Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Inspectie Basisonderwijs Regio Gent Ressort 3.05
Verslag schooldoorlichting Sint-Janscollege Basisschool Visitatie Joseph Gérardstraat 16 9040 Sint-Amandsberg Instellingsnummer: 21766
Directie
:
Viviane Gistelinck
Schoolbestuur
:
vzw Schoolbestuur Basisscholen Sint-Jan & Visitatie Jef Van Bemmel (voorzitter) Heiveldstraat 117 9040 Sint-Amandsberg (Gent)
Periode
:
februari – maart 2007
Inspectieteam
:
Walter Andries (inspecteur-verslaggever) Thierry De Vos
Referentienummer 0607/3/027 Schooljaar 2006-2007
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
− 2/15 −
Inhoudsopgave
1
Situering ...................................................................................................................................................3
2
Onderwijskundig en organisatorisch functioneren ...................................................................................4 2.1
2.2
3
4
5
Onderwijskundig functioneren........................................................................................................4 2.1.1
Basisvorming als samenhangend geheel realiseren ........................................................4
2.1.2
Brede ontwikkeling realiseren ...........................................................................................5
2.1.3
Zorgbreedte realiseren ......................................................................................................6
Organisatorisch functioneren .........................................................................................................7 2.2.1
Beschikken over een gezamenlijke doelgerichtheid .........................................................7
2.2.2
Beschikken over een intern leiderschap om een eigen beleid te voeren..........................8
2.2.3
Beschikken over het vermogen tot communicatie en overleg...........................................9
2.2.4
Beschikken over ruimte voor professionele ontwikkeling................................................10
2.3
Synthesebeeld .............................................................................................................................11
2.4
Aanbevelingen en tekorten onderwijskundig en organisatorisch functioneren............................12 2.4.1
Aanbevelingen.................................................................................................................12
2.4.2
Tekorten ..........................................................................................................................12
Risicobeheersingsbeleid ........................................................................................................................13 3.1
Toelichting ....................................................................................................................................13
3.2
Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid ...................................................................13
Andere wettelijke bepalingen .................................................................................................................14 4.1
Didactisch materieel en schooluitrusting......................................................................................14
4.2
Wettelijke voorschriften ................................................................................................................14
4.3
Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen.............................................14 4.3.1
Aanbevelingen.................................................................................................................14
4.3.2
Tekorten ..........................................................................................................................14
Conclusies en advies .............................................................................................................................15 5.1
Conclusies....................................................................................................................................15
5.2
Advies...........................................................................................................................................15
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
1
− 3/15 −
Situering
CONTEXTGEGEVENS Omgeving School Middelen
ligging onderwijsaanbod structuur scholengemeenschap lestijdenpakket urenpakket
Half stedelijk Scholen van alle netten in de nabije omgeving Basisonderwijs met één vestigingsplaats Sint-Jan & Visitatie 191 kleuter + 335 lager n.v.t.
INPUTGEGEVENS Directie
Teamleden
onderwijservaring directie-ervaring bijkomende kwalificaties onderwijzend personeel (para)medisch personeel ondersteunend personeel anciënniteit
Kinderen
bijkomende kwalificaties spreiding groepen doelgroepleerlingen rekruteringsgebied vervolgonderwijs
28 15 Diocesane Hoofdakte en Remedial Teacher 31 n.v.t. 2 zorgcoördinatoren (8/36 en 18/36), 2 brugfiguren (18/36 en 18/36), 1 ICT-coördinator (9/36), 1kinderverzorger (10/32), 2 administratieve medewerkers (18/36 en 18/36) Zowel jonge als meer ervaren teamleden; overwegend vrouwelijke leerkrachten twee teamleden volgden VOZO Alle milieus 8 kleuter + 14 lager 40,90 % bij het begin van de tweede GOK-cyclus Onmiddellijke en ruime schoolomgeving Alle richtingen van het secundair onderwijs
AANVULLENDE INFORMATIE Vorige SDL Schooljaar 1998-1999 referentienummer 9899/4/018 Het laatste decennium is het aantal doelgroepleerlingen GOK gestaag vermeerderd, hoewel de leerlingenpopulatie enigszins verminderde. Vroeger stond de school bekend als een oefenschool die verbonden was aan de lerarenopleiding. Nu is de school meer Andere en meer aangewezen op de leerlingeninput uit de onmiddellijke omgeving. Op dit ogenblik zijn er 55,74% doelgroepleerlingen GOK. AFKORTINGEN VCLB------------------------------------------------------------------------------------ vrij centrum voor leerlingenbegeleiding GOK -------------------------------------------------------------------------------------------------------- gelijke onderwijskansen GON ----------------------------------------------------------------------------------------------------------geïntegreerd onderwijs ICT ------------------------------------------------------------------------------------- informatie- en communicatietechnologie KVS / LVS------------------------------------------------------------------------------ kindvolgsysteem / leerlingvolgsysteem MDO------------------------------------------------------------------------------------------------------- multidisciplinaire overleg VOZO ----------------------------------------------------------------------------------------- voortgezette lerarenopleiding zorg VVKBaO --------------------------------------------------------------- Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs WO ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Wereldoriëntatie SVS ----------------------------------------------------------------------------------------------- Stichting Vlaamse Schoolsport MOS ---------------------------------------------------------------------------------------------------- Milieuopvoeding op school SIBO -------------------------------------------------------------------------------------------------- Schoolloopbanenonderzoek AGION ---------------------------------------------------------------------- Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
