NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Waalwijk, gehouden op 12 november 2009
Voorzitter: Griffier:
de heer drs. A.M.P. Kleijngeld de heer G.H. Kocken
Aanwezig zijn de leden:
de heer J.M. van Baardwijk de heer F. den Braven de heer J.F. Broeders mevrouw C. de Bruijn de heer W.J.M. Bruurmijn de heer G.A. Damen de heer W.M. Dekker de heer J.G. van Dinther de heer ing. M. Ergin de heer A.A. van Hamond de heer A.J.G. Hooijmaijers mevrouw E.Y. IJpelaar-Alias de heer G. De Kort de heer C.M.A. Kuijten de heer W.C.P.B. Lodenstijn mevrouw H. Marasabessy de heer P.A.J.J. van Meeuwen de heer C. Metzke de heer P.W.E. Monsieurs de heer L. Ottens de heer F.P.M. Simon de heer M.G.H. Smits de heer C.J.G.H. van der Sloot de heer mr. R.J.M. Spohr de heer R.A.A. Tiemstra de heer mr. J.M.M. van Tuyl de heer W. van Veelen de heer J.A.J. van Well
Afwezig is het lid:
de heer L. van Helden
Tevens aanwezig:
de de de de de
heer heer heer heer heer
mr. M. van Dongen (wethouder) drs. J. van Groos (wethouder) J.H.H. Heuverling (wethouder) U. Santi (wethouder) A. de Wit (algemeen directeur)
mevrouw J.W.M. Louer (griffie) Notulen:
Notulistenbureau Leeuwenburgh-Vendrig
0.
Opening
0.1 Opening op de gebruikelijke wijze De voorzitter opent om 17.00 de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom. 0.2 Mededelingen De voorzitter meldt het bericht van verhindering van de heer Van Helden. De leden Ergin, Hooijmaijers en Smits komen later. Hij attendeert de leden van de raad op het tekenen van de presentielijst. In geval van hoofdelijke stemming zal nr. 25, de heer Van Baardwijk, als eerste zijn stem uitbrengen. De commissie van stemopneming bij agendapunt 1.6 zal worden gevormd door de leden Hooijmaijers en Smits. 0.3 Vaststellen agenda De voorzitter: De fracties van CDA en LokaalBelang hebben gevraagd het punt Integraal Uitvoeringsprogramma alsnog te kunnen bespreken. Dit betekent dat dit agendapunt 1.7 wordt bij het debatgedeelte. De heer Dekker: Onze fractie zou graag een paar minuten meer spreektijd hebben. Dat kan ik ook verzoeken namens de fracties van LokaalBelang en CDA. De voorzitter: Dat is iets wat wij moeten bespreken. Ik heb nog een ander punt. Dat is dat de heer Tiemstra vraagt om agendapunt 2.7, Deregulering “Verordening winkeltijdenwet gemeente Waalwijk 2009”, ook toe te voegen aan het debatgedeelte. Dit wordt agendapunt 1.8. Vervolgens het verzoek om uitbreiding van de spreektijd van vijf minuten naar acht minuten namens meerdere partijen. In de agendacommissie hebben wij afgesproken dit niet te doen. Ik kan mij voorstellen dat u daar op dit moment anders over denkt. Ik wil graag bij vingeropsteking zien wie van u hier voor is. Ik constateer dat de meerderheid voor is, dus u heeft uw verlenging binnen. De heer Tiemstra: De Limburgse wijze van hand opsteken maakt het niet mogelijk om tussentijds te reageren. Ik wil dat toch doen. Ik kan niet tegen een spreektijdverlening zijn, dat zult u begrijpen, maar ik wil alleen meegeven aan de aanvragers van deze spreektijdverlenging dat ik het wat lastig vind als zo’n verzoek ’s morgens om 10.45 uur rondgaat. Men heeft dan de bijdrage klaar en deze gericht naar de spreektijd van vijf minuten. Als zo iets gebeurt, denk ik dat het handig is om dit in de agendacommissie af te stemmen, of anders minimaal een week van te voren. De voorzitter: U heeft gelijk. Waarvan akte. De agenda wordt met inachtneming van de genoemde wijzigingen vastgesteld. 0.4 Vragenronde op grond van artikel 14 van het reglement van orde De voorzitter: Hiervoor heeft niemand zich gemeld.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
2
1.
Debatgedeelte
Raadsvoorstellen bespreekstukken (B-stukken): 1.1 (CF1)
Vaststelling van de programmabegroting 2010 en kennisneming van de daarbij behorende meerjarenramingen 2011-2012-2013
Eerste termijn raad De voorzitter: Het woord is aan de fractie van Werknemersbelang. Daarna volgt de fractie van LokaalBelang. U heeft acht minuten, of korter … De heer Broeders: Ik heb nooit zo veel tijd nodig. Over vijf maanden liggen de gemeenteraadsverkiezingen al weer achter ons en is de nieuwe samenstelling van de Waalwijkse raad bekend. In dit perspectief beoordelen wij de voorliggende begrotingsvoorstellen. In onze voorbeschouwing in de Maasroute van donderdag 5 november jl. heeft onze fractie al een schot voor de boeg gegeven voor de toekomst, vooral over het plan van aanpak over de vijf locaties Waspik. Onze fractie heeft zeer veel reacties op ontvangen om dit voorstel te heroverwegen. Omdat aan de raad naar onze mening onjuiste informatie is verstrekt in dat preadvies heeft de raad daardoor een onjuist besluit genomen. En zeker nu blijkt dat er nooit een onderzoek is gedaan naar invloed van de gastransportleiding, maar ook naar de verplaatsing van brandweergarage is nooit een gedegen onderzoek gedaan. Ik zou hier een motie voor kunnen indienen, zoals mij is geadviseerd, maar onze fractie weet uit ervaring dat moties van Werknemersbelang nooit voldoende of helemaal geen steun van deze raad kunnen verwachten. Vandaar dat wij het indienen van een motie achterwege zullen laten. Wij wachten nu eerst de beantwoording op de door ons gestelde schriftelijke vragen over de eerder gedane toezegging en van de wethouder Heuverling af. Dit naar aanleiding van onze reactie in de Maasroute. Deze begroting is het laatste grote financiële stuk in de planning & control cyclus die in deze raadsperiode valt die sluit met een zeer gering overschot en het is dus niet de meest rooskleurige die we voorbij hebben zien komen. Op zich is het een helder geschreven stuk waarvoor ik vanaf deze plaats de complementen uit wil delen aan alle betrokkenen. Opnieuw is onze financiële afdeling erin geslaagd om weer beter leesbaar en inzichtelijk stuk aan ons aan te bieden. Tijdens de behandeling van kadernota op 16 juli jl. heeft onze fractie zich positief uitgesproken over de geringe sociale verbetering voor gebruikers van de Paswijzer, die nu wordt verhoogd van 112% naar 120%. De fractie van Werknemersbelang blijft het betreurenswaardig vinden dat ook nadat de Nota Armoedebeleid is geëvalueerd en geactualiseerd de bijstandsnorm niet naar de landelijke norm van 112% naar 120% is verhoogd. Een verhoging die vooral in deze tijd ten goede zou zijn gekomen aan inwoners die het op dit moment extra moeilijk hebben. De door ons ingediende motie van vorig jaar om dit mogelijk te maken kon, zoals gebruikelijk, niet op voldoende steun rekenen van deze raad om de bijstand naar de landelijke norm van 120% op te trekken. Mede hierdoor zullen in de toekomst mogelijk nog meer inwoners het financieel moeilijker krijgen, omdat wij er kennis van hebben kunnen nemen dat er zware financiële jaren voor de deur staan. De volgende raad krijgt waarschijnlijk de zware taak om ingrijpende besluiten te nemen. Het besturen zal er niet makkelijker op worden. Werknemersbelang hoopt dat de kiezer het ons mogelijk maakt weer van de partij te zijn, want ondanks het lastige vooruitzicht hebben wij als kleine Waspikse partij zin in de toekomst. En wij gaan deze uitdaging graag aan, met daarbij steeds met als kritische beoordeling dat het sociale beleid gewaarborgd blijft in de gemeente Waalwijk. Nog een enkele opmerking naar aanleiding van de behandeling van deze begroting in het cluster, het integriteitsvraagstuk van onze medewerkers. U heeft geantwoord dat de Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
3
medewerkers zich aan de regels dienen te houden. Als dat niet gebeurd word daar serieus mee omgegaan, wat voor onze fractie een logisch gevolg is. Maar wanneer de ambtseed moet worden afgelegd, heeft u geantwoord dat dit zal gebeuren als de organisatie daaraan toe is. De eed is een symbolische handeling was uw vervolgantwoord. Mede naar aanleiding van het rapportageonderzoek van de gemeente Waalwijk van 30 maart jl. van het Bureau Integriteit Nederlandse gemeenten acht onze fractie het van grootste belang dat onze medewerkers op zeer korte termijn de ambtseed afleggen. Dit is voor onze fractie zeker geen symbolische handeling, zoals uw antwoord was. Dit mede naar aanleiding van mijn persoonlijke ervaringen van het eerdergenoemde Bing rapport van maart jl. In de komende raadsperiode zal de begroting grote tekorten gaan vertonen. Het aantal taken van onze gemeente neemt toe. De spanningen tussen middelen en mogelijkheden zullen daarbij ook toenemen. De investeringen in de komende raadsperiode zullen door onze fractie worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria. Wat is wettelijk verplicht? Wat is maatschappelijk noodzakelijk? Wat is maatschappelijk nuttig? Wat betreft de begroting 2010 kan onze fractie zich hierin vinden. Wij kunnen ons dan ook scharen achter vrijwel alle voorgestelde beslispunten. De voorgestelde investeringen zullen wij van geval tot geval beoordelen, mits wij daar voor door de kiezer weer het mandaad toe krijgen. Tot zover mijn eerste termijn. De heer Simon bij interruptie: Mag ik een vraag stellen? De voorzitter: Ik moet even nadenken of wij die afspraak hebben. De heer Simon: Het gaat mij om de onjuiste informatie verstrekt door een wethouder waarop u niet de daartoe geëigende stappen wenst te ondernemen. Kunt u dat nader toelichten? De heer Broeders: Onjuiste informatie van een wethouder, dat heb ik niet gezegd. Ik heb gezegd een onjuist preadvies. Het is duidelijk dat de raad in dit geval onjuist is voorgelicht. De heer Simon: Volgens mij heeft de portefeuillehouder daarna nog een toelichting gegeven op zijn voorstel waarvan wij van uw zijde verder geen enkel protest of wat dan ook hebben gehoord. De heer Broeders: Ik heb daar duidelijk commentaar op gegeven. Ik was de enige die toen om bespreking heeft gevraagd. Wij waren als enige tegen het voorstel. De raad is daar gewoon als een lammetje achteraan gelopen. De voorzitter: Ik denk dat u in de tweede ronde de dialoog of het debat hierover kunt aangaan. Het woord is aan de fractie van LokaalBelang. Daarna volgt de fractie van GroenLinksaf. De heer Van Hamond: Allereerst wil ik de complimenten namens LokaalBelang maken aan het college en de gemeentelijke organisatie die verantwoordelijk zijn voor het samen stellen van deze begrotingsstukken. Bij het kaderstellend debat en de algemene beschouwingen 2010, gehouden op 16 juli 2009, hebben wij als LokaalBelang al duidelijk richting gegeven voor de begroting 2010. Deze richting is in belangrijke mate vertaald in deze begroting. In die bijdrage hebben wij toen duidelijk aandacht gevraagd voor de meerjarenbegroting 2010–2013 in een periode van recessie. Iedereen wordt hier hiermee geconfronteerd en dus ook onze gemeente. Dat zal met name voor de periode 2011 en verder merkbaar worden doordat de Rijksoverheid fors gaat korten op het gemeentefonds. Aangezien de uitkering uit het gemeentefonds circa 50% van onze inkomsten bedraagt, zullen die bezuinigingen fors gaan inhakken in onze begroting. De Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
4
verwachting is dat er naast de nog te realiseren bezuinigingen voor 2011 nog circa 3 à 4 miljoen extra bezuinigd moet gaan worden. Maar dit alles wil niet zeggen dat er niet gewerkt kan worden aan de kwaliteit van onze samenleving en dat die verantwoordelijkheid daarvoor alleen bij de gemeente zou moeten liggen. Wij zijn van mening dat er samen met onze inwoners nog voldoende mogelijkheden aanwezig zijn om met beperktere financiële middelen te werken aan een veilige, sociale en leefbare gemeente. Als we bijvoorbeeld ook onze inwoners oproepen om samen met ons te gaan werken aan het tegengaan en het niet makkelijk tolereren van vandalisme, agressief en hufterig gedrag, intolerantie, vervuiling van de openbare ruimte door ook zelf daarin een positief voorbeeld te geven, kan daarmee de leefbaarheid van onze kernen fors toenemen zonder dat dit zoveel geld hoeft te kosten. Geld voor nieuwe grote nieuwe projecten is er nauwelijks meer, maar laat ons eerst de onderhanden projecten maar eens geheel afwerken. Het komend jaar is het voor een deel zover. Het nieuwe gemeentehuis en het zwembad worden opgeleverd. Het gemeentehuis lijkt een luxe, maar dat is het echt niet. Wij verwachten veel van ons ambtenaren, maar dan wel een huisvesting die voldoet aan de ARBO-normen van 2010. Ook het nieuwe overdekte zwembad zal na jaren van discussie zeker voor onze inwoners een aanwinst zijn. Bij de kaderstelling hebben wij aandacht gevraagd voor diverse beleidsvelden. Zonder geheel in herhaling te willen vervallen, vinden wij het noodzakelijk een aantal daarvan in uw herinnering weer tot leven te brengen. De politieke en maatschappelijke realiteit staan dan ook niet stil en de ontwikkelingen in onze samenleving blijven steeds onze aandacht vragen. Zeker niet in de laatste plaats door de huidige kredietcrisis die ook onze gemeente zal raken. Bijvoorbeeld de mogelijke stagnatie in de verkoop van industrieterrein, de waarschijnlijk oplopende werkloosheid, de minder risiconemende projectontwikkelaars met stagnatie of afstel van bouwprojecten. Maar onze zorgen en betrokkenheid gaan ook uit naar onze inwoners die daardoor financieel in de knel zijn geraakt of komen en mogelijk door deze crisis werkloos worden. Ook aandacht voor starters op de woningmarkt die hierdoor mogelijk nog moeilijker aan een passende hypotheek kunnen komen. Wij beseffen heel goed dat wij als lokale overheid maar zeer beperkte mogelijkheden en middelen hebben om onze inwoners te helpen, maar wat we kunnen moeten we zeker doen. Vanuit deze visie moeten wij als gemeente ook anticiperen op de toekomstige effecten van de huidige financiële ontwikkelingen. Deels zoals gezegd door steunmaatregelen op maatschappelijk vlak, maar ook door de al geplande en financieel haalbare projecten en investeringen uit te gaan voeren en mede daarmee de lokale economie te stimuleren. De economische ontwikkelingen in het algemeen en de werkgelegenheidsontwikkeling in onze regio in het bijzonder baren ons zorgen en vragen permanente aandacht en aanpak. De WMO is nog niet geheel ingevoerd of hij staat al onder geweldige druk. Als het aan de staatsecretaris ligt moet er fors bezuinigd worden op de AWBZ. De kosten voor voorzieningen en verstrekkingen zullen de komende jaren fors stijgen. Wat zijn dan de gevolgen voor de inwoners die het echt nodig hebben? Wij gaan er van uit dat er zeer kritisch naar deze zaken wordt gekeken. Tijdig inventariseren en evalueren wat de gevolgen zijn is een must zodat WMO zorg en verstrekkingen voor onze inwoners die het financieel echt nodig hebben gewaarborgd blijven. Dat betekent ook dat er financiële ruimte moet zijn. Dit betekent ook dat er offers gebracht moeten worden waarbij er ook gekeken moet worden of en in welke mate naar de inkomensafhankelijkheid daarvan gekeken kan worden. Ook blijven wij aandacht vragen voor een slagvaardige aanpak van het centrum van Waspik en Sprang Capelle en zijn wij benieuwd wanneer er een aanvang gemaakt wordt met de uitbreiding van De Els. Ook vragen wij ons af wanneer gaan we echt beginnen met het CHAP ofwel nieuwe huisvesting voor het Schoenmuseum, Archief en Uitpunt. Bij de kaderstelling is ons onder andere de toezegging gedaan voor het einde van 2009 informatie te krijgen over het al dan niet kunnen realiseren van clustering van activiteiten en het vormen van een zelfstandig bestuur bij De Oude Toren en Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
5
Bondsgebouw in Sprang Capelle. Kunnen wij die informatie dit jaar nog krijgen of zijn er nu al nieuwe ontwikkelingen? Er staat nog veel te gebeuren en misschien leeft er bij sommige de indruk dat er niet erg veel gebeurd is. Het tegendeel is waar en de vele raadsbesluiten en uitvoeringsprogramma’s van dit jaar zijn daarvan getuigen. Gezien de huidige financiële situatie kunnen wij ook niet alles oplossen en zullen wij gezamenlijk prioriteiten moeten stellen voor de uitvoering. Voor het komend jaar was er een beperkte financiële ruimte in de begroting, desondanks zijn wij er in geslaagd financiële ruimte te vinden voor aanvullende sportvoorzieningen. Sportvoorzieningen die ook belangrijk zijn voor de volksgezondheid en sociale cohesie in onze samenleving. Naast de realisatie van het nieuwe zwembad zijn de nu geplande aanvullingen sportvoorzieningen in de vorm van kunstgrasvelden voor VV Baardwijk en RWB zeker geen luxe gezien het aantal teams. Ook zijn wij tevreden dat de kleedaccommodatie nu prioriteit krijgt. Het lijkt ons wel zinvol dit te integreren met de nieuw te bouwen sporthal op de locatie van de huidige werf. Wij willen het college dan ook complimenteren met deze begroting. Dit omdat de lasten voor onze inwoners beperkt zijn gestegen en anderzijds toch nieuw beleid en noodzakelijk aanvullend financiële middelen zijn gevonden voor bestaand beleid. Maar het kan bijna niet anders dan dat vrijwel iedereen de nadelige gevolgen van de huidige economische crisis zal gaan ondervinden. Het lijkt ons meer dan zinvol om niet te wachten maar nu reeds onderzoek te doen naar mogelijke bezuinigingen en/of verminderde taakstelling voor de gemeentelijke organisatie als basis voor de nieuwe bestuursperiode en de coalitieonderhandelingen. Het lijkt ons ook nuttig dat het bericht over de komende magere jaren niet alleen in de gemeenteraad maar ook in onze Waalwijkse gemeenschap duidelijk wordt uitgedragen. Daarmee kunnen wij mogelijk voorkomen verwachtingen te wekken die niet of maar deels waargemaakt kunnen worden. Iets waarin wij als raad ook tijdens de komende gemeenteraadsverkiezingen een verantwoordelijke taak in hebben. Het niet waar kunnen maken van beloften ondergraaft de geloofwaardigheid in de politiek en dus in ons als gemeenteraad. De geloofwaardigheid van de politiek en de relatie met onze inwoners, instellingen en bedrijven staat terecht constant in de discussie. Niet zo onbegrijpelijk omdat de gemeente en haar inwoners en instituten en bedrijven aan elkaar zijn verbonden en in belangrijke mate van elkaar afhankelijk zijn. Het is een noodzaak en uitdaging om elkaar te inspireren om op basis van ieders medeverantwoordelijkheid voor een leefbare, sociale en veilige samenleving samen te werken. Samenwerken in een open en eerlijke dialoog waarbij wij elkaar kunnen en moeten aanspreken op het algemeen belang en de eigen verantwoordelijkheid daarin. Als laatste een opmerking over de tarieven van de terrassen. Gezamenlijk met het CDA zullen wij een amendement indienen om de tarieven aan te passen. De heer Spohr zal dit ook namens LokaalBelang toelichten. Laten we trots zijn en blijven een leefbaar en veilig Waalwijk, Sprang Capelle en Waspik. Daar moeten wij gezamenlijk ons best voor blijven doen om het zo te houden en indien nodig te verbeteren. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van GroenLinksaf. Daarna volgt de fractie van de VVD. De heer Den Braven: Een duidelijke begroting, duidelijk in haar beperkingen en het ontbreken van grote keuzemogelijkheden. Er zit geen grootse visie achter, geen opvallende keuze voor linksom, rechtsaf, of stoer door het midden. Om die redenen alleen al een begroting die moeilijk puntsgewijs te bespreken is. Daarom in iets algemenere bewoordingen dan vorige jaren onze bijdrage. Alhoewel deze begroting, anders dan vorig jaar, een klein overschot vertoont maakt GroenLinksaf zich toch zorgen voor de komende jaren. Er komt een structureel toenemend tekort op onze begroting. Een slechte zaak die bijna volledig veroorzaakt wordt door de slechte conditie waarin de economie van ons land zich bevindt. Het is spijtig dat de gevolgen daarvan door de Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
6
Rijksoverheid voor een deel afgewenteld worden op de lagere overheden, met een verschraling van de voorzieningen voor de burgers als gevolg. Wij hebben het daar al eerder over gehad. Waar bijvoorbeeld de WMO leek op een mooie toekomstdroom is hij nu aan het verworden tot een platte bezuiniging. Niet het falen van dit college, wel één van de taken die onder haar verantwoordelijkheden valt. Toch valt ons op dat er redelijk eenvoudige besparingsmogelijkheden zijn waar om ons onduidelijke redenen van afgezien wordt. Wij begrijpen, om maar een voorbeeld te noemen, niet hoe een regeling kan bepalen dat uitgaven onder de € 400 volledig voor eigen rekening komen terwijl uitgaven boven dit bedrag volledig vergoed worden. Het verschil tussen € 399 en € 401 is dus geen € 2 maar € 399, een slordige zaak. Wij willen van de wethouder de toezegging dat de regeling zodanig wordt aangepast, dat als de uitgaven meer bedragen dan €400 er ook een eigen bijdrage van € 400 gevraagd zal worden, anders maakt u het voor de mensen wel erg interessant om boven dit bedrag uit te komen. Zoals tijdens de kaderstelling al door ons gezegd, de constatering dat er weinig geld is mag wat ons betreft geen vrijbrief zijn voor het laten vallen van een aantal zaken die wij van belang vinden. Het heeft ons teleurgesteld dat in een aantal gevallen de botte bijl is gehanteerd om met initiatieven te stoppen die ons inziens waardevol zijn. Het Kunstlap is er daar één van. Nog steeds zijn wij van mening dat er mogelijkheden waren om hier anders mee om te gaan, alhoewel ik toe moet geven dat de eerder door ons aangedragen oplossing niet de juiste was. Tevens betreuren wij de gevolgen die een aantal andere organisaties hierdoor moesten ondergaan, wij denken onder andere aan Djemm en de Notenkrakers. Wij lezen tot ons genoegen dat er in 2010 toch een notitie cultuurbeleid opgesteld gaat worden. Wij hopen dat daarin uitgebreid aandacht besteedt gaat worden aan faciliteiten voor dergelijke initiatieven en spreken voor het voornemen nu toch te beginnen met het opstellen van zo’n nota onze dank uit aan de portefeuillehouder. Tijdens de kaderstelling hebben wij gesproken over een aantal maatregelen die eventueel geld op zouden kunnen brengen. Wij vinden het jammer dat er niet dieper is gezocht naar de uitwerking van voorstellen die ons nota bene door het college zelf in overweging zijn gegeven. Eén van de zaken die wat ons betreft beter bekeken kan worden, is het leerlingenvervoer. De gemeente Heusden denkt op deze post 10% te kunnen besparen, zo’n percentage zou in Waalwijk € 60.000 betekenen. Het zou goed zijn te kijken wat in het Waalwijkse aan besparingen op deze post gerealiseerd zou kunnen worden, natuurlijk zonder mensen nodeloos in de problemen te brengen. Wij zijn als raad al maanden aan het zeuren over de situatie rond RKC. Het doet ons deugd nu eindelijk een klein positief gevolg van deze situatie te kunnen begroeten. Er is een uitgave van € 450.000 voorzien voor de aanleg van een kunstgrasveld voor VV Baardwijk. Deze uitgave die gedaan zou worden ten laste van nieuw beleid kan nu vervangen worden door de drie ton die het kunstgrasveld van RKC ons gaat kosten. Dit creëert € 150.000 ruimte. Is dit geld door ons nog nader te bestemmen? Graag hierover de mening van de portefeuillehouder. Een aantal andere zaken waar wij eerder over gesproken hebben maar die wij toch nogmaals willen benadrukken. Vorig jaar, maar ook eerder, hebben wij ons uitgelaten over de parkeertarieven in Waalwijk, de zogenaamde parkeerbelasting. Onze mening daarover is zeer duidelijk en die ga ik hier niet nogmaals herhalen. Wij hebben geen problemen met het bestemmen van deze gelden voor begrotingsdoeleinden. Wij voelen ons in deze gesteund door de mening van CDA staatssecretaris Bijleveld-Schouten die in antwoord op vragen van de PVV laat weten dat deze belasting niet gezien mag worden als het parkeerbeleid gebruiken als melkkoe met daarbij de observatie, ik citeer “het is bij uitstek een goed instrument voor gemeenten om parkeerdruk en bereikbaarheid te reguleren. Parkeerbelasting is overigens een algemene belasting, waarvan de inkomsten aan de algemene middelen mogen worden toegevoegd”. Gelukkig, wij staan niet alleen, prominente CDA’ers delen onze mening. Nu graag uw mening.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
7
Een aantal ons opvallende zaken nog voor ik me aan een afsluiting waag. Ruim voor de vorige begrotingsbehandeling hebben wij via een motie het college opgedragen houders van een Paswijzer van een gratis energieadvies te voorzien. Ik heb het niet kunnen vinden in deze begroting. Kunt u me zeggen op welke pagina ik een voorziening voor dit project kan vinden? In onze bijdrage in de Maasroute sprak ik over onze blijdschap waar het gaat over een proef met LED verlichting. Per kerende post kreeg ik hier van een aantal mensen uit het Waalwijkse commentaar op. Veel te veel licht, ondoenlijk zonder nachtschakeling. Het eerste betreur ik ten zeerste, het tweede is door ons al veel eerder aangegeven en om onduidelijke redenen nog niet gehonoreerd. Ik ben gaan kijken in de betreffende straten en wat blijkt, niet de LED verlichting, maar de nieuwe witte verlichting is de boosdoener. De witte verlichting die wij in heel Waalwijk willen gaan toepassen. Ik nodig de wethouder uit nogmaals na te denken over beide zaken; de soort verlichting en de nachtschakeling. Graag op voorhand uw mening Wij weten dat fietsen langer duurt dan autorijden, maar de vertraging ondertussen bij de presentatie van het rapport over de kwaliteit van de fietsverbindingen in Waalwijk zou de gemiddelde slak het schaamrood op de kaken jagen. Dit dossier begint er te lijken op de oude grap van de twee mannen die naar Parijs gingen. Wij hopen dat dit verhaal anders afloopt. (Inderdaad, die gingen niet). De overvloed aan stoplichten op de kruising Noorderparallelweg-Stationsstraat doet het ergste voor de fietser vrezen. Daarom graag nu een datum waar de portefeuillehouder op aanspreekbaar is. Als het gaat om de kostendekkendheid van de tarieven, dan moet er wat ons betreft dringend iets gebeuren aan de lijkbezorgingsrechten met een geraamde dekking van 59% en de haven- en kadegelden met een dekking van 24%. Wat ons betreft kunnen de lijkbezorgingsrechten extra worden verhoogd om te zorgen dat over een aantal jaren de opbrengsten in de buurt komen van de kosten. Met betrekking tot de haven- en kadegelden heeft de wethouder eerder aangegeven dat in de pas moeten worden gelopen bij die gelden van andere gemeenten. Dat er aan die gelden op zich niet veel te sleutelen valt, willen we ons niet uit de markt prijzen. Om er dan toch voor een hogere dekking te zorgen, moet er wat ons betreft eens kritisch gekeken worden naar de apparaatskosten. Door die te verlagen, stijgt de dekking. Graag de mening van de wethouder hierover. Wanneer kunnen we een evaluatie verwachten? In de begroting voor 2009 is tegen onze wens een bedrag van € 50.000 uitgetrokken voor handhaving op De Spranckelaer. Wij willen van de wethouder graag weten wat dit heeft opgeleverd. De afsluiting, zoals beloofd. Ik ben thuis gezegend met pakken papier waarin op allerlei duidelijke en onduidelijke manieren geprobeerd wordt mij en anderen die bij de Waalwijkse politiek betrokken zijn uit te leggen hoe en waarom zaken zijn zoals ze zijn. Ik heb dat papier, die dossiers, en zelfs geholpen door al die achtergrondinformatie zou het aanmatigend zijn als ik zou beweren dat ik alles begrijp, alles doorzie. Dat ik weet waarom ons nieuwe stadhuis geen tien maar twintig miljoen moet kosten, waarom het zwembad nog niet klaar is, waarom het Moller wel en het woonwagenkamp in Waspik niet vlakbij een hogedruk-gasleiding gebouwd kan worden, en ga zo maar door. Kortom, allerlei vragen die de met minder papieren kennis bedeelde burger zich stelt als zaken niet lopen zoals hij of zij wil. Als de afgelopen periode me één ding geleerd heeft over waar wij met Waalwijk naar toe moeten, afgezien van geld wat er al dan niet is en voor welke voorzieningen het gebruikt zou moeten worden, is het wel dat het van enorm belang is dat onze burgers weten hoe zaken in elkaar zitten. Het dossier RKC heeft veel te veel van onze energie gevraagd doordat de gemiddelde Waalwijker geen idee heeft wat wij doen. Zakkenvullers, zelfverrijkers, elitaire ballen, populisten, bange mensen die geen tegengas durven te geven aan grote zakenlieden. Zomaar wat termen gehoord in de media, de koffiepauze, op het forum van RKC, de krant, de tv, de straat. De gemiddelde Waalwijker heeft geen flauw idee waar wij mee bezig zijn en hoe hun geld besteed wordt. Op zich logisch en niet anders dan in andere steden. Wel rampzalig als er beslissingen genomen moeten worden waarvan alleen wij en een aantal andere Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
8
ingewijden weten hoe de situatie nu precies is, voor zover je dat al kunt zeggen. Wij vinden dat het duidelijk is dat het niet altijd nodig is dat iedereen in Waalwijk de precies weet hoe ons financieel beleid in elkaar steekt. Als er echter opvallende zaken spelen die rechtstreeks ingrijpen op het autonome beslissingsrecht van de raad doordat de veiligheid van haar leden in het geding komt, is er wat ons betreft nagelaten de bevolking voldoende te informeren zodat een ieder duidelijk is waar het nu precies over gaat. Het geeft te denken dat de meer of minder algemene mobilisatie van de Waalwijkse publieke opinie, zowel voor- als tegenstanders, voor een zeer groot deel gestoeld was op onjuiste en onvolledige informatie. Dat soort informatie dient bij ons vandaan te komen. Ik hoop in de toekomst op een actievere rol van het gemeentelijk apparaat hierin, een noodzakelijke actie als wij het vertrouwen in de politiek willen herwinnen en behouden, zeker in de economisch mindere jaren die eraan komen. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de VVD. Daarna volgt de fractie van de PvdA. De heer Kuijten: Het gaat niet goed met de gemeentefinanciën van Waalwijk. Binnen nu en drie jaar stevent Waalwijk af op een begrotingstekort van minimaal vier miljoen euro. En daar staat maar 2 miljoen euro dekking van de Algemene Reserve tegenover. Doen we daar een beroep op dan is de kas leeg. Daar komt nog eens bij dat de Rijksbijdrage de komende jaren, als gevolg van de economische crisis, sterk terug zal lopen. Tellen we daar nog een aantal in te vullen stelposten bij op, dan is de financiële situatie ronduit zorgelijk en roept deze direct om drastische maatregelen. Als wij zo de financiële toestand van Waalwijk bespiegelen dan ontkomen wij er niet aan om ook mogelijke tegenvallers bij de uitvoering van grote projecten te betrekken. Wij noemen dan onder andere de bouw van het nieuwe stadhuis, het nieuwe zwembad, het Cultuur Historisch Ankerpunt en niet te vergeten het RKC-debacle. Er zijn helaas genoeg redenen om bij deze projecten ernstig rekening te houden met zogenaamde lijken die nog uit de kast zullen rollen. Als wij spreken over mogelijke tegenvallers, of zo u wenst het weglaten van substantiële projectkosten, brengen wij u graag de discussie van mei 2008 in herinnering. Toen al heeft onze fractie aangegeven dat in de calculatie van de bouw van het nieuwe stadhuis onder andere de kosten van een telefooncentrale ontbraken. De VVD was toen een roepende in de woestijn. Uw college beweerde toen stellig dat de kosten hiervan wel degelijk waren opgenomen in het krediet. Nu, in de begroting 2010 die voor ons ligt, constateren wij dat de VVD-fractie het gelijk aan haar zijde krijgt. Zaken, die normaal gesproken in het krediet van de bouw van het stadhuis hadden moeten zitten, worden nu via de achterdeur alsnog op de begroting gebracht. Op deze wijze poogt u kredietoverschrijdingen te verhullen. Wij begrijpen dat wel. Na alles wat er over de kosten van de nieuwbouw destijds gezegd is, kunt u zich natuurlijk geen enkele overschrijding op dit project meer permitteren. Dan maar op deze manier moet u gedacht hebben. Over “transparant en helder besturen” gesproken. Deze manier van werken betekent nu wel een extra last op de begroting 2010 van structureel € 80.000. Wij vragen ons af; wat hangt ons in de nabije toekomst nog meer boven het hoofd? Want zo hebt u het over parkeervoorzieningen bij het nieuwe stadhuis, om maar eens een ander voorbeeld te noemen. Een parkeergelegenheid onder het nieuwe stadhuis was te duur, behoudens dan de duurste fietsenstalling van Europa, zoals wethouder Heuverling vol trots meldde in het cluster. Maar wat moeten wij ons voorstellen van een parkeervoorziening bij het nieuwe stadhuis? Een parkeervoorziening op een A-1 locatie? Of is dit het eerste ‘broodje aap’ dat op het bordje van het parkeerbedrijf komt te liggen? In de begroting voor 2010 is tevens een stelpost besparingen opgenomen van afgerond € 900.000 waarvan u hoopt dat deze gerealiseerd worden. Kijken wij naar de verschillende onderdelen hiervan dan vragen wij ons af of de haalbaarheid ervan wel reëel is.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
