200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 1
TIJDSCHRIFT VOOR
VERLOSKUNDIGEN APRIL 2007
32E JAARGANG NUMMER 4
5 MEI 2007 DAG VAN DE VERLOSKUNDIGE
VERLOSKUNDIGEN ZIJN ER VOOR VROUWEN, WAAR ZE OOK WONEN
U I T G A V E V A N D E KO N I N K L I J K E N E D E R L A N D S E O R G A N I S A T I E V A N V E R L O S K U N D I G E N
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 2
S i b b i n g & Wa t e l e r : financieel adviseurs voor verloskundigen
Sibbing & Wateler is een onafhankelijk financieel
• Praktijkvestigingen
adviesbureau, gespecialiseerd in de praktijkbegeleiding • Maatschapscontracten
van vrije medische beroepsbeoefenaren, waaronder verloskundigen. Wij bieden u een gevarieerd diensten-
• Praktijkfinancieringen
pakket voor al uw financiële zaken, nu en in de • Financiële planning
toekomst.
• Verzekeringen
• Pensioenen
• Hypotheken
&
S I B B I N G W AT E L E R C . S . Storkstraat 33 • 3905 KX Veenendaal • Postbus 915 • 3900 AX Veenendaal Telefoon: (0318) 544 044 • Fax: (0318) 543 843 • E-mail:
[email protected] • Internet: www.sibbing.nl
Zwart Mul Groep adviseurs medische praktijk
Accountancy op uw lijf geschreven Tel: 035 528 01 60 Fax: 035 528 01 61
Eemnesserweg 24 3741 GA BAARN www. zmgroep.nl
22-03-2007
12:04
Pagina 3
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN
Het Tijdschrift voor Verloskundigen wordt uitgegeven door de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), opgericht op 22 september 1975. De vereniging is tot stand gekomen uit een fusie van de Bond van Nederlandse vroedvrouwen (opgericht 8 juni 1926) en de Nederlandse R.K. Vereniging van Vroedvrouwen (opgericht 8 juli 1921). De KNOV stelt zich ten doel de bevordering van de verloskundige zorg in zijn geheel in Nederland, de versterking van de positie die de verloskundige daarin inneemt, alsmede de belangenbehartiging van alle verloskundigen in Nederland. Een van de manieren om dit doel te bereiken, is het uitgeven van het Tijdschrift voor Verloskundigen. Het Tijdschrift voor Verloskundigen is in de eerste plaats een vakblad op het gebied van de verloskunde en verwante wetenschappen. Het beoogt verloskundigen op de hoogte te stellen van relevante feiten en ontwikkelingen. Daarnaast is het een forum voor discussie over de verloskunde en verwante disciplines. In het redactionele beleid wordt ernaar gestreefd een zo ruim mogelijke reeks aan onderwerpen te behandelen. In de tweede plaats is het Tijdschrift voor Verloskundigen een verenigingsorgaan en als zodanig een middel voor het hoofdbestuur van de KNOV om in contact te treden met de leden. In dit kader dient het Tijdschrift voor bestuur en leden als forum om van gedachten te wisselen.
FOTO
OMSLAG Het beeld “Bron van leven” (2006) toont de schoonheid en kracht van het zwangere lichaam en het ontluikende nieuwe leven. Het is gemaakt door Mieke Zuijderwijk, verloskundige, en gefotografeerd door Ronald Vaessen uit Waalwijk. Mieke schrijft: “Hobbymatig keramiek ik graag. Naast vazen en schalen heb ik ook dit aardse werk gemaakt van klei. Klei is een oerproduct en daardoor heerlijk om mee te werken. Het heeft iets aards, iets puurs en ligt daardoor dicht bij het werk van de verloskundige. Meer informatie:
[email protected];
[email protected]
Colofon
200540 -TvV april
Redactie Esther van der Made (secretaresse) Franka Cadee, Brigitte Tebbe, Wil van Veen (hoofd- en eindredactie), Kristel Zeeman Medewerkers april 2007 Jos Becker Hoff, Mariette Bosma, Ton van de Coevering, Maudy Dettingmeijer, Jorien Doornbos, Y. van Dijk, Bionda Heeringa, Natasja Insing, J.A. Kaan, R.P.M. van Kessel, Els Kiekens, T.J. de Koning, Anna Kruger, E.M. Mascini, H.K. Meutgeert-Dekker, M.F. Niermeijer, J.G. Nijhuis, H.P. Oosterbaan, Sabine Prevaes, X. Reinke, P.A.O.M. de Reu, M.J.H.A. de Reu-Cuppens, Hanneke van de Rijt, Henk van Ruitenbeek, Pieter van Schaik, J.F. Schellekens, L.J.M. Smits, R.J.M. Snijders, Sjaak Toet, Jolanda Zocchi Redactieadres Tijdschrift voor Verloskundigen Postbus 2001 3500 GA Utrecht e-mail
[email protected] Abonnementen en adreswijzigingen KNOV, Jolanda Zocchi Postbus 2001 3500 GA Utrecht tel. 030 282 3115 fax 030 282 3101 e-mail
[email protected] Personeelsannonces KNOV, Esther van der Made e-mail
[email protected] Advertentie-exploitatie Ovimex bv, Frank Dijkman tel. 0570 674240 e-mail
[email protected] Ontwerp en vormgeving Annemiek Voogd, Ovimex bv Druk Ovimex bv, Deventer Abonnementsprijzen Abonnementsprijs voor niet-leden van de KNOV: € 118,- per jaar (11 nummers), buiten Nederland € 132,-. Voor studenten aan buitenlandse opleidingen: € 93,-. Los nummer € 15,50 aan te vragen bij de KNOV. Alle prijzen zijn incl. BTW en verzendkosten. © 2007 Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen Mercatorlaan 1200 3528 BL Utrecht tel. 030 282 3100
Inzenden kopij en advertenties De redactie nodigt de lezers uit om reacties, artikelen en opiniebijdragen in te zenden. Bij voorkeur speciaal voor het Tijdschrift voor Verloskundigen geschreven kopij, maar ook elders aangeboden of gepubliceerde bijdragen zijn welkom; onder vermelding van bladtitel, jaargang en nummer. Kopij aanleveren als platte tekst, dus zonder speciale bekopping, voetnoten, paginacijfers, tabs, tabellen en ontdaan van hyperlinks, in Word via e-mail:
[email protected]. Van tabellen of grafieken daarom alleen de onderzoeksgegevens aanleveren; deze worden door de vormgever opgemaakt. Referenties in de tekst tussen vierkante haakjes (geen superscript). Beeld apart aanleveren, bij voorkeur digitaal en in hoge resolutie. Bij tekstwijziging pleegt de
redactie overleg. Ingezonden brieven worden zo nodig bekort. De KNOV en de redactie zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud van geplaatste reacties en opiniebijdragen. Het auteursrecht van artikelen berust bij de individuele auteur. Citeren met bronvermelding is toegestaan, mits binnen de wettelijke regels. Overname van (langere delen van) artikelen is uitsluitend toegestaan na toestemming van de redactie en de auteur.
Voorzitter KNOV Sjaak Toet Foto Omslag Ronald Vaessen, Waalwijk Foto’s binnenwerk: Joachim de Ruijter, Harlingen Bionda Heeringa, Delft Hans Oostrum, Den Haag Baby op komst Oplage: 3650
Personeelsadvertenties van leden voor het volgende nummer tot 11 april 2007. Gelieve bij de plaatsingsopdracht het gewenste formaat en het factuuradres te vermelden. Voor commerciële advertenties: zie colofon. Het meinummer verschijnt op 1 mei 2007.
ISSN 0378-1925
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
3
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 4
2 Tweedelijns verloskundigen (32 - 36 uur per week); per 1 mei en 1 juli Het Diaconessenhuis Meppel is een modern streekziekenhuis voor de bevolking van Zuidwest-Drenthe, Noordwest-Overijssel en Zuidoost-Friesland. Het ziekenhuis heeft 330 bedden en ongeveer 1100 medewerkers. Alle basisspecialismen en de meeste deelspecialismen zijn aanwezig. Persoonlijk contact tussen medewerkers en patiënten staat voorop. Het Diaconessenhuis maakt onderdeel uit van Zorgcombinatie Noorderboog. Functie-informatie In het Diaconessenhuis Meppel vinden per jaar 750 bevallingen plaats op medische indicatie. Daarnaast zijn er 150 bevallingen onder leiding van eerstelijns verloskundigen en huisartsen. De vier gynaecologen, O & G verpleegkundigen, polikliniek-assistentes, arts-assistenten tweedelijns verloskundigen en eerstelijns verloskundigen werken samen in een ongedwongen, maar professionele sfeer. Het doel is een 24 uurs beschikbaarheid van verloskundige zorg te realiseren. Wij zoeken Iemand die ons tweedelijns verloskundigen team in opbouw, komt versterken, en samen met ons de nodige stappen wil ondernemen om de functie volledig vorm te geven. Leidraad is de kwaliteit en continuïteit van zorg voor zwangeren. Uw werkzaamheden zullen onder meer bestaan uit het begeleiden van opgenomen zwangeren, barenden en kraamvrouwen. Verder begeleidt u verloskundigen in opleiding, co-assistenten en arts-assistenten. U werkt mee aan de kwaliteitsbevordering, zoals het uitwerken van protocollen en scholing. U werkt, in een zelfstandige functie binnen de klinische setting, met een team van ervaren O&G verpleegkundigen en gynaecologen. Wij vragen • opleiding tot verloskundige • ingeschreven in het Nederlands register van verloskundigen • bij voorkeur ziekenhuis ervaring als verloskundige • goede sociale en communicatieve vaardigheden • flexibele instelling • het verrichten van bereikbaarheidsdiensten. Wij bieden De CAO Ziekenhuizen is van toepassing. De functie is ingedeeld in functiegroep 60. Wij kennen een meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden, kinderopvang en diverse kortingsfaciliteiten. Aanvullende informatie Bent u geïnteresseerd geraakt en hebt u pioniersgeest neem dan contact op met Audrey van der Veen, tweedelijns verloskundige, telefoon (0522) 23 31 53, Sieta Kampen, hoofd verpleegafdeling obstetrie/ gynaecologie, telefoon (0522) 23 34 83, of met één van onze gynaecologen, Vincent Jongen, telefoon (0522) 23 33 75. Reactie U kunt uw sollicitatie voor 20 april 2007 richten aan Zorgcombinatie Noorderboog, locatie Diaconessenhuis, t.a.v. Eddy de Wit, personeelsadviseur, Postbus 502, 7940 AM Meppel (
[email protected]).
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 5
Hoe zit het met de normen en waarden van uw praktijk?
Wie kunt u beter om fiscaal advies vragen dan een organisatie die alle medische werksituaties van binnen en buiten kent? VVAA volgt wetswijzigingen en regelgeving op de voet en kent de fiscale consequenties van nieuwe zorgconcepten. Kennis die voor alle leden beschikbaar is. Praktijken en maatschappen kunnen desgewenst ook hun volledige financiële rapportage aan ons uit handen geven. Kijk op www.vvaa.nl/fiscaaladvies.
FiscaalAdvies van VVAA
Verzekeren Bankieren PraktijkAdvies
De financiële dienstverlener van Medisch Nederland
FiscaalAdvies
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 6
Met ZwangerschapsTV begint uw spreekuur in de wachtruimte
Complete informatievoorziening Al uw praktijkinformatie op TV Kwalitatieve informatie verzorgd door ervaren verloskundigen Professionele uitstraling van uw praktijk De wachttijd wordt efficiënt benut en verkort
Reageer nu! En maak hier kosteloos gebruik van kijk op www.c-channel.nl of bel 074-2783099
ZwangerschapsTV De tijd van uw cliënten gaat in zodra ze bij u binnenlopen.Als ze niet gelijk aan de beurt zijn, nemen ze plaats in uw wachtruimte. En daar gaan ze…wachten! Met ZwangerschapsTV kunt u die tijd benutten. Laat uw spreekuur daarom al in de wachtruimte beginnen. Met ZwangerschapsTV informeert u uw bezoekers over uw eigen praktijk. Een deel van de uitzending vult u in met eigen informatie. Daarnaast staat zwangerschap natuurlijk centraal. De invulling en kwaliteit hiervan wordt gewaarborgd verloskundige Sandra Vuik en lactatiekundige Erna Boonstra. Door middel van maandelijkse thema-uitzendingen informeren zij uw bezoekers over zwangerschapsgerelateerde onderwerpen.
Voor meer informatie of een demonstratie bel: 074 - 2783099
22-03-2007
12:46
Pagina 7
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN
■
Tijdschrift voor Verloskundigen Cliëntervaringen
Inhoud
200540 -TvV april
9
Redactioneel Wil van Veen
■
KNOV Kringvoorzitters en visie 2015
11
Column van de voorzitter Sjaak Toet
■
Wetenschap Makreel maakt communiceren gemakkelijk
13
Kristel Zeeman
Kraamvrouwenkoorts, een oud maar niet verdwenen probleem
15
R.P.M. van Kessel, J.A. Kaan, Y. van Dijk, J.F. Schellekens, E.M. Mascini
Zijn de in Nederland gebruikte groeicurven vergelijkbaar en correct?
17
P.O.A.M. de Reu, R.J.M. Snijders, H.P. Oosterbaan, M.J.H.A. de Reu-Cuppens, J.G. Nijhuis
Neonatale screening te snel uitgebreid
19
M.F. Niermeijer, T.J. de Koning, H.K. Meutgeert-Dekker
■
Internationaal
■
Studie en Onderwijs
Verloskundigen zijn er voor vrouwen - waar ze ook wonen Meesterschap in verlos- en verlieskunde
23
Xandra Reinke
■
Kwaliteit
24
Mijn persoonlijk dossier Maudy Dettingmeijer
■
Praktijk De zwangerschap van meneer Arici
27
Column Nyx
Een verhaal met een staartje
28
Casus Jorien Doornbos
Symptomatische congenitale CMV infectie (CCMV)
29
Casus Sabine Prevaes en Hanneke van de Rijt
■
Internationaal Afghanistan, nog een lange weg te gaan
31
Natasja Insing en Anna Kruger
■
Forum Beste een beetje trots op onszelf Brief aan de leden van de Kring Amsterdam Van Bilthoven naar Utrecht Duiken gevaarlijk tijdens zwangerschap
■
33 34 34 35
Berichten Overleden: Susana Lopez Nieuwe media Nieuwsblad Congres en Cursus Personalia
37 37 38 40 43
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
7
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 8
‘Geef hier nieuw leven aan je carrière’ Twee initiatiefrijke
De Isala klinieken in Zwolle vormen met ca. 6000 medewerkers en 1130 bedden één van de grootste niet-academische zorgorganisaties van Nederland. We hebben een ziekenhuisdivisie met twee locaties in Zwolle (Weezenlanden en Sophia) en een polikliniek in Kampen. Daarnaast maakt de divisie Isala Ouderenzorg met het Verpleeg- en reactiveringscentrum en het Verzorgingshuis de Nieuwe Haven deel van ons uit. Naast basiszorg voor de bevolking in Zwolle en directe omgeving, bieden wij specialistische topzorg aan bewoners van de regio tussen Groningen, Nijmegen en Utrecht. Ons doel is:hoogwaardige zorg op menselijke maat bieden aan patiënten en een betekenisvolle werkplek voor medewerkers. De Isala klinieken zijn volop in beweging. De organisatie is opgesplitst in overzichtelijke, patiëntgerichte eenheden en wordt in de toekomst gehuisvest op één locatie in nieuwe, eigentijdse huisvesting. Onderzoek en opleiding krijgen veel aandacht. Voor medewerkers zijn er interne opleidingsmogelijkheden, zoals reanimatiescholing, verschillende trainingen in ons eigen skills lab en workshops op het gebied van ARBO. Een baan bij de Isala klinieken betekent prettig en uitdagend werk, actief meedenken over veranderingen en volop mogelijkheden om uzelf en uw vak continu te ontwikkelen. De Isala klinieken zijn aangesloten bij de STZ,de vereniging Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen. De STZ is een platform voor overleg en biedt de aangesloten ziekenhuizen ondersteuning, met name op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en opleidingen.
Als verloskundige binnen het zorgteam Verloskunde & Kraam biedt u zorg aan patiënten voor, tijdens en na de partus. De afdeling beschikt over acht verloskamers en vijf patiëntenkamers, waar jaar-
2e-lijns verloskundigen m/v 24 uur (66,67%)
lijks zo’n 2.650 partussen plaatsvinden. Samen met vijf andere verloskundigen
werkt graag in teamverband en bent
verleent u zorg aan zwangeren en loopt u
bereid om zowel overdag, ’s avonds als ’s
visite op het kraamgedeelte van de afde-
nachts te werken.
ling. U beoordeelt de tweedelijns patiënten, stelt behandelplannen op en bege-
Voor meer informatie over deze functie kunt
leidt zelfstandig de tweedelijns partus-
u bellen met de heer G.D. Mantél, gynaeco-
sen. U bent verantwoordelijk voor moe-
loog en medisch coördinator van de afdeling
der en kind totdat zij de afdeling verla-
Verloskunde & Kraam: (038) 424 70 14 of met
ten. Tevens ondersteunt u co-assistenten
mevrouw G.I. Leestemaker, hoofd Zorgteam
en werkt u arts-assistenten in. Er wordt
Verloskunde & Kraam: (038) 424 73 46. Uw
van u een actieve houding verwacht op
schriftelijke sollicitatie kunt u binnen twee
het gebied van kwaliteitsverbeteringen. U
weken na verschijnen van dit blad sturen
heeft daarom ervaring in het opzetten
naar: Isala klinieken, t.a.v. mevrouw D. van
van verbetertrajecten. U bent een gedi-
Bennekom, Postbus 10400, 8000 GK Zwolle,
plomeerd en geregistreerd verloskundi-
o.v.v. vacaturenr. D0703. Of per e-mail:
ge, met enige jaren ervaring. Bovendien
[email protected].
bent u enthousiast, flexibel, leergierig, klantgericht en communicatief vaardig. U
Meer informatie op www.isala.nl
22-03-2007
12:04
Pagina 9
KNOV
TIJDSCHRIFT CLIËNT AGENDA ERVARINGEN ■
16 april 2007 Eerste dag van driedaagse training ITV (intercollegiale toetsing verloskundigen) Plaats: Domus Medica, Utrecht
■
24 april 2007 Uiterste datum voor kopij juni 2007
■
5 mei 2007 Internationale Dag van de Verloskundige
■
10 mei 2007 Tweede dag van driedaagse training ITV (intercollegiale toetsing verloskundigen) Plaats: Domus Medica, Utrecht
■
22 mei 2007 Eerste dag van driedaagse training ITV (intercollegiale toetsing verloskundigen) Plaats: Domus Medica, Utrecht
■
30 mei 2007 Uiterste datum voor kopij juli 2007
■
15 juni 2007 Algemene ledenvergadering
■
19 juni 2007 De terugkomdag ITV (intercollegiale toetsing verloskundigen) Plaats: Domus Medica, Utrecht
■
1 tot 5 oktober 2007 Borstvoedingsweek 2007
■
Bekijkt u de rubriek Forum van deze maand eens. Het zal u goed doen. Sandra Vuik en haar collega’s, verbonden in ‘baby op komst’, deden tijdens de Negen maanden beurs een klein onderzoek naar de tevredenheid van cliënten over hun verloskundigen. En wat blijkt: u doet het fantastisch goed, u wordt hoog gewaardeerd, u zit op het juiste moment op de juiste plaats om de juiste zorg te leveren. De cliënttevredenheid over verloskundige zorg in Nederland is hoog!
16 november 2007 Algemene ledenvergadering Kijk voor meer informatie in de rubriek Congres en Cursus achter in dit tijdschrift of op www.knov.nl/leden
Tijd om eens advocaat van de duivel te spelen. Ook al eens geprobeerd om een kwaliteitsverbeterplan te baseren op de resultaten van een cliënttevredenheidsonderzoek? Lastig hè? Bijna niet te doen. Iedereen blij en gelukkig en jij maar proberen je te verbeteren. Arme ziel! Dat vinden ze bij VWS ook, vandaar dat ze geleidelijk aan voor een andere norm gaan kiezen. Cliëntervaring wordt de nieuwe norm. What’s in a name? zal mogelijk uw eerste reactie zijn, maar denk even mee, want ervaring is gebaseerd op het leren door ondervinden en tevredenheid is gebaseerd op beperkende beeldvorming: het is goed genoeg… Een verbeterplan voor kwaliteit zal beter te formuleren zijn op ervaringen dan op tevredenheid. Is dit louter een woordenspel? Leuk voor een adviesbureau dat hiermee een nieuwe ‘the sky is the limit’ heeft geformuleerd? Ik denk het niet. Volgens mij gaat het om verschillende uitgangspunten en is de impact van de ervaring groter dan de tevredenheid. Mag ik het probleem van de andere kant benaderen? Binnen de beroepsgroep wordt
gesproken over normverlaging van de praktijken waarbij het huidige streefgetal moet worden verlaagd naar het streefcijfer 90. Zal ik u wat vertellen? Het zal Zorgverzekeraars Nederland en VWS een zorg zijn of u het te druk hebt. Denkt u dat ‘wij hebben het druk’ van enige invloed is op het politieke beleid om de norm van 120 naar 90 terug te dringen? Welnee. De enige partner in uw zorg die daarop invloed kan uitoefenen is uw cliënt. Die heeft haar lijstje van wensen en verlangens waaraan zij graag zou zien dat u voldoet. Ook al is haar tevredenheid groot, haar lijstje bestaat en blijft bestaan. U moet dat lijstje gaan gebruiken, want daarop staan wensen en verlangens waar u niet aan voldoet. Waar u mogelijk ook niet aan kan voldoen, omdat u daar de tijd en capaciteit voor ontbeert. U moet echter wel bereid zijn die en andere tekortkomingen in uw functioneren aan te horen, een luisterend oor te bieden. Durf dat aan, het is belangrijk! VWS zet in op twee zaken: 1. de cliënt/patiënt in de zorg komt in de komende jaren absoluut centraal te staan. Dat is speerpunt 1 van het VWS-beleid. Speerpunt 2 is de versterking van de eerstelijnszorg, van uw zorg. Speerpunt 3 in dit overzicht bestaat niet! Ziet u uw kansen? Met het wensenlijstje van uw cliënt, die absoluut centraal staat, en uw eigen positie als speerpunt in de eerstelijn liggen uw kansen niet bij cliënttevredenheid maar bij cliëntervaring. Eigenlijk hebt u niet zoveel aan een tevreden cliënt. U hebt een cliënt nodig die zegt: mijn verloskundige heeft te weinig tijd voor mij, doe daar wat aan, verzekeraar!
