Aan de leden van de gemeenteraad van Hengelo OPROEPING voor de op 21 januari 2014 te 19.30 uur in de raadzaal van het stadhuis te houden vergadering van de Raad der gemeente Hengelo AGENDA:
A
Port.H.
Algemeen 1
Opening
2
Vaststellen agenda
3
Vragenhalfuur (zie art. 40 Reglement van orde voor de Gemeenteraad)
4
Verslag vergadering 10 december 2013
5
Lijst ingekomen stukken en mededelingen
Hamerstukken
Sanering geluidhinder aan woningen 2013-2016
1007916
Oude Alink
C02
Vaststelling bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden
1005009
Bron
C03
Vaststelling bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o.
1007018
Bron
D01
Leerplichtverslag en RMC rapportage 2012 – 2013 Begroting 2014 Stichting Scholengroep Primato
1009139
Lievers
1009070
Lievers
Meerjarenbegroting 2014-2018 stichting OSG Hengelo Toe te passen parameters bij de herziening van de grondexploitaties per 1 januari 2014 Instellings- en delegatiebesluit werkgeverscommissie en Arbeidsvoorwaarden Griffie
1008132
Lievers
1009103
Mulder
1007761
Organisatieverordening en Instructiebesluit griffie
514707
WerkgeversCommissie Griffie WerkgeversCommissie Griffie
D03 B01 B02
B03
D
Voorstellen door tussenkomst van de commissie Sociaal D04
C
Kunst- en Cultuurvisie Hengelo 2014-2020
60 min. 1008745
Mulder
Voorstellen door tussenkomst van de commissie Fysiek C04
B
5 min.
C01
D02
Verkoop stuk grond Goudstraat aan garagebedrijven
30 min. 1001823
Mulder
Voorstellen door tussenkomst van de commissie Bestuur B04
Herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
Tijd: 30 min.
1009388
15 min. Ten Heuw
E
Voorstellen zonder tussenkomst van de commissies E01
e
1 wijziging Beleidsbegroting 2014
5 min. 1010262
Mulder
Hengelo, 13 januari 2014 De voorzitter van de raad,
De heer S.W.J.G. Schelberg
De eerstvolgende raadsvergadering is gepland op 4 maart 2014 aanvang 19.30 uur.
LIJST INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN Raadsvergadering d.d. 21 januari 2014 Agendanummer: A5 OMSCHRIJVING
VOORSTEL
1
H. Kamphuis. Zienswijze ontwerp bestemmingpslan Deldenerstraat Noord (1009228)
2
W. Treder. Zienswijze ontwerp bestemmingpslan Deldenerstraat Noord
3
N.V. Nederlandse Gasunie. Zienswijze ontwerpbestemmingsplan 'Herziening Westermaat Plein, fase III' (1009414)
In handen van het college ter voorbereiding; de commissie fysiek horen via reactienota In handen van het college ter voorbereiding; de commissie fysiek horen via reactienota In handen van het college ter voorbereiding; de commissie fysiek horen via reactienota
4
Ministerie BZK. circulaire wijzigingen bedragen (onkosten)vergoedingen burgemeesters, wethouders, raads- en commissieleden (1009386)
In handen van het college ter uitvoering
5
MKB-Nederland. 3e Oproep inzake OZB-actie voor ondernemers (1009223)
In handen van het college ter afdoening
6
Bewonerscomité Kernen Dalmeden. Zienswijze bestemmingsplan Kern Zuid – Oeverwoningen (1010236)
In handen van het college ter voorbereiding; de commissie fysiek horen via reactienota
7
Lexence advocaten & notarissen. Zienswijze namens Van Neerbos Bouwmarkten BV betr. ontwerp bestemmingsplan Westermaat Plein Fase III (1010239)
In handen van het college ter voorbereiding; de commissie fysiek horen via reactienota
8
Loyens & Loeff N.V. Zienswijze Coöperatie Westermaat, Deka, Ikea, McDonald's betr. ontwerp bestemmingsplan Westermaat Plein (1010269)
In handen van het college ter voorbereiding; de commissie fysiek horen via reactienota
9
Stibbe Advocaten en notarissen. Zienswijze Praxis Vastgoed en Praxis Doe het zelf betr. ontwerp bestemmingsplan Westermaat Plein Fase III (1010189)
In handen van het college ter voorbereiding; de commissie fysiek horen via reactienota
10
G.H.M. Huls. Zienswijze ontwerp bestemmingsplan herziening Westermaat Plein Fase 3 (1010176)
11
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Informatiebeveiliging Suwinet door gemeenten (1010179)
In handen van het college ter voorbereiding; de commissie fysiek horen via reactienota In handen van het college ter afdoening
12
J.G.M. Braakhuis. Zienswijze ontwerp bestemmingsplan herziening Westermaat Plein Fase 3 (1010151)
13
Wijkcomité Wensink-Zuid. Zienswijze ontwerp bestemmingsplan Westermaat Plein Fase III (1010187)
14
Platform Cannabisondernemingen Nederland. voorbeelden van praktijk en beleid inzake cannabis uit Europa, Noord en Zuid Amerika (1010100)
Voor kennisgeving aannemen
15
Oudercommissie van de Muziekschool. Bezuinigingen muziekschool (1010119)
16
VNG. Aanbieding drie publicaties 'Bouwstenen voor Sociaal' (1010310)
In handen van het college ter afdoening; te betrekken bij de behandeling van agendapunt D04 Voor kennisgeving aannemen
17
Gemeente Oldenzaal. Motie gemeenteraad Oldenzaal over verwachte groei goederenvervoer over het spoor (1010025)
Voor kennisgeving aannemen
18
Raad voor het openbaar bestuur. Rob-lezing 2013: 'Politieke retoriek, de markt en de angst voor de dood' (1009837)
Voor kennisgeving aannemen
19
Federatie van Hengelose Muziekverenigingen. Gebruik passages uit reactie op cultuurnota van Federatie door Rabotheater in samenwerkingsplan (1009869)
In handen van het college ter afdoening: te betrekken bij de behandeling van agendapunt D04
In handen van het college ter voorbereiding; de commissie fysiek horen via reactienota In handen van het college ter voorbereiding; de commissie fysiek horen via reactienota
2 OMSCHRIJVING
VOORSTEL
20
Rabotheater Hengelo. Zienswijze Rabotheater op conceptnota Kunst- en Cultuurbeleid Hengelo (1009454)
In handen van het college ter afdoening; te betrekken bij de behandeling van agendapunt D04
21
A.B. Eshuis. Verbetering tunnels, straten, zebrapaden etc. (1008060)
In handen van het college ter afdoening
22
Stichting Restauratie St. Lambertuskerk. Wijziging bestemming onverkoopbare bedrijfswoningen Koekoekweg 22-24 (1010544)
In handen van het college ter voorbereiding. De commissie fysiek horen
23
Vereniging Omwonenden Luchthaven Twente. De gemeente Dinkelland en de nieuwe luchthaven Twente (1010551)
Voor kennisgeving aannemen
Hengelo, 13 januari 2014 namens het raadspresidium, de voorzitter, De heer J.W.M. Harink
B01
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1009103
Knegt, Gerrit
PF-GZ
Wieger Mulder
ONDERWERP
Toe te passen parameters bij de herziening van de grondexploitaties per 1 januari 2014 DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2014 de volgende grondslagen worden gehanteerd: 1. Rente: 4,5%, met uitzondering van de projecten De Veldkamp, Hemmelhorst en XL Businesspark Twente (RBT), waarvoor andere afspraken zijn gemaakt over de rentetoerekening; 2. Indexering van de kosten:
2014 t/m 2015 1% per jaar en na 2015 2,0% per jaar;
3. Indexering van de grondopbrengsten conform de hieronderstaande staffel: 2014 2015 2016 2017 Opbrengstenindex bedrijven 0,0% 1,0% 2,0% 2,0% 2,0% Opbrengstenindex woningbouw 0,0% 0,0% 1,0% 1,0% 2,0% Opbrengstenindex kantoren 0,0% 0,0% 1,0% 1,0% 2,0% Opbrengsten overig 0,0% 0,0% 1,0% 1,0%
na 2017
2,0%
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
Jaarlijks worden de te verwachten eindresultaten van alle grondexploitaties van de gemeente Hengelo opnieuw beoordeeld. Hierbij worden de kosten die zijn gemaakt en opbrengsten die zijn ontvangen tot en met 1 januari van dat jaar als uitgangspunt genomen. De hoogte van de nog te verwachten kosten en opbrengsten na 1 januari moeten worden ingeschat. Hierbij worden aannames gedaan over de verwachte stijging van de prijzen, zowel voor de kosten als de opbrengsten. De percentages die hiervoor worden aangenomen worden van te voren door de gemeenteraad vastgesteld. Het college van Burgemeester en en Wethouders doen hierbij een voorstel aan de raad om deze percentages vast te stellen voor de herzieningen van de grondexploitaties per 1 januari 2014. Daarnaast wordt een voorstel gedaan over de toe te passen rekenrente in de grondexploitaties DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
B01
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1009103
Knegt, Gerrit
PF-GZ
Wieger Mulder
ONDERWERP
Toe te passen parameters bij de herziening van de grondexploitaties per 1 januari 2014 PROGRAMMA/FACET-AGENDA
Niet van toepassing
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Jaarlijks worden de grondexploitaties in de gemeente Hengelo herzien. Dit gebeurt per 1 januari van het jaar. De gerealiseerde kosten en opbrengsten en de nog te realiseren kosten en opbrengsten worden vastgesteld. Daarnaast wordt een inschatting gemaakt van de toe te passen jaarlijkse verhoging van de kosten en opbrengsten (indexering). De hoogte van de toe te passen indexeringen en rente zijn van grote invloed op de uitkomsten van de grondexploitaties en daarmee op de hoogte van de te treffen voorziening voor verliezen in de grondexploitaties. De uitkomsten van de grondexploitatie hebben grote invloed op de financiële positie van de gemeente. INHOUD VAN HET VOORSTEL
De gemeenteraad wordt gevraagd: ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2014 de volgende grondslagen worden gehanteerd: 1. Indexering van de kosten:
2014 t/m 2015 1% per jaar en na 2015 2,0% per jaar;
2. Indexering van de grondopbrengsten conform de onderstaande staffel: 2014 2015 2016 Opbrengstenindex bedrijven 0,0% 1,0% 2,0% Opbrengstenindex woningbouw 0,0% 0,0% 1,0% Opbrengstenindex kantoren 0,0% 0,0% 1,0% Opbrengsten overig 0,0% 0,0% 1,0%
2017 2,0% 1,0% 1,0% 1,0%
na 2017 2,0% 2,0% 2,0% 2,0%
Er van kennis te nemen dat voor de rekenrente een percentage van 4,5% op jaarbasis wordt gehanteerd voor alle complexen, met uitzondering van de projecten De Veldkamp, Hemmelhorst en XL Businesspark Twente (RBT), waarvoor andere afspraken zijn gemaakt over de rentetoerekening; BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
De voorgestelde parameters wijken op twee punten af van de parameters die in de herziening van de grondexploitaties zijn toegepast. De rente per 1 januari 2014 is gemeentebreed verlaagd van 5,5% naar 4,5%. Dit is door uw raad in uw vergadering van 10 september 2013 besloten. Verder is de indexering van de grondprijzen voor bedrijvigheid in 2014 gesteld op 0%. In de vorige herzieningen nog is aangenomen dat de grondprijs voor bedrijvigheid met 1% in 2014 zou toenemen. Hoewel er tekenen zijn dat een licht economisch herstel, lijkt het nog niet verantwoord in 2014 grondprijsstijgingen door te voeren. De voorgestelde parameters vormen de uitgangspunten voor de berekening van de uitkomsten van de grondexploitaties. Andere parameters leiden tot andere uitkomsten. De parameters die worden voorgesteld, zijn het meest realistisch. In het proces van de vaststelling van de herziene grondexploitaties, waarvan dit de eerste stap is, zullen verschillende scenario’s worden gepresenteerd, waarbij de uitkomsten van de grondexploitaties bij verschillende waarden van de parameters zullen worden weergegeven. Op basis daarvan kan de raad zich een oordeel vormen over de grondexploitaties en tot een goede besluitvorming komen over de herziening van de grondexploitaties per 1 januari 2014.
FINANCIËLE ASPECTEN
De voorgestelde parameters hebben invloed op de uitkomst van de grondexploitaties. De hier voorgestelde indexering voor de kosten en opbrengsten, de hoogte van de rente en de overige verwachte voor- en nadelen in de grondexploitaties leiden naar verwachting per saldo niet tot grote nadelen in de uitkomst van de grondexploitaties. De voorgestelde indexering van kosten en opbrengsten hebben een nadelig gevolg van € 6 ton voor de voorziening van de grondexploitaties. Dit nadeel kan het totaal van voor- en nadelen worden gecompenseerd. Over het gevolg van de renteaanpassing bent u op 10 september 2013 al geïnformeerd. BIJLAGE(N)
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
B02
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
1007761
Akman, Atia
PF-PO
PORT. HOUDER
ONDERWERP
vaststelling instellings- en delegatiebesluit werkgeverscommissie en vaststelling HAR griffie PROGRAMMA/FACET-AGENDA
Niet van toepassing
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Er worden twee voorstellen gedaan aan de Raad: 1. Een nieuw instellings-en delegatiebesluit werkgeverscommissie 2013 vast te stellen. Deze bevat twee wijzigingen t.o.v. het vorige besluit uit 2006: De belangrijkste wijziging houdt in dat het vaststellen van wijzigingen in en aanvullingen op de arbeidsvoorwaardenregeling voor de griffie (de cao) gedelegeerd wordt aan de werkgeverscommissie. Hierdoor kan de werkgeverscommissie wijzigingen in de HAR vaststellen ( zie hetgeen onder punt 2 staat) en hoeft dit niet door de Raad zelf meer gedaan te worden. Dit is opgenomen in een nieuw artikel 1:3a:1:4 en artikel 1:3a:1:5 lid 1 sub a. De tweede wijziging is dat geregeld wordt dat advies wordt gevraagd aan de personeelskamer voordat de raad beslist op bezwaren van griffiemedewerkers. Dit wordt beschreven in artikel 1:3a:1:16 van het besluit. De rest van het besluit is ongewijzigd gebleven. 2. Besluit vaststelling Arbeidsvoorwaarden griffie. De Raad heeft in 2006 al besloten dat de Hengelose Arbeidsvoorwaarden Regeling (de HAR) ook van toepassing is op het griffiepersoneel. De afgelopen periode zijn er meerdere wijzigingen geweest in de HAR die de Raad nog niet heeft vastgesteld. Het betreffen voornamelijk landelijke wijzigingen in de CAR-UWO die plaatselijk overgenomen moeten worden. De Raad neemt al deze wijzigingen door middel van dit besluit in een keer over. De meest recente wijzigingen betreffen o.a. technische wijzigingen ( verandering in artikelnummering en verwijzingen, grammaticale wijzigingen) en het elektronisch verzenden van besluiten ( o.a. salarisstrookje digitaal). (Nb. Het college heeft deze wijzigingen al overgenomen met betrekking tot de ambtenaren)
INHOUD VAN HET VOORSTEL
Een nieuw instellings-en delegatiebesluit werkgeverscommissie 2013 vast te stellen en de Arbeidsvoorwaarden griffie vast te stellen.
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
1. Een nieuw instellings-en delegatiebesluit werkgeverscommissie 2013 vast te stellen. Een bevoegdheid van de raad wordt hiermee gedelegeerd naar de werkgeverscommissie, met name de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de griffiemedewerkers. Dat is een keuze die bewust gemaakt moet worden. Anderzijds is het zo dat de meeste en belangrijkste wijzigingen in de CAO landelijke afspraken zijn met de bonden, welke door de Raad overgenomen moeten worden. Er is daarbij vaak nauwelijks of geen keuzevrijheid. In dat kader is het raadzaam om de Raad niet te belasten met de vaststelling van deze “hamerstukken”. 2. Besluit vaststelling Arbeidsvoorwaarden griffie.
FINANCIËLE ASPECTEN
Deze voorstellen hebben geen financiële aspecten
BIJLAGE(N)
1.
Instellings- en delegatiebesluit werkgeverscommissie ter uitvoering van de Hengelose arbeidsvoorwaarderegeling ten behoeve van de griffie 2013 2. Besluit vaststelling arbeidsvoorwaardenregeling griffie
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
Griffie Zaak.nr.
: 1007761
De raad der gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van de werkgeverscommissie, Overwegende dat het wenselijk is een geactualiseerd instellings- en delegatiebesluit werkgeverscommissie vast te stellen gelet op de artikelen 83, 85, 107e en 156 van de Gemeentewet en het besluit van de raad tot het van overeenkomstige toepassing verklaring van de arbeidsvoorwaarden van de gemeente Hengelo ten aanzien van de griffie, d.d. 11 april 2006, nummer 109786 BESLUIT : Voor de uitvoering van de Hengelose Arbeidsvoorwaardenregeling ten behoeve van de griffie een Werkgeverscommissie in te stellen en de taak en bevoegdheden daarvan vast te stellen in volgend INSTELLINGS- EN DELEGATIEBESLUIT WERKGEVERSCOMMISSIE TER UITVOERING VAN DE HENGELOSE ARBEIDSVOORWAARDENREGELING TEN BEHOEVE VAN DE GRIFFIE 2013 Artikel 1:3a:1:1 Werkgeverscommissie 1 2 3 4
5
De raad stelt ten behoeve van de uitvoering van de Hengelose Arbeidsvoorwaardenregeling ten behoeve van de griffie een werkgeverscommissie in, die bestaat uit drie raadsleden. De werkgeverscommissie fungeert als eerstverantwoordelijke voor de personele en organisatorische zaken van de griffie. De leden van de werkgeverscommissie worden op voordracht van de fractievoorzitters door de raad benoemd voor de duur van de zittingsperiode van de raad. Besluitvorming van de werkgeverscommissie geschiedt bij gewone meerderheid van stemmen. De leden van de werkgeverscommissie zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel hebben als enige stemrecht bij het nemen van besluiten. Bij staking der stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. De burgemeester heeft als voorzitter van de raad een permanente uitnodiging in de vergaderingen aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen. De burgemeester heeft geen stemrecht bij besluitvorming door de werkgeverscommissie. Artikel 1:3a:1:2 Voorzitter
1 2
De werkgeverscommissie regelt in onderling overleg haar voorzitterschap. De voorzitter voorziet bij eventuele verhindering in zijn vervanging. De voorzitter is belast met: a. de leiding van de vergadering; b. het doen naleven van deze regeling; c. hetgeen deze regeling hem verder opdraagt. Artikel 1:3a:1:3 Griffier
1 2
De werkgeverscommissie wordt ambtelijk ondersteund door de griffier. De werkgeverscommissie kan besluiten zonder dan wel met andere ambtelijke ondersteuning te vergaderen. Artikel 1:3a:1:4 Delegatie
1
De Raad delegeert aan de werkgeverscommissie haar bevoegdheid om wijzigingen van en aanvullingen op de arbeidsvoorwaardenregeling vast te stellen.
Artikel 1:3a:1:5 Taak van de Werkgeverscommissie 1
De werkgeverscommissie heeft tot taak: a. b. c. d. e. f. g. h.
Het vaststellen van wijzigingen en aanvullingen op arbeidsvoorwaardenregelingen; het nemen van besluiten over de individuele rechtspositie van de griffier, met uitzondering van de besluiten omtrent benoeming, schorsing en ontslag zoals bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet; het benoemen, schorsen en ontslaan van de medewerkers van de griffie als bedoeld in artikel 107e, lid 2 van de Gemeentewet; het nemen van de overige besluiten betreffende de individuele rechtspositie van de medewerkers van de griffie; het doen van voorstellen aan de raad omtrent door de raad te nemen besluiten inzake benoeming, schorsing en ontslag van de griffier c.q. loco-griffiers; het doen van voorstellen aan de raad over uitbreiding of inkrimping van de griffie; het voeren van overleg met de griffier over de voortgang van de werkzaamheden; overige tot het werkgeverschap behorende taken.
Artikel 1:3a:1:6 Voorbereiding besluiten De voorbereiding van de in artikel 1:3a:1:4 bedoelde besluiten ten aanzien van de griffier die zijn voorbehouden aan de raad, wordt namens de raad uitgevoerd door de werkgeverscommissie. Artikel 1:3a:1:7 Mandaat 1 2
De werkgeverscommissie kan haar bevoegdheden ten behoeve van de griffier door de burgemeester laten uitoefenen voor zover dat in de dagelijkse uitvoering van arbeidsvoorwaardenregelingen gebruikelijk is. De werkgeverscommissie kan haar bevoegdheden ten behoeve van de medewerkers van de griffie door de griffier laten uitoefenen voor zover dat in de dagelijkse uitvoering van arbeidsvoorwaardenregelingen gebruikelijk is. Artikel 1:3a:1:8 Beslotenheid van vergaderingen
1 2 3
De vergaderingen van de commissie worden in het belang als bedoeld in artikel 10 lid 2 sub e van de wet openbaarheid van bestuur in beslotenheid gehouden. Op de agenda, de stukken, het behandelde ter vergadering en het verslag wordt aan de leden en de voorzitter en de overige aanwezigen geheimhouding opgelegd. Indien een raadslid de stukken als bedoeld in het tweede lid wil inzien, kan hij dat verzoek indienen bij de voorzitter van de commissie. De voorzitter weigert een dergelijk verzoek slechts als de inzage in strijd is met het openbaar belang. Artikel 1:3a:1:9 Schriftelijke raadpleging
1 2
In bijzondere gevallen – ter beoordeling van de voorzitter – kan de commissie schriftelijk worden geraadpleegd. Indien schriftelijk afdoening bij één of meer leden op bezwaar stuit, geschiedt de behandeling van het desbetreffende stuk in de eerstvolgende vergadering. Artikel 1:3a:1:10 Vergaderfrequentie De commissie vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter, één van beide leden of door de griffier nodig wordt geacht. Artikel 1:3a:1:11 Besluitvorming
1 2
Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, uitgebracht door de leden zoals bedoeld in artikel 1:3a:1:1 Besluiten worden alleen genomen indien in de vergadering meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
Artikel 1:3a:1:12 Besluitenlijst /verslag 1 2
De griffier draagt zorg voor het opstellen van een besluitenlijst alsmede een verslag van elke vergadering. De besluitenlijst alsmede het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering aan de orde gesteld. Artikel 1:3a:1:13 Deelname aan de beraadslaging door derden
1 2
De werkgeverscommissie kan derden uitnodigen in de vergadering het woord te voeren. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen. Artikel 1:3a:1:14 Uitvoering van besluiten De voorzitter is belast met de uitvoering van de besluiten van de commissie en ondertekent de stukken die van de commissie uitgaan. Artikel 1:3a:1:15 Verantwoording en toezicht De werkgeverscommissie brengt jaarlijks verslag uit aan de raad van de werkzaamheden en bevindingen van de commissie. Artikel 1:3a:1:16 Bezwaarschriften medewerkers
1 2 3
Indien medewerkers van de griffie bezwaar maken in het kader van de Algemene Wet Bestuursrecht tegen besluiten die hun rechtspositie betreffen, dient de Raad alvorens op dat bezwaar te besluiten advies te vragen aan de Commissie voor de bezwaarschriften. De Werkgeverscommissie is bevoegd iemand aan te wijzen die de Raad ter zitting vertegenwoordigt. De Werkgeverscommissie is bevoegd besluiten te nemen op bezwaar overeenkomstig haar bevoegdheden zoals opgenomen in artikel 1:3a:1:4 van dit instellingsbesluit. Artikel 1:3a:1:17 Uitleg verordening In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van het reglement beslist de werkgeverscommissie op voorstel van de voorzitter. Artikel 1:3a:1:18 Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op de dag na vaststelling door de raad. Artikel 1:3a:1:19 Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als instellings- en delegatiebesluit Werkgeverscommissie ter vaststelling en uitvoering van de Hengelose Arbeidsvoorwaardenregeling ten behoeve van de griffie 2013.
Aldus gedaan door de raad der gemeente Hengelo in zijn openbare vergadering van 21 januari 2014 , voorzitter
, griffier
Besluit vaststelling Arbeidsvoorwaardenregeling griffie De raad van de gemeente Hengelo; Gelezen het voorstel van de werkgeverscommissie, gelet op de artikelen 107e, eerste lid, van de Gemeentewet en Titel III van de Ambtenarenwet; gelet op het raadsbesluit d.d. 18 juli 2006 tot het instellen van een werkgeverscommissie; Besluit vast te stellen: Artikel 1 De arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Hengelo ( de Hengelose Arbeidsvoorwaarden Regeling) zoals deze luidt op 1 november 2013 over te nemen en vast te stellen ten behoeve van de griffier en de medewerkers van de griffie; Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag na vaststelling door de raad. Artikel 3 Dit besluit wordt aangehaald als ‘Arbeidsvoorwaardenregeling griffie gemeente Hengelo.’ Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 januari 2014,
,voorzitter
,griffier
1
B03
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
514707
Eeftink
Gri
--
ONDERWERP
Organisatieverordening griffie en Instructiebesluit griffier
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
-
De organisatueverordening griffie vast te stellen; Het ‘instructiebesluit voor de raadsgriffier van de gemeente Hengelo vast te stellen.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De organisatieverordening griffie: In deze verordening wordt onder meer geregeld dat het griffiepersoneel bij de OR en het GO van het college kan aanhaken. Ook wordt geregeld op welke wijze de griffier ondersteuning kan krijgen van medewerkers van het college. Instructiebesluit griffier Het Instructiebesluit is geactualiseerd naar de laatste inzichten en naar de gegroeide praktijk in Hengelo. Zo is er sprake van het invoeren van een periodiek overleg tussen de griffier en de gemeentesecretaris over een aantal nader genoemde onderwerpen, artikel 2.3. Ook de invoering van de beleidsagenda heeft een aanpassing in de artikelen tot gevolg, artikel 2.4 . Tevens wordt nu duidelijk geregeld dat de griffier de budgethouder is van budgetten van de raad en de griffie, artikel 2.2.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
514707
Eeftink
Gri
--
ONDERWERP
Organisatieverordening griffie en Instructiebesluit griffier
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
01- Middelen
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Bij deze bieden wij uw raad ter vaststelling aan een tweetal zaken: de ‘organisatie verordening griffie’ en het ‘instructiebesluit voor de raadsgriffier van de gemeente Hengelo’. De organisatie verordening is een uitvloeisel van het gestelde in de Gemeentewet. In artikel 107, eerste lid van de Gemeentewet staat: ‘De raad kan regels stellen over de organisatie van de griffie’. Tot nu toe is er in Hengelo geen organisatieverordening griffie vastgesteld. In 2006 is er wel: Een Instructiebesluit voor de griffier vastgesteld gebaseerd op artikel 107a, tweede lid Gemeentewet, en: Een Regeling voor de werkgeverscommissie vanuit de raad vastgesteld, gebaseerd op artikel 83 Gemeentewet. Gelet op de ontwikkelingen en gelet op het gestelde in het boek ‘De rechtspositie griffier in het decentrale bestuur’ van de Vereniging van griffiers is het nuttig en raadzaam om als raad een organisatieverordening voor de griffie vast te stellen. Het is een ‘Model organisatie verordening’, waarvan uiteraard kan worden afgeweken als wij vinden dat daarvoor in de Hengelose situatie aanleiding is. Dat model heeft als basis gediend voor het opstellen van deze verordening, en is aangevuld met elementen uit de Hengelose situatie; ook is gekeken naar de verordening van Enschede en bijvoorbeeld Etten Leur die een en ander ook goed doordacht en geregeld hebben. Tevens bieden wij u aan een geactualiseerd instructiebesluit voor de griffier.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
a.
b.
De belangrijkste elementen uit de organisatieverordening. In deze verordening wordt geregeld dat het griffiepersoneel bij de OR en het GO van het college kan aanhaken, waarmee het college overigens heeft ingestemd. Dit was tot nu toe niet geregeld. Overigens wijkt onze regeling af van het Model: de redenen hiervoor zijn in de artikelsgewijze toelichting uitvoerig weergegeven. In hoofdstuk 3 over Medezeggenschap is een regeling opgenomen waarbij de griffie aanhaakt bij de medezeggenschap zoals die voor de medewerkers van de ambtelijke organisatie van de gemeente Hengelo is geregeld. Een en ander kan zo worden besloten door de gemeenteraad omdat er een positief advies van de Ondernemingsraad is ontvangen, Zie de brief die als bijlage 2 is toegevoegd. De suggestie van de OR tot het aanpassen van een artikel is overgenomen. In artikel 2.4 is geregeld hoe het Beheer en de ondersteuning van de griffie geregeld is. Ook dat artikel wijkt af van het Model; het Model gaat er vanuit dat de griffier dienstverleningsovereenkomsten afsluit met het college of de secretaris voor het leveren van diensten. Dit past niet goed in de gedachte van de netwerkgriffie, en niet bij de gegroeide cultuur van de ondersteuning van de raad in Hengelo.
c.
De financiën van de griffie. Het Model gaat er vanuit dat de griffie op basis van het Jaarplan een begroting vaststelt en dat de raad vervolgens rond de griffie een aparte) begroting vaststelt, los van de gemeentelijke programmabegroting. Dat is in Hengelo (en in de meeste gemeenten) niet gebruikelijk. Vandaar dat in deze verordening voor de vaststelling en de verantwoording van de griffie-budgetten wordt aangehaakt aan de reguliere P&C cyclus, zoals we dat tot nu toe ook doen.
d.
Tenslotte wordt in deze verordening een aantal zaken geregeld die nu in het Instructiebesluit griffier zijn opgenomen, maar die eigenlijk thuishoren in deze verordening. Dit betekent dat het Instructiebesluit griffier van 2006 ook aangepast moet worden (en niet alleen om deze reden). In dit voorstel wordt daarom aangegeven dat de werkgeverscommissie een voorstel aan de raad doet om een nieuw ‘Instellings- en delegatiebesluit werkgeverscommissie’ vast te stellen. Die instructie is in een separaat voorstel aan uw raad aangeboden. Voor het overige verwijzen wij u naar de verordening en naar de artikelsgewijze toelichting.
Toelichting op het Instructiebesluit voor de raadsgriffier van de gemeente Hengelo Ook het Instructiebesluit is geactualiseerd waarbij het Instructiebesluit naar de laatste inzichten en naar de gegroeide praktijk in Hengelo is geactualiseerd. Zo is er sprake van het invoeren van een periodiek overleg tussen de griffier en de gemeentesecretaris over een aantal nader genoemde onderwerpen, artikel 2.3. Ook de invoering van de beleidsagenda heeft een aanpassing in de artikelen tot gevolg, artikel 2.4. Tevens wordt nu duidelijk geregeld dat de griffier de budgethouder is van budgetten van de raad en de griffie, artikel 2.2. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
De Bespreek- en beslispunten zijn hiervoor weergegeven.
FINANCIËLE ASPECTEN
N.v.t.
BIJLAGE(N)
• • •
Bijlage 1: Organisatieverordening griffie Relevante wet- en regelgeving in het kader van de rechtmatigheid controle voor de gemeente Hengelo, naar de stand van 6 november 2013. Bijlage 2: Brief van de OR Bijlage 3: Instructie voor de raadsgriffier van de gemeente Hengelo.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
De voorzitter
B04
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1009388
Vranken, Harrie
RU-REO
Mariska ten Heuw
ONDERWERP
Herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
De raad besluit: 1.
De herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad Twente 2013 (met identificatienummer NL.IMRO.0164.SV0002-0301, getekend op ondergrond o_NL.IMRO.0164.SV0002.dgn) vast te stellen, waarbij bijlage 4 (de theoretische planning) ter kennisname wordt aangenomen. 2. Kennis te nemen van de afspraak dat de Netwerkstadgemeenten voortaan gezamenlijk gaan programmeren wat betreft bedrijventerreinen met de volgende uitgangspunten: a. de inhoudelijke voorwaarden en afspraken zoals verwoord in de bedrijventerreinvisie; b. er wordt gezamenlijk gewerkt aan een financieel instrumentarium om de consequenties van een gezamenlijke programmering op te vangen; 3. De herijking bedrijventerreinvisie te betrekken bij de herziening van de grondexploitatie van Buren – De Veldkamp.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
In de uitvoering van de Provinciale Omgevingsvisie zijn gemeenten verplicht een bedrijventerreinvisie op te stellen en deze af te stemmen met de buurgemeenten. De gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo en Oldenzaal hebben daarop in 2010 besloten een gezamenlijke visie als netwerkstad op te stellen en deze in 2013 te herijken. De Raad heeft de herijking visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente vastgesteld.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1009388
Vranken, Harrie
RU-REO
Mariska ten Heuw
ONDERWERP
Herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
01 - Werk verbindt
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
In de uitvoering van de Provinciale Omgevingsvisie zijn gemeenten verplicht een bedrijventerreinvisie op te stellen en deze af te stemmen met de buurgemeenten. De gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo en Oldenzaal hebben daarop in 2010 besloten een gezamenlijke visie als netwerkstad op te stellen, passend binnen de wens tot meer regionale samenwerking. Uitgangspunten zijn het gezamenlijk ruimte kunnen bieden aan bedrijven en het afstemmen van de ontwikkeling van bedrijventerreinen om overcapaciteit te voorkomen. Afgesproken is ook om in 2013 een herijking van de visie op te stellen. Relatie met Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente Tegelijk met het uitvoeren van de herijking liep ook het proces van de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente en bijbehorend werkprogramma. In beide documenten is onder meer het strategisch programmeren van bedrijventerreinen op regionaal niveau uitgewerkt. De herijking van de bedrijventerreinenvisie dient hiervoor als onderlegger en maakt daardoor deel uit van die Ontwikkelagenda Netwerkstad. Zodoende zijn ook de partners in de regio en de provincie sterk betrokken geweest bij het opstellen van met name het onderdeel strategisch programmeren. De keuzes zijn gezamenlijk gemaakt. U
De herijking gaat uit van regionale planning . In de herijking is – mede door de introductie van strategisch programmeren – de nadruk veel meer op het regionale komen te liggen. Ging de visie van 2011 nog uit van de behoefte per gemeente, nu kijken we alleen nog naar de gehele Netwerkstad. De kwaliteit van het aanbod is leidend bij het strategisch programmeren. U
U
INHOUD VAN HET VOORSTEL
Opdracht en activiteiten herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad De herijking is in opdracht van het Bestuurlijk Overleg Ruimte Economie en Grondzaken eind 2012 opgestart. Voor deze herijking is een aantal acties uitgevoerd: Actualiseren stand van zaken huidige situatie op de bedrijventerreinen; Monitoring uitgifte kavels sinds de vorige visie 2011; Hernieuwde analyse van de vraag naar bedrijventerreinen (uitgevoerd door Ecorys) voor de korte en (middel)lange termijn; Matching vraag en aanbod (kwantitatief en kwalitatief) op Netwerkstadniveau (en dus niet meer toegerekend naar gemeente); Toevoegen van een paragraaf over specifieke terreinen waaronder de Luchthaven en havengebieden; Toevoegen van strategisch programmeren aan de realisatiestrategie. De resultaten van deze acties vind u terug in de nu voorliggende Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013. U
Het TM scenario is voor de lange termijn het geschikte scenario. De visie van 2011 ging uit van een Transatlantic Market+ scenario (economisch beleidsscenario Centraal Planbureau). De + hield in dat er een regionale component was toegevoegd aan het TM-scenario om zo de extra inspanningen van beleid mee te kunnen nemen in de analyse. Ondanks de economische tegenwind heeft de regio Twente zich in de periode 2007-2010 uitstekend ontwikkeld qua werkgelegenheid in arbeidsjaren ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dat heeft ertoe geleid dat de regionale component U
in de Netwerkstad zich van een – (0,2 %) heeft ontwikkeld tot een + (0,2 %) over een periode van 15 jaar bekeken. Dat compenseert volledig de negatieve structuurcomponent. De economische structuur blijft daarmee wel zwakker dan landelijk. Dat zwakker zijn geldt in nog sterkere mate voor de regio ‘overig Twente’, daar was in 2009 al een kentering merkbaar door verliezen van werkgelegenheid in de bouw, handel en zakelijke dienstverlening. De steden in de Netwerkstad versterken dus hun absolute en relatieve positie in de regio, geheel volgens de landelijke trend. Uitgaan van een TM+ is dus niet meer nodig voor de Netwerkstad. De herijking gaat dus uit van het landelijk voorgeschreven TM-scenario. Vergeleken met het in de visie van 2011 gevolgde Transatlantic Market + scenario heeft het geen negatieve invloed gehad op de behoefte raming, omdat de werkgelegenheid zich bovengemiddeld heeft ontwikkeld. De geraamde ruimtebehoefte tot en met 2020, als onderdeel van de totale prognose voor de periode 2013 – 2040, is zelfs gestegen van 215 tot 265 ha. Aanvullend is een korte termijn prognose opgesteld Uit de herijking bedrijventerreinvisie blijkt dat op Netwerkstadniveau geen sprake is van een kwantitatief overaanbod op de lange termijn. De berekeningen zijn uitgegaan van de gehele bestaande voorraad en harde (en zachte) plannen. Om in de planning rekening te kunnen houden met de gevolgen van de crisis is - aanvullend op de langere termijn prognose - een korte termijn prognose opgesteld. Deze houdt direct rekening met vraaguitstel en uitval door de recessie. De korte termijn prognose is gebaseerd op een mix van lagere Centraal Planbureau-scenario’s dan het Transatlantic Market model. Hierin is de verwachte uitgifte tot 2020 in beeld gebracht, als specificatie van de lange termijn vraagprognose. Uit de korte termijnanalyse volgt op basis van lagere groeiscenario’s een behoefte van 50 ha. t/m 2015 en 110 ha. voor de periode 2016 t/m 2020. Een en ander betekent dat de uitgifte zich meer zal spreiden over de periode tot en met 2040 en dat er dus sprake zal zijn van een sterkere uitfasering van bedrijventerreinen. U
Strategisch programmeren is een regionale zaak maar levert geen blauwdruk. Bedrijven die op zoek zijn naar (uitbreidings)ruimte kijken over gemeentegrenzen heen, maar blijven over het algemeen binnen een regio. Ruimte bieden aan de bedrijven is dus een regionale opgave. Gezamenlijke acquisitie versterkt dit uitgangspunt. Om wel ruimte te kunnen bieden aan de sterk lokaal gebonden bedrijven is er wel bij het strategisch programmeren op gelet dat in elke Netwerkstadgemeente ruimte is voor kleinere bedrijven. De tabel met een toedeling naar de verschillende bedrijventerreinen moet niet gebruikt worden als een blauwdruk. Voor de periode tot 2015 is de indeling redelijk goed in te schatten; met de gegadigden worden al gesprekken gevoerd. Voor de periode na 2015 is de inschatting gebaseerd op gesprekken met partners etc. Wij vragen u dus om niet de lijst maar de methode vast te stellen. U
Bijdrage aan duurzaamheidsdoelstellingen De herijking bedrijventerreinenvisie 2013 gaat op meerdere plekken in op het thema duurzaamheid. Eén van de belangrijkste onderwerpen is het zuinig ruimtegebruik: wij gaan uit van de ‘ladder voor duurzame verstedelijking’ (Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte) en via strategisch programmeren ontwikkelen wij pas nieuwe terreinen als er geen plaats meer is op de bestaande locaties. Herstructurering en daarbij het scheppen van nieuw uit te geven kavels, bijvoorbeeld op Twentekanaal) door slechte plekken actief aan te pakken, voorkomt leegstand en verval. Verder is er een paragraaf opgenomen over ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid van en op de bedrijventerreinen. Door extra in te zetten op natte kavels en vervoer over water werken wij mee aan de landelijke en lokale duurzaamheidsdoelstelling op het gebied van mobiliteit. U
Conclusie voor planning en programmering De economische situatie en de daarmee samenhangende voorzichtige financiële markt, zal op korte termijn waarschijnlijk geen grote vraag naar bedrijfskavels geven. Zo blijft de uitgifte vanaf 2009 tot heden achter bij de planning. Wanneer deze situatie omslaat is niet te voorspellen. In een aantal sectoren is nu echter wel degelijk sprake van een groeibehoefte. In bijvoorbeeld de logistieke sector is veel beweging te zien. Voorbeelden hiervan zijn de grote investeringen van Timberland op het XL Businesspark en van Container Terminal Twente op Bedrijvenpark Twentekanaal en XL Businesspark. Om tijdig aan een groeiende vraag te kunnen voldoen is het nodig uit te gaan van een strategische voorraad als planningsmethode. Dit betekent dat een minimale voorraad klaar moet liggen in harde plannen. Dat kan uitfasering van de bestaande voorraad betekenen. In totaal is echter geen sprake van een aanmerkelijke overprogrammering. U
Zoals voorgaand aangegeven is in de netwerkstadherijking, naast de ruimtebehoefte op lange termijn, voor de periode tot en met 2020 ook gekeken naar lagere groeimodellen van het Centraal Planbureau (Strong Europe en Regional Communities). Dit is gedaan omdat de uitgifte van bedrijventerreinen achter blijft bij de planning.
De vraag op korte termijn wordt door Ecorys geraamd op 125 tot 130 hectare (zie bijlage 1 van de visie). Indien rekening wordt gehouden met de ruimtebehoefte als gevolg van een niet geheel passen van vraag en aanbod en verandering van functie gaat het om 160 hectare. In de strategische programmering van de Netwerkstad is hiervan op basis van kwalitatieve criteria 28 hectare aan Hengelo ‘theoretisch toegedeeld’ voor de periode 2013 tot en met 2020. Na 2020 resteert 38 hectare voor uitgifte. Bijlage 4 geeft het (theoretische) toedelingsschema per bedrijventerrein weer voor het gezamenlijk programmeren voor de korte en middellange termijn. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
Besluiten: 1. De herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad Twente 2013 (met identificatienummer NL.IMRO.0164.SV0002-0301, getekend op ondergrond o_NL.IMRO.0164.SV0002.dgn) vast te stellen, waarbij bijlage 4 (de theoretische planning) ter kennisname wordt aangenomen. 2. Kennis te nemen van de afspraak dat de Netwerkstadgemeenten voortaan gezamenlijk gaan programmeren wat betreft bedrijventerreinen met de volgende uitgangspunten: a. de inhoudelijke voorwaarden en afspraken zoals verwoord in de bedrijventerreinvisie; b. er wordt gezamenlijk gewerkt aan een financieel instrumentarium om de consequenties van een gezamenlijke programmering op te vangen; 3. De herijking bedrijventerreinvisie te betrekken bij de herziening van de grondexploitatie van Buren – De Veldkamp.
FINANCIËLE ASPECTEN
De planning – behorende bij de herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad Twente - sluit aan bij de planning in de door de raad vastgestelde grondexploitaties van Campus en Oosterveld. De planning in de laatst vastgestelde grondexploitatie van De Veldkamp wijkt iets af. Inmiddels is deze grondexploitatie geactualiseerd en is het uitgiftetempo conform de planning bij de bedrijventerreinvisie. De aangepaste grondexploitatie wordt volgend jaar – bij de herziening van de grondexploitaties – ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. BIJLAGE(N)
-
Herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad Twente 2013 Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente: actualisering ruimtebehoefte en programmering bedrijventerreinen (Ecorys, 9 juli 2013) Erratum Bijlage 4, toedelingsschema behorend bij document Herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad Twente 2013
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente Actualisering ruimtebehoefte en programmering bedrijventerreinen Opdrachtgever: Netwerkstad Twente Rotterdam, 9 juli 2013
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente Actualisering ruimtebehoefte en programmering bedrijventerreinen
Opdrachtgever: Netwerkstad Twente Joost de Koning Gerlof Rienstra Ewout Bückmann
Rotterdam, 9 juli 2013
Over Ecorys Met ons werk willen we een zinvolle bijdrage leveren aan maatschappelijke thema’s. Wij bieden wereldwijd onderzoek, advies en projectmanagement en zijn gespecialiseerd in economische, maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkeling. We richten ons met name op complexe markt-, beleids- en managementvraagstukken en bieden opdrachtgevers in de publieke, private en not-forprofitsectoren een uniek perspectief en hoogwaardige oplossingen. We zijn trots op onze 80-jarige bedrijfsgeschiedenis. Onze belangrijkste werkgebieden zijn: economie en concurrentiekracht; regio’s, steden en vastgoed; energie en water; transport en mobiliteit; sociaal beleid, bestuur, onderwijs, en gezondheidszorg. Wij hechten grote waarde aan onze onafhankelijkheid, integriteit en samenwerkingspartners. Ecorys-medewerkers zijn betrokken experts met ruime ervaring in de academische wereld en adviespraktijk, die hun kennis en best practices binnen het bedrijf en met internationale samenwerkingspartners delen. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat, de internationale standaard voor milieumanagementsystemen. Onze doelen op het gebied van duurzame bedrijfsvoering zijn vertaald in ons bedrijfsbeleid en in praktische maatregelen gericht op mensen, milieu en opbrengst. Zo gebruiken we 100% groene stroom, kopen we onze CO2-uitstoot af, stimuleren we het ov-gebruik onder onze medewerkers, en printen we onze documenten op FSCof PEFC-gecertificeerd papier. Door deze acties is onze CO2-voetafdruk sinds 2007 met ca. 80% afgenomen.
ECORYS Nederland BV Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Nederland T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E
[email protected] K.v.K. nr. 24316726 W www.ecorys.nl
2
RIE/RG NL2326891rap
Inhoudsopgave
1
Inleiding
2
Actualisatie ruimtevraag tot 2040
7
2.1
Autonome ruimtevraag
7
2.2
Ruimtevraag als gevolg van verhuizingen en frictie
9
2.3
Vervangingsvraag als gevolg van transformatie
9
2.4
De strategische voorraad
10
2.5
Extra ruimtevraag
10
2.6
Conclusie
11
3
4
5
5
Actualisatie aanbod bedrijventerreinen
13
3.1
13
Aanbod bedrijventerreinen
Waardering kwaliteit van het aanbod
15
4.1
Waardering van de locatiekwaliteiten
15
4.2
Waardering van de bedrijventerreinen
15
4.3
Programma van eisen van de clusters
16
4.4
Matching kwaliteit vraag en aanbod
17
4.5
Waardering terreinen per cluster
17
Programmering bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
23
5.1
Inleiding
23
5.2
Totaaloverzicht kwantitatieve match vraag en aanbod
23
5.3
Criteria programmering bedrijventerreinen Netwerkstad regio Twente
24
5.4
Conclusie
26
Bijlage 1
Actualisatie ruimtevraag natte terreinen tot 2040
29
Aanbod van natte terreinen in Twente
29
Ruimtevraag kadegebonden kavels
30
Ruimtevraag haven-/ kadegerelateerde kavels
31
Conclusie
32
Bijlage 2
Oude raming
Bijlage 3
Clusterindeling
35 37
Industrie & Bouw
37
Consumentendiensten
37
Transport, Logistiek & Groothandel
37
Dienstverlening (commercieel en niet-commercieel)
37
Bijlage 4
Locatieprofielen bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
39
3
1 Inleiding
De regio Twente heeft Ecorys eind maart 2013 gevraagd een aantal activiteiten ten behoeve van de herijking van de bedrijventerreinvisie voor de Netwerkstad Twente uit te voeren: •
Actualisatie van de Trendanalyse: herijken van gebruikte modellen, TM+ en TM scenario cijfers,
•
Actualisatie van de verwachte vraag, aanvullend op onderzoek voor XL Businesspark, voor alle
zodat de basis te vergelijken is. sectoren, daarnaast incl. dienstverlening, logistiek en industrie, voor Netwerkstad Twente, en additioneel ook voor heel Twente. •
Actualisatie van de vraag tot 2020, maar zo mogelijk ook tot 2030 en 2040.
•
Differentiatie van de vraag naar soort locaties, indien mogelijk.
•
Matchen van vraag en bestaand aanbod, om te zien of vraag en aanbod kwalitatief passen.
Deze werkzaamheden zijn in de periode april-juni in goede samenwerking met de werkgroep bedrijventerreinen uitgevoerd. De (tussen)resultaten zijn driemaal in deze werkgroep en in het DOREG van 20 juni besproken en liggen nu in deze rapportage voor. In hoofdstuk 2 gaan we in op de actualisering van de vraaganalyse op de lange termijn. Daarbij is niet alleen gekeken naar de mogelijke situatie in 2020 maar is ook een eerste inschatting gegeven van de periode tot 2040. Daarin is ook een actualisering van de vraagraming maar dan specifiek voor logistiek en in het bijzonder gericht op de natte terreinen in de regio Twente opgenomen. Dit betekent een herberekening van de vraag uit de Binnenhavenvisie. In de hoofdstukken 3 en 4 gaan we in op de veranderingen in het aanbod sinds 2010. Plannen zijn verwezenlijkt, op- of afgevoerd, terreinen zijn uitgegeven en/of in de SER-ladder opgeschoven. De in 2010 voor de bedrijventerreinenvisie gemaakte locatieprofielen zijn geactualiseerd en aangevuld. Hoofdstuk 5 bevat de confrontatie van het geactualiseerde vraag en aanbod. Met behulp van ons allocatiemodel is opnieuw een optimale toedeling en uitgifte op grond van 7 beleidscriteria uitgevoerd. Daarmee is het mogelijk een programmering voor de lange termijn vast te stellen.
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
5
2
Actualisatie ruimtevraag tot 2040
De ruimtevraag naar bedrijventerreinen wordt voor een belangrijk deel bepaald door autonome groeiverwachtingen in de eigen regio. Verder is er ook ruimtebehoefte door frictie als gevolg van verhuizingen, door onttrekking als gevolg van transformatie tot bijvoorbeeld woongebieden en door het aanhouden van een buffer voor periodes van hoogconjunctuur in de vorm van een zogenoemde strategische voorraad. Hieronder worden deze elementen die de ruimtebehoefte beïnvloeden toegelicht.
2.1
Autonome ruimtevraag Voor de actualisatie van de ruimtebehoefte raming, uitgevoerd in 2010, is opnieuw ons ruimtebehoeftemodel SPECTRA gebruikt. Er is sprake van drie componenten in het model die zoveel mogelijk aansluiten bij de actuele regionale situatie in de Netwerkstad en Overig regio Twente, namelijk:
de werkgelegenheid totaal en op bedrijventerreinen;
de terreinquotiënten per sector in de Netwerkstad en Overig regio Twente; en
de locatietypevoorkeuren per sector in het COROP-gebied Twente.
1
2
Bij deze vraagprognose is opnieuw de groei per cluster in beeld gebracht, zijn de locatievoorkeuren 3
per sector geactualiseerd en is het terreinquotiënt geregionaliseerd . In de vraagraming is nu ook het vergezicht 2040 opgenomen. De dynamiek in de locatietypevoorkeuren en terreinquotiënten is voor de periode 2030-2040 constant gehouden. Met andere woorden, er is met eenzelfde kengetal per sector gerekend als in de periode ervoor. 4
De autonome ruimtevraag is verbijzonderd naar de volgende vier basisclusters : •
Industrie en Bouw;
•
Transport, Groothandel en Logistiek;
•
Consumentendiensten;
•
Dienstverlening. Aangezien het niet altijd helemaal duidelijk is om welke activiteiten het gaat bij bovengenoemde clusters, is een nadere toelichting hier op zijn plek. Bij Industrie en Bouw kan men denken aan productieactiviteiten, fijnchemie en de voedings- en genotmiddelenindustrie. Onder Consumentendiensten valt een breed scala aan activiteiten zoals detailhandel, reparatie, horeca en woningbezit, voor zover toegelaten op een bedrijventerrein. Bij Dienstverlening gaat het veelal om kleinschalige dienstverleners, zoals verhuurders, glazenwassers en om overheidsdiensten (bijvoorbeeld een gemeentewerf of een vestiging van Rijkswaterstaat) die zich op bedrijventerreinen vestigen. Dit moet men overigens niet verwarren met de grootschalige kantoorlocaties, waar banken, accountants en verzekeringsmaatschappijen zich vaak vestigen. Het gaat hier veelal om kleinschaliger dienstverlening, soms wel in een kantoorachtige omgeving 5. De clusterindeling is nader toegelicht in bijlage 3.
1 2 3
4 5
Ruimtegebruik per werknemer. Percentueel aandeel van de werkgelegenheid in een sector op een bedrijventerrein De locatietypevoorkeur en terreinquotiënten per sector zijn opnieuw met behulp van informatie van CPB/PBL geregionaliseerd en geactualiseerd. Consumentendiensten en dienstverlening: alleen die activiteiten die op bedrijventerreinen thuishoren. In de Netwerkstad gaat het om een breed palet van diensten die zich op een bedrijventerrein hebben gevestigd. Naast de genoemde activiteiten gaat het daarbij om post- en koeriersdiensten, afstandsonderwijs/bedrijfsopleidingen, onderzoeksen adviesbureaus, softwarebureaus, en verhuurbedrijven (bron: BIRO, vestigingenregister 2012).
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
7
Van belang bij de interpretatie van de autonome ruimtebehoefte is dat de berekende ruimtebehoefte alleen extra ruimte betreft als gevolg van economische groei bij het bedrijfsleven in de Netwerkstad en Overig regio Twente zelf. De vervangingsvraag als gevolg van onttrekkingen van het aanbod door bijvoorbeeld transformatie naar woonbestemmingen maakt geen onderdeel uit van de berekende ruimtebehoefte. De ruimtebehoefte is ook exclusief reserveringen voor een strategische voorraad. De ruimtebehoefte wordt weergegeven in netto uitgeefbare hectares. Tabel 2.1 Autonome ruimtevraag tot 2040 in Netwerkstad en Overig regio Twente cf. TM-scenario Ruimtevraag naar cluster Afgerond op 5-tallen
Netwerkstad Twente 2011-2020
Industrie en bouw
2021-2030
Overig regio Twente
2031-2040
2011-2020
2021-2030
2031-2040
80
5
0
65
5
0
100
25
5
95
15
10
Consumentendiensten
40
10
0
30
5
5
Dienstverlening
45
10
10
15
5
5
265
50
15
205
30
20
Transport, groothl & distr.
Totaal
Hierbij is conform de afspraken tussen Rijk, provincies en gemeenten gewerkt met een regiospecifieke versie van het door het CPB gehanteerde TM (Transatlantic Market)-scenario. De verwachting is dat in dit TM-scenario de Netwerkstad tot 2020 circa 265 netto hectare autonome ruimtevraag kan verwachten en Overig regio Twente circa 205 netto hectare. Dit is voor de Netwerkstad 50 hectare meer dan op basis van het scenario TM+ werd geraamd in 2011. Ter vergelijking: •
ruimtevraag op basis van TM in 2010
145 hectare;
•
ruimtevraag op basis van TM+ in 2010
70 hectare;
•
totale ruimtevraag op basis van TM+ in 2010
215 hectare;
•
ruimtevraag zoals geraamd op basis van TM in 2013
265 hectare.
Het TM-scenario resulteert nu in 120 hectare extra vraag. Wat is nu de oorzaak van dit substantiële verschil? De belangrijkste reden is dat de Netwerkstad in de afgelopen jaren (sinds 2006) een veel betere werkgelegenheidsontwikkeling heeft laten zien dan drie jaar geleden was verwacht. Dit heeft ertoe geleid dat de berekende regionale component in de geregistreerde werkgelegenheid die eerst negatief was nu positief is geworden (tabel 2.2). Tabel 2.2 Werkgelegenheidsontwikkeling in Netwerkstad Twente naar component , jaar op jaar in % Netwerkstad Twente (nieuw)
Netwerkstad Twente (oud)
Groei
Nationale
Regionale
Groei
Nationale
Regionale
totaal
component
component
totaal
component
component
2006-2007
3,8
2,3
1,7
4,1
2,4
2,0
2007-2008
1,3
1,8
1,9
0,0*
0,0**
0,0***
2008-2009
0,9
-1,2
2,1
0,0*
0,0**
0,0***
2009-2010
1,4
-0,8
2,7
0,0*
0,0**
0,0***
Totaal (gem. 1995-2010)
1,1
1,1
0,2
*regionale raming volgens TM+-scenario **nationale raming volgens TM-scenario, gem. 2007-2020 ***regionale component volgens TM+-scenario, o.b.v. gemiddelde 1995-2007 (=-0,2%) + 0,2%
8
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Daarmee is de noodzaak om een TM+-scenario te hanteren, waarin de negatieve regionale component werd gecompenseerd, weggevallen. Dit wil niet zeggen dat de economische structuur in Twente verbeterd is in vergelijking met Nederland als geheel. Vooral de sectoren die landelijk krimp of een geringe werkgelegenheidsgroei laten zien doen het regionaal in Netwerkstad Twente een stuk beter dan verwacht. Dat geldt in nog sterkere mate voor het overig gebied van de regio Twente. De negatieve structuurcomponent in de werkgelegenheid wordt als het ware gecompenseerd en overtroffen door een grote positieve regionale component. Vooral vanuit het cluster Industrie & Bouw en Consumentendiensten verwachten we een grotere ruimtevraag. De ruimtevraag op basis van werkgelegenheidsontwikkeling voor de sector transport, groothandel en distributie valt iets lager uit dan de vorige keer geraamd. In de periode na 2020 verwachten we nog wel steeds een beperkte ruimtevraag. Inmiddels zijn de uitgiften van bedrijventerreinen gedurende de jaren 2011 (21,7 ha.) en 2012 (9,4 6
ha.) ook bekend. Dat leidt tot een vermindering van de ruimtebehoefte in de Netwerkstad Twente van afgerond 30 ha. De resterende vraag vanaf 2013 tot 2020 komt daarmee uit op 235 ha. 7
Voor Overig regio Twente beschikken we over het uitgiftecijfer van 2011, te weten 23 ha., maar op dit moment niet over het uitgiftecijfer van 2012. Voor het weergeven van de ruimtevraag 2013-2020 gebruiken we het uitgifte cijfer 2010 als proxy voor 2012. In 2010 is 20 hectare grond uitgegeven. Dat leidt tot een vermindering van de ruimtebehoefte in Overig regio Twente van afgerond 45 hectare. De resterende vraag vanaf 2013 tot 2020 komt daarmee uit op 160 ha.
2.2
Ruimtevraag als gevolg van verhuizingen en frictie 8
Zoals aangegeven in de Visie Bedrijventerrein Netwerkstad Twente 2011 is de (extra) ruimtevraag als gevolg van verhuizingen zeer beperkt. Verplaatsingen vinden meestal plaats binnen de eigen gemeentegrens. Relevanter in dit perspectief is frictie. In een vitale samenleving zal, zelfs als de beroepsbevolking of de economie niet groeit, toch behoefte zijn aan nieuwe bedrijvigheid en ruimte hiervoor. Er is een dynamiek in economie (vraag van consumenten naar nieuwe producten) en de levensloop van bedrijven. Als een nieuw bedrijf zich wil vestigen, dan is daarvoor ruimte nodig. En deze ruimtewens sluit niet naadloos aan op het beëindigen van een bestaande activiteit. Er is dus tevens ruimte nodig om de frictie tussen het ruimtegebruik van de bedrijfsbeëindigers en de nieuwe vestigers op te kunnen vangen. Daarbij wordt door Ecorys een frictiepercentage van 6 procent gehanteerd
9 & 10
. Bij een normale bedrijfsgebouwenmarkt hoort een frictieleegstand van 6 à
7 procent. Dit betekent een extra vraag tot 2020 in de Netwerkstad van afgerond 15 ha en in Overig 11
regio Twente van circa 10 hectare .
2.3
Vervangingsvraag als gevolg van transformatie Functies veranderen in de loop van de tijd. Het omzetten van een bedrijventerrein naar een woonlocatie is vooral bij binnenstedelijke bedrijventerreinen een normaal verschijnsel geworden. Met deze vervangingsvraag, als gevolg van verminderd aanbod, moet dus ook rekening worden
6 7 8 9 10 11
Van de genoemde uitgifte is in 2011 20,8 ha en in 2012 7,2ha = 18 ha hectare door de grondbedrijven uitgegeven. IenM / DG Ruimte - IBIS Registratie werklocaties. Pagina 40. Stadsregio Rotterdam, Monitor bedrijventerreinen stadsregio Rotterdam 2010 (blz. 6). Ecorys, 2011. “Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente”. In de vastgoedrapportage 2012 komt naar voren dat in Twente 650.000 m2 leegstaat, dit betreft 7 procent van het aanbod. Reservering van frictieruimte is op dit moment niet nodig is, maar wel bij een aantrekkende markt. Aangezien we hier een vraagprognose voor de lange termijn opstellen nemen we de ruimtevraag als gevolg van frictie wel mee.
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
9
gehouden. In de Netwerkstad wordt met een onttrekking, en een daaruit voortvloeiende vervangingsvraag, rekening gehouden met ca. 20 hectare. Het gaat hierbij om de volgende terreinen: •
Enschede: Janninkkwartier en Polaroid, samen 10 ha (reeds gerealiseerd tussen 2009 en 2011);
•
Oldenzaal: Over ’t Spoor, 11 ha.
In Overig regio Twente heeft al eerder transformatie plaats gevonden. Voor dit gebied is op dit moment geen aanvullende onttrekking met daaruit voortvloeiende vervangingsvraag bekend.
2.4
De strategische voorraad Een strategische voorraad aanhouden garandeert strategische flexibiliteit met het aanbod van bedrijventerreinen. Die flexibiliteit is nodig om de onzekerheid te reduceren die gepaard gaat met de lange tijdsduur tussen de start van de planning van bedrijventerreinen en de daadwerkelijke uitgifte van bedrijventerrein. Onverwachte uitschieters in de vraag kunnen zo met een strategische voorraad worden opgevangen. Hoe groot moet die voorraad dan zijn? Per regio is gekeken naar de ruimtevraag tot 2020 en berekend wat de gemiddelde jaarlijkse uitgifte dan in theorie kan zijn. Aangezien de uitgifte niet constant zal zijn, is het verstandig een strategische voorraad aan te 12
houden. In het Actieplan Bedrijventerreinen worden de volgende vuistregels gegeven . Tweemaal de gemiddelde jaarlijkse vraag dient direct beschikbaar te zijn. Zesmaal de gemiddelde jaarlijkse behoefte moet in bestemmingsplannen beschikbaar zijn om het direct uitgeefbare aanbod snel te kunnen aanvullen. Ecorys heeft de gemiddelde uitgifte op basis van de prognose vergeleken met de gemiddelde historische uitgifte van de afgelopen tien jaar (tabel 2.3). Tabel 2.3 Benodigde strategische voorraad in netto hectares (4x de jaarlijkse gemiddelde uitgifte) Regio
Ruimtevraag
Gemiddelde
Gemiddelde
Strategische
2011-2020 (TM-scenario)
jaarlijkse uitgifte
jaarlijkse
voorraad
prognose 2011-
historische
2020 (10 jaar)
uitgifte 2005-2012 (8 jaar)
Netwerkstad Twente
265 ha
26,5 ha
18,7 ha
75 ha
Overig regio Twente
205 ha
20,5 ha
38 ha 1)
150 ha
1)
2.5
Op basis van de gemiddelde uitgifte 2005-2011 (databank provincie Overijssel).
Extra ruimtevraag Ruimtevraag natte terreinen In bijlage 1 is de additionele vraag naar natte kavels in beeld gebracht. Dit is ruimtevraag als gevolg van een groei van de goederenoverslag tot 2020. Een deel van deze extra overgeslagen goederen zal terechtkomen bij bestaande bedrijven, de overige groei komt van nieuwe vestigers of eventueel door verplaatsing van bedrijven die voorheen nog niet aan een kade zaten en nu van plan zijn aan een kade te vestigen om goederen over water te vervoeren. De groei zal voornamelijk terechtkomen op de beschikbare natte kavels in Hengelo en op het XL Businesspark (dus in Netwerkstad Twente), in Overig regio Twente zijn de natte kavels bijna volledig uitgegeven.
12
10
Actieplan Bedrijventerreinen 2004-2008 (blz. 9).
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
De geprognosticeerde ruimtevraag naar natte kavels beschouwen we als additionele ruimtevraag bovenop de berekende autonome ruimtevraag en zal naar verwachting in de periode 2011-2020 tussen 26 tot 39 hectare
13
omvatten. In de overzichtstabellen hanteren we voor de weergave het
gemiddelde van de bandbreedte voor de periode 2013-2020, te weten 22,5 hectare. Ruimtevraag Luchthaven Twente Indien Luchthaven Twente tot ontwikkeling wordt gebracht zal dit ook leiden tot extra ruimtevraag. Het bedrijventerrein Luchthaven Twente is specifiek bedoeld voor platformgebonden bedrijvigheid. Deze additionele ruimtevraag is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de luchthaven zelf en is niet meegenomen in de berekeningen van de autonome ruimtevraag. De ontwikkeling van de goederenoverslag op natte terreinen en Luchthaven Twente zullen beide belangrijke aanjagers zijn voor de groei van bedrijven en dus de ruimtevraag. De autonome ruimtevraag is berekend op basis van een gemiddelde groei over een langere periode. Hoewel de uitgifte momenteel iets achter lijkt te blijven op de prognose, kunnen de ontwikkelingen op XL Businesspark, de natte terreinen in Hengelo en mogelijke ontwikkeling van Luchthaven Twente ervoor gaan zorgen dat de jaarlijkse uitgifte over enkele jaren juist hoger ligt dan nu. Overslagbedrijven, distributiecentra en platformgebonden bedrijven zijn namelijk veelal grote ruimtevragers.
2.6
Conclusie In onderstaande tabellen is zowel voor de Netwerkstad als Overig Twente de ruimtelijke opgave weergegeven. We geven hier expliciet de periode 2013-2020 weer en de vergezichten 2021-2030 en 2031-2040. Netwerkstad Twente Tabel 2.4 Overzicht ruimtelijke opgave voor bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (in netto ha) Netwerkstad Twente
2013-2020
2021-2030
2031-2040
Autonome ontwikkeling vraag (TM-scenario)
235 ha
50 ha
15 ha
Frictieruimte
15 ha
Transformatie
11 ha
50 ha
15 ha
Ruimtebehoefte
Extra ruimtevraag natte terreinen
22,5 ha
Totale ruimtebehoefte
283,5 ha
Netwerkstad Twente heeft circa 310 tot 330
14
hectare beschikbaar aanbod
15
en bijna 120 hectare
aan zachte plannen. Eerder constateerden we dat een strategische voorraad in bestemmingsplannen van circa 75 hectare wenselijk is om onverwachte uitschieters in de vraag te kunnen ondervangen. Op basis van het huidige beschikbare aanbod wordt daar reeds grotendeels aan voldaan (circa 60 ha). Verstandig is om de uitgifte strak te monitoren en, indien nodig, enkele zachte plannen snel tot uitvoering brengen. Dat kan bijvoorbeeld door een aantal terreinen de status van een hard plan mee te geven. Houd hierbij rekening dat de grootste ruimtevraag verwacht wordt vanuit de logistiek en industrie (zie tabel 2.1). Ook in de periode na 2020 verwachten we nog ruimtevraag. Op basis van de huidige inzichten lijkt de omvang van het zachte planaanbod voldoende groot om deze toekomstige ruimtevraag te kunnen accommoderen. 13 14
15
Voor de periode 2013-2020 is de bandbreedte circa 18 tot 27 hectare. De gemeente Enschede is van plan nog 21,8 ha bedrijventerrein af te boeken. Er is nog niet bekend om welke terreinen dit zal gaan. Vandaar een bandbreedte van circa 310 tot 330 hectare gehanteerd. Inclusief XL Businesspark.
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
11
Overig regio Twente Tabel 2.5 Overzicht ruimtelijke opgave voor bedrijventerreinen in Overig regio Twente (in netto ha) Overig regio Twente
2013-2020
2021-2030
3031-2040
Autonome ontwikkeling vraag (TM-scenario)
160 ha
30 ha
20 ha
Frictieruimte
10 ha
Transformatie
0 ha
30 ha
20 ha
Ruimtebehoefte
Extra ruimtevraag natte terreinen Totale ruimtebehoefte
beperkt 170 ha + pm
Zoals eerder toegelicht is de verwachting dat de ruimtevraag naar natte terreinen voornamelijk in Netwerkstad Twente zal neerslaan. Op basis van IBIS 2012 constateren we dat het beschikbaar aanbod + harde en zachte plannen, zoals opgenomen in IBIS, circa 265 hectare is. Voor Overig regio Twente hadden we berekend dat het wenselijk is circa 150 hectare aan strategische voorraad in bestemmingsplannen te hebben. Op basis hiervan moeten we concluderen dat er voldoende ruimte beschikbaar is om aan de vraag te voldoen, maar dat er onvoldoende plannen zijn om een goede strategische voorraad aan te houden om eventuele fluctuaties in de vraag goed te kunnen ondervangen. We raden aan om een meer nauwkeurige analyse te maken van het beschikbare en toekomstige aanbod in Overig regio Twente om deze confrontatie tussen vraag en aanbod en bijbehorende conclusies beter te kunnen onderbouwen.
12
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
3
Actualisatie aanbod bedrijventerreinen
3.1
Aanbod bedrijventerreinen Voor het confronteren van de toekomstige ruimtebehoefte met het aanbod aan bedrijventerreinen zijn alleen die terreinen interessant waar nu en in de toekomst ruimte beschikbaar komt. Voor het in beeld brengen van het aanbod aan bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente is gekeken naar: •
de huidige terreinen met terstond beschikbaar uitgeefbaar terrein (= bestaand);
•
de terreinen waar door herstructurering nieuwe ruimte beschikbaar komt;
•
de harde plannen voor nieuwe terreinen: conform IBIS is een hard plan een vastgesteld bestemmingsplan of een ontwerp-bestemmingsplan dat ter inzage is gelegd en dat dit ontwerpbestemmingsplan een goed vooroverlegresultaat met Provincie heeft; en
•
het aanbod in zachte plannen (overige plannen).
Regio Netwerkstad Twente heeft deze analyse uitgevoerd (peildatum 2013). Deze input hebben we overgenomen en verwerkt in de verdere confrontatie van vraag en aanbod. In onderstaande tabellen is het huidige en toekomstig beschikbare aanbod per tabel weergegeven. Voor Overig regio Twente baseren we ons op IBIS 2012. Hieruit blijkt dat het totale aanbod aan opgenomen terreinen in IBIS circa 265 hectare betreft. Tabel 3.1 Bestaand aanbod in Netwerkstad Twente (peildatum juli 2013) Gemeente
Bestaand aanbod
Almelo
Bleskolk
Almelo
Netto ha (afgerond)
Beschikbaarheid
4
per direct
Bedrijvenpark Twente
5,0
per direct
Almelo
Twentepoort
2,0
per direct
Almelo
Bedrijvenpark Twente Noord
38
per direct
Almelo
Dollegoor/slachthuiskade
3
per direct
Almelo
Buitenhaven
2
per direct
Almelo
Turfkade
5
per direct
Netwerkstad
XL Businesspark Twente
112
per direct
Borne
Buren- De Veldkamp
26
per direct
Enschede
Euregio BP
10
per direct
Enschede
Josink Es
7
per direct
Enschede
Marssteden
2
per direct
Enschede
Havengebied
1
per direct
Enschede
De Bleekerij
1
per direct
Enschede
Roombekerveld
2
per direct
Enschede
Hardick&Seckel
1
per direct
Enschede
Westerval
1
per direct
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
13
Gemeente
Bestaand aanbod
Netto ha (afgerond)
Enschede
Usseler Es
58
Vanaf 2012
Enschede
Unisson Boekelo
1
per direct
Hengelo
t Oosterveld
13
per direct
Hengelo
Westermaat Noord II
11
per direct
Oldenzaal
Hazewinkel Noordwest
2
per direct
Oldenzaal
Jufferbeek Zuid
21
2011-2018
Totaal
Beschikbaarheid
327
Tabel 3.2 Ruimtewinst door herstructurering in Netwerkstad Twente (peildatum juli 2013) Gemeente
Herstructurering
Netto ha (afgerond)
Beschikbaarheid
Borne
De Molenkamp
1
2015
Hengelo
Twentekanaal (incl. Thales terrein)
24
per direct
Enschede
Havengebied
1,5
per direct
Totaal
26,5
Er is volgens Netwerkstad Twente momenteel één hard plan, namelijk Aadijk Noord (7 ha.). Tabel 3.3 Zachte plannen in Netwerkstad Twente (peildatum 2013) Gemeente
Zachte plannen
Netto ha (afgerond)
Beschikbaarheid
Almelo
Aadijk Noord (overig)
21
Uitgefaseerd
Almelo
Buitenhaven West
27
Uitgefaseerd
Enschede
Werkparken Luchthaven, Deventerpoort
Enschede
5
Gesprekslocatie
Werkparken Luchhaven, de Strip*
14
Gesprekslocatie
Enschede
Werkparken Luchthaven, Oostkamp*
18
Gesprekslocatie
Hengelo
Boeldershoek Oost
5
Geschrapt muv 5 ha
Oldenzaal
Hanzepoort-West
5
Uitgefaseerd
Oldenzaal
Hanzepoort-Oost
10
Uitgefaseerd
Oldenzaal
Jufferbeek-Noord
12
Gesprekslocatie
Oldenzaal
Elsmors Uitbreiding
13
Uitgefaseerd
Totaal
129
* Vertaald naar netto hectare met een bruto/netto verhouding van 0,7.
In de Netwerkstad Twente is het bestaand beschikbaar aanbod 327 hectare. Hiervan maakt XL Businesspark met 112 hectare een belangrijk deel uit. Verder kent de Netwerkstad ruimtewinst door herstructurering, te weten 26,5 ha. Er is momenteel één hard plan (7 ha.) en 129 hectare aan zachte plannen, waarvan Elsmors uitbreiding (13 ha) in ieder geval voor na 2020 gepland staat. Tabel 3.4 Totale aanbod aan bedrijventerrein in Netwerkstad Twente Netwerkstad Twente Bestaand aanbod
327 ha
Herstructurering
26,5 ha
Harde plannen
7 ha
Zachte plannen
116 ha*
Totaal
476,5 ha
* Dit is exclusief Elsmors uitbreiding (13 ha), deze is na 2020 gepland.
14
2013-2020
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
4
Waardering kwaliteit van het aanbod
Dit hoofdstuk is bijna één op één overgenomen uit onze vorige rapportage ‘Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente’ in 2011. We hebben dezelfde methodiek toegepast als in 2011. Het verschil met 2011 is dat een aantal terreinen niet langer zijn opgenomen omdat deze terreinen geen aanbod meer hebben of zijn geschrapt. Tevens zijn er enkele nieuwe terreinen toegevoegd. De toelichting is dan ook vooral bedoeld om te begrijpen hoe tot een waardering is gekomen van het aanbod in Netwerkstad Twente.
4.1
Waardering van de locatiekwaliteiten Niet ieder terrein is geschikt voor het accommoderen van hetzelfde type bedrijvigheid. Het ene terrein is voornamelijk bedoeld (en geschikt) voor logistiek en distributie, het andere terrein is meer gericht op hoogwaardige bedrijvigheid. Daarom is naast een kwantitatieve match tussen vraag en aanbod ook gekeken naar de kwalitatieve match. Hiervoor hebben we, voor zover mogelijk, voor (bijna alle) bovengenoemde terreinen een locatieprofiel opgesteld (zie bijlage 4). Locatieprofielen per bedrijventerrein Voor de kwalitatieve analyse van het aanbod zijn de geselecteerde bedrijventerreinen beoordeeld op hun locatiekwaliteiten. Hierbij zijn op hoofdlijnen de volgende locatiefactoren meegenomen: •
uitgifteprijs;
•
ligging;
•
bereikbaarheid (auto en ov);
•
fysieke omgeving (o.m. stedenbouwkundige uitstraling en kavelomvang);
•
beoogde doelgroepen;
•
nabijheid clusters en/of speciale voorzieningen (haven en stedelijke voorzieningen).
Per bedrijventerrein is een locatieprofiel opgesteld met de kenmerken en eigenschappen van het terrein. Gegevens hiervoor zijn afkomstig uit de volgende bronnen:
4.2
•
desk research;
•
IBIS 2010 gegevens;
•
www.twentsebedrijventerreinen.nl;
•
input werkgroep bedrijventerreinen Netwerkstad Twente;
•
input expertise Ecorys.
Waardering van de bedrijventerreinen Per locatiefactor zijn de bedrijventerreinen gewaardeerd op een schaal van 1 (laagste waardering) tot en met 5 (hoogste waardering). In figuur 4.1 is de opzet van het locatieprofiel opgenomen met daarin een overzicht van de locatiefactoren waarop de bedrijventerreinen zijn beoordeeld. Het betreft een relatieve beoordeling, waarbij de bedrijventerreinen ten opzichte van elkaar zijn afgezet. Terreinen die op een bepaalde locatiefactor het beste presteren krijgen hierbij de hoogste waardering. Per locatiefactor is weergegeven wat als achtergrond heeft gefunctioneerd voor de weging.
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
15
Figuur 4.1 Format locatieprofiel bedrijventerreinen Locatiefactoren
Opmerking waardering
Algemeen Gemeente
Naam van de gemeente (geen waardering)
Type terrein
Indeling zoals gehanteerd door de provincie: gemengd, hoogwaardig, Distripark (geen waardering)
Uitgeefbaar oppervlak (in ha):
Uitgeefbaar oppervlak in netto ha. Alleen terreinen met meer dan 1,5 ha zijn meegenomen in de analyse.
Terreinomvang en uitgifte Gemiddelde kavelgrootte (in ha)
Beoordeling op basis van overeenkomst met het programma van eisen per cluster
Uitgifteprijs
Er is een gemiddelde uitgifteprijs genomen op basis van de maximum- en minimum uitgifteprijs.
Ligging en bereikbaarheid Nabijheid haven/Twentekanaal
Op basis van afstand tot het water en overslag mogelijkheden
Bereikbaarheid auto (extern)
Beoordeling met name op de aansluiting op het hoofdwegennet. Directe ligging aan een oprit van een snelweg is beoordeeld met de hoogste score.
Bereikbaarheid OV
Beoordeling op de afstand tot een OV-gelegenheid. Hierbij zijn treinstations hoger gewaardeerd dan bushaltes.
Goederenvervoer via spoor
Nabijheid spoor, beschikking over het spoor en overslag mogelijkheden.
Goederenvervoer via water
Nabijheid water, beschikking over een kade en overslag mogelijkheden.
Functie en geschiktheid voor lokale
Nabijheid en specifieke bestemming voor lokale ondernemers.
bedrijven Fysieke omgeving Stedenbouwkundige uitstraling
Architectuur, inrichting
Kwaliteit fysieke omgeving
Kwaliteit van vastgoed (w.o. gebouwen en infrastructuur)
Milieucategorie (maximum)
Beoordeling op basis van overeenkomst met het programma van eisen per cluster
Zichtlocaties
Zichtbaarheid vanaf snelweg of andere hoofdweg. Hoogste score voor locaties zichtbaar vanaf een snelweg.
Nabijheid stedelijke voorzieningen
Nabijheid van o.m. winkels en dienstverlening
Schaalgrootte kavels
Gemiddelde kavelomvang
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Nabijheid van woningen i.v.m. Hogere Milieu Categorie
Aanwezigheid zelfde type
Concentratie van soortgelijke bedrijven op bedrijventerreinen
bedrijvigheid
4.3
Programma van eisen van de clusters Op basis van bovenstaande factoren is ook het programma van eisen opgesteld per cluster. Aan welke factoren wordt in meer of mindere mate belang gehecht binnen een cluster? Ter illustratie, in de sector logistiek en distributie is de bereikbaarheid per weg belangrijker dan in de sector consumentendiensten. Voor de sector industrie is de toegestane milieuhindercategorie (HMC) van meer belang dan voor bedrijven in de sector dienstverlening.
16
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
4.4
Matching kwaliteit vraag en aanbod Op basis van het programma van eisen per cluster en de waardering van de bedrijventerreinen is de geschiktheid van deze terreinen voor de clusters bepaald. De gehanteerde methode is weergegeven in figuur 4.2. Figuur 4.2
Gehanteerde methodiek kwalitatieve match bedrijventerreinen
Programma van Eisen
Locatieprofielen Locatiefactoren
Locatiefactoren
Cluster A
Schaal: 1 - 5
Bedrijventerreinen
Schaal: 1 - 5
Waardering Cluster A Locatiefactoren
Bedrijventerreinen
Schaal: 1 - 25
Weging van locatiefactoren
Indexering Ranglijst Cluster A
bedrijventerreinen
Rapportcijfers
Schaal: 5 - 9
Per locatiefactor is het belang uit het programma van eisen (schaal 1-5) vermenigvuldigd met de waardering van de terreinen (schaal 1-5). Hierbij is een wegingsfactor gehanteerd voor de locatiefactoren. Er is per cluster bepaald hoe zwaar een bepaalde locatiefactor dient te wegen in de uiteindelijke vestigingsplaatskeuze. De resulterende score per bedrijventerrein voor de clusters is vervolgens van een schaal van 1 tot en met 25 omgerekend naar een rapportcijfer. Hierbij is een ondergrens gehanteerd van 5 en een bovengrens van 9. Uitgangspunt hierbij is dat geen van de in de analyse opgenomen bedrijventerrein een kwaliteitsniveau heeft dat een rapportcijfer van onder de 5 of boven de 9 rechtvaardigt.
4.5
Waardering terreinen per cluster In deze paragraaf wordt de kwaliteit en de geschiktheid gemeten van de geselecteerde bedrijventerreinen voor de verschillende clusters. De geschiktheid van een bedrijventerrein voor het accommoderen van bedrijvigheid in een bepaald cluster is aan de hand van rapportcijfers weergegeven. Het rapportcijfer geeft de kwaliteitsscore van een bedrijventerrein voor een cluster weer. Door deze wijze van presenteren wordt in een oogopslag duidelijk of bedrijventerreinen goed zijn toegerust voor een cluster. De scores per cluster leveren het eerste inzicht in de match of mismatch tussen de (kwalitatieve) behoeften van de markt en de beschikbaarheid van het aanbod.
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
17
Deze exercitie is bedoeld om te voorkomen dat specifieke ruimtevraag uit een cluster toebedeeld wordt aan een bedrijventerrein dat dit helemaal niet goed kan accommoderen. Een terrein met een rapportcijfer van een 7,4 is niet per definitie beter dan een terrein met een 6,3, maar sluit wel beter aan bij de wensen vanuit dat specifieke cluster. Verschillen van een paar tienden beschouwen we als gelijkwaardig. Een terrein met een 7,0 is minstens zo geschikt voor een specifiek cluster als een terrein met een 7,4.
Omdat Netwerkstad Twente gekenmerkt wordt door een groot aanbod aan gemengde terreinen zijn de verschillen in rapportcijfers tussen de terreinen niet erg groot. Door het grote aanbod aan gemengde bedrijventerreinen geldt dat in de Netwerkstad Twente in zekere mate alle typen bedrijvigheid geaccommodeerd kunnen worden. Er is vanuit kwalitatief oogpunt geen directe mismatch tussen de kwalitatieve vraag en het kwalitatieve aanbod aan bedrijventerreinen.
18
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Rapportcijfers bedrijventerreinen per cluster In onderstaande figuren is aan de hand van het profiel van een terrein en het programma van eisen vanuit het betreffende cluster een rapportcijfer berekend. Daar waar het zachte plannen betreft is met de huidige kennis een inschatting gemaakt van de kwaliteiten van het terrein. De scores representeren een indicatieve en relatieve waarde ten opzichte van elkaar. Een terrein met een rapportcijfer 6 is niet minder geschikt of aantrekkelijk dan een bedrijventerrein met een rapportcijfer 8 voor het betreffende cluster. Wel kan verwacht worden dat een terrein met een hoger rapportcijfer, en daarmee beter voldoet aan de gestelde eisen van een ondernemer in dat betreffende cluster, eerder in beeld komt bij een locatiekeuze. Echter zoals gesteld in Hoofdstuk 5 ‘Programmering bedrijventerreinen Netwerkstad Twente’, de voorkeur voor vestiging door een ondernemer laat zich niet gemakkelijk sturen en wordt door meer factoren beïnvloed dan alleen locatiekwaliteiten.
6,3
Unisson Boekelo
Werkparken…
Werkparken…
Roombekerveld
Hardick en Seckel
Boeldershoek (Oost)
Werkparken…
Aadijk Noord
Molenkamp I
Euregio Bedrijvenpark
De Bleekereij
Buitenhaven West
Bleskolk
t Oosterveld
Westerval
Jufferbeek Noord
Hazewinkel Noordwest
Hanzepoort West
Hanzepoort Oost
Elsmors uitbreiding
Buren - De Veldkamp
Westermaat Noord II
Marssteden
Josink Es
Turfkade
Dollegoor
Bedrijvenpark Twente
XL Businesspark
7,7 7,7 7,7 7,7 7,6 7,6 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,4 7,4 7,4 7,4 7,3 7,3 7,3 7,2 7,1 7,1 7,0 6,9 6,9 6,8 6,6 6,6
Bedrijvenpark…
Twentepoort
Buitenhaven
Usseler Es
Twentekanaal Zuid
8,1 8,1 8,1 8,1 8,0 8,0
Jufferbeek Zuid
8,5
Havengebied
9,0 8,5 8,0 7,5 7,0 6,5 6,0 5,5 5,0
Rapportcijfers geschiktheid van de bedrijventerreinen voor bedrijven uit het cluster Industrie en Bouw
Twentekanaal Noord
Figuur 4.3
Bestaand terrein met aanbod Herstructurering Hard plan voor nieuw aanbod Zacht plan voor nieuw aanbod
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
19
20 Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
6,4 6,4
Unisson Boekelo
Werkparken…
Werkparken…
Werkparken…
Unisson Boekelo
Boeldershoek (Oost)
Euregio…
Aadijk Noord
Dollegoor
Molenkamp I
Hardick en Seckel
Marssteden
Roombekerveld
Buitenhaven West
Bleskolk
XL Businesspark
Bedrijvenpark…
Hazewinkel…
t Oosterveld
Buitenhaven
Bedrijvenpark…
Jufferbeek Noord
Hanzepoort West
Hanzepoort Oost
Elsmors uitbreiding
Westerval
Westermaat Noord…
De Bleekereij
Twentekanaal Noord
Turfkade
Buren - De…
Havengebied
Josink Es
Twentekanaal Zuid
Twentepoort
7,6 7,6 7,5 7,4 7,4 7,4 7,2 7,2 7,2 7,2 7,2 7,1 7,1 7,1 7,1 7,1 7,0 7,0 7,0 6,9 6,9 6,9 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,7 6,7 6,7 6,6 6,4 6,4 6,3
Werkparken…
7,1 7,0 6,9 6,9 6,9 6,8 6,8 6,7
Werkparken…
Boeldershoek (Oost)
Werkparken…
Roombekerveld
Aadijk Noord
Molenkamp I
Hardick en Seckel
De Bleekereij
7,8 7,7 7,6 7,6 7,6 7,6 7,5 7,5 7,5 7,4 7,4 7,4 7,4 7,4 7,4 7,4 7,3 7,3 7,3
Bleskolk
Hanzepoort West
Hanzepoort Oost
Elsmors uitbreiding
Buitenhaven West
Euregio Bedrijvenpark
Jufferbeek Noord
Hazewinkel…
Buren - De Veldkamp
t Oosterveld
Marssteden
Westermaat Noord II
XL Businesspark
Westerval
Turfkade
Dollegoor
Bedrijvenpark Twente
Bedrijvenpark…
Josink Es
8,4 8,3 8,3 8,2 8,2 8,1
Buitenhaven
Twentepoort
Jufferbeek Zuid
Usseler Es
Twentekanaal Zuid
9,0 8,5 8,0 7,5 7,0 6,5 6,0 5,5 5,0 Usseler Es
Jufferbeek Zuid
9,0 8,5 8,0 7,5 7,0 6,5 6,0 5,5 5,0
Twentekanaal Noord
Havengebied
Figuur 4.4 Rapportcijfers geschiktheid van de bedrijventerreinen voor bedrijven uit het cluster Consumentendiensten
6,0 5,9
Figuur 4.5 Rapportcijfers geschiktheid van de bedrijventerreinen voor bedrijven uit het cluster Transport en Groothandel
6,1
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Werkparken…
6,5 6,3 6,3
Werkparken…
Unisson Boekelo
Werkparken…
7,3 7,2 7,2 7,2 7,2 7,2 7,2 7,2 7,2 7,0 7,0 7,0 6,9 6,9 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,7
Boeldershoek (Oost)
Aadijk Noord
Buitenhaven West
Euregio Bedrijvenpark
Hardick en Seckel
XL Businesspark
Dollegoor
Molenkamp I
Roombekerveld
Marssteden
Bleskolk
Bedrijvenpark Twente
Hazewinkel Noordwest
t Oosterveld
Bedrijvenpark Twente…
Jufferbeek Noord
Hanzepoort West
Hanzepoort Oost
Elsmors uitbreiding
Buitenhaven
Westermaat Noord II
De Bleekereij
Westerval
7,7 7,6 7,5 7,5 7,5 7,4 7,4 7,4
Buren - De Veldkamp
Twentekanaal Noord
Josink Es
Turfkade
Twentekanaal Zuid
Twentepoort
Havengebied
Jufferbeek Zuid
9,0 8,5 8,0 7,5 7,0 6,5 6,0 5,5 5,0 Usseler Es
Figuur 4.6 Rapportcijfers geschiktheid van de bedrijventerreinen voor bedrijven uit het cluster Dienstverlening
6,0 5,9
21
5
Programmering bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
5.1
Inleiding De ruimtevraag in Netwerkstad Twente is vanuit de economische clusters herijkt en geactualiseerd. Daarbij is ook een toedeling gemaakt naar de individuele gemeenten. In het voorliggende hoofdstuk koppelen we de vraag- en aanbodzijde van de regionale bedrijventerreinenmarkt. De vraag wordt hierbij afgezet tegen de kwantiteit en kwaliteit van het huidige aanbod op de bedrijventerreinen in Netwerkstad, zoals dat door de gemeenten in de aangevulde en aangepaste locatieprofielen is vermeld. Per cluster is zo inzicht te geven in de verhouding tussen vraag en aanbod. Voordat we ingaan op de mogelijke programmering hebben we eerst bepaald vanuit welke clusters de terreinen de meeste vraag mogen verwachten. Dit is gebeurd op basis van de match tussen de gevraagde kwaliteit per cluster en de huidige c.q. geplande geboden kwaliteit per terrein. Welke terreinen zijn geschikt voor meerdere clusters of zijn juist bijzonder geschikt voor één enkel cluster (thematisch terrein)? Vervolgens is voor elk bedrijventerrein bepaald welke clusters hier het beste kunnen worden geaccommodeerd: het ‘matchen’ van vraag en aanbod. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is de kwaliteit van het terrein voor het betreffende cluster. Dit levert als concreet resultaat een duidelijk gewenst profiel per terrein.
5.2
Totaaloverzicht kwantitatieve match vraag en aanbod Wanneer op Netwerkstad niveau gekeken wordt naar de kwantitatieve match tussen vraag en aanbod dan wordt in een oogopslag duidelijk dat het bestaande aanbod aan bedrijventerreinen aan de geprognosticeerde vraag tot en met 2020 en 2030/2040 voldoet. Figuur 5.1 Opvang ruimtevraag Netwerkstad Twente conform SER-ladder 2013-2020 (TM-scenario)
* additioneel 13 ha. in de periode 2021-2030 (uitbreiding Elsmors, Oldenzaal).
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
23
De geprognosticeerde ruimtevraag op Netwerkstad niveau kan echter niet zomaar toegedeeld worden naar de gemeenten die ruimte hebben om deze vraag te accommoderen. Een (aanzienlijk) deel van de ruimtevraag zal lokale vraag betreffen. XL Business Park heeft een bijzondere positie in Netwerkstad Twente. Met 112 hectare kan het terrein uitstekend toekomstige ruimtevraag accommoderen. XL Businesspark is bedoeld voor (boven)regionale bedrijvigheid met een ruimtebehoefte van meer dan 2 hectare. In de praktijk is het niet mogelijk de geprognosticeerde ruimtevraag volgens de SER-ladder direct te sturen. Er moet met een aantal aspecten rekening gehouden die van invloed zijn op de werkelijke accommodatie van de ruimtevraag: 1. De ruimtevraag zal geen constante vraag zijn, het verleden laat zien dat de werkelijke uitgifte het ene jaar hoog kan zijn en het volgende jaar laag. Afhankelijk van het beschikbare aanbod en de kwaliteit van de vraag betekent dit dat bedrijven zich ergens anders kunnen/moeten vestigen dan nu (in theorie) is voorzien of verplaatsing uitstellen. 2. Beleidsmatige ambities van de gemeenten zijn niet meegenomen in de toedeling van de ruimtevraag. Er kan een grote beleidsmatige voorkeur zijn voor het vestigen van bedrijven op terrein A in plaats van terrein B. Ook het type ruimtevraag kan veranderen door strategische acquisitie en beleid vanuit een gemeente of de Netwerkstad. 3. De voorkeur van bedrijven voor vestiging op een bedrijventerrein is meegenomen in de analyse, maar niet naar welk bedrijventerrein. In theorie voldoet een bepaald terrein aan de eisen vanuit een specifiek cluster, maar de voorkeur van de ondernemer kan toch anders zijn. Volgens Ecorys heeft Netwerkstad Twente als geheel voldoende ruimte beschikbaar en gereserveerd in de diverse categorieën bedrijventerreinen (bestaand – herstructurering – harde plannen – zachte plannen) om in de verwachte vraag tot 2020 te kunnen voorzien. Deze situatie is echter niet voor alle gemeenten hetzelfde. Dit betekent dat lokaal en regionaal zorgvuldig geprogrammeerd zal moeten worden om het bestaande aanbod zo optimaal mogelijk voor de Netwerkstad als geheel te kunnen inzetten.
5.3
Criteria programmering bedrijventerreinen Netwerkstad regio Twente Bij de toedeling van de vraag per cluster naar het beschikbare en toekomstige aanbod zijn de volgende criteria gehanteerd: 1.
Aansluiting bij economische speerpunten Netwerkstad en Innovatiedriehoek
Speerpunten zijn in de regionale werkgelegenheidsprognose verwerkt. De Innovatiedriehoek heeft vooral betrekking op niet-bedrijventerreinen (o.m. stationslocaties en kennispark). 2.
Grootschalige (> 2 ha) activiteiten op XL Businesspark
In het toedelingsmodel kan geen onderscheid worden gemaakt tussen grote en kleine ruimtevragers. Wel zal deze behoefte vooral voorkomen in de clusters transport c.a. (m.n. groothandel en opslag) en industrie & bouw. 3.
Profielen terreinen moeten passen bij beroepsbevolking
Beroepsbevolking is nu nog relatief laag opgeleid. Deze komt het best tot zijn recht in de clusters transport en dienstverlening op bedrijventerreinen, wat ook gezamenlijk het grootste aandeel van de ruimtevraag betreft. Daarnaast is het cluster industrie en bouw van belang. 4.
Flexibiliteit in de fasering: altijd minimaal bepaald aantal ha aanbod aanwezig
Fasering is toegepast, met name tussen 2013 en 2020.
24
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
5.
Terreinen inzetten om lokale bedrijvigheid te accommoderen
Zoveel mogelijk accommoderen en gemeentelijk spreiden over kleine bedrijventerreinen of terreinen met een klein aanbod. Is toegepast in de toedeling. 6.
Aantal terreinen moet multimodaal worden ontsloten (incl. water)
Geldt in het bijzonder voor transportcluster. Hiermee is rekening gehouden in de toedeling. 7.
Goede bereikbaarheid over de weg
Wordt zichtbaar in de rapportcijfers bij de locatieprofielen, waar dit relatief zwaar meeweegt. Ten opzichte van de bedrijventerreinvisie 2010 zijn daarbij de volgende criteria vervallen, omdat ze onvoldoende bijdragen aan het onderscheidend vermogen van de criteria of niet van toepassing zijn op deze vorm van programmering: -
Minimaal werkgelegenheid behouden op terreinen
-
Afstemming/bundeling terreinen met kantoorlocaties
-
Na de inhoudelijke programmering wordt ook rekening gehouden met financiële consequenties.
Tot en met 2020 is de verwachte ruimtevraag voor Netwerkstad Twente 235 hectare. Verder is er ten behoeve van het allocatiemodel rekening gehouden met 15 hectare frictieruimte en 11 hectare transformatie. Tot slot is in het allocatiemodel rekening gehouden met een strategische voorraad van 75 ha. In het model is het bestaande aanbod, het aanbod door herstructurering, de harde plannen en zachte plannen toegedeeld naar de ruimtebehoefte op basis van bovengenoemde criteria. De verwachte natte ruimtevraag (22,5 hectare) is in onderstaande tabel niet apart meegenomen. Gezien het huidige economische tij en de korte termijn groeiverwachtingen van het CPB verwachten we dat de strategische voorraad voldoende groot is om hiermee ook de natte ruimtevraag te kunnen accommoderen. Bedrijventerreinen XL Businesspark Twente en Twentepoort komen het meest in aanmerking voor de accommodatie van deze natte ruimtevraag. Het allocatiemodel geeft inzicht in de match tussen planvoorraad en verwachte ruimtevraag op basis van bovengenoemde criteria. We hebben geen rekening gehouden met prioritering. Tabel 5.1 Allocatiemodel: Bestaand aanbod Bestaand aanbod
Toegedeeld
Beschikbaar
(ha)
aanbod 2013-2020
aanbod na 2020
Almelo
Bleskolk
4
4
0
Almelo
Bedrijvenpark Twente
5
5
0
Almelo
Twentepoort
2
2
0
Almelo
Bedrijvenpark Twente
38
33
5
Noord Almelo
Dollegoor/slachthuiskade
3
3
0
Almelo
Buitenhaven
2
0
2
Almelo
Turfkade
5
0
5
Netwerkstad
XL Businesspark Twente
112
84
28
Hengelo-
Buren- De Veldkamp
26
26
0
Enschede
Euregio BP
10
10
0
Enschede
Josink Es
7
7
0
Enschede
Marssteden
2
2
0
Enschede
Usseler Es
58
56
2
Borne
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
25
Enschede
Westerval
Enschede Enschede
Bestaand aanbod
Toegedeeld
Beschikbaar
(ha)
aanbod 2013-2020
aanbod na 2020
1
1
0
Roombekerveld
2
2
0
De Bleekerij
1
1
0
Enschede
Unisson Boekelo
1
1
0
Hengelo
Westermaat Noord II
11
11
0
Hengelo
’t Oosterveld
13
12
1
Oldenzaal
Hazewinkel Noordwest
2
2
0
Oldenzaal
Jufferbeek Zuid
21
21
0
327
284
43
Totaal Netwerkstad Twente
Uit tabel 5.1 blijkt dat het grootste deel van het bestaande aanbod van 327 hectare, namelijk 284 hectare, tot 2020 kan worden toegedeeld aan de vraag. Vooral in Almelo en op het XL Businesspark is, als we uitgaan van de autonome vraag binnen de regio, nog ruimte na 2020. In principe is er dus voldoende bestaande aanbod voor de autonome vraag beschikbaar. Voor het laatst genoemde terrein geldt natuurlijk ook nadrukkelijk de vraag van buiten de regio als te accommoderen vraag, bijv. naar nat terrein. Herstructurering levert nog 26,5 ha. ruimtewinst op waarvan al 25,5 hectare direct kan worden toegevoegd aan het bestaande aanbod voor lokale bedrijvigheid. In Netwerkstad is op dit moment één hard plan beschikbaar. In deze toedeling is het ten uitvoering brengen van de zachte plannen tot 2020 niet nodig. Na 2020 kan de Netwerkstad nog een ruimtevraag verwachten van afgerond 65 hectare (netto). Hiervoor kan in eerste instantie gebruik worden gemaakt van het resterende bestaande aanbod, de ruimtewinst uit herstructurering en het harde plan, pas daarna komen de zachte plannen in beeld. De ruimtevraag na 2020 komt voornamelijk uit de gemeenten Enschede, Almelo en OIdenzaal. Deze gemeenten beschikken individueel en gezamenlijk over voldoende zachte plannen om de resterende ruimtebehoefte na 2020 op te vangen. Het allocatiemodel laat zien dat samenwerking tussen de gemeenten zeer waardevol, zo niet noodzakelijk is om de toekomstige ruimtevraag te kunnen accommoderen. Dit om te voorkomen dat mogelijke groei van bedrijvigheid wordt tegengehouden door een gebrek aan aanbod in de eigen gemeente en het niet goed communiceren van de andere mogelijkheden voor vestiging binnen de Netwerkstad. Ten opzichte van de eerste versie van deze programmering is de rol van XL Businesspark veel belangrijker geworden voor de Netwerkstad. Door het volledige terrein toe te rekenen aan de Netwerkstadgemeenten is het bestaande aanbod vergroot, terwijl veel plannen in de afzonderlijke gemeenten zijn vervallen of hooguit als zacht kunnen worden beschouwd.
5.4
Conclusie Het grootste deel van het bestaande aanbod tot 2020 kan worden toegedeeld aan de vraag tot 2020, zelfs als rekening wordt gehouden met een strategische voorraad, een strategische buffer voor hoogconjunctuur.
26
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Vooral in Almelo en op het XL Businesspark is, als we uitgaan van de autonome vraag binnen de regio, nog ruimte na 2020. Voor dit laatst genoemde terrein geldt natuurlijk ook nadrukkelijk de vraag van buiten de regio als te accommoderen vraag, bijvoorbeeld naar nat terrein. Herstructurering levert nog 26,5 ha. ruimtewinst op waarvan al 25,5 hectare direct kan worden toegevoegd aan het bestaande aanbod voor lokale bedrijvigheid. In deze toedeling is het ten uitvoering brengen van de zachte plannen tot 2020 niet nodig.
