japan de quarantainestatus hebben. Wel sprak Nederland de zorg uit over de voortdurende stijding van de inspectiekosten, terwijl de handel in snijbloemen in Japan afneemt. In dit verband heeft Nederland geopperd dat volstaan kan worden met in totaal twee in Aalsmeer gestationeerde Japanse fytosanitaire inspecteurs voor de snijbloemen- en vruchtgroente-export in plaats van met
7
drie. Na de succesvolle overgang de afgelopen jaren op een monitoringsysteem voor de belangrijkste bloembolgewassen is dit jaar geen vooruitgang geboekt met uitbreiding hiervan met dahlia, krokus, hyacint, gladiool en allium. Ook accepteerde Japan een aantal andere Nederlandse voorstellen op bloembollengebied niet, zoals een 0,25%- tolerantie voor Tabaksratelvirus en een 3%-tolerantie voor Fusarium in tulpen. Evenmin werd vooruitgang geboekt in de Nederlandse export van pootaardappelen, appels en peren. Het gaat vermoedelijk nog wel even duren voor deze producten hun weg naar Japan vinden.
8
Nationale landbouwpolitieke aangelegenheden
België: tabakstelers slaken noodkreet Als de Europese ministers van Landbouw de subsidies volledig loskoppelen van de productie, betekent dit het einde van de tabaksteelt in België. De afgelopen zomer hebben de Europese ministers van landbouw besloten de subsidies minder te richten op de productie. Over een aantal teelten is toen nog niet beslist, zo komt de suikerproductie over een paar maanden aan bod en is het nu de beurt aan katoen, olijven, tabak en hop, in EU-jargon de ‘Mediterrane teelten’. Deze benaming ten spijt, zijn hop en tabak ook voor België belangrijk. België telt 224 tabakstelers en zo’n 51 hoptelers, vooral in het zuiden van West-Vlaanderen. Voor de tabaksteelt stelt de Europese Commissie een volledige loskoppeling voor. De telers krijgen een forfaitair bedrag en naar de productie wordt niet meer gekeken. De vereniging van Belgische tabakstelers veronderstelt dat dit het einde van de tabaksteelt in België inluidt. Nu al stoppen ieder jaar zo’n tien tot twintig telers. De productie is voor hen niet meer rendabel. Bovendien betaalt Europa stevige stopzettings- en omschakelingspremies uit. Volgens de EC kunnen de Belgische tabaksboeren gemakkelijk op andere teelten overstappen, wat niet het geval is voor bijvoorbeeld de Grieken.
Italië: EU en WTO De verkiezingscampagne voor het Europese Parlement is in volle gang. Zichtbaar voor geheel Europa zijn de controverses tussen de Italiaanse premier Berlusconi en de voorzitter van de Europese Commissie, Prodi. Berlusconi is lijsttrekker van de grootste regeringspartij Forza Italia en Prodi voert de gecombineerde lijsten van de oppositie, de Olijf, aan. In de straten van Rome wordt de strijd al wekenlang gevoerd op billboards, waarvan op de grootste (5 x 2 m) het bijgewerkte hoofd van de Italiaanse premier prijkt, die wijst op de grote daden van zijn regering. Op kleiner formaat, maar wel overal aanwezig, is de partij van vice-premier Fini en de minister van landbouw Alemanno, de Nationale Alliantie. Hun campagne legt de nadruk op het Italiaanse belang en het belang van Italië voor Europa met uitspraken als: “Italië wint, Europa wordt geboren”, “Het enige belang zijn de Italianen”, “Made in Italy is een voorbeeld voor de wereld” en “Kijkend naar Europa, denken we aan Italië”. Voor buitenlanders wat cryptische zinnen, maar veel Italianen die opgegroeid zijn met het gedachtegoed van de fascistische beweging hebben aan een half woord genoeg om deze zinnen te begrijpen. Werd Brussel in het verleden vaak als voorbeeld gesteld in de binnenlandse politiek, nu wordt de EU dikwijls afgeschilderd als een oorzaak van de economische stagnatie van Italië. Hoewel Italië als een leeuw gevochten heeft om toegelaten te worden tot de euro-zone, wordt de harde euro nu gezien als een belemmering voor de export en verlangt men terug naar de tijd van de lire, die de export aanjoeg door voortdurende devaluaties. Onlangs is een rapport verschenen van het studiecentrum voor internationale politiek (CeSPI) over de Italiaanse positie bij de herziening van het EU-landbouwbeleid en de WTO-onderhandelingen. De studie is voornamelijk gebaseerd op interviews met sleutelfiguren van het Italiaanse landbouwbeleid bij ministeries, in het parlement, in de regio’s, bij landbouw-, handels- en consumentenorganisaties en bij landbouwkundigen. De herziening van het GLB in 2003 wordt door Italië overwegend positief beoordeeld, maar men acht de fondsen voor een plattelandsbeleid
9
dat is gericht op multifunctionaliteit ontoereikend. Ook betreurt men het, dat de mediterrane landen niet een sterker front vormen tegen de aantasting van de gemeenschappelijke marktordening voor olijfolie, tabak en katoen. Ten aanzien van de WTO is de eerste zorg van Italië de bescherming van specifieke producten en het voorkomen van vervalsingen. Italië wil de ontwikkelingslanden helpen door het model van plattelandsontwikkeling en bescherming van traditionele producten te exporteren. Voor verdergaande handelsliberalisering voelt Italië niet veel, maar men heeft geen bezwaar tegen het terugdringen van exportsubsidies. Wat betreft de voedselveiligheid richt Italië zich vooral op traceerbaarheid en etikettering. Daarnaast staat men huiverig tegenover de verwerking van genetisch gemodificeerde ingrediënten in voedsel.
Spanje: nieuwe regering aangetreden Op zondag 16 april is de nieuwe socialistische regering aangetreden. Elena Espinosa Mangada heeft haar plaats als minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening ingenomen. De secretaris-generaal voor Landbouw (en met name voor het GLB) is Fernando Moraleda. Zijn functie komt overeen met die van een staatssecretaris in Nederland.
Estland: nieuwe minister van Landbouw Ester Tuiksoo (Estonian People’s Union) is benoemd als minister van Landbouw. Zij is 39 jaar en heeft bedrijfseconomie gestudeerd aan de universiteit van Tartu. Tuiksoo was voorheen voorzitter van het bestuur van de Estse kamer van landbouw en het bedrijfsleven.
Estland: invoering Natura 2000 veroorzaakt onrust Het aanwijzen van natuurbeschermingsgebieden in het kader van Natura 2000 veroorzaakt spanningen tussen de overheid en landeigenaren. Op 1 mei moet Estland bij de Europese Commissie een lijst indienen met natuurbeschermingsgebieden die voldoen aan de regels van Natura 2000. Ongeveer 400 gebieden voldoen daaraan. Hoewel de regering al in 2001 gestart is met het aanwijzen van de natuurbeschermingsgebieden, resteert er nog maar weinig tijd om de zaak voor 1 mei op orde te hebben. De minister van Milieu, Villu Reiljan, belooft de landeigenaren een individuele benadering. De staat moet bovendien aangeven waarom het land de status van natuurbeschermingsgebied moet krijgen. Van een dergelijke aanwijzing zullen tal van beperkende maatregelen het gevolg zijn. Bovendien moet de landeigenaar het ministerie vooraf vergunning vragen voor tal van activiteiten in dergelijke gebieden. Berekeningen geven aan dat momenteel 12% van het Estse grondgebied de natuurbeschermingsstatus heeft. Als gevolg van Natura 2000 zal dit percentage groeien tot 16%. Het betreft hier ongeveer 7.000 landeigenaren, waarvan 10% zich tot de minister heeft gewend. Landeigenaren krijgen van de regering de keus om hun land te ruilen voor land dat buiten Natura 2000 valt. De minister wil graag de reputatie van Estland als natuurminnende natie in stand houden. In Estland is de laatste vijftig jaar geen enkele soort verloren gegaan, terwijl wereldwijd ongeveer 60.000 soorten zijn uitgestorven. Het project zal de jaarlijkse overheidsuitgaven voor beheer verhogen met ongeveer ¤ 700.000.
Japan: daling landbouwareaal sneller dan voorzien Uit recente gegevens van het ministerie van Landbouw, Bosbouw en Visserij blijkt dat het landbouwareaal veel sneller daalt dan voorzien. Jaarlijks neemt de oppervlakte landbouwgrond af met gemiddeld 30.000 ha. In 2000 ging het ministerie nog uit van een afname van het landbouwareaal tot 4,7 miljoen ha. in 2010, maar op basis van de laatste gegevens voorziet het ministerie nu dat het landbouware-
10
aal in 2010 zal zijn gedaald tot 4,5 miljoen ha. In 2003 bedroeg het totale oppervlak aan landbouwgrond ongeveer 4,7 miljoen ha., een daling met zo’n 100.000 ha. ten opzichte van 2000, toen de ramingen voor 2010 werden opgesteld. Het landbouwareaal vertoont al een dalende lijn sinds 1961, het jaar waarin een recordoppervlakte landbouwgrond van 6,09 miljoen ha. werd geregistreerd. Was ten tijde van de opbloeiende economie vooral industrieel gebruik van landbouwgrond de reden voor de daling van het landbouwareaal, nu is braaklegging de voornaamste reden.
Turkije: AKP wint lokale verkiezingen De regeringspartij AKP heeft bij de gemeentelijke verkiezingen een overweldigende overwinning behaald, met een meerderheid van meer dan tweederde in de belangrijke steden en in meer dan 57 provincies. De grootste oppositiepartij, de republikeinse volkspartij (CHP), won in negen provincies. De AKP won 42,3% van de nationale stemmen en de CHP 21,2%. De meest rechtse nationale ontwikkelingspartij (MHP) en de centraal rechtse DYP volgden, met elk iets meer dan 8% van de stemmen. De AKP won met overweldigende meerderheid ook in Ankara, waar de meeste stemmen gingen naar de zittende burgemeester Melih Gökçek, en in Istanbul, waar Kadir Topbas een verpletterende overwinning behaalde. CHPkandidaat Ahmet Piristina won in Izmir. “Democratie betekent bescherming van de rechten van individuele personen”, zei minister-president Erdogan. “We hebben het centrum opnieuw opgebouwd. Toen we 34,4% van de stemmen kregen bij de algemene verkiezingen in 2003, werd ons verteld dat 65% van de bevolking tegen ons was. Omgerekend heeft de AKP nu 50%. Waarom voelt men zich zo onbehaaglijk over ons succes, het antwoord van ons electoraat is duidelijk.”
Turkije: Bruto Nationaal Product stijgt Het BNP is vorig jaar met 5,9% gegroeid, het Bruto Binnenlands Product met 5,8%. Beiden hebben dus de verwachting (5,2%) overtroffen. Na de financiële crisis kwam, door een sterke industriële productie, de economie terug uit de ernstige recessie van 2001, toen er een krimp van 10% was. In 2003 kromp de landbouwsector met 2,4%, maar de industrie groeide met 9,4% en de handel met 11%. Met bemoedigende cijfers van het vierde kwartaal gaf de markt de noodzakelijke signalen om de consumptieve bestedingen omhoog te duwen. Hoewel er tekenen zijn dat de groei wat aan het dalen is, is voor 2004 nog steeds een groei van 5% te verwachten. Dit zijn positieve cijfers, vooral omdat deze gerealiseerd zijn in de context van een sterke wisselkoers en een lagere inflatie. Belangrijk is nu een gebalanceerde groei.
11
Economische en handelsaangelegenheden
Denemarken/Finland/Zweden: lage inflatie dankzij heffingverlaging Finland had in maart een deflatie van 0,5% ten opzichte van maart 2003, maar over échte deflatie wordt nog niet gesproken. Het fenomeen is namelijk te wijten aan een enkele gebeurtenis: de verlaging van accijnzen op (sterke) alcoholische dranken. In Denemarken werd voor maart een inflatie van 0,7% genoteerd, de laagste in vijftig jaar. Ook hier speelt de verlaging van heffingen op alcohol (en tabak) mee, samen met de verlaging van de prijzen voor communicatie. In Zweden bleken in maart de consumentenprijzen over een periode van twaalf maanden met 0,1% te zijn gedaald, maar er was sprake van een verhoging van 0,8% in verhouding tot februari 2004.
Italië: prijs en consumptie groente en fruit dalen Vaak wordt beweerd dat de Italianen gemiddeld zo oud worden omdat de combinatie van olijfolie met veel groente en fruit zo gezond is. Wat betreft de consumptie van groente en fruit lijkt het echter de verkeerde kant op te gaan. In 2000 verorberde een huishouden nog 461 kg groente en fruit per jaar, in 2003 was dat gedaald tot 418 kg, 9% minder. Het fruitverbruik daalde van 244 kg naar 225 kg, dat van groente van 217 naar 193 kg. De afgelopen drie maanden zijn de prijzen van groente aanzienlijk gedaald. De prijzen van wortels daalden met 26-35%, uien werden 22-26% goedkoper, de venkel deed 15-37% minder, de courgettes 12-44% en de aubergines 22-28%. Alleen de tomaten en paprika’s stegen ongeveer 5% in prijs.