2
Onderwijskundig en organisatorisch functioneren
2.1
Onderwijskundig functioneren
2.1.1
Basisvorming als samenhangend geheel realiseren
− 4/15 −
In welke mate bewaakt de school dat de basiscompetenties door zoveel mogelijk kinderen worden gerealiseerd en biedt ze hiertoe onderwijs aan dat continu is opgebouwd, werkelijkheidsgericht is en het verwerven van cognitieve leerstrategieën centraal stelt?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • De school richt haar werking op de leerplannen van het VVKBaO. Van daaruit wil ze tegemoet komen aan haar inspanningsverplichting tegenover de ontwikkelingsdoelen en de leergebiedoverschrijdende eindtermen en haar resultaatsverplichting tegenover de leergebiedgebonden eindtermen. • In de kleuterafdeling richten de kleuteronderwijzers hun activiteitenaanbod op het ‘Ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool’. De kleuteronderwijzers selecteren ontwikkelingsaspecten uit het ontwikkelingsplan en vertalen die soms in eigen, concrete doelstellingen. Bij de voorbereiding van een belangstellingscentrum worden de vooropgestelde activiteiten volgens de vier ervaringsituaties in kaart gebracht. • De planningsdocumenten van de gymleerkrachten zijn uitgewerkt volgens het leerplan en de geplande activiteiten en lessen bestrijken alle domeinen. • Voor de leergebieden Nederlands, Frans en wiskunde gebruiken de teamleden van de lagere afdeling onderwijsleerpakketten die moeten zorgen voor de nodige gradatie en continuïteit. • In het vijfde en zesde leerjaar hebben de teamleden ernstig werk gemaakt om hun onderwijsleeraanbod te toetsen aan het leerplan. Ook bij de uitwerking van de bos- en zeeklassen worden leerplandoelen vooropgesteld. • In heel wat klassen is er ruime aandacht voor de visualisering van de WO-thema’s. Verscheidene leerkrachten maken zinvol gebruik van foto’s om verslag uit te brengen over de klaswerking. De ouders kunnen dit dan eveneens bekijken op de website van de school. In een aantal klassen is er op zinvolle wijze aandacht voor de actualiteit. • De ICT-leerlijn is een goed voorbeeld van verticale samenhang doorheen de school. Er zijn ook teamafspraken over referentiematen voor metend rekenen. • In de school wordt zinvol gewerkt aan de overgang van de kinderen naar een volgend onderwijsniveau, zowel van het kleuter- naar het lager onderwijs als van het lager naar het secundair onderwijs. • Het schoolteam organiseert formele overgangsgesprekken, zodat de titularissen vlug op de hoogte zijn van de resultaten van het vorige schooljaar. Zo kunnen ze op degelijke wijze de beginsituatie van de leerlingen in kaart brengen. • Verscheidene leerkrachten organiseren al leerling- en procesgericht onderwijs dat ruimte laat voor leerlingeninitiatief. • Om transfergericht onderwijs te kunnen realiseren, beschikt de school over heel wat nuttige materialen. De leerlingen leren allerlei naslagwerken en bronnen raadplegen, een atlas en een woordenboek consulteren, een zakrekenmachine hanteren … • De school neemt deel aan de interdiocesane proeven en aan het SIBO-onderzoek. De resultaten van deze genormeerde toetsen zijn behoorlijk tot goed te noemen. Dat is zeker het geval als de resultaten vergeleken worden met de referentiegroep van scholen met een vergelijkbare instroom. Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • De makers van het ontwikkelingsplan hebben aan de verschillende ontwikkelingsaspecten een aantal leerplandoelen en ontwikkelingsdoelen toegevoegd voor gebruik in de kleuterscholen. In deze kleuterafdeling maken de kleuteronderwijzers er nog geen formeel gebruik van bij de uitwerking van hun planningsdocumenten. Ze gebruiken te weinig de leerlijnen uit het ontwikkelingsplan en de leerplannen om de gradatie en de kwaliteit van het leeraanbod te ondersteunen. • In de kleuterafdeling ontbreken teamafspraken, waardoor de verticale samenhang enigszins in het gedrang komt bij het gebruik van symbolen, pictogrammen en de daglijn. Ook binnen gelijklopende thema’s zijn er geen afspraken betreffende gradatie in het activiteitenaanbod. • In de lessenroosters van de lagere afdeling worden niet altijd de correcte namen van de leergebieden en –domeinen aangewend. Dat is ook het geval in de klasboeken van de leerkrachten. • De leerlijn wereldoriëntatie is aan een verdere uitwerking toe. Tevens is het noodzakelijk om deze leerlijn voortdurend te actualiseren en geregeld bij te sturen. Binnen het domein ruimte komt het concentrisch principe onvoldoende tot uiting doorheen de verschillende leerjaren van de lagere afdeling. Binnen het domein tijd is te weinig in teamverband nagedacht hoe het tijdsbesef zich bij kinderen ontwikkelt en hoe zich dat in het onderwijsleeraanbod van elk leerjaar dient te vertalen. Tot op heden geeft de leerlijn WO in heel wat leergroepen vooral enkel een overzicht van thema’s en lesonderwerpen. • In de lagere afdeling bestaan te weinig afspraken over de referentiekaders van de domeinen tijd en ruimte uit het leergebied wereldoriëntatie. In een aantal klassen zijn hiaten vastgesteld. In sommige klassen
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
•
•
− 5/15 −
zijn geen levenslijnen of eeuwbanden te bespeuren aan de klaswanden. In andere klassen zijn de eeuwenbanden niet bewerkt met lesmateriaal of hangen ze hoog aan de muur, zodat ze zeker geen werkinstrument kunnen zijn voor de kinderen en voor de leerkracht. De implementatie van het leergebied muzische vorming is niet voleindigd. De titularissen beschikken niet over een afgewerkte planning voor de verschillende domeinen. Sommige leerkrachten bevinden zich nog vooral in de fase van het geleidelijk inventariseren van de voorbije activiteiten. In een aantal klassen is de aandacht voor het organiseren van leeruitstappen en leerwandelingen zeer beperkt. Daarnaast is er te weinig aandacht voor werkelijkheidsgericht onderwijs, waarbij het experimenteren, het onderzoeken en het exploreren van de onmiddellijke omgeving in en rond de school vanuit de verschillende bestaansdimensies plaats krijgt. Dit laatste luik ontbreekt in het huidige omgevingsboek.
Beoordeling Met haar huidige werking realiseert het schoolteam al in belangrijke mate een basisvorming als samenhangend geheel. Binnen het werkelijkheidsgericht onderwijs is er te weinig aandacht voor de onmiddellijke omgeving in en rond de school. De implementatie van de leergebieden wereldoriëntatie en muzische vorming is nog aan een verdere afwerking toe. Er is al heel wat aandacht voor transfergericht onderwijs.
