1991
N 323
NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 5 september 1991 te 20.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:de heer J.P.A. Gruijters, burgemeester/voorzitter; mevrouw G.M.C. Jonkman-Jansen (PvdA), de heren B.J. van Bochove (CDA), K.H. Bruinewoud (VVD), R.D. van der Mark (PvdA) en T. Stroobach (D66), wethouders; mevrouw R.H.A. Beumer-van Haeften (VVD), de heer J. Bierma (VVD), de dames J.S. Binnerts-de Jonge (VVD), H. Blom-Postma (D66), J.A. Bos (Gr.Links), A. Dil (PvdA) en J.P.R. de Haan (D66), de heren W. Herrebrugh (PvdA), G.J. Hietland (CDA), J.R. Huisman (PvdA), H. Kiviet (D66), J.A. Klein Swormink (CDA), J.F. Lensen (Gr.Links), J.D. Lokhorst (VVD), mevrouw E. van Luijk (PvdA), de heren J.P. Mattie (VVD) en A. van Meurs (PvdA), de dames J.T. Ovinge-Koers (CDA) en W.A. Raar (PvdA), de heren K.B.P. Slump (GPV/RPF), R. Spriensma (CDA) en M.G. Verlaan (Gr.Links), de dames T. Weide-Bonsma (D66) en L. van W ingerden-Visser (D66), de heer T.J. van der Zwan (PvdA), leden van de raad; alsmede de heer J.M. Lindhout, secretaris. Afwezig is:de heer W. Hijmissen (CDA).
1.Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Hijmissen.
1991
N 329
2.Notulen van de op 11 juli 1991 gehouden openbare vergadering De notulen van de vergadering van 11 juli 1991 worden ongewijzigd vastgesteld.
3.Ingekomen stukken (stuk nr. 50524) De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. M.b.t. brief 4 zou ik het college willen vragen wel aan deze uitnodiging gehoor te geven. Ik kan het niet in de commissie vragen omdat de studiedag dan al voorbij is. M ijn argument om de uitnodiging aan te nemen, is dat deelname aan Het Klimaatverbond hiervoor geen voorwaarde is. Bovendien kan bij het uitwerken van een milieubeleidsplan tot een milieu-uitwerkingsplan de informatie die op deze dag met name door de wethouders van andere gemeenten gegeven wordt, uiterst zinvol zijn. De voorzitter: Die informatie is toch allemaal in gedrukte vorm aanwezig? Dat kost minder tijd. De heer Verlaan: M ijnheer de voorzitter. Ik ben het met u eens dat alle informatie in gedrukte vorm aanwezig is, maar de praktijk leert dat juist een discussie met anderen die dezelfde informatie ook moeten omzetten in daadwerkelijk beleid, goede ideeën kan opleveren. W ethouder Van der M ark: Mijnheer de voorzitter. De noodzaak om naar die studiedag te gaan wordt door mij niet onderschreven. Wij zullen echter wel kennisnemen van wat daar gebeurt. Zonder hoofdelijke stemming wordt ten aanzien van de ingekomen stukken als volgt besloten: - 1voor kennisgeving aangenomen; dit onderwerp wordt verder behandeld bij punt 29 van de agenda; - 2ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders gesteld, gehoord de commissie voor sociale zaken, arbeidsmarktbeleid en financiën; - 3voor kennisgeving aangenomen ten aanzien van het gestelde onder punt a; ten aanzien van punt b wordt Gedeputeerde Staten medegedeeld dat tegen het voornemen tot verhoging van de deeltijdfactor geen bezwaar bestaat; - 4voor kennisgeving aangenomen; - 5ter afdoening in handen van burgem eester en wethouders gesteld; - 6in handen van burgem eester en wethouders gesteld ten behoeve van het uitbrengen van een pre-advies; - 7ter afdoening in handen van burgem eester en wethouders gesteld; - 8ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders gesteld, gehoord de commissie voor ruimtelijke ordening, stadsbeheer en milieu; - 9voor kennisgeving aangenomen; - 10voor kennisgeving aangenomen; - 11ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders gesteld, gehoord de commissie voor algemene zaken; - 12ter afdoening in handen van burgem eester en wethouders gesteld; - 13in handen van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften gesteld voor het uitbrengen van een advies; - 14betrokken bij de voorbereiding van de gemeentebegroting 1992; - 15betrokken bij de voorbereiding van de gemeentebegroting 1992; - 16voor kennisgeving aangenomen; - 17in handen van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften gesteld voor het uitbrengen van een advies; - 18ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders gesteld; de commissie voor volkshuisvesting, personeel en organisatie zal omtrent de wijze van afdoening worden geïnformeerd; - 19in handen van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften gesteld voor het uitbrengen van een advies; - 20ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders gesteld; de commissie voor onderwijs, cultuur en gezondheidszorg zal worden gehoord; - 21voor kennisgeving aangenomen.
1991
4.Mededelingen (stuk nr. 50525) De mededelingen worden voor kennisgeving aangenomen.
N 329
1991
N 329
5.Ontslagverlening ambtenaar van de burgerlijke stand (stuk nr. 50526) Met ingang van 6 september 1991 wordt mevrouw A. Janssen-Visser eervol ontslag verleend als ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Lelystad.
6.Voorbereidingskrediet ten behoeve van de bouw brandweerkazerne (stuk nr. 49684) De heer Huisman: M ijnheer de voorzitter. Mijn fractie acht nieuwbouw van de brandweerkazerne in Lelystad noodzakelijk. Hiermee lijkt een einde te komen aan een reeks slepende kwesties rond de brandweerzorg in Lelystad. De rijksoverheid neemt haar verantwoordelijkheid door de beschikbaarstelling van een extra bijdrage en de gemeenschap Lelystad levert een extra inspanning via de verhoging van de onroerend-goedbelasting. Dat gaat wel niet van harte maar het is onoverkomelijk. Mijn fractie stemt in met het voteren van dit voorbereidingskrediet zodat de architect en de adviseurs een dergelijke kazerne kunnen gaan ontwerpen. Wij verwachten een ontwerp waarin de nodige soberheid wordt betracht en dat past binnen het uitgangspunt dat in Lelystad voor de totale brandweerzorg niet meer uitgegeven zal worden dan ƒ 100,-- per woonruimte per jaar. Voorts lijkt het ons verstandig om in een vroeg stadium uit te zien naar een andere functie voor de gebouwen op het Gildenhof. Wij willen daar graag van op de hoogte gehouden worden. Wij wensen iedereen die bij de voorbereiding betrokken is veel succes toe. De heer Hietland: M ijnheer de voorzitter. Een aangepaste notitie met een kostenopzet en een bijbehorende dekking is voor de raad ter inzage gelegd. Die notitie is gedateerd op 27 augustus jl. Ik vermeld deze datum omdat er meer notities ter inzage gelegen hebben. Voor de huisvestingskosten van de nieuwe kazerne zijn bedragen genoemd voor kapitaal- en exploitatielasten. Wij gaan ervan uit dat deze bedragen corresponderen met het totale investeringsbedrag van ƒ 18,5 miljoen inclusief indexeringskosten, inrichtingskosten binnen en buiten enz. Het mag niet meer kosten. Over een aantal maanden verwachten wij van het architectenbureau een definitief ontwerp dat past binnen het totale investeringsbedrag. De notitie van 27 augustus jl. eindigt met de zin dat strikt de hand dient te worden gehouden aan de in deze opzet opgenomen kostenramingen daar elke verhoging van de kosten op functie 120 leidt tot een verdere belastingverhoging. Dat is voor de CDA-fractie onbespreekbaar. Verder gaan wij ermee akkoord dat de architect met zijn werk gaat beginnen. De heer Verlaan: M ijnheer de voorzitter. W at ons betreft moet het brandrisico in Lelystad beter gedekt worden. Dat is ook de conclusie van een studie van een aantal jaren geleden. Met deze nieuwe kazerne wordt de dekking inderdaad beter. Op basis van de plannen voor die kazerne is in het verleden afgesproken de onroerendgoedbelasting te verhogen met ƒ 800.000,--. Daarmee zouden de gemeentelijke lasten komen op het niveau dat voor gemeenten van deze grootte gebruikelijk is. Daarmee zijn wij toen akkoord gegaan. Een eerste tranche daarvan was al eerder aan de orde. Nu ligt er een tweede verhoging van ƒ 345.000,--. Die extra verhoging komt extra hard aan door alle andere bezuinigingen. Wij gaan er echter mee akkoord en vinden dat de extra dekking van het brandrisico die hierdoor bereikt wordt, ruimschoots opweegt tegen de extra lasten. M evrouw Van W ingerden: Mijnheer de voorzitter. Ook wij denken dat het goed is dat de brandweerzorg in Lelystad nu op voldoende niveau komt. Ook wij hebben in de commissie gepleit voor de nodige soberheid bij de bouw van de kazerne. Verder sluit ik mij aan bij het betoog van de heer Huisman. Ik wil alleen nog van u horen of er een mogelijkheid is om de verhoging van de onroerend-goedbelasting gespreid in te voeren. De voorzitter: Ik geloof dat de interventies van de raadsleden een bevestiging zijn van het standpunt van burgem eester en wethouders dat het niet m eer mag gaan kosten dan ƒ 100,-- per woonruimte. De wijze waarop dat geregeld gaat worden, is in de stukken precies met bedragen aangegeven. Aan die bedragen zullen wij ons moeten houden, ook door controle van het rijk. Dat betekent dat het een sober gebouw zal moeten zijn. Maar dat is traditie in Lelystad. W at betreft de gespreide invoering van de onroerend-goedbelasting geef ik het woord aan de w ethouder van financiën. W ethouder Jonkman: M ijnheer de voorzitter. Technisch is gespreide invoering mogelijk. Het zou echter niet verstandig zijn omdat we volgend jaar in het kader van de artikel 12-norm de belastingen ook zullen moeten
