200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Tijdschrift voor
Pagina 1
Verloskundigen g
december 2010 Uitgave van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen
35e jaargang
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 2
i
FINANCIEEL ADVISEURS VOOR VERLOSKUNDIGEN Sibbing & Wateler is een onafhankelijk financieel adviesbureau, gespecialiseerd in de praktijkbegeleiding van vrije medische beroepsbeoefenaren, waaronder verloskundigen. Wij bieden u een gevarieerd dienstenpakket voor al uw financiële zaken, nu en in de toekomst.
Telefoon: (0318) 544 044 - www.sibbing.nl
Upgrade Your Future Talmor is er voor eerstelijns zorgverleners die investeren in hoge kwaliteit van zorg. Graag vragen we je aandacht voor de volgende twee events: De dag van de Assistent 2011 Verras je (praktijk)assistente met een dag waarop zij zich kan opladen en nieuwe energie en inzichten opdoen. Op de ͚ĂŐ ǀĂŶ ĚĞ ĂƐƐŝƐƚĞŶƚ ϮϬϭϭ͛ is er onderlinge uitwisseling, verwennerij en zijn er diverse vakinhoudelijke en creatieve workshops om uit te kiezen. Een originele en leerzame blijk van waardering voor het visitekaartje van je praktijk! Transculturele Zorg Zorg op maat voor de allochtone zwangere vraagt om aanvullende kennis en vaardigheden. Talmor organiseert daarom het seminar ͚dƌĂŶƐĐƵůƚƵƌĞůĞ njŽƌŐ͛ vol nieuwe informatie en diverse workshops. Een nieuwe, leerzame benadering van culturele overeenkomsten en verschillen. Ook geschikt voor klinisch verloskundigen en assistenten! Dag v/d Assistent: 15/2/11 ;͛ĚĂŵͿ͕ϭϳͬϮ/11 (Arnhem) Transculturele zorg: 25/1/11 (Amsterdam) Voor meer Informatie: kijk op www.talmor.nl of bel met Ruth Evers 06-24742472 of met Marije Zuidervaart tel: 06-50744612 Inschrijving via e-mail naar:
[email protected]
verloskundigen (ieder 0,6 fte) die willen promoveren
De vakgroep Midwifery Science van de Academie Verloskunde Maastricht gaat uitvoering geven aan onderzoek binnen het RAAK PRO project ‘Gewoon Gezond Zwanger’. Dit programma richt zich op het verbeteren van de gezondheidsbevorderende competenties van verloskundigen wat betreft zwangeren met excessieve gewichtstoename en psychische klachten. Binnen het project worden twee gezondheidsbevorderende interventies ontwikkeld en onderzocht. Hiervoor zoeken wij per 1 april 2011: twee enthousiaste
Verloskundigen (ieder 0,6 fte) die willen promoveren Een Master Sc opleiding en enige onderzoekservaring met vragenlijstontwikkeling, afnemen van focusgroep interviews, statistische analyses, SPSS is wenselijk.
Reacties met Curriculum Vitae vóór 4 januari 2011 mailen naar:
[email protected] met als onderwerp ‘promovendus Academie Verloskunde’.
Voor meer informatie kunt u kijken op www.av-m.nl en contact opnemen met de voorzitter van de vakgroep Midwifery De sollicitatiegesprekken Science: Marianne Nieuwenhuijze RM worden gepland op 7 en 14 MPH, tel. 043-3885411, januari 2011. email:
[email protected]. www.av-m.nl
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 3
nieuw jaa
nieuw leve n
Een
een
r
INHOUD
TIJDSCHRIFT Zij komen van Mars, wij van Venus Redactioneel
ONDERWIJS
5
Ank de Jonge
6
Eerste Europese presconceptiecongres
7
Uitreiking scriptieprijzen verloskunde 2010
Wil van Veen
Angela Verbeeten
With LOVE
8
Anke Oostveen
Verras je cliënten met een kerstkaart met een echte boodschap Het geboorteplan: kansen en mogelijkheden
37
Wil van Veen
KWALITEIT
39
Relinde van der Stouwe
9 11
INNOVATIE Samen voor de cliënt in een VSV-plus
14
Wilma van Driel
De VGV adviseurs van de KNOV
34
Suze Jans en Inger Aalhuizen
“Je kunt niet echt met ze praten”
Mieke Beentjes
Minimale veiligheidsnormen
32
The place of birth
KNOV
K3, Sinterklaas en het nieuwe leven
31
Paul Heere et al
Wil van Veen
Bestuurlijke zaken
Kennispoortcongres werkt aan nieuwe koers
15
43
Wil van Veen
Screenen op dragerschap van erfelijke aandoeningen tijdens het kinderwensspreekuur
46
Suze Jans et al
Inger Aalhuizen en Mieke Aitink
Vraag aan de helpdesk
16
WETENSCHAP Te vroeg om vraagtekens te zetten bij Nederlandse verloskundige systeem
Eerstelijns geboortecentra – waarom?
48
Frans Annot et al
PRAKTIJK
17
51
Beetje geel Nyx
Ank de Jonge et al
52
Hoe zit dat nou? Zwangerschapsuitkomsten en zorgbehoeften bij asielzoekers
18
Simone Goosen et al
Hoge babysterfte niet door thuisbevalling
24
Myrte de Geus en Trudy Klomp
Behandeling van actieve tuberculose en latente infectie bij zwangerschap en borstvoeding
54
S.T. Keizer en G.M.A. Verhoek
Jan Nijhuis et al
Kennispoort Verloskunde
27
INTERNATIONAAL
57
Water op de buik? Gemelli! Gerry Konings en Petry Verhees
BERICHTEN Beslissing Centraal Tuchtcollege TvV Next Congres en Cursus Personalia
61 64 66 67
TvV december 2010 • KNOV
3
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 4
TIJDSCHRIFT Redactie Myrte de Geus, Brigitte Tebbe, Relinde van der Stouwe, Suze Jans, Wil van Veen (hoofd- en eindredactie), Kristel Zeeman
Cover foto
Medewerkers december 2010 Inger Aalhuizen, Mieke Aitink, Anne Annegarn, Frans Annot, Simone Buitendijk, Franka Cadee, Ton van de Coevering, Birgit van der Goes, Paul Heere, Bionda Heeringa, Jessica Hendriks, Lidewij Henneman, Gaby Hermes, Jolande IJsseldijk, Ank de Jonge, S.T. Keizer, Trudy Klomp, Gerry Konings, Anna Krüger, Marleen Kruijt, Phillis Lakeman, Monica Legdeur, Ben Willem Mol, Marianne Nieuwenhuijze, Jan Nijhuis, Pien Offerhaus, Anke Oostveen, Joris van der Post, Henk van Ruitenbeek, Majlis Schweitzer, Evelien Spelten, Petri Verhees, G. Verhoek, Stans Verschuren, Jolanda Zocchi
Het beeld op de omslag heet ‘In the wombr’ en is gemaakt door Diana Swinkels uit Beek en Donk. Diana werd geboren in Calgary in Canada. Zij is als kunstenaar autodidact en werkt helemaal vanuit haar gevoel, zodat er een emotie en bepaalde uitstraling in haar werk komt te liggen. Meer informatie: www.galleryberkendijkje.nl
Redactieadres Tijdschrift voor Verloskundigen Wielingenweg 318, 1826 BX Alkmaar E:
[email protected] Abonnementen, personalia en adreswijzigingen KNOV, Jolanda Zocchi Postbus 2001, 3500 GA Utrecht T: 030 282 3115, F: 030 282 3101 E:
[email protected] Personeelsannonces Wil van Veen T: 072 5624400 / 06 53359153 E:
[email protected] Advertentie-exploitatie Ovimex bv, Frank Dijkman T: 0570 674240 E:
[email protected] Vormgeving Annemiek Voogd, Ovimex bv Druk Ovimex bv, Deventer Abonnementsprijzen Abonnementsprijs voor niet-leden van de KNOV: € 125,- per jaar (11 nummers), Europa € 150,-, buiten Europa € 175,-. Voor studenten aan buitenlandse opleidingen: € 100,-. Los nummer € 16,50 aan te vragen bij de KNOV. Alle prijzen zijn incl. BTW en verzendkosten. © 2010 Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht T: 030 282 3100 Voorzitter KNOV Angela Verbeeten Foto’s: Henny van Nieuwpoort, Den Haag Nationale Beeldbank, Beata Bosma, Alkmaar Oplage: 3850 ISSN 0378-1925
Het Tijdschrift voor Verloskundigen wordt uitgegeven door de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), opgericht op 22 september 1975. De vereniging is tot stand gekomen uit een fusie van de Bond van Nederlandse vroedvrouwen (opgericht 8 juni 1926) en de Nederlandse R.K. Vereniging van Vroedvrouwen (opgericht 8 juli 1921). De KNOV stelt zich ten doel de bevordering van de verloskundige zorg in zijn geheel in Nederland, de versterking van de positie die de verloskundige daarin inneemt, alsmede de belangenbehartiging van alle verloskundigen in Nederland. Een van de manieren om dit doel te bereiken, is het uitgeven van het Tijdschrift voor Verloskundigen. Het Tijdschrift voor Verloskundigen is in de eerste plaats een vakblad op het gebied van de verloskunde en verwante wetenschappen. Het beoogt verloskundigen op de hoogte te stellen van relevante feiten en ontwikkelingen. Daarnaast is het een forum voor discussie over de verloskunde en verwante disciplines. In het redactionele beleid wordt ernaar gestreefd een zo ruim mogelijke reeks aan onderwerpen te behandelen. In de tweede plaats is het Tijdschrift voor Verloskundigen een verenigingsorgaan en als zodanig een middel voor het hoofdbestuur van de KNOV om in contact te treden met de leden. In dit kader dient het Tijdschrift voor bestuur en leden als forum om van gedachten te wisselen. Inzenden kopij en advertenties De redactie nodigt de lezers uit om reacties, artikelen en opiniebijdragen in te zenden. Bij voorkeur speciaal voor het Tijdschrift voor Verloskundigen geschreven kopij, maar ook elders aangeboden of gepubliceerde bijdragen zijn welkom; onder vermelding van bladtitel, jaargang en nummer. Kopij aanleveren als platte tekst, dus zonder speciale bekopping, voetnoten, paginacijfers, tabs, tabellen en ontdaan van hyperlinks, in Word via e-mail:
[email protected]. Van tabellen of grafieken daarom alleen de onderzoeksgegevens aanleveren; deze worden door de vormgever opgemaakt. Referenties in de tekst tussen vierkante haakjes (geen superscript). Beeld apart aanleveren, bij voorkeur digitaal en in hoge resolutie. Bij tekstwijziging pleegt de redactie overleg. Ingezonden brieven worden zo nodig bekort. De KNOV en de redactie zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud van geplaatste reacties en opiniebijdragen. Het auteursrecht van artikelen berust bij de individuele auteur. Citeren met bronvermelding is toegestaan, mits binnen de wettelijke regels. Overname van (langere delen van) artikelen is uitsluitend toegestaan na toestemming van de redactie en de auteur. Personeelsadvertenties van leden voor het volgende nummer tot 17 december. Gelieve bij de plaatsingsopdracht het gewenste formaat en het factuuradres te vermelden. Voor commerciële advertenties: zie colofon. Het januarinummer verschijnt op 11 januari 2011.
4
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 5
REDACTIONEEL TIJDSCHRIFT
Zij komen van Mars, wij van Venus John Gray schreef in 1992 zijn beroemde bestseller Mannen komen van Mars, Vrouwen van Venus over het verschil tussen mannen en vrouwen. Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus is nu de soloperformance met Huub Stapel, dé theaterhit van dit seizoen. Bestseller en theatervoorstelling staan vol pijnlijke misverstanden, herkenbare taferelen en prachtige, soms melancholische verhalen. John Gray legt in een humorvol verhaal uit dat wij er ten onrechte van uit gaan dat onze partners, die van ons houden, op dezelfde manier in elkaar zitten dan wij. De twee grootste fouten die gemaakt worden zijn: mannen komen met oplossingen, terwijl een vrouw alleen maar haar verhaal kwijt wil. Vrouwen geven ongevraagd advies, terwijl de man juist het vertrouwen in zijn eigen kunnen bevestigd wil zien. Vrouwen klagen dat mannen niet luisteren, terwijl andersom mannen er van overtuigd zijn dat de dames hen willen veranderen. Op Mars waren de deugden: kracht, bekwaamheid, resultaat en prestatie. Op Venus gelden andere waarden: liefde, gevoelens, communicatie, schoonheid en
Agenda
relaties. Zij brengen veel tijd door met elkaar helpen, steunen en praten. Relaties zijn ook belangrijker dan werk en techniek. Over het geheel genomen is de
Uw tijdschrift verschijnt in 2011 op: 11 januari 8 februari 8 maart 12 april 10 mei 14 juni 12 juli 13 september 11 oktober 8 november 13 december
wereld op Venus het tegengestelde van het leven op Mars. Misschien hebt u aan het bovenstaande iets tijdens de Kerstdagen, een warm gesprek, lekker genesteld op de bank met een goed glas. Maar daar schrijf ik het niet voor. Gynaecologen komen van Mars, verloskundigen van Venus. Gynaecologen zeggen: vrouwen willen maar een ding en dat is: een gezond kind. Verloskundigen zeggen: ja, natuurlijk wil iedereen een gezond kind, maar dat is niet het enige: vrouwen willen een gezond kind maar ook een goede ervaring. Zelfs als de bevalling uitloopt op een keizersnee, dan nog steeds is het belangrijk dat je een goede ervaring hebt (lees: dat je een goede en prettige begeleiding krijgt en je achteraf met tevredenheid kan terugkijken op het hele proces).
In de laatste weken waaide er weer heel wat stof op in verloskundeland. Het was een nieuwe uitloper van een storm die voorlopig nog niet gaat liggen. Naast gedoe levert zo’n storm ook goede dingen op. Er waaien wat heilige huisjes om, je weet weer wie je vrienden zijn, er is aandacht voor de verloskunde, talloos worden de mogelijkheden voor innovatie en onderzoek. Blijft staan dat het in het bestaande systeem logisch is dat het grootste deel van de perinatale sterfte voorkomt in de tweedelijn. Daar hebben we met elkaar voor gekozen, en terecht! Gynaecologen zijn de experts om de gecompliceerde zwangerschappen te begeleiden, de hoog risico vrouwen. Met de laatste publicatie vanuit het UMCU lijkt er wel een competitie te ontstaan waar de meeste/minste perinatale sterfte plaatsvindt, gefocust op een specifieke groep te weten de aterme zwangeren. De auteurs van het UMCU gaven zelf al aan dat ze ook niet weten hoe de gevonden verschillen tussen eerste- en tweedelijn te verklaren zijn. Dat er ongetwijfeld meer onderzoek nodig is en dan wel landelijk. In de ‘Monitor arbeidsmarkt gynaecologen, behoefteraming 2001-2015; tussenbalans 2003’ van L.F.J. van der Velden, C.J. Vugts, L. Hingstman komt ondermeer het volgende aan de orde: in 1997 was 18% van de gynaecologen vrouw. In 2003 was dit al gestegen tot iets meer dan 30%. 70% van de assistenten is dan vrouw. Naar verwachting is in 2015 64% van de beroepsgroep een vrouw. En vrouwen komen van Venus, ook als ze gynaecoloog zijn. Als er dus ooit ergens een kanteling in samenwerking mogelijk is tussen twee beroepsorganisaties en twee beroepsgroepen dan is dat tussen gynaecologen en verloskundigen. Iemand zei in een van de laatste dagen dat beide beroepen ‘tot elkaar veroordeeld waren’. Dat biedt geen perspectief voor moeder en kind. ‘Op Venus’, zei John Gray, ‘gelden andere waarden: liefde, gevoelens, communicatie, schoonheid, relaties.’ Met de middelste, communicatie, gaan we het redden. ■ Wil van Veen TvV december 2010 • KNOV
5
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 6
KNOV
Bestuurlijke zaken Vrijdag 19 september jl. was de Algemene Leden-
Marianne Wigbers droeg de voortzetting van het
vergadering. Geweldige opkomst, bijna 200 leden droegen
Kwaliteitsregister ter stemming aan de leden voor. Om er
bij in de besluitvorming. Onder de aanwezigen een wel-
voor te zorgen dat verloskundigen, die in het begin
kome delegatie uit de opleiding. Alleen al de opkomst
onvoldoende mogelijkheden hadden tot deskundigheids-
leverde blije gezichten op achter de bestuurstafel.
bevordering en daarmee nu niet aan de eisen zouden
Beleidsplan en begroting 2011 werden goedgekeurd,
kunnen voldoen, zoals het register die stelt, is eenmalig
evenals de contributie- en afdrachtenregeling 2011.
dispensatie voorgesteld als nodig voor 1 jaar. Ook dit voorstel kon rekenen op een grote meerderheid van stemmen.
Het beleidsplan 2011 legt een belangrijk accent op de (beeld)vorming van een professionele medische sector die proactief naar haar accounts en de maatschappij haar meer-
Ook Greta Rijninks nam afscheid, maar niet eerder dan dat
waarde neerzet.Gezag en autoriteit zijn hierbij belangrijk,
zij het eindrapport KNOV-NVOG werkgroep Klinisch
maar moeten ‘verdiend worden’ met een verdere onder-
Verloskundigen met verve had gepresenteerd en daarbij de
bouwing van nut en noodzaak van onze zorg. Dat vraagt
instelling van een apart register voor klinisch verloskundigen
om wetenschappelijk onderzoek en academisering. Het
had bepleit. Een pleit dat zij met een grote meerderheid
besef moet levend worden dat verloskundigen medische
van stemmen won en waarover zij in het januarinummer
professionals zijn met een eigen medisch domein.
van dit tijdschrift uitgebreid over zal rapporteren.
Belangrijkste nieuws uit de begroting: er wordt voor de ontwikkeling van wetenschap en academisering een
Jolijn Betlem (1972), klinisch
bedrag van € 242.000,- uitgetrokken. De dekking is
verloskundige in Amsterdam,
gevonden in de extra afdrachten over 2011door de struc-
was de enige die had gerea-
turele (tarief) omzetverhogingen.
geerd op de oproep om kandidaten voor het bestuur.
Erna Kerkhof werd herbenoemd voor een periode van
Zij heeft haar sporen in het
drie jaar. En omdat Mike Muller afscheid nam als
vak verdiend, zodat haar voor-
penningmeester werd Erna verkozen tot penningmeester.
dracht werd ondersteund door
Daarbij blijft Mike haar en het bestuur ondersteunen als
het bestuur en een voldoende
adviseur voor een periode van een half jaar.
aantal leden. Na stemming was Jolijn het nieuwe bestuurslid. De bestuurlijke taken moeten door de verschillende bestuurlijke mutaties worden herverdeeld. In een komend tijdschrift wordt u hierover op deze pagina’s geïnformeerd door de bestuursleden zelf. Het middagprogramma stond in het teken van de uitreiking van de scriptieprijs 2010, waarover elders in dit blad meer en de ’toekomst van de VIL’. Daarover op een ander moment, in een ander tijdschrift, meer. ■ Wil van Veen
6
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 7
KNOV
K3, Sint Nicolaas en het nieuwe leven Het zijn de donkere dagen voor kerstmis waarin mensen, liefst samen voor een warme kachel, zich voorbereiden op de komst van het nieuwe leven en een nieuwe lente. Ondertussen spoedt de verloskundige zich, net als Sint Nicolaas, door het gure weer van gezin naar gezin om de komst van nieuw leven voor te bereiden. Als altijd werkend volgens de K3-principes: Kwaliteit, Keuzevrijheid en Kostenefficiënt. De afgelopen maanden heb ik u op deze plaats bestookt met kritische vragen over ons verloskundig handelen. Deze donkere maand, waarin er al genoeg kritiek kwam, zal ik u een waar gebeurd kerstverhaal vertellen. In de vroege middeleeuwen werd de Turks-Griekse prinses Theofane uitge© Ron Moes, Nijmegen
huwelijkt op 14 april 1972 aan de Frankische koning Otto. Theofane was opgegroeid aan een gerieflijk Grieks-orthodox hof met pasja’s en paladijnen. Het Frankische hof had beslist minder luxe. Alhoewel een christen, was Otto nauwelijks beschaafder dan een barbaarse Germaan, waar hij trouwens ook op leek met zijn ruige rode baard. Hij werd dan ook Barbarossa genoemd. De koning reisde met zijn hofhouding te paard van Palts naar Palts om daar recht te
Vervolg agenda
spreken. Barbarossa was een man van daden en al snel was Theofane zwanger. De baby werd met kerstmis verwacht. Een maand daarvoor verplaatste het hof
7 december 2010 Platform Klinisch verloskundigen
zich van Keulen naar Nijmegen, de meest noordelijke palts van het Frankische
10 december 2010 Accreditatiecommissie Kwaliteitsregister Verloskundigen
kasteel over onverharde wegen door het woeste Nederrijkse woud. Theofane
14 december 2010 Cursus kringbestuurders 17 februari 2011 Eileen Hutton houdt haar Oratie VUmc te Amsterdam.
rijk. De koningin en haar vroedvrouw reisden mee. De reis ging van kasteel naar had weliswaar een soort van draagbaar ter beschikking die tussen twee paarden werd geplaatst maar comfortabel was de reis zeker niet. Na de laatste tussenstop bij de hertog van Kleef was het nog een flinke dagreis naar Nijmegen. Het was bitter koud en tot overmaat van ramp braken de koninklijke vliezen. Terwijl Barbarossa de paarden aanspoorde zetten de weeën door. Het werd duidelijk dat ze Nijmegen niet bijtijds zouden halen. Barbarossa liet zijn mannen een schuilhut bouwen en vuren aanleggen om de wolven op afstand te houden.
8 maart 2011 Internationale vrouwendag
Theofane bad tot haar Griekse beschermheilige Sint Nicolaas om behoud van
21 maart 2011 Overleg Kringvoorzitters
zij met haar hele gezin gezond en wel in Nijmegen zou aankomen. In West-
19 april 2011 Cursus Kringbestuurders, dag III
de opkomst van de zeehandel populair worden.
27 mei 2011 Algemene Ledenvergadering
nacht een mooie zoon die ondanks zijn premature geboorte de volgende dag
19-23 juni 2011 ICM congres – Durban
prijkt sindsdien een Sint Nicolaas kapel in Grieks-orthodoxe bouwstijl. Van het
1 augustus 2011 Begin Ramadan
heuvel aan de Waal.
30 augustus 2011 Einde Ramandan ied al-fitr - suikerfeest
Voor nu wens ik jullie warme feestdagen. De volgende keer zal ik weer als
12 september 2011 Overleg Kringvoorzitters
haar baby. Zij beloofde een kapel voor de goedheiligman te zullen bouwen als Europa kende men de Sint Nicolaas toen nog niet, hij zou hier pas veel later met Het verhaal loopt goed af, het is immers een kerstverhaal. Theofane baart in de gezond en veilig in Nijmegen arriveert met de hele hofhouding. Op het Valkhof kasteel is weinig meer over maar de kapel staat nog altijd fier overeind op een
vanouds opbouwend kritisch over de verloskunde in Nederland schrijven, op weg naar een nieuwe lente. ■ Angela Verbeeten
18 november 2011 Algemene Ledenvergadering Kijk voor meer informatie in de rubriek Congres en Cursus achter in dit tijdschrift of op www.kennispoort-verloskunde.nl TvV december 2010 • KNOV
7
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 8
KNOV
With LOVE Samenwerking in de eerstelijn: het LOVE presenteert samenwerkingswijzer en website Anke Oostveen
Het LOVE oftewel Landelijk Overleg Versterking Eerstelijn heeft een handreiking ontwikkeld over multidisciplinaire samenwerking in de eerstelijn. Deze handreiking bestaat uit een samenwerkingswijzer en een website. De instrumenten zijn bedoeld voor zorgverleners werkzaam in de eerstelijn. De KNOV is nauw betrokken bij dit initiatief en heeft een rol gespeeld in de totstandkoming van de samenwerkingswijzer en website. Deze samenwerkingswijzer is eveneens bijgesloten bij dit Tijdschrift.
Samenwerkingswijzer en website De ontwikkelde handreiking helpt zorgverleners stap voor stap op weg. Allereerst bij het bepalen of er samenwerking nodig is, vervolgens bij het vaststellen van de vorm waarin dit zou kunnen gebeuren en tot slot bij de vormgeving van de samenwerking. Er worden argumenten aangereikt en concrete tips gegeven, die gebaseerd zijn op de actuele dagelijkse praktijk. Alle informatie is te vinden op een toegankelijke website: www.samenwerkeneerstelijnszorg.nl. Op de website kunt u de volledige tekst van de handreiking vinden en de compacte samenwerkingswijzer, die in vogelvlucht het
Samenwerken in de eerstelijn
samenwerkingsproces inzichtelijk maakt.
Om de toenemende groei van (complexe) zorgvragen op te kunnen vangen is multidisciplinaire samenwerking
De KNOV is op de hoogte van verschillende samen-
binnen de zorg dicht bij huis noodzakelijk. De organisatie
werkingsvormen binnen de eerstelijn tussen onder andere
van een kwalitatief goede basiszorg is ook een van de
verloskundigen en kraamzorg, huisartsen, apothekers,
speerpunten van het kabinet Rutte, dat in oktober 2010
psychologen, fysiotherapeuten en diëtisten.
is aangetreden.
Graag worden wij op de hoogte gehouden van bestaande
Werkt u ook samen in de eerstelijn? Vanuit een gecoördineerde eerstelijns aanpak kan met
en nieuwe initiatieven zodat deze ook vermeld kunnen
relatief minder zorgkosten voor meer cliënten een hogere
worden op de website www.samenwerkeneerstelijnszorg.nl.
kwaliteit van leven en zorg worden bereikt. Een sterke
U kunt hiervoor telefonisch contact opnemen met de
eerstelijnszorg vraagt om structurele samenwerking. Het
helpdesk, 0800-5668555 of per mail
[email protected].
bundelen van inzet, kennis en ervaring van
Ook uw ervaringen met de website vernemen wij
verschillende disciplines is daarvoor nodig. Dit kan voor
graag! ■
een specifieke cliëntengroep zijn of voor een bepaald thema in de zorg.
Het LOVE werkt samen aan een sterke eerstelijn. Met als kernpunten: het waarborgen van
Samenwerken kent veel uitdagingen. Het is nodig, de
een kwalitatief hoogwaardig zorgaanbod,
cliënt profiteert er van, het is efficiënt en inspirerend.
het creëren van een goede werkomgeving
Maar samenwerking is ook lastig, het gaat niet vanzelf-
voor zorgverleners en het verbeteren van de
sprekend. Samenwerken kost veel inspanning en vraagt
service voor cliënten. LOVE-partners zijn:
om verschillende keuzes.
ActiZ - CVZ - EN - KNGF - KNMP - KNOV - LHV - LVE - LVG - MO-groep - NHG - NMT - NPCFNVAB – NVD- NVH – NVLF- NVM- NVvP - SAN - V&VN - VHN - VNG - VvOCM - VWS - ZN
Anke Oostveen is beleidsmedewerker belangenbehartiging
8
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 9
KNOV
Verras je cliënten met een kerstkaart met een echte boodschap! Verras je cliënten dit jaar met een bijzondere kerstkaart! Deze kaart word je (gratis) aangeboden door de KNOV en het Twinningproject dankzij een subsidie van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Met deze speciale kaart wil de KNOV aandacht vragen voor de hoge moeder- en kindsterfte in Sierra Leone.
Unieke kerstkaart Je kunt de kerstkaart voorzien van je eigen praktijkgegevens. Zo wordt het dus echt een persoonlijke kerstkaart van jouw praktijk aan je cliënten. Je kunt de kaarten (per 50 stuks) gratis bestellen via de KNOV. Bestel de kaarten voor 17 december a.s., maar wees er snel bij, want op is op!
Gegevens van je verloskundige:
nieuw leve n
nieuw jaa n e r E
een
Jouw zwangerschap. Op jouw lijf geschreven. Een uitgave van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen. Postbus 2001, 3500 GA Utrecht. Telefoon 030 - 282 31 00. www.knov.nl
Vandaar ook het Twinnig-project, waarbij Nederlandse
Mochten jij en cliënten (graag!) een donatie overmaken,
verloskundigen (dus óók jij!) hun collega’s in Sierra Leone
dan is het rekening nummer: 60.66.03.123 t.n.v. stichting
ondersteunen, zodat zij zich kunnen inzetten tegen
midwives4mothers in Utrecht, onder vermelding van
moeder– en babysterfte. En omgekeerd inspireren
kerstkaart en de naam van de donateur.
Afrikaanse verloskundigen hun Nederlandse collega’s met echte(!) heldendaden.
Meer weten over Twinning? Op onze website vind je meer informatie over het
Donatie voor beroepsvereniging Sierra Leone
Twinningproject Sierra Leone van de KNOV. Bekijk ook
Met deze kerstkaart kunnen je cliënten andere (aan-
het videodagboek van de eerste Twinningworkshop. ■
staande) moeders helpen door te doneren aan het Twinning-project. Met hun donatie kunnen verloskundigen in Sierra Leone een beroepsvereniging opzetten om gezamenlijk moeder- en kindsterfte tegen te gaan. Een mooie kerstgedachte! En natuurlijk kun je zelf ook een bedrag doneren.
TvV december 2010 • KNOV
9
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 10
KNOV
De Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) behartigt de belangen van de verloskundige zorg en van verloskundigen. Bevordering van kwaliteit in algemene zin en versterking van de positie van verloskundigen en de verloskundige zorg zijn speerpunten van het beleid. Daarnaast behartigt de KNOV de materiële belangen van de bij haar aangesloten verloskundigen. De KNOV treedt op als representatieve organisatie van en voor de verloskundigen in Nederland. De KNOV heeft een organisatiestructuur bestaande uit drie lijn- en drie stafteams. De lijnteams hebben als kerntaak: Richtlijnontwikkeling, Kwaliteit en Belangenbehartiging. Het team Belangenbehartiging richt zich op zowel de versterking van de verloskunde/ de positionering van verloskundigen in eerste- en tweedelijn als de juridisch-economische positie van verloskundigen en heeft de helpdesk voor de ledenservice. Voor dit team zoekt de KNOV per 1 januari 2011 een:
Beleidsmedewerker belangenbehartiging Verloskundige, ondernemend, sterk vakinhoudelijk en positieve uitstraling (M/V, 24 uur)
Taakinhoud De beleidsmedewerker belangenbehartiging participeert met haar/zijn directe collega’s in het maatschappelijk debat over de gezondheidszorg en de positionering van de verloskunde daarbinnen. Hij/zij neemt namens de KNOV deel in een netwerkstructuur van o.a. VWS, NVOG, NHG/LHV, kraam- en jeugdzorg, RIVM en kringbesturen. Hij/zij vertaalt actuele ontwikkelingen naar consequenties voor de verloskunde, doet beleids- en projectvoorstellen en heeft daarbij oog voor de implementatie van het beleid. Hij/zij voert zelfstandig projecten uit, is aanspreekpunt op het gebied van verloskundige beleidsontwikkeling en publiceert over nieuwe ontwikkelingen in het Tijdschrift voor Verloskundigen en op de website van de KNOV.
Gewenste kennis en vaardigheden • heeft diepgaande kennis van en ervaring met eerste- en tweedelijns verloskundige zorg en maakt zich sterk voor de positie van verloskundigen in eerste- en tweedelijn. Is en blijft bij voorkeur praktiserend als verloskundige; • heeft oog voor politieke verhoudingen, strategie en verenigingsbelangen; • beschikt over uitstekende mondelinge vaardigheden en heeft een vlotte pen; • heeft een zelfstandige instelling, is initiatiefrijk, vasthoudend en weet te enthousiasmeren.
Opleidingsniveau • academisch werk- en denkniveau, bij voorkeur blijkend uit een masteropleiding verloskunde; • ervaring met beleidsontwikkeling en overlegsituaties (bijvoorbeeld: VSV, kringen, CvO’s)
Wij bieden • een flexibel en dynamisch team waarin verschillende expertises samenkomen; • een salaris op basis van de CAO-ziekenhuizen, met inschaling o.b.v. opleiding(en) en ervaring (FWGfunctiegroep 60); • goede secundaire arbeidsvoorwaarden. U wordt aangesteld als beleidsmedewerker belangenbehartiging voor een dienstverband van 24 uur. Het betreft in eerste instantie een aanstelling voor één jaar. Voor informatie over de functie kunt u kontact opnemen met het teamhoofd belangenbehartiging, Peter Buisman (06-22835685). Sollicitatiebrieven kunnen binnen 10 dagen na het verschijnen van deze advertentie per e-mail verstuurd worden naar:
[email protected] of naar afdeling Personeelszaken t.a.v. Carry Messchendorp, Postbus 2001, 3500 GA Utrecht, onder vermelding van ‘vacature verloskunde’. 10
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 11
KNOV
Het geboorteplan: kansen en mogelijkheden Mieke Beentjes
Verloskundigen vinden het belangrijk dat zwangeren tevreden zijn over hun zorgverlening en dat hun begeleiding goed aansluit bij de behoeften en wensen van hun cliënt. Om te weten wat deze behoeften en wensen zijn, zodat we zorg op maat kunnen geven, moeten we daar met onze zwangeren over communiceren. Een manier om te communiceren over beiderzijdse verwachtingen is het geboorteplan.
Door verregaande hospitalisatie werd ook het geboorteplan geïnstitutionaliseerd. Het werden invulformulieren waar men uit de aangegeven opties kon kiezen. Hoe meer interventies en routinehandelingen, hoe meer de plannen van de vrouwen zich concentreerden op het vermijden van de interventies (Kitzinger, 2000). Geen infuus, geen CTG, geen episiotomie etc. Door vooral in te vullen wat men niet wilde, werden de makers van de plannen door de zorgverleners vaak als veeleisend en moeilijk beschouwd en hun plannen als rigide en onrealistisch. De communicatie werd eerder slechter dan beter.