Zweden: voeding te duur Zweedse voedingsconcerns krijgen te maken met steeds zwaardere concurrentie, ook al wordt de afzetmarkt groter door de uitbreiding van de Europese Unie op 1 mei. Volgens een onderzoek onder 200 voedingsbedrijven zijn de Zweedse voedingsprijzen niet voldoende concurrerend op de internationale markt. Ook is de productie duurder, als gevolg van Zweedse milieu- en dierenbeschermingswetgeving. De gevraagde bedrijven geloven dat eigen merknamen van supermarktketens steeds belangrijker zullen worden in Zweden en in de EU en dat de merknamen van de gevraagde bedrijven op den duur zullen verdwijnen. De voedingsconcerns verwachten op den duur uitsluitend nog te fungeren als leverancier van supermarktmerken. Het onderzoeksrapport wordt 1 juni aan de regering aangeboden.
India: open economie Volgens een studie van de federatie van Indiase kamers van koophandel en industrie is de economie van India meer open dan die van Japan of de Verenigde Staten. In 1991, toen werd begonnen met liberalisering van de economie, was het effectieve invoerrecht 47%. In 2002 en 2003 was dat gezakt tot 15%. Piektarieven waren 200%, maar nu is dat eerder 20%. In 1991 was op 39% van de tarieflijnen een quotum van toepassing, nu is dat nog 5%. India’s buitenlandse handel in diensten en goederen beloopt momenteel 30,3% van het BNP. Voor de VS en Japan is dit 22,8%, resp. 23,1%. In het afgelopen decennium heeft India ruim $ 70 mld. aan buitenlandse investeringen aangetrokken. Indiërs die in het buitenland wonen, stuurden $ 118
12
mld. naar huis, terwijl deze groep in India ook bijna $ 30 mld. op de bank heeft staan. Het overschot op de betalingsbalans is bijna $ 115 mld. In termen van vergelijkende koopkracht is de Indiase economie de vierde in de wereld, na de VS, Japan en China. De economische groei in 2003 en 2004 wordt geschat op ongeveer 8%. In schril contrast tot dit rapport staan de conclusies van het Witte Huis over India: “India’s economy is one of the most closed in the world”. De Trade Representative van het Witte Huis erkent dat India het afgelopen decennium opmerkelijke stappen heeft genomen om de economie meer open te maken, maar, India’s tarieven behoren nog steeds tot de hoogste in de wereld. Daarnaast zijn er veel niet-tarifaire belemmeringen die weinig transparant zijn, zoals importlicenties en overdreven fytosanitaire en veterinaire eisen. Ook op het gebied van intellectueel eigendom, buitenlandse investeringen en overheidstenders heeft India nog veel aan te passen.
Turkije: vrijhandelsovereenkomst met Marokko Turkse en Marokkaanse delegaties hebben in Ankara een vrijhandelsovereenkomst getekend. Minister-president Tayyip Erdogan nam deel aan de discussies met de Marokkaanse delegatie, die onder leiding stond van minister-president Dris Jetton. De Turkse delegatie bestond uit de minister van Buitenlandse Zaken, van Cultuur en Toerisme, van Financiën en van Verkeer. Erdogan wees op het feit dat dit de eerste keer is dat Turkije een vrijhandelsovereenkomst sluit met een Afrikaans land. Samen met andere overeenkomsten kan deze de weg bereiden voor de ontwikkeling van joint-ventures en handel tussen de twee landen. Marokko heeft een associatieakkoord met de Europese Unie en een vrijhandelsovereenkomst met de Verenigde Staten.
13
Agro-industrie
Ierland: groter marktaandeel Aldi/Lidl Volgens een onderzoek van een grote aandelenmakelaar naar de supermarktsector in Ierland kunnen de van oorsprong Duitse prijsvechters Aldi en Lidl binnen vijf jaar hun omzet in Ierland verdrievoudigen. Zij zouden dan 15% van de omzet van de detailhandel in voedingsmiddelen voor hun rekening nemen (nu ongeveer 5%). Hun verkopen zouden het bedrag van ¤ 1 mld. overschrijden, vanuit ongeveer 150 winkels. Nu hebben de Duitse discounters nog maar 50 winkels. De onderzoekers erkennen dat de opmars van Aldi en Lidl in Ierland enigszins is afgeremd door een beleid van agressieve prijsverlagingen door hun grote concurrenten Tesco en Dunnes, maar zij denken dat dit slechts tijdelijk effect zal hebben. De analisten wijzen op enkele meer structurele voordelen voor deze supermarktketens. Aldi en Lidl hebben minder problemen met het verkrijgen van vergunningen voor het vestigen van hun winkels omdat deze kleiner van omvang zijn. Bovendien kunnen deze ketens beter gebruik maken van schaalvoordelen bij de inkoop van voedingsmiddelen (en daardoor lagere inkoopprijzen bedingen), omdat zij internationaal opereren en nauwelijks producten in Ierland zelf kopen, in tegenstelling tot Tesco en Dunnes. Volgens de analisten zal de Ierse familie-supermarktketen Dunnes meer last hebben van de Duitse ‘invasie’ dan Tesco, omdat die ook internationaal georiënteerd is en ruime mogelijkheden heeft om flink van zich af te bijten in een eventuele concurrentiestrijd.
Ierland: automatische classificatie in vleesindustrie De rundvleessector gaat later dit jaar in zijn geheel over op automatische classificatie van runderkarkassen. Classificatie van runderkarkassen is van groot belang voor het bepalen van de vleeskwaliteit en de daarop van toepassing zijnde EUregelingen. Na onderhandelingen tussen het ministerie van Landbouw en Voedsel en de sector - die twee jaar in beslag hebben genomen - is overeenstemming bereikt. Centraal in de onderhandelingen stonden de financiering van de aankoop en installatie van de apparatuur. Door middel van een financiële regeling participeert het ministerie in de kosten. Minister Walsh heeft toegezegd dat zijn classificatieambtenaren langer aan de slag zullen blijven dan aanvankelijk zijn bedoeling was. Tot 1 augustus 2004 blijven de slachterijen de beschikking houden over deze classificeerders. Met automatische classificatie, waarbij de machine de automatisch gemeten kwaliteit van het karkas afzet tegen in het geheugen opgeslagen kwaliteitsklassen en daarbij behorende kenmerken, wordt classificatie op meer objectieve grondslag mogelijk gemaakt.
Verenigd Koninkrijk: zwaar weer voor voedselafdeling Marks and Spencer De voedingsmiddelenafdeling van Marks and Spencer – in het Verenigd Koninkrijk gerekend tot de “high class food operations” – is in zwaar weer terechtgekomen. De verkoop van voedingsmiddelen van het bedrijf daalde voor het eerst in het laatste kwartaal van het afgelopen financiële jaar (staat gelijk aan het eerste kwartaal van 2004), met 1,4% ten opzichte van het voorafgaande kwartaal. De berekening is gemaakt op basis van een vergelijking van de verkopen van dezelfde winkels. In totaal nam de omzet van het bedrijf in voedingsmiddelen toe met 4,3% als gevolg
14
van de opening van een aantal nieuwe gemaksvoedselwinkels in het nieuwe jaar. M&S werd het afgelopen jaar al geteisterd door sterk teruglopende omzetten in zijn kernactiviteit, de verkoop van textiel. Ook in deze trend kwam in het laatste kwartaal van het afgelopen financiële jaar geen verandering. Na de flink tegenvallende kerstverkopen werd de negatieve trend in het nieuwe jaar in de verkopen van voedingsmiddelen voortgezet. Tegenover deze slechte berichten kan het bedrijf nog altijd de positieve berichten uit de ‘upmarket’ voedingsmiddelensector plaatsen. M&S wil geen koerswijziging inzetten, maar de uitgezette koers sneller implementeren om de kansen voor het bedrijf weer te keren.
Verenigd Koninkrijk/Ierland: Guinness voortaan uit Ierland Diageo, het wereldwijde drankenconcern met onder meer het Ierse Guinness-bier in portefeuille, heeft besloten de Britse pubs voortaan vanuit Ierland met Guinness te gaan bevoorraden. De Noord-Londense Park Royal brouwerij, waar Guinness voor de Britse markt wordt gebrouwen, gaat in 2005 dicht, wat 90 mensen hun baan kost. Op dezelfde plek zal overigens het nieuwe kantoor van de Britse tak van Diageo verrijzen. De Britse pubs zullen vanaf 2005 bevoorraad worden uit de eeuwenoude St James Gate-brouwerij, die nu ongeveer 8 miljoen vaten bier per jaar produceert. Volgens het drankenconcern kan de brouwerij met slechts kleine aanvullende investeringen de voor het VK benodigde 4 miljoen vaten Guinness produceren. Het VK is nog steeds het grootste op zichzelf staande afzetgebied voor het zware, donkere Ierse bier. De beslissing van Diageo de Londense brouwerij te sluiten is mede ingegeven door de enigszins teruglopende afzet van Guinness in het VK. In het laatste halfjaar van 2003 nam de omzet in het VK met 3% af, ondanks de pogingen van de brouwerij om met een extra koude versie (2 graden koeler dan het traditionele bier) de liefhebbers van de ‘pint of lager’ over te halen op Guinness over te stappen. Overigens daalde in Ierland de consumptie van het bier met 7%. Wereldwijd nam echter de omzet van Guinness met 3% toe. De debatten in de pubs over de smaak van Guinness – smaakt het in Noord-Londen geproduceerde Guinness minder goed dan het in Dublin gebrouwen bier? – zullen in ieder geval definitief tot het verleden behoren.
Verenigd Koninkrijk: druk op marges voedselverwerkende industrie De resultaten van de Britse voedselverwerkende industrie staan onder druk als gevolg van enerzijds stijgende grondstoffenprijzen en anderzijds scherpere concurrentie tussen de supermarktketens, die met behulp van zo laag mogelijke prijzen vechten om elk stukje marktaandeel. Het blijkt voor de voedselverwerkende industrie heel moeilijk te zijn de stijgende kosten via de prijzen van hun producten door te geven aan de consument. Het gevolg is uitholling van de financiële positie van de voedselverwerkende bedrijven. Op de beurzen staan zij al te boek als ‘underperforming’. De forse stijging van de graanprijzen in 2003 en de topprijzen van maïs liggen voor een belangrijk deel ten grondslag aan de prijzenmalaise voor de voedselverwerkende industrie. Daardoor zijn de prijzen van veevoer gestegen, hetgeen zijn doorwerking heeft gehad in de prijzen van melk en eieren. Als gevolg van de grote vraag uit China en India zijn ook de prijzen voor palm- en sojaolie op hun hoogste punt sinds jaren. Analisten hebben berekend dat voor Unilever de kosten van de ruwe grondstoffen 24% van de totale omzet van deze voedselverwerkende gigant (omzet ruim ¤ 47 mld.) bedragen. Verpakkingskosten bedragen 9% van de omzet. Unilever zag de kosten voor ruwe grondstoffen en verpakking het afgelopen jaar toenemen met ¤ 330 mln. Alle grote Britse voedselverwerkende bedrijven hebben hun aandeelhouders de afgelopen periode gemeld dat de effecten van de stijgingen van de grondstoffenprijzen op de een of andere manier ongedaan gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld door kosten verder te verlagen of door hogere prijzen te vragen voor de producten. Hoewel bijvoorbeeld de grote (brood)meelfabrikanten in het VK
15
erin geslaagd zijn hun hogere grondstofkosten door te berekenen aan de supermarkten, is dat niet gelukt in de zuivelbranche. Volgens analisten komt dit omdat consumptiemelk, in tegenstelling tot brood(meel), geen duidelijk onderscheid naar merk kent, waarvoor consumenten bereid zijn te betalen. De onderzoekers verwachten dat betere graanoogsten dit jaar de druk op de grondstofprijzen enigszins zou kunnen verlichten. Aan de andere kant zullen door de voortdurende behoefte van China om voedsel te importeren de prijzen van granen en sojabonen stevig in de benen worden gehouden.
16
Akker- en tuinbouw
België: fruitveiling gaat fors investeren De Belgische Fruitveiling (BFV) in Sint-Truiden gaat ruim ¤ 2,5 mln. investeren in de uitbouw van een hypermodern perencomplex, een nieuwe verpakkingsafdeling voor peren en in de optimalisering van handelsactiviteiten van de BFV. De nieuwe activiteiten zullen een plaats krijgen op de grond van het inmiddels ter ziele gegane Trost Belgium in Sint-Truiden. De Belgische Fruitveiling heeft onlangs 16 ha. industriegrond van het failliete bedrijf Trost Belgium aangekocht, om haar uitbreidingsplannen te realiseren. De BFV was overigens al langer kandidaat om die grond te kopen, omdat het bedrijf geen alternatieve uitbreidingsmogelijkheden had. In het perencomplex zal van de modernste technieken gebruik gemaakt worden om het typische groen van de Conférence-peren te bewaren, aldus de BFV. Daarnaast wordt geïnvesteerd in een nieuwe verpakkingsafdeling. De Belgische Fruitveiling is een coöperatie van meer dan 4.000 fruittelers. Het assortiment bestaat in hoofdzaak uit Jonagold en Conférence. De BFV verhandelt daarnaast ook aardbeien, kersen, pruimen en bessen.