1991
N 329
verhogen. W anneer we nu deze tranche doorvoeren, voldoen we op zich aan die verhoging. Anders zou het een extra verhoging van de onroerend-goedbelasting betekenen om aan de norm te voldoen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgem eester en wethouders besloten.
7.Bezoldigingsregeling gemeentesecretarissen provincie Flevoland (stuk nr. 49683) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
8.In voorbereiding verklaren van een nieuw bestemmingsplan voor een gebied in Lelystad-Haven (stuk nr. 48983) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
9.In voorbereiding verklaren van een nieuw bestemmingsplan voor het gebied Kogge/Gondel (stuk nr. 49680) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
10.Voorbereiding infrastructuur kuststrook-noord (stuk nr. 49681) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
11.Aframing gedeelte krediet civiel-technische beheersystem en (stuk nr. 47333) M evrouw Raar: M ijnheer de voorzitter. De gemeenteraad heeft in het verleden veel moeite gehad met het besluit tot invoering van planmatige beheersystemen maar heeft er toch mee ingestemd, in de verwachting dat het systeem voldoende rendement op zou brengen. Het nu voor ons liggende voorstel tot aframing van de rest van het krediet wegbeheer stemt ons niet vrolijk. Helaas moeten wij constateren dat het systeem nog niet oplevert wat wij ervan verwachtten. Er is nu echter wel een duidelijker inzicht in de planning van rationeel wegbeheer. De verharding en kwaliteitsgegevens zijn systematisch vastgelegd en het onderhoud is gebaseerd op objectieve normen. Bovendien is er een globaal inzicht in de te verwachten onderhoudskosten als alle gegevens zijn ingevoerd. M aar de meerjarenbegroting geeft nog slechts een indicatie van de kosten omdat de onderhoudskosten globaal zijn opgenomen. Het zal nog jaren duren voordat er door nacalculatie beter inzicht zal komen in de exacte kosten. De polderwegen moeten nu nog handmatig in de meerjarenplanning worden opgenomen op basis van ervaringgegevens. Ook moet geconstateerd worden dat de exploitatie van het systeem al veel menskracht van de afdeling verkeer, weg- en waterbouw vraagt terwijl de verhardingen van de woonwijken nog niet eens zijn opgenomen in het systeem. Wij vragen het college dit nauwlettend te volgen. Mijn fractie betreurt het dat niet verder kan worden gegaan met de uitbreiding van het systeem maar moet helaas de conclusie delen dat er eerst meer ervaring mee moet worden opgedaan om het goed te laten functioneren, waarbij het capaciteitprobleem van de betreffende afdeling een belangrijke rol speelt. Wij stemmen dus in met aframen van het krediet.
1991
N 329
De heer Kiviet: M ijnheer de voorzitter. Tijdig aframen van een krediet op het moment dat geconstateerd wordt dat het nodig is bij de uitvoering van de plannen pas op de plaats te maken, is een verstandig besluit. Wij kunnen ons daar dan ook geheel in vinden. N a de toelichting van ambtelijke zijde tijdens de laatste vergadering van de commissie voor ruimtelijke ordening, stadsbeheer en milieu kunnen wij ons voorstellen dat er fricties zijn ontstaan tussen de theorie en de praktijk van het werk. Het is ons insziens een juiste beslissing om eerst maar eens te gaan werken met alle gegevens die nu voorhanden zijn. We zijn het eens met de conclusie dat een verdere uitbouw van het systeem niet moet verzanden in een overvloed aan gegevens waarmee dan vervolgens niets meer wordt gedaan, onder andere wegens capaciteitsproblemen. Bij de invoering van de beheersystemen is destijds gezegd dat het een goed middel zou zijn om niet langer handmatig te hoeven werken. Nu blijkt in de praktijk dat woonstraten en polderwegen niet aan dit verwachte eindbeeld kunnen voldoen. Dat lijkt ons dus een extra tegenvaller met het oog op de aanwezige menskracht. Dit gegeven brengt ons tot de vraag wat uw verwachtingen zijn t.a.v. de situatie over de genoemde termijn van drie jaar. Is de voortgang dan wel gewaarborgd? We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat het capaciteitsprobleem dan nog even levensgroot aanwezig is. Maar m isschien kunt u ons in dat opzicht gerust stellen. De heer Verlaan: M ijnheer de voorzitter. Bij het besluit tot de aanschaf van civiel-technische beheersystem en is geredeneerd dat de uitgaven daarvoor ongeveer 2% van het totale onderhoudbudget zouden bedragen en dat die kosten er ruimschoots uit zouden komen. Uit een tussentijds verslag blijkt dat het veel werk is om die beheersystemen bij te houden. In mijn ogen dermate veel werk dat die 2% waarschijnlijk niet meer gehaald zal worden. Ik word in de toekomst graag overtuigd van het tegendeel en wil dan ook dat alle informatie die beschikbaar komt m.b.t. het werken met het beheersysteem, zo snel mogelijk in de commissie komt. Aan de hand daarvan kan de commissie een redelijk oordeel vellen over de grote investeringen die ervoor gedaan zijn. Omdat ik er in het verleden mee akkoord ben gegaan voel ik mij er ook verantwoordelijk voor. Met het aframen van het krediet gaan wij akkoord. Want met de pas-op-de-plaats-strategie is de kans dat de resultaten inzichtelijk gemaakt worden groter dan wanneer doorgegaan wordt met het verzamelen van allerlei gegevens waardoor er verzanding dreigt. Wij zijn vooralsnog niet optimistisch dat er in de toekomst snel en efficiënt met die beheersystemen gewerkt kan worden. W ethouder Van der M ark: M ijnheer de voorzitter. M.b.t. het aframen van het krediet denk ik dat het onverantwoord is om de investering door te zetten voordat we voldoende ervaring met het systeem hebben opgedaan. M aar het moet vertrouwen geven dat dit besef er ook vanuit ambtelijke zijde is. Dat betekent dat de vinger aan de pols gehouden wordt wat betreft het investeren van geld. Bij het besluit om tot de beheersystemen over te gaan zijn we destijds niet over één nacht ijs gegaan. Er waren nogal wat reserves t.a.v. de werking van het systeem in relatie tot de investering. Daarover is nog niet veel te zeggen. Er is echter een keerzijde aan de medaille. Want de rijksoverheid, die ons voornamelijk voorziet van geld, kijkt naar een kosten-kwaliteit-verhouding. Dat is ook voor onszelf van belang omdat we nog wel eens naar het rijk zullen moeten om die onderhoudsituatie financieel te bespreken. Dit staat los van de techniek en de systematiek. M et de techniek van het systeem heeft u in de afgelopen periode kennis kunnen maken. We houden u daar steeds van op de hoogte en vertellen u wat wel en wat niet mogelijk is. Eventueel brengen wij u ook op de hoogte van de zorgen die voortkomen uit de bevindingen. Op de verwachtingen valt moeilijk vooruit te lopen. Maar ik denk dat het ook een positieve uitwerking zal hebben op de capaciteit wanneer we daar eenmaal goed mee kunnen werken. We zullen u ook hiervan op de hoogte houden. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgem eester en wethouders besloten.