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
27
Bijlage 1 Actualisatie ruimtevraag natte terreinen tot 2040
We baseren de marktvraag naar ruimte voor natte terreinen (bestemd voor kadegebonden en watergerelateerde bedrijven) in de regio Twente op de prognose voor de goederenoverslag en de ruimteproductiviteit. Deze methode biedt naar onze mening de meest betrouwbare raming voor dit type bedrijvigheid. Voor de goederenoverslag zijn landelijke groeiscenario’s beschikbaar die wij vertaald hebben naar de regio Twente en in eerdere studies getoetst zijn bij marktpartijen. Onder ruimteproductiviteit verstaan we de feitelijk geproduceerde of vervoerde eenheden per hectare per jaar. Op basis van ruimteproductiviteit vertalen we de groei van bulkgoederen in tonnage in een groei in hectares. De vraag naar natte bedrijventerreinen komt van bedrijven die voor het transport van goederen (mede) afhankelijk zijn van vervoer over water. Deze bedrijven hebben behoefte aan een eigen kavel, direct aan het water en worden kadegebonden genoemd. Het vervoer van deze bedrijven over water betreft voornamelijk bulkgoederen. Andere kadegebonden bedrijven zijn overslagbedrijven en terminals. Daarnaast zijn er bedrijven die wel gebruik maken van goederenvervoer over water, maar niet zelf een kade nodig hebben. Dit betreft vooral bedrijven die goederen per container vervoeren of stukgoederen, zoals grote constructies. Deze bedrijven vestigen zicht het liefst nabij een kade of bij een (container)terminal. Dit zijn haven- of kadegerelateerde bedrijven die zich ook op natte bedrijventerreinen vestigen.
Aanbod van natte terreinen in Twente Onderstaande tabel geeft een overzicht van de beschikbare terreinen voor kadegebonden bedrijven binnen Twente. Daarnaast zijn er laad- en loskades in Vroomshoop, maar deze wordt niet meer gebruikt voor goederenoverslag. Tabel 0.1 Overzicht beschikbare terreinen voor kadegebonden bedrijven in regio Twente Gemeente
Terrein
Kade (openbaar)
Netto oppervlak
Nog uitgeefbaar
m. Hengelo
Twentekanaal
2200 (700)
306,3
24,46
Almelo
Buitenhaven
400 (400)
17,37
1,92
1410 (1000)
40,44
4,62
Dollegoor
330 (80)
174,11
1,56
XL Businesspark
Bedrijvenpark Twente
380 (380) in
10 (nat terrein)
10
Enschede
Havengebied
1100 (300)
133,8
1,4
Hof van Twente
Schneiderbos I II (Delden)
300 (155)
17,3
0
800 (800)
30
0,3
310 + insteek
14
0
aanleg
Haven Twentekanaal (Goor) Twentekanaal (Markelo)
(310) Bron: cijfers gemeentes, Binnenhavenvisie Twente (Ecorys, 2008), Havenatlas Twente (BCI, 2010), IBIS (2012),
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
29
In totaal is er momenteel nog ruim 44 hectare terrein uitgeefbaar, voornamelijk in Hengelo en op het XL Businesspark (Almelo).
Ruimtevraag kadegebonden kavels Voor kadegebonden bedrijven hebben we o.b.v. de prognose van de (bulk)goederen de ruimtebehoefte bepaald. Hierbij is een update gemaakt van de prognoses die Ecorys eerder voor de Binnenhavenvisie Twente (2008) en de Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010) heeft opgesteld. Deze update is in lijn met de analyse die in 2012 voor XL Businesspark is opgesteld. In deze visie en capaciteitsanalyse is, zoals gebruikelijk bij goederenstroomramingen, gebruik gemaakt van de lange termijn scenario’s Global Economy (GE) en Strong Europe (SE). Voor goederenstromenramingen bestaat geen TM- en RC-scenario zoals het CPB heeft opgesteld voor de ontwikkeling van werkgelegenheid en toegevoegde waarde. Figuur 0.1
Overslag van bulkgoederen per binnenvaart in Twente (mln. ton) 2001-2009 en prognoses
Overslag in mln. ton
2020 (GE en SE scenario)
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2000
2005
2010 jaar
2015
2020 SE
GE
Bron: Ecorys.
De overslag van bulkgoederen in Twente is de afgelopen jaren verder doorgegroeid, zoals uit bovenstaande figuur blijkt. De gerealiseerde overslag is binnen de bandbreedte van beide prognoses (SE- en GE-scenario), maar benadert (tot en met 2009) het groeipad van het scenario met de hoogste groei, GE. De huidige crisis zorgt voor een afzwakking van de groei, maar er is geen aanleiding om de prognoses voor 2020 aan te passen. De huidige prognose voor 2020 is een verwachte overslag van 6,2 tot 6,8 miljoen ton bulkgoederen en stukgoed (dus exclusief containers). Dit is iets lager dan de bedrijven in 2008 verwachte 7 miljoen ton, maar nog in lijn met de prognose uit de Binnenhavenvisie Twente (2008) en Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010).
30
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Tabel 0.2 Extra ruimtevraag natte terreinen o.b.v. ruimteproductiviteit Overslag
Groei t.o.v. 2010
Ruimteproductiviteit
Extra
(mln.ton)
(mln. ton)*
(ton/ha.)
ruimtevraag (ha)
2010
5,4
-
26.600
-
2020 SE
6,2
0,8
29.383
26
2030 SE
6,4
1,0
30.886
32
2040 SE
6,7
1,2
32.465
38
2020 GE
6,8
1,4
35.748
39
2030 GE
7,6
2,2
37.576
59
2040 GE
8,5
3,0
43.620
70
* door afrondingsverschillen kan dit getal iets afwijken van het verschil uit de 2e kolom. Bron: Ecorys.
Vertaling van de verwachte groei in goederenoverslag tot 2020 (o.b.v. de WLO-scenario’s) in hectares levert een nieuwe ruimtevraag op van 26 tot 39 hectare tot 2020. Na 2020 blijft er extra ruimtevraag, maar het tempo neemt af in vergelijking met de periode tot 2020. Deze vertaling is gemaakt door gebruik te maken van de ruimteproductiviteit, de goederenoverslag /verwerking (in tonnen) per uitgegeven natte hectare. Deze ruimteproductiviteit op watergebonden bedrijventerreinen neem toe in de toekomst. De intensivering van het ruimtegebruik op de Twentse natte terreinen verschilt per toekomstscenario en is sterk afhankelijk van het type bedrijvigheid. Basis is de Twentse ruimteproductiviteit in 2010.
Ruimtevraag haven-/ kadegerelateerde kavels Havengerelateerde bedrijven maken vooral gebruik van containervervoer over water. De gerealiseerde containeroverslag in Twente (bij CTT in Hengelo) overtreft de eerdere prognose uit de Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010), zie onderstaande figuur. De groei van de containeroverslag was de afgelopen jaren hoger dan het groeipad van de twee scenario’s aangeeft (voor 2020 65 tot 109 duizend TEU). Naar onze mening is verdere groei mogelijk, gezien de recente uitbreiding van kade en faciliteiten van CTT in Hengelo en de afspraken van Havenbedrijf Rotterdam met de containerterminals op Maasvlakte 1 en 2 over (veel) meer vervoer per binnenvaart. Dit vormt een goede basis voor verdere ontwikkeling. Bovendien maakt een hoge frequentie van aangeboden diensten de regio aantrekkelijk. De meest recente prognoses uit de studie Multimodaal internationaal containernetwerk (NEA/TNO, 2012) gaan uit van 0,34 tot 0,54 mln. TEU aan overgeslagen containers in 2040.
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
31
Figuur 0.2
Overslag van containers per binnenvaart in Twente (10.000 TEU) 2001-2009 en prognoses 2020 (GE en SE scenario)
Overslag in TEU
250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0 2000
2005
2010
2015
2020
jaar SE oud
GE oud
SE nieuw
GE nieuw
Bron: Ecorys.
Voor havengerelateerde bedrijven is geen rechtstreekse vertaling van de overslag in containers naar de ruimtevraag te maken. Deze vraag betreft vooral vestigende bedrijven van buiten de regio, in het bijzonder grote logistieke dienstverleners en Europese distributiecentra. De regio kent een belangrijk concurrentievoordeel voor de goederenstromen vanuit de mainports richting NoordDuitsland (Bremen, Hamburg) en Scandinavië. De uitbreiding van voorzieningen zoals de containerterminal is daar mede debet aan. Het is belangrijk om te beseffen dat de belangrijkste logistieke hot spot in Nederland, West-Brabant, ook nog maar recent die status heeft verworven door de combinatie van een gunstige ligging, een goede bereikbaarheid, ruimte voor logistieke activiteiten en een actief acquisitiebeleid. Voor grootschalige distributiecentra en logistieke dienstverleners is het XL Businesspark een logische vestigingsplaats binnen Twente.
Conclusie Vertaling van de verwachte groei in goederenoverslag tot 2020 (o.b.v. de WLO-scenario’s) in hectares levert een nieuwe ruimtevraag op van 26 tot 39 hectare tot 2020. Na 2020 blijft er extra ruimtevraag, maar het tempo neemt af in vergelijking met de periode tot 2020. Een deel van de extra overgeslagen goederen zal terechtkomen bij de bestaande bedrijven. Met deze groei van de ruimteproductiviteit hebben we in de prognoses rekening gehouden. De overige groei komt van nieuwe vestigers of eventueel verplaatsing van bedrijven die voorheen nog niet aan een kade zaten en nu van plan zijn aan een kade te vestigen om goederen over water te
32
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
vervoeren. Wij gaan er vanuit dat de aangegeven ruimtevraag additioneel is ten opzichte van de autonome ruimtevraag. De terreinen in Hof van Twente (Overig regio Twente) zijn bijna volledig uitgegeven. Wij gaan er daarom vanuit dat de groei terecht komt op de beschikbare kavels in vooral Hengelo en op het XL Businesspark (dus in Netwerkstad Twente). Tabel 0.3
Overzicht ruimtelijke opgave voor natte bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (in netto hectares)
Netwerkstad Twente
2011-2020
Additionele vraag natte kavels
26 tot 39 ha
Totaal
26 – 39 ha.
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
33
Bijlage 2 Oude raming
Overzicht ruimtelijke opgave voor bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (in netto hectares) Netwerkstad Twente
2010-2020
Autonome ontwikkeling (TM+-scenario)
215 ha
Frictieruimte
10 ha
Transformatie
30 ha
IJzeren voorraad
69 ha
Totaal
324 ha
Bron: Ecorys, 2011. “Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente”
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
35
Bijlage 3 Clusterindeling Industrie & Bouw Sectornaam •
Voeding & Genot
•
Overige Industrie
•
Basischemie
•
Fijnchemie
•
Rubber en Kunststof
•
Basismetaal
•
Metaalproducten
•
Elektrotechniek Industrie
•
Transportmiddelen Industrie
•
Aardolie industrie
•
Delfstoffenwinning
•
Openbaar Nut
•
Bouw
•
50 % Overige dienstverlening
Consumentendiensten Sectornaam •
Woningbezit
•
Detailhandel+Reparatie
•
Horeca
Transport, Logistiek & Groothandel Sectornaam •
Water en Luchtvaart
•
Vervoer over land
•
Dienstverlening t.b.v. vervoer
•
Groothandel
Dienstverlening (commercieel en niet-commercieel) Sectornaam •
Communicatiebedrijven
•
Banken en Verzekeringen
•
Zakelijke diensten
•
Zorg
•
Overheid
•
50 % Overige dienstverlening
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
37
Bijlage 4 Locatieprofielen bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
Onderstaande profielen zijn gebaseerd op de ‘Bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente, 2011’ en in mei 2013 aangevuld door de gemeentelijke vertegenwoordigers van de Netwerkstad Twente. Almelo Naam bedrijventerrein
Bleskolk
Uitgeefbaar aanbod (ha)
3,5
Prijs
100-150
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Redelijk
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Redelijk, aan stedelijke ringweg gelegen
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Redelijk
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Geen spoor
Goederenvervoer via water
Nee
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Hoog
Kwaliteit fysieke omgeving
In westen aansluitend aan bestaand bedrijventerrein; ten oosten aansluitend aan groene buffer
Milieucategorie (maximum)
3
Zichtlocaties
Zichtlocatie
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Slecht
Schaalgrootte kavels
0,15- 1,7 ha.
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct
Naam bedrijventerrein
Bedrijvenpark Twente
Uitgeefbaar aanbod (ha)
5,1
Prijs
90-130
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Ja, direct aan zijtak Twentekanaal
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, N36 als verbindingsweg richting A35
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Matig
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Bedrijvenpark Twente is multimodaal ontsloten dus ook via spoor, met aftakking naar werklocatie, in gebruik door particuliere partijen
Goederenvervoer via water
Bedrijvenpark Twente is multimodaal ontsloten dus ook via water, kade is eigendom van de overheid
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
39
Naam bedrijventerrein
Bedrijvenpark Twente
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Gemiddeld
Kwaliteit fysieke omgeving
Het bedrijvenpark grenst aan de zuidzijde aan het Twenthekanaal en het bedrijventerrein Dollegoor. Aan de west- en noordzijde vormt de verbindingsweg tussen de rijkswegen 35 en 36 de grens terwijl de oostzijde wordt gevormd door de spoorverbinding naar Mariënberg en het kanaal Almelo de Haandrik. Het bedrijventerrein vouwt zich aan de oostzijde rond de woonkern Aadorp West.
Milieucategorie (maximum)
4
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Redelijk
Schaalgrootte kavels
0,2 - 2 ha.
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct
Naam bedrijventerrein
Bedrijvenpark Twente Noord
Uitgeefbaar aanbod (ha)
22,5 hectare gemeente; 15,1 hectare particulier
Prijs
100-130
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Ja, direct aan zijtak Twentekanaal, geen kade
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, N36 als verbindingsweg richting A35
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Matig
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Geen faciliteiten
Goederenvervoer via water
Geen faciliteiten
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Hoog
Kwaliteit fysieke omgeving
Noordelijke uitbreiding van het Bedrijvenpark Twente. Aan de oostzijde vormen spoorlijn en kanaal Almelo de Haandrik de grens. De noordzijde is agrarisch gebied. Aan de westkant is de noordelijke uitbreiding van bedrijventerrein de Weuste gelegen (Wierden).
Milieucategorie (maximum)
4
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Redelijk
Schaalgrootte kavels
0,2 - 1,9 ha.
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
2010
Naam bedrijventerrein
Dollegoor
Uitgeefbaar aanbod (ha)
3,0
Prijs
90-130
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Ja, direct aan zijtak Twentekanaal, laad- en losfaciliteiten aanwezig
40
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Naam bedrijventerrein
Dollegoor
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Goed, ringweg en A35 liggen vlakbij
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Redelijk
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Dollegoor is multimodaal ontsloten, dus ook bereikbaar via spoor
Goederenvervoer via water
Dollegoor heeft drie insteekhavens aan het Twentekanaal, met een openbare kadelengte van 1000 meter
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
zeer laag
Kwaliteit fysieke omgeving
Ligt tussenweg infrastructuur en het Twentekanaal en Almelo de Haandrik, alsmede de spoorverbinding met Mariënberg.
Milieucategorie (maximum)
4
Zichtlocaties
Stadsrandlocatie
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Slecht
Schaalgrootte kavels
0 - 0,15 ha; 0,15 ha - 0,5 ha en >0,5 ha.
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct
Naam bedrijventerrein
Twentepoort
Uitgeefbaar aanbod (ha)
1,5
Prijs
110-130
Type terrein
Hoogwaardig bedrijvenpark
Nabijheid haven/Twentekanaal
Redelijk
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, direct aan afrit van A35, doorgaande weg
nabijheid snelweg)
van Almelo naar Zwolle is op korte afstand
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Redelijk
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Geen spoor
Goederenvervoer via water
Nee, er is geen vaarwater aanwezig
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Hoog
Kwaliteit fysieke omgeving
Twentepoort west en oost worden aan de zuidzijde begrensd door de A35 (en aansluitend het XL Businesspark). Aan west en oostzijde worden de terreinen geflankeerd door woonwijken.
Milieucategorie (maximum)
3
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Goed
Schaalgrootte kavels
0,15 - 1 ha.
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Redelijk
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
41
Naam bedrijventerrein
XL Businesspark Twente
Uitgeefbaar aanbod (ha)
112 hectare
Prijs
125-140
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Ja, direct aan zijtak Twentekanaal
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, direct aan A35
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Afstand tot het station is matig; afstand tot bushaltes is
bushalte op loopafstand)
goed
Goederenvervoer via spoor
Geen spoor
Goederenvervoer via water
Ja, openbare kade eigendom van de overheid
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Minder geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Zeer hoog
Kwaliteit fysieke omgeving
Dit gebied zit ingeklemd tussen waterinfra (Twentekanaal aan de westzijde) en weginfra (A35). Aan de zuidzijde is een buffer aanwezig met de bebouwing van Bornerbroek waarbij het bekenproject de Doorbraak een belangrijke rol speelt. Het terrein sluit aan de noordzijde aan op het bedrijventerrein Twentepoort.
Milieucategorie (maximum)
5
Zichtlocaties
Ja, aan de A35
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Matig
Schaalgrootte kavels
>2 ha o.b.v. gemeenschappelijke regeling RBT
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid
Veel logistiek
Uitgifte vanaf:
Per direct
Borne Naam bedrijventerrein
Buren-De Veldkamp
Uitgeefbaar aanbod (ha)
26,29
Prijs
138-171
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, ontsluiting naar A1 en A35, nieuw aan te
nabijheid snelweg)
leggen zuidelijke rondweg die direct aansluiting geeft aan A35.
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Zeer goed
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Wel spoor, met aftakking naar werklocatie, in gebruik door particuliere partijen
Goederenvervoer via water
Nee, er is geen vaarwater aanwezig
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Zeer hoog
Kwaliteit fysieke omgeving
Stadsrand, grenzend aan bedrijventerrein Westermaat/Hengelo en infrastructuur A1
42
Milieucategorie (maximum)
4
Zichtlocaties
Ja
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Naam bedrijventerrein
Buren-De Veldkamp
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Goed
Schaalgrootte kavels
?
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct
Enschede Naam bedrijventerrein
Hardick & Seckel
Uitgeefbaar aanbod (ha)
1,2
Prijs
143
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Goed
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Goed, afstand station: 2 km, bushalte op loopafstand.
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Geen waterontsluiting
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Gemiddeld
Kwaliteit fysieke omgeving
Ligt in woonwijk met faciliteiten
Milieucategorie (maximum)
3
Zichtlocaties
Nee
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Ja
Schaalgrootte kavels
Kleinschalig
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Op terrein
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
2010 Nog niet woonrijp
Naam bedrijventerrein
De Bleekerij
Uitgeefbaar aanbod (ha)
1,0
Prijs
120-130
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Redelijk
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Matig, bushalte op 5 minuten loopafstand
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Nee
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Hoog
Kwaliteit fysieke omgeving
Ligt in nieuwe woonwijk met monumentale panden
Milieucategorie (maximum)
3
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
43
Naam bedrijventerrein
De Bleekerij
Zichtlocaties
Nee
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Ja
Schaalgrootte kavels
Kleinschalig
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Op of nabij kavel
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
2010 Woonwerkkavels en bedrijfskavels
Naam bedrijventerrein
Euregio BP
Uitgeefbaar aanbod (ha)
9,97
Prijs
133-143
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, bereikbaar via A35, de Duitse A31 en de
nabijheid snelweg)
toekomstige A18 (nu N18) richting de Duitse A1 en het nabijgelegen luchthaven Twente.
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Goed, afstand hoofdstation: 6 km, station Enschede de
bushalte op loopafstand)
Eschmarke op loopafstand.
Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Geen waterontsluiting
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Geschikt, combinatie van wonen en werken
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Euregio I heeft een lage uitstraling, Euregio II een gemiddeld niveau
Kwaliteit fysieke omgeving
stadsrand, niet grenzend aan bebouwing, groene buffer rondom terrein
Milieucategorie (maximum)
4
Zichtlocaties
Nee
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Nee
Schaalgrootte kavels
0,1 – 1,6 ha
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Op terrein
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct
Naam bedrijventerrein
Havengebied
Uitgeefbaar aanbod (ha)
1,4
Prijs
65-142
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Ja, direct aan Twentekanaal
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Matig, bushalte op 5 minuten loopafstand
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Ja, kades eigendom van particuliere eigenaar en gemeente
44
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Laag - gemiddeld (delen al geherstructureerd)
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Naam bedrijventerrein
Havengebied
Kwaliteit fysieke omgeving
Ligt tussen andere bedrijventerreinen
Milieucategorie (maximum)
5
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Nee
Schaalgrootte kavels
Verschillend
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Op terrein en langs noordrand
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct Herstructructureringsgebied, natte kavels
Naam bedrijventerrein
Josink Es
Uitgeefbaar aanbod (ha)
6,50
Prijs
131-161
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Ja
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, bereikbaar via A35 en A1.
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Redelijk, afstand station: 5 km, bushalte op
bushalte op loopafstand)
loopafstand
Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Geen waterontsluiting
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Zeer hoog
Kwaliteit fysieke omgeving
Stadsrand, oostgrenzend aan woningen
Milieucategorie (maximum)
4
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Ligt aan rand van bebouwing, redelijk dichtbij centrum
Schaalgrootte kavels
0,1 - 0,5 ha
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Aangrenzend
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct Bestemmingsplan is verruimd voor bebouwingsmogelijkheden
Naam bedrijventerrein
Marssteden
Uitgeefbaar aanbod (ha)
1,53
Prijs
156
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Matig
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, gelegen aan afrit A35 en verbindingsweg
nabijheid snelweg)
tussen Enschede en Boekelo.
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Redelijk, afstand station 6 km, bushalte op loopafstand
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Geen waterontsluiting
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
45
Naam bedrijventerrein
Marssteden
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Hoog
Kwaliteit fysieke omgeving
Buiten stad, grenzend aan groen
Milieucategorie (maximum)
5
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Nee
Schaalgrootte kavels
0,1 - 3 ha
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Niet aangrenzend
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct
Naam bedrijventerrein
Roombekerveld
Uitgeefbaar aanbod (ha)
1,9
Prijs
118-135
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Redelijk
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Goed, afstand station 3 km, bushalte op loopafstand
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Geen waterontsluiting
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Hoog
Kwaliteit fysieke omgeving
Tussen woningen
Milieucategorie (maximum)
2
Zichtlocaties
Nee
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Redelijk ver buiten centrum maar in woonwijk, ook voorzieningen dichtbij.
Schaalgrootte kavels
Kleinschalig
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Aangrenzend
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct Ook aansluitend deel uit te geven via particuliere ontwikkelaar (nog niet in de verkoop)
Naam bedrijventerrein
Usseler Es
Uitgeefbaar aanbod (ha)
58
Prijs
Nader te bepalen
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, direct aan A35 en uitvalsweg A1, als vanuit
nabijheid snelweg)
Enschede en vanuit Duitsland (A31).
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Redelijk, afstand station 5 km, bushalte op loopafstand
bushalte op loopafstand)
46
Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Geen waterontsluiting
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Naam bedrijventerrein
Usseler Es
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Zeer hoog
Kwaliteit fysieke omgeving
Tussen infrastructuur, maar op es dus terrein is goed zichtbaar
Milieucategorie (maximum)
4.2
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Rand van de stad, ver buiten centrum
Schaalgrootte kavels
0,1 - 2 ha
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
In westrand ook wonen op de oude boerderijen
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
2012
Naam bedrijventerrein
Westerval
Uitgeefbaar aanbod (ha)
1,30
Prijs
168
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Ja
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Goed, aan doorgaande weg, dichtbij A35.
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Goed, bushalte op loopafstand
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Geen waterontsluiting
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Zuidzijde zeer hoog, noordzijde laag
Kwaliteit fysieke omgeving
Ligt tussen centrum en havengebied in
Milieucategorie (maximum)
3
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Ja
Schaalgrootte kavels
0,5 ha
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Aangrenzend
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct
Naam bedrijventerrein
Unisson Boekelo
Uitgeefbaar aanbod (ha)
0,80
Prijs
-
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Middelmatig, aan ontsluitingsweg bebouwde kom
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Loopafstand bushalte ca. 10 minuten
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Geen waterontsluiting
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Zeer geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Hoog, extra eisen voor duurzaamheid
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
47
Naam bedrijventerrein
Unisson Boekelo
Kwaliteit fysieke omgeving
Bij nieuwbouwwijk dorp Boekelo
Milieucategorie (maximum)
3
Zichtlocaties
Nee
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Ja
Schaalgrootte kavels
Kleinschalig
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Aangrenzend
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid
Ja
Uitgifte vanaf:
Per direct
Naam bedrijventerrein
Werkparken Luchthaven, Deventerpoort (zacht plan)
Uitgeefbaar aanbod (ha)
5 ha. netto
Prijs
p.m.
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr., nabijheid snelweg)
Redelijk, aan doorgaande weg, ontsluiting A1
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen bushalte op loopafstand)
Slecht (wordt aangepast)
Goederenvervoer via spoor
geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
geen waterontsluiting
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
p.m. deels bestaande panden
Kwaliteit fysieke omgeving
Nabij luchthaven in groene omgeving
Milieucategorie (maximum)
3
Zichtlocaties
Nee
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Nee
Schaalgrootte kavels
p.m.
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Nee
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid
Ja
Uitgifte vanaf:
p.m.
Naam bedrijventerrein
Werkparken Luchthaven, de Strip (zacht plan)
Uitgeefbaar aanbod (ha)
20 ha. bruto
Prijs
p.m.
Type terrein
Gericht op innovatie en automotive
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr., nabijheid snelweg)
Redelijk, aan doorgaande weg, ontsluiting A1
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen bushalte op loopafstand)
Slecht (wordt aangepast)
Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Geen waterontsluiting
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Matig geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
p.m. deels voormalige panden en voorzieningen militaire luchthaven
48
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Naam bedrijventerrein
Werkparken Luchthaven, de Strip (zacht plan)
Kwaliteit fysieke omgeving
Nabij Luchthaven Twente in groene omgeving (EHS)
Milieucategorie (maximum)
p.m.
Zichtlocaties
Nee
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Luchthaven
Schaalgrootte kavels
p.m.
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Nee
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid
Ja
Uitgifte vanaf:
p.m.
Naam bedrijventerrein
Werkparken Luchthaven, Oostkamp (zacht plan)
Uitgeefbaar aanbod (ha)
25 ha. bruto
Prijs
p.m.
Type terrein
Gericht op innovatie, Food en leisure
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr., nabijheid snelweg)
Redelijk, aan doorgaande weg, ontsluiting A1.
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen bushalte op loopafstand)
Slecht (wordt aangepast)
Goederenvervoer via spoor
Geen ontsluiting via spoor
Goederenvervoer via water
Geen waterontsluiting
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Matig geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
p.m.
Kwaliteit fysieke omgeving
Nabij Luchthaven Twente in groene omgeving (EHS)
Milieucategorie (maximum)
p.m.
Zichtlocaties
Nee
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Ja, luchthaven en t.z.t. voorzieningen op het terrein
Schaalgrootte kavels
p.m.
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Nee
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid
Ja
Uitgifte vanaf:
p.m.
Hengelo Naam bedrijventerrein
t Oosterveld
Uitgeefbaar aanbod (ha)
12,83
Prijs
143-168
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Goed
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Redelijk
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Geen spoor
Goederenvervoer via water
Geen vaarwater aanwezig
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Hoog
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
49
Naam bedrijventerrein
t Oosterveld
Kwaliteit fysieke omgeving
Tussen infrastructuur, snelweg A1 en de Oldenzaalsestraat
Milieucategorie (maximum)
3
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Rand van de stad
Schaalgrootte kavels
0,1 - 0,5 ha
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Aangrenzend
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct
Naam bedrijventerrein
Twentekanaal
Uitgeefbaar aanbod (ha)
9,71 +14,75 particulier
Prijs
122
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Ja, direct aan Twentekanaal
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Redelijk
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Twentekanaal is multimodaal ontsloten, dus ook via spoor met aftakking naar werklocatie, dat in gebruik is door publieke partijen
Goederenvervoer via water
Twentekanaal is multimodaal ontsloten, dus ook via water met openbare en particuliere kades
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Gemiddeld/hoog
Kwaliteit fysieke omgeving
Tussen A35 en Twentekanaal
Milieucategorie (maximum)
4
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Slecht
Schaalgrootte kavels
0,3 - 2 ha
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Slecht
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Vanaf 2010
Naam bedrijventerrein
Westermaat Noord II
Uitgeefbaar aanbod (ha)
8,89 + 2 particulier
Prijs
170
Type terrein
Hoogwaardig bedrijvenpark
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, gelegen aan A1 en Bornsestraat
nabijheid snelweg)
50
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Zeer goed, via HOV (hoogwaardig Openbaar Vervoer-
bushalte op loopafstand)
baan)
Goederenvervoer via spoor
Geen spoor
Goederenvervoer via water
Nee, er is geen vaarwater aanwezig
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Naam bedrijventerrein
Westermaat Noord II
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Zeer hoog, Westermaat Campus legt nadruk op groene inrichting
Kwaliteit fysieke omgeving
Tussen infrastructuur, overige bedrijventerreinen, spoorlijn Hengelo-Almelo en snelweg
Milieucategorie (maximum)
3
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Redelijk
Schaalgrootte kavels
Klein tot middelgroot
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Aangrenzend
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct
Oldenzaal Naam bedrijventerrein
Elsmors Uitbreiding
Uitgeefbaar aanbod (ha)
13
Prijs
Nog niet bekend
Type terrein
Nog niet bekend
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, aansluiting van ontsluitingsweg aan A1
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Goed, station op maximaal 3km en bushalte aanwezig
bushalte op loopafstand)
op loopafstand
Goederenvervoer via spoor
Wel spoor, geen aftakking naar werklocatie aanwezig
Goederenvervoer via water
Nee
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Nog niet bekend
Kwaliteit fysieke omgeving
Tussen infrastructuur en andere bedrijventerreinen
Milieucategorie (maximum)
Nog niet bekend
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Nog niet bekend
Schaalgrootte kavels
Nog niet bekend
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Na 2020
Naam bedrijventerrein
Hanzepoort-Oost
Uitgeefbaar aanbod (ha)
10
Prijs
Nog niet bekend
Type terrein
Transport en logistiek
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, grenst direct aan afslag A1 en wordt
nabijheid snelweg)
begrensd door N342
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Goed, station op maximaal 3km en bushalte aanwezig
bushalte op loopafstand)
op loopafstand
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
51
Naam bedrijventerrein
Hanzepoort-Oost
Goederenvervoer via spoor
Wel spoor, geen aftakking naar werklocatie aanwezig
Goederenvervoer via water
Nee
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Nog niet bekend
Kwaliteit fysieke omgeving
Tussen infrastructuur
Milieucategorie (maximum)
Nog niet bekend
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Nog niet bekend
Schaalgrootte kavels
Nog niet bekend
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
2020
Naam bedrijventerrein
Hanzepoort-West
Uitgeefbaar aanbod (ha)
5
Prijs
n.v.t.
Type terrein
Transport en logistiek
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Goed, afslag A1 is op 1 km afstand
nabijheid snelweg) Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Redelijk, station op maximaal 5 km
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
Wel spoor, geen aftakking naar werklocatie aanwezig
Goederenvervoer via water
Nee
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Nog niet bekend
Kwaliteit fysieke omgeving
Grenzend aan bestaand bedrijventerrein Hanzepoort
Milieucategorie (maximum)
Nog niet bekend
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Nog niet bekend
Schaalgrootte kavels
Nog niet bekend
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid
52
Uitgifte vanaf:
2018
Naam bedrijventerrein
Hazewinkel Noordwest
Uitgeefbaar aanbod (ha)
1,5
Prijs
155
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Goed, afslag op A1 is op 1 km afstand en ontsluiting
nabijheid snelweg)
op N 342 (Rijksrondweg)
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Redelijk, station op maximaal 5 km, geen bushalte
bushalte op loopafstand)
aanwezig
Goederenvervoer via spoor
Wel spoor, geen aftakking naar werklocatie aanwezig
Goederenvervoer via water
Nee
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Naam bedrijventerrein
Hazewinkel Noordwest
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Hoog, het terrein is ontwikkeld naar beeldkwaliteitplan
Kwaliteit fysieke omgeving
Tussen andere bedrijventerreinen en naast het spoor met ecologische verbindingszone met Jufferbeek Zuid
Milieucategorie (maximum)
4
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Slecht
Schaalgrootte kavels
900 m2 tot 2 ha
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
Per direct
Naam bedrijventerrein
Jufferbeek Zuid
Uitgeefbaar aanbod (ha)
21
Prijs
145-175
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
Nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, grenst direct aan afslag A1 en ontsluiting
nabijheid snelweg)
N342
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
Redelijk, station op maximaal 5 km, geen bushalte
bushalte op loopafstand)
aanwezig
Goederenvervoer via spoor
Wel spoor, geen aftakking naar werklocatie aanwezig
Goederenvervoer via water
Nee
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
Redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Zeer hoog, ontwikkeling tot ecologisch bedrijventerrein. Beeldkwaliteitsplan wordt opgesteld.
Kwaliteit fysieke omgeving
Nabij recreatiegebied Het Hulsbeek en gelegen tussen de Rijksrondweg N342, Hazewinkelweg, A1 en het spoor met ecologische verbindingszoen met Hazewinkel Noord West
Milieucategorie (maximum)
4
Zichtlocaties
Ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
Nog niet bekend
Schaalgrootte kavels
0 - 0,15 ha; 0,15 ha - 0,5 ha en >0,5ha.
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
2011-2018
Naam bedrijventerrein
Jufferbeek-Noord
Uitgeefbaar aanbod (ha)
12
Prijs
nog niet bekend
Type terrein
Gemengde terreinen
Nabijheid haven/Twentekanaal
nee
Bereikbaarheid auto (ontsluiting van bedr.terr.,
Zeer goed, grenst direct aan afslag A1 en ontsluiting
nabijheid snelweg)
N 342
Bereikbaarheid OV (afstand tot station + wel/geen
goed, station op maximaal 3 km.
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
53
Naam bedrijventerrein
Jufferbeek-Noord
bushalte op loopafstand) Goederenvervoer via spoor
wel spoor, geen aftakking naar werklocatie aanwezig
Goederenvervoer via water
nee
Functie en geschiktheid voor lokale bedrijven
redelijk geschikt
Stedenbouwkundige uitstraling (zl, l, g, h, zh)
Zeer hoog moet nog beter worden dan het andere deel van het bedrijfsterrein (Jufferbeek Zuid)
Kwaliteit fysieke omgeving
nabij recreatiegebied Het Hulsbeek en gelegen tussen de Rijksweg N342, het spoor en de Hazewinkelweg, A1 en het spoor met ecologische verbindingszone met Hazewinkel Noord West
Milieucategorie (maximum)
4
Zichtlocaties
ja
Nabijheid (stedelijke) voorzieningen
nog niet bekend
Schaalgrootte kavels
0 – 0,15 ha; 0,15 ha – 0,5 ha en ≥0,5 ha
Nabijheid wonen i.v.m. HMC
Zeer goed
Aanwezigheid zelfde type bedrijvigheid Uitgifte vanaf:
54
2020
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente
Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Nederland Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam Nederland T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E
[email protected] W www.ecorys.nl
Sound analysis, inspiring ideas
BELGIË – BULGARIJE – HONGARIJE – INDIA – NEDERLAND – POLEN – RUSSISCHE FEDERATIE – SPANJE – TURKIJE - VERENIGD KONINKRIJK - ZUID-AFRIKA
Herijking Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
8 November 2013
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
-2-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Inhoudsopgave
Voorwoord pagina 7 Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding Doel en kaders Wat hebben we gedaan na de vaststelling van de vorige visie Leeswijzer
9 9 9 9 10
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3
De huidige situatie op de bedrijventerreinen Productiestructuur Werkgelegenheid op bedrijventerreinen Bedrijventerreinen Vastgoed Herstructurering en transformatie Almelo Borne Enschede Hengelo Oldenzaal Thematische terreinen XL Businesspark Twente Luchthaven Twente Natte bedrijventerreinen
13 13 13 14 16 16 17 18 18 19 21 21 21 21 22
Hoofdstuk 3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4
Actualisatie van de ruimtevraag en -aanbod tot 2040 Analyse van de ruimtevraag tot 2040 Autonome ruimtevraag Ruimtevraag als gevolg van verhuizingen en frictie Ruimtevraag als gevolg van transformatie Ruimtevraag naar natte bedrijventerreinen Ruimtevraag bij de Luchthaven Twente Samenvatting ruimtevraag Korte en middellange termijn vraaganalyse Achtergrond Onderbouwing aanpak Resultaten Analyse ruimteaanbod bedrijventerreinen Aanbod bedrijventerreinen kwantitatief Aanbod bedrijventerreinen kwalitatief Matching kwaliteit vraag en aanbod Conclusie aanbod bedrijventerreinen
25 25 25 26 26 26 27 27 28 28 28 29 29 30 31 32 32
Hoofdstuk 4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
Realisatiestrategie Programmering van de bedrijventerreinen Netwerkstad Twente Totaaloverzicht kwantitatieve match vraag en aanbod Criteria programmeren bedrijventerreinen Kwantitatief en kwalitatief programma Provinciaal Grondfonds
35 35 36 36 37 38
-3-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
4.1.5 4.1.6 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Strategisch programmeren in de toekomst Strategische voorraad als planningsinstrument Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid Kwaliteitsbeheer Gronduitgifteprotocol Fysieke en digitale bereikbaarheid Regionale samenwerking Acquisitie Monitoren
Begrippenlijst
38 39 39 41 42 42 43 44 44 45
Bijlagen 1 orte termijnvisie Ecorys, juni 2013 2 ctualisatie ruimtevraag natte terreinen tot 2040 (Ecorys, 2013) 3 PB-scenario’s nader toegelicht 4 oedelingsschema Gezamenlijk programmeren korte en middellange termijn. 5 corysrapport 2013
-4-
K 48 A 50 C 54 T 56 E 58
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
-5-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
-6-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Voorwoord
In 2010 hebben we met de vijf Netwerkstadgemeenten een gezamenlijke visie op de ontwikkeling van onze bedrijventerreinen gemaakt. De economie en de ruimtevraag verandert voortdurend, zeker nu. We hebben te maken met een langdurige financiële crisis, hoge werkloosheid, toenemende leegstand en een grote herstructureringsopgave, waardoor er minder bedrijventerrein is uitgegeven in de afgelopen periode, dan was voorzien. Er zijn echter ook kansen, mede door de regionale focus op innovatie in de High Tech Systems en Materials. Ondanks vele tegenvallers in het bedrijfsleven zien we ook groei, innovatie en voeren we serieuze gespreken met kandidaten voor onder meer het XL Businesspark. In de afgelopen twee jaar is ruim 30 ha. bedrijventerrein uitgegeven in de Netwerkstad en op het gebied van bestaand vastgoed is ook veel beweging te zien. Er wordt geïnvesteerd in bereikbaarheid en nieuwe kades. Ook zien we een revival van de (nieuwe) maakindustrie, dynamiek in de logistiek door de ecommerce en een verdergaande koppeling van kennis- en maakindustrie. Daarom is er niet alleen een evaluatie gemaakt maar vooral ook een herijking. De ruimtelijke weerslag van de genoemde ontwikkelingen is niet alleen terug te vinden op de bedrijventerreinen, maar ook op het Kennispark in Enschede, de diverse kantorenlocaties en andere economische zones. In de voorliggende herijking hebben we de economische ontwikkeling vertaald naar ruimtevraag, echter alleen die vraag die op de bedrijventerreinen betrekking hebben. Al met al negatieve maar vooral ook positieve geluiden, die vragen om een gezamenlijke aanpak. Dit hebben we vorm geven in het strategisch programmeren van de uit te geven terreinen. Zodat we in de komende periode nog beter de ruimtevraag van de bedrijven kunnen bedienen, om de economische ontwikkeling te ondersteunen en te versterken.
Marijke van Hees, Voorzitter Bestuurlijk Overleg Ruimte, Economie en Grondzaken Regio Twente Netwerkstad
-7-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
-8-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1 Aanleiding De vijfTwentsegemeentenAlmelo,Borne,Enschede,HengeloenOldenzaalvormensamendeNetwerkstad Twente. Samenwerking,organisatieencoördinatie staan binnen de Netwerkstadcentraalopuiteenlopendewerkvelden.Hieropinspelend heeft NetwerkstadTwente in 2010 eengezamenlijkeBedrijventerreinenvisieopgesteldominzichtteverkrijgenindehuidigeentoekomstige bedrijventerreinenmarkt. Om vinger aan de pols te houden en reëel zicht op de bedrijventerreinenontwikkeling te houden is in 2010 afgesproken dat in 2013 een evaluatie en zo nodig actualisatie van de gegevens nodig is. Dit is vooruitlopend op de gewenste midterm evaluatie van de provincie Overijssel in 2015. Ook zijn er aanvullingen gedaan op andere onderdelen van de visie en uitvoeringsstrategie naar aanleiding van de huidige situatie op de bedrijventerreinenmarkt. Bij de evaluatie en actualisatie wordt van dezelfde methodiek uitgegaan als in 2010.Aanvullend op de langere termijn prognose heeft Ecorys voor het strategisch programmeren een extra korte termijn prognose opgesteld, die direct rekening houdt met vraaguitstel en uitval door de recessie. Voor de lange termijn heeft dit geen effect, omdat net als bij het Rijk uitgegaan wordt van het CPB TM scenario.
1.2 Doel en kaders NetwerkstadTwentewileenpassend aanbod bieden aan de ruimtevraag van bestaande en nieuwe bedrijven. Door de groei van en in bedrijvenkomt extra en nieuwe werkgelegenheid tot stand en het heeft zo een positieve invloed op de welvaart in de regio. In 2013 is een ruimtelijke Ontwikkelagenda voor Netwerkstad Twente opgesteld inde vorm van een Ontwikkelingsperspectief. Een aantalruimtelijke opgaven zijn hierin opgenomen, zo ook de programmering van woon- en werklocaties. Er is hierin aangegeven dat de (structurele) uitval van de vraag naar woon- en werklocaties leidt tot groeiende gemeentelijke tekorten op planexploitaties. Het bijstellen van ambities is niet voldoende. Er zijn fundamenteleingrepen nodig: we moeten plannen schrappen en faseren, ook zijn er nieuwe verdienmodellen nodig. Voor een toekomstbestendige Netwerkstad is het nodig omgezamenlijk strategisch te programmeren: gericht op hetduurzaam en toekomstbestendig ontwikkelen van woon- enwerkmilieus die aansluiten bij die veranderende vraag.In het ontwikkelingsperspectief, maken we, metbehoud van de identiteit van de afzonderlijke gemeenten,gezamenlijke ruimtelijk-economische keuzesom de ambitie voor Twente waar te maken. De ontwikkelopgaveligt vooral in het huidige stedelijk gebied: transformerenen herstructureren, in plaats van uitbreiden. De huidigestedelijke contouren blijven grotendeels zoals ze nu zijn. Waar we nog extra of tervervanging bouwen, moet dit echt aansluiten op de vraag.Ook moeten we flexibel inspelen op verandering van dievraag. Al geven prognoses aan dat er dekomendejaren nog een toenemende vraag is naar woningen enbedrijfslocaties, wij kiezen ervoor om daar behoedzaam meeom te gaan. Investeren in het bestaande stedelijk gebiedis belangrijk om de kwaliteit op niveau te brengen.
1.3 Wat hebben we gedaan na de vaststelling van de vorige visie Naar aanleiding van de visie in 2010 zijn er van de toenmalige zachte plannen voor bedrijventerreinen 22 hectare geschrapt in Borne, 5 ha. in Enschede. Ook is afgesproken dat de
-9-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
overige zachte plannen in de Netwerkstad tot nader orde niet ontwikkeld worden. Daarbij wordt er elk jaar gemonitord en vindt elke drie jaar een herijking van de analyse plaats, zo ook in 2013. Daarnaast zijn grote stappen gezet in de uitvoering van de herstructureringsplannen in alle gemeenten. Een aantal zijn al deels weer uitgegeven. Een uitgebreide toelichting hierop wordt in hoofdstuk 2.5 gegeven. Ook is er veel aandacht geweest voor de (her)ontwikkeling van natte kavels en vervoer over water. De resultaten hiervan worden in hoofdstuk 2 en 4 weergegeven. De samenwerking in de Netwerkstad op het gebied van accountmanagement is verder vormgegeven. Gezamenlijke acquisitie was een ander doel. De gemeenten hadden wel de ambitie om dit vorm te geven, maar niet de financiële middelen om nu hierin te investeren. Dit wordt nu door onze partners Port of Twente en Kennispark, met financiële bijdragen van de Regio Twente en de Provincie Overijssel, in samenwerking met Oost NV vormgegeven.
1.4 Leeswijzer Indezevisiewordtinhoofdstuk 2een helderedefiniëringencategoriseringvandebedrijventerreinen en eentotaaloverzichtvande(plan)voorraadaanbedrijventerreinen gegeven. Ook wordt hier ingegaanopde huidige situatie van de bedrijventerreinen.Hoofdstuk3behandeltde analyse van vraag en aanbod, inclusief de kwantiteitendekwaliteitvanhetaanbodaanbedrijventerreinenindeNetwerkstadregioTwente.Deversc hillendebedrijventerreinenindegemeentewordenbeoordeeldengerangschiktopbasisvanhunkwaliteit en.Inhoofdstuk4tenslotte,wordt in de realisatiestrategie aangegeven hoe wij onze doelen denken te bereiken. Hier matchenweonder andere de vraagenaanbod (programmering).
- 10 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 11 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 12 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Hoofdstuk 2
De huidige situatie op de bedrijventerreinen
De inventarisatie van de huidige stand van zaken van de bedrijventerreinen in de Netwerkstad is één van de bouwstenen voor de bedrijventerreinenstrategie. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de productiestructuur van het gevestigde bedrijfsleven en de kenmerken van de bedrijventerreinen. Ook wordt ingegaan op herstructurering en transformatie van bedrijventerreinen. Tot slot wordt een beschrijving gegeven van de thematische terreinen.
2.1 Productiestructuur Netwerkstad Twente telt in 2012 ruim 22.000 bedrijven. In absoluut aantal bedrijven is de sector groot- en detailhandel het meest vertegenwoordigd, gevolgd door bedrijven in de sector advisering, onderzoek en overige speciale zakelijke dienstverlening. Verder is ook de bouwsector nog steeds goed vertegenwoordigd. Netwerkstad Twente telt in 2012 (CBS) een totaal arbeidsvolume werknemers van circa 144.900 arbeidsjaren.In 2012biedt de Netwerkstad Twente aan meer dan 191.000 mensen (dit is inclusief uitzendkrachten) een arbeidsplaats. In Netwerkstad zijn qua aantal werkzame personen de gezondheids- en welzijnszorg, industrie en groot- en detailhandel de grootste sectoren. Figuur 1.1
Procentueel aandeel aantal arbeidsplaatsen in de Netwerkstad, 2012
Bron: Biro, 2012 Het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) in juli 2013 is in Netwerkstad Twente 20.384 personen. Dit is 13,4% van de totale beroepsbevolking. Binnen de Netwerkstad is het aantal NWW-ers in Enschedehet hoogste.
2.2 Werkgelegenheid op bedrijventerreinen In 2012werken 70.133 personen op een bedrijventerrein (BIRO, 2012). De meeste personen op een bedrijventerrein zijn werkzaam in de sector industrie en groot- en detailhandel gevolgd door de sector bouw.
- 13 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Uitgaande van een totaal van 1.580 ha. netto uitgegeven bedrijventerrein in Netwerkstad (zie paragraaf 2.3), betekent dit dat er gemiddeld 44,4 werkzame personen zijn per ha.
2.3 Bedrijventerreinen 1 Netwerkstad Twente heeft in 2012 circa 1.910netto hectare aan bedrijventerrein . Hiervan is 1.580 hectare uitgegeven aan bedrijven.De 1.910 netto hectare is verspreid over circa 60 bedrijventerreinen, waarvan op 28 nog één of meerdere kavels uit te geven zijn.Het gaat overwegend om kleinere terreinen: Figuur 1.3 Grootte van de bedrijventerreinen in de Netwerkstad Grootte in netto ha. Aantal < 5 ha. 19 5,1 – 10 ha.
6
10,1 – 25 ha.
14
25,1 – 50 ha.
7
>50 ha.
13
Deterreinen in de grootste categorie nemen gezamenlijk 2/3 van het totaaloppervlak voor haar rekening (+/- 1290 hectare). Figuur 1.4
Hengelo
De 10 grootste bestaande bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (o.b.v.netto oppervlakte) per 1 januari 2013 Terrein Oppervlakte Uitgegeven Startjaar netto uitgifte Twentekanaal 270 246 1935
Almelo
Bedrijvenpark Twente
174
172
1982
Enschede
Havengebied
134
133
1930
Enschede
Boeldershoek-Twence
125
125
1980
Almelo
XL Businesspark Twente
121
11
2008
Hengelo
Westermaat (Zuid en Campus)
104
93
1950
Almelo
Turfkade e.o.
103
98
1905
Oldenzaal
Eekte-Hazewinkel
87
87
1965
Almelo
Bornsestraat
76
76
1991
Enschede
Euregio bedrijvenpark
60
50
1974
1254
1091
Plaats
TOTAAL
Het grootste deel van de terreinen is aangelegd (of ontstaan) in de vorige eeuw. Na 2000 is gestart met de uitgifte op 16 nieuwe terreinen. Van de 60 terreinen wordt 1/3 deel als verouderd bestempeld. Op de meeste hiervan zijn herstructureringsprojecten gestart of al zover afgerond dat de heruitgifte is gestart. Zie hiervoor ook paragraaf 2.5.
1
Dit is zonder de locaties gericht op specifieke, thematische invulling (bijvoorbeeld zorg, detailhandel, kantoren en luchthavengebonden bedrijvigheid), zie hiervoor paragraaf 2.6.
- 14 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Figuur 1.2.
De bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente per 1 juli 2013
Bron: IBIS 2013 en opgaves gemeenten Netwerkstad Twente
- 15 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
2.4 Vastgoed Bij de leegstand van bedrijfsruimten in Twente gaat het grotendeels om frictieleegstand (in deze visie is uitgegaan van een gemiddelde frictieleegstand in Nederland van 6%). Zodra de leegstand de frictieleegstand overtreft, is er vaak meer aan de hand. Het is dan een signaal om te kijken of vanuit het oogpunt van doelmatigheid en noodzaak het terrein in aanmerking komt voor revitalisering of herstructurering. Door de recessie neemt de langdurige leegstand toe, vooral bij grote (verouderde) distributiecentra, die niet meer aansluiten op de eisen van de gebruiker. Het aanbod aan bedrijfspanden voor de vier grote steden is het afgelopen jaar gestegen tot 434.500 m2 (per 1 juli 2013). Het leegstandspercentage komt daarmee uit op 8,6% waarvan 2,4% langdurige leegstand. Deze laatste is dus ook gestegen in vergelijking met 2012. Almelo en Hengelo scoren het laagste met resp. 4,0 en 7,7 %. Voor Enschede is het 10% en Oldenzaal 10,5%. Opvallend is dat er in alle plaatsen meer frictieleegstand is dan langdurige. Dit komt omdat er nog veel nieuw aanbod bij komt op de markt.(Vastgoedrapportage Twente, 2013). Onderstaande figuur laat het aanbod en de opname van bedrijfsruimte in de Netwerksteden zien. De opname in de eerste helft van 2013 toont een lichte stijging ten opzichte van 2012. Vooral in Enschede en Hengelo zijn grote opnames geweest in 2013. De markt voor bedrijfsruimte heeft net als de andere onderdelen van de vastgoedmarkt te kampen met de gevolgen van de economische tegenwind. Dat komt niet in de laatste plaats omdat vooral het MKB, als belangrijkste gebruiker van bedrijfsmatig vastgoed, op dit moment hard wordt geraakt. Figuur 1.5
2
Aanbod en opname bedrijfsruimte in m2 in de Netwerkstad Aanbod per 1 juli Opname 2012
Enschede
2013
2012 Gehele jaar
2013 e 1 half jaar
163.600
177.300
87.600
58.400
Hengelo
88.400
86.100
24.000
14.200
Almelo
70.900
86.200
25.700
4.700
Oldenzaal
84.400
84.900
23.100
11.800
407.300
434.500
160.400
89.100
Totaal
Bron: Vastgoedrapportage Twente 2013
2.5 Herstructurering en transformatie De bestaande bedrijventerreinen zijn een belangrijke pijler voor ruimte voor economische ontwikkeling en ondernemersklimaat in de Netwerkstad. De SER-ladder wordt met het bestaande beleid in feite al lange tijd gehanteerd in de Netwerkstad. Zowel per gemeente als in het gezamenlijke beleid is dit op verschillende manieren vastgelegd waarvan het meest recente voorbeeld de Ontwikkelagenda Twente (2013) is. Beleidsmatig wordt tevens het belang onderschreven om een deel van de bestaande bedrijventerreinen kwalitatief te verbeteren en met nadruk ook duurzaam in te richten(zie ook hoofdstuk 4). Hiermee blijven locaties aantrekkelijk voor bestaande en ook nieuwe bedrijven en hoeft niet snel te worden uitgeweken naar nieuw te ontwikkelen locaties. Ook worden lege plekken in de stad en op bestaande terreinen voorkomen.
2
Borne wordt in de Vastgoedmonitor niet apart genoemd en kan dus niet in deze tabel worden opgenomen.
- 16 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
De noodzaak voor herstructurering treedt op als een gebied sterk verouderd is. Dit uit zich in de uitstraling en de wisselende kwaliteit van de gebouwen, in de niet altijd optimaal benutte bedrijfspercelen, de matige kwaliteit van de openbare ruimte en de verouderde weginfrastructuur. Daarbij kan herstructurering, afhankelijk van de soort veroudering en locatiekenmerken, in drie groepen worden ingedeeld: • Revitalisering: forse integrale verbetering van een verouderd terrein met behoud van bestaande economische functie; • Herontwikkeling/herprofilering: wijziging van de werkfunctie van bestaande bedrijfsactiviteiten ten gevolge van economische veroudering; • Transformatie: ombouwen, waarbij de functie wijzigt in een andere functie. In dit laatste geval wordt het terrein onttrokken aan de voorraad bedrijventerrein. De doelstellingen van herstructurering zijn velerlei: • Vergroten (en/of behouden) van de werkgelegenheid; • Intensiever en/of efficiënter ruimtegebruik van de gronden; • Kwaliteitsverbetering en verhoging functionaliteit van de openbare ruimte; • Verbreden van de economische basis van een terrein (geschikt maken voor nieuwe soorten bedrijven); • Stimuleren van duurzaamheid; Zoals in paragraaf 2.3 beschreven, hebben we in de regio veel oudere terreinen en wordt een groot deel als (potentiële) herstructureringslocatie aangewezen. Via de provinciale kwaliteitsscan is voor een aantal terreinen duidelijk in beeld gebracht waar ‘het probleem zit’. Het gaat om Buitenhaven (Almelo), Molenkamp (Borne), de Reulver (tevens afrondingsscan uitgevoerd), Rigtersbleek, Euregio I (Enschede), Timmersveld, twentekanaal-noord, Twentekanaal-Zuid, Westermaat-Zuidwest (Hengelo),Eekte-Hazewinkel (Oldenzaal). Voor Turfkade en Buitenhaven (Almelo) volgen scans in 2014. Een gerichte aanpak op meerdere fronten tegelijk maakt de projecten niet eenvoudiger maar wel sterker: werd vroeger met name gekeken naar een aanpak van de openbare ruimte, nu wordt actief samengewerkt met externe partners (Oost NV, HMO, Kamer van Koophandel, Ministeries), gezocht naar kansen voor het aantrekken van nieuwe soorten bedrijven (door bijvoorbeeld gericht te werken aan ‘natte’ kavels), leefbaarheid en vooral een veel intensievere samenwerking met de ondernemers. Hieronder wordt per gemeente kort de stand van zaken van herstructureringslocaties toegelicht. 2.5.1 Almelo Dollegoor/Slachthuiskade De herstructurering van dit bedrijventerrein wordt binnenkort afgerond. Eén van de doelstellingen van het herstructureringsproject Dollegoor was het gebied zo te herontwikkelen dat sprake is van het juiste bedrijf op de juiste plaats in specifieke clusters. Aan de noordelijke Slachthuiskade zijn op de locatie van een voormalige meubelfabriek conform de doelstelling nieuwe representatieve bedrijven gevestigd in lagere milieucategorieën dan voorheen. Tussen de eerste en tweede havenarm is de versterking van het high tech cluster gerealiseerd. Voor het overig deel van Dollegoor blijft er ruimte voor bedrijven in de zwaardere milieucategorieën, watergebonden activiteiten en representatieve bebouwing langs de Schuilenburgsingel. Om deze clusters ook in de toekomst te behouden en, waar mogelijk, te versterken, wordt het bestemmingsplan in 2013 aangepast aan de nieuwe situatie. Daarnaast hebben onder meer verouderde opstallen plaatsgemaakt voor nieuwe of nieuw uit te geven kavels en is de verouderde bovengrondse en ondergrondse infrastructuur vernieuwd. Dit samen levert een ruimtewinst op van ruim 7,5 ha.
- 17 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Buitenhaven Deze herstructurering is enkele jaren geleden ingezet met het vernieuwen van de openbare laaden-loskade, de sanering van een zeer vervuild perceel en de aanleg van een verkeersinstallatie. Deze investeringen hebben tot gevolg gehad dat ook marktpartijen gingen investeren in Buitenhaven. Diverse ongebruikte percelen en opstallen zijn vernieuwd en weer in gebruik genomen. Dit heeft een ruimtewinst opgeleverd van ruim 2,5 hectare. Als gevolg van de herstructureringsactiviteiten is er inmiddels een ondernemersvereniging op beide terreinen actief. Turfkade Voor Turfkade wordt in 2013 de resterende omvang van de herstructureringsopgave onderzocht nu het Indiëterrein grotendeels wordt getransformeerd naar woningbouw. Hiervoor wordt een kwaliteitsscan uitgevoerd. Daaruit zal onder meer duidelijk moeten worden of sprake kan zijn van revitalisering dan wel een diepgaander herstructurering en voor welke delen van het terrein dit betreft. Op het Indiëterrein is momenteel nog 2,5 ha van het bedrijventerrein van totaal 4,7 ha groot voor heruitgifte beschikbaar.
2.5.2 Borne Molenkamp De herstructureringsopgave op het bedrijventerrein Molenkamp (27 ha) moet in de periode 20142015 in uitvoering worden genomen (3e tranche). De herstructurering zal zich richten op een opwaardering van het totale bedrijventerrein, dat bovendien zal resulteren in een netto ruimtewinst van 1 ha. In 2009 is een kwaliteitsscan uitgevoerd en zijn 2 sterren ‘behaald’. De potentie is bepaald op 3 sterren. Kwaliteits- en ruimtewinst is voor een belangrijk deel te halen uit een betere interne milieuzonering, segmentering en clustering van bedrijven. In 2011 is gestart met planvorming voor de herstructurering van het bedrijventerrein Molenkamp. Ondertussen zijn er contacten tussen projectontwikkelaar, HMO, NV-Oost en Gemeente Borne. Gemeente Borne kan slechts faciliteren, omdat bijna het gehele aangemerkte terrein privaat eigendom is en weinig openbare ruimte kent. Verder ligt er een opgave op het gebied van de beeldkwaliteit en de groene aankleding. Met het verder bepalen en uitwerken van de verschillende verbeterpunten is in 2012 een start gemaakt. Ruimtewinst kan gecreëerd worden door verdichting en een aantal percelen transformeren tot bedrijfskavel. Een concreet en actueel probleem betreft de desolate situatie op het perceel Jonge Poerink, gelegen op de hoek van de Oonksweg en de Prins Bernhardlaan, een belangrijke beeldbepalende entree voor Borne en het bedrijventerrein Molenkamp. Met de herstructurering is door de verbeterde indeling en segmentering, ca. 1 ha ruimtewinst te behalen.
2.5.3 Enschede Roombekerveld / Hardick & Seckel / Bleekerij / Unisson Voor deze terreinen is de uitgifte inmiddels gestart en zijn de terreinen al deels weer bebouwd. Het gaat bij allen om herontwikkeling door sloop van grote panden en herverkaveling naar kleinschalige kavels, soms gemengd met wonen. De provincie heeft bijgedragen aan de financiering van Hardick & Seckel. ‘t Sander De zittende ondernemers hebben in eigen regie het terrein opnieuw ingericht en de panden opgeknapt. De eerder beoogde subsidie van de provincie is niet ingezet.
- 18 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Havengebied Het Havengebied is de grootste herstructureringslocatie van Enschede. In 2005 is het Masterplan Havengebied Enschede vastgesteld. Op basis van de kaders in dit Masterplan wordt de herstructurering per deelgebied en/of thema uitgevoerd. Vier projecten zijn al uitgevoerd: verbetering Handelskade inclusief infrastructuur; herstructurering De Ossenboer, herstructurering zuidzijde H. ter Kuilestraat en het project Woonarken. De financiering komt van verschillende partijen: Gemeente, Provincie, Rijk, EU en de ondernemers en pandeigenaar. Sinds 2008/2009 werken de gemeente en ondernemers (Belangenvereniging Ondernemers Havengebied en individuele ondernemers) samen aan de herontwikkeling van het deelgebied de Binnenhaven e.o. Hieronder valt de Binnenhaven (30ha) maar ook enkele andere deelgebieden/kavels verspreid over het Havengebied. In 2012zijn de baggerwerkzaamheden uitgevoerd, in 2013 volgt het oever- en kadeherstel alsmede aanleg van nieuwe kades en de aanpak van de weg. Tegelijkertijd zullen een aantal ondernemers investeren in hun terrein, gebouwen en bedrijfsvoering daar zij willen overstappen op goederenvervoer over water.In 2013 is ook gestart met het project Leefbaarheid waarin wij ons met name richten op de werknemers in het Havengebied. De Reulver Op de Reulver bestond met name een bereikbaarheids- en parkeerproblematiek. Door een aantal ingrepen in de openbare ruimte is dit verbeterd. In 2012 is een herijking geweest van de kwaliteitsscandie dit ook aantoont met een hogere score in aantal sterren. Bij de ondernemers bestaat nog wel een wens om de uitstraling van de oudere panden te verbeteren, dit moet echter in eigen regie worden opgepakt. De subsidie van de provincie kon hier niet worden ingezet omdat bij de uitvoering van de werkzaamheden nog geen projectplan was opgesteld. Euregio I Voor Euregio I is – met medefinanciering van de provincie - een scan uitgevoerd. Dit terrein staat niet op het meerjarenprogramma van de provincie. De gemeente en ondernemers willen echter wel een aantal herstructureringsacties voor dit gebied gaan oppakken. Westerval Het terrein Westerval-zuid is deels opnieuw uitgegeven. Recent is ook de locatie van de voormalige ijsbaan geherstructureerd. Zuiderval (Transformatie) De Zuiderval is als één van de belangrijkste entrees van Enschede getransformeerd tot een hoogwaardige, gemengde locatie voor o.a. zakelijke dienstverlening, hotel, detailhandel en wonen. Voor het deelgebied Janninkskwartier, wat als te herontwikkelen bedrijventerrein in de plannen stond, is recent besloten naar een andere invulling te zoeken. Op de Brouwerij / CeeCee (Transformatie) De voormalige locatie van Grolsch is omgevormd tot een creatieve campus voor media, design, cultuur en art in combinatie met winkels en horeca. Daaromheen worden opnieuw kavels uitgegeven voor kantoren en kantoorachtige panden waarbij deels gecombineerd kan worden met wonen. Polaroidlocatie (Transformatie) Na een aantal jaren van leegstand heeft de voormalige Polaroidlocatie een nieuwe bestemming gevonden en wordt nu gevuld met sport, welzijn en diverse sociale voorzieningen. Het bestemmingsplan zal worden aangepast.
- 19 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Werkparken Luchthaven (De Strip / Oostkamp / Deventerpoort) De werkparken liggen ten zuiden van de Luchthaven Twente en zijn gezamenlijk ca. 50 ha. bruto groot. De terreinen zijn in gebruik geweest als onderdeel van de militaire luchthaven en ook als zodanig ingericht met onder meer munitiebunkers, shelters en een airstrip. In het door de gemeenteraad van Enschede in 2012 vastgestelde Ontwikkelingsplan is aangegeven dat er gestreefd wordt naar herontwikkeling van het gebied en gebouwen in een nichemarkt met leisure/innovatieve bedrijvigheid. Een deel van de gebouwen is al als zodanig in (tijdelijk) gebruik. Om de bedoeldeorganische ontwikkeling mogelijk te maken is een bestemmingsplan in voorbereiding.
2.5.4 Hengelo Bedrijvenpark Twentekanaal De bedrijvenlocatie Twentekanaal is, inclusief de grotendeels op grondgebied Enschede gelegen afvalverwerkingslocatie Boeldershoek, netto 370 ha groot. Daarmee is Twentekanaal één van de grootste bedrijventerreinen in Overijssel. De locatie speelt een centrale rol in de regionale economie en biedt ruimte aan meer dan 300 lokaal, regionaal en (inter)nationaal opererende bedrijven. Momenteel zijn logistiek, recycling en hightech speerpunten in de ontwikkelingsvisie van ondernemers en gemeente. De trimodale ontsluiting is van bovenregionale betekenis. In 2001 is de Container Terminal Hengelo in gebruik genomen. Deze is inmiddels zo succesvol gebleken - op korte termijn wordt een doorgroei verwacht naar 200.000 teu overslag op jaarbasisdat op XL Businesspark Twente een tweede terminal wordt gerealiseerd. Voor de verbetering van het bedrijventerrein is in 2004 een masterplan vastgesteld waarin de gewenste en mogelijke ontwikkelingsrichtingen zijn opgenomen en waarin deelprojecten voor de korte en middellange termijn zijn geformuleerd. In het masterplan zijn als sterke punten aangemerkt: de centrale ligging binnen de regio, de trimodale ontsluiting, de ruime mogelijkhedenvoor kwalitatieve en kwantitatieve ruimtewinst en de gezamenlijke ambitie van overheid en bedrijfsleven om op het terrein te investeren. Het ‘Masterplan Verbetering Bedrijventerrein Twentekanaal ’is in 2011 geactualiseerd. Voor Twentekanaal-Noord en Twentekanaal-Zuid zijn afzonderlijk kwaliteitsscans uitgevoerd door adviesbureau DHV. De totaal vanaf 2005 te behalen ruimtewinst op Twentekanaal wordt momenteel geschatop circa 65 ha netto. Daarvan is inmiddels circa 35 ha in gebruik genomen. Resteert derhalve nog een te realiseren ruimtewinst van 30 ha netto. Inmiddels zijn diverse projecten gerealiseerd: de herontwikkeling van de voormalige Holec-locatie op Twentekanaal-Noord (Kanaalkwartier), de herstructurering van het deelgebied waarin de puinbreker is gelegen (Topper I), de verbetering van de hoofdontsluiting over weg en water (reconstructie Diamantstraat en Boekeloseweg, uitbaggeren insteekhavens, Topper II), het versterken van damwanden, de aanleg van een stoomleiding tussen de bedrijven Twence en Akzo Nobel, de uitbreiding van de containerterminal en de ontwikkeling van Strootbeekcampus (voormalige Akzo-Technologylocatie). Twentekanaal-Noord / Kanaalzone (watergebonden bedrijvigheid) Hengelo wil haar positie als grote binnenhaven versterken door het vervoer over water te stimuleren en ruimte te creëren voor watergebonden bedrijvigheid direct grenzend aan het Twentekanaal. De openbare kade en de damwanden van de insteekhavens zijn daartoe (gedeeltelijk) vernieuwd. De herontwikkelingslocatie Kanaalzone, tegenover de Akzo, is recent in ontwikkeling genomen. Op deze locatie zal Stork Technical Services nieuw gaan bouwen zodat op de oude locatie ruimte vrijgemaakt kan worden voor doortrekking van de Laan Hart van Zuid naar het station.
- 20 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Thaleslocatie De planvorming met betrekking tot de Thaleslocatie is in een stroomversnelling geraakt. Thales zal haar eigen bedrijfsactiviteiten concentreren op het noordoostelijke deel van de huidige locatie en zal de vrijkomende ruimte op de markt brengen voor vestiging van technologisch hoogwaardige industriële bedrijven. Ambitie is de totstandkoming van een bedrijvencluster rondom high tech systemen. Om de vestiging van nieuwe bedrijven mogelijk te maken zal een deel van de vrijkomende ruimte op korte termijn bouwrijp moeten worden opgeleverd. Aandachtspunten daarbij zijn de externe en interne ontsluiting, de elektriciteitsvoorziening, parkeren en de landschappelijke inpassing. Het bedrijvenpark krijgt een hoogwaardige uitstraling met een shared facilitycentre voor alle bedrijven. Op eigen terrein bouwt Thales momenteel een nieuw hoofdkantoor, een centraal voorraadmagazijn en een nieuwe printplatenfabriek. Westermaat-Zuidwest De deellocatie Westermaat Zuidwest kan worden getypeerd als een gemengd bedrijventerrein met relatief veel bedrijven in de groothandel en de traditionele perifere detailhandel (ABC goederen). Ook voor dit terrein is een kwaliteitsscan uitgevoerd door DHV met het oog op toekomstige plannen voor herstructurering. Inmiddels is op de voormalige Expo-locatiehet beursgebouw ontwikkeld tot een datacentre in combinatie met nieuwbouw van het hoofdkantoor van de ODIN-groep. Onderdeel van de plannen voor herontwikkeling van de voormalige expolocatie en het aangrenzende gebied is de verbetering van de ontsluiting richting toekomstige voorstadhalte en Bornsestraat. Met de provincie zijn afspraken gemaakt over een bijdrage uit het fonds Vitale Bedrijventerreinen (3e tranche). Timmersveld Timmersveld is een relatief klein, binnenstedelijk bedrijventerrein in het reguliere gemengde segment. Er zijn circa 40 bedrijven gevestigd. Ook voor dit terrein heeft DHV in opdracht van de gemeente een kwaliteitsscan uitgevoerd. Inmiddels is het terrein gerevitaliseerd.
2.5.5 Oldenzaal Eekte-Hazewinkel Uit de door DHV uitgevoerde kwaliteitsscan in 2008 bleek dat er een herstructureringsopgave lagvoor het terrein Eekte-Hazewinkel. Dit terrein is circa 87 ha netto en vertoonde verouderingskenmerken. Bepaalde delen van het terrein hebben een kwaliteitsimpuls nodig zoals het gedeelte tussen Eektestraat en Jaartsveldstraat en de Enschedesestraat. Na het verkrijgen van een provinciale subsidie is de herstructurering in oktober 2010 gestart. De openbare ruimte en infrastructuur worden aangepakt: de huidige wegenstructuur dateert nog uit de jaren zeventig en voldoet niet meer aan de huidige eisen. Er worden plaatselijk nieuwe regenwaterriolen aangelegd en regenwater afgekoppeld. De natuurlijke berging in de Stakenbeek wordt benut en er wordt een groen bergingsgebied aangelegd in het Elsmorsgebied (verlengde Jufferbeekzone). Het onderzoek naar parkeerproblemen is afgerond en een lichtmastenonderzoek is uitgevoerd. Van de lichtmasten wordt 18% vervangen en waar mogelijk voorzien van energiezuinige verlichting. Bovendien zijn verspreid over het terrein nog een aantal woningen die niet meer gewenst zijn. De eerste concrete stappen zijn al gezet. Een drietal bedrijven kampte met ruimtegebrek en had zich ingeschreven voor nieuw bedrijfsterrein met een totale vraag van circa 4 ha. Nu hebben ze een naastgelegen perceel gekocht en zorgen met de deels nieuw op te richten panden en inrichting van de openbare ruimte voor een kwaliteitsimpuls in het gebied. Daarmee is de prestatie van 2 ha ruimtewinst gehaald.
- 21 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
2.6 Thematische terreinen De bedrijventerreinen in de Netwerkstad hebben allen hun eigen specifieke karakter door onder andere hun ligging, grootte, ontsluiting en kavelgrootte. Een aantal terreinenzijn en/of worden echter via onder meer de toegestane bestemmingen met een specifieke profielontwikkeld.In onderstaande paragrafen lichten we deze terreinen kort toe. 2.6.1 XL Businesspark Twente Hoogwaardige vestigingslocatie voor grootschalige bedrijven (groter dan 2 ha.) in de logistiek, transport, distributie en industrie. Eigenaar is het Openbaar Lichaam Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT), een samenwerking van provincie en de gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Hengelo. Binnenkort wordt gestart met de aanleg van kades en containeroverslag aan het Twentekanaal waardoor het terrein multimodaal ontsloten is.
2.6.2 Luchthaven Twente Op het terrein van de Luchthaven Twente kan ruimte worden geboden (20 ha. netto) aan luchthavengebonden bedrijvigheid. Het gaat dan om bedrijven die functioneel aan een luchthaven gerelateerd zijn en/of producten en/of diensten aanbieden die in relatie staan met het functioneren van een luchthaven. N.B. Daarnaast zijn in het ontwikkelgebied bij de Luchthaven nog drie werkparken die via herstructurering opnieuw op de markt komen (zie paragraaf 2.5.3).
2.6.3
Natte bedrijventerreinen De ambities van Twente om zich meer te profileren als logistieke hotspot brengt mee dat multimodale ontsluiting van de bedrijventerreinen nog belangrijker wordt (zie ook hoofdstuk 3 en4.5). Een groot aantal bedrijvenmaakt al (in)direct gebruik van het Twentekanaal en vervoer over water.
Zoals uit figuur 1.6 blijkt zijn de terreinen in Hof van Twente (Overig regio Twente) bijna volledig uitgegeven. In totaal is er momenteel nog ruim 44 hectare terrein uitgeefbaar op de natte bedrijventerreinen. Deze terreinen zijn niet allemaal kadegebonden.In de Netwerkstad worden op verschillende plekken nieuwe kades aangelegd. Het gaat hierbij om XL Businesspark (380 meter), Kanaalzone Hengelo (330 meter) en Havengebied Enschede (500 m.).
- 22 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Overzicht beschikbare terreinen voor kadegebonden bedrijven in regio Twente Terrein Kade m. Netto Nog oppervlak uitgeefbaar Hengelo Twentekanaal 2200 306,3 24,46 Almelo Buitenhaven 400 17,37 1,92 Dollegoor 1410 40,44 4,62 Bedrijvenpark 330 174,11 1,56 Twente XL Businesspark 380 in aanleg 10 (nat terrein) 10 Enschede Havengebied 1100 133,8 1,4 Hof van Twente Schneiderbos I II 300 17,3 0
Figuur 1.6 Gemeente
Haven Twentekanaal Twentekanaal
800 310 + insteek
30 14
3
0,3 0
Bron: Ecorys (2013) Naast de havengebonden bedrijven, is Twente rijk aan havengerelateerde bedrijven. Deze maken vooral gebruik van containervervoer over water. Dat dit een sterk groeiende vervoersmodaliteit is, blijkt uit de gerealiseerde containeroverslag in Twente (bij CTT in Hengelo). Deze overtreft eerdere prognoses uit de Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010).
3
Daarnaast zijn er laad- en loskades in Vroomshoop, maar deze worden niet meer gebruikt voor goederenoverslag.
- 23 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 24 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Hoofdstuk 3.
Actualisatie van de ruimtevraag tot 2040
Analyse van de ruimtevraag tot 2040 3.1 De ruimtevraag naar bedrijventerreinen wordt voor een belangrijk deel bepaald door autonome groeiverwachtingen in de eigen regio. De vraag naar ruimte als gevolg van vestiging van bedrijven van buiten Netwerkstad Twente is door bureau Ecorys dus niet berekend. Hierop is een uitzondering gemaakt voor de vraag naar natte kavels, omdat deze naar verwachting relatief sterk zal stijgen door het toenemende containervervoer over water. Naast de autonome vraag heeft Ecorys ook de ruimtebehoefte door frictie als gevolg van verhuizingen, door onttrekking als gevolg van transformatie tot bijvoorbeeld woongebieden en zoals gemeld de vraag naar natte kavels berekend. Hieronder worden deze elementen die de ruimtebehoefte beïnvloeden toegelicht. 3.1.1 Autonome ruimtevraag Voor de actualisatie van de ruimtebehoefte raming uit 2010, heeft bureau Ecorys opnieuw het ruimtebehoeftemodel SPECTRA gebruikt. Er is sprake van drie componenten in het model die zoveel mogelijk aansluiten bij de actuele regionale situatie in de Netwerkstad Twente, namelijk: • de totale werkgelegenheid en de werkgelegenheid specifiek op bedrijventerreinen; • per sector het ruimtegebruik per werknemer in de Netwerkstad Twente; • de locatietypevoorkeuren per sector in Twente. Bij deze vraagprognose is opnieuw de groei per cluster in beeld gebracht en zijn de locatievoorkeuren per sector en het ruimtegebruik per werknemer voor de verschillende sectoren geactualiseerd. In de vraagraming is ook het vergezicht 2040 opgenomen om gelijk op te lopen met de planningshorizon van de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente. De dynamiek in de locatietype-voorkeuren en het ruimtegebruik per werknemer is voor de periode 2030-2040 constant gehouden. Met andere woorden, er is met eenzelfde kengetal per sector gerekend als in de periode ervoor. Van belang bij de interpretatie van de autonome ruimtebehoefte is: • Bij de berekende ruimtebehoefte betreft het alleen extra ruimte als gevolg van economische groei bij het bedrijfsleven in de Netwerkstad Twente zelf; • De vervangingsvraag als gevolg van onttrekkingen van het aanbod door bijvoorbeeld transformatie naar woonbestemmingen maakt geen onderdeel uit van de berekende ruimtebehoefte; • Er is - conform de afspraken tussen Rijk, provincies en gemeenten - gewerkt met een regiospecifieke versie van het door het CPB gehanteerde TM (Transatlantic Market)scenario; • De ruimtebehoefte wordt weergegeven in netto uitgeefbare hectares en is afgerond op 5tallen. Figuur 3.1
Autonome ruimtevraag tot 2040 naar cluster in Netwerkstad Twente 2011-2020 2021-2030 2031-2040
Industrie en bouw
80
5
0
100
25
5
Consumentendiensten
40
10
0
Dienstverlening
45
10
10
265
50
15
Transport, groothandel& distr.
Totaal
- 25 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Op basis van het TM-scenario (zie bijlage 3)is de autonome ruimtevraag van de Netwerkstad geraamd op circa 265 tot en met 2020. Dit is 50 hectare meer dan op basis van het scenario TM+ werd geraamd in 2011. Inmiddels zijn de uitgiften van bedrijventerreinen gedurende de jaren 2011 (21,7 ha.) en 2012 (9,4 ha.) ook bekend. Dat leidt tot een vermindering van de ruimtebehoefte in Netwerkstad Twente van afgerond 30 ha. De resterende vraag vanaf 2013 tot 2020 komt daarmee uit op 235 ha. netto.
3.1.2 Ruimtevraag als gevolg van verhuizingen en frictie Zoals aangegeven in de Visie Bedrijventerrein Netwerkstad Twente 2011 is de (extra) ruimtevraag als gevolg van verhuizingen zeer beperkt. Verplaatsingen vinden meestal plaats binnen de eigen gemeentegrens. Relevanter in dit perspectief is frictie. In een vitale samenleving zal, zelfs als de beroepsbevolking of de economie niet groeit, toch behoefte zijn aan ruimte voor nieuwe bedrijvigheid. Er is dynamiek in de economie (vraag van consumenten naar nieuwe producten) en de levensloop van bedrijven. Als een bedrijf wil verhuizen en zich wil vestigenop een nieuwe locatie is daarvoor uiteraard nieuwe ruimte nodig. De locatie die het bedrijf achterlaat en dus de ruimte die op de bedrijvenmarkt wordt aangeboden zal niet direct worden opgenomen. Er is dus tevens ruimte nodig om de frictie tussen aanbod en vraag naar ruimte op de bestaande bedrijfsgebouwenmarkt op te kunnen vangen. Daarbij wordt door Ecorys een frictiepercentage van 6 procent gehanteerd. Bij een normale bedrijfsgebouwenmarkt hoort een frictieleegstand van 6 à 7 procent. Dit betekent een extra vraag tot 2020 in de Netwerkstad van afgerond 15 ha. netto.
3.1.3 Ruimtevraag als gevolg van transformatie Functies veranderen in de loop van de tijd. Het omzetten van een bedrijventerrein naar een woonlocatie is vooral bij binnenstedelijke bedrijventerreinen een normaal verschijnsel geworden. Met deze vervangingsvraag, als gevolg van verminderd aanbod, moet dus ook rekening worden gehouden. In de Netwerkstad wordt met een onttrekking, en een daaruit voortvloeiende vervangingsvraag, rekening gehouden van ca. 11 ha. netto. In de periode 2010-2012 zijn de terreinen Polaroid en Jannink – samen 10 ha. – onttrokken aan de voorraad.
3.1.4 Ruimtevraag naar natte terreinen Uit recent onderzoek (Ecorys 2013) – uitgevoerd in opdracht van Businesspark XL Twente en de Netwerkstad - blijkt een groeiende vraag naar de zgn. ‘natte kavels’ in Twente. De vraag naar natte kavels komt van bedrijven die voor het transport van goederen (mede) afhankelijk zijn van vervoer over water. Deze bedrijven hebben behoefte aan een eigen kavel, direct aan het water (kadegebonden), overslagbedrijven en terminals. Het vervoer van deze bedrijven over water betreft voornamelijk bulkgoederen. Daarnaast zijn er bedrijven die wel gebruik maken van goederenvervoer over water, maar niet zelf een kade nodig hebben. Dit betreft vooral bedrijven die goederen per container vervoeren of stukgoederen, zoals grote constructies. Deze bedrijven vestigen zicht het liefst nabij een kade of bij een (container)terminal. Dit zijn haven- of kadegerelateerde bedrijven die zich ook op natte bedrijventerreinen vestigen. Verdere groei van vervoer over water in Twente is mogelijk gezien de recente uitbreiding van kade en faciliteiten van CTT in Hengelo en de afspraken van Havenbedrijf Rotterdam met de containerterminals op Maasvlakte 1 en 2 over (veel) meer vervoer per binnenvaart. Voor
- 26 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
havengerelateerde bedrijven is geen rechtstreekse vertaling van de overslag in containers naar de ruimtevraag te maken. Deze vraag betreft vooral vestigende bedrijven van buiten de regio, in het bijzonder grote logistieke dienstverleners en Europese distributiecentra. De berekende additionele vraag van 22,5 ha. naar natte kavels is dus vooral het gevolg van groei van de goederenoverslag tot 2020. Een deel van deze extra overgeslagen goederen zal terecht komen bij bestaande bedrijven (met deze groei wordt in de autonome ruimtevraagprognose rekening gehouden), de overige groei komt van nieuwe vestigers of eventueel door verplaatsing van bedrijven die voorheen nog niet aan een kade zaten en nu van plan zijn zich aan een kade te vestigen om goederen over water te vervoeren. De groei zal voornamelijk terecht komen op de beschikbare natte deelterreinen in Hengelo en Enschede en op het XL Businesspark (dus in Netwerkstad Twente), in overig Twente zijn de natte terreinen bijna volledig uitgegeven. De geprognosticeerde ruimtevraag naar natte kavels beschouwen we als additionele ruimtevraag bovenop de berekende autonome ruimtevraag. In de overzichtstabellen hanteren we voor de weergave het gemiddelde van de bandbreedte voor de periode 2013-2020, te weten 22,5 hectare netto. Figuur 3.2
2010
Extra ruimtevraag natte bedrijventerreinen o.b.v. ruimteproductiviteit in Twente Overslag Groei t.o.v. 2010 Ruimteproductiviteit Extra ruimte(mln.ton) (mln. ton)* (ton/ha.) vraag (ha) 5,4 26.600 -
2020 SE
6,2
0,8
29.383
26
2030 SE
6,4
1,0
30.886
32
2040 SE
6,7
1,2
32.465
38
2020 GE
6,8
1,4
35.748
39
2030 GE
7,6
2,2
37.576
59
2040 GE
8,5
3,0
43.620
70 e
* door afrondingsverschillen kan dit getal iets afwijken van het verschil uit de 2 kolom. Bron: Ecorys (2013) Figuur 3.3
Overzicht ruimtelijke opgave voor natte bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (in netto hectares) 2011-2020
Additionele vraag natte kavels
26 tot 39 ha
Bron: Ecorys (2013) 3.1.5 Ruimtevraag door de Luchthaven Twente Indien Luchthaven Twente tot ontwikkeling wordt gebracht zal dit ook leiden tot extra ruimtevraag. Het bedrijventerrein op de Luchthaven Twente is specifiek bedoeld voor luchthavengebonden bedrijvigheid. Deze additionele ruimtevraag is verbondenaan de ontwikkeling van de luchthaven zelf en valt zodoende niet onder de autonome ruimtevraag van reguliere bedrijvigheid. Zij wordt in de rest van dit document dus ook niet meegenomen in de berekeningen van vraag en aanbod.
3.1.6 Samenvattingvan de ruimtevraag In onderstaande tabellen is voor de Netwerkstad Twente de totale ruimtelijke opgave voor bedrijventerreinen weergegeven. We geven hier expliciet de periode 2013-2020 weer en de vergezichten 2021-2030 en 2031-2040.
- 27 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Figuur 3.4
Overzicht ruimtelijke opgave voor bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (in netto ha) op basis van het TM-scenario. 2013-2020 2021-2030 2031-2040
Autonome ontwikkeling vraag (TM-scenario) Frictieruimte Transformatie Extra ruimtevraag natte terreinen Totale ruimtebehoefte
235 ha
50 ha
15 ha
50 ha
15 ha
15 ha 11 ha 22,5 ha 283,5 ha
350 ha
4
De autonome ruimtevraag is berekend op basis van een gemiddelde groei over een langere periode. De mogelijke ontwikkeling van de goederenoverslag op Luchthaven Twente, bij CTTen de nieuwe natte terreinen zullen naar verwachting belangrijke aanjagers zijn voor de groei van bedrijven en dus de ruimtevraag. Het gaat dan om de groei van grote ruimtevragers zoals overslagbedrijven, distributiecentra en platformgebonden maar ook door het aantrekken van nieuwe bedrijven. Zoals eerder toegelicht is de verwachting dat de ruimtevraag naar natte terreinen voornamelijk in Netwerkstad Twente zal neerslaan.
3.2
Korte en middellange termijn vraaganalyse
3.2.1
Achtergrond Ten behoeve van de herijking van de bedrijventerreinenvisie is een raming gemaakt van de vraag op de lange termijn tot 2040 gebaseerd op het TM-scenario (paragraaf 3.1). In de raming staat centraal of er voldoende aanbod of planvoorraad beschikbaar is om de in deze raming verwachte vraag te kunnen accommoderen.
Daarnaast is er voor het project strategisch programmeren behoefte aan een vraagraming op de korte en middellange termijn. In deze paragraaf worden de aanpak en de resultaten van deze nieuwe vraagraming behandeld (zie ook bijlage 1).
3.2.2 Onderbouwing aanpak Op verzoek van de Netwerkstad zijn een aantal aanpassingen in het ruimtelijk-economisch model REPROG van Ecorys, gericht op deze vraagraming, gemaakt: • Schatting van de werkgelegenheid in de Netwerkstad Twente in de jaren 2011 en 2012, op basis van: a. de volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde per sector 2011-2012, b. het aantal banen in 2011 per gemeente en de regio, c. de verhouding tussen het aantal banen en fte per sector in 2011, d. de sectorsamenstelling in 2011, e. de verwachte arbeidsproductiviteit in 2012, en f. het werkgelegenheidsaandeel van de Netwerkstad in de regio Twente in 2012. • Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente in de jaren 2013 en 2014, op basis van de meest recente nationale ramingen van het CPB (Policy brief, 6 juni 2013); • Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente in de periode 2015-2020 op basis van de twee CPB-scenario’s die vanaf 2008 de
4
Afgerond.
- 28 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
werkgelegenheidsontwikkeling in Nederland het beste benaderen, namelijk Regional Communities (RC) en Strong Europe (SE). Daarmee wordt voor de korte en middellange termijn de meest realistische benadering gekozen die gebruikt kan worden om de komende jaren prioriteiten te stellen als het gaat om ontwikkelen, uitfaseren of afstoten.
3.2.3 Resultaten korte en middellange termijnraming In 2013 en 2014 zal de werkgelegenheid, evenals dat het geval is geweest in 2012, verder dalen. Een en ander wordt duidelijk in de volgende tabel: Figuur 3.5
Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2011-2014 2011 2012 2013 Netwerkstad Twente 147,2 144,9 142,8 Bron: Ecorys, 2013
2014 141,8
Voor de middellange termijn is er sprake van een bandbreedte op basis van de twee op dit moment meest realistische scenario’s. Deze kunnen als volgt worden weergegeven: Figuur 3.6
Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2015-2020 2015 2020
Regional Communities (RC) Strong Europe (SE) Bron: Ecorys, 2013
141,5 142,1
141,3 143,5
In het RC-scenario zet de daling van de werkgelegenheid zich verder voort, al gaat het in totaal maar om een verlies van 500 arbeidsjaren. Daarentegen herstelt de werkgelegenheid zich licht in het SE-scenario. Ook hier gaat het om een beperkte groei van 1.400 arbeidsjaren. Ter vergelijking, in het TM-scenario gaat het in deze korte en middellange termijnraming om een groei van 1.700 arbeidsjaren (van 142,2 naar 143,9). Vervolgens is gekeken naar de gevolgen voor de ruimtebehoefte. In deze raming is gebruik gemaakt van dezelfde locatietypevoorkeur en ruimte intensiteit in gebruik als bij de lange termijn is gedaan. Figuur 3.7
Autonome ruimtevraag bedrijventerreinen 2013-2020 naar cluster in ha. Regional Communities Strong Europe Industrie en bouw 25 30 Transport, groothandel en distr. 35 35 Consumentendiensten 20 20 Dienstverlening 45 45 Totaal 125 130 Bron: Ecorys, 2013
De verschillen tussen de twee scenario’s zijn onderling klein. In vergelijking met het TM-scenario voor de lange termijn (235 ha.) is de autonome ruimtevraag fors lager. Verder valt op dat de clustersamenstelling in de ruimtebehoefte verandert. In deze twee scenario’s is de ruimtebehoefte van de lokale en regionale verzorgende werkgelegenheid veel belangrijker dan in het TMscenario, waar logistiek en industrie domineren. Deze verzorgende bedrijven zullen vooral belangstelling hebben voor gemengde terreinen in de eigen gemeente.
- 29 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
3.3 Analysevan het ruimteaanbod bedrijventerreinen Voor de Netwerkstad zijn de veranderingen in het aanbod sinds 2010 in kaart gebracht. Hierin zijn de plannen die zijn verwezenlijkt, op- of afgevoerd, terreinen die zijn uitgegeven en/of in de SERladder opgeschoven verwerkt. De in 2010 voor de bedrijventerreinenvisie gemaakte locatieprofielen zijn geactualiseerd en aangevuld. Hieronder volgt een nadere analyse van het vernieuwde aanbod. Het verschil in de tabellen en totalen met het rapport van Ecorys (bijlage 5) wordt veroorzaakt door het verschil in peildata.
3.3.1 Aanbod bedrijventerreinen kwantitatief Voor het confronteren van de toekomstige ruimtebehoefte met het aanbod aan bedrijventerreinen zijn alleen die terreinen interessant waar nu en in de toekomst ruimte beschikbaar komt. Voor het in beeld brengen van het aanbod aan bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente is gekeken naar: • De huidige terreinen met terstond beschikbaar uitgeefbaar terrein (= bestaand) en vastgestelde plannen (conform IBIS); • De terreinen waar door herstructurering nieuwe ruimte beschikbaar komt; • Het aanbod in zachte plannen (overige plannen). Netwerkstad Twente heeft deze analyse uitgevoerd (peildatum juli 2013) en verwerkt in de verdere confrontatie van vraag en aanbod. In onderstaande tabellen is het huidige en toekomstig beschikbare aanbod per ‘status’ weergegeven. Figuur 3.8 Gemeente
Almelo Almelo Almelo Almelo Almelo Almelo Almelo Almelo Almelo/ Netwerkstad Borne Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Hengelo Hengelo Oldenzaal Oldenzaal Totaal
Bestaand aanbod in Netwerkstad Twente Bestaand aanbod
Bleskolk Bedrijvenpark Twente Twentepoort Bedrijvenpark Twente Noord Aadijk Dollegoor/slachthuiskade Buitenhaven Turfkade XL Businesspark Twente Buren- De Veldkamp Euregio BP Josink Es Marssteden De Bleekerij Roombekerveld Hardick&Seckel Westerval Usseler Es Unisson Boekelo t Oosterveld Westermaat Noord II Hazewinkel Noordwest Jufferbeek Zuid
- 30 -
Netto ha (afgerond)
Beschikbaarheid
4 5 2 38 7 3 2 5
per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct
112 26 10 7 2 1 2 1 1 58 1 13 11 2 21 333
per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Figuur 3.9 Gemeente
Borne Hengelo Enschede Totaal Figuur 3.10 Gemeente
Enschede Enschede Enschede
Ruimtewinst door herstructurering in Netwerkstad Twente Herstructurering Netto ha (afgerond) De Molenkamp Twentekanaal (incl. Thales) Havengebied
1,0 24,0 2,5 27,5
2015 per direct per direct
Zachte plannen in Netwerkstad Twente Zachte plannen HERSTRUCTURERING
Bruto ha (afgerond)
Beschikbaarheid
Werkpark Luchthaven, Deventerpoort Werkpark Luchthaven, de Strip Werkpark Luchthaven, Oostkamp
5 20 23
p.m. Economische zone Economische zone
Netto ha (afgerond)
Beschikbaarheid
21 27 5 5 10 12 13 5 130-140 (netto/bruto)
Uitgefaseerd Uitgefaseerd Geschrapt muv 5 ha Uitgefaseerd Uitgefaseerd Gesprekslocatie Uitgefaseerd
Zachte plannen Almelo Almelo Hengelo Oldenzaal Oldenzaal Oldenzaal Oldenzaal Totaal
Beschikbaarheid
Aadijk Noord (overig) Buitenhaven West Boeldershoek Oost Hanzepoort-West Hanzepoort-Oost Jufferbeek-Noord Elsmors Uitbreiding
3.3.2 Aanbod bedrijventerreinen kwalitatief Niet ieder terrein is geschikt voor het accommoderen van hetzelfde type bedrijvigheid. Het ene terrein is voornamelijk bedoeld (en geschikt) voor logistiek en distributie, het andere terrein is meer gericht op hoogwaardige bedrijvigheid. Daarom wordt naast een kwantitatieve match tussen vraag en aanbod ook gekeken naar de kwalitatieve match. Locatieprofielen per bedrijventerrein Voor de waardering van de kwaliteit van het aanbod is dezelfde methodiek toegepast als in de ‘Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente’ in 2011. Het verschil met 2011 is dat een aantal terreinen niet langer zijn opgenomen omdat deze terreinen geen aanbod meer hebben of zijn geschrapt. Tevens zijn er enkele nieuwe terreinen toegevoegd. Voor elk terrein is een locatieprofiel opgesteld (zie bijlage 5), dat wil zeggen dat de terreinen beoordeeld zijn op hun locatiekwaliteiten. Hierbij zijn op hoofdlijnen de volgende locatiefactoren meegenomen: • uitgifteprijs; • ligging; • bereikbaarheid (auto en ov); • fysieke omgeving (o.m. stedenbouwkundige uitstraling en kavelomvang); • beoogde doelgroepen; • nabijheid clusters en/of speciale voorzieningen (haven en stedelijke voorzieningen). 5
Door de organische herontwikkeling van de werkparken is nog geen netto aantal ha. te noemen. Omdat de andere aanbodcijfers in netto ha. wordt gegeven gaan we in de rest van het document uit van een inschatting van 130 ha. netto aan zachte plannen.
- 31 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
De gegevens hiervoor zijn afkomstig uit deIBIS 2010, www.twentsebedrijventerreinen.nl,desk research,input werkgroep bedrijventerreinen Netwerkstad Twente en de expertise van Ecorys. Per locatiefactor zijn de bedrijventerreinen gewaardeerd op een schaal van 1 (laagste waardering) tot en met 5 (hoogste waardering). Het betreft een relatieve beoordeling, waarbij de bedrijventerreinen ten opzichte van elkaar zijn afgezet. Terreinen die op een bepaalde locatiefactor het beste presteren krijgen hierbij de hoogste waardering. Per locatiefactor is weergegeven wat als achtergrond heeft gefunctioneerd voor de weging. De verwachting is dat hoe hoger een locatie scoort hoe eerder het zal worden uitgegeven.
3.3.3 Matching kwaliteit vraag en aanbod Op basis van het programma van eisen per bedrijfscluster en de waardering van de bedrijventerreinen is de geschiktheid van deze terreinen voor de clusters bepaald.Per locatiefactor is het belang uit het programma van eisen (schaal 1-5) vermenigvuldigd met de waardering van de terreinen (schaal 1-5). Hierbij is een wegingsfactor per cluster gehanteerd voor de locatiefactoren.De resulterende score per bedrijventerrein per de cluster is vervolgens omgerekend naar een rapportcijfer (zie p. 19 t/m 21 van de Ecorysrapportage). Door deze wijze van presenteren wordt in een oogopslag duidelijk of een bedrijventerrein goed is toegerust voor bepaald cluster. De scores per cluster leveren het eerste inzicht in de match of mismatch tussen de (kwalitatieve) behoeften van de markt en de beschikbaarheid van het aanbod. Deze exercitie is bedoeld om te voorkomen dat specifieke ruimtevraag uit een cluster toebedeeld wordt aan een bedrijventerrein dat dit helemaal niet goed kan accommoderen. Een terrein met een rapportcijfer van een 7,4 is niet per definitie beter dan een terrein met een 6,3, maar sluit wel beter aan bij de wensen vanuit dat specifieke cluster.
3.3.4 Conclusie aanbod bedrijventerreinen Kwantitatief gezien is er - inclusief de zachte plannen - een ruim voldoende aanbod in de Netwerkstad om aan de vraag te kunnen voldoen. Als alleen gekeken wordt naar de harde plannen en herstructureringswinst (incl. heruitgifte), is er sprake van een licht overaanbod. Kwalitatief gezien geldt dat in de Netwerkstad Twente door het grote aanbod aan gemengde bedrijventerreinen in zekere mate alle typen bedrijvigheid geaccommodeerd kunnen worden. Er is vanuit kwalitatief oogpunt geen directe mismatch tussen de kwalitatieve vraag en het kwalitatieve aanbod aan bedrijventerreinen.In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de programmering van het aanbod. Figuur 3.11
Vraag en aanbod in netto ha. kwantitatief tot 2040 op basis van het TM-scenario. Vraag Aanbod 350 Harde plannen 333 Herstructurering 27 Zachte plannen 130 Totaal 490
- 32 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 33 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 34 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Hoofdstuk 4.
Realisatiestrategie
In de vorige hoofdstukken is weergegeven wat de stand van zaken is en de verwachtingen zijn op het gebied van bedrijventerreinen in de Netwerkstad Twente. Om ons doel van voldoende kwantitatief en kwalitatief aanbod te realiseren wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de programmering van de terreinen maar ook op acties die worden uitgevoerd op onder meer het gebied van beheer, bereikbaarheid, grondbeleid en acquisitie.