Er is steeds meer aandacht voor de wensen van de
Deze historie zorgt er ook tegenwoordig nog voor dat
zwangere. Steeds meer zwangeren schrijven uit zichzelf
verloskundigen en artsen negatief aankijken tegen een
een geboorteplan om greep te krijgen op hun bevalling
geboorteplan, als een irreële eisenlijst. Maar het geboorte-
en het zich niet te laten overkomen. Ook verloskundigen
plan heeft vele kanten die de zorg, de verwachtingen en
zien er meer en meer de voordelen van in. Het is een
de ervaring van beide kanten positief kunnen beïnvloeden.
instrument om zorg op maat te geven en in te spelen op individuele behoeftes. Toch zijn er vanuit de verloskundigen
Doel van het geboorteplan
ook reserves en bezwaren tegen het gebruik van een
Een goede bevallingservaring zal een blijvend positief
geboorteplan. Dit heeft te maken met het klimaat waarin
effect hebben op onder andere het zelfvertrouwen van
het gebruik van een geboorteplan is ontstaan.
de vrouw en de relatie met haar kind (Green et al, 1990; Simkin, 1991). Wat heeft nu invloed op een positieve
Historie
bevallingservaring? Niet de hoeveelheid pijn of het aantal
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was in
interventies, maar de verwachtingen, het geïnformeerd
de meeste geïndustrialiseerde landen sprake van medica-
worden, de hoeveelheid ervaren steun van de zorg-
lisering en institutionalisering van de normale geboorte.
verleners, de kwaliteit van de relatie met de verloskundige
Vrouwen hadden steeds minder zeggenschap over het
en inspraak in de gang van zaken (Brown & Lumley,
verloop van hun bevalling. In Engeland en Frankrijk
1998). Het maken en bespreken van een geboorteplan
kwam via onder anderen Read en Lamaze een tegen-
draagt hier aan bij.
beweging op gang (Lamaze, 2003). Via zwangerschaps-
Voor een vrouw is een geboorteplan een reflectie van
cursussen leerde de zwangere weer over de natuurlijke
haar persoonlijke verwachtingen, dromen en angsten.
bevalling, hoe ze weeën op kon vangen en wat ze kon
Vrouwen geven aan dat het maken van een geboorte-
doen tegen de pijn om medicamenteuze pijnstilling te
plan hen aanmoedigt om na te denken over keuzes en
vermijden. Het geboorteplan werd geïntroduceerd door
wat voor soort bevalling zij zouden willen. Door ermee
zwangerschapsdocenten om vrouwen te helpen onnodige
bezig te zijn informeren ze zich in de zwangerschap over
interventies te voorkomen. Een geboorteplan maken was
de beschikbare opties rondom de bevalling . De mogelijk-
een concrete manier om vrouwen aan te moedigen na
heden van pijnbehandeling horen hier bijvoorbeeld bij.
te denken wat belangrijk voor ze was, wensen en ver-
Veel zorgverleners zijn bang voor te hoog gespannen
wachtingen te uiten en te communiceren met hun zorg-
verwachtingen. Omdat een bevalling niet te sturen is,
verlener. Het was de uitdaging om met goede informatie
kan het volgens hen alleen maar tegenvallen. Green et al
een realistisch plan op te stellen en uiteindelijk goed
(1990) kwamen juist tot de conclusie dat hoge verwach-
geïnformeerde beslissingen te kunnen maken.
tingen de kans op een positieve ervaring doen toenemen en dat vrouwen met lage verwachtingen ook vaak
Mieke Beentjes is verloskundige en beleidsmedewerker KNOV
minder tevreden waren over hun bevallingen. TvV december 2010 • KNOV
11
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 12
KNOV Inspraak in beslissingen is ook een factor die bijdraagt
geboorteplan blijkt dat ze het gevoel hebben gehad dat
aan een positieve bevallingservaring. De ideale manier
men bij de bevalling zoveel mogelijk rekening hield met
van inspraak bij beslissingen betreffende de medische
de wensen uit het plan en als het niet lukte of niet kon,
zorg, inclusief de routinematige zorg, zou eruit moeten
beargumenteerd uitgelegd werd waarom niet en wat de
bestaan dat vrouwen hun wensen en verwachtingen
alternatieven waren. Dat is al een heel belangrijke winst
duidelijk maken, discussiëren over de alternatieven en
die bijdraagt aan een positieve ervaring.
toegang hebben tot de beste evidence, die zij ook
Doordat vrouwen en hun partners van tevoren zijn bezig
moeten begrijpen. Na deze informatie gaan zij wederom
geweest met het geboorteplan en al hun zorgen en
in discussie met hun zorgverlener en maken vervolgens
wensen voor de bevalling besproken hebben, kunnen zij
hun beslissing. In de minder ideale wereld gaat dit proces
zich ten tijde van de bevalling volledig overgeven aan de
op vele momenten mis en een van de belangrijkste
baring en de weeën zelf. Men weet wat ze willen, daar
redenen is een gebrek aan informatie. Geboorteplannen
hoeft niet meer over nagedacht te worden.
zijn een middel om betrokken te raken bij geïnformeerde beslissingen. In tegenstelling tot tien jaar geleden is
Stoplicht
informatie over de ‘beste’ zorg nu grotendeels beschik-
Een veelgehoord bezwaar van zorgverleners is dat de
baar voor vrouwen en zijn zij hiervoor niet meer alleen
wensen uit een geboorteplan in strijd kunnen zijn met
afhankelijk van hun zorgverlener.
hun professionele autonomie. In de communicatie naar de zwangere is hiervoor mooi de ‘stoplichtmetafoor’ te
Neem het serieus
gebruiken. Bij ‘Groen’ gaat alles medisch goed en wordt
Een geboorteplan is niet bedoeld als een lijst met eisen,
er zoveel mogelijk aan de wensen tegemoet gekomen.
maar als een instrument om de communicatie te bevor-
Bij ‘Oranje’ vraagt de situatie meer regie van de verlos-
deren tussen de vrouw en haar zorgverlener tijdens de
kundige zorgverlener. Ofwel, deze draagt nu de opties
baring. Communicatie betekent een voortdurende
aan met de voor- en nadelen en betrekt de zwangere bij
dialoog gedurende de zwangerschap en de bevalling. Dit heeft als doel het bevorderen van vertrouwen, respect, autonomie en integriteit van alle betrokkenen. Een geboorteplan moet een levend en flexibel document zijn dat zich aanpast aan nieuwe informatie, veranderende omstandigheden en de communicatie. Vaak is de reden om een geboorteplan te schrijven dan ook dat men gehoord en serieus genomen wil worden, betrokken wil worden bij beslissingen of dat men een eerdere slechte ervaring heeft. Achter ieder plan zit een reden of een verhaal. Probeer daar naar te kijken bij het lezen van een geboorteplan en bekijk welk beeld deze vrouw van haar bevalling heeft. In de meeste plannen staat dan ook niet meer dat men bepaalde interventies wel of niet wil hebben, maar dat men serieus genomen wil worden en betrokken wil worden bij beslissingen. Voorwaarde voor het goed begeleiden van een geboorteplan is het te allen tijde serieus nemen en het bespreken. Dan wordt het een positief communicatiemiddel. Irreële verwachtingen kunnen worden besproken en bijgesteld. Belangrijk is ook om bij het bespreken van de wensen en verwachtingen voor jezelf als verloskundige te beoordelen of het beleid is waar niet van afgeweken kan worden (zoals het luisteren van harttonen) of dat het routinehandelingen zijn waar je niet gewend bent om van af te wijken of waardoor je anders moet handelen dan je gewend bent. Een deel van de wensen en verwachtingen zullen misschien niet kunnen worden vervuld. Dat is niet erg. Uit ervaringen van vrouwen met het maken van een 12
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 13
KNOV de keuze. ‘Rood’ betekent dat de situatie vraagt om
wensen en aspiraties te willen leren kennen van de
handelen, er is dan geen discussie over wat er op dat
zwangere en haar partner en een omgeving te creëren
moment gebeurt. Wel wordt dit achteraf natuurlijk
waarbinnen zij de bevalling kunnen hebben die zij
nabesproken.
wensen. ■
Aangezien de kans groot is dat meerdere zorgverleners een geboorteplan tijdens de baring nog moeten lezen,
Referenties
zoals de kraamverzorgende of bij een overdracht, is het
Brown S, Lumley J. (1998) Communication and decision making in
handig als het een handzaam en praktisch plan is. Dat
labour; Do birth plans make a difference? Health Expectations: 1:106-116 Green JM, Coupland VA, Kitzinger JV. (1990) Expectations, experiences,
wil zeggen, uiteindelijk maximaal één à twee A4-tjes.
and psychological outcomes of childbirth: a prospective study of 825
Niet alle mogelijk onderwerpen hoeven aan bod te komen,
women. Birth 17(1):15-24
alleen wat voor de individuele zwangere belangrijk is.
Kitzinger, S. (2000) Rediscovering birth. New York: pocket books.
Een geboorteplan kan dus ook vijf regels lang zijn. Een
Lamaze international. (2003). Promoting, protecting and supporting normal birth: Six position papers. Washington DC. www.lamaze.org
goede aanvulling is als de zwangere kort beschrijft hoe
Simkin, P. (1991) Just another day in a woman’s life? Women’s long-term
eventuele eerdere ervaringen waren en van waaruit
perceptions of their first birth experience. Part I. Birth 18(4):203-210
bepaalde wensen opgeschreven zijn. Dit kan natuurlijk ook aan de orde komen tijdens het bespreken van het geboorteplan. Het geschreven geboorteplan is een unieke kans om vrouwen te helpen hun persoonlijke doelen te bereiken. Het is een kans voor iedere verloskundige om zoveel mogelijk zorg op maat te geven. Voor alle professionals rond een bevalling moet het een uitdaging zijn om de
Cursus: Baringspijn vanuit een neurowetenschappelijk perspectief
Praktijk voor Verloskunde & Echoscopie Eric Smith, Aletta Karstens, Mirte v.d. Heuvel, Annelieke Paalvast en Jacco v.d. Vlugt
Wij zijn dringend opzoek naar een enthousiaste, flexibele en hardwerkende
nieuwe collega en/of waarneemster • Zin of onzin van baringspijn? • Van pijnvezels tot hersenen • Complexiteit van baringspijn • Stress, emotie en cognities • Analyse: coachen of doorsturen? • Eigen pijnspreekuur? • Kritische blik op de huidige situatie KNOV- accreditatie voor 21 punten Cursus data: 25.02., 4.03. en 21.03.2011 Inschrijven: www.stichtingiton.nl Locatie: Stichting ITON, Haarlem Of bel: 023-5341641 Schrijf je in en wordt een baringspijn-expert!
voor de invulling van een zwangerschapsverlof (janmei, evt aansluitend de zomerperiode) en het vertrek van een collega per 1 januari 2011.
Wij zijn een redelijk drukke randstad praktijk met 390 zorgeenheden per jaar. Alle eerstelijns echoscopische onderzoeken worden binnen onze praktijk uitgevoerd. Voor een nieuwe collega is ervaring in de echoscopie meer dan welkom, maar géén vereiste. Wellicht ligt op dit vlak juist een unieke kans voor jou….. ? Is je interesse gewekt of heb je nog vragen, neem dan contact op met Aletta Karstens-v.d. Neut.
[email protected]
TvV december 2010 • KNOV
13
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 14
KNOV
Minimale veiligheidsnormen Wilma van Driel
Twee jaar geleden werd er in de Tweede Kamer de vraag gesteld of er voor de eerstelijns zorg eigenlijk wel minimale veiligheidsnormen waren. Mevrouw Sap van Groen Links wilde dit weten en de toenmalige Minister Klink vond het een gemis dat dit niet bekend was. Vandaar dat Minister Klink aan ‘het veld’ vroeg deze normen te formuleren.
5. de verloskundige garandeert de continuïteit van de
De KNOV is één van deze veldpartijen. Ook voor de
8. de verlostas en het zuurstof worden voor elke dienst
zorg voor haar cliënten; 6. de verloskundige kan 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikken over de cliëntendossiers waarin alle relevante en actuele medische en sociale gegevens zijn vastgelegd; 7. de verloskundige draagt zorg voor een optimale handhygiëne in overeenstemming met de standaard Hygiëne en Infectiepreventie;
eerstelijns verloskundigen moesten minimale veiligheidsnormen worden geformuleerd. De clou was om díe
gecontroleerd op compleetheid en werkzaamheid; 9. de verloskundige draagt er zorg voor dat alle
normen te pakken, die de absolute grens van het ontoe-
instrumenten, medicijnen en materialen die gebruikt
laatbare duidelijk maakten. Normen waarvan iedereen
worden (zonodig) steriel zijn en niet over de houd-
zegt: ‘Ja, logisch natuurlijk moet een verloskundige hier aan voldoen’. Inmiddels is een set van tien normen gemaakt. Deze
baarheidsdatum heen zijn; 10. de verloskundige draagt er zorg voor dat de benodigde apparatuur aanwezig is en voldoet aan actuele eisen
normen komen voort uit wat al lang bekend is: standpunten, standaarden, VIL, beroepsprofiel etc. Deze
Bronnen
normen zijn dit najaar door het bestuur van de KNOV
• Beleidsdocument Individueel Kwaliteitsregister
geaccordeerd. Vervolgens zijn zij gestuurd aan het Ministerie van VWS en zullen worden teruggekoppeld aan Minister Schippers. De onderstaande normen zijn voor de eerstelijns verloskunde opgesteld: 1. de verloskundige is ingeschreven in het BIG-register; 2. de verloskundige heeft in de lopende registratieperiode van vijf jaar tenminste 20 uur (gemiddeld 4 uur per jaar) deelgenomen aan de geaccrediteerde door de KNOV vastgestelde modules van vaardigheidstraining spoedeisende handelingen; 3. de verloskundige (of haar waarneemster) gaat direct
Verloskundigen (2006). KNOV, Utrecht. • Beroepscode van Verloskundigen (2009). KNOV, Utrecht. • De kern van de eerstelijns verloskunde; Beroepsprofiel van de verloskundige (2006). KNOV, Utrecht. • Een goed begin; Veilige zorg rond zwangerschap en geboorte (2009). Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, Utrecht. • Handreiking ‘Inhoud en beheer van de verlostas en zuurstofapparatuur’ (2010). KNOV, Utrecht • Verloskundig Vademecum; eindrapport van de Commissie Verloskunde van het College voor zorg-
na een noodoproep naar de cliënte toe of zorgt voor
verzekeringen (2003). College voor zorgverzekeringen,
andere snelle, adequate zorg;
2003.
4. de verloskundige (of haar waarneemster) is 24/7 bereikbaar en beschikbaar;
• Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (wet BIG) (1993). • Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst
Wilma van Driel is beleidsmedewerker kwaliteit
(WGBO) (1996). ■
De redactie van het Tijdschrift voor Verloskundigen wenst haar lezers prettige feestdagen en een voorspoedig 2011.
14
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 15
KNOV
De VGV adviseurs van de KNOV Inger Aalhuizen en Mieke Aitink
In februari 2010 hebben we u op de hoogte gebracht van de te ontwikkelen scholing Vrouwelijke Genitale Verminking (TVV 2010;2:8). In de nieuwsbrief van 20-05-2010 en in het TVV van juni 2010 hebben we een oproep gedaan aan verloskundigen voor scholing tot VGV adviseur.
dat deze kennis bij de meeste medici ontbreekt. Vanuit de Franse praktijk was er een voordracht van een arts die veel ervaring heeft op dit gebied, omdat daar allochtone meisjes uit risicogebieden routinematig gecontroleerd worden op de consultatiebureaus.
Wij hadden niet verwacht dat hier zoveel belangstelling voor zou zijn! De aanmeldingen waren overweldigend. Helaas hebben wij maar subsidie gekregen om uiteindelijk twaalf verloskundige adviseurs VGV te trainen. Veel verloskundigen hebben we dan ook moeten teleurstellen, de interesse voor VGV is in de beroepsgroep duidelijk aanwezig en in november 2011 kan iedereen zich scholen middels een e-learning programma VGV. Bij de selectie van verloskundigen is niet alleen gekeken naar expertise over het onderwerp, maar ook naar interesse en naar een landelijke spreiding van aankomende VGV adviseurs. Er is een groep van twaalf enthousiaste verloskundigen
Bovenste rij vlnr: Lisette Nolten, Ans van Teeffelen,
gevormd die de training inmiddels hebben gevolgd.
Bertine Gunnink, Janke de Vries, Karianne Brummelkamp,
De belangrijkste taak van de VGV adviseur is het onder-
Rebecca Vos, Anne de Raad
steunen van de collega verloskundigen in het land bij het
Onderste rij vlnr: Addie Koster, Liselotte Kweekel,
herkennen, registreren en verlenen van adequate zorg
Gea Vije, Marian Karssen, Dinky Aartsen
rond VGV. Verloskundigen kunnen een beroep doen op de expert voor advies en/of overleg.
Op 12 november was het vervolg en op 10 december
Daarnaast krijgen de adviseurs de taak verloskundige
komt nog een vervolg van de scholing voor de VGV
kringen te informeren over het herkennen en correct
adviseurs, die speciaal ontwikkeld is door de KNOV in
registreren van VGV.
samenwerking met Pharos, medewerkers van FSAN, GGD, gynaecologen en verloskundigen met expertise en
De kringen worden verdeeld over de twaalf adviseurs.
betrokkenheid bij dit onderwerp.
Ieder kring heeft een eigen VGV adviseur waar om ondersteuning gevraagd kan worden.
In januari 2011 zullen de VGV adviseurs met het informeren van de kringen beginnen. Zij zullen de kring-
Op vrijdag 15 oktober 2010 zijn de deelnemers aan de
voorzitter benaderen voor een afspraak om tijdens een
scholing tot VGV adviseur begonnen. De ministeries van
kringvergadering kennis te komen maken, informatie
VWS en Justitie, het Nederlands Forensisch Instituut en
over het project te geven en hun taak nogmaals toe te
Pharos hadden een Symposium georganiseerd over
lichten.
Vrouwelijke Genitale Verminking signalering en differentiële
In januari 2011 zal op de website van de KNOV een
diagnostiek in Den Haag.
speciale pagina worden gewijd aan het VGV project.
Doel van deze dag was om medici basiskennis te laten
De VGV adviseurs stellen zich daar aan jullie voor zodat
verwerven over het signaleren/herkennen van alle vormen
er bekend is wie er benaderd kan worden bij vragen
van vrouwelijke genitale verminking. Gebleken is namelijk
over VGV. ■
Inger Aalhuizen en Mieke Aitink zijn beleidsmedewerkers KNOV
TvV december 2010 • KNOV
15
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 16
KNOV
Vraag aan de Helpdesk Bewaartermijn medisch dossier Gemiddeld worden er zo’n tweehonderd vragen per maand gesteld aan de helpdesk. In deze rubriek wordt iedere keer een interessante, veelgestelde, opmerkelijke of ingewikkelde vraag behandeld. Deze maand: Het bewaren en vernietigen van medische gegevens.
Wijze van bewaren medische gegevens In de Handreiking Verslaglegging (KNOV, 2009) staat dat medische gegevens zowel digitaal als op papier kunnen worden vastgelegd. Indien de gegevens op elektronische wijze worden opgeslagen, geldt natuurlijk wel dat deze gedurende de bewaartermijn raadpleegbaar moet zijn, waardoor het
Bij een behandelingsovereenkomst in de zin van de Wet
voorstelbaar is dat er extra eisen gesteld moeten worden
op Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst (WGBO)
aan de elektronische gegevensopslag. Het is immers maar
geldt een wettelijke bewaartermijn van 15 jaar.
de vraag of de huidige manier van opslag zoals harddisk, CD of sticky over 15 jaar (of over 34 jaar!) nog steeds
Van uitzonderingen op de algemene bewaartermijn van
bruikbaar is. Technologische ontwikkelingen spelen hier
15 jaar is sprake bij:
een grote rol. Maar ook het besturingssysteem, de aan-
• goed hulpverlenerschap (art. 7:454, derde lid BW),of
schaf van een brandwerende opslagkast en het gebruik
• op verzoek van de patiënt of
van een externe server.
• belang van anderen.
Vernietiging Goed hulpverlenerschap
Na het verstrijken van de bewaartermijn moet het dossier
De medische gegevens kunnen langer bewaard worden
worden vernietigd. Een uitzondering op dit recht van de
indien dit redelijkerwijs voortvloeit uit de zorg van een
cliënt vormt het aanmerkelijk belang voor bijvoorbeeld
goed hulpverlener. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij
de zorgverlener zelf of familie van de cliënt. Dit kan het
(vermoedens van) kindermishandeling.
geval zijn wanneer de cliënt een gerechtelijke procedure
Voor dossiers met (een vermoeden van) kindermishande-
tegen de verloskundige heeft aangespannen of het belang
ling geldt dat deze bewaard dienen te worden tot het
van een familielid van de cliënt als er sprake is van een
betrokken kind 34 jaar is geworden. Dit is 15 jaar nadat
erfelijke ziekte.
het kind 18 jaar is geworden, zie hiervoor ook de tekst in
De zorgverlener doet er goed aan om de cliënt op de
de meldcode Kindermishandeling:
hoogte te stellen van het voornemen om de gegevens te vernietigen, als het woonadres van de cliënt zonder al te
‘In de praktijk start de bewaartermijn bij gegevens die
grote inspanningen is te achterhalen. Op dat moment
minderjarigen betreffen op het moment dat het betrokken
kan de cliënte aangeven dat de gegevens langer bewaard
kind 18 jaar wordt. Bewaring van gegevens uit de minder-
moeten worden of vragen om een afschrift. Omgekeerd
jarigheid vindt dus standaard plaats tot het 34ste levens-
kan de zorgverlener het belang van langer bewaren aan-
jaar. In deze Code is – althans voor dossiers die gegevens
geven als een cliënte haar gegevens wil laten vernietigen.
bevatten over (vermoedens van) kindermishandeling – bij die praktijknorm aansluiting gezocht.’
Wijze van vernietiging Over de wijze waarop een medisch dossier moet worden
Op verzoek van de patiënt
vernietigd, is geen ‘harde regel’ te geven. Van belang is de
De patiënt kan u verzoeken bepaalde medische gegevens
algemene regel dat u zorgvuldig met persoonsgegevens
langer dan 15 jaar te bewaren.
van anderen moet omgaan. Deze verantwoordelijkheid wordt groter naarmate de gevoeligheid van de gegevens
Belang van anderen
groter is. Met het oog hierop kan worden gesteld dat
Wanneer het gaat om erfelijke aandoeningen kunt u
vernietiging van de gegevens met behulp van een papier-
gegevens langer bewaren in het belang van het kind van
versnipperaar of via een in papierafvoer gespecialiseerd
uw cliënte. Ook kunt u de gegevens nog nodig hebben
bedrijf de aangewezen weg is. Een praktisch alternatief is
voor een juridische procedure, die de cliënt tegen u
dat u de gegevens niet vernietigt maar overdraagt aan
aangespannen heeft.
de patiënt, zodat die zelf verantwoordelijk wordt voor wat er met haar gegevens gebeurt. ■
16
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 17
WETENSCHAP
Te vroeg om vraagtekens te zetten bij Nederlandse verloskundige systeem* Ank De Jonge, Ben Willem Mol, Birgit Y Van der Goes, Jan G Nijhuis, Joris A Van der Post, Simone E. Buitendijk Met interesse hebben we de studie van Evers et al gelezen
foetale nood te laat heeft opgemerkt om nog te kunnen
over de perinatale mortaliteit en morbiditeit in de regio
verwijzen naar de tweedelijn omdat het kind op het punt
Utrecht, een van de 12 provincies in Nederland. Dit is de
stond geboren te worden, óf dat een overleden kind dus-
eerste studie ooit die heeft aangetoond dat er sprake is van
danig snel werd geboren waardoor de verloskundige niet
een hoger sterftecijfer bij bevallingen die zijn begonnen
op tijd aanwezig kon zijn in het huis van de moeder. Het
in de eerstelijn in vergelijking met de bevallingen in de
is verbazingwekkend dat beide situaties vaker voorkwa-
tweedelijn. Wij hebben ernstige zorgen over de toege-
men dan een verwijzing vóór de geboorte van het kind.
paste methodologie.
In de landelijke studie van Amelink vond slechts 5% van
Ten eerste: De titel suggereert dat het gaat om een prospectieve cohortstudie. Echter, de gehele risicopopulatie is retrospectief samengesteld en was gebaseerd op de postcodes van de regio van één academisch ziekenhuis. Alle intrapartum en neonatale sterftes in de ziekenhuizen en de eerstelijns verloskundige praktijken van dit gebied zijn geïncludeerd in de studie, maar mogelijk niet alle geboortes. Verloskundigen in praktijken aan de rand van het aangewezen gebied doen ook bevallingen in het aangrenzende gebied hiervan. Deze bevallingen zijn niet geïncludeerd in de studie, tenzij er sprake was van overlijden van het kind. Dit zorgt voor een kunstmatige stijging van het sterftecijfer.
de intrapartum sterfte plaats in de eerstelijn (AmelinkVerburg 2008). Deze discrepantie wekt de suggestie dat de bestudeerde populatie veel verschilt met de landelijke populatie. Gezien de beperkingen van de studie is de conclusie dat bevallingen die in de eerstelijn starten een hoger risico hebben op perinatale sterfte vanuit wetenschappelijk oogpunt te prematuur. De auteurs zeggen terecht dat de door hun gevonden uitkomsten onverwacht zijn en verder onderzocht moeten worden. Eerdere uitgevoerde auditstudies vonden geen relatie tussen het Nederlandse verloskundige systeem en onnodige perinatale sterfte (Wolleswinkel-van de Bosch ea 2002; Bais ea 2004). De
Ten tweede: De studie is slechts uitgevoerd in één regio
uitkomsten van het onderzoek van Evers’ studie vragen
in Nederland. Het intrapartum en neonatale sterftecijfer
dringend om een evaluatie van alle sterftegevallen in
was twee keer zo hoog in vergelijking met landelijke
deze studie. Daarbij is het ook van belang de perinatale
studies uitgevoerd onder vrouwen die bij de start van de
uitkomsten in andere regio’s te bekijken. Bij voorkeur
bevalling begeleid werden in de eerstelijn. (1.39 versus
zou dit moeten gebeuren door middel van een grote
0.65 en 0.52 per 1000) (Amelink-Verburg et al, 2008; De
landelijke prospectieve studie.
Jonge ea 2009). Alhoewel classificatiebias en onder-
De conclusie dat het Nederlandse verloskundige systeem
rapportage mogelijk een rol hebben gespeeld in deze
mogelijk bijdraagt aan het hogeperinatale sterfte cijfer mag
retrospectieve studies, is het onwaarschijnlijk dat de helft
niet worden getrokken op basis van deze studie alleen. ■
van alle sterfte gevallen zouden zijn gemist. In een andere prospectieve studie waarbij gekeken is naar perinatale
Referenties
sterfte, werden slechts 3,5% extra gevallen gevonden in
Amelink-Verburg MP, Verloove-Vanhorick SP, Hakkenberg RM, Veldhuijzen
vergelijking met de landelijk geregistreerde data (Wollewinkel-van den Bosch 2002).
IM, Bennebroek GJ, Buitendijk SE. Evaluation of 280,000 cases in Dutch midwifery practices: a descriptive study. BJOG 2008; 115(5):570- 578. Bais JM, Eskes M, Bonsel GJ. Determinanten van hoge Nederlandse perinatale sterfte onderzocht in een complete regionale cohort, 1990-1994.
Opvallend is dat in de studie van Evers et al 67% van alle kinderen die durante partu zijn overleden, geboren zijn in de eerstelijn. Dit betekent óf dat de verloskundige de
Ned Tijdschr Geneeskd 2004; 148(38):1873-1878. De Jonge A, Van der Goes BY, Ravelli AC, Amelink-Verburg MP, Mol BW, Nijhuis JG et al. Perinatal mortality and morbidity in a nationwide cohort of 529,688 low-risk planned home and hospital births. BJOG 2009; 116(9):1177-1184.
De titel van het oorspronkelijke artikel luidde ‘Too early to
Wolleswinkel-van den Bosch JH, Vredevoogd CB, Borkent-Polet M, van EJ, Fetter WP, Lagro-Janssen TL et al. Substandard factors in perinatal care in
question effectiveness of Dutch maternity care system’;
The Netherlands: a regional audit of perinatal deaths. Acta Obstet
www.bmj.com, 3 november 2010
Gynecol Scand 2002; 81(1):17-24.
TvV december 2010 • KNOV
17
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 18
WETENSCHAP
Zwangerschapsuitkomsten en zorgbehoeften bij asielzoeksters Simone Goosen, Irene E.A. van Oostrum, Marie-Louise Essink-Bot
Onder asielzoeksters in Nederland is de maternale mortaliteit een veel hoger dan in de algemene bevolking, zo vonden wij bij eerder onderzoek naar sterfte en doodsoorzaken onder asielzoekers in Nederland (relatief risico (RR): 10,1; 95%-BI: 8,0-12,8)[1]. Deze bevinding was gebaseerd op 3 gevallen van maternale sterfte en moet dus voorzichtig worden geïnterpreteerd, maar past bij het internationale beeld dat asielzoeksters een kwetsbare groep zijn voor wat betreft hun seksuele en reproductieve gezondheid[2]. De gevonden maternale mortaliteit en daaruit voortkomende beleidsvragen waren aanleiding om middels literatuuronderzoek meer inzicht te krijgen in zwangerschapsuitkomsten en zorgbehoeften bij asielzoeksters.
Tabel 1. Aantal vrouwelijke asielzoeksters in de leeftijdsgroep 15-49 jaar op 1 januari 2010 en totaal aantal geboortes in 2009 in de centrale opvang asielzoekers naar land van herkomst
Asielzoekers zijn ‘personen die om uiteenlopende redenen hun land van herkomst hebben verlaten, asiel hebben aangevraagd in een opvangland en in afwach-
Om na te gaan of specifieke aandacht nodig is voor het
ting zijn van het besluit op hun asielverzoek’
optimaliseren van de zorg rondom zwangerschap en
(www.unhcr.org.au/basicdef.shtml). In Nederland worden
bevalling bij asielzoeksters in Nederland, en zo ja, wat er
asielzoekers opgevangen door het Centraal Orgaan
nodig is, voerden wij een literatuurstudie uit met als
Opvang Asielzoekers. Op 1 januari 2010 maakten 5100
doelstelling het in kaart brengen van: a) zwangerschaps-
vrouwelijke asielzoeksters in de leeftijd van 15-49 jaar
uitkomsten en risicofactoren onder asielzoeksters in
gebruik van de centrale opvang asielzoekers (tabel 1).
westerse landen, b) ervaren zorgbehoeften van zwangere
In 2009 werden in totaal 669 kinderen geboren uit asiel-
asielzoeksters en c) aanbevelingen voor de zorg voor
zoeksters. Asielzoeksters behoren tot de groep ‘vrouwen
zwangere asielzoeksters.
in achterstandssituaties’, die volgens de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte specifieke en intensieve
Methode
aandacht behoeft bij de zorg rond zwangerschap en
Met behulp van Ovid SP 2010 zochten we in de literatuur-
geboorte [Stuurgroep Zwangerschap en geboorte, 2009].
databases Medline, Embase en PsycInfo over de periode 1995-maart 2010. Er werd gezocht met de volgende
Drs. S. Goosen, epidemioloog (tevens: Academische Medisch
zoekterm: ‘refugee’ AND (‘pregnancy’ OR ‘maternal’ OR
Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Sociale Geneeskunde,
‘perinatal’ OR ‘stillbirth’ OR ‘midwifery’). De zoekterm
Amsterdam); dr. I.E.A. van Oostrum, epidemioloog, Academisch
‘refugee’ werd gekozen omdat deze breder is dan
Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Sociale
‘asylum seeker’ maar soms wel wordt gebruikt voor
Geneeskunde, Amsterdam; Dr. M.-L. Essink-Bot, arts Maatschappij
asielzoekers.
en Gezondheid en epidemioloog.
De zoekactie leverde 239 publicaties op. Hieruit selec-
Contactpersoon: drs. S. Goosen (
[email protected]).
teerden wij handmatig wetenschappelijke publicaties gebaseerd op primaire dataverzameling of meta-analyse
Dit artikel is eerder gepubliceerd en met toestemming over-
over a) zwangerschapsuitkomsten bij asielzoeksters in
genomen: Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A2318
westerse opvanglanden, of b) ervaren zorgbehoefte bij
18
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:03
Pagina 19
WETENSCHAP asielzoeksters in westerse opvanglanden. Wij vonden
de Medische Opvang Asielzoekers (MOA) over 2006-
enkele publicaties waarvan de titel suggereerde dat ze
2008; de resultaten hiervan zijn meegenomen in dit
over asielzoeksters gaan, maar die bij bestudering geen
literatuuroverzicht. Van de onderzoekers van de ‘lande-
onderscheid bleken te maken naar verblijfsstatus. Deze
lijke studie naar etnische determinanten van maternale
werden niet meegenomen.
morbiditeit in Nederland’ (LEMMoN) kregen we gegevens
Verder zochten we met behulp van Google (UK, zoek-
over ernstige maternale morbiditeit bij asielzoeksters in
termen ‘refugees’ of ‘asylum seekers’ in combinatie met
Nederland[5,6]. Er werd 1 buitenlands rapport gevonden
‘pregnancy’ of ‘maternity care’) naar ‘grijze’ literatuur.
waarin specifieke uitspraken over maternale mortaliteit
Nederlandse publicaties en rapporten werden gezocht in
bij asielzoeksters werden gedaan[7]. Voor zorgbehoeften
Nederlandse vaktijdschriften (Nederlands Tijdschrift voor
werden 6 artikelen en 5 rapporten geïncludeerd[8-18].
Geneeskunde, Tijdschrift voor Verloskundigen, Nederlands Tijdschrift voor Obstetrie & Gynaecologie en Tijdschrift
Zwangerschapsuitkomsten en risicofactoren
voor Gezondheidswetenschappen), door middel van
In Nederland registreerde de MOA in de periode 2002-
Picarta en in de literatuurverzamelingen van de auteurs.
2005 3 gevallen van maternale sterfte onder asielzoek-
In de resultatensectie beschrijven we naast onderzoeks-
sters op een totaal van 4327 geboortes[1]. De moeder-
resultaten ook de aanbevelingen die de auteurs van de
sterfte onder asielzoeksters was met 69,3 per 100.000
oorspronkelijke publicaties doen op grond van hun onder-
geboortes veel hoger dan in de totale Nederlandse
zoeksresultaten, voor zover relevant voor de Nederlandse
bevolking (RR: 10,1; 95%-BI: 8,0-12,8). Tijdens een
situatie. Deze hebben we geordend naar de thema’s uit
eerdere en tijdens de recentste registratieperiode (1998-
het advies ‘Een goed begin’ van de Stuurgroep
1999 en 2006-2008) werd 1 geval van moedersterfte
Zwangerschap en Geboorte .
gerapporteerd. De maternale sterftecijfers waren in de
[3]
twee periodes respectievelijk 39,9 en 61,2 per 100.000
Resultaten
levendgeborenen[4].
Omvang empirische informatie
Het aantal gevallen van perinatale sterfte dat de MOA
We vonden 2 artikelen die perinatale en maternale
registreerde in de periode 2006-2008 was 19.
mortaliteitsindicatoren rapporteren specifiek voor asiel-
Waarschijnlijk werden niet alle gevallen van doodgeboorte
zoeksters in Nederland [1,4]. Tijdens de literatuurstudie
gemeld. De perinatale sterfte was 11,6/1000 levend-
voerden we de analyse uit van de sterfteregistratie van
geborenen. Dit is 2 maal zo hoog als voor de Nederlandse
Doel
maternale morbiditeit. De studies betroffen echter
Nagaan of specifieke aandacht nodig is voor het
kleine aantallen. Kwalitatieve studies lieten zien
verbeteren van de zorg voor zwangere asielzoek-
dat zwangere asielzoeksters behoefte hadden aan:
sters door het in kaart brengen van zwangerschaps-
a) informatie over zwangerschap en gezondheids-
uitkomsten, risicofactoren en zorgbehoeften van
zorg in het opvangland; b) zorgverleners die
zwangere asielzoeksters in Nederland en andere
aandacht hebben voor hun problemen; en c)
westerse opvanglanden.
moedergroepen voor sociale contacten en
Opzet
informatie- uitwisseling.
Literatuurstudie.
Conclusie
Methode
Er is specifieke aandacht nodig voor het verbeteren
In Medline, Embase en PsycInfo werd gezocht
van de zorg voor zwangere asielzoeksters, omdat
naar empirisch onderzoek over zwangerschap en
de schaarse studies suggereren dat asielzoeksters
bevalling specifiek voor asielzoeksters in westerse
een verhoogd risico lopen op perinatale sterfte,
opvanglanden, gepubliceerd sinds 1995.
maternale sterfte en ernstige maternale morbi-
Nederlandse studies werden gezocht met behulp
diteit. Er is meer inzicht nodig in de risicofactoren
van Picarta en in de verzamelingen van de auteurs.
en kwaliteit van zorg voor zwangere asielzoeksters.
Met Google werd grijze literatuur gezocht.
De bestudeerde publicaties bevatten aanbevelingen
Resultaten
voor een betere aansluiting van de zorg op de
Gepubliceerde empirische studies over zwanger-
zorgbehoeften. De aanbevelingen betreffen
schapsuitkomsten specifiek voor asielzoeksters
informatievoorziening, culturele competenties van
waren schaars en alleen afkomstig uit Nederland.
zorgverleners, het identificeren van risicofactoren,
De studies wezen op verhoogde risico’s op
ketensamenwerking, continuïteit van zorg en het
perinatale en maternale mortaliteit en ernstige
organiseren van moedergroepen.
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 20
WETENSCHAP bevolking (RR: 2,0; 95%-BI: 1,3-3,1), maar gezien de
ben om over deze ervaringen te zwijgen, maar wel
onderrapportage is het relatieve risico eigenlijk nog
behoefte hebben aan een context om er over te
hoger. In eerdere registratieperiodes (1998-1999 en
praten[12]. Vrouwelijke genitale verminking wordt relatief
2002-2005) was de perinatale sterfte vergelijkbaar met
vaak gezien bij asielzoeksters uit risicolanden, zoals
de Nederlandse bevolking. Ook hier was volgens de
Somalië, Soedan, en Guinée[13]. De vrouwen zelf ervaren
onderzoekers sprake van onderrapportage .
hun besnijdenis niet altijd als een gezondheidsprobleem
De LEMMoN studie vond 40 gevallen van ernstige mater-
in relatie tot hun zwangerschap, omdat ze uit landen
nale morbiditeit (gedefinieerd als onder andere uterus-
komen waar het merendeel van de vrouwen besneden is,
ruptuur, eclampsie, ernstige fluxus) bij asielzoeksters in
en uiten daarom geen bijzondere zorgbehoeften[14].
