NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Waalwijk, gehouden op 30 januari 2014 Voorzitter:
de heer A.M.P. Kleijngeld, burgemeester
Griffier: Plv. griffier:
de heer G.H. Kocken mevrouw J.W.M. Louer
Aanwezig zijn de leden:
de heer J.M. van Baardwijk mevrouw W.M. Bourguignon-Slis de heer F. den Braven de heer J.F. Broeders de heer S. Broekmans mevrouw C. de Bruijn de heer G.A. Damen de heer J.G. van Dinther de heer A.A. van Hamond de heer L. van Helden de heer A.J.G. Hooijmaijers mevrouw E.Y. IJpelaar-Alias de heer C.M.A. Kuijten mevrouw H. Marasabessy de heer M.P. Meijer de heer P.W.E. Monsieurs mevrouw R. Odabasi-Seker de heer P.M.A. Pols mevrouw C.C.J. Ruygt-Gerritsen de heer F.P.M. Simon de heer C.J.G.H. van der Sloot de heer M.G.H. Smits de heer R.A.A. Tiemstra de heer J.M.M. van Tuyl (tot 22.03 uur) de heer W. van Veelen de heer J.M.J. Waarts de heer J.A.J. van Well
Afwezig zijn de leden:
mevrouw A. Çölkusu de heer W.C.P.B. Lodenstijn
Tevens aanwezig:
de de de de
Notulen:
mevrouw I.C. Wendt-Kok
heer heer heer heer
R. Bakker, wethouder M. van Dongen, wethouder J. van Groos, wethouder J.H.H. Heuverling, wethouder
0.
Opening
0.1 Opening op de gebruikelijke wijze De vergadering wordt geopend om 19.30 uur. De voorzitter: Laten wij ons vanuit onze eigen visie of geloofsovertuiging bij het begin van deze raadsvergadering bezinnen op onze gemeenschappelijke opdracht en gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om deze gemeente te besturen. Welkom aan u allen, ook de aanwezigen op de publieke tribune en de pers. 0.2 Mededelingen De voorzitter: Omdat de heer Den Hollander uit de raad is vertrokken, staat vanavond de toelating van een nieuw benoemd raadslid op de agenda. Daar starten we mee. Na de raadsvergadering neemt de raad afscheid van de heer Den Hollander. De presentielijst is getekend. Ik heb bericht van verhindering ontvangen van mevrouw Çölkusu en de heer Lodenstijn. In geval van hoofdelijke stemming zal nr. 2, mevrouw Marasabessy als eerste haar stem uitbrengen. 0.3 Vaststellen agenda De voorzitter: Vanavond hebben we een aantal belangrijke onderwerpen op de agenda staan. Ik heb van diverse fracties verzoeken tot verlenging van spreektijd ontvangen. Dat is natuurlijk prima, maar we hebben een uitgebreide agenda en ik zou het prettig vinden als we er vanavond een punt achter kunnen zetten. Natuurlijk krijgt een ieder verlenging van spreektijd, maar ik raad u aan om goed na te denken over de wijze waarop u die gebruikt. De fractie van het CDA heeft verlenging van spreektijd gevraagd bij agendapunt 1.1. over de vervangende nieuwbouw van De Brug. De VVD vraagt om verlengde spreektijd bij het Woonwagencentrum Waspik en de PvdA bij het transitieplan “Andere kijk, goed voor elkaar” en het beleidskader Jeugdstelsel Hart van Brabant. Ik stel voor de verzoeken te accepteren. De heer … : Ik had me ook willen aanmelden voor het verlengen van spreektijd bij agendapunt 1.2. Woonwagencentrum Waspik. De voorzitter: Als verlenging van spreektijd wordt gevraagd, geldt dat voor iedereen. Voor u is het dus ook van toepassing. We kunnen ook afspreken dat alleen degenen die een verzoek tot verlenging hebben gedaan, langer mogen spreken en dat alle anderen zich houden aan de normale spreektijd. Maar zo is de procedure niet. Ik stel voor om direct na het debat over de agendapunten De Brug en het Woonwagencentrum over te gaan tot stemming over deze onderwerpen. Normaliter is de stemming aan het einde van de vergadering, maar dat wil ik het publiek op de tribune niet aandoen. We ronden die twee punten dus direct na het debat af. De heer Van Hamond: Namens LokaalBelang wil ik een motie vreemd aan de orde indienen over fietsen in de Grotestraat.
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
2
De voorzitter: We stellen dit als laatste agendapunt ter bespreking vast, als de raad ermee instemt. Dat is het geval. Mevrouw De Bruijn: Het CDA maakt van agendapunt 1.4 Nota gezondheidsbeleid een Astuk. De voorzitter: Daarmee verschuift het agendapunt naar de A-lijst. De agenda wordt met deze wijziging vastgesteld. 0.4 Vragenronde op grond van artikel 14 van het reglement van orde De voorzitter: De heer Simon heeft zich aangemeld om vragen te stellen over heemkundekring Op het Goede Spoor. De heer Simon: Voorzitter. Zoals u weet maak ik niet vaak gebruik van de vragenronde. Ik dacht dat ik het in de laatste vergadering maar eens moest doen. Het onderwerp is het spoorhek, een uniek stukje Waspiks erfgoed. Afgevaardigden van de heemkundekring Op het Goede Spoor hebben de Partij van de Arbeid tijdens onze canvasactie van afgelopen zaterdag benaderd met de vraag waarom het college of de verantwoordelijke portefeuillehouder geen antwoord heeft gegeven op hun brief van 11 januari 2013, die gericht was aan het college. In 2012 is een gedeelte van het oude en unieke spoorhek langs de Stationslaan in Waspik door vrijwilligers van heemkundekring Op het Goede Spoor en vrijwilligers van het platform Waspik opgeknapt. Daarmee denken zij dat het voortbestaan ervan voor enkele jaren is verzekerd. Een vraag in de brief van 11 januari 2013 was: “om voor de lange termijn het voortbestaan te waarborgen, vragen wij u ook namens platform Waspik om het opgeknapte deel van het hekwerk de status te geven van beschermd gemeentelijk monument”. De vragen van de Partij van de Arbeid aan de portefeuillehouder zijn de volgende: - Hebt u de brief van 11 januari 2013 ontvangen en er kennis van genomen? - Indien u geen weet hebt van de brief, kunt u de raad dan vertellen waarom niet? - Zo ja, hebt u dan binnen de gestelde termijn antwoord gegeven op de brief? - Indien u geen antwoord hebt gegeven op de brief, kunt u de raad dan vertellen waarom u dat niet hebt gedaan? - Bent u alsnog bereid om antwoord te geven op de brief en in het antwoord uw beslissing mede te delen, welke beslissing dan ook? Wij verzoeken u ook om hierover in overleg te treden met heemkundekring Op het Goede Spoor en de raad hierover te informeren na de gemeenteraadsverkiezing. Wethouder Heuverling: Voorzitter. Helaas moet ik de antwoorden schuldig blijven. Als ik een antwoord zou geven, weet ik niet of het juist is. Dat wil ik natuurlijk voorkomen. Ik vind het jammer dat de vragen pas een jaar na dato worden gesteld. Men had de vragen natuurlijk eerder in 2013 naar voren kunnen brengen. Ik herinner mij wel iets. Als de brief nog niet beantwoord is, en dat neem ik zonder meer aan, zal dit zeer snel gebeuren. De heer Simon: Dank u, portefeuillehouder. Ik ben blij dat u in ieder geval een eerlijk antwoord geeft en dat u bereid bent om het verder op te pakken. Ik heb u net de correspondentie overhandigd. Ik ga ervan uit dat u zo snel mogelijk contact opneemt en dat u na de gemeenteraadsverkiezing de raad erover informeert. De heer Van Baardwijk: Voorzitter. Ik heb een aantal vragen over raadsinformatiebrief 69-13 die wij op 21 november 2013 ontvingen. De brief ging over de herontwikkeling van Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
3
het Raadhuisplein in Sprang-Capelle. Ik heb eruit begrepen dat er onderhandelingen zouden zijn tussen Rialto Vastgoedontwikkeling, Casade en Plus. In juli hebben we hier ook al bericht over gekregen, maar in de raadsinformatiebrief van 21 november werd gemeld dat het onderhandelingstraject verlengd is. Er zou een haalbaarheidsanalyse plaatsvinden. In de brief stond dat de raad voor 31 december 2013 zou horen hoe het verder zou verlopen met een eventuele verlenging tot 31 januari 2014. Het is vandaag 30 januari, dus één dag voor de einddatum. Ik vraag de wethouder wat de stand van zaken is betreffende de herontwikkeling van het Raadhuisplein in Sprang-Capelle. Wethouder Van Dongen: Voorzitter. Deze vraag wordt in ieder geval niet te laat gesteld. In de afgelopen periode hebben de drie genoemde partijen een intentieovereenkomst opgesteld. In eerste instantie ging het om Casade, Rialto en Lidl, maar uiteindelijk kwam Plus supermarktvastgoed voor Lidl in de plaats. Toen Lidl vorige zomer afhaakte, heeft Rialto als ontwikkelaar voor het hele gebied aangegeven dat hij nog ruimte zag voor een nader onderzoek. Men heeft onderzocht of men met Plus supermarktvastgoed tot overeenstemming kon komen. Dat was eind 2013 nog niet gelukt, en ook deze week nog niet. Vanochtend heeft Rialto ons laten weten dat met Plus supermarktvastgoed overeenstemming is bereikt over de ontwikkeling van een Plus supermarkt. Het gaat dus niet om de huidige supermarkt, maar om een nieuwe, met een grootte van 1300 m 2 bedrijfsvloeroppervlakte. Dat is op zich geweldig nieuws, maar het wil nog niet zeggen dat we er al zijn. U weet dat in het gehele project meer zat, zoals de inbreng van het oude raadhuis, het vastgoed van Casade en grond van de gemeente. Het hele programma bevat ook een aantal woningen, appartementen en zogenaamde afzoomwinkels. Het is niet zo dat we er op alle punten al uit zijn. Er zal de komende periode verder onderhandeld moeten worden. Als we het bericht van vandaag echter niet hadden gekregen, of het was negatief geweest, was daarmee een voorlopige streep gezet onder de herontwikkeling van deze omgeving. Nu we positief nieuws hebben ontvangen, is het aan ons om te proberen om ook de resterende zaken verder af te hechten. Ik heb er alle vertrouwen in dat het met de partners in het project zal lukken. Dat is de stand van zaken op dit moment. De heer Van Baardwijk: Dank u, wethouder. Kunt u bij benadering zeggen aan welke planning we moeten denken? Zou er komend jaar nog iets gerealiseerd kunnen worden, of zou er in ieder geval gestart kunnen worden? Wethouder Van Dongen: Als dit beklonken is, zullen we vooral met Casade verder moeten praten. Dat zal leiden tot een ontwikkelovereenkomst. Daar zal een tijdpad bij aangegeven worden. Het is moeilijk om nu te zeggen wanneer de schop eventueel de grond in kan. We streven ernaar om snel de laatste punten af te hechten, zodat we rond de zomer met iets kunnen komen. De heer Van Baardwijk: Ik neem aan dat u de raad informeert zodra u meer weet? Wethouder Van Dongen: Vanzelfsprekend. 0.5
Toelating nieuw benoemd raadslid, de heer P.M.A. Pols
De voorzitter: Ik kom op de toelating van een nieuw benoemd raadslid, de heer P.M.A. Pols, in verband met de vacature Den Hollander. De procedure vereist dat wij een commissie instellen die de papieren onderzoekt die nodig zijn om raadslid te worden. Wij denken dat het allemaal in orde is, maar de raad dient hier zelf over te beslissen. Ik vraag daarom mevrouw Marasabessy, de heer Van der Sloot en de heer Broeders om het onderzoek naar de geloofsbrieven uit te voeren en ons daarna verslag uit te brengen. Vervolgens kunnen we de heer Pols als nieuw raadslid installeren. Zijn de drie leden hiertoe bereid? Ik concludeer dat dit het geval is.
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
4
De vergadering wordt 5 minuten geschorst. De voorzitter: De commissie is terug en heeft de benodigde documenten bekeken. Ik vraag de heer Broeders om verslag te doen. De heer Broeders: Voorzitter. De commissie uit de raad van de gemeente Waalwijk in wiens handen de geloofsbrieven werden gesteld en de verder bij de Kieswet behorende stukken, ingezonden door P.M.A. Pols, op dinsdag 14 januari 2014, benoemd tot lid van de raad van de gemeente Waalwijk, kan na rijp beraad rapporteren dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en in orde heeft bevonden. Gebleken is dat benoemde aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen voldoet. De commissie adviseert tot zijn toelating als lid van de raad van de gemeente Waalwijk. De voorzitter: Dank u wel. Ik stel voor om de heer Pols te benoemen tot lid van de raad van de gemeente Waalwijk. Ik concludeer dat u daarmee akkoord gaat, waarmee het besloten is. Ik vraag de heer Pols om plaats te nemen op de plek die voor hem bestemd is. Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de raad in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende verklaring en belofte af: "Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen.” De heer Pols: “Dat verklaar en beloof ik!" 1. Debatgedeelte Raadsvoorstellen bespreekstukken (B-stukken): 1.1 (CS1)
Beschikbaar stellen krediet voor vervangende nieuwbouw CBS De Brug in Waspik
De voorzitter: Na de commissievergadering heeft de Partij van de Arbeid de behandeling veranderd van B-stuk naar A-stuk. Het is nu dus bespreekpunt voor een viertal fracties. Ik geef het woord aan de fractie van GroenLinksaf. De heer Den Braven: Voorzitter, college, leden van de raad en verdere aanwezigen. Vanavond bespreken we de oplossing voor het huisvestingsprobleem van basisschool De Brug. De school moet zich nu behelpen met een slecht gebouw. Het is volkomen terecht dat het bestuur een beroep doet op de gemeente om dit probleem op te lossen. Tot zover is er geen enkel punt van discussie. Het schoolbestuur vraagt het maximale: het is een logische manier om op te komen voor het belang van de organisatie en de leerlingen. Het gemeentebestuur let echter op de centjes en probeert alleen datgene te geven wat tegemoet komt aan de reële vraag. Het doet een beetje denken aan de transities: niet waar je recht op hebt is leidend, maar wat je daadwerkelijk nodig hebt om goed en gezond te functioneren. Het is een logische stap als je meer moet doen met minder geld. Wij vinden het daarom zeer onlogisch dat het college een andere, kwalitatief goede, oplossing afwijst. In het voorliggende raadsvoorstel wordt gevraagd een krediet van een kleine € 1,2 miljoen beschikbaar te stellen om een nieuwe school te bouwen. Ook wordt in het voorstel gevraagd een nog openstaande schuld van het grondbedrijf aan de reserve onderwijshuisvesting te laten betalen om het benodigde geld op tafel te krijgen. De vraag van het Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
5
schoolbestuur c.q. het college moet dan ook in het licht worden gezien van de volgende twee factoren. Er is sprake van leegstand van schoollokalen in Waspik en door dalende leerlingenaantallen dreigt de school in de toekomst onder de norm te komen. De geboortecijfers, gepubliceerd over de kern Waspik, geven een dalende trend weer. Uit al deze feiten ontstaat een discussie. We zullen niet overal op ingaan, maar we willen een paar belangrijke punten aanstippen. Laten we teruggaan naar de commissievergadering waarin het voorstel besproken werd. Wat GroenLinksaf betreft is het een heel slechte zaak dat pas tijdens die vergadering de cijfers op tafel kwamen die voor de raad noodzakelijk waren om tot een goed oordeel over het voorstel te komen. In een raadsvoorstel hoort alle informatie te staan die nodig is om tot een afgewogen oordeel te komen. Dat was tijdens de commissievergadering zeker niet het geval, en dat is een slechte zaak. Er wordt in het voorstel gesproken over een betaling door het grondbedrijf van € 1,7 miljoen voor vrijgevallen en teruggekochte gronden. Het is een interessant gegeven, want in de nota’s grondexploitatie van de laatste jaren wordt onder de zoektermen ‘oranje’ ‘vrijvallende’ en ‘onderwijslocaties’ niets van dit geld gevonden. Ik verwacht dat het college straks zal zeggen dat het grondbedrijf geld geeft voor grond met dezelfde boekwaarde en dat er dus financieel niets gebeurt. Dat klinkt aannemelijk. Het betekent echter wel dat al een aantal jaren € 1,7 miljoen te veel is opgevoerd in de grondexploitatie. Dat is op zijn minst slordig. We krijgen graag opheldering hierover: het komt namelijk wel erg goed uit dat het bedrag nu op tafel komt. Verder is de afspraak dat we geen nieuwbouw plegen als er leegstand is. Die leegstand is er. In Waspik-Boven staat een schoolgebouw leeg. Dit gebouw kan relatief eenvoudig geschikt gemaakt worden om De Brug een nieuw onderkomen te verschaffen. Daarmee is nieuwbouw niet zo voor de hand liggend als in het voorstel wordt geschetst. Het verbaast ons dat in het voorstel met geen woord over eventuele verhuizing naar het pand van De Hooght gerept wordt. De afspraken over leegstand zijn duidelijk. De portefeuillehouder geeft na een ‘mosterd-na-de-maaltijdbrief’ aan dat er voor veel geld schilderwerk en onderhoud gepleegd dient te worden aan het leegstaande gebouw. Volgens onze informatie is in 2012 het binnen- en buitenwerk geschilderd, en is in 2013 het dak volledig opgeknapt. Burgers hebben de wethouder informatie toegestuurd over dit onlangs uitgevoerde onderhoud aan het dak en het buitenschilderwerk. Wij horen graag van hem of deze informatie correct is. Er wordt gesproken over de afstand. Leerlingen vanuit Waspik-Centrum zouden anderhalve kilometer moeten reizen naar Waspik-Boven. Dat is heel vervelend, maar daarmee behoud je wel een school en wat belangrijk is voor de leefbaarheid van de wijk. Bovendien zouden de kinderen uit Waspik-Boven die naar De Brug op de nieuwe locatie Brandweerterrein gaan, dezelfde anderhalve kilometer in omgekeerde richting moeten afleggen. Wij hoorden van de wethouder dat het terrein van De Hooght een interessante bouwlocatie is. Het is alleen jammer dat er weinig schot zit in de verkoop van woningen, zeker in Waspik. Overigens missen we soortgelijke cijfers voor het terrein waar nu de nieuwbouw gepland is. Is dat terrein niet geschikt voor woningen? In algemene zin raden wij het college af om zich met dit soort rekensommetjes rijk te rekenen. Concluderend zien wij geen overtuigende redenen om te kiezen voor nieuwbouw en de leegbouw van De Hooght te negeren. Sterker nog: wij zien genoeg redenen, ook in het voordeel van De Brug, om te kiezen voor het leegstaande gebouw van De Hooght. We praten immers over een kleine school, die eerder zal krimpen dan groeien als er niets Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
6
gebeurt. Als de kwaliteit van het geboden onderwijs zo goed is als gezegd wordt, zal de locatie Waspik-Boven ook in die wijk de mensen over de streep trekken om hun kind op De Brug te doen, om daarmee goed onderwijs op loopafstand in een vers gerenoveerd gebouw voor hun kinderen gegarandeerd te krijgen. Dat is een win-winsituatie. Het spreekwoord zegt “beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”. Toch blijft het jammer dat het college de optie in Waspik-Boven niet nauwkeurig in beeld heeft willen brengen. We zijn benieuwd wat daarachter zit. Mevrouw De Bruijn: Voorzitter, college, leden van de raad en toehoorders. Voor ons ligt het raadsvoorstel over het beschikbaar stellen van vervangende nieuwbouw voor basisschool De Brug in Waspik. Er wordt een krediet van € 1,2 miljoen gevraagd. Op de eerste plaats wijzen wij u erop dat de CDA-fractie de geloofsovertuiging van onze inwoners respecteert en dat altijd gedaan heeft. Het CDA maakt in dezen geen onderscheid. Geloven is een heilig goed. Mede door te geloven, worden bestaande normen en waarden, afgezet tegen deze tijd, nageleefd, en sociale verbondenheid wordt versterkt. Sinds eeuwen respecteert de wetgeving in Nederland de verschillen in geloofsovertuiging en staat deze tot de dag van vandaag toe. Vrijheid in ieders keuze van geloof. Hierdoor zijn er in Nederland verschillende geloofsgemeenschappen en schoolgebouwen met verschillende geloofsovertuiging. Ik zet even de feiten op een rij. In het raadsvoorstel wordt vermeld dat het aangevraagde krediet voor het gebouw € 1,2 miljoen bedraagt. Voor de grond geldt een bedrag van € 270.000. Volgens mij levert dit een totaalaanvraag van De Brug op van ruim € 1,3 miljoen. Het krediet van € 200.000 is reeds eerder beschikbaar gesteld door de raad. Voor huisvesting en renovatie van De Hooght is een bedrag van € 741.000 nodig. Het is dus een verschil van rond de € 600.000. Let wel: dat is meer dan een half miljoen! We leven in een tijd waarin de gemeente en wij als verantwoordelijk toezichthouders goed op de financiën moeten letten. In de veronderstelling en met het vertrouwen dat wij dit naar eer en geweten doen, hebben de kiezers immers op ons gestemd. Wij moeten letten op ons uitgavenpatroon en het gemeentelijk huishoudboekje zo veel mogelijk kloppend houden, zonder daarbij de onderwijsinstellingen, andere maatschappelijke instellingen en organisaties en onze bewoners tekort te doen. Mede door goed beleid willen we voorkomen dat aan hen een rekening van ontstane tekorten wordt gepresenteerd. De wethouder deelde ons naar aanleiding van onze schriftelijk vragen mee dat De Hooght na renovatie weer voor minstens 25 jaar geschikt is voor onderwijs. Dit is mede de reden waarom de CDA-fractie definitief kiest voor het verhuizen van De Brug naar het in 2015 leegkomende schoolgebouw van De Hooght. Wethouder, kunt u verklaren waarom de kostenpost voor renovatie van De Hooght zo hoog is? GroenLinksaf gaf het zojuist ook al aan: er is pas geschilderd en voor € 200.000 aan het gebouw verbouwd. Was er toen al geen sprake van een frisse school? Had dit indertijd niet meegenomen kunnen worden? Heeft de gemeente twee jaar zitten slapen? Dat kan toch niet waar zijn! We willen de discussie en de vragen die in de commissie gesteld zijn niet overdoen. We beperken ons tot de hoofdargumenten. Wij willen op de eerste plaats dat de leefbaarheid in Waspik, expliciet in Waspik-Boven, behouden blijft. Dit kan mede door op deze locatie een school te behouden. Men maakt zich in de politiek juist hard voor het behoud van dorpen met hun eigen identiteit. In Waspik-Boven is al veel verdwenen. Dat is mede de reden geweest waarom enkele jaren geleden twintig starterswoningen in Waspik-Boven gebouwd zijn. Ze zijn verkocht met het verkoopargument dat er dichtbij een school is. Er zijn nieuwe starterswoningen in aanbouw in De Rugt: Waspik-Boven dus. Denkt u niet dat het gemis van een school ten aanzien van die verkoop negatief gaat werken?
