1992
N 60
NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 14 mei 1992 te 20.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:de heer J.P.A. Gruijters,burgemeester/voorzitter; mevrouw G.M.C. Jonkman-Jansen (PvdA), de heren R.D. van der Mark (PvdA), B.J. van Bochove (CDA), K.H. Bruinewoud (VVD) en T. Stroobach (D66), wethouders; mevrouw R.H.A. Beumer-van Haeften (VVD), de heer J. Bierma (VVD), de dames J.S. Binnerts-de Jonge (VVD), J.A. Bos (Gr.Links), A. Dil (PvdA) en J.P.R. de Haan (D66), de heren W. Herrebrugh (PvdA), G.J. Hietland (CDA), W. Hijmissen (CDA), J.R. Huisman (PvdA), H. Kiviet (D66), J.F. Lensen (Gr.Links), J.D. Lokhorst (VVD), mevrouw E. van Luijk (PvdA), J.P. Mattie (VVD) en A. van Meurs (PvdA), de dames J.T. Ovinge-Koers (CDA) en W.A. Raar (PvdA), de heren K.B.P. Slump (GPV/RPF), R. Spriensma (CDA) en M.G. Verlaan (Gr.Links) en de dames T. Weide-Bonsma (D66) en L. van W ingerden-Visser (D66) en de heer T.J. van der Zwan (PvdA), leden van de raad; alsmede de heer J.M. Lindhout, secretaris. Afwezig zijn:mevrouw H. Blom-Postma (D66) en de heer J.A. Klein Swormink (CDA), leden van de raad.
1.Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Blom en de heer Klein Swormink.
2.Notulen van de op 9 april 1992 gehouden openbare vergadering De voorzitter: W at de notulen van 9 april betreft is het verzoek binnen gekomen om een correctie aan te brengen op bladzijde N 59. Daar intervenieert op eenderde van de pagina de voorzitter met "Ik wil het beperken tot de vraag enz." en dan moet volgen mevrouw Blom: "De afspraak is gemaakt dat dit onderwerp in de aprilvergadering van de commissie zal worden behandeld". En vervolgens mevrouw Ovinge: "Die afspraak is inderdaad gemaakt". Dan zijn volgens de beide dames de notulen compleet. Met deze wijzigingen worden de notulen vastgesteld. 3.Ingekomen stukken (stuk nr. 46795)
1992
N 60
-
1 Voor kennisgeving aangenomen. 2In handen gesteld van het college ter afdoening. 3Voor kennisgeving aangenomen. 4Voor kennisgeving aangenomen. 5In handen gesteld van het college ter afdoening. 6In handen gesteld van genoemde commissie. 7Mevrouw Binnerts: Mijnheer de voorzitter. Er is een brief van mevrouw Touber die klaagt over geluidsoverlast door crossactiviteiten op de Houtribhoogte. U stelt voor om de commissie te informeren over de afhandeling. Ik zou graag de brief behandeld willen zien in de commissie waar hijthuishoort en dat zou best algemene zaken kunnen zijn. Ik zou graag alsvoorbehandeling eerdere correspondentie met de gemeente over die geluidsoverlast ter inzage willen hebben en een overzicht van maatregelen die misschien eerder al getroffen zijn om die geluidsoverlast te voorkomen. De voorzitter: Behandeling vindt plaats in de commissie voor openbare werken en u wordt geïnformeerd. W ethouder Van der M ark: Het heeft onze volle aandacht in die zin dat we maatregelen voorbereiden om daar daadwerkelijk wat aan te doen. Er zijn een aantal participanten bij betrokken. Het kan prima aan de orde komen in de genoemde commissie. M evrouw Binnerts: M ijnheer de voorzitter. Het gaat er mij om dat mevrouw Touber schrijft dat er al een reeks van jaren klachten zijn geweest en daarover ook met onder andere de gemeente is gecorrespondeerd. Die correspondentie zou ik graag zien met de antwoorden daarbij. W ethouder Van der M ark: Dat is ons niet bekend. Als dat er is bereikt die u. - 8In handen gesteld van het college ter afdoening. - 9 In handen gesteld van het college ter afdoening. - 10 In handen gesteld van het college ter afdoening. - 11Voor kennisgeving aangenomen. - 12Voor kennisgeving aangenomen. - 13In handen gesteld van het college voor het uitbrengen van een raadsvoorstel. - 14In handen gesteld van het college ter afdoening. - 15Voor kennisgeving aangenomen. - 16Voor kennisgeving aangenomen. - 17In handen gesteld van het college voor het uitbrengen van een raadsvoorstel. - 18In handen gesteld van het college voor het uitbrengen van een raadsvoorstel. - 19 In handen gesteld van het college voor het uitbrengen van een raadsvoorstel. - 20 In handen gesteld van het college voor het uitbrengen van een raadsvoorstel.
4.Mededelingen (stuk 46796) De mededelingen worden zonder beraadslaging voor kennisgeving aangenomen.
4a.M ondelinge vragen naar aanleiding van het artikel in het stadsbulletin over de zwembadkwestie door de fractie Groen Links De voorzitter: De heer Verlaan heeft verzocht mondeling vragen te mogen stellen. Die vragen zijn op papier ingediend. Die heeft een ieder. Ik geef hem dispensatie van voorlezing daarvan. De heer Verlaan: M ijnheer de voorzitter. Bedankt voor de mogelijkheid tot dispensatie. Ik stel het op prijs er geen gebruik van te maken. Ik wil graag de vragen voorlezen. 1.In uw antwoord op de stelling "het nieuwe zwembad aan de kust is te ver weg" bedient u zich van vage omschrijvingen als "voor een deel van de bewoners zal het verder weg zijn" en "voor anderen maakt het niet uit of komt het dichter bij".
