NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Waalwijk, gehouden op 21 juni 2012 Voorzitter:
de heer A.M.P. Kleijngeld
Griffier: Griffie:
de heer G.H. Kocken mevrouw J.W.M. Louer
Aanwezig zijn de leden:
de heer J.M. van Baardwijk de heer R. Bakker mevrouw W.M. Bourguignon-Slis de heer F. den Braven de heer J.F. Broeders de heer S. Broekmans mevrouw C. de Bruijn mevrouw A. Çölkusu (vanaf 16.45 u. bij aanvang agendapunt 1.1) de heer G.A. Damen de heer J.G. van Dinther de heer L. van Helden de heer L.P. den Hollander de heer A.J.G. Hooijmaijers mevrouw E.Y. IJpelaar-Alias de heer C.M.A. Kuijten de heer W.C.P.B. Lodenstijn mevrouw H. Marasabessy de heer P.W.E. Monsieurs mevrouw R. Odabasi-Seker mevrouw C.C.J. Ruygt-Gerritsen de heer F.P.M. Simon de heer C.J.G.H. van der Sloot de heer R.A.A. Tiemstra de heer J.M.M. van Tuyl (vanaf 20.30 u. bij aanvang agendapunt 1.2) de heer J.M.J. Waarts de heer J.A.J. van Well
Afwezig zijn:
de heer A.A. van Hamond de heer M.G.H. Smits de heer W. van Veelen
Tevens aanwezig:
de de de de
Notulen:
de heer M. Kunnen, Notuleerservice Nederland
heer heer heer heer
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
M. van Dongen, wethouder J. van Groos, wethouder J.H.H. Heuverling, wethouder S. Potters, wethouder
1
0. 0.1
Opening Opening op de gebruikelijke wijze
De voorzitter: Welkom aan u allen. Ik open de vergadering. Laten wij ons vanuit onze eigen visie of geloofsovertuiging bij het begin van deze raadsvergadering bezinnen op onze gemeenschappelijke opdracht en verantwoordelijkheid om deze gemeente te besturen. Stilte. De vergadering is geopend. 0.2
Mededelingen
De voorzitter: Ik heb bericht van verhindering van de heer Van Hamond en zeg toch welkom. De heer Smits en de heer Van Veelen hebben zich ook afgemeld. Mevrouw Çölkusu komt later, net als de heer Van Tuyl. De presentielijst is door u allen ondertekend. De voorstemmer vandaag en vanavond is degene die hoort bij nummer 13, dat is de heer Waarts. 0.3
Vaststellen agenda
De voorzitter: Ik kijk naar de agenda en vraag aan u of die zo klopt. Ik denk van wel. Ik ga dan door. 0.4
Vaststelling lijst ingekomen stukken
De voorzitter: De lijst met ingekomen stukken ligt voor u op tafel. Die betrekken we straks bij de agenda.
1. 1.0
Debatgedeelte Algemene beschouwingen
De voorzitter: Ik ga over naar het debatgedeelte. We gaan het als volgt doen: de spreektijd is vijftien minuten per fractie en we loten om de volgorde. Ik maak die volgorde vroegtijdig aan u bekend, zodat u weet wanneer u aan de beurt bent. Het is de afspraak om tijdens de inbreng van de eerste termijn geen interrupties te plegen. Als u dringende vragen hebt, dan kunt u die stellen na afloop van de inbreng van de betreffende fractie. Als u moties of amendementen hebt, is het misschien handig om die in eerste termijn in te dienen als het mogelijk is. Als ik die vijftien minuten per fractie optel, zijn we rond 16.30 uur klaar met de eerste termijn. Er volgt dan een schorsing van dertig minuten om het college de kans te geven om de inbreng van hun kant nog even te bespreken. We gaan daarna om 17.00 uur door met de reactie van het college. Het college heeft daarvoor tot 18.30 uur. Van 18.30 uur tot 20.30 uur is er pauze. Vervolgens gaan we over naar de tweede termijn. Het onderling debat vindt bij voorkeur in de tweede termijn plaats. U heeft dan maximaal vijf minuten per fractie. Ook hiervoor loten we om de volgorde. Daarna heeft het college nog de kans om op het laatst een reactie te geven op moties en amendementen. Als laatste gaan we over tot besluitvorming. Ik kom bij de algemene beschouwingen. Ik kijk wie er het eerst aan de beurt is en kom uit bij de fractie van Werknemersbelang. Daarna komt de fractie van de ChristenUnie aan Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
2
de beurt. Ik zou nu graag het woord geven aan Werkgeversbelang, nadat wethouder Van Groos even de kans krijgt om ten aanzien van de junicirculaire een korte mededeling te doen. Wij weten pas net wat daar uitkomt en het is goed als u daarvan op de hoogte bent. Als u hiermee akkoord gaat, dan vraag ik aan de heer Van Groos om even die gelegenheid te nemen. Daarna is het woord aan de heer Broeders. Alleen als het positief is wordt het gemeld. Ga uw gang. Mevrouw Ruygt: U vroeg: ‘heeft iemand daar bezwaar tegen?’ Ik heb er natuurlijk geen bezwaar tegen dat er nu iets over de junicirculaire wordt gezegd. Het was echter beter geweest als we die circulaire ruim voor de kaderstelling hadden ontvangen. Ik doel dan niet op weken, maar als we de informatie gisteren of eergisteren hadden gehad, dan had dat er nog wel in verwerkt kunnen worden. De voorzitter: Misschien neemt de heer Van Groos dat mee in zijn reactie. Wethouder Van Groos: Dank u wel, voorzitter. Dank voor de gelegenheid om iets te mogen zeggen over de circulaire. Allereerst twee punten over de termijn van het aanreiken van informatie. Ten eerste: omdat het zuiden vroeg vakantie heeft moesten we met de kaderstelling eerder zijn dan andere jaren. Ten tweede gaat het eigenlijk om de meicirculaire die in juni pas is uitgekomen. In eerste instantie werd de datum van 8 juni genoemd en in tweede instantie is de circulaire vorige week woensdag 13 juni pas uitgekomen. Wij zouden het bedrag dat aan Waalwijk wordt toegekend gewoon aan u kunnen meedelen, maar er zitten soms wat dingen in de begroting waar we rekening mee hebben gehouden, zoals geoormerkte bedragen. We moeten ook altijd bekijken of het bedrag dat we opnemen voor loon- en prijscompensatie nog klopt. In dit geval hebben we ook nog een check uitgevoerd, want het resultaat bij de gemeente Waalwijk was anders dan bij de andere gemeentes. Er lag een bericht klaar voor u. Dit is echter zo technisch, het is drie kantjes techniek, terwijl het in feite gaat om de bedragen. Die zal ik u nu dan noemen. U krijgt dan later de brief. Voor 2012 kan ik melden, maar dat is nu niet aan de orde, dat de junicirculaire een positief effect heeft van netto 280.000 euro. De circulaire voor 2013 heeft ook een positief effect, in tegenstelling tot andere gemeentes. Dit heeft onder andere te maken met groei in de aantallen. De uitkomst wordt namelijk berekend op basis van een aantal maatstaven en daarin telt bijvoorbeeld het aantal bedrijven ook mee. Wij zijn in Waalwijk gegroeid ten opzichte van een heleboel andere gemeentes. Voor ons gaat het dus om een positief effect van 211.944 euro. Als je kijkt naar de jaren daarna, dan lijkt het op te lopen naar 500.000 euro. Hierin zijn de effecten van het Kunduz-, Lente- of Wandelgangenakoord, of u hoe u het ook wilt noemen, nog niet meegenomen. De bezuinigingen die er mogelijk nog aan zitten te komen zijn al helemaal niet meegenomen. Het idee van het college is om kennis te nemen van deze informatie en deze te parkeren. We kijken ernaar bij de begroting en voor de behandeling van de begroting heeft u deze informatie dan ruim op tijd ontvangen. Dank u wel. De voorzitter: De heer Broeders. De heer Broeders: Voorzitter, dank u wel. Ik ben altijd blij als ik als eerste mag, dan weet ik zeker dat ik nog een beetje aandacht heb. Anders zit iedereen met de iPad te spelen. Ik ben dus erg gelukkig dat ik als eerste mag komen. De voorzitter: Rekenkundig gezien is de kans daarop zo eens in de tien jaar, maak dus gebruik van uw gelegenheid. De heer Broeders: Eens in de tien jaar? Nou, volgens mij gebeurt het vrij frequent, maar goed. Voorzitter, leden van de raad, geacht college en overige belangstellenden. We hebben de kadernota 2013 van het college ontvangen. Vandaag geven wij aan of we ons kunnen vinden in de prioriteiten van het college. De kadernota 2013 onderscheidt Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
3
zich duidelijk van de voorafgaande nota’s. De behandeling van deze kadernota vindt plaats op een moment waarop sprake is van grote onzekerheden op financieel gebied. Wethouder Van Groos maakte daar net al duidelijk opmerkingen over. Er is sprake van een demissionair kabinet en het Kunduz-akkoord en de verkiezingen in september 2012 spelen op de achtergrond mee. Hierdoor is het karakter van deze kadernota informerend, in plaats van richtinggevend. Werknemersbelang is van mening dat we toch op hoofdlijnen een reactie moeten geven op de voor ons liggende kadernota. Wij constateren dat de speelruimte van de gemeente Waalwijk zeer beperkt is en dat taken worden gedecentraliseerd. We blijven volledig afhankelijk van het gemeentefonds en van het gevoerde beleid uit Den Haag als het gaat om de vraag hoeveel geld ons wordt toebedeeld. Het zou kunnen betekenen dat bij de behandeling van de begroting in november andere afwegingen gemaakt zullen moeten worden. Het is niet ondenkbaar dat de beraadslagingen over de begroting in november 2012 in geheel ander begrotingsperspectief moeten worden gevoerd. Voorzitter, wij nemen kennis van de informatie uit de Voorjaarsnota 2012 en de Kadernota 2013, om een integrale afweging te maken betreffende de haalbaarheid van diverse programma’s. Werknemersbelang wil niet op alle afzonderlijke programma’s specifiek ingaan; we zullen op hoofdlijnen aangeven wat voor ons het belangrijkste is. De kaders die wij het college kunnen meegeven, zullen dus sterk worden bepaald, zoals ik net al zei, door de financiële mogelijkheden die de gemeente heeft. Laat ik beginnen met de Wet werken naar vermogen. Los van de vraag of deze wet als gevolg van de val van de huidige regeling vertraging gaat oplopen, mag toch worden verwacht dat op enig moment een aantal wetten naar de lokale overheden worden gedecentraliseerd. De verantwoordelijkheid voor mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt komt dan bij ons als gemeente te liggen. De werkgelegenheid voor mensen met kwetsbare arbeidsposities is sinds kort meetbaar. TNO heeft hiervoor in samenwerking met het bedrijfsleven en Stichting In Return Nederland een instrument ontwikkeld. Deze Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) is nu beschikbaar. Het instrument is voor de komende tijd doorontwikkeld. De landelijke cliëntenraad is nauw betrokken bij de PSO. De gemeente Apeldoorn is de eerste gemeente die de PSO gaat inzetten in het kader van de social return bij meervoudige aanbestedingen. De PSO is het eerste meetinstrument dat de sociale bijdragen in kaart brengt. Met de PSO-erkenning kunnen bedrijven die er echt werk van maken zich nu onderscheiden van de concurrent. Zoals ik zojuist al zei, is de gemeente Apeldoorn de eerste gemeente van ons land die gebruikmaakt van dit instrument. De fractie van Werknemersbelang spreekt de wens uit dat onze gemeente Waalwijk zich met de gemeenschappelijke betrokken werkgevers sterk zal gaan maken voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Daarbij moet de gemeente gebruikmaken van dit onafhankelijke kwaliteitslabel bij het sociaal aanbesteden. Dat moet gebeuren via de nieuwe organisatie die op 1 januari 2013 van start moet gaan en die bestaat uit de huidige organisaties WML en ISD. De fractie van Werknemersbelang is altijd groot voorstander geweest van deze samenwerking. We spreken daarbij de hoop uit dat niet bij aanvang een aantal bezuinigingen bij deze nieuwe organisatie zal worden neergelegd. Daardoor zou de organisatie aan het begin van de fusie al direct belemmerd worden bij de uitvoering van de grote sociale taak die er ligt. Voorzitter, ik vervolg met de uitvoering van bestaand beleid. Voor de uitvoering van het IUP zullen er in de toekomst extra financiële middelen moeten komen, omdat een aantal wegen zich heeft uitgebreid. Dit heeft effect op het openbare groen. Ik zou de wethouder willen vragen of dit ook van toepassing is op de uitbreiding van het aantal bruggen in onze gemeente. Wat is het beleid van de gemeente Waalwijk op het gebied van de inspectie en het onderhoud van deze bruggen, viaducten en overige kunstwerken? Onze Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
4
fractie is erg gelukkig met het feit dat de verbreding van de Kerkvaartse haven in Waspik dit jaar is afgerond en dat we eindelijk na een reeks van jaren een einde hebben zien komen aan de belemmerende doorvaart voor de plezierjachten. Voorzitter, enige maanden geleden heeft de raad het bestemmingsplan BeethovenlaanMozartlaan in Waspik aangenomen, met onthouding van steun door D66 en Werknemersbelang. Door de marktontwikkelingen is nu besloten dat Slagenland Wonen van deze afschuwelijke hoogbouw afziet. Wij kunnen daar als fractie van Werkgeversbelang alleen maar gelukkig mee zijn. Nu worden deze locaties aan de bewoners aangeboden in het collectief particulier opdrachtgeverschap. Deze locaties kunnen ontwikkeld gaan worden met Slagenland Wonen. Blijkbaar worden bestemmingsplannen niet op haalbaarheid getoetst en blijkbaar hoeven de vele plannen in het kader van de huidige marktontwikkelingen en de op handen zijnde extra overheidsbezuinigingen niet opnieuw tegen het licht te worden gehouden. Overigens is mijn fractie er erg gelukkig mee dat de bestemming van de daar voorgenomen hoogbouw niet doorgaat. Dat is conform ons verkiezingsprogramma, zeg ik met trots. Er zijn de afgelopen jaren meerdere ontwikkelingen in Waspik geweest die met niet aangenomen moties van ons toch zijn uitgevoerd. Het voortschrijdende inzicht is blijkbaar vaak van wezenlijk belang voor onze besluitvorming. Voorzitter, onze fractie maakt zich zorgen over de demografische ontwikkelingen in de kernen van Capelle en Waspik. De fractie van Werknemersbelang hoopt niet dat het voorzieningenniveau voor deze kernen op termijn onbetaalbaar gaat worden of zal worden. We hopen dat dit niveau behouden kan blijven, zodat het aantrekkelijk blijft om in deze kernen te gaan wonen, te willen wonen en te blijven wonen. Onze fractie spreekt het college aan om met veerkracht en inventiviteit op deze ontwikkelingen in te spelen. Voorzitter, ik sluit af met op te merken dat Werknemersbelang de verrichtingen van het college op de voet zal volgen, zoals u dat van ons gewend bent. Daarbij hoop ik dat de zandstorm die het Kunduz-akkoord heeft veroorzaakt niet te veel schade veroorzaakt op de weg van onze gemeente. Dank u wel. De voorzitter: Ik geef het woord aan de fractie van de ChristenUnie en daarna is de fractie van de Partij van de Arbeid aan de beurt. De heer Van Helden: Dank u wel. Voorzitter, college en andere belangstellenden. Met het nu gepresenteerde voorjaarsbericht krijgen wij een goed zicht van de stand van zaken op dit moment en op de eventuele noodzaak van het bijsturen van de begroting voor het lopende jaar. Bijsturen is ook een voorwaarde voor het krijgen van een goede begroting voor het jaar 2013. Voorzitter, we kunnen vaststellen dat we in de loop van het jaar relatief weinig verrassingen tegenkomen. De financiële route die is ingezet, blijkt een verstandige koers te zijn. Zo loopt alles naar omstandigheden goed, alleen kunnen we ons weinig tot geen wijzigingen permitteren op financieel vlak. De financiële kaders voor de begroting 2013 staan dan ook op dit moment redelijk vast. Wel zou het beleid van de nieuwe regering die we op 12 september gaan kiezen tot financiële beroering kunnen leiden. Zou dit zo zijn, dan kunnen we hierop wellicht nog anticiperen bij de vaststelling van de begroting in november. Voor u als college en voor de ambtelijke staf is het een spannende en drukke tijd. De fractie van ChristenUnie wenst u hierbij veel sterkte en inspiratie toe. Wel zijn er enkele zaken die we graag onder de aandacht brengen op basis van de gegevens tot nu toe. De fractie van ChristenUnie maakt zich zorgen om de ontwikkelingen binnen de Wmo. Blijft het wel betaalbaar, zeker in relatie tot wat er volgende jaren vanuit de landelijke politiek op ons afkomt. Het is een moeilijke materie, want het raakt vooral de zwakkeren in de samenleving. Het gaat veelal om mensen die vanwege hun Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
5
geestelijke of lichamelijke beperkingen afhankelijk zijn van anderen. Met name de speciale voorzieningen lopen niet in de pas met de begroting. Wij weten dat het onderwerp de volle aandacht heeft van de portefeuillehouder, maar graag zouden wij ruimschoots voor het najaarsbericht door middel van een eenvoudige memo worden geïnformeerd over de vraag of zijn aanpak succes heeft en wat de stand van zaken is. Een punt van aandacht is de verslaglegging van de WOZ-bezwaren en WOZberoepszaken. We weten dat de afdeling WOZ hier aandacht voor heeft, naar aanleiding van onze schriftelijke vragen van enige tijd geleden. De portefeuillehouder heeft overigens toegezegd dat dit onderwerp in het volgende jaarverslag beter aan de orde komt. Voor onze beeldvorming zouden wij graag van u een verslag of memo ontvangen met daarin alle kosten die na het versturen van de aanslagen zijn gemaakt om de WOZ aanslagen van het belastingjaar 2011 te innen. We ontvangen dit verslag graag zodra alle zaken van 2011 zijn afgehandeld, maar zeker voor 1 november 2012. Graag vernemen wij de mening en de visie van het college over de kosten en baten van de afgehandelde bezwaarschriftprocedures en beroepschriftprocedures. We maken ons ook zorgen over het milieu. Duurzaamheid en het milieu komen vaak op de laatste plaats als er krapte is in de middelen. Graag aandacht hiervoor. Het moet niet zo zijn dat het milieu het kind van de rekening wordt, nu we in een financiële crisis verkeren. Uiteindelijk hebben we alleen onszelf en onze kinderen daarmee. Ook het communiceren en instrueren van mensen die direct met het milieu bezig zijn is belangrijk. Een voorbeeld: mijn collega-raadslid is bioloog en ziet met lede ogen aan hoe elk jaar de sloten worden schoongemaakt. Geschoren en geknipt liggen ze erbij. Het riet en het gras wordt afgevoerd. Helaas zijn de voor het milieu belangrijke organismen die op die plaatsen leven dan ook afgevoerd. Is dat nou zo nodig? Nee, met een goede aanpak kunnen de sloten schoon zijn naar de eisen van het waterschap en kunnen tegelijkertijd de micro-organismen in stand worden gehouden. Als fractie van de ChristenUnie willen we graag de expertise die wij in huis hebben gratis beschikbaar stellen. We kunnen zo in overleg met de uitvoerende medewerkers en het waterschap komen tot een aanpak die besparend werkt en die goed is voor het milieu. Wij horen graag van u of u hiervan gebruik wilt maken. Wij willen u aansporen om haast te maken met de planvorming voor het Raadhuisplein in Vrijhoeve. Een nadeel van de trage besluitvorming is onzekerheid over de toekomst. De winkeliers worden verplicht om milieutechnische verbeteringen aan hun koelapparatuur en winkelinterieur aan te brengen. Zij stellen deze investeringen echter uit omdat er geen duidelijkheid komt over de plannen. Dit werkt verpaupering en afname van het aan partij, een overigens niet onbelangrijke, te blijven overleggen, kiezen andere partijen die ook goede perspectieven hebben een andere weg. Zo loopt men het risico de regie over de zaak te verliezen, met de daaraan gekoppelde financiële gevolgen. Graag aandacht hiervoor. Het is ook belangrijk dat de doorsteek voor fietsers vanuit de Van der Duinstraat in Sprang naar Landgoed Driessen er snel komt. Al een aantal jaren is de doorsteek tot op de laatste 50 m na klaar. Als deze doorsteek zou worden opengesteld, zullen veel fietsers die vanuit Kaatsheuvel naar de scholen in Waalwijk gaan hiervan gebruikmaken. De overlast in de Molenstraat zal daarmee sterk verminderd worden. De ontsluiting van de bedrijventerreinen ten noorden van de A59 vormt een probleem. Onlangs waren wij op werkbezoek bij een werkgever met 250 tot 300 werknemers. Hij was positief over de medewerking van de gemeente tijdens de planontwikkeling en tijdens het bouwen van zijn bedrijf. Hij zei echter ronduit dat de ontsluiting slecht was en dat hij dit bij de overwegingen om voor Waalwijk te kiezen over het hoofd had gezien. De ontsluitingswegen zijn niet berekend op het dagelijkse woon-werkverkeer van de werkNotulen raadsvergadering 21 juni 2012
6
nemers. Dagelijks staan ze 20 tot 30 minuten in een file om het bedrijventerrein te verlaten. Dit vraagt om een snelle en goede aanpak. We kunnen ons inzetten voor het aantrekken van werkgelegenheid, maar als we vervolgens niet zorgen dat de mensen goed van en naar hun werk kunnen komen, dan doen we iets goed fout. Met enige regelmaat hoor ik van werkgevers dat hun werknemers zoekende zijn naar andere mogelijkheden. Deze ontwikkeling willen we niet. Wachten op de reorganisatie van de kruising A59/N261 duurt gewoonweg te lang. Als men nu zou starten, dan duurt het nog drie jaar voor deze reorganisatie is uitgevoerd. Bovendien is het maar de vraag of het probleem dan is opgelost. Een modern bedrijventerrein met een ontsluiting via een paar smalle straatjes vraagt om oplossingen. Mogelijkheden zijn er zeker, al is het maar voor tijdelijk. Het is immers best mogelijk om het bedrijventerrein Haven Zeven aan de westkant voor personenauto’s te ontsluiten via de Dellenweg naar de op- en afrit van Sprang-Capelle West. De financiering hoeft geen probleem te zijn, want deze ontwikkeling is positief voor Haven Zeven en betekent een promotie voor dit terrein. Graag hoor ik of de portefeuillehouder deze mogelijkheid al heeft onderzocht, en zo nee, of dat hij dit op korte termijn wil doen. Voorzitter, iets van een heel andere orde. Op 25 april hebben wij u schriftelijke vragen gesteld over het collegebesluit om een sponsorbedrag van 20.000 euro beschikbaar te stellen voor de start van de Eneco Tour 2012. De antwoorden op deze schriftelijke vragen zijn voor ons niet bevredigend. Ronduit vreemd vinden wij het argument dat het volgens u verantwoord is om hier zoveel geld aan uit te geven, omdat het maar een fractie van de kosten is waarom in eerste instantie werd gevraagd. Dit lijkt op het kopen van iets dat men niet kan betalen, maar dat toch gekocht wordt omdat het een erg goeie deal is. U geeft zelf aan dat het evenement op grond van de Subsidieregeling Maatschappelijke Ontwikkeling 2011 niet voor subsidie in aanmerking komt, omdat activiteiten van commerciële aard zijn uitgesloten. Alleen subsidiëring van culturele evenementen is toegestaan. Wij vinden het in deze tijd niet gepast om daaraan geld te besteden, gezien de nieuwe ronde van bezuinigingen die er aan zit te komen. Wij zullen straks belangrijker zaken moeten laten schieten omdat u het geld al heeft uitgegeven. Het is overigens wel creatief om het promotiegeld voor de verkoop van Haven Zeven te gebruiken voor het sponsoren van dit evenement. Wij van ChristenUnie vinden dit oneigenlijk gebruik van deze gelden. Ook schept het precedenten met betrekking tot andere situaties waarvoor ook geen gelden zijn gereserveerd. Het is onzes inziens een betere promotie om een goede ontsluiting van het haventerrein te hebben. Die zou mede gefinancierd kunnen worden vanuit deze pot. In de beantwoording wordt ook een onverwachte meevaller breed uitgemeten. De voor dopinggebruik geschorste Spanjaard Alberto Contador zal in Waalwijk weer zijn opwachting maken in het wielerpeloton. Ja, voorzitter, dat is echt iets om trots op te zijn; de comeback van een frauderende topsporter gebruiken om Waalwijk op de kaart te zetten. Het liefst zouden wij met een motie komen om dit collegebesluit te herroepen, maar we realiseren ons dat dit nogal wat commotie geeft. Hoewel, over Waalwijk op de kaart zetten gesproken … Wij pleiten er dan ook voor om zaken van deze orde in de toekomst niet in het college te bespreken en te beslissen, maar in de gemeenteraad. Voorzitter, college, de zaak overziend mogen wij constateren dat de uitvoering van het beleid bij het college in goede handen is, op een enkel punt na. Wij danken daarvoor het college en alle ambtelijke medewerkers. Bovenal gaat onze dankbaarheid echter uit naar God, die hen daartoe de kracht heeft gegeven. We wensen u alle wijsheid toe voor het maken van de begroting van 2013, waar wij als er behoefte aan is onze bijdrage willen geven. Ik dank u. De voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan de Partij van de Arbeid en daarna aan de VVD. Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
7
De heer PvdA: Dank u wel, meneer de voorzitter. Geachte collegae, weer is er een jaar voorbij en net als vorig jaar is er met deze kaderstelling weinig nieuws onder de zon. Wel heeft het college een nieuwe mantra gevonden voor wat hij in 2012 gaat doen, en ik citeer: ‘naar verwachting worden de voorgenomen activiteiten uitgevoerd’. Een vage tekst en weer wordt er niets concreets gemeld. Volgens de portefeuillehouder, in antwoord op de vragen van de fractie van de Partij van de Arbeid omtrent deze verwachtingen, is het de taak van de raad om het college hier op te blijven controleren. In onze ogen is dat de wereld op zijn kop zetten. Alleen vergat de portefeuillehouder erbij te vermelden op welke tot nu toe uitgevoerde activiteiten uit dit nieuwe mantra de raad het college kan controleren. Zoals het er nu uitziet, worden we tien jaar in de tijd terug geworpen, is het dualisme door deze coalitie afgeschaft en zijn we terug bij het monistische systeem. Niet denken, maar gewoon stemmen. De fractie van de Partij van de Arbeid betreurt dit. Op het terrein van werk en inkomen zijn de effecten van de economische crisis het meest voelbaar. Dit geldt ook voor de grote gevolgen van de rijksbezuinigingen, die juist onze meest kwetsbare burgers het hardst raken. Daarom is en blijft de Partij van de Arbeid scherp op meer banen. Onze partij zal het college dan ook blijven aanspreken op het creëren van meer banen. Dit zal niet gebeuren door allerlei memo’s van de organisatie te vragen. Onze fractie verwacht dan ook dat de uitvoeringsactiviteiten zoals het realiseren van leer- en werkplekken en de ontwikkeling van een sociaal beleidsplan nu wel worden gerealiseerd. Onze fractie zal de portefeuillehouder hier op blijven aanspreken. Betrouwbaarheid en dienstbaarheid. Tijdens de inspreekavond gaven alle vier de insprekers aan het gevoel te hebben niet serieus te zijn genomen. Het zijn niet alleen deze insprekers die dit gevoel hebben, we horen dit ook in onze gemeenschap. Het gevoel, dat er bij het overleg met ambtenaren en portefeuillehouders niet voldoende naar hen geluisterd werd, voerde de boventoon. Er werd en wordt een houding aangenomen van ‘dit is het en anders niet’ en ‘zo staat het in het coalitieakkoord’. Een mogelijk alternatief of een gulden middenweg was en is niet bespreekbaar. Het gaat de fractie van de Partij van de Arbeid niet om het gelijk van de inwoners, maar wel om de houding en het gedrag van onze medewerkers en portefeuillehouders richting deze inwoners. Het kan dat het coalitieakkoord en de bezuinigingsafspraken afwijken van de wensen van de inwoners, dat is mogelijk. Het is echter wel de toon die de muziek maakt. De fractie van de Partij van de Arbeid stemde in 2010 tegen de strategische visie, omdat onze fractie de menselijke maat en een sociaal gezicht in deze visie miste. Het is zeker goed dat alle inwoners van Waalwijk kunnen meedoen, maar mooier voor de mensen is dat ze er zelf een steentje aan bij kunnen dragen. Medeverantwoordelijkheid geeft de mensen zelfvertrouwen. Door uw houding en gedrag en uw gesloten wijze van communiceren met onze inwoners, laat u hen in de steek. Denkt het college dat deze houding de inwoners van Waalwijk zal motiveren, en dat ze hierdoor hun vertrouwen in de politiek blijven behouden of mogelijk weer terug zullen krijgen? Hoe gaat het college de verstoorde relatie tussen de overheid en de inwoners herstellen en het liefst ook nog verbeteren? Richting college wil de fractie van de Partij van de Arbeid meegeven dat het college verstandig handelt en de resultaten van de landelijke evaluatie van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen afwacht, voordat er een definitief besluit genomen wordt over het te bezuinigen bedrag. De resultaten hiervan worden na de zomer verwacht. Herhaaldelijk heeft de portefeuillehouder in dit huis van de democratie grote woorden gebruikt, en ik citeer: ‘ik ben niet tevreden over Radar’ en ‘Radar doet niets om discriminatie in de gemeente Waalwijk te voorkomen’. Onze fractie betreurt die uitspraken, want Radar kán geen discriminatie voorkomen. Radar kan enkel voorlichten en bij gemelde Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
8
gevallen mogelijk ondersteuning bieden. Discriminatie voorkom je door met elkaar samen te leven en samen te werken. Portefeuillehouder, uw uitspraken dragen hier niets positiefs aan bij. Meedoen is het sleutelwoord bij het voorkomen van discriminatie. Onze fractie staat voor een Waalwijkse samenleving waarin iedereen meedoet. Helaas is dat niet altijd haalbaar. Onder zorgen voor een zorgeloze jeugd in Waalwijk vallen ook de zorg voor goed onderwijs en de veiligheid in het gebouw waar men dat volgt. Al enkele jaren vraagt de fractie van de Partij van de Arbeid aandacht voor de veiligheid op scholen. Om die aandacht zal onze fractie blijven vragen, want die is hard nodig. Dat de portefeuillehouder onze mening hierover niet deelt, steekt hij eerlijk gezegd niet onder stoelen of banken, gezien zijn mimiek en zijn ongeduldige reacties wanneer dit onderwerp weer aan de orde wordt gesteld. Dat die aandacht, waar de fractie van de Partij van de Arbeid om vraagt geen luchtfietserij is, wijst de praktijk de laatste tijd jammer genoeg uit. Daarom roept onze fractie: ‘actie, actie, actie’. En niet te lang treuzelen wanneer die actie nodig is. Graag een reactie hierop van de portefeuillehouder. Aan de portefeuille Economische Zaken zijn al volop woorden verspild. De geluiden dat ook de coalitie haar geduld met deze portefeuillehouder verliest, bereiken ook onze fractie. Iedereen roept wel dat onze fractie op zijn ontslag uit is, maar deze portefeuillehouder belooft veel, maar doet weinig. Een welgemeend advies: lees het begin van onze bijdrage nog maar eens door. Daarin staat het volgende: werk aan goede communicatie en zet u in voor uw portefeuille. Wees actief en informeer de raad op een actieve wijze, zoals de Gemeentewet voorschrijft. Vorig jaar bij de kaderstelling en tijdens de begrotingsbehandelingen in november heeft de fractie van de Partij van de Arbeid een motie ingediend om het restantbedrag van de bezuinigingen op VluchtelingenWerk te compenseren vanuit de genoemde subsidie op gemeenschapshuis De Oude Toren en buurthuis De Amstel. Waarom is deze tegemoetkoming zo belangrijk voor VluchtelingenWerk? De vluchtelingen zijn in Nederland op uitnodiging van de Nederlandse staat, zoals dat zo mooi heet. Ze zijn niet illegaal, sterker nog, zij hebben het volste recht om hier wettelijk te verblijven. Zij hebben wel steun nodig om zich wegwijs te maken in de Nederlandse wetten en regels en de rechten en plichten voor legale vluchtelingen. Zij zijn hiermee dus onze gast en dankzij de belangeloze inzet van de vrijwilligers van VluchtelingenWerk worden zij geholpen om wegwijs te raken in de Nederlandse staat. Dit zijn geen eindeloze projecten. Door deze begeleiding kunnen zij zich in een veel kortere tijd de Nederlandse zeden gewoon maken. Vorig jaar heeft de raad bij overgrote meerderheid besloten om deze steun voor 2012 te verlenen. Volgens mijn informatie is de steun nog niet verstrekt, ondanks mijn persoonlijk gesprek met de portefeuillehouder en de e-mail richting zijn medewerker. Op die e-mail heb ik overigens nooit reactie gekregen, over communicatie gesproken. Nederland moet blij zijn met de belangeloze inzet van vrijwilligers om vluchtelingen te helpen om volwaardige burgers van ons land te worden. Het is geen vakantiereisje dat deze mensen met ondersteuning van een hostess maken. Het is bittere noodzaak dat wij als Waalwijkse gemeenschap deze mensen en de betrokken vrijwilligers niet in de kou laten staan. Wij dienen dan ook een motie in samen met GroenLinksaf, SGP en D66. Alstublieft. Dit was het in eerste termijn. Ik dank u wel, meneer de voorzitter.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
9
