LBActualiteiten Wekelijkse informatie van de LNV-Vertegenwoordiging Buitenland
Jaargang 15, 18 februari, nummer 7
Colofon Uitgave van: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Internationale Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Telefoon: 070 378 41 87 Telefax: 070 378 61 31 Verantwoordelijk voor inhoud: Hoofd Bureau LNV-vertegenwoordiging Buitenland Dr. M.H. de Jong Eindredactie, opmaak, reproductie: Directie Informatiebeleid en Facilitaire Zaken
Overname uit LBActualiteiten is met bronvermelding toegestaan
Inhoud
Multilaterale landbouwpolitieke ontwikkelingen
7
Finland, Griekenland, Spanje, Argentinië
Nationale landbouwpolitieke aangelegenheden
9
België, Frankrijk, Griekenland, Verenigd Koninkrijk, Roemenië, Zuid-Korea, Verenigde Staten
Economische en handelsaangelegenheden
14
België, Denemarken, Ierland, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Roemenië, Verenigde Staten
Agro-industrie
19
België, Verenigd Koninkrijk
Grond- en pachtzaken
22
Spanje
Akker- en tuinbouw
23
Frankrijk, Spanje, Verenigd Koninkrijk
Veehouderij en zuivel
25
België, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Spanje
Visserij en aquacultuur
29
Ierland, Italië, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, IJsland
Wetenschap, onderwijs, voorlichting en onderzoek
33
Spanje
Voedings- en kwaliteitsaangelegenheden
34
België, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Verenigde Staten
Veterinaire aangelegenheden
37
Ierland, Italië, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Japan
Natuur, bos, landschaps- en faunabeheer
40
Spanje, Verenigd Koninkrijk
Milieuaangelegenheden
42
Frankrijk, Ierland
Biotechnologie
43
Spanje
Diversen
44
België, Ierland
3
4
Multilaterale landbouwpolitieke ontwikkelingen
Finland: suiker Deelnemers aan een seminar van Agrifood Research Finland zijn van mening dat de prijsverlaging van suiker in de Europese Unie voor de Finse producenten volledig gecompenseerd zou moeten worden. Verder zou de compensatie verbonden moeten zijn met de productie, waardoor de suikerbieten hun concurrentievermogen ten opzichte van granen behouden. Finland houdt vast aan het standpunt dat de EU alleen die prijs- en quotaverlagingen zou moeten doorvoeren die noodzakelijk zijn op grond van WTO-verplichtingen. De conclusie van het ministerie van Land- en Bosbouw is dan ook dat invoer door quota's aangestuurd moet blijven. Vrijhandel in suiker zou betekenen dat de invoer van suikerriet de pan uit zou rijzen, omdat suikerriet in de suikerbietverwerkende industrie gebruikt kan worden en daardoor de prijs zal blijven dalen.
Griekenland: wijziging invoerregeling Balkansuiker De invoering van tariefcontingenten voor suiker uit de Balkanlanden en meer in het bijzonder de verhoging van het aanvankelijk door de Commissie voorgestelde contingent voor Servië-Montenegro van 150.000 ton naar 180.000 ton zien de Grieken als een Grieks succes. De Griekse interventie was gericht op versterking van de positie van de eigen suikerindustrie (EBS), die het ministerie van Agrarische Ontwikkeling en Voedsel nog steeds beschouwt als een staatsonderneming. Niet alleen vormt het contingent van 180.000 ton geen bedreiging voor de Griekse productie, maar voorziet dit verhoogde contingent wellicht in de best mogelijke inkomenssteun voor de Griekse bietentelers en arbeiders in die sector. EBS is namelijk eigenaar van twee raffinaderijen in Servië-Montenegro,
Spanje: landbouwsector vóór Europese Grondwet Alle Spaanse landbouworganisaties roepen hun leden op bij het op 20 februari te houden referendum over de Europese Grondwet vóór te stemmen. Hun argument is dat men dankbaar moet zijn jegens de Europese Unie, die Spanje veel goeds heeft gebracht. “Dankzij de Europese Unie is de dictatuur voorbij, en heersen vrijheid, democratie en gelijkheid”. “Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid heeft, ondanks alle fouten daarvan, enorm bijgedragen aan de ontwikkeling van de Spaanse landbouw en de levensmiddelensector. Honger bestaat niet meer”. “Een keuze voor Europa is een keuze voor welvaart”, aldus enkele van de argumenten.
Spanje: de suikerhervorming In Spanje is enige boosheid ontstaan, omdat een grote suikerfabriek in het gewest Castilla y León de bietentelers ¤ 36 betaalt, terwijl de telers in het gewest Andalucía van hun fabrieken ¤ 49 krijgen. Spanje protesteert tegen de door Commissaris Fishler voorgestelde hervorming, omdat die zou leiden tot zodanig lage prijzen dat de teelt in Spanje zou verdwijnen. De telers in Castilla y León laten nu zien dat ze de veel lagere prijs zonder protesten accepteren.
5
Argentinië: EU-subsidies tarwe De Argentijnse overheid heeft becijferd dat de exportsubsidies voor tarwe van de Europese Unie de eigen export in 2005 een schade zullen toebrengen van zeker US $ 50 mln. Dit bedrag zou kunnen oplopen tot meer dan US $ 200 mln. De staatssecretaris van buitenlandse economische betrekkingen, Alfredo Chiaradía, noemde dit een slecht signaal aan de vooravond van een nieuwe ronde in de EU/Mercosuronderhandelingen.
6
Nationale landbouwpolitieke aangelegenheden
België: gemeenten en provincie stemmen landbouwbeleid af In Oost-Vlaanderen is het Loket voor Landbouw en Platteland opgericht. Dit loket, een initiatief van de 65 gemeenten om de plaatselijke land- en tuinbouw te ondersteunen en integraal plattelandsbeleid te bevorderen, moet als centraal aanspreekpunt gaan dienen. De provincie wil de Oost-Vlaamse gemeenten ondersteunen bij het optimaliseren van de dienstverlening. Zo zal worden samengewerkt bij thema's als ruimtelijke ordening, erfbeplanting en landschapsplanning, erosiebestrijding, agrarisch natuurbeheer, muskusrattenbestrijding en plattelandsontwikkeling.
België: samenwerking Rederscentrale en Boerenbond De Rederscentrale en de Boerenbond hebben onlangs een samenwerkingsprotocol ondertekend. De Rederscentrale, de vertegenwoordiger van de visserijsector, krijgt van de Boerenbond ondersteuning bij Europese belangenbehartiging, juridische procedures, eenvormige afzet en promotie, in ruil voor een lidmaatschapsbijdrage. Volgens voorzitter Gabriëls van de Rederscentrale draagt de samenwerking bij aan het veilig stellen van de toekomst van de Vlaamse en Belgische visserij. De politieke en commerciële belangenbehartiging zal efficiënter gebeuren, hetgeen zowel voor de Rederscentrale, als voor de Boerenbond zijn meerwaarde zal hebben, aldus Gabriëls. Volgens de Boerenbond ligt de samenwerking voor de hand. Boerenbondvoorzitter Devisch noemde de ondertekening van het protocol een belangrijke dag in de geschiedenis van de twee organisaties. Het protocol wordt over een jaar geëvalueerd.
Frankrijk: cross-compliance stimulans voor kwaliteitsstandaard 'agriculture raisonnée' De Regering hoopt dat de invoering van cross compliance, waar de boeren vanaf 1 januari jl. aan moeten voldoen, een stimulans zal zijn om massaal over te gaan op de bedrijfskwalificatie 'Agriculture Raisonnée’. De voorwaarden van cross compliance vormden in feite de basis voor de (98) eisen van deze kwaliteitsstandaard, die boeren vrijwillig kunnen verwerven voor een integraal, duurzaam beheer van hun bedrijf. Binnenkort moet een wettekst de cross compliance-voorwaarden integreren in de wetgeving met betrekking tot 'Agriculture Raisonnée'. Het eisenpakket gaat echter op een aantal onderdelen verder en moet de boer 'klaarmaken' voor de EU-eisen die in 2008 verplicht worden. Daarnaast kan het eisenpakket van de AR 'territoriale eisen' bevatten, die regionale commissies vaststellen. Sinds juni 2004 – waarop de certificering officieel van start is gegaan – zijn er echter nog maar 500 gekwalificeerde bedrijven en dan vooral in de wijnbouw en in de fruitteelt. De boeren ervaren de kosten van de verplichte audit als een financiële hindernis en wachten nog steeds op steun van het ministerie van Landbouw. Tot nu toe heeft minister van Landbouw Bussereau zich echter niet laten vermurwen. Het ministerie van Landbouw heeft alleen toegezegd om borden te financieren waarmee het bedrijf geïdentificeerd wordt als FARRE-bedrijf. FARRE is de Franse non-gouvernementele organisatie voor een duurzame landbouw. De doelstelling van de overheid is om in 2008 een score van 30% gekwalificeerde bedrijven te behalen en benadrukt dat een AR-bedrijfskwalificatie voor de agrarische ondernemer
7
gunstig zal zijn: minder overheidscontroles op de naleving van de cross-compliance. Of de overheid echter bereid is om de boeren verder te stimuleren door een korting op de heffing in het kader van de toekomstige Waterwet of via subsidie in het kader van de CAD (de beheersovereenkomst duurzame landbouw) is vooralsnog de vraag.
Frankrijk: concurrentiepositie wetenschap Parlementariër Le Déaut heeft onderzoeksresultaten gepubliceerd over de concurrentiepositie van Frankrijk op het gebied van nieuwe technologieën. Het rapport geeft aan dat Frankrijk, maar ook Europa in het algemeen, een gevaarlijke achterstand begint op te lopen in vergelijking met landen als de Verenigde Staten en landen in Azië. Volgens Le Déaut blijkt uit het onderzoek dat deze achterstand op het gebied van farmacie en voedingsmiddelen groter wordt; hij roept op tot 'actieve bezinning' hierover bij overheid en industrie.
Frankrijk: strategisch plan 2005 - 2007 voor biobrandstoffen Minister-president Raffarin heeft bekendgemaakt extra vergunningen toe te willen kennen teneinde zijn plannen te verwezenlijken om vóór 2007 de productie van biobrandstoffen te verdrievoudigen. Dit zal onder meer moeten gebeuren door middel van de verlaging van de TIPP (de accijns op olieproducten), het toekennen van extra vergunningen voor de productie van bio-ethanol en biodiesel (koolzaadesters) en de verplichte bijmenging hiervan in benzine en diesel met minimaal 1,2% in 2005, 1,5% in 2006, 3% in 2007 en 5,75% in 2010. De extra vergunningen hebben betrekking op 480.000 ton biodiesel en 320.000 ton bio-ethanol. In 2010 zal de productie van biotransportbrandstoffen 1 miljoen ton moeten bedragen met het oog op de bijmenging van 5,75%. De vergunningen zullen worden toegekend op basis van openbare aanbestedingen binnen de Europese Unie. Frankrijk wil zich als Europees marktleider voor biobrandstoffen gaan profileren. Een nieuw aspect van de wetgeving met betrekking tot biotransportbrandstoffen is dat de 'Loi de Finances' sancties heeft ingesteld voor de distributeurs van benzine en diesel die zich niet (willen) houden aan het voorgeschreven minimumpercentage aan bijmenging. De akkerbouwsector beoordeelt het plan als zeer positief, maar zal erop toezien dat de overheid en industriëlen zich aan hun woord houden. De tarwe-, maïs- en suikerbietensector hebben binnenkort overleg met minister van Landbouw Bussereau over de nadere uitwerking van het plan. Om in 2005 te kunnen voldoen aan de gewenste (gecontingenteerde) productie van biobrandstoffen, zullen de arealen moeten toenemen, met naar schatting voor koolzaad met 470.000 ha., voor tarwe met 92.000 ha. en voor suikerbieten met 31.000 ha.. Voor 2005 is de accijnsverlaging voor bio-ethanol op ¤ 37 per hl en voor biodiesel op ¤ 33 per hl vastgesteld. De regering presenteert het biobrandstoffenplan onder meer als een nationale bijdrage aan de verplichte reductie van de CO2-uitstoot in het kader van de klimaatafspraken van Kyoto en de uitvoering hiervan op EU-niveau. Frankrijk zou zijn CO2uitstoot met 3 miljoen ton kunnen terugdringen. Bovendien is het plan gunstig voor de werkgelegenheid (circa 6.000 arbeidsplaatsen). Frankrijk produceert nu op jaarbasis 387.500 ton biodiesel; deze productie zal dus van 2005-2007 kunnen toenemen tot zo'n 950.000 ton. De bio-ethanolproductie, die nu 100.000 ton bedraagt, kan in dezelfde periode toenemen tot 420.000 ton. Voor 2005 zullen vergunningen vrijkomen voor een verdubbeling van de huidige bio-ethanolproductie en 30.000 ton extra voor de productie van biodiesel. De grote Franse spelers op deze markt zijn Tereos (ex-Union SDA-Béghin Say; eigenaar van alcoholproducenten BENP en Sodès) en Christal Union, die extra vergunningen willen bemachtigen voor de bouw van vier nieuwe productie-units van elk 200.000 ton bio-ethanol uit tarwe, suikerbieten en maïs.
8
De industrie hoopt dat de Franse regering zo spoedig mogelijk de lancering van de tweede etappe, voor 2007-2010, zal aankondigen. Het gaat om langetermijninvesteringen en er kan niet gebouwd worden als de overheid niet garant staat voor de afzet van een groter volume aan biobrandstoffen. Een nieuwe productie-unit kan pas na zes jaar optimaal draaien. De landbouwsector heeft nog eens benadrukt dat de ontwikkeling van biobrandstoffen een politieke beslissing blijft. De sector wil graag bijmenging van zuivere bio-ethanol, in plaats van bio-ethanol dat eerst verwerkt wordt tot EBTE in benzine. In tegenstelling tot oliemaatschappij Total - de enige Franse producent van EBTE -, zouden de pompstations van de supermarktketens hierin sterk geïnteresseerd zijn. Momenteel omvat hun aandeel in de distributie van transportbrandstoffen al zo'n 60%.