4.1 Programmering van bedrijventerreinen in de Netwerkstad Twente De ruimtevraag in Netwerkstad Twente is vanuit de economische clusters herijkt en geactualiseerd. In deze paragraaf koppelen we de vraag- en aanbodzijde van de regionale bedrijventerreinenmarkt. De vraag wordt hierbij afgezet tegen de kwantiteit en kwaliteit van het huidige aanbod op de bedrijventerreinen in Netwerkstad, zoals dat door de gemeenten in de aangevulde en aangepaste locatieprofielen is vermeld. Per cluster is zo inzicht te geven in de verhouding tussen vraag en aanbod. Voordat kan worden ingegaan op de mogelijke programmering,is bepaald vanuit welke clusters de terreinen de meeste vraag mogen verwachten. Dit is gebeurd op basis van de match tussen de gevraagde kwaliteit per cluster en de huidige c.q. geplande geboden kwaliteit per terrein. Welke terreinen zijn geschikt voor meerdere clusters of zijn juist bijzonder geschikt voor één enkel cluster (thematisch terrein)? Vervolgens is voor elk bedrijventerrein bepaald welke clusters hier het beste kunnen worden geaccommodeerd: het ‘matchen’ van vraag en aanbod. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is de kwaliteit van het terrein voor het betreffende cluster. Dit levert als concreet resultaat een duidelijk gewenst profiel per terrein 4.1.1 Totaaloverzicht kwantitatieve match vraag en aanbod Wanneer op Netwerkstad niveau gekeken wordt naar de kwantitatieve match tussen vraag en aanbod (figuur 3.11) dan wordt in een oogopslag duidelijk dat het bestaande aanbod aan bedrijventerreinen aan de geprognosticeerde vraag tot en met 2040 voldoet. De geprognosticeerde ruimtevraag op Netwerkstad niveau kan echter niet zomaar toegedeeld worden naar de gemeenten die ruimte hebben om deze vraag te accommoderen. Een (aanzienlijk) deel van de ruimtevraag zal lokale vraag betreffen. Verder heeft het XL Business Park een bijzondere positie in Netwerkstad Twente, zij is bedoeld voor (boven)regionale bedrijvigheid met een ruimtebehoefte van meer dan 2 hectare. Met 112 hectare kan het terrein uitstekend de toekomstige ruimtevraag accommoderen. In de praktijk is het niet mogelijk de geprognosticeerde ruimtevraag volgens de SER-ladder direct te sturen. Er moet met een aantal aspecten rekening gehouden die van invloed zijn op de werkelijke accommodatie van de ruimtevraag: • De ruimtevraag zal geen constante vraag zijn, het verleden laat zien dat de werkelijke uitgifte het ene jaar hoog kan zijn en het volgende jaar laag. Afhankelijk van het beschikbare aanbod en de kwaliteit van de vraag betekent dit dat bedrijven zich ergens anders kunnen/moeten vestigen dan nu (in theorie) is voorzien of verplaatsing uitstellen; • Beleidsmatige ambities van de gemeenten zijn niet meegenomen in de toedeling van de ruimtevraag. Er kan een grote beleidsmatige voorkeur zijn voor het vestigen van bedrijven op terrein A in plaats van terrein B. Ook het type ruimtevraag kan veranderen door strategische acquisitie en beleid vanuit een gemeente of de Netwerkstad; • De voorkeur van bedrijven voor vestiging op een bedrijventerrein is meegenomen in de analyse, maar niet naar welk bedrijventerrein. In theorie voldoet een bepaald terrein aan de
- 35 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
eisen vanuit een specifiek cluster, maar de voorkeur van de ondernemer kan toch anders zijn. 4.1.2 Criteria Programmerenbedrijventerreinen Afgestemd ontwikkelen van goede werklocaties is dé belangrijkste succesfactor en voorwaarde voor een toekomstbestendige Netwerkstad Twente. We doen dit in de vorm van strategisch programmeren. De actieve grondpolitiek van gemeenten heeft veel grondposities opgeleverd die in de huidige tijd moeilijk of niet tot ontwikkeling komen. Door te prioriteren op basis van een gezamenlijke visie en programma ontstaan weer kansrijke locaties. Hierbij is het van belang dat wij binnen de Netwerkstad, op den duur liefst binnen de regio, elkaar niet beconcurreren en maximaal van elkaars kennis gebruik maken. Gezien de krimpende gemeentelijke organisaties is het des te belangrijker in deze tijd om samen te werken. In het Ontwikkelingsperspectief Netwerkstad Twente zijn hierover de volgende afspraken gemaakt: • De NT gemeenten gaan vanaf nu gezamenlijk strategisch programmeren op het gebied van wonen en werken; • Gezamenlijk verkennen we de mogelijkheden van een provinciaal grondfonds waarmee mogelijk een financieringsconstructie wordt geboden voor de financiële consequenties die zijn verbonden aan het schrappen of verkleinen van geplande of potentiële ontwikkellocaties. Hiervoor volgen we een stapsgewijze aanpak; • We maken programma’s in de vorm van overzichten van de locaties waar we op inzetten de komende vijf jaar, de locaties die vervallen en de locaties die we achter de hand houden om eventueel in de toekomst te ontwikkelen. Vanuit bovenstaand gedachtengoed zijn keuzes gemaakt voor de werklocaties. Strategische programmering wordt gedaan op basis van de inhoud, in het licht van de visie voor 2040. Daarbij wordt gekeken naar nut en noodzaak van de programma’s vanuit Netwerkstad als geheel.De volgende criteria zijn daarbij gehanteerd: • We maken werklocaties mogelijk op die plekken waar dat voor de Netwerkstad Twente als geheel het meeste rendement en onderscheidende toegevoegde waarde heeft; • We zetten primair in op herstructurering en/of transformatie van het bestaande terreinen (SER ladder); • Als door herstructurering of transformatie niet in de regionale vraag kan worden voorzien, kiezen we gezamenlijk voor een uitbreidingslocatie die het best past bij de vraag en multimodaal is/wordt ontsloten; • We houden rekening met het gevoerde grondbeleid van afzonderlijke gemeenten. Voor bedrijventerreinen worden daarbij de criteria en wegingsfactoren, zoals opgenomen in de Bedrijventerreinenvisie 2011 engeactualiseerd in 2013, als uitgangspunt genomen. Het gaat om de criteria die gebruikt zijn bij de toedeling van de vraag per cluster naar het beschikbare en toekomstige aanbod: 1. Aansluiting bij de economische speerpunten Netwerkstad en Innovatiedriehoek: De speerpunten zijn in de regionale werkgelegenheidsprognose verwerkt. De Innovatie-driehoek heeft vooral betrekking op niet-bedrijventerreinen (o.m. stationslocaties en Kennispark); 2. Grootschalige (> 2 ha) activiteiten op XL Businesspark: In het toedelingsmodel kan geen onderscheid worden gemaakt tussen grote en kleine ruimtevragers. Wel zal deze behoefte vooral voorkomen in de clusters transport c.a. (m.n. groothandel en opslag) en industrie & bouw;
- 36 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
3.
4. 5.
6. 7.
Profielen van de terreinen moeten passen bij beroepsbevolking: De beroepsbevolking is nu nog relatief laag opgeleid. Deze komt het best tot zijn recht in de clusters transport en dienstverlening op bedrijventerreinen, wat ook gezamenlijk het grootste aandeel van de ruimtevraag betreft. Daarnaast is het cluster industrie en bouw van belang; Flexibiliteit in de fasering: er is altijdeen minimaal bepaald aantal hectare aanbod aanwezig. De fasering is toegepast, met name in de periode 2013-2020; Terreinen inzetten om lokaal gebonden bedrijvigheid te accommoderen: Zoveel mogelijk accommoderen en gemeentelijk spreiden over kleine bedrijventerreinen of terreinen met een klein aanbod. Is toegepast in de toedeling; Een aantal terreinen moet multimodaal worden ontsloten (incl. water): Dit geldt in het bijzonder voor de logistieke sector. Hiermee is rekening gehouden in de toedeling; Goede bereikbaarheid over de weg: Dit wordt zichtbaar in de rapportcijfers bij de locatieprofielen, waar dit relatief zwaar meeweegt.
4.1.3 Kwantitatief en kwalitatief programma Zoals in hoofdstuk 3 beschreven, is er voor de bedrijventerreinen in de Netwerkstad onderzocht of er sprake is van overprogrammering, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dit heeft geresulteerd in de vraag-aanbodanalyse, die als basis geldt voor de programmering. Uit deze herijking op basis van het TM-scenario, blijkt dat er een autonome vraag naar bedrijventerreinen is van ca. 350 ha tot 2040. Deze behoefte vormt wederom de basis voor strategisch (gezamenlijk) programmeren. Figuur 4.2
Aanbod bedrijventerreinen kwantitatief tot 2040 volgens de SER-ladder.
Tot 2040 Bestaand + herstructurering (Harde) plannen Totaal aanbod hard Zachte plannen
Aanbod in netto ha. 80 280 360 130
Met de (definities van de) SER-ladder als basis zijn alle terreinen en plannen ingedeeld in ‘bestaand aanbod’, ‘herstructurering’, ‘(harde) plannen’ (280 ha.) en ‘zachte plannen’ (130 ha.). De eerste twee categorieën vallen niet onder gezamenlijk programmeren, zij zijn al grotendeels uitgegeven en bouwrijp. Het gaat hier om ca. 80 ha. netto van het totale harde aanbod. Bij de zgn. (harde) plannen gaat het om de terreinen waarvoor wel een bestemmingsplan is vastgesteld maar nog weinig of niets is uitgegeven. Daarnaast is een korte termijn prognose op basis van een mix van de RC en SE-scenario’s opgesteld. Hierin is de verwachte uitgifte tot 2020 in beeld gebracht, als specificatie van de lange termijn vraagprognose. Uit de korte termijnanalyse volgt een behoefte van 50 ha. t/m 2015 en 110 ha. voor de periode 2016 t/m 2020. Voor de korte termijn is er meer voorraad dan vraag. Bij de programmering wordt uiteraard rekening gehouden met de kwaliteit van vraag en aanbod. Zo is in de analyse heel specifiek gekeken naar onder meer locaties voor de logistieke sector zoals ‘natte kavels’. Figuur 4.3
De vraag op basis van de korte en langetermijnprognoses, toegedeeld naar periode in netto ha. Autonome Vraag Extra vraag 2013-2015 50 2016-2020 110 2021-2040 190 Vraag door acquisitie PM (aanname 11 ha tot 2020) Totaal 350 11
- 37 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Op basis van bovenstaande is een schema opgesteld met de verwachte uitgifte naar periode. Dit schema is in bijlage 4 opgenomen. Periode 2013 t/m 2015: Uitgifte van 25 ha. van bestaande (overwegend binnenstedelijk) terreinen herstructureringwinst; Uitgifte van 27 ha. terreinen die vallen onder gezamenlijk programmeren. Op de andere beschikbare terreinen wordt tot 2016 waarschijnlijk niets uitgegeven.
en
Periode 2016 t/m 2020: Uitgifte van 36 ha. van bestaand aanbod en herstructurering. Daarmee is nagenoeg het gehele bestaande aanbod uitgegeven. Alleen als het aanbod kwalitatief niet past bij de vraag zal er meer bestaand aanbod overblijven. Het gaat dan om een kwalitatieve mismatch in plaats van een kwantitatieve; Uitgifte van ca. 70 ha. van die terreinen, die vallen onder gezamenlijk programmeren. Een opsomming van deze terreinen staat in het programmeringsvoorstel zoals in de Actualisatie van de bedrijventerreinenvisie (2013) is weergegeven. Deze lijst zal elke drie jaar geactualiseerd worden. In de periode 2016 t/m 2020 zullennaar verwachting dus (nagenoeg) alle terreinen, die niet onder programmering vallen, uitgegeven worden. Alleen als het aanbod kwalitatief niet past bij de vraag zal er aanbod overblijven. Het gaat dat om een kwalitatieve mismatch, in plaats van een kwantitatieve. Periode 2021 en verder: Na 2020 kan verder worden uitgegeven op die terreinen die dan nog beschikbaar zijn waaronder nog een klein deel van het bestaande aanbod en herstructurering. Conclusie De Netwerkstad Twente heeft als geheel voldoende ruimte beschikbaar en gereserveerd in de diverse categorieën bedrijventerreinen (bestaand – herstructurering – harde plannen – zachte plannen) om in de verwachte vraag tot 2040 te kunnen voorzien. Per gemeente zijn er echter verschillen. Dit betekent dat er regionaal zorgvuldig geprogrammeerd zal moeten worden om het bestaande aanbod zo optimaal mogelijk voor de bedrijven in de Netwerkstad als geheel te kunnen inzetten.Van een forse kwantitatieve overprogrammering aan harde plannen is in de Netwerkstad geen sprake, te meer daar de kwalitatieve marktvraag complex is en niet exact is in te schatten voor de langere termijn.
4.1.4 Provinciaal Grondfonds De intentie is om tot een pilot provinciaal grondfonds te komen. De vorm en inhoud van het fonds is nog in ontwikkeling. Zodra de inhoud en spelregels ervan bekend zijn kan een goede inschatting worden gemaakt welk locaties binnen Netwerkstad Twente hiervoor in aanmerking komen. Daarbij spelen behalve programmatische ook financiële en boekhoudkundige overwegingen een rol.
4.1.5. Strategisch programmeren in de toekomst De behoefte en vraag ontwikkelen zich zowel kwantitatief als kwalitatief. Gezamenlijk strategisch programmeren betekent dat periodiek de programmering herijkt wordt. De vraag- en aanbodverhouding zal tussen 2020-2024 een kantelpunt laten zien, maar wanneer en hoe is nu nog niet exact aan te geven. Beslissingen over het uit de markt nemen van terreinen door bestemmingsplannen om te zetten naar groene bestemmingen, ligt daarom nu niet voor de hand. Uitfasering van betreffende terreinen kan wel aan de orde zijn.
- 38 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Juist vanwege het strategisch, meer op korte termijn programmeren, nemen we geen voorschot meer op toekomstig te ontwikkelen terreinen. Op basis van regelmatige monitoring en programmering zullen de toekomstige ontwikkelingen in gang gezet worden. Als er voldoende vraag blijkt te zijn, zal in ieder geval Jufferbeek-Noord worden ontwikkeld. Om op tijd de goede voorraad beschikbaar te hebben is monitoring en actualisatie van vraag- en aanbodanalyses elke drie jaar zinvol ten behoeve van een goede planning van uitgeefbare terreinen. 4.1.6 Strategische voorraad als planningsinstrument Eenstrategische voorraad is geen onderdeel van de totale ruimtevraag. Feitelijk gaat het om aanbod aan bedrijfsruimte dat beschikbaar moet zijn om de vraag op te kunnen vangen in de periode tussen start van de ontwikkeling en de uiteindelijke oplevering van een bedrijventerrein. Zodra het werkelijke totale aanbod kleiner is dan de strategische voorraad is het raadzaam om de ontwikkeling van nieuw aanbod op te starten. Hoe groot moet die voorraad dan zijn om te voorkomen dat er (tijdelijk) geen of te weinig aanbod is? In onderstaande figuur wordt uitgegaan van de ruimtevraag tot 2020, de (theoretische) gemiddelde jaarlijkse uitgifte en de in het Actieplan Bedrijventerreinen2004-2006 (Min. EZ, 2004) gestelde vuistregels. Tweemaal de gemiddelde jaarlijkse vraag dient direct beschikbaar te zijn. Zesmaal de gemiddelde jaarlijkse behoefte moet in bestemmingsplannen beschikbaar zijn om het direct uitgeefbare aanbod snel te kunnen aanvullen. In figuur 4.4 wordt de gemiddelde uitgifte op basis van de prognose vergeleken met de gemiddelde historische uitgifte van de afgelopen tien jaar. Met een voorraad van 360 ha. waarvan 80 ha. in bestaand aanbod in harde plannen voldoet de Netwerkstad aan een voldoende groot strategische voorraad. Figuur 4.4 Benodigde strategische voorraad in netto hectares voor Netwerkstad Twente Strategische Ruimtevraag 2011Gemiddelde jaarlijkse Gemiddelde jaarlijkse historische uitgifte voorraad 2020 (TM-scenario) uitgifte prognose 20112020 (10 jaar) 2005-2012 (8 jaar) 265 ha 26,5 ha 18,7 ha 75 ha
4.2 Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid Bedrijventerreinen leggen een grote claim op de weinige ruimte die we in Nederland en meer in het bijzonder in Twente hebben. Duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit vormen de rode draden in de Omgevingsvisie van de provincie Overijssel.De provincie heeft de ambitie om essentiële gebiedskenmerken te verbinden met nieuwe ontwikkelingen. Deze gebiedskenmerken vormen het uitgangspunt. Ruimtelijke kwaliteitwordt gedefinieerd als het – bedoeld en onbedoeld – resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is. Duurzaamheidwordt gedefinieerd als een duurzame ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid De Netwerksteden hebben zich tot doel gesteld door op de bestaande en de nieuw te ontwikkelen bedrijfsterreinen de landschappelijke kenmerken zoveel mogelijk te handhaven.
- 39 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Vele uren per dag vormen bedrijventerreinen de leefomgeving voor grote aantallen mensen. Aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit en de openbare aspecten van deze gebieden is dan ook van belang. Imago en uitstraling van het bedrijf en het terrein zijn voor veel ondernemers en voor het vestigingsklimaat belangrijk. Ook voor werknemers wordt het bedrijfsterrein aantrekkelijker om te verblijven. Medewerkers lopen vaak een rondje in hun pauze en dan is het prettig als een bedrijventerrein er goed uitziet. Goed ingerichte bedrijfsterreinen die zo mogelijk in het landschap worden ingepast (een parkachtige opzet), goede fietsverbindingen hebben en waarbij wordt ingezet op gestructureerd parkeren zijn aantrekkelijk en functioneren in economische zin beter. Het bedrijfsterrein wordt in de toekomst veel meer een werklandschap dat duurzaam is opgezet. Leefbaarheid wordt dus meegenomen in de (her)ontwikkelingsplannen voor bedrijventerreinen. Duurzaam Toch kan er een spanningsveld ontstaan: bedrijfsterreinen/werklandschappen zijn vooral bedoeld om bedrijvigheid te huisvesten die vanwege milieu- of verkeersaspecten niet in een woon- of centrumomgeving thuishoort. Aan bedrijven moet voldoende ruimte kunnen worden geboden om ook de bedrijvigheid in zwaardere milieucategorieën te kunnen huisvesten. Zowel voor bestaande als nieuwe bedrijfsterreinen krijgen duurzaamheidaspecten in toenemende mate de aandacht. De gemeenten hebben duurzaamheidsbeleid of er is beleid in wording. Ook in de in 2013 opgestelde Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente wordt aandacht besteed aan duurzaamheid. Als belangrijke thema’s worden genoemd: • Energiebesparing en lokale hernieuwbare energieopwekking in de gebouwde omgeving; • Grootschalige (duurzame) energieproductie en distributie; • Commercialisering van innovatieve en schone energietechnologie; • Mobiliteit en transport. Elk van de vijf Netwerkstadsteden zet in op energiebesparing. Daarbij valt te denken aan het warmtenet Hengelo, het inzetten op het verminderen van uitstoot CO-2 in Almelo en Enschede en drie gemeenten (Enschede, Almelo en Oldenzaal) hebben een energieloket speciaal voor bedrijven. Hier wordt advies gegeven over energieverbruik en advies over mogelijkheden met betrekking tot subsidies en belastingaftrek bij investeringen in energiebesparing. Op dit moment kan het MKB tegen een gereduceerd tarief een energiescan laten uitvoeren en krijgen ze een advies op maat. (dit alles weer met subsidies van provincie). Gemeenten gaan meer inzetten op energiebesparing bij controle en handhaving en bij vergunningverlening. Naast energiebesparing wordt in de steden ook het gebruik van duurzame energie gestimuleerd zoals zonnepanelen, Warmte- Koude opslag (WKO), en koude uit Leemslagenplas zoals in Almelo (zijn bezig met aanbestedingstraject.). In Oldenzaal wordt voor haar rekening voor het energiebewust ontwerpen op Jufferbeek Zuid een adviseur aan ondernemers aangeboden. Op de bedrijfsterreinen, zowel de bestaande als de nieuwe, worden maatregelen getroffen op het gebied van infiltratie schoon hemelwater en het afkoppelen van verhard oppervlak en wordt gebruik gemaakt van bestaande waterlopen en realisatie van waterbergingsgebieden. Zo ontstaan er duurzame watersystemen Zorgvuldig ruimtegebruik De steden streven naar zorgvuldig ruimtegebruik en vergroting van de ruimtelijke kwaliteit. Met betrekking tot dit laatste zijn voor de nieuwste bedrijfsterreinen zoals De Veldkamp, Het Hazewinkel Noord West, Usseler Es en Jufferbeek Zuid beeldkwaliteitplannen opgesteld. Daarin wordt veel aandacht besteed aan kwaliteitskenmerken van de gebouwen, maar ook met betrekking tot de inrichting van de private kavels en de openbare ruimte. De natuurlijke waardevolle elementen worden zoveel mogelijk gespaard, daar waar nodig versterkt of er wordt nieuwe natuur gerealiseerd. Met al deze ingrediënten is een hoge kwaliteit bedrijventerrein
- 40 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
afgegeven. Nieuwbouwplannen en de bijbehorende inrichtingsplannen worden aan het beeldkwaliteitplan getoetst. Het plannen van nieuwe bedrijfsterreinen wordt in de Netwerkstad afgestemd. De grootste vraag bestaat naar ‘gemengd bedrijventerrein’. Ter ondersteuning van specifieke ambities en profilering is gezamenlijk gekozen voor de ontwikkeling van werklocaties met een eigen profiel, bijvoorbeeld: • XL Businesspark, geheel gericht op grote ruimtevragers, ook zeer geschikt voor (watergebonden) transport en logistieke bedrijven; • Kennispark Enschede (business- en sciencepark): gereserveerd voor hightech bedrijven met vraag naar een kantoor(achtig) pand; • Luchthavengebonden bedrijvigheid bij de Luchthaven Twente; • Hart van Zuid: kantorenlocatie en business-district; • Herontwikkeling Thales-terrein ten behoeve van hightech maakindustrie
4.3 Kwaliteitsbeheer Bedrijventerreinen zijn belangrijk voor de economische ontwikkeling van de regio maar staan niet op hoog op de prioriteringslijst bij beheer en onderhoud van de ruimte en gebouwen. Om de terreinen aantrekkelijk te houden, tijdig mee te laten gaan in veranderingen in vestigingseisen en dus toekomstige grootschalige herstructurering te voorkomen, is beheer essentieel. Hiervoor zijn meerdere instrumenten in te zetten (bijvoorbeeld parkmanagement, BIZZ, kwaliteitsscans) en is samenwerking tussen de belanghebbenden belangrijk. In de Netwerkstad wordt al een mix aan instrumenten ingezet, afhankelijk van de karakteristieken van het terrein en wensen van de ondernemers. Er is met name ervaring opgedaan met parkmanagement op nieuw uit te geven terreinen maar ook met uitgifte in erfpacht zodat de gemeente in de toekomst grip houdt op de gronden. Op een aantal (bestaande) terreinen hebben de ondernemers zelf het beheer georganiseerd via een ondernemersvereniging. In de Netwerkstad is parkmanagement aanwezig op de terreinen XL Businesspark (Almelo), De Veldkamp (Borne), Hardick en Seckel, Roombekerveld, Euregio bedrijvenpark, Josink Es, Marssteden en straks Usseler Es (Enschede), Twentekanaal, Oosterveld, Veldkamp, Westermaat-Plein en Westermaat Campus (Hengelo), Hazewinkel Noord-west en Jufferbeek Zuid. Daarnaast wordt gezamenlijke beveiliging georganiseerd via de ondernemersverenigingen op de meeste overige terreinen.
Instellen van parkmanagement op bestaande terreinen verloopt stroef. Er is geen deelname afdwingbaar en welwillende ondernemers komen zodoende voor hoge kosten te staan. In Hengelo zou in 2010 een ondernemersfonds worden ingesteld voor de bekostiging van de parkmanager en de activiteiten voor veiligheid en collectieve inkoop. Dit is helaas niet doorgegaan. Ook in de andere Netwerkstadgemeenten zijn pogingen ondernomen om interesse te wekken voor parkmanagement op bestaande terreinen. Daarbij wordt de herstructurering van een terrein (bijv. op de Molenkamp en het Havengebied) aangegrepen om een vorm van parkmanagement te bewerkstelligen waarbij de focus vooral gelegd wordt op duurzaamheid. Op het gebied van parkmanagement zijn dus al vele stappen gezet, met verschillend resultaat. Er is hier nog het nodige te behalen om de voortzetting te garanderen en de doelstelling te behalen. Regionale samenwerking (uniformiteit van dienstverlening en organisatievormen), uitbreiding van het aanbod (duurzaamheid, digitale diensten) en sterker betrekken van partners (provincie, Oost NV etc.) kunnen hierbij helpen.
- 41 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
4.4 Gronduitgifteprotocol De Netwerkstadsteden hanteren een uitgifteprotocol dat garanties biedt voor een zorgvuldig en efficiënt grondgebruik. Belangrijke elementen daarin zijn: • Grond wordt pas definitief geleverd als alle vergunningen zijn verleend; • Verplichting om binnen vastgelegde periode bouw te realiseren; • Mogelijkheid om de grond terug te vorderen als er niet is gebouwd. In principe wordt er gehandeld volgens de SER-ladder. Daarbij wordt, voordat er sprake is van uitgifte van nieuw terrein, eerst nauwkeurig bezien of de uitbreidingsvraag niet ter plekke kan worden opgelost, eventueel met medewerking van buurbedrijven. Vervolgens wordt bekeken of bestaande gebouwen en percelen beschikbaar zijn die geschikt zijn of geschikt zijn te maken. Pas in laatste instantie vindt uit uitgifte van nieuw terrein plaats. Vanzelfsprekend moet een bedrijf voldoen aan de eisen die voor het betreffende terrein worden gesteld. Kortom inbreiding gaat voor uitbreiding. Binnen Netwerkstad wordt al enkele jaren gewerkt op het gebied van de grondprijs. Het gaat hier niet om collectieve afspraken voor grondprijs(verhoging) maar om de berekeningswijze van de kavelprijs. De in Nederland veel besproken kwestie over te lage grondprijzen (verkopen onder de kostprijs) speelt niet in de Netwerkstad. Het hanteren en regelmatig bijstellen van marktconforme prijzen (minimaal de kostprijs) is in de Netwerkstad al geëffectueerd.
4.5 Fysieke en digitale bereikbaarheid Met de Economische Motor Twente (2012) en de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente (2013) is een duidelijke lijn uitgezet voor de economische ontwikkeling van onze regio. Een goede bereikbaarheid voor personen en goederen is een basisvereiste voor de economie van de Netwerkstad en Twente als geheel. In het verband van Regio Twente wordt ingezet op een robuust en betrouwbaar netwerk van externe en interne verbindingen, in alle modaliteiten. De sterke (groei)sectoren zullen voor een groot deel ook hun ruimte vragen op de bedrijventerreinen. Zowel via de stimulering van HTSM (denk aan de innovatieve industrie bij Thales, Stork, Apollo Vredestein, etc.) als de logistieke sector neemt de druk op de ruimtevraag toe maar ook op de bereikbaarheid. De export in Twente groeit bijvoorbeeld al vele jaren sneller dan in de rest van Nederland. De (internationale) uitgangspositie van Twente is goed door haar strategische ligging aan snelweg, spoorweg, vaarwater en luchtverkeer. De A1 verbindt de Randstad en Twente met Duitsland en Noord- en Oost-Europa. Niet alleen over de weg, maar ook over water is Twente goed ontsloten: het telt enkele grote binnenhavens, waarvan de haven in Hengelo één van de grootste is van Nederland. Deze beschikt over de modernste watergebonden inlandcombiterminal van Nederland. De (HSL) Berlijnlijn, CST en het onderliggend spoornet zorgen voor goede (inter)nationale spoorverbindingen. Twente is daarmee een kansrijke schakel voor mainports in hun toegang naar Duitsland en Noord- en Oost-Europa en omgekeerd. De aanwezige voorzieningen en infrastructuur van de Luchthaven bieden mogelijkheden de (inter)nationale bereikbaarheid verder te vergroten. De A1, de Twentekanalen en de Berlijnlijn zijn onderdeel van het Trans-Europees Netwerk (TEN-T). Dit netwerk omvat de belangrijkste vervoersassen (weg, water, spoor) in Europa en verbindt de belangrijkste economische gebieden in Europa met elkaar. De Oost-West Corridor door Twente behoort tot de tien belangrijkste corridors in het TEN-T. Naast de (inter)nationale bereikbaarheid is ook de regionale en lokale bereikbaarheid van belang: Twente fungeert als een daily urban system, waarin wonen, werken, recreëren en verplaatsen
- 42 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
steeds meer op regionaal schaalniveau plaatsvinden. Om de bedrijventerreinen bereikbaar te houden voor bijvoorbeeld werknemers en goederen zijn goede alternatieven voor het toenemende wegverkeer noodzakelijk en wordt gewerkt aan verbetering van de (H)OV, fietswegen maar ook stadsdistributie. Niet alleen de fysieke bereikbaarheid maar ook de digitale is belangrijk voor economische groei. De hoeveelheid data die wordt gestuurd en ontvangen groeit explosief. Steeds meer nieuwe diensten worden op het netwerk aangeboden. Het beschikbaar zijn van glasvezel is essentieel voor bedrijven. Zij hebben belang bij goede beschikbaarheid en goede toegankelijkheid voor hun ICT toepassingen. De Netwerkstad zet in op: • Synchro-modaliteit, dat wil zeggen: optimale afstemming tussen de verschillende vervoersmogelijkheden, kan de regio goed profiteren van de verschillende goederenstromen die het gebied doorkruisen; • Een verdiept en verruimd Twentekanaal, zowel in de richting van Almelo en XL Business Park als naar Hengelo en Enschede. Het doorzetten van de plannen voor verruiming naar CEMT-klasse Va is topprioriteit en maakt de weg vrij voor meer transport over water; • Meer natte bedrijventerreinen. Op bedrijvenpark Twentekanaal is via herstructurering ruimte gecreëerd (4,5 hectare) voor uitbreiding van containeropslagcapaciteit. Op het XL Businesspark Twente wordt een kade aangelegd en een tweede containerterminal voor Twente. Het Havengebied in Enschede wordt heringericht en er worden extra kades aangelegd. Hengelo beschikt over de modernste watergebonden inland-combiterminal van Nederland. Uiteindelijk resultaat is dat naar verhouding minder vracht van en naar Rotterdam per as wordt vervoerd ten gunste van transport over water; • verbeteren van de bereikbaarheid van de vestigingslocaties van bedrijven (Innovatiedriehoek, XL businesspark, Twentekanaal, stations en binnensteden) via de stadsassen vanaf de A1 en de A35 en de verdere uitbouw van het Agglonet. De (HSL) Berlijnlijn, CST en het onderliggend spoornet zorgen voor goede (inter)nationale spoorverbindingen. Luchthaven Twente zorgt voor een nieuwe modaliteit voor personen en in beperkte mate – goederenvervoer; • Stadsdistributie:Enschede heeft een start gemaakt met goederendistributie van de bedrijventerrein naar de binnenstad. Dus geen verschillende grote vrachtwagens van verschillende ketens meer in binnenstad maar alles naar een gebouw op bedrijventerrein en van daaruit een elektrische vrachtauto naar binnenstad die op terugweg bijvoorbeeld weer karton meeneemt of retourzendingen. Binnen de regio wordt bekeken of dit voor andere steden interessant is; • De gemeenten stimuleren de aanleg van glasvezel (via zgn. open netwerken) op de bedrijfsterreinen.
4.6 Regionale samenwerking Vanuit de samenwerking van de Netwerksteden is in het voorjaar van 2013 bestuurlijk opdracht gegeven om intensivering van de samenwerking van de afdelingen EZ te onderzoeken en vorm te geven. In de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente (2013) is dit opgenomen onder ‘Excellente Overheid’ en is opdracht gegeven tot een plan van aanpak en de opstart van de intensivering van de samenwerking. Op veel gebieden wordt echter al intensief samengewerkt. De totstandkoming van de bedrijventerreinenvisie in 2010 is hiervan een voorbeeld. Met betrekking tot samenwerking op het gebied van accountmanagement is een aantal jaren geleden, naar aanleiding van het eerste rapport Bedrijventerreinenvisie, al een aanzet gegeven.
- 43 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Binnen de Regio Twente is er actief beleid voor innovatie, de Innovatiesprong, met het Innovatiefonds. Op het gebied van bedrijventerreinen is er geen samenwerking of afstemming.
4.7 Acquisitie Samen met Kennispark Twente en Port of Twente wordt gerichte en succesvolle bedrijfsacquisitie opgezet. In het voorjaar van 2013 is de aftrap geweest. De vijf Netwerkstadsteden richten samen een digitaal acquisitieloket in waar alle vragen over bedrijfshuisvesting worden verzameld en beantwoord. Hiervoor wordt optimaal gebruik gemaakt van digitale hulpmiddelen, in combinatie met de typisch Twentse persoonlijke benadering: iedere lead krijgt een eigen contactpersoon. Naast de focus op het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid door acquisitie, moeten gemeenten veel aandacht besteden aan accountmanagement en dienstverlening gericht op bestaande bedrijven. De accountmanagers van de vijf steden komen elke maand bijeen om informatie uit te wisselen en zaken op elkaar af te stemmen.
4.8 Monitoren De behoefte aan en vraag naar werklocaties ontwikkelen zich, zowel kwantitatief als kwalitatief. Gezamenlijk strategisch programmeren betekent dat periodiek de programmering herijkt wordt.De vakwethouders zullen eens per jaar - op basis van de actuele ontwikkelingen - het programma beoordelen en zo nodig bijstellen, inclusief de locatiekeuzes. Eens per vier jaar wordt er een nieuwe vraaganalyse gemaakt op basis waarvan het gezamenlijke ontwikkelprogramma voor de jaren erna vastgesteld wordt. Bij deze herijking worden de afspraken die gemaakt zijn om tot een gezamenlijk vertrekpunt te komen, in stand gehouden tenzij de actuele vraagontwikkeling het noodzakelijk maakt daarin aanpassingen te doen. Bij de jaarlijkse monitoring wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit de IBIS-enquête, de Vastgoedmonitor en het Vestigingenregister.
- 44 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Begrippenlijst
Bedrijventerrein een werklocatie van minimaal 1 ha bruto bestemd en geschikt voor gebruik door handel, nijverheid en industrie. Op deze terreinen kan ook enige commerciële en niet-commerciële dienstverlening (zoals kantoorgebouwen, detailhandel) aanwezig zijn, maar deze hebben samen een minderheidsaandeel in de terreinoppervlakte. De volgende terreinen vallen er niet onder: een zeehaventerrein, een economische zone, een kantorenlocatie, een terrein voor grondstoffenwinning, een terrein voor olie- en gaswinning, een terrein voor waterwinning, een terrein voor agrarische doeleinden, een terrein voor afvalstort (IBIS 2013). Economische zone een werklocatie van minimaal 1 ha bruto bestemt en geschikt voor commerciële en nietcommerciële dienstverleningdienstverlening of bedrijvigheid in een specifieke sector. Op deze terreinen kan ook enige handel, nijverheid en industrie aanwezig zijn, maar deze hebben samen een duidelijk minderheidsaandeel in de terreinoppervlakte. Onder economische zones vallen terreinen met een van de volgende (of combinaties van) functies zoals: Retail, meubelboulevards Onderwijslocaties Zorglocaties Platformgebonden bedrijvigheid Agribusinesscomplexen (IBIS 2013). Arbeidsvolume De hoeveelheid arbeid die is ingezet in het productieproces uitgedrukt in arbeidsjaren. Werknemers, die een deeltijdbaan hebben tellen slechts mee voor het gedeelte dat ze hebben gewerkt (www.economische begrippen.nl). NIEGG Dit betreft de gronden die door de gemeente anticiperend of strategisch zijn aangekocht. Een vastgesteld plan inclusief grondexploitatie is nog niet aanwezig. Het reëel en stellig voornemen dat de grond op termijn wordt ontwikkeld dient te blijken uit het raadsbesluit op basis waarvan de grond is verworven.
- 45 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 46 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlagen 1 2 3 4 5
Korte en middellange termijnraming vraag naar bedrijventerreinen Netwerkstad Twente, Ecorys, juni 2013 Actualisatie ruimtevraag natte terreinen tot 2040, Ecorys, 2013 CPB-scenario’s nader toegelicht Toedelingsschema Gezamenlijk programmeren korte en middellange termijn. Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad, Ecorys 2013
- 47 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlage 1
Korte en middellange termijnraming vraag naar bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
Aan:
Werkgroep bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
Van:
Gerlof Rienstra en Joost de Koning
Onderwerp
Korte en middellange termijnraming vraag naar bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
Datum:
28 juni 2013
Onze ref.
cfm. verzoek
Achtergrond In het rapport ten behoeve van de herijking van de bedrijventerreinenvisie is een raming gemaakt van de vraag op de lange termijn. Het gaat daarbij om de perioden 2011-2020, 2021-2030 en 2031-2040. In de raming staat centraal of er voldoende aanbod of planvoorraad beschikbaar is om de in deze raming verwachte vraag te kunnen accommoderen. Daarbij is zoals afgesproken tussen Rijk, provincies en gemeenten het TM-scenario (Transatlantic Market) van het CPB leidend in de vraaganalyse. Het bestaande aanbod, ruimtewinst uit herstructurering, eventuele harde en zachte plannen worden daarna in het allocatiemodel kwantitatief en kwalitatief gekoppeld aan de ruimtebehoefte (autonome vraag + frictie + transformatie), rekening houdend met een strategische voorraad als buffer bij hoogconjunctuur. Daarnaast is er voor het project strategisch programmeren behoefte aan een vraagraming op de korte en middellange termijn. In dit memo worden de aanpak en de resultaten van deze nieuwe vraagraming behandeld. Onderbouwing aanpak Het verzoek van de Netwerkstad leidt tot een aantal aanpassingen in het ruimtelijk-economisch model REPROG van Ecorys gericht op deze vraagraming: - Schatting van de werkgelegenheid in de Netwerkstad Twente in de jaren 2011 en 2012, op basis van: a. de volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde per sector 2011-2012, b. het aantal banen in 2011 per gemeente en de regio, c. de verhouding tussen het aantal banen en fte per sector in 2011, d. de sectorsamenstelling in 2011, e. de verwachte arbeidsproductiviteit in 2012, en f. het werkgelegenheidsaandeel van de Netwerkstad in de regio Twente in 2012. - Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente in de jaren 2013 en 2014, op basis van de meest recente nationale ramingen van het CPB (Policy brief, 6 juni 2013) - Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente in de periode 2015-2020 op basis van de twee CPB-scenario’s die vanaf 2008 de werkgelegenheidsontwikkeling in Nederland het beste benaderen, namelijk Regional Communities (RC) en Strong Europe (SE). Daarmee wordt voor de korte en middellange termijn de meest realistische benadering gekozen die gebruikt kan worden om de komende jaren prioriteiten te stellen als het gaat om ontwikkelen, uitfaseren of afstoten.
- 48 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Resultaten In 2013 en 2014 zal de werkgelegenheid, evenals dat het geval is geweest in 2012, verder dalen. Een en ander wordt duidelijk in de volgende tabel: Tabel 1: Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2011-2014 Regio
2011
2012
2013
2014
Netwerkstad Twente
147,2
144,9
142,8
141,8
Bron: eigen berekeningen Ecorys o.b.v. CBS (2011-2012) en CPB (2013-2014)
Voor de middellange termijn is er sprake van een bandbreedte op basis van de twee op dit moment meest realistische scenario’s. Deze kunnen als volgt worden weergegeven: Tabel 2: Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2015-2020 in de Netwerkstad Twente WLO-scenario
2015
2020
Regional Communities (RC)
141,5
141,3
Strong Europe (SE)
142,1
143,5
Bron: eigen berekeningen Ecorys o.b.v. CPB Welvaart en Leefomgeving (2006)
In het RC-scenario zet de daling van de werkgelegenheid zich verder voort, al gaat het in totaal maar om een verlies van 500 arbeidsjaren. Daarentegen herstelt de werkgelegenheid zich licht in het SE-scenario. Ook hier gaat het om een beperkte groei van 1.400 arbeidsjaren. Ter vergelijking, in het TM-scenario gaat het in deze korte en middellange termijnraming om een groei van 1.700 arbeidsjaren (van 142,2 naar 143,9) Vervolgens richten we ons op de gevolgen voor de ruimtebehoefte. In deze raming maken we van dezelfde locatietypevoorkeur en ruimte intensiteit gebruik als we bij de lange termijn hebben gedaan. Tabel 3: Autonome ruimtevraag bedrijventerreinen 2013-2020 in de Netwerkstad Twente, in ha. * WLO-scenario Cluster
Regional
Strong Europe
Communities
Industrie en bouw
25
30
Transport, groothandel en distributie
35
35
Consumentendiensten
20
20
Dienstverlening
45
45
Totaal
125
130
*Afgerond op 5-tallen Bron: SPECTRA
De verschillen tussen de twee scenario’s zijn onderling klein. In vergelijking met het TM-scenario voor de lange termijn (235 ha.) is de autonome ruimtevraag fors lager. Verder valt op dat de clustersamenstelling in de ruimtebehoefte verandert. In deze twee scenario’s is de ruimtebehoefte van de lokale en regionale verzorgende werkgelegenheid veel belangrijker dan in het TM-scenario, waar logistiek en industrie domineren. Deze verzorgende bedrijven zullen vooral belangstelling hebben voor gemengde terreinen in de eigen gemeente.
- 49 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlage 2
Actualisatie ruimtevraag natte terreinen tot 2040 (Ecorys, 2013)
We baseren de marktvraag naar ruimte voor natte terreinen (bestemd voor kadegebonden en watergerelateerde bedrijven) in de regio Twente op de prognose voor de goederenoverslag en de ruimteproductiviteit. Deze methode biedt naar onze mening de meest betrouwbare raming voor dit type bedrijvigheid. Voor de goederenoverslag zijn landelijke groeiscenario’s beschikbaar die wij vertaald hebben naar de regio Twente en in eerdere studies getoetst zijn bij marktpartijen. Onder ruimteproductiviteit verstaan we de feitelijk geproduceerde of vervoerde eenheden per hectare per jaar. Op basis van ruimteproductiviteit vertalen we de groei van bulkgoederen in tonnage in een groei in hectares. De vraag naar natte bedrijventerreinen komt van bedrijven die voor het transport van goederen (mede) afhankelijk zijn van vervoer over water. Deze bedrijven hebben behoefte aan een eigen kavel, direct aan het water en worden kadegebonden genoemd. Het vervoer van deze bedrijven over water betreft voornamelijk bulkgoederen. Andere kadegebonden bedrijven zijn overslagbedrijven en terminals. Daarnaast zijn er bedrijven die wel gebruik maken van goederenvervoer over water, maar niet zelf een kade nodig hebben. Dit betreft vooral bedrijven die goederen per container vervoeren of stukgoederen, zoals grote constructies. Deze bedrijven vestigen zicht het liefst nabij een kade of bij een (container)terminal. Dit zijn haven- of kadegerelateerde bedrijven die zich ook op natte bedrijventerreinen vestigen. Aanbod van natte terreinen in Twente
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de beschikbare terreinen voor kadegebonden bedrijven binnen Twente. Daarnaast zijn er laad- en loskades in Vroomshoop, maar deze wordt niet meer gebruikt voor goederenoverslag. Tabel 1. Gemeente
Overzicht beschikbare terreinen voor kadegebonden bedrijven in regio Twente Terrein Kade (openbaar) m. Netto oppervlak
Nog uitgeefbaar
Hengelo
Twentekanaal
2200 (700)
306,3
24,46
Almelo
Buitenhaven
400 (400)
17,37
1,92
1410 (1000)
40,44
4,62
330 (80)
174,11
1,56
380 (380) in aanleg
10 (nat terrein)
10
Dollegoor Bedrijvenpark Twente XL Businesspark Enschede
Havengebied
1100 (300)
133,8
1,4
Hof van
Schneiderbos I II (Delden)
300 (155)
17,3
0
Haven Twentekanaal (Goor)
800 (800)
30
0,3
310 + insteek (310)
14
0
Twente
Twentekanaal (Markelo)
Bron: cijfers gemeentes, Binnenhavenvisie Twente (Ecorys, 2008), Havenatlas Twente (BCI, 2010), IBIS (2012),
- 50 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
In totaal is er momenteel nog ruim 44 hectare terrein uitgeefbaar, voornamelijk in Hengelo en op het XL Businesspark (Almelo). Ruimtevraag kadegebonden kavels
Voor kadegebonden bedrijven hebben we o.b.v. de prognose van de (bulk)goederen de ruimtebehoefte bepaald. Hierbij is een update gemaakt van de prognoses die Ecorys eerder voor de Binnenhavenvisie Twente (2008) en de Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010) heeft opgesteld. Deze update is in lijn met de analyse die in 2012 voor XL Businesspark is opgesteld. In deze visie en capaciteitsanalyse is, zoals gebruikelijk bij goederenstroomramingen, gebruik gemaakt van de lange termijn scenario’s Global Economy (GE) en Strong Europe (SE). Voor goederenstromenramingen bestaat geen TM- en RC-scenario zoals het CPB heeft opgesteld voor de ontwikkeling van werkgelegenheid en toegevoegde waarde.
Overslag in mln. ton
Figuur 1.
Overslag van bulkgoederen per binnenvaart in Twente (mln. ton) 2001-2009 en prognoses 2020 (GE en SE scenario)
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2000
2005
2010
2015
jaar
2020 SE
GE
Bron: Ecorys.
De overslag van bulkgoederen in Twente is de afgelopen jaren verder doorgegroeid, zoals uit bovenstaande figuur blijkt. De gerealiseerde overslag is binnen de bandbreedte van beide prognoses (SE- en GEscenario), maar benadert (tot en met 2009) het groeipad van het scenario met de hoogste groei, GE. De huidige crisis zorgt voor een afzwakking van de groei, maar er is geen aanleiding om de prognoses voor 2020 aan te passen.
De huidige prognose voor 2020 is een verwachte overslag van 6,2 tot 6,8 miljoen ton bulkgoederen en stukgoed (dus exclusief containers). Dit is iets lager dan de bedrijven in 2008 verwachte 7 miljoen ton, maar nog in lijn met de prognose uit - 51 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
de Binnenhavenvisie Twente (2008) en Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010). Tabel 2.
2010 2020 SE 2030 SE 2040 SE 2020 GE 2030 GE 2040 GE
Extra ruimtevraag natte terreinen o.b.v. ruimteproductiviteit Overslag Groei t.o.v. 2010 Ruimteproductiviteit (mln.ton) (mln. ton)* (ton/ha.) 5,4 26.600 6,2 0,8 29.383 6,4 1,0 30.886 6,7 1,2 32.465 6,8 1,4 35.748 7,6 2,2 37.576 8,5 3,0 43.620
Extra ruimtevraag (ha) 26 32 38 39 59 70
e
* door afrondingsverschillen kan dit getal iets afwijken van het verschil uit de 2 kolom. Bron: Ecorys.
Vertaling van de verwachte groei in goederenoverslag tot 2020 (o.b.v. de WLOscenario’s) in hectares levert een nieuwe ruimtevraag op van 26 tot 39 hectare tot 2020. Na 2020 blijft er extra ruimtevraag, maar het tempo neemt af in vergelijking met de periode tot 2020. Deze vertaling is gemaakt door gebruik te maken van de ruimteproductiviteit, de goederenoverslag /verwerking (in tonnen) per uitgegeven natte hectare. Deze ruimteproductiviteit op watergebonden bedrijventerreinen neem toe in de toekomst. De intensivering van het ruimtegebruik op de Twentse natte terreinen verschilt per toekomstscenario en is sterk afhankelijk van het type bedrijvigheid. Basis is de Twentse ruimteproductiviteit in 2010. Ruimtevraag haven-/ kadegerelateerde kavels Havengerelateerde bedrijven maken vooral gebruik van containervervoer over water. De gerealiseerde containeroverslag in Twente (bij CTT in Hengelo) overtreft de eerdere prognose uit de Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010), zie onderstaande figuur. De groei van de containeroverslag was de afgelopen jaren hoger dan het groeipad van de twee scenario’s aangeeft (voor 2020 65 tot 109 duizend TEU). Naar onze mening is verdere groei mogelijk, gezien de recente uitbreiding van kade en faciliteiten van CTT in Hengelo en de afspraken van Havenbedrijf Rotterdam met de containerterminals op Maasvlakte 1 en 2 over (veel) meer vervoer per binnenvaart. Dit vormt een goede basis voor verdere ontwikkeling. Bovendien maakt een hoge frequentie van aangeboden diensten de regio aantrekkelijk. De meest recente prognoses uit de studie Multimodaal internationaal containernetwerk (NEA/TNO, 2012) gaan uit van 0,34 tot 0,54 mln. TEU aan overgeslagen containers in 2040.
- 52 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Figuur 2
Overslag van containers per binnenvaart in Twente (10.000 TEU) 2001-2009 en prognoses 2020 (GE en SE scenario)
Overslag in TEU
250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0 2000
2005
2010
2015
2020
jaar SE oud
GE oud
SE nieuw
GE nieuw
Bron: Ecorys.
Voor havengerelateerde bedrijven is geen rechtstreekse vertaling van de overslag in containers naar de ruimtevraag te maken. Deze vraag betreft vooral vestigende bedrijven van buiten de regio, in het bijzonder grote logistieke dienstverleners en Europese distributiecentra. De regio kent een belangrijk concurrentievoordeel voor de goederenstromen vanuit de mainports richting Noord-Duitsland (Bremen, Hamburg) en Scandinavië. De uitbreiding van voorzieningen zoals de containerterminal is daar mede debet aan. Het is belangrijk om te beseffen dat de belangrijkste logistieke hot spot in Nederland, West-Brabant, ook nog maar recent die status heeft verworven door de combinatie van een gunstige ligging, een goede bereikbaarheid, ruimte voor logistieke activiteiten en een actief acquisitiebeleid. Voor grootschalige distributiecentra en logistieke dienstverleners is het XL Businesspark een logische vestigingsplaats binnen Twente. Conclusie Vertaling van de verwachte groei in goederenoverslag tot 2020 (o.b.v. de WLO-scenario’s) in hectares levert een nieuwe ruimtevraag op van 26 tot 39 hectare tot 2020. Na 2020 blijft er extra ruimtevraag, maar het tempo neemt af in vergelijking met de periode tot 2020. Een deel van de extra overgeslagen goederen zal terechtkomen bij de bestaande bedrijven. Met deze groei van de ruimteproductiviteit hebben we in de prognoses rekening gehouden. De overige groei komt van nieuwe vestigers of eventueel verplaatsing van bedrijven die voorheen nog niet aan een kade zaten en nu van plan zijn aan een kade te vestigen om goederen over water te vervoeren. Wij gaan er vanuit dat de aangegeven ruimtevraag additioneel is ten opzichte van de autonome ruimtevraag.
- 53 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
De terreinen in Hof van Twente (Overig regio Twente) zijn bijna volledig uitgegeven. Wij gaan er daarom vanuit dat de groei terecht komt op de beschikbare kavels in vooral Hengelo en op het XL Businesspark (dus in Netwerkstad Twente). Tabel 3 Overzicht ruimtelijke opgave voor natte bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (in netto hectares) Netwerkstad Twente 2011-2020 Additionele vraag natte kavels 26 tot 39 ha Totaal 26 – 39 ha.
- 54 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlage 3
CPB-scenario’s nader toegelicht
Hieronder volgt een korte toelichting op de vier vergezichten. Voor meer informatie raden we aan om de studie: “Welvaart en Leefomgeving, een scenariostudie voor Nederland in 2040” uit 2006 te raadplegen. In onderstaande toelichting is gekeken naar de kenmerken van elk van deze scenario’s tegen de achtergrond van de twee sleutelonzekerheden: 1) soevereiniteit versus samenwerking, en 2) publieke versus private aanpak van problemen. Global Economy In het scenario Global Economy breidt de EU zich nog verder naar het oosten uit. Naast Turkije worden ook landen als Oekraïne lid. De WTO-onderhandelingen zijn succesvol, en daar vaart de internationale handel wel bij. De deelnemende landen integreren echter niet in politiek opzicht. Internationale samenwerking op andere gebieden dan handelsvraagstukken mislukt. Net als in Transatlantic Market benadrukt de overheid in dit scenario de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Vergeleken met Transatlantic Market groeit de arbeidsproductiviteit in dit scenario nog extra door de sterke wereldwijde economische integratie. De groei van zowel de materiële welvaart als van de bevolking (vooral door immigratie) is in dit scenario dan ook het hoogst. Net als in Transatlantic Market komt er geen overeenkomst om grensoverschrijdende milieuvraagstukken aan te pakken. Dit en de wereldwijde hoge economische groei leiden tot forse milieuvervuiling. Wel leidt de hoge groei tot lokale milieu-initiatieven. Strong Europe In het scenario Strong Europe is er veel aandacht voor internationale samenwerking. De Europese instituties worden succesvol hervormd en landen geven een deel van hun soevereiniteit op. Daarmee wordt Europa een invloedrijke speler op het economische en politieke wereldtoneel, en internationale milieuvraagstukken kunnen gecoördineerd aangepakt worden. Europa doet enige concessies aan de Verenigde Staten, die daarna het Kyotoverdrag ratificeren. Turkije treedt toe tot de Europese Unie. Het sociaal-economisch beleid is net als in het scenario Regional Communities gericht op solidariteit en op een gelijkmatige inkomensverdeling, al vinden er wel enige hervormingen plaats. Door deze hervormingen, door hogere investeringen in onderwijs en onderzoek, en door de grotere markt groeit de arbeidsproductiviteit meer dan in Regional Communities. Ook de economische groei en de bevolkingsgroei, vooral door immigratie, zijn in dit scenario hoger. Transatlantic Market In het scenario Transatlantic Market wordt de uitbreiding van de Europese Unie geen politiek succes. Daarvoor hechten landen te veel aan hun soevereiniteit: ze lossen problemen liever op nationaal niveau op. Wel wordt de handel tussen de Verenigde Staten en Europa vérgaand geliberaliseerd, waardoor op termijn een nieuwe interne markt ontstaat. Dit scenario kenmerkt zich door een overheid die de eigen verantwoordelijkheid van burgers benadrukt. De verzorgingsstaat wordt ingeperkt en publieke voorzieningen worden versoberd. Hierdoor neemt de inkomensongelijkheid toe. Doordat de macht van vakbonden afneemt, wordt de arbeidsmarkt flexibeler. Door de versobering van de sociale zekerheid groeit de arbeidsparticipatie, de internationale concurrentie verhoogt de prikkel om te innoveren, en de grotere inkomensverschillen maken studeren aantrekkelijk. De groei van de arbeidsproductiviteit en de economische groei zijn hoger dan in het scenario Strong Europe, terwijl de bevolking slechts matig toeneemt. Grensoverschrijdende milieuvraagstukken worden in dit scenario niet opgepakt. Lokale milieu-initiatieven gericht op bijvoorbeeld geluid- en stankoverlast kunnen zich wel voordoen.
- 55 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Regional Communities In het scenario Regional Communities hechten landen sterk aan hun eigen soevereiniteit. Daardoor slaagt de Europese Unie er niet in om institutionele hervormingen door te voeren. Ook mondiale handelsliberalisatie komt niet van de grond, waardoor de wereld uiteenvalt in een aantal handelsblokken. Internationale milieuvraagstukken worden niet aangepakt. Toch is de milieudruk relatief laag, omdat de bevolkingsgroei en de economische groei bescheiden zijn. De collectieve sector wordt in dit scenario nauwelijks hervormd. Collectieve regelingen blijven in stand, waarbij de nadruk erop ligt de inkomens gelijkmatig te verdelen en solidair te zijn. Door geringere prikkels in de sociale zekerheid en de hoge belasting- en premietarieven is de arbeidsparticipatie relatief laag en de werkloosheid hoog. Minder concurrentie remt de noodzaak voor bedrijven om te innoveren. De verbrokkelde markten belemmeren dat kennis zich snel verspreidt, en door de kleine inkomensverschillen is de stimulans om te investeren in onderwijs beperkt. De arbeidsproductiviteit stijgt jaarlijks maar weinig en de economische groei is gering. Belangrijkste uitkomsten vier scenario’s. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste macro-economische uitkomsten in de vier scenario’s. Macro-economische uitkomsten vier scenario’s:
Bron: CPB, Welvaart en Leefomgeving, 2006
- 56 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlage 4
Toedelingsschema gezamenlijk programmeren voor de korte en middellange termijn (apart bijgevoegd)
- 57 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 58 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlage 5
Analyse vraag en aanbod door Ecorys
- 59 -
Erratum
Pag. 13 Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad 2013: Overzicht procentueel aandeel aantal arbeidsplaatsen NT, met toevoeging sector industrie U
Door het verkleinen van het diagram is de categorie industrie helaas weggevallen in het rapport, bij deze dus nog eens het volledige diagram. Figuur 1.1
Procentueel aandeel aantal arbeidsplaatsen in de Netwerkstad, 2012
Overige dienstverlening Gezondheids- en welzijnszorg Openbaar bestuur Financiële dienstverlening Netwerkstad Vervoer en opslag Groot- en detailhandel; reparatie van auto’s Bouw Industrie 0%
5%
10%
15%
20%
Korte termijn scenario (RC) Autonome vraag tot 2020 Frictie en transformatie vraag door Acquisitie Bestaand aanbod Almelo Bleskolk Almelo Bedrijvenpark Twente Almelo Twentepoort EnschedeEuregio EnschedeJosink Es EnschedeMarssteden Hengelo Westermaat Noord II OldenzaalHazewinkel Noordwest Almelo Dollegoor/slachthuiskade Almelo Buitenhaven Almelo Turfkade EnschedeDe Bleekerij EnschedeRoombekerveld EnschedeHardick&Seckel EnschedeWesterval Enschede/Boekelo Unisson Aanbod / hard plan): uitgifte
Uitgeefbaar termijn van uitgifte aanbod (ha) 125 35 11 4 5 2 5 7 1,5 11 1,5 3 2 5 1 2 1 1 0,8
totaal verwachte vraag
Uitgifte t/m 2015
160
50,0
11
5,0
Ruimte beschikb aar na 2015
3,0 3,0 2,0 0,0 5,0 0,0 3,0 1,5 3,0 2,0 1,0 0,0 0,0 0,0 1,0 0,8 25,3
1,0 2,0 0,0 5,0 2,0 1,5 8,0 0,0 0,0 0,0 4,0 1,0 2,0 1,0 0,0 0,0 27,5
0,0 0,0 0,0 25,3
1,0 2,5 24,0 52,5
2,0 0,0 2,0 5,0 0,0 18,0 0,0 0,0 0,0 0,0 27,0
14,4 6,3 24,0 8,0 21,0 94,0 58,0 5,0 15,4 7,0
per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct
Uitgifte 2015 - 2020Totaal beschikb aar na 110 2020 6 1 2 0 3 2 1,5 5 0 0 0 4 1 1 1 0 0 21,5
0 0 0 2 0 0 3 0 0 0 0 0 1 0 0 0 6
52,8 Herstructurering Borne De Molenkamp EnschedeHavengebied Hengelo Twentekanaal (incl.Thales terrein) Totaal totaal aanbod voor programmeren:
1 2,5 24
2015 per direct uitgifte t/m 2015
1 1 12 36
uitgifte t/m 2020
0 2 12 55
80,3
Aanbod/harde plannen: Almelo Bedrijvenpark Twente Noord (westelijk gemeentelijk 16,4 deel, per direct noord en oost) Almelo Bedrijvenpark Twente Noord (westelijk gemeentelijk 6,3 deel: per direct noord west) Borne Buren- De Veldkamp 26 per direct Hengelo t Oosterveld 13 per direct OldenzaalJufferbeek Zuid 21 per direct Netwerkstad XL Businesspark Twente 112 per direct incl. acquisitie EnschedeUsseler Es 58 2013-2020 EnschedeEuregio III, 2e deel 5 Almelo Bedrijvenpark Twente Noord (oostelijk particulier 15,4 deel) eigendom ondernemer Almelo Aadijk Noord 7 per direct 280 Harde plannen Uitgifte met programmeren:
3 0 10 7 6 30 2 1 3 1
63 20
nog toe te delen uitgifte
uitgifte t/m 2015
52,3
uitgifte t/m 2020
171
11 6 14 1 15 64 56 4 12 6
Totaal
aanbod/hard plan
360
Beschikbaar Verwachte uitgifte 2020-2040:
na 2020:
190
190
Herstructurering, bruto ruimte Enschede Werkparken Luchthaven, Deventerpoort Enschede Werkparken Luchthaven, de Strip Enschede Werkparken Luchthaven, Oostkamp
Zachte plannen Almelo Aadijk Noord Almelo Buitenhaven West Hengelo Boeldershoek Oost OldenzaalHanzepoort-West OldenzaalHanzepoort-Oost OldenzaalJufferbeek-Noord OldenzaalElsmors Uitbreiding Borne Buren-De Kluft Borne Buren-t Oldhof
5 20 18
20,6 26,6 5 5 10 12 13
1,0 t.b.v. Economische Zone, bruto ruimte incl. 1km airstrip0,0 t.b.v. Economische Zone, bruto ruimte incl.bunkers 1,0
4,0 20,0 17,0
2 1 1
2 19 16
na 2025 na 2025
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
20,6 26,6 5,0 5,0 10,0 12,0 13,0 0,0 0,0
0 0 0 5 0 0 0 0 0
21 27 5 0 10 12 13
2,0
uitgifte t/m 2020 92,2 Beschikbaar zacht: 92,2 Totaal
2018 na 2025 2020 na 2025 19,7 afgeboekt 13,5 afgeboekt
135,2 Totaal aanbod, plannen en zachte plannen
496
Alle gebieden met rood, vallen onder strategisch programmeren.
Uitgifte t/m 2015: Totaal zacht
11 na 2020:
87,2 314
C01
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007916
Winters, Hans
WVL-WBA
Janneke Oude Alink
ONDERWERP
Geluidsanering en EU-omgevingslawaai (geluidkaarten en actieplan)
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
In te stemmen met het inzetten van de resterende subsidiegelden voor de sanering van geluidhinder voor drie genoemde doelen: 1. De A-lijst (lijst met hoogst geluidbelaste woningen die gesaneerd moeten worden) afmaken (€ 125.000,-); 2. De cofinanciering van de aanpak van tenminste één hot-spot (Deurningerstraat) (€ 320.000); 3. De herziening van de geluidbelastingkaarten (€ 50.000,-).
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De gemeente is al sinds 1982 bezig om de overlast van verkeerslawaai in woningen te bestrijden. Het Rijk heeft onder andere via Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing geld beschikbaar voor de uitvoering van deze geluidsanering. Daarnaast stelt de Wet milieubeheer de verplichting om iedere vijf jaar geluidbelastingkaarten en een Actieplan omgevingslawaai op te stellen. Ook hiervoor heeft het Rijk een subsidie beschikbaar gesteld. Het college heeft een actieplan Omgevingslawaai 2013-2018 vastgesteld. Daarmee wordt voldaan aan de Europese Richtlijn Omgevingslawaai. Het Actieplan benoemt de mogelijkheden voor geluidsreducties bij een aantal “hot spots” (geluidbelaste locaties). De gemeente Hengelo heeft de Deurningerstraat naar voren geschoven in deze aanpak. De raad heeft besloten de nu nog beschikbare middelen in zetten voor de geluidmaatregelen voor 7 woningen van de A-lijst (ernstige hinder), voor geluidsanering van de Deurningerstraat en voor werkzaamheden voor het actieplan(geluidbelastingkaarten). Een eventueel resterend deel wil het college evevneens inzetten ten behoeve van de aanpak van andere ‘hot spots’.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007916
Winters, Hans
WVL-WBA
Janneke Oude Alink
ONDERWERP
Sanering geluidhinder aan woningen 2013-2016.
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
02 - Zorg voor de mens
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Geluidsanering situaties algemeen Op basis van de Wet geluidhinder hebben wij op verzoek van het ministerie van VROM in 1995 onderzocht welke woningen een te hoge geluidsbelasting hebben. Het gaat om woningen die daarom mogelijk extra geluidsisolatie door gevelmaatregelen nodig hebben. Er zijn twee categorieën: 1. De zogenaamde A-lijst. Dit is een lijst waarop woningen voorkomen, die op 1 maart 1986 een geluidbelasting ondervonden vanwege wegverkeer van ten minste 65 dB(A). Er staan voor Hengelo 205 woningen vermeld op deze A-lijst. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de geluidsanering van de A-lijst woningen. Het Rijk gaat er van uit dat de sanering van de A-lijst woningen landelijk kan worden afgerond in 2020. 2. De zogenaamde B-lijst. Dit is een lijst van woningen, die op 1 maart 1986 een geluidbelasting ondervonden vanwege wegverkeer van ten minste 60 dB(A) en niet meer dan 64 dB(A). Gemeenten kunnen voor het saneren van geluidgehinderde woningen die op de B-lijst of Eindmeldingslijst staan een projectsubsidie aanvragen bij het Ministerie van I&M (wordt uitgevoerd door bureau sanering verkeerslawaai BSV). Om in ieder geval op de prioriteitenlijst te kunnen worden geplaatst hebben we een subsidieverzoek ingediend voor het saneren van de 169 woningen gelegen langs de Deurningerstraat (wegvak Oldenzaalsestraat-Landmansweg). Omdat de voortgang van de sanering van te hoge geluidsbelasting niet volgens verwachting verliep, ontstond bij de overheid behoefte aan een overzicht van het totaal aantal saneringssituaties. Dus niet alleen de saneringssituaties die d.m.v. gevelisolatie moeten worden opgelost maar ook die situaties waar kan worden gesaneerd met bron- en/of overdrachtsmaatregelen. Alle saneringssituaties ten gevolge van wegverkeerslawaai zijn voor 1 januari 2009 bij het Rijk gemeld. Het college heeft dit voorjaar om te voldoen aan de EU-richtlijnen het Actieplan Omgevingslawaai 2013- 2018 vastgesteld. Het Actieplan benoemt de mogelijkheden voor geluidsreducties bij een elftal “hot spots” (geluidbelaste locaties). In de nu voorliggende planperiode tot 2018, zullen in principe voor een drietal hot spots geluidbeperkende voorzieningen worden getroffen. In dit voorstel wordt een tussenstand gepresenteerd. Tevens stelt het college voor om de resterende middelen voor de lopende acties in het kader van de geluidsanering te reserveren voor de lopende projecten t/m 2017.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
Projecten uit de A-lijst Op basis van het aantal nog te saneren woningen heeft het Rijk ISV geld beschikbaar gesteld voor de uitvoering van deze geluidsanering. In de bijdrage van het Rijk aan de gemeente Hengelo voor de derde ISV-periode is € 419.000,= opgenomen ten behoeve van geluidsanering. Hiervoor moeten 22 A-lijst woningen worden gesaneerd op de locaties Weideweg/Woolderesweg en de school aan de Bandoengstraat. Gebleken is dat slechts voor een paar woningen aanvullende voorzieningen noodzakelijk zijn, waardoor het overschot van de voor geluidsanering gelabelde ISV middelen ongeveer €357.000 bedraagt. Na afronding van dit project zijn er van de 205 woningen op de A-lijst in totaal 198 woningen gesaneerd en staan er nog slechts 7 woningen die nog aangepakt zouden moeten worden. De overige woningen van de A-lijst zijn eerder gesubsidieerd aangepakt. Het ligt voor de hand deze woningen nu gelijk te saneren
waarmee de wettelijk verplichte geluidsanering van de Hengelose A-lijst woningen is afgerond. De kosten voor de sanering van deze 7 woningen wordt geraamd op €125.000. Omdat het overschot van de voor geluidsanering gelabelde ISV middelen ongeveer €357.000 bedraagt, is er nog voldoende geld om de A-lijst af te ronden. Het voorstel van het college is de kosten van de laatste 7 woningen geraamd €125.000 ten laste te brengen van de nog resterende ISV middelen. Projecten uit de B-lijst Voor de sanering van B-lijst kunnen projectsubsidies worden aangevraagd. Het jaarlijks ter beschikking zijnde subsidiebudget voor deze saneringswoningen is meestal niet voldoende om alle subsidieaanvragen direct te kunnen honoreren. De Deurningerstraat is één van Hengelose ‘hot spots’. De hoge geluidbelasting wordt vooral veroorzaakt door de hoge intensiteit en het smalle wegprofiel. Aangezien de Deurningerstraat al van een stil wegdek is voorzien en afschermende maatregelen niet mogelijk zijn, is de laatste optie aanvullende gevelisolatie. Onze aanvraag voor dit project is gehonoreerd en er is een voorbereidingssubsidie verleend. We moeten uiterlijk 1 maart 2014 een aanvraag voor de uitvoeringskosten indienen. De daadwerkelijke voorzieningen worden door het Rijk gefinancierd. Echter de kosten voor het akoestisch en bouwtechnisch onderzoek en de voorbereiding, begeleiding en toezicht worden slechts gedeeltelijk door het Rijk vergoed. De benodigde bijdrage van de gemeente wordt geraamd op €225.000 waarvoor dekking noodzakelijk is. Het voorstel van het college is de ontbrekende dekking geraamd €225.000 voor het saneren van de 169 woningen gelegen langs de Deurningerstraat (wegvak Oldenzaalsestraat-Landmansweg) eveneens ten laste te brengen van de nog voor dit doel resterende ISV middelen. Geluidkaarten en actieplan. De Wet milieubeheer stelt de verplichting om iedere vijf jaar geluidbelastingskaarten en een actieplan omgevingslawaai op te stellen. Voor de eerste keer heeft het Rijk een subsidie van € 185.000,- beschikbaar gesteld. Van dit bedrag is daadwerkelijk ongeveer € 40.000,- besteed. Omdat we aan de verplichtingen hebben voldaan en de geluidkaarten en het actieplan op tijd hebben aangeleverd blijft het restant van de subsidie beschikbaar voor de gemeente Hengelo. Om te voldoen aan de wettelijke plicht om elke 5 jaar – de volgende in 2016- geluidkaarten te maken en het actieplan te actualiseren wordt voorgesteld om hiervoor €50.000 te reserveren uit de resterende subsidie. Het bedrag van €95.000 dat daarna nog resteert is tot en met 2017 nodig voor de gemeentelijke cofinanciering van de kosten van geluidwerende maatregelen voor projecten genoemd in het vastgestelde actieplan ( ‘hot spots’). Het voorstel van het college is om de resterende middelen groot € 145.000,- van de rijkssubsidie voor het actieplan in te zetten voor de daadwerkelijke aanpak van projecten genoemd in het vastgestelde actieplan en herziening van de geluidbelastingkaarten in 2016. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
De raad wordt gevraagd om te beslissen op het inzetten van de resterende subsidiegelden voor de drie genoemde doelen A-lijst afmaken, cofinanciering van de aanpak van tenminste één hot-spot en herziening geluidbelastingskaarten.
FINANCIËLE ASPECTEN
De financiële middelen zijn in dit geval al beschikbaar. Het betreft de door de Raad beschikbaar gestelde (en gelabelde) ISV middelen voor geluidsanering en een door het Rijk beschikbaar gestelde subsidie ten behoeve van geluidkaarten en het actieplan. De begroting behoeft niet te worden gewijzigd. De raad geeft bij dit besluit een aanwijzing aan het college over hoe om te gaan met deze middelen voor de jaren 2013 t/m 2017.
BIJLAGE(N)
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
C02
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1005009
Scholten, Bertien
RU-REO
Jan Bron
ONDERWERP
Vaststelling bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
1.
in te stemmen met de behandeling van de zienswijzen, zoals opgenomen in de 'Nota zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden', dat deel uitmaakt van dit besluit; 2. het bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden (met identificatienummer NL.IMRO.0164.BP0073-0301, getekend op de ondergrond NL.IMRO.0164.BP0073.dgn) vast te stellen; 3. geen exploitatieplan vast te stellen voor het bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
Aan de raad wordt voorgesteld een nieuw bestemmingsplan vast te stellen voor een deel van Broek Noord. Het plangebied wordt globaal begrensd door de Kruisspin, Reimersdennenweg, Sprinkhaan, Bijenkorf, Duizendpoot, Ratelaar en Meester Molendijkweg. Het bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden is opgesteld om een andere, meer gevarieerde opzet van woningen in het plangebied mogelijk te maken. Zo zijn er naast vrijstaande woningen meer mogelijkheden voor aaneen gebouwde woningen Ook zijn de reeds aanwezige woningen ingepast. Het ontwerp heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn twee zienswijzen ingediend. De ingediende zienswijzen hebben geen aanleiding gegeven het ontwerp bestemmingsplan te wijzigen. Het bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden zal na vaststelling gedurende zes weken ter inzage worden gelegd.Tijdens deze termijn is beroep door belanghebbenden mogelijk bij de Raad van State.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1005009
Scholten, Bertien
RU-REO
Jan Bron
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Vaststelling bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden
C02
SAMENVATTING
De raad wordt voorgesteld in te stemmen met de behandeling van de zienswijzen en het bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden vast te stellen. Met dit bestemmingsplan wordt aangesloten bij de eerdere planvorming in Broek Noord en wordt voorzien in de ontwikkeling van woningbouw. Eveneens zijn in dit bestemmingsplan de bestaande woningen binnen de grenzen van het plangebied ingepast en als een gedetailleerde bestemming op de verbeelding aangeduid. Het ontwerp bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden heeft van 21 augustus 2013 tot en met 1 oktober 2013 ter inzage gelegen. Binnen de termijn zijn twee zienswijzen ingediend. In de bijgevoegde ‘Nota zienswijzen - Ontwerp bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden’ wordt aangegeven op welke wijze met de zienswijzen dient te worden omgegaan. Omdat het kostenverhaal anderszins verzekerd is, is het vaststellen van een exploitatieplan niet nodig. Na besluitvorming in de gemeenteraad zal het vastgestelde bestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. Tijdens deze termijn is beroep door belanghebbenden mogelijk bij de Raad van State.
RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1005009
Scholten, Bertien
RU-REO
Jan Bron
ONDERWERP
Vaststelling bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
05 - Toekomstbestendige stad met focus op Zuid AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Het plangebied wordt globaal begrensd door de Kruisspin, Reimersdennenweg, Sprinkhaan, Bijenkorf, Duizendpoot, Ratelaar en Meester Molendijkweg. Bij de planvorming voor onderhavig plangebied is gebleken dat niet geheel voldaan kan worden aan het bestemmingsplan Hengelo Noord en het bestemmingsplan Hengelo Noord, Moerasgebied. Zo stelt het bestemmingsplan Hengelo Noord dat woningen met de voorgevel in de aan de straat gelegen bouwgrens gebouwd dienen te worden, terwijl het bestemmingsplan Hengelo Noord, Moerasgebied onder andere stelt dat het aantal aaneen gebouwde woningen maximaal één mag bedragen. In het plangebied is echter sprake van een gevarieerde opzet waar niet iedere woning volledig met de voorgevel in de aan de straat gelegen bouwgrens gebouwd is of zal worden. Ook dient de mogelijkheid te bestaan om in een deel van het plangebied meerdere aaneen gebouwde woningen te kunnen realiseren. Om ervoor te zorgen dat een dergelijke gevarieerde opzet in het plangebied gerealiseerd kan worden is dit bestemmingsplan opgesteld. Eveneens zijn in dit bestemmingsplan de bestaande woningen binnen de grenzen van het plangebied ingepast en als een gedetailleerde bestemming op de verbeelding aangeduid. INHOUD VAN HET VOORSTEL
Het bestemmingsplan Het plangebied Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden maakt ruimtelijk gezien deel uit van het noordelijk deel van Het Broek. Met dit bestemmingsplan wordt aangesloten bij de eerdere planvorming in Broek Noord en wordt voorzien in de ontwikkeling van woningbouw. Eveneens zijn in dit bestemmingsplan de bestaande woningen binnen de grenzen van het plangebied ingepast en als een gedetailleerde bestemming op de verbeelding aangeduid. Zienswijzen Het ontwerp bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden heeft van 21 augustus 2013 tot en met 1 oktober 2013 ter inzage gelegen. Binnen de termijn van terinzagelegging zijn twee schriftelijke zienswijzen ingediend. In de bijgevoegde ‘Nota zienswijzen - Ontwerp bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden’ is de inhoud van de zienswijzen weergegeven en van een reactie voorzien. Een exemplaar van deze nota is bij de stukken gevoegd. In de nota wordt aangegeven op welke wijze met de zienswijzen dient te worden omgegaan. De ingediende zienswijzen hebben geen aanleiding gegeven het bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden te wijzigen. Economische uitvoerbaarheid Het plangebied Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden maakt onderdeel uit van de grondexploitatie Broek Noord. Voor Broek Noord geldt een sluitende grondexploitatie, op 11 juni 2013 het laatst door de raad herzien. In het kader van de economische uitvoerbaarheid gaat het erom dat wordt vastgesteld, dat het ruimtegebruik - zoals uit onderhavig bestemmingsplan kan worden afgeleid - past binnen de uitgangspunten, welke in de vigerende grondexploitatie zijn opgenomen. Bepalend is dat het ruimtegebruik zodanig dient te zijn, dat de geraamde opbrengsten op basis van het grondgebruik daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd en anderzijds, dat de openbare ruimte niet groter is dan in dezelfde grondexploitatie is voorzien. Dit laatste om te voorkomen dat, op basis van het ruimtebeslag, met het bouw- en woonrijp maken hogere dan voorziene uitgaven zijn gemoeid. Het ruimtegebruik dat uit onderhavig bestemmingsplan kan worden afgeleid sluit niet aan bij het ruimtegebruik conform de grondexploitatie. Er is een verschil van circa 200 m 2 . Financieel betekent dit een verslechtering van circa 60.000 euro. De grondexploitatie d.d. 01-01-2013 heeft een contante waarde van 65.357 euro. Hierdoor is er nog steeds sprake van een sluitende grondexploitatie, waarmee de economische uitvoerbaarheid van dit plan is aangetoond. P
P
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
N.v.t.
FINANCIËLE ASPECTEN
N.v.t.
HEEFT DE RAAD NOG MEER INFORMATIE NODIG OM TOT EEN AFGEWOGEN BESLUIT TE KUNNEN KOMEN?
N.v.t.
BIJLAGE(N)
-
Bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden (met identificatienummer NL.IMRO.0164.BP0073-0301), bestaande uit toelichting, regels en verbeelding Nota zienswijzen – Ontwerp bestemmingsplan Broek Noord, Noordelijke rand en woonvelden Raadsbesluit Meeloopformulier
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
C03
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
1007018
Brummelhuis, Marije
RU-REO
PORT. HOUDER
ONDERWERP
Vaststelling bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
1. 2. 3. 4. 5.
in te stemmen met de behandeling van de zienswijze, zoals opgenomen in de “Nota zienswijzen – Ontwerp bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o.”, dat deel uitmaakt van dit besluit; in het ontwerp bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o. de wijzigingen aan te brengen, zoals deze zijn opgenomen in de “Staat van wijzigingen - Bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o.”, dat deel uitmaakt van dit besluit; het bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o. (met identificatienummer NL.IMRO.0164.BP0080-0301, getekend op de ondergrond NL.IMRO.0164.BP0080.dgn) gewijzigd vast te stellen; na gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o. Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel te verzoeken het besluit eerder dan zes weken na vaststelling bekend te mogen maken; geen exploitatieplan vast te stellen voor het bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
Door Het Oversticht is een landgoederenvisie opgesteld voor het realiseren van drie landgoederen aan de Bellersweg. Dit bestemmingsplan maakt de realisatie van één van deze landgoederen mogelijk. Het gaat in dit geval om een particulier initiatief waarbij sprake zal zijn van een kwaliteitsverbetering, doordat onder andere ruim drie hectare nieuwe natuur zal worden gerealiseerd en het agrarisch bedrijf volledig wordt gestaakt. Daarnaast wordt een landhuis gebouwd, het bestaande erf opgeknapt en ook wordt de bestaande deel in karakteristieke stijl teruggebracht (wordt verbouwd tot woonhuis). Het ontwerp bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o. heeft van 9 oktober tot en met 19 november 2013 ter inzage gelegen. Binnen de termijn van terinzagelegging is één schriftelijke zienswijze ingediend. In de “Nota zienswijzen – Ontwerp bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o.” is de inhoud van de zienswijze samengevat en beantwoord. Naar aanleiding van de ingediende zienswijze wordt voorgesteld het ontwerp bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o. op enkele punten te wijzigen. Zo wordt de bestemming natuur uitgebreid en tevens worden ambtshalve enkele wijzigingen voorgesteld. Alle wijzigingen zijn opgenomen in de “Staat van wijzigingen - Bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o.”. Omdat het kostenverhaal anderszins verzekerd is, is het vaststellen van een exploitatieplan niet nodig. Na besluitvorming in de gemeenteraad zal het vaststellingsbesluit onverwijld worden toegezonden aan Gedeputeerde Staten van Overijssel. Vervolgens zal het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. Tijdens deze termijn is beroep door belanghebbenden mogelijk bij de Raad van State.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
1007018
Scholten Bertien Brummelhuis Marije
RU-REO
PORT. HOUDER
ONDERWERP
Vaststelling bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o.
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
05 - Toekomstbestendige stad met focus op Zuid
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Het Oversticht heeft een landgoederenvisie opgesteld voor de Bellersweg. De visie voorziet in drie landgoederen waaronder het onderhavige plan. Het plangebied wordt gevormd door de percelen kadastraal bekend als sectie F, nummers 643, 1429, 1564, 1565, 1573, 1837, 1847 en 1848. Met dit bestemmingsplan wordt het fundament gelegd voor een maatwerkoplossing, waarbij het plangebied aan een enorme kwaliteitsverbetering zal ondergaan. De agrarische bedrijfsvoering zal volledig worden gestaakt, waarbij ook de intensieve varkenshouderij wordt beëindigd. Ook wordt er een nieuw landgoed met bijbehorend landhuis gerealiseerd, wordt het bestaande erf opgeknapt en tevens wordt de bestaande deel in karakteristieke stijl teruggebracht en verbouwd tot woonhuis. Om ervoor te zorgen dat dit plan gerealiseerd kan worden is dit bestemmingsplan opgesteld. INHOUD VAN HET VOORSTEL
Het bestemmingsplan Met dit bestemmingsplan wordt voorzien in de realisatie van een nieuw landgoed met landhuis. Ook de oorspronkelijke, karakteristieke boerderij (de deel), die in ‘oude glorie’ zal worden hersteld en zal worden verbouwd tot woonhuis, is in dit plan ingepast, evenals de reeds bestaande gebouwen die een functie houden (onder andere twee voormalige bedrijfswoningen). Doordat de agrarische bedrijfsvoering volledig zal worden beëindigd is de agrarische bestemming, zoals destijds nog was opgenomen op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied, nu komen te vervallen en vervangen door de bestemming ‘Wonen’. U
Economische uitvoerbaarheid De voorgenomen ontwikkeling betreft een particulier initiatief. De kosten die verband houden met de bestemmingsplanherziening, alsmede de uitvoering van het plan, komen voor rekening van de initiatiefnemer. Dit is vastgelegd in de exploitatieovereenkomst die met de initiatiefnemer is gesloten. In verband hiermee kan worden geconcludeerd dat het project economisch uitvoerbaar is. Het opstellen van een exploitatieplan, zoals genoemd in artikel 6.12 Wro van de Wet ruimtelijke ordening, is dan ook niet noodzakelijk omdat het kostenverhaal anderszins is verzekerd. U
Zienswijzen Het ontwerp bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o. heeft van 9 oktober tot en met 19 november 2013 ter inzage gelegen. Binnen de termijn van terinzagelegging is één schriftelijke zienswijze ingediend. In de “Nota zienswijzen – Ontwerp bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o.” is de inhoud van de zienswijze samengevat en beantwoord. Naar aanleiding van de ingediende zienswijze wordt voorgesteld het ontwerp bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o. op enkele punten te wijzigen. Tevens worden ambtshalve enkele wijzigingen voorgesteld. Alle wijzigingen zijn opgenomen in de “Staat van wijzigingen - Bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o.”. U
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
N.v.t. FINANCIËLE ASPECTEN
N.v.t.
BIJLAGE(N)
-
Bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o. (met identificatienummer NL.IMRO.0164.BP0080-0301), bestaande uit toelichting, regels en verbeelding Nota zienswijzen – Ontwerp bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o. Staat van wijzigingen – Bestemmingsplan Bellersweg 13 e.o. Meeloopformulier
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
C04
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1008123
Roorda, Jesse
PF-GZ
Wieger Mulder
ONDERWERP
Verkoop stuk grond, Goudstraat, aan Baan en Munsterhuis
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
1.
In te stemmen met afwijking van de hoofdgroenstructuur op deze locatie aan de Goudstraat, om een verkoop mogelijk te maken; 2. In te stemmen met het verlenen van een krediet, groot € 37.820,- , in verband met het versterken van het resterende deel van de hoofdgroenstructuur op deze locatie, het bestemmingsplan en kosten onvoorzien en deze kosten te verantwoorden uit de grondopbrengst in complex 22; 3. In te stemmen met bijgaande begrotingswijziging.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
Baan en Munsterhuis aan de Goudstraat hebben de gemeente gevraagd om een strook grond aan te kopen voor de aanleg van een parkeerterrein. De gemeente wil hier op deze locatie aan meewerken, maar willen wel een goede en levensvatbare hoofdgroenstrook behouden. De verkoop aan Baan en Munsterhuis is daarom op enkele punten aangescherpt. Parkeerplaatsen moeten worden aangelegd met grasbetonklinkers en het terrein moet onzoomd worden met een haag. Daarnaast investeert de gemeente met een deel van de opbrengsten in verbetering en inrichting van de hoofdgroenstructuur ter plaatse, zodat deze strook daadwerkelijk een volwaardige functie als hoofdgroenstructuur kan waarborgen. Immers bestaat deze hoofdgroenstructuur tot op heden uit weiland. De overige strook kan in de toekomst nog verkocht worden. Doordat goede afspraken zijn gemaakt met de kopers rondom de nadere randvoorwaarden, kunnen met de verkoop op deze wijze meerdere belangen worden gediend. Het advies aan de gemeenteraad is dan ook om in te stemmen met de afwijking van het Groenplan en de financiële gevolgen van deze verkoop. DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
1008123
Roorda, Jesse
PF-GZ
PORT. HOUDER
ONDERWERP
Verkoop stuk grond, Goudstraat, aan Baan en Munsterhuis
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
05 - Toekomstbestendige stad met focus op Zuid
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Munsterhuis Autobedrijven aan de Goudstraat 31 en Baan Twente (Mercedes) aan de Goudstraat 20 hebben medio 2012 een verzoek ingediend voor het uitbreiden van het bedrijventerrein voor parkeren. Aanleiding is dat de bedrijven stellen te kampen met een structureel tekort aan parkeerplaatsen. De bedrijven hebben daarbij aangegeven de parkeervoorziening door de aanschaf van hagen op een goede wijze in het landschap in te passen.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
De beoogde grond ligt direct aangrenzend aan een perceel dat reeds in 2008 is verworven door Munsterhuis. De gronden maken onderdeel uit van het complex “verspreide gronden buiten de bebouwde kom”, maar is sinds april 2013 aangemerkt als hoofdgroenstructuur. Het perceel, sectie E, nummer 2704 (gedeeltelijk), groot 1.835 m2, is aangegeven op onderstaande tekening. Naar aanleiding van het nieuwe groenbeleid, is de aanvankelijke overeenstemming over het verkoopbare perceel, in discussie gekomen. 1.
Inrichting parkeervoorziening Baan / Munsterhuis
U
Overwegingen 1. Honorering van het verzoek lost de parkeerproblematiek op en voorkomt onveilige verkeerssituaties rondom deze bedrijven. Parkeerproblematiek is sinds de realisatie van dit bedrijventerrein een blijvend knelpunt geweest en is dat nog. 2. De gemeentelijke financiële positie in de betreffende exploitatie wordt verbeterd, zodanig dat voor dit gehele perceel aan de Goudstraat de verkeerswaarde kan worden afgedekt. 3. Het betreft een onderdeel van de hoofdgroenstructuur (zie hoofdgroenstructuur). Opgemerkt wordt dat al voordat het Groenplan is/was vastgesteld, overeenstemming met de kopers bestond over het af te nemen perceel.
Toelichting ad. 1. Advies verkeerskundige Dit gebied op dit bedrijventerrein kent een hoge autodichtheid vanwege de automotive branche. Net als bij Huiskes Kokkeler (Platinastraat) is er sprake van groei /expansie/uitbreiding (daar is onlangs ook extra p-capaciteit gerealiseerd). Het uitgangspunt de volledige parkeerbehoefte (blijven) dekken op eigen terrein is niet meer haalbaar. De gevolgen zijn dan al snel zichtbaar op en langs de openbare wegen. Hierdoor ontstaat een rommelig wegbeeld en in combinatie met de vele uitwegen en bewegingen op deze uitwegen verslechtert de verkeersveiligheid (b.v. door het slechte uitzicht, de ‘uitzichtdriehoeken’). Repressief optreden door allerlei parkeerverboden te gaan instellen is geen echte oplossing voor de problematiek. Een gezamenlijk initiatief van bedrijven tot de aanleg van extra maaiveldparkeerplaatsen zoals aangeven op de situatieschets op deze specifiek locatie is op zich prima, onder de voorwaarde dat de aanleg hiervan door private partijen plaatsvindt. Het handhaven van deze groenstrook op deze specifieke bedrijfslocatie pal langs de Rijksweg weegt niet op
tegen de voordelen rond het parkeervraagstuk, de veiligheid en de beeldkwaliteit. Toelichting ad. 2 De gronden maken onderdeel uit van het complex verspreide gronden buiten de bebouwde kom van Grondzaken. Het perceel, sectie E, nummer 2704 (gedeeltelijk), groot 1.835 m2, is aangegeven op tekening 1. Een gedeelte wordt hiervan verkocht aan Baan en een gedeelte aan Munsterhuis. De verkoopsom is € 155.975,- excl. BTW. Dit is € 85,- per m2. Dit is een lagere grondprijs dan de minimumgrondprijs voor bedrijfsdoeleinden. Reden hiervoor is dat de gemeente de grond niet bouwrijp hoeft te maken en het grondgebruik contractueel beperkt wordt tot alleen parkeren. Bebouwing met bedrijfspanden zal niet worden toegestaan. Deze grondwaarde kan daarom niet gelijk gesteld worden met die van uitgifte van bouwrijpe grond voor bedrijfsrealisatie. Toelichting ad. 3 De betreffende percelen maken deel uit van de gemeentelijke hoofdgroenstructuur, in april 2013 vastgesteld door de gemeenteraad. De hoofdgroenstructuur is de ruggengraat van het groen in de stad en bestaat uit ecologisch waardevolle gebieden, groene verbindingen, karakteristieke groene plekken en zones in de stad, en groenstructuren die de ruimtelijke opbouw in stad, wijk en buurt versterken. Voor een gezonde groenstructuur is samenhang belangrijk, evenals voldoende omvang. De invulling van de hoofdgroenstructuur is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de verschillende groene disciplines binnen de gemeentelijke organisatie, en besproken met de externe ‘groene’ partners. De hoofdgroenstructuur is zichtbaar gemaakt op de bij het Groenplan behorende kaart Hoofdgroenstructuur. Het belang van de hoofdgroenstructuur is een gemeenschappelijk belang, dat individuele belangen overstijgt. De openbare ruimte is van en voor alle inwoners samen. De gemeente zet zich er daarom voor in dat de hoofdstructuur niet versnipperd raakt, maar beheerd en onderhouden wordt met oog voor de functies die het openbaar groen vervult voor wijk en stad als geheel. 2.
Kaart hoofdgoenstructuur
Algemene belangenafweging Het Groenplan 2013 (en de hoofdgroenstructuur) is recentelijk vastgesteld. In onderhavig geval is sprake van zowel een bedrijfseconomisch, een verkeerskundig als een financieel belang bij de verkoop van deze grond. Het initiatief tot verkoop/parkeren is gestart vanaf medio 2012, waarbij de gemeente hiervan sinds november 2012 kennis droeg en uiteindelijk medewerking is gegeven. De onderhandelingen met de ondernemers over de verkoop van deze grond zijn ruim vóórdat het Groenplan werd vastgesteld, gestart. Gezocht is naar een afweging en vorm waarin, met het gegeven van het tussentijds vastgestelde Groenplan (en de hoofdgroenstructuur), de belangen ten aanzien van de groenstructuur maximaal tot hun
recht kunnen komen. Nader onderzoek heeft een integraal beeld opgeleverd voor de gehele strook grond aan de Goudstraat. Het voorstel is om 20 meter vanaf de kant sloot definitief aan te houden als ‘te versterken ecologische hoofdgroenstructuur’, waarbij het gearceerde gedeelte van de gronden aangewend kan worden voor toekomstige uitgifte. Dit onder de volgende voorwaarden: 1. Bij iedere verkoop zal koper aan te leggen (parkeer)voorzieningen inpassen in de omgeving door het realiseren van een haag en wordt het gebruik privaatrechtelijk beperkt tot parkeren. Ook moeten de parkeerplaatsen worden aangelegd met geen andere bestrating dan grasbetonklinkers. 2. Er wordt een advies opgevolgd om de hoofdgroenstructuur aan deze zijde van het bedrijventerrein te versterken. De maatregelen zijn o.a.: a. Het inzaaien van de opgehoogde groenstrook met een berm/kruidenmengsel b. Aanleg extra hagen als scheiding tussen toekomstig uitgeefbaar gebied en de hoofdgroenstructuur c. Aanplant solitaire groepen struiken d. Het eventueel aanbrengen van enkele inhammen met een flauw talud naar de sloot Met de marge van de 20 meter én de voorgestelde investering in versterking van ecologische hoofdstructuur worden voldoende waarborgen geboden om deze groenstructuur te handhaven en zichtbaar te versterken, waarmee deze ook een buffer vormt met betrekking tot het zicht vanaf de snelweg. Het advies stelt verder dat het onderhoud van de resterende groenzone in de arealennota moet worden meegenomen. Wijkbeheer heeft hierna ingestemd met de opname van deze strook hoofdgroenstructuur in de arealennota. Het onderhoud van de omzomende hagen ligt en blijft bij de bedrijven (is contractueel vastgelegd) en het beheer over de in de toekomst nog uitgeefbare grond blijft bij Grondzaken. Nieuwe koopovereenkomst In verband met de gewijzigde situatie, is een nieuwe koopovereenkomst gesloten met Baan/Munsterhuis. In de nieuwe overeenkomst wordt rekening gehouden met: 1. Veranderde ligging en oppervlakte perceel met als gevolg een hogere koopsom; 2. Aanleg parkeerplaatsen met grasbetonklinkers; 3. Een langere haag op kosten koper. Baan en Munsterhuis hebben het belang van een groene omzoming onderschreven en hebben ingestemd met de gevolgen van de wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke situatie. Aan de ondernemers is toegezegd dat privaatrechtelijke medewerking in dit geval impliciet ook betekent dat zoveel mogelijk meegewerkt wordt aan de verlening van een omgevingsvergunning voor de aanleg van de parkeerplaatsen en/of benodigde inritten. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan zal voor de uitgeefbare strook worden aangepast naar “bedrijfsdoeleinden/parkeren”. Daarmee is bebouwing niet mogelijk en wordt gebruik beperkt tot parkeren. De kosten voor deze wijziging worden afgetrokken van de verkoopopbrengst. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
1. In te stemmen met afwijking van de hoofdgroenstructuur op deze locatie aan de Goudstraat, om een verkoop mogelijk te maken; 2. In te stemmen met het verlenen van een krediet, groot € 37.820,- , in verband met het versterken van het resterende deel van de hoofdgroenstructuur op deze locatie, het bestemmingsplan en kosten onvoorzien en deze kosten te verantwoorden uit de grondopbrengst in complex 22; 3. In te stemmen met bijgaande begrotingswijziging. FINANCIËLE ASPECTEN
Opbrengsten Verkoopopbrengst
€ 155.320- (o.b.v. 85 euro per m2)
Kosten Geraamde verkeerswaarde Investeringen groenversterking Onvoorzien en bestemmingsplan Totaal kosten
€ 117.500,€ 26.000,€ 11.820,€ 155.320,-
U
U
U
Voorstel is om met de verkoopopbrengst aan Baan/Munsterhuis de geraamde verkeerswaarde af te dekken en de investeringen te plegen die nodig zijn voor de aanvullende groenversterkende maatregelen.
BIJLAGE(N)
1. 2. 3.
Tekening verkochte perceel Memo groenversterking Begrotingswijziging
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
MUTATIEFORMULIER WIJZIGING BEGROTING
Nummer begrotingswijziging:
2014149
(wordt centraal bij FBV in regiter vastgelegd)
Sector: Afd.: Boekingsdatum: Toel.:
PF GZ
SB
1-4-2014 Verkoop Goudstraat Viaoro Baan
(SB struct wijz IB incident wijz)
BA
LEDGER:
Besluit sector: Besluit b&w: Besluit raad: DIV-nr.: Batchnr.:
1008391
(evt. korte nadere toelichting op omschrijving)
Hoofdfunctie 8 8 8 8
Product 830.1 830.1 830.1 830.6
Grootboekrekening (BE+HR+SUB) 383000228.833100.2001 383000228.833100.2001 383000224.433340.2001 383009999.863020
Bedrag -74.460 -80.860 37.820 117.500
Beschrijving Baan Onroerend Goed B.V. Viaoro B.V. Aanleg Groene Hagen Verkopen Goudstraat
Akkoord 2e consulent: Datum: Paraaf:
\\zaakomgeving.hengelo.intern\DavWWWRoot\Zaken\1008123\BIJLAGE 3 RAADSADVIES.xls
MEMO Van Telefoon Datum Onderwerp Kopie aan
Ralf ter Beek 074-2459704 / Fax 074-2459611 8 november 2013 Versterking Groen Goudstraat Walter van Dijk, Loes Elfrink, Martin van ’t Veen
Aan
Jesse Roorda, Hans Jansink
Wegen, Groen en Water Postbus 18 7550 AA Hengelo
Aanleiding Op maandag 14 oktober heeft een overleg plaatst gevonden tussen collega’s van de afdelingen Grondzaken, Wijkbeheer, Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen en Wegen, Groen en Water. Onderwerp van gesprek was de voorgenomen verkoop van een strook groen aan de Goudstraat t.b.v. extra parkeerplaatsen. Daarbij is onder andere afgesproken dat: WGW/Wijkbeheer uitzoekt of de overtollige grond die vrijkomt (deels) kan worden aangewend als een van de structuurversterkende maatregelen. WGW (met Loes Elfrink) in overleg met stedenbouw een voorstel uitwerkt met groenversterkende maatregelen incl. globale kostenraming. Daartoe behoort een haag als groene grens tussen uitgeefbaar en openbaar gebied. Overtollige grond Vanuit ecologisch oogpunt zijn er geen bezwaren tegen het ophogen van de twintig meter brede strook. De overtollige grond (ca. 30 cm) kan dus worden opgebracht. Wel dienen de werkzaamheden bij voorkeur buiten het broedseizoen te worden uitgevoerd (ivm eventueel aanwezige broedende weidevogels). Versterking Groen Ophogen en inzaaien groenstrook met berm/kruidenmengsel Voordat opghoogd wordt, moet bestaande grasstrook eerst afgemaaid en afgevoerd. Vervolgens moet het gras worden doodspoten en ondergespit. De losse grond moet na na het opbrengen goed wordt aangereden met een lichte machine (niet dichtgereden!) zodat het grasveld later niet te veel gaat nazakken. Vervolgens moet de grond afgewerkt worden om zaaiklaar te maken, waarna ten slotte kan worden ingezaaid met een berm-/kruidenmengsel. Totale geschatte kosten voor deze 4.200 m 2 bedragen circa €20.000. Aanleg hagen Tijdens het overleg is voorgesteld om in een keer over de hele lengte een haag aan te brengen (zowel aan zijde Goudstraat als op de grens tussen uitgeefbaar en openbaar gebied). In totaal gaat het dan globaal om 2 x 225 strekkende meters. Rekenend met de aanlegkosten van € 10 per strekkende meter, komen we uit op €4500 voor de aanleg van de gehele haag. Aanplant solitaire groepen Verspreid over de groenstrook worden 4 a 5 groepen inheemse struiken aangeplant (o.a. krent, meidoorn, sleedoorn). Per groep gaat het om ca 10-15 struiken. Deze groepen kunnen gezien worden als ‘stepping stones’ die migratie van onder andere vogels en zoogdieren kan versterken. Bij de aanplant van deze groepen, waarbij wordt rekening gehouden met de zichtlijnen vanaf de A35 op de bedrijven (kosten ca. € 1.000). Eventueel enkele inhammen uit de sloot halen Door bij de grondwerkzaamheden enkele ‘happen’ uit de naastliggende sloot te halen (met een flauw talud), ontstaan kleine waterpartijen. De aanplant van bovengenoemde solitaire groepen kan bij voorkeur bij deze inhammen plaatsvinden. (weinig kosten, aanhaken bij grondwerk) P
P
1
Punten van aandacht Naastliggende sloot is van Rijkswaterstaat Aanlegvergunning nodig voor ophogen grond? Maaimachine moet langs solitaire groepen kunnen (rekening houden bij plaatsen). Waterhuishouding? Grasveld nu al erg drassig. Na ophogen zullen nieuwe parkeerplaats mogelijk nog natter worden. De extra kosten voor onderhoud van het openbaar groen moeten worden opgevoerd in de arealennota (kan niet uit bestaande onderhoudsbudgetten). De bedrijven worden verantwoordelijk voor het onderhoud van de haag.
