2008
N 353
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 10 juni 2008 te 19.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W J. Baaten (InwonersPartij), J. van de Beek (PvdA), B. Belhaj (PvdA), C.E. Braaf (CDA), D .W Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), H. Doornbos (PvdA), M. El Mhassani (PvdA), W J . Erica (Leefbaar Lelystad), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), J.M. van den Heuvel (SP), C.J.J. Homan (StadsPartij), Z.J. van der Houwen (PvdA), mevrouw M. Jacobs-Haagen (VVD), de heren W. Jansen (InwonersPartij), S.J. Kok (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), de heren E.H.G. Marseille (VVD), A.M. Meijering (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heer S.W. Ongering (InwonersPartij), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren B. Siepel (ChristenUnie), H.P. Soomers (PvdA), C. van Veluwen (Christenunie), mevrouw C.P.M. de Waal (SP), mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), de heren P.H. Walraven (SP) en W.B. Zweers (Leefbaar Lelystad), leden van de raad; alsmede de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, A. Kok, J. Lodders en mevrouw J. Nuijt-Verschoor, wethouders; en de heren D.J. Willems, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier.
Afwezig is:
mevrouw J. Rommy-Agata (PvdA), lid van de raad.
2008
N 354
Agenda 1 Spreekrecht 2 Opening 3 Mondelinge vragen 4 Vaststelling agenda 5 Notulen raad van 15 mei 2008 6 Ingekomen stukken 7 Beantwoording schriftelijke vragen van GroenLinks 8 Beantwoording schriftelijke vragen van Leefbaar Lelystad 9 Mededelingen 10
11
Voorjaarsnota 2008 Ingediende amendementen Ingediende moties Algemene beschouwingen ChristenUnie InwonersPartij PvdA VVD Leefbaar Lelystad ChristenUnie (aanvulling) SP GroenLinks StadsPartij CDA Schorsing
N N N N N N N N N
354 354 354 355 355 355 355 355 356
N 357 N 358 N N N N N N N N N N N
363 368 372 376 382 384 384 388 390 395 399
Gelegenheid gebruik te maken van het spreekrecht De voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom. Er heeft zich niemand aangemeld om gebruik te maken van het spreekrecht. 2.
Opening De voorzitter: De vergadering is geopend.
3.
a. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Recentelijk heeft een fractieassistent in de Flevopost kunnen lezen dat er een verkeersbesluit, genomen op 24 oktober 2007, is gepubliceerd op 4 juni 2008; de inspraaktermijn 6 weken na 24.10.2007. De vraag is hoe deze omissie heeft kunnen ontstaan en of dat verkeersbesluit dan rechtsgeldig is. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Ik heb niet een idee over welk verkeersbesluit de heer Zweers spreekt. Ik wil het wel even nagaan en u daarover informeren. De heer Zweers: Als ik straks even wat verder kan graven in mijn aantekeningen dan krijgt u de gegevens.
2008
b.
N 355
Beantwoording schriftelijk gestelde vragen naar aanleiding van de door het college ter informatie aangeboden stukken aan de raad
Er zijn geen schriftelijke vragen ingediend.
4.
Vaststelling agenda De agenda wordt conform ontwerp vastgesteld.
5.
Notulen van de vergadering van 15 mei 2008 De notulen van de op 15 mei 2008 gehouden openbare raadsvergadering worden conform ontwerp vastgesteld.
6.
Ingekomen stukken (stuk nr. B08-03275) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -3 In handen gesteld van de commissie van de rekening.
7.
Beantwoording schriftelijke vragen, ex artikel 38 van het Reglement van orde van de gemeenteraad van de fractie van GroenLinks inzake kunststofinzameling (stuk nr. B08-05448) Voor kennisgeving aangenomen.
8.
Beantwoording schriftelijke vragen, ex artikel 38 van het Reglement van orde van de gemeenteraad van de fractie van Leefbaar Lelystad inzake bebouwing op het Werkeiland (stuk nr. B08-03276) De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. De beantwoording stelt ons enigszins teleur, met name omdat er staat dat het een omissie is dat er vier woonlagen staan in de toelichting en dat het vijf bouwlagen zouden moeten zijn. Ook hebben wij begrepen dat het niet zou kunnen blijven bij vijf woonlagen en dat het zelfs opgetrokken zou kunnen worden tot zeven bouwlagen. Daar hebben wij ernstige problemen mee, zeker omdat dit indruist tegen afspraken en toezeggingen die zijn gedaan aan de bewoners in de eerste plaats, en aan de raad in de tweede plaats. Nu hebben wij begrepen dat in het verdere traject er nog een wijziging van het bestemmingsplan wordt voorgelegd aan de raad. Ik kan bij dezen al een schot voor de boeg geven, dat wij daar flink de hakken in het zand zullen zetten en zullen strijden voor vier woonlagen. W ethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Als u kijkt naar het antwoord dan is altijd maatgevend geweest de bouwhoogte van 18 meter. Daar passen nu eenmaal vijf lagen in en geen vier. Derhalve is het altijd gecommuniceerd als een omissie. Die zullen we wel technisch moeten repareren, dat zeker. Even belangrijk is uw opmerking over de zesde en de zevende bouwlaag. Wat wij gemeend hebben te moeten melden, is dat wij er weet van hebben dat de ontwikkelaar voornemens is ons iets dergelijks voor te leggen. We hebben tegen die ontwikkelaar gezegd: de bouw van 18 meter is wat we mogelijk wilden maken; als u met hele goede argumenten
2008
N 356
komt, die ook elders in het plan verbeteringen opleveren voor de omgeving en voor de bewoners, dan zullen we daar serieus naar kijken en daarover te zijner tijd een afweging maken. Die ontwikkelaar schijnt nu toch op zijn website aan te geven dat daar een gebouw van zeven woonlagen komt. W at mij betreft is het voorlopig zo ver nog helemaal niet. Nadenken mag altijd, maar een oordeel vellen en afwegen doen we als ons de informatie voorgelegd wordt en dat is nog niet het geval. Voor kennisgeving aangenomen.
9.
Mededelingen De voorzitter: Komende donderdag staan wij stil bij het overlijden van de heer Bruinewoud. Dat heeft ermee te maken dat de familie graag aanwezig wilde zijn. Voor kennisgeving aangenomen.
2008
10.
N 357
Voorstel tot vaststelling van de Voorjaarsnota 2008 (stuk nr. B08-04986)
Ingediende amendementen en moties Amendement A1 De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Het voorgestelde besluit onder 6.1 tot en met 6.4 aan te vullen met de opmerking: "daarbij zal bij de uitvoering van de fietspadverharding op de Knardijk, tevens de verharding van de toeleidende fietsroute langs de Lagevaart tussen Flevopoort en de Lage dwarsvaart worden uitgevoerd.”” Amendement A2 De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Van de voorgestelde besluiten onder 7.1 t/m 16 voorstel 7.12 te schrappen en de daardoor vrijkomende middelen te reserveren voor de uitvoering van nadere voorstellen voor de inrichting en exploitatie van sociale speelvelden. Amendement A3 De fractie van Leefbaar Lelystad stelt het volgende amendement voor: "Aan het voorgestelde besluit de volgende tekst toe te voegen: "met dien verstande dat onder 3.5 ROS bij de voorgestelde onttrekkingen wordt toegevoegd een tracéstudie en haalbaarheidsonderzoek inzake een innovatief openbaar vervoersysteem Bataviastad - Stadshart en andere bestemmingen, ten bedrage van € 50.000, ten laste van de vrije ruimte.”” Amendement A4 De fractie van de Christenunie stelt het volgende amendement voor: De voorgestelde tekst van het besluit bij agendapunt 10 wordt vervangen door de volgende tekst: "De voorgestelde besluiten in de diverse paragrafen van de Voorjaarsnota 2008 vast te stellen,”” Toelichting: de raad stelt geen nota’s vast, maar neemt concrete, amendeerbare besluiten. Amendement A5 De fractie van de Christenunie stelt het volgende amendement voor: De voorgestelde tekst van het besluit bij agendapunt 10 wordt vervangen door de volgende tekst: "De voorgestelde besluiten in de diverse paragrafen van de Voorjaarsnota 2008 vast te stellen, met dien verstande dat het besluit genoemd onder 6.3 als volgt wordt gelezen: "van het bedrag van € 2,5 miljoen worden vooralsnog slechts uitgaven tot maximaal € 185.000 geautoriseerd.”” Toelichting: slechts voor dit bedrag liggen concrete plannen voor.
2008
N 358
Amendement A6 De fractie van de Stadspartij stelt het volgende amendement voor: "Het voorgestelde besluit als volgt aan te vullen: "met dien verstande dat met betrekking tot het hoofdstuk "Schoon, heel, veilig en duurzaam” het bij punt 12 genoemde onderwerp: "Natuurlijk speelterrein” vervalt.””
Motie M1 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 juni 2008 Constaterende dat: de inflatie in Nederland in mei is uitgekomen op 2,3%. Overwegende dat: er momenteel voldoende financiële ruimte is om de belastingbetaler eenmalig tegemoet te komen. Besluit: voor alle tarieven (inbegrepen de OZB) waarvoor het inflatiecijfer als basis dient, het percentage van 2007 (1,58%) eenmalig voor de eerste jaarschijf als uitgangspunt te blijven hanteren. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M1 is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) Motie M2 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 juni 2008 Constaterende dat: over de wijze van rapporteren omtrent de jaarrekening in september van dit jaar door de raad wordt gediscussieerd en kaders worden gesteld. Van mening dat: de verbeterslag over de wijze van rapporteren ook geldt voor andere financiële stukken, zoals de begroting, buraps, de voorjaarsnota en de najaarsnota. Besluit: alle financiële stukken die dienen als sturingsinstrument voor de raad bij de discussie over de kaders van de jaarrekening in september 2008 te betrekken. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M2 is ingediend door de fractie van de InwonersPartij, SP, LL en StadsPartij) Motie M3 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 juni 2008 Overwegende dat: in bijna alle Lelystadse huishoudens nog gloeilampen worden gebruikt; - spaarlampen minder CO2 uitstoten dan gloeilampen; - spaarlampen veel energiezuiniger zijn dan gloeilampen; Lelystad de millenniumdoelen onderschrijft en zich dus wil inzetten voor een duurzame samenleving; - het college momenteel een Kavelwinkel voorbereidt van waaruit zelfbouwers begeleid kunnen worden. Spreekt uit: - een impuls te willen geven aan het (verdere) milieubewustzijn van de Lelystadse burger; - dat het gratis verstrekken van een spaarlamp per huishouden een goede manier kan zijn om de inwoners van Lelystad te interesseren in energiebesparende maatregelen. Roept het college op om: - in de Kavelwinkel ook informatie te verstrekken over mogelijkheden voor energiebesparing in, om en aan huis;
2008
N 359
-
elk huishouden in Lelystad een gratis spaarlamp ter beschikking te stellen; deze gratis spaarlamp, vergezeld van een informatiepakket over zuinig energiegebruik, te laten afhalen in de Kavelwinkel; - in de najaarsnota te komen met een voorstel voor dekking van deze (eenmalige) kosten. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M3 is ingediend door de fractie van de PvdA)
Motie M4 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 juni 2008 Overwegende dat: - toepassing van LED straatverlichting kan leiden tot een energiebesparing van 30 tot 70%; LED lampen een lange levensduur hebben en daardoor leiden tot een significant lagere onderhoudsfrequentie; in verschillende Nederlandse gemeentes inmiddels met succes LED straatverlichting is ingevoerd; het Ministerie van VROM blijkens een persbericht van 26 mei 2008 samen met VNG, SenterNovem, marktpartijen en 30 ‘voorloper’gemeentes projecten met LED straatverlichting wil starten. Spreekt als zijn mening uit dat: gemeente Lelystad, bijvoorbeeld met projecten in Warande, tot die 30 voorlopergemeentes zou moeten behoren. Roept het college op om: - te onderzoeken in hoeverre de inzet van LED straatverlichting in Warande juridisch (contractueel) en technisch mogelijk is; - met concrete projecten te gaan behoren tot de 30 koplopergemeentes. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M4 is ingediend door de fractie van de PvdA) Motie M5 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 juni 2008 Overwegende dat: - er steeds meer architecten en projectontwikkelaars beweren dat energieneutraal bouwen helemaal niet duurder hoeft te zijn dan ‘klassiek’ bouwen, als het maar vanaf het allereerste begin integraal wordt meegenomen in gebieds- en woningontwerp; - op verschillende plaatsen in Nederland al energieneutrale en bijnaenergieneutrale woningen zijn gebouwd; in de Nota Klimaatbeleid 2004-2008 al verschillende beleidsvoornemens zijn opgenomen die kunnen helpen in de richting van energieneutraal bouwen. Spreekt als zijn mening uit dat: de woningbouw in Warande op zijn minst moet voldoen aan de beleidsvoornemens die in de Nota Klimaatbeleid 2004-2008 staan geformuleerd. Roept het college op om: in Warande straten of buurten of deelplannen te ontwikkelen die volledig energieneutraal zijn. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M5 is ingediend door de fractie van de PvdA) Toelichting: in deze motie wordt met energieneutraal bouwen en energieneutrale woning bedoeld: de woning kan in de eigen energiebehoefte voorzien.
2008
N 360
Motie M6 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 10 juni 2008 Van mening dat: de ruimte voor nieuw beleid de komende jaren beperkt is. Constateert: - dat het college met grote regelmaat extra middelen vraagt voor uitvoering van nieuwe taken; - dat de afweging van de mogelijkheid om tegenover nieuwe taken andere taken die in de tijd van minder belang zijn geworden - af te stoten of te verminderen voor de raad onvoldoende duidelijk plaatsvindt. Overwegende: - dat de ruimte voor nieuw beleid deze afweging ook voor de raad wenselijk maakt; - dat door een regelmatige afweging kan worden voorkomen dat taken waarvan het belang is verminderd onverkort worden uitgevoerd. Verzoekt het college: alle programma’s tenminste eenmaal per collegeperiode, gespreid over die periode met de raad gedetailleerd te bespreken om de diverse activiteiten op nut, noodzaak en effectiviteit tegen het licht te houden, waardoor ook de raad beter bij de afwegingsdiscussie kan worden betrokken. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M6 is ingediend door de fractie van de VVD) Motie M7 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 juni 2008 Constaterende: dat de gemeente in 2009 ruim € 500.000 heeft uitgegeven aan het herstellen van de gevolgen van vandalisme. Overwegende: dat de schade door vandalisme wellicht teruggedrongen kan worden indien de jongeren zelf gestimuleerd worden daaraan een bijdrage te geven. Van oordeel dat: het terugdringen van de schade door vandalisme van groot belang is. Nodigt het college uit: de raad voorstellen voor te leggen die een stimulans voor jongeren kunnen zijn in het afzien van en het tegengaan van vandalisme. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M7 is ingediend door de fractie van de Christenunie) Motie M8 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 juni 2008 Overwegende: - dat voor ouders met een zeer geringe draagkracht er een financiële drempel bestaat om hun kinderen naar de peuterspeelzaal te sturen; - dat de gemeente veel geïnvesteerd heeft in het verbeteren van de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk, waardoor deze voorziening aan betekenis heeft gewonnen. Van oordeel dat: het belangrijk is inzicht te krijgen in de mate waarin deze drempel geslecht kan worden indien kinderen uit gezinnen met zeer geringe draagkracht gratis toegang krijgen tot de peuterspeelzaal, omdat het ook voor kinderen uit deze gezinnen belangrijk is dat van een peuterspeelzaal gebruik gemaakt kan worden. Nodigt het college uit: - een pilot uit te voeren waarbij kinderen uit de doelgroep van het minimabeleid gratis toegang krijgen tot de peuterspeelzaal;
2008
N 361
-
de dekking van de kosten te vinden binnen het te verwachten rekeningoverschot 2008 en de nog beschikbare structurele dekkingsruimte 2009; - de raad over de uitkomsten van de pilot te informeren. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M8 is ingediend door de fractie van de Christenunie)
Motie M9 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 10-12 juni 2008 Constaterende dat: er in de bestaande stad een gering aanbod is aan goedkopere nieuw te bouwen koopwoningen. Overwegende dat: bij een grote groep van onze bevolking hier vraag naar is. Verzoekt het college om: op bouwlocaties in de bestaande stad waar de verkoop van de geplande woningen moeizaam verloopt, het aanbod evenredig te mengen met goedkopere (vanaf € 100.000) woningen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M9 is ingediend door de fractie van de Stadspartij) Motie M10 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 10-12 juni 2008 Constaterende dat: veel kinderen vanwege onvoldoende bereikbaarheid niet kunnen deelnemen aan sociale, culturele en/of recreatieve activiteiten. Overwegende dat: hierdoor niet gesproken kan worden van gelijke kansen voor iedereen. Verzoekt het college om: bij de besprekingen met betrekking tot de nieuwe concessie Openbaar vervoer de mogelijkheid van gratis openbaar vervoer voor kinderen tot en met 12 jaar tot stand te brengen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M10 is ingediend door de fractie van de Stadspartij) Motie M11 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 10-12 juni 2008 Constaterende dat: - oudere werklozen (50+) verplicht zijn te solliciteren; Overwegende dat: - de kansen op succes hierbij overwegend klein zijn en vrijwilligerswerk deze kansen kan vergroten; Verzoekt het college om: - voor oudere werklozen (50+) die op de arbeidsmarkt minder kansen blijken te hebben zoveel mogelijk, middels bemiddeling van het CWI, te bewerkstelligen dat deze mensen o.a. als vrijwilliger/ster bij Pluspunt kansrijker kunnen solliciteren; En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M11 is ingediend door de fracties van Stadspartij, PvdA en Leefbaar Lelystad) Motie M12 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 10-12 juni 2008 Constaterende dat: het bezoek aan peuterspeelzalen door niet Nederlandstalige peuters niet algemeen is.