Redactioneel
200540 -TvV april
Wil van Veen
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
9
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 10
GEZOCHT VICE VOORZITTER VAN DE KNOV Het bestuur van de KNOV zoekt kandidaten voor een bestuursfunctie KNOV, te weten een vice voorzitter met het oog op de functievervulling van voorzitter vanaf eind 2010.
Het KNOV-bestuur heeft besloten om voor de belangrijke bestuursfuncties een zogenaamde dakpanconstructie te volgen. Een constructie waarbij een nieuw bestuurslid gedurende de eerste benoemingstermijn van drie jaar wordt voorbereid op de tweede periode van drie jaar. Dit geldt vooral de functie van voorzitter die volgens het schema van aftreden eind 2010 vacant zal worden. Ingeval van de voorzitter is de dakpanconstructie ingevuld in de functies van vice voorzitter en voorzitter. Het bestuursbesluit betekent dat per juni 2007 tijdens de Algemene Ledenvergadering de functie van vice voorzitter vervuld moet gaan worden. Verwachtingen Van kandidaten, leden van de KNOV, verwachten wij: • grote betrokkenheid bij de ontwikkelingen binnen de verloskunde vanuit vakinhoudelijk, organisatorisch en randvoorwaardelijk perspectief; • de wil om hier met overtuiging als bestuurder van de beroepsorganisatie leiding aan te geven; • het vermogen om sectoroverstijgend te denken en zo nodig te handelen; • in staat te zijn breed maatschappelijk en sector specifiek strategisch relevante ontwikkelingen te onderkennen;
10
• de mogelijkheid om deze ontwikkelingen op bestuurlijke hoofdlijnen te vertalen naar beleid; • de capaciteit om de beroepsorganisatie bestuurlijk te vertegenwoordigen en beschikkend over voldoende communicatieve eigenschappen om zo nodig de voorzitter te vervangen; • de vervulling van het voorzitterschap vanaf eind 2010. Gevraagd Van kandidaten vragen wij: • enige bestuurlijke ervaring waaruit blijkt dat met overwicht kan worden opgetreden en gehandeld; • de beschikking over voldoende tijd met de mogelijkheid tot enige flexibiliteit qua invulling voor deze bestuurlijke functie; • concreet beschikbaar voor een periode van twee volle zittingstermijnen, onderverdeeld in gedurende 2,5 jaar 1 dag per week en gedurende 3,5 jaar 2 dagen per week. Geboden De gekozen kandidaat bieden wij: • een goed functionerend bestuur met een duidelijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden; • een werkorganisatie met een directeur en professionele medewerkers voor de uitvoerende werkzaamheden (beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering);
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
• een goede en gebalanceerde samenwerking tussen bestuur en werkorganisatie en tussen voorzitter en directeur; • een gepaste inwerkperiode naar het voorzitterschap waarbij gedurende het laatste half jaar voluit alle facetten aan bod zullen komen; • een adequate vacatiegeldregeling. Procedure De kandidaten voor deze bestuursfunctie dienen te worden voorgedragen door het bestuur van de KNOV dan wel door vijftien stemgerechtigde leden. De sollicitatie dan wel de voordracht dient vergezeld te gaan van relevante personeelsgegevens, motivatie voor het bestuurslidmaatschap en een kort curriculum vitae. U kunt de stukken richten aan de KNOV, Postbus 2001, 3500 GA Utrecht. De termijn voor het indienen van een voordracht of sollicitatie sluit op 1 mei 2007. Voor nadere inlichtingen over de inhoud, aard en zwaarte van het bestuurslidmaatschap kunt u contact opnemen met Sjaak Toet, voorzitter KNOV of Jos Becker Hoff, directeur. Zij zijn bereikbaar via de KNOV, T: 030 2823104.
22-03-2007
12:04
Pagina 11
KRINGVOORZITTERS EN VISIE 2015 Misschien hebt u gehoord van dit nieuwe fenomeen? Op maandag 12 maart vond het eerste vernieuwde overleg van het bestuur met de kringvoorzitters plaats. Deze overlegvorm zal bijdragen aan de wendbaarheid en flexibiliteit van de bestuurlijke organisatie van de KNOV en de betrokkenheid vergroten. Het eerste overleg werd direct al gekenmerkt door de goede en openhartige sfeer, het enthousiasme en de bereidwilligheid om met elkaar op te trekken. De nieuwe visie van de KNOV was het centrale thema. In de vorige uitgave van dit tijdschrift heeft u hierover al kunnen lezen[1]. Ambitieus maar wel noodzakelijk, zo luidden de reacties tijdens de toelichting op de procesgang naar een nieuwe visie onder het motto ‘Reis naar de Toekomst’. Hoe ziet ons vak eruit in 2015?! Wordt de thuisbevalling bedreigd door concentratie van zorg zoals de gynaecologen graag beweren? Of is er meer aan de hand, wordt hiermee de zorg voor alle zwangeren en pasgeborenen bedreigd? Neemt de vraag naar pijnstilling hand over hand toe? Wordt de doula een bedreiging of is het een aanwinst? Wat wil de zwangere en wat willen wij? Ik hoop dat inmiddels iedereen overtuigd is van het feit dat we in beweging moeten komen. Ik hoop nog meer dat u straks net zo enthousiast bent als uw kringvoorzitter en u bruisend van energie gaat meedenken over de toekomst van onze beroepsgroep, over uw toekomst. Doe mee! Denk mee! Praat mee! Stimuleer uw collega’s. We moeten met elkaar op reis, samen plannen maken, samen peilen welke mogelijkheden
KNOV
binnen ons bereik liggen. Het moet een visie worden van u en mij, een visie waarin iedereen zich herkent, een visie die ons samenbindt! Het wordt de hoogste tijd ons niet langer te laten verdelen waardoor anderen onze kansen gaan benutten. De nieuwe visie, ons nieuwe takenpakket en een verlaging van de normpraktijk hebben we nodig om ons prachtige vak toekomstbestendig te maken en te houden. De zwangere moet niet voor ons kiezen, omdat je een zwangerschap start in de eerstelijn. Natuurlijk niet! Ze moet voor ons kiezen omdat wij de juiste zorg van de juiste kwaliteit leveren op de juiste plaats. Ze moet enthousiast kunnen zijn over haar verloskundige. Daarnaast zullen we ook antwoord moeten geven op de vraag naar pijnstilling. De klinische verloskundigen moeten duidelijke en zelfstandige bevoegdheden krijgen. We moeten anticiperen op nieuwe taken. Onze opleidingen moeten hun mogelijkheden behouden om te zorgen voor de uitstroom van professionele verloskundigen. Hierbij kan academiesering van onze beroepsgroep niet uitblijven. Reken er maar op dat we een strijd zullen aan moeten gaan tegen zorgconcentratie, want voor alle zwangeren en pasgeborenen moet direct noodzakelijke zorg binnen de noodzakelijke tijd beschikbaar zijn. De goede sfeer tijdens het overleg, de uitwisseling van ideeën, kennis en ervaring, het enthousiasme en de bereidheid om de handen uit de mouwen te steken was kenmerkend voor deze eerste bijeenkomst met
De voorzitter
200540 -TvV april
de kringvoorzitters. Ik hoop dat dit ook het geval zal zijn als er in uw kring begonnen wordt met de ‘Reis naar de Toekomst’, de reis naar een nieuwe visie, onze visie! Sjaak Toet, Voorzitter [1] Veen Wv. Visie 2015; er is meer dan zwangerschap, bevalling en kraambed. Tijdschrift voor Verloskundigen, 2007; 3: 10-13
De bijgesloten kaart vrije keuze-activiteiten voor het Kwaliteitsregister Verloskundigen kunt u gebruiken in uw dossiermap Kwaliteitsregister Verloskundigen.
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
11
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 12
Ziekenhuis Nij Smellinghe zoekt een
2e lijnsverloskundige (oproep) m/v Als verloskundige organiseert u de dagelijkse werkzaamheden op de verloskamers in nauw overleg met de gynaecologen (6 binnen de maatschap) en de O&Gverpleegkundigen. Binnen de werkeenheid gynaecologie, obstetrie & verloskunde vinden jaarlijks 850 bevallingen onder leiding van de gynaecoloog plaats, verdeeld over 3 verloskamers en 1 triagekamer. Daarnaast vinden er jaarlijks 185 eerstelijns bevallingen plaats. In deze functie draagt u verder zorg voor de begeleiding van opgenomen zwangeren, barenden en kraamvrouwen. Uw bijdrage aan beleidsontwikkelingen op afdelings- en organisatorisch niveau wordt op prijs gesteld. U werkt onder medische eindverantwoordelijkheid van de gynaecoloog. U komt te werken in een plezierige werkomgeving die zich kenmerkt door professionaliteit, respect en vriendschappelijkheid. Om voor deze functie in aanmerking te komen heeft u minimaal 2 tot 3 jaar werkervaring als 1e of 2de lijnsverloskundige. Het betreft een functie op basis van een nuluren-oproepcontract. Informatie over de functie kunt u inwinnen bij mevrouw M. Wolf, hoofd werkeenheid of de heren H.V.H. Mous en H. Oosterhof, leden van de gynaecologische maatschap.
“De patiënt is bepalend voor ons handelen” Nij Smellinghe is een modern, dynamisch en financieel gezond ziekenhuis, met 339 bedden in een verzorgingsgebied van circa 120.000 mensen. De dienstverlening is menselijk, vakbekwaam en doelgericht, waarbij de patiënt centraal staat. Wij leveren een hoge kwaliteit intra- en extramurale gezondheidszorg voor alle specialismen. Voor onze medewerkers zijn volop mogelijkheden zich te ontwikkelen in zowel het eigen vakgebied als in de persoonlijke ontwikkeling. Nij Smellinghe kent een goed sociaal klimaat, waar in een informele en goede sfeer met korte lijnen prettig wordt samengewerkt.
Voor verdere informatie verwijzen wij u naar de vacaturetekst op www.nijsmellinghe.nl.
Compagnonsplein 1 Postbus 20200 9200 DA Drachten Tel. (0512) 58 88 88 www.nijsmellinghe.nl
Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld
Vroegtijdig gebroken vliezen…, hoe weet je het zeker? De AmniSure® (P)ROM-test is zeer eenvoudig uitvoerbaar, betrouwbaar en snel. AmniSure™ meet placentair alfa microglobuline 1 (PAMG-1). Dit eiwit komt in hoge mate alleen in vruchtwater voor. Geen vruchtwater opvangen, geen speculum gebruiken. Alleen een wattenstaafje gedurende 1 minuut in de vagina aanbrengen is voldoende. Het resultaat leest u af op de dipstick en is binnen 5 minuten beschikbaar. Gevoeligheid: > 99 % Specificiteit: > 99 % Positief voorspellende waarde: > 99 % Negatief voorspellende waarde: > 99 % Houdbaarheid (+4º - +20º C) 18 maanden. Verpakt per 25 stuks. Artikelnummer: 9050
HAGAMEDICAL BV Postbus 35, 9636 ZG Zuidbroek tel.: 0598-451787
[email protected] www.hagamedical.nl
22-03-2007
12:04
Pagina 13
MAKREEL MAAKT WETENSCHAP COMMUNICEREN MAKKELIJKER Kristel Zeeman
Vette vis is gezond. Onderzoekers over de hele wereld, inclusief Nederland toonden aan dat het eten van vis tijdens de zwangerschap goed is voor de ontwikkeling van het kind. Er zijn echter ook geluiden dat het eten van teveel vette vis juist nadelige gevolgen heeft voor de hersenontwikkeling, door de aanwezigheid van zware metalen, waaronder methylkwik. De Amerikaanse overheid adviseert daarom tijdens de zwangerschap de visconsumptie te beperken tot maximaal 340 gram (ongeveer drie porties) per week. Dit advies heeft tot gevolg dat vrouwen in de Verenigde Staten het eten van vis beperken, onafhankelijk van de hoeveelheid die zij gewend zijn te eten. Een groot observationeel cohortonderzoek van de Amerikaanse ‘National Institutes of Health’ laat zien dat dit advies niet gegrond is[1]. Hibbln en collega’s namen de visconsumptie van een cohort van 11.875 zwangere vrouwen uit het Engelse Bristol onder de loep. De kinderen van vrouwen die meer dan drie porties vis, schaal- of schelpdieren in de week aten, ondervonden geen nadelige gevolgen. In tegendeel: de visconsumptie van hun moeder bleek goed voor hun neurologische ontwikkeling. Methode De analyse die in de Lancet werd gepresenteerd, is onderdeel van de ALSPAC studie. Deze studie onderzoekt het effect van omgevingsfactoren (waaronder dieet) gedurende en na de zwangerschap op de ontwikkeling en gezondheid van het kind. Het cohort zwangeren, uitgerekend tussen april 1991 en
december 1992, vulden bij 32 weken zwangerschap een vragenlijst in over de hoeveelheid vis, schelp- en schaaldieren die zij aten. Daarnaast bevatte de lijst vragen over 28 mogelijke confounders. Dit waren sociale en demografische factoren, zoals leeftijd, etniciteit, opleiding, huisvesting en partner; perinatale variabelen zoals geboortegewicht en zwangerschapsduur; variabelen op het gebied van gezondheid als stress, roken, alcohol en borstvoeding; en twaalf voedselvariabelen, anders dan vis. De kinderen zijn gevolgd tot de leeftijd van acht jaar. De onderzoekers vroegen de ouders een vragenlijst in te vullen over motorische, cognitieve en sociale gegevens van hun kinderen. Hiermee stelden zij de neurologische ontwikkeling vast. Van 8946 moeders en hun kinderen waren data beschikbaar tot de leeftijd van 81 maanden. Bij 5449 kinderen werd op achtjarige leeftijd een IQtest afgenomen. Om te controleren of de zogenaamde ‘drop-outs’ mogelijk andere kenmerken hadden, is een vergelijking gemaakt met data van ‘national test results’, resultaten van taken die bij 90% van de Britse schoolkinderen worden afgenomen. Resultaten De maternale consumptie van vis varieerde van 0 tot maar liefst 3268 gram, gemiddeld 235 gram per week (SD 202). De auteurs maakten onderscheid tussen drie categorieën: vrouwen die geen vis aten, zij die 1-340 gram per week aten en vrouwen die meer dan 340 gram per week aten. Moeders met een lagere sociaal-economische status en vrouwen met slechtere leefgewoonten aten minder vis.
Referaat
200540 -TvV april
Het foetale brein groeit snel in de prenatale periode en weegt bij de geboorte zo’n 350 gram. In de eerste twintig levensjaren verdriedubbelt het in grootte. Het bestaat voor ongeveer 50% uit vet, voornamelijk meervoudig onverzadigde langeketenvetzuren. De belangrijkste, essentiële vetzuren zijn ALA, DHA en EPA, beter bekend als omega-3 vetzuren (zie kader 2). Zij spelen een rol in het functioneren van het centraal zenuwstelsel en zijn onmisbaar bij de productie van prostaglandinen. Zij kunnen niet door het menselijk lichaam worden aangemaakt en moeten daarom in het voedsel aanwezig zijn. Het dieet van de moeder is van essentieel belang voor de ontwikkeling van de foetale hersenen. Vis, schelp- en schaaldieren bevatten veel DHA en EPA, evenals borstvoeding. De concentratie van deze vetzuren in borstvoeding wordt voor het grootste deel bepaald door het dieet van de moeder. Bron: Myers, GJ en Davidson, PhW: Lancet 2007;369:537-358.
Het bleek dat kinderen van vrouwen die geen vis aten, slechtere of suboptimale uitkomsten hadden dan van moeders die meer aten. Bij kinderen van vrouwen die meer dan 340 gram vis per week aten werden geen nadelige effecten aangetoond ten opzichte van degene die minder aten. Wanneer de data werden gecorrigeerd voor alle relevante confounders bleek dat vrouwen die meer Kristel Zeeman is verloskundige, beleidsmedewerker KNOV en lid van de redactie
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
13
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 14
WETENSCHAP
dan drie porties vis per week aten (>340 gram) kinderen kregen met significant betere communicatieve vaardigheden en een hoger verbaal IQ. Verder was er een niet-liniaire dosis-responsrelatie zichtbaar voor de uitkomsten van 9 van de 23 ontwikkelingstesten. Hoe hoger de maternale visconsumptie, hoe kleiner de kans werd dat het kind suboptimale scores had wat betreft algeheel en verbaal IQ (gemeten op de leeftijd van 8 jaar), prosociaal (=helpend) gedrag, gemeten op zevenjarige leeftijd, fijne motoriek en sociale ontwikkeling op de leeftijd 42 maanden en communicatieve ontwikkeling, gemeten op de leeftijd van 18 maanden. Deze trend was het duidelijkst aanwezig bij de uitkomsten van verbaal IQ en fijne motorische ontwikkeling bij 42 maanden (resp. p=0.0041 en p=0.0053; OR 0 vs >340 gram resp. 1.48 en 1.35) De auteurs hadden onvoldoende gegevens over vrouwen die visoliesupplementen gebruikten om een gedetailleerde analyse uit te voeren. Slechts 1,7% van de vrouwen gaf aan deze supplementen te gebruiken. Hun uitkomsten lijken vergelijkbaar met vrouwen uit de groep 1-340 gram per week. Conclusies Er is geen bewijs gevonden voor de juistheid van het advies van het Amerikaanse ministerie van Gezondheid om de visconsumptie van zwangeren te beperken. In tegendeel: kinderen van moeders die kleine hoeveelheden vis en zeebanket aten (<340 gram) hadden meer kans op suboptimale scores van neurologische ontwikkeling dan kinderen van moeders die meer aten dan geadviseerd. De auteurs concluderen dat kwik ongetwijfeld nadelige effecten op de hersenontwikkeling heeft. Echter: het risico om de voordelen 14
De belangrijkste omega-3 vetzuren voor het menselijk lichaam zijn: • alfa-linoleenzuur (ALA) • eicosapentaeenzuur (EPA) • docosahexaeenzuur (DHA) De naam ‘omega-3’ komt van het feit dat de eerste dubbele binding in de (meervoudig) onverzadigde vetzuurketen ligt bij de derde koolstofbinding vanaf het omega-einde. Omega (ω) is de laatste letter van het Griekse alfabet en geeft het einde van de vetzuurketen aan (gezien vanuit de carboxylgroep -COOH).
metalen. Dit geldt overigens alleen voor populaties die vissoorten eten, vergelijkbaar met die in GrootBrittannië. De vrouwen in het onderzoek aten vissoorten die ook voor Nederlanders herkenbaar zijn, zoals zalm, tonijn, makreel, kabeljauw, haring, garnalen, krab en mosselen. Bevolkingsgroepen die veel vlees eten van haaien en andere grote roofvissen, of van walvissen, hebben volgens eerder onderzoek uit Japan en Nieuw Zeeland mogelijk verhoogde kans op schade door de hoge concentratie methylkwik in deze dieren[2]. ■
Bron wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/ Omega-3_vetzuren
Referenties [1] Hibbeln ea: Maternal seafood consumption in pregnancy and neurodevelopmental outcomes in childhood (ALSPAC study): an observational study.
te verliezen van de voedingsstoffen die essentieel zijn voor neurologische ontwikkeling is hoogstwaarschijnlijk groter dan het risico van blootstelling aan sporen van zware
(c) Joachim de Ruijter, Harlingen
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
Lancet 2007;369:578-585. [2] Myers, GJ en Davidson, PhW: Maternal fish consumption benefits children’s development. Lancet 2007;369:537-358.
