Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Basisonderwijs
VERSLAG SCHOOLDOORLICHTING Gesubsidieerde vrije basisschool Sint-Albertschool Haeckstraat 61 bus 1 1080 Sint-Jans-Molenbeek Instellingsnummer: 3756
Directie
:
Dirk Van den Bossche
Schoolbestuur
:
Sint-Albertschool vzw Armand Pint (Voorzitter Schoolbestuur) Haeckstraat 61 bus 1 1080 Sint-Jans-Molenbeek
Periode
:
oktober 2008
Inspectieteam
:
Geert De Witte (inspecteur-verslaggever) Lieven Deprettere Jan Devos
Referentienummer 0809/7/009 Schooljaar 2008-2009
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
−2−
Leeswijzer bij het verslag van een schooldoorlichting Conform aan de bepalingen van art. 10 van het Besluit van de Vlaamse regering1 bevat het verslag van een schooldoorlichting een beschrijvend en een concluderend gedeelte met advies. In het gewoon basisonderwijs zijn de ontwikkelingsdoelen en eindtermen het uitgangspunt voor de beschrijving en de beoordeling van het onderwijskundig functioneren. In het verslag formuleert de inspectie een antwoord op de vraag: ‘In welke mate zorgt deze school voor een maximale ontplooiing van elk kind?’. Rekening houdend met relevante context- en inputkenmerken geeft het inspectieteam aan hoe kwaliteitsvol de school de basisvorming, de brede ontwikkeling en een zorgbrede leerlingenbegeleiding realiseert en hoe dit beleidsmatig wordt ondersteund. In het buitengewoon basisonderwijs is het proces van handelingsplanning in zijn verschillende fasen het uitgangspunt voor de beschrijving en de beoordeling van het onderwijskundig functioneren. Rekening houdend met relevante context- en inputkenmerken geeft het inspectieteam aan hoe kwaliteitsvol de school voor elk kind een optimale en harmonische persoonlijkheidsontwikkeling en integratie nastreeft en hoe dit beleidsmatig wordt ondersteund. Voor de beschrijving van het onderwijskundig functioneren zijn er dus 2 mogelijke structuren om de vaststellingen te ordenen: 1
De onderwijsinspectie beschrijft in het gewoon basisonderwijs het onderwijskundig functioneren vanuit kernvragen in verband met: ♦ basisvorming als samenhangend geheel realiseren ♦ brede ontwikkeling realiseren ♦ zorgbreedte realiseren.
2
De inspectie beschrijft in het buitengewoon basisonderwijs het onderwijskundig functioneren volgens de fasen van het proces van handelingsplanning: ♦ beginsituatie ♦ doelenfase ♦ voorbereidingsfase ♦ uitvoeringsfase ♦ evaluatiefase.
Afkortingen
– – – – – –
CLB ---------------------------------------------------------------------------------- centrum voor leerlingenbegeleiding GOK ------------------------------------------------------------------------------------------------gelijke onderwijskansen ICT -----------------------------------------------------------------------------informatie- en communicatietechnologie KVS / LVS --------------------------------------------------------------------- kindvolgsysteem / leerlingvolgsysteem MDO----------------------------------------------------------------------------------------------- multidisciplinair overleg ODET-------------------------------------------------------------------------------- ontwikkelingsdoelen en eindtermen
1
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap worden uitgevoerd (02.02.1999).
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
−3−
Inhoudsopgave
1
Relevante context- en inputgegevens .......................................................................................................4
2
Onderwijskundig en onderwijsondersteunend functioneren ....................................................................5
3
4
5
6
2.1
Onderwijskundig functioneren.......................................................................................................5
2.2
Onderwijsondersteunend functioneren ..........................................................................................9
Beoordeling van de onderwijskwaliteit..................................................................................................11 3.1
Relevante aspecten waarin de school goed is ..............................................................................11
3.2
Relevante aspecten die de school kan verbeteren: aanbevelingen ...............................................11
3.3
Relevante aspecten die de school moet verbeteren: tekorten.......................................................12
Risicobeheersingsbeleid .........................................................................................................................13 4.1
Toelichting ...................................................................................................................................13
4.2
Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid ....................................................................13
Andere wettelijke bepalingen.................................................................................................................14 5.1
Onderwijsleermiddelen en schooluitrusting.................................................................................14
5.2
Wettelijke bepalingen ..................................................................................................................14
5.3
Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen .............................................14
Conclusies en advies ..............................................................................................................................15 6.1
Conclusies ....................................................................................................................................15
6.2
Advies ..........................................................................................................................................15
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
1
−4−
Relevante context- en inputgegevens
– De vrije basisschool ‘Sint-Albertschool’ is gelegen in Sint-Jans-Molenbeek in de omgeving van het me– – –
–
– – –
trostation Simonis. Op dezelfde campus van de school is een school voor buitengewoon onderwijs, een kindercrèche en het revalidatiecentrum ‘Centrum voor Gehoorrevalidatie en Logopedie’ ondergebracht. Omwille van de ruimtelijke beperktheid hanteert het schoolbestuur een maximumcapaciteit van 125 kinderen (50 kleuters en 75 lagere schoolkinderen). Binnen de scholengemeenschap fungeren eenzelfde beleidsmedewerker ICT, een preventieadviseur en een persoon die het energiebeleid coördineert. In de aanpalende school van het buitengewoon onderwijs en de eigen basisschool is dezelfde administratieve medewerkster werkzaam. De school kan een beroep doen op 78 lestijden kleuteronderwijs, 152 lestijden lager onderwijs, 31 lestijden GOK, 5 aanvullende lestijden GOK-plus, 6 aanvullende lestijden lichamelijke opvoeding kleuteronderwijs, 8 uren kinderverzorger. De zorgleraar combineert voor 11/36 het ambt van zorgcoördinator met 17/24 als GOK-leerkracht. De onderwijsinstelling rekruteert haar leerlingen voornamelijk in de onmiddellijke schoolomgeving. De leerlingenpopulatie bestaat voor een groot deel uit anderstalige kinderen van allochtone afkomst. Een groep Nederlandstalige ouders kiest bewust voor de buurtschool. Veel kinderen hebben niet alleen te kampen met een taalprobleem maar vaak ook met problemen van sociaal-emotionele aard. De concentratiegraad van de doelgroepleerlingen bedraagt 50,4 %. De leerlingengroepen zijn ingedeeld op basis van leeftijd (kleuteronderwijs) en het jaarklassensysteem (lager onderwijs). De school omvat drie kleutergroepen en zes groepen lager onderwijs. De huidige directeur werd vorig schooljaar aangesteld en komt niet uit de eigen school. In het begeleidingswerk heeft hij een ruime ervaring opgedaan. De school werkt nauw samen met diverse onderwijsondersteunende partners eigen aan de Brusselse situatie (SchoolOpbouwWerk, Voorrangsbeleid Brussel, ...) en met de externe partners “Revalidatiecentrum Haeckstraat”, CLB, netgebonden pedagogische begeleidingsdienst,...
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
2
Onderwijskundig en onderwijsondersteunend functioneren
2.1
Onderwijskundig functioneren
−5−
Basisvorming als samenhangend geheel realiseren In welke mate bewaakt de school dat de basiscompetenties door zo veel mogelijk kinderen worden gerealiseerd en biedt ze hiertoe onderwijs aan dat continu is opgebouwd, werkelijkheidsgericht is en het verwerven van cognitieve leerstrategieën centraal stelt?
Relevante aspecten waarin de school goed is
– Vanuit het gegeven dat de ‘Sint-Albertschool’ een multiculturele buurtschool is met een groot percentage
–
– – –
– –
–
–
– –
–
allochtone kinderen voor wie het Nederlands vaak de derde taal vormt, werkt het team conform de schoolvisie en het pedagogisch project in sterke mate aan een basisvorming aangepast aan de instroomkenmerken en focust ze op taalvaardigheidsontwikkeling. Deze optie is vastgelegd in het GOKprioriteitenplan en uitgewerkt in concrete acties zoals het gebruik van bronnenmateriaal gericht op taalstimulering in de kleuterafdeling, het aanbieden van leesteksten op niveau in de lagere afdeling, het organiseren van gerichte luister- en spreekactiviteiten,… Uit observaties blijkt dat de leerlingen van de derde graad op voortreffelijke wijze het Nederlands beheersen. De systematische en volgehouden aandacht voor het taalvaardigheidsonderwijs in alle leergebieden door alle teamleden is daar niet vreemd aan. In de lagere afdeling vormen vooral de leerplandoelen en de onderwijsleerpakketten het referentiekader om eindtermen na te streven en te realiseren. Het consequent gebruik van dezelfde methodes voor Nederlands, wiskunde en Frans, in overleg gekozen en conform de instroomkenmerken, garandeert een zekere gradatie en continuïteit. In de kleuter- en lagere afdeling garanderen de praktijk en de planningsdocumenten het nastreven en realiseren van de ontwikkelingsdoelen en eindtermen van het leergebied lichamelijke opvoeding. Op grond van de vorderingen van de kleuters evalueert de school haar inspanningsverplichting. Om na te gaan welke basiscompetenties bij de vijfjarigen al bereikt zijn, verwijzen de teamleden naar de systematische en occasionele observaties, het kleuterwerk, het kindvolgsysteem, de screenings en de tests. Naast verschillende onderwijsleerpakketten voor wereldoriëntatie, hanteert het team voor dit leergebied een screeningslijst van de leerplandoelen als bewakingsysteem. Om de levensechtheid van het aanbod te verhogen en te kunnen inspelen op de instroomkenmerken past het onderwerpen uit de onderwijsleerpakketten aan. De verkeersopvoeding is vaak praktijkgericht en gebaseerd op de plaatselijke (grootstedelijke) omgeving. In conformiteit met het pedagogisch project realiseren de meeste leraren werkelijkheidsgericht onderwijs dat inspeelt op de leef- en belevingswereld van de kinderen. Vaak grijpen ze elementen aan die een krachtige leeromgeving realiseren: uitstappen in het Brusselse, inspelen op ervaringen of berichtgeving die kinderen aangrijpen, verzorgde kijktafels en themahoeken,… Door een vaak thematische aanpak en het hanteren van interactieve werkvormen hebben de meeste leraren expliciete aandacht voor transfergericht werken. Het klasbeeld weerspiegelt het thema dat aan de orde is. Enkele leraren leveren inspanningen om kinderen systematisch aan te zetten na te denken op welke manier ze een probleem kunnen aanpakken. De school maakte inhoudelijke afspraken om door middel van jaar-, week- en dagplanningen een evenwicht van het onderwijsleeraanbod binnen en tussen de leergebieden na te streven. Tijdens overgangsgesprekken einde schooljaar krijgt het teamlid van de hogere klas informatie over de al dan niet bereikte leerplandoelen. De kindvriendelijke omgang en de ervaringsgerichte benadering vormen kenmerken van de begeleidingsstijl van de teamleden. De kleuterleidsters leveren inspanningen om de wilsontwikkeling bij kinderen te bevorderen door te werken met klasafspraken, afspraken bij het contractwerk, leren kiezen aan de hand van een keuzebord, gebruik van het takenbord,… Enkele teamleden hebben bijzondere aandacht voor de zelfstandigheidsontwikkeling van de kleuter. Er is een traditie van goed georganiseerde meerdaagse extra-murale activiteiten (zeeklassen, openluchtklassen, …) voor de tweede en derde graad die de aandacht ondersteunen voor werkelijkheidsgericht on-
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
–
– – –
−6−
derwijs. Daarbij biedt het team situaties aan waarin de samenhang tussen de leerinhouden impliciet aanwezig is. In de meeste groepen is er aandacht voor de meestal aan de onderwijsleerpakketten gerelateerde algemene en vakspecifieke heuristieken die toelaten dat kinderen hun eigen leerproces kunnen bewaken, controleren en bijsturen. Enkele teamleden schenken nog maar weinig aandacht aan het functioneel etaleren van de leer- en denkstrategieën. Conform het leerplan stellen de teamleden binnen het leergebied Frans de communicatie voorop. Ter voorbereiding van de overstap naar het voortgezet onderwijs werken de leerlingen in samenspraak met het CLB en met betrokkenheid van de ouders op een systematische wijze aan hun keuzebepaling. De school organiseert een aantal waardevolle integratieactiviteiten -vaak in samenwerking met de ondersteuner Ouder- en Buurtbetrokkenheid- en maakt diverse inhoudelijke afspraken die bijdragen tot een vlotte overgang tussen de derde kleuterklas en het eerste leerjaar. Ouders ontvangen een boekje met informatie over hoe ze hun kind kunnen ondersteunen op weg naar het eerst leerjaar. Het boekje is voorzien van duidelijke pictogrammen om de leesbaarheid voor anderstaligen te bevorderen en bevat tips ter ondersteuning van de werkhouding, de lichamelijke, sociaal-emotionele en verstandelijke ontwikkeling.
Relevante aspecten die de school kan verbeteren
– In de kleuterafdeling is het niet steeds duidelijk welk referentiekader de leraren hanteren om de ontwikke-
– – – – –
–
lingsdoelen na te streven. Sommigen maken gebruik van de ontwikkelingsdoelen terwijl anderen het ontwikkelingsplan van de katholieke kleuterschool hanteren om binnen het belangstellingscentrum de vier ervaringssituaties op een evenwichtige wijze in te vullen. Het team bewaakt intuïtief de realisatie van de leerplandoelen muzische vorming. Er is veel aandacht voor het domein beeld. De school nam weinig initiatieven om in de kleuterafdeling het pedagogisch-didactisch handelen van de leraren op elkaar af te stemmen. Ze maakten weinig formele afspraken betreffende continuïteit en gradatie in het hanteren van tijd- en ruimtekaders, takenborden, symbolen, stappenplannen, … Het schoolteam analyseert nog niet systematisch de outputgegevens waarover het beschikt en markante vaststellingen zijn uitzonderlijk voorwerp van reflectie. Hoewel er een eerste aanzet is, slaagt de school er nog niet in om op basis van de beschikbare informatie een functioneel outputbeleid te ontwikkelen. Niettegenstaande enkele leraren initiatieven nemen, heeft de school nog tal van groeikansen om de mogelijkheden van de computer op een doelgerichte wijze in het onderwijsleeraanbod te integreren. Op schoolniveau is er een beperkte aandacht inzake het expliciet zichtbaar maken aan de klaswanden van doorgaande lijnen voor Nederlands en wiskunde. De manier waarop de referentiekaders voor tijd en ruimte worden ingevuld getuigen van geringe aandacht voor het systematisch opbouwen van het ruimte- en tijdsbegrip. In verschillende klassen ontbreken de noodzakelijke ruimte- en tijdkaders of zijn ze niet op elkaar afgestemd. Recent werden de leraren van beide afdelingen bevraagd aan de hand van het document ‘zelfreflectie klasinrichting’. De school beschikt niet over een leerlijn voor de leergebiedoverschrijdende eindtermen leren leren en sociale vaardigheden. Toch krijgen desbetreffende vaardigheden expliciete aandacht binnen de klaswerking en zijn in bepaalde leerlingengroepen een spectrum van knappe initiatieven uitgewerkt.
Relevante aspecten die de school moet verbeteren
– Niet van toepassing. Brede ontwikkeling realiseren In welke mate zorgt de school dat haar onderwijs gericht is op een brede ontwikkeling, gekenmerkt door een harmonisch evenwicht in het onderwijsleeraanbod binnen een stimulerend pedagogisch klimaat?
Relevante aspecten waarin de school goed is
– In overeenstemming met het schooleigen pedagogisch project streven de leraren in hun pedagogischdidactisch handelen het realiseren van een brede ontwikkeling na. Daarbij hanteren ze functionele plan-
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
– –
–
–
– – – – –
– –
−7−
ningsdocumenten gerelateerd aan de leerplandoelen om een evenwichtig aanbod te verzekeren binnen een optimaal aangewende onderwijstijd. Door een flexibele klasorganisatie zijn er in beide afdelingen weinig dode momenten. De kleuterleidsters hebben aandacht voor een efficiënt en een aan de leeftijd aangepast tijdsgebruik binnen de ochtend-, middag- en avondrituelen. Voor de dynamisch-affectieve ontwikkeling en het welbevinden van de kinderen hebben de meeste leraren expliciete aandacht. De leraren streven een positief klasklimaat na en leveren inspanningen om de kinderen respectvol met elkaar te laten omgaan. De leraren erkennen de positieve ingesteldheid van de kinderen als basisvoorwaarde voor duurzaam ontwikkelen en leren. Diverse activiteiten zoals de (meerdaagse) uitstappen, sociaal-culturele activiteiten, bibliotheek-, film-, theater- en museumbezoeken,… zorgen voor extra impulsen, verlevendigen het onderwijsleeraanbod en dragen bij tot een brede vorming. De school neemt deel aan naschoolse sportactiviteiten in het kader van SVS (Stichting Vlaamse Schoolsport). Binnen het leergebied muzische vorming wordt de creativiteit van de kinderen gestimuleerd en gaat er veel aandacht naar het proces. Uit de tentoongestelde werken blijkt de aandacht voor deze creatieve component en de appreciatie voor kinderwerk. Soms krijgen kinderen de kans om hun werk aan ouders te tonen en te bespreken in een openklasmoment. Verschillende technieken komen in twee- en driedimensioneel werk aan bod. Werken naar model of met sjablonen komen in mindere mate voor. Aandacht voor coöperatie van kinderen is duidelijk merkbaar in de klaswerking. De kinderen hebben inspraak en kunnen actief participeren aan het onderwijsleerproces. De psychomotorische ontwikkeling krijgt kansen in de lessen bewegingsopvoeding, de buitenschoolse sportactiviteiten, de expliciete aandacht voor een gezonde en veilige levensstijl en de zweminitiatie voor de kinderen van de derde kleuterklas. In beide niveaus hanteren de meeste leraren uiteenlopende groeperings-, gespreks- en opdrachtvormen afhankelijk van de nagestreefde doelen, zodat kinderen kansen krijgen om inhouden op verschillende wijzen te verwerven en te verwerken. Duidelijke school- en klasafspraken dragen in belangrijke mate bij tot een ordelijke en veilige schoolomgeving. Deze afspraken worden meestal gehanteerd bij het oplossen van conflicten. Ze zijn vaak terug te vinden in het klas- en schoolbeeld, maar ook op de schoolwebsite. Maatschappelijke weerbaarheid, wilsontwikkeling en leren kiezen worden in diverse groepen intentioneel nagestreefd door het uitbouwen van hoeken- en contractwerk, het toepassen van coöperatieve werkvormen en het hanteren van een takenbord. De school besteedt aandacht aan ‘filosoferen met kinderen’. Voor de oudste leerlingen kadert de klastitularis in samenwerking met het CLB de seksuele voorlichting binnen de relationele en seksuele opvoeding. De school beschikt over een interactieve website waar kinderen in hun ‘Kids Corner’ eigen werkjes plaatsen. Via de website kunnen ze ook in contact komen met kindvriendelijke opzoekmachines, educatieve sites en oefenmogelijkheden voor diverse leergebieden per leerjaar uitgewerkt. De school koos het implementeren van een gezondheidsbeleid als prioriteit. Ze werkte op schoolniveau al acties uit rond gezonde voeding, fruit op school, sorteren van afval, milieueducatie op school, water drinken, lichaamsverzorging, hygiëne,…
Relevante aspecten die de school kan verbeteren
– De rapportering aan de ouders van de individuele vorderingen van de kinderen omvat slechts in geringe mate de brede ontwikkeling van het kind. Zo is er weinig aandacht voor de leergebiedoverschrijdende eindtermen en worden de muzische vaardigheden vrij summier gequoteerd. – Het is voor de kinderen niet duidelijk wie de vertrouwenspersoon is tot wie ze zich kunnen wenden bij probleemsituaties. Vaak richten ze zich tot de zorgcoördinator of de directeur. – De ruimtelijke beperking van sommige klaslokalen is weinig bevorderlijk voor de ontplooiingskansen van de kinderen. – In enkele klasgroepen heeft de school nog groeikansen om ICT explicieter te integreren in de klaswerking. Relevante aspecten die de school moet verbeteren
– Niet van toepassing.
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
−8−
Zorgbreedte realiseren In welke mate stemt de school, op een deskundige, doordachte, systematische en geïntegreerde wijze, haar werking af op de mogelijkheden en de specifieke noden van de kinderen?
Relevante aspecten waarin de school goed is
– Het team staat achter de zorgvisie en het GOK-prioriteitenplan. Op basis hiervan ontwikkelde de school
– – – – – – –
– –
– – –
de nodige interne en externe zorgstructuren. Ze voorziet in een ruime omkadering om een zorgbrede werking uit te bouwen. Het geregeld formeel overleg tussen het zorgteam, de leraren en de externen biedt mogelijkheden om het hulpverleningsproces, vanuit de verschillende invalshoeken, op elkaar af te stemmen. Het zorgcontinuüm is uitgewerkt in vijf niveaus waarbij preventie en remediëring de dragende elementen zijn. De klastitularis blijft de eerstelijnsverantwoordelijke. Binnen de zorgstructuur bekleden de vele informele en formele overlegmomenten een sleutelfunctie. De teamleden krijgen een accuraat en breed beeld op de beginsituatie en de ontwikkeling van de kinderen op basis van de informatie bekomen bij inschrijving, gesprekken met ouders, observaties in de klas, analyse van toetsresultaten en overgangsgesprekken. In de kleuterafdeling organiseren de leraren vaak keuzeactiviteiten die aansluiten bij de mogelijkheden en de interesses van de kinderen. De school ontwikkelde in samenwerking met alle teamleden een functioneel gezondheidsbeleidsplan dat concretisering krijgt in specifieke acties rond beweging, gezonde voeding, … Om het technisch lezen te bevorderen, organiseert de school partnerlezen waarbij leerlingen van een hogere klas leerlingen van een lagere klasgroep begeleiden. Op basis van de afname van de leesniveautoetsen stelt het team de niveaugroepen samen. Alle teamleden signaleren vlot en snel leer- en gedragsmoeilijkheden. De school bouwde een systeem van ‘Binnenklasdifferentiatie’ uit waarbij de GOK-leerkracht klasinterne ondersteuning biedt. Daarbij werkt de GOK-leerkracht vooral remediërend met individuele of groepjes kinderen. Soms neemt de GOK-leerkracht initiatieven om mogelijke leerachterstand bij kinderen te voorkomen. De sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen krijgt veel aandacht: snel oplossen van conflicten, gebruik van sociogrammen en instrumenten die de sociaal-emotionele ontwikkeling weergeven, in nabijheid vertoeven van kinderen die het moeilijk hebben, … De teamleden hanteren een kind- en leerlingvolgsysteem om op systematische wijze de individuele vorderingen van het kind te registreren. De registratie omvat de brede ontwikkeling en vormt op geregelde tijdstippen binnen diverse overlegmogelijkheden voorwerp van evaluatie en bijsturing van de doelstellingen op taalkundig, socio-emotioneel, cognitief en motorisch vlak. Een nascholingsplan vindt onmiddellijke aansluiting bij de GOK-zorg-planning. Teamleden getuigen van een diepgaande professionele samenwerking met en ondersteuning van het revalidatiecentrum gelegen op dezelfde campus, wat een meerwaarde creëert in de begeleiding van kinderen met specifieke leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden. De kindbetrokkenen stemmen hun acties bij het hulpverleningsproces aan kinderen met specifieke opvoedings- en onderwijsnoden op geregelde tijdstippen op elkaar af.
Relevante aspecten die de school kan verbeteren
– In het individueel handelingsplan is het niet steeds duidelijk binnen welke tijdspanne de teamleden een vooropgestelde doelstelling dienen te evalueren.
– Het zorgteam laat nog kansen liggen om door middel van het aanscherpen van de leerkrachtvaardigheden
intentioneel aan preventie te werken zodat leerkrachten individueel professioneler kunnen omgaan met de zorgvraag van elk kind. – In de persoonlijke planningsdocumenten zijn er behoudens de momenten van ‘Binnenklasdifferentiatie’ bij meerdere leerkrachten weinig elementen die wijzen op een doordachte intentionele differentiatie op klasniveau. – De school denkt weinig kritisch na over de functionaliteit en de efficiëntie van de volg- en evaluatiedocumenten die ze binnen de zorgwerking gebruikt. Onderlinge afstemming en integratie van de gehanteerde documenten kan de functionaliteit en efficiëntie doen toenemen.
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
−9−
Relevante aspecten die de school moet verbeteren
– Niet van toepassing. 2.2
Onderwijsondersteunend functioneren
In welke mate ondersteunen de gezamenlijke doelgerichtheid, het interne leiderschap, de communicatie- en overlegmogelijkheden en de professionele ontwikkeling van de teamleden het realiseren van de onderwijskundige doelen?
Relevante aspecten waarin de school goed is
– De directeur toont een hoge mate van engagement en deskundigheid. Hij heeft een duidelijke visie op de te varen koers en stelt concrete doelstellingen op korte en middellange termijn voorop.
– Binnen de school fungeert een ondersteunend netwerk in de vorm van zorgteam en werkgroepen. De
–
– – – – – – –
–
– – – – –
school coördineert de ondersteuning van diverse externe partners eigen aan de Brusselse situatie (Voorrangsbeleid Brussel, Schoolopbouwwerk, …) en schept daarbij duidelijkheid over de domeinen waarin de externe participanten een inbreng kunnen hebben. Omdat de directeur het welbevinden van zijn teamleden van primordiaal belang vindt om optimaal te kunnen functioneren, investeert hij heel wat tijd en moeite in de contacten met het lerarenteam. Zijn beschikbaarheid, zijn luisterbereidheid en zijn betrokkenheid bij de school worden door de teamleden sterk gewaardeerd. De teamleden positioneren hun school gelijkgericht als een kleine school waar het onderwijsleeraanbod vertrekt vanuit de leefwereld van het kind en waarbij elk kind met zijn of haar multiculturele achtergrond op school belangrijk en welkom is. Uit de wijze waarop verschillende teamleden over ‘hun’ school praten, blijkt een grote gedrevenheid om er samen “iets goeds” van te maken. Dit jonge schoolteam kenmerkt zich door een grote werklust, een hoge graad van beroepsernst en een engagement voor kinderen en collega’s. In het team heerst een ontspannen en gemoedelijke sfeer wat bijdraagt tot een vlotte informele communicatie. De school levert inspanningen om de communicatie met ouders en andere externen te optimaliseren (krantje 61, schoolwebsite, openklasmomenten, papagroep, koffieklasje, rapportbesprekingen,…). Alle teamleden beschikken over een persoonlijk schoolwerkplan. Het voortdurend hanteren en bijsturen van dit werkdocument bevordert de gelijkgerichtheid in het pedagogisch-didactisch denken en handelen. De leraren kunnen op de schoolwebsite onder de beveiligde link ‘leerkrachten’ steeds de meest recente documenten over de schoolwerking raadplegen. Naast een ‘Kids Corner’ bevat de website ook een infosite voor ouders. Op de maandelijkse personeelsvergaderingen staan naast organisatorische items ook steeds pedagogischdidactische onderwerpen geprogrammeerd. De teamleden ervaren de teamvergaderingen als ondersteunend voor hun pedagogisch-didactisch handelen. Met het oog op teambuilding en een sterke inhoudelijke en praktische voorbereiding van het schooljaar, organiseerde de school eind augustus een tweedaagse opstartdag in Alden-Biesen. De directeur gaat op informele en formele basis (klasbezoeken, functioneringsgesprekken,nazicht klasboeken en planningsdocumenten...) na of gemaakte afspraken nagekomen worden. Hierdoor ontstaat een permanente vorm van interne begeleiding. Daarbij is er een bijzondere aandacht voor jonge leerkrachten en debutanten. Het pedagogisch-didactisch leiderschap wordt door de teamleden als een collectieve verantwoordelijkheid ervaren, waarbinnen de directie, de zorgcoördinator en het GOK-team gerichte initiatieven nemen. De school creëert tijdens de schooluren diverse mogelijkheden tot formeel overleg tussen de leraren en het zorgteam om het onderwijskundig handelen van de teamleden op elkaar af te stemmen. Het team stelt een schoolspecifiek nascholingsplan op gekoppeld aan de gekozen prioriteiten waarbij de schoolvisie, het GOK-plan en de zelfevaluatie de uitgangspunten vormen. Leraren worden gestimuleerd jaarlijks individuele nascholing te volgen. De school kan zich beroepen op een actieve oudervereniging die naast de hand- en spandiensten een brugfunctie vervult tussen de ouders en de school enerzijds en de ouders onderling anderzijds. Het schoolbestuur en de teamleden leveren inspanningen om de materiële omstandigheden van de school te optimaliseren.
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
−10−
Relevante aspecten die de school kan verbeteren
– De moeizame communicatie tussen enkele teamleden van de kleuterafdeling kan de klasoverschrijdende pedagogisch-didactische werking hypothekeren.
– De school heeft nog groeikansen om de interne professionalisering te bevorderen door te leren van elkaar, al dan niet door middel van hospiteerbeurten, intervisie, activiteiten gezamenlijk voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren,…. – Hoewel de school initiatieven neemt om tot een outputbeleid te komen, wendt ze de beschikbare outputgegevens slechts in beperkte mate aan om het schoolfunctioneren te evalueren en zo nodig bij te sturen. – De school beschikt over weinig afspraken met de partnerschool nopens het gezamenlijk gebruik van de turnzaal waardoor het lesgeven in deze ruimte geregeld ernstig verstoord wordt.
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
3
Beoordeling van de onderwijskwaliteit
3.1
Relevante aspecten waarin de school goed is
−11−
– De ‘Sint-Albertschool’ wordt geleid door een geëngageerde directeur die op basis van de schoolvisie, het – – –
– – – –
–
3.2
pedagogisch project en zijn deskundigheid bakens op structurele wijze uitzet op korte en lange termijn. De directeur kan rekenen op de steun en de waardering van een team dat een hoge beroepsernst aan de dag legt waardoor op een natuurlijke wijze een gedeeld leiderschap ontstaat. De school coördineert de externe hulp en geeft hen een plaats binnen het eigen pedagogisch project. Deze buurtschool positioneert zich als een kleine multiculturele ‘toffe’ school waar elk kind met zijn of haar culturele of filosofische achtergrond welkom én belangrijk is. Ze biedt onderwijs aan dat vertrekt vanuit de leefwereld van het kind. Binnen de school bekleden de ouders een belangrijke plaats. De school beschikt over een schoolwerkplan dat waardevolle richtinggevende documenten bevat om haar maatschappelijke opdracht te vervullen. De teamleden werken enthousiast aan een basisvorming, sterk rekening houdend met de instroomkenmerken. De volgehouden focus op taalvaardigheidsontwikkeling resulteert in een taalniveau voor het merendeel van de leerlingen. In beide afdelingen grijpen leraren elementen aan die een krachtige en werkelijkheidsgerichte leeromgeving betrachten. De school stelt het implementeren van een gezondheidsbeleid als prioriteit waarbij ze al diverse acties uitwerkte. Het team richt haar onderwijs en opvoeding op een brede en harmonische ontwikkeling van de verschillende ontwikkelingscomponenten van het kind. Bijzondere aandacht gaat naar het sociaal-emotionele luik dat verweven zit in tal van activiteiten. De kindbetrokkenen van de Sint-Albertschool hechten veel belang aan het welbevinden van de kinderen. Binnen de schoolwerking streven ze een positief school- en klasklimaat na en hanteren ze duidelijke regels en afspraken waardoor een veilige leef- en leeromgeving ontstaat. Vanuit een duidelijke zorgvisie werkt de school op een systematische en gestructureerde wijze aan de implementatie van het zorgbeleid. Het GOK-prioriteitenplan met als pijlers preventie en remediëring en taalvaardigheidsontwikkeling vormt er de hoeksteen van. Binnen de vijf zorgniveaus heeft het overleg een sleutelfunctie. De gesprekken op het MDO monden uit in het formuleren van een duidelijke zorgvraag en het opstellen van een individueel begeleidingstraject voor kinderen met specifieke noden. Het nascholingsplan is geënt op het GOK-prioriteitenplan. De school organiseert tal van ontmoetingskansen en communicatiemogelijkheden met ouders. Tevens doet ze pogingen om hen, al dan niet met ondersteuning van de oudervereniging of andere externe partners, op diverse vlakken bij het onderwijsgebeuren te betrekken. Relevante aspecten die de school kan verbeteren: aanbevelingen
– De school kan bepalen welk referentiekader de leraren in de kleuterafdeling moeten hanteren om de ontwikkelingsdoelen na te streven.
– In de kleuterafdeling kunnen de teamleden initiatieven nemen om hun pedagogisch-didactisch handelen – – – – –
op elkaar af te stemmen door het maken van formele afspraken betreffende continuïteit en gradatie in het hanteren van tijd- en ruimtekaders, takenborden, symbolen, stappenplannen, … De teamleden van de lagere afdeling kunnen meer aandacht besteden aan het visualiseren van de verticale lijnen in de klaswanden en de tijd- en ruimtekaders beter op elkaar afstemmen. Het zorgteam kan zich meer richten op het aanscherpen van leerkrachtvaardigheden om de professionaliteit van het individuele teamlid te verhogen. De school kan met de partnerschool duidelijke afspraken maken betreffende het gezamenlijk gebruik van de turnzaal om het storen tijdens de lessen lichamelijke opvoeding te vermijden. Er kunnen initiatieven genomen worden om de moeizame communicatie tussen enkele teamleden van de kleuterafdeling te verbeteren zodat de school de klasoverschrijdende pedagogisch-didactische werking kan optimaliseren. Het schoolteam kan de waardevolle outputgegevens nauwkeuriger analyseren om de eigen onderwijskwaliteit te bewaken en te evalueren.
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
−12−
– De school kan een planning opstellen om op systematische wijze aandacht te besteden aan het leergebied muzische vorming en de leergebiedoverschrijdende eindtermen leren leren en sociale vaardigheden na te streven.
3.3
Relevante aspecten die de school moet verbeteren: tekorten
– Niet van toepassing.
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
4
Risicobeheersingsbeleid
4.1
Toelichting
−13−
De inspectie heeft een signaalfunctie voor de scholen in het kader van een dynamisch risicobeheersingsbeleid. Zij steunt hierbij op artikel 7 § 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering:2 “De inspectie zal een marginale controle uitoefenen op de voorwaarden inzake hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Tevens zal zij onderzoeken of de materieel bevoegde overheden geen tekortkomingen hebben vastgesteld en of alle wettelijk vereiste veiligheidsattesten zijn afgeleverd.” Aan de hand van de dynamische inspectie-index zijn volgende vier indicatoren onderzocht: 1 De organisatie van het veiligheids- en welzijnsbeleid 2 De bewoonbaarheid van de schoolinfrastructuur 3 De veiligheid van de leer- en werkomgeving 4 Hygiëne, gezondheid en milieuzorg Iedere indicator wordt gedekt door een aantal variabelen. In de bijlage van dit verslag wordt elke variabele gewaardeerd op een schaal van 0 tot en met 4. 4.2
Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid
Om het risicobeheersingsbeleid te optimaliseren kan de school:
– De diverse loshangende PC-bedradingen in een sleuf plaatsen of verankeren zodat ze geen struikelgevaar meer opleveren;
– alle kapstokken kindveilig maken; – de zit- en of de werkhoogte aan beeldschermen en computers aanpassen aan de lichaamsgrootte van de gebruiker;
– de grote valmat in de turnzaal verankeren; – nagaan of de koelkast in de turnzaal een minder storende plaats kan krijgen. De school dient de volgende maatregelen te integreren in het beleidsplan en verbeteracties op te nemen in het jaaractieplan:
– – – – – – –
In alle lokalen de noodzakelijke zonnewering aanbrengen. Kleedruimtes inrichten waar kinderen zich voor en na de gymles kunnen omkleden. Voldoende bergruimte voorzien. Een functioneel leraarslokaal inrichten. Een voldoende groot overdekt speelgedeelte creëren. De administratie- en de reproductieruimte onderbrengen in een groter en luchtiger lokaal. De sanitaire voorzieningen op de speelplaats moderniseren en de geurhinder wegwerken. Maatregelen nemen zodat kinderen de handen na het wassen kunnen drogen. – De toiletruimte in de gang van de jongste kleuters hygiënisch maken en voldoende privacy inbouwen. – Maatregelen nemen zodat de jongste kinderen op een adequate en hygiënische wijze verzorgd kunnen worden. De school moet maatregelen nemen om de volgende tekorten weg te werken:
– Niet van toepassing.
2
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap worden uitgevoerd (02.02.1999)
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
5
Andere wettelijke bepalingen
5.1
Onderwijsleermiddelen en schooluitrusting
−14−
De school beschikt over voldoende onderwijsleermiddelen en over een aangepaste schooluitrusting om de ontwikkelingsdoelen na te streven en de eindtermen te realiseren. De inspectie brengt, op basis van art. 62, §1, 5° van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 de volgende vaststellingen onder de aandacht van het schoolbestuur: – De school beschikt over weinig divers bronnenmateriaal om de lessen wereldoriëntatie te ondersteunen. – In de kleuterafdeling zijn rollend materieel en materialen om de grove motoriek te ontwikkelen slechts in beperkte mate aanwezig. 5.2
Wettelijke bepalingen
Voor zover de inspectie bij de controle van een aantal documenten heeft kunnen vaststellen, wordt de schooladministratie op een correcte manier bijgehouden en afgehandeld. De school leeft de wettelijke bepalingen na. De inspectie brengt de volgende vaststellingen onder de aandacht van het schoolbestuur: – Het schoolreglement informeert de ouders niet over de geldelijke en niet geldelijke ondersteuning die niet afkomstig zijn van de Vlaamse Gemeenschap en de rechtspersonen die daarvan afhangen. – Het schoolreglement bevat de bepalingen van het rookverbod niet. – De school kan niet aantonen dat er op het niveau van de scholengemeenschap een medezeggenschapscollege is opgericht. 5.3
Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen
Aanbevelingen De school kan de naleving van de wettelijke bepalingen verbeteren door: – de ouders te informeren over de geldelijke en niet geldelijke ondersteuning die niet afkomstig zijn van de Vlaamse Gemeenschap en de rechtspersonen die daarvan afhangen (decreet basisonderwijs, d.d. 25/02/1997, art.51 §4); – de bepalingen van het rookverbod op te nemen in het schoolreglement (decreet houdende het instellen van een rookverbod in onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding, d.d. 06/06/2008, art.6); – een medezeggenschapscollege te organiseren voor de schoolraden die tot een zelfde scholengemeenschap behoren (decreet betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, d.d. 02/04/2004, art. 35). Tekorten Niet van toepassing.
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
6
Conclusies en advies
6.1
Conclusies
−15−
– Het onderwijskundig en het onderwijsondersteunend functioneren in deze school voldoen. – Het risicobeheersingsbeleid in deze school voldoet. – De naleving van de andere wettelijke bepalingen in deze school voldoet. 6.2
Advies
In uitvoering van het Decreet van 17 juli 1991, inzonderheid het artikel 5, alsmede in uitvoering van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap worden uitgevoerd van 2 februari 1999, artikel 10, wordt een gunstig advies uitgebracht voor verdere erkenning en subsidiëring.
−16−
SDL0809/7/009: Haeckstraat, Sint-Jans-Molenbeek
De onderwijsinspectie
Geert De Witte Inspecteur-verslaggever
Lieven Deprettere
Jan Devos
Datum van bespreking van het ontwerpverslag met het schoolbestuur en de directie: 6 november 2008
Datum van verzending aan het schoolbestuur en de directie:
Voor kennisneming: De directie
Het schoolbestuur
Naam: Dirk Van den Bossche
Naam en functie: Armand Pint Voorzitter schoolbestuur Datum:
Datum:
Het ondertekende verslag moet binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst teruggezonden worden aan de inspecteur-generaal basisonderwijs, H. Consciencegebouw 2B10, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel. Het schoolbestuur kan op- of aanmerkingen formuleren na kennisneming van dit verslag en als bijlage meezenden.
Vak bestemd voor het secretariaat van de inspectie basisonderwijs Datum ontvangst