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
7
Het lijkt ons ook niet reëel om voor het grondbedrijf een netto-opbrengst van € 300.000 te berekenen voor de zes bouwlocaties na het slopen van De Hooght. We hebben in Waspik al tientallen onverkoopbare bouwlocaties. U geeft aan dat dit een zichtlocatie is en dat u vermoedt dat deze kavels van 650 m 2 – gezamenlijk dus 3.900 m2 – zeker verkocht worden. U kunt hiervoor echter geen enkele garantie geven. Het gebouw van De Hooght omvat 840 m2. Het nieuwe schoolgebouw voor De Brug omvat 612 m 2. Voor nu en in de toekomst is er in De Hooght dus ruimte genoeg, ook voor eventuele uitbreiding. Houdt de portefeuillehouder rekening met een netto-opbrengst van eventueel tien bouwlocaties op de locatie van de oude brandweerkazerne als De Brug verhuist naar De Hooght? Gezien de omvang van de grond vermoeden wij daar een opbrengst van € 1 miljoen te kunnen realiseren. We willen bevorderen dat De Brug in 2015 weer in een hedendaags, fris en uitstekend schoolgebouw zijn kwalitatief goede onderwijs kan voortzetten. Het schoolgebouw van De Hooght met 840 m2 is ruim groot genoeg voor het huidige aantal leerlingen van 108. De buitenspeelplaats is van uitstekende kwaliteit en is zeer ruim opgezet. Het gebouw en de speelplaats kunnen voldoen aan het argument “verantwoord, bindend en sociaal, met buitenspeelplaats”, zoals de directie heeft aangehaald. Uit de prognoses blijkt dat een afname van het leerlingenaantal tot 2018 verwacht wordt, waardoor het aantal onder de vereiste minimumnorm komt. U geeft aan dat er over vijf jaar mogelijk leegstand van de school verwacht kan worden. In 2013 zijn er 35 kinderen geboren in Waspik. Als u de huidige verhouding aanhoudt tussen Jacinta met 250 leerlingen en De Brug met 100 leerlingen, is te verwachten dat 10 kinderen over vier jaar naar De Brug gaan, en 25 naar Jacinta. Dit betekent dat in 2018 groep 8 de school verlaat, en groep 1 met tien leerlingen start. De Brug kan tegen eind 2015 na de renovatie van schoolgebouw De Hooght direct het gebouw betrekken. Gezien de opmerking van de directie dat kinderen vaker ziek zijn door de slechte luchtkwaliteit, lijkt het me niet dat het de gezondheid van deze kinderen goeddoet als ze nog een jaar langer in een slechte omgeving vertoeven. En dat terwijl er een goed gebouw leegstaat. Wethouder, deelt u onze mening dat wij de kinderen van De Brug niet langer moeten blootstellen aan een ongezond leefklimaat? Wat gaat u eraan doen, buiten het mij bekende antwoord: nieuwbouw? Is het reëel om de verwachting uit te spreken dat de nieuwbouw in het schooljaar 20162017 gerealiseerd is? Wat denkt de wethouder van de bodemkwaliteit, het nog te starten bodemonderzoek, de omgevingsvergunning, de inspraakprocedure voor buurtbewoners en het oplossen van de grote verkeersproblematiek in de Kerkstraat en de Benedenkerkstraat? Dat alles staat nog los van het feit dat het Zuiderafwateringskanaal direct naast de school ligt. Als na het afwerken van al deze problematische dossiers en mogelijk negatieve uitslagen uit het bodemonderzoek, geen vertraging en extra verhoging van kosten optreedt, vreest het CDA dat door afname van het leerlingenaantal de nieuwbouw alsnog overbodig wordt. Door de nieuwe wetgeving moeten er mogelijk al eerder multifunctionele schoolgebouwen komen. Dan is het echt niet meer mogelijk om een school te bouwen. Een verhuizing in 2015 van De Brug naar De Hooght is een garantie voor het behoud van een protestant-christelijke school in Waspik, zorgt voor behoud van de leefbaarheid in Waspik-Boven, en is de wens van de overgrote meerderheid in Waspik. Het biedt perspectief en toekomst en is een extra impuls voor de snelle verkoop van de nog te bouwen starterswoningen in Waspik-Boven. Het geeft bovendien een financieel voordeel van ongeveer € 1 miljoen. De CDA-fractie meent dat deze argumenten doorslaggevend zijn om De Brug rond eind 2015 te verplaatsen naar schoolgebouw De Hooght. De fractie van het CDA dient een amendement in, medeondertekend door de fracties van D66 en GroenLinksaf. Wij zijn benieuwd naar het antwoord van de portefeuillehouder en de discussie in de raad.
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
8
AMENDEMENT 1 De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 30 januari 2014 Onderwerp: (CS1) Beschikbaar stellen krediet vervangende nieuwbouw CBS De Brug, Waspik De Raad, Gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en wethouders, Constaterende dat: • In het door de raad op 8 oktober 2009 vastgestelde Meerjareninvesteringsplan Onderwijshuisvesting (MIP) voor de planvorming in overleg met de schoolbesturen de volgende aanvullende uitgangspunten zijn geformuleerd: 1. Versnippering van onderwijsvoorzieningen moet worden bestreden, kleine niet of nauwelijks levensvatbare scholen verdwijnen op termijn; 2. Een goede spreiding van het onderwijsaanbod in de gemeente Waalwijk het uitgangspunt is bij scholenbouw; 3. Het voorkomen van leegstand; 4. Betrokkenheid van alle schoolbesturen bij de definitieve planvorming scholenbouw. • Met de realisering van nieuwbouw voor CBS De Brug in de kern Waspik geen sprake meer is van een gedegen schoolspreiding omdat er dan geen school meer is in Waspik Boven; • Een school in deze wijk noodzakelijk is voor de leefbaarheid; • Voor de verkoop van woningen in de nieuwbouwwijk De Rugt een school een belangrijke voorziening is; • Uit het spreidingsplan basisonderwijs 2013-2018 blijkt dat het aantal leerlingen geleidelijk afneemt tot 2028 en hieruit niet blijkt of ook de demografische effecten van nieuwbouwwijk De Rugt zijn meegenomen; • Er nog geen bodemonderzoek is verricht op de nieuwbouwlocatie, waarvan het vermoeden bestaat dat er sprake is van bodemverontreiniging; • De mogelijke kosten voor bodemsanering niet opgenomen zijn in het krediet; • Bij de kosten van de renovatie van De Hooght de opbrengst van de woningbouwontwikkeling van het perceel van de voormalige brandweerkazerne niet is meegenomen waardoor renovatie in een nog gunstiger perspectief komt te staan t.o.v. nieuwbouw; • De locatie van De Hooght in zijn ligging voor de bereikbaarheid veiliger is en meer ruimte biedt voor het zogeheten ‘speelhof’; Overwegende dat: • Het verplaatsen van de CBS De Brug naar de leegkomende en te renoveren school De Hooght tegen de achtergrond van vorenstaande constateringen de voorkeur verdient. Besluit: Het dictum van het besluit als volgt te wijzigen: CBS De Brug te verplaatsen naar de vrijkomende, te renoveren locatie van de Basisschool De Hooght en het hiervoor beschikbaar te stellen krediet uiterlijk in de raadsvergadering op 10 juli 2014 te behandelen. De voorzitter: Het amendement is ondertekend door de fracties van het CDA, D66 en GroenLinksaf. De heer Van Well: Wij hebben een vraag aan mevrouw De Bruijn. In uw betoog haalt u aan dat het CDA voor het verhuizen van de school is. Dat staat ook in het amendement. U geeft aan dat u definitief hiervoor kiest. Mijn vraag is of u voor leefbaarheid bent, of Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
9
voor levensvatbaarheid. Het is immers niet voor niets dat De Hooght is vertrokken uit Waspik-Boven, ondanks alle cijfers die u noemt. Ten tweede memoreert u de aanstaande verkiezing. Wij zijn benieuwd of u met de aanstaande lijsttrekker van uw partij overlegd heeft over het amendement dat nu voorligt. U praat over een voorstel vanuit het college, waarvan uw lijsttrekker deel uitmaakt. Wij hebben niet het idee dat het een voorstel is van een onvolkomen college of met terughoudendheid van een enkele wethouder. Het is een unaniem collegevoorstel. Mevrouw De Bruijn: Uw eerste vraag was of het ons om leefbaarheid gaat of over levensvatbaarheid. De heer Van Well: Waar gaat uw voorkeur naar uit: naar leefbaarheid of naar levensvatbaarheid? Mevrouw De Bruijn: Ik denk naar levensvatbaarheid. Wij hebben dat ook aangegeven. Het gaat toch over de nieuwbouw voor De Brug? Wat is nu eigenlijk uw vraag? De heer Van Well: Ik hoor mevrouw De Bruijn zeggen dat de voorkeur uitgaat naar levensvatbaarheid. Mevrouw De Bruijn: Ik kan daar bijna geen keuze in maken, want beide liggen heel gevoelig. De heer Van Well: Dat is precies waar het vanavond om gaat. Mevrouw De Bruijn: Uw tweede vraag ging over de lijsttrekker versus de wethouder. Ik heb volgens mij in mijn betoog helemaal niet gesproken over de verkiezingen. Ik weet niet waar u dat woord vandaan haalt. Mevrouw Ruygt: Voorzitter, leden van de raad en andere toehoorders. Het is jammer dat er nog geen referendum is. Dan konden de inwoners van Waspik zich eens een keer zelf uitspreken. Maar helaas, dat hebben we nog niet. Mijn fractie houdt het kort, want we hebben al een commissievergadering gehad die anderhalf uur duurde. Ik heb toch nog wat kleine dingen. Ik geef toe dat ik in dubio heb gestaan en een dubbel gevoel heb gehad. Tijdens de voorgeschotelde carrousel waren wij de eersten die vonden dat De Brug niet op de huidige locatie kon blijven. Er is echter iets veranderd. Er komt namelijk een schoolgebouw vrij. Gezien de cijfers waaruit heel duidelijk wordt dat ook met een nieuw gebouw het aantal leerlingen blijft afnemen, lijkt het ons niet verstandig om tot nieuwbouw over te gaan. Mijn standpunt is dan ook dat De Brug moet verhuizen naar De Hooght. Wij verzoeken de wethouder om onderzoek te doen naar multifunctionele nieuwbouw. Wij willen De Hooght handhaven omdat Waspik-Boven ook recht heeft op een school. De afstanden die de kinderen moeten afleggen van Waspik-Boven naar de nieuwbouw zijn dezelfde als die de kinderen van De Brug moeten gaan afleggen naar De Hooght. Dat kan dus geen argument zijn. De heer Broeders: Voorzitter, leden van de raad en overige belangstellenden. Voor ons ligt het voorstel om krediet beschikbaar te stellen voor vervangende nieuwbouw voor basisschool De Brug in Waspik. De nieuwbouw voor deze school maakt onderdeel uit van het project ‘vijf locaties Waspik’. In de vergadering van november 2008 is het voorstel aangenomen, zonder steun van onze fractie. Het gehele project zou ontwikkeld worden door de Woningstichting Geertruidenberg. Ik heb altijd de nodige vraagtekens gezet bij de integriteit van zowel onze ambtenaren als leden van de gemeenteraad die betrokken waren bij het project ‘vijf locaties Waspik’. Door de voorzitter van de raad moest een Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
10
onafhankelijk onderzoek worden ingesteld naar de verdachte grondtransacties aan de Marijkelaan in Waspik. Ik kom daar bij het volgende agendapunt uitvoeriger op terug. Anders is het voorstel niet meer te volgen voor de meeste mensen op de publieke tribune. Even onnavolgbaar is dat een school die 32 jaar oud is en in 2002 volledig is verbouwd, vervangen moet worden. Afgelopen vrijdag heeft onze fractie op uitnodiging van de voorzitter van De Brug, de heer Martinus, een bezoek gebracht aan de school. De voorzitter deelde ons mede dat de school graag nieuwbouw wil neerzetten, maar dat de gemeente Waalwijk daar geen medewerking aan wilde verlenen. Onze fractie heeft deze opmerking niet begrepen, maar misschien kan de wethouder hier meer duidelijkheid over verschaffen. Onze fractie is van mening dat een schoolgebouw volledig moet worden aangepast, als het niet aan de gestelde eisen voldoet. Verder zijn wij van mening dat in een tijd van bezuiniging geen plaats is voor nieuwbouw. Resumerend stel ik namens onze fractie vast dat wij nooit hebben ingestemd met de vijf locaties Waspik. Ik heb er ook nooit de noodzaak van ingezien dat een brandweergarage van 28 jaar oud moet worden gesloopt en verplaatst naar het spooremplacement. Ook moet een 28 jaar oude opslagruimte van de buitendienst worden gesloopt. De woonwagenlocatie moet worden gesloopt en verplaatst naar het spoorwegemplacement en CBS De Brug moet worden gesloopt en verplaatst naar de locatie van de brandweerkazerne. Op termijn zullen er wellicht onvoldoende leerlingen voor de school zijn. Wat zijn de financiële consequenties? Dat zullen onze inwoners straks merken als de rekening voor de onroerendezaakbelasting op de deurmat valt. Voor inspraak en communicatie krijgen onze inwoners op 19 maart de gelegenheid. De voorzitter: Dank u, mijnheer Broeders. Overigens haalt u een punt aan uit 2008 en zegt u dat Woningstichting Geertruidenberg vriendjes had binnen het gemeentehuis van Waalwijk. Wij hebben samen het besluit genomen om dit onafhankelijk te laten onderzoeken en de uitkomst van het onderzoek was dat het niet aantoonbaar, bewijsbaar en zichtbaar was. Ik vind dat ik dit in het totaal van de democratie moet noemen. De heer Broeders: Daar verschillen wij van mening over. De voorzitter: Dat mag, maar we hebben besloten om het te onderzoeken en de uitkomst is inmiddels een feit. Toen hebben we besloten om erover op te houden. Het lijkt me handig om dat anno 2014 nog eens vast te stellen. Beantwoording college Wethouder Heuverling: Voorzitter, dames en heren. Het al dan niet realiseren van een nieuwe school voor de CBS De Brug is vanaf 2003 een zeer langdurig proces geweest. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de raad in 2008 de locatie van de oude brandweerkazerne hiervoor had aangewezen en dus eerst de nieuwe brandweerkazerne gerealiseerd moest worden, alvorens vervolgstappen te kunnen nemen. Vervolgens heeft de raad het nieuwbouwplan voor De Brug opgenomen in het meerjareninvesteringsplan en als zodanig besloten. Door een samenloop van omstandigheden ligt er nu pas een voorstel voor nieuwbouw. Doordat het bestuur van Leerrijk in september 2013 heeft besloten dat de schoollocatie van De Hooght per schooljaar 2015-2016 zal worden opgeheven, ontstond een nieuwe discussie. Uiteraard ontslaat dat ons niet van de plicht om naar de actuele situatie te kijken. De grondslag hiervoor is het gegeven dat de Jacinta school leegstand kent en dus ook de mogelijkheid heeft om leerlingen van De Hooght een plek te geven. Daarmee kunnen de exploitatiekosten worden gedrukt. Daarbij speelt echter ook dat volgens recente prognoses op redelijk korte termijn onvoldoende leerlingen aanwezig zijn om op die locatie De Hooght in stand te houden. Overigens is bij de prognoses rekening gehouden met de toekomstige bouwlocaties. Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
11
Laten we duidelijk zijn. De raad heeft geen enkel wettelijk instrument om het bestuur van Leerrijk te dwingen om de school van De Hooght open te houden, noch heeft hij instrumenten om het bestuur van De Brug te dwingen om naar De Hooght te gaan. Ik wil daarom sterk benadrukken dat het amendement absoluut niet uitgevoerd kan worden. Het is dus misleiding van de inwoners. Wees eerlijk en zeg wat u wel en wat u niet kunt bewerkstelligen. Het is begrijpelijk dat in eerste instantie met verbazing en zelfs onbegrip gereageerd is op het voorstel. Immers, hoe verklaar je de noodzaak voor een nieuwe school, als er ergens anders een school leegkomt? Het is niet simpel om dat in een paar woorden uit te leggen. Het is echter noodzakelijk om dit goed te doen. Op voorhand bied ik mijn excuses ervoor aan dat ik op sommige vragen wat uitvoerig zal ingaan. Welke afweging heeft het college gemaakt om tot het voorliggende voorstel te komen? Allereerst vonden en vinden wij dat er op basis van de wettelijke grondslag met betrekking tot opheffingsnormen, in de kern Waspik een keuzemogelijkheid voor ouders aanwezig moet zijn ten aanzien van de identiteit, het leerplan en de grootte van een school. Dat kan echter niet tegen elke prijs. Vanuit dit uitgangspunt hebben wij opnieuw gekeken naar het verzoek om nieuwbouw voor De Brug. Ik ga ervan uit dat de noodzaak daarvan niet ter discussie staat. Het verplaatsen van CBS De Brug naar het leegstaande schoolgebouw van De Hooght lijkt een logische mogelijkheid, maar is – los van het feit dat het bestuur van De Brug er niet mee akkoord gaat – niet verstandig vanuit ons beleidsoogpunt. Volgens de prognoses over 2013, die door alle schoolbesturen zijn geaccepteerd, is er een reële kans dat De Brug op redelijk korte termijn na verplaatsing naar De Hooght te weinig leerlingen heeft om de school in stand te houden. Daarmee vervalt de mogelijke keuzevrijheid voor de inwoners van Waspik. Immers, er is dan nog maar één mogelijkheid: de Jacinta school. Als je daarbij rekening houdt met het feit dat een zeer groot deel van de protestant-christelijke inwoners in Waspik-Beneden woont, is het nog maar de vraag of je dat zou moeten willen. Die vraag zou ik graag aan het Christen-Democratisch Appel willen stellen. Vanuit het financiële kader zien wij het volgende beeld. De Brug heeft, net als alle andere gerenoveerde en nieuwe scholen, recht op goede, eigentijdse huisvesting met het daarbij behorende budget. Dat levert voor De Hooght, een school van 45 jaar oud, waarbij sprake is van renovatie en aanpassing, het volgende financiële beeld. Volgens de oude rijksnormen geldt standaard voor alle te renoveren scholen dat eenderde deel van de kosten van nieuwbouw beschikbaar wordt gesteld voor renovatie en aanpassing. Dat is ook gebeurd bij Zilverlicht en De Rank. Daarnaast is er sprake van een extra budget voor frisseschoolnormen. Over dit budget heeft de gemeenteraad apart besloten, waardoor de bijdrage buiten het renovatiebudget valt. Deze drie componenten leveren een investering op van € 437.000 voor functionele aanpassingen, € 124.000 voor de frisse school, en € 178.000 voor onderhoud. In totaal gaat het dus om € 730.000. Het is een investering waarvan mag worden uitgegaan dat het bedrag in zeer korte termijn wordt afgeschreven. Aangezien nieuwbouw circa € 1,3 miljoen kost, inclusief de grond, moet de vraag gesteld worden welke investering het meest verantwoord is. Als daarbij in acht genomen zou worden dat door het vrijkomen van de locatie De Hooght deze grond weer bij het grondbedrijf terechtkomt voor verdere ontwikkeling, is de rekensom snel gemaakt. Bij het realiseren van scholen wordt er grond tegen betaling afgenomen van het grondbedrijf. Indien de schoollocatie weer vrijkomt, betaalt het grondbedrijf conform afspraak € 137 per m2 terug aan de onderwijshuisvesting. Het grondbedrijf kan de kavel vervolgens tegen een hoger bedrag van bijvoorbeeld € 275 per m2 in de markt zetten. Gezien de ligging en Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
