1996
N 158
NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 14 november 1996 te 19.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:de heer Ch. Leeuwe, burgemeester/voorzitter, de dames J.S. Binnerts-de Jonge (VVD), H. BlomPostm a (D66), de heer B.J. van Bochove (CDA), mevrouw G.M.C. Jonkman-Jansen (PvdA), w ethouders; de heren J. Bierma (VVD), R.C. Bogert (VVD), R. Bootsma (PvdA), G.F. Bus (BPN), de dames A. Dil (PvdA), H.S.E. Greuter-Hemmelder (Gr.Links), de heren W. Herrebrugh (PvdA), W. Hijmissen (CDA), mevrouw B.H. Holter (D66), de heren C.J.J. Homan (PvdA), H. Kiviet (D66), J.A. Klein Swormink (CDA), E.P.J.M. Klomp (SP), J.D. Lokhorst (VVD), J. Lodders (VVD), J.P. Mattie (VVD), F.J.M. Noeken (BPN), R. van der Sloot (NWP), K.B.P. Slump (GPV/RPF), mevrouw M.A.S. van Sprang-Kamstra (D66), de heren R. Spriensma (CDA), T. Stroobach (D66), H.J. Surink (D66), P.G.M. van de Ven (Gr.Links), M.G. Verlaan (Gr.Links), mevrouw L. van W ingerden-Visser (D66) en de heer T.J. van der Zwan (PvdA), leden van de raad; alsmede de heer H.J. Bolding, secretaris; Afwezig zijn:de heer D.P. van Dissel (vD) en mevrouw C.A. Mehrengs (SP), leden van de raad.
1.Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Er zijn geen berichten van verhindering. Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om mevrouw Greuter van harte geluk te wensen met haar verjaardag.
2.Notulen van de op 10 en 17 oktober 1996 gehouden openbare vergaderingen De notulen van de op 10 en 17 oktober 1996 gehouden openbare vergaderingen worden conform ontwerp vastgesteld.
3.Ingekomen stukken (stuk nr. 41947) - 1De brief wordt als afgedaan beschouwd. - 2Voor kennisgeving aangenomen.
1996
N1
- 3Ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders. De commissie voor ruimtelijke ordening en economische zaken wordt geïnformeerd over de wijze van afdoening. - 4Ter afdoening in handen gesteld van burgem eester en wethouders, gehoord de commissie voor onderwijs, cultuur en welzijn. - 5Voor kennisgeving aangenomen. - 6Ter afdoening in handen gesteld van burgem eester en wethouders. - 7Voor kennisgeving aangenomen. - 8De mededelingen onder a. en b. worden betrokken bij de raadsvoorstellen in de vergadering van 12 december 1996. De mededelingen onder c. en d. worden voor kennisgeving aangenomen. - 9Voorgelegd aan de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften voor het uitbrengen van een advies. - 10Ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders. - 11 In handen gesteld van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften voor het uitbrengen van een advies. - 12In handen gesteld van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften voor het uitbrengen van een advies. - 13Ter afdoening in handen gesteld van burgem eester en wethouders. - 14Burgemeester en wethouders worden gemachtigd namens de raad op te treden. De brief wordt ter afdoening in handen gesteld van burgem eester en wethouders. - 15Voor kennisgeving aangenomen. - 16In handen gesteld van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften voor het uitbrengen van een advies. - 17In handen gesteld van burgemeester en wethouders, gehoord de commissie voor onderwijs, cultuur en welzijn. - 18Ter afdoening in handen gesteld van burgem eester en wethouders.
4.Mededelingen Er zijn geen mededelingen.
5.Vaststelling van de beleidsproductenbegroting 1997 en de meerjarenbegroting 1997-2001 (stuk nr. 41917) M evrouw Van Sprang: M ijnheer de voorzitter. "Het blijft maar tobben in Lelystad en wij vragen ons af hoe wij het slechte imago van onze stad kunnen doorbreken". Deze sombere woorden sprak de D66-fractie in 1995 uit bij de algemene beschouwingen. Nu zijn wij één jaar verder en lijkt het te lukken om de negatieve spiraal te doorbreken. Er waait een frisse wind door de stad, gestalte gegeven door het Masterplan. De masterplannen zelf zijn nog jong, maar toch is er op dit moment al blijvend resultaat waar te nemen van het al eerder in gang gezette beleid. Bijna 1000 arbeidsplaatsen zijn er het afgelopen jaar bij gekomen en ook de veiligheid in de stad is duidelijk toegenomen. Ondertussen is er en wordt er nog veel meer op de rails gezet. Ik doe maar een greep: nieuwe woonwijken ook buitendijks, wijkgericht werken, een armoedebestrijdingsnota, het project Break, wijkbezoeken; het is te veel om allemaal op te noemen. Een compliment voor het college voor deze voortvarendheid lijkt ons op zijn plaats. Het kan niet anders dan dat het inwonertal hierop zal gaan reageren. In veel van die nieuwe projecten is de rol van de lokale overheid steeds meer die van de regisserende partij. Er worden muren tussen beleidsterreinen afgebroken om integrale visies te ontwikkelen. De overheid beslist niet meer alleen. Voorwaarden daarvoor zijn een goede verstandhouding en een goed contact met de andere partners. Met heel veel instemming begroet de D66-fractie dan ook de voornemens van het college om inwoners en organisaties voortaan vanaf het begin bij beleidsvoornemens te betrekken. Het is daarbij zaak - en het college geeft die intentie ook aan - om de mening van de burger nog serieuzer te nemen. Dat is de manier om de burger de publieke zaak weer als de zijne te laten zien. Er moet dan wel goed duidelijk gemaakt worden wat er daadwerkelijk aan invloed uitgeoefend kan worden, wat de verantwoordelijkheden en mogelijkheden zijn. Zeker als bijvoorbeeld bij wijkgericht werken te zijner tijd ook deelbudgetten worden overgedragen.
1996
N1
Dit alles zal tot een andere manier van werken leiden, klantgericht in plaats van aanbodgericht. De ambtenaar zal meer het stadhuis verlaten en met de bewoners gaan overleggen. Een grote omschakeling voor beleidmakers en een grote maar toe te juichen cultuuromslag. W ij vragen de aandacht van het college voor de problemen die met een dergelijke nieuwe werkwijze zowel buiten als binnen het stadhuis te overwinnen zullen zijn. W ij pleiten daarom opnieuw voor een zo breed mogelijke betrokkenheid binnen het college ten aanzien van het wijkgericht werken. Wat de begroting 1997 betreft zijn wij het van harte eens met uw voornemen de belastingdruk voor de Lelystedelingen niet te verhogen. Na een aantal barre jaren van aanzienlijke lastenverzwaringen waarderen en onderschrijven wij dit beleid. Wij hopen dat dit ontzien van de portemonnee van onze inwoners niet eenmalig zal blijven. Helaas valt er niet veel stabiliteit te ontdekken in de lasten en meevallers die ons als gemeenten in hoog tempo om de oren vliegen. Financiële gevolgen van decentralisatie vanuit de rijksoverheid en koppeling van de uitkeringen uit het gemeentefonds aan de rijksuitgaven zijn daar grotendeels verantwoordelijk voor. Het ziet er gelukkig naar uit dat men in Den Haag gaat inzien dat dit niet eeuwig zo door kan gaan. Het zoeken naar verruiming van onze middelen zal dan ook voorlopig nog moeten voortduren, zeker gezien de cijfers van de thans voorliggende meerjarenbegroting. Wij zien in dat kader met belangstelling uit naar de toegezegde discussie over het structureel omgaan met onze fondsen, voorzieningen en reserves. Een andere mogelijkheid om binnen onze eigen begroting nog wat ruimte te vinden, biedt wellicht het doorlichten van het onderhandse aanbestedingsbeleid. Om dat te kunnen beoordelen zagen wij gaarne een lijst tegem oet van alles wat in 1996 onderhands aanbesteed is. De D66-fractie is zeer ingenomen met uw voornemen een voorjaarsnota uit te brengen; een oude wens van ons. Wat D66 betreft wordt het accent voor de beleidsbepaling volledig naar het voorjaar verlegd. Algemene beschouwingen in het voorjaar dus! De begroting zelf, die sluitend is - laten wij het nog maar eens vermelden - is zeer duidelijk en helder. Onze complimenten daarvoor. Overigens, een financiële toekomst die wel zeker lijkt, is de komst van de euro. In hoeverre zullen wij als gemeenten ons daar de komende tijd al op moeten gaan voorbereiden? Wij spraken reeds in positieve zin over het Masterplan. Toch blijven bij ons de zorgen ten aanzien van de randvoorwaarden van dit plan overeind. Ook al hebben wij reeds enige middelen gevonden, financiële en nietfinanciële steun van de andere overheden blijft een voorwaarde. De leden van de Provinciale Staten hebben zich welwillend opgesteld ten opzichte van het Masterplan. Een volgende duidelijke presentatie in die richting van wat wij exact van hen verlangen lijkt noodzakelijk. Ook de lobby richting Den Haag zal de komende tijd voortdurend aandacht moeten krijgen. U bent daar al hard mee bezig, constateren wij. De Lelystadse problematiek is immers niet te vergelijken met die van andere new towns zoals bijvoorbeeld Almere. Geen reden overigens om niet toch op bepaalde punten samen met Almere en de provincie te opereren. Het M asterplan is toegezonden aan alle Kamerleden. M aar een presentatie aan een delegatie van bepaalde Kamercommissies, gecombineerd met een bezoek aan Lelystad zal misschien meer indruk maken. Wij suggereerden al eens een soort com ité van aanbeveling voor onze stad op nationaal niveau op te richten. Is het in dat kader ook mogelijk het idee van "ambassadeurs van Lelystad" naar het nationale vlak door te trekken? Wat de randvoorwaarde cultuuromslag betreft, is voor ons kwaliteitsverbetering meer dan louter het vergroten van de klantvriendelijkheid. Het gaat ook om verbetering en bewustwording van interne processen. Overigens hoort bij klantvriendelijkheid ook een goede klachtenregeling, waarbij wij vinden dat de gemeentelijke organisatie als veroorzaker van de klacht niet zelf de klacht moet afhandelen. Onze voorkeur, het mag bekend worden verondersteld, gaat nog steeds uit naar een ombudscommissie. Over de gemeentelijke organisatie gesproken, het aantal vrouwen in dienst van gemeenten zeker in hogere functies is bij lange na geen afspiegeling van de bevolkingssamenstelling. De ministeries van sociale zaken en economische zaken erkennen dit en gaan gemeenten helpen in- en doorstroming van vrouwelijke werknemers te bevorderen. Door deel te nemen aan de campagne "Opportunity in bedrijf" kan men advies en begeleiding bij de opzet en uitvoering van een Plan van Aanpak verkrijgen. Wat voor vrouwen geldt, geldt ook voor het aantal allochtone werknemers binnen onze organisatie. Een stad als Lelystad zou hier eigenlijk een voorbeeldfunctie in moeten vervullen. Wij vragen u daarom beleid te ontwikkelen om als gemeente allochtone werknemers aan te trekken en zonodig ook op te leiden. Hopelijk gaat het college ook op deze terreinen aan een cultuurverandering werken.
1996
N 1
Een cultuurverandering in algemene zin is een tijdelijke verandering van de werkplek. Ervaringen elders hebben aangetoond dat dit heel verfrissend en motiverend werkt. Wij stellen u in dat kader voor een convenant te sluiten met bijvoorbeeld de provincie en de buurgemeenten om op tijdelijke basis medewerkers bij elkaar te detacheren. M et de woningbouw in de koopsector gaat het goed. Er ontstaat een gevarieerd aanbod aan woningen, waarmee wij vele sectoren van de markt zullen kunnen bedienen. Het golfresort-project trekt mensen van ver buiten Lelystad. En dat was precies de bedoeling. En nu wij toch aan het bouwen zijn: Duurzaam bouwen is iets waarin een nieuwe stad in een nieuw gebied ons inziens een rol te vervullen heeft. Gaarne zagen wij een Plan van A anpak hiertoe tegemoet. Helaas blijft de situatie van de volkshuisvesting vol problemen. De ontwikkeling van onze stad kan niet zonder de volledige steun en inzet van een woningbouwcorporatie, één corporatie wel te verstaan. Wij betreuren de recente ontwikkelingen dan ook. Uw college heeft hierover reeds uitvoerig contact met staatssecretaris Tommel. Wellicht dat daarnaast een gesprek met de Tweede Kamercommissie volkshuisvesting zinvol kan zijn. De revitalisatie van de Waterwijk is een succes. Door aantrekkelijke nieuwbouw is het karakter van de wijk verbeterd. Wij geven u in overweging een dergelijk beleid ook ten aanzien van het Wold te ontwikkelen. Ook willen wij met ons allen het aanzicht van onze stad verbeteren. Nu worden er de komende tijd weer diverse rotondes aangelegd en het lijkt ons een goed idee om onze stad te verfraaien door al deze rotondes op een verschillende maar wel in het oog springende wijze te beplanten. Nederland spreekt tegenwoordig veel over armoede en over de tweedeling in de maatschappij, waarbij armoede in deze tijd vooral betekent om aan de zijlijn te staan, zonder perspectief te zijn. Wij hebben in Lelystad altijd een beleid voorgestaan waarbij de zorg voor diegenen die buiten de boot dreigen te vallen, niet uit het oog wordt verloren. De verdere uitwerking van de startnotitie armoedebestrijding wachten wij in dat kader met belangstelling af. Uw recente voorstel om de kwijtscheldingsnorm tot 100 % te verhogen, heeft onze steun. Zorg bestaat er echter bij ons over het feit dat het CBI in 1997 verwacht 250 hulpvragen niet te kunnen honoreren. Er schijnt ruime belangstelling te bestaan bij gehandicapten voor zelfstandig wonen in een aangepaste woning. Dit soort woonprojecten bestaan elders al. Gaarne zagen wij op korte termijn een onderzoek naar de wenselijkheid en haalbaarheid van een dergelijk project in Lelystad. Zoals bekend spreekt onze fractie in afwachting van het efficiency-onderzoek een voorbehoud uit ten aanzien van de hoogte van de subsidiëring van de stichting Impulz. Alvorens af te ronden herinneren wij er aan dat wij al jaren pleiten voor het opstellen van een lokaal politiebeleidsplan. Nu er kennelijk op regionaal niveau een plan opgesteld gaat worden, lijkt het ons voor de hand liggen dat daar een lokaal plan aan ten grondslag komt te liggen. Tot ons genoegen constateren wij dat de nota's jeugdbeleid, vrijwilligerswerk en sportbeleid in de pijplijn zitten, zoals dat heet. Laten wij juist bij het opstellen van toekomstig beleid vooral niet vergeten om diegenen waarom het gaat - en met nadruk noem ik dan zowel de ouderen als de jongeren - daarbij te betrekken. Wij stemmen in met de begroting 1997 en de eerste begrotingswijziging 1997 onder de kanttekening van het genoemde voorbehoud. Er ligt nog heel wat werk voor ons. Eenvoudig zal het zeker niet zijn. Opnieuw in deze woelige jaren zal een groot beroep op ons ambtelijk apparaat worden gedaan. Wij hechten er aan onze erkentelijkheid uit te spreken voor de inzet die aan die zijde wordt geleverd. De heer Homan komt de vergadering binnen.
De heer M attie: M ijnheer de voorzitter. De behandeling van de begroting 1997 en de meerjarenbegroting vindt plaats kort na de vaststelling van het Masterplan Versnelde Groei. Het is duidelijk dat er een nauwe relatie bestaat tussen de begroting en dit Masterplan. Immers als de doelstellingen uit het M asterplan niet worden gehaald, heeft dit grote gevolgen voor de meerjarenbegroting, die op dit moment toch al niet sluitend is. Daarnaast kan de financiële implementatie van het Masterplan nog aanzienlijke gevolgen hebben voor de begroting 1997. Wij gaan er van uit, dat wij hierover spoedig geïnformeerd zullen worden. Prioriteiten hebben wij bij de behandeling van het M asterplan reeds aangegeven.
1996
N 1
In de aanbiedingsbrief wordt een nieuwe wijze van besturen aangekondigd. Dit sluit goed aan bij de in het M asterplan aangekondigde cultuuromslag. Betrokkenheid van de burgers in een vroeg stadium bij toekomstige ontwikkelingen kan zorgen voor een breed draagvlak. Bij een nieuwe wijze van besturen is het van belang dat voorstellen, m eer dan tot nu toe, in een totaalvisie worden bekeken. Tot nu toe gebeurt het nog wel eens dat een voorstel ad-hoc gepresenteerd w ordt, zonder daarbij de totale visie te betrekken. Zoals wij meer dan eens bij de ontwikkeling van de kuststrook hebben ervaren. De nieuwe wijze waarop de begroting voor 1997 tot stand gekomen is, heeft er toe geleid dat deze begroting in ieder geval sluitend is. Wij zijn verheugd dat na veel plussen en minnen dat uiteindelijk toch is gelukt. De thans toegepaste begrotingssystem atiek wordt als adequaat ervaren. Gezien de tekorten die in de meerjarenbegroting zijn aangegeven, meent de VVD-fractie wel dat u ook met de nieuwe wijze van begroten tijdig tot sluitende begrotingen dient te komen. Voorstellen hierover wachten wij met interesse af. Gezien de ernstige financiële problem en in onze stad is het een must de komende jaren een zuinig beleid te voeren en de tering naar de nering te zetten. In het M asterplan zijn op het gebied van economische zaken een aantal voorstellen opgenomen. Het is niet zinvol daar nu op in te gaan. Nadere uitwerking hiervan zullen wij uiteraard kritisch volgen. De grote werkdruk die met het uitwerken van deze voorstellen gemoeid gaat, mag niet ten koste gaan van reguliere werkzaamheden op het gebied van economische zaken, juist nu de concurrentie met andere gemeenten alsmaar groter wordt. Al eerder hebben wij aangegeven ons grote zorgen te maken over het nog beschikbare PSOL-budget. Graag horen wij van het college of er inmiddels duidelijkheid is over continuatie en zo ja onder welke voorwaarden. Daarnaast willen wij het college vragen de mogelijkheid te onderzoeken om een differentiatie aan te brengen in het PSOL-budget. Vanwege veranderde inzichten op het gebied van de ruimtelijke ordening bloeit de discussie over de inpoldering van de M arkerwaard w eer op. Daarnaast is er dit jaar voor het eerst een passage in de beleidsproductenbegroting opgenomen over een grootschalige luchthaven in de omgeving van Lelystad. Een ontwikkeling die wellicht in, of in een deel van een nog aan te leggen M arkerwaard zal moeten plaatsvinden. Tot nu toe heeft de gemeente Lelystad zich nooit echt uitgesproken over dergelijke toekomstige ontwikkelingen. De gemeentelijke invloed op dergelijke besluiten is overigens uitermate beperkt. De VVD-fractie is van mening dat eerst landelijke ontwikkelingen in deze kwestie moeten worden afgewacht. Ondanks dat de belastingen in 1997 niet stijgen en wij wellicht minder hoog in de "belasting top tien" terecht zullen komen, blijven de gemeentelijke lasten relatief hoog. Met name bij de sociaal zwakkeren drukken de lasten erg zwaar. Als door her-taxatie in het kader van de WOZ de waarde van het onroerend goed blijkt te stijgen, zullen de tarieven per eenheid moeten dalen, zodat de totale OZB-opbrengst gelijk blijft. Ook het niet toepassen van een inflatiecorrectie in de komende jaren zou de tarieven gunstig kunnen beïnvloeden. De VVD beschouwt het als een taakstelling voor het gemeentelijk bestuur waar mogelijk verdere lastenstijgingen te voorkomen en mogelijke verlagingen te bewerkstelligen. Om lasten beheersbaar te houden moet de gemeentelijke organisatie voortdurend alert blijven om door middel van efficiency en/of privatiseringsactiviteiten kosten te drukken. Het onderzoek betreffende het op afstand plaatsen van de dienst SOW is bijvoorbeeld zo'n mogelijkheid. Zo zien wij ook sponsoring als een mogelijkheid om tot lastenverlaging te komen. Bij het realiseren of onderhoud van speelvoorzieningen zou dit bijvoorbeeld van toepassing kunnen zijn. De risicoparagraaf in de begroting baart ons zorgen. Het aantal risicopunten is ten opzichte van vorig jaar van 5 naar 14 punten gestegen. Naar de mening van de VVD-fractie zijn deze punten onterecht allen aangeduid als risicodragend. Het is niet eenvoudig beleid te ontwikkelen om de wel risicodragende punten af te dekken. Toch zal meer beleid in die richting moeten worden gemaakt. De belangrijkste risico's lijken op dit moment te zijn de kwestie Cammingha en de afwerkingskosten van de vuilstortplaats. De vraag kan worden gesteld of in dit soort zaken steeds een afwachtende houding moet worden ingenomen, of dat juist door actie excessen kunnen worden voorkomen. De VVD-fractie is van mening dat het plaats nemen aan de onderhandelingstafel op initiatief van de gemeente positief resultaat kan opleveren.
1996
N 1
De VVD-fractie is verontrust over de situatie bij de werkgemeenschap IJsselmeergroep. De steeds oplopende tekorten geven aan dat het ingehuurde interim-management het juiste spoor nog niet heeft gevonden. De bedragen die wij als gemeente middels een gemeenschappelijke regeling moeten bijdragen, geven een onverantwoorde stijging te zien. Het is duidelijk dat op korte termijn effectieve maatregelen moeten worden genomen teneinde uit deze negatieve spiraal te komen. De onlangs door de directie aangedragen oplossingen bieden naar de mening van de VVD-fractie op korte termijn niet voldoende soelaas. Kan het college aangeven wat de mogelijkheden zijn voor het eventueel verlaten van de Gemeenschappelijke Regeling? Bij het presenteren van meerjarenactiviteiten is het van belang tegelijkertijd een plan van uitvoer te presenteren. Tussentijdse overzichten van vorderingen zijn gewenst, ten behoeve van stand van zaken, bijstellingen, enz.. De management rapportages zijn hiertoe een geëigend middel. De presentaties hierin zijn niet altijd overzichtelijk. Een voorbeeld hiervan was het ontbreken van een totaal-overzicht van de besluiten rondom de kerntakendiscussie. Dit is ook bij de evaluatie van de management rapportages gemeld. W ellicht verdient het eveneens aanbeveling in de management rapportages bijvoorbeeld twee maal per jaar een overzicht te geven van de stand van zaken met betrekking tot de uitwerking van toegezegde nota's enz.. De afgelopen jaren zijn in het onderwijs veel ontwikkelingen in gang gezet in verband met decentralisatie van Rijkstaken en wijzigingen in de bekostigingssystematiek. Er zijn een aantal notities verschenen, aan andere wordt nog gewerkt. Voor het openbaar primair onderwijs zijn dat: Schaalvergroting, Directiestatuut en Verzelfstandiging van het bestuur. Deze punten moeten onderdeel gaan uitmaken van een nieuwe organisatiestructuur van het onderwijs. De VVD-fractie heeft er moeite mee dat op onderdelen aan een aantal notities wordt gewerkt zonder dat de structuur duidelijk is vastgesteld. Heel essentieel in deze afweging is met name de vraag of er gewerkt gaat worden met een centraal managementteam of met een directie per cluster. Duidelijkheid hierover achten wij van groot belang. Wij verzoeken het college op korte termijn met een voorstel te komen. Het afgelopen jaar is ingestemd met de notitie over projectplanning voor organisatieverandering in de uitvoerende taken van sport. In deze notitie wordt gestreefd naar een private beheersvorm voor het technisch, financieel en administratief beheer van alle sportaccommodaties. Op 10 oktober j.l. is het plan Sportcentrum Houtrib gepresenteerd. Wij vragen ons af of dit nieuwe zwembad wel in deze zelfde beheersvorm moet worden ondergebracht, of dat de bouw en de exp loitatie door het bedrijfsleven moeten worden gerealiseerd. Wij verzoeken het college dit te onderzoeken. De volkshuisvesting in onze stad verdient grote aandacht. Een sterke positie van beide woningbouwcorporatie is gewenst. Het samengaan door middel van fusie lijkt ons een probaat middel. De gemeente heeft in het belang van de bewoners hierbij een initiërende en stimulerende taak. Tenslotte wil ik graag met het Masterplan afsluiten. Dit plan kan een goede ontwikkeling voor de stad teweeg brengen. Er zijn duidelijke doelstellingen ontwikkeld. Op korte termijn dienen nu concrete plannen te worden gepresenteerd, zonder de grote lijnen uit het oog te verliezen en zonder het risico te lopen verkeerde prioriteiten te stellen. Samenwerking met overheden en marktpartijen is van groot belang. De geloofwaardigheid van dit M asterplan moet nu met resultaten worden gevoed. De groei van Lelystad is gewenst. Voor het verbeteren van het imago van de stad is het belangrijk dat de inwoners van de stad hier naar tevredenheid verblijven. Voor de verbetering van de leefbaarheid in de wijken verwacht de VVD veel van de wijkgerichte aanpak. Betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van de bewoners zijn essentieel voor het boeken van resultaat. De gezamenlijke inspanning van de gemeentelijke organisatie en het bestuur moet hierop gericht zijn om tot resultaat te leiden. De VVD-fractie zal zich tot het uiterst inspannen hieraan een positieve bijdrage te leveren. Wij kunnen instemmen met de beleidsproductenbegroting 1997 en met de eerste begrotingswijziging.