2
D01
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
1009139
Scholtens, Astrid
SAM-MO
PORT. HOUDER
ONDERWERP
Leerplichtverslag en RMC rapportage 2012-2013
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
Het Leerplicht/RMC verslag schooljaar 2012-2013 vast te stellen.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
Jaarlijks moet de raad het leerplichtverslag vast stellen. In het verslag wordt aangegeven hoeveel schoolverzuim er het afgelopen schooljaar was en wat daar aan gedaan is door Bureau Leerlingzaken. Het afgelopen schooljaar was er meer verzuim dan het voorgaande schooljaar. De leerplichtambtenaren gaan in gesprek met een leerling die verzuimt van school. Het doel is om de leerling zo snel mogelijk weer naar school te krijgen. Daarnaast wordt verslag gedaan van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voor voortijdige schoolverlaters (vsv-ers). Een vsv-er is een leerling die nog geen startkwalificatie heeft en de school verlaat. Een startkwalificatie is een diploma van havo, vwo of mbo2. Als leerlingen een startkwalificatie hebben, maken ze een betere kans om werk te vinden. Daarom wil de overheid graag dat leerlingen op school blijven tot dat zij een startkwalificatie hebben gehaald. Als zij eerder stoppen met de opleiding, moeten zij gemeld worden bij het RMC (Regionaal meld- en coördinatiepunt). Trajectbegeleiders gaan dan met de leerling in gesprek en begeleiden ze weer naar een opleiding of een baan. Het afgelopen schooljaar waren er minder voortijdig schoolverlaters dan het voorgaande schooljaar. DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
1009139
Scholtens, Astrid
SAM-MO
PORT. HOUDER
ONDERWERP
Leerplichtverslag en RMC rapportage 2012-2013
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
02 - Zorg voor de mens
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Jaarlijks dient de gemeenteraad het verslag over de handhaving van de leerplichtwet vast te stellen (art. 25 van de Leerplichtwet). Het Bureau Leerlingzaken van de gemeente Hengelo werkt voor de uitvoering van de Leerplicht ook voor de gemeente Borne. Dit jaar ligt er voor de tweede keer één verslag over de handhaving van de Leerplicht met de gegevens van beide gemeenten. Daarnaast zijn ook de regionale gegevens van de subregio Hengelo (gemeenten Hengelo, Borne en Hof van Twente) opgenomen inzake de uitvoering van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. INHOUD VAN HET VOORSTEL
De doelstelling van de Leerplichtwet is om ieder kind in Nederland de garantie te geven op het recht op onderwijs, opdat iedere jongere goed wordt voorbereid op het functioneren in de samenleving. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet is opgedragen aan het college van B en W. Het college mandateert deze taak aan de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar, die belast is met het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969, heeft tot taak hulp te verlenen aan jongeren, ouders/verzorgers en scholen indien de jongere door (dreigend) schoolverzuim in zijn ontwikkeling wordt belemmerd en wanneer er sprake is van problematisch gedrag. Verzuimen op school, spijbelen of regelmatig ziek of te laat zijn, vormen vaak een eerste indicatie dat jongeren dreigen uit te vallen op school. Veel jongeren zonder een diploma zijn ooit begonnen als spijbelaar. Het voorkomen en bestrijden van verzuim is daarom een belangrijke taak van Bureau Leerlingzaken. Het werk wordt gedaan in samenwerking met de scholen, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming en andere instanties. Samenvatting en conclusies leerplicht • Het absolute verzuim is ten opzichte van vorig schooljaar afgenomen. Het signaalverzuim is behoorlijk toegenomen. De afgelopen vier jaar toont het verzuim in Hengelo een stijgende lijn. In schooljaar 2009/2010 was het verzuimpercentage nog 1,3%. In schooljaar 2012/2013 bedroeg dit percentage 1,9%. • In Borne toont het verzuim ten opzichte van vorig schooljaar een lichte stijging (0,1%). Echter ten opzichte van het schooljaar 2009/2010 is er een lichte daling te zien, van 1,1% naar 1,0%. • Het aantal verzuimmeldingen uit het voortgezet onderwijs is aanmerkelijk groter dan het aantal meldingen uit het primair onderwijs. • Ten opzichte van de andere Netwerkstadsteden doen Hengelo en Borne het relatief goed. Vorig schooljaar (2011/2012) had Enschede een verzuimpercentage van 4,5% ten opzichte van 1,7% in Hengelo en 0,9% in Borne. Voor het schooljaar 2012/2013 is het verzuimpercentage in Hengelo 1,9%, in Borne 1,0% en in Oldenzaal 1,7%. 1 • Het aantal opgemaakte processen-verbaal is behoorlijk gedaald. In Borne is zelfs geen procesverbaal uitgeschreven. • In de zorgadviesteams (ZAT’s) zijn door de scholen minder leerlingen dan vorig jaar gemeld. In totaal 93 leerlingen. Deze leerlingen hebben van verschillende partijen hulp en ondersteuning gekregen P0F
Het is niet eenduidig aan te geven waaraan de stijging van het verzuim ligt. Wel is het zo dat de scholen de afgelopen jaren beter melden. De inspectie controleert en is zeer alert op de verzuimadministratie van de 1
De gegevens van Enschede en Almelo zijn nog niet bekend.
scholen. Daarnaast zit Bureau Leerplicht dichter op de scholen doordat ze preventief werken met het verzuimspreekuur en deelnemer zijn in het ZAT overleg van de scholen. Hierdoor worden leerlingen eerder gemeld. Op dit punt zijn vorig jaar nieuwe afspraken gemaakt tussen de gemeenten en de schoolbesturen, gezien de wijziging van de Leerplichtwet in 2012. Gemeenten kunnen niet langer meer proces-verbaal opmaken tegen scholen die de Leerplichtwet niet naleven. De Minister heeft deze taak opgedragen aan de inspectie, die een bestuurlijke boete kan opleggen. De inspectie dient op dit punt samen te werken met de leerplichtambtenaren. Ook zijn afspraken gemaakt over melding van thuiszittende kinderen in het kader van Passend onderwijs. Samenvatting en conclusies RMC • Het aantal nieuw gemelde voortijdig schoolverlaters is behoorlijk gedaald ten opzichte van vorig jaar. We zien de afgelopen jaren een dalende trend. Bij het ROC van Twente zien we ook een dalende lijn in het voortijdig schoolverlaten. Dit blijkt ook uit de definitieve cijfers over het schooljaar 2011-2012 van DUO. We zien een percentage van 6,9. In 2010-2011 was dit 7,1 %. • De RMC regio Twente had het schooljaar 2011-2012 een percentage voortijdig schoolverlaters (vsv-ers) van 2,7%. Landelijk was dit 2,8%. • Hengelo doet het relatief goed ten opzichte van de Netwerkstadsteden met een percentage van 2,9% (t.o.v. aantal deelnemers). Borne had een percentage van 2,4 en Hof van Twente van 2,7%. Enschede en Almelo hadden respectievelijk 3,7% en 4,3%. 2 • Van de 161 nieuw gemelde vsv-ers in 2012-2013 zijn er in hetzelfde schooljaar 135 herplaatst. Dat betekent dat de jongere door een actie van de trajectbegeleider weer naar school of aan het werk is gegaan. • Het totale aantal herplaatsingen bedroeg dit jaar 392. Hierbij zijn ook de vsv-ers die in eerdere schooljaren zijn uitgevallen. • Het merendeel van de herplaatsingen is naar een baan (218). P1F
P
Kennelijk hebben de maatregelen die zijn ingezet effect. De samenwerking met het ROC is verbeterd. Het ROC meldt beter en zet haar loopbaancentrum in voor begeleiding van leerlingen die dreigen uit te vallen. Daarnaast zorgt de crisis ervoor dat jongeren langer op school blijven. De zogenaamde groenpluk door bedrijven vindt nu niet plaats. Hierbij plukken stagebedrijven jongeren die goed bevallen uit de schoolbanken voordat zij hun opleiding hebben afgemaakt. In 2012 is er een nieuw convenant afgesloten tussen RMC Regio Twente, de onderwijsinstellingen en het Ministerie van OC&W. In dit convenant is afgesproken dat landelijk het aantal voortijdig schoolverlaters met 25.000 gedaald moet zijn in 2016. Hiertoe worden allerlei maatregelen ingezet. Met de dalende lijn in het aantal nieuwe vsv-ers zijn we op de goede weg. Aan de andere kant moeten we alert zijn op wijzigingen in het kabinetsbeleid die er naar verwachting toe leiden dat er meer voortijdig schoolverlaters komen. Denken hierbij aan de invoering van de entree opleiding, verhoging van het taal- en rekenniveau om te worden toegelaten tot een opleiding en de invoering van passend onderwijs medio 2014. Aandachtspunten Bureau Leerlingzaken komend schooljaar Het komend schooljaar zal Bureau Leerlingzaken zich inzetten voor: - Goede naleving van het verzuimprotocol; - Voorlichting aan scholen, o.a. meedoen aan de Dag van de Leerplicht; - Samenwerking met diverse partijen; - Voortzetting van het lik-op-stuk beleid. Er wordt aangedrongen op een spoedige afhandeling door de rechtbank van de opgemaakte processenverbaal; - Intensiveren van de afstemming over zorg voor leerlingen in de ZAT’s; - Stimuleren van vroegtijdig signaleren en melden van dreigend schooluitval bij scholen; - Permanente her- en bijscholing van de Buitengewoon Opsporingsambtenaren leerplicht. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
Aan de raad wordt voorgesteld het Verslag leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 vast te stellen.
2
Definitieve cijfers, RMC Regio Twente convenantjaar 2011 -2012, DUO, oktober 2013
FINANCIËLE ASPECTEN
n.v.t.
BIJLAGE(N)
Leerplicht / RMC verslag schooljaar 2012-2013
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
D02
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1009070
Reek, Yvonne van den
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Begroting 2014 Stichting Scholengroep Primato
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
De raad besluit: 1. de begroting 2014 van de Stichting Scholengroep Primato goed te keuren; 2. de meerjarenbegroting 2014-2017 voor kennisgeving aan te nemen.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De stichting Scholengroep Primato heeft haar begroting voor 2014 ingediend bij de gemeente. In de Wet op het Primair Onderwijs is opgenomen dat de gemeenteraad deze begroting moet goedkeuren. Uit de ingediende begroting met toelichting blijkt dat sprake is van sluitende begroting voor het jaar 2014.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1009070
Reek, Yvonne van den / Seep, Henry
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Begroting 2014 Stichting Scholengroep Primato
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
Niet van toepassing
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
De stichting Scholengroep Primato heeft de begroting 2014 en de meerjarenbegroting 2014-2017 ingediend. Conform artikel 48 van de Wet op het Primair Onderwijs en het convenant dient de Raad de begroting goed te keuren. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad heeft de begroting inmiddels goedgekeurd. INHOUD VAN HET VOORSTEL
In 2013 heeft er een forse reorganisatie plaats gehad binnen de Stichting Scholengroep Primato. Deze ingreep was noodzakelijk aangezien de lasten structureel hoger lagen dan de baten en de reserves vrijwel uitgeput waren. Naast bezuinigingen op de materiële kosten is een verlaging van de loonkosten gerealiseerd via een sociaal plan. Ten gevolge van het sociaal plan en het exploitatietekort voor 2013 werd een liquiditeitsprobleem voorzien. Hierdoor is Primato gebruik gaan maken van het zogenaamde schatkistbankieren via de rijksoverheid, waardoor Primato over voldoende kredietruimte kan beschikken om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. De gemeente Hengelo staat garant voor genoemd krediet. In de begroting van 2014 is rekening gehouden met een terugdringing van dit krediet van ca. €57.000, -. Waar mogelijk is er in de begroting 2014 rekening gehouden met onzekerheden en risico’s door het opnemen van budgeten ter dekking van deze posten. Hierbij is vooral geanticipeerd op de forse stijging van de premies voor het Participatiefonds. Ook met de invoering van Passend Onderwijs en de hiermee gepaard gaande ingrijpende wijziging voor de verdeling van de zorgbudgeten is rekening gehouden. Het stijgende ziekteverzuim zal extra kosten met zich meebrengen via de zogenaamde bonus-malusregeling van het vervangingsfonds. In het kader van het verzuimbeleid zal er in 2014 een RIE onderzoek worden uitgevoerd. Voor deze posten is een bedrag van ca. €35.000, - begroot. In 2014 zal het personeelsbestand met ca. 2 FTE verder moeten krimpen. De gevolgen hiervan zijn verwerkt in de begroting 2014. Tevens is rekening gehouden met het regelmatig gebruik moeten maken van tijdelijk personeel op basis van Payroll-contracten. In het verleden is bezuinigd op het onderhoud aan de binnenzijde en het buitenschilderwerk van de schoolgebouwen. Hierdoor is er sprake van een achterstandssituatie. Ter voorkoming van een verdere verslechtering zijn er op basis van een meerjarenonderhoudsplan de te verwachten kosten in beeld gebracht. Door een jaarlijkse dotatie van €367.500, - per jaar wordt voorkomen dat er schommelingen ontstaan in de jaarlijkse huisvestingslasten. Vanaf 2015 worden de schoolbesturen ook verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen. Samen met de andere schoolbesturen en de gemeente Hengelo zal hier het komend jaar beleid voor worden ontwikkeld. Voor 2014 wordt er een sluitende begroting gepresenteerd. Voor de geprognotiseerde tekorten in de daarop volgende jaren, veroorzaakt door een afname van het aantal leerlingen, zullen tijdige maatregelen worden genomen met betrekking tot een verdere personeelsreductie.
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
1. 2.
de begroting 2014 van de Stichting Scholengroep Primato goed te keuren en de meerjarenbegroting 2014-2017 voor kennisgeving aan te nemen.
FINANCIËLE ASPECTEN
Nvt
BIJLAGE(N)
Begroting 2014 Stichting Scholengroep Primato Toelichting op de begroting 2014 Meerjarenbegroting 2014-2017 Uitgaande brief BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
D03
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1008132
Jong, Liesbeth de
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Meerjarenbegroting 2014-2018 en Vaststellingsbrief Raad van Toezicht
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
Aan de raad wordt voorgesteld: De begroting 2014 van de Stichting OSG Hengelo goed te keuren en de meerjarenbegroting 2015-2018 voor kennisgeving aan te nemen.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De meerjarenbegroting 2014-2018 van de Stichting OSG Hengelo is door de Raad van Toezicht vastgesteld en aangeboden aan de gemeente ter goedkeuring.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1008132
Seep, Henry De Jong, Liesbeth
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Meerjarenbegroting 2014-2018 Stichting OSG Hengelo
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
01 - Werk verbindt.
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
De meerjarenbegroting 2014-2018 van de Stichting OSG Hengelo is door de Raad van Toezicht vastgesteld en aangeboden aan de gemeente ter goedkeuring.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
De Stichting OSG Hengelo is een openbare scholengemeenschap welke na de verzelfstandiging per 1 augustus 2008 wordt bestuurd door de algemeen directeur/bestuurder, met de Raad van Toezicht (RvT) als toezichthoudend orgaan. De Stichting OSG Hengelo heeft de begroting 2014 en de meerjarenbegroting 2015-2018 toegestuurd aan de gemeente. De Raad van Toezicht heeft de meerjarenbegroting 2014-2018 vastgesteld. Deze meerjarenbegroting is de financiële vertaalslag van het beleid binnen de Stichting OSG Hengelo. Landelijke ontwikkelingen Er wordt door het Ministerie van OC&W momenteel gewerkt aan een vereenvoudiging van het bekostigingsmodel VO. Het kabinetsbeleid was tot voor kort dat vanaf het schooljaar 2015-2016 de schoolboeken niet langer gratis zijn, inmiddels is dit bijgesteld in het herfstakkoord. Verder wordt de financiering van de maatschappelijke stages door het Rijk met ingang van schooljaar 2014-2015 afgeschaft. Momenteel wordt in de stad overlegd met de schoolbesturen hoe hiermee om te gaan. De mogelijkheid wordt onderzocht of de maatschappelijke stages ook zonder rijksvergoeding kunnen doorgaan. Vanaf 1 augustus 2014 moeten scholen een passende onderwijsplek geven aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Ontwikkelingen OSG Hengelo Nieuwbouw van de VMBO: momenteel wordt er door BMC onderzoek gedaan naar de mogelijke samenwerkingsvormen tussen de Stichting Carmelcollege en Stichting OSG Hengelo om te komen tot een gezamenlijk VMBO, met een breed aanbod van opleidingen en daardoor een sterke positie in de regio. Demografische ontwikkelingen: binnen de gemeente Hengelo e.o. krijgen de scholen vanaf 2016 te maken met een dalend aantal leerlingen in groep 8 en dus met een lagere totale instroom in de scholen voor VO in Hengelo. In de aangeleverde gegevens van de OSG is te zien dat er toch een stijging verwacht wordt van leerlingen tot en met 2018. De aangeleverde aantallen zijn opgenomen op basis van de leerlingenprognoses voor Hengelo en kan dus ook te maken hebben met de te verwachten verdeling van leerlingen over de verschillende schoolbesturen die onderwijs aanbieden in de stad. Naar verwachting zal het leerlingenaantal op de korte termijn, d.w.z. de komende 2 schooljaren nog sterk stijgen, in het bijzonder bij het Bataafs Lyceum. In de meerjarenbegroting is nog rekening gehouden met de op handen zijnde wetswijziging ten aanzien van de bijdrage van ouders voor de schoolboeken (inmiddels gewijzigd in het herfst akkoord) en het afschaffen van de verplichte maatschappelijke stages. Ook is er rekening gehouden met de onzekerheid rondom de financiering van passend onderwijs, en met de kosten die de opgelegde functie-mix met zich meebrengen. De begroting van 2014 sluit met een nadelig exploitatieresultaat van € 113.095,-. Het nadelige exploitatieresultaat kan worden gedekt uit de algemene reserve. Het negatieve eindresultaat wordt met name veroorzaakt door de negatieve exploitatie van het Gildecollege.
Medio 2013 heeft er een risico-inventarisatie plaatsgevonden door Deloitte. De vertaling van de geïnventariseerde risico’s geeft aan dat het weerstandsvermogen voldoende is (29%) gelet op de risico’s. Volgens de norm van OC&W dient het weerstandsvermogen zich te bewegen tussen de signaleringsgrenzen van 10% (minimum) en 40% (maximum). In het afgelopen jaar is er een stijging geweest van het aantal leerlingen bij de OSG, het jaar erop is er dan altijd een tekort, aangezien het Rijk werkt met de t-1 systematiek. Scholen moeten dus altijd een jaar wachten totdat de groei vertaald wordt in het budget. De OSG heeft een grote reserve van ongeveer 6 miljoen, gezien de maatstaven van het Rijk is dit een voldoende buffer, dus niet te groot. De buffer is noodzakelijk om schommelingen in het personeelsbestand te kunnen opvangen. Mocht er onverwacht een tegenvaller zijn in de instroom van leerlingen die ook personeel met een vaste aanstelling zou raken, dan is er een buffer nodig van deze omvang.
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
Aan de raad wordt voorgesteld om de begroting van 2014 van de Stichting OSG Hengelo goed te keuren en de meerjarenbegroting 2015-2018 voor kennisgeving aan te nemen.
FINANCIËLE ASPECTEN
Dit voorstel heeft geen financiële gevolgen.
BIJLAGE(N)
MJB OSG Hengelo 2014-2018 Toelichting op MJB Brief vaststelling Raad van Toezicht Kengetallen Brief van de gemeenteraad aan de OSG BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
D04
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1008745
Reek, Yvonne van den
SAM-MO
Wieger Mulder
ONDERWERP
Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014-2020
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
De Kunst- en cultuurvisie 2014-2020 vast te stellen als kader voor het gemeentelijk cultuurbeleid.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De Kunst- en cultuurvisie 2014-2020 beschrijft hoe de gemeente de komende jaren het culturele klimaat van Hengelo wil blijven ondersteunen. Kunsteducatie op de basisscholen blijft intact. Ook basisopleidingen na school kunnen op financiële ondersteuning blijven rekenen. Daarmee beoogt de gemeente een continue toestroom van nieuwe 'cultuurconsumenten' te bevorderen. De gemeente ziet nieuwe kansen voor de professionele cultuursector. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord, zowel tussen de instellingen als met instellingen buiten Hengelo en internationaal.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1008745
Reek, Yvonne van den
SAM-MO
Wieger Mulder
ONDERWERP
Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014-2020
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
Niet van toepassing
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
De Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014-2020 is opgesteld op basis van de bestuurlijke opdracht die in februari 2013 is besproken en geaccordeerd door de raadscommissie Sociaal. Het betreft een actualisatie van het gemeentelijk cultuurbeleid als beschreven in de nota Vrij spel voor de verbeelding uit 2007. Deze nota kende een doorloop tot 2010. Via deze nieuwe nota wordt ook uitvoering gegeven aan diverse raadsmoties over dit onderwerp. Het eerste concept van de nieuwe gemeentelijke nota is op 25 juni 2013 besproken in de commissie Sociaal. Het rapport van de kwartiermaker en de culturele kernvoorzieningen is op 5 juli 2013 aangeboden aan de wethouder van cultuur. Op dit rapport van de culturele instellingen is een aparte reactienotitie gemaakt en in oktober gezamenlijk met de gemeentelijke concept cultuurnota besproken. In oktober heeft het college de gemeentelijke concept cultuurnota vrijgegeven voor inspraak. Deze reacties zijn opgenomen in de aparte inspraaknotitie. In de (aangepaste) gemeentelijke nota zijn de opmerkingen uit de verschillende inspraak reacties verwerkt.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
De kernuitgangspunten van de nota zijn: - De missie uit de vorige kunst- en cultuurnota blijft intact. Wel is sprake van een gewijzigde rol van de overheid (meer afstand) en moeten de bezuinigingen worden verwerkt. Dat betekent temporiseren van ambities, zonder de missie los te laten. - ‘Kunst (& cultuur) + techniek’ is het motto voor ons kunst- en cultuurbeleid. Daarmee worden kunst en cultuur als rode draad verbonden aan de kracht en traditie van onze stad, met zijn dwarsverbanden met onderwijs, bedrijfsleven, creatieve industrie etc. - De basiseducatie kunst en cultuur intact laten. Hoe de Muziekschool de basisvorming gaat realiseren zal in overleg met de gemeente en de amateurverenigingen in 2014 worden uitgewerkt. Vervolgonderwijs overlaten aan ouders/verzorgers en aan de markt. - Wij hebben gekeken naar een mogelijke clustering van instellingen, waarbij de leidraad was: educatie, musea en podia. De gezamenlijk culturele instellingen hebben zelf ook de handschoen opgepakt en naar hun functies en samenwerkingsverbanden gekeken. Dit heeft geleid tot het rapport Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur. In deze nota is samenhang gebracht tussen beide, waarbij onze visie op leren, educatie van groot belang vinden voor de toekomst. Verdergaande samenwerking op basis van programmering tussen kunst-, muziek-, cultuur-, erfgoed- en techniekeducatie blijft dan ook voorop staan -Na de sluiting van AkkuH zijn we samen met Hengelose beeldend kunstenaars gaan nadenken over de manier waarop we beeldende kunst in Hengelo kunnen blijven presenteren. De nadruk ligt op programmering en niet op stenen. Wij willen de nog beschikbare middelen inzetten voor programmering van beeldende kunst in Hengelo. Hoe en door wie de programmering zal plaatsvinden wordt in een apart document verder uitgewerkt. Dit document zal op een later tijdstip ter besluitvorming worden aangeboden. - Gemeentelijke panden vormen het uitgangspunt voor de huisvesting van culturele instellingen.
Participatie: Bij de totstandkoming van de conceptnota zijn verschillende partners betrokken. Met de beeldende kunstenaars is een intensief traject gevolgd, de 6 culturele kernvoorzieningen hebben gezamenlijk een rapport opgesteld en er heeft een enquête plaatsgevonden onder het HengeloPanel. Het gehele participatietraject wordt geschetst in de inspraaknotitie en in bijlage 1 bij deze notitie. Inspraak: De reacties op de concept cultuurnota zijn opgenomen in een aparte inspraaknotitie. In deze notitie staat welke onderdelen van de inspraakreacties zijn overgenomen in de nota. De reacties zelf zijn integraal terug te vinden in bijlage 2 bij deze inspraaknotitie. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
1. De Kunst- en cultuurvisie 2014-2020 vast te stellen als kader voor het gemeentelijk cultuurbeleid.
FINANCIËLE ASPECTEN
De nota is kaderstellend voor het beleid in de komende jaren en heeft op dit moment geen financiële of personele consequenties. Via de op te stellen uitvoeringsprogramma’s maken we dergelijke consequenties de komende jaren inzichtelijk. Uitgangspunt blijft, dat de gemeentelijke subsidies waarin de bezuinigingen zijn verwerkt, toereikend moeten zijn. BIJLAGE(N)
Kunst- en Cultuurvisie 2014-2020 Inspraaknotitie, inclusief bijlage 1 en 2 Bijlage 1 Participatie cultuurnota Bijlage 2 Inspraakreacties op concept cultuurnota BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
KenT u Hengelo?
Kunst (& cultuur) en Techniek in Hengelo
Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014-2020
Hengelo, januari 2014
INHOUD
Voorwoord wethouder Mulder
p. 3
1. Inleiding
p. 5
2. Missie
p. 7
3. De creatieve keten
p. 11
3.1 Leren 3.2 Presenteren
p. 12 p. 14
4. De spelers
p. 17
5. Kunst en cultuur over de grenzen heen
p. 26
6. De huisvesting
p. 28
7. De financiën
p. 31
8. Uitwerkingsprogramma
p. 34
Bijlagen
p. 35
i.
het culturele dna van Hengelo
ii.
de spelers in het veld
iii. financiële overzichten • • •
benchmark uitgaven voor cultuur huisvestingslasten (2010) Hengelo budgetten en bezuinigingen 2010-2014 Hengelo
iv. enquête Kunst & Cultuur Hengelo panel voorjaar 2013 (samenvatting)
Voorwoord “We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperken.” Dat houdt professor Transitiekunde Jan Rotmans ons voor in zijn boek In het oog van de orkaan. 1 “Onze samenleving is in een overgangsfase en bevindt zich op een kantelpunt. Van een verticale, centrale en verzuilde samenleving naar een horizontale, decentrale netwerksamenleving. In deze kantelperiode worden oude systemen afgebroken en nieuwe opgebouwd. Oude waarden verdwijnen, nieuwe waarden ontstaan.” P0 F
P
Rotmans laat ons zien, dat we ongemerkt op weg zijn naar een geheel andere - duurzame samenleving. Daarin regeert niet langer de ‘perverse prikkel’ van het geld, maar gedragen we ons als prosumenten. In buurt- of ander klein verband pakken we de maatschappelijke uitdagingen op. We produceren onze eigen elektriciteit, ruilen diensten en goederen uit (zonder de tussenkomst van geld), delen auto’s en gereedschappen etc. Als zo vaak is de creatieve klasse zich het eerst bewust van deze ingrijpende transitie. Zij is wars van ‘glitter en glamour’. In kleinschalige verbanden, gelijkend op corporaties en de aloude gilden, staat men voor elkaar klaar. Van oudsher heeft Hengelo een creatieve klasse van enige omvang. Stork had vrijdenkers nodig, creatieve techneuten, hoogopgeleid, die voor de vernieuwingen konden zorgen. Om die een aantrekkelijke omgeving te bieden investeerde Stork in een plezierig woonklimaat (’t Tuindorp) en in de culturele infrastructuur. We mogen hem daar dankbaar voor zijn. Voor Stork gingen kunst en techniek hand in hand, Kunst en Techniek: KenT. Door de decennia heen kennen we in onze stad een bloeiend cultureel leven, zowel professioneel als bij de talloze amateurverenigingen. Cultuur zit in ons dna. In deze ‘verandering van een tijdperk’ moeten we dat koesteren. Ondanks de bezuinigingen de basis in stand houden. Jongeren en volwassenen blijven interesseren voor kunst en cultuur. Maar: de bezuinigingen zijn onontkoombaar. De taken die gemeenten erbij krijgen, gaan gepaard met omvangrijke kortingen vanuit het rijk. Die moeten deels uit ons vrij besteedbaar budget worden gecompenseerd. Daar vallen ook kunst en cultuur onder. Landelijk leidt dat voor die sector tot een bezuiniging die kan oplopen tot wel 40%. We hebben onze missie ten aanzien van kunst en cultuur uit de eerdere kunst- en cultuurvisie Vrij spel voor de verbeelding tegen het licht gehouden. Naar onze mening is er geen reden de missie geheel te herzien; deze geeft nog steeds goed ons culturele dna weer. Het is onze inzet om de functies in onze culturele infrastructuur overeind te houden en activiteiten te ondersteunen. Aanpassingen en besparingen zoeken we in huisvesting en organisaties. We staan voor scherpe keuzes om het basisniveau te kunnen handhaven. Verandering van een tijdperk vraagt om creativiteit en vernieuwingsdrang. Die uitdaging gaan we aan!
Wieger Mulder, Wethouder Cultuur
1
In het oog van de orkaan. Nederland in transitie, p.6. Jan Rotmans, 2012. Boxtel: Uitgeverij Æneas. Hij citeert Herman Verhagen (2011) uit De Duurzaamheidsrevolutie: hoe mensen organisaties en organisaties de wereld veranderen. Utrecht: uitgeverij Van Arkel.
3
4
1. Inleiding Uitgangspunt voor onze Sociale Visie 2010 is ‘zorgen dat…’ in plaats van ‘zorgen voor…’. De gemeente komt meer in een regisserende en faciliterende rol dan zelf voor de oplossing te zorgen. Dat geldt ook voor de kunst- en cultuursector. Deze maatschappelijke tendens is versterkt door de bezuinigingen. Om als sector te overleven, moeten we alle creativiteit aanspreken. Maar ook los durven laten, meer vertrouwen op de samenleving in al zijn geledingen. We zien onvermoede krachten en creativiteit vrijkomen, nieuwe combinaties en samenwerking. Om met Milton Friedman te spreken: never waste a good crisis! missie blijft intact In Vrij spel voor de verbeelding. Kunst- en cultuurvisie 2010 gemeente Hengelo is de missie als volgt omschreven. “De komende jaren willen wij de culturele identiteit van Hengelo verder versterken. Wij willen zorg dragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur. Wij willen het cultureel bewustzijn van de inwoners van Hengelo stimuleren, zodat zij weten wat hun stad aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en er volop aan kunnen deelnemen. En wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren.” Gezien de precaire overheidsfinanciën zien wij geen mogelijkheden om de culturele infrastructuur in zijn volle omvang te versterken. We moeten samen alle zeilen bijzetten om het huidige niveau op peil te houden. Daarvoor is veel creativiteit en innovatie nodig, ook om te voorkomen dat we nu zaken afbreken waar we later spijt van krijgen. Dat laat onverlet, dat we als gemeente een taak houden om kunst en cultuur mogelijk te maken. De missie uit 2010 blijft voor ons intact; alleen het tempo verandert. De gemeente blijft tot taak houden voorwaarden te scheppen om kunst en cultuur in de samenleving mogelijk te maken.
beleid gericht op periode 2014-2020, met in 2016/7 tussenevaluatie Met deze nota willen we de hoofdlijnen van ons kunst- en cultuurbeleid uitstippelen voor het lopende decennium. Een horizon tot 2020 is te overzien. Via het uitwerkingsprogramma houden we een vinger aan de pols. Een tussenevaluatie in 2016/7 geeft ons de mogelijkheid het beleid bij te stellen. leeswijzer Na deze inleiding ‘ontrafelen’ we eerst de missie. Daarbij geven we tevens aan, wat er in de vorige beleidsperiode is terecht gekomen van de voornemens uit de kunst- en cultuurvisie Vrij spel voor de verbeelding. Aan de hand van de creatieve keten preciseren we de bedoelingen van ons kunsten cultuurbeleid. Onderbouwd wordt, waarom we accenten leggen bij ‘leren’ en ‘presenteren’. We geven aan, wat onze gemeentelijke rol is en wat we op afstand zetten of loslaten. We hebben oog voor de ‘spelers in het veld’, zowel de professionele kunstbeoefenaren als de amateurkunst. Teksten in kaders geven ambities en/of beleidsvoornemens weer. Deze worden nader geconcretiseerd in het slothoofdstuk Uitwerkingsprogramma. We kijken verder over de grenzen van onze gemeente heen en geven richtingen aan voor regionale en internationale samenwerking. Een belangrijk aspect vormt de huisvesting. Uitgangspunt is voor ons wat we in 2010 in onze Sociale Visie 2020 schreven: “(..) De activiteiten staan centraal, niet de accommodaties of organisaties.” 2 We brengen de accommodaties voor kunst- en cultuuractiviteiten in kaart en zoeken naar mogelijkheden voor optimaal (mede)gebruik. Een aantal accommodaties staat buiten discussie, zoals het Rabotheater en Metropool. Hun locatie is gelijk aan hun (podium)functie. P1F
2
P
Sociale Visie 2020, p. 14. Hengelo, vastgesteld in de raadsvergadering van 14 december 2010.
5
Niet onbelangrijk is vervolgens de vraag, welke financiële middelen beschikbaar zijn. Gemeentelijk, en ook uit andere bronnen. Al het voorgaande mondt uit in een uitwerkingsprogramma 2014-2020, met concrete acties voor de komende jaren. Een aantal bijlagen is toegevoegd aan deze nota. Tegelijk met deze nota brengen we een Inspraaknotitie uit. Deze geeft het hele proces weer, dat we hebben doorlopen in de totstandkoming van deze kunst- en cultuurvisie, welke reacties dat heeft opgeleverd en of en hoe deze in de uiteindelijke visie zijn verwerkt.
6
2. Missie Cultuur bestaat al sinds mensenheugenis. Het is een onderdeel van onze persoonlijke ontwikkeling en ontwikkeling in de samenleving. In de loop van de tijd is het belang alleen maar groter geworden. Er is meer vrije tijd en daardoor meer behoefte aan vrijetijdsbesteding, ook waar het gaat om cultuur. Tegenwoordig is cultuur ook een synoniem voor levendigheid in de stad, een motor voor stedelijk toerisme en een bijdrage aan binnenstedelijke economie als gevolg van spin off voor de (binnen)stad of rechstreeks als onderdeel van de (creatieve) economie. Cultuur is een voorziening geworden, die ook waarde heeft als vestigingsfactor en waarde heeft voor de ontwikkeling van het vastgoed in de stad in het algemeen en aanleiding geeft om trots te zijn op onze stad. Onze missie richt zich op behoud en versterking daarvan. de missie ‘ontrafeld’ “De komende jaren willen wij de culturele identiteit van Hengelo verder versterken. Wij willen zorg dragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur. Wij willen het cultureel bewustzijn van de inwoners van Hengelo stimuleren, zodat zij weten wat hun stad aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en er volop aan kunnen deelnemen. En wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren.” Als gezegd blijft deze missie uit Vrij spel voor de verbeelding. Kunst- en cultuurvisie 2010 gemeente Hengelo intact. De onderstreepte passages werken we hieronder uit. • culturele identiteit Het cultureel bewustzijn van de inwoners en het lokale kunst- en cultuuraanbod zijn bepalende factoren voor de culturele identiteit van een stad. Andere factoren die de culturele identiteit bepalen, zijn de lokale cultuurhistorie en het uiterlijk van een stad. De culturele identiteit is niet alleen van belang voor de inwoners zelf, maar ook voor het aantrekken van toeristen en van nieuwe, hoogopgeleide en creatieve inwoners. Deze stimuleren de lokale economie en werkgelegenheid. Kunst en cultuur hebben in die zin belangrijke economische effecten van voor een stad. U
U
Er ligt een verband tussen de cultuurhistorie van Hengelo en de aard en omvang van onze culturele infrastructuur. De basis is gelegd aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw door de grondleggers van de industrie in onze stad. Vooral de familie Stork heeft daarin een grote rol gespeeld. Zij investeerden niet alleen in fabrieken en machines, maar ook in culturele voorzieningen als een leeszaal, een concertgebouw en amateur(muziek)verenigingen. Daarmee onderkenden zij het belang van kunst en cultuur voor het functioneren van de samenleving. Uit dat besef is ons culturele dna ontstaan, zoals verwoord in bijlage 1. Cultuur raakt ons allen. Samen maken we de cultuur van een stad. Sommigen doen dat beroepsmatig, anderen als hobby. In de culturele sector in Hengelo zijn enkele honderden inwoners werkzaam, van baliemedewerker tot directeur of zelfstandig kunstenaar. Van de 50 grootste gemeenten van Nederland presteert Hengelo hierin anno 2012 desondanks beneden het gemiddelde. 3 Zowel qua cultureel aanbod, podiumkunsten, theatervoorstellingen als klassieke en popconcerten scoren we onder het gemiddelde. Dat ligt mede aan het feit, dat we geen centrumstad zijn en andere steden in onze directe omgeving hebben. P2F
P
De omvang en kwaliteit van de ‘creatieve klasse’ 4 bepaalt mede de aantrekkelijkheid van een stad als vestigingsplaats. Een aantrekkelijke woonstad trekt niet alleen mensen aan, maar ook bedrijven en werk. 5 Het gaat daarbij niet alleen om de podia, bioscopen, horeca enz. Consumenten willen iets beleven: de stad als belevenis, met een verrassende programmering en met evenementen. P3F
P4 F
P
P
3
Atlas voor gemeenten 2012. Gerard Marlet, Clemens van Woerkens. Nijmegen, 2012 De creatieve klasse omvat meer dan de cultuur. Marlet schaart eronder: wetenschappers en onderzoekers, ICT’ers, ingenieurs, architecten, tv-makers, journalisten, kunstenaars, alsmede managers en verkopers in creatieve en innovatieve bedrijfstakken. Anno 2004 zo’n 19% van de Nederlandse beroepsbevolking. De aantrekkelijke stad, p. 124 5 De aantrekkelijke stad, p.14. Gerard Marlet. Nijmegen, 2009. 4
7
1 op de 5 werkenden in onze stad behoort tot de creatieve klasse 6 . In absolute zin een behoorlijke omvang, hoewel we daarmee net onder het landelijke gemiddelde zitten: Hengelo 20%, gemiddeld 24%. Enschede en Almelo scoren lager, resp. 18 en 14%. P5F
P
Ondanks de initiatieven van de afgelopen jaren om de creatieve klasse een impuls te geven, zoals bij Metropool en de Creatieve Fabriek, liggen er voor onze stad nog veel uitdagingen. Samenwerking is daarin naar onze mening het sleutelwoord. We keren daarvoor terug naar onze roots: de combinatie van kunst en techniek. …. kunst en techniek verbinden …. Stork kon uitgroeien tot een global player dankzij de continue stroom van vernieuwingen die het bedrijf wist te realiseren. Innovatie als traditie is sindsdien het kenmerk van onze plaatselijke industrie. Nog steeds is ongeveer een kwart van onze beroepsbevolking werkzaam in de maakindustrie. Die doet een beroep op vakmanschap, creativiteit en vernieuwingsdrang. Er is sprake van een welbegrepen combinatie van kunst en techniek. Deze combinatie zit in ons dna (zie bijlage1) en ligt aan de basis van het succes van Hengelo, omdat ze verbindt. Ze verbindt de kunstensector met de industrie, ze verbindt onderwijs en techniek. Ze komt tot uiting in onze instellingen, zoals de musea en de educatieve centra. Ze is essentieel voor de creatieve industrie. Kortom: kunst en techniek vormen een gouden combinatie, die we als (ver)bindend element inzetten in ons kunst- en cultuurbeleid met zijn vertakkingen naar allerlei andere aspecten in onze samenleving. Kunst en Techniek – KenT – loopt dan ook als rode draad door deze nota. Kunst (& cultuur) en Techniek – KenT – zetten we in als motto voor ons kunst- en cultuurbeleid. • kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur De afgelopen twee decennia is in onze stad veel bereikt qua nieuwbouw van accommodaties: een nieuwe schouwburg, een nieuw techniekmuseum, een poppodium en een nieuwe bibliotheek. De muziekschool was al goed gehuisvest. Alleen de amateurkunst en CREA hebben nog te kampen met onvolwaardige huisvesting. Hetzelfde geldt voor de Collectie Hengelo. Wellicht biedt efficiënter gebruik van gemeentelijk vastgoed nieuwe mogelijkheden. Zie het hoofdstuk over huisvesting. U
U
Van de voornemens uit de vorige kunst- en cultuurvisie Vrij spel voor de verbeelding zijn er diverse gerealiseerd. Zie onderstaand overzicht. culturele basisinfrastructuur voornemens anno 2007 1. realisatie nieuw Metropool 2. nadere invulling van de structurele subsidierelaties, in relatie tot de Algemene subsidieverordening, de Algemene wet bestuursrecht en de Code Cultural Governance: • notitie museumbeleid
6
situatie 2013 Geopend in 2009 Gerealiseerd in 2010 Notitie ‘Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo’ is in 2008 vastgesteld als visiedocument voor het gemeentelijk erfgoedbeleid. Vervolgnotitie ‘Deltaplan Collectie Hengelo’ is in 2010 uitgebracht en is in uitvoering.
Als percentage van de beroepsbevolking.
8
3. transformatie van Kunstcentrum naar Centrum Beeldende Kunst: • voorstel verhuizing naar Hazemeyerterrein 4. planvorming voor een nieuw centrum voor kunsteducatie in Hart van Zuid: • oriëntatie • initiatiefvoorstel • voorstel realisatie
Akkuh is verhuisd, maar inmiddels opgeheven vanwege stopzetting subsidie. Veel plannen opgesteld, maar vanwege verslechterende economie niet gerealiseerd
deelname aan kunst en cultuur 5. versterking van het beleid op het gebied van cultuurbereik, met betrekking tot amateurkunst, cultuur in de wijken en cultuur en school: • onderzoek naar integratie kwalitatief cultuuraanbod in brede buurtschoolaanpak en in programma’s van de wijkwelzijnsvoorzieningen • notitie Kunst op School primair onderwijs • notitie Cultuurbereik 2009-2012 6. uitwerking van het evenementen- en communicatiebeleid op het gebied van kunst en cultuur: • voorstel structurele ondersteuning culturele evenementen
Gerealiseerd, voortgezet in afspraken met het Fonds voor Cultuurparticipatie over het programma Cultuureducatie met kwaliteit Budget overgeheveld naar evenementenbudget Bureau Hengelo
productie- en presentatieklimaat van kunst 7. versterking van het beleid op het gebied van beeldende kunst en vormgeving: • notitie atelierbeleid • notitie aankoopbeleid • onderzoek naar uitbreiding 1% regeling kunst in de openbare ruimte • voorstel structurele ondersteuning Lambooijhuis en HeArtpool
Deels gerealiseerd, deels onderhevig aan bezuinigingen.
8. afronding van het haalbaarheidsonderzoek toneelgroep Alaska
Is niet haalbaar gebleken Akkuh is gesloten
9. monitoring en evaluatie van de inpassing van culturele functies binnen de ontwikkeling van De Creatieve Fabriek
Gerealiseerd
Ondanks de verslechterende financiële omstandigheden hebben we de afgelopen jaren veel tot stand weten te brengen. We willen voorkomen, dat dit ‘culturele huis’ vanwege de bezuinigingen als een kaartenhuis inzakt. Daarom willen we de organisaties en spelers sterk en toekomstbestendig maken. Naast de ‘stenen’ kant is het tijd voor ‘nieuwbouw’ van de organisaties en van de individuele inbreng van onze inwoners. We willen zo veel mogelijk de culturele activiteiten centraal stellen en daarvoor de beperkte middelen inzetten.
9
Het culturele dna 7 van de stad komt tot uiting in de betrokkenheid en activiteiten van onze inwoners. Die betrokkenheid willen we in stand houden. P6F
P
• cultureel bewustzijn van de inwoners Aan het HengeloPanel zijn in het vroege voorjaar van 2013 vragen voorgelegd over kunst en cultuur in onze stad 8 . 67% van de 2681 panelleden hebben hun mening gegeven. Uit de antwoorden blijkt een grote culturele betrokkenheid. De meerderheid geeft aan in meer of mindere mate cultureel actief te zijn. Kunst en cultuur maken volgens de meerderheid het wonen in Hengelo aangenamer. Kunst en cultuur is voor een kwart van de ondervraagden erg belangrijk in het dagelijks leven. Voor de helft is het belangrijk en voor de resterende kwart is het minder belangrijk. Vooral kinderen moeten gestimuleerd worden om kennis te maken met kunst en cultuur. Ouders hebben daarin de belangrijkste rol. De kunst- en cultuursector moet meer de eigen broek ophouden. De financiële ondersteuning vanuit de gemeente zou volgens het panel gemiddeld met een kwart kunnen worden verlaagd. In hoofdstuk 4 van deze nota komen de uitkomsten van de enquête meer gedetailleerd aan de orde. U
U
P7F
P
• kansen geven aan beeldende kunstenaars “Wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren”, staat in de missie anno 2007. Hengelo telt zo’n 80 beeldende kunstenaars die ingeschreven staan als professioneel kunstenaar. U
U
De bezuinigingen op cultuur hebben ertoe geleid, dat Akkuh is gesloten. Met de beeldende kunstenaars zijn vervolgens gesprekken aangegaan over de invulling van de resterende middelen. De uitkomsten zijn verwerkt in deze nota. De beeldende kunstenaars hebben zelf ook de handschoen opgepakt. Op allerlei locaties worden exposities ingericht en bijeenkomsten gehouden. Mogelijk blijft er behoefte aan een toegankelijke expositieruimte. Echter de beschikbare middelen zullen bestemd worden voor programmering en niet voor huisvesting. Hoe en door wie de programmering zal plaatsvinden wordt in een apart document verder uitgewerkt. Dit document zal op een later tijdstip ter besluitvorming worden aangeboden. Naast de activiteiten van de beeldende kunstenaars zelf mogen we ons in Hengelo verheugen in diverse particuliere initiatieven. Een ‘modern mecenaat’ 9 wordt steeds belangrijker, nu de publieke middelen gering zijn. P8F
7 8 9
P
Zie bijlage Zie www.hengelo.nl/hengelopanel voor de volledige rapportage van deze enquête, onder ‘Resultaten’. Zie de paragraaf over de financiën in deze nota, waarin ook de Geefwet 2012 aan de orde komt.
10
3. De creatieve keten Als leidraad voor het kunst- en cultuurbeleid hanteren we het concept van de ‘creatieve keten’ 10 . Dit gaat uit van de functies die de culturele sector in een stad kan vervullen. De creatieve keten kent de volgende schakels: leren produceren presenteren interesseren Wij zien de keten als een cyclisch proces, dat zich in de tijd telkens vernieuwt. Het is een denkmodel, dat onze beleidsontwikkeling vergemakkelijkt. In de praktijk overlappen de schakels elkaar en kan een en dezelfde organisatie meerdere functies vervullen. P9F
P
De creatieve cyclus
Vertaald naar de culturele infrastructuur van Hengelo en de activiteiten daarbinnen komen we tot de volgende globale functieverdeling van de schakels: Leren bibliotheek, kunst- en cultuureducatie (leren zien en leren doen), amateurkunst, muziekeducatie, erfgoed- en techniekeducatie Produceren professionele kunstproductie, amateurkunst Presenteren podia, tentoonstellingsruimten en musea Interesseren cultuurpromotie en -marketing, sponsoring Niet alle schakels zijn even sterk ingevuld, zoals de professionele kunstproductie. Wij vinden dat ook niet noodzakelijk voor een stad met de omvang van Hengelo. Er zijn functies die op regionaal niveau adequaat zijn ingevuld, zoals de productie van professionele podiumkunsten (opera, klassieke muziek en jeugdtheater) in Enschede. Deze stad vormt een van de negen culturele hotspots van Nederland. Het is dan ook logisch, dat daar een aantal regionale functies zijn geconcentreerd.
10 Naar een nieuwe gemeentelijke culturele infrastructuur. Een stappenplan voor gemeenten, p.6. BMC Advies & Management. Amersfoort, z.j.
11
Ook op het gebied van beeldende kunst heeft Enschede een centrumfunctie. De ambitie om Hengelo op regionaal niveau te profileren met beeldende kunst kunnen we niet (meer) waarmaken. Aangezien de museale functie in Hengelo een zwakke schakel is, hebben we de focus verlegd naar programmering van de Collectie Hengelo. Naast erfgoed, maakt professionele beeldende kunst deel uit van deze programmering. De centrumfunctie van Enschede biedt ook kansen voor onze inwoners en instellingen. Deelname aan kunst en cultuur beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen. We zijn dan ook voorstander van samenwerking met instellingen van buiten Hengelo; zie hoofdstuk 7 Kunst en cultuur over de grenzen heen. Leren en presenteren Sterke functies in Hengelo liggen op het gebied van leren (bibliotheek, CREA, Muziekschool, Twents Techniekmuseum HEIM) en presenteren (Rabotheater, Metropool). De beide podia vervullen een bovenlokale functie. Het Rabotheater heeft als enige theater in Twente een vlakkevloerzaal en Metropool heeft met de grote-zaalprogrammering landelijk een positie verworven. De beide podia zijn daarmee van groot belang voor het vergroten van de aantrekkingskracht van Hengelo en Twente. Programmering van de Collectie Hengelo, waar beeldende kunst en efgoed deel van uitmaken, zien wij als een speerpunt in de schakel presenteren. CREA is voor Hengelo penvoerder voor het landelijke programma Cultuureducatie met kwaliteit, dat met het primair onderwijs en de culturele instellingen wordt uitgevoerd. Het programma heeft tot doel de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs te borgen. Een instrument daarbij is de doorgaande leerlijn cultuureducatie. In Hengelo kennen we een sterke verbinding tussen cultuureducatie en onderwijs, zowel binnen- als buitenschools. Na het sluiten van Akkuh (per 1 januari 2013) heeft CREA de taken op het gebied van kunsteducatie overgenomen. Beleidskeuze voor accent op leren en presenteren Overheid en samenleving zijn beide actief in de creatieve cyclus. De maatschappelijke tendens is, dat overheden zich niet meer met alle aspecten bezig (kunnen) houden. Een samenleving herbergt meer kracht en dynamiek dan we in het verleden wel eens dachten. Die werden aan het oog onttrokken, immers “de overheid zorgde voor…” in plaats van los te laten. De gewijzigde rolverdeling tussen overheid en samenleving, in combinatie met de beperkte gemeentelijke financiën, werkt door in het kunst- en cultuurbeleid. We brengen prioriteiten aan, laten los en schenken vertrouwen aan de kracht en dynamiek van de samenleving. Concreet kiezen we voor ondersteuning van leren en presenteren. Deze leggen naar onze mening de basis voor de kunst- en cultuurbeleving van onze inwoners, waardoor een bloeiend cultureel klimaat en verenigingsleven behouden blijft. Leren en presenteren staan centraal in de (financiële) ondersteuning vanuit de gemeente. We blijven oog houden voor de twee andere schakels van de creatieve keten, interesseren en produceren. Ook omdat die onlosmakelijk verbonden zijn met leren en presenteren. De kernvoorzieningen spelen bij de invulling van de schakels interesseren en produceren al een grote rol. Daarnaast laten we de invulling ervan over aan het particulier initiatief. We faciliteren, brengen partijen bijeen en bevorderen synergie. In de twee navolgende paragrafen werken we de keuze voor leren en presenteren uit.
3.1 Leren cultuureducatie Hengelo kent van oudsher een stevige structuur rondom cultuur- en erfgoededucatie. Via het programma Cultuureducatie met kwaliteit 11 komen leerlingen van de basisscholen in aanraking met kunst-, cultuur- en erfgoeddisciplines. Dit programma (dat onder schooltijd wordt ingezet) omvat actieve en receptieve projecten, die vaak ook wijkgericht worden ingezet. De verankering van cultuureducatie in het basisonderwijs is een speerpunt voor de komende jaren. P10F
11
P
Hierover zijn afspraken gemaakt met het Fonds voor Cultuurparticipatie.
12
De scholen, culturele instellingen, de hogeschool Saxion (voorheen Edith Stein) en de gemeente hebben de handen ineengeslagen om dit proces in te gaan. De middelen hiervoor zijn weer voor vier jaar geoormerkt, waarbij er afspraken zijn gemaakt met het Fonds voor Cultuurparticipatie, de provincie Overijssel en de schoolbesturen in Hengelo. Vanuit het Rijk wordt cultuureducatie in het onderwijs nog steeds ondersteund. De basisscholen ontvangen € 10,90 per leerling voor het inbedden van cultuureducatie in het curriculum. De scholen voor voortgezet onderwijs kunnen (nog) gebruik maken van de Cultuurkaart. Al deze middelen staan voor de jaren na 2016 wel onder druk, waardoor de noodzaak om keuzes te maken wordt vergroot. In de Brede School-ontwikkelingen, waarbij het vergroten van de ontwikkeling en ontwikkelingskansen van kinderen centraal staan, speelt ook de cultuureducatie een rol. Op dit vlak hebben de scholen elkaar gevonden, de samenwerking is in de afgelopen jaren hecht geworden. Vanaf 2013 wordt de stap gezet richting Integrale Kindcentra 0-12 jaar. Ook het inzetten van combinatiefunctionarissen Cultuur verhoogt de samenhang tussen het onderwijs en het culturele veld. De culturele kernvoorzieningen hebben een groot aandeel in de cultuureducatie in Hengelo. Instellingen als CREA Centrum voor Kunsteducatie, de Muziekschool Hengelo, de bibliotheek en Twents Techniekmuseum HEIM kunnen goed inspelen op de vraag naar cultuureducatieve activiteiten, die vanuit het onderwijs wordt gesteld. Daarnaast hebben deze instellingen ook hun eigen cursorisch aanbod, dat voornamelijk naschools wordt aangeboden. De basisvorming wordt (mede) mogelijk gemaakt door de gemeentelijke subsidie. Voor het cursorisch muziekonderwijs na schooltijd kan dat bijvoorbeeld diploma A en B zijn. De Muziekschool en de andere instellingen dienen zich daarop te concentreren. Hoe de Muziekschool de basisvorming gaat realiseren zal in overleg met de gemeente en de amateurverenigingen in 2014 worden uitgewerkt. Vervolgonderwijs voor gevorderden komt voor rekening van de leerling en/of diens ouders 12 . P11F
P
Wij richten ons primair op de binnenschoolse cultuureducatie en op de basisjaren van het naschoolse cursorisch aanbod, omdat daarmee de basis voor de kunst- en cultuurbeleving van onze inwoners wordt gelegd. KenT: we pleiten ervoor de cultuureducatie te verbinden met de techniekeducatie. Dit kan leiden tot uitbreiding en vernieuwing van het aanbod aan cultuureducatie in onze stad. Dit past bij de historie en het karakter van Hengelo. Via cultuureducatie stromen veel jongeren door naar de vele amateurverenigingen die onze stad rijk is. Ook daarom is het van belang de basisvorming cultuur op peil te houden. amateurkunst In 40 procent van de Hengelose huishoudens 13 beoefent minimaal één persoon een vorm van kunst, zoals muziek, theater, handvaardigheid en beeldende kunst. Dat gaat voor een belangrijk deel individueel of via een instelling voor kunstzinnige vorming. Voor amateurkunstenaars is het belangrijk dat zij zich kunnen scholen in hun hobby en vorderingen kunnen maken. Het is daarom niet vreemd, dat instellingen als de muziekschool en CREA een vaste plaats hebben verworven in de stad. P12F
P
Daarnaast beoefenen veel inwoners hun passie via verenigingen. In Hengelo bestaan ongeveer zeventig verenigingen, achtendertig hiervan ontvangen subsidie. We willen de amateurkunst blijvend ondersteunen en kiezen ervoor de basissubsidie amateurkunst te handhaven. Dat is in lijn met onze beleidskeuze voor leren en presenteren uit de creatieve keten. De basissubsidie amateurkunst is bedoeld voor het aanstellen van professionele artistiek leiders (leren) en voor openbare uitvoeringen van de amateurverenigingen (presenteren). Het grootste deel van de verenigingskosten, zoals aanschaf van materialen of instrumenten, wordt betaald door de leden zelf. 12 Inwoners met een laag inkomen kunnen een beroep doen op het gemeentelijke Sport- en Cultuurfonds, zie www.hengelo.nl. 13 40% van de deelnemers aan het HengeloPanel van voorjaar 2013 geeft aan, dat er in hun huishouden minimaal één persoon ‘cultureel actief’ is.
13
We handhaven de basissubsidies voor amateurkunst. De amateurkunst omvat alle vier schakels van de creatieve keten, niet alleen leren en presenteren. Ook produceren en interesseren zijn onderdeel van hun activiteiten. Zij produceren theatervoorstellingen, zij schrijven speciale composities voor (jeugd)orkesten. En door hun optredens interesseren zij het (grote) publiek voor kunst en cultuur. We onderkennen, dat er voor een deel van de amateurkunstverenigingen onvoldoende huisvesting beschikbaar is. Dat is niet makkelijk op te lossen, mede omdat verenigingen geen hoge huur- of investeringslasten kunnen dragen. We onderzoeken slimme combinaties in de huisvesting om hen tegemoet te komen. Zie daarover het hoofdstuk Huisvesting. KenT: Ook de amateurkunst kan de combinatie kunst en techniek benutten, waardoor het techniekonderwijs een impuls krijgt.
3.2 Presenteren Presenteren maakt kunst- en cultuuruitingen zichtbaar en bevordert het culturele klimaat van de stad. Dat geldt zowel voor musea en exposities van beeldende kunst als voor muziek- en theatervoorstellingen. Het spelersveld van kunst en cultuur is zeer veelzijdig. In het kunst- en cultuurbeleid hebben we evenzeer aandacht voor de professionele kunst als voor de amateurkunst. We maken daarbij onderscheid tussen culturele kernvoorzieningen en een aantal aanvullende voorzieningen. Daarnaast zijn er culturele voorzieningen die al dan niet worden gesubsidieerd vanuit incidentele budgetten.
14
In onderstaand overzicht zijn deze voorzieningen opgenomen. In de linker kolom hebben we tevens cursief aangegeven, welke schakel(s) van de creatieve keten worden bediend. Het zij nogmaals vermeld, dat de schakels in elkaar overgaan en elkaar overlappen. Dat onderstreept de veelzijdigheid van het aanbod.
Podiumkunsten
structureel gesubsideerde kern voorzieningen
structureel gesubsidieerde overige voorzieningen
niet structureel gesubsidieerde voorzieningen
Rabotheater Metropool
Kamermuziek Hengelo Jazzplatform Hengelo Stadsdichter
onder meer: - Summer Square Festival - Cultuurpodium Houtmaat - Filmhuis Hengelo - Karavaan der Vertellers
Gemeentelijk kunstbezit
Ateliers '93 Beeldende Kunst Ag SWWK Stichting Heartpool Lambooijhuis Museum voor Hedendaagse Hengelose Kunst (virtueel) Historisch Museum Hengelo Historisch Archief Beckum Historie Brandweer Hengelo
presenteren produceren
Beeldende kunst presenteren produceren
Cultureel erfgoed, Collectie Hengelo leren presenteren interesseren Media en letteren leren interesseren Amateurkunst en kunsteducatie leren presenteren produceren Overig presenteren
Twents Techniekmuseum HEIM
Bibliotheek
RTV Hengelo
Muziekschool CREA
amateurkunstverenigingen programma Kunst op School
onder meer: projecten en publicaties van het Historisch Museum
onder meer: - Week van de Amateurkunst - Kunstmarkt Tuindorp - boekenmarkt Tuindorp - projecten Cultuur en School
Hengelose Oranjevereniging Werkgroep 4 mei
Kunst komt tot leven, als het toegankelijk en zichtbaar is. Daarom blijven we onze podia en musea ondersteunen. Ook een laagdrempelige, goed functionerende bibliotheek is een pijler voor ons cultureel klimaat. Beeldend kunstenaars moeten kunnen produceren én presenteren. En de amateurkunstbeoefening bepaalt in hoge mate het plezier dat onze inwoners beleven aan kunst en cultuur. Al deze sectoren blijven we ondersteunen, hoewel we een grotere eigen bijdrage vragen en minder subsidies kunnen verlenen. beeldende kunst en erfgoed Na de sluiting van AkkuH zijn we samen met Hengelose beeldend kunstenaars gaan nadenken over de manier waarop we beeldende kunst in Hengelo kunnen blijven presenteren. De nadruk ligt op programmering en niet op stenen. Wij willen de nog beschikbare middelen inzetten voor programmering van beeldende kunst in Hengelo. Hoe en door wie de programmering zal plaatsvinden wordt in een apart document verder uitgewerkt. Dit document zal op een later tijdstip ter besluitvorming worden aangeboden. In het Deltaplan Collectie Hengelo is de waarde bepaald van de in Hengelo aanwezige verzamelingen van erfgoed. Samen met het plan Van tempel naar dorpsplein, waarin voorstellen staan voor samenwerking tussen Techniekmuseum HEIM en het Historisch Museum, ligt er een duidelijke visie op programmering van de Collectie Hengelo. De gehele uitwerking van deze 15
plannen vraagt een grote investering. Dat behoort op dit moment niet tot de mogelijkheden, maar op onderdelen zullen zeker zaken opgepakt worden. Hier zal nog verder invulling aan moeten worden gegeven. Aantrekkelijkheid voor toeristen Veel van onze culturele infrastructuur wordt voornamelijk gebruikt door onze inwoners. Bovendien maken zij er vaker dan één keer gebruik van, zoals het volgen van een cursus of het bezoek aan de schouwburg, bioscoop of poppodium. De aantrekkelijkheid van een stad wordt mede bepaald door het aanbod voor toeristen, komend vanuit de regio of van verder weg. Voor hen zijn musea, kunstexposities en evenementen interessant. De presentatie van de beeldende kunst en erfgoed in de buitenruimte zal ook via routes zichtbaar worden gemaakt.
16
4. De spelers het netwerk, de taakverdeling en de organisatie Volgens economisch historica Tine de Moor heeft de zzp'er zijn langste tijd gehad en liggen er kansen voor het collectief. Een 'herontdekking van de self-governance' noemde zij dit, zowel als het gaat om 'collaborative consumption' (samen een auto delen of zonnepanelen aanschaffen), als om 'collaborative production' 14 (zoals ouderparticipatie in crèches). Dergelijke institutionele, collectieve acties, vergelijkbaar met middeleeuwse gilden of 19e eeuwse coöperaties, hebben grote voordelen, vindt De Moor. Er is bijvoorbeeld sprake van meer efficiency, risicovermijding, schaalvoordeel en geldbesparing. Maar dan moet de overheid wel vertrouwen tonen in een dergelijke 'self governance'. P13F
P
Dat zien we ook in Hengelo gebeuren, niet alleen tussen individuele kunstenaars, ook tussen instellingen. De meerwaarde van samenwerken is herontdekt. Er lijkt een kentering in het (doorgeschoten) ik-denken plaats te vinden. Voor ons als lokale overheid is het nog wennen aan de nieuwe rol: regie en loslaten in plaats van zelf te zorgen voor oplossingen. Dat heeft ook consequenties voor de manier waarop we overleg voeren met de vertegenwoordigende koepels, de commissie Beeldende Kunst, de commissie Kunsteducatie, het Directeuren Overleg Culturele Accommodaties (DOCA), de Hengelose Korenkoepel, de Federatie van Hengelose Muziekverenigingen en Podium Kunsten Hengelo. Maar ook voor het overleg in Netwerkstadverband en op landsdeelniveau binnen het Cultuurconvenant Oost Nederland. Met de instellingen en verenigingen maken we resultaatafspraken over het beoogde maatschappelijke effect van hun inspanningen waarvoor zij gemeentelijke subsidies ontvangen. Hoe zij de resultaten bereiken, bepalen ze zelf. Governance Code Cultuur In de vorige kunst- en cultuurvisie Vrij spel voor de verbeelding (2007) hebben wij de Code Cultural Governance geïntroduceerd en het belang daarvan onderschreven. Sindsdien maakt deze code deel uit van de subsidierelatie met de culturele kerninstellingen. De code beschrijft de eisen die aan directie en bestuur van instellingen worden gesteld, wil er sprake zijn van professioneel management en visieontwikkeling. Cultural governance staat voor: goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording. Hoe meer wij aan de culturele sector overlaten, hoe meer wij moeten kunnen vertrouwen op hun professionaliteit. Dat vraagt wat van de competenties van de directies en besturen. En eveneens adequate competenties bij onszelf als gemeente. In november 2013 is de nieuwe Governance Code Cultuur verschenen (zie www.governancecodecultuur.nl). Inhoudelijk is de code vereenvoudigd en aangepast aan vragen uit de samenleving met aandacht voor onderwerpen als risicomanagement, belangenverstrengeling en openheid. Bij de ontwikkeling van de bovengenoemde resultaatafspraken en de daarbij horende indicatoren 15 hanteren wij de nieuwe Governance Code Cultuur. P14F
P
de culturele (kern)instellingen De afgelopen decennia heeft Hengelo sterk geïnvesteerd in nieuwbouw resp. versterking van de culturele instellingen. Bibliotheek, nieuwbouw in gebruik genomen in 2006 Muziekschool, nieuwbouw, incl. Waterstaatskerk in gebruik genomen in 1991 Rabotheater, nieuwbouw in gebruik genomen in 2001 Twents Techniekmuseum HEIM, verbouwde Wilhelminaschool in gebruik genomen in 2005 Historisch museum Hengelo, nieuwe aanbouw in gebruik genomen in 1995 Metropool, nieuwbouw in gebruik genomen in 2009 Voor onze inwoners is de aanwezigheid van deze en andere voorzieningen belangrijk, zo blijkt uit de internetpeiling van maart 2013. 14
Jan Rotmans spreekt in dit verband over ‘prosumenten’; zie Voorwoord. Onder auspiciën van de VNG is daartoe een handreiking ontwikkeld: Effectief cultuurbeleid. Leren van evalueren. Quirijn van den Hoogen, 2012. Amsterdam: Boekmanstichting 15
17
Het belang van financiële ondersteuning door de gemeente én aanwezigheid van Hengelose culturele (kern)voorzieningen (% ‘erg belangrijk’).
77
Bibliotheken 55
Muziekschool
70
39
Rabotheater HEIM
37
HMH
36
CREA
33
Metropool
32
72 56 52 49 58
44
Gemiddeld 0
10
20
88
30
Financiële ondersteuning door gemeente Aanwezigheid in Hengelo
64
40
50
60
70
80
90
100
percentage panelleden 'erg belangrijk' (8, 9 of 10)
Duidelijk is dat men de aanwezigheid (donkerblauw) belangrijker vindt dan financiële ondersteuning door de gemeente van de desbetreffende voorziening (lichtblauw). Dat verschil is vooral groot bij het Rabotheater (33 procentpunt) en Metropool (26 procentpunt). Uit de opmerkingen die de leden van het HengeloPanel hebben gemaakt, komt de mening naar voren, dat het Rabotheater en Metropool zichzelf dienen te redden. Voor ‘bibliotheken’ is het verschil het kleinst (11 procentpunt). Zeer veel panelleden vinden de aanwezigheid ervan erg belangrijk, en ook de financiële ondersteuning ervan door de gemeente. Het belang van financiële ondersteuning door de gemeente én aanwezigheid van verschillende culturele aspecten (% ‘erg belangrijk’).
Culturele (kern)voorzieningen
44
Verenigingen, clubs of gezelschappen
64
38
Kunst in de openbare ruimte
29
17
Expositieruimte
33
13
Ateliers
0
10
39
Financiële ondersteuning door gemeente Aanwezigheid in Hengelo
29
20
30
40
50
60
70
80
90
100
percentage panelleden 'erg belangrijk' (8, 9 of 10)
18
Het meeste belang hechten de panelleden aan de culturele (kern)voorzieningen, gevolgd door de financiële ondersteuning van verenigingen (38% ‘erg belangrijk’). Men hecht meer belang aan kunst in de openbare ruimte dan aan expositieruimte. Van de bevraagde aspecten hecht men het minste belang aan ateliers. samenwerking culturele instellingen De culturele instellingen staan onder druk. Om hun functies te kunnen blijven vervullen is integratie noodzakelijk. Vrijblijvende samenwerking is niet effectief. Schaalvoordelen, gezamenlijke uitvoering van overlappende taken, eenduidige aansturing en programmering leiden tot sterke organisaties. Wij hebben gekeken naar een mogelijke clustering van instellingen, waarbij de leidraad was: educatie, musea en podia. De gezamenlijk culturele instellingen hebben zelf ook de handschoen opgepakt en naar hun functies en samenwerkingsverbanden gekeken. Dit heeft geleid tot het rapport Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur. Wij hebben hierop een reactie gegeven. Hoewel niet alle richtingen door ons worden onderschreven, willen wij het overgrote deel van het toekomstplan verder onderzoeken en uitwerken in samenwerking met de culturele instellingen. Voorop gesteld moet worden dat wij de door ons beoogde clustering van educatie, musea en podia niet geheel loslaten. De clustering van instellingen was ingezet vanuit de gedachte dat niet de organisaties, maar hun functies en programmering leidend moeten zijn. Uit het toekomstplan van de culturele instellingen blijkt dat er andere biotopen zijn waarbinnen verdergaand wordt samengewerkt, waarbij de instellingen zelf onderzoeken welke organisatorische vorm daar het beste bij past. Echter onze visie op leren, educatie vinden wij van groot belang voor de toekomst. Verdergaande samenwerking op basis van programmering tussen kunst-, muziek-, cultuur-, erfgoed- en techniekeducatie blijft dan ook voorop staan. Dat betekent dat wij niet alleen uitgaan van verdergaande samenwerking tussen CREA en Techniekmuseum HEIM - Historisch Museum, maar ook met de muziekschool. Waarbij wij niet uitsluiten dat er uiteindelijk één organisatie voor cultuureducatie in Hengelo is. Hoe de Muziekschool haar organisatie gaat vorm geven naar de toekomst zal in de loop van 2014 duidelijk worden. Op basis van het rapport van de culturele instellingen is ons ook duidelijk geworden dat verdergaande samenwerking tussen de podia geen meerwaarde heeft. De instelling hebben als gemeenschappelijke noemer een podium, maar de culturen zijn enorm verschillend. Hierdoor zien we dat we voor Metropool de ondernemersvrijheid verder moeten onderzoeken en voor Rabotheater de samenwerking in de regio en dan met name Enschede verder uitgewerkt moet worden. De musea hebben elkaar gevonden in presentatie, maar daarnaast ook de richting gezocht richting het leren, erfgoed- en techniekeducatie. De samenwerking tussen deze instellingen en Crea zien wij dan ook als belangrijk element binnen het leren. Hieronder worden de instellingen besproken in de lijn van de reactienotie. We zien dit als een startpunt, vele onderdelen zullen nog verder moeten worden uitgewerkt. We zetten in op een niet-vrijblijvende, verregaande samenwerking van instellingen, met name rondom kunst-, muziek-, cultuur-, erfgoed- en techniekeducatie.
19
Bibliotheek De bibliotheek kent al een aantal samenwerkingsrelaties. Zo is er samenwerking in het netwerk van de Overijsselse bibliotheken en is er gedeeld management met de bibliotheek van de Hof van Twente. Deze samenwerking in de provincie zal zoveel mogelijk verder moeten worden uitgebouwd. In Hengelo wil de bibliotheek zich uitbouwen naar het informatiecentrum van de stad. Het huisvesten van Bureau Hengelo en wellicht andere functies zal verder uitgewerkt moeten worden. In de 2 e helft van 2014 vindt er een evaluatie plaats van Bureau Hengelo, dan kan gekeken worden of en waar het gehuisvest zou moeten worden. Daarnaast zal er binnen de bestaande middelen gekeken worden of de functie leren met het project ‘bibliotheek op school’ verder uitgebouwd kan worden. P
P
Muziekschool De muziekschool heeft de grootste veranderopgave van alle instellingen. Een opgave om een toekomstbestendige instelling te worden met een duidelijke visie op muziekeducatie en financiën. Ook in Hengelo kampt de muziekschool met een teruglopend leerlingaantal, dit is een landelijke tendens. Daarnaast zetten wij binnen het cultuurbeleid de aankomende jaren in op basiseducatie. Op dit moment zien wij dan ook geen meerwaarde in een fusie met het Rabotheater. Wij willen samen met het culturele veld de basiseducatie vorm geven op het gebied van kunst-, cultuur-, muziek-, erfgoed- en techniekeducatie. Binnen deze ontwikkeling zien wij de muziekschool allereerst als een zelfstandige organisatie, die samenwerking zoekt met allerlei culturele instellingen. Hoe de Muziekschool deze samenwerking en de basisvorming gaat realiseren zal in overleg met de gemeente en de amateurverenigingen in 2014 worden uitgewerkt. Rabotheater Ook het Rabotheater kent een terugloop van het aantal bezoekers. De inkomsten laten een steeds verder dalende lijn zien. Als organisatie hebben zij ook een opgave om naar de toekomst toe een financieel gezonde organisatie te blijven. Meerwaarde zien we in samenwerking met de culturele instellingen in Hengelo, maar zeker ook daar buiten in de regio. Het is zinvol om verdere samenwerking in de regio te onderzoeken. In het verleden hebben we al de focus gelegd op een intensievere samenwerking tussen de schouwburgen van Enschede en Hengelo. De overweging hierbij was dat beide schouwburgen al in een samenwerkingsverband zitten met de twee andere grote schouwburgen in Overijssel. De schouwburgen van Deventer, Enschede, Hengelo en Zwolle hebben een convenant afgesloten waarin afspraken zijn gemaakt over het programmeringsfonds van de provincie Overijssel. Metropool Metropool is de afgelopen jaren uitgegroeid tot het poppodium in de regio. Tegen de stroom in realiseren ze een groeiend aantal bezoekers. Meer groeimogelijkheden ziet Metropool door meer ruimte te krijgen voor ondernemerschap. Dit moeten wij samen met Metropool analyseren en de consequenties hiervan in beeld brengen. Met betrekking tot de Drank- en Horecavisie loopt een apart besluitvormingsproces dat begin 2014 gereed moet zijn. Heim, Historisch Museum en CREA De samenwerking tussen de twee museale instellingen betreft het samen brengen van de twee collecties binnen Hengelo. Samen gaan ze het verhaal van Hengelo vertellen. Deze samenwerking is beschreven in het plan Van tempel tot dorpsplein (zie pagina 22). Deze samenwerking juichen wij van harte toe. De samenwerking tussen de musea en CREA past prima binnen de gemeentelijke visie op educatie. Deze educatie richt zich op de basis en zet in op het samenspel tussen professionals aan de ene kant en vrijwilligers aan de andere kant. Gedeeld management zou een goede eerste stap zijn in de verdergaande samenwerking. Daarnaast willen we met CREA en mogelijk Heim-Historisch Museum de verdergaande samenwerking met Muziekschool onderzoeken. regionale samenwerking In het verlengde van de lokale samenwerking kunnen de mogelijkheden daartoe op regionale schaal worden benut. Qua programmering kan regionaal een gevarieerder aanbod ontstaan. In hun gezamenlijkheid kunnen ‘grotere producties’ en internationaal aansprekende gezelschappen naar Twente worden gehaald. De Twentse schaal is bovendien het speelveld van de creatieve industrie, waarin de ontmoeting en synergie van kunst en techniek gestalte krijgt.
20
We stimuleren daarom de Hengelose kunst- en cultuursector om over de (gemeente)grenzen heen te kijken en om via regionale samenwerking tot synergie te komen. Benut de kennis en kunde van collega’s in de regio. Stap in gezamenlijke projecten. Wat lokaal via samenwerking lukt, kan ook regionaal lukken. de beeldende kunst Na de bezuinigingen die tot sluiting van Akkuh hebben geleid, zijn we met de professionele beeldende kunstenaars in gesprek gegaan over de toekomst van de beeldende kunst in Hengelo. In een aantal brainstormbijeenkomsten is een aantal gezamenlijke standpunten naar voren gekomen 16 . Deze concentreren zich op meerdere aspecten: • een organisatiestructuur die bepaalt welke exposities plaatsvinden (programmering) • besteding van de beschikbare middelen voor beeldende kunst, momenteel 50.000 euro per jaar, aan programmering en niet in stenen • een gezamenlijke expositieruimte in de binnenstad • een volwaardige kunstenaarssociëteit P15F
P
Ondanks de relatief lage waardering die de plaatselijke beeldende kunst krijgt van het HengeloPanel (zie pagina 17) blijven we ons inspannen om adequate expositie- en atelierruimtes bereikbaar te houden. Dat is belangrijk voor het culturele klimaat van onze stad. Hieronder schetsen we kort de twee scenario’s die we in 2014 verder zullen uitwerken. commissie Beeldende Kunst Een scenario om verder vorm te geven aan de beeldende kunst is uitbreiding van de taken van de commissie Beeldende Kunst. We willen de commissie een rol geven in de besteding van de gemeentelijk middelen (momenteel jaarlijks € 50.000) voor de programmering van beeldende kunst. Deze middelen zijn bedoeld voor activiteiten, zoals exposities, en niet voor ‘stenen’. De commissie gaat naast haar ‘wettelijke’ taken fungeren als een soort programmaraad voor exposities in de stad. Via een roulerend lidmaatschap van de plaatselijke beeldende kunstenaars garanderen we de lokale inbreng. De desbetreffende verordening wordt daarop aangepast. HeArtpool Een ander scenario is het plan dat ingediend is door Stichting HeArtpool. Zij wil graag een nieuwe stichting oprichten die zich in gaat zetten voor de beeldende kunst. Zij willen de middelen van fondsen, Rabobank en de gemeente bundelen. Deze stichting wil een eigen kunstuitleen starten en projecten initiëren op het terrein van hedendaagse beeldende kunst vanuit een vaste locatie in de binnenstad. Daarnaast willen ze zich ook richten op kunstbemiddeling en verkoop.
In 2014 worden de scenario’s verder uitgewerkt en zal de gemeenteraad een besluit nemen over de programmering van beeldende kunst in Hengelo.
cultureel erfgoed Gemeentelijke kunstcollectie De commissie Beeldende Kunst is gestart met het ‘opschonen’ van de gemeentelijke kunstcollectie, met als doel deze tot een kwalitatief goede en samenhangende collectie in te dikken. Veel kunstwerken, met name uit de tijd van de ‘contraprestatie’, zijn niet geschikt om deel uit te maken van de collectie. Wat overblijft is een hoogwaardige collectie met samenhang. Deze collectie zal dan ook worden tentoongesteld, steeds wisselende tentoonstellingen om op deze manier de collectie toegankelijk te maken voor het Hengelose publiek. Collectie Hengelo De gemeentelijke kunstcollectie maakt deel uit van de Collectie Hengelo. De Collectie Hengelo omvat al het (cultureel en industrieel) erfgoed dat een rechtstreekse relatie heeft met de geschiedenis en identiteit van Hengelo. 16 Gepresenteerd tijdens een bijeenkomst met beeldende kunstenaars op 25 februari 2013. In de Reactienota is een overzicht van de ontvangen ideeën en voorstellen opgenomen.
21
In de notitie Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo 17 staan de uitgangspunten geformuleerd van het gemeentelijk erfgoedbeleid. Alle Hengelose erfgoedinstellingen hebben grote problemen met de huisvesting van hun collecties en met het voor publiek toegankelijk maken ervan. Vanuit dat gemeenschappelijk belang zijn de volgende ambities voor het erfgoedbeleid geformuleerd: · een betere huisvesting van de Collectie Hengelo · een betere zichtbaarheid en bereikbaarheid van de Collectie Hengelo voor een breed publiek · een betere museale structuur. P16F
P
Op initiatief van de gemeente is in 2009 de werkgroep Collectie Hengelo opgericht, waarin alle Hengelose erfgoedorganisaties zijn vertegenwoordigd. De werkgroep is aan de slag gegaan met het in beeld brengen van de Collectie Hengelo. Het resultaat daarvan is de notitie Deltaplan Collectie Hengelo 18 , waarin de inhoud, omvang en waarde worden bepaald van de Collectie Hengelo. De kern bestaat uit de collecties van het Twents Techniekmuseum Heim, het Historisch Museum, het (historisch) gemeentearchief en de gemeentelijke kunstcollectie, de Migranten, het Holec Historisch Genootschap en de Historie Brandweer. De werkgroep pleit ervoor ook de collecties Natuurkunde, Historisch Schoolmateriaal en de Floris Hazemeijer Stichting toe te voegen aan de Collectie Hengelo. P17F
P
De werkgroep heeft ook een advies uitgebracht over de fysieke huisvesting van de Collectie Hengelo. Er is een dringende behoefte aan gezamenlijke depotruimte. Door het in beeld brengen van alle collecties is duidelijk geworden welke voorwaarden er aan een Hengelo’s depot verbonden moeten worden. Wat de locatie betreft, is door de werkgroep Collectie Hengelo een sterke voorkeur uitgesproken om deze te koppelen aan de ideeën voor een Museumkwartier in Hart van Zuid. Combinatie met andere functies, zoals musea en een expositieruimte voor hedendaagse kunst kan een mogelijkheid zijn; zie het hoofdstuk over huisvesting. Wij streven naar een situatie waarin één organisatie het onderhoud en beheer van de complete Collectie Hengelo op zich neemt. Wij willen met inzet van de middelen die we voor het onderdeel erfgoed beschikbaar hebben (budgettair kader van € 25.000,-- per jaar), bezien op welke wijze de gehele collectie Hengelo toekomstbestendig bewaard kan worden. Cultuurellips Om ons kunst- en cultureel erfgoed zichtbaar te maken is een cultuurellips in ontwikkeling. Deze leidt de bezoeker via een app langs monumentale of anderszins belangwekkende objecten op het terrein van beeldende kunst en erfgoed. Ook hierbij kan het thema Kunst en Techniek als rode draad worden benut. Techniekmuseum en Historisch Museum In het plan Van tempel naar dorpsplein. Een museaal netwerk in Hart van Zuid (2012) worden de Wilhelminaschool en het naastgelegen Stork-Ketelhuis via nieuwbouw met elkaar verbonden. Beider collecties worden samengevoegd en volgens een vernieuwde integrale verhaallijn tot leven en belevenis gebracht. Het is een ambitieus plan dat omvangrijke investeringen vergt. De gemeentelijke middelen zijn volstrekt ontoereikend om dit plan (zeker op korte termijn) te realiseren. We zien het dan ook als een ‘stip aan de horizon’ die dichterbij komt als de economische crisis is overwonnen. Het HEIM en het Historisch Museum Hengelo kunnen tot die tijd kleine stappen zetten, met name ten aanzien van programmering en herinrichting van hun samengevoegde collecties. We onderkennen de ambities van het ‘museale netwerk’ in Hart van Zuid, maar zien dit als een stip aan de horizon. Wij willen de middelen die we voor het onderdeel erfgoed hebben gereserveerd besteden aan depotruimte voor de gehele Collectie Hengelo.
17 Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo. Een visie op de structurering van erfgoed binnen de gemeente. Oerdwister Consult, in opdracht van de gemeente Hengelo, augustus 2008. 18
Deltaplan Collectie Hengelo. Waardebepaling, huisvesting en toekomst van Hengelo’s erfgoed. Oerdwister Consult, in opdracht van de gemeente Hengelo, januari 2010.
22
KenT: met hun collecties en activiteiten leveren de musea een belangrijke bijdrage aan de kunsten cultuureducatie. Via de musea komen jongeren op speelse wijze in contact met techniek en kunsten. Professionalisering van de collecties en de inzet van professionele krachten via CREA leiden tot een kwaliteitsverbetering t.a.v. leren en presenteren. We juichen de toenadering tussen de musea en CREA toe. Het is een goed voorbeeld van ‘cluster-overstijgende’ samenwerking. monumentenzorg 19 Hengelo staat vooral bekend om het prachtige Tuindorp ’t Lansink, misschien wel het mooiste tuindorp van Nederland. Daarnaast is het industrieel erfgoed bekend, waaronder de brandweerkazerne en het ROC. Sinds 2012 is daar het erfgoed uit de Wederopbouwperiode(19401965) bijgekomen. Onze binnenstad en de woonwijk Klein Driene blijken bij de 30 belangrijkste wederopbouwgebieden van Nederland te behoren. Met het Huys Hengelo als archeologisch erfgoed vormen het Tuindorp t’ Lansink, het industrieel erfgoed en het erfgoed uit de wederopbouwperiode de speerpunten van het erfgoed van Hengelo. P18F
van dorp naar stad….. Het totale veld van het erfgoed van Hengelo is veel breder. Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat er binnen de begrenzing van de gemeente Hengelo al een paar duizend jaar bewoning is geweest. De groei van de gemeente komt tijdens de industriële revolutie van de 19 e eeuw. Door de aanleg van de spoorlijnen en met name de vestiging van de fabriek voor machineonderdelen (gebr. Stork & co) volgen andere grote fabrieken als Dikkers, Hazemeyer, Heemaf, Koninklijke zoutindustrie en Hollandse Signaalapparaten. In de tweede wereldoorlog wordt Hengelo , vanwege het knooppunt van spoorlijnen en de strategische industrie, regelmatig gebombardeerd. Het centrum van de stad is op 6 en 7 oktober 1944 zo goed als geheel vernietigd. P
P
Wederopbouw Er wordt al in de oorlog een wederopbouwplan gemaakt en Hengelo was na de oorlog de eerste gemeente die zijn wederopbouwplan indiende bij het rijk. Het totale plan bestaat uit een plan voor de binnenstad, voor een gedeelte ten zuiden van de binnenstad en een uitbreidingsplan voor nieuwe wijken. Begin 2013 zijn drie Hengelose objecten door het ministerie voorgedragen als rijksmonument voor de wederopbouwperiode 1959-1965: het stadhuis, de Europatunnel en de Raphaelkerk in Klein Driene.
Klokkentoren Raphaelkerk Vanaf 2010 is de landelijke monumentenzorg van conserverend en achteraf toetsend veranderd in behoud door ontwikkeling en actief handelen aan het begin van de planontwikkeling. Nu, in 2013, ligt het accent op hergebruik en herbestemming, met alle problemen die er bij horen, en komt er meer aandacht voor het erfgoed en met name het naoorlogs erfgoed. Het besef groeit, dat Hengelo qua architectuur en stedenbouw wel degelijk iets te bieden heeft. De gemeente Hengelo wil dat zichtbaarder maken en er meer bekendheid aan geven. Via een ‘postzegel-aanpak’ stimuleert de gemeente pandeigenaren daaraan mee te werken. De Drienerstraat is wat dat betreft een goed voorbeeld, dat mede dankzij het gemeentelijk puienfonds opgewaardeerd kon worden. Neveneffect: nauwelijks leegstand!
19
Monumentenzorg valt onder de wethoudersportefeuille Ruimtelijke Ordening.
23
De voordracht van drie nieuwe rijksmonumenten is aanvullend op de reeds aanwezige rijksmonumenten als het Vereenigingsgebouw, de Lambertusbasiliek, de begraafplaats aan de Bornsestraat, hotel t’ Lansink, woningen en boerderijen. Begin 2013 telt Hengelo 99 rijksmonumenten, 108 gemeentelijke monumenten, 33 beschermde gemeentelijke karakteristieke panden, 2 archeologische monumenten,3 voorgedragen rijksmonumenten, 11 voorgedragen gemeentelijke monumenten, 1 beschermd dorpsgezicht en 2 aandachtsgebieden stedenbouw. Monumentencommissie De Monumentencommissie is via cultuur- en r.o.-wetgeving wettelijk verankerd. We kennen in Hengelo een actieve commissie, die samen met de ambtelijke organisatie onder meer werkt aan de nota Cultureel erfgoed, die 2013/4 in de gemeenteraad wordt besproken. De missie van de Monumentencommissie is “het behoud, het beter zichtbaar maken en het beleefbaar maken van het cultureel erfgoed in Hengelo”. Zij geeft daar concreet inhoud aan door te ijveren voor: de oprichting van een STichting Erfgoed Hengelo, STEH, die onder meer tot doel heeft externe middelen te verwerven de Hengelose wederopbouwarchitectuur en het industrieel erfgoed als kans om Hengelo te profileren. Dat sluit aan bij onze inspanningen voor archipunctuur 20 , de pareltjes van architectuur en hergebruik in onze stad aandacht voor het mogelijk hergebruik van vrijkomende kerken, waarvoor de commissie een heldere ‘beslisboom’ heeft laten ontwikkelen archeologie als onderbelicht aspect van onze geschiedenis 21 aandacht voor de Hengelose wijkopbouw als ‘staalkaart voor de stedelijke ontwikkeling van Nederland’ samenwerking met alle betrokkenen in Hengelo en Twente P19 F
P
P20F
De Monumentencommissie ziet erfgoed en archeologie als kans en uitdaging voor onze stad. Niet alleen voor onze profilering, ook kan hergebruik een stimulans zijn voor kwaliteitsverbetering van wijken en de binnenstad. Dat begint met bewustwording over en bekendheid met de ‘stille’ kwaliteiten. Via de canon van Hengelo 22 en moderne presentatiemiddelen (app’s e.d.) kunnen deze over het voetlicht worden gebracht. P21F
P
We onderkennen het belang van het cultureel erfgoed voor onze stad en betrekken dit bij de marketing en promotie van Hengelo. de creatieve industrie De Creatieve Fabriek, het voormalige Holec-complex aan de Tuindorpstraat, staat symbool voor de creatieve industrie in onze stad. Een toenemend aantal bedrijven in de creatieve sector manifesteert zich aldaar en ook elders in de stad. Samen met de kunst- en cultuursector vormen zij de creatieve klasse. Een klasse die voor het vestigingsklimaat voor een stad van wezenlijk belang is. 23 De ambities zijn hoog. Nationaal wil de creatieve industrie, dat Nederland in 2020 de meest creatieve industrie van Europa is. Hengelo c.q. Twente wil daar z’n steentje aan bijdragen. Dat past in de innovatieve cultuur van onze maakindustrie, waar ‘innovatie traditie is’. De Creatieve Fabriek kent een programmaraad om daaraan te werken. P22F
P
Op landelijk niveau bevordert de netwerkorganisatie CLICK 24 de samenwerking tussen de creatieve industrie en de kennisinstellingen. CLICK onderscheidt een aantal kennis- en innovatieagenda’s. Voor Hengelo en Twente liggen er kansen, gezien de groeiende samenwerking tussen de 4 O’s (ondernemingen, onderzoek, onderwijs en overheid), waarin de overheid vooral een faciliterende rol speelt. P23 F
P
20
Structuurvisie Hengelo 2030, paragraaf 4.2.4, p. 58 e.v. Zo zijn bij het bouwrijp maken van het bedrijventerrein Oosterveld resten gevonden van de oudst bekende bewoning in Twente. 22 Daar wordt door het Historisch Museum Hengelo aan gewerkt. 23 Zie pagina 7 van deze nota. 24 CLICK staat voor Creativity, Learning, Innovation, Co-creation, Knowledge. 21
24
De creatieve industrie is goed vertegenwoordigd in onze stad. Diverse bedrijven zijn actief in de landelijke topsector Hightech Systemen en Materialen, een speerpunt voor Twente. Thales, Stork, diverse toeleveringsbedrijven en MKB’ers als Normateq en anderen bieden werk aan technisch ontwerpers en andere creatieve geesten. Ze versterken onze creatieve klasse. Voor Hengelo zien wij kansen, voortbordurend op deze reeds aanwezige creatieve bedrijven. KenT, kunst en techniek, komen juist in de creatieve industrie tot gestalte. We willen verdere synergie tot stand brengen tussen de creatieve industrie, de maakindustrie, het onderwijs en de kunst- en cultuursector, waaronder onze beeldende kunstenaars. 25 Onze overheidsrol is ondersteunend. We brengen partijen met elkaar in contact, verbinden hen met potentiële regionale en buitenlandse partners en stimuleren het cultureel ondernemerschap. Dat doen we door gebruik te maken van onze eigen regionale en internationale netwerken (o.a. Innovatieplatform Twente, Eurocities) en door de subsidiemogelijkheden onder de aandacht te brengen. P24F
P
Samen met de direct betrokkenen ontwikkelen we een plan om handen en voeten te geven aan deze ideeën. Een dergelijk plan overstijgt de kunst- en cultuursector. Deze sector kan een brugfunctie vervullen tussen allerlei geledingen in de samenleving 26 . We doen een beroep op netwerken als IKT, Tuindorp-tafel etc. om hierin te participeren. We zien mogelijkheden om expertise bij onze inwoners aan te boren. Veel senioren en anderen zijn bereid hun verworven kennis en kunde in te zetten, zodat sprake kan zijn van co-creatie. P25F
P
We stimuleren de creatieve industrie door een verbinding te maken met de kunst- en cultuursector en andere aanpalende sectoren.
25 Een voorbeeld van synergie is de beeldend kunstenaar Rinus Roelofs. Deze inwoner van onze stad werkt als kunstenaar-wiskundige wereldwijd en is onder meer betrokken bij het initiatief van architect Ruijssenaars om een compleet huis te realiseren via 3D-printing. NRC Handelsblad, 13 februari 2013. Zie ook www.rinusroelofs.nl. 26 Daarmee onderstreept de sector, welke meerwaarde deze kan leveren aan het economisch en sociaal functioneren van de samenleving.
25
5. Kunst en cultuur over de grenzen heen in regionaal perspectief De cultuurconsument is niet gebonden aan gemeentegrenzen. Afhankelijk van het aanbod bezoekt hij steden of dorpen in de omgeving (Enschede, Diepenheim, Ootmarsum etc.). Voor de consument is Twente één markt. Het is dan ook logisch, dat de cultuuraanbieders op z’n minst enige coördinatie en afstemming nastreven. Een gezamenlijk cultuurportaal is in ontwikkeling. Overlap met de UIT-app van de Twente Courant Tubantia moet echter worden voorkomen. We stimuleren de komende jaren de totstandkoming van een Twents cultuurportaal. Samenwerking hoeft zich niet te beperken tot de promotie van het cultuuraanbod. Op het gebied van programmering, gezamenlijke inkoop, productontwikkeling etc. kan samen worden opgetrokken. We stimuleren de instellingen om de mogelijkheden daartoe in kaart te brengen, nadat de organisatorische clustering binnen Hengelo gestalte heeft gekregen. Uit een onderzoek van Netwerkstad-trainees komt een intensieve Twentse samenwerking naar voren. “Wanneer de samenwerkingsverbanden op alle thema’s gecombineerd op een kaart worden weergegeven, ontstaat er een duidelijk overzicht van de samenwerkingsclusters. Figuur 5 geeft deze gecombineerde samenwerking weer. Deze kaart maakt duidelijk dat de culturele instellingen in de Twentse steden elkaar goed weten te vinden en er op diverse terreinen wordt samengewerkt. Gezien het hoge aantal culturele instellingen in de steden mag dit geen verrassing heten. (..)
Inventarisatie: Samenwerking Twentse culturele instellingen 27 P26F
27 Ontleend aan de concept-rapportage Samenwerking Culturele Kernvoorzieningen in Twente, p. 14 resp. 17. Twente, april 2013.
26
De onderzoekers concluderen: 1. Er wordt binnen de verschillende takken van de Twentse culturele sector op structurele basis samengewerkt. Instellingen gaven vaak aan met meerdere partners en op meerdere thema’s samenwerkingsverbanden te onderhouden. 2. Er wordt voornamelijk samengewerkt met andere instellingen op lokaal niveau en minder met instellingen uit andere (regio)gemeenten. Hierbij valt wel op dat op de thema’s Profilering en marketing en Programmering vaker samenwerking met partners buiten de regio wordt gezocht. 3. Opvallend is dat er in grotere Twentse gemeenten als Enschede en Hengelo intensiever wordt samengewerkt tussen culturele instellingen dan in de kleinere Twentse gemeenten. 4. Momenteel wordt er door de culturele sector in Twente nauwelijks tot niet grensoverschrijdend samengewerkt met internationale partners (uitzondering: Euregio en verbanden met Scandinavische partners). 5. Er wordt voornamelijk samengewerkt op het thema Programmering. Het overzicht en de (voorlopige) conclusies rechtvaardigen naar onze mening de verwachting, dat de regionale samenwerking de komende jaren toeneemt. Concretere, niet-vrijblijvende verbanden zijn niet uitgesloten. Uit de inventarisatie valt op te maken, dat Enschede en Hengelo daarin een voortrekkersrol vervullen. Samenwerking hoeft zich niet te beperken tot de promotie van het cultuuraanbod. Op het gebied van programmering, gezamenlijke inkoop, productontwikkeling etc. kan samen worden opgetrokken. We stimuleren de instellingen om de mogelijkheden daartoe in kaart te brengen, nadat de organisatorische clustering binnen Hengelo gestalte heeft gekregen. in Euregionaal en Europees perspectief Naast het aanbod aan de Duitse kant van de Euregio, zoals het popmuseum in Gronau (waarmee Metropool nauwe banden heeft), biedt ‘Europa’ meer kansen. Ook de Europese Unie ziet cultuur en de creatieve sectoren als motoren voor economische groei en de ontwikkeling van banen. De groei wordt steeds meer bepaald door niet-technologische factoren als creativiteit, design en nieuwe organisatorische processen of business-modellen. De kenniseconomie vraagt om vaardigheden in creativiteit, ondernemerschap, kritisch denken, risico nemen, en betrokkenheid. 28 KenT, onze focus op Kunst en Techniek, sluit daar naadloos op aan. De lidstaten en de regio’s worden gestimuleerd invulling te geven aan de EU-strategie. Zelf zet de EU diverse middelen in, zowel qua regelgeving c.q. het wegnemen van belemmerende regels, als in financiële zin. P27F
P
Op lokaal niveau pakken we die handschoen op. ‘Europa’ reikt ons de middelen 29 aan om de synergie tussen kunst & cultuur en de creatieve industrie te stimuleren; zie hiervoor. In de plannen die we daarvoor ontwikkelen, vormt ‘Europa’ dan ook een belangrijk speerpunt. We zetten onze expertise in, die we de afgelopen jaren via onze Europese netwerken en Twente-kantoor in Brussel hebben opgebouwd. P28F
P
We zetten onze Europese expertise in om kunst & cultuur ook via EU-middelen te ondersteunen en om de synergie tussen kunst & cultuur en de creatieve industrie te bevorderen. kansen benutten We verwachten van onze partners in de kunst- & cultuursector, dat zij ondernemerschap tonen, de samenwerking zoeken en tot innovatieve benaderingen komen. Wij bieden ondersteuning, onder meer via onze gemeentelijke subsidiespecialisten. We faciliteren partner search en bevorderen de totstandkoming van broedplaatsen, onder andere door onverwachte combinaties te leggen.
28
Promoting cultural and creative sectors for growth and jobs in the EU. COM (2012) 537. Europese Commissie. Brussel, 26 september 2012. 29 Zie http://ec.europa.eu/culture/creative-europe/documents/general-presentation_en.pdf
27
6. De huisvesting uitgangspunten De huisvesting van kunst & cultuur in onze stad is enerzijds goed op orde. We moeten voorop stellen dat de meeste culturele instellingen goed gehuisvest zijn. Bibliotheek, nieuwbouw in gebruik genomen in 2006 Muziekschool, nieuwbouw, incl. Waterstaatskerk in gebruik genomen in 1991 Rabotheater, nieuwbouw in gebruik genomen in 2001 Twents Techniekmuseum HEIM, verbouwde Wilhelminaschool in gebruik genomen in 2005 Historisch museum Hengelo, nieuwe aanbouw in gebruik genomen in 1995 Metropool, nieuwbouw in gebruik genomen in 2009 Anderzijds leven er nog diverse ideeën en wensen. Bovendien zien wij ons voor de noodzaak geplaatst ons maatschappelijk vastgoedbezit te verminderen. We beogen met deze paragraaf antwoord te geven op enkele uitdagingen en oplossingsrichtingen aan te geven voor een optimale huisvesting van alle geledingen, zowel professioneel als amateur. De verder gaande samenwerking van culturele instellingen geeft aanleiding én de mogelijkheid ook qua huisvesting synergie te bereiken. Dat kan ook eventueel leiden tot besparingen en/of efficiënter gebruik van bestaande locaties. -
uitdagingen Een efficiënt gebruik van de bestaande accommodaties voor kunst & cultuur Efficiënt gebruik van ander maatschappelijk vastgoed (schoolgebouwen, wijk- en buurtcentra e.d.) Gehoor geven aan wensen en ideeën uit de kunst- & cultuursector
behouden en combineren We hebben in kaart gebracht, welke panden in gebruik zijn voor kunst & cultuur. We hebben daaraan de wensen en ideeën uit de sector toegevoegd, incl. de raadsideeën omtrent de Bataafse Kamp. Vervolgens hebben we een serie criteria opgesteld, aan de hand waarvan we kunnen beoordelen: Wat is het gebruiksnut van het desbetreffende pand Welke culturele functies en activiteiten kunnen elders worden ondergebracht Welke panden zijn niet (meer) nodig voor kunst of cultuur Welke niet-publieke panden komen in aanmerking voor kunst & cultuur. Dit traject is nog niet afgerond. De uitkomst van dit traject moet leiden tot een meerjarenperspectief, dat deels op korte termijn (2-3 jaar), deels op de langere termijn (3-5 jaar) of zelfs nog later (> 5 jaar) kan worden gerealiseerd. In 2014 ontwikkelen wij een integraal huisvestingsplan voor de kunst- en cultuursector, waarin alle functies voor de lange termijn een optimale, toekomstbestendige plek krijgen. Uitgangspunt is het (her)gebruik van panden die in gemeentelijk bezit zijn. Panden die momenteel in gebruik zijn voor kunst & cultuur: Rabotheater Metropool Muziekschool Waterstaatskerk De Kosterswoning bij de Waterstaatskerk Stadhuishal c.a. (niet continu) Bibliotheek EMGA complex (Crea) Historisch Museum Creatieve Fabriek Twents Techniekmuseum HEIM Galeries (veelal particulier) Wijkcentra (Kulturhus Hasselo, Wijkcentrum De Hengelose Es, Slangenbeek, Wijkcentrum De Sterrentuin, De Jeugd, Wijkcentrum ’t Vogelkwartier, Het Lansink, De Tempel, De Nijverheid, Het Geerdink, ’t Weidedorp, De Breemars) Gebouwen van amateurkunstverenigingen (Excelsior, Armonia, HOV de Eendracht en Stork ’n Nus/Hengelose Revue hebben een eigen gebouw) 28
Panden die in het onderzoek zijn betrokken: Bataafse Kamp Hoftstede MTS Hijschgebouw Gildecollege (Bandoengstraat) Vrijkomende basisscholen Wijkcentra Commerciële panden zoals Molenstraat 16 Vrijkomende kerkgebouwen Dikkerscomplex Enkele andere locaties, o.a. panden in gebruik bij muziekverenigingen Criteria waartegen deze panden worden afgewogen: ♦ Eigendom van de gemeente of huur ♦ Staat onderhoud ♦ Boekwaarde ♦ Exploitatiekosten ♦ Oppervlakte ♦ Gebruiksmogelijkheden, ook: geschikt als oefenruimte en podium voor amateurgezelschappen? ♦ Bestemming ingevolge bestemmingsplan ♦ Bereikbaarheid ♦ Toegankelijkheid ♦ Parkeervoorzieningen ♦ In stand gehouden d.m.v. subsidies ♦ Eigen ideeën uit het veld ♦ Toevoeging aan functie/kwaliteit binnenstad Waarvoor moet onderdak beschikbaar zijn Gezien de beperkte financiële ruimte de aankomende jaren, richten we ons eerst op de huisvesting van Crea als gesubsidieerde instelling. Dit kan als zelfstandige instelling in een gebouw of met andere instellingen samen. Daarnaast proberen we de amateurverenigingen en professioneel kunstenaars zoveel mogelijk vanuit hun eigen kracht te ondersteunen bij het vinden van werkruimte binnen de gemeentelijke accommodaties, wel of niet in samenwerking met de gesubsidieerde instellingen. Verder is er behoefte aan depotruimte voor de Collectie Hengelo en mogelijk ook voor de gemeentelijke collectie. Mogelijke locaties die hierbij naar voren komen zijn: Bataafse Kamp Dikkers-complex Creatieve Fabriek Verenigingsgebouw Gildecollege Een kunst- en techniekstraat in de binnenstad De Bataafse Kamp komt tegemoet aan de wens van de beeldende kunstenaars voor ruimtes in het centrum. En er wordt uitvoering gegeven aan de raadsmotie (initiatief VVD) om deze locatie te benutten voor kunstvoorzieningen. 30 Maar: het is nog onduidelijk, of de Bataafse Kamp zijn onderwijsbestemming blijft behouden. Het Dikkers-complex biedt de mogelijkheid een combinatie te realiseren met het Techniekmuseum, dat samengaat met het Historisch Museum Hengelo. Het kunstencentrum komt tegemoet aan de oorspronkelijke ideeën uit het Masterplan Hart van Zuid ten aanzien van Crafts, Culture & Industry. 31 Maar: het Dikkers-complex is particulier eigendom. De Creatieve Fabriek is eigendom van en wordt geëxploiteerd door een commerciële partij, BoeI. Het complex streeft ernaar een broedplaats voor de creatieve industrie te zijn. Het Verenigingsgebouw is gemeentelijk eigendom geworden. Het gebouw is naar zijn aard geschikt voor culturele functies. P29F
P30F
P
P
30
Een werkgroep uit de raad heeft een aantal keren gebrainstormd over de mogelijkheden van de Bataafse Kamp. De opbrengst ervan is medebepalend geweest voor de omschrijving van het kunstencentrum. 31 Masterplan Hart van Zuid, p. 61. Hengelo, mei 2001
29
Het Gildecollege heeft nu nog een onderwijsbestemming. Bij realisatie van de nieuwbouw VMBO zal dit pand vrijkomen voor andere functies Een kunst- en techniekstraat heeft een opwaardering van de binnenstad tot gevolg. Maar: er zijn meerdere pandeigenaren met wie tot overeenstemming moet worden gekomen. Een haalbaarheidsonderzoek moet uitwijzen welke locatie het meest aantrekkelijk is. In de tussentijd, totdat er duidelijkheid is over de haalbaarheid , blijven de functies op hun huidige locaties gehuisvest en/of er worden binnen de beschikbare middelen tijdelijke voorzieningen getroffen. 1. De professionele podiumkunsten zijn uitstekend gehuisvest: Rabotheater, poppodium Metropool. Hun accommodaties kunnen nog efficiënter worden benut door (delen van) andere functies gastvrijheid te verlenen. Bij voorbeeld: balletlessen (CREA) in het Rabotheater, bepaalde vormen van muziekles in Metropool. U
U
2. De amateurgezelschappen (muziek, revue etc.) hebben vaste oefenruimtes nodig, voor zover ze geen eigen onderkomen hebben. Enkele panden komen hiervoor in aanmerking: Gilde College aan de Bandoengstraat Vrijkomende basisscholen of kerkgebouwen. U
U
3. De bibliotheek is uitstekend gehuisvest. Dat geldt zowel voor de hoofdvestiging als het filiaal in het Kuturhus Hasselo. In de hoofdvestiging kunnen ook andere functies een plek krijgen, zoals exposities, Bureau Hengelo e.d. U
U
4. Het muziekonderwijs kan deels gedecentraliseerd worden aangeboden, gebruik makend van scholen, wijk- en buurtcentra, het Rabotheater, Metropool. U
5.