1992
N 60
Wij vragen u om een schatting van: a.Het percentage inwoners voor wie het nieuwe zwembad verder w eg zal zijn dan het voor deze mensen dichtstbijzijnde huidige overdekte zwembad. b.Het percentage inwoners voor wie het nieuwe zwembad dichter bij zal zijn dan het voor deze mensen dichtstbijzijnde huidige overdekte zwembad. c.Het percentage inwoners voor wie de oude of de nieuwe situatie niets uit maakt. 2.In het antwoord op de tweede vraag over het gebruik van de auto spreekt u van een veilige fietsverbinding. a.Wat bedoelt u concreet met een veilige fietsverbinding? b.Kunt u elders in Lelystad voorbeelden noemen van deze zogenaamde veilige fietsverbindingen? 3.Uw antwoord op de vraag of het gebruik van de auto wordt bevorderd beantwoordt u niet rechtstreeks. Wel stelt u dat het vast staat dat "desondanks vele bezoekers van het nieuwe bad met de auto zullen komen". a.Kunnen wij daaruit concluderen dat het antwoord op de vraag "het gebruik van de auto wordt bevorderd, mede omdat er geen openbaar vervoer naar het nieuwe bad is" met "ja" dient te worden beantwoord? b.Hoe heeft u bij de beoordeling van de plannen rekening gehouden met het door u geformuleerde beleidsuitgangspunt dat fietsverkeer en openbaar vervoer moet worden bevorderd? 4.Eveneens in de tweede vraag stelt u: "Het gemeentebestuur zorgt dat de bezoeker wat te kiezen heeft: openbaar vervoer, (brom)fiets of auto". Deze zin impliceert dat u een busverbinding garandeert, anders valt er namelijk niet te kiezen tussen openbaar vervoer en andere middelen van vervoer. a.Wilt u deze garantie hard maken en wat is de frequentie van de buslijn? b.Kan deze buslijn gerealiseerd worden zonder dat andere lijnen specifiek hierdoor worden aangetast. c.Acht u realisering van het zwembad in de kuststrook noord mede afhankelijk van de realisering van de busverbinding? 5.Uw beantwoording van de vraag "zwemmen wordt bij de realisering van de nieuwe plannen te duur, zeker voor mensen op of rond het minimum" begint u met te verwijzen naar het zogenaamde doelgroepzwemmen. а.Horen mensen op of rond het minimum tot de doelgroepen, hetgeen gesuggereerd wordt door uw wijze van formuleren. б.In uw antwoord op dezelfde vraag (over of zwemmen te duur wordt voor de minima) stelt u "de entreeprijs van ƒ 4,50 nu voor recreatiezwemmen mag niet zonder meer worden vergeleken m et de entreeprijs van het nieuwe recreatiebad die twee tot drie gulden hoger uitkomt. Als mensen deze entreeprijzen tegen elkaar willen afwegen dan mag deze afweging naar de mening van het college niet doorslaggevend zijn bij het beoordelen van de plannen". U stelt ook dat het doelgroepzwemmen niet duurder wordt. a.Op welke wijze hebt u bij de beoordeling van de plannen voor wat betreft het recreatiezwemmen rekening gehouden met de positie van mensen op of rond het minimum? b.M oet over het tarief voor het gerenoveerde sportcentrum BTW betaald worden? Zo ja, wordt het tarief dan niet hoger dan ƒ 4,50? 7.In uw antwoord op de vraag of er voor eenvoudig baantjeszwemmen straks geen plaats is in Lelystad zegt u dat het mogelijk blijft voor "vroege vogels" en lunchzwemmers" om 's ochtends vroeg en tussen de middag hun baantje te trekken. a.Blijft dit in dezelfde mate - gedurende dezelfde tijden en dagen - mogelijk als nu in de twee zwembaden? 8.Aan het einde van het artikel maakt u duidelijk dat het nog niet zeker is dat de plannen doorgaan. U eindigt het artikel met de zin: "De keus is of de benodigde onderhoudsinvesteringen aan de bestaande baden plegen met als gevolg aanzienlijk hogere toegangsprijzen voor niet optimale zwemvoorzieningen of een alternatieve oplossing zoeken". a.Is het college van mening dat er voldoende alternatieven onderzocht zijn om de keuze voor kuststrook noord nu al verantwoord te kunnen maken? 9.In de zwembadplannen wordt uitgegaan van een investering van ongeveer 17,5 miljoen, waarvan 9,3 miljoen voor het kuststrook noord zwemparadijs. In theorie kan dit zwemparadijs naast de Schoener gezet worden of er eventueel aan vastgebouwd worden. De Schoener zelf heeft voor onderhoud en uitbreiding met een revalidatiebassin ruim 2,5 miljoen (afhankelijk van de berekeningsmethodiek) aan investering nodig. Voor onderhoud plus uitbreiding samen zou er dus een investering van ongeveer 12 miljoen (9,3 + 2,5 = 11,8) nodig zijn om een Schoener-zwemparadijs te realiseren. Dit is 5,5 miljoen goedkoper dan het huidige plan. Jaarlijks zou dit zwemparadijs in de stad zelf ongeveer 0,6 miljoen minder kosten dan het huidige plan. Een bijdrage van 0,35 miljoen van het bungalowpark valt weg, maar uiteindelijk zouden we goedkoper uitkomen. a.Zijn de feitelijke gegevens in deze redenering juist? b.Waarom laat het college alternatieven liggen die wellicht of goedkoper zijn of minder risico voor de gemeente betekenen of lagere entreeprijzen tot gevolg hebben? Vindt u het verantwoord dat u dit laat liggen?
1992
N 60
c.Bent u met ons van mening dat er pas echt duidelijkheid is over alle consequenties van de kuststrook noord keuze als alle kansrijke en financieel haalbare alternatieven onderzocht zijn. d.Is het college van mening dat alleen een keuze voor een kuststrook noord zwembad kwaliteitsverbetering van de zwemvoorzieningen mogelijk (financieel haalbaar) maakt? 10.Dan de laatste vraag: "Luistert de politiek wel naar de wensen van de kiezers?" U antwoordt dat de bewoners pas kunnen inspreken op de plannen als het huidige plan gedetailleerd op papier staat. Op dit moment leven er onder bevolking veel bezwaren tegen de plannen. Deze betreffen niet de gedetailleerde uitwerking van het plan, maar de hoofdlijnen van het plan. a.Waarom kunnen de kiezers niet nu al hun mening geven zodat indien de argumenten van de kiezers daar aanleiding toe geven - een alternatief plan uitgewerkt kan worden. W ethouder Bruinewoud: M ijnheer de voorzitter. Namens het college kan ik ten aanzien van vraag 1 antwoorden: Hierover zal u nog nader worden geïnformeerd. Het is niet m ogelijk u hiervan nu een betrouwbare schatting te geven. Voor vraag 2a luidt het antwoord: Onder een veilige fietsverbinding wordt in dit verband verstaan: -een kruisingvrije verbinding; -de fietsroute is zoveel mogelijk gestrekt (in een rechte lijn en overzichtelijk); -de fietsroute wordt voorzien van goede openbare verlichting; -de fietsroute zal niet in de beplanting worden weggewerkt (ook hier is overzichtelijkheid geboden). Ten aanzien van vraag 2b luidt het antwoord: Nee, iedere situatie is uniek. U weet echter dat op basis van een onderzoek naar "veilige" fietspaden een plan ontwikkeld is om op grond van het gestelde onder 2a de huidige fietspaden in Lelystad aan te passen. Ten aanzien van vraag 3 a luidt het antwoord: Nee, want het college heeft de inspanningsverplichting op zich genomen om een goede openbaar vervoer verbinding te realiseren. Ten aanzien van vraag 3b: Ja, want in de plannen is zowel voor de fietsers als voor het openbaar vervoer rekening gehouden met een goede ontsluiting. Ten aanzien van vraag 4a geldt hetzelfde antwoord als gegeven onder vraag 3a. Vraag 4b: Hiervoor is nader onderzoek noodzakelijk. Vraag 4c: Nee, maar het college hecht wel grote waarde aan een goede openbaar vervoer voorziening. Onder vraag 5 luidt het antwoord: Nee. Ten aanzien van vraag 6a kan ik namens het college antwoorden dat uit landelijk onderzoek is gebleken dat mensen, waaronder ook minima, bereid zijn om voor een goed produkt een dergelijke prijs te betalen. Elders in den lande waar dergelijke voorzieningen zijn gerealiseerd wordt dit ook aangetoond. Ten aanzien van vraag 6b: In de plannen wordt hiervan uitgegaan (zie blz. 50 van het rapport en blz. 2 van de notitie van 3 maart 1992). In de plannen wordt uitgegaan van een gemiddeld tarief van ƒ 4,-- (exclusief BTW). Over de toegangsprijzen van zwembaden wordt 6% BTW