Griekenland: bezemwet voor herstructurering en modernisering bestaande organisaties Voor de derde achtereenvolgende maal sinds het najaar van 2004 heeft de minister van Agrarische Ontwikkeling en Voedsel de publicatie aangekondigd van een ontwerp-bezemwet, die de basis moet vormen voor de herstructurering van de agrarische sector. Het ministerie legt daarbij de rol van toezichthouder in handen van regionale instanties. De nu onder de provinciale zelfbesturen ressorterende landbouwdirecties zullen naar verluidt worden vervangen door Centra voor Agrarische Ontwikkeling, rechtstreeks vallend onder de centrale diensten van het ministerie. Een nieuwe schakel in de keten zal de ‘geaccrediteerde adviseur voor de boer’ zijn, terwijl de privaatrechtelijke rechtspersoon Certificeringsorganisatie van Landbouwadviseurs het ministerie van Agrarische Ontwikkeling en Voedsel zal ondersteunen bij de implementatie van herstructureringsprogramma’s, het verstrekken van informatie aan de boer en het verzorgen van vakopleidingen en technische ondersteuning. Daarnaast zou het wetsontwerp voorzien in maatregelen voor herstructurering en modernisering van bestaande organisaties onder toezicht van het ministerie. Over hun functioneren heeft minister Basiakos bij herhaling zijn ongenoegen doen blijken. Het gaat met name om de Griekse Landbouwverzekeringen (ELGA), die structureel achterloopt met de uitkering van schadevergoedingen aan de boeren (overigens door gebrek aan premie-inkomsten) en om Dimitra, verantwoordelijk voor agrarische vakopleidingen die tot nu toe weinig effectief lijken te zijn. Voorts zou het wetsontwerp voorzien in de oprichting van een naamloze vennootschap ‘Organisatie voor de Promotie en Projectie van Agrarische Producten’ en een speciale dienst voor openbare werken om technische studies uit te brengen voor werken onder het Derde en Vierde Pakket, de uitvoering daarvan en het toezicht daarop. Naar dit wetsontwerp is lang uitgezien en de regering verwacht er veel van. In het verleden zijn echter al talloze organisaties opgeheven en nieuwe in het leven geroepen, terwijl resultaat tot nu toe uitbleef. Het is nog maar de vraag of deze nieuwe bezem(wet) wel schoon veegt. De tekst ervan en de tijd zullen dat uitwijzen.
Griekenland: plafond voor rijstteelt Op grond van een recent ministerieel besluit zal het nationale rijstquotum voor 2005 per provincie worden verdeeld. Het Griekse quotum (areaal 20.333 ha.) is als gevolg van de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in 2003 verminderd met 18%. Een areaal in 2004 van 25.880 ha. leidde tot een overschrijding van het nationaal plafond en een superheffing die de oppervlaktesteun voor alle rijsttelers 27% lager deed uitvallen. Om herhaling daarvan te voorkomen heeft onderminister Kontos nu besloten tot een verdeling op basis van producerende provincies (zestien in totaal). Aldus zullen ingeval van overschrijding van het provinciale quotum uitsluitend de veroorzakers door de superheffing worden getroffen.
9
Verenigd Koninkrijk: verzoek om eerdere uitbetaling bedrijfstoeslagen De voorzitter van de National Farmers' Union (NFU), Tim Bennett, heeft een beroep op de staatssecretaris van Landbouw, Lord Whitty, gedaan om te bewerkstelligen dat het historische deel van de nieuwe single farm payment in december 2005 wordt uitbetaald. Het single farm payment in Engeland bestaat in 2005 nog voor 90% uit historische rechten; die component wordt geleidelijk verminderd ten bate van een flat rate-betaling voor alle daarvoor in aanmerking komende landbouwgronden eind 2012. De eerste bedrijfstoeslag moet betaald worden tussen december 2005 en juni 2006. De Britse Rural Payments Agency heeft laten weten niet eerder dan februari 2006 te kunnen gaan betalen. De vrees bestaat dat dit nog wel eens later zou kunnen worden. Volgens de NFU raken daardoor veel boeren in financiële problemen. Om dat deels te voorkomen stelt de NFU-voorzitter voor in december 2005 al het historische deel van de bedrijfstoeslag uit te betalen. Bennett heeft deze problemen ook aan de orde gesteld tijdens een ontmoeting met de nieuwe EU-Landbouwcommissaris Fischer Boel, omdat volgens het ministerie de door de NFU gewenste handelwijze de zegen van Brussel moet hebben.
Roemenië: verhoging bijdrage SAPARD-programma De Europese Commissie heeft de fondsen voor het SAPARD-programma Roemenië, voor 2005-2006, met ¤ 33 mln. verhoogd naar ¤ 175,2 mln. per jaar. De fondsen zijn opnieuw verdeeld op basis van de prioriteiten van het Roemeense ministerie van Landbouw, Bosbouw en Plattelandsontwikkeling (MAFRD). Dit betekent dat SAPARD nu ¤ 22 mln. extra beschikbaar stelt ter ondersteuning van de voedingsmiddelenindustrie voor de verwerking en verkoop van landbouw- en visproducten. Daarnaast wordt nog eens ¤ 11 mln. extra beschikbaar gesteld voor financiële ondersteuning van agrarische bedrijven in de primaire sector.
Zuid-Korea: donkere wolken boven rijstcultuur? De laatste maand verschijnen regelmatig berichten in de media die erop wijzen dat de bereidheid van de Koreaanse regering om de rijstcultuur boven water te houden, vermindert. Zuid-Korea moet geleidelijk overstag wat de bescherming van de rijstimport betreft. De komende tien jaar moet het importquotum geleidelijk worden verhoogd tot uiteindelijk 8% van de nationale productie. Een steeds groter deel van de geïmporteerde rijst moet direct op de lokale markt worden verkocht, terwijl de prijs ervan lager is dan de lokaal geproduceerde rijst. Het parlement heeft een voorstel in stemming gebracht om met ingang van 2005 de opkoop van rijst door de Staat af te schaffen. Een en ander gevoegd bij de afnemende rijstconsumptie van de doorsnee Koreaan (vanaf 1990 een afname met 25%) draagt eraan bij dat het areaal rijst dit jaar beneden de 1 miljoen ha. zakt, nog altijd bijna de helft van het landbouwareaal. Op een onlangs gehouden seminar in Seoul hield de voorzitter van de WTO-commissie voor landbouw de Koreaanse rijstboeren voor dat hun steeds zwakker wordende positie niet alleen is te wijten aan de handelsliberalisering van de Dohaconferentie, maar ook aan het industriële succes van Korea zelf. Het ministerie van Landbouw en Bosbouw heeft onlangs een zeer ambitieus en duur plattelandsontwikkelingsplan gelanceerd dat beoogt de herstructurering van het platteland tot 2009 met ¤ 15 mld. te ondersteunen. Veelbetekenend is dat het ministerie van Gezondheid en Welzijn een sterk protest heeft laten horen met betrekking tot het feit dat deze financiële injectie vooral wordt gericht op ondersteuning van de armere (rijst)boeren; volgens dit ministerie is de herstructurering geen typische landbouwzaak. Dit protest heeft er voorlopig toe geleid dat het ministerie van Landbouw het plan heeft ingetrokken en weigert de details bekend te maken. Hoe dan ook, het platteland is in beweging en dat is geen voorbarige ontwikkeling.
10
Verenigde Staten: gedeeltelijk uitstel invoer Canadees rundvlees Op 9 februari heeft minister van Landbouw Johanns bekendgemaakt dat de datum voor de invoer van Canadees rundvlees van dieren ouder dan 30 maanden zal worden uitgesteld. De reden hiervoor is dat het onderzoek naar het laatste BSE-geval in Canada nog niet is afgerond. Daarnaast speelt de discussie over de discrepantie tussen het wel toestaan van de invoer van vlees van Canadese dieren ouder dan 30 maanden en het niet toestaan van de invoer van levende runderen ouder dan 30 maanden een rol. Tijdens een hoorzitting in de landbouwcommissie van de Senaat, 3 februari, had Johanns al aangegeven dat noch hij, noch zijn staf hiervoor een goede verklaring kon geven. Het uitstel zal dan ook worden gebruikt om na te gaan of de definitieve maatregel (Final Rule) zodanig moet worden aangepast dat ook de invoer van levende runderen ouder dan 30 maanden wordt toegestaan. Johanns verwacht dat de analyse een jaar in beslag zal nemen. Tot die tijd zal rundvlees van dieren ouder dan 30 maanden niet mogen worden geïmporteerd. Overigens zal het resterende deel van de Final Rule wél met ingang van 7 maart van kracht worden. Dit houdt in dat met ingang van die datum levend vee uit Canada jonger dat 30 maanden weer mag worden geïmporteerd. Na de bekendmaking van minister Johanns heeft een groep van negen senatoren, uit staten uit het westen van de Verenigde Staten, in een resolutie de Final Rule van het ministerie van Landbouw (USDA) scherp bekritiseerd. De resolutie zegt dat het Congres zijn afkeuring uitspreekt over de door het USDA ingediende BSE minimum risk regions-Final Rule en dat de maatregel ongeldig wordt verklaard. De resolutie zal worden verwezen naar de landbouwcommissie van de Senaat en zal vervolgens door zowel de Senaat als het Huis van Afgevaardigden moeten worden aangenomen en door president Bush moeten worden ondertekend om van kracht te worden. De actie, waarvan voorstanders toegeven dat deze grotendeels symbolisch is, heeft vrijwel geen kans om door zowel de Senaat als het Huis te worden aangenomen. Onder de huidige omstandigheden bestaat de kans absoluut niet dat president Bush ondertekent. In een rapport dat 11 februari werd gepubliceerd, heeft de Canadese voedselinspectie (CFIA) bekendgemaakt dat uit onderzoek naar voren is gekomen dat het meest recente geval van BSE waarschijnlijk is veroorzaakt door besmet veevoer, geproduceerd nadat het nationale veevoerverbod in 1997 van kracht werd. De koe werd zeven maanden nadat het veevoerverbod in augustus 1997 van kracht werd geboren. Een samenvatting van dit rapport is beschikbaar op de website van de CFIA: http://www.inspection.gc.ca/
11
Economische en handelsaangelegenheden
België: markt voor bioproducten Er bestaat volgens de Belgische federatie van distributiebedrijven (FEDIS) nog altijd een markt voor biologische producten in België, ook al neemt het aantal biologische landbouwbedrijven in Vlaanderen af en loopt de vraag naar producten met een biolabel niet echt goed. Belbior, de Vlaamse beroepsvereniging van bioboeren beweert dat de vraag nog wel toeneemt, al is het erg traag. De voorzitter van Belbior wijst evenwel op de grote concurrentie met buitenlandse biologische producten. Ook Bioplanet, de biologische winkels van Colruyt, merkt niets van een tanende interesse voor bio en spreekt zelfs van een constante groei van 25%. De supermarktketen Delhaize spreekt van een globale stagnatie in de verkoop van bioproducten. Groenten en fruit zouden een stijgende lijn vertonen.
Denemarken: fusie Arla en Campina De voorgenomen fusie tussen de twee zuivelconcerns Arla en Campina staat onder druk. Het eigen kapitaal van Campina per liter melk is 39% lager dan dat van Arla. Daarmee is het onverdeelde eigen kapitaal van Campina DKK 250 mln. minder dan aangegeven in de informatie die in verband met de fusieplannen is gepubliceerd. Voorzitter van het bestuur Knud Erik Jensen heeft de leden beloofd dat de waarheid op tafel zal komen vóór over een fusie gestemd wordt. Volgens Jensen is voor het welslagen van de fusie eveneens een voorwaarde dat er een zo groot mogelijke gelijkwaardigheid komt tussen de Nederlandse, Deense en Zweedse melkveehouders. Daarom wordt nu bij Arla overwogen om het Campina-systeem van kapitaalopbouw en de daarmee verbonden lidmaatschapsbewijzen in te voeren. Met het oog op toekomstige generaties zijn niet alle bestuursleden van Arla ervan overtuigd dat het systeem van Campina een verbetering is. Uit een opiniepeiling onder de vertegenwoordigers van Arla blijkt dat 67 vóór de fusie zijn, 2 tegen en dat 64 mensen nog sterk twijfelen over hun keuze.
Ierland: snelste groeier in EU De gerenommeerde Deutsche Bank heeft in een rapport laten weten dat Ierland ook in de komende 15 jaar de hoogste percentages voor economische groei binnen de EU zal vertonen. In een rapport over de economische vooruitzichten voor 20062020 voorspelt de Deutsche Bank een gemiddelde jaarlijkse economische groei voor Ierland van 3,8%, waarmee dit land met kop en schouders uittorent boven de andere EU-lidstaten. Voor de eurozone wordt een gemiddelde economische groei in die periode van iets minder dan 2% voorspeld. Spanje is ook een topper met een voorspelde gemiddelde economische groei van 2,8%. Voor landen als India en Maleisië wordt in die periode een economische groei van 5% berekend.
Spanje: vorstschade Na de enorme schade die sneeuw, vorst en nadien ook hagel hebben veroorzaakt heeft de regering besloten noodmaatregelen te nemen. Deze komen ten goede aan bedrijven die meer dan 30% van de omzet hebben verloren. Voor bedrijven in minder begunstigde gebieden geldt een percentage van 20%. De hulp zal op verschillende manieren worden gegeven, waaronder contante steun, belastingkorting, BTW-
12
verlaging en speciale kredietlijnen met lage rente. Voor de verzekeringskantoren in het gewest Valencia staan duizenden tuinders die de papieren willen invullen om de schade vergoed te krijgen. Doordat het aanbod van veel tuinbouwproducten sterk zal dalen, zijn de winkelprijzen van groenten en fruit alvast gaan stijgen. Sla is al 90% en paprika 66% duurder dan een maand geleden. Het ministerie van Landbouw heeft de grote winkelketens gevraagd om de prijsverhoging in lijn te houden met de gestegen marktprijzen en niet van de situatie te profiteren om nóg meer winst te maken. Ook heeft het ministerie met het gewest Andalucía afgesproken dat financiële steun zal worden gegeven voor vernieuwing van kassen. Hier (in Almería en Granada) gaat het om een totale steun van ¤ 40 mln. De steun valt uiteen in 20% contante betaling en 30% in de vorm van rentebonificaties en aflossingen. Niet iedereen vindt dit genoeg. Zo is de Federatie van Verenigingen van Akkerbouwers en Veehouders (COAG) van plan een demonstratie te organiseren om méér overheidssteun te krijgen.