U
Creativiteitscentrum CREA is suboptimaal gehuisvest. Idealiter wordt hier op korte termijn andere huisvesting voor gevonden . U
U
6. De museale functie wordt versterkt door het samengaan van het Techniekmuseum en het Historisch museum. Hun gezamenlijke plan Van tempel naar dorpsplein. Een museaal netwerk in Hart van Zuid zien wij als een ‘stip aan de horizon’. Realisatie zien wij als iets voor de lange termijn. Op de korte termijn kunnen voorzichtige stappen in die richting worden gezet, passende binnen de huidige exploitatie. Daarbij betrekken wij het onderbrengen en het beheer van het depot van de Collectie Hengelo. U
U
Tegelijkertijd hebben we oog voor de ‘noden’ die op korte termijn om een oplossing vragen. Urgent zijn een depot voor de Collectie Hengelo en oefenruimtes voor amateurgezelschappen. Ook een permanente expositieruimte voor beeldende kunst wordt gemist. Bovenstaand hebben we enkele oplossingsrichtingen aangegeven, waarmee we met betrokkenen aan de slag gaan. We verwachten van hen creativiteit, flexibiliteit en inbreng van het particulier initiatief.
30
7. De financiën gemeentelijke middelen De afgelopen jaren heeft de gemeente te kampen met afnemende financiële ruimte. Bezuinigingen moeten worden gerealiseerd. Er zijn inmiddels verschillende bezuinigingen doorgevoerd op het beleidsterrein kunst en cultuur. In bijlage 3 (Financiële overzichten) staat een totaaloverzicht van de budgetten en bezuinigingen in de periode 2010-2014. De belangrijkste bezuinigingen worden hieronder toegelicht. Bezuiniging 5% personeelslasten 2011 en 2012 In de eerste bezuinigingsronde is een korting doorgevoerd van totaal 5% op de personeelslasten van de culturele kernvoorzieningen. Deze bezuiniging is gefaseerd gerealiseerd in 2011 en 2012. Voor de Muziekschool is een uitzondering gemaakt (geen 5% maar 2%), vanwege het convenant dat de gemeente en de Muziekschool destijds hebben afgesloten naar aanleiding van de ontvlechting van de gemeentelijke organisatie. Extra bezuiniging Bibliotheek 2012 In de tweede bezuinigingsronde is onder meer besloten om de subsidie aan de bibliotheek te korten met €150.000,-. Deze bezuiniging is per 1 januari 2012 gerealiseerd. Stopzetten subsidie AkkuH 2013 en 2014 In de derde bezuinigingsronde is besloten een bezuiniging van €400.000, - in te vullen door te stoppen met de subsidiëring van AkkuH, een culturele kernvoorziening. Om financiële ruimte te behouden voor kunsteducatie en voor beeldende kunst en erfgoed, is besloten om €100.000, - te vinden binnen de subsidies aan Bibliotheek en/of Muziekschool. De totale bezuiniging van €400.000, - wordt gefaseerd gerealiseerd, in 2013 en per 1 januari 2014. Bezuiniging Muziekschool 2014 In de vierde bezuinigingsronde is onder meer besloten om de subsidie aan de Muziekschool te korten met €200.000, - . Deze bezuiniging wordt per 1 januari 2014 gerealiseerd. Bezuiniging kadernota 2014-2017 In de kadernota 2014-2017 is nog een bezuiniging opgenomen ten aanzien van de subsidiëring van de 6 culturele kernvoorzieningen, voor een bedrag van €300.000,-. Bezuinigingen in relatie tot het kunst- en cultuurbeleid Wij gaan in ons kunst- en cultuurbeleid uit van het zo goed mogelijk in stand houden van de culturele infrastructuur in aanhoudende, moeilijke tijden. In hoofdstuk 3 (De creatieve keten) spreken we ons uit voor het subsidiëren van de basisvorming. Onze visie is dat de culturele instellingen zich bij educatie moeten toeleggen op de basiseducatie. Hierin zien wij dan ook de mogelijkheden om de nog openstaande bezuinigingsopgave in te vullen, te weten: €100.000,vanuit besluit stopzetting subsidie AkkuH (zie boven) en €300.000,- vanuit de Kadernota 20142017. Concreet betekent dit dat de subsidie aan zowel de bibliotheek als de Muziekschool met ingang van 2014 structureel wordt verminderd met € 50.000,-- en dat de Muziekschool met ingang van 2015 een bezuiniging van op € 300.000,- krijgt opgelegd. Ontwikkeling gemeentelijk budget In 2010 bedroeg het gemeentelijk budget voor kunst en cultuur 8,3 miljoen euro. Door de bezuinigingen is dat per 2014 teruggebracht tot bijna 7 miljoen euro. In 2010 gaven we € 102, per inwoner uit, in 2014 is dat verminderd tot € 86, - per inwoner. Afgezet tegen de totale gemeentebegroting gaven we in 2010 3,4 % uit voor kunst en cultuur. Dat is anno 2014 gedaald tot 3 %. 32 In bijlage III is een overzicht opgenomen van de hiervoor geschetste bezuinigingen. P31F
P
P
werkbudget beeldende kunstenaars Beeldende kunstenaars moeten meestal voorinvesteringen doen om hun werk te kunnen exposeren. Deze kosten verdienen ze vervolgens terug door de verkoop van hun werk. Niet alle kunstenaars hebben voldoende mogelijkheden voor deze voorfinanciering. Er bestaan in het land al enkele voorbeelden van een revolving fund. Hierbij kunnen lokale initiatieven aanhaken. 32
In bijlage III is een staatje opgenomen met gegevens van andere steden die met Hengelo zijn te vergelijken.
31
subsidies Subsidies zijn bedoeld om de culturele infrastructuur van de stad te ondersteunen. We willen daarin het accent steeds meer verschuiven naar ondersteuning van de activiteiten. We ontkomen er echter niet aan om ook voor de huisvestingslasten middelen ter beschikking te stellen. Als aangegeven in het hoofdstuk Huisvesting streven we naar efficiënter ruimtegebruik om de lasten te verlagen. Subsidies beogen een gezamenlijk onderkend maatschappelijk resultaat te bereiken. Daarover maken we met het veld afspraken. We gaan uit van de professionaliteit van onze partners. Deze kunnen zelf bepalen, hoe zij de resultaten willen bereiken. Als gemeente betekent dat ‘loslaten’ als grondhouding. Subsidiënten 33 leggen via hun jaarverslag en –rekening verantwoording af, in hoeverre zij de resultaatafspraken zijn nagekomen. P32F
P
Wij leggen de uitvoering van (een deel van) ons cultuur- en kunstbeleid bij partners in de samenleving neer. Dat houdt in, dat wij hen de daarvoor beschikbare middelen integraal ter beschikking stellen. ‘Kansen bieden’ kan ook op andere manieren dan via subsidies. De gemeente is een belangrijke opdrachtgever voor allerlei fysieke projecten. Daarin willen we meer rekening houden met onze plaatselijke kunstenaars. 34 P33F
P
Bij de toekenning van gemeentelijke fysieke projecten of delen daarvan hebben plaatselijke beeldende kunstenaars een preferente positie. Dat geldt ook voor de toepassing van de 1%-regeling.
eigen bijdragen De bezuinigingen leiden ertoe, dat kunst- en cultuurconsumenten een hogere eigen bijdrage moeten gaan betalen. Contributies en lesgelden gaan omhoog. Dat kan drempelverhogend werken, maar we beogen de basiseducatie en –voorzieningen in stand te houden. Waar nodig kunnen ouders een beroep doen op het Sport- & Cultuurfonds. De kunst- en cultuursector is dynamisch en inventief. Men is naarstig op zoek naar andere financieringsbronnen dan overheidssubsidies. In den lande ontwikkelen zich allerlei initiatieven als een ‘modern mecenaat’, in allerlei vormen en combinaties. alternatieven: voorbeelden van sponsoring, “Vrienden van….”, crowd sourcing, “tante Betje” etc. -
Sponsoring door bedrijven: Rabotheater, Twents Techniekmuseum HEIM Leningen (die hoe dan ook moeten worden terugbetaald) van o.a. de Triodos-bank of een lokaal fonds, zoals het Amsterdams fonds voor de cultuur. www.findyourfunding.nl . Dat wordt gevoed door particulieren en bedrijven met minimaal 5000 euro. Culturele instellingen kunnen er een beroep op doen. Dit fonds werkt landelijk. Prins Bernhard Cultuurfonds Lokale fondsen als het Rabo-Cultuurfonds en de Fuldauerstichting Corporatie-achtige verbanden, waarin bemiddelde senioren en anderen hun betrokkenheid bij de kunst- & cultuursector laten blijken Particuliere initiatieven als de Stichting Heartpool, waarin een combinatie van bovenstaande voorbeelden plaatsvindt. Ook de nieuwe Geefwet biedt mogelijkheden voor de culturele sector. Giften zijn in bepaalde gevallen tot 150% fiscaal aftrekbaar, wat drempelverlagend werkt voor ondersteuning van kunst & cultuur. Instellingen met een ANBI-status 35 krijgen meer fiscale mogelijkheden voor commerciële activiteiten, waardoor ook zij meer middelen ter beschikking kunnen stellen. De Geefwet is in 2012 van kracht geworden. Europese fondsen als Interreg 5A (grensoverschrijdende projecten), Interreg 5B (transnationale projecten). De gemeente heeft wat EU-fondsen betreft veel expertise in huis. 12TU
U12T
P34F
-
33 34 35
P
Voor zover zij daartoe volgens de Algemene subsidieverordening verplicht zijn. Dat geldt in feite ook voor Hengelose (en regionale) architecten. ANBI: Algemeen Nut Beogende Instelling
32
Met enige creativiteit en gemeentelijke assistentie bij het indienen van aanvragen kan de kunst- en cultuursector met succes externe fondsen verwerven.
33
8. Uitwerkingsprogramma Deze nota bevat diverse ambities, die een fundamentele houding t.a.v. kunst en cultuur weerspiegelen. In de dagelijkse praktijk zijn het richtlijnen voor de uitvoering van ons beleid. Via publicatie van deze nota zorgen we ervoor, dat alle betrokkenen – intern en extern – ervan op de hoogte zijn en zich ernaar gedragen. De geformuleerde voornemens resulteren in een reeks acties en projecten voor de komende jaren. Veel voornemens vereisen verdieping en nadere uitwerking. In dit uitwerkingsprogramma omschrijven we de acties kort en zo concreet mogelijk, en geven we aan, op welke termijn we resultaten verwachten te bereiken. acties Cultuureducatie: Instelling moeten zich richten op basiseducatie voor kunst en cultuur Met de culturele instellingen en het onderwijs komen tot invulling van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit
termijn 2014-2020 2014-2016
Amateurkunst: Handhaven basissubsidies
per direct
Focus -
2014-2015 2015 2015
op maatschappelijk effect: Formuleren van indicatoren Resultaatafspraken met instellingen Opnemen in subsidiebeschikkingen
Samenvoeging instellingen: Uitwerken van de in de nota opgenomen onderdelen uit het rapport van de culturele instellingen ‘Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur. Inzetten op samenwerking tussen de partners en verdergaande samenwerking tussen sommige instellingen (biotopen). Clustering vanuit programmering in de toekomst toetsen op haalbaarheid. Uitwerking plannen van de Muziekschool in overleg met amateurverenigingen Beeldende kunst: Uitwerking van en besluitvorming over de scenario’s voor programmering beeldende kunst Onderzoek naar mogelijkheid gebruik maken van landelijk ‘revolving fund’ Beeldend kunstenaars betrekken bij fysieke projecten, incl. 1%-regeling Museaal netwerk in Hart van Zuid: Realisatie (“stip aan de horizon”)
2014-2020 2014-2020 2014 2014 2015-2017 2014-2020 2015-2020
Cultuurpromotie: Realisatie cultuurellips Aandacht voor cultureel erfgoed in promotie Twents cultuurportaal
2014 2014 2014-2015
Creatieve industrie: Synergie met kunst & cultuur nastreven, o.a. via programmaraad Creatieve Fabriek en Twentse verbanden Subsidiemogelijkheden (o.a. EU) in kaart brengen
2014-2020 2014
Europa: Internationale projecten bevorderen Subsidiemogelijkheden inventariseren
vanaf 2014 2014-2015
Huisvesting: Ontwikkelen integraal huisvestingsplan voor de kunst- & cultuursector, met name gericht op huisvesting CREA, professioneel kunstenaars, amateurtheatergroepen en een depotvoorziening voor de collecties Meer Cultuureducatie decentraal aanbieden
2014-2020 2014-2020
34
Bijlagen i.
het culturele dna van Hengelo
ii. de spelers in het veld iii. financiële overzichten • benchmark uitgaven voor cultuur • huisvestingslasten culturele kernvoorzieningen (2010) • budgetten en bezuinigingen 2010-2014 iv. enquête Kunst & Cultuur Hengelo panel voorjaar 2013 (samenvatting)
35
BIJLAGE I
Het culturele dna van Hengelo Grotendeels overgenomen uit “Vrij spel voor de verbeelding. Kunst- en cultuurvisie 2010 gemeente Hengelo” culturele infrastructuur Hengelo beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur die past bij een stad met ruim 80.000 inwoners. Op onderdelen stijgt onze culturele infrastructuur zelfs uit boven het ‘gemiddelde pakket’ aan voorzieningen, dat kenmerkend is voor gemeenten tussen de 30.000 en 90.000 inwoners. Voor een overzicht van de culturele infrastructuur verwijzen wij naar het overzicht Feiten, cijfers en benchmarks Hengelose cultuur. cultuurhistorie Er ligt een duidelijk verband tussen de cultuurhistorie van Hengelo en de aard en omvang van onze culturele infrastructuur. De basis daarvan is namelijk gelegd aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw door de grondleggers van de industrie in onze stad. Vooral de familie Stork heeft daarin een grote rol gespeeld. Veelzeggend is dat zij niet alleen investeerden in fabrieken en machines, maar ook in culturele voorzieningen als een leeszaal, een concertgebouw en amateurmuziekverenigingen. Daarmee onderkenden zij (toen al) het belang van kunst en cultuur voor het functioneren van de samenleving. Voor hun bedrijfsdoelstellingen hadden zij creatieve, hoogopgeleide ingenieurs en andere medewerkers nodig. Dat geldt nu nog altijd voor onze gemeente, het is een bestaansvoorwaarde Een ander belangrijk element in de cultuurhistorie van Hengelo is dat Theo Wolvecamp (19251992) - een toonaangevend beeldend kunstenaar uit de Cobragroep - in Hengelo is geboren en hier heeft gewoond en gewerkt. Dit heeft ertoe geleid dat de gemeentelijke kunstcollectie een aantal topstukken bevat die van nationale betekenis zijn, ondanks het feit dat het werk van Wolvecamp pas na zijn dood van Hengelo de waardering heeft gekregen die het verdiende. cultureel bewustzijn Het cultureel bewustzijn van de inwoners uit zich in het trots zijn op de lokale kunst en het lokale culturele erfgoed. Kenmerkend voor Hengelo is het grote aantal vrijwilligers dat zich inzet voor kunst en cultuur, vooral op het gebied van amateurkunst en cultureel erfgoed. Het bestaan van een organisatie als HeArtpool toont aan dat bij Hengelose particulieren en bedrijven veel draagvlak bestaat voor beeldende kunst en dat er behoefte is om dat uit te dragen. Een ander voorbeeld is de – ondanks de financiële crisis - grote bereidheid van het Hengelose bedrijfsleven om via sponsoring bij te dragen aan culturele voorzieningen en evenementen. Het cultureel bewustzijn van inwoners uit zich ook in hun deelname aan kunst en cultuur in de stad. Sinds 2002 hebben we vragen over de cultuurdeelname van de Hengelose bevolking opgenomen in onze Omnibusenquêtes en (sinds 2010) via het Hengelo-panel. Uit de resultaten van de raadpleging via het Hengelo-panel van januari 2013 blijkt dat: bijna driekwart van de respondenten (73 procent) in twaalf maanden tijd minimaal één keer naar een culturele voorstelling is geweest; iets meer dan de helft (54 procent) van de Hengeloërs een bezoek heeft gebracht aan een museum, archief, galerie of bezienswaardig gebouw; culturele instellingen in Hengelo veelvuldig worden bezocht en dat het Rabotheater (48 procent) en de bibliotheek (32 procent) het vaakst worden bezocht; iets meer dan de helft van de Hengeloërs het kunst- en cultuuraanbod in de stad voldoende (31 procent) of goed (21 procent) vindt - slechts 10 procent vindt het aanbod onvoldoende; bijna veertig procent van de Hengeloërs een of meer kunstzinnige activiteiten heeft beoefend, vooral tekenen, schilderen, grafisch werken en het bespelen van een muziekinstrument. Veertien procent van de Hengeloërs doet dit zelfs in georganiseerd verband als lid van een vereniging of bij een instelling voor kunstzinnige vorming. uiterlijk Het uiterlijk van een stad wordt bepaald door de architectuur en de ruimtelijke vormgeving. Hierbij gaat het om de wisselwerking tussen kunst en cultuur, stedelijke (her)ontwikkeling, welstand en 36
monumentenzorg. Het mooiste voorbeeld daarvan in Hengelo is Tuindorp, dat aan het begin van de twintigste eeuw naar een idee van C.T. Stork en zonen is uitgevoerd door de architect Karel Muller en landschapsarchitect Wattez. Vanuit de bestaande landschapsstructuur (lanen, dijken en erven) bouwden zij een compleet dorp voor alle rangen en standen. De natuurlijke lijnen, de harmonische combinatie van functies, de diversiteit aan woningen en de zeer ruime opzet maken dit Tuindorp tot een uniek beeldbepalend element in het uiterlijk van Hengelo. In 2003 is Tuindorp dan ook aangewezen als beschermd stadsgezicht. Andere beeldbepalende elementen van Hengelo zijn: monumenten die een culturele herbestemming hebben gekregen zoals de Waterstaatskerk en de Kosterswoning (Muziekschool), het Lambooijhuis (expositieruimte en kunstenaarssociëteit) en de Wilhelminaschool (Twents Techniekmuseum HEIM); kunstwerken in de openbare ruimte; nieuwe gebouwen als de schouwburg, de bibliotheek en Metropool; industrieel erfgoed in Hart van Zuid Tuindorp als beschermd stadsgezicht Binnenstad en Klein Driene als twee van de 30 in Nederland erkende voorbeelden van de wederopbouwarchitectuur. ligging De ligging van een stad valt als bepalende factor voor de culturele identiteit van een stad gewoonlijk af, maar gelet op de ontwikkelingen rond de Netwerkstad speelt dit element wel een belangrijke rol. In Netwerkstadverband hebben we afgesproken dat de steden zich op onderdelen zullen profileren, omdat dit kansen biedt voor versterking van de lokale en regionale culturele infrastructuur. Met elkaar kunnen de netwerksteden zorg dragen voor een complete culturele infrastructuur op (boven)regionaal niveau. investeren in kunst en cultuur Het gemeentelijk cultuurbeleid heeft betrekking op alle factoren die de culturele identiteit van een stad bepalen. Het is dan ook hét middel om de culturele identiteit tot uitdrukking te brengen en te versterken. In de culturele identiteit komen het verleden, het heden en de toekomst van de stad samen. Daarom is het van belang om duurzaam kunst- en cultuurbeleid te ontwikkelen en daarbij te zorgen voor kwaliteit, continuïteit en vernieuwing. De afgelopen decennia heeft de gemeente veel geïnvesteerd in kunst en cultuur in Hengelo. In 2001 is de schouwburg geopend, in 2006 gevolgd door de compleet nieuwe centrale vestiging van de bibliotheek en een dependance in het nieuwe Kulturhus Hasselo. In 2006 opende het Twents Techniekmuseum HEIM haar deuren in de gerestaureerde Wilhelminaschool, de voormalige fabrieksschool van Stork. Metropool, geopend in 2009, heeft een toonaangevende allure voor Hart van Zuid en de omgeving van het Centraal Station van Twente. Dit poppodium behoort met zijn programmering nu al tot de landelijke top. De grote investeringen van de afgelopen decennia hebben ook hun keerzijde. De huisvestingslasten zijn nauwelijks beïnvloedbaar en drukken zwaar op de exploitatie. Er blijft dan relatief weinig ruimte voor de activiteiten en programmering. Het kost de instellingen moeite om de eindjes aan elkaar te knopen en bezuinigingen hebben direct hun weerslag op de programmering. Optimalisatie van het gebruik en medegebruik door andere instellingen bieden wellicht enig soelaas.
37
BIJLAGE II
De spelers in het veld adviescommissies en werkgroepen adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving, Monumentencommissie, commissie Kunsteducatie, werkgroep Collectie Hengelo, werkgroep Week van de Amateurkunst structureel gesubsidieerde culturele instellingen • culturele kernvoorzieningen: Bibliotheek, Muziekschool, Rabotheater, Metropool, CREA en Techniekmuseum HEIM • aanvullende culturele voorzieningen: Historisch Museum Hengelo, Ateliers ’93, Beeldende Kunst Ag, SWWK, HeArtpool, Lambooijhuis, Museum voor Hedendaagse Hengelose Kunst, Jazzclub, Kamermuziek Hengelo, Historisch Archief Beckum, Historie Brandweer Hengelo, Hengelose Oranjevereniging, Lokale Omroep Hengelo en de Stadsdichter • amateurkunstverenigingen incidenteel gesubsidieerde culturele instellingen Onder andere Theater Kamak, Barst, Karavaan der Vertellers, Filmhuis Hengelo, Volkskerstzang, Cultuurpodium Houtmaat belangenorganisaties Hengelose Korenkoepel, Federatie van Hengelose Muziekverenigingen, Podiumkunsten Hengelo andere belanghebbenden beeldende kunstenaars, creatieve ondernemers en in kunst en cultuur geïnteresseerde inwoners intern: beleidsvelden onderwijs, wijkwelzijn en economische zaken, grondzaken, stadsontwikkeling, communicatie en programmaregie overige partners, zoals Bureau Hengelo (voorheen VVV & Stadspromotie), SCALA, Welbions, Stichting Centrummanagement, programmaraad Brede School, programmaraad Creatieve Fabriek, bedrijfsleven andere overheden • Gemeente Enschede en andere Twentse gemeenten • Netwerkstad Twente • Regio Twente • Provincie Overijssel • Cultuuroverleg Oost Nederland • rijksoverheid • Euregio • Europese Unie
38
BIJLAGE III
Financiële overzichten benchmark uitgaven voor cultuur 36 huisvestingslasten culturele kernvoorzieningen (2010) budgetten en bezuinigingen cultuur 2010-2014
• • •
P35 F
benchmark
Hengelo: per 2014 (na doorvoering bezuinigingen): € 89 per inwoner (zie totaaloverzicht op volgende pagina) huisvestingslasten
subsidie
overige inkomsten
totale inkomsten
totale lasten
huisv+afschr
2010
2010
2010
2010
2010
Bibliotheek € 2.661.070
€ 677.827
€ 3.338.897
€ 3.385.620
€ 876.053
Muziekschool € 1.546.480
€ 546.971
€ 2.093.451
€ 2.198.054
€ 370.171
€ 1.520.206
€ 2.740.520
€ 2.985.701
€ 689.474
€ 936.976
€ 1.966.067
€ 1.266.565
€ 636.490
AkkuH € 489.680
€ 306.532
€ 796.212
€ 777.356
€ 204.079
CREA € 446.270 Techniekmuseum HEIM € 260.790
€ 299.980
€ 746.250
€ 873.538
€ 158.704
€ 423.353
€ 684.143
€ 635.512
€ 124.014
4.711.845
€ 12.365.540
€ 12.122.346
€ 3.058.985
Rabotheater € 1.220.314 Metropool € 1.029.091
Totalen
36
€ 7.653.695,00
Bron: BMC, 2013
39
budgetten en bezuinigingen cultuur 2010-2014 bezuiniging 2010 1. structurele subsidies uitvoeringsregeling amateurkunst € 139.646
2011
2012
2013
2014
miv 2015
€ 139.646
€ 139.646
€ 114.250
€ 114.250
€ -25.396
opmerkingen *
2. structurele subsidies uitvoeringsregeling culturele instellingen 2a. culturele kernvoorzieningen
€ 7.653.695 € 7.582.290 € 7.408.990 € 7.208.990 € 6.734.360 € -1.144.335 verdeling: Bibliotheek € 2.661.070
€ 2.619.070
€ 2.441.070
€ 2.441.070
€ 2.391.070
€ -270.000
Muziekschool € 1.546.480
€ 1.573.355
€ 1.665.580
€ 1.665.580
€ 1.340.580
€ -205.900
Rabotheater € 1.220.314
€ 1.199.314
€ 1.185.310
€ 1.185.310
€ 1.185.310
€ -35.004
Metropool € 1.029.091
€ 1.021.531
€ 1.016.490
€ 1.016.490
€ 1.016.490
€ -12.601
AkkuH € 489.680
€ 480.650
€ 424.630
€ 174.630
€0
€ -489.680
CREA € 446.270
€ 430.760
€ 420.420
€ 470.420
€ 470.420
€ 24.150
Techniekmuseum HEIM € 260.790
€ 257.610
€ 255.490
€ 255.490
€ 255.490
€ -5.300
bezuiniging Muziekschool miv 2015
€ -225.000
nog in te vullen budget beeldende kunst
€ 50.000
budget Collectie Hengelo
€ 25.000
€ 25.000 € -34.690
2b. aanvullende culturele voorzieningen
**
€ 191.800
€ 157.110
€ 157.110
€ 157.110
€ 157.110
Ateliers ’93 € 5.680
€ 5.680
€ 5.680
€ 5.680
€ 5.680
Beeldende Kunst Ag € 5.680
€ 5.680
€ 5.680
€ 5.680
€ 5.680
SWWK (Stichting Woon- en werkruimten kunstenaars) € 10.340
€ 10.340
€ 10.340
€ 10.340
€ 10.340
HeArtpool € 12.500
€ 12.500
€ 12.500
€ 12.500
€ 12.500
Lambooijhuis € 10.000
€ 10.000
€ 10.000
€ 10.000
€ 10.000
€ 3.500
€ 3.500
€ 3.500
€ 3.500
€ 15.000
€ 15.000
€ 15.000
€ 15.000
€0
€0
€0
€0
Il Concerto Barocco € 8.810
€ 8.810
€ 8.810
€ 8.810
€ 8.810
€ 50.000
verdeling:
MHHK (Museum voor hedendaagse Hengelose kunst) € 3.500 Twente Biënnale € 15.000 Orkest van het Oosten € 27.980 Stadsdichter € 5.210
€ 5.210
€ 5.210
€ 5.210
€ 5.210
Kamermuziek Hengelo € 5.040
€ 5.040
€ 5.040
€ 5.040
€ 5.040
Jazzplatform Hengelo € 2.800
€ 2.800
€ 2.800
€ 2.800
€ 2.800
€0
€0
€0
€0
€ 14.840
€ 14.840
€ 14.840
€ 14.840
Historisch Archief Beckum € 2.430
€ 2.430
€ 2.430
€ 2.430
€ 2.430
Historie Brandweer Hengelo € 1.040
€ 1.040
€ 1.040
€ 1.040
€ 1.040
Lokale Omroep Hengelo € 40.050
€ 40.050
€ 40.050
€ 40.050
€ 40.050
Hengelose Oranjevereniging € 11.440
€ 11.440
€ 11.440
€ 11.440
€ 11.440
€ 2.750
€ 2.750
€ 2.750
€ 2.750
Twentse Welle € 6.710 Historisch Museum Hengelo € 14.840
Werkgroep 4 mei € 2.750
€ -27.980
€ -6.710
3. subsidies uitvoeringsregeling CultuurLokaal
€ 155.715
€ 155.720
€ 75.800
€ 31.470
€ 31.470
€ -124.245
***
4. cultuureducatie
€ 93.030
€ 107.754
€ 107.754
€ 122.000
€ 122.000
n.v.t.
****
5. aankoopbudget gemeentelijk kunstbezit
€ 39.873
€ 29.873
€ 33.870
€ 33.870
€0
€ -39.873
6. herstel gemeentelijk kunstbezit
€ 25.303
€ 25.300
€ 25.300
€ 25.300
€ 25.300
n.v.t.
Totalen
€ 8.299.062 € 8.197.693 € 7.948.470 € 7.692.990 € 7.184.490 € -1.343.143
bedrag per inwoner
€ 102
€ 101
€ 98
€ 95
€ 89
€ -17
* bezuiniging budget amateurkunst betreft opheffing Instrumentenfonds ** verhoging subsidie ivm overname kunsteducatieactiviteiten AkkuH *** bezuiniging betreft overheveling budget grote culturele evenementen naar Bureau Hengelo en opheffing rijksbijdrage cultuurparticipatie miv 2013
40
**** verhoging budget vanwege extra bijdrage provincie Overijssel
40
BIJLAGE 4
Enquête Kunst & Cultuur HengeloPanel voorjaar 2013 U
Samenvatting
Voor de complete rapportage verwijzen we naar http://www.hengelo.nl/Pdf_Internet/BestuurOrganisatie/HengeloPanel Peiling 1_2013.pdf 12TU
U12T
Van 26 februari tot en met 10 maart 2013 is een peiling onder het HengeloPanel gehouden. Van de 2.681 panelleden die waren uitgenodigd, hebben 1.788 leden de vragenlijst ingevuld. Een goede respons van 67%. In de peiling is gevraagd wat panelleden belangrijk vinden op het gebied van kunst en cultuur in Hengelo. De resultaten van deze peiling worden gebruikt voor de nieuwe Kunst- en cultuurvisie waar de gemeente dit voorjaar aan werkt. Resultaten peiling: Kunst en cultuur algemeen • De meerderheid van de panelleden ziet zichzelf in meer, of mindere mate als ‘cultureel actief’. • Panelleden die zichzelf als cultureel actief zien hebben op iedere vraag significant anders geantwoord, dan panelleden die zichzelf niet als cultureel actief zien. • Kunst en cultuur maken het wonen in Hengelo voor de meerderheid van de panelleden aangenamer. • Des te jonger een panellid is, des te vaker is hij of zij van mening, dat er in Hengelo veel is te doen op het gebied van kunst en cultuur. • Voor een kwart van het panel zijn kunst en cultuur in het eigen dagelijks leven erg belangrijk, voor de helft redelijk belangrijk en voor iets meer dan een kwart minder belangrijk. • Men is het er over eens dat het erg belangrijk is dat het gestimuleerd moet worden dat kinderen kennis kunnen maken met kunst en cultuur in Hengelo. • De rol van stimulator wordt het vaakst bij de ouders neergelegd. Culturele (kern)voorzieningen • De aanwezigheid van bibliotheken, het Rabotheater en de muziekschool (in deze volgorde) wordt het belangrijkst gevonden. • De financiële ondersteuning van bibliotheken en de muziekschool wordt het belangrijkst gevonden. Amateurverenigingen en gezelschappen • Ιn vier van de tien huishoudens is minimaal één persoon lid van een vereniging of gezelschap op het gebied van kunst en cultuur. • ‘Amusing Hengelo’ is veel bekender dan de Week van de Amateurkunst (WAK). Financiële ondersteuning kunst en cultuur • Panelleden hechten het meeste belang aan (in deze volgorde) de culturele (kern)voorzieningen, amateurverenigingen en gezelschappen, kunst in de openbare ruimte, expositieruimte en het minst aan ateliers. • Iets meer dan de helft vindt dat kunst en cultuur in een economische crisis even belangrijk blijven als in economisch betere tijden. • Panelleden zouden de financiële ondersteuning, gemiddeld over alle culturele (kern)voorzieningen, met een kwart (-26%) verminderen. • Die gemiddelde vermindering bedraagt voor bibliotheken 11% en voor expositieruimte 41%. • Er bestaan geen grote verschillen tussen panelleden met verschillende achtergrondkenmerken in de mate van vermindering van financiële ondersteuning.
41
Inspraak notitie I.
Participatie
Inleiding De Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014-2020 is tot stand gekomen in een tweejarig proces van participatie met de kunst- en cultuursector in onze stad en met onze inwoners. Het proces is beïnvloed door bezuinigingen, die aan de sector zijn opgelegd. Niet alleen de nationale en provinciale ondersteuning is sterk afgenomen, vooral ook de gemeentelijke subsidiëring heeft een grote veer moeten laten. De sector is meer op zichzelf aangewezen en heeft zich moeten hervinden en herpakken. We hebben vooral goed geluisterd en de reacties, suggesties en ideeën zo veel mogelijk in de nota verwerkt. Wij zien dat de kunst- en cultuursector steeds meer vanuit haar eigen kracht zaken oppakt er realiseert. Graag willen we dan ook alle dank en bewondering hierover uitspreken. Start 2011 Eind 2011 is er gestart met een notitie en begin 2012 zijn veel gesprekken gevoerd. Door omstandigheden is het traject gestagneerd. Halverwege 2012 heeft besluitvorming er toe geleid dat er een apart participatie traject is opgezet rondom de beeldende kunst. Vervolg 2012-2013 In november 2012 kreeg het traject een nieuwe dimensie door de motie van de Raad, waarin de culturele kerninstellingen werd gevraagd met een eigen plan en visie te komen. In 2013 heeft het participatietraject nog een verdere invulling gekregen door een trefpunt en een raadpleging via Hengelo Panel, wat er toe heeft geleid dat er in juni een conceptnotitie kon worden gepresenteerd aan de commissie ter toetsing. In juli 2013 kwam ook het plan van de culturele kerninstellingen beschikbaar. Hierop is in een aparte notitie gereageerd en uiteindelijk is in oktober een conceptnota vastgesteld door het college die ter inspraak is gelegd en waarop tot vrijdag 15 november kon worden gereageerd. Het belangrijkste doel van de participatie in het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie is het waarborgen van de kwaliteit van ons kunst- en cultuurbeleid. Dit betekent, dat de participatie primair plaatsvindt via (advies)commissies, culturele instellingen en belangenorganisaties, omdat zij goed geïnformeerd zijn over de ontwikkelingen in de sector. Door het gehele participatietraject hebben gewijzigde omstandigheden door bijvoorbeeld bezuinigingen een grote rol gespeeld. Hierdoor moesten er fundamentele keuzes gemaakt worden. Dat heeft de onderlinge verhoudingen meer dan voorheen op scherp gezet en heeft een grote invloed gehad op het proces. Chronologische volgorde november 2011 20 december 2011 januari 2012heden 25 januari 2012 26 januari 2012 26 januari 2012 1 februari 2012 2 februari 2012 8 februari maart-oktober 2012 mei 2012
Raadsvergadering waarin onder andere nieuwe bezuiniging op cultuur Startnotitie “Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie’ door B&W vastgesteld Veelheid aan bilaterale contacten tussen gemeente (bestuurlijk en ambtelijk) en kunst- & cultuursector Gesprek wethouder met werkgroep Collectie Hengelo Gesprek wethouder met koepels van amateurverenigingen over startnotitie kunst- en cultuurvisie Bijeenkomst over startnotitie met beeldende kunstenaars Bijeenkomst met amateurkunstverenigingen over startnotitie kunsten cultuurvisie Bespreking startnotitie in commissie Beeldende Kunst Bespreking commissie sociaal Startnotitie Geen voortgang wegens capaciteitsprobleem bij gemeente Besluit bezuiniging AkkuH
bijlagen 1A
1B 1C 1D 1E 1F zie 1A
7 november 2012 november 2012maart 2013 10 december 2012 4 februari 2013 6 februari 2013 25 februari 2013 februari/maart 2013 12 maart 2013 20 maart 2013 26 maart 2013 maart 2013-juli 2013 26 april 2013 april-mei 2013 25 juni 2013 2 juli 2013 5 juli 2013 augustus 2013september 2013 12 september 2013 14/15 oktober 2013
Bestuurlijke besluitvorming: 15 oktober 2013 15 oktober 2013 november 2013december 2013 17 december 2013 8 januari 2014 21 januari 2014
Motie “Samenwerking culturele instellingen” door gemeenteraad aangenomen en volgende ronde bezuinigingen waaronder op cultuur Onderlinge gesprekken besturen van culturele instellingen over een gezamenlijke toekomstvisie Bijeenkomst alle Hengelose beeldende kunstenaars in Metropool over toekomst beeldende kunst. Opkomst: ca. 80 personen Uitwerking ideeën en voorstellen beeldende kunst in kerngroep uit hun midden, begeleid door gemeente Inhoudelijke bespreking BO in raadscommissie Sociaal Presentatie en bespreking ideeën en voorstellen beeldende kunst aan beeldende kunstenaars. Opkomst (bij Metropool): ca. 30 personen Internetpeiling over kunst & cultuur onder leden HengeloPanel Bespreking BO in commissie Beeldende Kunst Trefpunt, met vier deelsessies, plenaire discussie en twittermogelijkheid Workshop toekomst beeldende kunst met kerngroep, begeleid door gemeente Opstellen Toekomstvisie culturele instellingen o.l.v. een onafhankelijke kwartiermaker (BMC), door instellingen zelf Commissie Beeldende Kunst: bespreking van hun positie en rol Consultatie sector over resp. conceptteksten Kunst- en cultuurvisie Informerende bespreking van de concept nota in de commissie sociaal Raadsvergadering met opnieuw besluit over bezuinigingen op cultuur Culturele instellingen overhandigen hun Toekomstvisie aan de wethouder Diverse ambtelijke oriënterende gesprekken met de culturele kerninstelling over hun toekomstplan Presentatie plan culturele instelling aan de raadsleden
1G
1H 1I 1J 1K 1L 1M 1N
1O
Informerende gesprekken wethouder met bestuur Rabotheater, bestuur Muziekschool, bestuur Crea, telefonisch met bestuur/directeur Metropool, bestuur/directeur Heim, bestuur/directeur Bibliotheek, bestuur/directeur Historisch Museum over het besluit in het college over de concept cultuurnota Concept-nota Kunst- en cultuurvisie door B&W vrijgegeven voor inspraak (tot 15 november 2013) Vaststellen reactienotitie op het plan van de culturele kerninstellingen Verwerking inspraakreacties Vaststelling nota Kunst- en cultuurvisie door B&W nota Kunst- en cultuurvisie aangeboden aan gemeenteraad Bespreking nota Kunst- en cultuurvisie in raadscommissie Sociaal Bespreking nota Kunst- en cultuurvisie in gemeenteraad
In bijlage 1 bij deze inspraak notitie zijn de hiervoor benoemde stukken terug te vinden.
1P
Doelgroepen We hebben gesteld dat de participatie in het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie primair plaatsvindt via (advies)commissies, culturele instellingen en belangenorganisaties. Daarnaast willen nog een aantal doelgroepen bij het proces betrekken, zoals beeldend kunstenaars. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende doelgroepen. In deze inspraaknotitie zullen we de inspraakreacties via de hieronder geschetste overzicht rubriceren en bespreken. 1. adviescommissies en werkgroepen 2. structureel gesubsidieerde culturele instellingen a. culturele kernvoorzieningen b. aanvullende culturele voorzieningen c. amateurkunstverenigingen 3. incidenteel gesubsidieerde culturele instellingen 4. belangenorganisaties 5. andere belanghebbenden a. beeldend kunstenaars, creatieve ondernemers en in kunst en cultuur geïnteresseerde inwoners b. intern c. overige partners 6. andere overheden
II.
Inspraakreacties op de concept cultuurnota
1. Adviescommissies en werkgroepen Er is een inspraak reactie binnen gekomen van de commissie beeldende kunst. Gezien de impact van de bezuiniging zullen we hierover in apart onderdeel aandacht besteden. 2. Structureel gesubsidieerde culturele instellingen a. Culturele kernvoorzieningen Zoals hiervoor geschetst hebben de culturele kernvoorzieningen een plan opgesteld met daarin hun visie op de toekomst voor de kunst- en cultuursector. Hierop is door het college apart gereageerd via een reactienotitie in oktober 2013. Daarin komt het college tot de conclusie dat er veel goede onderdelen zitten in dit plan, die daarop ook overgenomen zijn in de concept nota. Er is eigenlijk maar 1 onderdeel vanuit die nota niet overgenomen en dat is de fusie tussen muziekschool en Rabotheater. Op de concept-cultuurnota is door volgende instellingen gereageerd: Muziekschool Crea Metropool Rabotheater Bibliotheek De algemene lijn is dat de instellingen zich kunnen vinden in de cultuurnota. Het is jammer dat er twee trajecten naast elkaar hebben gelopen, maar ze zien een groot gedeelte van hun input terug. De Muziekschool onderschrijft de verandering, die ze als organisatie moeten maken, maar vragen tijd en ruimte om met een goed onderbouwd plan te komen. Deze ruimte geven we graag omdat we inzien dat ze als organisatie met een grote opgave zitten. We zullen het aankomend jaar in nauw contact blijven om de voortgang te bewaken. Dit is nu ook zo overgenomen in de cultuurnota. Het Rabotheater heeft grote moeite met het niet doorgaan van de fusie met de muziekschool. Door de grote opgave binnen het gehele culturele veld hebben we deze fusie afgewezen. Samenwerking tussen de instellingen kan en mag natuurlijk altijd en als deze beide instellingen een weg vinden om dit te verwezenlijken zullen wij dit ondersteunen. De reactie van het Rabotheater heeft ons niet doen besluiten een ander standpunt in te nemen rond de culturele kerninstellingen in Hengelo. Mede doordat de andere instellingen de nota onderschrijven en de muziekschool zelf tijd en ruimte heeft gevraagd om met een eigen onderbouwd plan te komen. ‘* Buiten de formele inspraakperiode en vlak voor de bespreking in b&w op 17 december jl. heeft het Rabotheater het plan SMS over samengaan met de muziekschool aangereikt. In onze aanbiedingsbrief van de nota aan de gemeenteraad gaan we hier nader op in.
b. Aanvullende culturele voorzieningen HeArtpool HeArtpool heeft een plan ingediend. Dit zullen we samen met de reactie van de commissie beeldende kunst in hoofdstuk III bespreken. Stichting Kamermuziek Hengelo De afgelopen jaren hebben we helaas een groot bedrag moeten bezuinigen op de cultuurbegroting. Dit doet inderdaad niets af aan het feit dat er in Hengelo inderdaad grootse prestaties verricht met een relatief laag budget. In de door het college vastgestelde reactienotitie is duidelijk aangegeven welke onderdelen er zijn overgenomen uit het rapport van de culturele kerninstellingen. De waterstaatskerk zien wij als gemeente ook als een belangrijk podium. In overleg met de muziekschool heeft de gemeente ruimte gegeven tot halverwege 2014 om te kijken of en hoe dit podium te behouden is voor Hengelo. c. Amateurkunstverenigingen Armonia Wij zullen de ideeën en mogelijkheden die u als vereniging schets doorgeleiden naar de Muziekschool. Zoals hiervoor verwoord zal de Muziekschool in 2014 snel met een eigen plan komen
hoe de organisatie eruit moet komen te zien en hoe de bezuiniging gerealiseerd moet worden. Wij zullen hen ook vragen dit plan in overleg met de muziekverenigingen op te stellen.
3. Incidenteel gesubsidieerde instellingen Filmhuis Hengelo De gemeente heeft alle waardering voor de prestaties en positie van het Filmhuis in Hengelo. Het is zeker niet degraderend bedoeld dat we het Filmhuis onder een incidentele voorziening hebben geplaatst. Dit heeft alleen betrekking op de subsidierelatie. Het Filmhuis krijgt namelijk geen structurele subsidie. De bewoording in de matrix is hier dan ook op aangepast. 4. Belangenorganisaties Federatie Hengelose Muziekverenigingen Hengelose Koren Koepel Deze beide belangenorganisaties maken zich zorgen over de toekomst van het muziekonderwijs in Hengelo, zoals ook Armonia heeft verwoord. In de reactie op de conceptnota van de muziekschool is te lezen dat ze een plan maken voor toekomstbestendige muziekeducatie binnen Hengelo. Wij zullen hun vragen om de input van de belangenorganisaties daar zoveel mogelijk bij te betrekken. Podium Kunsten Hengelo Wij erkennen en weten dat er al jaren een gebrek is aan goede huisvesting voor amateurtheatergroepen in Hengelo. Dit geldt niet alleen voor deze groepen, maar ook voor andere amateurverenigingen. In onze nota bij het onderdeel huisvesting geven we aan we een opgave hebben om de amateurverenigingen zoveel mogelijk vanuit hun eigen kracht te ondersteunen bij het vinden van ruimte binnen de gemeentelijke accommodaties, wel of niet in samenwerking met gesubsidieerde instellingen. Wij zullen hierbij uw wensen en knelpuntenlijst betrekken. 5. Andere belanghebbenden Inwoners Gerda Minkjan en familie Roos Als betrokken inwoners van Hengelo hebben mevrouw Gerda Minkjan en de familie Roos hun zorgen uitgesproken over de toekomst van het muziekonderwijs in Hengelo. Zoals eerder aangegeven in deze reactie geven we de muziekschool de ruimte om zelf met een plan te komen over de toekomst van hun organisatie. De zorgen van mevrouw Minkjan worden gedeeld door de muziekvereniging Armonia en de belangenorganisaties. Deze laatste zijn een gesprekspartner voor de muziekschool bij hun plannen. Beeldend kunstenaars Henk Lassche mede namens Guusje Beverdam en Rob Bloemendaal De inspraakreactie van de heer Rob Bloemendaal richt zich niet zozeer tegen de concept cultuurnota als wel op een specifieke instelling binnen het cultuurbeleid. Zijn bezwaren hierover zijn meerdere keren, verspreid over groot aantal jaren, aangehoord en besproken, ambtelijk en bestuurlijk. Wij zullen er hier dan ook niet verder op ingaan. De reactie van de beeldend kunstenaars Henk Lassche en Guusje Beverdam zullen in het aparte onderdeel worden meegenomen. 6. andere overheden
Er zijn geen reacties binnengekomen vanuit andere overheden. De tekstuele en redactionele reacties zijn aangepast binnen de concept cultuurnota. U kunt de inspraakreacties terug vinden in bijlage 2 bij deze inspraak notitie.
III
Beeldende kunst
Zoals u hiervoor in het chronologisch overzicht kunt zien is er eind 2012, begin 2013 een apart participatie traject gelopen rondom de beeldende kunst. Er is veel input opgehaald en in de bijlage opgenomen. Algemeen wordt er voor gekozen dat men graag weer een plek (in de binnenstad) zou willen hebben waar tentoonstellingen gehouden konden worden. Echter werd door velen wel opgemerkt dat je op dit moment zou moeten kiezen wat je wilt met het nog beschikbare geld. Het geld stoppen in activiteiten kreeg daarbij de overhand. Een locatie realiseren zou dan moeten ontstaan door fondsen en particulier initiatief, door het gebruiken van leegstaande en beschikbare ruimten. De programmaraad Hierop aansluitend is er in de conceptnota cultuur voor gekozen de commissie beeldende kunst de rol van programmaraad te laten vervullen. Deze keuze was ook ingegeven om na de bezuiniging op stichting AkkuH, niet opnieuw een andere stichting of vereniging verantwoordelijk te maken voor het programmeren. Er is op zoek gegaan naar een vorm waarbij zoveel mogelijk beeldend kunstenaars gehoor zou kunnen vinden voor haar plannen en ideeën. De programmaraad moet een raad worden van wisselende samenstelling, die zorgt voor een uitdagende programmering van beeldende kunstactiviteiten. Deze programmering wordt gebaseerd op de aanvragen die elke beeldend kunstenaar, stichting of vereniging jaarlijks kan doen. Hieronder de conceptnotitie van de adviescommissie beeldende kunst. Deze conceptnotitie is bedoeld als voorbereiding op de instelling van de beoogde programmaraad beeldende kunst van de Gemeente Hengelo Als adviescommissie beeldende kunst (AcBK) hebben we de afgelopen tijd gesproken over onze toekomst als programmaraad. Daarbij zijn de volgende punten de revue gepasseerd: a b c d e f g h
De te volgen procedure: Hengelose kunstenaars en initiatieven worden jaarlijks en bijtijds op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om plannen in te dienen. Van te voren wordt er geen thema vastgesteld, naar aanleiding van de ingediende plannen zou zich wel een thema kunnen aandienen. Die plannen moeten voor 1 oktober c.q. 1 november ingeleverd zijn. De programmaraad kijkt of er uit deze plannen een samenhangend programma is samen te stellen voor het komend jaar. Is dit niet het geval, dan kan de programmaraad een gastcurator aanstellen die met een opdracht (thema) een tentoonstelling of evenement organiseert. Het is niet de bedoeling dat de programmaraad zelf dingen gaat organiseren. Initiatieven uit de Hengelose kunstwereld hebben de voorkeur boven het aanstellen van een curator, de programmaraad wil nadrukkelijk deze initiatieven, de energie uit de eigen stad, stimuleren. Als totaalbeeld ziet de commissie een programma waarin meerdere relatief kleine initiatieven worden gerealiseerd en daarnaast een relatief grote (tweejaarlijkse) tentoonstelling / manifestatie waarbij impact, zichtbaarheid en kwaliteit voorop moeten staan. De programmaraad kan als kader voor de “grote manifestatie” meegeven dat er een combinatie van nationaal bekende kunstenaars gemaakt moet worden met Hengelose kunstenaars, de z.g. “sandwich formule”. Dit is stimulerend en goed voor de opbouw van het CV van Hengelose kunstenaars.
De AcBK denkt dat de programmaraad ondanks het relatief lage budget van 50.000, - euro per jaar een acceptabel programma op het gebied van de beeldende kunst kan realiseren.
Stichting HeArtpool De inspraakreacties op de concept cultuurnota zijn van de heer Henk Lassche en stichting HeArtpool. Daarnaast heeft de raad een motie aangenomen om een onderzoek te doen naar het plan van HeArtpool. De inspraakreactie van de heer Lassche sluit voor een groot gedeelte over de programmering van beeldende kunst aan bij het plan van HeArtpool. Graag zien zij beide een plek in de binnenstad waar de programmering kan plaatsvinden. HeArtpool wil dit realiseren door de middelen van fondsen, de Rabobank en de gemeente met elkaar te verbinden en een nieuwe stichting HeArtGallery op te richten. Hieronder treft u dan ook het plan van HeArtpool aan.
Stichting Heartpool stelt voor om een aparte stichting op te zetten (HeartGallery). Deze wordt verantwoordelijk voor door Heartpool geïnitieerde projecten op het terrein van hedendaagse beeldende kunst. Een locatie in de binnenstad van Hengelo. Daarnaast wil de stichting een eigen kunstuitleen starten. Het programma Met het nog jaarlijkse beschikbare gemeentelijk budget voor beeldende kunst, een bijdrage vanuit de stichting Heartpool, een bijdrage uit de private sector en aangevuld met bijdragen van culturele fondsen denkt Heartpool de volgende activiteiten te kunnen realiseren: • jaarlijks minimaal een tentoonstelling van nationale allure • 4 tentoonstellingen met een of meer lokale professionele kunstenaars • een project op locatie met ruimtelijk werk van lokale- regionale of internationale kunstenaars • een project met een verbinding naar een andere kunstdiscipline • Een kunstuitleen voor particulieren en bedrijfsleven • Een educatieprogramma bij de georganiseerde projecten De stichting Heartpool realiseert zich dat dit niet alleen door vrijwilligers gedragen kan worden en zal voor de ondersteuning van het programma gebruik maken van professionele krachten. Heartpool wil daarvoor binnen haar stichting een projectbureau opzetten dat verantwoordelijk wordt voor de organisatie van de projecten. Het projectbureau wordt bemand door een parttime professionele kracht die gebruik kan maken van de vrijwilligers uit het ledenbestand van Heartpool. Daarnaast wil het projectbureau een beroep doen op inzet van lokale kunstenaars. De kunstuitleen Heartpool is van mening dat de kunstuitleen een belangrijke schakel is tussen kunstenaars en kunstliefhebber. De verantwoordelijkheid voor deze service aan het Hengelose publiek en bedrijfsleven wil zij ook op nemen. Het projectbureau zal ook hiervoor verantwoordelijk worden. Het heeft de voorkeur dat de bestaande collectie van de kunstuitleen in langdurig bruikleen wordt gegeven aan de stichting Heartpool. Deze collectie kan eventueel worden aangevuld met werk uit de gemeentelijke collectie en mogelijk de hedendaagse kunstcollecties van het Historisch museum. De collectie zal in een door HeartGallery beheert depot worden onder gebracht. Kunstbemiddeling en -verkoop HeartGallery gaat een intermediaire rol vervullen bij de verkoop van werken van kunstenaars aan particulieren en bedrijven. Daarnaast denkt de stichting door de centrumlocatie ook een winkelfunctie te kunnen vervullen waarin gebruiksvoorwerpen en gadgets gemaakt en ontworpen door kunstenaars en ontwerpers worden aangeboden. Kwaliteit waarborgen Heartpool is van mening dat een stad van de omvang van Hengelo een kwalitatief kunstaanbod moet kunnen blijven bieden. Met minder middelen, een bijdrage uit de private sector en inzet van actieve burgers en kunstenaars is zij van mening deze kwaliteit te kunnen waarborgen. De financiën komen van Rabobank, HeArtpool, fondsen en exploiteren van een kunstuitleen, naast de gemeentelijke middelen t.b.v. HeArtpool 12.500, -, Biënnale 12.500, -, Beeldende Kunst 50.000, - en de middelen voor depotruimte 25.000, -
Conclusie Het geactualiseerde plan van Stichting HeArtpool hebben wij eind november ontvangen. Graag willen wij met deze stichting in gesprek over haar plan om de haalbaarheid in kaart te brengen. Daarnaast willen we graag meer uitwerking geven aan de notitie over de programmaraad. Op deze wijze kan er een goede afweging plaatsvinden voor de keuze van een scenario. Daarom volstaan wij nu in de nota met het schetsen van deze beide scenario’s en dat de uitwerking begin 2014 zal plaatsvinden. Deze uitwerking zullen we dan apart ter besluitvorming voorleggen aan de Raad.
Bijlagen: 1 Chronologische volgorde participatie 2 Inspraakreacties op de concept cultuur nota
Bijlage 1 Lijst van participatie cultuurnota Startnotitie “Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie’ door B&W vastgesteld Gesprek wethouder met werkgroep Collectie Hengelo Gesprek wethouder met koepels van amateurverenigingen over startnotitie kunst- en cultuurvisie Bijeenkomst over startnotitie met beeldende kunstenaars Bijeenkomst met amateurkunstverenigingen over startnotitie kunst- en cultuurvisie Bespreking startnotitie in commissie Beeldende Kunst Bespreking commissie sociaal Startnotitie Motie “Samenwerking culturele instellingen” door gemeenteraad aangenomen en volgende ronde bezuinigingen waaronder op cultuur Bijeenkomst alle Hengelose beeldende kunstenaars in Metropool over toekomst beeldende kunst. Opkomst: ca. 80 personen Uitwerking ideeën en voorstellen beeldende kunst in kerngroep uit hun midden, begeleid door gemeente Inhoudelijke bespreking BO in raadscommissie Sociaal Presentatie en bespreking ideeën en voorstellen beeldende kunst aan beeldende kunstenaars. Opkomst (bij Metropool): ca. 30 personen Internetpeiling over kunst & cultuur onder leden HengeloPanel Bespreking BO in commissie Beeldende Kunst Trefpunt, met vier deelsessies, plenaire discussie en twittermogelijkheid Workshop toekomst beeldende kunst met kerngroep, begeleid door gemeente Culturele instellingen overhandigen hun Toekomstvisie aan de wethouder Vaststellen reactienotitie op het plan van de culturele kerninstellingen
1A 1B 1C 1D 1E 1F zie 1A 1G 1H 1I 1J 1K 1L 1M 1N 1O 1P
Bijlage 1A:
Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie Startnotitie Aanleiding De kunst- en cultuurvisie ‘Vrij spel voor de verbeelding’ is vastgesteld in 2007. De beleidsvoornemens uit deze visie hadden betrekking op de periode tot en met 2010, maar de missie en strategie waren voor de lange termijn geformuleerd. De insteek was om begin 2011 aan de gemeenteraad een actualisatie van de beleidsvoornemens van ‘Vrij spel voor de verbeelding’ voor te leggen. Halverwege 2010 bleek echter dat we voor een grote bezuinigingsoperatie kwamen te staan. Het was moeilijk in te schatten hoe dat zou uitpakken voor het gemeentelijk kunst- en cultuurbeleid. De vraag was of we konden volstaan met een actualisatie van de beleidsvoornemens of dat de bezuinigingen zouden leiden tot een herontwerp van het kunst- en cultuurbeleid. Dit laatste bleek het geval. De gemeenteraad heeft onlangs besloten om met ingang van 2015 een substantiële bezuiniging te realiseren op de culturele infrastructuur. Dit betekent dat we de uitgangspunten van het kunst- en cultuurbeleid moeten heroverwegen. We willen dit samen met de culturele sector doen, omdat er fundamentele keuzes gemaakt moeten worden. We realiseren ons dat we niet beginnen met een schone lei, daarom staat in deze notitie een aantal inhoudelijke uitgangspunten die richting geven aan de discussie. Verder staat in deze notitie hoe we het proces gaan vormgeven: welke doelgroepen betrekken we bij de totstandkoming van de nieuwe kunst- en cultuurvisie en welke mate van invloed krijgen zij? Tot slot staat in deze notitie een (voorlopige) planning van het proces. Inhoudelijke uitgangspunten In de kunst- en cultuurvisie ‘Vrij spel voor de verbeelding’ hebben we gesteld dat kunst en cultuur bijdragen aan de individuele vorming en ontwikkeling van mensen, aan maatschappelijke deelname, aan de economie in de stad en aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Cultuurbeleid is een belangrijk instrument om de aantrekkingskracht van de stad te vergroten. Onderzoek 1 heeft aangetoond dat de aanwezigheid van culturele voorzieningen in een stad voor steeds meer mensen een doorslaggevende reden is om er te willen wonen. Cultuur speelt dus een prominente rol in de concurrentiepositie van steden. Bovendien hebben steden met een groter cultureel aanbod over het algemeen ook een creatievere en hoger opgeleide bevolking, wat weer een positief effect heeft op de werkgelegenheid. Kortom, investeren in kunst en cultuur levert de stad uiteindelijk meer op dan het kost. P0F
P
Investeren in culturele infrastructuur De afgelopen twintig jaar is het ambitieniveau van ons kunst- en cultuurbeleid hoog geweest. Hengelo beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur die past bij de omvang van de stad en die op onderdelen uitstijgt boven het gemiddelde pakket aan voorzieningen, dat kenmerkend is voor gemeenten tussen de 30.000 en 90.000 inwoners. Vanuit de ambitie om de culturele identiteit van Hengelo verder te versterken, hebben we veel geïnvesteerd in de culturele infrastructuur. Vooral in de huisvesting en exploitatie van de culturele kernvoorzieningen. De insteek daarbij was om de instellingen goed op orde te houden en daar waar nodig te versterken of te vernieuwen. Daarnaast zijn we gestart met de uitvoering van het zogenoemde Deltaplan Collectie Hengelo, omdat alle Hengelose erfgoedinstellingen grote problemen hebben met de huisvesting van hun collecties en met het voor publiek toegankelijk maken ervan. En we hebben veel geïnvesteerd in cultuureducatie en amateurkunst. Het financieel perspectief is sinds 2010 echter sterk verslechterd. Om te komen tot een toekomstbestendige cultuursector willen wij naar minder inzet op instellingsniveau en ons fundamenteel richten op de culturele programmering van Hengelo. Daarbij zijn de functies en programma’s leidend en niet de wijze waarop onze cultuursector is georganiseerd. Via een
1
Atlas voor gemeenten 2011. De waarde van cultuur voor de stad, G. Marlet en C. van Woerkens
herschikking van taken willen wij komen tot een kleiner aantal kernvoorzieningen en organisaties. Ook de huisvesting wordt daarbij onder de loep genomen. Creatieve keten Als leidraad hanteren we het concept van de ‘creatieve keten’ 2 . Dit gaat uit van de functies die de culturele sector in de stad kan vervullen. De creatieve keten kent de volgende schakels: leren produceren presenteren interesseren P1F
P
Vertaald naar de culturele infrastructuur van Hengelo en de activiteiten daarbinnen komen we tot de volgende functieverdeling: Leren bibliotheek, kunst- en cultuureducatie (leren zien en leren doen), amateurkunst, erfgoed- en techniekeducatie Produceren amateurkunst, professionele kunstproductie Presenteren podia, tentoonstellingsruimten en musea Interesseren cultuurpromotie en -marketing, sponsoring Niet alle schakels zijn even sterk ingevuld, zoals professionele kunstproductie, maar wij vinden dat ook niet noodzakelijk voor een stad met de omvang van Hengelo. Er zijn functies die op regionaal niveau zijn ingevuld, zoals de productie van professionele podiumkunsten (opera, klassieke muziek en jeugdtheater) in Enschede. Hetzelfde geldt voor de productie en presentatie van beeldende kunst. Enschede heeft op dit gebied een centrumfunctie. De ambitie om Hengelo op regionaal niveau te profileren met beeldende kunst kunnen we niet (meer) waarmaken. Aangezien de museale functie in Hengelo een zwakke schakel is, hebben we de focus verlegd naar programmering van de Collectie Hengelo. De hedendaagse, professionele beeldende kunst maakt deel uit van deze programmering. Leren en presenteren Sterke functies in Hengelo liggen op het gebied van leren (bibliotheek, CREA, Muziekschool) en presenteren (schouwburg, Metropool). De beide podia vervullen een bovenlokale functie. Het Rabotheater heeft als enige theater in Twente een vlakkevloerzaal en Metropool heeft met de grotezaalprogrammering landelijk een positie veroverd. De beide podia zijn daarmee van groot belang voor het vergroten van de aantrekkingskracht van Hengelo. Ten aanzien van cultuureducatie zijn landelijk veel ontwikkelingen gaande die ook op lokaal niveau spelen. De staatssecretaris van OCW wil met de grote steden en de landsdelen Noord, Oost en Zuid bestuurlijke afspraken maken over het programma Cultuureducatie met kwaliteit. Dat heeft tot doel de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs te borgen. Een instrument daarbij is de doorgaande leerlijn cultuureducatie. In Hengelo is er al een sterke verbinding tussen cultuureducatie en onderwijs, zowel binnen- als buitenschools. Het programma Cultuureducatie met kwaliteit wordt op regionaal niveau verder uitgewerkt door de provincie Overijssel en de gemeenten Deventer, Zwolle, Enschede, Hengelo en Losser. Daarnaast moeten we een discussie voeren over de functie van CREA en de Muziekschool op het gebied van vrijetijdsbesteding, omdat we signaleren dat de markt hier een grotere rol gaat spelen. Bij het herontwerp van ons cultuurbeleid geven we prioriteit aan de functies leren en presenteren, met als speerpunten de programmering van cultuureducatie de Collectie Hengelo. De gemeenteraad heeft twee moties aangenomen waarin hij ons heeft opgedragen om: • doublures op het gebied van cultuureducatie en cultuurparticipatie in kaart te brengen en uit te gaan van decentralisatie, met een evenwichtige spreiding over buurten en wijken • door samenwerking tussen de museale instellingen en collecties ten aanzien van huisvesting, organisatie, onderhoud en beheer de bezuinigingstaakstelling op het gebied van cultuur in te vullen. 2
Culturele agenda voor de toekomst, een plan ter vernieuwing van de Deventer cultuursector, Directeurenoverleg Cultuur Deventer, 2011
We willen de culturele sector nauw betrekken bij het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie. Daar zijn we al mee gestart, want we hebben in een bestuurlijk overleg met de culturele kernvoorzieningen de inhoudelijke uitgangspunten besproken. De instellingen hebben ons nadrukkelijk gevraagd om de regie te voeren en richting te geven aan de keuzes die gemaakt moeten worden als gevolg van de bezuinigingen. Participatieplan Het belangrijkste doel van de participatie in het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie is het waarborgen van de kwaliteit van ons kunst- en cultuurbeleid. Dit betekent dat de participatie primair plaatsvindt via (advies)commissies, culturele instellingen en belangenorganisaties, omdat zij goed geïnformeerd zijn over de ontwikkelingen in de sector. Bij de totstandkoming van de kunst- en cultuurvisie ‘Vrij spel voor de verbeelding’ in 2007 is ook voor die insteek gekozen en daarmee zijn goede ervaringen opgedaan. Gebleken is dat de participatie ook heeft bijgedragen aan het vergroten van het draagvlak bij de deelnemers voor het beleid en het beleidsproces én aan het bevorderen van samenwerking tussen de deelnemers. Groot verschil met vijf jaar geleden is dat er nu fundamentele keuzes gemaakt moeten worden. Dat zet de onderlinge verhoudingen meer dan voorheen op scherp en zal van invloed zijn op proces. Doelgroepen We hebben gesteld dat de participatie in het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie primair plaatsvindt via (advies)commissies, culturele instellingen en belangenorganisaties. Daarnaast willen nog een aantal doelgroepen bij het proces betrekken, zoals beeldend kunstenaars. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende doelgroepen. 1. adviescommissies en werkgroepen adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving, Monumentencommissie, commissie Kunsteducatie, werkgroep Collectie Hengelo, werkgroep Cultuur in de Wijk, werkgroep Week van de Amateurkunst 2. structureel gesubsidieerde culturele instellingen a. culturele kernvoorzieningen: Bibliotheek, Muziekschool, Rabotheater, Metropool, AkkuH, CREA en Techniekmuseum HEIM b. aanvullende culturele voorzieningen: Historisch Museum Hengelo, Ateliers ’93, Beeldende Kunst Ag, SWWK, HeArtpool, Lambooijhuis, Twente Biënnale, Museum voor Hedendaagse Hengelose Kunst, Jazzclub, Kamermuziek Hengelo, Il Concerto Barocco, Historisch Archief Beckum, Historie Brandweer Hengelo, Hengelose Oranjevereniging, Lokale Omroep Hengelo en de Stadsdichter c. amateurkunstverenigingen 3. incidenteel gesubsidieerde culturele instellingen Theater Kamak, Barst, Karavaan der Vertellers, BAMfestival, Filmhuis Hengelo, Volkskerstzang, Stillis, Cultuurpodium Houtmaat 4. belangenorganisaties Hengelose Korenkoepel, Federatie van Hengelose Muziekverenigingen, Theater/Dansoverleg 5. andere belanghebbenden a. beeldend kunstenaars, creatieve ondernemers en in kunst en cultuur geïnteresseerde inwoners b. intern: beleidsvelden onderwijs, wijkwelzijn en economische zaken, grondzaken, stadsontwikkeling, communicatie en programmaregie c. overige partners, zoals Bureau Hengelo (voorheen VVV & Stadspromotie), SCALA, Welbions, Stichting Centrummanagement, programmaraad Brede School 6. andere overheden Gemeente Enschede Netwerkstad Provincie Overijssel Cultuuroverleg Oost Nederland
Mate van invloed De gemeente Hengelo werkt met de participatieladder. Deze geeft per trede aan hoeveel invloed betrokkenen (inwoners, instellingen en bedrijven) hebben. Hoe hoger op de ladder, des te groter de invloed. ‘Vrij spel voor de verbeelding’ is tot stand gekomen via een participatietraject dat uitging van de tredes 2 en 3 van de participatieladder: raadplegen en adviseren. Bij raadplegen vraagt de gemeente betrokkenen om hun mening, opvattingen of visie op bepaalde beleidsonderwerpen. De gemeente is niet verplicht om de ideeën over te nemen, maar houdt er wel zo veel mogelijk rekening mee. Adviseren gaat een stap verder: betrokkenen krijgen alle gelegenheid om problemen en oplossingen aan te dragen. Hun mening speelt een volwaardige rol bij de ontwikkeling van beleid. Het college en de gemeenteraad moeten goede argumenten hebben om de adviezen niet op te volgen. We hebben gesteld dat we bij de totstandkoming van een nieuwe kunst- en cultuurvisie uitgaan van minimaal een adviserende rol voor de culturele kernvoorzieningen, maar bij voorkeur willen komen tot en met trede 4 van de participatieladder: coproduceren. Hierbij hebben alle betrokkenen samen de touwtjes in handen. De partijen zoeken samen met de gemeente naar oplossingen en werken. Het college houdt zich aan deze oplossingen. De gemeenteraad kán nog anders beslissen, al zal dat in de praktijk niet vaak voorkomen. Adviseren en coproduceren Bij het bepalen van de mate van invloed van de verschillende doelgroepen hebben we overwogen hoe groot hun directe belang is. Vandaar dat we ervoor hebben gekozen om in deze fase van beleidsvorming met AkkuH, CREA, Twents Techniekmuseum HEIM en het Historisch Museum te gaan coproduceren. We hebben een taskforce met deze instellingen opgericht, omdat we het beleid in eerste instantie willen herontwerpen op de terreinen waarop deze instellingen actief zijn (kunsten cultuureducatie en de Collectie Hengelo). De overige culturele kernvoorzieningen (Bibliotheek, Muziekschool, Rabotheater en Metropool) wordt in deze fase om advies gevraagd. In de fase van beleidsuitvoering, wanneer de uitgangspunten worden vertaald naar subsidieafspraken, gaan we coproduceren met alle culturele kernvoorzieningen. Verder wordt advies gevraagd van de commissie Beeldende Kunst, de commissie Kunsteducatie, de werkgroep Collectie Hengelo en de belangenorganisaties. Raadplegen en informeren Geraadpleegd worden de Monumentencommissie, de aanvullende culturele voorzieningen, de amateurkunstverenigingen, de incidenteel gesubsidieerde instellingen, beeldend kunstenaars en creatieve ondernemers. Verder wordt een Internetpeiling uitgevoerd onder de inwoners en wordt de gemeenteraad gevraagd om de conceptvisie op de agenda te zetten van een Trefpunt. De werkgroep Cultuur in de Wijk, de werkgroep Week van de Amateurkunst en de overige partners zullen we informeren over het proces. De inwoners van Hengelo worden gedurende het proces geïnformeerd via de gebruikelijke communicatiekanalen. De andere overheden informeren we nadat de kunst- en cultuurvisie is vastgesteld. Voorlopige planning besluitvorming B en W stellen startnotitie vast Behandeling startnotitie in commissie Sociaal
20 december 2011 18 januari 2012
B en W stellen conceptvisie vast Inspraaktermijn
21 februari 2012 21 februari tot en met 4 april
Trefpunt Behandeling conceptvisie in commissie Sociaal
07 maart 2012 (o.v.) 14 maart 2012
B en W stellen kunst- en cultuurvisie vast Behandeling kunst- en cultuurvisie in commissie Sociaal Gemeenteraad stelt kunst- en cultuurvisie vast
17 april 2012 9 mei 2012 24 mei 2012
Voorlopige planning communicatie en participatie Trede 1: informeren besluit startnotitie publiceren op openbare besluitenlijst en perstoelichting bericht op website plaatsen brief en startnotitie sturen naar doelgroepen aankondiging bijeenkomsten op website en in gemeenteadvertentie besluit conceptvisie publiceren op openbare besluitenlijst, perstoelichting en persbericht bericht op website plaatsen brief en conceptvisie sturen naar doelgroepen en uitnodigen om te reageren berichten op website en in gemeenteadvertentie over inspraaktermijn, Internetpeiling en Trefpunt Trede 2: raadplegen bijeenkomsten met • aanvullende voorzieningen en incidenteel gesubsidieerde voorzieningen • amateurkunstverenigingen • beeldend kunstenaars en creatieve ondernemers Monumentencommissie Internetpanel Trefpunt
20 december 2011 21 december 2011 week 51 week 4 en 5
21 februari 2012 22 februari week 8 week 8 tot en met 12 week 4 en 5
volgens vergaderschema week 9 en 10 7 maart 2012
Trede 3: adviseren bestuurlijk overleg kernvoorzieningen bijeenkomst Cultuurplatform adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving, commissie Kunsteducatie en Werkgroep Collectie Hengelo
volgens vergaderschema’s
Trede 4: coproduceren taskforce ‘Samenwerking culturele instellingen’ culturele kernvoorzieningen
november en december 2011 fase van beleidsuitvoering
week 2 week 4 of 5
Bijlage 1B: Werkgroep Collectie Hengelo Verslag gesprek met wethouder Mulder d.d. 25 januari 2012
Onderwerp Datum Tijd Aanwezig
Startnotitie 'Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie' 25 jan. 2012 Locatie Stadhuis, B&W kamer 19.30 uur Notulist Henny Gemser Wethouder Wieger Mulder Werkgroepleden: Gemeente Hengelo Lorette Bakker Niels Bakker Margreet Weide Hist. Museum Hengelo Jacqueline van Brakel Muveron Jeroen Schothuis Oerdwister Consult Klaas Gert Lugtenborg Tw. Techniekmuseum HEIM Frans Agterbosch Monumentencommissie Hans de Gruil
Deze bijeenkomst heeft tot doel de startnotitie 'Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie' toe te lichten en te bespreken. Behalve de leden van de Werkgroep Collectie Hengelo is ook de heer Hans de Gruil uitgenodigd. Hij is voorzitter van de Monumentencommissie. Na een korte voorstelronde vertelt wethouder Mulder dat de vorige kunst- en cultuurvisie, getiteld ‘Vrij spel voor de verbeelding’, dateert uit 2007 en de periode tot en met 2010 omvat. Er is een nieuwe visie nodig, ook omdat de bezuinigingen zullen leiden tot een herontwerp van het kunst- en cultuurbeleid. Het college wil de culturele sector hierbij nauw betrekken, want er moeten fundamentele keuzes worden gemaakt. Om het proces goed te laten verlopen heeft het college de startnotitie ‘Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie’ vastgesteld. Hierin staat een aantal inhoudelijke uitgangspunten om richting te geven aan de discussie. De wethouder geeft hierop een korte toelichting. Ook geeft hij aan dat er inmiddels drie bijeenkomsten zijn geweest met de taskforce 'Samenwerking culturele instellingen' over de bezuinigingen op cultuur. De eindrapportage daarvan is klaar, maar is nog niet in het college van B en W behandeld. Klaas Gert Lugtenborg vraagt hoe de wethouder de positie van het Hengelose erfgoed ziet binnen het kunst- en cultuurbeleid. Wethouder Mulder stelt dat erfgoed een belangrijke component is in het ‘dna van Hengelo’. Hengelo is een relatief jonge stad en beschikt nog niet over een historische binnenstad. Dit is echter een kwestie van tijd, want de aandacht voor wederopbouwarchitectuur groeit. In dat kader zijn onlangs door het rijk dertig gebieden aangewezen die van groot belang worden geacht en twee daarvan liggen in Hengelo: Klein Driene en de binnenstad. Hengelo moet haar erfgoed koesteren, want we beschikken ook over mooie rijksmonumenten. Margreet Weide vult aan dat een aantal rijksmonumenten een culturele herbestemming heeft gekregen, zoals de Wilhelminaschool, het Lambooijhuis en de Waterstaatskerk. In de kunst- en cultuurvisie ‘Vrij spel voor de verbeelding’ is ook gesteld dat dit beeldbepalende elementen zijn in het uiterlijk van de stad. Het gaat hier om het zogenoemde onroerend erfgoed, waar de Monumentencommissie zich mee bezig houdt. De werkgroep Collectie Hengelo houdt zich bezig met het zogenoemde roerend erfgoed. Klaas Gert Lugtenborg stelt dat de werkgroep zich heeft ingespannen om goede definities voor het roerend erfgoed vast te leggen. Het zou voor de hand liggen om ook het onroerend goed te beoordelen in het licht van deze definities, waardoor het geïntegreerd zou kunnen worden in de Collectie Hengelo. Hans de Gruil voelt er ook voor om het onroerend erfgoed te integreren. Hij ziet ook kansen voor het opstellen van een cultuurhistorisch profiel, op basis waarvan een uitvoeringsprogramma kan worden opgesteld voor bijvoorbeeld een Canon van Hengelo. Begin met een top-10.
Klaas Gert Lugtenborg stelt dat de werkgroep vanuit de notitie 'Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo' heeft gewerkt aan uitvoering van het deltaplan Collectie Hengelo. In de afgelopen 2,5 jaar zijn de collecties aan het 'Verhaal van Hengelo' getoetst. De criteria zijn vastgelegd in de notitie 'Deltaplan Collectie Hengelo'. Daarmee is vorig jaar een omslagpunt bereikt, want de selectie is vastgesteld, de waardebepaling heeft plaatsgevonden en advies is gegeven over de opslag. Punt is echter, dat het onderzoek tot nu toe niet heeft geleid tot een permanente voorziening voor opslag van de Collectie Hengelo. Voor een groot deel van de collecties die daar deel van uit maken wordt nog steeds gezocht naar ad hoc oplossingen. Intussen moet er wel verder worden gewerkt met en aan de collecties. Wethouder Mulder ziet het vinden van huisvesting voor de Collectie Hengelo inderdaad als een uitdaging. Van de Creatieve Fabriek en het Dikkers gebouw worden de mogelijkheden bekeken. Hij wil in elk geval voor de komende jaren onderdak zien te vinden. Hans de Gruil vindt dat cultureel ondernemerschap hierbij ook een rol kan spelen Denk hierbij aan exposities. Klaas Gert Lugtenborg wijst erop dat de notitie ‘Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo’ ook gebruikt kan worden om geplande bezuinigingen een richting te geven door samen met anderen kwaliteit en noodzaak te koppelen aan inhoud. Hans de Gruil vindt dat ook belangrijk is, wat Hengelo wil. Wat is het ambitieniveau. Dat zou volgens hem onder andere moeten zijn behouden, tonen, versterken van de culturele identiteit en het aantrekken van mensen. Weten wat je wilt, en niet wachten met het maken van plannen tot het geld er is. De plannen moet klaar liggen als het geld komt. In die zin vindt hij dat uit de startnotitie te weinig ambitie spreekt. Wethouder Mulder ziet een ambitie in het samenvoegen van de huisvesting van culturele instellingen, het clusteren van activiteiten en functies: combineren en samenvoegen, en waar mogelijk exploiteren. Dat biedt kansen voor de musea, de Collectie Hengelo, CREA en misschien ook de Muziekschool. Hij ziet het Dikkerscomplex daarbij als meest geschikte locatie. Als daar een goed plan voor ontwikkeld kan worden, denkt hij dat de provincie daar ook in wil investeren. Margreet Weide merkt op dat de grootste opgave ligt bij het vinden van structurele financiering voor de exploitatie. De eventuele bijdragen van provincie en sponsors zijn niet structureel. Klaas Gert Lugtenborg stelt dat een goed sponsoring/marketing plan essentieel is in de planvorming. Hij noemt als voorbeeld het plan om de HOTLO naar Hengelo te halen. Over de exploitatie daarvan is niet nagedacht. Hij vindt het jammer dat de initiatiefnemers geen verbinding hebben gelegd met de Collectie Hengelo, omdat de HOTLO daar wel deel van zal gaan uitmaken. Wethouder Mulder zegt dat de founding fathers hebben verklaard bereid te zijn tot sponsoring, omdat zij behoefte hebben aan een plek waar zij hun innovaties kunnen presenteren. Ook zijn bedrijven bereid om bij te dragen aan het vervoer van de HOTLO naar Hengelo. Maar sponsoring door bedrijven is geen liefdadigheid. De gemeente moet blijven faciliteren. Klaas Gert Lugtenborg constateert dat er onder de noemer innovatie en duurzaamheid al (te) veel initiatieven zijn en worden ontplooid in de omgeving. Hij ziet vooral kansen in de verbinding van de HOTLO met de Collectie Hengelo. Voor Jaqueline van Brakel is het niet duidelijk wat nu de positie is van het Historisch Museum. Enerzijds maakt het museum deel uit van de taskforce, anderzijds wordt het museum niet genoemd als culturele kernvoorziening. Wethouder Mulder antwoordt hierop dat het museum (nog) niet is aangemerkt als kernvoorziening, maar wel gevraagd is om deel te nemen aan de taskforce, omdat samenwerking tussen de beide musea essentieel is. Niels Bakker vraagt of fusie van het Heim en het Historisch Museum Hengelo een uiteindelijk doel is. Frans Agterbosch vraagt of sponsoring daarbij een rol speelt. Wethouder Mulder antwoordt dat er geen andere keuze is, omdat twee musea voor Hengelo teveel is. Waar het subsidie voor cultuur per inwoner betreft, staat Hengelo op de 17e plaats (€ 110). Er is goed inzicht in wat aan stenen wordt uitgegeven en wat aan exploitatie.
Hans de Gruil vraagt of er meer context toegevoegd kan worden aan deze discussie, in de startnotitie staat hier niets over vermeld. Hij beklemtoont nogmaals het belang van het uitspreken van de ambitie en het uitwerken van een goed plan. Hij heeft het gevoel dat topvoorzieningen en prestaties onderbelicht blijven. Als voorbeeld noemt hij het nationale succes van Hengelose kunstenaars die door AkkuH worden ondersteund. Zo was Omar Koubaa een van de vier winnaars van de Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst 2011 Volgens Margreet Weide speelt vooral HeArtpool hierbij een belangrijke rol. Wethouder Mulder ziet bij AkkuH mogelijkheden voor het realiseren van de bezuiniging, waarbij gekeken moet worden of de functies van AkkuH op een andere manier kunnen worden georganiseerd. Hans de Gruil vindt dat het gevelverlichtingsplan moet worden opgenomen als aandachtsgebied. Conclusie De zojuist besproken startnotitie zal worden uitgewerkt tot een cultuurvisie. De gesprekken die momenteel gevoerd zijn/worden, met de diverse cultuurpartners worden betrokken in de uiteindelijke visie. In de startnotitie staat het verdere (participatie)proces beschreven, met daarbij de mate van invloed van de diverse partners en adviesgroepen.
Bijlage 1C: Verslag gesprek wethouder cultuur met koepels amateurverenigingen Datum Tijd Locatie Aanwezig
26 januari 2012 16 – 17 uur Stadhuis Thijs Tijhaar (Federatie van Hengelose Muziekverenigingen) Simone Roerink (Theateroverleg) Dinie Tukkers en Kitty ter Braak (Hengelose Koren Koepel) Wieger Mulder (wethouder) en Margreet Weide (beleidsmedewerker cultuur, verslag)
Inleiding De wethouder heeft iedereen welkom en geeft een toelichting op de aanleiding en het doel van dit gesprek. Er is een nieuwe kunst- en cultuurvisie in de maak. De kunst- en cultuurvisie ‘Vrij spel voor de verbeelding’ dateert uit 2007 en omvat de periode tot en met 2010. Er is een nieuwe visie nodig, ook omdat de bezuinigingen zullen leiden tot een herontwerp van het kunst- en cultuurbeleid. Het college wil de culturele sector hierbij nauw betrekken, want er moeten fundamentele keuzes worden gemaakt. Om het proces goed te laten verlopen heeft het college de startnotitie ‘Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie’ vastgesteld. Hierin staat een aantal inhoudelijke uitgangspunten om richting te geven aan de discussie. Ook staan in de startnotitie een participatieplan en een voorlopige planning van het proces. De koepels van amateurkunstverenigingen wordt in deze fase van het proces om advies gevraagd. Financiële en inhoudelijke kaders De wethouder geeft de financiële kaders aan. De gemeente moet flink bezuinigen en de wethouder vreest dat er nog meer aan zit te komen. Het college heeft echter niet willen bezuinigen op de vrijwilligersorganisaties op het gebied van cultuur, welzijn en sport. Er is en wordt wel bezuinigd op professionele instellingen. Thijs Tijhaar merkt op dat er ook bezuinigd is op het Instrumentenfonds. De wethouder schetst de inhoudelijke uitgangspunten. Hengelo is een jonge industriestad. De basis daarvan is gelegd door Stork, die onder meer het verenigingsleven sterk heeft gestimuleerd. Dat is nog steeds zichtbaar in de stad, want er zijn heel veel koren, muziekverenigingen en theatergroepen. Volgens Simone Roerink doet Hengelo het heel goed op dat gebied, vergelijkbaar met het niveau van de provincie Utrecht. De gemeente wil meer denken vanuit programmering en gebruikt daarbij het concept van de creatieve keten: leren-produceren-presenteren-interesseren. Het baart de koepels zorgen dat amateurkunst niet specifiek in de startnotitie wordt genoemd, terwijl die eigenlijk op alle schakels betrekking heeft. De wethouder onderkent het belang van amateurkunst en –verenigingen binnen de creatieve keten. Verbinding amateurkunstverenigingen en professionele veld Simone Roerink vindt dat het professionele veld en de amateurkunstverenigingen meer verbinding met elkaar moeten leggen. En dat daarbij ook gelet moet worden op de positie van de creatieve ondernemers, zeker nu je landelijk de trend ziet dat muziekscholen zich meer gaan ontwikkelen als netwerkorganisaties. Die verbinding moet enerzijds organisch tot stand komen, maar anderzijds kan de gemeente daarin sturen vanuit de subsidievoorwaarden. Thijs Tijhaar vindt dat voorkomen moet worden dat de instelling in het vaarwater van de verenigingen gaat zitten. Hij is ook bestuurslid van de Muziekschool en heeft daar al eens de vraag gesteld waarom de Muziekschool instrumenten moet verhuren, terwijl de verenigingen dat kunnen doen. En er ontstaat zelfs concurrentie met de muziekverenigingen, omdat de Muziekschool zelf ensembles en orkesten heeft. Een onderzoeksoptie is of de subsidie deels kan worden ingezet om de verbinding tussen docenten van de Muziekschool en de verenigingen sterker te maken. Gebrek aan oefenruimtes en betaalbare podia De wethouder hoort regelmatig geluiden dat er te weinig oefenruimtes en betaalbare podia voor amateurkunstverenigingen in de stad zijn. Hij vraagt of er een inventarisatie gemaakt kan worden
van de oefenruimtebehoefte van de verenigingen. Misschien dat er slimme combinaties mogelijk zijn. Simone Roerink vertelt dat de theatergroepen al een inventarisatie hebben gemaakt. Zij heeft in haar brief, die ze op persoonlijke titel naar de wethouder heeft gestuurd, ook gevraagd om hoge prioriteit te geven aan dit probleem. Zij adviseert om daarbij ook combinaties te zoeken met kantoorbehoefte van zzp-ers in de culturele sector, zodat het gebouw ook overdag in gebruik is. Zij heeft haar hoop nu gevestigd op de Wilderinksschool, maar heeft al van Klaske Buis gehoord dat de afdeling Grondzaken nog niet weet of die in bezit van de gemeente blijft. De wethouder beaamt dit; het streven is juist om panden af te stoten, omdat de gemeente veel maatschappelijk vastgoed heeft. Toch wil de wethouder kijken of er mogelijkheden zijn om met incourante panden iets te doen. Levensvatbaarheid verenigingen De wethouder wil graag weten of de verenigingen kampen met terugloop in ledenaantallen en met problemen om bestuursfuncties gevuld te krijgen. Volgens Thijs Tijhaar hebben de muziekverenigingen niet direct problemen vanwege te weinig leden, maar wel met vergrijzing en het vinden van vrijwilligers voor de besturen. Hij noemt in dit verband het belang van de vrijwilligersverzekering, ook voor de besturen van de professionele instellingen. Probleem daarbij is dat de verzekering de grens trekt bij 1 miljoen euro omzet, daarom kon het bestuur van de Muziekschool er geen gebruik van maken. Volgens Simone Roerink hebben theatergroepen niet te kampen met te weinig leden, wel met signaleert wel een Volgens Kitty ter Braak ligt het probleem ook bij de onbekendheid van de verenigingen bij potentieel geïnteresseerden. Er is behoefte aan een website waarop alle verenigingen en optredens te vinden zijn. Zij noemt als voorbeeld een Zwolse website [ www.kunstenzo.nl , MW]. 15TU
U15T
W.v.t.t.k. Kitty ter Braak mist Amusing Hengelo onder de in de startnotitie genoemde incidenteel gesubsidieerde instellingen. Simone Roerink meldt dat vanuit haar achterban is opgemerkt dat de startnotitie niet zo toegankelijk is. Het is niet duidelijk geworden dat de notitie vooral over het proces gaat, er waren mensen die dachten dat dit al de kunst- en cultuurvisie was. De wethouder dankt de koepels voor hun inbreng. Na de gesprekken en bijeenkomsten verschijnt een conceptvisie, waar iedereen nog weer op kan reageren.
Bijlage 1D: Verslag bijeenkomst Startnotitie: beeldende kunst donderdag 26 januari 2012 19.30-21.00u Inleiding wethouder Mulder -nieuwe cultuurnota in de maak -gemeentelijke bezuinigingstaak, ook op cultuur -onderzoek (Marlet) wijst uit dat een stad op cultureel gebied het meest gebaat is bij podiumkunst en cultuureducatie. Aan musea en beeldende kunst wordt minder waarde gehecht. -de vorige ambitie om alle 7 kernvoorzieningen in stand te houden en te verbeteren kan niet meer worden waargemaakt. Er wordt nu ingezet op de programmeringsuitgangspunten: -leren -produceren –presenteren interesseren. Hengelo richt zich hierbij op cultuureducatie (doorgaande leerlijn) en het 'verhaal van Hengelo'. Dit laatste behelst onder andere de architectuur, erfgoed en ook de beeldende kunst van Hengelo □□□ -In de startnotitie staat dat de ambitie op het gebied van de beeldende kunst wordt losgelaten (vanwege rijksbezuinigingen op dit gebied en het niet hebben van een academie/kunstmuseum). Dit is niet goed. Hengelo moet de ambitie juist vasthouden en zich onderscheiden door de kwaliteit van haar beeldende kunst. Kunst maakt onderdeel uit van de identiteit van een stad. Pleidooi voor kwaliteit en groot denken. Voorbeeld: Bilbao De programmering van de kunst hoeft niet persee op één locatie plaats te vinden, maar kan heel goed, zo niet bij voorkeur op diverse plekken in de stad gebeuren. Voorbeelden: HengeloOpen en de Twente Biennale. -Maar: Incidentele programmering en spektakel: vergeet continuïteit en ruimte voor contemplatie niet. -Akkuh maakt onderdeel uit van de bezuinigingsopdracht. De kleinere gesubsidieerde kunstorganisaties maken geen onderdeel uit van deze bezuinigingsronde. In het College en aan de Raad van toezicht is al uitgesproken dat Akkuh in haar huidige vorm niet zal voorbestaan. In de taskforce met daarin Akkuh, Crea en de musea wordt besproken over behoud van diensten en producten, zoals kunsteducatie en kunstprogrammering. -Akkuh is te onzichtbaar -Akkuh is van historische waarde voor Hengelo: Stork > Kunstzaal, Kunstcentrum, Akkuh -Minder gebouwen, meer programmering. Er moet dan wel geld voor deze programmering zijn. -Er zou op diverse en wisselende locaties geprogrammeerd moeten worden. Daarbij moet er ook ruimte blijven voor reguliere expositiegelegenheid op vaste locaties. -Er is veel leegstand in de stad. De gemeente zou hier (culturele) bestemmingen van kunnen maken. -Het zijn particuliere panden, waar de gemeente geen zeggenschap over heeft. De gemeente zou eventueel wel een bemiddelende rol in kunnen spelen. -pleidooi voor de positie van professionele beeldende kunstenaars: zij vormen de basis van de kwaliteit van de kunst in de stad. Opleiders in de kunsten (kunsteducatie, amateurkunst) zijn de professionals. -Pleidooi voor productiebudget voor kunstenaars. -Er is onderscheid tussen kunstbeleid en kunstenaarsbeleid. De positie van de kunstenaars en atelierbeleid zijn voorbeelden van kunstenaarsbeleid. Kunstbeleid gaat over de positionering van de kunst zelf en van Hengelo als kunststad. Beiden hebben natuurlijk wel met elkaar te maken. -discussie over het inzetten van de creativiteit van de kunstenaars op meerdere gebieden dan alleen de autonome kunst. -discussie over manieren waarop kunstenaars betrokken kunnen worden bij de creatieve economie. Kunstenaars moeten zelf komen tot initiatieven om andere markten aan te boren. Dit vergt bepaalde vaardigheden die niet elke kunstenaar bezit. Kunstenaars, gemeente en/of andere partijen zouden een bemiddelende rol hierin kunnen spelen. De wethouder sluit de avond af.
Bijlage 1E: Verslag bijeenkomst amateurkunstverenigingen Datum Locatie Tijd
1 februari 2012 Bibliotheek 19.30 – 21.30 uur
Onderwerpen
startnotitie nieuwe kunst- en cultuurvisie presentatie Week van de Amateurkunst
Startnotitie nieuwe kunst- en cultuurvisie De wethouder heeft iedereen welkom. Hij vertelt dat er een nieuwe kunst- en cultuurvisie in de maak is. De vorige kunst- en cultuurvisie, getiteld ‘Vrij spel voor de verbeelding’, dateert uit 2007 en de periode tot en met 2010 omvat. Er is een nieuwe visie nodig, ook omdat de bezuinigingen zullen leiden tot een herontwerp van het kunst- en cultuurbeleid. Het college wil de culturele sector hierbij nauw betrekken, want er moeten fundamentele keuzes worden gemaakt. Om het proces goed te laten verlopen heeft het college de startnotitie ‘Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie’ vastgesteld. De wethouder geeft een presentatie over de uitgangspunten, financiële kaders en het proces van totstandkoming van de nieuwe kunst- en cultuurvisie. Uitgangspunten Hengelo is het een jonge industriestad. De basis daarvan is gelegd door Stork, die onder meer het verenigingsleven sterk heeft gestimuleerd. Dat is nog steeds zichtbaar in de stad, want er zijn heel veel koren, muziekverenigingen en theatergroepen. Hengelo is ook een innovatieve en creatieve stad. Beeldende kunst neemt van oudsher een belangrijke plek in. De belangstelling voor Hengelo’s erfgoed neemt toe, want de aandacht voor wederopbouwarchitectuur groeit. In dat kader zijn onlangs door het rijk dertig gebieden aangewezen die van groot belang worden geacht en twee daarvan liggen in Hengelo: Klein Driene en de binnenstad. Uit het onderzoek ‘De aantrekkelijke stad’ van Gerard Marlet blijkt het maatschappelijk belang van investeren in cultuur. De focus ligt op podia, educatie en musea. In de vorige cultuurvisie werd uitgegaan van instellingen. De cultuurbegroting van de gemeente is bijna 9 miljoen euro, 8 miljoen euro daarvan gaat naar instellingen. Nu wil de gemeente meer gaan denken in functies. Daarbij wordt het model van de creatieve keten gehanteerd: leren-producerenpresenteren-interesseren. De krachten moeten meer worden gebundeld. Twee speerpunten ziet de gemeente daarbij: cultuureducatie en het Verhaal van Hengelo. Ten aanzien van educatie wordt ingezet op de doorgaande leerlijn, ook de staatssecretaris hecht hier groot belang aan. Ten aanzien van het Verhaal van Hengelo komen verschillende elementen samen: cultuurhistorie, industriële historie, beeldende kunst, monumenten en stadsbeelden. Proces In het proces van de totstandkoming van de nieuwe kunst- en cultuurvisie wordt sterk ingezet op participatie. Dat verloopt via verschillende ‘tredes’ op de participatieladder die de gemeente hanteert. In de startnotitie staat beschreven welke doelgroepen op welk niveau worden betrokken. In de bijeenkomst van vanavond wil de gemeente de amateurverenigingen raadplegen. Financiële kaders De gemeente staat voor grote bezuinigingen. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft gezegd niet te willen bezuinigen op vrijwilligersorganisaties op het gebied van sport, cultuur en welzijn. Er is wel bezuinigd op de subsidies aan grote, professionele instellingen, waaronder de culturele kernvoorzieningen. Daarnaast moet nog € 400.000,-- op cultuur worden bezuinigd met ingang van 2015. Ook deze bezuiniging wordt gezocht in de hoek van de culturele kernvoorzieningen. Daarbij wordt ingestoken op wat van belang is voor de inwoners. Uit het onderzoek van Marlet blijkt dat podia meer van belang zijn voor de inwoners dan musea. De insteek is ook om de subsidiëring van amateurkunstverenigingen in tact te laten. Maar: dat is de opzet nu, want de gemeente weet niet of en wat er vanuit het rijk nog meer op ons afkomt. Discussie Hans Ouwehand (Hengelose Oranjevereniging) vraagt wat de wethouder verwacht aan financieel voordeel uit samenwerking met Enschede. De wethouder antwoordt dat er niet direct een bedrag
kan worden genoemd. Wel zal samenwerking leiden tot versterking van de programmering in de steden, geen concurrentie en meer publiek. De schouwburgen kunnen elkaar versterken. Ander voorbeeld is de samenwerking op provinciaal niveau tussen de bibliotheken. Hans Oude Avenhuis (Cultuurpodium Houtmaat) legt de vraag voor hoe het podium kan bijdragen aan het bevorderen van amateurkunst. Volgens de wethouder doet het Cultuurpodium Houtmaat dat al door een betaalbaar podium te bieden aan amateurkunstverenigingen. Hans Oude Avenhuis ziet hiervoor meer mogelijkheden, door dit ook op andere plekken zo te doen. Bijvoorbeeld: de muziekkoepel in het Prins Bernhardplantsoen. Hij wil graag een visie op hoe meer verbinding gelegd kan worden tussen verschillende initiaitieven op dit gebied. De wethouder wil graag zicht hebben op wat waar mogelijk is. Er zou een inventarisatie gemaakt moeten worden van betaalbare en geschikte podia. Klaske Buis (gemeente Hengelo) merkt op dat die inventarisatie al is gemaakt, ook van oefenruimten. Het probleem blijft echter dat de theatergroepen geen geschikte, betaalbare oefenruimtes en podia kunnen vinden. Op dit moment onderzoekt de gemeente of er schoolgebouwen vrij komen die hiervoor gebruikt zouden kunnen worden. De wethouder denkt ook dat bestaande voorzieningen, zoals wijkaccommodaties, beter benut kunnen worden. Thijs Tijhaar (Federatie van Hengelose Muziekvereningen) vraagt hoe dit onderwerp in de visie zou komen te staan. Wordt de formulering dat er onderzoek zal worden gedaan of worden concreet acties benoemd. De wethouder antwoordt dat in de visie de grote lijnen komen te staan, waarbij keuzes worden aangegeven. Er zou een uitvoeringsprogramma aan gehangen kunnen worden waarin de lijnen uit de visie concreet worden uitgewerkt. Hans Oude Avenhuis vraagt of in de visie ook aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van het Weusthag. Die kent 4 pijlers, waar cultuur er een van is. De wethouder antwoordt dat nog niet te weten. In elk geval wordt er wel een relatie gelegd met toerisme en recreatie ten aanzien van evenementen. De muziekverenigingen willen graag een rol spelen ten aanzien van de scholen. Klaske Buis vertelt dat een aantal verenigingen al op scholen actief is en dat blijkt een gunstig effect te hebben op de instroom van nieuwe leden. Ook het Jeugdplein Hengelo ( www.jeugdpleinhengelo.nl ) biedt een platform voor de verenigingen om meer bekendheid te krijgen bij de scholen. Kitty ter Braak tipt de Zwolse website www.kunstenzo.nl . Zij vertelt dat het korenfestival Amusing Hengelo dit jaar een speciaal podium biedt voor scholen. Klaske Buis heeft ook kunst- en cultuureducatie in haar pakket, zij heeft contacten met de intern cultuurcoördinatoren van de scholen. Een verbinding tussen de verenigingen en de scholen is zeker mogelijk. 15TU
15TU
U15T
U15T
De heer Spreeuwers (Lage Dames Hoge Heren) vraagt of de gemeente de verenigingen daarbij wil ondersteunen. De wethouder antwoordt daar wel naar te willen kijken, maar dan in brede zin. Ook op andere terreinen als sport en welzijn wordt veel gevraagd van bestuurders van vrijwilligersorganisaties. Hans Ouwehand wijst op de Slingerbeurs, een goed initiatief waar verenigingen gebruik van kunnen maken om bijvoorbeeld nieuwe bestuursleden te werven. De wethouder sluit dit programmaonderdeel af met de mededeling dat de gemeenteraad het onderwerp nieuwe kunst- en cultuurvisie op de agenda van het Trefpunt heeft gezet. Het Trefpunt staat gepland op woensdag 7 maart in het Stadhuis, aanvang 20 uur. Iedereen is welkom. Presentatie Week van de Amateurkunst Klaske Buis geeft een korte presentatie over de Week van de Amateurkunst en de website wordt ter plekke gelanceerd ( www.wakhengelo.blogspot.com ). Netty Bakker (Huismuziek Twente) vraagt waarom de Maand van de Amateurkunst teruggebracht is naar een week. Klaske Buis antwoordt dat een maand toch eigenlijk te lang is gebleken, het programma moest erg uitgesmeerd worden en de meeste activiteiten vonden in de weekenden plaats. Nu wordt geprobeerd het programma te comprimeren en kan Hengelo aanhaken bij de landelijke Week van de Amateurkunst. 15TU
U15T
Kitty ter Braak (Hengelose Koren Koepel) vraagt waarom geen vervolg is gegeven aan de bijeenkomst die destijds is gehouden over cultuur in de wijk. Klaske Buis vertelt over een aantal initiatieven die daaruit is voortgekomen, maar die waren niet zo zichtbaar. Ook is er een cultuurscout aangesteld, zijn naam is Bert Sanders. Volgens Klaske Buis zou een bijeenkomst over cultuur in de wijk zeker nog een keer georganiseerd moeten worden.