2008
N 362
Overwegende dat: de kansen op schoolsucces voor deze doelgroep door bezoek aan de peuterspeelzaal groter is. Verzoekt het college om: een onderzoek te verrichten naar de oorzaken van het niet algemeen c.q. verminderd bezoek aan de peuterspeelzaal door niet Nederlandstalige peuters. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M12 is ingediend door de fractie van de Stadspartij) Motie M13 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 10 en 12 juni 2008 Overwegende dat: - de inspanningen van de gemeente Lelystad erop zijn gericht in 2010 een inwonertal van 75.000 te bereiken; - daarvoor grote inspanningen noodzakelijk zullen zijn; - van het eind 2007 genomen besluit voor een woonoffensief zeker resultaten mogen worden verwacht; - de benchmark van de gemeentelijke woonlasten voor Lelystad weer een stijgende lijn vertoont; - de stijging van de gemeentelijke woonlasten in combinatie met de sterk toegenomen kosten van woon-werkverkeer voor inwoners die hun werkzaamheden buiten Lelystad moeten verrichten het risico in zich draagt dat Lelystad zijn aantrekkelijkheid als woongemeente kan verliezen; - derhalve alle mogelijkheden moeten worden benut om de stijging van de gemeentelijke woonlasten te keren; Verzoekt het college - in het kader van de voorbereiding op de najaarsnota te bezien in hoeverre het verantwoord is om te komen met een neerwaartse bijstelling van de gemeentelijke tarieven, de OZB en de Afvalstoffenheffing. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M13 is ingediend door de fractie van het CDA) Motie M14 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 10 en 12 juni 2008 Overwegende dat: _ het nog enige tijd duurt voordat station Lelystad Zuid wordt gerealiseerd; _ inwoners van Noordelijk Flevoland voor een goede aansluiting op het railverkeer nog afhankelijk zijn van het station Lelystad Centrum; _ bij Lelystad Centrum sprake is van grote verkeersintensiteit en tekort aan parkeerplaatsen in de directe omgeving; - ook Provinciale Staten een betere aansluiting op het railverkeer voor inwoners vanuit het Noorden van Flevoland willen stimuleren. Van mening dat: - een betere aansluiting op het railverkeer bijdraagt aan vermindering van de filedruk; _ een groter reizigersaanbod mogelijk bijdraagt aan een snellere realisatie van Lelystad Zuid. Draagt het college op: om op korte termijn de raad een voorstel aan te bieden voor een tijdelijke snelle busverbinding vanaf het rangeerterrein naar station Lelystad Centrum. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M14 is ingediend door de fractie van het CDA)
2008
N 363
Algemene beschouwingen per fractie De volgorde van sprekers wordt bij loting vastgesteld. De heer Siepel: Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Sedert Robespierre op 5 december 1790 in de Grondwetgevende Vergadering in Parijs deze drieslag introduceerde, is hij spreekwoordelijk geworden voor de belangrijkste culturele waarden in onze westerse samenleving. Met deze drie woorden wordt immers de essentie weergegeven van de belangrijkste waarden die we willen hooghouden, zo luidt de algemene opvatting. Maar is dat niet te veel gevraagd? Mag je wel ‘broederschap’ verlangen van alle mensen ten opzichte van elkaar? Kan broederschap deel uitmaken van een politiek maatschappelijk program, bijvoorbeeld dat van een christelijke partij? Nee, zeggen wij. Broederschap is een te veel eisende term. Realisering daarvan vraagt te veel van mensen. De praktijk leert ook dat broederschap altijd beperkt blijft tot een groep mensen die in staat en bereid is onderling tot een houding van broederschap te komen op basis van onderling gevoelde verwantschap. Dat geldt voor een kerkgemeenschap, maar dat geldt ook voor de Hell’s Angels. En juist in die beperking zit het gevaar, want de ene groep zet zich dan af tegen de andere met wie die broederschap niet gevoeld wordt. Dat is een eenvoudig sociologisch gegeven. Is het dan verstandig om in onze politiek-bestuurlijke ambities ons te beperken tot het realiseren van vrijheid en gelijk(waardig)heid? Dat is immers al moeilijk genoeg in onze verdeelde samenleving. Nee zeggen wij, want vrijheid en gelijkheid zijn in zekere zin ‘koude‘ begrippen, die in onze cultuur een individualistische invulling hebben gekregen. Het gaat om mijn vrijheid en mijn gelijkwaardigheid aan de ander. Een christelijke politieke partij zoals de Christenunie heeft dus toch een derde begrip nodig. Een ‘warm e‘ aanvulling die uitdrukking geeft aan het streven mensen op elkaar betrokken te laten zijn. Aan het verlangen tegenstellingen tussen personen en groepen in de Lelystadse samenleving te overbruggen om te bereiken dat er harmonieus wordt samengeleefd. Verbondenheid of betrokkenheid kan de term zijn waarmee vrijheid en gelijkheid wordt aangevuld. Deze termen geven aan dat er een verbinding is tussen mensen in dezelfde buurt, in dezelfde bus, in dezelfde stad. Verbinding die moet leiden tot betrokkenheid. Mensen hebben het recht elkaar aan te spreken op gedrag, omdat ze met elkaar verbonden zijn, los van de groep waartoe ze op grond van ras, geloof, leeftijd of geslacht behoren. Verbondenheid kan ook kleur en richting geven aan de invulling die ieder geeft aan vrijheid en gelijkheid. Tegen deze achtergrond heeft het 1e programma in onze begroting een mooie naam: ‘binding en ontmoeting’, want daardoor kan vorm en inhoud worden gegeven aan de onderlinge verbondenheid die er bestaat tussen de Lelystedelingen of we dat nu willen of niet, want we leven in dezelfde stad en zijn allemaal op hetzelfde gemeentebestuur aangewezen. Verbondenheid die er is en die er steeds meer zou moeten komen. Verbondenheid die ook vorm kan krijgen in de z.g ‘eigen kracht‘ aanpak. Daarin wordt immers de omgeving van een probleemgezin gestimuleerd de helpende hand te bieden. Wij steunen daarom het college in zijn voornemen van deze benadering gebruik te maken. De stad is van ons allemaal, ook van de vandalen In het afgelopen jaar heeft de gemeente ruim € 500.000 uitgegeven aan herstel van de gevolgen van vandalisme. Bijna € 150.000 daarvan is besteed aan het weghalen van graffiti. Een groot bedrag waarmee heel veel goede dingen in Lelystad gedaan zouden kunnen worden. Vooral ook voor jongeren, want hun waardering voor de vrijetijdsvoorzieningen in onze stad krijgt geen hogere waardering dan 5,9.
2008
N 364
Vandalisme moet met een stok en een worst bestreden worden. Ik vertrouw er graag op dat de politie, de buurtvaders en de VOS jongeren hun stok op een goede manier hanteren. Maar hoe ziet de worst er uit? Als de jongeren duidelijk gemaakt wordt dat de gemeente elke euro die bespaard wordt op vandalismebestrijding zal besteden aan het verbeteren van de voorzieningen voor jongeren, zal het vandalisme dan niet afnemen? Zullen jongeren elkaar dan niet veel meer aanspreken op gedrag? Het gedrag van de een neemt immers de beloning voor de ander weg. Daarover zullen we een uitspraak van de raad vragen. En van onze jongerenraad die eindelijk uit de startblokken komt, mogen we vast wel een goed advies verwachten over de beste besteding van het bespaarde geld. Wellicht is het aanwijzen van een plek waar legaal graffiti kan worden gespoten (een zogenaamde "wall of fame”) ook een goed middel om deze vorm van vandalisme terug te dringen. Vandalen hebben zich vaak eerst goed vol gedronken. Het aanpakken van het alcoholmisbruik onder jongeren door een ketenaanpak is uit een oogpunt van gezondheidszorg al dringend nodig (de afgelopen periode zijn alleen al in Lelystad 7 kinderen met alcoholvergiftiging in het ziekenhuis opgenomen), maar die ketenaanpak kan tevens bijdragen aan het terugdringen van het vandalisme. Is het college bereid initiatieven te ontplooien om tot een gecoördineerde aanpak te komen in het terugdringen van alcoholmisbruik onder jongeren? Jeugd voorop Lelystad heeft niet alleen veel jongeren, maar ook relatief veel jongeren met wie het niet goed gaat. We steken ongunstig af bij andere gemeenten als gekeken wordt naar het aantal kinderen in de jeugdzorg en het aantal kinderen dat mishandeld wordt. Het is dus volkomen terecht dat het college aan de jeugd een hoge prioriteit geeft. We hopen dat de Centra voor Jeugd en Gezin die er nu op afzienbare termijn komen, ook in dit opzicht veel goed werk kunnen doen. Problemen van de jeugd zijn immers minstens evenzeer problemen van de ouders. Lelystad heeft een goed minimabeleid. Daar kunnen we mee voor de dag komen. Maar leidt dit beleid er ook toe dat er geen financiële drempel meer voor de peuterspeelzaal ligt? Ons bereiken signalen dat de eigen bijdrage voor ouders met nagenoeg geen draagkracht hen er soms vanweerhoudt het kind naar de peuterspeelzaal te brengen zodra het kan. In het belang van de ontwikkeling van het kind moet daar iets op gevonden worden. Ook daarover zullen wij het oordeel van de raad vragen. Het kleinste kamertje De invulling van ons nieuwe stadshart schiet mooi op. De contouren van wat het zal worden tekenen zich al af, zodat we ons een beeld kunnen vormen van wat het zal worden. Maar zoals het er nu naar uitziet, zal straks wel een essentieel element in het straatmeubilair ontbreken. Wat is namelijk het geval? Wij willen de verblijfsduur in het centrum verlengen. Het moet gezelliger worden, het winkelbestand moet meer variatie bieden en het straatmeubilair moet er aantrekkelijk uitzien. Maar wat als ik zolang blijf dat ik eerst een plas moet doen om ontspannen verder te kunnen? Het plan voor het stadshart voorziet namelijk niet in de oprichting van een openbaar toilet voor dames en heren. Dat vindt onze fractie een duidelijk gemis. Daarom vragen we het college in deze omissie te voorzien. Een toezegging op dit punt lijkt ons zo vanzelfsprekend dat een raadsuitspraak daarover niet nodig is. De aanwezigheid van een openbaar toilet komt de verblijfsduur van het winkelend publiek - en dus de bestedingen - ten goede. De ondernemers willen er daarom vast zelf wel aan meebetalen. Genieten In het Strategisch Marketing Plan is ‘genieten‘ een kernbegrip. Dat is niet alleen voor Lelystedelingen bedoeld, maar vooral voor mensen van buiten de stad. Tegen die
2008
N 365
achtergrond is het onbegrijpelijk dat de versterking van de verblijfsrecreatie zo traag verloopt. In de 1e Burap wordt er zelfs geen woord aan gewijd. Wat is er op dit punt gebeurd sinds de raad een aantal jaren geleden de nota Recreatie en Toerisme vaststelde? Een discussiestuk over kampeerbeleid dat vooral uitblinkt in het benadrukken van de noodzaak tot verder onderzoek. W eer een toeristenseizoen verloren! Het lijkt er op dat het college zich helemaal concentreert op de kustontwikkeling en andere, meer landgebonden vormen van recreatie, uit het oog verliest. Terwijl ook het college weet dat er meer mensen op het land recreëren dan op het water. Over het marketingplan gesproken. In de voorjaarsnota wordt gevraagd het sein op groen te zetten voor een krediet van € 2,5 miljoen. Dat is veel geld dat ook voor een heleboel andere goede zaken voor de inwoners besteed kan worden. Weliswaar komt er nog onderbouwing, maar het voorstel vraagt wel erg veel vertrouwen van de raad in de mogelijkheden een hecht doortimmerd plan op te stellen. Voor het in de benen helpen van Lelystadpartners wordt € 185.000 gevraagd. Daarna wordt een plan gemaakt waarvan de uitvoering in het laatste kwartaal van 2008 nog eens € 215.000 gaat kosten. Dat weet het college nu al, zonder dat er een plan is. Hoe reëel is dit allemaal? Eerst maar eens zien, zeggen we. Daarover dienen we in de loop van deze vergadering een amendement in. Voor een goed plan dat onze stad echt vooruit helpt, hebben we een flink bedrag over, maar vooralsnog overheerst de scepsis. Wel kunnen we vast zeggen dat we de plannen ook vooral zullen beoordelen op hun integraliteit. Kustontwikkeling In de ontwikkeling van de landzijde van de kust zijn de laatste jaren belangrijke stappen vooruit gezet, met de ontwikkeling van Bataviahaven als voorlopig hoogtepunt. De aandacht kan nu meer verschuiven naar het deel van Lelystad dat buitendijks ligt, met name het Markermeer. Kortgeleden ontvingen wij verschillende documenten waarin ontwikkelingsmogelijkheden geschilderd worden. In de eerste (die van OKRA) worden 4 scenario’s geschetst. In het verslag van de werkconferentie ‘De kust van Lelystad’ verschillende beelden. In het plan Markermeer Plus een compleet inrichtingsvoorstel, ondertekend ondermeer door mevrouw M. Horselenberg uit Lelystad. Dus die is daar in ieder geval voor. Wij kunnen gelukkig constateren dat ons eerdere verzoek aan het college niet passief mee te doen in de landelijk geregisseerde discussie over een belangrijk deel van ons grondgebied, resultaat heeft gehad. De ideeën buitelen nu bijna over elkaar heen. Maar dat roept tegelijk de vraag op: hoe gaat het nu verder? Worden al deze scenario’s, beelden en het concrete voorstel ex aequo ingebracht in de landelijke discussie? Wanneer gaat het college met de raad discussiëren over plannen en voorstellen? Gemeentelijke dienstverlening In de voorjaarsnota wordt veel geld gevraagd voor de technische verbetering van de dienstverlening aan de burgers. Die dienstverlening kan inderdaad nog een stuk beter, dat zijn we graag met het college eens. Regelmatig wordt daarvoor vanaf de tribune onze aandacht gevraagd en ook van anderen horen we schrijnende verhalen. Maar minstens zo belangrijk als de techniek met VOIP en zo, is de houding die ambtenaren aannemen ten opzichte van burgers. Ze moeten gemotiveerd zijn de burgers zo goed mogelijk van dienst te zijn en dat ook uitstralen. Tot slot Het geheel overziende kan voor onze fractie de conclusie luiden: het gemeentebestuur is op de goede weg in het realiseren van de ambities die in het collegeakkoord (mede ondertekend door de Christenunie) zijn neergelegd. We hebben nog een kleine twee jaar om stug daaraan door te werken. We wensen
2008
N 366
daarbij het college, de medewerkers en de raad de energie toe die nodig is voor het werk en bovenal de zegen van de Here God, want de psalmdichter had volkomen gelijk toen hij schreef: "aan ’s Heeren zegen is ’t al gelegen” . De voorzitter: Dank u wel. Er zijn vragen vanuit de raad. De heer Marseille: De heer Siepel stelt voor om vandalisme met een stok en een worst te bestrijden. Nu begint hij in het stuk, hij heeft het niet voorgelezen, met een citaat van Bomans: "wat van iedereen is, is van niemand”. Wat wij ons afvragen is, als je zegt dat je dat wilt gaan belonen, of je dan niet hetzelfde risico loopt en of daar ook niet geldt: wat voor iedereen is, is voor niemand. Wat ik daarmee bedoel, u zegt belonen, maar wie ga je belonen? Je kunt natuurlijk niet iedereen belonen, dat is heel duidelijk. Dus ook daar zal zich datzelfde verschijnsel doen voelen, dat men zich niet aangesproken voelt. Wij zijn het met u eens dat vandalisme bestreden moet worden, maar denken dat daar de stok het belangrijkste hulpmiddel zal moeten zijn. Uiteraard een figuurlijke stok, maar dat zal duidelijk zijn. De heer Siepel: Die stok blijft nodig, dat ben ik graag met de heer Marseille eens, maar het gaat om de vormgeving van de worst. Daarin denken wij dat als jongeren onderling elkaar aanspreken op hun gedrag, dit wellicht een terugdringen van het vandalisme zou kunnen betekenen. Het is optimistisch gedacht, misschien iets optimistischer dan de heer Marseille, maar wij geloven in de kracht van de jeugd om elkaar op dit gedrag aan te spreken. De heer Van der Herberg: Christenunie wil graag dat het college met de raad gaat discussiëren over plannen en voorstellen voor de kustontwikkeling. Nu hebben we een paar weken geleden daarover een Opinieplein gehad en er ligt over een paar weken een voorstel in de raad, waar twee van de door u genoemde documenten bediscussieerd en besloten kunnen worden. Mijn vraag aan u: wat voor een bredere discussie zou u daarover nog willen hebben? De heer Siepel: Ik zou in ieder geval willen dat al die stukken die ons zijn toegestuurd, en dat zijn er ten minste drie, onderwerp van discussie zouden zijn. Zeker ook het uitgewerkte plan dat er ligt waar mevrouw Horselenberg, ons welbekend, haar naam onder heeft gezet. Dat lijkt me op z’n minst de moeite waard om met de raad te bediscussiëren. Ik heb het eens nagekeken, er zijn niet meer mevrouwen M. Horselenberg in Lelystad dan onze voorzitter, dus ik denk dat zij bedoeld wordt. Zij heeft dat niet als burgemeester gedaan maar als burger van deze stad, maar daarmee is het stuk belangrijk genoeg geworden als zij haar naam eronder zet, om in de discussie te betrekken. De voorzitter: Ik wil even iets heel bijzonders doen, want er wordt allemaal taart binnengebracht. Er is iemand jarig in ons midden en dat is Joost van de Beek. Van harte gefeliciteerd namens het gemeentebestuur. Het is wel een heel bijzondere verjaardag. Je hebt gisteren kunnen zien dat je ook kunt scoren op je verjaardag. Dat gunnen we je ook. De heer Zweers had nog een vraag. De heer Zweers: Mijnheer Siepel, begrijp ik het goed dat u onder het kopje Jeugd voorop juist wilt stimuleren dat kinderen gebruik kunnen maken van een peuterspeelzaal? De heer Siepel: Zeker die categorie voor wie er nu een financiële drempel is en bij wie het heel goed zou zijn als de kinderen daarvan naar de peuterspeelzaal zouden gaan. Wij kennen het begrip ‘overerving van armoede’. Als kinderen uit milieus die
2008
N 367
het arm hebben niet de goede ontwikkeling kunnen doormaken, daarbij geholpen door de goede peuterspeelzalen, dan loop je het risico op overerving van armoede. Dat is de achtergrond van ons voorstel. Mevrouw Jacobs: Mijnheer Siepel, u had het over het centrum en een voorkeur voor een openbaar toilet. We hebben er vijf. Ik weet niet of u ze mist, maar ze zijn er wel. De heer Siepel: Ik heb bij de ambtenaren die over het centrum gaan, nagevraagd of in de plannen voorzien is in een openbaar toilet, en dan heb ik het niet over de wc’s hier in huis en bij de Hema en dergelijke en ook niet over horecagelegenheden. Mij is te verstaan gegeven dat daar geen voorziening voor is getroffen in de plannen. De heer Jansen: Naar mijnheer Siepel toe met betrekking tot vandalisme. Er is naar onze mening maar één remedie om dat te bestrijden. De burgemeester van Rotterdam heeft dat op meer dan voortreffelijke wijze duidelijk gemaakt. Strakke hand. Als jij je denkt te misdragen, en u zegt vandalen horen er ook bij hier in Lelystad maar voor ons niet, dan zouden we dat met hand en tand moeten bestrijden. Opstelten vond ik daar een heel duidelijk voorbeeld van. De heer Siepel: Daar neem ik kennis van. Wij denken er anders over. De heer Belhaj: Ik ben blij dat de heer Siepel benadrukt dat alleen de stok niet werkt en dat er ook iets tegenover moet staan. Repressie wekt alleen agressie op, ook bij de jongeren. Als het gaat om een financiële beloning. Ik zie heel veel in een eventueel wall of fame, een graffitimuur. De behoefte bestaat inderdaad. Dat daarvoor een plek komt voor de jongeren, daar ben ik het volledig mee eens. Wat ik me wel afvraag, is de financiële beloning. Ik kan me niet voorstellen dat jongeren die een avondje gaan drinken en iets gaan slopen, daarvan weerhouden worden omdat iemand anders erdoor lijdt. Dat zie ik niet zo snel gebeuren. Ik zie wel veel in het alternatief, ergens een graffitiplek waar het wel kan voor de jongeren, wat er nu dus niet is. Ik zie daar ook een lijn in met de campagne tegen alcoholmisbruik, want er is volgens mij een duidelijk patroon tussen alcoholmisbruik en vandalisme. Dus als het alcoholmisbruik goed wordt aangepakt en we hebben een graffitimuur dan is er hopelijk niet zoveel vandalisme meer, maar ik wil heel duidelijk maken dat repressie niet het enige middel is. De heer Siepel: De heer Belhaj en ik zijn het eens. De heer Jansen: Mag ik de heer Belhaj iets vragen? Als u een bekeuring krijgt omdat u fout geparkeerd staat, dat is tegenwoordig € 60, dat is een hele hoop geld, gaat u dan die ambtenaar verbouwen omdat u agressief wordt? De heer Belhaj: Dat is een vergelijking waar ik me niet zo snel aan zal wagen. En dat zeg ik niet. Regels zijn regels, die moeten gehandhaafd worden. We weten dat het gaat gebeuren. In elke stad in Nederland gebeurt het. Wat zeggen wij dan in Lelystad in uw visie, als ik het goed begrepen heb, we gaan geen graffitimuur doen, je krijgt een hoge boete en we pakken je hard aan als je het wel doet. Maar waar mogen die jongeren het dan wel doen? Graffiti is voor mij ook een uiting van kunst. De heer Jansen: U bedoelt nu één onderwerp. Wij zijn in Gouda geweest. Daar hebben ze met harde maatregelen voor 70% het aantal auto-inbraken weten terug te dringen. Het is jamm er dat u niet mee bent geweest naar Gouda. Dan had u gezien wat een harde aanpak teweegbrengt.