Spanje: uitbreiding tomatenverwerkers Diverse autonome regio’s hebben de afgelopen jaren (zonder coördinatie vanuit Madrid) geïnvesteerd in de tomatenverwerkende industrie. Zo zijn er in Extremadura, waar 90% van de nationale productie wordt geproduceerd, al dertien bedrijven en worden er deze zomer nog twee geopend. De fabrieken stimuleren de productie, die sinds 1986 is verviervoudigd tot 1.711.000 ton in 2003. Daarvan wordt 1.500.000 ton in Extremadura geproduceerd. De voor tomaten betaalde EU-steun is echter beperkt tot een maximum gegarandeerde hoeveelheid. Door de productietoename zal de EU (volgens de minister) in 2006 een korting van 25% opleggen. Er is een werkgroep ingesteld die moet zorgen voor een beleid waardoor de regio’s verdere productie-uitbreiding niet stimuleren. De werkgroep zal ook nagaan in hoeverre steun van de regio’s de concurrentie binnen die regio’s heeft verstoord. Naar concurrentievervalsing jegens buurlanden wordt niet gekeken.
Verenigd Koninkrijk: voorloper biologische landbouw overleden Onlangs is op 95-jarige leeftijd Mary Eleanor Langman overleden, één van de voorlopers van biologische landbouw in het Verenigd Koninkrijk en mede-oprichter en boegbeeld van de Soil Association. Ze werd geboren in Londen in een ‘well-to-do’familie en heeft een groot deel van haar leven op het platteland in Somerset doorgebracht. Vanaf het midden van de jaren dertig heeft zij zich beziggehouden met de relaties tussen agrarische bedrijfsvoering, de kwaliteit van de agrarische productie, voeding en gezondheid. In 1946 was zij, samen met Lady Eve Balfour een van de oprichters van de Soil Association. Nadat het pachtcontract van de door haar beheerde boerderij in Kent verliep, startte zij in 1965 in de Londense Baker Street de eerste Britse winkel die biologische voedingsmiddelen verkocht. Binnen de Soil Association was zij de drijvende kracht achter de totstandkoming van normen voor biologische landbouw (1973). Zij zette zich in voor harmonisatie van de normstelling met andere Europese landen (Frankrijk, Zwitserland) en vertegenwoordigde jarenlang de Soil Association in de International Federation of Organic
17
Agriculture Movements. In het scherpe ideologische debat binnen de Soil Association over de vraag of, en zo ja in welke mate, de biologische landbouw een zaak van de ‘happy few’ zou moeten blijven of dat de markt opgezocht zou moeten worden, heeft Mary Langman altijd een middenpositie ingenomen en op succesvolle wijze partijen bijeen proberen te houden. Het afgelopen jaar nam zij als 94jarige nog deel aan de jaarlijkse algemene ledenvergadering van de Soil Association.
Tanzania: hoog rendement snijbloementeelt In het laatste kwartaal van 2003 heeft Tanzania US $ 1,1 mln. verdiend aan de export van snijbloemen, zo blijkt uit cijfers van de Bank of Tanzania. De meeste snijbloemen worden geëxporteerd naar Duitsland en Zwitserland. Uit een recent onderzoek van de Economic and Social Research Foundation (ESRF) bleek dat de netto-opbrengst voor rozen US $ 202.000 per ha. per jaar bedraagt. Maïs daarentegen brengt slechts US $ 283 per ha. per jaar op. Ondanks de hoge opbrengstcijfers wordt slechts 5% van de landbouwgrond gebruikt voor het verbouwen van snijbloemen.
18
Veehouderij en zuivel
Denemarken: concurrentie uit Brazilië De overkoepelende organisatie van de Deense landbouw, Landbrugsraadet, schrijft in een rapport dat Denemarken op de wereldmarkt scherpe concurrentie zal krijgen van Brazilië. Varkensvlees uit Brazilië op de Russische markt en pluimveevlees op de markt in het Midden Oosten, zijn daar concrete voorbeelden van.
Spanje: steun voor melkveehouders Om de verlaging van de interventieprijs voor boter en melkpoeder te compenseren heeft de Spaanse overheid de directe steunbedragen voor 2004, 2005 en 2006 vastgesteld. De steun valt in twee delen uiteen: - De melkpremie die gerelateerd is aan de jaarlijkse productie van de melkveehouder. Per ton zal in 2004 een bedrag van ¤ 8,15 worden betaald. Dit wordt in 2005 verhoogd naar ¤ 16,31 en in 2006 naar ¤ 24,49. Wanneer de melkveehouder zijn quotum overschrijdt, zal een korting worden toegepast. - Daarnaast betaalt elke autonome regio een aanvullende premie, die per bedrijf niet hoger mag zijn dan ¤ 3.000 in 2004, ¤ 6.000 in 2005 en ¤ 9.000 in 2006. De premies zijn bedoeld om de consumptie van zuivelproducten te bevorderen en de concurrentiekracht op de buitenlandse maken te verbeteren. In 2004 zullen de autonome regio’s in totaal ¤ 20,38 mln. aanvullende steun betalen. De regio’s die het meeste betalen (omdat daar de meeste melkveehouders gevestigd zijn): Galicia: ¤ 6,326 mln. Castilla León: ¤ 2,806 mln. Asturia: ¤ 2,280 mln. Catalunya: ¤ 2,051 mln. Cantabria: ¤ 1,762 mln. Andalucia: ¤ 1,589 mln.
Ierland: diversificatie via Connemara-pony Een groep vrouwen op Clare Island, een eiland voor de kust van het West-Ierse graafschap Mayo, zoekt een nieuw agrarisch bestaan in het fokken, verkopen en exporteren van de beroemde Connemara-pony’s. Aangezien met het uitoefenen van het traditionele boerenbedrijf op het eiland steeds moeilijker het hoofd boven water is te houden, hebben de vrouwen gezocht naar alternatieve mogelijkheden. Ze hebben nu met steun van het ministerie voor Plattelandszaken een coöperatie opgericht voor deze activiteit. De Connemara-pony is een traditioneel paard in deze westelijke uithoek van het paardengekke Ierland, maar het ras heeft volgens de vrouwen veel geleden onder voortdurend kruisen en export van de beste raszuivere exemplaren. Zij willen deze ontwikkeling een halt toeroepen.
Verenigd Koninkrijk: rundvleesexportbeperkingen mogelijk afgeschaft Er is bij de Britse regering en rundvleessector goede hoop, dat aan het einde van dit jaar, mogelijk begin volgend jaar beperkingen op de Britse rundvleesexporten, voortvloeiend uit de BSE-status van het Verenigd Koninkrijk, kunnen worden opgeheven. De terugloop van het aantal Britse BSE-gevallen, van 37.000 in 1992 naar 617 in 2003 en een voorspelde 300 gevallen dit jaar, geeft de Britse regering en de
19
rundvleessector goede hoop dat het VK van de hoog-risicolanden naar de middelmatig-risicolanden kan promoveren. Dat heeft op zijn beurt weer tot gevolg, dat bestaande beperkingen op de Britse rundvleesexport kunnen worden opgeheven. De Britse regering heeft een aanvraag voor verhoging van zijn BSE-status ingediend en het advies van de European Food Safety Agency over die aanvraag wordt over niet al te lange tijd verwacht. Tevens krijgt het VK een inspectiemissie van de Food and Veterinary Office (FVO) uit Dublin op bezoek, om voedselveiligheidsprocedures op het gebied van BSE in de gehele voedselketen te inspecteren. Waarschijnlijk na de zomervakantie zullen het wetenschappelijk veterinair comité en het permanent comité, verantwoordelijk voor de uitvoering van de betreffende richtlijn, zich over het dossier buigen. Mogelijk komt aan de uiteindelijke beslissing ook nog de Landbouw- en Visserijraad (onder Nederlands voorzitterschap) te pas. Als alles goed gaat, zouden eind 2004 of begin 2005 Britse rundvleesexporten met minder beperkingen kunnen plaatsvinden. Op de achtergrond speelt ook nog de discussie in het VK over het toelaten onder voorwaarden van runderen boven de 30 maanden tot de voedselketen. Een beslissing daarover werd verwacht rond 1 april, maar het ministerie van Volksgezondheid heeft de Food Standards Agency (FSA) gevraagd zijn huiswerk opnieuw te doen. Dit, naar aanleiding van enkele ontwikkelingen van afgelopen maanden, zoals verspreiding van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (de menselijke BSE-variant) via bloedtransfusies. Volgens overigens onbevestigde berichten zou het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken nu denken aan afschaffing van het programma voor het uit de markt nemen van runderen, ouder dan 30 maanden (dat de Britse belastingbetaler jaarlijks £ 360 mln. of ¤ 530 mln. kost) per 1 april 2005.
China: ontwikkeling melkveehouderijen blijft achter Koeien worden een steeds normaler verschijnsel in het dagelijks leven van de Chinees; ze komen dansend voorbij in reclamespotjes of staan levensgroot afgebeeld op reclameborden langs de weg. De populariteit van de koe bereikte de afgelopen week een hoogtepunt, in de vorm van de eerste nationale koeienconferentie die werd gehouden in Shijiazhuang, de hoofdstad van de noordelijke provincie Hebei. Deelnemers aan de conferentie waren de kopstukken van de Chinese zuivelindustrie. Een belangrijk thema tijdens de bijeenkomst was de ontwikkeling van Chinese melkveehouderijen. Ondanks de sterke groei van de zuivelindustrie in de laatste jaren, is de situatie voor de melkveehouderijen verre van optimistisch. De zuivelproductie nam in 2003 met bijna 20% toe ten opzichte van 2002. Ook de opbrengsten stegen explosief en namen met maar liefst 50% toe. Het probleem is echter dat de groei en ontwikkeling van melkveehouderijen en de toename van het aantal koeien geen gelijke tred houden met de razendsnelle groei van de melkverwerkende industrie. Voor investeerders is het momenteel aantrekkelijk om geld in de ‘booming’ zuivelindustrie te steken. De meeste investeerders spenderen echter hun geld aan de aanschaf van machines en toebehoren, in plaats van aan melkveehouderijen of aan hulp aan boeren bij het opzetten daarvan. Het achterblijven van de melkveehouderijen veroorzaakt nu een enorme run op verse melk door de melkverwerkende bedrijven. Gevolg is een prijzenoorlog op de zuivelmarkt, die leidt tot ofwel een flinke afname van de opbrengsten van producenten ofwel een lagere kwaliteit van de melk. Vanwege het gebrek aan verse melk schat men dat op het moment bijna de helft van alle vloeibare melk die op de Chinese markt komt, geproduceerd wordt op basis van goedkoop melkpoeder dat wordt geïmporteerd uit Nieuw-Zeeland en Australië. Toch heeft het stijgende belang van melkbronnen er vooralsnog niet toe geleid dat melkproducenten fors gaan investeren in melkveehouderijen. De reden is simpel. Het is veel gemakkelijker en goedkoper om een machine te kopen dan om koeien te houden. De zuivelgigant Yili uit Binnen-Mongolië hecht veel belang aan het opzetten van melkveehouderijen. Hun investeringen worden echter bedreigd door concurrenten die melk wegkapen bij leveranciers die eerder exclusieve contracten met Yili sloten. Tekenen van een leveringscontract wil dus nog niet zeggen dat de
20
melk daadwerkelijk aan Yili verkocht wordt. Aan de andere kant beschuldigen de melkveehouders de producenten ervan dat zij weigeren hun melk te kopen of tegen een veel lagere prijs in te kopen, als de vraag afneemt. Fujian Changfu Milk gaat daarom nu eigen melkveehouderijen opzetten, zodat na een jaar of drie, vier in de eigen behoefte kan worden voorzien en men niet langer afhankelijk is van externe melkveehouders. Nadeel is wel dat er zo hoge transportkosten ontstaan bij landelijke distributie. Daarom steekt de doorsnee Chinese zuivelproducent zijn geld nog steeds liever in de marketing van zijn product en in lokale melkveehouderijen.
21
Visserij en aquacultuur
België: visser betrapt na DNA-test op vangst Een visser uit Knokke is in Engeland ontmaskerd als stroper na een DNA-test op zijn vissen. Het Belgische vissersschip Zeejager meerde aan in de haven van Liverpool, waarop controleurs de vangst kwamen inspecteren. De kapitein had 270 kg vis aan boord. De vangst was al schoongemaakt en gefileerd, zodat niemand precies kon zeggen om welke vis het ging. Goedkope en toegelaten Franse tong, beweerde de visser. Maar de controleurs hechtten daar geen geloof aan en bevalen een DNA-test, die hun gelijk gaf. De Zeejager had 270 kg Dover-tong aan boord. Veel duurder dan Franse tong en bovendien aan strenge vangstquota onderworpen. De Belgische visser kreeg een boete van bijna ¤ 15.000. De DNA-controle was een primeur in Engeland. De test is ook in België mogelijk, maar volgens de dienst Zeevisserij in Oostende hoeft daar geen gebruik van te worden maken. In Belgische visafslagen worden geen filets aangeboden, zodat altijd te zien is om welke vis het gaat.