2.1.2
Brede ontwikkeling realiseren
In welke mate zorgt de school dat haar onderwijs gericht is op een brede ontwikkeling, gekenmerkt door een harmonisch evenwicht in het onderwijsleeraanbod binnen een stimulerend pedagogisch klimaat?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • Bij de implementatie van het leergebied wereldoriëntatie heeft het schoolteam gekozen voor de uitwerking van een leerlijn met eigen thema’s. Tijdens dit schooljaar hebben de teamleden de opdracht gekregen om duidelijk na te gaan of alle bestaansdimensies wel in voldoende mate en op een evenwichtige wijze aan bod komen doorheen hun onderwijsleeraanbod. • De muzisch-creatieve werking krijgt meer en meer kansen, onder meer door de klasoverschrijdende aanpak van het jaarthema ‘Leef je in! Leef je uit!’ waarbij alle muzische domeinen in de focus staan. • Alle componenten van de ontwikkeling komen aan bod in de schoolwerking. Er gaat terecht veel aandacht uit naar het cognitieve, maar ook het dynamisch-affectieve en het socio-emotionele krijgen de nodige kansen. Tijdens de meerdaagse extramurosactiviteiten, de bosklassen en de zeeklassen, komen alle ontwikkelingsaspecten op ongedwongen en natuurlijke wijze aan bod. • Ook de motorische component van de ontwikkeling komt aan zijn trekken in deze school: de gevarieerde gymlessen, de middagsport, de SVS-activiteiten, de sportdagen … • Doorheen de schoolwerking kunnen de kinderen in contact komen met allerlei culturele aspecten van onze samenleving: theater en toneel, concerten, bezoeken aan musea, exploreren van de historische stad Gent … • De school is gestart met het MOS-project. Dit initiatief wordt ondersteund door de werkgroep milieu. Het schoolteam werkt reeds aan gescheiden afvalsortering. In elke klas is er een sorteerhoekje. • Verscheidene leerkrachten hebben gezorgd voor een klasschikking en een klasopstelling die flexibele werkvormen toelaat. Tijdens de observaties zag het inspectieteam partnerwerk en overleg in groepjes. • In de school wordt heel wat aandacht aan boekpromotie en leesbevordering besteed: de voorleesweek, de jeugdboekenweek, de bibliotheekbezoeken, de klasinterne vormen van lezen in niveaugroepen, de themaspecifieke boekenhoeken in de kleuterafdeling … • In de klassen is een aangenaam en rustig werkklimaat merkbaar. De titularissen werken een sociogram uit om de relaties tussen de kinderen in kaart te brengen. Daarnaast zijn er ook waardevolle klasinitiatieven als: het kind van de dag, een ideeënbus, een babbelhoek, de verjaardagszak en het verjaardagsboek. In een aantal klassen van de kleuterafdeling krijgen de kleuters kansen om te leren kiezen door het gebruik van een moetjes- en magjesbord. • Op schoolniveau is er een babbelbox, een plaats waar kinderen tot rust kunnen komen tijdens de middagpauze en tevens een ruimte die kan gebruikt worden om conflicten uit te praten. • In het merendeel van de leergroepen gebeurt de correctie en het nazicht van de schriften en de werken van de leerlingen zeer nauwgezet: feedback met stickers, getekende gezichtjes, een woordje van positieve waardering … • Ook de kinderen krijgen medezeggenschap in de schoolwerking. Dat komt tot uiting in het schoolparlement dat bestaat uit vertegenwoordigers van het vijfde en het zesde leerjaar. Zij vertegenwoordigen de andere klassen, waar zij achteraf verslag gaan uitbrengen. Dat hun mening ernstig wordt genomen, mag blijken uit de bijgehouden verslagen en de concrete bijsturingen die reeds plaats vonden. • In het algemeen kan gesteld worden dat de ouders een degelijke rapportering krijgen over de vorderingen van hun kinderen. De aandacht gaat niet enkel uit naar punten en procenten, maar ook naar leer- en
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
− 6/15 −
leefhoudingen. Er zijn periode- en syntheserapporten waarbij alle leergebieden aan bod komen. Heel wat titularissen zorgen voor een kwalitatieve invulling van de syntheserapporten. De gymleerkrachten maken tweemaal per schooljaar een leergebiedspecifieke rapportering. Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • Tussen de verschillende leeftijdsgroepen van de kleuterafdeling is er geen gradatie in de tijd die dagelijks besteed wordt aan praktische en verzorgende activiteiten. Op dit vlak zijn er geen vaste teamafspraken. • In de meeste klassen van de lagere afdeling staat voor het leergebied wereldoriëntatie het minimum aantal lestijden op het lessenrooster geprogrammeerd. Binnen die vooropgestelde leertijd worden in een aantal klassen activiteiten georganiseerd die geen onmiddellijk raakvlak hebben met het leergebied wereldoriëntatie. • Er wordt op dit ogenblik nog te weinig bewaakt of alle domeinen van het leergebied muzische vorming wel in voldoende mate en op een evenwichtige wijze aan bod komen. De meeste titularissen werken momenteel aan een jaarplan en trachten zo rekening te houden met de verschillende domeinen. • In de rapporten van de lagere afdeling wordt er voor het leergebied muzische vorming enkel gerapporteerd over de domeinen Beeld en Muziek. • In alle leerjaren van de lagere afdeling staat het leren zwemmen om de veertien dagen geprogrammeerd op de lessenroosters. Uit de gesprekken met teamleden komt tot uiting dat een deel van de populatie meer oefenkansen nodig heeft en een ander deel veel minder. Het inspectieteam vindt de huidige aanpak in deze optiek niet erg flexibel. • Doorheen de school zijn de ICT-mogelijkheden nog vrij beperkt, zowel qua hardware als qua software. Ondanks die beperkte mogelijkheden wordt er in een aantal klassen wel al zinvol met computers gewerkt. Beoordeling De school realiseert in ruime mate een brede ontwikkeling bij de kinderen. Hierbij komen alle componenten van de ontwikkeling in voldoende mate aan bod. Voor het leergebied muzische vorming wordt te weinig bewaakt of alle domeinen wel aan bod komen en dit op een evenwichtige manier. Er heerst een positief klas- en schoolklimaat.