De heer Herrebrugh: M ijnheer de voorzitter. Jaarlijks, dus ook voor 1997, dient een sluitende begroting de basis te vormen voor het financiële beleid in onze gemeente. Ook voor dit jaar is het gelukt de begroting sluitend te maken, zonder dat hiervoor ingrijpende maatregelen noodzakelijk bleken. De financiële positie van onze gemeente blijft echter vooralsnog uiterst broos. Vooruitzichten voor de jaren hierna lijken weinig florissant en geven de PvdA-fractie dan ook reden tot ongerustheid.
1996
N 1
Ondanks de uitputtende bezuinigingsronden van de afgelopen jaren blijft het voortdurende noodzaak 'de vinger aan de pols te houden' om niet opnieuw in grote financiële problemen te geraken. Op dit ogenblik is voor ons de noodzaak van een nieuwe grote bezuinigingsoperatie niet aangetoond, of het al dan niet in de vorm van een zogenaamde kerntakendiscussie plaatsvindt, of op basis van een bezuinigingsronde die tot hetzelfde resultaat moet leiden. Het college van B&W heeft aangekondigd te bekijken of samenvoeging van de huidige reserves m ogelijk is en of een andere wijze van gebruik van deze gelden eventueel kan leiden tot een gunstiger rente-toerekening. Dit lijkt de PvdA-fractie op dit moment een betere manier dan opnieuw ingrijpende bezuinigingsoperaties door het gemeentehuis, het apparaat en de gemeenteraad te jagen. Opvallend en storend is het voor ons wel dat in de huidige financiële situatie blijkt dat eerder als onmogelijk aangeduide bezuinigingen bij nader onderzoek nu ineens wel te realiseren zijn. Voorbeelden hiervan zijn de bezuinigingen op de centrale inkoop en op de kosten van het leerlingenvervoer. Diverse keren is er in deze raad - alsook in de desbetreffende commissie - raadsbreed aandacht gevraagd voor de steeds m eer oplopende kosten van het leerlingenvervoer. Steevast was het antwoord van het college dat het hier een wettelijke taak betrof waar niet aan te tornen viel en waarop bezuinigen onmogelijk was. In de beleidsbegroting 1997 was hiervoor weer bijna 3 miljoen gulden opgenomen. Echter, in de eerste begrotingswijziging worden de kosten van het leerlingenvervoer met f. 333.000,-- verlaagd, terwijl in de ramingen voor 1998 en later rekening wordt gehouden met een verlaging van f. 800.000,-- op jaarbasis. Een simpele vraag: Waarom kan dit bedrag ineens substantieel omlaag en waarom kon dat niet eerder? Dat er plotseling binnen een paar maanden zoveel minder leerlingen gebruik maken van dit vervoer, wil er bij ons in ieder geval niet in. Niet alleen de financiële positie van deze gemeente baart ons zorgen. Veel van onze inwoners verkeren vergelijkenderwijze - in eenzelfde positie. Het college heeft al aangekondigd met een notie te komen, waarvan de uitgangspunten inmiddels zijn vastgesteld, om te komen tot een gemeentelijk armoedebestrijdingsbeleid. De PvdA-fractie is benieuwd welke wegen voor deze gemeente openstaan om iets, meer dan nu al gebeurt, aan de armoedetoestand van die bevolkingsgroep te doen en welke middelen hiertoe aangewend kunnen worden. Door de PvdA-fractie is u aan het begin van dit jaar verzocht een stookkostentoeslag voor de laagste inkomensgroepen te overwegen, gezien de te verwachten extra energielasten vanwege de extreme koude-periode. U zou hiertoe nadere voorstellen doen in de commissie voor financiën, grondzaken en sociale zaken. Tot nu toe heeft ons nog geen enkel voorstel bereikt. Omdat de rekeningen van het gasbedrijf niet lang meer op zich zal laten wachten, is de PvdA-fractie benieuwd welke gegevens nog moeten worden afgewacht alvorens met nadere voorstellen naar ons toegekomen kan worden. Belangrijk bij alle maatregelen die wij willen treffen om de positie van mensen met een minimaal inkomen enigszins te verbeteren is dat de mensen ook daadwerkelijk bereikt worden en men gebruik maakt van de mogelijkheden die worden geboden. Landelijke cijfers geven aan dat ongeveer 10 % van de mensen die hiervoor in aanmerking komen geen gebruik maakt van de voorzieningen die voor hen getroffen zijn. Het betreft hier vooral ouderen. Op welk niveau liggen de cijfers in Lelystad, na de gezamenlijke actie met de SWOL van vorig jaar? De PvdA-fractie vraagt zich verder af welke mogelijkheden ons nog meer ten dienste kunnen staan om deze groep nog beter te kunnen bereiken. Eén van de instrumenten die ons ten dienste staan is zondermeer de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen. Wij ondersteunen uw voornemen om de norm hiervoor vanaf het komende jaar te verhogen van 95 naar 100 % van het bestaansminimum. De discussie over de dekking van dit voorstel is naar onze mening een voorschot op de bredere discussie die wij over de reserves zullen voeren. De PvdA-fractie kan zich ook vinden in uw voorstel om de onroerendzaakbelasting en de afvalstoffenheffing niet te verhogen. Voor de jaren na 1997 kunnen wij instemmen met uw voornemen om de lasten voorlopig slechts trendmatig te laten stijgen. Beleidsuitgangspunt bij het opstellen van de begroting 1997 is, zoals in de aanbiedingsbrief door u wordt aangegeven, de ontwikkeling van Lelystad binnen het kader van het "M asterplan versnelde groei". Feitelijke concrete voorstellen worden op het ogenblik voorbereid en zullen binnen enkele maanden in concrete voorstellen aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
1996
N 1
De eerste resultaten in het kader van het Masterplan, met betrekking tot een meer naar buiten gerichte aanpak, zijn reeds zichtbaar. Vooral het optreden van het college naar de Lelystadse samenleving is een heel positief begin van deze nieuwe aanpak. In dit kader past ook een nieuwe herziene visie op het wijkgericht werken, het voormalig buurtbeheer. Dat hierbij ook de mogelijkheid wordt bekeken om een deel van de beschikbare middelen voor activiteiten op wijkniveau aan de wijk zelf over te dragen, wordt door de PvdA-fractie in principe met instemming aanvaard. Hierbij zal naar onze mening echter ook de samenhang met het overhevelen van bevoegdheden en verantwoordelijkheden bekeken moeten worden. Een andere uitwerking van het Masterplan gaat in op de samenwerking met de zogenoemde 'externen', die bereid zouden zijn mee te investeren in de openbare ruimte in onze stad. Een open bereidheid van het college voor samenwerking met deze potentiële partners wordt ook door de PvdA-fractie voorgestaan. Hierbij wordt met name gewezen op de mogelijkheid om in samenwerking risicodragende investeringen in Lelystad te bevorderen. De belangstelling van investeerders voor de locatie Lelystad is groeiende. Wij vinden dan ook dat de schuchtere opstelling van deze gemeente in het verleden plaats moet maken voor een actieve en krachtige houding. Bij deze opstelling hoort een heldere visie met randvoorwaarden, waarbinnen de markt de ontwikkelingen kan realiseren. Wij wijzen in dit verband in het bijzonder op een tweetal punten: in de eerste plaats handhaving en zo mogelijk verbetering van de kwaliteit van de stad door middel van bijvoorbeeld een beeldkwaliteitsplan. In de tweede plaats het zorgdragen voor een evenwichtige verdeling tussen de private en de publieke belangen. Wij verzoeken het college op korte termijn een discussie met de raad te beginnen over de vraag welke eisen het opdrachtgeverschap marktgericht werken stelt aan de overheid. Binnen de beleidsproductenbegroting wordt geen duidelijke aandacht meer geschonken aan de ontwikkeling en actualisering van bestemmingsplannen. Gezien de ambities van het Masterplan vragen wij ons af hoe de problemen met betrekking tot capaciteit en kosten uit het verleden opgelost moeten worden. In verband met de samenwerking met andere partijen wordt door onze fractie tevens gewezen op de bereidheid bij de provincie om bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van Lelystad. Wij verwijzen met name hierbij naar het initiatief van de PvdA-Statenfractie om te komen tot een meer verplichtende samenwerking tussen de provincie en Lelystad. Een initiatief dat door Gedeputeerde Staten is overgenomen. De PvdA-fractie ondersteunt dit initiatief en verzoekt het college van B&W dit met Gedeputeerde Staten verder uit te werken in bijvoorbeeld een bestuursakkoord of een convenant. Wij wijzen hier met nadruk op de versterking die dit samenwerkingsverband kan geven aan het stedelijk agglomeratiegebied in het zuidwestelijk deel van deze provincie, namelijk de woongebieden Almere en Lelystad. Wonen en woonomgeving in Lelystad vormen een prom inent deel binnen het Masterplan. De samenleving verandert, ook binnen de volkshuisvesting. Dat uit zich onder andere in een voorkeur voor koop boven huur. Lagere inkomensgroepen hebben deze keuzemogelijkheid als gevolg van ons volkshuisvestingsstelsel veel minder en hebben steeds meer te maken met het straffe huurbeleid en daardoor stijgende huurlasten. Zo dreigt de scheiding tussen huur en koop ook een scheiding te worden tussen inkomensgroepen. De PvdA-fractie acht dit een ongewenste situatie. Daar waar mogelijk dient het college alle mogelijkheden aan te wenden de huurlasten voor onze burgers te beperken. Ook een initiatief van onze Tweede Kamerleden Duivesteijn en Van der Ploeg om koopwoningen ook voor lagere inkomensgroepen bereikbaar te maken, verdient in dit verband in ieder geval een positieve benadering. 1996 was vooral een overgangsjaar tussen een sterk op de financiële situatie gericht beleid naar een in volgende jaren te voeren expansief ontwikkelingsbeleid. Samen met een nieuwe burgemeester die op dit gebied al snel heeft laten zien waartoe hij in staat is, moet dit volgens de PvdA-fractie al snel tot tastbare resultaten kunnen leiden. Een meer op basis van zelfvertrouwen in eigen kunnen en mogelijkheden gericht beleid zal daaraan zeker kunnen bijdragen. Wij zien met spanning de daartoe op te stellen uitwerkingen van het M asterplan tegemoet.
De heer Klein Swormink: Mijnheer de voorzitter. Allereerst dank voor de begroting die het college ons heeft aangeboden. En veel waardering voor allen die daaraan hebben gewerkt.
1996
N 1
Het beleid is in 1996 en wordt in 1997 in hoge mate bepaald door het op 27 juni 1996 door de raad vastgestelde Masterplan. In het komende jaar zal veel energie worden gestoken in het uitwerken van de deelplannen. Het ontwikkelen van die plannen zal van het gemeentebestuur en de organisatie veel inspanning vragen. Naast de daarbij behorende financiële inspanning zal een andere manier van besturen, een naar buiten gerichte oriëntatie van het gemeentebestuur, een noodzakelijke voorwaarde zijn. De Lelystadse burgers motiveren en mobiliseren om gezamenlijk die verbeterde en versnelde groei waar te maken. De CDA-fractie rekent daarbij op medewerking en financiële bijdragen van Provincie en Rijk. De begroting voor 1997 sluit na de eerste begrotingswijziging. Enkele mee- of tegenvallers kunnen het beeld nog behoorlijk veranderen. Wij hebben de verwachting dat de kwartaalsgewijze m anagement rapportage ons tijdig aangeeft waar mutaties optreden. Een somberder beeld vertoont de meerjarenraming. Hoewel meerjarenramingen veelal sterke fluctuaties laten zien, kan het als sturingsmiddel worden gehanteerd om een trend tijdig te signaleren en het is belangrijk daar ook tijdig op te anticiperen met beleidsmaatregelen. Onze concrete vraag is dan ook hoe het college denkt de verwachte tekorten in de meerjarenraming aan te pakken. In Lelystad zijn momenteel een aantal interessante en heel aantrekkelijke woningbouwlocaties in uitvoering; prima passend in de plannen voor versnelde groei. Wij rekenen er op dat het college de vaart er in weet te houden. Diezelfde vaart moet er in blijven wat betreft de economische ontwikkeling. Wonen en werken horen in onze visie bij elkaar. Niet te ontkennen valt dat in sommige situaties spanning tussen beide kan ontstaan. De landelijke discussies over de luchtvaart zijn bijvoorbeeld heel actueel. Ook Lelystad speelt een rol in dit gebeuren. Minister-president Kok w as bij zijn bezoek aan Lelystad onlangs duidelijk over vliegveld Lelystad: een business airport en niet meer. Wij zijn het met hem eens en blij met de duidelijkheid die hij verstrekte. Over een luchthaven in de Markerwaard heeft het CDA geen afgeronde mening. Het is een nationale aangelegenheid en wij wachten de voorstellen van het kabinet af. Bij de ontwikkeling van de werkgelegenheid in onze gemeente neemt de PSOL een belangrijke plaats in. Hoe ver is het college gevorderd met het overleg om de PSOL-regeling voor Lelystad in stand te houden? Ten aanzien van de volkshuisvesting nog het volgende: De sanering van W oningbouwstichting De Opdracht en de mogelijke fusie van deze corporatie met de Woningbouwstichting Lelystad hebben de afgelopen weken het plaatselijke nieuws bepaald. De CDA-fractie betreurt het afbreken van de fusie-besprekingen. De CDA-fractie vraagt het college het noodzakelijke te ondernemen wat in haar vermogen ligt om de besprekingen weer vlot te trekken. Het is in het belang van de volkshuisvesting en van de huurders dat er een oplossing komt voor de problemen. De CDA-fractie gaat er van uit dat met het tot stand brengen van een fusie en de noodzakelijke sanering ook de huurders tegemoet worden gekomen. Dit betekent voor de CDA-fractie dat de jaarlijkse huurverhogingen in Lelystad maar heel beperkt kunnen zijn. Nu worden de huurverhogingen te veel bepaald door de zorgelijke financiële situatie van de woningbouwstichtingen na de brutering. De huurverhogingen zijn daardoor te hoog. Zijn er overigens op dit moment nog nieuwe ontwikkelingen te melden? De CDA-fractie constateert dat er aandacht nodig is voor het bouwen van woonvoorzieningen voor de doelgroep ouderen. Er wordt versnipperd door een aantal groepen wel gewerkt aan plannen, maar naar de mening van de CDA-fractie ontbreekt er samenhang in deze planontwikkeling. Dat is wellicht een probleem daar waar de initiatieven door diverse particuliere groepen genomen worden. Een aantal van deze initiatieven bleek in de laatste periode niet gerealiseerd te kunnen worden. Eén van de oorzaken daarvan is onvoldoende belangstelling als het op werkelijk concretiseren aankwam. De CDA-fractie vraagt het college initiatieven te nemen om tot een verdere ontwikkeling van de huisvesting voor ouderen te komen. Daarbij zou gedacht kunnen worden aan planontwikkeling rondom de verzorgingstehuizen. Gesprekken met diverse groepen uit de samenleving kunnen leiden tot een betere afstemming van de verschillende plannen en daarmee de kans op realisering verhogen. Onlangs nam W oningbouwstichting Lelystad een aantal nieuwe wooneenheden in gebruik die waren ontstaan door woningsplitsing. Dit initiatief, mogelijk dankzij financiële steun van de provincie, zou herhaald moeten worden met zogenaamde BWS-middelen. De doelgroep zou daarbij naast jongeren ook de alleenstaande ouderen kunnen betreffen. Hierbij wordt ook de leegstand van grote en daarbij ook dure huurwoningen bestreden. Het college stelt voor de belastingen en tarieven niet te verhogen, voor 1997 ook niet met de inflatiecorrectie. Wij zijn het daar van harte mee eens. Na een groot aantal jaren verplichte forse verhogingen nu een keer gewoon 0 %.
1996
N1
Overigens door het niet toepassen van de inflatiecorrectie in 1997 derft de gemeente wel ongeveer 1 miljoen gulden aan inkomsten. Wij hebben een aantal jaren verplicht de tarieven van de OZB moeten verhogen in het kader van de artikel 12-status. Vandaag maakt het kabinet maatregelen bekend om gemeenten die aan de top zitten met de OZB te verplichten deze OZB te verlagen. Wij zijn benieuwd of er van de zijde van het kabinet financieel aan tegemoet zal worden gekomen. Het kan verkeren. Eerst waren wij verplicht om te verhogen en nu zouden wij verplicht kunnen worden om te verlagen. Misschien kan het college eens poolshoogte gaan nemen bij de staatssecretarissen. De CDA-fractie is voorstander van het benutten van de nieuwe ruimte die de wet biedt voor het kwijtscheldingsbeleid, van 95 naar 100 %. De gederfde inkomsten door het kwijtscheldingsbeleid moeten in feite worden opgebracht door de overige betalers van de OZB. Het is te begrijpen dat daar ook een grens aan is. In dat licht zijn wij dan ook akkoord met uw voornemen om een gedeelte van het surplus aan WVG-gelden in 1997 aan te wenden voor het kwijtscheldingsbeleid. Bij de verwerking van de afvalstoffen hebben zich de laatste jaren snelle veranderingen voorgedaan. De stortplaats Zeeasterweg is gesloten. Na aanvankelijk storten op het Friese Pad in de Noordoostpolder wordt het niet-composteerbare deel verbrand in Alkmaar. De aanleg voor overslag voor transport per schip naar Alkmaar is aanstaande, evenals het in bedrijf nemen van de nieuwe bio-installatie in het industrie - en milieupark Visvijvers. Binnen afzienbare tijd heeft alles zijn vaste bestemming. Wat blijft zijn de hoge kosten van afvalverwerking. De vraag of die kosten hoog zijn, blijft een discutabele. Wanneer wij voor f. 500,-- tot f. 600,-- per jaar al ons afval kwijt kunnen, lijkt dit redelijk. Wij vinden overigens dat het bij dit bedrag zou moeten blijven. Het armoedebeleid is onlangs opnieuw nadrukkelijk op de politieke agenda gekomen. Ook het college van Lelystad heeft de raad een startnotitie Armoedebeleid aangeboden. De uitwerking van deze startnotitie verwachten wij op korte termijn. Aspecten zoals incidentele of structurele oplossingen en de uitvoerbaarheid van regelingen zijn voor ons belangrijke criteria bij afweging van voorgesteld beleid. Ten aanzien van het onderwijs zijn voor de gemeente grote veranderingen in de maak. Wij noemen beheer en bekostiging van de schoolgebouwen en de verzelfstandiging van het primair openbaar onderwijs. Wat het laatste betreft is de CDA-fractie van mening dat een zorgvuldige afweging moet plaatsvinden, op welke wijze en wanneer dit moet plaatsvinden. Wij wachten de college-voorstellen af. Ik ben niet volledig geweest, maar wel duidelijk is dat veel op ons afkomt, dat wij ons veel hebben voorgenomen en dat wij veel te doen hebben. De CDA-fractie zal zich inzetten om met anderen een maximaal resultaat te bereiken. De CDA-fractie vraagt daarbij om Gods zegen. Overigens stemmen wij in met de aangeboden begroting en met de eerste begrotingswijziging. De heren Noeken en Bus komen de vergadering binnen.