12
de ruimtelijke mogelijkheden kunnen te zijner tijd zes vrije sectorkavels gerealiseerd worden op deze locatie. De ontwikkeling van de kavels staat echter los van het recht dat onderwijshuisvesting op dat bedrag heeft. Onderwijshuisvesting heeft door de terugkoop van de grond recht op € 590.000. Na aftrek van het restant boekwaarde van € 69.000, resteert netto € 521.000 ten behoeve van onderwijshuisvesting. Uitgaande van de totale renovatie van € 730.000 en een opbrengst door verkoop van de grond waar onderwijshuisvesting recht op heeft, van € 521.000, is het mijns inziens ook in financiële termen gesproken gunstiger om tot nieuwbouw op de locatie van de oude brandweerkazerne over te gaan. Beide aspecten, waarvan mijns inziens de keuzemogelijkheid voor een langetermijnperspectief de belangrijkste is, leidden ertoe dat het college het voorliggende voorstel doet aan de raad. Dit is overigens met de instemming van alle schoolbesturen, maar ook met instemming van de gezamenlijke medezeggenschapsraden waarin de ouders vertegenwoordigd zijn. Het onderwerp leefbaarheid omvat meerdere aspecten dan de aanwezigheid van een school. Ik begrijp de bezorgdheid en de emotionele aspecten die erbij komen kijken. Ik wil dat zeker niet bagatelliseren, maar er is sprake van een kern Waspik met daarin een buurtschap Waspik-Boven met circa 1100 inwoners op een afstand van circa 1,5 km van Waspik-Beneden. Gezien deze betrekkelijk korte afstand is er volgens mij geen sprake van een sterke isolatie ten opzichte van Waspik-Beneden. Dat geldt ook voor de aanwezige voorzieningen. Binnen de kern Waalwijk is dit overigens ook geen ongebruikelijke afstand naar diverse voorzieningen. Ik heb al iets gezegd over het amendement. Wij kunnen het niet uitvoeren, zelfs al zou de raad ermee instemmen. De geloofwaardigheid van de politiek wordt al vaak aangetast. Laten we eerlijk zijn tegen onze inwoners. Wat kan, dat kan, maar als het niet kan, moeten we het ook eerlijk zeggen. Mevrouw Ruygt: U zegt dat de ondertekenaars van het amendement de bevolking misleiden. Heb ik dat goed begrepen? Mag ik dan zeggen dat u ons een beetje misleidt met uw opbrengsten van de onverkochte gronden? U rekent zich rijk voor niets. U zegt dat het onderwijs er recht op heeft. Natuurlijk heeft men recht op goed onderwijs, maar ik kan beter stoppen, want de wethouder loopt weg … De voorzitter: Het lijkt me niet nodig dat u stopt. Ik kan me voorstellen dat hij iets moet pakken, maar hij kan evenwel naar uw betoog luisteren. Mevrouw Ruygt: Ik heb u tijdens de commissievergadering al gevraagd of u ervan overtuigd bent dat u de kavels kunt verkopen. Dat bent u niet, want er liggen voldoende kavels in Waspik die ook niet verkocht worden. U heeft het over de afstanden. De afstand van Waspik-Boven naar Waspik-Beneden is dezelfde als andersom. Wat dat betreft begrijpen we elkaar. U heeft het over het teruglopend leerlingenaantal als De Brug verhuist naar De Hooght. Hoe kunt er zo van overtuigd zijn dat er bij nieuwbouw geen sprake is van een teruglopend leerlingenaantal? Op De Brug zit een groot aantal katholieke kinderen. Zij zullen misschien naar Jacinta gaan. Protestant-christelijke kinderen van Waspik-Boven zullen misschien ook naar Jacinta gaan. Hoe komt u erbij dat er bij nieuwbouw geen terugloop van leerlingen is, en bij het verhuizen naar De Hooght wel? De voorzitter: Ik stel voor dat we het bij de laatste vraag houden. Het eerste gedeelte was wat onduidelijk en deze vragen gingen sterk in op de financiën. Ik heb zowel in de bijdrage van het CDA als van de wethouder gedacht dat we de commissievergadering over gingen doen. Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
13
Wethouder Heuverling: Ik maak toch een opmerking over het eerste deel. Ik zou bijna zeggen dat de verkoop van een kavel mij, vanuit onderwijshuisvesting geredeneerd, een zorg zal zijn. We hebben immers een afspraak. Als we een school realiseren, verkopen wij de grond en als de school vrijkomt, kopen die grond weer terug. Op welk moment en hoe dat gebeurt, of er verkaveld wordt en of er winst of verlies wordt gemaakt, doet niet ter zake. Dat zeg ik puur vanuit de huisvestingssituatie. Los daarvan denk ik dat er perspectieven zijn om de grond te verkopen. Dat lukt niet morgen, maar we hebben nog meer jaren te gaan. Ik denk dat ik daarmee een antwoord heb gegeven op de vragen over de financiën. De prognoses laten wel degelijk een afbouw van het leerlingenaantal zien. Dat geldt voor zowel De Brug als voor De Hooght. De Brug heeft echter een perspectief, dat is berekend tot 2028. Ik meen dat in dat jaar 82 leerlingen aanwezig zouden zijn. De opheffingsnorm is 65. Men voldoet er dus aan. Overigens is het een eis dat een school minstens 15 jaar aan de norm voldoet, om nieuwbouw te realiseren. Wat dat betreft is het denk ik heel helder. De heer Den Braven: Ik heb twee opmerkingen. Ten eerste zegt u dat het een onderwerp is waarover we in de commissievergadering al hebben gesproken. U zegt dat partijen die nu tegen nieuwbouw en voor verplaatsing naar De Hooght zijn, de kiezers misleiden. In dat geval was het wellicht praktisch geweest als u ons tijdens de commissievergadering ervan op de hoogte had gesteld dat verplaatsing naar De Hooght niet afdwingbaar is en daardoor geen levensvatbaar alternatief vormt. Dat was fijn geweest. Ik neem aan dat u begrijpt dat wij ervan uitgaan dat het wettelijk mogelijk is om het amendement uit te voeren. U insinueert iets wat u niet staande kunt houden. Dat vind ik een kwalijke zaak. Het tweede punt is het volgende. Op het moment dat De Hooght besloot dat Waspik-Boven geen levensvatbare locatie was, was er in Waspik sprake van drie scholen. Er is nu één school minder, waardoor de locatie Waspik-Boven plotseling een iets levensvatbaarder oplossing wordt. Hebt u daar rekening mee gehouden? Tot slot heb ik nog een opmerking. U begint met getallen te gooien. Er zitten hier allemaal slimme mensen, maar ik vraag mij af of er iemand is die het verhaal van de wethouder heeft onthouden. Waarschijnlijk niet. Zoiets hoort op papier te staan. Zoiets horen wij voor onze neus te krijgen, zodat wij weten waarover we praten. We horen dit niet gaande de vergadering naar ons toegeworpen te krijgen. Als allerlaatste opmerking: ik heb wethouders, onder wie de man die nu achter de katheder staat, zien weglopen terwijl er tegen hen gepraat werd. Dat is respectloos. Dat doe je niet. Wethouder Heuverling: Ik weet niet waar u het over hebt. In de commissie heb ik wel degelijk gezegd dat wij geen bevoegdheid hebben om De Brug te huisvesten in De Hooght. Zo is het. In de commissie zijn alle cijfers op tafel gekomen. U kunt het lezen in het verslag en in alle toegevoegde brieven die ik heb gestuurd. Alles staat erin. U moet nu niet doen alsof u de informatie voor het eerst hoort. Dat is absoluut niet waar. Mijnheer Den Braven, het gaat om de essentie. In de wetenschap dat u geen bevoegdheid heeft, dient u een amendement in om de raad een uitspraak te laten doen over het verplaatsen van de school naar De Hooght. Daar hebt u geen zeggenschap over. En dat vind ik misleiding. Dat vind ik en dat blijf ik zeggen. De heer Den Braven: Bent u het met mij eens dat de afspraak is dat er bij leegstand niet wordt overgegaan tot nieuwbouw? Is dat een afspraak of niet? Wethouder Heuverling: Nee, dat is geen afspraak. De heer Den Braven: Dank u, dan weet ik waar wij over praten.
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
14
Mevrouw De Bruijn: Er is al veel gras voor mijn voeten weggemaaid. Toch wil ik nog ergens op terugkomen. U zei net dat u in de commissie hebt gezegd dat de gemeente niet bevoegd is om De Brug te huisvesten in De Hooght. Ik denk dat ik ook mijn oren dicht heb gehad. Ik heb het niet gehoord. Ten tweede staat in het MIP dat bij leegstand geen nieuwe school gebouwd wordt, als er een school in de nabijheid is. U refereerde aan de principes van het CDA. Ik heb in mijn betoog nadrukkelijk gezegd dat ik alle onderwijs- en geloofszaken behartig en ervoor sta. U vraagt hoe het CDA erin staat. Wij kunnen niet in de toekomst kijken, net zo min als u. Maar u doet het wel. U doet uitspraken op basis van prognoses. Kunt u zien of de mensen die nu een starterswoning kopen kinderen krijgen? Ik neem aan dat u daar geen antwoord op kunt geven. Verder vraag ik mij af – het was ook in mijn betoog te horen – of de kwaliteit van het geboden onderwijs de terugloop van het aantal leerlingen kan voorkomen. Waarom zou de leerlingenstroom van de ene naar de andere kant niet kunnen worden omgedraaid? U hebt ook nog geen antwoord gegeven op mijn vraag over de verkeersveiligheid. Wethouder Heuverling: Met de schoolbesturen hebben we elk jaar via een extern bureau opdracht gegeven om prognoses en ontwikkelingen te schetsen. Met alle schoolbesturen praten wij over deze prognoses en stemmen wij het beleid hierop af. De nieuwbouw is in deze overleggen ook een gespreksonderwerp. Natuurlijk zal het zo zijn dat de prognoses van de nabije toekomst beter aansluiten bij de werkelijkheid dan die van 2028. Maar we moeten ergens van uitgaan. Overigens gaat de raad vaker uit van aannames. Dat hebben we nu ook moeten doen. We moeten uitgaan van de gegevens die worden onderschreven door alle schoolbesturen. U mag deze cijfers onzin vinden, maar we hebben geen andere informatie. Nieuwbouw is heel nadrukkelijk meegenomen in de gesprekken over leerlingenprognoses. Op basis van de beschikbare gegevens hebben we het voorstel opgesteld. Mevrouw De Bruijn: Hoe zit het met de verkeersveiligheid en de vraag of kwaliteit van het onderwijs het aantal leerlingen kan doen toenemen? Nu moeten mensen van De Hooght naar Jacinta. Misschien besluiten zij wel om naar De Brug te gaan, omdat dit dichterbij is. Wethouder Heuverling: Dat zijn allemaal speculaties en aannames. De raad heeft jaren geleden besloten dat de nieuwbouw voor De Brug naar de locatie van de oude brandweerkazerne zou gaan. Misschien had u in 2008 de vraag kunnen stellen over de verkeersveiligheid. Natuurlijk is er een aantal aspecten dat nog nader bekeken moet worden. Natuurlijk moet er nog een planologische procedure worden gevolgd. Het is allemaal waar. Er moet ook nog een onderzoek komen naar de grondgesteldheid en eventuele verontreiniging. Dat weet ik allemaal niet, want dat moet allemaal nog gebeuren. Dat was echter in 2008 ook het geval. Mevrouw De Bruijn: U legt het nu terug bij ons. Het is begrijpelijk dat u dat doet. Ik vraag me echter af of de kwaliteit van het onderwijs leidt tot meer leerlingen. Als inderdaad blijkt dat de bodem verontreinigd is, zijn we drie, vier jaar verder voordat we kunnen bouwen. Dat is ook een aanname, dat weet ik. Moeten de leerlingen al die tijd in een ongezonde school blijven zitten? Wethouder Heuverling: Het zijn inderdaad allemaal aannames. De raad heeft in zijn totaliteit gezegd dat hij een extra financiële bijdrage moest leveren om frisse scholen te realiseren. Dat vraagt om extra investeringen. Daarvoor hebt u geld beschikbaar gesteld. Voor alle andere scholen heeft de raad het budget de afgelopen vier jaar geaccordeerd. Waarom zouden de kinderen in Waspik dit recht niet hebben? Dat verbaast mij. U weet dat een goed binnenklimaat essentieel is voor de prestaties van de kinderen. Wij moeten Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
15
er iets voor over hebben om hen dat te gunnen. We hebben gezegd dat we ernaar zouden kijken op het moment dat er sprake is van renovatie of nieuwbouw. Dat brengen we nu bij elkaar. Mevrouw Ruygt: U hebt het over 2008. Ik heb in mijn betoog al gezegd dat ik er dubbel in stond. Toen de carrousel langskwam, waren wij van mening dat er een nieuw gebouw voor De Brug moest komen. Maar tijden veranderen. De tijd is nu zo veranderd dat er een school leeg komt te staan. Dat is de reden dat wij nu willen dat De Brug gaat verhuizen naar De Hooght. U wilt nog een hele tijd wachten met onderzoeken en dergelijke, het zijn allemaal maar aannames, maar de onderzoeken moeten worden uitgevoerd. U kunt niet zeggen dat we eventjes moeten beslissen. De voorzitter: Ik hoor geen nieuwe argumenten meer. We blijven hier niet op doorgaan. De heer Den Braven: Ik kom toch terug op een eerder punt. De wethouder vertelde heel stellig dat hij ons geïnformeerd heeft tijdens de commissievergadering. Ik heb het verslag teruggelezen en de zoek-functie gebruikt. De wethouder heeft er geen woord over gezegd. Sterker nog: hij is op meerdere momenten ingegaan op de vraag waarom niet gekozen is voor De Hooght. Zijn argument was niet eenmaal dat het onmogelijk is. Ik citeer even om aan te geven hoe onwaarschijnlijk de mededeling van de wethouder zojuist was: “het is begrijpelijk dat wordt gevraagd of een en ander verantwoord is. Er zijn verschillende wegingen. Men moet kunnen kiezen in Waspik. Het is begrijpelijk dat wordt voorgesteld om De Brug naar De Hooght te verplaatsen”. Nee, dat is niet begrijpelijk, want het mag niet, zegt u nu. Ik stel het niet op prijs dat u beweert dat u dingen in de commissie hebt gezegd, terwijl dat niet waar is, en dat u ons vervolgens beticht van kiezersmisleiding. Dat is misleiding van de raad en dat vind ik nog schadelijker. Wethouder Heuverling: Dat deel ik niet met u, in die zin dat ik bij mijn stelling blijf. Ik heb gezegd dat ik kan begrijpen dat mensen denken dat De Brug naar De Hooght kan verhuizen als daar leegstand is. Ik begrijp dat mensen deze reactie hebben. De heer Den Braven: U gaat inhoudelijk in op de vraag waarom er niet gekozen wordt voor De Hooght. U onderbouwt het met cijfers, u heeft er onderzoek naar gedaan. Dat is allemaal nonsens als wij het niet kunnen afdwingen. U doet dus onderzoek naar iets, waarvan u al gezegd hebt dat het juridisch niet mogelijk is. Ik ken u als iemand die zijn dossiers goed kent, maar nu bent u aan het zwammen, met alle respect. Wethouder Heuverling: U mag die term gebruiken, daar ben ik ook niet flauw in. Ik ben hier absoluut niet aan het zwammen. Ik heb gesprekken gevoerd met het bestuur van De Hooght en De Brug, omdat de optie als zodanig besproken moest worden. We hebben geconstateerd dat het bestuur van De Brug niet naar De Hooght wil. Vervolgens is dat een feit, maar nu wordt een amendement ingediend waarin wordt opgedragen om De Brug onder te brengen in het gebouw van de Hooght. Er wordt daardoor een beeld opgeroepen dat de raad zomaar kan besluiten waar De Brug naar toe gaat. Dat kan niet. Je kunt natuurlijk wel met De Brug en De Hooght in gesprek treden over het onderwerp. Dat had ook kunnen gebeuren met Leerrijk. We hadden ook kunnen vragen waarom Leerrijk ging verhuizen en we hadden ze kunnen vragen om bij De Hooght te blijven zitten, zodat De Brug naar Jacinta kon. Maar dat wordt allemaal als vanzelfsprekend geaccepteerd door de raad. Dat konden we ook niet tegenhouden, maar over De Brug hebben we een hele discussie. De voorzitter: Ik verzoek u om geen synoniemen met een negatieve connotatie voor ‘praten’ te gebruiken.