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 15
WETENSCHAP KRAAMVROUWENKOORTS,
EEN OUD MAAR NIET VERDWENEN PROBLEEM R.P.M. van Kessel, J.A. Kaan, Y. van Dijk, J.F. Schellekens, E.M. Mascini
Inleiding Kraamvrouwenkoorts is een oud maar nog niet verdwenen probleem in de verloskunde. Vanaf het midden van de 19e eeuw is dankzij de Hongaarse arts Ignaz Semmelweis het aantal gevallen van kraamvrouwenkoorts afgenomen. Toch werd in 1871 in het Nederlands Tijdschrift voor geneeskunde nog melding gemaakt van een epidemie van 14 gevallen bij één Amsterdamse ‘vroedmeester’ (hij begeleidde in die periode 146 bevallingen). De auteur merkt op dat zich bij de twee andere verloskundigen in dezelfde periode geen enkel geval van kraamvrouwenkoorts heeft voorgedaan ‘niettegenstaande een hunner met de verloskundige hulp bij de armen is belast’. In naburige gemeenten deden zich evenmin gevallen van febris puerperalis voor[1]. In dit artikel wordt een soortgelijke, maar gelukkig in omvang kleinere epidemische verheffing beschreven, eveneens gerelateerd aan één verloskundige. Het verloop in de tijd Op 23 december 2003 werd bij een 35-jarige vrouw met koorts in het kraambed febris puerperalis vermoed. Vier dagen eerder was zij thuis bevallen. Uit de cervix werd een Groep-A-Streptokok (GAS) gekweekt. Dezelfde verloskundige leidde op 22 december opnieuw een bevalling, ditmaal poliklinisch, bij een vrouw van 34 jaar oud. De kraamvrouw werd 5 dagen na de bevalling opgenomen met febris
puerperalis. In de cervixkweek werd een GAS gevonden. Omdat deze twee gevallen van kraamvrouwenkoorts epidemiologisch met elkaar in verband werden gebracht werden monsters voor microbiologisch onderzoek bij de verloskundige afgenomen (keel en vagina) en werd zij verzocht in afwachting van de uitslag geen bevallingen te begeleiden. Er kon echter geen GAS worden geïsoleerd. Daarop werd haar medegedeeld dat zij verder kon werken. Op 8 januari 2004 werd duidelijk dat een dag eerder een derde vrouw, 26 jaar oud, met febris puerperalis was opgenomen, waarvan de bevalling door dezelfde verloskundige was begeleid. De afgenomen kweken op GAS bleven bij haar negatief. Op 31 december had de verloskundige nóg een bevalling geleid, die echter zonder complicaties is verlopen. Alle drie de kraamvrouwen werden behandeld met antibiotica en herstelden voorspoedig. De drie vrouwen waren in drie verschillende ziekenhuizen opgenomen en het microbiologisch onderzoek werd in drie verschillende microbiologische laboratoria uitgevoerd. Omdat de verloskundige de enige verbindende schakel was tussen de drie kraamvrouwen en het microbiologisch onderzoek bij haarzelf niets had opgeleverd, werd naar aanleiding van het derde geval besloten om het onderzoek uit te breiden naar alle gezinsleden van de verloskundige. De uitslagen zijn samengevat in tabel 1. Om iets te kunnen zeggen over relaties tussen gevonden positieve
kweken moeten – en kunnen – GAS in het laboratorium worden getypeerd. Dat betekent dat men kijkt naar bepaalde kenmerken van de bacteriestam die van stam tot stam kunnen verschillen. Twee van dergelijke kenmerken zijn de antigene eigenschappen van twee eiwitten (T en M) uit de celwand van de streptokok (T/M-typering: RIVM). Uit bovenstaande tabel blijkt dat de T- en M-eiwitten van twee kraamvrouwen en van de zoon van de verloskundige in de typering hetzelfde waren (het T/Mtype van de bij de echtgenoot gevonden GAS was anders). Dit zegt nog niet alles omdat deze T/M-combinatie in Nederland wel vaker wordt gevonden en er genetisch variatie tussen twee stammen van eenzelfde T/M-type kan bestaan. Daarom is ook een PGFE-typering gedaan (UMCU), waarbij de bacteriestammen op het niveau van het DNA kunnen worden vergeleken. Hier werd dezelfde relatie aangetoond: de bacteriestam gevonden bij de beide kraamvrouwen was niet te onderscheiden van die van R.P.M. van Kessel is arts infectieziekten, GG&GD Utrecht; J.A. Kaan is arts-microbioloog, Diakonessenhuis Utrecht; Y. van Dijk is infectiepreventieadviseur, Diakonessenhuis Utrecht; J.F. Schellekens is arts-microbioloog, Laboratorium voor Infectieziekten Groningen, destijds RIVM Bilthoven; E.M. Mascini is arts-microbioloog, Ziekenhuis Rijnstate Arnhem, destijds UMC Utrecht. Dit artikel zal in een iets gewijzigde vorm ook worden aangeboden aan het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
15
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 16
WETENSCHAP Tabel 1 Betreft Kraamvrouw 1 Kraamvrouw 2 Kraamvrouw 3 Verloskundige Zoon verloskundige Echtgenoot verloskundige
Leeftijd 35 34 26 39 4 54
de zoon van de verloskundige. Dat maakt het zeer aannemelijk dat de verloskundige de bron van de infectie van twee, en waarschijnlijk drie gevallen van kraamvrouwenkoorts is geweest, ook al is bij haarzelf nooit een kweek positief geweest. Hoe de besmetting in zijn werk is gegaan blijft duister. Om een poging te doen om hier een vinger achter te krijgen heeft een ziekenhuishygiënist een door de verloskundige geleide bevalling bijgewoond. Zij heeft echter geen tekortkomingen op het gebied van hygiëne en infectiepreventie kunnen constateren. Met de verloskundige is afgesproken dat zij zich bij klachten wijzend op een mogelijke streptokokkeninfectie bij haar zoon opnieuw op aanwezigheid van GAS zou laten onderzoeken. Opmerkelijk is tenslotte dat dezelfde verloskundige in 2000 ook enkele bevallingen heeft geleid die werden gecompliceerd door kraamvrouwenkoorts. Helaas zijn uit die periode geen resultaten van
Kweek Positief Positief Negatief Negatief Positief Positief
Bron Cervix Bloed
Datum 25-12-03 27-12-03
Neus, keel, vagina 08-01-04 Neus 08-01-04 Keel 08-01-04
verdere typering van de toen gevonden bacteriestammen beschikbaar. Discussie Kort samengevat was er sprake van drie vrouwen met kraamvrouwenkoorts die op drie verschillende plaatsen waren bevallen (één thuis, twee poliklinisch in twee verschillende ziekenhuizen) en die in drie verschillende ziekenhuizen werden opgenomen. De relatie tussen de drie vrouwen had dan ook gemakkelijk onopgemerkt kunnen blijven. Dat kan des te gemakkelijker omdat kraamvrouwenkoorts niet zeldzaam is. In tabel 2 staat weergegeven hoe vaak er vrouwen gedurende de jaren 2000 tot en met 2004 met deze diagnose zijn opgenomen in een ziekenhuis. In de recente Nederlandse vakliteratuur kon slechts één andere rapportage over een dergelijk cluster worden gevonden. Eind jaren ’90 waren er in het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda zes kraamvrouwen met een GASinfectie onder tien vrouwen die op
T/M-Type T28M28 T28M28
PFGE 1 1
T28M28 T12M12
1 2
twee achtereenvolgende dagen waren bevallen in het ziekenhuis. De bij zes vrouwen geïsoleerde bacteriestammen waren zowel op grond van T/M-typering als door middel van PFGE-typering niet van elkaar te onderscheiden en kwamen overeen met de stammen gevonden bij twee ziekenhuismedewerkers. Na aanscherpen van de handdesinfectiediscipline deden zich geen nieuwe gevallen meer voor[2]. Niet iedere clustering van gevallen van kraamvrouwenkoorts blijkt echter een epidemie: in 2002 deden zich in korte tijd vijf gevallen van kraamvrouwenkoorts voor, bij wie echter GAS met telkens een ander PFGE-patroon werden gevonden zodat hier sprake was van een pseudo-epidemie[3]. In het algemeen is het belangrijk dat verloskundigen alert zijn op een toename van het aantal complicaties post partum, kweken afnemen bij verdenking op kraamvrouwenkoorts en zonodig contact opnemen met de lokale GGD. ■ Literatuur
Tabel 2
Landelijk Aantal opnamen met kraamvrouwenkoorts en incidentie naar
[1] Carsten (-). De accoucheur, “smetstof-
registratiejaar in Nederland en de provincie Utrecht over de periode 2000-2004
drager” bij febris puerperalis. NTvG 1871;1e afdeeling, januarij:61-64.
registratiejaar
2000 2001 2002 2003 2004
aantal opnamen 519 472 459 586 610
Nederland Incidentie / 100.000 inwoners 3,27 2,95 2,85 3,62 3,75
Provincie Utrecht aantal Incidentie / opnamen 100.000 inwoners 53 4,78 46 4,11 44 3,86 54 4,69 80 6,88
[2] Thewessen EAPM, BontekoeHoornstra J, Smelting-Nagtzaam AE, Bilkert-Mooiman MAJ, Admiraal JF. Een cluster van patiënten met kraamvrouwenkoorts in Gouda; een hernieuwde les van Semmelweis. Ned Tijdschr Geneeskd 1999;143:1700-1704. [3] Dietz V, Derks JB, Mascini EM, Bruinse HW. Een pseudo-epidemie van kraamvrouwenkoorts. Ned Tijdschr Geneeskd
(Bron: Landelijke Medische Registratie – Prismant).
16
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
2003;147:2505-2508.
22-03-2007
13:33
Pagina 17
WETENSCHAP ZIJN DE IN NEDERLAND GEBRUIKTE ECHOGRAFISCHE
GROEICURVEN VERGELIJKBAAR EN CORRECT? Een van de belangrijkste terreinen waarop echoscopisch onderzoek bijdraagt aan de prenatale zorg is bij de controle op de foetale groei door middel van biometrie: het meten van de kruin-romplengte (crownrump length, CRL), de doorsnede van het foetale hoofd (distantia biparietalis, DBP), de hoofdomtrek (head circumference, HC), de buikomtrek (abdominal circumference, AC) en de femur-lengte (femur length, FL). Immers, bij een niet onbelangrijk deel van de zwangeren, staat of valt de (vroege) diagnose voor intra-uterine groeiretardatie (IUGR) met een correcte en nauwkeurig uitgevoerde biometrie. De waarde van deze nauwkeurigheid komt pas goed tot uiting wanneer de meetresultaten worden weergegeven in daaraan gerelateerde referentiecurven. Voor zorgverleners in de obstetrie is het dus uitermate belangrijk dat zij - ook met betrekking tot echoscopische evaluatie van de foetus - een en dezelfde taal spreken wanneer het gaat om het schatten van de foetale groei. En juist op dit punt is gebleken dat wij in Nederland al jarenlang een probleem hebben: er zijn namelijk ten minste vier verschillende referentiecurven in omloop. Dit zijn de referentiecurven van Chitty et al. uit 1994[1-4], de referentiecurven van Nicolaides en Snijders eveneens uit 1994[5], de referentiecurven van Nicolaides uit 1992 ook wel (ten onrechte) de NVOG-curven genoemd[6] en de curven van Snijders uit 1994 zoals deze zijn weergegeven in het leerboek 'Echoscopie in de Verloskunde en Gynaecologie' in 2003[7].
Echoscopie
200540 -TvV april
uitdraai (die bijvoorbeeld als documentatie na onderzoek wordt toegestuurd aan de aanvrager) suggereert dat deze curven gebaseerd zijn op een publicatie van Nicolaides uit 1992. Deze publicatie bleek echter niet te achterhalen en na lang speuren zelfs niet te bestaan (Nicolaides, persoonlijke mededeling). Op zich is er weliswaar niets feitelijk fout aan de curven, maar de oorsprong ervan is op zijn zachtst gezegd wazig. Daarnaast worden tabellen gebruikt die afkomstig zijn uit het Nederlands leerboek 'Echoscopie in de verloskunde en gynaecologie'. Hier blijkt wel sprake te zijn van een echte fout. Deze tabellen zouden P.O.A.M. de Reu,Verloskundige Centrum Midden Brabant - Boxtel; Dr. R.J.M. Snijders, FMF Netherlands, Noordmolendreef 133, 3011 DC Rotterdam; Dr. H.P. Oosterbaan,
P.A.O.M. de Reu, Dr. R.J.M. Snijders, Dr. H.P. Oosterbaan, Dr. L.J.M. Smits, M.J.H.A. de Reu-Cuppens en prof. Dr. J.G. Nijhuis
Dit is geen bezwaar zolang alle verloskundige zorgverleners voor het beoordelen van de foetale groei bij dezelfde zwangere ook consequent dezelfde referentiecurven gebruiken. Wanneer echter bij een en dezelfde zwangere door verschillende zorgverleners ook verschillende referentiecurven worden gebruikt, kan dit een verwarrend effect hebben (figuur 1 + 2).
Zo kan het gebeuren dat de foetus bij de ene beoordeling groeivertraagd lijkt; terwijl bij het gebruik van een andere curve, de metingen binnen de norm vallen. Dit schept niet alleen verwarring tussen de zorgverleners onderling, maar veroorzaakt mogelijk ook onnodige onrust bij de zwangere. De meest gebruikte curven zijn de zgn. NVOG-curven (DBP, AC, HC en FL) die middels software in tal van echoapparaten zijn ingebouwd. Deze zouden gebaseerd zijn op een transversaal onderzoek (N=40) uit de kliniek van Prof. Nicolaides te Londen uit 1992[6]. De computer-
Afdeling Obstetrie en Gynaecologie, Jeroen Bosch Ziekenhuis, ’s-Hertogenbosch; Dr. L.J.M. Smits, Capaciteitsgroep Epidemiologie, Universiteit Maastricht; M.J.H.A. de Reu-Cuppens, Adfeling Obstetrie en Gynaecologie, Academisch Ziekenhuis Maastricht; Prof. Dr. J.G. Nijhuis, afdeling Obstretrie en Gynaecologie, Academisch Ziekenhuis Maastricht. Correspondentieadres:
[email protected] Dit artikel is met toestemming overgenomen uit het Nederlands Tijdschrift voor Obestetrie en Gynaecologie, vol 119, augustua 2006, pag. 11 ev.
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
17
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 18
WETENSCHAP Figuur 1 theoretisch gebaseerd zijn op een publicatie van Snijders en Nicolaides uit 1994. Als we echter de tabellen in het leerboek vergelijken met de originele tabellen, dan valt op dat de zwangerschapsduur bij elke waarde 3,5 dag verschoven is. Dit als gevolg van het feit dat de gemiddelde waarden bij bijvoorbeeld 20+0 tot 20+6 weken, zoals aangegeven in de originele publicatie, in het leerboek worden weergegeven als gemiddelde bij 20+0 weken. De onderlinge verschillen lopen ook behoorlijk op: zo is de P-95 AC bij 40 weken zwangerschapsduur op de curve van Snijders en Nicolaides 389 mm terwijl dit op de NVOG-curve 369 mm is. Een verschil van 2 cm! Voor de P-5 ligt het verschil tussen de beide curven weliswaar 'slechts' op 1,1 cm (respectievelijk 310 versus 299 mm) maar een dergelijk verschil op die termijn is toch significant, zeker in het licht van een mogelijke IUGR. Ten behoeve van de uniformiteit en onderlinge vergelijkbaarheid is van belang dat in alle apparatuur en formulieren gebruik wordt gemaakt van gevalideerde referentiewaarden. Dit zal bijdragen tot meer duidelijkheid onder beroepsbeoefenaren en wellicht tot minder onrust bij de zwangeren. De auteurs voelen zich niet geroepen om in hun positie een specifieke groep referentiecurven voor gebruik in Nederland te propageren. Zij willen alleen wijzen op de niet geringe verschillen tussen de in gebruik zijnde curven, de onvolkomenheden in het leerboek en de toch wat schimmige afkomst van de zogenaamde NVOG-curve. Daarnaast achten zij het wel zeer wenselijk om gynaecologen en verloskundigen er op te wijzen dat 18
AC-referentiecurven P-5 / P-50 / P-95
355 305 255 205 155 105 55 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 NVOG
Snijders
Chitty
Boek
400 350 300 250 200 150 100 55 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
Figuur 2
HC-referentiecurven P-5 / P-50 / P-95
de huidige onduidelijkheid in deze materie kan leiden tot verwarring bij zorgverleners en onrust bij zwangeren. De werkgroep foetale echoscopie van de NVOG werd inmiddels van deze bevindingen op de hoogte gesteld en zal binnenkort met adviezen komen welke curven voortaan in Nederland te gebruiken. ■
Gynaecol 1994; 101: 125-31. 4. Chitty LS, Altman DG, Henderson A, Campbell S. Charts of fetal size: 4. Femur length. Br J Obstet Gynaecol 1994; 101: 132-5 5. Snijders RJM and Nicolaides KH. Fetal biometry at 14-40 weeks' gestation. Ultrasound Obstet Gynecol 1994; 4: 34-48. 6. Nota echoscopie gynaecologie/verloskunde. Officieel standpunt van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie
Referenties
en Gynaecologie en de Nederlandse
1. Chitty LS, Altman DG, Henderson A,
Vereniging voor Ultra-
Campbell S. Charts of fetal size: 1.
geluid in de Geneeskunde en Biologie. N.
Methodology. Br J Obstet Gynaecol 1994;
Exalto Namens de Werkgroep
101: 29-34.
Echoscopie. (NVOG, 1993)
2. Chitty LS, Altman DG, Henderson A,
7. Van Loon AJ -'Foetale biometrie'- in
Campbell S. Charts of fetal size: 2. Head
'Echoscopie in de verloskunde en gynae-
measurements. Br J Obstet Gynaecol
cologie' Red: van Vught JMG,
1994; 101: 35-43.
Stoutenbeek Ph, Emanuel MH en
3. Chitty LS, Altman DG, Henderson A,
Wladimiroff JW. Hoofdstuk 8 Uitgever
Campbell S. Charts of fetal size: 3.
Elsevier gezondheidszorg 2003 -ISBN 90
Abdominal measurements. Br J Obstet
352 2418 3.
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
22-03-2007
12:04
Pagina 19
NEONATALE
WETENSCHAP
SCREENING TE SNEL UITGEBREID Capaciteit voor onderzoek bij risico-pasgeborenen is nog ontoereikend
Per 1 januari 2007 is de screening van neonaten op aangeboren afwijkingen uitgebreid. De capaciteit voor vervolgonderzoek bij risicokinderen schiet echter nog tekort. De uitbreiding van het screeningsprogramma is wat al te voortvarend in gang gezet.
M.F. Niermeijer, T.J. de Koning en H.K. Meutgeert-Dekker
De Gezondheidsraad deed in augustus 2005 in het advies ‘Neonatale Screening’ de aanbeveling om de screening van pasgeborenen uit te breiden met veertien ziekten[1]. Behalve betere neonatale zorg was meer en betere voorlichting aan de ouders het doel, mede omdat bijna alle bij screening vaststelbare ziekten erfelijk zijn. Het aantal gedetecteerde kinderen met een vanaf de geboorte behandelbare aandoening zou toenemen van ongeveer 88 naar 177 per jaar. VWS had de Gezondheidsraad voorgesteld terughoudend te zijn bij screening op onbehandelbare aandoeningen. Het advies omvat dan ook een inventarisatie van aandoeningen met gezondheidswinst bij
vroege ontdekking en behandeling, en de relevante ethische, juridische en maatschappelijke aspecten daarvan. Op verzoek van VWS werd een globale raming gegeven van de kosten van implementatie, vooral wat betreft de hielpriktesten, en de totale kosten. Het advies vermeldde tevens de te verwachten kosten van vervolgonderzoek, zoals ziekenhuisopname. Het advies maakte duidelijk dat uitbreiding van de screening impliceert dat voor elke ziekte jaarlijks een groep pasgeborenen met verhoogd risico met spoed moet worden onderzocht vanwege een afwijkende uitslag. Per ziekterisico kan blijken, dat slechts één op de tien kinderen de betrokken ziekte daadwerkelijk heeft. In totaal zijn er dan jaarlijks enkele honderden
pasgeborenen die moeten worden onderzocht, een veelvoud van het aantal zieke kinderen[2]. De daarvoor aangewezen klinische afdelingen en laboratoria voor erfelijke metabole ziekten van de universitaire medische centra hebben duidelijk gemaakt dat men vanaf het begin van de uitgebreide screening uitgerust moest zijn met extra bedden en extra staf die is opgeleid in de medische, verpleegkundige en laboratoriumaspecten van de opvang, diagnostiek en behandeling van risico-pasgeborenen.
Neonatale screening
200540 -TvV april
Geen budget Met voortvarendheid aanvaardde de staatssecretaris van VWS in november 2005 het advies van de Gezondheidsraad. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) kreeg de regie voor de gehele uitvoering van de uitgebreide prof. dr. M.F. Niermeijer is klinisch geneticus, Rotterdam; lid programmaadviescommissie ‘Neonatale screening’ bij het RIVM 2006 (tot maart 2007); destijds lid van Gezondheidsraadcommissie ‘Neonatale screening’ ; dr. T.J. de Koning is kinderarts metabole ziekten, Wilhelmina Kinderziekenhuis, UMC Utrecht; voorzitter van de Vereniging Erfelijke Stofwisselingsziekten Nederland (ESN) mw. H.K. Meutgeert-Dekker is directeur Volwassenen, Kinderen en Stofwisselingsziekten (VKS), patiëntenorganisatie voor 185 verschillende stofwisselingsziekten Correspondentieadres:
[email protected] Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Medisch Contact nummer 10 van 9 maart 2007. pagina 416-418.
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
19
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 20
WETENSCHAP
screening. De laboratoriumonderzoeken in hielprikbloed werden aan het RIVM en vijf screeningslaboratoria opgedragen; zij kregen investeringskrediet voor massaspectrometrieapparatuur en een tarief voor de verrichtingen. Voor het klinische onderzoek van de bij screening gevonden kinderen werd geen budget vastgesteld noch enige afspraak gemaakt; dat zou ‘onder reguliere zorg en de academische component vallen’. Wel werd vastgelegd dat het programma per 1 januari 2007, dus binnen 13 maanden, van start moest gaan. Een zo korte invoeringstermijn voor zo’n complexe operatie betekende een unicum in de wereld. Niet alleen moest al het voorlichtingsmateriaal nog worden gemaakt, ook de screeningstechnologie en de aansluitende klinische vervolgonderzoeken van de risicokinderen moesten nog worden geregeld. En dat alles onder grote tijdsdruk. De vraag achteraf is of dat verstandig is geweest en of meer voorbereiding en een ruimere begroting van de programmaonderdelen de implementatie zouden hebben verbeterd.
Samenvatting De uitbreiding van de neonatale screening met veertien aandoeningen is een belangrijke mijlpaal in de preventieve geneeskunde. Na een korte voorbereiding startte het nieuwe programma op 1 januari 2007. • VWS legde de regie bij het RIVM; dat stelde daartoe het Centrum voor Bevolkingsonderzoek in. • Financiering was aanvankelijk alleen geregeld voor de laboratoriumdiagnostiek in de hielprikkaarten. • Voor het vervolgonderzoek van de enkele honderden kinderen met verhoogd risico werd aanvankelijk een onduidelijke beleidsaanwijzing afgegeven. De noodzakelijke extra medische, verpleegkundige en laboratoriumstaf is pas binnenkort overal operationeel. • De financiële belangen van het RIVM waren wellicht voor VWS reden de begindatum toch te handhaven. • Technische problemen met bepalingsmethoden voor twee ziekten in de eerste maand van uitvoering berustten ook deels op financieringstekorten.