De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. Het gaat goed in Nederland. Dat was de teneur van de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer. En gerekend naar het gemiddelde inkomen gaat het de overgrote meerderheid in Nederland ook echt goed. De toename van de werkgelegenheid heeft daartoe ook bijgedragen. Dan is het gemakkelijk om de veel kleinere groep in de beoordeling te vergeten, de groep mensen die van een minimuminkomen moeten rondkomen. De minimum-uitkering stijgt bijvoorbeeld al 20 jaar lang niet mee met de gemiddelde loonontwikkeling en is zelfs voor de inflatie lang niet altijd gecorrigeerd. Is er sprake van een Nederlandse "samen"-leving? Samen de vruchten plukken van het goed gaan, samen de lusten? M aar wel samen de lasten. Gelukkig is het beeld inmiddels gecorrigeerd. Armoede wordt erkend. Zelfs wordt erkend dat de armoede verergert. In onze samenleving was er wel een zuil voor nodig om dat nog eens duidelijk zichtbaar te maken, met dank aan de heer Muskens. Het gaat goed in Nederland. De inkomens groeien, de werkgelegenheid groeit, maar de beperking van de uitstoot van CO2 wordt niet gehaald. De daarmee samenhangende beleidsdoelstellingen ook niet. De ontwikkeling van natuurgebieden loopt achter op het schema en het schema wordt vervolgens bijgesteld. Zou men ook vinden dat het goed gaat als het andersom was? Als de zogenaamde milieudoelen wel gehaald zouden zijn, de inkomens niet zouden zijn gestegen en de werkgelegenheid achter op het schema? W ordt het niet tijd dat de beoordeling
1996
N 1
afhankelijk wordt gemaakt van alle beleidsdoelen? Bij het formuleren van de beleidsdoelen zijn zij allemaal gelijkwaardig. Bij het beoordelen van de resultaten van het beleid komt de aap uit de mouw en is van gelijkwaardigheid geen sprake meer. Nu de begroting van Lelystad. Er ligt een sluitende begroting voor zonder artikel 12-gedoe en zonder verplichte belastingstijging. U stelt voor om in 1997 de belastingen helemaal niet te laten stijgen. GroenLinks is het met deze keuze eens. Het financieel meerjarenperspectief laat een groeiend tekort zien. Met de voorjaarsnota, waar wij van harte mee instemmen, komt u met voorstellen hoe dat tekort kan worden weggewerkt. GroenLinks ziet daar met belangstelling naar uit. De begroting voor 1997 sluit, maar gaat het ook goed met Lelystad? De inkomens groeien en de werkgelegenheid groeit, maar het aantal inwoners groeit niet. Het kost grote moeite om de voorzieningen op het huidige niveau te houden. Overigens is dit voor veel voorzieningen wel een goed niveau. De huren zijn te hoog. O f beter gezegd, er zijn veel te weinig woningen met lage huren. Het draagvlak voor een verdere autonome ontwikkeling van Lelystad is te klein. Deze problemen moeten aangepakt worden. Daarvoor is het M asterplan nu ongeveer een half jaar geleden vastgesteld. Wij hebben daar van harte mee ingestemd. GroenLinks heeft geconstateerd dat de betrokkenheid bij de totstandkoming van het M asterplan zowel onder de bevolking als onder het eigen personeel voor Lelystadse begrippen groot is. Dat moet uitgebouwd worden. Voor de uitvoering en uitwerking van het Masterplan is 1997 een sleuteljaar. Het is er op of er onder. Het Masterplan is absoluut niet een oplossing voor alle kwalen. Ook in Lelystad is armoede. Als landelijk een huishouden gemiddeld f. 100,-- per maand tekort zou komen voor een menswaardig leven, dan is dat in Lelystad vanwege de hogere huisvestingslasten f. 200,-- per maand. Dat geeft de urgentie van het armoedeprobleem in Lelystad weer. De gemeente mag geen inkomenspolitiek voeren. Bovendien heeft Lelystad daar ook de middelen niet voor. Maar de gemeente kan er wel wat aan doen. Ten eerste kan er aan worden gewerkt dat de huisvestingslasten naar beneden gaan. Veel meer goedkope huurwoningen zijn nodig. De gemeente kan dat zelf niet, of in ieder geval niet alleen. Het zal onderdeel moeten uitmaken van een plan tot sanering van de armlastige, failliete corporatie "De Opdracht", tot bestrijding van de leegstand en mogelijk ook tot fusie van de corporaties. In onze ogen moeten er veel goedkope huurwoningen bijkomen. Dit kan niet wachten tot 1998; het moet komend jaar gestalte krijgen. Gegeven de leegstand in de bestaande woningvoorraad en gegeven de huurprijzen van nieuwbouwwoningen lijkt het ons dat de goedkope huurwoningen vooral in de bestaande voorraad moeten worden gerealiseerd. Welke stappen gaat u daar dit jaar voor nemen? Komt het in 1997 tot een dergelijk plan? Ten tweede door een goed minima-beleid. Vorig jaar met de algemene beschouwingen hebben wij een notitie aangeboden over de invoering van een niet-stigmatiserende minimum-pas. Overigens vindt GroenLinks dat alleen de kans op stigmatisering geen excuus mag zijn om een dergelijke pas niet in te voeren. In het kader van het minima-beleid zou daarmee verder worden gewerkt, maar hard gaat het niet. Kunnen wij er op rekenen dat het minima-beleid in 1997 wel van de grond komt en dat ons voorstel van de Lelystad-pas daar dan deel van uitmaakt? Met het kwijtscheldingsbeleid gaat het wel goed. Wij ondersteunen van harte het beleid van het college dat maximaal van de kwijtscheldingsmogelijkheid gebruik zal worden gemaakt. Bij de voorlichting over de kwijtschelding verzoeken wij u aandacht te besteden aan een gerichte doelgroep-benadering om het nietgebruiken van deze mogelijkheid zoveel mogelijk te beperken. Overigens wordt de armoede veroorzaakt door de achterblijvende inkomensontwikkeling van de minima. De beste oplossing is dus inkomensstijging. En de armoede wordt veroorzaakt door de meer dan trendmatige stijging van met name de huren. Bij de huishoudens met minimale inkomens vormen de huren als belangrijkste onderdeel van de vaste lasten het grootste deel van de uitgaven. De inflatiecorrectie biedt voor hen geen soelaas. De individuele huursubsidie zal dit moeten compenseren. De gemeentelijke belastingen maken slechts een klein deel uit van de totale vaste lasten, voor zover ik weet nog geen 10 %. Beperking en kwijtschelding van die belastingen helpt niet echt veel, maar ook kleine beetjes helpen en het is een heel duidelijk signaal. Een voor Lelystad bijzonder belangrijk beleidsterrein is het milieu. Lelystad is een schone stad. Alom wordt dat erkend als een sterk punt van onze stad. Dat moet uitgebouwd en uitgedragen worden, niet alleen door een goede uitvoering van alle wetten en regels - daarmee gaat het de goede kant op - maar ook door in de verdere
1996
N1
ontwikkeling van Lelystad daar nadrukkelijk op aan te sluiten. Er moet veel meer aandacht komen voor duurzaam bouwen, zodanig veel dat het een bijdrage kan leveren aan het sterke punt "schone stad". W ilt u in 1997 de mogelijkheid onderzoeken van een aansprekend "duurzaam bouwen"-project in Lelystad als duidelijke aandachtstrekker voor wat op het gebied van duurzaam bouwen al wordt gedaan? Het bevorderen van het openbaar vervoer en fietsverkeer, zoals de piek-actie op zaterdag in de bus. Goede acties betalen zichzelf. Prioriteit bij het openbaar vervoer blijft wat ons betreft ook het verbinden van toeristische attracties onderling en met het stadscentrum. De fiets blijft een schitterend vervoermiddel voor de kortere afstanden. In Lelystad is het nog een bijzonder veilig vervoermiddel ook, althans wat betreft het fietsen er mee. Met het eigendom van de fiets zit het wat moeilijker. Wat betreft ruimtebeslag en het geringe gevaar voor de omgeving is dit het vervoermiddel dat het meest geschikt is voor transport van deur tot deur. Wij vragen hier bij de verdere ontwikkeling van het vervoerbeleid nadrukkelijk rekening mee te houden. Een ander beleidsterrein met een duidelijke milieu-betekenis is het afvalstoffenbeleid. Hergebruik kan geweldig worden bevorderd door een kringloopwinkel. Al jaren achtereen wordt toegezegd dat de mogelijkheden daartoe worden onderzocht. Kunt u ons inzicht verschaffen in het waarom van het al maar niet lukken van een kringloopwinkel? Er waait een andere bestuurlijke wind door Lelystad: wijkbezoeken, raadsledenconferenties, burgers in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken bij de beleidsontwikkeling. GroenLinks is het met deze veranderingen van harte eens. Inspraak was er altijd al. De mogelijkheid van inspraak stond open voor ongeveer alle soorten van beleid. Het stadium van de inspraak was echter meestal als de beleidsnota er al lag ter besluitvorming. In de praktijk wordt er dan aan de nota niet veel veranderd. Dit gaf ruim baan aan de opvatting dat aan de inspraak geen gehoor werd gegeven. Door inspraak nu in een veel vroeger stadium mogelijk te maken wordt de grond onder deze verdenking weggenomen. Inspraak gaat een rol spelen bij de draagvlakvorming van beleid. Om deze inspraak duidelijk te onderscheiden van de oude vorm, zou misschien aan een andere vorm kunnen worden gedacht. De heer Van Keme nade had het bij een lezing in dit verband over "voorspraak" als benadrukking van de fase waarin de inspraak tot stand komt. Ondanks jarenlang verzet hoor ik nog steeds op verjaardagsfeestjes en zo dat de politiek toch doet waar men zelf zin in heeft. En dat de politiek van opvattingen en ideeën verandert als dat beter uitkomt. Die discussie ga ik dan aan. Voor m ijzelf had ik naar mijn idee altijd een goed weerwoord op alle aangedragen voorbeelden. Met de dekking van de kwijtschelding uit het WVG-fonds heb ik dat niet meer. Eerst wordt gezegd dat de gelden voor gehandicapten bestemd zijn. Dat wordt dan vaak herhaald en door alle partijen bekrachtigd. Bij de evaluatie wordt nadrukkelijk gesteld dat gegeven de beperkte financiële ruimte een keuze moet worden gemaakt uit alle naar voren gebrachte wensen. Die financiële ruimte werd mede gevormd door het fonds. En om nu dat fonds niet ten goede te laten komen aan de gehandicapten, dat beoordelen wij als politieke draaikonterij. Wij roepen het college en andere fracties op daarvan terug te keren. Het volgend jaar wordt het jaar van er op of er onder. Voor de uitvoering van het M asterplan is de inzet nodig van alles wat Lelystad is of waar Lelystad bij betrokken is. De voortrekkersrol, ook gericht op het vergroten van de betrokkenheid van anderen, ligt bij het college en het gemeentelijk apparaat. GroenLInks wenst hen allen daarbij veel succes. De heer Van der Sloot komt de vergadering binnen.
De heer Klomp: M ijnheer de voorzitter. Een spook waart door Europa, het spook van de ECU. De regeringen van ons werelddeel vragen niets aan hun bevolking en snoeien in sociale budgetten om te voldoen aan de eis van de multinationals: minder overheidsuitgaven en meer winst. Het ondergraaft de bestaanszekerheid van steeds meer mensen. Het is korte termijn-politiek. Zie daar, het volgende spook meldt zich aan, de groeiende kloof tussen arm en rijk. Daarnaast groeit de kloof tussen de bevolking en de politiek ook uit tot proporties die niet wenselijk zijn. Deze tweedeling is niet gewenst door de SP en doet de democratische beginselen geweld aan. Ook binnen de gemeente Lelystad is deze tweedeling al gaande. Kok en de paarse regering doen alsof hun neus bloedt en roepen een bisschop op het m atje die de m ensen hun brood gunt. Paars weigert superwinsten om te zetten in werk, behalve dan gesubsidiëerde Melkert-banen. Deze banen zijn een doorn in onze ogen. Geef deze mensen een
1996
N1
goede zekerheid en een salaris dat past bij het werk dat zij doen. W erkgevers hebben deze subsidie niet nodig. Zij romen hun winsten toch al genoeg af. Het college van Lelystad loopt via dezelfde weg en bekommert zich nauwelijks om een groeiende massa mensen die de toegang tot een fatsoenlijk huis, baan of voorzieningen ontzegd wordt. Het Masterplan is misschien een goede aanzet om een aantal van deze zaken op te lossen, maar gaat in wezen voorbij aan de structurele problemen waar Lelystad nu mee kampt zoals leegloop, leegstand en achterstallig onderhoud. Daarnaast zijn de problemen waarmee de minima en de groep die daar net boven zit (tot aan modaal) gigantisch. Verhogingen van de gemeentelijke belastingen van de afgelopen jaren zijn de pan uit gerezen. De SP voorspelde vorig jaar dat de gemeente Lelystad heel hard de Top 10 van de duurste steden in zou rennen. Helaas hebben wij gelijk gekregen. Lelystad heeft het gepresteerd om de eerste plaats te halen. Tot onze vreugde zal het komende jaar geen verhoging van de gemeentelijke belastingen plaatsvinden. Wij streven er naar dat deze heffingen in de komende jaren gelijk zullen blijven. Wij zien liever dat deze zullen worden verlaagd. Door deze heffingen te verlagen zal de aantrekkingskracht van Lelystad verhoogd worden, waarna de inkomsten ook zullen toenemen. Sociale woningbouw: Binnen de Flevolandse gemeenten wordt sociale woningbouw gepleegd. Het totale budget dat hiervoor beschikbaar is, wordt voor ongeveer 80 % door Almere gebruikt en voor ongeveer 20 % door Zeewolde. Met het gevolg dat in Lelystad geen sociale nieuwbouw wordt gepleegd. Wij zagen graag dat de gemeente zich sterk maakt om uit dit potje financiën los te krijgen voor echte sociale woningbouw. De leegstand in diverse wijken zal ook moeten worden aangepakt. Dit wordt momenteel gerealiseerd door verkoop uit het huursegment. Deze woningen worden onttrokken aan het laagste huurniveau binnen Lelystad. Hierdoor worden de beschikbare huurwoningen niet meer bereikbaar voor de mensen met lagere inkomens. Daarnaast is het onderhoud van de sociale verhuurders aan hun w oningen teruggebracht tot een onaanvaardbaar minimum. Hier hebben wij laatstelijk al aandacht voor gevraagd door middel van het rapport "Wold, plezierig wonen of niet!". Dit rapport is toegesneden op het Wold, maar de problematiek geldt voor meerdere wijken binnen Lelystad. Wij zagen gaarne van het college meer inspanning om deze problematiek op zeer korte termijn op te lossen. De winter staat voor de deur en de stookkosten rijzen de pan uit voor deze woningen. Ieder jaar stookkosten-toeslag is misschien een oplossing, maar erg structureel is dat niet. De nieuwe Algemene Bijstandswet: De hercontroles zoals deze nu plaatsvinden, druisen volgens ons in tegen de waardigheid van de cliënten. Welk ander hoger doel dan vernedering van de betreffende mensen is de achterliggende gedachte bij de eis om de bank- of giro-afschriften van de laatste drie maanden mee te nemen? Als men wil frauderen, doet men dat beslist niet via deze betalingsmogelijkheden. D aarnaast is de privacy van de mensen een groot goed. De controleur van de armenwet is uit zijn graf opgestaan en kijkt over ieders schouder mee. Wij vragen aan de raad om een uitspraak om aan dit girogluren een einde te maken. Wij dienen daarvoor een motie in. Wet Voorzieningen Gehandicapten: Wij vinden de overheveling van gelden die voor de WVG bestemd zijn naar de Bijzondere Bijstand totaal niet aanvaardbaar. Dit geoormerkt geld is bedoeld voor gehandicapten en daar moet het ook voor blijven. Dat er een overschot is, is misschien goed, m aar wij vinden dat er van dit geld andere en betere voorzieningen getroffen kunnen worden. Het Gehandicapten Overleg Lelystad heeft hiervoor voorstellen gedaan tijdens de laatste commissievergadering. W erkgelegenheid: De werkgelegenheidsplannen welke in het Masterplan zijn opgenomen, juichen wij toe. Werkgevers binnenhalen is een kunst maar deze ook binnen de gemeente te houden is een gave. Gezien de alarmerende werkloosheidscijfers van onder andere laaggeschoolden vragen wij van het college met een plan te komen om deze problematiek op te lossen. Gaarne zagen wij dit nog het eerste kwartaal van 1997 gerealiseerd worden. Thuiszorg: Het college zal zeggen: "Wat hebben wij hier mee te maken?" De politiek die achter de bevolking wil staan, zal alle problemen serieus moeten nemen om door deze bevolking te worden geloofd. Wij vinden dat het college en de raad de verantwoordelijke politieke organen moeten laten weten dat de situatie in de thuiszorg onacceptabel is.
1996
N1
De vergrijzing van Nederland en dus ook in Lelystad neemt toe, waardoor het aantal mensen dat op deze diensten is aangewezen ook zal toenemen. Daarom kan en mag er niet op bezuinigd worden. Wij vragen daarom het college een sterke vuist te maken richting Den Haag om deze maatregelen ongedaan te maken of tenminste te laten afzwakken. Luchthaven: Bij het laatste bezoek van minister-president Kok konden wij horen dat Lelystad Airport geen tweede nationale luchthaven wordt. Dat Lelystad een Business Airport wordt, is niet meer terug te draaien maar blij zijn wij daar niet mee. Ook sprak de heer Kok over de mogelijkheid van plaatsing van de tweede nationale luchthaven in de Markerwaard. Wij vragen van het college hiertegen ten zeerste te protesteren, daar deze luchthaven op Lelystads grondgebied zal worden gebouwd. Conclusie: Lang niet alles wat B&W doet is slecht, maar er is ook geen enkele reden om hoera te roepen. Het Masterplan is een goede gooi naar de toekomst, maar de financiële dekking is nog niet rond. Wijkgericht w erken stuit nog op problemen bij de participanten. De visie van het college beperkt zich tot de grote lijnen, maar ook de zijpaden mogen en moeten bewandeld worden. Bestuurlijk zijn wij aan een nieuwe periode begonnen, waarin weer in de raad gepraat kan worden. De schok te ontdekken dat ook in Lelystad armoede bestaat, is een treffend voorbeeld dat het gaat zoals het niet moet gaan in deze samenleving. Voor de SP bestaat er grote spanning tussen datgene wat wij dagelijks om ons heen zien en wat wij willen hebben: Stuitende armoede aan de ene kant en even stuitende rijkdom aan de andere kant. 900.000 gezinnen die balanceren op de rand van het bestaansminimum aan de ene kant en een stijgend aantal miljonairs aan de andere kant (nu al meer dan 100.000). Een gemeentelijke overheid die steeds meer taken krijgt en het geld daar niet bij krijgt. Een landelijke politiek die praat over verlaging van de lasten voor de rijken, zodat er weer minder geld is voor gemeenten en hun inwoners. Wij concluderen dat hetgeen wij naar voren brengen voor ons aanleiding is om niet akkoord te gaan met de begroting 1997. De voorzitter: W ordt de motie van de SP in voldoende mate ondersteund? De heer Verlaan: M ijnheer de voorzitter. Onze fractie ondersteunt de indiening. De voorzitter: Ik zal de motie nu voorlezen: "De raad van gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 14 november 1996; Constateert dat het zogenaamd girogluren waarbij de cliënten van de sociale dienst onnodig hun giro- of bankafschriften moeten overleggen gedurende een periode van drie maanden, dat dit kwetsend en stigmatiserend overkomt waarbij fraude niet of nauwelijks wordt aangetoond, dat de privacy van cliënten wordt geschonden, dat dit onnodig belastend werkt voor de dienst, Spreekt zich uit: 1)dat zolang er geen grond is tot vermeende fraude geen giro - of bankonderzoek zal plaatsvinden, 2)indien er gegronde redenen zij (bij fraude) dit alsnog kan plaatsvinden en gaat over tot de orde van de dag". De voorzitter: De motie maakt deel uit van de beraadslagingen.
De heer Noeken: M ijnheer de voorzitter. In verband met mijn gezondheid, die te wensen over laat, ben ik de laatste periode niet in staat geweest de begrotingsstukken te bestuderen. Ik bied u hierbij mijn verontschuldigingen aan en wij zullen zorgen dat dit het volgende jaar beter wordt. De voorzitter: Ik kan uiteraard niet anders doen dan dit met respect constateren en u alle beterschap wensen.
1996
N 1
De heer Van der Sloot: M ijnheer de voorzitter. De begroting en het ontwerpvoorstel voor het komende jaar stralen een sfeer uit van nieuwe aanpak, groei en vertrouwen. Na jaren van ingetogenheid lijkt er nu weer ruimte om naar buiten te treden en de stad uit te dragen aan eenieder die het horen wil. Het Masterplan zal in de komende jaren moeten zorgen voor een proces van groei en vooruitgang. Daarmee is de fractie van de Natuurwetpartij het van harte eens en zal waar mogelijk dit proces constructief en positief blijven ondersteunen. Wij achten het echter onze plicht om aandacht te blijven vragen voor de menselijke factor. De groei van Lelystad in de komende jaren zal voornamelijk een groei zijn van mensen met een inkomen boven modaal of hoger. Er worden immers uitsluitend koopwoningen gebouwd. Daarnaast is het de bedoeling om werkgelegenheid te scheppen vooral voor mensen met geen of weinig opleiding, want daar heeft Lelystad er veel van. De gedachte dat het aantrekken van werkgelegenheid voor laaggeschoolden de oplossing is, vinden wij een te simpele gedachte. De kans daarop lijkt ons bijzonder klein, want dat soort werkgelegenheid pleegt ondernemend Nederland al een aantal jaren te exporteren naar de lage lonen landen. Wij zouden graag zien dat het college bij de uitwerking van het Masterplan de mogelijkheid onderzoekt om met name de laaggeschoolde werkelozen de kans te geven opgenomen te worden in een traject van loopbaanplanning. Hiermee wordt ieder individu die op zoek is naar een zinvolle invulling van zijn of haar bestaan, de kans geboden om datgene te vinden w at het beste bij hem of haar past. Stichting Impulz heeft een dergelijke aanpak voor JWGers. Verder wil de Natuurwetpartij aandacht vragen voor een opbouw van de samenleving waarin burgers meer dan nu het geval is zich beschermd voelen, zich veilig weten en zekerheid hebben op gezond niet-gemanipuleerd voedsel, een samenleving die terug kan vallen op een zorgsector die gebaseerd is op natuurlijke preventieve maatregelen, waardoor opkomende ziektekiemen voortijdig kunnen worden onderkend en gepareerd. Voorts wil de Natuurwetpartij aandacht vragen voor een onderwijssysteem w aar naast aandacht voor het bestuderen van vakkennis en algemene ontwikkeling ook het meest essentiële aspect van de leerling, zijn eigen individuele bewustzijn, ontwikkeld wordt zodat hij of zij bij het verlaten van de school een volledig ontwikkelde persoonlijkheid is, die voor de volle honderd procent kan bijdragen aan de ontwikkeling van de samenleving. Ook de ouderen verdienen een betere aandacht. De ouderennota berust voornamelijk in de bestaande situatie en denkt in termen van voorzieningen en aanpassingen. Zorg en welzijn zijn voornamelijk gericht op het "zo lang mogelijk zelfstandig functioneren in de eigen woon- en leefomgeving en verminderen van afhankelijkheid, achterstand en isolement". Wij missen hier de aandacht voor vitalisatie, zowel op geestelijk als lichamelijk niveau. Samenvattend komen wij tot de conclusie dat velen nog steeds moeten leven met een angstig gevoel van onveiligheid; dat wij moeten vrezen voor onze voedselvoorziening; dat ondanks een toenemende welvaart de groep groeit die zich buitengesloten voelt; dat het onderwijs niet leidt tot volledig ontwikkelde mensen. Met deze gedachten in het achterhoofd heeft mijn fractie gekeken naar de plannen die het college voor het komende jaar in petto heeft. De ontwikkeling van de stad staat uiteraard bovenaan de lijst en beheerst vrijwel het gehele beleid voor het komende jaar. Dit is ook logisch gezien het Masterplan dat op tafel ligt. Wij willen nog steeds dat daar voortvarend aan verder wordt gewerkt, maar spreken daarbij tegelijkertijd de vrees uit dat het naar onze mening toch weer een voornamelijk materialistisch verhaal dreigt te worden, waarbij te weinig gekeken wordt naar het verbeteren van het welzijn van de burgers. De discussie die de afgelopen maanden plaatsvond in de media over het stadscentrum, waarbij het stadhuisplein getransformeerd moet worden in een horeca-aangelegenheid, waar waarschijnlijk de alcohol dan ook een belangrijke bron van inkomsten gaat worden, zien wij niet als een verbetering van de kwaliteit van de stad. Integendeel zelfs. Het wordt misschien gezelliger, maar zoals de reclamespot al zegt: Alcohol maakt meer kapot dat je lief is. Wij zien meer in een stadscentrum dat een plek is waar de bevolking kan samenkomen om culturele en andere activiteiten tot ontplooiing te brengen. De nieuwe wijze van besturen heeft ons de wenkbrauwen doen fronsen. Gaan wij de maatschappelijke creativiteit mobiliseren door met de verschillende partijen in de samenleving gezamenlijk de problemen op te lossen? Ontwikkeling van de creativiteit past wel in ons straatje, liefst in gelijke pas met de ontwikkeling van intelligentie. Dat hebben wij ook in 1994 al geroepen. M aar de verschillende partijen in de samenleving hebben in 1994 toch ook een gemeenteraad gekozen om de stad te besturen? Het is prim a om met externen om de tafel te gaan zitten en
1996
N 1
over maatschappelijke problemen te discussiëren. Dat gebeurt trouwens al in ruime mate, lijkt ons. Maar problemen worden in de optiek van de Natuurwetpartij niet opgelost door ze met een steeds grotere groep mensen te bespreken. Problemen worden opgelost door de oorzaak van een probleem aan te pakken. Naar onze mening ligt de oorzaak van een probleem vaak heel ergens anders dan daar waar het probleem zich voordoet. Klassieke voorbeelden hiervan vinden wij terug in de bestrijding van criminaliteit. Het afgelopen jaar hebben wij de discussie gehad over de rolluiken en de omheiningen van de sportvelden. Vele duizenden guldens zijn daarmee gemoeid. Langzaam maar zeker wordt de stad een vesting met overal metershoge hekken. De vraag is of dit werkelijk bijdraagt aan de vermindering van de criminaliteit. De oorzaak van criminaliteit is naar onze mening terug te vinden in de collectieve stress in de samenleving. Waar spanningen oplopen, neemt criminaliteit toe. Iedere burger van de stad draagt bij aan de toe- of afname van de criminaliteit in de stad, naarmate hij meer of minder gespannen is. Alle stress bij elkaar opgeteld bepaalt het niveau van collectieve stress. En hoe hoger de collectieve stress, hoe hoger de criminaliteit. Om de criminaliteit effectief en adequaat te bestrijden moet de stress in de samenleving geneutraliseerd worden. Dat is naar onze mening de enige echte oplossing. Slechts een klein groepje mensen, niet meer dan 1 % van de samenleving, kan daarvoor zorgen door een krachtige golf van energie van positiviteit en harmonie uit te stralen. En meditatie is daarvoor de technologie. Criminelen zijn het slachtoffer van de gestresste samenleving. Zij voelen zich geenszins schuldig voor hun daden, zoals de heer Van de Berg, directeur van de Penitentiaire Inrichting Lelystad ons wist te vertellen toen wij daar op bezoek waren. Het alleen maar achter criminelen aanzitten, ze veroordelen en opsluiten, lost het probleem van de criminaliteit niet op zolang er niets aan het collectief bewustzijn wordt gedaan. Een belangrijk en interessant onderwerp voor het komende jaar vinden wij het wijkgericht werken, waarbij het creëren van medeverantwoordelijkheid van bewoners en instellingen voor de directe leefomgeving centraal staat. Ook hier geldt voor de natuurwetpartij dat de ontwikkeling van de creativiteit en de intelligentie van de bewoners aan de basis ligt voor een succesvol buurtbeheer. Eén van de pijlers voor het welslagen van het Masterplan is de interne situatie van het gemeentelijk apparaat. De aangekondigde cultuuromslag zien wij met grote belangstelling tegemoet. Eén van de belangrijkste aandachtspunten hierin zal naar onze mening moeten zijn het terugdringen van het ziekteverzuimpercentage. Dit cijfer beschouwen wij als een graadmeter voor de gezondheidstoestand van het hele apparaat. In een gezonde onderneming zullen altijd weinig zieken zijn. De aankondiging dat de OZB niet omhoog hoeft, is op zich hoopgevend. Echter in de paragraaf financiële risico's zitten genoeg aandachtspunten die ons zorgen baren. Overigens vinden wij dat hoewel de OZB niet is verhoogd, de burger van Lelystad toch extra wordt aangeslagen door de invoering van het betaald parkeren. De lasten komen hiermee zelfs hoger uit dan nodig zou zijn. Wij betreuren dat en zouden een inkeer van het college op dit punt van harte toejuichen. Wij wensen het college veel succes in het komende jaar en hopen dat de groei van de stad zoals gepland in het Masterplan werkelijkheid wordt.