Motie Onderwerp: VluchtelingenWerk/Bureau Nieuwkomers De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 21 juni 2012, Gehoord de beraadslaging, Overwegende dat: - de raad bij de vaststelling van de begroting 2012 unaniem een amendement heeft vastgesteld, waarin wordt voorgesteld: o het subsidiebedrag voor 2012 voor VluchtelingenWerk vast te stellen op een bedrag van 60.260 euro; o bij de kaderstelling voor de begroting 2013 de uitkomsten voor de toekomst van VluchtelingenWerk te beoordelen; o het verschil van 8510 euro voor 2012 tussen het voorgestelde subsidiebedrag en het bedrag onder punt 1 te financieren uit het hiervoor aangegeven voordeel en het restant van het voordeel toe te voegen aan de algemene reserve; - VluchtelingenWerk in één jaar tijd een bezuiniging heeft gegenereerd van bedrag van 30.490 euro; - VluchtelingenWerk heeft aangegeven dat een verdere krimp tot het oorspronkelijk voorgestelde bezuinigingsbedrag van 39.000 euro onverantwoord en niet mogelijk is en het voortbestaan van VluchtelingenWerk Waalwijk in gevaar brengt; - het inkorten van het begeleidingstraject van twee jaar rechtstreeks ingrijpt in de effectiviteit van de kwaliteit van inburgering en hierdoor ongewenst is; - VluchtelingenWerk in haar brief van 5 juni jl. heeft verzocht nieuwe afspraken te maken met betrekking tot de subsidieverstrekking, waarbij de basissubsidie het vertrekpunt moet zijn; - het college heeft aangegeven dat er een aanvullende bezuiniging op subsidies wordt gerealiseerd van € 60.183,87 structureel per 2013; Draagt het college op bij de begroting 2013 - het subsidiebedrag voor 2013 en 2014 voor VluchtelingenWerk vast te stellen op een bedrag van 60.260 euro, exclusief indexering voor prijscompensatie; - het verschil tussen het voorgestelde subsidiebedrag en het bedrag onder punt 1 te financieren uit de voornoemde aanvullende structurele bezuiniging van € 60.183,87 op subsidies per 2013; - het begeleidingstraject door VluchtelingenWerk aan vluchtelingen te handhaven op 24 maanden; En gaat over tot de orde van de dag. De motie is ondertekend door de fracties van Partij van de Arbeid, GroenLinksaf, SGP en D66. Ik geef het woord aan de fractie van de VVD en daarna aan de fractie van het CDA. De heer Van Tuyl: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, leden van het college, collegaraadsleden en andere aanwezigen op de publieke tribune. U bent het niet gewend van de VVD maar we willen toch eens beginnen met het maken van een compliment voor de bondigheid en de presentatie van de voorstellen die voor ons liggen. In het verleden is die helderheid wel eens anders geweest. Een en ander neemt niet weg dat er door de
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
10
VVD-fractie kanttekeningen te plaatsen zijn bij de inhoud, waarop ik graag met u nader in wil gaan. Het voorjaarsbericht 2012 sluit met een tekort van 1,3 miljoen euro. Wij kunnen instemmen met de financiële dekking ervan door de geraamde storting uit de begroting 2012 van meer dan 900.000 euro naar de algemene reserve ongedaan te maken. Bij de begroting 2011 hebt u ook al eenzelfde beweging gemaakt. Toen ging het om een bedrag van 800.000 euro. Het begint erop te lijken dat uw college op voorhand circa 1 miljoen euro in de begroting opneemt als storting in een reserve, en dat later weer terughaalt om achteraf begrotingsoverschrijdingen weg te masseren. De kadernota laat voor 2013 een overschot zien van 50.000 euro en met de berichten van de heer Van Groos komt dit overschot uit op een kleine 290.000 euro. De VVD-fractie wil vasthouden aan de afspraken die binnen de coalitie zijn gemaakt, omdat alleen consequent uitvoeren van beleid ons door deze economisch en financieel moeilijke tijden heen kan leiden. Wij kunnen ons dan ook op hoofdlijnen vinden in het beleid zoals dat is neergelegd in de kadernota. De VVD-fractie is met u van mening dat de tering naar de nering gezet moet blijven worden. Wij willen de rekening van deze financieel slechte tijden niet doorschuiven naar de toekomst en we willen ook niet op te royale voet blijven leven. Gezien de laatste voorspellingen wordt het er in de nabije toekomst zeker niet beter op. Om de uitgaven verder te kunnen verlagen, is niet te ontkomen aan het anders blijven organiseren van onze activiteiten en taken. De VVD-fractie is daarom van mening dat intensief moet worden samengewerkt met andere gemeentes. Dit kan leiden tot reductie van de kwetsbaarheid, tot vergroten van deskundigheid en tot kwaliteits- en efficiencyverbetering. Met raadsinformatiebrief nummer 10-12 zijn wij geïnformeerd over de diverse aspecten van samenwerking. Wij zijn er ons van bewust dat samenwerking in de aanloopfase niet kostendekkend zal zijn, maar wij zetten toch wel grote vraagtekens bij de kosten van de samenwerking van Hart van Brabant. Deze kosten lopen op van 80.000 euro naar 250.000 euro in 2015, ofwel naar een bedrag van € 6,45 per inwoner. Dat is een toename van maar liefst 300% in twee jaar. Voor Midpoint is een bedrag van 23.000 euro geraamd. Dit schat u nú al te laag in. Uw toelichting zegt dat het hier gaat om strategische en beleidsmatige samenwerking. Naar onze mening zijn die zo ongrijpbaar als de pest. Wij vragen ons af waar deze bijdragen op zijn gebaseerd. De afgelopen twee jaar hebben we nota bene praktisch al onze eigen uitgaven fors verlaagd, maar de kosten gaan hier juist omhoog, zonder uit te leggen waarom. Om als raad greep te krijgen en te houden op deze samenwerking heeft de VVD-fractie niet voor niets vorige maand aangedrongen op politieke en/of bestuurlijke legitimatie van dit samenwerkingsverband. Aangegeven wordt dat de ontwikkeling van de bedrijventerreinen Haven Acht en Maasoever-Scharlo voorlopig stil zijn gelegd en dat regionale afstemming plaatsvindt over het aanbod van bedrijventerreinen. De VVD-fractie vraagt zich af of regionale afstemming niet veel beter tot zijn recht komt als alle beschikbare regionale bedrijventerreinen bijeengebracht worden in een juridische eenheid, zoals een gemeenschappelijke regeling. Om slagvaardig te kunnen optreden gaan al veel gemeentes op deze manier te werk. Uit het voorjaarsbericht blijkt dat een aantal taakstellende ombuigingen in de personele sfeer voor 2012 zijn doorgevoerd en dat er voor 2013 en 2014 nog een taakstellende opdracht ligt van jaarlijks 500.000 euro. We gaan ervan uit dat deze bezuiniging wordt gerealiseerd. De meest in het oog springende overschrijdingen van de budgetten in 2012 betreffen de posten voor huishoudelijke zorg, voor gehandicaptenzorg, voor vervoersvoorzieningen en Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
11
voor rolstoel- en inkomensvoorzieningen. De overschrijdingen van deze budgetten bedragen meer dan 1 miljoen euro. Het lijkt erop dat deze geraamde uitgaven in het geheel niet beheersbaar zijn en dat ze niet meer bewaakt worden. Dit behoeft naar onze mening drastische verbetering. De raadsinformatiebrief van gisteren of eergisteren moeten we op deze punten nog eens goed op ons laten inwerken. Wij vragen ons in dit kader ook af of niet meer eigen bijdrage gewenst en mogelijk is. Niet elk vervoer hoeft gesubsidieerd te worden. Ondersteuning is volgens de VVD-fractie alleen nodig voor de echt economisch zwaksten, die zonder onze steun in een isolement raken. Beperking van het aanbod, goede aanbesteding en niet te ruimhartige indicatie kunnen de kosten verminderen. De meeste Nederlanders betalen de auto of fiets zelf, maart het gros van de 220.000 scootmobielers in ons land rijdt op kosten van de belastingbetaler. De VVDfractie is overigens van mening dat bij een beroep op uitkeringen en voorzieningen ook echt gecontroleerd moet worden in welke mate die werkelijk nodig zijn en ook daadwerkelijk gebruikt worden. Bij dit hoofdstuk is het op zijn plaats om te melden dat gisteren onder plezierige omstandigheden de samenwerking per 1 januari tussen ISD en WML onder nieuwe naam Baanbrekers bekend is gemaakt. Het is gepast wethouder Potters te waarderen voor zijn inbreng in die ontwikkeling. Uit uw voorjaarsbericht maken wij op dat de schuldpositie met 10 miljoen euro is toegenomen en dat de gemeente veel leningen heeft tegen lage rentepercentages. U geeft aan dat dit gepaard gaat met renterisico’s en dat bij herfinanciering aanzienlijke begrotingstekorten zullen ontstaan. Wij wijzen u erop dat uw college dit risico zelf heeft gecreëerd door grote hoeveelheden gronden in erfpacht uit te geven. Het ontbreekt u alsdan aan eigen financieringsmiddelen. De vastgoedmarkt en met name ook de huizenmarkt zitten op slot. Een dramatische stagnatie is te constateren in de ontwikkeling van onze bedrijventerreinen, de centrumplannen, de Taxandriaweg, de Hooisteeg en ga zo maar door. Uw college geeft aan dat de marktomstandigheden veranderd zijn en dat deze van invloed zijn op de grondprijzen van het middeldure en duurdere segment. U hebt dan ook terecht een begin gemaakt met verlaging van de grondprijzen van het terrein De Rugt. Wij geven u in overweging om dit bij meerdere terreinen te doen en de verliezen te nemen. Vroeg of laat zal dit toch moeten gebeuren. Wij denken dat dit een beter instrument kan zijn om de markt eventueel vlot te trekken dan het instrument van erfpacht. U geeft aan dat met ingang van 2013 de gemeente gaat deelnemen in de Regionale Uitvoeringsdienst. Dit betekent dat de verlening en handhaving van milieuvergunningen overgaan naar een regionaal samenwerkingsverband. Wij gaan ervan uit dat deze samenwerking financiële voordelen oplevert en dat we niet wederom als een nadeelgemeente uit de bus komen en dat het ons onevenredig veel gaat kosten, zoals bij de Veiligheidsregio. Het komt steeds meer voor, en het einde is bij lange na nog niet in zicht, dat we taken al of niet verplicht gaan overhevelen naar gemeenschappelijk regelingen. Wij dragen daarbij bevoegdheden en verantwoordelijkheden over. Het beleid en beheer komen hierdoor op afstand te staan, net zoals ons budgetrecht. Overzien we de begrotingen van de gemeenschappelijk regelingen, dan valt ons op dat deze op forse schaal reserves en voorzieningen vormen waarop onze invloed marginaal is. De noodzaak van deze reserves en voorzieningen is door ons niet in te schatten of moeilijk in te schatten. Wij vragen ons af of de vorming van bijvoorbeeld een algemene reserve bij gemeenschappelijke regelingen wel toegestaan moet worden. Bij een gemeenschappelijke regeling is daarvoor geen noodzaak, zolang de gemeentes eindverantwoordelijk zijn en als achtervang garant staan. Bij het ontbreken van een algemene reserve wordt de gemeenschappelijke regelingen gedwongen tot meer budgetdiscipline. Wij zijn tegen de vorming van een algemene reserve bij de gemeenschappelijke regelingen en wij dienen een motie in met deze Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
12
strekking. Wij verzoeken u ook om de motie onder de aandacht te brengen van de diverse gemeenschappelijke regelingen en gemeenteraden. De motie, die ruimhartig wordt ondersteund, zal ik dadelijk aan u overhandigen. In de kadernota is sprake van een drietal majeure projecten. Te weten Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL), het verbeteren van de haven en de sluis en Leerpunt Waalwijk. Ten behoeve van een verbeterde bereikbaarheid over de weg is het meer dan noodzakelijk dat de aansluiting A59/N261 fors wordt aangepakt. Ook voor de verbetering van de bereikbaarheid over water voor schepen van klasse V dienen ingrijpende maatregelen te worden genomen. Beide projecten hebben de volle instemming van de VVD. De financiële dekking van deze projecten is nog niet verzekerd. Als we onze nog vrij besteedbare middelen bij elkaar sprokkelen, blijft er altijd nog een ongedekt tekort over voor deze beide projecten van iets minder dan 15 miljoen euro. Geen kleinigheid. Door u wordt aangeven dat onderzoek wordt gedaan naar mogelijke toekomstige inkomstenbronnen. Een substantiële bijdrage van hogere overheden is daarbij noodzakelijk. Het derde project, Leerpunt Waalwijk, is een ambitieus plan. We kennen slechts de grove contouren en het ontbreekt ons nog aan een financiële uitwerking, een businessplan zogezegd. Toezeggingen zijn gedaan om ons van ruime informatie te voorzien. Wij wachten die informatie af. Gelet op de economische en financiële crises en al hetgeen ons nog aan ombuigingen te wachten staat de komende jaren, hebben wij echter op voorhand twijfels en zetten wij vraagtekens bij het succesvol tot stand brengen van dit omvangrijke en risicovolle project. Daarom is de VVD-fractie terughoudend met de mogelijke financiële betrokkenheid van onze gemeente bij het project Leerpunt Waalwijk De economische crisis is nog niet snel voorbij. We zullen keuzes moeten blijven maken en moeten anticiperen op wat zich buiten ons krachtenveld allemaal afspeelt. We zullen ons des te meer moeten realiseren dat de gemeente niet alles meer regelen kan en dat er meer aan de inwoners zelf zal moeten worden overgelaten. De VVD staat dan ook voor een samenleving waarin ieder die dat kan ook zelf verantwoordelijkheid draagt. Dat betekent in de eerste plaats dat ieder zo veel mogelijk moet deelnemen aan onze samenleving, maar ook, waar het kan, zelf moet bijdragen in voorzieningen die daarvoor nodig zijn. Voorzitter, tot slot. Pas tijdens de begrotingsbehandeling in november is het complete financiële beeld duidelijk, inclusief alle ontwikkelingen van de komende jaren. Door de verdere noodzakelijke ombuigingsvoorstellen van het kabinet en het komende kabinet, en het overhevelen van taken van het Rijk naar de gemeentes, komen de gemeentefinanciën de komende jaren nog meer onder druk te staan. Het is dan ook absoluut nodig om vast te houden aan het ingezette beleid en we moeten ons blijven richten op het tijdig onderkennen en beheersen van onze financiële risico’s. Wij wensen het college veel succes met de verdere invulling van de begroting 2013 en de volgende jaren. Ik wil u nu graag de motie overhandigen. Motie Onderwerp:
Algemene reserves gemeenschappelijke regelingen
De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 21 juni 2012 Gehoord de beraadslaging, Constaterende dat - door decentralisatie van rijkstaken steeds meer taken al dan niet verplicht worden overgeheveld naar gemeenschappelijke regelingen;
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
13
-
een aantal gemeenschappelijke regelingen naast bestemmingsreserves een algemene reserve hebben opgebouwd;
Overwegende dat: - de deelnemende gemeentes in het kader van de gemeenschappelijke regelingen financieel al garant staan voor de uitvoeringen van deze regelingen; - de vorming van een algemene reserve door een gemeenschappelijke regeling niet noodzakelijk is; - daarom een gevormde algemene reserve dient terug te vloeien naar de deelnemende gemeentes; Verzoekt het college - de besturen van alle gemeenschappelijke regelingen te verzoeken een overzicht te verstrekken van alle reserves en voorzieningen per 1 januari 2012 en binnen deze besturen voor te stellen de algemene reserves vrij te laten vallen en deze uit te keren aan de deelnemende gemeentes; - deze motie ter kennisneming toe te sturen naar de betreffende besturen van gemeenschappelijke regelingen en de raden van de deelnemende gemeentes; En gaat over tot de orde van de dag. De motie is ondertekend door de fracties van VVD, LokaalBelang, CDA en ChristenUnie. De heer Simon: Meneer Kuijten, namens de VVD heeft u gesproken en ik ben toch wel nieuwsgierig naar uw opmerking ten aanzien van de gemeenschappelijke regeling voor industrieterreinen. Kunt u daar eens kort wat uitleg over geven? Want wij hebben de BOM daar bijvoorbeeld onder kunnen schuiven. Als je een aparte gemeenschappelijk regeling optuigt, dan is het bij u en bij ons bekend dat het geld kost. Er moet namelijk een apparaat aan gehangen worden. Als we uit de regeling willen stappen, dan kost het nog meer geld. Even kort uw uitleg hierover. De heer Kuijten: Er wordt door gemeentes op tal van onderwerpen samengewerkt. Het is natuurlijk zo dat industrievestiging en werkgelegenheidsbeleid niet stopt bij de gemeentegrenzen. Je ziet dan ook steeds meer dat gemeentes gaan samenwerken in enig verband, bijvoorbeeld een bv, een nv of een gemeenschappelijke regeling. Zo kijkt men of men de gronden per regio sneller en beter kan verdelen. Er zijn ook voorbeelden te noemen. Bij het Land van Heusden en Altena zijn de industrieterreinen van vier gemeentes bijeengebracht in één bv-nv-constructie. Dat levert voordelen op. Zo kan sneller op de markt worden geopereerd en op die manier worden sneller potentiële kopers gevonden. Een dergelijk samenwerkingsverband is alerter op de markt dan een gemeente in zijn eentje. Er is inderdaad geld mee gemoeid, maar vaak worden werkzaamheden uitgevoerd door mensen die zich al bezighielden met de verkoop van terreinen. De heer Simon: Het strookt in ieder geval met het idee dat we op dit moment hebben over de afdeling Ruimte hier, die volgens ons op dit moment weinig actief is op de markt. Die kunnen we op deze manier actiever inzetten. Ik denk aan de andere samenwerkingscombinaties bij Loon op Zand, Heusden en Waalwijk, waarbij sprake was van een aantal problemen. Het zou op basis van gelijkwaardigheid moeten gaan en er moet geen geld worden gevraagd van deze gemeente of van een andere gemeente. We moeten er dus nadrukkelijk wel voorwaarden aan verbinden. We vinden het een positief idee hoor, en we hebben er zelf ook al eens over gesproken om deze zaken meer regionaal aan te pakken.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
14
De heer Kuijten: Bij een gemeenschappelijke regeling voor een industrieterrein gaat het puur om een economische activiteit. De inbreng en winstdeling moeten dan naar evenredigheid zijn. Dat spreekt voor zich. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van het CDA en daarna aan de fractie van LokaalBelang. De heer Van der Sloot: Voorzitter, geacht college, leden van de raad en overige aanwezigen, voor ons ligt de kadernota 2013. We hebben uw voorstellen mogen ontvangen. Een prima nota, die in de lijn van de verwachtingen is opgesteld en die ons laat zien dat de voorgenomen maatregelen wederom ten volle ten uitvoer worden gebracht. Stilletjes hadden we als CDA-fractie de hoop dat de crisis na twee jaar zijn dieptepunt voorbij zou zijn en dat er wellicht ruimte zou zijn voor nieuwe ontwikkelingen en plannen. Het tegenovergestelde is waar. U wijst ons erop dat het gemeentefonds meer dan ooit een onzekere factor vormt. Hierbij is de nieuwste informatie met betrekking tot de junicirculaire door ons nog niet meegenomen. Voorzitter, evenals vorig jaar willen wij nogmaals de positieve wijze noemen waarop instellingen en andere organisaties met de bezuinigingen omgaan. Binnen het coalitieprogramma geven we duidelijk aan dat wij niet alle problemen kunnen oplossen en dat er een beroep gedaan moet worden op de vindingrijkheid en de verantwoordelijkheid van de inwoners zelf. Wij willen wel nogmaals onderstrepen dat wij dat proces zouden gaan stimuleren en dat we barrières zouden gaan wegnemen. Kunt u aangeven op welke wijze aan dit laatste invulling is gegeven? Voorzitter, volgens de tussentijdse voortgangsrapportage van het coalitieprogramma Veerkracht en Inventiviteit liggen we op dit moment redelijk op koers. Wat ons betreft blijven we deze koers volgen zolang dat noodzakelijk is. Dat betekent geen noemenswaardige investeringen en sparen voor de beide grote investeringsprojecten GOL en Haven/Sluis. Dit neemt niet weg dat wij toch een aantal opmerkingen willen plaatsen. Het archief van Waalwijk is een zeer waardevolle instelling, dat zult u allemaal met ons eens zijn. Het beschikt niet alleen over de geschiedenis van de stad, het heeft ook de archieven van plaatselijke kerken, organisaties, verenigingen, bedrijven en vele families in bewaring. Dat mag niet verloren gaan. Het archief is ook een historisch steunpunt met professionele ondersteuning en een goede en open toegankelijkheid. In hoeverre kunnen wij deze voor gebruikers van het archief zo waardevolle zaken ook na de verhuizing blijven aanbieden? Grondexploitatie. Ik heb hoofdstukjes gemaakt om het wat te vereenvoudigen voor u. Graag zouden wij als fractie stimulerende maatregelen willen zien om de verkoop van percelen te bevorderen. Daarbij valt te denken aan verlaging van de grondprijs, het nog beter onder de aandacht brengen van wat er zoal te koop is en wellicht door middel van herverdeling het aanbieden van kleinere, beter betaalbare kavels. Sluis/Haven. September wordt een belangrijke maand. Ook wat betreft dit dossier wachten wij de voorstellen van de wethouder af. Het is voor de toekomst van Waalwijk van groot belang dat er op zeer korte termijn knopen worden doorgehakt. Ook voor de keuzes die door ondernemers gemaakt moeten worden is het hebben van zekerheden van groot belang. Leerpunt Waalwijk. Wij zijn blij met de voorgenomen plannen. Het zijn goede ontwikkelingen voor het centrum en het Raadhuisplein. Ook zijn wij zeer positief over het oprichten van de Design Academy die in het nieuwe schooljaar van start zal gaan. Toch vragen wij nu al aandacht voor eventuele concurrentievervalsing voor dit centrum. Bent u het Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
15
met mij eens dat, ondanks de mooie cijfers qua bezoekersaantallen, dit gevoel in een vroeg stadium moet worden weggenomen, of het nu terecht is of niet? Hoe denkt u dat te kunnen doen? Het onderbrengen van de opleiding in het oude gemeentehuis is een goede zaak. Dat het Krophollerdeel nog steeds geen bestemming heeft gekregen, is voor de fractie van het CDA nog een doorn in het oog. Op onze suggesties hebben we nog geen reactie mogen ontvangen. Regionale samenwerking. Anno 2012 kun je niet meer om samenwerken heen. Op strategisch en beleidsmatig niveau zijn wij afhankelijk van de regio, daar zijn wij ons terdege van bewust. Als we dan de bijdrage per inwoner in drie jaar tijd echter zien oplopen van € 0,45 euro naar € 6,45, dan baart ons dat grote zorgen en vragen wij ons af of dit niet wat minder kan. Moeten wij ook hier niet wat matigen, net als op alle andere terreinen? Echt onontkoombaar? Diezelfde vragen gelden ook voor de enorme stijging van de bijdrage voor de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Bewegen voor ouderen. Wij dragen het bewegen voor ouderen een warm hart toe. Wij zijn het eens met het voornemen om de subsidie van 3000 euro met ingang van 1 januari af te schaffen, maar wethouder, zou u daar wat langer de tijd voor kunnen en willen nemen? Wij vragen de wethouder eens te willen kijken naar mogelijkheden om deze subsidie in twee of drie jaar af te bouwen, zonder daarbij tekort te doen aan andere aanbieders. Ons streven wordt toch om 75% van de inwoners van Waalwijk georganiseerd te laten sporten? Als ouderen nu afhaken zijn we ze wat betreft het bewegen kwijt. Ik hoef u niet te vermoeien met de positieve werking van bewegen op de gezondheid. Lokaal gezondheidsbeleid. In uw raadsinformatiebrief van 7 juni kunnen wij lezen dat het niet mogelijk is gebleken de effectiviteit van de aandacht die is gegeven aan de preventie van overgewicht en alcoholgebruik bij jongeren te meten. U geeft er de voorkeur aan het deel van het budget voor uitvoering van de nota over lokaal gezondheidsbeleid in te zetten voor de maatschappelijke activiteiten die in samenwerking met RKC worden uitgevoerd. Kunt u aangeven hoe u de effectiviteit van deze activiteiten wél kunt meten? Ik doel dan op de nieuwe activiteiten die in samenwerking met RKC worden uitgevoerd. Is het starten met een nulmeting van het alcoholgebruik onder jongeren een mogelijkheid om op dit terrein de effectiviteit te meten? Er is ons veel aan gelegen dat ook in de toekomst meer dan voldoende aandacht besteed gaat worden aan het alcoholgebruik onder jongeren. Het is niet voor niets dat wij vinden dat de leeftijd waarop alcohol mag worden gebruikt, moet worden verhoogd naar achttien jaar. De stijging van de uitgaven in het kader van de Wmo baart ons ook zorgen, zeker na de informatie die wij vandaag hebben ontvangen en die we vluchtig hebben kunnen bekijken. Opmerkingen omtrent de stijging rondom het gebruik van hulpmiddelen zijn door ons al eerder gemaakt. Voorzitter, als laatste. Het valt de fractie van het CDA op dat de genoemde bezuinigingen in de raadsinformatiebrief van 14 juni voor een groot deel bestaan uit het stoppen van activiteiten. De Jeugdnatuurwacht, Hallelujah Besoyen, de harmonie Hertog Jan en EHBO Sint Jan zijn samen goed voor ongeveer 15.000 euro. Ja, onze inwoners zullen zelf op zoek moeten naar slimme oplossingen. Zonder stimulering van onze kant en zonder het wegnemen van barrières is dat voor sommigen misschien echter wel een onmogelijke opgave. Verder wil ik het college en de raad nog meegeven dat we ook oog moeten hebben voor het stapelen van bezuinigingsmaatregelen als we gaan kijken naar de begroting 2013. Ook al vrezen wij dat het nog wel even zal duren, wij kijken halsreikend uit naar een snel herstel van de economie, in ieders belang. Dank u wel. De voorzitter: De heer Simon. De heer Simon: Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik hoor u in het begin van uw betoog nogal uitvoerig praten over het archief. Ik heb dezelfde boodschap ook in de krant moNotulen raadsvergadering 21 juni 2012
16
gen lezen. Een opmerking in uw betoog is echter ook dat het coalitieakkoord staat en dat daar niks aan veranderd gaat worden. In het coalitieakkoord staat dat het archief zal verdwijnen. Nu begint u ineens te pleiten voor behoud van het archief. De locatie verdwijnt, maar het archief zelf verdwijnt niet. De heer Van der Sloot: Ik begrijp uw opmerking, meneer Simon. Dat is al mooi meegenomen, denk ik. Het is zo dat wij op dit punt twee jaar geleden een bepaalde positie hebben ingenomen. U weet ook dat er inmiddels schriftelijke vragen zijn gesteld door het CDA. Dat heeft u in de krant kunnen lezen. Die schriftelijke vragen gaan met name om de reden waarom wij er indertijd voor hebben gekozen, in mijn visie, om het archief niet in Waalwijk te laten blijven, maar te verplaatsen naar elders. Dat waren met name financiële redenen. Dat blijft wat mij betreft overeind staan, zolang die regel nog geldt. Het neemt echter niet weg dat we daarbij ook hebben afgesproken om een studiezaal in te richten en andere voorzieningen te treffen, om het in Waalwijk wel degelijk goed mogelijk te maken om het niveau waarop men op dit moment service verleent te handhaven. Dat wilde ik in dit betoog benadrukken. Wij kiezen dus vooralsnog voor de ingeslagen weg, maar we kunnen ons goed voorstellen dat als blijkt dat de te maken kosten voor digitaliseren en andere inrichting in totaal gelijk of hoger liggen dan het verplaatsen van het archief, nog niet helemaal duidelijk is hoe onze positie daarin zal zijn. De heer Simon: Dit heeft alles te maken met digitaliseren, als ik u goed begrijp. Digitaliseren is noodzakelijk, ongeacht een eventuele verplaatsing van het archief. Uw argument vind ik daarom gezocht. De heer Van der Sloot: Dit is geen gezocht argument… De voorzitter: De discussie mag u voeren in de tweede termijn. Het gaat nu om toelichtende vragen, zoals we dat in het begin afgesproken hebben. U mag een toelichtende vraag stellen, dat is prima. U hebt nog een toelichtende vraag? De heer Simon: Nee, ik sta nu te wachten op het antwoord. De heer Van der Sloot: Kunt u de vraag dan herhalen, want die ben ik even kwijt? De heer Simon: Het gaat over het digitaliseren. Ik mijn vraag steeds korter maken, want anders heb ik de burgemeester op mijn dak. Het gaat erom dat digitaliseren een gezocht argument is. Er moet sowieso gedigitaliseerd worden, in het kader van de hulpverlening en in het kader van opslag. Het is dus een gezocht argument. De heer Van der Sloot: Dat ben ik natuurlijk niet met u eens, dat zult u begrijpen. Het is geen gezocht argument. Daarom kijk ik ook naar het totale plaatje. Digitaliseren maakt daar wel degelijk deel van uit. In beide gevallen moet het in de kostenvergelijking meegenomen worden, voor beide situaties. De heer Simon: Als u dat stelt, zult u ook de kosten van bijvoorbeeld een archeoloog mee moeten nemen, als u hier een volledig archief overeind wilt houden. U zult dan nog schrikken van het kostenplaatje. De voorzitter: Akkoord, dank u wel, merci. Dan ga ik naar de fractie van LokaalBelang en daarna naar de fractie van GroenLinksaf. De heer Van Baardwijk: Geacht college, collega-raadsleden en andere aanwezigen. Voorzitter, normaal gesproken is de kaderstellende vergadering er om het college kaders mee te geven voor de samenstelling van de begroting 2013. Het is voor de diverse raadsfracties en dus ook voor de fractie van LokaalBelang het belangrijkste politieke Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
17
moment van het jaar. Ruimte voor nieuw beleid is er echter gewoon niet en de onduidelijkheid voor de gemeentes en voor onze inwoners is groter dan ooit, met de landelijke verkiezingen in het vooruitzicht. Dit jaar en ook de komende jaren is dus de financiële positie van onze gemeente van dien aard dat wij ons door alle te verwachten beperkingen en kortingen hoofdzakelijk kunnen richten op het zoveel als mogelijk in stand houden van bestaand beleid. Overigens wil dat niet zeggen dat we helemaal niets investeren. Vooral in de nieuwbouw van scholen van ongeveer 17,5 miljoen euro, en met nog een aantal scholen op de lijst voor de komende jaren, en met ongeveer 5 miljoen euro voor sporthallen, blijven we werken aan het verbeteren en optimaliseren van onze voorzieningen. Ik denk dat het belangrijk is dat we onze voorzieningen in stand houden. In onze beleving was het financiële toekomstperspectief nog nooit eerder zo somber als nu. Ook de komende jaren zullen naar alle waarschijnlijkheid onder invloed blijven staan van de zwakke en onzekere positie van de euro en de moeilijke economische omstandigheden in vooral de zuidelijke staten van Europa, die ook gevolgen hebben voor ons land. Voorzichtigheid troef dus. We zullen ook alert moeten zijn op het afdekken van risico’s en op het treffen van voorzieningen voor mogelijke verliezen. De beschikbare middelen zullen minder worden, maar voor ons allen zal het moeilijk zijn om onze ambities naar beneden bij te stellen. Een niet gemakkelijke opgave dus, om kaders voor de begroting 2013 vast te stellen. Voorzitter, voor welke verrassingen komen wij nog te staan met de nieuwe verkiezingen in het vooruitzicht? Welke beperkingen zullen als gevolg daarvan aan ons opgelegd worden? Zijn wij als raad van Waalwijk dan in staat in het belang van onze inwoners de juiste keuzes te maken? Voorzitter, via de VNG horen we steeds dat door onze regering wat betreft de rijksuitkering het principe ‘trap op, trap af’ wordt gehanteerd. In simpele taal: als het in Den Haag en met onze regering financieel goed gaat krijgen we een hogere uitkering, maar andersom moeten we mee bezuinigen. Een somber maar vooral onzeker perspectief dus, waar we ons beleid op af moeten stemmen. Demissionair premier Rutte kondigde bij het kort geleden gehouden VNG-congres al aan dat de gemeentes rekening moeten houden met fiks lagere rijksuitkeringen. Ons college zal zeker bij dit congres aanwezig zijn geweest. Het zogenaamde Lenteakkoord kan voor Waalwijk zo maar kortingen van wellicht 1 of 2 miljoen euro per jaar betekenen. In dat perspectief gezien vragen wij ons als LokaalBelang af wat de waarde van de cijfers is, die we door ons college nu voorgeschoteld krijgen. Ik vond het toch wel grappig om te horen dat we voor 2012 nog wat extra geld gaan krijgen en dat we in 2013 211.944 euro krijgen. Ik vind het knap dat het op de euro nauwkeurig wordt berekend. De miljarden vliegen ons vanuit Den Haag om de oren, en wij krijgen op de euro af genoteerd wat de gemeente Waalwijk zal krijgen. Het is geenszins ondenkbaar dat de beraadslagingen over de begroting in november van dit jaar in een geheel ander begrotingsperspectief moeten worden gevoerd. Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, meldt u ook nog dat het niet gelukt is om tot een complete technische begroting te komen, los van de algemene uitkering als gevolg van de organisatiewijziging. Nog meer onzekerheid dus. Het is bij het grote, veelal incidentele tekort in het voorjaarsbericht een geluk dat de begroting 2012 sluit met een overschot van 900.000 euro, waardoor deze fikse financiële tegenvaller opgevangen kon worden. We hebben dat al meer gehoord vandaag. Ik denk dat we blij mogen zijn dat we dat miljoen in reserve hadden, om het tekort op te kunnen vangen. We gaan er hierbij van uit dat ons college inspanningen doet om, waar mogelijk, zulke financiële tegenvallers zoals die zich nu in het voorjaarsbericht voordoen in de toekomst te voorkomen. We begrijpen dat dit met een openeindefinanciering zoals in de gehandicaptenzorg moeilijk is, maar we vragen u te sturen en te monitoren om zo voor verrassingen gespaard te blijven.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
18
