k i j k e n
Nieuwsschrift - geknipte inspiratie over en voor het sociaal domein Fris denken & dwars kijken De eigen kracht van mensen en hun organisaties versterken, energie mobiliseren en een gezamenlijke focus ontwikkelen, dat is de missie en kwaliteit van de medewerkers van Vondel & Nassau. Werkend vanuit maatschappelijke betrokkenheid pakken zij - samen met u - organisatie- en samenlevingsvraagstukken pragmatisch en resultaatgerichte aan. Hebt u collega's die de nieuwsflits ook willen ontvangen? Mail dan even uw mailadres naar
[email protected]
Jaargang 3 | Aflevering 45
DWARS
8 december 2015
'Overheid moet niet voorop als schuldeiser'
men zich vaak en hebben veel stress. Ze melden zich meestal pas als het al bijna te laat is. Dan werkt het niet als je een afOverheden brengen burgers vaak verder in de problemen door- spraak kunt maken voor over drie weken.' dat ze preferente schuldeiser zijn. Dat moet anders, vindt Joke Motiveren de Kock van de vereniging voor schuldhulpverlening. Het is volgens De Kock de kunst om mensen die zich melden De overheid moet niet langer als eerste aan de beurt zijn als er gemotiveerd te krijgen en te houden om hun best te doen van schulden worden geïnd bij mensen. Het zogenoemde verreken- de schuld af te komen.
Bron: Vereniging voor Schuldhulpverlening 151202
recht van de overheid moet verdwijnen. Dat recht van gemeenten, de belastingdienst en uitkeringsinstantie UWV om als eerste Kabinet komt pas in 2016 met voorstel kindschuldeiser op te treden, brengt mensen die al diep in de schul- centra Bron: Ministerie van SZW, Kinderopvangtotaal 151201 den zitten alleen maar verder in de problemen. Minister Lodewijk Asscher van SZW en staatssecretaris Sander Dekker van OCW komen pas voorjaar 2016 met concrete voorMacht moet kleiner stellen over de vorming van integrale kindcentra (ikc's). Dat Dat zei voorzitter Joke de Kock van de vereniging voor schuld- schreven zij 27 november aan de Tweede Kamer. hulpverlening en sociaal bankieren NVVK zaterdag. 'De macht van deze overheden moet kleiner', vindt De Kock. 'Ze hebben als De regiegroep Kindcentra 2020 wil dat er snel een wet Primaire preferente schuldeisers voorrang boven anderen zoals de wo- Kindontwikkeling komt. Die moet inhouden dat alle kinderen ningbouwvereniging en het elektriciteitsbedrijf.' Mensen houden naar een kindcentrum gaan, met twee gratis opvangdagen. Asdan geen geld meer over om de huur te betalen en moeten hun scher is enthousiast over dit voorstel, net als de Kamer, maar hij huis uit of ze worden afgesloten van gas, licht en water. vindt het nog te vroeg om dit plan te realiseren. Aldus reageerMinder dominant De Kock, naast NVVK-voorzitter ook manager schuldhulpverlening in de gemeente Tilburg, hoopt dat de politiek met nieuwe wetgeving komt waarin de overheid een minder dominante rol krijgt als schuldeiser. Gemeenten moeten volgens haar bovendien open inloopspreekuren houden om de drempel voor mensen met financiële problemen te verlagen. 'Deze mensen scha-
de Asscher in zijn brief aan de Kamer, als antwoord op de motie van de Kamerleden KeklikYücel (PvdA) en OckjeTellegen (VVD). Asscher meent dat veel ontwikkelingen nog verder uitgekristalliseerd moeten worden voordat de ikc's een feit zijn. Onder meer zijn dat de kwaliteitseisen voor pedagogisch medewerkers, het aantal kinderen per pedagogisch medewerker, een mentor voor elk kind, en het toezicht op de ikc's. Jaargang 3 | aflevering 45 | pagina 1
Alles verandert, zelfs de manier waarop Raadsleden bezorgd over controle zorgtaken Bron: VvR 151202
De auteurs van Grip op Participatiewet hebben een schema ontwikkeld over het recht op bijstand voor een gemeenschapsonderdaan.
Door onder meer complexe samenwerkingsstructuren maken veel gemeenteraadsleden zich zorgen over de mogelijkheden Het schema geeft op een eenvoudige en duidelijke wijze weer om controle uit te oefenen op de nieuwe zorgtaken van de hoe kan worden vastgesteld of een gemeenschapsonderdaan gemeente. recht op bijstand kan hebben. In sommige gevallen kan een gemeenschapsonderdaan namelijk voor bijstand in aanmerDat blijkt uit een enquête van Nieuwsuur. Driekwart van de king komen. ondervraagde 1655 raadsleden uit deze zorg. De enquête is uitgevoerd met de Vereniging van Raadsleden. U kunt het schema downloaden door op onderstaande afbeelding te klikken. Doe er uw voordeel mee. Een voorbeeld uit de regio Haaglanden: ""Zeven van de tien gemeenteraden in onze regio Haaglanden wilden iets veranderen aan de contracten met zorgaanbieders, maar dat kon op korte termijn niet, zo zeiden de wethouders die met elkaar samenwerken in het regioverband. Dat toont aan dat de democratische controle op dit soort afspraken heel erg moeilijk is." In een reactie zegt minister Plasterk dat hij denkt dat regionale samenwerking soms nodig is. "Denk aan regionale milieudiensten, veiligheidsregio's of sociale werkvoorzieningen. Raadsleden hebben eerder het signaal afgegeven dat ze hier meer invloed op willen hebben. Samen met de Vereniging van Griffiers, Raadslid.nu en de VNG heeft BZK daarom de handreiking 'Grip op regionale samenwerking' ter beschikking gesteld. Ook vinden er trainingen plaats. Raadsleden raken zo geïnformeerd over de mogelijkheden tot invloed die er zijn buiten de wettelijke waarborgen (zoals begrotingsbehandeling en mogelijkheid tot informatie vragen) om." Volgens SP Kamerlid Van Raak wordt de democratische controle door de veelheid aan samenwerkingsverbanden alleen al ondoorzichtig.