De heer Slump: M ijnheer de voorzitter. Het is niet de bedoeling dat de algemene beschouwingen van vanavond een herhaling zijn van de betogen die op de avond van het ontwikkelingsberaad zijn gehouden. Toch is het natuurlijk onmogelijk om een voor de gemeente Lelystad zo belangrijke en ingrijpende zaak buiten beschouwing te laten. Het ontwikkelingsberaad en wat daaromheen zit heeft tot gevolg dat de GPV/RPF-fractie met een wat positiever gevoel deze beschouwingen inzet dan vorig jaar. Dat betekent echter niet dat nu alle zorgen van de baan zijn. Want juist in het komend jaar moet blijken wat het ontwikkelingsberaad waard is geweest. Nu komt het na alle mooie woorden op concrete daden aan. Het Masterplan Versnelde Groei is vastgesteld. Voorstellen en deelplannen zullen ons binnenkort bereiken. Wij zijn benieuwd. Bij de voorgestane nieuwe wijze van besturen hoort een bredere participatie van bewoners, bijvoorbeeld in de projecten "wijkgericht werken". U besteedt daar in uw aanbiedingsbrief ruime aandacht aan. U noemt dat zelfs nieuw bestuur. Nu zijn wij niet tegen dit soort zaken, maar in het oog moet worden gehouden dat de gemeenteraad wel de door de burgers op democratische wijze gekozen bestuurders zijn. Wij kunnen en moeten
1996
N 1
op onze verantwoordelijkheden als bestuurders aangesproken kunnen worden en dat niet op anderen afschuiven. De GPV/RPF-fractie is verheugd dat u een begrotingsmethodiek hebt ontwikkeld die er voor zorgt dat er geen bezuinigingsstelpost in staat. Bent u voornemens om deze methode in de toekom st steeds toe te passen? U doet geen voorstellen om de gemeentelijke belastingen te verhogen en dat is natuurlijk prachtig. Een plaats aan de top van de ranglijst van dure gemeenten is geen aanbeveling. Deze hoge klassering is blijkbaar alleen het geval voor bewoners. Een onderzoek naar gemeentelijke lasten voor het midden- en kleinbedrijf plaatst Lelystad ergens in de middenmoot. Het is ook met deze materie kennelijk zo dat resultaten afhankelijk zijn van wie er naar welke lasten kijkt. U bent er in geslaagd om een begroting te presenteren zonder negatief saldo. De komende jaren zien er somber uit wat dat betreft. De lijst met financiële risico's liegt er niet om. Wij zijn dus nog lang niet uit de problemen. Wij zijn er verheugd over dat Lelystad zin criminele imago van zich heeft afgeschud. Dit moet ook aan eenieder in dit land bekend worden. Er blijken nog steeds spookbeelden van de stad uit een verleden tijd rond te waren. De regelmatige rapportages van de politie in de commissie Algemene Zaken geeft ons iedere keer een beeld van het werk dat door de politie wordt verricht. Er blijven altijd zaken die aandacht blijven houden. Met name op het gebied van preventie zal veel moeten gebeuren. Immers wat voorkomen kan worden, hoeft niet bestreden of opgelost te worden. Ook verdient het project 'Break' alle steun. Naar ons oordeel zal een restrictief drugbeleid gehandhaafd moeten blijven, gekoppeld aan bestrijding van allerlei inofficiële handel en gebruik. Op het beleidsterrein 'wegen, straten en pleinen' wordt gesproken over een rapportage herijking hoofdwegenstructuur. Naar wij vernomen hebben komt dit rapport binnenkort ter bespreking in de raadscommissie. In de algemene beschouwingen van 2 jaar geleden heeft de GPV/RPF-fractie al de vinger gelegd bij de uitbundige weg-infrastructuur in Lelystad. De Polderdreef hebben wij toen met name genoemd als een voorbeeld waar het minder kan. Juist deze weg zal als onderdeel van de hoofdwegenstructuur verdwijnen. Het is goed om de hele hoofdwegenstructuur te herijken, in plaats van allerlei ad-hoc maatregelen die nu plaatsvinden ten gevolge van andere ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld bij het Stadseiland en de Houtrib. Goed openbaar vervoer is van groot belang voor een duurzame samenleving. Zolang openbaar vervoer niet voldoende concurrerend is met autorijden, zal er van doelstellingen als vermindering van autoverkeer en het terugdringen van CO2-emissie niets terecht komen. Bedreigingen voor het openbaar vervoer in Lelystad zullen het hoofd geboden moeten worden. Het is voor mijn fractie zelfs de vraag of de gemeente niet zou moeten bijdragen aan de instandhouding van goed openbaar vervoer. Interliners naar Zwolle en Groningen zijn op zich een verbetering met wat wij vroeger hadden. Een krachtig pleidooi voor een spoedige aanleg van de H anze- en Zuiderzee-lijn zal onverminderd moeten doorklinken op de daarvoor geëigende plaatsen. Betaald parkeren is al veel besproken het afgelopen jaar en zal ook in de komende jaren de gemoederen nog wel bezig houden. Op dit moment zal ik er niet meer van zeggen dan dat ik de evaluatie er van afwacht. De GPV/RPF-fractie heeft al bij verschillende gelegenheden laten blijken het jam m er te vinden dat de ontwikkeling van het milieu- en energiepark stil is komen te liggen. Uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen is van levensbelang voor het slagen van het M asterplan en dus voor de toekomst van Lelystad. Kan het college zo nog wel geïnteresseerde bedrijven aan Lelystad blijven binden? En wat het stadscentrum betreft, in de krant van vandaag stond een pessimistisch artikel over de Europese subsidies m et betrekking tot de ontknoping van het stadscentrum. Kan het college ons meedelen hoe de werkelijke stand van zaken op dit moment is? De wens om met name Lelystad als woongemeente te promoten en de wens tot uitbreiding van het vliegveld staan op gespannen voet met elkaar. Bij allerlei gelegenheden blijkt dat veel inwoners die combinatie niet begrepen hebben. Eventuele uitbreiding van Lelystad Airport zal dan ook aan hoge eisen moeten voldoen wat betreft hinder en met name geluidshinder. Een tweede Schiphol is wat het kabinet betreft niet aan de orde en daar zijn wij als fractie ook niet rauwig om. Een standpunt over de wenselijkheid van een tweede nationale luchthaven in het Markermeer heeft mijn fractie nog niet, gezien de vele aspecten daarvan. Wel merken wij op dat door diverse instanties en met name uit de milieu- en natuurhoek al invullingen voor dit gebied worden gepubliceerd. W ordt het niet eens tijd voor de gemeente Lelystad, waar toch een groot deel van dit gebied binnen valt, om ook
1996
N 1
eens een visie te ontwikkelen, waarin met name ook het economische belang van deze eventuele polder een rol speelt? Bij wat wordt opgemerkt onder toerisme en recreatie wil de GPV/RPF-fractie een dik uitroepteken plaatsen. Naar onze mening liggen hier goede kansen, gezien het enorme potentieel wat er hier aan toeristisch-recreatieve mogelijkheden zijn. Onlangs zijn we op de hoogte gebracht van ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied waar het nieuwe multiculturele sportcentrum wordt gebouwd. Over dat sportcentrum zelf krijgen we minder te horen, hoewel daar toch al mee begonnen had moeten zijn. Wanneer krijgen wij daar wat meer concreets over te horen en te zien? Het lijkt er op dat er veel belangstelling is voor kwalitatief goede woningbouw in Lelystad. De snelle verkoop van woningen in de Waterwijk, de overweldigende belangstelling voor de plannen die op verschillende locaties aan de kust worden ontwikkeld, het Stadseiland en voor Havendiep-Zuid laten zien dat er vertrouwen is in Lelystad als woonstad. Is die belangstelling afkomstig van mensen die hier al wonen of ook van buiten? Realisatie van al die plannen zal zeker bijdragen tot een sterker economisch draagvlak voor Lelystad. Zorg voor een blijvend aanbod van dit soort woningbouw is op zijn plaats. De voorraad goedkope huurwoningen waar zeker ook een markt voor is, wordt steeds krapper, terwijl onder de duurdere huurwoningen steeds meer leegstand voorkomt. Blijvend aandacht vragen voor deze problematiek in Den Haag en bij alle andere betrokkenen is nodig. Verkoop van deze huurwoningen biedt enig soelaas, maar is zeker niet voldoende daar dit niet voor iedere huurder haalbaar is. Op woensdag 5 novem ber was het Dankdag voor gewas en arbeid. Daarin mochten wij stilstaan bij onze afhankelijkheid van God, de Schepper en Onderhouder van alle dingen. Wij mochten onze dank uitspreken voor het vele goede dat wij mochten ontvangen. Dat is in ons land onvoorstelbaar veel. Hoewel wij onze ogen niet sluiten voor de situatie waarin veel stadgenoten verkeren en waarvoor met name door de fractie van GroenLinks terecht aandacht is gevraagd, zijn veel dingen waar wij ons hier in Lelystad druk om maken luxe problemen, vergeleken met de situatie in verreweg het grootste deel van de wereld. Wij hoeven in deze tijd alleen maar te kijken naar de situatie in Zaïre of om dichter bij huis te blijven in grote delen van de voormalige Sovjet Unie en andere Oosteuropese landen. Tot slot wens ik u als college, maar ook de gemeenteraad en alle ambtenaren van de gemeente de zegen van de Here God toe in de uitvoering van de hun gegeven taken. De GPV/RPF-fractie kan met de voorliggende begroting en de eerste begrotingswijziging instemmen.
W ethouder Jonkman: M ijnheer de voorzitter. Ik wil namens het college beginnen met te danken voor de complimenten die wij gekregen hebben voor wat betreft de vorm en de inhoud van de begroting. Daarbij is ook de management rapportage duidelijk genoemd. De SP heeft gezegd dat niet alles wat B&W doet slecht is. Ik ervaar dat als een heel groot compliment van deze partij. Wij zijn er natuurlijk nog niet wat betreft vorm en inhoud van de begroting. Wij zijn voornemens om de hele methodiek inclusief het ontbreken van stelposten voor bezuinigingen, mijnheer Slump, verder te vervolmaken. Ik denk dat wij best nog een weg te gaan hebben, maar het wordt een steeds duidelijker en een meer inhoudelijk verhaal. Alle fracties spraken zich ook uit over het belastingniveau dat wij blijven hanteren. Die vreugde geldt natuurlijk ook voor het college. Wij hebben er veel moeite voor gedaan om dat voor elkaar te krijgen. Voor mij als wethouder financiën is het de eerste keer dat ik geen belastingverhoging hoef aan te kondigen. Ik hoop dat het niet de laatste keer is, gezien de opmerking van de heer Klein Swormink over de verplichte verlaging die er eventueel aan zou zitten te komen. Ik denk dat wij dan inderdaad in Den Haag terecht komen met protest, als er tenminste geen vergoeding tegenover zou staan. Misschien zouden wij kunnen dreigen met een nieuwe artikel 12-aanvrage, maar ik weet niet of dat nu het juiste middel is. Ik denk dat er wel een probleem door zou kunnen ontstaan. Alle partijen spreken ook vreugde uit over de start van wijkgericht werken. Ook daar zal nog veel energie in moeten worden gestoken, wil dat goed op de rails komen. Ik ben er echter van overtuigd dat ook dat gaat lukken. D66 pleit voor een zo breed mogelijke betrokkenheid binnen het college. Ik kan u gerust stellen; die betrokkenheid is in de breedte aanwezig. De begroting van 1997 is sluitend. Dat is heel goed. Ik denk dat veel fracties terecht de zorg uitspreken voor het wankele evenwicht dat uit de meerjarenbegroting blijkt. Er doet zich daar een tekort voor. In de commissie is al
1996
N 1
toegezegd dat wij in het voorjaar middels een voorjaarsnota met een oplossing voor die problemen komen. Wij proberen dat te doen zonder een nieuwe bezuinigingsronde. Dat valt nog niet mee, moet ik u zeggen. Wij zijn er nog heel hard m ee bezig om daar een goede oplossing voor te vinden. Wij kijken dan inderdaad naar de fondsen, waarbij wij ons moeten realiseren dat zo'n oplossing, als het al lukt, geen schoonheidsprijs verdient en dat wij dat ook alleen doen omdat wij erger willen voorkomen. Wij moeten ons daarbij realiseren dat voor andere zaken niet ogenblikkelijk aan deze noodrem kan worden getrokken. De VVD heeft een opmerking gemaakt over de OZB voor wat betreft ongerustheid rond de hertaxatie in het kader van de W et Onroerende Zaken. Deze hertaxatie hoeft bij ons niet op korte termijn plaats te vinden. De hier gehanteerde waarden gelden nog voor een aantal jaren, dus vooralsnog is daar geen probleem. W anneer wij de discussie moeten gaan voeren aan de hand van nieuwe waardebepalingen, dan komen een aantal interessante vragen aan de orde. U zegt al dat wat betreft de VVD de tarieven niet omhoog mogen. Ik denk dat wij dan heel goed moeten kijken waar wij het dan over hebben. Bij een gelijkblijvend aantal inwoners zou er dan een gelijkblijvende opbrengst moeten zijn. Indien de waarde stijgt, kan het tarief lager zijn om dezelfde opbrengst te verkrijgen. Daarnaast moet dan worden gekeken of de waardestijging voor de bedrijven en de woningen gelijk is. Als dat niet het geval is, dan is er nog een heel ander probleem en een andere discussie. De wet biedt ons dan de mogelijkheid om verschillende tarieven te gaan hanteren voor woningen en bedrijven. Die discussie voeren wij wat mij betreft pas tegen die tijd als het ook nodig is. Voor wat betreft de begroting moeten wij ons niet rijk rekenen, ook al is de begroting dit jaar sluitend. Na het op orde brengen van de meerjarenbegroting zullen wij nog middelen moeten vinden voor investeringen in het kader van het Masterplan. Die investeringen zijn zeker nodig om dat vliegwiel op gang te brengen. Wij moeten ons realiseren dat ook als anderen, Rijk, provincie en wie dan ook, fors zullen bijdragen, zeker een deel van de rekening bij de gemeente zal blijven liggen. Wij hebben echter geen keuze, denk ik. Dat is door u allen ook uitgesproken bij de start van het Masterplan. Als wij nu niet aan de gang gaan, zullen er in de toekomst grote problemen zijn om de zaak financieel draaiende te houden. Naast het M asterplan vragen nog veel belangrijke zaken aandacht en geld. Om wat voorbeelden uit mijn eigen portefeuille te noemen: armoedebestrijding, kwijtschelding en schuldhulpverlening. Alle fracties uiten zorg rondom dat hele thema. Ook daar zal geld voor moeten worden vrijgemaakt en daar zal soms dekking voor moeten komen in vormen die op het oog minder sympathiek ogen. Ik denk dat wij ons daarbij moeten realiseren dat belangenorganisaties zich kunnen permitteren om met wensenlijsten te komen. Politieke partijen hebben die luxe naar mijn mening niet. Politieke partijen die vertegenwoordigd zijn in het gemeentebestuur zullen helaas keuzen moeten maken binnen de beperkte mogelijkheden. Ik denk dat het niets met draaikonterij te maken heeft maar wel met eerlijkheid en met het voorkomen van struisvogelpolitiek. De VVD maakt een opmerking over de risico-paragraaf. Er is altijd discussie mogelijk over wat daar wel en niet in wordt opgenomen. Wij hebben gekozen voor volledigheid. Dit betekent dat men zo min mogelijk voor verrassingen komt te staan. Er is een opmerking gemaakt over de afwachtende houding in schadeprocedures. Soms kan het heel productief zijn en kan het resultaat opleveren om wat afwachtender te zijn, vooral als de andere partij moet bewijzen dat hij gelijk heeft. Ik denk dat dit voor een aantal zaken heel goed kan gelden. Dan een aantal opmerkingen van fracties over de financiële positie van burgers. Dit is een zorg die het college zeker deelt. Het college laat het alleen niet bij woorden, zoals de SP doet, maar komt al dan niet op initiatief van fracties met voorstellen. Ik vind dat opmerkingen van de SP dan ook nergens op slaan als zou het college zich nauwelijks bekommeren om de problemen van de minima en de groep daar net boven. Voor het gemak rekent de SP die tot aan modaal toe. Daar zou men nog wel een discussie over kunnen voeren. Ik denk dat het geen recht doet aan de praktijk. Kreten als "Paars weigert superwinsten om te zetten in werk" doen mij denken aan een tijd dat wij een partij in de gemeenteraad hadden die pleitte voor "Hoge lonen, lage prijzen". Ik denk dat wij er niet zijn door te roepen van: "Dit is niet goed, daar gaan wij niet mee in zee". Wij zullen met oplossingen moeten komen. U kunt niet overal tegen zijn, tegen het vliegveld en tegen gesubsidieerde arbeid. Ik denk dat het goed is om als partij in de raad met zinvolle suggesties te komen. En niet met een suggestie als: "Komt u met een plan om de werkeloosheid op te lossen, vooral van de laaggeschoolden". Ik mag van de
1996
N 1
voorzitter niet zeggen dat ik het onzin vindt, dus ik zal het ook niet doen. Er zijn hier in huis plannen genoeg. Wij moeten het hebben van het aantrekken van bedrijven en zorgen dat mensen die nu werkeloos zijn en vaak laaggeschoold zijn, worden bijgeschoold en zij plaatsen op de arbeidsmarkt kunnen vinden. Dit geldt ook voor de opmerking van de Natuurwetpartij. Wij zijn al een tijd bezig met loopbaanplanning van laaggeschoolden. Dat heet ITB-projecten en er zijn hele duidelijke afspraken over met Arbeidsvoorziening. In die zin wordt u op uw wenken bediend. De SP doet naar mijn mening heel denigrerend over gesubsidieerde arbeid. Alles wat mensen uit de uitkering vandaan haalt, ook al worden zij er op dit moment financieel niet beter van, is heel goed voor het gevoel van eigenwaarde van deze mensen. Het betekent ook dat de partner mag bijverdienen zonder dat er wordt gekort. Ik denk dat het een goede zaak is en ik vind er niets minderwaardigs aan. Er liggen nog twee vragen van de Partij van de Arbeid. Het voorstel van de stookkostentoeslag is een initiatief geweest van de Partij van de Arbeid. In december zullen wij met een voorstel daartoe in de commissie komen. U begrijpt misschien dat het heel lastig is om er financiële dekking voor te vinden. Wij kunnen het ons ook niet permitteren om er jaarlijks mee te komen. Wij komen ook op korte termijn met een evaluatie van het hele kwijtscheldingsgebeuren, de ervaringen hier in huis en de ervaringen bij de SWOL. Nog niet alle aanvragen zijn afgehandeld. Zodra dat gebeurd is, komen wij naar de commissie toe Dan nog iets over de motie van de SP. Volgens mij is het een landelijke actie van de SP. Ik heb dat van andere gemeenten ook gehoord. Ik moet zeggen dat het daarom niet minder onzinnig is. Ik kan me niet voorstellen dat mensen vinden dat er niet gecontroleerd mag worden als er een aanvraag komt voor een uitkering. Hercontroles druisen niet in tegen de waardigheid van mensen als het op een goede manier wordt gedaan. Het is in het belang van het goed inzetten van gem eenschapsgeld en van het overeind houden van het systeem van sociale zekerheid. Het heeft er ook mee te maken om op een zo vroeg mogelijk moment fraude te voorkomen en te ontdekken. Daarmee worden ook grote schulden bij de betrokkenen voorkomen. Onze ervaring is dat er wel degelijk fraude via deze betalingsmogelijkheden plaatsvindt. Ik ben met de SP eens dat er meer mogelijkheden zijn. Als zij daar suggesties voor hebben, horen wij die graag. Ondanks het feit dat privacy een groot goed is, mogen wij naar mijn mening als gemeenschap controleren of iemand recht heeft op een uitkering. Dit betekent niet dat er zes keer hetzelfde wordt gevraagd of dat er stapels formulieren moeten worden ingevuld. Ook in Lelystad kan er best nog wel wat worden verbeterd. Maar ik blijf het oneens met de SP. Namens het college ontraad ik u de steun aan deze motie. D66 heeft een opmerking gemaakt over de subsidiëring van Impulz. Ik heb me in het verleden al vaker verbaasd over de belangstelling van D66 voor de financiën van Impulz, zeker in vergelijking tot vele andere organisaties die nooit in staat zijn om hun financiële zaken binnen de afspraken te regelen, bijvoorbeeld het Agora-bestuur. M isschien zou het in het kader van de objectivering goed zijn om ook andere organisaties op die manier te gaan beoordelen. Het efficiency-onderzoek bij Impulz is in een laatste fase en komt er aan. Ik denk dat het goed is om op dat moment te kijken waar wij staan.