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
16
De heer Den Braven: Ik heb niets tegen zwammen, dat zijn heel nuttige paddenstoelen. Ik werd niet boos om het feit dat De Brug al dan niet nieuwbouw krijgt. Het gaat erom dat de wethouder ons beticht van iets waaraan wij ons niet schuldig gemaakt hebben en dat hij zijn beschuldiging verdedigt door te zeggen dat hij het in de commissievergadering heeft gemeld. Ik constateer dat dit niet zo is, de wethouder bestrijdt het. Ik nodig iedereen in de zaal uit om de verslagen van de commissievergadering te bekijken op de gemeentesite. Zo kan iedereen zien dat de wethouder hier met paddenstoelen bezig was. Wethouder Heuverling: Dan zou ik graag willen dat er een letterlijk verslag komt van de commissievergadering. De voorzitter: Nu vervallen wij in de systematiek van het notuleren. Dat lijkt mij niet zinnig. De heer Broeders: Ik heb in mijn bijdrage gezegd dat we in 2008 niet achter het voorstel van de vijf locaties Waspik stonden. Toen wij afgelopen vrijdag op de school waren, heeft de voorzitter gezegd dat men daar niet mocht bouwen. Waarom is dat nooit onderzocht? Dat zou ik graag precies willen weten. Wethouder Heuverling: Alles is onderzocht. Alles is besproken, maar we hebben het over de locatie van De Brug zelf. Ik weet niet of u die kent. De noodlokalen staan in de tuin van de directeur. Dat is daar niet mogelijk. Bovendien is het een verschrikkelijk ongunstige locatie. De heer Broeders: Als u het hele plan opschoont en u gaat het opnieuw indelen, kan daar een keurige nieuwe school komen. Daar ben ik van overtuigd. Mevrouw De Bruijn: Ik heb in de terugkoppeling van de wethouder gezien dat er een beschikking is afgegeven aan het schoolbestuur, maar dat er geen toezegging aan het bestuur is gedaan. Waar gaat de beschikking dan over, als er geen toezegging is? Wethouder Heuverling: Dat zal de raad moeten doen. De raad stelt kredieten beschikbaar. Wij geven vanuit het MIP aan dat er groen licht wordt gegeven om de zaak verder te onderzoeken. Dat hebben we ook gedaan ten aanzien van de prognoses en de ruimte. Het is aan de raad om te beslissen of hij wel of geen krediet geeft. Mevrouw De Bruijn: Dat is geen antwoord op mijn vraag. Ik vraag wat er in de beschikking staat die u aan het schoolbestuur hebt afgegeven. Wethouder Heuverling: Daar staat in dat het bestuur de ontwikkeling kan doorzetten, onder voorbehoud van het besluit van de raad. Zo gaat het altijd. De voorzitter: Ik stel voor om geen tweede termijn toe te staan, omdat mijns inziens alle argumenten al zijn gewisseld. Of zijn er mensen die op basis van het debat nog iets willen betogen? Tweede termijn De heer Tiemstra: Voorzitter. In eerste termijn hebt u de SGP niet gehoord. Voor ons was dit een A-stuk. Wij steunen het voorstel. We voelen echter wel de behoefte om het woord te richten tot de fracties van CDA, D66 en GroenLinksaf vanwege het amendement. In het verslag van de commissievergadering op 16 januari jongstleden zult u mijn naam ook niet vinden. Ik zat de vergadering voor, dus ik was me redelijk bewust van wat er gebeurde en wat er werd gezegd. Ik kan me herinneren dat de belangrijkste vragen die aan wethouder Heuverling werden gesteld, over de cijfers voor de verschillende locaties gingen. Hij heeft over deze cijfers gesproken en in het verslag is dit woordelijk en Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
17
cijfermatig terug te vinden. Hem is door de commissie gevraagd om de informatie op een A4 te zetten. Volgens mij heeft hij het in 2 A4’tjes glashelder met argumentatie gepresenteerd op 23 januari 2014. De wethouder werd ook gevraagd om een gesprek te voeren met het Platform Waspik. Dat heeft hij gedaan, getuige het verslag van 21 januari jongstleden. We kunnen de wethouder hier met van alles te lijf gaan, met nieuwe dingen, vermoedens en aannames, maar daar is de commissie voor bedoeld. Twee weken geleden hebben we dat al gedaan. Alles wat de commissie aan de wethouder heeft gevraagd, heeft hij gedaan. In het amendement wordt bij de constateringen het meerjareninvesteringsplan onderwijshuisvesting genoemd. Dat is een schot in de roos van het CDA, want daar gaat het over. Het meerjareninvesteringsplan onderwijshuisvesting wordt in zeer uitgebreid en diepgaand overleg met de schoolbesturen vastgesteld. Volgens mij zit in het dossier ook een brief van de schoolbesturen van het primair onderwijs in de gemeente Waalwijk, waarin iedereen, mede op onderwijskundige gronden, adviseert om De Brug nieuwbouw te laten realiseren op de locatie die de school wenst. Als ik verder de tekst van het amendement lees, zie ik geen enkel goed argument om te besluiten om het niet te doen. Ik verwijs hierbij ook naar de argumentatie van de wethouder. Kortom: ik roep u op om het amendement in te trekken en nieuwbouw voor De Brug mogelijk te maken. De heer Van Well: Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de oproep van de heer Tiemstra. Ik herken mij in het beeld dat hij schetst van de commissievergadering. Ik voeg er nog een punt aan toe. Bij de stukken hebben wij ook het spreidingsplan gekregen. Hierin staan de uitgangspunten en onder 1.2.1. bij wet- en regelgeving staat letterlijk wat wethouder Heuverling zojuist heeft gesteld: de gemeente gaat over de stenen, maar niet over de inhoud. Ik sluit mij aan bij het verzoek aan de indieners van het amendement om nog eens te overwegen om het in te trekken. De voorzitter: Ik sluit het debat af. Stemming, stemverklaringen en eventueel het intrekken van het amendement volgen na het volgende agendapunt. 1.2
Woonwagencentrum Waspik, tevens herijking project '6 locaties Waspik' en exploitatieopzet spoorwegemplacement t.b.v. uitrijpost brandweer, beide in Waspik
De voorzitter: Dit voorstel hebben we eerder in de commissie besproken. Daarna is het voorstel aan de raad voorgelegd, waarna is besloten om het voor de vergadering van vanavond te agenderen. Dat is zonder verdere commissiebehandeling gebeurd. De heer Broeders: Voorzitter, leden van de raad, geacht college en overige belangstellenden. Ik begin mijn bijdrage over dit voorstel met een citaat. “Begin en einde zijn van dezelfde familie. Alleen het begin is blind, en het einde ziet.” De fractie van Werknemersbelang heeft zich van het begin af aan verzet tegen de uitvoering van vijf locaties Waspik. Dit heb ik bij het vorige agendapunt al aangegeven. Tijdens de begrotingsbehandeling van 2012 op 11 november 2010 hebben wij een motie ingediend waarin wij vroegen om een pas op de plaats te maken bij de verdere ontwikkeling van de vijf locaties in Waspik. Vervolgens heeft onze fractie een amendement ingediend tijdens de kredietaanvraag voor de realisatie van de bouw van de nieuwe brandweerkazerne te Waspik. De motie en het amendement werden echter verworpen, zoals gebruikelijk als ze afkomstig zijn van Werknemersbelang. Vanavond wordt het resultaat van het blind genomen besluit van 16 september 2004 voor velen van u duidelijk zichtbaar. Het zal in de toekomst een van de grootste verliesrekeningen van onze gemeente worden. Over dit voorstel is de afgelopen jaren de nodige ophef geweest. Het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten moest immers worden ingeschakeld. Een gedeelte Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
18
van het besluit had nooit in stemming gebracht mogen worden. Het had zelfs het licht niet mogen zien. Er wordt ons nu gevraagd om het terug te nemen, en het huidige woonwagencentrum niet meer te verplaatsen. Dit is tot het genoegen van de huidige woonwagenbewoners. Zij wilden immers altijd op de huidige locatie blijven wonen. Er was geen rekening gehouden met het standpunt van deze bewoners, die altijd de voorkeur ervoor hebben uitgesproken om in de Schoutstraat te blijven wonen. Ze gingen plotseling deel uitmaken van de vijf locaties in de kern Waspik, waarvan onze fractie en de bewoners van Waspik nooit de logica hebben ingezien. Dit alles wijst op de complexiteit van de vele afspraken die zijn gemaakt door het college en private partijen en aan de raad als een voldongen feit werden gepresenteerd. De Woningstichting Geertruidenberg zou als ontwikkelaar fungeren en volgens wethouder Heuverling zou alles budgetneutraal verlopen. Deze ontwikkelaar had zijn adviseurs zowel in onze ambtelijke organisatie als in de raad. WSG, die na zijn grondaankoop in de Marijkelaan het volledige vertrouwen als ontwikkelaar had gekregen van het college en de coalitie met steun van de Sociaaldemocraten, zou de woonwagenlocatie gaan ontwikkelen op het pas verworven eigendom in de Marijkelaan. Deze nieuwe locaties was gekozen, omdat het niet mogelijk was om te bouwen op het spoorwegemplacement vanwege de zeer gevaarlijke hogegasdruktransportleiding. Niet dat er een onderzoek was verricht, maar WSG had zijn adviseurs nu eenmaal en die maakten het verschil. Het college presenteerde het voorstel vervolgens als een voldongen feit, waardoor de invloed van de raad geminimaliseerd werd. Er werd een klankbordgroep samengesteld, omdat de politieke agenda al was gevormd en niet meer kon worden gewijzigd, volgens wethouder Heuverling. Hij hield dit zijn gehoor voor tijdens de voorlichtingsavond in Den Bolder. De klankbordgroep was samengesteld uit het Gemeentelijk Platform Waspik, WSG en de bewoners van de Marijkelaan en de Benedenkerkstraat. Deze moest als een breed spectrum fungeren voor de Waspikse publieke opinie. De activiteiten waren mede bedoeld om de sociale relatie te verbeteren, die mede was ontstaan bij de bewoners van de Marijkelaan die niet gelukkig waren met de nieuwe woonbestemming achter hun woningen. De raad had echter besloten en er kon niets meer gewijzigd worden. Dat zei de portefeuillehouder tijdens de voorlichtingsavond in Den Bolder. In de kern Waalwijk moest het Dr. Mollercollege gebouwd worden. Dit was gelegen aan dezelfde hogegasdruktransportleiding. Het college heeft wederom besloten om de woninglocatie te herbestemmen naar spoorwegemplacement. Plotseling vormde de aanwezigheid van de hogegasdruktransportleiding geen gevaar meer voor de woonwagenbewoners. Inmiddels was de zieltogende projectontwikkelaar WSG op de intensive care beland, omdat deze zichzelf in grote financiële moeilijkheden had gebracht met al zijn plaatselijke adviseurs. WSG heeft de eerder aangekochte gronden maar weer in de verkoop gedaan. De klankbordgroepleden hebben vervolgens geen enkel geluid meer van het college gehoord. De vijf locaties Waspik werden er plotseling zes, omdat een gedeelte van de eigendommen die men van WSG op het eerder preadvies had aangegeven, bij nader inzien toch eigendom van de gemeente Waalwijk waren. Onze fractie heeft bij de behandeling in de raad van de vijf locaties Waspik de portefeuillehouder hierop gewezen, maar dat werd door wethouder Heuverling aangemerkt als niet ter zake doende. De raad stemde dus blind in met het voorstel. Ik was wel gelukkig dat er nu geen wanklank meer was van bewoners uit de Marijkelaan. Dit terzijde. De woonwagenbewoners werden door het college heen en weer geslingerd van de Schoutstaat naar het spoorwegemplacement, vervolgens naar de Marijkelaan en weer terug naar het spoorwegemplacement. Dit gebeurde steeds met blinde instemming van de raad op voorstel van het college. Zo is de raad het instrument geworden van de technocratische arrangementen van onze ambtenaren. Tot zover een klein stukje historie over de vijf of zes locaties en nu, naar ik hoop, weer terug naar vijf.
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
19
In de brief van 5 december 2013 van mevrouw Jacobs die zij namens de woonwagenbewoners aan ons heeft geschreven, wijst zij ons terecht op de beschikbare jurisprudentie van het hoogste rechtsorgaan van ons land, de Raad van State. Ik citeer uit haar brief: “dat deze [RvS] in haar overwegingen het standpunt inneemt dat conform dit voorstel de gemeente rekening dient te houden met de gevestigde belangen en rechten van deze woonwagenbewoners, die legaal op een standplaats wonen en de wens hebben uitgesproken daar te willen blijven wonen”. Het zal duidelijk zijn dat onze fractie het voorstel zal steunen, en de bewoners met raad en daad zal bijstaan, mocht een rechtsgang alsnog onvermijdelijk blijken voor de bewoners. Tot slot. Ik betreur de wijze waarop de coalitie met mensen is omgegaan. Onder aanvoering van de zeer arglistige VVD is een ongewijzigd voorstel een maand opgehouden. De fractie van Werknemersbelang steunt het voorstel, en hoopt dat het een leerpunt zal zijn voor de raad en het college. Het voorstel dat eerst vijf locaties betrof en later zes, waar men blind aan is begonnen en waarvan de financiële gevolgen volgens de inwoners nog lang niet zichtbaar zullen zijn. De heer Simon: Het gaat weer over verdachtmakingen. U spreekt over mogelijke adviseurs binnen de organisatie. Die heeft u eerder genoemd. Er is destijds naar u geluisterd en er is een integriteitsonderzoek ingesteld door BING. Daar is niets uitgekomen. U heeft de conclusies verworpen, maar geen andere stappen ondernomen. Bent u bereid om in goed vertrouwen tegen de voorzitter van de gemeenteraad de namen te noemen van de mensen die het volgens u betreft? Of blijven het iedere keer beschuldigingen in het luchtledige? De heer Broeders: Die namen hoef ik niet te noemen, want de betreffende ambtenaren zijn al weggepromoveerd. De heer Simon: Dan blijft u dus in het luchtledige dit soort opmerkingen maken? Ik vind dat een beschadiging van onze werknemers. De heer Broeders: Ik heb de medewerkers genoemd die betrokken waren bij de vijf locaties. Zij zijn inmiddels vertrokken. De heer Simon: Voorzitter, geachte collega’s van de raad, geacht college, en bezoekers op de publieke tribune. Op 16 september 2004 is in de raad van Waalwijk een amendement ingediend waardoor de bestaande locatie aan de Schoutstraat werd opgeheven en werd gezocht naar alternatieven. Dit amendement werd gesteund door de fractie van de PvdA en werd aangenomen. Jarenlang is in de voorbereiding loyaal uitvoering gegeven aan het amendement door met name portefeuillehouder Heuverling. De portefeuille is echter in andere handen gekomen. Onze fractie twijfelt niet aan zijn goede bedoelingen, maar constateert wel dat er ineens een voorstel ligt dat het tegenovergestelde beoogt van wat door het toenmalige amendement werd opgedragen aan het toenmalige college. Het voorstel dat nu voorligt, geeft toe aan de wens om meerdere wagens op de huidige woonwagenlocatie te plaatsen. Dit is in de ogen van de fractie van de PvdA een onverwachte en onnodige wending van staand beleid, buiten de financiële verschillen die niet zo groot zijn als de huidige portefeuillehouder in zijn voorstel doet vermoeden. Door uitvoering te geven aan het amendement, zijn er verwachtingen gewekt bij omwonenden van de huidige locatie, maar ook bij bewoners van de woonwagenlocatie. Er was rust en iedereen was tevreden met de verplaatsing naar de nieuwe locatie. Waarom deze wijziging? Uiteindelijk gaat het maar om een klein verschil op jaarbasis. De portefeuillehouder hanteert in het voorstel het argument dat de door de raad opgelegde taakstelling van budgettaire neutraliteit onbereikbaar wordt. De fractie van de PvdA vindt dat de portefeuillehouder in dat geval eerst met een kredietaanvraag naar de raad had Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
20
moeten komen. Als dit niet door de meerderheid werd gesteund, had hij alsnog met een alternatief voorstel kunnen en moeten komen. Jarenlang is op de huidige locatie gehandhaafd. Er mochten niet meer dan het afgesproken aantal wagens staan. Als uit een hoge hoed tovert de portefeuillehouder nu ineens meer mogelijkheden op dezelfde locatie. Gaat dit niet ten koste van de woonkwaliteit voor de huidige bewoners? Is het geen eenzijdig argument dat variant 1 kan rekenen op draagvlak van de Waspikse woonwagengemeenschap? Hoe zit het met de Waspikse gemeenschap? Hoe wordt de financiële afwikkeling met de bewoners van het Waspikse woonwagengemeenschap geregeld? In het voorstel staat de volgende opmerking. “Het woonwagenbeleid gaat uit van het realiseren van voldoende standplaatsen voor de Waalwijkse woonwagenbewoners en hun nazaten (is directe familie/kinderen)”. Houdt dit in dat standplaatsen leidend zijn en niet de aanvraag van directe familie en kinderen die er willen komen wonen? Is het ook van invloed op de aanvraag per locatie? Kunnen woonwagens niet verplaatst worden naar de andere locatie, zodat we spreken over dezelfde verhouding tussen de twee voorstellen? Met andere woorden: nog steeds is het in de ogen van de PvdA-fractie een onvoldragen voorstel. Het roept te veel vragen op, terwijl er maar één alternatief voor de locatie wordt geboden. De heer Broeders: Ik zou graag van de heer Simons horen waar staat dat de woonwagenbewoners akkoord zijn gegaan met de verplaatsing. Als u dat ergens hebt kunnen vinden, vind ik dat knap van u. De woonwagenbewoners hebben naar mijn mening altijd gezegd dat ze op de huidige locatie willen blijven staan. Als u iets op schrift hebt, wil ik dat graag zien. De heer Simon: Er staat genoeg op schrift wat u niet vertrouwt of niet gelooft, dus ik geef u gewoon mondeling het antwoord. Zeven jaar lang is portefeuillehouder Heuverling bezig geweest met het verplaatsen van het woonwagenkamp naar de nieuwe locatie. We hebben nooit een enkele brief of een enkel telefoontje gehad van de woonwagenbewoners. Wij constateren dat de portefeuillehouder heeft aangegeven dat er een eerlijk traject is ingezet en dat de betrokken partijen tevreden zijn. Als de portefeuillehouder nu hoogstwaarschijnlijk een aantal toezeggingen heeft gedaan aan de bewoners, heeft hij daar winst. Maar die toezeggingen heeft hij niet aan de omwonenden gedaan. Als u zo goed geïnformeerd bent, gaat u terug naar de raadsvergadering van september 2004, waarvan wij de ondertekende lijsten nog hebben van bewoners die verzochten om verplaatsing. Zij hebben gevraagd om verplaatsing en aangegeven dat zij deelgenoot zijn van het proces. Er zijn dus drie partijen bij betrokken: woonwagenbewoners, omwonenden en de gemeente. De heer Broeders: De bewoners van het woonwagenkamp hebben nooit iets getekend. Zij wilden ook nooit verhuizen. De heer Simon: Ik heb ook niet gezegd dat ze iets hebben getekend. Ze zijn jarenlang content geweest met de procedure die wethouder Heuverling gevoerd heeft. De heer Broeders: Het ergste is, en dat moet u als sociaaldemocraat weten, dat er over de hoofden van mensen wordt gesproken en niet met mensen. U sleurt ze van links naar rechts. Dat ben ik van een sociaaldemocraat niet gewend. De heer Simon: Dat kan, maar ik hoor u wel vaker zaken roepen die u niet hard wilt maken. Ik kan het gewoon hard maken. We hebben die handtekeningen bij ons. Zal ik ze pakken? Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