Denemarken: dioxine in zalm uit de Oostzee Vanwege een te hoog dioxinegehalte in zalm heeft minister Mariann Fischer Boel 31 maart besloten de zalmvisserij niet per 1 april vrij te geven en een handelsverbod op zalm uit de Oostzee af te kondigen. In 30 zalmen, gevangen in de Oostzee, werden overschrijdingen van de grenswaarde voor dioxine gevonden van 5 tot 85%. Slechts één van de vissen had een dioxinegehalte dat onder de norm lag. De dioxine in de Oostzee is afkomstig van vuilverbranding en industriële productie. De vervuiling is sinds de jaren zeventig afgenomen, maar dioxine breekt slechts langzaam af en hoopt zich op in de voedselketen. Daarom is het probleem juist bij zalm vast te stellen, als laatste schakel in de voedselketen en als relatief lang levende soort. Bij kleinere en minder vette vis zijn tot nu toe geen problematische dioxineophopingen gevonden. Vanaf Pasen en tot ongeveer medio juni wordt in verschillende geografische gebieden en bij verschillende gewichtsklassen van zalm onderzoek gedaan om de omvang van het probleem beter in kaart te brengen. Wellicht vloeien daar mogelijkheden voor een beperkte zalmvisserij in de Oostzee uit voort. De visverwerkende industrie op Bornholm is ontevreden over het feit dat in het onderzoek van het ministerie alleen monsters van zalmen groter dan 5 kg worden genomen. Men heeft daarom zelf, in een poging om ten minste enige aanvoer veilig te stellen, onderzoek laten doen naar dioxine in kleinere zalmen. De monsters zijn onderzocht bij een laboratorium in Duitsland, maar ook de kleinere zalmen bleken een te hoge concentratie aan dioxine te bevatten.
Ierland: daling export visserijproducten De export van visserijproducten is in 2003 ten opzichte van 2002 gedaald met ruim 10% en uitgekomen op ¤ 384 mln. Daartegenover stond een geringe toename van de afzet in het land zelf: deze steeg met 3,3% tot ¤ 281 mln. Hoewel de export aanmerkelijk lager lag, meldt de afzetorganisatie voor visserijproducten een ongeken-
22
de investeringsgolf in de sector met bedragen van ¤ 60 mln. in de pelagische sector en bijna ¤ 25 mln. in overige sectoren. Binnen de totale exportactiviteiten leverde de schaal- en schelpdiersector opnieuw een topprestatie door met bijna 10% te groeien naar ¤ 132 mln. 75% van de Ierse export van visserijproducten gaat naar EU-landen, vooral naar Frankrijk en Spanje. Japan en Zuid-Korea zijn buiten de EU de voornaamste bestemmingen. De Ierse visserijsector had in 2003 flinke concurrentie van importen uit derde landen van gekweekte zalm, haring en witvis, terwijl ook de koersverhouding tussen euro en dollar de exporteurs parten speelde.
Portugal: vasteland en Azoren oneens over visserijbeleid De deelregering van de eilandengroep de Azoren heeft, zonder overleg te plegen met de regering van het vasteland, een klacht bij de Europese Commissie ingediend over het visserijbeleid. In deze klacht vragen de Azoren een gedeeltelijke annulering van een afgelopen november door de EU-ministers goedgekeurde verordening, waarin de visserijzone voor de kust van de Azoren en Madeira van 200 naar 100 mijl wordt teruggebracht. Volgens de Azoren treedt deze verordening op 1 augustus in werking. Volgens de Spanjaarden is de verordening geldig vanaf 1 januari 2004, met als gevolg dat steeds vaker Spaanse vissersboten worden waargenomen in ‘Portugese wateren’. De Portugese autoriteiten hebben naar aanleiding hiervan advies van de Europese Commissie gevraagd, maar deze heeft verklaard dat de Spaanse vissersboten conform regelgeving handelen. Dit is een doorn in het oog van de Azoren, die minister van Landbouw Sevinate Pinte ervan beschuldigen meer de belangen van Spanje te verdedigen dan die van zijn eigen land. Voorzover bekend komt zo´n situatie voor het eerst in Europa voor, want in feite dienen de Azoren een klacht in tegen de eigen staat. De minister van Landbouw van Portugal is dan ook niet blij met deze actie. Hij was er niet van op de hoogte, hoewel de Azoren het tegendeel beweren. Volgens de nationale regering zal de actie op niets uitlopen en is het een strategische zet van de Azoren (waar de oppositiepartij PS leidt) met het oog op de verkiezingen in oktober.
Spanje: olie Prestige nagenoeg van zeebodem verdwenen Een onderzoek van het Spaanse Instituut voor de Oceanografie heeft uitgewezen dat er bijna geen olie van de Prestige meer op de zeebodem aanwezig is. Slechts in de bodem voor de Costa de la Muerte worden nog resten van hydrocarburaten gevonden. De olie is er overigens nog wel: onlangs nog werden 500 met olie verontreinigde vogels aangetroffen.
23
Voedings- en kwaliteitsaangelegenheden
Duitsland: voorkomen is beter dan genezen In Duitsland heeft één op de vijf kinderen en één op de drie tieners overgewicht. Dit aantal neemt volgens bondsminister Künast toe, waardoor hoge kosten voor de gezondheidszorg ontstaan. Deze tendens moet dus gekeerd worden. Met de campagne ‘Kinder leicht. Besser essen. Mehr bewegen’ wil de minister een wezenlijke verandering in de leef- en eetgewoontes bewerkstelligen. Het achterliggende idee is dat eetgewoontes op jonge leeftijd ontstaan. Kinderen moeten dan ook al op de kleuterschool leren hoe ze verantwoord met voeding moeten omgaan. Bovendien is de minister van mening dat het zich goed kunnen voeden en een verantwoorde omgang met levensmiddelen, net als rekenen, schrijven en lezen, tot de basiskennis van elk mens moet behoren en dat dit daarom ook op de scholen moet worden onderwezen. Behalve met lesmateriaal en informatie worden vooral volwassenen gewezen op hun verantwoordelijkheid voor de gezondheid en de toekomstkansen van kinderen en tieners. Men probeert momenteel dan ook zo veel mogelijk mensen er toe te brengen mee te werken. Een maatschappelijke stimulans hiervoor is het nog op te zetten platform ‘Voeding en beweging’. Dit platform wordt opgericht om maatregelen over voedingsvoorlichting en meer lichaamsbeweging bij kinderen en tieners te bevorderen. Het platform is een samenwerkingsverband van het bondsministerie voor Consumentenbescherming, Voeding en Landbouw, de levensmiddelenindustrie en partners uit de sport en andere relevante gebieden.
Verenigd Koninkrijk: strategische visie Food Standards Agency De Food Standards Agency (FSA, de Britse VWA) heeft onlangs haar ontwerp-strategisch plan voor 2005-2010 ‘Putting consumers first’ gepubliceerd en belanghebbenden gevraagd te reageren. Ten behoeve van de ontwerpvisie is rekening gehouden met de volgende ontwikkelingen: • Steeds meer mensen maken gebruik van gemaksvoedsel of gaan buiten de deur eten. Daardoor wordt informatie over wat er op hun bord ligt belangrijker; de inname van zout, suiker en vet moeilijker te beheersen en doeltreffende controles op voedselhygiëne belangrijker; • Zwaarlijvigheid onder kinderen neemt flink toe en steeds vaker wordt suikerziekte (type 2) bij kinderen geconstateerd; • Nieuwe technologieën maken het de consumenten gemakkelijker de samenstelling van het voedselpakket af te stemmen op de behoeften. Aan de hand van deze trends heeft de FSA drie hoofdaandachtsgebieden voor de komende vijf jaar bepaald, waaraan aandachtspunten en concrete doelstellingen zijn gekoppeld: • Voedselveiligheid blijft de eerste prioriteit, door middel van het verder reduceren van ziekten en sterfte als gevolg van ziekteverwekkende bacteriën in voedsel en het terugdringen van chemische verontreinigingen in voedsel; • De tweede prioriteit is het terugdringen van ziekten en sterfte die gerelateerd zijn aan de samenstelling van het voedselpakket (Eating for Health) door actie op het terugdringen van het suiker-, zout- en vetgehalte in voedingsmiddelen;
24
• Accurate en betrouwbare informatie over voedsel, zodat consumenten in staat worden gesteld hun eigen keuzes te maken. De FSA wil op deze punten samenwerken met: • De ministeries van volksgezondheid van de verschillende landsdelen in het kader van de gedeelde verantwoordelijkheid (met de FSA) voor het voedingsbeleid; • De ministeries die verantwoordelijk zijn voor het landbouwbeleid, om verontreiniging van voedingsmiddelen zoveel mogelijk aan de bron te bestrijden; • De ministeries die verantwoordelijk zijn voor onderwijs, om te waarborgen dat kinderen op school leren over voedsel(veiligheid) en daar gezond voedsel kunnen eten; • De lokale (volksgezondheids)autoriteiten en andere belanghebbenden om een doeltreffende aanpak te verzekeren, de regelgeving doeltreffend te kunnen handhaven en voedselproductiebedrijven bij te staan in het verhogen van het kwaliteitsniveau; • Consumentenorganisaties, de voedingsmiddelenindustrie en onderzoeksorganisaties; • Overige EU-lidstaten en de Europese voedselveiligheidsautoriteit, om een coherente aanpak binnen de interne markt te verwezenlijken.
25
Veterinaire aangelegenheden
België: invoer zeehondenhuiden beperkt Nog vóór de zomer zal België, als eerste land in de Europese Unie, de invoer van zeehondenhuiden feitelijk onmogelijk maken, door de invoer aan vergunningen te verbinden. Alleen voor de traditionele eskimojagers op Groenland wordt een uitzondering gemaakt. Vergelijkbare maatregelen worden getroffen voor honden- en kattenbont. Een importverbod als dusdanig kan niet worden opgelegd, zo’n beslissing zou de EU moeten nemen. Daarom kiest België voor een vergunningplicht. Alleen voor zeehonden die zijn gedood door traditionele Inuit-jagers, kan een invoervergunning verkregen worden. Die uitzondering kreeg Denemarken in 1983 opdat de Inuit in haar provincie Groenland de traditionele jacht zouden kunnen blijven uitoefenen. Behalve de vergunningplicht komt er een systeem van etikettering, zodat klanten weten of er bijvoorbeeld in jassen of schoenen wel of geen stukjes kat, hond of zeehond zijn verwerkt. Verder wordt gewerkt aan een nieuwe wet tegen de commercialisering van afgeleide producten van de drie diersoorten. België is niet bang voor problemen op juridisch gebied omdat Italië, Denemarken en Frankrijk al eerder een dergelijk vergunningsysteem voor honden- en kattenhuiden hebben ingevoerd zonder dat dit tot protest van de EU of de WTO leidde. In de praktijk betekenen de nieuwe regels wellicht weinig: volgens de bontsector hadden Belgen altijd al een afkeer van zeehondenbont. België kan wel een voorbeeld zijn voor andere EU-landen.
Portugal: wellicht opheffing exportverbod rundvlees Onlangs hebben veterinaire inspecteurs van de Europese Commissie Portugal bezocht om de situatie rond BSE weer eens te bekijken. Portugal mag nog steeds geen vee en vlees exporteren als gevolg van de uitbraak van BSE in 1989. Het (eerste) verbod werd 1 augustus 2001 opgeheven, maar in 2003 weer ingesteld na een klacht van Frankrijk: volgens dit land was niet aan alle voorwaarden voldaan om het verbod op te heffen, want Brussel zou niet de vereiste inspecties hebben uitgevoerd. Het Hof in Luxemburg gaf Frankrijk gelijk. Nu is er echter volgens minister van landbouw Sevinate Pinto geen reden meer om het verbod te handhaven. Overigens is dit vooral een technische kwestie, omdat Portugal nauwelijks rundvee en -vlees exporteert. In 2003 constateerde Portugal 133 gevallen van BSE; in 2002 waren het er 86.
Portugal: I&R-systeem niet goedgekeurd Het Identificatie- en Registratiesysteem, dat is opgesteld om BSE in Portugal te bestrijden, blijkt te werken zonder goedkeuring van Brussel. Dit zegt althans de Deken van Veterinaire Artsen. Tijdens het laatste bezoek van Europese inspecteurs aan Portugal werd zelfs geadviseerd het systeem te verbeteren, omdat het nog enkele hiaten bevat. Ook in een rapport van het ministerie van landbouw wordt toegegeven dat het systeem niet optimaal is. Niet alle gegevens die zouden moeten worden opgenomen, worden ook daadwerkelijk opgenomen.
26
De veterinaire artsen gaan er ten aanzien van de bestijding van BSE in Portugal vanuit, dat de ziekte pas ná 2005 volledig zal zijn uitgeroeid. Eerder verwachtte men dit in 2003. De in 1998 en 1999 genomen maatregelen bleken echter niet effectief te zijn, als gevolg waarvan volledige afwezigheid van de ziekte nog wel een tijdje gaat duren.