Schema Recht op bijstand gemeenschapsonderdaan Bron: Grip op Participatiewet 151203
‘Nadruk op generalisten in wijkteam is geen goed idee’ Bron: MEE Nederland 151203 Het moet echt en snel beter in het sociaal domein, vindt Jan de Vries, directeur van MEE Nederland. ‘Die nadruk op generalisten vind ik geen goed idee.’ 'Ik denk dat we ons zo onderhand moeten afvragen of die nadruk op een wijkteam met allemaal generalisten wel zo'n goed idee is', zegt de MEE-directeur in het het decembernummer van Zorg + Welzijn. 'Ik zou liever een generalistisch werkend team zien met daarbinnen voldoende specialistische kennis. Met name de mensen met zwaardere problematiek hebben dat nodig.' Specialistische kennis Bijna een jaar na de roemruchte transitiedatum 1 januari 2015 blijkt Jan de Vries op essentiële punten flinke aarzelingen te hebben bij al te veel lokale vrijheid. Zoals dus bij 'het borgen' van de specialistische kennis van de leden van een wijkteam. Expertise op peil 'Ik vind dat bij de inkoop en inrichting van wijkteams door gemeenten veel te weinig rekening wordt gehouden met dat de expertise van hun wijkteams op peil moet blijven. Waar die expertise verdwijnt, is dat zeer nadelig voor mensen voor wie meedoen toch al niet vanzelfsprekend is.' Eenzaamheid De Vries maakt zich zorgen over de groep die te licht is voor de Wet langdurige zorg (Wlz), maar te zwaar lijkt voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Mensen die door psychosociale problematiek of een verstandelijke beperking in de maatschappelijke opvang terechtkomen, op straat terecht komen of thuis vereenzamen. Deze mensen hebben casemanagement nodig, clientondersteuning, outreachende professionals. Maar dat ziet De Vries te weinig. Hij ziet wel te veel wijkteams die min of meer een nieuw indicatieloket zijn geworden. Jaargang 3 | aflevering 45 | pagina 2
Alles verandert, zelfs de manier waarop Jeugdwet geeft familiegroepsplan een kans
heeft me gesteund. Ze heeft een bijeenkomst met mijn familie georganiseerd. Ook heeft ze alles op papier gezet wat opgeOpinie | door Ulli Fischer 151202 In de nieuwe jeugdwet die op 1 januari 2015 van kracht werd, ruimd moest worden. Mijn familie is komen helpen. Binnen een is vastgelegd dat families het recht hebben om zelf een plan te week was alles opgeruimd. Zo is de uithuisplaatsing van mijn maken wanneer ze te maken krijgen met professionele hulp in kinderen voorkomen." situaties wanneer er zorgen zijn over opgroeien van kinderen, bij echtscheiding, bij langdurige ziekte of wanneer ingrijpen dreigt. Gemeenten hebben een taak dit onder de aandacht te brengen Zo'n familiegroepsplan is erop gericht een eigen plan van aanpak te maken voor problemen en daarbij mensen met wie men zich verbonden weet, familie, vrienden, collega's en buren te betrekken. Zelfredzaamheid wordt als groot goed gezien in de participatiesamenleving. Maar ook het feit dat mensen zelf de regie behouden, wordt met dit recht gestimuleerd. Een plan kan gemaakt worden in samenspraak met hulpverleners, maar kan ook zelfstandig door families worden opgesteld. Waar sprake is van drang of dwang en de veiligheid van kinderen in het geding is, zullen hulpverleners kaders stellen Niet lang daarna zijn de ouders gescheiden en is er opnieuw waar een familiegroepsplan aan moet voldoen. een plan gemaakt voor de nieuwe situatie. Aslan: "Ik heb de relatie beëindigd, omdat het niet goed ging tussen mijn partJeugdbescherming Renée Aslan dacht dat ze het zelf wel aankon. Als moeder van ner en mijn oudste dochter. Hij is alleen de vader van de twee drie kinderen in de leeftijd van 13, 7 en 3 jaar kampt ze met jongste kinderen. Als de kinderen speelden en teveel geluid gezondheidsproblemen. Het jongste kind gaat naar een me- maakten werd hij boos, vooral op de oudste. Ik heb er een disch kinderdagverblijf en lijdt aan epilepsie. Het middelste punt achter gezet. Ik heb gekozen voor mijn kinderen."
kind is geboren met een open gehemelte. Haar partner die een hersenbloeding heeft gehad slaapt in de piepkleine woning in de woonkamer op een matras op de grond. Het lukt de moeder steeds minder goed het huishouden op orde te houden. Totdat de jeugdbescherming over de vloer komt en constateert dat de veiligheid van de kinderen in het geding is, zo ernstig zelfs dat uithuisplaatsing dreigt.
Het netwerk van haar partner, waarmee al jaren geen contact meer was, heeft voor tijdelijke woonruimte gezorgd voor de man. Inmiddels is een eigen woning in een zorginstelling gevonden en ook een omgangsregeling tussen de kinderen en hun vader in het Eigen Plan gemaakt. De Coach houdt nog contact om de uitvoering van het plan te stimuleren. Aslan: "Eens in de zes weken om bij de voortgangsgesprekken te zijn. De jeugdbescherming schakelt Eigen Plan in en brengt de Dat vind ik prettig. Ook kan ik haar altijd bellen als ik wil overmoeder in contact met een van hun coaches. Aslan: "De coach leggen."
Familiegroepsplan "Een familiegroepsplan, gemaakt door gezinnen zelf en niet over hun hoofden heen of door een ander ingevuld, werkt het beste leert de ervaring", aldus Monique Bontje, directeur van Eigen Plan. Ze legt uit: "De Eigen Plan-coach is neutraal en draagt zelf geen oplossingen aan. Hij coacht op het communicatieproces en kan een schakel vormen tussen het gezin, diens netwerk en de hulpverleners. Daarmee wordt de eigen kracht van mensen gestimuleerd, het nemen van verantwoordelijkheid voor problemen en het zoeken naar eigen oplossingen. Coaches vragen wat nodig is en sluiten daarbij aan. Ze werken oplossings- en toekomstgericht. Ze focussen op maatwerk en proberen het maximale te bereiken met niet meer middelen dan nodig zijn." De stichting werkt met gezinnen en hulpverleners, in verschillende regio's in Noord- en Zuid Holland. Bontje: "We willen inspireren en stimuleren dat er op een andere manier gedacht wordt over de kracht van families en hun netwerk. We bieden ook coachingstrajecten aan voor hulpverleners om het werken met een familiegroepsplan goed vorm te geven." Gemeenten hebben een taak Er is nog wel een weg te gaan want veel hulpverleners en burgers zijn nog niet op de hoogte van het recht op een familiegroepsplan en de voordelen van een plan gedragen door het netwerk. Eigen Plan roept dan ook gemeenten op om meer bekendheid aan dit nieuwe recht te geven. Auteur Ulli Fischer is Coach bij Eigen Plan, een aanbieder die coaching biedt bij het tot stand komen van familiegroepsplannen. De stichting met ANBI-status werkt op basis van het Nieuw Zeelandse Family Group Conferencing besluitvormingsmodel. Hiermee is in Nederland al ruim 15 jaar ervaring opgedaan.
Jaargang 3 | aflevering 45 | pagina 3
Alles verandert, zelfs de manier waarop Yvonne Beishuizen nieuwe directeur Reik
ningen (AVAG).
Bron: Persbericht 151202
Yvonne Beishuizen (50 jaar) uit Eelde volgt op 1 januari Attie Opleidingen en zorginstellingen slaan hande Graaf op als directeur van Reik. Na positieve adviezen van den ineen voor zorgvragen van de toekomst het MT van Reik, de OR en de Centrale Clientenraad (CCR) is zij Bron: Nieuwsbericht Rijksoverheid 151202 door de RvB benoemd als interim directeur voor in eerste in- Aan minister Edith Schippers (VWS), minister Jet Bussemaker stantie een jaar. (OCW) en staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) zijn vandaag de eerste vijf regionale actieagenda’s van het Zorgpact gepreYvonne Beishuizen heeft de afgelopen jaren vanuit verschillen- senteerd. Bijvoorbeeld in de regio Midden Nederland slaan de rollen direct te maken gehad met de transitie in de jeugd- opleidingen en zorginstellingen de handen ineen om helder te zorg. Zij is dan ook goed ingevoerd binnen die jeugdzorg. Ze krijgen wat de impact is van e-health, domotica, en robotica op zal zich met enthousiasme inzetten voor de doelgroep van de opleiding die zorgprofessionals nodig hebben voor hun Reik; mensen met een licht verstandelijke beperking. dagelijkse werk. Regio Noord besteedt veel aandacht aan de mogelijkheden om goede ervaren medewerkers voor de zorg Vanuit haar functie als divisiemanager bij de GGD Groningen te behouden. was Yvonne Beishuizen direct verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg en de openbare geestelijke gezondheidszorg Minister Schippers: “Met steeds meer ziektes kan je oud wor(OGGz) in de provincie Groningen. Ze nam deel aan diverse den, zelfredzaam zijn en gewoon thuis blijven wonen. Vaak stuurgroepen rond de transitie van de jeugd(gezondheids)zorg met behulp van nieuwe technieken. Dat betekent dat je de op regionaal, bovenregionaal en landelijk niveau. Als project- zorg anders organiseert rondom mensen en dat je zorgverleleider was ze verantwoordelijk voor de overname van de me- ners anders opleidt. Het is goed te zien dat instellingen hier dewerkers Toegang van Bureau Jeugdzorg Groningen. actief mee aan de slag zijn” Binnen een van die stuurgroepen was er ook direct contact met Reik. Samen met Attie de Graaf maakte Yvonne Beishuizen deel uit van de kerngroep Zorginstellingen die gemeenten in Groningen, vanuit de visie van zorgaanbieders, adviseerden over de inkoop van (gespecialiseerde) jeugdzorg. Zij is gewend te werken in een dynamische complexe omgeving met veel partijen en veel belangen. Daar voelt ze zich thuis. Management, zorg en het hoger beroepsonderwijs zijn de domeinen waar ze haar roots heeft liggen. De oorspronkelijk als fysiotherapeut en bewegingswetenschapper opgeleide Yvonne Beishuizen is lange tijd als docent en manager verbonden geweest aan de Hanze Hogeschool Groningen. Van 2006 tot 2011 was ze als directeur ad interim direct betrokken bij de oprichting van de Academie Verloskunde Amsterdam en Gro-
Minister Bussemaker: “Het onderwijs leidt jongeren op voor beroepen die nog niet bestaan. Dat geldt voor de zorg misschien nog wel meer dan in andere sectoren, met de vergrijzing voor de boeg en de ongekende mogelijkheden die nieuwe technieken en ontdekkingen bieden. Daarom is het van cruciaal belang dat opleidingen nauw samenwerken met de beroepspraktijk, om de uitdagingen van morgen en overmorgen aan te kunnen."