W ethouder Van Bochove: Mijnheer de voorzitter. Een aantal fracties, Partij van de Arbeid, CDA, GPV/RPF en GroenLinks en anderen in iets andere bewoordingen spreken hun zorg uit over de betaalbaarheid van de huren. Daarin zijn twee aspecten van belang: in de eerste plaats huurverlaging en in de tweede plaats beperking van de huurstijging. Huurverlaging moet extern gefinancierd worden. Volop overleg met externe partijen wordt daarover op dit moment gevoerd. Wil men als corporatie overleven na de invoering van de brutering, dan is beperking van de huurstijging onmogelijk. Er moet dus extern gefinancierd worden. Er wordt op dit ogenblik volop overleg gevoerd met externe betrokken partijen. Corporaties en gemeente hebben voor dit alles geen geld. Ik zeg dit tegen degenen die suggereren dat de gemeente daar in financiële zin iets aan kan doen. N u eerst een fusie. Daarover is onder andere met de staatssecretaris volop overleg gaande. M et betrekking tot de vaste kamercommissie lijkt mij dit geen onderwerp van gesprek. Mogelijk kan het voorgaande wel aan de orde worden gesteld, zeg ik in de richting van D66. Dan, na de fusie, naar de totale situatie kijken en voor het totale bezit van nu nog twee corporaties maatregelen genereren. In alle gesprekken met het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting en de staatssecretaris staat de benadering van de woonlasten centraal. Het eerste succes is er ook. Het nieuwe huursubsidiesysteem, tot stand gekomen mede dankzij het voortdurend drammen - en ik denk dat ik dit woord wel mag gebruiken - vanuit dit huis - aldus de staatssecretaris - kan enige verlichting bieden. De
1996
N 1
Partij van de Arbeid wil scheiding tussen inkomensgroepen voorkomen. Op dit moment worden er bijvoorbeeld in de bestaande huursector duurdere huurwoningen verkocht. Dat zou een middel kunnen zijn. Hoe het initiatief Duivesteijn/Van der Ploeg hier in past, kan ik op dit ogenblik niet overzien, maar het is belangwekkend genoeg om dat nauwkeurig te volgen en te bezien welke ontwikkelingen er in Lelystad mogelijk zijn. Met betrekking tot een drietal opmerkingen van de Socialistische Partij: Opnieuw heb ik naar een goede en verantwoorde motivering en form ulering gezocht. Ik ben uitgekomen op de stelling dat de SP volstrekt niet op de hoogte is van wat er in deze stad allemaal gebeurt. Misschien zou het bijwonen van commissievergaderingen en het luisteren naar wat daar gezegd wordt, kunnen helpen. M en heeft bijvoorbeeld niet opgelet als het gaat om de verkoop van huurwoningen. Heel makkelijk wordt gesuggereerd dat de goedkope huurwoningen worden verkocht. Ik mag u attenderen op een uitvoerige discussie in de commissie, waarin gepleit is - en dat is al jaren en jaren het standpunt van het college - dat goedkope huurwoningen niet verkocht mogen worden. Het is ook een besluit van aanmerkelijk belang - zo heet dat in vakjargon - en het moet dus fatsoenlijk worden aangemeld als men wil verkopen. Wij hebben er dus greep op op wat er wordt verkocht. Wij kijken er nadrukkelijk naar dat de duurdere huurwoningen worden verkocht. Dat is al jaren het beleid. Over het budget voor sociale woningbouw heeft de SP gezegd dat Almere daarvan 80 % zou krijgen en Zeewolde 20 %. Dat is een onjuiste weergave. Almere krijgt 80 % van het budget voor sociale woningbouw en Lelystad krijgt daarvan 20 %. Almere krijgt 85 % van de bereikbaarheidstoeslag, Lelystad 15 %. U ziet dat de overige gemeenten in Flevoland niets krijgen. Daar is overigens een fanatieke discussie over gevoerd met de provincie. Het blijft overeind dat nieuwbouw in de sociale sector niet leidt tot lage huren. Daar moet wat anders voor gedaan worden en daar zetten wij ons op dit moment volop voor in. Volgens de SP zou "het college zich nauwelijks bekommeren om mensen die de toegang tot een fatsoenlijk huis wordt ontzegd". Wij maken ons er echter al jaren druk voor. Vele politieke partijen in deze raad ook en ik had gedacht dat u dat inmiddels mocht weten. D66 en GroenLinks pleiten voor duurzaam bouwen. Een plan van aanpak ziet men graag tegemoet, danwel een aansprekend project. In deze raad is over dit onderwerp wel vaker gesproken, maar het is geen VOGM-taak en er zijn geen middelen voor. Nu eerst een inhaalslag. Daar moeten wij op het einde van dit jaar mee klaar zijn en daar zullen wij net over het jaar inderdaad mee klaar zijn. De overige VOGM-taken moeten wij uitvoeren en het gemeentelijk milieubeleidsplan nummer 2. komt er aan. Er zullen straks bij de discussie over het gemeentelijk milieubeleidsplan prioriteiten moeten worden gesteld. Dan is dit element 'duurzaam bouwen' voor deze beide fracties al ingezet, naar ik mag aannemen. Ik heb ze al vast genoteerd. D66 over de revitalisatie van Het Wold. De SP zegt er ook wat over. Dat kan niet conform de aanpak van de Waterwijk. Nieuwbouw in Het Wold is alleen mogelijk als er gesloopt wordt. Er moet wel wat gebeuren. Noodzakelijk is dat daarvoor eerst de sanering van W oningbouwstichting De Opdracht plaatsvindt in verband met de noodzakelijke middelen. De gemeente is nu reeds aan het werk in de wijk op diverse punten om een aantal dingen te herstellen. In het voorjaar zal er een plan van aanpak zijn, overigens met of zonder de WBO, voor het uitvoeren van een aantal maatregelen in Het Wold. Aan de SP zou ik willen zeggen dat er in Het Wold ook in het bestand ingrepen moeten plaatsvinden. Daar zijn wij ons bewust van en dat is de corporatie ook. M aar één en ander moet wel betaald kunnen worden. In de richting van D66 een opmerking over het Focus-project. Landelijk is daar inderdaad enorm veel vraag naar. In Lelystad is dat niet zo. Op dit ogenblik zijn er twee belangstellenden. In de richting van het CDA over ouderenhuisvesting: Op dit ogenblik zijn er 11 projecten in ontwikkeling, grote en kleine. In de planontwikkeling wordt uit programmatisch oogpunt steeds het aspect 'ouderen' betrokken. Bij de diverse grootschalige projecten in de centrumzone kan voor ouderen nog het één en ander gedaan worden. Overleg is daarover gaande en er worden plannen gemaakt. Maar er moet een zorgvuldige afweging worden gemaakt met andere invullingen in dit gebied. Ook is er overleg met vele groeperingen op dit moment. Maar die groeperingen willen allemaal graag hun eigen koers blijven varen en hun eigen plannen vasthouden. Overleg en samenwerking is daarin niet eenvoudig, maar het wordt door ons nadrukkelijk gezocht. Het is dus een belangrijk punt van aandacht. Er is ook een opmerking gemaakt over het inzetten van BWS-middelen, noodzakelijk voor splitsing. Inderdaad is er een experiment geweest van de CEV en is er geld van de provincie beschikbaar gesteld om een eerste traject te
1996
N 1
doen. In het kader van BWS (Besluit Woninggebonden Subsidies) kunnen wij wellicht ook in de naaste toekomst middelen genereren voor splitsing van grote op dit moment leegstaande dure huurwoningen, waarbij huisvesting van ouderen en jongeren een mogelijkheid is. Vanuit BWS worden subsidies voor sociale woningbouw, herstructurering en straks waarschijnlijk ook voor splitsing geleverd. M eer vrouwen op leidinggevende posities, "opportunity in het bedrijf" zegt D66. Het aantal vrouwen in de gemeentelijke organisatie is de laatste jaren gegroeid, ook in de wat hogere schalen. Maar het is volstrekt onvoldoende. Er wordt voortdurend gewerkt om te komen tot - en ik formuleer het expres iets anders dan de D66fractie - een afspiegeling van het aanbod van vrouwen op de arbeidsmarkt. Opportunity is overigens nog niet in bedrijf. Wij volgen de ontwikkelingen met belangstelling. Maar als men gestart zal zijn straks - wanneer is niet helemaal duidelijk, er wordt op dit ogenblik menskracht aangetrokken om het bedrijf in de benen te krijgen - dan moet men als organisatie lid worden - dat kost dus geld - en vervolgens wil men tegen betaling adviseren. Ik heb al gezegd dat wij de zaken aandachtig volgen en als wij er ons voordeel mee kunnen doen, zullen wij dat niet laten. Ook met betrekking tot de allochtonen hebben wij bepaalde uitgangspunten. Wij moeten bijvoorbeeld voldoen aan de WBEAA. Dat doen wij niet. Wij werken er hard aan, onder andere met steun van het Allochtonen Steunpunt Flevoland. Die schakelen wij in bij alle externe vacatures en ook op een aantal andere elementen in het personeelsbeleid hebben wij de steun van het ASF. Tijdelijke verandering van de werkplek: "Het is verfrissend en motiverend, sluit maar even een convenant". Ik zeg het expres wat chargerend. Ik kan u verzekeren dat wij het proberen. Ik heb vandaag nog een rapportage van een externe organisatie daaromtrent in beeld heb gehad. Ik heb moeten constateren dat wij het inderdaad niet zo maar even doen. Het is een heel moeizaam proces, dat wij met alle overheden in Flevoland proberen te bereiken. Het beplanten van de rotondes kan ik nog in 30 seconden afhandelen. Een leuk idee; het heeft aandacht en wij komen er wellicht op terug. D66 heeft het een en ander gezegd over het aanbestedingsbeleid. Dat is de laatste twee jaar regelmatig onderwerp van discussie geweest in de commissie. Het beleid van openbaar, meervoudig onderhands en enkelvoudig onderhands aanbesteden heeft tot nu toe, met uitzondering van de CDA-fractie, de steun van de fracties gehad. In de commissie is afgesproken aan de hand van een evaluatie van het beleid een discussie te voeren. Die discussie zal eind november plaatsvinden. Met belangstelling zie ik de gedachtenwisseling tegemoet. Overigens, de ruimte die de D66-fractie mogelijk verwacht, zal vooral terug te vinden zijn in de fondsen. Een overheveling daarvan naar de gewone dienst vraagt een aparte discussie.
W ethouder Blom M ijnheer de voorzitter. Het lijkt me goed om de hoofdlijnen van het onderwijsbeleid nog even de revue te laten passeren. Er bestaat kennelijk enige onduidelijkheid over. De VVD heeft het er over "dat er gewerkt wordt op onderdelen zonder dat de structuur is vastgesteld". Dat lijkt me een misvatting. Op basis van het Schevenings beraad krijgt de bestuurlijke vernieuwing van het onderwijs gestalte en die concentreert zich op twee beleidsterreinen: autonomievergroting van bestuur en scholen en het zich terugtrekken van de rijksoverheid op haar kerntaken. Als dat vertaald wordt naar de plaatselijke situatie, dan komen wij op een drietal terreinen waar wij op dit moment aandacht aan besteden: de discussie over de bestuursvorm van het openbaar onderwijs, de aanpassingen aan de organisatie van het openbaar onderwijs en uitvoering geven aan de decentralisatie van rijkstaken. Op die terreinen wil ik kort ingaan, waarbij ik op voorhand wil benadrukken dat het van belang is om die trajecten gescheiden te bekijken, omdat het ook gescheiden trajecten zijn. De discussie over de bestuursvorm: Uiteraard is er sprake - ik zeg dat met name in de richting van het CDA - van een zorgvuldige afweging. Het besluit om af te stappen van de integrale bestuursvorm door te kiezen voor verzelfstandiging in welke vorm dan ook is ten slotte een heel ingrijpend besluit met grote consequenties voor alle betrokkenen. Het is niet een besluit dat van vandaag op morgen genomen kan worden. Zoals u weet hebben wij niet alleen willen wachten met de besluitvorming en m et de discussie daarover in breder verband, totdat een aantal wetsvoorstellen door de Tweede en de Eerste Kamer behandeld waren, maar ook tot een aantal andere randvoorwaarden volstrekt duidelijk waren, randvoorwaarden waaronder men een dergelijk proces zou moeten voltrekken. Dit betekent dat wij daar zorgvuldig mee omgaan, maar dat wij ook de hoofdlijnen daarvan bewaken. Naar verwachting zullen wij overigens die discussie in het begin van het voorjaar kunnen voeren
1996
N 1
De organisatie van het openbaar onderwijs : De VVD-fractie spreekt over schaalvergroting en noemt daarna nog elementen van het vergroten van de autonomie. In april 1995 hebben wij een werkgroep ingesteld die de toekomst van het openbaar onderwijs zou moeten onderzoeken door middel van het uitwerken van een schaalvergrotingsmodel voor met name het openbaar basisonderwijs. Die werkgroep kreeg die opdracht aan de hand van nauw omschreven randvoorwaarden, omdat wij in ieder geval buiten kijf hadden staan dat schaalvergroting noodzakelijk was, juist met het oog op die autonomie-vergroting, maar ook met het oog op veranderende financiële verhoudingen en in ieder geval een veranderde bekostigingssystematiek. Bij het uitwerken van die opdracht heeft de werkgroep een vijftal modellen bestudeerd, met behulp van materiaal van gemeenten die ons al voorgegaan zijn. Die modellen variëren van iedere school gewoon een eigen directeur, het bekende model, tot en met centraal management boven alle Lelystadse basisscholen. Twee modellen bleven naar de mening van die werkgroep over als passend en realiseerbaar. Dat was het model van elke school een eigen directeur en daarboven een management team en het clusteren van scholen met bovenschoolse directies. Het college heeft in augustus vorig jaar dat advies overgenomen en de werkgroep gevraagd die twee modellen verder uit te werken. Daar is de commissie ook in september over geïnformeerd. De keuze die de VVD-fractie nu vraagt, is vorig jaar gemaakt. Het eindadvies van de werkgroep is dit voorjaar binnen gekomen en zoals u weet, hebben wij de besluitvorming daarover nog even aangehouden in relatie tot andere ontwikkelingen. Wat betreft de autonomie-vergroting zijn een aantal processen ook al wel degelijk in gang gezet en zelfs al afgerond. De scholen voor voortgezet onderwijs hebben al sinds 1 januari vorig jaar een heel grote autonomie en ook een directiestatuut op het einde van vorig jaar. Scholen voor primair onderwijs zijn na een proefproject nu ook bezig met zelfbeheer, in een overgangssituatie weliswaar. Dat directiestatuut ligt nu voor voor de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Dus ook daar wordt vanuit die hoofdlijn van autonomievergroting gewerkt. Als het gaat om de decentralisatie van rijkstaken, dan zult u in de volgende commissievergadering twee verordeningen op de agenda vinden, de Verordening Procedure Overleg Huisvesting en de Verordening Voorzieningen Huisvesting, waarover inmiddels met alle schoolbesturen in deze stad overeenstemming is bereikt. U weet dat het tekort op de huisvestingsmiddelen de komende jaren zal oplopen. De aanbiedingsbrief spreekt daar ook van. Bovendien zal de vereenvoudiging van de LONDO-systematiek ons ongetwijfeld op kosten jagen. Dat maakt dat wij, gekoppeld aan inhoudelijke argumenten, zullen moeten komen met een integraal huisvestingsplan. Dat zullen wij als volgende stap in dit traject in het voorjaar met u bespreken. In diezelfde commissievergadering zal overigens conform de planning ook de startnotitie Achterstandsbeleid besproken gaan worden, als eerste uitwerking van de nota Lokaal Onderwijsbeleid, die ook al bij u bekend is. In die commissievergadering zal ik overigens geen plannen presenteren om de intelligentie van onze inwoners dan wel het individueel bewustzijn van de leerlingen te ontplooien. Dat lijkt me gezien de kwaliteit van ons onderwijs niet echt noodzakelijk. Het leerlingenvervoer: De Partij van de Arbeid-fractie heeft een tweetal elementen ingebracht, de wettelijke taken die wij op dit gebied hebben en de bezuinigingsmogelijkheden. De PvdA gebruikt daar grote woorden bij; het was "opvallend en storend". Eerst de wettelijke taken. Ter uitvoering van de Wet Leerlingenvervoer, die vanaf 1987 al in werking is, hebben wij een plaatselijke verordening gemaakt die aangepast is op die momenten dat de rijksregelgeving ons die mogelijkheden ook bood. Er zijn aanpassingen geweest op het gebied van ouderbijdragen, de reistijd en de kilometergrens en daarmee waren overigens de wettelijke mogelijkheden uitgeput. Als het gaat om de uitvoering daarvan, zijn in de loop der jaren wel degelijk ook bezuinigingen gerealiseerd, bijvoorbeeld door het creëren van opstapplaatsen in plaats van het afhalen van individuele leerlingen. Wij hebben op die manier verschillende keren gekeken naar het leerlingenvervoer, ook in 1995 nog, waarbij wij al aangegeven hebben dat het aantal leerlingen zou dalen, maar dat de koppeling met andere gemeenten, die overigens maar in een beperkt aantal gevallen uitgevoerd kon worden, niet leidde tot besparingen op dat moment. In het kader van het onderzoek naar de centrale inkoop is er nu op een andere manier gekeken naar aanbesteding. Er is gekeken of wij dat Europees en dus ook openbaar zouden kunnen aanbesteden. Het resultaat daarvan is inderdaad een bezuiniging. Een bezuiniging lijkt mij reden tot vreugde en niet tot kritiek. Het bezuinigingsbedrag op grond van deze andere
1996
N 1
aanbesteding is echter geen f. 800.000,-- maar f. 330.000,--. Wij besparen namelijk een heel groot bedrag doordat het aantal leerlingen wel degelijk substantieel afneemt. Ik wil niet alle redenen daarvoor noemen, maar ter illustratie wel de cijfers noemen van vorig schooljaar: 478 leerlingen die wij toen via het aangepast vervoer verplaatsten en nu 362 leerlingen. Dat levert een aanzienlijke besparing op van f. 570.000,-- die bij elke systematiek ook bereikt zou worden en die dan ook afgeraamd moet worden in deze vergadering ten aanzien van de begroting van volgend jaar. In de volgende collegevergadering staat de beheersconstructie van het nieuwe sportcomplex op de agenda. De keuze van de beheersconstructie is nauw verweven met het al in gang gezette traject van het op afstand stellen van sport. Dat betekent dat als de VVD vraagt naar de wenselijkheid van het onderbrengen van bouw en exploitatie bij het bedrijfsleven, dit in relatie tot de twee eerdere elementen moet worden gezien. Wij zullen kosten en baten van die constructies moeten afwegen en niet in de laatste plaats ook de risico's daarvan. Het heeft de volle aandacht, waarbij overigens ook nog een aandachtspunt is de mate waarin de raad straks nog invloed zal kunnen danwel zal willen uitoefenen over de nieuwe instelling. Wij organiseren binnenkort een informatiemiddag over dit thema, zodat wij daar uitgebreider over kunnen spreken. Wat de planning betreft - in de richting van de GPV/RPF-fractie - wij hebben ons met een aantal zaken bezig gehouden voorafgaande aan nu hele concrete stappen. In eerste instantie het management contract sport, de BTW -perikelen, het Europese aanbesteden, de exploitatie en vervolgens natuurlijk ook de uitwerking van de locatiekeuze. Naar verwachting zullen wij in het voorjaar kunnen beginnen met de eerste aanbesteding. Dat betekent wel dat de planning verder opschuift dan wij tot nu toe hebben aangenomen. In de richting van de SP zou ik heel kort willen zijn en vragen daar waar er een vuist gemaakt zou moeten worden richting Den Haag om een motie zodat een dergelijke actie, als die al gevoerd zou moeten worden, gebaseerd is op een raadsuitspraak. Over restrictief drugbeleid, zoals staat in de begroting, zullen wij op zijn minst wel grondig moeten praten, maar handhaving daarvan staat op dit moment aangegeven. Inzake criminaliteitspreventie heeft de Natuurwetpartij een hele eigen opvatting over de oorzaken van criminaliteit en de effectiviteit van ons beleid. Ik zal daar niet in treden. Het lijkt me overigens wel uitermate raadzaam om de blik eens te verruimen door te gaan praten met directeuren van scholen met omheinde en directeuren van scholen met niet-omheinde terreinen en dan eens te bezien hoe de zaak er voorstaat.
W ethouder Binnerts: M ijnheer de voorzitter. Door alle fracties zijn opmerkingen gemaakt over het Masterplan, die variëren tussen "het tobben lijkt voorbij" en "een goede gooi" en alles wat daartussen in ligt. Er is gesproken over de financiële gevolgen van allerlei zaken die uit het Masterplan voortkomen en die op dit moment nog niet in de begroting zijn opgenomen. Getracht wordt op korte termijn de financiële gevolgen van die implementatie van het Masterplan in beeld te brengen. De financiële bewaking zal u bereiken via de management rapportages. Uiteraard zullen wij proberen in de aangekondigde voorjaarsnota en vervolgens bij begrotingswijziging de zaken die voortkomen uit het M asterplan financieel op orde te houden. De VVD heeft een opmerking gemaakt dat het Masterplan niet ten koste mag gaan van de reguliere werkzaamheden op het gebied van economische zaken. De spanning die uit die vraag blijkt, is er natuurlijk. Er komt extra werk op ons af door de uitwerking van het Masterplan, maar met name op het terrein van de acquisitie zullen wij proberen om de gevolgen van de uitwerking zoveel mogelijk te beperken. Het is duidelijk dat acquisiteurs op weg moeten en moeten proberen om werk voor Lelystad binnen te halen. Er zal u binnenkort een voorstel bereiken over wat account management genoemd wordt. Dat gaat over 1 medewerker die toegevoegd wordt aan de afdeling acquisitie en die binnen die afdeling deze werkzaamheden zal moeten structureren, zowel extern als intern. Wellicht komen wij daar in de volgende commissievergadering op terug. De organisatie van de zaken die voortvloeien uit het Masterplan is verdeeld in twee stuurgroepen: één stuurgroep intern, waaraan het MT en het gehele college deelneemt, en een stuurgroep samen met de provincie, waarin namens het college de burgemeester en mevrouw Jonkman (loco-burgemeester en portefeuillehouder financiën) deelnemen. Belangrijke voorstellen die te maken hebben met o.a. city-marketing en aanpak van het stadscentrum zullen in ongeveer de eerste helft van 1997 naar u toekomen. In de genoemde stuurgroep met de provincie is overleg gevoerd over een gezamenlijke aanpak richting Den Haag. Op dit moment wordt er ambtelijk
1996
N 1
gewerkt aan een concrete aanpak die wellicht zou kunnen uitmonden in een door een aantal fracties in de raad genoemd convenant. Grote projecten in het M asterplan zoals het stadscentrum en de kust zullen worden aangepakt. Voor het stadscentrum is het van belang om eerst een nieuwe visie te ontwikkelen over wat als stadscentrum zal worden beschouwd en welke functies daarin gezien worden. Burgers en marktpartijen zullen daar uiteraard bij worden betrokken, evenals belangengroeperingen zoals ondernemersverenigingen. In hoeverre marktpartijen een leidende rol zullen spelen, is er afhankelijk van of die marktpartijen ook bereid zijn risicodragend te investeren. De regie van een aantal zaken zal uiteraard bij de gemeente blijven. Randvoorwaarden zullen door de gemeente w orden vastgesteld. O ver de PSOL zijn nogal wat opmerkingen gemaakt en terecht heeft de raad daar zorgen over. Er is een budgetprobleem. Met de provincie wordt op dit moment intensief overleg gevoerd en de provincie doet het op haar beurt dan ook weer met Brussel over een mogelijk vervolg van die arbeidsplaatsenregeling. De provincie heeft advies gevraagd en ontvangen van adviesbureau Terp in Amersfoort, over hoe in de toekomst zou kunnen worden omgegaan met die regeling. In dat advies wordt onder andere aandacht besteed - daar komen wij binnenkort over te spreken - aan bijvoorbeeld onder- en bovengrenzen van het aantal arbeidsplaatsen en ook de hoogte van het bedrag per arbeidsplaats. Het laatste dan mogelijk in combinatie met de co-financiering door de gemeente. D66 heeft nog een opmerking gemaakt over het toegenomen aantal arbeidsplaatsen. Er zijn 1000 arbeidsplaatsen genoemd. Het worden er waarschijnlijk meer, want dit cijfer is gebaseerd op de laatste mei-telling. Op 20 december bij de city-marketing zult u vernemen hoeveel het uiteindelijk ongeveer geworden is. De GPV/RPF vroeg naar de belangstelling van m ensen van binnen en buiten Lelystad voor bouwkavels en voor nieuw te bouwen woningen. Dat is per woningbouwproject wat verschillend. Parkhaven kent een grote belangstelling van buiten, andere iets minder. In het verlengde daarvan ligt naar mijn gevoel een interessante discussie. W anneer mensen uit Lelystad zelf naar die nieuwbouwprojecten vertrekken, dan laten zij een huurhuis of een koopwoning achter. Het zou dan interessant zijn om te weten naar wie die koopwoning vervolgens toegaat. De SP en het CDA hebben opmerkingen gemaakt over de luchthaven. Het CDA heeft geconstateerd dat het een landelijke discussie is, waar men zich op dit ogenblik niet in wil mengen. Tegen de SP wil ik zeggen dat al zouden wij heel positief zijn en al bent u er negatief over, dat zal niet zo heel veel invloed kunnen hebben op de uiteindelijke besluitvorming in het kabinet over de tweede nationale luchthaven. Voor eens en voor altijd kan nu heel duidelijk gezegd worden dat het heel kort, maar daarna toch helemaal niet meer de bedoeling is geweest om op het terrein van Luchthaven Lelystad zoals dit er nu ligt een tweede Schiphol te vestigen. Na het bezoek van premier Kok stond op de Kabelkrant dat mijnheer Kok gezegd had dat daar in ieder geval geen tweede nationale luchthaven zou komen. Dat plan is er niet en dat komt er ook niet. Er komt een business airport en daarvoor moeten nog procedures worden gewijzigd. Op die plek komt geen tweede nationale luchthaven. De provincie heeft een plan aangeboden ter bestudering van een mogelijke tweede nationale luchthaven in wat nu nog de Markerwaard heet, ofwel Flevoland-West. Dat moet eerst bestudeerd worden, er moet een keuze worden gemaakt en alle procedures moeten worden doorlopen. Of wij daar nu blij mee zijn of niet is op dit moment niet zo van belang. De Partij van de Arbeid heeft nogal wat aandacht besteed aan nieuwbouwprojecten en de kwaliteit ervan en hoe wij dat in beeld zouden kunnen brengen. M evrouw Dil heeft dat in de commissievergadering ook gedaan. Uw opmerking was in de commissie wat gebaseerd op het feit dat er niet een aparte post in de begroting was opgenomen om die beeldkwaliteitsplannen te realiseren. M evrouw Dil: Mijnheer de voorzitter. Dit is niet helemaal de weergave van mijn reactie in de commissie. Ik denk dat u het beeldkwaliteitsplan en de herziening van bestemmingsplannen door elkaar haalt. W ethouder Binnerts: Ja, dat kan wel. De beeldkwaliteitsplannen worden voor grote stedebouwkundige projecten op dit moment gemaakt, samen met de bestemmingsplannen. Voor de kleinere projecten volstaan wij met het geven van stedebouwkundige richtlijnen en randvoorwaarden, omd at er nogal wat tijd en energie gaat zitten in het maken van uitgebreide beeldkwaliteitsplannen. Mevrouw Dil en ik spreken elkaar daar binnenkort nog over.