2.1.3
Zorgbreedte realiseren
In welke mate stemt de school, op een deskundige, doordachte, systematische en geïntegreerde wijze, haar werking af op de mogelijkheden en de specifieke noden van de kinderen?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • De school beschikt over een zorgpool met twee zorgcoördinatoren, twee GOK-leerkrachten in de kleuterafdeling, twee GOK-leerkrachten in de lagere afdeling en twee brugfiguren. Samen met de directeur vormen zij een uitgebreid zorgteam dat de lijnen voor de zorgverbredende werking uitzet. Met de zorgcoördinatoren op kop speelt het zorgteam al een grote stimulerende en motiverende rol naar de klastitularissen toe. • In het schoolwerkplan is de visie op zorgbreedte omschreven, waarbij het zorgbeleid en de GOK-werking centraal staan. Een verdere concretisering van de zorgbrede werking is ook terug te vinden in het GOKactieplan, waarbij prioritair gewerkt wordt aan twee thema’s: preventie en remediëring en leerlingen- en ouderparticipatie. De ondersteuning is uitgewerkt op school-, leerkracht- en leerlingniveau. Zowel inhoudelijk als organisatorisch is de GOK-werking geïntegreerd in de zorgwerking. • Door de sterk wijzigende leerlingenpopulatie dient de zorgverbredende aanpak voortdurend in vraag gesteld en bijgestuurd te worden. Een belangrijk aantal teamleden heeft nog gewerkt met een totaal andere leerlingeninstroom. Het is de opdracht van het zorgbeleid om de verwachtingen naar kinderen te bespreken, bij te sturen en realistisch te maken. Op dit ogenblik is het zorgteam daar al duidelijk mee bezig door haar motto ‘back to basics’: laat ons focussen op de schoolse vaardigheden die kinderen zeker moeten meekrijgen op onze school. Een preventieve aanpak en de algemene zorg voor kinderen zijn al in ruime mate het handelsmerk van deze school. • Het is positief dat deze school met haar specifieke doelgroep heel wat aandacht besteed aan taalvaardigheidsonderwijs. Bij verschillende leeftijdsgroepen van de kleuterafdeling worden taalactiveringsprogramma’s aangewend en is er specifieke aandacht voor het leren van de instructietaal. In de eerste kleuterklas is er het taalbadklasje, waarbij kinderen de kans krijgen om in kleine groepjes de Nederlandse taal aan te leren. Leerkrachten kunnen gebruik maken van de provinciale materialenbank waar ze leermiddelen voor anderstaligen kunnen lenen. • Ook ouders kunnen op de school lessen in de Nederlandse taal volgen via het project ‘Nederlands in de Wijk’. • In de kleuterafdeling is er een volgsysteem met aandacht voor het welbevinden, de betrokkenheid en de competenties van de kleuters. Daarnaast verzamelen de kleuteronderwijzers zeer concrete observatie-
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
•
•
• •
•
•
•
• •
− 7/15 −
gegevens, b.v. over puzzelen, leren knippen, ordenen van groot naar klein, logisch denken … Deze observatiegegevens bepalen hoofdzakelijk de interventies van de GOK-leerkrachten. In de derde kleuterklas zijn er ook de resultaten van de Toeter- en de Kontrabastoetsen. De lagere afdeling gebruikt het volgsysteem van het VCLB voor Nederlands en wiskunde met midden- en eindtoetsen. De resultaten van de eindtoetsen kunnen in het volgende leerjaar als beginsituatie gehanteerd worden. Voor luisteren en begrijpend lezen zijn er ook de VLOT-toetsen van het tweede tot en met het zesde leerjaar. Van de toetsen worden foutenanalyses gemaakt die door de titularissen en de GOKleerkrachten kunnen gebruikt worden voor de zorgverbredende interventies. In de klassen van de lagere afdeling komen heel wat vormen van binnenklasdifferentiatie voor: de verlengde instructie, het BHV-model uit de onderwijsleerpakketten, een zinvolle invulling van de uitlooptijd met aanvullende opdrachten en taken met autocorrectie … Reeds enkele leerkrachten hebben aandacht voor differentiatie in huistaken, lessen leren, evalueren en rapporteren. In het aanwezige hoekenwerk, contractwerk en zelfstandig werken worden heel wat differentiatiekansen benut. Daarbij worden geregeld de computers gebruikt die in de klas staan. De gymleerkracht differentieert naar tempo en naar niveau tijdens de zwemlessen. De titularissen krijgen een opdrachtenkaart om een niveaugroep te begeleiden. De gymleerkracht heeft een werkplan voor psychomotoriek met elementen van de grove en de fijne motoriek. Ze begeleidt groepjes van kinderen met psychomotorische en/of schrijfmotorische problemen. Het schoolteam is gestart met het nemen van sticordi-maatregelen en wendt daarbij begeleidingsplannen aan voor sommige kinderen. De titularissen zijn ervan overtuigd dat er heel wat ideeën inzitten voor de aanpak in de klas. Het signaleren van problemen gebeurt systematisch. De titularis vult een aanmeldingsformulier in met de omschrijving van het zorgprobleem. Voor alle leergroepen is er meerdere keren per schooljaar MDO, waarbij ook externen zijn betrokken. Die vergaderingen worden goed voorbereid. Het MDO heeft meestal duidelijk aandacht voor de hulpvragen van de risicokinderen. In de school zit een kind met GON-ondersteuning. De GON-begeleiding werkt kwaliteitsvol op leerlingenen leerkrachtenniveau. De titularis krijgt ruime informatie over de problematiek en suggesties voor een gerichte ondersteuning en begeleiding. Volgens de teamleden is er meestal een vlotte samenwerking met externe hulpverleners. Vooral de samenwerking met het CLB, dat wekelijks aanwezig is op de school, wordt door hen sterk gewaardeerd. Ook de inclusiegedachte heeft reeds ingang gevonden in deze school. Het schoolteam begeleidde een kind met het syndroom van Down van in de kleuterafdeling tot in het zesde leerjaar.
Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • Uit de documentenanalyse blijkt dat MDO-besluiten wel eens vrij oppervlakkig tot stand kunnen komen, zodat hardnekkige problemen dan minder goed ingeschat kunnen worden of laattijdig worden opgespoord. Er wordt dan ook niet verder ingegaan op de diepere zorgvraag. Het opstellen van een specifieke doelenselectie en het hanteren van een individueel hulp- of interventieplan zijn nog te weinig aan de orde. • Uit de gesprekken met teamleden en uit de observaties van de inspectie blijkt dat de GOK-leerkrachten geregeld de instructie van de titularis meevolgen. Volgens het zorgteam gaat het enkel om kortere instructies van maximum 10 minuten. Indien het over langere instructies zou gaan, vraagt het inspectieteam zich af of deze onderwijstijd niet efficiënter en zorgbreder kan aangewend worden. Beoordeling Met haar huidige werking realiseert het schoolteam al in ruime mate een zorgbrede werking. De impact van het zorgteam is duidelijk merkbaar. In de kleuterafdeling beschikken de kleuteronderwijzers over concrete observatiegegevens van waaruit de GOK-interventies worden gepland. In de lagere afdeling zijn waardevolle vormen van binnenklasdifferentiatie terug te vinden. Bij diepere zorgvragen gaan de interne zorgverstrekkers te weinig uit van een doordacht stappenplan met een specifieke doelenselectie.