9
Om de begroting 2010 sluitend te maken, heeft het college een aantal maatregelen getroffen, die aangeven dat de financiële nood wel erg groot is. Zo is de raming van de post “onvoorziene uigaven” aanzienlijk aangetast, zijn afschrijvingstermijnen opgerekt en zijn de inkomsten van de post bespaarde rente verhoogd. Dit alles bij elkaar voor een bedrag van maar liefst € 800.000. Maatregelen waarvan de burgers weliswaar niet direct iets merken, maar die wel degelijk afbreuk doen aan de financiële soliditeit van ons huishoudboekje. Onze wethouder Financiën, de heer Van Groos, zegt over de financiële situatie het volgende: “Duidelijk is dat na volgend jaar de gemeente Waalwijk te maken krijgt met grote tekorten”. “Fundamentele, heldere keuzes, moeten daarom worden gemaakt om ervoor te zorgen dat Waalwijk ook op de langere termijn financieel gezond blijft”. Uw college erkent daarmee wel het financiële probleem, maar doet er feitelijk helemaal niets aan. Je zou in een dergelijke situatie mogen verwachten dat maatregelen tot sanering van de financiën worden voorgesteld. Dat de tering naar de nering wordt gezet en dat een aanvang wordt gemaakt met het vormen van een financiële buffer teneinde tekorten in de komende jaren het hoofd te kunnen bieden. Maar niets van dit alles. Deze afstandelijke houding baart de VVD-fractie nu juist grote zorgen. Wij verwachten juist van u op dit punt daadkracht. De financiële positie is zodanig dat u niet achterover kunt blijven leunen. U kunt dit niet tot over de verkiezingen van de gemeenteraad heen tillen. Dan zijn wij immers alweer een jaar verder. U dient met een bezuinigingsstrategie te komen. Die moet ervoor zorgen dat de begroting in 2013 opnieuw in de groene cijfers belandt. Dat is geen verzoek van de VVD-fractie, maar een eis van de Rijksoverheid. De nog door de SGP in te dienen motie, die aansluit op deze problematiek, wordt door onze fractie dan ook voluit ondersteund. Om het gat in de begroting te dichten, is uw college daarentegen voor 2010 van plan de belastingen fors te verhogen. De tarieven voor de Onroerend Zaak Belasting (OZB) voor woningen stijgen met 2% boven het inflatiepercentage. En voor niet-woningen (dus met name voor het bedrijfsleven) met niet minder dan 4% extra boven het inflatiepercentage. De precariorechten stijgen in 2010 met maar liefst 30% ten opzichte van 2009. Deze maatregelen betekenen weer een extra last voor onze inwoners en het bedrijfsleven. In deze economische slechte tijd vindt de VVD-fractie dit onverantwoord. Tenslotte staan ook de inkomens van onze inwoners onder druk. Wij steunen deze belastingverhogingen dan ook niet. De torenhoge parkeergelden blijven voor de VVD-fractie ook een doorn in het oog. Voor 2010 worden de parkeergelden weer met zo’n € 250.000 ten opzichte van 2009 verhoogd. De totale parkeergelden brengen bijna € 2,5 mln. op voor de gemeente terwijl de kosten pakweg € 800.000 bedragen. Met dergelijke parkeertarieven en een beperkte bereikbaarheid met openbaar vervoer is Waalwijk bijna onbereikbaar geworden als winkelcentrum in de regio. Om de Waalwijkse economie niet verder dwars te zitten, maar juist te stimuleren zou het goed zijn een halt toe te roepen aan deze verhogingen. De VVD-fractie kiest niet voor deze eenzijdige aanpak van belastingmaatregelen. Het is duidelijk dat ook voor Waalwijk andere tijden zijn aangebroken. Als wij nu iets nieuws willen dan zal dat elders in de uitgaven gekort moeten worden. En wij moeten doen wat echt noodzakelijk is. Wij zullen ook extra ruimte moeten maken om de exploitatielasten van de nog lopende grote projecten te kunnen dekken. De economische crisis, gekoppeld aan de financiële positie van de gemeente dwingen ons tot ingrijpende maatregelen. De kaasschaaf voldoet dan lang niet meer. Het gemeentelijk apparaat moet kleiner en slanker. De VVD-fractie pleit ervoor om de vrijblijvendheid van de samenwerking met andere gemeenten en organisaties te laten varen en ruimte te zoeken in noodzakelijke en vergaande samenwerkingsvormen. Wij onderschrijven alle initiatieven op dit punt, maar die moeten dan ook met volle overtuiging en daadkrachtig worden ingezet. De VVD-fractie roept u dan ook van harte op om hierin stappen te maken. Samenwerking kan voor onze fractie niet meer vrijblijvend zijn. Samenwerking moet met kracht op meerdere fronten tegelijk ter hand worden genomen om aanzienlijke synergie- en efficiencyvoordelen voor onze gemeente te kunnen halen. De VVD fractie gaat akkoord met uw voorstel tot vaststelling van de begroting 2010, met uitzondering van de extra Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
10
stijging van de tarieven OZB en de exorbitante stijging van de precariorechten. De meerjarenbegroting 2011 en volgende jaren nemen wij voor kennisgeving aan. Wij kunnen voor de daar genoemde tekorten geen verantwoordelijkheid nemen zonder enige aanwijzing van uw college hoe deze tekorten zullen worden weggewerkt. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de PvdA. Daarna volgt de fractie van de ChristenUnie. De heer Simon: Vandaag ligt voor de programmabegroting 2010 en de meerjarenramingen 2011-2012-2013. Dit is ook de laatste begroting van de huidige coalitie voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2010. Tijdens de kaderstelling voor het zomerreces heb ik al gesproken over de financiële problemen, die ons de komende jaren te wachten staan en wat grofweg de gevolgen zijn voor de Waalwijkse gemeenschap. De tijden van luxe en overschotten zijn voorbij en ook hier in Waalwijk zullen wij de broekriem aan moeten halen. Zolang iemand in deze onzekere tijd zijn baan heeft kunnen behouden en daarmee het inkomen, zal er nu nog weinig van merken, dat de Nederlandse financiën in zwaar weer verkeren. Bij diegenen waar wel de gevolgen van baanverlies en van de financiële crisis merkbaar zijn, komen de financiële consequenties hard aan, zoals bijstandsgezinnen, eenoudergezinnen, bejaarden die rond moeten komen van alleen een AOW en langdurigarbeidsongeschikten. Ook de rijksbijdragen richting gemeenten worden naar beneden bijgesteld en dit vraagt ook matigheid in de begroting. Grootse plannen, die forse investeringen vragen, zijn voorlopig niet aan de orde en de gemeente moet zich focussen op haar doelstellingen, waarbij in de ogen van de fractie van de PvdA de nadruk moet liggen op ondersteuning van de zwakkeren in onze samenleving. Het voorgaande wil niet zeggen, dat de gemeentelijke overheid achterover moet gaan leunen en alleen maar op de winkel dient te passen. Er zijn nog volop zaken waar de gemeentelijke overheid zich mee bezig kan en moet houden. Dit vergt geen financiële offers, maar meer overleg en een verdieping van de regierol, die nu eenmaal bij de gemeente past, meer publicatie en meer handhaving. Eén van de kerntaken is veiligheid en gezondheid. Veiligheid is naast "harde maatregelen" zoals goede verkeersvoorzieningen, meer politie op straat, aanpak overlast jongeren en ouderen, ook een beïnvloedingsproces. Hierbij denkt de fractie van de PvdA aan veiligheid rondom scholen, de zogenaamde wegbreng van kinderen met de auto, het doorgaande pesten op scholen, waar kinderen slachtoffer van zijn, het gedrag van mensen, jong en oud in openbaar en privé gebied, intolerantie naar anders denkenden of van andere geloven, aanpak van overgewicht, ook door scholen, onder andere door aanbieding van een ander snackpakket dan de huidige zoete en vette genotsmiddelen. Het één moet je niet laten, maar het andere moet je wel oppakken of naar verbetering streven. Het idee, richting overheid, van de bevolking moet niet zijn, wij vragen en u draait, maar veel eerder, waar ligt mijn verantwoordelijkheid en waar kan ik mijn steentje bijdragen aan veiligheid, sociaal gedrag en gemeenschapszin. De gemeenteraad mag namens de bevolking besluiten nemen om zaken te verbeteren en mee te bouwen aan een betere en veilige Waalwijkse gemeenschap. Dit ontslaat de Waalwijkse gemeenschap niet van haar eigen verantwoordelijkheid. Is er overlast van jongeren, dan dienen ook de ouders van deze jongeren ter verantwoording te worden geroepen en betrokken worden in gedragsbeïnvloeding bij deze jongeren. Worden er consequent vernielingen aangericht aan bijvoorbeeld de Jeu de Boulebaan d’Argent in het Hertog Janpark dan mag de bevolking verwachten dat de gemeente samen met de gebruikers van deze baan aan de slag gaan om het probleem te tackelen en op te lossen. Daarom is het niet de gemeente tegenover de Waalwijkse gemeenschap, maar samen de problemen te lijf gaan en er een oplossing voor bedenken. Wat de fractie van de PvdA wel van het college mag verwachten is dat het college haar beloftes nakomt en de raad hierover informeert. Herhaaldelijk zijn er vanuit de gemeenteraad vragen gesteld over het verschijnen van de Nota Ouderen en Vrijwilligers.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
11
Wanneer komt deze nota en is de toezegging van de portefeuillehouder in deze hard of moet er weer een ingelijst lijstje komen, zoals in het verleden is uitgereikt, om deze op de kamer van de portefeuillehouder te hangen over de gedane maar niet uitgevoerde toezeggingen? Ik ben begonnen met mijn opmerking over de laatste begroting voor de gemeenteraadsverkiezingen 2010. Nu een terugblik op de achterliggende periode. U zult begrijpen dat de bestuurscrisis voor onze fractie een hard gelag is geweest. Maar tegenslagen horen bij de politiek en alles overziend overheerst toch tevredenheid bij onze fractie. Zowel in de vorige als in de huidige coalitie hebben we veel kunnen betekenen voor de Waalwijkse gemeenschap. Zowel op het gebied van meedoen en meedenken als in het aanpakken en oplossen. Denk aan de wop's en dop's die nu in uitvoering zijn. Of het verminderen van regelgeving en administratieve druk voor bewoners en bedrijven. Maar onze fractie is er vooral trots op dat wij samen met coalitie en oppositie veel op het sociale vlak hebben bereikt: aanpak armoedebeleid, aanpak huiselijk geweld, de bouw van starterswoningen, aansluiting bij het antidiscriminatiebureau en het gezondheidsbeleid en integratiebeleid, dat nu in de steigers staat. Zo kan ik nog een heel lijstje opnoemen. Wat de fractie van de PvdA betreft zouden wij op deze weg voort kunnen gaan. Helaas, zoals ik al eerder opmerkte zijn de financiële vooruitzichten voor Waalwijk erg somber als gevolg van de financiële en economische crisis. Dat is wrang, want juist in een tijd dat mensen in onzekerheid verkeren en nu hun hoop vestigen op de overheid, moet er vanaf 2011 fors bezuinigd worden. Wij zullen in het komende jaar moeilijke beslissingen moeten nemen. Daar is lef en verantwoordelijkheid voor nodig. De PvdA loopt niet weg voor deze verantwoordelijkheid. Daarom kunnen wij de begrotingsvoorstellen van het college ook grotendeels ondersteunen en zijn wij uiterst terughoudend in het aanbrengen van wijzigingen die een claim op de toekomst leggen. Bij de ombuigingen kiest de PvdA er voor dat basistaken zoveel mogelijk in stand blijven. Populair gezegd, de handen aan het bed, de leraren voor de klas en het blauw op straat. Dat vraagt de nodige creativiteit en daar willen wij nu alvast op voorsorteren. Tijdens het werkbezoek aan de politie hebben wij gehoord dat de wijkagenten door allerlei oorzaken steeds minder toekomen aan de basistaken. Preventietaken worden al niet meer opgepakt. De fractie van de PvdA vindt dat de gemeentelijke boa's hierin een aanvullende rol kunnen vervullen. Onze fractie wil dus een versterking van gemeentelijk blauw op straat. Dat hoeft niet direct meer geld te kosten. Door een meer gerichte aansturing op de handhaving kan het aantal bekeuringen fors omhoog. Door de wijziging van de PV-vergoeding met ingang van dit jaar, kunnen de handhavers zichzelf terugverdienen. Daarnaast moeten de handhavers worden ingezet op die tijden dat het ook nodig is. Bijvoorbeeld hondencontroles op tijdstippen houden, dat de honden ook uitgelaten worden en niet na 9.00 uur ’s morgens. De fractie van de PvdA was dan ook verbaasd, dat het college onze oproep tijdens de kaderstelling niet heeft vertaald in deze begroting. Daarom dient onze fractie nu een amendement in om de gemeentelijke handhavingsmogelijkheden uit te breiden, om vooral de overlast en kleine ergernissen in de wijken aan te pakken. Onze fractie stelt voor hiervoor € 25.000 in te zetten, te dekken uit het gevraagde budget voor het Veiligheidshuis. Wij denken dat dit mogelijk is, omdat niet meer gekoerst wordt op een apart Veiligheidshuis voor het district, maar aansluiting gezocht wordt bij het bestaande Veiligheidshuis in Tilburg. Tegelijkertijd willen wij een taakstelling opleggen om tenminste € 25.000 aan PV-vergoeding te realiseren. Dit betekent dat op jaarbasis zo'n 900 bekeuringen voor APV overtredingen en Mulderovertreding moeten worden opgelegd: per boa zo'n twee per dag. Dit betekent niet dat wij een heksenjacht organiseren, maar dat de boa's gerichter aangestuurd moeten worden. Dit vergt een omslag, maar waarom zou je met externe parkeercontroleurs wel taakstellende afspraken maken, maar met je eigen medewerkers niet? Tot slot, er wordt voor 2010 en de daarop volgende jaren een bijdrage geleverd aan de begroting vanuit de grondexploitatie en de parkeeropbrengsten. Hierin zal de komende Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
12
jaren niet veel groei meer zitten en onze fractie gaat er vanuit dat er vanuit alle sectoren naar ratio een aandeel geleverd zal gaan worden ten aanzien van bezuinigingen en dat daarbij de zachte sector niet bovenmatig een aandeel zal moeten leveren. Een mogelijk somber scenario waar de PvdA haar keuzes maakt om de gemeentelijke financiën in tijden van storm en slecht weer op orde te houden, waarbij de zwakkeren in onze gemeenschap waar nodig geholpen kan worden, er niemand wordt buitengesloten en waar onze fractie een nadrukkelijke oproep doet om niet te reageren vanuit het ikgevoel. De voorzitter: De tekst van het amendement luidt als volgt: Amendement I De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 12 november 2009 Onderwerp: Begroting 2010/ Uitbreiding handhaving gemeentelijke boa’s Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: Overwegende: 1. Dat de veiligheid en leefbaarheid in wijken en kernen hoge prioriteit heeft. 2. Dat de grootste klacht van bewoners is dat er te weinig blauw op straat is en dat er onvoldoende gehandhaafd wordt. 3. Dat de politie hier onvoldoende aan kan voldoen en de gemeentelijke boa’s en parkeercontroleurs deze lacune kunnen invullen door meer en slimmer toezicht op parkeren en kleine ergernissen. 4. Dat in de begroting 2010 voor het Veiligheidshuis een bedrag van € 50.000 is opgenomen, maar dat door aansluiting bij het Veiligheidshuis Tilburg dit budget waarschijnlijk niet geheel benodigd is. 5. Dat door een uitbreiding van de handhavingsmogelijkheden van de gemeentelijke boa’s, gepaard gaand met een taakstelling om tenminste € 25.000 aan PVvergoeding te realiseren, tegemoet gekomen kan worden aan de wens om meer handhaving op overlast en kleine ergernissen. 6. Dat deze maatregel daardoor tenminste budgettair neutraal is en de opbrengsten van de PV-vergoeding vooralsnog ingezet kunnen worden voor versterking van de gemeentelijke handhavingsmogelijkheden (blauw op straat), of –indien dit onverhoopt toch nodig mocht zijn- voor het Veiligheidshuis. Besluit: 1. In de begroting 2010 een bedrag van € 25.000 op te nemen voor uitbreiding van de gemeentelijke boa-capaciteit, onder gelijktijdige aanscherping van het aantal uit te schrijven processen-verbaal, om zodoende een bedrag van tenminste € 25.000 aan PV-vergoeding te realiseren. 2. De kosten hiervan te dekken door het voorgestelde budget ten behoeve van het Veiligheidshuis te verlagen tot € 25.000 als kaderstellend budget. 3. De inkomsten uit de PV-vergoeding van het ministerie van Justitie aan te wenden voor versterking van het gemeentelijke handhaving - of leefbaarheidsbeleid, of – indien dit op grond van de voorstellen onverhoopt toch nodig mocht zijn - het Veiligheidshuis. Dit amendement wordt ingediend door de fractie van PvdA. Het amendement wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen. Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
13
De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de ChristenUnie. Daarna volgt de fractie van het CDA. De heer Dekker: “Mogelijk drie miljard minder in Gemeentefonds” kopt een artikel in het VNG magazine. De heer Lepoutre, wethouder in Druten zegt: “Een crisis houdt je scherp. Van mij mag er eens in de zeven jaar een crisis zijn”. Is de crisis dramatisch? Ja, zeker voor mensen die hun baan kwijtraken of die hun bedrijf failliet zien gaan. Voor de gemeente Waalwijk zou ik uit willen gaan van de uitspraak van Johan Cruijff, namelijk dat elk nadeel zijn voordeel heeft. En zo dus ook de crisis. Het college presenteert ons voor 2010 een sluitende begroting. En dat zonder nog weer een extra aanslag te doen op de portemonnee van de burgers. De extra OZB die hierin zit, daartoe is al besloten voordat de crisis er was. De meerjarenbegroting is echter een ander verhaal. Mogelijk lopen de tekorten in 2011 t/m 2013 op tot in totaal ca € 5 mln., uitgaande van € 5,5 mln. minder bijdrage uit het Gemeentefonds. Je kunt je afvragen of de presentatie van de meerjarenbegroting met tekorten verantwoord is. Tenslotte is ons uitgangspunt altijd geweest dat begrotingen (ook de meerjarenbegrotingen) dekkend dienen te zijn. Schuiven wij daarmee de problemen nu niet voor ons uit en schepen wij het volgende college en raad er niet mee op? Daar is ons inziens wel wat voor te zeggen. Anderzijds zijn de onzekerheden voor die jaren dermate groot, vooral omdat de regering nog niet eens besloten heeft welke bezuinigingsmaatregelen er genomen zullen worden en het niet in te schatten is hoe de crisis zich zal ontwikkelen, zodat sluitende meerjarenbegrotingen voor een deel natte vinger werk zouden zijn. Dus in dit geval dan toch maar meerjarenramingen met tekorten accepteren. Dan nu de begroting 2010. Eerst een algemene opmerking. Het is de gewoonte in dit huis om een begroting te vergelijken met de begroting van het vorig jaar. De burap toont aan, dat er inmiddels aanzienlijke verschillen zijn ontstaan tussen werkelijkheid en begroting. Een vergelijking met de vorige begroting loopt dus op verschillende plaatsen mank. Daarom willen wij het college in overweging geven om in het vervolg de begroting voor het komend jaar te vergelijken met de verwachting van het lopende jaar. Omdat er een vrij uitvoerige burap is verschenen op het moment dat de begroting voor het volgende jaar wordt opgesteld, moet dit redelijkerwijs doenbaar zijn. Dit zou een heel wat realistischer en daarmee betrouwbaardere vergelijking geven. De begroting doorlopend komen wij tot de volgende vragen en opmerkingen. - Bij een aantal belangrijke verbonden partijen zoals de GGD, WML en CMD is de omvang van de financiële betrokkenheid niet vermeld. Dit vinden wij een gemis. Wij verzoeken de portefeuillehouder dit in het vervolg wel te doen. - Er is onderzoek geweest naar de mogelijkheid om de afschrijvingstermijn voor wegen op te rekken. Conclusie van het onderzoek is dat er nog weer een diepgaander onderzoek nodig is. Hoezo een diepgaander onderzoek? Is dit zo moeilijk uit te zoeken? Eén ding is ons inziens duidelijk onze twijfels zoals wij die dienaangaande bij de kaderstelling hebben geuit, worden alleen maar versterkt. - De post ontvangen subsidies zit nog steeds in de lift. Een oude uitspraak luidt: “Het leven is een pijp kaneel, een ieder zuigt er aan en krijgt zijn deel”. Maar dat deel hangt wel af van de zuigkracht die men heeft. Blijkbaar heeft onze gemeente, of liever gezegd onze subsidioloog en de medewerkers een flinke zuigkracht. Ik zou zeggen, blijft krachtig zuigen aan de subsidie-uiers. Er is tenslotte geen quotering op subsidies, zoals jarenlang voor de melkproductie gold. ! Ten aanzien van het programmaplan het volgende: De ambities voor de meerjarenbegroting lijken ons, gezien de geraamde verliezen, aan de forse kant, maar getuigen in ieder geval van een ferme instelling van het college. Hierbij enkele opmerkingen. - In het hoofdstuk Duurzaamheid (2.8) vinden wij niets terug van wat op uitvoering wijst van het amendement dat onze fractie bij de kaderstelling heeft ingediend en dat toen door de voorzitter aanvaard is ten aanzien van het stimuleren bij de bevolking van de Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
14
bewustwording voor het bereiken van millenniumdoelstellingen. Nu dus nog de uitvoering. Graag een reactie van de wethouder. - Vanwege het tweeledige doel van de zogenaamde duurzaamheidsleningen, namelijk het stimuleren van energiebesparende maatregelen om te komen tot vermindering van woonlasten, juicht onze fractie deze regeling van harte toe. - Ondanks voorgenomen stimuleringsmaatregelen voor vrijwilligerswerk wordt er volgens de prestatie-indicator aangenomen dat het aantal vrijwilligers in de gemeente niet stijgt in de komende vier jaar. Dit terwijl bovendien de behoefte aan vrijwilligers en mantelzorgers vanwege het verleggen van zorgverantwoordelijkheid naar de burgers, alleen maar aanzienlijk toe zal nemen. Verwacht de portefeuillehouder geen resultaten van zijn eigen stimuleringsmaatregelen? - De verkoopverwachtingen van de percelen op Haven VII en dan met name voor 2010 (€ 30 mln. meer dan in 2008 en € 15 mln. meer dan in 2009) lijken ons gezien de economische malaise waarvoor ook voor de komende jaren nog moet worden gevreesd, erg zo niet te optimistisch. De geraamde groei van de grondexploitatiereserve en als resultaat daarvan een afroming naar de algemene reserve over 2 jaar ad € 5 mln. achten wij dan ook te rooskleurig voorgesteld. Deze afroming is dan wel niet in de algemene reserve van de begroting van 2010 is opgenomen, maar wordt wel vermeld in de grondexploitatiereserve van 2011. Dit kan de verwachting wekken dat hier de dekking ligt van de verwachtte verliezen in de meerjarenbegroting. De genoemde verkoopverwachtingen zijn ons inziens gevaarlijk en kunnen tot onverantwoorde conclusies leiden. - Het wordt nu wel hoog tijd dat er hard gewerkt wordt aan de nieuwe sluis. Er is hierover nu lang genoeg gepraat. Wethouder, laat geen kans onbenut om er voor te zorgen, dat de nieuwe sluis er is, als straks de economie weer aantrekt. Bovendien alleen al de stijgende kosten van de oude sluis zijn een reden om haast te maken. - En dan nog een thema dat niet genoemd is in de begroting. Namelijk het ons allen bekende hospice Francinus de Wind. Een instelling van groot maatschappelijk belang. Een instelling voor palliatieve, terminale zorg, waar mensen aan het eind van hun leven op een menswaardige manier afscheid kunnen nemen van hun naasten en in alle rust kunnen sterven. De kosten van het hospice, worden voor een belangrijk deel vergoed door de AWBZ. Daarnaast bestaan de inkomsten uit giften van bedrijven en particuliere personen. Toch kampt het hospice met een structureel tekort op hun begroting. Gezien het grote maatschappelijke belang zijn wij van mening dat wij als regionale gemeenten, samen met de zorgverzekeraar en wellicht ook het ministerie van VWS hiervoor verantwoordelijkheid dienen te nemen en gezamenlijk moeten zoeken naar een oplossing van dit probleem. Hiervoor is echter tijd nodig. Om de meest urgente nood te lenigen, men verwacht namelijk voor het volgend jaar een verlies van € 100.000, is ons voorstel dat voor 2010 een deel van het overschot van de begroting voor dit doel bestemd wordt. Samen met de fractie van de PvdA dienen wij hiertoe een amendement in. Wij maken het college en de medewerkers onze complimenten voor de uitvoerige en duidelijke opzet van de begroting. Hierin wordt weer veel nuttige informatie verstrekt. Ook het programmaplan geeft op duidelijke wijze de ambities van het college aan. Het college stelt zichzelf tot opdracht om voor 2010 van de raad een 7,5 als rapportcijfer te krijgen. Wat onze fractie betreft krijgt zij dat. Wij wensen het huidige en straks het nieuwe college en alle medewerkers kracht en wijsheid toe om onze gemeente het jaar 2010 met goed gevolg door te loodsen. Wij wensen hen hiervoor Gods zegen toe! De voorzitter: De tekst van het amendement luidt als volgt: Amendement II De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 12 november 2009 Onderwerp: Hospice Francinus de Windt Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
15
Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: Overwegende, dat het Hospice Francinus de Windt een belangrijke en unieke voorziening met een regionaal belang is voor palliatieve terminale zorg. Patiënten kunnen daar op een menswaardige manier afscheid nemen van het leven en hun naasten; dat deze zorg grotendeels vergoed wordt uit de AWBZ; dat deze vergoeding niet toereikend is om alle kosten te dekken; dat het bestuur van het hospice heeft verzocht om financiële ondersteuning vanwege een structureel tekort op de begroting; dat vanuit het belang van de volksgezondheid en zorg het wenselijk is om deze voorziening voor Waalwijk e.o. in stand te houden; dat om die reden naast particuliere giften ook een structurele financiële bijdrage van de gemeente op zijn plaats is. besluit: 1. In de begroting 2010 een bedrag van € 20.000 te reserveren ten behoeve van een eenmalige bijdrage aan het Hospice Francinus de Windt en deze ten laste te brengen van het overschot op de begroting 2010; 2. het college te verzoeken om het hospice te ondersteunen in hun overleg met zorgverzekeraar, ministerie van VWS en regiogemeenten een oplossing voor het begrotingstekort van het hospice te vinden en de raad van de uitkomsten voor de kaderstelling 2011 op de hoogte te stellen. Dit amendement wordt ingediend door de fracties van ChristenUnie en PvdA. Het amendement wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen. De heer Van Meeuwen: Mag ik een vraag stellen? Ik lees in het amendement dat er vanuit het bestuur verzocht is om financiële ondersteuning. Mijn vraag is aan wie dat verzocht is. De heer Dekker: U bedoelt het bestuur van het hospice? Wij zijn als fracties, ik neem aan alle fracties, uitgenodigd om een keer op bezoek te komen. Wij zijn daar door het bestuur ontvangen, zijn rondgeleid en hebben informatie gekregen. Daar komt dit uit voort. De heer Van Meeuwen: Er is dus geen verzoek bij de gemeente binnengekomen? De heer Dekker: Bij de gemeente is dat ons niet bekend. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van het CDA. Daarna volgt de fractie van de SGP. De heer Spohr: Wij spreken vandaag over de begroting 2010. Daarvoor hebben wij op basis van de kaderstelling uw voorstellen ontvangen. Graag zeggen wij dank voor dit Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
16
prima gestructureerde en inhoudelijk goed becommentarieerde document. Wij hebben het als een zeer leesbaar en bruikbaar stuk ervaren. Het jaar 2010 is zo’n beetje het laatste jaar waarin wij een overschot op de begroting mogen inboeken. Nou ja, van een echt begrotingsoverschot kun je met € 30.00 nu ook weer niet spreken. Daarna wacht zwaar weer, zo vernamen wij al enige tijd en inmiddels hebben wik in de meerjarenraming kunnen lezen van begrotingstekorten van € 700.000 in 2011 tot maar liefst € 2,5 mln. in 2013. Vanaf 2011 krijgen wij te maken met de kapitaallasten van zwembad en gemeentehuis, wetend dat in de toekomst aanzienlijke investeringen nodig zijn voor het spoortracé, de A59 en de N261. Hoewel nu nog op een acceptabel niveau, neemt ook de weerstandscapaciteit, de middelen om financiële tegenvallers op te vangen, af. De gemeente zal in de toekomst niet onder ondersteunende maatregelen uit kunnen komen om de weerstandscapaciteit te kunnen handhaven. Datzelfde geldt ook voor een aantal risico’s in de risicoparagraaf van de begroting. Ik wijs op de risico’s van nog niet voldoende beschikbare ICT-uitwijkvoorzieningen, de exploitatie van het Centrumproject, de BVO RKC, het sluiscomplex en De Els. Graag vernemen wij een reactie hierop van het college. Ook pleiten wij ervoor ten aanzien van verbonden partijen een actieve opstelling aan te nemen, niet alleen voor lokale partijen, zoals WML, ISD, of het Centrum voor Muziek en Dans, maar ook voor verder afstaande partijen, zoals Brabant Water, Intergas en het Waarborgfonds eigen woningen. De discussie rond de Essent-aandelen, de kredietcrisis, die begon bij de banken en de crisis rond BVO RKC hebben wat dat betreft geleerd dat je als aandeelhouder of subsidieverstrekker niet op afstand kan blijven, maar actief moet participeren. Met name Parkmanagement en ParkNed zijn de nieuwe partijen waar wij pleiten voor een actieve participatie van de gemeente in het bestuur dan wel toezicht daarop. Graag vernemen wij een reactie van het college. Het voorgaande betekent dus ook dat er in 2010 nauwelijks mogelijkheden voor nieuw beleid aanwezig zijn en dat wij ons vooral zullen moeten concentreren op het uitvoeren van het bestaande beleid. Met waardering constateert onze fractie dat het college er echter toch in is geslaagd waardevol nieuw beleid te brengen. Deze inspanning verdient dan ook veel lof. Vooral het verplaatsen van de gemeentewerf is een must om in de komende jaren tot een ontwikkeling van het gebied aan de Olympiaweg te komen. Wel pleiten wij er nogmaals voor de verplaatsing niet ten koste van alleen maar snelheid door te voeren, maar een goede afweging tussen slagvaardigheid en effectiviteit te maken en vooral bij de locatie RWB grondposities en mogelijke samenwerking met de WML goed te onderzoeken, een locatie waarover onze fractie al de nodige bezwaren heeft geuit. Wat betreft de aanpassingen van De Leest zouden wij graag zien dat het college daarbij ook aanpassing van Den Bolder in Waspik als een pm-post opneemt. Wij beseffen dat hiervoor nog geen dekking aanwezig is, maar willen het college er wel op wijzen dat Den Bolder al sinds enige tijd te maken heeft met een toenemende vraag naar beschikbare zaalruimte in de particuliere sfeer, waardoor wij de verwachting hebben dat een uitbreiding van Den Bolder zichzelf daarom goed terugbetaalt. Ook steunen we van harte de verhoging van de jeugdsportsubsidies die hopelijk een stimulans zijn voor behoud en wellicht uitbreiding van de jeugdleden van sportverenigingen. Het verhogen van de norm om in aanmerking te komen voor de Paswijzer naar 120% is een mooi gebaar in deze tijd van grotere werkloosheid. In dit verband is ook armoedebeleid door inschakeling van de voedselbank van groot belang. Wij zijn verheugd dat op de subsidieaanvraag van de voedselbank Waalwijk positief is beslist. Wij hopen dat de voedselbank in de Waalwijkse praktijk een nuttige functie zal vervullen, zeker in de huidige moeilijke economische tijd. De door onze fractie in dit verband aangehouden motie trekken wij hierbij dan ook in. Met het oog op de huidige crisis hebben wij ook ervaren dat middenstanders en andere kleine ondernemers en zelfstandigen het vaak erg moeilijk hebben om hun hoofd boven water te houden. In de praktijk blijkt dat deze kleine ondernemers, zelfs als zij zelf maatregelen willen nemen om een dreigend faillissement te voorkomen, hiervoor vaak niet in aanmerking komen voor hulp van de overheid, aangezien ze vaak tussen alle regelingen in dreigen te vallen, tussen wal en schip dus. In het besef dat de middelen Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