Bert Sanders heeft een inventarisatie gemaakt van alle amateurkunstinitiatieven in Hengelo, ten behoeve van de Cultuurkaart Hengelo. Deze is binnenkort te vinden op de website van CREA. Netty Bakker vraagt hoe Hengeloos een initiatief moet zijn om voor subsidie in aanmerking te komen. Klaske Buis antwoordt dat een voorwaarde is dat de vereniging of stichting statutair gevestigd is in Hengelo. De avond wordt afgesloten met een korte presentatie door Diane Wevers van de bibliotheek over het gebruik van social media.
Bijlage 1F: Verslag commissie Beeldende Kunst 2 februari 2012 Aanwezig: Pieter Baan Müller (voorzitter), Viktoria Gudnadottir, Peter Hoogers, Nanon Morsink en Lorette Bakker (verslag) Afwezig: Wim Oosterhuis Gast: wethouder Mulder 1. Opening en mededelingen • Nanon Morsink is een nieuw lid van de CieBKV. Omar Koubaa versterkt de commissie per april/mei. Viktoria en Peter kondigen vertrek aan rond de zomer 2. Verslag ----• Niet tijdig gereed, volgt. 3. Startnotitie 'naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie': beeldende kunst Inleiding wethouder Mulder -nieuwe cultuurnota in de maak -Het DNA van Hengelo bestaat uit 1. amateurkunst. (Stork, sterk verenigingsleven) 2. Innovatie: Hengelo is een jonge industriestad 3. cultureel erfgoed: met name de naoorlogse bouw is belangrijk. Er zijn landelijk 30 naoorlogse kernen aangewezen. Hengelo heeft hier twee van: Binnenstad en Klein Driene -gemeentelijke bezuinigingstaak, ook op cultuur -onderzoek (Marlet) wijst uit dat een stad op cultureel gebied het meest gebaat is bij podiumkunst en cultuureducatie. Aan musea en beeldende kunst wordt minder waarde gehecht. -de vorige ambitie om alle 7 kernvoorzieningen in stand te houden en te verbeteren kan niet meer worden waargemaakt. Er wordt nu ingezet op de programmeringsuitgangspunten: -leren -produceren –presenteren interesseren. Hengelo richt zich hierbij op cultuureducatie (doorgaande leerlijn) en het 'verhaal van Hengelo' behelst onder andere de architectuur, erfgoed en ook de beeldende kunst van Hengelo. -er is teveel m2 vastgoed. De cultuur, en ook andere terreinen dienen efficiënter te worden georganiseerd. □□□ CieBKV: -de taak van de beeldende kunst is om om aan te zwengelen, te prikkelen. Het gaat niet alleen maar om 'mooi'. -Er zou een fonds moeten komen om initiatieven vanuit de maatschappij te kunnen financieren. Financiering van faciliterende instellingen maakt het initiatief vaak dood. -Daarbij is er verschil tussen kunstenaarsbeleid en kunstbeleid. Kunstbeleid gaat over kwaliteit en kunstenaarsbeleid gaat over ateliers et cetera. -In de startnotitie staat dat de Hengelo haar profilering van de beeldende kunst loslaat. Dit is gebaseerd op het wegvallen van rijks- en provinciale gelden en op het niet aanwezig zijn van een kunstacademie en een kunstmuseum. De CieBKV benadrukt dat deze praktische conclusie niet in de weg mag staan van de inhoudelijke ambitie om de beeldende kunst hoog te houden. -De CieBKV is op de hoogte van het wegvallen/omvormen van Akkuh. De Cie vindt met klem dat de presentatie van professionele kunst niet uit de stad mag verdwijnen. Wat is de positie van de kunstuitleen? Is dit een gemeentelijke taak? Kunstuitleen bindt mensen met de kunst. De wethouder heeft na afloop van deze discussie nog twee vragen: -Is de commissie tevreden met het atelierbeleid? Is er een wachtlijst, hoe zit het met de huren? Lorette heeft hier enige tijd geleden onderzoek naar gedaan en de stichtingen Ateliers 93 en SWWK gevraagd naar hun wachtlijst. Die is er niet of nauwelijks. Er is geen leegstand en ateliers van vertrekkende kunstenaars worden meteen weer ingevuld. Hengelo hanteert een gunstig tarief voor haar ateliers. In Enschede worden bijvoorbeeld marktconforme huren gerekend zonder hiervoor tegemoetkoming te bieden. -Wat vind de commissie van het Lambooijhuis? Vervuld ze nog wel haar oorspronkelijke taak, voelt de oorspronkelijke doelgroep, kunstenaars, zich hier nog wel thuis? CieBKV: Het Lambooijhuis heeft zich in de loop der jaren verbeterd. Ze is opener geworden en programmeert actief. De commissie is positief over het Lambooijhuis.
In een vorige bijeenkomst heeft de CieBKV een uitgebreid advies gegeven over het Lambooijhuis. De wethouder sluit af en verlaat de bijeenkomst.
4. Subsidieaanvraag Art Brut Biënnale De stichting Art Brut vraagt een bijdrage in de kosten voor de eerste editie van de Biënnale op het terrein van de Creatieve Fabriek. CieBKV: Het initiatief is sympathiek en voor Hengelo waarschijnlijk een uitstekend evenement. De taak van de CieBKV is echter om te waken, oordelen en te adviseren over de kwaliteit van de professionele beeldende kunst. Art Brut, zoals hier gepresenteerd, is geen professionele kunstvorm, maar eerder dagbesteding van cliënten van zorginstellingen. De Cie gaat er vanuit dat de Biënnale haar exposanten selecteert op vaardigheid en kunde. Kunst is echter meer dan dat. Een kunstwerk moet reproduceerbaar zijn, in de zin dat er sprake is van reflectie, van bewustzijn en van keuzes in de kunst. De CieBKV adviseert negatief over besteding van kunstbudget voor de Art Brut Biënnale 5. Afsluiting
Bijlage: 1H
Bijlage 1I: Verslag bijeenkomst Beeldende Kunstenaars Hengelo, 10 december 2012 Op maandag 10 december vond een bijeenkomst plaats met de Beeldende Kunstenaars om met elkaar van gedachten te wisselen over hoe kunst (beter) zichtbaar gemaakt kan worden. Ruim 70 kunstenaars waren, op uitnodiging van de gemeente, bijeen in Metropool. De belangrijkste ideeën en opmerkingen waren: - een vaste locatie in de binnenstad - een vorm van coördinatie van projecten en initiatieven - budget van 50.000 is te laag - Kerngroep werkt ideeën uit De gemeente Hengelo heeft de bijeenkomst georganiseerd om de kunstenaars zelf aan het woord te laten. Wat vinden de kunstenaars zelf? Hoe kan kunst in Hengelo zichtbaar gemaakt worden? Er is jaarlijks 50.000 euro beschikbaar. Henk Lassche nam als eerste de handschoen op. Hij vond het uitnodiging "chaotisch" en vond dat hulp nodig is. Het is volgens hem onduidelijk wie nog kunstenaars zijn. "Het vervaagt. In de stad zie je werken van hobby-isten, inwoners denken dat het Lambooy-huis een kunstenaarsocieteit is, dat echte kunst te vinden is in Ootmarsum. Ook de gemeente is in de war, laat de openbare ruimte versieren door een ambtenaar in plaats van door een kunstenaar. Akkuh was hoogdrempelig en elitair. Kortom: het roer moet om." Hij gaf aan dat de kunstenaars op zoek moeten naar manieren om mensen weer te laten kijken naar creatieve uitingen van kunstenaars. Stop geld in een podium, een kunstzaal in het centrum van de stad. Voor alle kunstdisciplines, voor lezingen, kunstuitleen en de gemeentelijke collectie. Hij noemt de Molenstraat 16 als een goede locatie. Later zou het geconcentreerd kunnen worden in de Bataafse kamp. Kunstenares Willemina Bakkenes sloot hierbij aan. Zij ziet veel in een jaarlijkse expositie in bijvoorbeeld het stadhuis, waar de kunstenaars ieder een werk kunnen laten zien. Ook vroeg zij aandacht voor het feit dat niet alle kunstenaars zich willen en kunnen conformeren aan de wensen van een groep. In een later stadium stelde ook Arpad Szombathelyi dat specifieke kunstvormen ook specifieke ruimtes en voorwaarden nodig hebben. Kan je als kunstenaar ook individueel hulp/ subsidie van de gemeente krijgen, of moet het via een platform? Pier van Dijk wilde vooral vooruitkijken. Niet boos en verdrietig terugkijken. Hij is van mening dat de gemeente juist nu de kunst enthousiast moet ondersteunen, moet luisteren. En vooral snel en adequaat moet reageren. Hij heeft samen met Antek Olszanowski ‘Bureautje Voorwaarts’ opgericht. Dit bureautje geeft ondersteuning aan initiatieven. Hij pleitte voor: Ruimte in de Bataafse kamp met professionele begeleiding, juiste toepassing van de 1-procent regeling en een minimum budget van 100.000 euro voor initiatieven en projecten. Guusje Beverdam zag de Telgenflat als een goede tijdelijke locatie voor tentoonstellingen. De kunstuitleen kan naar de bibliotheek. Op de lange termijn zag ook zij mogelijkheden in de Bataafse Kamp, in combinatie met Crea, muziekschool, Kamak en anderen. Specifiek vroeg ze nog aandacht voor Galerie LansUijlen. Deze galerie, die met sluiting wordt bedreigd, is belangrijk in Hengelo en moet subsidie krijgen. Kunstenaar Rob Bloemendaal vroeg aandacht voor tolerantie. De vrijheid van meningsuiting is belangrijk en moet door iedereen worden omarmd. Door gemeente, kunstenaars en bestuurders van instellingen. Aan wethouder Mulder werd gevraagd of het mogelijk is om in de periode tot oktober nog gebruik te maken van de locatie Akkuh. Hij gaf daar van aan dat de gemeente daar welwillend naar wil kijken. Op dit moment zit Akkuh daar zelf nog. Een groot deel van de aanwezigen leek te voelen voor een vaste plek. Velen voelden voor de Bataafse Kamp in de toekomst. Ook gaven veel mensen aan voorstander te zijn voor de Molenstraat op korte termijn. Andere genoemde locaties waren de Telgenflat en het voormalig pand Raad voor Arbeid (scala). Of de hele stad gebruiken als tentoonstellingsruimte, daar waar het
kan. De stadhuishal is een voorbeeld. Over het gebruik maken van leegstaande winkelpanden waren de meningen verdeeld. Agnes Booijink was vooral verbaasd over het feit dat de gemeente de kunstenaars aan het woord laat, “moeten we het nu zelf gaan bedenken?”. Zij ziet vooral een rol voor de gemeente weggelegd. Antek Olszanowski geeft aan behoefte te hebben aan een vast coördinatiepunt met de hele stad als exporuimte. De werken van Wolvecamp zouden permanent tentoongesteld moeten worden (dat trekt ook bezoekers naar de stad). De organisatie kan heel goed opgezet worden met inzet van vrijwilligers. Susan Pinkster, nieuw in Hengelo, vroeg zich af voor wie die tentoonstelling dan vooral bedoeld is. Sluit het wel aan bij wat mensen tegenwoordig willen zien. Zij heeft goede ervaringen met een combinatie van een laagdrempelige winkel met daarnaast een tentoonstellingsruimte met minder "commerciële" kunst. Het merendeel van de kunstenaars vond het beschikbare bedrag te weinig, het moet minstens 100.000 euro zijn. Anderzijds was er ook begrip voor de situatie waarin we verkeren. Het is crisis, er is weinig budget. Mogelijk kan er ook gekeken worden naar andere inkomstenbronnen dan de gemeente. Bedrijven, sponsoren etc. Bill Spinhoven merkte op dat er weinig geld beschikbaar is. Het gaat om afstemmen, synergie zoeken. We moeten een andere houding aan nemen. We moeten vrijwilligers aan de kunst binden. De gemeente kan alleen faciliteren. Hij vond dat er vooral behoefte is aan coördinatie van de initiatieven. Dit werd door een deel van de groep gedeeld. Peter Hoogers van Stichting Ag merkte op dat zij zaken kunnen en willen organiseren. Iedereen kan daarop aansluiten. Aan het eind van de avond is een Kerngroep geformeerd die samen de ideeën gaan uitwerken. Deze kunnen dan besproken worden door de totale groep. Zitting in de Kerngroep hebben: Henk Lassche, Bureautje Voorwaarts-Pier van Dijk, Guusje Beverdam, Peter Hoogers, José Verstappen, John Brunink, Willemina Bakkenes, Susan Pinkster, Martin Oostenrijk en Hiske Lomans. In januari zal een overleg met deze kerngroep worden georganiseerd. Hierbij is ambtelijke ondersteuning aanwezig, deze zorgt ook voor de uitnodiging. Opmerkingen en vragen kunnen gemaild worden naar:
[email protected] 15TU
U15T
Er zijn voor en na de bijeenkomst elf reacties binnengekomen (schriftelijk of per mail). Deze zullen ook in de kerngroep aan de orde komen.
Katja Boerrigter/Klaske Buis
Bijlage 1J: Verslag overleg Kerngroep BKV 4 februari 2013 Aanwezig: Martin Oostenrijk, Willemina Bakkenes, Hiske Loomans, Hettie Franken (kunstenaars), Gerard Jilleba, Klaske Buis (gemeente), Simone Roerink (onafhankelijk gespreksleider) Afwezig: John Brunink, Susan Pinkster, Henk Lassche, José Verstappen, Guusje Beverdam, Pier van Dijk, Peter Hoogers. Inleiding Na een voorstelronde wordt de aanleiding van de bijeenkomst met de kunstenaars op 10 december 2012 nog eens aangehaald. Plenaire Bijeenkomst voor beeldend kunstenaars op 10 december 2012 Metropool De gemeentelijke cultuurnota moet herschreven worden. De uitgangspunten moeten worden aangepast omdat de tijden en ook de budgetten zijn veranderd. Met de verschillende partijen in de stad worden gesprekken gevoerd om gezamenlijk tot een visie over langere termijn te komen. Er komen vragen op tafel als: wat is de rol van de overheid in het culturele veld, waar liggen de accenten, wat laten we aan de markt/kunstenaars over, wat zijn de wensen van de kunstenaars? Het zichtbaar maken van de beeldende kunst in Hengelo wordt een van de speerpunten, hiervoor komt jaarlijks een budget beschikbaar van € 50.000,-. Deze bijeenkomst is de start van dit proces. Een kerngroep, geformeerd uit de kunstenaars die op 10 december aanwezig waren, gaat samen met de gemeente dieper in op de aangedragen ideeën over de organisatie en huisvesting van de professionele beeldende kunst; kijkt waar er verbindende elementen gevonden kunnen worden, die op een breed draagvlak kunnen rekenen. Deze voorstellen en ideeën worden gepresenteerd tijdens de tweede plenaire bijeenkomst, de kerngroep bespreekt de vorm hiervan. Raadscommissie Sociaal 16 januari 2013 Een groep kunstenaars heeft, buiten deze kerngroep om, een plan opgesteld voor een permanente kunstruimte in de stad. Heartpool zou de organisatie zijn om dit te trekken. Er wordt voor dit plan een ton in euro’s gevraagd. De initiatiefnemers hebben zowel in de raadscommissie op 16 januari als in de pers aandacht gevraagd voor hun plan. Dit wordt, net als de andere ingediende ideeën en reacties, meegenomen in het proces rondom de cultuurnota. Bijeenkomst kerngroep 4 februari 2013 Tijdens en na de eerste bijeenkomst op 10 december zijn verschillende reacties binnengekomen. Sommigen zijn al volledig uitgewerkt tot activiteiten, andere geven een bijdrage in de ontwikkeling om te komen tot een goed kunstenaarsklimaat in Hengelo. Deze reacties zijn gebundeld en besproken in de kerngroep. Ze zijn heel divers, maar hebben ook overeenkomsten. Aanvullende opmerkingen: • Zet kunstenaars niet weg in etalages, dat doet geen recht aan de professionaliteit. Een ruimte voor langere tijd in gebruik geven is wel een optie. Zoals bijvoorbeeld het oude infogebouwtje bij het stadhuis, waar st. AG langere tijd in heeft gezeten. Een permanent podium met wisselende exposities is wenselijk. Deze moet toegankelijk en laagdrempelig zijn (als de oude kunstzaal bij/aan de oude Schouwburg) • Maak het makkelijker voor “stille” kunstenaars om toch zichtbaar in de stad te worden • Exposeren in de bibliotheek is een grote wens (is nu niet mogelijk) • Voor wat betreft de verdeling van de middelen een aantal mogelijkheden: o verdeel het budget over de kunstenaars, zodat die elk een eigen budget hebben om in te zetten voor (deelname aan) een expositie of bijvoorbeeld scholing. Hiermee geef je de kunstenaar rechtstreeks sturing en bewaking over het budget. o “kunstbonnen” in plaats van “buurtbonnen” o Maak een subsidieregeling, waar elke kunstenaar uit kan aanvragen • Breng de oorspronkelijke functie van het Lambooijhuis weer terug naar Kunstenaarssociëteit, zoals het in het verleden bedoeld is. Als bij een ‘echte’ sociëteit zouden kunstenaars er lid van kunnen worden. • Opmerkingen nav Heartpool-plan: “ze vragen het dubbele van wat er aan geld beschikbaar is. Is het slim om al het geld op één plan in te zetten (vooropgesteld dat het geld er is, wat niet zo is)?” Verschillende kunstenaars hebben aangegeven niet afhankelijk te willen zijn van één
• • • • • •
groep/organisatie. Het idee van een coöperatie slaat wel meer aan, omdat de individuele inbreng dan groter is. Benut de kwaliteit in de stad, maar bewaak deze ook! BKV-educatie wordt al via een andere lijn ingebed in de nota, dat hoeft geen onderdeel uit te maken van dit proces. Bundeling van krachten is van belang. Je kunt dit in een organisatie doen, waar bijvoorbeeld een lidmaatschap voor nodig is. De contributie levert budget om iets te organiseren. Geef ook aandacht aan presentatie van kunst in de openbare en andere buitenruimte Geef de mogelijkheid om te experimenteren; daarmee trek je ook weer kunstenaars naar de stad Let op regionale samenwerking, en bedenk wat Europa zou kunnen betekenen voor het lokale cultuurklimaat.
Uit al deze opmerkingen en reacties zijn kernraakvlakken en verbindende elementen te herleiden: • Zichtbaarheid van de kunstenaar en zijn werk is belangrijk • Medezeggenschap vanuit alle kunstenaars, niet alleen vanuit georganiseerde groepen en organisaties • Kunstenaars kunnen ondernemender zijn en ism andere collega’s activiteiten van de grond tillen • Laagdrempeligheid is van belang • Educatieve taak is van belang, geef de kunstenaars hier een rol in • Een ontmoetingsplek is een wens, bijvoorbeeld een kunstenaarssociëteit (wel of niet met lidmaatschap) waar ideeën uitgewisseld kunnen worden (tijdschrift?) • Benut de kwaliteiten die er al zijn en breng deze bij elkaar • Verlies nieuwe media en nieuwe kunstuitingen niet uit het oog, naast alle meer traditionele vormen van beeldende kunst • Diverse ideeën zijn geopperd over hoe je zaken financieel kunt organiseren (in vorm van soort individuele budgettoekenning, projectondersteuningen etc.) • De mogelijkheid om - in combinatie met een juridische vorm- kunstenaars al dan niet te organiseren, zoals bijv. het uitbesteden (zoals idee Heartpool) of een coöperatie of juist de individuele verantwoordelijkheid laten zijn. Het vervolg: 2 e plenaire bijeenkomst in Metropool 25 februari Tijdens deze tweede bijeenkomst wordt in een presentatie een overzicht gegeven van de ideeën en voorstellen. Vooral de verbindende elementen zijn van belang en zullen naar voren worden gebracht. De aanwezigen zullen ook nog aanvullingen kunnen geven. Het geheel wordt dan als input meegenomen in de cultuurnota. De uitnodiging hiervoor wordt zo spoedig mogelijk verstuurd. P
P
20 maart Trefpunt in het stadhuis Tijdens dit Trefpunt gaat de Raad in gesprek met de burger van Hengelo over het onderwerp Cultuur in Hengelo. Hier kan iedereen zijn zegje doen. Maar hier gebruik van! De cultuurnota zal voor de zomervakantie worden vastgesteld.
Bijlage 1K: Beleidsopdracht Kunst- en cultuurbeleid Hengelo Inleiding Kunst en Cultuur staan onder druk. Een terugtrekkende overheid, bezuinigingen, verminderd gebruik etc. nopen tot een herijking van het gemeentelijke beleid. De kunst- en cultuurvisie Vrij spel voor de verbeelding bevat beleidsvoornemens tot 2010. Deels zijn deze voornemens gerealiseerd, deels niet. Welk cultuurbeleid wil de gemeente de komende jaren voeren? Is de missie nog actueel? Wat is de rol van de gemeente? Hoe gaan we om met de huisvesting voor de professionele en de amateurkunst? Vragen die in een nieuwe cultureel beleid aan de orde moeten komen. Een startnotitie is al eerder aan de raad toegezegd, maar is vertraagd vanwege capaciteitsgebrek. De uitkomsten van de toenmalige discussie in de raadscommissie Sociaal zijn in onderliggende Beleidsopdracht verwerkt. Ook de bezuinigingen hebben het proces beïnvloed. Bovendien zijn de besturen van de zeven culturele kernvoorzieningen inmiddels met elkaar in gesprek. Via een doorstart willen we het proces vlottrekken. U
Hoofddoel Een kaderstelling die richting geeft aan het gemeentelijke beleid en handelen t.a.v. kunst en cultuur. U
U
Nevendoelen duidelijkheid over de huisvesting van culturele kerninstellingen en van accommodaties voor amateurkunst op de (middel)lange termijn duidelijkheid over de stappen daarnaartoe
Resultaat Een cultureel klimaat dat gedragen wordt door de Hengelose samenleving, met voorzieningen die passen bij de maat, ambities en draagkracht van de stad. U
Uitgangspunten Kunst en Cultuur zitten in het dna van onze samenleving. Hengelo kent een bovengemiddeld aantal professionele kunstbeoefenaren, de amateurkunst bloeit, het aantal culturele verenigingen is groot, In bijlage 1 Het culturele dna van Hengelo wordt nog eens verwoord, waar de oorsprong daarvan te vinden is. U
Culturele infrastructuur De afgelopen twintig jaar is het ambitieniveau van ons kunst- en cultuurbeleid hoog geweest. Hengelo beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur die past bij de omvang van de stad en die op onderdelen uitstijgt boven het gemiddelde pakket aan voorzieningen, dat kenmerkend is voor gemeenten tussen de 30.000 en 90.000 inwoners. Vanuit de ambitie om de culturele identiteit van Hengelo verder te versterken, hebben we veel geïnvesteerd in de culturele infrastructuur, zie bijlage 2. Vooral in de huisvesting en exploitatie van de culturele kernvoorzieningen. De insteek daarbij was om de instellingen goed op orde te houden en daar waar nodig te versterken of te vernieuwen. Daarnaast zijn we gestart met de uitvoering van het zogenoemde Deltaplan Collectie Hengelo, omdat alle Hengelose erfgoedinstellingen grote problemen hebben met de huisvesting van hun collecties en met het voor publiek toegankelijk maken ervan. En we hebben veel geïnvesteerd in cultuureducatie en amateurkunst. Keuzes maken Om te komen tot een toekomstbestendige cultuursector moeten wij maatregelen nemen. Onze beperkte financiële mogelijkheden dwingen ons keuzes te maken en onze rol in heroverweging te nemen. Ons past als gemeente enige bescheidenheid. We mogen al blij zijn, als we het culturele klimaat kunnen bestendigen; van versterking, zoals we in 2007 nog optimistisch schreven 3 , kan geen sprake meer zijn, in ieder geval niet met gemeentegeld. P2F
Programmering centraal
3
Zie de missie
P
We willen naar minder inzet op instellingsniveau en ons fundamenteel richten op de culturele programmering van Hengelo. Desondanks blijft de missie 4 uit de Cultuurvisie 2010 zo veel mogelijk intact; daarin weerspiegelt zich het dna van onze stad (zie bijlage 2 voor een aantal kerncijfers). De functies en programma’s zijn leidend en niet de wijze waarop onze cultuursector is georganiseerd. Via een herschikking van taken willen wij komen tot een kleiner aantal kernvoorzieningen en organisaties. De governance structuur en ook de huisvesting worden daarbij onder de loep genomen. P3F
P
Creatieve keten Als leidraad hanteren we het concept van de ‘creatieve keten’ 5 . Dit gaat uit van de functies die de culturele sector in een stad kan vervullen. De creatieve keten kent de volgende schakels: leren produceren presenteren interesseren P4F
P
Vertaald naar de culturele infrastructuur van Hengelo en de activiteiten daarbinnen komen we tot de volgende functieverdeling: Leren bibliotheek, kunst- en cultuureducatie (leren zien en leren doen), amateurkunst, erfgoed- en techniekeducatie Produceren amateurkunst, professionele kunstproductie Presenteren podia, tentoonstellingsruimten en musea Interesseren cultuurpromotie en -marketing, sponsoring Niet alle schakels zijn even sterk ingevuld, zoals professionele kunstproductie, maar wij vinden dat ook niet noodzakelijk voor een stad met de omvang van Hengelo. Er zijn functies die op regionaal niveau zijn ingevuld, zoals de productie van professionele podiumkunsten (opera, klassieke muziek en jeugdtheater) in Enschede. Hetzelfde geldt voor de presentatie van beeldende kunst. Enschede heeft op dit gebied een centrumfunctie. De ambitie om Hengelo op regionaal niveau te profileren met beeldende kunst kunnen we niet (meer) waarmaken. Aangezien de museale functie in Hengelo een zwakke schakel is, willen we de focus verleggen naar programmering van de Collectie Hengelo. De hedendaagse, professionele beeldende kunst maakt deel uit van deze programmering. Leren en presenteren Sterke functies in Hengelo liggen op het gebied van leren (bibliotheek, CREA, Muziekschool, Heim) en presenteren (schouwburg, Metropool). De beide podia vervullen een bovenlokale functie. Het Rabotheater heeft als enige theater in Twente een vlakkevloerzaal en Metropool heeft met de grote-zaalprogrammering landelijk een positie veroverd. De beide podia zijn daarmee van groot belang voor het vergroten van de aantrekkingskracht van Hengelo. Ten aanzien van cultuureducatie zijn landelijk veel ontwikkelingen gaande die ook op lokaal niveau spelen. De staatssecretaris van OCW wil afspraken maken over het programma Cultuureducatie met kwaliteit met de culturele instellingen en CREA is voor Hengelo hierin penvoerder. Dat heeft tot doel de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs te borgen. Een instrument daarbij is de doorgaande leerlijn cultuureducatie. In Hengelo is er al een sterke verbinding tussen cultuureducatie en onderwijs, zowel binnen- als buitenschools. Het programma Cultuureducatie met kwaliteit wordt op regionaal niveau verder uitgewerkt door de provincie Overijssel en de gemeenten Deventer, Zwolle, Enschede en Hengelo. Daarnaast moeten we een discussie voeren over de functie van CREA en de Muziekschool op het gebied van vrijetijdsbesteding, omdat we signaleren dat de markt hier een grotere rol gaat spelen.
4
“De komende jaren willen wij de culturele identiteit van Hengelo verder versterken. wij willen zorgdragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur. Wij willen het cultureel bewustzijn van de inwoners van Hengelo stimuleren, zodat zij weten wat hun stad aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en eer volop aan kunnen deelnemen. En wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren.” Vrij spel voor de verbeelding, p. 15 5 Culturele agenda voor de toekomst, een plan ter vernieuwing van de Deventer cultuursector, Directeurenoverleg Cultuur Deventer, 2011
Bij het herontwerp van ons gemeentelijke cultuurbeleid geven we prioriteit aan de functies leren en presenteren, met als speerpunten de programmering van cultuureducatie en de Collectie Hengelo. De gemeenteraad heeft het afgelopen jaar een aantal moties aangenomen: • doublures op het gebied van cultuureducatie en cultuurparticipatie in kaart te brengen en uit te gaan van decentralisatie, met een evenwichtige spreiding over buurten en wijken • door samenwerking tussen de museale instellingen en collecties ten aanzien van huisvesting, organisatie, onderhoud en beheer de bezuinigingstaakstelling op het gebied van cultuur in te vullen • onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden om de Bataafse Kamp te gebruiken als huisvesting voor enkele culturele instellingen • besturen of Raden van toezicht van de gesubsidieerde instellingen opdracht te geven om plannen tot samenwerking te maken en mogelijkheden tot besparingen te benoemen. Inmiddels (november 2012) hebben de gesubsidieerde culturele instellingen de handschoen opgepakt. In een aantal sessies willen zij tot gezamenlijke standpunten komen op een vijftal thema’s: educatie programmering gezamenlijk bedrijfsbureau vrijwilligers vastgoed Zij betrekken ook mogelijkheden voor regionale samenwerking in hun gesprekken. De instellingen maken graag gebruik van het aanbod uit de motie om een neutrale voorzitter aan te trekken. Tegen deze achtergrond ligt het voor de hand, dat de gemeente zich momenteel terughoudend opstelt en het initiatief bij de instellingen laat. De uitkomsten vormen een waardevolle input voor het gemeentelijke cultuurbeleid. Proces We stellen een tweeledige aanpak voor: 1. het formuleren van het gemeentelijke cultuurbeleid voor de periode 2013-2020, voortbordurend op de beleidsnota Cultuur 2007-2010 Vrij spel voor de verbeelding. 2. richtingbepalende besluiten over de huisvesting van de culturele instellingen van Hengelo U
De volgende stappen, tevens planning, worden doorlopen. 1. voorbereidende werkzaamheden: november/december 2012 2. interactieve sessies over de inhoud met betrokken culturele instellingen: november 2012februari 2013 3. traject huisvesting: november 2012 – mei 2013 4. programmaoverleg november 2012: bespreking Beleidsopdracht 5. internetpeiling: januari 2013 6. opstellen 1 e concept beleidsnota: januari – maart 2013 7. opstellen 1 e concept notitie huisvesting: januari – maart 2013 8. inspraakfase concept-nota’s: maart/april 2013 9. afronding nota’s: april/mei 2013 10. bestuurlijke besluitvorming: mei-juli 2013 P
P
P
P
Communicatie, participatie en inspraak We willen de culturele sector nauw betrekken bij het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie. Daar zijn we al mee gestart, want we hebben in het voorjaar 2012 in een bestuurlijk overleg met de culturele kernvoorzieningen de inhoudelijke uitgangspunten besproken. De instellingen hebben ons destijds nadrukkelijk gevraagd om de regie te voeren en richting te geven aan de keuzes die gemaakt moeten worden als gevolg van de bezuinigingen. U
Het belangrijkste doel van de participatie in het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie is het waarborgen van de kwaliteit van ons kunst- en cultuurbeleid. Dit betekent dat de participatie primair plaatsvindt via (advies)commissies, culturele instellingen en belangenorganisaties, omdat zij goed geïnformeerd zijn over de ontwikkelingen in de sector.
De inwoners van Hengelo worden gedurende het proces via het internetpanel bevraagd en verder geïnformeerd via de gebruikelijke communicatiekanalen. De mogelijkheden om via sociale media de inwoners in het proces te betrekken, worden nog onderzocht. Financiën en personeel De beleidsnotitie komt tot stand met inzet van de betrokken beleidsmedewerkers. Voor het traject huisvesting wordt een (intern) projectleider aangetrokken, te bekostigen uit reguliere budgetten en externe subsidies. Kosten voor extern overleg en bijeenkomsten worden gedekt uit reguliere middelen. Vragen aan de Raadscommissie (tevens te gebruiken in gesprekken met externen): U
-
-
-
Is de missie uit Vrij spel voor de verbeelding (anno 2007) nog steeds geldig? “De komende jaren willen wij de culturele identiteit van Hengelo verder versterken. wij willen zorg dragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur. Wij willen het cultureel bewustzijn van de inwoners van Hengelo stimuleren, zodat zij weten wat hun stad aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en eer volop aan kunnen deelnemen. En wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren.” Biedt deze voldoende basis voor het culturele beleid in het komende decennium? Wij willen ons “fundamenteel richten op de culturele programmering”. Is dat een juiste keuze? Is de keuze voor “leren en presenteren” terecht? In de aanpak hanteren we twee parallelle sporen: beleidsnota opstellen en traject huisvesting. Welke valkuilen en uitdagingen ziet u daarbij? Huisvesting: o Onder de resp. besturen en binnen het college leven verschillende ideeën over het onderbrengen van de culturele kernvoorzieningen c.a. (Dikkers, Creatieve Fabriek, Bataafse Kamp etc.). Welke heeft prioriteit? o Welke culturele functie(s) ziet u voor het gemeentelijk maatschappelijk vastgoed? o Welke culturele functies zouden toegevoegd kunnen worden aan de goed geaccommodeerde locaties bibliotheek, Rabotheater en Metropool? Op korte termijn moet de Akkuh-collectie en (delen van) de gemeentelijke collectie elders worden ondergebracht. Welke locaties ziet u daarvoor? Welke uitdagingen ziet u, als het gaat om de governance structuur van de culturele instellingen? Welke mogelijkheden ziet u voor regionale samenwerking? Welke rol ziet u voor de gemeente t.a.v. kunst en cultuur, in het licht van de bezuinigingen?
Bijlagen 1. Het culturele dna van Hengelo 2. Feiten, cijfers en benchmarks Hengelose cultuur 3. Doelgroepen Kunst- en Cultuurbeleid Hengelo
Bijlage 1L: Verslag 2 e bijeenkomst voor Kunstenaars d.d. 25 februari 2013 in Metropool P
P
Aanwezig: Gerard Jilleba, Klaske Buis (gemeente), Simone Roerink (onafhankelijk gespreksleider), 20 kunstenaars. Afmelding mk: Willemina Bakkenes, Hiske Loomans Als opening van de bijeenkomst wordt iedereen welkom geheten en wordt een voorstelronde gehouden. Daarna geeft Gerard Jilleba een presentatie van alle plannen en ideeën die in de afgelopen maanden zijn opgehaald en de gemeenschappelijke elementen die hierin naar voren zijn gekomen (de presentatie is bij dit verslag meegestuurd). Dit zal worden gebruikt om de visie op het kunst- en cultuurbeleid te onderbouwen. De oude cultuurnota had een looptijd van 2007-2010, de raad heeft vastgesteld dat de visie die hierin staat nog steeds overeind blijft. Dat wil zeggen dat er naar wordt gestreefd om een zo breed mogelijk cultureel klimaat in de stad te hebben. In deze tijden van bezuiniging is dat een opgaaf, maar we gaan hier wel mee verder. Vragen hierbij zijn wel hoever de rol van de overheid nog gaat, moet die veel blijven regelen of krijgt het veld meer ruimte om dat zelf te doen? De bijeenkomsten passen in het beleid om in samenspraak met het veld tot een nota te komen, die zo breed mogelijk wordt gedragen. Reacties nav de presentatie: • • • •
• •
• • • • •
• • •
Er wordt gepleit voor ruimte voor vernieuwing in dit proces. “never waste a good crisis”, creativiteit kan bloeien tegen de achtergrond van verminderde budgetten, “kom in beweging!” Verdeling van de budgetten: óf zet alles in op een gebouw (waar dan ook een kunstuitleen en educatieve activiteiten een plek hebben) óf zet alles in op activiteiten (bijvoorbeeld in de vorm van individuele subsidies) In geval van dit laatste wordt er gepleit voor een commissie/programmaraad waar de aanvragen dan worden ingediend en beoordeeld (analoog aan de vorm die Bureau Hengelo hanteert voor het behandelen aanvragen). Het uitwerken van het “hoe” is erg belangrijk. De commissie Beeldende Kunst zou hier een rol in kunnen spelen (dat hebben ze in het verleden ook gedaan). Het bepalen van de inhoud ligt dan ook bij een dergelijk orgaan. Het budget blijft mager (“maar” € 50.000,-), is er een mogelijkheid om met dit budget andere geldbronnen aan te boren? Wat blijft er van deze plannen overeind in het licht van de verkiezingen? Het kan zijn dat de plannen alsnog worden afgeschoten. Het beschikbare budget moet wel veilig gesteld, dit kan door bijvoorbeeld de partijen te bewerken in de aanloop naar de verkiezingen. Reactie: plannen goed- of afkeuren is altijd het primaat van de politiek, maar we gaan uit van het hier en nu. Waar blijft nu in alle reacties de langere termijn visie? Je moet toch niet een bepaald bedrag laten bepalen waar we in de komende jaren naar toe willen? Is er al meer bekend over hoe de kunsteducatie BKV vormgegeven gaat worden, nu AkkuH dat niet meer kan doen? Reactie: ja, er is ligt een stuk waarin wordt voorgesteld dat CREA deze taken gaat uitvoeren. Komende week moet B&W hierover beslissen (inmiddels vastgesteld). Wat is de rol van de commissie BKV? Reactie: deze is als commissie buiten deze bijeenkomsten gehouden om haar onafhankelijkheid te bewaren. In het vervolgproces wordt met de cie BKV overlegd over hun inzet (bijvoorbeeld in het beoordelen van aanvragen). Hoe loopt het proces verder? De gemeente neemt de regie en komt met een voorstel om het HOE verder uit te werken (op korte en langere termijn). Reacties nav het Lambooijhuis: het Lambooijhuis wordt niet gezien als kunstenaarssociëteit zoals het ooit bedoeld is geweest, het is een andere weg in geslagen dan oorspronkelijk de bedoeling. Kan de gemeente hierin iets doen? Er blijkt behoefte te zijn aan een dergelijke voorziening, de vervolgstap is wel: hoe ga je dat dan vormgeven? Kan de gemeente helpen bij het vinden meer budgetten? Ja, de afdeling Projecten en Subsidies kan hierbij helpen. Niet iedereen kan deze wegen goed vinden of heeft de juiste contacten. Er is synergie nodig, in samenwerking zit kracht. Een bureau(tje) zou hierbij kunnen faciliteren. Ruimtes voor laagdrempelige exposities zijn goed te vinden, de gemeente moet het geld in activiteiten steken en niet in “stenen”/gebouwen.
• • • •
Geen kunst zonder vrijheid van meningsuiting! Er moeten accenten gelegd gaan worden in hoe de samenwerking tot stand komt, hoe de verbinding wordt gemaakt en welk model het meest werkbaar is. Bureautje Voorwaarts nodigt de “stille kunstenaars” uit voor deelname aan volgende activiteiten. Er wordt gepleit voor “het nieuwe denken”, creatiever ondernemen en hoe faciliteer je innovatie? Maak meer gebruik van de kwaliteiten in de creatieve industie.
•
Vervolgproces: er wordt gevraagd wie zich in een kleine groep wil buigen over de concepttekst van de nota. Voor deze brainstormgroep hebben de volgende mensen zich aangemeld: Fenneke ten Thij, Hettie Franken, Martin Oostenrijk, John Brunink, Antek Olszanowski, Pier van Dijk, Herna Wielink, Erna ter Haar, Susan Pinkster en Bill Spinhoven.
•
Op 20 maart organiseert de gemeenteraad een Trefpunt voor alle burgers in Hengelo rondom het thema Kunst en Cultuur. Hiervoor zijn ook alle kunstenaars uitgenodigd.
Bijlage 1M:
4
Bijlage 1N: UITNODIGING – TREFPUNT HENGELO
Kunst en cultuur in Hengelo
Praat mee over het belang van cultuur in Hengelo woensdag 22 november 19.00-22.30 uur stadhuis, Burgemeester Jansenplein U kunt erbij zijn! De programmacommissie Trefpunt van de gemeenteraad van Hengelo heeft een aantrekkelijk programma voor u in petto. De gemeente heeft een nieuwe kunst- en cultuurvisie in voorbereiding. Participatie en inbreng van mensen uit het culturele veld en van de burgers is van groot belang om tot goede voorstellen en besluiten voor de toekomst te komen. Op deze avond wordt de toekomst van kunst en cultuur vanuit diverse gezichtspunten belicht. Ook u kunt daaraan bijdragen, o.a. door uw grootste wens of dilemma naar voren te brengen ! Programma 19.00 uur
Ontvangst op de vide, 2 e verdieping P
P
19.30 uur
Welkomstwoord Floor van Grouw, lid programmacommissie Trefpunt Hengelo.
19.40- 20.30 uur
Vier deelsessies, de ‘mensen uit het veld’ aan het woord. Aan de hand van de ‘creatieve keten’ (leren, produceren, presenteren en interesseren) vertellen mensen uit het culturele veld over hun werk, hun grootste wens of hun grootste dilemma en gaan met u in gesprek.
20.30- 21.00 uur uur
Pauze. Vrijblijvend gelegenheid tot gesprekken met elkaar in vier gesprekscorners rond de thema’s beeldende kunst, muziek, podiumkunsten en cultureel erfgoed.
21.00 – 22.00 uur
Plenair debat. Onder leiding van Cor Wijn en Marco van Vulpen gaan we met elkaar in gesprek over de toekomst van de cultuur in Hengelo. In dit debat onder meer: * korte presentatie van kerninstellingen over de opbrengst van hun gezamenlijke gesprekken * eerste resultaten Internetpanel over kunst & cultuur * BMC-input over ervaringen en oplossingen elders in den lande (spiegel-functie) * discussie over de keuzes die we moeten maken en de accenten die we kunnen leggen (zie bijlage: de creatieve keten). * Breng ook uw grootste wens of dilemma in!!
22.00 uur
Afsluiting en borrel
22.30 uur
Einde
Laat u informeren en inspireren en maak een praatje met de raadsleden en collegeleden. U bent van harte welkom! Meer informatie: telefoon (074) 1474 of e-mail
[email protected] 15TU
U15T
Kunst en Cultuur in Hengelo Trefpunt 20 maart 2013 Enkele uitgangspunten creatieve keten met de vier programmalijnen (leren, produceren, presenteren en interesseren) als thema’s voor vier deelsessies tijdens deelsessies korte presentaties (pitches) van mensen uit de praktijk (niet de directies of besturen; zie bijlage) deelsessies worden geleid door raadsleden; plenaire debat door externe(n) (BMC-experts) vooraf en tijdens de pauze gesprekscorners inrichten, waar raadsleden (en derden) met het culturele veld in gesprek kunnen gaan, ingedeeld als volgt: o beeldende kunst (professioneel en amateur) o muziek (idem) o podiumkunsten o cultureel erfgoed alle instellingen, verenigingen en individuele kunstenaars worden rechtstreeks uitgenodigd. In de uitnodiging worden zij gevraagd na te denken over hun “grootste dilemma” of “grootste wens” die zij tijdens de deelsessies c.q. het plenaire debat willen inbrengen. programma en korte tekst over creative keten meesturen met uitnodiging. aftrap van de avond door ‘klaroengeschal’ direct uiteen in deelsessies, geen plenair openingsdeel kopieën van tekst creatieve keten bij deelsessies neerleggen tijdens de hele avond twitter-mogelijkheid bieden, twitter-wand tijdens plenair debat raadsleden vooraf briefen om vragen en stellingen in te brengen bij deelsessies opmerkingen etc. tijdens deelsessies en plenair debat worden ambtelijk genoteerd, als eventuele input voor de kunst- en cultuurnota Programma 19.00 uur 19.30 uur 19.35 uur 19.40 – 20.30 uur 20.30 – 21.00 uur 21.00 – 22.00 uur
inloop klaroengeschal welkom (op de vide) en aankondiging van begin deelsessies vier deelsessies, met raadsleden als gespreksleider pauze: gesprekken bij de gesprekscorners plenair debat, met dhrn Cor Wijn en Marcel van Vulpen (BMC) als discussieleider. Te gelegener moment: * korte presentatie van kerninstellingen over opbrengst van hun gezamenlijke gesprekken * eerste resultaten Internetpanel over kunst & cultuur * BMC-input over ervaringen en oplossingen elders in den lande (spiegel-functie) 22.00 uur afsluiting door voorzitter Trefpunt-commissie 22.05 – 22.30 uur napraten bij de corners GWJ/25022013
Hierbij een nieuwe voorzet voor het lijstje met "mensen uit het veld" leren: CREA (Eugénie Krikhaar) en Muziekschool (Rob van Nus of Francis Faas) produceren: Metropool (Adri Karsenberg) en amateurtheaterkoepel Podiumkunsten Hengelo (Simone Roerink) presenteren: BKV (Susan Pinkster), HEIM (Klaas Gert Lugtenborg) interesseren: Bibliotheek (Diane Wevers), Hengelose Korenkoepel (Kitty ter Braak), Federatie v Muziekverenigingen (Thijs Tijhaar)
Bijlage 1O:
Opbrengst workshop beeldende kunst Hengelo
dinsdag 26 maart 2013 auteur: Gerard Jilleba
Tijdens de bijeenkomst van Hengelose beeldende kunstenaars op 25 februari jl. is een kerngroep geformeerd die aan de slag zou gaan om de ontvangen ideeën en voorstellen nader uit te werken. Dat heeft geleid tot een workshop op 26 maart, waaraan deelnamen: Erna ter Haar, Hettie Franken, Pier van Dijk, Antek Olszanowski, Hiske Loomans, Willemina Bakkenes, Fenneke ten Thij, Martin Oostenrijk en Bill Spinhoven. Susan Pinkster (ziek), Herna Wielink en John Brunink waren verhinderd. Aan het eind van middag kon Klaske Buis (gemeente) ook nog even aanschuiven. In een open, kritische sfeer zijn de volgende onderwerpen besproken. • • • •
rol beeldende kunstenaars(BK) bij kunstbeleid en –educatie eisen aan expositieruimte(s) beheer ervan; programmaraad besteding en beheer 50 mille
Van de workshop wordt geen uitgebreid verslag gemaakt. Onderstaand geven we staccato de opmerkingen weer, die breed gedragen worden en in de nieuwe cultuurnota een plek zouden moeten krijgen. Rode draad Het (lelijke) woord omdenken liep als een rode draad door de discussies heen. De rol en mogelijkheden van de gemeente zijn veranderd. Ook bij de kunstenaars zelf groeit het besef, dat ‘ondernemerschap’ en ‘samenwerking’ onlosmakelijk aan hun professie verbonden zijn. De deelnemers vinden het van vernieuwing getuigen, dat zij intensief bij het opstellen van het herziene cultuurbeleid worden betrokken. U
Rol beeldende kunstenaars bij kunstbeleid en –educatie Opmerkingen uit de workshop vooraf: De vier elementen van de creatieve cyclus zijn wel te onderscheiden, maar niet te scheiden. Ze lopen sterk in elkaar over en vinden vaak tegelijkertijd plaats. Algemeen werd betreurd, dat de functie ‘kunsteducatie’ zonder inspraak aan CREA is overgedragen. Trefpunt van 20 maart toonde weinig draagvlak voor professionele beeldende kunst, wel voor educatie en amateurkunst. U
WAT: Kunst prikkelt, zet aan tot denken, inspireert, is visionair, verplaatst het perspectief, haalt je uit je comfort zone Kunst draagt bij aan de intellectuele vorming Kunst is daarmee inzetbaar bij de oplossing van maatschappelijke problemen en uitdagingen Kunsteducatie is onderdeel van de kerncriteria in het basis- en voorgezet onderwijs, geen ‘pretpakket’ Leerlingen zijn de toekomstige kunstconsumenten Alles wat we zien en gebruiken, is vorm gegeven, en dus een product van (toegepaste) kunst Een samenleving die kunst en cultuur verwaarloost, holt intellectueel (en dus sociaal resp. economisch) achteruit HOE: Schakel BK’ers in bij kunsteducatie op scholen Haal de leerlingen uit de klas; bezoek exposities en voorstellingen en praat er met hen over Ga met hen aan de slag; laat ze BK ‘beleven’ door zelf te doen Leg dwarsverbanden tussen verschillende kunstuitingen (voorbeeld: schilder & dichter) Overtuig schoolhoofden van het nut en de noodzaak van kunsteducatie WAT IS DAARVOOR NODIG? Een (permanente) expositieruimte Uitdagende presentatievormen
-
Flexibele houding en inzet van de BK’ers zelf 1x per jaar een programma “tube & penseel” Een jaarlijkse week van de – professionele - beeldende kunst (à la Twente Biennale) Geen vermenging met amateurkunst; kunst is een vak, geen hobby (kunst)ambachtenstraat creëren, bij voorbeeld in een van de (slecht lopende) winkelstraten; dat heeft een upgrading van die straat tot gevolg
Eisen aan expositieruimte(s) Zie ook de gepresenteerde notitie over huisvesting; bijgaand (met in rood de aanvullingen vanuit de workshop) Moet SMOEL hebben, maar ook enige ‘standing’ Zichtbaar van buitenaf Transparant, veel glas, laagdrempelig In de BINNENSTAD In winkelstraat Flexibel in te richten Met een beheerder In synergie met de omgeving (leidt tot upgrading winkelstraat) ‘regelvrije ruimte’ Moet interactie creëren met derden: bibliotheek, schouwburg. Creatieve Fabriek etc. Gecombineerd gebruik mogelijk met: o (echte) kunstenaarssociëteit o Kunstuitleen o Depot o Andere (inkomsten genererende) gebruikers U
Beheer expositieruimte; programmaraad Besteding en beheer 50 mille Beide overige te bespreken punten zijn slechts summier aan de orde geweest. In een vervolgoverleg wordt erop teruggekomen. U
U
-
-
Het beheer van de expositieruimte (en ook van de sociëteit) moet democratisch zijn. Alle partners dienen inbreng te kunnen hebben. De structuur moet helder zijn. Gedacht wordt aan een ‘corporatie’ met (betalende) leden. Een programmaraad kan verantwoordelijk worden gemaakt voor het expositieprogramma. De vormgeving ervan moet nader worden uitgewerkt. Ook de rol van de Commissie Beeldende Kunst moet daarbij worden betrokken. Op 26 april vindt daarover ambtelijk nader overleg met hen plaats. Kan de 50 mille voor BK voor 2013 eventueel behouden blijven voor 2014? Ambtelijk (Klaske Buis) is het antwoord ja, mits er een uitgewerkt plan voor de besteding ervan voorligt. De 50 mille kan ook nog (geheel of gedeeltelijk) in 2013 worden besteed. Suggesties indienen bij Klaske Buis.
Het vervolgproces - uitschrijven opbrengst workshop - terugleggen uitkomst bij deelnemers workshop - verwerken commentaar, eindverslag - bespreken met wethouder in regulier overleg - eindverslag aan alle BK’ers toezenden ter informatie - beleidsinhoud + uitwerkingsprogramma opnemen in cultuurnota
eind maart, Gerard J. begin april, Gerard J. half april, Gerard J. 22 april eind april, Klaske B. begin mei, Gerard J.
Toegevoegd op verzoek deelnemers workshop: Bespreking concept-nota in extra bijeenkomst
begin (niet 7) mei, Gerard J.
U
Hengelo, 5 april 2013 GWJ
Bijlage 1P:
Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur
Rapport van de Kwartiermaker & de culturele kerninstellingen Hengelo
BMC 14 januari 2014 drs. C.H. Wijn Projectnummer: Correspondentienummer:
INHOUD
OOFDSTUK 1
VOORAF
49
OOFDSTUK 2
ZOEKEN NAAR EEN TOEKOMSTBESTENDIGE CULTURELE INFRASTRUCTUUR 51 2.1
Opdracht
51
2.2
Moties gemeenteraad
51
OOFDSTUK 3
LEIDENDE PRINCIPES
52
OOFDSTUK 4
VIER STEVIGE CLUSTERS
54
OOFDSTUK 5
OOFDSTUK 6
OOFDSTUK 7
4.1
Verschillende biotopen
54
4.2
Voordelen op een rij
54
4.3
Openbare bibliotheek
55
4.4
Rabotheater en Muziekschool
56
4.5
Metropool
58
4.6
Kunst en techniek verbinden
59
INHOUDELIJKE VERNIEUWING
63
5.1
De creatieve cyclus centraal
63
5.2
Van bibliotheek naar ‘huis van de stad’
64
5.3
Naar een muziektheater-opleiding voor Hengelo
66
5.4
Bloeiend popklimaat
67
5.5
Het verhaal van Hengelo: KenT
69
5.6
Collecties en presentaties
71
FINANCIËLE EN REGELTECHNISCHE VERTALING
73
6.1
Verlaging totale subsidiebudget
73
6.2
Inwoning
74
6.3
Investeringen: nu vanwege de lage rente!
74
6.4
Kwijtschelden leningen
75
6.5
Nader onderzoek en plannen van aanpak
75
6.6
Verkopen deel kunstcollectie
76
SAMENVATTEND: SAMEN STAPPEN ZETTEN!
77
Vooraf De afgelopen twintig jaar is het ambitieniveau van Hengelo op het gebied van kunst- en cultuurbeleid hoog geweest. Hengelo beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur die past bij de omvang van de stad en die op onderdelen uitstijgt boven het gemiddelde pakket aan voorzieningen, dat kenmerkend is voor gemeenten tussen de 30.000 en 90.000 inwoners. Vanuit de ambitie om de culturele identiteit van Hengelo verder te versterken, is er in het afgelopen decennium geïnvesteerd in de culturele infrastructuur, vooral in de huisvesting en exploitatie van de culturele kernvoorzieningen. Daarnaast is gestart met de uitvoering van het zogenoemde Deltaplan Collectie Hengelo, omdat alle Hengelose erfgoedinstellingen problemen hebben met de huisvesting van hun collecties en met het voor publiek toegankelijk maken ervan. En er is veel geïnvesteerd in cultuureducatie en amateurkunst. Een en ander neemt niet weg dat de structurele gemeentelijke uitgaven voor cultuur vanaf 2010 een dalende tendens laten zien: 2010 Totalen bedrag per inwoner
€ 8.299.062 € 102
2011 € 8.197.693 € 101
2012 € 7.948.470 € 98
2013 € 7.742.990 € 96
2014 € 6.959.490 € 86
bezuiniging € -1.343.143 € -17
Het gevolg hiervan is dat Hengelo met een cultuurbegroting van € 7.742.990 in 2013 (€ 96 per inwoner) al relatief laag scoorde in relatie tot vergelijkbare steden. Na de voorgenomen bezuinigingen zal de score nog lager zijn:
Dit neemt niet weg dat de economische recessie en de aankomende decentralisatie van taken (jeugd, werk, zorg) naar de gemeenten grote financiële gevolgen heeft voor Hengelo. De financiële vooruitzichten dwingen tot het maken van keuzes en de gemeentelijke rol in heroverweging te nemen. Daarom wil Hengelo maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat cultuursector toekomstbestendig wordt. Daarbij wil de gemeente minder inzet op instellingsniveau en een sterkere focus op de culturele functies. De functies (en programma’s) moeten leidend zijn en niet de wijze waarop de sector is georganiseerd. Via
een herschikking wil de gemeente dat wordt gekomen tot intensievere samenwerking tussen de organisaties en efficiënter functionerende kernvoorzieningen. De gesubsidieerde culturele instellingen hebben zelf de handschoen opgepakt. In een gezamenlijk traject hebben zij van gedachten gewisseld over thema’s als educatie, programmering, gezamenlijk bedrijfsbureau, vrijwilligers en vastgoed. Met ondersteuning van BMC, dat in de persoon van Cor Wijn optrad als kwartiermaker, is uiteindelijk dit plan tot stand gekomen. Het wordt gedragen door de betrokken organisaties en door hen beschouwd als dé manier om de culturele infrastructuur van Hengelo ook op de langere termijn in stand te houden. Aan de politiek wordt gevraagd dit plan integraal over te nemen en als geheel de komende periode door te voeren. Integraal betekent dat alles met alles samenhangt. Het loslaten of verwijderen van bepaalde bouwstenen uit dit toekomstgerichte culturele gebouw betekent dat de integraliteit verloren kan gaan. De culturele instellingen maken voor die situatie nadrukkelijk het voorbehoud hun instemming met dit plan te heroverwegen. Daarbij is voor ieder van hen helder dat inhoudelijke ambities ook in dit plan op gespannen voet zullen komen te staan met de financiële reikwijdte die de gemeente nu en wellicht in de toekomst kan bieden. Voor een aantal instellingen is de absolute ondergrens op dit moment bereikt. Om de noodzakelijke samenhang in het culturele beleid van Hengelo te waarborgen, de vinger aan de pols te houden en de implementatie van dit plan te begeleiden zullen de culturele instellingen het stimulerende overleg van het laatste half jaar in de komende periode continueren.
Zoeken naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur Al geruime tijd zijn de culturele kerninstellingen van Hengelo met elkaar in gesprek over een intensivering van de onderlinge samenwerking. Door de gemeente werd in het voorjaar van 2013 de heer Wijn van BMC als kwartiermaker aangesteld teneinde de gesprekken te vertalen naar een concreet Toekomstplan. Zijn werkzaamheden resulteerden in het onderhavige plan, waarin samenwerking een sleutelwoord is. Opdracht Aan de kwartiermaker werd door de gemeente gevraagd een plan op te stellen dat: • een structurele bezuiniging op de subsidies oplevert; • een bestendige structuur voor de toekomst biedt; • een notie geeft over de huisvesting van de culturele kerninstellingen en de amateurorganisaties; • vernieuwing bewerkstelligt. Moties gemeenteraad De achtergrond voor het plan wordt gevormd door een aantal richtinggevende moties die de gemeenteraad het afgelopen jaar heeft aangenomen: • door samenwerking tussen de museale instellingen en collecties ten aanzien van huisvesting, organisatie, onderhoud en beheer de bezuinigings-taakstelling op het gebied van cultuur in te vullen • onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden om de Bataafse Kamp te gebruiken als huisvesting voor enkele culturele instellingen • besturen of Raden van toezicht van de gesubsidieerde instellingen opdracht te geven om plannen tot samenwerking te maken en mogelijkheden tot besparingen te benoemen (november 2012). Van zijde van het College werd aan de kwartiermaker meegegeven dat er moet worden gestreefd naar een situatie waarin het concept van de ‘creatieve keten’ centraal staat. Dit houdt in dat de functies die de culturele sector in de stad vervult centraal moeten staan en niet de organisaties die (delen van) deze functies nu uitoefenen. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de functies leren en presenteren, met als speerpunten de programmering van cultuureducatie en de Collectie Hengelo.
Leidende principes In de voorbereiding van de Trefpuntbijeenkomst van 20 maart 2013 werd aangegeven dat er behoefte is aan een aantal leidende principes voor de komende jaren. Nader overleg en consultatie wijzen uit dat de volgende principes aan de orde zijn: • Er is sprake van een beperkt financieel budget voor de kerninstellingen. Bij de Voorjaarsnota is dit bepaald op € 6.534.360. Dit is exclusief het nog in te vullen bedrag van € 75.000 voor beeldende kunst/erfgoed. • Vernieuwing is nodig, als doel en als middel. Als doel omdat de culturele sector per definitie gebaat is bij ontwikkeling en vernieuwing. Als middel omdat de gemeente het concept van de ‘creatieve keten’ (en de diverse functies daarbinnen) centraal wil stellen en niet meer zozeer de organisaties. • Het is zaak dat de sector zo flexibel en ondernemend mogelijk wordt. Dit is belangrijk om adequaat te kunnen blijven inspelen op toekomstige ontwikkelingen. • Van diverse kanten wordt in deze periode uitgesproken dat keuzes maken noodzakelijk is. Welnu: de cultuursector legt de prioriteit bij de jeugd. Het interesseren van kinderen en jongeren voor kunst en cultuur, het opdoen van kennis en vaardigheden (passief en actief), het doen aan talentontwikkeling, het bieden van gelegenheid aan jongeren om zich te presenteren: dat is waarvoor de sector in het bijzonder het gemeenschapsgeld, dat zij in de vorm van subsidie ontvangt, wil inzetten. Samenwerking met het onderwijs in de volle breedte van PO, VO en MBO is een leidend principe voor de culturele instellingen. • Cultuur heeft niet alleen sociale en educatieve waarde, maar maakt de stad ook aantrekkelijk. De belangrijke rol die cultuur kan spelen in het opwaarderen en opladen van stedelijke zones mogen we niet onbenut laten. Hengelo heeft daaraan behoefte. Daar waar cultuur een bijdrage kan leveren aan stedelijke ontwikkeling, mogen we die kans niet onbenut laten. Met deze vijf punten is de basis gelegd voor de toekomstbestendige infrastructuur die de sector voor ogen staat. Het zijn vijf bouwstenen die samen het fundament vormen waarop de rest van het bouwwerk kan worden gebaseerd.
Op de centrale bouwsteen, het flexibel en ondernemend maken van de culturele organisaties, gaan we nog nader in. In het bedrijfsleven wil flexibel en ondernemend zeggen dat (a) er snel kan worden ingespeeld op kansen in de markt en (b) dat snel kan worden gereageerd op bedreigingen met betrekking tot (de afzetkansen voor) het eigen product en
de kostenstructuur (vast en variabel). Vertaald naar culturele organisaties betekent dit dat een en ander voor de product/marktcombinaties (pmc’s) en voor (vooral) de constante kosten: • Cultureel ondernemerschap is nodig om bestaande pmc’s te handhaven en nieuwe te ontwikkelen; • Krachtenbundeling is nodig om samen sterker te staan, kosten te delen en nieuwe pmc’s te kunnen ontwikkelen; • Constante kosten zijn de huisvestingskosten: de kunst is om hierin eveneens flexibiliteit te krijgen. Dit kan door de vierkante meters meervoudig aan te wenden (eventueel samen met andere gebruikers). • Constante kosten zijn ook de kosten van het vaste personeel: als de sector flexibel(er) wil zijn, zijn flexibele arrangementen nodig in de relatie tussen de kerninstellingen en de mensen met wie wordt gewerkt. Ook de onbetaalde inzet van mensen wordt steeds belangrijker en moet derhalve meer aandacht en waardering krijgen.
Vier stevige clusters In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het organisatorische niveau: welke organisaties en functies kunnen in welke combinatie het meeste waarde voor Hengelo toevoegen. En, gekoppeld daaraan: hoe kunnen de vereiste bezuinigingen worden gevonden. Het navolgende hoofdstuk gaat over de inhoud van de dienstverlening. Verschillende biotopen Op het fundament van de basisprincipes kunnen op duurzame basis vier verschillende biotopen worden gevestigd. Het woord biotoop is welbewust gekozen. Het is een begrensd gebied (meestal enigszins uniform qua landschapstype) waarin een bepaald soort kan leven en zich vruchtbaar kan ontwikkelen. Kortom: waarin bepaalde organismen of – in ons geval – bepaalde activiteiten kunnen gedijen. Wij zien vier biotopen, hierna clusters genoemd, waarin langjarig een vruchtbare ontwikkeling kan plaatsvinden: • De bibliotheek samen met andere organisaties en initiatieven op het gebied van informatieoverdracht; • Schouwburg en Muziekschool; programmering, faciliteiten en educatie; • Metropool: programmering, educatief programma, begeleidende activiteiten, oefenruimten; • het Museumkwartier, bestaande uit het Hengelos Educatief Industrie Museum (HEIM), het Historisch Museum Hengelo (HMH) en CREA Centrum voor Kunsteducatie: vertellen van ‘het verhaal’ van Hengelo, het verder ontwikkelen van erfgoed-, cultuur- en techniekeducatie plus het uitvoeren van het hoofdaannemerschap kunst- en cultuureducatie (met mogelijk een samenwerking met welzijnsorganisatie Scala). Hierna gaan we nader in op deze vier clusters. Daaraan voorafgaand echter eerst iets over de meest in het oog springende keuze: die voor koppeling van de Muziekschool aan het Rabotheater en niet aan CREA. Voordelen op een rij Hoewel elders de combinatie muziekschool en creativiteitscentrum vaak in één organisatie voorkomt en beide organisaties gelden als een aanbieder van kunstzinnige cursussen, is in de Hengelose situatie deze koppeling toch suboptimaal. Een koppeling van enerzijds de Muziekschool aan het Rabotheater en anderzijds CREA aan het Museumkwartier biedt meer meerwaarde. Die meerwaarde zit hem in de volgende punten: De biotoop theater/muziekschool: • de Muziekschool heeft ondernemerschap en meer flexibiliteit nodig: het Rabotheater is stevig en heeft zijn sporen qua ondernemerschap verdiend (eigen inkomsten: € 1,5 mln. in het seizoen 2011-2012); • Het theater heeft behoefte aan het opkweken van het publiek van de toekomst; • Er is veel chemie tussen de bedrijfsculturen van theater en muziekschool: beide zijn het werelden waarin de “high arts” centraal staan en waarin professionals de boventoon voeren; • Theater en muziekschool kunnen samen een interessante nieuwe jeugdmuziektheateropleiding starten;
•
Het Rabotheater moet zijn eigen signatuur houden: voor de lange termijn is het goed de optie van verdergaande samenwerking met andere podia in bijvoorbeeld de regio open te houden.
De biotoop museumkwartier: • HEIM en HMH hebben know how en contacten op het gebied van de cultuureducatie nodig (om het historisch erfgoed bij de jeugd te brengen). • CREA heeft een nieuwe, goed functionerende accommodatie nodig en kan die vinden in Zuid (Dikkersgebouw of Verenigingsgebouw); • Hart van Zuid heeft baat bij een stevige clustering van culturele organisaties met mogelijkheden voor gemeenschappelijk management; • De totstandkoming van het Technieklokaal laat zien dat combinatie CREA-HEIM werkt; • De link tussen het Museumkwartier/Zuid, CREA en Scala biedt interessante mogelijkheden. Scala richt zich (ook) op ontplooiing en werkt geregeld samen met Metropool. Voorts heeft het – net als CREA – een nauwe band met de scholen. • In deze biotoop speelt vrijwillige inzet en eigen kracht een belangrijke factor. HEIM en HMH draaien niet grotendeels op betaalde professionals, maar op onbetaalde deskundigen. Dit is een waarde in zich die gekoesterd en verder uitgebouwd moet worden. Tot slot zij opgemerkt dat ook kort is overwogen een fusieorganisatie theater, muziekschool en CREA te maken. Vastgesteld moet echter worden dat een dergelijke operatie erg complex zou zijn en (bijgevolg) veel tijd en energie zou vergen. De overeenkomsten lijken groot, maar de verschillen zijn nog groter. In het huidig tijdgewricht lijkt een moeizaam fusietraject niet de aangewezen weg. Zeker niet als een andere constellatie meerwaarde aan het geheel toevoegt. De basis en de clusters bieden nu samen het volgende beeld:
Bouwlaag 2
Openbare bibliotheek Belangrijk om vast te stellen is dat de openbare bibliotheek Hengelo al de nodige samenwerkingsrelaties kent. Het onderhouden en verder optimaliseren van deze relaties heeft komende jaren prioriteit. Te noemen vallen: • de samenwerking met bibliotheek Hof van Twente (o.a. gedeeld management vanaf mei 2013); de samenwerking in het provinciale netwerk van de Overijsselse Bibliotheek Dienst (tegenwoordig Rijnbrink-groep geheten);
• de samenwerking op lokaal niveau in het Kulturhus Hasselo (Hasseler Es): hier worden materialen uitgeleend en – samen met andere initiatiefnemers (waaronder CREA en Scala) - ook films, concerten, lezingen en cursussen aangeboden; • de samenwerking op lokaal niveau met de Hengelose basisscholen: na de zomervakantie wordt op 18 basisscholen het concept van “de bibliotheek op school” gerealiseerd als ‘voorpost’ van de bibliotheek en ter bevordering van het (leren) lezen. De bibliotheek streeft ernaar om ook de andere helft van de Hengelose scholen (nogmaals 18 in getal) van dit concept te voorzien. Uiteraard houdt de dienstverlening ook in dat de inhoud van de kasten regelmatig wordt ververst. De bemensing van de uitlening op de scholen gebeurt door scholen en ouders zelf. Gesteld kan worden dat de bibliotheek zeer proactief heeft gereageerd op de oproep van de gemeenteraad (verwoord in de motie van november 2012) om plannen tot samenwerking te maken, daarin mogelijkheden tot besparingen te benoemen en aandacht te hebben voor besparingen door shared services en door samenvoegen van het management. Dat neemt niet weg dat ook voor de bibliotheek de uitdaging de komende jaren ligt in het (verder) flexibiliseren van de personele inzet (minder vaste krachten, meer flexibel personeel, meer inzet van vrijwilligers) en het multifunctioneler maken van de vierkante meters waarover de bibliotheek beschikt. Alleen op die manier kan worden geanticipeerd op de vele ontwikkelingen die zich in de sector voordoen, denk onder meer aan de nieuwe bibliotheekregelgeving die wellicht komt en de te verwachten centralisatie (door het ministerie van OCW) van de budgetten voor de digitale bibliotheek. De zoekrichting wat betreft het opvangen van de bezuiniging die nu moet worden gerealiseerd is voor de bibliotheek: • vierkante meters verhuren (meer inkomsten), zie ook hoofdstuk 5; • minder een beroep doen op vaste krachten en meer op vrijwillige inzet; • meer zelfbedieningsuren; • minder openingsuren. Rabotheater en Muziekschool Zoals al aangegeven kan de meerwaarde van de combinatie schouwburg/ muziekschool groot zijn. Er zijn ook diverse voorbeelden van in het land, o.a. in Spijkenisse, Nieuwegein en Zevenaar. Het bewezen ondernemerschap van het Rabotheater (omzet ca. 2,7 mln. waarvan meer dan helft eigen inkomsten) kan behulpzaam zijn om de muziekschool meer wendbaar te maken. Dit is ook wat nodig is: het is belangrijk dat de muziekschool werkt aan wat onder de leidende principes expliciet werd benoemd: flexibiliteit en ondernemerschap. Samen kunnen theater en muziekschool werken aan: • Het in de markt handhaven en onder de aandacht brengen (marketing!) van de bestaande produkt/marktcombinaties (pmc’s); • Het ontwikkelen van nieuwe pmc’s; • Het delen van kosten in de backoffice (shared services); • Het efficiënter inzetten van de beschikbare ruimten, mogelijk met het opgeven van sommige gebouwen die nu worden gebruikt; • Het invoeren van meer flexibiliteit in de arbeidscontracten. Het perspectief van deze samenwerking is het vormen van één organisatie, indien mogelijk per 1 juli 2014 (mede afhankelijk van de politieke besluitvorming). Beoogd wordt een
kwalitatief hoogwaardige biotoop op het vlak van de podiumkunsten waarin professionals kunnen excelleren in het begeleiden van talentvolle jongeren. Beide instellingen zijn gericht op excellentie. Naast een breed aanbod cabaret, musical en muziek is er in de programmering van het Rabotheater ruimte voor moderne dans, toneel en jeugdtheater. Het Rabotheater heeft als enige theater in Twente een goed geoutilleerde vlakke vloer zaal en daarmee profileert de schouwburg zich in artistiek opzicht. Het Rabotheater ontvangt sinds drie jaar als een van de weinige regioschouwburgen een programmeringssubsidie van het Rijk vanwege de bovengemiddelde aandacht voor artistiek interessante theaterproducties. De schouwburg hanteert lage tarieven voor schoolvoorstellingen en voor scholieren voor het Voortgezet Onderwijs. Daardoor worden elk jaar grote aantallen leerlingen in het Primair èn in het Voortgezet Onderwijs bereikt. De Muziekschool bedient de verenigingen voor amateurkunst (koren en muziekverenigingen) in Hengelo en leidt relatief veel leerlingen naar de D-examens en naar het Conservatorium. Naast een examenrichting is het voor de leerlingen mogelijk om voor een toetsvrije richting te kiezen. In de certificering, in 2012 verkregen, ligt de garantie voor een goede muzikale ontwikkeling in de richting van zowel klassieke als lichte muziek. Via de combinatiefunctie maakt het basisonderwijs gebruik van docenten die muziek(zang)lessen in het regulier onderwijs verzorgen. Via Kunst op School wordt scholen muzikale workshops aangeboden en voor de kleinsten is de samen met het Rabotheater ontwikkelde Sinterklaasvoorstelling al jaren een begrip. Jeugdplein Hengelo biedt potentiële leerlingen de kans om (financieel) laagdrempelig kennis te maken met aanbod van de Muziekschool. In de toekomst zal het hierbij horende bedrijfsmodel zal anders zijn dan die van de huidige muziekschool. Gefaseerd zal worden toegewerkt naar een klein(er) stafbureau, omringd door (groepen van) docenten (evt. georganiseerd in corporaties of maatschappen) waarvan sommige als zelfstandige zullen functioneren (in het netwerk van de school) en andere een arbeidsrelatie met de school zullen onderhouden. Overigens moet onderkend worden dat theater en muziekschool al veel samenwerkingsrelaties in de stad en in de regio onderhouden. Zo werkt het Rabotheater op programmatisch vlak nauw samen met de andere schouwburgen in Oost-Nederland, in het bijzonder in Overijssel (in de stichting 4 Oost), vindt er afstemming en gemeenschappelijke marketing plaats met Enschede en wordt er samengewerkt met onder meer Metropool, de Bibliotheek, CREA, de grote amateurverenigingen, de Jazzclub Hengelo, het Blues Festival, de Stichting Kamermuziek Hengelo en met de scholen (PO en VO) in Hengelo en omgeving. Daarnaast maakt het Rabotheater als een van de weinige theaters in Nederland ook regelmatig theaterproducties, vaak in samenwerking met professionele gezelschappen. Vorig jaar nog “Air Ways” en in 2010 bijvoorbeeld “In Blessuretijd”, een project in samenwerking met FC Twente Scoren in de Wijk. Ook is er natuurlijk de alliantie met het Filmhuis Hengelo, waaraan de schouwburg onderdak biedt. Muziekschool Hengelo werkt eveneens (en in toenemende mate) samen met de basisscholen. Daarnaast is er geregeld contact met Kaliber Kunstenschool, met andere muziekscholen in de omgeving, met Metropool, CREA en de Bibliotheek. Zo is bijvoorbeeld in 2013 samen met CREA, Rabotheater en Bibliotheek de muziek-poëzie voorstelling “Pudding met Room” gemaakt.
De zoekrichting wat betreft het opvangen van de bezuiniging die moet worden gerealiseerd is voor muziekschool en theater: • Terugdringen van de huisvestingslasten, onder meer door afstoting van vierkante meters en het zo mogelijk realiseren van medegebruik door andere organisaties (hoewel de inrichting en het gebruik van de gebouwen zich hiervoor niet bijzonder lenen); • Evt. benutten van andere huisvestingsmogelijkheden; • Aanscherpen van de systematiek m.b.t. de klokuurdeler; • Minder vaste aanstellingen en meer zzp-ers en tijdelijke contracten; • Vergroten van de inkomsten van het theater door een nog hogere bezettingsgraad bij voorstellingen en nog intensiever gebruik van de zalen en foyers; • Terugdringen van de omvang van de leningen die het Rabotheater heeft afgesloten onder gelijktijdige en proportionele vermindering van de subsidie. Wat betreft de laatste twee punten nog het volgende. Om de nieuwe organisatie een goede start te laten maken, zou het wenselijk zijn het financiële fundament te versterken. De schouwburg heeft excessief hoge vaste lasten door met name de rente en aflossing van de leningen (in totaal € 3,3 mln) die de gemeente heeft verstrekt voor de nieuwbouw in 2001. Uit het jaarlijkse branche-onderzoek (de zogeheten TAS van de Vereniging van Schouwburg- en ConcertgebouwDirecties) blijkt jaarlijks dat het Rabotheater goed presteert op kostenbeheersing. Het lijkt daarom niet realistisch dat realiseren van de bezuinigingsopdracht, zeker in combinatie met die voor de Muziekschool, in de kosten gevonden kan worden. Die opdracht vraagt echter ook van de gemeente creativiteit in de financiering en wel in de vorm van afbouw of gedeeltelijke kwijtschelding van de lening. Metropool Ook Metropool laat stevig ondernemerschap zien (eigen inkomsten: ruim € 1,5 mln. in het seizoen 2011-2012). En ook Metropool is ingebed in een breder geheel van activiteiten en relaties. Zo wordt samengewerkt met tal van instellingen, organisaties en verbanden, met de lokale private muziekscholen (zoals Popscool, Frank Meier’s gitaarschool en Jan ter Maat drumschool) en met de popafdeling van de Hengelose Muziekschool. Vanuit het verleden ligt er een sterke connectie met de Vereniging Popbelang Hengelo. En van recente datum is het initiatief voor het programmeren van concerten in het Openluchttheater in Hertme. Metropool kent door zijn ontstaansgeschiedenis en werkwijze al een ondernemende en flexibele bedrijfscultuur. Er wordt veel gewerkt met zzp-ers en flexibele contracten en de inbreng van de vrijwilligers in het geheel is belangrijk. Metropool is in drie jaar tijd gegroeid naar 45.000 betalende bezoekers op concerten en dance en heeft Hengelo als uitgaansstad daarmee een impuls gegeven. Metropool lijkt niet of weinig last te hebben van de recessie. Het bedrijf lijkt sterk genoeg om ook op de langere termijn door te groeien en een succesvolle exploitatie te voeren. Echter, door aanloopverliezen in de eerste twee jaren na opening (2010 – 2011) heeft Metropool een negatief vermogen van ca. € 150.000. Voor Metropool zal er in de ogen van de kwartiermaker weinig meerwaarde zitten in institutionele fusie met grote partners als Atak in Enschede en het Rabotheater in Hengelo. Het zou het succes en de ondernemende kracht van het huidige bedrijf eerder verzwakken dan versterken. Wel kan samenwerking een meerwaarde zijn in het contact met bookers en het plaatsen van acts. De meerwaarde van samenwerking zit voor Metropool vooral in het
uitbreiden en verrijken van de eigen (pop)biotoop en het versterken van het popklimaat in Hengelo. Metropool zou graag nóg ondernemender kunnen en willen zijn. Men ziet goede mogelijkheden om de eigen inkomsten verder te laten groeien, maar heeft daarvoor op vier punten de medewerking van de gemeente nodig. Mocht die medewerking er komen, dan is Metropool bereid te proberen om - met een ingroeitraject - € 100.000 aan gemeentesubsidie in te leveren. 1. Om meer ondernemersrisico te kunnen nemen is allereerst een sterke eigen vermogenspositie nodig. Om historische redenen is dit bij Metropool thans niet het geval. Het is daarom in de eerste plaats zaak het eigen vermogen te versterken. Als het negatief eigen vermogen versneld kan worden weggewerkt, is een belangrijke basis gelegd om de subsidieafhankelijkheid te verminderen. 2. Voorts is het van belang dat de beperkingen die nu nog van toepassing zijn op Metropool worden weggenomen. Het gaat daarbij vooral om de soort activiteiten die mogen plaatsvinden (bijvoorbeeld zaalverhuur aan particulieren naast die aan bedrijven) in combinatie met de horeca-vergunning en de openingstijden (zoals vrije openstelling bij dance-activiteiten). Subsidie en ondernemerschap zijn bij Metropool communicerende vaten: hoe meer er ondernomen mag worden, hoe minder subsidie nodig is. Hoe minder ondernomen mag worden, hoe meer subsidie is benodigd. 3. Metropool heeft thans hoge kosten als gevolg van het niet goed functionerende klimaatsysteem (kosten elektra op jaarbasis: € 60.000, i.e. € 5.000 per maand). Daarnaast heeft een energiescan uitgewezen dat het gebouw in energieklasse G valt. Het per omgaande oplossen van het probleem met de klimaatinstallatie en investeren in energiebesparende maatregelen levert een directe substantiële kostenbesparing op. 4. Voorts heeft Metropool er belang bij het bereik van haar kernactiviteiten te kunnen vergroten (meer activiteiten, meer publiek, meer opbrengsten). De programmerings-mogelijkheden moeten daarvoor geoptimaliseerd worden. In hoofdstuk 5 wordt hierop nader ingegaan. Kunst en techniek verbinden In de (concept) cultuurnota 2013-2020 KenT U Hengelo? wordt gesteld dat kunst en techniek een gouden combinatie vormen. Deze visie onderschrijven wij volledig. Innovatie als traditie is inderdaad een belangrijk kenmerk van onze plaatselijke industrie. En een kwart van onze beroepsbevolking is werkzaam in de maakindustrie die – zo wordt in de gemeentelijke cultuurnota terecht gesteld - een beroep doet op vakmanschap, creativiteit en vernieuwingsdrang. In Hart van Zuid willen wij concreet gestalte geven aan die combinatie van kunst en techniek die in ons dna zit. We willen er de link leggen tussen de kunstensector en de industrie, de verbinding tussen onderwijs en techniek. Daarmee sluiten we ook aan bij het Nationaal Techniekpact 2020. Het doel hiervan is meer jongeren te werven voor een technisch vak. Uit analyses blijkt dat op termijn jaarlijks 30.000 extra technici nodig zijn om in de groeiende
behoefte aan technisch personeel te voorzien. Om dat te bereiken zet het Techniekpact in op drie actielijnen met als horizon 2020. Eén daarvan is het stimuleren van leerlingen om te kiezen voor een techniekopleiding. Een eigentijds techniekcentrum zoals HEIM kan – samen met HMH en CREA – daarin een belangrijke rol spelen. In de afgelopen maanden is voor de museumfuncties in Hart van Zuid een ontwikkelingsplan gemaakt. Het heet ‘Van tempel naar dorpsplein’ en schetst een aantal scenario’s om in Zuid tot een museumkwartier te komen. In het volgende hoofdstuk gaan we hierop inhoudelijk in. Hier geven we aan dat techniekmuseum HEIM, het Historisch Museum Hengelo (HMH) en CREA Centrum voor Kunsteducatie de dragende organisaties van die ontwikkeling willen zijn. Concreet betekent dit dat het HMH in beginsel (en onder voorwaarden) de bereidheid heeft uitgesproken om met haar collectie te verhuizen naar een plek in de directe nabijheid van HEIM, om zodoende ter plekke het gehele (historische) verhaal van Hengelo te kunnen laten zien en vertellen. CREA kan vanuit haar expertise HEIM en HMH helpen de brug naar de jeugd en het onderwijs te slaan. Daarbij ziet CREA in een samenwerking met Scala mogelijkheden om het gebruik van vierkante meters te optimaliseren en efficiencywinst te realiseren wat betreft de bedrijfsvoering. Vanuit het cluster HEIM/HMH/CREA zal CREA (en i.h.b. het Onderwijsbureau van CREA) het hoofdaannemerschap wat betreft de cultuureducatie in de stad vervullen. CREA biedt in dat kader zelf cultuureducatie aan, maar is ook de verbindende schakel naar de scholen (onder meer in het kader van het landelijke beleidsprogramma Cultuureducatie met Kwaliteit). Als specialist bij uitstek in de bemiddeling tussen scholen en cultureel aanbod zal CREA ervoor zorgen dat in de toekomst niet alleen de kunst, maar ook het erfgoed intensief onder de aandacht van de scholen en de leerlingen komt. Hoe een en ander organisatorisch gestalte zal krijgen moet nog nader worden bekeken. In ieder geval wordt gestreefd naar zoveel mogelijk eenheid in management en bestuurlijke aansturing. Of ‘aan de achterkant’ ook de diverse rechtspersonen in elkaar geschoven moeten worden is thans nog niet aan de orde. De betrokken organisaties zetten in op een geleidelijk proces waarbij het accent ligt op het realiseren van een aansprekende inhoud (het culturele aanbod voor Hengelo, i.h.b. de jeugd), een goed gezamenlijk beheer van de collecties en een adequate gezamenlijke huisvesting. Het organisatievraagstuk is daaraan ondergeschikt. Voor wat betreft HEIM/HMH wordt vooralsnog uitgegaan van een situatie van ‘voordeurdelers’ en wellicht een gemeenschappelijke ‘huismeester.’ De bestaande stichtingen HEIM/HMH blijven eigenaar van hun collecties. Belangrijk is dat deze biotoop van ‘vakmanschap, creativiteit en vernieuwingsdrang’ ook een impuls geeft aan de gebiedsontwikkeling Hart van Zuid. Het is daarom belangrijk dat ook de gemeente het plan ‘Van tempel naar dorpsplein’ ziet als uitgangspunt voor de toekomstige ontwikkeling van het museumkwartier en samen met de organisaties een tijdpad voor implementatie afspreekt. Centraal in deze gebiedsontwikkeling staan: • het Stork-Ketelhuis (dat geeft de mogelijkheid voor de uitbreiding die noodzakelijk is voor de integratie van de collecties van HEIM en HMH); • het Verenigingsgebouw (of het Dikkersgebouw), te bestemmen voor CREA, Scala en een groot gemeenschappelijk depot, ook voor het gezamenlijke roerende culturele erfgoed. Met een en ander is ook de zoekrichting voor de betrokken aangeduid als het om de gevraagde bezuiniging gaat. Gemikt wordt op gezamenlijk management, samenwerking in
de backoffice en efficiënt ruimtegebruik. Voorts is de rol van de vrijwillige inzet (bij HEIM en HMH) natuurlijk van cruciaal belang. De waarde hiervan kan niet voldoende worden onderstreept. Het is een groot goed dat er in de stad door zoveel mensen onbetaald een bijdrage wordt geleverd aan het overdragen van inzicht en kennis op de jeugd. Het is zaak dat de stad dit koestert en van een goede context voorziet. De balletschool van CREA kan geleidelijk aan nog meer kostendekkend worden gemaakt (in de huidige situatie zijn de cursussen voor volwassenen én de balletlessen al docentkostendekkend). Overigens kan hieraan worden toegevoegd dat CREA de bedrijfsvoering de afgelopen jaren op orde had. Er is strak op kosten gestuurd waardoor CREA over 2012 zwarte cijfers kan presenteren. Vanuit de huidige situatie kan CREA continuïteit en groei waarborgen. Een voorwaarde daarvoor is wel dat een betere (lees: efficiëntere) huisvestingssituatie wordt gerealiseerd: de huidige locatie aan het Esrein 9 en 11 voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. CREA is door de flexibiliteit in haar organisatie voor veel collega-instellingen een interessante partner om mee samen te werken. CREA coördineert, organiseert en voert projecten uit in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Daarnaast ontwikkelt CREA vanaf april 2013 in samenwerking met Pabo Edith Stein twee keer per jaar de professionele beeldende kunstexpositie met educatieve tentoonstelling. De programma’s Kunst op School (onderschoolse kunsteducatie) en Jeugdplein Hengelo (naschools aanbod) worden door CREA gecoördineerd voor alle culturele instellingen. Vanuit de visie van CREA als verbinder van kunst en cultuur in Hengelo biedt CREA samen met SCALA middels de portal van Jeugdplein Hengelo een podium voor alle gesubsidieerde maar ook commerciële aanbieders op het gebied van sport, cultuur en ontmoeting in Hengelo. Ook is CREA penvoerder voor het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. In het voortgezet onderwijs zijn vanuit diverse disciplines combinatiefunctionarissen werkzaam. CREA is naast coördinator ook zelf aanbieder van activiteiten op maat. CREA verzorgt basisvorming bestaande uit dans, theater, musical, beeldende- en audiovisuele kunst; deze wordt op een laagdrempelige en kwalitatief hoogwaardige wijze aangeboden (o.a. leerplan dansschool). De ballet- en musical afdelingen bestaande uit 700 cursisten presenteren zich op reguliere basis op een podium buitenshuis. De afdeling beeldende kunst exposeert jaarlijks de werkstukken in of buitenshuis. Naast de basisvorming is CREA sterk in het inzetten van cultuurprojecten, als middel om Hengeloërs, in alle leeftijdscategorieën, maatschappelijk te activeren en stimuleren. Deze doelstelling realiseert CREA met activiteiten als community art- projecten en het ontwikkelen en onderhouden van de Cultuurkaart Hengelo. CREA kan op vraag flexibel inspelen in buurten en wijken én vanuit de eigen kernlocatie. Als organisator van de WAK (Week van de Amateurkunst) en instelling voor amateurkunst, staat de amateurkunstenaar voor CREA centraal. De afgelopen jaren heeft CREA nadrukkelijk geïnvesteerd in samenwerking met partijen als de Gemeente Hengelo, collegainstellingen zowel lokaal als regionaal, Hengelo Sport, Scala, Popscool, Kunstenmakers en Il Decora. CREA biedt de amateurkunstenaars een betaalbaar podium voor exposities. Er is een actief expositiebeleid waardoor dit is uitgegroeid tot een platform en ontmoetingsplek. Daarnaast heeft CREA samen met Simone Roerink - onder de titel ‘Kamerbreed’ -het initiatief genomen om een samenwerkingsverband aan te gaan om ondersteuning, advisering en facilitering te bieden aan de gezelschappen. De reden hiervoor is dat amateurtheater-gezelschappen in Hengelo moeite hebben om repetitieruimte te vinden en een kleinschalig, betaalbaar podium.
Inhoudelijke vernieuwing De creatieve cyclus centraal Door het College van B. en W. werd aan de kwartiermaker meegegeven dat het concept van de ‘creatieve keten’ centraal moet staan in de benadering van de sector voor de komende jaren. Daarbij moet prioriteit worden gegeven aan de functies leren en presenteren, met als speerpunten de programmering van cultuureducatie en de Collectie Hengelo. De creatieve cyclus ziet er als volgt uit: Leren Produceren
Interesseren Presenteren
Het concept van de creatieve cyclus wordt door BMC gebruikt om stedelijk cultuurbeleid te ordenen en inzichtelijk te maken voor bestuurders en gemeenteraadsleden. Het is een eenvoudig analysemodel, dat snel duidelijk maakt waar een stad sterk in staat en waar hiaten zijn. Ieder creatief proces kent een aantal vaste stappen: eerst moeten er vaardigheden worden geleerd, vervolgens moeten deze worden aangewend om een creatief product te maken, daarna kan het product aan een publiek worden gepresenteerd en als er veel draagvlak voor deze kunstuiting is zal deze wortelen in de samenleving en de basis vormen voor het ontstaan van weer nieuwe creatieve uitingen (en ketens). Op deze manier kan ook worden gekeken naar de culturele infrastructuur en de activiteiten daarbinnen: • Leren (het reguliere onderwijs, cultuureducatie, amateurkunst) • Produceren (amateurkunst, professionele kunstproductie) • Presenteren (podia, musea, festivals, galeries, bibliotheken, artotheken, de openbare ruimte) • Interesseren (draagvlakvorming, marketing, sponsoring, mecenaat) Essentieel voor dit concept is het inzicht dat de schakels in elkaar grijpen en elkaar versterken en dat het omgekeerd zo is dat een zwakke schakel de kracht van de hele cyclus aantast. Belangrijk voor dit plan is, dat wij als uitgangspunt hebben genomen dat de creatieve cyclus in elk van de vier clusters een rol heeft en (zo mogelijk) versterkt moet worden. De cyclus vormt daarmee de inhoudelijke kern van elk van de clusters. In de navolgende paragrafen wordt dit nader toegelicht. We zijn daarmee bij de derde ‘bouwlaag’ van het toekomstbestendige huis dat we willen construeren. Bouwlaag 3
Van bibliotheek naar ‘huis van de stad’ De bibliotheek is door de maatschappelijke veranderingen en de digitalisering in een grote transformatie. De openbare bibliotheek is op zoek naar nieuwe manieren om de gebruikers aan te spreken en zodoende haar publieke missie te vervullen. Dit is de veranderopgave waarvoor de bibliotheek staat, ook in Hengelo, al is het draagvlak voor de bibliotheek daar groot getuige de hoeveelheid uitleningen, de aantallen bezoekers en de uitkomsten van het Hengelo Panel (bijna negen van de tien panelleden (88%) vinden het erg belangrijk dat Hengelo een bibliotheek heeft). In de jaren negentig van de vorige eeuw werd in Overijssel het Kulturhus als concept ontwikkeld als antwoord op de kaalslag aan voorzieningen in kleine kernen. Het concept kwam uit Scandinavië waar het Kulturhus bestaat uit een openbare bibliotheek als kern, in combinatie met een ontmoetingsruimte, een horecavoorziening, een museum, een archief, een galerie en/of een muziekzaal. In de Angelsaksische bibliotheekwereld kent men in openbare bibliotheken vaak speciale informatiepunten, zoals een Health Point, een Tourist Information Point, een Business Point, een Education Point of een Heritage Point. In het Nederlandse Kulturhus-concept werd in eerste instantie uitgegaan van een combinatie van het Scandinavische en het Angelsaksische concept, aangevuld met zakelijke dienstverlening (zoals een postkantoor) en diensten van de overheid. Later kwam daar ook de zorg bij. Het Kulturhusconcept staat voor de combinatie van profit- en non-profitorganisaties onder één dak, waarbij de bibliotheek centraal staat (bijvoorbeeld openbare bibliotheek, cultuurhistorisch centrum, volksuniversiteit, lokale omroep, postkantoor, consultatiebureau, kinderopvang, zorgloket, Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), bankfiliaal, huisarts). Het Kulturhus is méér dan een louter multifunctioneel verzamelgebouw: het aanbod is niet puur een optelsom van de programma’s van afzonderlijke instellingen, maar er wordt actief gewerkt aan een geïntegreerd en op elkaar afgestemd geheel. Aanvankelijk was het Kulturhus een concept om – met de bibliotheek als drijvende kracht – in dorpen op het platteland de daar gewenste functies beschikbaar te houden. De afgelopen jaren is de formule echter opgerukt naar de steden, eerst naar de buitenwijken en nu ook naar de centra. Het open concept biedt de ruimte aan allerlei vormen van cross over en is daarom aantrekkelijk in perioden dat wordt gezocht naar zowel kostenbesparing als inhoudelijke vernieuwing. Gesteld kan worden dat de centrale bibliotheekvestigingen in Amsterdam (de OBA), Soest (IDEA), Oss (het Maasland), Helmond en Leiden geslaagde pogingen tot cross over zijn die voortvloeien uit creatief denken over de huisvesting van maatschappelijke functies. De waarde van deze cross-overs zit hem vooral in:
het behoud van voldoende massa (financieel, organisatorisch, ruimtelijk) om als organisaties professioneel te kunnen blijven functioneren; het behoud van voldoende aanloop en gebruik; de mogelijkheid een nieuw type culturele voorziening te vormen (denk aan de combinatie van bibliotheek, expositieruimte en cultuurhistorisch centrum). Uiteraard heeft dit type van multifunctionele publieke gebouwen de nodige aantrekkingskracht op studenten en zzp’ers. Zij zijn op zoek naar goedkope, sfeervolle en inspirerende werkplekken en vinden die in de openbare bibliotheek nieuwe stijl. Het intensiever gebruik is goed voor het maatschappelijk draagvlak van de bibliotheek. Een gevolg kan wel zijn dat andere aanbieders van kantoor- en werkruimten de openbare bibliotheek gaan typeren als een (gesubsidieerde) concurrent. Omdat de bibliotheek echter opgevat moet worden als een publieke ruimte, hoeven gemeenten dit niet als bezwaarlijk te zien: de aard van deze voorziening is dat hij principieel openbaar van karakter is. De nieuwsmakende bibliotheek
De reden waarom juist de openbare bibliotheek In een enkele gemeente is de bibliotheek zich zo goed leent als drager voor vormen van doende om het Kulturhus verder te doordenken en door te voeren: daar is de bibliotheekcross over is dat de bibliotheek door het nieuwe-stijl het huis van de stad. openbare karakter van haar dienstverlening en Dit huis is daar een nieuwsproducent die door haar ruimtelijke opzet een publieke zone samenwerkt met lokale omroep en h-a-hconstitueert die voor veel groepen toegankelijk bladen. Aan het huis is soms een schrijversschool verbonden en er worden en aantrekkelijk is. De bibliotheek als is als één meerdere sites en nieuwslogs beheerd. Het huis van de weinige in staat verschillende functies is zo een hoeder van het publieke domein, van te vervullen: forum, leerplek, de vrije ruimte, de pluriformiteit, de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid. Hieraan ontmoetingsgebied, ontdekkingsruimte. In de wordt op een creatieve wijze inhoud aan. De openbare bibliotheek kan de mens traditionele uitleenfunctie maakt daar organisch deel van uit. De collectie dient mede als wereldburger zijn en tegelijkertijd zijn inspiratiebron dient voor redacteurachtige individualiteit en identiteit ervaren en voeden. bibliothecarissen die op journalistieke wijze met het dorp of de stad omgaan. De cross over tussen openbare bibliotheek en andere culturele en maatschappelijke In dit huis draait het dus om de lokale voorzieningen is ook voor de centrale informatievoorziening, om de netwerk- en spilfunctie. Er worden verbintenissen aangegaan bibliotheek van Hengelo een aantrekkelijk met het onderwijs, de kinderopvang, het perspectief. De stadsredactie van Tubantia is welzijnswerk, de ouderenbonden, de volksuniversiteit, het gemeentelijk museum, het inmiddels al naar het Beursplein verhuisd. Om collegeprogramma et cetera. deze geschetste ontwikkeling verder te Dagelijks komt een nieuwsredactie bijeen en stimuleren bepleiten wij om tevens Bureau Hengelo naar het Beursplein over te brengen en daar een (ook naar buiten toe) duidelijk zichtbare positie te geven als wegwijzer voor iedereen (van binnen en van buiten Hengelo) die een activiteit, evenement of attractie in stad of regio wil bezoeken. 6 Daarnaast stellen wij voor om te verkennen of ook een nieuw te vormen kunstuitleen in de bibliotheek kan worden ondergebracht. Als deze organisatie een passende huursom kan betalen wil de bibliotheek deze functie graag faciliteren (zoals dat ook elders veel gebeurt, ook bijvoorbeeld in Hof van Twente) en kan hiervoor op de verdieping een speciale plek inruimen. De organisatie die de kunstuitleen verzorgt kan een zelfstandige stichting zijn die kunstwerken beheert en uit de opbrengst van de exploitatie een huursom betaalt. P5F
6
P
NB: nu profileert Bureau Hengelo zich vooral als evenementenbureau; dit profiel mag dus naar de bezoeker toe wat verbreed worden.