Techniek Het door het RIVM gevormde Centrum voor Bevolkingsonderzoek werd verantwoordelijk voor de totale regie. Aan het hoofd daarvan stond een ambtelijke programmacoördinator. De Programma-adviescommissie Neonatale Screening (PNS) werd gevormd door vertegenwoordigers van entadministraties, verloskundigen (voor de voorlichting aan zwangeren), gynaecologen, kinderartsen (in verband met metabole ziekten), klinisch genetici, TNO Kwaliteit van Leven (voor de evaluatie), klinisch chemici, etcetera. De PNS adviseert vrijblijvend. Daarnaast zijn er technisch-uitvoerende commissies voor het ontwikkelen van informatie- en voorlichtingsmateriaal, het ontwikkelen van de techniek waarmee de vijf screeningslaboratoria de hielprikparameters kunnen beoordelen en voor het opstellen van protocollen voor vervolgonderzoeken naar erfelijke stofwisselingsziekten en hemoglobinopathieën. Bij die laatste werkgroepen werden vertegenwoordigers betrokken van alle klinische en laboratoriumafdelingen voor erfelijke metabole ziekten, evenals van Kinderhematologie (AMC) en Moleculaire hemoglobinopathiediagnostiek (LUMC). Uitstel De PNS adviseerde al bij de tweede vergadering voorjaar 2006 en later nogmaals om met kracht bij VWS aan te dringen op een regeling voor de financiering van de gevraagde extra bezetting voor de opvang van de risico-pasgeborenen in de universitair medische centra, omdat de besturingsstructuur voor functieen capaciteitsuitbreiding van een UMC zeer complex is. Aangedrongen werd contacten te leggen met besturen van UMC’s en UMC-kinderafdelingen. Ook de verloskundigen vroegen om een
20
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 21
WETENSCHAP
redelijke beloning voor de noodzakelijke extra voorlichting die van hen werd verwacht; een tarief kon echter aanvankelijk niet in het vooruitzicht worden gesteld. De eerste gesprekken van VWS met vertegenwoordigers van de afdelingen Metabole erfelijke ziekten van UMC’s, met verloskundigen en entadministraties en later met de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) vonden medio december 2006 plaats, kort voor de geplande invoering. VWS zond een schriftelijke aanwijzing aan die federatie, die op dat ogenblik geen garantie bood voor feitelijke capaciteit op korte termijn. De langdurige onzekerheid bracht de PNS in november tot het advies aan het RIVM om het begin van de screening met ten minste drie maanden uit te stellen. Die overweging werd op 22 december 2006 terzijde geschoven door de staatssecretaris van VWS[3]. Voor de genoemde bezwaren was ‘een oplossing’ gevonden en drie maanden uitstel zou een financiële schade van 800.000 euro voor het RIVM betekenen. ‘Wegens zeldzaamheid’ Daarmee startte een grootschalige nieuwe screening van pasgeborenen zonder waarborging van de kwaliteit van de eerste opvang en spoeddiagnostiek van risico-pasgeborenen, de primaire doelstelling van het programma. Inmiddels is in de UMC’s begonnen met de oplossing van dat probleem, maar het opbouwen van capaciteit voor deze functies vraagt tijd. Tevens bleek in de eerste weken, zoals deskundigen al hadden verwacht, dat voor galactosemie een hoog percentage foutpositieve uitslagen reden was om meer dan vijftig kinderen te onderzoeken. Voor
een tweede ziekte, tyrosinemie I, bleek de gekozen test ongeschikt, zoals reeds in de literatuur bekend was. Het Gezondheidsraadadvies en de betrokken beroepsgroep hadden ook op een andere techniek gewezen. De staatssecretaris van VWS nam het plan van het RIVM over om de screening voor tyrosinemie voorlopig op te schorten en een proef te starten met een aanvullende test voor galactosemie[4]. De inhoudelijke overweging om de screening op tyrosinemie te staken ‘wegens de zeldzaamheid’ is ongelukkig: bij screening ging het er juist om zeldzame, maar goed detecteerbare ziekten, tijdig vast te stellen.
te onderzoeken op de betrokken ziekte. Politieke dadendrang of prestigestrijd horen geen rol te spelen als er complexe gezondheidsprogramma’s worden ingevoerd. Voor de ouders, maar ook voor de collega’s van entadministraties, huisartsen, verloskundigen, kinderartsen en klinisch chemici in universitair medische centra is dat moeilijk voorstelbaar, vooral omdat zij zeer gemotiveerd zijn om gezamenlijk deze belangrijke vooruitgang in ons land te realiseren. Maar dat vraagt wel een goede, zichtbare medische verantwoordelijkheid en een passende financiering voor zo’n groot project.
Bovengenoemde zaken zijn een bekende prijs van een beginnend screeningsprogramma. Met meer voorbereidingstijd en ruimere financiële middelen was er gelegenheid geweest grootschalige foutmeldingen van een test tijdig te signaleren. Uiteraard stelde dit alles de kinderen, ouders, behandelaars en screeningslaboratoria voor veel spanningen en werkbelasting onder hoogspanning.
Bevestigen van publieksvertrouwen lijkt in deze fase belangrijk. Een publiekssymposium en voorlichtingsmateriaal met een gezamenlijke presentatie door alle betrokken professionals is daarvoor geschikt. Immers, niet alleen de hielpriktest is van belang, maar ook de expertise en capaciteit om de opgespoorde kinderen levenslang goed te behandelen en hun ouders en familie in te lichten. Dat hoort bij een unieke stap vooruit in de Nederlandse gezondheidszorg. ■
Politieke dadendrang De medische zorgvuldigheid van de tot zeventien ziekten uitgebreide screening bij pasgeborenen is door overhaast beleid van VWS onder druk gezet. De financiële investeringen die het RIVM heeft gedaan, waren wellicht de hoofdreden het programma te starten onder grote tijdsdruk, terwijl er onvoldoende capaciteit was (en nog enige tijd is) om de kinderen met verhoogd risico
Referenties 1. Gezondheidsraadadvies Neonatale Screening. 2005/11. www.gr.nl 2. Visser G, Bakker HD. Uitbreiding neonatale screening. Medisch Contact 2006; 8: 336-7. 3. Brief staatssecretaris VWS PG/OGZ 2.740.070. 4. Brief staatssecretaris VWS PG/ZP 2.750.307, februari 2007.
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
21
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 22
Verloskundige Praktijk Zutphen eo. Judith Leysterstraat 2 7226 LR Zutphen
van
E-mail:
[email protected] Website: www.verloskundigepraktijkzutphen.nl
Zutphen is een groeigemeente aan de IJssel met veel jonge gezinnen.
Hogerop?
Een hanzestad met een gezellige binnenstad en een heerlijk buitengebied. In Zutphen is één verloskundige praktijk gevestigd in een eigen nieuw pand. Er is een goede samenwerking met het ziekenhuis in de stad. Ook de samenwerking met andere disciplines is prima. In de praktijk werken zeven verloskundigen. Zij worden ondersteund
Volg dan de Universitaire Masterstudie Verloskunde
door twee praktijkassistentes. Er is een echoapparaat voor eerste-
Geen korte cursus, maar een volwaardige en intensieve universitaire masterstudie.
Omdat één van ons de maatschap gaat verlaten per 1 juli 2007,
lijns- en screeningsechoscopie. Er wordt gewerkt aan de realisatie van een eerstelijns screeningscentrum .
zijn wij op zoek naar een nieuwe collega! • Wij bieden je een werkplek in een goed georganiseerde praktijk met een uitstekende sfeer.
Interesse?
• Wij werken door de week in twee teams, dus de diensten zijn
Onderwijsbureau Masterstudies Bel (020) 566 6944 of
overzichtelijk. • Ca. 625 zorgeenheden per jaar (760 inschrijvingen).
mail:
[email protected]
• Een maatschapsdeel van 10%. (ca. 2 d/w)
KIJK ook op www.amc.nl/
masterverloskunde
Wij zoeken een enthousiaste innoverende collega met visie en inzet! Heb je interesse, schrijf een brief met cv. Of bel voor meer informatie: Gitte van der Hoek Tel: 0575-571519.
ZICHT OP RISICO’S GESPECIALISEERD FINANCIEEL ADVIES VOOR VERLOSKUNDIGEN
Voor gevestigde en startende verloskundigen: -
Praktijkfinanciering Praktijkverzekeringen Beoordeling overnamesommen Contractonderhandelingen
Nieuw voor studenten verloskunde: - Verloskundigen Informatie Punt - Alle zakelijke informatie snel en overzichtelijk per e-mail toegestuurd. Ideaal voor tijdens de studie!
Meld je aan op
[email protected] en word onze V.I.P.!
W.B.D. Lippmann Groep b.v. Generaal v.d. Heydenlaan 2 Postbus 434 7300 AK Apeldoorn tel: (055) 521 95 54 fax: (055) 521 55 99
E-mail
[email protected] Telefonisch Jan Haaijer: (06) 22 71 07 19
22-03-2007
12:04
Pagina 23
VERLOSKUNDIGEN ZIJN ER VOOR VROUWEN – WAAR ZE OOK WONEN Het unieke in de verloskunde is haar model van continuïteit van zorg voor vrouwen en hun baby’s waar het nodig is: thuis, binnen de lokale gemeenschap of in het ziekenhuis. In het verslag van het in 2006 in Tunesië gehouden eerste Internationale ICM/UNFPA/WHO Forum over ‘Verloskunde in de Gemeenschap’ werd verklaard dat “Verloskundigen het belangrijkste contact zijn voor zwangere vrouwen en hun familie. Ze verkeren in de positie om alle vrouwen te bereiken, zelfs de armste, die anders niet om zorg zouden vragen.” Eén van de stuwende krachten bij het oprichten van het Forum was de wetenschap dat de helft van alle vrouwen ter wereld ten tijde van de bevalling geen toegang heeft tot verloskundige zorg, terwijl de feiten aantonen dat dit juist nodig is om de wijdverbreide hoge sterftecijfers voor moeders en zuigelingen in de armere landen terug te dringen. ‘Vrouwen bereiken’ is een belangrijk deel van het werk van een verloskundige, niet alleen om zorg te verlenen aan vrouwen die niet in de nabijheid wonen van een zorgfaciliteit, maar ook om andere barrières weg te nemen voor toegankelijkheid van de zorg. Barrières die geworteld kunnen zijn in verschillen qua cultuur of taal, of te maken kunnen hebben met de timing, de stijl of de betaalbaarheid van de diensten. Het is ‘vrouwgerichte’ zorg die gezonde resultaten oplevert voor moeder en baby. Dat betekent dat verloskundigen middels positieve actie ervoor zorgen dat wat zij bieden, is wat vrouwen willen.
HET IS EVEN WAT WERK, MAAR ALS U VAN BEIDE NIETJES DE POOTJES OMHOOG VOUWT, KUNT U DE POSTER UITHALEN EN OPHANGEN IN UW PRAKTIJKRUIMTE. ALS U DE NIETJES TERUGVOUWT, BLIJFT UW TIJDSCHRIFT HEEL EN COMPLEET, WANT MET DE NUMMERING VAN DE PAGINA’S IS HIERMEE REKENING GEHOUDEN.
In het World Health Report 2005, ‘Make every mother and child count’ werd opgeroepen tot “zorg die dicht bij vrouwen staat” en er werd verder aangetoond dat er “behoefte en vraag naar zorg is die dicht bij de mensen staat; bij waar en hoe ze wonen en hun geboortecultuur, maar die tevens veilig is…, snel kan reageren en op elke wijze toegankelijk is… Er moet een verloskundige zijn of iemand met dezelfde vaardigheden, die vrouwen op vakkundige wijze deze zorg biedt, met de benodigde middelen en in de juiste ambiance.” Bijvoorbeeld in het uiterste Noorden van Canada is, na een periode waarin alle zwangere vrouwen naar een ziekenhuis elders werden gevlogen om te bevallen, de verloskunde teruggebracht. Die terugkomst van de verloskunde wordt door iedereen omarmd: de geboorte van baby’s
onder de eigen mensen blaast de gemeenschap nieuw leven in.[1] De ICM legt zich toe op het doel van universele toegankelijkheid tot verloskundige zorg en vrouwen zo dicht mogelijk bij hun woonplaats hiervan voorzien. In de Definition of the Midwife van de ICM wordt verklaard dat ‘Een verloskundige haar werk kan uitoefenen in elke omgeving, zoals thuis, in de gemeenschap, ziekenhuizen, klinieken of gezondheidscentra’. De filosofie van verloskundige zorg ondersteunt deze brede inzetbaarheid door het propageren van de vrije keuze van vrouwen waar ze hun zorg willen ontvangen. De International Day of the Midwife wordt jaarlijks gehouden ter ere van het werk en het beroep van de verloskundige. Dit jaar staat in het teken van het aanmoedigen
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
De internationale dag van de verloskundige 5 mei 2007
200540 -TvV april
200540 -TvV april-new 2 pag.pdf - pag.1
LET OP !!! Lage resolutie!
March 28, 2007
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007 200540 -TvV april-new 2 pag.pdf - pag.2
LET OP !!! Lage resolutie!
March 28, 2007
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 26
INTERNATIONAAL
van verloskundigen om contact te leggen met alle vrouwen die een verloskundige nodig hebben. De International Confederation of Midwives (ICM) De ICM is een vereniging van 92 nationale verloskundigenorganisaties in 72 landen, opgericht in 1919. Het is haar missie om ‘wereldwijd de doelstellingen en aspiraties van verloskundigen te ondersteunen om betere resultaten te behalen voor vrouwen in hun reproductieve jaren, hun pasgeborenen en hun familie.’
• een straatparade organiseren en een massabijeenkomst in een openbare plaats; • stands opstellen op markten om verloskundige diensten bekendheid te geven en om informatie en advies te geven; • een bijeenkomst, workshop of conferentie houden om kennis te nemen van nieuwe ontwikkelingen in de verloskunde en nieuws uit te wisselen met andere verloskundigen uit de streek; • indien het gepast is een religieuze dienst organiseren - vaak van multireligieuze aard - ter ere van
REIK VROUWEN DE HAND STREEF NAAR UNIVERSELE TOEGANKELIJKHEID TOT VERLOSKUNDIGE ZORG De International Day of the Midwife (IDM) Verloskundigen over de hele wereld vieren jaarlijks op 5 mei de ‘International Day of the Midwife’. ICM heeft het idee van een ‘Internationale Dag van de Verloskundige’ in het leven geroepen naar aanleiding van besprekingen door deelnemende organisaties eind jaren ’80, waarna het initiatief officieel werd verwezenlijkt in 1992. In 2007 vindt de 16e IDM plaats. De dag is gewijd aan de verloskunde en heeft ten doel zoveel mogelijk mensen bewust te maken van het belang van het werk van verloskundigen. Dit gebeurt op vele verschillende manieren, afhankelijk van wat het beste werkt per land. Voorbeelden van hoe verloskundige organisaties de dag inrichten zijn o.a.:
de verloskunde en veilige geboorte; • uitreiken van prijzen aan individuele of groepen verloskundigen voor bijzondere verdiensten; • geld inzamelen in landen waar de verloskunde goed is georganiseerd om verloskundigen in andere landen te helpen, waar grote behoefte is aan extra middelen; (Bijvoorbeeld fietsen kopen als transportmiddel voor verloskundigen in afgelegen gebieden, of financieren dat een verloskundige een belangrijke conferentie bij kan wonen.) • sommige verloskundigen komen bij elkaar om te praten, eten, drinken, zingen of dansen; kortom, om zich te vermaken. De IDM biedt elke verloskundige de gelegenheid om te beseffen hoeveel beroepsgenoten er zijn, nieu-
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
we contacten te maken binnen en buiten de verloskunde en de kennis verbreiden van wat verloskundigen doen voor de wereld. ICM en haar partners ICM voert veel taken uit waarbij ze niet alleen samenwerkt met deelnemende organisaties, maar ook met andere gezondheidsbureaus die internationale taken hebben, o.a.: • degenen die aangesloten zijn bij de Verenigde Naties, zoals de Wereld Gezondheids Raad (WHO), het VN Bevolkingsfonds (UNFPA) en het VN kinderfonds (UNICEF); • wereldwijde confederaties van professionals in de gezondheidszorg, zoals de Internationale Confederatie van Verpleegkundigen (ICN) en de Internationale Federatie van Gynaecologen and Obstetrici (FIGO); • nationale regeringsdepartementen met de taak om hulp te bieden aan minder ontwikkelde landen; • Internationale non-gouvernementele organisaties (INGO’s/NGO’s) met de missie om de gezondheid en het welzijn van moeders en kinderen te bevorderen, zoals de White Ribbon Alliance (WRA) en Saving Newborn Lives (SNL onderdeel van Save the Children); • ICM wil ook zeer graag nauwer samenwerken met groepen die de belangen van zwangere vrouwen behartigen, zoals de World Alliance for Breastfeeding Action (WABA), de Women’s Access to Health Campaign (WAHC) en het Women’s Global Network for Reproductive Rights (WGNRR). ■ Referenties [1] Cadée F. Zij begrepen het ook. Tijdschrift voor Verloskundigen 2005;12: 47-49
22-03-2007
12:04
Pagina 23
MEESTERSCHAP IN
STUDIE EN ONDERWIJS
VERLOS- EN VERLIESKUNDE Xandra Reinke
In het Tijdschrift voor Verloskundigen van februari 1999 schreef hoofdredacteur Mariël Croon in haar ‘Van de redactie’: ‘Vroedvrouw-zijn vraagt meesterschap in zowel verlos- als verlieskunde. Verlost worden en verliezen vraagt eenzelfde geestesgesteldheid, die van het loslaten. Dat gaat gepaard met weeën van pijn of van verdriet. Dat is het leven zelf.’
omgang als gevolg van een kinderwens, van controle over jezelf en ook de verwerking van negatieve (seksuele) ervaringen in het verleden, mishandeling zonder daarbij te willen vergeten het verlies van de oude rolpatronen, van carrièreperspectief, werk, het slanke lijf… Tegenover de cliënt en haar partner, die ieder te maken kunnen hebben met genoemde verlieservaringen, zit de verloskundige die zelf
“HET IS NIET TE VOORKOMEN DAT VOGELS VAN DROEFHEID LANDEN OP ONZE SCHOUDERS, WÉL IS TE VOORKOMEN DAT ZIJ NESTEN BOUWEN IN ONS HAAR.” (CHINEES GEZEGDE) In de verloskundige praktijk hebben we te maken met veel verschillende verliessituaties. De impact is vaak groot, want in veel gevallen betekent de kennismaking tegelijkertijd een afscheid. De meest voor de handliggende casussen zijn abortus, intra-uteriene vruchtdood, partus immaturus/prematurus, perinatale sterfte, geboorte van een kindje met aangeboren afwijkingen/ handicaps, de sterfte van de kraamvrouw. Verloskundigen zijn hier bekend mee. Er zijn echter meer verliessituaties waar we minder direct bij betrokken worden, maar die er wel zijn. Denk hierbij aan de verwerking van een abortus (provocatus) in het verleden, een postpartum depressie, wiegendood, ongewenste infertiliteit, het verlies van een ongedwongen seksuele
professioneel of privé te maken kan hebben met haar/zijn actuele of vroegere verlieservaringen. Denk daarbij aan rouw, als gevolg van een gevoel van falen in de verleende zorg, dat soms de vorm kan hebben van schuldgevoel. Daarnaast kan er eigen rouw bestaan als gevolg van het verlies van een dierbare of van eigen gezondheid en zelfs als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen - je slachtoffer voelen van marktwerking… Verloskunde en verlieskunde liggen dicht naast elkaar. Verloskundigen zijn gedreven mensen. Wij willen dóen, hélpen! Die houding kent risico’s, want de confrontatie met verlies van anderen kan bij de verloskundige (en bij elke andere hulpverlener) eigen
‘oud zeer’ naar boven brengen. Parallel aan de cliënt kan de professional zich eveneens kwetsbaar voelen. Soms kan dit leiden tot (emotionele) uitputting, loopt zij het risico van een traumatische ervaring die kan leiden tot posttraumatische stressstoornis (PTSS) of een burn-out.
Verlieskunde
200540 -TvV april
Verkennend onderzoek In 1996 werd onder een kleine populatie van 112 verloskundigen een verkennend onderzoek gehouden door de verloskundigen Blackstone en van Laere naar emoties en verloskundig handelen na onverwachte perinatale sterfte. De uitkomsten uit dit onderzoek werden gepubliceerd in het februarinummer van 2000 van het TvV. Belangrijkste conclusies waren: Van de geënquêteerde verloskundigen had in de eerste vijf jaar dat zij werkzaam waren, 50% te maken gehad met onverwachte perinatale sterfte. Na 10 jaar bedroeg dit percentage 73%. De meest voorkomende emoties waren verdriet en machteloosheid. In de meeste gevallen besprak de verloskundige de emoties met collega’s. In 91% van de gevallen verliep dat gesprek bevredigend. Als belangrijkste redenen voor het niet slagen van het gesprek werden o.a. tijdgebrek en angst voor een klacht bij het Medisch Tuchtcollege genoemd. 38% van de deelnemers aan het onderzoek gaf aan behoefte te hebben aan een aanspreekpunt binnen de eigen beroepsgroep. Ook gaf men aan dat omgaan met verlies Xandra A.M.G. Reinke-Scheepers is verloskundige en trainer in verlieskunde binnen Xpertizó werkzaam vanuit Stadskanaal
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
23
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 24
STUDIE EN ONDERWIJS
moeilijk is en geleerd moet worden, zodat ervoor gepleit werd om tijdens de opleiding tot verloskundige voldoende aandacht aan dit onderwerp te besteden. Wie en wat helpt de verloskundig hulpverlener? Een goede begeleiding van een verlieservaring vereist dat de hulpverlener zelf niet in een actief verwerkingsproces van haar eigen verlieservaringen verwikkeld is. Is dit wel het geval, dan zal door de hulpverlener de ‘onvoorwaardelijke positieve aandacht’, die naast empathie en echtheid bij een
cliëntgerichte zorgverlening onontbeerlijk is, niet of minder goed gegeven kunnen worden. Het is dus van belang dat de verloskundige haar eigen verlieservaringen onder ogen heeft durven zien én nog geregeld onder ogen ziet en ‘opruimt’. Zelfs dan nog kunnen bepaalde signalen wel eens niet of niet goed opgevangen worden, maar de verloskundige is wel in staat goed om te gaan met de gegeven situatie en niet mee te gaan in het verdriet als gevolg van haar eigen rouw. Het getuigt van professionaliteit als
Een verwaarloosd kerkhof in de botanische tuinen van Bogor, Java.. Op de achterzijde van dit grafmonument staat versteend verdriet: ‘Hier ligt begraven Elisabeth Charlotte Vincent, echtgenoot van Jan Jacob Rochussen. Zij stierf den 14 augustus 1851, te Buitenzorg aan de gevolgen hare verlossing, op den 21 junij 1851, van eene bij de geboorte overledene dochter. Het wichtje rust met de moeder in hetzelfde graf en is met haar in den hemel vereenigd.’