Argentinië: OIE-congres In Buenos Aires is van 13 tot 16 april een internationale conferentie gehouden over het beheersen van dierlijke infectieziekten met behulp van vaccinatie. Tijdens de openingssessie noemde de Directeur-Generaal van de OIE, Bernard Vallet, vaccinatie tegen MKZ een nieuwe en effectieve aanpak. Hij signaleerde een toenemende acceptatie van noodvaccinatie als bestrijdingsmethode in landen die MKZ-vrij zijn, maar die toch een uitbraak van de ziekte krijgen. De Argentijnse staatssecretaris van landbouw, Miguel Campus, nam stelling tegen de handelsbelemmeringen die het gevolg kunnen zijn van preventief vaccineren. Frits Pluimers, de voormalige Nederlandse chief veterinary officer, zette de ervaringen met de bestrijding van MKZ na de uitbraken in 2001 uiteen. Hij benadrukte de maatschappelijke noodzaak van een nieuwe strategie, gebaseerd op vaccinatie met markervaccins. Hij pleitte voor het zoeken naar oplossingen voor het probleem van de afzet, als gevaccineerde dieren in leven worden gelaten tussen een uitbraak en het moment dat de internationale restricties worden opgeheven. Aan het slot van de conferentie stak Bernard Vallet de Argentijnen een hart onder de riem door te verzekeren dat de OIE Argentinië in mei zal uitroepen tot één van de vier landen met een BSEvrije status.
27
Natuur, bos, landschaps- en faunabeheer
België: startschot windmolenpark Minister voor de Noordzee Vande Lanotte heeft een bouw- en exploitatievergunning afgegeven voor een windmolenpark voor de kust van Knokke-Heist. C-Power gaat het project op de Thorntonbank realiseren, 27 km van het strand. De eerste zes windturbines moeten tegen de zomer van 2005 stroom produceren. In totaal komen er 60 windmolens van 3,6 MegaWatt, die groene stroom zullen leveren voor 300.000 gezinnen. Volgens Vande Lanotte ligt de Thorntonbank ver genoeg van de kust om visuele hinder te vermijden en ook ver genoeg van scheepvaartroutes en trekgebieden voor vogels. Tijdens de bouwfase zal de invloed op het leven in de zee grondig worden onderzocht. Exploitant C-Power is een samenwerking tussen Interelectra, Turbowinds, SRIW Ecotech Finance, Socofé, SIIF Energies en Dredging International.
België: boeren spannen zich in voor groener platteland Eén op de acht Vlaamse landbouwers heeft een beheerovereenkomst met de overheid. Daarin belooft de landbouwer in ruil voor financiële steun inspanningen te doen voor de natuur. Daarbij gaat het om onderhoud van poelen, heggen en houtkanten, beheer van waardevol grasland of het niet afschrikken van weidevogels. De Vlaamse minister Tavernier van Leefmilieu wil de mogelijkheden van beheerovereenkomsten verder uitbreiden. Sinds 2000 kunnen landbouwers vrijwillig een beheersovereenkomst afsluiten met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) om de natuur op en rond hun gronden beter te onderhouden. Tot nu toe hebben ongeveer 6.300 Vlaamse landbouwbedrijven één of meerdere beheersovereenkomsten gesloten, zo’n 12% van het totale aantal landbouwers. Deze landbouwers onderhouden 160 km heg, 7.000 are houtkant en meer dan 600 poelen in Vlaanderen. Verder wordt 499 ha. landbouwgebied zodanig beheerd dat kuikens en weidevogels meer overlevingskansen hebben. Sinds kort worden boeren ook ingeschakeld bij het beheer van waardevolle graslanden. De VLM werkt ondertussen volgens minister Tavernier nieuwe pakketten beheermaatregelen uit, waarbij het bijvoorbeeld gaat om erosiebestrijding. Verder worden de landbouwers ook ingeschakeld bij de steeds kleiner wordende hamsterpopulatie in Vlaanderen en kunnen de landbouwers binnenkort een overeenkomt sluiten voor het aanplanten en onderhouden van hagen. De beheerovereenkomsten worden administratief vereenvoudigd en geëvalueerd om het effect ervan in kaart te brengen. De VLM probeert met brochures en een speciaal internetloket nog meer boeren over te halen om het landschap te ‘vergroenen’.
Ierland: wettelijke regeling toegang landerijen bepleit De voorzitter van de “Keep Ireland Open”-beweging, Roger Garland, tevens voormalig Iers parlementslid voor de Groene Partij, heeft een publieke oproep aan de regering gedaan om via een wettelijke regeling voor wandelaars de toegang tot landerijen in de hoger gelegen graslanden te verzekeren. Hij doet dit in het kielzog van een rapport van een breed samengestelde parlementscommissie, die constitutionele vraagstukken heeft bestudeerd. Pleidooien voor een wettelijke regeling op dit gebied zijn in het verleden nogal eens gestuit op het argument dat daarvoor
28
eerst een wijziging van de Ierse Grondwet noodzakelijk is. De commissie is echter tot de conclusie gekomen dat voor een wettelijke regeling, waarin op evenwichtige wijze de rechten van de individuele eigenaar en het publiek worden geregeld, geen wijziging van de Grondwet nodig is. Het probleem speelt in het bijzonder op ongeveer 7% van het Ierse grondgebied, vooral in het westelijke deel van Ierland. Het Irish Mountaineering Committee is bij een onderzoek onder leden tot de conclusie gekomen, dat 48% van de leden te maken heeft gehad met problemen bij de toegang tot landerijen. Volgens de breed samengestelde parlementscommissie vrezen de landeigenaren het meest eventuele claims van wandelaars als hen iets overkomt tijdens de wandeltochten op hun land, ondanks het feit dat er wetgeving is die hen vrijstelt van aansprakelijkheid voor dit soort ongevallen. De commissie adviseert dan ook dat, mocht deze wet na toetsing door de rechter niet of onvoldoende oplossing bieden voor de gesignaleerde problemen, het parlement deze zaak onmiddellijk recht zet. Onlangs heeft de Ierse minister die verantwoordelijk is voor plattelandszaken een commissie ingesteld waarin alle belanghebbenden zijn vertegenwoordigd. De commissie moet in het belang van de bevordering van het plattelandstoerisme conflicten tussen landeigenaren en wandelaars voorkomen en oplossen.
Portugal: natuurbeschermers boos Tot nu toe was het Instituut voor Natuurbescherming (ICN), dat onder ministerie van Milieu valt, bevoegd toestemming te verlenen voor de jacht in beschermde natuurgebieden ofwel deze te verbieden. Ter gelegenheid van de herziening van de jachtwet wordt nu voorgesteld deze toestemming gezamenlijk bij de ministeries van Milieu en van Landbouw te leggen. Het ICN heeft dan geen zeggenschap meer. De milieubewegingen LPN (liga voor de natuurbescherming) en de Quercus hebben hun zorgen al geuit en verwachten dat de minister van Milieu hier ferm tegen optreedt. Zij vragen zich af hoe het mogelijk is dat het ministerie van Landbouw beslissingen neemt als zij niet op de hoogte is van de wetgeving op natuurgebied, die immers behoort tot de competentie van het ministerie van Milieu. Het is niet de eerste keer dat de gemoederen hoog oplaaien met betrekking tot de bevoegdheden van het ICN. Met de oprichting van het nieuwe staatssecretariaat voor de Bosbouw diende de minister van Landbouw een voorstel in om bepaalde verantwoordelijkheden van het ICN onder Landbouw te brengen. De premier voelde zich toen genoodzaakt de gemoederen te sussen. Volgens het ministerie van Landbouw, dat verantwoordelijk is voor de herziening van de Jachtwet, is het nog te vroeg om over het verloop te speculeren.
Spanje: gevaar voor uitsterven autochtone rivierkreeften De rode Amerikaanse rivierkreeft, die in 1973 illegaal werd geïntroduceerd, maar waarvoor in 1974 de eerste vergunning werd gegeven, verspreidt zich in alle rivieren en meren van het Iberisch schiereiland. Al snel bleek dat deze invoer de populatie van autochtone rivierkreeftjes ernstig in gevaar bracht. In Portugal zijn ze geheel verdwenen, in Spanje zouden er nog 500 tot 600 verspreide populaties zijn. De oorzaak is vooral de met de Amerikaanse kreeften meegebrachte dodelijke ziekte Afanomicosis en het niet eensgezinde beschermingsbeleid van de Spaanse autonome regio’s. Slechts enkele regio’s hebben met redelijk succes acties uitgevoerd: Castilla-La-Mancha (40% van de huidige populaties), Aragón en Valencia.
29
Verenigd Koninkrijk: raadsel pootloze kikkers opgelost Het raadsel rond de vondst van ongeveer 115 achterpootloze kikkers en padden in en bij een grote vijver op een landgoed in Noordoost-Schotland lijkt opgelost. De dader is hoogstwaarschijnlijk een otter. Deze kon zich extra te goed doen, daar het de tijd van het jaar is dat padden zich naar bepaalde vijvers – onder meer de bewuste in Aberdeenshire - begeven in het kader van het voortplantingsproces. Aanvankelijk dacht de beheerder van het landgoed die de vondst deed, aan wreedheid jegens dieren en waarschuwde de politie. Het publiek werd al gewaarschuwd tegen het eten van kikker- en paddenpoten. Een slimme detective-wildbeheerder loste de zaak echter op en schreef de massamoord toe aan een “opportunistic feeding frenzy” van een otter.
Verenigd Koninkrijk: mogelijke vervolging dierenrechtenactiviste Een dierenrechtenactiviste wordt mogelijk vervolgd voor het veroorzaken van onnodig leed bij dieren, tegen wier gevangenschap zij stond te demonstreren. Op Paasmaandag vond bij de (kleine) dierentuin van Colchester (Oost-Engeland bij Harwich) een demonstratie plaats van ongeveer vijftien mensen van de Captive Animals Protection Society. Deze organisatie strijdt tegen het houden van dieren in gevangenschap, onder meer in dierentuinen. Tijdens de drie uur durende demonstratie maakte de betreffende activiste gebruik van een luidspreker op een afstand van een kleine negen meter van het verblijf van jonge zeeleeuwen. Zij zorgde volgens de verzorgers met haar luidspreker voor de nodige stress bij de betreffende dieren. Hoewel haar - zelfs door de politie - werd verzocht met haar luidspreker ergens anders te gaan staan, dan wel op dezelfde plek geluidarm verder te demonstreren, weigerde zij dat. De politie en de Britse pendant van het Openbaar Ministerie onderzoeken nu of de betreffende demonstrante heeft gehandeld in strijd met de bepalingen van de Dierenbeschermingswet uit 1911, die het veroorzaken van onnodig leed bij dieren verbieden. De Captive Animals Protection Society noemt het verwijt van het veroorzaken van stress bij de zeeleeuwen “belachelijk”.
Verenigd Koninkrijk: strijd tussen wandelaars en terreinwagens Wanneer aangetoond kan worden, dat een al eeuwenlang bestaand voetpad in het verleden is gebruikt door een paard en wagen, dan is het een weg en geen voetpad en mogen terreinwagens (‘4x4s’ of Sport Utility Vehicles, ofwel SUV’s) hun gang gaan. De eigenaren van de jaarlijks met 160.000 exemplaren toenemende four-wheel-drives-populatie in het Verenigd Koninkrijk hebben een legale uitweg gevonden om te kunnen crossen met hun terreinwagens. Tot groot verdriet van de wandelaars, die delen van hun 130.000 kilometer tellende wandelpaden zien veranderen in door auto- en motorsporen omgeploegde modderpoelen. Lokale overheden kunnen aanvragen tot het verhogen van de status van wandelpad tot ‘zijweg open voor alle verkeer’ moeilijk of niet tegenhouden als gevolg van een maas in de wetgeving. De staatssecretaris Alun Michael, op het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken verantwoordelijk voor plattelandsbeleid, noemt dit “een zonderlinge ontwikkeling”. Naar zijn mening wordt er behoorlijk veel schade toegebracht op plaatsen waarvan duidelijk is dat die nooit bestemd zijn geweest voor dergelijk verkeer. De overheid kan de ogen niet langer sluiten, omdat het op verschillende plaatsen tot confrontaties is gekomen tussen wandelaars en mensen die zich in hun auto of op hun motor, ver weg van het asfalt, willen uitleven. Op de populaire wandelroute, beter bekend als the Ridgeway tussen Wiltshire en Buckinghamshire, is al een verbod op gemotoriseerd verkeer ingesteld voor zes maanden per jaar. Staatssecretaris Michael erkent terughoudend te zijn als het gaat om het instellen van een totaalverbod, maar zoekt naar een compromis tussen de gebruikers. Daarbij gokt hij op de meer verantwoordelijke elementen onder de gemotoriseerde gebruikers van het platteland.