Voorts vragen wij de gemeente om waar mogelijk te bevorderen dat maatschappelijke functies op het gebied van informatie en voorlichting in de bibliotheek worden ondergebracht. De bibliotheek vervult nu al meerdere schakels in de culturele cyclus en wordt dan in die rol alleen maar versterkt. Belangrijk voor de schakel ‘leren’ is wat de bibliotheek doet aan leesbevordering op de basisscholen. De bibliotheek heeft de ambitie om nog eens op tenminste twintig Hengelose basisscholen het project ‘bibliotheek-op-school’ te realiseren. Deze aanpak past helemaal bij de inzet van dit Toekomstplan (mikken op de jeugd) en daarom dringen wij er bij de gemeente op aan om eenmalig te investeren in een tweede tranche ‘de bibliotheek op school’ (kost ca. € 10.000 per school, exclusief de bijdrage van 7 euro per leerling van de scholen zelf 7 ). P6F
P
Naar een muziektheater-opleiding voor Hengelo Rabo-theater en Muziekschool beogen meteen in september 2014 te starten met de Muziektheateropleiding “Tracks” (werknaam). Leerlingen krijgen hier, volgens een vastgesteld multidisciplinair curriculum, lessen in de disciplines drama, zang (muziek), en dans. Ook wordt ernaar gestreefd een richting theatervormgeving aan te bieden. De lessen zijn gericht op het maken van presentaties en voorstellingen in de schouwburg waarbij livemuziek altijd een integraal onderdeel van de voorstelling vormt. Drama en theatervormgeving worden met zang, dans en muziek samengesmeed tot muziektheater op hoog niveau. Integraal onderdeel van de opleiding is het samen met de docent voorbereiden en bezoeken van professionele theatervoorstellingen in de schouwburg. De leerlingen leren kijken naar voorstellingen en zullen hun eigen standaard stap voor stap verhogen. De voorstellingen en presentaties worden uitgevoerd in de schouwburg. Elke uitvoering wordt live begeleid door een band, orkest of ensemble van gevorderde muziekleerlingen. Daarnaast kunnen er ook optredens in de stad worden verzorgd, bij andere instellingen en podia en op festivals en concoursen. Tracks wordt opgezet naar Engels model. Dit betekent dat de leerlingen opgeleid worden tot Actors. Dat wil zeggen: tot performers die álle disciplines van het theatervak beheersen. Actors moeten kunnen zingen, dansen en acteren, kortom: kunnen ‘performen’. De docenten kunnen deels op basis van bestaand of door hen zelf ontwikkeld materiaal werken, maar ze moeten tegelijkertijd de methodiek van Tracks volgen, die is afgeleid van de ‘community arts’: de belevingswereld van de leerlingen zelf, met wat hen bezighoudt en wat zij belangrijk vinden, staat daarin centraal. Zij vormen zelf de ‘bron’ voor het materiaal van de presentaties en producties. Dit leidt tot producties die aansluiten bij de eigen ideeën en ervaringen van jongeren, zij ‘maken theater’. Het profiel van ‘Tracks’ is dat van een multidisciplinaire school waar aan jonge mensen attitudes en vaardigheden worden geleerd op basis van een uitgewerkte leerlijn en intensieve training. De opleiding richt zich op jongeren uit de gehele regio. Om toegelaten te worden kan het zijn dat audities moeten worden gedaan. De opleiding zal worden opgezet op kostendekkende basis: dit betekent dat de deelnemende kinderen (of hun ouders) in beginsel een tarief voor de lessen moeten betalen waaruit de variabele kosten kunnen worden gedekt.
7
Voor startcollectie, automatisering en meubilair.
Het profiel van Tracks zal nadrukkelijk anders zijn dan dat van CREA. De invalshoek van CREA is grotendeels monodisciplinair (er worden cursussen gevolgd in meestal één discipline), terwijl de aard van het aanbod er breder en diverser is en gericht is op een breder publiek in alle leeftijden. De benadering van CREA is dus laagdrempeliger dan van Tracks: meer gericht op het zoveel mogelijk mensen van jong tot oud actief kunst laten beoefenen dan op intensieve training gericht op een van tevoren welomschreven productioneel doel. Tussen Tracks en CREA zal overleg zijn over de input die mogelijk door docenten van CREA geleverd kan worden. De betrokkenheid van CREA kan tot uiting komen in gezamenlijke marketing, in personele betrokkenheid bij bepaalde lessen en/of het voluit in een productie participeren. Het is de bedoeling dat leerlingen vanaf groep 4/5 kunnen instromen in Tracks. In september 2014 wordt gestart met vier groepen: - 8-10 jaar (groep 4 – 5 PO) - 10-12 jaar ( groep 6 – 8 PO) - 13-15 jaar (onderbouw VO) - 15-18 jaar (bovenbouw VO) Een volgende stap wordt gezet in januari 2015, als audities worden gehouden voor de te produceren Kerstmusical “Scrooge”. Hiermee start een traditie om elk jaar op Tweede Kerstdag in de grote zaal een zelf geproduceerde Kerstmusical uit te voeren. Er wordt een jaar lang intensief gewerkt aan een familievoorstelling op het hoogste (amateur)niveau, live begeleid door een orkest van gevorderde leerlingen van de muziekafdeling. Leerlingen theatervormgeving zorgen voor de decors en de kostuums. De theatertechnici van de schouwburg dragen zorg voor de technische en productionele begeleiding. Afwisselend worden “Scrooge” en “Oliver Twist” uitgevoerd. Ook voor het Primair en het Voorgezet Onderwijs zal vanuit de Muziektheater-opleiding passend aanbod worden ontwikkeld. Hierbij zal worden voortgeborduurd op het succesvolle project Feesten rond de Wereld (PO) en op andere projecten die eerder incidenteel in het PO en VO zijn gerealiseerd door Muziekschool en Schouwburg. Waar mogelijk zal het aanbod voor het primair onderwijs worden ingepast in Kunst op School. In de toekomst is het streven om het aanbod verder uit te breiden met producties van andere vormen van muziektheater. Vanuit de nieuwe opleiding zal doorstroom naar de amateurgezelschappen en muziekverenigingen en hopelijk ook naar het kunstvakonderwijs kunnen plaatsvinden. Zo ontstaat een nieuwe dynamiek in de stad. Bovendien wordt zo het talent en het publiek van de toekomst gekweekt. Bloeiend popklimaat Metropool als centrale speler in de wereld van de Hengelose jongerencultuur heeft veel potentie. Het mooie van popmuziek is dat het altijd actueel is. Popmuziek is de continue weerklank van een wereld in verandering. Het accent leggen bij de jeugd betekent in Hengelo ook: zorgen dat er een podium is dat de passieve én actieve beleving van popcultuur in al haar facetten stimuleert en faciliteert. Metropool stimuleert door het aanbieden van een uitdagend en avontuurlijk programma, dat bij voorrang aandacht schenkt aan vernieuwing, maar tegelijkertijd verantwoord omgaat met belangrijk erfgoed uit de popcultuur. Metropool faciliteert door letterlijk ruimte te bieden aan de actieve cultuurparticipatie door (vooral) jongeren en door het ontwikkelen van educatieve projecten.
Metropool’s publiek is jong: de primaire doelgroep is gemiddeld 26 jaar (16-35). Daarmee is Metropool voor veel jongeren de belangrijkste kennismaking met cultuur. Metropool bestrijkt alle vier elementen uit de cyclus leren, produceren, presenteren en interesseren. Het begint op de scholen, onder meer via het lespakket “de smaak van popmuziek”, via cultuurparticipatieprojecten met de scholen (Do i!) en via diverse eigen talentenjachten in vele genres. Vervolgens faciliteert Metropool de volgende stap: zelf muziek maken. Dit kan kunnen de jongeren leren bij de diverse cursusaanbieders (Popscool, Gitaarschool Frank Meier, Jan ter Maat drumshop, Muziekschool Hengelo, Rock und Popmuseum, Scholen Voortgezet Onderwijs, ROC, Saxion, UT, Windesheim, Musication, ArtEZ Popakademie) en daarna in de praktijk brengen in de oefenruimten van Metropool. Een extra steun in de rug daarbij is de mogelijkheid om digitaal op te nemen (zowel audio als video) en deze opnames te gebruiken voor promotiedoeleinden. Het lokale talent kan zich via Metropool ook presenteren: bijvoorbeeld via Kickstart! of via de leerlingenpresentaties van de muziekscholen. En als ze een flinke stap verder zijn: als voorprogramma van een landelijke of internationaal gevierde artiest of band. Zo wordt dan het grote publiek bereikt en worden weer nieuwe jongeren voor muziek enthousiast gemaakt. Belangrijk in deze creatieve cyclus is ook de betrokkenheid van Metropool bij diverse festivals in de regio zoals Zwarte Cross, Dauwpop, Geuzenpop, Summer Square (popfestival van Metropool), Bevrijdingsfestival Overijssel, Stöppelhaene, Ribs & Blues, Welle Village. Daar wordt nieuw publiek opgekweekt en wordt de reikwijdte van de popmuziek verder vergroot. Het ROC en Metropool zijn twee magneten die jongeren uit de hele regio naar Hengelo trekken. Daarnaast is in Hengelo een relatief groot aantal jongeren als popmuzikant actief. Er is sprake van een b(l)oeiend popklimaat in de stad. Metropool heeft de wens om zijn kernactiviteiten nog verder uit te bouwen. Dit is ook nodig om de ambitie waar te maken nóg ondernemender te zijn en een bezuiniging van € 100.000 op te kunnen vangen. Het realiseren van deze ambitie is alleen mogelijk als de programmeringsmogelijkheden verder worden vergroot. Metropool denkt hierbij in vier richtingen. Deze vergen nader overleg met de gemeente en met andere betrokkenen in de stad. De opties die Metropool voor ogen staan zijn de volgende: 1. Meer mogelijkheden om grotere acts te accommoderen; dit kan door de zaalcapaciteit van Metropool van 850 richting de 1000 te vergroten (door aan de achterzijde het pand uit te breiden). Metropool kan hiermee haar bestaande aanbod uitbouwen én beter benutten. Dit laatste is vooral aantrekkelijk nu Metropool er steeds beter in slaagt artiesten en bands naar Hengelo te halen die volle zalen trekken. Een grotere zaalcapaciteit betekent enerzijds andere artiesten en bands en anderzijds meer bezoekers voor acts die nu uitverkopen. Daarmee wordt het popaanbod in Hengelo voor publiek, acts en bookers nóg aantrekkelijker. Met de Gemeente Hengelo wil Metropool investeringen vinden om de zaalcapaciteit uit te bouwen. 8 2. Daarnaast zet Metropool onverminderd en vol ambitie in op allianties buitenshuis. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking die recent is aangegaan met het openluchttheater Hertme. Ook is, in samenwerking met het Rabotheater, een start gemaakt met gezamenlijke seated concerts; P7F
8
NB: de Kwartiermaker stelt vast dat het Rabotheater graag een andere oplossing zou zien, namelijk dat er – in onderlinge afstemming - meer gebruik wordt gemaakt van de capaciteit van de grote zaal van de schouwburg (1.250 plaatsen). De Kwartiermaker adviseert de gemeente eventueel nader onderzoek in te stellen naar de kosten en opbrengsten van de alternatieven.
3. Het ontwikkelen en realiseren van een nieuw groot muziekfestival voor Hengelo en de gehele regio, en (in relatie hiermee:) 4. Het creëren van uitloopmogelijkheden vanuit het gebouw van Metropool richting plein, dit in geval van evenementen. Metropool vraagt in dit verband aan de gemeente om het plein geschikt te maken als evenementenlocatie, De milieuregelgeving is hierbij een factor om rekening mee te houden. De gemeente moet toezien op de naleving van de wettelijke normen wat betreft geluidhinder en kan niet zonder meer ontheffing verlenen aan organisatoren van culturele evenementen. Metropool vraagt de gemeente om voor het plein heldere beleidsuitgangspunten te formuleren, bijvoorbeeld door het vaststellen van een maximaal aantal dagen in het jaar dat het plein ‘belast’ mag worden, gekoppeld aan een maximaal toegestaan aantal decibels in relatie tot specifieke tijdstippen op de dag. Het verhaal van Hengelo: KenT In onze visie vormt het culturele cluster HEIM/HMH/CREA, eventueel aangevuld met Scala en de tentoongestelde Hotlo dieselmotor straks de biotoop waarin vakmanschap, creativiteit en (kennis van) vernieuwing getoond en beleefd kunnen worden. Het accent ligt er op de Hengelose maakcultuur, de creatieve bedrijvigheid. In dit clusters worden de diverse historische collecties die de stad rijk is geïntegreerd tot één presentatie van de preindustriële, industriële en cultuurgeschiedenis van metaalstad Hengelo. Een centrale rol hierin moet de cultuureducatie hebben: het verhaal van Hengelo moet aan zoveel mogelijk jeugdigen worden verteld. Daartoe zullen de collecties van HEIM en HMH (die in belangrijke mate complementair zijn) naast en door elkaar worden gepresenteerd zodanig dat – in de geest van de historicus Johan Huizinga – net als bij het nieuwe Rijksmuseum het historische verhaal wordt verteld door het organisch met elkaar verbinden van afbeeldingen, beelden, objecten en tekst. En daartoe zullen de scholieren in Hengelo en omgeving actief verleid moeten worden om het museumcluster te bezoeken. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor het Onderwijsbureau van CREA. Techniekmuseum HEIM heeft in de afgelopen periode het plan ‘Van tempel naar dorpsplein’ ontwikkeld. Dit is een plan voor een museaal netwerk in Hart van Zuid. HEIM en HMH zijn in gesprek over de in dit plan omschreven ideeën en werken dit plan nu verder uit. Het voorstel is om het museum ruimtelijk te realiseren door twee monumentale gebouwen - de voormalige bedrijfsschool van Stork (het huidige Techniekmuseum) en het voormalige ketelhuis van hetzelfde bedrijf - door middel van een aansprekende nieuwbouw met elkaar te verbinden. Hierdoor ontstaat (a) architectonische meerwaarde en wordt (b) een bijdrage geleverd aan het behoud van industrieel erfgoed. Door het Hotlo-project in deze plannen te betrekken krijgt Hengelo op een relatief compact gebied een publiekstrekker op nationale schaal. De uitvoering van het project zal in fases plaatsvinden. Deze fases worden bepaald door het tempo waarin de beoogde locatie beschikbaar komt en de wijze waarop de samenwerking tussen de beide Hengelose musea, de Stichting SOS Hotlo, de gemeente en Warmtenet kan worden geconcretiseerd. In het plan van HEIM en HMH worden drie scenario’s uitgewerkt. Het plan voor het museumcluster borduurt voort op de gemeentelijke nota “Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo” die in december 2008 aan de betrokken instellingen werd gepresenteerd. In die nota werden al de aanzetten gegeven tot de oprichting van een gezamenlijk depot, een virtueel museumplein en een nauwere organisatorische en inhoudelijke samenwerking met Historisch Museum Hengelo. Als ideaalbeeld schetste de
nota een Museumkwartier in Hart van Zuid, waarbij alle sporen van industrieel erfgoed met elkaar verbonden worden. Het Museumkwartier clustert daarbij het volgend onroerend erfgoed: • Hijsch-complex • Wilhelminaschool • Tuindorp ‘t Lansink • Schoolgebouw Willem de Clerqstraat / Aya Sofia Moskee • Gieterij - ROC van Twente • Ketelhuis Stork • Schoorsteen Stork • Koeltorens • Dikkers-complex • Brandweerkazerne • het Verenigingsgebouw. Het ‘museaal complex’ kan een uniek scharnier zijn tussen ‘oud’ en ‘nieuw’, tussen leren en werken, tussen informatie geven en kennis delen, wanneer het ook een plaats krijgt te midden van organisaties en bedrijven die meerwaarde leveren en meerwaarde geleverd kunnen worden. Uitbreiding van de Wilhelminaschool met enerzijds het ernaast liggende Ketelhuis van Stork en anderzijds het Dikkersgebouw lijkt daarbij de beste optie, al kan in plaats van het Dikkersgebouw ook het Verenigingsgebouw worden ingezet. In dit gebouw moet behalve Scala en CREA ook een gezamenlijk depot zijn plek krijgen. Bovendien bepleiten wij om hierin een theaterzaal te realiseren zodat de amateurverenigingen in de stad een betaalbare presentatieplek hebben (nb: het Verenigingsgebouw beschikt al over zo’n zaal en in het Dikkersgebouw is deze relatief makkelijk te realiseren). Het plein voor het Verenigingsgebouw en Metropool kan worden omgevormd tot cultuurplein (zie de vorige paragraaf). Door Ketelhuis en Wilhelminaschool met aansprekende nieuwbouw te verbinden kan op deze plaats een nieuw hoogtepunt ontstaan in de ontwikkeling van Hart van Zuid. Voor het netwerkmuseum zijn ‘draagvlak’ en ‘beleving’ de sleutelbegrippen. Het museaal complex op deze plaats biedt alle mogelijkheden voor beide. De essentie van de beoogde inhoudelijke verandering is dat de museale collectie niet langer als doel wordt gebruikt, maar als middel om bezoekers een verhaal te vertellen, iets te verduidelijken, uit te leggen en te prikkelen zelf nader onderzoek te gaan doen. Belangrijk daarbinnen worden de educatieve afdelingen op het gebied van erfgoed en techniek. Ontdekken en experimenteren vindt in het gehele complex plaats, maar de educatieve afdelingen geven de gelegenheid om in groeps- en klassikaal verband zelf aan de slag te gaan, volwassenen en kinderen. Een belangrijke uiting hiervan is het recent gerealiseerd Technieklokaal van HEIM en CREA. Voor meer informatie over het Museumkwartier en de mogelijkheden voor gefaseerde realisatie van dit plan verwijzen wij naar het document ‘Van tempel naar dorpsplein’ dat recent is uitgekomen. Behalve een gefaseerde aanpak schetst dit plan ook de noodzaak van de beoogde musea vernieuwing, de diverse ruimtelijke opties en het inhoudelijke concept (en wat dit voor de museale indeling betekent).
Collecties en presentaties Zoals hiervoor aangegeven stellen wij voor in het Museumkwartier het verhaal van Hengelo te vertellen. Dit roept de vraag af hoe aangekeken moet worden tegen de diverse archieven, collecties en potentiele presentatieplekken die de stad rijk is. Wij stellen voor een duidelijke redenering op hoofdlijn hierop los te laten en een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente, HEIM, HMH en CREA de opdracht te geven dit verder uit te werken. De denkrichting is als volgt: • Archieven. De diverse archieven zoals in Hengelo aanwezig vertegenwoordigen het collectieve geheugen van de stad. De gemeente gaat voor zijn eigen documenten een nieuw archief realiseren in het te verbouwen stadhuis. Andere archieven – zoals van het Historisch Museum Hengelo - kunnen hierbij worden ondergebracht. Als tijdig wordt geïnventariseerd om welke materialen het gaat (papieren documenten, boeken, foto’s, filmmateriaal, geluidsopnamen), kan hiermee bij de (her)inrichting van het gemeentearchief rekening worden gehouden. Een belangrijk voordeel van deze concentratie van het archiefmateriaal is dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de uitstekende klimatologische omstandigheden die in het nieuwe gemeentearchief zullen worden gecreëerd. Wel moeten natuurlijk goede afspraken worden gemaakt, o.a. over de toegankelijkheid van het archiefmateriaal voor de vrijwilligers van HEIM en HMH. Ook de toegankelijkheid voor het publiek, in combinatie met de toelichtende historische expertise moet worden gewaarborgd. De vrijwilligers van HMH en Heim, die mede de kennisdragers zijn van deze expertise moeten in de toekomstige structuur worden opgenomen. Dit is ook voor de verdere ontwikkeling en uitbouw van het archief belangrijk. • Depot Zowel de gemeente als diverse organisaties hebben behoefte aan depotruimte voor het opbergen van roerend erfgoed, waaronder schilderijen en waardevolle objecten. Voorgesteld wordt een klimatologisch verantwoorde gezamenlijke depotruimte te realiseren in het Dikkersgebouw of het Verenigingsgebouw, onder auspiciën van HEIM, CREA en Historisch Museum Hengelo. • Presentatie Dezelfde organisaties kunnen het tonen van de waardevolle en interessante objecten op zich nemen. Conform het hiervoor gemaakte plan van Oerdwister (Klaas Gert Lugtenborg) krijgen de historische objecten, cultuurhistorisch waardevolle zaken en het industriële erfgoed een plek in het nieuwe historische museum. De bijzondere kunstwerken (een uitsnede van de collecties van gemeente, HMH, en AkkuH) kunnen ten dele eveneens in het museum worden getoond (vooral waar dit ondersteunend en verduidelijkend is ten opzichte van andere daar aanwezige objecten) en kunnen daarnaast worden geëxposeerd in het vacant komende Van Benthem-huis. Dit is een prachtige locatie voor de nationaal en zelfs internationaal tot de verbeelding sprekende kunstcollectie van Hengelo. Het is passend dat het Van Benthemhuis op die manier een aantrekkelijke herbestemming krijgt en bovendien behoudt het stadscentrum op die manier een belangrijke culturele functie. De doelgroep van dit soort kunsttentoonstellingen is op de stedelijke centra georiënteerd en zo krijgt Hengelo in dit opzicht een interessante ‘trekker’. Het Van Benthemhuis kan in bezit blijven van de stichting Oald Hengel. De oudbouw kan – ingericht als klassiek particiërshuis - de 19e eeuwse kunst tonen, de aanbouw kan worden gewijd aan de 20e eeuwse kunst. De deelcollecties kunnen in eigendom blijven bij de diverse organisaties, inclusief de gemeente: via bruikleenovereenkomsten kan het
gebruik worden geregeld, bijvoorbeeld met een daartoe uit te nodigen of op te richten stichting die de vleugel bij het Van Benthemhuis ‘programmeert’. Naast het tonen van de museale kunstcollectie van Hengelo kan die stichting het eventueel ook op zich nemen om wisselende, tijdelijke tentoonstellingen van eigentijds werk in de vleugel bij het Van Benthemhuis te verzorgen. Wellicht kan de stichting Heartpool hierin een rol vervullen. Het beschikbare beeldende kunstgeld kan voor de activiteiten in dit ‘kunstcentrum Van Benthem’ worden ingezet.
Financiële en regeltechnische vertaling Uit het voorgaande vloeien diverse financiële voorstellen voort. Sommige daarvan zijn structureel van aard, andere incidenteel. Alle hebben ze betrekking op de relatie tussen de gemeente en de culturele kerninstellingen. Met dit plan wordt gevraagd om een aantal financiële relaties te herijken of te herzien.
Bouwlaag 4
Verlaging totale subsidiebudget De kernorganisaties accepteren dat het totale subsidiebudget wordt verlaagd tot € 6.534.360 in 2015. Dit is € 300.000 minder dan het niveau 2013: een pittige opgave voor de betrokken instellingen. Van dit bedrag zal Metropool gefaseerd € 100.000 voor zijn rekening te nemen op voorwaarde dat de gemeente de mogelijkheden om te ondernemen aanzienlijk verruimt. Wij stellen voor om de fasering zodanig vorm te geven dat Metropool gedurende vier jaar de kans krijgt het ondernemerschap verder uit te bouwen. De vormgeving is dan zo dat door die fasering de gemeente in 2015 eenmalig minder dan € 300.000 bespaart (nl. slechts 275.000), maar vanaf 2017 structureel juist meer, namelijk € 325.000. Wij gaan ervan uit dat de gemeente het culturele ondernemerschap zal willen bevorderen en pogingen in het werk zal stellen om Metropool de gevraagde ruimte te bieden. De subsidiekorting kan dan als volgt worden doorgevoerd:
subsidie 2013
korting 2014
korting 2015
korting 2016
korting 2017
Bibliotheek
€
2.441.070
€
53.700
€
97.000
€
97.000
€
97.000
Muziekschool
€
1.465.580
€
32.000
€
58.000
€
58.000
€
58.000
Rabotheater
€
1.185.310
€
24.000
€
41.000
€
41.000
€
41.000
Metropool
€
1.016.490
€
25.000
€
50.000
€
75.000
€
100.000
CREA
€
470.420
€
10.000
€
19.000
€
19.000
€
19.000
Techniekmuseum HEIM
€
255.490
€
5.300
€
10.000
€
10.000
€
10.000
€
25.000-
€
300.000
Subsidies kernvoorzieningen
Tijdelijk transformatiebudget subtotaal
€
6.834.360
€
150.000
€
275.000
€
300.000
De korting van € 300.000 (opgelegd bij de laatste Voorjaarsnota) wordt derhalve vertaald is een proportionele korting van 4% (per 2015) op de gemeentelijke subsidies aan alle organisaties met uitzondering van Metropool. Wij vragen de gemeente in het najaar van 2013 (uiterlijk bij de begrotings-behandeling 2014) duidelijkheid te geven over de mogelijkheden om Metropool meer te laten ondernemen. Uiteraard is het zo dat hoe de korting ook wordt verdeeld over de organisaties, deze altijd pijn doet. De organisaties kunnen deze forse ingreep slechts met grote moeite opvangen. In dit document is aangegeven wat hiertoe de zoekrichtingen (en dus de gevolgen) zijn. Een aparte opmerking moet nog worden gemaakt over de openbare bibliotheek: voor haar is de korting van € 97.000 vanaf 2015 slechts op te brengen als daar inderdaad substantiële nieuwe inkomsten uit verhuur tegenover staan. Mocht dit niet gerealiseerd kunnen worden, dan is aanpassing van het kortingsbedrag noodzakelijk omdat anders de absolute ondergrens van wat voor de bibliotheek mogelijk is wordt overschreden. Wij stellen voor om met het oog hierop, maar ook in verband met andere knelpunten die kunnen optreden, de € 25.000 die vanaf 2017 extra wordt bezuinigd tijdelijk op te vatten als transformatiebudget. Wij stellen verder voor om de structurele subsidiemiddelen die zijn gereserveerd voor beeldende kunst (€ 75.000) aan te wenden voor het beheer van de nieuw te vormen kunstcollectie Hengelo in ‘kunstcentrum Van Benthem’ en voor het, parallel hieraan, houden van wisselende exposities met actueel werk. Inwoning Voorgesteld wordt Bureau Hengelo en een kunstuitleen onder te brengen in het Beursplein, bij de bibliotheek. Bureau Hengelo en de kunstuitleen moeten hiervoor een normale, marktconforme huur betalen. Deze huuruitgaven komen ten goede aan de bibliotheek. Of de toekomstige huurlast van Bureau Hengelo hetzelfde is als thans, kan nu nog niet worden overzien. Ook kan nu nog niet worden ingeschat wat het ruimtebeslag van de kunstuitleen zal zijn. Dit zal nader moeten worden onderzocht. Uit de exploitatie van de kunstwerken moet de huursom van de kunstuitleen kunnen worden opgebracht. Investeringen: nu vanwege de lage rente! Liggende gelden van de gemeente leveren op dit moment weinig rente-inkomsten op. Lucratiever voor de gemeente is het om nu een aantal knelpunten weg te werken, zeker als
hierdoor de subsidielast van organisaties structureel kan dalen of toekomstige kosten kunnen worden vermeden. In dit kader doen wij de volgende voorstellen. • Investeren in aanpassing van het klimaatsysteem van Metropool opdat de structureel hoge energielasten (€ 60.000 op jaarbasis, 5.000 per maand, veroorzaakt door een niet goed functionerend klimaatsysteem en energieklasse G van het totale pand) omlaag gaan (dit levert een directe substantiële kostenbesparing op die zich onmiddellijk kan vertalen in minder subsidie-afhankelijkheid); • In het verlengde hiervan: investeren in een breed onderzoek bij alle kerninstellingen naar mogelijkheden tot optimalisering van het energiegebruik. Techniekmuseum HEIM wil graag het voortouw nemen voor zo’n onderzoek naar de mogelijkheden om bij alle organisaties middels geavanceerde technologische ingrepen de energielasten omlaag te brengen. Doel is de kosten binnen vijf à tien jaar terug te verdienen; • Investeren in het geschikt maken van het Van Benthemhuis als expositiecentrum /kunstcentrum (kostenraming moet worden gemaakt); • Investeren in “de bibliotheek op school” zodat dit op alle Hengelose basisscholen wordt ingevoerd: kosten ca. € 10.000 per school. De ambitie is om nog eens twintig scholen te bereiken. U
U
Kwijtschelden leningen Leningen op de balans belemmeren de mogelijkheid om nieuw vreemd vermogen aan te trekken. Bovendien vormen ze een molensteen om de nek van sommige organisaties. Doordat de rente of het aflossingsritme soms jaren geleden is bepaald en vrij hoog ligt, lukt het alsmaar niet een gezonde bedrijfspositie op te bouwen. Wij vragen de gemeente dringend de organisaties eenmalig te hulp schieten door: • Kwijtschelden van de lening aan HEIM ad € 1,1 mln, opdat HEIM volop kan acteren als motor in de gebiedsontwikkeling van het Museumkwartier; • Wegwerken van de leningen aan Rabotheater. Nader onderzoek en plannen van aanpak Voorts bepleiten wij dat de gemeente op korte termijn de beide huisvestingsopties voor CREA/Scala/depot (Verenigingsgebouw of Dikkersgebouw) samen met de beoogde gebruikers nader op haalbaarheid onderzoekt. Nader bezien moet daarbij worden welke bijdrage van de gemeente nodig en mogelijk is, dit ook in relatie tot de beoogde (gezamenlijke) depotfunctie. Als de eerste voorkeur (het Verenigingsgebouw) niet mogelijk mocht blijken, vragen wij de gemeente om de tweede voorkeur (het Dikkersgebouw) nader te onderzoeken, dit is in samenspraak met de huidige eigenaar (EMGA) Daarnaast stellen wij voor om het plan ‘Van tempel naar dorsplein’ gefaseerd te realiseren. Tezamen met de stakeholders (HEIM, Historisch Museum Hengelo, CREA, Scala etc) moet een plan van aanpak worden opgesteld en een comité van aanbeveling geformeerd, gericht op fondsenwerving. Naar schatting zal er tussen de € 1,5 en € 3,5 mln. benodigd zijn. Ook zal de gemeente zelf natuurlijk een bijdrage moeten leveren om dit voor Zuid zo aansprekende plan te laten slagen. Ter facilitering van de fusie van muziekschool en Rabotheater verzoeken wij een financiële bijdrage van de gemeente in: - een haalbaarheidsonderzoek naar optimalisatie van de huisvestingssituatie van beide organisaties, met medeneming van de optie van inwoning door andere partners; - de kosten van (de begeleiding van) het fusieproces.
Verkopen deel kunstcollectie Zoals aangegeven stellen wij voor om tot integratie van de kunstcollecties te komen. Onmiskenbaar is daarbij echter het feit dat (a) niet alle kunstwerken de moeite van het behouden waard zullen zijn, (b) het niet doenlijk zal blijken alle kunst te exposeren en (c) het verzekeringstechnisch en klimatologisch niet mogelijk zal zijn bepaalde waardevolle werken ten toon te stellen. Wij stellen daarom voor een collectieplan te maken, een kerncollectie voor Hengelo te definiëren en de werken te selecteren op wat getoond kan/moet worden, wat voor Hengelo behouden moet worden en wat afgestoten kan/moet worden. Vervolgens stellen wij voor om: • een deel van de werken die het moeite van het behouden waard is te bestemmen voor uitleen; • een deel van de collectie te verkopen en de opbrengst aan te wenden voor de realisatie van het plan ‘Van tempel naar dorpsplein’. Omdat bij de af te stoten kunstwerken ook werken zullen zijn van gerenommeerde kunstenaars (bv. werken die klimatologisch of verzekeringstechnisch toch niet getoond kunnen worden) verwachten wij dat met deze opschoningsactie een aanzienlijk bedrag bijeengebracht kan worden.
Samenvattend: samen stappen zetten! Hieronder volgt een samenvatting van dit rapport. Daaraan voorafgaand benadrukken de culturele organisaties dat zij hopen dat de gemeente de integrale benadering die in dit rapport is verwoord is met woord en daad wil steunen. Van de culturele organisaties wordt veel verwacht: een aantal moet komende jaren de bedrijfsvoering ingrijpend veranderen om financieel gezond te blijven. De gemeente mag dit van de organisatie verwachten, maar kan en moet zelf ook waar nodig een bijdrage leveren. Alleen door samen stappen te zetten kan een toekomstbestendige structuur worden gerealiseerd. U
U
Zoals bekend hebben de gesubsidieerde culturele instellingen de handschoen opgepakt om te komen tot een toekomstbestendige cultuursector. De richting die de gemeente aangaf was daarbij duidelijk: er moet worden gekomen tot intensievere samenwerking tussen de organisaties en tot efficiënter functionerende kernvoorzieningen. Met ondersteuning van BMC (Cor Wijn) is dit plan tot stand gekomen, waarbij de volgende leidende principes zijn geformuleerd: 1. Het financieel budget voor de kerninstellingen is beperkt. Bij de Voorjaarsnota is dit bepaald op € 6.509.360. 2. Vernieuwing is nodig; 3. De sector moet zo flexibel en ondernemend mogelijk worden; 4. Er moet worden gekozen voor het inzetten van gemeenschapsgelden vooral voor de jeugd; 5. Cultuur maakt een stad aantrekkelijk. Culturele functies moeten als het kan een bijdrage leveren aan de stedelijke ontwikkeling. Er wordt ingezet op het maken en/of versterken van vier biotopen waarin langjarig een vruchtbare ontwikkeling kan plaatsvinden: a. De bibliotheek samen met andere organisaties en initiatieven op het gebied van informatie-overdracht; b. Schouwburg en Muziekschool; programmering, faciliteiten en educatie; c. Metropool: programmering, educatief programma, begeleidende activiteiten, oefenruimten; d. het Museumkwartier, bestaande uit het Hengelos Educatief Industrie Museum (HEIM), het Historisch Museum Hengelo (HMH) en CREA Centrum voor Kunsteducatie: vertellen van ‘het verhaal’ van Hengelo, het verder ontwikkelen van erfgoed-, cultuur- en techniekeducatie plus het uitvoeren van het hoofdaannemerschap kunst- en cultuureducatie. De cluster theater/muziekschool bewerkstelligt dat: • de Muziekschool een impuls krijgt qua ondernemerschap en flexibel werken: het Rabotheater is stevig en heeft zijn sporen qua ondernemerschap verdiend; • er toekomstig podiumkunstpubliek wordt gekweekt; • er een interessante nieuwe jeugdmuziektheateropleiding van de grond kan komen; • Het Rabotheater de deur openhoudt voor intensieve samenwerking of fusie op termijn met andere podia in de regio. De biotoop museumkwartier krijgt een impuls omdat:
• • • • • • •
Er een gezamenlijke presentatie komt van de collectie Hengelo: historie, cultuurhistorie en industrieel erfgoed; CREA aan HEIM en HMH de know how en contacten geeft op het gebied van de cultuureducatie nodig om het historisch erfgoed bij de jeugd te brengen; CREA een nieuwe, goed functionerende accommodatie nodig heeft en die (eventueel samen met Scala) kan vinden in Hart van Zuid (Dikkersgebouw of Verenigingsgebouw); Er een stevige clustering van organisaties komt met mogelijkheden voor gemeenschappelijk management. de totstandkoming van het Technieklokaal (een initiatief van HEIM en CREA) een voorbode is voor wat er op het snijvlak van kunst en techniek mogelijk is; De link tussen Hart van Zuid en Scala Welzijn interessante mogelijkheden biedt. Scala richt zich (ook) op ontplooiing en werkt geregeld samen met Metropool. Voorts heeft het – net als CREA – een nauwe band met de scholen. In deze biotoop vrijwillige inzet en eigen kracht een belangrijke factor spelen. Dit is een waarde in zich die gekoesterd en verder uitgebouwd moet worden.
Belangrijk in dit plan is dat de creatieve cyclus in elk van de vier clusters een rol heeft en (zo mogelijk) versterkt moet worden. De cyclus vormt daarmee de inhoudelijke kern van elk van de clusters, die verder ook om organisatorische redenen ingegeven zijn. Wat betreft de biotoop openbare bibliotheek geldt dat de afgelopen periode al vele samenwerkingsrelaties zijn opgezet (o.a. met bibliotheek Hof van Twente wat betreft gedeeld management, met de Rijnbrink-groep, met de scholen en in het Kulturhus Hasselo). Voor de bibliotheek ligt de uitdaging de komende jaren in het (verder) flexibiliseren van de personele inzet (minder vaste krachten, meer flexibel personeel, meer inzet van vrijwilligers) en het multifunctioneler maken van de vierkante meters waarover de bibliotheek beschikt. Concreet wordt voorgesteld om – in navolging van de stadsredactie van Tubantia – nu ook Bureau Hengelo en zo mogelijk een initiatief op het gebied van kunstuitleen bij de bibliotheek onder te brengen. Het perspectief daarbij is dat van het cultuurhuis in het centrum van de stad. Dit open concept biedt de ruimte aan allerlei vormen van cross over en is daarom aantrekkelijk in perioden dat wordt gezocht naar zowel kostenbesparing als inhoudelijke vernieuwing. De waarde van deze cross-overs zit hem vooral in: het behoud van voldoende massa (financieel, organisatorisch, ruimtelijk) om als organisaties professioneel te kunnen blijven functioneren; het behoud van voldoende aanloop en gebruik; de mogelijkheid een nieuw type culturele voorziening te vormen. Voor de biotoop schouwburg/Muziekschool geldt dat zij zo mogelijk per 1 juli 2014 van start willen gaan met een gefuseerde organisatie. Beoogd wordt een kwalitatief hoogwaardige biotoop op het vlak van de podiumkunsten waarin professionals kunnen excelleren in het begeleiden van talentvolle jongeren. Het hierbij horende bedrijfsmodel zal anders zijn dan die van de huidige muziekschool. Gefaseerd zal worden toegewerkt naar een klein(er) stafbureau, omringd door (groepen van) docenten (evt. georganiseerd in corporaties of maatschappen) waarvan sommige als zelfstandige zullen functioneren (in het netwerk van de school) en andere een arbeidsrelatie met de school zullen onderhouden. Rabotheater en Muziekschool willen meteen starten met hun nieuwe muziektheateropleiding. Leerlingen krijgen hier, volgens een vastgesteld multidisciplinair curriculum, lessen in de disciplines drama, zang (muziek), en dans. Ook wordt ernaar gestreefd een richting
theatervormgeving aan te bieden. De lessen zijn gericht op het maken van presentaties en voorstellingen in de schouwburg waarbij live-muziek altijd een integraal onderdeel van de voorstelling vormt. De voorstellingen en presentaties worden uitgevoerd in de schouwburg. Het profiel van de opleiding is dat van een multidisciplinaire school waar aan jonge mensen attitudes en vaardigheden worden geleerd op basis van een uitgewerkte leerlijn en intensieve training. De opleiding richt zich op jongeren uit de gehele regio. Om toegelaten te worden kan het zijn dat audities moeten worden gedaan. De opleiding zal worden opgezet op kostendekkende basis: dit betekent dat de deelnemende kinderen (of hun ouders) in beginsel een tarief voor de lessen moeten betalen waaruit de variabele kosten kunnen worden gedekt. Het profiel van Tracks zal anders zijn dan dat van CREA. Met CREA zal overleg zijn over o.a. de input die geleverd kan worden. De popbiotoop wordt gekenmerkt door een breed uitwaaierend netwerk met metropool als middelpunt. Metropool kent door zijn ontstaansgeschiedenis en werkwijze al een ondernemende en flexibele bedrijfscultuur. Er wordt veel gewerkt met zzp-ers en flexibele contracten en de inbreng van de vrijwilligers in het geheel is belangrijk. Metropool zou graag nóg ondernemender kunnen en willen zijn. Men ziet mogelijkheden om de eigen inkomsten verder te laten groeien, maar heeft daarvoor op drie punten de medewerking van de gemeente nodig: bij het versneld wegwerken van het negatief eigen vermogen, bij het aanpassen van de horecavergunning en het verbeteren van het onnodig dure klimaatsysteem. Komt de medewerking van de gemeente er, dan kan Metropool stapsgewijs (d.w.z. over een periode van vier jaar) in totaal € 100.000 terug in subsidie. Subsidie en ondernemerschap zijn bij Metropool communicerende vaten: hoe meer er ondernomen mag worden, hoe minder subsidie nodig is. Metropool heeft dus de wens om zijn kernactiviteiten nog verder uit te bouwen. Het realiseren van deze ambitie is alleen mogelijk als de programmeringsmogelijkheden verder worden vergroot. De opties die Metropool voor ogen staan zijn de volgende: 1. Meer mogelijkheden om grotere acts te accommoderen; dit kan door de zaalcapaciteit van Metropool van 850 richting de 1000 te vergroten (door aan de achterzijde het pand uit te breiden). Een grotere zaalcapaciteit betekent enerzijds andere artiesten en bands en anderzijds meer bezoekers halen op artiesten en bands die nu komen en uitverkopen. Met de Gemeente Hengelo wil Metropool investeringen vinden om de zaalcapaciteit uit te bouwen (NB: de Kwartiermaker stelt vast dat het Rabotheater graag een andere oplossing zou zien. Hij adviseert de gemeente eventueel nader onderzoek te doen); 2. Inzetten op allianties buitenshuis (zoals met Hertme en het Rabotheater); 3. Het ontwikkelen en realiseren van een nieuw groot muziekfestival: 4. Het creëren van uitloopmogelijkheden vanuit het gebouw van Metropool richting plein, dit in geval van evenementen. In de (concept) cultuurnota 2013-2020 KenT U Hengelo? wordt gesteld dat kunst en techniek een gouden combinatie vormen. Deze visie kan volledig worden onderschreven. In de afgelopen maanden is voor de museumfuncties in Hart van Zuid een ontwikkelingsplan gemaakt. Techniekmuseum HEIM, het Historisch Museum Hengelo (HMH) en CREA Centrum voor Kunsteducatie willen hiervan de dragende organisaties zijn. Concreet betekent dit dat het HMH (onder voorwaarden) voornemens is met haar collectie te verhuizen naar een plek in de directe nabijheid van HEIM, om zodoende ter plekke het gehele (historische) verhaal van Hengelo te kunnen laten zien en vertellen. CREA kan vanuit haar expertise HEIM en HMH helpen de brug naar de jeugd en het onderwijs te slaan.
Daarbij ziet CREA in een samenwerking met Scala mogelijkheden om het gebruik van vierkante meters te optimaliseren en efficiencywinst te realiseren wat betreft de bedrijfsvoering. Vanuit het cluster HEIM/HMH/CREA zal CREA (en i.h.b. het Onderwijsbureau van CREA) het hoofdaannemerschap wat betreft de cultuureducatie in de stad vervullen. Hoe de samenwerking tussen de organisaties gestalte zal krijgen moet nog nader worden bekeken. Voor wat betreft HEIM/HMH wordt vooralsnog uitgegaan van wordt uitgegaan van een situatie van ‘voordeurdelers’ en wellicht een gemeenschappelijke ‘huismeester.’ De bestaande stichtingen HEIM/HMH blijven eigenaar van hun collecties. De essentie van de beoogde inhoudelijke verandering is dat de museale collectie niet langer als doel wordt gebruikt, maar als middel om bezoekers een verhaal te vertellen, iets te verduidelijken, uit te leggen en te prikkelen zelf nader onderzoek te gaan doen. Belangrijk daarbinnen worden de educatieve afdelingen op het gebied van erfgoed en techniek. Ontdekken en experimenteren vindt in het gehele complex plaats, maar de educatieve afdelingen geven de gelegenheid om in groeps- en klassikaal verband zelf aan de slag te gaan, volwassenen en kinderen. Een belangrijke uiting hiervan is het recent gerealiseerd Technieklokaal van HEIM en CREA. Een nieuwe benadering is nodig wat betreft de diverse archieven, collecties en potentiële presentatieplekken die de stad rijk is. Voorgesteld worden om drie sporen te volgen: • Archieven. De gemeente gaat voor zijn eigen documenten een nieuw archief realiseren in het te verbouwen stadhuis. Andere archieven – zoals van het Historisch Museum Hengelo kunnen hierbij worden ondergebracht. • Depot Voorgesteld wordt een klimatologisch verantwoorde gezamenlijke depotruimte te realiseren in het Dikkersgebouw of het Verenigingsgebouw, onder auspiciën van HEIM, CREA en Historisch Museum Hengelo. • Presentatie Conform het hier plan van Oerdwister krijgen de historische objecten, cultuurhistorisch waardevolle zaken en het industriële erfgoed een plek in het nieuwe historische museum. De bijzondere kunstwerken (een uitsnede van de collecties van gemeente, HMH, en AkkuH) kunnen ten dele eveneens in het museum worden getoond en kunnen daarnaast worden geëxposeerd in het vacant komende Van Benthem-huis. De oudbouw kan – ingericht als klassiek particiërshuis - de 19e eeuwse kunst tonen, de aanbouw kan worden gewijd aan de 20e eeuwse kunst. Naast het tonen van de museale kunstcollectie van Hengelo kunnen er ook wisselende, tijdelijke tentoonstellingen van eigentijds werk in de vleugel bij het Van Benthemhuis worden gehouden. Het beschikbare beeldende kunstgeld kan voor de activiteiten in dit ‘kunstcentrum Van Benthem’ worden ingezet. Uit het plan vloeien diverse financiële voorstellen voort. Sommige daarvan zijn structureel van aard, andere incidenteel. Alle hebben ze betrekking op de relatie tussen de gemeente en de culturele kerninstellingen. Met dit plan wordt gevraagd om een aantal financiële relaties te herijken of te herzien. Een belangrijk element – naast de korting op de structurele subsidies – is daarbij het verzoek aan de gemeente om NU eenmalig te investeren om zo structurele uitgaven te beperken. Geïnvesteerd kan worden in: • aanpassing van het klimaatsysteem van Metropool (verdient zich relatief snel terug);
een breed onderzoek naar de mogelijkheden bij alle organisaties om middels geavanceerde technologische ingrepen de energielasten omlaag te brengen; doel is de kosten binnen vijf a tien jaar terug te verdienen. • Het geschikt maken van het Van Benthemhuis als expositiecentrum /kunstcentrum; • Het geschikt maken van Verenigingsgebouw of Dikkersgebouw voor CREA, Scala, gemeenschappelijk depot en amateurkunstpodium • De gefaseerd realisatie van het Museumkwartier in Hart van Zuid; • Een tweede tranche “de bibliotheek op school”; • Een haalbaarheidsonderzoek naar de optimalisatie van de huisvestingssituatie van Rabotheater en Muziekschool; • Begeleiding van het fusieproces van theater en muziekschool. Daarnaast dringen wij erop aan dat de gemeente de organisaties meer toekomstbestendig maakt door hun vermogenspositie te verbeteren. Dit kan door: • Het wegwerken van de lening aan HEIM; • Het wegwerken van het negatief eigen vermogen van Metropool (onder gelijktijdige verdere afbouw van de subsidie); • Het wegwerken van de leningen aan Rabotheater (idem). •
De culturele instellingen hebben de intentie het stimulerende overleg van het laatste half jaar te continueren om de noodzakelijke samenhang in het culturele beleid binnen onze stad te waarborgen. Overigens hoeft er niet alleen structureel bezuinigd en eenmalig geïnvesteerd te worden: ook kan geld worden verdiend met het verkopen van kunstwerken. Voorgesteld wordt om (na selectie) een deel van het kunstbezit van Hengelo te verkopen en de opbrengst aan te wenden voor de realisatie van het plan ‘Van tempel naar dorpsplein.’
Bijlage 1Q:
Reactienotitie op het rapport van de kwartiermaker en de culturele kerninstellingen Hengelo “Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur” Aanleiding In november 2012 heeft de raad een motie aangenomen, naar aanleiding van de bezuiniging op de muziekschool vanaf 2014 en de mogelijkheid dat er in de nabije toekomst meer bezuinigingen noodzakelijk lijken. In deze motie heeft de raad het college opgedragen om bestuur of raad van toezicht van de gesubsidieerde culturele instellingen de opdracht te geven om plannen tot samenwerking te maken. In deze plannen moet aandacht zijn voor besparingen door shared services en door samenvoegen management, besparingen door verandering in huisvesting en voldoende keuzemogelijkheden in cultuureducatie. Deze opdracht, aangevuld met de toen nog concept kadernota 2014-2017, waarin de extra bezuiniging voor de culturele instellingen per 2014 zijn verwoord, is bij de instellingen als kader neergelegd en samen met een kwartiermaker (‘neutrale voorzitter / neutraal persoon met kennis van zaken’) in de persoon van Cor Wijn zijn de instellingen aan de slag gegaan. Verder is hij geïnformeerd over het initiatief voorstel van de raad met betrekking tot de Bataafse Kamp. Daarnaast heeft de kwartiermaker als opdracht verder meegekregen: Om vorm en inhoud te geven aan de herinrichting van het culturele veld zal de heer Wijn als onafhankelijke kwartiermaker (deskundige buitenstaander) aan de slag gaan om met de kerninstellingen samen te komen tot een toekomstplan waarmee: de noodzakelijke structurele bezuiniging wordt gerealiseerd; een bestendige structuur voor de komende jaren tot stand wordt gebracht; duidelijkheid wordt gecreëerd over de huisvesting van culturele kerninstellingen en van accommodaties voor amateurkunst op de (middel)lange termijn vernieuwing wordt gerealiseerd langs de lijnen die gemeente en culturele organisaties aanspreekt. Het plan is voor de zomervakantie op vrijdag 5 juli overhandigd aan de wethouder. Hieronder zullen wij ingaan op dit rapport en onze reactie verwoorden. Wij zullen per onderdeel inhoudelijk ingaan op de voorstellen. Dit omdat wij van mening zijn dat het rapport “Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur” veel onderdelen bevat die passen binnen ons cultuurbeleid.
Inleiding In onderstaand plaatje zijn de bouwstenen benoemd waarmee de instellingen aan de slag zijn gegaan. Het plan wordt gedragen door de betrokken instellingen en beschouwd als dé manier om de culturele infrastructuur van Hengelo ook op de langere termijn in stand te houden. De instellingen vragen dan ook dit plan integraal over te nemen en als geheel de komende periode door te voeren. Integraal betekent dat het loslaten of verwijderen van bepaalde bouwstenen uit het toekomstgerichte culturele plan de integraliteit verloren kan gaan. De instellingen maken dan ook nadrukkelijk het voorbehoud dat ze hun instemming heroverwegen als hiervan sprake is. Ze zien ook in dat de inhoudelijke ambities op gespannen voet staan met de financiële reikwijdte van de gemeente, maar geven ook aan dat voor een aantal instellingen de absolute ondergrens is bereikt. In het -
plan zijn de volgende leidende principes benoemd: Beperkt financieel budget Vernieuwing Flexibel en ondernemend Prioriteit bij de jeugd Stedelijke ontwikkeling
Op voorhand moeten wij al concluderen dat het plan als totaal niet haalbaar is. Er worden grote financiële investeringen gevraagd waarvoor wij geen middelen beschikbaar hebben. Een verder uitwerking volgt per zogenaamde ‘biotoop’ in de volgende hoofdstukken. Eerst schetsen we de inhoud en kader vanuit het rapport. Daarna volgt de gemeentelijke visie, zoals ook zal worden overgenomen in de concept cultuurnota
Bibliotheek Rapport De openbare bibliotheek in Hengelo kent al samenwerkingsrelaties regionaal en provinciaal. Zo is er sinds mei 2013 gedeeld management met bibliotheek Hof van Twente. Op deze wijze geven ze nu al vorm aan besparingen. De uitdaging voor de bibliotheek zit in het verder flexibiliseren van personele inzet (minder vaste krachten, meer zelfbedieningsuren) en het multifunctioneler maken van de m2 in het gebouw. Kader Bibliotheek moet het huis van de stad moeten worden, het informatiecentrum. Vanuit die gedachte wil de bibliotheek Bureau Hengelo graag huisvesten in de centrale vestiging. Daarnaast wil de bibliotheek verkennen of ook een nieuw te vormen kunstuitleen in de bibliotheek kan worden ondergebracht. De gemeente zou daar waar mogelijk moeten bevorderen dat maatschappelijke functies op het gebied van informatie en voorlichting in de bibliotheek worden ondergebracht. Voor de schakel leren is het belangrijk dat de bibliotheek de middelen krijgt om op nog 20 scholen meer in Hengelo het project ‘bibliotheek op school’ te realiseren. Gemeentelijke visie De gemeente kan instemmen met de visie dat de bibliotheek het informatiecentrum van de stad zou kunnen zijn. In de 2 e helft van 2014 vindt er een evaluatie plaats rond Bureau Hengelo. In deze evaluatie kan ook gekeken worden naar een mogelijke verhuizing, waarbij de bibliotheek een optie is. De Hengelo redactie van Tubantia is al gevestigd in de bibliotheek. Welke ander informatie en adviesfuncties verder nog ondergebracht kunnen worden bij de bibliotheek zal per functie bekeken moeten worden. P
P
Zoals ook verwoord in het besluit van de Taskforce cultuurbezuinigingen, heeft de gemeente geen expliciete taak ten aanzien van de kunstuitleen. Wij hebben dan ook gevraagd aan AkkuH om hier naar te kijken. AkkuH is tot op dit moment nog niet officieel geliquideerd, dus ligt dit verzoek nog steeds bij het bestuur van deze instelling. Wij onderkennen als gemeente het belang van ‘bibliotheek op school’. Samen met de bibliotheek kijken we graag samen binnen de reguliere budgetten om het project verder te kunnen uitbreiden in de toekomst. Hier zal het onderwijs ook bij betrokken moeten worden, omdat van hun zijde ook een bijdrage wordt verwacht in het project.
Muziekschool – Rabotheater Rapport De keuze voor deze biotoop is gelegen in het feit dat de muziekschool de grootste veranderopgave naar de toekomst nodig heeft van alle instellingen. De muziekschool heeft meer ondernemerschap en flexibiliteit nodig, het theater heeft qua ondernemerschap zijn sporen verdiend. Het theater heeft behoefte aan opkweken van publiek voor de toekomst. Er is veel chemie tussen de bedrijfsculturen, twee werelden waarin ‘high arts’ centraal staan en professionals de boventoon voeren. Samen willen ze een nieuwe jeugd muziektheater opleiding starten. Deze opleiding is multidisciplinair en richt zich op jongeren uit de gehele regio. Deze opleiding heeft een andere invalshoek dan die van Crea. De benadering van Crea is monodisciplinair en laagdrempeliger dan deze nieuwe opleiding. Samenwerking zal wel gezocht worden met Crea. Voor nu moet het Rabotheater zijn eigen signatuur houden, maar voor de toekomst is verdergaande samenwerking met podia in de regio een goede optie. Het perspectief voor deze samenwerking is het vormen van één organisatie mogelijk per 1 juli 2014. Hiermee wordt een kwalitatief hoogwaardige organisatie beoogd, gericht op excellentie, op het vlak van podiumkunsten waarin professionals kunnen excelleren in het begeleiden van talentvolle jongeren. Samen kunnen ze werken aan marketing, ontwikkeling van nieuwe product / marktcombinaties, shared services door delen van kosten van de backoffice, efficiënter inzetten van beschikbare ruimte en het invoeren van flexibiliteit in de arbeidscontracten. Kader Om de nieuwe organisatie een goede start te laten maken, zou het wenselijk zijn het financieel fundament te versterken. Het theater heeft excessief hoge lasten door rente en aflossing van een lening. Het lijkt daarom niet realistisch dat de bezuinigingsopdracht, zeker in combinatie met die voor de muziekschool, hier komt te liggen. Graag wordt creativiteit gevraagd van de gemeente in de vorm van afbouw of gedeeltelijke kwijtschelding van de lening. Gemeentelijke visie Het aantal voorstellingen en bezoekers, dus de inkomsten, van het Rabotheater laten een steeds verder dalende lijn zien (seizoen 2011/2012: 20% minder voorstellingen en 40% minder bezoekers). Het structurele exploitatietekort dat is ontstaan wordt (deels) gedekt door de provinciale bijdrage van € 100.000, -. Uit het plan blijkt niet hoe het Rabotheater deze neergaande lijn denkt te kunnen ombuigen en de inkomsten weer te kunnen verhogen. Afbouwen dan wel kwijtschelding van onze lening aan het Rabotheater wordt gezien als enige optie om de bezuinigingsopdracht te kunnen realiseren, aangezien het theater goed presteert op kostenbeheersing. Wij zien echter geen redenen voor het kwijtschelden van de lening. De muziekschool heeft in Hengelo ook te maken met een teruglopend leerlingaantal. Dit sluit aan bij de landelijke tendens. We onderschrijven de grote veranderopgave binnen de muziekschool. De dalende subsidie en inkomsten zijn voor de organisatie een moeilijke opgave om in te vullen. Zaak is nu om eerst binnen de eigen instelling een duidelijke visie en financieel gezonde basis te creëren. Een grote opgave, maar naar ons idee niet onmogelijk om als zelfstandige instelling goed muziekonderwijs te verzorgen nu en in de toekomst. Een van de argumenten voor de fusie is het feit dat er chemie bestaat tussen de beide organisaties. In de gesprekken hebben beide partijen dit inderdaad bevestigd en uitgestraald. Voor een fusie is dit weliswaar een belangrijke voorwaarde, maar niet de eerste waaraan moet worden voldaan. De belangrijkste voorwaarden om te komen tot een toekomstbestendige instelling zijn een duidelijke visie op de ontwikkelingen binnen de eigen branches (theater en muziek) en een financieel gezonde basis. We zien op voorhand onvoldoende / geen meerwaarde in een fusie tussen beide organisaties. Rabotheater en Muziekschool leggen de focus op een ‘kwalitatief hoogwaardige biotoop op het vlak van de podiumkunsten waarin professionals kunnen excelleren in het begeleiden van talentvolle jongeren.’ Onduidelijk is echter hoe Rabotheater en Muziekschool hun huidige ‘core business’ toekomstbestendig willen maken. De gemeente heeft een verantwoordelijkheid voor de basisvoorzieningen van muziekonderwijs en theater. De fusie versterkt deze niet expliciet maar zet juist in op ‘high arts’. We zijn van mening dat gemeentelijke subsidie daarvoor niet moet worden ingezet. De instellingen willen inzetten op een nieuwe jeugd muziektheateropleiding. In onze optiek wordt daarmee de basis van een andere biotoop (Crea-Heim- HCM) aangetast. Dat is onwenselijk. In het aanbod moeten geen dubbelingen
zitten. De instellingen moeten aanvullend op elkaar zijn. Wij betwijfelen overigens of er voldoende markt is voor een jeugdmuziektheateropleiding binnen Hengelo/ regio. Er ligt geen marktonderzoek of business-case aan ten grondslag. Wij zien in de stad ook andere voorzieningen die dergelijke activiteiten aanbieden (al dan niet gesubsidieerd). Zo is theaterschool Barst al jaren actief en sinds kort ook Luna. In het toekomstplan wordt aangegeven dat de variabele kosten worden bekostigd uit eigen bijdragen: dit zal echter ook voor de vaste kosten moeten gelden. In de gemeentelijke concept nota spreken we ons uit voor basiseducatie en samenwerking vanuit programmering en niet zozeer in instellingen. We blijven dan ook van mening dat er een grote meerwaarde is tussen de samenwerking van de educatieve instellingen. Het samenbrengen van kunst-, cultuur-, erfgoed- , techniek- en muziekeducatie.
Metropool Rapport Metropool laat stevig ondernemerschap zien en is ingebed in een breder geheel van activiteiten en relaties. Van oudsher is er sprake van een ondernemende werkwijze en flexibele bedrijfscultuur. Fusie met partners zoals Atak en Rabotheater zou de ondernemende kracht van het bedrijf verzwakken. Samenwerking kan een meerwaarde hebben om zo het eigen popklimaat uit te breiden, verrijken en versterken in onder andere Hengelo. Kader Metropool ziet mogelijkheden om structureel met €100.000, - minder subsidie toe te kunnen. Hiervoor hebben ze wel de medewerking van de gemeente nodig. Uitsluitsel over deze medewerking willen ze horen in de loop van het najaar. Naast oplossingen voor het negatief eigen vermogen, het opheffen van de beperkingen in ondernemerschap in relatie met de horecavergunning en het veranderen van het klimaatsysteem, wil men ook optimalisering van de programmering. Hiervoor hebben ze dan wel mogelijkheden nodig om grotere acts te accommoderen. De zaalcapaciteit moet vergroot worden door aan de achterzijde uit te breiden. Met de gemeente Hengelo wil Metropool investeringen vinden om dit te realiseren. Verder wil men graag uitloopmogelijkheden vanuit het gebouw richting plein in geval van evenementen. Verzoek aan de gemeente is dan ook om het terrein geschikt te maken als evenementenlocatie. Gemeentelijke visie Zoals ook bij de andere biotopen moet hier ook de opmerking worden geplaatst dat de gemeente in de huidige tijd geen ruimte heeft voor investeringen. Dus voor uitbreiding van de zaalcapaciteit zien wij op korte termijn geen oplossing. Dit geldt ook voor oplossingen van het negatief eigen vermogen. We blijven hierover graag in overleg met Metropool over nut en noodzaak in relatie tot de concurrentie positie in de regio en provincie. De gemeente is eigenaar van het gebouw en in die hoedanigheid ook verantwoordelijk voor het goed functioneren van de systemen. Het klimaatsysteem wordt op dit moment onderzocht. Naar aanleiding van de uitslag van dit onderzoek zullen er wijzigingen aangebracht worden in het systeem. De oplossing voor dit probleem is dus al in gang gezet en wordt naar verwachting dit jaar, begin 2014 opgelost. De ruimte voor ondernemerschap en activiteiten is de belangrijkste voorwaarde die Metropool stelt om structureel € 100.000, - te kunnen bezuinigen. Een investering vanuit de gemeente in uitbreiding van de zaal is op dit moment niet mogelijk. Op dit moment wordt er een nieuwe P en R garage gebouwd, als deze opgeleverd wordt kan wellicht de P en R functie van het Industrieplein worden opgeheven. Op dat moment kan er ook gekeken worden naar inrichting van het plein en de mogelijkheden voor het houden van activiteiten. Met betrekking tot het wegnemen van de horeca beperkingen en openingstijden loopt op dit moment het traject binnen de gemeente om te komen tot een nieuwe horecavisie en nieuwe Drank en Horecaverordening. De verordening moet per 1 januari 2014 van kracht worden. Voor dit proces loopt een apart besluitvormingstraject, wij kunnen dus in het najaar hierover nog geen uitspraak doen.
Heim – Historisch Museum Hengelo – Crea Rapport De keuze voor deze biotoop heeft als basis de cultuureducatie, basisvorming voor de jeugd. Heim en Historisch Museum Hengelo hebben know how nodig op dit terrein. Crea heeft het hoofdaannemerschap wat betreft cultuureducatie in de stad. In deze biotoop speelt vrijwillige inzet en eigen kracht een belangrijke factor. Het betreft hier het samenspel tussen professionele en onbetaalde deskundigen. Er is baat bij een stevige clustering met mogelijkheden voor gezamenlijk management en zoveel mogelijk eenheid van bestuurlijke aansturing. Voor het Heim en HMH wordt vooralsnog zoveel mogelijk uitgegaan van een situatie van ‘voordeurdelers’ en wellicht een gemeenschappelijke ‘huismeester’. Voor wat betreft de huisvesting voor de toekomstige ontwikkeling van het museumkwartier is het plan ‘Van tempel tot dorpsplein’ een goed uitgangspunt. Hierbij gaat het centraal om het Stork-Ketelhuis nodig voor de integratie van de collecties van Heim het HMH. Huisvesting is tevens een groot vraagpunt voor Crea, zij hebben een goed functionerende accommodatie nodig. Het Vereenigingsgebouw zou een goed locatie zijn voor Crea en een gemeenschappelijk depot. De balletschool van Crea kan geleidelijk nog meer kostendekkend worden gemaakt ook voor de jeugd. Voor de volwassenen zijn de lessen al docent kostendekkend. Crea heeft de bedrijfsvoering op orde en vanuit de huidige situatie kan Crea continuïteit en groei waarborgen. Kader Om deze ontwikkeling verder vorm te geven is kwijtschelding van de lening aan Heim van € 1,1 mln. als eenmalige hulp van de gemeente nodig. Op dit moment is het voor Heim al bijna niet mogelijk aan haar verplichtingen van betaling van de rente en aflossing te voldoen. Daarnaast is er dringend nieuwe huisvesting nodig van Crea en een depot voorziening. Als beste opties worden het Vereenigingsgebouw of het Dikkerscomplex gezien. Gemeentelijke visie De gemeente staat volledig achter de inzet op basiseducatie. Wij zien daar versterking van het huidige palet. Ook de aandacht voor de vele vrijwilligers is essentieel in de stad. In de praktijk zien we dat de samenwerking zijn vruchten af begint te werpen. In 2005 is aan het HEIM een lening vertrekt van € 1,5 miljoen als dekking van het resterende tekort voor de vernieuwbouw van de Willeminaschool. Dit tekort is opgelopen omdat een subsidie vanuit de Rijksdienst Monumentenzorg slechts op € 38.000, - werd vastgesteld, terwijl er oorspronkelijk € 1,9 miljoen was toegezegd. Om de verhuizing van het HEIM niet in gevaar te brengen, is er voor gekozen om het bedrag van € 1,5 miljoen beschikbaar te stellen in de vorm van een lening. Vanaf het begin heeft het HEIM moeite gehad om de termijnen te betalen. Het afbetalen op de hoofdsom is opgeschort, zodat alleen de rente voldaan hoeft te worden. Zelfs dit is een onoverkomelijk probleem. Er zal gezamenlijk gekeken moeten worden naar de mogelijkheden om dit op te lossen en wat we kunnen afbouwen. We zien de oorsprong van de lening als een gezamenlijk risico. Vanuit de gemeente erkennen wij de noodzaak van andere huisvesting voor Crea. De huidige huisvesting voldoet niet. Onze voorkeur gaat ernaar uit om Crea te huisvesten in één van onze eigen panden. Op dit moment onderzoeken wij of huisvesting in het Verenigingsgebouw mogelijk is. In november 2013 zal dat duidelijk moeten zijn. Mocht dit geen realistische optie zijn dan zullen wij met spoed naar andere mogelijkheden kijken. Andere mogelijkheden zijn benoemd in de concept cultuurnota.
Collecties en presentaties Rapport Het plan van het museumcluster borduurt voort op de gemeentelijke nota ‘Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo’. De archieven kunnen ook een onderdeel zijn van het cluster naast het erfgoed. Als er bij het nieuw te bouwen stadskantoor een ruimte komt voor het gemeentelijk archief, zou er ook naar de mogelijkheden moeten worden gekeken om bijvoorbeeld het archief van het Historisch Museum Hengelo hier onder te kunnen brengen. Zowel gemeente als de instellingen hebben behoefte aan depotruimte. Deze depotruimte zou gezamenlijk gerealiseerd kunnen worden in het Vereenigingsgebouw. Presentatie zou kunnen plaats vinden in het Van Benthem huis. Deze locatie komt beschikbaar op het moment het Historisch Museum zijn intrek zal nemen bij / in het Heim. Kader Binnen het nieuw te bouwen stadskantoor moet ruimte zijn voor het archief, niet alleen van de gemeente, maar ook van het Historisch Museum. Daarnaast zal het plan ‘Van tempel tot dorpsplein’ gefaseerd moeten worden gerealiseerd om integratie van de collecties Heim en Historisch Museum mogelijk te maken. Hiervoor zullen fondsen moet worden geworven om het geschatte bedrag tussen €1,5 - €3,5 mln. bij elkaar te krijgen. Nadat dit gerealiseerd is komt het van Benthem huis beschikbaar voor presentatie. Het huis dient hiervoor wel te worden aangepast. Om deze twee onderdelen mogelijk te maken zou een gedeelte van de gemeentelijke collectie verkocht kunnen worden. Gemeentelijke visie Of onderbrengen van het archief van het Historisch Museum samen met het gemeentelijke archief wenselijk en of mogelijk is zal nader onderzocht moeten worden. De toegankelijkheid van het archief is hierin belangrijk. Daarnaast moet het geheel passen binnen de eisen van de Archiefwet. Voor investering in het plan ‘Van tempel tot dorpsplein’ en daarop volgend het van Benthem huis is geen financiële ruimte binnen de gemeente. We zijn natuurlijk zeker bereid om samen met de partners op zoek te gaan naar fondsen en ander financieringsbronnen. Het plan sluit zeker aan bij onze inhoudelijke visie op samenwerking tussen de musea en Crea. Over de verkoop van de kunstcollectie (en hiermee ook het gehele rapport) hebben we het advies gevraagd van de commissie beeldende kunst. Zij geven hierop samenvattend de volgende reactie: “Op dit moment is de commissie bezig met het ‘opschonen’ van de collectie om tot een kwalitatief goede, hoogwaardige en samenhangende collectie te komen. De commissie kijkt nog naar de mogelijke verkoop van de af te stoten werken. De verkoop van de collectie die blijft is een zeer slecht idee, de samenhang verdwijnt, alle werken die blijven kunnen zonder problemen worden tentoongesteld en dit zal ook gebeuren in de toekomst, de werken zijn onvervangbaar, de cataloguswaarde is heel iets anders dan de feitelijke marktwaarde, de topwerken zijn te waardevol om onder de waarde te verkopen. De commissie wil graag meedenken voor de toekomst en lange termijnvisie op het gebied van de beeldende kunst in Hengelo en vindt het rapport van de instellingen hierop volstrekt ontoereikend. Het lijkt alsof het onderdeel verkopen deel kunstcollectie is geschreven na een langdurig cafébezoek, waarbij te rade is gegaan bij de vaste clientèle. Uit de duim gezogen argumenten die getuigen van een onbenullige visie op het gebied van de beeldende kunst. Dit werpt de vraag op hoe gedegen de argumentatie is in de rest van dit document.”
Financiën Uit het voorgaand vloeien diverse financiële voorstellen, structureel of incidenteel. De kernorganisaties accepteren dat het totale subsidiebudget wordt verlaagd met €300.000, Deze bezuiniging wordt wel als pittig ervaren en moeilijk op te vangen. Van deze bezuiniging is Metropool bereidt om €100.000, - ter realiseren onder voorwaarden. Verder wordt de bezuiniging vertaald naar een korting van 4% per organisatie minus metropool. Hiermee wordt de bezuiniging van €300.000, - niet gerealiseerd, maar vanaf 2017 wordt er structureel €325.000, - bezuinigd De kaders die geschetst zijn bij de beschrijving van de verschillende biotopen zijn wel van groot belang. Hieronder volgt een opsomming. 1. Metropool kan alleen €100.000, - bijdragen aan de bezuiniging mits de gemeente de mogelijkheden voor ondernemen aanzienlijk verruimt. Hierover wil Metropool in het najaar (uiterlijk bij behandeling begroting 2014) van de gemeente uitsluitsel. 2. De bibliotheek kan haar bijdrage van €97.000, - per 2015 alleen opbrengen als ze substantieel nieuwe inkomsten uit verhuur binnenkrijgen. Mocht dit niet het geval zijn dan dient het bedrag aangepast te worden omdat de ondergrens van de bibliotheek wordt overschreden. 3. Voorgesteld wordt om de structurele subsidiemiddelen voor beeldende kunst €75.000, aan te wenden voor het beheer van de nieuwe kunstcollectie in ‘kunstcentrum Van Benthem’. 4. Bureau Hengelo en de kunstuitleen onderbrengen bij de bibliotheek tegen betaling van normale marktconforme huur. 5. Investeringen om knelpunten op te lossen. Hier wordt gesproken over het klimaatsysteem van Metropool en in het verlengde een onderzoek (waarin Heim voortouw wil nemen) tot optimalisering van het energieverbruik en de daarbij behorende technologische ingrepen. Daarnaast moet er geïnvesteerd worden in het geschikt maken van het Van Benthemhuis als expositieruimte. Als laatste zal er geld beschikbaar moeten komen voor uitbreiding van het project ‘de bibliotheek op school’ naar alle basisscholen in Hengelo, investering van €200.000, 6. Leningen zijn een belemmering voor de instellingen. Dus de gemeente wordt gevraagd te hulp te schieten bij kwijtschelding van de lening aan Heim €1,1 mln. en wegewerken van de lening aan het Rabotheater €3,2 mln. 7. Huisvesting is noodzakelijk voor Crea en de gemeente wordt gevraagd een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren naar het Vereenigingsgebouw. Daarnaast wordt voorgesteld om het plan ‘Van tempel naar dorpsplein’ gefaseerd te realiseren en samen met de partners op zoek te gaan naar fondsen om het geschatte bedrag tussen €1,5 - €3,5 mln. te werven. 8. Ter facilitering van de fusie muziekschool en Rabotheater wordt de gemeente verzocht een financiële bijdrage te geven voor de kosten van het fusieproces en een haalbaarheidsonderzoek naar optimalisatie van de huisvestingssituatie van beide organisaties 9. Om te komen tot een integratie van de collecties, wordt voorgesteld een collectieplan te maken en één kerncollectie voor Hengelo te definiëren. Vervolgens wordt voorgesteld om te kijken welk gedeelte van de werken behouden kunnen worden ten gunst van de uitleen. Een deel van de collectie dient te worden verkocht en de opbrengst zal aangewend moeten worden voor de realisatie van het plan ‘Van tempel naar dorpsplein’. Gemeentelijk visie 1. Met betrekking tot de ondernemersvrijheid van Metropool loopt een apart traject binnen de gemeente, het betreft een nieuwe horecavisie en nieuwe Drank en Horecaverordening. De
verordening moet per 1 januari 2014 van kracht worden. Voor dit proces loopt een apart besluitvormingstraject, wij kunnen dus in het najaar hierover nog geen uitspraak doen. 2. Het realiseren van inkomsten uit verhuur is niet aan de gemeente, maar we zijn daar zeker in bereid over na te denken. Hierover meer in punt 4. 3. De beeldende kunstsector en de raad hebben nadrukkelijk aangegeven dat de middelen voor beeldende kunst bestemd moeten zijn voor programmering en niet in stenen moeten gaan zitten. • 4. In de 2 e helft van 2014 vindt er een evaluatie plaats rond Bureau Hengelo. In deze evaluatie kan ook gekeken worden naar een mogelijke verhuizing, waarbij de bibliotheek een optie is. Over de definitie van normale marktconforme huur zullen zij dan afspraken met elkaar moeten maken. Zoals ook verwoord in het besluit van de Taskforce cultuurbezuinigingen, heeft de gemeente geen expliciete taak ten aanzien van de kunstuitleen. • 5. Op dit moment loopt al het onderzoek naar het klimaatsysteem bij Metropool. Op basis van het onderzoek zullen de nodige aanpassingen worden gedaan. Optimalisering energieverbruik is vanuit duurzaamheid van grootst belang, echter financiële middelen om te investering in technologische aanpassingen zijn er niet. Een energiescan met daaraan gekoppeld een energieprestatieadvies kan inzicht geven op de exploitatielasten van de gebouwen naar beneden kunnen. Financiële ruimte voor het geschikt maken van het van Benthemhuis is er op dit moment ook niet. Het project ‘bibliotheek op school’ loopt al bij een groot aantal scholen. Hierbij is buiten geld van de gemeente ook een investering nodig vanuit het onderwijs. Samen met de bibliotheek kijken we graag samen binnen de reguliere budgetten om het project verder te kunnen uitbreiden in de toekomst. • 6. De oorsprong van de lening van Heim zien we als een gezamenlijk risico van zowel Heim als gemeente. Wij erkennen dat het Heim vanaf het begin moeite heeft gehad om de termijnen te betalen. Het afbetalen op de hoofdsom is op dit moment opgeschort, voor de betaling van de rente is uitstel verleend. Dit is geen oplossing dus de noodzaak om gezamenlijk het probleem te onderzoek is van groot belang en is inmiddels opgepakt. Met betrekking tot de lening van het Rabotheater zien wij geen noodzaak hiervoor naar oplossingen te zoeken. P
P
7. Huisvesting van Crea in het Vereenigingsgebouw wordt op dit moment onderzocht. In november zal hierover meer duidelijkheid komen. Het dikkersgebouw is geen optie, omdat wij vanuit de gemeente allereerst kijken naar onze eigen accommodaties, hierbij zijn de locaties zoals benoemd in de concept nota cultuur in beeld. Wij zijn zeker vanuit de gemeente bereid om samen met de partners te kijken naar het ‘Van tempel naar dorpsplein’. Hierbij geldt ook dat een investering vanuit de gemeente niet mogelijk is. • 8. Voor facilitering van de fusie tussen muziekschool en Rabotheater hebben wij geen middelen. Dit naast het gegeven dat wij in deze fusie op dit moment geen meerwaarde zien. Vooral omdat ook voor ons nog niet duidelijk is welke visie op de ontwikkelingen binnen de eigen branches (theater en muziek) er onder ligt en er geen financieel gezonde basis. • 9. Binnen de gemeente is al een plan met betrekking tot de erfgoedcollectie. De commissie beeldende kunst is de afgelopen periode bezig geweest met het in kaart brengen van de gemeentelijke kunstcollectie en het bepalen van de kerncollectie voor Hengelo. De verkoop van een gedeelte van de collectie vindt de commissie beeldende kunst een slecht idee. De verzekerde waarde van de kunstcollectie, schilderijen en buiten-kunst bedraagt €2 mln. Dit is natuurlijk geen marktwaarde, inschatting is dat de verkoop van de gehele collectie, dus alle schilderijen en buiten-kunst, €500.000, - zou kunnen opleveren.
• Conclusies • • Het rapport van de culturele instellingen geeft vernieuwing. Er zitten veel onderdelen in die zeker de moeite waard zijn om als gemeente samen met de instellingen verder te onderzoeken en uit te werken. Ze hebben als instellingen een voorzet gegeven voor cultuur in de toekomst voor Hengelo. We nemen dan ook bijna alles over in de gemeentelijke concept nota. • • Voor wat betreft de huisvesting wordt er ingegaan op de huisvesting van de culturele instellingen zelf. Als gemeente moeten we erkennen dat er een probleem is in de huisvesting van Crea. Hiervoor wordt nu een onderzoek gedaan naar het Vereenigingsgebouw. Dikkers wordt door de gemeente niet meegenomen in de huisvestingsparagraaf, omdat het gemeentelijk vastgoed prioriteit heeft. • • Een bestendige structuur zien wij in een aantal biotopen zeker terug. De bibliotheek als informatiecentrum van de stad, Metropool als ondernemend popbiotoop en het versterken van de educatie tussen Heim, Historisch Museum en Crea. Vooralsnog niet in de fusie tussen muziekschool en Rabotheater. • • Bibliotheek: • Bij de evaluatie van Bureau Hengelo zal ook gekeken worden naar een onderkomen in de bibliotheek en zelf zijn ze als instelling natuurlijk ook bezig om allerlei informatiefuncties aan zich te binden, bijvoorbeeld de Hengelose redactie van de Tubantia. • • Metropool: • We kunnen ons vinden in de zoektocht van Metropool naar meer ondernemerschap. Dit vraagt wel om een nadere analyse en de consequenties voor Metropool en gemeente zullen in beeld moeten worden gebracht. • • Heim, Historisch Museum en Crea: • Deze insteek past prima in de gemeentelijke visie op educatie, basiseducatie voor ieder en vooral inzet op de jeugd. De combinatie tussen erfgoed en cultuureducatie zal elkaar goed kunnen versterken. • • Muziekschool en Rabotheater: • In een fusie tussen Muziekschool en Rabotheater zien wij op dit moment geen meerwaarde. De termijn 1 juli 2014 komt in onze ogen dan ook veel te snel, zeker omdat er geen duidelijke visie naar de toekomst ligt voor de eigen branches, muziek en theater. Verder is er geen sprake is van een financieel gezonde basis. In onze gemeentelijke concept nota zetten we in op de basiseducatie. In deze visie zien we een nauwe samenwerking tussen kunst-, cultuur-, techniek- en muziekeducatie. • • Samenwerking tussen de instellingen staat voorop en zoals zij zelf ook in gesprekken aangeven wordt die samenwerking niet beperkt door de biotopen. • • We moeten concluderen dat de noodzakelijke structurele bezuiniging niet worden gerealiseerd, omdat we als gemeente niet kunnen voldoen aan het geschetste financiële kader dat is meegegeven. Uit de eigen analyse blijkt dat er bij een aantal culturele instelling financiële problemen zijn, waar wij ons dan ook op het standpunt plaatsen dat een kaasschaaf methode van 4% geen oplossing is om de structurele bezuiniging te realiseren. • • De geschetste onderdelen in de gemeentelijke visie per biotoop worden overgenomen in de gemeentelijk concept cultuurnota ‘KenT U Hengelo?’
Bijlage 2 Lijst van inspraakreacties op concept cultuurnota
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Muziekschool Crea Metropool Rabotheater Bibliotheek HeArtpool Stichting Kamermuziek Armonia Filmhuis Federatie Hengelose Muziekverenigingen Hengelose Korenkoepel Podiumkunsten Hengelo Mevrouw G. Minkjan Familie Roos De heer Rob Bloemendaal Beeldend kunstenaar Henk Lassche, mede namens Guusje Beverdam Commissie Beeldende Kunst
U
1.Muziekschool
U
2. Crea
Aan het College van B&W in Hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo Betreft: inspraakreactie op concept nota KenT u Hengelo Hengelo, 12 november 2013 Geacht College, De concept nota KenT u Hengelo?, Kunst (& cultuur) en Techniek in Hengelo, versie oktober 2013, hebben wij met belangstelling gelezen. Als één van de kerninstellingen voor kunst en cultuur in Hengelo maken wij graag gebruik van de gelegenheid om op dit concept te reageren. De visie die in de genoemde nota is verwoord is een visie waar wij als Crea mee uit de voeten kunnen. Crea wil dan ook voorop lopen als het gaat om het beantwoorden van de vraag hoe we ondanks de chsis en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen een goed cultureel klimaat in Hengelo kunnen behouden en versterken. We zijn daarbij niet bang om buiten de gebaande paden te zoeken, en met creativiteit de kansen te pakken die zich voordoen. Zoals u weet heeft Crea de afgelopen maanden samen met Techniekmuseum Heim de handschoen opgepakt door een traject uit te zetten naar het onderzoeken van de kansen en mogelijkheden voor een intensieve samenwerking waarbij de basis voor deze samenwerking ligt in het thema educatie. Wij willen gezamenlijk het hoofdaannemerschap voor Hengelo op ons nemen op de terreinen erfgoed-, kunst- en techniekeducatie. Naast inhoudelijke samenwerking zien we ook dat zowel Crea als Techniekmuseum Helm door de omvang van de beide organisaties kwetsbare organisaties zijn. Het onderzoek naar mogelijke samenwerking richt zich naast de inhoud ook op dit punt. We verwachten dat voor het einde van dit jaar een go/no go besluit door de beide besturen zal worden genomen omtrent de mogelijkheden voor intensieve samenwerking tussen beide genoemde organisaties. Het moge duidelijk zijn, Crea investeert in vernieuwing en innovatie en kijkt verder dan de eigen instelling. Wat ons betreft stopt dit niet bij Techniekmuseum Helm. Wij blijven open staan voor nieuwe organisatievormen. Dit past binnen de in de nota verwoorde positie van de gemeente als faciliterend en voorwaarde scheppend, de inhoud moet van de culturele instellingen zelf komen. Maar een proces waar we als Crea nu inzitten vraagt ook dat dit krachtige ondersteuning verdient van de gemeente. Het grootste knelpunt voor Crea is de huisvesting. Dit wordt ook herkend en erkend in de voorliggende nota. Het is absolute noodzaak dat hier op afzienbare termijn een oplossing voor komt. De afgelopen jaren hebben wij veelvuldig met vertegenwoordigers van uw College om tafel gezeten om verschillende opties door te spreken en acties uit te zetten. Wij vragen nu dan ook van u een krachtsinspanning om gezamenlijk met ons te zoeken naar een passende oplossing. Tot slot kan niet onvermeld blijven het traject wat de culturele instellingen met elkaar de afgelopen maanden naar aanleiding van een door de gemeenteraad aangenomen motie hebben doorlopen. De culturele instellingen in Hengelo hebben onder leiding van een externe begeleider die door u als gemeente is aangesteld veel tijd en energie gestoken in een proces om tot een gezamenlijke visie te komen. Het heeft ons dan ook verbaasd dat op het moment dat de notitie van de culturele instellingen nagenoeg gereed was, er een eerste versie verscheen van een concept cultuurnota. Wij betreuren het buitengewoon dat er blijkbaar 2 parallelle trajecten naast elkaar hebben gelopen. Dit heeft alleen maar tot frustratie van betrokken partijen geleid, die ons inziens niet nodig was geweest. Energie is hierbij verloren is gegaan, energie die we allemaal in deze tijd hard nodig hebben. Jammer genoeg is de notitie van de culturele instellingen niet gezien als startpunt voor besprekingen maar als eindpunt waarop alleen met eens of oneens is gereageerd. Het lijkt ons dat we hier gezamenlijk lehng uit moeten trekken. Desalniettemin moge helder zijn uit deze brief, dat wij als Crea voldoende aanknopingspunten zien om met u als gemeente de komende jaren op vernieuwende wijze vorm en inhoud te blijven geven aan het culturele klimaat in Hengelo. Wij vertrouwen erop dat wij u hiermee voldoende hebben geïnformeerd. Indien u nog vragen heeft naar aanleiding van dit schrijven kunt u vanzelfsprekend contact met ons opnemen. Met vriendelijke groet. Lous Kerkhof Jessica ter Hofte-Visser Directeur secretaris Bestuur CREA n Geen kunst aan! U
CREA Centrum voor Kunsteducatie P^^!|^ 'f^j: www.creatiengelo.nl U 13TU
U13T
U
3. Metropool
Van: Coen Bais [ mailto:
[email protected] ] Verzonden: woensdag 13 november 2013 19:46 Aan: Weide, Margreet; Buis, Klaske Onderwerp: FW: concept-nota Kunst- en Cultuurbeleid 2014-2020 13TU
U13T
Beste Margreet, Klaske, Voor de goede orde laat ik jullie weten geen aanvullingen of opmerkingen te hebben op de concept-cultuurnota. Hartelijke groet,Coen Bais Metropool Industrieplein 10 7553 LL Hengelo 074-2438000 13TU
www.metropool.nl
U13T
4. Rabotheater
5. Bibliotheek Gemeente Hengelo T.a.v. Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo
SG07138 Afz. Bibliotheek Hengelo Postbus 846 7550 AV Hengelo Hengelo 12 november 2013 Ons kenmerk 1311000/MS/RS Betreft concept Cultuurnota "KenT u Hengelo?"
Geacht College van Burgemeester en Wethouders, Onlangs ontvingen wij van u de concept cultuurnota en uw daarmee verband houdende reactie op het rapport "Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur", geschreven door kwartiermaker Cor Wijn van BMC. Hoewel u aangeeft dat het rapport van BMC in zijn totaliteit niet kan worden uitgevoerd, zijn wij met u van mening dat er voldoende voorstellen zijn overgenomen in de concept cultuurnota. De nota geeft ons het vertrouwen in een constructief vervolg. Met name uw reactie betreffende de biotoop "Bibliotheek" stelt ons zeer positief. Bibliotheek Hengelo wil zich de komende jaren graag verder ontwikkelen huis van de stad. De bibliotheek is door het openbare karakter van haar dienstverlening en haar laagdrempelige toegang, een aantrekkelijke plek in de stad voor leren, lezen, informeren en voor ontmoeting en ontdekking. Het is in dit verband zeker de moeite waard om gezamenlijk te kijken naar de mogelijkheden die de openbare bibliotheek biedt ter bevordering van de gemeentelijke informatievoorziening aan de inwoners. De openbare bibliotheken van Nederland beschikken over de database GIDS, een sociale en culturele kaart. GIDS heeft de mogelijkheid om informatie aan te bieden op het terrein van zorg, werk, onderwijs, cultuur en recreatie. Daarmee kan de bibliotheek niet alleen fysiek, maar ook digitaal fungeren als informatiecentrum van Hengelo. Over de vele mogelijkheden van de Gids gaan wij graag met u in gesprek. In het verlengde hiervan ziet de bibliotheek zeker mogelijkheden tot samenwerking met Bureau Hengelo. Een drukbezochte bibliotheek met ruime openingstijden is een toegankelijke en logische plek voor mensen die op zoek zijn naar toeristische en culturele informatie. Verder zijn wij met u van mening dat het project Bibliotheek op School ook moet worden geïmplementeerd in het openbaar onderwijs. Wij zouden dit graag samen met de gemeente en het openbaar onderwijs nader uitwerken. Samengevat sluit de in uw concept cultuurnota aangegeven denkrichting omtrent de ontwikkeling van het bibliotheekwerk in Hengelo, grotendeels aan bij de toekomstvisie zoals de bibliotheek die voor zichzelf heeft geformuleerd. Wij zien daarom dan ook een verdere uitwerking van uw concept cultuurnota met veel vertrouwen tegemoet. Tot slot nog een redactionele opmerking. In hoofdstuk 7, De financiën, zien wij ook graag vermeld dat de bibliotheek in 2012 een extra subsidiekorting van € 150.000,- opgelegd heeft gekregen. Met vriendelijke groet. René Siteur Directeur
Beursstraat 34 • Postbus 846 • 7550 AV Hengelo • T 074 245 25 65 • F 074 245 25 75 • secretariaat@bibh'otheekhengelo.nl • www.bibliotheekhengelo.nl
de Bibliotheek^
6. HeArtpool Aan het College van B&W van Hengelo (in afschrift aan de Gemeenteraad van Hengelo) Hengelo, 25-ll-'13 Geacht College, In bijgaand plan van de Stichting HeArtpool wordt u gevraagd om het mede mogelijk te maken dat er een meerjarig activiteitenprogramma voor de beeldende kunst in Hengelo tot uitvoering komt, dat passend is bij de kwaliteiten en de opgebouwde ervaringen in onze stad Hengelo. In uw nota 'KenT U Hengelo?' kiest u een andere weg. We vinden dat ons plan in deze lastige tijden een kans dient te krijgen. Immers, in ons plan is sprake van in hoge mate particulier initiatief dat op een vernieuwende wijze gaat trachten een voor Hengelo belangrijk "DNA-kenmerk", nl de bijzondere bk-energie die altijd in Hengelo te zien is (geweest), door te ontwikkelen en juist niet te laten uitdoven. Wij hebben goede nota genomen van uw financiële positie en hebben daar in onze voorstellen ook rekening mee gehouden. Wij hechten wel aan belangstelling van uw kant voor onze initiatieven en rekenen daarbij ook op goed en open overleg met u en uw medewerkers, zodat in ieder geval de informatievoorziening over en weer zo optimaal mogelijk is. Middels dit plan vragen wij van u: overleg op korte termijn met u en uw medewerkers om de verdere concretisering van dit plan te bespreken en ook af te stemmen op uw beslissingsmomenten aangaande de kunst- en cultuurnota uw instemming met het beschikbaar stellen van jaarlijks € 50.000 tbv de activiteiten mbt de beeldende kunst in Hengelo en de nadere invulling van de daarbij horende voorwaarden uw instemming met de start van de "kunstuitleen nieuwe stijl" via ons plan, waarbij u in principe instemt met het onderbrengen via langdurige bruikleen van de gemeentelijke collectie en eventueel ook de passende collectie van het Historisch Museum en waarvoor u de beschikbare middelen (tenminste € 25.000 per jaar) voor dit doel inzet We realiseren ons dat ons plan 'HeArtGallery' ambitieus is en ook een hele nieuwe aanpak vereist, die nog veel voorbereiding vergt. We zijn daar volop mee bezig en willen graag enkele punten onder uw aandacht brengen. Concentratie van beeldende kunst activiteiten in het centrum Wij vinden het essentieel dat het merendeel van de activiteiten van HeArtGallery in het centrumgebied van onze stad plaatsvindt. De centra van binnensteden in het algemeen en die van Hengelo zeer zeker, zijn in de komende periode zeer gebaat bij een breed aanbod van activiteiten en evenementen. Beeldende kunst leent zich daar ook voor en anderzijds wil de beeldende kunst zich ook graag tonen aan mensen en op plekken waar veel mensen komen. Een "kunstuitleen nieuwe stijl", de exposities en activiteiten willen wij in de binnenstad van Hengelo een plek geven, die positief bekend moet worden. Overigens zullen de bk-activiteiten, zoals nu ook al te zien is bij de verschillende HeArtpool-activiteiten, zich soms ook voltrekken op andere locaties in Hengelo e.o. Professionele projectmanager en een team van vrijwilligers en inzet van een aantal beeldende kunstenaars Het logische gevolg van de keuze voor de binnenstad als focuspunt voor de (meeste) activiteiten, heeft ook consequenties: de openingstijden en de bemensing van HeArtGallery zal daarbij passend moeten zijn. Vooralsnog gaan we in de uitwerking uit van een actieve aanwezigheid op de woensdagmiddag, op de donderdagmiddag en -avond, op de vrijdagmiddag, op de zaterdagochtend en -middag en op de koopzondagen. We achten ons in staat om met een team van tenminste 24 vrijwilligers deze openingstijden te kunnen halen. Bij onze uitwerking streven we er naar om de actieve Hengelose beeldend kunstenaars ook hierbij te betrekken; bij een mogelijke expositie kan een persoonlijke of groepsgewijze betrokkenheid bij HeArtGallery gestimuleerd worden. Het is in ieder geval onze bedoeling om de vele individuele beeldend kunstenaars in enigerlei vorm te committeren aan ons initiatief. We hebben wel tijd nodig voor de opzet van de structuur en de ontwikkeling van een solide en betrouwbare werkwijze
Het is ons wel duidelijk dat ons plan niet snel even uitgerold kan worden. We zullen onze eigen organisatie ook moeten versterken en waar mogelijk verbreden om tot een succesvol resultaat te kunnen komen. We zien daar zeker mogelijkheden toe, maar dat kost wel tijd. De aanpak zal een geleidelijke zijn, waarbij we een professionele kracht van tenminste (gemiddeld) 1 dag per week op korte termijn al nodig hebben. Het komt ons voor dat we een opbouwjaar 2014 nodig zullen hebben om geleidelijk aan de verschillende elementen van het plan te ontwikkelen en in uitvoering te nemen. We zouden er erg bij gebaat zijn als we met de gemeente daarover ook een heldere afspraak zouden kunnen maken , zowel qua prestaties als (opbouw)financiën. Tenslotte, Deze brief incl. ons plan 'HeArtGallery' kunt u beschouwen als onze inspraakreactie op uw beleidsnota 'KenT U Hengelo?'. Wij hopen dat u ons een kans wilt geven om op een nieuwe wijze een bijzonder stukje van het DNA van Hengelo weer toekomst te geven. Met vriendelijke groet. Jan Noltes, Voorzitter Stichting HeArtpool
stichting HeArtpool Stimuleert de beeldende kunst in het algemeen en in Hengelo in het bijzonder. Het beëindigen van AkkuH, Aktuele Kunst Hengelo betekent dat er geen aansprekend podium meer bestaat voor het presenteren van professionele beeldende kunst in Hengelo. Voor HeArtpool, een unieke organisatie die - ruim 15 jaar - zich bezig houdt met het stimuleren, organiseren en presenteren van hedendaagse professionele beeldende kunst, was dit aanleiding om naar haalbare alternatieven te zoeken. Dit plan is op een eerder moment, vorig jaar november, aangeboden aan het College van Burgemeester en Wethouders en heeft de afgelopen maanden een doorontwikkeling ondergaan. Stichting Heartpool tracht mensen bij elkaar te brengen die de beeldende kunst een 'gouden hart' toedragen. Het gaat om een bijzondere vorm van particulier initiatief, een soort collectief mecenaat, een serviceclub voor de beeldende kunst met als trefwoorden 'confrontatie' en 'participatie'. Kortom: een voor Nederland uniek concept. Met de beëindiging van AkkuH vond de stichting dat zij haar verantwoordelijkheid moet nemen. Met nieuwe middelen wil zij de reputatie van Hengelo als stad in Twente waar al decennia lang aansprekende projecten en presentaties van hedendaagse beeldende kunst hebben plaatsgevonden hoog houden en daar een podium voor bieden. Heartpool heeft in de afgelopen 15 jaar van haar bestaan bewezen deze verantwoordelijkheid aan te kunnen. De ruim 50 deelnemers leveren met hun jaarlijkse bijdrage van € 1.000,- een substantiële bijdrage aan de realisatie van haar activiteiten. Daarnaast ontvangt de stichting een jaarlijkse bijdrage van de gemeente Hengelo en doet zij een beroep op diverse culturele fondsen. Een greep uit de activiteiten: De Wolvecampprijs De tweejaarlijkse nationale prijs voor de schilderkunst met een wisselende jury van (inter)nationale reputatie. De Jaarprent Jaarlijks krijgt een beeldend kunstenaar de opdracht om exclusief voor de deelnemers een prent te vervaardigen in een gelimiteerde oplage van 67. De Kunstroute Hengelo, Drie wandel- fietsroute langs beeldende kunst en bijzondere architectuur in de gemeente Hengelo. Brinkheart een door de stichting gehuurde ruimte (tot 2007), in hartje stad, die tweemaandelijks ter beschikking werd gesteld aan beeldende kunstenaars voor wisselende multimediale kunstpresentaties. Heartgardens een tweemaal georganiseerd project waarbij 23 HeArtpool deelnemers hun tuin ter beschikking hebben gesteld aan 23 kunstenaars. Achter de Basiliek waarbij 15 sokkels, in de openbare ruimte, gedurende de zomermaanden worden voorzien van ruimtelijke objecten gemaakt door beeldende kunstenaars. Tijdens de overige maanden van het jaar worden lezenaars geplaatst op de sokkels en gebruikt voor literaire projecten. In 2012 in combinatie met ruimtelijk werk op de oude Algemene Begraafplaats in Hengelo. Heartfund is een stimuleringfonds voor net afgestudeerde schilders van de /Artez Enschede. Het fonds bestaat uit een maandelijkse bijdrage voor materiaalkosten en een gastatelier gedurende 1 jaar. Het jaar wordt afgesloten met een solotentoonstelling in de
expositieruimte (t/m 2013 In AkkuH, Aktuele Kunst Hengelo) en een publicatie. Daarnaast kan de kunstenaar gebruik maken van de kennis van de deelnemers van Heartpool op het gebied van o.a. financiën, organisatie, professionalisering, etc. Deelnemers activiteiten Jaarlijks worden een tiental kunsthistorische lezingen gegeven over o.a. beeldende kunst, architectuur en fotografie, excursies georganiseerd naar interessante tentoonstellingen in binnen en buitenland, ateliers bezocht etc. Het plan. Stichting Heartpool stelt voor om een aparte stichting op te zetten (HeartGallery). Deze wordt verantwoordelijk voor door Heartpool geïnitieerde projecten op het terrein van hedendaagse beeldende kunst. Een locatie in de binnenstad van Hengelo Daarnaast wil de stichting een eigen kunstuitleen starten. Het programma Met het nog jaarlijkse beschikbare gemeentelijk budget voor beeldende kunst, een bijdrage vanuit de stichting Heartpool, een bijdrage uit de private sector en aangevuld met bijdragen van culturele fondsen denkt Heartpool de volgende activiteiten te kunnen realiseren: • jaarlijks minimaal een tentoonstelling van nationale allure • 4 tentoonstellingen met een of meer lokale professionele kunstenaars • een project op locatie met ruimtelijk werk van lokale- regionale of internationale kunstenaars • een project met een verbinding naar een andere kunstdiscipline • Een kunstuitleen voor particulieren en bedrijfsleven • Een educatieprogramma bij de georganiseerde projecten De stichting Heartpool realiseert zich dat dit niet alleen door vrijwilligers gedragen kan worden en zal voor de ondersteuning van het programma gebruik maken van professionele krachten. Heartpool wil daarvoor binnen haar stichting een projectbureau opzetten dat verantwoordelijk wordt voor de organisatie van de projecten. Het projectbureau wordt bemand door een parttime professionele kracht die gebruik kan maken van de vrijwilligers uit het ledenbestand van Heartpool. Daarnaast het projectbureau een beroep doen op inzet van lokale kunstenaars De kunstuitleen Heartpool is van mening dat de kunstuitleen een belangrijke schakel is tussen kunstenaars en kunstliefhebber. De verantwoordelijkheid voor deze service aan het Hengelose publiek en bedrijfsleven wil zij ook op nemen. Het projectbureau zal ook hiervoor verantwoordelijk worden. Het heeft de voorkeur dat de bestaande collectie van de kunstuitleen in langdurig bruikleen wordt gegeven aan de stichting Heartpool. Deze collectie kan eventueel worden aangevuld met werk uit de gemeentelijke collectie en mogelijk de hedendaagse kunstcollecties van het Historisch museum. De collectie zal in een door HeartGallery beheert depot worden onder gebracht. Kunstbemiddeling en -verkoop HeartGallery gaat een intermediaire rol vervullen bij de verkoop van werken van kunstenaars aan particulieren en bedrijven. Daarnaast denkt de stichting door de centrumlocatie ook een winkelfunctie te kunnen vervullen waarin gebruiksvoorwerpen en gadgets gemaakt en ontworpen door kunstenaars en ontwerpers worden aangeboden. Kwaliteit waarborgen Heartpool is van mening dat een stad van de omvang van Hengelo een kwalitatief kunstaanbod moet kunnen blijven bieden. Met minder middelen, een bijdrage uit de private sector en inzet van actieve burgers en kunstenaars is zij van mening deze kwaliteit te kunnen waarborgen. Verzoek Stichting Heartpool vraagt het College van Burgemeester en Wethouders dit plan te omarmen, de gevraagde middelen beschikbaar te stellen en samen met de stichting een meerjarig en duurzaam beeldend kunstprogramma voor de stad Hengelo in stand te houden. Heartpool is van mening deze ambitie schatplichtig te zijn aan de Dartele Dame (mevrouw StorkDamen) en aan allen die de afgelopen decennia bijgedragen hebben aan de reputatie van Hengelo als belangrijk centrum voor hedendaagse kunst. Het bestuur van stichting Heartpool Jan Noltes (voorzitter) Antek Olszanowski (secretaris) Anneke Bollen (educatie)
Hans de Gruil (programma coördinator)
Begroting HeartGallery 2014 t/m 2016 Uitgaven Jaarlijkse investering Personele lasten Organisatiekosten (educatie) Huisvesting + depot Programmering Post onvoorzien Totaal uitgaven Inkomsten Bijdrage Rabobank Bijdrage fondsen Gemeente Hengelo (jaarlijkse bijdrage) Bijdrage Heartpool Inkomsten Kunstuitleen Totale inkomsten Bijdrage gemeente beeldende kunst Depot Totale inkomsten
2014
2015
2016
€ 20.000,€ 20.000,€ 10.000,€ 40.000,€ 50.000,€ 10.000,€ 150.000,-
€ 10.000,€ 20.000,€ 10.000,€ 40.000,€ 60.000,€ 10.000,€ 150.000,-
€ 10.000,€ 20.000,€ 10.000,€ 40.000,€ 60.000,€ 10.000,€ 150.000,-
€ 25.000,€ 10.000,-
€ 10.000,€ 10.000,-
€ 5.000,€ 5.000,-
€ 12.500,€ 12.500,€ 15.000,€ 75.000,-
€ 12.500,€ 12.500,€ 30.000,€ 75.000,-
€ 12.500,€ 12.500,€ 40.000,€ 75.000,-
€ 50.000,€ 25.000,€ 150.000,-
€ 50.000,€ 25.000,€ 150.000,-
€ 50.000,€ 25.000,€ 150.000,-
7. Stichting Kamermuziek Reactie van Stichting Kamermuziek Hengelo op het concept van de nota 'Kunst- en cultuurbeleid Hengelo 2014-2020 KenT u Hengelo d.d. oktober 2013 Zorgvuldige lezing van de concept cultuurnota 'KenT' geeft ons aanleiding onderstaande (fundamentele) kritiekpunten en kanttekeningen naar voren te brengen. Wij willen hiermee een bijdrage leveren aan het (publieke) debat over de toekomst van kunst en cultuur in Hengelo. In de nota wordt nergens inhoudelijk onderbouwd waaróm er bezuinigd moet worden op cultuur. Gebezigde woorden als 'noodzakelijk' of'onontkoombaar' of'opgelegd' of'opgave' zijn geen argumenten. Nergens valt te lezen dat het hier om een uitdrukkelijke keuze van het College gaat. Daarbij is het ook nog een keuze die niet beargumenteerd wordt. Helaas. Het College heeft er dus voor gekozen om, zonder enige uitleg, op Kunst en Cultuur te bezuinigen. En 'keuze' betekent uiteraard dat er ook andere keuzes mogelijk waren geweest. Er zijn steden in Nederland waar in dit verband daadwerkelijk een andere keuze is gemaakt. Een keuze voor cultuur. Dat is een kwestie van lef hebben. Als legitimatie roepen dat iedereen moet bezuinigen klinkt niet sterk. Een kwetsbaar gebied als cultuur, waarvan nut en noodzaak ln de nota wel door het College worden onderschreven, en dat tot voor kort overigens het bescheiden aandeel van nog geen 3.5% innam van de totale begroting van de gemeente Hengelo, verdient het eerder om beschermd dan gekort te worden. Met korten op cultuur doe je de cultuur te kort, zeker in de mate waarin het College nu toe wil slaan: liefst 1272% moet cultuur inleveren van haar toch al niet zo ruimhartige budget. Het Hengelose College doet iets wat niet kan: iets belangrijk vinden zonder een daarbij passende honorering voor te stellen. Dat klinkt op zijn minst ongeloofwaardig. Opmerkelijk genoeg zijn er in de nota wel aanwijzingen te vinden die een besluit om juist niet op cultuur te bezuinigen zouden hebben gerechtvaardigd. Zoals de constatering dat men het ambitieniveau van de vorige nota wel wil handhaven ("verdere versterking culturele identiteit van Hengelo"), edoch men alleen het tempo wil verlagen. Zelfs als zou de gemeente Hengelo kunst en cultuur enkel op het huidige peil willen houden, dan kan dat niet met minder geld. Daar is ten minste hetzelfde (heus niet zo grote) bedrag voor nodig. En als men echt meer zou willen zoals wordt beweerd moet er juist geld bij! Bovendien valt uit in de nota opgenomen cijfers af te leiden dat Hengelo op het gebied van uitgaven voor cultuur al jaren aan de staart bungelt van het rijtje vergelijkbaar grote gemeenten, dus zelfs zonder doorvoering van de voorgestelde bezuinigingen! Dan is het misleidend om prat te gaan op grootse cultuurdaden. Anders gezegd: het was pover en het wordt nog minder dan pover! Het is absoluut onjuist om over 'het culturele dna van Hengelo' te spreken, en hoog op te geven van de hoge kwaliteit daarvan. Er worden twee zaken door elkaar gehaald: erfelijkheid en erfenis. Ja, Hengelo heeft een rijk cultureel verleden, en die erfenis verdient het om goed beheerd te worden. Dat vraagt om goed rentmeesterschap, maar heeft niets te maken met genetische overerving. Zowel de speciale bijlage over dat vermeende culturele dna,als ook verwijzingen daarnaar in de nota zelf, dienen te worden geschrapt dan wel bijgesteld. Dan is die misvatting rechtgezet.