geheven. Dit wordt dan ƒ 4,24. Ten aanzien van de vragen onder 7 en 8 luidt het antwoord: Ja. Ten aanzien van de vraag onder 9a luidt het antwoord: Nee. Zowel cijfermatig als qua redenering niet, want de kosten van onderhoud en uitbreiding zwembad Schoener met een revalidatiebassin is geen 2,5 miljoen maar 3,2 miljoen, waardoor de investering 12,5 miljoen wordt. Qua redenering niet omdat Groen Links alleen uitgaat van de te plegen investering en die zou inderdaad minder hoog zijn, maar belangrijker is om te kijken naar de exploitatieuitkomsten. Indien hiermee rekening wordt gehouden wordt het totaal tekort op de zwembaden in de opzet van Groen Links, 1,7 miljoen (excl. Houtrib). In de huidige plannen van het college is dit tekort 1,5 miljoen. Vraag 9c: Alle belangen afwegende (economische, financiële e.d.) is het college tot deze keuze gekomen. Onder vraag 9c kan ik zeggen dat het college van mening is dat deze duidelijkheid er thans is. Vraag 9d: Een vergelijkbare verbetering van het voorzieningenniveau is zonder de mogelijkheid van kuststrook noord te benutten, niet haalbaar. Ten aanzien van vraag 10 kan ik namens het college antwoorden: Het is niet zinvol nu reeds tot inspraak te komen, aangezien nog geen volledige zekerheid bestaat over de realisatie van de plannen ten aanzien van kuststrook noord. Zodra deze ontstaat zal er een aantal voorlichtingsavonden voor de bevolking worden georganiseerd. Gemaakte opmerkingen kunnen dan wellicht meegenomen worden in de gedetailleerde uitwerking van de plannen. De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. Voor vraag 1 moet onderzoek gedaan worden. Dat vind ik jammer. Mijn eerste schatting kwam uit dat voor ongeveer 1% van de bevolking van Lelystad het nieuwe zwembad dichterbij
1992
N 60
is, voor 4% maakt het ongeveer niets uit en voor 95% is het verder weg. Volgens mij zit ik er niet ver naast. Die verhouding zal wel ongeveer kloppen. W at betreft de vraag of het openbaar vervoer en het fietsverkeer bevorderd moet worden stelt u dat u met dit beleid het openbaar en fietsverkeer bevorderd. De situering van het zwembad stelt u niet ter discussie. Met andere woorden bij de situering van het zwembad wordt geen rekening gehouden met de uitgangspunten van openbaar vervoer en fietsverkeer, maar alleen met kuststrook noord. W ant anders had het dichterbij gesitueerd moeten worden. W at betreft vraag 4b of een buslijn gerealiseerd kan worden zonder dat andere lijnen aangetast worden zegt u dat nader onderzoek nodig is. Wij wachten dat onderzoek af. Wij zijn er bevreesd voor dat dit inderdaad het geval zal zijn. Dat kunnen wij ook niet zo snel boven tafel krijgen, daar is meer voor nodig. Wat betreft de BTW die betaald moet worden (vraag 6b) over het gerenoveerde sportcentrum gaat u uit van 6%. Ik dacht dat uitgegaan moest worden van het hoge BTW-tarief: 18,5%. Ik geef toe dat ik niet een specialist ben met betrekking tot BTW. Ik laat mij in deze graag adviseren over wat het te hanteren BTW -tarief is. U bent van mening (vraag 8a) dat er voldoende alternatieven zijn onderzocht, ik ben van mening dat dat absoluut niet het geval is. U hebt uw antwoord niet onderbouwd, want de alternatieven die met name door ons naar voren zijn gebracht zijn niet onderzocht onder het argument dat er geen meerderheid zou zijn om dit te onderzoeken. De alternatieven zijn er dus wel, er is alleen geen bereidheid om ze te onderzoeken. W at betreft vraag 9a stelt u dat de gegevens onjuist zijn. Over die 2,5 miljoen valt te discussiëren maar sec is dat investeringsbedrag van 3,2 miljoen correct. Alleen wordt die 3,2 miljoen niet in een jaar geïnvesteerd. Als dat teruggerekend wordt naar een investering bij de bouw van een nieuw zwembad dan is het volgens financiële specialisten geen 3,2 miljoen meer maar veel lager en daar komt dat bedrag van 2,5 miljoen vandaan. Dat zal, zoals ik al gezegd heb, afhankelijk zijn van de gevolgde berekeningsmethodiek. U stelt ook dat de alternatieven volgens deze cijfers duurder zouden zijn dan uw eigen plannen. U weet dan meer dan ik, want ik heb dat tot nu toe niet kunnen beredeneren. De combinatie van functies die mogelijk is bij de Schoener zou een aardige besparing kunnen opleveren. Dan moeten deze functies wel niet naast elkaar gebouwd worden maar tot een gebouw gemaakt worden. Bij vraag 9d - dat is belangrijk om te constateren - acht u het niet haalbaar om kwaliteitsverbetering van zwemmen in Lelystad te realiseren op een andere plek dan in kuststrook noord. Die bewering - evenals bij vraag 9a - is in mijn ogen volstrekt onjuist. Ik wil graag dat die bewering nader en uitgebreider bewezen wordt. Ik was niet overtuigd van het simpele antwoord: nee niet haalbaar. U zegt bij vraag 10 dat kiezers recht hebben op inspraak. Natuurlijk is dat zo. Maar als er al zoveel commotie is omtrent de zwembaden vind ik het niet meer dan logisch dat er in een vroeg stadium geluisterd wordt naar de reacties van de bevolking om daarop te kunnen anticiperen en niet gewoon doen alsof er niets aan de hand is en doorgaan met het uitwerken van het door het college gekozen plannen. W ethouder Bruinewoud: M ijnheer de voorzitter. Ik heb geen nieuwe vragen gehoord. Ik heb daarom weinig op te merken behalve dan te constateren dat op onderdelen van vragen de antwoorden niet geloofd worden of dat er een blijvend verschil van mening is ontstaan, wat er overigens al was. Met de beantwoording van tw eeënhalf uur commissie, twee artikelen in het stadsbulletin en een beantwoording van deze vragen denk ik dat de heer Verlaan ruimschoots aan zijn trekken is gekomen. De heer Verlaan: Mijn bezwaar is dat u de antwoorden niet heeft onderbouwd.
5.Onderzoek geloofsbrief P.G.M. van de Ven (stuk nr. 46717) De voorzitter: Daartoe is een commissie nodig. Ik benoem daarin mevrouw Beumer-van Haeften en de heren Kiviet en Spriensma. Het is de bedoeling dat de commissie zich even terugtrekt. M evrouw Beumer: M ijnheer de voorzitter. De commissie heeft de stukken onderzocht en de commissie adviseert de raad de heer Van de Ven toe te laten tot deze raad. De raad besluit, zonder hoofdelijke stemming, tot toelating.
6.Benoeming gemeentesecretaris (stuk nr. 45814)
1992
N 60
De voorzitter: Ik verzoek de dames Van Wingerden en Binnerts, samen met de secretaris het stembureau te willen vormen, zowel voor dit agendapunt, als voor agendapunt 7. M evrouw Binnerts: Mijnheer de voorzitter. Er zijn 28 stemmen uitgebracht op de heer mr. H.J. Bolding. De voorzitter: Mijn gelukswensen in de richting van de heer Bolding. Hij zal naar het zich laat aanzien een deel van zijn ambtstermijn samen met mij moeten vervullen dus ook mijn medeleven gaat naar hem uit. De heer Hietland: M ijnheer de voorzitter. Ofschoon de benoeming van de heer Bolding 1 november aanstaande ingaat en wij 29 oktober aanstaande allereerst afscheid gaan nemen van onze huidige gemeentesecretaris de heer Lindhout wil ik toch graag namens de raad de heer Bolding hartelijk gelukwensen met zijn benoeming als gemeentesecretaris. De heer Bolding heeft zich al gedurende vele jaren ingezet voor de gemeente Lelystad en dat heeft vertrouwen gegeven. Als raadsleden rekenen wij erop dat er een goede samenwerking zal ontstaan met de raad, met het college van burgemeester en wethouders en het ambtelijk apparaat om samen verder te werken aan de ontwikkeling van Lelystad. Wij zien dit positief tegemoet en wensen hem dan ook veel sterkte toe in zijn nieuwe functie. De voorzitter: In de raadsvergadering van oktober zal de heer Bolding worden beëdigd.
7.Voordracht voorzitter adviescommissie beoordeling politieoptreden (stuk nr. 45982) M evrouw Binnerts: Er zijn 28 stemmen uitgebracht op de heer mr. J.P. Tuin te Kampen. De voorzitter: De heer Tuin is in deze functie benoemd. We zijn dankbaar voor zijn bereidheid om de functie te aanvaarden.