12.Vervanging van 4 stuks rol-hefdeuren van de voertuigenwasplaats in de bedrijfsgebouwen aan de Schroefstraat (stuk nr. 49094) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgem eester en wethouders besloten. 13.Contractwijziging exploitatie stadsdienst openbaar vervoer (stuk nr. 49442)
1991
N 329
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
14.Vervanging van materieel en voertuigen voor de dienst stadsontwikkeling en openbare werken (stuk nr. 49678) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
15.Renovatie M iddelgronden (stuk nr. 49713) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
16.Vaststelling geluidsbelasting van de woningen in gebied 4.1.3-ZW (Griend) (stuk nr. 48929) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
17.Subsidiëring van de Stichting Welzijn Ouderen Lelystad (stuk nr. 48575) De heer M attie: M ijnheer de voorzitter. In de commissie hebben wij op dit punt een voorbehoud gemaakt. Maar aangezien de procedure die gevolgd is geheel gelijk is aan datgene wat indertijd ook voor de MADI geldig was, gaan wij akkoord met dit voorstel. M evrouw W eide: Mijnheer de voorzitter. D66 is ervan overtuigd dat de SWOL veel nuttig werk verricht. Wij hebben dat ook kunnen lezen in het jaarverslag dat ter inzage lag. Toch hebben wij moeite met de extra subsidieverhoging voor 1991. T.o.v. 1990 was er al een verhoging van ƒ 52.000,--. Nu worden we geconfronteerd met een extra verhoging van ruim ƒ 20.000,--, zijnde CAO-verhoging salaris personeel en extra huisvestingskosten. Veel verenigingen, stichtingen en instellingen moeten bezuinigen en krijgen minder geld van de gemeente maar de SWOL krijgt zomaar ƒ 20.000,-- extra toegeschoven. In de commissievergadering hebben wij een voorbehoud gemaakt. M aar gegeven het feit dat de verplichte doorberekening van de CAO-verhoging moet plaatsvinden gaan wij nu alsnog akkoord met het voorstel van het college. Voor ons is een verdere verhoging voor 1992 niet bespreekbaar. Daarin steunen wij het standpunt van het college. W ethouder Bruinewoud: M ijnheer de voorzitter. Ik wil slechts één opmerking maken. D66 zegt dat voor hen een verdere verhoging voor 1992 niet bespreekbaar is. Dat kan echter niet gelden voor de doorberekening van de CAO's voor zover wij in het gemeentefonds daarvoor gecompenseerd worden. Dat is een combinatie van de loonen prijscompensatie. Dat besluit zal aangepast worden maar dit laat onverlet dat, los daarvan, bezuinigingen opgelegd zouden kunnen worden indien wij allen dat willen. Die interpretatie moet eraan gegeven worden. M evrouw W eide: Wij hadden inderdaad begrepen dat die CAO doorberekend moest worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
1991
N 329
18.Onderzoek ontwikkelingsmogelijkheden gemeentelijke zwembaden (stuk nr. 49559) De heer Slump: Mijnheer de voorzitter. Het college heeft de Grontmij opdracht gegeven tot het instellen van een onderzoek naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de gemeentelijke zwembaden. Wij gaan ervan uit dat dit een objectief onderzoek wordt, ook al is de Grontmij hier belanghebbende. In de bezuinigingsvoorstellen wordt dit punt ook genoemd onder punt 25. Daarbij staat dat dit onderzoek op 1 januari afgerond zou moeten zijn. Is dat reëel? Ook staat erbij dat ervan kan worden uitgegaan dat het schoolzwemmen voor openbaar en bijzonder onderwijs wordt afgeschaft. Dat lijkt mij voorbarig. Het is op de laatste vergadering van de commissie voor sociale zaken, arbeidsmarktbeleid en financiën niet gebleken dat het college de raad ervan overtuigd heeft dat dit moet gebeuren. Ik wil de optie openhouden dat het schoolzwemmen blijft, zij het mogelijk anders georganiseerd dan nu. De heer H errebrugh: Mijnheer de voorzitter. Akkoord met het verrichten van het onderzoek. Dat was al medegedeeld naar aanleiding van de behandeling in de commissie. Bij dit onderzoek is echter sprake geweest van het betrekken van de situatie rond het schoolzwemmen en zelfs van het eventueel afschaffen daarvan. Ik stel er hoge prijs op om hier in de raadsvergadering te verklaren dat mijn fractie tegenstander is van het afschaffen van het schoolzwemmen. Als randvoorwaarde c.q. als een van de uitgangspunten voor dit onderzoek dient het voortzetten van het schoolzwemmen bij het onderzoek betrokken te worden. Wij verzoeken het college dit onder de aandacht van de Grontmij te brengen. M evrouw W eide: M ijnheer de voorzitter. D66 gaat akkoord met het instellen van het onderzoek naar de exploitatiemogelijkheden van de zwembaden. Ook wij zijn echter van mening dat het schoolzwemmen bij het onderzoek betrokken moet worden. Verder wordt er gekeken naar de bouwkundige en technische staat van de zwembaden. Wij vragen ons af of dit in- of exclusief het dak is van de Schoener. Voor dit zwembad hebben wij namelijk al twee keer een krediet beschikbaar gesteld maar voor zover wij kunnen nagaan is daarmee niets gebeurd. De heer Verlaan: M ijnheer de voorzitter. Ook wij zijn voor het behoud van het schoolzwemmen. W ethouder Bruinewoud: M ijnheer de voorzitter. Het gaat eigenlijk om twee punten. In de eerste plaats de positie van het schoolzwemmen. In een eerdere besluitvorming hebben wij aangegeven dat het onderzoek moest uitgaan van de behoefte aan zwemwater en dus ook aan de behoefte voortvloeiende uit het schoolzwemmen. Wij dachten toen nog dat er rekening gehouden moest worden met het afschaffen van het schoolzwemmen. Ondertussen is gebleken dat de besluitvorming daaromtrent op zijn zachtst gezegd nog niet helemaal is afgerond. Wij voorzagen al wat hier vanavond naar voren gebracht zou worden en hebben daarom de Grontmij van die uitgestelde duidelijkheid rond het schoolzwemmen op de hoogte gesteld en verzocht daarmee bij het onderzoek rekening te houden. In de tweede plaats zou er, zoals mevrouw Weide opmerkte, ook rekening gehouden worden met de technische staat van de zwembaden en met de stand van zaken m.b.t. het krediet dat ooit verleend is voor reparatie aan het dak. Bij de uitwerking daarvan werd nog net op tijd duidelijk dat de technische staat aanzienlijk slechter was dan wij oorspronkelijk dachten. Dat heeft ertoe geleid dat wij besloten hebben om de positie m.b.t. de zwembaden grondig te herzien. Vooruitlopend daarop is er verder geen geld van het krediet uitgegeven en is dat krediet opzij gezet tot het moment dat duidelijk is wat er moet gebeuren. Dan zal ook beslist worden wat er met het krediet gaat gebeuren. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
19.Fusie VV Stator en SV Zuiderzeevogels (stuk nr. 49211) De heer Hietland: Mijnheer de voorzitter. Het gaat hier om een ingewikkelde fusie waarbij de gemeente zeer betrokken is. Gezien de dikte van het dossier heeft het de wethouder een enorme inspanning gekost om dit uiteindelijke resultaat te bereiken. Vooral de locatiekeuze, Doggersbank, is nog steeds een heet hangijzer. Financieel gezien kon de gemeente echter niet anders. Belangrijk daarbij is ook dat de bewoners in de getijdenwijk deze keuze kunnen accepteren. U hebt overleg gehad met de belanghebbende partijen zodat de bewoners geen sluitpost hiervan hoeven te worden. Verder gaan wij akkoord met dit voorstel.