1996
N 1
De GPV/RPF-fractie heeft spijt uitgesproken over de vertraging bij het milieu- en energiepark. De concrete vraag was of het bedrijven verhindert om naar Lelystad te komen. Tot nu toe is het gelukt om bedrijven die zich daar eventueel zouden w illen vestigen, een andere plek in de stad aan te bieden en die is dan ook geaccepteerd. Het is jammer, maar u weet dat er bezwaar gemaakt mag worden. Op dit moment is nog niet te constateren dat het erg frustrerend zou hebben gewerkt voor een aantal bedrijven. U heeft ook opmerkingen gemaakt over de rapportage herijking hoofdwegenstructuur en mogelijke ad-hoc beslissingen vooruitlopend op die herijking. U heeft daarbij het Houtrib-park genoemd en de wegenstructuur daar omheen. Ik kan u verzekeren dat die herijking er binnenkort aankomt. Wat echter bijvoorbeeld met die twee rotondes bij het Houtrib-park wordt gedaan, past binnen die herijking hoofdwegenstructuur. Het is dus geen adhoc beslissing. Duidelijk is dat de situatie van het openbaar vervoer en met name van de stadsdienst er niet zo rooskleurig uit ziet. Milieu-aspecten spelen kennelijk niet een hele grote rol in het landelijk beleid van openbaar vervoer, financiële aspecten daarin wat meer. M aar in het Vervoerskundig Ondernemingsplan, dat kortgeleden in samenwerking met Midnet is opgesteld, wordt geprobeerd om op een zo verantwoord mogelijke wijze tot een meer efficiënte inzet van middelen te komen. Dat zal moeilijk worden. U constateert dat er wellicht over een niet al te lange tijd een beroep zal moeten worden gedaan op gemeentelijke middelen. De beslissing is natuurlijk aan de raad. Wij presenteren u binnenkort een aantal plannen. Ook de door u gewenste verbindingen tussen de toeristische attracties zal die discussie niet gemakkelijker maken. Het streven is er op gericht om de Hanzelijn voor het eerst te laten rijden in de dienstregeling 2006-2007. Ook dit hebben wij natuurlijk niet zelf in de hand. Laten wij hopen dat dit door kan gaan. Over de Zuiderzeespoorlijn kunnen wij nog niets zeggen. De evaluatie betaald parkeren komt er aan. Er is daarover nog niets bekend en de voorstellen die daaruit voortvloeien, zullen wij binnenkort eerst in het college bespreken en vervolgens met de raadscommissie. Of dat tot inkeer zal leiden, zoals u gewenst heeft, dat kan ik nog niet beloven.
De voorzitter: Tot slot van mijn kant een paar opmerkingen. Als ik de D66-fractie goed beluister, dan zeggen zij dat de algemene beschouwingen verplaatst kunnen worden naar de bespreking van de voorjaarsnota. Dat denk ik niet. Ik denk dat het moment waarop de begroting wordt vastgesteld het bij uitstek goede moment is om nog eens in algemene beschouwende zin op het politieke beleid voor het komende jaar in te gaan. Het is wel waar dat een te formuleren voorjaarsnota een markeringsmoment aangeeft om te kijken of datgene wat is geformuleerd in de begrotingsbehandeling ook daadwerkelijk effect kan hebben. Ik zou van de verplaatsing van de algemene beschouwingen geen voorstander zijn, maar u willen oproepen om ook bij de voorjaarsnota niet alleen naar de cijfers te kijken maar ook naar de trends die bij de begroting zijn ingezet. Ik ben het met de VVD-fractie eens dat als de management rapportage in de komende jaren wat indringender wordt geformuleerd, een overzicht van de nota's (zij het in hoofdlijnen) heel goed zou kunnen passen als bijlage bij de management rapportage. Wat mij betreft ben ik akkoord met het lokale politiebeleidsplan in die zin dat het wel dienstig is om het in de reeks te doen van het regionaal beleidsplan, het districtenbeleidsplan en daaruit afgeleid het lokale beleidsplan. Wij zijn daar overigens volop mee bezig. In één van de eerstvolgende commissievergaderingen voor algemene zaken zal dat punt uitgebreid aan de orde kunnen komen. Ik ben het eens met de constatering van de GPV/RPF-fractie dat een indringend beleid de criminaliteit gelukkig sterk heeft doen teruglopen in de afgelopen jaren. Ik sluit aan bij de opmerking van mevrouw Blom inzake de opvattingen van de Natuurwetpartij over criminaliteit. De dagelijkse gang van zaken is toch iets weerbarstiger dan een filosofische benadering. Wij staan er uiteraard voor om te proberen die weerbarstige materie weer elke dag de baas te blijven. In aansluiting op de opmerkingen van mevrouw Binnerts over het M asterplan het volgende: Ik constateer dat er een brede algemene waardering voor bestaat. De suggestie die D66 deed over de communicatie naar andere overheden toe, wil ik graag nog eens bekijken en meenemen, zij het dat ik gezegd wil hebben dat wij reeds op dit moment heel indringend met het provinciaal bestuur, maar ook met vele rijksvertegenwoordigers binnen de Kamer
1996
N 1
en het kabinet heel indringend over het M asterplan van gedachten wisselen. Wij zullen zoals is aangekondigd met de eerste notitie op dat punt van zaken komen. GroenLinks zegt een beetje - en ik wil daar enige afstand van nemen - dat 1997 het uur der waarheid wordt. Het is één van de uren der waarheid, omdat wij afgesproken hebben dat het M asterplan een wat langlopender project moet zijn. A lleen al de doelstellingen van het Masterplan zouden in één jaar niet kunnen worden gehaald. Het vraagt een permanente bearbeiding van de gemeente, maar ook van de andere overheden. Ik constateer dat u de nieuwe bestuursstijl waardeert, wat dat ook precies moge zijn. Wij kunnen daar natuurlijk uitgebreider over van gedachten wisselen. Ik noteer dat u op zich tevreden bent met datgene wat het college op dit moment uitvoert in de zin van interne en externe communicatie. De GPV/RPF-fractie maakte een opmerking over de verantwoordelijkheden van de gemeenteraad daarbij. En de Natuurwetpartij vraagt zich af of de burgers het nu voor het zeggen krijgen. Naar mijn mening moet juist in het moderne bestuur gelden dat wij uiteraard besturen. Ik heb daar wel eerder in dit verband het woord "moderne regenten" voor genoemd. Ik zeg er altijd meteen bij dat wij in een nieuwe bestuursstijl niet bang moeten zijn om ook naar buiten te kijken en volop te participeren en ons in de samenleving te manifesteren. A ls in die zin de gemeenteraad zijn verantwoordelijkheden neemt, is er niets mis mee. Als de gemeenteraad zou zeggen dat men het toch voor het zeggen heeft en dat is het dan, dan is er wel wat mis. En als er gezegd zou worden dat de burgers het alleen voor het zeggen hebben, dan is het ook niet verstandig. Ik denk dat wij ons in de wisselwerking in de komende jaren heel goed kunnen vinden. A ls u dat een open en nieuwe bestuursstijl zou willen noemen, ben ik het daar erg mee eens. Er zijn een aantal opmerkingen gemaakt over het intern kijken naar de organisatie. Dat moeten wij zeker doen en begrippen als cultuurverandering, klantvriendelijkheid, enz. zijn allemaal waar. Maar ik roep ook u allen heel graag op - wil het proces daadwerkelijk gestalte krijgen en een succes worden - dat het college niet alleen naar buiten kijkt maar dat u dat net zo doet. U als representanten van politieke partijen kunt in hoge mate de boodschap van het Masterplan uitdragen. Daar wil ik u toe oproepen en u toe uitdagen. Ik dank overigens de PvdA-fractie voor de aardige opmerking die zij maakte in de richting van de nieuwe burgemeester. Hij voelt zich na vier maanden wel burgemeester, maar al lang niet nieuw meer. De voorzitter: Ik schors nu de vergadering voor een half uur. De heer Noeken verlaat wegens ziekte de vergadering.
In tweede termijn
M evrouw Van Sprang: M ijnheer de voorzitter. Wij danken het college voor de uitvoerige beantwoording. En wij zijn blij met de mededeling dat er regionale initiatieven bestaan om tot uitruil van ambtenaren te komen. Gaarne horen wij te zijner tijd daar de verdere ontwikkelingen van. Over de voorjaarsnota denk ik dat wij het wel redelijk eens zijn. Er blijven twee momenten van beleidsbepaling, het voorjaar en het najaar. M aar ons inziens is het voorjaar toch hèt moment om de meest daadwerkelijke invloed op de volgende begroting uit te oefenen. Vandaar dat wij graag toch wat nadruk op dat moment leggen. Dat laat de beschouwingen in het najaar echter onverlet. Er is niet ingegaan op onze vraag over de invoering van de euro. Wij denken dat een draaiboek daarvoor toch wel noodzakelijk zal zijn. Eén en ander zal ook wel geld gaan kosten, dus wij nemen aan dat daarover binnenkort nog wat komt. En wat de revitalisatie van het Wold betreft, is het inderdaad mogelijk om daarbij aan sloop te denken. Dat zal in die wijk misschien ooit nog wel eens nodig zijn. Maar wij hadden met name gedacht aan nieuwbouw in het aanpalende gebied in de richting van Archipel. W at betreft de Focus-projecten heeft onze eigen globale inventarisatie wat anders opgeleverd dan de inventarisatie van het college. Ons is bekend dat toch zeker 25 betrokkenen belangstelling zouden hebben voor iets dergelijks. Het lijkt ons dus goed om op dat punt nog eens terug te komen.
1996
N 1
W ethouder Van Bochove: Levert u de lijst in; daar hebben wij misschien wat aan. M evrouw Van Sprang: Goed. Verder zijn wij wat verbaasd over de emotionele reactie van de wethouder inzake onze reactie over de Stichting Impulz. Wij vinden dat van een wethouder financiën enige zakelijkheid kan worden verwacht en zakelijk is het ons inziens om een efficiency-onderzoek af te wachten voordat er subsidie wordt toegezegd. De heer Bootsm a: Maar, mijnheer de voorzitter, ik denk dat de D66-fractie eindelijk ook eens enig realisme moet betrachten. Ongenuanceerde opmerkingen voortdurend aan het adres van één organis atie suggereren het één en ander. O f u maakt hard wat er fout zit, of u wacht even het toegezegde onderzoek af. M evrouw Van Sprang: Dat is precies wat wij voorstellen. Wij wachten het onderzoek af alvorens bedragen te bepalen.
De heer H errebrugh: Mijnheer de voorzitter. Onze opmerking in prijzenswaardige zin over het optreden van het college slaat op de naar buiten gerichte aanpak die het college zich voorgenomen heeft en ook al inmiddels heeft uitgevoerd om te komen tot een discussie met de samenleving en de mensen in deze stad. Dit sluit aan op een aantal uitgangspunten die ook in het wijkgericht werken aan de orde zijn. In hoeverre is het mogelijk om als gemeentelijke organisatie - het college, de raad en het apparaat daarbij inbegrepen - in een overleg met buurten, wijken, mensen en organisaties te komen tot een zo efficiënt mogelijke uitvoering op het terrein van visies die wij samen hebben over de ontwikkeling van deze stad. Bij die discussie komt ook de eventuele overheveling van middelen aan de orde, geld of eventueel ook materialen of uitvoeringsbestanddelen. Ik verwacht daar binnenkort in de desbetreffende commissie(s) een nadere invulling van. Wij zouden graag willen weten of bij die overheveling van middelen inderdaad ook sprake is van een overheveling van beslissingsmacht naar die wijken, buurten, instellingen, of mensen. Er is natuurlijk een spanningsveld tussen de burgers en de gekozen vertegenwoordigers. In de moderne tijd wordt er vaak gekeken naar de mogelijkheid om binnen het kader van door de volksvertegenwoordiging genomen besluiten uitvoering op een zo laag mogelijk niveau in de wijken, buurten en organisaties te laten plaatsvinden. Ik denk dat als wij in dit kader praten over uitvoeringsaspecten op buurt - en wijkgericht niveau, dat wij dan hetzelfde bedoelen. Zo niet, dan hoor ik het graag. De fractie van GroenLinks heeft een verwijt gemaakt aan het adres van het college inzake draaikonterij. Dit heb ik ook opgevat als een verwijt naar mijn fractie, daar waar wij vinden dat een brede inzet van m iddelen steeds op basis van een afweging van prioriteiten dient plaats te vinden. Gelden waarover in het verleden op basis van de toen beschikbare middelen besluiten zijn genomen, mogen later op basis van een afweging van keuzes en prioriteiten anders worden ingezet. Ik wil er op wijzen dat niet alleen belangenorganisaties verlanglijsten hebben. Ook politieke partijen hebben verlanglijsten. Maar met name politieke partijen moeten op basis van een bredere afweging van prioriteiten hun keuzes maken. De wethouder van financiën had een opmerking over de stookkostentoeslag. Wij danken u voor de toezegging dat deze in december in de commissie aan de orde komt. Met betrekking tot de mogelijke dekking kan ik u een suggestie aan de hand doen. De tegenhanger van de extra lasten voor burgers in verband met de extreme koude in de afgelopen stookperiode zijn extra inkomsten bij de gasbedrijven en ook bij de GAMOG. Wij mogen verwachten dat de GAMOG op basis daarvan mogelijkerwijze zal besluiten tot een verhoging van de dividend uitkering. Ik wil het college de suggestie aan de hand doen om de verhoging van het dividend te gebruiken voor de dekking van de stookkostentoeslag. De wethouder van onderwijs heeft gesproken over wijzigingen betreffende organisatie en bestuursvorm van het openbaar onderwijs. Over het integraal huisvestingsplan zal in de volgende commissievergadering een notitie worden overlegd. Wij vragen het college om te zien of u in die notitie ook kunt aangeven welke relatie er ligt tussen het lokaal onderwijsbeleid en het Masterplan. In het M asterplan wordt in een aantal gevallen gesproken over wijkgericht werken. In alle wijken zijn basisscholen die daarin een belangrijke functie vervullen. Is het mogelijk om aan te geven of er een relatie is tussen het wijkgericht werken en het huisvestingsplan van het openbaar onderwijs, zeker daar waar het integraal wordt aangepakt?
1996
N 1
Ten aanzien van het leerlingenvervoer verwijt de wethouder ons grote woorden. En dat verwijt is terecht. Het gaat p er slot van rekening ook om grote bedragen, oorspronkelijk een bedrag van ongeveer 3 miljoen gulden. Wij vroegen ons af hoe dat nu zo plotseling met een bedrag van f. 330.000,-- verlaagd kan worden. De wethouder zegt dat er in 1995 nog eens serieus naar die zaken is gekeken. Het moest er nog bijkomen dat er niet serieus naar was gekeken, op het moment dat de raad daar in meerdere sessies aandacht voor vraagt. In wezen is de bezuiniging veroorzaakt door twee redenen: Er zijn minder leerlingen en er is een andere methode van aanbesteding toegepast. In dit geval levert dat f. 570.000,-- aan bezuinigingen op. Dat is mooi, maar wij zitten toch met een aantal vragen. W at is nu het effect geweest van de Europese aanbesteding op de lagere kosten van het leerlingenvervoer? In mei is de aanbesteding geweest. Die aanbesteding is gebaseerd op gegevens die op dat moment bekend waren. Men had redelijkerwijze deze ontwikkeling toch aan kunnen zien komen. Ik moet u er op wijzen dat de mogelijke financiële consequenties, in dit geval positief, ons nooit zijn gemeld. De wethouder heeft gezegd in de beantwoording in eerste termijn dat de bezuiniging f. 570.000,-- was. In de eerste begrotingswijziging is echter f. 333.000,-- opgenomen. Indien u niet kunt aangeven wat er met het overige bedrag gebeurt, zou ik kunnen overwegen om met een amendement voor dit bedrag te komen. Ik heb nog een vraag aan mevrouw Binnerts, met name over de verwarring waarvan sprake was over de beeldkwaliteitsplannen en de bestemmingsplannen. Ik wil niet vooruitlopen op de discussie in de commissie, maar ik wil graag even weten wat op dit ogenblik de mogelijkheden zijn voor het komende begrotingsjaar wat betreft de bestemmingsplannen. D66 heeft gesproken over de voorjaarsnota. Het college heeft aangekondigd dat er in het voorjaar een nota met financiële uitgangspunten komt. Het lijkt mij een goed plan. In de praktijk is het de afgelopen jaren al min of meer het geval geweest, in het geval van de kerntakendiscussie en het Masterplan. De VVD heeft een opmerking gemaakt over de risico-paragraaf, dat deze nogal sterk is uitgelopen. Deze zorg delen wij. Hetzelfde geldt met betrekking tot de ontwikkelingen van de IJsselmeergroep, een probleem dat zich van jaar tot jaar voortsleept. Inzake de motie van de SP: Mijn oog viel daarbij op het woord "onnodig" in de zin: "...waarbij cliënten van de sociale dienst onnodig hun giro - of bankafschriften moeten overleggen ...". Als het niet nodig is, dan zou het niet moeten gebeuren. Ik heb echter niet de indruk dat het onnodig is. Als ik het goed begrepen heb, dient men bij de aanvrage van een uitkering inzicht te geven in de financiële bescheiden. Dat het onder andere gebeurt door het overleggen van giro - en bankafschriften acht ik een normale zaak, passend bij een zorgvuldige uitvoering van de sociale zekerheidswetgeving, een zorgvuldige toedeling van de toch schaarse middelen. Ik zal de motie op generlei wijze steunen. De SP heeft het gehad over een nieuwe periode in de raad, waarin er meer gepraat gaat worden. Dat doet me deugd, want ik heb u hier namelijk de afgelopen jaren niet gehoord en ook niet in de commissies. Mocht u er in de komende periode toe overgaan om niet alleen meer te verschijnen, maar ook meer het woord te voeren, dan wil ik de discussie met u op allerlei punten graag aangaan.
De heer M attie: Mijnheer de voorzitter. De VVD-fractie dankt het college voor het beantwoorden van de vragen in eerste termijn. De motie van de SP zal de VVD-fractie niet ondersteunen.
De heer Lokhorst: M ijnheer de voorzitter. Ik wil ingaan op de beantwoording van mevrouw Jonkman inzake de belastingen. Naar onze mening moet de taakstelling van het gemeentelijk bestuur zodanig zijn dat verdere verzwaring van lasten voorkomen wordt. Het is inderdaad zo dat de hertaxatie volgend jaar nog niet aan de orde is. Ik heb begrepen pas in 1999 en wij komen daar nog over te spreken. Wij zijn van mening dat de inflatiecorrectie voor 1997 niet toegepast moet worden. De risico-paragraaf kan zowel positief als negatief uitvallen. Het is zinvol om te onderzoeken of er eventueel aan de onderhandelingstafel kan worden plaatsgenomen. Als ik goed geluisterd heb, wilt u bij het sluitend maken van de meerjarenbegroting een andere rentetoedeling van de fondsen toepassen. M ijn vraag is of dit op gespannen voet kan staan met het Masterplan, waarmee hetzelfde wordt beoogd. Tenslotte willen wij graag een antwoord hebben op de vraag over de IJsselmeergroep.
1996
N 1
De heer Bogert: Mijnheer de voorzitter. De VVD-fractie heeft gesteld dat wij ons zorgen maken over een 14-tal punten u it de risicoparagraaf. Wij vinden het een zuiver beleid als het college probeert om zaken alleen in de risicoparagraaf te plaatsen als het ook werkelijk onmogelijk is om inschattingen te maken van de kosten die er eventueel uit voort zouden vloeien. Bijvoorbeeld is het niet juist om een punt als "het netwerk" (inzake automatisering voor het gemeentelijk ambtelijk apparaat) onder de risicoparagraaf te plaatsen. Wij zouden dat graag willen zien als een reguliere begrotingspost, waarop een inschatting wordt gemaakt over de kosten en dus niet alleen maar als stelpost. M evrouw Jonkman heeft gezegd dat grote openheid wordt betracht door het college. Dat stellen wij bijzonder op prijs, maar die openheid zou vertaald moeten worden naar expliciete begrotingsposten, w aarover concreet gesproken en besloten kan worden. Over het adequaat gebruik maken van beschikbare gemeentelijke financiën: Ik wil vaststellen dat in de algemene beschouwingen van meerdere fracties expliciet tot uiting is gebracht dat een verantwoord aanbestedingsbeleid tot grote besparingen kan leiden voor de gemeente. Probeer enkelvoudige onderhandse aanbestedingen te voorkomen. Ik wil de wethouder vragen om op niet al te lange termijn het aanbestedingsbeleid opnieuw in de commissie aan de orde te stellen, gezien de voorkeur van verschillende partijen voor een aanscherping van het aanbestedingsbeleid, zoals D66, PvdA, CDA en VVD. De heer Verlaan: Zelfs GroenLinks. De heer Bogert: Hartelijk dank voor deze aanvulling. Ik hoop dat de wethouder ook deze interruptie heeft gehoord.
De heer Bierma: M ijnheer de voorzitter. De wethouder voor onderwijs zei inzake de organisatie van het openbaar onderwijs dat er twee modellen zijn overgebleven en dus het model van een centrale directie is afgevallen. In augustus j.l. heb ik de vraag gesteld of de centrale directie nog zou kunnen worden bekeken. Dat heeft de w ethouder toen toegezegd. Dus u begrijpt de verwarring van mijn kant. Ik wil de wethouder vragen of de centrale directie als optie nog in beeld is.