8.Brief van de fractievoorzitters d.d. 11 maart 1992 inzake versterking positie gemeenteraad (stuk nr. 45228) De heer Huisman: Mijnheer de voorzitter. Allereerst wil ik u melden dat ik vanavond spreek namens alle fracties in deze raad. Eind 1991, begin 1992 hebben de fractievoorzitters zich in werkgroepverband samen met de zojuist per 1 november benoemde gemeentesecretaris de heer Bolding gebogen over de vraag op welke wijze de positie van de gemeenteraad kan worden versterkt opdat de taak als hoogste bestuursorgaan van de gemeente beter dan tot nu toe uit de verf kan komen. Na rijp beraad is besloten het nu voorliggende stuk te presenteren. De voorstellen die worden gedaan zijn er mede op gericht de kwaliteit van het bestuur te verbeteren, de herkenbaarheid voor burgers en instellingen te vergroten en door middel van een aangepaste werkwijze rond met name de beleidsvoorbereiding in de commissie van advies en bijstand meer ruimte te bieden voor eenieder om de raad te volgen en waar mogelijk beïnvloeding te doen plaatsvinden. Buiten de commissies en de raad zal iedere fractie op hun eigen wijze inhoud eraan geven. De fractievoorzitters hebben zich voor wat betreft het werken in commis sies en raad gevonden in de voorstellen die in de notitie staan verwoord. De voorstellen stroken met het werkprogramma van het college. Ze geven inhoud aan de voornemens die op het punt van de versterking van de positie van de gemeenteraad en het beter betrekken van burgers bij het bestuur staan verwoord. Het is dan ook in geen geval een exclusieve taak of zaak van fractievoorzitters om op deze terreinen ideeën te ontwikkelen. Ook de wethouders en de voorzitter van het college van burgemeester en wethouders, ook in zijn hoedanigheid als voorzitter van deze raad, dienen belang te stellen in de wijze waarop de positie van de gemeenteraad in het spel der krachten tot uitdrukking zal komen. Een herbezinning gaat ons dus allen aan. Fractievoorzitters en hun fracties leveren door middel van deze notitie dus geen decreten af, maar geven aan hoe in eerste aanleg naar hun mening de zaken beter geregeld zouden kunnen worden. Het college heeft, mede namens u voorzitter, medegedeeld te zullen streven naar loyale uitvoering van deze voorstellen. Wij achten dat een stap in de goede richting. Om de versterking van de positie van de raad te doen slagen, mede gelet op het feit dat de voorstellen nogal in elkaar grijpen en de nodige samenhang vertonen, achten de fracties het noodzakelijk dat het college aan haar streven naar loyale uitvoering meer inhoud geeft. In dit verband hebben de fractievoorzitters afgesproken, naar aanleiding van de voorstellen die het functioneren van collegeleden, commissies en het ambtelijk apparaat
1992
N 60
aangaat, van het college te verlangen dat een invoeringsnota wordt samengesteld die uiterlijk in september van dit jaar met de raad wordt besproken. De voorzitter: Ik meen dat de interventie van de heer Huisman het karakter heeft van een mededeling, waarop het antwoord kort kan zijn. Indien men een nota verlangt, kan dat, indien men bereid is om te aanvaarden dat een zeer kort stuk nota kan heten. De heer Huisman: M ijnheer de voorzitter. Met dat laatste wil ik niet op voorhand instemmen. Ik denk dat de nota best in goed overleg kan worden samengesteld, juist op een wijze zoals in de notitie is aangegeven. We kunnen de ingrediënten en de uitgangspunten best met elkaar bespreken, als dat kort kan zijn dan is dat prima, moet het een iets langere nota worden dan is dat ook goed. De voorzitter: Ik voel mij wel in staat om de nota bij wijze van antwoord kort te dicteren. De heer Huisman: Daar bestaat geen behoefte aan, voorzitter. De voorzitter: Hij zou uit drie hele korte punten kunnen bestaan, namelijk een korte reactie en een bevestiging van drie relevante punten uit de nota. U hebt er geen behoefte aan, dan zie ik er verder vanaf. In dit verband kan een interventie met betrekking tot mondelinge vragen, die ik aan dit punt wilde vastknopen, hieruit bestaan dat wanneer ter bevestiging van het primaat van de raad (zo heb ik de nota begrepen) de raad van het college terecht - het college heeft dat toegezegd - een loyale uitvoering mag verwachten van de drie bescheiden punten in de nota vervat, dat dan het college en met name ook de voorzitter (die u apart opvoert) van de raad een loyale toepassing van zijn bevoegdheden mag verwachten. Dan zou ik willen aantekenen dat wat vanavond plaatsvond en m isschien diende - althans in de fantasie van sommigen - ter verlevendiging van de discussies in deze raad naar mijn oordeel een deloyale toepassing is van het betrokken artikel in het reglement en bepaald geen verlevendiging van de raad. De heer Verlaan: M ijnheer de voorzitter. Met verlevendiging hadden mijn vragen niets te maken. De voorzitter: Dat mijnheer Verlaan was ons duidelijk. De heer Huisman: Als het om de invoeringsnota gaat heb ik duidelijk aangegeven dat het gaat om het functioneren van het college, de commissies en het ambtelijk apparaat en wat vanavond is gebeurd was een bestaand recht en dat mag u gerust uitsluiten bij de invoeringsnota. De voorzitter: We zijn het daar dan in ieder geval over eens. Ik zeg u de nota toe die ik heden ook had kunnen produceren. Hiermee wordt de beraadslaging gesloten.
9.Vaststelling nieuwe Uitkerings- en pensioenverordening wethouders gemeente Lelystad (stuk nr. 45116) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
10.Instelling samenlevingsregister (stuk nr. 44660) De heer Hietland: Mijnheer de voorzitter. De CDA-fractie heeft in de commissie algemene zaken al aangegeven dat zij met dit pre-advies niet kan instemmen. De argumenten hierbij zijn: het familierecht dient niet op lokaal niveau geregeld te worden. Dit is bij uitstek landelijk beleid. Landelijk wordt er ook aan gewerkt. Het rapport van de commissie is inmiddels aangeboden aan de minister. Hieruit blijkt wel dat er nogal wat haken en ogen aan zitten om de diverse samenlevingsvormen te regelen. Dit samenlevingsregister heeft een symboolfunctie. Het heeft geen juridische basis. Wanneer mensen hiervan gebruik maken dienen zij te zijner tijd terug te komen om hun samenleving wel goed te regelen. Dit is moeilijk uit te leggen aan de burgers. Verder staat in het pre-advies dat op deze wijze duidelijk gemaakt kan worden dat het gemeentelijk beleid voor wat betreft de registratie van samenlevingsvormen erp gericht is om geen onderscheid te maken tussen verschillende samenlevingsvormen. Hiermee kan de CDA-fractie niet uit de voeten. De CDA-fractie sluit zich dan liever aan bij het advies van de
1992
N 60
commissie Kortman. Zij stelt voor om naast het huwelijk een zogenaamde zware registratie en een lichte registratie in te voeren. Onderscheid zien wij ook tussen de verschillende samenlevingsvormen, met name ten aanzien van de ouderlijke macht over kinderen, adoptie en de regeling van de geslachtsnaam. De CDA-fractie kan niet instemmen met dit voorstel. De heer Slump: M ijnheer de voorzitter. Ook wij hebben in de commissie algemene zaken aangegeven niet in te kunnen stemmen met dit voorstel. Dat hebben wij ook al gedaan toen de motie van de PvdA aan de orde kwam. Wij hebben daar behalve praktische bezwaren (een regeling zonder wettelijke basis en geen werking naar derden) ook nog principiële bezwaren tegen. Wij zien het huwelijk als een goddelijke instelling die de overheid heeft te erkennen en die een ander karakter heeft dan alle andere samenlevingsvormen. Wij zien het huwelijk als een onverbreekbare levensband tussen een man en een vrouw. De overheid zal dat moeten blijven waarderen zoals zij dat op dit moment doet. Deze vorm van registratie lijkt een soort pseudo huwelijk te worden. Dit blijkt ook uit het feit dat in de tariefstelling een grote overeenkomst is met een trouwerij hier in Lelystad (agendapunt 25 legesverordening). Bovendien heb ik in het achterliggende stuk gelezen dat er ook trouwambtenaren bij betrokken kunnen worden. Wij zouden liever zien dat de gemeente - de CDA-fractie gaf dat ook al aan - het regeringsstandpunt over de commissie Kortman afwacht. De minister heeft toegezegd voor de zomervakantie met een standpunt van de regering te komen. Het lijkt ons beter om de wettelijke regels af te wachten. Als we nu tijdelijk een register gaan invoeren dat over een paar jaar veranderd moet worden omdat de wetgeving anders is, zijn we op een heilloze weg bezig. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met de aantekening dat de aanwezige leden van de CDA-fractie en de heer Slump (GPV/RPF), geacht worden tegen dit voorstel te hebben gestemd.