1991
N 329
De heer Herrebrugh: M ijnheer de voorzitter. Akkoord met de consequenties van de fusie, althans voor zover die voor rekening van de gemeente komen. Daarbij zeker een waarderend woord voor de wethouder, want die is erin geslaagd om twee gescheiden portefeuilles, welzijn en grondbedrijf, in een samenhangend voorstel aan ons voor te leggen. Toch een opmerking over een brandende kwestie, namelijk het hek. Tot nu toe hebben wij openbaarheid van terreinen als beleid gevoerd. Daar wordt in dit geval van afgeweken en gezien de complexe materie is dat ook begrijpelijk. Echter, wat is nu het beleid? In de commissie is een opmerking gemaakt dat het onderzoek naar de consequenties van het afsluiten van dit soort openbare terreinen, waar mijn fractie regelmatig op heeft aangedrongen, er niet komt. Er was een heel duidelijk antwoord op die vraag: er is geen geld en geen mankracht voor, en wat ook de conclusie uit dat onderzoek zou zijn, er is ook geen geld om eventueel een hek aan te leggen. De kosten en moeite van het onderzoek kunnen dus bespaard worden. Dat is een duidelijk en vanuit operationeel opzicht juist antwoord. Echter, wat gaat er nu gebeuren als een aantal sportverenigingen, geplaagd door en geconfronteerd met vandalisme en aanverwante perikelen, zou besluiten op eigen kosten een hek aan te leggen? Hoe zit het dan beleidsmatig m.b.t. het afsluiten van terreinen? Ik zou gaarne nog eens over deze kwestie, vanuit beleidsmatige invalshoek, in de commissie willen spreken. Het hek om de accommodatie, de kantine, de kleedlokalen en het hoofdveld is akkoord, zij het dat enigszins onduidelijk is hoe hoog dat hek moet worden. Ik heb, ook in de commissie, gehoord dat men streeft naar een hek dat zowel honden als kinderen buiten houdt. Dat zal dan een hek moeten worden van uiterst grote hoogte want, wetende wat het lieve kindertal in deze gemeente kan klaarspelen, betekent dit dat een hek van rond de 25 m hoogte nauwelijks zal kunnen voldoen. Kortom, er moet nog bekeken worden hoe hoog dat hek om het hoofdveld en de accommodatie zal moeten worden. Maar er is sprake van nog een ander hek, namelijk rond de bijvelden. Daarover is het laatste woord nog niet gesproken omdat er een groot gat gaapt tussen de standpunten van de sportvereniging en van de bewonersvereniging. Er is gesproken over een hek van 25 m resp. een hek waar je net overheen kunt stappen. M en is het tenslotte eens geworden over een hek waar de kinderen net overheen kunnen maar honden net niet. Dit gaat mijn voorstellingsvermogen te boven en ik zou u willen vragen of het mogelijk is dat u dit soort zaken nog eens met de commissie doorneemt voordat het hek rond de bijvelden wordt aangelegd. De heer Lensen: M ijnheer de voorzitter. In de commissievergadering van 20 augustus jl. maakten wij een voorbehoud t.a.v. de middelen die beschikbaar zouden komen voor ontsluiting e.d. van dit gebied. Dit is komen te vervallen. Wij kunnen instemmen met het gebruik van deze velden door de sportvereniging Batavia. Tijdens ons fractieoverleg over voorgenoemd punt kwam echter naar voren dat er grote bezwaren zijn tegen de aantasting van de openbaarheid van terreinen door het plaatsen van een hek rond het hele complex. Wij stellen voor om het model te gebruiken dat is toegepast bij Unicum in de Schouw. Een andere oplossing om eventueel vandalisme in de nabijheid van sportterreinen op te lossen is het bouwen van woningen in de onmiddellijke omgeving. In Alkmaar heeft men hier goede ervaringen mee. Wij denken dat, als beide ideeën toegepast worden, er geen langdurige gesprekken meer met beide belanghebbenden, Batavia en de bewonerscommissie, gevoerd hoeven te worden en dat het bovendien financieel voor de gemeente ook beter is. Tevens voorkom je een precedentwerking naar andere clubs toe. M evrouw W eide: M ijnheer de voorzitter. Per 1 juli 1990 zijn de zondagvoetbalverenigingen Stator en Zuiderzeevogels gefuseerd en gaan nu gezamenlijk verder onder de naam "Sportvereniging Batavia 1990". Na uitvoerig overleg met belanghebbenden is besloten sportcomplex Doggersbank als locatie te gaan gebruiken. Financiële, sociaal-maatschappelijke en stedebouwkundige aspecten gaven de doorslag voor deze keus. Sportcomplex Doggersbank ligt in de Waterwijk en vlakbij het complex staan huizen waarvan de bewoners, verenigd in de buurtvereniging Beter Tij, opkomen voor hun woongenot terwijl de voetbalvereniging eisen stelt aan de bespeelbaarheid van de velden. Een en ander heeft voor de gemeente grote financiële consequenties. H et gaat om een bedrag van bijna 4 ton. Daarin zit o.a. een hekwerk rond de sportvelden waartegen in de wijk geageerd wordt. Heel begrijpelijk volgens D66 want een hek is ontsierend en kost veel geld. Wat ons betreft: probeer het eerst zonder hek. In de commissievergadering heeft de wethouder toegezegd een bijeenkomst te beleggen met belanghebbenden om te proberen tot overeenstemming te komen tussen bewoners en de mensen van de voetbalvereniging. Heeft deze bijeenkomst al plaatsgehad, en zo ja, wat zijn daar de conclusies van? Tot slot willen we voetbalvereniging Batavia een goede toekomst met veel speelplezier toewensen en spreken de wens uit dat er met de bewoners van de W aterwijk een goede verstandhouding zal zijn, sterker nog, dat de Waterwijk er aantrekkelijker door wordt.