Het Zorgpact – met Doekle Terpstra als aanjager – is op initiatief van het kabinet ingesteld om de samenwerking tussen zorgopleidingen, zorginstellingen en lokale overheden te ondersteunen, met het doel om opleidingen voor zorgprofessionals klaar te stomen voor de toekomst. Het Zorgpact sluit aan bij regionale initiatieven en faciliteert de versterking daarvan. Doel is dat alle werkers in de zorg goed zijn voorbereid op onder andere complexere zorgvragen, technologische en demografische ontwikkelingen en een toenemende rol van mantelzorgers en familieleden.
Wim Sijstermans benoemd tot lid Raad van Bestuur NZa Bron: Rijksoverheid 151204 Wim Sijstermans is benoemd tot lid Raad van Bestuur bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Met ingang van 1 januari 2016 zal hij de portefeuille ICT en Bedrijfsvoering voor zijn rekening nemen. Minister Edith Schippers (VWS) heeft hem benoemd voor een periode van vier jaar, die tweemaal verlengd kan worden. Sijstermans (56) was van 2013 tot 2015 Chief Technology Officer Rijk met de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling, implementatie en instandhouding van een visie op het technologie aanbod voor de (generieke) ICT van de Rijksoverheid. In die periode was hij de oprichter en voorzitter van de CTORaad. De CTO-Raad is verantwoordelijk voor de keuzes en regievoering op de pro-actieve vernieuwing van het dienstenaanbod voor de (generieke) ICT van de Rijksoverheid. Daarvoor was hij o.a. Chief Information Officer van de Belastingdienst, Schiphol-Group en Sony Nederland en werkzaam bij Shell als Global IT Audit manager. Op dit moment is hij waarnemend directeur bij het Informatie Service Centrum (ISC) en Chief Information Officer a.i. bij de NZa.
Staatssecretaris Van Rijn: “Wat cliënten en mantelzorgers verwachten van de zorg en de professionals in de zorg verandert continu. Daarom is het heel belangrijk dat er vanuit de dage- De NZa is de organisatie die toezicht houdt op zorgaanbieders lijkse praktijk heel nauw contact is met opleidingen, zodat die en zorgverzekeraars en de tarieven in de zorg vaststelt. De NZa ook continue veranderen en verbeteren. Vanuit het Zorgpact heeft ongeveer 400 medewerkers en is gevestigd in Utrecht. worden daar elke dag mooie stappen in gezet.” Jaargang 3 | aflevering 45 | pagina 4
Alles verandert, zelfs de manier waarop Uitslag vijfde meting Monitor Sociaal Domein: plussen en minnen Bron: VGN 151202 De gehandicaptensector heeft bijna een jaar na de transities nog volop te maken met de gevolgen van de stelselherziening, zowel in positieve als in negatieve zin. Dat valt op te maken uit de resultaten van de vijfde meting van de Monitor Sociaal Domein. Er is enige rust ontstaan doordat gemeenten en aanbieders elkaar beter hebben leren kennen en beter op elkaar zijn ingespeeld. Daar staat tegenover dat in de gemaakte afspraken de ‘basis’ op een aantal punten nog niet op orde is. Na zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve meting – het volledige rapport met de geïntegreerde uitkomsten treft u als bijlage - kunnen op hoofdlijnen drie conclusies worden getrokken uit de onderzoeksresultaten. Veel extra inzet Een derde van de zorgaanbieders geeft aan verbeteringen te zien waar het gaat om gegevensuitwisseling, facturatie en declaratie. Toch blijft dit, samen met de verschillen in kwaliteitseisen, een groot knelpunt. De administratieve lasten leiden bij alle zorgaanbieders tot veel extra inzet van medewerkers ten opzichte van 2014. Bij een derde van de respondenten zelfs tot een verdubbeling. Waar aanbieders en gemeenten investeren in de opbouw van een werkrelatie (vaste contactpersonen, bij elkaar over de vloer komen, afstemmen werkprocessen), nemen de administratieve lasten eerder af.
Lager budget Twee derde van de aanbieders verwacht een korting op tarieven van nul tot tien procent. Een ruime meerderheid verwacht in 2016 zowel binnen de Wmo als de Jeugdwet een lager budget dan in 2015. Een derde van de aanbieders verwacht dat de budgetten zowel binnen de Wmo als de Jeugdwet onvoldoende zijn om bestaande cliënten te bedienen. Voor nieuwe cliënten verwacht bijna de helft van de aanbieders onvoldoende budget in de Jeugdwet beschikbaar te hebben tegen veertig procent van de aanbieders in de Wmo.
op grond van de verordening, recht op had.
Wij zijn op weg naar een wereld waarin mensen uit een wijkteam onderzoeken wat iemand nodig heeft: Van formulieren met kleine lettertjes naar keukentafelgesprekken. Na 1 januari 2015 erkennen we dat elke vraag anders is en dus ook om een ander antwoord vraagt. Maar makkelijk is dat niet. Maatwerk is de nieuwe norm maar in onze wereld van kadernota’s, indicaties en verordeningen bestaat maatwerk niet. Sterker nog, maatwerk noemen we precedenten en dat is bestuurlijk vloeken in het gemeentehuis. En zo zijn we feitelijk bezig de bureaucratie opnieuw uit te vinden. De drie decentralisaties vragen om dit omdenken. Berthold Gunster bedacht deze term, De kortingen op budgetten en de admini- die staat voor het van een probleem een feit maken en daarstratieve lasten die elk contract kenmerken, mee een nieuwe mogelijkheid te creëren. leiden ertoe dat aanbieders zich gedwongen voelen om keuzes te maken tussen de gemeenten waarmee zij een nieuw con- Een concreet voorbeeld daarvan uit de praktijk van een sociaal tract willen aangaan. wijkteam. Een vrouw, voormalig sekswerker en drugsgebruiker, met een langdurig GGZ verleden. Staat nu weer stabiel op haar Onvoldoende kennis voeten, op het punt om een participatiebaan te beginnen in Hoewel de toegang en toeleiding iets zijn verbeterd, is er nog een verzorgingshuis. Een resultaat dat alleen bereikt kon worsteeds onvoldoende kennis bij gemeenten over de doelgroep. den met veel investering van tijd, energie en middelen. Het Door dit knelpunt krijgen cliënten geen indicatie op maat. sociaal wijkteam als verbinder van een reeks van instellingen en regelingen. Bijna is alles rond, en dan opeens een kink in de De VGN neemt deze knelpunten mee in de voorbereiding op kabel. Een nog openstaande zwart-rijden-boete van zeven jaar het kamerdebat van aanstaande woensdag 2 december over geleden blokkeert de noodzakelijk schuldhulp. Hoe geven wij de voortgangsrapportage van de staatssecretaris. het wijkteam de ruimte om te kiezen voor een hanteerbare oplossing? Alleen met omdenken kan uit deze impasse worden Bijlage(n) gekomen. DH-2511-4695 Rapport Monitor Sociaal Domein vijfde meting 20151126 (1) (3).pdf In de nieuwe wereld van het sociale domein geldt N=1. Elke vraag is anders. De drie decentralisaties nodigen professionals uit nieuwe mogelijkheden te creëren door om te denken. ReleOmdenken vante zaken meer in de eigen invloedssfeer te trekken. En Blog | door Han Noten 151203 daarbij gaat het niet om te doen wat mogelijk is, maar om We zijn een wereldreis aan het maken in het sociale domein. mogelijk te maken wat nodig is.