21
De heer Broeders: U hebt alleen handtekeningen van omwonenden, maar niet van de woonwagenbewoners. De heer Tiemstra: Voorzitter, geacht college, leden van de raad en andere aanwezigen. Ik begin mijn bijdrage met een citaat. “Het begin is blind. Het einde ziet. Wat ik daarvan vind, zeg ik liever niet. Want wie er zonder zicht begint, dwaalt en eindigt met verdriet. Daarom hart en ogen open, zodat wij niet de verkeerde kant op lopen”. Dit was een citaat van een inwoner van Sprang-Capelle die verder onbekend wenst te blijven. Woonwagencentrum Waspik, tevens herijking project 'zes locaties Waspik' en exploitatieopzet spoorwegemplacement ten behoeve van de uitrijpost brandweer, beide in Waspik. Het is een onderwerp dat de tongen, de pennen en de toetsenborden in beweging heeft gebracht. De commissiebehandeling op 28 november 2013 was zonder meer levendig te noemen. Behandeling in de raad van december werd naar de mening van de commissie niet haalbaar geacht. Vervolgens komt het onderwerp vanavond zonder voorafgaande behandeling in de commissievergadering van 14 dagen geleden opnieuw aan de orde. Het is een bijzondere gang van zaken. We laten het voor dit moment bij deze constatering en gaan over naar de inhoud. Er ligt een uitgewerkt voorstel gereed met financiële onderbouwing. In het voorstel wordt verwezen naar een amendement dat de raad heeft aangenomen op 16 september 2004, waarin wordt ingezet op verplaatsing van de huidige woonwagenlocatie. Misschien is het goed om nog even in herinnering te brengen dat de SGP destijds tegen het amendement heeft gestemd. We zullen ook niet vooroplopen bij het aandringen op de uitvoering van het amendement. Een raadsbesluit kan echter alleen worden teruggedraaid door een nieuw raadsbesluit. Dat kan vanavond op basis van het voorliggende raadsvoorstel. We zijn ons zeer bewust van de bezwaren die er leven onder omwonenden tegen het voorstel, voor zover ze betrekking hebben op het handhaven van het woonwagenkamp op de huidige plaats. De bezwaren zijn consistent van inhoud. Daarover is geen twijfel. De brief van 5 september 2004 van de omwonenden, die in het oude dossier zit, en de brief van 23 november 2013 blijken voor 80% identiek qua woordkeuze, zinsbouw, tot aan het lettertype toe. Een zin uit de brief die ons prikkelt, is de volgende: “voor de goede orde melden wij u dat ons bezwaar geenszins is gericht tegen de bewoners van de standplaatsen op de woonwagenlocatie”. Toch is de woonwagenlocatie aan de rand van de woonwijk Binnenbijster niet gewenst. Sterker nog: uitbreiding met maar liefst twee standplaatsen is voor de buurtbewoners niet acceptabel. Vanzelfsprekend zijn wij ter plaatse gaan kijken. Hoewel het slechts een subjectieve waarneming is, zijn wij op dit moment niet overtuigd van grote schade voor de buurt als het woonwagenkamp op de huidige locatie blijft. Zowel qua omgeving als qua verkeersveiligheid zien wij geen schade ontstaan. Zou de aanwezigheid van een woonwagenkamp tot extra overlast leiden, gelet op de bezwaren? De SGP ging het na. In een tijdspanne van vijf jaar zijn de volgende overlastmeldingen gedaan. In Waalwijk zijn in totaal 10.000 meldingen gedaan, in SprangCapelle 3.000 en in Waspik 1.500. Het aantal klachten dat gerelateerd kan worden aan bewoners van het woonwagenkamp in Waspik bedroeg 3. U mag zelf uw conclusies trekken. Op 18 september 2013 heeft overleg plaatsgevonden met bewoners over het woonwagenkamp in Waspik. Daar zijn geen feitelijke klachten besproken. Ik denk dat het goed is om dat ook te weten. Het is goed om ernaar te streven dat woonwagenbewoners integreren in de samenleving. Ze maken immers voluit deel van onze samenleving. Als wij vanavond besluiten om hen te verplaatsen naar het spoorwegemplacement, vrezen wij dat we een volstrekt verkeerd signaal aan de woonwagenbewoners afgeven. Dit is nog afgezien van de overige consequenties voor de woonwagenbewoners die vanuit een eigenaarspositie in een huurpositie vervallen. Meestal wordt juist het omgekeerde nagestreefd.
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
22
Er is nog veel meer over het onderwerp te zeggen. Wij hebben met bovenstaande onze voornaamste argumenten met u gedeeld, waarbij de financiën niet leidend zijn geweest. Als er vanavond geen nieuwe gezichtspunten bij komen, zullen wij het collegevoorstel steunen. De heer Van Hamond: Voorzitter, leden van de raad, college en overige aanwezigen. We spreken over een heroverweging van een besluit dat in 2004 is genomen. Het toenmalige voorstel werd geamendeerd en we hebben besloten om de locatie aan de Schoutstraat op te heffen en als alternatief het spoorwegemplacement te kiezen. Door de hogedrukgastransportleiding bij de spoorweg was er geen ruimte voor de realisatie. Als alternatief werd een nieuw te ontwikkelen bouwlocatie aan de Marijkelaan voorgesteld. De geschiedenis van de WSG kennen we. Als alternatief zou nu weer de locatie spoorwegemplacement, naast de brandweergarage, aan de orde zijn, omdat de gasdrukleiding geen belemmering meer zou vormen. Negen jaar later zijn de omstandigheden sterk veranderd. Er is sprake van een nieuwe alternatieve locatie en we constateren dat de huidige bewoners nadrukkelijk hebben aangegeven dat ze op de huidige locatie willen blijven wonen. Men is bereid om vanuit een eigendomssituatie naar een huursituatie van de woning over te gaan, en men zal alle procedures tot aan de Raad van State voeren om zijn recht veilig te stellen. Daarbij komt dat stichting Jade heeft aangegeven dat ze geen koopwoningen wil realiseren, maar alleen een financiële bijdrage van € 300.000 levert als er huurwoningen komen. Al met al ontstaat een patstelling. Doorzetten zonder financiële bijdrage van Jade betekent een forse financiële opgave voor de gemeente: het gaat om € 1 miljoen voor zes woonwagens. Los van het feit dat er in dit soort situaties vaak financiële tegenvallers voorkomen – ik wijs vooral op het juridische aspect en de mogelijke planschadeclaims op de nieuwe locatie – heeft Jade ook sterk de voorkeur voor het in stand houden en renoveren en het uitbreiden van de huidige locatie. Dat bevreemdt ons niet. Wij beseffen dat het een teleurstelling moet zijn voor degenen die hadden verwacht dat het woonwagenkamp verplaatst zou worden. We ontkomen er echter niet aan om na zo veel jaren opnieuw het algemene belang te toetsen aan de actuele situatie. Wij vinden de wijze van handhaven heel belangrijk, zowel van de openbare orde en de omgevingsfactoren, als van de veiligheidseisen op het kamp zelf. Hoe gaat de gemeente dit handhaven? Ik denk daarbij aan de afstanden in verband met brandveiligheid en de nutsvoorzieningen. Wordt hier bij de herinrichting voldoende rekening mee gehouden? Zijn hier dezelfde regels van toepassing voor gasopslag en de minimale onderlinge afstand als bijvoorbeeld bij Recron? Ik hoor graag hierop een antwoord. Op basis van de huidige inzichten en de gegevens is de keuze voor het handhaven van de huidige locatie voor ons maatschappelijk en financieel verantwoord. De heer Kuijten: Voorzitter. Het dossier woonwagenlocatie Waspik sleept al een jaar of 25 voort. Het is een hoofdpijndossier voor bewoners, raadsleden en omwonenden. In 2004 was het voornemen om de locatie aan de Schoutstraat met twee wagens uit te breiden. De omwonenden tekenden hiertegen bezwaar aan. Er waren 33 bezwaarschriften. De gemeenteraad vond in 2004 dat de bezwaren reëel en redelijk waren. In meerderheid heeft de raad besloten om niet over te gaan tot uitbreiding van het woonwagenkamp aan de Schoutstraat, maar het te verplaatsen. De argumenten voor verplaatsing zijn toen uitvoerig in de raad aan de orde geweest. Alle omwonenden zijn op verzoek van de raad persoonlijk geïnformeerd door de brief van 21 oktober 2004 over het besluit van de gemeenteraad. Het college sluit de brieven aan de 33 inwoners af met de zinsnede: “met het besluit van de gemeenteraad is onzes inziens volledig tegemoetgekomen aan uw bezwaren en wensen”. Met die kennis zijn de bezwaren door de omwonenden ingetrokken. Het college heeft daarna ieder jaar opnieuw, tot en met de begroting 2012 aan de raadsleden medegedeeld dat er hard gewerkt wordt aan de verplaatsing van het Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
23
woonwagenkamp aan de Schoutstraat. Al die jaren was er bij de omwonenden, de bewoners van het woonwagenkamp en de gemeenteraad geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de locatie toch zou worden gehandhaafd, zoals nu door het college wordt voorgesteld. Door nu het voorstel te doen om het woonwagenkamp aan de Schoutstraat te handhaven, doet u geweld aan onze beginselen van behoorlijk bestuur. Het vertrouwensbeginsel is namelijk in het geding. Onze burgers moeten er immers op kunnen vertrouwen dat besluiten en toezeggingen van de raad en het college worden nagekomen. Door ons raadsbesluit van 2004 zijn verwachtingen gewekt, die aanleiding kunnen zijn geweest tot het nemen van ingrijpende beslissingen in het privéleven van omwonenden. Ik vind dat wij daar niet aan voorbij mogen gaan. Wij moeten ons opstellen als een betrouwbare overheid. Wij moeten een overheid zijn waarvan je opaan kunt. Is het vertrouwensbeginsel dan heilig? Kan de gemeente haar beleid dan nooit meer aanpassen na zo veel jaren? Jazeker wel, maar dan moeten er fundamentele omstandigheden zijn die een wijziging van het besluit rechtvaardigen. De vraag is of dit aan de orde is. Er worden door het college twee motieven aangegeven die aanleiding kunnen zijn om het besluit van de raad te wijzigen. Het zijn overwegingen van financiële aard en de wens van bewoners die graag op de huidige locatie willen blijven. Deze laatste overweging wil ik niet bagatelliseren. Ik kan mij heel goed voorstellen dat de bewoners het goed naar hun zin hebben aan de Schoutstraat. Verhuizen valt dan zwaar. Als je ergens al jaren woont en je moet vertrekken, is dat niet eenvoudig. Dat begrijp ik heel goed. Dit geldt overigens niet alleen voor de bewoners op deze locatie, maar ook voor reguliere huisvesting. Bij sanering van woonwijken en straten is het gebruikelijk dat de bewoners moeten vertrekken. Helaas, maar het is niet anders. Opmerkelijk is dat je na de verhuizing vaak hoort dat het allemaal is meegevallen en dat de bewoners blij zijn dat ze de stap hebben gezet. Verhuizen naar een andere locatie dient daarom in alle opzichten zorgvuldig te gebeuren en vanzelfsprekend in samenspraak met de bewoners plaats te vinden. Ik kom op de financiële overweging om niet over te gaan tot verplaatsing. Het kan een belangrijk motief zijn. Over de financiële kant van de zaak, die aanleiding is geweest tot het niet-uitvoeren van het raadsbesluit, wil ik het volgende opmerken. Variant 1, het handhaven van de huidige locatie met uitbreiding van twee standplaatsen, kost € 644.000. Variant 2, het verplaatsen van de locatie, kost € 942.000. Bij variant 1 is de bijdrage van Slagenland € 264.000 en bij variant 2 € 300.000. De netto-kosten voor de gemeente voor variant 2 komen daarmee op € 642.000. Wij hebben voor de woonwagenlocatie reeds een bedrag geraamd van € 500.000. Dat is in de begroting opgenomen. Voor het verplaatsen van het woonwagenkamp, variant 2, resteert een bedrag van € 140.000 dat nog gedekt moet worden in de begroting. Het is gebruikelijk dat we dit afschrijven en dat we er kapitaallasten voor berekenen. Dat spreken we over slechts € 7.000 per jaar. Dat kan niet het doorslaggevende argument zijn om volstrekt af te wijken van het raadsbesluit uit 2004. Ik neem eveneens waar dat de financiële bijdrage van Slagenland beduidend hoger is bij het verplaatsen van het woonwagenkamp. Dat is merkwaardig. Zou het iets te maken hebben met het feit dat Slagenland in de nieuwe locatie meer heil ziet dan in het uitbreiden van de huidige locatie? Het verplaatsen is nagenoeg een financieel sluitend geheel. In de begroting van 2004 en de volgende jaren is er dekking voor. En wat krijgen we ervoor terug? Een mooie nieuwe locatie die aan de eisen van deze tijd voldoet en voor de komende 25 jaar prima dienst doet. Het duurzaamheidsaspect waarover we in dit huis graag spreken, is bij nieuwbouw eveneens verzekerd. Geld stoppen in de huidige locatie is naar onze mening geen goede besteding. De woonwagens staan bovenop elkaar, het is er veel te klein, er is geen eer aan te behalen. Over een paar jaar staan we voor dezelfde problemen. Kortom: ik kan geen Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
24
doorslaggevende argumenten bedenken om het besluit van de gemeenteraad van enige jaren terug, niet uit te voeren. De VVD-fractie blijft bij haar standpunt. Ik stel voor om over te gaan tot het verplaatsen van het woonwagenkamp aan de Schoutstraat naar het spoorwegemplacement. Het is een locatie die door het college bij het woonwagenbeleid geprezen is. Het spoorwegemplacement is een uitstekende locatie. Ik verwijs naar de nota woonwagenbeleid, pagina 19-20. De VVD-fractie dient een amendement in dat medeondertekend is door de PvdA-fractie. Ik moet eerlijkheidshalve melden dat de VVD-fractie enigszins verdeeld is. AMENDEMENT 2 De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 30 januari 2014 Onderwerp: Woonwagencentrum Waspik, tevens herijking project ‘6 locaties Waspik’ en exploitatieopzet spoorwegemplacement t.b.v. uitrijpost Brandweer, beide in Waspik De Raad, Gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en wethouders, Constaterende dat: - de raad in 2004 het Woonwagenbeleid voor de gehele gemeente heeft vastgesteld; - naar aanleiding van inspraak en bezwaarmakers tegen de locatie Schoutstraat te Waspik de raad bij amendement zich toen reeds heeft uitgesproken voor verplaatsing van de woonwagenlocatie van de Schoutstraat naar het Halve Zolenpad; - de raad hiervoor, op verzoek van het college, een bedrag van € 500.000 heeft opgenomen in de begroting 2013 (Kadernota 2012); - de vele bezwaarmakers in de omgeving van de Schoutstraat door het college daarna allen persoonlijk bij brief van 21 oktober 2004 op de hoogte gebracht zijn van het feit dat de raad heeft besloten tot verplaatsing van de locatie aan de Schoutstraat; - naar aanleiding daarvan de bezwaren zijn ingetrokken en de gemeente bij de omwonenden verwachtingen heeft gewekt over de verplaatsing; - het college de afgelopen jaren elk jaar bij de behandeling van begroting en jaarrekening meedeelt dat hard gewerkt wordt aan de verplaatsing van de locatie; - het college nu voorstelt niet over te gaan tot uitvoering van het amendement tot verplaatsing van de locatie om financiële redenen en het feit dat Slagenland (Jade) zich terugtrekt. Overwegende dat: - bij nadere beschouwing het financieel motief geen doorslaggevende rol kan zijn omdat: a. de totale kosten voor verplaatsing € 940.000 bedragen; b. Jade € 300.000 bijdraagt; c. de raad reeds een reserve van € 500.000 beschikbaar heeft gesteld voor verplaatsing; d. er een nog te dekken tekort van € 140.000 euro resteert; e. op basis van afschrijven en rente het jaarlijks nog te dekken bedrag afgerond € 7.000 is; f. dit in deze kwestie een te verwaarlozen bedrag is; - volgens de memo van het college d.d. 22-11-13 Jade/Slagenland aangegeven heeft zich niet terug te trekken en zelfs bereid is bij de nieuwe locatie financieel meer bij te dragen dan bij handhaving van de huidige locatie; - de nieuwe locatie een groot aantal voordelen biedt, namelijk: a. op het gebied van duurzaamheid; Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
25