11.Terreinafwerking Griend (stuk nr. 43651) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
12.Vaststelling van de nota omslagwerken, alsmede vaststelling van de omslagkosten voor 1992 en volgende jaren (stuk nr. 44849) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
13.Onttrekking aan openbaar verkeer (fiets)paden sportpark Doggersbank (stuk nr. 45884) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
14.W ijziging voorrang op rotondes; 2e fase groot onderhoud Larserdreef (stuk nr. 45716) De heer Slump: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn voorstander van het wijzigen van de voorrang op de rotondes. Wij hebben ook geen bezwaar tegen het groot onderhoud op de Larserdreef. Wat wel opvalt is dat in het p re advies staat dat er een uitgewerkt plan aan ons voorgelegd wordt, terwijl in de commis sievergadering is afgesproken dat er nog op dit plan gestudeerd zou worden, namelijk op dat stuk over de beide rotondes. Ik citeer het verslag van de commissie: "De voorzitter zegt voor de eerstvolgende commissie een notitie toe waarin de verkeerstechnische alsmede de financiële voor- en nadelen zullen zijn aangegeven voor het terugbrengen naar een rijstrook van het tussen de twee rotondes gelegen gedeelte van de Larserdreef". Dit heb ik niet in de achterliggende stukken voor deze raadsvergadering kunnen terugvinden. Het lijkt me daarom niet juist om hier te stellen dat hier een uitgewerkt plan ligt. Desalniettemin willen wel wij instemmen met de kredietaanvraag want als er een alternatief plan komt wat doorgang moet vinden, zal dat ook geld kosten.
1992
N 60
De heer Verlaan: Wij zijn het eens met de genomen verkeersbesluiten en het beschikbaar stellen van onderhoudskredieten. Er moet een verkeersbesluit genomen worden met betrekking tot de wijziging van de voorrang op de rotondes. Het lijkt ons formeel een nettere procedure om te wachten m et het aanpassen van de rotondes tot de besluiten genomen zijn en de beroepstermijn verstreken is. W ethouder Van der M ark: Mijnheer de voorzitter. De heer Slump merkt terecht op dat er in de commissievergadering enige vragen zijn gesteld met betrekking tot het stuk weg tussen de twee rotondes. Ik heb toen gezegd dat nader te bekijken. Wij zullen u nader informeren, in ieder geval voor de volgende commissievergadering. Dit is een raadsvergadering, dat betekent dat daarmee het voorstel zoals het lag in de commissievergadering ongehinderd doorgang kan vinden. Het ligt ongeschonden voor u zoals het in de commissie behandeld is. Dit sluit een nadere beschouwing over de aanpassing van het stukje weg niet uit. Dat kan op zichzelf staan zonder dat het dit voorstel in de weg staat. Wat betreft de heer Verlaan: alle procedures die er zijn, zeker de wettelijke worden afgewerkt. Wij proberen ons te houden aan de reglementen en wettelijke bepalingen. De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. Dat begrijp ik. Het kan zijn dat reconstructie begint voordat de procedure afgelopen is en mijn verzoek was juist om eerst de verkeersprocedure af te ronden en dan pas daadwerkelijk te beginnen met de reconstructie en het groot onderhoud. Hetzelfde geldt bij punt 19, waar u wel in het collegebesluit aangeeft dat de verkeersbesluiten genomen moeten worden. Zorg dat ze in de tijd goed na elkaar uitgevoerd worden zodat er geen problem en ontstaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
15.Definitieve verharding Havenweg (stuk nr. 45039) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 16.Vervanging interactief grafisch werkstation vastgoedinformatie (stuk nr. 45926) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
17.Herstraten ontsluitingsweg Schoener (stuk nr. 45038) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
18.Uitbreiding kantoortje ten behoeve van beheerder van de stortplaats aan de Zeeasterweg te Lelystad (stuk nr. 45925) De voorzitter: De wethouder wil hierop een toelichting geven. W ethouder Van der M ark: Mijnheer de voorzitter. Ogenschijnlijk een simpel voorstel, er sluimert echter enige treurigheid onder de oppervlakte. In de commissie werd het al geconstateerd: het gebouwtje stond er al voordat de raad zijn visie en goedkeuring hechtte aan het krediet. Het is echter nog erger. Er is geen bouwvergunning en het staat niet op de plaats waar het op de tekening staat aangegeven. In de commissie heb ik u een notitie toegezegd. Die is er niet. Er zijn maatregelen genomen in de personele sfeer. Ik kom daar op terug in de besloten commissievergadering. Het college heeft de directie verzocht om een nadere beschouwing en aanbevelingen met betrekking tot verbetering van de procedure, zoals die nu gehanteerd wordt in de dienst. Daar wordt nader over gerapporteerd. Hopelijk is dat in de volgende commissievergadering gereed. Dan kunnen we er met elkaar over spreken. De omzet van openbare werken is tussen de 50 en 60 miljoen per jaar. ƒ 50.100,-- is dus 1 promille. Het is dus een betrekkelijk klein bedrag, ongeacht het feit dat het eigenlijk allemaal niet kan, het in de toekomst absoluut
1992
N 60
vermeden moet worden en het niet toelaatbaar is. Het is duidelijk dat het kantoortje nodig is. Ik vraag u het niet te toetsen op de procedure, m aar op de noodzaak om te kunnen werken met betrekking tot de stortplaats. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
19.Herinrichting bussluizen Atol en Val van Urk (stuk nr. 46031) De heer Kiviet: M ijnheer de voorzitter. In de commissievergadering van 29 april heeft onze fractie ten aanzien van dit voorstel een voorbehoud gemaakt. Wij waren van mening dat de aangekondigde beleidswijziging voor wat betreft het al dan niet handhaven van de bussluizen in Lelystad onvoldoende onderbouwd was. Mede op verzoek van D66 heeft u het pre-advies nu aangepast. Dat maakt het ons mogelijk de argumenten pro en contra de bussluizen beter te beoordelen dan met het aanvankelijk voorstel mogelijk was. Alles afwegend zijn we tot de conclusie gekomen dat alternatieven voor handhaving van de huidige situatie niet of nauwelijks haalbaar zijn. Op de achtergrond staat daarbij de juridische aansprakelijkheid die de gemeente heeft bij ongevallen. De gedetailleerde uiteenzetting van de herinrichting van de bussluis Val van Urk geeft ons een aantal indicaties dat de verkeersveiligheid, ook bij openstelling voor alle verkeer, voldoende gewaarborgd is. Wij hopen dat dit ook het geval zal zijn bij de bussluis aan de Atol, dit in verband met de onmiddellijke nabijheid van een tweetal scholen. M ijn vraag aan de wethouder is: "heeft u met deze scholen hierover overleg gehad". Vooruitlopend op toekomstige reconstructies van de twee overblijvende bussluizen Kempenaar en Punter geeft u in dit voorstel nu al aan wat uw plannen zijn. Wij gaan er vanuit dat u ons te zijner tijd verder uitgewerkte plannen zult voorleggen. We hopen wel dat dit niet te lang zal duren en dit ook niet hoeft te wachten op het groot onderhoud daar. De situatie bij de bussluis Kempenaar bijvoorbeeld is geen wezenlijk andere dan die bij de Atol en dat punt roept al jarenlang om verbetering van de huidige halfslachtige situatie. Overigens willen wij ons niet bij voorbaat vastleggen op de oplossing die u voor de overblijvende bussluizen nu al heeft gekozen. Afsluitend: onze fractie trekt het voorbehoud in, wij gaan alsnog akkoord met uw voorstel. De heer Slump: Wij gaan ook akkoord met dit voorstel. In de commissievergadering hadden wij opgemerkt dat wij wilden zien dat alle bussluizen in Lelystad zouden worden opengesteld voor het verkeer. Dit ter duidelijkheid van het geheel. Zoals alle rotondes tegelijk aangepakt worden, hadden we graag gezien dat ook alle bussluizen tegelijkertijd aangepakt werden. Ik heb begrepen dat het opheffen van de bussluis Punter-Jol nogal veel geld kost en dat het daarom niet door kan gaan. Het lijkt mij niet zo'n heel kostbare zaak om die drempel daar weg te halen. W ethouder Van der M ark: M ijnheer de voorzitter. Met dank voor de instemming. Na goed overleg en beraad en ook door ervaring komt men tot dergelijk soort aanpassingen. Ik kan me voorstellen dat we later inhoudelijk ingaan op de maatregelen die wel of niet genomen worden bij de andere bussluizen. De heer Kiviet: M ijnheer de voorzitter. Ik heb geen antwoord gehad op mijn vraag of u contact gehad hebt met beide scholen in de omgeving van de Atol. De heer Van der M ark: Naar mijn oordeel is dat door de dienst gebeurd. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
20.Gescheiden inzameling klein chemisch afval (stuk nr. 45924) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
21.Financiering uitvoering taken op grond van het Besluit uitvoering gemeentelijke milieutaken (Bugm) (stuk nr. 45582)
1992
N 60
M evrouw Van W ingerden: M ijnheer de voorzitter. U verwacht in het kader van de Hinderwet ƒ 160.00,-- meer ter ontvangen als we straks de legesverordening goedkeuren. Ik wilde weten of dat bedrag in dit voorstel direct opgesoupeerd is. W ethouder Van der M ark: Mijnheer de voorzitter. Ik zal mevrouw Van Wingerden daar nader over inlichten. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
22.Verlenen recht van opstal aan Sportvereniging Batavia '90 (stuk nr. 44526) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgem eester en wethouders besloten.