30
Verenigd Koninkrijk: discussie over vossenjacht laait opnieuw op Het debat over de vossenjacht laait weer op, zij het vooral in de lobbygangen van het Britse Lagerhuis. Op de backbenches van Labour weerklinkt steeds luider de roep dat het nu de tijd is om het wetsvoorstel inzake het uitbannen van de jacht op vossen met behulp van honden, opnieuw in te dienen bij het Lagerhuis. Zij vragen hierom met het oog op de komende verkiezingen voor het Europees Parlement en de gemeenteraden. Het argument dat de regering het Hogerhuis om andere redenen te vriend wil houden en daarom dit voor het Hogerhuis bij uitstek controversiële wetsvoorstel wil indienen, gaat volgens deze parlementariërs niet meer op. De discussies over de verdere hervorming van het Hogerhuis (het afschaffen van de laatste mogelijkheden op erfelijk lidmaatschap) en de hervorming van het rechterlijke bestel in hoogste instantie (waarin ook het Hogerhuis de nodige veren zou moeten laten) heeft het Hogerhuis in de ijskast, en misschien zelfs wel in de diepvrieskist opgeborgen. De Countryside Alliance, het bondgenootschap tegen wil en dank van alle plattelandsorganisaties, heeft het tegenoffensief ingezet. Dat richt zich vooral op het voorziene gebruik door de regering-Blair van de zogenaamde Parliamentary Act, een oorspronkelijk uit 1911 daterende, maar in 1949 aangepaste wet, die het mogelijk maakt door het Lagerhuis aanvaarde wetten door het parlement te krijgen als het Hogerhuis afronding van het wetgevingsproces blijft blokkeren. In het geval van een eventueel verbod op de vossenjacht met honden is dat een reële optie. De Countryside Alliance heeft de regering-Blair laten weten dat zij meent juridisch een zaak te hebben om te komen tot een evaluatie van de Parliamentary Act 1949 (die overigens destijds slechts tot stand kon komen met behulp van de Parliamentary Act 1911). Wanneer een dergelijke rechtszaak positief uitvalt voor de Countryside Alliance zal de regering moeten terugvallen op de waarborgen van de Parliamentary Act 1911, hetgeen onder meer inhoudt dat het omstreden wetsvoorstel pas na een periode van minimaal twee jaar (na de normale procedure) door het parlement gejaagd kan worden. Ook zou op dat moment de juridische basis onder een aantal andere wetgevingsresultaten van de periode-Blair wegvallen.
31
Milieuaangelegenheden
België: één op de tien veebedrijven overschrijdt mestquotum Ruim 4.000 Vlaamse veehouders krijgen een aanslagbiljet in de bus voor het betalen van de superheffing ‘nutriëntengehalte’ over 2002. De superheffing wordt na een jaar uitstel voor het eerst geïnd. Zo’n 10% van de veehouders moet samen ¤ 6,8 mln. betalen. De overige 90% heeft zich aan het opgelegde mestquotum gehouden. Het uitstel van de inning over 2002 is veroorzaakt door fel protest van de veehouders tegen de toekenning van de hoeveelheden nutriënten (hoofdbestanddelen van mest). De ¤ 6,8 mln. voor 4.029 veehouders betekent een theoretisch gemiddelde van bijna ¤ 1.700 per bedrijf. Van de 10% overschrijders heeft de helft de toegelaten mestproductie licht overschreden. De Mestbank is van plan later dit jaar ook de superheffing over het productiejaar 2003 te versturen. Verder gaan er de komende maanden drie bestaande heffingen van de Mestbank op de bus. De basisheffing voor de invoer van mest, voor bijna ¤ 400.000, verstuurde de Mestbank naar 23 invoerders. De superheffing ‘mestverwerking’ voor wie onvoldoende mest verwerkt, werd opgelegd aan 478 bedrijven voor een totaalbedrag van ¤ 2,3 mln. Naast de heffingen heeft de Mestbank voor ruim ¤ 700.000 aan administratieve geldboetes geïnd wegens het lozen van mest, onbewezen mestafzet, het te laat betalen van heffingen of het niet indienen van aangiftes. De Boerenbond heeft inmiddels op de inning van de nieuwe boete voor te hoge mestproductie gereageerd. Ze vindt dat de Vlaamse overheid een stimulerend in plaats van een repressief landbouwbeleid moet voeren. De Boerenbond benadrukt dat veel bedrijven te laat hebben gehoord hoeveel mest ze mochten produceren, om de eenvoudige reden dat ze bezwaar hadden aangetekend. Volgens woordvoerder Saenen van de Boerenbond heeft het overgrote deel van de Vlaamse landbouwers de limiet op de mestproductie wel gerespecteerd, hetgeen een overschrijding door een kleine minderheid compenseert: “Globaal genomen hebben de veehouders de mestproductie teruggedrongen tot 70% van de toegelaten hoeveelheid”. Volgens de Boerenbond kan het Vlaamse mestoverschot in Wallonië worden afgezet, ware het niet dat Wallonië de Vlaamse mest al enige tijd weigert. Er is nog geen oplossing. Voorts heeft de Mestbank nog geen initiatief genomen om grootschalige projecten rond mestverwerking te realiseren, aldus de woordvoerder, terwijl dat in dezelfde wet staat als waarop de Mestbank zich nu beroept om de superboetes te innen. Overigens zijn de normen voor verwerking veel te streng. De Vereniging van Vlaamse Varkenshouders (VEVA) betreurt het dat sommige bedrijven geen mestquotum hebben gekregen of te laat en nu een forse boete moeten betalen. In bepaalde gevallen is het quotum gebaseerd op productiejaren waarin door omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de omschakeling van het bedrijf, weinig dieren gehouden werden, aldus de VEVA.
Spanje: EU-uitvoering Kyoto kost Spanje ¤ 19 mld. Volgens een studie van PricewaterhouseCoopers zal de EU-uitvoering van de Kyoto-normen Spanje een bedrag van ¤ 19 mld. kosten over de jaren 2008-2012. Hieronder valt een bedrag van ¤ 2,4 mld., dat Spanje jaarlijks voor de emissierechten moet betalen. Hoewel in Kyoto is afgesproken dat de uitstoot niet hoger zal zijn dan 15% van de uitstoot in 1990, zal Spanje naar verwachting in 2010 een 26% hogere uitstoot hebben. Volgens PricewaterhouseCoopers is in Kyoto geen reke-
32
ning gehouden met het groeitempo van de Spaanse economie. De grootste veroorzakers van de hoge uitstoot zijn – in volgorde - de transportsector, de energiesector, de landbouw en de cementindustrie. Het is waarschijnlijk dat Spanje in Brussel voor langere overgangstermijnen zal pleiten.
Spanje: grote wijziging Nationaal Hydrologische Plan De nieuwe socialistische minister van Milieu, mevrouw Cristina Narbona, is van plan artikel 13 uit het Nationaal Hydrologisch Plan te schrappen. Dit sleutelartikel regelt de afvoer van 1.050 kubieke hectoliters van de Ebro naar de kust (van Barcelona tot Almería). De vier bedrijven die tijdens de vorige regering inschrijvingen hadden gewonnen voor de aanleg van kilometerslange kanalen en tunnels worden gecompenseerd door de toewijzing van andere waterbouwkundige projecten. Deze betreffen in de eerste plaats projecten voor de watervoorziening in gebieden waar het grootste watergebrek heerst (Annex II van het plan): Almería en Murcia. De nieuwe minister hoopt de nieuwe plannen in mei klaar te hebben. Dan moet de medefinanciering door de EU nog worden aangevraagd. De minister hoopt ook op de instelling van een ‘sectoriële conferentie’ voor het waterbeleid. Dit is een overlegorgaan waarin het ministerie en de regeringen van de autonome regio’s zijn vertegenwoordigd. De conferentie komt verschillende keren per jaar bijeen. In de landbouwsector bestaat een dergelijk overlegorgaan al lang en dit blijkt zeer functioneel te zijn voor het opbouwen van nationaal beleid dat meer is dan een optelsom van het beleid van de regio’s.
Mexico: CDM-overeenkomst met Japan Op 15 april hebben Mexico en Japan in Mexico Stad een CDM-overeenkomst getekend. De Mexicaanse partner is het Comité voor Projecten ter Reductie van Emissies en Vastlegging van Broeikasgassen. Het Comité is in januari 2004 ingesteld om het CDM-mechanisme, zoals afgesproken in het Kyoto-protocol, te implementeren en fungeert als de National Designated Authority. In het comité zijn vertegenwoordigd de ministeries van Milieu, Energie, Economie, Communicatie & Transport en Landbouw. Voorzitter is minister van Milieu Cardenas. De Japanse partner is de Bank voor Internationale Samenwerking JBIC. JBIC-leningen zullen kunnen worden verstrekt via drie Mexicaanse overheidsbanken of grote staatsinstellingen, zoals staatsoliemaatschappij PEMEX en de Federale Energie Commissie. In het eerste geval zal het doorgaans gaan om kleinere projecten, eventueel nog met andere banken als tussenstap. In het tweede geval gaat het om grote projecten. De ondertekening was een intieme ceremonie in aanwezigheid van de Mexicaanse ministers van Milieu en Energie en als enige buitenstaanders vertegenwoordigers van de Nederlandse en Canadese ambassade en de pers. Het is de bedoeling dat Nederland (VROM) en Canada ook CDM-overeenkomsten zullen tekenen met Mexico. Voor Nederland is dit voorzien voor 21 april, en marge van de OESObijeenkomst in Parijs. Voor Canada zijn datum en partnerorganisaties nog niet vastgesteld. Het doel van de overeenkomst met Japan is in Mexico CDM-projecten te ontwikkelen met fondsen van JBIC. Ook zullen Japanse bedrijven financieel worden gesteund bij de aankoop van certificaten voor de emissiereductie die via dit programma zal worden gecreëerd. Het Mexicaanse comité zal potentiële CDM-projecten identificeren en ter beoordeling voorleggen aan JBIC. Het is voor Mexico de eerste overeenkomst met een buitenlandse partner in Kyoto-verband. Ook voor JBIC is het de eerste CDM-overeenkomst met een National Designated Authority van een ander land. Mexico staat vierde op de wereldranglijst van biodiversiteit en is ondertekenaar van het Kyoto-protocol. Mexico wil een partner zijn voor geïndustrialiseerde landen die hun emissiereductie willen bereiken via projecten in ontwikkelingslanden.
33
Biotechnologie
België: bacterie ruimt gif Vlaamse wetenschappers hebben lupinen uitgerust met gifbestrijdende bacteriën. Daardoor kunnen de planten op vervuilde grond overleven en worden de giftige stoffen afgebroken. Sommige bacteriesoorten komen van nature voor in de wortels en stengels van planten. Dat bracht wetenschappers op het idee om deze bacteriën zo aan te passen, dat ze de planten helpen op vervuilde grond te overleven. Ze isoleerden de bacterie Burkholderia cepacia, die in nauw contact leeft met de gele lupine (Lupinus luteus) en kruisten deze in het lab met een andere Burkholderia-stam, die ook in de bodem leeft en tolueen kan afbreken. Tolueen is een giftige koolwaterstof die veel in vervuilde bodems voorkomt. Sommige bodembacteriën bevatten de nodige genen om tolueen af te breken. Bacteriën als Burkholderia kunnen onderling genen uitwisselen. En inderdaad: sommige lupineBurkholderia’s bleken in het laboratorium de tolueen-afbrekende genen te ontvangen van de tolueen-afbrekende Burkholderia. Nadat lupinen met deze aangepaste bacteriestam besmet waren, bleken de planten in staat te overleven op met tolueen vervuilde bodems. Ook bleken deze planten via hun bladeren minder tolueen te verdampen dan op zo’n vervuilde bodem te verwachten is. De onderzoekers hopen het bondgenootschap tussen bacterie en plant te kunnen gebruiken voor fytoremediatie. Dat wil zeggen: het verwijderen van vervuilende stoffen uit de bodem met de hulp van planten of bomen. Door de meest geschikte planten uit te rusten met de meest geschikte bacteriën, die op hun beurt de genen gekregen hebben voor het gewenste afbraakproces, kunnen de wetenschappers biologische opruimers ‘op maat’ produceren, die in staat zijn een heel gamma aan vervuilende stoffen af te breken. Nu wordt gezocht naar bacteriën die het goed kunnen vinden met populieren en wilgen, twee boomsoorten die al gebruikt worden voor fytoremediatie. Het bacterie-plant-systeem houdt in dat de gewijzigde bacteriën ‘losgelaten’ worden in de omgeving. Het is de vraag of dat mag, want zelfs genetisch gemodificeerde planten, die veel minder mobiel zijn dan bacteriën, zijn nog zo goed als verboden voor commerciële teelt in België.
Zuid-Afrika: consumenten staan achter genetisch gemodificeerd voedsel De universiteit van Pretoria heeft onlangs onderzoek laten doen naar de kennis van en waardering voor genetisch gemodificeerd voedsel onder consumenten. Hiervoor zijn consumenten in Johannesburg, Pretoria en Kaapstad ondervraagd. De uitkomst is voor aanhangers van genetisch gemodificeerd voedsel positief. De meeste ondervraagden ondersteunen niet alleen het gebruik van biotechnologie voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, plastics en vezels, ook de toepassing ervan voor het ontwikkelen van nieuwe voedselvariëteiten en de productie van genetisch gemodificeerd voedsel kende meer voor- dan tegenstanders. De respondenten zijn van mening dat biotechnologie de kwaliteit van het leven zal verhogen, goed is voor milieu en gezondheid en eveneens zal leiden tot een afname van het gebruik van pesticiden. 32% van de ondervraagden maakte zich wel zorgen over de controle op de juiste toepassing van biotechnologie, maar 52% had toch
34
nog voldoende vertrouwen in de controlerende taak van de overheid. Ondanks het feit dat toepassing van biotechnologie ruimschoots wordt ondersteund, is ook gebleken dat er onvoldoende kennis is over dit onderwerp.