2.2
Organisatorisch functioneren
2.2.1
Beschikken over een gezamenlijke doelgerichtheid
In welke mate is de school in staat om via een gelijkgerichte visie op doelen en middelen, via zelfevaluatie en positionering, de onderwijskundige doelen te realiseren?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • Vanuit haar christelijke inspiratie heeft het schoolbestuur Sint-Jan & Visitatie een duidelijke visie uitgewerkt voor al haar scholen. Het nieuwe opvoedingsproject is reeds aan het schoolteam bekend gemaakt
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
•
•
•
•
•
− 8/15 −
en voor de ouders zal dit concreet en schooleigen vertaald worden in het schoolreglement van het schooljaar 2007-2008. Het schoolbestuur reikt aan haar scholen beleidsplannen aan. Zo is er vorig schooljaar tijdens een personeelsvergadering aandacht besteed aan de visietekst over het personeelsbeleid: opvang van nieuwe personeelsleden, prestatiebeoordeling, de rol van de directeur en de rol van het schoolbestuur. Er is een degelijk uitgewerkt, jaarlijks prioriteitenplan en de vernieuwingsinitiatieven worden in gezamenlijk overleg vooropgesteld en in een proces van schoolwerkplanning uitgewerkt. Dit schooljaar vormen de deelleerplannen van het leergebied muzische vorming hier duidelijk het richtsnoer. Geregeld evalueert het schoolteam haar werking. Zo zijn er tussentijdse evaluaties van de schoolprioriteiten terug te vinden in de verslagen van de personeelsvergaderingen. Momenteel werkt het schoolteam aan de zelfevaluatie van de tweede GOK-cyclus. Het schoolteam werkt aan het opzetten van een outputbeleid. Er worden al heel wat gegevens verzameld: KVS/LVS-resultaten, interdiocesane proeven, SIBO-onderzoek, resultaten van oud leerlingen, bevragingen van kinderen, personeel en ouders, het schoolparlement … Niettegenstaande het stijgende aantal doelgroepleerlingen weet de school zich toch duidelijk te positioneren in Sint-Amandsberg. Met haar jaarthema treedt de school geregeld naar buiten. De verzorgde website van de school is een dankbaar middel om zich hierbij verder te profileren als een degelijke basisschool.
Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • Het schoolteam heeft de laatste jaren geen sterktezwakteanalyse uitgevoerd die gericht is op haar onderwijskundige werking en de inspannings- en resultaatsverplichting t.o.v. de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen. • Tot op heden toetst het schoolteam haar werking nog te weinig aan de aanwezige leerlingenresultaten. Zo zijn de resultaten van de interdiocesane proeven en de leerlingenresultaten op de toetsen die deel uitmaken van het SIBO-onderzoek nog niet in teamverband bespreekbaar gesteld om het eigen functioneren te kunnen evalueren en mogelijke bijsturingen door te voeren. De outputgegevens waarover de school beschikt, leiden nog maar weinig tot besluiten die gericht zijn op kwaliteitsverbetering van de onderwijskundige werking. Beoordeling De gezamenlijke doelgerichtheid groeit en het team schakelt reeds vormen van zelfevaluatie in. Ook ouders en kinderen worden bij de evaluatie betrokken. Een sterktezwakteanalyse gericht op de onderwijskundige werking, is nog niet uitgevoerd. In overleg worden de vernieuwingsprioriteiten vooropgesteld, waardoor de school zich gestaag ontwikkelt. De school weet zich duidelijk te positioneren en profileren in haar onmiddellijke omgeving.
2.2.2
Beschikken over een intern leiderschap om een eigen beleid te voeren
In welke mate is de school in staat om richting te geven, de gevaren koers te bewaken, gerichte druk uit te oefenen en een ondersteunend netwerk te creëren met het oog op de realisatie van de onderwijskundige doelen?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • Langs diverse kanalen tracht de directeur aan te geven welke concrete resultaten de school met de kinderen wenst te bereiken, onder meer tijdens de personeelsvergaderingen en via de dienstberichten. • Meerdere keren per schooljaar worden de klasboeken van de leerkrachten door de directeur ingekeken. Hierbij geeft ze steeds schriftelijke feedback. Die feedbackgegevens worden door haar nauwgezet bijgehouden om zo een overzicht te krijgen van wat er op de werkvloer gebeurt. • De directeur tracht mee richting te geven aan de zorgwerking. Ze neemt deel aan de MDO’s en aan het overleg binnen het zorgteam. • De directeur kent de kinderen en de kinderen kennen haar. In de mate van het mogelijke deelt ze de rapporten uit in de lagere afdeling. Ze is ook de grote motor achter het schoolparlement. • Geregeld loopt de directeur even de klassen binnen om de werksfeer te proeven. Ze bekijkt dan het werk van de leerkracht en de inbreng van de kinderen. • De directie onderneemt wel eens ‘lege klas’-bezoeken, waarna ze voor het hele team mondelinge feedback geeft tijdens een personeelsvergadering of tijdens een speeltijd in de lerarenkamer. • Op vraag van het schoolbestuur brengt de directeur formele klasbezoeken aan tijdelijke leerkrachten. Deze bezoeken monden dan uit in een nabespreking en een verslag dat door de verschillende participanten ondertekend wordt. Recent heeft het schoolbestuur kijkwijzers aangereikt die zullen gebruikt worden voor de formele klasbezoeken. Als voorbereiding en als moment van zelfevaluatie hebben de teamleden van kleuter- en lagere afdeling deze kijkwijzer nu al in hun bezit. • Vorig schooljaar hield de directeur functioneringsgesprekken met ongeveer de helft van de teamleden. Er werd geen verslag bijgehouden, zodat de werkpunten van het teamlid mondeling werden besproken.
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg •
− 9/15 −
Als intern, ondersteunend netwerk is er in de school een uitgebreid zorgteam dat bestaat uit zorgcoördinatoren, GOK-leerkrachten en brugfiguren. Daarnaast zijn er ook meerdere werkgroepen: jaarthema, animatie, veiligheid en verkeer, milieuzorg op school, sport en beweging, schoolkrant en website …
Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • Het inspectieteam merkt op dat de directie nog weinig of geen gebruik maakt van formele, gerichte klasbezoeken om vernieuwingen en prioriteiten op te volgen tot op de werkvloer. • Een aantal individuele verschillen tussen teamleden in de aanpak van gezamenlijk genomen initiatieven zijn nog niet formeel bespreekbaar gesteld, b.v. leerkrachtenstijl, gelijkgericht gebruik van het ontwikkelingsplan van de kleuterafdeling, hoeken- en contractwerk … • Niettegenstaande de directeur geregeld aandacht heeft voor teambuilding door het organiseren van gezamenlijke ontspanningsmomenten, zijn er toch nog teamleden die blijkbaar af en toe een schouderklopje missen. • Het kernteam is samengesteld uit de directeur en de twee zorgcoördinatoren. Zij zetten een aantal pijlers voor de schoolwerking uit. In het algemeen heeft het kernteam nog maar een beperkte invloed op de inhoudelijke werking van beide afdelingen. Beoordeling De school beschikt over een intern leiderschap dat in staat is om op competente wijze richting te geven aan het werk, de gevaren koers te bewaken en een ondersteunend netwerk te creëren. De opvolging van de prioriteiten gebeurt vooral via de controle van de planningsdocumenten en occasionele, korte klasbezoeken. Het ontbreekt aan formele, gerichte klasbezoeken bij alle teamleden om de realisatie van de genomen initiatieven nauwgezetter op te volgen.