23.Vaststelling van de prijs voor de verhuur van gronden ten behoeve van tijdelijke vestigingen (stuk nr. 45115) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
24.Voorlopige vaststelling van de rekening van de algemene dienst en het grondbedrijf van de gemeente Lelystad over het dienstjaar 1990 (stuk nr. 45580) M evrouw B o s: Ik vraag me af hoe de bezuinigingsbesprekingen van vorig jaar zouden zijn gelopen als we de rekeningen eerder hadden gehad. Als je wat berekeningen achteraf uitvoert, is er een behoorlijk bedrag over gebleven. En wat hebben we zitten puzzelen vorig jaar - het ging vaak om kleine bedragen - en nu blijkt dat er in dat jaar veel is overgebleven. Dat geld is al van tevoren besteed. Er is ƒ 750.000,-- gegaan naar het vliegveld ter uitbreiding van het aandelenkapitaal. Er is een bedrag van ƒ 399.000,-- besteed aan de telefooncentrale van het stadhuis. Ik vind dat over dit soort bedragen politieke discussie dient plaats te vinden. Het gaat in Lelystad altijd zo: wij hebben nooit geld, er komt een voorstel van het college, soms gaat het ook over nieuwe dingen, die op een ingenieuze wijze gefinancierd zijn en die kunnen dan vervolgens doorgaan. Wij als raad hebben nooit een overzicht, nooit een bedrag tot onze beschikking waarbinnen wij prioriteiten kunnen stellen. De prioriteiten die nu gesteld worden, worden door het college gesteld. Dat is fout. Het is onze taak. Ik gebruik deze gelegenheid om aan te geven dat eventuele saldireserves in zijn totaliteit in het vervolg direct bij de raad bekend moeten zijn, zodat wij kunnen bepalen waar dat geld naar toe gaat en wat wij verstaan onder noodzakelijk. De heer Huisman: M ijnheer de voorzitter. Natuurlijk een aardig verhaal, maar de raad heeft budgetrecht. We zijn verantwoordelijk voor het volle bedrag en voor de volle invulling van het bedrag. M evrouw B os: Dan moet je toch weten hoe hoog het bedrag is. Je moet toch weten dat het geld over is. W ethouder Jonkman: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn een artikel-12 gemeente en we hebben nog steeds een flink tekort op de begroting. U moet daar eens goed naar kijken. Het betekent dat je soms heel creatief omgaat met de saldireserve. U hebt gelijk met te zeggen dat de rekening op tijd moet zijn. U kent ook de problemen die er op dit moment zijn om dat te doen. Als u zegt we hadden al die bezuinigingsvoorstellen niet hoeven te doen als we dit geweten hadden, denk ik dat u wat verder moet kijken. De reserve die bij de rekening naar voren komt is natuurlijk een incidenteel geval. Bezuinigingen zijn structureel. Dat verschil moet u inmiddels toch duidelijk zijn. De raad heeft inderdaad budgetrecht en ook het recht om te kijken naar een bedrag voor nieuw beleid. Daar komen voorstellen voor van het college, ben ik het daar mee eens, ja dan nee. Je kan ook oud beleid voor nieuw inwisselen. Er is dus alle ruimte om politiek te bedrijven. M evrouw B o s: M ijnheer de voorzitter. Ik denk dat ik verkeerd begrepen word. Toen wij met de bezuinigingen bezig waren, is er door bepaalde fracties gezegd dat er geen gat in de begroting moest worden geschoten. Wij zijn toen bezig geweest m et het afwegen van prioriteiten en daarin moesten ook wij dingen schrappen die wij graag
1992
N 60
hadden willen handhaven. Bij die saldireserves zijn gelden gereserveerd voor zaken waar wij het niet mee eens waren. Als we dat van te voren geweten hadden, dan hadden we er nog wat geld bijgehad, zodat we op een rechtvaardiger manier naar buiten toe duidelijk hadden kunnen maken dat wat wij wilden een andere prioriteitsstelling was. In plaats daarvan doen wij net, mensen verwijten dat ons ook, alsof het mogelijk is om met tekorten te leven, alsof je het niet hoeft te betalen. Daarom is het belangrijk om van te voren te weten wat het totaalbedrag is. Wij krijgen complete voorstellen met een financiering erbij. Het zou fijn zijn als wij vanuit een bepaald budget zouden kunnen zeggen voor dat onderwerp moeten voorstellen gemaakt worden. Dat is ook gezegd in het plan wat door de fractievoorzitters is ingediend. W ethouder Jonkman: M ijnheer de voorzitter. Het zou inderdaad heel fijn zou zijn als we zouden kunnen zeggen: hier is een bedrag hoe gaan we dat verdelen. Ik denk dat we niet in die situatie zitten. Ik denk ook dat mijn opmerking over het doorelkaar halen van incidenteel en structureel geld nog steeds overeind blijft. M evrouw B os: Ik heb geen besteding genoemd. W ethouder Jonkman: Bezuinigingen op termijn zijn structurele bezuinigingen, dat kan niet met incidenteel geld gedekt worden. Dat is het verschil. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
25.Vaststelling van de Legesverordening Lelystad 1992 (stuk nr. 45580) M evrouw B o s: M ijnheer de voorzitter. Het voorbehoud wordt niet geacht ingetrokken te zijn in dit geval. Wij hebben het over wat de burger moet betalen als de gemeente iets voor hem doet (bijvoorbeeld een paspoort: daarvoor moet gewerkt worden door ambtenaren en daarom worden leges geheven). In de gemeentewet is vastgelegd dat er geen winst mag worden gemaakt, maar er hoeft niet perse per onderdeel gerekend te worden of er geen winst gemaakt wordt. Het gaat om de totale tabel. Dat betekent dat er politieke sturing mogelijk is. Als er iets door de burgers gevraagd wordt wat wij niet zo gewenst vinden kunnen we dat afremmen door wat hogere tarieven te vragen. Het is (of was) een van de idealen van de sociale vernieuwing om de burgers meer bij de politiek te betrekken. Bij de bezuinigingen vorig jaar hebben we in meerderheid ervoor gepleit dat een belangstellende burger die de raadsvergadering bezoekt de stukken gratis ter inzage moet krijgen. Nu passeren er tarieven van ƒ 25,-- voor een beleidsbegroting, een beheersbegroting kost zelfs ƒ 50,-- en wie de stukken thuis gezonden wil krijgen moet voor één raadsvergadering al ƒ 30,-- neertellen. Er is nog hoop, want als de stukken niet meer verkrijgbaar zijn en er moet gekopieerd worden dan komt de burger met ƒ 0,15 per kopie vaak goedkoper uit. Dus laat bestellen. We vinden het niet bijzonder dat in een democratie de stukken voor iedereen beschikbaar moeten zijn. Politiek moet voor de mensen te volgen zijn. In Lelystad is de pers niet rijkelijk aanwezig, de burger heeft als hij de politiek wil volgen al heel gauw de raadsstukken nodig. De ervaring leert wel dat heel veel mensen daar geen gebruik van maken. In onze partij en ook in andere partijen zijn mensen die moeten nadenken of ze die ƒ 25,-- wel willen neertellen voor bijvoorbeeld zo'n beheersbegroting. Men kan voor dat bedrag