35
Diversen
België: omzet hout- en meubelindustrie gedaald De Belgische hout- en meubelindustrie heeft in 2003 een omzet van ¤ 5,46 mld. behaald, 4,7% minder dan in 2002. Dit blijkt uit de conjunctuurnota van de beroepsvereniging Febelhout. Het gaat om de eerste daling sinds 1996. De daling is te wijten aan het zwakke consumentenvertrouwen en aan de zwakke dollarkoers. In absolute cijfers daalde de omzet van de hout- en meubelindustrie met 4,7%. In reële termen was de daling minder uitgesproken. “Het gemiddelde niveau van de afzetprijzen daalde met 1%, zodat de terugval van de economische activiteit in de Belgische hout- en meubelindustrie in constante prijzen 3,7% bedraagt”, legt Febelhout uit. De daling van de omzet was het hoogst in de meubelindustrie, 9,6%. In de deelsector plaatmateriaal was de afname van de omzet met 1,1% minder significant. Toch was het niet allemaal kommer en kwel. De deelsectoren bouwelementen en verpakkingen noteerden een groei van respectievelijk 4,6% en 5,9%. De benuttinggraad van de productiecapaciteit daalde gestaag in 2002 en bereikte in het eerste kwartaal van 2003 een dieptepunt van 76,6%, het laagste peil sinds 1996. Nadien steeg de benuttinggraad geleidelijk tot 80,9% in het vierde kwartaal van 2003. Toch ziet Febelhout daarin geen positieve kentering. “De toename van de benuttinggraad is niet te danken aan de heropleving van de economische activiteit maar heeft eerder te maken met de afbouw van de productiecapaciteit”. Bijna 62% van de hout- en meubelproductie is bestemd voor de uitvoer. In 2003 voerde België voor ¤ 3,38 mld. aan houtproducten en meubelen uit, 4% minder dan in 2002. De belangrijkste exportmarkten zijn Frankrijk (28,2%), Nederland (26,5%), het Verenigd Koninkrijk (11,3%) en Duitsland (9,9%). Die vier buurlanden zijn goed voor driekwart van de export. In Frankrijk, Nederland en Duitsland was de daling van de export beperkt. “De uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk verminderde met 10% door de verzwakking van het pond tegenover de euro”. Buiten Europa daalde de export met 14,7% door de daling van de dollar tegenover de euro. In de Verenigde Staten, met een aandeel van 4,5% de belangrijkste nietEuropese markt, bleef de negatieve impact op de uitvoer beperkt tot 2,6%. China groeide ondertussen uit tot de tweede exportmarkt buiten Europa. De uitvoer naar China nam in 2003 met 17,3% toe. “Voor 2004 zijn de macro-economische vooruitzichten optimistischer. Al naar gelang de bron wordt voor 2004 een groei verwacht van 2 tot 2,7%. “Het indexcijfer van het consumentenvertrouwen is tussen december 2003 en februari 2004 aanmerkelijk verbeterd. De bestellingen in de meubelhandel namen in januari en februari 2004 met 14,1% toe,” aldus Febelhout.
Portugal: biologische landbouw nog steeds kleinschaig Van de 400.000 agrariërs in Portugal zijn er nauwelijks meer dan 1.000 die biologische landbouw uitoefenen op een totaal van 85.912 ha. Een onbeduidend aantal. Daarom heeft het ministerie van landbouw voor de komende vier jaar een Nationaal Plan voor de Ontwikkeling van Biologische Landbouw opgesteld. Er blijkt steeds meer vraag te zijn naar biologische producten. Veel producten worden dan ook uit het buitenland geïmporteerd. Het doel van het plan is meer bekendheid aan de productie van biologische landbouw te geven en het aantal hectaren te vermeerderen van 2,3% naar 7% in 2007. Ten slotte is het ook de bedoeling meer aandacht te besteden aan deze vorm van
36
landbouw bij landbouwkundige opleidingen.
Verenigd Koninkrijk: grote roofdieren op het platteland? Hoewel April Fools Day al lang voorbij is, blijven de geruchten over de aanwezigheid van grote katachtigen op het Britse platteland aanhouden. De British Big Cat Society heeft gemeld dat er tussen januari 2003 en maart 2004 ruim 2.000 meldingen zijn binnengekomen van mensen die zeggen een grote katachtige te hebben waargenomen. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2002 (bijna 1.100 meldingen) en een kleine verdrievoudiging ten opzichte van 2001 (680 meldingen). Eerder steunde de National Farmers’ Union een oproep van deze organisatie aan boeren om te letten op dit soort verschijnselen en ze te melden. Tweederde van de meldingen heeft betrekking op het zien van een grote zwarte katachtige. In de afgelopen twintig jaar zijn zeventien niet-inheemse katachtigen gevangen of gedood in het Verenigd Koninkrijk. De voorzitter van de British Big Cat Society denkt bij de meldingen aan lynxen, grote verwilderde katten en luipaarden met een overmaat aan donker pigment, ook wel zwarte panters genoemd. Hij hoopt met deze resultaten en ook nog eens acht video-opnamen zijn campagne voor een serieus onderzoek naar het voorkomen van deze dieren op het platteland te kunnen ondersteunen.
Tanzania: telling landbouwsector De Europese Unie heeft Tanzania onlangs US $ 12 mln. uit het STABEX-programma toegewezen om een officiële telling van de landbouwsector uit te voeren. De telling is bedoeld om een duidelijker beeld te krijgen van de sector. Tegelijkertijd wil men boeren van betere technologische informatie voorzien en is het de bedoeling het ‘national poverty reduction’-programma te evalueren. Men is van plan 52.755 kleine boeren en 2.500 grotere boeren te ondervragen. De eerste resultaten worden in november verwacht.
37
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Vertegenwoordiging Buitenland
ANKARA
BOEDAPEST
Bureau Sofia
Werkgebied: Turkije, Israël en Palestijnse gebieden Ir. G.J.M. Terberg, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Turan Günes Bavari 7. Cadde no. 3, Yildiz 06550 Ankara, Turkije Telefoon : (00-90) 312.409.1860 (LNV) Telefax : (00-90) 312.409.1892 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.dutchembassy.org.tr WEBsite LNV-bureau : http://www.nlankagr.com
Werkgebied: Hongarije, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Oostenrijk, Servië-Montenegro en Slovenië Drs. J.D. Gábor, LNV-Raad Werkgebied: Hongarije, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Estland, Letland, Servië-Montenegro, Kroatië, Macedonië, Polen, Roemenië, Slovenië, Tsjechië en Slowakije Drs. A.E. Braam, Veterinair Attaché Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Füge Utca 5-7, 1022 Boedapest, Hongarije Postadres : P.O.Box 56, 1388 Boedapest, Hongarije Telefoon : (00-36) 1.3366.380 (LNV) Telefax : (00-36) 1.3266.238 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.netherlandsembassy.hu
Mw. D.H. Milenkova, Technisch Assistent Bezoek adres Ambassade der Nederlanden, 15 Oborishte Street, Sofia, Bulgarije Postadres: P.O. Box 91, 1000 Sofia, Bulgarije Telefoon: (00-359) 2.8160.380 (LNV) Telefax: (00-359) 2.8160.381 (LNV) E.Mail: nog niet bekend 2e E.Mail:
[email protected] WEBsite: http://www.netherlandsembassy.bg/
Bureau Athene Opmerking: Zie Boekarest
BANGKOK Werkgebied: Thailand, Filippijnen, Vietnam tevens voor Economic and Social Council Asean and the Pacific (ESCAP) Ir. M.H. Slingenberg, LNV-Raad Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, 106 Wireless Road, Bangkok-10330 Postadres : P.O.Box 404, Bangkok 10501, Thailand Telefoon : (00-66) 2.255.7559 (LNV) Telefax : (00-66) 2.254.1415 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite: : http://www.netherlandsembassy.in.th/
Bureau Belgrado Mw. M. Mikovic, Technisch Assistent Bezoek adres: Ambassade der Nederlanden, Simina 29, 11000 Belgrado, Servië-Montenegro Postadres: Ambassade der Nederlanden, Postfah 489, 11001 Belgrado, Servië-Montenegro Telefoon: (00-381) 11.3281.147 (BZ) Telefax: (00-381) 11.6289.86 (BZ) E.Mail:
[email protected] (tijd.) 2e E.Mail:
[email protected] WEBsite: http:/www.nlembassy.org.yu
Bureau Hanoi Mw. Truong Thi Dung, Technisch Assistent Post/Bezoek adres: Ambassade der Nederlanden, Daeha Office Tower, 6th floor 360 Kim Ma Street, Ba Dinh District, Hanoi, Vietnam Telefoon: (00-84) 4.8315.650 Telefax: (00-84) 4.8315.605 (LNV) E.Mail:
[email protected] 2e E.Mail:
[email protected] WEBsite: http://www.netherlands-embassy.org.vn
Bureau Zagreb
Bureau Manilla
BOEKAREST
Dhr. J.I.C. Laquian, Technisch Assistent Bezoek : Ambassade der Nederlanden, 9e Etage, adres King's Court Bldg I, 2129 Chino Roces Avenue, Makati City, Filippijnen Postadres : P.O. Box 2448 MCPO, 1264 Makati City, Filippijnen Telefoon : (00-63) 2.811.2706 (LNV) Telefax : (00-63) 2.811.2706 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.dutchembassy.ph
Werkgebied: Roemenië, Bulgarije en Griekenland M.Y. Brouwer, LNV-Attaché Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Strada Atena 18, 011832 Boekarest, Roemenië Telefoon : (00-40) 21.231.5657 (LNV) Telefax : (00-40) 21.231.6373 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.olanda.ro/
BELGRADO
Bureau Athene
opmerking: zie Boedapest
Mw. M. Plessas-Schallenberg, Technisch Assistent Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Leoforos Vassileos Konstantinou 5-7, Athene 106-74, Griekenland Telefoon : (00-30) 210.725.4960 (LNV) Telefax : (00-30) 210.725.4907 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.dutchembassy.gr
BERLIJN Werkgebied: Duitsland en Zwitserland Ir. J.J. Pape, LNV-Raad Mw. Mr. S.M.C. Deepen, LNV-attachee Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Klosterstrasse 50, 10179 Berlin, Duitsland Telefoon : (00-49) 30.2095.6480 (LNV) Telefax : (00-49) 30.2095.6481 (BZ) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.dutchembassy.de
Mw. D.M. Budimir, Technisch Assistent Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Medvescæak 56, 10000 Zagreb, Kroatië Telefoon : (00-385) 1.468.3697 (LNV) Telefax : (00-385) 1.468.4877 (BZ) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.netherlandsembassy.hr/
BRASÍLIA Werkgebied: Brazilië Dhr. J.G. van de Vooren, LNV-Raad Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Ses Avenida das Nações, Q 801, Lote 05 70405-900 - Brasília - DF, Brazilië Postadres : Caixa Postal 07/0098, 70359-970 Brasília - DF, Brazilië Telefoon : (00-55) 61.321.4769 (BZ) Telefax : (00-55) 61.323.5342 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.embaixada-holanda.org.br
Bureau São Paulo Mw. F.E. Heering, Administratief Medewerker Bezoek adres : Consulaat-Generaal der Nederlanden, Avenida Brigadeiro Faria Lima 1779, 3 -andar 01451-001-São Paulo-SP, Brazilië Postadres : Caixa Postal 11302, 05422-970-São Paulo-SP, Brazilië Telefoon : (00-55) 11.3813.0522 (consulaat) Telefax : (00-55) 11.3819.0903 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.embaixada-holanda.org.br
BRUSSEL Werkgebied: België, Luxemburg Jhr. Mr.ing. K.H.A. von Chrismar, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, H. Debrouxlaan 48, 1160 Brussel, België Telefoon : (00-32) 2.679.1550 (LNV) Telefax : (00-32) 2.679.1780 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.nederlandseambassade.be
* De posten Brussel PV-EU en Washington zijn tevens belast met procurement-aangelegenheden in het kader van de ontwikkelingsfondsen van de Europese Unieschap resp. de wereldbankgroep
9 april 2004
BRUSSEL PV-EU
JAKARTA
LISSABON
Werkgebied: Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Europese Unie Mw. Drs. M.A.J. Vaes, LNV-Raad Drs. C.C.J.M. van der Meijs, Raad voor Veterinaire Aangelegenheden Drs. A.M. Akkerman, Raad voor Veterinaire Aangelegenheden Mr. O.B.M. Meuffels, LNV-Attaché Ir. F. Vroegop, LNV-Attaché Mw. Drs. S.J.C.W. Bont, LNV-Attachee Post/Bezoek adres : Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Europese Unie, H. Debrouxlaan 48, 1160 Brussel, België Telefoon : (00-32) 2.679.1545/1546 (LNV) Telefax : (00-32) 2.679.1776/1783 (LNV) E.Mail : nog niet bekend 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.nederlandseambassade.be opmerking : tevens belast met procurement-aan gelegenheden in het kader van de ontwikkelingsfondsen van de EU
Werkgebied: Indonesië, Maleisië, Singapore, tevens voor Association of South-East Asean Nations (ASEAN) Ir. F.A.G.M. Claassen, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Jalan H.R. Rasuna Said, Kavel S-3, Kuningan,Jakarta 12950, Indonesië Telefoon : (00-62) 21.524.1032/48 (LNV) Telefax : (00-62) 21.526.2230 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.netherlandsembassy.or.id/