En vervolgens dient er flink te worden geïnvesteerd in educatie om de erfenis van kunst en cultuur in de meest brede zin goed over te kunnen dragen naar volgende generaties. Gelet op het relatief lage budget zijn er door menige Hengelose instelling grootse prestaties verricht. De gemeente zou er goed aan doen de pluim die zij op haar eigen hoed steekt uit te delen aan die instellingen. Als voorbeeld mogen hierbij de benchmarkcijfers diénen die in het jaarverslag van de schouwburg staan: deze in verhouding laag gesubsidieerde instelling levert kwalitatief en bedrijfsmatig betere prestaties dan beter bedeelde schouwburgen; nóg minder subsidie voor deze instelling zou mede om die reden een dramatische vrije val in gang zetten. Ten minste tendentieus is het gebruik van de ruim weergegeven resultaten van internet-peilingen (HengeloPanel). Dat Panel is niet geheel representatief te noemen. Maar wat nog belangrijker is: antwoorden op vragen die zonder context worden gesteld, zijn te vrijblijvend. Cijfers uit dit type peilingen zijn dermate onbetrouwbaar dat ze niet geschikt zijn voor onderbouwing van wat dan ook, dus ook niet van bezuinigingen. Het lijkt ons onjuist om gratuite antwoorden uit deze peilingen naar voren te halen en er bezuinigingen mee te legitimeren. Hiermee verschuilt de gemeente zich achter de scheve schutting van de zogenaamde publieke opinie.
De 'creatieve keten' lijkt ons een ongelukkig model om Kunst en Cultuur in Hengelo in kaart te brengen. Het is typisch een model van de tekentafel, doet kunstmatig aan, en de invulling (alles moet er in passen) is navenant evenzo gekunsteld. Het is verder opvallend hoe weinig plaats er in de nota is ingeruimd voor het rapport 'Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur'. Dit rapport is recentelijk door alle culturele kerninstellingen gemaakt onder leiding van een door de gemeente aangestelde kwartiermaker. Het rapport is ook door alle culturele kerninstellingen gefiatteerd. Het meest belangrijke voorstel uit dat rapport om de opgelegde bezuinigingen te pareren wordt door het College echter niet overgenomen, en dat zonder argumenten. En wat precies men wel van het rapport wil overnemen wordt niet duidelijk gemaakt. Hiermee wordt het constructieve werk van de kerninstellingen wat al te gemakkelijk, welhaast achteloos, terzijde geschoven. Worden die instellingen daarmee wel serieus genoeg genomen? Om vervolgens een bezuiniging van drie ton uitsluitend op de schouders van een educatieve instelling, te weten de Muziekschool, te leggen, en elders in de nota schaamteloos educatie als een essentieel gebied aan te merken, is in die combinatie een gotspe van de eerste orde. De voorgestelde inzet van gemeentelijke subsidiespecialisten lijkt een mooi gebaar, maar externe gelden zijn meestal bedoeld voor projecten en juist niet bedoeld voor structurele aangelegenheden: van dat soort bronnen moeten Instellingen het voor hun continuïteit niet van hebben. Daarmee is het Collegevoorstel slechts een gebaar, effectief zelfs een loos gebaar. Die projectvoorwaarde geldt zeker voor daarnaast genoemde fondsen en zaken als 'crowd funding '. Allemaal aardig voor incidentele uitgaven, niet iets om jarenlang op te kunnen bouwen. Tot slot een aantal losse opmerkingen: (P 8/9) In het overzicht van de culturele basisstructuur ontbreken analyse en evaluatie: wat heeft een en ander opgeleverd, waarmee verder en waarom? (pil) Hengelo tel uw zegeningen METROPOOLl: landelijk toppoppodium Schouwburg: spraakmakend mede door (nu nog) gedurfd programmeren Waterstaatskerk: in de oren van velen beste kamermuziekpodium in de regio Buitenruimte: rijke verzameling nonfiguratieve kunst, helaas te versnipperd geëxposeerd (p 13) De niet meer bestaande Hogeschool Edith Stein kan (helaas) worden geschrapt. Goede amateurkunst is gebaat bij goede professionele kunst (goed voorbeeld ... etc): én én dus (P 14) Er is hier nog meer reuring in Hengelo te melden, denk bijvoorbeeld aan ... modespektakel nacht van Hengelo concert op de markt Amazing Hengelo FBK revues armonia kunstmarkt Hasselo concerten Waterstaatskerk concerten Lambertuskerk (Pl5) In het schema van de voorzieningen ontbreekt de Waterstaatskerk als professioneel (en door professionele musici uit het hele land hogelijk gewaardeerd) podium. Verder ontbreken daar in ieder geval de Stichting Hengelo Leest, de Stichting Het Debat, en OverUit. (P 16) Is er enig zicht op hoeveel toeristen Hengelo nu de moeite waard vinden? Als toeristen ergens voor komen, dan zeker niet voor verarmde cultuur (P 20) Regionale samenwerking bijzondere podia in Twente heeft o.a. positief gewerkt op bezoekersaantallen kamermuziekconcerten in Waterstaatskerk (P22) Cultuurellips kan een goed idee zijn als deze gevuld wordt met 'de-moeite-waard-zaken' als beeldentuin / expositieruimten / fraaie centrum / ... (p30)
Hier ontbreken de concerten in de Waterstaatskerk per bezoeker legt u hier ca. 6 euro subsidie bij: een koopje en het belang van dit podium is zowel voor de uitvoerenden als het publiek niet gauw te overschatten Samenvattend kunnen we stellen dat de nota ons zeer teleurstelt. De letters K en T staan voor ons eerder voor Kortzichtig en Teleurstellend dan voor de bedoelde woorden Kunst en Techniek. Als het College zou blijven bij de in de nota weergegeven intenties in relatie tot het voorgestelde budget, dan zou een beschrijving van het voorgenomen beleid als volgt kunnen luiden: De afgelopen jaren was het al schamper gesteld met de bijdrage van de gemeente voor cultuur, gelet op uitgaven dienaangaande door vergelijkbare steden. Ondanks dat het College het belang van cultuur in woorden onderschrijft, wil het daar geen bijpassende daden aan verbinden. Integendeel: in plaats van een noodzakelijk tandje bij te zetten om ten minste gelijke tred te houden met vergelijkbare steden vindt het College het verantwoord dat er nog minder geld naar cultuur gaat dan voorheen. Het ambitieniveau moet derhalve fors naar beneden worden bijgesteld. Hengelo wil geen cultuurrijke stad zijn. In de Volkskrant van 11-11-2013
8. Armonia
Hengelo 13-11-2013
Geachte mevrouw Buis,
Hierbij onze reactie op de cultuurnota.
De beperking van de subsidie voor muziekonderwijs tot een “basisniveau” (B-niveau) is een slecht idee.De muziekschool moet blijven staan voor 8 jarig muziekonderwijs en wel om de volgende redenen: 1. De muziekverenigingen en hun 750 leden zullen er onder lijden, omdat het niveau van de orkesten op termijn sterk naar beneden zal gaan: a. De meeste muziekverenigingen accepteren op dit moment het B-niveau als minimaal ingangsniveau, maar gaan er daarbij wel vanuit dat de kinderen verder les nemen (tot C of D niveau). Het spelen in het verband van een (jeugd-)orkest helpt hen daarbij plezier te hebben in het maken van muziek, zoals een voetballer ook in een team moet spelen om zich te kunnen ontwikkelen en plezier aan zijn sport te houden; b. De instroom van kinderen en jongeren in de verenigingen zal sterk afnemen omdat dit gevraagde vervolgonderwijs tot C- of D-niveau voor veel mensen te duur zal worden. Hierdoor wordt het voor verenigingen nog moeilijker wordt om voldoende leden te houden en hun activiteiten te blijven uitvoeren; 2. De leefgenot in de stad gaat eronder lijden, omdat de kwalitatief goede muziekverenigingen een belangrijke bijdrage leveren aan het verenigingsleven (niet iedereen houdt van voetbal of hockey), de cultuurbelevenis (de vele openbare concerten) en het winkelplezier (op zaterdagen en koopzondagen) in Hengelo. 3. Wij zijn ook bang voor een verdere instorting van het muziekonderwijs in Hengelo. Muziekonderwijs dat zich beperkt tot een "basisniveau" (B-niveau) zal bij voorbaat veel geïnteresseerden afstoten. Als het maken van muziek je wel leuk lijkt, maar als je van tevoren weet dat je, wanneer je de basisbeginselen eenmaal hebt geleerd, het lesgeld niet meer zult kunnen opbrengen, zullen velen er ook niet aan beginnen; We vragen ons verder af of deze voorgestelde vorm van bezuiniging wel zo veel geld opbrengt: het is slechts een beperkt deel, en met name die kinderen die plezier hebben in het muziekmaken, en die hun hobby buiten lesverband ook doorzetten (dus: bij o.a de muziekverenigingen), die lessen nemen tot C of D niveau. En die nu disproportioneel meer moeten gaan betalen en daarmee voor een belangrijk deel het toegang tot de muziekschool wordt ontzegd. Wel denken we dat er andere mogelijkheden zijn, om de voorgenomen 3 ton bezuinigingen te realiseren: a. Door minder lestijd te besteden in ensembles en orkesten aan de muziekschool waarvoor door de deelnemers niet wordt betaald. Deze activiteiten kunnen prima bij de verenigingen worden ondergebracht tegen substantieel lagere kosten; b. Door verhuur van instrumenten via de verenigingen te laten lopen, kunnen kosten voor het behoud van een instrumentenbestand op de muziekschool worden beperkt. c. Goedkopere huisvesting, door combinatie met culturele instellingen als Crea die een belangrijk deel van hun activiteiten op andere momenten van de dag/week organiseren;
d. Verbeteringen van de organisatie van de Muziekschool zelf, door combinatie van bestuur, administratie en beheer met andere instellingen. namens Muziekvereniging Armonia Rick Wasser
9. Filmhuis Filmhuis Hengelo Beursstraat 44 7551 HV Hengelo Gemeente Hengelo Cluster Cultuur Postbus 18 7550 AA Hengelo Hengelo, 11 november 2013 Beste Klaske en Medewerkers Cluster Cultuur, Met interesse hebben wij jullie concept-nota kunst- en cultuurbeleid 2014-2020 gelezen. Filmhuis Hengelo wordt twee keer genoemd, als incidentele (gesubsidieerde) voorziening. Hoewel wij begrijpen dat deze nota ook vooral een verantwoording is voor structurele subsidies aan culturele kern-instellingen in Hengelo, was bij ons toch een kleine teleurstelling te bespeuren over onze vernoeming in deze nota. Al bijna 25 jaar maakt de Filmliga en tegenwoordig Filmhuis Hengelo deel uit van het culturele aanbod in Hengelo. Met een huidig structureel aanbod van 4 avonden in de week en vele samenwerkingen met o.a. Metropool, de Bibliotheek en Crea die de laatste jaren door ons zijn geïnitieerd, maken wij het culturele klimaat van Hengelo zeker rijker. Voor een 100% vrijwilligersorganisatie is dat een ambitieuze missie. Het is dan ook te danken aan het enthousiasme van onze vrijwilligers en een actief bestuur dat wij dit tot op heden weten te realiseren. Het onderscheid kern-voorzieningen en incidentele voorzieningen begrijpen wij vanuit het standpunt van de gemeente, maar voelt in ons geval als een ‘degradatie’ van onze wekelijkse activiteiten. Daarom zouden we jullie willen adviseren om in deze nota ook een waarderende paragraaf te wijden aan dergelijke structurele initiatieven op het gebied van kunst en cultuur in Hengelo. Met vriendelijke groet, Het bestuur van Filmhuis Hengelo, Frank Konings, Bernard Korbeld, Siem Kruse, Anne-Marie Kok, Marjorie Pasman en Annemarie de Regt.
10. Federatie Hengelose Muziekverenigingen ONTVANGEN 1 1 NOV. 2013
J Secretaris: J. ter Borg van Ostadestraat 27 HENGELOSE 7556 EVJ Hengelo TV4UZI EKVEREN\C:\UCitU
[email protected] Gemeente Hengelo t.a.v. College van B&W Postbus 18 7550 AA HENGELO S007135
Hengelo, 9 november 2013
Betreft: Reactie concept-nota "KenT u Hengelo - Kunst (& cultuur) en Techniek in Hengelo" Geacht college, Bij deze wil de Federatie van Hengelose Muziekverenigingen haar reactie geven op de conceptcultuurnota die is verschenen op 16 oktober 2013. Hieronder zijn onze reacties puntsgewijs opgesomd: • De gemeente kiest voor subsidiëring van het basisniveau (tot en met B-diploma). In hoeverre is met de hierdoor verwachte bezuiniging rekening gehouden met het feit dat het aantal A-en B-leeringen op de muziekschool veel groter is dan het aantal C- en Dleerlingen? • Wat zijn de verwachte gevolgen van het wegvallen van subsidie voor C- en D-leerlingen op de breedte van het aanbod (het scala aan instrumenten waar les in kan worden gevolgd)? • De muziekverenigingen in Hengelo staan op een hoog niveau. Daarvoor is het nodig dat leerlingen enerzijds een goed instroomniveau hebben en anderzijds daarna nog kunnen doorgroeien door het volgen van goede en betaalbare lessen. De meeste muziekverenigingen accepteren op dit moment het B-niveau als minimaal ingangsniveau voor hun gevorderdenorkesten, maar gaan er daarbij wel vanuit dat de kinderen verder les nemen (tot C of D niveau). Het spelen in het verband van een (jeugd-)orkest helpt hen daarbij plezier te hebben in het maken van muziek, zoals een voetballer ook in een team moet spelen om zich te kunnen ontwikkelen en plezier aan zijn sport te houden. • Door het beperken van de subsidiëring tot de basis komt de instroom van leden in de muziekverenigingen ernstig in de verdrukking en zullen het niveau en de omvang van de muziekverenigingen gaan dalen. Naast het wegvallen van het instrumentenfonds met ingang van 2013 is het punt van de instroming de tweede grote aderlating voor de Hengelose muziekverenigingen. Wij zijn dan ook van mening dat de gemeente de muziekverenigingen ernstig ondermijnt. Nu nog hebben de bij de Federatie van Hengelose Muziekverenigingen aangesloten verenigingen gezamenlijk zo'n 750 leden. Wij verwachten dat dit aantal snel gaat dalen als de voorgestelde maatregelen daadwerkelijk van kracht worden. O Op welke manier gaat de gemeente de verenigingen hulp bieden om dit te compenseren? O Is het ter compensatie mogelijk om subsidieperiode voor leden van muziekverenigingen te verlengen tot en met het D-diploma?
HENGELOSE 7556 EV\/ Hengelo "M UZI EKVEREK\G\UGEU
[email protected]
Secretaris: J. ter Borg ^ H ^ f \. ^ 'S van Ostadestraat 27
Worden de verenigingen in de gelegenheid gesteld om aan te geven wat hun eisen zijn voor het Bniveau? Dit kan namelijk aanzienlijk verschillen per instrument. Wij zijn bang dat beperking van subsidiëring tot en met het B-niveau zal leiden tot een verdere instorting van het muziekonderwijs in Hengelo. Muziekonderwijs dat zich beperkt tot een basisniveau zal bij voorbaat veel geïnteresseerden afstoten. Als het maken van muziek je wel leuk lijkt, maar als je van tevoren weet dat je, wanneer je de basisbeginselen eenmaal hebt geleerd, het lesgeld niet meer zult kunnen opbrengen, zullen velen er wellicht ook niet aan beginnen. Hoe kijkt de gemeente hier tegenaan? De basissubsidie voor verenigingen blijft in stand. Nergens wordt echter aangegeven wat de verwachtingen zijn voor de hoogte van deze basissubsidie. Leden van muziekverenigingen krijgen korting als zij lessen volgen bij de muziekschool (les volgens het HaFa-tarief). Dit staat (impliciet) vermeld in de overeenkomst tussen de gemeente en de muziekschool. Wat gebeurt er vanaf 2014 met deze korting voor A-/B-leerlingen? En dezelfde vraag voor de ongesubsidieerde C-/D-leerlingen? De subsidie voor A-/B-onderwijs (een periode van ongeveer 5 jaar) wordt uitgekeerd aan de muziekschool. Gezien de huidige situatie van de muziekschool is het niet ondenkbaar dat deze niet lang meer blijft bestaan. O Wat gebeurt er dan met de genoemde subsidie? O Is het mogelijk om een leerlinggebonden budget in te voeren, waarmee de leerling zelf les kan nemen waar hij/zij wil? (Uiteraard dan wel les die voldoet aan zekere nader te bepalen kwaliteitseisen). Is het mogelijk dat indien de leerling dit wenst de periode van 5 jaar in een latere fase wordt gesubsidieerd? Bijv. als de leerling een basisopleiding heeft gevolgd bij een muziekvereniging en vanaf C niveau graag gesubsidieerd les wil nemen aan de muziekschool? Wij zouden graag vermeld zien dat de muziekschool zich vooral richt op leren en minder dan nu het geval is op produceren. Het is immers overduidelijk gebleken dat de muziekschool met de vorming van vele ensembles en orkesten een grote overlap met de muziekverenigingen creëert en daardoor een directe concurrent is van deze verenigingen. Wij zouden om die reden graag vermeld zien dat ensembles en orkesten binnen de muziekschool niet meer gesubsidieerd worden. De muziekverenigingen hebben iedereen of meer jeugdorkesten en daarmee zijn zij voor een groot deel van de instrumenten prima in staat in de samenspelbehoefte op A- en B-niveau te voldoen. Uiteraard geldt datzelfde ook voor C- en D-niveau. Er staat vermeld: "Met de instellingen en verenigingen maken we resultaatafspraken over het beoogde maatschappelijke effect van hun inspanningen waarvoor zij gemeentelijke subsidies ontvangen.". Kunt u meer concreet aangeven wat de muziekverenigingen hier kunnen verwachten? Op diverse plekken in de nota wordt de Waterstaatskerk genoemd. Op dit moment is de status dat deze vanaf 1 januari waarschijnlijk niet meer beschikbaar is voor de in de nota genoemde doelen. Hoe rijmt de gemeente dit met elkaar? Is het mogelijk een expliciete toevoeging te maken van de tijdelijkheid van alle voorstellen? Dit om een opening te houden dat, als het economisch over enkele jaren weer beter gaat, er weer meer geld beschikbaar komt en bijvoorbeeld de subsidieperiode voor muziekles kan worden verlengd. Zoals u kunt lezen, maken de muziekverenigingen zich ernstig zorgen over de gevolgen van het voorgestelde cultuurbeleid. Na het wegvallen van het instrumentenfonds volgt nu een tweede grote klap voor de verenigingen, die onherroepelijk grote gevolgen gaat hebben voor hen. Wij vragen ons af of dat ook echt de bedoeling is van deze cultuurnota. Wij wachten uw antwoord op onze reacties af en verzoeken u tevens onze reacties waar mogelijk mee te nemen bij het maken van de definitieve versie van de cultuurnota. Onze hartelijke dank daarvoor. Met vriendelijke groet, Thijs Tijhaar Voorzitter Federatie van Hengelose Muziekverenigingen Secretaris: J. ter Borg van Ostadestraat 27 7556 EW Hengelo terborg.j@home. nl
11. de Hengelose Koren Koepel (HKK)
Dhr. W. Mulder Burgemeester Jansenplein 1 7551 EC Hengelo Hengelo, 13 november 2013 Betreft: reactie Hengelose Korenkoepel op de concept-cultuurnota KenT u Hengelo Geachte heer Mulder, Medio oktober heeft de Hengelose Korenkoepel (HKK) de concept-nota Kunst- en cultuurbeleid Hengelo ontvangen. De HKK maakt graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren, zowel inhoudelijk als tekstueel. Aangezien de ledenvergadering van de HKK op 20-11-2013 is, heeft het bestuur van de HKK de aangesloten koren gevraagd om per mail te reageren. Het HKK-bestuur kreeg meldingen van besturen van verenigingen dat zij de nota lastig vinden om door te nemen en dat de nota ‘ver van hun bed ligt’, zeker voor bestuursleden die niet uit Hengelo komen. Wel merkt het HKK-bestuur dat kunst en cultuur leeft als er gevraagd wordt om ideeën, zoals bij de brainstormbijeenkomst van de WAK op 14 oktober 2013. Voor Hengelose burgers is het van belang om bezig te zijn met kunst en cultuur, in welke vorm dan ook, als amateur of als professional, door te kijken en te luisteren of door b.v. zelf te zingen, te dansen of muziek te maken. Kunst inspireert en zorgt voor verbinding, creativiteit en aantrekkelijkheid van de stad. Kinderen, jongeren en volwassenen ontwikkelen zich door kunst en zijn socialer. Zo helpen zingen en muziek bij de ontwikkeling van het brein. Juist in tijden van bezuinigingen dient de gemeente de (amateur)kunst een belangrijke plek te geven. De samenleving kan niet zonder. Daarbij dient er verbinding te zijn met cultuureducatie en professionele instellingen. De onderdelen van de keten leren, produceren, presenteren en interesseren zijn alle vier van belang voor de amateurkunst. In aanraking komen met kunst prikkelt jong en oud. Amateurkunstbeoefenaars dragen hun passie voor kunst uit en raken daarmee mensen in hun hart. Cultuureducatie is daarbij de basis, zowel voor kinderen, jongeren als volwassenen. Hengelo kan niet zonder kunst en culturele activiteiten binnen onze samenleving. Hieronder de reactie van de Hengelose Koren Koepel per pagina van de cultuurnota: Pagina 2: in de inhoudsopgave lopen de paginanummers vanaf hoofdstuk 4 niet meer synchroon met de paginanummers van de nota. Pagina 3, 2 e alinea: de gemeente gaat uit van de zelfwerkzaamheid. Daarvoor zijn veel vrijwilligers nodig. De HKK merkt op dat 4 jaar geleden tijdens een feestelijke bijeenkomst de vrijwilligersverzekering door de gemeente werd gepresenteerd. Nu gaat de gemeente de vrijwilligersverzekering afschaffen. Dit is een verkeerd signaal naar verenigingen die draaien op vrijwilligers. P
P
Pagina 3, 5 e alinea: er wordt geschreven dat bezuinigingen landelijk kunnen oplopen tot 40%. Volgens de cijfers die in deze nota staan, geldt dit ook voor de muziekschool. Dit zou dan ook als aanvulling in deze alinea vermeld dienen te worden. P
P
Pagina 7, 2 e alinea van onderen: er staat dat Hengelo beneden gemiddeld scoort als het gaat om cultureel aanbod. Als festivalstad zijn wij wel koploper in vergelijking met andere steden (in verhouding tot het aantal inwoners). Het Vocaal Festival Amusing Hengelo is niet meer weg te denken. P
P
Pagina 8, 2 e alinea: samenwerking tussen culturele instellingen onderling en culturele instellingen en amateurkunst zou gestimuleerd dienen te worden. In het vroegere cultuurplatform kwamen amateurkunst en de professionele kunstsector bijeen. Nu is er alleen een WAK-werkgroep waar samengewerkt wordt, maar dat is voor een kleine periode in het jaar. Er was een cultuurscout, maar deze functie bestaat niet meer. Door professionele instellingen te laten samenwerken met amateurverenigingen ontstaan er nieuwe ideeën, verbindingen en projecten. P
P
Pagina 11, De creatieve keten; als amateurkunstkoepel zien wij een rol voor de koren weggelegd bij alle schakels. Pagina 13, 3 e alinea: de muziekschool zal alleen subsidie ontvangen voor de basisvorming waardoor er mogelijk minder leerlingen doorstromen naar orkesten. De HKK maakt zich zorgen over de kwaliteit en kwantiteit van orkesten die koren kunnen begeleiden. Professionele orkesten zijn alleen door grote en draagkrachtige koren te betalen. Geldt de basisvorming alleen voor kinderen/jongeren of ook voor volwassenen die b.v. op hun 30 ste willen beginnen met zang- of muziekles? P
P
P
P
Pagina 14; De gemeente handhaaft de subsidies voor de amateurkunst. Worden de subsidies jaarlijks geïndexeerd? Het HKK-bestuur merkt op dat buurtcentra hun huren en andere kosten hebben verhoogd waardoor koren hun contributies hebben moeten verhogen. Verder willen we opmerken dat podia als het Rabotheater en het stadhuis behoorlijke tarieven hanteren voor amateurverenigingen. Dit geldt ook voor de huur van materialen. Creatieve oplossingen waarbij koren b.v. zelf de garderobe in het Rabotheater zouden kunnen bemannen met vrijwilligers scheelt voor verenigingen een deel in de kosten van de huur. De gemeente zou het Rabotheater kunnen verzoeken om hierover in gesprek te gaan met de amateurverenigingen. Pagina 15, tabel 1 ste rij; toevoegen: BAM-festival, Kunsten op Straat. P
P
Pagina 15, tabel 3e rij; toevoegen: Piet Blom-museum. Pagina 15, tabel 4 e rij; toevoegen: Hengelo Leest, Groot Driene, de dichter, zijn straat en één gedicht. P
P
Pagina 15, tabel 5 e rij; toevoegen: Vocaal Festival Amusing Hengelo. P
P
Pagina 15, laatste alinea; mogelijkheden i.p.v. mogelijkhede; dus n toevoegen. Pagina 17, laatste alinea; bibliotheek: nieuwbouwopening was in 2006. Pagina 28, eerste alinea; bibliotheek: nieuwbouwopening was in 2006. Pagina 28, laatste alinea; de Waterstaatskerk wordt genoemd als gebouw dat momenteel in gebruik is voor kunst & cultuur. Door het opzeggen van de huur door de muziekschool is er onzekerheid over de toekomst van de Waterstaatskerk als podium- en repetitielocatie. De HKK dringt er bij de gemeente op aan om de Waterstaatskerk te behouden voor de (amateur)kunst.
Pagina 37, 2 e alinea van onderen; bibliotheek: nieuwbouwopening was in 2006. P
P
Pagina 38, 3 e alinea; ook (incidentele) subsidie voor BAM-festival, Kunsten op Straat en Vocaal Festival Amusing Hengelo. P
P
Pagina 40; Metropool, Muziekschool (inclusief Kosterswoning en Waterstaatskerk) van tabel wijkwelzijngebouwen naar tabel accommodaties. Pagina 42, 1 ste tabel; Het is zeer zorgelijk dat de uitgaven voor cultuur in Hengelo het laagste zijn in vergelijking met andere plaatsen van gelijke grootte. P
P
Met vriendelijke groet, Kitty ter Braak Voorzitter Hengelose Korenkoepel J.P. Heyestraat 65 7552 MS Hengelo Cc:
Mevrouw K. Buis, beleidsmedewerker cultuur
12.Podiumkunsten Hengelo
Reactie van Podium Kunsten Hengelo op Concept Kunst en Cultuurbeleid Hengelo ’14-‘20
Aan: Het College van Burgemeester en Wethouders van Hengelo Betreft: Concept Kunst- en Cultuurnota 2014-2020 Hengelo, 11-11-2013 Geacht College,
Hierbij de reactie van belangenorganisatie Podium Kunsten Hengelo op de conceptnota Kunst- en cultuurbeleid met als titel: Kunst (& cultuur) en Techniek in Hengelo. Hopelijk wordt in januari 2014 het nieuwe kunst- en cultuurbeleid in onze stad vastgesteld; na 4 jaren waarin de voorgaande nota stilzwijgend als onderlegger werd gehanteerd voor (nieuw) beleid zijn we met ons allen dringend toe aan bijstelling en mogelijk herformulering van uitgangspunten. Daarnaast beamen wij met u dat de huidige financiële problemen waar alle gemeenten en de rijksoverheid mee te kampen hebben, een reset vereist. De mogelijkheden om ons gunstige kunst- en cultuurklimaat te behouden zijn helaas beperkt; dit uit zich in de grote bezuinigingsvoorstellen voor de grote instellingen maar ook voor de amateurkunsten. Ondanks dat eenzelfde bedrag als voorgaande jaren gereserveerd blijft voor de amateurkunst, zien we dat factoren die direct en/of indirect invloed hebben op de amateurkunst, een negatief effect hebben op alle fases van de amateurkunstbeoefening. Mede door enige terughoudendheid gedurende de afgelopen jaren om (nieuw) beleid en/of resultaten te realiseren, glijden we af naar een plek waar wij niet wensen te zijn. Wij vragen uw aandacht en verwachten dat u kritisch Reactie van Podium Kunsten Hengelo op Concept Kunst en Cultuurbeleid Hengelo ’14-‘20 kijkt naar de inmiddels ontstane situatie en bijstellingen dan wel concrete plannen en resultaten behaald gaan worden op korte termijn. De zgn. creatieve keten is de leidraad en tegelijkertijd de basis voor het verlenen van subsidie aan kunst- en cultuuractiviteiten. Als geen andere tak zien wij de amateurkunst in álle onderdelen van deze keten vertegenwoordigd; graag zouden wij zien dat dit in de definitieve versie wordt aangepast. Diezelfde keten maakt zichtbaar dat er vier onlosmakelijk met elkaar verbonden onderdelen zijn; interesseren, leren, produceren en presenteren. Interesseren: In de opvoeding komen kinderen al van jongs af aan in contact met kunst en cultuur. Dit is te danken aan ouders, scholen en een breed creatief aanbod dat mogelijk (is gemaakt) in Hengelo waarmee het interesseren geborgd is. De amateurkunst zal zeker meer inspanning moeten gaan verrichten om pubers en adolescenten te interesseren. Helaas neemt in deze leeftijdsfases de interesse voor kunst en cultuur, bedreven in de meer traditionele zin, af. Wél zijn er veel creatieve jongeren die op een andere en meer eigentijdse wijze hun interesses uiten. Dit is een landelijke trend én voor Hengelo zeker een aandachtspunt door bijvoorbeeld hier meer op in te haken. Bij de volgende drie stappen in de keten, het leren , het produceren en presenteren, kennen wij al jaren grote knelpunten binnen de amateurkunst en in het bijzonder de podiumkunsten. Deze knelpunten maken dat wij meer en meer aan het ‘overleven’ zijn wat de kwaliteit en kwantiteit negatief kan gaan beïnvloeden. Al vele jaren wordt aandacht gevraagd om de grote knelpunten die er zijn sámen aan te pakken. Met samen bedoelen wij dan mét ónze gemeente; de groepen kunnen dat niet meer alleen, hoezeer dat ook is geprobeerd. De grote knelpunten zijn: - een goede en betaalbare repetitieruimte, - een goede en betaalbare decoropslag Reactie van Podium Kunsten Hengelo op Concept Kunst en Cultuurbeleid Hengelo ’14-‘20 - en bovenal een betaalbaar en geschikte accommodatie om te kunnen presenteren; een soort vestzaktheater voor max. 70 tot 80 stoelen zónder afhankelijkheidsrelatie van bestaande theaters met voor de podiumkunstgroepen onbetaalbare tarieven.
Het liefst dit alles in één gebouw verenigd, een zgn. PKHA (Podium Kunsten Hengelo Accomodatie) In bijlage 1 vindt u de uitwerking van de behoeftes van de groepen. Het leren, produceren en presenteren komt al jaren in de knel en de problemen van de podiumkunstgroepen zijn net zo cyclisch als de creatieve keten alleen wel in een néérgaande lijn; - geen vaste en betaalbare plekken om te repeteren betekent veel onrust en vraagt veel inspanning om continuïteit en vindbaarheid te genereren. - neerstrijken in wijkcentra is inmiddels, vanwege de gestegen prijzen voor huur en consumpties, een onmogelijkheid. Daarnaast zijn amateurkunstgroepen niet perse wijkgebonden. Waar deze relatie in het verleden ontstaan is, wordt deze zeker gekoesterd. - daar waar vaste, duurdere plekken worden gehuurd blijft weinig over om te investeren in produceren en presenteren. - afhankelijkheid van de duurdere voorzieningen als het Rabotheater en het KAMAKtheater (ondanks de amateurtarieven nog te hoog geprijsd) maakt vaker optreden onmogelijk maar is ook ongewenst. Amateurgroepen moeten zichzelf zichtbaar kunnen maken; met gedwongen hoge huren wordt het aantal keren dat zij optreden tot het minimum beperkt en daarmee wordt de basis, nl de creatieve keten, beschadigd. - publiek dat naar podiumkunstgroepen gaat heeft grote voorkeur voor kleinschaligheid en herkenbaarheid. - groepen die optreden moeten geld kunnen verdienen om de hoge kosten van regie, huur, auteursrechten, decor, kleding, pr te kunnen financieren. Gedwongen nering van horecaproducten is vrijwel geen optie om levensvatbaar te blijven. Een PKHA (Podium Kunsten Hengelo Accommodatie) maakt dat groepen samen kunnen investeren en verdienen. Dat de groepen elkaar kunnen ondersteunen om meer publiek, bekendheid en inkomsten te genereren. Reactie van Podium Kunsten Hengelo op Concept Kunst en Cultuurbeleid Hengelo ’14-‘20 Als dat bij ondernemers kan en er een ROZ kan bestaan, waarom dan niet voor de podiumkunstgroepen (zonder miljoenensubsidies)? Gemeenschappelijk beheer versterkt de samenwerking en de resultaten. Veelvuldig verzoek tot samenwerking met bestaande culturele instellingen heeft tot nu toe nog niet tot samenwerking geleid omdat ook zij al jaren zoeken naar een juiste samenwerkings- en bezuinigingsvorm. Podiumkunstgroepen in het amateurveld kunnen en willen daar niet meer op wachten! Een ander geopperd idee is om de gevestigde gesubsidieerde theaters een deel van hun subsidiegelden te laten oormerken voor de amateurkunst; hiermee wordt de drempel verlaagd voor amateurgroepen om gebruik te kunnen maken van de grote podia. De koppeling Kunst en Techniek klinkt aardig en onderbouwt de keuzes die gemaakt zijn in de conceptnota wetende dat binnen deze velden nog gelden te verwerven zijn. Als amateurkunstgroepen gaan wij ervan uit dat wij Trendbestendig en daarmee Trendneutraal kunnen zijn en niet direct mee hoeven te gaan in deze richting om voor ondersteuning in aanmerking te kunnen komen. Daar waar kansen zijn om bovenstaande combinatie te maken, zullen wij niet aarzelen. Wij hopen oprecht als belangenorganisatie Podium Kunsten Hengelo dat er de komende tijd voortgang komt in het realiseren van een stevige basis voor onze creatieve keten. Het zal toch niet zo zijn dat wij ons pas bij een volgende nota ná 2020 kunnen verstevigen als amateurkunstgroepen in onze Hengelose samenleving? Laten we de daadkracht die ons tot een stad met een industrieel verleden heeft gemaakt, voortzetten en de Verenigingsgedachte van dhr. Stork opnieuw tot werkelijkheid laten komen. Respectvol, M.S.Roerink Namens de aangesloten groepen bij belangenorganisatie Podium Kunsten Hengelo Reactie van Podium Kunsten Hengelo op Concept Kunst en Cultuurbeleid Hengelo ’14-‘20
Bijlage 1 Wensen en knelpuntenlijst Podium Kunsten Hengelo Een podiumkunstvoorziening zal moeten voldoen aan een aantal criteria wil er optimaal gebruik van gemaakt kunnen worden en geschikt zijn. - speelvlak geschikt voor diverse vormen van podiumkunst (voorkeur heeft vlakke vloer) maar opbouw van een podium behoort ook tot de mogelijkheden. - minimaal 2 repetitieruimte(s) ter grootte van een klaslokaal ( zo kunnen meerdere groepen tegelijk gebruik maken van de locatie en vindt er als vanzelf samenwerking onderling plaats). - gemeenschappelijke keuken(blok) - sanitair - verwarming - warm- en koud stromend water - twee kleedruimtes- en grimeplek - goede verlichtingsmogelijkheden (krachtstroom) - betaalbaar - voldoende hoogte voor decorstukken - overdag, avonden en weekenden beschikbaar - mogelijkheid tot incidentele ‘verhuur’ dan wel gebruik door derden (bijv. startende creatieve ondernemers) tegen een schappelijk tarief - minimaal 40, maximaal 80 stoelen - begane grond en/of bereikbaar per lift - eigen inkomsten kunnen genereren uit kaartverkoop en bar-omzet (geen gedwongen afname horeca) - grotere onafhankelijkheid in planning, organisatie en budgettering van grote partijen als RABOtheater, Theater KAMAK, Theaterlab (dat onbereikbaar is) - gezamenlijk beheer - aangrenzend en/of inpandig een decor(bouw)ruimte Voor Levenslust in Beckum geldt dat ontwikkelingen rondom het Parochiehuis waar zij spelen en optreden, nog onzeker is. Ook dat verdient aandacht want deze groep is zeer plaatsgebonden. Inspanningsverrichtingen groepen: - afstemming gebruik - afstemming voorstellingen - betaling huur - samenwerking tussen diverse groepen - beheer en onderhoud - inrichten van de voorziening
13. Mevrouw G. Minkjan
Zienswijze Conceptnota Kunst- en cultuurbeleid Hengelo 2014-2020 KenT u Hengelo? Geachte wethouder, geacht College van Burgemeester en Wethouders, geachte politici en ambtenaren. Ik ken Hengelo heel goed. Ik ben er geboren en getogen en woon er nog steeds met veel plezier. Maar ik ben niet gelukkig met de manier van bezuinigen op het bloeiende culturele leven in Hengelo Want Hengelo stond wel degelijk op de kaart met haar 6 culturele poten. Er is in het verleden door de gemeente veel geïnvesteerd, zodat we een imposant theater, een groovy [pop-Jpodium, een blitse bibliotheek, 2 chique musea en een bruisend creatief centrum "binnen onze stadsmuren" hebben. Het is onze inzet om de functies in onze culturele infrastructuur overeind te houden en activiteiten te ondersteunen. Aanpassingen en besparingen zoeken we in huisvesting en organisaties. Ik kan dit [pagina 3) niet rijmen met het daaronder genoemde basisniveau. Daarover later meer. Maar eerst even dit: de huisvestingen zijn enorme investeringen geweest. Hele efficiënte investeringen ook. De gebouwen zijn namelijk ontworpen, verbouwd of gebouwd waar ze voor bedoeld waren. Praktisch en mooi bovendien. Gebouwen waar je als Hengeloër best trots op mag zijn. Lange-termijn-investeringen zijn het ook. Het is raar om ze nu alweer ter discussie te stellen. In de zin van: kruip maar bij elkaar of vestig je maar in een goedkoper pand. WEG lange-termijninvestering. WEG sfeer, WEG praktische mogelijkheden. WEGgegooid belastinggeld. En dit: dat met die organisaties ligt moeilijk. Persoonlijke belangen en/of verstoorde verhoudingen, van de wethouder tot directeuren tot besturen tot stafmedewerkers, gooien in een aantal gevallen flink wat roet in het eten. Die betrokkenen blijken niet het vermogen te bezitten de persoonlijke belangen opzij te zetten en het belang van de eigen organisatie voorop te stellen, en het belang van de culturele sector als geheel al helemaal niet. Dit maakt overleg, samenwerking en/of fusies extra moeilijk. En dan kom ik weer op het basisniveau. Dat niveau is wel erg mager voor een middelgrote stad als Hengelo. Want juist de meerwaarde van bijvoorbeeld een gecertificeerde muziekschool, waar leerlingen naast lessen ook allerlei andere activiteiten kunnen ondernemen, zoals ensembles, projecten, orkesten, bandjes, workshops, happenings, optredens etc. (waar het gebouw van de muziekschool ook uitstekend voor geoutilleerd is) vervalt onmiddellijk wanneer je alles terug wilt brengen naar de basis. Het SAMEN muziek maken voor wie dat wil, het leren in groepsverband te functioneren (ook sociaal gezien), dat is een nog veel grotere leerSCHOOL dan alleen die muzieklessen. De Hengelose muziekschool stond in Nederland aan de top. Ik hoorde de wethouder laatst voor radio Hengelo zeggen dat hij zijn muzieklessen best wel zelf kan betalen als hij graag muziek wil blijven maken. Dus dat die subsidie boven het basisniveau wel weg kan. Realiseert hij zich wel dat niet iedereen het zo breed heeft als hij? Mijn ouders hadden het niet breed. Voor de piano van mijn zus moest een lening afgesloten worden. Mijn ouders vonden muzieklessen voor ons zo belangrijk dat zij zichzelf veel ontzegd hebben. Elk dubbeltje moest omgedraaid worden. Later kwamen daar ook nog modeltekenen, zeefdrukken en etsen, olieverf-schilderen, beeldhouwen en handwerklessen (achterelkaar, niet tegelijkertijd) bij Scheppenden Handen (nti CREA) bij. Daarom vind ik ook dat andere sociale aspect van CREA en van de muziekschool belangrijk.. Goede, vakkundige lessen op creatief gebied en muzieklessen moeten ook financieel gezien bereikbaar blijven voor elk kind. Dat is sociaal. Niet alleen voor de eerste tijd zoals in het geval van de muziekschool maar ook, juist voor daarna. Een aantal politici blijven hardnekkig roepen dat de muziekschool elitair is. Nee, dat is niet zo. De muziekschool wordt nu elitair GEMAAKT. Wat heeft een kind er straks aan dat het na een paar jaar niet verder kan met muziekles, juist wanneer het steeds leuker wordt, omdat je het steeds beter onder de knie krijgt. Niet ieder kind heeft een wethouder als vader. Niet elke leerling is of wordt wethouder. Maar ook los durven laten, meer vertrouwen op de samenleving in al zijn geledingen. We zien onvermoede krachten en creativiteit vrijkomen, nieuwe combinaties en samenwerking. Om met Milton Friedman te spreken: never waste a good crisis! Mooie woorden, op pagina 5, maar niet realistisch. Het heeft er nu meer van weg dat een aantal gesprekspartners er met elkaar en met de wethouder helemaal niet meer uitkomen, omdat er een beleid gevoerd wordt wat onbetrouwbaar en grillig is.
Daarvoor is veel creativiteit en innovatie nodig, ook om te voorkomen dat we nu zaken afbreken waar we later spijt van krijgen. Ook dit (eveneens op pagina 5) is een gepasseerd station. De afbraak is al begonnen en lijkt niet meer terug te draaien. Ik heb het al gehad over de huisvesting (afgezien van het Rabotheater en Metropool staat alle huisvesting dus blijkbaar ter discussie), maar ook bestaande verhoudingen zijn ondertussen flink verziekt, mede door een verwarring scheppend beleid. De gemeente blijft tot taak houden voorwaarden te scheppen om kunst en cultuur in de samenleving mogelijk te maken. Voor de mensen met genoeg geld inderdaad (ook pagina 5), maar niet voor burgers die het niet zo breed (meer) hebben. Cultuur is een voorziening geworden, die ook waarde heeft als vestigingsfactor en waarde heeft voor de ontwikkeling van het vastgoed in de stad in het algemeen en aanleiding geeft om trots te zijn op onze stad. Onze missie richt zich op behoud en versterking daarvan. Pagina 7. Geen behoud en versterking maar een "botte-bijl-beleid" en verzwakking. Wij willen zorg dragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur. Eveneens pagina 7. Dat gebeurt nu juist niet. De sector is reeds verzwakt, niet alleen door de crisis maar ook door het beleid. De infrastructuur wordt uitgekleed en onherstelbare schade toegebracht. Wij willen het cultureel bewustzijn van de inwoners van Hengelo stimuleren, zodat zij weten wat hun stad aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en er volop aan kunnen deelnemen. Nog steeds pagina 7. Volop? Cultuur wordt weer iets voor de welgestelden. De culturele identiteit is niet alleen van belang voor de inwoners zelf, maar ook voor het aantrekken van toeristen en van nieuwe, hoogopgeleide en creatieve inwoners. Deze stimuleren de lokale economie en werkgelegenheid. Iets verderop op pagina 7. Met wat er in Hengelo overblijft nadat alle bezuinigingen zijn doorgevoerd trekje geen toeristen, nieuwe, hoogopgeleide en creatieve inwoners. Die komen echt niet naar een stad met een uitgeklede muziekschool; een schim van wat het eerst was: namelijk een van de beste muziekscholen van heel Nederland. Van de 50 grootste gemeenten van Nederland presteert Hengelo hierin anno 2012 desondanks beneden het gemiddelde.3 Zowel qua cultureel aanbod, podiumkunsten, theatervoorstellingen als klassieke en popconcerten scoren we onder het gemiddelde. Behalve de muziekschool dus. Die liep als een trein, is onlangs gecertificeerd en scoorde zelfs landelijk gezien heel erg goed. En die krijgt nu juist de grootste klap. In mijn ogen is het een desastreuze zet om de muziekschool als enige voor de 300,000 Euro extra bezuinigingen op te laten draaien. 1 op de 5 werkenden in onze stad behoort tot de creatieve klassee Pagina 8. Als de wethouder zijn zin krijgt zorgt hij ervoor dat een groot deel van deze werkenden hun baan verliest of met een behoorlijke en gevaarlijke inkomensdaling (de hypotheek niet meer op kunnen brengen, van de WW in de bijstand) te maken krijgt. Dat leidt uiteindelijk weer tot uitgaven voor de gemeente in de zin van uitkeringen. Dit zijn wat dat betreft geen verstandige bezuinigingen. Ondanks de initiatieven van de afgelopen jaren om de creatieve klasse een impuls te geven, zoals bij Metropool en de Creatieve Fabriek, liggen er voor onze stad nog veel uitdagingen. Iets verderop op pagina 8. De initiatieven om deze creatieve klasse een impuls te geven heeft met Metropool wel goed gewerkt maar met de Creatieve Fabriek niet. Is daar wel een onafhankelijk marktonderzoek aan vooraf gegaan? Er komen er alleen maar meer tot ZZP-er gedwongen creatieven bij, die ook geen kans hebben het in de Creatieve Fabriek of waar dan ook in Hengelo te gaan maken. We willen voorkomen, dat dit 'culturele huis' vanwege de bezuinigingen als een kaartenhuis inzakt. Daarom willen we de organisaties en spelers sterk en toekomstbestendig maken. De Muziekschool wordt nu als organisatie en als speler vleugellam gemaakt door de 300,000 Euro aan bezuinigingen alleen te moeten dragen. Dit is in tegenspraak met eerder gemaakte afspraken.
De financiële ondersteuning vanuit de gemeente zou volgens het panel gemiddeld met een kwart kunnen worden verlaagd. Pagina 10. Met name de Muziekschool en de bibliotheek scoorden volgens mij heel goed als het gaat om financiële ondersteuning van de gemeente. Ik was erbij toen de resultaten gepresenteerd werden. Ik vind dat, als je zo'n (dure) enquête uitschrijft, je ook naar de resultaten moet handelen. De creatieve keten kent de volgende schakels: - leren - produceren - presenteren - interesseren Pagina 11. Ik begrijp deze indeling niet goed, vind het onlogisch en geforceerd, te abstract en te ver afgedwaald van "educatie, podia, kunst en musea". Leren en presenteren staan centraal in de (financiële) ondersteuning vanuit de gemeente. Pagina 12. Dat zou je nu niet meer zeggen nu alleen nog maar het leren aan de basis is overgebleven, je houdt niet midden in een leerproces op in het (basis- en voortgezet) onderwijs, waarom dan wel op muziekONDERWIjS aan de muziekschool? Er werken gediplomeerde docenten aan de muziekschool. Dat mag best nog wel eens benadrukt worden. Dat zijn mensen met een HBO-opleiding en een aantal ervan hebben zelfs ook naast "docerend musicus" nog voor "uitvoerend musicus" gestudeerd. Waarmee ik wil zeggen dat de kwaliteit van het muziekonderwijs aan de muziekschool hoog is, vooral als het moeilijker wordt na diploma A en B. Juist voor C en D moet je daarom bij de muziekschool zijn. En dat moet niet elitair worden. Wij richten ons primair op de binnenschoolse cultuureducatie en op de basisjaren van het naschoolse cursorisch aanbod, omdat daarmee de basis voor de kunst- en cultuurbeleving van onze inwoners wordt gelegd. Pagina 13. Het lijkt me moeilijk zo niet onmogelijk om d.m.v. binnenschoolse cultuureducatie die kwaliteit te bieden die je binnen de muren van het huidige gebouw van de muziekschool hebt. Een enorm instrumentarium, een studio, een eigen podium (de Waterstaatskerk) etc. Via cultuureducatie stromen veel jongeren door naar de vele amateurverenigingen die onze stad rijk is. Ook daarom is het van belang de basisvorming cultuur op peil te houden. Pagina 13. Verenigingen houden hun hart vast en zijn bang dat als alleen diploma A en B nog maar gesubsidieerd worden de kwaliteit van de verenigingen enorm achteruit zal hollen. En de ledenaantallen ook. Met de instellingen en verenigingen maken we resultaatafspraken over het beoogde maatschappelijke effect van hun inspanningen waarvoor zij gemeentelijke subsidies ontvangen. Hoe zij de resultaten bereiken, bepalen ze zelf. Pagina 17. Dat klopt niet. Het lijkt er nu meer op dat de wethouder dat bepaalt. 4. Het muziekonderwijs kan deels gedecentraliseerd worden aangeboden, gebruik makend van scholen, wijk- en buurtcentra, het Rabotheater, Metropool. Pagina 30. Dat wordt toch ook heel erg duur? Dan zou je toch op elke school drumstellen, piano's etc. moeten hebben? Je kunt toch niet van de docenten verwachten dat ze die zelf van locatie naar locatie gaan sjouwen? Ik zie op pagina 40 de Muziekschool als Wijkwelzijnsgebouw staan. Dat klopt volgens mij niet. Die moet toch onder Accomodaties vallen? Culturele (kern)voorzieningen • •De aanwezigheid van bibliotheken, het Rabotheater en de muziekschool (in deze volgorde) wordt het belangrijkst gevonden. DDDe financiële ondersteuning van bibliotheken en de muziekschool wordt het belangrijkst gevonden. Pagina 54. Ik zie dit niet terugvertaald in het beleid. De muziekschool krijgt nu juist de volle laag van de bezuinigingen van 300.000 Euro. Zoals ik al eerder aangegeven heb: als je voor veel geld een onderzoek laat uitschrijven, houd je dan ook aan de resultaten. Kort nog even mijn belangrijkste conclusies: - Het beleid is oneerlijk (vooral naar de muziekschool toe) - Het beleid is onduidelijk en niet consistent - Het beleid brengt vooral de muziekschool onomkeerbare schade toe - Het beleid leidt ertoe dat met name het muziekschoolonderwijs na de basis elitair wordt - Het beleid leidt tot kapitaalvernietiging als het om huisvesting gaat
- Het beleid is niet goed doordacht omdat de gevolgen ervan blijkbaar nog niet goed doorgerekend zijn - Het beleid houdt geen rekening met de uitslagen van de enquête als het om de muziekschool gaat Met vriendelijke groet, Gerda Minkjan
14. Familie Roos
Geachte college ( wethouder W.Mulder,) In het dagblad Tubantia hebben wij gelezen dat de muziekschool weg moet uit de huidige locatie omdat er een tekort is ontstaan door het dichtdraaien van de subsidie kraan,waardoor er een tekort zal ontstaan van ca 400 000 euro. Wij hebben een van de beste muziekscholen van Nederland,daar moet toch voor gevochten worden om het bestaansrecht. Tijdens de uitvoeringen waren de burgemeester en enkele notabelen aanwezig en zaten vooraan,het was duidelijk zichtbaar dat zij net als vele anderen zaten zij ook te genieten van de prachtige en hoogstaande prestaties. Laat de gemeente toch alles uit de kast halen om het voortbestaan van de muziekschool in zijn huidige vorm te garanderen. Verder het verkopen van het FBK stadion waar elk jaar een evenement plaatsvindt wat zijn weerga niet kent. Waar is de gemeente toch mee bezig om het beetje cultuur en recreatie wat we hebben ons af te nemen. Er worden duizenden euro's besteed aan z.g.kunstwerken,dat kan alleen maar als er genoeg geld is. Maar dat is er helaas niet meer,regeren in de politiek is vooruit zien en lange termijn planningen hanteren. Had de gemeente hun toekomstvisie beter toegepast dan waren de reakties van de ingezetenen minder geweest. Wij vinden de handelswijze van de gemeente vreselijk. Wij hopen dat de gemeente op vele genomen maatregels terug komt. In afwachting van een positieve reaktie tekenen wij. Met vriendelijke groeten, G.Roos en E.Roos-Markus
15. De heer Rob Bloemendaal
Geacht college, Bij de conceptnota Kunst- en Cultuurbeleid heb ik het volgende op te merken. Op pagina 17 van de conceptnota besteedt u aandacht aan de Code Cultural governance: "De code beschrijft de eisen die aan directie en bestuur van instellingen worden gesteld, wil er sprake zijn van professioneel management (...). Cultural governance staat voor: goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording. Hoe meer wij aan de culturele sector overlaten, hoe meer wij moeten kunnen vertrouwen op hun professionaliteit. Dat vraagt wat van de competenties van de directies en besturen. En eveneens adequate competenties bij onszelf als gemeente." Volgens u hanteert u sinds 2007 deze code in uw relatie met de instellingen. Dat mag misschien zo zijn waar het gaat om de culturele kernvoorzieningen. Dat is zeker niet zo in het geval van een aanvullende culturele instelling als stichting Ateliers '93, waar 12 jaar geleden wanbetalers grote invloed kregen op het bestuur. Sindsdien is er geen sprake geweest van goed bestuur, adequaat toezicht en/of transparante verantwoording. Professioneel management was ver te zoeken. Uiteindelijk leidde dat tot de liquidatie van stichting Ateliers '93. Vanaf 2007 heb ik meermaals onbehoorlijk bestuur en het overtreden van regels door bestuurders van deze stichting aangekaart bij de gemeente, ook in 2013. Dat heeft er slechts toe geleid dat de vorige wethouder van Cultuur dhr. Ter Ellen in 2008 de toezegging deed dat hij de bestuurders van Ateliers '93 voor zou houden dat zij integer dienden te handelen en de wet- en regelgeving dienden na te leven. Dat heeft geen resultaat opgeleverd: de ex-bestuurders die de organisatie hebben geliquideerd logen binnen een jaar tegenover het Handelsregister over de duur van hun bestuurslidmaatschap. Een medewerker van het register noemde dat fraude. In een gesprek met wethouder Mulder op 6 november jl. gaf hij aan dat Ateliers '93 slechts getoetst werd op de vraag of aan de voorwaarden voor subsidieverlening is voldaan. Is er iemand tewerkgesteld, zijn er ateliers verhuurd, hebben er activiteiten plaatsgevonden, zoja, dan is er aan de voorwaarden voldaan. De gemeente stelt bij Ateliers '93 geen voorwaarden aan goed bestuur. Dat de ex-bestuurders gelogen hebben tegenover het Handelsregister en de eigen organisatie zomaar hebben opgeheven is geen reden voor hem om niet met hen om de tafel te gaan om te spreken over financiële steun aan een door hen nieuw op te richten organisatie. Mijn conclusie is dat uw stelling dat de Code Cultural governance sinds 2007 door u gehanteerd wordt in uw relatie met de instellingen niet houdbaar is in de vorm zoals die op pagina 17 neergezet wordt. Ik verzoek u hierbij om de passage aan te passen en te beperken tot de kernvoorzieningen. Dat is van belang, omdat de tekst in de huidige vorm verwachtingen bij burgers wekt die de gemeente niet kan of wil waarmaken. De gemeente dient ten opzichte van haar burgers klare taal te spreken. Al was het maar om misverstanden, die tot nodeloze kostenverhogingen leiden, te voorkomen. Natuurlijk zou het de voorkeur genieten om ook bij een aanvullende kunstinstelling als Ateliers '93 in te zetten op goed bestuur, maar helaas blijkt dat voor de gemeente te hoog gegrepen. In het voorwoord steekt wethouder Mulder al te zeer de loftrompet over de creatieve klasse, die "als zo vaak" zich het eerst bewust zou zijn van de ingrijpende transitie naar een duurzame samenleving. In kleinschalige verbanden staan ze, zo stelt de wethouder, "wars van glitter en glamour", voor elkaar klaar. Mijn ervaring in Hengelo is dat te veel leden van de creatieve klasse zich hebben gedragen als 18^ eeuwse regenten, die de indruk wekten dat zij een gruwelijke hekel hebben aan de vrijheid van meningsuiting, terwijl we inmiddels toch echt in de 21^ eeuw zijn beland. Met vriendelijke groet, Rob Bloemendaal
16. Beeldend kunstenaar Henk Lassche, mede namens Guusje Beverdam Kunst en cultuurbeleid Hengelo 2014-2020, visie van Henk Lassche Voorwoord. KenT u Hengelo. Jazeker ken ik Hengelo. Ik worstel mij al veertig jaar door het leven met olieverf in een atelier in deze stad. Daamaast voel ik me hengeloër en heb als zodanig de behoefte om mee te denken aan de leefbaarheid van deze stad en dan vooral op mijn eigen terrein, de schilderkunst.Politiek en het spel daar om heen zijn mij vreemd. Wat ik te bieden heb is een goede kijk op de schilderkunst vanaf begin vorige eeuw.De laatste twintig jaar organiseerde ik vele tentoonstellingen over Hengelose schilders, maakte catalogi en boeken over dit onderwerp op vrijwillige en onbezoldigde basis. Ook begeleidde ik jarenlang pasafgestudeerden van de kunstacademie om ze voorlopig in deze stad te houden in het project Heartfiind. Mijn bedoeling is om te laten zien dat Hengelo een schildersstad is en om de inwoners van deze stad maar ook die van daarbuiten hiermee kennis te laten maken. Ikzelf en met mij velen hebben deze kennismaking en dat kijkgenot kunnen beleven in de kleine kunstzaal die tussen 1955 en 1988 was gevestigd in een zijvleugel van de schouwburg. Daar werden prachtige tentoonstellingen gehouden van kunstenaars uit deze regio, maar ook van hen die landelijk en internationaal hun sporen hadden verdiend. Een hoogtepunt was de expositie "Gestalten" in 1961 met schilderijen vano.a. Kandinsky, Paul Klee, Miro en Pollock. Door deze tentoonstellingen in het hart van de stad konden velen genieten van kunst met en grote K. Ook kinderen en schoolklassen waren regelmatige bezoekers. Na de sluiting en de verhuizing naar het Dikkerscomplex, ver buiten het centrum, ging het bergafwaarts wat betreft het bezoekersaantal. Langzaamaan werd het een elitair gebeuren, waar meestal dezelfde mensen kwamen. Ook de verhuizing naar de prachtige locatie in de creatieve fabriek bracht de bloei van de kleine zaal in het centrum niet terug. De directeur van Akkuh was onkundig wat betreft beeldende kunst en liet het tentoonstellingsbeleid over aan een medewerker. Deze exposities stonden ver af van de gemiddelde kijker. Het werd een elitaire, dure gelegenheid voor een handjevol mensen. Begrijpelijk dat zoiets vragen oproept bij bestuurders van Hengelo. Echter de beslissing om de stekker er volledig uit te trekken is onverstandig,ongenuanceerd en te rigoureus. In het voorwoord van de concept nota schrijft wethouder Wieger Mulder twee belangrijke opmerkingen. 1. De cultuur van onze stad zit in ons DNA. 2. Landelijk kan de bezuiniging op kunst en cultuur wel oplopen tot 40 %. Als ik dit laatste vertaal naar de Hengelose situatie lijkt mij een korting van ruim 85% voor professionele kunst veel en onacceptabel. Daar kun je niet mee verder. Als daamaast ook nog de kunsteducatie wordt weggenomen en ondergebracht bij een amateurorganisatie en ik uit de krant verneem dat onze wethouder de kunstuitleen onder wil brengen bij de bibliotheek is dat een reden voor actie. Ik wil graag mijn visie geven omdat ik geloof in een goed professioneel kunstklimaat in onze stad. Daamaast proef ik in de conceptnota ook ambitie in deze richting. Kunstenaars in Hengelo Er zijn kunstenaars in allerlei soorten, maten en niveaus, die door de buitenstaander vaak op één hoop worden gegooid. Ook bij de gemeente Hengelo vallen ze onder één noemer en er staan er ruim honderd ingeschreven. Persoonlijk vind ik dat veel en het is me dan ook niet duidelijk wat het criterium is. De meeste kunstenaars in Hengelo opereren alleen in hun eigen stad, maar een aantal zijn ook nationaal en internationaal bezig. Over het algemeen hebben kunstenaars in Hengelo een kunstacademie doorlopen en zich om deze opleiding te kunnen doorlopen, in de studieschuld gestoken. Zo'n schuld bedraagt al gauw 15.000,- euro. De bedoeling is deze terug te betalen, zodra hij of zij zich heeft gevestigd als kunstenaar, in dit geval Hengelo. Nu verloopt deze intocht in onze stad niet eenvoudig. Dat komt mede doordat ons stadsbestuur en onze inwoners niet zo goed weten hoe ze met deze groep om moeten gaan. De kleine groep die regelmatig de publiciteit haalt door luidruchtigheid en het terras bij het Lambooijhuis kunnen een verwarrend beeld vormen.
Ook de beren op de markt waar dan ook nog eens een bedrag bij wordt genoemd van 450.000 euro,is een fout signaal. De stille werkers, en dat is denk ik de grootste groep, hoor je niet en zie je niet. Er is in ons land dus ook in Hengelo een heel systeem van mensen die een goed salaris hebben dankzij het feit dat er professionele kunstenaars bestaan. Staatssecretarissen,Gedeputeerden, Wethouders, Cultureel ambtenaren. Kunstopleidingen, Kunstbemiddelaars en ga zo nog even door. Het wrange is, dat aan de onderkant van deze omgekeerde pyramide, de kunstenaar bungelt en worstelt om financieel en artistiek het hoofd boven water te kunnen houden. De één poetst of heeft een bijbaantje en weer een ander heeft een partner met een baan. Allen hebben ze moeite om de extra kosten van atelierhuur en materialen bij elkaar te kurmen schrapen. Kortom het is een zwaar beroep met ook als aantoonbaar gegeven dat als er landelijke subsidies zijn te verdelen, dit voornamelijk in het westen plaats vindt. Kunstenaars buiten de randstad hebben het extra moeilijk. Ktinstzaal/Kunstcentrum Sinds 1948 heeft Hengelo een kunstzaal dankzij mevrouw B.Stork Damen. Een echt goede locatie voor een kunstzaal ontstaat in 1955, in een zijvleugel van de schouwburg. Behalve de hoofdingang was er een tussendeur welke naar de schouwburgzaal leidde, zodat bezoekers van de schouwburg in de pauze kennis konden nemen van goede beeldende kunst. Deze kleine z£ial, prachtig gelegen in het centrum, trok veel bezoekers en schoolkinderen. Er was een hoogwaardig tentoonstellingsbeleid gedurende de 33 jaar dat deze zaal heeft bestaan, voor ieder wat wils, van klassiek tot modem. De verhuizing naar het Dikkerscomplex in 1988 was een foute keuze. Door deze locatie ver buiten het centrum liep het bezoekersaantal hard achteruit. De meeste hengeloërs wisten niet eens dat we nog een kunstzaal hadden in onze stad. Ook de verhuizing naar het terrein van de Creatieve fabriek bracht geen geluk. Ondanks de prachtige ruimte, waar menig stad jaloers op was, kwam het daar ook niet tot bloei. De kunstuitleen functioneerde prima, maar de keuze van de tentoonstellingen was over het algemeen slecht. Het bestuur van Akkuh had zich voorgenomen zich niet met de inhoudelijke kant te bemoeien. De directeur was onbekwaam wat betreft zijn kennis over beeldende kunst en liet het tentoonstellingsbeleid over aan een medewerker. Deze laatste had een vrij eenzijdige kijk op kunst waardoor er een grote afstand ontstond tussen Akkuh en het gemiddelde kunstpubliek. Akkuh werd een locatie voor een handjevol mensen en dat is niet de bedoeling van een kunstzaal. Zoals eerder gemeld voel ik voor de terugkeer van een kleine, maar kwalitatief hoogwaardige kunstzaal in het centrum van onze stad, met een goede in en uitloopfunctie, midden tussen de burgers. Een plek waar goede professionele tentoonstellingen kunnen worden gehouden, maar waar tevens de kunstuitleen is ondergebracht en een locatie is voor lezingen en educatieve tentoonstellingen. Een cultureel middelpunt die ook als basis kan dienen voor kunstactiviteiten in de stad. Het plan voor Molenstraat 16 heb ik op 10 december 2012 gepresenteerd bij de eerste inspraakavond in Metropool en daarna op 15 januari 2013 officieel ingebracht en mondeling toegelicht, mede namens Heartpool bij de commissie sociaal. Heartpool kan en wil functioneren als organiserende partij. Daamaast hebben zich nog andere partijen gemeld waaronder de Rabobank, die mee vallen denken over de mogelijkheden. Hierover heeft de gemeente Hengelo in april 2013 een brief ontvangen van de direkteur de heer Maarten Vonk. De gemeentelijke kunstcollectie. In de cultuurnota staat het volgende: "De commissie beeldende kunst gaat zich richten op de gemeentelijke kunstcollectie. Er is al gestart met het opschonen van deze collectie met als doel een goede en samenhangende collectie in te dikken. Veel werken met name uit de contraprestatieregeling zijn niet geschikt om deel uit te maken van deze collectie." Mag ik de gemeente Hengelo er op wijzen dat bijna alle kunstwerken uit deze collectie afkomstig zijn van de contraprestatieregeling/beeldendekunstenaars regeling.
Dus ook de schilderijen van o.a TheoWolvecamp, Jan van der Leest en Henk ter Horst. Simpel gezegd was het een uitkeringsregeling,waar in tegenstelling tot bij andere hengelose inwoners die een uitkering kregen, kunstenaars kunstwerken moesten inleveren. Dat betekent dat de gemeente op zeer goedkope wijze kunstwerken in haar bezit heeft gekregen, die ze nu de kunstcollectie Hengelo noemen. Dit zal nooit een samenhangende collectie worden, maar is wel de moeite om waardig te worden behandeld. Opschonen, zoals in de nota staat is een wat een ongelukkige uitdrukking en dient zeer zorgvuldig te gebeuren. Daarbij kurmen heel gemakkelijk verkeerde keuzes worden gemaakt. Het is heel verleidelijk om op naamsbekendheid of populariteit af te gaan. Ook is de collectie niet meer compleet, omdat er werken uit zijn verdwenen die nu op plekken hangen waar ze niet horen. Als opschonen betekent, onderverdelen in niveaus of wegwerken, zou ik het proces per direct stopzetten. Het zou een goede ontwikkeling zijn om met een aantal bekwame mensen de collectie eens door te lopen.Laten we eens te kijken hoe we de inwoners van Hengelo kennis kunnen laten maken met deze collectie, waar zij ook medeeigenaar van zijn. Ik zie hierin geen taak weggelegd voor de commissie beeldende kunst. De Commissie Beeldende Kunst In de 35 jaar dat ik werkzaam ben al professioneel kunstenaar, heb ik deze commissie nooit gezien of gevoeld. Ik weet dat ze soms beslissen over kunst die in de stad wordt geplaatst of over aankopen, toen daar nog een budget voor was. De leden zijn meestal van buiten onze stad en voor de vorm zit er een Hengelose kunstenaar in. Omdat men bij de gemeente Hengelo onkundig is op het gebied van professionele kunst denkt men in de commisie beeldende kunst een apparaat te hebben voor deskundig advies. Ikzelf heb hier twijfels over, want hebben ze ook geen rol gespeeld bij de beren op de markt? Ik zou willen pleiten voor het afschaffen van de commissie beeldende kunst. Het geld en de energie kan denk ik beter besteed worden aan een andere constructie, bv Een onafhankelijk orgaan van een aantal mensen met een hart voor Hengelo en een liefde voor goede beeldende kunst. De Stichfing AG en Bureautje Voorwaarts De sfichfing AG is een stichting van een klein aantal Hengelose beeldende kunstenaars die af en toe actief zijn in Hengelo. Ook Bureautje Voorwaarts is het laatste jaar bezig met activiteiten in onze stad. Op zich prima inifiatieven, alleen zijn het plaatselijke inifiatieven en werkt in Hengelo versnippering in de hand. Het bestuur en inwoners van de stad kunnen de indruk krijgen dat we een bloeiend kunstleven hebben, maar er is meer om te laten zien dan alleen Hengelose kunstenaars. Van AG weet ik dat ze 5000,- subsidie krijgen, van Bureautje Voorwaarts is mij dat niet bekend. Het zou beter zijn om krachten te bundelen en ons te richten op een centrale plek in het centmm, de nieuwe kunstzaal, van waamit deze kunstenaars ook kunnen opereren. Het subsidiegeld zou daarbij ingebracht kunnen worden in de te realiseren kunstzaal. Heartpool Heartpool is een kunstorganisatie met enkele tientallen leden,die per jaar een financiële bijdrage leveren. Zij organiseren het Heartfund voor jonge kunstenaars en de Wolvecampprijs. Inmiddels is dit laatste een landelijk bekend evenement geworden. Heartpool is in staat om het organisatorische gedeelte van de kunstzaal op zich te nemen en dat willen ze ook wel, mits de gemeente een goede partner is. Het Lambooijhuis. Voor mij is het Lambooijhuis het atelier van Theo Wolvecamp en dat houd ik graag zo in herinnering. Niet lang na het overlijden van Wolvecamp werd er een kunstenaarssociëteit/expositie ruimte in gevestigd. De gemeente stelde 10000,- euro per jaar beschikbaar en doet dat nog steeds. Niet lang na de start verscheen er een grote bar in de mimte. Wat een laagdrempelige locafie had moeten worden op een mooie plek in Hengelo, werd een soort kroeg. Ook heb ik begrepen dat er inmiddels een brouwerij achter zit en er een aardige omzet wordt
gedraaid. De laatste jaren is er buiten een terras ontstaan waar op droge dagen lieden met flesjes bier aan de mond zich proberen te vermaken. Het treurige van deze vertoning is, dat het medebepalend is voor het beeld wat inwoners van Hengelo van kunstenaars hebben. Ik heb de indruk dat er ook niet veel kunstenaars meer komen. Kunstenaarssociëteit. Ik heb het voorrecht gehad om een goed contact te hebben met verschillende schilders die een grote naam hebben/hadden in Nederland, België, Duitsland en Turkije. Geen van allen was lid van een kunstenaarssociëteit, omdat ze wilden werken en daar geen tijd voor hadden. Een kunstenaarssociëteit is een wat romantische gedachte van iets wat honderd jaar geleden bestond. Een bekende sociëteit is Arti et Amicitia in Amsterdam. Daar kwamen ooit bekende schilders af en toe bij elkaar maar daar moest je lid van zijn om binnen te kurmen komen. Het bestaat nog wel maar heeft een ander karakter gekregen. Een kunstenaarssociëteit in Hengelo werkt niet en kan leiden tot het bij elkaar hangen van kunstenaars of zg. kunstenaars. Kijk naar het Lambooijhuis. Hebben kunstenaars de behoefte om elkaar te treffen en een glas te drinken, dan zijn er in Hengelo legio mogelijkheden te bedenken. Commerciële "kunst" Een fenomeen van de laatste tientallen jaren is de z.g commerciële kunst. De inspiratiebron is vaak hetgeen in Ootmarsum te zien is. Iedereen kan schilderen, het niveau maakt niet uit, als het maar verkocht wordt. Ook in Hengelo zie je dit verschijnsel en ik kan me voorstellen dat het stadsbestuur met een scheef oog kijkt naar de vele mensen die het stadje in oost Twente trekt. Aan de Uitslagweg bevinden zich een aantal ateliers waar broodschilders per dag tientallen acrylschilderijen maken. Deze gaan de markt op via o.a. van der Deen meubelen, bij elk barikstel een gratis kunstwerk cadeau. Nog niet zo lang geleden hing er in het centrum van Hengelo een aantal etalages vol met gekleurde koeiekoppen van het bedrijf Leuke Kunst. Zo kan ik nog even door gaan. Ook zie je dat soort produkten verschijnen op z.g. kunstmarkten als de Tuindorpmarkt en Kunstmarkt Hasseler Es. Waarom besteed ik hier aandacht aan? Omdat deze mensen met hun produkten zorgen voor verwarring en onduidelijkheid betreffende professionele beeldende kunst. Het woord kunst en kunstenaar vertroebelt. Niet zelden hebben deze mensen les gehad bij Crea. Daarom is het zo belangrijk dat er een duidelijke scheiding komt tussen professionele kunst en de "rest" Crea voorheen Scheppende handen. Crea is een amateur instituut waar mensen als hobby o.a kunnen leren schilderen boetseren en dansen. Velen beleven er plezier aan. Het kan inspireren,is een fijne vrijetijdsbesteding en draagt bij aan leefbaarheid, welzijn en gezondheid. Amateur kunst(al is het woord wat ongelukkig gekozen) komt voort uit professionele kunst. We zien dan ook, als ik bij het schilderen mag blijven,dat op dit soort instituten allerlei schilders uit verleden en heden worden nageschilderd. Het nadoen van iets of iemand met succes. Als ik de Hengelose situatie bekijk was er tot voor kort een strikte scheiding tussen het creatieviteitscentrum en het kunstcentrum. Zelfs toen ze buren werden in het Dikkerscomplex. Natuurlijk kwamen de cursisten van Crea regelmatig om de hoek kijken bij de professionele kunst. Nu de stekker eind 2012 uit het kunstcentrum is getrokken, is er een vreemde situatie ontstaan. De gemeente heeft de kunsteducatie ondergebracht bij de amateurorganisatie Crea. Dat is onverstandig want daar hoort het niet. Het was altijd onderdeel van het kunstcentrum zelfs tot het laatste moment bij Akkuh. Bijzonder in het verhaal is, dat deze beslissing al is genomen in november 2011 door een motie van de PvdA, ver voordat Akkuh haar deuren sloot. Het was ook ver voordat de gemeente Hengelo de kunstenaars uitnodigde om mee te denken over het te voeren beleid in deze moeilijke tijd.
Conclusie Terugkijkend naar het afgelopen jaar, is het me duidelijk dat het stadsbestuur, en ook de betreffende afdelingen van cultuur, geen idee hebben hoe om te gaan met goede professionele kunst en het belang daarvan. Wil dit stadsbestuur echt een goed kunstklimaat waarmee het zich kan profileren, of vindt men het prima om een slaapwijk van Enschede te worden? Uitgaande van het meest verstandige, dus gebmik maken van de kwaliteit en de mogelijkheden die we als stad hebben, wil ik graag de volgende adviezen geven. -Maak gebruik van gepassioneerde inwoners die hierover meer kennis bezitten en werk daarmee samen. -Geef openheid betreffende te nemen beslissingen. Het is ongepast om eerst advies te vragen en daarna in stilte onverstandige beslissingen te nemen. -Hengelo onderscheidt zich omdat het een goede schilderstraditie heeft. Maak daar gebmik van. -Een paar voorbeelden: -Theo Wolvecamp 1925 -1992, geboren in Hengelo, waar hij het grootste deel van zijn leven woonde en werkte. Hij was medeoprichter van de experimentele groep samen met Appel, Corneille, Constant en Rooskens. Deze groep ging november 1948 over in de intemafionaal bekende Cobragroep. Wolvecamp exposeerde over de hele wereld. Er is veel materiaal in onze stad, maar onzichtbaar. -Henk Lamm, 1908-1957, de sfille schilder die als enige hengeloër twee keer in het Stedelijk Museum Amsterdam heeft geëxposeerd. -Henk ter Horst, 1917- 1994, de schilder die schilderde op gratis materiaal wat als reclame materiaal door zijn brievenbus kwam. Hij exposeerde in museum Boymans van Beuningen in Rotterdam waar ook werk werd aangekocht. -De eerste Twentse moderne kunstbeweging ' De Nieuwe Groep' had hun eerste tentoonstelling in Hengelo eind veertiger jaren. -Joop Plasmeijer heeft als naieve schilder wereldwijd een grote naam. -Twee jaar geleden kreeg de jonge hengeloër van het Heartfiind Omar Koubaa de koninklijke prijs voor de schilderkunst van koningin Beatrix. Dan is er nog het verhaal over de wereldberoemde schilder Piet Mondriaan. Hengelo speelde een belangrijke rol in zijn ontwikkeling. Hij was bevriend met de uit Hengelo afkomstige schilder Hulshoff Pol. Samen schilderden ze rond 1907 een winter en een deel van de zomer in de boerderij van Hulhoff Pol sr., op de plek waar nu de wijk Veldwijk zuid ligt. De zg Twentse periode van Mondriaan bestaat uit zo'n 50 tekeningen en schilderijen. Een groot deel hiervan is gemaakt in onze stad. Twee beroemde schilderijen 'Bos bij Oele'en "De rode Wolk" zijn hiervan een voorbeeld. Bos bij Oele is niet in Oele maar in Veldwijk geschilderd. Mondriaan was een schilder die een prachtige en begrijpelijke ontwikkeling doormaakte van klassiek Haagse School tot abstract. Een ideaal voorbeeld voor de leek om moderne kunst begrijpelijk te maken. -De belangrijkste slap die nu gezet moet worden, is een kunstzaal in het centrum van onze stad. Als er geen professioneel podium is. kun je niets tonen. Het plan hiervoor is bekend. Op 10 december 2012 presenteerde ik het in Metropool en op 15 januari 2013 officieel bij de commissie sociaal. Dat deed ik namens de stichting Heartpool. omdat zij willen mee doen en daar ook de capaciteit voor hebben. Het moet een hoogwaardige tentoonstellingsruimte worden waar klassieke en hedendaagse kunst te zien is, met ook aandacht voor goede plaatselijke kunstenaars. Het gaat hierbij om alle kunstdiciplines. -Om dit plan te kunnen realiseren moet er van de 400.000 euro die altijd beschikbaar was voor professionele kunst en nu volledig is weggestreept, ruim 100.000 euro beschikbaar worden gesteld door de gemeente Hengelo. Daarmee levert de professionele kunst 75% in en dat is veel b.v ten opzichte van de amateurorganisatie Crea. -De kunstuitleen moet bij het te vormen kunstcentrum blijven, omdat deze inkomsten hard nodig zijn. -Kunsteducatie moet terug naar de professionele kunst en weg van Crea. -Geen bezuinigingen op ateliervoorzieningen in de stad zoals SWWK en ateliers 93. -Stoppen met de susidie voor het Lambooijhuis. Dit bedrag naar het kunstcentrum. -Per direct stoppen met het "opschonen" van de gemeentelijke collectie.
Ik wens alle bestuurders wederom veel wijsheid toe in hun beslissing. Vriendelijke groet, Henk Lassche Dit advies wordt mede onderschreven door Guusje Beverdam Een afschrift van deze brief is gezonden aan de gemeenteraad en alle politieke partijen in Hengelo. De stichting Heartpool, Maarten Vonk direkteur Rabobank Centraal Twente en dagblad Tubantia.
17. Commissie Beeldende Kunst Aan: de Gemeenteraad van Hengelo Datum: 9 juli 2013 Betreft: zorgen kunstklimaat Gemeente Hengelo
S003441
Geachte Gemeenteraad, Als Adviescommissie Beeldende Kunst hebben wij onder andere de opdracht, gevraagd, dan wel ongevraagd, U advies te geven op het gebied van de beeldende kunst in de Gemeente Hengelo. In dit geval dus een ongevraagd advies. Wij beseffen al te goed hoe moeilijk het is om in de huidige crisissituatie de nodige ingrijpende bezuinigingen door te moeten voeren. Wij zijn doordrongen van de noodzaak voor deze bezuinigingen. In de afgelopen periode heeft ook de kunstcommissie, met lood in de schoenen, advies gegeven met betrekking tot de zware bezuinigingen op kunst en cultuur, die o.a. tot gevolg hadden dat Akkuh nu is opgeheven. Het kon niet anders. Het resultaat is wel dat in het totale spectrum van de cultuur, de beeldende kunst in verhouding tot de andere gebieden een veel grotere klap heeft opgelopen. Deze enorme verschraling is niet alleen slecht voor de kunstenaars en het kunstklimaat, maar heeft gevolgen in de volle breedte van de samenleving. Hengelo is minder beschaafd geworden. Met deze brief willen wij te kennen geven dat met de huidige beschikbare middelen er geen volwaardig, geen Hengelo waardig, beleid op het gebied van de beeldende kunst is te realiseren. Wij adviseren U dan ook om in de nabije toekomst in ieder geval niet nog meer te bezuinigen op het gebied van de beeldende kunst en zo gauw de situatie dat weer enigszins toelaat het budget terug te brengen op een acceptabel peil. Het wordt nooit meer zoals het was en dat is maar goed ook. De perikelen rond Akkuh hebben ons geleerd dat de besteding van de beschikbare gelden in de afgelopen periode niet bepaald effectief waren. Dat kan beter en als kunstcommissie willen wij in de toekomst graag meewerken aan een verstandig kunstbeleid van de Gemeente Hengelo. Met vriendelijke groeten, namens de gehele commissie. Pieter Baan Müller voorzitter adviescommissie Beeldende Kunst Hengelo
Zaaknummer
1008745
Gemeente hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo
Gemeenteraad
Onderwerp Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014 - 2020
Kenmerk 1008745
Datum 18 december 2013
Geachte leden van de raad, Hierbij bieden wij u de cultuurvisie Hengelo 2014-2020 aan. U
Hoe is deze nota tot stand gekomen?
Zoals u ook kunt lezen in de inspraaknotitie heeft het proces van actualisatie van ons kunst- en cultuurbeleid het nodige losgemaakt in onze stad. Wij vinden het waardevol dat er sprake is van een grote betrokkenheid van alle actoren in het culturele veld. Een dergelijk intensief traject heeft uiteraard de nodige implicaties. Zowel wat betreft de doorlooptijd als de veelkleurigheid van de input van de verschillende partners. Tot het laatste moment zijn er nog plannen aangeleverd. We willen recht doen aan alle inspanningen die zijn verricht om tot deze input te komen. En daarom blijft er ruimte om na vaststelling van de visie op onderdelen met elkaar tot een verdere uitwerking te komen. U
Hoe kunt u de nota lezen?
De nota omvat zowel een visiedeel als een uitwerkingsprogramma. Het visiedeel (in de hoofdstukken 1 t/m 3) bevat de missie en de visie op de creatieve keten in Hengelo. Centraal daarin staat het geven van ruimte voor de ontwikkeling van creatief talent in onze stad. Een beschrijving van de context (actoren, huisvesting en financiën) treft u aan in de hoofdstukken 4 t/m 7. De concretisering van de visie treft u in de nota in de vorm van een uitwerkingsprogramma, met daarin ook ruimte voor de partners voor verdere inkleuring. Dan gaat het om acties en projecten voor de komende jaren. Dit vindt u in hoofdstuk 8. U
Wat is er anders ten opzichte van de concept-nota?
De conceptnota is voor eerste lezing behandeld in uw commissie sociaal op 25 juni 2013 en kon rekenen op het nodige draagvlak bij uw raad. Specifieke aandacht werd gevraagd voor de beeldende kunst en tevens bleef het thema samenwerking tussen de culturele kerninstellingen actueel. De visie zoals die nu voorligt is op een aantal punten aangepast ten opzichte van de concept cultuurvisie waarop de inspraak heeft plaatsgevonden:
Zaaknummer
1008745
1. Allereerst hebben we het onderdeel over de Hotlo eruit moeten halen. Helaas bereikte ons een paar weken geleden het bericht dat de inspanningen van de stichting niet tot het beoogde resultaat hebben geleid. 2. De formuleringen in de nota over het bieden van depotruimte voor de collectie Hengelo zijn redactioneel aangepast. 3. Daarnaast heeft u als raad in november een motie aangenomen over het plan HeArtpool. Inmiddels heeft HeArtpool een hernieuwd plan ingediend. Dit plan hebben wij eind november ontvangen. Om dit actuele plan goed te kunnen beoordelen hebben we meer tijd nodig. Onderdelen van het plan hangen namelijk samen met de afronding van de bezuiniging op AkkuH en de consequenties daarvan (resterende financiële ruimte). Ook is er meer duidelijkheid nodig over de financiële ruimte die voor het plan wordt gevraagd. Om deze reden hebben we zowel het oorspronkelijke scenario rond de programmaraad voor de beeldende kunst als het hernieuwde plan HeArtpool geschetst in de nota. Wij gaan over de mogelijke scenario’s in gesprek met de betrokken partijen en de uitkomst daarvan zal afzonderlijk aan uw raad ter besluitvorming worden aangeboden. 4. Als laatste hebben wij in de nota de ruimte geboden aan de Muziekschool om in 2014 met een toekomstplan te komen. Door de muziekschool is ruimte gevraagd om met een eigen visie te komen op de organisatie en de muziekeducatie. In de nota is aangegeven dat wij er aan hechten dat bij de uitwerking van die eigen visie aandacht wordt gegeven aan de samenwerking met amateurverenigingen. Vlak voor besluitvorming in ons college is, aanvullend op het plan van de culturele kerninstellingen een plan ingediend door het Rabotheater, dat inzet op het samengaan van het Rabotheater en de muziekschool. Wij hebben moeten constateren dat dit geen gezamenlijk plan van Rabotheater en muziekschool is. Verder hebben wij in onze reactie op het toekomstplan van de instellingen aangegeven dat inzet op de ‘high-arts’ niet aansluit op de hoofdlijn van beleid (inzet op basiseducatie) en geen meerwaarde te zien in een fusie. Wij zien geen aanleiding van deze koers af te wijken. Dat neemt niet weg dat er elementen in het plan zijn opgenomen die het waard kunnen zijn om in samenwerking op te pakken. Wij geven dan ook de muziekschool in overweging om over waardevolle elementen rond samenwerking in dit plan met het Rabotheater in gesprek te gaan.
We realiseren ons dat het culturele veld volop in beweging is. Wij vertrouwen er op dat deze gemeentelijke visie richting geeft aan de versteviging van de culturele infrastructuur en de verdere vormgeving van het gemeentelijk cultuurbeleid. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Hengelo, de secretaris, de burgemeester,
E01
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1010262
Oude Hesselink, Hennie
PF-FB
Wieger Mulder
ONDERWERP
1e wijziging Beleidsbegroting 2014
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
vast te stellen de 1e wijziging van de Beleidsbegroting 2014
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De 1e wijziging Beleidsbegroting 2014 betreft de verwerking van de financiële gevolgen van diverse besluiten van de raad en het college in de Beleidsbegroting 2014. Ook vinden er enkele techniche aanpasingen plaats, die budgettair neutraal verlopen.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
21-01-2014
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1010262
Oude Hesselink, Hennie
PF-FB
Wieger Mulder
ONDERWERP
1 e wijziging Beleidsbegroting 2014 P
P
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
Diverse programma’s
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Verwerking financiële gevolgen van raads- en collegebesluiten in de Beleidsbegroting 2014 alsmede enkele technische aanpassingen en correcties.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
In deze 1 e wijziging zijn verwerkt alle op de agenda van de raad voorkomende voorstellen met financiële gevolgen voor de programma’s van de Beleidsbegroting 2014. P
P
Ook de gevolgen van eerdere raadsbesluiten en van collegebesluiten, die niet via een afzonderlijk voorstel aan de raad worden voorgelegd, zijn in deze wijziging opgenomen. Conform verzoek van de raad is als bijlage bij dit voorstel een overzicht opgenomen van mutaties in de reserves. Tenslotte zijn ook enkele technische aanpassingen en correcties van de begroting in deze wijziging verwerkt, die in totaliteit budgettair neutraal verlopen. Voor de verdere inhoud wordt verwezen naar de financiële aspecten in het raadsvoorstel. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
n.v.t. FINANCIËLE ASPECTEN
Hoofdfunctie
Product
Omschrijving
Reg.nr.
0
003.1
Dir.besluit 14-10-2013: formatieoverheveling van sector PSZ-JZB naar sector SAM-WMO en sector PSZ-BZ. Verloopt budgettair neutraal. Zie ook product 610.1 en 622.1
1003723
11
005.1
rb 17-7-2012: deel ISV-middelen 2010-2014 aanwijzen voor deelname kennisinstituten. Laatste jaarschijf 2014 bedraagt 19.800,-. Dekking Reserve Decentralisatieuitkering. Zie ook hfnc. 9 product 980.9
12G200765
20
totaal hoofdfunctie 0 excl. reserves
2
210.1
rb 20-12-2011: krediet Westtangent, waarbij o.a. dekking wordt gevonden door bijdrage van 332.000,- uit asfaltprogramma 2014. Bedrag wordt in afwachting van daadwerkelijke bestedingen gedoteerd aan Reserve lopende projecten (zie hfnc. 9 product 980.9) totaal hoofdfunctie 2 excl. reserves
Lasten
(x 1.000)
31
11G200341
Baten
(x 1.000)
0
-332
-332
0
6
610.1
Dir.besluit 14-10-2013: formatieoverheveling van sector PSZ-JZB naar sector SAM-WMO en sector PSZ-BZ. Verloopt budgettair neutraal. Zie ook product 003.1 en 622.1
1003723
-84
611.1
rb 26-3-13: dotatie aan Revolverend Fonds SVN en kosten rente en beheer opnemen in begroting 2014. Dekking via budget werkgelegenheid (zie product 820.6)
13G200179
-21
620.2
Sectorbesl. 20-6-13: voor de invoering transities AWBZbegeleiding en Jeugdzorg is voor 2014 een totaal budget nodig van 323.256,-. Binnen het product 620.2 AWBZ gaat het om afgerond 51.000,-, bestaande uit tijdelijke kosten personeel en inhuur derden. Dekking aanwezig via provinciale en rijksmiddelen en stelpost transities (zie verder producten 716.1 en 980.0)
1001983
51
620.6
rb 31-1-2012: vaststellen programma Thuis in de buurt en o.a. voor jaarschijf 2014 eenmalig middelen beschikbaar stellen (374.333,-). Dekking via provinciale bijdrage.
11G200224
374
622.1
b&w 8-10-2013: verwerking september-circulaire 2013 gemeentefonds. Zie ook hfnc. 921.1. Voor uitvoering WMO wordt bedrag van 646.900,- afgezonderd.
1006983
649
622.1
Dir.besluit 14-10-2013: formatieoverheveling van sector PSZ-JZB naar sector SAM-WMO en sector PSZ-BZ. Verloopt budgettair neutraal. Zie ook product 003.1 en 610.1
1003723
73
totaal hoofdfunctie 6 excl. reserves
7
722.1
724.1
716.1
rb 10-12-2013: beschikbaarstelling voorbereidingskrediet afvalloos Hengelo. Dekking via Reserve afvalverwerking (zie ook hfnc. 7 product 980.7 rb 26-3-2013: a.g.v. uitbreiding urnenmuur begraafplaats Oldenzaalsestraat worden hogere kapitaallasten geraamd (4.165,-) en opbrengsten (10.725,-). Resultaat naar product 990.1 Saldo begroting. Sectorbesl. 20-6-13: voor de invoering transities AWBZbegeleiding en Jeugdzorg is voor 2014 een totaal budget nodig van 323.256,-. Binnen het product 716.1 Jeugdzorg gaat het om afgerond 263.000,-, bestaande uit tijdelijke kosten personeel en inhuur derden. Dekking aanwezig via provinciale en rijksmiddelen en stelpost transities (zie verder producten 620.2 en 980.0)
1.042
1007486
12G201562
1001983
totaal hoofdfunctie 7 excl. reserves 7
980.7
rb 10-12-2013: beschikbaarstelling voorbereidingskrediet afvalloos Hengelo. Dekking via Reserve afvalverwerking (zie ook hfnc. 7 product 722.1)
8
820.6
rb 26-3-13: dotatie aan Revolverend Fonds SVN en kosten rente en beheer opnemen in begroting 2014. Dekking via budget werkgelegenheid (zie product 611.1)
830.1/ 830.6
rb 21-1-2014: o.a. krediet ad 37.820,- voor versterken hoofdgroenstructuur en ramen opbrengst verkoop aan bedrijven. Resultaat wordt verrekend met boekwaarde grondexploitatie cpl. 22. totaal hoofdfunctie 8 excl. reserves
374
399
4
11
263
26
666
37
1007486
totaal hoofdfunctie 7 reserves
374
399
0
399
13G200179
21
1008391
38
38
59
38
9
921.1
b&w 8-10-2013: verwerking september-circulaire 2013 gemeentefonds. Zie ook hfnc. 622.1. Nadelig resultaat ad 181.460,- komt t.l.v. product 990.1 Saldo begroting.
1006983
totaal hoofdfunctie 9 excl. reserves 9
0
980.0
Sectorbesl. 20-6-13: voor de invoering transities AWBZbegeleiding en Jeugdzorg is voor 2013 een totaal budget nodig van 323.256,-. Dekking aanwezig o.a. via invoeringsbudgetten rijk, opgenomen in Reserve Decentralisatie uitkering (zie verder producten 620.2 en 716.1
1001983
980.9
rb 20-12-2011: krediet Westtangent, waarbij o.a. dekking wordt gevonden door bijdrage van 332.000,- uit asfaltprogramma 2014. Bedrag wordt in afwachting van daadwerkelijke bestedingen gedoteerd aan Reserve lopende projecten (zie hfnc. 2 product 210.1)
11G200341
980.9
rb 17-7-2012: deel ISV-middelen 2010-2014 aanwijzen voor deelname kennisinstituten. Dekking uit Reserve Decentralisatie-uitkering. Laatste jaarschijf 2014 bedraagt 19.800,-. Zie ook hfnc. 0 product 005.1
12G200765
totaal hoofdfunctie 9 reserves 9
990.1
rb 26-3-2013: a.g.v. uitbreiding urnenmuur begraafplaats Oldenzaalsestraat worden hogere kapitaallasten geraamd (4.165,-) en opbrengsten (10.725,-). Resultaat naar product 990.1 Saldo begroting.
12G201562
990.1
b&w 8-10-2013: verwerking september-circulaire 2013 gemeentefonds. Zie ook hfnc. 622.1. Nadelig resultaat ad 181.460,- komt t.l.v. product 990.1 Saldo begroting.
1006983
BIJLAGE(N)
I : 1 e wijziging Beleidsbegroting 2014 II: Overzicht mutaties in reserves in relatie met weerstandsvermogen P
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
466 289
332
20
332
totaal hoofdfunctie 9 mutaties begrotingssaldo
P
466
309
7
-182
-175
0
BIJLAGE I BETREFT: VASTSTELLING 1E WIJZIGING BELEIDSBEGROTING 2014 (raadszaak 1010262) DATUM RAADSBESLUIT: 21 JANUARI 2014
Hoofd- Lasten per hoofdfunctie functie primitief wijziging Na wijz.
Resultaat voor bestemming primitief wijziging Na wijz.
Toevoegingen aan reserves primitief wijziging Na wijz.
Onttrekkingen uit reserves primitief wijziging Na wijz.
Resultaat na bestemming primitief wijziging Na wijz.
11.058
1.707
1.707
-9.320
-31
-9.351
0
0
0
0
-9.320
-31
-9.351
8.313
120
120
-8.193
0
-8.193
0
0
0
0
-8.193
0
-8.193
10.913
3.124
3.124
-8.121
332
-7.789
25
25
0
0
-8.146
332
-7.814
5.770
5.770
2.302
2.302
-3.468
0
-3.468
0
0
1.336
1.336
-2.132
0
-2.132
4
11.587
11.587
2.368
2.368
-9.219
0
-9.219
6.422
6.422
6.110
6.110
-9.531
0
-9.531
5
23.574
23.574
3.808
3.808
-19.766
0
-19.766
328
328
0
0
-20.094
0
-20.094
6
95.529
1.042
96.571
57.706
374
58.080
-37.823
-668
-38.491
0
0
0
0
-37.823
-668
-38.491
7
24.425
666
25.091
19.003
37
19.040
-5.422
-629
-6.051
410
410
739
1.138
-5.093
-230
-5.323
8
35.216
59
35.275
34.590
38
34.628
-626
-21
-647
1.419
1.419
309
309
-1.736
-21
-1.757
9 saldo
1.440 231
-175
1.440 56
112.764
466
113.230 0
111.324 -231
466 175
111.790 -56
9.877
332
10.209
852
309
1.161
102.299 -231
443 175
102.742 -56
Tot.
228.357
1.291
229.648
237.492
915
238.407
9.135
-376
8.759
18.481
332
18.813
9.346
708
10.054
0
0
0
0
11.027
1
8.313
2
11.245
3
31
Baten per hoofdfunctie primitief wijziging Na wijz.
-332
399
BIJLAGE II
Overzicht van mutaties in reserves uit de 1e wijziging Beleidsbegroting 2014 Raadsbesluit 21-1-2014 (Raadzaak 1010262) Reserve
Omschrijving
Bedrag (x 1.000) Onttrekking Toevoeging
Reserve afvalverwerking
rb 10-12-2013: beschikbaarstelling voorbereidingskrediet afvalloos Hengelo met dekking vanuit Reserve afvalverwerking.
399
vrij aanwendbaar
Reserve decentralisatie uitkering
Sectorbesluit 20-6-2013: inzet van rijksmiddelen vanuit Reserve decentralisatie uitkering voor invoeringskosten transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg.
289
vrij aanwendbaar
Reserve decentralisatie uitkering
rb 17-7-2012: bijdrage voor deelname kennisinstituten jaarschijf 2014 (laatste jaar) wordt onttrokken aan Reserve decentralisatie uitkering.
20
vrij aanwendbaar
Reserve lopende projecten rb 20-11-2011: in afwachting van werkelijke bestedingen t.b.v. krediet West Tangent wordt bijdrage uit asfaltprogramma 2014 gedoteerd aan Reserve lopende projecten.
saldo
Opmerkingen
332 vrij aanwendbaar
708
Voor toerekening weerstandsvermogen is bepalend de vrije aanwendbaarheid (zie Beleidsbegroting 2014-2017 par. 6.2 Weerstandsvermogen (pag. 134) toename weerstandsvermogen 332 afname weerstandsvermogen 708 totaal afname weerstandsvermogen 376
332