17
schaars zijn, wil onze fractie toch het college dringend vragen om zich te buigen over dit vraagstuk en vraagt het college in overweging te nemen om voor schuldhulpverlening van middenstanders en kleine ondernemers een beperkt budget vrij te maken. Graag vernemen wij een reactie van het college. De stijging van de meeste lokale tarieven met de inflatiecorrectie van 1,5% heeft onze instemming. Daarmee wordt voldoende rekening gehouden met de over de hele linie sterk stijgende lasten van onze burgers. En de gemeente zal met samen haar burgers moeten optrekken om door de huidige moeilijke economische omstandigheden heen te komen. Heel simpel kan de gemeente dat doen door zich op te stellen naast de burger, behulpzaam, met inlevingsgevoel en door snel te reageren op vragen of met gevraagde diensten. De HR-agenda van 2010 met andere woorden, dient vooral gericht te zijn op klantgerichtheid. Ook al doen statistieken misschien het tegendeel vermoeden, nog steeds worden wij benaderd door burgers met klachten dat de organisatie niet altijd goed bereikbaar is, niet terugbelt of aanvragen erg traag verlopen. Dan kom ik nu toe aan de moties en amendementen. Allereerst dient onze fractie een motie in voor buitenschoolse opvang bij sport- en welzijnsaccommodaties. Al verschillende keren is door onze fractie aangedrongen hier beleid op te maken, tot op heden met uitzondering van een enkel initiatief echter zonder resultaat. Wij vragen het college daarom voor de raad een notitie hierover aan te bieden in 2010. Verder dient onze fractie samen met LokaalBelang een amendement inzake de precariobelasting in. Hier willen wij met name aandacht vragen, u heeft dat ook al van LokaalBelang gehoord, voor de huidige economisch zware tijd voor ondernemers en kleine zelfstandigen en vragen wij het college de verhoging van de precariobelasting te halveren en in 2010 mogelijk tot een nieuwe regeling met City Management te komen. Tenslotte dienen wij samen met de SGP een motie in om ten aanzien van sporttarieven en tarieven van sportaccommodaties meer maatwerk toe te passen. Wij vragen daarvoor het college op 1 maart met een rapport te komen. Duidelijk is dat de zaalsportverenigingen, vaak kleine verenigingen die meestal in grote sportregio’s hun sport beoefenen, het in deze tijd moeilijk hebben door teruglopende ledenaantallen. Deze verenigingen hebben vaak hoge kosten voor sportaccommodaties, die in capaciteit en kwaliteit niet altijd gelijk zijn. Kleinere sporthallen zijn vanwege weinig zaalruimte zodoende niet bevorderlijk voor het op peil houden van het ledenaantal, terwijl door de vereniging naar verhouding hoge kosten worden betaald. De SGP zal mede namens het CDA hierover een motie indienen. De voorzitter: De tekst van de motie en het amendement luiden als volgt: Motie A De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 12 november 2009 Onderwerp: Buitenschoolse opvang (BSO) De Raad, Gehoord de beraadslaging, Overwegende, • dat het college bij de kaderstelling voor de begroting heeft toegezegd te komen met een notitie BSO/Brede school, waarin gebruik van sport en welzijnsaccommodaties wordt meegenomen; • dat bij gebruikmaking van sportaccommodaties jongeren de gelegenheid moet worden geboden om in brede zin aan sport te doen; • dat tijdens de clustervergadering van 22 oktober door de wethouder is toegezegd in 2010 te komen met deze notitie; Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
18
• • • • • •
dat wildgroei in de buitenschoolse opvang moet worden voorkomen; dat in het bijzonder sport voor de jeugd in de leeftijd van 4-12 jaar niet alleen belangrijk is voor de gezondheid maar ook bijdraagt aan de sociale ontwikkeling van het kind; dat om die reden alleen al het beschikbaar stellen van sportaccommodaties voor buitenschoolse opvang voor deze doelgroep van groot belang is; dat multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties en welzijnsaccommodaties een meerwaarde kan hebben op financieel en in maatschappelijk gebied; dat e.e.a in overleg met de besturen van sportverenigingen en welzijnsaccommodaties op korte termijn gerealiseerd moet kunnen worden: dat bij nieuwbouw van scholen en sportaccommodaties ook voldoen aan voorwaarden die gelden voor een BSO
Draagt het college op voor het zomerreces 2010 te komen met een notitie voor buitenschoolse opvang in relatie tot welzijns- en sportaccommodaties en gaat over tot de orde van de dag. Deze motie wordt ingediend door de fractie van het CDA. De motie wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen. Amendement III De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 12 november 2009 Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Overwegende, • dat blijkens de begroting de tarieven voor terrassen in het centrum van Waalwijk vanaf 2008 zodanig worden aangepast dat jaarlijks een meeropbrengst van € 10.000 gerealiseerd wordt, oplopend tot € 50.000 in 2012; • dat de tarieven per m2 terras in het centrum stijgen van € 32 in 2009 naar € 42 in 2010; • dat terrassen bijdragen tot een verhoging van de attractiviteit van het centrum en mede dragers zijn van de economische ontwikkeling daarvan; • dat momenteel in overleg met de ondernemers in het centrum wordt gewerkt aan de invoering van citymanagement in de loop van 2010; • dat het voornemen bestaat dat door gedeeltelijke afdracht aan citymanagement van een in te voeren reclamebelasting voor alle ondernemers (winkeliers en horeca), de gemeente financieel bijdraagt aan citymanagement; • dat in dat verband elke ondernemer in het centrum zal gaan meebetalen aan zaken die in het centrum worden georganiseerd; • dat daarmee het draagvlak voor evenementen wordt vergroot en daar niet alleen horecaondernemers nog financieel verantwoordelijk voor zijn; • dat bij invoering van citymanagement en de invoering van een reclamebelasting de verhoging van heffing voor precariorechten voor terrassen in een ander perspectief komt te staan. Besluit: 1. De meeropbrengst van de precariobelasting voor 2010 vast te stellen op € 5.000
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
19
2. De tarieven voor 2010 onder 170 van de tarieventabel behorende bij de verordening precariobelasting hierop aan te passen; 3. de verminderde opbrengt ten laste te brengen van het overschot op de begroting en de begroting daarop aan te passen. Dit amendement wordt ingediend door de fracties van CDA en LokaalBelang. Het amendement wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de SGP. De heer Tiemstra: De motie waarover de heer Spohr zojuist over sprak, zal ik bij agendapunt 1.3 (CF3) indienen. Onze fractie heeft kennis genomen van de conceptbegroting en programmabegroting 2010. De stukken zijn helder gepresenteerd, er is weer veel en goed werk geleverd. Een compliment is op zijn plaats. Het is belangrijk dat de lokale overheid het vertrouwen van de burgers geniet. Dat vraagt betrokkenheid en helder communiceren. Transparantie. Snel reageren. Geen onnodige bureaucratie, maar betrouwbaarheid en dienstbaarheid. Wij stellen vast dat het college dit punt zo belangrijk vindt, dat dit onderwerp in 22 beleidsnota’s is uitgewerkt. Je zou zeggen dan moet het haast goed komen. De SGP-fractie zal u op het gebied betrouwbaarheid en dienstbaarheid kritisch volgen. De risico-inventarisatie is vanavond al meer genoemd. Altijd opletten geblazen. Heel voorzichtig is tijdens het cluster de term ‘RKC’ gevallen, naar aanleiding van de risicokwalificatie ‘mogelijk’ en de summiere toelichting “alert zijn op betaling van de huur”. Wij hebben het gezien en wij gaan er nog over spreken, bij gezondheid, op 1 december a.s. Wij hopen dat omvang en kwalificatie van de overige risico’s niet voor verrassingen zullen zorgen. Er zal het komend jaar best naar de algemene reserve worden gekeken om kleine tegenvallers op te vangen. De raad hoeft zich geen zorgen te maken, want vanwege winsten vanuit de grondexploitatie zal de algemene reserve wellicht nog toenemen. Over 2010 wordt over Haven VII geen exploitatieresultaat verwacht. Wij zijn benieuwd hoe hard de uitspraken zijn inzake de toename van de algemene reserve en of het college zich voldoende bewust is van de economische situatie waarin wij ons bevinden. Onzeker is ook wat de opbrengsten van bouwvergunningen en leges gaan doen in 2010. Het vrijwel onveranderd doortrekken van de bedragen uit 2008 en 2009, wat nu in feite gebeurt, lijkt ons niet opportuun. De VNG stelt zonder voorbehoud dat er door de teruglopende legesinkomsten pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden in de gemeentebegroting 2010. Ik citeer: “In financiële zin ontstaan er bij gemeenten door minder bouwaanvragen gaten in de dekking van de apparaatskosten. Geld daarvoor zal uit de lengte of uit de breedte moeten komen”. Denk ook aan de invoering van de omgevingsvergunning, wat met zich meebrengt dat voor een fors aantal vergunningen geen leges meer kunnen worden geheven. Wij gaan er van uit dat het college ons direct informeert zodra de trein uit de rails dreigt te lopen en met welke bezuinigingen dit dan vervolgens wordt opgevangen. De begroting is nauwsluitend en het meerjarenperspectief geeft een zorgelijk beeld. Er komt veel op ons af. En dat met een begroting die voor de toekomst grote zorgen baart. Wij zien een aantal taakstellende bezuinigingen. Wellicht moeten we nog een stap verder gaan. Het begrotingsjaar 2010 sluit met een begrotingsoverschotje van ruim € 30.000. De jaren daarop volgend vertonen tekorten van € 800.000, € 1.7 mln. en € 2,6 mln. in respectievelijk de jaren 2011, 2012 en 2013. Het college geeft aan zich terughoudend op te stellen in het entameren van nieuw beleid. Dat baart ons wat zorgen. Immers, er zijn nog een kleine vier maanden te gaan tot de verkiezingen waarna, naar verwachting, een nieuwe raad en een nieuw college zullen aantreden. Dan moet het stokje worden overgedragen. Kan het dan zo zijn dat dit college een dergelijk somber Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
20
meerjarenperspectief overdraagt, of dient reeds nu de blik vooruit te worden gericht en een sluitende begroting in ieder geval voor versie 2011 te worden nagestreefd? Wij menen het laatste en wij menen ook dat dit de handreiking dient te zijn die het huidige college aan een volgend college dient te doen. Niet alleen aan het volgend college, maar met name aan de samenleving van onze gemeente Waalwijk. Instrumenten om een sluitende begroting 2011 te kunnen presenteren dienen ons inziens vooral aan de kostenkant te worden gezocht. Wat te denken van het invoeren van een vacaturestop, natuurlijk zonder dat er vervolgens derden worden ingehuurd? Ga eens met de stofkam door de lijst projecten die er ligt. Laat ons eens nadenken over een vermindering van het aantal beleidsnota’s. Het zal best ergens kraken om € 800.000 te zoeken om de begroting 2011 sluitend te maken. Maar bedenk dat er geen omelet wordt gebakken zonder eieren te breken. Onze fractie meent dat we moeten trachten die stap te maken. Niet om een nieuw college op te zadelen met vaste kaders. Wel om nu onze verantwoordelijkheid te nemen en nu te doen wat onze hand vindt om te doen. Met als doel om een bijdrage te leveren aan het komen tot een sluitende begroting, ook in 2011. Daartoe wensen wij de volgende motie in te dienen, mede ondertekend door de fractie van de VVD, die wij u straks overhandigen. Wij wensen het college wijsheid en Gods zegen bij de overdenking en de uitvoering van de werkzaamheden waar zij voor staat. De voorzitter: De tekst van de motie luidt als volgt: Motie B De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 12 november 2009 Onderwerp: Vaststellen Begroting 2010 Neemt kennis van de begroting 2010 en overweegt dat : • • • •
• • • •
Het begrotingsjaar 2010 sluit met een begrotingsoverschot van ruim € 30.000,- ; Het meerjarenperspectief aangeeft dat de begrotingen voor 2011, 2012 en 2013 tekorten vertonen van resp. € 800.000,-, 1.700.000,- en 2.600.000,- ; Het college heeft aangegeven zich terughoudend op te stellen in het entameren van nieuw beleid; Het college heeft aangegeven zich te realiseren dat komende coalitieonderhandelingen meer in het teken zullen staan van het terugdringen van uitgaven, herallocatie van bestaande middelen en het verwerven van hogere inkomsten, dan in het kunnen bestemmen van middelen voor nieuw beleid; Het wenselijk is dat er ook in 2011 een sluitende begroting kan worden gepresenteerd; Het wenselijk zou zijn wanneer een bestuursperiode wordt afgesloten, het college een vorm van overdracht weet te vinden voor een volgend college; Het wenselijk is dat het huidige college zich inspant om dit mogelijk te maken, voor zover dit nu binnen haar mogelijkheden ligt; Het uit het oogpunt van goed bestuur het wenselijk is dat dit college het toekomstige college daartoe een handreiking biedt.
en draagt daarom het college op om: •
•
nog in deze bestuursperiode een handreiking te doen bestaande uit een evaluatie van de huidige economische en financiële stand van zaken van de gemeente, aangevuld met aanbevelingen voor het volgend college om te werken naar een sluitende begroting 2011; De raad hieromtrent te informeren per raadsinformatiebrief vóór 1 februari 2010.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
21
En gaat over tot de orde van de dag Deze motie wordt ingediend door de fracties van SGP en VVD. De motie wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen. De heer Spohr: Naar aanleiding van de motie een paar vragen. Op zichzelf vinden wij de motie sympathiek. Niet alleen vanwege de beargumentering, maar toch ook omdat het zeker in de tijd heel goed kan zijn dat een zittend bestuur, zoals in de motie wordt gesteld, een handreiking doet voor de toekomst. Wij hebben daar als samenleving, bestuur en politiek wat aan, maar als er dan in het dictum wordt gesproken over het voorbereiden van beleid heb ik daar wel mijn twijfels over. Het lijkt mij buitengewoon lastig als het zittende college beleid voorbereidt voor een nieuwe coalitie en een nieuw college, wat wellicht een geheel andere samenstelling kent en zich in het geheel niet wil laten leiden door beleid van het huidige college. Ik vraag mij af in hoeverre beleid hier een realistische formulering is. Ik denk dat dit niet mogelijk is en dat het veel te politiek beladen is om beleid te maken voor een nieuw college. Ik denk wel dat waar u stelt dat de handreiking wordt aangeboden u dan met name doelt op ervaringen, misschien tendensen, die het zittende college registreert en het doen van mogelijke aanbevelingen, vooral gebaseerd op feiten. Ik denk dat ook die kant van de motie daar meer naartoe zou moeten gaan. Ten slotte als u spreekt over een sluitende begroting, uiteraard zijn wij het er volledig mee eens dat elk college, elke coalitie zich zou moeten richten op een sluitende begroting. De vraag is even of het college nu kan bedenken wat een sluitende begroting is voor het komende jaar, dat hangt namelijk ook af van alle politieke keuzes die gemaakt worden. Men weet nu dus niet welke effecten het beleid wat men opgezet heeft voor de inwoners naar aanleiding van de politieke keuzes die het nieuwe college en de nieuwe coalitie maken. Ook hier zou ik willen zeggen dat het dictum van deze motie heel erg belemmerend is voor het zeer sympathieke idee wat u zeker heeft door het doen van een handreiking. Ik zou ervoor pleiten om nog eens goed na te denken of u deze motie zou willen indienen, omdat u misschien met een ander dictum een veel bredere steun zou kunnen hebben. De voorzitter: Ik wil toch even ingrijpen. De heer Simon vroeg daarnet aarzelend of hij iets mocht zeggen. Ik dacht vooruit dan omdat wij hebben gezegd in eerste termijn acht minuten voor uw bijdrage. Dit wat nu gebeurt, kan ook simpelweg in de tweede termijn plaatsvinden. Mijn voorstel is om de heer Tiemstra het antwoord in de tweede instantie te laten geven. Wij kunnen dan nu afsluiten. Kan het in één zin? De heer Tiemstra: De heer Spohr heeft 27 zinnen gebruikt, ik zal het proberen in vijf zinnen te doen. Ik heb uw verhaal goed beluisterd. Samengevat is het eigenlijk een handreiking. Ik heb getracht de motie zo te formuleren dat het juist geen concrete zaken aan het college zou moeten richten, dus ik ben niet ingegaan op de verschillende besparingsmogelijkheden. Ik nodig u graag uit om in de schorsing te bekijken, wellicht ook met anderen, of wij tot een passende formulering kunnen komen. Het zou dan zomaar kunnen dat wij daar zonder problemen uit komen. De voorzitter: Ik heb nog twee mededelingen. Bij agendapunt 1.6 gaat u de voorzitter van de rekenkamer benoemen. Het is wel handig u dat u deze persoon kent, voordat hij wordt benoemd. Wij hebben hem uitgenodigd om hier te zijn tijdens de eetpauze. Wij schorsen tot 19.45 uur. De voorzitter schorst de vergadering.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
22
De voorzitter heropent de vergadering. (De heer Ergin komt ter vergadering). Beantwoording door het college De voorzitter: Wij gaan naar de beantwoording van de eerste instantie. Ik vind het een beetje lastig om te zeggen hoeveel minuten er nodig zijn, want dat ligt in grote mate aan uw interrupties. Wij moeten daar ook rekening mee houden bij de beantwoording van het college, ook omdat u altijd zegt dat u het wel goed en secuur wilt hebben. Ik zou graag allereerst in willen gaan op het punt dat de heer Broeders ter sprake bracht, dat zich voordoet rondom het thema integriteit. Ik doe dat niet voor niets als eerste, dat is geen toeval. Allereerst de ambtseed. Even helder; er zijn twee hoofdlijnen, als er wettelijk wordt bepaald je moet met een ambtseed werken, die gaan wij opnieuw invoeren in ambtenarenland Nederland kunnen wij hier in huis zeggen volgende week vrijdag, over een maand of over twee weken, doen wij dat. Ik kom dan ambtenaren tegen die mij aanspreken en vragen kunt u mij uitleggen, burgemeester, waarom ik hier 25 jaar werk, u 25 jaar vertrouwen in mij hebt gehad en nu moet er ineens een ambtseed bovenop? Dat is een goede vraag. Ik denk dat het lastig is om die te beantwoorden. Het is daarom veel beter om het proces met je medewerkers in te gaan, uit te leggen waarom zo’n thema van belang is, als je dat niet kunt of wilt snappen, ook in de context van maatschappelijke veranderingen een steeds belangrijker thema. Dat leidt tot een proces waarin je dat bespreekbaar maakt in alle geledingen van het gemeentehuis. Daarom hebben wij als raad volgend jaar een thema over integriteit ingepland, maar ook in een afdelingsoverleg. Als je in dat proces integriteit centraal stelt, kun je redelijkerwijs uitleggen de regering vraagt daar als een soort van teken te laten zien dat je daar afspraken over maakt, dat je daar mee bezig bent, dat je dat belangrijk vindt, dat je je daaraan houdt. Daar volgt dan de ambtseed uit. Ik zou dat ook graag willen doen voor iedereen in dit gemeentehuis en niet alleen de ambtenaren. De ouderen die het weigeren en het dan niet hoeven. Op die manier heb je een proces wat niet naar uitstel neigt, maar volgens mij is dat de juist bij dit belangrijke onderwerp. Het tweede punt waar ik het over wil hebben, ik ken uw letterlijke woorden niet meer, maar mij blijft bij dat u zei integriteit is ook van belang binnen de gemeente Waalwijk, mede naar aanleiding van het rapport dat Bing heeft gemaakt zien wij dat integriteit een item is. Er zitten heel veel woorden in zo’n zin die je op verschillende manier kunt uitleggen. Ik denk dat u die opmerking misschien beter niet zou kunnen maken, want uit het rapport over integriteit blijkt dat wij als raad gezegd hebben integriteit is een hoofdthema. Als er iets gezegd wordt dat neigt naar klopt dit wel gaan wij meteen over tot een onderzoek. Daar hebben wij een fors bedrag voor over. Dat doen wij terwijl wij ons bewust zijn van het feit dat er niets hard is. Dat er alleen enkele dingen gezegd zijn in deze raad zonder enig enkel ander bewijs. Bing doet haar werk en doet de conclusies zoals u die met mij heeft kunnen maken. U heeft daarna het laatste woord en zegt goed dat u het zo gedaan heeft, want het moet niet meer zo zijn dat je een volgende keer naar aanleiding van iets wat geen enkele grond heeft die bewezen kan worden dat je daar opnieuw mee begint. Je houdt dan iets in stand en dat is niet goed. Dat is een geurmerk dat je eigenlijk niet wilt. Daarom lijkt het mij verstandiger om na de conclusies van het rapport Bing dit onderwerp te sluiten en te zeggen een punt erachter. Daarin zat niets wat echt fout was. Elke keer als je het oprakelt, lijkt het er een beetje op dat er toch iets aan de hand is. Ik denk dat wij als raad heel nadrukkelijk gezegd hebben dat wij dat niet willen. Een tweede punt waar ik het graag over wil hebben, is het amendement van de PvdA over de boa’s en over het veiligheidshuis. U verbindt die zaken aan elkaar. U heeft iets in de zin van je moet boa’s hebben die zich meer, waar de politie dat minder doet, inzetten op taken die je belangrijk vindt. Met name parkeren is een punt wat telkens tevoorschijn komt. Ook anderen hebben zich daar over uitgelaten de afgelopen weken. Het is goed, Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
23
maar om daar € 25.000 van de kant van het Veiligheidshuis voor te gebruiken, is iets waarvan ik zeg dan had ik beter € 75.000 kunnen vragen en hadden wij er € 50.000 van gemaakt. Zo werkt het niet. Die € 50.000 staat erin omdat wij denken dat dit een reëel bedrag is. Wij gaan het niet zelf doen. Wij gaan het in combinatie met Tilburg doen, maar ook dat kost geld. Als het totale veiligheidshuis Tilburg € 800.000 kost op de begroting van Tilburg, zit er een bedrag achter waarvan ik denk dat je dat niet zomaar met de helft kunt verminderen. Is het niet verstandiger om aan het college te vragen om te bekijken of je het parkeren en andere ongenoegens die je met boa’s kunt oplossen en wat daar nu regulier mogelijk is? Te kijken wat de discussie met het veiligheidshuis oplevert en daarna de motie alsnog in stemming te brengen wanneer u zegt die uitkomsten bevallen ons niet? Mijn verzoek aan u is om de motie aan te houden. De heer Simon bij interruptie: Mag ik daar even een vraag over stellen? Op zich begrijpen wij uw onderbouwing best wel omdat het veiligheidshuis in de begroting staat. Wij weten dat er nog geen voorstel ligt en weten dat er geen exacte gegevens onder liggen. Die discussie moet eerst gevoerd worden. Wij menen het toch te moeten koppelen aan het veiligheidshuis omdat er in eerste instantie is gesproken over een nieuw op te richten veiligheidshuis in Oosterhout, de middenregio. Naderhand is het bestaande veiligheidshuis Tilburg erbij gekomen. Dat heeft ons een beetje op een dwaalspoor gebracht. De twee kernen van het amendement zijn dat de doelstelling van de boa’s aangescherpt wordt waar de politie door drukke taken niet aan de werkzaamheden toekomt en wij willen dat de boa’s ook bij die sector die kort in die buurt van die post veiligheid komt op termijn als je tot een aanscherping komt en een realistischere uitvoering van de boa’s. Ik sprak over hondencontroles. Als u zegt dat willen wij serieus nemen, dan zijn wij op dit moment bereid om u niet voor de voeten te lopen bij de onderhandeling met Tilburg, maar wij willen het toch overeind houden. Wij houden het amendement aan en komen er op termijn op terug. De voorzitter: Laten wij proberen om goede afspraken te maken. Ik zou toch binnen nu en afzienbare tijd de discussie rondom het veiligheidshuis klaar willen hebben. Ik ben er nu een jaartje mee bezig, rondom Oosterhout. Het mag nu wat mij betreft ook wel vlotten. In de richting van de ChristenUnie waar het gaat om millenniumdoelstellingen en Waalwijk als millenniumgemeente toch eventjes het volgende. Ik weet niet of het u is opgevallen dat geen enkele bestuurder prominent aanwezig was bij het ophangen van het millenniumbord bij de gemeentekomgrens van Waalwijk. Als dit u wel is opgevallen, mag ik u melden dat het geen toeval is. Wij zeiden je mag dit best lowprofile insteken, omdat wij er nu voor de rest geen nieuw beleid aan koppelen. Wij vinden het verantwoord om millenniumgemeente te zijn, omdat wat wij doen op het terrein van duurzaam inkopen en op het terrein van duurzaam energiebeleid als zodanig is dat je daarmee rustig kunt instemmen. Die noemer mag je gebruiken. Daarnaast op het terrein van ontwikkelingssamenwerking, hulp naar andere landen en armoedebestrijding werkt Werelds Waalwijk. Daar zijn wij concreet mee bezig. Zodra daar nadere dingen over te melden zijn, brengen wij dat zo snel mogelijk in uw richting. De heer Broeders bij interruptie: Ik heb nog niet gereageerd op uw opmerking over integriteit. Ik moet eerlijk zeggen toen u antwoord gaf in het cluster en zei de eed is een symbolische handeling dat dit voor mij geen symbolische handeling is. U geeft zelf aan dat het een uitermate gevoelig onderwerp is. Iemand die er al 25 jaar is en niets te verbergen heeft, als het een symbolische handeling is, kan zondermeer de eed afleggen. Dat is een duidelijk standpunt. Als iemand dat niet doet, lijkt er in mijn ogen iets niet te kloppen. Als wij integriteit hoog in het vaandel hebben, moet een ambtenaar zondermeer kunnen zeggen dat hij of zij een eed af wil leggen in het belang van het ambt.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
24
Naar aanleiding van het Bing rapport, ik heb het een aantal keren doorgelezen, moet ik zeggen dat ik daar mijn vraagtekens bij zet, maar dat is zeer persoonlijk. Ik heb toen ook gezegd dat het mijn intuïtie is. De voorzitter: Ik denk dat iedereen het recht heeft om daar vraagtekens bij te zetten. Ik denk wel dat de raad nadrukkelijk heeft gezegd voor ons is dit een goede uitkomst. Wij willen dit de volgende keer niet meer doen als er geen gegronde reden is om iets te onderzoeken. Dat is het antwoord op basis waarvan ik het antwoord heb gegeven heb in uw richting. Als u zegt daar twijfel ik aan, dat recht heeft u, maar zullen wij gewoon afspreken dat wij dat nu ieder voor zich voor onszelf houden? Misschien is dat wel handig. De heer Broeders: Ik wil daar nog de verduidelijking bij geven, ik kom terug op mijn eerdere verhaal, daar stond een aantal dingen in over de gasleiding. Achteraf blijkt dit niet te kloppen. Dat is onder andere zo’n klein voorbeeldje van het rapport. De voorzitter: Nee, dat is een punt dat centraal stond in het rapport, maar nu moeten wij uitkijken, anders gaan wij de discussie overdoen. U heeft van mij alle kans gehad in die functie als ik daar zit om ook daarover te praten. U heeft daar van de kant van het college antwoord op gekregen. Volgens mij ook een antwoord waarvan u zei daar ga ik mee instemmen. In die zin worden locaties opnieuw onderzocht en gaan wij daar op een manier mee om zoals dat hoort en zijn alle mogelijkheden open. Dat concludeer ik uit de vorige raadsvergadering. Nog eventjes als het gaat om de ambtenaren en de ambtseed; even uitkijken dat ik er geen spelletje van maak qua woorden, ik bedoel met de symbolische betekenis niets mins of zoiets, maar een soort van moment waarop je zegt dat is het moment waarop je elkaar aankijkt en zegt integriteit is voor ons belangrijk. Ik heb dat liever voor een zo groot mogelijke groep. Rechtspositioneel is het zo dat ik dat kan afdwingen bij nieuwe medewerkers, maar niet kan afdwingen bij bestaande medewerkers. Ik wil gewoon graag iedereen om de noemer van integriteit. Ik denk dat het gewoon moet kunnen. Wij doen dit na dit proces, juist om die reden dat integriteit zo belangrijk is. Wethouder Van Groos: De heer Dekker had het in zijn betoog over de pijp kaneel. Hij zei: “De wereld is een pijpkaneel”, maar volgens mij is het: "Het leven is een pijpkaneel, een ieder likt eraan en krijgt zijn deel”. Mijn vader zei er dan altijd achteraan: “Maar ik zou wel eens willen weten, wie mijn deel heeft opgegeten”. De voorzitter bij interruptie: Ik snap met mijn taalkunde van dit alles helemaal niets. Wethouder Van Groos: Misschien gaat het daar vanavond ook wel een beetje over. Wie eet nu wiens deel op als wij het hebben over financiën? Er zijn raadsbreed opmerkingen gemaakt over het meerjarenperspectief dat ongunstig en onzeker is. Dat is zo en dat heeft te maken met de financiële situatie bij het Rijk, de onzekerheid over de algemene uitkering en de onzekerheid over de crisis. Zet het door, herstelt het zich, hoe gaat het verder? Ik wil u nog wel even een klein jaar mee terugnemen toen wij het hadden over de begroting voor 2009, toen de crisis zich nog niet aandiende en er een fractie was die zelfs de middelen die via de septembercirculaire tot ons leken te komen al wilde uitgeven. Het college heeft toen aangegeven wees wijs en voorzichtig, want het kan nog wel eens veranderen. Dat is helaas uitgekomen. Vervolgens ontstond er een crisis en waren er verschillende fracties die zeiden je moet maatregelen nemen, investeren, niet bezuinigen, de werkgelegenheid stimuleren. Dat is heel leuk gezegd, het klinkt heel goed, maar dan denk ik uitgaven vergroten, inkomsten verlagen en nu klinkt algemeen het geluid ja, maar de financiën moeten wel op orde komen, want het tekort wat ons boven het hoofd hangt, dat kan zo niet. Kom met maatregelen. Kennelijk zijn de Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