Aanbieders maken zich met name zorgen over de verantwoording over 2015. Dit komt door onduidelijkheid over de eisen die gemeenten stellen. Aanbieders vragen zich af hoe (strikt) zij uiteindelijk afgerekend gaan worden. Er bestaat dan ook vrees We zijn vertrokken uit een wereld waarin we op basis van indicaties – per wet - exact vaststelden waar een individuele cliënt, Han Noten over de eventuele consequenties van verantwoording.
Jaargang 3 | aflevering 45 | pagina 5
Alles verandert, zelfs de manier waarop Oplossing voor huisvestingsproblematiek AZC's in strijd met kostendelersnorm in Participatiewet? De kostendelersnorm in de bijstand en het zelfzorgarrangement voor vergunninghouders
Bron: Schunlinck 151203 | door mr. Nancy Schroeten , juridisch vakredacteur Werk en Inkomen bij Schulinck. Staatssecretaris Klijnsma roept in de tweede Verzamelbrief van 2015 gemeenten op om de kostendelersnorm niet toe toe passen in situaties waarbij personen tijdelijk bij bijstandsgerechtigden inwonen. Dit kan volgens Klijnsma van toepassing zijn op vergunninghouders die tijdelijk bij familie of vrienden verblijven op basis van het zelfzorgarrangement (zza). Vergunninghouders kunnen vrijwillig gebruik maken van deze regeling en zien daarmee af van tijdelijk verblijf in AZC's. Zolang deze personen tijdelijk bij een bijstandsgerechtigde verblijven, zouden ze volgens Klijnsma niet hoeven mee te tellen voor de berekening van de kostendelersnorm. Een nobele gedachte om de huisvestingsproblematiek bij AZC's te verminderen, die juridisch gezien wel strijd kan opleveren met de kostendelersnorm in de Participatiewet. Het zelfzorgarrangement (zza) als oplossing voor de huisvestingsproblematiek Het zza is in het leven geroepen om snellere doorstroom vanuit het AZC naar reguliere huisvesting binnen gemeenten mogelijk te maken. De vergunninghouders kunnen tijdelijk bij familie of vrienden verblijven totdat een eigen adres binnen de gemeente is gevonden. Op deze manier komen sneller plekken vrij in de AZC's om nieuwe vluchtelingen op te vangen. Volgens Klijnsma ontvangen vergunninghouders een kleine financiële vergoeding om zelf te voorzien in hun onderdak. De vergunninghouders krijgen in ruil voor een bed in het AZC een extra financiële toelage, bovenop hun wekelijkse toelage. De wekelijkse toelage kan variëren in enkele tientallen euro's per week, afhankelijk van de grootte van het gezin.[1] De financiële vergoeding
Vergunninghouders die gebruik maken van het zza ontvangen naast de wekelijkse toelage, een extra vergoeding van minimaal € 100,00 per week voor een alleenstaande, met een maximum van € 150,00 per week per gezinsverband[2]. Naast de gewone wekelijkse toelage en deze extra financiële vergoeding, blijven de vergunninghouders verzekerd tegen ziektenkosten via het COA. Hoewel Klijnsma in de Verzamelbrief aangeeft dat het om een kleine financiële vergoeding zou gaan, blijkt dus dat deze vergunninghouders naast de wekelijkse toelage, minimaal € 400,00 per maand vanwege het zza ontvangen. Als deze vergunningshouders bij familie of vrienden verblijven die een bijstandsuitkering ontvangen, is het dan niet in strijd met artikel 22a Participatiewet om geen kostendelersnorm toe te passen? Feitelijk maken deze kostendelers (al dan niet tijdelijk) deel uit van het huishouden van de bijstandsgerechtigde en feitelijk kunnen ze zeer waarschijnlijk ook enige financiële bijdrage leveren in de kosten van het huishouden. Ze ontvangen deze extra bijdrage immers om in hun onderdak te voorzien. De wetgever heeft juist de kostendelersnorm ingevoerd, zodat rekening kan worden gehouden met het hebben van schaalvoordelen van het delen van de kosten binnen één huishouden. Hierbij gaat de kostendelersnorm uit van de fictie dat kosten gedeeld zouden kunnen worden, ongeacht of ook feitelijk kosten gedeeld worden. Gelet op deze uitleg zou het vreemd zijn om bij situaties van verblijf op basis van het zza af te wijken door de vergunninghouder niet als kostendeler aan te merken.
Het niet toepassen van de kostendelersnorm bij tijdelijk verblijf? Volgens Klijnsma is de duur van het verblijf bij een bijstandsgerechtigde van belang voor de beoordeling of de kostendelersnorm moet worden toegepast. Als er sprake is van duurzaam verblijf, dient de hoogte van de bijstandsnorm te worden aangepast. Als een persoon tijdelijk bij een bijstandsgerechtigde verblijft, zoals bijvoorbeeld het verblijf op basis van het zza, hoeft de persoon niet te worden meegeteld voor de berekening van de kostendelersnorm. Volgens Klijnsma dienen gemeenten op basis van concrete feiten en omstandigheden van
het individuele geval vast te stellen dat het gaat om tijdelijk verblijf. Er is volgens haar geen sprake van een categoriale ontheffing van de kostendelersnorm. Hoofdverblijf is feitelijk verblijf in de bijstand Naar de letterlijke wettekst van artikel 22a lid 1 Participatiewet dient de kostendelersnorm te worden toegepast indien de belanghebbende met één of meer meerderjarige personen in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft. Dit is nu net waar de schoen wringt: volgens vaste jurisprudentie wordt het hoofdverblijf voor de bijstand namelijk bepaald daar waar een belanghebbende zijn feitelijk verblijf heeft. Vergunninghouders die op basis van het zza bij een bijstandsgerechtigde verblijven, hebben in principe op dat moment nergens anders hun hoofdverblijf, ongeacht of het gaat om een tijdelijk verblijf. Zij hebben dan feitelijk het hoofdverblijf bij bijvoorbeeld familieleden of vrienden. Hoewel Klijnsma de beoordeling of het verblijf duurzaam of tijdelijk is bij de bijstandsgerechtigde als maatstaf aangrijpt, gaat zij hier dus volledig voorbij aan de vaste uitleg van het hoofdverblijf in de bijstand. Wel of niet toepassen van de kostendelersnorm? Mijn advies aan gemeenten is om per individuele situatie te beoordelen of de kostendelersnorm moet worden toegepast. Hierbij kunnen maar twee wegen bewandeld worden: wel óf geen toepassing geven aan de kostendelersnorm. Gemeenten die besluiten om naar aanleiding van de oproep van Klijnsma geen toepassing te geven aan de kostendelersnorm, kunnen bekijken of in individuele situaties toch bijzondere omstandigheden aanwezig zijn om de uitkering lager af te stemmen met toepassing van artikel 18 lid 1 Participatiewet. Gemeenten die besluiten om de kostendelersnorm wel toe te passen, doen dit met de motivering dat ook feitelijk kosten gedeeld kunnen worden met de vergunninghouder, die verblijf heeft op basis van het zza. De duur van het verblijf is daarbij niet relevant, nu de vergunninghouder op dat moment het feitelijk hoofdverblijf bij de bijstandsgerechtigde heeft. Uiteraard dient hierbij altijd de individuele situatie als uitgangspunt te worden genomen. Jaargang 3 | aflevering 45 | pagina 6
Alles verandert, zelfs de manier waarop Hulpverlening rond vechtscheidingen moet indringender Blog | door Hans du Prie 151203 Rotterdam gaat een ‘apk’ inzetten bij scheidingen om te voorkomen dat een scheiding uitmondt in een vechtscheiding. Een mooi en noodzakelijk initiatief, omdat ik twijfel of de hulpverlening die wordt ingezet om kinderen in complexe scheidingsconflicten te ondersteunen, wel effectief genoeg is. Steeds vaker hoor ik van medewerkers dat ze onderdeel worden van de strijd. Dat ze door ouders worden geschoffeerd of bedreigd. Vechthulpverlening wordt zo steeds meer onderdeel van het probleem. Met het kind als de grote verliezer. Een ingewikkeld scheidingsproces, een vechtscheiding, komt ergens uit voort. Een vechtscheiding wordt vaak voorafgegaan door een vechtrelatie. Een relatie waarin kinderen leren dat ongegeneerd ruziemaken de normale omgangsvorm is. Dat is niet het warme, veilige nest wat ouders voor ogen hadden aan het begin van de relatie. Ouders zouden zich moeten schamen dat ze zo met zichzelf bezig zijn. Vaak escaleert de situatie zo dat ze totaal niet meer bezig zijn met de opvoedersrol. Het vechten, het gelijk halen, wordt de norm.