2008
N 368
De heer Belhaj: Ik was nog veel eerder in Gouda. De heer Mohammed Mohandes is raadslid daar en ik was daar op bezoek. Auto-inbraken en de link met jongeren leg ik niet zo snel. Jongeren zijn niet per definitie crimineel. De heer Jansen: Dat zeg ik ook niet, mijnheer Belhaj, maar in Gouda was er een Marokkaanse groepering, Marokkaanse jongeren die ze daar hebben aangepakt. Dat hebben we met harde hand tot 70% weten te reduceren. Dat is toch heel goed? De heer Belhaj: Dat is heel goed, daar ben ik heel blij mee. Wij hebben het niet over auto-inbraken, niet over Marokkaanse jongeren. We hebben het over graffiti, dat is een heel ander probleem. De voorzitter: We gaan verder met de InwonersPartij, de heer Jansen.
De heer Jansen: De InwonersPartij sluit niet de ogen voor de dingen die goed gaan in onze stad. Wij zijn er ook van overtuigd, dat ons ambtenarenapparaat, het college, de griffie, kortom iedereen die in het politieke proces een rol speelt, in principe zijn best doet. Maar de kwantiteit zegt niet altijd alles over de kwaliteit. Daarom voelen wij ons toch gedwongen een aantal dingen onder de aandacht te brengen die niet in orde zijn naar onze mening; met de belangen van onze inwoners in het achterhoofd. Onze kritiek is dan ook opbouwend bedoeld. Belastingen Dankzij de belastingbetalende Lelystadse inwoners is er een hoog overschot aan euro’s. Ons lijkt het dan ook logisch om alle inwoners daarvan direct te laten profiteren. Wij zullen daaromtrent een motie indienen. In 2002 werd het dualisme ingevoerd. Zijn wij daar bestuurlijk wat mee opgeschoten? Je zou het niet zeggen, als je het zoveelste financiële stuk leest, dat als sturingsinstrument voor de raad zou moeten dienen. Opnieuw holle frasen en wollige borstklopperij. Met verwijzingen naar rapporten en bevindingen, waarin zou staan dat het zo fantastisch gaat, dat de Lelystedelingen zo tevreden zijn. Afgezien van het feit dat zoiets zich moeilijk écht laat meten - want heel subjectief - , is tevredenheid nog niet ‘gelukkig zijn’. Goed gebruik is overigens om bronnen te vermelden, bijvoorbeeld in een voetnoot. Nergens te vinden. Hoe kan een raadslid - en zeker een nieuw raadslid - in hemelsnaam weten over welke rapporten het gaat? We zijn toch geen lopend archief? Laat staan de burger, die toch ook de jaarstukken moet kunnen begrijpen. Wij vinden ook dat de voorjaarsnota weer op onderdelen, wat betreft vaagheden en beweringen, getuigen van een stuitende tekstuele zelfingenomenheid. Wat moeten wij nu in onze volksvertegenwoordigende rol met beweringen als: 1. Het is of gaat goed 2. Het kan beter 3. We gaan dit doen 4. We zijn dat van plan 5. We zijn gestart met 6. We gaan er secuur naarkijken, of we gaan er erg ons best mee doen als ik daarvan geen concrete, te traceren, onderbouwing vind? Onze onvrede zit dus zeker niet zozeer in de behaalde resultaten. Die zien wij grotendeels ook wel, zoals de ontwikkeling van Warande en de kustontwikkeling en ook het Stadshart (met uitzondering van de Groene Carré), en het cultuurbeleid. Allemaal zaken waarmee wij u kunnen complimenteren. Maar het gaat ons om de
2008
N 369
wijze waarop u rapporteert, verslag doet van de feiten en de omstandigheden daaromheen. En dan de manier waarop wij als raad met elkaar en met het college omgaan. Wij zijn van mening, dat het regelmatig gebeurt dat de coalitiepartijen een soort schijnpolitiek beoefenen en na 6 jaar nog steeds hun heil zoeken in de ouderwetse, monistische politiek. Regeren vanuit de macht van aantallen in plaats vanuit de kracht. Een paar voorbeelden: Al 6 jaar ondersteunen die partijen steevast de financiële jaarstukken. Ook als die steun in de lucht hangt door gebrekkige informatie, altijd het voordeel van de twijfel. En waar ligt de grens om uit het college gezet te worden in Lelystad? Het gaat blijkbaar niet om inhoud, maar om het door dik en dun overeind houden van het ‘collegiale’ college. Dagelijks functioneren, dossierbeheersing, communicatie naar zowel de raad als de burgers toe, effectiviteit... Het lijkt erop dat ons college een eigen systeem van beoordeling hanteert. De slager die zijn eigen vlees keurt. En bij financiële schade betaalt gewoon de burger de prijs. Personeel en organisatie Al meer dan 6 jaar dringen wij bij het college aan om de organisatie ‘in control’ te krijgen. Vele verslagen, rapporten, raadsbijeenkomsten, evaluaties en Opiniepleinen werden aan dit onderwerp besteed. Ook weer in 2008. Opnieuw werd en wordt nog steeds veel geld uitgegeven aan de organisatie. Salarissen, pensioenen, bonussen, opleidingen enz. Plus nog eens de bakken geld die gaan naar project-, inhuur- en onderzoekcultuur, die ondanks dat meestal niet echt hebben bijgedragen aan de kennisontwikkeling in eigen huis. Denk hierbij aan het rechtmatigheidsonderzoek dat al drie jaar wordt uitbesteed. We huren veel in, veel expertise, maar het beklijft niet. Het is tijd voor spijkers met koppen. Goede, complete stukken aanleveren, om tijdig en efficiënt als raad te kunnen werken en functioneren. De raad moet zo veel kunnen vertrouwen op de aangeboden informatie, dat hij zich tot hoofdlijnen kan beperken en kaders kan stellen. De wijze van rapporteren kan en moet beter, met name de financiële stukken. Wij zullen op dit punt een motie indienen, die ondertekend is door alle niet-coalitiepartijen. We zouden hier natuurlijk ook uitgebreid kunnen ingaan op een aantal specifieke punten uit de voorjaarsnota, maar gezien de tijd beperk ik me tot een paar opmerkingen, alvorens ons verwachtingspatroon voor de komende tijd uit te spreken. Zorg voor onze inwoners Het spreekt voor zich, dat de InwonersPartij integratie een uitermate belangrijke zaak vindt, want dat is ons aller belang. Prima dus, de inzet op dat vlak. Wel vinden wij, dat de Lelystadse allochtonendoelgroep onevenredig wordt voorzien van financiële middelen in verhouding tot al die andere Lelystadse doelgroepen. Als voorbeeld valt te noemen de post van € 90.000, bovenop het inburgeren, voor ‘taalonderhoud voor duurzame inburgering’. Laten wij eerst eens kijken naar de zelfredzaamheid van de inburgeraars, voordat wij daaraan voorafgaande geld gaan uittrekken. De InwonersPartij heeft het al eerder gezegd: alle Lelystedelingen verdienen aandacht en indien nodig financiële ondersteuning. Nog een interessante zinsnede troffen wij aan onder dit hoofdstuk. Ik citeer: "Er is ondanks diverse maatregelen in toenemende mate een ongezonde leefwijze (overgewicht, alcoholgebruik). We (het college) willen de mogelijkheden bekijken om dit effectief aan te pakken.” Waar blijft in dit verband drugsgebruik? Of vindt u dat soms gezond?
2008
N 370
Ook is de InwonersPartij het volstrekt met u oneens, dat de realisatie van een coffeeshop preventief zou werken op de verslaving. Misschien kunt u dat nog eens uitleggen? Want zo’n uitspraak noopt ons alleen maar tot intensivering van het bijstaan van omwonenden bij de te realiseren coffeeshop. Ook al vinden sommigen dat voor een politieke partij ‘not done’. W at verwachten wij dit jaar nog verder? . Aantoonbare verbetering in de communicatie: intern én extern. . Aantoonbare verbetering van de raadsstukken: Wie, waar, wat, wanneer, waarom en hoe! . Zodanige opwaardering van de ‘interne’ expertise, dat het externe ‘hulpcircuit’ niet meer nodig is . . Inwisseling van visie, ambities en doelstellingen door concrete feiten, cijfers en omstandigheden; hebben we meer aan dan aan al die ‘zelfwaardering’. . Het tijdig en compleet aanleveren van stukken aan de raad draagt bij aan de benodigde tijdbesparing voor de raad. De ‘meters’ papierwerk en het op het laatste moment aanbieden van de stukken beperkt de raad in zijn mogelijkheden. Wij zijn met de VNG van mening dat gemeenteraden te veel vergaderen. Mogelijk dat de griffie kan onderzoeken hoe de vergaderfrequentie verminderd kan worden. Volgens de dikke Van Dale betekent ‘oppositie’ tegenstand geven, tot de tegenpartij behoren. Daarom vinden wij de benaming ‘niet-coalitiepartij’ die de laatste tijd gebruikt wordt, beter maar ook prettiger. Want wij zijn het op tal van fronten eens met dit college, zelfs af en toe blij verrast, maar rekenen het wel tot onze taak om de vinger op de zere plekken te leggen. Dat willen we doen en zullen wij blijven doen in het belang van deze fijne gemeente. Lelystad bouwen we samen. Als er serieus en op de juiste wijze ook iets wordt gedaan met onze inbreng, dan zal het college de InwonersPartij bij de bespreking van de najaarsnota aan zijn zijde vinden. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er vragen vanuit de raad? Mevrouw d’ Arnaud: Mijnheer Jansen, u vindt € 90.000 heel veel voor taalonderhoud. Bent u het niet met mij eens dat het heel belangrijk is dat niet-Nederlanders de Nederlandse taal leren spreken en dat dat ook onderhouden wordt? Dat het goed is dat de gemeente daarvoor middelen vrijmaakt? Of ziet u dat anders en hoe ziet u dat dan? De heer Jansen: Volgens mij heb ik mij daarover duidelijk uitgesproken. Ik vind het een heel belangrijke zaak dat er wordt ingeburgerd. Maar daar bovenop die extra € 90.000, daar praten we over. Laten we nu eerst even afwachten wat de inzet van de betrokkenen zelf is, nadat ze de inburgeringscursussen hebben gehad. Kijken wat ze er zelf aan zouden kunnen doen om dat bij te houden. Als daarbij geld nodig is, dan is dat aangetoond en zullen wij de laatste zijn om daarmee niet in te stemmen. De heer Van den Heuvel: In hetzelfde hoofdstuk waarover mevrouw d’Arnaud zojuist iets zei, spreekt de heer Jansen erover, althans dat maak ik eruit op, dat er doelgroepen in Lelystad worden vergeten: alle Lelystedelingen verdienen aandacht en indien nodig financiële ondersteuning. Daaruit leid ik af dat de InwonersPartij vindt dat er doelgroepen worden vergeten. Ik zou graag willen weten welke doelgroepen de InwonersPartij in gedachten had. De heer Jansen: Het is niet zo dat er al of niet doelgroepen vergeten worden. Wij zijn van mening dat als je er één bevoordeelt, je daarmee rechtstreeks een andere doelgroep benadeelt. Dus wij zouden veel meer een evenwichtige verdeling van de middelen hebben, die geldend is voor alle Lelystedelingen. Als je dan over de jeugd
2008
N 371
praat, de jeugd weer aan het werk krijgen, dan vind ik dat net zo belangrijk als gewone jongeren van Nederlandse afkomst of in het buitenland geboren - dat maakt ons helemaal niet uit - allemaal onder één kam. Daarop moeten we investeren, zodat alle jeugd aan het werk kan en niet alleen een bepaalde doelgroep. Mevrouw Kreuger: De heer Jansen heeft de algemene beschouwingen in een bijzonder groot lettertype aangeleverd. Dat kost weer een blad extra, maar goed, we hebben het heel goed kunnen lezen. Ik vind er twee vreemde dingen in staan, want ze gaan alleen maar over tot intensivering van het bijstaan van omwonenden bij de te realiseren coffeeshop. Dat vinden wij wel positief. De heer Jansen: Dat klinkt misschien wel positief, maar wij adviseren omwonenden, wij helpen ze, als een coffeeshop op een bepaalde plaats gerealiseerd wordt, om hem daar niet gevestigd te krijgen. Mevrouw Kreuger: Dat staat er niet, ondanks het grote lettertype. De heer Jansen: Het is goed dat u ernaar vraagt, want dan is het nu duidelijk. Mevrouw Kreuger: Een motie die was ingediend door alle niet-coalitiepartijen. Ik weet niet waar u ons onder rangschikt, maar ik kan me niet herinneren dat ik een motie heb gezien. De heer Jansen: Dan moet u even naar rechts kijken. Mevrouw Kreuger: Wij hebben fractieoverleg gehad. De heer S.J. Kok: Ik heb inderdaad een motie gezien, maar ik heb tegen u gezegd dat ik hem niet zou ondertekenen en eerst wilde overleggen in mijn fractie. De heer Jansen: Als u hem niet ondertekent dan zal ik uw partij doorstrepen. De voorzitter: Mag ik iets van de orde vragen? GroenLinks staat erop zonder te hebben mede-ondertekend? De heer Jansen: Daar was overleg over geweest. Maar de heer Kok zei voor deze raadsvergadering dat het wel zo fatsoenlijk was dat hij nog even met zijn fractiegenoot zou overleggen. Dus daarmee ontbrak de handtekening. Maar als u zegt: we tekenen hem niet, dan moet ik hem doorhalen. De eerste grondhouding was echter heel positief; vandaar. De heer S.J. Kok: Het is gegaan zoals ik heb uitgelegd en u hebt zelf aangegeven dat u hem donderdag wilde inleveren. Ik begrijp dan ook niet waarom u het nu al doet. De heer Jansen: Daar moet ik even over nadenken. De heer Van den Heuvel: Mag ik een procedurevoorstel doen, dat de heer Jansen de motie terugneemt en na nader overleg hem eventueel donderdag indient? De voorzitter: Hij is nu ingediend en wordt gekopieerd. Dus deze motie bestaat. Als u hem intrekt komt hij niet meer terug. Anders blijven we heen en weer gaan met deze motie. Laat hem eerst maar verspreiden, maar ik zou het op prijs stellen dat er geen politieke partijen onder moties gezet worden die nog niet getekend hebben. Dat kan namelijk tot verwarring leiden. Maar dat laatste herkent u wel, denk ik. Andere vragen nog?
2008
N 372
Mevrouw Linde: Ik wil nog even terugkomen op het feit dat de heer Jansen vindt dat Lelystadse allochtone groepen onevenredig worden voorzien van financiële middelen. Is de heer Jansen het niet met mij eens dat bij een achterstand zoals geconstateerd bij de allochtonen, er alles aan gelegen is om deze achterstand weg te werken, zodat latere kosten zoals bijstand voorkomen kunnen worden? De heer Jansen: Ik zeg al, die achterstand is er niet alleen bij allochtone jongeren, die is er ook bij andere jongeren. Wat wij zeggen is: breng daarin nu een evenredigheid tot stand. De heer Belhaj: Mag ik de heer Jansen in herinnering brengen, dat als we het hebben over taallessen en inburgeringscursussen, we het niet hebben over allochtone jongeren? De heer Jansen: Dat vinden wij prima. De heer Belhaj: U noemt die term zelf meerdere keren. Ik wil aangeven dat dit er niets mee te maken heeft, dat het heel duidelijk gaat om duurzaam inburgeren waarvan u volgens mij ook voorstander bent. De heer Jansen: Ik ben geen tegenstander van duurzaam inburgeren. Wij vinden dat daarbij ook een stuk zelfredzaamheid tentoongespreid mag worden. Als jij een inburgeringscursus krijgt en je wilt daar nog eens extra € 90.000 voor uitgeven, dan zou ik eerst willen weten of dat wel nodig is. De heer Belhaj: De taal alleen spreken is volgens mij niet genoeg. Ze moeten ook deelnemen aan de maatschappij en als daar extra kosten voor komen, dan is het dat volgens mij meer dan waard. De voorzitter: Geen andere vragen meer? Dan gaan we verder met de PvdA, de heer Soomers.
De heer Soomers: Duurzaam besturen. Duurzaam besturen betekent verder kijken dan de dag van vandaag. Dat houdt in het nemen van verantwoordelijkheid ook voor de langere termijn. Daar gaan we het in ons betoog zo meteen over hebben. Maar eerst moet ons iets van het hart. Wij vinden het gênant dat we een jaar geleden in deze raad besloten millenniumgemeente te willen zijn en daar sindsdien niets van gemerkt hebben. Mogen we het college vragen of ze op dit terrein nog actief wordt of dat de raad dit moet gaan afdwingen? Maar daarnaast moeten we uiteraard ook stellen, dat er heel veel goed beleid is en wordt gerealiseerd. We geven daar enkele voorbeelden graag van: - de besturenfusie voortgezet onderwijs is succesvol gerealiseerd; - de brede schoolontwikkeling komt goed tot stand en daarnaast floreren steeds meer vergelijkbare maatschappelijke samenwerkingsverbanden; - we zijn verheugd met de komst van de derde sporthal, - met het in veel buurten sociaal succesvolle buurtvoorlichtingsproject; - belangrijk is de oprichting van OMALA, gericht op de stimulering van bedrijvigheid rond de luchthaven; - we zijn tevreden over de prominente plaats van de amateurkunst in het cultuurbeleid; - we kijken uit naar de ontwikkelingen die nu plaatsvinden in het stadshart.