25
bezuinigingen voor het college en de uitgaven voor de raad. Ik wil vanavond nog wel eens zien voordat de laatste hamerslag valt of die € 30.000 plus die wij hebben voor 2010 nog in zijn geheel bestaat. Er zijn opmerkingen in procedurele zin gemaakt begin in januari/februari met het formuleren van de uitgangspunten voor de begroting. Die stelt u vast, wij gaan aan de slag en komen met een kadernota. In de kadernota staat het financieel perspectief. Zo staan wij ervoor. Wij vragen aan u zegt u maar hoe dat wij verder moeten. Moet er iets bij? Moet er iets af? Moeten wij bezuinigen? U geeft het aan en wij verwerken dat in de begroting. Volgens mij hebben wij niets meer en niets minder gedaan dat wat u bij de kaderstelling heeft aangegeven. Nu hoor ik vandaag weer heel andere dingen. Ook een opmerking dat wij de burap moeten meenemen. Als wij wachten totdat wij halverwege het jaar zijn met de voorbereidingen voor de begroting lukt dat natuurlijk niet. Wij kunnen in mei/juni nog niet vertellen hoe het er halverwege voorstaat. Wij proberen wel de uitkomsten van de begroting voor het lopende jaar die in de burap tot uitdrukking komen mee te nemen in de begroting, maar die documenten worden ongeveer gelijktijdig gemaakt. U zegt maar hoe u het wilt hebben. Als u zegt wij willen eerst zicht hebben op het lopende jaar, dan doen wij het op de oude manier en krijgt u gewoon een begroting aan het einde. Of zegt u wij willen graag volgend jaar al meebeslissen en meedenken? Dat kan ook, maar dan heeft u ook te maken met onzekerheden. Wij kunnen ook afspreken, dat past misschien meer, als wij een positieve ontwikkeling zien dat die met de kaderstelling meedoet en als het financieel perspectief negatief is, dat u het aan ons laat en wij er bij de begroting mee komen. De heer Kuijten bij interruptie: De heer Van Groos doet het voorkomen alsof de situatie die zich op dit moment voordoet praktisch gelijk is aan de andere situaties. Als u het met de kadernota doet bent u te laat. Het is 2 minuten voor 12. De tekorten die zich nu aandienen, zijn in geen vijf jaar aan de orde geweest. U ziet dat alle gemeenten om ons heen nu al maatregelen treffen en bekijken hoe die tekorten kunnen worden opgevangen. U zegt wij wachten tot de kaderstelling in april/mei. Dan bent u gewoon veel te laat. De situatie van nu is geheel anders dan die van vorig jaar. Wethouder Van Groos: Ik heb geprobeerd te schetsen dat de situatie nu heel anders is dan vorig jaar. Dankzij het verstandige beleid van de gemeente hebben wij niet, zoals allerlei andere gemeenten, te maken met de behoedzaamheidsreserve die al van te voren is ingezet, de septembercirculaire die al gedeeltelijk of geheel is ingezet. Wij zijn al aan het ombuigen gegaan en kunnen voor 2010 een sluitende begroting aanbieden zonder een beroep te doen op de algemene reserves en zonder over te gaan tot lastenverhoging. Dat kunnen andere gemeenten niet zeggen. De heer Kuijten: De begroting voor 2010 sluit en dat is fantastisch, maar voor ons is het veel belangrijker dat het meerjarenperspectief er goed uitziet. 2010 is dan in feite voorbij. In 2011 en 2012 moet er gesaneerd worden. Dan moeten wij ervoor zorgen dat wij weer in de groene zones komen. Dat is de opdracht van de rijksoverheid. Wethouder Van Groos: Dat zal ik ook niet ontkennen. U bent mij voor in die zin dat ik ook nog iets wilde zeggen over een overdrachtsdocument wat het college aan het einde van haar bestuursperiode altijd heeft klaarliggen voor de nieuwe club. Het gaat dan over beleid, bijvoorbeeld ook over integriteit, maar het gaat ook over de financiële zaken. De keuzes om de financiën op orde te krijgen, zijn aan de nieuwe raad en het nieuwe college. Wij wensen niet over ons graf heen te regeren. Wij kunnen wel allerlei opties noemen dat wij bijvoorbeeld denken aan het halveren van het WMO-buget, of het halveren van subsidies, maar ik denk dat niemand daarmee gediend is. Er is een werkgroep aan de slag. Daar zitten mensen in uit onze organisatie. Die werkgroep komt met voorstellen. De keuzes kunnen uiteindelijk gemaakt worden. Ik zou aan u willen vragen geeft u ons vanavond een helder beeld af met zijn allen, want de ene fractie zegt Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
26
wij willen een beleidsnota voor dit en een beleidsnota voor dat, andere fracties zeggen kunnen er niet wat minder nota’s komen? De ene fractie zegt het moet allemaal soepeler, sneller en efficiënter. De volgende fractie vraagt weer om maatwerk. Het mag allemaal, ik snap wat erachter zit, maar wij proberen daarin onze koers te bepalen en zullen bezig gaan met het sluitende maken van de begroting over meerdere jaren. Die opdracht ligt er nu eenmaal. Dat is niet nieuw. Dat geldt al jaren. De heer Tiemstra bij interruptie: Ik bedank wethouder Van Groos voor de informatie die hij ons aanreikt en de spiegel die hij ons daarmee voorhoudt. Ik heb een vraag over wat u geschetst heeft betreffende momenten waarop de raad zich uit mag spreken over de financiële weg die de gemeente gaat in het komende jaar. U heeft gezegd kaderstelling halverwege het jaar. U heeft ook gezegd in januari/februari de eerste richting. De vraag die ik heb, is op welk moment, misschien ben ik het even kwijt, wordt dat met de raad gecommuniceerd? Wethouder Van Groos: U haakt aan bij de motie die u heeft neergelegd. U vraagt om een raadsinformatiebrief voor 1 februari 2010. Ik heb aangegeven dat wij met een overdrachtsdocument komen wat klaarligt voor de nieuwe ploeg die gaat onderhandelen over de coalitie. Die moet bepalen wat er gebeurt. De voorzitter: Misschien mag ik daar iets bij aanvullen, want ik ben dat daarnet in mijn eigen beantwoording vergeten? In gemeenteland is soms sprake van continuïteit, soms van discontinuïteit. De burgemeester moet zorgen voor de continuïteit, dat is de reden waarom ik daarnaast verantwoordelijk ben voor het overdrachtdossier. Het is de bedoeling dat er een overdrachtdossier ligt op de terreinen waarmee wij bezig zijn; Projecten, belangrijke onderwerpen en financiën, om daarmee in het kader van coalitieonderhandelingen een juist beeld te geven aan diegenen die de coalitieonderhandelingen doen. Op basis daarvan moeten zij zorgen voor een kaderstelling die direct daarna komt, waarbij natuurlijk de financiën een hoofdrol spelen, waardoor je ook voor de begroting 2011, ook al zijn er verkiezingen geweest, daar geen jaar verloren laat gaat. Als je dat niet doet, is inderdaad die kans heel reëel. Wij hebben dat op die manier opgevangen. Ik had dit mee moeten nemen in mijn beantwoording. Het financiële deel moeten wij overlaten aan de heer Van Groos, maar dit is misschien toch even goed voor uw aller beeld. Wethouder Van Groos: Ik stel voor dat ik verder ga met de opmerkingen die over de tarieven zijn gemaakt. Met name van de kant van de VVD is geklaagd over torenhoge tarieven en exceptionele verhogingen. Ik denk als je kijkt naar de OZB dan zijn dat geen schrikbarende verhogingen. Die kunnen mensen al terugverdienen door bijvoorbeeld het plastic afval goed te scheiden en gratis aan te bieden. Dan is die verhoging al weg. U had het over de parkeergelden. Ik heb het nog eens opgezocht, want ik kon wel raden dat de VVD daar weer over zou beginnen. In de periode 2001 tot 2006 zijn de parkeertarieven verdubbeld, over de kop gegaan met 100%. De opbrengst is ook verdubbeld. In de periode 2006 tot 2010 zijn de parkeertarieven gemiddeld, want de ene zone is wat anders dan de andere, uitgekomen op een stijging van 0%. De opbrengsten zijn gestegen met 20%. Toen de tarieven fors werden verhoogd, steeg de opbrengst alleen maar met de tarieven. Nu de tarieven min of meer gelijk zijn gebleven, elk jaar een beetje meer verhoogd, zijn de opbrengsten gestegen. Bovendien, want u maakt het wel heel mooi, een half miljoen kosten, twee miljoen opbrengsten, dus 1,5 miljoen winst. Er wordt het nodige gereserveerd voor de gebouwde parkeervoorzieningen. Als u het precies wilt weten in 2008 was dat € 670.000, in 2009 is dat € 790.000, in 2010 verwachten wij € 840.000 te kunnen toevoegen aan die reserve gebouwde voorzieningen. Toen het ging over De Els en overdekte parkeerplaatsen heb ik van de VVD niet gehoord daar moet u niet aan beginnen, want dat kost veel te veel.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
27
De heer Kuijten bij interruptie: Eerst krijgen wij het verwijt dat wij te veel spreken over parkeervoorzieningen en parkeergelden en nu geeft de heer Van Groos aan dat wij op bepaalde momenten niet spreken over parkeertarieven. Hij probeert dat in historisch perspectief te plaatsen, maar ik ben daar niet zo in geïnteresseerd. Ons interesseren maar twee cijfers; wij halen per jaar € 2,5 mln. op aan parkeerbelasting en wij bekostigen € 800.000. Daar zit € 1,7 mln. tussen. Dat vinden wij een te groot gat. Wethouder Van Groos: Daarvan zeg ik wij reserveren een deel van het geld. Volgens mij is dat verstandig financieel beleid en past dat helemaal bij uw betoog uit de eerste termijn. Verder is de parkeerbelasting een algemeen dekkingsmiddel. Dat mogen wij daarvoor inzetten. Wij hebben de afspraak dat wij dit in de loop van de jaren verder zullen afbouwen en dat de parkeeropbrengst alleen maar wordt gebruikt voor parkeren in de meest brede betekenis. De heer Kuijten: Wij blijven bij ons standpunt dat € 2,5 mln. opbrengst en € 800.000 aan kosten een te groot verschil is. Wethouder Van Groos: Dat mag u zeggen. De voorzitter: Ik las vandaag in het Brabants Dagblad een stuk over dialoog of debat. Ik vraag mij even af te vragen wat dit is. Volgens mij neigt het meer naar debat dan naar dialoog. Wethouder Van Groos: Debatteren mag, maar ik heb niet de illusie dat ik de VVD vanavond op een ander standpunt kan brengen. Het is natuurlijk een mooi praatje voor de buitenwacht. (De heer Hooijmaijers komt ter vergadering). Wethouder Van Groos: Precario; als wij het hebben over procedures, het college heeft in 2007 aangegeven om de precariotarieven te verhogen om een aantal redenen. Elk jaar met € 10.000, voor het eerst in 2008. Ik heb de begroting van 2008 hier. Er wordt aangegeven dat dit verder wordt uitgebouwd met steeds € 10.000 erbij. Wij hebben de raad daar nog nooit over gehoord. Niet toen dit jaar de uitgangspunten werden vastgesteld, ook niet toen de kaderstelling aan de orde was. Nu het voorligt, wordt dit geroepen. De heer Kuijten bij interruptie: Het klopt dat het bedrag van € 10.000 is genoemd in de kadernota en in andere stukken. Het percentage van 30% is in geen enkel stuk terug te vinden. Toen wij vernamen dat er maar liefst 30% stijging zit op de precariorechten en dat wij met name een bepaalde groep pakken van de middenstand vinden wij 30% stijging onverantwoord, onbillijk en onredelijk. Dat percentage komt in geen enkel stuk voor. Wethouder Van Groos: Dan wil ik er in ieder geval op wijzen, maar misschien kunnen ze bij de VVD niet zo goed rekenen, dat in de begroting voor 2008 de geraamde opbrengst voor 2007 stond vermeld en de geraamde opbrengst voor 2008. U kunt daar uit afleiden wat de procentuele verhoging is. De heer Kuijten: Dat vind ik een heel flauwe opmerking. Als u transparant wilt besturen en openheid wilt betrachten, noemt u percentages gewoon. Wethouder Van Groos: Volgens mij stelt u ook elk jaar de tarieven vast voor precario en had u dat toch kunnen weten, maar in eerste instantie niet willen zien. Ik ga even in op het amendement dat is ingediend. Er wordt voorgesteld om de meeropbrengst van de Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
28
precariobelasting voor 2010 vast te stellen op € 5.000, dus met € 5.000 verlagen. Dat is een structureel verhaal, maar er wordt aangegeven de verminderde opbrengst ten laste te brengen van het overschot op de begroting voor 2010. Dat is incidenteel. U slaat structureel een gat van € 5.000 en u heeft een incidentele dekking. Dat kan volgens mij niet. Bovendien als wij het hebben over onzekerheden en vergroten van risico’s als dat ook nog eens wordt verbonden aan een mogelijk sentiment en een mogelijke invoering van de reclamebelasting die nog helemaal niet zeker is, als die er komt, weten wij ook nog niet wanneer, maakt u het wel heel erg lastig. Om die reden wijst het college het amendement af. Nog een paar andere punten. De heer Dekker maakte de opmerking waarom is er nu een extra onderzoek wegen nodig. In eerste instantie werd gedacht dat met het aanpassen van het één en ander mogelijk was. Er is misschien wel iets mogelijk, maar daar dekken wij de taakstellende bezuiniging niet mee. Wij zijn de afgelopen tijd, u zult daar binnenkort meer over horen, met name met de nutsbedrijven in gesprek geweest omdat wij het niet eens waren over de kosten die bij ons in rekening werden gebracht voor het aanpassen van de leidingen. Daar zijn wij uitgekomen en dat is gunstig geweest voor de gemeente. Daarmee kunnen wij voor 2010 in ieder geval die taakstelling realiseren. Verder zijn wij aan het kijken hoe wij dat op een andere manier kunnen doen zonder dat het echt ten koste gaat van de kwaliteit van de wegen, want op dat punt hebben wij al een inhaalslag te maken. Er zijn opmerkingen gemaakt over samenwerking met andere gemeenten. Verplichte samenwerking, ik weet niet hoe ik mij dat moet voorstellen. Ik kan u wel melden dat wij op verschillende terreinen in gesprek zijn met andere gemeenten. Ik heb I&A al genoemd. De gemeente Heusden heeft eenzelfde structuur als de gemeente Waalwijk. Wij kunnen voor elkaar back-up zijn. Wij hebben laatst een nieuwe server neergezet die nodig aan vervanging toe was. Daar is back-up voor geregeld. Als het gaat om de zekerheid van ICT hebben wij dat redelijk op orde. De fietsbalans; dit is een terechte, leuke vraag. Ik kan mij voorstellen dat u erg benieuwd bent naar de uitkomsten van die balans. Wij ook. U wekt dan weer de indruk dat het allemaal erg lang duurt bij de gemeente. Wij zijn geen opdrachtgever, want dan kun je nog wat eisen. Er was een aanbod van de fietsersbond om een onderzoek te doen. Een benchmark in vergelijking tot andere gemeenten. Wij hebben gezegd wij willen graag meedoen. Vervolgens is het aan die organisatie om de stukken te leveren. Wij hebben daar meermalen om gevraagd en kan u melden dat wij de fietsbalans onlangs hebben ontvangen. Het is een dik pakket papier. Het had voor mij wat minder gemogen en wat meer concreet over wat kun je daar nu uiteindelijk mee. Het is nog niet openbaar, dat is het pas als het is gepresenteerd aan belanghebbenden. Dat zouden de raadsleden ook wel eens kunnen zijn. Voor de openbare verlichting zijn wij bezig met proeven. Wij moeten nog even wachten wat de uitkomsten zijn, maar daar komen wij op terug. Op De Spranckelaer zijn wij gewoon aan het handhaven zoals is afgesproken. Met het budget treden wij op tegen arbeidsmigranten die daar menen te kunnen verblijven en mensen die denken dat zij daar mogen wonen. Ik denk dat ik het hierbij wel zo ongeveer kan laten. Dank voor alle complimenten die u heeft uitgesproken richtingen degenen die hebben gewerkt aan deze overzichtelijke begroting. De heer Kuijten bij interruptie: De wethouder ging in zo’n sneltreinvaart door alles heen dat mij wat ontgaan is. De VVD-fractie heeft gepleit voor samenwerking met andere gemeenten. Bij alles wat in de regio plaatsvindt, dat de gemeenten de koppen bij elkaar steken en proberen op administratief vlak wat te gaan samenwerken. West-Brabant is daar heel sterk in. Daar zijn 21 gemeenten die de koppen bij elkaar gestoken hebben. Men ziet daar efficiencywinst naar voren komen. Ik hoor de wethouder zeggen wij zijn bezig met Heusden. Ik heb u als voorzitter in een bootje zien zitten met uw collega, een schitterende foto in de krant. Wij pleiten voor een nadrukkelijkere samenwerking, dit met kracht inzetten en ook bekijken wat daar voor voorbeelden uit voortkomen. De Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
29
wethouder zegt wij werken samen met Heusden, maar kan hij ook een indicatie geven wat dat op dit moment heeft opgeleverd voor de gemeente Waalwijk? Daar doen wij het tenslotte voor. Wethouder Van Groos: Het is altijd wat lastig omdat je niet meteen de opbrengst in beeld hebt. Bovendien heb je vaak eerst ook nog te maken met desintegratiekosten of desinvesteringen. Wij beginnen niet aan zo’n samenwerking als dat niet iets oplevert. Dat is niet alleen met Heusden, dat doen wij nadrukkelijk op het terrein van I&A en ICT, maar met gemeenten als Loon op Zand zijn wij ook in gesprek over samenwerking. Wij hebben gisteren een hele dag met alle bestuurders van Midden-Brabant een conferentie gehad over samenwerking, zowel strategisch als qua uitvoering. Dat komt allemaal wel. Aan de andere kant zijn wij ook nog bezig met een strategische visie. Die moet eerst worden vastgesteld voordat je echt weet in welke richting je gaat. De heer Kuijten: Ik hoor nu allerlei excuses die erbij worden gehaald om het proces maar naar achteren te schuiven. Wij dringen er toch op aan om dat met een grote voortvarendheid aan te pakken. Wij geloven erin dat er grote voordelen mee te behalen zijn. Samen een server kopen gaat wat de VVD-fractie betreft nog lang niet ver genoeg. Er zou veel diepgaander naar dat aspect gekeken moeten worden hoe wij dat meer en breder gestalte kunnen geven. De voorzitter: Volgens mij moeten wij uitkijken dat wij geen beelden creëren die niet helemaal juist zijn. Het lijkt mij ook goed in verband met de intensievere samenwerking zoals wij die met Heusden zoeken, de intensieve samenwerking zoals wij die met Loon op Zand zoeken, en de intensieve samenwerking zoals wij die in Midden-Brabant zoeken, die drie punten, daar draait het om, om ook in de vorm van een informatieavond met de raad dit onderwerp wat breder uit te diepen. Ik denk dat dit nodig is vanuit de complexiteit van het onderwerp, samenwerking is zo’n containerbegrip waar je niets mee kunt. Het kan gaan om samenwerking op het terrein van de WABO, het kan gaan om dienstverlening, het kan gaan om strategische samenwerking, dat kan zijn samen naar Den Haag toegaan om te lobbyen voor een sluis. Zulke totaal verschillende onderwerpen dat het volgens mij goed is om dat samen met de raad uit te diepen. Ik wil u graag toezeggen om daar ook tijd voor vrij te maken in de nabije toekomst om dat onderwerp bij de horens te nemen. Dit lijkt mij als voorstel iets wat u zou kunnen meenemen in uw beraadslagingen. De heer Den Braven: Bedankt voor de beantwoording. Met een aantal dingen zijn wij heel blij. U zegt licht en nachtschakeling daar komen wij op terug; zonder enige negatieve bijbedoeling, dat zullen wij ook doen. Ik ben blij dat het fietsplan binnenkort komt, dan hoeven wij daar niet meer naar te vragen. Ik ben blij voor het parkeren dat u het met mij eens bent dat dit ingezet mag worden als algemeen dekkingsmiddel, maar dan blijft er toch een aantal dingetjes over waar ik minder snel over wil zijn. Ik heb gevraagd naar die € 150.000 voor het RKC veld uit de post nieuw beleid. Is dat inzetbaar als … Sorry, verkeerde portefeuillehouder. Ik kom daar op terug. Iets anders waarvan ik wel zeker weet dat het bij u hoort, is het energieadvies. Ook een andere portefeuillehouder! De heer Spohr: Ik kom even terug op het verhaal over de precariobelasting. U schakelde dat gelijk met uw teleurstelling over de opvatting van de raad over tarieven en hoe je zaken financieel moet aanpakken. Ik vond het een beetje te snel gaan. Wij hebben met precariobelasting niet zo zeer beoogd om datgene wat wij een aantal jaren geleden hebben ingezet nu plotseling af te breken. Wij hebben gezegd daar is een reden voor. Wij willen hier de ondernemers in Waalwijk een klein steuntje in de rug geven door volgend jaar even wat te temporiseren met de precariobelasting. Wij hebben gezegd laten wij voor 2010 proberen daar niet het gehele bedrag voor te nemen, maar de helft. U zegt Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
30
incidenteel versus structureel. U heeft gelijk als wij in ons amendement hebben staan dat de tarieventabel aangepast moet worden, want dan zou het een structureel karakter krijgen. Ik vind als wij daarin zouden aanpassen dat het voor één jaar zou zijn, dat wij het structurele karakter eraf nemen. Het is in ieder geval wat ons betreft zeker niet bedoeld om de lijn die wij in de precariobelasting hebben gezet los te laten, maar wij willen wel graag voor volgend jaar daar de ondernemers toch een stukje in bijstaan. Ik kom nog even terug op mijn verhaal van de eerste termijn. Ik heb wat geroepen over de weerstandscapaciteit en de risicoparagraaf. Ik hoor daar in uw verhaal niets over terug. Ik weet niet of u daar nog een reactie op geeft? (De heer Smits komt ter vergadering). Wethouder Van Groos: Aangaande samenwerking, een aantal fracties duidt nadrukkelijk op samenwerking die financiële gewin oplevert, maar dat betekent dat je ook moet onderhandelen. Op het moment dat je aan het onderhandelen bent, moet je daarover niet te veel aan de buitenwacht vertellen. Dat hopen wij nog voor het einde van deze bestuursperiode te kunnen doen. Als het gaat om precario snap ik dat u zegt wij zouden een gebaar willen maken in deze tijd, eenmalig, want er zijn bepaalde ontwikkelingen. Zegt u dan ook als wij dat in 2010 verlagen met de helft van de voorgestelde verhoging dat dit dan in 2011 moet worden gecorrigeerd? Anders bent u er nog steeds structureel mee bezig. De heer Van Hamond: Over de precariorechten, wat ons een beetje pijn doet, u heeft gelijk in 2007 heeft u niet goed opgelet. U had het toen over euro’s maar had er tussen haakjes procenten bij kunnen zetten. Dan hadden wij geweten hoe die procentuele verhoging zou zijn. Gezien de situatie, iedereen zit in een recessietijd dus ook de horeca, weten wij heel goed dat er geweldig geïnvesteerd is in het centrum van Waalwijk. Wij zijn er vast van overtuigd dat daarmee een stukje voordeel voor de horeca gehaald zou zijn. Dat weegt er niet tegenop dat wij nu moeten zeggen wij moeten doorgaan op deze manier. Wij zijn net bezig met citymanagement. Als wij dat volgend jaar komt, kunnen wij het eventueel corrigeren. Daarnaast moeten wij niet bewerkstelligen als het water aan de lippen staat dat de terrassen weggaan en Waalwijk een spookstad wordt. Wij moeten bekijken hoe wij er gezamenlijk uit kunnen komen zodat wij ervoor zorgen dat Waalwijk aantrekkelijk blijft voor iedereen. Wij zijn toch een regiogemeente heb ik daarnet begrepen? Wethouder Van Groos: Het college is er niet zo bang voor dat met de voorgestelde precarioverhoging ineens alle terrassen zullen verdwijnen. De heer Van Hamond: Kent u alle cijfers dan? Wethouder Van Groos: Nee, ik krijg geen inzage in de boeken van de ondernemers, maar in de wandelgangen hoor je nog wel eens wat. De heer Van Hamond: U kent wel de cijfers, maar andere mensen waarvan u de cijfers niet kent zijn moeilijk te beoordelen. Wethouder Van Groos: Volgens mij ontstaat hier hetzelfde als daarnet met de heer Kuijten. Het debat ontaardt in een stellingname en wij komen niet nader tot elkaar. De heer Tiemstra: Ik ga graag met de wethouder in dialoog. Ik kom nog even terug op wat u aan het begin van uw beantwoording aangaf. U heeft toen nadrukkelijk gezegd wij willen niet over ons graf heen regeren. Dat is een term waar ik een klein beetje moeite mee heb. Wat op een gegeven moment gezegd is, is dat het risico bestaat dat er nu beleid stilvalt. Dat lijkt mij niet goed. Ik kan mij voorstellen dat het huidige college wat Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
31
aarzelend is, ook met de verkiezingen in zicht, om nu impopulaire maatregelen, uitspraken en ideeën, in die volgorde, te ventileren. Aan de andere kant staat ook in het coalitieakkoord dat het de bedoeling is, als de verkiezingsuitslag daar aanleiding toe geeft, met deze club verder te gaan. In die zin past het best om daar een wat ruimere verantwoordelijkheid voor te nemen voor de toekomst als nu wordt aangegeven. U had het over een overdrachtsdocument. Ik moet u eerlijk bekennen dat ik niet wist dat dit er was op het moment van schrijven van de motie. Wanneer wordt dit aan de raad voorgelegd? Wordt het überhaupt aan de raad voorgelegd? Neemt de raad kennis van wat de voornemens zijn van dit college om nu na te denken over de economische en financiële situatie van de gemeente Waalwijk en hoe daarmee in de toekomst om te gaan? Dit zijn mijn vragen en het antwoord hierop is van belang hoe ik met de motie om wil gaan. Wethouder Van Groos: Een paar opmerkingen. Ik snap dat de heer Tiemstra moeite heeft met bepaalde uitdrukkingen en begrippen. Over het graf heen regeren is in politiek Nederland een gevleugelde uitdrukking, hoe onaardig het ook klinkt. Iedereen begrijpt dat je daarmee bedoelt dat je niet moet gaan over dingen waar je op zich nog niets over te zeggen hebt, ook al heb je de uitdrukkelijke wens om door te gaan. U kent de verkiezingsuitslag nog niet, wij ook niet. Wij kennen wel de wens die de coalitiepartijen hebben uitgesproken. Het is aan onze inwoners om te bepalen wat daarmee gebeurt. Volgens mij is het niet gebruikelijk om het overdrachtsdocument publiek kenbaar te maken. Het hoort bij de onderhandelingen. Het is aan de nieuwe coalitie om dat te delen, maar niet op voorhand. Je maakt dan de onderhandelingen alleen maar lastiger. U kunt er van uitgaan dat wij alles in het werk hebben gezet dat er zeker ook op het financiële punt een document komt te liggen. Wat overigens ook weer samenhangt met de strategische visie. Laat ik een voorbeeld noemen, gaan wij door met Haven VIII of niet? De financiële betekenis daarvan heeft een heel nadrukkelijk gevolg voor hoe je een begroting kunt inrichten. De heer Simon: Ik wil reageren in de richting van de fractievoorzitter van LokaalBelang. In het amendement over de precario wordt nadrukkelijk het citymanagement genoemd. De cijfers van de wethouder kennen wij, citymanagement kennen wij op dit moment niet. Wij hebben als raad één keer gesproken naar aanleiding van initiatieven vanuit de winkeliersvereniging. Daar zijn ideeën uit voortgekomen. Dat ligt nog niet in voorstel bij de raad en het lijkt mij dat het college daar op dit moment niet over spreekt. Dat betekent dat wij in alle zuiverheid puur spreken over precariocenten. Hoe wij dat in de toekomst gaan doen, dat horen wij wel van het college. De voorzitter: Als u daarna verder over dit onderwerp in debat wilt, stuur ik u naar de tweede termijn. De heer Van Hamond: Het is voorlopig voor één jaar en wij kijken wat de ontwikkelingen van citymanagement zijn. Uiteraard moet er nog veel gebeuren. Het zal straks in de raad komen en dan kun je bekijken hoever je kunt gaan, eventueel precariorechten in combinatie met citymanagement en de voorwaarden daarbij. Wethouder Van Groos: De laatste discussie biedt mij de gelegenheid om nog één punt te noemen. Reclamebelasting is voor alle ondernemers in het centrum. Precario op terrassen betreft maar een paar ondernemers. Wat u nu in feite voorstelt, is maak een pas op de plaats omdat wij misschien in de gelegenheid zijn om alle ondernemers in het centrum mee te laten betalen aan de terrassen. Dat is wat u in uw amendement voorstelt. De voorzitter: Als wij dit nu helemaal afgerond hebben, wil ik nog één punt aanstippen over het overdrachtdossier. Wij respecteren natuurlijk de woorden van de heer Van Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
32
Groos dat het niet gebruikelijk is dat dit de straat op gaat. Het lijkt mij dat wij met zijn allen een vorm moeten kunnen afspreken waarbij u daar kennis van neemt. Zo’n document speelt een belangrijke rol in het kader van de coalitieonderhandelingen. Je kunt het dan niet maken om het niet bekend te laten zijn in het politieke circuit. Daar komen wij via een fractievoorzittersoverleg of de agendacommissie op terug. Wethouder Heuverling: Een klein aantal vragen en opmerkingen neem ik voor kennisgeving aan in het totale proces. De heer Broeders zei dat de raad onjuist geïnformeerd zou zijn in 2008. Dat is absoluut niet het geval. Dat is met het gegeven van toen de juiste informatie. Als er later dit jaar andere informatie komt, denk ik dat wij daar goed op geanticipeerd hebben om daar vervolgens weer nieuw beleid op te voeren. De heer Broeders bij interruptie: Ik deel uw mening niet. In de eerste plaats is het zo dat ik niet alleen naar aanleiding van de gevaarlijke gasleiding reageerde, zoals dit in het Bing rapport stond, ik ben blij dat ik er veel gebruik van heb kunnen maken, maar de prijs was daar ook naar. Het preadvies als zodanig klopte ook niet. Dat heb ik toen ook aangegeven. Dat was mijn tweede opmerking. Vandaar dat ik gerust durf te zeggen onjuiste informatie gegeven aan de hele raad. De voorzitter bij interruptie: Ik denk toch dat het verstandig is om nu eventjes te interrumperen van mijn kant. Ik constateer dat rondom de zaak waar u vraagt kan daar nadere aandacht voor komen ik in een vorige vergadering van de kant van het college heb gehoord daar willen wij naar kijken. Wij leggen alles opnieuw open en wij gaan kijken wat op dit moment met de huidige informatie de juiste uitkomst is. U moet daar, hoe u het ook wendt of keert, ik kan dat boven de partijen ook zeggen, dat is het antwoord waar u genoegen mee moet nemen. Het kan haast niet anders. Het is per definitie zo. Ik vind met dat antwoord dat u nu zou moeten zeggen een punt erachter en wachten tot het moment dat wij daar echt inhoudelijk over kunnen gaan praten. Ik stel voor om het hierbij te laten. De heer Tiemstra bij interruptie: Ik heb dit verhaal beluisterd. Het heeft inderdaad ruim de aandacht gekregen, maar ik vraag mij af wat het met dit agendapunt te maken heeft. De voorzitter: Ik geef de heer Broeders ook veel ruimte. Ik heb lang gewacht met ingrijpen. Aan de andere kant is het per definitie zo dat je bij de begroting alles kunt noemen. De meeste raadsleden in Nederland weten dat heel erg goed. Dat is soms ook lastig. Wethouder Heuverling: De informatie was gebaseerd op een ministeriele circulaire, objectief aangetoond. Het spijt mij in die zin wel, het college heeft uw vragen afgelopen dinsdag behandeld, ik had gehoopt dat dit op het raadsnet zou komen, maar dit is helaas niet gebeurd vanwege formaliteiten, het gemis van een handtekening. Dat vind ik heel betreurenswaardig, want je hebt belangrijke dingen en nog belangrijkere dingen. Dat is een interne les. U kunt op het raadsnet de antwoorden zien. De hele raad kan beoordelen of het wel of niet correct is geweest. In het verlengde kan ik u soms ook niet volgen, maar dat ligt beslist aan mij. Als u een paar maanden geleden zegt ten aanzien van het meerjareninvesteringsplan voor het onderwijs akkoord en vervolgens laat u in de Maasroute schrijven dat de school niet moeten worden gerealiseerd. Dat snap ik niet. Als u ten aanzien van het Kunstlap overal in meegaat, ook met de bezuinigingen en vervolgens heel hard roept dat het wanbeleid is, werkt u daaraan mee. U speelt dubbelspel en dat moet u niet doen. Binnen een grote man, buiten ook. De heer Broeders bij interruptie: Ik speel geen dubbelspel. Ik heb in de Maasroute gezegd misschien is een aantal zaken bij nader inzien en bij voortschrijdend inzicht Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