[1-4]
Nederland in de periode augustus 2004-augustus 2006 (schriftelijke mededeling J. Zwart, 2010)[5,6]. Dit betekent
Buitenlandse artikelen
een incidentie van 31 per 1000 bevallingen, 4,5 keer zo
Uit het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Griekenland en
hoog als voor de Nederlandse populatie (RR: 4,5; 95%-
Australië waren artikelen en rapporten afkomstig over de
BI: 3,3–6,1) en 3,6 keer zo hoog als voor niet-westerse
ervaren zorgbehoeften van zwangere asielzoeksters. In
migranten vrouwen (RR: 3,6; 95%-BI: 2,6-5,0).
deze publicaties werd benadrukt dat het essentieel is de
Voor Groot-Brittannië concludeerde de Confidential
taalbarrière te slechten door het inzetten van professio-
Enquiry into Maternal and Child Health (CEMACH, 2003-
nele tolken[15-18]. Ook het belang van lichaamstaal werd
2005) dat voor asielzoeksters het risico op maternale
benadrukt[15]. Onderzoek in Ierland wees op de zorgwek-
sterfte verontrustend hoog was[7]. De bestudeerde publi-
kende emotionele situatie en het ontbreken van steun uit
caties gaven geen kwantitatief inzicht in risicofactoren.
sociale netwerken[16]. Een longitudinaal casusonderzoek, uitgevoerd in Londen, beschreef het belang van het her-
Ervaren zorgbehoeften en benodigde competenties
kennen en erkennen van de positieve copingfactoren van
in de zorg
asielzoeksters en het ondersteunen van hun kracht en
Uit diepte-interviews met 4 zwangere asielzoeksters in
weerbaarheid[17]. Volgens de onderzoekers waren een
Nederland bleek dat deze vrouwen de volgende zorg-
empathische houding en culturele sensitiviteit bij zorg-
behoeften hadden: tijdige informatie over het zorgsysteem,
verleners essentieel. In een andere studie in London
positieve communicatie, het overwinnen van de taal-
gaven zorgverleners aan dat zij informatie over de con-
barrière en het ontwikkelen van sociale netwerken
text van de doelgroep en goed voorlichtingsmateriaal
[Ascoly N et al., 2001]. Discontinuïteit van zorg door
nodig hadden[15]. Verder werd goede ketensamenwerking
overplaatsingen, beperkte consulttijd, beperkte financiële
binnen en tussen de eerste en tweede lijn beschouwd als
middelen en de asielprocedure werden genoemd als
essentieel voor verbetering van verwijzingen en informa-
belemmerende factoren. Overigens benadrukten de
tieoverdracht[15].
onderzoekers ook de kracht en vindingrijkheid van asielzoeksters.
Aanbevelingen uit de literatuur
Het verslag van een focusgroepgesprek met 11 asielzoek-
Tabel 2 geeft een overzicht van de aanbevelingen uit de
sters in 1 asielzoekerscentrum rapporteerde als ervaren
literatuur, ingedeeld naar relevant geachte thema’s uit
zorgbehoeften: informatie over zwangerschap en gezond-
het advies ‘Een goed begin’ en uitgesplitst naar aan-
heidszorg, zorgverleners die luisteren en stress serieus
bevelingen specifiek voor vrouwen in achterstands-
nemen, en de mogelijkheid om deel te nemen aan
situaties[3].
zwangerschaps- of moedergroepen om ervaringen te delen en contacten te leggen[9].
Beschouwing
Nederlands onderzoek wijst op specifieke behoeften bij
De beschikbare gegevens suggereren dat asielzoeksters
bepaalde risicofactoren die bij asielzoeksters relatief vaak
een verhoogd risico lopen op perinatale en maternale
voorkomen, namelijk infectie met hiv, ervaring met
mortaliteit en ernstige maternale morbiditeit. Zwangere
seksueel geweld en vrouwelijke genitale verminking. Hiv-
asielzoeksters ervaren naast de zorgbehoeften die zij delen
geïnfecteerde zwangere asielzoeksters hadden behoefte
met andere zwangere vrouwen, ook zorgbehoeften die
aan kennis over hiv en behandelingsmogelijkheden, aan
samenhangen met hun asielstatus, verblijf in de centrale
meer privacy zodat hun hiv-status niet algemeen bekend
opvang en recente migratie.
zou worden en aan sociale contacten . Ervaringen met
Een beperking van dit literatuuroverzicht is dat er weinig
seksueel geweld komen vaak voor als gevolg van de
empirische gegevens over zwangerschapsuitkomsten zijn
kwetsbaarheid van vrouwen in oorlogssituaties en tijdens
die specifiek zijn voor asielzoeksters. Het aantal ongunstige
de vlucht[11]. Onderzoek laat zien dat vrouwen die
zwangerschapsuitkomsten (‘adverse events’) is klein. Er is
seksueel geweld hebben meegemaakt de neiging heb-
meer onderzoek nodig naar de incidentie van ongunstige
[10]
20
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 21
WETENSCHAP Tabel 2. Aanbevelingen voor de zorg voor zwangere asielzoeksters, ingedeeld naar algemene thema’s en aandachtspunten voor zwangerschap in achterstandssituaties3
zwangerschapsuitkomsten en risicofactoren bij asielzoek-
uit het rapport ‘Een goed begin’ (zie tabel 2). Onderzoek
sters. Hiervoor zou zoveel mogelijk gebruik moeten worden
naar de mate waarin de aanbevelingen van de
gemaakt van gegevens uit bestaande registraties, zoals
Nederlandse studies geïmplementeerd zijn in de praktijk,
de perinatale registratie Nederland (www.perinatreg.nl).
viel buiten deze literatuurstudie. Dat onderzoek is wel
Om meer inzicht te krijgen in specifieke risicofactoren,
wenselijk, mede omdat het zorgsysteem voor asielzoekers
onderliggende doodsoorzaken en de kwaliteit van zorg
in Nederland per 1 januari 2009 is veranderd (tabel 3).
bij asielzoeksters, zou een landelijke thematische audit kunnen worden uitgevoerd (www.perinataleaudit.nl).
Het kwantitatieve bewijs voor een verhoogd risico op
Vanwege de kleine aantallen kan worden overwogen
ongunstige zwangerschapsuitkomsten is weliswaar
ook audits te doen voor een aantal zwangerschappen
beperkt van omvang, maar de uitkomsten sluiten aan bij
waarbij sprake is van ernstige morbiditeit.
wat verwacht mag worden op basis van inzicht in risico-
De zorgbehoeften van de asielzoeksters blijken deels te
factoren bij vrouwen uit de herkomstlanden en -regio’s
worden bepaald door de asielcontext en het zorgsysteem
van asielzoeksters. Dat kan worden afgeleid uit studies
in het opvangland. Desondanks vonden we grote overeen-
die niet werden meegenomen in de resultaten van dit
komsten in ervaren zorgbehoeften. Deze waren goed
literatuuronderzoek omdat ze geen onderscheid maakten
onder te brengen onder de thema’s en aandachtspunten
naar verblijfsstatus[5,7,21-25]. Het betreft risicofactoren aan TvV december 2010 • KNOV
21
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 22
WETENSCHAP gebaseerd op onderzoek onder praktijkverpleegkundigen
Tabel 3. Overzicht van de gezondheidszorg voor asielzoekers in Nederland
van de MOA[27]. De vergaande aanbeveling van de Britse CEMACH om alle zwangere asielzoeksters een uitgebreid onderzoek naar risicofactoren aan te bieden, namen we niet over omdat de onderbouwing hiervan voor de Nederlandse situatie ontbreekt. In plaats daarvan werd het advies overgenomen van de Commissie Maternale Sterfte van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), dat ook tot doel heeft de signalering van risicofactoren te verbeteren[28].
Conclusie Er is specifieke aandacht nodig voor het verbeteren van de zorg voor zwangere asielzoeksters, omdat ze een verhoogd risico hebben op ongunstige zwangerschapsuitkomsten en specifieke zorgbehoeften hebben. Wij vonden concrete aanbevelingen voor zorgverleners om beter te kunnen voorzien in de zorgbehoeften van zwangere asielzoeksters. Centraal daarin staat dat zorgverleners over culturele competenties moeten beschikken om zwangere asielzoeksters de juiste vragen te stellen, de antwoorden te interpreteren en de benodigde informatie te verschaffen om zwangere asielzoeksters adequaat te ondersteunen bij zwangerschap en bevalling. Andere aanbevelingen voor zorgverleners betreffen de zijde van de vrouwen, zoals slechte algemene gezond-
het verstrekken van informatie over zwangerschap en het
heid, ondervoeding, vrouwelijke genitale verminking,
Nederlandse zorgsysteem, het identificeren van risico-
psychische problemen
, gebrekkige kennis over
factoren en continuïteit van zorg.
[6,25]
gezondheid en de gezondheidszorg[6], beperkte sociale
Ook beleidsmakers en beroepsorganisaties in de zorg- en
netwerken , laat contact opnemen met zorgverleners ,
opvangketen kunnen bijdragen door voorwaarden te
en weigeren van spoedkeizersnede[14]. Maar het betreft
scheppen voor goede zorg. Dit kan bijvoorbeeld door het
ook zorgfactoren zoals het niet gebruiken van tolken ,
bevorderen van culturele competenties bij zorgverleners,
het niet gesignaleerd hebben van aanwezige gezond-
bereikbaarheid en continuïteit van zorg, ketenafspraken,
heidsproblemen en risicofactoren , en discontinuïteit in
beschikbaarheid van professionele tolken en gericht
de zorg bij overplaatsingen[6,7].
wetenschappelijk onderzoek, door overplaatsingen te
De behoeften van zwangere asielzoeksters kunnen wor-
beperken en mogelijkheden te creëren voor zwanger-
den ingedeeld naar a) informatie over zwangerschap en
schapsgroepen voor asielzoeksters.
gezondheidszorg in het opvangland; b) zorgverleners die
Zowel de praktijk als het beleid kunnen bijdragen aan
aandacht hebben voor hun (psychische) problemen en
het beperken van de risicofactoren voor zwangere asiel-
[6]
[14]
[14]
[7]
c) moedergroepen voor sociale contacten en informatieuitwisseling. Ook komt in alle studies naar voren dat zorgverleners over culturele competenties moeten beschikken. De aanbevolen competenties passen in grote lijnen binnen het raamwerk culturele competenties (tabel 4)[26]. Specifiek voor de zorg voor zwangere asielzoeksters is dat zorgverleners moeten beschikken over kennis van de situatie in de herkomstlanden en tijdens de vlucht, van de asielprocedure en van de voorzieningen in de opvang. Deze specifieke aspecten komen overeen met een bredere beschrijving van culturele competenties die noodzakelijk zijn in de zorg voor asielzoekers; die beschrijving is 22
TvV december 2010 • KNOV
Tabel 4. Raamwerk culturele competenties voor zorgverleners26
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 23
WETENSCHAP 8. Ascoly N, van Halsema I, Keysers L. Refugee women, pregnancy, and
zoeksters, zodat ook zij een zo groot mogelijke kans
reproductive health care in the Netherlands. J Refug Stud. 2001;14:371-
hebben op een gezonde zwangerschap en bevalling.
93. doi:10.1093/jrs/14.4.371 9. Medische Opvang Asielzoekers. Methodiek voor het ontwikkelen van
Leerpunten • Het lijkt erop dat moedersterfte en perinatale sterfte
ketenrichtlijnen gezondheidszorg asielzoekers. Utrecht: GGD Nederland; 2006GGD Kennisnet. 10. Timmer-van Noordenburg CJ, Tiesinga LJ, De Groot F, Jansen GJ.
vaker voorkomen bij zwangere asielzoeksters dan in de
Gezondheidsgerelateerde problemen bij hiv-geïnfecteerde zwangere asiel-
algemene bevolking.
zoekers. Tijdschr Gezondheidswetenschappen. 2008;86:102-7.
• Ook ernstige maternale morbiditeit komt vaker voor bij
11. United Nations High Commissioner for refugees. Sexual and genderbased violence against refugees, returnees and internally displaced per-
zwangere asielzoeksters dan in de algemene bevolking
sons; guidelines for prevention and response. Geneva: UNHCR, 2003.
en ook vaker dan bij niet-westerse allochtone vrouwen
12. Tankink M. Vluchtelingenvrouwen met ervaringen van seksueel
in Nederland. • Goede informatie over zwangerschap en het Nederlandse
geweld; Zwijgen als gezondheidsstrategie. Bijblijven. 2009;25:44-50. doi:10.1007/BF03087644 13. Korfker D, Rijnders M, Detmar S. Retrospectief onderzoek naar de
zorgsysteem, het identificeren van specifieke risico-
prevalentie van Vrouwenbesnijdenis of VGV (Vrouwelijke Genitale
factoren bij de zwangere en continuïteit van de zorg bij
Verminking) in de verloskundigenpraktijk in 2008. Leiden: TNO; 2009.
overplaatsingen zijn nodig om de zorgverlening aan zwangere asielzoeksters te verbeteren. • Zorgverleners moeten over zogenoemde ‘culturele competenties’ beschikken om zwangere asielzoeksters adequate zorg te kunnen bieden.
14. Essén B, Johnsdotter S, Hovelius B, et al. Qualitative study of pregnancy and childbirth experiences in Somalian women resident in Sweden. BJOG. 2000;107:1507-12 Medline. doi:10.1111/j.14710528.2000.tb11676.x 15. Gaudion A, Allotey P. Maternity care for asylum seekers and refugees in Hillingdon: A needs assessment. Uxbridge: Centre for Public Health Research, Brunel University; 2008. 16. Kennedy P, Murphy-Lawless J. The maternity care needs of refugee
Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers stelde de bezettingsgegevens van de centrale opvang beschikbaar;
and asylum seeking women in Ireland. Fem Rev. 2003;73:39-53. doi:10.1057/palgrave.fr.9400073 17. Briscoe L, Lavender T. Exploring maternity care for asylum seekers and
Joost J. Zwart stelde de resultaten van de LEMMoN-
refugees. British Journal Midwifery. 2009;17:17-23.
studie beschikbaar. Marianne P Amelink-Verburg,
18. Nabb J. Pregnant asylum-seekers: perceptions of maternity service
Franka Cadée, Ank de Jonge, Hennie Nijsingh,
provision. Royal College of Midwives-Evidence-Based Midwifery. decem-
Relinde van der Stouwe, Kirsten Slinger, Karien Stronks,
ber 2006 (epub).Health Publications 19. De Jong K. Taalproblemen? Bel TVcN. Tijdschr Verloskundigen.
Quita Waldhober, Hajo IJ. Wildschut en Joost O.M.
2010;35:43-4.
Zaat droegen bij aan dit artikel.
20. Cadée F, van der Stouwe R. Zorg voor zwangere asielzoeksters;
GGD Nederland, afd. Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers, Utrecht. ■
Nieuwe afspraken. Tijdschr Verloskundigen 2010;35:8-10. 21. Gagnon AJ, Zimbeck M, Zeitlin J. ROAM Collaboration. Migration to western industrialised countries and perinatal health: A systematic review. Soc Sci Med. 2009;69:934-946 Medline.
Literatuur
doi:10.1016/j.socscimed.2009.06.027
1. Van Oostrum IE, Goosen S, Uitenbroek D, Koppenaal H, Stronks K.
22. Gissler M, Alexander S, Mac-Farlane A, et al. Stillbirths and infant
Mortality and causes of death among asylum seekers in the Netherlands.
deaths among migrants in industrialized countries. Acta Obstet Gynecol
J Epidemiol Community Health. 1 juni 2010 (epub, ter
Scand. 2009;88:134-48 Medline. doi:10.1080/00016340802603805
perse)doi:10.1136/jech.2009.087064 Medline.
23. Small R, Gagnon A, Gissler M, et al. Somali women and their preg-
2. United Nations Population Fund. State of the world population 2006; a
nancy outcomes post-migration: data from six receiving countries. BJOG.
passage to hope, women and international migration. New York: UNFPA,
2008;115:1630-40 Medline. doi:10.1111/j.1471-0528.2008.01942.x
2006.
24. Carolan M. Pregnancy health status of sub-Saharan refugee women
3. Stuurgroep zwangerschap en geboorte. Een goed begin; Veilige zorg
who have resettled in developed countries: a review of the literature.
rond zwangerschap en geboorte. Den Haag: Stuurgroep zwangerschap
Midwifery. 2010;26:407-14.doi:10.1016/j.midw.2008.11.002 Medline.
en geboorte; 2009.Ministerie VWS
25. Essén B, Bodker B, Sjoberg NO, et al. Are some perinatal deaths in
4. Koppenaal H, Bos CA, Broer J. Hoge sterfte door infectieziekten en
immigrant groups linked to suboptimal perinatal care services? BJOG.
niet-natuurlijke doodsoorzaak onder asielzoekers in 1998-1999. Ned
2002;109:677-82 Medline.
Tijdschr Geneeskd. 2003;147:391-5 Medline.
26. Suurmond J, Seeleman C, Rupp I, Goosen S, Stronks K. Cultural com-
5. Zwart JJ, Richters JM, Öry F, de Vries JIP, Bloemenkamp KWM, van
petence among nurse practitioners working with asylum seekers. Nurse
Roosmalen J. Ernstige maternale morbiditeit tijdens, zwangerschap, beval-
Educ Today. 2010;30:821-26. doi:10.1016/j.nedt.2010.03.006 Medline.
ling en kraambed in Nederland. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B113.
27. Seeleman C, Suurmond J, Stronks K. Cultural competence: a concep-
6. Zwart JJ, Jonkers MD, Richters A, et al. Ethnic disparity in severe acute
tual framework for teaching and learning. Med Educ. 2009;43:229-37
maternal morbidity: a nationwide cohort study in the Netherlands. Eur J
Medline. doi:10.1111/j.1365-2923.2008.03269.x
Public Health. 3 juni 2010 (epub, ter perse). doi:10.1093/eurpub/ckq046
28. Schutte JM, Steegers EAP, Schuitemaker NWE, et al. The Netherlands
Medline.
Maternal Mortality Committee. Rise in maternal mortality in the
7. Lewis G (ed). The Confidential Enquiry into Maternal and Child Health
Netherlands. BJOG. 2010;117:399-406 Medline. doi:10.1111/j.1471-
(CEMACH). Saving mothers’ lives: reviewing maternal deaths to make
0528.2009.02382.x
motherhood safer, 2003-2005. The Seventh Report on Confidential Enquiries into Maternal Deaths in the United Kingdom. London: CEMACH; 2007.
TvV december 2010 • KNOV
23
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 24
WETENSCHAP
Hoge babysterfte niet door thuisbevalling Geen premature conclusies trekken over hoge perinatale sterfte Jan Nijhuis, Simone Buitendijk, Ben Willem Mol, Ank de Jonge Nederland heeft in vergelijking met andere Europese
Wat wisten we al?
landen een hoge perinatale sterfte. De politiek en het veld vinden deze slechte Nederlands positie onacceptabel en hebben maatregelen ter verbetering aangekondigd. Inmiddels heeft de Stuurgroep
• Nederland heeft een hoge perinatale sterfte in vergelijking met andere Europese landen. • Nederland is het enige westerse land waar
Zwangerschap en Geboorte advies uitgebracht aan de
op grote schaal thuisbevallingen plaats-
minister van VWS en is ZonMw begonnen met het
vinden.
definiëren van een onderzoeksagenda. Deze agenda is
• Uit eerder onderzoek van deze auteurs
gebaseerd op een inventarisatie door het Erasmus MC
bleek dat de perinatale sterfte even hoog is
van kennishiaten in het Nederlandse systeem van verlos-
bij vrouwen met geplande thuisbevallingen
kundige zorg, en op de wetenschapsagenda’s van de
als bij vrouwen met geplande ziekenhuis-
beroepsgroepen.
bevallingen.
Een van de items die daarbij steeds weer ter discussie
• Critici zeiden dat deze groepen vrouwen
staat, is de thuisbevalling. Omdat Nederland het enige
niet vergelijkbaar waren, waardoor de
westerse land is waar de thuisbevalling op grote schaal
thuisbevalling er te rooskleurig uitkwam.
plaatsvindt, en omdat de perinatale sterfte in Nederland relatief hoog is, wordt bij het zoeken naar verklaringen
Wat is nieuw?
voor de hoge sterfte regelmatig de thuisbevalling als een
• ln een subgroep van het eerdere onderzoek
van de belangrijke oorzaken aangewezen. Het is de
van vrouwen met een laag risico is er ook
vraag of dat terecht is.
geen verschil meetbaar tussen vrouwen die hun bevalling thuis hadden gepland of in
Risicoprofiel
het ziekenhuis. De uitkomsten op sterfte,
Vorig jaar publiceerden wij in British Journal of Obstetrics
neonatale ic-opname of apgarscore lager
and Gynaecology een analyse van de Nederlandse
dan 7 na 5 minuten waren gelijk.
geboortecijfers in de periode 2000-2006 [de Jonge A et
• Een geplande bevalling thuis gaf daarnaast
al., 2009]. Wij vergeleken uitkomsten van de eerstelijns-
een significant lagere kans op een keizer-
bevalling bij vrouwen die ervoor hadden gekozen om
snede of een vaginale kunstverlossing ten
thuis te bevallen met die van vrouwen die kozen voor
opzichte van een geplande poliklinische
een zogenaamde poliklinische bevalling, een bevalling in
bevalling.
prof. dr. B.W.J. Mol, hoogleraar obstetrie en gynaecologie, AMC, Amsterdam; dr. A. de Jonge, verloskundige en epidemioloog,
het ziekenhuis onder leiding van een verloskundige.
VUmc, Amsterdam; prof. dr. J.G. Nijhuis, hoogleraar obstetrie en
Wij vonden geen verschillen in perinatale sterfte tussen
gynaecologie, Maastricht UMC; prof. dr. S.E. Buitendijk, hoogleraar
vrouwen die aan het begin van de bevalling de intentie
eerstelijnsverloskunde en ketenzorg, AMC, Amsterdam
hadden thuis te bevallen en vrouwen die de intentie had-
Correspondentieadres:
[email protected]
den met de verloskundige in het ziekenhuis te bevallen. Gynaecoloog in opleiding Manders en collega’s conclu-
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Medisch Contact 2010, nr, 45
deerden vorig jaar in Medisch Contact dat vrouwen die
en met toestemming van de redactie overgenomen.
tijdens een thuisbevalling toch naar het ziekenhuis
De relatief hoge perinatale sterfte in Nederland is zorgelijk.
moeten, daar relatief veel nadeel van ondervinden
Sommigen stellen de thuisbevalling hiervoor verantwoordelijk.
[Manders KC et al., 2009].2 Ze hadden meer behoefte
Een analyse van geboortecijfers wijst echter anders uit.
aan pijnstilling, kregen vaker een kunstverlossing en
24
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 25
WETENSCHAP waren het minst tevreden over hun bevalling. Meer
geplande thuisbevallingen en geplande poliklinische
recentelijk werd ons artikel bekritiseerd, omdat de groepen
bevallingen.
die wij vergeleken een ongelijk risicoprofiel zouden heb-
Vervolgens analyseerden wij ook het aantal keizersnedes
ben, waardoor de thuisbevalling onterecht even veilig
uitgevoerd in verband met foetale nood of het niet vor-
zou lijken als de poliklinische[ Bonsel, GJ et al., 2010].
deren van de baring en het aantal vaginale kunstverlossingen verricht vanwege dezelfde indicaties. Geplande
Emoties
thuisbevalling bleek te resulteren in een significant lager
De relatie tussen thuisbevalling en babysterfte is er een
risico op een keizersnede of een vaginale kunstverlossing
die emoties opwekt. Enerzijds willen we allemaal dat de
ten opzichte van geplande poliklinische bevalling, met
perinatale sterfte zo laag mogelijk is, anderzijds wordt de
relatieve risico’s van respectievelijk 0,8 (95%-betrouw-
thuisbevalling door veel vrouwen bijzonder gewaardeerd.
baarheidsinterval 0,75 tot 0,86) en 0,9 (95%-BI 0,87 tot
Daarnaast vormt de thuisbevalling bij laagrisicozwangeren
0,93). Het aantal bevallingen dat thuis moet beginnen
een barrière tussen zwangeren en de gynaecoloog, die opgeleid is in het doen van interventies. Die barrière zorgt ervoor dat het aantal interventies niet onnodig stijgt.
Tabel 1. Verschillen in basiskarakteristieken
In het licht van de belangrijke discussie over de veiligheid
geplande start geplande start p-waarde bevalling bevalling thuis poliklinisch
van de thuisbevalling analyseerden wij nogmaals het 2000-2006-databestand verkregen uit de perinatale registratie Nederland. Wij beperkten ons in deze nieuwe analyse tot een sterk homogene subgroep, namelijk tot
leeftijd in jaren (standaarddeviatie)
28,8 (4,1)
28,6 (4,8)
<0,0001
40 (1,0) 280,9 (6,7)
40 (1,0) 280,6 (6,7)
<0,0001
17657 (19%)
9138 (23%)
<0,0001
3539 (386)
3515 (385)
<0,0001
autochtone primiparae die bevielen tussen 38+0 en 40+6 weken zwangerschapsduur. We vergeleken in deze subgroep de uitkomst van de
zwangerschapsduur - in weken (sd) - in dagen (sd)
bevalling bij vrouwen die in de eerste lijn onder controle waren en thuis wilden bevallen met die van vrouwen die in de eerste lijn onder controle waren en in het zieken-
lage sociaaleconomische status
huis wilden bevallen. Vrouwen met een factor die mogelijk het risico op complicaties zou verhogen, zoals een medische indicatie, een zwangerschap ontstaan na fertiliteitsbehandeling of langer dan 24 uur gebroken vliezen,
geboortegewicht (sd)
Basiskarakteristieken van 134.422 autochtone primiparea die in de eerstelijn starten met de baring en tussen 38+0 en 40+6 weken bevielen van een eenling.
werden uitgesloten van onze cohortstudie. Ook vrouwen zwanger van een baby met aangeboren afwijkingen of
Tabel 2. Uitkomsten van de bevalling
van een kind met een geboortegewicht onder het 10de
geplande start geplande start p-waarde bevalling bevalling (95%-BI) thuis poliklinisch (n=94.810) (n=39.612)
percentiel werden in eerste instantie uitgesloten. Op die manier werd de mogelijke vertekenende invloed van verstorende variabelen, zoals verschillen in etniciteit of obstetrische voorgeschiedenis, uitgesloten.
54 (0,056%)
27 (0,068%) 0,83 (0,52 tot 1,3)
Tabel 1 geeft de basiskarakteristieken weer van beide
perinatale sterfte (durante partu en eersteweeks neonatale sterfte)
groepen. Vrouwen die de bevalling thuis wilden starten,
5 minuten apgar <7
1445 (1,5%)
657 (1,7%) 0,91 (0,83 tot 1,0)
NICU-opname
220 (0,23%)
79 (0,2%) 1,2 (0,9 tot 1,5)
samengestelde slechte 1541 (1,6%) neonatale uitkomst
700 (1,8%) 0,91 (0,83 tot 1,0)
Foetale nood
waren iets ouder en hadden iets minder vaak een lage sociaaleconomische status, terwijl hun baby’s gemiddeld zwaarder waren dan vrouwen die de bevalling in het ziekenhuis wilden starten. In tabel 2 is vervolgens de neonatale uitkomst te zien, gedefinieerd als sterfte, tijdens de bevalling of binnen zeven dagen na geboorte, opname op de neonatale intensivecare-unit (NICU) en een apgarscore na vijf minuten van minder dan 7, of een combinatie van deze drie uitkomsten. De tabel toont in geen van deze uitkomsten statistisch significante of klinisch relevante verschillen tussen
secundaire sectio caesarea vaginale kunstverlossing
2954 (3,1%)
1510 (3,8%) 0,8 (0,75 tot 0,86)
13918 (14,7%)
6299 (15,9%) 0,9 (0,87 tot 0,93)
* Na correctie voor verschil in leeftijd, zwangerschapsduur, sociaal-economische status en geboortegewicht.
TvV december 2010 • KNOV
25
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 26
WETENSCHAP om één keizersnede te voorkomen was 143, terwijl het
Evers c.s., net als wij, geen verschil tussen sterfte in
aantal bevallingen dat thuis moet beginnen om één
eerstelijnsthuisbevallingen en eerstelijnsziekenhuisbeval-
kunstverlossing te voorkomen 82 was. Een analyse waar-
lingen. De Utrechtse bevindingen moeten snel worden
bij vrouwen werden geïncludeerd van wie bekend was
geverifieerd, voordat ze kunnen worden afgewogen
dat hun baby een aangeboren afwijking had en vrouwen
tegen de nadelen van een ziekenhuisbevalling, zoals een
die een baby baarden met een gewicht onder het 10de
sterke toename van het aantal interventies.
percentiel, toonde vergelijkbare resultaten.
Gezamenlijk onderzoek Even veilig
Per jaar willen in Nederland ongeveer 45.000 vrouwen met
Onze analyses laten zien dat op dit moment, in de
een laag risico bij aanvang van de baring, thuis bevallen.
Nederlandse situatie, een geplande thuisbevalling even
Onze analyse toont aan dat de afname van perinatale
veilig is als een geplande ziekenhuisbevalling onder leiding
sterfte die wij in Nederland nastreven, niet wordt bereikt
van een eerstelijns verloskundige, terwijl het aantal in-
door een vermindering van het aantal vrouwen dat thuis
grepen bij een geplande thuisbevalling lager is. Blijkbaar
wil bevallen. Het perinatalesterftecijfer in Nederland is
is dus de reistijd naar het ziekenhuis in geval van het
9,9 per 1000[Ravelli ACJ et al 2009]. In Europese landen
optreden van complicaties durante partu geen factor die
die relatief gunstige perinatalesterftecijfers hebben, sterven
de perinatale sterfte verhoogt in een groep zwangeren
5 baby’s per 1000 zwangeren. Zelfs als bij de 45.000
met een laag risico op complicaties. Wel lijkt het zo te zijn
voorgenomen thuisbevallingen per jaar en een sterfte-
dat als een zwangere op meer dan twintig minuten reistijd
cijfer van 6 per 10.000 van deze bevallingen de sterfte bij
van een ziekenhuis woont, het risico op sterfte tijdens de
alle vrouwen die nu thuis bevallen door een ziekenhuis-
bevalling iets toeneemt [Bonsel GJ et al., 2010].
bevalling tot 0 kan worden teruggebracht, zal de totale
Omdat onze eerdere studie is bekritiseerd vanwege de
jaarlijkse sterfte in Nederland met slechts 27 sterfgevallen
mogelijk onvergelijkbare groepen en er werd gesugge-
afnemen naar gemiddeld 9,7 per 1000 bevallingen.
reerd dat de groep die thuis aan de bevalling begon
Ook met de nieuwe Utrechtse cijfers wordt die winst niet
mogelijk een gunstiger profiel had, beperken wij in dit
veel groter. In een land waar de thuisbevalling is ingebur-
artikel onze studie tot autochtone primiparae die bevie-
gerd en de babysterfte naar westerse normen hoog is,
len tussen 38+0 en 40+6 zwangerschapsweek. Op die
wordt de thuisbevalling makkelijk als een van de oorzaken
manier is vertekening zoveel mogelijk uitgesloten. Alleen
van de hoge babysterfte gezien. Gynaecologen krijgen
de body-mass index en de opleiding van de vrouw, die
per definitie alleen patiënten verwezen vanuit de thuis-
nog niet geregistreerd worden in de Landelijke
situatie bij wie er een reden voor verwijzing is, en zien
Verloskundige Registratie (LVR), zijn relevante factoren
dus per definitie zwangeren bij wie de (thuis)bevalling
die mogelijk scheef verdeeld zijn. Wij willen benadrukken
niet optimaal verloopt. Dat vertekent wellicht hun per-
dat dit niet betekent dat de resultaten niet van toepassing
ceptie van de veiligheid van de thuisbevalling. Bij de pre-
zijn op patiënten zwanger na een vruchtbaarheidsbehan-
sentatie van de onderzoeksagenda voor zwangerschap
deling, zwangeren met een zwangerschapsduur voor 38
en geboorte is gesuggereerd dat de hoge babysterfte in
of na 41 weken, en multiparae. Onze eerdere publicatie,
Nederland wordt veroorzaakt door slechte risicoselectie,
die ruim een half miljoen vrouwen besloeg, waarvan
onder andere voor de thuisbevalling. Laten we de nieuwe
321.000 vrouwen planden om thuis te bevallen, toonde
onderzoeksagenda gebruiken om te starten met gezamen-
precies eenzelfde resultaat voor wat betreft neonatale
lijk onderzoek door verloskundigen, gynaecologen, kinder-
uitkomst.
artsen en andere wetenschappers, en geen premature
De recente Utrechtse publicatie van Annemieke Evers c.s.
conclusies trekken. ■
in BMJ veroorzaakte ophef omdat ook tot verrassing van de onderzoekers zelf de kans op sterfte tijdens of direct
Literatuur
na een partus gestart in de eerste lijn verdubbeld bleek
1. Jonge A de, Goes BY van der, Ravelli AC, Amelink-Verburg MP, Mol
ten opzichte van bevallingen gestart in de tweede lijn.
lity and morbidity in a nationwide cohort of 529, 688 low-risk planned
Het betrof echter een cohortstudie zonder vooraf vast-
home and hospital births. BJOG 2009; 116: 1177-84.
gesteld protocol. Doordat meerdere associaties werden
2. Manders KC, Wentink-Lander D, Roumen FJME. Van thuisbevalling
onderzocht, nam de kans op een toevalsbevinding toe.
naar ziekenhuis. Medisch Contact 2009; 64 (41): 1674-5.
Door in een sensitiviteitsanalyse het aantal bevallingen
3. Bonsel GJ, Birnie E, Denkta S, Poeran P, Steegers EAP. Lijnen in de Perinatale Sterfte, Signalementstudie Zwangerschap en Geboorte 2010.
te variëren, gaven Evers c.s. al aan onzeker te zijn over
Rotterdam: Erasmus MC, 2010.
het totaalaantal bestudeerde partussen. Merkwaardig
4. Ravelli ACJ, Tromp M, Huis M van, Steegers EA, Tamminga P, Eskes M,
genoeg werd het verschil in sterfte tussen eerste en tweede lijn niet gezien bij NICU-opnames. Ook vonden 26
BW, Nijhuis JG, Bennebroek Gravenhorst J, Buitendijk SE. Perinatal morta-
TvV december 2010 • KNOV
Bonsel GJ. Decreasing perinatal mortality in The Netherlands, 2000-2006: a record linkage study. J Epidemiol Community Health 2009; 63(9): 761-5.
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 27
Nieuwsbrief - december 2010, jaargang 6
Evers et al.; de morning after Na alle verhitte debatten in de media over het Utrechtse onderzoek van Evers et al. (BMJ 2010; 341:c5639) heeft de Kennispoort-redactie niet de behoefte om heel veel toe te voegen, anders dan de oproep om de belangrijkste bronartikelen zelf te gaan lezen. Wie de feiten niet kent, kan moeilijk een afgewogen oordeel vellen over de discussie in de media. Lees daarom op de website van Britisch Medical Journal ook de ‘rapid response’ van Victor Pop (9 november) en Ank de Jonge et al. (3 november). Tot slot wijzen we op de publicatie van het artikel ‘Hoge babysterfte niet door thuisbevalling’ van Ben-Willem Mol et al. in Medisch Contact van 11 november. Deze groep publiceerde vorig jaar in British Journal of Obstetrics and Gynaecology de veelgenoemde analyse van de Nederlandse geboortecijfers in de periode 2000-2006. Zij vonden geen verschillen in perinatale sterfte tussen vrouwen die aan het begin van de bevalling de intentie hadden thuis te bevallen en vrouwen die de intentie hadden met de verloskundige in het ziekenhuis te bevallen. Ook dat onderzoek werd bekritiseerd, omdat de groepen die vergeleken
Uitstel van zwangerschap: (on)geïnformeerd
werden een ongelijk risicoprofiel zouden hebben. Daardoor zou de thuisbevalling ten onrechte even veilig lijken als de poliklinische. Naar
Cooke A, Mills M, Lavender T. Informed and uninformed decision
aanleiding van de nieuwe commotie rond de ‘Utrechtse studie’ hebben
making: women’s reasoning, experiences and perceptions with
de onderzoekers een nieuwe analyse gemaakt van hetzelfde databestand,
regard to advanced maternal age and delayed childbearing:
waarbij zij zich hebben beperkt tot een sterk homogene subgroep,
A meta-synthesis. Int J Nurs Stud 2010;47:1317–1329
namelijk tot autochtone primiparae die bevielen tussen 38+0 en 40+6 weken zwangerschapsduur. Ook in deze laag risico subgroep is er geen
Zeker gezien de actuele kwestie rond het invriezen van eicellen, biedt
meetbaar verschil gevonden tussen vrouwen die hun bevalling thuis
deze review waardevolle inzichten in de besluitvorming van vrouwen
hadden gepland of in het ziekenhuis. De uitkomsten op sterfte, neonatale
over uitstel van de zwangerschap. Deze meta-synthese van uitsluitend
ic-opname of apgarscore lager dan 7 na 5 minuten, waren gelijk.
kwalitatieve onderzoeken onderzocht beïnvloedende factoren op besluitvorming van vrouwen rond uitstel van het krijgen van kinderen,
Het is allemaal on-line full text gratis te raadplegen; toch heel prettig voor
en exploreerde hun ervaringen en hun waarnemingen van risico’s van
zulk vers en belangrijk materiaal. In de emailnieuwsbrief van Kennispoort
uitstel. De onderzoekers werkten systematisch aan het verzamelen,
Verloskunde hebben we alle directe hyperlinks voor u klaargezet.
selecteren en analyseren van onderzoek uit meerdere relevante databanken van onderzoeksartikelen, zoals Medline, Psychinfo en
kennispoort-verloskunde.nl
MIDIRS. Zij selecteerden twaalf kwalitatieve studies (1980-2009) naar de zienswijzen en ervaringen van relatief iets oudere vrouwen die
hoge babysterfte
kinderloos, primigravida of primiparae waren. Onder de vrijwel uitsluitend westerse studies bevond zich geen enkele Europese studie.