Spanje: landbouwbeurs in Galicië Van 15 tot 19 juni zal in het gewest Galicië de landbouwbeurs ‘Semana Verder de Gallicia’ worden gehouden. De met name voor noord-Spanje en noord-Portugal belangrijke beurs richt zich op bedrijven en belangstellenden uit de sectoren akkerbouw, tuinbouw, veehouderij, bosbouw, landbouwmachines en levensmiddelen. De beurs ligt vlak bij de stad Santiago de Compostela. Nadere informatie en inschrijvingsformulieren zijn te krijgen op www.feiragalicia.com.
Verenigd Koninkrijk: loonstijgingen door nieuw immigratiebeleid Het nieuwe immigratiebeleid, waarin beperkingen zijn opgenomen voor de toegang tot het VK van laaggeschoolde werknemers, zou wel eens tot loonstijgingen kunnen leiden, in het bijzonder in de sectoren landbouw en agrarische verwerkende industrie waar relatief veel van dergelijke werknemers (nu uit Centraal- en Oost-Europa) te werk worden gesteld. Dat heeft het Chartered Institute of Personnel and Development laten weten. De mogelijkheid van het aantrekken van relatief goedkope arbeidskrachten heeft, aldus het instituut, gewerkt als een veiligheidsventiel op opwaartse loondruk in een relatief krappe arbeidsmarkt. Mervyn King, de gouverneur van de Bank of England (de centrale bank), heeft gezegd dat de arbeidskracht van laaggeschoolde werknemers uit andere landen voor een deel de verklaring vormen voor de relatief lage inflatie in het Verenigd Koninkrijk.
Verenigd Koninkrijk: achteruitgang zelfvoorzieningsgraad landbouw In de periode 1994-2004 is de zelfvoorzieningsgraad van het Verenigd Koninkrijk op het gebied van inheemse voedingsmiddelen gedaald van 86 naar 74%. De import van voedingsmiddelen in het VK omvatte in 2003 bijna £ 21 mld. (ongeveer ¤ 30 mld.) en de agrarische export van het VK bereikte net niet de £ 10 mld. (¤ 14,5 mld.). De grootste exporteurs naar het VK zijn volgens cijfers van het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken Frankrijk, met een waarde van £ 3,8 mld. (ruim ¤ 5,5 mld.), Nederland, met een waarde van £ 3,2 mld. (ruim ¤ 4,7 mld., (ongeveer ¤ 5,5 mld.), Ierland, met een waarde van £ 2,5 mld. (ruim ¤ 3,6 mld.) en Duitsland, met een waarde van £ 2,2 mld. (ruim ¤ 3,2 mld.). De voornaamste bestemmingslanden voor agrarische exportproducten van het VK waren in 2003 Ierland (£ 2 mld., een kleine ¤ 3 mld.); Frankrijk (£ 1,6 mld., ruim ¤ 2,3 mld.) en de Verenigde Staten (£ 1,5 mld., ruim ¤ 2,2 mld.). De voornaamste uitvoerproducten zijn granen, zoals tarwe en gerst.
13
Roemenië: bijna 100.000 ha. biologische landbouw Volgens ramingen van het ministerie van Landbouw, Bosbouw en Plattelandsontwikkeling (MAFRD) zal het land in 2005 over circa 100.000 ha. biologische landbouw beschikken. De afgelopen vier jaar is het areaal biologische landbouw ruim vier keer verhoogd naar 75.500 ha. in 2004. De totale biologische productie bedroeg vorig jaar 55.590 ton, vergeleken met 13.502 ton in 2000. De biologische melkproductie gaf in dezelfde periode een verhoging van bijna 63% te zien, terwijl het binnenlandse aanbod van zuivelproducten met 79% toenam. Op biologische wijze geproduceerde honing gaf met een groei-index van 20 vanaf het jaar 2000 een nog indrukwekkender groei te zien. De afzetmarkt voor biologische producten in Roemenië staat nog in de kinderschoenen: maar liefst 95% van de totale binnenlandse biologische productie in 2004 werd geëxporteerd. Zo werd bijna 20% van de biologische zuivelproducten en de gehele biologische honingproductie geëxporteerd naar landen als Duitsland, Zwitserland, Nederland en Italië.
Verenigde Staten: smaak staat voorop bij aankoop verse producten Nieuw onderzoek door de Produce Marketing Association (PMA) heeft uitgewezen dat smaak nog steeds verreweg het belangrijkste is voor de consument bij het aankopen van verse producten. Dit blijkt uit een nationale telefonische enquête, gehouden door Opinion Dynamics Corporation onder 1.000 klanten en gesponsord door de PMA. De PMA is een overkoepelende belangenorganisatie met ca. 2.000 leden voor de groente-, fruit- en bloemensector. Naast smaak (23%) waren tevens heel belangrijk: gezondheid (18%), hoe ziet het product eruit (16%), de prijs (15%) en gewoonte/de wekelijkse boodschappen (6%). Een zelfde onderzoek is gehouden in 2003 en toen kwam smaak er ook als belangrijkste factor uit. Ten opzichte van 2003 is dit aspect zelfs met 1% gestegen. Hoe gezond het is en hoe het product eruit ziet is minder belangrijk geworden voor de consument. Het belang van de prijs daarentegen steeg met 3%. In de enquête is tevens gevraagd of men het voornemen heeft in 2005 meer verse groenten en fruit te eten en zo ja, waarom. Iets meer dan de helft (52%) gaf aan dit voornemen te hebben. Deze 52% bestaat voor het merendeel uit vrouwen en op het ‘waarom’ gaf 76% aan ‘uit gezondheidsoverwegingen’. Voor een dieet en/of gewichtsverlies was voor 13% belangrijk en 8% uit gewoonte of omdat ze het lekker vinden. Op de vraag wat voor groente/fruit de geënquêteerden dan meer zouden eten werd gezegd: appels (39%), sinaasappels (24%), bananen (19%), broccoli (16%), een variëteit aan producten (11%), groene groenten als kool, spinazie, boerenkool (11%), tomaten (10%), wortelen (9%), bonen (9%), salade - sla (7%), maïs (6%) en grapefruit (6%). Als je kijkt naar de producten die de consument zegt meer te gaan eten, zie je een grote diversiteit in kleur, waaruit je zou kunnen opmaken dat de Amerikaanse consument de kleur van een product heel belangrijk vindt. De president van de PMA, Bryan Silvermann, zegt blij te zijn dat de zojuist uitgekomen dieetrichtlijnen voor Amerikanen deze boodschap bekrachtigen. Meer informatie is te verkrijgen via: www.pma.com
Verenigde Staten: dumpen landbouwgewassen duurt voort Het Instituut voor Landbouw- en Handelsbeleid (IATP), gevestigd in Minneapolis, heeft half februari een studie gepubliceerd waarin uiteen wordt gezet dat tien jaar na de vaststelling van de WTO-overeenkomst, voedingsmiddelenbedrijven, gevestigd in de VS, nog steeds landbouwgewassen onder de kostprijs op de wereldmarkt dumpen. Het rapport, genaamd ‘WTO Agreement on Agriculture: A Decade of Dumping on Agricultural Markets’ geeft een analyse van de (dump)prijzen in 2003 van vijf in de VS geproduceerde en op de wereldmarkt afgezette landbouwgewassen:
14
tarwe, maïs, sojabonen, rijst en katoen. Volgens IATP-president Mark Ritchie is duidelijk dat er binnen de WTO onvoldoende aandacht is voor het dumpen van landbouwgewassen en de negatieve gevolgen daarvan op de internationale agrarische sector. Het beeld is als volgt: – tarwe werd voor 28% onder de gemiddelde kostprijs op de wereldmarkt afgezet; – sojabonen voor 10%; – maïs voor 10%; – katoen voor 47% en – rijst voor 26%. In het rapport staat tevens dat na de implementatie van de Freedom to Farm Bill uit 1996, de dumpingniveaus voor alle gewassen aanmerkelijk zijn toegenomen. Volgens het IATP heeft deze wet, gevolgd door de Farm Bill uit 2002, geleid tot een structureel overschot van (te) laag geprijsde landbouwgewassen. Dit overschot heeft een neerwaartse uitwerking gehad op de internationale prijzen voor landbouwgewassen. Wanneer de prijzen van de vijf belangrijkste exportgewassen worden vergeleken met de zeven jaar (1990-1996) vóór de implementatie van de Farm Bill uit 1996 en de zeven jaar daarna (1997-2003), kan worden aangetoond dat er een significante toename in het dumpen van landbouwgewassen op de wereldmarkt heeft plaatsgevonden: – de dumpingniveaus voor tarwe stegen van een gemiddelde van 27% per jaar vóór 1996 tot 37% per jaar na 1996; – die voor rijst stegen van een gemiddelde van 2% per jaar vóór 1996 tot 11,8% per jaar na 1996; – die voor maïs stegen van een gemiddelde van 6,8% per jaar vóór 1996 tot 19,2% per jaar na 1996; – die voor katoen stegen van een gemiddelde van 29,4% per jaar vóór 1996 tot 48,4% per jaar na 1996; – die voor rijst van een gemiddelde van 13,5% per jaar vóór 1996 tot 19,2% per jaar na 1996. Volgens Ritchie zijn het niet de landbouwsubsidies die het dumpen veroorzaken, maar het ontbreken van landbouwprogramma's, die productie en aanbod op elkaar afstemmen. Zonder deze programma's zullen boeren te veel produceren, met of zonder subsidies en zullen gewassen onder de kostprijs op de wereldmarkt worden verkocht. Het gehele rapport is beschikbaar via de website van IATP: http://www.aitp.org
Verenigde Staten: verwachtingen agrarische handel tot 2014 Het ministerie van Landbouw (USDA) voorspelt dat de gestage Amerikaanse en internationale economische groei gunstig is voor de vraag naar Amerikaanse landbouwproducten tot 2014. In het bijzonder voor veldgewassen en vee zijn de verwachtingen goed. De waarde van de totale agrarische export zal kunnen stijgen van US $ 56 mld. in 2005 tot US $ 78,6 mld. in 2014. Deze en andere voorspellingen voor de Amerikaanse landbouwsector zijn half februari gepubliceerd in het rapport USDA Agricultural Baseline Projections to 2014. Een dergelijke studie, die de economische verwachtingen voorspelt voor de Amerikaanse landbouwsector voor de komende tien jaar, wordt jaarlijks opgesteld door de economische voorlichtingsdienst (ERS) van het USDA. In het rapport wordt verder aangegeven dat de toenemende agrarische productie in een aantal landen zoals Brazilië, Argentinië, Canada, Oekraïne en Kazakstan, zal
15
leiden tot meer concurrentie voor Amerikaanse landbouwgewassen. Naar verwachting zal de waarde van de dollar in 2007 stijgen, wat nadelige gevolgen zal hebben voor de concurrentiepositie van de Verenigde Staten en voor de groei van de export. Vanaf 2007/2008 zal China netto importeur zijn van maïs, als gevolg van de afnemende voorraad graan. Omdat tegelijkertijd de inkomens in China zullen stijgen, zal de vraag naar vlees toenemen en daarmee de vraag naar veevoeder voor de groeiende dierlijke sector. Kazakstan en Oekraïne gaan volgens het rapport een grotere rol spelen in de internationale graanhandel, een gevolg van de lage productiekosten en de voortdurende investeringen in de landbouwsectoren van deze landen. Het aandeel in de internationale graanhandel van deze landen zal stijgen van 4 tot 6% in de afgelopen jaren tot ongeveer 11% in 2014. Naar verwachting zal het opheffen van de invoerquota van textiel- en kleding als gevolg van de voltooiing van de afspraken in het Multi-Fiber Arrangement, 31 december 2004, een belangrijke invloed zal hebben op de wereldproductie van katoen en de internationale katoenhandel. De productie van textiel en de afname van katoen zal toenemen in ontwikkelingslanden als China, India en Pakistan, waar de arbeidskosten het laagst zijn. Landen in Europa en Oost-Azië met hogere arbeidskosten zullen ook de komende tien jaar steeds minder katoen importeren. De toenemende productie van varkensvlees en pluimveeproducten zal Brazilië de gelegenheid geven om zeer concurrerend op te treden in de internationale vleeshandel. Canada zal ook een belangrijke concurrent blijven voor de Amerikaanse export van varkensvlees naar de landen rond de Grote Oceaan en Mexico. Het rapport gaat ervan uit dat de export van Amerikaans rundvlees naar Japan en ZuidKorea geleidelijk zal toenemen. Maar de verwachting is dat de rundvleesexport niet het niveau zal behalen van vóór de vaststelling van BSE in de Verenigde Staten in 2003. Tot slot zal op de binnenlandse markt de vraag naar vlees, veevoer, tuinbouwproducten, maïs voor de productie van ethanol en het gebruik van rijst in voedingsmiddelen toenemen. Het gehele rapport dat uit 114 pagina's bestaat is beschikbaar via de website van de ERS: http://www.ers.usda.gov/publications/oce051/
16
Agro-industrie
België: InBev geeft Sloveense strijd op Bierbrouwer InBev heeft onlangs de verkoop aangekondigd van zijn belang (41,32%) in de Sloveense brouwer Pivovarna Union aan Pivovarna Lasko voor een contant bedrag van ¤ 70,7 mln. De verkoop komt er na jarenlange ruzie met Lasko. InBev begaf zich voor het eerst op de Sloveense markt in oktober 2001, toen de onderneming een participatie van 20% verwierf in Pivovarna Union en met Union een strategisch partnership aanging. Beetje bij beetje breidde InBev zijn deelname in Union uit tot 41,32%, maar het was niet in staat een meerderheidsbelang te nemen, omdat Pivovarna Lasko daar een stokje voor stak. Pivovarna Lasko slaat nu zijn finale slag en koopt het belang van InBev in Pivovarna Union over voor ¤ 70,7 mln. In het kader van deze transactie stemde InBev er ook mee in een einde te maken aan alle hangende lokale en internationale rechtszaken met betrekking tot de brouwerij Union. In ruil ontving InBev ¤ 3,5 mln. boven op de aandelentransactie. InBev stelt dat het voor de periode vanaf 2001 tot vandaag zijn initiële investering terugkrijgt, maar in de boeken van 2005 een “beperkt kapitaalverlies” zal boeken op de transactie. Lasko, de grootste brouwer van Slovenië, had tussen 2001 en 2003 een belang van 48% opgebouwd in concurrent Union. Interbrew zag dat als een monopoliepositie, maar kreeg van de Sloveense mededingingsautoriteiten ongelijk. Tussen Inbev en Lasko regende het vervolgens juridische procedures. Met de aftocht van InBev komt daar nu een einde aan.