1991
N 329
W ethouder Bruinewoud: M ijnheer de voorzitter. Diegenen die gememoreerd hebben dat hiermee een eind komt aan een heel lang proces, hebben gelijk. Er zijn behoorlijke inspanningen verricht, waarbij ik de waardering die uitgesproken is graag wil delen met de betrokken ambtenaren uit, inderdaad, nogal wat verschillende sectoren. Dit is een voorbeeld van goede en eendrachtige samenwerking, niet alleen van ambtenaren van verschillende disciplines maar ook van collegeleden van verschillende disciplines. Het kernpunt heeft gelegen rond de openbaarheid van het sportpark Doggersbank. Gezien de ervaringen van het ene deel van de gefuseerde vereniging aldaar en de ervaringen van Stator op het sportpark Archipel, maar ook gezien de ervaringen van andere clubs, heeft deze gefuseerde vanaf het begin gezegd dat, als men naar Doggersbank zou moeten, de gemeente iets zou moeten doen aan de openbaarheid om te voorkomen dat de problemen die zich daar afspelen, zich zullen voortzetten. Een hek is wel niet de ultieme garantie dat het afgelopen is maar het is wel een belemmering voor een aantal zaken zoals hondenoverlast, overlast van spelende kinderen en vandalisme aan de gebouwen. Toch hebben ook wij, de bezwaren van een deel van de bewoners tegen dat hek kennende, geprobeerd om tussen die bewoners en de vereniging te bemiddelen, waarbij ik eerlijk moet zeggen dat wij steeds begrip voor de positie van de vereniging hebben gehad en dit ook naar de bewoners toe hebben uitgesproken. Dat overleg is ook nog na de commissievergadering voortgezet. Daarbij hebben wij nog eens aangegeven dat we ook nu nog bereid zijn tot overleg over het soort hek dat er eventueel moet komen. Wij hebben al in een eerder stadium geprobeerd het zover te krijgen dat het eerst geprobeerd zou worden zonder hek. Dat bleek niet tot overeenstemming te leiden. Deze conclusie moet dan ook getrokken worden uit het meest recente overleg dat nog na de commissievergadering heeft plaatsgevonden. Daar zijn goede afspraken gemaakt over zaken als mogelijke lawaaioverlast, vervuiling rond het sportcomplex en de indeling ervan, maar het heeft niet kunnen leiden tot overeenstemming rond de positie van het hek. De heer Herrebrugh: Bedoelt u zowel het hek rond het hoofdveld en de bebouwingsaccommodaties als de hekken rond de bijvelden? Daarover was in de commissie een stevig verschil van mening, ook tussen de bewoners zelf. W ethouder Bruinewoud: Er is nu sprake van een hek rond het geheel. Want ik denk dat er een aanzienlijk aantal hekken meer nodig is wanneer er zowel hekken rond het hoofdveld als rond de bijvelden geplaatst worden. Het is veel goedkoper om het geheel te omsluiten. Wel moet nog nader bekeken worden of de parkeerplaats er buiten gelaten kan worden zodat die vrij toegankelijk is voor de buurt en ook door kinderen gebruikt kan worden als speelruimte als er niet geparkeerd wordt. Er heerste toch behoorlijke tevredenheid over wat wij daarover in gedachten hadden. Ik denk echter dat opnieuw overleggen over het hek niet zinvol is. Het moet geconstateerd worden dat betrokkenen op dat punt niet op één lijn te krijgen zijn. En het hek moet maar gewoon geplaatst worden. Wel zijn alle mogelijkheden bekeken met uitzondering van een 25 m hoog hek. De bedoeling is dat er een hek rond het geheel kom t dat qua situering rekening houdt met het groen zodat het zo goed mogelijk verscholen is. Daarmee wordt, tegemoetkomend aan de vereniging wat betreft de wens van het hek, ook zo goed mogelijk tegem oet gekomen aan althans een deel van de bezwaren van de buurt. M aar we kunnen hierin niet beide partners tegelijk tevreden stellen. Ik wil zeker in de commissie nog wel eens spreken over het algemene beleid rond de openbaarheid. Dat het er tot nu toe niet ligt is te wijten aan twee zaken: enerzijds de inspanning en anderzijds de kosten die ermee gemoeid zijn als men tot de conclusie komt dat het wenselijk is om een eind te maken aan alles wat wat niet hoort te gebeuren op sportvelden door er hekken omheen te plaatsen. Dat het op dit moment totaal van de baan is, is volgens mij geen juiste conclusie. Vandaar dat ik best bereid ben om daar in de commissie nog eens van gedachten over te wisselen.
1991
N 329
Een variant naar het model Unicum is ook ingebracht maar met de wetenschap dat Unicum zelf daar niet bijster tevreden over is. Dat betekent dus dat deze variant geen goede oplossing is. De conclusies van de laatste bijeenkomst met de buurtbewoners liggen overigens op de volgende commissievergadering ter inzage. De voorzitter: Ik breng hier nog even de opmerking om het eerst eens zonder hek te proberen in de discussie. Dat deed mij denken aan de kapitein die tegen de paratroeper zei: "Probeer het eerst eens zonder parachute." Zo iets is niet aan te bevelen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
20.Verhuur van visrecht in de gemeentelijke wateren (stuk nr. 44281) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
21.Vestiging zakelijk recht ten behoeve van de gemeente in verband met aanwezigheid rioolleiding en inspectieput in perceel hoek Vaartweg van Recul BV (stuk nr. 48573) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
22.Vestiging erfdienstbaarheid ten behoeve van het perceel Gondel 17-03 (stuk nr. 48930) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 23.Uitspraak Gerechtshof Arnhem inzake Vlieger Verpakkingen BV/Es & Es Pensioen BV (stuk nr. 49676) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
24.Verkoop van grond in de Kamp aan Stichting Bouw en Exploitatie Koninkrijkszaal Boswijk (stuk nr. 49784) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
25.Vaststelling verordeningen in het kader van de W inkelsluitingswet 1976 (stuk nr. 49593) De heer Slump: M ijnheer de voorzitter. Bij dit agendapunt zijn drie verordeningen in het geding. Over de eerste kan ik kort zijn. Het verschuiven van de koopavond in het Lelycentre van donderdag naar vrijdag is toe te juichen. Het biedt de burgers een extra mogelijkheid om hun boodschappen te doen buiten de gebruikelijke kantooruren. Hierdoor wordt tegemoet gekomen aan de wens van steeds meer huishoudens waar beide partners buitenshuis werken. M et de koopavondverordening ga ik dan ook van harte akkoord. Wat betreft de beide andere verordeningen ligt dat totaal anders. Hiermee kunnen wij niet instemmen. Het bezwaar tegen deze verordeningen ligt in het feit dat het met deze verordeningen mogelijk wordt dat winkels op zondag open zijn. Wij hebben niet alleen principiële bezwaren tegen zondagsarbeid. Wij hebben de rustdag van God gekregen om te rusten van ons dagelijks werk en dat is een goed ding. Hierdoor worden wij mensen tegen onszelf beschermd. Bovendien krijgen we op deze dag gelegenheid om naar de kerk te gaan. M aar het gaat om meer dan alleen het privé-belang van christenen. Het is van algemeen belang. Ik heb al gezegd dat een van de zegenrijke zaken van zondagsrust is dat de mens gelegenheid krijgt afstand te nemen van zijn dagelijks werk. Er is meer dan alleen