per slot ook een boek in de boekhandel kopen en dat blijft je hele leven staan en zo'n begroting is na een jaar verjaard. Bij bestudering van de tabel komen we tot de conclusie dat het ook mogelijk is andere tarieven te verhogen, bijvoorbeeld: vuurwerk in het kader van de openbare vermakelijkheid kost maar ƒ 75,--. M isschien kan dat wat meer. Een aanvraag voor ontheffing van de zondagswet kost ƒ 63,--. Het gaat hier om winkels die open willen zijn en er wordt dan winst gemaakt. Dat kan wel naar ƒ 100,--. Reclamevoertuigen. In een tijd waarin wij het autoverkeer willen terugdringen zouden reclamevoertuigen taboe moeten zijn. Er zijn in Lelystad genoeg mogelijkheden om reclame te maken. Dus misschien wel ƒ 2.000,-- daarvoor. Het verbaasde me dat het tarief voor de raadsstukken op 100% is gesteld, echter bij de hinderwetzaken - het gaat daar om milieuvervuilende zaken - is er 75% gesteld. M en is uitgegaan van de gedachte dat als de hinderwet wordt uitgevoerd anderen daar ook belang bij hebben. Dus dat er wel wat uit de algemene middelen bij mag. Is dat nu wel in overeenstemming met het gegeven dat de vervuiler betaalt. Van sommige tarieven die niet kostendekkend zijn vind ik dat wel gerechtvaardigd. Dan de layout van dit stuk. Artikel 4.1.1 luidt: Het tarief bedraagt: en artikel 4.1.2 luidt: terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:. Kortom, de nummering klop niet en ook de bedragen zijn niet overal vermeld. Leges burgerzaken hebben we vorig jaar besproken toen we het over de bezuinigingen hadden. De bedragen zijn toen ook genoemd. Ik heb het nagezocht en het blijkt niet te kloppen. De bedragen in deze tabel zijn geruisloos wat verhoogd. Dat ervaar ik als vervelend, want ik dacht dat we daar toen
1992
N 60
een afspraak over gemaakt hadden. Bovendien als ik wat controleer en dat blijkt niet te kloppen, geeft me dat het gevoel dat ik alles moet controleren. Het was toch de bedoeling om te besturen op hoofdlijnen. Samenvattend: ik vind dat een aantal dingen niet zo netjes zijn uitgevoerd. Ik vind bovendien dat het college in deze legesverordening een aantal mogelijkheden laat liggen, op meer punten had het milieubeleid aangescherpt kunnen worden en er was een mogelijkheid geweest om de raadsstukken voor een zacht prijsje ter beschikking te stellen. Dat was geheel en al in overeenstemming geweest met wat u zelf ooit belangrijk hebt gevonden, namelijk de burgers meer betrekken bij de politiek. W ethouder Jonkman: Zoals mevrouw Bos ongetwijfeld gemerkt zal hebben is de layout inderdaad anders dan de vorige. Daar heb ik me niet mee bezig gehouden. Ik heb het niet gecontroleerd, ik heb er ook geen aanwijzigingen voor gegeven omdat ik me probeer bezig te houden met de hoofdlijnen. Wanneer men de tarieven van de stukken zoals begroting e.d. bekijkt die vorig jaar golden, dan blijkt dat de tarieven nu lager zijn dan de oude tarieven. Dat heeft te maken met het feit dat we proberen om voor de meeste zaken 100% kostendekkendheid te berekenen en dit naar aanleiding van de direct gemaakte kosten voor de verhandeling. Ik denk dat het betrekken van mensen bij de politiek niet te maken heeft met het feit of een begroting ƒ 25,-- kost. Het uitgangspunt voor deze zaken blijft voor wat het college betreft 100% kostendekkendheid. Dat geldt inderdaad niet voor een aantal zaken op het gebied van het milieubeleid, omdat we van mening zijn dat je heel goed kunt onderbouwen dat voor een deel van de kosten het verlenen en controleren, wat bij een hinderwetvergunning juist van belang is voor het milieu, voor de algemene dienst mag blijven gelden. Een aantal andere zaken in die legesverordening hebben daar ook mee te maken; bijvoorbeeld er worden geen tarieven in rekening gebracht voor het verlenen van een vergunning voor het ophalen van oud papier. Je probeert daarmee het hele milieubeleid een steuntje in de rug te geven. Ik begrijp dat u op een aantal punten teleurgesteld bent. Ik ben niet in de positie om uw teleurstelling op dit moment weg te nemen. Ik vind dat ook voor bestuursstukken van 100% kostendekkendheid moet worden uitgegaan, tem eer daar bij een goede toerekening de stukken goedkoper worden. M evrouw B os: U zegt dat de tarieven lager zijn dan de oude tarieven. Dan hebben we het over de leges burgerzaken. Er waren inderdaad een paar zaken die goedkoper werden. Het gaat erom dat we er iets over hadden afgesproken en dat is niet gehandhaafd. Dat verbaast mij. Dat geeft mij het gevoel dat ik alles moet controleren. W ethouder Jonkman: Dan heb ik u denk ik niet goed begrepen. W aar we het bij de bezuinigingsvoorstellen over gehad hebben is de ƒ 2.000,-- die niet bezuinigd is op voorstel van de raad op het verstrekken van raadsstukken tijdens de raadsverhandeling. Dat zijn dus andere dan waar we hier over praten. M evrouw B o s: Ik kondigde ook aan dat ik het had over de leges burgerzaken en dat zijn de leges die te maken hebben met paspoort, rijbewijzen, pas 65 enz. bij die zaken klopt het inderdaad dat sommige tarieven lager zijn dan de oude, maar het gaat mij erom dat de tarieven niet dezelfde zijn die we hebben afgesproken. Als u dan zegt dat een tarief van een beleids- of beheersbegroting er niet toe doet, dan kan ik alleen maar zeggen, hebben mensen dan geen portemonnaie. Natuurlijk doen tarieven ertoe. Als u het niet belangrijk vindt, oké. Maar dan begrijp ik het niet als u zegt dat u de burgers meer bij de politiek wil betrekken. Ik heb nog een vraag en die ligt in het verlengde van wat mevrouw Van W ingerden net gevraagd heeft. Zij vroeg of die legestabel afgestemd is op de uitvoerende financiering van de Bugm-taken. Dat vinden we ook een belangrijk gegeven in verband met de 75% kostendekkendheid. Kunt u daar wat van zeggen. De heer Huisman: Mijnheer de voorzitter. In de commissie financiën hebben we gesproken over de legesverordening. toen was mevrouw Bos niet in staat om een bijdrage te leveren, omdat ze de stukken niet gelezen had. En nu doen we het in de raad. Laten we dat in de commissies doen en de commissievergadering in zijn waarde laten. M evrouw B o s: Mijnheer de voorzitter. Ik had deze opmerking verwacht en ik vind hem heel erg flauw. Ik heb de wethouder van te voren voorgesteld of het in de commissie alsnog behandeld kon worden en dat wilde ze niet. Bovendien wordt in het stuk waar u zelf net over gesproken heeft juist beweerd dat het nodig is om discussies in de raad te laten plaatsvinden. Nu hebben we een discussie in de raad. De heer Huisman: Politieke discussies graag, mevrouw Bos. M evrouw B os: A lsof dit geen politiek is.