Verenigd Koninkrijk: Vikingen zetten opmars voort Hoewel van de Noormannen in de Britse geschiedenis na 1050 niet veel meer is vernomen, maken Vikingen uit IJsland nu een flinke opmars in de Britse economie, in het bijzonder in de voedingsmiddelenindustrie. Een aantal jonge kapitaalkrachtige tycoons uit IJsland heeft een duidelijke voet tussen de deur verworven. Baugur – onlangs voor £ 326 mln. (ruim ¤ 470 mln.) de kersverse eigenaar geworden van de Big Food Group, met supermarktketen Iceland – heeft een bod gedaan van ruim £ 1 mld. (¤ 1,5 mld.) op Somerfield, de qua marktaandeel vijfde supermarktketen in het Verenigd Koninkrijk. Dit betekent dat voor de aandelen Somerfield een bedrag van rond de 190 pennies wordt geboden, 17% meer dan de aandelen op dit moment waard zijn. Er worden niet onmiddellijk rivaliserende (en prijsopdrijvende) andere biedingen verwacht, daar potentiële Britse belangstellende supermarktketens onmiddellijk geconfronteerd zullen worden met mededingingsproblemen. Somerfield heeft een jaarlijkse omzet van ongeveer £ 11 mld. (ruim ¤ 16 mld.), waarmee het bedrijf het totale jaarlijkse Bruto Nationale Product van IJsland met ongeveer 33% overtreft. Het heeft een aandeel van 5,4% op de Britse levensmiddelendetailhandelsmarkt. De Iceland-supermarkten hebben een aandeel van 2,1%. De gedachte is dan ook onmiddellijk gerezen dat Baugur overweegt beide ketens te integreren. Baugur, dat inmiddels in Britse zakenkringen de bijnaam “het snel toeslaande roofdier” (“fast-moving predator”) heeft verworven, bezit op dit moment 5,5% van de aandelen Somerfield. Baugur is een IJslandse investeringsbank, die onder leiding staat van de 37-jarige Jon Asgeir Johannesson, heeft los van de bovengenoemde aankoop van de Big Food Group al £ 450 mln. (ruim ¤ 670 mln.) geïnvesteerd in de
17
aankoop van kleinere winkelketens in het VK, onder meer op het gebied van gezondheidsvoeding, maar ook in een bekende keten van juweliers. In IJsland controleert Baugur 45% van de voedingsmiddelenmarkt (een groot deel in de discountsfeer), 30% van de kledingmarkt en heeft het bedrijf belangen in onroerend goed, verzekeringen en media. Somerfield is het resultaat van een fusie in 1998 en is bijna klaar met een omschakeling, waarvoor een periode van zeven jaar was uitgetrokken. Het antwoord op de vraag of en zo ja in hoeverre de veranderingsstrategie goed heeft uitgepakt, wordt nog niet ondubbelzinnig beantwoord door de City-analisten. Er valt in de eerste helft van het lopende boekjaar een (niet erg spectaculaire) omzetstijging van 0,6% te noteren. Somerfield is ook bezig met het integreren van 114 kleinere Safeway-winkels, die uit de overnameboedel van Safeway door Morrison’s zijn verkregen. Baugur heeft enige heldere voorwaarden verbonden aan het overnamebod: het huidige management moet blijven zitten en er moet een oplossing komen voor het tekort op het Somerfield-pensioenfonds van bijna £ 80 mln. (ruim ¤ 115 mln.).
Verenigd Koninkrijk: bekend whiskymerk in kleding Diageo, het mega drankenconcern dat de helft van zijn omzet van £ 9 mld. (een kleine ¤ 14,5 mld.) haalt uit de verkoop van de merken Johnny Walker, Smirnoff en Guinness, heeft ten behoeve van Johnny Walker een bondgenootschap gesloten met de Italiaanse firma Gruppo Franco Ziche, een bedrijf gespecialiseerd in gebreide kleding en mannenkleding. Met dit bondgenootschap wil het drankenconcern zich richten op de “internationaal georiënteerde, mondaine, kosmopolitische man in de leeftijdscategorie 28 tot 42 jaar” door hem een aantrekkelijke lijn vrijetijds- en golfkleding met bijbehorende accessoires aan te bieden in een prijsklasse die loopt van £ 42 (¤ 60) tot ruim £ 500 (een kleine ¤ 750).
Verenigd Koninkrijk: Brits voedsel beter vermarkten De National Beef Association en de Tenant Farmers Association hebben een gezamenlijke oproep gedaan voor het vrijmaken van £ 30 mln. (een kleine ¤ 45 mln.) per jaar gedurende drie jaar om Brits voedsel beter in de markt te zetten, in het bijzonder in de grote steden. Onderdeel van de aanbevelingen van het door beide organisaties betaalde rapport Farm industry marketing strategy, opgesteld door British Agriculture Marketing, is beter aan de behoeften van de boer ten aanzien van onder meer het lokaal en regionaal vermarkten van hun producten te gaan voldoen. Bovendien zou het betalen van heffingen niet langer verplicht, maar vrijwillig moeten zijn. Momenteel vindt een onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid van de organisaties waaraan boeren heffingen betalen, plaats. Andere aanbevelingen betreffen de invoering van een zeer duidelijke land-van-oorsprong-etikettering voor verse voedingsmiddelen, het uitvoeren van controle daarop en het uitdelen van afschrikwekkend hoge boetes aan diegenen die de regels overtreden. De strategie moet een rol gaan spelen in het herstellen van de band tussen primaire producent en consument, waardoor de consument aangemoedigd zal worden te kiezen voor levensmiddelen van Britse oorsprong. Bovendien zou het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken niet “overijverig” moeten zijn in het toepassen van staatssteunregels op activiteiten om Brits voedsel in eigen land aan de man en de vrouw te brengen. Er wordt in het rapport op gewezen dat men bij voorbeeld in Frankrijk geen enkel probleem heeft met staatssteunregels, wanneer daar campagne wordt gevoerd voor het eten van Franse appels of de introductie van een week met Frans voedsel op scholen. Ook wordt het ministerie verweten op lakse wijze om te gaan met de toepassing van de EU-verordeningen inzake geografische aanduidingen en specificiteit. Deze verordeningen zijn van groot belang voor een toekomstige marketingstrategie, omdat bevordering van de consumptie van producten die in het kader van deze verordeningen zijn aangemeld kan plaatsvinden zonder in problemen te komen met staatssteunregels. In het rapport wordt ook aanbevolen de gedragscode voor de levering aan supermarkten aan te scherpen.
18
In een reactie wees het ministerie er overigens fijntjes op dat het een taak van de sector is om met voorstellen voor aanmelding te komen; het ministerie stuurt deze zonder commentaar door naar Brussel. Het ministerie meldt verder dat Food from Britain jaarlijks £ 5 mln. (een kleine ¤ 7,5 mln.) krijgt om de verkoop van Britse agrarische producten in het buitenland te stimuleren en £ 3,75 mln. (ruim ¤ 5,2 mln.) om regionale producten op de thuismarkt aan te prijzen. Ongeveer 70% van het voedsel dat op Britse tafels komt is afkomstig van Britse boeren en dat vindt het ministerie geen slecht resultaat.
19
Grond- en pachtzaken
Spanje: steeds minder bedrijven Uit gegevens van het Nationaal Bureau voor de Statistiek blijkt dat het aantal landbouwbedrijven tussen 1999 en 2003 met 147.000 (11%) gedaald is: van 1.287.418 bedrijven in 1999 tot 1.140.733 in 2003. In dezelfde periode steeg de gemiddelde bedrijfsoppervlakte met 8,6% tot 22 ha.
20
Akker- en tuinbouw
Frankrijk: Europese 'Intergroup' groenten en fruit Onlangs hebben 20 tuinbouwregio's in Frankrijk, Italië en Spanje besloten tot de oprichting van een Europese belangenorganisatie voor groenten en fruit. Het was een initiatief van Europarlementariër Béatrice Patrie. De 'Intergroupe fruits et légumes' gaat brainstormen over voor de tuinbouwsector belangrijke Europese onderwerpen en lobbyen in Brussel. Belangrijke onderwerpen zijn herziening van de marktordening groenten en fruit en een instrumentarium voor crisisbeheer. De gedachten gaan op dit punt uit naar een interventiefonds, dat uit een deel van de modulatie gefinancierd zou kunnen worden. Ook gaat men de mogelijkheid van spreiding van data voor de productiecampagnes bekijken. Hiermee kan vermeden worden dat dezelfde productie elkaar te vaak op hetzelfde moment op dezelfde markt tegenkomt.
Frankrijk: aardappeltelers bevreesd voor uitwerking GLB De UNDP, de nationale bond van aardappelproducenten, is bevreesd voor concurrentieverstoring als gevolg van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Men vreest verplaatsing van de contractteelt ten behoeve van de aardappelverwerkende industrie naar Polen en Duitsland. De producenten in deze landen zullen als gevolg van de regionalisering van de inkomenstoeslag, steun ontvangen voor hun aardappelteelt. De industrie zal daar dan goedkoper aardappelen kunnen betrekken dan in landen als Frankrijk. De UNDP heeft minister van Landbouw Bussereau verzocht om toekenning uit de nationale reserve van toeslagrechten voor de aardappeltelers. Bussereau heeft al eerder aangekondigd te voelen voor een 'eenvoudiger en rechtvaardiger systeem' bij het vaststellen van de toeslagrechten en is voorstander van een 'grondige expertise'. De UNDP vraagt zich nu af of dit betekent dat Frankrijk langzaam afstevent op een systeem van regionalisering.
Spanje: aardbeien en frambozenoogst door vorst getroffen Meer dan 45% van het areaal frambozen in het belangrijkste Spaanse productiegebied (provincie Huelva) is door de koude getroffen, hetgeen heeft geleid tot een verlies van 1.347.100 kilo, ofwel 27% van de verwachte oogst. Bij aardbeien is de schade minder groot: daar is 8,53% van de oogst verloren gegaan (23.886.989 kilo).
Spanje: boete voor te hoge tomatenproductie In 2004 is de productie van tomaten met 25% gestegen en is 2.200 miljoen kilo tomaten verwerkt. Bijna 80% komt van de 28.000 ha. in het gewest Extremadura. De productie op 70% van dit areaal is verzekerd voor schade tengevolge van onder meer weersomstandigheden. Het probleem van de stijgende productie is dat hierdoor steeds grotere kortingen op de EU-premie worden toegepast. Als de productie blijft toenemen, verwacht men dat de korting in 2008 even hoog zal zijn als de premie.
21
Spanje: boete voor te hoge wijnproductie De Europese Commissie is van plan Spanje een boete van ¤ 103 mln. op te leggen, omdat tussen 1998 en 2000 veel te veel wijn is geproduceerd. De oorzaak is een slechte controle, waardoor veel illegale wijngaarden konden worden aangeplant. Op verzoek van de wijnsector heeft Spanje in Brussel gevraagd om toestemming voor de distillatie van 14 miljoen hl, om de prijsdrukkende overschotten van de markt te halen. Voor de verplichte distillatie heeft Spanje om 7,8 miljoenn hl gevraagd. De reden voor het verzoek om distillatie is een oogst van 48 miljoen hl, tegenover een interne vraag van 12 miljoen en een uitvoer van 11 miljoen hl.
Verenigd Koninkrijk: opkoopregeling suiker groot succes Volgens British Sugar is de voorgestelde opkoopregeling van suikerquota tot een omvang van 160.000 ton een groot succes geworden. Het bedrijf ging hiertoe over om de gecontracteerde hoeveelheden suikerbieten in overeenstemming te brengen met de werkelijk benodigde tonnages. Het bedrijf wil geen informatie verstrekken over het aantal en de plaats van vestiging van suikerbietentelers die (een deel van) hun quotum hebben verkocht: dat valt onder de categorie “commercieel gevoelige informatie”. Uit de verstrekte informatie van de woordvoerder blijkt wel dat er suikerbietentelers bij zitten op 80 of meer kilometer van de suikerfabriek.
22
Veehouderij en zuivel
België: DNA-databank voor runderen België bereidt met een haalbaarheidsstudie de uitbouw voor van een DNA-databank voor runderen. Hiermee moet bijvoorbeeld fraude met oormerken voorkomen worden. Malafide vetmesters veranderen momenteel de oormerken en dus de identiteit van (met hormonen behandelde) dieren om controles te omzeilen. De federale ministers Demotte van Volksgezondheid en Onkelinx van Justitie De overheid wil de identificatie en registratie van runderen beter controleren. Alle runderen, maar ook varkens, schapen, geiten en hertachtigen, krijgen momenteel bij de geboorte twee oormerken met een nummer. Verder hebben ze een Sanitelkaart, een soort paspoort dat de levensloop van de dieren volgt. Het Sanitel-systeem werkt goed, maar is niet waterdicht. Dieren kunnen hun oormerk verliezen, maar ook fraude is dus niet uitgesloten. Ook wordt gewezen op de gezondheidsrisico’s als het omwisselen van oormerken gebeurt bij dieren die BSE hebben. Een van de oplossingen waaraan wordt gedacht is bij het inbrengen van een oormerk een stukje weefsel van het oor weg te knippen, dat vervolgens in een DNA-databank terechtkomt. In Ierland wordt het systeem al gebruikt bij inbeslagnames van verdachte veestapels.
Denemarken: varkenshouderij zonder stank Eén van de grootste kritiekpunten van het publiek tegen de varkenshouderij in Denemarken is de stank. Dit heeft tot gevolg gehad dat nieuwe varkenshouderijen en uitbreidingen van bestaande bedrijven niet minder dan 300 meter van bewoonde bebouwing mag plaatsvinden. Buiten de grote en voor de hand liggende belangenorganisaties om, zoals de organisatie van Deense varkensproducenten en het Deens Landbouwonderzoek, is nu een stankvrije stal ontwikkeld. Voor eigen kosten hebben een stallenbouwbedrijf, een stallenventilatiebedrijf, biologen, chemici en een enkele varkenshouder, nu een filtersysteem ontwikkeld. In plaats van de lucht door het dak naar buiten te ventileren, wordt de lucht via luchtkanalen in de vloer uit de stal getrokken en door een 15 cm dik en 10 vierkante meter groot kartonnen filter gedwongen. Het filter wordt voortdurend natgehouden en het grootste deel van de ammoniak wordt aan het water gebonden. Daarnaast worden stankmoleculen door bacteriën en schimmels die op het filter zitten, 'opgegeten'. Het bouwen van een stal met zo'n filtersysteem zou 10% meer kosten dan de bouw van een conventionele stal. Varkenshouderijen die te dicht bij dorpen liggen om te mogen uitbreiden, zouden met zo'n systeem dispensatie kunnen aanvragen van het uitbreidingsen vestigingsverbod. Volgens de journalist die een lang artikel schreef over de stankvrije stal, hebben de eerder genoemde organisaties niet willen meewerken aan het project om te voorkomen dat de minister van Milieu eisen zou gaan stellen ten aanzien van filters in alle bestaande stallen.