33
overbodig. Wij hebben een lege school staan in Waalwijk. Die kan zondermeer ingevuld worden door De Brug. Dat vind ik heel logisch. Dat is geen dubbelspel spelen. Dat is eerlijk zeggen hoe het onder de bevolking leeft. Wethouder Heuverling: Naar gelang het u uitkomt, maar dat is uw verantwoordelijkheid. Elke keer als u hiermee komt, krijgt u het van mij gewoon radicaal terug. De heer Broeders: Dat kan. Ik heb duidelijk weergegeven dat het gewoon overbodig is. Kapitaalvernietiging. Dat heb ik ook bij de brandweer gezegd. Hetzelfde verhaal. Wethouder Heuverling: Dat had u een maand geleden ook kunnen zeggen. De heer Broeders: Ik moet dan eerst een onderzoek hebben, maar dat blijkt er dan niet te zijn. Ik kan het dan niet zeggen. Wethouder Heuverling: Er is een meerjareninvesteringsplan geweest ten aanzien van het onderwijs. Daar heb ik u niet over gehoord. Ik laat het even hierbij. LokaalBelang vroeg naar het chap. Ik heb al eerder duidelijk gemaakt dat er vorig jaar een soort herstart gemaakt moest worden. Ik heb ook duidelijk gemaakt dat het allemaal niet zo vanzelfsprekend en niet even vlot verloopt. Uiteindelijk moeten wij het resultaat beoordelen. Ik hoop en verwacht dat wij dit jaar het ruimtelijke aspect, het inhoudelijke aspect, het organisatorisch aspect en niet te vergeten het financiële element bij elkaar kunnen brengen en hopelijk kunnen dan het college en alle partners die daarbij betrokken zijn het groene licht geven. Wanneer komt het dan in de raad, zult u vervolgens zeggen. Dat krijgen wij absoluut niet voor elkaar in januari. Dat zal na de verkiezingen worden in april/mei. Ik denk niet dat het veel uitmaakt, als er maar iets goeds op tafel komt. Ik wil u wel toezeggen dat ik u als wij die informatie afgerond hebben over het totaalpakket ga informeren, want daar heeft u onderhand wel recht op vind ik zelf. Je moet naar buiten komen als je iets te zeggen en te tonen hebt. Die toezegging heeft u. De VVD heeft bijzondere belangstelling voor het stadhuis. Mijn dank daarvoor. Speciaal na mei 2008. Ik geef u ook in overweging om ook de standpunten en de besluiten van 2008 mee te nemen in de vervolggesprekken. Ik heb de fietsenstalling niet zo zeer als een trots aangegeven, maar als een vraagteken. U mag het verder voor uw eigen rekening nemen. De heer Kuijten bij interruptie: U lachte wel bij die mededeling en bracht het nogal triomfantelijk, vandaar mijn commentaar. Wethouder Heuverling: Als u de stukken had gekend, had u de achtergrond beter kunnen begrijpen. U weet wat mijn rol daaromtrent is geweest. De heer Kuijten: Uw rol als raadslid staat mij nog heel goed voor. Wethouder Heuverling: Prima, wij kunnen erover discussiëren. U spreekt over de telefooncentrale. Ook al zou er geen nieuw stadhuis zijn geweest dan hadden wij nu een krediet moeten hebben voor een nieuwe telefooncentrale. In die zin zou u een terechte opmerking kunnen maken waarom daar niet voor gereserveerd is. Het heeft geen direct verband, maar er had al voor gereserveerd moeten worden. Het had niet bij het krediet thuis hoeven te horen. De heer Kuijten bij interruptie: In het geval er niet gereserveerd is, maar omdat een telefooncentrale onlosmakelijk verbonden is met het nieuwe stadhuis, hadden wij als raad mogen verwachten ten tijde van de kredietvotering dat daar die telefooncentrale Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
34
ook in was opgenomen. Ik heb u er toen op gewezen dat een aantal elementen niet in het krediet zat. U heeft dat toen weersproken. Nu moeten wij constateren dat het via de achterdeur toch op de begroting komt. Dat is gewoon een mededeling van mij. Wethouder Heuverling: Het is niet via de achterdeur, wij nemen daar gewoon in het openbaar een besluit over. Laat er geen misverstand over bestaan. U moet dat niet insinueren. Alles komt hier open en bloot op tafel. U beslist daarover. Ten aanzien van de telefooncentrale, er zijn ook andere zaken, was het misschien verondersteld, of misschien niet, zoals u weet heb ik de verantwoordelijkheid sinds vorig jaar, dat het gereserveerd zou zijn. Als je er achteraf achterkomt dat het niet gebeurd is, moet je dat herstellen. De heer Kuijten: Dan is het toch niet vreemd dat de VVD dat rangschikt onder ‘lijken uit de kast’? Wethouder Heuverling: Ik kan mij dat tegen de verkiezingen voorstellen. Ten aanzien van de kunstgrasvelden en de kleedkamers is het de bedoeling dat wij de kleedkamers gaan integreren in de nieuwe sporthal op de locatie van de werf. Ik kijk even naar GroenLinksaf, kan er niet op het leerlingenvervoer bezuinigd worden. U kunt uw borst volgend jaar nat maken. Het zou één van de aspecten kunnen zijn, ondanks dat het toch een redelijk kwetsbare groep is. U krijgt een veel bredere taakstelling om dat te realiseren wat u ons nu noemt. Dat is een uitnodiging. De heer Den Braven bij interruptie: Die opmerking begrijp ik niet zo goed. Ik heb er al bij gezegd dat het iets is waar u mee gekomen bent. U heeft gezegd dat het iets is wat wij kunnen overwegen. Het enige wat ik zeg is dat ik constateer dat Heusden daar 10% op denkt te kunnen besparen. In onze situatie zou dat € 60.000 betekenen. Ik heb er ook bij gezegd als wij dat doen dat wij er wel voor moeten zorgen dat het de mensen geen nodeloze problemen oplevert. Wethouder Heuverling: Ik heb in het cluster gesproken over het feit dat wij toentertijd met een persoonsgebonden budget werkten. Ik heb overleg gehad met de ouders die het individuele vervoer niet zagen zitten om allerlei redenen. Of het nu goedkoper is, is een vraagpunt. De aanbesteding en de randvoorwaarden daarbij zijn doorslaggevend. Elke mogelijkheid zullen wij aan moeten pakken om tot bezuinigingen te komen. Het kunstgrasveld van € 300.000 waar € 450.000 voor staat. Het kunstgrasveld is van 2002. Het is gebruikelijk dat na tien jaar de toplaag vervangen wordt. Wij reserveren die € 150.000 voor over een jaar of drie, vier. De heer Den Braven bij interruptie: Nu tennis ik daar vlak in de buurt. Als ik er naartoe ga, kom ik langs het kunstgrasveld. Bij mijn weten is de toplaag twee tot drie jaar geleden vervangen. Wethouder Heuverling: Ik heb de informatie van 2002, maar laten wij daar niet over twisten. Wij gaan dat nakijken. Het is wel van belang, op welk moment dan ook, dat je gaat reserveren, want anders loopt het de volgende keer vast. Ik kijk er nog een keer naar. Het CDA wijst op de aanpassingen van De Leest en Den Bolder. In de kaderstelling is vorig jaar door de raad krediet beschikbaar gesteld om het te onderzoeken. Er zijn geen kredieten beschikbaar gesteld voor Den Bolder. Ik houd mij aan de opdracht van de raad en wacht het rapport van De Leest af. Op de sporttarieven kom ik bij het volgende agendapunt terug. De BSO; in eerste instantie is het de verantwoordelijkheid van de scholen, die moeten het aanbieden. Ik heb met u geconcludeerd dat er allerlei initiatieven aanwezig zijn, sportruimten et cetera. Dat vraagt zeker om nadere afstemming en coördinatie omdat er Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
35
op verschillende terreinen investeringen plaatsvinden waarvan je achteraf misschien moet zeggen was dat nu wel verstandig. In eerste instantie hebben wij natuurlijk te maken met de fusie die momenteel speelt tussen de Stichting Peuterspeelzaal Waalwijk en Mikz. Daar heeft u ook opdracht voor gegeven en dat bevindt zich in de afrondende fase. Ik heb gesprekken gevoerd. Hoe gaan wij dat beleidsmatig aanpakken; via de scholen, de doorlopende leerlijn is heel erg belangrijk. Wij kijken wat er voor de scholen nodig is, want daarin moeten wij ook nog investeren. Het gaat wel terug vanwege het gebruik, maar er moet wel geïnvesteerd worden. Hoe is daar de verdeling; als elke school dit gaat doen, loopt het waarschijnlijk ook een beetje vast. Vervolgens zijn de sportverenigingen bezig. Ik heb de vorige keer duidelijk gemaakt dat wij wel een onderscheid zouden kunnen zien tussen de groep 0 t/m 6 en dan 7 en 8 die bij voorkeur en voorrang bij sportverenigingen opgevangen kunnen worden. De lijn ligt er, maar wij moeten eerst de stappen maken. In 2010 komt de notitie. Als u zegt het moet voor de zomer, kan ik u dat niet toezeggen omdat het te maken heeft met de stappen; overleg met de scholen, de fusie moet plaatsvinden. Je moet met verenigingen om tafel zitten. Wie is waar mee bezig en hoe kunnen wij dat doen. Ik zie het niet gebeuren, maar u mag alles moties aannemen. Als het niet kan, houdt het op. De heer Spohr bij interruptie: Wij willen niets wat onmogelijk is. Ik bespeur dat u zegt dat u bezig bent om alle partijen die daarbij betrokken zijn bij elkaar te halen. U gaat daar beleid op maken en er komt een notitie aan. U zegt 2010 en u zegt de zomer is wellicht niet haalbaar. Wij kunnen dan denk ik wel volstaan met 2010. De heer Den Braven bij interruptie: Ik heb daarnet de heer Van Groos abusievelijk beschuldigd van het niet willen geven van een energieadvies. Ik begrijp dat de avond tot nu toe erg veel energie gekost heeft, maar ik zou toch graag een antwoord willen hebben op mijn vraag over het energieadvies. Alweer niet de juiste portefeuillehouder. Wilt u wat duidelijker wijzen in het vervolg? De heer Kuijten bij interruptie: De wethouder is even ingegaan op mijn bemerkingen ten aanzien van het stadhuis. Ik heb ook een vraag gesteld hoe het ermee gesteld is en of er al plannen liggen met betrekking tot de parkeervoorzieningen voor de auto nabij het stadhuis. Zijn er al plannen in de gemeentebegroting? Wethouder Heuverling: Dat zal wethouder Van Dongen beantwoorden. Wethouder Santi: Ik begin gelijk met de vragen van GroenLinksaf over energie. De Paswijzer, de complimenten van het CDA voor de verhoging van 112% nar 120%. Daar gebeurt dus wel wat in tegenstelling tot wat door Werknemersbelang wordt gezegd. De energieadviezen worden uitgewerkt. Er worden interviews gedaan. Door middel van deze interviews wordt input gegeven aan de uitwerking van de klimaatnota en daar wordt op teruggekomen in de loop van volgend jaar. Daar wordt wel werk van gemaakt. Het is een belangrijk item. Ook in de woonvisie is hier veel aandacht voor. De vraag van GroenLinksaf over de WMO. U haalde aan boven de € 400 alles vergoeden. Dit is twee keer aan bod geweest. In de vergadering van juli bij de kaderstelling en ook bij de aanpassing WMO verordening. Ik heb uitvoerig aangegeven dat wij medio 2010 tot een ingrijpende wijziging zullen komen, mede op aangeven van LokaalBelang. Wij kijken dan ook naar koppeling aan inkomen. Vervolgens zullen wij ook maatregelen moeten nemen omdat onze mogelijkheden wat beperkter zullen zijn, maar nog steeds met het uitgangspunt dat wij de kwetsbaren daar niet de dupe van zullen laten worden. Het komt vanzelf terug en dan weten wij ook hoe het gewerkt heeft met boven en beneden € 400. Het CDA vroeg iets over de visie van het college op schuldhulpverlening aan ondernemers. Ik kan u zeggen dat wij daar zeker aandacht aan hebben besteed. Dat is natuurlijk niet zo vreemd in deze tijden van crisis. Wij hebben in beeld gebracht wat het Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
36
allemaal teweeg zou kunnen brengen. Niet alleen cijfermatig wat het ons gaat kosten, want het gaat ons veel kosten als wij dat doen, met een grote mate van onzekerheid, maar ook dat je dan als je de kaders aangeeft je in een lastig pakket komt hoe je dat moet doen. Schulden van € 10.000 tot € 100.000, hoe moet je het doen als het gaat om grote ondernemers, hoe moet je het doen als het een BV is, hoe moet je dat doen wij een eenpersoonsbedrijf, iemand die voor zichzelf handelt zonder een rechtspersoonlijkheid te hebben? Al dat soort vragen en dan heb ik het nog niet over de principiële vraag. Ondernemers nemen van nature risico’s. Als ondernemers winst maken komen ze ook niet bij je aan om dit te delen met de samenleving. Ik noem dit even, omdat er toch moeilijke aspecten zijn om tot zo’n regeling te komen. Zo is het college ertoe gekomen, wij hebben er in de zomermaanden over nagedacht, om te zeggen dat wij het op dit moment niet doenlijk vinden om zo’n regeling in te stellen. De heer Spohr bij interruptie: Ik vind dat de portefeuillehouder zich er wel erg gemakkelijk vanaf maakt. Natuurlijk snap ik dat het een vrij complexe regeling is. U zegt het is erg duur en begint meteen met heel grote bedragen. Ik denk dat dit de bedoeling niet kan zijn, want wij gaan het risico van het bedrijfsleven niet overnemen. Dat is voor ons heel duidelijk. Wij hebben hun begroting niet en daar zijn wij ook de instelling niet naar. Ik dacht dat wij met elkaar de gedachte erachter wel zouden kunnen snappen dat een bepaalde groep van ondernemers kennelijk niet terug kan vallen op een stukje vangnet dat ondernemers in staat stelt om tijden zoals deze door te komen. Daar waar werknemers mogelijkheden te over hebben, grote bedrijven wat makkelijker terug kunnen vallen, is dat juist voor kleine ondernemers heel moeilijk. Ik kan hier een hele casus geven, maar dat heeft geen zin. U weet net zo goed als ik dat schuldhulpverleningstrajecten kunnen worden gefinancierd voor een paar duizend euro. Dat zijn dan alleen maar hulptrajecten. Dat zijn geen trajecten waarbij een compleet krediet wordt gegeven. Daar zijn hele andere regelingen voor. Dat was precies de gedachte die wij bij u hebben neergelegd. Volgens mij heeft u er ook in de trant over gesproken. Natuurlijk praten wij hier niet over een ton of tienduizenden euro’s. Wij snappen ook wel dat dit niet valt te financieren. Ik denk dus dat het antwoord wat te gemakkelijk is. Ik had veel meer het idee, ik kan mij zo voorstellen dat u dat ook zou kunnen oppikken, dat u meer denkt wat voor ervaring hebben wij nu op dit moment. Ik weet dat er een aantal situaties is waarbij dit onder andere aan de orde is geweest. Hoe zouden wij dat over een jaar kunnen spreiden? Je komt dan tot veel kleinere bedragen waarbij je eigenlijk alleen een stukje hulp biedt, een stukje faciliteert om die ondernemers een steun in de rug te geven naar die instanties die zij zelf heel moeilijk kunnen bereiken of kunnen overtuigen. Wij praten dan echt over een paar duizend euro per geval. Wethouder Santi: Laat ik voorop stellen dat ook het college oog heeft voor de noden van kleine ondernemers, ook voor de grote ondernemers. Dat is het probleem niet. Ik bedoel helemaal niet dat wij het risico van het bedrijf overnemen, maar wij hebben juist in kaart gebracht wat het allemaal met zich meebrengt als wij kleine ondernemers faciliteren met schuldhulpverleningstrajecten. Je moet dan gespecialiseerde bedrijven in de arm nemen. De kosten zijn ongeveer € 4.000 tot € 5.000 per ondernemer. Het zijn er meer dan u denkt. Ik kan u geen specifieke aantallen noemen, maar toen wij daarmee bezig waren in de zomermaanden hadden wij al 3 tot 4 aanmeldingen en dat worden er alleen maar meer. Je weet dus niet waar je aan begint. Mocht het zo zijn dat er ook van de kant van het Rijk openingen worden geboden voor schuldhulpverlening dan zullen wij natuurlijk ook bekijken of daar gebruik van kan worden gemaakt. Op dit moment met onze huidige beperkte mogelijkheden en capaciteiten is dat lastig om te doen. De heer Van Hamond bij interruptie: De huidige BBZ-regeling, het bijstandbesluit zelfstandigen, is niet van toepassing op deze mensen? Heeft de Provincie al een regeling voor dit soort problemen? Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
37
Wethouder Santi: Wij hebben het hier meer over schuldhulpverleningstrajecten. Als je het hebt over bijstand en al dat soort regelingen, is dat een ander verhaal. De heer Van Hamond: Het gaat om kleine bedrijven die het op dit moment zeer moeilijk hebben. Die moeten geholpen worden, in welke vorm dan ook. Daar zou het voor zijn. Het zijn voornamelijk, populair gezegd, ZZP’ers of eenmansbedrijven die het heel moeilijk hebben. Die vallen volgens mij onder de BBZ. Wethouder Santi: Ik heb dat er niet bij betrokken. U weet dat er erg veel ZZP’ers zijn? Ik wil het even extrapoleren naar een bedrag dat je daarvoor moet uittrekken en dan kom je natuurlijk op een heel hoog bedrag uit. Op dit moment is er nog geen regeling van de Provincie om kleine ondernemers te ondersteunen. De PvdA had vragen over twee nota’s die de raad niet bereikt hebben. Ik verwijs naar het jaarprogramma WMO 2010 dat begin oktober naar de raadsleden is gezonden. Daar zit een uitwerking van zowel het vrijwilligersbeleid als het ouderenbeleid in. Er wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan wat wij gaan doen met vrijwilligersbeleid en mantelzorg in 2010. Bijvoorbeeld de vrijwilligersprijzen. Als u dat goed heeft gelezen, hebben wij daar al wat neergelegd. Ik heb ooit vorig jaar bij de behandeling van stukken gezegd dat er een nota aankomt, maar als je dan kijkt naar het stuk wat er al is, anders blijf je natuurlijk nota’s schrijven, een nota om een nota, gezien onze interne capaciteitszorgen bij de afdeling, zeg ik vraag alstublieft niet om nog meer papier. Het is nu duidelijk neergelegd en dat is meer dan voldoende. Als het nodig is, zullen wij er nader op terugkomen via een raadsinformatiebrief. Dat geldt in het bijzonder voor het ouderenbeleid, maar dan alleen als er iets te melden valt. Ik ga richting het amendement over het hospice. Wie kent het hospice niet? Wij vinden het allemaal een goed initiatief. Daar wordt heel goed werk gedaan. Het punt is wat je als lokale overheid moet, wetende dat de zorg grotendeels door de AWBZ wordt vergoed, maar men nog steeds een tekort heeft op de exploitatie. Dat wordt bemoeilijkt door een extra probleem door de korting op AWBZ-gelden van de kant van het Rijk waardoor men € 100.000 tekort komt. Wij kunnen als gemeente geen bezuinigingen van de AWBZ-zorg opvangen. Dat blijft een lastig punt. Alles overdenkend als wij kijken naar de noden van het hospice op dit moment zeggen wij dat wij bereid zijn om incidenteel een eenmalige bijdrage te leveren. Als er gevraagd wordt om een structurele bijdrage zeggen wij op dit moment nadrukkelijk dat wij dat niet kunnen doen. Wij zouden wel medewerking kunnen verlenen aan de door het hospice te voeren gesprekken met zorgverzekeraars, zorgkantoor, ministerie VWS, regiogemeenten. Het blijft dan nadrukkelijk een primaire taak van het hospice zelf, maar wij zijn wel bereid om te faciliteren. Als u dat zo zegt, gaan wij op dit moment akkoord met die eenmalige bijdrage. Ik heb daarnet al iets gezegd over de WMO in het kader van de vraag van GroenLinksaf. Wij weten ook wel, dat zeg ik even omdat ik zeg geen structurele bijdrage, dat het een lastig punt is. Je moet het op een gegeven moment ergens vandaan halen. Je kunt van alles verzinnen. Wat direct opkomt, is natuurlijk de WMO. Als wij dat daarvan zouden doen, moeten wij ergens in kiezen. Ik heb daarnet het jaarprogramma WMO genoemd. Daar is invulling gegeven aan wat wij met de WMO willen doen. Als u volgend jaar anders zou willen, ik zeg het maar even vooraf, zult u moeten kiezen. Politiek is ook keuzes maken, dat weet u beter dan ik. Op dit moment dus wel, maar structureel niet. Als de tekst van het amendement aangepast wordt zoals ik daarnet namens het college heb aangegeven, is het college bereid om daarin mee te gaan. De heer Simon bij interruptie: De reden dat wij buiten de incidentele overbrugging aan hebben gegeven te komen tot een structurele oplossing wil niet alleen zeggen dat we het in financieel opzicht bekijken. U heeft voor een deel zelf het antwoord gegeven. Wij vragen eigenlijk of u zich wilt inzetten via VWS, Provincie en andere organisaties dat in ieder geval de zorgverzekeraar haar berekening richting het hospice op dezelfde wijze Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
38
inricht als de overigen in Nederland. Als dat punt bereikt wordt, praten wij over een tekort van € 100.000 wat het hospice bij het bezoek aan ons heeft meegedeeld. Het tekort in de toekomst, daar praten wij op dit moment niet over. Het gaat nu puur om die € 100.000 en dat heeft volgens hen te maken met een berekening die afwijkt van die van andere zorgverzekeraars. Wethouder Santi: Ik kan alleen maar herhalen wat ik gezegd heb; een primaire taak van het hospice zelf. Als u zegt college ga het hospice ondersteunen in hun overleg enzovoorts, blijft het verhaal dat wij nu geen uitspraken doen over structurele bijdragen aan het hospice. De heer Van Hamond bij interruptie: U had het over een bijdrage. Wat bedoelt u met die bijdrage? Hoe groot? Bent u niet bang dat er precedentwerking komt? Er zijn namelijk meer instellingen in Waalwijk, gelukkig. Ik denk aan het Toon Hermanshuis dat ook altijd met een tekort te kampen heeft. Daarnaast is er geen officieel verzoek binnengekomen. Omdat er een gevoel is bij bepaalde politieke partijen wordt er iets ingediend waarbij ik deze week drie verschillende concepten heb gezien. Het is begonnen bij € 15.000, het werd € 25.000 en nu is het € 20.000. Ik ben het spoor een beetje bijster. Zijn wij bezig met vraag en opbod? Wethouder Santi: Een bedrag van € 20.000 zoals in het amendement staat. Het hospice heeft verzoeken gaan, niet alleen aan de gemeente Waalwijk, maar ook aan de gemeente Den Bosch. De gemeente Aalburg heeft een bijdrage gedaan. Aan de gemeente Waalwijk is ook een verzoek gedaan, weliswaar in een mondeling overleg. De heer Van Hamond: Ik hoorde daarnet dat er geen officieel verzoek was aan de gemeente. Wethouder Santi: Dat is een antwoord dat is gegeven aan één van u. Mij werd de vraag niet gesteld. Ik was op dat moment niet aan het woord. Er is een mondeling verzoek gedaan. De heer Van Hamond: Dus geen officieel schriftelijk verzoek? De voorzitter: Ik hoor de wethouder zeggen dat er een mondeling verzoek is. Dat is volgens mij duidelijk qua taalgebruik. De heer Kuijten bij interruptie: Met alle respect voor de organisatie, laat daar geen misverstand over zijn, het is normaalgesproken wel zo wanneer een instantie subsidie vraagt aan een overheid, dat er op zijn minst een schriftelijk verzoek ligt met een begroting, inhoud, onderbouwing en wie de overige subsidieverstrekkers zijn. Ik vind dat het college, het ambtelijk apparaat en wij als raad dat op zijn merites moeten beoordelen. Wethouder Santi: Zo spontaan is het natuurlijk ook niet. Wij hebben meerdere gesprekken gevoerd met het hospice in het afgelopen jaar. Het is niet zo dat het van de ene op de andere dag komt. Er is een gesprek gevoerd, daarvoor zijn meerdere gesprekken gevoerd. Men heeft de noden uiteengezet en het exploitatietekort aangegeven. Het is niet omdat er nu een amendement is dat ik zo’n antwoord geef. De heer Kuijten: Wat is dan de reden geweest dat u niet met een voorstel naar de raad bent gekomen? Wethouder Santi: Er is een amendement en daar reageer ik op.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
39
De heer Kuijten: Dat is niet aan de orde. U heeft gesprekken gevoerd met die instantie en niet de noodzaak gevoeld, althans zo proef ik dat, om met een voorstel naar de raad te komen. Is mijn interpretatie juist of niet? Wethouder Santi: Wij zijn op dat punt natuurlijk, omdat het een mondeling verzoek is, in overleg getreden en hebben wij aan het hospice aangegeven wat wij wel en niet kunnen doen. De heer Van Meeuwen bij interruptie: Heeft u het hospice geen aanbod gedaan? Wethouder Santi: Ik begin een beetje moe te worden, maar dat mag ik niet zeggen. Wilt u het nog een keer zeggen, want ik zei iets in mijzelf? De heer Van Meeuwen: Ik ben ook bij het hospice geweest. Men heeft men uitgelegd dat 40% van de bedden naar Den Bosch gaat en 60% gaat naar de regio rondom Waalwijk. Wij spreken over € 100.00. 40% moet opgebracht worden door Den Bosch. Dat is € 40.000. € 60.000 moet opgebracht worden door de regio. Men heeft met mij gesproken over een bedrag van € 0,50 per inwoner. Dat zou voor Waalwijk neerkomen op € 22.500. Mijn vraag aan u is of u een aanbod heeft gedaan aan het hospice of niet. Wethouder Santi: Het college heeft geen aanbod gedaan aan het hospice. De heer Dekker bij interruptie: Hier moet toch een misverstand zijn, want mij is meegedeeld bij het hospice dat de gemeente € 10.000 heeft toegezegd. Wethouder Santi: Er is helemaal niets … Dat zou die steenactie kunnen zijn. Waarschijnlijk is dat de eerstesteenlegging van het stadhuis, een bijdrage vanuit het personeel en de organisatie. Dat zou het kunnen zijn. De heer Tiemstra bij interruptie: Ik hoor een heleboel. De vraag of de wethouder een aanleiding heeft gezien om met een voorstel te komen is niet aan de orde. Het budgetrecht is voorbehouden aan de raad. Er zijn twee partijen, de fracties van de ChristenUnie en de PvdA, die steun vragen voor hun amendement. Zij proberen daar een meerderheid voor te vinden. De wethouder geeft aan als de raad het wil, ben ik daartoe bereid. Dat is wat er gebeurt en laten wij de discussie daartoe beperken. De heer Spohr bij interruptie: Ik vind dat wel een heel simpele opvatting van de heer Tiemstra. Ik word daarnet door de wethouder afgescheept … De voorzitter: U heeft een mooi onderwerp voor de tweede termijn. U mag wel nog reageren op de woorden van de wethouder. De heer Spohr: Het verhaal gaat mij nu te ver. De wethouder laat heel veel onduidelijkheid bestaan over de manier waarop hij nu tot een toezegging komt. Er komt inderdaad een amendement vanuit de raad. Het komt mij voor alsof hier zonder een officieel gesprek onderling een verhaal is geregeld. Misschien is dat niet zo. Normaal gesproken behandelen wij subsidieverzoeken met een begroting daaronder. Ik mis dat hele verhaal hier. Ik vind het een uiterst kwalijke zaak. De voorzitter: Ik constateer het volgende. De heer Tiemstra zette het correct neer. Op dit moment is het volgende aan de hand. Er ligt een amendement voor, zo doen wij dat hier in dit gremium. Er worden nu wat kritische vragen over gesteld naar aanleiding van de beantwoording vanuit het college door wethouder Santi in de richting van het amendement. Volgens mij moet u nu volstaan met heb ik alle informatie die ik nodig heb om daar in tweede instantie een oordeel over te vellen. Als u daarover onderling in debat Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
40
wilt gaan, kunt u dat denk ik beter in de tweede instantie doen. Dat is de afspraak zoals wij die gemaakt hebben. Mijn vraag is zijn er naar aanleiding van dit concrete punt vragen in de richting van wethouder Santi? De heer Spohr: Ik ga de wethouder toch nog een keer vragen hoe hij op dit moment een toezegging wil doen op basis van € 20.000 terwijl er niets onder ligt. Wethouder Santi: Laat ik beginnen met te zeggen dat ik het typisch van u vindt dat u zegt dat het een kwalijke zaak is. Als u dat woord gebruikt, moet u mij iets kunnen aansmeren dat ik de boel aan het beduvelen ben. Dat is absoluut niet juist. Ik geef antwoord op vragen. Niemand vraagt mij om een totaalantwoord te geven. Als u zoiets zegt, moet u dat hard maken, want dat pik ik van niemand. Zeker niet in dit huis. De voorzitter: Ik denk dat het nu duidelijk is. De vragen zijn wel kritisch. De vraag is waarom die € 20.000 incidenteel vanuit het college … Wethouder Santi: De heer Tiemstra heeft het goed uitgelegd. Ik heb geprobeerd aan te geven dat wij gesprekken hebben gevoerd. U kent dat wel. Instellingen komen langs en willen graag neerleggen wat hun noden zijn. Dat doen zij bij een wethouder, bij een burgemeester. Dat is niets vreemds. Dat is niet handjeklap van ik zeg u dit of dat toe. Dat is totaal niet gebeurd. De heer Kuijten bij interruptie: Ik vind het buiten proporties zoals de wethouder reageert. Er ligt een amendement op tafel, dat er niet om liegt, om € 20.000 beschikbaar te stellen. Het is dan heel normaal dat wij als raad vragen wethouder is het u bekend, ligt hier een begroting aan ten grondslag en wat is uw oordeel over het amendement? Er komen vragen van linkerzijde die van wezenlijk belang zijn. Het antwoord daarop maakt dat je ja of nee zegt tegen het amendement. Ik begrijp de overdreven reactie van de wethouder niet. De opmerking van mijn collega Spohr dat hij het kwalijk vindt is volkomen normaal. Wethouder Santi: Als mensen zeggen dat het een kwalijke zaak is wat ik aan het doen ben, mag ik daarop reageren zoals ik dat wil. Dat gaat u niets aan. De voorzitter: Ik inventariseer nog even de vragen. De heer Simon: Ik heb aangegeven dat het ons gaat om een tijdelijke overbrugging van het tekort van een ton. Dat is onze informatie. Wij hebben daar naar gekeken en geluisterd. Dat is ontstaan door een andere berekening van de zorgverzekeraar dan bij de overigen in het land. Daarna is door ons dit amendement gemaakt. Wat de heer Van Hamond aangeeft als hij zegt er zijn verschillende concepten, als ik moet aangeven hoeveel er in concept uitgaat, zijn wij de hele week bezig. Uiteindelijk is dit het concept dat voorligt. Daar is overleg over gevoerd tussen de ChristenUnie en de PvdA. Wij wilden zelf met een amendement komen. De ChristenUnie kwam hiermee. Wij hebben samengewerkt en zijn uitgekomen op € 20.000 op basis van de informatie van het hospice en op basis van de verschillende berekeningen van de zorgverzekeraar. Alles wat er verder omheen gebreid wordt, is eigenlijk niet aan de orde. De voorzitter: U heeft alle informatie gehad en mag daar in tweede instantie onderling over doorspreken, bakkeleien, debatteren, dialogen, kiest u maar. Wij gaan over naar wethouder Van Dongen. Wethouder Van Dongen: Om met een wat minder heikel onderwerp te komen, aangekaart door de heer Dekker, met een aantal vragen en ook anderen hebben gewezen op financiële risico’s in de sfeer van de grondexploitatie. Hoe staat het met een Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
41