nu massaal inzetten, langzaamaan onderdeel wordt van het gevecht. Het gaat steeds meer om de rapportages, om het juridische gedeelte. Vreemd is dat de hulpverlening ter verantwoording wordt geroepen omdat er hardop wordt afgevraagd of ze wel onpartijdig zijn, terwijl dat waar het om gaat: de jeugdhulp die we het kind willen bieden, juist in de knel komt. Dit leidt in sommige gevallen tot oeverloze discussies met ouders of zelfs tot bedreigende situaties. Dat is naar mijn idee te voorkomen door eerder en anders in te grijpen. Ik denk dan ook dat de hulpverlening effectiever kan. Het mag naar mijn mening veel indringender. We laten ons in de zorg vaak nog teveel leiden door de reddersgeest. Terwijl we het lef moeten hebben om nog meer de confrontatie aan te gaan met ouders. Alleen dan stellen we het kind echt centraal. Dat betekent: een strengere selectie en een individuele training van ouders, voordat ze het traject ingaan.
Confronteer ouders door hardop te vragen: denk jij dat je jouw opgekropte frustraties een plek kan geven? Durf jij de andere ouder te vergeven? Durf je in de spiegel te kijken, en te werken aan jouw aandeel in de situatie en gecoacht te worden? Dan gaan we met jou het traject aan. Zo niet, dan is het de vraag of het zinvol is en wordt het een kwetsbare en kostbare zaak. Maar dat betekent dan ook dat we als hulpverleners en jeugdhulporganisaties, eerder de Raad voor de Kinderbescherming inschakelen. Omdat die complexe situatie waarin ouders zich De psychiater Gordon Livingston verwoordt het in zijn boek bevinden, gewoonweg te schadelijk is voor de ontwikkeling ‘Gewoon blijven dansen’ heel mooi: van kinderen. “Een mislukt huwelijk is als een slechte maaltijd: te weinig van wat we willen en te veel van waaraan we een hekel hebben. Hans de Prie Dan volgt de bittere scheiding, waarbij mensen worden ingehuurd om een juridische strijd uit te vechten die niemand wint…Dat er in dit hele pijnlijke proces niet veel geleerd wordt, Goed of fout? ‘Mensen met psychose zijn blijkt uit het feit dat tweede huwelijken een hogere kans van gevaarlijk’ en andere stigma’s mislukken hebben dan eerste.” Bron: GGz nieuws 151204 Ervaring uit de praktijk leert dat kostbare hulpverlening die we Er bestaan heel wat vooroordelen over mensen met een psy-
chose. Gebrek aan kennis stigmatiseert de slachtoffers. Het Belgische blad Knack zet een aantal stellingen op een rij. Aan u de vraag is deze stelling goed of fout? 1. Een psychose wordt gekenmerkt door wanen, hallucinaties, stemmingswisselingen, paranoia en vaak agitatie. Juist: Een persoon die een psychose doormaakt, kan nog moeilijk een onderscheid maken tussen wat van buitenaf komt en wat zich in zijn innerlijke beleving afspeelt. Dat leidt tot verwarrend denken en handelen. 2. Mensen die een psychose doormaken zijn onvoorspelbaar en gevaarlijk. Fout: Mensen met een psychose zijn veel vaker slachtoffer van geweld dan dader. 3. Een eerste psychose manifesteert zich meestal op jonge leeftijd. Juist: Gewoonlijk tussen 16 en 35 jaar. 4. Psychosegevoeligheid zit in de genen. Fout: Genetische voorbeschiktheid en familiale aanleg spelen een veel beperktere rol dan aanvankelijk. 5. Eén op de 4 mensen heeft, vaak zonder het te weten, al eens psychotische verschijnselen gehad. Juist: Bijvoorbeeld ervan overtuigd zijn dat je je baby hebt horen huilen, terwijl die rustig ligt te slapen. Stemmen horen die er niet zijn, is een veel voorkomend verschijnsel bij psychose. 6. Psychosegevoeligheid is een synoniem voor schizofrenie. Juist: Van de term schizofrenie wil men af, omdat die zo negatief beladen is. Psychosegevoeligheid is een minder beladen alternatief, maar gaat wel veel ruimer dan schizofrenie. 7. Wie een psychose doormaakt, voelt zich veelal ongenaakbaar en superieur. Fout: Integendeel, een psychose gaat zeer vaak gepaard met heftige angst. Jaargang 3 | aflevering 45 | pagina 7
Alles verandert, zelfs de manier waarop Mirjam Sterk nieuwe directeur van MEE NL
samenleving. Meedoen is een mensenrecht.”
Bron: Mee Nederland 151203
Mirjam Sterk wordt per 1 januari 2016 de nieuwe directeur van MEE Nederland is de landelijke branchevereniging van 20 regionale MEE-organisaties en zal per 1 januari 2016 verder gaan de coöperatieve vereniging MEE NL. als de coöperatieve vereniging MEE NL. MEE NL gaat door met het ondersteunen van mensen met een beperking en hun netSterk volgt Jan de Vries op, die na ruim 5 jaar MEE verlaat. werk op alle levensgebieden en in alle levensfasen. MEE NL wil Cees van der Wal, sinds kort voorzitter van de coöperatieve de kennis en expertise van de MEE-organisaties in de regio, vereniging MEE NL: “Mirjam Sterk beschikt over een actueel versterken en delen met andere organisaties, gemeenten en netwerk in bestuur, politiek en bedrijfsleven. Haar hart voor de overige opdrachtgevers. Zo zorgt MEE NL er voor dat mensen publieke zaak, haar strategische kennis en haar bestuurlijke met een beperking naar vermogen kunnen meedoen in de ervaring zullen ons helpen nu de cliëntondersteuning voor samenleving.
Ombudsman onderzoekt gemeenten en eigen bijdrage inwoners Wmo
mensen met een beperking aan verandering onderhevig is. We zien er naar uit om met haar nieuwe wegen in te slaan.”
Bron: Ombudsman 151203
Mirjam Sterk (1973) was tot 2012 ruim 10 jaar lid van de Tweede Kamer voor het CDA. Voor de fractie was zij woordvoerder op thema’s als integratie, migratie en de Sociale Zekerheid. De laatste jaren was zij tevens vicefractievoorzitter. Ze studeerde Godgeleerdheid in Utrecht en Amsterdam. Na de Kamerperiode werd zij Ambassadeur aanpak Jeugdwerkloosheid en werkte zij als programmamaker en presentator voor de IKON. Momenteel houdt zij zich als vicevoorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid bezig met integriteitsvraagstukken.
De Nationale ombudsman onderzoekt de manier waarop gemeenten informatie geven over de eigen bijdrage als mensen een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zoals huishoudelijke hulp. Hij vraagt de bijna driehonderd gemeenten waar hij gemeentelijke ombudsman voor is, onder andere of en op welke manier zij hun inwoners tijdens het keukentafelgesprek informeren over de eigen bijdrage. De ombudsman ontving zelf en via belangenvereniging Per Saldo honderden signalen van mensen die zich overvallen voelen door de hoogte van de eigen bijdrage. Burgers klagen dat zij niet of nauwelijks zijn geïnformeerd over de hoogte van de eigen bijdrage. Het CAK int deze eigen bijdrage onder meer op basis van de door de gemeente aangeleverde gegevens en de inkomensgegevens van de Belastingdienst. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van de persoonlijke situatie van de aanvrager, maar ook van het beleid van de gemeente. De ontvangen signalen baren de ombudsman zorgen en daarom heeft hij de gemeenten vragen gesteld over de informatieverstrekking aan de burger hieromtrent. Hij verwacht zijn onderzoek in het voorjaar van 2016 af te ronden.