Kennispoort stopt met gratis MIDIRS
Bij vrouwen speelde de kwestie van geïnformeerde versus ongeïnfor-
Sinds december vorig jaar biedt Kennispoort Verloskunde geregi-
meerde besluitvorming. Vrouwen die geloofden geïnformeerd te zijn,
streerde gebruikers van haar website gratis toegang tot MIDIRS.
waren dat mogelijk niet. Ongeïnformeerde vrouwen raakten tijdens
Na een proef van een jaar moeten we constateren dat slechts een
de zwangerschap alsnog op de hoogte van de risico’s van uitstel en
handjevol mensen gebruik maakt van deze mogelijkheid en dat het
vrouwen die goed geïnformeerd waren kozen toch voor uitstel. Volgens
aantal gebruikers ook niet is toegenomen in de afgelopen maan-
de onderzoekers dient de publieke gezondheidszorg meer informatie te
den. Het doel was juist om praktijkbeoefenaars, zonder standaard
geven om geïnformeerde besluitvorming te bevorderen over de timing
toegang tot onderzoeksdatabases, van dienst te zijn. Daaraan blijkt
van het krijgen van kinderen. Ook dienen verloskundige zorgverleners
weinig behoefte te zijn.
aandacht te besteden aan de uiteenlopende redenen van vrouwen om
De redactie heeft daarom besloten om de proef per
Klik hier voor directe toegang tot de MIDIRS database.
1 december 2010 stop te zetten.
te besluiten tot uitstel, o.a. in pre-conceptionele voorlichting. Verloskundigen en gynaecologen dienen er alert op te zijn dat vrouwen mogelijk niet beseffen welke risico’s er bestaan als zij de zwangerschap
Klik hier
www.kennispoort-verloskunde.nl
uitstellen.
27
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 28
Leefstijlprogramma voor verminderd vruchtbare vrouwen
Nauwelijks effectieve behandelingen antenatale depressie
Anderson K, Norman RJ, Middleton P. Preconception lifestyle
Dennis CL, Ross LE, Grigoriadis S. Psychosocial and psychological
advice for people with subfertility. Cochrane Database of
interventions for treating antenatal depression. Cochrane Database
Systematic Reviews 2010, Issue 4. Art. No.: CD008189. DOI:
of Systematic Reviews 2007, Issue 3. Art. No.: CD006309. DOI:
10.1002/14651858.CD008189.pub2.
10.1002/14651858.CD006309.pub2. Edited (no change to conclusions), published in Issue 6, 2010.
Mutsaerts MA, Groen H, ter Bogt NC et al. The LIFESTYLE study: costs and effects of a structured lifestyle program in overweight
Dennis CL, Allen K. Interventions (other than pharmacological,
and obese subfertile women to reduce the need for fertility
psychosocial or psychological) for treating antenatal depression.
treatment and improve reproductive outcome. A randomised
Cochrane Database of Systematic Reviews 2008, Issue 4. Art. No.:
controlled trial. BMC Women’s Health 2010;10:22.
CD006795. DOI: 10.1002/14651858.CD006795.pub2. Edited (no change to conclusions), published in Issue 6, 2010.
Deze Cochrane review vond nog geen gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken over de effecten van preconceptie advies bij
Deze twee Cochrane reviews werden in 2010 geactualiseerd, zonder dat
verminderd vruchtbare vrouwen op de kans om een levend kind te
dit de conclusies van beide reviews veranderde. Antenatale depressie
krijgen. De kans om een gezond levend kind te krijgen wordt onder
komt voor bij ongeveer twaalf procent van de zwangere vrouwen. Vaak
andere beïnvloed door gewicht, dieet, roken, alcohol misbruik,
genoemde risicofactoren zijn: laag inkomen, gebrek aan sociale steun,
verontreinigde omgeving, infecties, medische conditie, medicatie
stress of ingrijpende levensgebeurtenissen, en moeizame relaties.
en medische familiegeschiedenis. Er zijn echter nog geen richtlijnen
Antenatale depressie houdt verband met verminderde zorg voor de
voor preconceptie advies aan verminderd vruchtbare vrouwen,
eigen gezondheid, en mogelijk met daardoor verminderde gezondheid
terwijl dit hen wel zou kunnen helpen om hun leefstijl positief te
van het kind, en verhoogt het risico op postnatale depressie. Veel
veranderen om hun kansen op conceptie en een gezonde baby te
vrouwen zijn terughoudend met medicatie tijdens de zwangerschap en
vergroten.
geïnteresseerd in psychosociale, psychologische en andere niet-farmacologische interventies.
Nieuw onderzoek kan gaan bijdragen aan richtlijnen voor preconceptie advies aan een deel van de verminderd vruchtbare
De eerste review vond slechts één klein, niet generaliseerbaar, gerandomi-
Nederlandse vrouwen. Dertig procent van hen heeft (extreem)
seerd gecontroleerd onderzoek bij vijftig Amerikaanse vrouwen. Daarin
overgewicht. Sinds medio 2009 loopt onder deze vrouwen (18-39
werden positieve effecten gevonden op antenatale depressieve symptomen
jaar, BMI 29-40 kg/m2) in meerdere Nederlandse centra een
van interpersoonlijke psychotherapie, vergeleken met ouderschapseduca-
gerandomiseerde gecontroleerde studie naar de effecten van een
tie. De tweede review vond slechts één gerandomiseerde gecontroleerde
gestructureerd leefstijl programma, vergeleken met standaard zorg.
studie bij 61 Amerikaanse vrouwen. Daarin werden geen effecten
Het programma van zes maanden bestaat uit dieet, meer fysieke
gevonden op antenatale depressie van massage en depressie-specifieke
activiteit en gedragsverandering, en wordt aangeboden aan 285 van
acapunctuur, ieder vergeleken met non-specifieke acapuntuur.
de 570 te includeren vrouwen. Primaire uitkomstmaat is een gezonde baby na minimaal 37 weken zwangerschap en vaginale
Daarom konden beide reviews nog onvoldoende bepalen of psychosociale,
bevalling. Secondaire uitkomsten zijn onder andere zwanger-
psychologische of andere niet-farmacologische therapieën effectief zijn bij
schapsuitkomsten en complicaties, percentage vrouwen dat een
antenatale depressie. Beide reviews laten zien dat nader gerandomiseerd,
vruchtbaarheidsbehandeling nodig heeft, gewicht, kwaliteit van
gecontroleerd onderzoek naar niet-farmacologische behandelingen voor
leven en de kosten.
antenatale depressie hard nodig is.
Calciumsuppletie voorkomt hoge bloeddruk Hofmeyr GJ, Lawrie TA, Atallah AN et al. Calcium supplementation during pregnancy for preventing hypertensive disorders and related problems. Cochrane Database of Systematic Reviews 2010;8:CD001059. DOI: 10.1002/14651858.CD001059.pub3 Pre-eclampsie is verantwoordelijk voor een groot deel van de wereldwijde
morbiditeit (RR: 0.80; 0.65-0.97). De effecten waren het sterkst bij hoog-risico
moedersterfte en neonatale sterfte. Vroeggeboorte (<37 weken) is de
zwangeren en bij zwangeren met lage calciuminname voorafgaand aan de
voornaamste oorzaak van perinatale sterfte, voornamelijk in landen met
suppletie. De review vond geen effect van calciumsuppletie op doodgeboorte
een laag inkomen, en wordt vaak veroorzaakt door hoge bloeddruk.
of sterfte voor ziekenhuisontslag.
Deze systematische review onderzocht het effect van calciumsuppletie
28
tijdens de zwangerschap op afwijkingen door verhoogde bloeddruk en
De studie toonde aan dat calciumsuppletie tijdens de zwangerschap een veilige
daaraan gerelateerde maternale en neonatale uitkomsten.
en relatief goedkope manier is om de kans op pre-eclampsie te verlagen
Deze review van 13 studies met 15.730 vrouwen liet zien dat calciumsuppletie
bij vrouwen met een verhoogd risico op pre-eclampsie en bij vrouwen uit
(t1g per dag) tijdens de zwangerschap het risico verlaagt op verhoogde
gemeenschappen met een lage calciuminname via voeding. Hoewel de
bloeddruk (RR: 0.65; 0.53-0.81), pre-eclampsie (RR: 0.45; 0.31-0.65),
reviewers geen negatieve bijwerkingen van calciumsuppletie vonden, bevelen
vroeggeboorte (RR: 0.76; 0.60-0.97) en maternale sterfte of ernstige
zij wel meer onderzoek aan naar de optimale dosering voor suppletie.
www.kennispoort-verloskunde.nl
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 29
Proefschrift: Vitamine D
Wat is de boosdoener: roken of pre-eclampsie? Miller EC, Cao H, Wu Wen S et al. The risk of adverse pregnancy
Proefschrift: Vitamin D deficiency in a multiethnic
outcomes is increased in preeclamptic women who smoke
population; determinants, prevalence and consequences.
compared with nonpreeclamptic women who do not smoke. Am J
Irene van der Meer
Obstet Gynecol. 2010;203:334.e1-8
Vrije Universiteit Amsterdam, 24 juni 2010 Het is bekend dat roken en pre-eclampsie elk het risico verhogen op In dit proefschrift is onderzocht wat de prevalentie is van
ongunstige zwangerschapsuitkomsten, terwijl tegelijkertijd roken de
vitamine D-tekort bij niet-westerse allochtonen. Wat is de relatieve
kans op pre-eclampsie verlaagt met 32%. Deze grootschalige
bijdrage van de bekende determinanten van vitamine D-tekort,
epidemiologische studie onderzocht welke van deze twee factoren nu
en wat is de associatie tussen vitamine D-tekort en potentiële
de grootste boosdoener is en of er interactie is tussen roken en
consequenties. Vitamine D wordt geproduceerd bij blootstelling
pre-eclampsie. Vier groepen zwangeren werden vergeleken: rokende
aan zonlicht en wordt verkregen uit voeding en supplementen.
vrouwen met pre-eclampsie, rokende vrouwen zonder pre-eclampsie,
Vitamine D-tekort leidt tot secundaire hyperparathyroïdie en
niet-rokende vrouwen met pre-eclampsie en niet-rokende vrouwen
in latere fasen tot botmineralisatie, rachitis bij kinderen en
zonder pre-eclampsie. De onderzoekers gebruikten gegevens van
osteomalacia (botweekheid) bij volwassenen. Vitamine D-tekort
359.747 bevallingen tussen 2004 en 2006 uit het Ontario Perinatal
komt vaak voor bij niet-westerse allochtonen vergeleken met
Surveillance System, dat ruim 95% van alle bevallingen in Ontario
autochtone Europese populaties. Vitamine D-tekort is in het
omvat. Roken was gedefinieerd als enig roken tijdens de zwangerschap,
bijzonder prevalent bij niet-westerse allochtone zwangeren.
ongeacht de hoeveelheid. Uitkomsten waren: dysmatuur (<3%), vroeggeboorte (<37 weken), extreme vroeggeboorte (<32 weken),
Verloskundigen van een praktijk in Den Haag met veel niet-
placentaloslating, navelstreng pH (<7,0), Apgar score (<4 na 5
westerse allochtonen hebben van Juni 2002 t/m maart 2004
minuten), neonatale sterfte (>20 weken zwangerschap).
de bepaling van serum 25(OH)D toegevoegd aan de standaard bloedtest die zwangeren in de twaalfde week van hun
Van de vrouwen had 12,7% gerookt tijdens de zwangerschap en kreeg
zwangerschap krijgen. De prevalentie van vitamine D-tekort bij
1,4% te maken met pre-eclampsie. Rokende vrouwen zonder
de 358 deelnemende zwangeren (serum 25(OH)D < 25 nmol/l)
pre-eclampsie hadden significant verhoogde risico’s op vrijwel alle
was hoger bij Turkse (84%), Marokkaanse (81%) en overige
uitkomsten (OR’s tussen 1.44 en 1.80, behalve navelstreng pH)
niet-westerse vrouwen (59%) dan bij westerse vrouwen (8%).
vergeleken met niet-rokende vrouwen zonder pre-eclampsie.
De serum 25(OH)D concentratie was lager dan de detectiegrens
Niet-rokende vrouwen met pre-eclampsie hadden verhoogde risico’s
van 7 nmol/l bij 22% van de Turkse vrouwen. Omdat de
op de meeste uitkomsten vergeleken met niet-rokende vrouwen zonder
prevalentie van vitamine D-tekort bij niet-westerse allochtone
pre-eclampsie: dysmatuur, vroeggeboorte, extreme vroeggeboorte en
zwangeren in Nederland erg hoog bleek te zijn, beveelt de
Apgar score (OR’s tussen 1.59 en 6.57). De incidentie van vrijwel alle
onderzoeker standaard screening aan.
negatieve zwangerschapsuitkomsten was meer dan verdubbeld bij rokende vrouwen met pre-eclampsie vergeleken met niet-rokende
Van de beïnvloedbare determinanten leverden vette vis en
vrouwen zonder pre-eclampsie (OR’s tussen 3.11 en 6.16, behalve
supplementen de sterkste bijdrage aan de serum 25(OH)D
navelstreng pH).
concentratie in een multi-etnische populatie. De onderzoeker vond geen ondubbelzinnige verbanden tussen lage serum 25(OH)
De onderzoekers concludeerden dat rokers minder risico op
D concentraties en spier-gerelateerde uitkomsten, maar alleen een
pre-eclampsie liepen dan niet-rokers (1,2% versus 1,5%; OR: 0.83;
niet-significant verband tussen lage serum 25(OH)D concentraties
0.74-0.94), maar dat rokers die pre-eclampsie kregen extra risico
en diabetes mellitus. Andere onderzoeken vonden wel negatieve
liepen op negatieve zwangerschapsuitkomsten.
gevolgen van lage serum 25(OH)D concentraties. Daarom adviseert de onderzoeker verloskundige zorgverleners om alert te zijn op de mogelijkheid van vitamine D-tekort bij niet-westerse allochtonen. De meest effectieve strategie om de serum 25(OH)D concentratie te verhogen is nog niet bekend. Dit proefschrift beveelt aan om extra onderzoek te doen naar effectieve strategieën om niet-westerse allochtonen te bereiken en een gevalideerd meetinstrument te ontwikkelen om de werkelijke vitamine D inname of blootstelling aan zonlicht te meten.
kennispoort-verloskunde.nl Vitamine D
29
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 30
Effectieve behandelingen postnatale depressie
Proefschrift: Samen keert het beter
Dennis CL, Hodnett ED. Psychosocial and psychological interventions for treating postpartum depression. Cochrane Database
Proefschrift: Successful external cephalic version in breech
of Systematic Reviews 2007, Issue 4. Art. No.: CD006116. DOI:
Simone Kuppens, 15 oktober 2010, Universiteit van Tilburg
10.1002/14651858.CD006116.pub2. Edited (no change to conclusions), published in Issue 1, 2009.
In februari pleitte Simone Kuppens en collega’s al in het Tijdschrift voor Verloskundigen (februari 2010, p. 33-38) voor de invoering van een
Over effectieve non-farmacologische behandeling van antenatale
nieuw protocol bij stuitliggingen en nu is het hele proefschrift er.
depressie is nog weinig bekend. Gelukkig vond deze in 2009 geactuali-
Kuppens deed onderzoek in het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven,
seerde Cochrane review wel effectieve behandelingen van postnatale
waar het aantal geslaagde versies na invoering van dit protocol aanzienlijk
depressie. Postnatale depressie treft ongeveer dertien procent van alle
toenam, van 47% (110/236) naar 61% (85/139; p=0.006). De stijging
nieuwe moeders. Veel van hen gebruiken liever geen medicatie vanwege
was vooral aantoonbaar bij nulliparae en multiparae met een onvolkomen
de borstvoeding of neveneffecten.
stuitligging.
De reviewers vonden zeven gerandomiseerde en twee niet-gerandomi-
Centraal in het nieuwe protocol staat het werken met een vast draaiteam.
seerde, gecontroleerde studies onder 956 vrouwen naar niet-farmacolo-
“Ons draaiteam bestaat uit twee verloskundigen en twee gynaecologen
gische behandelingen van postnatale depressie. Psychosociale
die de vier R’s volgen: routine, regelmaat, rust en relaxatie”, aldus
interventies (o.a. lotgenotencontact, niet-directieve counselling) en
Kuppens in Univers, het tijdschrift van de Universiteit van Tilburg.
psychologische interventies (o.a. cognitief-gedragsmatige therapie en
“De meeste verloskundigen en gynaecologen doen af en toe een
interpersoonlijke therapie) waren effectief in het verminderen van
draaiing, maar dat werkt niet. Een draaiing vergt concentratie en oefening
postnatale depressieve symptomen binnen één jaar postpartum. De
en moet, omwille van de veiligheid, altijd in het ziekenhuis gebeuren.
interventies waren even effectief bij klinische diagnoses als bij diagnoses
Ook krijgt de vrouw intramusculair uterusrelaxantie toegediend en
op basis van door de vrouwen ingevulde depressievragenlijsten.
zorgen we ervoor dat het draaiteam tijdens de draaiing niet wordt gestoord”. Welke twee personen de versie uitvoeren doet er niet toe,
De lange termijn effecten van de interventies moeten echter nog worden
als het maar getrainde professionals zijn met voldoende ervaring.
onderzocht. Ook zijn grotere onderzoeken nodig om precies te
Dat kunnen zowel gynaecologen als verloskundigen zijn.
achterhalen welke type interventies effectief zijn en welke elementen daarin werkzaam zijn.
Kuppens pleit voor de oprichting van specialistische tweede lijnscentra voor de uitwendige versies. Ze verwacht dat de brede acceptatie van het
Risico’s van pre-puberale bestraling
protocol in Nederland veel tijd zal vergen: “Niet ieder ziekenhuis kan en wil mankracht en tijd vrijmaken voor deze behandeling. Niettemin is het effect van deze procedure onmiskenbaar. Het draaien kan binnen een paar minuten gebeurd zijn en de kans op een risicovolle keizersnede is dan veel kleiner. Na invoering van het nieuwe protocol daalde het aantal
Signorello B, Mulvihill JJ, Green DM et al. Stillbirth and neonatal
primaire keizersneden van 39 naar 27% (p=0,03). Dit leidt tot een
death in relation to radiation exposure before conception.
aanzienlijke gezondheidswinst voor de moeder en een belangrijke
Lancet 2010;9741:624-630
kostenbesparing voor de gezondheidszorg in Nederland”, concludeert Kuppens in haar proefschrift.
De auteurs onderzochten door retrospectieve cohort analyse het verband tussen radio- of chemotherapie bij kinderen met kanker en hun latere
Verband stuitligging en functioneren van de schildklier
zwangerschapsuitkomsten. De analyse betrof 4946 zwangerschappen van
Kuppens onderzocht ook de relatie tussen een niet goed functionerende
1148 mannen en 1657 vrouwen die kanker tijdens hun kindertijd hadden
schildklier van de moeder en de ligging van de foetus. Zwangere
overleefd. De specifieke doseringen van chemotherapie en van de
vrouwen met een minder optimaal werkende schildklier (THS
straling op de testes, hypofyse, eierstokken, en baarmoeder werden
concentratie > 2.5 mlU/l in het derde trimester) hebben twee keer zoveel
bepaald. Het doel was om het verband tussen deze doseringen en
risico op een baby in stuitligging en dus op een bevalling met
doodgeboorte en neonatale sterfte te onderzoeken.
complicaties. Ook hebben zij 2.5 keer meer risico op een mislukte versie. Een verklaring hiervoor ontbreekt vooralsnog. Het is bekend dat
Er werd geen verband gevonden tussen chemotherapie of bestraling
een slecht functionerende schildklier een negatieve invloed heeft op de
van de testes of hypofyse en doodgeboorte of neonatale sterfte.
motorische ontwikkeling van het kind na de geboorte. Kuppens stelt nu
Echter, bestraling van de eierstokken of baarmoeder leek de kans op
dat dit slechte functioneren een reden kan zijn dat het kind in een stuit
doodgeboorte of neonatale sterfte sterk te verhogen. Een hoge
blijft liggen. (Bron: Univers)
stralingsdosering leidde zelfs tot een meer dan 12 keer zo grote kans op doodgeboorte of neonatale sterfte bij vrouwen die voor hun puberteit bestraald waren, waarschijnlijk door schade aan de baarmoeder. Daarom is speciale zorg nodig voor zwangeren als zij nog voor hun puberteit hoog gedoseerde bestralingen kregen in het gebied van hun bekken.
30
www.kennispoort-verloskunde.nl
kennispoort-verloskunde.nl thyroid
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 31
ONDERWIJS
Kennispoortcongres werkt aan nieuwe koers Paul Heere, Marianne Nieuwenhuijze, Pien Offerhaus, Evelien Spelten, Stans Verschuren
Voor het eerst sinds vijf jaar vindt er geen congres plaats van Kennispoort Verloskunde. Het volgende congres staat gepland voor maart 2012. In de tussentijd werkt de congrescommissie aan een vernieuwde opzet van het congres. Uitgangspunt is de ontwikkeling van een multidisciplinair forum voor en door de bredere verloskundige zorgketen, waar de voortgang en resultaten van actueel onderzoek gedeeld worden. Speciale aandacht zal uitgaan naar relevante kennisoverdracht voor de Verloskundige Samenwerking Verbanden (VSV’s).
gebruikers van website www.kennispoortverloskunde.nl is anno 2010 gegroeid van 200 naar 2.900 en bevat naast de online bibliotheek een vacaturebank en het meest complete overzicht van verloskundige congressen en cursussen. Verder is Kennispoort uitgebreid met een maandelijkse digitale en papieren nieuwsbrief, de Jaarindex van Nederlands verloskundig onderzoek, de Scriptieprijs Verloskunde (in samenwerking met het Tijdschrift voor Verloskundigen) en het landelijke onderzoekscongres.
Ontschotten als doel Op basis van ervaringen en evaluaties van de voorgaande jaren heeft de congrescommissie zich ten doel gesteld om het congres te ontwikkelen tot een multidisciplinair forum,
Decembermaand is Kennispoortmaand, althans tot vorig
waar de voortgang en resultaten van onderzoek gedeeld
jaar. Rond tien december kon je met een gerust hart
kan worden. De huidige praktijk is dat gynaecologen en
afreizen naar Utrecht (en de eerste twee jaar naar
verloskundigen, evenals kinderartsen, kraamverzorgers
Amersfoort) om het onderzoekscongres te bezoeken van
e.d. allemaal binnen hun eigen gremia kennis nemen van
Kennispoort Verloskunde. Circa vierhonderd bezoekers
nieuw onderzoek. ‘Ontschotting’ van dit proces draagt
lieten zich jaarlijks informeren over de stand van zaken
bij aan een betere kennisdeling, meer begrip en het
rond het verloskundig onderzoek in Nederland. Daarnaast
bevordert de ontwikkeling van integrale en gedragen
werden dezelfde dag de Jaarindex gepresenteerd en de
oplossingen voor de verloskundige zorg.
winnaars van de landelijke Scriptieprijs Verloskunde. Maar dit jaar is het stil in de zalen van het universitaire
Evenals voorheen zal het congres ruimte bieden aan de
congrescentrum Educatorium in Utrecht. De congrescom-
postersessie en presentaties van nieuwe onderzoeks-
missie van Kennispoort Verloskunde heeft besloten om
resultaten. Nadrukkelijker dan voorheen, wordt een
zich in het jubileumjaar te bezinnen op een nieuwe koers.
podium geboden voor de vertaling van actueel onderzoek naar de praktijk. Het Kennispoortcongres nieuwe
Veelzijdige bron
stijl besteedt aandacht aan een mix van:
Kennispoort Verloskunde is een initiatief van de Samenwerkende Opleidingen Verloskunde, waarin de academies
- Afgeronde grote studies en audits, waarvan de nieuwe
van Amsterdam/Groningen (AVAG), Maastricht (AVM) en
inzichten leiden tot aanpassingen in bestaande richtlijnen;
Rotterdam (VAR) zijn vertegenwoordigd. De geschiedenis
- Resultaten van recente studies, gevolgd door discussies
van Kennispoort begon in januari 2006 met een gratis
over mogelijke implicaties voor lokaal/regionaal/landelijk
onderzoeksbibliotheek op internet. In de afgelopen vijf
beleid. Speciale aandacht zal uitgaan naar de praktische
jaar is het uitgegroeid tot een verzamelplaats van
vertaalmogelijkheden van onderzoeksuitkomsten naar
Nederlands onderzoek rond zwangerschap en geboorte,
protocollen van VSV’s.
ten behoeve van onderzoekers, beleidsmakers, praktijk-
- Resultaten van zorginnovaties, die inspiratie bieden aan
beoefenaars, studenten en docenten. De nadruk ligt op
verloskundige zorgverleners door het land. Voorwaarde
onderzoek dat raakt aan de eerstelijns verloskundige zorg
is wel dat de experimenten goed gedocumenteerd en
en de fysiologische verloskunde. Het aantal geregistreerde
geëvalueerd zijn.
De auteurs zijn lid van de huidige programmacommissie congres
Om het nieuwe congresprogramma verder uit te werken
Kennispoort Verloskunde
heeft de congrescommissie inmiddels een programmaTvV december 2010 • KNOV
31
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 32
ONDERWIJS commissie opgericht bestaande uit twee tweedelijns verloskundigen (Juliet Droog/LUMC en Jannet Bakker/AMC), twee gynaecologen (Anneke Kwee/UMCU en Liesbeth Scheepers/MUMC) en de congrescommissie
“The Place of Birth” Conferentie van de Canadian Association o
(Pien Offerhaus/KNOV, Evelien Spelten/AVAG, Stans Verschuren/VAR, Marianne Nieuwenhuijze/AVM en Paul Heere/Kennispoort Verloskunde). Daarnaast zal een
Ank de Jonge
Comité van Aanbeveling in het leven worden geroepen, die als klankbord optreedt voor de programmacommissie. De congrescommissie realiseert zich terdege dat de uitwerking van deze nieuwe opzet veel voeten in de aarde heeft. Tegelijkertijd menen wij dat het congres in deze opzet een positieve en concrete bijdrage kan leveren aan de verbetering van de verloskundige zorg. Door vroegtijdig in de keten kennis te delen en te bespreken ontstaat een vruchtbare bodem voor samenwerking in de praktijk. Reacties en suggesties kunnen worden gestuurd naar
In de Canadese stad Edmonton, die lang bekend stond om haar grootste ‘shopping mall’ ter wereld, werd in oktober de jaarlijkse conferentie gehouden van de Canadese organisatie van verloskundigen. In de dagen voorafgaand aan de conferentie vond de ledenvergadering plaats en een overleg van de onderwijsinstituten. Ook de ‘National Aboriginal Council of Midwives’ kwam bij elkaar. In een land waar je als verloskundigen per vliegtuig moet reizen om elkaar te ontmoeten kun je maar beter zoveel mogelijk activiteiten combineren.
[email protected] ■
Verloskundige zorg in Alberta vergoed Misschien was het niet toevallig dat de conferentie op uitnodiging van de ‘Alberta Association of Midwives’ in
Hello,
Edmonton gehouden werd. Verloskundige zorg in deze zit in de lift. Sinds 1 april 2009 vergoedt de regering van de staat Alberta de zorg die verleend wordt door verloskundigen.
My name is Katerina and I am a midwifery
In enkele staten van Canada, zoals Newfoundland and
student from Greece. I am in the 4th year of
Labrador, is verloskundige zorg nog niet eens gelegaliseerd.
my studies and I am really interested in
In de meeste staten is dat nu wel het geval maar wordt
having an internship in a maternity clinic in
deze zorg nog niet altijd vergoed. Elke provinciale rege-
the Netherlands.
ring in Canada beslist zelf welk pakket aan zorg in de
I would really like to know if this is possible
provincie wordt vergoed. Verloskundige zorg zat daar in
to happen or if you know any hospital which
Alberta tot voor kort niet bij. Dat betekende dat vrouwen
accept foreign students.
zelf voor verloskundige zorg moesten betalen.
I speak fluently English and I have been to
Nu de regering in Alberta besloten heeft verloskundige
Finland too, due to Erasmus program, for
zorg te vergoeden, kiezen steeds meer vrouwen voor
3 months.
begeleiding door een verloskundige. Er zijn dus ook meer
I am really interesting in your midwifery skills
verloskundigen nodig. Verloskundigen werden er tijdens
and i would really appreciate your help.
de conferentie regelmatig op gewezen hoe fantastisch het is om in Alberta te werken in de hoop een aantal
Best Regards
collega’s over te halen om te verhuizen.
Katerina Diela
[email protected] Ank de Jonge is senior verloskundig onderzoeker aan het VUmc
32
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 33
ONDERWIJS
n of Midwives, Edmonton, Alberta, Canada Kritiek op de thuisbevalling weerlegd
snede in de anamnese en onder bepaalde voorwaarden
Uiteraard was de thuisbevalling een belangrijk thema op
kunnen deze vrouwen zelfs thuis bevallen. Overigens is
de conferentie. In bijna alle staten waar verloskundige
er wel verschil van mening onder verloskundigen of dit
zorg is gelegaliseerd kunnen vrouwen ervoor kiezen om
laatste wenselijk is.
thuis te bevallen. De uitkomsten van geplande thuis-
Een ander verschil is het aandeel van zorg door verlos-
bevallingen in Canada zijn gunstig [Hutton EK et al.,
kundigen in het totaal aantal geboorten. Dit aandeel
2009; Jansen PA et al., 2002].
stijgt maar is zelfs in Ontario, de provincie waar verlos-
Er werd veel gesproken over de meta-analyse van Wax
kundige zorg voor het eerst werd gelegaliseerd, nog
e.a. [Jans S, de Jonge A, 2010] die in een vorig nummer
maar 10%. Van de bevallingen die er onder leiding van
van het TvV is besproken [Jans S, de Jonge A, 2010]. In
verloskundigen beginnen, eindigt ongeveer een kwart
deze studie wordt geconcludeerd dat de neonatale sterfte
thuis. In het begin kozen vooral goed geïnformeerde
is verhoogd bij geplande thuisbevallingen, maar er is veel
clienten voor begeleiding door een verloskundige en
kritiek geuit op de studiemethoden. De conclusie wordt
deze vrouwen wilden vaak ook graag thuis bevallen. Nu
door velen dan ook in twijfel getrokken. Patti Janssen,
verloskundige zorg meer ‘mainstream’ wordt, wordt de
auteur van een van de Canadese onderzoeken, vertelde
clientèle gevarieerder. Het aantal thuisbevallingen neemt
hoe zij benaderd werd door een wiskundige. Zijn vrouw
nog wel toe maar het percentage daalt omdat meer
was naar volle tevredenheid thuis bevallen, vandaar dat
vrouwen die niet thuis willen bevallen ook voor verlos-
zijn oog was gevallen op een artikel over dit onderwerp.
kundige begeleiding kiezen.
Hij had wat wiskundige modellen toegepast op het artikel en kwam tot de conclusie dat niet alleen de
Uitwisseling
methoden twijfelachtig zijn maar dat de auteurs ook veel
Als enige Nederlandse verloskundige werd ik op de
rekenfouten hebben gemaakt. Hij beschreef alle fouten
conferentie warm onthaald omdat ons verloskundig
in een uitgebreide brief die is ondertekend door een
systeem een belangrijke inspiratiebron is voor de
aantal auteurs van studies die in de meta-analyse geïn-
Canadese verloskundigen. Prof. Eileen Hutton sprak ook
cludeerd zijn. Deze brief is verstuurd naar het American
op de conferentie. Zij is associate professor aan de
Journal of Obstetrics and Gynecology, met het verzoek
McMaster Universiteit in Hamilton en sinds augustus
het artikel terug te trekken, gezien de slechte kwaliteit.
2010 ook professor aan onze afdeling Midwifery Science
Enkele Canadezen werken intussen aan hun eigen meta-
van AVAG/ EMGO+, VU medisch centrum. De Canadese
analyse waarin alleen studies worden geïncludeerd van
verloskundigen waren zichtbaar trots toen ze hoorden
geplande thuisbevallingen in een gezondheidszorg-
dat ‘hun Eileen’ het verloskundige onderzoek in
systeem waarin verloskundigen goed geïntegreerd zijn.
Nederland vooruit helpt.
Angela Reitsma presenteerde hier de voorlopige resul-
Zoals de Nederlandse verloskunde een voorbeeld is voor
taten van. Zij vond geen significante verschillen in uit-
Canada, zo is de Canadese verloskundige wetenschap
komsten tussen geplande thuis- en ziekenhuisbevallingen
dat voor Nederland. Deze internationale uitwisseling
voor vrouwen met een laag risico.
moet wel een positief effect hebben op de kwaliteit van verloskundige zorg in beide landen! ■
Verloskunde in Canada en Nederland: vergelijkbaar maar niet gelijk
Verwijzingen
Het Nederlandse verloskundige systeem heeft in Canada
(1) Hutton EK, Reitsma AH, Kaufman K. Outcomes associated with plan-
als voorbeeld gediend toen verloskundige zorg werd
ned home and planned hospital births in low-risk women attended by midwives in Ontario, Canada, 2003-2006: a retrospective cohort study.
gelegaliseerd. Toch vallen de verschillen op.
Birth 2009; 36(3):180-189.
In de eerste plaats verschillen de indicaties voor verwijzing
(2) Janssen PA, Lee SK, Ryan EM, Etches DJ, Farquharson DF, Peacock D et
naar de gynaecoloog. Verloskundigen in Canada leiden
al. Outcomes of planned home births versus planned hospital births after
zelf vrouwen in voor serotiniteit, regelen pijnbestrijding
regulation of midwifery in British Columbia. CMAJ 2002; 166(3):315-323. (3) Jans S, de Jong A. De thuisbevalling vergeleken met de ziekenhuisbe-
zonder tussenkomst van de gynaecoloog en stimuleren
valling: Een spraakmakende meta-analyse. Tijdschrift voor Verloskundigen
bij met oxytocine indien nodig. Ook begeleiden zij de
35[september], 25-28. 2010.
baring van vrouwen met één ongecompliceerde keizerTvV december 2010 • KNOV
33
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 34
ONDERWIJS
Eerste Europese preconceptiecongres Een verslag Suze Jans en Inger Aalhuizen
Op 7 en 8 oktober jl. werd in Brussel het allereerste preconceptiecongres gehouden op Europees niveau. Dit initiatief kwam van de Belgische Vereniging van Franssprekende Gynaecologen (GGOLFB) en ONE, het kantoor voor geboorte en jeugd van Franstalig België. Op dit congres kwamen verloskundigen, gynaecologen, sociaal wetenschappelijke en andere onderzoekers bijeen om de voortgang van preconceptiezorg in Europa met elkaar te bespreken, maar ook om ideeën uit te wisselen en recente onderzoeksresultaten met elkaar te delen. Hieronder volgt een verslag van dit congres.
hoeveel, met welke tussenpozen en welke anticonceptie ze daarbij denken te gebruiken etc. Hij propageert vier componenten in de preconceptiezorg; te weten screening, beoordeling, counseling en vaccinatie. Mary K. Moos, die ooit verpleegkundige was maar inmiddels is opgeklommen tot hoogleraar obstetrie en gynaecologie aan de universiteit van North Carolina, vertelt over de voortgang en implementatie van preconceptiezorg in de VS. Ook daar moeten ze creatief zijn om de preconceptie zorg aan de vrouw te brengen. Een van de ideeën is om een zogenaamde office champion aan te wijzen bij bedrijven. Deze champion promoot binnen het bedrijf een gezonde manier van leven, en geeft vooral vrouwen in de reproductieve leeftijd advies hierover. Zij is voorstander van continu integraal gezond-
Uit Nederland is een aardige afvaardiging aanwezig
heidsbeleid voor vrouwen tijdens hun gehele levenscyclus.
vanuit verschillende organisaties, zoals de KNOV, TNO,
Ze gelooft niet in het leveren van gezondheidsvoorlich-
VU Medisch Centrum, Erfocentrum, Eurocat Groningen,
ting in bepaalde episodes zoals bijvoorbeeld zwanger-
Radboud Universiteit, Coronel Instituut, AGIS zorgverze-
schap. Continuïteit in de voorlichting voor vrouwen zorgt
keringen en de Erasmus Universiteit. Het congres werd
volgens haar voor gezondere vrouwen en daarmee
gehouden in de Koninklijke Bibliotheek van België, een
gezondere zwangerschappen met betere uitkomsten.
mooi staaltje jaren vijftig architectuur. Aangezien een gedeelte van het openingsdebat gehouden werd in het
Wat ons opvalt, is dat toch wel heel erg wordt uitgegaan
Frans, zijn er simultaanvertalers aanwezig. De helft van
van de vrouw: zij is degene die moet zorgen voor een
de aanwezigen zat met koptelefoons op hun hoofd: we
gezonde levenstijl; op tijd beginnen met het slikken van
lijken op het parlement van de Europese Unie, wat dat
foliumzuur, haar leeftijd in de gaten houden etc. Geen
betreft is Brussel natuurlijk mooi uitgekozen!
moment wordt aandacht gegeven aan de invloed die de man of de partner daarop heeft. Blijkbaar is het niet van
En mannen dan?
belang of hij wel of niet stopt met roken, gezond eet
De bedoeling was dat de Belgische Minister van Volks-
en niet zoveel drinkt?! Gelukkig springen er tijdens de
gezondheid het congres zou openen, maar helaas was
discussie meteen drie vrouwen op in de zaal om hierover
deze op het laatste moment verhinderd en moesten we
opmerkingen te maken en dan blijkt dat vrijwel iedereen
het doen met een voorgelezen speech door een van zijn
de rol van de man ook belangrijk vindt. Wel is de alge-
medewerkers. Daarnaast waren er tijdens de opening
mene consensus dat de aandacht niet alleen moet gaan
presentaties van een aantal bekende experts op het
naar vrouwen of paren met een zwangerschapswens,
gebied van preconceptiezorg.
maar naar vrouwen die zwanger kunnen worden, omdat
Hani Atrash van het Centre for Disease Control in de
nu eenmaal niet alle zwangerschappen gepland zijn.