2008
N 373
Op sociaal-economisch terrein gaat het goed met Lelystad. Wij complimenteren het college met de daling van het aantal mensen dat is aangewezen op een uitkering. Die daling is al in het eerste collegejaar gerealiseerd. Maar wat veel belangrijker is, het is niet zo moeilijk om via werkverruimingsmaatregelen een aantal mensen uit de uitkering te krijgen, een echte prestatie is het als ze na een jaar dan ook echt aan het werk zijn en niet weer terugvallen. Dus dat dit resultaat zich doorzet in de daling ook in het tweede jaar, daarvoor verdient het college o.i. een staande ovatie, want dat is eerder nog niet gebeurd. Dat betekent dat het ingezette beleid structureel een positief effect heeft; duurzaam is dus. De PvdA fractie is blij dat het college binnen het Wmo-beleid de mantelzorg prioriteit geeft en zegt daar eventueel voorstellen voor te gaan doen in de najaarsnota. Mogen wij verwachten dat de wenselijke beleidsontwikkelingen zijn opgenomen in de beleidsnota Wmo waar wij eerdaags over gaan spreken? Via ons wijkadoptieplan zijn we goed op de hoogte van wat er speelt in de wijken. Van groot belang is het in bestaande wijken met veel inspanningen en geld verbeterde leefklimaat te onderhouden, zodat nieuwe verloedering geen kans krijgt. Er bereiken ons signalen die om aandacht vragen. Wij vragen daarom het college, te beginnen bij het Wijkontwikkelplan zuid-oost, invulling te geven aan het pogen de gerealiseerde kwaliteit en verbetering van de wijken te consolideren en daarmee te borgen dat alle actoren en betrokken instanties die verantwoordelijkheid dragen, zoals Centrada en de politie, die verantwoordelijkheid ook nemen. Wonen Over het beleid rond wonen hebben wij een beetje een dubbelgevoel. Het college is daadkrachtig begonnen met de ontwikkeling van Warande. uitstekend. Heel goed dat het college de handschoen van het woonoffensief heeft opgepakt en daarmee voortvarend aan de slag gaat. Het effect is uiteraard op deze korte termijn nog onvoldoende zichtbaar, maar wij denken toch dat snel resultaat, met name in de kavelmarkt, mogelijk moet zijn. Dat is de ene kant van de medaille. Naast dit positieve beleid staat het feit dat na de jongeren nu ook de ouderen in de kou blijven staan door het vertragen van de voor deze doelgroep geplande woningbouw en dat zelfs de sociale woningbouwplannen in Hanzepark vertraging oplopen. Het gaat hierbij om in totaal 395 woningen. De link tussen wonen en duurzaamheid ligt natuurlijk voor de hand. We vragen ons af of het college de mogelijkheden onderzoekt voor extra middelen bij wijkrenovatie en of de tijd niet rijp is om te stellen, dat bij nieuwbouw duurzaam bouwen een must is en wellicht op dit moment niet meer duurder hoeft te zijn dan traditioneel bouwen. Wij vinden dat we als lokale overheid op dit punt voorbeeldgedrag moeten tonen. Daarom dienen wij drie moties in: betreffende het energieneutraal bouwen - het worden van voorlopergemeente betreffende LED straatverlichting - en betreffende het via de kavelwinkel stimuleren van energiezuinige verlichting Ik zal de drie moties dadelijk aanbieden. Het gaat ons financieel erg goed en helaas constateren we dat dat blijkbaar minder kritisch maakt. Als we naar het meerjarenperspectief kijken leven we in feite boven onze stand maar we handelen daar niet naar. De begroting is keurig sluitend, maar wij met zijn allen weten dat voor vele miljoenen onze inkomsten tijdelijk zijn en eindig. Dan verontrust het ons dat het college de structurele uitgaven laat stijgen. Het daarmee gerealiseerde nieuw beleid is goed en wenselijk, maar zal toch in de komende jaren gerealiseerd moeten worden via besparingen op andere punten. Over enkele jaren vallen een aantal inkomsten weg - bijvoorbeeld de ICL gelden en het gaat dan al gauw om bedragen boven de € 10 miljoen per jaar - en de PvdA- fractie wil dat we daar vanaf volgend jaar gefaseerd op inspelen. Let wel, de PvdA-fractie zal
2008
N 374
niet accepteren dat belangrijk, met veel moeite tot stand gebracht sociaal beleid door onnodige financieringsproblemen onder druk komt te staan. Daarom gaan wij nu reeds met u, zo u wilt, de discussie aan hoe op verantwoorde wijze de stijging van uitvoerings- en overheadkosten als een van de middelen afgeremd kan worden. Want, nadat de raad vorig jaar miljoenen ter beschikking stelde voor de organisatieontwikkeling vraagt het college nu weer meer dan € 3 miljoen voor de verbetering van de dienstverlening. Belangrijk, ook noodzakelijk, maar de vraag is helpt het? Als we naar de kwaliteit van de jaarrekening en de burap kijken verbetert de kwaliteit van de dienstverlening aan de raad in ieder geval nog niet. Natuurlijk kan een cultuurverandering niet in enkele maanden gerealiseerd zijn, maar een begin van effect zou moeten en moet optreden. Daarbij is voor ons interessant het verband tussen financieel beleid en organisatieontwikkeling. Een ruwe blik op de voorjaarsnota maakt duidelijk, dat er wederom een formatie-uitbreiding in ons apparaat plaatsvindt van ongeveer 15 fte. W at in onze ogen niet kan in ons financieel perspectief is dat nieuw beleid altijd gepaard gaat met formatie-uitbreiding en stijging van de overhead. Nooit wordt aan de andere kant in dit huis de vraag gesteld wat er niet meer nodig is. Bij verplaatsing van werk worden geen mensen verplaatst maar formatie uitgebreid. En waar het werk verdwijnt blijft de formatie in stand. Daarom vragen we het college met alle kracht het systeem van zero based budgetting te implementeren en niet meer te accepteren dat daarbij verdere vertraging optreedt. Wij willen graag volgend jaar van de resultaten op de hoogte worden gesteld en de raadsfracties stellen wij voor de gedachtewisseling in de raad te starten binnen welke randvoorwaarden een effectieve en efficiënte overheidsorganisatie moet functioneren. Hoe kan ik het duidelijk zeggen? Misschien wel met een zwart-wit voorbeeld. U kent ongetwijfeld de gemeente Amersfoort, ook een mooie plaats. In heel veel opzichten vergelijkbaar met Lelystad. Een ambitieuze groeidoelstelling, sterk uitdijende bedrijvigheid, enorme stadsuitbreiding in nieuwbouwlocaties, bijvoorbeeld in de wijk Vathorst, vergelijkbaar met ons Warandeproject. Er is één verschil tussen Amersfoort en Lelystad: in Amersfoort worden al die plannen gerealiseerd met de helft van de ambtenaren verhoudingsgewijs. Amersfoort doet zijn werk met 5,9 ambtenaar per 1.000 inwoners, en wij met 10,1. Die getallen moet je voorzichtig interpreteren. Het wil niet zeggen dat er hier niet gewerkt wordt, het wil ook niet zeggen dat het apparaat gehalveerd kan worden, maar het wil wel zeggen dat we een fors probleem hebben waarover we in gesprek moeten gaan. Ten aanzien van de citymarketing zitten wij met een dubbele afweging. Van de ene kant vinden wij dat we onze controlerende en kaderstellende rol serieus moeten nemen en dus voor een groot bedrag op basis van een uitgewerkt plan moeten kunnen besluiten. Van de andere kant is de citymarketing hoogst belangrijk voor het bereiken van onze woon- en bedrijvenacquisitiedoelstellingen onder andere, en moet het niet vertragen en tot stand komen. Om uit die dubbele klem te komen bereiden wij een amendement voor dat zich erop richt, dat we een deel van de middelen nu beschikbaar stellen, zodat het college de planontwikkeling kan uitvoeren en met ons in gesprek kan gaan. Op basis van een besluit over een in te dienen plan kunnen de tot dat moment geblokkeerde resterende middelen vrijkomen. Wij zullen u voor donderdag de amendementtekst overhandigen. Het door het college voorgestelde nieuw beleid ondersteunen wij van harte. Tal van maatregelen richten zich op de versterking op sociaal, cultureel en educatief terrein. Daarbij zal de aandacht voor de ontwikkeling van Lelystad een toekomstperspectief moeten bieden dat dit beleid mogelijk maakt en duurzaam mogelijk maakt. Wij wensen het college alle succes met de uitvoering van het in de voorjaarsnota aangekondigde beleid.
2008
N 375
De voorzitter: Dank u wel. Zijn er vragen vanuit de raad? De heer Zweers: Mijnheer Soomers, u spreekt over het citymarketingplan. Bedoelt u daarmee het Strategisch Marketing Plan? De heer Soomers: Inderdaad, sorry. De heer Homan: Ik wil de heer Soomers een vraag stellen waar het gaat om het financieel beleid en de organisatieontwikkeling. Hij beëindigde zijn betoog met instemming met de voorjaarsnota, en de daarin voorgestelde uitgaven neem ik aan. Ik heb goed naar hem geluisterd en zijn kritische toon bevalt me uitstekend. De lofzang betuigen is prima, maar je moet ook af en toe kritisch durven en willen zijn, en dat doet u. U zegt dat er wat vraagtekens gezet zouden kunnen worden bij de € 3 miljoen voor de verbetering van de dienstverlening. U zegt: belangrijk en noodzakelijk, maar helpt het? Nu had ik eigenlijk verwacht dat u bij uw instemming met de voorjaarsnota, op de een of andere manier een handvat zou hebben gevonden om daar wat kanttekeningen bij te zetten die eerst ingevuld moesten worden alvorens u zou instemmen. Graag uw toelichting daarop. Daar volstond u niet mee, uw betoog was verder nog meer kritisch waar het ging om het financieel stuk. De heer Soomers: U hebt goed geluisterd maar de interpretatie is ook belangrijk. Wij maken ons zorgen over het langetermijnperspectief en wij vinden dat de organisatie veel efficiënter en effectiever moet worden, omdat we dat geld graag voor beleid inzetten en niet laten weglopen. Als we dat vinden dan nemen we dus geen besluiten om beleidsuitvoering te gaan blokkeren. Nee, dan zeggen we: we willen een andere weg op in de toekomst en daarover willen we met de raad van gedachten wisselen. Beide zeggen we. De heer Homan: U zegt dus ook dat datgene wat ons voorgelegd moet worden bij begrotingen zodanig te interpreteren valt dat wij goed beleid kunnen herkennen en kunnen vaststellen. Begrijp ik dat uit uw woorden? De heer Soomers: Ja natuurlijk, anders kunnen we onze controlerende taak niet goed uitvoeren. Dat hebben we al met elkaar geconstateerd, dat dat veel beter moet. De heer Jansen: Eén vraag. Met het wijkadoptieplan bent u goed op de hoogte van wat er in een wijk speelt, zegt u. En in één adem zegt u dat Centrada en politie hun verantwoordelijkheid moeten nemen ter waarborging van de kwaliteit in de wijk. Dan bedoelt u hiermee repressief optreden. De heer Soomers: Zei ik dat? De heer Jansen: Nee, maar ik neem aan dat u dat bedoelt. Of bedoelt u dat niet zo? De heer Soomers: Nee, wij kijken daar breder naar. De heer Jansen: Hoe kijkt u er dan naar als u zegt dat die instanties hun verantwoordelijkheid moeten nemen? De heer Soomers: Aanwezig zijn in de wijk. Preventie, aandacht, helpt ook. De heer Van Veluwen: Ik heb een vraag. U gaat een motie indienen over energieneutraal bouwen. Is daar op uw website een toelichting op? Is dat een woning zonder cv-ketel? Ik noem maar even wat.
2008
N 376
De heer Soomers: U krijgt van ons de motietekst. Zo u wenst kunnen we u aan een aantal webadressen helpen die daarover meer informatie geven. Mevrouw De W aal: Ik wilde nog even een opmerking maken ten aanzien van uw opmerking over de formatie van de gemeente ten opzichte van die van andere gemeenten. Ik denk dat de informatie die daarover bekend is gemaakt, althans de tabellen die daarvan in de publiciteit zijn gekomen zeer onvolledig zijn. Die geven namelijk alleen aan wat de formatie is, dus de structurele personele bezetting, maar daarin wordt voor zover mijn informatie strekt niets gezegd over de mate van inlenen van personeel, de mate van uitbesteden van projecten en dat soort dingen. De heer Soomers: Dat is helemaal waar. Daarom zeg ik ook, je moet cijfers wel gebruiken om bij dit soort grote verschillen te kijken wat onze situatie is, maar je moet wel voorzichtig zijn met de interpretatie. Daarover zijn we het eens. De heer Ongering: U zegt op een bepaald ogenblik dat bij nieuwbouw duurzaam bouwen een must is en wellicht niet meer duurder hoeft te zijn. Het is u ongetwijfeld bekend dat de manier waarop je duurzaam bouwt bepaalt hoeveel geld je daarvoor kwijt bent. Je kunt bijna zonder extra geld uit te geven wel duurzaam bouwen, maar dan doe je maar een paar dingetjes. Je kunt ook verschrikkelijk veel geld uitgeven en een woning kan twee keer zo duur worden door duurzaam bouwen. De heer Soomers: Dat geldt voor alles. Wat wij bedoelen is dat op dit moment, als je vanaf het begin van de planontwikkeling rekening houdt met duurzaam bouwen, de meerkosten daarvan steeds minder worden vergeleken met traditioneel bouwen. Dat is wat we willen zeggen. De voorzitter: Dank u wel. We gaan verder met de VVD, de heer Marseille.
De heer Marseille: Om wat tijd over te houden voor de discussie, lees ik een iets ingedikte versie voor. De versie die ik vanmorgen opstuurde kostte wel erg veel tijd. In de aanbiedingsbrief bij deze voorjaarsnota constateert het college tot ons genoegen, dat de doelstellingen van dit college, zoals vastgelegd in het collegeprogramma, nu al voor 75% zijn gerealiseerd. Het is voor het college nu de uitdaging om dat wat inmiddels op de rails is gezet deze raadsperiode, ook tot een goed einde te brengen. De VVD geeft vooral prioriteit aan het in deze raadsperiode afronden van "wat inmiddels op de rails is gezet”. Wij nemen aan dat het dit is wat het college voor ogen stond bij het kiezen van de titel "Waarmaken” voor deze voorjaarsnota. De uitvoering van de nota Work First in het kader van de WWB is een groot succes. Natuurlijk heeft de aantrekkende economie hierin een rol gespeeld, maar de landelijk hoge score van Lelystad is toch een bewijs dat dit beleid bijzonder succesvol is. Een uitdaging is het om ook voor de echte harde kern een oplossing te vinden. Het reserveren van de voordelen uit het inkomensdeel 2008-2009 heeft onze instemming. Belangrijk vinden wij dat ook na 2010 het huidige beleid kan worden voortgezet. Hebben wij goed begrepen dat door het college wordt gewerkt aan een overzicht van de daarvoor benodigde middelen? Op welk moment kunnen wij daarover nadere informatie verwachten? Economie Het aantrekken van bedrijven voor de versterking van de werkgelegenheid heeft terecht veel aandacht van het college. Voor het minder conjunctuurgevoelig maken van de werkgelegenheid vindt de VVD de ontwikkeling van het vliegveld, de
2008
N 377
havenontwikkeling aan de Flevokust en het beschikbaar komen van het glasvezelnet van groot belang. De nieuwe IPR MKB regeling past in het beleid om de bedrijfsvestiging te stimuleren. De samenwerking met Almere in OMALA mag wat ons betreft het startsein zijn voor meer regionale samenwerking op economisch gebied, waarbij de hele regio zou kunnen worden betrokken. Lokale en regionale overheden moeten elkaar veel meer zien als partners met een gezamenlijk belang dan als elkaars concurrenten. Deelt het college deze zienswijze? Onderwijs Bijzonder verheugend is het dat de eerste resultaten van de inspanningen om HBO naar Lelystad te halen zichtbaar worden. Het samenwerken van openbaar en bijzonder onderwijs zoals die in het Voortgezet Onderwijs wordt vormgegeven, zou mogelijk op termijn ook in het Primair Onderwijs navolging kunnen krijgen. De VVD gaat er daarbij van uit dat de al diverse malen aangekondigde verbetering van de financiële verantwoording van het Openbaar Primair Onderwijs absoluut in 2008 wordt gerealiseerd. Wij vragen het college om met de bijbehorende doorbetalingsverplichting nu toch snel orde op zaken te stellen. Wonen en wijkontwikkeling W anneer de afzet van woningen trager loopt dan verwacht, lopen nieuwe bewoners extra risico onaanvaardbaar lang met allerlei bouwproblemen te worden geconfronteerd. Kan het college ons toezeggen dat basisvoorzieningen zoals een goed berijdbare straat en openbare verlichting altijd tijdig worden aangelegd? Inmiddels is wel duidelijk dat de huidige opzet van de startersleningen nog steeds niet voldoet aan het beoogde resultaat. Kan het college ons toezeggen dat wij voorstellen krijgen voor het effectiever maken van de regeling? Gemeentelijke dienstverlening Over de gemeentelijke dienstverlening zijn in de afgelopen periode veel opmerkingen gemaakt. Ook vanavond al. De frontoffice ontwikkelt zich positief. Wachttijden bij burgerzaken zijn vrijwel verdwenen, de telefonische bereikbaarheid is verbeterd. De voortdurende discussie over de hoogte van de lasten van de interne dienstverlening zou kunnen worden voorkomen door het budget voor de interne dienstverlening vast te stellen als een totaal lumpsumbedrag. De raad gaat daarbij vooral over de hoogte van dat percentage en minder over de vraag hoe dat budget over de diverse kostenposten moet worden verdeeld. Wij vinden het van belang dat het college deze methodiek uitwerkt, de werkbaarheid onderzoekt en de raad, ruim voor de begrotingsbehandeling 2010, daarvoor een voorstel ter besluitvorming voorlegt. Graag vernemen wij van het college of zij hiertoe bereid is. Effectiviteit Over de effectiviteit van de gemeentelijke dienstverlening ontstaat opnieuw een discussie na het kennis nemen van het overzicht van het aantal ambtenaren per 1.000 inwoners in Binnenlandsbestuur. Natuurlijk zijn er veel argumenten om aan te geven waarom de cijfers in de tabellen niet vergelijkbaar zijn. Wel roept de voortdurende vraag naar extra middelen voor inzet voor nieuwe taken de vraag op of wel voldoende wordt afgewogen of tegenover nieuwe taken andere taken die in de tijd van minder belang zijn geworden, kunnen worden afgestoten. Als het college opmerkt dat er in de komende jaren voor nieuw beleid weinig ruimte is, dan geeft dit des te meer aan dat er nu echt werk gemaakt moet worden van het inruilen van oud voor nieuw. Wij bepleiten om gedurende een collegeperiode alle programma’s tenminste één maal met de raad te bespreken om de diverse activiteiten op nut, noodzaak en effectiviteit tegen het licht te houden, waardoor ook de raad beter bij de afwegingsdiscussie wordt betrokken. Wij dienen op dat punt een motie in.