Wonen in zelfde buurt beste voor kind en co-ouders Bron: Universiteit van Amsterdam 151201 Ouders die na hun scheiding kiezen voor co-ouderschap, doen er goed aan dicht bij elkaar te blijven wonen. Dat concludeert Wilma Bakker uit onderzoek waar zij 10 december op promoveert aan de Universiteit van Amsterdam.
Een korte afstand tussen de woningen maakt het voor ouders makkelijker betrokken te blijven bij hun kind. Bakker deed onderzoek naar de woonsituatie van gescheiden ouders en hun kinderen en naar hoe ze het dagelijks leven organiseren. Daarbij vergeleek ze het co-oudergezin, waarin de kinderen ongeveer evenveel bij beide ouders wonen, met het zogenaamde “Ik ben geraakt door de passie van de medewerkers van MEE moedergezin, waarin de kinderen bij hun moeder wonen. om mensen met een beperking in hun kracht te zetten en hun plek in de samenleving te vinden”, zegt Mirjam Sterk over het Van de Nederlandse kinderen met gescheiden ouders woont werk voor MEE NL. “Er is veel in beweging in het veld waar 27 procent in een co-oudergezin. Bakker maakte voor haar MEE werkzaam is; de WMO en de Wet Langdurige Zorg vragen onderzoek onder meer gebruik van gegevens uit de Netherom een ondernemende vereniging. Tegelijkertijd zijn er ook lands Kinship Panel Study (NKPS) en hield 35 diepte-interviews veel kansen om op het terrein van sport en arbeid nieuwe ver- met gescheiden ouders. Het onderzoek van Bakker richtte zich bindingen te maken met bijvoorbeeld werkgeversorganisaties slechts op één ouder, gelijk ook de grootste beperking van het in hun 100.000 banenplan voor mensen met een arbeidsbeper- onderzoek. Ze pleit voor nader onderzoek waarin de ervarinking. Voor mij is het daarom een grote uitdaging en voorrecht gen van beide ouders en de kinderen aan bod komen. mede vorm te mogen geven aan de nieuwe toekomst voor MEE. En samen te werken met onze leden aan een inclusieve Jaargang 3 | aflevering 45 | pagina 8
Alles verandert, zelfs de manier waarop Van Rijn dicteert gemeenten eerlijke thuiszorgtarieven Bron: VWS 151203
Basistarief De SP drong opnieuw aan op een basistarief voor huishoudelijke hulp en vindt dat cliënten moeten kunnen rekenen op Gemeenten moeten zorgaanbieders eerlijke tarieven betalen, ‘hun vertrouwde gezicht’, ook na een faillissement. ‘Ik durf niet om te voorkomen dat de arbeidsvoorwaarden van thuiszorgtoe te zeggen dat er niks zal veranderen,’ aldus Van Rijn. Het medewerkers verslechteren. hangt er volgens hem vanaf hangt of er in juridische zin sprake is van een ‘overgang’, als andere aanbieders de taken overneGemeenten moeten zorgaanbieders eerlijke tarieven betalen, men van het bij 40.000 cliënten werkende TSN. om te voorkomen dat de arbeidsvoorwaarden van thuiszorgmedewerkers verslechteren. Winstwaarschuwing Volgens CDALaatste dubbeltje woordvoerster Mona KeijPartijen dienen zich te houden aan de Code zer is het wachten op de voor Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisvolgende instelling die in ondersteuning, zegt staatssecretaris Martin de problemen komt. Met van Rijn van VWS. Leven ze die niet na, dan de dagbesteding en begeis hij bereid ze te dwingen. Volgens hem leiding en aanbieders van bevatten cao’s voldoende wettelijke waarspeciaal vervoer gaat het borgen, maar hij erkent dat sommige gevolgens haar dezelfde kant meenten gaan voor het laatste dubbeltje, op als met de huishoudelijwaardoor zorgaanbieders onder het cao-loon willen duiken. ke hulp. Een brandbrief van brancheorganisatie BTN moet volDe code die tot stand kwam onder leiding van Doekle Terpstra gens haar worden gezien als ‘een winstwaarschuwing’. BTN van de Transitiecommissie Sociaal Domein, wordt in gemeenzegt signalen te krijgen van leden dat gemeenten onvoldoenteland slecht nageleefd, benadrukken Kamerleden. ‘Ik ben bede beseffen wat begeleiding inhoudt en hoe de kosten zich reid de vrijblijvendheid er vanaf te halen. Als daar wet- en reverhouden ten opzichte van de baten. ‘Ook hier komen de gelgeving voor nodig is, zal ik het niet nalaten,’ beloofde Van tarieven onder druk te staan.’ Rijn woensdag tijdens een debat over de Wmo en de langdurige zorg. Motie van wantrouwen Tijdens het debat kondigde de SP nog nét niet aan dat de verTSN-debâcle trouwenskwestie gesteld zou worden. Maar Siderius liet doorHoewel de Tweede Kamer aanstaande dinsdag een apart deschemeren een motie van wantrouwen jegens de staatssecrebat wijdt aan de in surséance van betaling verkerende thuistaris al in de achterzak te hebben. Zij eiste deze week nog een zorggigant TSN, werd het debat van woensdag sterk gekleurd algemeen overleg, mét stemming. Eerder suggereerde Siderius door het dreigende faillissement van deze organisatie. Volgens dat er op het ministerie reddingsplannen voor TSN klaarliggen. SP-portefeuillehouder Tjitske Siderius fungeerde TSN als ‘de In een kort voor het debat verstuurde Kamerbrief ontkent Van stofzuiger’ van het systeem, als partij die andere omgevallen Rijn dat. ‘Staatssteun voor TSN kan nooit de uitkomst zijn’, thuiszorgorganisaties overnam. Gaat TSN failliet, dan mag volschrijft hij. In samenwerking met de VNG is een handreiking gens Siderius door de partij die de activiteiten overneemt niet opgesteld over wat gemeenten moeten doen om de zorgconworden getornd aan de arbeidsvoorwaarden van thuiszorgers. tinuïteit te regelen, als een zorgaanbieder omvalt. Verder over-
legt de PvdA-bewindsman met de vakbonden over ‘een nieuw arbeidsmarktperspectief voor de thuiszorg’. Gebrekkige communicatie Een ander onderwerp waar Van Rijn over aan de tand gevoeld werd, is de gebrekkige manier waarop gemeenten hun inwoners informeren over de Wmo-uitvoering. Dit onder meer naar aanleiding van een woensdag gepubliceerd rapport van seniorenorganisatie ANBO, dat de communicatie bij 80 gemeenten over de Wmo onderzocht. ‘Een dikke onvoldoende’ heeft de ouderenorganisatie er voor over. Onderzoek van de persoonlijke situatie van zorgvragers staat vaak niet centraal. Gemeenten werken vaak met standaardbrieven over huishoudelijke hulp, in ondoorgrondelijke taal soms. Vaak wordt niet aangegeven of er een gesprek bij de zorgvrager thuis zal worden gevoerd, wat daarvan het doel is en hoe de uitkomst meegedeeld wordt. Inwoners wordt niet gezegd dat ze een deskundige mogen meebrengen (cliëntondersteuning), bijvoorbeeld een medewerker van een welzijnsorganisatie. Ook op dit punt beloofde Van Rijn beterschap. In overleg met de VNG en cliëntenorganisaties wil hij de voorlichting verbeteren. Stapelfacturen PVV-zorgspecialist Fleur Agema vroeg de staatssecretaris om opheldering over zogenoemde ‘stapelfacturen’ voor de eigen bijdrage, die zorggebruikers krijgen toegestuurd door het Centraal Administratie Kantoor. Zij moeten met terugwerkende kracht de eigen bijdrage van meerdere periodes betalen, met factuurbedragen van soms honderden euro’s. Volgens Agema moet een betrouwbare overheid in staat zijn om binnen zes weken de administratieve afhandeling te regelen, en zo niet, dan is volgens haar de consequentie dat vorderingen worden kwijtgescholden. Van Rijn schreef de stapelfacturen toe aan te laat aangeleverde gegevens over geleverde zorg. Cliënten die het bedrag niet in één keer kunnen ophoesten, mogen volgens hem in termijnen betalen.