Verenigde Staten presenteert in sneltreinvaart een overzicht van al hun onderzoek op dit gebied. Een van hun
Koploper?
ideeën is het zogenaamde reproductive-life-plan waarin
De breakout sessies sluiten hierbij aan. In de breakout
vrouwen en stellen worden aangemoedigd om na te
sessies wordt in kleinere groepen naar presentaties van
denken over wanneer zij kinderen zouden willen krijgen,
onderzoek geluisterd en wordt over de uitkomsten gediscussieerd. Deze sessies kennen meer dynamiek. Er is
Suze Jans is lid van de redactie en Inger Aalhuizen is beleids-
meer aandacht voor de sociale en levensstijlaspecten die
medewerker KNOV
weliswaar lastig te beïnvloeden, maar juist wel belangrijk
34
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 35
ONDERWIJS Figuur 1: Mary K. Moos: Voorgesteld continue model voor de zorg aan vrouwen in hun reproductieve levensfase
Menarche Start voorlichting Menarche Start voorlichting rondom rondom reproductie reproductie
Familyplanning planning Family preconceptioneel preconceptioneel
Familyplanning planning Family InterInterconceptioneel conceptioneel
Zwangerschap Zwangerschap
Zwangerschap
Zwangerschap en en geboorte geboorte
Menopauze
Menopauze Stop voorlichting Stop voorlichting rondom reproductie
rondom reproductie
zijn. Een Portugese onderzoeker laat zien dat het plan
steeds weinig vrouwen op het preconceptiespreekuur;
om zwanger te worden geen invloed heeft op gezonder
het out-of-the-box denken wordt wel gewaardeerd.
eetgedrag: de inname van de benodigde voedingsstoffen verandert niet op het moment dat er een zwangerschaps-
Foliumzuur
wens bestaat. Blijkbaar moeten eetgewoonten eerder al
Het teleurstellend lage gebruik van foliumzuur ter voor-
worden veranderd. Dit zou het continue model dat
koming van neurale buis defecten is in alle landen een
Mary K. Moos voorstelt ondersteunen.
probleem. Alleen het project in Vietnam lijkt wel succes
Een Australische onderzoeker vertelt dat 50% van de
te hebben. Door het organiseren van een campagne op
zwangeren in haar land te kampen heeft met overge-
lokaal niveau, in goede samenwerking met het plaatselijk
wicht en obesitas. Ze heeft het dan ook over de toe-
gezondheidspersoneel, is de kennis van vrouwen over
komstige vetbom van Australië… De “kookles” van de
een gezonde levenstijl met betrekking tot zwanger
Belgische onderzoeker sluit hierbij aan: Zij ziet een
worden in de onderzochte provincie sterk gestegen.
belangrijke rol voor verloskundigen in de voorlichting
De onderzoekers gingen van deur tot deur in de dorpen
over gezonde voeding. Zij is echter van mening dat deze
en troffen veel vrouwen aan die gebruikte strippen
voorlichting veel verder moet gaan dan ‘wat houdt
foliumzuur tabletten konden laten zien en ook daad-
gezonde voeding in’. Want waar koop je die gezonde
werkelijk wisten waarom ze dit moesten slikken.
voeding in hemelsnaam als je in een buurt woont waar
Een levendige discussie ontstaat over de aanbevolen
geen markt is of maar weinig winkels zijn? En hoe maak
hoeveelheid (synthetisch) foliumzuur die per dag zou
je witlof lekker klaar zonder dat alle voedingstoffen
moeten worden ingenomen indien er een zwangerschaps-
verloren gaan?! Prima om vette vis te koken, maar als
wens bestaat. In Nederland wordt geadviseerd om vanaf
je vervolgens het kookvocht weggooit, ben je al die
vier weken vóór tot acht weken ná de conceptie 0,4-0,5mg
gezonde vetten kwijt! Je moet het allemaal maar weten.
foliumzuur per dag te slikken. De veilige ondermarge van
De Nederlandse afgevaardigden nemen maar liefst
(synthetisch) foliumzuurgebruik ligt op 0,2 mg per dag.
18 presentaties voor hun rekening. Nederland lijkt ook in
Onderzoekers in Rotterdam lieten zien dat voor sommige
zekere zin voorop te lopen met vooral de implementatie
vrouwen 0,4 mg foliumzuur per dag teveel kan zijn
van preconceptiezorg. De deelnemers zijn onder de
waardoor er verandering in de celstructuur van de foetus
indruk van de tupperware party’s in Rotterdam en de
kan optreden. Wat dit (op termijn) voor een gevolgen
voorlichting op scholen en aan groepen migranten vrou-
heeft moet nog worden onderzocht. Het zijn echter voor-
wen in Amsterdam. Ook al zien wij in Nederland nog
lopige resultaten; het onderzoek is nog steeds gaande. TvV december 2010 • KNOV
35
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 36
ONDERWIJS Daarnaast is er een randomised controlled trial (RCT)
De conferentie werd afgesloten met de jaarlijkse bijeen-
gestart onder leiding van de Dutch Folic Acid Trial Group
komst van de Franstalige gynaecologenvereniging.
(DFATG). Hierin worden de effecten van een lagere
Alhoewel deze bijeenkomst op de volgende dag niet
dosering foliumzuur op het voorkomen van congenitale
besloten was, voelden veel deelnemers zich niet geroepen
afwijkingen en vroeggeboorten vergeleken met de
om hierbij aanwezig te zijn. Jammer, want alhoewel het
effecten van een hogere dosering. De Nederlandse groep
wel op het programma stond, werd een afsluitend en
heeft als doel om 5000 vrouwen te includeren door
concluderend woord daardoor gemist. Wel heeft het
middel van samenwerking met apothekers.
congres nog enig gevolg voor de Nederlandse onderzoekers: Prof. Pierre Delvoye, de initiatiefnemer van het
Leef- en werkomstandigheden
eerste Europese Preconceptiecongres, heeft alle deel-
In een van de andere sessies is ook aandacht voor de
nemers uit Nederland de volgende mail gestuurd:
invloed van omgevingsfactoren zoals chemicaliën en
The contribution of speakers and participants from The
arbeidsomstandigheden op zowel de gezondheid van de
Netherlands was very important. The other participants and
man als die van de vrouw. Sommige van deze factoren
me were impressed by the work and the progress made
kunnen grote gevolgen hebben op de vruchtbaarheid en
in The Netherlands. For that reason, some participants
op de uitkomst van een zwangerschap. Deze factoren zijn
have suggested to organize the next congress (2nd
lastig te beïnvloeden, misschien daarom wel wordt er in
European Congress) in The Netherlands. I agree with that
maar weinig landen aandacht besteed aan dit onderwerp.
idea.(…)and therefore I hope that the next congress will
In Nederland is in 2009 de website ‘www.zwangerwijzer.nl’
take place in Netherlands.
uitgebreid met een module over werkomstandigheden, die schadelijk kunnen zijn voor de zwangerschap.
Een geweldig compliment voor de Nederlandse professionals en onderzoekers. We mogen met zijn allen trots zijn
Telkens lopen er drie sessies parallel, waardoor het helaas
dat we met al onze inspanningen deze resultaten hebben
niet mogelijk is alle presentaties bij te wonen. Onderzoek
behaald!
naar de psychosociale aspecten rondom preconceptie-
Het Erasmus Medisch Centrum heeft inmiddels toegezegd
zorg krijgt bijvoorbeeld ook veel aandacht op dit eerste
het tweede Europees congres in 2012 in Nederland te
Europese Preconceptie Congres, maar komt om die
willen organiseren, ondersteund door de de KNOV en TNO
reden niet in dit verslag aan bod.
die hebben aangegeven hieraan te willen meewerken. ■
De Nederlandse afgevaardigden nemen maar liefst 18 presentaties voor hun rekening
36
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 37
ONDERWIJS
Uitreiking scriptieprijzen Verloskunde 2010 ‘Gaat u maar liggen’ op de eerste plaats Voor de vijfde keer werden op 19 november jl. de Scriptie-
Op de eerste plaats zijn geëindigd Ellen Plaschek, Ellen
prijzen Verloskunde uitgereikt, de prijzen voor de beste
de Vries, Tamana Zamani en Karla van Vliet met «Gaat u
afstudeerscripties van de Nederlandse verloskunde acade-
maar liggen». De beide Ellen’s, Tamana en Karla zijn
mies van 2010, te weten Amsterdam, Groningen,
afkomstig van de Verloskunde Academie Amsterdam.
Maastricht en Rotterdam. De prijs is ontstaan op initiatief van het Tijdschrift voor Verloskundigen van de KNOV en Kennispoort Verloskunde van de SSOV, de Stichting Samenwerkende Opleidingen Verloskunde. © Henny van Nieuwpoort
De jury bestond uit: Suze Jans, voorzitter, Relinde van der Stouwe, Corine Verhoeven, Birgit van der Goes, Adja Waelput, Ine van Veldhoven, winnaar 2009 en Wil van Veen. Ook dit jaar heeft de jury met zeer veel interesse de inzendingen bestudeerd en besproken. De volgende inzendingen werden beoordeeld: • vanuit de Verloskunde Academie Amsterdam en van de
Op de tweede plaats zijn geëindigd Marjolein Houben en
auteurs Ellen Plaschek, Ellen de Vries, Tamana Zamani
Marieke Jurrius-van Meegen met «Tijd voor vitamine D».
en Karla van Vliet: «Gaat u maar liggen»;
Marjolein en Marieke zijn van de Verloskunde Academie
• vanuit de Verloskunde Academie Maastricht en van de
Rotterdam.
auteurs Wanda Bothof, Charlotte Claessen en Nicky Maassen: «Oeps, mama groeit»; • eveneens uit Maastricht en van de auteurs Nienke van
De Publieksprijs werd dit jaar uitgereikt door Linda Rentes, vicevoorzitter van de KNOV. De winnaars van
Alst, Margreet van Davelaar, Evelien Duenk en
deze prijs veroverde maar liefst 283 stemmen op een
Charlotte Rondaij: «Postnatale zorg in de spotlight»;
totaal van 730 stemmen. Dat betekent dat zij bijna 40%
• vanuit de Verloskunde Academie Rotterdam en van de
(38,76% precies) van de uitgebrachte stemmen binnen-
auteurs Marjolein Houben en Marieke Jurrius-van
haalden.
Meegen: «Tijd voor vitamine D»;
Dat verdient dan ook duidelijk de Publieksprijs
• vanuit de Verloskunde Academie Groningen en van de
Kennispoort-TvV 2010 die daarmee werd gewonnen
auteurs Kasia Bajorek, Berdien Pepping en Carla te
door “Oeps, mama groeit” vanuit de Verloskunde
Vaanholt: «Zorggebruik van zwangeren in de eerstelijns
Academie Maastricht door de auteurs Wanda Bothof,
verloskundigenpraktijk in Nederland».
Charlotte Claessen en Nicky Maassen. ■
TvV december 2010 • KNOV
37
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 38
Wij zoeken een verloskundige om op
ARUBA te komen werken in onze 1e lijns praktijk.
Word jij onze nieuwe collega? Wij zoeken Een nieuwe maat vanaf 1 mei 2011 wegens vertrek van één van ons. We zijn op zoek naar een enthousiaste verloskundige, flexibel en collegiaal, met hart voor de eerstelijns verloskunde. Onze praktijk Bevindt zich sinds augustus in een prachtig monumentaal pand, de Goudse Praktijk. Gouda is een middelgrote stad in het Groene Hart met een zeer gevarieerde populatie. Verloskundigenpraktijk Gouda bestaat uit drie kleine praktijken; Antje, Caatje en Neeltje. Praktijk Neeltje heeft door het vertrek van één collega versterking nodig. Doordat we in teams werken (± 280 zorgeenheden per jaar per team), hebben we nauw contact met de zwangere en is de achterwacht ook prima geregeld. Verder is er sprake van een zeer goede samenwerking met de tweede lijn en hebben we een actieve kring.
• Op dit moment zijn we met 2 collega’s en zijn op zoek naar een 3e • Ongeveer 400 inschrijvingen per jaar • Voornamelijk ziekenhuis bevallingen • 4 dagen p/w
Voor meer informatie:
[email protected] Tel. 297-5930674 / 297-5935333
Voor meer informatie Zie onze website www.verloskundigenpraktijkgouda.nl bel 06-22 85 85 85 of mail naar
[email protected] Geïnteresseerd? Stuur dan een sollicitatiebrief en CV naar: Verloskundigenpraktijk Gouda, praktijk Neeltje t.a.v. Janneke Hanse Elizabeth Wolffstraat 1, 2806 PJ Gouda
[email protected]
Waarneemster Leeuwarden In verband met het vertrek van 2 collega's zoeken wij per 1 januari 2011 een waarneemster. Wij werken met 4 verloskundigen in een stadspraktijk met een gemengde populatie cliënten. Onze praktijk: • is geautomatiseerd met Onatal • heeft een praktijkassistente • heeft een prima samenwerking met de 2e-lijn • is gevestigd in een multidisciplinair gezondheidscentrum • beschikt over een eigen echoapparaat • heeft ongeveer 360 zorgeenheden per jaar
Heb je interesse, mail of bel ons. Wilma Donker
[email protected] 058-2155208 www.bonnehus.com
Aine is een plattelandspraktijk op het Hogeland van Groningen. Wij zijn op zoek naar een enthousiaste verloskundige om ons te ondersteunen in onze groeiende praktijk. Als we goed kunnen samenwerken, is er zeker uitzicht op een vaste baan. Wij zijn per direct op zoek naar een
Waarneemster De praktijk: • Heeft gemiddeld 10 tot 15 a-termen per maand. • Is geautomatiseerd met Micronatal • Heeft een goede samenwerking met huisartsen en de tweede lijn • Ons werkgebied is op het Hogeland van Groningen (plattelandspopulatie) Geïnteresseerd? Bel naar 06-13939151 of mail
[email protected].
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 39
KWALITEIT
“Je kunt niet echt met ze praten” Ervaringen en dilemma’s in de zorg rond besneden vrouwen Relinde van der Stouwe
De zorg voor besneden zwangeren vraagt veel van verloskundigen. Inzicht in culturele achtergronden, medische kennis en bovenal communicatieve vaardigheden zijn nodig om vrouwen te begeleiden en een bijdrage te kunnen leveren aan de preventie van meisjesbesnijdenis. Jessica Hendriks is in september 2010 afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam op haar onderzoek naar de ervaringen van verloskundigen met de zorg aan besneden vrouwen en hoe zij omgaan met ethische dilemma’s. Een gesprek met de kersverse medisch antropologe over haar bevindingen.
Medisch antropologisch onderzoek Een (medisch) antropoloog onderzoekt een fenomeen in haar sociaal-culturele context. Dat wil zeggen dat bevindingen uit interviews of observaties niet als kale feiten worden gepresenteerd. Ze worden beschreven en verklaard vanuit processen die ten grondslag liggen aan het denken en handelen van mensen. Jessica Hendriks heeft 40 verloskundigen geïnterviewd over hun ervaringen met de zorg aan besneden vrouwen. Jessica benaderde hiervoor 60 verloskundigen praktijken verspreid over heel Nederland. Het waren prak-
Confrontatie
tijken in de buurt van asielzoekerscentra en
Jessica Hendriks las jaren geleden het boek van foto-
in de vier grote steden. De interviews waren
model Waris Dirie over haar besnijdenis. Dat was Jessica’s
semigestructureerd. De gesprekken werden
eerste kennismaking met het fenomeen vrouwenbesnij-
opgenomen en nadien uitgeschreven.
denis. Ze weet nog goed hoe ze daar van onder de
Daarnaast observeerde zij tijdens twee
indruk was. Tijdens haar studie antropologie zag ze een
spreekuurdagen in twee verloskundigen
film over besnijdenis; dat schokte haar enorm. In haar
praktijken de interactie tussen verloskundigen
gesprekken met verloskundigen herkende ze deze
en (besneden) zwangeren. Bij het analyseren
heftige schok waarneer verloskundigen voor het eerst
van alle gegevens, vielen haar een aantal
de vulva van een besneden vrouw zien. Jessica: “Het
terugkerende thema’s in de interviews en
vrouwelijke deel is weggehaald, er mist iets wat er wel
de observaties op. Vervolgens groepeerde
hoort te zijn. Dat is een schok als je dat voor het eerst
zij tekstdelen aan de hand van deze thema’s
ziet. Verminking is niet iets meer van horen zeggen maar
en vergeleek ze met elkaar.
het gebeurt dus echt. Hoewel veel verloskundigen aan-
Bij het beschrijven van de data in haar thesis
geven dat ze ook verrast zijn dat ‘het’ er schoon en
‘When culture challenges nature’, gaat Jessica
netjes uitziet, noemen zij het wel een verminking. Waar
Hendriks uit van de begrippen moraliteit
we als vrouw mee worden geboren, is weggehaald.
en stigma. Verloskundigen gaan om met
Sommige verloskundigen werden voor het eerst gecon-
besneden vrouwen vanuit de gangbare nor-
fronteerd met de anatomie van een besneden vrouw
men over vrouwenbesnijdenis als genitale
tijdens de bevalling. Dan betreft de schrik ook hun
verminking in onze Nederlandse samenle-
eigen handelen. Wat nu? Kan ik wel inwendig voelen bij
ving, de medische beroepsgroep en voor ons-
zo’n kleine opening, moet ik knippen en hoe. Dat soort
zelf. Vanuit deze normen worden besneden
vragen.”
vrouwen gekenmerkt; gestigmatiseerd. In ons dagelijks taalgebruik heeft stigma een
Niet iedere verloskundige bekijkt tijdens de
negatieve klank maar in de antropologie
zwangerschap hoe de besnijdenis er uit ziet?
heeft het een neutrale betekenis. Het is
Jessica: “De meeste verloskundigen waarmee ik sprak,
onvermijdelijk en komt logisch voort uit
inspecteren de uitwendige genitalia tijdens de zwanger-
moraliteit.
Relinde van der Stouwe is redacteur van dit tijdschrift
schap wel. Maar soms krijgt de verloskundige de geleTvV december 2010 • KNOV
39
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 40
KWALITEIT genheid niet. Bijvoorbeeld vluchtelingen komen soms
VGV-adviseurs & E-learning
heel laat in de zwangerschap terecht bij de verloskundige. En sommige verloskundigen vinden het ook niet
Veel verloskundigen hebben slechts inciden-
nodig om de genitalia vooraf aan de bevalling te bekijken.
teel te maken met vrouwen die in hun jeugd
Elke bevalling is anders; hoe ze knippen en hechten
zijn besneden. Expertise opbouwen is
hangt af van het verloop van de bevalling. Deze verlos-
daardoor moeilijk. Half december 2010 zijn
kundigen zien niet het nut om in de zwangerschap te
12 verloskundige VGV adviseurs opgeleid; zij
kijken en beleid tijdens de bevalling af te spreken.”
zullen dienen als vraagbaak voor minder ervaren collega’s. Daarnaast ontwikkelt de
Tijdgebrek
KNOV een e-learning module over de zorg
In alle gesprekken kwam het gebrek aan tijd naar voren
aan besneden vrouwen. In het januari-
en hoe dit de communicatie belemmert. ‘Je hebt al zo
nummer van dit tijdschrift leest u daar mee
weinig tijd en dan moet je hier ook nog eens over praten.’
over. Het KNOV-standpunt ‘Vrouwelijke
Dat is wat Jessica vaak hoorde. Vooral bij asielzoeksters is
Genitale Verminking’ is leidend voor de
tijdgebrek een probleem. Voorheen voorzagen de MOA-
VGV-adviseurs en ligt aan de basis van de
verpleegkundigen verloskundigen van informatie over de
e-learning module. In het onderzoek van
medische voorgeschiedenis maar nu moeten verloskun-
Jessica Hendriks komt naar voren dat verlos-
digen de anamnese zelf doen. [MOA is Medisch Opvang
kundigen steun ontlenen aan het duidelijke
Asielzoekers] Ook het werken met vertalers vraagt extra
KNOV-standpunt over het hechten post
tijd. Jessica: “Ik heb het zelf kunnen aanschouwen
partum. Maar het standpunt zegt meer.
tijdens mijn observaties op het spreekuur. Eerst duurt
Het beschrijft het hoe en het waarom van de
het een tijd voordat je de tolk aan de lijn hebt, want er is
inspectie van de genitalia in de zwanger-
een tekort aan Somalische tolken. Vervolgens geeft zo’n
schap, het geeft concrete aanwijzingen voor
driegesprek vaak ook miscommunicatie. Het duurt soms
de voorlichting en beleid tijdens de baring,
tien minuten voordat de verloskundige één puntje duide-
en welke rol verloskundigen kunnen vervul-
lijk heeft. En dat gaat dan om bijvoorbeeld het hoesten
len in de preventie van meisjesbesnijdenis.
waar de vrouw last van heeft. Laat staan als je het over de
Jessica Hendriks heeft na haar bachelor Veiligheid- en gezondheidspsychologie aan de Universiteit in Enschede haar mastertitel in de Medische antropologie & sociologie behaald aan de UvA. Ze werkt nu bij Pharos als projectcoördinator van jongerenproject No Game en is onderzoeker binnen het Vrouwelijke © Pharos
Genitale Verminking programma.
40
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 41
KWALITEIT besnijdenis wilt hebben. Als je informatie wilt ontvangen
kundigen denken: ze is getraumatiseerd, dus ze wil er liever
maar ook informatie wilt geven.”
niet over praten. En zeker niet als haar man er bij is. Hij bepaalt wat ze wel of niet mag zeggen, dus ga ik nu
Verloskundigen benadrukken het belang van de relatie met
maar niets vragen want ze mag toch niets zeggen. En: ik
hun cliënten. Van het begin af aan werken zij daar aan,
hoef niet naar haar wensen over knippen en hechten te
maar bij anderstaligen is dat soms erg lastig. Een van de
vragen want ze wil toch weer dicht. Dat is haar cultuur.”
redenen dat ze soms het gesprek over besnijdenis of de
Deze manier van denken wordt mede bepaald door de
inspectie van de vulva uitstellen is de band die ze eerst
heersende ideeën in onze samenleving over cultuur:
willen opbouwen. Verloskundigen willen vermijden dat
mensen kunnen niet anders dan mee gaan met hun
hun cliënt zich niet comfortabel voelt of gediscrimineerd.
cultuur. Een gevolg daarvan is dat vrouwen niet als zelfstandige, volwaardige mensen worden beschouwd maar
Taboe
als een slachtoffer. Doorgaans vraag je aan een vrouw
De meeste verloskundigen in het onderzoek van Jessica
wat ze denkt en wil maar voor een slachtoffer ga je
Hendriks noemen de communicatie als een groot
denken en zorgen.
probleem. ‘Je kan niet echt met ze praten’, verzucht een geïnterviewde zorgverlener. Behalve taalproblemen, de
Verloskundigen vinden het moeilijk om besneden vrouwen
beperkte beschikbaarheid van tolken en tijdgebrek signa-
inwendig te onderzoeken. Bij vaginale touchers tijdens
leert Jessica in haar thesis een aantal andere obstakels die
de bevalling krijgen sommige verloskundigen het gevoel
de communicatie in de weg staan. Die hebben te maken
dat ze de vrouw ‘verkrachten’. Daarbij wordt een link
met taboes, een eenzijdig beeld van ‘de cultuur’ van
gelegd tussen de uitingen van pijn en angst tijdens
besneden vrouwen en hun partners, en de aannames
vaginaal touchers en de herinnering van de pijn tijdens
van verloskundigen over hun cliënten met VGV.
de besnijdenis. Verloskundigen zijn bang dat ze het
Jessica: “Veel verloskundigen gaan er vanuit dat vrouwen
trauma omhoog brengen. Verloskundigen hebben de
het moeilijk vinden over de besnijdenis te praten en er
informatie van het inwendige onderzoek nodig om het
naar te laten kijken. Maar als het wel ter sprake komt,
bevallingsproces te kunnen monitoren, maar ze hebben
zijn veel verloskundigen verbaasd hoe open sommige
grote moeite dat zij – als vrouw en als persoon - haar
besneden vrouwen en hun partners er over praten, hoe
dit aandoen.
gemakkelijk ze vragen beantwoorden. Opmerkelijk is hoe sommige verloskundigen dit vervolgens toeschrijven aan
Integriteit van het lichaam
de westerse invloed waaraan migrantenvrouwen in
In de omgang met besneden vrouwen ziet Jessica hoe
Nederland blootstaan. ‘Ze kunnen er open over praten,
verloskundigen worstelen met verschillende interpretaties
want ze weten dat we hier in Nederland open over seks
van het recht op lichamelijke integriteit, namelijk het
praten’. Anderen erkennen dat het praten over besnijdenis
recht om zelf te beslissen over je lichaam en het recht
meer ‘ons’ taboe is dan het taboe van de besneden
om beschermd te worden. Aan de ene kant is het
vrouwen. Er zijn ook verloskundigen die juist benadruk-
belangrijk dat vrouwen zich OK voelen in hun eigen lijf.
ken dat het voor vrouwen met VGV zelf heel normaal is.
Als zij zich niet gelukkig voelen met genitalia die open
Daarom zeggen zij ook: ‘je moet het er gewoon met hen
liggen na een bevalling, wie zijn wij verloskundigen dan
over hebben want voor hen is het normaal’. Het idee dat
om te zeggen: ik kan je niet dichthechten want dat mag
besnijdenis normaal is voor de betreffende vrouwen,
hier niet in Nederland. Terwijl er al een keer in haar leven
maakt het voor een deel van de verloskundigen ook
een belangrijke beslissing is gemaakt over hoe zij er uit
moeilijk. Het roept bij hen afschuw op dat vrouwen het
moet ziet, zal ik dat als verloskundige nu dan wéér doen?
normaal vinden. Terwijl deze vrouwen weten hoeveel pijn
Aan de andere kant is daar de gedachte dat een besneden
het doet, doen zij het hun dochters misschien ook weer
vrouw een slachtoffer is van haar cultuur, geen controle
aan, omdat besnijdenis normaal is.”
heeft over haar lichaam en dat haar lichaam beschermd moet worden. Als de vrouw dan zegt: ik wil weer dicht
Slachtoffer
op de manier zoals het voor de bevalling is, in hoeverre is
Vrouwen die in hun jeugd zijn besneden, worden vaak
dat dan haar eigen wens of die van haar cultuur?
beschreven als slachtoffers van hun cultuur. Ze hebben
Jessica: “Opvallend is dat weinig verloskundigen met
niets te zeggen over hun lichaam; ze zijn getraumatiseerd.
de vraag om herinfibulatie worden geconfronteerd.
Ze worden niet als zelfstandige vrouwen met een eigen
Afgezien van een verhaal over een man die op de verlos-
mening gezien, met eigen behoeften en wensen. Jessica
kamerdeur bonkte en duidelijk maakte dat zijn vrouw
licht toe hoe dit beeld de communicatie tussen de verlos-
‘weer dicht’ moest, blijken de meeste vrouwen en man-
kundige en haar cliënte kan beïnvloeden. “Veel verlos-
nen er tegenwoordig nauwelijks nog om te vragen. Toch TvV december 2010 • KNOV
41
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 42
KWALITEIT speelt dat wel in de hoofden van verloskundigen. Ze zijn
beginnen. Ze dragen bijvoorbeeld aan dat ze het
bang voor de confrontatie; een vrouw kan iets vragen
moment van blijdschap niet willen verstoren of dat het
van hen dat ze niet kunnen doen. Veel verloskundigen
toch nog niet speelt vlak na de geboorte. De besnijdenis
ontlenen steun aan het KNOV standpunt ten aanzien van
gebeurt pas later. Een klein deel van de ondervraagde
het herstellen van de status voor de bevalling. Je wijst
verloskundigen vindt wel dat ze het daar over moeten
het niet af vanwege je persoonlijke achtergrond. Het is
hebben. ‘We maken de vrouwen op zo’n intiem moment
niet jouw besluit maar het is breed gedragen dat dicht-
mee en dan is er een meisje geboren. Dat is hét moment
hechten niet goed is. Je hoeft geen discussies aan te
om te vragen: wat gaat er met uw dochter gebeuren?’”
gaan over culturele of religieuze waarden en normen maar je kan gewoon zeggen: het mag niet.”
Open benadering Jessica wil benadrukken dat niemand helemaal neutraal is. “Hoe graag je het ook zou willen en hoe zeer je daar ook naar streeft, soms betrap je jezelf op vooroordelen of bepaalde aannamen. Wij zien het besnijden van meisjes als genitale verminking en we wijzen het af. Een directe confrontatie met de gevolgen van besnijdenis gaat dan ook vaak gepaard met veel heftige gevoelens en gedachten. Het stigma ‘besnijdenis’ gaat ook gepaard met veel aannamen zoals ‘dit is een vrouw die besneden is, dan zal ze ook wel moslim zijn en dan zal ze ook wel niets te zeggen hebben’. Belangrijk is dat we bewust zijn van onze eigen culturele praktijken als norm. Vul niet van alles in maar vraag een vrouw naar haar besnijdenis, hoe ze er over denkt en hoe ze het ervaart. Het betekent niet dat je opeens VGV gaat omarmen maar wel dat je het niet per definitie als een probleem benadert. Besnijdenis staat niet perse gelijk aan trauma. En het hoeft bijvoorbeeld niet altijd gelijk te betekenen dat vrouwen dicht willen na de bevalling. Als een vrouw aangeeft dat wel te willen, vraag dan waarom wil je dat? En dan kan je zeggen: ik denk dat het niet goed is om te doen daar en daarom. Zoals een verloskundige tegen mij zei: ‘iedere besnijdenis is verschillend, en elke vrouw gaat er op een
Preventie
verschillende manier mee om’”
Weinig verloskundigen in de onderzoekspopulatie van Jessica hebben concrete ideeën over hun rol in de
Hendriks J. (2010) When culture challenges nature.
preventie van meisjesbesnijdenis. Een deel vindt het con-
Providing care for infibulated women giving birth in
sultatiebureau meer de aangewezen instantie om daar
the Netherlands: midwives’personal experiences and
met de ouders over te hebben. Volgens Jessica heeft dat
perspectives. Master Thesis Medical Anthropology &
ook te maken met het taboe. “Sommige verloskundigen
Sociology. Universiteit van Amsterdam ■
vinden het moeilijk om er in het kraambed al over te
“De KNOV heeft géén voorkeur voor gebruik van een specifiek verloskundig softwarepakket. De indruk die hierover mogelijk is gewekt in diverse mailings is dan ook onjuist.”
42
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 43
INNOVATIE
Samen voor de cliënt in een VSV-plus Wil van Veen
Vandaag de dag is het zo dat wie zorg verlangt zijn of haar eigen weg moet zoeken. Dat geldt ook voor de verloskundige zorg. Het organisatiemodel 2MoVe)) brengt hier structureel verandering in. Vijf verloskundige praktijken in Amsterdam-West en de maatschap gynaecologie van het St. Lucas Andreas ziekenhuis gaan hun zorg voor een groep van 90 zwangere vrouwen inrichten volgens het model 2MoVe)). De aanleiding voor 2MoVe)) is het besef dat de tijd rijp is voor een verloskundig systeem van optimale zorg dat begint bij de verwachting van de cliënt en eindigt bij goede uitkomsten van zorg met doelmatige inzet van middelen.
De regiegroep is ook bedoeld om met elkaar te sparren, samen zoeken naar verbeteringen in de zorg steeds uitgaande van de vraag: wat is in het belang van de cliënt?
Casemanagement Voordat 2MoVe)) zou gaan lopen hadden ze bij een van de deelnemers aan het project, de verloskundige praktijk Groei in Amsterdam al min of meer besloten in een vorm als deze te gaan werken. Onderzoek heeft immers uitgewezen dat de cliënttevredenheid groter is als de zwangere tijdens de zwangerschap niet telkens met een ander gezicht wordt geconfronteerd. Wie uiteindelijk de verloskundige is tijdens de bevalling, lijkt minder belangrijk. Rust en vertrouwen wordt gecreëerd en ook zo ervaren als er slechts weinig ‘gezichten’ zijn in de periode van de
2MoVe)) is ontwikkeld voor een toekomstbestendig ver-
zwangerschap. De band die daarmee wordt gesmeed
loskundig systeem, waarin één gezamenlijk zorgaanbod
tijdens de zwangerschap is belangrijk voor het vertrouwen
met ieders deskundigheid maximaal benut wordt. De
dat nodig is om de baring tot een goed einde te brengen.
implementatie van de aanbevelingen uit de pilot die nu in Amsterdam-West wordt gerealiseerd, kan uiteindelijk
Iedere cliënt krijgt een casemanager - wie weet een beter
bijdragen aan de verbetering van het perinatale sterfte-
woord? De casemanager is de verloskundige die de cliënt
cijfer, het terugbrengen van het aantal onnodige inter-
bij het eerste contact in de praktijk ontmoet. De case-
venties en de toename van de tevredenheid bij de vrouw.
manager is op de hoogte van alle zaken die spelen rond
VSV-plus Ze zijn enthousiast in Amsterdam-West, want ze gaan op een zodanige manier samenwerken dat de zwangere zich bewust wordt dat zij vanuit een samenwerkingsverband haar zorg ontvangt. De zorg wordt afgestemd op de verwachtingen van de zwangere die een duidelijk centrale rol speelt. Er wordt vanuit het perspectief van de cliënt naar de zorgbehoefte gekeken en samen met haar
Stel, een maatschap van vijf verloskundigen
wordt die zorg op maat afgestemd. Bovendien wordt
met 400 zorgeenheden. Vijf casemanagers
extra aandacht besteed aan de onderlinge samenwerking
met elk 80 cliënten. Daarbij heb je een
van verschillende zorgverleners door het VSV-plus en de
collega, zodat een verloskundige uiteindelijk
Verloskundige Regiegroep VRG om die samenwerking te
bemoeienis heeft met 160 cliënten gedurende
borgen en te faciliteren.
de zwangerschap. Er zijn ongeveer
VSV-plus staat voor het realiseren van de met de cliënt
13 momenten van ontmoeting voorzien
gemaakte plannen. Die afspraken zijn niet vrijblijvend.
tussen zwangere en verloskundige; de helft
Daartoe is een VRG ingesteld, bestaande uit deelnemers
met de casemanager, de helft met haar naaste
aan het VSV. Binnen de regiegroep wordt de voortgang
collega. De kans dat de zwangere haar case-
van het project besproken en daar waar dat nodig is
manager ook bij de bevalling treft, is 1 op 5,
nadere afstemming gerealiseerd. Een belangrijk element
dus 20 % kans. Maar natuurlijk wordt de
vormt de communicatie en voorlichting naar de cliënten:
bevalling gedaan door een verloskundige die
die moet gelijkvormig zijn binnen het project.
het dossier kent en is het vooral een moment van hard werken en steun bieden!