© Gerry Konings, Sint Oedenrode
24
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
een hulpverlener hierin haar eigen grenzen aangeeft. De verloskundige moet aandacht hebben voor deze problematiek. Ze moet niet vanuit de stereotype rol ‘dit moet ik kunnen, dit is niet voor mij van toepassing’ handelen. De verloskundige beroepspraktijk bestaat uit uitersten: het ene moment zit je bij een gelukkig stel dat blij is dat de vrouw zwanger is of heb je een prachtige bevalling begeleid; het volgende moment moet je iemand vertellen dat je geen harttonen meer hoort. Vanuit mijn eigen ervaring en expertise als verloskundige, verlieskundige én docent heb ik een training voor verloskundigen ontwikkeld die bestaat uit twee aaneensluitende workshops. Daarbij komt aan bod: 1. wat doet verlies, een emotionele gebeurtenis, rouw met jou als professional, maar ook als mens? • hoe ga je met een dergelijke gebeurtenis om? Je dat realiseren geeft vaak al veel duidelijkheid. Belangrijk daarbij is om je eigen ‘hanteringsstijl’ te kennen en je eigen overlevingspatronen te herkennen; • herken en erken je eigen ‘verlieskast’. Deze imaginaire kast bevat alle laden en doosjes waarin je je eigen negatieve ervaringen en herinneringen al dan niet een plek heb gegeven; • geef ruimte aan ontlading, zowel fysiek als emotioneel; • geef ruimte om realistisch te denken. 2. Stilstaan bij gebeurtenissen, je emoties. Wat gebeurt er eigenlijk in een dergelijke situatie/periode? • er spelen zoveel factoren een rol, zoals de mate van ernst van de gebeurtenis zelf zonder verlies en rouw op een weegschaal te leggen; • de eigen rol in die mate van ernst, is er sprake van schuld?;
22-03-2007
12:04
Pagina 25
MIJN
KWALITEIT
PERSOONLIJK DOSSIER Om te voldoen aan de criteria van het Kwaliteitsregister Verloskundigen moeten verloskundigen diverse deskundigheidsbevorderende activiteiten uitvoeren (zie kader). Zij kunnen deze activiteiten invoeren in het elektronisch dossier van het kwaliteitsregister. Met name de invulling van de vrije keuze-activiteiten levert vragen op over de wijze waarop activiteiten kunnen worden ingevoerd in het elektronisch dossier. In dit artikel wordt hierop ingegaan met als doel hierover meer duidelijkheid te scheppen. Maudy Dettingmeijer
Invulling vrije keuze-activiteiten Onder vrije keuze-activiteiten worden die activiteiten verstaan die in veel gevallen niet rechtstreeks een effect hebben op de kwaliteit van verloskundigen, maar wel van belang zijn voor de beroepsgroep. Onder vrije keuze-activiteiten vallen een groot aantal uiteenlopende activiteiten. Deze activiteiten kun-
• de mate waarin er ruimte is voor jouw gevoelens; de mate waarin je je opgevangen weet/voelt (sociaal vangnet/netwerk). 3. Hoe professioneel ben je als je aangeeft de hulpverlenersrol (tijdelijk) niet goed vorm te kunnen geven, omdat…? Binnen het programma is ruimte om in te spelen op specifieke gebeurtenissen/vragen. Er is video/ dvd-materiaal voor handen om als uitgangspunt te gebruiken. De workshop kan in overleg op persoonlijke wensen worden afgestemd. Per workshop is drie uur accreditatie verkregen, dus voor deze twee aansluitende workshops bedraagt de accreditatie zes uur. ■ Referenties 1. www.xpertizo.nl. 2. Reinke X., Eindwerkstuk cursus PostHBO-Verlieskunde, Stadskanaal/Groningen 1999. 3. Mönnink H. de. Verlieskunde, Handreiking voor de beroepspraktijk, vierde herziene druk, 2000, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen.
nen ook een heel wisselende tijdsinvestering hebben. Om hierin toch enige lijn aan te brengen heeft de accreditatiecommissie voor deze activiteiten een gemiddelde tijdsinvestering vastgesteld, een soort norm per activiteit. In bijgevoegde tabel ziet u een overzicht van de verschillende activiteiten. Per activiteit is een gemiddelde tijdsinvestering als norm opgenomen. Daarnaast staat beschreven op welke manier de verloskundige moet kunnen aantonen welke activiteiten zij heeft gevolgd en met welke tijdsinvestering. Deze bewijslast wordt door verloskundigen zelf bewaard in de map die zij hiervoor hebben ontvangen. Invoering in het elektronisch dossier Kwaliteitsregister Verloskundige Activiteiten kunnen worden ingevoerd in het persoonlijk elektronisch dossier van het Kwaliteitsregister. Om toegang te krijgen tot dit persoonlijk dossier is een inlogcode noodzakelijk. Voor de activiteiten in cluster A (geaccrediteerde bij- en nascholing) en B (geaccrediteerde vaardigDe activiteiten voor het kwaliteitsregister zijn onderverdeeld in verschillende clusters: A. geaccrediteerde bij- en nascholing; B. vaardigheidstrainingen spoedeisende handelingen; C. methodisch intercollegiaal overleg, waaronder ITV; D. vrije keuze-activiteiten.
heidstrainingen spoedeisende handelingen) is dit eenvoudig. Elke geaccrediteerde nascholing en vaardigheidstraining is in het betreffende cluster opgenomen. Deze activiteiten hebben een code waarin de letter van het cluster wordt gecombineerd met een cijfercode waarbij het eerste getal het jaar van accreditatieaanvraag aangeeft. In het elektronisch dossier staat ook het aantal uur waarvoor de activiteit is geaccrediteerd. Deze uren worden opgeteld bij de persoonlijke score. Voor activiteiten uit cluster C (geaccrediteerd methodisch intercollegiaal overleg) en D (vrije keuze activiteiten) is het anders. Hierin zijn per cluster soorten activiteiten opgenomen, bijvoorbeeld voor het C-cluster een ITVbijeenkomst, een VSV-bespreking, deelname aan een werkgroep richtlijnontwikkeling of deelname aan een pilot. Aan deze activiteiten is geen vaste tijdsinvestering gekoppeld. De verloskundige kan hier zelf een tijdsinvestering aangeven. Voor activiteiten die vallen onder cluster C, methodisch intercollegiaal overleg geldt hiervoor de duur van de bijeenkomst, afgerond op hele uren. Aanwezigheid moet blijken uit notulen of een verslagformulier. Ook voor deze activiteiten geldt dat de verloskundige op één of andere manier moet kunnen aantonen dat zij deze activiteit heeft uitgevoerd zoals beschreven in bovenstaand overzicht. Op de website van de KNOV staat een handleiding voor het gebruik van het elektronisch dossier. ■
Kwaliteitsregister Verloskundigen
200540 -TvV april
Maudy Dettingmeijer is beleidsmedewerker KNOV en belast met het Kwaliteitsregister
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
25
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 26
KWALITEIT
Activiteit
Norm tijdsinvestering
Volgen van niet-geaccrediteerde bijscholing Verzorgen van of ontwikkelen van geaccrediteerde bij- en nascholing Ontwikkelen van protocollen of richtlijnen (t.b.v. regio, kring of instelling) Ontwikkelen van standaarden met de KNOV
Effectieve onderwijstijd
Werken aan initiële opleiding of onderzoeksinstituut Bieden van stagebegeleiding Fungeren als toetsgroepbegeleider Bijdrage aan praktijkoverstijgende voorlichtingsbijeenkomsten Vervullen van bestuursfunctie binnen KNOV, Kring
Beschrijving nascholingsactiviteit + programma waaruit participatie blijkt Verslag vergaderingen + eindproduct waaruit participatie blijkt
Participatie werkgroep: 2 uur per vergadering + 2uur voorbereiding Deelname aan commentaarronde: 1 dagdeel Advies als deskundige
Kopie declaratie vacatiegeld
Lid Verloskundige Adviesraad Standaarden: 2 uur per vergadering + 2uur voorbereiding Conform aanstelling Gemiddeld 1 uur per begeleide werkdag (van 8 uur) 2 uur per vergadering + 2 uur voorbereiding 2 uur per bijeenkomst + 2 uur voorbereiding 2 uur per vergadering + 2 uur voorbereiding
2 uur per vergadering + 2 uur voorbereiding Per vergadering 2 uur + 2 uur voorbereiding
Publiceren (als 1e auteur) vakliteratuur in vaktijdschrift Schrijven van boekrecensie t.b.v. TvV Beschrijven van casuïstiek t.b.v. TvV Participeren in uitvoering van wetenschappelijk onderzoek
8 uur
Deelname aan Plaza of CVO-bijeenkomsten Jaarlijks overleg kringbestuurders Deelname aan ALV
26
Uitvoering onderwijs en voorbereiding 1:2 Maximaal 8 uur per protocol
Inzetten in werkgroepen van KNOV, Kring of VSV Lid KNOV Klachtencommissie Fungeren als voortrekker bij innovatieve projecten (uitvoeren pilots, opzetten centra prenatale screening, OKC etc.)
Deelname aan perinatal audit Deelname programmaraad ROS
Bijzonderheden, mogelijke bewijslast Certificaat
4 uur 4 uur Variabel
Moet nader worden uitgewerkt 2 uur per vergadering + 2 uur voorbereiding 2 uur per vergadering + 2 uur voorbereiding 3 uur per bijeenkomst 2 uur per bijeenkomst
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
Kopie email of brief van geleverde commentaar Tijdsinschatting iom auteurs van de richtlijn Kopie declaratie vacatiegeld
Aanstellingsbrief Stage-overeenkomst Notulen Aankondiging bijeenkomst Bestuur KNOV: overzicht vergaderdata Kring: Notulen Beleidsorgaan Kwaliteitsregister: overzicht vergaderdata KNOV-werkgroep:Presentielijst Kring- of VSV werkgroep: notulen Verloskundige moet aan initiatiefnemer of aan de projectleiders vragen om een inschatting te maken van de te besteden tijd. Vervolgens zullen zij een bewijs van deelname overhandigen waarop de activiteiten staan beschreven inclusief tijdsbesteding. Kopie publicatie of kopie titellijst Kopie publicatie Kopie publicatie Bewijs van deelname met daarin beschrijving van de te verwachten tijdsinvestering door onderzoeksinstituut Idem Notulen Plaza: presentielijst CVO: notulen Presentielijst Certificaat van deelname
DE
22-03-2007
12:04
Pagina 27
ZWANGERSCHAP PRAKTIJK VAN MENEER ARICI
Meneer Arici was voor mij een onpeilbare man. Het was moeilijk te zeggen of hij blij was met het vooruitzicht op nageslacht. Met zijn grote zwarte snor en zijn bruine droevige, trouwe hondenogen wekte hij bij mij altijd een soort moedergevoel op. Ik had voortdurend de neiging mijn arm om zijn schouders te slaan en te zeggen: “Het komt allemaal wel goed, jongen.” Ook al was ik van het laatste niet helemaal zeker. De reden voor zijn droefenis zou mevrouw Arici wel eens kunnen zijn. Zij was een dame, die in veel opzichten het volledig tegenovergestelde van haar echtgenoot was. Zwanger van haar eerste kindje maakte zij iedereen met veel melodrama al dan niet gewenst deelgenoot van haar zwangerschapsongemakken. Toen ik haar voor de eerste keer uit de wachtkamer haalde, had zij haar schoen uitgetrokken en toonde haar dikke voet aan een andere zwangere. Meneer Arici staarde naar de informatieve poster omtrent de menselijke voortplanting aan de muur, zijn kin steunend op het handvat van zijn paraplu. Ik liet hen binnen en stelde me voor. De handdruk van meneer Arici was nauwelijks voelbaar, terwijl die van mevrouw nog zeker tien minuten lang witte plekken achterliet op mijn huid. Op mijn vraag hoe het ging, slaakte mevrouw Arici een diepe zucht en stak half in het Nederlands, half in het Afghaans van wal. Er volgde een monoloog over misselijkheid, buikpijn, rugpijn, dikke voeten, brandend maagzuur, veelvuldig plassen en het gebrek aan medewerking in de huishouding van meneer Arici. Mevrouw Arici was op dat moment 13 weken zwanger. Ik hoorde alles geduldig aan.
Op de kaart zag ik dat zij al negen maanden geleden gestopt was met de pil. Terwijl ik haar bloeddruk opnam, en zij dus even niet mocht praten, richtte ik het woord tot haar echtgenoot. “Hebben jullie er lang over gedaan zwanger te worden?” vroeg ik belangstellend. Meneer Arici vertaalde de vraag voor zijn vrouw. Er werd in het Afghaans wat heen en weer gediscussieerd waarna hij zich weer tot mij wendde en zonder enige emotie zei: “Ongeveer 5 minuten.” Ik onderzocht de buik van mevrouw Arici. Zij stapte overigens zeer kwiek de onderzoeksbank op ondanks haar vreselijke buikpijn en rugpijn en ik luisterde vervolgens naar het hartje van de baby. Meneer Arici was aan tafel blijven zitten. In het Afghaans werd hem wat toegesnauwd waarop hij in elkaar kromp, razendsnel opstond en naast zijn vrouw ging staan meeluisteren. ”Mooi”, zei hij. Nadat het echtpaar de spreekkamer verlaten had en de volgende zwangere had plaatsgenomen, ontdekte ik dat de Arici’s hun paraplu waren vergeten. Ik pakte het ding en rende ermee de praktijk uit. Na ongeveer honderd meter zag ik de hen lopen, op weg naar de tramhalte. Hijgend gaf ik ze hun paraplu. Mevrouw Arici nam de paraplu aan en zonder enige aarzeling gaf ze haar man een
Column
200540 -TvV april
flinke hengst. Uit zijn reactie maakte ik op dat dit zeker niet de eerste keer was. “Dank u wel”, zei hij. Ik rende terug naar mijn spreekuur. “Da’s ook raar, dat je je paraplu vergeet”, zei mijn cliënte toen ik druipend terugkwam. “Het regent dat het giet!” ■ Nyx
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
27
Casus
200540 -TvV april
22-03-2007
PRAKTIJK
12:56
Pagina 28
EEN VERHAAL MET EEN STAARTJE...
Jorien Doornbos
Twee dagen voordat ik op kraamvisite ging bij mevrouw G, G1 P0, was ze in het ziekenhuis bevallen van een gezonde zoon. In verband met oligohydramnion was ze bij 36 weken zwangerschapsduur overgenomen door de tweedelijn en daar de rest van de zwangerschap gecontroleerd, ingeleid, bevallen en mocht ze na een ongecompliceerde partus na twee dagen weer naar huis. Omdat er na thuiskomst uit het ziekenhuis problemen waren met de voeding ben ik twee dagen na elkaar bij haar op kraamvisite geweest. Op zich geen bijzondere situatie. Ik heb moeder geholpen met de borstvoeding en de baby nagekeken omdat die wat geel zag. De avond na mijn laatste bezoek werd ik gebeld door de ziekenhuishygienist. Uit de kweek bleek dat de familie ‘MRSA besmetting’ bij zich droeg. Hij was benieuwd naar mijn ‘contacten’ met hen en vertelde, nadat ik mijn verhaal had gedaan, dat ik ook kans had om besmet te zijn en dus ‘gekweekt’ moest worden. Wat mijn werk betreft was het niet verstandig om zonder ‘beschermende kleding’, bestaande uit mondkapje, handschoenen, schort en petje aan de slag te gaan als er meer dan alleen ‘een hand geven’ bij kwam kijken. Mijn kweekuitslag zou vijf werkdagen duren. Er bleek preventief te zijn gekweekt omdat meneer op een varkensbedrijf werkt en MRSA een bekend probleem bij varkensboeren in de regio is. Helaas was ons hier niets over verteld bij ontslag.