opmerking: zie Madrid
BUENOS AIRES Werkgebied: Argentinië, Chili, Uruguay Drs. M. van Genne, LNV-Raad Bezoek adres: Ambassade der Nederlanden, Edificio Porteño Plaza II, Olga Cossenttini 831, Pisos 3 y 4, C1107 BVA Buenos Aires, Argentinië Postadres : Ambassade der Nederlanden, Olga Cossenttini 831, C1107BVA Buenos Aires, Argentinië Telefoon : (00-54) 11.4338.0090 (LNV) Telefax : (00-54) 11.4338.0091 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.embajadaholanda.int.ar
Bureau Singapore Dhr. K.C. Chong, Technisch Assistent Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, 541 Orchard Road, 13-01 Liat Towers, Singapore 238881 Postadres : Tanglin P.O.Box 447, Singapore 912415 Telefoon : (00-65) 6739.1121 (LNV) Telefax : (00-65) 6737.1940 (BZ) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.nethemb.org.sg/
KAIRO Werkgebied: Egypte, Jordanië, Libanon en Syrië Ir. H.L.M. van Wissen, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, 18, Hassan Sabri, Zamalek, Kairo, Egypte Telefoon : (00-20) 2.736.3863/2.739.5571/2/3 (LNV) Telefax : (00-20) 2.736.0936 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.hollandemb.org.eg
LONDEN Werkgebied: Verenigd Koninkrijk, Ierland Drs. G.G.J. Thissen, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, 38, Hyde Park Gate, Londen SW7 5DP, Verenigd Koninkrijk Telefoon : (00-44) 20.7590.3279/76/77/80 (LNV) Telefax : (00-44) 20.7581.5276 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.netherlandsembassy.org.uk/
MADRID Werkgebied: Spanje, Marokko, Portugal Mr. C.J. Heringa, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Avenida del Comandante Franco 32, 28016 Madrid, Spanje Telefoon : (00-34) 91.353.7521/20 (LNV) Telefax : (00-34) 91.353.7567 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.embajadapaisesbajos.es
Bureau Lissabon Mw. A.P. Paiva Geadas, Administratief Medewerker Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Avenida Infante Santo 43-5o, 1399-011 Lissabon, Portugal Telefoon : (00-351) 21.391.4919 (LNV) Telefax : (00-351) 21.391.4952 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.embpaisesbaixos.pt
Bureau Damascus DAMASCUS opmerking: zie Kairo
GENÈVE PV Werkgebied: Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de WTO (Wereldhandelsorganisatie) en andere internationale organisaties te Genève (UNCTAD, UNEP, WHO, WIPO/UPOV) Ir. R.P. Lapperre, LNV-Attaché Bezoek adres : Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de WTO en andere internationale organisaties te Genève, 31-33 Avenue Giuseppe-Motta, Genève, Zwitserland Postadres : C.P. 196, 1211 Genève 20 CIC, Zwitserland Telefoon : (00-41) 22.748.1822/08 (LNV) Telefax : (00-41) 22.748.1828 (BZ) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected]
Mw. Samar Kadri, Technisch Assistent Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Abou Roumaneh, Al-Jalaa Street, Imm. Tello, Damascus, Syrië Postadres : Boîte Postale 702, Damascus, Syrië Telefoon : (00-963) 11.333.5119/6871 (BZ) Telefax : (00-963) 11.333.9369 (BZ) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected]
KIEV Werkgebied: Oekraïne, Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië Ir. A.A. Verhagen, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Kontraktova Sq. 7, 01901 Kiev, Oekraïne Telefoon : (00-380) 44.490.8223 (LNV) Telefax : (00-380) 44.490.8266 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.holland.com.ua
HANOI opmerking: zie Bangkok
HONGKONG SAR opmerking: zie Peking
KOPENHAGEN Werkgebied: Denemarken, Estland, Finland, Noorwegen, IJsland, Zweden Dhr. H.H. Schipper, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Toldbodgade 33, DK 1253 Kopenhagen K, Denemarken Telefoon : (00-45) 33.707.218 (LNV) Telefax : (00-45) 33.140.350 (BZ) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.nlembassy.dk
MANILLA opmerking: zie Bangkok
MEXICO Werkgebied: Mexico, Cuba Ir. J.A. Landstra, LNV-Raad Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Av. Vasco de Quiroga 3000, Piso 7, Col. Santa Fé, 01210 Mexico D.F., Mexico Postadres: Apartado Postal 10-656, 11000 Mexico D.F., Mexico : (00-52) 55.5258.9921 tst. 215 (LNV) Telefoon Telefax : (00-52) 55.5258.8139 (LNV) E.Mail : nog niet bekend 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.paisesbajos.com.mx/
MOSKOU Werkgebied: Rusland, Kazakstan, Oezbekistan en Wit-Rusland Ir. J.M.J.G. Kats, LNV-Raad Bezoek adres: Ambassade der Nederlanden, Tverskoj Blvd. 14/1, 5th Floor, 125009 Moscow, Rusland Postadres : Ambassade der Nederlanden, Kalashny Pereulok 6, 125009 Moscow, Rusland Telefoon : (00-7) 095.797.2946 (landbouw, satkomset) Telefax : (00-7) 095.797.2905 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.netherlands.ru
NAIROBI
Bureau Shanghai
ROME
Werkgebied: Kenia, Eritrea, Ethiopië, Oeganda, Tanzania, tevens voor UNEP Mr. F.H.J. von der Assen, LNV-Raad Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Riverside Lane, Off Riverside Drive, Nairobi, Kenia Postadres : P.O.Box 41537, Nairobi, Kenia Telefoon : (00-254) 20.4450.137 (LNV) Telefax : (00-254) 20.4450.138 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.netherlandsembassy.or.ke/
Dhr. N. Hong, Technisch Assistentt Post/Bezoek adres : Consulaat-Generaal der Nederlanden, Sun Plaza, East Tower, 4th Floor, 88 Xian Xia Road, Shanghai 200336, Volksrepubliek China Telefoon : (00-86) 21.6209.9076 (BZ) Telefax : (00-86) 21.6278.9722 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.hollandinchina.org/ nl/cg/sh-intro.htm WEBsite LNV-Bureau : http://www.nlpekagr.com
Werkgebied: Italië, Cyprus, Malta Dr. ir. H. Beltman, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Via Michele Mercati 8, 00197 Rome, Italië Telefoon : (00-39) 6.321.5003 (LNV) (00-39) 06.322.1141 (BZ) Telefax : (00-39) 6.321.0767 (LNV/BZ) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.olanda.it
ROME PV-ROME NEW DELHI
Bureau Hong Kong SAR
Werkgebied: India, Bhutan, Nepal, Sri Lanka Ir. A. Parzer, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, 6/50F Shantipath, Chanakyapuri, New Delhi 110021, India Telefoon : (00-91) 11.2688.4951/2/3/4 tst 205, 277 en 204 (LNV) Telefax : (00-91) 11.2688.2799 (LNV) Email :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.holland-in-india.org/
Mw. M.P.C. Ng, Technisch Assistent Post/Bezoek adres : Consulaat-Generaal der Nederlanden, Room 5702, 57/F Cheung Kong Center, 2, Queen’s Road Central, Hong Kong Volksrepubliek China Telefoon : (00-852) 2.524.8187/88 (LNV) Telefax : (00-852) 2.524.9419 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.netherlands-cg.org.hk WEBsite LNV-Bureau: http://www.nlpekagr.com
PARIJS Werkgebied: Frankrijk, Algerije Ir. L. Braakenburg, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, 7-9 Rue Eblé, 75007 Parijs, Frankrijk Telefoon : (00-33) 1.4062.3353 (LNV) Telefax : (00-33) 1.4062.3452 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.amb-pays-bas.fr
PARIJS PV-OESO Werkgebied: Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) Ir. A.J.A. van Royen, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de OESO, 12/14 Rue Octave Feuillet, 75116 Paris, Frankrijk Telefoon : (00-33) 1.4524.9971 (LNV) Telefax : (00-33) 1.4524.9938(BZ) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected]
PRAAG Werkgebied: Tsjechië, Slowakije Mw. Ir. P.M.B. de Vries-Van Loon, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Gotthardska 6/27, 160 00 Praag 6, Bubeneç, Tsjechië Telefoon : (00-420) 2.2431.2190 ext. 7 (BZ) Telefax : (00-420) 2.2431.2155 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.netherlandsembassy.cz
PRETORIA Werkgebied: Zuid-Afrika, Zimbabwe Mw. Mr. G.A. Kostwinder, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, 825 Arcadia Street, Arcadia, Pretoria 0083, Zuid-Afrika Postadres : P.O.Box 117, Pretoria 0001, Zuid-Afrika Telefoon : (00-27) 12.344.3910/1/2/3/4/5 Tst. 212 (BZ) Telefax : (00-27) 12.343.7456 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.netherlandsembassy.co.za
PEKING Werkgebied: Volksrepubliek China (incl. Hong Kong) Ir. P.L. Gooren, LNV-Raad Ir. R.J. Konijn, LNV-Attaché Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, 4, Liangmahe Nanlu, Beijing 100600, Volksrepubliek China Telefoon : (00-86) 10.6532.4464 (LNV) Telefax : (00-86) 10.6532.6329 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.nlembassypek.org WEBsite LNV-bureau : http://www.nlpekagr.com
RIYADH Werkgebied: Saoedi-Arabië en Verenigde Arabische Emiraten Dr.ir. J.G. van der Beek, LNV-Attaché Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Diplomatic Quarter, Riyadh, SaoediArabië Postadres : P.O.Box 94307, Riyadh 11693, SaoediArabië Telefoon : (00-966) 1.488.1093/2501 (LNV) Telefax : (00-966) 1.488.1519 (LNV) E.Mail : Tijdelijk vervallen 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.holland.org.sa
Werkgebied: Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de VN-organisaties voor voedsel en landbouw (FAO, IFAD en WFP) Drs. E. Wermuth, Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur, Permanent Vertegenwoordiger Ir. J.T.M.G. Steeghs, Ambassaderaad, Plv. Permanent Vertegenwoordiger Mw. Drs. A. Swalef, Tweede Secretaris, Beleidsmedeweker Post/Bezoek adres : Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de VN-organisaties voor voedsel en landbouw, Via delle Terme Deciane 6, 00153 Rome, Italië Telefoon : (00-39) 6.574.0306 (LNV) Telefax : (00-39) 6.574.4927 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected]
SÃO PAULO Opmerking: Zie Brasilia
SEOUL Werkgebied: Republiek Korea, Taiwan Mr. W. Steemers, LNV-Raad Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Kyobo Building, 14th floor, 1, Chongro 1-ka Chongro-ku, Seouel 110714, Republiek Korea Postadres : K.P.O.Box 509, Seouel 110-605, Republiek Korea Telefoon : (00-82) 2.723.4180 (LNV) Telefax : (00-82) 2.723.0283 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.nlembassy.or.kr/
Bureau Taipei Mw. A.C.C. Hu, Technisch Assistent Post/Bezoek adres : Netherlands Trade and Investment Office, Agricultural and Food Department, Rm. B, 5/F Artist Construction Building, 133 Min Sheng E. Road, Section 3, Taipei 105, Taiwan Telefoon : (00-886) 2.2713.5760 tst. 150 Telefax : (00-886) 2.2713. 0194 E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.ntio.org.tw/agricultural/ index-e.htm
SHANGHAI opmerking: zie Peking
SINGAPORE opmerking: zie Jakarta
SOFIA opmerking: zie Boekarest
TAIPEI opmerking: zie Seoel
TEHERAN Werkgebied: Iran Ing. C. Gravendaal, LNV-Raad Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Darrous Sharzad Boulevard, Kamasai street 1st , Eastlane 33, 19498 Teheran, Iran Postadres : P.O.Box 11365-138, Teheran, Iran Telefoon : (00-98) 21.255.5094 (LNV) Telefax : (00-98) 21.256.0213 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.netherlandsembassy.ir
TOKIO Werkgebied: Japan Ir. F.L.M. Vossenaar, LNV-Raad Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, 6-3 Shiba-koen, 3-chome, Minato-ku, Tokyo 105-0011, Japan Telefoon : (00-81) 3.5401.0421 (LNV) Telefax : (00-81) 3.5401.0424 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.oranda.or.jp
WARSCHAU Werkgebied: Polen, Letland en Litouwen Drs.ing. A.W. Verhey, LNV-Attaché Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, Ul. Kawalerii 10, 00-468 Warschau, Polen Telefoon : (00-48) 22.559.1269 (LNV) Telefax : (00-48) 22.840.2634 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.nlembassy.pl
WASHINGTON Werkgebied: Verenigde Staten van Amerika, (inclusief Puerto Rico), Canada en Wereldbank Ir. W.L.A.G. Tacken, LNV-Raad Mw. I. Hamid-Hardenberg, LNV-Attachee Post/Bezoek adres : Ambassade der Nederlanden, 4200 Linnean Avenue, N.W., Washington, D.C. 20008, Verenigde Staten van Amerika Telefoon : (00-1) 202.274.2716/2718 (LNV) Telefax : (00-1) 202.244.3325 (LNV) E.Mail :
[email protected] 2e E.Mail :
[email protected] WEBsite : http://www.netherlands-embassy.org
ZAGREB opmerking: zie Boedapest