Wil van Veen is hoofdredacteur van dit tijdschrift
TvV december 2010 • KNOV
43
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 44
INNOVATIE de cliënt. Waar nodig coördineert zij de zorg en zorgt zij
Voorlichtingsmomenten
ervoor dat na de geboorte het dossier goed wordt over-
Rond tien weken gaat de zwangere naar een eerste
gedragen aan het consultatiebureau/Centrum voor jeugd
groepsvoorlichting. Feitelijk is dat het moment na de eerste
en Gezin. De casemanager betekent het einde van de
controle. Het idee is dat er dan al vragen en wensen
bestaande versnippering. De casemanager is het vaste
bestaan bij zwangeren, vooral in de vorm van een sterke
aanspreekpunt voor de zwangere maar hoeft niet alle
behoefte aan informatie en dat het ook prettig kan zijn
zorg aan de cliënt te leveren. De casemanager is ook het
andere zwangeren te ontmoeten.
vaste aanspreekpunt voor de collega’s in de praktijk en
In het cliëntenpanel, dat de ideeën rond de ontwikkeling
voor het VSV-plus. De cliënt heeft in principe naast de
van dit project toetste, kwam duidelijk naar voren dat er
casemanager slechts met een tweede verloskundige
juist in het begin heel veel behoefte is aan informatie.
tijdens de zwangerschap te maken, ongeacht de grootte van de maatschap. Anders komt de cliëntgerichtheid, het ‘de-cliënt-centraal-stellen’ in het geding. Aan dat idee worden geen concessies gedaan! Het aantal cliënten waar een verloskundige voor verantwoordelijk is, is kleiner dan nu maar de mate van verantwoordelijkheid is groter. Al met al wordt het overzichtelijker en het casemanagement geeft de verloskundige meer mogelijkheden om te handelen vanuit het perspectief van de cliënt.
Actueel: aandacht voor partner Ja, deze speelt een belangrijke rol, maar die is nog onvoldoende uitgewerkt. Voor het project was een afbakening nodig, moesten we ons beperken. Maar de partner speelt zeker een belangrijke rol. In de verdere uitwerking van het model kan de partner een goede plek krijgen. Op het moment dat je een zorgplan of geboorteplan bespreekt, doe je dat het liefst met de zwangere en haar partner samen. Nu ook al, trouwens.
Onderzoek heeft immers uitgewezen dat de cliënttevredenheid groter is als de zwangere tijdens de zwangerschap niet telkens met een ander gezicht wordt geconfronteerd.
Prachtig zorgplan Huisbezoek Voor de cliënt vormt een ringband met daarin
In de 34ste week gaat de verloskundige op huisbezoek.
uitgebreide informatie over het zorgplan een
Bij die gelegenheid bekijkt zij niet alleen de thuissituatie
leidraad. In het zorgplan zit tevens een kopie
op (on)mogelijkheden, maar gaat mede op basis hiervan
van het dossier zodat bij overdracht alle
het gesprek aan over het geboorteplan. Afspraken
relevante en geactualiseerde informatie aan-
worden in het zorgplan genoteerd en zijn daarmee
wezig is. In het zorgplan is ook het zorgpad
inzichtelijk voor cliënt en collega zorgverleners.
uitgezet, evenals een checklist om te contro-
Vierhonderd huisbezoeken per jaar tijdens de 34ste week
leren of gaandeweg alle onderwerpen en
betekent voor een maatschap van vijf verloskundigen een
informatie aan de orde is geweest. Een actie-
forse investering in tijd. Voor 2MoVe)) zijn die middelen
plan met afspraken op verloskundig en/of
binnen de pilot beschikbaar, 65 minuten huisbezoek +
medisch gebied maakt evenals het geboorte-
reistijd. Daarbij vervangt dit huisbezoek een prenatale
plan deel uit van het zorgplan. Zo heeft
controle. Hoe huisbezoeken buiten de pilot vergoed gaan
iedereen die in contact komt met de zwangere
worden is nog niet in het overleg tussen verloskundigen
direct een beeld van en inzicht in de gemaakte
en zorgverzekeraars aan de orde geweest. Daarover zal
afspraken en de mogelijke verwachtingen die
nog onderhandeld moeten worden.
er leven. Alle afspraken tussen zorgverlener en cliënt/patiënt zijn in dit dossier te vinden
Continue begeleiding tijdens de baring
en na te lezen.
Van de verloskundige wordt in dit project verwacht dat zij vroeg tijdens de bevalling zich aan de zijde schaart van
44
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 45
INNOVATIE de barende. Op dat moment wordt afgestemd wat haar
De pilot wordt geëvalueerd in oktober 2011, op basis
situatie is en wat zij nodig heeft. Waar zij continue
waarvan aanpassingen aan het format zullen worden
begeleiding meent nodig te hebben, krijgt zij die van de
gedaan. Naar aanleiding van de bevindingen in de pilot
verloskundige of de kraamverzorgende. Net wat nodig is,
zal nader evaluatieonderzoek nodig zijn om de diverse
in overleg, en de cliënt geeft aan. Dat zal geen echte
onderdelen van het model op hun effect te kunnen
verrassingen opleveren, want haar verwachtingen ken-
beoordelen. Het format dat na afronding van dit project
nen we en staan genoteerd in het zorgplan. Natuurlijk
wordt opgeleverd zal geïmplementeerd worden in de
passen die wensen zich constant aan tijdens het ont-
reguliere praktijk waarin effecten kunnen worden
sluitingsproces, omdat er zich andere factoren aandienen
getoetst.
zoals onzekerheid, angst, pijn… Juist daarom is de cliënte leidend in het proces. Zij bepaalt de intensiteit van zorg die zij nodig heeft. We denken dat er hierdoor beter gemonitord wordt of moeder en kind het goed maken, de ontsluiting voorspoediger verloopt en dat er minder aanleiding is te verwijzen voor niet vorderende ontsluiting of pijnbestrijding. 2MoVe)) impliceert een vroegtijdig en laagdrempelig overleg tussen betrokken zorgverleners en voortzetting volgens gemaakte afspraken met de cliënt bij overdracht van zorg. Dit is een dynamisch proces en aanpassing vindt plaats na overleg met de zwangere. Bij een langdurige overdracht wordt het casemanagement overgedragen aan de klinisch verloskundige die (indien nog aan de orde) tevens het huisbezoek verzorgt. Het project sluit nauw aan bij de ideeën die de KNOV uitdroeg tijdens de laatste regiobijeenkomsten. Er bestaan naast deze pilot ook andere initiatieven en ontwikkelingen, ingezet door ziekenhuizen of maatschappen of door verloskundige maatschappen en STBN.
Wilt u nu al meer weten? Op de website van STBN en
Zo wordt langzaamaan een gezamenlijke visie zichtbaar
Agis vindt u het modelplan en het zorgplan. Ook vindt u
op ketenzorg. Daarbij zijn we op zoek naar werkbare
de namen van iedereen die een bijdrage leverde en of
vormen. Deze pilot is er een van, een waarvan we hoge
betrokken was bij de ontwikkeling en realisatie. Het
verwachtingen hebben.
adres is http://www.stbn.nl/Nieuwsbrief/projectteammodel-2move-deelt-kennis.html of www.agisweb.nl/
Van idee naar project naar …
zorgverleners/geboortezorg
De opdracht voor 2MoVe)) kwam van zorgverzekeraar Agis Zorgverzekeringen. De opdracht van Agis luidde:
Bovenstaand artikel kwam tot stand tijdens een gesprek
‘Onderzoek en probeer uit hoe je een organisatiemodel
waarbij betrokken waren Jolande IJsseldijk van STBN,
voor de verloskunde kunt ontwikkelen waarin je op de
Anna Krüger van Agis, Majlis Schweitzer van het cliënten-
langere termijn een positieve invloed kunt hebben op de
panel en Gaby Hermes van verloskundige praktijk Groei.
perinatale sterfte, maar verwijzingen reëel blijven volgens het principe: in de eerstelijn wat kan, de in tweedelijn wat
Noot van de redactie
moet. Daarbij moet de cliënttevredenheid fiks toenemen,
In het artikel komt even aan de orde dat het woord case-
waardoor de uitkomsten mogelijk ook verbeteren’.
manager echt als een “vreselijke term” wordt ervaren.
Dit liep allemaal al voordat de Stuurgroep met haar
Wie weet een beter woord? Suggesties graag naar de
rapportage kwam. De uitkomsten van de stuurgroep
redactie van dit tijdschrift,
[email protected]. Ongeacht of de
boden bij de ontwikkeling van het model handvatten en
mooiste, beste of ludiekste term ooit ingevoerd zal wor-
inhoudelijke uitwerkingen. In de werkgroep is daar heel
den, belonen de redactie en STBN de winnaar van deze
nadrukkelijk naar gekeken.
naamgevingsactie met een pittige boekenbon! U moet
Agis is opdrachtgever, STBN kreeg de opdracht en de
het zoeken, ergens tussen ‘zaakwaarnemer’ en
vrijheid voor de ontwikkeling.
‘mevrouw ooievaar’! ■
TvV december 2010 • KNOV
45
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 46
INNOVATIE
Screenen op dragerschap van erfelijke aandoeningen tijdens het kinderwensspreekuur Pilotproject in Amsterdam Suze Jans, Anne Annegarn, Monica Legdeur, Lidewij Henneman en Phillis Lakeman
Verloskundigen in Amsterdam geven sinds 2007 preconceptiezorg tijdens de zogenaamde 'kinderwensspreekuren’. In een ‘kinderwensconsult’ komen naast leefstijladviezen ook persoonlijke adviezen aan de orde ten aanzien van de kinderwens, gebaseerd op de (medische) anamnese van de cliënt en haar partner. Advies ten aanzien van erfelijke aandoeningen komt alleen ter sprake indien hier vanwege de familieanamnese of de medische voorgeschiedenis aanleiding toe is. Deze preconceptiespreekuren worden ofwel gedeclareerd bij de aanvullende verzekering van de cliënt ofwel binnen het Amsterdamse programma ‘Zorg voor Zwangeren’. Dit zijn gelden die de gemeente hiervoor beschikbaar heeft gesteld. Recent is deze zorg gedurende één jaar uitgebreid met een pilotproject waarbij de cliënten die het kinderwensspreekuur bezoeken, screening op dragerschap van twee erfelijke aandoeningen wordt aangeboden, te weten cystische fibrose (CF, taaislijmziekte) en hemoglobinopathieën (HbP, thalassemie en sikkelcelziekte).
Dragerschap van CF of HbP • CF of HbP hoeven niet in familie voor te komen om toch drager van deze aandoeningen te kunnen zijn. • Alleen als beide ouders drager zijn van dezelfde aandoening, bestaat er een kans van 1 op 4 (25%) op een kind met de ziekte. • Dragers hebben zelf geen CF of HbP
Tijdens de projectperiode (augustus 2010 – augustus 2011) worden paren met een kinderwens, afhankelijk van de oorspronkelijke afkomst van beide partners, geïnformeerd over de mogelijkheid om zich te laten testen op dragerschap voor cystische fibrose (CF, taaislijmziekte) en/of hemoglobinopathieën (HbP, thalassemie en sikkelcelziekte). Tijdens het kinderwensspreekuur kan de verloskundige gebruikmaken van een gevalideerd beslisformulier om na te gaan voor welke test(en) het paar in aanmerking komt [Lakeman P et al., 2006] CF en HbP zijn beiden autosomaal recessieve aandoeningen. Indien beide ouders drager zijn van de aandoening, hebben zij bij elke zwangerschap een kans van 25% op een aangedaan kind. CF en HbP komen relatief vaak
Het pilotproject is een initiatief van 1ste Lijn Amsterdam,
voor onder verschillende bevolkingsgroepen in
de Regionale Ondersteuningstructuur in de regio. Het
Nederland, afhankelijk van oorspronkelijke afkomst. Zo
wordt financieel ondersteund door AGIS
komt CF voor bij circa 1:30 mensen van Nederlandse en
Zorgverzekeringen en is tot stand gekomen met mede-
Noord-Europese afkomst (dat betekent ongeveer een half
werking van de afdeling klinische genetica van het VU
miljoen dragers in Nederland) en bij circa 1:50 bij mensen
medisch centrum (VUmc) en het Academisch Medisch
van Turkse en Marokkaanse afkomst [ten Kate, LP et al,
Centrum Amsterdam (AMC).
1979; Lakeman P et al., 2008]. Daarentegen is de prevalentie van HbP gemiddeld 1:7 bij mensen wiens (voor-)ouders
Suze Jans is verloskundige en onderzoeker in het VUmc;
oorspronkelijk afkomstig zijn uit Afrika, Zuidoost-Azië,
Anne Annegarn is verloskundige en senior adviseur bij 1e lijn
Suriname, de Antillen, het Middellandse Zee-gebied
Amsterdam; Monica Legdeur is genetisch consulent in het AMC;
(Turkije, Marokko) en het Midden-Oosten. De aandoening
Lidwij Henneman is onderzoeker bij sociale geneeskunde en
komen bij mensen van Nederlandse afkomst zelden voor
klinische genetica in het VUmc en Philis Lakeman is klinisch
[Giordano PC, Harteveld CL., 2006].
geneticus in opleiding in het VUmc
46
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 47
INNOVATIE In Nederland worden jaarlijks ongeveer 40 tot 50 kinde-
van een verhoogde kans op een kind met de aandoening;
ren met CF geboren [Slieker MG, 2005] en 40-60 kinde-
zwanger worden en (invasief) onderzoek laten uitvoeren
ren met HbP [Peters M et al., 2009]. De meeste kinderen
tijdens de zwangerschap om na te gaan of het ongeboren
worden geboren in families waarin de aandoening nog
kind daadwerkelijk aangedaan is waarna desgewenst de
niet eerder voorkwam. De geboorte van een kind met CF
zwangerschap kan worden afgebroken; het uitvoeren
of HbP is dan ook meestal volkomen onverwacht.
van pre-implantatie genetische diagnostiek; zwanger
Screening op dragerschap valt onder de Wet op het
worden met behulp van donorzaad of donoreicel; adoptie
bevolkingsonderzoek, maar is niet vergunningsplichtig
of besluiten helemaal geen kinderen (meer) te krijgen.
aangezien dragerschap zelf geen ziekte betreft maar een
Het AMC accepteert in geval van HbP overigens ook
risico-indicator [Gezondheidsraad, 1996].
vrouwen alleen; dat wil zeggen zonder bekende partner.
Op dit moment worden dragerschaptesten op CF alleen aangeboden en vergoed aan familieleden en partners van mensen met CF of dragerschap hiervan. In het pilot-
Hemoglobinopathieën (HbP), met name sikkelcelziekte en thalassemie
project worden de dragerschapstesten tijdelijk vergoed indien het paar, of in ieder geval de vrouw, cliënt is bij AGIS zorgverzekeringen en woonachtig is in Amsterdam. Paren die daar niet verzekerd zijn kunnen wel getest worden maar moeten dat zelf betalen. Door het aanbie-
• HbP zijn vormen van ernstige erfelijke bloedarmoede, die zich manifesteren vanaf een leeftijd van 4-6 maanden. • Sikkelcelziekte kent een hoge morbiditeit
den van dragerschaponderzoek worden cliënten bewust
vanaf de zuigelingenleeftijd. Chronische en
gemaakt van een eventueel verhoogd risico op een kind
acute infarcten leiden tot heftige pijncrises
met CF of HbP, zodat zij reproductieve keuzes kunnen
en kunnen schade veroorzaken in vrijwel
maken ten aanzien van hun kinderwens. Indien een
elk weefsel.
dragerpaar (beide partners zijn drager van dezelfde aandoening) wordt gevonden, worden zij doorverwezen naar een van de acht klinisch genetische centra in Nederland, waaronder VUmc en AMC, voor verdere
• Thalassemiepatiënten raken bloedtransfusieafhankelijk, wat ernstige bijwerkingen kan hebben. • Risicogroep: mensen die zelf of wiens
counseling. Het dragerpaar heeft een aantal mogelijk-
(voor)ouders oorspronkelijk afkomstig zijn
heden ten aanzien van hun kinderwens. Het aanvaarden
uit Afrika, Zuidoost-Azië, Suriname, Antillen, Middellandse Zee (Turkije,
Cystische fibrose
Marokko), Midden-Oosten. • Dragerschap varieert van 5-40% (gemiddeld
• In Nederland worden 1: 4000 à 5000 pas-
1 op 7) bij de mensen afkomstig uit deze
geborenen per jaar geboren met CF
gebieden (mede door beschermend effect
(40-50 kinderen per jaar.).
tegen malaria).
• Klachten treden op vanaf jonge leeftijd
Meer info: www.oscarnederland.nl
(ca. 6 mnd). Kinderen worden meestal gediagnosticeerd binnen de eerste twee levensjaren. Het gaat om ernstige problemen
In samenwerking met het VUmc en het AMC zijn zowel
met luchtwegen en spijsvertering door
een cliëntenfolder ontwikkeld als een praktijkkaart ter
ophoping van abnormaal taai slijm.
ondersteuning van de verloskundigen. Beide producten
• Genezing is niet mogelijk en de gemiddelde levensverwachting in Nederland is 35-40 jaar. • Risicogroep: mensen die zelf of wiens
zijn te bekijken op de website van 1ste Lijn Amsterdam (www.1stelijnamsterdam.nl > wat doen we). Het project geldt alleen voor de regio Amsterdam en heeft een loop-
(voor)ouders oorspronkelijk afkomstig zijn
tijd van een jaar. Onderzoekers van het VUmc zullen de
uit Nederland, andere landen in Europa,
pilot na afloop evalueren.
Middellandse Zeegebied (o.a. Turkije), Noord-Afrika (o.a. Marokko), Midden-
Naast dit pilotproject start de afdeling klinische genetica
Oosten, en de voormalige Sovjet-Unie.
van het VUmc in december 2010 met het aanbieden van
• Dragerschap van CF komt voor bij circa 1:
screening op dragerschap voor enkel CF via de zieken-
30 Nederlanders en bij circa 1: 50 Turken en
huiswebsite (www.vumc.nl/cftest). Deze screening op CF
Marokkanen.
dragerschap is bedoeld voor paren met kinderwens
Meer info: www.ncfs.nl
waarbij CF niet eerder in de familie voorkomt. Komt CF wel in de familie voor, dan kunnen mensen gewoon TvV december 2010 • KNOV
47
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 48
INNOVATIE verwezen worden naar de afdeling klinische genetica. Het monster ten behoeve van de dragerschaptest op CF wordt door het paar zelf thuis afgenomen. Het onderzoek
Eerstelijns Geboortece
wordt verricht op DNA dat verkregen is uit cellen via een schraapsel van het wangslijmvlies. Er wordt materiaal
Frans Annot, Marleen Kruijt, Anna Krüger
verzameld bij beide partners. In het laboratorium wordt eerst het DNA van de vrouw getest op dragerschap van CF. Als bij de vrouw geen dragerschap van CF wordt aangetoond, zal het DNA van de man niet meer worden getest op dragerschap van CF. Wanneer bij de vrouw wel dragerschap van CF wordt aangetoond, dan zal ook het DNA van de man worden getest. Indien bij beide partners dragerschap wordt vastgesteld, wordt het paar uitgenodigd voor counseling bij de afdeling klinische genetica. Voor alle deelnemers is counseling vóór en na
In tientallen regio’s voert men gesprekken: gaan we als verloskundigen het initiatief nemen om een geboortecentrum te starten? Vele argumenten passeren de revue; voors en tegens van praktische, strategische en zorginhoudelijke aard. In vogelvlucht: wat is een Geboortecentrum, waarin onderscheidt dit zich van de ‘klassieke’ polikliniek en wat is de meerwaarde?
de test beschikbaar op indicatie en indien gewenst. Op deze manier zal dragerschapscreening op CF binnen-
Veel initiatieven
kort beschikbaar zijn voor alle paren met een kinderwens
Simone Buitendijk had in haar column in dit tijdschrift
in Nederland. De kosten van het onderzoek bedragen
(juli/augustus 2010) gelijk: Er moet veel meer onderzoek
150 euro. Dit bedrag wordt niet standaard vergoed door
komen naar het belang en de uitkomsten van geboorte-
de zorgverzekeraars. Indien een van uw cliënten geïnte-
centra. Wat zijn de ongewenste bijeffecten? Wordt de
resseerd is in deze test, is het raadzaam van te voren
cliënttevredenheid hoger? Zijn de uitkomsten beter?
contact op te nemen met de betreffende zorgverzeke-
Is het de doodsteek voor de thuisbevalling? ‘Leveren
raar. ■
we ons uit aan het ziekenhuis’? Zij eindigt: “We weten het niet, en toch lijken we er met zijn allen toe te neigen
Referenties
het gewoon maar te gaan doen…”.
Gezondheidsraad: Commissie WBO. Wet bevolkingsonderzoek: de toet-
Dit laatste kunnen we bevestigen. In tientallen regio’s
sing van vergunning¬aanvragen. Rijswijk: Gezondheidsraad, 1996; publicatie nr 1996/09. ISBN 90-5549-120-9
zijn concrete gesprekken gaande tussen verloskundigen
Giordano PC, Harteveld CL. Preventie van erfelijke haemoglobinopathieen
onderling en tussen verloskundigen en het ziekenhuis-
in Nederland. Ned. Tijdschr Geneeskd 2006;150(39):2137-41.
en/of kraamzorgdirecties. Het laatste halfjaar worden
Kate LP ten. Erfelijkheid en epidemiologie van kystische fibrose (mucovis-
STBN, de ROS’en en de zorgverzekeraar overspoeld met
cidose). Ned Tijdschr Geneeskd 1979; 123: 1020-7. Lakeman P, Henneman L, Bezemer PD, Cornel MC, ten Kate LP
vragen om informatie en medewerking.
Developing and optimizing a decisional instrument using self-reported
Regelmatig horen verloskundigen van plannen van een
ancestry for carrier screening in a multi-ethnic society. 2006
ondernemende kraamzorgorganisatie voor het ontwikkelen
Aug;8(8):502-9. Lakeman P, Gille JJ, Dankert-Roelse JE, Heijerman HG, Munck A, Iron A,
van een kraamhotel of van het ziekenhuis om kraamsuites
Grasemann H, Schuster A, Cornel MC, Ten Kate LP. CFTR mutations in
te bouwen. Ook zoeken ziekenhuizen toenadering tot
Turkish and North African cystic fibrosis patients in Europe: implications
verloskundigen omdat zij met de komst van een geboorte-
for screening. Genet Test. 2008 Mar;12(1):25-35.
centrum hun acute verloskunde kunnen behouden.
Peters M, Appel IM, Cnossen MH, Breuning-Boers JM, Heijboer H. Sikkelcelziekte in de hielprikscreening. I. Opgespoorde kinderen in het
Terecht zijn verloskundigen bang dat zij - als zij niet zelf
eerste jaar. Ned. Tijdschr Geneeskd 2009;153:B359.
de verantwoordelijkheid nemen voor dit deel van hun
Slieker MG, Uiterwaal CS, Sinaasappel M, Heijerman HG, Van der Laag J,
werk – over een paar jaar hun bevallingen die niet thuis
Van der Ent CK. Birth prevalence and survival in cystic fibrosis: a national
plaatsvinden, moeten begeleiden in een setting die door
cohort study in the Netherlands. Chest 2005;128:2309-2315.
een ander bedacht, georganiseerd, gefaciliteerd en ingericht is. De vraag rijst, waarom wel volledig autonoom en onder eigen regie de cliënten thuis begeleiden, en niet de - medisch gezien vergelijkbare- groep cliënten die kiest voor het alternatief? Wij vinden dit een negatieve benadering en zullen in dit artikel de positieve argumenten belichten. Frans Annot is directeur STBN; Marleen Kruijt is senior adviseur Reos Leiden; Anna Krüger is zorginhoudelijk adviseur geboortezorg bij Agis Zorgverzekeringen
48
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 49
INNOVATIE
ntra – waarom? Definitie Geboortecentrum
In een geboortecentrum wordt aan de barende echter een integrale dienst geleverd onder leiding van één
Wat is eigenlijk een Geboortecentrum,
regisseur, de verloskundige. Het is hierdoor altijd duidelijk
Bevalcentrum, Geboortehuis?
wie verantwoordelijk is voor gewenste verbeteringen,
Om de discussie te kunnen voeren is het
klachten, werkafspraken en innovaties. Met deze ene
handig een definitie te formuleren.
organisatie is het gemakkelijker om te blijven investeren in
Een geboortecentrum is een setting waar
een goed systeem van bewaking van de barende, samen-
eerstelijns bevallingen plaatsvinden onder
werking met partners in de keten, risico-inschatting en
regie van de eerstelijns verloskunde. In een
overdracht aan de tweedelijn (gynaecoloog en kinderarts).
rustige, niet-medische setting in of aan een ziekenhuis. Er wordt continue één-op-één
De fysieke omgeving
begeleiding geboden, met assistentie van
Een niet-medische, rustgevende setting
gespecialiseerde kraamzorg en in nauwe
Het is aangetoond dat een rustgevende omgeving een
samenwerking met de tweedelijn.
positieve invloed heeft op de uitkomsten van de baring.
In deze definitie wordt een aantal aspecten
Zwangeren voelen dat aan; hun voorkeur is duidelijk!
genoemd die in samenhang zorgen voor een
In de huidige poliklinische setting gebruikt een verlos-
specifiek zorgaanbod, dat zich onderscheidt
kundige de verloskamer van de gynaecologie. Dat is een
van de ‘klassieke’ poliklinische bevalling.
medische setting met veel hektiek, gericht op pathologische zwangerschappen en bevallingen, met vaak wisselend (verpleegkundig) personeel. In een geboorte-
Regie
centrum wordt rust gecreëerd door kleur, inrichting,
100% verloskundige, thuis en in geboortecentrum
sfeer, organisatie, werkwijze en persoonlijke benadering.
‘In de eerstelijn wat kan, in de tweedelijn moet’. Hoewel
Dicht bij de tweedelijn
medisch gezien de populatie van de poliklinische bevalling
Het geboortecentrum bevindt zich op beperkte afstand
niet echt afwijkt (met uitzondering van de B-D situatie)
van de verloskamers van de tweedelijn. Er is een directe,
van de populatie die thuis bevalt, is het in de loop van de
snelle verbinding binnenshuis zodat bij medische indicatie
jaren moeilijker geworden hier de fysiologie te bewaken
de zwangere snel kan worden overgebracht. Of anders-
en niet te snel te grijpen naar medische interventies.
om: de tweedelijn kan snel ter plaatse zijn voor consult
Regie houdt in dat een verloskundige zowel de verant-
of interventies.
woordelijkheid neemt voor een fysiologische bevalling als voor het consulteren van of overdragen aan de gynaeco-
Ondersteuning/innovatie
loog. Een onduidelijke scheiding leidt in veel situaties tot
Partusassistentie door – vroeg inzetbare -
een opvallende stijging van het aantal medische indicaties
gespecialiseerde kraamzorg
durante partu in de ziekenhuissetting (van gemiddeld
De partusassistentie wordt in een poliklinische setting
45% naar 60 tot meer dan 90%!).
veelal geboden door de verpleging. Getraind in onder-
De cliënt heeft recht op het beste. Voortbordurend op de
steuning van gynaecologen en medisch handelen, maar
hoofdlijn van het Stuurgroeprapport is het van belang
niet gericht op ondersteuning en begeleiding van een
dat voor de cliënt volkomen helder is wie verantwoor-
normale baring. In een geboortecentrum wordt deze
delijk is voor de zorg. Als het geboortecentrum onder
zorg geboden door gespecialiseerde kraamverzorgenden.
regie/eigenaarschap valt van de eerstelijns verloskundige
Zij vervullen een belangrijke rol bij de persoonlijke onder-
organisatie, dan is het duidelijk waar de verantwoorde-
steuning van de barende. Ze zijn getraind in het lang-
lijkheid voor goede zorg voor de zwangere ligt. Op dit
durig begeleiden van de barende tijdens de ontsluiting
moment is de poliklinische bevalling voor de zwangere
(bv. Doulatraining). Zij creëren rust en assisteren de
gekoppeld aan het ziekenhuis en levert deze laatste de
verloskundige bij de uitdrijving en complicaties (training
ruimte, materialen, management en de partusassistentie
bijzondere vaardigheden).
door de verpleegkundige. De verloskundige levert de
Continue begeleiding, VIP
medische zorg en de medische eindverantwoordelijkheid.
De barende wordt continue begeleiding geboden door TvV december 2010 • KNOV
49
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 50
INNOVATIE een kraamverzorgende en/of verloskundige. In het geboor-
Samenwerking
tecentrum bestaat de mogelijkheid om de zwangere, op
Samenwerking eerstelijn onderling en eerstelijn met
indicatie van de verloskundige, al in een vroege fase van
tweedelijn
de baring in het geboortecentrum op te vangen.
Voor de cliënt is het van cruciaal belang dat er maximale
(Vervroegde Inzet Partusassistentie).
afstemming en samenwerking is tussen alle professionals
Innovatie
die een rol kunnen spelen rondom de baring. Het
De wens tot pijnbehandeling was het afgelopen jaar aan-
geboortecentrum is een schakel in acute geboortezorg.
leiding voor een forse stijging van het aantal medische
Gemiddeld wordt tijdens de baring (ontsluiting en uit-
indicaties (sinds de nieuwe richtlijn van KNOV en NvOG is
drijving) 20% van de zwangeren alsnog medisch. Een
indicatie pijn in tweedelijn gestegen van 7 naar 22%).
belangrijke reden om heldere werkafspraken en protocol-
Zwangeren zouden het zeer op prijs stellen als er meer
len te hanteren voor de samenwerking en afstemming
mogelijkheden zouden komen voor pijnbehandeling in
tussen eerste- en tweedelijn tijdens de baring.
combinatie met begeleiding door de eigen verloskundige.
De ervaring leert dat een geboortecentrum (zie Beval
Een geboortecentrum waar eerstelijns verloskundigen de
Centrum West Amsterdam, evaluatie voor NZa, juli 2010)
inhoudelijke werkwijze bepalen biedt meer mogelijkhe-
al snel een brandpunt van interdisciplinaire samenwerking
den dan in de huidige poliklinische setting om een aantal
wordt. Het biedt een infrastructuur die het beter moge-
eerstelijns hulpmiddelen om de barenspijn te verlichten, te
lijk maakt te komen tot bindende afspraken. Nu is er
ontwikkelen en aan te bieden. Denk daarbij aan continue
sprake van versnippering – een aantal verloskundige
persoonlijke begeleiding, een bevalbad, massage,
praktijken maakt in meer of mindere mate gebruik van
Entonox, steriel waterinjecties, touw, bal etc. En op
de poliklinische faciliteiten. Een geboortecentrum onder
termijn wellicht hulpmiddelen die de nabijheid van de
eerstelijns regie biedt een entiteit waarbinnen alle verlos-
tweedelijn vergen, maar in de eerstelijn toegepast
kundige praktijken samenwerken. De partners in de
kunnen worden.
verloskundige keten maken vervolgens onderling centrale en bindende afspraken. Minder vrijblijvendheid, meer afstemming en samenwerking: daar is de cliënt bij gebaat. En last but not least: het opzetten van een geboortecentrum met een gespecialiseerd team kraamverzorgenden biedt een goede gelegenheid om met één of meer kraamzorgorganisaties de samenwerking als eerstelijns ketenpartners verder uit te bouwen.
Tenslotte Strategische bespiegelingen Een geboortecentrum dat aan bovenstaande kwalificaties
Mooi werk bij Rivas
Tegelijkertijd is het niet meer dan een wat late, maar
Dagelijks kiezen duizenden cliënten voor Rivas Zorggroep. Meer dan 6.000 gemotiveerde professionals en vrijwilligers staan 24 uur per dag, 7 dagen per week voor hen klaar. Samen verbeteren we de zorg en helpen we mensen om gezond te blijven. Het Beatrixziekenhuis maakt deel uit van Rivas Zorggroep en heeft locaties in Gorinchem en Leerdam. Met een groot aantal gedreven professionals staat het Beatrixziekenhuis garant voor hoogwaardige medisch specialistische zorg. Professionaliteit die je terug ziet in de moderne medische voorzieningen waarover we beschikken, in de kwaliteit van onze zorg en in ons brede aanbod van specialismen. Mensgerichte zorg volgens het Planetree-concept staat voorop. Het Beatrixziekenhuis is onlangs gestart met nieuwbouw.
noodzakelijke en zeker niet geringe, innovatie van de
Voor de afdeling Obstetrie & Gynaecologie in het Beatrixziekenhuis zijn we voor vervanging tijdens een zwangerschapsverlof op zoek naar een:
ieder geval in staat een eventuele forse toeloop naar
Klinisch verloskundige vacaturenummer 10.189 - 24 tot 36 uur per week Meer informatie over deze functie en werken bij Rivas is te vinden op onze website. Meer informatie of online solliciteren: www.werkenbijrivas.nl
50
voldoet, is meer dan ‘een rijtje gepimpte verloskamers’.
TvV december 2010 • KNOV
poliklinische bevalling. Met verbeteringen op cliëntvriendelijkheid en – tevredenheid, kwaliteit, ondersteuning, samenhang en uitstraling. Er moet de komende jaren veel gebeuren in verloskundig Nederland. Een veelgestelde vraag is: ‘Bestaat er over tien jaar nog een autonome eerstelijnsverloskunde?’ Met een geboortecentrum is de eerstelijns verloskunde in ‘niet-thuis bevallen’ zelf op te vangen en te organiseren. Het geboortecentrum is een middel voor samenwerking tussen praktijken. Samen sterk; een goede basis voor veel meer samenwerking binnen de keten en innovaties. En het sluit aan op de wensen en behoeften van zwangeren. ■
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 51
PRAKTIJK
Beetje geel Anna kijkt nog eens in haar agenda. Ja hoor, dit is echt het goede adres: een grote tuinderswoning. Als ze de auto uitstapt en naar de voordeur loopt, ziet ze de bekende halve ooievaar al op het raam geplakt zitten. Een onbekende kraamverzorgster doet open en neemt Anna’s jas aan. In de woonkamer treft ze de trotse moeder, Marion, met haar kindje op schoot en daarnaast de nieuwbakken oma. Het gaat hier om een los kraambed. Marion heeft schildklierproblemen, vandaar. Anna begint met haar babbeltje over hoe de bevalling is verlopen, hoe Marion het moederschap ervaart, hoe de voeding verliep en het plassen en poepen van kleine Thomas. Het gaat allemaal voor de wind. “Nou ja, op één ding na,misschien kun je daar even naar kijken”, zegt de kraamverzorgster, met een wat merkwaardige ondertoon, die Anna niet meteen kan thuisbrengen. “De baby is nogal geel.” Anna neemt het in een warm dekentje gehulde pakketje van Marion over, houdt het kindje voor het raam en bekijkt het aandachtig. “O, ik zie het al!”roept ze. “Heeft de baby soms een Aziatische pappa?” Het wordt nu wel heel erg stil in de kamer. Marion’s moeder kijkt naar Marion, Marion kijkt naar de grond en de kraamverzorgster kijkt naar Anna, met die merkwaardige blik, die Anna niet meteen kan thuisbrengen. “Heeft de vader geen Aziatisch bloed?” vraagt Anna nog een keer. Marion: “Eh, nee, maar mijn ex wel. Dat is een Koreaan.” Weer een stilte. “Zullen we even naar de slaapkamer gaan?” stelt Anna dan voor. Marion volgt haar dankbaar. “Denk je echt dat hij half Aziatisch is?” vraagt ze. “Ik denk het wel, maar hoe zit het dan?” Dan komt het hele verhaal er hortend en stotend uit. Vlak voordat Marion haar huidige partner Jasper ontmoette, had ze een scharrel met een Koreaan. En zo lopen die dingen dan soms: qua bevruchtingsdatum zou het zowel van Jasper als van de Koreaanse scharrel kunnen zijn. Gedurende de zwangerschap had Marion vurig gehoopt dat Jasper de vader was. Maar dat is-ie dus niet! “Maar heb je dan geen condooms of zo gebruikt?” vroeg Anna. “Jawel, maar alleen met Jasper.” “En Jasper denkt dat dit zijn kind is?” “Eh, ja.” “Dan heb je hem zo wel wat uit te leggen.” Op dat moment gaat de slaapkamerdeur open en Jasper komt binnen. “Zo, zijn jullie er uit?” “Wat bedoel je?” zegt Anna nog, maar ze ziet in zijn ogen dat het de verkeerde opmerking is. “Nou ja, ik had na een korte zoektocht op Internet ook wel begrepen dat dit niets te maken heeft met biliru-enzovoort zoals de kraamverzorgende mij op de mouw probeerde te spelden. Ik begrijp dat er met mij toen nog iemand jou heel leuk en lekker vond. Ik kan hem dat niet kwalijk nemen, want zo begon het bij mij tenslotte ook. Maar nu is het meer.” Hij ligt inmiddels op zijn knieën voor het bed waar Marion op zit. “Hé Mar, het is méér geworden. Ik ben stapelgek op je, dat weet je toch. Ik laat je niet vallen en Thomas, dat is mijn zoon.” En dan lachend: “ Tussen de paprika’s kleurt hij straks geweldig!” En het eindigt in een omhelzing tussen de verse ouders waar Anna een kleur van krijgt. Zachtjes verlaat ze de slaapkamer en in de huiskamer weet ze zich geen houding te geven: ze steekt dan maar twee duimen omhoog, die Oma eerst doen lachen en vervolgens komen de tranen. Tranen van geluk. ■ Nyx TvV december 2010 • KNOV
51
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 52
PRAKTIJK
Hoe zit dat nou? Myrte de Geus en Trudy Klomp
Het recent gepubliceerde onderzoek van Evers e.a. over aterme perinatale sterfte in laag en hoog risico populaties en de daarop volgende mediahausse brengt veel teweeg. Daarom hierbij een factsheet over het onderzoek in het bijzonder en babysterfte in het algemeen én een aantal tips om er zo goed mogelijk mee om te gaan.
hadden 2,33 keer meer kans om te sterven door partusgerelateerde complicaties dan kinderen van vrouwen die bij aanvang van de partus onder de verantwoordelijkheid van de tweedelijn waren. De NICU-opnames waren in deze groepen gelijk. • Kinderen van moeders die tijdens de partus werden overgedragen van de eerste- naar de tweedelijn, hadden zelfs 3,66 keer meer kans om te sterven dan kinderen van moeders die bij aanvang van de partus
Wat is er onderzocht?
onder de verantwoordelijkheid van de tweedelijn
• van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008,
waren. De NICU-opnames waren in de eerste groep
• in het verzorgingsgebied (postcodegebied) van de
2,5 keer hoger dan in de laatstgenoemde groep.