Voorzitter, de fractie van LokaalBelang kan zich vinden in de onontkoombaarheden en de bedragen die u hiervoor in de begroting wilt opnemen. Ook kunnen wij akkoord gaan met de door u opgevoerde overige lasten met een totaalbedrag van ruim 900.000 euro en de inzet van baten die u hiervoor aanwendt. Met de structurele lasten van het voorjaarsbericht erbij komt u, met de kennis van nu, tot een sluitende begroting voor de jaren 2013 en 2014. Dat stemt ons tevreden. Voor de jaren daarna is het perspectief echter beduidend slechter. Voorzitter, u heeft een overzicht samengesteld van alle investeringen die we momenteel in zicht hebben. GOL, een nieuwe oostelijke insteekhaven en Leerpunt Waalwijk zijn op zich allemaal prachtige plannen. Ze zijn echter vooralsnog voor ons als gemeente Waalwijk sec financieel niet realiseerbaar. Als fractie van LokaalBelang willen wij u uitdrukkelijk verzoeken niet verder te springen dan onze polsstok lang is. Een ander in onze ogen zeer groot probleem is dat zowel een nieuwe oostelijke insteekhaven als Leerpunt Waalwijk voor extra autoverkeer en vrachtverkeer zal zorgen. Wij willen u er op wijzen dat in onze optiek de discussie over een oostelijke insteekhaven niet gevoerd kan worden zonder dat daar het wel of niet doorgaan van de ontwikkeling van Haven Acht in betrokken wordt. De verkeersproblemen ’s morgens vroeg en aan het einde van de middag om onze steeds uitgebreidere bedrijventerreinen Haven Eén tot en met Zeven te bereiken of te verlaten zijn nu al groot en vragen om een snelle verbetering. Wij vinden daarom binnen deze projecten het GOL absoluut prioriteit nummer 1. Ga hier eerst mee aan de slag. Trek alle registers open om in Europees verband, uit Den Haag, via de provincie, via samenwerkingsverbanden, en met buurgemeentes en bedrijfsleven gelden te verwerven om gerealiseerd te krijgen dat onze bedrijventerreinen en onze binnenstad goed bereikbaar worden en blijven. Ik hoorde dat het Rijk nog 20 miljoen zou moeten bijdragen om dat bereikt te krijgen. Er liggen prachtige plannen. Ik was gisteren bij een bijeenkomst waar deze plannen aan de orde kwamen. We hebben al 80 miljoen euro bij elkaar. Het zou toch van de zotten zijn als Den Haag zegt dat we het niet gaan realiseren. Ga daarmee aan de slag. We kunnen alles willen, maar onze bedrijventerreinen en onze binnenstad moeten goed bereikbaar zijn. We moeten daar eerst voor zorgen en andere dingen niet doen. Begrijp ons goed. LokaalBelang is niet tegen een onderzoek naar een oostelijke insteekhaven en wij begrijpen dat de sluis verouderd is. Ook Leerpunt Waalwijk is een prachtig plan. Blijf echter wel met beide benen op de grond. Blijf ook hier op alle mogelijke manieren lobbyen en ga op zoek naar medefinanciers om deze plannen in Waalwijk mogelijk te maken. Alleen kunnen wij dat absoluut niet. De verlenging van de Midden-Brabantweg heeft onze instemming. Wat betreft de verdere gebiedsontsluiting voor het spoortracé hebben wij als raad nog geen besluiten genomen. Wij vinden dat we richting bewoners toch wel verwachtingen gewekt hebben. Er staat een subsidie van 200.000 euro. Is dit een provinciale subsidie of kunnen we de provincie ook nog een bijdrage vragen? Wat zijn de mogelijkheden om dit project gefaseerd uit te voeren? Naast de investeringen in de infrastructuur zijn er investeringen gepland ten behoeve van de leefbaarheid in de kernen. Als fractie van LokaalBelang juichen wij dit toe. U noemt onder andere het opknappen en versterken van de centra Waalwijk, Sprang-Capelle en Waspik. In Waspik bent u daar prima in geslaagd. De heer Broeders en de bewoners zijn daar trots op hun mooie vernieuwde centrum, dat bijna gereed is. De heer Broeders denkt wellicht dat hij dat alleen heeft gerealiseerd, maar hij heeft daar steeds het college en de hele raad voor nodig … De voorzitter: Dit is geen tweegesprek en er is ook geen interruptie via de microfoon gedaan. Prima, geweldig, gaat u door. Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
19
De heer Van Baardwijk: Dat was Waspik. Ik denk dat men daar een mooi nieuw centrum krijgt. Ik kom er regelmatig als ik er met de buurtbus doorheen rijd. Een compliment aan Slagenland Wonen dat ze het zo mooi opknappen is ook op zijn plaats. In ons destijds prachtige maar nu gedateerde winkelcentrum De Els moet echter nodig iets gaan gebeuren. Wij begrijpen dat u daar als college druk mee bezig bent en wachten de bijeenkomst van 26 juni met belangstelling af. Het Raadhuisplein in Sprang-Capelle moet ook nodig aangepakt worden en verdraagt geen uitstel. Ook wilt u investeren in de leefbaarheid van de wijken. Een prima initiatief. Wij willen echter graag door u geïnformeerd worden over de maatregelen die u gaat treffen en de voorzieningen die u gaat treffen om die leefbaarheid in kernen en wijken te verbeteren. Naast de al daarvoor beschikbare middelen wilt u het fonds bovenwijkse voorzieningen daarvoor reserveren en daar kunnen wij mee instemmen. Voorzitter, wij kunnen begrijpen dat ook sport en cultuur niet aan bezuinigingen zijn ontkomen. Toch hopen we dat u met ons van mening bent dat amateursportverenigingen, andere verenigingen en cultuur belangrijk zijn voor een gezonde samenleving. Zij vormen in onze wijken en kernen het cement van onze samenleving. Daar hebben mensen onder andere hun sociale contacten. Kinderen sporten te weinig, zijn te dik. Dit hebben we vandaag al meer gehoord. Dit is een speerpunt van onder andere uw gezondheidsbeleid en daar kunnen sportverenigingen naast hun andere activiteiten op inspelen. Heel veel vrijwilligers zijn daar wekelijks actief en die moeten we koesteren. Het is soms moeilijk voor de verenigingen om de eindjes aan elkaar te knopen. Het is daarom dat we hier blijvend aandacht van u voor vragen. Het mag niet zo zijn dat verenigingen in hun voortbestaan bedreigd worden. Waar wij ons verder grote zorgen over maken, zijn de veranderingen op sociaal gebied. Decentralisatie lijkt een prima zaak, maar krijgen we ook voldoende geld om dit op een verantwoorde manier zelf uit te voeren? Nu de regering gevallen is, wordt het steeds moeilijker om beleid voor de komende jaren te ontwikkelen. Wat gaat nu wel door en wat niet? Wet werken naar vermogen, inkomenstoets, noem het allemaal maar op. Ook de besluiten in het Lenteakkoord kunnen na de verkiezingen weer compleet ongedaan gemaakt worden. Er is steeds meer onduidelijkheid. Wij vragen ons college om ons tijdig te informeren en ook met onze inwoners steeds helder te communiceren over de manier waarop de gemeente Waalwijk hier mee omgaat. Alle onzekerheden ten spijt, voorzitter, het moge duidelijk zijn dat wij als fractie van LokaalBelang vinden wij dat de echt zwakkeren in onze samenleving geholpen moeten blijven worden en dat zij niet door de ondergrens mogen zakken van wat in onze samenleving aanvaardbaar is. Dit moet hoe dan ook gewaarborgd blijven. De fractie van LokaalBelang kan zich vinden in de tarieven in de begroting 2013. Laten we ons uiterste best doen om in deze voor onze inwoners moeilijke tijden de gemeentelijke lasten zo laag mogelijk te houden. Dat was mijn eerste termijn, dank u wel. De heer Simon: Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik heb twee vragen, ik kondig ze vast aan. De eerste vraag: in uw betoog heeft u het over het verwerven van subsidiegelden van de provincie, het Rijk en uit Brussel. Hoe verder, hoe beter. Ik proef daaruit een enorme twijfel over de activiteiten die hier door het college en de medewerkers worden uitgevoerd als het gaat om het op de juiste manier omgaan met het verwerven van subsidiegelden. Wat is daar van waar en waarom maakt u die opmerkingen? Dat is de eerste vraag. De heer Van Baardwijk: Waarom ik die opmerking maak? Ik weet niet of u niet geluisterd hebt of dat ik het niet goed verteld heb. In elk geval zeg ik dat we het geweldige initiatieven vinden, te beginnen met het GOL. Dat heb ik uitgelegd. Ik vind dat die andeNotulen raadsvergadering 21 juni 2012
20
re zaken daar echt mee te maken hebben en dat er al veel verkeersdruk in Waalwijk is. Ik denk echter dat we het geld zelf niet in huis hebben. Dat baseer ik op de stukken die we van het college hebben ontvangen. Ik kan hier niet zeggen dat we zomaar 15 miljoen euro extra hebben. Ik vind dat we moeten gaan zoeken naar gelden. Voor het GOL is dat gedeeltelijk gelukt. Er moet echter nog meer geld bijkomen. We moeten dus naar het Rijk toe. We hebben van onze wethouder gisteren een prachtig filmpje gezien. Hij is daarmee op pad gegaan naar Den Haag. Ik vond het prachtig om te zien allemaal. Het Rijk en anderen moeten bijdragen. Wij kunnen het niet alleen. We hebben nu al moeite genoeg om onze begroting sluitend te houden. Ik bekritiseer het college op dit punt absoluut niet, maar ik vraag extra aandacht voor het punt. We kunnen ook naar buurgemeentes gaan om gelden te proberen te verwerven. De heer Simon: Het antwoord had gewoon ‘ja’ of ‘nee’ kunnen zijn. Ik vroeg niet of u uw betoog wilde herhalen. De heer Van Baardwijk: Ik geef graag duidelijk antwoord. U had het niet begrepen, dus ik dacht dat ik het nog een keer uit moest leggen. De heer Simon: Ook dat heb ik niet gezegd, meneer Van Baardwijk. Ik heb gewoon gezegd dat u twijfel uitte. Ik heb niet gezegd dat u het niet snapte. Ik ben regelmatig helder in mijn taalgebruik. Mijn tweede vraag: u komt met opmerkingen over de ontwikkelingen bij De Els en bij het winkelcentrum in Sprang-Capelle. U bent toch op de hoogte van de achtergronden hierbij? Leg het dan niet bij het college neer, maar bij de ondernemers. De heer Van Baardwijk: Leg alstublieft uw vraag precies uit. Wat vraagt u mij exact? De heer Simon: U kunt in uw betoog een beroep doen op het college om actiever te zijn in deze kwestie. We worden hier echter continu over bijgepraat. Het is heel duidelijk dat de ondernemers zowel in De Els als in Sprang-Capelle te maken hebben met verplaatsing. Wellicht komt dat door de huidige economische situatie. We kunnen toch niet verwachten dat het college supermarkten transporteert? Dat is helder en duidelijk. De heer Van Baardwijk: Fijn om van u te horen dat de oppositie het college verdedigt, meneer Simon. U zegt tegen het college: wat doet u het allemaal goed. Dat vind ik echt knap van u en daar ben ik heel tevreden mee. Ik ben ervan overtuigd dat het college hier druk mee bezig is, maar ik vind het te langzaam gaan. Het moet eerder, het moet sneller. Ik zeg tegen het college: ga nog meer op pad, ga nog meer vragen, probeer nog meer dingen open te trekken om het gerealiseerd te krijgen. Ik ben echter blij met uw geweldige instemming als oppositie. Dank u wel. De heer Broeders: Dank u wel, voorzitter. De heer Van Baardwijk heeft richting mij een opmerking gemaakt die ging over de vraag wiens verdienste bepaalde zaken waren. Ik zal ontkennen dat ik meen dat het alleen mijn verdienste was. Ik heb alleen gezegd dat een aantal zaken bij ons in het verkiezingsprogramma staan en dat ik er gelukkig mee ben als die uitgevoerd worden. Ik ben nog gelukkiger over het feit dat er een aantal zaken in Waspik wordt uitgevoerd en nog uitgevoerd gaat worden. In volgende raadsvergaderingen komt er nog een aantal zaken aan de orde. Ik ben blij dat het net allemaal voor de economische crisis besloten is, want ik denk dat veel andere zaken op de plank zullen blijven liggen. Dit is vooral ook de verdienste van het feit dat wij uit Waspik behoorlijk zijn oververtegenwoordigd in deze gemeenteraad. Ik denk dat het zijn vruchten af begint te werpen. Gelach. De voorzitter: De vraag voor u, meneer Van Baardwijk, is of u het eens bent met de heer Broeders. Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
21
De heer Van Baardwijk: Ik had het niet van de heer Broeders verwacht. Ik vind het altijd een open en eerlijk iemand die op zijn Waspiks alles te berde brengt. Nou beticht hij zichzelf een beetje van achterkamertjespolitiek. Ik begrijp dat hij overal Waspikse mensen ronselt, ook bij andere partijen, om zijn zaken voor elkaar gebokst te krijgen. Zo kan het op mij overkomen. Ik vond uw bijdrage leuk, u heeft dat goed gedaan. U was toch wel een beetje trots op Waspik, zo heb ik dat in elk geval ervaren. Ik zal uw bijdrage er nog op nalezen, als ik de tekst eenmaal in handen heb. U vergeet daarbij bijvoorbeeld toch wel een beetje onze partij. Voortschrijdend inzicht. Achteraf zijn we erachter gekomen dat uw ideeën beter waren dan onze ideeën. Ik denk dat we dat allemaal in het duale moeten gaan doen … De voorzitter: Nee, nee, nee. Nu u zo aan de gang bent en de heer Simon begonnen is, sta ik hierover een korte discussie toe. Ik geef het woord aan de heer Broeders. De heer Broeders: Meneer de voorzitter. Ik heb het met nadruk over voortschrijdend inzicht gehad, omdat ik heb gemerkt dat een aantal voorstellen van ons, en zelfs een motie die ik enkele jaren geleden heb ingediend, gewoon zijn uitgevoerd. Ik wil dat met voorbeelden illustreren, maar dan gaat het te lang duren. De motie is niet aangenomen, maar de intentie van de motie is gewoon uitgevoerd. Daar ben ik erg trots op. Dat zeg ik dan tegen onze inwoners: ik heb een motie ingediend en die is niet uitgevoerd, maar het voorstel was van dien aard dat het toch gevolgd wordt door het college. Dan zeg ik: luister naar Werknemersbelang, dat zijn mensen van de praktijk, het zijn mensen met levenservaring en met raadservaring. De voorzitter: En de vraag van de heer Broeders is, meneer Van Baardwijk, of u het daarmee eens bent. De heer Broeders: Voorzitter, ik hoef hem niet te vragen of hij het hiermee eens is. Ik wil dit alleen maar even meegeven. De heer Van Baardwijk: Bijzonder dat u deze opmerking maakt. Regelmatig spreken we elkaar in de wandelgangen. Dan zegt u: ach, het heeft toch allemaal geen zin, we kunnen wel roepen … Achteraf hoor ik nu van u dat het best zin heeft dat u hier steeds staat, want er gebeurt wel iets. Dank u wel. De voorzitter: Ik ga naar de bijdrage van de fractie van GroenLinksaf en daarna naar de fractie van de SGP. De heer Den Braven: Geachte voorzitter, collega’s van de raad en andere aanwezigen, voor ons ligt de kadernota 2012. Een nota met wat ingebouwde zekerheidjes en onzekerheidjes. Deze kadernota maakt het ons moeilijk om er veel over te zeggen. Inhoudelijk wijkt hij weinig af van eerder door het college aangedragen kadernota’s. De blanco pagina’s zijn gebleven, maar verder staat er nog minder in dan voorgaande jaren. Bestendiging van beleid. Geld voor nieuw beleid is er niet, al wordt er wel gesproken over zaken die we in de toekomst willen doen, maar waarvan we op dit moment geen idee hebben hoe ze betaald moeten gaan worden. Er is onzekerheid over de bijdrage van het Rijk. De junicirculaire moest daar duidelijkheid over bieden. Op 13 juni is die circulaire uitgekomen en het is jammer dat er niet voor deze vergadering duidelijkheid was over het negatieve effect ervan op onze begroting. Het is wel mooi om te horen dat er in eerste instantie een positief effect van uitgaat. In deze kadernota is een prominente plaats ingeruimd voor een aantal belangrijke investeringen. Het GOL, de sluis en de haven, het Leerpunt. Mooie plannen, noodzakelijk voor de positie van Waalwijk in de toekomst. De opmerking over mogelijk toekomstige finanNotulen raadsvergadering 21 juni 2012
22
cieringsbronnen en de 10 miljoen euro subsidie van de provincie die waarschijnlijk 20 miljoen euro zal worden, zien er mooi uit. Er blijft echter nog steeds een gat te zien. Een kleine 11 miljoen euro die nog niet is gedekt voor 2015, levert de dan zittende coalitie alvast een aardig probleempje op. De jaarlijkse verhoging van de ozb van 2% voor grote infrastructurele werken zal daar niet echt een gat in schieten, lijkt ons. Het feit dat er nog geen definitieve beslissing is genomen over wat er gaat gebeuren met de sluis en de haven maakt de zaak er ook niet zekerder op. Ook het Leerpunt, budgetneutraal te realiseren maar onlangs in de krant bekritiseerd, is nog geen gelopen koers, alhoewel er al wel 1.375.000 euro van het nooit gerealiseerde CHAP overgeheveld gaat worden naar het nog onduidelijke Leerpunt. Kortom, onzekerheid alom, maar wel prijzige onzekerheid. Alle lof voor de mooie plannen overigens. Hetzelfde kan helaas niet gezegd worden over de kortingen op de subsidies. Het deed ons deugd in de krant te lezen dat het college zich realiseert dat de bodem voor een aantal instellingen nu wel in zicht komt. De jaarlijks terugkerende insprekers tijdens de inspraakavond voor de kadernota laten ook zien dat de klappen hier hard aankomen. Opvallend was dat er dit jaar wat minder insprekers waren dan de vorige jaren. Zou dat een teken van toegenomen kapitaalkracht zijn, of zou het komen door het idee dat er toch niets te halen valt bij ons? Wij zien ernstige problemen ontstaan door deze jaarlijks terugkerende koppensnellerij en we zouden graag zien dat afgezien wordt van alle kortingen onder de 1000 euro. Dat is een arbitrair bedrag, maar ook een gebaar aan alle instellingen met een kleine subsidie, die de korting van 10% onevenredig hard voelen. Wij willen hier een motie over indienen. Als er dan een subsidiewens van de raad gehonoreerd wordt, gebeurt dat op een dergelijke manier dat de betrokken instelling niet echt uit de voeten kan met de constructie. Ik refereer hier aan VluchtelingenWerk, dat na ingrijpen van de raad genoeg subsidie krijgt om de kosten te betalen en vervolgens geconfronteerd wordt met een systematiek die dat wel eens onmogelijk zou kunnen maken. Niet chic en niet nodig. In dit kader bezien is het ook van de zotten dat er al jaren een gereserveerd bedrag van 650.000 euro op de begroting staat voor kleedkamers voor de hockeyclub. Een onnutte investering met als enig lichtpuntje dat het een investering is die niet snel zijn waarde zal verliezen. Gebruikt worden die kleedkamers niet vaak, slijtage zal dan ook niet optreden. Na de investering van 200.000 die voorzien is, blijft 450.000 euro staan. Kunnen we die echt niet beter besteden? Zijn wij verplicht het geld hieraan uit te geven? Er zijn ons inziens wel belangrijkere zaken die geld nodig hebben. Opvallend is dat er wel geld beschikbaar is voor een maatschappelijk project van RKC, waar de gemeente zich voor 48.000 euro aan committeert. Opvallend, aangezien dit project weinig doet dat niet al door anderen gedaan werd, en waarop bezuinigd is. Onzin, en hiermee laat de gemeente de verdenking op zich de bvo RKC weer te steunen op een moment dat anderen moeten horen dat er geen geld is. Met deze 48.000 euro zouden we een groot deel van de kortingen op kleine subsidies kunnen verzachten. We zouden er de reparatie van de Julianafontein voor de helft mee kunnen betalen, ik noem maar wat. Het is toch wat als je de burgers continu moet wijzen op het gebrek aan middelen om echt iets extra’s te doen en het geld dan op zo’n onduidelijke manier wel uitgeeft. Leg dat maar eens uit aan de Waalwijkers, ons is het nog niet gelukt. Intergemeentelijke samenwerking is een speerpunt voor de komende jaren. Begrijpelijk, als we iets willen zullen we samen moeten werken. Samen staan we sterk, een credo dat ons al jaren politiek motiveert. We hebben als raad afgesproken dat we gaan zoeken naar samenwerking, dat we gaan kijken waar dat kan en hoe we dat dan zouden moeten inrichten. Tijdens het gesprek met de adviescommissie Krachtig Bestuur Brabant sprak mijn collega van de VVD in dit verband over verrommeling. Er zijn te veel samenwerkingsverbanden waardoor het onduidelijk wordt wat nou waar door wie waarom en voor Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
23
hoeveel geld gedaan wordt. Dat is ook volgens ons een situatie die we moeten vermijden. Wij zijn dan ook bezig met het voorbereiden van schriftelijke vragen om dit alles nu eens precies in beeld te krijgen. Wat doen we nu precies met wie, wat kost het, wat levert het op? Dat het iets kost is duidelijk. In de nota staat een passage over samenwerking, met daarin opmerkingen over Midpoint Brabant en de eventuele financiële vraag van deze instelling. Laten we nu net de begroting van Hart van Brabant langs hebben zien komen met daarin een bijdrage voor Midpoint van 1 euro per inwoner. 46.000 euro dus, per jaar verhoogd met 1 euro extra, jaarlijks oplopend met 46.000 euro dus. Is nu de genoemde financiële vraag bovenop dat bedrag of is dit de bijdrage waarover in de kadernota gesproken wordt? Hoe gaan we om met de democratische controle op de samenwerkingsverbanden? Een probleem waar we echt met elkaar over moeten praten. Het mag nooit gebeuren dat een groot deel van de dingen die in de samenwerkende organisaties worden gedaan, zich afspelen buiten ons blikveld. Ook de besteding van bedragen die overblijven in gemeenschappelijke regelingen dient dan besproken te worden. Ik noem hier bijvoorbeeld geld dat overbleef in het potje dat we kregen om de woningbouw te stimuleren en dat nu naar Hart van Brabant gaat, ondanks een oproep van betrokken wethouders dat te blijven gebruiken voor die stimulering. Niet meer nodig blijkbaar, en niet iets waar wij echt invloed op hebben. Ik noem het geld van de brandweer dat overblijft en waar ze allerlei leuke plannetjes voor hebben. De besteding van dat soort gelden hoort door ons bekeken te worden. Me dunkt dat we nog wel wat gaten en gaatjes te vullen hebben. Wat dit onderwerp betreft sluiten we ons dan ook aan bij de motie over de reservevorming bij de gemeenschappelijke regelingen. En dan, daar komt hij weer, reserves en de vulling ervan. We hebben onlangs een voorstel van D66 langs zien komen waarin voorgesteld werd geld voor voorbereidingskredieten dat niet gebruikt wordt niet tot in het oneindige vast te houden. Parallel daaraan is het ook niet echt zinvol om geld te reserveren voor zaken die nog niet voorzien zijn. In de begroting lazen we weer dat we een parkeerbedrijf gaan beginnen en dat we moeten reserveren voor de parkeervoorziening die er gaat komen. Onzin, en het was al onzin toen het geschreven werd. Onlangs nog, ongeveer anderhalve maand geleden, vroeg ik de wethouder of er al zicht was op de bouw van een parkeervoorziening. Het antwoord was ontkennend. Dat betekent dat we aan het reserveren zijn voor iets waarvan we niet weten of het er komt, wanneer het er komt, en wat het gaat kosten. Fantastisch, en volgens een coalitielid twee jaar geleden een moedige beslissing; neem financiële mogelijkheden weg op een moment dat we het geld harder nodig hebben dan ooit deze eeuw, en doe er vervolgens niets mee. Moedig zou het zijn om nu toe te geven dat deze reservering op dit moment niet echt noodzakelijk is en om te bekijken hoeveel voeding er nu werkelijk aan deze reserve gegeven moet worden. Daarmee speel je middelen vrij die je elders in kunt zetten, en God weet dat we de komende jaren geld nodig zullen hebben, er komt nog het een en ander op ons af. Ons voorstel is om de voeding van deze reserve nog twee jaar op het huidige niveau in stand te houden en daarna het geld weer beschikbaar te stellen voor de begroting. Overigens herhaal ik voor de tiende keer dat dit volkomen legitiem is. Het lijkt hier in Waalwijk soms wel alsof dat stiekem gebeurt, alsof dat eigenlijk niet mag. Parkeerbelasting is een algemene belasting die we naar eigen inzicht mogen besteden. Het blijft voor ons onbegrijpelijk dat wij als raad weigeren daar gebruik van te maken, en dat telkens als wij hierover beginnen er vriendelijk naar ons gelachen wordt. Wij vinden het minder amusant er telkens weer op te moeten wijzen dat we als raad een voor de hand liggende financieringsbron onbenut laten. Ook hiervoor willen we een motie indienen. Afsluitend rest ons met het college te constateren dat pas bij de begrotingsbehandeling na de zomer echt duidelijk wordt hoe we er voor staan. Er komen weer nieuwe verkiezingen aan in september, en wie weet wat voor onheil er dan weer over ons uitgestrooid Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
24
wordt. Wat wel duidelijk is, is dat er voorlopig geen grote verbetering in de financiële situatie te verwachten is, en dat we de eerste jaren niet echt veel leuks en nieuws kunnen doen. Wij zijn benieuwd of dat bij de raadsverkiezingen in 2014 ook zal leiden tot het niet doen van beloftes die niet nagekomen kunnen worden, we zullen zien. Tot zover mijn eerste instantie. Motie Onderwerp:
Aanvullende bezuinigingen op subsidies vanaf 2013
De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 21 juni 2012 Gehoord de beraadslaging, Overwegende dat: - het college na een forse bezuinigingsoperatie op de subsidiestaat voorstelt voor 2013 een aanvullende bezuiniging op te leggen bij een aantal organisaties; - duidelijk is geworden dat voor een aantal instellingen een verdere bezuiniging volgens de kaasschaafmethode tot grote continuïteitsproblemen leidt; - deze kaasschaafmethode met name negatief werkt voor subsidies lager dan 10.000 euro, omdat uitvoering van de activiteiten van betreffende organisaties zwaar onder druk komt te staan en hiermee het bestaansrecht in het geding komt; - deze subsidies onder de 10.000 euro relatief weinig financieel beslag leggen op de totale subsidieruimte; Draag het college op - de voorgestelde aanvullende bezuinigingen op subsidies lager dan 10.000 euro achterwege te laten; En gaat over tot de orde van de dag. De motie is ondertekend door de fractie van GroenLinksaf. Motie Onderwerp:
Parkeerfonds
De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 21 juni 2012 Gehoord de beraadslaging, Overwegende dat: - in de parkeertarieven een bedrag is opgenomen voor het reserveren voor parkeervoorzieningen, zoals parkeergarages in het centrum; - het nog niet duidelijk is of en wanneer deze voorzieningen zullen worden gerealiseerd; - jaarlijks hiermee ongeveer 275.000 euro aan kapitaallasten ten laste van de begroting komt door storting van de parkeeropbrengsten in de reserve bebouwd parkeren; - dat toevoeging aan de reserve bebouwd parkeren extra beslag legt op de begroting, zonder dat duidelijk is wanneer deze voorzieningen worden gerealiseerd. Spreekt uit dat
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
25
-
de voeding van de reserve bebouwd parkeren voor de jaren 2013 en 2014 ongewijzigd blijft; vanaf 2015 de jaarlijkse storting van de parkeeropbrengsten in de reserve bebouwd parkeren stopt en dat deze opbrengsten worden toegevoegd aan de algemene reserve;
En gaat over tot de orde van de dag. De motie is ondertekend door de fractie van GroenLinksaf. De motie wordt ook ondertekend door de fractie van de Partij van de Arbeid, maar dat moet nog even geregeld worden. De heer Van Baardwijk, ga uw gang. De heer Van Baardwijk: Dank u wel, voorzitter. Een heel kort vraagje. Heeft de heer Den Braven bij de eerste motie een idee over het totale bedrag waarover we praten? De heer Den Braven: Uit mijn hoofd? Nee. De voorzitter: Akkoord. Dank u wel. Dan ga ik over naar de volgende fractie. De fractie van de SGP en daarna de fractie van D66. De heer Tiemstra: Voorzitter, geëerd college, meneer Den Braven, leden van de raad en overige aanwezigen. Het is een bijzonder moment om de algemene beschouwingen te mogen houden met de thans voorliggende kadernota 2013 en het voorjaarsbericht 2012. Misschien is het bijzonder om hier even naar te luisteren. Als iedereen de iPad weg wil leggen, dan moet dat lukken. Kaders worden gesteld. Voor onze fractie gelden bij alle politieke en dagelijkse bezigheden daarboven de kaders zoals deze, met eerbied gezegd, staan verwoord in de Kadernota, met een hoofdletter. De Bijbel, het Woord van God, dat zich uitspreekt over alle terreinen van het leven, met wijsheid en goddelijk gezag. Vanmiddag en vanavond gaat de raad van Waalwijk de kaders stellen voor de begroting 2013. De raad is immers het hoogste orgaan binnen de gemeente. Laten we echter ook nuchter onder ogen zien dat de thans voorliggende kadernota een product is vanuit de ambtelijke organisatie, onder toeziend oog van het college. Vorig jaar hebben wij als raad twee uur lang gedebatteerd en gesteggeld over ondersteuning van VluchtelingenWerk. Twee uur lang steggelen over een bedrag van ongeveer 8500 euro, terwijl de kadernota en de begroting in feite vrijwel ongewijzigd konden worden vastgesteld. Zijn wij dan als raad chauffeur of bijrijder ? Hoe belangrijk zijn wij dus als raad, ofwel, hoe sterk is de greep van college en coalitie op het hoogste orgaan binnen de gemeente Waalwijk? Nu we het onderwerp VluchtelingenWerk toch even aanstippen, mag ik de portefeuillehouder uitnodigen om ons straks even bij te praten over de stand van zaken per vandaag en hoe u de toekomst van VluchtelingenWerk ziet? De brief van VluchtelingenWerk aan ons gericht, van 5 juni jl., geeft ons op dit gebied nou niet direct het zwitserlevengevoel, om het zo maar te zeggen. Er is onzekerheid over het voortbestaan van deze stichting. De stichting is verhuisd naar een nieuwe locatie, in overleg met de gemeente, terwijl diezelfde gemeente een uitnodiging voor een vrij cruciale hoorzitting nog naar het oude adres stuurt, waarna een en ander natuurlijk misgaat. Over betrokkenheid gesproken. Wanneer VluchtelingenWerk ons aan het hart gaat, en waarom zou dat niet zo zijn, en met welk recht zouden wij deze verantwoordelijkheid afleggen, dan ligt het in de rede om hierover een verstandig besluit te nemen. En dan verwijs ik kortheidshalve naar de motie van de PvdA.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
26
Als we de woorden ‘subsidie’ en ‘begroting’ in de mond nemen, sta ons dan toe te melden dat raadsinformatiebrief 34 betreffende aanvullende bezuinigingen van 7 juni jl. wat ons betreft wat laat komt. Wij hadden deze brief graag ruim voor de inspreekavond gehad, dat zult u begrijpen, maar mogelijk had u er goede redenen voor om ons deze informatie wat later aan te reiken. Misschien wilt u daar straks nog iets over zeggen? Als we spreken over deze inspreekavond op donderdag 7 juni jl., dan staan ons nog een paar zaken voor de geest. De heer Van Boxtel, voorzitter van Cornu Copiae Waalwijk, gaf op indrukwekkende wijze gestalte en volume aan zijn onvrede over de behandeling van zijn subsidieaanvraag. Dat moest ook wel, want bij de raad vond hij geen gehoor op eerder verzonden e-mails. Onze fractie krijgt er ook tientallen per maand en eerlijkheidshalve komen wij er niet toe deze allen de verschuldigde aandacht te geven. Vergeeft u het ons, wanneer wij mogelijk niet altijd de juiste keuzes maken. Ik denk dat het verdedigbaar is, maar er zijn onder ons ook getalsmatig grote fracties die hier best wat attenter op mogen zijn. Het college, met achter zich een stevige ambtelijke organisatie, bereikt met het naast zich neerleggen van een advies van de commissie Bezwaarschriften een ingebrekestelling en de ontstemming, niet muzikaal bedoeld, van het bestuur van Cornu Copiae. Een interessante gang van zaken, en wij verzoeken u dan ook om ons op de hoogte te houden van de verdere ontwikkelingen. De betogen van mevrouw Hilgers, namens de vrijwilligers van het gemeentearchief, en de heer Baaten, namens de heemkundekringen, sloten aardig op elkaar aan. Beiden brachten het belang en de waarde van het behoud en de toegankelijkheid van het historisch en cultureel erfgoed van Waalwijk onder onze aandacht. Het is niet zo dat hierover nog nooit is nagedacht. Immers, in het coalitieakkoord, spoorboekje voor alle politiek handelen en nalaten gedurende deze bestuursperiode, wordt gemeld dat het archief regionaal moet worden ondergebracht en dat er een bescheiden studiezaal en een basale raadpleegfunctie gevormd moet worden in het te ontwikkelen CHAP. Wij hebben begrepen dat het CHAP er in de oorspronkelijk bedoelde vorm echter niet komt. Of moeten we de letters CHAP gaan zetten voor Centrale Huisvesting Archief Project? Zowel de Heemkundekring als de vrijwilligers konden bij de wethouder op de thee komen om te praten, of liever gezegd, te luisteren, naar de plannen met betrekking tot centrale huisvesting en de digitalisering van het gemeentearchief. Dit ondersteund door een presentatie en een koele verwijzing naar het coalitieakkoord, dat op dit punt, zie onderaan bladzijde 16, achterhaald is en eigenlijk al kan worden gearchiveerd. Dit klinkt als een gesprek met het opbouwend karakter van een pensioenfonds. Voor de SGP is het belangrijk dat het historisch en cultureel erfgoed voor burger en instelling in Waalwijk toegankelijk is en blijft. Wij zijn daarbij niet tegen een digitalisering. Ook in andere gemeentes zien wij digitale studiezalen ontstaan. Dat neemt niet weg dat er een publiekstoegankelijke studiezaal in onze gemeente moet blijven, voor hen die fysiek archiefonderzoek willen of moeten doen, met een duidelijk aanspreekpunt voor goede verwijzing en terinzagelegging van de gevraagde stukken. Waarom wordt hiervoor niet eens gekeken naar het voormalig gemeentehuis in Sprang-Capelle? Een perfecte locatie, centraal gelegen in onze gemeente, uitstekend toegankelijk en er zijn geen problemen met parkeren. Bovendien zijn er prima winkels aan het plein voor uw dagelijkse boodschappen. De komende ontwikkelingen zullen wij met grote belangstelling volgen. Gesproken over Sprang-Capelle; Als we denken aan het centrum van Sprang-Capelle, dan denken we aan wethouder Van Dongen. In maart hadden wij een besloten informatieavond, waarbij enkele ontwikkelingen ons vertrouwelijk werden geschilderd. Het Raadhuisplein wil haast met het renovatieplan. Redelijk indringend bevroegen wij de portefeuillehouder hierover op 26 april jl.. Redelijk concreet was zijn toezegging dat de raad voor de zomer zal worden geïnformeerd over de stand van zaken en omtrent de posities van Sligro en Casade, waarbij laatstgenoemde het momenteel overigens niet zo makkelijk heeft. Wethouder, de meteorologische zomer is op 1 juni begonnen en de astronomiNotulen raadsvergadering 21 juni 2012
27