Jaargang 3 | aflevering 45 | pagina 9
Alles verandert, zelfs de manier waarop Stichting Crisiskaart® Nederland is een feit
zal zo lang mogelijk uitgesteld en een opname zal zo kort mo- Eigen bijdrage voor dagbesteding fors omgelijk duren). Met een Crisiskaart® kunnen ook mensen met Bron: persbericht 151204 hoog Bron: GGz nieuws 151204 4 december 2015 – Op 2 december 2015 is Stichting Crisis- een crisisrisico meer hun ‘eigen regie’ voeren. Zij kunnen in Mensen die dagbesteding of begeleiding krijgen, kunnen er kaart® Nederland opgericht. Het belangrijkste doel van deze hun crisisplan vastleggen en afspreken welke hulp en steun zij komend jaar tientallen tot honderden euro’s per maand op Stichting is het verlenen van het kwaliteitskeurmerk aan regio- nodig hebben vanuit hun eigen omgeving. achteruit gaan. Dat komt doordat de eigen bijdrage fors stijgt. nale crisiskaartprojecten Zorginstellingen vrezen dat veel mensen de zorg gaan mijden. Een crisisplan en crisiskaart® vormen een in Nederland. Het keurinstrument bij uitstek voor mensen met merk kan worden verTienduizenden mensen vallen dit jaar nog onder de oude een psychiatrische aandoening om afspraleend aan crisiskaartprozorgafspraken, maar dat overgangsrecht loopt eind dit jaar af. ken te maken over de door hen gewenste jecten die voldoen aan Op dat moment krijgen ze te maken met de regels van de gesteun, hulp, opvang en behandeling als de kwaliteitscriteria. meente waar ze wonen en dus ook met nieuwe tarieven voor het minder goed met hen gaat. In een eigen bijdragen. crisisplan staan afspraken met hun omgeMet Stichting Crisisving, naastbetrokkenen en hulpverleners, kaart® Nederland heeft Enorme verschillen op diverse levensgebieden. Afspraken het landelijke netwerk van regionale crisiskaartprojecten een Hoeveel iemand per maand moet gaan betalen, verschilt sterk eigen juridisch en financiële entiteit gekregen. Zo kunnen de rond hun aandoening en zorg, en over andere levensgebieden per gemeente. Er wordt door gemeenten ook gekeken naar opgebouwd kwaliteit en netwerkactiviteiten zelfstandig wor- zoals administratief/financieel beheer, hun thuis, sociale con- vermogen en gezinsinkomen. Daarom krijgen vooral middenden voortgezet. Hierdoor kan een structurele financiering en tacten, (vrijwilligers)werk, huisdieren, etc.. Zo kan een Crisis- en hogere inkomens met forse stijgingen te maken. implementatie van de Crisiskaart® dichterbij komen. Hiermee kaart® ook een instrument zijn voor mensen die verward zijn kan zij haar kwaliteitscriteria toetsen en handhaven, en het in de openbare ruimte. In een rekenvoorbeeld van belangenorganisatie Ieder(in) gaat merkenrecht Crisiskaart® beschermen. De Crisiskaart® is imeen man in Purmerend met een modaal inkomen er 570 euro mers erkent als goede interventie, good practices, in de lang- Met Stichting Crisiskaart® Nederland heeft het landelijke net- per vier weken op achteruit. Purmerend benadrukt in een reacwerk van regionale crisiskaartprojecten een eigen juridisch en durige ggz. tie dat de stijging in de meeste gevallen niet zo fors is, maar financiële entiteit gekregen. Zo kunnen de opgebouwde kwalionderzoekt de effecten nog wel. Crisiskaartprojecten zijn gericht op het opstellen van crisisplan- teit en netwerkactiviteiten in een versterkt kader worden voortnen en de uitgifte van crisiskaarten®. De Crisiskaart® is een gezet. Hiermee kan zij haar kwaliteitscriteria toetsen en hand- Jeroen Kelders, manager bij zorginstelling Heliomare, ziet dat middel om personen met psychiatrische problematiek te hel- haven, en het merkrecht Crisiskaart® beschermen. Hierdoor mensen afzien van dagbesteding als ze voorgerekend krijgen pen aan te geven hoe zij in een crisissituatie behandeld willen kan een structurele financiering en implementatie van de Cri- wat ze komend jaar kwijt zijn aan eigen bijdrage. “Een stijging worden. Een Crisiskaart® bestaat uit een kaart die de persoon siskaart® dichterbij komen. Immers de Crisiskaart® zal als van enkele honderden euro’s per maand is ook voor iemand bij zich kan dragen en een daarbij behorend, meer uitgebreid ‘instrument’ een plek moeten krijgen in de maatschappelijke met een modaal inkomen niet op te brengen. Daarbij komt dat crisisplan. Een crisisplan is een overeenkomst tussen de per- ondersteuning en de verzekerde zorg gericht op zelfmanage- mensen die nu hersenletsel oplopen direct geconfronteerd ment en participatie. soon en derden waarin hij zijn wensen heeft afgesproken. worden met enorm hoge eigen bijdragen.” De Crisiskaart® sluit goed aan bij belangrijke ontwikkelingen rond de zorg van mensen met een psychische aandoening, de verdergaande vermaatschappelijking en ambulantisering van de zorg. Ook mensen met een psychiatrische aandoening zullen zo lang mogelijk thuis zorg ontvangen (een opname wordt
Informatie over de kwaliteitscriteria is te vinden op: http:// De meeste mensen zijn hierover nog niet geïnformeerd door www.crisiskaartggz.nl/crisiskaart/kwaliteit_en_toetsing hun gemeente. Het CAK begint volgende week met een voorAlgemene informatie over de crisiskaart en crisiskaartprojecten lichtingscampagne over het verlopen van het overgangsrecht is te vinden op: http://www.crisiskaartggz.nl en de gevolgen daarvan voor de eigen bijdrage.
Jaargang 3 | aflevering 45 | pagina 10
Alles verandert, zelfs de manier waarop Beschermd wonen in alle gemeenten Bron: nieuwsbericht 151203
De 1,4 miljard euro die nu wordt besteed aan de zorg en ondersteuning van 30.000 zeer kwetsbare mensen moet via een nog te ontwikkelen objectief verdeelmodel, via het Wmobudget, bij alle gemeenten terechtkomen. Dit zijn enkele onderdelen uit het advies van de commissie Toekomst beschermd wonen.
gewone wijken te leiden, met ondersteuning en, waar nodig, behandeling. In een bepaalde periode zal iemand meer hulp nodig hebben dan in een andere. In onze visie is die mogelijkheid van op- en afschalen goed en eenvoudig te regelen’, zegt hij. Als er meer zorg nodig is, kan er extra hulp via de Zorgverzekeringswet (Zvw) worden ingeschakeld via bijvoorbeeld verwijzing van een huisarts. Zodra de situatie weer is verbeterd, kan worden ‘afgeschaald’ naar hulp en ondersteuning vanuit de Wmo.