b. het oplossen van het ruimtelijk en verkeerstechnisch probleem aan de Schoutstraat/uitwegen Binnenbijster; c. het vertrouwen in de gemeente bij de omwonenden/bezwaarmakers niet aangetast wordt vanuit het vertrouwensbeginsel; - bij een eventuele verplaatsing grote aandacht moet zijn voor een in alle opzichten zorgvuldige benadering van de woonwagenbewoners. Besluit: Het dictum van het besluit als volgt te wijzigen: 1. het eerder door de raad in 2004 genomen besluit betreffende het verplaatsen van de woonwagenlocatie naar het spoorwegemplacement in Waspik te handhaven; 2. deze variant, in het voorstel genoemd variant 2 (de nieuwbouw met vijf standplaatsen/vijf huurwoonwagens) in overleg met de woonwagenbewoners en Jade/Nijbod verder uit te werken. De voorzitter: Het amendement is ondertekend door de fracties van VVD en PvdA. Mevrouw Ruygt: Ik heb een korte vraag aan de heer Kuijten. U zegt dat in 2004 het voorstel is aangenomen. Het is nu 2014. Heeft de raad in de tussentijd zitten slapen en het onderwerp niet eerder geagendeerd? Dat vind ik ook een voorbeeld van onbehoorlijk bestuur. De heer Kuijten: In 2004 heeft de raad in meerderheid besloten om te gaan zoeken naar een andere locatie voor het woonwagenkamp. De raad heeft het college deze zoektocht opgedragen. Dat heeft rijkelijk lang geduurd. Ieder jaar heeft onze fractie aan de verantwoordelijke wethouders gevraagd wat de stand van zaken was. Telkens kregen wij, zowel bij de begroting als bij de jaarrekening, te horen dat er hard aan gewerkt werd. Wij hadden het volste vertrouwen dat het rond zou komen. Dat het veel te lang geduurd heeft, ben ik volstrekt met u eens. Dat had nooit mogen gebeuren. Mevrouw Ruygt: U nam er dus tien jaar genoegen mee? De heer Van Hamond: Ik heb aandachtig geluisterd naar uw betoog, mijnheer Kuijten. Ik kreeg het idee dat het vooral een preek voor eigen parochie was. De heer Kuijten: Wat bedoelt u met ‘parochie’? De heer Van Hamond: Ik bedoel de omgeving waarin u zelf woont en waar u ook veel aanspraak hebt. Ik begrijp het allemaal heel goed, maar ik wil het volgende vragen. U hebt er heel veel werk van gemaakt. Dat respecteer ik. Er komen nieuwe omstandigheden. In eerste instantie zou in de Marijkelaan gebouwd worden. Daar sprak men over ‘bouwen’. Daar versta ik onder dat er vijf of zes gelijkwaardige bungalows zouden komen, conform de uitvoering op landgoed Driessen. Nu praten we na tien jaar over het plaatsen van chalets met wielen eronder. Het is een heel andere omstandigheid. U hebt het steeds over de bewoners van de Schoutstraat, maar wat denkt u van de bewoners die tegenover de nieuwe brandweerlocatie wonen? Zij komen misschien wel met dezelfde bezwaren. Wat denkt u van de planschade en de juridische aspecten? U praat erover alsof we er zijn met € 150.000 of € 160.000. Hebt u erover nagedacht dat het bedrag vele malen hoger kan worden? Er zijn voldoende voorbeelden in Maastricht en Eindhoven. De heer Kuijten: De heer Van Hamond stelt een aantal vragen. Ik begin met de laatste. De bedragen zullen naar zijn mening waarschijnlijk hoger uitvallen dan nu is opgegeven. Ik kan daarbij het volgende melden. Aan het handhaven van de locatie en het verplaatsen ervan liggen kostprijsberekeningen ten grondslag. Ik heb in een overleg met wethouder Van Dongen en drie deskundigen van de gemeente, drie keer aan hen gevraagd Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
26
of de cijfers kloppen en of men overal goed bij stilgestaan heeft: bij planschade, schadeloosstellingen enzovoorts. Drie keer was het antwoord dat dit de juiste cijfers zijn. Ik ga daarvan uit. Ik ga niet speculeren, maar ik ga uit van de informatie die ik krijg. U hebt het over de omwonenden bij het spoorwegemplacement. U noemt een aantal locaties alsof er gezigzagd is. Ik heb hier de beleidsnotitie van 2004 Woonwagenbeleid. Hierin staat heel precies vermeld dat het voormalige spoorwegemplacement Waspik een heel goede locatie is. Ik zou er graag een paar zinnen uit willen voorlezen. “Hier is sprake van een duidelijke kernrandzone. De locatie kan ontsloten worden vanaf de entree van het spoorwegemplacement. Tussen het voetpad en het voormalige spoorwegemplacement is een forse groenstrook aanwezig, een strook met sloot en talud van naar schatting twee meter. De woningen aan de zuidzijde van de Margrietlaan kijken daar nu op uit. Het realiseren van een standplaats aan de zuidzijde van het talud leidt nauwelijks tot een aantasting van het uitzicht en het leefgenot”. Ik wil maar zeggen dat het spoorwegemplacement wel degelijk aan de orde is geweest en dat er wel degelijk is gekeken of dit aan de voorwaarden voldoet. De heer Van Hamond noemde ook de schadeclaims die wellicht vanuit de Margrietlaan zouden komen. U hebt zojuist van mij gehoord dat die wel zullen meevallen. Maar wat denkt u van de 33 omwonenden, aan wie in strijd met het vertrouwensbeginsel toezeggingen zijn gedaan? Wat denkt u dat daar voor schadeclaims uit zouden kunnen voortvloeien? De heer Van Hamond: Er is een bestaande situatie met mensen die er al jaren wonen. Er is ook al jaren een woonwagenkampje. Daar hoef je weinig planschade te verwachten. Ik wil ook reageren op de situatie van de brandweerkazerne. De nieuwe brandweerkazerne staat aan de Margrietlaan. Ik weet zeker dat u daar bent gaan kijken. Dan weet u dat de dijk daar geen twee meter hoog is. Als daar chaletjes komen in plaats van bungalows, is er sprake van een heel andere omstandigheid. De veranderde situatie heeft wel degelijk invloed. In 2004 spraken we nog over de Marijkelaan. Er is een nieuwe situatie ontstaan aan de Margrietlaan, dus die mensen kunnen allemaal een planschadevergoeding indienen. Je zou er maar tegenover wonen, op 50 of 60 meter afstand. U hebt er geen enkel benul van of deze mensen ooit benaderd zijn en wat de problemen daar kunnen zijn. U loopt al zo veel jaren mee in de raad en u weet heel goed dat er planschades kunnen komen en wat de juridische kwesties zijn. Dat het college dit nu nog niet kan inschatten, begrijp ik. Maar je kunt erop wachten, want de kranten staan er vol van. De voorzitter: De argumentatie is voldoende uitgewisseld. Ik geef het woord aan mevrouw Odabasi. Mevrouw Odabasi: Ik zou bijna een vraag van de heer Van Well bij het vorige agendapunt willen herhalen. Uw fractie neemt deel aan het college. Begrijp ik hieruit dat het een niet voldragen collegevoorstel is? U hebt immers een wethouder in het college. De heer Van Well: Dat is juist. De VVD-fractie heeft een eigenstandige opvatting in dit soort zaken. Het gaat nu over het uitvoeren van een raadsbesluit uit 2004. Wij mogen daar commentaar op hebben, als de fractie vindt dat het niet uitgevoerd moet worden. Ik probeer te bepleiten dat het besluit uit 2004 een heel kordaat en juist besluit is geweest. Mevrouw Odabasi: Dat begrijp ik, maar het is wel bijzonder dat u bij een ander voorstel een ander standpunt inneemt als fractie. De heer Van Well: U zult mij niet op consistentie kunnen betrappen. De heer Broekmans: Voorzitter, college, raadsleden en de vele aanwezigen. Om het dossier Woonwagencentrum Waspik te behandelen, ontkom je er niet aan om in de geschiedenis te duiken. In de vorige eeuw, in 1985, is het woonwagencentrum gerealiseerd Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
27
in de Schoutstraat. De meeste woningen in de naaste omgeving van de locatie, zijn erna gebouwd. In 2004 is het beleidsplan Woonwagenzaken vastgesteld. Een meerderheid van de raad heeft toen via een amendement besloten om de woonwagenlocatie aan de Schoutstraat op te heffen. Alleen het CDA was er toen al op tegen. Tien jaar later blijkt het een verkeerd besluit te zijn. Sinds 2008 is de locatie spoorwegemplacement bij de Margrietlaan in beeld gekomen. Toen is het begonnen. Men zocht samenhang met andere Waspikse ontwikkelingen. Laten we WSG niet vergeten, er was een gasleiding waar niet bij in de buurt gebouwd mocht worden, er kwamen bezwaren van buurtbewoners, en advies van het Platform Waspik. Als klap op de vuurpijl gaf stichting Jade in 2013 aan dat ze vanwege economische problemen niet meer wilde of kon investeren in een onrendabele nieuwe locatie. Dit betekent bij verplaatsing dat de gemeente het overgrote deel voor haar rekening moet nemen. Het gaat om ongeveer 1 miljoen euro. Gelukkig is het college met een nieuw voorstel gekomen. Dat is variant 1 geworden, het in stand houden van de huidige plaats. De locatie wordt gerenoveerd en uitgebreid met maximaal twee woonwagens. Het CDA is voor dit voorstel en ik zal uitleggen waarom. Het niet-uitvoeren van het amendement uit 2004 betekent geen onbetrouwbare overheid, maar eerder krachtig bestuur dat weet om te gaan met andere tijden en inzichten en dat fouten durft te herstellen. 25 jaar lang zijn er bij de gemeente nauwelijks klachten binnengekomen over de woonwagenlocatie. We hebben van de heer Tiemstra gehoord dat het om drie klachten ging. De mogelijkheden tot uitbreiding met slechts twee woonwagens zijn daar ruimschoots aanwezig. In het voorstel staat dat de nieuwe locatie de gemeente ruim € 300.000 meer kost dan de renovatie. Hierbij is men ervan uitgegaan dat Slagenland maximaal € 300.000 bijdraagt. Dat doet de corporatie alleen op voorwaarde dat er vijf huurlocaties komen. De bestaande woonwagens zijn echter eigendom. De bewoners willen gewoon hun eigendom behouden, en terecht. Ik weet zeker dat ze daar alle recht toe hebben. Met andere woorden: Slagenland gaat niets bijdragen, want de gemeente kan niet aan de voorwaarde voldoen. Het bedrag van € 300.000 komt gewoon bij de kosten voor de gemeente, waarmee ze al op € 600.000 komen. Bij een verplaatsing creëert de gemeente drie of vier bouwlocaties. Die worden bijgeschreven in de lange rij van bouwlocaties die we al hebben en die onverkoopbaar zijn. Dat kan altijd natuurlijk. Het betekent dat het negatieve resultaat van het grondbedrijf met een paar ton toeneemt. Maar het moet wel allemaal uit dezelfde pot komen, of het nu van links of rechts komt, de gemeente Waalwijk moet betalen. Zo gaan we dus van € 600.000 naar ruim € 800.000. Alles bij elkaar kijk ik niet op een ton, maar ik denk dat we ongeveer € 900.000 meerkosten moeten rekenen als we naar een nieuwe locatie gaan. Dat is onverantwoord in deze tijd. U lacht erbij, mijnheer Kuijten, maar we krijgen alleen maar tegenvallers. € 900.000 is echt niet overdreven. Het CDA is voor renovatie van de huidige locatie. Wel zou ik aan de wethouder willen vragen om variant 2 samen met stichting Jade snel uit te voeren en te proberen om de uitbreiding met twee woonwagens uit te voeren op het huidige terrein. Dit voorkomt een lange procedure van bestemmingsplanwijziging. Stel je voor dat het nog tien jaar gaat duren, dan moeten we misschien weer een andere beslissing nemen. Als dit niet mogelijk is, is een kleine uitbreiding aan de oostzijde van de locatie mogelijk, zodat de bewoners in de omgeving zo min mogelijk belemmerd worden in hun prachtige landelijke uitzicht. Dat is in eerste instantie het pleidooi van het CDA. Mevrouw Ruygt: Voorzitter. De cijfers zijn me al om de oren gevlogen. De een zegt dit, de ander zegt dat. Wij gaan zeker niet in op cijfers. Onze stelregel is dat mensen boven regels gaan. Wij hebben in gesprekken met omwonenden geen overtuigende argumenten tot verplaatsing gehoord. Alleen werd steeds herhaald: beloofd is beloofd. Dat geldt niet voor ons om te gaan verplaatsen. Als in het verre verleden een belofte is gedaan en deze is niet uitgevoerd, hebben we allemaal zitten slapen. Het onderwerp had veel eerder op Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
28
de agenda moeten komen. Dat hadden de raadsleden ook zelf kunnen doen, dus wij hadden het kunnen doen en we kunnen het onszelf aanrekenen. Nu hebben de mensen hun eigen huizen. Bij verplaatsing moeten ze naar sociale woningen verhuizen. Wij vinden dit bizar. De mensen hebben een eigen huis, zonder kosten. Ze mogen nog wel in de sociale woningbouw zitten, voor € 500 per maand. Moet u zich eens voorstellen dat u een huis hebt. Dat moet plat en de gemeente biedt aan dat u een huis van haar krijgt, maar er wel huur voor moet betalen. Wat ons betreft moet dit wijkje blijven staan waar het staat. De heer Simon: Ik heb een vraag aan u, mevrouw Ruygt. U praat ineens over sociale woningbouw. Volgens mij haalt u op dat moment de eigenheid van een woonwagenlocatie onderuit. Ik denk dat het altijd iets moet zijn wat mobiel is. Of je de wagens ooit wegtrekt, is een tweede, maar ze moeten in principe mobiel zijn. Er wordt niet gesproken over sociale woningbouw, maar over standplaatsen. Inhoudelijk weten we er verder nog niets van. Mijn tweede vraag is de volgende. Tot een jaar geleden waren we ervan overtuigd dat het amendement toentertijd in uitvoering was. De VVD geeft aan dat ze er herhaaldelijk bij de behandeling van de jaarrekening en de begroting naar heeft gevraagd. Het antwoord was telkens dat alles goed verliep. Waar is de mening op gebaseerd dat de raad het eerder op de agenda had moeten zetten, terwijl er niemand wantrouwen had, noch richting wethouder Heuverling, noch richting wethouder Van Dongen? Niemand had een reden om aan te nemen dat er iets verkeerd ging. We moeten de wethouder toch kunnen vertrouwen als hij uitspraken doet over de uitvoering? Wat is uw standpunt daarin? U verwijt ons immers iets, maar ik denk dat u niet weet waar u het over hebt. Mevrouw Ruygt: Ik ben blij dat u mij daarop wijst. Om te beginnen noem ik het woningen. Natuurlijk zijn het wagens, zal ik ze dan sociale wagens noemen? Ik weet niet wat ik me daar bij voor moet stellen. Daarom heb ik het sociale woningen genoemd. Vervolgens zegt u dat ik niet weet waar ik het over heb. Als ik van mensen hoor dat dit onderwerp al tien jaar speelt, dan vraag ik me af waarom dat tien jaar moet duren. Moeten we die mensen tien jaar in het ongewisse laten? De mensen die eromheen wonen en de mensen in de woonwagenwijk? Ik vind het bizar om het tien jaar te laten voortduren. De heer Simon: Oké, u bent een nieuwe fractie en wij lopen met oogkleppen op. Maar waarom hebt u de afgelopen drie jaar nooit een vraag gesteld over de woonwagenlocatie? Waarom hebt u nooit een inhoudelijke vraag gesteld over het soort wagens, het soort woningen of de plannen. U verwijt ons nu dat wij de portefeuillehouder hebben vertrouwd? Dat vind ik knap. Daarom heb ik op uw opmerking dat wij allemaal zaten te falen, gezegd dat ik er nog wel een paar weet. Daarvan heb ik gezegd dat we er niets van weten. Mevrouw Ruygt: Ik heb niet gezegd dat u zit te falen, ik heb gezegd dat we misschien met zijn allen hebben zitten slapen. De heer Kuijten: Mevrouw Ruygt neemt zware termen in haar mond, zoals bizar. De huidige locatie aan de Schoutstraat wordt uitgebreid met twee plaatsen. Worden die eigendom van de bewoners? Mevrouw Ruygt: Het is de bedoeling dat dit eigen wagens worden. De heer Kuijten: Dan moet ik u teleurstellen. U moet het dossier beter lezen. Het worden namelijk twee huurwoningen, zoals wij er graag vijf zouden willen hebben op de andere locatie. U krijgt straks een bestaande locatie waarvan drie woningen in eigendom Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
29
zijn en twee worden gehuurd. U krijgt straks twee verschillende regimes. Vindt u dat fijn en ordentelijk? Mevrouw Ruygt: Ik vind het onplezierig, maar als mensen daar nieuw in komen te wonen, zij het zo. Ik heb alleen gezegd dat de mensen die nu een woning in eigendom hebben en moeten verhuizen naar de nieuwe locatie, een huurwoning krijgen. Dat vind ik bizar. De heer Smits: De heer Kuijten was er destijds bij, toen wij in de gemeente Waspik het besluit moesten nemen over het woonwagenkamp. In 1985 was het eerste voorstel dat het bij het Middelhuis zou komen, aan ’t Vaartje. Dat is afgewezen door de toenmalige stichting die de belangen van de mensen op de woonwagenlocatie behartigde. Het was namelijk niet genoeg in het centrum. Het moest in het centrum van Waspik komen. Het is nu aan de rand van de woonwijk Binnenbijster geplaatst, aan de noordzijde, waarna later de woningen zijn toegevoegd en aan de noordzijde zelfs de grond door de gemeente Waspik voordelig is aangeboden, zodat er mensen wilden komen wonen. Vervolgens is er eigen woningbouw en eigen grondbezit ontstaan. Nu wilt u de woonwagens verplaatsen uit het centrum in de hoek bij de brandweerkazerne, achter een mooie groene haag. Ik vind het afschuwelijk dat u hiermee komt. Wij waren in 2004 niet voor, u hebt de woorden van de heer Broekmans goed kunnen horen. Zijn argumentatie is in principe de enige juiste die er is. De voorzitter: Mijnheer Smits, u bent de tweede woordvoerder van uw fractie in eerste termijn. U mag korte vragen stellen naar aanleiding van de betogen of een kleine interruptie plegen, maar u gaat het debat aan. Dat mag u in tweede termijn doen. De heer Smits: U hebt helemaal gelijk, voorzitter, maar ik wilde het even kwijt en dat is gelukt. De voorzitter: Dan heeft u uw tweede termijn alvast gehad. Mevrouw Odabasi: Voorzitter, college, raadscollega’s en belangstellenden op de publieke tribune. Mijn eerste raadsperiode mag ik afsluiten met een voorstel waar de afgelopen jaren veel over te doen is geweest. Toezeggingen, raadsbesluiten, wijzigingen, gesprekken met bewoners, we hebben het allemaal gehad. Helaas is de onduidelijkheid daarmee niet opgelost. Wat onze fractie betreft zetten wij vanavond een punt achter dit onderwerp, zodat iedereen weet waar hij aan toe is. GroenLinksaf is in het verleden altijd tegen het verplaatsen van de woonwagenlocatie aan de Schoutstraat geweest. Wij hebben in 2004 tegen het amendement gestemd. Het spreekt voor zich dat woonwagenbewoners binnen onze gemeente recht hebben op een woonvoorziening zoals zij die graag willen inrichten. In het verleden hebben wij in het kader van de vijf of zes locaties Waspik voor verplaatsing van het kamp gestemd, omdat wij dat zagen als onlosmakelijk verbonden met de andere verplaatsingen binnen de kern Waspik. Door veranderde economische omstandigheden is de integrale aanpak van de zes locaties in Waspik onder druk komen te staan en is een deel van de plannen niet meer haalbaar. Het college is nu met het voorliggende voorstel gekomen en heeft als argument aangegeven dat het voor handhaving van de huidige locatie is op basis van de financiële afweging. Wij zetten daar onze vraagtekens bij. Wij hebben het gevoel dat er meer speelt en dat niet-genoemde argumenten een rol spelen in het standpunt van het college. Daarom laten wij het voorstel, inclusief het argument van het college, voor wat het is en hebben wij ons standpunt bepaald op basis van onze eigen argumenten. Wat GroenLinksaf betreft moet er nu voor de hele Waspikse gemeenschap duidelijkheid komen over de woonwagenlocatie. Er moet rust komen over dit onderwerp, zodat iedereen de situatie kan accepteren zoals zij is. Jarenlang hebben de woonwagenbewoners en Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
30