sche zomer vanochtend om 11.09 uur. Misschien hebt u bedoeld de administratieve zomer, of de politieke zomer, die mag van ons dan beginnen bij gezondheid volgende week vrijdag. Wij willen u beleefd verzoeken uw raad uiterlijk volgende week een raadsinformatiebrief te doen toekomen, met vermelding van de stand van zaken, de financiële consequenties en het tijdspad naar de toekomst en wat er onderweg gebeurt. Ik neem aan, dat u ook wilt toezeggen dat u in deze contact zult houden met de betrokken lokale ondernemers en winkeliers. Met voorgaand onderwerp raken we de rand van een ander thema, het Centrum van Waalwijk. De renovatie van De Els is een zaak van de ondernemers van Waalwijk, zo betoogde wethouder Heuverling vorige week. Terwijl het college van Waalwijk toch aangeeft dat het centrum van Waalwijk een kwalitatieve impuls behoeft, in antwoord op schriftelijke vragen van onze fractie naar aanleiding van het onderwerp ‘malaise in de winkelstraten’. Wie gaat daar dan voor zorgen, of gaan we als ondernemers en gemeente op elkaar wachten? En wat willen we bieden? Recreatief winkelen, boodschappen doen, doelgericht aankopen of vergelijkend winkelen? Hoe het ook zij, stel de klant centraal. Luister naar zijn of haar wensen. Denk niet vanuit grootstedelijke ambities, maar denk na over haalbare programma’s. Ik denk dat dit aansluit op geluiden die eerder vanachter deze microfoon zijn geuit. In Loon op Zand zijn de inwoners zich onlangs helemaal wild geschrokken. Er is hier vanuit het college een discussie over betaald parkeren op gang gekomen. Vanochtend lazen we in de krant dat deze discussie alweer is gesloten vanuit de Loonse raad. De ondernemers zien gratis parkeren als sterk punt en geven aan dat het winkelend publiek niet zit te wachten op parkeerautomaten. Deze discussie komt ons bekend voor. Zou dit ook niet gelden voor het winkelend publiek in Waalwijk? Vergeet ontspannen winkelen, als je weet dat je parkeermeter bijna afloopt en de naheffing parkeerbelasting, ook wel ‘bon’ genoemd, dreigt. Er ligt een voorstel om voor een klein vermogen parkeerautomaten op te knappen. Eerder vroegen wij om een onderzoek naar de mogelijkheid van achteraf betalen bij parkeren. Dat betekent een rechtvaardig parkeerbedrag voor iedereen, bij vooruit betalen betaal je altijd te veel, en geen hartkloppingen meer als je bij C&A in de rij staat op zaterdagmiddag, vanwege het dreigend verlopen van je parkeertijd. Een andere optie is deze: wat zou het betekenen, wanneer in Waalwijk het systeem van onbetaald parkeren zou terugkeren, met de parkeerschijf voor een parkeertijd van twee uur? Is er bij de ondernemers dan draagvlak, om een deel van de gederfde inkomsten voor de gemeente Waalwijk op te brengen vanwege toenemende bezoekersaantallen aan het winkelcentrum? Wat zouden de verkeerseffecten zijn? Is het ons wat waard, om hier eens over na te denken? Misschien iets voor straks, in onze tweede termijn. Nog een interessante kwestie: de intergemeentelijke samenwerking met onder andere Loon op Zand. We lezen dat het aanvankelijke elan aan het temperen is, hoewel ons nog een rapport van Berenschot te wachten staat. Samenwerken betekent inleveren van een stukje autonomie. Het vraagt duidelijke en concrete doelen en stappen en ook het onderkennen en accepteren van cultuurverschillen. De SGP sluit de ogen niet voor de wenselijkheid van samenwerking wanneer dit leidt tot kwaliteitsvoordelen en efficiencyvoordelen. Fuseren met buurgemeentes is voor ons echter enkele bruggen te ver. De toekomst op dit gebied is echter een onbetreden pad en deze toekomst is van vele factoren afhankelijk. In dit krachtenveld spelen ook provinciale en landelijke ontwikkelingen een rol van betekenis. En hoe ziet het politieke landschap er straks uit na 12 september, bij leven en welzijn? Geen mens die het weet. Wel zien wij, en wij zeggen het met dankbaarheid, dat de kiescommissies van de landelijke partijen bij het opstellen van de kandidatenlijsten voor de Tweede Kamerverkiezingen ons college van B en W hebben gespaard en ontzien. We kunnen in Waalwijk dus gewoon door. Hoe het college van Waalwijk doorgaat, hebben we kunnen lezen in raadsinformatiebrief 28, verwijzende naar de tussentijdse rapportage over het coalitieprogramma 2010-2014. Het college concludeert zelf dat hij redeNotulen raadsvergadering 21 juni 2012
28
lijk op koers ligt. Om een en ander ook als raad goed te kunnen beoordelen zou onze fractie er geen probleem mee hebben dat we deze tussentijdse rapportage een keer integraal in de raad behandelen. We horen straks wel of hier draagvlak voor is. Voorzitter, begin juni kleurde Nederland oranje. Het zal niet zozeer met een opstormende adhesie voor ons geliefd koningshuis te maken hebben gehad, maar veel meer met de verwachte verrichtingen van het Nederlands voetbalelftal. Inmiddels kennen we de afloop. Op papier worden wedstrijden beslist en beoordeeld, maar de echte wedstrijden worden echter op gras gespeeld en niet op papier. U begrijpt wel wat wij bedoelen. Laten we ons daarom ook bewust zijn van de praktische uitwerkingen van wat we vanavond besluiten, en de gevolgen hiervan voor alle groepen binnen onze samenleving. Voorzitter wij gaan onze beschouwingen afronden. We bedanken het college, het ambtelijk apparaat en in het bijzonder de griffie voor de werkzaamheden en de goede samenwerking in het afgelopen jaar. Het college zullen wij onafhankelijk en welwillend tegemoet blijven treden, steunend waar kan en kritisch waar nodig. Van harte wensen wij u allen Gods onmisbare zegen toe. God zij met ons. Het staat op de rand van de euro, wij worden er zo elke dag aan herinnerd wanneer wij er oog voor krijgen. Het is onze wens en onze bede, dat u bij Hem de kracht en wijsheid zult zoeken en ontvangen om deze bijzondere gemeente te besturen. Tot zover mijn eerste termijn. Dank u wel. De voorzitter: Ik geef het woord aan de fractie van D66, de heer Den Hollander. De heer Den Hollander: Dank u wel, voorzitter. Hekkensluiter, en dan ben ik maar liever de echte hekkensluiter. Ik moest even bedenken of we nou de hele tijd met de iPad hebben zitten spelen, of dat velen laatsten de eersten zullen zijn. We hopen maar op het laatste. Er is een aantal zaken gesteld. We zullen proberen er een beetje kort doorheen te vliegen, alhoewel. Eerst maar even de zaken die ons om de oren vliegen de laatste dagen. Niet alleen de miljoenendans in deze kaderstelling, maar ook een informatiebrief met nieuwe bezuinigingen op subsidies en een voorjaarsbericht met een min van 1,3 miljoen euro, te verwerken in de begroting. Er is een junicirculaire die net is binnengekomen en waarover wethouder Van Groos net nog even iets uitgelegd heeft. We zullen daarop terugkomen. De junicirculaire kondigt ook het schatkistbankieren aan. Dat zal voor ons waarschijnlijk niet erg gunstig zijn. Dan nog het schrijven van een raadsinformatiebrief waarin de wethouder duidelijk aangeeft dat een aantal subsidies komt te vervallen. Vervolgens een bijlage met Wmo-bezuinigingen, met twee bijlagen. Een tegenvaller van 450.000 euro en extra maatregelen. En passant lezen we in de krant dan nog dat 44 con bericht dat MAB heeft getekend voor het Leerpunt Waalwijk, althans voor de intentieverklaring. Het is heel wat op een rijtje, en allemaal op het laatste moment. Het is op zijn minst lastig om zo de staat van Waalwijk op te maken. Dat is jammer, net bij de kaderstelling. Wel duidelijk is dat we de bodem van de schatkist in zicht hebben en dat we voor grote taken staan. Onzekerheden alom. Gisteravond hebben we het nog gehad over de gebiedsontsluiting Oostelijke Langstraat, met nog 8 miljoen euro aan ongedekte investeringen. We hebben de haven waarvoor geld nodig is, willen we de logistieke boot niet missen. Centrumontwikkelingen in Waalwijk en Sprang-Capelle zijn dringend noodzakelijk. De heer Tiemstra haalde mij het grapje voor de neus weg, maar de zomer is astronomisch gezien inderdaad vannacht om 1.09 uur begonnen, dat heb ik op Wikipedia gelezen. Voor de zomer zouden we helderheid verkrijgen over de toekomst van SprangCapelle. De wethouder heeft dus niet veel tijd meer, dat wil ik graag vastgesteld zien. Voor middernacht kan het nog, meneer Tiemstra.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
29
Enzovoorts. Onder deze omstandigheden beginnen we met het goede nieuws. De grondexploitatiereserve op het verplichte minimum. Het weerstandsvermogen van de gemeente vooralsnog in orde, chapeau. De algemene reserve in stand gehouden, al is de vraag wat het voorjaarsbericht precies doet. De begroting redelijk op orde, geen uitschieters voor deze bestuursperiode. En toch nog nieuw beleid op komst: Leerpunt Waalwijk, een containerhaven, infrastructuur. Wij dachten vanmorgen nog dat ook de junicirculaire erg zou meevallen en we hebben dat bevestigd gekregen. Er is ook slecht nieuws. Daar hoeven we niet zoveel over te zeggen, want we zijn met zijn allen al murw geslagen door alle crisisberichten. Het voorjaarsbericht is ook niet heel super met een extra te dekken post van 1,3 miljoen euro. Ik noemde het schatkistbankieren al. We willen graag weten wat dat voor Waalwijk gaat betekenen. We willen sowieso graag weten wat de junicirculaire voor ons gaat betekenen. We hebben het gevoel dat de circulaire er al een week ligt en dat er vandaag, of eerder dan vandaag, meer over gezegd had kunnen worden. We worden verplicht tot schatkistbankieren. Wat betekent dat voor ons? Er is opgemerkt dat de marktconforme renteval voor Waalwijk zal worden toegekend. De overschotten in Waalwijk moeten dan in de schatkist; die tellen mee voor het begrotingstekort. De rente die wij krijgen is dezelfde die Nederland betaalt. Nederland betaalt momenteel heel weinig rente op de kapitaalmarkt. We kunnen het dus niet afwegen tegen het alternatief, waarbij we ons eigen geld beleggen. Er valt weinig eer aan te behalen om met gloedvolle voorstellen voor nieuw beleid te komen. Dat zullen we dus ook niet doen. Alternatieve dekking is immers nauwelijks te vinden. We zullen ons dan ook op de processen concentreren, meer dan op de financiële posten. Ten eerste lijken de begrotingen voor 2013 en 2014 redelijk dekkend. De jaren 2015 en 2016 vertonen opeens grotere gaten. We zullen niemand hier betichten van het doorschuiven van tekorten, al hadden we graag geweten wat de junicirculaire hierin betekent voor de volgende jaren. Wellicht dat de heer Van Groos daar later nog op terugkomt, want hij kondigde iets dergelijks aan. Verder gaat het over de bijdragen uit het gemeentefonds als grote onzekere factor. We begrijpen ook dat de kosten van de komende grote transities zeer onzeker zijn. Toch willen we graag met u een poging doen om meer inzicht en minder onzekerheid te verkrijgen. Eerder vroegen wij u om een openbaar subsidieregister. Dat is er inmiddels, met dank voor de service. Nu vragen wij u om voortaan in een permanente quick scan al die subsidies tegen het licht te houden. Voldoen ze nog aan het doel? Zijn ze efficiënt? Zijn er andere opties? Wat is de eigen bijdrage? U doet dit al, maar wij denken dat het grondiger en algemener kan. Uitgaande van de eigen kracht van mensen, dat is voor ons belangrijk. Een dergelijke permanente quick scan bevelen we aan voor de overige uitgaven en inkomsten. Bijvoorbeeld: ons Integraal Uitvoeringsprogramma voor wegen en infrastructuur, onze uitgaven voor een perfect riool en voor elke weg met glad asfalt. Het zou wellicht een tandje minder kunnen en dat zou ruimte opleveren. Ons streven om bij bijna elke school een sporthal te plaatsen, waarvan de exploitatie waarschijnlijk tekorten oplevert, kan wellicht ook een versnelling lager. Sowieso kunnen onze grote uitgaven voor de sportbeoefening wellicht omlaag. We zijn het met LokaalBelang eens dat sport en gezondheid een groot doel zijn dat het streven waard is. Wij zeggen er echter meteen bij: daar zijn mensen zelf als eerste verantwoordelijk voor. De vraag is hoeveel gemeenschappelijke kosten daarmee redelijkerwijs gepaard gaan en of de sportbeoefenaren in alle gevallen van overheidswege ondersteund moeten worden. Wellicht kunnen we daar de komende jaren kritischer in zijn als het om accommodaties en bijdragen gaat, want daarbij gaat het om gemeentelijke investeringen. Door zo permanent te scannen wat we uitgeven en waarom en waaraan, ontstaat scherper inzicht. Het geeft een betere argumentatie om subsidies en uitgaven toe te kennen of te doen, of te laten of te temporiseren.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
30
Aan de inkomstenkant geldt iets soortgelijks in de vorm van quick scans naar alternatieven. Gewenst wonen mogelijk maken in Driessen bijvoorbeeld, in plaats van de architectonische eenheidsworst. Gewenst ondernemen mogelijk maken bij de renovatie van bedrijfsterreinen in samenspraak met degenen die dat zouden moeten en kunnen en wellicht ook willen. Een bredere toepassing van erfpachtregelingen met clausules voor aankoop door particulieren. Ook ozb heffen voor het gebruikersdeel van leegstaande panden als extra prikkel en extra inkomstenbron. Allerlei opties verzilveren voor de opwekking van stroom uit licht en wind. Nederland blijft hopeloos achter, kunt u deze dagen lezen in allerlei berichten. Hetzelfde zal dus ook voor Waalwijk gelden en er zijn nog tal van mogelijkheden onaangeroerd. Dit moeten we niet doen met onrendabele teruglevering aan het net, maar met voordelige doorlevering aan gebruikers. Dus niet een paneel neerleggen en aan Eneco leveren, maar leveren aan directe gebruikers. Dat soort maatregelen kan de grondexploitatie verbeteren, leegstand voorkomen en inkomsten genereren. Een ander denken op dit gebied en ander denken op vele andere gebieden kan creativiteit veroorzaken. Niet door lastenverzwaring of een ozb-verhoging, maar door munt te slaan uit mogelijkheden die de gemeente heeft om zonder concurrent te worden zelf inkomsten te genereren. D66 Waalwijk beveelt de instelling van een permanente creatieve denktank op deze gebieden aan. Onze fractie nodigt iedereen die hier behoefte aan heeft of die hier ideeën voor heeft uit om zich te melden. Ten tweede kom ik op de samenwerkingsvormen in Midden-Brabant. Ze zijn hier al eerder aan de orde geweest. In het voorjaarsbericht signaleert u het gebrek aan elan in de samenwerking met Loon op Zand. Dat is uw stip op de horizon. U pleit ook voor regionale samenwerking in de Langstraat zoals in Op een nieuwe leest geschoeid. De strategische samenwerking Midden-Brabant is een ‘ongoing proces tussen gemeentes in het netwerk’. Wij plaatsen hierbij kanttekeningen. Samenwerking, synergie door schaalgrootte en in elkaar schuiven van elkaar aanvullende belangen is allemaal prima en zeer gewenst. Dat is nodig op regionale schaal. Denk daarbij aan infrastructuur, industriebeleid en het voorzieningenniveau voor burgers. Over de manier om er te komen kun je echter van mening verschillen. Waalwijk zoekt het in bovenlokaal overleg tussen poho’s en burgemeesters. Poho’s zijn overigens portefeuillehouders, dat heb ik laatst geleerd. Dit overleg onttrekt zich grotendeels aan de acht tot negen betrokken gemeenteraden. Dit is een element dat we hier al vaker aan de orde hebben gesteld. De raden kunnen slechts eventuele resultaten ratificeren. Doe je niet mee? Jammer dan, de trein dendert door. Dat is ons veel te mager. De democratische legitimatie van steeds belangrijker wordende besluiten loopt gevaar. Dit onderwerp hebben we meerdere keren aangehaald. De VVD wijdde er onlangs ook een motie aan. Het groeiende bestand aan gemeenschappelijke regelingen levert volgens ons een vierde bestuurslaag op, zonder enige rechtstreekse democratische controle. Terug naar het monisme dus. Wij vinden dat ongewenst. Het moet hier en nu maar eens gezegd worden. Als besluiten op een hoger niveau dan het huidige lokale niveau nodig zijn, willen wij geen nieuwe organen. Dan tillen wij liever het bestuursniveau naar het besluitvormingsniveau toe, om op die manier de synergie waar te maken en de vruchten ervan te plukken. Concreet betekent het dat we voorstellen om gemeentelijke herindeling in MiddenBrabant te gaan beschouwen. We willen niet meer vluchten in allerlei staatkundig ongerijmde organen om de echte legitimatie te ontduiken, maar besluitvorming op regionaal niveau goeddeels lokaal maken door de gemeentes op te schalen. D66 wil nadenken over een Midden-Brabant dat uit twee of hooguit drie samenwerkende gemeentes bestaat. In dat geval is de democratische legitimiteit van de besluiten geen probleem meer en de schaalgrootte voor alle zaken die u nu onderbrengt in gemeenschappelijke regelingen is dan op orde. Bovendien wordt een hoop ongerijmde, oncontroleerbare bestuurlijke drukte vermeden. We zullen hier op dit moment geen consequenties aan verbinden in de vorm van een motie of iets dergelijks. We willen graag de gedachte binnenbrengen om de discussie te starten. Dat doen we bij dezen. Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
31
Ten slotte nog een paar kleinere zaken die ons toch van het hart moeten. De eerste is VluchtelingenWerk. Wij zullen hartelijk instemmen met de motie die hierover is ingebracht door GroenLinksaf en de PvdA. Ik zal u niet uitleggen waarom. De argumenten die genoemd zijn in de motie spreken voor zichzelf. Wij delen die argumenten. De VVD legt per motie de vinger op een zere plek, namelijk op de reserves van algemene instanties die daar helemaal niet horen naar ons gevoel. Als er reserves worden opgebouwd, dan moet dat hooguit in afwachting zijn van terugbetaling aan degene waar het geld vandaan kwam. Als wij vinden dat ergens bestemmingen moeten worden voorbereid, dan zullen we dat wel zeggen. Gotspe eersteklas dus. We steunen de motie. Ik ga richting afronding, voorzitter. Ik wil enkel nog iets zeggen over het archief. Wij ondersteunen graag het pleidooi van het CDA. Een archief dat in stand wordt gehouden en dat bereikbaar is, op welke manier ook, is belangrijk. Iedereen moet er altijd bij kunnen, in welke vorm dat dan ook gerealiseerd wordt. Donateurs die materiaal naar het archief willen toe brengen, moeten niet afgeschrikt worden door het feit dat hun spullen in een bunker in het bos terechtkomen. Daarvoor van belang zijn prima indexen, snelle bereikbaarheid en een niet al te grote afstand voor het eventuele raadplegen. Voorzitter, ik denk dat ik het hier voorlopig in mijn eerste termijn bij laat. De voorzitter: De heer Kuijten. De heer Kuijten: Voorzitter, ik wil de heer Den Hollander graag iets vragen. In het begin van zijn verhaal heeft hij in staccato een aantal punten genoemd. Hij noemde het feit dat er vanochtend een contract is getekend tussen Leerpunt Waalwijk en nog een partij, als ik het goed begrijp. Kunt u dat nader duiden? Wellicht heb ik u verkeerd begrepen. De heer Den Hollander: Ik kan het u duiden voor zover ik het vanmorgen heb meegekregen, toen ik de laatste berichten doorzocht ten behoeve van het samenstellen van dit betoog. Ik kwam een bericht tegen waarin stond dat de projectontwikkelaar van de Rabobank, MAB, en de gemeente een intentieovereenkomst hebben gesloten. Deze overeenkomst zou van belang zijn om het verdere project in te kunnen gaan. Dat is dus een intentie, zoals die nu uitgesproken is. De voorzitter: Dank u wel. Ik constateer dat we de eerste instantie nu gehad hebben. We zouden om 16.30 uur klaar zijn en het is nu 16.15 uur. Ik schors de vergadering tot 16.45 uur. Schorsing. 1.1
Reactie college op algemene beschouwingen
De voorzitter: Dames en heren, ik zou graag de vergadering heropenen. Ik zou graag het woord willen geven aan wethouder Van Groos. Wethouder Van Groos: Dank u wel, voorzitter. Er is veel gesproken vanmiddag en er zijn veel vragen gesteld. Ik probeer op hoofdlijnen een aantal antwoorden te geven. Het zal niet lukken om op alle vragen antwoord te krijgen. Eerst een aantal opmerkingen over de financiële kant van de zaken. De heer Kuijten merkte op dat we vorig jaar 1 miljoen euro hebben weggewerkt via het voorjaarsbericht en dat we dat nu weer doen. Hij vraagt zich af of dat structureel wordt. Dat is nog maar de vraag. Het is twee keer dezelfde gebeurtenis en twee keer hetzelfde bedrag. Bij het miljoen van dit jaar gaat het om 500.000 euro naar aanleiding van de septembercirculaire en om 400.000 euro in verNotulen raadsvergadering 21 juni 2012
32
band met de bijstand. Is dat dan structureel? Aan de andere kant hebben we ook de afspraak dat we de septembercirculaire niet bij de begroting meenemen, maar bij het jaar daarop. Het is dus ook heel verstandig om daarin bij de begroting wat voorzichtig te zijn en een overschot te ramen. Desalniettemin is het natuurlijk heel vervelend, of jammer, dat we bij het voorjaarsbericht toch weer moesten afboeken en dit soort maatregelen moesten nemen. Deze opmerking naar aanleiding van het voorjaarsbericht. Dan de kadernota zelf. Velen van u hebben gesproken over de onzekerheid. U heeft gezegd dat er na de zomervakantie bij de begroting complete duidelijkheid zal zijn. In die termen werd gesproken. Ik kan u op een briefje geven dat dit absoluut niet het geval zal zijn. Bovendien wijs ik er maar op dat het college volgens de planning van de termijnagenda de begroting op 18 september moet behandelen. Dan zijn de verkiezingen net geweest. Het nieuwe kabinet is er dan nog niet en we zitten dan nog steeds met de nodige onduidelijkheid. Wellicht is er op punten duidelijkheid. Op andere punten zal dat zeker niet het geval zijn. Ik schat in dat we in deze financieel-economisch instabiele tijd nog even te maken zullen hebben met onzekerheden. U zult in november wel een beslissing moeten nemen over de begroting voor 2013 en over de meerjarenbegroting voor de jaren daarna. De voorzitter: De heer Van Baardwijk. De heer Van Baardwijk: Een heel kort vraagje. Mogen we u wel vragen of we niet een dag voor de bespreking van de begroting nog allerlei zaken aangeleverd krijgen, zoals nu eigenlijk gebeurd is? Wethouder Van Groos: Voorzitter, wat mij betreft heeft de vraag van de heer Van Baardwijk in mijn geval alleen betrekking op de meicirculaire, die we beter junicirculaire kunnen noemen. Als die een week van tevoren uitkomt en we moeten vervolgens nog zaken uitzoeken, dan kan het niet anders dan dat u op de valreep nog informatie krijgt. De heer Van Baardwijk: Dat begrijp ik volkomen en dat kan ook niet anders. Het gaat meer in zijn algemeen om de vraag of we alle zaken die we van het college krijgen ruim van tevoren aangeleverd kunnen krijgen. Niet op het allerlaatste moment, zoals nu toch met sommige zaken gebeurd is. Wethouder Van Groos: Daarvoor maken we een planning, meneer Van Baardwijk. We zullen proberen om ons aan die planning te houden. De heer Den Hollander vroeg hoe het zat met het meerjarenperspectief vanuit de circulaire. Ik heb dat bij aanvang gezegd, maar ik kan me voorstellen dat u dat heeft gemist. Ik heb aangegeven dat het voor 2013 bijna 212.000 euro is. Het zal de komende jaren oplopen naar ongeveer 500.000 euro. Daarmee hebben we de tekorten die al vermeld staan voor 2015 en 2016 niet afgedekt, maar daar zit ook politiek gezien een breuk. De heer Den Hollander: Ik heb u inderdaad wel gehoord, maar dat was dus wat ik miste. Die 500.000 euro loopt naar uw inschatting tot en met 2016, begrijp ik nu? Wethouder Van Groos: Zo heel precies weet ik dat niet, maar volgens mij gaat het over dezelfde termijn als die wij hanteren voor de meerjarenplanning. We kunnen als college bijvoorbeeld de ozb verhogen om het gat sluitend te krijgen, maar daarmee gaan we wel wat ver, want het gaat dan om de volgende bestuursperiode. Zo zijn er meer zaken waarmee we de begroting sluitend kunnen krijgen. We kunnen dat wel proberen. We doen dat niet en dat betekent dat de nieuwe coalitie, die de begroting sluitend moet houden, daarin andere keuzes kan maken.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
33
Nog een opmerking over het principe ‘trap op, trap af’, dat de heer Van Baardwijk in simpele bewoordingen wilde schetsen. Het verhaal was dat het goed gaat met de gemeente als het goed gaat met het Rijk. Zo werkt dat niet helemaal. Als het Rijk meer uitgaven doet, dan krijgen de gemeentes meer geld. Als het Rijk minder uitgaven doet, dan krijgen de gemeentes minder geld. Dat is het principe ‘trap op, trap af’. Of u dat als gunstig of ongunstig moet beschouwen valt nog te bezien. Ik ben blij met het feit dat de circulaire voor dit jaar en voor volgend jaar een plusje geeft. We weten dat er nog zaken aan zitten te komen. De Regionale Uitvoeringsdienst, ook wel omgevingsdienst genoemd, is gemeld. Ik geloof dat de heer Kuijten aangaf dat hij verwacht dat dit efficiënt zal verlopen en dat het een voordeel oplevert. Dat zal op termijn wel gebeuren en het is dan ook de inzet. Als je een aantal mensen uit de gemeentelijke organisatie elders onderbrengt, blijf je echter vooralsnog ook met de overheadkosten zitten. De aanloopkosten en startkosten moeten worden afgedekt. Die zitten er nog aan te komen en dat zit niet in de begroting. Het blijven dus financieel lastige tijden. We hebben de lijn uitgezet als het gaat om bezuinigingen. We zitten daarbij op koers. We hebben echter ook nog wel wat wensen. We blijven met zijn allen zoeken. Het college deelt de zorgen die u daarover hebt uitgesproken, ofschoon het in deze omstandigheden in onze gemeente het over het algemeen nog redelijk loopt. Dat was wat mij betreft het financiële deel. Dan heb ik op het gebied van verkeer en ontsluiting een aantal opmerkingen. Een deel van uw opmerkingen had betrekking op het Integrale Uitvoeringsprogramma. In september staat het nieuwe IUP voor de jaren 2013 en 2014 gepland. Daarin zitten als voorstel twee stukken spoortracé, dat zeg ik tegen de heer Van Baardwijk. Daarvoor krijgen we ook subsidie. Dat is dus wel geregeld. We betalen de kosten vanuit de pot die we daarvoor vanuit de subsidie hebben gerealiseerd. De heer Broeders vroeg hoe het zit met kunstwerken. Dat is een lastig verhaal. We hebben een jaarlijks onderhoudsbudget waarmee we steeds de meest noodzakelijke en urgente dingen doen. Strikt genomen zouden we daar een keer een planning voor moeten maken en er budget aan moeten hangen. Dat betekent waarschijnlijk meer geld vragen en dat is in deze tijd niet echt aan de orde. Als het gaat om areaaluitbreiding en de onderhoudsbudgetten, dan geldt dat die voor het onderhoud van groen meegroeien. Voor het onderhoud van wegen is dat niet het geval, dat gebeurt niet direct automatisch. U heeft gelijk als u zegt dat een toename van het aantal wegen zorgt voor meer onderhoud. Aan de andere kant geldt dat nieuwe wegen worden gebouwd in verband met meer woningen en meer bedrijfspanden. Dat betekent dan weer hogere ozb-opbrengsten. In de praktijk loopt dat dus samen op. Kan het een tandje minder als het gaat om het onderhoud van de wegen? Dat vroeg de heer Den Hollander. In 2009 is dat onderzocht. Het bleek toen dat we niet eens op de norm ‘minimum veilig’ zitten. Desalniettemin zal ik met er met het IUP voor zorgen dat we ook daar een bezuinigingsbijdrage leveren die neerkomt op bijna 180.000 euro structureel. Die informatie krijgt u allemaal na de zomervakantie. De ontsluiting van het bedrijventerrein. Wij erkennen dat dit een lastig punt is. Voor een deel is dat een gevolg van onze eigen keuze als gemeente Waalwijk om de ontsluiting te laten lopen via de A59/N261. Dat zijn wegen waar we zelf niet voor verantwoordelijk zijn. Het heeft ook te maken met de keuze om Haven Zeven niet naar de westkant uit te breiden. De Sprangsesloot moet de overgangszone zijn met de beveiliging van het bedrijventerrein. De Dellenweg beschouw ik haast als karrenspoor. Ik kan me niet voorstellen dat die zal leiden tot een betere ontsluiting van het bedrijventerrein. Er zijn dus allerlei bezwaren. Ook zijn er veel kosten mee gemoeid. Wat kunnen we dan op korte termijn doen? Dat is een lastig punt. Ik vraag me wel af of het nodig is dat al die bedrijven op dezelfde tijd beginnen en eindigen. Men legt het probleem bij ons neer. Het gaat echter Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
34
om autootjes waar maar één persoon in zit. Waar gaan al die auto’s naar toe? De ontsluiting is vertraagd. De ombouw van de N261 komt eraan. De gemeente levert daar een bijdrage aan. Het kan echter nog wel even duren. Ik heb er niet direct een oplossing voor, meneer Van Helden. U noemde een bedrag van 20.000 euro. Daar kunnen we volgens mij het probleem niet mee oplossen. De voorzitter: De heer Van Helden. De heer Van Helden: Dank u wel, voorzitter. Ik vind het toch een beetje simpel geredeneerd. Ik ben er zelf gaan kijken, op aanbeveling van mensen die daar een bedrijf hebben. Ik ben het ermee eens dat de Dellenweg niet ontwikkeld is voor het ontsluiten van een wijk of een bedrijventerrein. We hebben echter gewoon een groot probleem. Een aantal mensen werkt achterop Haven Zeven in de buurt van Xenos. Zij gaan over Doeveren naar Kaatsheuvel, omdat ze anders een half uur in de rij staan. Daar moet iets aan gebeuren. Het is simpel gezegd dat ze vier of vijf jaar moeten wachten totdat de A59 klaar is. Die tijd is er gewoon niet. Er zijn nu al mensen die gaan solliciteren omdat ze op Haven Zeven werken en in de rij staan om naar huis te kunnen. Ik heb ook niet direct een oplossing, maar ik vind het te ver gaan om simpelweg te zeggen dat we geen oplossing hebben, punt. Voorzitter Groos: Voorzitter, ik heb niet gezegd ‘we hebben geen oplossing, punt’. Ik heb wel gezegd dat er aan de oplossing gewerkt wordt. Ook het GOL is een middel om het bedrijventerrein beter te ontsluiten. Ook met de ombouw van de N261 krijgen we alleen maar aan de westkant een goede ontsluiting. We hebben dat echter niet helemaal zelf in de hand. Dat hebben we zelf veroorzaakt, door het bedrijventerrein niet via de gemeentelijke wegen te ontsluiten, maar voor een belangrijk deel via de provinciale weg. Bedrijven zien het probleem en doen alsof het alleen maar door de gemeente Waalwijk kan worden opgelost. Mijn wedervraag was wat ze zelf zouden kunnen doen. Dat is naar mijn idee ook nog steeds de lijn van de kanteling. Als er een probleem is, kijk je eerst wat je zelf kunt doen, voordat je aan een ander vraagt wat er mogelijk is. Aan de andere kant snap ik dat bedrijven een kavel hebben gekocht en inspanningen leveren, terwijl de ontsluiting op dit moment een heel lastig punt is. De voorzitter: De heer Van Baardwijk. De heer Van Baardwijk: Dank u wel. Wellicht maak ik een klein punt, maar het kan wel bijdragen aan een oplossing. Ik kom regelmatig ’s ochtends vroeg op dit terrein en dan zie ik heel vaak mensen door rode verkeerslichten rijden. Mensen komen vanuit Den Bosch en rijden door rood. Je moet dan eens proberen om er van de kant van de McDonalds af op te komen; de weg wordt dan compleet geblokkeerd, want ze kunnen niet doorrijden naar achteren toe. Ik zou u willen vragen om dit eens met de politie op te nemen. Wellicht kan die controleren op het rijden door rode verkeerslichten. Ik zie het regelmatig gebeuren en alles staat daar dan hartstikke vast. Het is een klein druppeltje, maar het zou in elk geval iets helpen. Er zijn al genoeg bedrijven die ’s ochtends eerder beginnen of die ’s avonds later weggaan. Het idee dat u oppert wordt door veel mensen al gebruikt. Wethouder Van Groos: Volgens mij controleert de politie al. Ze staan er niet heel vaak, maar ik weet van een collega dat hij met een politiesurveillance is meegegaan en dat hij een paar uur bij de verkeerslichten heeft gestaan. Er zijn toen ook mensen betrapt en er zijn bekeuringen uitgeschreven. De voorzitter: De heer Simon.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
35
De heer Simon: Dank u wel, meneer de voorzitter. Terwijl we bezig zijn met de kaderstelling komen er ineens nieuwe vragen naar voren. Volgens mij leg je daar dan in ieder geval een onderbouwing bij neer. Die onderbouwing is niet alleen ‘ja, het is druk’. De kaderstelling is bedoeld om de prioriteiten aan te geven. Ik denk dat er op dit moment meerdere prioriteiten zijn. Het is een gegeven dat bedrijven niet weggaan van het industrieterrein. Er komen bedrijven bij, zoals de Spar en andere bedrijven. Gelet op de constructie van Haven Zeven komen zij graag naar het industrieterrein. Die ondernemingen zijn blij. Wij onderkennen de verkeersproblematiek daar heus wel, maar zoals de portefeuillehouder zegt, ligt het probleem dit keer niet bij het college. Nu mogen we debatteren. Ik voel me niet gemakkelijk bij de situatie dat ik het college voor de tweede keer moet verdedigen, maar feiten zijn feiten. Het gaat hier om een van de weinige transparant gecommuniceerde zaken over dit soort feiten. Ik zou het dus op prijs stellen dat we gewoon verder gaan met de kaderstelling. Dank u wel. De voorzitter: De heer Van Groos. De heer Den Hollander. De heer Den Hollander: Ik wil graag nog een bevestiging van u horen, wethouder. We hebben het hier al vaker over gehad als het om de ontsluiting van de bedrijventerreinen gaat. We hebben toch afgesproken, en daar hebben we de zomer weer, dat er na de zomer ook openbaar vervoer op een bepaalde manier zou worden toegepast. We hebben het hier ook over gehad met de gemeentesecretaris. Wethouder Van Groos: Voorzitter, ik ga helemaal niet over dat initiatief. Ik heb wel gezien dat er, volgens mij op uw initiatief, een bericht in de krant is gekomen dat er een busje gaat rijden. Ik wist daar echter niets van. Ik hoor daar ook verder niets meer van. Gelach. De heer Den Hollander: Ja, zo wordt het gras altijd voor je voeten weggemaaid. Voor zover ik me herinner gaat het over een onderzoek dat Parkmanagement heeft uitgevoerd en Parkmanagement is toch een 100% deelneming van deze gemeente. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat er na de zomer een proef gaat starten met voertuigen van de WML, als ik me goed herinner. Het zou ook gaan om chauffeurs van de WML of de ISD. Die proef zou een aantal maanden doorgaan en had te maken met de ontsluiting van het industrieterrein. Wethouder Van Groos: Voorzitter, ik ga hier niet over en ik weet er niets van. De voorzitter: Gaat u verder. Wethouder Van Groos: Parkeren en parkeeropbrengsten, daar moet ik iets over zeggen. Er zijn verschillende opmerkingen over gemaakt. Het gaat ten eerste inderdaad om een algemeen dekkingsmiddel, daarin heeft GroenLinksaf gelijk. Het is een keuze wat je daar verder mee doet. Ten tweede: parkeerbelasting is niet ingevoerd om de gemeentekas te spekken, maar om het parkeren te reguleren. Natuurlijk is het zo, dat zullen de kernen Drunen en Kaatsheuvel ervaren, dat gratis parkeren daar leidt tot meer bezoekers. Ondanks de tarieven zijn er echter geregeld momenten dat men naar een vrije plek moet zoeken. Als je ergens naartoe gaat om snel je boodschappen te doen, dan wil je de auto ook kwijt kunnen. Achteraf betalen kan overal, achter de slagboom of via het belparkeren. Dat probleem is dus over. Als je een blauwe zone gaat invoeren en gaat werken met parkeerschijven, die erg fraudegevoelig zijn, dan loop je nog steeds de kans dat je termijn verloopt als je aan het winkelen bent. Of dat nou een oplossing biedt is dus nog maar de vraag. Dan zijn er opmerkingen gemaakt over de storting in de reserve bebouwd parkeren. De motie gaat over de situatie over een paar jaar. Wat dat betreft zou ik zeggen: het is nog Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