2.2.3
Beschikken over het vermogen tot communicatie en overleg
In welke mate benut de school de communicatie- en overlegmogelijkheden om de onderwijskundige doelen te realiseren?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • De informatiedoorstroming verloopt vlot. De lerarenkamer is een ontmoetingsplaats voor heel wat teamleden. De ouders krijgen maandelijks een activiteitenkalender die de planning van de schoolwerking duidelijk weergeeft. Daarnaast zorgt de directeur voor interne dienstberichten die meer inhoudelijke aspecten van de schoolwerking omhelzen. • Het zorgteam vergadert wekelijks. De ene week is er vooral aandacht voor de organisatie en de visiegerichte werking. De andere week wordt dan voornamelijk voorbehouden voor specifieke en individuele leerlingenbesprekingen: onderzoeksresultaten bespreken, ouders uitnodigen, bijsturen van de aanpak … • Er zijn maandelijkse personeelsvergaderingen, meestal met het hele team en ook soms afzonderlijk voor de kleuter- en de lagere afdeling. De teamleden krijgen een agenda op voorhand en een verslag achteraf. Uit de verslagen blijkt dat geregeld pedagogisch-didactische onderwerpen aan bod komen. Vooral de zorgwerking, de verslagen uit de werkgroepen en de uitwerking van het jaarthema zijn vaste items. Soms worden nascholingsactiviteiten ingeschakeld. • De meeste teamleden voelen zich betrokken bij de besluitvorming en bij onderwijskundige beslissingen. Zij ervaren dat ze mee richting kunnen geven aan hun werk met de leerlingen en hun opdracht in de school. • Er is een samenwerkingsverband met de laatstejaarsstudenten van het Sint-Janscollege, campus Visitatie, voor het organiseren van een huistaakbegeleidingsklas. Wekelijks is er een middagactiviteit waarbij kinderen kunnen deelnemen aan allerlei activiteiten die de taalontwikkeling ten goede komen. • De school organiseert meerdere individuele oudercontacten per schooljaar en een infoavond in september. Heel wat titularissen bereiden de individuele oudercontacten uitgebreid en grondig voor. Indien nodig worden voor kinderen met problemen extra contacten met de ouders vastgelegd. Een leerkracht van de lagere afdeling bezorgt aan de ouders elke week schriftelijk een uitgebreid verslag over haar klaswerking. • De school beschikt over een goed werkend oudercomité dat duidelijk meer wil betekenen dan enkel het verlenen van hand- en spandiensten. Dat ouders betrokken worden bij de schoolwerking mag b.v. blijken uit de medewerking van vele ouders aan de beroepenbeurs. • De voorbije jaren waren er meerdere ouderbevragingen, waarvan de laatste twee uitgevoerd werden in het kader van het brugfigurenproject. In 2002 heeft dit aanleiding gegeven tot een aantal bijsturingen van de schoolwerking. In 2005 gaf de bevraging aanleiding tot een meting van de tevredenheid van ouders en leerkrachten. De recente bevraging van 2007 zal volgens de directie nog onderwerp zijn van reflectie, evaluatie en bijsturing.
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
− 10/15 −
Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • Het overleg tussen parallelleerkrachten is momenteel vooral informeel. Hierdoor is een grote kwalitatieve verscheidenheid van overleg binnen de subgroepen merkbaar. • Er zijn vijf deeltijdse gymleerkrachten: twee in de kleuterafdeling en drie in de lagere afdeling. Het onderlinge overleg is heel beperkt en er zijn geen overgangsgesprekken. Hierdoor gaan kansen verloren om samen te plannen en gezamenlijk aandacht te besteden aan het vooropgestelde bewegingswerkplan en de eigen planning daarin te integreren en op elkaar af te stemmen. • De personeelsvergaderingen tellen vaak zoveel agendapunten, dat de teamleden dit formele overleg erg zwaar vinden. Het organiseren van specifieke werkmomenten met subteams tijdens de personeelsvergaderingen is nog geen gewoonte. Beoordeling De communicatie- en overlegkanalen worden door de school meestal vlot en efficiënt aangewend voor de realisatie van de onderwijskundige doelen. Bij het interne overleg gaan kansen verloren. De contacten en het overleg met externe participanten zijn waardevol en ze ondersteunen de schoolwerking.
2.2.4
Beschikken over ruimte voor professionele ontwikkeling
In welke mate bevordert de school de professionele ontwikkeling van de teamleden om de onderwijskundige doelen te realiseren?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • De lerarenkamer biedt voor de teamleden heel wat kansen om zich op de hoogte te houden van de onderwijskundige actualiteit. Er zijn tijdschriften en naslagwerken voorhanden. Bij elk deelaspect van het jaarthema worden er door de directie boeken en achtergrondinformatie aangereikt. • Op het einde van het schooljaar krijgen de teamleden de kans om prioriteiten voorop te stellen voor het volgende schooljaar. Dat vond al plaats via een formele bevraging, waarvan de resultaten naderhand onderwerp waren van een gezamenlijk teamoverleg. • De teamleden hebben voldoende weet van het bestaande nascholingsaanbod. Op geregelde basis wordt gebruik gemaakt van de ondersteuning van de diocesane pedagogische begeleidingsdienst en ook van andere nascholingsinstanties. • Binnen de schoolwerking zijn er zowel initiatieven van teamgerichte als van individuele nascholing. Verscheidene teamleden bekwamen zich verder via individuele nascholingen en intervisiegroepen met collega’s uit andere scholen. • Het schoolteam engageert zich om toekomstige leerkrachten te helpen bij hun stages via de samenwerking met de lerarenopleiding. Hiertoe krijgen teamleden de kans om een mentorenopleiding te volgen. • Per teamlid zit er in het schoolwerkplan een overzicht van de gevolgde nascholingen. Daarnaast is er per schooljaar een beschrijving van de prioriteiten en de daaraan gekoppelde teamgerichte nascholingsactiviteiten. Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • De mogelijkheden die een grote school biedt om tijdens de schooltijd te hospiteren bij collega’s worden nog niet benut. Zo gaan kansen verloren om kennis te maken met waardevolle initiatieven van collega’s en ervan te leren voor de eigen praktijk. • De niet-klasgebonden leerkrachten nemen meerdere individuele nascholingsinitiatieven om zich verder professioneel te bekwamen, terwijl dat bij de klastitularissen veel minder het geval is. Deze laatsten wijten dit vooral aan organisatorische redenen om hun leerlingen te laten opvangen door collega’s tijdens de schooltijd. • Het nascholingsplan/prioriteitenplan bevat geen langere termijnplanning die aanduidt wanneer een prioriteit volledig moet geïmplementeerd zijn. Dat kan aanleiding geven tot verschillende interpretaties bij teamleden. Zo is er bij de teamleden onvoldoende duidelijkheid over het implementatietraject van het leergebied muzische vorming. Beoordeling De school beschikt over voldoende ruimte voor professionele ontwikkeling om haar onderwijskundige doelen te realiseren. Binnen de schoolontwikkeling zijn diverse initiatieven aan de orde om de professionaliteit van de teamleden op peil te houden. Soms gaan kansen verloren om van elkaar te leren. Het nascholingsplan/prioriteitenplan bevat geen langere termijnplanning.