De heer Klein Swormink Mijnheer de voorzitter. Plotseling zie ik een meerderheid groeien. De CDA-fractie heeft op 14 februari 1994 gepleit alle aanbestedingen in principe openbaar te laten zijn. Er was toen van geen enkele andere fractie steun voor. Wij wachten nu met grote belangstelling de discussie in de commissie af. Ik wil bedanken voor de gedegen en uitgebreide beantwoording door het college. Mevrouw Jonkman heeft gereageerd op onze opmerking over het armoedebeleid. Zij heeft niet gereageerd op onze zorg ten aanzien van de uitvoering. Nog niet zo lang geleden kenden wij de eenmalige uitkeringen, weliswaar rijksbeleid maar uitgevoerd op gemeentelijk niveau. Dat systeem is grotendeels ten onder gegaan aan de complexe uitvoeringssituatie. Wat voor maatregelen er ook worden voorgesteld, wij willen vermijden dat een groot deel van het eventueel beschikbare budget op gaat aan de uitvoering van zo'n maatregel. M evrouw Binnerts ging wel erg kort door de bocht over het Masterplan. In het Masterplan stond nog iets meer dan alleen acquisitie en dat vonden wij toch ook wel belangrijk. U toonde enige verbazing over onze uitspraken over het vliegveld. Dat verwondert ons dan weer, want er liggen toch enkele rapporten over uitbreiding van Vliegveld Lelystad, zoals het Naco-rapport dat zelfs spreekt over een zesde en een zevende baan. In de beleidsproductenbegroting voor 1997 op p. 304 wordt zelfs door uw college nog gesproken over een zesde baan op het bestaande vliegveld. Ik denk dat er nu door de minister-president duidelijkheid is gegeven. Maar ook door het college is voor het eerst in deze raadzaal duidelijk uitgesproken dat de business airport het einde is van de omvang van het vliegveld op die plaats. Ten aanzien van de motie van de SP: Uiteraard zijn wij tegen onnodige controles. Het antwoord van de wethouder heeft echter duidelijk aangegeven dat dit niet gebeurt en de controles die plaatsvinden, ook ten aanzien van giro- en bankafschriften, niet buiten-proportioneel zijn en zeker functioneel zijn. Om die redenen zullen wij de motie niet steunen.
1996
N 1
De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. Door verschillende fracties en ook door het college is betoogd dat de luchthaven in het Markermeer een landelijke aangelegenheid is en dat de besluitvorming moet worden afgewacht. Dat lijkt logisch. Het vaststellen van de individuele huursubsidie is ook een landelijke regeling en ik ben toch erg blij dat deze gemeente zich bijzonder hard heeft gemaakt om een voor Lelystad zo gunstig mogelijk resultaat te verkrijgen. Ergens schijnt de staatssecretaris zelfs gefluisterd te hebben dat Lelystad met zijn gedram dat mede voor elkaar heeft gekregen. Het is dus mogelijk om als lokale overheid invloed te hebben op landelijk beleid. Ik wil dan ook het college vragen om ten aanzien van het voorkómen van een luchthaven in het Markermeer net zo te drammen. Wij hebben gezegd dat 1997 het jaar wordt van er op of er onder. Daarmee hebben wij niet bedoeld dat alles in 1997 moet gebeuren en daarna niets meer. Daarmee hebben wij alleen maar bedoeld dat van al datgene wat er aan concrete uitvoeringsplannen in het Masterplan is aangegeven, in 1997 een belangrijk deel op de rails moet komen te staan. Als het in 1997 niet lukt en concrete plannen moeten wachten tot 1998, dan gaat het te lang duren. Het M asterplan moet in 1997 ingevuld worden met concrete uitvoeringsplannen. Aan de orde is geweest het idee om de rotondes leuk te beplanten. Op zich is stadsverfraaiing een belangrijke zaak, maar ook hier gaat het om het maken van keuzes. Als het tot extra kosten moet leiden, dan geven wij prioriteit aan sociale veiligheid van de hoofdfietsroutes in Lelystad. Met betrekking tot de SP heb ik opgemerkt dat ook bij de SP sprake is van een cultuuromslag. Zij zeggen nu al dat zij tegen sommige zaken van het college geen bezwaar hebben. Dat is nog iets anders dan goed vinden, maar hier wordt dan toch zichtbaar dat het mogelijk is oppositie te voeren en het toch voor een deel met het beleid eens te zijn. Ik zou de SP willen zeggen dat het eigenlijk ook noodzakelijk is als je medeverantwoordelijkheid voor het bestuur van een stad wil dragen. Ga door op die weg en dan wordt het nog wat. Over de OZB is gezegd dat er in de toekomst misschien verschillende tarieven voor woningen en bedrijven mogelijk zijn en dat ons dan een interessante discussie te wachten staat. Op voorhand is GroenLinks van mening dat als er inderdaad vanwege de hertaxatie een grote verschuiving van belastingopbrengsten van bedrijven naar woningen plaats zou vinden, indien bewoners veel meer belasting zouden gaan betalen dan eigenaren en gebruikers van bedrijfsgebouwen, dit enigszins gecorrigeerd zal moeten worden. Dan zouden de tarieven van de bedrijven omhoog dienen te gaan. Andersom ook, maar dat valt niet te verwachten. Als die mogelijkheid zou ontstaan, dan pleit GroenLinks er voor daar vooralsnog heel voorzichtig mee om te gaan en hooguit in corrigerende zin op te treden, omdat de belasting al hoog is en een verschuiving er gelijk behoorlijk aantikt. De WVG-gelden die gebruikt moeten gaan worden voor dekking van de kwijtscheldingsregeling: Er werd gezegd dat dit een kwestie is van keuzes maken. Dat is waar. De lijst van voorzieningen die het GOL nog meer had willen hebben moet u niet in een Sinterklazerige sfeer zien. W ethouder Jonkman: Dat heb ik ook niet bedoeld te zeggen. De heer Verlaan: Waar het om gaat is dat er volgens de Wet Voorzieningen Gehandicapten meer moest gebeuren met minder geld. In een heleboel voorzieningen, waarin door de oude regelingen wel voorzien werd, wordt niet meer voorzien door de nieuwe regeling, de WVG, die door de gemeente wordt uitgevoerd. Op basis van de evaluatie van overgebleven middelen is daaruit een keuze gemaakt. In dat lijstje is een prioriteitsstelling gemaakt, maar het is niet een lijstje waarmee dan automatisch op het vroegere niveau wordt terug gekomen. Het gat wordt alleen iets kleiner gemaakt. Twee jaar geleden is de WVG ingevoerd en toen is er voor gekozen om de gelden die over zouden blijven apart te zetten en te reserveren naar de toekomst toe. Het was toen met name nog niet duidelijk welk beslag de WVG zou leggen op de middelen. Bovendien was inmiddels duidelijk dat in het laatste jaar van de aan de WVG voorafgaande regelingen van die regelingen een uitputtend gebruik is gemaakt, zodat veel voorzieningen met name op het gebied van rolstoelen pas na een aantal jaren weer aan vervanging toe zouden zijn. Daarvoor is toen dat fonds gevormd. Ik vond dat toen een goede keuze en dat vind ik nog steeds. Omdat het toen is toegezegd en vanwege de toen genoemde termijnen wil ik de consequenties nog steeds dragen en die keuze nog steeds bekrachtigen. Ik zie op dit moment geen aanleiding om op die keuze terug te komen. De heer Herrebrugh: Acht de heer Verlaan het bespreekbaar dat gelden die op dit ogenblik niet worden gebruikt ik dacht ongeveer 4 miljoen gulden, de wethouder corrigeert me wel als het niet juist is - wel voor andere
1996
N 1
doeleinden worden gebruikt? En mag volgens de heer Verlaan daarvoor in ieder geval niet het WVG-fonds worden gebruikt? De heer Verlaan: Ten aanzien van het WVG-fonds zeggen wij dat het nog een zodanig pril fonds is, waarbij de vooruitzichten op basis w aarvan dat fonds ingesteld is nog niet erg duidelijk zijn en er nog steeds risico's zijn, dat dit fonds voorlopig nog even met rust gelaten moet worden. Dat wil niet zeggen dat het altijd met rust gelaten moet worden. M aar laat dat voorlopig nog even met rust. Na een aantal jaren kan daar met een finale evaluatie wel afscheid van worden genomen en dat dan ook duidelijk te maken naar alle betrokkenen en de belangengroepen die daar een rol in spelen. Mijn laatste opmerking betreft de motie van de SP. Ook wij zijn tegen het onnodig controleren van giro- en bankafschriften. Wij hebben geen totaaloverzicht van de uitvoeringspraktijk zoals die bij de sociale dienst gebeurt. Op dit moment hebben wij onvoldoende informatie om te kunnen beoordelen of deze motie nodig is . Eenmalig als incident hebben wij wel eens gehoord dat men al de giro-afschriften gekopieerd moest meenemen. Wanneer de giroafschriften ter inzage moeten zijn, is dat uit het oogpunt van privacy toch veel vriendelijker dan wanneer men de giroafschriften in kopie moet achterlaten. Dit zijn zaken die met uitvoering te maken hebben en waar wij geen totaal-overzicht op hebben. Dit is de reden dat wij het met deze motie niet eens zijn.
De heer Klomp: Mijnheer de voorzitter. Door verschillende omstandigheden zjn wij de laatste tijd niet op alle commissievergaderingen geweest. De afgelopen maanden hebben wij hier verandering in gebracht, zoals u misschien al heeft gezien. Dat vanaf januari de commissies worden gesplitst, is voor ons en voor andere kleine fracties een goede zaak. Wat betreft de verdeling van het budget voor sociale woningbouw: Deze informatie hebben wij naar aanleiding van een krantenartikel een aantal weken geleden gekregen van de provincie. De motie die wij hebben ingediend, betreft niet alleen de nieuwe cliënten maar vooral de cliënten die al jaren gebruik maken van de sociale dienst en voor hercontrole moeten komen. Girogluren is geen verplicht nummer, zoals wordt gesteld. In meerdere gemeenten waaronder Zoetermeer, Schijndel en Tiel zijn door middel van de motie maatregelen genomen om het girogluren tot een minimum te beperken. 10 % van de mensen maakt geen gebruik van de voorzieningen die er voor hen zijn. In Arnhem is sinds kort een ambtenaar aangesteld die de mensen bezoekt. Dit blijkt heel goed te werken. Dit zou ook een goed idee kunnen zijn voor Lelystad, om de mensen die drempelvrees hebben te bereiken. De SP protesteert al jaren en dat horen wij ook al jaren. M aar de bevolking waardeert en begrijpt ons steeds beter. Dat blijkt wel uit het aantal leden, dat zowel landelijk als plaatselijk ieder kwartaal weer stijgt. De sterke vuist wat betreft Thuiszorg zullen wij invullen met plannen, die wij de komende maanden zullen indienen en in de desbetreffende commissie zullen bespreken.
De heer B u s: M ijnheer de voorzitter. Ik wil aan de wethouder een vraag stellen over de beplanting van de rotondes. Is het misschien mogelijk dat de vrachtauto's die goederen aanvoeren naar de winkelcentra er ook omheen kunnen, want die dingen zijn in doorsnee te klein. Naar de heer Klein Swormink toe wil ik zeggen dat de BPN vanaf het begin voorstander is geweest van openbare aanbestedingen. Dat is meerdere malen door m ijzelf in de commissie gezegd. Wij zijn tegen de motie van de SP.
De heer Van der Sloot: M ijnheer de voorzitter. Ten aanzien van de opmerkingen van de wethouder voor onderwijs het volgende. Op scholen waar aan bewustzijnsontwikkeling wordt gedaan, scoren leerlingen beduidend hoger dan op scholen waar het niet wordt gedaan. D aar is onderzoek naar gedaan. Onderwijs is nu uitsluitend gericht op het vergaren van kennis. Een leerling die deze kennis moet opnemen, raakt op een gegeven moment in de problemen. Hij kan niet meer opnemen dan een bepaald niveau. Dat leidt tot concentratievermindering en hoge uitval-percentages. Daarom denken wij dat het juist van essentieel belang is dat er wat meer gekeken wordt naar fundamentele principes die ten grondslag liggen aan het leerproces. Ten aanzien van de omheiningen: Daar waar er omheiningen zijn, zullen er wel degelijk effecten zijn. Dat bestrijden wij niet. Iemand die kwaad wil, laat zich daar echter niet door tegenhouden. Hij gaat gewoon naar een andere plek om zijn wandaden te plegen. Dus de scholen zonder omheiningen zullen daar ook extra last van
1996
N 1
hebben. Het plegen van vandalisme of erger komt voort uit een innerlijke drijfveer die gevoed wordt door spanning en stress in de omgeving. Als die stress wordt weggenomen, wordt ook de behoefte aan criminaliteit weggenomen. Daar willen wij aandacht voor vragen. Dit principe is in de afgelopen 20 jaar vele tientallen malen toegepast met succes. Het is dus niet alleen een filosofische benadering, maar het is ook wel degelijk van praktisch nut. Het verbaast mij dan ook dat ik telkens weer moet zien dat in Lelystad de criminaliteit de afgelopen jaren omlaag gaat, terwijl in andere delen van de polder dat veel minder het geval is of juist helemaal niet. Terwijl wij toch met eenzelfde politiecorps zitten. Is het Lelystadse politiecorps dan zo fantastisch bijzonder van kwaliteit dat zij het hier wel kunnen en elders niet? Wij hebben hier in Lelystad een club mensen die zich bezig houdt met bewustzijnsontwikkeling. In Engeland, in Skelmersdale, is een vergelijkbare situatie. Daar zit ook een club. En ook daar, toevallig daar in Skelmersdale, is ook de criminaliteit drastisch gedaald de afgelopen jaren. Zo zijn er meer voorbeelden te geven. Het is niet iets dat zo m aar uit de lucht is gegrepen. Dit is geen filosofisch grapje. Het is heel praktisch toepasbaar en heeft heel duidelijk aantoonbare effecten. Daar wil ik aandacht voor vragen. Ten slotte de motie van de SP. De Natuurwetpartij vindt ook dat wij daar nog te weinig inzicht in hebben. Wij gaan er eigenlijk van uit dat mensen die om een bijstandsuitkering komen vragen, zo weinig financieel draagvlak hebben dat zij ook niets te verbergen hebben en daardoor ook weinig moeite zullen hebben om hun girorekening te laten zien. Hebben zij dat wel dan kan ik mij heel goed voorstellen dat er inderdaad een gevoel ontstaat van inbreuk op hun privacy. Wij stemmen niet in met de motie.
De heer Slump: Mijnheer de voorzitter. Over het gebruik van WVG-gelden moet ik zeggen dat ik meer sympathie heb voor het standpunt van de heer Verlaan, dan voor het gebruik van dit fonds voor andere doeleinden. De heer Herrebrugh: Ik wil de heer Slump vragen of hij alternatieve dekkingen kan aangeven. Want ik ga er van uit dat het principe van de kwijtschelding niet door hem wordt bestreden. De heer Slump: Dat wordt ook niet door mij bestreden. Maar u zult mij op dit moment geen alternatieve dekking uit de mouw zien schudden. Het gaat mij op dit moment om de visie op het beleid. Over het Markermeer, of Flevoland-West: Ik zie regelmatig in de publiciteit allerlei groeperingen en belangenorganisaties die zich wel uitlaten over hoe het Markermeer moet worden ingericht. Ik constateer ook dat het grootste deel van het M arkermeer tot de gemeente Lelystad behoort. Op grond daarvan vraag ik of ook de gemeente Lelystad zelf er een idee, een visie over heeft. Of het een vliegveld moet worden of niet, daar kunnen wij geen of weinig invloed op uitoefenen. M aar ik denk dat het goed is als wij als gemeente een visie hebben op wat wij met dat gebied zouden willen. Ik constateer dat de SP kennelijk meer waarde hecht aan krantenberichten dan aan wat het college al jarenlang als beleid naar voren brengt. De SP zegt dat er steeds meer leden komen, maar dat geldt voor meer actiegroepen. Ik denk dat het probleem met de SP is dat zij zich tijdens de verkiezingen als een politieke partij presenteert en tussen de verkiezingen door als een actiegroep. Een politieke partij dient ook medeverantwoordelijkheid te dragen voor het bestuur. Dat komt er voor mijn gevoel wat te weinig uit. Wat betreft de motie: Voor hen die werkelijk recht op een uitkering hebben, is het van belang dat zij die krijgen. En dat degenen die er geen recht op hebben, geen uitkering krijgen. Het is belangrijk dat deze er bijtijds en zo mogelijk bij de aanvang al worden uitgehaald. Wij gaan er ook van uit dat de communicatie tussen mensen die een uitkering aanvragen en ambtenaren van afdeling sociale zaken vertrouwelijk is en dat de gegevens die zij aanleveren niet op straat liggen, zodat de privacy gewaarborgd is. Dat zijn voor mij overwegingen om tegen deze motie te zijn.
M evrouw Van Sprang: M ijnheer de voorzitter. Ik wil nog even melden dat ook wij de motie van de SP niet ondersteunen. Fraudebestrijding is helaas nodig. Vorig jaar is daarmee twee miljoen gulden teruggehaald. Voor zo'n resultaat is het opvragen van bankrekeningen en dergelijke helaas gerechtvaardigd. Dit neemt niet weg dat dan de goeden onder de slechten moeten leiden. Het is niet anders.
1996
N 1
De heer Verlaan: : M ijnheer de voorzitter. Voor de goede orde, wij hebben slechts de indiening ondersteund, omdat wij vinden dat deze motie besproken moest worden.
W ethouder Jonkman: M ijnheer de voorzitter. Ik heb inderdaad een paar antwoorden op vragen laten liggen in de eerste termijn. Ik denk dat D66 gelijk heeft dat de invoering van de euro op korte termijn een heleboel werk zal geven. Het moment dat het naar ons toekomt is het moment waarop de lidstaten worden bekendgemaakt. Ik denk dat dit eind volgend jaar of begin 1998 zal plaatsvinden. Dan zullen wij ook met de concrete voorbereidingen moeten gaan beginnen. De BNG en de VNG zijn bezig met het maken van draaiboeken. Op dit moment is het standpunt van het college dat wij niet voor de muziek uitlopen, maar wel mee-marcheren. Zodra daar duidelijkheden zijn, gaan wij er ook mee aan de gang. Ondertussen houden wij natuurlijk bij het aanschaffen van automatiseringsapparatuur, enz. rekening met de zaken die er aan zitten te komen. Het heeft zeker onze aandacht. Dan wat betreft mijn emotionele reactie op de opmerking over het voorbehoud ten aanzien van de subsidie voor Impulz: Die emotionele reactie komt voort uit het feit dat ik niet zo goed tegen onrechtvaardigheid kan en ik dat op dit onderwerp toch wel degelijk proef. Ik heb graag een wat zakelijke en objectieve benadering en die miste ik al een tijdlang bij D66 voor wat betreft Impulz. Het efficiency-onderzoek bij Impulz wordt niet gehouden vanuit een bezuinigingsdoelstelling. U zou dat uit de opdrachtformulering van het onderzoek ook kunnen begrijpen. Er wordt wel degelijk naar gekeken of er efficiënt gewerkt kan gaan worden. Indien het effect heeft op de middelen, dan zal dat zeker ook in de subsidie worden meegenomen. Er wordt ook gekeken naar de effectiviteit en de consequenties die dat heeft voor de gemeente. Zodra daar duidelijkheid over is, krijgt u dat zeker te horen, ook in de commissie. Dan het wijkgericht werken. De Partij van de Arbeid vraagt daarna. Wij zijn op dit moment bezig de structuur uit te werken, om te kijken hoe één en ander kan worden vormgegeven voor wat betreft verantwoordelijkheden hier in huis en daarbuiten. Het overhevelen van middelen naar de buurt en verantwoordelijkheden die daarbij horen, wordt naar mijn idee wat zwaar aangezet. W anneer één en ander goed loopt, wanneer er een redelijk draagvlak in de buurt is en dat draagvlak ook een redelijke omvang en niveau heeft, dan gaan wij bekijken of en zo ja hoe die overheveling zal plaatsvinden. Het betekent niet dat wij per 1 januari 1997 meteen het budget overhevelen naar de wijk. Wij willen eerst een voldoende kwalitatief draagvlak in de wijk hebben. De stookkostentoeslag en de eventuele extra inkomsten van een dividenduitkering: Ik moet zeggen dat ik niet zo ontzettend goede ervaringen heb met discussies daarover. In het voorjaar is er op een aandeelhou dersvergadering van de GAMOG door dit college in mijn persoon gepleit om de extra middelen die gegenereerd zouden worden door middel van de extra inkomsten in verband met de koude niet in het bedrijf te stoppen en niet de solvabiliteit van het bedrijf daarmee te versterken, maar die uit te keren aan de aandeelhouders. Ik moet zeggen dat dit niet echt stormachtig applaus met zich meebracht. Dit komt voort uit het feit dat wij als aandeelhouder jarenlang gepleit hebben om zoveel mogelijk in het vermogen van het bedrijf te stoppen. Ik moet eerlijk zeggen dat het wat pijnlijk was. Op dit moment wachten wij af wat voor extra inkomsten wij hebben uit die dividend uitkering. Mochten er middelen zijn die niet geraamd zijn, dat zullen wij dat zeker meenemen in het kader van de dekking van dit verhaal. Wij zijn er dus wel degelijk mee bezig. De heer Van Bochove is commissaris van de GAMOG en er is een aandeelhoudersvergadering waar ik af en toe heen ga als vertegenwoordiger van de gemeente als aandeelhouder. De heer Herrebrugh: Dan verzoek ik het college om in redelijkheid te bezien of in beide vergaderingen van de raad van commissarissen c.q. de aandeelhoudersvergadering gekomen kan worden tot een extra dividenduitkering, gebaseerd op de additionele inkomsten voor de aandeelhouders. M evrouw Jonkman: Ik kan u verzekeren dat wij op heel korte termijn heel uitgebreid over GAMOG en dividend en alle zaken die daarmee te maken hebben, komen te spreken in de commissie financiën en de commissie voor stadsbeheer, volkshuisvesting, personeel en organisatie. Wij komen er uitgebreid op terug. In relatie tot dit onderwerp zullen wij kijken of wij extra dividend kunnen gebruiken voor de dekking daarvan. Inzake de IJsselmeergroep. Door de VVD en de PvdA is zorg uitgesproken. In de commissie is dat door alle partijen gebeurd en terecht naar mijn mening. Er moet heel wat gebeuren binnen het bedrijf om te zorgen dat de gemeentelijke bijdragen niet nog verder de pan uit rijzen. De VVD heeft gevraagd of het mogelijk is om de
1996
N 1
gemeenschappelijke regeling te verlaten. Dat is mogelijk. Wij kunnen volgens de wet uittreden. Er moet dan wel aan een aantal vastgelegde spelregels worden voldaan. In ieder geval moet Gedeputeerde Staten toestemming geven. En in dit geval moet ook tweederde van het algemeen bestuur instemmen met die uittreding. Daar hoeven wij dan niet mee akkoord te gaan; wij kunnen dat geschil dan voorleggen aan GS en die zal er dan een uitspraak over doen. En die zal dan ook een uitspraak doen over de schade die men als uittreder veroorzaakt naar de gemeenschappelijke regeling toe. Verder zit er een wachttijd van twee jaar aan. Ik weet niet of wij daar nu veel vrolijker van worden. W at er gewoon moet gebeuren is, dat het bedrijf gewoon beter gaat presteren en wij zijn er op dit moment mee bezig om dat te bewerkstelligen. Het uittreden als zodanig levert echter niets op. Daar komt bij dat men als gemeente de wettelijke taak heeft om mensen die een beschermde werkplek behoeven ook een bescherm de werkplek te geven. Dus als het niet bij dit schap gebeurt, dan moet het ergens anders worden gerealiseerd. Daarbij moeten wij ons realiseren dat de rijksoverheid de subsidie niet aan de gemeente verstrekt, maar aan de gemeenschappelijke regeling, aan het schap. Dus uittreding levert naar mijn mening helemaal niets °p. Dan de schadeprocedures. M ijnheer Lokhorst zegt dat er soms onderhandeld moet worden. Soms is het ook heel link om dat te doen, omdat daarmee wordt bevestigd dat er een zekere schuld is waarover men wil gaan onderhandelen. Als wij van mening zijn dat de schuld niet bij ons ligt en de andere partij maar moet aantonen dat er schade is ontstaan, dan moeten wij niet te snel rond de tafel gaan zitten. Dat is een strategie die wij met elkaar goed moeten uitstippelen en die hier nu niet bediscussieerd moet gaan worden. De heer Bogert heeft een aantal opmerkingen gemaakt over de risico-paragraaf. Men kan van mening verschillen of een bedrag te ramen is, maar in principe ben ik het met u eens, dat alleen datgene in de risicoparagraaf moet worden opgenomen waarover wij geen zekerheid hebben. Ik ben het eens met de heer Klein Swormink waar hij vraagt er voor te zorgen dat de uitvoering van de armoedebestrijding zo min mogelijk geld kost, want alles wat aan de uitvoering wordt uitgegeven, kan niet aan de gebruikers worden gegeven. Wij zullen daar zeker op letten. Dat komt bij de nota aan de orde. De SP komt met een aantal voorbeelden van elders in het land. Er is gevraagd of wij huisbezoeken kunnen gaan doen. Misschien kan de relatie tot privacy worden uitgelegd voor mijn begrip. Ik denk dat het heel duidelijk is en blijft, dat wanneer er wordt gecontroleerd bij aanvragen van een uitkering of bij hercontroles, dit gewoon een normale zaak is, als het op een normale manier gebeurt. Los van wat onze mening zou kunnen zijn, hebben wij als gemeente die wettelijke verplichting. Wanneer daar niet aan wordt voldaan, kan de gemeente ook een boete krijgen. Er moet gekeken worden wat het meest efficiënt en het meest effectief is. Wat betreft de OZB is het college op dit moment niet voornemens om een wijziging aan te brengen in de verhouding tussen de tarieven. Dat zal u duidelijk zijn. Ik denk dat het ook de instemming heeft van deze raad, want ik heb er niets anders over gehoord. Over de WVG-gelden: Wij hebben in het begin van dit jaar in de commissie een heel duidelijke discussie gevoerd over de werkwijze van de WVG en over de verstrekkingen binnen de WVG. Wij hebben toen met elkaar geconstateerd dat het geen beleid is met gouden randjes, maar dat er wel een goed beleid ligt. Wij hebben ook geconstateerd, dat wij niet alle zaken konden en wilden rechtzetten zoals zij waren voordat zij naar de gemeente toe kwamen. Op basis van een aantal afwegingen zijn keuzes gemaakt. Die keuzes zijn berekend naar de toekomst toe. De ruimte die nodig zou kunnen zijn voor toename van verstrekkingen is daarin meegenomen. Er is een bedrag geraamd in de meerjarenbegroting. Binnen dat bedrag is naar mijn mening zelfs nog ruimte om een aantal wensen van het GOL te honoreren, redelijke wensen waarvan wij met elkaar vinden dat zij gehonoreerd moeten worden. Als men vindt dat het beleid niet goed is, dan had ik dat graag bij de evaluatie gehoord. Dat heeft geen enkele fractie op dat moment toen gemeld. Er is geen enkel initiatief genomen om met andere voorstellen te komen. Daarvan uitgaande denk ik dat het inzicht op dit moment voldoende is over het gebruik nu en in de nabije toekomst. Dit betekent dat er een bedrag is geraamd en een bedrag wordt overgehouden, wat naar mijn mening mag worden ingezet voor zaken die ook heel erg nodig zijn. Ik vind het op dit moment niet alleen een juist beleid, maar ik vind het ook reëel naar de toekomst toe.