36
te vroeg. Ik zou ook nog willen zeggen dat er nog wel wat onzekerheden zijn als we kijken naar de ontwikkeling van Leerpunt Waalwijk op het terrein van de Taxandriazone. Als dat doorgaat dan zal er een gebouwde voorziening moeten komen. We moeten daar als gemeente dan een groot bedrag in steken. Daar hebben we die reserve voor nodig. Ik zou u dus willen zeggen: wacht die ontwikkelingen nog even af. Ik snap wel dat u denkt: als we geld storten weten we niet precies waarvoor en wanneer en hoe lang we daarmee doorgaan. Vooralsnog is het geld dat in de reserve zit nog niet toereikend. Daarom zegt u ook: stort nog maar twee keer. Laten we dan de tussenliggende jaren gebruiken om te bekijken wat er nodig is, terwijl we de ontwikkelingen afwachten. Aan de andere kant is het natuurlijk heel aardig om te zeggen: we stoppen het geld in de algemene reserve, want daar kan wel wat bij. De suggestie van het college is om de motie niet over te nemen. U geeft signalen af om te bekijken wat er echt nodig is. Dat willen we de komende tijd gaan doen, om meer zicht te krijgen op wanneer wat aan de orde is. Dan zijn er een aantal opmerkingen gemaakt in het kader van milieu en duurzaamheid. Wat mij als portefeuillehouder heel erg opvalt is dat er sprake is van veel particulier initiatief, ondanks deze financieel lastige tijden. Het gaat dan om inwoners die bijvoorbeeld bezig gaan met zonnepanelen, in Dongen is daar een voorbeeld van. Of het gaat om het zelf afnemen van energie. Dat zijn prima ontwikkelingen. We zijn zelf bezig met het uitbreiden van het aantal windturbines op verschillende locaties. Ook bedrijven zijn er volop mee bezig. Het is mijn overtuiging dat het bedrijven die sturen op duurzaamheid, en daarmee dus aan productontwikkeling doen, beter zal vergaan in deze tijd en in de toekomst dan bedrijven die dat laten afweten. Er was vorige week nog een bericht van een bedrijf in Waalwijk dat een mvo-certificaat heeft gekregen. Dat is typisch een voorbeeld van een bedrijf dat zijn zaken op orde heeft en dat in deze tijd ook nog groeit. Dat is dus echt de toekomst. Als gemeente doen we ook geen stapje terug. U heeft het persbericht gekregen dat onze boa’s gebruikmaken van elektrisch vervoer. Ze zijn aan het bekijken wat het beste werkt. We willen daarmee doorgaan. De heer Van Helden noemde het voorbeeld over het onderhoud van de grachten. Ik snap dat probleem. Soms is er echter ook sprake van botsende regelgeving. Dan zou je omwille van de ecologie een aantal zaken willen laten zoals ze zijn, terwijl vanwege voorschriften ten behoeve van het wegstromen van water maatregelen genomen moeten worden. Er is echter nog wel wat winst te boeken. Daarvoor willen we best gebruikmaken van de expertise die bij de ChristenUnie aanwezig is. De voorzitter: De heer Broeders. De heer Broeders: Voorzitter, ik wil de woorden van de wethouder enigszins ondersteunen. Ik ben ook blij dat er in Waspik via het Platform Waspik een project gaat lopen voor zonnestroom. Wat dat aangaat wil ik u hierbij ondersteunen. Ik hoop dat iedereen daar gebruik van zal maken. Wethouder Van Groos: Ik heb dat initiatief ook gezien. Het staat op mijn lijstje om samen met de ambtenaren te bekijken op welke wijze we daaraan ondersteuning kunnen bieden. De voorzitter: De heer Den Hollander. De heer Den Hollander: Dat is geweldig. De vraag die gesteld is, is echter: kan dit niet veel meer en veel intensiever? Met name als het gaat om gemeentelijke eigendommen. Wethouder Van Groos: Bij Den Bolder hebben we pv-panelen gebruikt. We hadden een aanvraag voor de Slager, die is afgewezen. Het is ook nog een optie om pv-panelen op dit gemeentehuis te leggen. U deed de suggestie om de energie niet terug te leveren aan het net, maar om deze te verkopen. Dan worden we een energieleverancier. De suggesNotulen raadsvergadering 21 juni 2012
37
tie om daarvan te profiteren ging wel heel erg ver. We kunnen daar een heel interessante discussie over voeren, maar dat lijkt me vanmiddag niet helemaal aan de orde. De heer Den Hollander: Teruggeleverde energie wordt tegen zeer lage tarieven teruggenomen door de elektriciteitsmaatschappij. Daarom is dat langzamerhand niet erg interessant meer. Bij het verkopen van energie kunnen we echter twee dingen bedenken. We kunnen ten eerste groepen in staat stellen om op eigen risico panelen neer te leggen, zodat zij de stroom af kunnen nemen. We kunnen ook de daken ter beschikking stellen voor onze eigen stroombehoefte. De gemeente zal ongetwijfeld veel stroom afnemen. Als we zelf stroom opwekken, dan verlaagt dat onze elektriciteitsrekening. Wethouder Van Groos: Dan vraagt u nogal wat. Ik zou dan liever wachten op een initiatief uit de buurt om pv-panelen te plaatsen op gemeentelijke gebouwen. Daarover valt best te praten. Andersom lijkt me niet de meest handige weg. Dat werkt niet. Het vervelende van de subsidieregelingen is dat ze vaak werken met een verplichting om terug te leveren aan het net. Je komt alleen maar voor subsidie in aanmerking als je teruglevert aan het net. Landelijk wordt politiek geprobeerd om van die verplichting af te komen. Ik heb daar ondersteuning aan gegeven. Er wordt ook geprobeerd om van de lage prijs af te komen, want die werkt niet goed. Ook bij de biomassacentrale hadden we het probleem dat we het aan moesten passen, omdat het van aardgasniveau moest zijn. Dat betekent ook weer terugleveren aan het net, in plaats van groen gas op een andere manier gebruiken. De heer Den Hollander: Ik begrijp uw opmerking. Dank u wel. We komen er echter graag ook in overleg met u nog een keer uitgebreid op terug. Wethouder Van Groos: Graag, wat mij betreft voorzitter. Dan heb ik op één ding na gezegd wat ik zou moeten zeggen. Mijn laatste punt had ik eigenlijk aan het begin tijdens het onderwerp financiën aan de orde moeten stellen. Het gaat daarbij om de motie van de VVD om de algemene reserves bij gemeenschappelijke regelingen in beeld te brengen en terug te brengen. Het college steunt die motie. We zien dat we als gemeente overal reservepotjes hebben. Je vraagt je af waarvoor. Instellingen hebben de neiging om die reservepotjes soms maar op te laten lopen, terwijl het veel beter en handiger is om dat geld in eigen beheer te houden en daar zelf over te gaan. Wat ons betreft heeft u daarvoor alle steun. De voorzitter: Zijn er nog vragen voor deze portefeuillehouder? De heer Broeders. De heer Broeders: Voorzitter, ik heb begrip voor de wethouder, naar aanleiding van het brugonderhoud, dat dit extra geld gaat kosten. Mij gaat het echter meer om de veiligheid en om het beleid dat erop gevoerd gaat worden. Daar heb ik de wethouder niet over gehoord. Zou dat beleid eventueel geïntegreerd kunnen worden als het IUP verschijnt? We hebben dan een duidelijk overzicht. Ik vind het nogal een aanfluiting dat de inwoners van Waspik een aantal jaren geleden zelf de brug hebben moeten verven bij de opening van de Jan Strengebrug. Dat ging me nogal ver. Ik vond dat achterstallig onderhoud. Vandaar hoop ik dat u daar echt goed beleid op maakt. Wethouder Van Groos: Dank u wel, voorzitter. Ik zie nog niet in wat het verband is tussen veiligheid en het door inwoners laten verven van een brug. De heer Broeders: Als niemand daar aandacht aan schenkt is er dus geen inspectie die duidelijk maakt dat de brug er onooglijk uitziet. Dat onooglijke kan zich ontwikkelen tot een slechte veiligheidssituatie. Die combinatie maak ik.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
38
Wethouder Van Groos: Voorzitter, ik heb niet gezegd dat er geen inspecties zouden plaatsvinden. Dat bestrijd ik ook. Er vinden geregeld inspecties plaats. Juist op basis van die inspecties wordt het budget dat beschikbaar is ingezet. Dat betekent dat de meest onveilige situaties worden aangepakt, op plaatsen waar dat het hardste nodig is. Het is echter niet zo dat er voor langere tijd een plan klaarligt met een budget dat daaraan gekoppeld is. De omvang van het budget is bepalend voor het werk dat we kunnen doen. We doen daarmee het meest noodzakelijke, op basis van inspecties en onderzoek. De voorzitter: Geen andere vragen in de richting van de wethouder Van Groos? Dan geef ik het woord aan wethouder Heuverling. Wethouder Heuverling: Voorzitter, het verbaast mij natuurlijk niet dat drie thema’s uit mijn portefeuille vanmiddag centraal zijn komen te staan. We hebben het dan over het centrum, het Leerpunt en het archief. Overigens vraag ik dan ook nog begrip voor het feit dat we aanstaande dinsdag met informatie komen over het centrum, heel breed. In september komen we bij u met het gebeuren rondom het archief. Ook daarvoor vindt een brede informatieavond plaats. Ik hoop niet dat verwacht wordt dat ik nu al op de zaken vooruitloop en een en ander tot in de details ga benoemen. Ik wil dat wel op hoofdlijnen doen. Het is als het over het archief gaat denk ik een misverstand dat de formulering in het coalitieakkoord uitsluitend gebaseerd zou zijn op bezuinigingen. Het heeft ook te maken met rijksbeleid en provinciaal beleid. Waar eisen toenemen in het kader van opslag en toezicht, zijn de meerkosten daar een onderdeel van. Zijn we zo uniek als we ons lokale archief als gemeente ergens onderbrengen? Ik denk het niet. Dit is overigens niet het zwaarste argument. We hebben in Brabant 67 gemeentes en 5 gemeentes hebben een eigen lokaal archief. Dat is denk ik niet toevallig, het heeft met name van doen met die kwaliteitseisen. We hebben een langdurig traject gevolgd, waarover B en W nog een besluit moet nemen. Het komt in september in de raad. Het was een intensief traject. We hebben met een aantal gemeentes gesproken, net zoals met de archiefdiensten van Tilburg, Den Bosch en Heusden. Dat was denk ik logisch. We hebben toetsingscriteria opgevoerd, die deels ook een beetje subjectief zijn. Ik wil u benoemen waar we op hebben getoetst: de kwaliteit van de dienstverlening, de invulling van de lokale kleur om het zo maar te zeggen, de overname van personeel, de gemeentelijke financiële bijdrage, het toekomstperspectief, zeggenschap in het geheel en de intergemeentelijke samenwerking. Op welk van deze criteria leggen we nou het zwaartepunt? Dat kan mogelijk verschillend zijn, dat zit in de afwerking. Er is een concrete vraag vanuit het CDA over het particuliere archief. Dat is ook nadrukkelijk een van de punten geweest. Op het moment dat het besluit wordt genomen om het depot of het archief ergens anders onder te brengen, gaan we eerst terug naar de particulieren om te vragen of ze het daar mee eens zijn. Het kan best gebeuren dat particulieren dan zeggen dat ze hun spullen terug willen nemen. Anderzijds is het wel zo dat er ruimte is om ook het particulier initiatief over te nemen. Dat wil niet zeggen dat dit ongelimiteerd kan gebeuren. U kunt een fabriek hebben en 5 m dozen aan het archief geven. Die informatie moet dan natuurlijk geselecteerd worden, dat zult u begrijpen. In principe is het echter zeker mogelijk om stukken voor het archief aan te leveren. Ik gaf net al aan dat toegankelijkheid een toetsingscriterium was. Ik zou dus zeggen: nog even geduld, dan kunnen we een integrale afweging maken over een en ander. Voorzitter, hetzelfde geldt natuurlijk voor De Els. De SGP heeft mij aangesproken op de rol van de gemeente in het geheel als het om de kwaliteitsimpuls gaat. Ik heb inderdaad gezegd dat wij de renovatie van De Els een zaak vinden van de ondernemers zelf. Als u achterstallig onderhoud aan uw woning hebt, belt u dan de gemeente op om in financiële zin een bijdrage aan de zaak te leveren? Ik denk niet dat dit de lijn is. Er wordt terecht Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
39
opgemerkt dat ondernemers simpelweg ondernemers zijn. Soms is het echter zo dat ze net als burgers niet reserveren. Dan kan je wel eens in de problemen komen. Wat zijn dan de kwalitatieve impulsen? Dat wat we als gemeente zelf in de hand kunnen hebben. We hebben het dan natuurlijk over het parkeergeld en over het openbaar gebied, maar dat niet alleen. Er wordt te makkelijk gezegd dat het centrum ‘de winkels’ zijn. Jazeker, in Waalwijk vormen de winkels het hoofdbestanddeel van het centrum. Het kenmerk van het centrum is echter ook juist de diversiteit van functies. Dan hebben we het over cultuur, wonen, dienstverlening én winkels. Die onderdelen versterken elkaar en zorgen ervoor dat er een ontmoetingsfunctie ontstaat. We kijken dus ook naar het centrum in een veel breder verband. Dan is het natuurlijk zo, daar is echt geen misverstand over, dat we geen staatswinkels of gemeentewinkels hebben. Dat onderscheid moeten we houden. Het wil niet zeggen dat we niet met elkaar moeten kijken hoe we dat samen kunnen verbeteren, op basis van ieders verantwoordelijkheid. We hebben onze medewerking verleend aan het creëren van het centrummanagement, dat is onmiskenbaar zo. Die discussie moet er wel degelijk komen. Aanstaande dinsdag hoop ik u de samenhang van het een en ander te kunnen presenteren. Voorzitter, Leerpunt Waalwijk. Ook op dit punt wil ik proberen enkele zaken duidelijk te maken. Leerpunt Waalwijk is in feite een overkoepelende titel. Wat zit daar feitelijk in? Dat zijn de retail, de commerciële kant en de culturele kant. Als het om de culturele kant gaat, gaat het bijvoorbeeld om educatievoorzieningen en om een museum. Dat laatste wordt ondergebracht in een nieuwe stichting. Die stichting, SLEM Waalwijk (Schoen, Leer, Educatie, Museum), is al bij de notaris gepasseerd. Het bestuur van de stichting gaat in breder verband verder met de ontwikkelingen van plannen voor de verschillende onderdelen. Er wordt bekeken wat mogelijk is. Terecht wordt in algemene zin opgemerkt dat we onze beperkingen moeten kennen, omdat we nou eenmaal financieel gesproken niet alles kunnen. We moeten dus kritisch zijn. Misschien kunnen we het plan vandaag niet uitvoeren, maar over vijf jaar wel. Je moet wel een visie presenteren en misschien moeten we daar geleidelijk aan naartoe groeien. Dan de activiteiten op het gebied van retail. Er is opgemerkt dat er een intentieverklaring is getekend. Wat gezegd wordt is deels waar. Er is een overeenstemming tussen MAB en de gemeente met betrekking tot de voorwaarden en uitgangspunten op basis waarvan we de volgende stap kunnen gaan maken. Overigens is deze overeenstemming nog niet getekend, strikt formeel gezien. We hebben wel een overeenstemming als zodanig, die afgesloten moet worden met het tekenen. Feitelijk is dit nu de basis waarop we de business case moeten gaan uitwerken. Eind 2012, begin 2013 moet blijken of het überhaupt kan en welke omvang en vorm het geheel dan moet krijgen. Pas op dat moment hebben we een goed beeld van wat het een en ander betekent en naar dat beeld hebt u gevraagd. Natuurlijk betekent het wat. Los van het feit dat de ondernemers zelf verantwoordelijk zijn voor het retailgedeelte, heeft het te maken met de infrastructuur. We hebben ook te maken met de garage. Hoe liggen op dat gebied de belangen en de kosten? We hebben hierbij te maken met een ontsluiting waarvoor er een parallelweg aan de Taxandriaweg moet komen. Als we die niet realiseren, is er in het weekend geen doorstroming meer, om maar eens wat aan te geven. Los daarvan zijn we ook in gesprek over de mogelijkheid van een kantoor hiernaast. Dat speelt mee. Het college heeft deze strook naast de Taxandriaweg gepresenteerd als budgettair neutraal project. Dat staat echter los van de garage en los van de infrastructuur. Er zit een boekwaarde op van ruim 2 miljoen euro. Dat moeten wij budgetneutraal kunnen realiseren. Dat is het verhaal. Nu kom ik op de 1,3 miljoen euro waar u als raad op voorhand mee instemde. Nogmaals dank daarvoor. Wij brengen het bedrag met uw instemming in ten behoeve van de voorbereidingen en de aanpassingen van de gebouwen in het kader van de opleiding. Ik heb eerder al gezegd, en ik blijf het herhalen, dat de zaken morgen net weer anders kunnen liggen. Het is een continu proces. Ten aanzien van de opleiding wil ik opmerken dat er Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
40
iemand ziek is geworden. Begin september was dat voor een deel en in januari voor een groter deel. Ik heb gezegd: kijk nou eens naar dat gebouw, kunnen we aanbouw 86 niet gebruiken voor het museum en voor de opleiding? Op dat moment ging iedereen weer een beetje schuiven. We hoeven daarom misschien minder te investeren in de opleiding. We zijn dus nog zoekende. Ik zeg echter wel dat het goed is dat u ons de ruimte heeft gegeven om daarin te participeren. Nog een concreet voorbeeld: het zijn allemaal voorbereidingskosten en dat moet je breed zien. Dankzij de cofinanciering kunnen we dit echter realiseren. Dit jaar, en waarschijnlijk volgend jaar ook, leveren wij 20.000 euro. Daar staat 80.000 euro aan cofinanciering tegenover. Dat moet je toch niet laten lopen? Vandaar denk ik dat het goed is dat u ons de ruimte geeft. Wij gaan hier absoluut heel kritisch mee om. Het is echter wel zinvol om het zo te doen. Ik wil het nogmaals herhalen: met dank ook aan Midpoint Brabant. Juist via dit soort wegen kun je subsidies en andere gelden binnenhalen. Voorzitter, nog twee opmerkingen ten aanzien van de 650.000 euro die u als raad beschikbaar heeft gesteld voor de basisaccommodatie voor het hockeyen. U weet dat er een voorstel in de raad komt ten aanzien van de sporthal. We hebben gezegd dat we dat zo niet moeten doen. We voegen twee kleedkamers toe aan de sporthal en de rest doen we niet. Wat doen we dan met die 450.000 euro? De raad gaat daarover. Als ik u een tip mag geven: misschien kunnen we het geld gebruiken voor een topkoeling voor deze raadzaal. Gelach. Voorzitter, het CDA had opmerkingen ten aanzien van nulmetingen. Ik vind dat heel prettig. Ik meen dat ik vandaag of gisteren van de griffie te horen heb gekregen dat de gezondheidsmonitor van de GGD binnen is. Deze monitor staat denk ik op het raadsnet of komt daar binnenkort op te staan. Er is een enquête geweest in Midden-Brabant onder jongeren van twaalf tot achttien jaar, staat me bij. Er zijn ongeveer negenduizend jongeren aangeschreven en de respons was ongeveer 50%. Er was een analyse van MiddenBrabant gemaakt in 2007 en in 2011 is dat opnieuw gedaan. We zien daarin ook de positie van Waalwijk. Het onderzoek ging overigens over veel meer dan alcohol alleen. Uit dit onderzoek kunnen we informatie halen. De voorzitter: De heer Van der Sloot. De heer Van der Sloot: Dank u wel, voorzitter. Misschien heeft u mijn opmerking niet helemaal goed begrepen. Het ging mij om het vaststellen van het feit dat wij ophouden met het verstrekken van middelen voor beleid rondom het alcoholgebruik door jongeren. Dat doen we omdat het effect daarvan niet te meten zou zijn. Dezelfde hoeveelheid geld geven we nu aan een ander doel, waarbij in samenwerking met RKC het bewegen meer aandacht krijgt. Mijn vraag aan u was of dat dan wel te meten is. Dat het effect van alcoholvoorlichting op scholen niet te meten is, komt volgens mij vooral doordat er nooit sprake is geweest van een nulmeting. Dan is het moeilijk om het effect te controleren. Mijn vraag is of we wél kunnen rekenen op een meetbaar effect van het bedrag van ongeveer 15.000 euro dat we nu stoppen in bewegen. Wethouder Heuverling: Voorzitter, het is mij duidelijk. Overigens betwijfel ik of er rondom alcohol geen beleid wordt gevoerd. Dat is wel degelijk het geval. Het meten is inderdaad altijd een moeilijke kwestie, hoewel we met deze monitor van de GGD nu wel een beeld hebben. We kunnen ons nu ook vergelijken met andere gemeentes en met MiddenBrabant. Het gaat ook om preventie. Wat zijn daar precies de effecten van? We moeten terughoudend zijn met het inzetten van een heel onderzoeksapparaat ten behoeve van iets dat we niet 100% kunnen vaststellen. We zouden jongeren voor dergelijke onderzoeken namelijk jarenlang moeten volgen. Misschien mag ik het omdraaien: van niets doen weten we het resultaat wel.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
41
De heer Van der Sloot: Dank u wel. Ik begrijp dat door de GGD wel degelijk ook aandacht wordt gegeven aan het alcoholprobleem. Het feit dat het nu hoort bij de basale activiteiten van de GGD leidt tot de vraag, en die lag impliciet in mijn vorige vraag besloten, of de GGD nog wel voldoende in staat is om het stukje alcoholvoorlichting voor de jeugd inderdaad in te vullen. U mag dat geld voor een gedeelte oormerken, begrijp ik. Als u die combinatie voor mij nog even zou willen toelichten, dan zou ik dat fijn vinden. Wethouder Heuverling: De GGD is daartoe wel degelijk in staat, laat daar geen misverstand over bestaan. We kunnen voor een klein gedeelte eigen prioriteiten inbrengen als het gaat om de besteding van het budget. In het lokale beleid is alcoholvoorlichting ook een prioriteit. De voorzitter: Misschien zou de raad kunnen zeggen dat dit te maken heeft met het feit dat u absoluut niet luistert, of zoiets, want het valt er zelfs vanaf. Dat zou ook een verklaring kunnen zijn. Dan moet je een lijmpot pakken en dan moet je het weer vastmaken. De heer Van der Sloot. De heer Van der Sloot: Ik zou nog een vraag willen stellen. Ik zag de heer Heuverling al een pas terug naar zijn plek maken, omdat hij dacht dat hij al zijn vragen had beantwoord. Wilt u echter nog even op de vraag over het Krophollergedeelte reageren? Maak ik u nu boos? Nee toch. Wethouder Heuverling: Hoeveel tijd zullen we daarvoor uittrekken? We hebben daar heel heldere afspraken over gemaakt. Het is absoluut onzin, laat ik het dan precies zo zeggen, dat wij het beleidsuitgangspunt hebben om het Krophollergedeelte niet te gebruiken en heel bewust leeg te laten staan. Wel degelijk willen we altijd goed nadenken over de combinatie van wat er in die vleugel gaat gebeuren. We zijn nu bezig met de ontkoppeling en die geeft ons wat meer mogelijkheden. U zegt dat u suggesties hebt gedaan en dat u daar geen reactie op hebt gekregen. Dat kan ik mij absoluut niet voorstellen. De heer Van der Sloot: Pardon, voorzitter. Wat kunt u zich niet voorstellen? Dat wij die suggesties hebben gedaan, of dat wij er nog niets over hebben gehoord? Wethouder Heuverling: Beide. U heeft er ten eerste wel degelijk iets over gehoord. Ik weet niet of het daarbij om u ging, maar in ieder geval heeft een vertegenwoordiger van de CDA-fractie een reactie gehad. Wij hebben er op uw verzoek een keer uitgebreid over gesproken tijdens het fractievoorzittersoverleg. Het ging daarbij met name om onze lijn op het gebied waarover u uw vraag gesteld heeft. Ik heb u toen opgeroepen om met ideeën te komen, of nog beter, met mensen die iets willen. Ik vroeg u wel om dat binnen het kader te doen dat wij voor ogen hebben ten aanzien van de Knophollervleugel. We kunnen er geen fabriek van maken bijvoorbeeld. Er is sprake geweest van een paar initiatieven. Met alle betrokken personen heb ik gesprekken gehad. Het blijkt dat het allemaal wat minder makkelijk loopt. De voorzitter: Meneer Simon, ga uw gang. De heer Simon: Communicatie is toch een moeilijk begrip bij het CDA, maar goed. Wij hebben vragen gesteld over jeugd- en jongerenbeleid. Nee, ik had het niet over u, u zit toch niet bij het CDA, of wel? We hebben vragen gesteld en opmerkingen gemaakt over de veiligheid in de scholen. We hoeven daar geen geld voor te hebben, maar we willen van de portefeuillehouder een actieve en regisserende rol. We hebben nadrukkelijk om een reactie van u gevraagd.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
42
Wethouder Heuverling: Die kunt u krijgen. Laat ik vooropstellen dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor wat er binnen de school gebeurt. Die verantwoordelijkheid ligt bij de schoolbesturen en de directies. We hebben wel degelijk geld beschikbaar gesteld, zij het een paar jaar geleden. Wij hebben toen als gemeente geholpen om veiligheidsplannen te maken voor de scholen zelf. We zijn dus actief geweest en op een gegeven moment houdt het dan op. Misschien moet u in de school gaan staan, maar dat zie ik als zodanig niet zo zitten. De heer Simon: Deze reactie laat de laconieke houding zien waarover ik eerder al sprak. Je mag van een portefeuillehouder die over onderwijs gaat, verwachten dat hij zorgvuldig omgaat met zijn zorgplicht ten aanzien van scholen. Nogmaals, wij vragen niet om geld. Wij vragen niet aan u dat u daar in die school gaat staan. We vragen wel om een regelmatig overleg met de school om te bespreken hoe er om wordt gegaan met veiligheid. U wilt het ook niet zien gebeuren dat er straks een ongeluk gebeurt en dat er groot in de krant staat dat de portefeuillehouder nalatig is geweest. De krant zit er hier bij, dus het kan er meteen in. We zijn van u gewend dat u actief in overleg gaat met de school. Dat is wat we nu weer vragen. Blijf er actief in. Wethouder Heuverling: Voorzitter, de zorgplicht beperkt zich tot de gebouwde voorziening. We gaan niet over de inhoud van de lesprogramma’s of over andere zaken. In het schoolgebouw is het schoolbestuur of de directie verantwoordelijk. We hebben gestimuleerd dat de basisscholen en de scholen voor voortgezet onderwijs veiligheidsplannen maken. Daar kunt u mij op aanspreken. Die plannen hebben we medegefinancierd. Vervolgens zijn er veiligheidscoördinatoren in de scholen die daar uitvoering aan moeten geven en toezicht op moeten houden. We hebben regelmatig gesprekken met de schoolbesturen, maar we moeten de verantwoordelijkheden daar laten liggen waar ze thuis horen. De voorzitter: Zijn er nog vragen in de richting van wethouder Heuverling? Niemand. Dan geef ik het woord aan wethouder Potters. Wethouder Potters: Dank u wel, voorzitter. Ik zal ingaan op een aantal vragen die door de fracties zijn gesteld ten aanzien van mijn portefeuille. Daarbij wil ik vooraf zeggen dat we het hebben over de kaderstelling voor dit jaar, die in april al gereed moet zijn om haar op tijd met u te kunnen behandelen. Ik zeg dat nadrukkelijk omdat ook vanuit de fracties de vraag is gesteld hoe het komt dat sommige informatie zo laat wordt verstrekt. Ik wil daar straks even op ingaan. Heel interessant om naar Werknemersbelang te luisteren. Het ging om de prestatieladder sociaal ondernemen. Dat is voor mij een nieuw begrip. Het is een initiatief dat u in Apeldoorn heeft leren kennen. Het sluit aan bij onze doelstelling dat we meer willen gaan leveren als het gaat om social return. Met name ook met onze nieuwe organisatie Baanbrekers. Het is belangrijk dat wij in overleg met ondernemers, vanuit onze eigen dienstverlening, afspraken gaan maken over social return. Dat is iets meer dan alleen maar een doelstelling van 5%. Het gaat ook over wat er daadwerkelijk door dergelijke ondernemers geleverd kan worden. In die zin zal ik me daarin verdiepen en als het kan zal ik daar bij u op terugkomen. Mijn volgende punt gaat over de vraag die ChristenUnie, VVD, CDA en LokaalBelang stelden over de ontwikkeling van het Wmo-beleid. Het Wmo-beleid is inderdaad een zorg. De inhoudelijke doelstellingen zijn op zich helder, maar de financiële ontwikkelingen zijn een zorg. Ik heb gisteren aan de griffie gevraagd om een raadsinformatiebrief aan u te sturen over de laatste stand van zaken, want het gaat niet goed met de budgetontwikkeling. Dat wil niet zeggen dat er niet hard geprobeerd wordt om daar waar mogelijk te bezuinigen, maar het wordt ons ook niet makkelijk gemaakt. Ik wil u melden dat er in 2011 een Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
43
besparing is gerealiseerd van 155.000 euro structureel. De bezuinigingen die vanuit uw raad zijn opgelegd bedragen 500.000 euro tot 700.000 euro per jaar. Dat zijn forse ingrepen. Het helpt dan niet dat het Rijk onlangs 300.000 euro negatief heeft bijgesteld waar het gaat om persoonlijke verzorging. We hebben dus minder budget gekregen en ook dat moeten we opvangen. Wat ook niet helpt is dat de babyboomgeneratie die in de jaren 1945-1950 is geboren, nu enorm veel beroep doet op deze Wmo-voorzieningen. Als u volgens de demografische ontwikkeling terugrekent kunt u bijna uittellen dat de mensen die nu rond de 65 jaar zijn, ineens een forse aanvraag doen op onze Wmovoorzieningen. Dat hebben we wel voorspeld, maar we hebben er geen geld voor gereserveerd. Tegen deze ontwikkeling in hebben we toch nog een bezuiniging kunnen realiseren van 155.000 euro. Dat wil niet zeggen dat we het daarbij laten, want zoals u van me gewend bent, wil ik graag alle bezuinigingen die we met elkaar hebben afgesproken waarmaken. Ik denk ook dat er nog meer bezuinigd kan worden. Die bezuiniging zal zitten in hulp bij het huishouden en in een andere vorm van dienstverlening. Ik wil daar nu niet op ingaan, want het staat in de raadsinformatiebrief. Het zijn wel ontwikkelingen die we u als college zo snel mogelijk meedelen. Zoals het er nu naar uitziet komen we toch uit op een fors tekort als we niet snel gaan ingrijpen. Deze informatie had ik in april nog niet voor u beschikbaar, want toen had ik nog geen overzicht van de Wmo-uitgaven van de eerste helft van 2012. Ik had toen nog geen afspraak met de WML kunnen maken over de vouchers, die we als alternatief willen gaan voorstellen. In april waren onze werkprocessen nog niet ingeregeld om dat per 1 oktober in te gaan voeren. In april hadden we onze mensen ook nog niet kunnen informeren over wat er precies gaat gebeuren. Ik snap uw wens om in het kader van de planning- en controlcyclus alle informatie tijdig te hebben, maar soms lukt dat niet. Ik hoop dat u daar begrip voor heeft en ik hoop dat u begrijpt dat we nieuwe informatie graag zo snel mogelijk met u willen delen. De voorzitter: De heer Tiemstra. De heer Tiemstra: Dank u wel, voorzitter. Even kijken, ben ik te verstaan? De microfoons staan nog aan. Zo zal het beter gaan, denk ik. Wat zegt u? U verstaat het uitstekend. Maar het is niet alleen Waspik natuurlijk, ik spreek … De voorzitter: Ga vooral uw gang, meneer Tiemstra. De heer Tiemstra: Dank u wel, voorzitter. Ik wil even reageren op wat de portefeuillehouder zegt over de Wmo. Het beleid is een bron van zorg, met name de financiële ontwikkeling. Ik herinner me dat we hier twee jaar geleden ook hebben gestaan. Toen is er bij de eerste kaderstelling gesproken over een beoogde bezuiniging van 500.000 euro op de Wmo. Ik heb toen op deze plaats gezegd: mensen, zouden we dat nu wel doen? Er komt een generatie aan die een steeds groter beroep zal gaan doen op de voorzieningen in de Wmo. Ik hoor u nu zeggen dat de babyboomgeneratie een van de oorzaken is die ervoor zorgen dat de Wmo financieel uit de pas gaat lopen, of hoe we het ook moeten noemen. Wel voorspeld, niet gereserveerd. Mijn vraag is: waarom niet? Dat vind ik toch best een fundamentele keus. De Wmo gaat ons denk ik met zijn allen aan het hart. Laten we de realiteit onder ogen zien. Er is een zwaarder, een klemmender, een dringender en een massaler beroep op de Wmo-voorzieningen. Waarom zeggen we dan niet halverwege de bestuursperiode: we hebben dat toch niet zo goed gezien, we gaan er nog eens over nadenken? Als we toch, tegen beter weten in, door willen schieten in het verder bezuinigen, uithollen en uitkleden van de Wmo-voorziening, dan gaan we volgens mij te ver. We laten dan een hele hoop mensen in de kou staan, terwijl ze het toch nodig hebben. We kunnen dan argumenten gebruiken als ‘meer eigen bijdrage’ of ‘en-en-en’. Ik maak me daar grote zorgen over, wethouder. Zou u daar iets over kunnen vertellen?