1991
N 329
werken en verdienen, het jagen naar meer. Deze relativering van onze arbeid is van groot belang voor onze houding tegenover de natuur die vervuild en uitgeput dreigt te raken. Opening van winkels op zondag zal meewerken aan een verdere vermaterialisering van onze samenleving, waarbij alles primair draait om geld en consumptie, ook op het gebied van de recreatie. Het belang van het handhaven van de zondagsrust in onze stad heeft een veel breder draagvlak dan de kiezerskring van GPV en RPF. Dat mag blijken uit de brief die vorig jaar juni door de gezamenlijke voorgangers van de kerken uit Lelystad naar o.a. de gemeenteraad is gestuurd en waaruit hierboven enkele punten zijn geciteerd. Het betreft hier voorgangers uit de volle breedte van de kerkelijke kaart van Lelystad: de evangelisch-lutherse gemeente, de vrijzinnige geloofsgemeenschap, de christelijke en Nederlands-gereformeerde kerken, de federatie van hervormde gemeente en gereformeerde kerk, de vrijgemaakt gereformeerde kerk en de rooms -katholieke parochie Pax Christi. Het zou mij niets verbazen als elke hier zittende fractie kiezers heeft uit een of meer van deze kerken of gemeenten. Ik wil ook nog de moeilijke positie van winkeliers en winkelpersoneel die bezwaren hebben tegen de zondagsarbeid, onder de aandacht brengen. Winkeliers moeten het afleggen tegen concurrenten die wel op zondag open zijn en personeelsleden kunnen hun baan verliezen als zij niet willen meewerken aan deze zondagse openstelling. Ook het gemeentebestuur m et een niet-christelijke meerderheid moet oog hebben voor de moeilijkheden van christelijke ondernemers en werknemers en zal daarom uiterst terughoudend moeten zijn in het verlenen van ontheffingen. Het zal dus duidelijk zijn dat wij tegen de verordeningen ex artikel 9 lid 1 en lid 2 van de Winkelsluitingswet 1976 zijn. De heer Hietland: M ijnheer de voorzitter. Bij dit agendapunt stelt u voor besluiten te nemen over drie punten. Ten aanzien van punt b, de verordening ex artikel 9 lid 1 van de Winkelsluitingswet 1976 heeft de CDA-fractie het volgende op te merken. In november 1984 kwam voor het eerst in de raad aan de orde dat er op vier zon- of feestdagen verkoopactiviteiten worden gehouden in onze stad. De CDA-fractie heeft toen meegedeeld hiervan tegenstander te zijn. Het gaat ons insziens niet alleen om het privé-belang van christenen in Lelystad om de zondag als rust- en feestdag te vieren zoals christenen daaraan invulling willen geven, hoezeer christelijke normen ook hun waarde mogen hebben. De zondag als rustdag kan in een breder perspectief geplaatst worden en kan ook een algemeen belang zijn. De CDA-fractie is van mening dat de zondagsrust een goede zaak is, zeker in een tijd waarin rust en bezinning schaarse artikelen zijn geworden in de maatschappij waar men roofbouw op de mens pleegt. Laat één dag in de week produktie en consumptie nu eens niet overheersend zijn en laten we dan ook zuinig zijn op deze rustdag. Nogmaals, mijnheer de voorzitter, de CDA-fractie zou graag aangetekend willen hebben tegen de verordening ex artikel 9 lid 1 van de Winkelsluitingswet 1976 te hebben gestemd. De voorzitter: Het voorstel, dat uit drie delen bestaat, is aangenomen, op punt a met algemene stemmen, op punt b met tegenstemmen van de heer Slump en de CDA-fractie en op punt c met tegenstem van de heer Slump.
26.Deelname door de Stichting Openbare Bibliotheek Lelystad aan het provinciaal netwerk bibliotheekvoorziening (stuk nr. 47336) M evrouw B o s: M ijnheer de voorzitter. Automatisering van de bibliotheek is nodig. Groen Links is dan ook blij dat hiervoor geld beschikbaar wordt gesteld, ware het niet dat de begroting eindigt met een tekort. Oppervlakkig gezien lijkt het alsof het tekort van 1991 is verholpen door een dekking uit het fonds sociaal-culturele voorzieningen en dat het tekort in 1992 ƒ 11.000,-- bedraagt, waarvoor de bibliotheek middelen moet zien te vinden in de eigen begroting. In werkelijkheid echter zijn de tekorten hoger. Om de begroting sluitend te krijgen zijn twee posten ges chrapt, de schoolmediatheek en de wisselcollectie. De mediatheekvoorziening maakt het mogelijk dat scholen een pakket boeken lenen dat op school worden gebruikt. Op bescheidener schaal bestaat er al een dergelijke service-verlening in de bibliotheek. Gedurende zes weken mogen scholen en instellingen maximaal 40 boeken lenen. In het afgelopen schooljaar zijn er 2844 boeken uitgeleend aan 42 instellingen. Maar dit systeem gaat ten koste van het gewone publiek. Boeken die op school staan, staan nu eenmaal niet in de bibliotheek. Dat is extra vervelend omdat de bibliotheek toch al zo weinig kinderboeken heeft. Er zijn 4.000 jonge leners. Gemiddeld schaft een bibliotheek van een bepaalde titel drie exemplaren aan, maar in Lelystad wordt er maar één exemplaar aangeschaft. Als het straks kinderboekenweek is, schaft een beetje bibliotheek van iedere bekroonde titel vijf boeken aan. In Lelystad zullen we het met twee moeten doen. Als de schoolmediatheek er niet komt, zal de druk op deze toch al zo kleine collectie alleen maar toenemen. Voor de wisselcollectie geldt hetzelfde verhaal: juist omdat er zo weinig boeken zijn is het nodig dat er regelmatig aparte collecties tijdelijk in de bibliotheek aanwezig zijn. Een boekhouder kan gemakkelijk zeggen dat die wisselcollecties en die schoolmediatheken geschrapt kunnen worden, een bibliotheek echter kan dat niet zo maar doen. Als het voorstel
1991
N 329