Denemarken: melkveehouderij Het aantal melkveehouderijen neemt snel af. Volgens een prognose van het melkcomité zullen er in 2015 van de huidige 6.600 bedrijven met melkvee nog 2.700 over zijn. In dezelfde periode zal het gemiddelde melkquotum toenemen van 675.000 tot 1,4 miljoen kg melk.
23
Denemarken: export varkensvlees in 2004 De uitvoer van varkensvlees zou sedert 2003 met DKK 1,6 mld. (¤ 215 mln.) tot DKK 25,6 mld. (¤ 3,44 mld.) in 2004 toegenomen zijn. De afzet in de 'oude' EU-lidstaten is licht en naar de 'nieuwe' EU-lidstaten belangrijk toegenomen. De afzet in het VK is iets afgenomen, maar de Japanse markt heeft weer meer Deens varkensvlees afgenomen dan in 2003.
Frankrijk: daling melkprijs Na moeizame onderhandelingen tussen de FNPL (de bond van melkveehouders) enerzijds en de FNIL en FNCL (respectievelijk de particuliere en coöperatieve zuivelindustrie) anderzijds, is de sector eindelijk tot een prijsakkoord gekomen. In 2004 had de zuivelindustrie, waarvan het een aantal bedrijven economisch minder goed ging, al een herziening van het bestaande kaderakkoord geëist omdat de prijsvorming niet meer marktconform was. Na een gespannen situatie tussen melkveehouders en industrie werd in september 2004 toch een nieuw kaderakkoord bereikt. De recente prijsonderhandelingen zijn de eerste in het kader van dit nieuwe akkoord. De melkprijs zal verder dalen. Ontving de melkveehouder in 2004 al ¤ 9,4/1.000 liter minder, in 2005 zal de prijsdaling 2,2/1.000 liter melk bedragen. De prijsdaling in 2005 wordt over de eerste twee kwartalen verspreid, in het tweede halfjaar zal geen prijsdaling plaatsvinden. De prijsdaling komt voort uit prijscorrecties van de marktgerelateerde indexcijfers van fabrieksproducten en zuivelproducten bij export. Een en ander was nodig als gevolg van de aanhoudende terugval in de afzet van consumptiemelk en bepaalde kaassoorten (Emmentaler). De producenten van fabrieksproducten, zoals boter en melkpoeder, zullen een additionele prijsdaling van ¤ 2,4/1.000 liter doorvoeren. Een woordvoerder van de FNPL verklaarde zich relatief tevreden over het bereikte akkoord. De socialistische boerenbond, de Confédération Paysanne (die veelal de wat kleinere boeren bundelt), weigert echter de rechtsgeldigheid van het kaderakkoord en het recente prijsakkoord te erkennen en heeft tegendemonstraties georganiseerd.
Frankrijk: internationale organisatie van yoghurtfabrikanten Vier internationale zuivelconcerns, Danone, Yoplait (onderdeel van SODIMA International, dochter van het coöperatieve zuivelconcern SODIAAL), Nestlé en Yakult, hebben samen een internationale belangenorganisatie opgericht. De organisatie bundelt alleen fabrikanten van yoghurt en gefermenteerde melk op basis van levende yoghurtbacillen. De organisatie, die Parijs als standplaats krijgt, wil op internationaal niveau gaan opereren. De Engelse benaming van de organisatie wordt YLFA (Yoghurt and Live Fermented Milk Association).
Frankrijk: Greenpeace in actie tegen genetisch gemodificeerde organismen Het hoofdkantoor van zuivelconcern Lactalis (ex-Besnier) in Laval (Normandië) heeft sinds kort de warme belangstelling van Greenpeace. De milieuorganisatie heeft het hoofdkantoor gedrapeerd met de slogan “Non aux OGM”. Greenpeace heeft Lactalis, dat met een geconsolideerde jaaromzet van ¤ 5,5 mld. (waarvan 39% in het buitenland) de achtste plaats op de wereldranglijst en de tweede plaats in de EU inneemt, gekozen om de aandacht van het publiek te vestigen op het gebruik van transgene diervoeders in onder meer de melkveehouderij. Greenpeace had eerder al geageerd tegen een vrachtschip met 32.000 ton transgene soja, dat in een Bretonse haven zou aanleggen.
24
Frankrijk: genetisch gemodificeerde organismen en de impact op de volksgezondheid Er is geen globaal antwoord mogelijk op de vraag welke invloed genetisch gemodificeerde organismen op de volksgezondheid hebben. Daarvoor zijn de verschillen tussen de transgene gewassen te groot. Dit bleek tijdens een hoorzitting voor de parlementaire missie die een onderzoek doet naar de voor- en nadelen van gemodificeerde gewassen en de maatschappelijke acceptatie ervan, waarbij de volksgezondheid werd behandeld. Diverse wetenschappers, waaronder Gérard Pascal oud-voorzitter van het Comité van Experts van de EU -, verwijten Frankrijk te weinig aandacht te hebben voor de epidemiologische aspecten. Dit is ook de mening van Schwartz, directeur programmabeheer laboratoria bij de AFSSA (het Agentschap voor Voedselveiligheid). Volgens Schwartz is aanvullend onderzoek nodig om de voordelen van ggo’s voor de volksgezondheid duidelijk te kunnen maken.
Ierland: centrale verwerking mest voorgesteld De Environment Protection Agency, het milieuagentschap van de regering, heeft het idee gelanceerd op 40 plaatsen in Ierland over te gaan tot gecentraliseerde, anaerobe verwerking van mest en het afval van de voedselverwerkende industrie tot energie en een hoge kwaliteit kunstmatige bemesting van landbouwgronden. Volgens EPA-econoom John Curtis kan een dergelijk voorstel een flinke bijdrage leveren aan de oplossing van een aantal problemen op landbouwkundig, energieen milieuterrein. In totaal gaat het om de verwerking van 132 miljoen ton organisch afval. De EPA suggereert de oprichting van dergelijke installaties in een publiekprivaat partnerschap. Het voorstel is niet alleen op ambtelijk, maar ook op politiek niveau verspreid binnen de Ierse regering.
Ierland: samenwerking grootste zuivelverwerkers Dairygold en Glanbia, de twee grootste zuivelverwerkers in Ierland (één op coöperatieve basis en de ander een beursgenoteerde onderneming), hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten die beide partijen schaalvoordelen biedt. De overeenkomst houdt in dat Dairygold uit de productie van dagverse melk en boter stapt. Glanbia betaalt Dairygold ruim ¤ 10 mln. voor het CMP-merk (waarin 6 miljoen gallons - 1 gallon is ongeveer 4,5 liter - melk worden verwerkt). Dairygold levert verder jaarlijks room aan Glanbia voor de productie van 20.000 ton boter, waarmee de boterproductie van Glanbia wordt uitgebreid tot 57.000 ton per jaar (de helft van de totale Ierse boterproductie). Glanbia koopt jaarlijks 12 miljoen gallons wei van Dairygold, waarmee de jaarlijkse weiverwerking bij Glanbia toeneemt tot 225 miljoen gallons. De 130 zuivelboeren blijven overigens hun melk via Dairygold leveren, dat de helft van de melk op zijn beurt zal doorverkopen aan Glanbia. Daarvoor in de plaats gaat Dairygold vanaf 2006 op contractbasis 25 miljoen gallons melk van Glanbia verwerken tot Glanbia-producten, hoogstwaarschijnlijk kaas. Waarnemers denken dat één kaasfabriek van Glanbia als gevolg hiervan op termijn zal worden gesloten, al wil het bedrijf dat op dit moment nog niet bevestigen. In totaal zullen er voorzover nu te overzien is op korte termijn een kleine 70 banen verloren gaan als gevolg van deze overeenkomst. Glanbia is intussen geconfronteerd met demonstraties van boze melkveehouders, na de aankondiging van een prijsverlaging van 10 eurocent per gallon melk (in totaal een bezuiniging van ¤ 5 mln.) voor de productie van dagverse melk. Op zeven plaatsen werd bij vestigingen van het bedrijf in het oosten en zuidoosten van Ierland gedemonstreerd. De relaties tussen het bedrijf en de primaire producenten zijn inmiddels tot een dieptepunt gedaald. Glanbia wordt ervan beschuldigd uitverkoop onder de zuivelboeren te houden met het oogmerk de supermarkten tevreden te houden.
25
Spanje: oprichting nationale rundveehouderijorganisatie De Spaanse Vereniging van Vleesrundveehouders (Asovac) en de Nationale Vereniging van Producenten van Rundvlees (Aprovac) zijn samengegaan in de Nationale Vereniging van Producenten van Rundvlees (Asociación Nacional de Produtores de Vacuno de Carne, ASOPROVAC). De meer dan 4.000 leden van de nieuwe vereniging zijn goed voor 90% van de Spaanse rundvleesproductie. De vereniging heeft kantoren in vier van de zeventien gewesten, maar hoopt dit aantal op korte termijn uit te breiden. De nieuwe vereniging gaat tijdelijk verder met twee voorzitters: Alberto Juanola (van Asovac) en Juan Carlos García de Blas (van Aprovac).
Spanje: vruchteloos overleg over ordening pluimveesector De pluimveesector wordt gekenmerkt door een volledige afwezigheid van transparantie, dagelijks sterk fluctuerende prijzen en betaling van de laagst mogelijke prijzen aan de producenten, zodat velen daarvan failliet gaan. Pogingen om hier iets tegen te doen blijken veelal vruchteloos. Zo werd in 2001 een afspraak gemaakt tussen het ministerie, de Bond van Kleine Boeren (UPA) en het interprofessionele Propollo. Daarbij had Propollo beloofd dat de grote geïntegreerde bedrijven nieuwe contracten binnen hun keten zouden vaststellen, zodat prijsschommelingen beperkter zouden worden. Ook zou Propollo meewerken aan een beperking van het aantal bedrijven, zodat de producenten hogere prijzen zouden krijgen. Maar er is niets gedaan. En tot verbazing van de UPA deelde Propollo in januari onverwacht mee dat de markt behoefte heeft aan 600 nieuwe productiebedrijven, omdat de productieprijs anders te hoog wordt.
26
Visserij en aquacultuur
Ierland: voorlopig geen uitkoop zalmvissers Pat the Cope Gallagher, de staatssecretaris voor visserij, zal tijdens de huidige regeringsperiode niet overgaan tot uitkoop van commerciële zalmvissers. Tot die overtuiging is Joey Murrin, de voorzitter van de Ierse National Salmon Commission, gekomen. Uitkoop van de commerciële visrechten wordt door de organisaties van sportvissers bepleit, omdat zij deze visserij op zalm door onder meer het gebruik van drijfnetten de belangrijkste oorzaak vinden van de slechte zalmstand in de Ierse rivieren. Niet alleen vangen de Ierse zalmhengelaars nauwelijks nog zalm, zij zijn ook aan allerlei beperkingen onderworpen. Daarnaast blijven de toeristische zalmhengelaars uit andere landen steeds vaker weg. Het gaat hier om visrechten van veelal kleine vissers in kustplaatsen; de toeristische hengelaars zijn belangrijk voor de lokale economie. Ook de concurrentie van kweekzalm heeft de commerciële vangst van zalm minder rendabel gemaakt. Naar schatting is slechts 25% van de vergunninghouders echt actief in deze vorm van zalmvisserij, maar zij nemen wel 75% van de vangst voor hun rekening. Volgens de voorzitter van de National Salmon Commission, die de helse taak heeft het evenwicht te bewaren tussen de contrasterende belangen van de commerciële vissers en van de sportvissers, is er ¤ 75 tot 80 mln. nodig om de vissers uit te kopen. Als de regering geld zou hebben, zouden dergelijke bedragen volgens Murrin eerder worden besteed aan gezondheidszorg en onderwijs dan aan visserij. Een dergelijk bedrag zal volgens Murrin moeten worden opgebracht door de zeevisserijsector, de sportvissers en het toerisme. Ook hij vindt dat de commerciële zalmvisserij met drijfnetten een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van de zalmstand in de rivieren is, maar dat ook andere factoren in ogenschouw moeten worden genomen, zoals waterverontreiniging en klimaatverandering.
Ierland: visserijsector Donegal luidt noodklok De visserijsector in het uiterste noordwesten van Ierland, het graafschap Donegal en in het bijzonder de vissershaven Killybeg, luidt de noodklok. Killybeg is één van de belangrijkere visserijhavens in Ierland, waar de grotere schepen die in het noordoost-Atlantische gebied actief zijn, hun thuishaven hebben. Of liever hadden, volgens de plaatselijke visserijorganisatie. Het is niet toevallig dat dit ook het gebied is waar de huidige staatssecretaris voor visserij, Pat the Cope Gallagher, zijn professionele visserij- en politieke wortels heeft, evenals de huidige minister van Landbouw en Voedsel, Mary Coughlan. Oppositiepartij Fine Gael heeft de toekomst van de visserij in dit deel van Ierland aan de orde gesteld in de Ierse Tweede Kamer. Niet alleen de grotere schepen mijden Killybeg en landen hun vangsten aan in het Schotse Peterhead of zelfs in Noorwegen met alle sociaal-economische gevolgen van dien, ook in de visverwerkende industrie in Killybeg is de werkgelegenheid gedaald van 1.500 werknemers in 2002 naar 150 werknemers nu. Voor de Killybegs Fishermen’s Organisation zijn deze problemen slechts een ‘side-show’. Zij hebben te maken met een grootscheeps onderzoek door politie en inspectiediensten naar visfraude, waarbij inmiddels vele vissers ’s nachts van hun bed werden gelicht en administraties en computers in beslag zijn genomen. Volgens de vissers blijven de schepen weg uit Killybeg door een combinatie van overregulering (EU-regels voor de visserij op witvis), een verbod op het ’s nachts aanlanden van vis en de hoge
27
havengelden die nodig zijn om de gloednieuwe ¤ 55 mln. vergende havenfaciliteiten in Killybeg te financieren. Een woordvoerder van de staatssecretaris heeft erop gewezen dat het beslissingen van de Ierse reders, dan wel hun kapiteins zijn om vangsten elders in Europa aan te landen. De werkgelegenheid in de visverwerkende industrie is een lucratieve neventak voor vele kleine boeren uit het zuidelijke deel van het graafschap Donegal.