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
44
Wethouder Potters: Ik kan daar de hele avond nog over praten, maar dat zal ik maar niet doen. De heer Tiemstra: Van mij mag u. Wethouder Potters: Ik snap het, maar er zijn meer onderwerpen die we nog willen bespreken. Het is een maatschappelijk probleem dat de babyboomgeneratie de rijkste generatie ooit is en dat de generaties erna nooit het voorzieningenniveau zullen krijgen dat de babyboomgeneratie heeft. U kunt de vraag stellen of we daar niet voor hadden moeten reserveren. Misschien wel. De veel dringendere vraag is of alle Wmo-voorzieningen die we in het leven hebben geroepen echt noodzakelijk zijn. Is ouderdom misschien geen ziekte, maar is ouderdom iets waar je zelf ook rekening mee kunt houden? Als het gaat over de bezuinigingsvoorstellen die wij doen, gaat het bijvoorbeeld over hulp bij het huishouden. De gemeente Waalwijk voert daar sinds 2007 een ruimhartig beleid op. Naar het inzicht van het college kunnen we best een tandje terug, zonder dat dit meteen de dienstverlening zwaar uitholt en zonder dat kwetsbare groepen in de kou komen te staan. Dat zijn makkelijke oneliners. Ik hoor ze vaak in de politiek, maar het zijn niet de feiten. Wij maken een evenwichtig voorstel om te komen tot voorzieningen die nodig zijn, terwijl we scherp aan de wind varen als het gaat om doelmatigheid. Is het echt nodig? Moeten we niet af en toe durven om echt keuzes te maken? In dit geval zult u als raad, als u financieel in de pas wilt blijven lopen, keuzes moeten maken. Anders zult u structureel voor meer dan 500.000 euro elders dekking moeten vinden. Ik vraag me af hoe u dat voor elkaar gaat krijgen. De heer Tiemstra: Daar wil ik graag op reageren. Ik neem het u een klein beetje kwalijk dat u het heeft over goedkope oneliners die goed in het gehoor zouden liggen. U heeft mijn verhaal gehoord. We hebben het over een maatschappelijk gegeven waar we ook in Waalwijk mee te maken hebben en waar we als politiek verantwoordelijk voor zijn. Hoe gaan we op een gegeven moment om met mensen die het moeilijk hebben, die een beroep zullen moeten doen op de Wmo? Eén ding ben ik wel met u eens: wij zullen daar keuzes in moeten maken. Met ‘wij’ doel ik dan op de gemeenteraad van Waalwijk. Ik hoop dat we besluiten nemen die recht doen aan de realiteit en aan de maatschappelijke ontwikkelingen, als we het hierover gaan hebben in het najaar. Ik kijk de kring rond. Laten we ons daarvan bewust zijn. U weet, ik zeg het niet voor het eerst vanaf deze plaats. De voorzitter: De heer Van Baardwijk. De heer Van Baardwijk: Ik wil een korte opmerking maken richting de heer Potters die zei dat de babyboomgeneratie een zeer rijke generatie is. Zo zei u dat. Ik wil u eraan herinneren dat we hier in Waalwijk leven en dat we hier de schoenindustrie hebben gehad. Daar zijn echt geen topsalarissen verdiend. Ik vraag u om in de gaten te houden dat we de zwakkeren absoluut moeten kunnen blijven helpen. De heer Tiemstra wees er ook al op. Ik ben het best met u eens dat we meer kunnen vragen van mensen die daartoe in staat zijn, maar ik vind het te gemakkelijk dat u zegt dat de rijke generatie het zo goed heeft, want dat is niet helemaal waar. Wethouder Potters: Het is een tijd van politiek en dan is dit misschien een verklaring. Het is goed om onszelf af en toe een spiegel voor te houden. Als het gaat over … De voorzitter: De heer Van Well. De heer Van Well: Als de vraag van de heer Van Baardwijk beantwoord is, heb ik een vraag die daar weer op aansluit. Wat de heer Tiemstra zegt, slaat de spijker op zijn kop. We zullen met zijn allen moeten bekijken hoe we met de voorzieningen omgaan en hoe Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
45
we omgaan met het compensatiebeginsel dat aan de Wmo ten grondslag ligt. De vraag is hoe de kanteling er straks uit gaat zien. De wethouder heeft daar wellicht al een antwoord op, of kan een richting aangeven. Wat kunnen we daar al over zeggen? Als we bekijken wat er nodig is of wat er ontbreekt in de omgeving, dan gaat het om een heel andere benadering dan die van ‘recht hebben op’. Die laatste benadering passen we hier momenteel toe. Zit daar muziek in voor de toekomst en hebt u daar al zicht op? Dat is mijn vraag voor de wethouder. Wethouder Potters: Nou moet ik de beantwoording van de vraag van de heer Van Baardwijk afmaken, maar die ben ik een klein beetje kwijtgeraakt. Ik begrijp dat u vraagt: is dat niet te zwart-wit gezegd? Ik weet het niet. Ik zie wel een forse toename de afgelopen jaren. De vraag naar hulp bij het huishouden, rolstoelen en scootmobiels is in 2012 ten opzichte van 2009 soms bijna verdubbeld. We moeten ons volgens mij afvragen of dat wel allemaal even doelmatig is. Volgens mij stelt u die vraag ook. Het is toch te makkelijk gezegd dat we mensen in de kou laten staan. De extra ombuigingsmaatregel gaat echt om herindicatie voor hulp bij het huishouden. Is alle luxe echt nodig en kan het een standje minder? Er blijft dan nog steeds hulp in het huishouden overeind. Daarnaast is er het voorstel voor een alfacheque. Dat is een idee waarbij je meer met eigen verantwoordelijkheid kunt bekijken welke hulp je echt nodig hebt. Mensen kunnen dan zelf de cheque indienen op het moment dat ze daadwerkelijk hulp hebben gekregen. Er zijn dus relatief makkelijke manieren om toch nog iets aan die ombuiging te gaan doen. Ik denk dat we daar niet aan ontkomen. De voorzitter: De heer Tiemstra. De heer Tiemstra: Dank u wel, voorzitter. Nog even een aanvullende vraag ter verduidelijking. Heeft u het gevoel dat de Wmo-indicaties en de vergoedingen die van gemeentewege ter beschikking worden gesteld op dit moment te ruimhartig zijn? Wethouder Potters: Gevoel is altijd een lastig onderwerp. We zijn de zaak wel heel kritisch aan het onderzoeken. Uw vraag is niet in het algemeen te beantwoorden. Onder de Wmo vallen veel voorzieningen en er gelden verschillende indicatiestellingen voor. Ik heb hier al eerder gezegd dat een indicatie voor een zware elektrische rolstoel heel iets anders is dan een andere indicatie. We kunnen dus geen algemene uitspraken doen. We gaan er in de komende tijd echter nog kritischer naar kijken. De heer Tiemstra: Dank u wel, voorzitter. Dan ga ik een stapje verder. U zegt dat u kritisch gaat kijken en dat het op dit moment eigenlijk niet te ruimhartig is. Zo leg ik uw woorden uit. Er ligt nu al een stukje kritiek. Als we ondanks een groeiende vraag toch forse bezuinigingen door gaan voeren, dan kan het niet anders dan dat we tot de conclusie komen dat we ons in de toekomst te hard en te scherp op zullen stellen in de richting van diegenen die om ondersteuning vragen vanuit de Wmo. Nogmaals, daar ben ik bang voor. Ik kijk nog een keer de kring rond. Ik denk dat we daar als raad onze verantwoordelijkheid in moeten nemen. De raad heeft uiteindelijk budgetrecht, niet de portefeuillehouder. Wethouder Potters: Voorzitter, met het laatste ben ik het helemaal eens. U bent uiteindelijke degene die erover gaat. Wij doen slechts een voorstel om zaken toch op een goede manier om te buigen. Het is uiteindelijk aan u om alternatieven voor te dragen, inclusief hopelijk de dekking die daarbij hoort. De heer Van Well zegt terecht dat we van ‘recht op zorg’ naar een compensatieprincipe gaan. Dat is wel een beweging die veel tijd kost. Het zit nog niet tussen ieders oren. Als er toch letterlijk meer mensen aan de poort komen, dan kunnen we misschien wel wat strenger zijn als het gaat om wat mensen zelf kunnen, maar als de toename veel groter Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
46
is dan dat we kunnen afhouden, dan hebben we nog steeds met een groei te maken. Het zal dus helaas niet voldoende zijn. We zullen op voorzieningenniveau op sommige punten echt een stapje terug moeten doen. De voorzitter: De heer Lodenstijn. De heer Lodenstijn: Misschien dat het niet mag, omdat we met één woordvoerder moeten spreken. Ik wil de wethouder echter toch iets meegeven. De voorzitter: Vanachter het katheder, dames en heren. Met andere woorden, dit kan zo. De heer Lodenstijn: Oké, dan mag het wel. Ik wil de wethouder meegeven dat er een werkgroep is samengesteld die de Wmo onder de loep neemt. Binnenkort gaan we maatschappelijk verkennen, zoals dat heet, om te bekijken hoe de Wmo nu uitgevoerd wordt en hoe we daar eventueel toekomstig beleid op kunnen gaan formuleren. Iedereen heeft zich daarvoor op kunnen geven. De heer Tiemstra doet een oproep aan de raad. Ik roep alle raadsleden op om zich op te geven voor deze werkgroep. Zo krijgen we allemaal een beeld, ook van de kanteling en hoe die in Waalwijk is neergedaald en hoe we daar in de toekomst nieuw beleid op kunnen formuleren. Wethouder Potters: Ik sluit me daarbij aan. Absoluut. De voorzitter: Mevrouw Ruygt. Mevrouw Ruygt: Ik heb een vraagje aan u en ik wil een opmerking maken. Ik geloof helemaal niets van uw babyboomers die nu ineens een run op het loket doen. Heeft u ook een beetje het idee dat mensen bang gemaakt zijn? Er gaan namelijk een heleboel dingen af. Misschien is de aanloop op dit moment wat groter, omdat mensen toch nog maar even zaken aanvragen, voor 1 januari? Wethouder Potters: Dat laatste zal ik zeker niet ontkennen. Ik denk dat het wel meespeelt, maar als ik naar de prognose kijk op basis van de cijfers van 2009 tot 2012 dan zien we bijna een pijl recht naar boven als het gaat om het aantal mensen dat binnenkomt. Daarbij gaat het dus om de laatste jaren. Dat heeft niet alleen te maken met de bezuinigingen van de laatste tijd, hoewel die er zeker niet bij helpen. Dat klopt. Mevrouw Ruygt: Het is al een tijdje aan de gang. Eerst was het rollators eraf, rollators erbij. Als mensen een kans zien … Ik denk dat dit zeker een van de redenen is, zeker al sinds 2010. Wethouder Potters: Ik denk dat het klopt. Absoluut. Ik heb nog even één opmerking over dit punt, en dan zou ik graag verder willen gaan. Het gaat over de opmerking van de VVD over strenger kijken naar inkomensgrenzen en drempels die we zouden kunnen invoeren om te bekijken of het nou echt nodig is dat iemand een bepaalde voorziening heeft. Ik wil u er toch op wijzen dat het minister Schippers was die het de gemeentes eigenlijk min of meer heeft verboden om inkomensgrenzen te hanteren bij Wmo-beleid. Als u straks de raadsinformatiebrief nog een keer doorleest, dan zult u in bijlage 1 aantreffen dat wij voornemens waren om een aantal inkomensgrenzen te hanteren. Daar hebben we weer een streep door gezet. Het ging daarbij om bezuinigingen die we min of meer hadden ingeboekt en die we nu weer op een andere manier moeten zien te realiseren. Het wordt dus echt niet makkelijk gemaakt. Het is een openeinderegeling. In Den Haag wordt bepaald wat de spelregels zijn en wij moeten de tekorten opvangen. Dat maakt het niet makkelijk om hier continu met een sluitend verhaal te komen.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
47
De voorzitter: De heer Van Well. De heer Van Well: Begrijpelijk, die reactie. Aan de andere kant zijn er ook voorbeelden. In Breda is er een heel ander beleid voor het beschikbaar stellen van scootmobiels. U hebt hier zelf na overleg met D66 al een poule ingevoerd. Het zal toch uit die creativiteit moeten komen. Die moet aan de dag gelegd worden. Terecht werd door mijn rechterbuurman de opmerking gemaakt dat wij daar zelf als raad ook mee aan de gang gaan. Daar zal het toch vandaan moeten komen. We zullen oplossingen moeten vinden, want het geld is er gewoon niet. Naar mijn idee is er best een weg te vinden om dat compensatiebeginsel te kunnen hanteren, maar wel met een bepaalde inbreng vanuit de betrokkenen zelf. Ik weet niet of u dat met me eens bent. We kunnen dan toch meer ventielen in het systeem brengen. We kunnen dan meer de vinger aan de pols houden en zeker niet de zwakkeren en zwaksten gaan aanpakken. De voorzitter: De wethouder. Wethouder Potters: Ik keek even naar rechts en ik zag Frans daar staan, dus ik dacht: ik wacht heel eventjes. Het klopt, creativiteit is zeker heel belangrijk. Ik zou u toch willen vragen om eens heel goed te lezen wat er over de alfacheque in de raadsinformatiebrief staat. Daarbij gaat het echt om een vorm van creativiteit en om zaken op een andere manier aanpakken. De poule voor scootmobiels is nog niet ingesteld, maar kan waarschijnlijk in september geopend worden, met dank aan D66. Dat is een algemene voorziening waarbij je goedkoper kunt zijn en niet iedere keer individuele voorzieningen hoeft te verstrekken. U als raad krijgt binnenkort drie scenario’s voorgelegd. Vanuit die scenario’s zult u moeten kiezen of we voor ruimhartige, individuele voorzieningen gaan, of dat we meer uitgaan van eigen kracht. Op basis van die keuze zullen natuurlijk ook de financiële middelen beschikbaar gesteld moeten worden. U heeft daar zelf nog heel veel sturingsmogelijkheden in. De creativiteit in de uitvoering mag u vragen, want die zal hard nodig zijn. De voorzitter: De heer Simon. De heer Simon: Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik heb geen vragen aan de portefeuillehouder, hoewel hij mij misschien in het volgende zal steunen. Sinds de breuk in Den Haag waait er ineens een frisse wind door de raadzaal. Iedereen zegt dat hij problemen met de Wmo aan ziet komen, zeker voor de zwakkeren. Dan vraag ik me in navolging van de heer Tiemstra af waarom we niet gewoon met een motie komen. Laat het eventjes staan. Wij gaan het probleem op een andere wijze aanpakken. Dat is de verantwoordelijkheid en ook de taak van de raad. De portefeuillehouder staat hier te zwemmen, zelfs tegen zijn eigen fractie in. Dat is geen doen. Wij zijn hier verantwoordelijk voor als raad. Wij hebben budgetrecht, wij kunnen keuzes maken. Het is kaderstelling, dames en heren. Op dit moment moeten we iets doen. Dus, doen jullie mee of niet? Nee, zegt de coalitie. De heer Van Baardwijk: Wellicht is het niet de juiste termijn, want onderling debat moet straks plaatsvinden in de tweede termijn. Toch zou ik de heer Simon willen vragen om het verkiezingsprogramma van LokaalBelang een keer te lezen. Lees de vorige algemene beschouwingen. We zeggen niets anders dan we altijd doen. De heer Simon: Meneer Van Baardwijk: zie de uitspraken van uzelf of uw fractie: er kon niets, u hoeft niet na te denken, want in het coalitieprogramma stond waar u voor getekend had en daarmee basta. Terwijl we nu van iedereen horen dat het niet goed gaat en dat de portefeuillehouder in de problemen komt. Dat geeft de portefeuillehouder zelf aan. Iedereen zegt dat we het op een andere manier moeten doen. Ik bied een positieve slag en dan gaat u zo reageren. Dat mag, maar in feite zijn wij als raad verantwoordelijk. Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
48
De voorzitter: De heer Van Baardwijk. Omdat het nadrukkelijk naar aanleiding vanuit de discussie met de portefeuillehouder ontstaat, geef ik toestemming om hier mee door te gaan. Dan neemt u vast een voorschot op de tweede termijn. De heer Van Baardwijk. De heer Van Baardwijk: Ik wil het heel kort houden. Als de heer Simon niet wil luisteren, houd ik erover op. Ik wil er geen verdere discussie over. Dank u wel. De voorzitter: De heer Simon. De heer Simon: Ik stel gewoon heel simpel een vraag: kunnen we als raad niet op dit moment, gelet op de opmerkingen die de portefeuillehouder maakt en de problemen die hij heeft, bekijken of we met elkaar het probleem op kunnen lossen? U wilt verder geen discussie, terwijl ik het hier open en eerlijk op tafel leg. De voorzitter: Ga uw gang. De heer Tiemstra: Dank u wel, voorzitter. Ik neem even deel aan de discussie. Meneer Van Baardwijk, u verwijst naar de opmerkingen in het coalitieakkoord en in uw eigen verkiezingsprogramma. Vergeef me dat ik het verkiezingsprogramma en de algemene beschouwingen van vorig jaar niet paraat heb. Zou u mij in een paar woorden uit kunnen leggen wat die stukken over de situatie rondom de Wmo zeggen? Dan kunnen we daar misschien straks tijdens het diner op anticiperen. De voorzitter: De heer Van Baardwijk, als laatste. Als u verder ten aanzien van de Wmo opmerkingen hebt, dan kunt u die in de tweede termijn maken. De heer Van Baardwijk: Als de Wmo straks aan de orde komt, zal ik daar heel duidelijk over discussiëren. Ik heb mezelf aangemeld voor de werkgroep. Ik ga dus zelf de gemeente in hier. Ik wil er nu verder geen discussie over en ik wil niet in details gaan treden. Ik wil echter zeggen dat we altijd geroepen hebben dat we juist willen dat de zwakkeren ontzien worden. Daar wil ik op doelen. Straks gaan we met elkaar in detail over de Wmo in discussie. Ik vind het niet gepast om dat hier te doen. We komen hier uitgebreid op terug. De voorzitter: Ik geef het woord aan de wethouder. Wilt u verder gaan met uw betoog? Meneer Simon, u moet gewoon even luisteren. Ik zei net dat de heer Van Baardwijk degene is die op dit moment het laatste woord heeft. Wilt u hier verder mee gaan, dan kunt u daar dadelijk simpelweg de tweede termijn voor gebruiken. Dat is omdat we de afspraak gemaakt hebben dat we reageren op de portefeuillehouder. U hebt zelf de kans om er in tweede termijn op te reageren. U kunt er dan over nadenken of u al dan niet met een motie komt of wat dan ook. Zo zit het spel in elkaar en zo hebben we gezamenlijk de afspraken gemaakt. De wethouder. Wethouder Potters: Dank u wel, voorzitter. Ik ga verder met het volgende onderwerp: VluchtelingenWerk. Een onderwerp dat hier al regelmatig in de raad behandeld is en waarover nu ook wederom een motie is ingediend. Laten we vooropstellen dat we met VluchtelingenWerk afspraken hebben gemaakt over de invulling van de bijdrage die de organisatie krijgt. Dat heeft te maken met de trajecten die ze aanbieden. De organisatie krijgt geen algemene waarderingssubsidie van 60.000 euro, maar een subsidie voor vaste kosten. Daarboven is de subsidie afhankelijk van het aantal statushouders dat begeleid wordt. Statushouders zijn mensen met een legale status die hier gewoon mogen verblijven en die opgevangen moeten worden. Als ik nu het verhaal lees en als ik de motie zie die voor de komende twee jaar bedoeld is, dan komen we daar een beetje op terug. Het lijkt dan of we een waarderingssubsidie aan VluchtelingenWerk moeten geven Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
49
omdat het VluchtelingenWerk is. Ik snap dat dit sympathiek is, maar we hebben de taakstelling voor dit jaar al van 22 naar 16 teruggebracht. We hebben dit jaar nog maar 1 plaatsing gehad. Het kan toch niet zo zijn dat u hier in de raad 60.000 euro als waarderingssubsidie wilt geven en dat daar bijna geen prestatie tegenover staat? Dat ligt, nogmaals, niet aan VluchtelingenWerk en niet aan de goede bedoelingen. Het ligt simpelweg aan het feit dat er minder statushouders zijn. U heeft subsidie verleend voor de dienstverlening die VluchtelingenWerk doet, niet om VluchtelingenWerk in het algemeen in de lucht te houden. De heer Simon: Een prachtig verhaal, wethouder. Dit keer neem ik u niet in bescherming. Het verschil in het bedrag is bedoeld voor de cliënten van VluchtelingenWerk, niet voor kosten voor de overhead. We hebben hier met zijn tweeën over gesproken. Het is geen waarderingssubsidie of wat dan ook. Het is een investering in de toekomst van de mensen, op basis van vrijwilligheid. Het geld gaat nog niet eens naar de vrijwilligers toe. U heeft weinig gevoel bij VluchtelingenWerk en u legt dat open en eerlijk op tafel. Het gaat juist naar het systeem om mensen die hier legaal zijn een goede ingang te geven in de Nederlandse maatschappij. Dat is iedere keer het betoog geweest en dat heb ik vandaag ook nog uitgesproken. Dat u er nu een slag aan geeft, mag u zelf weten. Het gaat erom dat het een begeleidingssubsidie is voor die mensen. Het heeft gewoon puur te maken met kosten. Daar gaat het om. Daar heef de raad vorig jaar bijna unaniem ‘ja’ tegen gezegd. Nu geeft u er weer een slinger aan van ‘ik maak er een waarderingssubsidie van’. Dat is het gewoon niet. Dat staat hier ook nergens in. Wethouder Potters: Voorzitter, sinds jaar en dag hebben we een subsidie die gebaseerd is op het aantal trajecten dat begeleid wordt door VluchtelingenWerk. Dat weet VluchtelingenWerk. Dat is bekend en het is bij u in de raad ook bekend. Op het moment dat er meer trajecten door ons worden gevraagd, zal VluchtelingenWerk ook meer subsidie krijgen. Op momenten dat er minder trajecten gevraagd worden, omdat er minder statushouders zijn, krijgt de organisatie ook minder subsidie. Het is niet moeilijk, het is volgens mij heel simpel om het te overzien. Vorig jaar heeft u in meerderheid, in unanimiteit, gezegd dat het verschil van 8510 euro dat er eigenlijk nog als extra bezuiniging op kwam te liggen, niet door hoefde te gaan in verband met de goede prestatie die VluchtelingenWerk heeft gegenereerd door een bezuiniging van 30.000 euro te realiseren. Nogmaals, dat was een bezuiniging die door de raad zelf aan het college is gevraagd. Dat was de strekking van de motie vorig jaar. Niet om 60.000 euro subsidie sowieso in de lucht te houden. De voorzitter: De heer Simon. De heer Simon: Meneer de voorzitter, het is de eerste keer dat u zegt dat het subsidiebedrag beweegt als er meer vraag komt naar het begeleiden van trajecten. Het is de eerste keer dat u daarover spreekt. Ook vorig jaar heeft u hier niet over gesproken. Vorig jaar is er niet gevraagd om een subsidiebedrag voor de overheadkosten, daar hebben we het met zijn tweeën nog over gehad. Het ging om subsidie juist ten behoeve van de vluchtelingen die binnenkomen. In de raadsvergadering van vorig jaar dacht ik: nou, het is geregeld, ik maak er een kort verhaal van, juist om voor iedereen tijd te besparen. Vorig jaar heb ik ook gezegd dat als het op die argumentatie doorging, ik er dit jaar op terug zou komen. En nu wat serieuzer. Het gaat juist om het aantal vluchtelingen dat we helpen. Als u het in professionele handen moet leggen, dan bent u vele malen duurder uit. Die vrijwilligers, die vluchtelingen hebben recht op een goede toekomst. Dat zijn wij samen, als gehele raad, naar die mensen toe verplicht. Daar vragen we een luttel bedrag voor en dat weigert u iedere keer te geven. De voorzitter: De portefeuillehouder.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
50
Wethouder Potters: Voorzitter, ik wil niet in herhaling vallen. Ik heb het uitgelegd zoals het uitgelegd is. We verschillen daar echt van mening over. Volgens mij gaat het duidelijk niet om een algemene waarderingssubsidie, maar gewoon om een subsidie op basis van prestaties. Dat geldt al sinds jaar en dag, ik hoef daar verder niet op in te gaan, denk ik. Ik wil even op de motie ingaan. De voorzitter: Mevrouw Ruygt. Mevrouw Ruygt: Ik kom ook nog even terug op VluchtelingenWerk, en ik hoop dat we er dit jaar niet weer tweeënhalf uur over hoeven te praten. We hebben vorig jaar duidelijk afgesproken dat dit geen prestatiesubsidie zou zijn. Het was om hun hoofd boven water te houden. We kunnen heel kort zijn. We kunnen twee dingen doen. Willen we VluchtelingenWerk houden, of draaien we ze de nek om? U kunt alleen maar ‘ja’ of ‘nee’ zeggen. Dat kan heel kort. De voorzitter: Ga uw gang. Wethouder Potters: Nou, voorzitter, ik denk dat ik zelf altijd nog beslis waar ik ‘ja’ of ‘nee’ op zeg. Op deze vraag ga ik geen ‘ja’ of ‘nee’ zeggen. Ik wil u er wel nog wat meer over vertellen. Ik kan me niet herinneren dat we hier expliciet hebben gezegd dat het geen prestatiesubsidie meer was, maar een algemene waarderingssubsidie en dat VluchtelingenWerk altijd een subsidie kreeg van 60.000 euro, ook al gaat het om één statushouder of ook al zijn er geen statushouders. Volgens mij hebben we die afspraak niet gemaakt. De subsidievoorwaarden zijn sinds jaar en dag hetzelfde. Daar is niets aan veranderd en dat was volgens mij niet de strekking van deze motie. De voorzitter: Ga uw gang. Mevrouw Ruygt: Meneer de voorzitter, ik ben er tijdens de commissievergadering nog op teruggekomen. Toen heb ik gezegd dat u het er op dat moment bij moest zeggen, als u een prestatiesubsidie wilde hebben. Dat is vorig jaar niet gebeurd. Wij hebben het er vorig jaar echt over gehad om ze het hoofd boven water te laten houden. De voorzitter: De heer Potters. Wethouder Potters: Voorzitter, het kan toch niet zo zijn dat als we een subsidieafspraak maken met een instelling, en daar liggen allerlei afspraken onder, ik dan in de raad tegen u moet zeggen: let op, er ligt een subsidieafspraak met prestatiedoelstellingen onder, en wat u nu gaat doen, dat is een waarderingssubsidie? Dat moet ik aan u dan aangeven, op een dergelijk moment? Mevrouw Ruygt: Als wij het uitspreken als een waarderingssubsidie en u bent het daar niet mee eens, had u het op dat moment moeten zeggen. Wethouder Potters: Ik heb het niet gehoord als een waarderingssubsidie, en volgens mij andere partijen ook niet. Misschien kunnen andere partijen hierop reageren. De voorzitter: De heer Van Well. De heer Van Well: Dank u wel, voorzitter. Toch even een korte vraag aan de portefeuillehouder. Ik hoor hem net weer herhalen dat we tot op heden maar één statushouder hebben gehad, die bij VluchtelingenWerk aanklopt voor hulp. Dan hebben we het over zes maanden in 2012. Kunt u ook iets zeggen over de reden dat dit aantal zo is teruggelopen? Is het herziene beleid vanuit het kabinet de reden?
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
51
Wethouder Potters: Het is een beetje moeilijk om heel expliciet aan te geven waaraan het ligt. Het is wel zo dat het COA een aantal mensen moet huisvesten en ook hier in de gemeente een terugtrekkende beweging maakt. Het aantal statushouders dat wij krijgen wordt van bovenaf opgelegd. Dat heeft ook te maken met de vraag of iemand recht heeft op een verblijfstatus of niet, en de vraag of procedures aflopen of niet. Als dat fors terugloopt, krijgen we een lagere taakstelling. We hebben op dit moment inderdaad daadwerkelijk één persoon geplaatst. Misschien dat we het komende half jaar nog vijftien mensen plaatsen. Dat kan, dat weet ik niet precies. Het loopt wat dat betreft echter nog geen storm. De voorzitter: De heer Van Well. De heer Van Well: De voorganger van minister Spies, inmiddels voorzitter van de Raad van State, heb ik horen zeggen dat we de verantwoordelijkheid voor inburgering meer bij de statushouder zelf gingen leggen. Is dat wellicht niet de oorzaak van het feit dat het aantal terugloopt en dat we hier nu een discussie voeren over iets dat wellicht over enige tijd niet meer aan de orde zal zijn? Wethouder Potters: Dat verband is er op zich niet, want de statushouder blijft een statushouder. Op basis van de trajecten die we inkopen heeft iemand recht op begeleiding, daar hebben we in ieder geval een bedrag voor over. Dat staat daar dus los van. Het is wel zo dat het demissionaire kabinet heeft gezegd dat ze inburgering in de toekomst iets meer voor de vluchteling zelf vindt en dat het wat hen betreft niet meer vanuit het Rijk wordt betaald. Daarom heb ik moeite met deze motie, omdat ik niet weet wat het rijksbeleid op dit punt de komende tijd wordt. We willen per jaar kijken naar het aantal statushouders en de verantwoordelijkheid van de asielzoeker zelf. Los daarvan kijk ik naar de toekomst van VluchtelingenWerk. We hebben gisteren het bedrijf Baanbrekers geopend. Dit bedrijf moet mensen gaan begeleiden naar een werkpositie. Het zou misschien best verstandig zijn om de doelstelling niet zozeer op algemeen inburgeren te richten, omdat dat in de toekomst wellicht meer bij de statushouder zelf ligt. Het zou wellicht meer moeten gaan om het zo goed en snel mogelijk begeleiden van mensen naar werk. Werk is volgens mij de ultieme vorm van inburgering. Dan zou het wel eens kunnen zijn dat u als raad beslist om de subsidie niet meer aan VluchtelingenWerk te geven, maar om deze activiteiten gewoon via uw eigen uitvoeringsorganisatie in te kopen. De voorzitter: Mevrouw Odabasi. Mevrouw Odabasi: Dank u wel, voorzitter. Het zou inderdaad kunnen dat die beslissing ooit genomen wordt, maar zo ver zijn we nog niet. We hebben even de stukken opgezocht met daarin het amendement dat vorig jaar aangenomen is. Daar staat bij het besluit onder het eerste dictum: het subsidiebedrag voor het jaar 2012 en de jaren 2013 tot en met 2015 voor VluchtelingenWerk vast te stellen op een bedrag van 60.260 euro. Daar staat verder niet bij dat het zou gaan om een prestatiebegroting. Daar hebben wij niet om gevraagd. Wethouder Potters: Dan hebben we elkaar echt verkeerd begrepen, denk ik. We hebben wel een subsidiebeschikking liggen, die niet zomaar door een motie ongedaan gemaakt kan worden, lijkt mij. We hebben een duidelijke afspraak met VluchtelingenWerk. Ik heb de motie niet uitgelegd als: het maakt niet uit hoeveel dienstverlening er is, de subsidie moet sowieso 60.000 euro zijn. Er ligt gewoon een duidelijke beschikking onder met een afspraak die met VluchtelingenWerk sinds jaar en dag bestaat. De strekking van de motie op dat moment was om die korting van 8510 euro niet op te leggen aan VluchtelingenWerk, omdat de organisatie al een forse bezuiniging had gegenereerd. De strekking was niet om de vorm van de subsidiebeschikking ineens bij te stellen.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
52
De voorzitter: De heer Simon. De heer Simon: Nee, meneer de portefeuillehouder, zo zit het verhaal niet. U komt nou letterlijk met een gezochte opmerking. Als u vorig jaar nadrukkelijk, met de regels in uw hand, tegen de raad had gezegd dat we konden doen en laten wat we wilden met die motie, die bijna unaniem was, maar dat er regels waren en dat we daar op dat moment niet zomaar inbreuk op konden maken, dan had de zaak anders gelegen. Daar heeft u echter geen woord over gesproken. U bent daar u als medeverantwoordelijke wel toe verplicht richting raad, want we praten hier open en transparant met elkaar. Vorig jaar, nogmaals, hebben wij samen gesproken. Ik heb toen nadrukkelijk gevraagd of het gold voor overheadkosten. Nee, zei u, het gaat puur om het helpen van de vluchtelingen. Daar hebben we elkaar over gesproken. U heeft dat nadrukkelijk aangegeven. Dan mag het niet in de uitvoering van de motie aan de orde komen dat het een waarderingstoeslag is. Dat staat er dus ook niet in. Sinds van de week komt er allerlei informatie op ons af en dat is heel opvallend, want het hele college praat daarover. Wij hebben ook maar 24 uur per dag, maar dit verhaal speelt al sinds vorig jaar. Ik heb vorig jaar al gezegd dat ik terug zou komen met die motie, want VluchtelingenWerk gaat ons aan het hart, juist omdat de mensen die worden begeleid hier legaal zijn, zoals u zelf zegt. U heeft dit gewoon uit te voeren. De raad zegt dat hij dit wil en dat we een afspraak hebben gemaakt. In 2014 komt er misschien nieuwe wetgeving en dan bekijken we het opnieuw. Daar gaat het om, niets meer en niets minder. De voorzitter: De heer Potters. Wethouder Potters: Voorzitter, het is altijd moeilijk om terug te kijken in de tijd. Als het college op dat moment had geweten dat u had bedoeld dat er 60.000 euro als waarderingssubsidie gegeven zou moeten worden, ongeacht het aantal trajecten dat ingekocht zou moeten worden, dan denk ik niet dat we de motie ondersteund hadden. In diezelfde motie van dat jaar wordt ook gesproken over begeleidingstrajecten, dat is toch wel opvallend. De voorzitter: Dames en heren, ik denk dat het misschien verstandig is dat u na de pauze even bekijkt hoe u daar in tweede termijn mee omgaat. Waar u dan ook rekening mee moet houden, is dat er geen sprake is van een motie, maar van een amendement. Ik denk dat ik die informatie eerlijkheidshalve moet geven, want we hebben het amendement van vorig jaar er ook even bij gehaald. Ik stel voor dat wethouder Potters doorgaat. Wethouder Potters: Ik wil even een puntje afmaken. Het gaat over de dekking van deze motie. Vorig jaar was het een amendement, heel goed. U stelt in de motie voor om als dekking de 60.183 euro te gebruiken die structureel bezuinigd zou moeten worden vanaf 2013. Dat is toch wel een beetje een gat met een gat vullen. Die 60.183 euro is onderdeel van de taakstelling van 800.000 euro die we zouden moeten realiseren en die we hier ook in meerderheid hebben geaccepteerd als bezuiniging op de instellingen en de subsidiebijdragen. Dan is het toch wel raar om uit die bezuiniging die we denken te realiseren nu al dekking te vinden. Volgens mij is dat geen dekking, maar een beetje los zand. Dan gaan we verder. We hebben VluchtelingenWerk gehad. Een vraag van het CDA om coulant te zijn als het gaat over sporten voor ouderen. Ik snap de vraag. Zoals u al heeft kunnen zien, gaat het echter niet om een heel forse verhoging van de bijdrage per gebruiker, om het zo maar even te zeggen. Het gaat, even uit mijn hoofd, van 1 euro per sportles naar 3 euro per sportles. Het gaat om de prioriteiten die we stellen ten opzichte van de tekorten op de Wmo. Daar moeten we dekking voor vinden. Het gaat om een klein bedrag, dus het is niet zo dat het een groot gat in onze begroting slaat, maar het Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
53
gaat ook wel een beetje over waar de nadruk op ligt. Moeten we dit soort dingen nog blijven subsidiëren, of moeten we er toch stringenter mee omgaan? De voorzitter: De heer Van der Sloot. De heer Van der Sloot: Dank u wel, voorzitter. Ik wil daar nog even op reageren. Het is niet dat ik verwacht dat u er nu ‘ja’ of ‘nee’ op zegt, want ik heb dacht ik in mijn bijdrage gevraagd of u er eens goed naar wilt kijken. Het is ook niet de bedoeling dat u die 3000 euro subsidie toezegt. Het gaat er nu om dat u de oudere mensen in ieder geval zodanig probeert tegemoet te komen dat ze niet gaan afhaken. Ook al gaat het maar om 1 euro, het gaat ook om het idee dat erachter zit. Als de ouderen afhaken, dan zullen we ze vaak kwijt zijn. Dan komen ze niet meer terug, al bieden we er straks bij wijze van spreken geld voor als ze komen. Dan ben je ze toch nog kwijt. Om dat te kunnen voorkomen doe ik een beroep op u om te bekijken of het mogelijk is om er dekking voor te vinden en het dan af te bouwen in twee of in drie jaar. Drie jaar zou nog mooier zijn dan twee jaar, maar ik vind ook twee jaar helemaal prima. De voorzitter: De wethouder, over sportende babyboomers. Wethouder Potters: U legt het verband heel mooi. We komen daar nog terug, op een later moment. De heer Van der Sloot: Dank u wel. Wethouder Potters: Dan ga ik even door mijn papieren heen. GroenLinksaf, met de motie over aanvullende bezuinigingen op subsidiebeleid. Ook dit is natuurlijk een motie die in eerste instantie best sympathiek lijkt. Ik heb even snel uitgerekend dat het om een gat van 30.000 euro gaat, dus dat is toch nog een behoorlijk bedrag dat op een andere manier gedekt zou moeten worden. Het heeft ook wel een beetje met de term solidariteit te maken. Waarom zou een grote instelling die veel doet voor de samenleving wel de korting van 10% opgelegd krijgen en iemand die net onder de 10.000 euro zit geen enkel gevolg voelen van de economische crisis? Volgens mij is het net zoals met het principe ‘trap op, trap af’ dat we elkaars hand vasthouden. Het zou een beetje te makkelijk zijn om de kleine instellingen per definitie te ontzien als ze niet naar doelmatigheid, rechtmatigheid en effectiviteit kunnen kijken. De voorzitter: De heer Den Braven. De heer Den Braven: Ik heb het niet over doelmatigheid, rechtmatigheid en effectiviteit gehad. Dat is iets waar u nu over begint. We hebben gezegd dat het gaat om relatief kleine bedragen. De gevolgen van de korting van 10% komen juist bij deze instellingen extra hard aan. Ik vind het heel knap dat u aan de 30.000 euro komt. Wij hebben ze net namelijk allemaal doorgenomen, allemaal, en ik ben gekomen tot 71 subsidies met een totale waarde van 166.000 euro. We praten dus volgens ons, maar daarover kunnen we van mening verschillen, over 16.600 euro. Het kan zijn dat u een andere lijst heeft en dat wij een lijst hebben waar niet alle subsidies op staan. Dat zou dan zeer kwalijk zijn, daar ga ik liever niet van uit. Wij hebben het dus over 16.600 euro, volgens de ons ter beschikking staande gegevens. Wethouder Potters: Ik heb de meerjarige subsidies tot en met 2015 bij elkaar opgeteld en ik kwam ongeveer uit op 30.000 euro. We hebben dat echter snel moeten doen, in het halve uurtje dat ons ter beschikking stond. Het gaat wel over een redelijk aanzienlijk bedrag, dat moet u met me eens zijn.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
54