2008
N 378
De begroting in meerjarig perspectief De voorjaarsnota toont voor de jaren 2009 t/m 2012 in totaliteit een dekkend perspectief. Wel zijn daarin belangrijke taakstellende besparingen opgenomen uit de zero based budgetting. Verder wordt ervan uitgegaan dat de jaarresultaten positief zullen zijn en wordt dekking gevonden in de nog niet zekere voordelen WWB en compensatie GSB. Voeg daarbij de reële veronderstelling dat er voor het openbaar vervoer vanaf 2010 aanzienlijk meer middelen moeten zijn, dan is deze situatie voor de VVD reden zeer kritisch te kijken naar voorstellen welke leiden tot structurele uitgavenverhoging. Kan het college aangeven wanneer zij over de realisatie van de ingeboekte taakstellingen een nadere onderbouwing kan geven? Binding en ontmoeting In het programma Binding en Ontmoeting worden diverse voorstellen gedaan die inhoudelijk in grote lijn op onze steun kunnen rekenen. Toch willen wij daar wel enkele kanttekeningen bij plaatsen. Allereerst de MFA’s. Bij de realisatie van de MFA Hanzepark wordt aangegeven dat de kosten nagenoeg budgetneutraal zijn. Een bedrag van € 56.000 is op de gemeentelijke begroting weliswaar van beperkte omvang, maar bij realisatie van MFA’s in acht wijken, wordt dit toch al bijna jaarlijks C 500.000. Op welke wijze denkt het college deze structurele last te kunnen dekken? Groot onderhoud sportaccommodaties. Wij vinden dat de mogelijkheid dat verenigingen het onderhoud zelf uitvoeren meer zou kunnen worden gestimuleerd. Dit heeft een positieve invloed op de contributie en bevordert ook het actieve lidmaatschap. Juist een bloeiend verenigingsleven staat en valt met de bereidheid van leden zelf iets voor de club te doen. Kan het college bevorderen dat zelfwerkzaamheid voor verenigingen loont, door het extra te belonen? Is het wellicht mogelijk hier samen met Concern voor W erk een mogelijkheid te bieden? Bij de voorstellen 1.4 t/m 1.8 gaat het om allochtone doelgroepen. Wij hebben de zorg dat zonder het goed aangeven van de beoogde effecten en het monitoren daarvan, deze activiteiten niet bijdragen aan daadwerkelijke integratie in de Nederlandse samenleving. Juist dat is de legitimatie om die activiteiten met overheidsmiddelen te bevorderen. Kan het college toezeggen dat voorafgaand aan het inzetten van deze middelen SMART is geformuleerd wat de beoogde doelstelling is en op welke wijze de raad over het effectueren van die doelstellingen wordt gerapporteerd? Investering in het hoofdfietsnetwerk. De in 2007 voor dit doel uitgegeven middelen hebben ons er nog niet van overtuigd dat deze middelen in alle gevallen doelmatig zijn ingezet. Naast enkele ontbrekende schakels vraagt het normaal onderhoud op de bestaande fietsroutes bijzondere aandacht. Graag zouden wij van het college nader onderbouwd willen zien wat hiervoor op het programma in 2009 wordt gedaan. Het voorstel gedaan om de lange afstandsroute over de Knardijk te verbeteren ondersteunen wij. Wij vinden dat dit alleen kan als de verharding van de fietsverbinding daarheen, langs de Lagevaart ook wordt uitgevoerd. Het is toch vreemd dat er eerder geld is uitgegeven aan een verbindingsbrug, terwijl een groot gedeelte daarheen niet goed berijdbaar is. Samen met dit stuk kan er een prachtige toeristische fietsroute rondom de stad worden gerealiseerd. Op dat punt volgt een amendement. Het natuurlijk speelterrein versus de sociale speelvelden. Zowel de investeringsbedragen als de structurele kosten overtuigen ons van de wenselijkheid meer in te zetten op de sociale speelvelden en het natuurlijk speelterrein op het
2008
N 379
wensenlijstje te zetten voor als we echt geld over hebben. Ook daarover volgt een amendement. De herinrichting carpoolplaats. De herinrichting van de carpoolplaats heeft onze steun. Wij stellen voor om het gebruik van de carpoolplaats te bevorderen door bij de herinrichting tegelijkertijd de veiligheid te verbeteren. Dat kan door op deze plaats een begin te maken met cameratoezicht. Het daarvoor benodigde glasvezelnet is al aanwezig. Het Strategisch Marketing Plan. Wij hebben bij de besluitvorming over het Strategisch Marketing Plan aangegeven dat wij de uitgaven voor 2009 willen afwegen bij de voorjaarsnota. Budgettair levert dat voor 2009 geen problemen op. Door het aannemen van de PvdA/VVD-motie heeft de raad het college opgeroepen de raad een procesbesluit voor te leggen over de wijze waarop de eventuele beschikbaarstelling van extra middelen gekoppeld wordt aan de ontwikkeling en besluitvorming betreffende deel 2 van het Strategisch Marketing Plan. Wij wachten op dit punt de voorstellen van het college af. Inhoudelijk zullen wij bij die behandeling onze afweging maken en daarbij aangeven of en voor welke bedragen wij met besteding instemmen. De voorzitter: Dank u wel. Heb ik het goed begrepen dat u in ieder geval een motie hebt ingediend? De heer Marseille: Ik heb één motie en twee amendementen. De voorzitter: Die maken ook deel uit van de beraadslagingen. Zijn er vragen vanuit de raad? De heer Van der Herberg: De opmerking van de heer Marseille over de starterslening intrigeert mij. We hebben bij de najaarsnota raadsbreed uitgesproken, dat we over het geld dat in de pot zit moeten overwegen om dat te gaan herbestemmen, met name richting het goedkoper maken van goedkope woningen; maatschappelijk gebonden eigendom. Het college heeft een paar weken geleden op het Opinieplein aangekondigd dat er in het najaar concrete voorstellen zullen komen. Nu zegt de VVD: we willen toch weer gaan kijken naar het effectiever maken van de regeling. Moet ik het zo begrijpen dat u nog een keer de huidige regeling wilt gaan aanpassen of valt daarbinnen ook het herbestemmen van de gelden voor andere maatregelen? De heer Marseille: Dat laatste is het geval. In feite sluiten we aan bij de opmerkingen die afgelopen donderdag zijn gemaakt op het Opinieplein. De heer Soomers: Al twee collegeperiodes lang zijn we met elkaar overeengekomen een ontwikkeling naar MFA’s in te gaan. Wij worden er dan ook een beetje kriegel van ieder halfjaar de riedel van de VVD te horen, waarin ze over die MFA’s zenuwachtig doen. Wij begrijpen het ook niet. Wij begrijpen niet waarom u juist dit item kiest om uw financiële zorg te uiten, waarom het altijd sociaal-maatschappelijke investeringen zijn waarover u zich ineens zorgen gaat maken over € 50.000. Dat wij ieder jaar vele tonnen verspillen in luxueuze, meestal mislukkende mobiliteitsoplossingen, daar praat u nooit over. Dus de vraag is: wat zijn de argumenten om specifiek hier aandacht aan te geven en niet aan iets anders? De heer Marseille: Om te beginnen kun je onze opmerking richting de MFA’s juist positief vertalen, namelijk dat wij ervan uitgaan dat we acht MFA’s willen realiseren. Dat hebben we afgesproken. W at we wel constateren is dat er hier vrij terloops wordt opgemerkt dat de exploitatie € 50.000 duurder is. In de context van de rest van het
2008
N 380
verhaal zeggen wij: onze structurele uitgaven zijn al een probleem en we zien hier zonder dat we dat meteen weer vertalen in de tabellen, in feite 8 x € 50.000 als nadeel optreden. u moet daar niet meer achterzoeken dan alleen de opmerking dat hier zichtbaar al een nadeel van € 5 ton is, zoals ik bijvoorbeeld ook aangeef: het openbaar vervoer, daarvan weten we zonder dat we dat concreet kunnen invullen, dat we daarvoor over twee jaar meer geld nodig hebben. In die context moet u dat zien, zorg over hoe hebben we straks de middelen inzetten. u hebt daarover ook gesproken en vervolgens aangegeven dat we serieus werk moeten gaan maken van nieuw voor oud. Mevrouw Middelkoop: u stelt bij onderwijs of samenwerking in het primair onderwijs navolging kan krijgen. Is de VVD het met ons eens dat brede school ontwikkelingen en MFA’s fysiek hiertoe een bijdrage kunnen leveren? De heer Marseille: W ellicht wel, maar dat is meer een kwestie van techniek binnen het onderwijs. Waar het ons om gaat, als je tien jaar geleden had gevraagd: acht je het waarschijnlijk dat het openbaar voortgezet onderwijs en het bijzonder voortgezet onderwijs onder één dak zijn te brengen, dan had iedereen gezegd: nee, dat lijkt bijna onmogelijk. Vandaar dat ik daar nu op wijs: wellicht is ook op dat punt, zeker als het openbaar onderwijs zou worden verzelfstandigd - dat zou bijna een voorwaarde zijn daarvoor - verdere samenwerking mogelijk. Dan zijn ontwikkelingen die u noemt extra goed uit te voeren. Mevrouw Middelkoop: En daar gebeurt het natuurlijk al, binnen de brede school. De heer Marseille: We hebben daarover een discussie gehad een paar maanden geleden en je ziet dan, dat de afzonderlijke groepen wat kissebissen over hoe je het gebruik van lokalen gaat regelen en dergelijke. De heer Bussink: De heer Marseille spreekt over de mogelijkheden van lumpsumfinanciering voor de dienstverlening. De vraag die ik daarbij heb is: houdt dat het risico in dat producten voor de burger, bijvoorbeeld het rijbewijs of het paspoort, fors duurder worden en is dat iets wat de VVD zou kunnen accepteren? De heer Marseille: Dat heeft volgens mij niets met elkaar te maken. De heer Soomers noemde het zojuist de overhead. Dat woord overhead heb ik wel op het Opinieplein genoemd, maar nu juist willen vermijden om het iets duidelijker te maken. Het gaat erom dat wij niet iedere keer opgezadeld worden met individuele vragen over € 20.000 meer voor dit, € 20.000 meer voor dat waar het eigenlijk gaat om de interne dienstverlening, maar dat we daar een relatie kunnen leggen met de producten die geleverd worden, zoals dat in heel veel instellingen is. Zoveel procent mag er zijn voor de overhead en zet dat in een lumpsum vast. Dat is de bedoeling. En daar moet het zeker niet duurder van worden. Mevrouw Van W ageningen: Ik wou een vraag stellen over het sociaal speelveld en de natuurlijke speelterreinen. u zet dat tegen elkaar af en kijkt alleen maar naar de bedragen die ze kosten. Bent u het niet met mij eens dat het een verschillend doel dient en ook verschillende doelgroepen qua leeftijd? Als u zegt: als we echt geld over hebben dan komt het er misschien eens van, dan heb ik, in het licht van uw verhaal over de planning van het meerjarenperspectief, het idee dat u denkt dat het er nooit van komt. De heer Marseille: Om met het laatste te beginnen. Daar geeft u al twijfel aan of het verantwoord is. Als het gaat om de vergelijking: de sociale speelvelden kun je over de hele stad spreiden en het natuurlijk speelterrein is uiteindelijk maar op één plek in de
2008
N 381
stad geconcentreerd. Dat betekent dat je weer een voorziening maakt waarvan - en dat bleek ook tijdens de behandeling - iedereen uit de hele stad daar naartoe moet. Wij vragen ons überhaupt af of dat zo’n gewenste ontwikkeling is. Maar wij zijn vooral geschrokken van de hoge structurele kosten en de eenmalige kosten, waarmee je op ander gebied veel meer kunt doen. De heer Caniels: Ik had aan de heer Marseille een vraag willen stellen over de passage die gaat over de doorbetalingsverplichting wat betreft de overschrijdingsnorm van het openbaar onderwijs. Hij spreekt daar dat hij informatie heeft dat dat een aantal jaren niet heeft plaatsgevonden. W at ik zou willen weten: heeft hij inzicht van hoeveel jaren achterstanden er sprake is en is naar zijn mening daarmee ook gehandeld in strijd met bepaalde voorschriften? De heer Marseille: Ik heb dezelfde informatie als u hebt, uit jaarrekening en wat op technische vragen is geantwoord. De heer Caniels: Kunt u op de tweede vraag antwoord geven? De heer Marseille: Excuus, wilt u die nog even herhalen? De heer Caniels: Mijn tweede vraag was of naar uw mening daarmee strijd is met regelgeving. De heer Marseille: Strikt genomen is die doorbetalingsverplichting een wettelijke verplichting, die naar ik meen jaarlijks moet worden uitgevoerd. Dus als die niet wordt uitgevoerd, is er in wezen sprake van in strijd met een wettelijke verplichting. De heer Caniels: Dan stellen we dat vast. Dank u wel. Mevrouw Kreuger: Ik had één vraag, over de herinrichting van de carpoolplaatsen. U bent daar voor en wilt ook de veiligheid verbeteren. Mijn vraag is: heeft het zin om daarin te investeren als dat niet gecombineerd wordt met het stimuleren van het carpoolen? Ik denk meer aan het in het leven roepen van zo’n matchingsbureau dat er vroeger ooit was. Ik vraag me af of er nu zoveel gebruik van gemaakt wordt. De heer Marseille: Ik denk dat het voorstel van het college om die plek te verbeteren, aangevuld met wat wij voorstellen - zorg dan ook dat de veiligheid verbeterd is - juist dat gebruik al kan stimuleren. Dan is er niet het argument: ik zet mijn auto daar niet neer, want als ik ’s avonds terugkom is hij leeggehaald. Mevrouw Kreuger: Ik denk dat er misschien meer nodig is om dat carpoolen weer te stimuleren. De voorzitter: Anderen nog vanuit de raad? Dat is niet het geval. We gaan verder met Leefbaar Lelystad, de heer Zweers.
De heer Zweers: Om in termen te blijven. Vanavond zijn wij bij elkaar, opdat de vijfendertig bondscoaches van Lelystad de opstelling van Lelystad kunnen vaststellen. Voor een deel zal het gaan om een beproefd recept, door de technische staf gepresenteerd onder de titel "Waarmaken” . Nu is er nog nooit een kok gevonden die kan koken naar alle monden, dus op het recept zal nog het een en ander worden afgedongen. Zeker als wordt gekeken naar een van de doelstellingen van vanavond: het uitwisselen van elkaars visie op Lelystad. Het is welhaast onmogelijk om binnen
2008
N 382
de gegeven minuten een totale visie neer te zetten. Het zal dus gaan om kernpunten, die samengevoegd een totaalbeeld moeten vormen. Nu scheelt het, als je een visie tentoon wilt spreiden, dat je even niet kunt praten over de dingen die nu verkeerd gaan. Natuurlijk neemt de fractie van Leefbaar Lelystad de huidige problematiek uiterst serieus. Sterker nog, het is de voedingsbodem van ons denken en handelen. Maar wij mogen toch aannemen dat wij allen nu wel weten wat er speelt en dat er ondertussen wordt gewerkt aan de noodzakelijke oplossingen. Mobiliteit & Marketing zijn de kernpunten in onze visie. Wellicht klinkt deze combinatie wat vreemd in de oren, maar Lelystad had eens een fameuze infrastructurele reputatie. Zodanig dat het een marketingonderwerp is geweest. In ieder geval trok Lelystad destijds bezoek vanuit diverse werelddelen en was het voor velen een argument om in Lelystad te gaan wonen. Ongetwijfeld dat in de catacomben van dit stadhuis nog een brochure rondzwerft, waarin met ronkende teksten de infrastructuur wordt geroemd. Wij schatten in dat ongeveer 70% van deze infrastructurele reputatie nog intact is. Onder de reputatieschade van 30% rekenen wij onder andere de gevaren van de Groene Carré en de meer Kiss dan Ride strook. Maar zoals gezegd, in een beetje visie is het glas halfvol en draait het vooral om het verder kijken. En wij zijn toch de stad die verder kijkt? De fractie van Leefbaar Lelystad durft te stellen dat de graad van mobiliteit van mensen de kracht van een stad bepaalt. Daarbij niet alleen kijkend naar de inwoners van onze stad, maar juist naar de bezoekers van buitenaf. Zij zorgen immers voor de toegevoegde waarde en het bestaansrecht van de diverse evenementen, attracties en ambities. Simplistisch vertaald, daar waar de mensen zijn is omzet te behalen. Maar tegelijkertijd is mobiliteit ook een bedreiging en misschien wel een van de grootste vormen van overlast. Wie heeft er de laatste tijd niet gesproken over verkeershinder, geluidsoverlast en verkeersonveiligheid. In de voorjaarsnota lezen wij dat er diverse initiatieven zijn om de bereikbaarheid van Lelystad te vergroten. Dat is mooi, maar mensen bij de poort van onze stad krijgen is één ding. De mensen op hun plaats van bestemming te krijgen binnen de stad het tweede. Het is daarom van belang dat wij onze infrastructuur goed op orde hebben; zodanig dat overlast tot een minimum wordt beperkt. Dat betekent in ieder geval toekomstgericht inspelen op de aanstaande veranderingen van bereikbaarheid. De fractie van Leefbaar Lelystad zal hiertoe, in de vorm van een amendement, een eerste voorzet geven. Op deze wijze willen wij middelen vrijmaken voor een haalbaarheidsonderzoek voor een Hoogwaardig Alternatief Vervoerssysteem. Dan ons kernpunt marketing. Op dit moment vermarkten wij onszelf als de stad die verder kijkt. Maar alleen maar verder kijken heeft een risico, namelijk tunnelvisie en wij weten allemaal waar dat toe kan leiden. Het is dus van belang om ook eens op een andere manier te kijken. Gelukkig maar dat marketing, in die zin, een instrument is. Instrumenten zijn nu eenmaal aan slijtage onderhevig, en ook de muziek moet bij tijd en wijle opgefrist worden. Revisie van de ronkende tekst "Rust, Ruimte en Groen” is dus welhaast onontkoombaar. Rust kan dan zo ineens "oubollig” klinken op de manier waarop het nu wordt verkocht, zonder dat het daarmee als kernkwaliteit inboet. En de ruimte, die is er nog genoeg, maar gelukkig een stuk minder dan voorheen. Van het groen is er gelukkig steeds meer dan voorheen, één enkele verkeerde en één hele grote noodzakelijke kaalslag niet meegerekend. Nu weten wij niet of updaten, upgraden en remixen geijkte marketingtermen zijn, maar in goed Hollands komt het daar dus op neer.
2008
N 383
Mede omdat wij hiertoe eerder zijn uitgedaagd, voelt de fractie van Leefbaar Lelystad zich vrij om u een suggestie te doen voor een nieuw credo, of strijdkreet zo u wenst: "Spiegel jezelf in Lelystad”. Dit aansluitend op verschillende strategieën die genoemd worden in het Strategisch Marketing Plan. Het plan waarvoor wij als raad gevraagd worden om het luttele bedrag van € 2,5 miljoen ter beschikking te stellen. Misschien dat het inbrengen van bovengenoemd credo een duitje of wat zou kunnen besparen. Maar in de kern blijven wij van mening dat de juiste doelgroep wel bereikt moet worden en dat het niet alleen "Leuker moet worden, maar zeker makkelijker” . Daarmee bedoelen wij natuurlijk dat men alleen iets kan verkopen wat men daadwerkelijk heeft. In dezen zijn wij u reeds voorgegaan en kwamen, na ampel beraad, tot de conclusie dat de natuur vrijwel zeker het eerste beeld was dat in de spiegel tevoorschijn kwam. De negatieve uitschieters daarbij waren een, nog steeds niet nader geïdentificeerd vogeltje, een noodstop voor overstekende reeën op de Binnenhavenweg en een specht die met zijn geratel een gesprek op het terras verstoorde. De dynamiek van de huidige ontwikkelingen in en rondom het Stadshart, Warande, Bataviahaven, de Hanzelijn en een ballenbak aan de kust waren een paar van de daaropvolgende spiegelbeelden. Kortom, genoeg om over naar huis te schrijven. Wij dagen dan ook eenieder uit om zichzelf de Lelystadse spiegel voor te houden en daarna iedere niet-Lelystedeling deelgenoot te maken van alle verkoopargumenten die men ziet. De voorzitter: Dank u wel. Vragen vanuit de raad? De heer W alraven: Mijnheer Zweers las voor de kwalificatie Hoogwaardig Alternatief Vervoerssysteem. Dat klinkt nogal indrukwekkend. Bedoelt u daarmee dat het hele systeem van het rijden met stadsbussen wordt vervangen door iets anders? Of is het dat systeem, maar dat is dan veel kleiner dan het hier lijkt, dat onlangs op het Opinieplein is besproken en waarvan je eigenlijk de indruk zou krijgen dat het een soort rondritje voor mensen met een bontjas is? De heer Zweers: Dat het uiteindelijk een rondritje zou kunnen worden, is best mogelijk. Om even het verschil aan te geven tussen het vervoerssysteem waar wij op doelen en het systeem dat u aanduidt met het openbaar vervoerssysteem in Lelystad. We praten met het Hoogwaardig Alternatief Vervoerssysteem over een echte peoplemover. Als u kijkt naar de plannen die er zijn bijvoorbeeld aan de kust. Er moeten straks binnen Lelystad grotere hoeveelheden mensen van de ene plek naar de andere plek gebracht worden. Gelooft u mij, dat wilt u niet doen met dieselbussen. De heer W alraven: Die peoplemover, een mensenbeweger? U bedoelt gewoon een treintje? Eventueel op een baan boven de grond, of over de grond? Ik begreep op het Opinieplein, dat het duidelijk een project is voor toeristen. Daar is helemaal niets mis mee, maar Hoogwaardig Alternatief Vervoerssysteem insinueert toch iets meer. De heer Zweers: Mijn fractiegenoot, de heer Erica, heeft de raad en het college een notitie doen toekomen waarin een en ander nader is toegelicht. W aar het in dit geval om gaat, is dat we nu niet vanavond dan wel donderdagavond al gaan bepalen wat er zou moeten komen, maar dat het gaat om de doelstelling en een antwoord te krijgen op de vraag of er iets moet komen en zo ja, welk systeem daarin dan het beste is. De voorzitter: Anderen nog vanuit de raad? Dat is niet het geval. Wij hebben nu vijf fracties gehad. Wij schorsen een kwartier.