Ierland: rel over privatisering haven Waterford Vissers die gebruik maken van de zuidoost-Ierse haven van Waterford hebben – tevergeefs - een beroep gedaan op staatssecretaris Pat the Cope Gallagher om in te grijpen in een snel oplopende ruzie over de privatisering van een belangrijk deel van de haven. Volgens de vissers, onder aanvoering van één van de broers O’Flaherty (de broers die de veerverbinding Rosslare-Cherbourg van P&O hebben overgenomen), is dit de enige geschikte en veilige plaats aan de zuidoost-Ierse kust waar bepaalde vissersschepen kunnen aanmeren. Het gaat om de verkoop van 12,5 ‘acres’ grond (ruim 5,5 hectare), die meer dan ¤ 1 mln. per ‘acre’ waard zou zijn (per hectare komt dat gauw neer op een kleine ¤ 2,5 mln.). Gallagher (vertegenwoordiger van de Staat als enige aandeelhouder van de haven) heeft de vissers laten weten niet te willen interveniëren in de bevoegdheid van de havenautoriteiten om hun eigen beleid te bepalen. Hij zei te hopen dat de nieuwe eigenaar gauw in gesprek zou gaan met de vissers over aanmeerfaciliteiten in het gebied. Dit deel van de oever van de rivier de Suir is door de diepte van het water geschikt voor het aanmeren van ongeveer 20 boomkortrawlers, vissers op Sint-Jacobsschelpen en witvisvissers. Bovendien wordt het gebied gebruikt door ongeveer 40 schepen om aan te meren bij slecht weer: daar maken zelfs vissers uit het uiterste noordwestelijke graafschap Donegal gebruik van. De O’Flaherty’s, met een vloot van dertien vissersschepen, zegt van de haven van Waterford afhankelijk te zijn voor zijn export met een waarde van ¤ 15 mln. naar Frankrijk en Spanje; ze betalen per jaar ongeveer ¤ 80.000 havengeld. Volgens de havenautoriteiten is de grondverkoop nodig om oude schulden af te lossen.
Italië: Commissaris Borg maakt goede entree EU-commissaris Joe Borg heeft aangekondigd een andere koers te willen uitzetten voor de visserij in de Middellandse Zee. Hij zei dit tijdens zijn vierdaagse tour door Italië, van Venetië in het noorden tot Catania op Sicilië. Hij leek bijzonder goed overweg te kunnen met staatssecretaris Scarpa Bonazza, die verantwoordelijk is voor de visserijsector. Het feit dat Borg goed Italiaans spreekt, speelde zeker een rol bij het vriendschappelijke onthaal. Zowel de staatssecretaris als de vertegenwoordigers van de sector, waarmee een bijeenkomst was georganiseerd, waren duidelijk bemoedigd door het bezoek. En al zal Borg niet aan alle Italiaanse verwachtingen kunnen voldoen, hij heeft in elk geval gezegd niet alleen oog te zullen hebben voor de ecologische duurzaamheid, maar ook voor de sociaal-economische duurzaamheid van de visserij, oftewel voor de toekomst van de kleine vissers. Als het aan Borg ligt zal ook het nieuwe voorstel voor de visserij in de Middellandse Zee, waar veel weerstand tegen is, waarschijnlijk minder rigide worden.
Portugal: ontevredenheid over EU-visserijakkoord De Portugese minister van Landbouw en Visserij spreekt over een bevredigend akkoord in Brussel, maar de vissers en reders noemen het resultaat desastreus en onrechtvaardig. Volgens hen had de minister nooit akkoord mogen gaan met een vangstbeperking voor vijf belangrijke soorten, want daardoor zal het inkomen van de reders met 15% en dat van de vissers met 30% dalen.
28
Spanje: samenwerking met Italië Op 14 februari hebben de Spaanse staatssecretaris voor Visserij en zijn Italiaanse collega overeenstemming bereikt over een gezamenlijk optreden in Brussel op het gebied van de structuurfondsen (zo min mogelijk verlaging vanaf 2007) en het visserijbeleid voor de Middellandse Zee.
Spanje: beurs voor aquacultuur De opkomst en sterke groei van de aquacultuur in het gewest Galicië heeft de sector doen besluiten een internationale beurs over dit onderwerp te organiseren. Het is de bedoeling dat deze in de tweede helft van september wordt gehouden in de omgeving van Pontevedra.
Verenigd Koninkrijk: advies bepaalde vissoorten niet te eten De Marine Conservation Society (MCS) heeft consumenten geadviseerd geen vis te eten waarvan de bestanden zich in slechte staat bevinden of de vangstmethoden belangrijke schade aan het zeemilieu toebrengen. De non gouvermentele organisatie hoopt de supermarkten tot duurzamer inkoopgedrag te bewegen. De soorten die consumenten zouden moeten mijden zijn onder meer kabeljauw, schelvis, Atlantische heilbot, Atlantische zalm, griet, harder, zeeduivel, schol, zeebaars, zwaardvis, tonijn en tarbot uit de Noordzee. MCS suggereert alternatieven, maar dat zijn - afgezien van de rijkelijk vertegenwoordigde schaal- en schelpdieren - over het algemeen niet bepaald de vissoorten die in de Britse supermarkten in de koeling liggen. Bovendien moet een belangrijk aantal van de aanbevolen vissoorten en schaal- en schelpdieren nog voldoen aan eisen met betrekking tot de regio’s waar zij zijn opgevist of gekweekt en met betrekking tot de gebruikte vangstmethoden, hetgeen vervolgens weer hoge eisen aan de etikettering stelt.
Verenigd Koninkrijk/Ierland: beperking zalmimporten verwelkomd Schotse en Ierse zalmkwekers staan positief tegenover de onlangs in werking getreden beperkingen op de importen van gekweekte zalm in de EU uit Noorwegen, Chili, IJsland en de Faroër-eilanden. Volgens de staatssecretaris voor Milieu en Plattelandsontwikkeling van de deelregering in Schotland (het ministerie dat ook verantwoordelijk is voor visserijzaken), Lewis MacDonald, is de oneerlijke concurrentie uit deze landen een groot nadeel voor de Schotse zalmkweeksector. De Schotse zalmkwekers vormen de ruggengraat van de kustzone- en plattelandseconomie in de Schotse Hooglanden en op de Schotse eilanden. De sector was het afgelopen jaar goed voor een productiewaarde van £ 300 mln. (een kleine ¤ 450 mln.) en voor 10.000 banen; de helft van de geproduceerde zalm wordt geëxporteerd. Een groot deel van de Schotse viskweeksector wordt overigens gedomineerd door multinationale ondernemingen (waaronder het Nederlandse Nutreco), die ook actief zijn in landen die nu door de EU-maatregelen worden getroffen (in het bijzonder Noorwegen en Chili). De EU-beperkingen in de vorm van tariefcontingenten en een minimumprijs voor geïmporteerde schoongemaakte vis worden als een steun in de rug beschouwd voor de Ierse zalmkweeksector, die de afgelopen drie jaar een flink herstructureringsproces heeft doorgemaakt. Niet alleen marktomstandigheden, maar ook visziekten en een massale vissterfte op drie viskweeklocaties in het zuiden van het graafschap Donegal twee jaar geleden, maakten deze herstructurering meer dan nodig. In de Ierse zalmkweeksector wordt jaarlijks ongeveer ¤ 70 mln. omgezet bij een productie van 15.000 ton. De sector biedt werk aan ongeveer 600 mensen in volledige banen en aan deeltijdwerkers in een omvang van omgerekend 1.200 volledige banen. Een vijfde deel van de Ierse kweekzalmproductie is gericht op het uiterst lucratieve marktsegment van de biologische productie. De Ierse regering wil de productie van kweekzalm uitbreiden tot 50.000 ton. De sector zelf vindt dit soort aspiraties echter nu niet realistisch en richt zijn pijlen meer op kwaliteit dan op kwantiteit.
29
Ierse zalmkwekers werken samen met hun (kleinere) Schotse collega’s in de European Salmon Producer’s Group, die zich de afgelopen periode flink heeft ingezet voor de beperkende maatregelen zoals nu afgekondigd.
Verenigd Koninkrijk: nieuwe visserijcommissaris op werkbezoek De nieuwe EU-Commissaris voor visserijaangelegenheden, Borg, is tijdens een werkbezoek aan het Verenigd Koninkrijk op voorzichtig positieve toon welkom geheten door de visserijsector. Voormannen van visserijorganisaties in Schotland (waar hij Peterhead, Fraserburgh, Macduff bezocht), zuidwest-Engeland (waar hij Brixham aandeed) en Wales (waar hij de haven van Aberystwyth bezocht) waren zeer te spreken over zijn “ongekende mate van oprechtheid”. In hun visie contrasteerde zijn optreden nogal met dat van zijn voorganger Fischler: vergaderingen met die commissaris plachten de vissers altijd “in ontmoedigde stemming” te verlaten. Borg kondigde een meerjarig beheersplan aan, dat in de plaats gaat komen van het jaarlijkse getouwtrek om de TAC’s en quota. Dat plan zou de vissers voor een periode van drie tot vijf jaar stabiliteit moeten bieden, met mogelijk kleine aanpassingen tijdens de planperiode. Borg onderstreepte het belang van de totstandkoming van regionale adviesraden, zoals bekend ook één van de prioriteiten van het Britse EU-voorzitterschap, de tweede helft van 2005.
IJsland: bestand diepzeegarnalen historisch laag Het IJslandse Marine Research Institute heeft bekendgemaakt dat het bestand diepzeegarnalen zich in 2004 op een historisch laag niveau bevond. Als de visserij niet gestaakt wordt, voorziet het instituut dat het bestand verder terug zal lopen. Het bestand is volgens het instituut voor zeeonderzoek van 22.000 ton in 2003 tot 16.000 ton in 2004 gereduceerd.
30
Wetenschap, onderwijs, voorlichting en onderzoek
Spanje: landbouwkundig onderzoek Het jaar 2004 was belangrijk voor het instituut voor agrarisch onderzoek en technologie en voor levensmiddelen (INIA). Dat ging over van het ministerie van Wetenschap naar het ministerie van Onderwijs. Verder liep het strategisch plan 2001–2003 af en werd een plan voor de jaren 2004–2007 vastgesteld. Dit nieuwe plan is onderdeel van het algemene nationale plan voor onderzoek en ontwikkeling. De vier hoofddoelstellingen voor de komende jaren zijn: 1. Meer onderzoeksactiviteiten, zowel onafhankelijk als in samenwerking met nationale en internationale partners. 2. Vergroten van de concurrentiepositie van het INIA. 3. Bevorderen van onderzoek en technologische ontwikkeling in de landbouw, levensmiddelensector en het milieu. 4. Bevorderen van coördinatie van onderzoek dat elders in Spanje wordt uitgevoerd. Voor de medewerkers is ruimte gemaakt voor: a. Verhogen van het kennisniveau door meer mobiliteit, cursussen en financiële steun voor onderzoek. b. Betere salariëring. c. Betere coördinatie van onderzoeksgroepen. d. Vernieuwing en/of uitbreiding van apparatuur op enkele onderzoekcentra. e. Verbeteren van het management. In het plan blijft het vroegere onderscheid tussen vijf verschillende sectoren in stand: plantaardige productie, dierlijke productie, levensmiddelentechnologie, bosbouw en milieu. Bij plantaardige productie wordt het accent gelegd op duurzaamheid, op verbetering van de kwaliteit van het eindproduct en op alternatieven voor chemische producten. Bij dierlijke productie ligt het accent op behoud en bescherming van de genetische diversiteit, verbetering van de kwaliteit van dierlijke producten, alternatieven voor chemische producten en een betere diagnostiek voor het vinden van dierziekten. Op internationaal gebied voorziet het plan 2004–2007 in het volgende: 1. Versterking van de positie van het INIA in het Europese onderzoek. 2. Versterking van de samenwerking met landen die wetenschappelijk en/of technologisch verder ontwikkeld zijn. Prioriteit krijgt samenwerking met instituten uit de Europese Unie en de Verenigde Staten. 3. INIA het Spaanse aanspreekpunt maken voor onder meer SOST, CISA, ERANET en COST.
31
Voedings- en kwaliteitsaangelegenheden
België: gedragscode controleurs Voedselagentschap Het Federaal Voedselagentschap (FAVV) heeft een gedragscode opgesteld voor zijn controleurs. Op die manier wil het agentschap tegemoetkomen aan klachten van landbouwers en hoteliers tijdens controles. In de code wordt gedetailleerd beschreven hoe een controleur zich ter plaatse moet gedragen. De controleur krijgt in de nieuwe code een assisterende rol toebedeeld.
Spanje: residuen bestrijdingsmiddelen in levensmiddelen Naar residuen van pesticiden in levensmiddelen zijn onlangs vier onderzoeken uitgevoerd, één door het agentschap voor voedselveiligheid in Barcelona, een ander door het vakbondsinstituut voor werk, milieu en gezondheid van Almería, een derde door de universiteit van Valencia en het laatste door een werkgroep van de universiteit van Granada. De conclusies zijn niet geheel geruststellend. Barcelona constateerde dat de residugehaltes veel lager waren dan vroeger en dat residuen ook in veel minder producten werden aangetroffen. Bij groenten en melk werden in 1,5% van 1.109 monsters residuen van gechloreerde koolwaterstoffen gevonden. Maar residuen van organofosfaten trof men aan in 14,8% van deze monsters. Onderverdeeld naar sectoren bleek dat de residuen het meest (37,5%) bij citrusvruchten en het minst (3,2%) bij nootvruchten aangetroffen werden, maar alle gehaltes waren zeer laag. Almería concludeerde dat nog regelmatig residuen van diverse bestrijdingsmiddelen werden aangetroffen, maar dat het gehalte meestal beneden het wettelijk maximum lag. Valencia was minder positief. Deze onderzoekers constateerden dat nauwelijks bekend is wat in kassen en op de velden wordt gesproeid. Volgens hen worden de aanwijzingen voor veilig gebruik vaak niet gevolgd en ook zouden nog steeds verboden middelen worden gebruikt. In resten van uit kassen afkomstige groenten en fruit werden veel te hoge concentraties van giftige stoffen gevonden. De producten verdwijnen meestal zonder controle in de veevoeding. Het onderzoek van Granada was het meest negatief. Bij een onderzoek onder 200 vrouwen werden bij 78% van de vrouwen concentraties van endosulfan aangetroffen en lindaan bij 55%. Bij 77% werden zelfs sporen van DDT aangetroffen, waardoor het “waarschijnlijk is dat dit product nog steeds gebruikt wordt”, al is het al jaren verboden.