W ethouder Van Bochove: Mijnheer de voorzitter. N aar de heer Bus toe wil ik zeggen dat rotondes moeten voldoen aan criteria die keurig vastliggen.
1996
N 1
In de richting van D66 is gezegd dat wij over de inrichting van de rotondes willen nadenken. Wij zullen dat doen aan de hand van een plan dat in de raadscommis sie aan de orde zal komen. Met betrekking tot het bouwen in het Wold-park: Nog niet zo lang geleden is er in de commissie ruimtelijke ordening een uitvoerige behandeling geweest van de inrichting van het gebied tussen de Zuigerplasdreef en de Oostranddreef. Ik dacht dat er in grote lijnen overeenstemming was binnen die commissie over de invulling. Ik heb begrepen dat wij op dit ogenblik in het gebied dat nu door de D66-fractie wordt genoemd, niet aan snee zijn. Maar ik wil het verslag van de betreffende commissie nog wel eens een keer opzoeken. Voor wat betreft het aanbestedingsbeleid begrijp ik dat wij in de komende commissievergadering een interessante discussie krijgen over de grenzen.
W ethouder Blom Mijnheer de voorzitter. De Natuurwetpartij meent dat het onderwijs in Lelystad gericht is op het vergaren van kennis. In het Lelystadse onderwijs heeft tot nu toe gegolden het ontplooien van hoofd, hart en handen. Ik vraag mij in alle oprechtheid af welke onderdelen wij nog meer moeten ontplooien. Ik kan mij daar niets meer bij voorstellen. Van de SP wacht ik vol spanning de plannen af die aangeboden worden op het terrein van Thuiszorg, dan wel anderszins. De VVD is in verwarring gebracht. Ik hoop dat ik op zijn minst die verwarring kan wegnemen. De vraag was of centrale directie nog wel in beeld is. In de eerste termijn heb ik proberen aan te geven dat bij de beslissing over het eerste advies van de werkgroep die zich bezighoudt met de toekomst van het openbaar basisonderwijs een keuze gemaakt is voor de twee voor Lelystad meest geschikte modellen en dat op dat moment de centrale directie uit beeld was. W aar het vervolgens om gaat, is dat wij de totale discussie moeten gaan voeren aan de hand van een nota die nog moet worden geproduceerd. Op dat moment kunnen wij uiteraard nog een keer breed kijken naar wat misschien in gewijzigde omstandigheden inmiddels de meest wenselijke oplossing is, zodat wij in ieder geval met elkaar de grote lijn van schaalvergroting goed inzetten. Ik vrees dat mijn spreektempo voor de heer Herrebrugh te hoog is geweest. Er is kennelijk toch het één en ander aan verwarring ontstaan. De getallen die ik genoemd heb, zijn behoorlijk door elkaar geschud. Ik heb gezegd dat vorig schooljaar 478 leerlingen gebruik hebben gemaakt van het aangepast vervoer. Voor het nieuwe schooljaar betreft dat 362 leerlingen. Daar zit een aanzienlijk verschil in. Er zijn een aantal redenen voor. Ik heb u al gezegd dat u daar nog een overzicht van krijgt, desgewenst. D it betekent dat hoe dan ook het aanbestedingsbedrag voor het leerlingenvervoer afgeraamd had moeten worden bij deze begroting. De heer H errebrugh: Ik wil nu graag weten op basis van welk aantal leerlingen de aanbesteding van start is gegaan. W ethouder Blom De aanbesteding is uitgegaan van het lage aantal leerlingen, dus 362. 362 leerlingen stonden vermeld in de offerte-aanvrage in de besteksbeschrijving. Dit betekent dat op dat moment dus inderdaad er al uitgegaan werd van een lager leerlingenaantal. Dat was op zich niet verbazingwekkend omdat het vorig jaar al gemeld was dat er een daling op komst was. Het is fout als het gaat om het feit dat het niet verwerkt is in de begroting. Daarom zei ik ook in eerste termijn dat op dat terrein de begroting afgeraamd had moeten worden. Dat er nu meer afgeraamd kan worden, heeft te maken met de vorm van aanbesteding en daar gelden nu kennelijk andere marktprincipes, waardoor er scherper gecalculeerd kon worden. Inzake het integraal huisvestingsplan: Wij willen over de hele stad bezien hoe wij zitten in de accommodaties, zowel onderwijsgebouwen als welzijnsgebouwen. In het kader van achterstandsbeleid zullen wij veel nadrukkelijker moeten kijken naar afstemming op die terreinen. Wellicht in het kader van de verlengde schooldag misschien ook op andere terreinen. Dan is de link met wijkgericht werken automatisch daar. Ik heb overigens niet gezegd dat wij dat in de volgende commissie zullen bespreken. Wij zullen dat in het voorjaar van 1997 doen.
W ethouder Binnerts: M ijnheer de voorzitter. Er is even verwarring gerezen over beeldkwaliteitsplannen en bestemmingsplannen, zoals dat door de Partij van de Arbeid-fractie aan de orde is gesteld. Bij het ontwikkelen van nieuwe bestemmingsplannen wordt een beeldkwaliteitsplan toegevoegd, met als doel verbetering van de
1996
N 1
kwaliteit van de stad. De vraag van de Partij van de Arbeid ging over de herziening en actualisering van bestemmingsplannen. In de begroting wordt voor 1997 voorzien in de actualisering van vier bestemmingsplannen. Het CDA heeft gelijk. Ik ben wat kort door de bocht. Het is inderdaad niet zo dat als de heren van de acquisitie niet meer op de weg kunnen, het hele Masterplan dan in elkaar stort. Het zou voor de economische ontwikkeling echter niet goed zijn als het met de acquisitie niet goed zou gaan. De rest van het Masterplan zou daar wellicht wat minder onder leiden. M ijnheer Klein Swormink heeft gelijk als hij verwijst naar een zinsnede die in de beleidsproductenbegroting is opgenomen, voor de eerste keer overigens. Daar staat en wellicht is dat toch wat ongelukkig gekozen - als u daar prijs op stelt wil ik wel nagaan hoe dat er in gekomen is - : "Er bestaat de mogelijkheid van een verdergaande uitbreiding van de luchthaven met de zogenaamde zesde baan". Wie evenwel op wellicht wat oudere kaarten kijkt, ziet dat die zesde baan niet direct grenst aan de luchthaven Lelystad zoals die nu is gesitueerd, maar toch erg ligt tussen de positie van de luchthaven nu en Almere. In de beeldvorming kan de positie van de luchthaven nooit de positie zijn van de nieuwe luchthaven, een uitbreiding van Schiphol. GroenLinks zegt dat er gedramd wordt over de huren en dat heeft kennelijk succes, dus drammen helpt. Ik heb mee mogen maken wat er ten aanzien van een mogelijke verlaging van huren aan inspanningen gepleegd zijn. Dat zou ik niet willen betitelen met "drammen". Ik kan u zeggen dat het drammen over het wel of niet situeren van een grote luchthaven in of bij Lelystad niet in de plannen van het college ligt. De GPV/RPF maakt een opmerking over het Markermeer en vraagt of het niet langzamerhand tijd wordt dat Lelystad eens gaat nadenken over wat er in de Markerwaard zou moeten gebeuren. Het besluit tot inpoldering van de Markerwaard is echter nog niet genomen en het is ook een besluit dat wij hier niet kunnen nemen. Bovendien heerst er nog verwarring over de eerste plannen die ooit zijn gepresenteerd over een mogelijke Markerwaard. Uiteindelijk heeft de provincie nu - en dat is ook de reden waarom de provincie spreekt over Flevoland-W est - een plan gemaakt en ingediend dat op dit moment wordt bestudeerd en dat niet voorziet in een gehele inpoldering van de Markerwaard, maar een mogelijke uitbreiding van de luchthaven Schiphol in wat nu het Markermeer wordt genoemd. Dat heeft een geheel andere omvang dan de oorspronkelijke Markerwaard. Als wij het over de situering van de luchthaven hebben in dat gebied, dan spreken wij dus over Flevoland-W est, om dat onderscheid aan te geven. De beslissing over inpoldering is echter nog niet genomen.
De voorzitter: Ik sluit af met twee opmerkingen van mijn kant. In de richting van de heer Herrebrugh over de nieuwe stijl van besturen. Hij noemde nog even het woord "beslissingsmacht". Ik wil nog eens verwijzen naar de passage in de aanbiedingsbrief bij de begroting. Ik kan mij overigens voorstellen dat het een heel boeiend onderwerp is. Daar waar wij nu toch het systeem van raadsconferenties invoeren, zou dit bij uitstek een heel goed onderwerp zijn om met hulp van externe deskundigen eens te bekijken hoe wij ons kunnen opstellen in relatie tot de burgers. Ik wil dit signaal best oppikken om daar in het college nog eens over van gedachten te wisselen. De heer H errebrugh: Mijnheer de voorzitter. Ik ondersteun dit van harte. De voorzitter: Een tweede opmerking naar de heer Van der Sloot toe over criminaliteit en de positie van de Lelystadse politie. Ik wil er geen misverstand over laten bestaan dat ik als zodanig voor datgene wat u en uw partij uitdragen respect op wil brengen. M aar het gaat iets verder en dat was de achterliggende gedachte bij mijn opmerking dat welke filosofie men ook aanhangt, of welke beschouwing ook, het zich altijd moet laten vertalen in concrete actie en concrete activiteiten. Naar mijn opvatting gaat het er om dat wij ook daadwerkelijk tot criminaliteitspreventie komen en ook uiteraard daar waar het hoort tot repressie. In die zin vind ik dat filosofieën en beschouwingen nuttig zijn, maar wij moeten elkaar wel verplichten om het ook handen en voeten te geven. Als dat mede de bedoeling is en het ook concreet handen en voeten kan krijgen in het dagelijkse politiebeleid - ik maak nog even de koppeling naar het lokale activiteitenplan op het gebied van de veiligheid - dan zullen wij elkaar in de commissie op dat punt ongetwijfeld tegenkomen, om te zien of wij naar het oordeel van de commissie tot een concrete actiepuntenlijst kunnen komen. De voorzitter: Er is een motie van de kant van de Socialistische Partij ingediend. Die stel ik eerst aan de orde. Ik constateer dat alle partijen behalve de Socialistische Partij zich hebben uitgesproken tegen deze motie. Heeft mijnheer Klomp nog behoefte aan een stemming?
1996
N 1
De heer Klomp: Mijnheer de voorzitter. Ik wil graag dat de motie in stemming wordt gebracht. De voorzitter: Gaat de raad akkoord met een stemming bij handopsteking? Dat is het geval. Dan gaan wij nu over tot de stemming. Bij handopsteking geeft de heer Klomp aan vóór de motie te stemmen. De overige leden van de raad geven aan tegen de motie te stemmen. De motie is verworpen. De voorzitter: Ik stel u voor om de beleidsproductenbegroting 1997 en gekoppeld daaraan de meerjarenbegroting 1997-2001 vast te stellen. Bij handopsteking geeft de heer Klomp aan tegen de beleidsproductenbegroting 1997 en de meerjarenbegroting 1997-2001 te stemmen. De overige leden van de raad geven aan vóór te stemmen. De voorzitter: Dit betekent dat de beleidsproductenbegroting 1997 en meerjarenbegroting 1997-2001 zijn aangenomen. M evrouw Van Sprang: M ijnheer de voorzitter. Met onze kanttekening over het voorbehoud ten aanzien van de stichting Impulz. De voorzitter: M isschien kan u uitleggen wat u met "voorbehoud" bedoelt. Ik denk dat wij iets moeten afprocederen in een heldere zin. De heer Stroobach: M ijnheer de voorzitter. Ik denk dat de discussie helder is geweest. Wij hebben nog steeds problemen met het bedrag zoals dat op de begroting staat voor stichting Impulz. Aangezien het efficiencyonderzoek nog moet plaatsvinden, kunnen wij nu instemmen met deze begroting. Mocht het efficiency-onderzoek datgene opleveren wat wij denken, dan kunnen wij het achteraf nog rechttrekken met een voorstel voor een begrotingswijziging. De voorzitter: M evrouw Van Sprang geeft aan in te stemmen met de uitspraak van de heer Stroobach. Dan constateer ik dat de raad, met een tegenstem van de heer Klomp, kan instemmen met de begroting. De beleidsproductenbegroting 1997 en de meerjarenbegroting 1997-2001 worden conform het voorstel van burgem eester en wethouders vastgesteld.
6.Vaststelling van de 1e begrotingswijziging 1997 (stuk nr. 1) Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
7.Wiiziging Verordening op de vaste raadscommissies (stuk nr. 41919) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
8.Financiële dekking Masterplan "Versnelde groei" (stuk nr. 41922) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgem eester en wethouders besloten.
9.Verkoop van grond aan en turnkey-overeenkomst met Slokker Vastgoed Groep BV (stuk nr. 41933)
1996
N 1
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
10.Vaststelling Archiefverordening 1996 (stuk nr. 41905) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
11.Vaststelling verordening regelende de overgangsmaatregel met betrekking tot de uitvoering vergoeding piketdienst beroepsbrandw eer (stuk nr. 41921) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
12.Vaststelling van de rekening 1995 van de tak van dienst gezondheidscentra wijk 4 (stuk nr. 41890) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
13.Verzoek om planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (stuk nr. 41912) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
14.In voorbereiding verklaren van een nieuw bestemmingsplan voor een aantal gebieden (stuk nr. 41923) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
15.A anpassing van de Parkdreef tussen de H outribdreef en de Polderdreef en de aanleg van 2 rotondes (stuk nr. 41867) M evrouw Dü: M ijnheer de voorzitter. De aanpassingen aan de Parkdreef waren in de vorige commissie vergadering aan de orde, in samenhang met de ontwikkeling van het multifunctioneel sportcomplex en de woningbouw op de locatie Houtrib. Mijn eerste vraag is waarom dit onderdeel van de totale ontwikkeling op deze locatie nu op de agenda staat, los van het voorontwerp bestemmingsplan bijvoorbeeld. Een belangrijk argument voor het aanpassen van de dreven is het feit dat de infrastructuur te ruim is bemeten in Lelystad en dus zwaar op de begroting drukt. Ik zou deze uitspraak niet hebben gedaan als wethouder Binnerts in de voorgaande beantwoording van de beleidsproductenbegroting niet een relatie had gelegd tussen de nota Herijking Hoofdwegenstructuur en het voorstel dat nu voorligt. U geeft daarbij aan dat het voorliggende past binnen deze nota, maar deze nota hebben wij nog niet gezien. Dus op grond van deze nota hebben wij dit besluit niet genomen. Wel op grond van de veiligheid die het aanbrengen van deze rotondes met zich meebrengt. In het voorstel staat dat aanpassing van de Polderdreef nog niet aan de orde is. Dat onderdeel heeft nogal heftige discussies opgeleverd, zowel in de informatieronde als in de commissie. De wethouder heeft beloofd om met de bewoners in de aanliggende wijken daarover te praten. Is dit al gebeurd en zo dit niet gebeurd is en nog moet gebeuren, wilt u de uitslagen van deze besprekingen dan ook in de commissie aan de orde stellen voordat de Polderdreef aan de orde komt, zodat wij daar als commissie ook rekening mee kunnen houden.
1996
N 1
De heer Hijmissen: Mijnheer de voorzitter. In de commissievergadering ruimtelijke ordening en economische zaken hebben wij op dinsdag 29 oktober j.l. uitgebreid gesproken over de inrichting van het gebied dat ik gemakshalve voormalig openluchtzwembad De Houtrib noem. Deze plannen vormen een samenhangend geheel, zowel multifunctioneel sportcentrum als woningbouw en infrastructuur, althans zo heeft u het als college gepresenteerd. Vandaar een enkele opmerking. De CDA-fractie is van mening dat met deze plannen een passende invulling wordt gegeven aan dit gebied. De realisatie van het multifunctioneel sportcentrum is het uitgangspunt. Om deze realisatie mogelijk te maken worden kavels voor projectbouw of vrije sector woningbouw uitgegeven. Dat past in ons beleid om te bouwen binnen de contouren van de bestaande stad en op die manier een breder draagvlak te creëren voor de voorzieningen. De CDA-fractie heeft met instemming geconstateerd dat met belanghebbenden zal worden doorgesproken over de positie van de stadscamping, het voorkomen van sluipverkeer en voorzieningen van openbaar vervoer. De CDA-fractie vindt een breed draagvlak belangrijk, zodat snel met de realisatie van het multifunctionele sportcentrum kan worden gestart. U stelt nu voor om vooruitlopend op die realisatie de Parkdreef aan te passen en twee rotondes aan te leggen, vooruitlopend op de nota H erijking Hoofdwegenstructuur. Wij nemen aan dat het daarin past en kunnen dan ook instemmen met de opmerking er bij die ook in het pre-advies is opgenomen: Er moet eerst een schriftelijke instemming zijn ten aanzien van de subsidie. De heer B u s: M ijnheer de voorzitter. Wij zijn voorstander van het voorliggende plan. Ik heb alleen tegen de wethouder opgemerkt dat de rotondes op de tekening beide even groot staan aangegeven. D it is een aanvoerroute in de richting van Enkhuizen en ook naar het winkelcentrum toe. Vrachtwagens met opleggers kunnen daar moeilijk doorheen, als de rotondes net zo worden als bij het winkelcentrum De Gordiaan. Als zij net zo worden als in de Larserdreef, kunnen wij er helemaal mee instemmen. De rotonde in de Polderdreef mag rustig kleiner zijn, dat is geen probleem. Maar de doorgaande routes zijn normaal te krap. De maten, zoals de heer Van Bochove deze zojuist aanhaalde, zijn landelijk bekend. Dan moet hem ook bekend zijn dat er op de Veluwe rotondes liggen waar ook het verkeer niet door kan. De heer Lodders: Mijnheer de voorzitter. De VVD-fractie heeft vanavond bepleit om het voorstel in een totale visie te bekijken. De aanpassing van de polderdreef zou dus ook bezien moeten worden in het kader van de nota Herijking Hoofdwegenstructuur. Wij vinden het op zich jam m er dat het niet is gebeurd en wij er nog geen kennis van hebben kunnen nemen. Wij hebben in dit geval te maken met een aanvrage van GDU-gelden zoals ook in het pre-advies wordt vermeld. Op basis van dat argument kunnen wij instemmen met dit voorstel. De heer Van de Ven: M ijnheer de voorzitter. GroenLinks is blij met dit raadsvoorstel. Afgezien van de wenselijkheid van deze werkzaamheden ten behoeve van de ontwikkeling in het Houtribpark van het Sportcomplex en de woningbouw, vinden wij dat dit van groot belang is omdat dit weer een stap is in de richting van duurzaam veilig verkeer in Lelystad. Dat past heel goed in onze visie. W ethouder Binnerts: M ijnheer de voorzitter. Het leek zo'n aardig plan en het is ook gepresenteerd als een integraal plan, een plan om woningbouw te plegen in het beschreven gebied, gekoppeld aan het sportcomplex en het zwembad. De reden waarom nu de wegen er uit gehaald zijn, is dat uit het oogmerk van verkeersveiligheid, toch wel gekoppeld aan het plan, aan die wegen begonnen kan worden zodra inderdaad een schriftelijke bevestiging binnen is over de subsidie. U zult begrijpen dat wij geen cent uitgeven voordat duidelijk is dat die subsidie zal worden ontvangen. Mijnheer Hijmissen en mevrouw Dil zijn nog ingegaan op het algemene plan. Zij hebben gezegd dat is toegezegd dat er uitgebreid met de bewoners gepraat zal worden over de Polderdreef en of er niet een sluiproute ontstaat door de Buitenplaats. Wij hebben in de commissievergadering de opmerkingen gehoord. Als het plan in procedure gaat, dan zullen er ongetwijfeld gesprekken op gang komen, al of niet aan de hand van bezwaren. Ik heb toegezegd aan bewoners dat men zich met bijzondere opmerkingen kan melden en dat wij met liefde nog een avond o f m eer besteden aan het trachten op te lossen van problemen, die te maken hebben m et de angst voor het ontstaan van die sluiproute als de Polderdreef zal worden afgesloten. Een toezegging is een toezegging en daar houden wij ons aan. De reden waarom nu de wegen vooruit gehaald zijn, heeft te maken met de gedane subsidieaanvraag. Zodra de subsidieaanvraag wordt gehonoreerd, kunnen wij dan beginnen. Dat is belangrijk vanwege de verkeersveiligheid.
1996
N 1
Ik kan me voorstellen dat u vindt dat de nota Herijking Hoofdwegenstructuur er eerst geweest zou moeten zijn. Maar zoals ik al eerder bij de behandeling van de begroting heb gezegd, deze uitvoering conflicteert niet met datgene wat uiteindelijk in die nota zal komen te staan. Andersom was mooier geweest; het zij zo. Die nota komt er binnenkort aan en dan kunt u dat constateren. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
16.Wijzigingen begroting 1996 (stuk nr. 41926) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De voorzitter sluit de vergadering om 23.21 uur.
Vastgesteld op 12 december 1996.
De raad van gemeente Lelystad,
De voorzitter,
De secretaris,
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Aanhangsel notulen openbare vergadering gemeenteraad Verslag van het gesprek met personen op de publieke tribune na afloop van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 11 november 1996 in het Stadhuis van Lelystad. Aangezien geen der aanwezigen op de publieke tribune het woord wenst te voeren sluit de voorzitter de bijeenkomst om 23.23 uur.