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg 2.3
− 11/15 −
Synthesebeeld
In het centrum van Sint-Amandsberg, langs een drukke steenweg en aan de rand van de stad Gent, ligt een campus met een grote basisschool, een afdeling van een secundaire school en een lerarenopleiding voor kleuteronderwijzers. In de basisschool is de laatste decennia een grote verandering gekomen in de leerlingenpopulatie. Momenteel telt de school 55,74% doelgroepleerlingen GOK. Dat deze evolutie van het schoolteam een mentaliteitswijziging vraagt, staat als een paal boven water. De verwachtingen van leerkrachten aangaande de leerlingenresultaten kunnen niet meer dezelfde zijn als weleer. Ook de zorgverbredende aanpak dient voordurend aangepast en bijgestuurd te worden. In deze optiek vormt het uitgebreide zorgteam al een motiverend en stimulerend steunpunt binnen de school. De algemene zorg voor kinderen en de preventieve aanpak getuigen van een degelijke visie op zorgbreedte. In de kleuterafdeling wordt zinvol gebruik gemaakt van concrete observatiegegevens om naderhand zorgverbredende interventies uit te voeren. In de lagere afdeling zijn waardevolle vormen van binnenklasdifferentiatie in uitvoering. Voor een aantal zorgvragen moeten duidelijker besluiten getrokken worden. Tevens wordt te weinig gewerkt met specifieke doelenselecties en individuele stappenplannen voor kinderen met diepgaander of hardnekkige problemen. Vanuit de GOK-werking kan gesproken worden van een sterke leerlingenparticipatie die zich onder meer vertaalt in het schoolparlement en in meerdere bevragingen van de kinderen over de werking van de school. In deze school wordt trouwens ernstig rekening gehouden met de mening van de kinderen. Ook de ouderparticipatie is een sterk punt van de school. Zowel autochtone als allochtone ouders voelen zich bij de schoolwerking betrokken. Ouders kunnen de Nederlandse taal leren in de school en diegenen die het al kunnen, worden gemotiveerd om het thuis met de kinderen geregeld te spreken. Onder meer via de bevragingen van kinderen, ouders en leerkrachten wil de school over haar eigen werking reflecteren en deze ook bijsturen. Op onderwijsinhoudelijk vlak is een sterktezwakteanalyse nog niet echt aan de orde geweest. Niettegenstaande het schoolteam al in belangrijke mate een basisvorming als samenhangend geheel realiseert, moet het team toch haar werking nauwer afstemmen op de inspannings- en resultaatsverplichting tegenover de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen die de subsidiërende overheid heeft vooropgesteld. In de kleuterafdeling opent de planning van de kleuteronderwijzers nog niet formeel de poorten naar de leerplannen. Ze gebruiken nog te weinig de leerlijnen uit het ontwikkelingsplan en de leerplannen om de gradatie en de kwaliteit van het leeraanbod te ondersteunen. Voor de leergebieden Nederlands, Frans en wiskunde steunen de leerkrachten van de lagere afdeling voornamelijk op onderwijsleerpakketten, waarbij ze in de uitvoering willen zorgen voor de nodige gradatie en continuïteit. De gymleerkrachten hebben hun planning uitgewerkt volgens het leerplan bewegingsopvoeding en met de geplande activiteiten en lessen bestrijken ze ieder op zich alle bewegingsdomeinen. Op dit ogenblik hebben de verschillende gymleerkrachten te weinig oog voor de onderlinge afstemming op elkaars opdracht en werkuitvoering. Voor het leergebied wereldoriëntatie werken de teamleden in hun planning met diverse bronnen. Er is een verticale lijn uitgewerkt die aan een verdere, inhoudelijke invulling toe is. Voor het leergebied muzische vorming is de implementatie op kruissnelheid gekomen met de uitwerking van het jaarthema en de opeenvolgende verwerking van de muzische domeinen. Uiteraard liggen er nog heel wat kansen te rapen om stap voor stap te groeien in een muzisch-creatief perspectief. Niettegenstaande de gewijzigde leerlingeninstroom kan de school behoorlijke tot goede resultaten voorleggen bij deelname aan externe, genormeerde toetsen. Rekening houdend met haar doelgroep heeft het schoolteam heel wat aandacht voor taalvaardigheidsonderwijs en boekpromotie. De kinderen krijgen kansen om kennis te maken met de ICT-wereld, hoewel de ICT-mogelijkheden doorheen de school nog aan de beperkte kant zijn. Het schoolteam heeft zeker oog voor het realiseren van een brede ontwikkeling bij de kinderen. Er is terecht aandacht voor de cognitieve ontwikkeling, maar ook de dynamisch-affectieve, de socioemotionele en de motorische componenten krijgen hun plaats in de schoolwerking. Er heerst een positief school- en klasklimaat. Samen met de teamleden speelt de directeur hierin een voorname rol. De directeur volgt de leerlingenbesprekingen en het overleg in het zorgteam. In de mate van het mogelijke deelt ze de rapporten uit in de lagere afdeling. Zo leert ze de kinderen kennen en de kinderen kennen haar dan ook. Via functioneringsgesprekken, controle van de klasboeken van de leerkrachten en korte klasbezoeken wil ze op de hoogte blijven van het veldwerk. Momenteel kan ze te weinig tijd vrij maken voor een meer formele opvolging van alle teamleden, die kan uitmonden in vaste afspraken en werkpunten voor de leerkrachten. Zo is de verticale samenhang in de kleuterafdeling op een aantal terreinen aan een verdere verfijning toe. Tijdens de maandelijkse personeelsvergaderingen, die soms afzonderlijk verlopen voor de kleuter- en de lagere afdeling, liggen de klemtonen vooral op de schoolprioriteiten en op het GOK-actieplan. Soms is er een druk beladen agenda, waardoor te weinig tijd overblijft voor echte werkmomenten in teamverband. In de school is voldoende ruimte voor de professionele ontwikkeling van de teamleden. Er is aandacht voor zowel teamgerichte als individuele nascholing. De nascholingsactiviteiten sluiten aan bij de gekozen schoolprioriteiten. De school beschikt over een jaarlijks nascholingsplan dat aansluit bij het prioriteitenplan. Daarbij gaat momenteel te weinig aandacht uit naar een langeretermijnplanning. Samen met de teamleden van beide afdelingen mag de directeur in staat geacht worden om de vermelde aandachtspunten uit het verslag op te volgen en om het ontwikkelingsperspectief van de school in gunstige zin te blijven beïnvloeden.