Spanje: samenwerking voor gezonder dieet De Spaanse federatie van levensmiddelenproducenten (FIAB) is in 2002 begonnen met een actieplan om de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie voor gezonde voeding ook in Spanje in te voeren. Daarbij heeft zij onder meer samengewerkt met consumentenverenigingen, winkelketens, restaurants en wetenschappers. Halverwege 2003 zijn de belangrijkste uitgangspunten aan het ministerie van Volksgezondheid en Consumptie voorgelegd, waaronder dat de acties – via voorlichting en onderwijs - vooral moeten worden gericht op eetgewoontes. Motief: elk levensmiddel is op zich gezond. In de tweede helft van 2003 werd gaandeweg overeenstemming over een algemene strategie bereikt. De naam ervan is NAOS: Nutrition, Physical Activity, Prevention
32
of Obesity and Health, met de volgende doelen: – Terugdraaien van de trend lekker dik te worden. – Tegengaan van overgewicht, vooral bij kinderen. – Bevorderen van lichaamsbeweging. – Bevorderen van een gezonde en gebalanceerde voeding die in verhouding staat tot het energieverbruik van de eter. – Voorkomen van slechte eetgewoontes door betere voorlichting aan patiënten, consumenten en, om het goede voorbeeld te geven, managers en politici. – Betere signalering en vastlegging van gegevens over overgewicht. Het ministerie van Volksgezondheid en Consumptie zal de samenwerking met een veelheid aan organisaties coördineren. Een ontwerp van de (Engelstalige) tekst van de samenwerkingsovereenkomst kan binnenkort bij het LNV-bureau in Madrid worden opgevraagd.
Verenigd Koninkrijk: verbod op ‘happy hour’ mag Het Office of Fair Trading (OFT, de toezichthoudende organisatie op de mededingingswetgeving) heeft laten weten dat ‘happy hours’ voor probleemplaatsen en in probleempubs mogen worden verboden. Volgens de OFT is een gerichte aanpak niet in strijd met EU- en nationale mededingingswetgeving. Zowel regering als politie en lokale autoriteiten zijn al lang van mening dat een verbod op ‘happy hours’ en het invoeren van een minimumprijs voor alcoholische dranken uitermate doeltreffende middelen zijn tegen de gevolgen voor de openbare orde van overmatig alcoholgebruik. Tot nu toe liepen zij echter tegen een muur van onbegrip aan bij de Britse mededingingsautoriteiten. Een selectief prijsbeleid wordt nu toegestaan op plaatsen waar zich veel openbare ordeproblemen voordoen. Pubs die zelf problemen veroorzaken of ergens gevestigd zijn waar veel problemen zijn zullen nu in hun vergunningvoorwaarden het principe van minimumprijzen voor alcoholische dranken zien opduiken. In het Verenigd Koninkrijk bedragen de kosten van volksgezondheidsproblemen, samenhangend met alcoholgebruik, per jaar £ 1,7 mld. (ongeveer ¤ 2,5 mld.) en de kosten van misdaad en asociaal gedrag £ 7,3 mld. (ruim ¤ 10,5 mld.) per jaar. Dit zijn schattingen van de adviseurs van premier Blair.
Verenigd Koninkrijk: verbetering kwaliteit schoolmaaltijden De minister van Onderwijs en Vaardigheden, Ruth Kelly, heeft plannen bekendgemaakt voor het verbeteren van de kwaliteit van schoolmaaltijden. Er komen strengere minimumnormen, onder meer beperkingen van de hoeveelheden zout, vet en suiker in de te gebruiken kant- en-klaar voeding en er wordt een onafhankelijke schoolmaaltijdencommissie opgericht, die hoofden van scholen adviseert over de manier waarop schoolmaaltijden gezonder kunnen worden gemaakt. De nieuwe normen voor kant-en-klaar-voedingsmiddelen worden in september 2005 ingevoerd en die voor de overige voedingsmiddelen in september 2006. Tijdens de regeringsperiode van premier Thatcher zijn de minimum kwaliteitseisen voor schoolmaaltijden afgeschaft, maar vier jaar geleden zijn ze opnieuw geïntroduceerd. In het inspectiewerk van de schoolinspectiedienst wordt een en ander een onderwerp van aandacht. In de plannen van de minister worden ouders opgeroepen meer betrokken te zijn bij de samenstelling van de maaltijden. Over de financiering van de plannen zal nog nader overleg plaatsvinden met alle betrokkenen. Dat overleg – onder meer met de voedingsmiddelenindustrie, de cateringsector en diëtisten – zal de komende twee maanden worden gevoerd. De minister kreeg na de bekendmaking van haar plannen juist op dit punt veel kritiek, omdat er nog niet over beschikbare extra regeringsfondsen werd gesproken. LACA, een organisatie van leveranciers en cateraars voor lokale overheden, liet weten dat de regeringsplannen niet doeltreffend zouden zijn zonder extra geld. Ook de lobbygroep Sustain, die zich inzet voor meer duurzame landbouw en voedselconsumptie, was nauwelijks onder de indruk van de plannen en refereerde aan
33
de slechte naam van de regering als het gaat om het plaatsen van het pondteken achter plannen. Scolarest, een onderneming uit de Compass-groep (de grootste cateraar ter wereld), die jaarlijks ongeveer £ 230 mln. (¤ 340 mln.) omzet behaalt in schoolmaaltijden, voert naar eigen zeggen al anderhalf jaar een campagne om het overheidsbudget voor schoolmaaltijden op te voeren van £ 0,43 per kind naar £ 0,60 (van een kleine ¤ 0,65 naar ongeveer ¤ 0,90). Volgens een woordvoerder van het bedrijf zou dit meer vers en minder verwerkt voedsel betekenen, meer ter plaatse of regionaal ingekocht voedsel en meer vers fruit en verse groenten. De Soil Association, certificeerder van biologische landbouwproductie, heeft gezegd de plannen van de minister een stap in de goede richting te vinden. Volgens deze organisatie zouden ook stevige doelstellingen moeten worden geformuleerd ten aanzien van het gebruik van verse ingrediënten; lokaal aangekocht voedsel en het gebruik van biologische landbouwproducten. De organisatie van directeuren van middelbare scholen, Secondary Heads Association, was erg sceptisch over de potentiële betrokkenheid van ouders, in het bijzonder omdat kinderen thuis niet per definitie gezonder eten dan op school. Verder willen de scholen weten hoe de verbeterde (en duurdere) schoolmaaltijden betaald gaan worden als ouders niet bereid zijn meer geld neer te tellen.
Zweden: vetzucht In Zweden is meer dan de helft van de mannen, 30% van de vrouwen en 20% van de kinderen te dik. De Zweedse National Food Administration en de National Institute of Public Health hebben een plan gelanceerd om de toename van vetzucht af te remmen. De meeste maatregelen zijn gericht op het bevorderen van gezonde voeding en meer activiteit voor de jeugd. De overheidsinstanties roepen ook op tot een lobby in de Europese Unie voor een verbod op voedseladvertenties die gericht zijn op kinderen. Minister Ann-Christin Nykvist van Landbouw, Voedsel en Consumentenaangelegenheden heeft commissaris Kypprianou haar steun toegezegd in zijn campagne tegen dergelijke advertenties.
Verenigde Staten: Lester Crawford genomineerd voor FDA Half februari heeft president Bush bekendgemaakt dat hij voornemens is Dr. Lester Crawford te nomineren voor de functie van directeur van de Food and Drug Administration (FDA). Sinds het vertrek van Mark McClellan in maart 2004, gaf Crawford reeds leiding aan het agentschap als waarnemend directeur. Het heeft lang geduurd voordat de nominatie voor Crawford kon plaatsvinden. Een aantal jaren geleden werd zijn naam al genoemd als potentiële kandidaat voor deze functie, maar zijn kansen werden toen verijdeld door heftige oppositie van consumentenorganisaties, die beweerden dat Crawford te veel sympathie zou hebben voor het bedrijfsleven. Gedurende dezelfde periode gaven senator Ted Kennedy en een aantal andere Democratische senatoren aan dat zij een eventuele kandidaat voor deze toppositie met ervaring in de zakenwereld niet zouden steunen. Crawford was begin jaren negentig de vice-president voor wetenschapszaken van de National Food Processors Association, een belangrijke lobbyorganisatie voor de voedingsmiddelenindustrie. Het is duidelijk dat het Witte Huis deze keer van mening is dat Lester Crawford wel de noodzakelijke steun zal krijgen in de Senaat. Volgens insiders speelt daarbij met name het feit dat de Republikeinen deze keer over een meerderheid beschikken in de Senaat een rol, wat het een stuk lastiger zal maken voor de Democraten om de nominatie op een zijspoor te zetten. Crawford kan tijdens de hoorzitting voor zijn nominatie wel een aantal lastige vragen verwachten.
34
Veterinaire aangelegenheden
Ierland: veemarkt en directeur veroordeeld In een eerste rechtszaak tegen een veemarkt in zuidwest-Ierland en de directeur daarvan zijn, wegens het verstrekken van onjuiste informatie over rundertransacties, boetes van respectievelijk ¤ 4.200 en ¤ 5.400 opgelegd. De zaken dateren uit 2002. Volgens de Ierse veterinaire dienst hebben deze activiteiten van de veemarkt en zijn directeur de nationale database, waarin 7 miljoen runderbewegingen zijn opgeslagen, “ernstig ontregeld”. De fraude bestond uit het melden aan de database van rundertransacties via de veemarkt, terwijl in feite de runderen van boer tot boer werden verkocht en getransporteerd. De zaak is aan het rollen gekomen omdat een boer, nadat hij runderen van een andere boer had gekocht, zich zorgen begon te maken over de oorsprong van de runderen en contact opnam met de Ierse veterinaire dienst. Volgens de directeur van de veemarkt ontving de veemarkt ¤ 5 per transactie voor het melden van boer-tot-boer-transacties. Hij zei dat, hoewel het plegen van fraude nooit zijn bedoeling was geweest, hij nu begreep dat hij het verkeerde systeem had gebruikt om de veterinaire dienst hierover te informeren. Intussen zijn inspecteurs van het Cattle Movement Monitoring System actief in het opsporen van rundvee dat niet geregistreerd is en waarvan boeren de oorsprong en bewegingen niet kunnen documenteren. De Ierse I&R-dienst heeft met het oog daarop vier inspectieteams, die zich richten op de juistheid van de gegevens die worden verstrekt door veemarkten, handelaren en vervoerders. Er zijn 7 miljoen runderen in Ierland. In twee graafschappen in het midden van het land hebben deze inspecteurs 40 runderen, waarvan de boeren de benodigde documentatie niet konden overleggen, in beslag genomen en laten vernietigen.
Italië: dierlijk afval Enkele dagen geleden heeft de ministerraad een wet aangenomen waarin sancties (geldboetes) zijn vastgelegd op overtredingen van de Europese Verordening inzake dierlijke bijproducten (nr. 1774/2002), die is uitgevaardigd naar aanleiding van de BSE-crisis. Enkele ervan zijn wellicht van belang met het oog op de handel tussen Nederland en Italië. Desgewenst kan de volledige tekst opgevraagd worden bij het LNV-bureau in Rome. De boetes lopen van een minimum van ¤ 1.000 tot een maximum van ¤ 70.000, natuurlijk afhankelijk van onder meer de aard van de overtreding.
Portugal: daling aantal BSE-gevallen Portugal is het vierde land van de Europese Unie met de meeste BSE-gevallen in 2004. Het aantal van 92 gevallen is wel beduidend minder dan in voorgaande jaren. De definitieve cijfers worden pas in maart bekendgemaakt, omdat nog gewacht wordt op de resultaten van de maanden november en december van 2004. Portugal telde in 2003 nog 133 BSE-gevallen.
Portugal: gevolgen droogte De aanhoudende droogte dreigt rampzalig te worden voor de boeren in het hele land. Met name de veehouderijsector moet het ontgelden. Daar kampt men ook nog eens met Blue Tongue. Hoewel de regering ¤ 25 mln. aan steun heeft toegezegd,
35
vindt de sector dit bij lange na niet voldoende. De boerenbond CAP heeft dan ook extra steun gevraagd aan de EU-commissaris voor Landbouw, Fischer Boel, om de ziekte zo efficiënt mogelijk te kunnen bestrijden. Daarnaast hoopt de CAP dat de EU-commissaris Portugal helpt als de droogte aanhoudt.
Portugal: varkens met tuberculose Sinds december vorig jaar zijn 144 gevallen van tuberculose bij varkens vastgesteld. Hoewel de situatie zorgwekkend is, is het voor de consumptie van varkensvlees geen probleem, aldus de directeur van de veterinaire dienst. Geïnfecteerd varkensvlees wordt niet voor consumptie aangeboden. Het gaat hier om een microbacterie, die niet eerder in Portugal is waargenomen. Er zijn in totaal al 781 monsters genomen, waarvan er dus 144 positief en 77 negatief zijn uitgevallen. Men wacht nog op de overige uitslagen.
Spanje: kleine verlichting bij Blue Tongue Op 3 februari heeft de Europese Commissie ermee ingestemd dat dieren uit zuidelijke gebieden, waar de afgelopen 40 dagen geen Blue Tongue is gevonden, weer naar vrije gebieden in noord-Spanje mogen worden vervoerd. Desondanks hebben de organisatoren van de belangrijkste jaarlijkse veehouderijbeurs in Los Pedroches besloten de beurs dit jaar af te gelasten, omdat er nauwelijks dieren op de beurs mogen staan.