2008
N 384
De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De voorzitter: Ik geef eerst even het woord aan de heer Siepel. De heer Siepel: Dank u wel, mevrouw de voorzitter, voor de gelegenheid die u ons geeft om moties en amendementen in te dienen, waarop ik wel gezinspeeld heb in mijn betoog maar die ik nog niet had ingediend. Eerlijk gezegd deed ik dat niet omdat ik dacht: daar heb ik niet genoeg tijd voor, dan doe ik het donderdag wel, want donderdag heb ik meer tijd. Ik ben blij dat u nu de gelegenheid geeft, want dan kunnen ze nog door andere fracties meegewogen worden. Het gaat om twee moties en twee amendementen. Te beginnen bij de moties. Ik beperk me tot het uitspreken van ‘nodigt het college uit’. De eerste is de raad voorstellen voor te leggen die een stimulans voor jongeren kunnen zijn in het afzien van en het tegengaan van vandalisme. Dat is royaal geformuleerd en dat heb ik expres gedaan, omdat ik vind dat de raad over het wat gaat en hoe dat dan precies vorm moet krijgen, die worst, dat laten we graag aan het college over. De tweede motie gaat over de toegankelijkheid van peuterspeelzalen. Nodigt het college uit een pilot uit te voeren waarbij kinderen uit de doelgroep van het minimabeleid gratis toegang krijgen tot de peuterspeelzaal - en dan geven we ook de dekking aan - en de raad uiteraard over de kosten van deze pilot te informeren. Wij dachten: laten we maar eens een bescheiden begin maken, we weten ook niet precies om hoeveel mensen het gaat. Als er een pilot is kan duidelijk worden of het inderdaad in een behoefte voorziet en wat het kost. De twee amendementen. De eerste is eigenlijk een kopie van een amendement van vorig jaar. Toen moesten we constateren dat het college ons vraagt om de voorjaarsnota vast te stellen. Dat is niet onze gewoonte als raad. Wij stellen geen nota’s vast, wij nemen concrete besluiten, amendeerbare besluiten. Dus ik moet nu weer het amendement indienen dat ik vorig jaar indiende. De andere heeft betrekking op de € 2,5 miljoen voor de stadspromotie. Dat is in lijn met wat ook andere fracties betoogd hebben. Dank u wel voor de gelegenheid. De voorzitter: De moties kunnen verspreid worden. We gaan verder met de SP, de heer Van den Heuvel.
De heer Van den Heuvel: In deze bestuursperiode is hoofdstuk 3 van de vervolgserie het collegeprogramma 2006-2010 begonnen. Het jaar van het "Waarmaken” in de resterende periode van dit college. Veel is volgens het college de eerste twee jaar al gerealiseerd, wel 75% constateert het college, en het zal gaan om de puntjes op de i te zetten, een makkie dus. Het college vraagt iedereen mee te doen aan de realisatie van het resterende deel van het collegeprogramma, dus toch niet een makkie voor het college? De SP zal daar waar nodig dan ook graag een puntkomma plaatsen bij die onderdelen waar wij graag nog een stapje verder gaan en een vraagteken bij die onderdelen waarvan wij niet de directe noodzaak zien. College, doe deze raad een plezier en lever eens een controversieel raadstuk aan, zodat het zo door velen gewenste debat kan ontstaan. De unanieme besluitvorming viert immers hoogtij in deze raad, waar vrijwel alle partijen slechts het beste met de burger van Lelystad voor hebben. Dit unanisme heeft echter niet geleid tot korte effectieve vergaderingen en vaak is er debat om het debat (hoewel debat?). Er is veel vergadertijd gespendeerd aan de werkwijze van de raad en dit heeft geresulteerd in de ‘Nieuwe Werkwijze van de Raad’ en sinds kort ook in de spreektijdregulering. De
2008
N 385
11 besluitpunten van de Nieuwe Werkwijze van de Raad, met een vooruitziende blik gedrukt op geel papier en voorzien van een koffie en thee bestendige plastic laag, blijft steevast, na de raadsvergadering, achter in de schrijfmap op de desk in de raadzaal. Volgens de SP is echter besluitpunt 4 van de Nieuwe Werkwijze van de Raad (Er zijn geen debatten over onderwerpen waarover geen verschil van mening is) vaak van toepassing. Niet dat de diverse fracties zich hieraan houden, maar toch. Het college heeft hard gewerkt en is er, niet alleen in woorden maar ook in daden en ondanks tegenslagen in de personele bezetting, op veel punten in geslaagd de fundamenten stevig te leggen. Een ketting is echter zo sterk als de zwakste schakel. De onzekerheid ten aanzien van de hoogte van de ter beschikking komende middelen uit de rijksbegroting is zo’n zwakke schakel, zoals ook blijkt uit de burap. Bij de Najaarsnota 2008 zal er op een tiental punten meer duidelijkheid zijn en moeten wij ons mogelijk buigen over de vraag hoe wij de zoveelste bezuiniging van de rijksoverheid zelf kunnen compenseren. Over de voorjaarsnota dan maar. Die is tenminste heel positief en in ieder geval heel ambitieus. Sport en Cultuur Hoe jonger mensen met sporten beginnen, hoe langer zij doorgaans actief blijven. Daarom is het belangrijk om juist sporten door jongeren te stimuleren. Dit zou kunnen door kinderen op de basisschool een sportstrippenkaart aan te bieden, waarmee ze gratis kunnen kennismaken met verschillende takken van sport. De SP is van mening dat er een goed en sociaal sportbeleid wordt gevoerd. De mede door ons bepleite derde sporthal komt er nu en gezien het feit dat we streven naar 80.000 inwoners in 2020, zal ook de planning voor een vierde sporthal in de tweede decade van deze eeuw van de grond moeten komen. Indien het sportclubs niet lukt achterstallig onderhoud weg te werken - in vele gevallen ziet het daarnaar uit - dan wil het Sportbedrijf die accommodaties in beheer nemen en terugbrengen naar een kwalitatief acceptabel onderhoudsniveau. De meerprijs zal dan worden doorberekend in de van de clubs te vragen huurprijs. Mits die huurprijs voor clubs binnen perken van haalbaarheid blijft, is dit te zien als een van gemeentewege aangeboden sportvriendelijke oplossing die gelukkig niet het stempel van een 'premie op wanbeleid' draagt. Een goede zaak zijn ook de plannen voor het realiseren van multifunctionele accommodaties, de MFA's, in verscheidene wijken. Beter dan de aanwezigheid van een breed palet van door de wijk verspreide solitaire voorzieningen, is het te komen tot een soort verzamelgebouw, zo u wilt marktplaats, waarin die voorzieningen alle of bijna alle zijn ondergebracht. Dit kan mensen van verschillende pluimage uit de wijk nader tot elkaar brengen en zodoende de alom bepleite integratie, oftewel het samen leven, bevorderen. De SP vindt het dan ook verstandig dat wij een financieel vangnet creëren voor het geval het Grotestedenbeleid van het Rijk gaandeweg zou aflopen. Het zal goed zijn dit beleid in 2009 en zo nodig ook in de jaren daarna voort te zetten. Mijn fractie heeft met instemming vernomen dat de mogelijkheid wordt opengehouden om in de nabije toekomst alsnog te komen tot een centraal Huis voor de Amateurkunst. Dit zou een sociaal-culturele parel zijn in een straks voltooid volwaardig stadshart en in een zichzelf op vele fronten snel ontwikkelende stad. Openbaar stadsvervoer De kritische landelijke belangenvereniging van reizigers met de enigszins dreigende naam ROVER, heeft het stadsvervoer in Lelystad voor 2007 tot het beste in Nederland gekroond. Veel Nederlanders en wellicht ook Lelystadjers zijn begiftigd met de karakterkwaliteit van 'beroepsmopperaar'. Laten we die voor even
2008
N 386
verloochenen en genieten van zo'n mooie eretitel. Natuurlijk blijven we in redelijkheid kritisch. De SP hoopt dat de proef met gratis stadsvervoer voor 65-plussers zal slagen en dat vanaf 2010 ook voor 12-minners zo'n experiment kan worden gedaan. Het is wenselijk dat de stadsbus een halte krijgt bij o.a. De Ankerplaats en het uitvaartcentrum De Ölandhorst, dat nu alleen met regionaal vervoer te bereiken is. Bedrijventerreinen en Lelystad Haven moeten een betere busontsluiting krijgen. De uitgebreide wijk Galjoen verdient het door de stadsbus te worden aangedaan. In het kader van het in ontwikkeling zijnde kustgebied en het eveneens opbloeiende stadshart, is bijvoorbeeld gratis busvervoer tussen de twee toplocaties, en tijdens piekuren in hogere frequentie, het aanbevelen waard. Handhavingsbeleid Het handhavingsbeleid in Lelystad is soms consequent en soms niet. Sinds de invoering van het nieuwe hondenbeleid is er in het straatbeeld niets veranderd. Dode letters brengen nu eenmaal geen nieuw beleid tot leven. Hier is dus sprake van consequent niet uitvoeren van beleid. Minder consequent is het bestraffingregiem bij verkeerd parkeren.Tijdens de feestelijke laatste dag van de avondvierdaagse parkeerden mensen hun auto wegens plaatsgebrek nabij het Stadhuisplein, veelal zonder dat het overige verkeer daardoor in gevaar werd gebracht. Hun feestje werd op wrange wijze verstoord door de parkeerbonnen die gretige overheidsdienaren in onvermoede ijver uitschreven. Bonnen blijven echter schrijnend uit daar waar auto's - bij voorbeeld op verscheidene plekken in de prachtig vernieuwde wijk De Veste - stelselmatig op de stoep staan geparkeerd. Zodanig dat voetgangers met rollators, kinderwagens, boodschappenkarretjes en ook zonder deze attributen, gedwongen worden naar de rijweg uit te wijken. Goedkoop scoren lijkt soms boven consequent handhaven te gaan. Dat de voetganger ook in Lelystad tot derderangs verkeersdeelnemer lijkt te zijn gedegradeerd, klinkt ook door in de geluiden die ervoor pleiten in het Groene Carré het aantal voetgangersoversteekplaatsen te verminderen. De in maart jongstleden door minister Eurlings gedane uitspraken over het verplaatsen van de luchthaven richting Dronten, leken eerst wel op een zeer goed ingeklede 1 april grap. Echter, een minister leent zich niet voor iets dergelijks en zonder een onderliggend stuk zal hij zeker niet aan luchtfietserij doen. Het verkennend onderzoek waar de minister zich op baseert laat opmerkelijke conclusies zien. 1. Als de luchthaven op de huidige locatie ontwikkeld wordt zoals voorzien, zullen in Lelystad 1.500 woningen en in Almere 15.000 woningen geluidsoverlast krijgen. 2. Als de luchthaven op een locatie nabij Dronten wordt ontwikkeld, zullen deze aantallen dalen tot: 150 woningen in Lelystad en 1.500 woningen in Almere met geluidsoverlast. Als wij de genoemde getallen vermenigvuldigen met een gemiddelde bezetting per woning van 3 personen, geeft dat dus in het eerste geval overlast voor 4.500 inwoners van Lelystad en 45.000 van Almere. Het is slechts een verkennend onderzoek en die worden wel meer gedaan in het kader van de werkgelegenheid voor onderzoeksbureau’s. De luchthaven gaat weer op pad met het charme offensief, met een dieselbus, en de echte agenda van de Schiphol Groep komt niet op tafel. De SP zal een en ander kritisch blijven volgen. Ik kom tot een afronding. Het is voor de SP bepaald geen makkie om oppositie te voeren met een college en ook raad die, ondanks verschillende politieke invalshoeken, eigenlijk in hun hart socialisten lijken te zijn. De voorzitter: Dank u wel. Wie heeft er een vraag?
2008
N 387
De heer Marseille: Met de laatste opmerking van de SP maakt de SP feitelijk een heel grote denkfout. Het verbaast de SP kennelijk dat een goed beleid dat ook een sociaal beleid is, van harte door een liberale partij kan worden ondersteund. U claimt hier het sociale hart als het alleenrecht voor socialisten. Dat is in onze opvatting een misvatting. Liberale politiek is in onze opvatting zeker ook een sociale politiek, vooral ook omdat wij trachten mensen via eigen bestaansmiddelen te laten gaan over hun eigen bestaansmogelijkheden. De heer Van den Heuvel: De heer Marseille heeft het te negatief gelezen. Het was positief bedoeld. De insteek was ook dat deze raad in unanisme besluit voor de burger van Lelystad en dat wij wel degelijk de sociale trekjes van het liberalisme zien. De heer Marseille: Als u erkent dat we een sociaal hart hebben, dan ben ik dat van harte met u eens, maar als u vindt dat wij socialisten zijn, dan blijf ik u bestrijden. De heer Van den Heuvel: Lijken te zijn, mijnheer Marseille. De heer Marseille: Ik had nog een tweede vraag. De heer Van den Heuvel maakte een aantal opmerkingen over handhavers op een misschien wat ongelukkig moment. Als u daartegen bent, dan zou de actie moeten zijn dat wij die handhavers de mogelijkheid bieden om op uitzonderingsmomenten toe te staan dat er geparkeerd wordt waar wij het normaal niet vinden. Ik vind het namelijk niet reëel om handhavers de schuld te geven van het handhaven. Dat moet via de regeling. En daar zijn het college en wij voor. De heer Van den Heuvel: Het is in de aansturing van de handhavers waar de verantwoording ligt. De opmerking dat deze uitvoerders van handhaving dit gedaan hebben, die hebben daar opdracht toe. Dus het ligt in de opdrachtgever aan de handhaver. Het is niet zozeer dat de handhaver zelfstandig handelt. Die handelt in opdracht. Die heeft opdracht om te bekeuren; daar, op die plaats. Die heeft geen opdracht om te bekeuren in onder andere De Veste. Dus dat is iets waarnaar wij nog een keer extra zullen moeten kijken. De heer Marseille: Maar bent u het met ons eens dat het uiteindelijk college en raad zijn die moeten aangeven dat in verordeningen bepaalde uitzonderingen mogelijk zijn? Anders krijg je toch weer de willekeur in de handhaving. De heer Van den Heuvel: Ik heb ook gehoord in de beantwoording van een mondelinge vraag die hierover gesteld is in een voorgaande raadsvergadering, dat daar soepel mee omgegaan zou worden. Het is in de praktijk gebleken dat dat niet zo is. De heer Van Erk: Er is zojuist een opmerking gemaakt over het vliegveld. Gelukkig constateert u zelf dat het slechts een verkennend onderzoek is, gedaan in het kader van de werkgelegenheid van onderzoekbureaus. Dat doet me goed. Maar wanneer we de opmerking inhoudelijk serieus nemen, en constateren dat het wellicht beter geweest zou zijn om de luchthaven op een andere plek te lokaliseren, dan kun je slechts constateren als je de luchthavenontwikkeling belangrijk vindt, en dat vindt deze raad want wij hebben daarmee ingestemd, dat het een gepasseerd station is, omdat je anders de complete ontwikkeling stilzet. Of ziet u dat anders? De heer Van den Heuvel: Zolang de eerste asfaltlagen nog niet gelegd zijn, is het nog steeds geen gepasseerd station wat de SP betreft.
2008
N 388
De heer Van Erk: Begrijp ik goed dat de SP helemaal niet in is voor het zo snel mogelijk vergroten van de werkgelegenheid? De heer Van den Heuvel: De SP is zeker in voor het vergroten van de werkgelegenheid, maar gezien de cijfers die wij halen in het verminderen van het aantal werklozen in Lelystad, vrezen wij dat de werkgelegenheid voor alle duizenden werknemers die de luchthaven gaat opleveren, ingevuld zal moeten worden door Oost-Europeanen. De heer Van Erk: Ik zal deze opmerking goed onthouden. Overigens versterkt dat ook de economie van Lelystad. De heer Jansen: De heer Van den Heuvel pleit bij het behalen van 80.000 inwoners voor een vierde sporthal. Nu weet ik dat de SP altijd veel in de wijken vertoeft, net zoals de InwonersPartij overigens. Dan zal het niet onopgemerkt zijn gebleven dat er bij veel bruggen klassen vol met kinderen zijn die van die bruggen af springen, met alle consequenties van dien, in het water springen en zich zo vermaken. Zou u dan niet veel liever pleiten voor een zwembad en als het even kan een zwembad met een prachtige ligweide daarbij, zoals in Emmeloord? Daar is dringend behoefte aan, dat blijkt wel uit deze gegevens. De heer Van den Heuvel: Ik begrijp uit uw woorden dat u bedoelt een buitenbad, dat wij ooit in Lelystad hadden. Een mooi buitenbad, waar nu een binnenbad staat, De Koploper, die inmiddels weer uitgebreid is vanwege zwemwatercapaciteit. Zwemmen is ook een sport, dus die sporthal zou ook kunnen bestaan uit een sporthal met een zwembad daarbij. De heer Caniels: De heer Van den Heuvel stelt dat de echte agenda van de Schiphol Groep niet op tafel komt. Dat doet veronderstellen dat hij op de hoogte is van die agenda. Zou hij ons daarover kunnen informeren? De heer Van den Heuvel: Van de echte agenda van de Schiphol Groep ben ik niet op de hoogte. Daarvan is niemand op de hoogte. Daar is meerdere keren om gevraagd in het Noordvleugeloverleg, maar de echte agenda van de Schiphol Groep, met het meerjarenperspectief dat de Schiphol Groep voor zichzelf gemaakt heeft, komt niet op tafel. Het komt stukje voor stukje, hapje voor hapje, plakje voor plakje, net als in Zwanenburg. De voorzitter: Alle vragen gesteld en opmerkingen geplaatst? We gaan verder met de fractie van GroenLinks, de heer Kok.