28
MRSA Als ik mij via internet en andere media verdiep in het probleem MRSA blijkt dit een nieuw opkomend probleem in Nederland[1]. In Nederlandse varkensstallen wordt massaal de ziekenhuisbacterie MRSA gesignaleerd. Voorheen kwam deze bacterie met name voor in buitenlandse ziekenhuizen, maar nu onze varkensstallen er vol mee zitten, worden boeren en hun families besmet. Er wordt beweerd dat waarschijnlijk ruim 40% van de varkensboeren besmet is. De bacterie MRSA, Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus, komt in veel landen voor. In het buitenland wordt de verspreiding van MRSA (nog) op zijn beloop gelaten. Nederland is streng. MRSA is voor gezonde mensen onschuldig maar levensgevaarlijk voor mensen met een verlaagde weerstand. Mensen die in het buitenland in een ziekenhuis zijn geweest, worden daarom gekweekt op mogelijke besmetting en apart verpleegd tot de kweekuitslag bekend is. Op deze manier probeert men de verspreiding zo goed mogelijk tegen te gaan. Nu komt vanuit dieren het probleem op ons af, want ondanks de strenge wetgeving rondom het gebruik van antibiotica bij varkens blijkt het gebruik ervan toch groot. De varkenshouders zouden er niet aan ontkomen om antibiotica aan de varkens te geven om ze zo gezond te houden, met als gevolg een resistentie die bijna niet meer met antibiotica te behandelen is. In afwachting op mijn kweekuitslag ontdekte ik veel onduidelijkheid en volop tegenstrijdigheden in de adviezen rondom welk beleid dat ik, als eerstelijns verloskundige, zou moeten volgen. Om het zekere
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
voor het onzekere te nemen, heb ik een aantal dagen niet gewerkt totdat de kweekuitslag bekend was. Gelukkig bleek uit de kweken dat ik negatief was en kon ik met een gerust hart weer aan de slag. Varkentje wassen Intussen is er een probleem. Hoe meer ik mij in de materie verdiep, hoe meer het een (groeiend) probleem blijkt waar geen passende oplossing voor gevonden is. Er lopen onderzoeken, de meningen zijn verdeeld en de gemoederen worden aardig bezig gehouden. Maar wat is nu een goed beleid voor de eerstelijns verloskundige in deze situatie? Er zijn richtlijnen bekend bij Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Stichting Werkgroep Infectiepreventie (WIP) voor ziekenhuizen, verpleeghuizen en openbare gezondheidzorg, maar voor de eerstelijns verloskundige bestaan geen eenduidige richtlijnen. Zelfs in de bredere context van artsen -microbiologen en de GGD blijkt er voor deze specifieke situatie geen eenduidig en werkbaar beleid voorhanden. Ik werk in een landelijke regio. Wat doen we met de varkensboeren in onze praktijk? Een mooi onderwerp om eens met elkaar over na te denken. Hoe gaan we dit varkentje wassen? ■ [1] Uitzending Zembla 17 december 2006
Jorien Doornbos is eerstelijns verloskundige
22-03-2007
12:04
Pagina 29
SYMPTOMATISCHE CONGENITALE
CMV INFECTIE Sabine Prevaes en Hanneke van de Rijt
Prenataal De begeleiding van deze graviditeit vond plaats in de eerste lijn. Deze zwangere vrouw was gravida 1 para 0 en 20 jaar oud. Er was sprake van een consanguine relatie met haar partner. De anamnese was negatief voor seksueel overdraagbare aandoeningen, herpes genitalis, schildklierlijden en medicatie en drugs gebruik tijdens de graviditeit. Het laboratoriumonderzoek bestaande uit bepaling van hemoglobinegehalte (Hb), bloedgroep, rhesusfactor, irregulaire erytrocytenantistoffen, luesserologie, hepatitis-B-surface-antigeen (HBsAg) en de rubellatiter leverde geen bijzonderheden op. De structurele echo gemaakt op 20 weken was niet afwijkend. Bij een amenorroeduur van 33+6 weken werd een groei echo gemaakt die een groei toonde net boven de p50-60 echter als belangrijke opmerking werd vermeld dat het caput niet goed op te meten was. Dit werd ook vermeld bij een groei echo bij een amenorroeduur van 40 weken. Bij een amenorroeduur van 40+6 weken kwam deze vrouw spontaan in partus. Peri- en postnataal Middels een vaginale partus werd patiënt A spontaan geboren met apgar scores van 8 en 9 respectievelijk na 1 en 5 minuten. Deze jongen had een geboortegewicht van 3520 g (p50), een lengte van 51 cm (p25-50) en een schedelomtrek van 30.5 cm. (
PRAKTIJK
Casus
200540 -TvV april
(CCMV)
zonder klinische tekens van hartdecompensatie, een uitgesproken hepato-splenomegalie en enkele petechiën vastgesteld. Radiologisch onderzoek van hart en longen toonden een cardiomegalie, elektrocardiografisch onderzoek (ECG) was normaal. Het laboratoriumonderzoek toonde een trombopenie van 34 x 10 9/l, een hyperbilirubinemie van maximaal 244 met een geconjugeerde fractie van 80% en leverfunctiestoornissen (referentiewaarden tussen haakjes): aspartaatarminotransferase (ASAT): 267 IU/dl, alanineaminotransferase (ALAT): 102 IU/dl, lactaatdehydrogenase (LDH): 2673 U/l (26-334). Echografisch onderzoek van de hersenen toonde fors verwijde ventrikels met een afwijkende vorm, multifocaal echoarme en echorijke gebieden in het parenchym en onvoldoende gyrering. Vervolgens toonde de MRI van het brein agenesie van het corpus callosum en de linker cerebellaire helft. Tevens was er sprake van een hypoplasie van de beide hemisferen, vooral links. Het elektroencefalografisch onderzoek toonde een discontinu patroon met intermittente asymmetrie. Het achtergrondpatroon is matig diffuus gestoord zonder epileptoforme activiteit. Bij oogspiegelen werd een forse excavatie van de pupil vastgesteld, wat duidt op een mogelijke aantasting van de oogzenuw. ‘Brainstem auditory evoked potentials’ BAEP -onderzoek toonde links een positieve respons bij 50 dB. Rechts was er nog geen gehoorverlies. Echocardiografisch onderzoek van het hart toonde een afwijkende tricuspidklep met daarbij een insufficiëntie. In verband met de microcefalie, hepatosplenomegalie,
petechieën, sterk afwijkend brein, gehoorverlies, directe hyperbilirubinemie, gestegen levertesten en trombopenie werd ‘congenitaal CMV syndroom’ overwogen. Virologisch onderzoek toonde een positieve urine- en nasopharynxkweek voor CMV (gouden standaard onderzoek). Early Antigeen detectie CMV (leucocyten in bloed) was ook positief. De PCR CMV was echter negatief. Maternaal was de CMV IgM negatief en de titer voor CMV IgG 1638 E/ml direct postpartum. Er had geen eerdere bepaling van de CMV imuumglobulines plaatsgevonden. Deze bepaling kan wijzen op een secundaire infectie (reactivatie van het virus) danwel een primaire infectie in het eerste trimester van de zwangerschap. Op basis van deze diagnostiek werd de diagnose congenitaal CMV syndroom gesteld. Omwille van de ernstige trombopenie, beginnend sensorineuraal gehoorverlies en microcefalie werd hij behandeld met ganciclovir intraveneus gedurende 6 weken. Met als doel de progressie van het gehoorverlies te verminderen[1,2]. Congenitale CMV infectie Een symptomatische congenitale CMV infectie heeft in Nederland een incidentie 0.09%[3]. De CMV infectie verloopt bij de zwangere meestal asymptomatisch. De infectie bij de foetus ontstaat na een primaire of secundaire infectie Sabine Prevaes is arts-assistent kindergeneeskunde, Rijnstate ziekenhuis, Arnhem Hanneke van de Rijt is klinisch verloskundige, Rijnstate ziekenhuis, Arnhem
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
29
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 30
PRAKTIJK
bij de zwangere. De foetus wordt transplacentair (besmette maternale witte bloedcellen) danwel via ingestie van besmette amnioncellen geïnfecteerd [4]. Ongeveer 40% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd in Nederland heeft nog geen immuniteit tegen CMV en 1-2% van hen maakt tijdens de zwangerschap een primaire CMV infectie door. De besmettingskans is 40% bij een primaire maternale infectie en minder dan 1% bij secundaire maternale infectie. Van de kinderen met een congenitale CMV infectie is 5-15% symptomatisch bij de geboorte. De mortaliteit bedraagt 30% en de kans op ernstige neurologische sequellen (mentale retardatie en neurosensoriele doofheid) is ongeveer 85%. Van de 90% van de kinderen die asymptomatisch worden geboren ontwikkeld 10-15% van de kinderen gehoor en visusproblemen.[4] De prognose van een pasgeborene met congenitaal CMV is slecht. Vandaar dat preventie van CMV infectie bij zwangeren, gebaseerd op goede handhygiëne, zeker na
contact met speeksel en urine van jonge kinderen belangrijk is. Prenatale echografische screening op IUGR en microcephalie is van groot belang. Als volgende stap wordt een vruchtwaterpunctie aanbevolen bij een amenorroeduur van 20 weken. De amnioncellen worden gebruikt om een CMV viruskweek en een CMV PCR te bepalen. Om de gevoeligheid van deze prenatale screening nog meer te vergroten kan foetaal bloed worden afgenomen om een PCR CMV en CMV IgM te bepalen. Titerbepaling van CMV tijdens de graviditeit is vanwege het ontbreken van consequenties voor het beleid als routine niet zinvol[5,6]. Deze casus benadrukt het belang van het meten van het caput vroeg in de graviditeit. Het prenataal vaststellen van de microcephalie had tot verdere prenatale screening kunnen lijden. Zodat bij de diagnose van CCMV syndroom nog zwangerschapsafbreking in overweging genomen had kunnen worden, met het oog op de slechte prognose. ■
Referenties [1] Vallejo, JG, Englund, JA, Garcia-Prats, JA, Demmler, GG. Ganciclovir tratment of steroid- associated cytomegalovirus disease in a congenitally infected neonate. Pediatr Infect Dis J 1994; 13: 239 [2] Kimberlin, DW, Lin, CY, Sanchez, PJ, et al. Effect of ganciclovir therapy on hearing in symptomatic congenital cytomegalovirus disease involving the central nervous system: a randomized, controlled trial. J Pediatr 2002; 143: 16. [3] M. Gaytant et al. The Incidence of Congenital Cytomegalovirus Infections in The Netherlands. Journ of Med. Virology 2005 76: 71-75 [4] L. Goossens. et al. Perinatale Cytomegalovirus infectie. Tijdschr.voor geneeskunde 2003; 10: 673-679. [5] Schaapveld K, Hirasing RA. Preventiegids. Een praktisch overzicht van preventieprogramma's voor huisartsen, verloskundigen en medewerkers van de jeugdgezondheidszorg. 2e druk. Assen: Van Gorcum, 1997. [6] Seksueel overdraagbare aandoeningen en herpes neonatorum. Utrecht: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, 2002
ECHO EXPERT GEZOCHT Graag zou de redactie meer artikelen en berichten over echoscopie en prenatale screening in de redactionele kolommen opnemen. De redactie van het Tijdschrift voor Verloskundigen is daarom op zoek naar een deskundige op dit gebied om artikelen mede te beoordelen en eventueel zelf te schrijven. Interesse? Neem contact met ons op via
[email protected] of bel 06 53359153
30
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
22-03-2007
12:04
Pagina 31
NOG EEN
INTERNATIONAAL
LANGE WEG
TE GAAN
In Afghanistan werken 2.400 verloskundigen, terwijl er 8.000 verloskundigen nodig zijn. Een groot tekort dus met schrikbarende gevolgen. Bij elke 100.000 bevallingen sterven 1600 moeders. Ook kinderen hebben geen grote overlevingskans: één op de zes baby’s sterft en ruim 25% van de kinderen bereikt het vijfde levensjaar niet. Na dertig jaar oorlog begint in Afghanistan langzaamaan de wederopbouw. Het land is nog steeds instabiel, maar er worden weer mensen opgeleid en gezondheidsinstellingen neergezet. Oxfam Novib draagt onder andere bij aan een verloskunde opleiding van IbnSina, de organisatie waar de drie vrouwen voor werken. IbnSina is een Afghaanse organisatie die klinieken en gezondheidsposten initieert en beheert in Afghanistan. Ook leidt zij mensen op voor de eerstelijns gezondheidssector.
Natasja Insing en Anna Kruger
Op uitnodiging van COS NoordHolland brachten drie professionals, verbonden aan opleidingen voor verloskundigen in Afghanistan, een werkbezoek aan Nederland dat plaatsvond van 16 januari tot en met 24 januari 2007. Doel van het bezoek was om kennis op te doen over verloskunde en verloskunde opleidingen in Nederland en contacten met mensen en instellingen in Nederland te versterken.
Bezoek aan Nederland Mevrouw dr Farhat, kinderarts, mevrouw Suraya, arts publieke gezondheidszorg en mevrouw Khatera, verloskundige, gaan met een tevreden gevoel terug naar huis. Zij hebben veel gezien en geleerd in Nederland. Zij zijn erg onder de indruk van de nazorg die in Nederland geleverd wordt door verschillende instellingen aan zowel moeders als kinderen. Helaas kunnen zij daar op dit moment nog niet veel mee. Zij zijn
Mevrouw dr Farhat, kinderarts, mevrouw Suraya, arts publieke gezondheidszorg en mevrouw Khatera, verloskundige, gaan met een tevreden gevoel terug naar huis.
te druk bezig met het opleiden van verloskundigen, de kwaliteit van de opleiding en de zorg gedurende zwangerschap en bevalling.
Afghanistan
200540 -TvV april
De delegatie is Verloskunde Centrum West erg dankbaar voor het mogen meelopen bij verschillende bezoeken, waardoor zij veel inzicht hebben gekregen. “Een mannelijke verloskundige, dat is in Afghanistan echt ondenkbaar”. Het bezoek aan de ICM (International Confederation of Midwives, Den Haag) is zeer nuttig geweest. Sinds kort, mei 2005, kent Afghanistan een vereniging voor verloskundigen: Afghan Midwives Association (AMA). Om de vele drempels die er nog zijn op te lossen, is een goed contact met het internationale netwerk belangrijk. De drie vrouwen waren ook erg onder de indruk van de Verloskunde Academie Amsterdam (VAA). “Geweldig zoals deze is uitgerust en met hoeveel zorg de lessen zijn samengesteld. Wij willen in de toekomst graag samenwerken met de Verloskunde Academie om onze methoden bij te spijkeren en samen naar de inhoud van ons programma te kijken”, zei dr. Farhat bij het afscheid. De drie vrouwen vonden het geweldig zoals zij welkom zijn geheten, informatie kregen en zijn rondgeleid door de academie. “De mensen hier zijn zo open en aardig”. Als de veiligheidssituatie het toelaat zullen twee studenten Natasja Insing is beleidsmedewerker bij COS Noord Holland en Anna Krüger is verloskundige en adviseur van het project. COS Noord-Holland is een centrum voor internationale samenwerking en werkt aan actieve betrokkenheid van mensen bij internationale vraagstukken. Correspondentie:
[email protected]
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
31
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 32
INTERNATIONAAL
van de Verloskunde Academie Amsterdam dit jaar op stage gaan naar Afghanistan. Hopelijk is dit bezoek een begin geweest van een vruchtbare verdere samenwerking met mensen en instellingen in Nederland. Het opleiden van verloskundigen De opleiding tot verloskundige (community midwife) is een in Afghanistan erkende opleiding en duurt 18 maanden. Ze is opgedeeld in drie blokken van 6 maanden. Het eerste blok is gericht op gewone bevallingen, het tweede blok op gecompliceerde bevallingen en het derde blok op bevallingen met andere complicaties, zoals TBC. In Afghanistan hebben verloskundigen noodgedwongen meer
zijn en minder voorzieningen aanwezig zijn. Om vrouwen aangemeld te krijgen voor de opleiding is het van belang om eerst in de gemeenschap het belang van goede verloskundige zorg neer te zetten en het vertrouwen van de bevolking te winnen. Als een moeder zelf vijf kinderen op de wereld heeft gezet met behulp van bijvoorbeeld haar schoonmoeder (het systeem van TBA’s, Traditional Birth Attendants), is het belangrijk om uit te leggen wat een goed opgeleide verloskundige voor meerwaarde heeft. Eerst worden er bijeenkomsten belegd met belangrijke personen uit de dorpen om het vertrouwen te winnen. Pas als er een bewustzijn
bovendien meer status en respect genieten. Bovendien is de kans dat zij verhuizen kleiner, omdat hun echtgenoot en familie in hetzelfde dorp wonen. Een ander belangrijk selectiecriterium is het opleidingsniveau. Dat is moeilijk in een land waar meisjes lange tijd niet naar school mochten. IbnSina biedt daarom korte vooropleidingen aan om vrouwen voldoende voorkennis te geven. Als de vrouwen eenmaal in opleiding zijn, zijn ze heel gemotiveerd om de opleiding goed af te ronden. Er worden over het algemeen hele hoge cijfers gehaald. De vrouwen vinden het belangrijk en hun omgeving moedigt hen aan om door te gaan. De opleidingen heb-
Afghanistan in Cijfers Afghanistan 2647.500
Oppervlak in km2 Bevolkingsaantal Levensverwachting bij geboorte Bevalling per vrouw Sterftecijfer van baby’s Sterftecijfer van kinderen < 5 Sterftecijfer van moeders bij bevalling Meisjes die naar school gaan Jongens die naar school gaan
Nederland 41.526
29.9 miljoen 16.4 miljoen 46.2 78.3 7.5 1.7 165 per 1000 5 per 1000 257 per 1000 5 per 1000 1.600 per 100.000 16 per 100.000 27% 99% 51% 99%
Bron: Human Development Reports 2003 http://hdr.undp.org/
bevoegdheden dan in Nederland. Zo mogen zij de placenta manueel verwijderen om de eenvoudige reden dat er over het algemeen geen gynaecoloog in de buurt aanwezig is. Als zij het niet doen, is er niemand anders. IbnSina leidt vooral verloskundigen op in afgelegen gebieden op het platteland waar het tekort aan verloskundigen het grootst is. Vrouwen uit de stad zullen namelijk niet gauw op het platteland gaan werken, waar de lonen lager 32
is over het belang van goede verloskundige zorg melden vrouwen zich aan en moet er een selectie worden gemaakt. Intakegesprekken worden in aanwezigheid van de hele familie gehouden. Het is belangrijk dat zowel de echtgenoot als de familie toestemming geeft. Vaak worden vooral getrouwde vrouwen geselecteerd, omdat zij makkelijker huizen van onbekenden binnenmogen dan ongetrouwde vrouwen en zij
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
ben interne opvang geregeld bij de opleiding voor de jongste kinderen zodat borstvoeding gegeven kan blijven worden. Borstvoeding is voor moeders in Afghanistan heel belangrijk. De omgeving is er goed op ingesteld en moedigt dit aan. Vrouwen hoeven over het algemeen minder snel hersteld te zijn dan in Nederland en krijgen rust en ruimte van de omgeving. Misschien kunnen wij daar wat van leren! ■
22-03-2007
12:04
Pagina 33
BEST EEN BEETJE
TROTS Zoals in het februarinummer van dit tijdschrift vermeld, stonden we op de Negenmaanden beurs in het kader van de promotie van ons vak. Het thema van onze stand was: ‘De verloskundige; wat mag je van haar verwachten?’ Rond dit thema hadden we een mooie folder gemaakt met ter linkerzijde ‘Wat mag je van de verloskundige verwachten in de zwangerschap’, in het midden ‘…tijdens de bevalling’ en rechts ‘…in de kraamdagen’. Het is heel druk geweest in onze stand met een constante bezetting door twee of drie verloskundigen en twee dames die folders uitdeelden en bezoekers uitnodigden onze enquête ‘Hoe waardeer jij je verloskundige?’ in te vullen. Per periode (zwangerschap, bevalling, kraambed) zijn een aantal vragen gesteld. Onze cliënten konden een cijfer tussen de 0 en 10 geven.
OP
FORUM
ONSZELF!
In totaal zijn er 467 bruikbare enquêtes ingevuld. 262 door vrouwen die nog zwanger waren, ze waren gemiddeld 28 weken zwanger (en niet eerder bevallen) en 205 van vrouwen die reeds bevallen waren, onder leiding van een verloskundige. Op de vraag ‘Hoe waardeer je jouw verloskundige over het geheel genomen’ kregen we het cijfer van 8,2. Dat is een geweldig resultaat waar we best trots op mogen zijn. Het laagste gemiddelde cijfer was een 7,1 als waardering voor het aantal verloskundigen in de praktijk (gemiddeld waren dit er overigens 3,9). Voor de begeleiding tijdens de partus krijgen we een gemiddelde van 8,6 als waardering. 90% vindt dat de verloskundige op tijd komt tijdens de partus en ook op het juiste moment is gebleven. 36% van onze cliënten heeft behoefte aan een avondspreekuur,
31% van de praktijken biedt een avondspreekuur. Op zich lijkt ons dit een punt waar praktijken toch eens serieus naar zouden kunnen kijken. 36% betekent natuurlijk toch dat van onze cliënten een fors aantal behoefte heeft aan een avondspreekuur. Aan de vrouwen die bevallen waren, hebben we ook gevraagd of ze bij een eventuele volgende zwangerschap bij dezelfde praktijk onder controle zouden gaan. Maar liefst 97% kon dit positief beantwoorden! Een uitstekend resultaat en een dikke pluim voor ons allemaal. ■
Negen maanden beurs
200540 -TvV april
Groet van alle leden van de adviesraad ‘Baby op komst’, t.w. Ton Wennekers, Heleen Wouters, Joanna van Kleef, Ingrid Mourits, Angelique Lambers en Sandra Vuik; I: www.babyopkomst.nl; T 0524 552525 of M: 06 21813970.
© baby op komst
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
33
Werkwijze ALV
200540 -TvV april
22-03-2007
FORUM
12:57
Pagina 34
BRIEF AAN DE LEDEN VAN DE
KRING AMSTERDAM Beste leden van de kring Amsterdam, Met belangstelling heb ik kennis genomen van jullie mail van 13 december jl.[1] waarin jullie een aantal suggesties doen voor de werkwijze van de ALV. Naar aanleiding hiervan meld ik het volgende: • Ten eerste spreek ik waardering uit voor het feit dat leden zich buigen over onze besluitvormingsprocedures en verenigingsdemocratie. Het betreft immers het hart van onze vereniging waarvoor wij ook gezamenlijk verantwoordelijk zijn. • Een probleem waarmee wij hoe dan ook te maken hebben is dat de vergadering de vastgestelde agenda moet afwerken. Daar zijn we allemaal verantwoordelijk voor maar als voorzitter moet ik hierop toezien en de tijd bewaken. Ons huishoudelijk reglement regelt vooral ook om deze redenen een aantal procedurele aspecten. • Wij vergaderen twee dagdelen in het jaar van 9:30 uur tot 13:00 uur. Dat is zegge en schrijven 7 uur per jaar. Daar komt nog bij dat de statuten een aantal onder-
werpen voorschrijven zoals de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag. • Ik moet erkennen dat de ruimte voor discussie hiermee fors wordt ingeperkt en verbeteringen die tot meer ruimte kunnen leiden juich ik toe. • Natuurlijk vinden wij het belangrijk dat besluiten breed gedragen worden en leden de vrijheid en de mogelijkheid krijgen om zaken in te brengen en mee te discussiëren. Omdat de ALV niet altijd het juiste podium is om dit te doen, zoeken we naar andere wegen om met de leden te discussiëren, zoals de themabijeenkomsten en de a.s. overleggen met de kringvoorzitters. • De discussie is inmiddels verbreed naar andere kringen en de suggestie van kring Brabant noordoost om bijvoorbeeld in een klankbordgroep van kringbestuurders hierover mee te denken, spreekt mij zeer aan. • Wij zijn op dit moment met de voorbereiding bezig voor het eerste halfjaarlijkse kringvoorzittersoverleg. In dit overleg[2] zou kunnen worden besloten tot het instellen van deze klankbord-
groep. Een klankbordgroep waarin de problemen, ideeën voor oplossingen en concrete oplossingen aan de orde moeten komen. • Binnen een context die ons verplicht dat de ALV ook de besluiten neemt die het moet nemen in samenhang met de recente veranderingen van onze ALV, zijn een nadere analyse en mogelijke verbeteringen van het huidig functioneren van de ALV gewenst. Een voorstel hiertoe tijdens het eerste kringvoorzittersoverleg zal dan ook de steun van het bestuur van de KNOV krijgen[3]. ■ Met vriendelijke groet, Sjaak Toet, Voorzitter [1] gepubliceerd in Tijdschrift voor Verloskundigen februari 2007; pag. 36 [2] In de column van de voorzitter op pag. 9 van dit tijdschrift las u over dit eerste kringvoorzittersoverleg op 12 maart jl. in relatie tot de visie 2015. [3] In het volgende nummer van dit tijdschrift zal een meer uitgebreid verslag staan.
VAN BILTHOVEN NAAR UTRECHT René Otten, literatuuronderzoeker binnen het team Richtlijnontwikkeling van de KNOV, stapte tijdens de voorbereidingen voor de verhuizing, moe van het inpakken, zelf even in een dossierbak. Een collega maakte snel een foto met als onderschrift ‘René wil ook mee’. Dat leidde weer tot discussie of hij überhaupt wel mee mocht. Hoe het is afgelopen? Ook hij begon maandag 26 maart jl. in de nieuwe huisvesting van de KNOV.
34
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
22-03-2007
12:04
Pagina 35
DUIKEN GEVAARLIJK
FORUM
TIJDENS ZWANGERSCHAP Onlangs liet een collega sportduiker mij een tekst zien uit uw blad, Tijdschrift voor Verloskundigen, van november 1997. Er stond een artikel in over diepzeeduiken. Het standpunt dat daarin werd verwoord, kwam er op neer dat sportduiken mag tot maximaal 20 meter diepte en niet langer dan 30 minuten voor zwangere duikers. Natuurlijk, het artikel is tien jaar oud, maar toch… De Nederlandse Vereniging van Duikgeneeskunde heeft een ander standpunt dan vermeld in het artikel, namelijk NIET DUIKEN BIJ ZWANGERSCHAP, ONGEACHT HET TRIMESTER . Dus ook niet duiken tot een beperkte diepte en/of een maximale duikduur. De reden van het advies is dat duiken potentieel schadelijk kan zijn voor de zwangere en het kind. Wetenschappelijke onderbouwing van dit standpunt wordt enigszins bemoeilijkt door ethische bezwaren bij gerandomiseerd onderzoek. Wel zijn er zeer duidelijke aanwijzingen voor dit standpunt. Onderstaande tekst is overgenomen van www.duikgeneeskunde.nl Dit betreft het standpunt van de Nederlandse Vereniging van Duikgeneeskunde, waar ik als sportduikerarts lid van ben.
samengevat beschrijft het gedeelte over zwangerschap o.a.: De theoretische gevaren van zwangerschap en duiken met de relevante anatomie en fysiologie van de foetus. De risicofactoren voor zwangeren bij duiken: • decompressieziekte, • schade door belvorming (ook silent bubbles), • hyperbare zuurstoftherapie, • hypoxie, • problemen met klaren van de oren, • gebroken vliezen, • aangeboren afwijkingen bij de foetus, • toegenomen incidentie van luchtembolie. De theoretische gevaren van zwangerschap en sportbeoefening: • algemene gevaren, • kramp, • misselijkheid, • mechanische bezwaren. Het officiële advies van de NVD is het volgende: Duiken wordt ontraden tijdens de
gehele zwangerschap. Indien een vrouw gedoken heeft en achteraf reeds zwanger bleek te zijn, is er geen duidelijke reden om tot zwangerschapsafbreking over te gaan. Een echoscreening in de 18e week zou een mogelijkheid kunnen geven om grove aangeboren afwijkingen op te sporen; zekerheid is echter hiermede niet te verkrijgen.”