Verenigd Koninkrijk: runderen ouder dan 30 maanden in voedselketen In november 2004 zijn twee runderen, die ouder dan 30 maanden waren, in de voedselketen terechtgekomen. Dat is gebleken uit een onderzoek van de Meat Hygiene Service, waarbij gebruik is gemaakt van gegevens van slachthuizen en van de British Cattle Movement Service (I&R-dienst). In september 2004 waren al vijf van dergelijke runderen in de voedselketen terechtgekomen en in oktober 2004 zes runderen. Na ellenlange discussies worden deze zogenaamde ‘Over Thirty Months’-regeling en de daaraan gekoppelde regeling voor de export van rundvlees (Data-Based Export Scheme) in de loop van volgend jaar ingetrokken. De in september en oktober 2004 ‘ontsnapte’ runderen waren maximaal 23 dagen over de leeftijdsgrens van de regeling. De runderen in november waren daarentegen veel ouder dan 30 maanden, één 292 dagen en de ander 131 dagen. Er wordt gezegd dat er geen sprake is van fraude met paspoorten of iets dergelijks, maar van menselijke vergissingen. Naast deze dertien runderen in de betreffende periode hebben boeren in dezelfde periode nog eens 36 runderen naar het slachthuis gestuurd, waar de dieren werden onderschept door inspecteurs van de Meat Hygiene Service. De inspectiedienst had na de vondsten in september 2004 de regels aangescherpt, met als resultaat dat in december geen vondsten zijn gedaan. Desondanks komt een en ander op een voor de rundvleessector zeer ongelegen moment. De sector is namelijk druk bezig met de voorbereidingen op de terugkeer naar ‘normaal’, hetgeen inhoudt dat het vlees van runderen ouder dan 30 maanden weer in de voedselketen mag en de export weer kan worden opgepakt. Een woordvoerder van het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken heeft aangegeven dat deze incidenten geen vertraging zullen opleveren voor de intrekking van de betreffende regeling. Intussen gaat de ontwikkeling van BSE-onderzoek op runderen ouder dan 30 maanden gewoon door. In maart 2005 zullen in zes slachthuizen praktijkproeven plaatsvinden.
36
Verenigd Koninkrijk: toezicht op geiten geïntensiveerd Het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken heeft het toezicht op TSE bij geiten geïntensiveerd, nadat de Food Standards Agency (FSA, de Britse VWA) het ministerie had gewaarschuwd dat een in 1990 gestorven geit mogelijk BSE had. Eerder werd bericht dat BSE was gevonden bij een Franse geit, gestorven in 2002. De ontdekking van het Veterinary Laboratory Agency werd gedaan toen bekeken werd of de methode om scrapie bij schapen te onderscheiden van BSE, ook op geiten zou kunnen worden toegepast. Volgens Chief Veterinary Officer Debby Reynolds moet de ontdekking in de context worden geplaatst: de betreffende geit zou immers blootgesteld kunnen zijn aan met BSE verontreinigd diermeel. Daarnaast kregen schapen en geiten van dit beendermeel veel minder te eten dan runderen, zodat het besmettingsrisico veel lager is. Duizenden onderzoeken van schapenhersenen hebben geen enkele verdenking van BSE-besmetting opgeleverd. Er zijn ongeveer 88.000 geiten in het VK, waaronder 30.000 melkgeiten. Overigens adviseert de FSA mensen niet met het eten van geitenvlees te stoppen.
Japan: consumentenvertrouwen en Amerikaans rundvlees Japan heeft 8 februari in hoofdlijnen ingestemd met het voorstel van de Verenigde Staten om, bij gebrek aan een betrouwbaar I&R-systeem, de leeftijd van runderen te bepalen aan de hand van vleeskwalificaties. Om het inmiddels al ruim een jaar geldende verbod op de invoer van Amerikaans rundvlees op te heffen, had Japan als voorwaarde gesteld dat de VS alleen vlees van runderen jonger dan 20 maanden zouden exporteren. De nieuwe methode is vooralsnog onder voorbehoud erkend. De methode zal verder op nauwkeurigheid worden getest aan de hand van het vlees van dieren die wel binnen een I&R-systeem zijn gemest. Opmerkelijk was de uitspraak van een Japanse functionaris, dat het verder testen kon geschieden door middel van uitgebreider onderzoek voordat de invoer van Amerikaans rundvlees zou worden hervat, of door middel van vervolgstudies na hervatting. Eerdere twijfels over het ‘wetenschappelijke’ karakter van een methode waarbij een keurmeester met het blote oog vlees kwalificeert, lijken dus voorlopig opzij te zijn geschoven. Het woord is nu aan de Nationale Voedselveiligheidscommissie. Zoals te verwachten was hebben de consumentenorganisaties in Japan geschokt gereageerd op het nieuws. De invloedrijke Consumers Union of Japan stuurde onmiddellijk een boze brief naar de ministeries van Landbouw en Volksgezondheid. De organisatie verwijt de ministeries te zijn bezweken voor Amerikaanse druk en dringt aan op bezinning. Bijna gelijktijdig met het (voorlopige) besluit werd het eerste geval van de ziekte van Creutzfeldt-Jacob (vCJD) in Japan bekendgemaakt, hetgeen de onrust onder consumenten heeft versterkt. In schril contrast met dit consumentenverzet staat de nog immer grote populariteit van een bepaald rundvleesgerecht, dat oorspronkelijk van Amerikaans rundvlees wordt bereid. Een restaurantketen, gespecialiseerd in de zogenaamde beef bowls, mocht zich in grote belangstelling verheugen toen het voor één dag het gerecht weer op het menu zette. Het gerecht was bereid met een oude voorraad bevroren Amerikaans rundvlees van vóór het importverbod. Pleitbezorgers van het spoedig opheffen van het invoerverbod grepen de animo aan als bewijs dat de Japanse consument het Amerikaanse rundvlees vertrouwt. Toch is dit misschien een voorbarige conclusie. De Japanse consument is niet homogeen. Jongeren en “salarymen” zijn wellicht zorgelozer dan huisvrouwen en deze laatste groep beschikt over aanmerkelijk meer invloed. De Nationale Voedselveiligheidscommissie zal ruim de tijd nemen voor een advies.
37
Natuur, bos, landschaps- en faunabeheer
Spanje: met uitsterven bedreigde vogels De organisatie SEO/Birdlife is bang dat een honderdtal vogels in Spanje met uitsterven bedreigd wordt. In een rapport dat 9 februari aan de minister van Milieu werd overhandigd staat dat van de 390 vogelsoorten in Spanje er 15 ernstig met uitsterven bedreigd zijn (dat wil zeggen dat er een kans van 50% is dat ze over tien jaar niet meer bestaan), dat 39 soorten in gevaar en 45 soorten kwetsbaar zijn. Het rapport is opgesteld in samenwerking met alle zeventien autonome gewesten; 160 ornithologen hebben eraan bijgedragen. Met name wordt aandacht gevraagd voor de Canarische eilanden, alwaar een kwart van de bedreigde soorten leeft, waarvan 9% alleen op die eilanden voorkomt.
Spanje: lage waterstand in stuwmeren Door het grote gebrek aan regen lopen de stuwmeren niet vol. Het gemiddelde waterniveau van de vijftien grootste stuwmeren in Spanje bedraagt op dit moment slechts 56% van de capaciteit. Er zijn wel grote verschillen: het volste stuwmeer ligt in Baskenland (90%), het minst gevulde in Segura (17%).
Verenigd Koninkrijk: actie tegen illegale vogelvangst Ongeveer 60 politiemensen en 20 inspecteurs van de Royal Society for the Prevention of Cruelty against Animals (RSPCA) hebben een inval gepleegd in een pub in oost-Londen, waarvan zij vermoedden dat daar zich een centrum bevond voor handel in illegaal in het Verenigd Koninkrijk gevangen vogels, in het bijzonder vinken. 14 mensen zijn aangehouden op verdenking van het plegen van wreedheden tegen dieren en op overtreding van de Wildlife and Countryside Act, maar weer op borgtocht vrijgelaten. Tevens werden meer dan 100 vogels (allerlei soorten vinken) in beslag genomen, alsmede materiaal om de beestjes te vangen. Hoewel in gefokte vinken gehandeld mag worden, verkiezen mensen deze vogels in het wild te vangen omdat zij mooiere kleuren zouden hebben en beter zouden zingen. De beestjes brengen tussen de £ 50 en £ 100 (tussen de ¤ 70 en ¤ 140) per stuk op en worden ook geëxporteerd. Volgens de RSPCA legt bij dit soort activiteiten de helft van de beestjes het loodje. Volgens de Londense politie was dit de grootste actie ooit in het Verenigd Koninkrijk.
Verenigd Koninkrijk: achterblijvende rode wouwpopulatie Schotland Er is een kennelijk onderscheid tussen de manier waarop mensen in Schotland en in Engeland omspringen met de rode wouw. Tussen 1989 en 2004 zijn in de Chilternheuvels (vlak ten noorden van Londen) en in Schotland (vlakbij het zeer noordelijk gelegen Inverness) elk 100 rode wouwen uitgezet. In 2004 produceerden in de Chiltern-heuvels tenminste 215 broedparen 383 jongen en in het hoge noorden kwamen 35 broedparen niet verder dan 80 jongen. Volgens de Royal Society for the Protection of Birds (RSPB) is in Schotland ongeveer eenderde deel van rode wouwpopulatie vergiftigd in de beste Victoriaanse traditie, die helaas toen leidde tot het uitsterven van deze roofvogel in het VK. De Scottish Gamekeepers Association geeft toe dat er misschien leden zijn die ten aanzien van de rode wouw het recht
38
in eigen hand nemen, maar deze organisatie wijt het geringe aantal rode wouwen in Schotland vooral aan emigratie, verhongering en aanvallen van grotere roofvogels. Volgens dezelfde organisatie zit er namelijk weinig logica in het vergiftigen van de vogels in het kader van wildbeheer, omdat deze vogels betrekkelijk weinig schade kunnen toebrengen aan het wild in de jachtgebieden. De RSPB meent echter dat er geen sprake is van emigratie van de vogels en heeft dan ook gezworen dat zij de overtreders van de wet, wanneer ook maar enigszins mogelijk, voor de rechter zal slepen.
39
Milieuaangelegenheden
Frankrijk: referendum over genetisch gemodificeerde organismen? In het zuid-west Franse departement Gers (regio Midi-Pyrénées) vinden veel veldproeven met genetisch gemodificeerde maïsrassen plaats. Een actiegroep wil echter een referendum en wordt daarin gesteund door de voorzitter van de 'Conseil Général', de lokale overheid en de UFC-Que Choisir, de grootste consumentenbond. De 'Conseil Général en de actiegroep zijn van mening dat de veldproeven zonder de vereiste, begeleidende evaluatieprocedure en voorzorgsmaatregelen hebben plaats gevonden. Volgens een opinieonderzoek zou 72% van de inwoners van de Gers een teeltverbod op genetisch gemodificeerde organismen wensen. De AGPM, de bond van maïstelers, dreigt in actie te komen als tot een referendum wordt besloten. Volgens de maïstelers is het aan de nationale en niet aan een lokale overheid om een referendum te organiseren over regelingen waartoe op overheidsniveau is besloten. De zuid-Franse akkerbouwcoöperatie VIVADOUR, die samenwerkt met een groot aantal maïsproducenten en graanopslagorganisaties in de regio, meent dat zijn protocol (met betrekking tot logistiek, traceerbaarheid en kwaliteitsgarantie) perfect is afgestemd op het naast elkaar kunnen bestaan van conventionele en ‘genetische’ teelt.
Ierland: nitraatbrief Commissie niet openbaar De minister voor milieuaangelegenheden, Dick Roche, heeft geweigerd de brief van de Europese Commissie over het ontwerp actieprogramma van Ierland in het kader van de implementatie van de Nitraatrichtlijn openbaar te maken. Daarop was aangedrongen vanuit de Dail, de Ierse Tweede Kamer. Roche wilde over de brief alleen kwijt dat de Commissie graag een “versterking” van het ontwerp actieprogramma wilde ten aanzien van de periodes waarin het verboden is mest uit te rijden en de extra opslagcapaciteit. Ook heeft de Commissie laten weten dat zij de derogatie-aanvraag met betrekking tot 170 kilo nitraat per hectare per jaar pas in behandeling neemt als het actieprogramma is goedgekeurd. De weigering tot openbaarmaking van de brief heeft te maken met de lopende inbreukprocedure van de Commissie tegen Ierland over de implementatie van de Nitraatrichtlijn. Vóór 22 maart zal de Ierse regering antwoorden. De voorzitter van de Irish Farmers Association, John Dillon, heeft de regering opgeroepen het ontwerp actieprogramma “op resolute wijze” en “vastberaden” te verdedigen.
40
Biotechnologie
Spanje: stand van zaken transgene gewassen In 2004 is de oppervlakte Bt-maïs in Spanje met 80% gegroeid tot ongeveer 58.200 ha. Van de gewone maïs verdwijnt ongeveer 85% in het veevoer, bij de transgene maïs wordt de gehele oogst door de veevoederindustrie gekocht. Hoewel het gebruik van Bt-maïs op de veevoerverpakkingen moet worden vermeld, is dit nog nergens het geval. Bij levensmiddelen wordt geen transgene maïs gebruikt omdat men hier – uit angst van boycotacties door milieugroepen – de maïsolie heeft vervangen door zonnebloemolie.
41
Diversen
België: Delhaize supermarkten koken voor de klant Een liefhebberij van een aankoper is bij de supermarktketen Delhaize uitgegroeid tot een concept dat in alle vestigingen ingevoerd gaat worden. 160 koks maken in de weekends in 125 Belgische Delhaize-vestigingen eten klaar van ingrediënten die ze uit de rekken halen. De naam die Delhaize aan het concept gaf, Taste It, onderstreept de belangrijkste doelstelling: consumenten de producten ter plekke laten proeven. Het recept staat in het huisblad van het bedrijf. De gebruikte producten worden op deze manier drie tot vijf keer meer verkocht. De recepten worden nu nog onafhankelijk opgesteld, maar men verwacht wel wat druk van de producenten. In de toekomst zullen ongetwijfeld commerciële afspraken gemaakt worden, aldus Delhaize.
Ierland: veiligheid op de boerderij In 2004 zijn in Ierland op de boerderij zestien mensen, waaronder een kind, omgekomen als gevolg van ongelukken met tractoren en andere landbouwwerktuigen. De voornaamste oorzaak was menselijk falen in het omgaan met de machines. Volgens John Browne, staatssecretaris van Landbouw en Voedsel, is het aantal ongevallen op de boerderij gemiddeld hoger dan op andere werkplaatsen, ondanks alle veiligheidsvoorschriften, voorlichting en voortdurende technische verbeteringen van landbouwwerktuigen. Van alle ongevallen tussen 1998 en 2003 had 41% te maken met het beklemd raken onder tractoren of machines; 17% waren verwondingen aan lichaamsdelen die tussen draaiende delen van machines terecht kwamen.
42