aantal investeringen? Heel concreet de invulling van de Taxandriazone, de centrumontwikkeling, De Els, Sprang-Capelle, Waspik en hoe zit het met de sluis. In de gestelde vragen manifesteren zich eigenlijk de twee kanten van dezelfde medaille. Als je als gemeente investeert in je infrastructuur, in stedelijke ontwikkeling, in bedrijventerreinen moet je dat doen, de heer Van Hamond zei regiogemeente, hoort daar een bijpassende voorziening en investeringsniveau bij. Als u dat wilt als gemeente loopt u aan de andere kant ook financiële risico’s met name daar waar investeringen al gedaan zijn in de sfeer van grondexploitaties, bouwrijp maken, grondverwervingen waar de gronduitgifte, door welke oorzaak dan ook, achterblijft. Deze financiële risico’s stellen wij jaarlijks aan de orde in het kader van de nota grondexploitatie. Ik ga even terug naar de laatste die wij medio dit jaar behandeld hebben, hebben wij daar kunnen vaststellen dat de totale boekwaarde van het grondbedrijf, een optelsom van alle boekwaarden, alle investeringen en alle kosten die gemaakt zijn, vertonen die een dalende trend in de afgelopen jaren met name door de versnelde afgifte in de afgelopen jaren van de gronden in Haven VII. Ik ben het overigens geheel eens met de heer Dekker dat met name ten aanzien van Haven VII er op zichzelf best een taak ligt. Wij hebben in de grondexploitatie opgenomen uitgifte tot en met 2010. Er ligt best nog een behoorlijke taak te doen, zowel in hectaren als ook in bijbehorende gronden. Op dit moment zou het te vroeg zijn om te zeggen dat halen wij niet. Er zijn nog volop gesprekken gaande. Dat wij de vinger aan de pols houden, is evident. Evident is het natuurlijk ook dat wij in sterke mate afhankelijk zijn van de economische ontwikkelingen en de vraag naar bedrijventerreinen. Dat geldt ook voor de woningbouw. Ook daar doen zich natuurlijk risico’s voor. Risico’s die wij zo goed mogelijk proberen te beheersen en binnen de perken te houden. Ondermeer door gebruik te maken van de faciliteiten die Rijk en Provincie ter beschikking stellen. U weet dat wij in april van dit jaar een eigen conferentie belegd hebben hoe wij de woningbouw aan de gang kunnen houden. Er zijn financiële regelingen van VROM en van de Provincie en ook daar zitten wij bij. Wij proberen van die regelingen gebruik te maken. Voor de VROM-regeling is dat in ieder geval gebeurd ten aanzien van de supermarkt C1000. Naar verwachting zal het ook lukken om daar aan de gestelde voorwaarden, voor het eind van dit jaar starten met de bouw, te voldoen. Met dit soort projecten houd je de bouw en de werkgelegenheid gaande. Dat zijn toch belangrijke onderwerpen die wij als regiogemeente zeker na willen streven. De risico’s moeten wij zeker in de gaten houden. Wij monitoren de risico’s en u krijgt daar ieder jaar verslag van. Daar waar je aan ziet komen dat een grondexploitatie financieel te veel uit de pas loopt, zullen wij een voorziening voor moeten openen. Dat doen wij als de noodzaak daartoe aanwezig is. De heer Kuijten bij interruptie: De wethouder haalt de risico’s die bij grondexploitaties worden gelopen aan. De risico’s die wij lopen, worden in de eerste plaats afgedekt door de voorzieningen die wij treffen. Die voorziening komt voort uit een bepaald percentage van de grondverkoop, los van de begroting die wij hier vanavond behandelen. Wethouder Van Dongen: Ja, dat staat hier los van. De heer Kuijten: Vandaar de opmerking van wethouder Van Groos aan het begin van de avond. Hij zei of wij in 2010 en komende jaren tekort komen, ja of nee, is bijvoorbeeld afhankelijk van de strategische visie, bijvoorbeeld of wij Haven VIII in exploitatie gaan nemen. Dat is toch nog niet aan de orde? Dat heeft toch niets met de begroting 2010 of 2011 te maken? Wethouder Van Dongen: Nee, maar het heeft natuurlijk wel alles te maken met de financiële toekomst. In welke mate je investeert, bijvoorbeeld in Haven VIII, heeft wel financiële impact. In die zin is die relatie er.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
42
De heer Kuijten: De financiële impact aan het einde van de exploitatie of tussentijds wanneer je winst neemt? Wethouder Van Dongen: Ja. De heer Kuijten: Dan zijn wij vijf tot tien jaar verder. Wethouder Van Dongen: Precies. Die voorziening wordt dan genomen uit de reserve bij het grondbedrijf. Dat is de systematiek. De heer Dekker bij interruptie: Is de wethouder het wel met ons eens dat de geraamde verkopen in 2010 en 2011 erg optimistisch zijn? Het is mij nog niet duidelijk waarop die gebaseerd zijn gezien de huidige economische situatie. Wethouder Van Dongen: Bij de nota grondexploitatie die wij enkele maanden geleden hier behandeld hebben, hebben wij precies vastgesteld welke grondexploitaties wij hebben en wat de looptijd van die exploitaties is. Ondermeer kijkend naar Haven VII hebben wij gezegd tot en met 2010 hopen alle percelen uitgegeven te hebben. Daar hoort een bepaald financieel plaatje bij. Dat plaatje is nu meegenomen in de afstroom over een aantal jaren van 2011 naar de algemene reserve. Wij moeten dat kritisch blijven bewaken. Dat ben ik met u eens. Wij komen er ieder jaar op terug bij de nota grondexploitatie. Ik denk dat de investeringen in het centrum, in De Els, een majeure investering zijn voor Waalwijk. Dat is uiterst belangrijk voor de regiopositie waar wij het over hadden. Op dit moment kan ik nog niet zeggen dat alle handtekeningen binnen zijn. Daar wordt hard aan gewerkt. Er wordt in ieder geval hard doorgewerkt aan de voorbereidingen van het bouwplan. Als wij alle handtekeningen binnen hebben, kunnen wij begin volgend jaar daadwerkelijk starten met de bouw. Alle inspanningen zijn daarop gericht. De ontwikkelingen in Sprang-Capelle en Waspik komen deze maand en volgende maand aan de orde. U kunt die plannen dan toetsen. Ten aanzien van de invulling Taxandriazone en met name de parkeervoorzieningen; dit kwam eerder aan de orde bij de kadernota. Het college is bezig met een vrij uitputtende raadsinformatiebrief over de ontwikkelingen. Een element daarin is dat wij het perceel aan de westzijde naast het nieuws stadhuis willen benutten voor een parkeervoorziening in de orde van grootte van 350 parkeerplaatsen. Wij komen daar uitvoerig op terug in de raadsinformatiebrief die u dezer dagen tegemoet kunt zien. Ten aanzien van de sluis waaraan wordt gerefereerd door de heren Dekker en Spohr; de voorbereidingen van de sluis, technisch en beleidsmatig wil je een sluis, de relatie tot Haven VIII zou een financiële drager kunnen zijn voor de investeringen die niet onaanzienlijk zijn. Ook de problematiek van de revitalisering proberen wij bij elkaar te brengen. Wij zijn daar al ver mee gevorderd. Afgesproken is dat er eerst een strategische visie komt. U kent de procedure en het proces. Dat zal december/januari zijn. Onmiddellijk daarna kunnen wij, rekeninghoudend met die uitspraken die daar gemaakt worden, daarop inspelen bij de visie bedrijventerreinen. In de visie bedrijventerreinen komen de sluis en Haven VIII aan de orde. Voor het einde van deze zittingsperiode kunt u daarover besluiten nemen. De heer Dekker bij interruptie: Als ik het goed beluister, ik kan het verkeerd begrijpen, hangt de nieuwe sluis af van de plannen die er straks zijn voor Haven VIII? Wethouder Van Dongen: Een sluis behelst een investering van circa € 20 mln. U heeft kennis kunnen nemen van onze financiële mogelijkheden op dit moment. Die middelen zijn er op dit moment. Je moet kijken naar kostendragers. Duidelijk is dat de gemeente Waalwijk dat niet alleen zal kunnen. Je hebt ook bijdragen nodig van Rijk, Provincie en bedrijfsleven. Wij moeten daarmee in overleg. Voor een deel zal er niet aan te ontkomen Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
43
zijn dat wij ook als gemeente eigen middelen inbrengen. Wij kijken naar de algemene reserve of naar het grondbedrijf. Het is duidelijk dat wanneer je kiest voor Haven VIII dat je daarmee ook kiest voor een ontwikkeling die ook revenuen met zich zal kunnen brengen. Die kun je dan vervolgens weer inzetten voor infrastructuur als een aanpassing A59, tangentaanleg, de sluis, et cetera. Het is een mogelijke kostendrager. De relatie visie bedrijventerreinen en strategische visie hoop ik aangegeven te hebben. Ik meen dat ik gezegd heb wat ik moest zeggen. De voorzitter: Misschien nog even voor alle helderheid, zodat er naderhand geen onduidelijkheid over bestaat. Ik hoor u zeggen dan lukt het dus in combinatie met de strategische visie nog in deze raadsperiode om dat te bespreken. Dat is een beetje afhankelijk van de agenda. De agenda van januari is de laatste mogelijkheid, dus pint u zich daar niet te veel op vast. Het zou ook best wel eens in de eerste vergadering van de nieuwe raad kunnen zijn. Misschien is het goed om dat eventjes open te laten en daar ook verder naar te kijken. De heer Kuijten bij interruptie: De wethouder maakte een opmerking over de parkeervoorzieningen bij het nieuwe stadhuis. Als ik het goed begrepen heb, krijgen wij een raadsinformatiebrief. Hij vertelde dat de parkeervoorzieningen betrokken zullen worden en noemde ongeveer 350 parkeerplaatsen. Ik heb in mijn verhaal dat ik vandaag heb gehouden gezegd dat het gaat om de duurste grond in Waalwijk, bij wijze van spreken. Het aanleggen van een parkeerplaats kost al gauw € 10.000 tot € 15.000. Dat maal 350 dan zit je aan een slordige € 5 mln. tot € 6 mln. Ik herinner mij dat wij hier heftig gediscussieerd hebben over een ondergrondse parkeergelegenheid onder het stadhuis. Het zou best eens kunnen zijn dat hetgeen wij nu gaan realiseren in de buurt komt van de kosten van het ondergronds parkeren. Wellicht meer wordt aan mijn linkerkant gefluisterd. Als dat zo zou zijn, moet het college zich nog eens goed beraden welke kant wij daarmee uit moeten. Dat wil ik graag even meegeven. De voorzitter: Ik zit procedureel even met het punt dat bij de begroting in principe alles ter sprake kan komen. Deze situatie is qua techniek en complexiteit zodanig dat je er gemakkelijk een avond over kunt doorbomen. Ik zou wat dat betreft in verband met de orde van de vergadering willen vragen om kort te antwoorden en te verwijzen. Als u het wilt bespreken, moeten wij er nadere afspraken over maken, want u moet er natuurlijk wel van op de hoogte zijn. Het kan vanavond echt niet allemaal ineens. Wethouder Van Dongen: Die informatie wordt u gepresenteerd, maar het mag duidelijk zijn dat de mogelijkheden van een ondergrondse parkeervoorziening opnieuw bekeken zijn waarbij opnieuw gebleken is dat dit veel te duur is. Wij spreken dan over € 30.000 per parkeerplaats. Het stapelen in een aantal lagen is aanmerkelijk voordeliger dan verdiept bouwen. Die financiële afweging is makkelijk te maken. De heer Spohr bij interruptie: Ik heb de wethouder in eerste termijn ook nog gevraagd om een reactie op de opstelling van de gemeente bij de verbonden partijen. Ik heb daar ook de partijen Brabant Water, Intergas en het Waarborgfonds genoemd. Met name gelet op de ervaringen die wij onder andere hebben gehad met Essent en het idee dat je met de kredietcrisis ook invloed kunt uitoefenen bij dat soort partijen. Wat kan de wethouder daarover zeggen? Wethouder Van Dongen: Ik ben het geheel eens met de heer Spohr. In de vorm van verlengd lokaal bestuur, regioachtige constructies, waar je als gemeente deel van uitmaakt, maar ook als aandeelhouder bij grote vennootschappen op het gebied van energie. Daar is de zeggenschap overigens niet zo groot. Als je bijvoorbeeld bij Essent nul komma zoveel procent van de aandelen hebt, is je zeggenschap niet groot. In het algemeen zijn wij lid van gemeenschappelijke regelingen of wij hebben aandelen vanuit Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
44
publieke belangen. Het gaat om behartiging van publieke belangen. Daar waar wij als gemeente menen het publiek belang te kunnen dienen via die gemeenschappelijke constructie moeten wij de kansen die wij hebben optimaal gebruiken. De voorzitter: Ik wil graag naar een afronding. De heer Kuijten: Eén korte vraag nog. De heer Spohr heeft Parkmanagement en ParkNed aan de orde gesteld. Zonder een heel lang verhaal te houden over deze twee instituten wil ik aan de wethouder vragen waar de jaarrekening blijft van Parkmanagement over 2008. Wethouder Van Dongen: Ik heb u vorige maand al aangegeven dat er vanuit Parkmanagement gewerkt is aan de jaarrekening. Deze wordt voorgelegd aan de raad van commissarissen en aan de aandeelhoudersvergadering. Daarna krijgt u hem toegestuurd. Van die gelegenheid kunt u tevens gebruik maken door de relatie die is gelegd, wij hebben daar in mei van dit jaar over gesproken, tussen de gemeentelijke bedrijfsvoering en de bedrijfsvoering van Parkmanagement. Hoe ga je de planning en control verweven op een nette manier. Daar zijn wij ook ongeveer uit en die informatie krijgt u ook. Dat gaat ook over de voortgang bij Gasnet. Ook daar is bij de voorbereiding door een enkeling naar gevraagd. Ten aanzien van Parkmanagement en ParkNed heeft u dan een compleet beeld van de stand van zaken. De voorzitter: Hiermee sluiten wij de eerste instantie af en gaan wij over naar de tweede instantie. Wie van u wenst hier gebruik van te maken? U heeft behoefte aan een schorsing? De heer Tiemstra: Ik ben nieuwsgierig of er fracties zijn die nu al kunnen aangeven of zij bepaalde amendementen of moties intrekken of aanhouden. Dan hoeven wij daar in de schorsing niet over na te denken. De voorzitter: Uit de orde van de vergadering heeft u kunnen opmaken dat dit het geval is. Ik meen dat begrepen te hebben voor het voorstel van de PvdA over de boa’s en het veiligheidshuis dat wordt aangehouden. De heer Spohr heeft gezegd over het antwoord aangaande de bso voor/na de zomer dat dit afdoende is. De heer Van Meeuwen: Hoe zit het met het woordje ‘structureel’ in het amendement over het hospice als het gaat om de financiële bijdrage? De voorzitter: Dat mag u bespreken in de schorsing. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Tweede termijn raad De voorzitter: Wie van u wenst het woord te voeren in tweede termijn? Ik zoek naar een juiste vorm. Waar het gaat om de moties en amendementen, wanneer daar veranderingen in zitten, is het handig om dat even te melden. Ik kan daar dan bij de spreekvolgorde rekening mee houden. Wie van u komt met nieuws op het terrein van moties en amendementen? Ik inventariseer de sprekers in tweede termijn apart. De heer Dekker: Na de debatten gehoord te hebben en het commentaar van de voorzitter ten aanzien van het hospice hebben wij een wijziging aangebracht die erop neerkomt dat wij in ons verzoek € 20.000 reserveren, het wordt dus nu niet uitbetaald. Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
45
Het bestuur van de hospice komt met een goed onderbouwd voorstel voor die bijdrage van € 20.000. Het derde beslispunt wordt ‘het college te verzoeken om ondersteuning te geven aan het hospice en te onderhandelen met Ministerie, zorgverzekeraar et cetera’. De heer Kuijten: Voor alle duidelijkheid, het amendement zoals dat eerder werd gepresenteerd wordt ingetrokken? De voorzitter: Ik stel vast dat er sprake is van een nieuw amendement. De tekst van dit amendement luidt als volgt: Amendement II (gecorrigeerd exemplaar) De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 12 november 2009 Onderwerp: Hospice Francinus de Windt Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: Overwegende, dat het Hospice Francinus de Windt een belangrijke en unieke voorziening met een regionaal belang is voor palliatieve terminale zorg. Patiënten kunnen daar op een menswaardige manier afscheid nemen van het leven en hun naasten; dat deze zorg grotendeels vergoed wordt uit de AWBZ; dat deze vergoeding niet toereikend is om alle kosten te dekken; dat het bestuur van het hospice heeft verzocht om financiële ondersteuning vanwege een structureel tekort op de begroting; besluit: 1) In de begroting 2010 een bedrag van € 20.000 te reserveren ten behoeve van een eenmalige bijdrage aan het Hospice Francinus de Windt en deze ten laste te brengen van het overschot op de begroting 2010; 2) Het bestuur van het hospice hierdoor in de gelegenheid te stellen een onderbouwd verzoek in te dienen, waarover het college een besluit kan nemen; 3) het college te verzoeken om het hospice te ondersteunen in hun overleg met zorgverzekeraar, ministerie van VWS en regiogemeenten om een oplossing voor het begrotingstekort van het hospice te vinden en de raad van de uitkomsten voor de kaderstelling 2011 op de hoogte te stellen. Dit amendement wordt ingediend door de fracties van ChristenUnie en PvdA. Het amendement wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen. De heer Ottens: Even ter aanvulling, u heeft terecht niet alle overwegingen opnieuw opgenoemd, maar de laatste overweging ‘dat om die redenen particuliere giften ook een structurele financiële bijdrage van de gemeente op zijn plaats is’ is uit de overwegingen gehaald. De heer Kuijten: Een procedurele vraag. Ik neem aan dat het voorstel gewoon via het cluster naar de raad gaat als de stukken binnen zijn? Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
46
De voorzitter: De normale procedure waarbij het college de hoofdrol speelt. De heer Den Braven: Met dit verschil dat het bedrag dat eventueel beschikbaar zou zijn voor een subsidie bij voorbaat al geclaimd is voordat de gegevens binnen zijn. Op zich vinden wij dat, hoewel wij de procedure niet geheel juist vinden, het doel dermate sympathiek dat wij bereid waren om daar overheen te stappen, maar nu gaan we hele rare kronkels bouwen en dat vind ik heel onaangenaam. Daarmee geeft u impliciet aan dat de procedure die nu gevolgd is niet correct was. Dat vind ik vervelend. De heer Kuijten: U kunt toch gewoon met een voorstel naar de raad komen? De heer Dekker: De begroting van 2010 is nog niet beschikbaar. Wij praten over de begroting 2009. Uiteindelijk komt die € 20.000 ter beschikking in 2010. De heer Van Hamond: Het lijkt mij veel makkelijker, maar wie ben ik, als er inderdaad een onderbouwing komt van het hospice, op zich vinden het sympathiek, dat er een voorstel naar de raad komt namens de wethouder en dat wij dit gewoon in het cluster behandelen. Wij hoeven niets te reserveren, wij weten wat het doel is, laat hem met een goed onderbouwd voorstel komen, dan is het probleem opgelost. De voorzitter: Zijn er nog andere elementen die een rol spelen bij het onderwerp Francinus de Windt? De heer Ottens: Het is toch een beetje vreemd op het moment dat je als indiener van een amendement probeert te luisteren naar de bijdragen vanuit de raad, met name ook van LokaalBelang, en probeert daaraan tegemoet te komen, dat je dit weer voor je voeten geworpen krijgt. Ik vind dat een erg vreemde gang van zaken. De heer Simon: Mijn collega heeft al verwoord hoe wij erin staan. Het tweede punt is dat wij op dit moment te maken hebben met een tijdelijk probleem bij het hospice. Wij verzoeken het college om onderzoek te doen naar een andere berekening. Bij het hospice lag sowieso een begroting voor waar je als raadslid inzage in kon hebben. Dat heeft het hospice aangegeven, dus er is ook een gebrek aan informatie aan de andere zijde. De voorzitter: Ik geef per ongeluk twee woordvoerders van dezelfde fractie het woord. Dat moet ik niet meer doen. De heer Van Hamond: Ik wil niet reageren op de heer Simon, maar wel op de heer Ottens. Hij heeft mij blijkbaar verkeerd begrepen. Wij hebben van het begin af aan gezegd dit zijn zaken waar met een goed onderbouw voorstel met een begroting en een aanvraag voor subsidie die bij het college binnenkort één en ander naar de raad komt om te beoordelen of wij het uitvoeren. Niet meer en niet minder. De voorzitter: Mag ik concluderen dat u ten aanzien van het onderwerp hospice Francinus de Windt alle informatie heeft om straks uw stem uit te brengen? Dat is het geval. De heer Tiemstra: Wij hebben in eerste termijn een motie ingediend betreffende de begroting 2010 en onze wens om met wat aanbevelingen te komen waarin wordt gewerkt naar een sluitende begroting 2011. Vanuit de raad kwam een duidelijke reactie van de heer Spohr. Tijdens de schorsing ben ik samen met de heer Spohr tot een tekst gekomen. Dit is reden voor onze fractie om met een gewijzigde motie te komen. De tekst van de motie is als volgt aangepast:
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
47
Motie B (gewijzigd exemplaar) De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 12 november 2009 Onderwerp: Vaststellen Begroting 2010 Neemt kennis van de begroting 2010 en overweegt dat: • • • •
• • • •
Het begrotingsjaar 2010 sluit met een begrotingsoverschot van ruim € 30.000; Het meerjarenperspectief aangeeft dat de begrotingen voor 2011, 2012 en 2013 tekorten vertonen van resp. € 800.000,-, 1.700.000,- en 2.600.000,- ; Het college heeft aangegeven zich terughoudend op te stellen in het entameren van nieuw beleid; Het college heeft aangegeven zich te realiseren dat komende coalitieonderhandelingen meer in het teken zullen staan van het terugdringen van uitgaven, herallocatie van bestaande middelen en het verwerven van hogere inkomsten, dan in het kunnen bestemmen van middelen voor nieuw beleid; Het wenselijk is dat er ook in 2011 een sluitende begroting kan worden gepresenteerd; Het wenselijk zou zijn wanneer een bestuursperiode wordt afgesloten, het college een vorm van overdracht weet te vinden voor een volgend college; Het wenselijk is dat het huidige college zich inspant om dit mogelijk te maken, voor zover dit nu binnen haar mogelijkheden ligt; Het uit het oogpunt van goed bestuur het wenselijk is dat dit college het toekomstige college daartoe een handreiking biedt.
en draagt daarom het college op om: •
•
nog in deze bestuursperiode een handreiking te doen bestaande uit een evaluatie van de huidige economische en financiële stand van zaken van de gemeente, aangevuld met aanbevelingen voor het volgend college om te werken naar een sluitende begroting 2011; De raad hieromtrent te informeren per raadsinformatiebrief vóór 1 februari 2010.
En gaat over tot de orde van de dag Ik kan mij niet voorstellen dat deze raad het goedkeurt dat het college niet bereid is om een dergelijke handreiking te doen. In de situatie waarin wij ons bevinden denk ik dat best tot uitdrukking mag worden gebracht dat het college de ernst van de huidige situatie onderkent en bereid is daar een stuk verantwoordelijkheid in te nemen en te dragen. En niet wat aarzelend is om nog voor de verkiezingen met maatregelen te komen die misschien niet helemaal populair zijn, maar ik denk dat het van moed getuigt als het college deze motie overneemt. Ik hoop dat de raad bereid is om de motie te steunen. Van het amendement aangaande Francinus de Windt wil ik graag eerst de exacte tekst tot mij nemen. De voorzitter: Het onderwerp Francinus de Windt is nu klaar, dus daar heeft u alle informatie over. U krijgt zo dadelijk het gewijzigde amendement en daarmee heeft u alles wat u nodig heeft om te stemmen. Motie B is gewijzigd. U kunt kennis nemen van de overwegingen. De motie wordt ingediend door de fractie van de SGP. Deze gewijzigde motie wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen. Zijn er nog vragen of opmerkingen over dit onderwerp? De heer Simon: Ik heb de exacte tekst nog niet, dus ik ga even in op de woorden die de heer Tiemstra gebruikte. Hij twijfelt eraan dat het college de ernst van de huidige situatie Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
48
niet onderkent. Volgens mij hebben alle collegeleden afzonderlijk aangegeven dat zij de ernst inzien en ermee bezig zijn. Op een gegeven moment kregen wij een technische verhandeling hoe het gaat opwerkend naar de verkiezingen met het overdrachtdocument. Daar is uitvoerig over geantwoord. Of u twijfelt aan de ernst van de bewoordingen van de collegeleden of u zegt wij onderkennen dat men de zwaarte van de huidige financiële situatie ziet en wij accepteren dat er op een gegeven moment een document verschijnt zodat het college niet een ander college voor de wielen rijdt. De heer Tiemstra: Daar wil ik graag op reageren. Dank voor uw vraag, maar ik denk dat het geen van beiden is. Het is niet zo dat ik niet zou erkennen dat het college de ernst van de situatie niet inziet. Dat is duidelijk verwoord. Sterker nog; de ernst van de huidige financiële situatie is onderkend door alle raadsfracties als ik goed naar de bijdragen heb geluisterd in eerste termijn. Juist omdat die ernst zo breed gedragen wordt in deze zaal, zowel achter de raadstafel als achter de collegetafel, zeg ik laat ons er ernstig over nadenken en laat het huidige college ook een stuk verantwoordelijkheid daarin nemen om ervoor te zorgen dat wat wij in deze bestuursperiode hebben bereikt op een goede manier wordt overgedragen aan een volgend college. Dat is de essentie van mijn verhaal zonder dat ik daar nu al politieke kaders voor wil aangeven. Het is mij niet om partijpolitiek te doen, maar om het nemen van een stuk verantwoordelijkheid. Dat heb ik getracht duidelijk te maken. De heer Simon: Ik verwijt u ook niet dat u op dit moment bezig bent met spelletjes, maar het college heeft in feite alleen maar uitgesproken wij voeren uit wat bij de kaderstelling in het voorjaar door diverse of alle raadsfracties is gevraagd om rekening mee te houden. Er is eigenlijk in de totale begroting die wij nu vanavond behandeling hebben geen nieuw beleid ontwikkeld. Er is gewoon uitvoering gegeven aan de vragen tijdens de kaderstelling. Daarmee onderkent het college de ernst en neemt daarmee de raad serieus met zijn vragen en opmerkingen. De heer Tiemstra: Dat neem ik graag aan. Ik geloof graag dat de begroting 2010 een afspiegeling, een antwoord, een uitvoering, een weerslag is van wat wij als raad hebben besloten. Hier wordt ook gesproken over een meerjarenperspectief 2011, 2012 en 2013. De bedragen zijn vanavond een aantal keren genoemd. Mijn vraag is op een gegeven moment, daar heeft deze motie betrekking op, hoe gaat het college om met de zorgen die er bestaan binnen raad en binnen college en is zij bereid om daar een voorschot op te nemen? Ik ga dan niet verder dan een handreiking. De heer Den Braven: Ik zou geen enkele reden kunnen bedenken om deze motie niet te ondersteunen, maar ik ben wel benieuwd naar de relatie die er ligt met het overdrachtdossier zoals dat is beschreven door bijna alle wethouders die daar zitten en door de burgemeester. Verwacht u van de uitkomst hiervan iets volkomen anders dan wat er door de burgemeester is gesteld als het overdrachtdossier? De heer Tiemstra: Dank u wel voor de vraag. Dat is ook een vraag die bij mij leeft. Hoe gaat het verder? Ik kom nog één keer terug op de getallen die er liggen. Een tekort van € 800.000 en de uitspraak dat dit ons wat voorzichtig maakt om nieuw beleid te entameren. Hoe wordt er omgegaan met de zorg van wat er achterligt van € 1,7 mln. en € 2,6 mln.? Een overdrachtdossier is iets wat buiten het blikveld van deze raad plaatsvindt. Ik ben op zich blij met de toezegging van de voorzitter, die heb ik ook als zodanig genoteerd, dat er wellicht binnen het fractievoorzittersoverleg nog wel eens een keer wat gezegd kan worden, maar ik zou graag willen dat wij er als raad kennis van nemen hoe dit college deze bestuursperiode afsluit. Het is moeilijk om te zeggen wij hebben nu een sluitende begroting een volgende raadsperiode zitten wij met een verlies van € 800.000, vroeger ging het beter. Dat kan, maar ik vind dat niet de discussie. Wij
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
49
moeten daar nu een weg in vinden. Ik ben heel benieuwd hoe het college daarmee omgaat. De heer Simon: Er wordt dan eigenlijk met de gewijzigde motie een vraag gesteld aan het college. Acht u het mogelijk dat een lid van het college daar nog antwoord op geeft? De voorzitter: Het college krijgt zo dadelijk nog de kans om te reageren op moties en amendementen en kan dan een inbreng leveren. Dat doen wij vlak voor de stemming. Is dit onderwerp voldoende afgehandeld? Dat is het geval. Wij gaan over naar de heer Spohr en kaarten opnieuw een onderwerp af. De heer Spohr: Eerst even over ons amendement aangaande precariobelasting. Wij zullen dat amendement handhaven, maar om aan het bezwaar van de wethouder tegemoet te komen, is het bedoeld als incidenteel, dus voor 2010. Dat betekent dat wij als toevoeging bij punt 2. zullen invoegen dat de tarieven voor 2010 zullen worden aangepast. Dat betekent dat wij in 2010 voor het begrotingsjaar 2011 opnieuw met elkaar zullen bekijken bij de kadernota hoe wij verder met de precario zullen omgaan. Wij voegen in na de tarieven ‘voor 2010’ Het amendement voor het hospice zullen wij niet steunen, om redenen die ook door de heer Van Hamond zijn genoemd. Wij hebben hier in de raad procedures voor subsidietoezegging te volgen en willen daar gewoon bij blijven. Daarmee is het transparant en objectief en kunnen wij daar met elkaar over oordelen. Ik wil in de richting van de wethouder zeggen na het debat dat wij hebben gehad, dat ik niet de bedoeling had om hem persoonlijk te kwetsen, mocht hij dat zo opvatten. Ik denk dat wij zakelijk niet helemaal op dezelfde lijn zitten. Ten aanzien van de bso; deze motie trekken wij in, maar ik wil de wethouder wel verzoeken, ik wil een klein dealtje sluiten, om een kort overzicht van de stand van zaken rondom de bso te schetsen, zodat wij ook na de verkiezingen een klein houvast hebben. Misschien dat u toch iets op papier kunt zetten, dat zou ons zeer welkom zijn. Ik denk dan, wie zwijgt stemt toe. Wij zullen, en dat zult u begrepen hebben naar aanleiding van datgene wat de heer Tiemstra heeft gezegd, de motie ten aanzien van het stuk dat wij naar aanleiding van de bestuursperiode zouden willen zien uiteraard steunen. Sterker nog; ik denk dat het een heel goed initiatief is voor dit jaar gelet op de ernst van de situatie, maar ik denk dat het ook goed zou zijn als wij het structureel zouden handhaven na elke bestuursperiode. Niet alleen overdrachtdossiers die uiteraard goed zijn voor de politiek, maar ook misschien in het algemeen zoals de voorzitter ook stelde een stuk naar de raad waarbij je misschien iets algemener tendensen en aanbevelingen zou kunnen meegeven. Het stuk wat er nu ligt heeft ons volledige akkoord. Ik wil alleen nog zeggen dat wij het jammer vinden dat ons voorstel voor de schuldhulpverlening een beetje tussen de wal en het schip in komt. Ik heb daarnet uitgelegd dat er schrijnende situaties zijn. Ook de wethouder heeft daar wat van gemeld. Ik kan u vertellen dat het echt schrijnende situaties zijn. Ik kan alleen maar meegeven aan het college om daar toch vooral oog voor te hebben in de toekomst en de mogelijkheden die er zijn ook zeker aan te pakken. De voorzitter: De gewijzigde tekst van het amendement luidt als volgt: Amendement III (gewijzigde tekst) De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 12 november 2009 Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Overwegende, Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
50
• • • • • • • •
dat blijkens de begroting de tarieven voor terrassen in het centrum van Waalwijk vanaf 2008 zodanig worden aangepast dat jaarlijks een meeropbrengst van € 10.000 gerealiseerd wordt, oplopend tot € 50.000 in 2012; dat de tarieven per m2 terras in het centrum stijgen van € 32 in 2009 naar € 42 in 2010; dat terrassen bijdragen tot een verhoging van de attractiviteit van het centrum en mede dragers zijn van de economische ontwikkeling daarvan; dat momenteel in overleg met de ondernemers in het centrum wordt gewerkt aan de invoering van citymanagement in de loop van 2010; dat het voornemen bestaat dat door gedeeltelijke afdracht aan citymanagement van een in te voeren reclamebelasting voor alle ondernemers (winkeliers en horeca), de gemeente financieel bijdraagt aan citymanagement; dat in dat verband elke ondernemer in het centrum zal gaan meebetalen aan zaken die in het centrum worden georganiseerd; dat daarmee het draagvlak voor evenementen wordt vergroot en daar niet alleen horecaondernemers nog financieel verantwoordelijk voor zijn; dat bij invoering van citymanagement en de invoering van een reclamebelasting de verhoging van heffing voor precariorechten voor terrassen in een ander perspectief komt te staan.