Duiksport
200540 -TvV april
Ons in 1997 opgesteld standpunt wordt inmiddels geheel onderschreven in de laatst verschenen derde druk van de Medical Examination of Sport Scuba Divers van A.A. Bove en J.C. Davis, een van de belangrijkste Amerikaanse duikmedische keuringsadviesgevers en in de in 2002 verschenen 2e editie van The Sports Diving Medical van J. Parker, Australische duikgeneeskunde. Ook zij raden duiken van welke diepte of duur totaal af. ■ Met vriendelijke groet, Pieter van Schaik Duikerarts te Amsterdam
“De NVD is als grootste wetenschappelijke Nederlandstalige vereniging op het gebied van de Duikgeneeskunde van mening dat zwangere vrouwen NIET moeten duiken. In 1997 heeft dr. S.M.Dermout, gynaecoloog en voorzitter van de NVD, een 20 bladzijden omvattend artikel geschreven in het NVD Bulletin genaamd ‘Vrouwen en Duiken: gynaecologie en obstetrie in relatie tot duiken’ waarin dit standpunt wordt gemotiveerd. Zeer kort TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
35
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 36
ECHOSCOPISTEN GEZOCHT Startend eerstelijns verloskundig echocentrum in Amsterdam Oud West zoekt flexibele ECHOSCOPISTEN, fulltime of parttime. Wij bieden: een vernieuwende baan in een modern, nieuw praktijkpand, binnen een enthousiast team, waarin echoscopie en eerstelijns perinatale zorg centraal staat. Wij vragen: certificering voor eerste trimester screening en SEO, affiniteit met verloskunde. Reacties liefst voor 21 april naar B. de Vries, Bellamystraat 90, 1053 Amsterdam of
[email protected]
Per 1-5-2007 zijn wij op zoek naar een: COLLEGA IN LOONDIENST Wij zoeken een flexibel inzetbare, enthousiaste collega die is ingeschreven in het kwaliteitsregister, het een uitdaging vindt om te participeren in onderzoeken en pilots en wil werken volgens de visie van de praktijk Wij hebben te bieden: • Een contract voor minimaal 2,5 dag per week, exclusief vakantiewaarneming • Een praktijk met ongeveer 340 inschrijvingen • De aanwezigheid van een prima assistente • Eigen praktijkruimte en automatisering via Micro-Natal II • Een praktijkvisie gebaseerd op: tijd, rust en aandacht • De mogelijkheid tot participatie binnen innovatieve ontwikkelingen en activiteiten Heb je interesse, stuur dan een schriftelijke sollicitatie en CV naar: Verloskundige Praktijk Haarlem-Noord T.a.v. Dieuwke Ottens Tesselschadeplein 8 2026 SV Haarlem Voor meer info: 023-5511895/06-12024397 www.verloskundigepraktijkhaarlem-noord.nl
De specialist voor verloskundigen – Verzekeringen – Hypotheken
– Financieringen – Contracten
Tot 12,5% korting op een nieuwe of bestaande arbeidsongeschiktheidsverzekering Compleet verzekeringspakket voor starters Aantrekkelijk autotarief voor u en uw partner Financieringen en hypotheken voor starters Ook speciale tarieven voor echoscopistes Geen lidmaatschapsbijdrage Voor meer informatie en voorwaarden bel ons kantoor of bezoek onze website.
tel 030 252 66 55
www.sikkingadvies.nl
postbus 36
3730 AA De Bilt
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 37
OVERLEDEN:
BERICHTEN
SUSANA LOPEZ In mei 2004 kleurden een aantal ‘happy bellies’ de omslag van Tijdschrift van Verloskundigen. De houten buiken worden door de Makonde in Afrika gebruikt voor hun initiatieriten en heten Amwalimdembo. Susana Lopez importeerde de Amwalimdembo en beschilderde ze tot ‘happy bellies’. Een verrassend groot aantal van u was er toen zo van gecharmeerd dat Susana vrolijk werd van haar stijgende omzetcijfer. Afgelopen jaar werden de vierde jaars studenten ook nog eens
verrast met een ‘happy belly’ en Susana was bij de eedaflegging en uitreiking van de belly’s aanwezig. Susana kreeg een paar maanden geleden te horen dat zij longkanker had, terwijl ze niet rookte. Haar prognose was slecht en de tijd die zij - ieder mens - nodig had om afscheid van het leven te nemen, is haar niet vergund. Susana overleed op 5 maart jl. Er hangen nogal wat ‘happy bellies’ aan muren van verloskundigen praktijken, reden om u hierover op deze manier te informeren. ■
Media
VERLIESKUNDE Handreiking voor de beroepspraktijk Uitgangspunt in de verlieskunde is dat mensen in staat zijn, maar ook in staat gesteld moeten worden om actief en bewust afscheid te nemen, op eigen wijze en in eigen tempo. Om het even of het nu gaat om afscheid nemen van een overledene, van de eigen gezondheid, van het werk, van een lichaamsdeel of het
land van herkomst. Naast het rouwwerk van de betrokkene zelf en de steun uit de eigen kring is daarbij een zorgvuldige begeleiding door betrokken beroepskrachten onmisbaar. Dit boek verwoordt de opgaven waar een beroepskracht zich voor gesteld ziet en levert handvatten en technieken ter ondersteuning van de beroepskracht. Allereerst worden de verschillende dimensies van verlies besproken, daarna komen verliesbegeleiding, rouwtherapie, personeelszorg en het ontstaan van het vak verlieskunde aan de orde. Het boek sluit af met een hoofdstuk waarin een overzicht wordt gegeven van twintig specifieke begeleidingsmethoden. ■ Verlieskunde, handreiking voor de beroepspraktijk. Herman de Mönnink. Elsevier, Maarssen 2000 ISBN 90 352 2342 X. Prijs € 45,85.
Seksuele gezondheid in Nederland 2006 Alle resultaten van het recente grootschalige bevolkingsonderzoek naar de seksuele gezondheid van Nederlanders, zijn nu te lezen in het boek Seksuele Gezondheid in Nederland 2006. Het onderzoek betreft de seksuele gezondheid, de zorgbehoeften en het zorggebruik van Nederlanders tussen19 en 69 jaar. Opvallend is dat de helft van alle Nederlanders problemen ervaart op seksueel gebied. Ruim twee miljoen mensen per jaar hebben behoefte aan professionele hulp, zowel psychische als medische hulp. Van hen komt iets meer dan de helft ook daadwerkelijk terecht bij zorgverleners. ■ Seksuele Gezondheid in Nederland 2006 Uitgeverij Eburon, Delft ISBN 9789059721364 Prijs € 29,50.
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
37
200540 -TvV april
22-03-2007
BERICHTEN
12:04
Pagina 38
NIEUWSBLAD
WHO: borstvoeding soms beter bij HIV De Wereld Gezondheidsorganisatie WHO heeft de voedingsadviezen voor baby’s van HIV-besmette moeders recent bijgesteld. Terwijl de aanbevelingen uit 2000 grotendeels overeind blijven, geven de nieuwe meer inzicht en nuance en sluiten beter aan op de praktijk. Om HIV-transmissie te voorkomen werd borstvoeding tot nu toe ontraden. In situaties waar kunstvoeding verkrijgbaar, betaalbaar en veilig is, blijft dit oude advies gehandhaafd. Maar volgens de nieuwste inzichten is het bij gebrek aan schoon water en hygiëne voor HIV-besmette moeders beter om zes maanden uitsluitend borstvoeding te geven. Exclusief borstvoeding geven beschermt drie tot viermaal beter tegen transmissie dan gemengde voeding. Moeders moeten ook begeleid worden bij het overstappen op andere voeding na zes maanden, omdat er voor de ook dan nog kwetsbare kinderen allerlei morbiditeit op de loer ligt, zoals diarree en ondervoeding. Vaak worden deze veroorzaakt door incorrecte samenstelling van kunstvoeding. Er bestaat geen twijfel over het feit dat borstvoeding HIV-transmissie kan veroorzaken. Wel is er binnen de WHO meer realiteitszin over welke voeding in welke situatie de meeste kans op overleving biedt. De WHO wil de hulp aan - al dan niet HIV-geïnfecteerde - vrouwen optimaliseren, zodat zij zelf de risico’s en mogelijkheden van hun levenssituatie kunnen inschatten en op basis daarvan goede beslissingen maken over de voeding voor hun baby. British Medical Journal 2007;334:487-488
38
Te klein Vrouwen die zelf te klein geboren zijn, hebben een verhoogd risico op ernstige pre-eclampsie (PE). Zweedse onderzoekers (Zetterström ea) vonden in een prospectieve studie onder 6.883 vrouwen die [cursief] small for gestational age [cursief] (SGA) waren geboren een verhoogd risico voor ernstige PE. De incidentie is 2,3% ten opzichte van 1,5% in de controlegroep. Milde PE komt niet significant vaker voor in de SGApopulatie. PE in de vorige generatie verdubbelt het risico op PE bij dochters. In combinatie met een te laag geboortegewicht van de vrouw bleek het risico op ernstige PE dan ook extra hoog: 4,7%. De onderzoekers suggereren om bij de anamnese uit te pluizen of de vrouw SGA was bij de geboorte, als haar eigen moeder PE in de zwangerschap had. Vrouwen die zelf te klein zijn geboren, hebben, lopen op latere leeftijd het risico om te dik te worden. In deze studie was 20% van de SGA-vrouwen te zwaar; 7% van hen had een BMI boven de dertig. Dit blijkt volgens deze studie het risico op PE echter nauwelijks te verhogen ten opzichte van vrouwen met een gezond gewicht. De onderzoekers maken één belangrijke kanttekening bij de studie: hij is uitgevoerd onder primiparae <30 jaar, wat een vertekend beeld kan opleveren, omdat PE vooral in eerste zwangerschappen optreedt. BJOG 2007;114:319-324 EU promoot gratis wetenschappelijke publicaties De Europese Commissie overweegt een aantal initiatieven voor vrije toegang tot wetenschappelijke publicaties op internet. Het afgelopen jaar liet een online
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
discussie hierover grote meningsverschillen zien tussen wetenschappers en uitgevers. Wetenschappers zijn over het algemeen vóór gratis digitale verspreiding, uitgevers meestal tegen. De EU heeft zich nu aan de zijde geschaard van de wetenschappers. De overtuiging bestaat, dat eenmaal gepubliceerde data openbaar gemaakt moeten worden voor iedereen. Vrije toegang tot onderzoeksresultaten zou bijdragen aan de ontwikkeling van een economisch sterk Europa. De Europese Commissie reserveert voor de komende zeven jaar vijf miljard euro om openbaarmaking te bewerkstelligen. Dit jaar nog start er een Europees onderzoek naar de economische aspecten van digitale opslag van onderzoeksdata. Ook organiseert de commissie een grote conferentie over wetenschappelijk publiceren. British Medical Journal 2007;334 Medicijngebruik in de zwangerschap Bijna 80% van alle zwangere vrouwen slikt medicijnen, zo blijkt uit onderzoek van het UMC Groningen en Eurocat. Zij onderzochten een cohort van 5.412 vrouwen die tussen 1994 en 2003 een kind kregen. In totaal gebruikten de vrouwen tijdens de zwangerschap en in de twee jaar ervoor 78.944 geneesmiddelen (anticonceptiva uitgezonderd), waarvan 12.407 tijdens de zwangerschap. De hoeveelheid voorgeschreven medicijnen vóór de zwangerschap en in het eerste trimester is vrijwel gelijk (43%). In het tweede trimester stijgt het aantal prescripties naar 49% en in het derde trimester naar 60%. Het gebruik van medicijnen voor chronische aandoeningen en voor incidenteel of kortdurend gebruik daalt, terwijl het gebruik van zwangerschapsgerelateerde
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 39
BERICHTEN
middelen stijgt. In de zwangerschap worden duidelijk minder antidepressiva, antipsychotica en antimigrainemiddelen gebruikt. Antibioticagebruik wordt minder in het eerste trimester, maar neemt juist toe in het tweede en derde trimester. Waarschijnlijk komt dit door zwangerschapsgerelateerde aandoeningen als blaasontsteking. Het gebruik van zwangerschapsgerelateerde geneesmiddelen is het hoogst (80%) in het derde trimester. Anti-emetica en foliumzuur worden vooral in het eerste trimester geslikt, ijzerpreparaten, maagzuurremmers en gynaecologische ontstekingsremmers in het tweede en derde trimester. Laxeermiddelen worden vooral in de kraamperiode gebruikt. Na de zwangerschap neemt het medicijngebruik weer toe, maar minder dan voor de zwangerschap. Waarschijnlijk komt dit doordat vrouwen er terughoudend mee zijn vanwege de borstvoeding. Opvallend is de bevinding dat gedurende de gehele zwangerschap slechts de helft tot driekwart van de medicijnen als absoluut veilig voor de zwangerschap te boek staat. Van de zwangerschapsgerelateerde geneesmiddelen mag gezegd worden dat zij in de meeste gevallen veilig zijn. In de hele zwangerschap blijkt echter rond de twee procent van de medicijnen ronduit schadelijk te zijn voor de baby en 5-30% mogelijk schadelijk. De onderzoekers manen tot een voorzichtiger voorschrijfbeleid. BJOG 2006;113:559-568 Nieuwe wet bedreigt thuisbevalling in UK De Britse overheid is voornemens om een wet in te voeren, die alle verloskundigen verplicht tot het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering. Dit nieuws heeft geleid tot grote onrust onder ver-
loskundigen. Voor verloskundigen die buiten de ziekenhuismuren en onafhankelijk van de National Health Service werken, bestaat namelijk helemaal geen aansprakelijkheidsverzekering. De Independent Midwives Association is een campagne begonnen om te zorgen dat haar 200 leden uitgezonderd worden van de maatregel. Als de wet doorgang vindt, bestaat immers het gevaar dat de onafhankelijke verloskunde - en daarmee de thuisbevalling - van de kaart worden geveegd. Engelse vrouwen zullen daardoor uitsluitend overgeleverd zijn aan de zorg van een ‘financieel kort gehouden’ NHS. Met akelige gevolgen, zo betoogt IMA op haar actie-website: “Vrouwen kunnen niet meer kiezen voor de soort verloskundige zorg waar zij zich goed bij voelen. Hierdoor zullen meer vrouwen zonder deskundige hulp thuis gaan bevallen. Terwijl de ziekenhuizen overbevolkt raken. Veel verloskundigen zullen stoppen met hun werk.” De IMA maakt zich sterk voor het verkrijgen van een aansprakelijkheidsverzekering voor onafhankelijke verloskundigen of - als die mogelijkheid niet bestaat - om de wet tegen te houden. Nederlandse verloskundigen die hun Engelse collega’s willen steunen door een brief naar Downing Street of meer over de kwestie willen weten kunnen surfen naar www.saveindependentmidwifery.org. Midirs Zuigen en zoet verzachten pijn Lang heerste in de medische wereld het geloof dat baby’s geen pijn konden voelen. Ook door twijfel getroebleerde artsen vermeden het gebruik van anesthetica, vanwege het risico van overdosering. Zelfs zware operaties werden bij baby’s zonder verdoving uitge-
voerd. Maar sinds ongeveer tien jaar geleden is bekend dat stress door pijn het zenuwstelsel kan beschadigen, zelfs bij kleine procedures. Om een baby tegen stress te beschermen bij het uitvoeren van hielprik of andere bloedtest is een suikeroplossing en zuigen aan de borst effectief, blijkt uit een Cochrane overzichtsstudie. Van suiker wordt gedacht dat het de aanmaak van endogene opioïden stimuleert. Op basis van de studie luidt het advies om twee minuten voor de prik een suikeroplossing (33%) van 0,5 ml/kg lichaamsgewicht te geven en aansluitend de baby aan de borst (als er geen borstvoeding wordt gegeven: op een speen) te laten zuigen. En vergeet de knuffel na afloop niet. Ook die blijkt Cochraneproof. The Lancet 2007;369:721-722 Geen naalden meer Een nieuwe bloedtest kan de vruchtwaterpunctie of vlokkentest in de toekomst overbodig maken. Amerikaanse onderzoekers zijn er in geslaagd op non-invasieve wijze foetaal DNA uit het moederlijk bloed te isoleren. Met behulp van formaldehyde verhoogden zij de concentratie foetaal DNA van 7% naar 20%. De verschillende DNAcodes maakte het mogelijk foetaal DNA van moederlijk DNA te onderscheiden. De test werd uitgevoerd bij 60 zwangere vrouwen. Bij 58 foetussen lukte het om de chromosomenaantallen correct te tellen. Onder de 58 foetussen waren twee gevallen van DS, maar ook werd er eentje gemist. Als de bloedtest eenmaal alle kwaliteitstoetsen kan doorstaan, zou het al vanaf de vijfde week in de zwangerschap mogelijk zijn om genetische aandoeningen als het Downsyndroom op te sporen. ■ The Lancet 2007;369:474-481
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
39
200540 -TvV april
22-03-2007
BERICHTEN
12:04
Pagina 40
CONGRES EN CURSUS
12 en 13 april 2007 Prenatale screening Aan het eind van de cursus bent u als deelnemer in staat om met de zwangere op een adequate manier het gesprek over prenatale screening te voeren en haar te ondersteunen bij de keuzes en de gevolgen van prenatale screening. Meer informatie: Kenniscentrum Academie Verloskunde Maastricht van 10.00 - 18.00 uur; kosten: € 375,- voor twee dagen, inclusief 2 x lunch; bij gelijktijdig inschrijving voor cursus Prenatale screening en Preconceptiezorg zijn de totale kosten € 700,- ; inschrijving tot 4 weken voor aanvang cursus. 19 april 2007 Workshop Verlieskunde Zie elders in dit tijdschrift in de rubriek Onderwijs. De workshop wordt in Groningen gehouden van 14.00 tot 17.00 uur en van 18.00 tot 20.00 uur. Meer informatie en aanmelden: www.xpertizo.nl 20 april 2007 Workshop ‘Happy Birth, the art of midwifery’ Hoe beter met de wensen en behoeften van vrouwen die zwanger zijn of baren om te gaan? Hoe betere resultaten behalen? Dit zijn de thema’s van de van 10.00 – 16.30 uur gehouden workshop in Maastricht, Van der Valk Hotel Maastricht, Nijverheidsweg 35, 6227 AL Maastricht. De workshop is praktisch gericht en samengesteld naar aanleiding van literatuuronderzoek. Accreditatienummer A 06-032 voor 5.25 uur. Meer informatie: Midwifery Business, E:
[email protected]; prijs € 170,- inclusief lunch en syllabus. Aanmelden = betalen op giro 2444187 van Midwifery Business te Epen vóór 10 maart 2007. 23 april 2007 (Basis)cursus gezondheidrecht KSG Gezondheidsrecht organiseert speciaal voor verloskundigen de (basis)cursus gezondheidrecht (juridische rechten en plichten van de verloskundige als beroepsbeoefenaar en/of als manager). Meer informatie: Locatie in Den Haag van 13.30 tot 17.30 uur; kosten: € 150,- incl. syllabus en consumpties; Folder te verkrijgen via
[email protected]; aanmelding via e-mail o.v.v. titel en datum van de cursus, naam deelnemer, naam organisatie, adres en telefoonnummer.; de cursus wordt ook aangeboden aan organisaties (zie de folder); accreditatie aangevraagd bij KNOV. 40
25 april 2007 Evidence-based zoeken De Medische bibliotheek van het AMC verzorgt, samen met het Dutch Cochrane Centrer op deze dag van 09.00 tot 17.00 uur een eendaagse cursus voor (para)medici en bibliothecarissen. U leert beantwoordbare klinische vragen te stellen. Ook komt de theoretische achtergrond van het zoeken van literatuur (evidence) aan de orde. Meer informatie: www.cochrane.nl; kosten € 325,- inclusief boeken, lunch etc. Faridi van Etten; T: 020 5667666, E:
[email protected] 26 april 2007 Vaardigheidstraining 2: Infuus inbrengen & Stuitligging Bijeenkomst van 13.00 - 18.00 uur in Rotterdam; kosten: € 180,-. Stagebiedende verloskundigen betalen € 165,-. Dit is inclusief reader en koffie/thee. Meer informatie: www.srov.nl 26 april 2007 Hygiëne- en infectiepreventie Tijdens deze cursus willen we nader ingaan om de Standaard Hygiëne en Infectiepreventie van de KNOV. Achtergronden van de standaard worden nader belicht. Kennis wordt getoetst. Er wordt een actieve bijdrage gevraagd om zowel kennis met elkaar te delen als mogelijke oplossingen voor praktijksituaties. Meer informatie: www.srov.nl; kosten: € 180,-. Stagebiedende verloskundigen en alumni betalen € 165,-. Inschrijving tot vier weken voor aanvang van de cursus, deelname in volgorde van inschrijving. 26 april, 10, 24 en 31 mei en 7 juni 2007 Leiderschap en communicatie Een training in leiderschaps- en communicatievaardigheden op basis van een reflectie op uw eigen stijl van leidinggeven. Bedoeld voor verloskundigen in het bezit van een 4-jarige HBO opleiding, minimaal drie jaar werkervaring en studievaardigheden die nodig zijn voor het wetenschappelijk onderwijs. Meer informatie: I: www.nspoh.nl/bm, T: 020-5664949, E:
[email protected]; de training wordt gehouden op donderdagen van 7.00 tot 22.00 uur; kosten € 1.550,-; locatie AMC Amsterdam.