De heer S.J. Kok: Mevrouw de voorzitter. De algemene beschouwingen van GroenLinks in 2007 hadden als titel: Ambities waarmaken. De Voorjaarsnota 2008 heeft als titel: Waarmaken. Het college loopt dus helaas een half jaar achter. Daarom hebben wij dit jaar gekozen voor de titel: Vóór lopen. Het inwoneraantal van Nederland stabiliseert zich. Verwacht wordt dat op termijn het inwoneraantal licht zal dalen. Dat heeft gevolgen voor de woningmarkt. Lelystad is voorlopig nog een groeigemeente. De overvolle Randstad maakt dat Lelystad aantrekkelijk blijft voor mensen en bedrijven. Ook hier zal de markt voor koopwoningen op termijn verzadigd raken. Daarnaast zullen de kosten van fossiele energie stijgen. Naast onder andere prijs en ligging zal op termijn het aspect van energiekosten steeds zwaarder gaan wegen op de verkoopbaarheid en prijs van woningen. Daarom
2008
N 389
is het zaak dat het woningaanbod in Lelystad ook op het gebied van energieverbruik concurrerend is met andere gemeenten en vooral toekomstgericht. Bouwen naar de laatste stand van technologische ontwikkeling is essentieel. Een artikel uit De Volkskrant van 6 mei 2008 kopt met: “ Van huizen energiecentrales maken.” Andere highlights uit het artikel zijn: "Nu energie duurder wordt, zijn er steeds meer bouwers en banken die duurzaam bouwen.” En: "Energiebesparing is van een mode-ding bittere noodzaak geworden.” Duurzaam bouwen heeft aandacht in Warande. Het mag wel wat ambitieuzer dan Nieuw Flevolands Peil. Dat moet zowel in de particuliere als de collectieve bouw. Daarnaast vindt GroenLinks dat bij herstructurering meer aandacht moet zijn voor duurzaamheid, zoals dat in de Wold is aangepakt. Wellicht dat de bouwadvieswinkel voor particulieren hierin een rol zou kunnen krijgen? Te veel mensen moeten rondkomen van een inkomen dat, zeker met de sterk stijgende prijzen, ontoereikend is om een volwaardig bestaan in deze maatschappij te hebben. Nog steeds is het relatief druk bij de voedselbank, hoewel minder dan enkele jaren geleden. Zo’n 140 a 160 huishoudens krijgen een voedselpakket. Er zijn steeds meer mensen met schulden, staat ook in de voorjaarsnota. Laag inkomen is in Nederland een belangrijke oorzaak van uitsluiting. De gemeente moet de instrumenten die zij heeft optimaal inzetten om lage inkomens tegemoet te komen en participatie te bevorderen. Bijzondere bijstand is een dergelijk instrument. GroenLinks blijft pleiten voor een betere witgoedregeling. Cliënten in de schuldsanering krijgen nu witgoed in natura, andere cliënten moeten daarvoor betalen. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat er voor minima kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is. In Lelystad wordt naar verhouding weinig gebruik gemaakt van de fiets. Dat staat ook weer in de voorjaarsnota vermeld. Fietsen is schoon, gezond en naar verhouding goedkoop, het vraagt weinig investeringen in dure parkeergarages en neemt minder ruimte in beslag. Verbetering van het fietsklimaat vraagt om consistent en consequent volgehouden beleid. De wijze waarop met de fietser in relatie tot de Groene Carré wordt omgegaan is daar ver van verwijderd. Je bent er niet alleen met investeringen in de fietshoofdwegenstructuur, hoe belangrijk dat ook is. "Er is een grote tevredenheid onder jongeren over voorzieningen voor jeugd en ook groeiende betrokkenheid bij de stad.” Staat in de voorjaarsnota. "Het rapportcijfer dat jongeren geven voor de vrijetijdsvoorzieningen in het algemeen is niet toegenomen en blijft op een magere 5,9.” Staat in de 1e Burap. Wat moeten wij aan met zulke tegenstrijdigheden? Een beetje consistentie is wel nodig om de informatie een rol te laten spelen bij het maken van beleid en het behouden van draagvlak voor dat beleid. GroenLinks maakt zich zorgen over de voorschoolse opvang. De succesvolle Papegaai is ter ziele gegaan om onduidelijke redenen; waarschijnlijk zijn botsende ego’s daaraan debet. Vooral voor kinderen uit gezinnen met achterstand is voorschoolse opvang van belang om niet op achterstand te komen al voor aanvang van de basisschool. Het is prachtig dat er HBO-onderwijs naar Lelystad komt, maar het college grijpt deze kans niet aan voor een stimulering van jongerenhuisvesting. W oningbouw heeft alles te maken met anticiperen op ontwikkelingen die komen. Het college lijkt vooral te willen afwachten. Als het aanbod in opleidingen en huisvesting er beide is zal de jongerenhuisvesting een goede ontwikkeling kunnen doormaken. Ook als het gaat om studenten uit Lelystad zelf en niet van buiten de stad heeft dat meerwaarde. Lelystad mist te veel de hoger opgeleide groep late tieners en begin twintigers. Dat vertaalt zich ook naar het zwakke uitgaansklimaat van de stad.
2008
N 390
Kamers met kansen, of het sociaal pension, is een goed initiatief. GroenLinks zou wel graag zien dat een andere partij dan het Leger des Heils dit project gaat uitvoeren. Het Leger krijgt te veel een monopoliepositie. Tikvah heeft een jarenlange ervaring met deze doelgroep, naar tevredenheid. Op verschillende plaatsen in de voorjaarsnota vraagt het college om meer personele inzet - intern of extern - onder andere ten behoeve van de controlfunctie. Dit is aan de royale kant. De redenen die worden gegeven zijn vaak ontluisterend. Het komt er bij control grofweg op neer dat de huidige gemeentelijke organisatie niet de kennis of kunde heeft deze zaken goed uit te voeren. Nieuwe wetgeving wordt ook als reden opgevoerd. Dienstverlening is ook een favoriete reden. Waarom kan de bestaande formatie dit soort zaken niet opvangen? Volgens de VNG heeft Lelystad naar verhouding in omvang het vijftiende gemeentelijke ambtenarencorps in Nederland. En al deze ambtenaren lukt het niet in control te blijven of dat te leren? De voorzitter: Dank u wel. Wie wil reageren? De heer Siepel: Mijnheer Kok, waarop baseert u de gedachte dat we te weinig jongerenhuisvesting hebben? De spaceboxen die we hebben, staan voor een deel leeg. De heer S.J. Kok: Het gaat er niet zozeer om dat het te weinig is. Wij zien vooral kansen met de komst van HBO-onderwijs en zouden graag zien dat het college daar alert op blijft, ook op de kansen die zich in de toekomst zouden kunnen voordoen. De voorzitter: Geen vragen meer vanuit de raad? Dan gaan we verder met de Stadspartij, de heer Homan.
De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Een nieuwe werkwijze van de raad zou inhouden dat wij niet te lang zouden stilstaan bij dingen die we goedvinden. Dat doe ik dan ook niet, wat niet wil zeggen dat ik niet een heleboel dingen goed vind. De titel van de voorjaarsnota: Waarmaken. Als het college die titel meegeeft, dan is er wat te verwachten. Dan wil de Stadspartij graag wat kritische opmerkingen plaatsen bij deze algemene beschouwingen. Wij willen van het college en van de collegepartijen graag dat ze naar een aantal wensen van de Stadspartij luisteren. Die wensen hebben te maken met de manier van omgaan van het college met de begroting en de rapportagemomenten die daarbij horen. Al vaker is in onze stad gebleken dat de begroting ruim, te ruim en zelfs veel te ruim is opgesteld. Een ruim rekeningoverschot geeft een positief financieel resultaat. Een ruim rekeningoverschot geeft echter de gedachte dat de afweging bij de behandeling van de begroting oneigenlijk is geweest. Een ruim rekeningoverschot en een daardoor extra verdeelopdracht bij de voorjaarsnota zoals nu, hoort eigenlijk tot de categorie: eens maar niet meer. Een aantal kwaliteitseisen, zou ik haast willen zeggen, staan hieronder geformuleerd. De Stadspartij zou graag: - een begroting aangeboden krijgen die gebaseerd is op werkelijk te besteden bedragen; - werkelijk te besteden bedragen zien die evenwichtig zouden kunnen worden besteed in het belang van onze Lelystadse bevolking; - zien dat in het belang van de bevolking door haar bestuur, de gemeenteraad, rechtvaardig en evenwichtig doelen worden gesteld;
2008
N 391
-
-
zien dat de evenwichtig te stellen doelen rekening houden met het verschil in de te stellen prioriteiten, die corresponderen met de verschillende behoeften van onze bevolking; De Stadspartij zou zo graag: - constateren dat het resultaat van de rekening in grote mate overeenkomt met de vooraf gestelde financiële uitgangspunten; - constateren dat een substantieel verschil tussen begroting en rekeningresultaat een sporadisch verschijnsel is. De Stadspartij zou o, zo graag: constateren dat de cyclus begroting - 1e burap - voorjaarsnota - 2e burap najaarsnota - rekening in werkelijkheid een consistent beeld geeft. Een cursus gevolgd hebbend, heb ik geprobeerd een aantal onderwerpen via een format in beeld te brengen. Ik ga u dat mondeling aanreiken, want schriftelijk mag niet. Een probleem voor de Stadspartij en voor de stad is het sociaal nog niet gemengd genoeg bouwen. W at is het probleem? Veel starters moeten te lang wachten op huisvesting en vertrekken daardoor uit onze stad. Is dat ernstig? Ja. Een deel van een belangrijke categorie van onze bevolking vertrekt. En het motto van ons college is ‘Iedereen doet mee’. Toen ik dit eerste onderwerp aan het beschrijven was geweest, maakte ik later een envelop open en daar zat de Projectanalyse Nieuwbouw Lelystad in en warempel daar werd dit stuk bevestigd. Er wordt aangeduid: er moeten in de eengezinskoopsector 300 tot 350 woningen extra worden gebouwd, van de 650 woningen, met een accent op woningen beneden de € 250.000. Dat correspondeert prachtig met wat hier voor u ligt. De oplossing voor de Stadspartij is: meng in het aanbod in de koopsector op bouwlocaties in de bestaande stad verschillende prijsklassen woningen, van goedkoop tot duur. In de motie die hierbij hoort wordt dat nog wat scherper gesteld. Plan en uitwerking: waar verkoop moeizaam verloopt, en dat is in die analyse te zien, is verschillend aanbod sneller aan de man/vrouw gebracht dan bij het volstaan met het aanbod in de peperdure sector. Is dat doeltreffend? Ja. De verkoop van het goedkopere deel van de bouw, bijvoorbeeld in Hanzepark maar meerdere locaties zijn te noemen, loopt daardoor beter. Het gevolg: het vertrek van jeugdigen vermindert, verkoop stijgt en daardoor neemt de groei van Lelystad toe. Ik heb bij meerdere fracties gehoord een wens, gratis openbaar vervoer voor kinderen tot en met 12 jaar; ik dacht zojuist nog de SP. Wij stellen dan ook straks bij motie voor: veilige bereikbaarheid van vele sociale, culturele, recreatieve activiteiten voor kinderen tot en met 12 jaar. Moeders, en dat zijn er heel veel in Lelystad, die geen auto hebben (want óf pa is met de auto naar zijn werk, óf moeder heeft nog geen auto) moeten de kinderen met hun fiets via ons hoofdwegenfietsnet naar al die activiteiten brengen, en het is niet al te mooi weer. Dus dan is het nuttig als je met een gratis kaartje de verschillende activiteiten kunt gaan bezoeken. Is het ernstig? Het niet kunnen deelnemen aan de genoemde activiteiten beschouwt de Stadspartij als ernstig. Je krijgt daardoor een groep met sociaal minder, cultureel minder en recreatief minder welbevinden. Dus sociale, culturele en recreatieve armoede. Het motto van het college is nog steeds ‘Iedereen doet mee’. De oplossing is: gratis gebruik van het openbaar vervoer door kinderen tot en met 12 jaar. Er komt straks een afweging en een op te stellen nieuwe concessie, dus daarin kan hij prachtig meegenomen worden. Wat zijn de extra voordelen behalve het bereiken van die verschillende activiteiten door kinderen? Beter gebruik van de bestaande infrastructuur, nuttig gebruikmaken van de ruimte in de bus en minder gebruik van de auto geeft minder milieuoverlast en minder frictie in ons aller centrum. Gevolg: meer activiteiten van de jeugdigen bij de verschillende activiteiten en dat is dachten wij positief.
2008
N 392
Een doelgroep in onze stad die niet zo makkelijk aan het werk komt als al de mensen die in de afgelopen tijd wel aan het werk zijn gekomen, de oudere werklozen. Daarvan is mij bekend geworden dat de 57-jarigen en ouder kunnen gebruik maken van de mogelijkheid, soms/vaker, dat ze een jaar lang niet hoeven te solliciteren. Een pleidooi om de leeftijdsgrens terug te brengen naar 50 doet de Stadspartij hier. Wij zeggen dat een ernstig probleem ontstaat als mensen steeds maar weer moeten solliciteren. Dat leidt tot frustratie, soms agressie, of neerslachtigheid bij betrokkene. De werkverschaffing, waar het gaat om het administratieve proces dat daarbij hoort, die hiermee samenhangt is oneigenlijk, want het levert niets op; improductief werk. Is dat inherent aan het huidig beleid? Nog steeds is het motto van het college ‘Iedereen doet mee’. Maar op deze manier is de sollicitatieplicht iets waarvan we kunnen zeggen: als dat staat aan de achterkant van het gelijk. Ene Marcel van Dam deed daar in het verleden prachtige dingen. De oplossing: opheffen van de reguliere verplichting voor de mensen ouder dan 50 jaar. Is dat mogelijk? Onderzoek de mogelijkheden. Ik heb vandaag begrepen dat het niet een probleem is. Een jaar uitstel en dit vervolgens elk jaar toekennen, is geen probleem. Het onderzoek heb ik dus eigenlijk al verricht. Die categorie mensen zou met goede begeleiding een geweldige toename van de menskracht in de sector vrijwilligerswerk kunnen betekenen. Het voorlaatste onderwerp. Door meerdere partijen is aandacht gevraagd voor het minder bezoek, Papegaai is zojuist genoemd, aan de peuterspeelzalen. Ook de Stadspartij heeft dat probleem als aandachtspunt genomen en pleit ervoor een onderzoek te gaan doen naar: wat zijn de oorzaken van het mindere bezoek aan peuterspeelzalen? Is het een probleem? Jawel. Het is ten eerste een verminderd bezoek; bekend geworden. Ten tweede, door het niet bezoeken van de peuterspeelzalen is er een groep peuters die daardoor later met de taalontwikkeling begint en die groep zal dus ook heel lang, veel langer dan nodig is, een taalachterstand houden, en taalachterstand is fnuikend. Een oplossing is: onderzoek de oorzaken en probeer later met de oorzaken in de hand te kijken: wat zijn de oplossingsmogelijkheden? Er zijn bronnen die ons kunnen informeren of kinderen ja of nee naar een peuterspeelzaal gaan en ook waarom ze niet gaan. Dus dat is niet moeilijk. Het gevolg zou kunnen zijn: beter bezoek aan de peuterspeelzalen en dat leidt tot ‘Iedereen doet mee’. Ten slotte, en daarvoor dien ik een amendement in, het realiseren van een natuurlijke speelplaats. Er is hier in de raadzaal over gesproken en de Stadspartij vond dat er onderzocht zou moeten worden: wat is nu eigenlijk een betere plek, in het Zuigerplasbos, bij het Kraaienbosje of bij het Tussenwijkpark, in de buurt van de Rozengaard? Het college gaf antwoord. Het antwoord van het college liet ik later tot me doordringen en het antwoord was: bij het Kraaienbosje, dat is wel een mooie plek maar dat is te klein. Het is te klein. Dan denk ik: dan zullen daar wel heel veel kinderen al gebruik van dat Kraaienbosje maken en dan is het dus te klein. Ik raad u aan, nog voordat er donderdag een besluit valt, daar te gaan kijken. Ik geef u aan dat de kinderen die gebruikmaken van dat natuurlijk speelterrein te tellen zijn op de vingers van één hand. Al heel lang werk ik daar direct naast. Het aantal kinderen dat zich daar vermaakt, is bijzonder klein. Ik daag u uit om dat met mij oneens te zijn. Dus is de realisatie van een speelplaats zonder doelgroep verkwisting van gemeenschapsgeld; dat is ernstig. Er zijn reeds kansen, niet alleen het Kraaienbosje maar er zijn zoveel van die plekken die jongelui echt wel kunnen vinden, en als je dat niet kunt vinden dan is misschien de leeftijd nog wat te laag. Daarover zou je eindeloos kunnen discussiëren. Een extra natuurlijk speelterrein aanleggen is geen oplossing voor een probleem, want het probleem is er niet. De verantwoording: ik geef u nadrukkelijk aan, de natuurlijke speelplaats bij het Kraaienbosje wordt dus niet
2008
N 393
of nauwelijks gebruikt, terwijl daar naast een heel bijzondere, aardige kinderboerderij is waar ouders met kinderen prachtig de jonge dieren die daar geboren zijn, kunnen bekijken. Je hebt er dus twee in één op één plek. Het laatste is een amendement, ondertekend en ingediend. Voor de andere onderwerpen zijn moties ingediend. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog vragen? De heer Jansen: Even over de jongerenhuisvesting. Ik kan me nog herinneren dat de heer Homan een warm voorstander was van het voorstel van het toenmalige college, waar de heer De Vries in zat, die de containerwoningen kwalitatief hoogwaardig vond en dat daarmee de wachtlijsten voor de jongeren zouden slinken. De heer Homan: Zegt u nu werkelijk dat ik daar een voorstander van was? De heer Jansen: U hebt ingestemd met het voorstel over de realisering van containerwoningen. Of vergis ik me daarin? De heer Homan: Met hand en tand tegen, nog steeds. De heer Jansen: Dan heb ik niets gezegd. Mijn excuus. De heer Zweers: De heer Homan maakte mijn fractiegenoot, de heer Erica, een klein beetje aan het schrikken toen hij het had over sollicitatieplicht voor ouderen, werklozen. Ik kan hem tot rust brengen met de opmerking dat dat niet geldt voor gepensioneerden. Toch wil ik daar even wat dieper op ingaan. Ik kan op zich achter uw idee staan, maar acht u het dan ook mogelijk dat een en ander gevat kan worden in een reïntegratietraject, zodat de mensen op een of andere manier uiteindelijk wel naar regulier werk geleid kunnen worden? De heer Homan: Dat wat u aangeeft lijkt me alleszins logisch en redelijk. Het is niet een generaal pardon: je hoeft nooit meer te solliciteren. Mensen die kansen zouden hebben, moeten dat blijven doen. Maar dat hoef je toch niet zo vaak te doen als dat nu het geval is. Reïntegratie naar betaald werk of vrijwilligerswerk, die beide lijnen zouden volop benut moeten worden. De heer Van der Herberg: Ik zou een opmerking kunnen maken over sociaal gemengd bouwen, want ik heb daar iets op te merken over uw resultaat/gevolg analyse, maar in het belang van de tijd zal ik dat achterwege laten. Ik wil naar het gratis openbaar vervoer voor kinderen tot 12 jaar. Dat is ook een wens van de PvdA. We hebben een plannetje gepresenteerd waarin dat een van onze 28 wensen is. U pikt dat er nu uit, terwijl het over twee weken op het Opinieplein en in de raad wordt behandeld. Daarbij, we kunnen geen integrale afweging maken. Wat is de reden dat u het nu wilt vaststellen en niet over twee weken wanneer we het totaal kunnen bekijken? De heer Homan: Mijnheer Van der Herberg, het is niet iets waarvan je kunt zeggen het gaat alleen over het openbaar vervoer. Het gaat om veel meer. Daarom heb ik erover nagedacht en getwijfeld, maar dit nu naar voren halen betekent dat het voor de Stadspartij een extra belangrijk onderdeel is en misschien een wel te realiseren onderdeel. Als je dat nu al naar voren kunt halen en de uitspraak kunt doen - een onderzoek, niet meer nog - dan geeft dat denk ik, als dat onderzoek positief is, een extra stimulans om het voor elkaar te krijgen met elkaar. U bent niet overtuigd, aan uw gezichtsuitdrukking te zien. Maar misschien wordt u dat wel door de uitkomsten van het onderzoek.