Besluit: 1) De meeropbrengst van de precariobelasting voor 2010 vast te stellen op € 5.000 2) De tarieven voor 2010 onder 170 van de tarieventabel behorende bij de verordening precariobelasting hierop aan te passen; 3) de verminderde opbrengt ten laste te brengen van het overschot op de begroting en de begroting daarop aan te passen. Dit amendement wordt ingediend door de fracties van CDA en LokaalBelang. Zijn er nog vragen over het onderwerp precariobelasting? Dat is niet het geval. Wij nemen kennis van dat wat de heer Spohr verder in de vorm van stemverklaringen heeft gezegd. Het woord is aan de heer Van Hamond. De heer Van Hamond: Voordat ik met de amendementen begin, heb ik nog een vraag aan de heer Kuijten. U heeft een aantal zaken genoemd en gezegd dat het niet goed gaat met de financiële situatie van de gemeente Waalwijk, zeker niet toekomst gerelateerd. U heeft aangegeven dat er een aantal voorstellen tot bezuinigingen dient te komen. Ik heb van u niet gehoord hoe wij eventueel de inkomsten kunnen verhogen. Misschien heeft u daar een idee over? Ik daag u uit. De heer Kuijten: De VVD stelt in de eerste plaats dat er gekeken moet worden naar de uitgavensfeer en pas op de laatste plaat kijken naar belastingopbrengsten. Wij zijn van oordeel dat de overhead van de gemeente Waalwijk op een aantal punten slanker en kleiner kan. Wij zijn ervan overtuigd dat er met een andere aanpak binnen dit huis nog heel veel te verdienen is. Wanneer de nood echt aan de man is en wanneer er geen mogelijkheden meer zijn om te snijden in de uitgaven, gaan wij als laatste redmiddel over tot belastingverhoging. Maar wij gaan eerst kijken naar het snijden in de eigen organisatie. De heer Van Hamond: Als ik het goed begrijp, zegt u op het laatste moment. Mij hebben ze vroeger geleerd dat je dan altijd te laat bent. Ik denk dat je van te voren moet kijken en niet tot het laatste moment moet wachten. U zult toch wel voorstellen in uw gedachten hebben waarmee iets te halen valt? Ik denk bijvoorbeeld aan een paar procent OZB erbij. Of een parkeerbelasting. Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
51
De heer Kuijten: De VVD-fractie koerst niet op belastingverhoging. Wij zijn dan voor minder overheid en meer burger. Dat betekent dat de gemeente afgeslankt kan worden door minder uitgaven. Dat is een duidelijk andere koers dan wellicht LokaalBelang wenst. De heer Van Meeuwen: Mijn vraag aan de VVD is, maar misschien gaat het dan wel heel lang duren, om aan te geven op welke punten binnen het apparaat zij denkt dat er bezuinigd kan worden. U kunt wel roepen wij gaan bezuinigen, maar dan moet u ook aangeven waarop. De heer Kuijten: Ik vind het zo spijtig dat ik niet een paar minuten langer kreeg daarnet achter het spreekgestoelte. Ik had nog graag willen aangeven waaraan de VVD denkt wanneer het gaat over ombuigen. Wij denken dat dit kan door het terugdringen van de externe kosten binnen de organisatie, het ombuigen in de personele bezetting, besparingen op inhuur, het invoeren van een vacaturestop, zaken die bij andere gemeenten op dit moment voluit aan de orde zijn. Gemeenten van onze omvang hebben een vacaturestop afgekondigd. Zij gaan ombuigen in personele sfeer en samenwerken met andere gemeenten. Daar zijn heel veel efficiency- en synergievoordelen te behalen van ik weet niet hoeveel ton. Wanneer dat traject nog niet afgerond is, gaat de VVD niet over tot het heffen van meer belasting. De heer Van Hamond: Kort samengevat krijgen wij een duidelijk voorstel bij de kaderstelling waarin u concreet aangeeft waarop u gaat bezuinigen? De heer Kuijten: Wij geven een bepaalde richting aan voor het behalen van besparingen waaraan het college zou kunnen gaan denken. Dat is met name in de organisatie van dit huis. In het kader van personeel, enzovoorts. De voorzitter: Het punt is gemaakt. De heer Van Meeuwen: Nou, het punt is wel gemaakt, maar hij zit er nog niet in. Ik denk namelijk als je aangeeft dat er bezuinigd moet worden op personeel dat je ook moet aangeven dat er bezuinigd moet worden op taken. Taken worden uitgevoerd door personeel. Je kunt wel makkelijk zeggen dat we het met minder personeel gaan doen, maar dan moet je ook krimpen in taken. Geeft u het maar aan. De voorzitter: Ik constateer dat de bal op de doellijn ligt. De heer Kuijten: Natuurlijk gaat het versoberen in de personele bezetting gepaard met een versobering van activiteiten en taken. Wij kunnen er best een hele avond over discussiëren. Wij willen best met voorstellen komen. Wij zijn van mening dat er best wat taken soberder kunnen. In de welzijnsector, in de sportsector, in de zakelijke sector kunnen activiteiten minder. De heer Tiemstra: Er ontspint zich ter rechterzijde een boeiende discussie waaraan ik graag deelneem. Als wij het hebben over minder personeel, ik heb in onze bijdrage gesproken over een mogelijke vacaturestop, wel samengaand met het stoppen van het inhuren van derden, de kern waar ik naartoe wil. Je hebt op een gegeven moment een aantal mensen en een hoeveelheid werk. Er gaat heel veel werk zitten in nota’s en het uitvoeren en voorbereiden van projecten. Op de projectkaarten staan heel veel projecten. In het coalitieakkoord worden 27 projecten opgesomd. Waarom wordt er niet eens nagedacht over een herprioritering? Wij zullen deze discussie vanavond niet tot in detail kunnen voeren, maar dat zijn wel richtingen. Als wij kijken naar minder mensen, kan er minder gedaan worden. Misschien moet dat dan maar.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
52
De heer Van Hamond: Ik vind dat de heer Tiemstra toch iets concreter is dan de heer Kuijten. Ik denk dat de heer Kuijten geblesseerd is. De heer Kuijten: Ik vind dit een hele flauwe discussie. Dit is het laatste wat ik erover zeg. Je kunt nu op dit moment niet verlangen, want dan hadden wij de discussie anders moeten insteken, dat wij met een hele waslijst komen op welke punten er bezuinigd kan worden. De voorzitter: Volgens mij hebben wij dat wat wij wilden duidelijk maken ook duidelijk gemaakt. Met dank. Gaat u verder. De heer Van Hamond: Ik ga verder met onze beoordeling van de moties en amendementen. Het amendement over de uitbreiding boa’s wordt aangehouden. Over het amendement inzake hospice Francinus de Windt hoef ik niets meer te zeggen, want u begrijpt wel dat wij tegen zijn. Wij wachten het voorstel van de wethouder af en zullen dat dan vervolgens beoordelen. Over de precariobelasting heeft mijn collega al het nodige gezegd, daar zijn wij uiteraard voor want wij hebben het amendement mede ingediend. Met betrekking tot de bso komt een notitie en dat is een goede zaak. Over het vaststellen van de begroting; wij hebben zo veel vertrouwen in dit college dat wij in deze periode geen evaluatie meer hoeven te hebben. Wij horen het wel van u. Iedere partij heeft haar zorgen uitgesproken over de toekomst. Het college is zich daarvan bewust. Dat heeft u vanavond duidelijk kunnen merken. Wij wachten rustig af, hebben het volste vertrouwen dat alles goed komt en dat het college ons zal informeren. De heer Tiemstra: Het college mag zichzelf dolgelukkig prijzen met een fractie als LokaalBelang in de coalitie. U vindt het eigenlijk prima dat het college daar niet voor ons als raad hoorbaar en zichtbaar over nadenkt in de vorm van een handreiking, een aanbeveling waarin lijnen worden uitgezet. U vindt het prima dat wij nu vier maanden voor de verkiezingen zeggen laat maar gaan en wij zien het straks wel als er een nieuw college is. Ik kan mij voorstellen dat het leuker is om de klus te laten liggen voor een volgende coalitie en een volgend college, maar het gaat erom wat doen wij er nu mee. Ik vind dat u zich er heel gemakkelijk van af maakt op deze wijze. De heer Van Hamond: Wij zijn tegen aanbevelingen geven. Er is niets zo moeilijk als aanbevelingen geven die een ander moet overnemen. Wij hebben nog steeds het vertrouwen dat men goed bezig is. Het college is zich bewust van de financiële situatie van nu en de komende jaren. Dat heeft u duidelijk kunnen lezen, maar ook van alle partijen kunnen horen. Wij verwachten als er werkelijk iets is, als er informatie is, dat dit op de juiste wijze tot ons zal komen. Wij hoeven daar niet een motie over in te dienen. De heer Simon: Om te spreken over de controlerende functie, ik kan de heer Van Hamond steunen. Er worden regelmatig kwartaalcijfers verstrekt. Het college heeft uitspraken gedaan en is nooit te beroerd om in het cluster financiën opnieuw inzage te geven in de stand van zaken op dat moment. Daarnet is een felle discussie geweest over allerlei bezuinigingen en prioritering in projecten. Dat betekent op dit moment dat er in deze financieel moeilijke tijden een extra claim wordt gelegd op de bezetting van de ambtenaren om nog snel eventjes binnen een maand of twee, dan heeft u nog niet de exacte cijfers, de visie van het college te geven terwijl deze per dag verandert. De heer Tiemstra: Ik vind wat u nu stelt een oversimplificering van de stand van zaken. U kunt zeggen op een gegeven moment geen notities, geen onderzoeken. Ik vind het een standaard collegeverantwoordelijkheid om op deze wijze de bestuursperiode af te sluiten. Ik kan niet begrijpen dat coalitiepartijen als LokaalBelang en PvdA zeggen dat hoeft niet, laat maar zitten, wij zien wel wat er komt. Dat vind ik een slappe hap.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
53
De heer Simon: Het is heel prachtig dat u zegt oversimplificering. Ik heb aangegeven dat er kwartaalcijfers zijn en dat het college bereid zal zijn om in clusters daarover met ons van gedachten te wisselen. Ik heb een aantal openingen geboden, maar wat u wilt is gewoon dat er een onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken, dat u ambtenaren aan het werk zet. Ga ons niet verwijten dat wij oversimplificeren. Wij hebben met elkaar geconcludeerd dat het college de ernst van de zaak inziet. Wij hebben met elkaar geconcludeerd, dat heeft de voorzitter van de raad uitvoerig beantwoord, dat wij vlak voor de verkiezingen zitten. Er is een document in wording. Als wij in een clusterbehandeling financiën wil praten over de financiële crisis en de gevolgen op dit moment, zal het college daar achter elkaar toe bereid zijn. Wat u vraag is een heel document. Dat betekent mankracht. De heer Van Hamond: Ik denk dat ik die vraag niet duidelijker had kunnen beantwoorden. Wij zijn tegen aanbevelingen voor de nieuwe ploeg. Laat deze ploeg netjes het werk afmaken. U heeft vertrouwen in dit college, dat heeft u regelmatig uitgesproken. Laat dat vertrouwen zo blijven. Als er werkelijk iets is, zijn er fractievoorzittersoverleggen, raadsinformatiebrieven en het cluster financiën. Er is een burap en straks aan het einde van de rit wordt er netjes een overdracht geregeld die wij niet zien. Misschien dat het college zegt dat wij er wel inzage in krijgen. Bij de nieuwe coalitieonderhandeling, misschien zit u er wel bij, krijgt u het wel te zien. De voorzitter: Ik constateer dat er geen nieuwe argumenten meer tevoorschijn zijn gekomen in de laatste drie minuten. Het ging om de stemverklaring van de heer Van Hamond. Daar werd door u op gereageerd. Daarna ontspon zich een debat over het feit nodig of niet nodig. Volgens mij heeft u alle informatie die u moet hebben om dadelijk uw stem uit te brengen. Ik stop er even mee omdat ik naar de rest van de agenda kijk die wij ook nog moeten afwerken. Ik ga verder naar de vijfde spreker, de heer Kuijten. De heer Kuijten: Alleen een korte stemverklaring. Ten aanzien van de motie van de SGP met betrekking tot het aanreiken van een handreiking met betrekking tot de financiële toestand zal het u niet verbazen dat de VVD dit ondersteund, ook gelet op de bezorgdheid die wij in onze beschouwingen op dit punt hebben uitgesproken. Het amendement over het hospice is een sympathiek voorstel, laat ik niet over de inhoud spreken, maar wij vinden de procedure dermate vreemd dat wij daar moeilijk onze steun aan kunnen geven. Als de procedure verloopt via het college naar het cluster enzovoorts komen wij daar alsnog over te oordelen. Het amendement van het CDA met betrekking tot de precario. U kunt zich voorstellen, gelet op de bijdrage die wij hebben geleverd, dat wij de exorbitante stijging van 30% onbillijk en onredelijk vinden. In feite is dit percentage in strijd met het beginsel van behoorlijk bestuur en dat wij sympathiseren met het amendement. De voorzitter: Zijn er nog vragen in de richting van de heer Kuijten? Dat is niet het geval. Ik ga over naar de laatste spreker die zich heeft aangemeld, de heer Simon. De heer Simon: De precariobelasting is uitvoerig besproken door de wethouder. Hij heeft de zwaktes aangegeven. Bij de overwegingen hebben wij al aangegeven dat er eigenlijk richting een fictief element, zijnde het citymanagement, daar is eenmaal over gesproken en verder is er nog niets, als er gesproken wordt over een zwak amendement ten aanzien van het hospice, concluderen wij hier dat wij dit verhaal niet kunnen en zullen steunen omdat er geen onderbouwing onder ligt. Ten aanzien van de vaststelling begroting 2010 hebben wij de heer Van Hamond gesteund in zijn betoog richting de heer Tiemstra. Het standpunt is duidelijk. Wij blijven bij ons standpunt ten aanzien van het hospice.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
54
De voorzitter: Zijn er vragen in de richting van de heer Simon? Dat is niet het geval. Ik sluit het debat bij dit onderwerp. Het college krijgt straks voor de besluitvorming nog gelegenheid om te reageren op alle ingediende moties en amendementen. Ik concludeer dat het onderwerp begroting naar het besluitvormende gedeelte over kan. 1.2 (CF2)
Voorstel tot vaststelling van de Verordeningen Gemeentelijke Belastingen 2010 en intrekking van de Verordeningen Gemeentelijke Belastingen 2009
De voorzitter: Wie van u wenst het woord te voeren? Niemand van u, dan is ook dit voorstel rijp voor besluitvorming. 1.3
(CF3) Vaststelling tarieven sportaccommodaties 2010
De voorzitter: Wie van u wenst het woord te voeren? De heer Tiemstra: Het vaststellen van tarieven, voor welk product of voor welke dienst dan ook, kan altijd op belangstelling rekenen en wordt nogal eens gevolgd door discussie. Wij hebben het vanavond gezien. Niet aan iedere discussie wenst onze fractie deel te nemen. Een goed voorstel zullen wij in de regel ondersteunen. Een voorstel echter waarover wat te zeggen is, daarover zeggen wij meestal wat. Zo ook in dit geval. Thans ligt het voorstel voor om de tarieven voor het gebruik van de sportaccommodaties voor 2010 vast te stellen. De gemeentelijke herindeling van 1997 ligt al weer even achter ons, maar het is goed om aan te halen dat destijds de tarieven voor gebruik van de sporthallen zijn gelijkgetrokken. In de voorliggende verordening zien we dan ook terug, dat geen onderscheid wordt gemaakt in de tarieven voor “De Slagen”, “De Overlaat”, “Zidewinde” en “Waspik”. Is het terecht, zo vragen wij ons af, dat er gelijke tarieven worden gehanteerd voor sporthallen die verschillend zijn qua bouwjaar, inrichting, bereikbaarheid en andere factoren die een gebruikerstarief bepalen? Onze fractie meent van niet en stelt dat het goed zou zijn om hierin een differentiëring aan te brengen waarin de verschillen tot uitdrukking komen. Onze fractie constateert met belangstelling dat in het raadsvoorstel beslispunt 4 is opgenomen dat het college bevoegd is maatwerk te leveren in het hanteren van de onder I genoemde tarieven, dan hebben we het over de tarieven van de sporthallen, indien toepassing daarvan zou leiden tot kennelijke onbillijkheid in de verhouding accommodatie/tarieven. Uit de beantwoording van onze vragen hieromtrent door de portefeuillehouder tijdens de clustervergadering is de indruk bij ons ontstaan dat het college bereid is om hierin deze stap te zetten. Wij willen het college daarom thans formeel verzoeken om gebruik te maken van haar bevoegdheid om maatwerk te leveren in het hanteren van de tarieven voor het gebruik van de gemeentelijke sporthallen. Tevens willen wij het college verzoeken om dit traject met voortvarendheid ter hand te nemen, zodanig, dat deze raad omtrent de uitkomsten hiervan per raadsinformatiebrief voor 31 december aanstaande in kennis wordt gesteld. Een raadsinformatiebrief, geen dikke nota, dat zo ons inziens een te zware belasting vormen voor het ambtelijk apparaat. Dit verzoek brengen wij tot uitdrukking in bijgaande motie, mede ingediend namens het CDA en mede ondertekend door de fracties van, tot zover. De voorzitter: De tekst van de motie luidt als volgt: Motie C De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 12 november 2009 Vaststellen gemeentelijke sporttarieven.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
55
De Raad, Gehoord de beraadslaging, heeft kennis genomen van het collegevoorstel van 22 september 2009 inzake de tarieven voor het gebruik maken van de gemeentelijke sportaccommodaties door groepen en verenigingen en overweegt dat: • • • • •
met de gemeentelijke herindeling in 1997 de tarieven voor gebruik van de sporthallen zijn gelijkgetrokken; de compensatieregeling via subsidies niet in alle gevallen de nadelige gevolgen van deze gelijkschakeling voor gebruikers heeft kunnen goedmaken; binnen onze gemeente verschillende sporthallen aanwezig zijn en als zodanig door de gemeente aan gebruikers tegen vergoeding worden aangeboden; deze sporthallen niet aan elkaar gelijk zijn in bouwjaar, inrichting, bereikbaarheid en andere factoren die een gebruikerstarief bepalen; het college conform beslispunt IV bevoegd is om maatwerk te leveren in het hanteren van de onder I genoemde tarieven indien toepassing daarvan zou leiden tot kennelijke onbillijkheid in de verhouding accommodatie/tarieven,
en draagt daarom het college op om: 1. Gebruik te maken van haar bevoegdheid om maatwerk te leveren in het hanteren van de onder I. genoemde tarieven, hierbij rekening houdend met de verschillen van de beschikbare accommodaties; 2. De raad voor 1 maart 2010 per raadsinformatiebrief te informeren in hoeverre tarieven voor de verschillende sporthallen kunnen worden gedifferentieerd. en gaat over tot de orde van de dag. Deze motie wordt ingediend door de fracties van SGP en CDA. De motie wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen. De heer Van Baardwijk: Ik wil graag aan de heer Tiemstra vragen om het eens concreet te maken. Gaan wij De Slagen vergelijken met Zidewinde? De één is groter dan de ander. U zegt het college heeft de vrijheid om met die tarieven om te gaan en u wilt tot een billijke prijsverhouding komen. Gaan wij het één verhogen en het ander verlagen? Is het budgettair neutraal? Schieten wij hiermee een gat in de begroting? Wilt u dat even helder maken? De heer Tiemstra: Ik wil dat dolgraag helder voor u maken. Ik zie in uw ogen dat u daar heel veel waarde aan hecht. Ik ook. Als het een wijziging zou hebben in het budget had ik het ingediend bij agendapunt 1, want dan had het een begrotingswijziging tot gevolg. Ik ga er vanuit dat er namens het college een budgetneutrale oplossing wordt gepresenteerd. De heer Van Veelen: Een paar vragen van mijn kant. Weet u waarom het gelijk getrokken is in het begin, want ik neem aan dat daar goede argumenten voor waren die ik niet ken, maar die misschien nuttig zijn om te weten om te kunnen beoordelen of het wel of niet slim is? Heeft u een idee welke criteria gebruikt moeten worden? Er zijn een
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
56
heleboel criteria mogelijk volgens uw opsomming. Wanneer moet het aangepast worden? Betekent dit als er een nieuwe koffiemachine in de kantine komt dat er dan een paar euro boven op moet, of dat er als het een jaar langer is een paar euro er van af? Hoe snel moet het aangepast worden? De heer Tiemstra: Dank u wel voor de heldere vragen. U vraagt mij waarom in 1997 bij de herindeling deze tarieven gelijkgeschakeld zijn. Ik zal u daar een helder en eerlijk antwoord op geven; ik heb geen idee. Ik denk dat er voor de herindeling naar heel veel dingen gekeken is. Wellicht is er voor bepaalde zaken gedacht dat doen wij nu eenmaal zo. Als de raad aanleiding ziet voor een wijzigingsvoorstel komt dat. Wij hebben daar in ons geval nu 12 jaar over gedaan, maar in 1997 hield ik mij met andere zaken bezig dan de tarieven van de sporthallen. U vraagt om criteria. Dat is lastig. Als je op een gegeven moment de vier sporthallen op een rijtje zet, ik heb ze in mijn bijdrage genoemd, zijn die sporthallen niet hetzelfde. De gebruikers zullen ook niet allemaal dezelfde eisen stellen. Ik ga er vanuit dat de wethouder daar goed naar kijkt. De wethouder heeft in het cluster aangegeven dat hij erkent dat er verschillen zijn en dat er als zodanig ruimte is om met een nieuw voorstel te komen wat tegemoet komt aan wat wij vragen. De koffiemachine; ik weet niet of ik dit ook onder de criteria mag rekenen, maar als dat zo is, ga ik er vanuit dat ik uw vraag hiermee beantwoord heb. Wethouder Heuverling: Blijkbaar is er een misverstand ontstaan met betrekking tot het antwoord op eerder gestelde vragen. Ik zal beginnen met de conclusie; ik zou u willen adviseren om dit niet over te nemen. Ik zal de argumenten daarvoor aandragen. Het is inderdaad hoe ver gaan wij daarmee? Gaan wij een systeem ontwikkelen gebaseerd op bereikbaarheid, of het jaar, de faciliteiten, et cetera? En dat alleen voor de sporthallen, maar zouden wij dat niet voor alles moeten doen? Dat lijkt mij dan ook heel logisch en erg aardig vanuit bestuurlijk oogpunt bekeken. Ik denk het niet. Wij hebben de hele avond gesproken over van alles en nog wat. Ik stel voor dat wij het zo simpel mogelijk houden. Of de sporthallen voldoen technisch aan de gestelde eisen en dan moet je dat accepteren. Als het niet zo is, moet u zeggen dat wij de sporthallen moeten slopen, maar dan hebben wij het over een ander verhaal. Ze voldoen aan de technische eisen. Vervolgens zou je wel kunnen zeggen, en daar ben ik wel op ingegaan, dat is aantoonbaar en aanwijsbaar, dat er met name één sport wel de dupe is, vanwege het feit dat de sporthallen verschillend van grootte zijn. Heel concreet, De Slagen heeft 12 badmintonvelden en alle anderen een stuk of zes. Als je dan hetzelfde uurtarief moet betalen, kan ik mij voorstellen dat een vereniging zegt dat is niet correct, wij voelen ons daarin benadeeld. Dat aspect is op zich de moeite waard om eens naar te kijken. Wat voor consequenties zou dat hebben? Om even een beeld te geven, stel dat wij zouden zeggen wij passen het tarief aan op 50% van De Slagen, dan slaan wij een gat van € 13.000 in de begroting. Budgettair neutraal zegt u, dan moet ik natuurlik gelijktijdig de tarieven voor De Slagen met een aantal procent extra omhoog doen. Dat is de wisselwerking. Ik wil het simpel houden. Ik wil ernaar kijken, misschien moeten wij voor volgend jaar zoeken naar een tussenstap en vervolgens met de nieuwe tarieven daar een vereffening in krijgen zodat het werkelijk budgettair neutraal wordt uitgevoerd. Daar kan ik mij iets bij voorstellen, maar dat zal in het college besproken moeten worden. Er zit zeker aanwijsbaar een stukje in, daarom hebben wij ook de hardheidsclausule opgenomen, dat niet redelijk en billijk is. Op dat ene punt zou ik willen voorstellen om daar heel concreet naar te kijken. De heer Tiemstra: Bedankt voor de beantwoording van de vragen en de uitleg die u geeft omtrent uw standpunt. U zegt houd het zo simpel mogelijk. Dat heb ik getracht te doen door alleen in te gaan op de sporthallen bij dit agendapunt en er niet van alles en nog wat bij te halen. Wat u in tweede instantie zei, klonk heel redelijk. Dat meen ik. Ik weet niet hoe mijn vriend Spohr erover denkt.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
57
De heer Spohr: Ik ben uiterst tevreden met de beantwoording van de wethouder, want er zit natuurlijk inderdaad een punt en het is goed om daar naar te kijken. Wellicht dat wij in de toekomt naar het gevoel van de verenigingen tot een wat eerlijker verdeling kunnen komen, maar dat vereist wat tijd. Dat begrijp ik. De heer Simon: Even concreet, wat betekent dit nu voor de motie? De heer Tiemstra: Ik ben tevreden met de beantwoording van de wethouder, maar voordat ik dit uitspreek wil ik mijn collega Spohr ook de ruimte geven. Het kan niet zo zijn dat ik de motie in stemming breng en Spohr trekt zijn stem terug. Dat wil ik niet meemaken. De heer Spohr: Wij kunnen natuurlijk schorsen, maar ik stel voor dat wij dat hiermee genoegen nemen. De voorzitter: Daarmee is de motie ingetrokken. 1.4 (CR6)
Voorbereidingsbesluit ‘Bedrijventerreinen en BEVI 2009
De voorzitter: Dit punt is alsnog een bespreekpunt geworden omdat er na de clustervergadering een inhoudelijk gewijzigd voorstel en besluit zijn gekomen. Daarom kan het formeel gaan A-punt zijn. Als u kennis neemt van die wijzigingen, waarvan ik begrijp dat het techniek is, betekent dit dat wij het punt als B-punt opvoeren. Ik denk dat u gezien de behandeling in het cluster snel kunt zijn. Wie van u wenst het woord te voeren? De heer Spohr: Wij hadden er ook een B-punt van willen maken, dus in die zin past het wel. Wij hebben de volgende vragen. Onze fractie heeft er toch wat moeite mee dat het college nu eigenlijk het voortouw neemt bij de ontheffingen. Wij staan dan als raad enigszins buitenspel. Het is een vrij belangrijk onderwerp, het voorbereidingsbesluit bedrijventerreinen. Wij hebben het gevoel dat wij wel erg op afstand staan bij dit soort zaken waar wij misschien als raad toch een functie zouden kunnen vervullen. Aan welk soort uitzonderingen moeten wij dan vooral denken? Op welke wijze zou de wethouder de raad kunnen en willen informeren wanneer zich zo’n ontheffing voordoet? Wethouder Van Dongen: Dat zijn een paar lastige vragen, vriend Spohr. De heer Spohr: Gelet op het tijdstip moet dat kunnen. Wethouder Van Dongen: Ik zal proberen om het kort te beantwoorden. De essentie is dat de raad een nieuw bestemmingsplan BEVI zal worden voorgelegd in januari. Met dat bestemmingsplan kunnen wij voorkomen dat zich situaties voordoen die zich nog niet zo gek lang geleden hebben voorgedaan. Daarmee is BEVI verankerd in onze lokale wetgeving. Wij hadden een voorbereidingsbesluit dat expireerde eind oktober. Om te voorkomen dat zich in de tussentijd toch nog aanvragen zouden voordoen, is een nieuw voorbereidingsbesluit nodig. Dat voorbereidingsbesluit ligt hier nu. Daarmee zegt de raad college je moet bouwaanvragen aanhouden. Dat volgt niet uit ons voorstel, dat volgt uit de wet zelf. Vervolgens zegt diezelfde wet college je kunt de aanhoudingsplicht doorbreken wanneer een bepaald bouwplan past in het toekomstige bestemmingsplan. Die toets zullen wij maken. Komt er een bouwplan binnen waarbij BEVI helemaal niet speelt, dan kan er gewoon een bouwvergunning verleend worden. Zou zich een situatie voordoen die eigenlijk strijdt met het toekomstige beleid, dan zullen wij in die gevallen die ontheffing weigeren. U kunt daarover geïnformeerd worden. Deze situatie zal zich niet of nauwelijks voordoen, als u het wilt kunt u het te horen krijgen, maar ik zou niet
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
58
vragen bij ieder voorbereidingsbesluit dat wij wel of niet doorbreken om dat te horen, want dat zijn er natuurlijk toch nogal wat per jaar. De voorzitter: Akkoord? Geen tweede instantie nodig? Dat is het geval. Gelet op het tijdstip van 22.45 uur stel ik u voor deze vergadering af te maken. Heeft dat uw instemming? Dat is het geval. 1.5 (CS3)
Uitvoering Wet investeren in jongeren (WIJ)
De voorzitter: Het woord is aan de fractie van GroenLinksaf. Daarna de fractie van Werknemersbelang. De heer Van Meeuwen: De WIJ introduceert een werkplicht voor jongeren tot 27 jaar. De gemeente is verplicht om jongeren die aankloppen voor een uitkering een werk- of leeraanbod te doen. Het college stelt voor om de uitvoering neer te leggen bij de ISD Midden-Langstraat. Naar aanleiding van dit voorstel hebben wij een aantal vragen en opmerkingen. Allereerst vinden wij het een goed idee, maar lijkt ons de uitvoering problematisch. Wat de doen als er geen geschikte school voor handen is? Wat te doen als de scholing is doorlopen en er is geen werk? Volgt dan opnieuw een scholingsaanbod? Zo gaat het erg lijken op bezighouderij. De betrokkene ervaart de scholing als straf. Dat is geen goede motivatie voor scholing en de dreiging van een korting op de uitkering nog minder. Bestaat altijd de mogelijkheid om in te stromen voor het behalen van een startkwalificatie? Op het MBO lijkt ons dat een probleem. Je kunt niet altijd beginnen. De uitvoering wordt ondergebracht bij de ISD. Wat heeft de raad daar nog over te vertellen? Wij hebben iemand vanuit het bestuur in het college en twee raadsleden in het algemeen bestuur, maar is dat voldoende? In hoeverre wordt er bij scholing en werk rekening gehouden met de wensen en mogelijkheden van betrokkenen? Wij als GroenLinksaf wensen jaarlijks een degelijke evaluatie waarvan een klanttevredenheidsonderzoek deel uit maakt. Wat te doen met de jongeren die zich niet melden voor een uitkering? De gemeente wil graag alle jongeren tot 27 jaar in beeld hebben. Er wordt in het voorstel ook gesproken over een integrale aanpak waarbij verschillende instanties zijn betrokken. Het Rijk geeft hiervoor geen middelen. De vraag is dan hoe gaan wij dit betalen? Volgens het kabinet kunnen de kosten voor de uitvoering van de WIJ lager uitvallen dan de WWB omdat jongeren een reguliere baan krijgen, worden afgeschrikt, door middel van loonkostensubsidie aan werk geholpen kunnen worden, of een reguliere MBO opleiding gaan volgen. Wij wagen dit in deze tijd van crisis te betwijfelen en zullen de ontwikkelingen met belangstelling volgen. En dan toch nog dit; de WIJ kent een aanmerkelijk lagere inkomensvoorziening voor 21en 22-jarigen dan de WWB. Hoe moeten die zelfstandigwonenden de touwtjes aan elkaar knopen? Wellicht gaat de voedselbank uitkomst brengen. De heer Smits: Bij dezen onze inbreng bij het agendapunt invoering WIJ (Wet Investering in Jongeren). Dit is weer zo’n typische wet die ons vanuit de rijksoverheid als gemeente wordt opgelegd met de doelstelling dat zij hiermee een bezuinigingsoperatie kunnen inzetten. Dit wordt volgens Werknemersbelang ook gerealiseerd met een kleine aanpassing binnen de WWB-wetgeving en was minder ingrijpend voor ons als gemeente geweest. Ik heb een vraag naar aanleiding van pagina 1 dat gemeenten geen aanbod hoeven doen aan jongeren die niet kunnen werken of leren. Deze jongeren komen wel in aanmerking voor een inkomensvoorziening van de WIJ. Ik kan mij voorstellen dat daar nu de huidige Wajongers onder vallen. Hoe gaat dat straks met de nieuwe groep die per 1 januari 2010 eventueel onder de wet Wajong komen te vallen? Daar zijn wij heel erg benieuwd naar. Wij zijn blij met het antwoord in het cluster dat er zo veel als mogelijk eerst ingezet gaat worden op het behalen van een startkwalificatie door jongeren, dus eerst opleiden Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
59
voordat het instrument werk wordt ingezet. Mocht het duidelijk zijn dat jongeren echt niet willen meewerken aan scholing, dan zo snel mogelijk aan het werk, desnoods via een workfirsttraject. Wij van Werknemersbelang hadden met alle gemak een motie kunnen maken met als inhoud de evaluatie van deze wetgeving, maar wij zijn ervan overtuigd dat dit niet nodig is, omdat de wethouder heel erg betrokken is bij dit onderwerp. Daarom vragen wij hem hier op de man af om voor ons deze evaluatie te verzorgen. Wij wensen volgend jaar een gedegen evaluatie vanuit de ISD naar onze gemeente toe met als inhoud het monitoren van de kosten en de inzet van de ter beschikking gestelde gelden zodat wij eventueel gemotiveerd kunnen aangeven dat de gelden vanuit de rijksoverheid niet toereikend zijn en er derhalve geen korting plaats kan vinden op het budget voor onze jeugd die nu aan de zijlijn staan, om welke reden dan ook. Overigens de woorden van de heer Van Meeuwen over de jongeren die wij niet kunnen traceren, daar sluit ik mij bij aan. Wethouder Santi: De sprekers hebben vooral gezegd dat ze wel achter de WIJ staan, maar dat ze toch wel wat bedenkingen hebben. Ook omdat het een nieuwe wet is. Het moet als het ware gaan werken. Ik denk dat zoals het hier wordt neergelegd van de kant van de ISD wat betreft de uitvoering duidelijk is dat wordt ingezet om jongeren zo veel mogelijk hetzij via scholing hetzij via werk aan bod te laten komen om juist weg te blijven van de uitkering. Als het niet anders kan dan wel richting uitkering. Daar komt ook nog bij dat de wet recentelijk is ingevoerd. Het is van bovenaf opgelegd. Het gaat erom hoe je dat gaat oppakken. Ik heb vermeld in het cluster dat het om ongeveer 108 jongeren gaat. Dat zijn jongeren die wij wel in beeld hebben. Jongeren die je niet in beeld hebt, dat is natuurlijk lastig. Dat moet ik hier gewoon toegeven. Met behulp van het jongerenwerk Tavenu of andere mogelijke middelen, wij hebben hier met de twee buurgemeenten ook op workmate ingezet. Dat is om te kijken hoe je mensen die van school uitvallen kunt helpen. Ook met behulp van het UWV om daar toch wat meer op te gaan inspelen. Ik heb naar aanleiding van het verzoek van de heer Smits het regionale actieplan ‘voorkomen en bestrijden jeugdwerkloosheid’ toegezonden. Daar worden heel veel actiepunten genoemd in regionaal verband, maar ook in lokaal verband die wij willen doen om juist sterk in te zetten op zowel het werken als het leren. U zegt terecht wat als de mogelijkheden beperkt zijn. Het is geen maatwerk. Je probeert aan te bieden wat je hebt. Je probeert rekening te houden met zo veel mogelijk omstandigheden aan de kant van de jongeren. Daar moet je het mee doen. Als er geen werk is, zeg ik u in alle eerlijkheid dan is het er niet. Je kunt niet overdrijven in deze tijd. Ik zeg u wel dat er zwaar wordt ingezet op de aanpak van jeugdwerkloosheid van de kant van het Rijk, maar ook van de kant van de Regio. Dat werkt gelukkig wel goed. Ook in de subregio samen met onze twee buurgemeenten trekken wij er hard aan. Ik heb een goede hoop dat het wel zal lukken. U vraagt hoe wordt de raad erbij betrokken. Uiteraard zijn wij betrokken bij de ISD met vertegenwoordigers in het AB die daar een beleidsplan vaststellen. Er is nadrukkelijk ook in de verordening opgenomen, ik geloof artikel 4, lid 3, een evaluatie met een jaarlijkse verslaglegging. Daarin wordt in beeld gebracht hoe hebben wij het gedaan, wat heeft het gekost en heeft het allemaal wel gefunctioneerd. Ik zeg u toe dat ik dat met nadruk namens de gemeente Waalwijk, dus even los van onze normale vertegenwoordigers, nog even daar zal neerleggen dat wij over één jaar nadrukkelijk inzicht willen hebben of het allemaal wel goed gewerkt heeft. Nog één punt, de hoogte van de uitkering. Dit sluit grotendeels aan op de WWB. Als het zo is dat er toeslagen nodig zijn, dat is ook geantwoord over de langdurigheidstoeslag naar aanleiding van vragen in het cluster, sluit dat ook aan op de uitvoering van de WWB. Als iemand wat duurder woont, dan zou deze persoon als de wettelijke mogelijkheden toereikend zijn ook zo’n aanvraag kunnen doen. Daar is wel aansluiting. Ik denk dat ik zo de vragen heb beantwoord.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
60
De heer Smits: Ik mis toch nog een klein stukje in de beantwoording, die gaat over de nieuwe Wajongers. Ik weet dat het een beetje koffiedik kijken is, want dat is ook niet precies helemaal uitgekristalliseerd. De nieuwe wetgeving Wajong staat nu zo ver op de rit dat je eigenlijk kunt zeggen er is in die wetgeving nog zo veel dat daar misschien nog een woordje in kan veranderen. Dit terzijde, maar ik zou toch graag weten wat ga je doen met jongeren die straks voor een deel gehandicapt zijn, hetzij lichamelijk, hetzij geestelijk? Hoe gaan wij daarmee om? Proberen wij die in een IVA-situatie te krijgen, met andere woorden in een oude WAO-situatie, of hebben wij daar de nieuwe Wajong wetgeving voor? Wethouder Santi: Dat is wat lastig te beantwoorden, niet alleen omdat het heel technisch is, maar laat ik het even zo zeggen. Als de nieuwe Wajong regeling daartoe aansluiting geeft met die WIJ zal het natuurlijk worden toegepast. In de WIJ worden ook mogelijkheden aangegeven om los van werken en leren ook andere instrumenten toe te passen die ook al bij Wajongers worden toegepast, maar ik denk dat ik de raad wat vermoei als ik daar te diep op inga. De voorzitter: Wie van u in tweede termijn? Niemand? Akkoord 1.6
Benoeming voorzitter rekenkamercommissie
De voorzitter: Ergens is er een miscommunicatie geweest waardoor de beoogde voorzitter niet aanwezig is. Wij hebben zijn nummer, maar hij heeft ons nummer niet. Misschien dat het daar aan ligt. Ik stel voor in de volgende vergadering deze benoeming te doen. De heer Simon: Waarom kan de stemming niet gewoon plaatsvinden? De voorzitter: Dat kan wel, maar het kan ook in de decembervergadering. Het loopt met ingang van 1 januari dus in die zin kan dat. Als u wilt stemmen, is dat ook prima. Dit agendapunt wordt aangehouden. 1.7
(CR1) Uitbreiding Integraal Uitvoeringsprogramma 2009-2012
De voorzitter: Het woord is aan de fractie van het CDA. De heer Spohr: Onze fractie heeft van het IUP een B-punt gemaakt met het oog op de in het IUP aangehaalde werken in het lint van Sprang-Capelle. In de punten 9, 17, 29 en 30 wordt gesproken over werkzaamheden die in het jaar 2009, 2010 en 2011 in verband met een aanpassing van de snelheid in de bebouwde kom naar 30km zullen worden uitgevoerd in het lint van Sprang-Capelle. Het heeft onze fractie verbaasd dat die werkzaamheden voor 2010 zijn opgevoerd terwijl nota bene naar aanleiding van een ingediend amendement van de raad een jaar geleden de portefeuillehouder heeft toegezegd een verkeerskundig onderzoek uit te voeren in het lint van Sprang-Capelle met als doel om na te gaan of de snelheid in het lint kan worden gehandhaafd op 50km. Dit onderzoek is of nog gaande of moet nog worden uitgevoerd. In ieder geval is de raad hierover nog niet geïnformeerd. Met die wetenschap zou het logisch geweest zijn om in het IUP een vermelding te maken dat de werkzaamheden worden opgeschort in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek. Aangezien onze fractie er niet gerust op is dat die opschorting zal plaatsvinden, in het IUP kunnen wij verschillende projecten als u dat goed naleest, ook gedateerde teksten worden gelezen, hebben wij toch gemeend een amendement te moeten indienen om in ieder geval zeker te stellen dat dit gebeurt. Het amendement overhandig ik u hierbij. De voorzitter: De tekst van het amendement luidt als volgt: Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
61
Amendement IV De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 12 november 2009 Onderwerp: Uitbreiding integraal uitvoeringsprogramma Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Overwegende, Dat in de raadsvergadering van 18 december 2008 het college naar aanleiding van een ingediend amendement heeft toegezegd, dat voor de zomer 2009 voor de inrichting van het lint in Sprang-Capelle een breed verkeerskundig onderzoek in samenwerking met het WOP aan de raad wordt gepresenteerd, waarin de consequenties van het handhaven van 50 km voor het lint relatie wordt gebracht met o.a. verkeersintensiteit, luchtkwaliteit, veiligheid, geluid in relatie tot afgegeven bouwvergunningen, toelevering diensten, openbaar vervoer, hulpdiensten, andere verkeersaders, GVVP en IUP; Dat tot op heden de resultaten van het onderzoek nog niet aan de raad zijn voorgelegd; Dat volgens het bij het voorstel aangeven overzicht onder 9, 17, 29/30 voor het jaar 2009-2010 werkzaamheden aan het lint zijn voorzien; Dat in de toelichting bij deze voorstellen wordt uitgegaan van een inrichting van een 30km zone; Dat met de uitvoering van deze maatregelen voorbij gegaan wordt aan de hiervoor aangegeven toezegging Besluit: het ontwerpbesluit als volgt te wijzigen: in te stemmen met het aangepaste UIP 2009-2012, met dien verstande dat de projecten 9, 17, 29/30 pas in uitvoering kunnen worden genomen, nadat de raad omtrent het verkeerskundig onderzoek naar het handhaven van 50km voor het gehele lint een beslissing heeft genomen. Dit amendement wordt ingediend door de fracties van CDA en LokaalBelang. Het amendement wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen. De heer Van Baardwijk: Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om even terug te gaan naar december 2008 toen dit alles speelde, zoals de heer Spohr daarnet al zei. Ik roem wethouder Van Groos vaak om zijn dossierkennis en zijn goede geheugen. Ook op het gebied van toezeggingen maakt hij het altijd waar, maar toch wil ik even citeren uit de notulen van december 2008. Dit is naar aanleiding van het amendement destijds ingediend door LokaalBelang en mede ondertekend door VVD en SGP. “De heer van Baardwijk bij interruptie: Heel even nog terug naar het lint. Wil de wethouder voor mij concreet maken wat hij nu toezegt na onze vraag om die 50km te handhaven. Zegt de wethouder een onderzoek toe waarmee hij terugkomt naar de raad of het cluster?