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
2.4
Aanbevelingen en tekorten onderwijskundig en organisatorisch functioneren
2.4.1
Aanbevelingen
− 12/15 −
Met de bedoeling een schoolintern proces van kwaliteitszorg te stimuleren, formuleert de onderwijsinspectie vanuit schoolontwikkelingsperspectief een aantal aanbevelingen. Op deze manier wil zij aangeven waar eventuele actieterreinen gelegen zijn. • De aanwezige leerlijn van het leergebied wereldoriëntatie dient verder uitgewerkt te worden met bijkomende aandacht voor een betere verticale samenhang van de leerinhouden, getoetst aan de verwachtingen uit het leerplan. Tevens kan meer aandacht uitgaan naar de exploratie van de onmiddellijke omgeving en het inschakelen van leerwandelingen en leeruitstappen. • Voor het leergebied muzische vorming dienen de genomen initiatieven verder gezet te worden. Het inspectieteam hoopt dat de implementatie nog meer kan uitgroeien tot vaste teamafspraken voor de verschillende domeinen. • Binnen de zorgbrede werking kan meer aandacht uitgaan naar het trekken van duidelijke besluiten na een grondige diagnose en het opstellen van interventieplannen. • De gymleerkrachten kunnen werken aan een grotere, gezamenlijke doelgerichtheid: afstemmen van planningsdocumenten, zorgen voor een degelijke aansluiting tussen de opeenvolgende leergroepen. • In de kleuterafdeling kan nog meer werk gemaakt worden van formele teamafspraken die de verticale samenhang bevorderen, b.v. naar de manier waarop gelijkgericht gewerkt wordt met het ontwikkelingsplan, de dagelijkse tijdsinvestering, het gebruik van kalenders en borden, symbolen, pictogrammen, de daglijn en de graduele planning van de gelijklopende belangstellingscentra. 2.4.2 •
nihil
Tekorten
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
3
Risicobeheersingsbeleid
3.1
Toelichting
− 13/15 −
De inspectie heeft een signaalfunctie voor de scholen in het kader van een dynamisch risicobeheersingsbeleid. Zij steunt hierbij op artikel 7 § 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 1999: “De inspectie zal een marginale controle uitoefenen op de voorwaarden inzake hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Tevens zal zij onderzoeken of de materieel bevoegde overheden geen tekortkomingen hebben vastgesteld en of alle wettelijk vereiste veiligheidsattesten zijn afgeleverd.” Aan de hand van de dynamische inspectie-index zijn volgende vier indicatoren onderzocht: n De organisatie van het veiligheids- en welzijnsbeleid o De bewoonbaarheid van de schoolinfrastructuur p De veiligheid van de leer- en werkomgeving q Hygiëne, gezondheid en milieuzorg Iedere indicator wordt gedekt door een aantal variabelen. In de bijlage van dit verslag wordt elke variabele gewaardeerd op een schaal van 0 tot en met 4. 3.2
Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid
Om het risicobeheersingbeleid te optimaliseren kan de school: • • •
Zorg voor voldoende vluchtwegen doorheen de school. Organiseer per schooljaar minstens één evacuatieoefening in elke afdeling. Tracht zo vlug als mogelijk tegemoet te komen aan de opmerkingen uit het recente brandpreventieverslag dat door de brandweer is opgesteld.
De school dient de volgende maatregelen te integreren in het beleidsplan en verbeteracties op te nemen in het jaaractieplan: •
De school heeft drie dossiers lopen bij AGION: de overdekking aan de schoolpoort (V.O.9105.1.2), de vervanging van de verwarmingsketels en de overschakeling op gas (V.O.9159.1.2) en de geschiktmakingswerken aan de ramen (V.O.9198.1.2). De laatste twee dossiers zijn aangevraagd via het rationeel energiegebruik.
Vanaf 1 september 2007 zal de school moeten aantonen dat de volgende tekorten zijn weggewerkt: •
nihil
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
4
Andere wettelijke bepalingen
4.1
Didactisch materieel en schooluitrusting
− 14/15 −
De school beschikt over voldoende didactisch materieel en over een aangepaste schooluitrusting om de ontwikkelingsdoelen na te streven en de eindtermen te realiseren. 4.2
Wettelijke voorschriften
Voor zover de inspectie bij de controle van een aantal documenten heeft kunnen vaststellen, wordt de schooladministratie op een correcte manier bijgehouden en afgehandeld. De school leeft de wettelijke voorschriften meestal na. De inspectie brengt de volgende vaststellingen onder de aandacht van het schoolbestuur: • Niet alle ouders hebben het schoolreglement voor akkoord ondertekend. (Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 artikel 37) • Bij de organisatie rond de uitreiking van de getuigschriften basisonderwijs ontbreken de notulen van de klassenraad. (Besluit van de Vlaamse regering betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan van 24.11.1998) 4.3
Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen
4.3.1
Aanbevelingen
De school kan de naleving van de wettelijke bepalingen verbeteren: • Zorg ervoor dat alle ouders het schoolreglement voor akkoord ondertekenen. • Maak notulen van de klassenraad die de uitreiking van de getuigschriften basisonderwijs regelt. 4.3.2 •
nihil
Tekorten
− 15/15 −
VERSLAG SDL 0607/3/027: Joseph Gérardstraat 16, 9040 Sint-Amandsberg
5
Conclusies en advies
5.1
Conclusies
♦ Het onderwijskundig en het organisatorisch functioneren in deze school voldoen. ♦ Het risicobeheersingsbeleid in deze school voldoet. ♦ De naleving van de andere wettelijke bepalingen in deze school voldoet. 5.2
Advies
In uitvoering van het Decreet van 17 juli 1991, inzonderheid het artikel 5, alsmede in uitvoering van het Besluit van 2 februari 1999, artikel 10, wordt een gunstig advies uitgebracht voor verdere erkenning en subsidiëring. De inspecteurs basisonderwijs
Walter Andries
De coördinerend inspecteur
Thierry De Vos
Jos Van Vreckem
Datum van verzending aan het schoolbestuur en de directie:
Voor kennisneming: De directie
Het schoolbestuur
Naam: Datum:
Naam en functie: Datum:
Het ondertekende verslag moet binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst teruggezonden worden aan de coördinerend inspecteur. Het schoolbestuur kan op- of aanmerkingen formuleren na kennisneming van dit verslag en deze meezenden als bijlage.
Vak bestemd voor de stafleden van de inspectie basisonderwijs De coördinerend inspecteur Verslag Handtekening ontvangen doorgestuurd Jos Van Vreckem Destelheidestraat 10 1653 Dworp
Roger Peeters Hendrik Consciencegebouw 4BC04 Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
De inspecteur-generaal basisonderwijs Datum
Handtekening