omwonenden moeten wachten op duidelijk beleid. Laten we die duidelijkheid nu bieden. GroenLinksaf ziet geen reden tot verplaatsing van het woonwagenkamp. De noodzaak tot uitbreiding is groot. Wat wij zelf niet willen dat ons overkomt, willen wij ook een ander niet aandoen. Iedereen heeft recht op zekerheid en op fatsoenlijke leefomstandigheden. Door de uitbreiding krijgen de kinderen van de bewoners de volwaardige woonruimte waar zij recht op hebben. Concreet zijn onze argumenten de volgende. Er is geen sprake van overlast door de bewoners. De bezwaren van omwonenden zijn gedeeltelijk gebaseerd op de verkeersveiligheid. Dat probleem kan ook op andere wijzen opgelost worden. Daarvoor hoef je mensen niet uit hun vertrouwde omgeving te halen. Er is zeker behoefte aan uitbreiding. De situatie van de dochter van een van de bewoners kan schrijnend genoemd worden. De bewoners zijn gelukkig op de huidige locatie en hebben geen behoefte aan verhuizing, laat staan dat ze er de voorkeur aan geven. Ons standpunt is niet gebaseerd op de financiën, maar meer op de menselijke aspecten. Wij kijken graag verder dan alleen naar de cijfers. Wij steunen het collegevoorstel niet, maar zijn wel voor handhaving van de huidige locatie. De heer Simon: De fractie van de Partij van de Arbeid heeft op geen enkel moment gesproken over problemen van overlast. Als u uitgaat van uw eigen gegevens, moet het eerste gegeven u wel in de oren klinken. Sinds 2004 was er namelijk rust in de raad en in Waspik, omdat de nieuwe locatie bekend was. Er is pas onrust gekomen, doordat de portefeuillehouder sinds een maand of twee, drie een enorme ommezwaai heeft gemaakt. Daarmee heeft hij onrust en verwachtingen gecreëerd in de kern Waspik, terwijl de mensen al lang wisten waar de verplaatsing naar toe zou gaan. De bewoners van het woonwagenkamp waren ermee bekend dat zij zouden gaan verhuizen. Er zal hoogstwaarschijnlijk al gesproken zijn over een financiële vergoeding of iets dergelijks. Door in één keer een ommezwaai te maken, is onrust ontstaan. Hoe denkt u daar over? Mevrouw Odabasi: Ik denk niet dat dit een vraag aan mij is. Deze vraag moet u aan de wethouder stellen. De heer Simon: Dat is een knappe, want ik heb u horen zeggen dat er met dit besluit eindelijk rust komt. Mevrouw Odabasi: Daarmee doel ik op het feit dat er eindelijk een beslissing wordt genomen. De mensen zijn jarenlang aan het lijntje gehouden. Nu komt er duidelijkheid. De heer Simon: De beslissing is in 2004 genomen. Toen was er rust. Mevrouw Odabasi: Mijnheer Simon, stelt u deze vraag maar aan de wethouder. De voorzitter: Ik geef het woord aan wethouder Van Dongen en constateer dat de heer Van Tuyl de vergadering heeft verlaten vanwege privéomstandigheden. Beantwoording college Wethouder Van Dongen: Voorzitter. Een aantal raadsleden heeft een blik geworpen op de historie van het dossier Woonwagencentrum. Natuurlijk moet je ook altijd de actualiteit bezien in de context van de geschiedenis. In gemeenteraad van de toenmalige gemeente Waspik is in 1984 discussie gevoerd over de locatie voor het woonwagencentrum. In 2004 heeft de raad de visie op het woonwagenbeleid besproken en een amendement aangenomen om, anders dan het college voorstelde, te kiezen voor opheffing van het centrum aan de Schoutstraat en te werken aan een verplaatsing van het woonwagencentrum naar het spoorwegemplacement. Het is nu tien jaar later. Het college legt nu aan de raad de vraag voor of er wellicht aanleiding zou zijn om het toenmalige besluit te heroverwegen. Wij vonden het verantwoord en gewenst Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
31
om de raad te wijzen op een aantal nieuwe feiten, omstandigheden en inzichten. Het is vervolgens aan de raad om te bepalen of het besluit wordt heroverwogen. Wat heeft het college gedaan? Vanaf 2004 is de verplaatsing meegenomen in de planontwikkeling, als onderdeel van de carrousel van de locaties in Waspik. Door enkelen van u is gezegd dat het nooit een verstandige keuze is geweest om meerdere projecten aan elkaar te koppelen. Als je ervan uitgaat dat het allemaal letterlijk moet worden uitgevoerd, klopt dat. Je maakt echter een plan en daarin moet je altijd een zekere flexibiliteit inbouwen en rekening houden met nieuwe feiten en omstandigheden. In dat geval is het niet verkeerd om een kader te hebben waarlangs je de meetlat legt van de actualiteit. Vanaf 2013 is in de begroting een bedrag van € 500.000 opgenomen voor de verplaatsing van het woonwagencentrum en werkt het college aan de realisering. Begin 2013 kreeg het college informatie van Slagenland die altijd volledig wilde participeren in de ontwikkeling van een nieuw woonwagencentrum, dat circa 1 miljoen euro kostte. De kosten zouden gelijk gedeeld worden over de twee partijen. In 2013 zei Slagenland dat een nieuwe financiële situatie was ontstaan, door de plannen voor de verhuurderheffing van minister Blok. De corporaties Casade en Slagenland hebben daardoor hun investeringscapaciteit fors moeten terugbrengen. Slagenland vond een investering van € 550.000 voor vijf of zes woonwagens niet verantwoord ten opzichte van de gehele taak om te zorgen voor sociale woningen. De onrendabele top van € 100.000 gaat ver boven het normale financiële draagvlak van de corporatie uit. Dat was een nieuw gegeven. Doordat Slagenland zich terugtrok, zou het gehele investeringsbudget op de gemeente terechtkomen. Slagenland bood aan om mee te denken over een goedkopere variant. Dit werd het uitbreiden van de bestaande locatie met twee standplaatsen. Wij hebben vervolgens beide locaties in beeld gebracht en de financiële consequenties aangegeven. In het voorstel van november 2013 stellen wij dat variant 1, uitbreiding van de huidige locatie met twee standplaatsen, aanmerkelijk goedkoper is dan variant 2. Het gaat om een verschil van ongeveer € 300.000 als je ook de grondexploitaties meerekent. Je kunt zeggen dat het slechts financiële overwegingen zijn en dat deze niet relevant genoeg zijn om de raad mee lastig te vallen. Wij vinden dat we dat wel moeten doen. De bijdrage van de gemeente zou hoger worden dan de eerder geraamde € 500.000, waardoor het college sowieso extra krediet zou moeten aanvragen bij de raad. Dat geldt ook voor de grondexploitatie van de locaties. We zitten al op een tekort van € 130.000 op de vijf locaties. Dat tekort zou bij totale nieuwbouw verder oplopen. Ook daarmee zouden we verder weglopen van het uitgangspunt van de raad om budgetneutraal te blijven. Voor ons waren dat voldoende redenen om het besluit opnieuw aan de raad voor te leggen. De raad kan vervolgens besluiten dat we moeten vasthouden aan het besluit van 2004, of dat hij op grond van een aantal nieuwe omstandigheden een pas op de plaats maakt en nog eens goed nadenkt over een aantal zaken. De raad zou kunnen oordelen dat het nog niet zo gek is om de eenvoudigste oplossing, uitbreiding van de huidige locatie, te kiezen. Daarnaast is er nog een aantal andere overwegingen die meegenomen mogen worden. Zo is de uitgesproken voorkeur van bewoners van het woonwagencentrum niet onbelangrijk. In 2004 is er ook over nagedacht en gespeculeerd. Toen was nog wat onduidelijk wat de bewoners wilden. Inmiddels zijn zij heel stellig en hebben zij uitdrukkelijke voorkeur voor het handhaven van de bestaande situatie, in eigen chalets of woonwagens en met een uitbreiding van twee standplaatsen. Dat zouden dan huurchalets worden en dat wordt geaccepteerd. Een ander punt dat ik niet wil negeren, is het feit dat het amendement uit 2004 nogal ingegeven werd door vermeende overlast, hinder en privacy vanuit de omgeving. Een aantal van u heeft al opgemerkt dat de belasting de afgelopen jaren minimaal is geweest. Het aantal meldingen is zeer gering te noemen en ook in gesprekken die zijn geNotulen raadsvergadering 30 januari 2014
32
voerd op inspraakavonden, bleek dat er geen concrete voorbeelden zijn van ernstige overlast. Overlast werd in 2004 echter wel als argument gebruikt om te kiezen voor een totale verplaatsing. Hier zou men nu dus met iets andere ogen naar kunnen kijken. Een ander financieel punt – de heer Broekmans gaf het ook aan – is dat we bij de grondexploitatie uitgingen van de opbrengst door de herontwikkelingskavels van het huidige centrum van ongeveer € 400.000. Dat was destijds een aardige aanname, maar als je kijkt naar de gehanteerde grondprijs en de verkoopbaarheid, is het op zijn minst duidelijk dat dit bedrag niet eenvoudig haalbaar is. Het zou een hele opgave betekenen om deze middelen binnen te halen. Ook is het punt genoemd dat bewoners nu de zaak in eigendom hebben. Bij totale verplaatsing zouden zij gedwongen moeten meegaan naar een huursituatie. Dat willen ze niet. Ze hechten aan een eigen woning. Wellicht kan de gemeente met juridische middelen toch het een en ander forceren en doorzetten, maar ik voorspel veel juridische en sociale narigheid als je vasthoudt aan de totale verplaatsing. De heer Simon: Ik heb in mijn betoog gevraagd of de koopwoonwagens niet gewoon verplaatst kunnen worden. Uiteindelijk praten we dan over twee huurwagens op de huidige locatie, waarvoor we een stevig bedrag betalen. We hebben dan een minimale uitbreidingsmogelijkheid. Consequent wordt er gesproken over vijf huurwagens of – woningen op de nieuwe locatie. In feite moet je zeggen: gelijke monniken, gelijke kappen. Als je de berekening maakt voor de Schoutstraat en voor een mogelijke nieuwe locatie, moet je dezelfde gegevens vergelijken. Ik vraag u nu of de huidige koopwagens verplaatst kunnen worden naar de nieuwe locatie, zodat we in feite weer spreken over drie nieuwe huurwagens. Wethouder Van Dongen: Technisch-bouwkundig wordt dat lastig, gezien de huidige staat van de objecten. Veel belangrijker is dat Slagenland alleen een huursituatie wil. Als dat niet gebeurt, trekt de corporatie haar financiële bijdrage in. Dat betekent dat de totale kosten voor de nieuwbouw voor rekening van de gemeente komen. Dat gaat om het bedrag van 1 miljoen euro. De heer Simon: Als Slagenland of Jade alleen geïnteresseerd is in huur, maakt dat het verhaal om op de huidige locatie te blijven nog onlogischer, omdat ze op een nieuwe locatie kans heeft op meer huurwagens. Slagenland/Jade heeft meer inkomen, verdeeld over vijf wagens wat haar belang direct dient, terwijl ze nu praat over twee huurwagens. Wethouder Van Dongen: Dat klopt. Dat is exact de reden dat Slagenland in een nieuwe situatie met vijf huurwagens bereid is om meer te investeren dan € 250.000 voor twee huurwagens. Uit de koopwagens heeft de corporatie namelijk geen inkomsten. De heer Simon: Dan concludeer ik dat Slagenland en Jade helemaal geen zin hebben om erin betrokken te worden, maar in de bestaande situatie de koe melken en er verder niet naar omzien. Nu weten we waar de knoop zit. De heer Kuijten: De woonwagenlocaties vallen sinds een groot aantal jaren gewoon onder de Woningwet en worden gelijkgesteld aan sociale huurwoningen. Daar is niets op tegen, zolang wij huurwoonwagens neerzetten. Het is dan toch heel gebruikelijk dat wij als overheid huur vragen aan de bewoners? Is dat in uw opgave ingecalculeerd? Daarnaast krijgen de bewoners in goed overleg een schadeloosstelling voor de eigendommen die zij achterlaten. Daar kunnen we over praten en je kunt ze laten taxeren. Financiële offers worden van die zijde niet neergelegd. De mensen gaan gewoon huur betalen, zoals iedere bewoner van een sociale huurwoning. Als de huur voor sociale woningen niet binnenkomt, gaat de deurwaarder langs. Zo simpel is het in ons land geregeld.
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
33
Wethouder Van Dongen: Het is goed om dat even aan te geven. Ik weet dat het vaak niet zo goed begrepen wordt. Als er vijf nieuwe huurwagens worden gebouwd, mag je ervan uitgaan dat er gedurende 20, 30 jaar huur betaald wordt. Maar zelfs als de huur van circa € 550 per maand tijdig wordt betaald, leert de bedrijfswaardeberekening van het project dat er een tekort is van ruim € 900.000. Dat is het bedrag dat we verdelen tussen de gemeente en Slagenland. De heer Kuijten: Daarom hebben wij het bedrag uitgerekend waarbij alles is inbegrepen: de schadeloosstelling, de aanleg van nutsvoorzieningen, groenvoorziening. Alles is inbegrepen in het bedrag van € 940.000. We hebben vervolgens € 500.000 in de begroting opgenomen. Daar is dekking voor. Alle mensen betalen ozb voor dit budget. We krijgen € 300.000 van Slagenland. Dan resteert er nog € 140.000. Zoals gebruikelijk gaan wij dit bedrag afschrijven. We voegen er rente aan toe, waardoor de jaarlasten op € 7.000 uitkomen. Daar gaat het nu over. Klopt dat? Wethouder Van Dongen: De totale verplaatsing komt op € 640.000 voor de gemeente. U stelt dat we al € 500.000 hebben, en vraagt zich af waar we het over hebben. Mijn redenering is anders. We praten over een uitgave van € 640.000. Dat hoef je niet te doen als je kiest voor een acceptabel alternatief. De € 500.000 die we al in de begroting hebben meegenomen, hoef je daaraan niet te besteden, maar kun je aan andere doeleinden uitgeven. De heer Kuijten: Maar die doeleinden moet u nog gaan verzinnen. Wij zijn een bestedingsorganisatie. Dat betekent dat wij geld krijgen van de rijksoverheid en van onze burgers. We moeten vervolgens proberen om de voorzieningen zo adequaat en gebruiksvriendelijk mogelijk te realiseren. Dat doet u niet op de bestaande locatie, want dat is dweilen met de kraan open. Wethouder Van Dongen: U weet toch dat we van dag tot dag worden geconfronteerd met financiële tegenvallers vanuit Den Haag? Dan is het toch prima dat je nog ergens een buffer hebt? De voorzitter: Ik geef de heer Kuijten niet meer het woord. Ik heb de argumentatie al diverse malen gehoord. Volgens mij is er voldoende gewisseld. U bent het niet met elkaar eens, dat kan gebeuren. Ik vraag de wethouder om verder te gaan met zijn betoog. Wethouder Van Dongen: De heer Broeders focust sterk op de opzet van de zes locaties. Wat is daarvan terechtgekomen, vraagt hij. Ik heb aangegeven dat we dit soort dingen wat adaptief plannen, zodat we rekening houden met nieuwe feiten. Dat kan betekenen dat je de totale planning niet volhoudt. Als er goede redenen voor zijn, is dat op zich geen ramp. Sommige fracties stellen dat in 2004 het besluit is genomen en is medegedeeld aan de burgers, waarmee verwachtingen zijn gewekt. Gevraagd wordt of het onbehoorlijk bestuur is als je op die verwachtingen terugkomt. Het beginsel is natuurlijk de betrouwbare overheid. Je moet je houden aan afspraken en besluiten. Het is zeker niet onbehoorlijk om het besluit te heroverwegen. Sterker nog: de overheid moet de algemene belangen dienen, en moet zich elke dag opnieuw rekenschap geven van nieuwe feiten, omstandigheden en financiële verhoudingen. De bezuinigingen van het Rijk op de gemeente leidt er bijvoorbeeld toe dat we een aantal gesubsidieerde instellingen hebben moeten korten. We hebben wellicht in het verleden vertrouwen gewekt, maar er is sprake van overmacht. We moeten bezuinigen en dat is jammer. Iedereen begrijpt dat. Je hoeft niet te zeggen dat je te allen tijde onverkort moet vasthouden aan eerdere besluiten, zeker niet als die besluiten al langer geleden genomen zijn. Je moet je wel afvragen of er mensen zijn die op grond van de verwachtingen kosten hebben gemaakt. In dat geval zul je Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
34
daarnaar moeten kijken. Het kan tot claims leiden, hoewel ik dat niet verwacht. De meeste woningen waren er al en zijn gebouwd in de wetenschap dat er een woonwagencentrum zou zijn. Er is geen planschade toegekend. Er is ook geen planschade. Ik zie met vertrouwen de eventuele claims tegemoet. De heer Simon: Het is merkwaardig dat de portefeuillehouder maar één element hanteert. Wethouder Van Dongen: Als u goed naar mijn betoog hebt geluisterd, had u gehoord dat ik uw argument van het onbereikbaar worden van budgettaire neutraliteit erken. De heer Simon: De vraag was of de portefeuillehouder niet met een kredietaanvraag naar de raad had kunnen komen. Hij had kunnen vragen wat de raad daarvan vond. Nu heeft hij alles al samengevat en zelf een oplossing gekozen. De oplossing is gewoon de oude koek uit de trommel. Waarom bent u niet binnen het budget met mogelijke alternatieven gekomen? Het enige wat u nu doet is twee financieel adaptieven neerleggen. Dat is de reden waarom wij hebben gezegd dat dit voorstel een T-stuk moest zijn. Als lijsttrekker van het CDA hebt u tegen het voorstel van een jaar of acht geleden gestemd. Nu haalt u uw gelijk met argumenten die er in feite niet toe doen. Er was rust in de Waspikse gemeenschap. Waarom komt u nu niet met creatieve alternatieven? Wethouder Van Dongen: Ik had die creativiteit in zoverre niet nodig, dat het financiële motief geen onbelangrijke is, ook niet voor de raad. U hebt aangegeven dat er een verschil van € 300.000 zit tussen de twee varianten. Op zich kan dit voor de raad al een aanleiding zijn om het besluit te heroverwegen. De budgettaire neutraliteit is vorig jaar bij de nota Grondexploitatie al losgelaten. Als we nu zouden kiezen voor een totale verplaatsing met nieuwbouw, loopt het tekort op en zullen we dat in de komende nota Grondexploitatie moeten verantwoorden. Dat doen we ook, afhankelijk van uw besluit vanavond. LokaalBelang noemde het aspect veiligheid. Vanzelfsprekend wordt er gelet op de eisen uit het Bouwbesluit. De heer Broekmans stelt voor om een zo compact mogelijk terrein te kiezen. Daar ben ik het mee eens, maar je moet uiteraard wel voldoen aan de normen van de Woningwet en het Bouwbesluit. We zullen het terrein zeker slim inrichten. In de presentatie in september hebben we een voorbeeld laten zien van hoe het zou kunnen. We moeten rekening houden met een goede landschappelijke inpassing, om het bezwaar van zichtverlies zo veel mogelijk weg te nemen. Hoe minder grondgebruik er wordt ingezet, hoe beter het is, maar het gaat wel over bewoners en zij moeten voldoende wooncomfort krijgen. Dat er gehandhaafd moet worden, is vanzelfsprekend. Het gebeurt nu al. Het aantal meldingen dat is genoemd, is zeker niet verontrustend. Dit geldt overigens zowel voor de huidige als de nieuwe locatie, dus het maakt geen verschil. De heer Van Hamond had het over een patstelling. Je kunt inderdaad een patstelling verwachten als je volhardt in het besluit dat in 2004 is genomen. Dan ontstaat frictie tussen hetgeen de raad wil en wat de bewoners voorstaan. Uiteraard zullen zij alles uit de kast trekken om zo veel mogelijk hun zin te krijgen. De heer Van Hamond: Het Bouwbesluit is niet van toepassing als er wielen onder de chalets zitten. Het gaat meer om de totale inrichting van het woonwagencentrum en de veiligheid ervan. De bewoners moeten betrokken worden bij de inrichting van het terrein zodat de veiligheidsafstanden in acht worden genomen. Veel belangrijker is nog de gasopslag. Ik weet niet of er een gasleiding ligt of dat mensen gasflessen gaan gebruiken. Er zijn normen voor het aantal gasflessen dat achter een caravan mag liggen en onder welke voorwaarden. De handhaving is hierbij heel belangrijk. LokaalBelang heeft zich altijd afgevraagd hoe het mogelijk is geweest dat in de loop der jaren twee woonwagens erbij Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