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
62
Wethouder Van Groos: Wij zetten voor u op een rijtje als het gaat om het lint de intensiteiten, de geluidsbelasting, de luchtkwaliteit, het vrachtverkeer, de verkeersveiligheid, de oversteekbaarheid, de bereikbaarheid hulpdiensten, openbaar vervoer, de enquête van het wop wordt erbij betrokken en de bereikbaarheid van het lint. De heer Van Baardwijk: Kunt u nog iets zeggen over de termijn? Wethouder Van Groos: Ik hoop voor de zomervakantie, voor een deel zullen wij dat ook wel moeten, want vooralsnog staan wij voorgesorteerd om in het lint 30km maatregelen te nemen. Wij hebben daar al subsidie voor gekregen. Daar kunnen wij misschien op een andere manier mee omgaan, maar daar moeten wij niet te lang mee wachten. Voor het grootste deel liggen allerlei gegeven al klaar, dus dat moet binnen een aantal maanden kunnen”. Voor de zomervakantie, het is inmiddels november 2009. Daarom verbaast mij ook het antwoord dat de heer Van Groos in het cluster gaf, dus ik wil dat even rechtzetten. In ieder geval steunen wij het amendement van het CDA, want wij hopen dat de heer Van Groos, hoewel later dan hij van plan was, alsnog een onderzoek doet zodat het voor ons duidelijk wordt 30km of 50km. Wethouder Van Groos: Ik was even geneigd om in eerste reactie voor te lezen wat er in het verslag van het cluster staat van donderdag 22 oktober, maar ik denk dan moet ik weer hetzelfde vertellen. Ik begrijp nu dat de heer Van Baardwijk wat ik toen heb gezegd niet heeft begrepen. Dit had volgens mij tussen 22 oktober en nu best op een andere manier besproken kunnen worden. Dat had ons vanavond niet alleen tijd bespaard. Laat ik u dit zeggen, want u citeert keurig uit de notulen van december 2008, die ken ik ook, maar volgens mij hebben wij een raadsinformatiebrief aan u gestuurd waarin staat hoe dat wij met die moties en amendementen omgaan. Dat wij een onderzoek doen naar de doorsteken. Als wij dat weten, gaan wij naar 30km of 50km. Als wij dat weten kijken wij naar de aansluiting met de Dick Vlemmingstraat. Ik snap dat u de envelop voor december nog niet heeft geopend, want daar zit het hele rapport van de doorsteken in. De heer Van Baardwijk: Ik heb de envelop geopend en heb het ook doorgelezen. Het gaat mij niet om de doorsteken. Het gaat mij om wat u hier zegt. U zegt wij gaan onderzoeken 30km of 50km. U gaat nu al, wat ook de heer Spohr duidelijk heeft gemaakt, handelingen ondernemen in Sprang in 2010 om in te zetten op 30km. Het gaat erom dat u heeft toegezegd een heel breed te onderzoek te doen. U moet dan niet in 2010 al … U zegt in de beantwoording van het cluster er wordt nog aan gewerkt, maar de raad heeft in 2008 niet gezegd dat het veranderd zou moeten worden en dat het van invloed zou zijn op het IUP. Ik heb u daarnet voorgelezen, u zegt het zelf, dat er voornemens voor 30km waren. Wij hebben daar subsidie voor gekregen, maar ik ga het alsnog onderzoeken voor de zomervakantie, want dat is belangrijk. Nu zegt u dat u er anders over denkt. Dat is voor mij absoluut niet duidelijk. U bent gewoon in gebreke gebleven door niet te gaan onderzoeken wat u toegezegd heeft. Wethouder Van Groos: Ik begin mij zo onderhand af te vragen of dit amendement niet eerder een motie van wantrouwen is. De heer Van Baardwijk: Absoluut niet. Wethouder Van Groos: Ik spreek gewoon Nederlands en houd mij aan mijn toezeggingen. Het was de bedoeling om het voor de zomer te doen, maar wij hebben in overleg met de klankbordgroep van het wop het hele onderzoek naar de doorsteken gedaan. Als je weet of er een doorsteek komt, kun je kijken of het lint 30km of 50km wordt. Als u een uitspraak heeft gedaan over wel of geen doorsteek, zullen wij dat hele onderzoek doen. Wij doen niets in het lint. Er is een brief uitgegaan naar de Provincie waarin wij hebben gezegd wij hadden subsidie voor 2009, sorry, wij hebben het ten Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
63
onrechte aangevraagd, wij wensen er geen gebruik van te maken. Dat is de consequentie. De heer Van Baardwijk: Als u zo helder bent, ik zie het absoluut niet als een motie van wantrouwen, maar als u dat zo opneemt … Ik roem u juist om uw dossierkennis en wanneer u een toezegging doet dat u het werkelijk uitvoert. Nu doet u een toezegging en probeert u via een omweg tegen mij te zeggen ik heb eerst de doorsteken onderzocht daar komt nu een uitspraak over en de raad gaat daar ja of nee tegen zeggen. U zegt vervolgens pas dan ga ik kijken of het wordt ingericht als 30km of 50km, maar u neemt wel in het IUP een aantal dingen op. De heer Spohr heeft de nummers genoemd. U gaat 30km inrichten. Mijn vraag aan u is vanavond opnieuw dat u het eerder had kunnen onderzoeken. Wij dienen samen met het CDA een amendement in om alsnog van u te horen te krijgen dat u het amendement overneemt, anders moet het in stemming gebracht worden, zodat u het gaat onderzoeken voordat u maatregelen gaat nemen. U gaat straks anders zaken ondernemen voor 30km terwijl de raad wellicht besluit dat het 50km moet blijven. Dat wil ik voorkomen. Ik denk dat het amendement bijzonder helder is. Wethouder Van Groos: Ik heb altijd geleerd dat mensen die veel liegen een goed geheugen moeten hebben. Als u over mijn geheugen begint, zegt dat niets over mijn integriteit. U kunt mij roemen, maar ik ervaar het toch als heel vervelend. Ik heb u in het cluster uitgelegd dat het voorstel er alleen maar ligt omdat de raad zo vriendelijk was om extra budget beschikbaar te stellen. Wij geven aan in het voorstel door wat vetgedrukt is wat er wordt toegevoegd aan het IUP. Alle andere tekst stond er ter aanvulling bij. Wij hadden die teksten kunnen veranderen op basis van wat er in de raad is besproken, op basis van waar wij in de praktijk tegenaan lopen als het gaat om de Nederveenweg. U had dan een heel ander document gehad en dan hadden wij weer het IUP moeten vaststellen. Ik zeg u bij deze toe, laat ik heel duidelijk zijn, dat wij niks doen aan 30km of 50km in het lint voordat de raad zich daarover heeft uitgesproken. Bent u nu tevreden? De heer Van Baardwijk: Ik ben heel tevreden en heb uw integriteit absoluut niet in twijfel getrokken. De heer Spohr: Ik vind het jammer dat de discussie zo loopt, mijnheer Van Groos. Mijn aanleiding om vanavond hiervan melding te maken, is omdat in het verslag eenvoudigweg, u haalt zelf de zin aan, een totaal verkeerde richting wordt aangegeven ten aanzien van hetgeen u nu vanavond bedoelt. Op het moment dat u zegt ik doe die toezegging, prima, maar ik kan het in het verslag niet terugvinden. Ik weet net zo goed als ik dat op een gegeven moment toch op basis van het verslag … Ik lees het terug in het IUP, want ik moet u heel eerlijk zeggen dat ik het niet zo’n geweldig stuk vind als ik het heb gelezen. Het stuk is op sommige punten buitengewoon achterhaald. Ik vind het als raadslid buitengewoon onduidelijk om door te lezen. Nu moeten wij op basis van een dergelijk verslag aannemen, misschien één of twee jaar verder, dat u dit ooit gezegd heeft. Ik vind het belangrijk dat deze toezegging dan ook in het verslag terecht komt, dan maar op deze avond. Dat is de aanleiding geweest. Als u deze toezegging doet is dat prima, maar ik had het liever in het verslag teruggezien. Wethouder Van Groos: Het college is niet verantwoordelijk voor het verslag. Daar zijn andere middelen voor. Volgens mij hoef je een raadsvergadering niet te gebruiken voor het verslag. Ik weet heel goed wat ik heb gezegd. Dat het op deze manier in het verslag terechtkomt … De voorzitter: Is de kou niet uit de lucht met de toezegging van de wethouder … Materieel bedoel ik? Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
64
De heer Spohr: Het is wat mij betreft uit de lucht. Ik wil alleen dat de wethouder goed begrijpt dat wij over een half jaar als het verkeerskundig onderzoek is geweest dit verslag alleen nog maar hebben. Dan moeten wij hopen dat de mensen die daarbij geweest zijn het allemaal nog weten. Ik vertrouw het de wethouder wel toe dat hij zijn toezeggingen kent, maar ik wil dat wij hier met zijn allen objectief weten wat de toezegging is. Dat is de enige reden dat wij dit naar voren brengen. De heer Tiemstra: Ik betreur de discussie die gevoerd wordt en ik betreur ook de felheid waarmee deze discussie gevoerd wordt. Als ik het verslag van 22 oktober lees, ik ben niet bij de clustervergadering geweest, waar wethouder Van Groos aan refereert, lees ik op een gegeven moment dat de moties en amendementen van december 2008 niet worden vergeten. Ik heb het idee dat er niet naar de wethouder wordt geluisterd door de heren van Baardwijk en Spohr. In het cluster is geen gebruik gemaakt van de tweede termijn. Dat betekent dat de wethouder mag concluderen dat de uitleg die hij gegeven heeft in eerste termijn volstaat. Niet dat hij op deze wijze wordt overvallen met zo’n amendement. De voorzitter: Ik constateer dat u geen vraag stelt in de richting van wethouder Van Groos. Mag ik daarmee concluderen dat wij de eerste instantie gehad hebben en u gezien de discussie een tweede instantie niet nodig acht? De heer Simon: Er is van twee kanten een betoog dat zij de wethouder vertrouwen en geloven. Het verslag is duidelijk genoeg. Dat is ook betoogd. Wordt het amendement ingetrokken of in stemming gebracht? De heer Spohr: Wij hebben vanavond van de wethouder de toezegging gehoord die conform het amendement is. Daar kunnen wij mee leven en ik neem aan LokaalBelang ook. De voorzitter: Akkoord. Ik concludeer dat het amendement is ingetrokken. Ook dit onderwerp is rijp voor besluitvorming. 1.8 (CS1)
Deregulering “Verordening Winkeltijdenwet Waalwijk 2009”
De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de SGP. De heer Tiemstra: Ter tafel ligt de het dereguleringsvoorstel “Verordening Winkeltijdenwet Waalwijk 2009”. Een onderwerp waarover wij graag enkele gedachten met u willen delen. Nu is het vaak zo dat wanneer een SGP fractie wat te zeggen heeft over winkeltijden dat meestal te maken heeft met de openstelling van de winkels op zondag. Geachte aanwezigen, het is deze keer niet anders. Het uitgangspunt van de Winkeltijdenwet is dat de winkels op zon- en feestdagen gesloten dienen te zijn. Hiermee biedt de wet bescherming aan werknemers en kleine winkeliers, terwijl het tegelijkertijd het bijzondere karakter van de zondag onderstreept. Wel kunnen gemeenten toestaan dat de winkels op maximaal 12 zondagen per jaar open mogen zijn. De SGP staat voor de klassiek-christelijke opvatting en invulling van de zondag als dag gewijd aan Gods dienst is daarbij richtinggevend. Daarbij horen rust en bezinning, zeker in een tijd van toenemende onrust en gejaagdheid is dat geen overbodige luxe. Eén dag per week rust, daar knapt een mens van op. Daarnaast neemt de SGP het ook op voor de belangen van de winkeliers in het MKB die moeten opboksen tegen de grootwinkelbedrijven en voor de werknemers die de zondag voor zichzelf en voor hun gezin willen houden. De SGP is hiermee geen roepende in de woestijn. Ook andere partijen, waaronder ChristenUnie en de SP, staan zeer aarzelend, om niet te zeggen afwijzend, ten opzichte van het fenomeen koopzondagen. Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
65
Mag ik u enkele argumenten geven om het openstellen winkels op zondag nog eens te overdenken? De consument kan de euro maar een keer uitgeven. Er wordt dus niet meer uitgegeven wanneer winkels 7 dagen per week open zijn in plaats van 6 dagen Zondagsluiting is goed voor diversiteit in het winkelaanbod. De kleine zelfstandige zal minder snel verdwijnen wanneer hij een dag in de week rust neemt krijgt en zijn klanten niet dreigt te verliezen aan een grote buurman. Dankzij winkelsluiting op zondag kan de zondag de speciale dag blijven die het is voor veel mensen. Bovendien wordt zo voorkomen dat de druk toeneemt op mensen met principiële bezwaren tegen zondagswerk. Winkelsluiting op zondag biedt gemeenschappelijke vrije tijd en stelt mensen ook in de gelegenheid om elkaar te ontmoeten. De zondag is een gemeenschappelijk rustpunt in een tijd van onrust en stress. U zult de genoemde gedachten best herkennen. Ik hoop dat u ze ook wilt erkennen en dat u met ons van mening bent dat bezinning op dit punt helemaal geen kwaad kan. Wij gaan met elkaar afspreken om de aan de raad gedelegeerde bevoegdheden te delegeren aan het college met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de voorliggende conceptverordening. Een verordening die minder bepalingen bevat dan de huidige versie. In de conceptversie wordt niet gesproken over een aanpassing van het huidig aantal koopzondagen. Daarbij constateren wij dat de gemeente Waalwijk geen gebruik wenst te maken van toeristische sluiproutes om het aantal koopzondagen te verhogen. Zou u ooit dit voornemen hebben, dan vindt u onze fractie op uw weg. Niet als medeweggebruiker, maar bij de slagboom. Waar het koopzondagen in het algemeen betreft realiseren wij ons dat wij in deze raad een minderheidsstandpunt innemen. Liever zagen wij geen koopzondagen. Wij hebben daarom deze gelegenheid genomen om bij dit agendapunt onze overwegingen en argumenten met u te delen. Voorstellen om het huidig aantal koopzondagen te verminderen zullen wij met overtuiging steunen. De voorzitter: Ik begrijp dat u in de vorm van een verklaring wilt aangeven wat uw standpunt is. Wij respecteren dat. Ik hoor geen vragen in de richting van de portefeuillehouder. Daarmee is dit agendapunt voldoende besproken? Dat is het geval. Voordat wij het debatgedeelte afronden, stel ik het college in de gelegenheid om indien nodig te reageren op de ingediende motie en de drie amendementen. Wethouder Santi: Voor het amendement over het hospice wil ik aan de indieners voorstellen om dat amendement aan te houden in afwachting van nadere berichtgeving daarover van de zijde van het college. U kunt dat vergelijken met het amendement van het CDA tijdens de kaderstelling aangaande de voedselbank. Wij treden in overleg en in afwachting daarvan wordt het amendement aangehouden. Nog een persoonlijk aspect. Ik wil nog even nadrukkelijk tegen de heer Spohr zeggen dat mijn woorden als niet gezegd kunnen worden beschouwd, temeer daar hij nu zelf zegt dat het niet persoonlijk bedoeld was. Het zij zo. De heer Simon: Wij hebben als PvdA-fractie geen enkel bezwaar tegen de woorden van de wethouder. Ik kijk onze collega’s aan. De heer Dekker: Wij sluiten ons aan bij de woorden van de wethouder. Wij houden het amendement aan. De heer Van Hamond: Mag ik een vraag stellen? Krijgen wij nu straks een voorstel of een raadsinformatiebrief? De voorzitter: Ik concludeer dat op dit moment door twee partijen worden gezegd dat amendement II wordt aangehouden. De vervolgprocedure laat ik aan uw aller wijsheid in de nabije toekomst.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
66
Ik wil graag reageren op motie C van de SGP. Het college oordeelt als volgt, maar misschien is het goed om het nog wat meer helder te maken. Er komt een overdrachtdocument. Dat overdrachtdocument is in die zin anders dan in voorgaande jaren, omdat met name vanuit het perspectief dat ons financieel geschetst wordt en ons financieel te wachten staat ik vind dat het niet goed als daar pas in het kader van de begroting 2012 aandacht aan besteed wordt. Je moet het dus hebben in 2011. Ik zat op de fiets en dacht bij mijzelf hoe krijg ik het nu als burgemeester die voor continuïteit moet kiezen voor elkaar om dat op tijd goed op de agenda, want die coalitievorming zit daar midden tussenin? Als ik niets doe, zit er in mei een coalitie en moet de kaderstelling plaatsvinden. Dat kan dan niet, dat is dan zo fundamenteel dat je een aantal discussie moet aangaan. Ik heb ook de verantwoordelijkheid om de juiste thema’s, dat is denk ik ook de bevoegdheid van de burgemeester, die moet zich nooit inhoudelijk bemoeien met coalitieonderhandelingen, maar hij moet degenen die dat doen wel voorzien van de juiste stof, de juiste vraagstelling en de juiste dilemma’s. Dat is de bedoeling van dat overdrachtdocument dat een duidelijk zwaarder document wordt dan wat u in het verleden mee heeft gemaakt. Dat is bedoeld voor de coalitieonderhandelingen waardoor je in de coalitieonderhandelingen kunt zeggen dit zijn de zaken die wij in het kader van de kaderstelling in juni/juli ter sprake moeten brengen. Het is een hele klus om dat te maken. Dat betekent nogal wat. In een normaal begrotingsjaar stellen wij in november de begroting vast. Dat begint met de kaderstelling en op een gegeven moment komt die begroting. Er is nooit fundamenteel discussie over of te weinig. Het moet allemaal snel. Wij moeten er iets over zeggen, want wij hebben de raad beloofd dat … Nu heb je de tijd om goed gefundeerd de besluiten te nemen die toch al moeilijk genoeg zullen zijn. Ik denk dat ik om dat document bij elkaar te krijgen aardig wat capaciteit nodig heb om het gewoon in maart rond te hebben. Ik vraag mij af of het nodig is, ondanks de sympathie die ik voel in dat wat u aan overwegingen geeft, daarvoor nog iets te doen. Ik denk wat moet dat dan zijn. Ik heb liever dat de mensen die daar mee bezig zijn, bezig zijn met het overdrachtdocument zodat dit een beetje gefundeerd in elkaar zit. Ik breng het vanuit mijn eigen overtuiging en beweging van de burgemeester, maar die sluiten naadloos aan bij de gedachten van het college. Zij zegt volgens ons is het niet nodig, hoe sympathiek ook. U heeft hiermee alles gehoord van de kant van het college dat een rol kan spelen bij uw stemverklaring. De heer Smits: Is het overdrachtdocument ter beschikking voor alle partijen? De voorzitter: Het zou goed zijn als wij daar even met elkaar over kunnen praten. Het kan geen besloten document zijn. Dat bedoelde ik met fractievoorzittersoverleg. Wij maken gewoon afspraken dat u dat straks allemaal kunt inzien. Akkoord? Wethouder Van Groos: Ik wil graag reageren op amendement III over de precariobelasting. Ik begrijp van de heer Spohr dat hij heeft gezegd de tarieventabel moet alleen voor 2010 worden aangepast. Dat betekent impliciet dat wij het zo moeten verwerken dat het in 2011 € 15.000 wordt. In eerste instantie wordt het tarief € 37 en daarna € 52, want anders is het niet incidenteel en heeft het ook een structureel effect. Volgens jaar zien wij dan wel verder. Wij kunnen wel die hele discussie over doen, maar dat heeft niet zo veel zin. Ik leg op dit punt alleen nog even neer wat de consequentie is van uw amendement. De voorzitter: Ergo, wat het college vindt, want daar gaat het om, dit is de laatste reactie van het college en u moet straks doen wat u wijs vindt.
2.
Besluitvormend gedeelte
Vaststelling zonder stemming: Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
67
2.1
Notulen van de openbare raadsvergadering op 8 oktober 2009
De notulen van de op 8 oktober gehouden openbare raadsvergadering worden zonder wijzigingen goedgekeurd en vastgesteld. 2.2 Ingekomen stukken De voorzitter: Op pagina 1 de nrs. 132 t/m 136? De heer Tiemstra: Nr. 136; briefschrijvers staan geagendeerd voor vandaag. De brief is uit april. Hoe zit dat? De voorzitter: U wilt dat ik dat nu even uitleg? De heer Tiemstra: Of na de vergadering. De voorzitter: Wij moeten dat in het cluster bespreken. De heer Tiemstra: Welk cluster? De voorzitter: Weg saneren Koesteeg is harde sector. De bedoeling van dit stuk is alleen maar procedureel aangeven of de teneur van afdoening de juiste is. Ik zie dat het binnenkomt op 15 oktober 2009. Je weet niet hoelang de brief op het dressoir gelegen heeft. Ik constateer dat de poststempel van 18 oktober is. De heer Tiemstra: Welk dressoir dan ook. Zonder hoofdelijke stemming agendacommissie besloten.
wordt
overeenkomstig
het
voorstel
van
de
het
voorstel
van
de
het
voorstel
van
de
het
voorstel
van
de
De voorzitter: Op pagina 2 de nrs. 141 en 141A? Zonder hoofdelijke stemming agendacommissie besloten.
wordt
overeenkomstig
De voorzitter: Op pagina 3 de nrs. 135 t/m 140? Zonder hoofdelijke stemming agendacommissie besloten.
wordt
overeenkomstig
De voorzitter: Op pagina 4 de nrs. 134 en 135? Zonder hoofdelijke stemming agendacommissie besloten.
wordt
overeenkomstig
De raadsinformatie- en raadsvoorhangbrieven worden voor kennisgeving aangenomen.
Vaststelling van raadsvoorstellen zonder hoofdelijke stemming (A-stukken): 2.3
(CR2) Implementatievoorstellen deregulering
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
68
2.4
(CR3) Voorbereidingsbesluit Putstraat 1a Waalwijk
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. 2.5
(CR4) Voorbereidingsbesluit Polder Beoosten
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. 2.6
(CR5) Voorbereidingsbesluit Benedenkerkstraat 72
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. 2.8
(CS2) Kredietuitbreiding klantgeleiding- en kassasysteem
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten.
Stemming over raadsvoorstellen bespreekstukken (B-stukken): 1.1 (CF1)
Vaststelling van de programmabegroting 2010 en kennisneming van de daarbij behorende meerjarenramingen 2011-2012-2013
De voorzitter: Op dit moment zijn er 27 raadsleden aanwezig, want de heer Van der Sloot heeft de vergadering voortijdig verlaten. Aan de orde is amendement III, precariobelasting. Wenst u hoofdelijke stemming? Dat is het geval. Er wordt hoofdelijk gestemd over amendement III, precariobelasting. Voor stemmen de leden: Van Baardwijk, Metzke, Damen, De Bruijn, Spohr, Hooijmaijers, Kuijten, Van Tuyl, Van Well, Marasabessy, Monsieurs, Lodenstijn, Van Hamond en Van Dinther. Tegen stemmen de leden: Broeders, Smits, Ottens, IJpelaar, De Kort, Simon, Bruurmijn, Ergin, Den Braven, Van Meeuwen, Tiemstra, Van Veelen en Dekker. De voorzitter: Er zijn in totaal 27 stemmen uitgebracht, waarvan 14 stemmen voor en 13 stemmen tegen. Dit houdt in dat amendement III is aangenomen. Aan de orde is de begroting 2010. Wenst u hoofdelijke stemming? Dat is niet het geval. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. De voorzitter: Aan de orde is motie B, procedure begroting 2010. Wenst u hoofdelijke stemming? De heer Tiemstra: Ik heb de toezegging goed beluisterd en daar neem ik genoegen mee. Ik breng de motie niet in stemming.
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
69
De voorzitter: Dat betekent dat de motie is ingetrokken. 1.2 (CF2)
Voorstel tot vaststelling van de Verordeningen Gemeentelijke Belastingen 2010 en intrekking van de Verordeningen Gemeentelijke Belastingen 2009
De voorzitter: Wenst u hoofdelijke stemming? De heer Kuijten: Wij willen aangetekend hebben da de VVD-fractie tegen een tariefverhoging van de OZB en de parkeerbelasting is. De heer Tiemstra: Is het niet zo dat de OZB in december behandeld wordt? De voorzitter: Dat klopt, maar dan is het alvast gezegd voor december. Dat betekent dat u uw opmerking intrekt voor dit voorstel? De heer Kuijten: Voor wat betreft de parkeertarieven niet. De voorzitter: Ik concludeer dat de VVD zegt met de verhoging van de parkeertarieven zijn wij het niet eens en dat willen wij aangetekend zien. Zonder hoofdelijke stemming met inachtneming van het feit dat de fractie van de VVD geacht wil worden tegen de verhoging van de parkeertarieven te hebben tegen gestemd wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 1.3 (CF3)
Vaststelling tarieven sportaccommodaties 2010
De voorzitter: Motie C is ingetrokken. Wenst u hoofdelijke stemming? Dat is niet het geval. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. 1.4 (CR6)
Voorbereidingsbesluit ‘Bedrijventerreinen en BEVI 2009
De voorzitter: Wenst u hoofdelijke stemming? Dat is niet het geval. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. 1.5 (CS3)
Uitvoering Wet investeren in jongeren (WIJ)
De voorzitter: Wenst u hoofdelijke stemming? Dat is niet het geval. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. 1.6 Benoeming voorzitter rekenkamercommissie Dit punt is doorgeschoven naar de volgende vergadering. 1.7 (CR1)
Uitbreiding Integraal Uitvoeringsprogramma 2009-2012
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
70
De voorzitter: Wenst u hoofdelijke stemming? Dat is niet het geval. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. 1.8
(CS1) Deregulering “Verordening winkeltijdenwet Waalwijk 2009”
De voorzitter: Wenst u hoofdelijke stemming? Dat is niet het geval. Zonder hoofdelijke stemming met inachtneming van het feit dat de fractie van de SGP geacht wil worden te hebben tegen gestemd op het punt zondagopenstelling wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten.
3.
Besluit over terugverwijzen raadsvoorstellen naar het college (T-stukken)
Er zijn geen T-stukken
4.
Sluiting
De voorzitter: Niets meer aan de orde zijnde, sluit ik de vergadering om 23.35 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van gemeente Waalwijk van 10 december 2009. De griffier,
De voorzitter,
G.H. Kocken
drs. A.M.P. Kleijngeld
Notulen raadsvergadering 12 november 2009, begrotingsbehandeling
71