Beschermd wonen moet worden getransformeerd naar ‘beschermd thuis’. Het moet de verantwoordelijkheid worden van alle gemeenten en niet, zoals sinds 1 januari, die van de 43 centrumgemeenten. De 1,4 miljard euro die nu wordt besteed aan de zorg en ondersteuning van 30.000 zeer kwetsbare mensen moet via een nog te ontwikkelen objectief verdeelmodel, via het Wmobudget, bij alle gemeenten terechtkomen. Dit zijn enkele onderdelen uit het advies van de commissie Toekomst beschermd wonen. Op verzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft deze commissie onder voorzitterschap van oud-wethouder Erik Dannenberg een visie ontwikkeld, uitgangspunten voor een financieel verdeelmodel geformuleerd en geschetst wat de omwenteling betekent voor Meer woonvarianten gemeentelijke samenwerking. Beschermde woonplekken in de wijk dus, met een 7 x 24 uur ‘Burgerschap hebben we bij de visieontwikkeling als uitgangs- woonvoorziening voor een kleine groep mensen. ‘Dit vraagt punt genomen. Wonen is een grondrecht en een voorwaarde om veel meer woonvarianten dan er nu zijn.’ Dus niet meer voor maatschappelijk herstel, participatie en sociale inclusie’, alleen groepshuizen waar een handjevol bewoners onder meer licht Dannenberg toe. Beschermd Wonen is niet voor niets of minder toezicht samenwoont, maar ook kleine woningen en vanuit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) in de appartementen met een huur tot 450 euro. Hij erkent dat dit Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) onderge- een lastige opgave is, omdat er ook andere groepen zijn die bracht en niet bij de Wet langdurige zorg (Wlz), brengt hij in daar een beroep op doen: ouderen die langer zelfstandig blijven wonen, vluchtelingen met een verblijfstatus. Maar: ‘Zonder herinnering. een verruiming van wooneenheden en woonvarianten maakt ‘Ook bij deze groep mensen, die onder de Awbz een indicatie beschermd thuis weinig kans.’
lijkheid bij de centrumgemeenten zou houden, blijf je denken in voorzieningen. Daar willen we juist vanaf. Ook mag het niet zo zijn dat steden worden opgescheept met iedereen die zwaardere zorg en ondersteuning nodig heeft. Benut de meerwaarde van de lokale gemeenschap.’ Het is wel van belang dat gemeenten ook op dit terrein samenwerken, benadrukt Dannenberg. Bijvoorbeeld rondom inkoop en kennisdeling. Opvallend in het advies is de ingebouwde financiële prikkel als iemand van de ene naar de andere gemeente wil verhuizen. Maximaal drie jaar moet de gemeente van ‘vertrek’ 50 procent bijdragen aan de kosten aan de ‘ontvangende’ gemeente. ‘Die prikkel hebben we ingebouwd om te voorkomen dat vooral kleinere gemeenten mensen stimuleren om in gemeenten met meer voorzieningen te gaan wonen.’ Herijkt Het verdeelmodel Beschermd Wonen moet opgaan in het objectieve verdeelmodel Wmo, adviseert de commissieDannenberg. ‘Dat moet worden herijkt omdat de kenmerken van mensen die gebruikmaken van beschermde woonplekken verschillen van de mensen die nu van de Wmo gebruikmaken. Voor de herijking moeten jaarlijks systematisch gegevens worden verzameld over de populatie die gebruikmaakt van beschermde woonplekken’, stelt Dannenberg. Zo moet onder meer rekening worden gehouden met gemeenten met een grote instroom van cliënten uit ggz-instellingen. Ook moet er aandacht zijn voor specialistische aanbieders van beschermd wonen, zoals forensisch beschermd wonen. Uiterlijk per 2022 moet het objectieve verdeelmodel, inclusief beschermde woonplekken, worden gehanteerd. Vanaf 2017 zou het budget voor beschermd wonen in fases van centrumgemeenten naar alle gemeenten overgedragen kunnen worden. Voor de kanteling van beschermd wonen naar beschermde woonplekken is een overgangsperiode van vijftien jaar vereist.
voor langdurige zorg met verblijf hadden, willen we kijken naar de mogelijkheden die ze hebben om een zelfstandig leven in De keuze om alle gemeenten verantwoordelijk te maken voor beschermd thuis is een zeer bewuste. ‘Als je die verantwoordeJaargang 3 | aflevering 45 | pagina 11
Alles verandert, zelfs de manier waarop COLOFON Fris denken en dwars kijken is een digitaal nieuwsschrift voor alle mensen en organisaties die betrokken zijn bij het werken met en voor mensen. Fris denken en dwars kijken verschijnt eenmaal per week (dinsdag) als nieuwsflits en eenmaal per week (vrijdag) als achtergrondmagazine (Decor).
Met de voor en door u geknipte informatie en inspiratie willen wij onze lezers en lezeressen inspireren en informeren. Zo dragen wij bij aan de duurzame vernieuwing van de organisatie van en de ondersteuning voor en door mensen. Het stimuleren en ondersteunen van talentontplooiing op strategisch, tactisch en uitvoerend niveau is de passie van de mensen die bij Vondel & Nassau werken. Zij leveren daaraan dagelijks met hart en ziel - een bijdrage. Wilt u een eigen bijdrage geplaatst zien? Of hebt u nieuws te melden? Stuur dan een mailbericht met uw bijdrage of persbericht naar
[email protected]
Boek en handreiking geven grip op bemoeizorg VUmc, Stichting Raad op Maat en zorginstelling Odion hebben een boek en een handreiking voor bemoeizorg ontwikkeld. Bemoeizorg, een begrip uit de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, is zorg die een cliënt zelf niet nodig vindt. Echter kan een bepaalde mate van ondersteuning, soms in de vorm van bemoeizorg, mensen met een verstandelijke beperking helpen zich staande te houden in de maatschappij. Het boek ‘Bemoeipraat’ en de handreiking zijn nu te downloaden via de websites van Odion, Raad op Maat en VUmc. Cliënten met een lichte verstandelijke beperking vinden het vaak lastig om hun zorgvraag zelf te formuleren. Om die reden moeten begeleiders een afweging maken: wacht je tot de cliënt met een zorgvraag komt, of bied je zorg aan? Als de begeleiders naar het idee van de cliënt onnodige zorg aanbieden, wordt dit bemoeizorg genoemd. Recentelijk is een onderzoek uitgevoerd op verschillende woonlocaties voor mensen met een verstandelijke beperking met als doel bemoeizorg te verminderen.
Hebt u collega's die de nieuwsflits ook willen Handvatten voor bemoeizorg ontvangen? Mail dan even het mailadres van uw De uitkomsten van het onderzoek hebben
collega naar
[email protected]
geresulteerd in een boek voor cliënten en een
handreiking en cursus voor begeleiders. Met het boek 'Bemoeipraat' krijgen cliënten iets in handen om zaken waar ze het niet mee eens zijn te bespreken met hun begeleider. In de handreiking staat een stappenplan voor begeleiders voor het overwegen en eventueel aanbieden van bemoeizorg beschreven. Hierin wordt ook stilgestaan bij de rechten van cliënten. De bijbehorende cursus diept het aangeboden stappenplan verder uit en besteedt onder andere aandacht aan het gesprek tussen begeleider en cliënt. Met deze materialen hebben begeleiders en cliënten handvatten gekregen om bewust, zorgvuldig en terughoudend met bemoeizorg om te gaan. Bemoeizorg onder de loep Hoewel bemoeizorg een complex begrip is dat onder andere raakt aan privacy, zelfbeschikking en wilsbekwaamheid van de cliënt, zijn er geen wettelijke eisen waaraan bemoeizorg moet voldoen. Om meer grip te krijgen op bemoeizorg hebben de onderzoekers op verschillende locaties van Odion, waar mensen met een verstandelijke beperking wonen, gekeken of en hoe bemoeizorg werd toegepast. Daarbij zijn cliënten nauw betrokken geweest.
Vondel & Nassau is een zelfstandig onderdeel van de Kooyenga Groep en heeft zich gespecialiseerd in Advies, Oplossingen en Interim Management. Onze dienstverlening onderscheidt zich op basis van een persoonlijke aanpak, en concrete en toepasbare adviezen van zeer hoge kwaliteit. ‘ Mocht u vragen hebben over wat Vondel & Nassau voor u kan betekenen, dan zijn dit onze contactgegevens.
Vondel & Nassau Postadres Postbus 87 | 9100 AB Dokkum T 088 - 0305000 F 0519-220052 E
[email protected] Website: www.vondel-nassau.nl
Klik hier voor het boek Bemoeipraat en de handreiking.
Twitter | Facebook | LinkedIn Jaargang 3 | aflevering 45 | pagina 12