blijft zoals het nu is en als we ervan uitgaan dat de bibliotheek voor deze steunfuncties geld moet vinden in eigen begroting, dan is er in 1991 een tekort van ƒ 19.100,-- en in 1992 een tekort van ƒ 49.100,--. Dat is samen ƒ 68.200,--. Dat opgeteld bij de eerder voorgestelde bezuiniging van ƒ 100.000,-- komen we uit op het aanzienlijke bedrag van ƒ 168.200,--. In dit voorstel is ook sprake van sluiting van de Jol. De Jol is een w ijk met achterstandsproblemen en is vergelijkbaar met wijk 1 noord en de Boswijk. Het is ook een wijk waar veel kinderen wonen. Ondanks het treurige boekenbestand slaagt de bibliotheek in de Jol erin om veel kinderen aan te trekken, kinderen die wellicht van huis uit niet gestimuleerd worden om te lezen en nog te klein zijn om met het fietsje naar het stadhuis te gaan. In andere wijken is er sociale vernieuwing, er worden voorzieningen gecreëerd tot aan bushokjes toe, dure speelvoorzieningen. Groen Links vindt dat in een wijk die net zo goed aandacht verdient, een bibliotheek die juist bezig is met achterstandsbestrijding zeker niet gesloten moet worden. Het lijkt mij noodzakelijk dat de bibliotheek voor de steunfuncties wisselcollecties en schoolmediatheek op de lijst nieuw beleid 1992 wordt gezet. Dan rest er nog een tekort van ƒ 11.000,--. De wethouder heeft gezegd dat de bibliotheek dat geld in eigen begroting zal moeten vinden. In feite is dit nogmaals een bezuiniging op de bibliotheken van ƒ 11.000,--. Dat lijkt mij niet terecht. Hoe zou hier nu dekking voor gevonden moeten worden? Uit de tweede heroverweging nieuw beleid 1991 bleek dat er een bedrag van ƒ 5.000,-- overschoot. W ethouder Stroobach vond dat dit naar de bibliotheek moest. Het college besloot echter dat bedrag maar te reserveren. Het is weliswaar een klein bedrag maar het is toch bijna de helft van het bedrag van ƒ 11.000,--. Groen Links stelt voor dit bedrag alsnog voor de bibliotheek te bestemmen. Als ik de voorstellen op een rijtje zet denk ik dat het vreemd is dat we tot nu toe geen geld hebben overgehad voor boeken maar wel ruim ƒ 400.000,-- beschikbaar hebben gesteld voor automatisering. Er is binnenkort in de bibliotheek electronic mail maar er zijn nauwelijks boeken. We automatiseren in feite een bijna antiquariaat. Dit zegt naar mijn mening iets over de natuurlijke neigingen van de mens. Wij denken dat automatisering ons bij de tijd houdt terwijl juist lezen ons bij de tijd houdt. Reden temeer om bezorgd te zijn over het boekenbestand van de bibliotheek. W ethouder Stroobach: M ijnheer de voorzitter. Na het uitvoerige betoog van mevrouw Bos voel ik de behoefte daar even op in te gaan. De eerste opmerking was dat de begroting niet sluitend zou zijn. In overleg met de bibliotheek zijn we tot dit model gekomen waarbij inderdaad een deel van de tekorten door de bibliotheek zelf in de begroting gevonden moet worden. Maar daarmee is de begroting wel sluitend. Het probleem is echter dat wij er altijd van zijn uitgegaan dat de middelen die waren gereserveerd om tot automatisering te komen - een fonds dat we in de gemeente hadden - ook voldoende waren. Samen met de provincie en het fonds in de gemeente hadden we kostendekkend tot automatisering moeten komen. Toen uiteindelijk offerte werd gevraagd voor een bruikbaar systeem waardoor men ook tot een provinciaal netwerk zou kunnen komen, bleek er een behoorlijk tekort in de exploitatie-opzet en in de eenmalige aanschaffen t.o.v. dat fonds. We hebben toen met de bibliotheek overleg gepleegd om te proberen om zo veel mogelijk binnen de bestaande middelen tot een oplossing te komen. Dat is gelukt in dit voorstel dat een onderhandelingsresultaat is. U hebt gelijk dat er al wat efficiency-voordeel, waarvan nog niet duidelijk is hoe dat zal uitwerken, vooruit is geboekt. M aar we gaan ervan uit dat het zich ongeveer langs deze lijn zal voltrekken. Het is juist dat de schoolmediatheek en de wisselcollecties niet doorgevoerd kunnen worden. Die zullen echter ook bij het nieuwe beleid 1992 worden betrokken en u zult op de gebruikelijke wijze omtrent die besluitvorming worden geïnformeerd.
1991
N 329
Dan nog iets over uw opmerking dat er geen boeken zijn maar dat er wel geautomatiseerd wordt. Het is bekend dat het huidige systeem tamelijk fraudegevoelig is. Wij verwachten - en daar is ook een deel van het efficiencyvoordeel op gebaseerd - dat door het invoeren van een modern automatiseringssysteem het aantal boeken dat nu nog verdwijnt, dusdanig zal verminderen dat er meer boeken beschikbaar komen voor de lezers in Lelystad. Uw opmerking over het sluiten van het filiaal in de Jol heb ik in het besluit niet kunnen terugvinden. M evrouw Bos: M ijnheer de voorzitter. De wethouder spreekt over overleg met de bibliotheek en zegt dat men in onderhandeling is getreden. Ik ben benieuwd wat in dit opzicht de machtspositie van de bibliotheek is. Bij onderhandelingen kunnen beide partijen gewicht in de schaal leggen. Kan de bibliotheek dat ook? Ik kreeg eerder de indruk dat de bibliotheek maar heeft te accepteren wat de gemeente aan bezuinigingen oplegt en ik maak er bezwaar tegen dat voortdurend wordt gesuggereerd, ook in de commissie, dat de bibliotheek het hiermee eens is. Dat is niet waar. Er worden dramatische bedragen op de bibliotheek bezuinigd. U zegt dat die voorstellen op de gebruikelijke wijze voor nieuw beleid zullen worden meegenomen. Ik hoop dat u zich hier sterk voor maakt, dat u ervoor zorgt dat dit ook inderdaad op de lijst terecht komt. Tenslotte over die ƒ 5.000,-- die gereserveerd is voor nieuw beleid. Ik zou graag van het college willen horen of het bereid is dit in de overwegingen mee te nemen. W ethouder Stroobach: M ijnheer de voorzitter. Er zijn wel degelijk onderhandelingen geweest. Maar het is niet aan mij om te beoordelen in hoeverre de partners al dan niet een gelijkwaardige positie ingenomen hebben. M evrouw B o s: Het gaat niet om gelijkwaardigheid, het gaat erom dat iemand gewicht in de schaal kan leggen en tegenwicht kan bieden. W ethouder Stroobach: In onderhandelingen is het gebruikelijk dat er argumenten worden uitgewisseld. Dat is hier ook gebeurd. Ik wil u er op wijzen dat het college heeft gemeend voor 1991 een extra subsidie te moeten beschikbaar stellen van ƒ 62.000,--. Dat is wel degelijk een onderhandelingsresultaat omdat de opzet was om dit te doen binnen de fondsen die waren gereserveerd. Dat dat uiteindelijk net niet kon en dat dit resultaat bereikt is, geeft er voldoende blijk van dat ook het college zich bewust is geweest van een verantwoorde manier van invoeren van een automatiseringssyteem waarbij op de achtergrond heeft meegespeeld het idee "Als het niet kan zoals het moet dan moet het maar zoals het kan". Ik denk dat dit voorstel een uitvloeisel daarvan is. T.a.v. die ƒ 5.000,-- heeft het college een besluit genomen. Die gelden staan nog en het college zal zich te zijner tijd erop bezinnen wat daarmee moet gebeuren. De voorzitter: Mag ik uit het betoog van mevrouw Bos afleiden dat de fractie niet akkoord gaat met het voorstel? M evrouw B os: M ijnheer de voorzitter. We gaan wel akkoord. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgem eester en wethouders besloten.