1992
N 60
M evrouw Jonkman: Over die burgerzaken heb ik het inderdaad verkeerd begrepen. De bedragen die in deze tabel staan zijn inderdaad niet helemaal gelijk aan die van de bezuinigingsvoorstellen. Ik wil u er aan helpen herinneren dat die voorstellen voor een aantal zaken nu pas tot definitieve besluitvorming komen. De besluitvorming is namelijk om een aantal redenen uitgesteld. Dat betekent dat we nu halverwege het jaar 1992 de tarieven gaan vaststellen. Een aantal bedragen zijn in de begroting geraamd die een relatie hadden met de voorstellen. Dat betekent dat een en ander iets is aangepast. Verder is er getracht wat eenduidigheid in de tariefstelling aan te brengen. Die kleine verschillen hebben te maken met de vertraging van een half jaar. Verder heb ik niet gezegd dat het er niet toe doet hoe hoog die tarieven van sommige zaken zijn in relatie tot het betrekken van de burger. Ik heb wel gezegd dat het bedrag dat men moet betalen voor een begroting niet het enige is dat een drempel zal opwerpen voor politieke besluitvorming. Andere zaken zijn veel belangrijker. Dat heeft te maken met hoe je met sommige discussies omgaat, want ik ben het met de heer Huisman eens dat een discussie over technische zaken, over tarieven etc. in een commissie thuishoort. Het kan inderdaad zijn dat een fractielid geen tijd heeft gehad om de stukken te lezen. Ik begrijp dat het voor een kleine fractie helemaal moeilijk is, gezien de werkdruk. Intussen zijn we twee weken verder en had er best iemand naar de afdeling of naar mij toe kunnen komen als er bepaalde zaken niet kloppen. Ik vind het vervelend om er op deze manier mee geconfronteerd te worden. In hoeverre de 75% kostendekkendheid van de Bugm gerealiseerd is, dat weet ik niet. De heer Van der Mark heeft al gezegd dat we daar nog op terugkomen. Ik kan u op dit moment daar geen antwoord op geven. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
26.Vaststelling van de 51e wijziging van de begroting algemene dienst 1992 (stuk nr. 44547) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
27.Advies inzake verlenging toewijzing zendtijd Lelystadse Omroep Vereniging (LOV) (stuk nr. 45815) M evrouw B os: De media (vooral radio en tv) maken roerige tijden mee; kijkcijfers, ledenaantallen, reclame, sponsoring, softsponsoring. We betalen allemaal luistergeld om een onafhankelijk geluid te waarborgen. Makers van programma's moeten zich kritisch kunnen opstellen zonder dat ze in conflict raken met hun financierders. Tegelijkertijd zien we dat de informatieve waarde van televisie- en radioprogramma's niet bepaald toeneemt. Men wordt meer en meer overvleugeld door de eisen van het grote publiek en die is gelijk aan de smaak van de commercie. Temidden van dit gedruis is er de lokale omroep, waar we geen kijk- en luistergeld voor hoeven te betalen. Je kunt er tientjeslid van worden. De LOV heeft de opdracht programma's te maken die gericht zijn op maatschappelijke, culturele godsdienstige en geestelijke behoeften die in een gemeente leven. Wij in de raad moeten eenmaal in de vijf jaar kijken of ze dat wel hebben gedaan. We constateren dat de Lelystadse omroepvereniging veel belangstelling heeft voor de politiek. Ze zijn sterk afhankelijk van vrijwilligers, maar ze zijn altijd bij raadsvergaderingen. Ze zijn ook heel trouw bij het bezoeken van commissievergaderingen. Er zijn een aantal boeiende programma's geweest. We gaan ervan uit dat de LO V zijn opdracht serieus blijft nemen en meer en meer zich zelf zal bekwamen om een goed informatief programma te leveren, waardoor de burger betrokken blijft bij de stad en misschien wel bij de politiek. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
28.Invoering informatietechnologie in het basis - en speciaal onderwijs (stuk nr. 44792) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
29. Vaststelling Inconveniëntenregeling (stuk nr. 42696)
1992
N 60
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 30.Verstrekken van gemeentegarantie voor een complex van 97 woningen (complex Bovenover) (stuk nr. 45817) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
31.Wijzigingen begroting 1992 (stuk nr. 46227) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
32.Afscheid raadslid mevrouw J.A. Bos De voorzitter: Dames en heren. Nu mevrouw Bos zo uitvoerig afscheid van ons heeft genomen, wordt het mij gemakkelijker om te formuleren waarom ik het betreur dat zij ons als raadslid verlaat. Haar interventies waren levendig, zeer vaak ter zake, misschien dan niet hier, maar zeker in een commissie èn bovendien veelbelovend. Daarom is het zo jam m er dat zij weggaat. In het kort gesneden gras van onze politiek heb ik het vermoeden gehad van het opbloeien van een iets hogere plant. Dat zag ik met vreugde. M aar hij wordt weggerukt voor hij tot wasdom kan komen. Maar gelukkig is het vrije wil van mevrouw Bos zelf en niet het wreed ingrijpen van anderen, waarom zij ons verlaat. Onze beste wensen vergezellen haar. Ik heb als een wijsheid verworven dat iedere mens zijn eigen wijze heeft van ongelukkig worden, maar daarop zijn uitzonderingen en ik vermoed dat mevrouw Bos iemand is die voor het geluk gemaakt is. Ik wens haar dat oprecht toe. Ga er goed mee om. Een klein geschenk. Namens de raad en ook namens de gemeente. M evrouw B o s: M ijnheer de voorzitter. Ik vind het heel treffend dat u begint met een opmerking dat ik voor het geluk gemaakt ben. Want als ik ergens ongelukkig ben geweest - en nu ga ik niet uitweiden over allerlei persoonlijke toestanden - dan is dat wel geweest net voordat ik in de raad kwam. Het was namelijk zo dat ik in Lelystad kwam wonen omdat ik hier werk had en toen werd ik ontslagen en woonde hier helemaal alleen. Ik ben toen lid geworden van een natuurvereniging, want ik dacht, ik moet hier toch iemand leren kennen hier. Ik ben vooral naast één persoon wat meer gaan lopen, want ik dacht als ik wandel van die naar die en ik hou me bezig met de insekten die hier rondspringen, dan leer ik nog niemand kennen. Diezelfde mevrouw belde mij een aantal maanden later op of ik misschien belangstelling had om in de politiek te gaan. Het is toen allemaal heel snel gegaan. Er zijn ook allerlei andere dingen anders gelopen. De periode in Lelystad heeft me juist geleerd dat het geluk heel erg relatief is in positieve zin. Dat het negatief kan beginnen maar dat het om kan slaan en misschien biedt dat hoop voor degenen die zich ongelukkig voelen. Je weet nooit wie dat zijn. Op het moment dat ik gekozen werd, waren mijn levensomstandigheden heel anders dan op het moment dat ik me op de lijst liet zetten. Zelfs zodanig dat het me helemaal niet meer uitkwam om in de politiek te gaan. Het was twee jaar geleden, toen de verkiezingen waren, ongeveer zulk mooi weer als vandaag. Ik dacht: dat gaat fout, met mooi weer wordt je altijd eerder gekozen. Een collega van mij heeft toen voor mij uitgerekend wat de kans zou zijn dat die derde zetel gehaald werd door zelf te gaan stemmen. Hij heeft de hele middag de computer laten werken. Hij belde me 's m iddags op en vertelde dat de kans ongeveer 1 : 3.000 was. Ik dacht, dan gaat de solidariteit maar voor, laat ik dan maar gaan stemmen. 's Avonds toen ik gekozen was heb ik besloten dat het een compromis zou worden tussen mij en de gemeenschap en dat het dus een periode zou worden van twee jaar. Die twee jaar zijn voor mij zinvol geweest. Ik heb veel geleerd. Ik heb het heel leuk gevonden om Lelystad van deze kant te leren kennen. Ik wil iedereen danken voor de samenwerking en ik wens Lelystad heel veel goeds. Hierna sluit de voorzitter de vergadering om 21.32 uur. Vastgesteld op 18 juni 1992 De secretaris,
De raad van de gemeente Lelystad,
Aanhangsel notulen openbare vergadering gemeenteraad Verslag van het gesprek met personen op de publieke tribune na afloop van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 14 mei 1992 in het Stadhuis van Lelystad. Aangezien geen der aanwezigen op de publieke tribune het woord wenst te voeren sluit de voorzitter de bijeenkomst om 21.35 uur.