NICU van het UMC Utrecht (UMCU): - sterfte tijdens de (aterme) partus en tot 1 week daarna,
Wat is hier verrassend aan?
- plus alle opnames van aterme kinderen op de NICU
Je zou verwachten dat de perinatale sterfte in de eerste-
in de 1e week post partum,
lijn lager zou liggen, omdat zij de laagrisico populatie
• bij baby’s zónder congenitale afwijkingen.
begeleidt. Je zou hogere sterftecijfers verwachten bij de
• gekeken is vervolgens naar het echelon (eerste- of
tweedelijn met hun hoog risico patiëntengroep. Eerdere
tweedelijn) waar het begin van de partus begeleid
grote en nationale onderzoeken bevestigen dat beeld.
werd. • dit is naderhand afgezet tegen alle partus in het verzorgingsgebied van de NICU van het UMCU.
Hoe is dat verschil te verklaren? Dat is nog niet duidelijk. De onderzoekers concluderen zelf dat verder onderzoek naar de oorzaken van deze
Wie zijn de onderzoekers?
opvallende cijfers noodzakelijk is. De onderzoekers geven
Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van gynaeco-
mogelijke oorzaken, maar weten zelf ook niet of dit
loog van het UMCU dr. Anneke Kwee.
waar is. Onderzoekers Kwee en Brouwers geven in een brief aan deelnemende praktijken, voorafgaande aan de
Waar en wanneer is het gepubliceerd?
publicatie van de studie aan, dat de zwakste schakel
In het British Medical Journal, een vooraanstaand interna-
waarschijnlijk bij de overdracht naar de tweedelijn in het
tionaal wetenschappelijk tijdschrift, op 2 november 2010.
ziekenhuis ligt: “Ook al vinden wij een hogere sterfte onder kinderen, bij
Wat zijn de resultaten?
wie de bevalling start in de eerstelijn, zeggen wij niet dat
• In totaal werden in de studieperiode 37.735 baby’s na
het aan de zorg in de eerstelijn ligt. Wij menen dat het
37 weken zonder congenitale afwijkingen geboren,
aan het systeem ligt, waarbij de problemen (substandaard-
waarvan er 60 overleden vanaf 37 weken, maar vóór
factoren), zowel in eerste-, als tweede (lijn, red.) liggen
aanvang van de partus, 22 tijdens de partus en 17 in
(zo niet meer daar). Wij zoeken de oorzaken vooral in de
de eerste week post partum.
risicoselectie, die zoals nu gebruikt, kennelijk niet optimaal
• 26 Baby’s overleden tijdens en na de partus terwijl de
is, en de overdracht van zorg, waarbij in beide echelons
zorg bij de start van de partus in de eerstelijn was,
vertraging kan optreden en het besef dat een overgedra-
10 baby’s overleden tijdens en na de partus terwijl de
gen patiënt dus een hoog-risico patiënte is geworden is
zorg bij de start van de partus in de tweedelijn was. Dit
in de tweedelijn niet optimaal.”
is respectievelijk 1,39 per 1000 en 0,6 per 1000 (‰). • Kinderen van moeders die bij aanvang van de partus onder de verantwoordelijkheid van de eerstelijn waren,
Wat is er vervolgens gebeurd? Het is heel vlot opgepakt door de media; er is een ware mediahausse ontstaan. Kijk voor een overzicht van alle
Myrte de Geus is eerstelijns verloskundige en redacteur van dit
krantenartikelen en uitzendingen op de KNOV-site:
tijdschrift; Trudy Klomp is verloskundige, docent en onderzoeker
http://leden.knov.nl/leden/
52
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 53
PRAKTIJK In plaats van dat de uitkomsten van het onderzoek zijn
laten totaal andere cijfers zien dan het onderzoek van
gebracht als een aanwijzing dat de zorg in de hele keten
het UMCU, waarbij bij verloskundigen in de aterme
moet worden verbeterd, is er buitenproportioneel veel
periode juist een lagere kans op sterfte was dan in de
aandacht voor de rol van de verloskundige en de veilig-
tweedelijn (bijv. Ravelli e.a., 2008: 1e lijn 1,3 ‰ t.o.v.
heid van de thuisbevalling. Er worden in de media vérgaande conclusies getrokken, die wetenschappelijk absoluut niet onderbouwd zijn.
2e lijn 4,5 ‰). • Ongeveer 50 baby’s die overleden bij een bevalling vanaf 37 weken, waren bij aanvang van de bevalling nog onder de zorg van de eerstelijn, dat is 3% van het
Is het waar? Er is wel wat af te dingen op de resultaten:
totale aantal perinatale sterftes. • Er wordt soms geschreven dat thuisbevallingen bij-
• Het is een regionaal onderzoek; 13% van alle partus in
dragen aan de relatief hoge babysterfte in Nederland.
Nederland vindt in hun verzorgingsgebied plaats. De
Als de perinatale sterfte bij thuisbevallingen echter zou
vraag is of je de resultaten naar heel Nederland kan
worden teruggebracht tot een (onmogelijke!) 0, dan
vertalen.
zou de babysterfte met slechts 0,2 per 1000 dalen.
• Hoe vreselijk ieder geval van sterfte ook is, het gaat in
• Er is in 2009 een rapport verschenen van de Stuurgroep
absolute zin om een klein aantal sterfgevallen waaruit
Zwangerschap en Geboorte met daarin aanbevelingen
conclusies worden getrokken (36), de kans op toevalsbevindingen is daarom vergroot. Eén sterfte meer of minder maakt al verschil. • Er zijn vraagtekens te zetten bij de methode van tellen.
voor het verbeteren van verloskundige zorg. • Vanaf 2009 zijn verloskundigen, gynaecologen en andere zorgpartners daarom al extra alert en actief om de verloskundige zorg te verbeteren.
Praktijken die gegevens aan hebben geleverd en op de
• De cijfers van deze studie zijn van daarvóór.
geografische rand van het verzorgingsgebied gevestigd
• De perinatale sterfte is al aan het dalen (PRN):
zijn, tellen wel vol mee als het gaat om het aantal
- 2004 – 9,9 ‰
sterftes (de teller), maar slechts een deel van hun
- 2007 – 9,7 ‰
populatie telt (gezien hun postcode) mee als noemer
- 2008 – 9,5 ‰
van de onderzoekspopulatie. Zo kan er een vertekend beeld zijn ontstaan.
Tot slot: • Vertel of breng anderszins onder de aandacht wat u
Wat kunt u gebruiken in gesprekken over dit onderwerp?
in de praktijk de laatste jaren al heeft aangepast of
• In totaal worden er ieder jaar in Nederland ongeveer
steuning, een huisbezoek tijdens de zwangerschap,
185.000 kinderen geboren (CBS 2009) • Er werken in Nederland zo’n 2300 verloskundigen
veranderd. Zoals bijvoorbeeld continue baringsonderafspraken met gynaecologen over pijnbehandeling in het ziekenhuis, een casemanager voor iedere cliënt,
(NIVEL 2008) en ongeveer 780 gynaecologen (NIVEL
regelmatig overleg met gynaecologen en kinderartsen,
2006)
gezamenlijke protocollen, tevredenheidsonderzoek
• De laatste thuisbevallingcijfers (CBS 2007-2009):
onder vrouwen over de door u geleverde zorg, deel-
23% van alle bevallingen, dat zijn meer dan 40.000
name aan studies, prenatale screening, deelname aan
vrouwen die thuis bevallen
perinatale audit, preconceptiezorg, etc.
• Er is géén wetenschappelijk bewijs dat een bevalling
• Benadruk dat u (waar mogelijk) bij een overdracht mee-
thuis risicovoller is dan een poliklinische bevalling in
gaat naar het ziekenhuis en zo nodig bij de barende
het ziekenhuis, de keuze bij een laag risico ligt
blijft om haar vragen en die van de gynaecoloog te
zodoende bij de vrouw en haar partner.
beantwoorden.
• Perinatale sterfte = babysterfte = sterfte vanaf
• U kunt de gynaecologen en kinderartsen in uw regio
22 weken zwangerschap tot en met 1 week post
benaderen of ze samen met u naar buiten willen treden
partum (PRN).
in de media of anderszins. Dit om de samenwerking
• Belangrijkste oorzaken: congenitale afwijkingen, pla-
tussen de verschillende disciplines te benadrukken.
centaproblematiek, prematuriteit en dysmaturiteit.
• U kunt artikelen in uw wachtkamer leggen, een over-
• De perinatale sterfte is laag (maar in andere Europese landen nog lager) en is dalende • Gerekend per 1.000 levendgeborenen ging het in 2004 om 9,9 baby’s.
zicht is te vinden op de website van de KNOV. • Zwangeren die met vragen komen, worden waarschijnlijk meer gerustgesteld wanneer u goed luistert naar hun verhaal en bespreekt wat hun wensen en
• Dit zijn jaarlijks in Nederland ongeveer 1700 baby’s.
verwachtingen zijn, dan dat u hen overspoelt met
• Eerdere grote onderzoeken over perinatale sterfte
allerlei statistieken. ■ TvV december 2010 • KNOV
53
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 54
PRAKTIJK
Behandeling van actieve tuberculose en latente infectie bij zwangerschap en borstvoeding S.T. Keizer & G.M.A. Verhoek
Tuberculose (tbc) komt nog steeds voor in Nederland. De laatste vijf jaar schommelt het aantal mensen met tbc rond de 1000 per jaar. Iedereen kan een tbc-infectie oplopen of tuberculose ontwikkelen, dus ook zwangere vrouwen. In Amsterdam zagen we in de afgelopen jaren een handvol zwangeren met een tbc-infectie. De meeste van deze vrouwen waren immigranten afkomstig uit gebieden met een hoge tuberculoseprevalentie. Allen waren ‘gezonde’ zwangeren. Behandeling van tuberculose bij zwangeren en jonge moeders is noodzakelijk. Bij een actief tuberculeus proces en bijbehorende behandeling moet volgens de Verloskundige Indicatie Lijst (VIL) overleg plaatsvinden met de behandelende arts en gynaecoloog over het klinische beeld en de begeleiding van zwangerschap en baring. Dit betekent niet automatisch dat de zwangerschapsbegeleiding in de tweedelijn plaats moet vinden. In dit artikel wordt ingegaan op de begeleiding en behandeling van vrouwen met actieve tuberculose en van vrouwen met een latente tuberculose-infectie.
Eerste- en tweedelijns middelen De standaardbehandeling van goed gevoelige tuberculose bestaat uit een initiële fase van (minimaal) twee maanden waarin drie tot vier antimicrobiële middelen worden gegeven. Doel van deze initiële fase is snel een sterke reductie van de bacterie-load te bewerkstelligen en de transmissiemogelijkheden zoveel mogelijk te beperken. Het tweede deel van de behandeling wordt de continuatiefase genoemd. Deze bestaat uit een periode van (minimaal) vier maanden waarin twee tot drie middelen worden gegeven. Doel van deze continuatiefase is het doden van alle tuberkelbacillen en daarmee het bereiken van sterilisatie van het ziekteproces. De antimicrobiële middelen die in deze twee fasen worden ingezet zijn isoniazide, rifampicine, ethambutol en pyrazinamide. Dit zijn zogenaamde eerstelijnsmiddelen. Tweedelijnsmiddelen zijn minder effectief en hebben een ongunstiger bijwerkingenprofiel. Ze worden daarom niet standaard ingezet bij de behandeling van een goed gevoelige tuberculose.
Tuberculose Tuberculose is een infectieziekte, die veroorzaakt wordt
antimicrobiële middelen is de ziekte nu goed te
door de tuberkelbacterie. Longtuberculose is de vorm die
behandelen. Niettemin sterven ook in Nederland nog
het meest voorkomt. De ziekte kan ook in andere
steeds mensen aan de ziekte: gemiddeld 1 op de 50 tbc-
organen voorkomen zoals lymfeklieren, wervels en
patienten.(“Tuberculose in Nederland”, 2010)
nieren. Evenals in de longen veroorzaakt de bacterie daar ontstekingshaarden en weefselschade, met uiteindelijk
Tbc kan open (besmettelijk) zijn of gesloten. Ingeval van
functieverlies.
open tbc kunnen er bij hoesten druppeltjes met bacteriën
Voor de Tweede Wereldoorlog was tuberculose een vaak
in de lucht komen. Wie deze lucht inademt, kan besmet
fataal aflopende ziekte. De behandeling bestond uit
raken. Ongeveer 10% van de besmette mensen zal
rust en kuren in sanatoria. Door de ontwikkeling van
tuberculose ontwikkelen. De verschijnselen die optreden bij tuberculose zijn meestal weinig typisch. Vaak bestaat
De heer S Keizer is arts TBC-bestrijding GGD Amsterdam en regio
er algehele malaise, vermagering, subfebriele temperatuur
Noord-Holland, en mevrouw G Verhoek is sociaal verpleegkundige
en nachtzweten. Longtuberculose gaat vaak gepaard met
TBC-bestrijding, GGD Amsterdam
hoesten.
54
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 55
PRAKTIJK Ook kan er sprake zijn van een zogenaamde latente
zes maanden niet uit te stellen tot na de bevalling. De
infectie (LTBI). Er zijn dan geen ziekteverschijnselen. De
kans op actieve ziekte is dan onevenredig groot. Infectie
infectie wordt dan veelal vastgesteld bij onderzoek rond-
van de zwangere kan worden gevolgd door hematogene
om een patiënt met open tbc, of bij screening na een
versleping van de Mycobacterium tuberculosis naar het
reis of bij hen die beroepsmatig risico lopen.
goed doorbloede en zuurstofrijke maternale deel van de
Onder bepaalde omstandigheden kunnen latent aanwe-
placenta. Dat de foetus slechts een uitermate kleine kans
zige tuberkelbacteriën opnieuw gaan delen en klinische
op congenitale infectie heeft, is te danken aan de placen-
ziekte veroorzaken. Tuberkelbacterien kunnen na een
taire barrière. Tijdens de partus wordt die barrière door-
infectie lang, soms levenslang, in het lichaam latent
broken en bestaat er enige kans op perinatale transmissie
aanwezig blijven.
(Haumann et al, 1988). Indien van behandeling van LTBI is afgezien, is het raadzaam de pasgeborene op mogelijke
Wanneer behandelen?
infectie te onderzoeken.
Als tuberculose tijdens de zwangerschap wordt vast-
De diagnose LTBI wordt in de zwangerschap met een
gesteld of sterk wordt vermoed, is onmiddellijke behan-
Tuberculine Huid Test (THT) ofwel een mantoux gesteld.
deling geen keus maar noodzaak. Onbehandelde tuber-
Bij twijfel wordt ook een IGRA (Interferon Gamma Release
culose betekent een groter gevaar voor de zwangere en
Assay) verricht. Deze testen zijn veilig en betrouwbaar in
ongeborene dan de mogelijke toxiciteit van de anti-
de zwangerschap.
tuberculeuze middelen (KNCV 2008; NVALT 2005). Die noodzaak is minder evident in het geval van latente
Risico’s behandeling
tbc-infectie (LTBI). Hier bepaalt de geschatte kans om
Net als buiten de zwangerschap kent de behandeling
binnen afzienbare termijn de ziekte te ontwikkelen het
ook tijdens de zwangerschap risico‘s. Isoniazide (INH),
advies om preventief te behandelen.
rifampicine en pyrazinamide kunnen leverfunctie-
Recente blootstelling aan een infectieuze patiënt, kort
stoornissen veroorzaken en klinische verschijnselen van
voor of tijdens de zwangerschap en/of bij gestoorde
hepatitis zoals misselijkheid en icterus teweegbrengen:
immuniteit, zoals Hiv-infectie, is een argument om
een zogenaamde INH-geassocieerde hepatitis. Omdat
preventieve behandeling met Isoniazide (INH) gedurende
zwangeren ook vaker misselijk zijn, is nauwgezette controle van de leverfuncties gewenst. Voor de behandeling van actieve tuberculose wordt aldus gedurende de eerste acht weken van de behandeling, tweewekelijkse controle van de leverfuncties (ASAT en ALAT) geadviseerd. Na twee maanden volstaat een maandelijkse controle. Van de eerstelijns tuberculostatica rifampicine, pyrazinamide, myambutol, zijn geen teratogene effecten aangetoond. Behandeling van tuberculose is geen reden de zwangerschap af te breken (NVALT 2005, KNCV 2007). Bij gebruik van INH-medicatie wordt geadviseerd om 20 mg vitamine B6 toe te voegen ter voorkoming van aan INH gerelateerde neuropathie en/of ontwikkelingsstoornissen van het centraal zenuwstelsel van de foetus (NVALT 2005, KNCV 2007) Rifampicine tijdens de zwangerschap kan de bloedstolling beïnvloeden; er kan een vitamine K tekort of een trombocytopenie optreden. Extra aandacht voor een verhoogde bloedingneiging bij een zwangere die rifampicine gebruikt is gewenst. Een verhoogde bloedingneiging kan bijvoorbeeld tot uiting komen bij een venapunctie, een vingerprik maar ook bij een bloedneus of bloedend tandvlees. Een volwaardig dieet is belangrijk voor voldoende vitamine K-opname; eventueel wordt orale vitamine K suppletie verstrekt. In zeldzame gevallen is intraveneuze toediening van vitamine K voor de bevalling aan de aanstaande moeder nodig. Na de bevalling wordt bij TvV december 2010 • KNOV
55
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 56
PRAKTIJK pasgeborenen van moeders die INH en/of rifampicine
alle kennis over tuberculose is gebundeld, is het juiste
gebruiken, eenmalig 1 mg vitamine K intramusculair toe-
aanspreekpunt voor overleg. Tijdig overleg en goede
gediend in plaats van de gebruikelijke orale toediening.
afspraken dragen bij aan adequate zorg voor de zwangere met tuberculose (en haar kind), volgens de laatste
Niet schadelijk
inzichten. ■
Bij een goede medische begeleiding van zwangeren, met speciale aandacht voor mogelijke leverfunctie-
Referenties
stoornissen is het behandelresultaat even goed als dat bij
Farmacotherapeutisch Kompas (2010). http://www.fk.cvz.nl/ geraad-
niet-zwangeren (NVALT 2005). Met de eerstelijns tuber-
pleegd op 16 augustus 2010 Haumann Th.J, Huisjes AJM, Keizer ST, De Waal, FL. (1988). Casuïstiek
culostatica (zie kader) is inmiddels zoveel ervaring dat
Congenitale tuberculose. NTvG 11 juni, 132(24):1116-9
gesteld kan worden dat deze medicijnen niet schadelijk
KNCV Tuberculosefonds. Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding.
zijn voor het ongeboren kind. Onze ervaring is dat zorg-
(2007) Richtlijn Behandeling Latente Tuberculose Infectie (LTBI). Den
verleners hier niet altijd voldoende van op de hoogte zijn.
Haag: KNCV Tuberculosefonds. KNCV Tuberculosefonds. Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding.
Zo kreeg een patiënte met tuberculose die na een korte
(2008). Handboek tbc-bestrijding Nederland. Den Haag: KNCV Tuberculose-
zwangerschap van vier weken een miskraam had, van haar
fonds. Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding NVALT
specialist te horen dat het zo misschien maar beter was. Hij vertelde haar dat ze anders een abortus had moeten
Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose. (2005) Richtlijn Medicamenteuze behandeling van tuberculose 2005. http://www.nvalt.nl/
ondergaan, vanwege ‘het gevaar van de medicijnen’.
Tuberculose in Nederland. Bekeken op 10-11-2010:
Ook borstvoeding is volgens de richtlijn
http://www.tuberculose.nl/site/Modules/NewsMD/NewsDetail.aspx?
‘Medicamenteuze behandeling van tuberculose 2005’
ItemGuid=b9651ff7-a89b-467c-a103-364026412381&ReturnUrl= NewsOverview.aspx
van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose, niet gecontra-indiceerd bij gebruik van de eerstelijns tuberculostatica (NVALT, 2005). Ook al komen er sporen van de medicamenten via de moedermelk in de zuigeling terecht, toch dient borstvoeding vanwege de vele voordelen niet te worden ontmoedigd. Het is dan ook onjuist dat het Farmaco-
Nieuwe columnist gezocht
therapeutisch Kompas (2010) borstvoeding afraadt bij gebruik van pyrazinamide.
Na vele jaren heeft Nyx aangegeven te willen stop-
We hebben enkele patiënten begeleid die hun tbc-
pen. Met pijn in haar hart.
behandeling nog niet hadden afgerond op het moment
In de uitgave van januari zal een vraaggesprek met
dat de baby werd geboren. Bijna zonder uitzondering
haar worden gepubliceerd, zodat u weet wie er al
was hun door de specialist of verloskundige verteld dat
die jaren schuil ging achter Nyx.
ze geen borstvoeding mochten geven: de medicijnen
De redactie van Tijdschrift voor Verloskundigen is Nyx
zouden in te hoge doses in de borstvoeding komen en
heel veel dank verschuldigd voor haar maandelijkse
schadelijk zijn voor de zuigeling. Het blijkt moeite te
bijdrage. Het is niet nyx, iedere maand weer.
kosten om behandelaar, verloskundige en patiënte ervan te overtuigen dat borstvoeding, gegeven door een moeder
Dit gezegd hebbende, is de redactie op zoek naar
die tuberculostatica slikt, géén risico vormt voor de baby.
een nieuwe columnist. Degene die denken dat zij voor deze functie in aanmerking komen kunnen
Contact met de GGD
een proeve van bekwaamheid, voorzien van
Voor tuberculose geldt een wettelijke meldingsplicht
persoonlijke gegevens in de vorm van een CV
volgens de Wet Publieke Gezondheid. Een arts die tuber-
inzenden naar
[email protected]
culose vaststelt, moet dat melden bij de GGD. Een sociaal verpleegkundige tbc-bestrijding (SV-TBC) heeft
De redactie zal met kandidaten in gesprek gaan.
vervolgens contact met de patiënt, inventariseert alle
Als het gaat om het profiel van de nieuwe
contacten van de patiënt en spoort deze op. De verpleeg-
columnist dan zoeken we iemand met een ruime
kundige begeleidt en volgt de patiënt tijdens de lang-
kennis en ervaring op het gebied van de verlos-
durige medicijnkuur en beantwoord al haar vragen.
kunde, een beetje filosofisch ingesteld, met een
Waar nodig overlegt de SV-TBC met medebehandelaars.
leuke, en soms wat scherpe pen die onze lezers
Wij pleiten voor meer en betere samenwerking tussen
maandelijks direct doet zoeken naar de nieuwe
de behandelaars van zwangere tbc-patienten dan nu
column.
gebeurt. De afdeling TBC-bestrijding van de GGD waar 56
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 57
INTERNATIONAAL
Water op de buik? Gemelli! Training van TBA’s in Sierra Leone Gerry Konings en Petry Verhees
Al een aantal jaren gaat er veel aandacht van de KNOV en de Verloskunde Academie Rotterdam (VAR) naar Sierra Leone. Aanleiding waren de meest treurige cijfers wat betreft moeder- en kindsterfte op de wereldranglijst van de WHO/Unicef (2007). Duidelijk is dat de Millenniumdoelen 4 en 5 in Sierra Leone absolute prioriteit hebben. In februari en maart 2010 verzorgden wij, eerstelijns verloskundigen, samen met Adrie Voorhoeve, een in de tropen zeer ervaren kinderarts, trainingen voor Traditional Birth Attendants (TBA’s). Onze reis was georganiseerd door een Nederlandse stichting die actief is in het gebied, zie www.dibiyya.nl.
Sierra Leone Sierra Leone (West-Afrika); Zelfstandig sinds 1963 (eerder Britse kolonie); Rebellenoorlog 1991-2002 Oppervlakte gelijk aan Nederland; 5,5 miljoen inwoners; 53% leeft onder de VN armoedegrens Totaal vruchtbaarheids cijfer 6,1; Moedersterfte 8-9/1000; Zuigelingensterfte 158/1000
We verbleven gedurende een maand in het Kambia district, één van de streken die tijdens de oorlog (19912002) door rebellen ernstig verwoest en geterroriseerd werd. We werden uitgezonden door de Stichting Dibiyya Development Project, ontstaan in 2004 op initiatief van een gevluchte Sierra Leonees, Suffian Alieu Badara. Hij wil hulp bieden aan de bewoners van zijn geboortedorp Dibiyya en omgeving, en vóór alles samen met hen aan de slag. Het verzoek om de TBA training kwam van een
men een begin gemaakt met het opzetten van een
groep vrouwen en van de TBA’s zelf.
registratiesysteem.
Middels de Tropencursus van het Havenziekenhuis in Rotterdam bereidden we ons op onze missie voor.
Voorzieningen
Voor vertrek hoorden we van het streven van de Sierra
Kambia heeft ongeveer 10.000 inwoners en ligt op vijf
Leonese overheid naar ‘Institutional Delivery’. “Hoezo
uur afstand -180 km - van de hoofdstad Freetown. Veel
zou je niet thuis kunnen of mogen bevallen?” dachten
onverharde wegen, geen waterleiding of elektriciteit,
deze hartstochtelijke eerstelijners.
sporadisch TV, internet is praktisch onbruikbaar. Er bestaat hier en daar wel de mogelijkheid om mobiel te
Veilige bevalling
bellen. Er zijn een paar winkeltjes voor eerste levens-
Dát hebben we met eigen ogen kunnen zien: waarom
behoeften en een grote weekendmarkt met heel veel van
thuis bevallen in dit land leidt tot het getal van 1:8 life
hetzelfde. De sporen van de rebellenoorlog zijn overal
time moedersterfte. Dat is de kans dat een vrouw –veelal
nog zichtbaar.
op jonge leeftijd- sterft aan een aan de voortplanting
De twee artsen van het Kambia ziekenhuis voorzien met
gerelateerde aandoening. Zoals: besnijdenis, illegale
hun staf in de gezondheidszorg van de naar schatting
abortus, bloedverlies, eclampsie, stagnerende partus,
50.000 inwoners van dit district. Voor de zorg moet
uterusruptuur, infecties, etc. Waarbij overigens moet
betaald worden; de hechtingen van een sectio worden
worden opgemerkt dat het getal van 1:8 op basis van
er pas uitgehaald als er betaald is, hetgeen soms een
grove schattingen wordt vastgesteld; pas recent heeft
levensgroot probleem is. In het ziekenhuis bevielen in 2009 216 vrouwen waarvan
Gerry Konings en Petry Verhees zijn eerstelijns verloskundigen
58 per sectio. Er stierven pre- en postnataal dertig baby’s TvV december 2010 • KNOV
57
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 58
INTERNATIONAAL gestationeerd is. Ze zit qua niveau tussen Nederlandse verpleegkundigen en kraamverzorgenden in en in onze ogen waren het kordate, veelzijdig getrainde dames, ook op verloskundig gebied. Op de post verleent ze alle mogelijke eerste en veelal enige hulp. Ze heeft een bloeddrukmeter, stethoscoop, toeter, verdovings- en hechtmateriaal. Er is infuusmateriaal aanwezig en ze beschikt over enkele antibiotica, pijnstillers, vaccinaties, oxytocine en anticonceptie. De pil, prikpil en condooms zouden gratis moeten zijn, maar als aanvulling op hun karig inkomen vragen de nurses er toch een vergoeding voor. Het is moeilijk in te schatten hoe beperkend die kosten voor haar hele arme cliënten zijn. Spatiëring van en tien moeders. Voor ons natuurlijk verbijsterende
zwangerschappen zou veel kindersterfte kunnen voor-
cijfers. Daarnaast een verbazend klein aantal klinische
komen. Als zij langer aanvullend borstvoeding krijgen
bevallingen voor dit enorme gebied waar een vrouw
hebben ze minder kans op ernstig verzwakkende diarree.
gemiddeld zes levende kinderen heeft. De ziekenhuizen
In Dibiyya is de gezondheidspost gevestigd in een schuur:
hebben in het algemeen geen grote aantrekkingskracht:
donker, stoffig en vuil met een lekkend bladerdak. In
de macht van traditionele genezers en kruidendokters, bij-
Kaamba, het andere dorp waar we onze training gaven,
“Niemand vraagt zich hier ooit af waaraan een vrouw is overleden, het hoort gewoon bij het leven (…) Vrouwen hier zijn niet bang voor pijn, ze zijn bang om te sterven” – een gynaecoloog geloof en taboes maken dat mensen erg laat bij reguliere zorg aankloppen, veelal té laat. En dat bevestigt dan weer het bijgeloof: ‘ga maar niet naar het ziekenhuis, want daar ga je dood’. Zo zagen we een prachtig elf maanden oud jongetje, kind van een van onze tolken, die – uitzonderlijk – de secondairy school had afgerond. Zij had haar kind na een malariaaanval regulier laten behandelen. Toen hij vervolgens een pneumonie ontwikkelde, koos ze toch voor de behandeling van een lokale genezer. Na drie dagen werd het jongetje alsnog doodziek naar het ziekenhuis gebracht, waar hij diezelfde nacht stierf. “Het was Gods wil”, zei zijn moeder berustend. was de post een keurig stenen gebouwtje. Een post met
Gezondheidspost
enige uitstraling kan de gang naar reguliere zorg laag-
Om Kambia heen ligt een aantal dorpen, waaronder
drempeliger maken.
Dibiyya, met 3.000 inwoners. Rond dit dorp liggen
58
negentien gehuchten die te bereiken zijn via smalle
TBA’s
rotsige zandweggetjes. In het natte seizoen is hier waar-
De TBA’s, die in de gehuchten werken, zijn ervarings-
schijnlijk niet door te komen. Er zijn geen auto’s, wel is er
deskundigen en zijn vaak via moeders of tantes het vak
hier en daar een (motor)fiets. De meeste mensen wonen
‘ingerold’. Vrouwen bevallen in hun eigen hut of bij de
in een lemen hut met een bladerdak en een aange-
TBA bij het licht van een olielampje. TBA’s helpen elkaar
stampte vloer. Buiten is een kookvuurtje, het bos is het
vaak bij bevallingen: twee weten tenslotte meer dan een
toilet. Een Nederlandse stichting, actief in het gebied,
en er kan hulp gehaald worden. Ze masseert, gebruikt
heeft 25 waterputten in de regio helpen aanleggen.
kruiden en olie en doet waarschijnlijk geen inwendig
In het dorp staat een gezondheidspost, waar een ‘nurse’
onderzoek. Ons zijn geen obsolete gewoonten ter ore
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 59
INTERNATIONAAL gekomen. De dag na de bevalling loopt ze met de
Realiteit
kraamvrouw naar de gezondheidspost voor controle en
Wat ons tijdens ons bezoek aan Sierra Leone duidelijk is
vaccinatie van de baby. De TBA’s zijn, zoals bijna alle
geworden, is dat het ministeriële streven naar
mensen, ongeletterd doch hebben autoriteit in hun
‘Institutional Delivery’ nog heel lang een ongetwijfeld
gemeenschappen: ware vroede vrouwen.
loffelijk, doch illusoir streven zal blijven. Naast het ont-
Wij denken dat zij veranderingen in attitude kunnen
breken van deskundig personeel en (schoon) materiaal
realiseren door haar verworven kennis over zaken als
is het ontbreken van infrastructuur op dit uitgestrekte
anticonceptie, hygiëne, voeding, vaccineren en misschien
platteland dé beperkende factor. Verhalen van de nurses
zelfs besnijdenis te delen. Zij kunnen vrouwen tijdig ver-
en TBA’s over mobieltjes zonder bereik, ambulances zon-
wijzen naar de reguliere zorg van de nurse en de artsen
der benzine of chauffeur en de onbereikbaarheid van de
van het ziekenhuis en zo een positieve invloed hebben
gehuchten waar de TBA’s hun diensten verlenen zijn de
op de verbetering van de gezondheidszorg in het
harde realiteit. In noodgevallen worden vrouwen soms
algemeen en het dalen van de moeder- en kindsterfte.
op een brancard naar de gezondheidspost gedragen, tot wel twee uur gaans! Duidelijk is dat dit voor veel grande
Training
multipare vrouwen met complicaties een risicovolle tocht
Wij gaven onze trainingen aan twee groepen van ruim
is. Wel zagen we een enorme toewijding van de nurse
twintig TBA’s, uit de twee dorpen en de gehuchten
naar ‘haar’ dorp en van de TBA naar ‘haar’ zwangeren.
eromheen. Er waren tolken om van Engels naar Temene,
Ze geven continue begeleiding en doen enorm hun best
de stamtaal, te vertalen. Een zeer intensief proces.
in de gegeven omstandigheden moeder en kind gezond
De TBA’s waren zeer leergierig en steeds op tijd aan-
uit het geboorteproces te laten komen.
wezig. En dat op een continent waar men zegt: “Jullie hebben de klok, wij hebben de tijd!”. Bij aankomst stond de groep ons al zingend en swingend op te wachten. Van dingen die niet vergeten mochten worden, werd ook direct een liedje gemaakt. De nurse was zeer aandachtig en gemotiveerd aanwezig en voegde toe, nam soms over of stelde vragen over zaken die ook voor haar nieuw waren. En wij waren natuurlijk zeer geïnteresseerd in hun ervaringen en kennis. We probeerden door het stellen van open vragen erachter te komen wat de TBA’s in de praktijk als probleem ervoeren en of zij de stof begrepen hadden. Door onder meer hun vragen in een schriftje te noteren, werd voor hen duidelijk dat wij hun inbreng serieus namen en het was zeer motiverend om daarop aan te sluiten met de training. Op onze vraag hoe je een tweeling zou kunnen vermoeden hadden de TBA’s een helder antwoord: als je water op de buik sprenkelt en het blijft er midden op staan! We gebruikten een zelfgemaakte pop met navelstreng, placenta en doos als fantoom, een kleed dat aan het bladerendak werd gehangen als ‘schoolbord’ en informatie uit de fantastische boeken ‘where women have no doctor’ en ‘where there is no doctor’. Een klein bekken met een popje en anatomische platen hielpen om het
Wij hebben het als een voorrecht ervaren onze ervaring
een en ander inzichtelijk te maken. Tijdens de les deden
met deze prachtige, krachtige vrouwen te delen en
we veelvuldig toneelstukjes en rollenspelen om de infor-
hopen dat Sierra Leone met alle aandacht die het nu
matie over te brengen. Veel nadruk legden we – elke les
krijgt en zeker verdient, snel een daling laat zien in
weer - op het belang van tenminste drie prenatale
moeder- en kindsterfte.
controles door de nurse, op het herkennen van alarmsignalen, waarna verwijzing naar de nurse moest volgen.
Een tweede training (én evaluatie van de eerste) is
En verder op het handelen in noodsituaties, zoals reani-
gepland voor januari 2011. Zie www.dibiyya.nl, bankre-
matie of nabloeding. Onder grote hilariteit bevielen we
kening nummer: 420233385, DDP, Roosendaal. Info:
zelf van een stuit of bleven de schouders zitten.
[email protected],
[email protected]. ■ TvV december 2010 • KNOV
59
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 60
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 61
BERICHTEN
Beslissing Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2009/126 Beslissing in de zaak onder nummer 2009/126 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., verloskundige, werkzaam te B., verweerster in hoger beroep en in eerste aanleg, met rechtskundige bijstand van mr J.S.M. Brouwer, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand te Amsterdam.
2.4
1. Verloop van de procedure A. - hierna klaagster - heeft op 15 mei 2008 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam tegen C. - hierna de verloskundige - een klacht ingediend. Bij beslissing van 10 maart 2009, onder nummer 08/110V, heeft dat College de klacht deels ongegrond en deels gegrond verklaard en aan de verloskundige de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klaagster is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De verloskundige heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend. De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 1 april 2010, waar zijn verschenen klaagster, alsmede de verloskundige, bijgestaan door mr. Brouwer.