35
zijn gekomen, en dat dit gedoogd is. Hoe gaan we dat nu doen? Straks staan er vijf woonwagens, maar staan er later zes of zeven? Wethouder Van Dongen: Op de huidige locatie staan drie woonwagens. Voor één gezin is er een extra caravan geplaatst, wat wordt gedoogd. Voor dat gezin wordt in de nieuwe situatie één goede standplaats gerealiseerd. Daarnaast heeft een broer van de betreffende familie een standplaats nodig. Daarmee komen we op een totaal van vijf standplaatsen. In het dictum van het raadsbesluit is deze beperking opgenomen. Met het realiseren van vijf plaatsen heeft de gemeente voldaan aan de opgave om de wachtlijst weg te werken. Vervolgens moet er voldaan worden aan allerlei eisen. Dat is vanzelfsprekend, evenals het betrekken van de bewoners bij de inrichting van het terrein. De heer Van Hamond: En dat gaat u handhaven? Wethouder Van Dongen: Ik sta voor die uitspraak. De heer Simon: Houdt het in dat de standplaatsen leidend zijn, en niet de aanvraag van directe familie en kinderen? Is de normering ook van invloed per locatie? In het voorstel staat op pagina 2 namelijk dat het woonwagenbeleid uitgaat van het realiseren van voldoende standplaatsen voor de Waalwijkse woonwagenbewoners en hun nazaten (is directe familie/kinderen). Dat heeft geleid tot de uitbreiding op de huidige locatie, waarbij er één plaats illegaal was, maar gedoogd werd, en er toch nog een andere bij kwam. Die uitbreiding zit er in de toekomst ook aan te komen, want deze kwestie komt regelmatig terug. Daar waarschuw ik u voor. Wethouder Van Dongen: Vandaar dat we die duidelijkheid en rust willen geven. Het kamp wordt uitgebreid met twee woonwagens. Een bewoner die er al zit, gaat naar een andere standplaats, en er komt er een bij. De aantallen hebt u in de Woonvisie 2004 vastgelegd. Toen hebben we afgesproken dat we uitgaan van het nazaatbeginsel. Er is een wachtlijst opgesteld en conform de wachtlijst wordt gebouwd. Het houdt een keer op. Ik begrijp dat de GroenLinksaf-fractie zegt dat ze voor handhaving en uitbreiding ter plekke is, maar dat de argumentatie beter zou kunnen zijn. Ik heb aangegeven dat het financiële aspect de aanleiding was. Je kunt het echter ruimer zien, want er zijn meer omstandigheden. U geeft er zelf invulling aan. Als u in die wetenschap zegt dat u het voorstel van het college volgt, hebben wij geen overwegende bezwaren. De voorzitter: Ik stel voor dat we geen tweede termijn houden. Alle argumenten zijn gewisseld. De heer … : Ik heb alleen vragen gesteld op het moment dat het betreffende onderwerp aan de orde kwam. De portefeuillehouder geeft echter nog een nieuw argument in zijn betoog, waar ik nog iets over wil weten. Wordt de koopwagen een sterfconstructie – u gaf immers zelf aan dat u deze niet kunt verplaatsen gezien de staat van onderhoud – en worden alle woonwagens op termijn huurwagens? Wethouder Van Dongen: Wij dragen het totale complex aan de Schoutstraat over aan Slagenland en leveren daar een bruidsschat bij. Dit gaat om drie eigen woningen die er nog geruime tijd zullen staan. Er komen twee huurstandplaatsen bij. De voorzitter: Ik stel voor om het debat hiermee te beëindigen en over te gaan naar de besluitvorming over de eerste twee agendapunten. Mevrouw De Bruijn: Wij zouden graag 10 minuten willen schorsen. Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
36
De vergadering wordt 5 minuten geschorst. De voorzitter: Ik heropen de vergadering en ga over tot de besluitvorming. 1.3 (CS5)
Transitieplan 'Andere kijk, goed voor elkaar' en het beleidskader Jeugdherstel Hart van Brabant
De voorzitter: Gezien de inhoud van het transitieplan en het belang dat de raad aan dit onderwerp hecht, lijkt het mij verstandig om dit zonder tijdsdruk te behandelen. We willen vanavond ook nog afscheid nemen van de heer Den Hollander. Ook dat mag niet in het gedrang komen. Ik stel voor om de transities maandagavond af te handelen, en de rest van de agenda vanavond te behandelen. Ik constateer dat een meerderheid hiermee akkoord gaat. Dit agendapunt is doorgeschoven naar de extra gemeenteraadsvergadering op maandag 3 februari 2014. 1.5
Motie vreemd aan de orde over fietsen in de Grotestraat
De heer Van Dinther: Voorzitter. Wij komen met deze motie omdat we allemaal heel blij zijn met het centrum van Waalwijk en met de Promenade. We missen er echter enkele zaken in. De vraag is of we iets met de Grotestraat kunnen. Onlangs is er een telling geweest, waaruit bleek dat de verkeersbewegingen in het centrum zich vooral afspelen tussen De Els en de Stationsstraat in beide richtingen. Het zijn overigens minder bewegingen dan we destijds dachten. Toen verwachtten we immers dat mensen een rondje zouden rijden van De Els, Grotestraat en Stationsstraat. Aan de andere kant hebben we met een grote fractie en een brede coalitie, ogen en oren in de samenleving. Wij hebben opgevangen dat veel mensen het betreuren dat ze aan de noordkant van Waalwijk niet meer met de fiets van oost naar west kunnen rijden. Juist de Grotestraat zorgde voor de as oost-west en werd heel veel gebruikt. Het alternatief dat we er destijds voor bedachten, via de Hooisteeg en de Winterdijk, blijkt niet zo’n gelukkige keuze. Althans, veel mensen vinden het geen voor de hand liggende keuze. Daarbij betrekken we het feit dat op dit moment het mobiliteitsplan in behandeling is en dat daar veel discussie over is. De gemeenschap wordt erover gehoord en knelpunten worden geïnventariseerd. Onze mening in de coalitie was dat dit het juiste moment is om een proef te starten waarin het voetgangersgebied tussen de Hooisteeg en de Mr. Van Coothstraat in oost-westelijke richting wordt opengesteld voor fietsers. De uitslag van de proef kan worden meegenomen in de evaluatie van het mobiliteitsplan. We dienen hiervoor de volgende motie in. MOTIE 1 De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 30 januari 2014, Constaterende dat: - Momenteel het voetgangersgebied in het centrum, De Promenade, tussen 12.00 en 18.00 uur niet toegankelijk is voor (brom)fietsers; Overwegende dat: - Voor een goede en logische verbinding tussen Oost en West het wenselijk is de Grotestraat, tussen de Wilhelminastraat en Mr. Van Coothstraat, in het voetgangersgebied volledig open te stellen voor fietsers; - Vanwege de veiligheid van het winkelend publiek het niet wenselijk is dat het voetgangersgebied ook volledig wordt opengesteld voor bromfietsen en scooters; Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
37
- Door het volledig openstellen voor fietsers een betere bereikbaarheid van de aan dit gebied gelegen winkels wordt bereikt, hetgeen mogelijk een positief effect heeft op de economische ontwikkeling in dit gebied; - Het invoeren van deze maatregel geen conflict oproept met het nog op te stellen mobiliteitsplan. - Met het voorjaar en zomer voor de deur het wenselijk is deze maatregel zo spoedig mogelijk in te voeren. Draagt het college op: - Op zo kort mogelijke termijn – maar rekening houdend met de te nemen wettelijke besluiten en termijnen én na afstemming met de WOF – een proef te starten om het voetgangersgebied in de Grotestraat 24 uur per dag open te stellen voor fietsers (en niet voor bromfietsen en scooters) - De uitkomsten van deze proef te betrekken bij het opstellen van het mobiliteitsplan. En gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter: De motie is ondertekend door de fracties van LokaalBelang, VVD, ChristenUnie, CDA en PvdA. Beantwoording college Wethouder Van Groos: Door het schrappen van het vorige agendapunt geeft u mij ruimschoots de gelegenheid om in te gaan op de motie. Toch zal ik me beperken tot een aantal opmerkingen. De motie komt tegemoet aan de ideeën die al langere tijd binnen het college leven, namelijk dat wij het een goede zaak zouden vinden dat fietsen op de Promenade mogelijk wordt gemaakt. Dat dit tot nu toe nog niet is gebeurd, heeft vooral te maken met het feit dat de WOF aangeeft dat de meerderheid van de winkeliers het niet ziet zitten. U vraagt ons om het voorstel af te stemmen met de WOF. Ik zou graag van u willen weten wat u daarmee bedoelt. Betekent afstemmen dat we het als proef gaan doen, ongeacht het standpunt van de ondernemers, of bedoelt u iets anders? De heer Van Dinther: Wij pleiten er bij afstemming niet voor dat het finale oordeel bij de WOF ligt. Wij willen wel rechtdoen aan het horen van de WOF en laten kennisnemen van een wens die volgens mij breed in de raad leeft. We hopen dat de WOF zich kan vinden in de proef die wij voorstellen. Wij stellen het gebied niet van vandaag op morgen open voor fietsers, maar we willen het uitproberen. Uiteindelijk is het laatste woord aan de raad. Wethouder Van Groos: Dat is duidelijk, maar ik vroeg het, omdat ik weet hoezeer de raad hecht aan inspraak. U geeft nu een duidelijk signaal af, waarmee wij verder kunnen. U zegt dat u de proef zo snel mogelijk gerealiseerd wilt hebben. Wij moeten hier echter een verkeersbesluit voor nemen. Daar hoort een procedure bij. Als er veel zienswijzen en bezwaren worden ingediend, duurt de procedure enkele maanden. Ik kan niet beloven dat het heel snel geregeld is, maar voor de zomervakantie moet het wel lukken, tenzij het een hele rechtsgang wordt. U stelt voor om de Grotestraat open te stellen. Deze vraag bereikt ons ook door heel veel fietsers. Het maakt het handhaven van niet-fietsen in de Stationsstraat een stuk lastiger. Hoe dat in de praktijk uitwerkt, is een element dat wij in de proef zullen meenemen. De heer Den Braven: GroenLinksaf is voor fietsen. Ik fiets zeer regelmatig door de Grotestraat. 90% van de tijd zal het fietsverkeer door de Grotestraat geen enkel probleem opleveren. Als ik soms de wet overtreed en om 15.00 of 15.30 uur door de Grotestraat fiets, levert Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
38
dat al problemen op met de voetgangers. Ik voorzie grote problemen als het druk is en de gemeente geen enkel middel heeft om fietsers en voetgangers uit elkaar te houden. Daarom zal ik tegenstemmen. 2. Besluitvormend gedeelte Vaststelling zonder stemming: 2.1
Lijst van ingekomen stukken
De heer Van Well: Ik zou ingekomen stuk 18 in de Commissie Ruimte aan de orde willen stellen, naar aanleiding van berichtgeving in de krant waarbij onduidelijkheid is over de inhoud van het rapport met betrekking tot de vestiging van een hotel. De lijst van ingekomen stukken is met bovenstaande wijziging vastgesteld. 2.2
Vaststellen verslag van de raadsvergadering op 19 december 2013
Het verslag van 19 december 2013 wordt ongewijzigd vastgesteld. Vaststelling van raadsvoorstellen zonder hoofdelijke stemming (A-stukken) 1.4 (CS3)
Nota gezondheidsbeleid 2014-2015
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van college van burgemeester en wethouders besloten. 2.3 (CF1)
Nota van uitgangspunten voor de samenstelling van de begroting 2015
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van college van burgemeester en wethouders besloten. 2.4 (CR1)
Ontwerpstructuurvisie
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van college van burgemeester en wethouders besloten. 2.5 (CR2)
Vaststelling bestemmingsplan en exploitatieopzet Afbouw Haven I t/m VI
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van college van burgemeester en wethouders besloten. 2.6 (CS2)
Vaststelling verordening gegevensverstrekking Basisregistratie Personen Waalwijk
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van college van burgemeester en wethouders besloten. 2.7 (CS4)
Kredietaanvraag luchtbehandeling Den Bolder
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van college van burgemeester en wethouders besloten.
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
39
2.8 (CS6)
Bijstelling Wmo-verordening
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van college van burgemeester en wethouders besloten. 2.9 (CS7)
Behandeling rapport Rekenkamercommissie quickscan doorwerking aanbevelingen eerdere onderzoeken
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van college van burgemeester en wethouders besloten. Motie vreemd aan de orde over fietsen in de Grotestraat De voorzitter: Ik constateer dat u wilt stemmen over de motie. Mevrouw Ruygt: Wij zullen tegenstemmen met de argumenten die de heer Den Braven naar voren heeft gebracht. Voor de motie stemmen de leden Marasabessy, Van Baardwijk, Van Hamond, Van Dinther, Monsieurs, Van Well, Bourguignon, Kuijten, Meijer, Waarts, Broekmans, Hooijmaijers, Van der Sloot, De Bruijn, Broeders, Smits, IJpelaar, Simon, Van Veelen, Van Helden, Tiemstra en Damen. Tegen de motie stemmen de leden Pols, Ruygt, Den Braven en Odabasi. De motie wordt met 22 stemmen voor en 4 tegen aangenomen. Stemming over raadsvoorstellen bespreekstukken (B-stukken): 1.1 (CS1)
Beschikbaar stellen krediet voor vervangende nieuwbouw CBS De Brug in Waspik
De voorzitter: Mevrouw De Bruijn heeft schorsing aangevraagd, dus ik geef haar het woord. Mevrouw De Bruijn: Na overleg met de indieners van het amendement deel ik u mede dat met name op grond van de haalbaarheid van het dictum wij het amendement intrekken. De voorzitter: Het amendement is ingetrokken. Dat betekent dat alleen het voorstel zelf in stemming wordt gebracht. De heer Waarts: Ik ben tegen het voorstel. Ik ben voor nieuwbouw voor basisschool De Brug, maar dan op twee locaties, te weten een in Waspik-Boven en een in WaspikBeneden, om in de toekomst concurrentie tussen de twee scholen zo klein mogelijk te maken. Mevrouw Odabasi: Wij zijn tegen het voorstel om krediet te verlenen. Wij zijn van mening dat een deel van de beschikbaar te stellen middelen beter kunnen worden ingezet voor het verplaatsen van CBS De Brug naar De Hooght. De heer Broeders: Wij zijn tegen het voorstel, zoals wij in 2008 al hebben aangegeven bij de vaststelling van de vijf of zes locaties Waspik. Wij kunnen ons niet vinden in dit voorstel.
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
40
De heer Den Braven: Wij sluiten ons aan bij de argumentatie van het CDA. Mevrouw Ruygt: Ook wij sluiten ons aan bij de stemverklaring van het CDA. Voor het voorstel stemmen de leden Marasabessy, Van Baardwijk, Van Hamond, Van Dinther, Monsieurs, Van Well, Bourguignon, Meijer, Kuijten, IJpelaar, Simon, Van Veelen, Van Helden, Tiemstra en Damen. Tegen het voorstel stemmen de leden Waarts, Broekmans, Hooijmaijers, Van der Sloot, De Bruijn, Pols, Ruygt, Den Braven, Odabasi, Broeders en Smits. Het voorstel is met 15 stemmen voor en 11 stemmen tegen aangenomen. 1.2
Woonwagencentrum Waspik, tevens herijking project '6 locaties Waspik' en exploitatieopzet spoorwegemplacement t.b.v. uitrijpost brandweer, beide in Waspik
De voorzitter: Er ligt een amendement van de VVD-fractie die is medeondertekend door de fractie van de PvdA. De heer Van Hamond: LokaalBelang zal verdeeld stemmen. De heer Van Tuyl: Dat geldt ook voor de VVD. Ik heb dat tijdens mijn betoog reeds aangegeven. Voor het amendement stemmen de leden Marasabessy, Monsieurs, Van Well, Bourguignon, Meijer, Kuijten, Pols, IJpelaar en Simon. Tegen het amendement stemmen de leden Van Baardwijk, Van Hamond, Van Dinther, Waarts, Broekmans, Hooijmaijers, Van der Sloot, De Bruijn, Ruygt, Den Braven, Odabasi, Broeders, Smits, Van Veelen, Van Helden, Tiemstra en Damen. Het amendement wordt met 9 stemmen voor en 17 stemmen tegen, verworpen. De voorzitter: Wenst iemand stemming over het voorstel? De heer Van Hamond: Ook hier zal mijn fractie verdeeld stemmen. De heer Simon: De PvdA-fractie wenst geacht te worden tegengestemd te hebben. We vinden het nog steeds een onvoldragen voorstel waardoor we vanavond de commissiebehandeling moesten doen. We hebben het altijd tot T-stuk verklaard. Dat is niet veranderd. De heer Broeders: Wij zullen voor het voorstel stemmen, omdat wij de woonwagenbewoners duidelijkheid willen geven. De heer Kuijten: De VVD-fractie is tegen het voorstel, maar stemt waarschijnlijk verdeeld. Voor het voorstel stemmen de leden Marasabessy, Van Baardwijk, Van Hamond, Van Dinther, Waarts, Broekmans, Hooijmaijers, Van der Sloot, De Bruijn, Pols, Ruygt, Den Braven, Odabasi, Broeders, Smits, Van Veelen, Van Helden, Tiemstra en Damen. Tegen het voorstel stemmen de leden Monsieurs, Van Well, Bourguignon, Meijer, Kuijten, IJpelaar en Simon. Het voorstel is met 19 stemmen voor en 7 stemmen tegen aangenomen.
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
41
3.
Sluiting
De voorzitter: Ik sluit de vergadering op gebruikelijke wijze en vraag hiervoor uw aandacht. Tot slot van deze vergadering vraag ik van u een moment van bezinning, waarbij ik in ons aller naam erop vertrouw dat de genomen besluiten en de gevoerde discussies in het belang zullen zijn van onze gemeente en het welzijn van haar inwoners. De vergadering wordt gesloten om 23.12 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van gemeente Waalwijk van 24 april 2014. De griffier,
De voorzitter,
G.H. Kocken
drs. A.M.P. Kleijngeld
Notulen raadsvergadering 30 januari 2014
42