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
Uitgebreide informatie over de in dit overzicht opgenomen cursussen, congressen en symposia vindt u op de website van de KNOV: www.knov.nl of op de in de tekst aangegeven websites. 27 april, 10 mei, en 1 juni 2007 Evidence Based Midwivery, module 2: literatuur beoordelen Speciaal voor verloskundigen in de praktijk die zo evidence based mogelijk willen gaan werken en deze vaardigheden willen aanleren of opfrissen, is de cursus literatuur beoordelen ontwikkeld. Voor deze cursus is het noodzakelijk om de vaardigheid systematisch literatuur zoeken te beheersen. Dat u deze vaardigheid beheerst moet u kunnen aantonen, of u moet de cursus literatuur zoeken (module 1 Evidence Based Midwifery) gevolgd hebben. Het aantonen van deze vaardigheid doet u door middel van een zoekopdracht in tenminste drie verschillende databases. Voor de opdracht zie www.srov.nl. Meer informatie: www.srov.nl; kosten € 275,--. Bij gelijktijdige inschrijving voor de module literatuur zoeken zijn de totale kosten € 475,-. Voor stagebegeleiders en alumni zijn de kosten respectievelijk € 245,- of € 425,- bij gelijktijdige inschrijving. Vier weken voor aanvang van de betreffende cursus, deelname in volgorde van inschrijving. 9 en 15 mei 2007 Preconceptie zorg De cursus biedt u handreikingen om, in overleg en samenwerking met de andere zorgverleners in de regio, een preconceptioneel consult te organiseren en inhoudelijk vorm te geven. Meer informatie: Kenniscentrum Academie Verloskunde Maastricht van 10.00 - 18.00 uur; kosten: € 375,- voor twee dagen, inclusief 2 x lunch; bij gelijktijdig inschrijving voor cursus Prenatale screening en Preconceptiezorg zijn de totale kosten € 700,-; inschrijving tot 4 weken voor aanvang cursus. 10 mei 2007 Obstetric Medicine: een serie Rotterdamse masterclasses Behandeling van zwangeren met onderliggende aandoeningen vereist een nauwkeurige samenwerking tussen verschillende disciplines. Diverse specialisten belichten dit aspect in een serie masterclasses.
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 41
BERICHTEN
Meer informatie: www.scem.nl; in samenwerking met Erasmus MC; de bijeenkomst wordt gehouden in De Doelen, Rotterdam; kosten € 149,-. 11 mei 2007 What’s new? Research and developments in obstetrics Wat zijn de nieuwe en vaak nog onbekende gebieden waarop de obstetrische research zich de komende jaren gaat richten? Welke nieuwe (technologische) ontwikkelingen worden voor ons vakgebied in de toekomst belangrijk? Meer informatie: www.scem.nl; in samenwerking met Erasmus MC; de bijeenkomst wordt gehouden in De Doelen, Rotterdam 14-16 mei 2007 Hebammen fördern Gesundheit – von Anfang an Onze oosterburen organiseren het XI Hebammenkongress 2007 in Leipzig. Meer informatie: Bund Deutscher Hebammen e.V., Stichwort Kongress 2007, Gartenstraße 26, D-76133 Karlsruhe; Kontakt: Ellen Grünberg, T: +49 721- 98189-17; E:
[email protected] 15 mei 2007 Vaardigheid intracutaan hechten Meer informatie: Kenniscentrum Academie Verloskunde Maastricht, E:
[email protected]; I: www.av-m.nl 21 mei 2007 Cursus Voorbereid zijn op klachten en claims KSG Gezondheidsrecht organiseert speciaal voor verloskundigen de cursus Voorbereid zijn op klachten en claims Meer informatie: Locatie in Den Haag van 13.30 tot 17.30 uur; kosten: € 150,- incl. syllabus en consumpties; Folder te verkrijgen via
[email protected]; aanmelding via e-mail o.v.v. titel en datum van de cursus, naam deelnemer, naam organisatie, adres en telefoonnummer.; de cursus wordt ook aangeboden aan organisaties (zie de folder); accreditatie aangevraagd bij KNOV. 22 mei 2007 Workshop Kennismaking met haptonomie Meer informatie: www.optimum.nl; E:
[email protected]; T: 0525 653109 24 mei en 14 juni 2007 Prenatale Screening Twee dagen van 09.00 – 17.00 uur in Rotterdam; kosten: € 375,-. Dit is inclusief reader, koffie/thee en lunch. Bij gelijktijdige inschrijving voor de cursus Prenatale Screening en
Preconceptiezorg zijn de totale kosten € 700,-. Meer informatie: www.srov.nl
Prenatale Screening en Preconceptiezorg zijn de totale kosten € 700,-. Meer informatie: www.srov.nl
25 mei 2007 Workshop Verlieskunde Zie elders in dit tijdschrift in de rubriek Onderwijs. De workshop wordt gehouden van 10.00 tot 13.00 uur en van 14.00 tot 17.00 uur. Meer informatie en aanmelden: www.xpertizo.nl
1 juni 2007 Vaardigheidstraining Hechten In de verloskundige praktijk krijgt u te maken met verschillende vormen van labium- en perineumletsel. De nascholing “Vaardigheidstraining Hechten” heeft tot doel het trainen en behouden van voldoende vaardigheid om bij het optreden van perineumletsel volgens de laatste inzichten en methoden adequaat te kunnen handelen. Meer informatie: www.srov.nl; kosten € 180,-. Stagebiedende verloskundigen en alumni betalen € 165,-. Inschrijving tot vier weken voor aanvang van de cursus, deelname in volgorde van inschrijving.
25 mei 2007 Obstetric ectoscopy 20th anniversary congress of the working party on International Safe Motherhood and Reproductive Health in Amsterdam Meer informatie: www.trop-amsterdam2007.com 30 en 31 mei 2007 Prenatale screening Aan het eind van de cursus bent u als deelnemer in staat om met de zwangere op een adequate manier het gesprek over prenatale screening te voeren en haar te ondersteunen bij de keuzes en de gevolgen van prenatale screening. Meer informatie: Kenniscentrum Academie Verloskunde Maastricht van 10.00 - 18.00 uur; kosten: € 375,- voor twee dagen, inclusief 2 x lunch; bij gelijktijdig inschrijving voor cursus Prenatale screening en Preconceptiezorg zijn de totale kosten € 700,- ; inschrijving tot 4 weken voor aanvang cursus. 31 mei 2007 Symposium ‘het eerste uur’ Volgens een organisator van dit symposium wordt het eerste uur na de geboorte vaak op gewelddadige wijze verstoord door allerlei handelingen die ook op een ander moment kunnen. In het symposium gaat het over de natuurlijke wijsheid van de vroedvrouw, de rol van de zwangerschapsbegeleiding, de stand van zaken rond borstvoeding en de verloskunde in Nederland. Het geheel wordt georganiseerd door ENCA Nederland. Meer informatie: Hannie Oor, T: 0341 491492 of E:
[email protected]; kosten € 35,-; plaats van handeling: Bilthoven, stichting voor Yoga en Wijsbegeerte, prof. Bronkhorstlaan 10, gebouw H. 31 mei en 15 juni 2007 Preconceptiezorg Twee dagen van 09.00 – 17.00 uur in Rotterdam; kosten: € 375,-. Dit is inclusief reader, koffie/thee en lunch. Bij gelijktijdige inschrijving voor de cursus
8 en 22 juni 2007 Preconceptiezorg Twee dagen van 09.00 – 17.00 uur in Rotterdam; kosten: € 375,-. Dit is inclusief reader, koffie/thee en lunch. Meer informatie: www.srov.nl 15 juni 2007 11e Refereerdag Academie Verloskunde Maastricht Ook dit jaar organiseert de Academie Verloskunde Maastricht weer een refereerdag voor studenten waarin de afstudeeropdrachten van de studenten worden gepresenteerd. Belangstellenden worden van harte uitgenodigd om aanwezig te zijn bij deze presentaties. Meer informatie: Academie Verloskunde Maastricht; T: 043-3885410; E:
[email protected]; het tijdstip is van 9.30 - 16.00 uur 15 juni 2007 Alumnidag Meer informatie: www.srov.nl 19 juni 2007 V-MIS training stoppen met roken In de training leert men hoe het stappenplan van de V-MIS binnen de verloskundigenpraktijk uitgevoerd wordt. Men verwerft in de training inzicht in tabaksverslaving, rookgedrag en ontwenning. De eigen normen rond roken en diverse in te zetten gespreksvaardigheden komen aan bod. Als u een groep verloskundigen heeft samengesteld, kunt u bij STIVORO een V-MIS training aanvragen. Wij verzorgen een trainer en studiemateriaal, u verzorgt een locatie, koffie/thee en de benodigde laptop en beamer. Een in company
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
41
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 42
BERICHTEN
training is mogelijk voor groepen van 8 tot 12 deelnemers. De kosten bedragen dan € 650,-. De V-MIS training is door de KNOV geaccrediteerd voor 3 uur onder nummer A 06-044. Meer informatie: Mijke Roovers, projectleider MIS, E:
[email protected]; I: www.stivoro.nl/professionals; T: 070 3120433 (dinsdag, woensdag, donderdag). De training van 19 juni a.s. van 09.30 uur - 13.00 uur wordt gegeven in De Hartenark te Bilthoven. Kosten bedragen hier: € 90,- per persoon. 22 juni 2007 Raakvlakken tussen anesthesiologie en obstetrie II Tweede landelijke symposium voor obstetrische anesthesie behandelt opnieuw belangrijke onderwerpen met raakvlakken tussen de beide specialismen zoals ondermeer pijnstilling aan de barende. Meer informatie: www.scem.nl; in samenwerking met Erasmus MC; het symposium wordt gehouden in De Doelen, Rotterdam. 1-5 June 2008 ICM 28th Triennial Congress in Glasgow The ICM Scientific and Professional Programme Committee (SPPC) in association with host organisation, the Royal College of Midwives UK invites on-line submission of abstracts. The four themes for abstracts are: • Women’s voices; • Reproductive and birth technology in maternal and newborn health; • Strengthening midwifery • Promoting the health of women, newborn & families. Deadline for submission of abstract is Friday 30th March 2007 (midnight GMT) For further details and the online submission form go to www.Midwives2008.org 14 juni en 5 juli 2007 Interculturele aspecten van de zorg In deze module komt aan bod wat een multiculturele cliëntenpopulatie van de zorg verwacht en hoe de zorg beter kan aansluiten op deze populatie. Bedoeld voor verloskundigen in het bezit van een 4-jarige HBO opleiding, minimaal drie jaar werkervaring en studievaardigheden die nodig zijn voor het wetenschappelijk onderwijs. Meer informatie: I: www.nspoh.nl/bm; T: 020 5664949; E:
[email protected]; de module wordt gehouden van 17.00 tot 22.00 uur; kosten € 620,-; locatie AMC Amsterdam. 42
5 juli 2007 Presentatie afstudeeropdrachten SROV De vierdejaars studenten van de Stichting Rotterdamse Opleiding tot Verloskundige presenteren hun afstudeeropdrachten in het Beurs-World Trade Center te Rotterdam. De studenten hebben retrospectief of literatuur onderzoek uitgevoerd of hebben geparticipeerd in lopend onderzoek. Onderwerpen die aan bod zullen komen zijn: prenatale screening, preventive support of labour, zonnebank en/of saunagebruik in de zwangerschap, foliumzuur, vasten in de zwangerschap, vliezen breken in de latente fase, tevreden na voorlichting over de partus, baringshoudingen, spontane abortus en misoprostol, alternatieven in het nageboortetijdperk, het gebruik van remyventanyl i.p.v. pethidine, illegalen en problemen die zij ondervinden in de gezondheidszorg, doula’s, vetzuren en depressies, alcohol en fertiliteit, zwangerschap en autisme, alternatieven om in te leiden, incontinentie a.g.v. de zwangerschap, borstvoedingservaringen en het gebruik van de geïndividualiseerde groeicurves. Aanmelden: E:
[email protected] Eind juni ontvangt u het programma dat aanvangt om ongeveer 09.30 uur, sluiting: 16.00 uur. Aan deze dag zijn geen kosten verbonden. U bent van harte uitgenodigd op deze dag aanwezig te zijn. Een lunch wordt geserveerd. 10 september 2007 Cursus Voorbereid zijn op klachten en claims KSG Gezondheidsrecht organiseert speciaal voor verloskundigen de cursus Voorbereid zijn op klachten en claims Meer informatie: Locatie in Den Haag van 13.30 tot 17.30 uur; kosten: € 150,- incl. syllabus en consumpties; Folder te verkrijgen via
[email protected]; aanmelding via e-mail o.v.v. titel en datum van de cursus, naam deelnemer, naam organisatie, adres en telefoonnummer.; de cursus wordt ook aangeboden aan organisaties (zie de folder); accreditatie aangevraagd bij KNOV. 24 september 2007 (Basis)cursus gezondheidrecht KSG Gezondheidsrecht organiseert speciaal voor verloskundigende (basis)cursus gezondheidrecht (juridische rechten en plichten van de verloskundige als beroepsbeoefenaar en/of als manager). Meer informatie: Locatie in Den Haag van 13.30 tot 17.30 uur; kosten: € 150,- incl.
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
syllabus en consumpties; Folder te verkrijgen via
[email protected]; aanmelding via e-mail o.v.v. titel en datum van de cursus, naam deelnemer, naam organisatie, adres en telefoonnummer.; de cursus wordt ook aangeboden aan organisaties (zie de folder); accreditatie aangevraagd bij KNOV. ■
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 43
PERSONALIA Geboren Willemijn, dochter van Mijke en Sander van Harten, Van Baerlestraat 17, 2802 GK Gouda Karlijn, dochter van Wilma Hogewoning en Pim Smits, Tedingeroord 16, 2493 ZD Den Haag Noortje, dochter van Wietske en Kees-Jan Nielen-Renger, Herenstraat 50, 3985 RW Werkhoven Floris, zoon van Mariëtte en Jan Rodenburg-van der Velde, Beemstraat 22, 5311 AC Gameren Eline, dochter van Carine en Jan van der Sluis-van der Pauw, Rossiniweg 33, 3906 CE Veenendaal Ábel, zoon van Tineke en Béla Szatmári Okma, Walkade 59, 3401 DR Ijsselstein Luuk, zoon van Hannelies en Bart van der Vaart-de Pundert, Kreekrug 21, 4386 GR Vlissingen Noor Madelief Margret, dochter van Rixt en Kees VerberneNoordermeer, Bloemhaven 12, 3645 HK Vinkeveen Derk, zoon van Esther en Dick Visch-Wesselink, Lindenoord 16, 8172 AL Vaassen Hidde, zoon van Esther en Kim Zeeuwe-van Rosmalen, De Poseidonwerf 1, 5247 ML Rosmalen Sector NoordOost Nederland Nieuwe leden (m.i.v. 01-04-2007) Mevrouw L. de Boer, Marke Haarle 1, 7603 GG Almelo – Asp Mevrouw K. Hoogendoorn, Hoekstraat 22-1, 9712 AN Groningen – Asp Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2007) Mevrouw E.C. Schultz, Merkelenbachlaan 19, 3404 EX Ijsselstein - SL
Sector NoordWest Nederland Nieuwe leden (m.i.v. 01-04-2007) Mevrouw E.T.M. van Emmerik, Rembrandt van Rijnsingel 64, 2371 RD Roelofarendsveen – Asp Mevrouw S. Luijk, Schadeken 40, 2264 KB Leidschendam – Asp Mevrouw J.I. van der Meer, Nuwendoorn 66, 1613 LE Grootebroek – VV-m Mevrouw A. van Os, Admiraal de Ruyterweg 376 hs, 1055 NC Amsterdam - Asp Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2007) Mevrouw A. Jansma-Gazan, Spanderswoudstraat 14, 1024 LD Amsterdam - SL Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2007) Mevrouw B. Bashir, J.H. Dunantstraat 76b, 1561 BD Krommenie-WN Mevrouw M.C. Gehner-Stehouwer, Brakersweg 75, 1901 XZ Castricum – VV-m Mevrouw R. Kamstra, Wijtemalaan 31, 1814 GV Alkmaar – Asp Mevrouw S. de Quaasteniet, De Konnighstraat 13, 2691 XJ ’s-Gravezande - Asp
BERICHTEN
Art. 1 Leden, die bezwaar hebben tegen de toelating van een kandidaat (aspirant-)lid, moeten hun bezwaar met redenen omkleed schriftelijk binnen één maand na het verschijnen van het officiële verenigingsorgaan bij het Bestuur kenbaar maken. Afkortingen VID verloskundige in dienstverband VID-ep verloskundige in dienstverband in eigen praktijk VID-g verloskundige in dienstverband in gezondheidscentrum VID-zhs verloskundige in dienstverband in ziekenhuis VV vrijgevestigde verloskundige VV-m vrijgevestigde verloskundige in maatschap WN waarneemster Asp aspirant lid BL buitengewoon lid BTL buitenlands lid SL senior lid EL erelid
Sector Zuid Nederland Nieuw lid (m.i.v. 01-01-2007) Mevrouw E.I.C.A. Rasenberg, Clarissenhoeve 23, 5258 PJ Berlicum – VV-m Nieuwe leden (m.i.v. 01-04-2007) Mevrouw T. van der Wel, Borgesiusstraat 51b, 3038 TD Rotterdam – Asp Mevrouw Y.M. de Wit, Iepstraat 2, 5151 ZJ Drunen - Asp Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2007) Mevrouw W.E. Feddes-Feenstra, De Savornin Lohmanlaan 22, 5252 AH Vlijmen – VV-m
© tekening Emy Breedveld, © fotografie: Henny van Nieuwpoort
TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • APRIL 2007
43
200540 -TvV april
22-03-2007
12:04
Pagina 44
Dagelijks stilstaan Dagelijks bij anticonceptie? anticonceptie? Dat hoeft toch niet meer! meer! hoeft niet
Mirena gemak ®
staat voor en comfort
• modern intra-uterien anticonceptivum • werkt lokaal • uiterst betrouwbaar1
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
Zorgeloze
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
Zorgeloze anticonceptie O O O O
1) Product Monograph, Schering AG. 2) Scholten PC, Eykeren MA van, Christiaens GCML, Haspels AA et al. Menstrual blood loss with levonorgestrel Nova-T and Multiload Cu 250 intrauterine devices. In: Scholten PC. The Levonorgestrel IUD: clinical performance and impact on menstruation. Thesis. Rijksuniversiteit Utrecht, 1989:35-45.
O
O
O
O
Mirena® Samenstelling Mirena is een hormonaal intra-uterien systeem met een depot van 52 mg levonorgestrel. Gedurende een periode van vijf jaar wordt hieruit per 24 uur circa 20 microgram levonorgestrel afgegeven. Indicaties Anticonceptie; behandeling van versterkt menstrueel bloedverlies of menorragie (bij deze indicaties vervangen na 5 jaar); progestageen adjuvans ter voorkoming van endometriumhyperplasie tijdens oestrogeentherapie in de peri- en postmenopauze (na 3 jaar vervangen). Contra-indicaties Zwangerschap of het vermoeden ervan; acute, subacute of chronische ontstekingen in het kleine bekken, ook in de anamnese; genitale infecties; soa; in de afgelopen 3 maanden: een abortus gecompliceerd door een infectie; endometritis post partum; cervicitis; cervixdysplasie; bevestigde maligniteit van het corpus uteri of van de cervix, of het vermoeden daarvan; abnormale vaginale bloeding waarvan de diagnose (nog) niet is vastgesteld; congenitale of verworven anatomische afwijkingen van de uterus indien het cavum uteri hierdoor wordt vervormd; uterusfibromyomen; aandoeningen die chronisch met een verminderde weerstand gepaard gaan of die als gevolg van bacteriëmie kunnen verergeren (klepafwijkingen, aangeboren hartafwijkingen); acute aandoeningen van de lever of levertumoren; actieve tromboflebitis of trombo-embolische processen; overgevoeligheid voor een van de bestanddelen. Bijwerkingen In de eerste maanden na het inbrengen kan het IUD buik- of rugklachten veroorzaken. In zeer zeldzame gevallen kan tijdens het inbrengen resp. verwijderen van het IUD gedurende korte tijd verlies van bewustzijn of een verminderde polsfrequentie optreden. Uterusperforatie, infecties van de geslachtsorganen, menstruele klachten (amenorroe, spotting, onregelmatig bloedverlies), acne of andere huidproblemen, zweten, haaruitval, hoofdpijn, toegenomen vaginale secretie, depressie, oedeem, misselijkheid, gewichtsveranderingen, pijnlijke borsten,hypertensie. Waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Zie de IB1-tekst. Handelsvorm Verpakking met 1 IUD. Registratienummer RVG 16681. Naam en adres van de vergunninghouder Schering Nederland B.V., Postbus 116, 1380 AC Weesp - tel. (0294) 46 24 24. Datum van goedkeuring/ herziening van deze tekst 4 maart 2002. Afleveringsstatus UR. Verstrekkingsstatus Mirena wordt volledig vergoed voor alle indicaties met uitzondering van anticonceptie. Stand van informatie Mei 2005. – Uitgebreide informatie (deel IB1=SmPC) is op aanvraag beschikbaar.
Voor patiëntenbrochures - Tel.: 0294-462 440
U-685-NL 11.2002
• minder (pijnlijke) bloedingen2