2. Beslissing in eerste aanleg Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag gelegd. 2. De feiten Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting is besproken kan van het volgende worden uitgegaan: 2.1 Verweerster is sinds juli 1999 werkzaam voor de Verloskundigenpraktijk B. te B. 2.2 Op zaterdag 10 november 2007 is klaagster voor controle bij verweerster geweest. Klaagster was toen 41 weken zwanger. 2.3 Op zondag 11 november 2007 heeft klaagster om 8.15 uur gebeld met de doktersdienst. Verweerster heeft vervolgens om ongeveer 8.30 uur telefonisch contact met klaagster opgenomen. Klaagster heeft toen aan verweerster verteld dat haar vliezen waren gebroken en dat zij bruin vocht verloor. Klaagster heeft verder desgevraagd meegedeeld dat zij de baby voelde bewegen en dat zij nog geen weeën had. Verweerster heeft daarop meegedeeld dat zij klaagster om 10.00 uur thuis zou bezoeken. Om 10.00 uur heeft verweerster klaagster bezocht. Verweerster heeft uitwendig onderzoek bij klaagster
2.5 2.6 2.7
verricht en geconstateerd dat waarschijnlijk sprake was van meconium houdend vruchtwater. Verweerster heeft toen contact opgenomen met het D.-ziekenhuis in B. Klaagster is om 11.00 uur in dit ziekenhuis gearriveerd. Aldaar heeft klaagster tweemaal een klysma toegediend gekregen en is een infuus met weeënopwekkers aangebracht. Klaagster heeft vervolgens anderhalf uur aan het infuus gelegen. Toen de hartslag van de baby daalde is klaagster naar de operatiekamer gebracht en is de baby (E.) met een spoedkeizersnede om 14.06 uur geboren. Omdat geen hartslag en ademhaling werden waargenomen, moest E. onmiddellijk worden gereanimeerd. E. heeft daarna vijf dagen in de couveuse gelegen. Op dinsdag 13 november 2007 heeft verweerster klaagster in het ziekenhuis bezocht. Op 1 april 2008 heeft een evaluatiegesprek plaatsgevonden tussen klaagster en verweerster. Op 31 juli 2008 heeft verweerster in de status van klaagster toegevoegd de aantekening dat klaagster op 10 november 2007 is gestript.
3. Het standpunt van klager en de klacht De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster: 1. niet alles in het werk heeft gesteld om het risico te vermijden dat E. meconium zou inslikken, niet het risico heeft uitgesloten dat E. het benauwd had en niet het risico heeft uitgesloten dat E. zou kunnen stikken; 2. na het telefoongesprek op 11 november 2007 pas bijna twee uur later (om 10.00) bij klaagster thuis kwam en klaagster daarna pas om 11.00 uur naar het ziekenhuis heeft gestuurd. Uit de repliek leidt het College af dat de klacht voorts nog inhoudt dat verweerster: 3. in juli 2008, nadat de onderhavige klacht door klaagster was ingediend, in de status van klaagster de aantekening heeft toegevoegd dat klaagster op 10 november 2007 was gestript, hetgeen ook nog onjuist was, want klaagster is niet gestript; 4. na de geboorte van E. niet met klaagster in gesprek is gegaan. 4. Het standpunt van verweerster Verweerster heeft de klachten bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.
TvV december 2010 • KNOV
61
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 62
BERICHTEN 5. De overwegingen van het College. Ten aanzien van het eerste en het tweede klachtonderdeel. Uit hetgeen klaagster en verweerster hebben aangevoerd over het telefoongesprek dat zij hebben gevoerd op 11 november 2007, nadat klaagster had meegedeeld dat de vliezen waren gebroken en sprake was van bruin vocht, leidt het College af dat verweerster, gegeven die mededelingen, voldoende heeft doorgevraagd om te beoordelen op welke termijn zij klaagster diende te zien. Weliswaar gaf de mededeling van klaagster dat er bruin vocht was, aanleiding klaagster spoedig te zien, maar een tijdspanne van anderhalf uur kan, gezien de mededeling van klaagster dat de baby bewoog en zij nog geen weeën had, niet als onzorgvuldig worden aangemerkt. Hierbij weegt het college mee dat meconiumhoudend vruchtwater een relatief veelvoorkomende complicatie is tijdens de baring waarbij een ernstig verloop, zoals bij E., niet vaak voorkomt. Bij haar bezoek aan klaagster om 10.00 uur heeft verweerster geconstateerd dat sprake was van meconium. Nu de baby echter ook op dat moment goed bewoog en er geen weeën waren, was het evenmin onzorgvuldig klaagster op zodanige wijze naar het ziekenhuis te verwijzen, dat klaagster daar om 11.00 uur arriveerde. In de gegeven omstandigheden kan niet worden gezegd dat verweerster op de door klaagster gestelde onderdelen tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het eerste en het tweede klachtonderdeel zijn ongegrond. Ten aanzien van het derde klachtonderdeel. In het midden moet worden gelaten of klaagster op 10 november 2007 wel of niet is gestript. Klaagster ontkent dit en verweerster stelt dat dit volgens haar herinnering wel is gebeurd. De juiste lezing kan door het College niet worden vastgesteld. Verweerster had evenwel niet later, in juli 2008, de aantekening in de status mogen toevoegen dat klaagster op 10 november 2007 was gestript, temeer niet nu bij die aantekening niet is vermeld dat deze later is toegevoegd, waardoor ten onrechte de indruk werd gewekt dat de aantekening op of kort na 10 november 2007 was gemaakt. Verweerster had tenminste duidelijk moeten maken dat zij de aantekening ruim een half jaar later, puttend uit haar herinnering, had toegevoegd. Door de aantekening bovendien te maken nadat duidelijk was dat klaagster een klacht jegens verweerster had ingediend, heeft verweerster gehandeld in strijd met hetgeen van haar als verloskundige mocht worden verlangd. Het derde klachtonderdeel is gegrond. Ten aanzien van het vierde klachtonderdeel. Klaagster heeft ter toelichting op dit klachtonderdeel het volgende gesteld. Enkele enkele dagen na de geboorte van E., toen E. nog in het ziekenhuis lag en klaagster zelf weer thuis was, is zij door een collega van verweerster (F.) thuis bezocht. Klaagster heeft toen aan F. te kennen 62
TvV december 2010 • KNOV
gegeven met vragen te zitten omtrent de snelheid van handelen van verweerster op 11 november 2007, en met name met de vraag waarom verweerster pas om 10.00 uur bij haar was en haar pas om 11.00 uur naar het ziekenhuis heeft gestuurd. Klaagster heeft toen aan F. gezegd dat zij het op prijs stelde door verweerster hierover te worden gebeld. Een week later is klaagster door een andere collega van verweerster (G.) thuis bezocht. Klaagster heeft G. gevraagd waarom verweerster nog niet had gebeld. G. antwoordde daarop dat verweerster had gezegd dat zij klaagster op 13 november 2007 in het ziekenhuis had bezocht. Klaagster heeft toen aan G. gezegd dat verweerster niet meer hoefde te bellen. Vervolgens heeft op 1 april 2008 op verzoek van klaagster een evaluatiegesprek tussen klaagster en verweerster plaatsgevonden. Verweerster heeft ter terechtzitting meegedeeld dat zij inderdaad van F. had gehoord dat klaagster haar wilde spreken. Naar verweerster heeft verklaard, is het er vervolgens niet van gekomen klaagster te bellen. Desgevraagd heeft verweerster tijdens de zitting gezegd dat het er niet van gekomen is en zij ook geen aanleiding zag om contact op te nemen met klaagster. Toen zij van G. hoorde dat het niet meer nodig was contact met klaagster op te nemen, heeft zij dat niet meer gedaan, aldus verweerster. Het College is van oordeel dat verweerster te nonchalant is omgesprongen met de wens van klaagster om haar te spreken, mede in aanmerking genomen dat de geboorte van E. gepaard was gegaan met complicaties en het verweerster bekend kon zijn dat E. zich na haar geboorte in een levensbedreigende situatie heeft bevonden. Verweerster had, toen zij van haar collega hoorde dat klaagster haar wilde spreken, zo spoedig mogelijk contact met klaagster moeten opnemen. Ook na de mededeling van G., dat het niet meer nodig was klaagster te bellen, had verweerster desalniettemin het contact met klaagster moeten zoeken, om zelf na te gaan of de vragen van klaagster waren beantwoord, en niet mogen afwachten totdat het gesprek met klaagster op initiatief van klaagster plaatsvond. Het College acht de handelwijze van verweerster aangaande het in gesprek gaan met klaagster na de geboorte van E. onzorgvuldig. Het vierde klachtonderdeel is gegrond. De conclusie van het voorgaande is dat de klacht deels gegrond is. Hiervoor past een zakelijke terechtwijzing. Verweerster heeft gehandeld in strijd met de zorg die zij ingevolge artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg had behoren te betrachten.”
3. Vaststaande feiten en omstandigheden Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten zoals deze zijn vastgesteld door het Regionaal Tuchtcollege en onder 2. De feiten zijn weergegeven, met dien verstande dat
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 63
BERICHTEN onder 2.4. in plaats van de zin: “Omdat geen hartslag en ademhaling werden waargenomen moest E. onmiddellijk worden gereanimeerd “gelezen moet worden: “E. is na de geboorte met masker en ballon beademd.”
4. Beoordeling van het hoger beroep 4.1. De in eerste aanleg door klaagster tegen de verloskundige ingediende klacht bestaat uit vier onderdelen. De klachtonderdelen zijn door het Regionaal Tuchtcollege in de bestreden beslissing weergegeven onder 3. Het standpunt van klager en de klacht, 1. t/m 4. Klaagster is in beroep gekomen van het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klachtonderdelen 1. en 2. niet gegrond zijn. Tegen het oordeel dat de klachtonderdelen 3. en 4. gegrond zijn heeft de verloskundige geen beroep ingesteld. De gegrondheid van die klachtonderdelen staat in beroep niet meer ter discussie. 4.2. De verloskundige heeft het beroep van klaagster gemotiveerd bestreden met conclusie de beslissing in eerste aanleg te bekrachtigen. 4.3. Kern van de in de klachtonderdelen 1. en 2. door klaagster aan de verloskundige gemaakte verwijten is - kort gezegd - dat de verloskundige klaagster eerder had moeten zien en ook eerder naar het ziekenhuis had moeten verwijzen. Op grond van het volgende komt het Centraal Tuchtcollege anders dan het Regionaal Tuchtcollege tot het oordeel dat deze verwijten wel gegrond zijn. 4.4. Klaagster heeft de verloskundige op 11 november 2007 omstreeks 08.30 uur telefonisch meegedeeld dat zij bruin vocht verloor. Bij de beantwoording van de vraag of deze informatie voor de verloskundige aanleiding had moeten zijn om klaagster eerder te zien en eerder in te sturen dan zij heeft gedaan, neemt het Centraal Tuchtcollege als uitgangspunt dat klaagster, anders dan de verloskundige stelt en in de status heeft genoteerd, daags te voren niet is gestript. De lezingen van partijen lopen op dit punt uiteen. De lezing van klaagster, dat zij niet is gestript, vindt steun in de aantekening d.d. 11 november 2007 om 12.25 uur in de status van het ziekenhuis: VT: Portio medio sacraal O (CTG: ontsluiting) 1 vtop (CTG: vingertop). Op basis van deze aantekening is niet aannemelijk dat er bij klaagster daags tevoren sprake is geweest van een ontsluiting van 1 cm en dat zij gestript is, zoals door de verloskundige ongeveer zes maanden later in de status is genoteerd. Evenmin is aannemelijk dat de door klaagster omschreven hoeveelheid verloren vruchtwater, zowel wat hoeveelheid als wat betreft kleur, het gevolg was van strippen. Strippen leidt hooguit tot enig bloedverlies en niet tot het verlies van volledig bruin gekleurd vruchtwater. Toen klaagster de verloskundige telefonisch meedeelde
dat zij groen/bruin vruchtwater verloor, had de verloskundige er dan ook ernstig rekening mee moeten houden dat er sprake was van verlies van door meconium vervuild vruchtwater en was er alle aanleiding om adequaat te handelen. De verloskundige had dan ook op kortere termijn dan zij heeft gedaan klaagster moeten zien om de kleur van het vruchtwater en de mate waarin klaagster vruchtwater verloor te beoordelen. Zij had de beoordeling van het vruchtwater niet aan klaagster mogen overlaten. De omstandigheid dat klaagster op dat moment niet thuis maar bij haar moeder was, maakt dat niet anders. De woning van klaagsters moeder was immers in de directe nabijheid van zowel de praktijk van de verloskundige als van de eigen woning van klaagster. Voorts had het op de weg van de verloskundige gelegen om de tweedelijns verloskundige alvast telefonisch te informeren over de situatie en de aanstaande komst van klaagster. 4.5. Het voorgaande betekent dat de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor zover de klachtonderdelen 1. en 2. ongegrond zijn bevonden niet in stand kan blijven. Het Centraal Tuchtcollege zal opnieuw rechtdoende beide klachtonderdelen gegrond verklaren. Nu in beroep meer klachtonderdelen gegrond zijn verklaard dan in eerste aanleg acht het Centraal Tuchtcollege een berisping een passende maatregel. De door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel van waarschuwing wordt vernietigd. 4.6. Om redenen aan het algemeen belang ontleend zal publicatie van deze beslissing worden bepaald.
5. Beslissing Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg: vernietigt de beslissing waarvan hoger beroep voor zover de klachtonderdelen 1. en 2. ongegrond zijn verklaard en voor de klachtonderdelen 3. en 4. de maatregel van waarschuwing is opgelegd en opnieuw rechtdoende: verklaart de klachtonderdelen 1. en 2. alsnog gegrond en legt aan de verloskundige de maatregel van berisping op; bepaalt dat deze beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant, en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Tijdschrift voor Verloskundigen met het verzoek tot plaatsing. Deze beslissing is gegeven in raadkamer door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mrs. L.F. Gerretsen-Visser en W.P.C.M. Bruinsma, leden-juristen en J.C.A. van de Coevering-de Graaff en A.J.E.M. van der Ven-van Dam, leden-beroepsgenoten en mr. C.M.J. Wuisman-Jansen, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 1 juni 2010, door mr. A.H.A. Scholten, in tegenwoordigheid van de secretaris. Voorzitter w.g. Secretaris w.g. ■ TvV december 2010 • KNOV
63
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 64
BERICHTEN
TvV Next Nieuwe wet ondergang Ierse verloskunde
2010 besloten. De NCFS zet zich al jaren in om screening op CF mogelijk te maken en is erg blij met dit besluit. Als de diagnose CF snel na de geboorte wordt gesteld,
In Ierland wordt momenteel gewerkt aan nieuwe wet-
kunnen kinderen direct goed gevolgd en indien nodig
geving met betrekking tot verloskunde en verpleegkunde
behandeld worden. Hierdoor blijven zij in een betere
(The Nurses and Midwives Bill 2010). Op 4 november jl.
conditie en zijn minder opnames in het ziekenhuis nood-
kwam de wet een stap dichterbij toen deze zonder aan-
zakelijk. Dat betekent een langer leven voor kinderen
passingen door de volgende ronde kwam. Het wets-
met CF.
voorstel is in opspraak geraakt, omdat er onvoldoende
Nederlandse Cystic Fibrosis Stiching
garantie is over het toezicht op de praktijkuitoefening van zowel verloskundigen als verpleegkundigen. Toezicht wordt uitgeoefend door de beroepsgroepen zelf. Er wordt met name ook geprotesteerd tegen Sectie 24 van de nieuwe wet. Hierin staat wie er wel en niet thuis mag bevallen. Wie zich niet aan deze wet houdt, kan een boete van tenminste € 5000,- krijgen tot maximaal
Gespecialiseerde journalisten schrijven beter over medisch nieuws – vinden dokters
tien jaar gevangenisstraf!
Wetenschapsjournalisten, en dan vooral medisch
De Ierse Nurses and Midwives Organisation (INMO)
journalisten, berichten beter over medisch nieuws dan
noemt de nieuwe wet een belediging voor de beroeps-
allrounders die morgen weer een ander onderwerp
groep. Volgens AIMS, de Association for the Improvement
najagen. Vooral in televisieprogramma’s die inzoomen
of Maternity Services, die de campagne tegen de nieuwe
op human interest, blijven bijvoorbeeld de kosten en
wet leidt, zal dit de ondergang van de verloskunde in
nadelen van nieuwe diagnostiek en behandeling of de
Ierland zijn. Uiteindelijk zullen moeders en hun baby’s de
onderliggende commerciële belangen vaker onderbelicht.
verliezers zijn.
Het publiek wordt daardoor op het verkeerde been gezet.
www.aimsireland.com
Dat concluderen vijf onderzoekers van ‘Media Doctor Australia’, die ruim 1300 artikelen uit de Australische
Attentie Op 1 juli 2011 stopt ondersteuning van stand-alone systemen
publieksmedia onder de loep namen (PLoS Med. 2010; 7:e1000323). Media Doctor Australia beoordeelt berichtgeving volgens vaste criteria en publiceert dat oordeel op www.mediadoctor.org. De focus ligt op verhalen over nieuwe behandelingen en diagnostische tests. De reviewers kijken bijvoorbeeld of naast de voordelen ook de nadelen
Met de softwareleveranciers is afgesproken dat zij
en kosten van interventies worden beschreven en het
(voor zover van toepassing) hun stand-alone systemen
liefst gekwantificeerd. Ook checken zij of onafhankelijke
tot ten hoogste 1 juli 2011 blijven onderhouden.
experts aan het woord komen en een bericht geen kopie
Verloskundige praktijken dienen vóór deze datum
is van een persbericht.
op een cliënt-server- of een webbased systeem over
Nu in Australië – overigens net als in Nederland en in de
te stappen. Inmiddels kan hierbij uit drie leveranciers
rest van de wereld – de traditionele kranten het moeilijk
worden gekozen, te weten:
hebben en bezuinigen op redacties, staat ook daar de
MicroWare (http://www.onatal.nl),
positie van gespecialiseerde journalisten onder druk.
Orfeus (http://www.orfeus.nl) en
Media Doctor vroeg zich af of dat erg is. Het antwoord
Vrumun (http://www.vrumun.nl).
luidt volgens de artsen en mediawetenschappers bevestigend. Gespecialiseerde journalisten bleken beter te scoren op Media-Doctor-criteria dan algemeen verslag-
Screening op CF
64
gevers. En de Australische kwaliteitskranten en grote internationale persbureaus beter dan de actualiteiten-
Met ingang van 1 mei 2011 worden alle pasgeborenen
rubrieken op televisie.
in Nederland bij de hielprik gescreend op Cystic Fibrosis
Of journalisten het altijd met die beoordeling eens zijn,
(CF). Minister Schippers van VWS heeft dit 16 november
wordt niet gezegd. Voor publieksmedia is de puur
TvV december 2010 • KNOV
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 65
BERICHTEN technische informatiewaarde immers maar één van de
Om het WHO/UNICEF borstvoedingscertificaat te behalen,
aspecten van een bericht – amuseren, onthullen, het
moet het ziekenhuis voldoen aan de "10 vuistregels voor
belichten van de menselijke kant van een verhaal, ze
het welslagen van de borstvoeding". Het ziekenhuis
spelen allemaal een rol.
organiseert maandelijks voorlichtingsavonden over borst-
NtvG 15-11-2010.
voeding en informeert zwangere vrouwen zowel mondeling als door middel van foldermateriaal over
Eerste post-hbo-opleiding leefstijlcoach voorziet in leemte
borstvoeding. Alle betrokken medewerkers van het Vrouw Moeder Kind Centrum leren vaardigheden aan die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van het borstvoedingsbeleid van
In januari 2011 start de eenjarige post-hbo-opleiding tot
Tergooiziekenhuizen. Ook hebben het ziekenhuis en de
leefstijlcoach aan de Academie voor Leefstijl en
kraamzorg en verloskundigen in de regio vier keer per
Gezondheid. Initiatiefnemers zijn ir. Yneke Vocking,
jaar met elkaar overleg om hun beleid rondom borst-
bekend van het SBS6-programma ‘De Afvallers’, en
voeding op elkaar af te stemmen. Tergooiziekenhuizen
verloskundige en wetenschapsjournalist Mariël Croon.”
respecteert uiteraard de wens van (zwangere) vrouwen
Onze opleiding voorziet in een leemte”, aldus Vocking.
om geen borstvoeding te geven. Voor het ziekenhuis
“We zijn als voedingskundigen, diëtisten,verloskundigen,
blijft borstvoeding echter de eerste keus.
fysiotherapeuten of sportleerkrachten allemaal eenzijdig
Persbericht Tergooiziekenhuizen ■
opgeleid. We hebben kennis van voeding of beweging, maar zelden van allebei. Dat is wel nodig voor een leefstijlaanpassing. Maar nog belangrijker zijn vaardigheden om mensen te motiveren hun gedrag te veranderen.”. De opleiding is waar mogelijk gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. De docenten zijn voedingskundigen, bewegingswetenschappers en coaches.
Janneke Saskia Huisman 19 maart 1959
–
16 augustus 2010
Leefstijlveranderingen zijn hard nodig, stelde de Nederlandse Public Health Federatie (NPHF) in april 2010.
Diep bedroefd hebben wij veel te vroeg afscheid moeten
Een ongezonde leefstijl leidt tot ziekteverzuim, arbeids-
nemen van onze lieve collega Janneke Huisman.
ongeschiktheid en hoge zorgkosten.
In 1989 is zij afgestudeerd aan de Verloskunde
De Inspectie voor de Gezondheidszorg stelt dan ook dat de
Academie Amsterdam en in 1990 werd zij na waar-
preventie faalt. Algemene voorlichting werkt niet. De aan-
genomen te hebben maat bij Verloskundigenpraktijk
pak van een ongezonde leefstijl moet harder en gerichter.
De Vooroever in Medemblik. Ze had altijd veel aan-
Allround professionals om deze begeleiding te bieden, zijn
dacht voor de mensen en deed met liefde haar werk.
er echter niet. De Academie voor Leefstijl en Gezondheid
In 2003 werd er kanker bij haar geconstateerd waar-
wil met een eenjarige opleiding professionals toerusten
tegen zij hard heeft gestreden. Vol bewondering zagen
voor deze beroepspraktijk en hoopt daarmee een bijdrage
wij haar iedere keer weer terugkeren in de praktijk en
te leveren aan de volksgezondheid.
ze bleef zich ook altijd inzetten voor de Kring.
www.academievoorleefstijlengezondheid.nl Het mooie gedicht van de rouwkaart verwoord prachtig
Tergooiziekenhuizen heeft WHO/UNICEF borstvoedingscertificaat
hoe ze was: Luistert nooit naar argumenten, laat logica nooit de warme impulsen van haar hart verstoren. Haar lied vult het huis, een meisjesstem nog,
Borstvoeding is de eerste keus van het Vrouw Moeder
Een vogelhart.
Kind Centrum van Tergooiziekenhuizen voor baby’s die
Eigenzinnige, onvoorspelbare, vrijgevige, tactloze,
geboren worden in het ziekenhuis of daar opgenomen
koppige, onredelijke en beminnelijke Janneke.
zijn. Werken volgens de 10 vuistregels van WHO/UNICEF, betekent in de praktijk dat vrouwen tijdens de zwanger-
We hebben veel van haar geleerd en willen proberen
schap professionele voorlichting krijgen en na de bevalling
met evenveel enthousiasme en liefde ons werk voort
en tijdens het kraambed begeleid en ondersteund worden
te zetten.
bij het geven van borstvoeding. TvV december 2010 • KNOV
65
66
TvV december 2010 • KNOV 15-12-2010 16-12-2010 04-01-2011 11-01-2011 13-01-2011 17-01-2011; 09-02-2011 18-01-2011 18,19,20-01 21-01-2011 21-01-2011 25-01-2011 26-01-2011 28-01-2011 01-02-2011 01-02-2011 5,8,9 en 10-02-2011 08-02-2011 09-02-2011 11-02-2011 14-02-2011 15-02-2011 15-02-2011 15-02-2011 16-02-2011 17-02-2011 17-02-2011 17-02-2011 25-02; 04-03; 21-03-2011 07-03-2011 07-03-2011; 11-04-2011; 09-05-2011
Evidence Based Medicine Basiscursus CAVE!, 1-daags Obesitas Symposium 'praktijkgericht onderzoek in de verloskunde'
Transculturele Zorg voor zorgverleners in de 1ste Lijn Efficiënt administratie voeren Ik zie iets bij uw kindje ….. Pathologie kraambed moeder en kind Efficiënt administratie voeren Basiscursus CAVE!, 1-daags Triage; pijn tijdens de zwangerschap Praktijkorganisatie Workshop 'Visie ontwikkelen in plaats van brandjes blussen' Vaardigheid hechten Vaardigheidstoets stuit en reanimatie Obesitas Dag van de Assistent De 2e Noordelijke eerstelijnsdag Intracutaan hechten
Praktijkhouder als werkgever Dag van de Assistent Baringspijn vanuit neurowetenschappelijk perspectief Vaardigheid hechten Uitwendige versie
DATUM
Lokale Perinatale Audit Assistentie bij een niet fysiologische baring: de kraamverzorgende, van onschatbare waarde Calamiteitentraining Communicatietraining Praktijkassistenten Workshop 'Visie ontwikkelen in plaats van brandjes blussen' Preconceptiezorg
CONGRES/CURSUS www.perinataleaudit.nl/nieuws/ www.va-r.nl www.verloskunde-academie.nl www.verloskunde-academie.nl www.praktijkondernemer.nl www.av-m.nl
INFO
www.peterkluiterstrainingen.nl www.talmor.nl www.stichtingiton.nl www.verloskunde-academie.nl www.verloskunde-academie.nl
Ds. Kuyperstraat te Nijkerk Openlucht museum, Arnhem Haarlem AVAG Amsterdam AVAG Amsterdam
16 uur, A09-128
16 uur / 5 uur 4 uur, A10-083
A 10-069
2,5 uur, A08-001
1650,-
210,- excl. BTW 198,550,225,-
220 l 200
5,5 uur, A 198,A 10-071 105,- excl. BTW Ik zie iets bij uw kindje ….. 28-01-2011 4,5 uur, A09-033 175,A10-070 105,- excl. BTW 10,5 uur 335,155,10-068 105,- excl. BTW 8 uur, A08-78 235,4 uur, A10-083 225,4 uur, B09-035 100,4,5 uur, A09-074 175,198,-
17:04
500,-. 160,335,175,-
235,-
225,-
geen
KOSTEN (€)
8 uur, A08-78 16 uur, A10-060 1, 5 uur, D06-01 vrije keuze 3,5 uur, A10.024 10,5 uur 4,5 uur, A09-074
5,5 uur ? 6 uur, B09-038
ACCREDITATIE
26-11-2010
AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl Boxmeer www.acuteverloskunde.nl AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl Hogeschool Rotterdam, www.hro.nl Museumpark 40, 3015 CX, Rotterdam Pollux, Amsterdam www.talmor.nl Ds. Kuyperstraat te Nijkerk www.peterkluiterstrainingen.nl De Reehorst, Ede www.scem.nl AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl Ds. Kuyperstraat te Nijkerk www.peterkluiterstrainingen.nl Boxmeer www.acuteverloskunde.nl AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl Ds. Kuyperstraat te Nijkerk www.peterkluiterstrainingen.nl Zwolle www.praktijkondernemer.nl AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl Pollux, Amsterdam www.talmor.nl Congrescentrum, Drachten http://www.eerstelijnsdag.nl/ Eindhoven www.av-m.nl
UMC-Utrecht Kennis- en Onderzoekscentrum VAR Groningen, Skills Centrum UMCG. AVAG Amsterdam Zwolle Eindhoven
PLAATS
Uitgebreide informatie over de in dit overzicht opgenomen cursussen, congressen en symposia vindt u op de website van Kennispoort Verloskunde: www.kennispoort-verloskunde.nl of op de in de tekst aangegeven websites.
Congres en Cursus
200645 - TvV december:TvV Pagina 66
BERICHTEN
200645 - TvV december:TvV
26-11-2010
17:04
Pagina 67
BERICHTEN
Personalia GEBOREN Jolijn, dochter van Yvonne Eikens en Bert Wever, Watersnip 10, 7827 KJ Emmen Roos, dochter van Marijke en Bart Groesz-Pollaart, Ganzenhoek 13, 3214 TW Zuidland Evelien, dochter van Marja en Bart van den Heuvel-van Loon, De Wingerd 21, 5741 DH Beek en Donk Job & Amber, zoon en dochter van Ilse en Michel Jonkers, Gruttostraat 6, 7523 WX Enschede Berit, dochter van Robert en Aaltje de Leeuw-Rijpma, Kon. Wilhelminalaan 40, 8501 KW Joure Bibi, dochter van Marieke van Maaren en Roel Stavorinus, Zonstraat 43, 4818 NE Breda Boaz, zoon van Marcella Pesie en Gideon Haringsma, Morgen 51, 3762 WG Soest Bram, zoon van Wendie Verhallen en Ralf van der Pas, Canadasweg 11, 5406 TS Uden Siemen, zoon van Conny en Harmen Versluis-Kaljouw, Multatulistraat 5, 4207 SB Gorinchem Roel, zoon van Marjolein en Frank Wartena-Gravendeel, Jan Duikerlaan 36, 5622 BS Eindhoven Silke, dochter van Suzanne en Herman Wiersma-Snijder, Kwekershof 3, 9679 DC Scheemda Teun, dochter van Carlijn van Gisbergen en Lex van der Heijden, De Hoeve 14, 5534 AD Netersel Cato, dochter van Marjolein Maas en Flip Verhagen, Melkweg 48, 5642 CT Eindhoven SECTOR NOORDOOST NEDERLAND Nieuwe leden (m.i.v. 01-10-2010) Mw. L. Althof, Skûtsje 44, 9051 PR Stiens – Asp Mw. A. Bardelmeijer, Rustenburgstraat 34, 7311 JA Apeldoorn – Asp Mw. Y. Combee, Zevenweg 45, 7021 BE Zelhem – Asp Mw. J. Dijksterhuis, Beekpunge 109, 7761 KD Schoonebeek – Asp Mw. J. Huitema, De Wildbaan 67, 7631 KC Ootmarsum – Asp Mw. S. Hulshof, Hertmerweg 39, 7625 RH Zenderen – Asp Mw. L. Jansema, Dokter Mansholtweg 20, 9356 BH Tolbert – Asp Mw. Y. Kacar, Leeuwerikstraat 21, 8262 AH Kampen Mw. M. Lieman, Prof. Lindeboomlaan 71, 3853 GJ Ermelo - Asp Mw. L. Meeuwis, Kleine Zilverreiger 7, 9648 DH Wildervank – Asp Mw. A. Menninga, Petrus Compersingel 53, 9713 AD Groningen – Asp Mw. C. Nap-de Bruin, Griffensteijnselaan 10, 3703 AA Zeist – Asp Mw. M. Renkens, Benedenschap 9, 6611 DC Overasselt – Asp Mw. M.H. Smit, van Renessestraat 9, 3626 BA Nieuwer ter Aa – Asp Mw. M. van Stiphout, Schansdijk 16, 6088 NZ Roggel – Asp Mw. W. van der Zee, Blekerslaan 58, 9724 EJ Groningen – Asp Nieuw lid (m.i.v. 01-01-2011) Mw. C. Stam, Reigerskamp 67a, 3607 HD Maarssen – VID-zhs Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2011) Mw. P. IJsseldijk, Nicolaasleane 3, 9086 CN Hempens – VV-m Mw. M. Klensmann, Vogelweide 11, 3815 HA Amersfoort – VID-zhs Mw. G. Knauff-Meester, van Campenstraat 13, 3818 BA Amersfoort – BL Mw. G. Kok, Groen van Prinstererstraat 58, 7021 BJ Zelhem – VID-zhs Mw. J.M.J. Kool-van den Berg, Graaf Florisstraat 1 F1, 7415 LK Deventer – BL Mw. W. Meiberg-van Dijk, Roerdomp 2, 8131 HE Wijhe – VID-zhs Mw. I. Rosink, Wijmersweg 83, 9919 BK Loppersum - BL
SECTOR NOORDWEST NEDERLAND Nieuwe leden (m.i.v. 01-10-2010) Mw. A. Bravo, Groenhof 27, 1352 AC Almere – Asp Mw. K. Denkers, Pijnenburg 4, 3328 DA Dordrecht – Asp Mw. L.L. Does, Leeuwerikhof 1, 2941 RE Lekkerkerk – Asp Mw. C. Geusebroek, Florijnstraat 130, 1827 GM Alkmaar – Asp Mw. C. Heikens, A.L. Vosstraat 22, 4207 JC Gorinchem – Asp Mw. L. Kroon, Waverbancken 30, 3645 VS Vinkeveen – Asp Mw. N. Mostert, Willem Dreeshof 26, 2953 AW Alblasserdam – Asp Mw. J. Poot, De Groene Zoom 10, 2825 BA Berkenwoude – Asp Mw. M. de Saegher, Hannie Schaftstraat 8, 1925 PA West-Knollendam – Asp Mw. L. van der Sluis, de Korverplantsoen 1, 2807 BW Gouda - Asp Mw. S. Spijkers, Gazellestraat 22, 1216 EG Hilversum – Asp Mw. L. van der Waal, Molukkenstraat 109c, 1095 BA Amsterdam – Asp Nieuwe leden (m.i.v. 01-01-2011) Mw. M.C.C. Hendriks, Goudsbloemlaan 1, 2565 CN ’S-Gravenhage - WN Mw. M. Lub, Stuurboord 59, 1602 CC Enkhuizen – WN Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2011) Mw. T. Aaftink, S. van Houtenweg 165, 1314 TP Almere – VID-g Mw. R. van Graas-Hofman, Burg. Mijnlieffstr. 45, 1761 BL Anna Paulowna – BL Mw. R. Jongejan- Meijer, Jan Switzerpad 4, 2441 AM NIEUWVEEN – VID-ep Mw. T. Kamphuis, Beverwijkerstraatweg 146, 1901 NL Castricum – BL Mw. M.M. McCartney-Aerts, Woensdrechthof 48, 2631 LD Nootdorp – VID-g Mw. J.A. van der Tholen, Eksterlaan 88, 2026 XJ Haarlem – VID Mw. K. van Velzen-van Rooden, Zuideinde 8, 2371 BV Roelofarendsveen – VID-zhs Mw. J.C. van de Ven-Lok, Patellabank 5, 2317 MK Leiden – VV SECTOR ZUID NEDERLAND Nieuwe leden (m.i.v. 01-10-2010) Mw. N. Addink, Kamperseweg 12, 4543 PP Zaanslag – BL Mw. E.L.C.M. Dorssers, Den Roover 21, 5953 BM Reuver – Asp Mw. E. van Driel, Svendsenlaan 9, 3055 TN Rotterdam – Asp Mw. D. Gomes Timas, Hammerstraat 65, 3036 MC Rotterdam – Asp Mw. S. van Houten, Willem Landreplein 38, 3122 TM Schiedam – Asp Mw. F. Jelsma, Herbenusstraat 176, 6211 RJ Maastricht – Asp Mw. N. Konings, Bergsebaan 71, 4709 AK Nispen – Asp Mw. M. Lussenburg, Rutgersstraat 100, 3052 PZ Rotterdam – Asp Mw. J. Peters, Molenstraat 55, 6121 XE Born – Asp Mw. S. Philips, Kerkstraat 7, 5298 CM Liempde – Asp Mw. R. Verhees, Nutherweg 40, 6365 ER Schinnen – VID-o Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2011) Mw. S. Kroon, van Ostadelaan 32, 2923 AM Krimpen ad Ijssel – Asp Mw. D. Martin, Schiekade 48c, 3032 AK Rotterdam – Asp Mw. M. Minkels, St. Caeciliastraat 18, 5056 SK Berken Enschot – VID-zhs Mw. W. Moors-Tissen, Bartelsstraat 30, 6074 HN Melick – BL Mw. I. Parren, Concordiastraat 16, 6014 BC Ittervoort – VID-zhs Mw. W.S. Oosterkamp, Neumannlaan 9, 5624 KL Eindhoven – BL Mw. S. de Ruiter-van der Velden, Asselsestraat 277-2, 7312 CV Apeldoorn – BL Mw. A. Tiggeloven-Kuijpers, Blauwververstraat 30, 5801 RM Venray – SL Mw. G.K. van Zutphen, Jasmijnring 17, 4881 HT Zundert – VID-zhs ART. 1 Leden, die bezwaar hebben tegen de toelating van een kandidaat (aspirant-)lid, moeten hun bezwaar met redenen omkleed schriftelijk binnen één maand na het verschijnen van het officiële verenigingsorgaan bij het Bestuur kenbaar maken. TvV december 2010 • KNOV
67
200645 - TvV december:TvV
A
26-11-2010
17:04
Pagina 68