27.Ontslag directeur van de openbare basisschool "De Tjotter" (stuk nr. 49213) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
28.Herstel brandschade openbare Scholengemeenschap "Lelystad" (stuk nr. 49440) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
29.Advies van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften inzake beroepschrift Adviesburo voor Jongeren (stuk nr. 50527)
1991
N 329
De heer H errebrugh: Mijnheer de voorzitter. Vanuit emancipatorische overwegingen heeft de PvdA-fractie het initiatief voor het projekt "Meidentelefoon" van harte ondersteund. Gebleken is echter dat het aantal telefoontjes onder de noem er "algemeen" in verhouding tot de telefoontjes waarvoor de "Meidentelefoon" was opgezet veel te hoog was. M ijn fractie is het eens met het advies van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften om het bezwaarschrift tegen de subsidieafwijzing ongegrond te verklaren. Wij hechten echter wel belang aan de toezegging dat de gemeente bereid is te proberen of de voorziening in een reguliere organisatie kan worden ondergebracht. Er is een groot aantal vrijwilligsters aan de "Meidentelefoon" verbonden en het zou jam m er zijn als die inzet voor het jongerenwerk verloren zou gaan. W ethouder Bruinewoud: M ijnheer de voorzitter. Ik neem kennis van de opvatting van de PvdA-fractie en kan bevestigen dat we inderdaad datgene wat in de stukken staat, zullen proberen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
30.Verlenen van medewerking voor vervanging van de vloerbedekking van de basisschool "De Wegwijzer" (stuk nr. 49669) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
31.Beschikbaarstelling krediet in verband met invoering functiewaardering (Stuk nr. 49674)
De heer Van M eurs: M ijnheer de voorzitter. Invoering van functiewaardering heeft de laatste jaren de gemoederen in dit huis nogal beziggehouden. We zijn verheugd te kunnen vaststellen dat er nu een systeem is gevonden waar, op een enkel detail na, partijen zich in kunnen vinden. Wij hopen ook dat alles binnen de daarvoor gestelde planning kan worden ingevoerd. Het beschikbaar stellen van het krediet is daartoe de eerste stap. Dit betekent dat de nota personeelsmanagement die een tijd geleden is aangenomen, weer wat verder wordt uitgevoerd. Wij hebben alle lof voor de wijze waarop en de voortvarendheid waarmee dat gebeurt. Dat is niet alleen te danken aan de verantwoordelijke portefeuillehouder maar ook zeker aan de mensen van de betreffende afdeling. W ij stemmen uiteraard in met het voorstel. M evrouw Beumer M ijnheer de voorzitter. Ook wij zijn tevreden dat er nu weer invulling aan een stuk personeelsbeleid gegeven wordt. Vooral wanneer die functiewaardering gecombineerd met beloningsdiffe rentiatie wordt ingevoerd. De nota Functiewaardering is nog niet geheel afgerond. Toch is al wel duidelijk dat objectieve adviezen, van een extern bureau dus, nodig zullen zijn om te komen tot een goede, objectieve invoering van functiewaardering. Daar hebben wij geen bezwaren tegen. Om de geplande invoeringsdatum van 1 januari 1993 te kunnen halen is het belangrijk dat wij nu akkoord gaan en dat doen wij dan ook. Maar we zouden nog wel graag in de commissie met u van gedachten willen wisselen over een aantal punten die nog niet afgerond zijn. De heer Slump: Mijnheer de voorzitter. Wij gaan ook akkoord met deze invoering. Ik was verbaasd dat er geen functiewaardering was. Vandaar dat ik er van harte mee instem dat het nu gaat gebeuren. In het bedrijfsleven is het al jarenlang de gewoonte.
1991
N 329
W ethouder Van Bochove: Mijnheer de voorzitter. Dank voor uw opmerkingen in positieve zin. Ik zal dit zeker overbrengen aan degenen die eraan werken. Ik kan toezeggen dat wij uiteraard opnieuw over de nota zullen spreken in de raad. We moeten het in het georganiseerd overleg nog over twee detailonderwerpen eens worden. Dat betekent ook een nadere invulling van de nota, waarover we de commissie uiteraard zullen informeren. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgem eester en w ethouders besloten.
32.Wijziging vergoedingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer (5e wijziging) (stuk nr. 49673) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
33.Tweede wijziging Medezeggenschapsverordening (stuk nr. 49672) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
34.Vaststelling nieuwe W achtgeldverordening en nieuwe Uitkeringsverordening (stuk nr. 49671) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
35.Wijziging vergoedingsregeling telefoonkosten (stuk nr. 49668) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
36.Verordening ouderschapsverlof (stuk nr. 50528) M evrouw B o s: M ijnheer de voorzitter. Ik heb in de krant gelezen dat meer dan de helft van de mensen van mijn leeftijd geen kinderen wil. De reden daarvan is duidelijk: het is ontzettend moeilijk om werk en kinderen te combineren. Aan de andere kant lijdt de maatschappij hierdoor ook verliezen. De vergrijzing is een probleem, we vragen ons af hoe we straks de grote hoeveelheid oude mensen in leven moeten houden. Er is een maatschappelijk belang mee gediend dat er kinderen geboren worden. Er is ook een maatschappelijk belang mee gediend als ouders hun kinderen zelf willen opvoeden. De maatschappij treft wel voorzieningen door kinderopvang enz. te regelen maar het is voor die kinderen toch heel prettig als ze liefde en aandacht krijgen van hun ouders. Ik zeg dit om te onderstrepen dat ouderschapsverlof geen luxe is. Het hoort erbij. Ik vind dat dit enigszins onderbelicht wordt in de stukken. Daarin staat dat er voor ouderschapsverlof alleen geld komt als het er is. Daarnaast wil ik benadrukken dat ik van mening ben dat de kwestie van het ouderschapsverlof in feite een collectieve kwestie is. Het kost geld, maar dat moeten we gezamenlijk opbrengen omdat we er ook allen bij gebaat zijn dat de maatschappij voortgang kan vinden. In mijn ogen wordt dit collectieve probleem in Lelystad niet op een collectieve manier opgelost. Want het zijn nu vier ouders die een andere regeling krijgen dan anderen. Er wordt afgeweken van de landelijke richtlijn van 75%. Nu kan Lelystad daar niets aan doen omdat er geen middelen beschikbaar zijn. M aar juist omdat het hier gaat om een collectief probleem vinden wij dat de landelijke richtlijnen wel als uitgangspunt moeten dienen. Als de landelijke regelingen hier zouden gelden vanuit het perspectief dat dit een collectief probleem is, stemmen wij graag in met dit voorstel. W ethouder Van Bochove: M ijnheer de voorzitter. N.a.v. het betoog van mevrouw Bos zou ik iets willen opmerken m.b.t. de landelijke richtlijnen en het uitgangspunt van de landelijke richtlijnen. Als zij alle achterliggende stukken goed heeft gelezen, denk ik dat zij precies weet welk uitgangspunt wij hanteren, hoe wij met de landelijke richtlijnen dienen om te gaan en welke afwegingen zijn gemaakt om met een voorstel te komen waarover in het
1991
N 329
georganiseerd overleg nog onderhandeld wordt. Ik ga verder niet op haar betoog in om mijn eigen onderhandelingspositie in dezen niet te schaden. M evrouw B os: Wat uw uitgangspunt is, is mij uit de stukken niet duidelijk geworden. W ethouder Van Bochove: Ik zou u willen aanraden ze nog eens goed te lezen. Er staat heel nadrukkelijk in hoe het gemeentebestuur van Lelystad in algemene zin de regeling zoals die in de LOGA overeengekomen is, probeert inhoud te geven. Dat is het uitgangspunt. M aar daar gaat de discussie verder niet over. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
37.Wijziging van de Verordening sociale zekerheid (stuk nr. 49488) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
38.Wijzigingen begrotingen 1991 (stuk nr. 49825) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Hierna sluit de voorzitter de vergadering om 21.20 uur.
Vastgesteld op 10 oktober 1991
De secretaris,
De raad van de gemeente Lelystad,
Aanhangsel notulen openbare vergadering gemeenteraad
Verslag van het gesprek met personen op de publieke tribune na afloop van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 11 september 1991 in het Stadhuis te Lelystad.
Aangezien geen der aanwezigen op de publieke tribune het woord wenst te voeren, sluit de voorzitter om 21.21 uur de bijeenkomst.De raad van de gemeente Lelystad,