De heer Den Braven: Dat kan ik niet ontkennen. Overigens hebben we ook van begin af aan gezegd dat het bedrag van 1000 euro arbitrair is, daar kun je met elkaar over praten. Wethouder Potters: Dan ga ik nog even verder naar de laatste punten. De SGP had toch wel kritiek op het feit dat er een aantal dingen laat naar u toe zijn gekomen. Daar heb ik volgens mij al antwoord op gegeven. Het is helaas zo dat we niet alles precies in het regime van de planning- en controlcyclus kunnen stoppen. We hebben soms ook wel te maken met afspraken met derden, die we eerst zorgvuldig moeten afhandelen. Zodra we iets weten, vind ik het wel erg prettig om u daar zo snel mogelijk over te informeren. We hebben het al gehad over het debat over de Wmo, dat zal na de vakantie zeker plaats gaan vinden. Cornu Copiae is ook een onderwerp dat u aanraakte. Het is volgens mij uw laatste punt. Het moet toch even van mijn hart dat het hier gaat om een formele gegrondverklaring van het bezwaarschrift. Dat wil zeggen dat er volgens de commissie sprake is van een vorm van motiveringsgebrek, waar wij onvoldoende aan tegemoet zijn gekomen. Het gaat dus niet over de materiële zaken zelf en de toekenning daarvan. Op dat gebied heeft de commissie ons niet in het ongelijk gesteld. Waarom doen we daar nou misschien zo moeilijk over? Als we daarmee in zouden stemmen, zouden we bij elke subsidiebeschikking vooraf moeten aangeven waarom de hardheidsclausule per definitie niet van toepassing is. Dat is nogal wat. Dat betekent nogal wat voor ons. Als wij vinden dat de hardheidsclausule van toepassing is, dan zullen we daar ook een beroep op doen. Als dat niet zo is, dan moeten we dat niet elke keer moeten motiveren. Een beetje een formele zaak. Ik ga daarover nog eens in gesprek met de commissie Bezwaarschriften en ook met de afdeling. Als er meer duidelijkheid over komt, dan laat ik u dat weten. Het was geen duidelijk signaal, dat ben ik met u eens. Het had beter gekund, vanuit hier in het huis. Ik zal Cornu Copiae daar in ieder geval als eerste over informeren. Het gaat in ieder geval om een formele kwestie. De voorzitter: Nog vragen in de richting van wethouder Potters? De heer Simon. De heer Simon: Dank u wel, meneer de voorzitter. Wij hebben nadrukkelijk in onze eerste termijn opmerkingen gemaakt over Radar. Het ging met name om opmerkingen die de portefeuillehouder gemaakt heeft: ik ben niet tevreden over Radar en Radar doet niets. Het vreemde is dat Radar wel betrokken wordt bij het geld dat u vanuit de Wmo haalt richting de bvo RKC. Dan kan ik weinig met het verhaal. In ieder geval gaat het om uw uitlatingen ten aanzien van Radar, terwijl uw verhaal iedere argumentatie mist. U begrijpt niets van de rol van Radar door dit soort uitlatingen te doen. Daar wil ik toch wel duidelijkheid over hebben. Wethouder Potters: Voorzitter, ik heb geprobeerd om me te houden aan de kaderstelling en de vragen en opmerkingen die op dat gebied nog stonden. Ik heb uw opmerking voor kennisgeving aangenomen. Ik ben het niet met u eens, maar volgens mij is dit niet de plek om het debat te gaan voeren over Radar, dus laten we dat op een ander moment doen. We gaan het hier hebben over de kaderstelling. De heer Simon: Dank u wel, mogelijk gisteren dan. De voorzitter: Andere vragen in de richting van wethouder Potters? Dat is niet het geval. Dan geef ik het woord aan wethouder Van Dongen. Wethouder Van Dongen: Voorzitter, een aantal onderwerpen waar ik graag nog even op reageer liggen er nog. Positieve opmerkingen over het Dorpsplein en de Kerkvaartse Haven. Altijd goed om dit soort dingen te horen. Aanpassing van de grondprijzen. Zou dat Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
55
een middel zijn om gronden versneld uit te kunnen geven, waardoor je de risico’s op de grondexploitaties misschien beter kunt beheren en beheersen? Die discussie is ook al gevoerd bij de vaststelling van de nota over grondexploitatie. U hebt toen ook aangegeven dat we met name voor De Rugt en Waesgeerd-West de grondprijzen neerwaarts zouden moeten bijstellen, met name vanwege marktomstandigheden, ook kijkend naar de prijzen in de concurrerende regio. Dat loopt dus. Dat doen we eigenlijk ook al voor Landgoed Driessen, waar we het residuele grondwaardesysteem hanteren. Dat houdt onder meer in dat de prijs van 320 euro of 330 euro per meter die we ooit hadden, niet meer gehaald wordt. We komen daar al onder de 300 euro. Ook daar zien we de markt zijn werk doen. In zijn algemeenheid moeten wij gewoon de marktontwikkelingen volgen. We moeten niet boven de markt zitten en ook niet onder de markt, want dan zouden we gaan subsidiëren en daar zitten ook weer een aantal vraagstukken aan vast. Wij moeten die ontwikkeling met zorgvuldigheid en aandacht volgen, daar ben ik het geheel mee eens. Een aantal grote projecten, waaronder de oostelijke insteekhaven, is door een aantal partijen genoemd. Ik bespeur dat een groot aantal fracties zich toch ook wel in positieve zin heeft uitgesproken in de richting van met name een oostelijke insteekhaven. We komen daar in september verder over te praten. Een aspect dat genoemd is, is de mobiliteit die Haven Acht al dan niet oproept. De heer Van Baardwijk zegt dat het niet iets is voor Waalwijk alleen, hoe je het ook bekijkt. Zeker, daar zijn we het geheel over eens. We markeren het ook als een regionaal project, waar de regio belang bij heeft. Dat betekent ook dat we er als regio voor moeten gaan. We moeten bijdragen genereren uit het bedrijfsleven en uit de grondexploitatie maar ook uit subsidies. Die lobby richting provincie en Rijk wordt al uitgevoerd en daar gaan we zeker mee verder. U weet dat we enkele maanden geleden een convenant met de gemeente Tilburg gesloten hebben, om hier zoveel mogelijk op aan te dringen. Hogere overheden zoals de provincie, het Rijk en Europa, vragen altijd wél wat we willen, als ze een verzoek om geld in overweging nemen. Ze willen weten wat onze beslissing is. Hoe je het verder ook bekijkt, het is van belang dat we in september een keuze bepalen voor het een of het ander. Ik ben het ook geheel met de heer Van Baardwijk eens dat we op termijn geen bereikbaarheid meer hebben over het water als we de sluis laten zoals die nu is. Het is de vraag of we als gemeente Waalwijk die kant op moeten willen, terwijl we juist werkgelegenheid en multi-mobiliteit onderstrepen als een groot belang. Ik kom te spreken over de planning van bedrijventerreinen. De heer Kuijten zegt dat het mooi is dat we in regioverband afspraken maken over de hoeveelheid bedrijventerreinen die verdeeld wordt over de regio. Waar het gaat om de regionale opdracht, bijvoorbeeld op logistiek gebied, vraagt hij of we niet moeten nadenken over een soort gemeenschappelijke aanpak, een gemeenschappelijke regeling, een gemeenschappelijk grondbedrijf of wat dan ook. Die gedachte is interessant. In de afspraken die wij in Midden-Brabant maken, ook met Tilburg, is deze gedachte opgenomen. Er komt een verkenning naar de mogelijkheden om daar op termijn toe te komen. Een beetje bijzonder is het wel, dat er van de ene kant gepleit wordt om dit soort zaken in regionaal verband op te pakken, terwijl van de andere kant ook van diverse fracties te horen valt dat ze zich afvragen hoe democratische controle zich verhoudt tot gemeenschappelijke regelingen. Het gaat natuurlijk ook om de risicofactor. Als we winst maken op Haven Zeven, dan zou het jammer zijn als we die winst met anderen moeten delen met andere gemeentes. Op het moment dat er alleen verliezen worden geleden is de vraag wie daar dan graag voor opdraait. Het punt is genoteerd en we zullen daar zeker ook nog naar kijken. Het centrum van Vrijhoeve. De zomer is begonnen, of nog niet begonnen. Als je naar de temperatuur in deze zaal kijkt, is het altijd zomer, dan zou ik altijd te laat zijn als ik ergens mee zou komen voor de zomer. Ik kan u melden, meneer Tiemstra, dat er volgende week dinsdag een voorstel voor een raadsinformatiebrief in het college wordt besproken. Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
56
Met die brief geven we inzicht in de stand van zaken op dit moment. We zijn er nog niet uit in de onderhandelingen. Ik heb in de bespreking van het voorjaarsbericht in deze commissie en bij de nota over grondexploitatie aangegeven dat we de complexiteit hebben vergroot door andere ontwikkelingen in Waalwijk rond Emté mee te nemen. Dat doen we niet omdat we het zo nodig complexer willen maken, maar vanuit de veronderstelling dat we op deze manier betere resultaten kunnen bereiken voor het centrum van Sprang-Capelle. De noodzaak om ook aan dat centrum iets te doen is evident. U wordt daar volgende week of na de zomer over geïnformeerd, al dan niet vertrouwelijk. Zeker als het gaat om grondexploitaties en prijzen is dat wellicht nodig. Dat hebben we eerder in maart dit jaar al gedaan. Volgende week dinsdag komt het in het college. Andere zaken zie ik niet meer op mijn lijstje, voorzitter. De voorzitter: De heer Tiemstra. De heer Tiemstra: Voorzitter, ik wil de discussie over de zomer niet opnieuw opstarten. Het is warm zat hier. Even over de opmerking dat het dinsdag in het college wordt besproken. Mij gaat het erom wanneer we als raad de brief krijgen. Die vraag wil ik gewoon beantwoord hebben. Wethouder Van Dongen: Als het college gewoon instemt, dan hebt u die volgende week. De heer Tiemstra: En als het college niet instemt? Wethouder Van Dongen: Dan gaan we vier weken van de zomervakantie genieten. We zullen ons best doen om er volgende week een beslissing over te nemen. De heer Tiemstra: Als het college niet instemt, verwacht ik in ieder geval een brief met de reden waarom het college niet instemt. Dan wil ik weten waar de pijnpunten liggen, wat er dan gaat gebeuren en in welk tempo. Die gegevens willen we gewoon hebben, punt. De voorzitter: Volgens mij is het helder. Ga uw gang. De heer Van der Sloot: Ik heb eigenlijk helemaal geen vraag aan de heer Van Dongen, maar ik zit nog wel met een vraag van algemene aard. Ik denk dat ik die maar tot de voorzitter ga richten. Volgens mij heb ik in mijn bijdrage verteld dat wij het proces zouden willen stimuleren en dat we barrières willen wegnemen. Dat hebben wij binnen het coalitieakkoord met elkaar afgesproken. Ik heb ook aangegeven dat met name het stoppen van activiteiten ons ook zorgen baart. Ik heb ze genoemd: Hallelujah Besoyen, de harmonie Hertog Jan en EHBO Sint Jan. Ik wil een lijntje trekken. De voorzitter: Ik snap het. U had die vraag moeten stellen aan de portefeuillehouder die erover gaat. Ik heb nadrukkelijk gesteld of u nog vragen had aan portefeuillehouder Heuverling, in dit geval dat het om cultuur gaat. Met excuus, maar ik kan hier niets meer aan doen. De heer Van der Sloot: U weet het antwoord gewoon niet hè. Dank u wel. De heer Van Baardwijk neemt het voorzitterschap over. Burgemeester Kleijngeld: Als er geen vragen meer zijn aan wethouder Van Dongen. Wat je wilt. Wat we ook kunnen afspreken, is dat de portefeuillehouder na vijf minuten een signaaltje geeft. Zullen we dat afspreken? Even proberen in hoofdlijnen. Hart van Brabant, € 0,45 gaat naar € 6,45. Dat is een opmerking die diverse fracties gemaakt hebben. Waar doe je dat nou voor, wat krijg je daar nou voor? Dat is een heel legitieme Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
57
vraag, waar u vorige maand antwoord op gegeven hebt. U heeft toen gezegd dat u ermee instemt, op de voorwaarde dat in de verschillende portefeuillehoudersoverleggen nog wel eens kritisch naar de eigen begroting gekeken wordt. Ik heb u toen ook nog een compliment gegeven, want u zegt daar nog al wat tegen. Er is hier sprake van een transitie, waar wethouder Potters het ook vaak over heeft. Wij zeggen, algemeen beschouwd, dat we als gemeente in de richting van een regieorganisatie werken. Daarom werken wij ook met personele bezuinigingen. Niet alleen bezuinigingen op subsidies, niet alleen bezuinigingen op verkeer, maar ook hier in de organisatie. Tegelijkertijd erkennen we daarmee dat we een aantal grote projecten niet alleen aan kunnen. Dat wil zeggen dat we daar andere o’s voor nodig hebben. Oftewel ondernemers, onderwijs en overheden. Als je dat gaat organiseren, kom je terecht bij Midpoint, Hart van Brabant, de Langstraat enzovoorts. Dat kun je niet voor niets krijgen. Het mooiste voorbeeld is gegeven door wethouder Heuverling. Die heeft gezegd dat het Leerpunt wordt gedraaid via Midpoint. Daar hebben we 20.000 euro voor betaald, en we krijgen er 80.000 euro voor terug. Dat gaat daar niet voor niets. Je zult dus aan de andere kant moeten bouwen. En hoe moet je bouwen? Door als portefeuillehouder te bekijken of er hier goede mensen in huis zijn die daar ook een rol kunnen spelen. Van de andere kant heb je er soms ook deskundige externe ondersteuning voor nodig. De voorzitter: Een interruptie van de heer Simon. Ga uw gang. De heer Simon: Dank u wel, meneer de voorzitter. In een keer een nieuw gezicht, maar vooruit maar. Dat is een fantastisch verhaal, portefeuillehouder. Burgemeester Kleijngeld: Dank je. De heer Simon: Volgens mij is aan u of aan die samenwerkingsclub de economische crisis voorbijgegaan. Burgemeester Kleijngeld: Nee. Sorry. De heer Simon: Moeilijk hè, even geen voorzitter zijn. Burgemeester Kleijngeld: Dat is moeilijk, ja. De heer Simon: Ik merk het. Burgemeester Kleijngeld: U ziet het, ik lijd. De voorzitter: Als u de microfoon uit wilt zetten, meneer Simon, u heeft uw vraag gesteld. Ga uw gang. De heer Simon: Portefeuillehouder, het gaat er gewoon om dat er in een keer een forse stijging is van die kosten. Die kunt u niet beargumenteren. U zegt er wel een heleboel omheen. Waar gaan die kosten naartoe? Waar zijn ze voor nodig? Wat gaat er voor gebeuren? Hoeveel krijgen we ervoor terug? Vier simpele vragen. Krijgen we daar antwoord op? Burgemeester Kleijngeld: Daar hebben we vorige maand heel nadrukkelijk over gesproken. U hebt als raad toen gezegd: akkoord daarmee. Nu zegt u: maar het is wel veel. In algemeen beschouwende zin ga ik daar verder op in, en dat lijkt mij het doel van deze bijeenkomst. Het is nu juist het punt dat we ondanks die economische crisis, of juist in de economische crisis, een ambitie proberen na te streven. Daar zitten voor Waalwijk concreet het Leerpunt, een havenproject en het GOL in. Dat kun je als gemeente niet alleen. Wat je dan vervolgens doet is hier bezuinigen, en tegelijkertijd mensen over proNotulen raadsvergadering 21 juni 2012
58
beren te brengen naar de andere kant, naar Midpoint. Daardoor kom je niet uit op een bedrag van € 0,45, maar op een bedrag van € 2,45. Het meerjarenperspectief is dat het bedrag kan groeien naar € 6,45. Vervolgens is naar mij gekeken met de vraag wie dat nu uitmaakt. Dat maakt ú uit. U heeft hierover vorige maand besloten en ik kan u nu melden dat andere gemeentes hebben gezegd dat ze wel mee willen doen voor 2013, maar dat ze het volgend jaar nog eens willen hebben over het meerjarenperspectief. In die zin is dat iets dat dadelijk terugkomt, en in een gemeenschappelijke regeling hebben we het daarover. De voorzitter: Burgemeester, er is een interruptie van mevrouw Ruygt. Ga uw gang. Mevrouw Ruygt: We hebben het hier inderdaad een paar maanden geleden over gehad. We konden er haast niet tussenkomen, zo enthousiast was u. Maar goed. Toen zei u dat u nog zou gaan kijken welke kosten er naar beneden zouden kunnen. Heeft u daar al zicht op en wanneer krijgen we dat te horen? U heeft de vorige keer ook gehoord dat iedereen het bedrag verschrikkelijk hoog vond. U zag misschien nog kans om het naar beneden te krijgen, zei u toen. Ik ben benieuwd. Burgemeester Kleijngeld: Dat is de afspraak die we gemaakt hebben. Dat bekijken we in de portefeuillehoudersoverleggen. Als wethouder Van Groos bij het overleg over milieu zit, bekijkt hij met de milieuwethouders wat precies nodig is en of de begroting niet omlaag kan. Het resultaat van die besprekingen krijgen we in de loop van deze maand te horen. Wij zijn vroeg geweest met onze besluitvorming. De gemeenteraad van Tilburg moet bijvoorbeeld nog besluiten over een en ander. Dat komt op die manier dus terug. De voorzitter: Mevrouw Ruygt, ga uw gang. Mevrouw Ruygt: En wij krijgen dan onmiddellijk die antwoorden? Burgemeester Kleijngeld: U krijgt daarover antwoord. Ik ben in het algemeen redelijk vlot in het beantwoorden en daar houden we ons ook dit keer aan. Dat weet u ook. Mevrouw Ruygt: Dat weet ik ook. Maar het besluit is al genomen. Nu gaat het over de kaderstelling en het staat er weer in. Midpoint komt twee keer voor. Burgemeester Kleijngeld: Het staat erin omdat je het, nadat je er vorige maand over gesproken hebt, nu meeneemt in het plaatje voor 2013. De heer Den Braven vroeg of de bedragen waar het nu om draait de bedragen zijn die in de kaderstelling staan. Ja, dat zijn ze. Straks zult u zeggen dat we over de Wmo nog een discussie moeten voeren, maar in de kaderstelling wordt er nu wel al iets over opgenomen. Dat is net onderwerp van gesprek geweest. Het is zo dat we vorige maand hebben gezegd dat we het gaan doen. Het wordt dan meegenomen in de calculatie om tot de juiste eindsom te komen. Mevrouw Ruygt: Nu maakt u me toch een klein beetje boos, burgemeester. Vorige maand heeft u eigenlijk tegen ons gezegd dat we voor 30 mei moesten beslissen. Dat was het uitgangspunt van u. Want dan kwam de heer Van der Donk en dan moest er iets liggen. Burgemeester Kleijngeld: Mevrouw Ruygt, daar hebben we het vorige maand ook al over gehad. Toen heb ik u ook al uitgelegd hoe het in elkaar zat. Toen zei u ‘een man’. Daarop zei ik ‘dat is de heer Van der Donk’. Die discussie hebben we helemaal gevoerd. Dat had te maken met een commissievergadering die daar ook nog tussen zit. Het werkt bij Midpoint op precies dezelfde manier als hier. Er is eerst een commissievergadering. Daarin probeer je inhoudelijk zoveel mogelijk tot overeenstemming te komen. Nu komt er binnenkort een vergadering waarin we bekijken of de gemeenteraden ‘ja’ of ‘nee’ of Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
59
wat dan ook gezegd hebben. Daarna kom je tot het vaststellen van een begroting. Dat gehele proces moet plaatsvinden voor 1 juli, vanwege het feit dat je bij de provincie moet zijn vóór die datum. Mevrouw Ruygt: Dat begrijp ik, maar u heeft ons toen gezegd dat we direct moesten beslissen, omdat we anders van alles mis zouden lopen. We hebben toen direct beslist, en nu hoor ik van u dat Tilburg nog geen enkele beslissing heeft genomen. Burgemeester Kleijngeld: Dit is iets dat heel vaak voorkomt. Wanneer wij een geanimeerde discussie krijgen, mevrouw Ruygt, u en ik, zijn er heel vaak misverstanden en miscommunicaties. U neemt het dan net iets anders aan dan ik het bedoeld heb of gezegd heb. Daardoor ontstaan die misverstanden. Ik heb de vorige keer geen woord fout, verkeerd of wat dan ook gezegd. Ik probeer het nu weer uit te leggen. De voorzitter: Interruptie van de heer Van Well. Ga uw gang. De heer Van Well: Het is niet zozeer een interruptie. Wij voelden ons echter even aangesproken, omdat we het punt ook opgebracht hebben. Even ter toelichting: waar zijn algemene beschouwingen voor? Ze zijn nou juist om onderwerpen waarvan je vindt dat ze op dit moment opportuun en van belang zijn even in een kader te plaatsen. Wij praten hier continu over bezuinigen. Hier hebben we echter een nieuwe kostenpost geïntroduceerd en daar hebben we op 31 mei jl. inderdaad ‘ja’ tegen gezegd, de laatste dag van de vorige maand. Toen is hier in dit huis ook de CdK geweest, de heer Van der Donk. We hebben toen over regionalisering van Brabant gesproken. Wij staan daar volledig achter. Wij vinden echter dat de kosten zoals u die aan ons voorgeschoteld heeft dermate hoog oplopen en dat niet alles simpelweg in een gemeenschappelijke regeling omgezet kan worden. Er zou steeds een democratische legitimatie onder moeten zitten. We hebben dat ook gezegd in de commissievergadering. Dat is wat de heer Kuijten u als portefeuillehouder namens de VVD duidelijk heeft gemaakt. Wij vinden juist die legitimatie uitermate belangrijk, om grip te kunnen blijven houden op de kosten en op de ontwikkelingen. Dit ter completering van de redenatie waarom wij het punt hebben opgebracht. Burgemeester Kleijngeld: Klopt, en daar was ik in mijn algemene beschouwing in feite ook mee bezig, want het punt dat volgt is de vraag hoe het zit met de controle op die middelen. Willen we dat alleen aan portefeuillehouders overlaten, of wil de raad daar een rol in spelen? Ik vind dat we dan vervallen tot herhaling van zetten. We zijn het daarover eens met elkaar. Er is een heldere motie over geweest en er is al reactie op gekomen van andere raden. Als ik via internet naar de commissievergadering in Tilburg kijk, dan hoor ik dat ze daar naar aanleiding van de brief uit Waalwijk graag willen spreken over democratische legitimatie. Van daaruit is ook gezegd dat ze proberen tot voorstellen te komen. U zit gewoon op de weg die volgens mij door allen gesteund en ondersteund wordt. Waar was ik mee bezig? Vanuit die transitie, die hier ook speelt, zeggen we als overheid dat we ook anderen naar binnen toe moeten halen. Daarmee zetten we soms zaken die wij met zijn alleen qua ambitie belangrijk vinden buiten het huis. Dan redt je het niet om € 0,45 in Midden-Brabant te betalen, ruim 6 euro in West-Brabant en een veelvoud daarvan in Zuidoost-Brabant. Als je die ambitie uitgesproken hebt, zul je daar ook aan de andere kant iets mee moeten doen. Maar wel gecontroleerd, daarover zijn we het met zijn allen denk ik helemaal eens. Dan kom ik op de veiligheidsregio. Ik stel voor dat we dat punt volgende week bespreken. Dat is met mooie: het vorige punt was van vorige maand en dit is iets van volgende week. Het punt is dan namelijk geagendeerd en dan heeft u er in het verband van de commissievergadering ook al over gesproken. Daar zat overigens ook nog een punt bij rondom de algemene reserves rondom gemeenschappelijke regelingen. Er zit daar een
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
60
koppeling en u hebt daar zojuist ook al een opmerking over gemaakt. Dat zien we straks bij de stemming terug. Ten slotte Loon op Zand. Een heel andere vorm van samenwerking. Uw vraag was of we die organisaties niet bij elkaar kunnen stoppen. Ja, als je met zijn tweeën wilt. Ja, en wanneer dan? Als degene die het traagste is met de besluitvorming het besluit neemt om mee te doen. Op dat moment kun je zoiets realiseren. In Loon op Zand is het toch politiek geworden. Ik constateer daarom dat nu het woord is aan de gemeenteraad van Loon op Zand. Ik lees ook de krant en ik spreek ook mensen uit Loon op Zand. Zij zeggen dat ze eruit zijn met Bruisend Dorpshart, maar dat ze dan voor 65 mensen minder een gemeentehuis bouwen. Zij moeten een keus maken. Dat kan Waalwijk zijn, of dat kan iets anders zijn. Daar kunnen wij niet in beslissen, of dat nou via een amendement of een motie is. Misschien is dat ook maar goed ook. De voorzitter: Een interruptie van de heer Tiemstra, ga uw gang. De heer Tiemstra: Dank u wel, gelegenheidsvoorzitter. Het is niet zozeer een interruptie, maar een vraag ter verduidelijking. Ik meen dat ik u hoorde vragen, portefeuillehouder, of we de gemeentelijke organisaties van Waalwijk en Loon op Zand in elkaar moeten schuiven. Ja, als de langzaamste gemeenteraad dat goed vindt, en dat is Loon op Zand. Praat me heel eventjes bij. Ik volg misschien niet alles, maar heeft deze organisatie duidelijk besloten dat de gemeentelijke organisaties van Loon op Zand en Waalwijk in elkaar moeten schuiven? Burgemeester Kleijngeld: Nee, want het gaat om het moment waarop wij dat besluit naar de gemeenteraad brengen. Daarover moet je met elkaar ook overeenstemming hebben. Die hebben we niet, want we hebben in de tussentijd afgesproken dat we een extern onderzoeksbureau laten bekijken hoe het zit. Dat is Berenschot. Op basis van dat rapport kun je pas zeggen wat we gaan doen en met welk voorstel we komen. Dat voorstel moet dan naar twee gemeenteraden. Dat proces duurt wat ons betreft, wat mij betreft, erg lang. Ik had het sneller gerealiseerd willen zien. Daar komt de opmerking uit voort zoals ik die net maakte. Ik stel voor dat we het rapport van Berenschot afwachten. Dan is het ook voor u duidelijk onderwerp van gesprek. De voorzitter: De heer Den Hollander wil ook nog een vraag stellen. Ga uw gang. De heer Den Hollander: Ja, tenzij ik te vroeg ben, burgemeester. U begon het vorige antwoord met de zaak Loon op Zand. Ik heb eerder de suggestie gedaan om toe te werken naar een discussie die breder gaat dan de gemeenschappelijke regelingen. Je praat dan niet over de samenwerking met Loon op Zand, maar je praat over het verhaal van de democratische legitimering van het bestuur hier in Midden-Brabant en over innovatie daarvan. We hebben als raad zojuist geprobeerd om u op het spoor te krijgen om die discussie aan te gaan. In de tussentijd kun je best doorgaan met je regelingen en je controlemechanismen, for the time being, voor de tijd die het nog duurt, sorry. De vraag was dus, tenzij u die nog wilde gaan beantwoorden, of u de discussie over herindelen in dit verband wilt betrekken. Burgemeester Kleijngeld: Ik doen geen uitspraken over herindeling, omdat ik de ervaring heb dat die vaak eerder roet in het eten gooien dan dat ze zorgen voor dat wat wij echt willen. Wat we echt willen is betere samenwerking, om daarmee resultaten te bereiken. Het gaat daarbij om een politieke vraag en ik vind dat ik me daar als burgemeester afzijdig van moet houden. Behalve als u daar met zijn allen heel nadrukkelijk in bent en u mij opdracht geeft om dat te zeggen. Zo werkt dat systeem. Dan zal ik dat op dat moment wel doen. Of ik zal het niet doen. Ik zie dat u daarover overigens van mening verschilt met elkaar. Het is op zich ook interessant om dat te constateren. Overigens is er Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
61
ook een heel ander voorstel over wat je ook zou kunnen doen als het gaat om democratische legitimering in de Langstraat. Praat daar op de boot nog eens over, dan krijgen dat soort uitstapjes over water ook nog zin. Je zou het daar ook over kunnen hebben met andere raadsleden. Er is een mogelijkheid om het nou eens wat moderner te organiseren. Ik heb die mogelijkheid overigens al een hele tijd geleden voorgesteld. Waarom zorg je niet dat je contact hebt via internet? Dat moet toch echt makkelijk te organiseren zijn. Dan heb je informele bijeenkomsten waarin vertegenwoordigers van raden bij elkaar komen. Zo kun je de zaken in de gaten houden. Dat zou een tip van mijn kant zijn. Zonder zware bureaucratie en van alles en nog wat. Ik heb daar overigens nog een brief over geschreven naar mijn collega’s in zeven andere gemeentes. Ik zal u die ter kennisname sturen, om u mijn idee te laten zien. De voorzitter: Dank u wel, zijn er verder nog vragen aan de burgemeester betreffende zijn portefeuille? Dat heeft hij ook keurig aan alle wethouders gevraagd. Dat u in de tweede termijn niet denkt: ik wil nog een vraag stellen. Dat is niet aan de orde? Ik wil het voorzitterschap weer overgeven aan onze burgemeester. Burgemeester Kleijngeld neemt het voorzitterschap over. De voorzitter: Wij schorsen de vergadering. Dan kijk ik even naar de tijd. Wij schorsen de vergadering. Het is nu 18.50 uur. Ik stel voor dat we schorsen tot 20.15 uur. Reageer eens, is dat kort? Het mag ook 20.30 uur zijn. U mag daarover discussiëren, maar mevrouw Ruygt mag het zeggen: 20.15 uur of 20.30 uur? 20.30 uur. Schorsing 1.2
Debat over de algemene beschouwingen
De voorzitter: Dames en heren, de vergadering is heropend. Wij zijn aangekomen bij de tweede termijn. Daarbij kijken we weer wie als eerste het woord voert. U hebt vijf minuten. Net zei iemand: dat is genoeg, dat is prima, maar wat nou als ik continu geïnterrumpeerd wordt? Daar houd ik natuurlijk rekening mee, dat lijkt me vanzelfsprekend. Degene die als eerste het woord voert is de fractie van GroenLinksaf. De tweede is de ChristenUnie. Dat is het mooie van de tweede instantie, improviseren. Ga uw gang. De heer Den Braven: Geachte collega’s van de raad, voorzitter, leden van B en W, belangstellenden op de publieke tribune, massaal aanwezig inderdaad. In tweede termijn, heel kort. Hoe is het mogelijk dat een door de raad aangenomen amendement niet wordt uitgevoerd? De geamendeerde begroting vraagt duidelijk om het toekennen van een subsidie van 60.000 euro. Heel de raad heeft voorgestemd en ik daag iedereen hier uit om te zeggen dat ze wisten het hele bedrag alleen uitbetaald zou worden als de genoemde hoeveelheden statushouders gehaald zouden worden. Wat ons betreft is het duidelijk: het originele amendement moet uitgevoerd worden. De motie over de parkeergelden houden we aan, in afwachting van de invulling van de plannen voor Leerpunt Waalwijk en andere zaken die na de zomer op ons af zullen komen. Na het zomerreces zullen we dan kijken hoe een en ander ervoor staat en wat precies de financiële consequenties zijn. Wij komen hierop terug, nogmaals. Dan had de wethouder een heel moderne interpretatie van het begrip solidariteit, waarover wij iets van mening verschillen. Solidariteit is niet iedereen dezelfde pijn laten voelen, maar het ontzien van de zwakken. De wethouder kwam ook met de begrippen rechtmatigheid en efficiëntie. Dat werd ook genoemd in de nieuwe notitie over subsidies die we gekregen hebben. Het is heel mooi dat ze daar nu mee komen, maar het college is twee jaar geleden gekomen met het voorstel om een korting van 10% in te voeren voor iedereen. Wij hebben altijd gezegd dat andere factoren hiervoor medebepalend zouden moeten zijn. Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
62
Het feit dat het college daar nu toe besluit, doet niets af aan de effecten van keuzes die eerder gemaakt zijn. Dan moet ik weer even gaan kijken. Oh ja. Had de gemeente het logisch gevonden om bij een inkrimping van 10% op personeelskosten iedereen op een rijtje te zetten en elk tiende personeelslid weg te sturen? Iedereen 10% arbeidskorting? Natuurlijk niet, je kijkt naar de effecten van dat soort regels. Dat is tot nu toe niet gedaan, vandaar onze motie. Verder willen we graag in een van de volgende commissievergaderingen bespreken hoe we omgaan met kortingen op die subsidieposten. De motie brengen we gewoon in stemming. Tot zover onze tweede termijn. De voorzitter: De fractie van de ChristenUnie en daarna de fractie van het CDA. De heer Van Helden: Dank u wel, voorzitter. Geacht college, collega-raadsleden. Wij willen het ook kort houden. Ik wil onze mening geven over de moties. Ik begin met de eerste motie, die gaat over VluchtelingenWerk/Bureau Nieuwkomers. Wij ondersteunen die motie niet, maar ik kan aangeven dat er een motie vanuit de coalitie komt. De VVD zal die uitdragen. De tweede motie. Dat is een beetje een vraag, want daarbij ging het over de algemene reserves van gemeenschappelijke regelingen. Ik had eigenlijk begrepen dat het college deze motie over zou nemen, maar dat is me niet helemaal duidelijk. Is dat definitief zo? De voorzitter: Ik heb wethouder Van Groos dat horen zeggen. De heer Van Helden: Oké, dan is het over. De voorzitter: De heer Simon wil even interrumperen. De heer Simon: Dank u wel, voorzitter. Ik ben blij dat de heer Van Helden al praat over een motie waar de VVD mee komt. Wij weten daar echter nog niets van. Kunt u ons daar misschien iets over vertellen, want het kan best wel interessant zijn voor de discussie? Als u er zelf over begint, willen wij nu weten waar u het over heeft. Anders wordt het heel erg vaag. De voorzitter: Ik zit met twee zaken waar ik rekening mee moet houden. Het eerste is de loting. Het is een afspraak dat we dat zo doen, ik beïnvloed daar de uitkomst niet van. Het kan zijn dat er moties ingediend worden. Er zit altijd een volgorde achter als er sprake is van ondersteuning. U kunt dadelijk dat wat u wilt vragen ten aanzien van die motie, vragen als de motie door de VVD wordt ingediend. Dat lijkt mij de enige mogelijkheid die ik op dit moment heb. De heer Simon: Meneer de voorzitter, als ik dan richting u een opmerking mag maken? Het verhaal is heel simpel. Als het blok aan gene zijde ‘amen’ zegt, hebben wij maar te volgen. Als iemand van de coalitie al op de hoogte is van een motie en daar zelf over begint, dan kan hij er inhoudelijk ook iets over vertellen. Hij hoeft de motie niet voor te lezen. Als hij dat niet doet, krijgen we hier een debat zonder enkele waarde, want we blijven dan gewoon in de mist zweven. De voorzitter: De heer Van Helden mag met uw opmerkingen doen wat hij wil, wat mij betreft. Als hij zegt ‘akkoord’, dan doen we het op mijn manier en anders is het anders. De heer Van Helden: Dank u wel, voorzitter. Even richting mijn college Frans Simon. Ik zit niet aan die zijde, maar ik zit ook aan deze zijde. Verder laat ik de uitleg van de motie over aan collega’s van de VVD.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
63
De voorzitter: De heer Simon. De heer Simon: U bent uitstekend in staat om te bepalen waar u precies zit. U weet echter dondersgoed dat u bij de coalitie zit en dat u de motie waar ik het net over had. Ik zou het dus op prijs stellen als u daar iets over zou willen vertellen, maar dat wilt u blijkbaar niet doen. De heer Van Helden: Ik kan u vertellen dat de motie gaat over de subsidie voor VluchtelingenWerk. Dan ga ik nu verder over de tweede motie. Deze wordt gesteund door het college, daar hoef ik verder niets over te zeggen. Dan de derde motie over aanvullende bezuinigingen op subsidies vanaf 2013. Wij ondersteunen die motie, niet als fractie van de ChristenUnie, omdat ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ voor ons hier het belangrijkste is. De vierde motie wordt aangehouden, dus daar hoef ik verder niet op in te gaan. Dat was het zo, dank u wel. De voorzitter: Dan is het woord aan het CDA, had ik gezegd. Daarna komt LokaalBelang. De heer Van der Sloot: Dank u wel, voorzitter. Ik wil in eerste instantie de wethouders bedanken voor het beantwoorden van de vragen. Ik wil daar nog een korte reactie op geven. Dank voor de beantwoording met name van de vragen rondom het archief, wethouder. Met betrekking tot dat dit archief wachten wij natuurlijk de beantwoording van de schriftelijke vragen af en de voorstellen waar de wethouder nog mee komt. De Wmo is begonnen als een ruimhartige regeling. Inmiddels is gebleken dat het om meerdere reden niet vol te houden is. We hebben hierover tijdens een andere kaderstelling al eens eerder onze zorg uitgesproken. Wij denken ook dat het moment is aangebroken om er iets aan te doen. Ook op dit terrein zal de kanteling inhoud moeten krijgen. Daarbij vragen wij natuurlijk wel aandacht voor de zwakkeren in onze maatschappij, zodat die daar niet de dupe van worden. Het idee erachter steunen wij van harte. Dan had ik nog een opmerking willen maken met betrekking tot het stoppen van de activiteiten zoals ik die in mijn betoog heb genoemd. Ik was helaas niet meer in staat om mijn vraag aan de betreffende wethouder te stellen. Dat was mijn eigen fout. Ik denk dat wij ook bij onze coalitieafspraken hebben gezegd dat wij willen voorkomen dat dingen stoppen, door te stimuleren en door barrières weg te nemen. Ik denk dat wij niet alleen moeten subsidiëren, maar dus ook moeten stimuleren. De voorzitter: De heer Tiemstra. De heer Tiemstra: Dank u wel, voorzitter. Even aansluiten bij de woorden subsidiëren, stimuleren en barrières wegnemen. Toen ik van mijn zitplaats opstond om u te bevragen, meneer Van der Sloot, toen had u het nog over het onderwerp Wmo. U geeft krachtig aan dat er wat moet gebeuren, want het is niet vol te houden. Mijn vraag is wat voor het CDA het zwaarste weegt: is dat het uitvoeren van de kanteling of is dat aandacht voor de zwakkeren in de samenleving? De heer Van der Sloot: Als u daar een antwoord op wilt hebben, dan is dat in ieder geval de zwakkeren in de samenleving. Dat neemt niet weg dat wij niet allemaal zwakkelingen zijn in de samenleving. Voor een andere groep kan de kanteling wel degelijk een hele belangrijke rol spelen, als we het hebben over uitvoeringen van de Wmo. Ik ga weer even verder over samenwerkingsverbanden. De € 0,45, zoals wij het ook genoemd hebben, oplopend naar € 2,45 in 2013, is wat ons betreft geen probleem voor 2013. Over de eerste motie zeg ik niets, meneer Simon. Wij hebben de tweede motie zelf Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
64
ingebracht en ondertekend. Daar zijn we dus mee akkoord. De derde motie ondersteunen wij niet. De vierde motie is aangehouden, dus daar hoef ik geen opmerkingen meer over te maken. Dank u wel. De voorzitter: Het woord is aan LokaalBelang en daarna aan Werknemersbelang. De heer Van Baardwijk: Dank u wel, voorzitter. Geacht college, collega-raadsleden en ook de aanwezigen op de publieke tribune. Ook van de fractie van LokaalBelang een korte bijdrage. Wij danken het college en de burgemeester voor de beantwoording van de vragen uit de eerste termijn. Wij zijn ook tevreden over de beantwoording van het college over de vragen die we gesteld hebben. Wij zien met belangstelling de uitwerking van deze kaderstelling bij de begroting van 2013 tegemoet. Ik ga ook even in op de diverse amendementen en moties die er liggen. Het eerste amendement gaan wij niet steunen. Ik ga daar ook geen uitleg over geven. Het is door de heer Simon zelf al uitgelegd, dat gaat hij dadelijk nog wel te horen krijgen. De tweede motie is door het college overgenomen. De derde motie vinden we sympathiek, maar we gaan de motie niet steunen. Wij vinden dat voor groot en klein ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ geldt. Wij zijn daar dus tegen. De vierde motie wordt aangehouden. Dat was het, dank u wel. De voorzitter: De heer Broeders van Werknemersbelang. Daarna D66. De heer Broeders: Voorzitter, dank u wel. Ook ik wil het college bedanken voor de beantwoording. De wethouder van Sociale Zaken heeft toegezegd dat hij speciale aandacht zal besteden aan de prestatieladder sociaal ondernemen. Ik hoop dat hij dat zal doen via de nieuwe organisatie Baanbrekers. Ik hoop dat we daar later dus duidelijk resultaat van zullen zien. Dan kom ik bij de moties. De eerste motie zullen we ondersteunen. De tweede motie is overgenomen. De derde motie zullen we niet steunen. De vierde motie is aangehouden. Tot zover. De voorzitter: Ik zie sommige mensen bij de nummers 1, 2, 3 en 4 vreemd kijken. Misschien is het handig om even te zeggen wat het onderwerp van de motie is. Dat kan heel kort en is toch een stuk duidelijker. Ik ga naar de fractie van D66 en daarna naar de fractie van de VVD. De heer Den Hollander: Een hele struikelpartij om hier te komen, voorzitter, met al die stoelen en de tussenruimtes bij de banken, maar het is gelukt. Zal ik zo maar beginnen, Richard? Ik wil eerst even een klein excuus maken richting wethouder Heuverling, in verband met het feit dat ik het zojuist had over een ondertekende intentieverklaring. Ik had moeten zeggen dat het ging om een intentieverklaring. Voor mij maakt het niet veel uit, ik ben blij dat de verklaring er is, to set the recorder … ik bedoel om de recorder recht te zetten. Pas op. Wij zijn het hartelijk eens met de partijen die zeggen dat we het unaniem aangenomen amendement uit november 2011, namelijk het vaststellen van een vast bedrag voor VluchtelingenWerk zodat de organisatie niet door de hoeven zou zakken, gewoon naar de letter gaan uitvoeren. Ik zal daar straks een motie over indienen namens de partijen D66, GroenLinksaf en de Partij van de Arbeid. Ik wijs u erop dat dit amendement destijds door alle in de zaal aanwezige leden is getekend. Verder vinden wij het verstandig dat GroenLinksaf de motie over het parkeergeld aanhoudt. Dan kom ik toch even terug op de intentieverklaring van de gemeente en MAB. Nu de mogelijkheid ontstaat dat hiernaast een Leerpunt Waalwijk wordt opgetrokken, kan dat niet zonder een gebouwde parkeervoorziening, letterlijk. Wij denken dat dit goed uitkomt. Daarnaast hadden we graag uw belangstelling nog willen wekken voor het echt voeren van de discussie over die gemeenschappelijke regelingen. Het woord verrommeling van regelingen is al gevallen. Meneer Van Tuyl, u gebruikte dat woord zelf. Je moet het niveau hebben om de besluiten te nemen en daarbij ook de controle toe te passen Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
65
die nodig is. Je moet het niet zo doen dat je regelingen gaat ontwikkelen zoals er nu al een heleboel zijn. Ik heb het nu over de wat langere termijn, want wij beseffen natuurlijk heel goed dat je het niet van de ene op de andere dag regelt. Je moet dan geen set regelingen gaan treffen met elk hun eigen systemen en hun eigen nadelen, zoals we vandaag zien. Je kunt beter het niveau van beslissingen optrekken tot waar het hoort. Dan zou regionale samenwerking bijna wel weer gewoon een lokale uitvoering kunnen worden. Wij bevelen dat toch erg aan als een discussie voor de komende tijd. Dat hoeft de eerste paar jaar wellicht nog niet tot uitvoering te komen. In die zin kunnen we ook best meegaan met de regelingen zoals ze er nu liggen. Wellicht kunnen ze worden aangepast met een goed systeem, een raad van toezicht of een regioraad om ze te kunnen controleren for the time being. Ik zeg het weer verkeerd: voor de lopende tijd. Die discussie bevelen wij dus hartelijk aan. Ik zeg het volgende met enige spijt in het hart en ik zeg het voorlopig nog even persoonlijk, want het kan zijn dat mijn fractiegenoten er anders over denken. De motie die is ingediend om de subsidies generiek in stand te houden vanaf een bepaald bedrag, zal ondergetekende niet volgen. We vinden de voorgestelde regeling namelijk te generiek. We kunnen ons best voorstellen dat een aantal van die subsidies het waard is om in stand te houden. We willen dat echter per subsidie beoordelen en het niet in één beweging doen. Nogmaals, het kan zijn dat mijn fractie daar niet unaniem over denkt. Ten slotte willen we u uitnodigen om quick scans in te voeren. Dat punt maakte mijn fractie wel unaniem. Die kunnen uitgevoerd worden door leden van deze raad. Het gaat dan om quick scans van subsidies die wij uitgeven en die te maken hebben met de uitgaven die we doen en met onze inkomsten. Webben u daar eerder over verteld en ik wil dat niet herhalen. Het gaat dan telkens opnieuw om een beoordeling van nut, noodzaak, efficiency en doelmatigheid. Wij willen daarmee niet zeggen dat het college dat niet al zou doen, maar wellicht dat het heel goed is om dat vanuit deze kant mede te ondersteunen, zodat je tot verrassende inzichten kunt komen, wellicht ook op het gebied van inkomsten. Dan wil ik het hierbij afsluiten, voor dit moment, met de bijgaande motie over VluchtelingenWerk. Motie Onderwerp:
Behandeling VluchtelingenWerk begroting 2012
De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 21 juni 2012 Gehoord de beraadslaging, Overwegende dat: - op 10 november 2011 een amendement op de begroting 2012 is aangenomen met de volgende tekst over de subsidiëring van VluchtelingenWerk: ‘Besluit: 1. het subsidiebedrag voor 2012 voor VluchtelingenWerk vast te stellen op een bedrag van 60.260 euro; 2. bij de kaderstelling voor de begroting 2013 de uitkomsten voor de toekomst van VluchtelingenWerk te beoordelen;’ - de portefeuillehouder de uitvoering van dit raadsbreed gedragen besluit kennelijk koppelt aan het systeem van prestatiebeloning achteraf; - De wethouder bij de kaderstelling voor de begroting 2013 aangeeft het destijds aangenomen amendement niet heeft begrepen zoals bedoeld noch naar de letter uitvoert;
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
66
Verzoekt het college dringend alsnog de volledige uitvoering van het unaniem door de raad aangenomen amendement uit te uitvoeren, exact naar de letter van het besluit; En gaat over tot de orde van de dag. Dit amendement is ondertekend door D66 en GroenLinksaf. Dan ga ik over naar de fractie van de VVD en dan naar de SGP. De heer Kuijten: Voorzitter, dank u wel. Ook ik dank het college voor de beantwoording van de vele vragen en ook ik zal het kort houden. De heer Van Dongen heeft iets gezegd over de grondprijzen, naar aanleiding van de verlaging van de prijzen bij het complex De Rugt bij Waspik. Hij heeft gezegd dat we met onze grondprijs in feite de marktprijs voeren, vanwege de residuele grondwaarde. Hij noemde dat de grondprijs bij Landgoed Driessen al gedaald is beneden de 300 euro. Hartstikke goed. Ik vraag me af of het verstandig en aardig is om daar eens wat ruchtbaarheid aan te geven, zodat eventuele potentiële kopers weten welke grondprijzen er op dit moment door de gemeente Waalwijk worden gehanteerd. Ik zou willen vragen om er eens over na te denken om er op een of andere manier publiciteit aan te geven, meneer Van Dongen. Wij zijn ook positief over de mededeling van de heer Van Dongen dat hij na wil denken over de regionale aanpak van bedrijventerreinen, in welke vorm dan ook. De heer Heuverling dank ik voor zijn met verve gebrachte verhaal ten aanzien van Leerpunt Waalwijk. Op dit moment is er overeenstemming over de volgende te nemen stappen, waaruit een businessplan moet voortkomen. Wij wachten dit af en zijn buitengewoon benieuwd naar de onkosten en investeringen voor de gemeente die in het plan genoemd staan. Wat betreft Hart van Brabant: wij gaan akkoord met de raming van 2013. De volgende jaren willen wij echter kritisch bekijken. We vinden dat bij een stijging van 200% tot 300% goed uitgelegd moet worden waaraan we die gelden besteden. Dat komt volgens ons in de huidige begroting te weinig aan de orde. De opmerkingen van D66 ten aanzien van de gemeentelijke herindeling zijn mij uit het hart gegrepen. Als zij daarvoor een denktank willen oprichten, dan houden wij ons graag beschikbaar. Voorzitter, de moties. Ik begin achteraan bij de vierde motie. We houden het wat spannend, want dan gaan we langzaam naar de climax van de eerste motie. De vierde motie gaat over de reserve bebouwd parkeren. Wij zijn daar op dit moment tegen. Wij willen deze motie zeker ook aanhouden, gelet op wat er gaat gebeuren met Leerpunt Waalwijk en de vraag of daar gebouwde parkeervoorzieningen bij moeten komen. In afwachting daarvan vinden wij het niet juist om de beslissing te nemen om de reserve op te heffen. Van de derde motie, over bezuinigingen op subsidies, zijn wij ook geen voorstander. Het is willekeur en in verhouding treft de bezuiniging iedereen. Om diverse redenen zijn wij daar niet voor. De tweede motie gaat over de algemene reserve van gemeenschappelijke regelingen. U kunt zich voorstellen dat we met plezier hebben begrepen dat het college daarmee akkoord is gegaan. Ik denk dat die motie wel even in stemming gebracht moet worden, in verband met uw opdracht tot verzending naar buurgemeentes en gemeenschappelijke regelingen, maar dat is een technische aangelegenheid. De voorzitter: Ik had dat willen zeggen bij de besluitvorming. We zullen daar een afspraak over moeten maken, maar daar komen we wel uit. De heer Kuijten: Heel fijn, voorzitter. Dan kom ik nu aan de eerste motie. Wij hebben in de fractie en de coalitie afgesproken dat de heer Ronald Bakker, die bij uitstek een kundige is op dit gebied, de eerste motie zal verdedigen en bespreken. De heer Bakker. De voorzitter: De heer Simon heeft nog een vraag aan de heer Kuijten. Dat kan.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
67
De heer Simon: Ik wil het ook aan de heer Bakker vragen, want die spreekt uitstekend begrijp ik, maar ik vraag het maar aan de heer Kuijten. Geintje. Meneer Kuijten. Nee, er wel bijblijven. Wat is uw handtekening waard? Wat is uw handtekening waard? Dat is een serieuze vraag. Sorry. De heer Kuijten: Wat voor handtekening bedoelt u? Welke kant wilt u op? De heer Simon: Uw fractie heeft vorig jaar een amendement ondertekend, unaniem, en zonder verdere onderbouwing trekt u nu uw handtekening terug. Uw fractie heeft vorig jaar met ons … Sorry? De heer Kuijten: U maakte weer een opmerking die kant noch wal raakt. Luistert u eens even naar wat de heer Bakker zegt over de motie over VluchtelingenWerk. U trekt conclusies die helemaal nog niet te trekken zijn. De heer Simon: Mag ik u een vraag stellen, of niet? De heer Kuijten: Jazeker, maar dan wel graag een vraag die wat hout snijdt. We zijn nu acht uur bezig. De heer Simon: Dan had u gewoon de heer Bakker het woord moeten laten voeren. Sorry. De voorzitter: Laten we het niet over het proces hebben. Ga uw gang. De heer Simon: Hier staat uw handtekening, onder het amendement van vorig jaar. In de tussentijd is er verder nog niets gedaan met het amendement, daarom vraag ik juist aan u wat uw handtekening waard is. Dat heeft nog helemaal niets te maken met de motie of het amendement van de heer Bakker. De heer Kuijten: Dat bepaal ik zelf situatief. De heer Simon: Fijn, dit maakt alles duidelijk. De voorzitter: De heer Den Hollander. De heer Den Hollander: Zojuist vergat ik iets te melden, dus dat doe ik alsnog. De tweede motie, over reserves van gemeenschappelijke regelingen, ondersteunen wij van harte. U zegt net dat u zich graag laat uitnodigen voor een denktank over gemeentelijke herindelingen, of hoe u het noemen wilt. Ik ben bang dat er twee dingen door elkaar lopen. Ik ben overigens blij u te horen en ik nodig u alvast van harte uit. Het echte denktankwerk bevindt zich ook in de sfeer van quick scans ten aanzien van uitgaven die wij doen, inkomsten die wij krijgen en subsidies die wij verstrekken. Telkens opnieuw gaat het om nut, noodzaak, efficiency enzovoorts. Dat zouden we ook graag realiseren. Als u daar nou ook mee akkoord gaat, zouden we helemaal tevreden zijn. De heer Kuijten: Ik wil graag horen wat de reactie van de wethouder is op die quick scan. Dat ging inderdaad over bijvoorbeeld, subsidies, onderhoud van wegen en rioleringsuitgaven die u genoemd hebt. Ik weet niet wat het aan energie binnen dit huis kost om dat permanent te monitoren. Ik kan nog eventjes niet afwegen wat het nut en het offer is van een dergelijke activiteit. Als dat binnen de marges blijft van kosten en van personele bezetting, en we zien dat het resultaat voor ons heel erg belangrijk is, dan ben ik de eerste die daar ‘ja’ tegen zegt. De heer Den Hollander: Dat is fijn, want dat zal wel gaan kloppen met wat we uiteindelijk voor ogen hebben. Het gaat ons niet om een duur apparaat dat bemand wordt door ambtena-
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
68
ren, of iets dergelijks. Het zou eigenlijk net zo goed een groepje van ons kunnen zijn, desnoods in een van de commissies die we hebben. We zouden u daar graag bij betrekken. De voorzitter: De heer Tiemstra. De heer Tiemstra: Dank u wel, voorzitter. Even een vraag aan de heer Kuijten. Ik begrijp dat er nu een motie aankomt, die de eerdere motie onderuithaalt of aanvult, of wat dan ook. Ik denk dat u dat als coalitie uitvoerig met elkaar hebt kunnen bespreken. Deze motie krijgen wij straks verdedigd en toegelicht. Ik ken de tekst niet. Ik heb de indruk dat er meer leden zijn die de tekst niet kennen. Ik zou de voorzitter willen verzoeken om direct na indiening van de motie te schorsen. De voorzitter: Een voorstel van orde van de heer Tiemstra, een verzoek om schorsing nadat de motie er is. Het lijkt mij dat daar geen bezwaar tegen bestaat. Dan geef ik nu het woord aan de heer Bakker. En eventjes nog: één woordvoerder per fractie, maar dames en heren, bij algemene beschouwingen, waarbij het over alles gaat, vind ik het geen gek punt om bij wijze van uitzondering, omdat dit een apart debat is, de tweede woordvoerder het woord te geven. Die lijn zou ik bij algemene beschouwingen eigenlijk in het algemeen willen doorzetten. Akkoord. De heer Bakker. De heer Bakker: Dank u wel, voorzitter. Collega’s van de raad, mensen op de publieke tribune. We hebben het in het afgelopen jaar veelvuldig en vooral ook lang gehad over de subsidieverstrekking aan VluchtelingenWerk. Ook vanavond zijn er heel wat woorden aan gewijd en er zijn ook heel veel heel terechte opmerkingen gemaakt over de kwetsbaarheid van statushouders en het feit dat zij gast zijn in ons land. De heer Simon heeft het daar uitvoerig over gehad. Ook voor de fractie van de VVD is het zo dat het belang van de statushouders in dit geval vooropstaat. Dat mag geen enkele twijfel leiden, wat ons betreft. Het is uiteindelijk de bedoeling dat deze mensen inburgeren in de Nederlandse samenleving en wij zullen er alles aan moeten doen om dat traject zo soepel mogelijk te laten verlopen. Het is echter wel belangrijk dat er continuïteit ontstaat in de begeleiding van statushouders. In de discussie die wij hier hebben gevoerd over subsidieverstrekking, is regelmatig gezegd dat het nodig is om VluchtelingenWerk als organisatie in de lucht te houden. Ik heb meerdere keren kreten voorbij horen komen als ‘het overleven van’ en ‘u trekt de stekker eruit’, al dan niet binnen de raadzaal. Het gaat wat ons betreft om de vluchtelingen en niet om VluchtelingenWerk. We horen zojuist in de toelichting van de portefeuillehouder dat er in de eerste zes maanden van 2012 één nieuwe statushouder is bijgekomen. We weten, ook uit de discussie die we net hebben gevoerd, dat het bekend is dat het aantal statushouders af zal nemen, al dan niet door invoering van landelijk beleid. We zullen in dat geval de subsidie voor VluchtelingenWerk, en het subsidieniveau dat nodig is om de organisatie te laten overleven, hier nog vaak aan de orde hebben. De voorzitter: De heer Simon. De heer Simon: Dank u wel, meneer de voorzitter. De heer Bakker: Nou, dat is vlot. De heer Simon: Vorig jaar heeft uw fractie het amendement ondertekend. In het besluit is nadrukkelijk gevraagd bij de kaderstelling voor de begroting 2013 de uitkomsten voor de toekomst van VluchtelingenWerk te beoordelen. De enige argumentatie ten aanzien van die beoordeling is, en u gelooft mij nooit op mijn bruine ogen, want ik heb bruine ogen, dat wil niet zeggen dat ik de wethouder moet geloven op zijn blauwe ogen, dat er één statushouder is geweest. Waarom was de argumentatie? Wat zijn de redenen? Dat gelooft u dus wél. En dan komt u in een keer met een andere bewering. Terwijl u met de hand op uw hart hier loopt te beargumenteren, met droge ogen, dat u opkomt voor de vluchtelingen. Dan gaat u met een Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
69
motie komen, terwijl wij praten over continuïteit op basis van vrijwilligers. Over mensen met gevoel voor ondersteuning van die gasten hier in Nederland. De heer Bakker: Wilt u vertellen dat u al weet wat ik ga vertellen? De heer Simon: Nou, ik heb een donkerbruin vermoeden. De heer Bakker: Nou, prima. Ik maak toch even mijn verhaaltje af, als u het niet erg vindt. De heer Simon: Geen antwoord? De heer Bakker: Nee, ik ga verder met mijn verhaaltje. De voorzitter: Het woord is aan de heer Bakker. De heer Bakker: We kennen sinds twee dagen de naam van de organisatie Baanbrekers. Deze organisatie heeft wat ons betreft een uitstekende uitgangspositie om de continuïteit in de begeleiding van statushouders te kunnen waarborgen. Uiteraard is het daarbij nodig dat de expertise die is opgebouwd door de vrijwilligers die deze trajecten nu begeleiden, niet verloren gaat. Deze zou geïntegreerd moeten worden in een nieuwe uitvoeringsorganisatie die de statushouders begeleidt op hun weg naar inburgering en zeker op hun weg naar werk, gezien het feit dat we het hier over Baanbrekers hebben. Uiteindelijk is werk de beste manier om in te burgeren in de Nederlandse samenleving. Daar zijn we het waarschijnlijk allemaal over eens. De continuïteit van de begeleiding van statushouders is belangrijk. Op het moment dat we hier een discussie voeren over het al dan niet in leven houden van een organisatie die dat doet, en die discussie gaat alleen nog maar daarover, dan denk ik dat het onze plicht is om ervoor te zorgen dat die continuïteit gewaarborgd blijft. We hebben dan ook een motie opgesteld, en die dienen we hierbij in. We vragen het college om te gaan bekijken of en op welke wijze er een snelle transitie kan plaatsvinden, om de begeleiding van statushouders in de richting van een goede inburgering en in de richting van werk op zo kort mogelijke termijn te kunnen laten plaatsvinden. We zouden daarbij graag, om begrijpelijke reden, voor het uitkomen van de begroting voor 2013, de resultaten van het onderzoek tegemoet zien. De voorzitter: De heer Simon. De heer Simon: Dank u wel, meneer de voorzitter. Eigenlijk trekt u met deze argumentatie uw eigen verhaal onderuit. VluchtelingenWerk behandelt één statushouder. De heer Bakker: Dat is niet waar. De heer Simon: Het zijn uw woorden net. De heer Bakker: Nee, dat zijn niet mijn woorden. U verdraait continu woorden, van iedereen. Ik heb gezegd dat er de eerste zes maanden van dit jaar één nieuwe statushouder is bijgekomen. Ik weet uiteraard ook dat er een aantal lopende trajecten is. De heer Simon: Akkoord. Er is dus in ieder geval één statushouder bijgekomen. Er zit dus geen grandioze groei in, toch? De heer Bakker: Dat kun je zo stellen ja. De heer Simon: Daar zijn we het met elkaar over eens. Toch wilt u nu naar een transitie, naar een andere organisatie. Daarmee legt u de verwachting op tafel dat er toch het nodige op ons af gaat komen. U vindt het werk wel belangrijk, dat heeft u net al betoogd, maar op-
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
70
eens wilt u een andere weg inslaan. U praat over continuïteit. De vrijwilligers leveren al jaren, al twintig tot dertig jaar, continu goed werk. Dat is uw eigen verhaal ondersteboven trekken. De heer Bakker: Dat is het verhaal dat ik vertel volgens mij, hè? De heer Simon: Het is dus mijn conclusie dat u uw eigen verhaal ondersteboven trekt. Want u gaat nu naar een andere organisatie toe. U schuift VluchtelingenWerk in een keer aan de kant, hoogstwaarschijnlijk omdat de portefeuillehouder daar geen enkel gevoel mee heeft. De heer Bakker: Nee, kijk, wellicht heeft u mijn verhaal verkeerd begrepen, dat kan natuurlijk. Dan heb ik het verkeerd uitgelegd of verkeerd verwoord. Het gaat hier om de statushouder, dat heb ik een paar keer benadrukt. Het gaat om de vluchteling, en niet om VluchtelingenWerk als organisatie. Deze organisatie heeft een bepaald kostenniveau. Daar ontkomt de organisatie niet aan, bijvoorbeeld door de kosten voor het huren van ruimte. Dit kostenniveau is ten opzichte van het aantal statushouders exorbitant hoog. U wilt dat niveau nog hoger maken, via de motie waar wij niet mee in zullen stemmen. Daarom zeggen wij dat het verstandiger is om deze begeleidingstrajecten onder te brengen bij een organisatie die de continuïteit kan garanderen. Sterker nog, die daar iets aan kan toevoegen. En wat er aan toegevoegd wordt, is de weg naar werk. Dat is wat ik vertel. De voorzitter: Mevrouw Ruygt. Mevrouw Ruygt: Een kort vraagje aan de heer Bakker. U komt nu inderdaad met een nieuwe organisatie. U heeft de vrijwilligers van VluchtelingenWerk natuurlijk wel nodig, want die zijn gespecialiseerd in wat ze doen. Wat doet u met het oude amendement van vorig jaar? Toen had u het nog niet over baanbrekers en toen tekende u wel. De heer Bakker: Het amendement van vorig jaar gaat alleen over 2013. Er is net even onterecht gemeld dat het ook gaat over de daaropvolgende jaren. Ik heb het amendement in de pauze nog even bekeken. Het gaat in principe alleen over 2013. Sorry, over 2012. Ik loop al heel erg voor de muziek uit. Dat klopt hè, ik wou al zeggen, er wordt anders geroepen. Het gaat om 2012. Wij steunen daarin de opstelling van de portefeuillehouder. Het is een prestatiesubsidie. Ik weet niet eens of dat de juiste term is. In het amendement dat u voor u heeft liggen, staat dat het oorspronkelijke bedrag ergens rond de 90.000 euro lag. Het subsidiebedrag is echter altijd gebaseerd op het aantal trajecten dat wordt afgenomen. Daarin is wat ons betreft geen verandering gekomen. We gaan ervan uit dat dit verhaal ook gebaseerd is op het aantal trajecten dat loopt. Zeker daarom komt onze motie nu, want die discussie wordt volgend jaar nog veel lastiger. Het aantal trajecten dat volgend jaar begeleid zal zijn, is dan natuurlijk helemaal laag. Dan is het niet een beetje lager. Dan scheelt het geen 8000 euro meer met de prestatiesubsidie, als je het zo zou berekenen, maar dan scheelt het misschien wel 30.000 euro als je het doorrekent. Dat is natuurlijk het punt waar we op gekomen zijn. We hebben dan de bodem bereikt van wat VluchtelingenWerk als zelfstandige organisatie kan. We moeten ervoor zorgen dat de continuïteit gewaarborgd blijft en we moeten dus gaan switchen naar een andere oplossing. Dat is voor een heel groot deel hetzelfde. Mevrouw Ruygt zegt terecht dat het de bedoeling is dat de expertise, die in al die jaren door de vrijwilligers is opgebouwd, behouden blijft. Dat staat ook in de motie die we straks indienen. Daar ligt uiteindelijke de waarde, de value, van VluchtelingenWerk. We moeten gebruikmaken van de schaalmogelijkheden, van de ruimte die we toch al hebben en van de toevoeging van het aspect begeleiding naar werk. Uiteindelijk is dat, nogmaals, een van de belangrijkste componenten voor inburgering in de Nederlandse maatschappij. De voorzitter: Mevrouw Ruygt.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
71
Mevrouw Ruygt: U bent voor de tweede keer uw motie aan het verdedigen. Daar vroeg ik helemaal niet om. De heer Bakker: Het kan niet vaak genoeg. Mevrouw Ruygt: Het enige wat ik u vroeg was wat uw handtekening van vorig jaar waard is. U zegt nu dat het om een prestatiesubsidie ging. Vorig jaar was het dat bij dat amendement niet. De heer Bakker: U verwijt mij net dat ik twee keer mijn motie verdedig … Mevrouw Ruygt: Maar ik heb geen antwoord van u gekregen, want u zegt dat het vorig jaar om een prestatiesubsidie ging. Iedereen wist dat het dat niet was. Het enige wat u nu zegt is dat het een prestatiesubsidie was, daarom hebben we dat amendement getekend. En daarna komt u met uw banenhandel. De heer Bakker: Sterk hè? Mevrouw Ruygt: Sorry, ik heb het gehoord. Dank u wel. De heer Bakker: Oké, dan moet je het niet voor de tweede keer vragen. De voorzitter: Mevrouw Odabasi. Mevrouw Odabasi: Dank u wel, voorzitter. Op zich kan ik me best vinden in uw verhaal. De heer Bakker: Mooi. Mevrouw Odabasi: Maar … De heer Bakker: Er zit altijd een maar aan. Mevrouw Odabasi: Prima, kan. Alleen, is het nu niet te vroeg? Baanbrekers bestaat sinds gisteren. Het is een samenvoeging van twee instellingen en dat brengt al de nodige werkzaamheden met zich mee. U komt nu met dit verhaal, om het amendement van vorig jaar onderuit te halen. Ik vraag me dan af waarom we dit niet opschuiven naar 2014, zoals we dat vorig jaar besproken hebben. Laat Vluchtelingwerk dit jaar haar werk doen. We hebben dan alle tijd om te bekijken hoe dat uit gaat werken en het college heeft dan alle tijd om het werk goed te doen en alle onderzoeken te doen. We kunnen dan volgend jaar de beslissing voor 2014 nemen. De heer Bakker: Ik begrijp uw opmerking, maar we zijn er denk ik bij gebaat om zaken bij de horens te vatten op het moment dat ze naar voren komen. Wij vragen hier niet om te beslissen om een motie aan te nemen waarmee we besluiten om die organisatie daadwerkelijk om te zetten naar Baanbrekers. We vragen het college om uit te zoeken of en op welke snelste manier dit zou kunnen plaatsvinden. Dat is iets anders dan dat we zeggen dat het vanaf volgende week ondergebracht is bij Baanbrekers. Waarom zou je daar een jaar mee wachten en de lastige discussie over de levensvatbaarheid van VluchtelingenWerk voor je uitschuiven en daar in de komende vergaderingen waarschijnlijk nog veelvuldig het woord aan wijden? Mevrouw Odabasi: Ja, ik snap hem wel. Waar het om gaat is echter dat we halsoverkop een instelling bij een andere instelling gaan onderbrengen. We gaan een soort fusie ontwikkelen. Onderzoek is prima, maar wat wordt dan het budget voor VluchtelingenWerk voor komend jaar en voor lopend jaar? Wat doen we daarmee?
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
72
De heer Bakker: Dat zullen we horen van de portefeuillehouder op het moment dat hij onderzocht heeft of het kan. En als het kan, kan ik me voorstellen dat de subsidie voor VluchtelingenWerk uiteindelijk vervalt. De nodige kosten van Baanbrekers kunnen daar dan mee betaald gaan worden. Ik kan me zomaar voorstellen dat een deel van de 60.000 euro als bezuiniging kan worden ingeboekt, door de schaalvergroting. Mevrouw Odabasi: Wat gaat ons dat onderzoek dan kosten? De heer Bakker: Ik ga er even van uit dat het onderzoek binnen de organisatie gebeurt. Mevrouw Odabasi: Dat kost niets? De heer Bakker: Dat kan ik niet beoordelen. Ik neem aan dat we daar in het kader van de personeelsstop geen extra ambtenaren voor zullen aannemen. Misschien is het goed als de portefeuillehouder daar straks iets over kan zeggen, ook omdat het om een motie gaat die straks nieuw wordt ingediend. De voorzitter: Dat kan als aan het college gevraagd wordt wat het van de motie vindt, in allerlaatste instantie zou de portefeuillehouder daar iets over kunnen zeggen. Zo zit het volgens de regeltjes in elkaar. De heer Tiemstra. De heer Tiemstra: Dank u wel, voorzitter. Ik heb het betoog van mevrouw Odabasi met belangstelling gevolgd en ik zou me er zeer goed in kunnen vinden als het die kant op zou gaan. Dat ten eerste. Ten tweede wordt er gevraagd naar een onderzoek. Ik neem aan dat het onderzoek binnen de eigen organisatie plaatsvindt. Ik heb nog nooit een onderzoek meegemaakt waar geen prijskaartje aan hing. Als we kijken naar subsidies en bezuinigingen, denk ik dat we zeer terughoudend moeten zijn met onderzoeken. Mijn derde punt gaat over een onderzoek in de eigen organisatie. De situatie is als volgt. We hebben een debat gehad in de eerste termijn. Er is een verschil van inzicht tussen een belangrijk deel van de raad en de portefeuillehouder over de status en de inhoud van het amendement van vorig jaar. De discussie spitst zich toe op de vraag of we het over een waarderingssubsidie hebben of niet. Het amendement spreekt niet over een waarderingssubsidie. Daar gaat het dan volgens mij ook niet over. De portefeuillehouder komt naar voren met ‘het is een waarderingssubsidie’. We hebben dus te maken met een portefeuillehouder die negatief staat tegenover de uitvoering van het amendement van vorig jaar. U wilt nu een onderzoek laten doen door de organisatie. Daardoor ontstaat bij mij de gedachte dat het onderzoek wel eens een uitkomst zou kunnen hebben die welgevallig is in de richting van coalitie of portefeuillehouder, ik kan het niet voor me houden. Daar heb ik een beetje moeite mee. Ook heb ik een beetje moeite met de manier waarop deze motie naar voren wordt gebracht. Het tijdstip, maar ook het buitensluiten van een groot deel van de raad bij de voorbespreking. Ik ken de tekst van de motie nog niet eens, samen met een aantal mensen die normaal aan dezelfde kant zitten, maar die nu tegenover me zitten. Ik heb daar heel grote moeite mee. Hoe kunnen we hier op dit moment op een goede inhoudelijke manier over debatteren? De heer Bakker: Ik kan daar even op reageren. Deze motie was niet van tevoren bekend, want de motie is opgekomen tijdens de beraadslaging over de andere motie. Er werd ook een aantal zaken genoemd, zoals het aantal statushouders dat nieuw is toegetreden in de eerste helft van dit jaar. Dat zette ons uiteindelijk toch aan het denken. Het betekent dat er tijdens het eten heel snel is geschakeld. We hebben gezocht naar een goede basis. Ik leg het nu uit. U heeft zelf gevraagd om een schorsing zo direct. Dat is volgens mij ook al in de orde van de vergadering toegestaan. U kunt het uitvoerig hebben over deze motie. Wat zegt u? De heer Tiemstra: Het is niet chic. Ik heb zelf gevraagd om een schorsing. Ik kan toch niet anders? Wij kunnen toch niet anders? Het is gewoon niet chic, zoals u handelt.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
73
De heer Bakker: Nee, nou, dat kunt u niet chic vinden. Zo werkt het soms. Soms bereid je zaken voor en die staan dan op het raadsnet. Soms komen zaken op en dan heb je beperkte tijd. We hebben het op deze manier opgelost, om ervoor te zorgen dat we voldoende draagvlak hadden voor deze motie. U had verder nog een vraag? Ben ik er eentje vergeten? De heer Tiemstra: Dan hebt u niet geluisterd, meneer Bakker. De heer Bakker: U eindigde met de opmerking dat u het niet chic vond, maar … De heer Tiemstra: U heeft het voorgaande wat ik gezegd heb … De heer Bakker: U heeft verteld dat u zich kon inleven in het betoog van mevrouw Odabasi. De heer Tiemstra: Dat was het eerste punt. Als tweede punt heb ik u uitgelegd hoe de vork in de steel zit als het gaat om waar we het in de eerste termijn over gehad hebben: het amendement van november 2011 spreekt niet van een waarderingssubsidie. De portefeuillehouder komt naar voren met het argument dat er wel gesproken wordt over een waarderingssubsidie. Daar zit het verschil. De heer Bakker: Dan blijf ik bij mijn vraag, meneer Tiemstra: wat is uw vraag aan mij? Wilt u dat ik er in het algemeen iets over zeg? De heer Tiemstra: Nee, ik zou graag uw mening hebben over de gedachte die op een gegeven moment bij mij opkomt. We hebben te maken met een portefeuillehouder van wie we duidelijk kunnen merken dat hij nu, net als uw fractie, negatief blijkt te staan ten opzichte van het amendement dat vorig jaar unaniem is vastgesteld. U vraagt nu om een onderzoek. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het onderzoek die uitkomst zal krijgen, die u het beste uitkomt. Daar heb ik moeite mee, samen met de wijze, het tijdstip en de overvaltechniek die u hanteert met het inbrengen van deze motie. De heer Bakker: Dat is meer een mededeling. Het is niet zozeer een vraag. De vraag die u wel heeft gesteld, en die ik er kennelijk even uit moet destilleren, is of ik het met u eens ben dat het geen waarderingssubsidie betreft, of juist wel een waarderingssubsidie. Ik heb net uitgelegd dat het amendement uiteindelijk begint met het feit dat er origineel 90.000 euro subsidie was toegekend als waarderingssubsidie. Het amendement zegt volgens mij niet dat de status, de modus of de vorm van de subsidie van gedaante verandert van een waarderingssubsidie naar een vaste subsidie. Dat zegt het amendement helemaal niet. Wat mij betreft is het dus een waarderingssubsidie, en dat blijft het wat ons betreft. Een prestatiesubsidie, sorry. De voorzitter: De heer Tiemstra nog? Meneer Den Braven, ga uw gang. De heer Den Braven: ‘De raad, bij de vaststelling van de begroting bla bla bla, stelt het subsidiebedrag voor 2012 voor VluchtelingenWerk vast’, vast weet je wel, vast, vast te stellen op een bedrag van 60.260 euro. Daar staat niets bij over gebaseerd op. Nee: vast te stellen op. Nou bent u daar best goed in, meneer Bakker, want ik ken u. Vast te stellen betekent: dat is het. De heer Bakker: Ja. De heer Den Braven: Bestrijden wij elkaar daarin? Nee, oké, dank u wel. De heer Bakker: Geen vraag dus? Dan houdt het denk ik op. De voorzitter: Dan ga ik de motie voorlezen. Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
74
Motie Onderwerp:
Subsidie VluchtelingenWerk
De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 21 juni 2012, Gehoord de beraadslaging, Constaterende dat, - de te verstrekken subsidie aan VluchtelingenWerk al diverse keren onderwerp is geweest van discussie in de raad; - deze discussie zich in feite toespitst op het veiligstellen van het bestaan van VluchtelingenWerk en niet zo zeer op de taakstelling van VluchtelingenWerk; - het aantal statushouders dat zich in Waalwijk vestigt, terugloopt; - deze terugloop dusdanig is dat het bestaan van VluchtelingenWerk in de huidige vorm ter discussie staat; - het opvangen van vluchtelingen een verplichte taakstelling van de gemeente is; - werk het beste middel is om in te burgeren in de Nederlandse samenleving; - de expertise hiervoor bij uitstek ligt in de nieuwe organisatie Baanbrekers; Verzoekt het college, 1. te onderzoeken of het mogelijk is het rijksbeleid met betrekking tot de begeleiding van statushouders, zoals nu door VluchtelingenWerk gebeurt, onder te brengen bij de nieuwe organisatie Baanbrekers; 2. hierbij te betrekken het behoud van expertise van de vrijwilligers om de continuïteit te waarborgen; 3. de raad voor de begrotingsbehandeling te informeren over de resultaten van dit onderzoek; En gaat over tot de orde van de dag. De motie is ondertekend door VVD, LokaalBelang, CDA en ChristenUnie. Dit is motie nummer 6. Daarmee ga ik over naar de fractie van de SGP. Neem me niet kwalijk, u heeft om een schorsing gevraagd. De heer Tiemstra: Eerst de motie uitdelen, daar kunnen we even op wachten. En dan schorsen alstublieft? De voorzitter: Dat is goed. Wilt u in de tussentijd uw bijdrage leveren? Dan is de vergadering nu geschorst. De heer Van Tuyl. De heer Van Tuyl: Een voorstel van orde. U heeft om de schorsing gevraagd. Misschien is het effectiever om eerst de reactie van de portefeuillehouder te horen op de nieuw ingediende motie. Anders hebben we misschien nog drie keer een schorsing. De heer Tiemstra: Een tegenvoorstel van orde, geachte meneer Van Tuyl. Het gaat niet zo zijn dat de portefeuillehouder gaat reageren voordat wij de motie gezien hebben. Hoe bestaat het. De voorzitter: Dames en heren, let op wat er nu gebeurt. Ik zal u vertellen wat het mooie van dit systeem is. U zegt 27.000 keer per avond ‘voorzitter’. Dus dank u wel, meneer Van Tuyl. Het voorstel van orde is om dat op dat moment te doen. Het lastige is dat we hebben afgesproken dat de portefeuillehouder inhoudelijk alleen reageert na de Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
75
eerste termijn. Als er in de twee termijn nog iets gebeurt, krijgt het college de gelegenheid om daar op het laatst op te reageren. Dan zou daarmee het doel van het vragen van schorsing van de kant van de heer Tiemstra waarschijnlijk voorbijgaan. Het lijkt mij dus verstandig om het voorstel van de heer Tiemstra alsnog te honoreren. De motie wordt gestencild, dat zeiden ze vroeger, gekopieerd. Dan schors ik de vergadering, mag ik een horloge hebben, tot 21.35 uur. Dat is een kwartier. Dank u wel. Schorsing. De voorzitter: Wij zitten in de tweede termijn bij de achtste partij die het woord krijgt. Tegelijkertijd is schorsing aangevraagd door de heer Tiemstra. Aan de beurt was de SGP. Het woord is dus aan de heer Tiemstra. De heer Tiemstra: Voorzitter, dank u wel. Geëerd college, leden van de raad en overige geduldigen. De schorsing heeft iets langer geduurd dan oorspronkelijk de bedoeling was. We hebben ook even de tijd genomen om ons te buigen over motie nummer 6, vanuit de coalitie. Ook wij hadden behoefte om het voorstel dat daarin stond verwoord te overdenken. We hebben daaropvolgend de fractievoorzitters van de coalitie uitgenodigd om over de voorliggende motie, over hun voorstel en over het amendement van 10 november 2011 met ons van gedachten te wisselen, om te kijken of we hier samen op enige manier uit zouden kunnen komen. Er zijn daarbij een aantal vragen gesteld. Het ging over de beslistekst van het amendement van 10 november 2011, waarin staat bij het eerste punt ‘het subsidiebedrag voor 2012 voor VluchtelingenWerk vast te stellen op een bedrag van 60.260 euro’. Dat is een zin die maar voor één uitleg vatbaar is. Het is een helder genoemd nominaal omschreven bedrag. Vast te stellen, zonder voorbehoud. Zo staat het ook in de besluitenlijst van genoemde vergadering. Het tweede punt: ‘bij de kaderstelling van de begroting 2013 de uitkomsten voor de toekomst van VluchtelingenWerk te beoordelen’. Er is vanuit de coalitie, vanuit motie 6, ook gevraagd om een onderzoek. Daarbij gaat het om een onderzoek dat meer in de richting van Baanbrekers gaat. Voor dat onderzoek wordt eigenlijk al een richting aangegeven. Wanneer we een onderzoek zouden hebben gezien dat een vergelijking maakte tussen VluchtelingenWerk en Baanbrekers, dan zou dat onze inzet zijn geweest voor een mogelijk haalbaar compromis. Echter, we zijn tegen twee zaken aan gelopen. