Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Inspectie Basisonderwijs Regio Gent Ressort 3.05
Referentienummer 0607/3/019
Verslag schooldoorlichting Gesubsidieerde Vrije Basisschool ‘Paus Johannescollege’ Hundelgemsesteenweg 239 9820 Merelbeke Instellingsnummer: 22418
Directie
:
Geert Weymaere
Schoolbestuur
:
Katholieke Scholen Gent-Zuid Land Rhode Dirk Flamant (voorzitter) Hundelgemsesteenweg 93 9050 Ledeberg - Gent
Periode
:
januari 2007
Inspectieteam
:
Walter Andries (inspecteur-verslaggever) Jos. Ghyselen
Schooljaar 2006-2007
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke
− 2/16 −
Inhoudsopgave
1
Situering ...................................................................................................................................................3
2
Onderwijskundig en organisatorisch functioneren ...................................................................................4 2.1
2.2
3
4
5
Onderwijskundig functioneren........................................................................................................4 2.1.1
Basisvorming als samenhangend geheel realiseren ........................................................4
2.1.2
Brede ontwikkeling realiseren ...........................................................................................5
2.1.3
Zorgbreedte realiseren ......................................................................................................6
Organisatorisch functioneren .........................................................................................................8 2.2.1
Beschikken over een gezamenlijke doelgerichtheid .........................................................8
2.2.2
Beschikken over een intern leiderschap om een eigen beleid te voeren..........................8
2.2.3
Beschikken over het vermogen tot communicatie en overleg...........................................9
2.2.4
Beschikken over ruimte voor professionele ontwikkeling................................................10
2.3
Synthesebeeld .............................................................................................................................11
2.4
Aanbevelingen en tekorten onderwijskundig en organisatorisch functioneren............................12 2.4.1
Aanbevelingen.................................................................................................................12
2.4.2
Tekorten ..........................................................................................................................12
Risicobeheersingsbeleid ........................................................................................................................13 3.1
Toelichting ....................................................................................................................................13
3.2
Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid ...................................................................13
Andere wettelijke bepalingen .................................................................................................................14 4.1
Didactisch materieel en schooluitrusting......................................................................................14
4.2
Wettelijke voorschriften ................................................................................................................14
4.3
Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen.............................................14 4.3.1
Aanbevelingen.................................................................................................................14
4.3.2
Tekorten ..........................................................................................................................14
Conclusies en advies .............................................................................................................................15 5.1
Conclusies....................................................................................................................................15
5.2
Advies...........................................................................................................................................15
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke
1
− 3/16 −
Situering
CONTEXTGEGEVENS Omgeving School Middelen
ligging onderwijsaanbod structuur scholengemeenschap lestijdenpakket urenpakket
Half stedelijk Scholen van alle netten in de nabije omgeving Basisonderwijs met één vestigingsplaats Land van Rhode 373 lestijden n.v.t.
INPUTGEGEVENS Directie
onderwijservaring directie-ervaring bijkomende kwalificaties onderwijzend personeel (para)medisch personeel ondersteunend personeel
Teamleden anciënniteit bijkomende kwalificaties
Kinderen
spreiding groepen doelgroepleerlingen rekruteringsgebied vervolgonderwijs
17 7 Hoger Opvoedkundige Studiën; Schoolmanagement 20 n.v.t. 1 zorgcoördinator (18/36), 1 taakleerkracht (6/24), 3 gymleerkrachten, 1 ICT-coördinator, 1 preventieadviseur, 1 kinderverzorger (9/32), 2 administratieve medewerkers Zowel jonge als meer ervaren teamleden; zowel mannelijke als vrouwelijke leerkrachten. ZOCO: voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren Gemiddelde sociale middens 16 8,80 % Onmiddellijke en ruime schoolomgeving Alle richtingen van het secundair onderwijs
AANVULLENDE INFORMATIE Vorige SDL schooljaar 1999 – 2000 referentienummer 9900/4/041 • Andere AFKORTINGEN VVKBaO -------------------------------------------------------------------------- Vlaams Verbond Katholiek Basisonderwijs WO ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Wereldoriëntatie BC ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- Belangstellingscentrum SVS ----------------------------------------------------------------------------------------------- Stichting Vlaamse Schoolsport ZOCO ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- zorgcoördinator MEGA ------------------------------------------------------------------------------------------------ Mijn Eigen Goede Antwoord GON ----------------------------------------------------------------------------------------------------------geïntegreerd onderwijs ICT ------------------------------------------------------------------------------------- informatie- en communicatietechnologie BHV --------------------------------------------------------------------------------------- Basis Herhaling Verdieping/Verrijking CLB ------------------------------------------------------------------------------------------ centrum voor leerlingenbegeleiding MDO------------------------------------------------------------------------------------------------------- multidisciplinaire overleg LVS -------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Leerlingvolgsysteem ODET --------------------------------------------------------------------------------------- ontwikkelingsdoelen en eindtermen
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke
2
Onderwijskundig en organisatorisch functioneren
2.1
Onderwijskundig functioneren
2.1.1
Basisvorming als samenhangend geheel realiseren
− 4/16 −
In welke mate bewaakt de school dat de basiscompetenties door zoveel mogelijk kinderen worden gerealiseerd en biedt ze hiertoe onderwijs aan dat continu is opgebouwd, werkelijkheidsgericht is en het verwerven van cognitieve leerstrategieën centraal stelt?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • De school richt haar werking op de leerplannen van het VVKBaO. Van daaruit wil ze tegemoet komen aan haar inspanningsverplichting tegenover de ontwikkelingsdoelen en de leergebiedoverschrijdende eindtermen en haar resultaatsverplichting tegenover de leergebiedgebonden eindtermen. Hierbij kan het inspectieteam getuigen van, vooral in de lagere afdeling, verzorgde planningsdocumenten die door de teamleden gebruikt worden voor de kortere en langere termijnplanning. • In de kleuterafdeling richten de kleuteronderwijzers hun activiteitenaanbod op het ‘Ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool’. De kleuteronderwijzers selecteren doelen uit het ontwikkelingsplan en vertalen die in eigen, concrete doelstellingen. Daarnaast worden ook leerplandoelen vooropgesteld door de meeste kleuteronderwijzers. In de recent uitgewerkte hoekenfiches zijn ook leerplandoelen opgenomen. • De planningsdocumenten van de gymleerkrachten zijn uitgewerkt volgens het leerplan en de vooropgestelde activiteiten en lessen bestrijken alle domeinen. Tevens is de verticale samenhang duidelijk aanwezig. • Voor de leergebieden Nederlands, Frans en wiskunde gebruiken de teamleden van de lagere afdeling onderwijsleerpakketten die moeten zorgen voor de nodige gradatie en continuïteit. Voor het leergebied Frans besteden de leerkrachten in de praktijk voldoende aandacht aan de mondelinge taalvaardigheid. Ze toetsen zowel het mondeling als het schriftelijk taalgebruik van de Franse taal. • Het hanteren van een groeiboekje van meten en metend rekenen is een goed voorbeeld van verticale samenhang doorheen de school. Zo zijn er ook afspraken over referentiematen en symbolen. Aangezien het groeiboekje ook tijdens de gymlessen wordt gebruikt, realiseert de school hier horizontale samenhang tussen de leergebieden wiskunde en lichamelijke opvoeding. Ook bij de verkeerseducatie realiseert de gymleerkracht horizontale samenhang tussen de leergebieden lichamelijke opvoeding en wereldoriëntatie. • Voor het leergebied wereldoriëntatie worden diverse bronnen gehanteerd. Bij de implementatie van dit leergebied is ernstig werk gemaakt van het uitwerken van een verticale lijn doorheen de school. • In heel wat klassen is er ruime aandacht voor de visualisering van de WO-thema’s. Heel wat leerkrachten maken zinvol gebruik van foto’s om verslag uit te brengen over de klaswerking. De ouders kunnen dit dan eveneens bekijken op de website van de school. In een aantal klassen is er op zinvolle wijze aandacht voor de actualiteit. • In het algemeen biedt de school werkelijkheidsgericht onderwijs aan. De leeruitstappen worden formeel kenbaar gemaakt aan de schoolleiding. Bij de voorbereiding worden op het document leerplandoelen vooropgesteld. • De ICT-coördinator heeft veel werk gemaakt van een goed functionerend netwerk in de school, met een evenwichtige benadering van hardware en software. Door plaatsgebrek is de computerklas weggevallen en daardoor bevinden de computers zich nu allemaal in de klassen. Daarbij heeft de ICT-coördinator in het bijzonder gezorgd voor het stimuleren en motiveren van de teamleden om de computers zinvol in de klassen aan te wenden. • In de school is er heel wat aandacht voor de overgang van de kinderen naar een volgend onderwijsniveau, zowel van het kleuter- naar het lager onderwijs als van het lager naar het secundair onderwijs. • Het schoolteam organiseert formele overgangsgesprekken, zodat de titularissen degelijk op de hoogte zijn van de resultaten van het vorige schooljaar. Zo kunnen ze op professionele wijze de beginsituatie van de leerlingen in kaart brengen. • Om transfergericht onderwijs te kunnen realiseren beschikt de school over heel wat nuttige materialen. De leerlingen leren allerlei naslagwerken en bronnen raadplegen, een atlas en wegenkaarten consulteren, een zakrekenmachine hanteren … • Het outputdossier van de school is overzichtelijk uitgewerkt en er is sprake van aanzetten tot analyse. Enkele jaren geleden gaven de resultaten van de interdiocesane proeven aanleiding tot het bijsturen van de aanpak voor meten en meetkunde. Bij die gelegenheid is ook een leerlijn van metend rekenen opgesteld. Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • De implementatie van het leergebied muzische vorming is niet voleindigd. De titularissen beschikken nog niet over een afgewerkt jaarplan voor de verschillende domeinen. Sommige leerkrachten bevinden zich nog vooral in de fase van het geleidelijk inventariseren van het onderwijsleeraanbod.
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke • •
•
• •
− 5/16 −
In een aantal klassen is de aandacht voor het organiseren van leeruitstappen en leerwandelingen in de onmiddellijke omgeving van de school sterk wisselend. Niettegenstaande de school voor de leergebiedoverschrijdende eindtermen van leren leren visies vooropstelt over leren leren, over leren studeren en over het agendagebruik van de leerlingen, ervaart het inspectieteam in de concrete werking van de titularissen nog te weinig de verticale samenhang doorheen de school. Voor het domein ruimte van het leergebied wereldoriëntatie is het voor de leerkrachten van het eerste en het tweede leerjaar onduidelijk wie nu zal werken rond ‘de klas’ en wie rond ‘de school’. Voor het domein tijd functioneren in sommige klassen de levenslijnen, de eeuw- en eeuwenbanden te weinig als echte werkinstrumenten. In de herleidingstabellen van metend rekenen die volgens afspraak in de klassen uithangen, is een gebrek aan consecutieve opbouw merkbaar. In de kleuterafdeling is het gegradeerde gebruik van pictogrammen onvoldoende aanwezig in de concrete werking, waardoor deze te weinig functioneel en ontwikkelingsgericht aangewend worden tijdens het handelen van de kleuters in de speel- en werkhoeken.
Beoordeling Met haar huidige werking realiseert de school al in belangrijke mate een basisvorming als samenhangend geheel. Er is een duidelijke gerichtheid op de leerplannen, onder meer door de uitwerking van leerlijnen die zorgen voor de nodige continuïteit en gradatie. In de school is meermaals horizontale samenhang tussen de leergebieden aanwezig en er is aandacht voor transfergericht onderwijs. Er is een degelijke ICT-werking op school- en klasniveau.
2.1.2
Brede ontwikkeling realiseren
In welke mate zorgt de school dat haar onderwijs gericht is op een brede ontwikkeling, gekenmerkt door een harmonisch evenwicht in het onderwijsleeraanbod binnen een stimulerend pedagogisch klimaat?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • Bij de implementatie van het leergebied wereldoriëntatie heeft het schoolteam gekozen voor het uitwerken van een leerlijn met eigen thema’s. De meeste teamleden bewaken of alle bestaansdimensies wel in voldoende mate en op een evenwichtige wijze aan bod komen doorheen het schooljaar. • De muzisch-creatieve werking krijgt meer en meer kansen, onder meer door de klasoverschrijdende organisatie van maandelijkse muzeplunamiddagen waarbij reeds verscheidene domeinen in de focus staan. • Alle componenten van de ontwikkeling komen aan bod in de schoolwerking. Er gaat terecht veel aandacht uit naar het cognitieve, maar ook het dynamisch-affectieve en het socio-emotionele krijgen de nodige kansen. Tijdens de extramurosactiviteiten komen alle ontwikkelingsaspecten op ongedwongen en natuurlijke wijze aan bod. • De motorische component van de ontwikkeling komt sterk aan bod in deze school: de gevarieerde gymlessen, de middagsport, de bewegingstussendoortjes in sommige klassen, de SVS-activiteiten binnen en buiten de schooluren, de sportdagen … In de doelstellingen van het kleuterturnen is er aandacht voor een brede ontwikkeling: motoriek, ontwikkeling van de zelfsturing, sociale ontwikkeling … De gymleraar van de lagere afdeling voelt zich sterk betrokken bij de gezondheidseducatie op school. Op school mag b.v. niet gesnoept worden. Kinderen krijgen rugschool. Er zijn contacten met de ziekenhuisschool van het UZ Gent. • Weerbare mensen vormen is voor deze school geen ijdel woord. In samenwerking met ouders wordt een fietsparcours in en rond Merelbeke uitgewerkt, dat door de leerlingen van het zesde leerjaar op een veilige manier moet kunnen gebruikt worden. Het hele opzet eindigt finaal met een fietsexamen. In de gymlessen van de lagere afdeling is veel aandacht voor zelfredzaamheid en hygiëne. Zo moet de gymkledij van de kinderen wekelijks gewassen en gestreken worden. De school neemt ook deel aan het MEGAproject in samenwerking met de politie. • Met meerdere scholen is een samenwerkingsverband aangegaan tussen het gewoon en het buitengewoon basisonderwijs. Via een aantal activiteiten als een sportdag, een natuurdag en een volksspelendag leren de kinderen kennis maken met anderen die bijzondere noden hebben. Het vijfde leerjaar onderhoudt contacten met Paus Johannesscholen uit verschillende streken: Wallonië, Nederland en Duitsland. • Doorheen de schoolwerking kunnen de kinderen in contact komen met allerlei culturele aspecten van onze samenleving: theater en toneel, concerten, bezoeken aan musea, exploreren van de historische stad Gent … • Heel wat leerkrachten hebben gezorgd voor een klasschikking en een klasopstelling die flexibele werkvormen toelaat. Tijdens de observaties zag het inspectieteam partnerwerk en overleg in groepjes.
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke •
• •
•
•
− 6/16 −
Er heerst een positief schoolklimaat. Dit schooljaar werkt het schoolteam onder meer rond normen en waarden bij kinderen en leerkrachten. Het ligt in de bedoeling om dit later te laten uitmonden in een kindvriendelijker schoolreglement. De speelplaats is zo ingericht dat ze uitnodigt tot bewegen. Er zijn meerdere sportmogelijkheden, een spelenkoffer en een ballenkoffer. In de klassen is een aangenaam en rustig werkklimaat merkbaar. Sommige titularissen werken een sociogram uit om de relaties tussen de kinderen in kaart te brengen. In het merendeel van de leergroepen gebeurt de correctie en het nazicht van de schriften en de werken van de leerlingen zeer nauwgezet: feedback met stickers, getekende gezichtjes, een woordje van positieve waardering … Ook de leerlingen krijgen medezeggenschap in de schoolwerking. Dat komt tot uiting in de klasraad van het vijfde leerjaar, die recent b.v. een renovatie van de toiletten voorstelde en eerder al meedacht over de inrichting van de speelplaats. In het algemeen kan gesteld worden dat de ouders een degelijke rapportering krijgen over de vorderingen van hun kinderen. Er zijn periode- en syntheserapporten waarbij alle leergebieden aan bod komen. De aandacht gaat niet enkel uit naar punten en procenten, maar ook naar leer- en leefhoudingen. Deze laatste worden gericht geobserveerd vanuit de maandpunten van levenshouding. De gymleraar en de taakleraar zorgen voor een aparte rapportering.
Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • In de kleuterafdeling bewaken de diverse kleuteronderwijzers te weinig of alle aspecten uit het ontwikkelingsplan wel in voldoende mate en op een evenwichtige wijze aan bod komen in hun onderwijsleeraanbod. • De kleuteronderwijzers plannen een aanbod aan themabetrokken activiteiten met het oog op het invullen van de vier ervaringsituaties. In diverse klassen is er onvoldoende samenhang tussen dit activiteitenaanbod en de integratie van de aldus verworven kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes bij het functioneren van de kleuters in de speel- en werkhoeken. • Bij de bewaking van het onderwijsleeraanbod uit het leergebied wereldoriëntatie wordt niet altijd in voldoende mate bijgestuurd, wanneer een bepaalde bestaansdimensie te weinig of niet evenwichtig aan bod komt doorheen het schooljaar. In een aantal klassen gaat het dan vooral om de leerinhouden over verkeer en mobiliteit en techniek. In enkele klassen wordt de bewaking van de bestaansdimensies niet systematisch aangepast, wanneer thema’s worden weggelaten en vervangen door andere. • Doorheen de school wordt op dit ogenblik nog te weinig bewaakt of alle domeinen van het leergebied muzische vorming wel in voldoende mate en op een evenwichtige wijze aan bod komen. De meeste titularissen van de lagere afdeling werken nu volop een jaarplan uit en trachten zo rekening te houden met de verschillende domeinen. • Binnen het aanwezige hoeken-, contract- en zelfstandig werk is er een te grote diversiteit tussen de leergroepen van de lagere afdeling en de kansen die kinderen daarbij krijgen. Hier is de gelijkgerichtheid zeker nog zoek. • Het inspectieteam ervaart doorheen de schoolwerking in een aantal klassen minder aandacht voor spreekvaardigheden. Er ligt momenteel een grotere nadruk op de schrijfvaardigheden, in casu het spellingonderricht. Beoordeling De school realiseert een brede ontwikkeling bij de kinderen. Hierbij komen alle componenten van de ontwikkeling in voldoende mate aan bod. De kleuteronderwijzers bewaken momenteel te weinig of het ontwikkelingsplan wel in voldoende mate gerealiseerd wordt. Voor het leergebied muzische vorming wordt in de lagere afdeling te weinig bewaakt of alle domeinen wel aan bod komen en dit op een evenwichtige manier.
2.1.3
Zorgbreedte realiseren
In welke mate stemt de school, op een deskundige, doordachte, systematische en geïntegreerde wijze, haar werking af op de mogelijkheden en de specifieke noden van de kinderen?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • De school beschikt over 18/36 zorgcoördinatie: 6/36 in de kleuterafdeling en 12/36 in de lagere afdeling. Er wordt ook 6/24 uit het lestijdenpakket aangewend voor het inrichten van een taakklas. Voor deze uren en lestijden zijn momenteel twee vervangende leerkrachten aan de slag. Eén van deze teamleden vervulde voorheen wel al een aantal uren zorgcoördinatie in de school. • De visie op zorg staat beschreven in het schoolwerkplan. Ook is er een functieomschrijving van de taakleraar en de zorgcoördinator terug te vinden. De opdracht van de ZOCO is uitgewerkt op school-, leer-
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke
•
•
• •
•
•
•
•
•
− 7/16 −
kracht- en leerlingniveau. Voor de ouders staan in het schoolreglement de zorgverbredende initiatieven van de school vermeld. Verscheidene kleuteronderwijzers gaan gericht observeren en hanteren de verzamelde gegevens om remediërend op te treden tijdens de activiteiten. Eén kleuteronderwijzer voorziet bij elk BC een luik ‘zorgverbredend werken’, waarbij ze preventief in kaart brengt bij welke activiteiten ze bepaalde kinderen extra kan ondersteunen. Heel wat titularissen van de lagere afdeling werken met foutenanalyses, waarbij de verzamelde gegevens vooral dienen om leerlingen achteraf individueel te helpen en ook om vormen van remediëring in te schakelen. In een leerjaar maken de leerkrachten individueel gerichte contractwerkjes op basis van de gemaakte foutenanalyses. In de klassen van de lagere afdeling hanteren de titularissen het BHV-model uit de wiskunde- en de spellingmethode. Naast de werkboekjes worden hier ook de computers zinvol aangewend. In de derde kleuterklas en in het eerste leerjaar zorgt de ZOCO voor de ondersteuning van schrijfdans. Dit is een voorbeeld van ‘good practice’ voor het werken met klasoverschrijdende niveaugroepen. Ook bij het niveaulezen van de onderbouw wordt gelijkaardig gewerkt. Samen met de leeshulp worden per leesbeurt specifieke doelstellingen nagestreefd bij de kinderen. De leeshulp krijgt van de taakleraar informatie uit het leerplan lezen. Ook tijdens de zwemlessen wordt gewerkt met niveaugroepen, waarbij de klastitularissen actief ingeschakeld worden. Binnen de bewegingsopvoeding hebben de gymleerkrachten van de kleuter- en de lagere afdeling heel wat aandacht voor een geïntegreerde zorgverbredende aanpak tijdens de gymlessen. De kinderen met motorische problemen worden gesignaleerd aan ouders en schoolparticipanten. In de kleuterafdeling hanteert de gymleerkracht een specifiek volgsysteem, waarbij tweemaal per schooljaar proeven worden afgenomen, onder meer inzake ritmegevoel, evenwicht, coördinatie en gezichtsveld. De gymleerkracht van de lagere afdeling zorgt voor differentiatiekansen en heeft daartoe heel wat materialen ter beschikking. De zorgleerkrachten bieden een document ‘aanmelding zorg’ aan, waarop de titularis het zorgprobleem omschrijft. Na overleg in het MDO werken de zorgleerkrachten een handelingsplan uit. Het merendeel van de zorgverbredende interventies vindt klasextern plaats. In de school zitten drie GON-kinderen. De GON-begeleiding werkt kwaliteitsvol op leerlingen- en leerkrachtenniveau. De titularissen krijgen ruime informatie naar het inzicht in de problematiek en suggesties voor een gerichte ondersteuning en begeleiding. Volgens de teamleden is er meestal een vlotte samenwerking met externe hulpverleners. Vooral de samenwerking met het CLB, dat een belangrijke inbreng heeft in de MDO’s, wordt door hen sterk gewaardeerd. In het kader van de samenwerking met het buitengewoon onderwijs gebeurt het dat een leerkracht uit het buitengewoon onderwijs naar de school komt om een kind met problemen te bespreken met de ZOCO en de titularis.
Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • Door de langdurige ziekte van de zorgcoördinator dienden verschillende vervangingen te gebeuren. Niettegenstaande de positieve inbreng van de vervangende leerkrachten zorgt het op dit ogenblik voor een zekere belemmering van de zorgverbredende ontwikkeling van de school. • In de kleuterafdeling wordt door een aantal kleuteronderwijzers bij het bepalen van het onderwijsleeraanbod te weinig nagedacht hoe preventief kan gewerkt worden binnen een BC, b.v. voor het aanleren van begrippen of bij het inrichten van hoeken. • Het volgsysteem van de kleuterafdeling wordt vooral gehanteerd voor risicokinderen. Voor de andere kinderen wordt gerekend op de observaties van de kleuteronderwijzers die in de praktijk wel heel divers zijn. Door dit gemis aan een gelijkgerichte werking op het vlak van observatie kunnen ontwikkelingsproblemen bij kleuters onvoldoende accuraat en effectief aangepakt worden. • Het volgsysteem van de lagere afdeling is te eenzijdig gericht op cognitieve aspecten van de ontwikkeling. Er worden enkel genormeerde toetsen van wiskunde en Nederlands afgenomen. • In de meeste klassen van de lagere afdeling is er weinig aandacht voor zorgverbredende differentiatie en voor het werken met niveaugroepen. Volgens een aantal titularissen is dat met de huidige input van leerlingen niet echt nodig en kan een individuele aanpak voor enkele kinderen volstaan. • De zorgleerkracht van de lagere afdeling wordt nog weinig of niet ingeschakeld voor klasinterne ondersteuning. Blijkbaar staan nog niet alle titularissen open voor een dergelijke zorgverbredende ondersteuning. Beoordeling De zorgbrede werking van de school is in ontwikkeling. Hiertoe zijn al heel wat te waarderen aanzetten aanwezig. In de kleuterafdeling werken de meeste kleuteronderwijzers nog te weinig preventief
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke
− 8/16 −
en ontwikkelingsstimulerend. In de lagere afdeling blijft de binnenklasdifferentiatie vaak beperkt tot individuele hulpmomenten en het hanteren van het BHV-model uit de methodes.
2.2
Organisatorisch functioneren
2.2.1
Beschikken over een gezamenlijke doelgerichtheid
In welke mate is de school in staat om via een gelijkgerichte visie op doelen en middelen, via zelfevaluatie en positionering, de onderwijskundige doelen te realiseren?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • Vanuit haar christelijke geïnspireerdheid heeft de school een duidelijke visie uitgewerkt met vier grondregels. Die visie is terug te vinden in het schoolwerkplan dat ook een ruim pedagogisch-didactisch luik bevat. Het pedagogisch project, dat geregeld geactualiseerd wordt, is voor de ouders concreet vertaald in het schoolreglement. • Er is een degelijk uitgewerkt, jaarlijks prioriteitenplan en de vernieuwingsinitiatieven worden in gezamenlijk overleg vooropgesteld en in een proces van schoolwerkplanning uitgewerkt. Daarbij wordt de laatste jaren vooral aandacht besteed aan het uitwerken van leerlijnen, zowel in de kleuter- als in de lagere afdeling. De bestaande leerplannen vormen hier vaak de richtsnoer. • Geregeld evalueert het schoolteam haar werking. Zo zijn er tussentijdse evaluaties van de schoolprioriteiten terug te vinden in de verslagen van de personeelsvergaderingen. Op het einde van vorig schooljaar werden de leerlingen van het zesde leerjaar bevraagd over hun verblijf in de school. Op initiatief van het schoolbestuur was er in 2003 een bevraging van het personeel naar tevredenheid, welbevinden en betrokkenheid. • Het schoolteam werkt aan het opzetten van een outputbeleid. Er worden al heel wat gegevens verzameld: LVS-resultaten, interdiocesane proeven, resultaten van oud leerlingen, bevragingen van kinderen, personeel en ouders, de klasraad van het vijfde leerjaar … • Wanneer aan teamleden gevraagd wordt waarom ouders hun kind naar deze school zouden sturen, verwoorden ze uiteraard een aantal sterke punten van de school: de participatie aan het schoolgebeuren, de openheid die er heerst, de structuur die de school aan kinderen biedt en de aandacht voor kinderen met problemen. Als werkpunten van de school worden aangehaald: verder groeien in de zorg, het muzische op één lijn zetten. • Met haar huidige werking en het stijgende aantal kinderen kan de school zich naadloos positioneren in de gemeente Merelbeke. De verzorgde website van de school is een dankbaar middel om zich hierbij verder te profileren als een degelijke basisschool. Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • Bij de kleuteronderwijzers is er soms te weinig gelijkgericht denken en handelen aanwezig. Beoordeling De school beschikt al in belangrijke mate over een gezamenlijke doelgerichtheid. In overleg worden de vernieuwingsprioriteiten vooropgesteld, waardoor de school zich gestaag ontwikkelt. Doorheen de schoolwerking is er al heel wat aandacht voor vormen van zelfevaluatie. De school weet zich duidelijk te positioneren en profileren in de gemeente Merelbeke.
2.2.2
Beschikken over een intern leiderschap om een eigen beleid te voeren
In welke mate is de school in staat om richting te geven, de gevaren koers te bewaken, gerichte druk uit te oefenen en een ondersteunend netwerk te creëren met het oog op de realisatie van de onderwijskundige doelen?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • Langs diverse kanalen geeft de directeur aan welke concrete resultaten de school met de kinderen wenst te bereiken, onder meer tijdens de personeelsvergaderingen, via het vademecum en de maandkalenders. Bij het nazicht van de klasboeken geeft hij, indien nodig, feedback aan de teamleden. • De directeur tracht ook mee richting te geven aan de zorgwerking. Hij neemt deel aan de MDO’s en aan het overleg binnen het zorgteam. Door de vervangingen in het zorgteam is het voor hem momenteel erg moeilijk om een duidelijke lijn in het zorgbeleid van de school te realiseren. • De teamleden ervaren een ruime mate van inspraak bij het bepalen van het schoolbeleid. Ze spreken met lof over de schoolleiding van de directeur. De teamleden stellen dat de directeur luisterbereid is en steeds tijd vrij maakt om problemen allerhande met hen te bespreken en eventueel ook op te lossen. De directeur werkt vanuit een positieve benadering: niet dwingen, maar eerder stimuleren en motiveren.
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke • • •
•
•
− 9/16 −
De directeur kent de kinderen en de kinderen kennen hem. Hij deelt soms de rapporten uit in de lagere afdeling en voert dan een ‘geïnteresseerd’ gesprek met de leerlingen. Geregeld loopt de directeur even de klassen binnen om de werksfeer te proeven. Hij bekijkt dan het werk van de leerkracht en de inbreng van de kinderen. Op vraag van het schoolbestuur brengt de directeur jaarlijks formele klasbezoeken aan tijdelijke leerkrachten. Ook vastbenoemde teamleden zijn soms aan de beurt. Deze bezoeken monden uit in een nabespreking en een verslag dat door de verschillende participanten ondertekend wordt. Via formele, gerichte klasbezoeken volgt de directeur de realisatie van de prioriteiten op. Deze aanpak is transparant door de aanreiking van een aantal richtvragen, waarover de teamleden op voorhand kunnen beschikken. Na het bezoeken van alle teamleden maakt de directeur een synthese die op een personeelsvergadering wordt besproken. Als intern, ondersteunend netwerk is er in de school een kernteam dat bestaat uit drie leden: de directeur, een kleuteronderwijzer en een lager onderwijzer. Zij bereiden vooral de komende personeelsvergadering voor in het licht van de gekozen prioriteiten.
Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • Het inspectieteam ervaart minder impact van het intern leiderschap in de werking van de kleuterafdeling. Dat leidt soms tot het anders interpreteren of het niet correct opvolgen van gemaakte afspraken. • In het algemeen heeft het kernteam nog een beperkte invloed op de inhoudelijke werking van beide afdelingen. Beoordeling De school beschikt over een intern leiderschap dat op overtuigende wijze richting geeft aan het werk, de gevaren koers bewaakt en een ondersteunend netwerk creëert. De opvolging van de prioriteiten leidt al in belangrijke mate tot formele, gerichte klasbezoeken die de realisatie van de genomen initiatieven kunnen bevorderen en stimuleren. De impact van het kernteam is nog groeiend.
2.2.3
Beschikken over het vermogen tot communicatie en overleg
In welke mate benut de school de communicatie- en overlegmogelijkheden om de onderwijskundige doelen te realiseren?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • De informatiedoorstroming verloopt vlot. De lerarenkamer is een ontmoetingsplaats voor heel wat teamleden. De directeur zorgt voor maandkalenders die duidelijk de planning van de schoolwerking weergeven. • Verscheidene subgroepen overleggen wekelijks: de parallelleerkrachten, het zorgteam … Het inspectieteam ervaart een zeer degelijke samenwerking tussen de parallelleerkrachten. • Er zijn een achttal personeelsvergaderingen per schooljaar. Tijdens elke personeelsvergadering is er een werkmoment, waarbij de teams van de kleuter- en de lagere afdeling apart kunnen werken aan de eigen prioriteiten. • De teamleden voelen zich betrokken bij de besluitvorming en bij de onderwijskundige beslissingen. Zij ervaren dat ze mee richting kunnen geven aan hun werk met de leerlingen en het ontwikkelingstraject van de school. • In de eerste leerjaren krijgen de ouders geregeld informatie over de klaswerking en de belangrijke stappen die er gezet worden in het aanleren van de schoolse vaardigheden: rekenen, lezen en schrijven. Daarnaast worden ook tips gegeven bij het gebruik van materialen uit de school en de ondersteuning die van thuis verwacht wordt. • De school organiseert meerdere individuele oudercontacten per schooljaar en een infoavond in september. Heel wat titularissen bereiden de individuele oudercontacten uitgebreid en grondig voor. Indien nodig worden voor kinderen met problemen extra contacten met de ouders vastgelegd. • De school beschikt over een goed werkend oudercomité dat duidelijk meer wil betekenen dan het verlenen van hand- en spandiensten. Zo worden er ‘pedagogische vormingsavonden’ georganiseerd in samenwerking met het schoolteam. Ook zijn de ouders betrokken bij de verkeersveiligheid van de ruime schoolomgeving. • Tijdens het schooljaar 2001-2002 hield de school een tevredenheidsonderzoek bij de ouders. Van de 269 uitgedeelde enquêteformulieren kwamen er 246 ingevuld terug. Ook al is de bevraging al een tijd geleden, toch blijven de resultaten voor het schoolteam nog steeds actueel. Door de open en transparante werking van de school waren de ouders heel tevreden over onder meer volgende items: “Mijn kind kent de afspraken die op school gelden. De school deelt geregeld mee wat ze doet. De school komt haar afspraken na. Als ouder ben ik welkom op school.”
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke
− 10/16 −
Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • Naar aanleiding van het tevredenheidsonderzoek waren de ouders minder tevreden over ‘de verkeersveiligheid van de schoolomgeving’. Niettegenstaande diverse initiatieven blijft dit nog steeds een belangrijk aandachtspunt voor de school. Het inspectieteam wijst hierbij tevens op de onveilige situatie aan de Baron Arthur Verhaegenlaan. Bij die ingang van de school rijden wagens op en af, terwijl kinderen te voet diezelfde vrij smalle ingang betreden. De oprit is niet verlicht, zodat dit in de donkere perioden van het schooljaar bijkomend gevaar kan opleveren voor een aantal kinderen. Beoordeling De communicatie- en overlegkanalen worden door de school vlot en efficiënt aangewend voor de realisatie van de onderwijskundige doelen. De contacten en het overleg met interne en externe participanten zijn waardevol en ze ondersteunen de schoolwerking.
2.2.4
Beschikken over ruimte voor professionele ontwikkeling
In welke mate bevordert de school de professionele ontwikkeling van de teamleden om de onderwijskundige doelen te realiseren?
Een aantal relevante aspecten waarin de school goed is • De lerarenkamer biedt voor de teamleden heel wat kansen om zich op de hoogte te houden van de onderwijskundige actualiteit. Er zijn tijdschriften en naslagwerken voorhanden. Ook het schoolwerkplan kan er steeds geraadpleegd worden. Diverse onderwijsleerpakketten liggen ter inzage in een kast aan het bureel van de directeur. • De directeur stimuleert een aantal teamleden uit de derde kleuterklas en het eerste leerjaar om in elkaars klas te gaan hospiteren. • Op het einde van het schooljaar krijgen de teamleden de kans om prioriteiten voorop te stellen voor het volgende schooljaar. • De teamleden hebben voldoende weet van het bestaande nascholingsaanbod. Op geregelde basis wordt gebruik gemaakt van de ondersteuning van de diocesane pedagogische begeleidingsdienst en ook van andere nascholingsinstanties. De ICT-coördinator geeft nascholing aan de teamleden, die daar op vrijwillige basis aan kunnen participeren. • Binnen de school zijn er zowel initiatieven van teamgerichte als van individuele nascholing. Heel wat teamleden bekwamen zich verder via individuele nascholingen en intervisiegroepen met collega’s uit andere scholen. • Het schoolteam engageert zich om toekomstige leerkrachten te helpen bij hun stages via de samenwerking met de lerarenopleiding. • Het nascholingsplan bevat een overzicht van de gevolgde nascholingen per schooljaar, in de vorm van een register. Daarnaast is er in het schoolwerkplan per schooljaar een beschrijving van de prioriteiten en de daaraan gekoppelde teamgerichte nascholingsactiviteiten. Een aantal relevante aspecten die de school kan verbeteren • Het nascholingsplan bevat geen langere termijnplanning die aanduidt wanneer een prioriteit volledig moet geïmplementeerd zijn. Dat kan aanleiding geven tot verschillende interpretaties bij teamleden. Zo is er bij de teamleden onvoldoende duidelijkheid over het implementatietraject van het leergebied muzische vorming. • De planningsdocumenten en de organisatie en de uitbouw van de speel- en werkhoeken geven bij een aantal kleuteronderwijzers slechts in beperkte mate een beeld van een ontwikkelingsgerichte aanpak conform de visie omschreven in het ontwikkelingsplan. Beoordeling De school beschikt over voldoende ruimte voor professionele ontwikkeling om haar onderwijskundige doelen te realiseren. Binnen de schoolontwikkeling zijn diverse initiatieven aan de orde om de professionaliteit van de teamleden op peil te houden. Het nascholingsplan bevat geen langere termijnplanning.
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke 2.3
− 11/16 −
Synthesebeeld
Het Paus Johannescollege is een basisschool met één vestigingsplaats, gelegen in het centrum van Merelbeke aan de drukke Hundelgemsesteenweg. De school kan zich probleemloos positioneren en profileren in de gemeente. Dat komt ook tot uiting in het leerlingenaantal dat de laatste jaren voortdurend stijgt. Daardoor komt er plaatsgebrek, wat aanleiding gegeven heeft tot het opdoeken van de computerklas. Niettegenstaande dit euvel wordt het computerpark momenteel zinvol aangewend in de klassen. Heel wat teamleden volgden de nascholingsactiviteiten die door de ICT-coördinator werden georganiseerd. In de school is trouwens voldoende ruimte voor de professionele ontwikkeling van de teamleden. Er is aandacht voor zowel teamgerichte als indviduele nascholing. De nascholingsactiviteiten sluiten aan bij de gekozen schoolprioriteiten. De school beschikt over een jaarlijks nascholingsplan, waarbij momenteel nog te weinig aandacht uitgaat naar een langere termijnplanning. In deze school is al in belangrijke mate een gezamenlijke doelgerichtheid tot stand gekomen. Geregeld wordt gereflecteerd over de eigen werking. Dat gaf reeds aanleiding tot meerdere initiatieven van zelfevaluatie binnen het schoolteam. Ook andere participanten als kinderen en ouders krijgen de kans om de schoolwerking te evalueren. In deze school is een open sfeer van communicatie en overleg aanwezig. De parallelleerkrachten werken zeer nauw samen. Tijdens de personeelsvergaderingen worden steeds werkmomenten ingeschakeld waarbij de subteams van de kleuter- en de lagere afdeling apart aan de eigen prioriteiten kunnen werken. De uitwerking van de prioriteiten wordt door het intern leiderschap gevolgd tot op de werkvloer. De directeur brengt ook formele klasbezoeken die uitmonden in een nabespreking en een schriftelijk verslag. Tijdens de doorlichting heeft het inspectieteam van de opvolging door het intern leiderschap een grotere impact ervaren in de lagere afdeling dan in de kleuterafdeling. Het kernteam ondersteunt de directeur, onder meer bij de voorbereiding van de personeelsvergaderingen en het uitstippelen van het schoolbeleid. Op dit ogenblik kan het kernteam in de totale werking van de school nog aan betekenis winnen. De directeur weet zijn schoolleiding gewaardeerd door de teamleden. De wijze waarop hij richting geeft aan het werk en de gevaren koers bewaakt, kan getuigen van een doordachte en competente aanpak. Niet alle teamleden voelen zich in dezelfde mate betrokken bij het uitwerken van een gelijkgerichte visie op zorgbreed werken. Daardoor is er nog heel wat werk aan de winkel om de zorg voor alle kinderen te verbreden en te verdiepen. Evenwel zijn er al verscheidene initiatieven genomen om te kunnen groeien naar een zorgbrede school. De zorgcoördinatoren en de taakleerkracht werken vooral klasextern. Ze maken stappenof handelingsplannen voor de kinderen die in het MDO aangemeld zijn. Klasintern zijn er nog heel wat groeikansen om de verantwoordelijkheid van de titularissen in zorgverbredend perspectief uit te breiden. Binnen de schoolwerking is een duidelijke gerichtheid op de ODET en op de leerplannen merkbaar. In de kleuterafdeling bewaken de kleuteronderwijzers momenteel te weinig of de ontwikkelingsaspecten uit het ontwikkelingsplan in voldoende mate en op een evenwichtige wijze aan bod komen. Wel hebben ze in hun planning de poort al geopend naar de leerplannen. Voor de leergebieden wiskunde, Nederlands en Frans steunen de leerkrachten voornamelijk op onderwijsleerpakketten. De gymleerkrachten hebben een degelijke planning uitgewerkt volgens het leerplan bewegingsopvoeding en zoeken geregeld naar horizontale samenhang met andere leergebieden. Voor het leergebied wereldoriëntatie werken de teamleden met diverse bronnen. In teamverband is een verticale lijn uitgewerkt die door een aantal leerkrachten nog nauwgezetter kan bewaakt worden. Zo komen de leerinhouden van techniek en verkeer doorheen de school te weinig aan bod. Voor het leergebied muzische vorming is de implementatie volop aan de gang. Er is reeds een zekere aandacht aanwezig om alle domeinen van dit leergebied evenwichtig te benaderen. Er liggen nog heel wat kansen te rapen om te groeien in een muzisch-creatief perspectief. Voor het nastreven van de leergebiedoverschrijdende eindtermen van leren leren zijn al een aantal initiatieven genomen, doch de verticale lijn is in de praktijk minder merkbaar. De leergebiedoverschrijdende eindtermen van sociale vaardigheden worden onder meer nagestreefd via de maandpunten van levenshouding. Hierover wordt geregeld gerapporteerd aan de ouders. Er zijn waardevolle contacten met externe participanten, waarvan de ouders de eerste bevoorrechten zijn. Via het oudercomité heeft de school een degelijke ouderwerking uitgebouwd. De school heeft oog voor een brede ontwikkeling bij de kinderen. Er is veel aandacht voor de cognitieve ontwikkeling, maar ook de dynamisch-affectieve, de socio-emotionele en de motorische componenten krijgen hun plaats in de schoolwerking. In de kleuterafdeling wordt nog te weinig diepgaand gewerkt bij de planning en de uitwerking van de belangstellingscentra, wat in de praktijk onvoldoende leidt tot een gerichte en meer preventieve aanpak. In de lagere afdeling krijgen de schrijfvaardigheden een heel sterke nadruk, wat veel minder het geval is voor de spreekvaardigheden. Samen met de teamleden van beide afdelingen mag de directeur in staat geacht worden om de vermelde aandachtspunten uit het verslag op te volgen en om het ontwikkelingsperspectief van deze school in gunstige zin te blijven beïnvloeden.
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke 2.4
Aanbevelingen en tekorten onderwijskundig en organisatorisch functioneren
2.4.1
Aanbevelingen
− 12/16 −
Met de bedoeling een schoolintern proces van kwaliteitszorg te stimuleren, formuleert de onderwijsinspectie vanuit schoolontwikkelingsperspectief een aantal aanbevelingen. Op deze manier wil zij aangeven waar eventuele actieterreinen gelegen zijn. • Bij het vervolg van het implementatietraject is de bewaking van de domeinen binnen het leergebied muzische vorming aan een verdere, gelijkgerichte uitwerking toe. Het inspectieteam hoopt dat dit kan uitgroeien tot concrete leerlijnen voor de verschillende domeinen. • Zowel in de kleuter- als in de lagere afdeling kan de brede zorg verder geoptimaliseerd worden. Bij de eerstelijnszorg kan nog adequater ingespeeld worden op de specifieke opdracht van de eerste verantwoordelijke, namelijk de klastitularis. Dat kan onder meer door het uitwerken en hanteren van stappen- of handelingsplannen voor bepaalde kinderen na een grondige probleemanalyse. Ook het klasintern inschakelen van zorgleerkrachten kan een waardevolle, zorgverbredende ondersteuning bieden. • In de kleuterafdeling kan nauwgezetter bewaakt worden of alle aspecten uit het ontwikkelingsplan wel in voldoende mate en op evenwichtige wijze aan bod komen. • De leerkrachten van de lagere afdeling kunnen meer aandacht besteden aan spreekvaardigheden, zodat er een beter evenwicht komt met het onderwijsleeraanbod van de schrijfvaardigheden. • Het kernteam kan een grotere impact verwerven op de onderwijsinhoudelijke werking van de kleuter- en de lagere afdeling. • De opvolging van het intern leiderschap in de kleuterklassen kan zich meer richten op het preventief werken met kleuters en het diepgaander voorbereiden en organiseren van de onderwijsleeractiviteiten en de ontwikkeling van een dynamisch, samenhangend klasgebeuren. 2.4.2 •
nihil
Tekorten
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke
3
Risicobeheersingsbeleid
3.1
Toelichting
− 13/16 −
De inspectie heeft een signaalfunctie voor de scholen in het kader van een dynamisch risicobeheersingsbeleid. Zij steunt hierbij op artikel 7 § 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 1999: “De inspectie zal een marginale controle uitoefenen op de voorwaarden inzake hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Tevens zal zij onderzoeken of de materieel bevoegde overheden geen tekortkomingen hebben vastgesteld en of alle wettelijk vereiste veiligheidsattesten zijn afgeleverd.” Aan de hand van de dynamische inspectie-index zijn volgende vier indicatoren onderzocht: n De organisatie van het veiligheids- en welzijnsbeleid o De bewoonbaarheid van de schoolinfrastructuur p De veiligheid van de leer- en werkomgeving q Hygiëne, gezondheid en milieuzorg Iedere indicator wordt gedekt door een aantal variabelen. In de bijlage van dit verslag wordt elke variabele gewaardeerd op een schaal van 0 tot en met 4. 3.2
Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid
Om het risicobeheersingbeleid te optimaliseren kan de school: • • • • • • • •
Zorgen voor de nodige warmte in de klaslokalen, inzonderheid in de zorgklas; De vluchtweg van K1B naar de keuken openstellen voor gebruik; De blustoestellen die te laag hangen hoger bevestigen; De kast met scherpe hoeken in de gymzaal beveiligen; De ingang aan de Baron Verhaegenlaan kindveiliger maken; Het kleutertoilet in K1B meer afschermen; De EHBO-voorzieningen in de gymzaal nauwgezetter controleren op de houdbaarheid; Zorgen voor wastafels met stromend water in een aantal klassen van de lagere afdeling.
De school dient de volgende maatregelen te integreren in het beleidsplan en verbeteracties op te nemen in het jaaractieplan: •
Het glas op minder dan 1,40 m beveiligen;
Vanaf 1 september 2007 zal de school moeten aantonen dat de volgende tekorten zijn weggewerkt: •
nihil
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke
4
Andere wettelijke bepalingen
4.1
Didactisch materieel en schooluitrusting
− 14/16 −
De school beschikt over voldoende didactisch materieel en over een aangepaste schooluitrusting om de ontwikkelingsdoelen na te streven en de eindtermen te realiseren. De inspectie brengt de volgende vaststellingen onder de aandacht van het schoolbestuur: • De school is niet altijd in orde met de voorschriften uit de omzendbrief BaO/2002/3: ‘Zorgvuldig Bestuur’. Zo komt de kosteloze toegang tot het basisonderwijs in het gedrang. ° In het begin van het schooljaar dienen ouders schoolbenodigdheden aan te kopen die nodig zijn om eindtermen te bereiken. 4.2
Wettelijke voorschriften
Voor zover de inspectie bij de controle van een aantal documenten heeft kunnen vaststellen, wordt de schooladministratie op een correcte manier bijgehouden en afgehandeld. De school leeft de wettelijke voorschriften meestal na. De inspectie brengt de volgende vaststellingen onder de aandacht van het schoolbestuur: • In het schoolreglement is er bij de orde- en tuchtmaatregelen geen beroep mogelijk tegen een meerdaagse schorsing. Het schoolreglement bevat verouderde informatie over het schoolveranderen in de loop van het schooljaar. • In het dossier van de getuigschriften basisonderwijs zijn geen notulen van de klassenraad aanwezig. De schriftelijke weergave van de beoordeling van de leerkracht die het laatste jaar het meeste aantal lestijden aan de leerlingen heeft gegeven, ontbreekt. • Het lokaal onderhandelingscomité vergadert slechts drie keer per schooljaar. • Het lessenrooster telt meer dan 28 lestijden per week. Daarover is niet onderhandeld in de bevoegde overlegorganen. 4.3
Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen
4.3.1
Aanbevelingen
De school kan de naleving van de wettelijke bepalingen verbeteren door op basis van: • het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 (art.48) voor de onderhandeling aangaande het overstijgen van 28 lestijden per week; • het decreet tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs van 05.04.1995 (art. 24.1) voor de juiste vergaderfrequentie; • het besluit van de Vlaamse regering betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan van 24.11.1998 m.b.t. de notulen van de klassenraad en de beoordeling van de leerkracht; • de omzendbrief BaO/97/12 voor de aanpassing van het schoolreglement m.b.t. het schoolveranderen in de loop van het schooljaar; • de omzendbrief BaO/98/9 voor de aanpassing van het schoolreglement m.b.t. een mogelijkheid tot beroep bij een meerdaagse schorsing. 4.3.2 •
nihil
Tekorten
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke
5
Conclusies en advies
5.1
Conclusies
− 15/16 −
♦ Het onderwijskundig en het organisatorisch functioneren in deze school voldoen. ♦ Het risicobeheersingsbeleid in deze school voldoet. ♦ De naleving van de andere wettelijke bepalingen in deze school voldoet. 5.2
Advies
In uitvoering van het Decreet van 17 juli 1991, inzonderheid het artikel 5, alsmede in uitvoering van het Besluit van 2 februari 1999, artikel 10, wordt een gunstig advies uitgebracht voor verdere erkenning en subsidiëring.
De inspecteurs basisonderwijs
Jos. Ghyselen
De coördinerend inspecteur
Walter Andries
Jos Van Vreckem
Datum van verzending aan het schoolbestuur en de directie:
Voor kennisneming: De directie
Het schoolbestuur
Naam: Datum:
Naam en functie: Datum:
Het ondertekende verslag moet binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst teruggezonden worden aan de coördinerend inspecteur. Het schoolbestuur kan op- of aanmerkingen formuleren na kennisneming van dit verslag en deze meezenden als bijlage.
Schooldoorlichtingverslag 0607/3/019: Hundelgemsesteenweg 239, 9820 Merelbeke Vak bestemd voor de stafleden van de inspectie basisonderwijs De coördinerend inspecteur Verslag Handtekening ontvangen doorgestuurd Jos Van Vreckem Destelheidestraat 10 1653 Dworp
Roger Peeters Hendrik Consciencegebouw 4BC04 Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
De inspecteur-generaal basisonderwijs Datum
Handtekening
− 16/16 −