2008
N 394
Mevrouw Kreuger: Ik heb aanvullend daarover een vraag. W at is precies de reden om te kiezen voor kinderen tot 12 jaar? Voor mijn gevoel heeft de groep tussen 12 en 18 jaar het misschien nog veel harder nodig, want dan gaan ze naar het middelbaar onderwijs, dan gaan ze zelfstandig reizen en dan willen we ze het liefst zo min mogelijk op een brommertje door het verkeer heen hebben. De heer Homan: Als het aan mij ligt dan gaan die fietsen. Ten eerste heb ik het zelf gedaan. Ik ben er niet slechter van geworden. Ten tweede, je leert je omgeving goed verkennen. Dus het heeft allerlei aspecten die nuttig zijn. Tegelijkertijd ben ik het met u eens, als ze samen in de bus zitten is dat ook sociaalvormend. Maar ik denk dat we eerst tot en met 12 jaar doen. Dat doen ze ook in België, we zijn daar geweest, en het heeft daar heel veel positieve elementen en kanten. Als dat later uitgebouwd zou kunnen worden voor mensen die dat graag willen, als iemand heel graag in die bus zit, laat hem die kans dan maar benutten, want die bus rijdt toch. Als je kletsnat wordt in de winter is dat ook niet prettig, dan zit je ook niet lekker op school. Mevrouw Kreuger: Juist van België heb ik toen begrepen dat het heel handig was om de jongeren gratis openbaar vervoer aan te bieden, want dan gingen ze niet meer met hun dronken kop in een derdehands autootje of op de brommer. De heer Homan: Als u een motie zou indienen waarin stond tot en met 15 jaar, dan zou ik die graag steunen. Ik doe dat misschien wel in een drietrapsraket. Eerst tot 12, dan tot en met 18, en misschien over twee jaar allemaal gratis openbaar vervoer. Mevrouw Kreuger: Dat zou prachtig zijn. De heer Jansen: Mag ik een vraag aan mevrouw Kreuger stellen, over haar reactie op de heer Homan? Waar haalt u de informatie vandaan dat kinderen van 12 jaar met hun dronken kop hier door de stad rijden, mevrouw Kreuger? Mevrouw Kreuger: U hebt niet goed geluisterd. Ik vroeg aan de heer Homan waarom hij de keus had gemaakt tot 12 jaar, terwijl mijn gevoel was dat van 12 tot 18 daarvoor misschien meer in aanmerking kwam. Dan bedoel ik natuurlijk vooral rond de 18 jaar, dat die misschien met wat alcohol op op een brommertje rondcrossen en op die manier bij gratis openbaar vervoer dan wellicht de bus zouden nemen. De heer Jansen: Het gaat me om het stigmatiseren wat u doet. U noemt letterlijk de woorden: met hun dronken kop. Mevrouw Kreuger: Ik haal even aan wat er toen in België is gezegd. Het was een van de argumenten waarom ze daar heel blij waren dat met name de groep jongeren in het uitgaansleven gebruik kon maken van het openbaar vervoer. De heer Belhaj: Mijnheer Homan, u had het over het afschaffen van de sollicitatieplicht voor 50-plussers. Ik vind het jamm er dat we deze mensen op die leeftijd al zouden moeten afschrijven voor de arbeidsmarkt. Daarnaast, u geeft aan sprake van frustratie, agressie en neerslachtigheid. Niets weerhoudt hen om vrijwilligerswerk te gaan doen zolang ze nog geen baan hebben. Dat staat een oudere vrij, neem ik aan. De heer Homan: U stelt een vraag aan het einde van uw verhaal. Ik kan het er alleen maar mee eens zijn dat het niet zo moet zijn dat mensen boven de 50 niet meer gaan solliciteren. Dat moet je van geval tot geval kunnen bekijken. De doelstelling is dat er een uitspraak ligt dat in deze gemeente - waar het nu al 57-plus is dat men voor een
2008
N 395
jaar niet hoeft te solliciteren - die grens teruggebracht wordt tot 50. Dat je dan een aantal mensen die meer kansen hebben, dat nog wel laat doen, lijkt me logisch. Ik ben het dus met u eens. De voorzitter: Geen vragen meer? Dan gaan we verder met de CDA-fractie, de heer Caniels.
De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Waarmaken en accenten zetten. Het college is goed op weg met het realiseren van een ambitieus programma, waarvoor de raad de uitgangspunten in meerderheid heeft vastgesteld. Nu halverwege de zittingstermijn rest er nog twee jaar van "waar maken”. De CDA-fractie wil een aantal zaken nog eens extra benadrukken. Binding en ontmoeting "Iedereen doet mee”, is de rode draad in het door het CDA onderschreven collegeprogramma. Het college stelt dat het goed gaat met de Lelystadse samenleving (pagina 8). Tegelijkertijd wordt vastgesteld dat niet iedereen van de positieve ontwikkelingen profiteert. Extra aandacht vraagt het CDA voor de groepen met de hoogste risico’s als het gaat om ontwikkelingskansen voor kinderen. Stimulering van de ouders om kinderen te laten deelnemen aan de Voor- en Vroegschoolse Educatie vinden we gewenst. De bibliotheek, de Kubus en het Agoratheater zijn drie culturele bakens met meer dan lokale uitstraling. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2007 heeft onze fractie een culturele uitmarkt voorgesteld aan het begin van het seizoen, waar amateurs en professionals zich aan het publiek kunnen presenteren. Dit ter versterking van het cultuurbeleid. Graag horen wij waarom deze suggestie nog niet is opgepakt. Bij de vorige voorjaarsnota heeft onze fractie z’n zorgen geuit over de stijgende lijn in de aanvragen naar schuldhulpverlening. Het is teleurstellend te moeten constateren dat het college hier de vinger nog niet achter heeft gekregen. Het CDA vraagt extra aandacht hiervoor, in het bijzonder wat de herhalingsgevallen betreft. We overwegen daartoe een motie in te dienen. Het verheugt het CDA dat de BOS Projecten hun vruchten beginnen af te werpen. Voortvarend worden de MFA projecten in de Zuiderzeewijk, Hanzepark, WOP NO aangepakt; wervende gemeenschapsvoorzieningen op buurt- en wijkniveau. MFA Lelystad-Haven is inmiddels in gebruik. Zorgpunt voor het CDA is de realisatie van de MFA Atolwijk. De start van de bouw was voorzien in 2006. Nu is de start gepland in november 2008. Kan het college garanderen dat de start van de bouw inderdaad in november 2008 plaatsvindt en dat overigens vervolgens een tijdige oplevering wordt gerealiseerd? Jeugd Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dus moeten we kansen creëren voor onze jeugd. Dat begint al op jonge leeftijd met waar nodig onder andere het faciliteren van opvoedingsondersteuning. Het is daarom goed te horen dat nu wordt gestart met de uitrol van een jeugdsignaleringssysteem en Centra voor Jeugd en Gezin in het kader van informatie, preventie en opvoedingsondersteuning. De CDA-fractie vindt bemoeizorg en gezinscoaches een goede zaak voor die situaties waar het dreigt mis te lopen. In 2007 is dit ruim 300 maal nodig gebleken. Hebben we daarmee alle probleemsituaties boven water? Moeten we de inspanningen niet nog verder intensiveren om de totale doelgroep te bereiken?
2008
N 396
Kansen creëren houdt in goede scholing en goede begeleiding. Daar is en wordt hard aan gewerkt. Goede voeding en beweging zijn echter ook belangrijk. Overgewicht (bij 10%-20%) van de jeugd leidt niet alleen tot gezondheidsrisico’s op latere leeftijd, maar leidt ook tot minder carrièrekansen op de arbeidsmarkt. Een deel van de kinderen gaat zonder ontbijt naar school, zo blijkt uit recent GGD onderzoek (mei 2008), waarbij overigens niet duidelijk is of dit met de sociale achtergrond te maken heeft. Zonder ontbijt naar school is niet bevorderlijk voor de schoolprestaties. Het CDA vindt het belangrijk om ouders meer te betrekken bij deze problematiek en dat ook bestaande initiatieven omtrent bewegen en voeding worden geïntensiveerd, bijvoorbeeld via de aanpak DoiT. We hebben een bijlage bij onze schriftelijke stukken gevoegd en daar verwijs ik graag naar. Een inventarisatie dient aan te geven waar dit het beste kan en welke kosten daarmee gemoeid zijn. We overwegen daartoe een motie in te dienen. Overigens, als het gaat om jeugd en gezondheid verwachten we meer contact met de ondernemers als het gaat om het anti-alcohol beleid. "Ladies night of happy hour alle drankjes een euro” past niet. Promoot dan juist niet-alcoholische drankjes. Jongeren met een beperking verdienen meer aandacht als het gaat om kansen op de arbeidsmarkt. Ook in de Najaarsnota 2007 hebben we daar al om gevraagd. Wij vragen het college daarom een onderzoek te doen naar de mogelijkheden van en het draagvlak voor een tante Truus café in het nieuwe centrum. In Almere blijkt dit zeer succesvol te zijn. We overwegen daartoe een motie in te dienen. Nu de Jongerenraad onlangs is opgericht verwachten wij van hen en het college spoedig initiatieven die bijdragen aan een aantrekkelijke stad voor jongeren. Onderwijsvoorzieningen HBO-onderwijs krijgt nu echt gestalte in Lelystad. Daar is de CDA-fractie blij mee, maar we moeten alert blijven op de regio opdat we nog meer opleidingen binnen kunnen halen. Overigens moeten we er alles aan doen dat de opleidingen goed bezet raken. In dat verband verdient de aansluiting van onze ROC-opleidingen op het HBO aandacht. We vertrouwen erop dat het college hierop regie voert. Het IHP is onlangs vastgesteld. We mogen ons gelukkig prijzen een miljoeneninvestering ten behoeve van de onderwijshuisvesting te kunnen doen. Punt van aandacht blijft de planning, waar is wanneer welke capaciteit nodig. Met de start van Warande gaan we ervan uit dat huisvesting op dislocaties spoedig tot het verleden behoort, zowel wat betreft het openbaar als het bijzonder onderwijs. Iedere wijk een volwaardige school spreekt ons aan. Wat moet daarvoor nog gebeuren en wanneer kan dat een feit zijn? Misschien dat dit ook kan bijdragen aan minder autoverkeer rondom scholen. Wonen Er zijn grote inspanningen nodig voor het bereiken van 75.000 inwoners in 2010. De CDA-fractie verwacht daarom resultaten naar aanleiding van het eind 2007 genomen besluit voor een W oonoffensief en zal de voorstellen daartoe in de voorjaarsnota ondersteunen. Zorgelijk is wel dat Lelystad op de benchmark van de gemeentelijke woonlasten stijgt ten opzichte van de regio. Welke mogelijkheden ziet het college om deze stijgende lijn om te buigen? Kan bij de najaarsnota nog eens gekeken worden naar de gemeentelijke tarieven, de OZB en de afvalstoffenheffing? We dienen daarvoor een motie in. Deze is reeds overhandigd. Natuurlijk moet de stad professioneel gepromoot worden. De CDA-fractie ziet de concrete uitwerkingsvoorstellen graag tegemoet en zal die steeds beoordelen op hun te verwachten effectiviteit. Verder moeten we voorkomen dat mensen gedwongen worden Lelystad te verlaten door een sterke toename in files en kosten van
2008
N 397
woon/werk. Focussen op het beperken van de uitstroom en het W oonoffensief is cruciaal. De sleutel ligt voor een groot deel bij het realiseren van extra werkgelegenheid. Wij zijn dan ook zeer tevreden over de stijging van de grondverkopen, waarbij elementen als beschikbaarheid, bereikbaarheid en prijsstelling van doorslaggevend belang blijken te zijn. Werkgelegenheid/luchthaven/infrastructuur De herontwikkeling van het stadshart zit in een stroomversnelling. Een levendig stadshart is essentieel voor een goed ondernemersklimaat en uiteraard voor onze inwoners. Onze fractie stelt vast dat er bij het vrijkomen van een pand meteen een "piekenshop”, telecomwinkel of uitzendbureau zich vestigt in het winkelgebied van de Gordiaan. Een evenwichtig en divers winkelaanbod met voldoende horeca lijkt ons gewenst voor een levendig en gezellig stadshart. Het college richt zich op het versneld ontwikkelen van Lelystad Airport via OMALA, en havenontwikkeling aan de Flevokust. De ambitie van het college om voorwaarden te scheppen die het acquireren van bedrijven met een industrieel/logistiek profiel mogelijk maken, spreekt ons aan. Wel vragen we aandacht om in te zetten op een goede mix van hoog- en laaggeschoolde arbeid en ook om zo lang mogelijk andere opties van bedrijvigheid open te houden. Extra aandacht vergt de infrastructuur die in de pas moet blijven lopen met deze majeure projecten, denk aan: NS station Lelystad Zuid met regiopoortfunctie; - de 3e afslag A6 met transferium en aansluiting op Lelystad Airport;en het doortrekken en verbreden van de N23. De CDA-fractie blijft met het college van mening dat sterk moet worden ingezet op de snelle realisering van het NS station Lelystad Zuid met de regiopoortfunctie. Echter, zolang dat station Zuid er nog niet is en ook nog niet concreet in beeld is, vindt de CDA-fractie het inzetten op een met nadruk tijdelijke snelle busverbinding vanaf het rangeerterrein naar Lelystad Centrum gewenst, om zo tegemoet te komen aan de wensen van mensen uit Noordelijk-Flevoland om aansluiting te vinden bij het railverkeer. We dienen daarvoor een motie in. Ook deze is reeds overhandigd. Wij delen de opvatting van het college dat het groen om Lelystad een belangrijke kernkwaliteit is en dat om die reden de groengebieden beter met elkaar verbonden moeten worden. We zien dan ook graag het totaalplan voor fietspaden tegemoet. Op een aantal plaatsen dient naar de mening van de CDA-fractie op korte termijn actie te worden ondernomen. Waar bijvoorbeeld mede dankzij provinciale cofinanciering een fietspad is voorzien parallel aan de Knardijk, dringt de CDA-fractie er bij het college op aan om gelijktijdig de ontbrekende schakel in het fietspadennet tussen Uilenweg en Knardijk aan te leggen, opdat ook Lelystads nieuwste woonwijken snel een fietsverbinding hebben met de Lange Afstand Fietsroute 20 en op die wijze met de Oostvaardersplassen. We overwegen daarvoor een motie in te dienen. De ambtelijke organisatie op weg naar ‘in control’ 2010? De CDA-fractie steunt de inspanningen om in 2010 ‘in control’ te zijn. Dit betekent naast optimaliseren en naleven van ambtelijke procedures en protocollen, een formatie die qua omvang en deskundigheid past bij de ambities uit het collegeprogramma. Bij de beantwoording van onze technische vragen naar aanleiding van de jaarrekening bleek, dat er per 1 mei 2008 52 fte’s vacant waren en dat inhuur per saldo minder capaciteit genereert dan met personeel in eigen dienst. Gelukkig lezen we in de 1e Burap dat het college een instrumentarium voor formatiebeheer en formatieplanning ontwikkelt. Daarmee dient een einde te komen aan het feit dat geplande werkzaamheden wegens tekort aan formatieruimte of
2008
N 398
menskracht niet zijn uitgevoerd en het daarvoor begrote bedrag niet is besteed met als gevolg een stijging van het rekeningresultaat. Aan de voorkant, het begrotingsproces, dient de gemeenteraad tot een zorgvuldige afweging te komen. Bepaalde wensen kunnen dan niet in vervulling gaan. Daarentegen worden bij de najaarsrapportage wegens capaciteitsgebrek niet uitgegeven middelen voor een deel gepresenteerd als een positief rekeningresultaat. Voor de besteding ervan worden ogenschijnlijk wat lichtvaardiger afwegingen gemaakt. Ambities en formatie dienen zoveel mogelijk met elkaar in balans te worden gebracht. W aar dit niet het geval is zijn voorstellen aan de raad gewenst. De raad kan als kaderstellend orgaan de afweging maken tussen ofwel de formatie uit te breiden ofwel de ambities bij te stellen. De CDA-fractie hoopt dat het college vanaf nu bij nieuwe voorstellen van zowel raad als college concreet aangeeft welke consequenties dit heeft voor de formatie. Ten slotte steunt de CDA-fractie het streven om het inhuren van personeel te beperken en de deskundigheid door een gericht loopbaan-, opleidings- en mobiliteitsbeleid zoveel mogelijk in de eigen organisatie te verankeren. In het zoeken naar evenwicht tussen enerzijds de omvang en deskundigheid van de eigen formatie en anderzijds het voor specifieke kennis eventueel tijdelijk inhuren van derden, zou een instrumentarium van contractmanagement ook een hulpmiddel kunnen zijn om binnen de beschikbare (directie/afdelings)budgetten de juiste keuzes te kunnen maken. Afhandeling bezwaarschriften De CDA-fractie maakt zich zorgen over de afhandeling van bezwaarschriften. Uit het burgerjaarverslag bleek, dat van de 662 ingediende bezwaarschriften er eind 2007 nog 107 in behandeling waren. Het college heeft al aangegeven ook een bezwaarschriften volgsysteem te willen introduceren om de achterstanden weg te werken. Kan dit systeem ook meer informatie generen over: - de doorlooptijden van bezwaarschriften voor en na behandeling ervan in de commissie voor de bezwaarschriften; - het aantal bezwaarschriften dat gegrond of ongegrond is verklaard; - het aantal malen dat het college de adviezen wel of niet heeft overgenomen; en - hoe vaak bezwaarden doorprocederen bij de bestuursrechter en wat daarvan de resultaten zijn? Wij hopen dat het Jaarverslag 2007 van de commissie c.q. dat het burgerjaarverslag over 2008 dit inzicht wel zal kunnen geven. Wij overwegen daartoe een motie. Tot slot, ‘waar maken’ is een taak voor ons allen en daar moeten we zeker de inwoners bij betrekken. Samen verantwoordelijk is de kernboodschap van het politieke programma van het CDA. De CDA-fractie wil zich de komende periode met raad en college sterk maken voor het ”waar maken” . De voorzitter: Dank u wel. Zijn er vragen vanuit de raad? Mevrouw Jacobs: Mijnheer Caniels, u hebt het over het Tante Truus idee, zoals in Almere, in het stadshart. Weet u dat er al zoiets is op Noordersluis, een kaarsenmakerij en een autowasstraat, en dat het erg moeilijk is om mensen te vinden die dat kunnen invullen? Dus voordat u dat wilt, verzoek ik u eerst een onderzoek te doen of we de mensen wel hebben die dat kunnen invullen. De heer Caniels: Dat is ook de strekking van onze vraag, om na te gaan of er draagvlak is en kansen zijn. Ik ben het op dat punt met u eens.
2008
N 399
De heer Van der Herberg: Ik heb twee vragen. De eerste was inderdaad ook over Tante Truus. We kunnen deze CDA-fractie natuurlijk niet aanrekenen dat ze zich de Voorjaarsnota 2006 niet zo goed kan herinneren, maar daarin hebben we € 85.000 uitgetrokken voor stimulering van zo’n Tante Truus functie. De vraag is wel interessant wat daarmee is gebeurd sinds 2006. De CDA-fractie stelt voor om een busverbinding te maken van het rangeerterrein in Lelystad Noord naar Lelystad Centraal. Op dit moment kunnen reizigers vanuit Emmeloord met een regionale bus rechtstreeks naar Lelystad Centraal. Waarom zou u die reizigers nu gaan dwingen om op een tochtig rangeerterrein te gaan overstappen? De heer Caniels: Ik ga ervan uit dat die voorziening hier juist is bedoeld voor die mensen die vanwege snelheid en dergelijke op zichzelf met de auto gaan, maar die als ze vervolgens vanuit Lelystad met de trein zouden willen gaan, hun auto niet kwijt raken en vastlopen in het verkeer rondom het centraal station. De heer Van der Herberg: Dus u stelt in feite voor om dan ook parkeergelegenheid te organiseren. De heer Caniels: Ik ga ervan uit als mensen met de auto naar het rangeerterrein komen, dat daar wel een voorziening voor parkeren gerealiseerd zou moeten worden, maar alles binnen het uitgangspunt van tijdelijk.
11.
Schorsing De voorzitter schorst de vergadering om 21.57 uur. De vergadering wordt vervolgd op donderdag 12 juni 2008 om 19.00 uur.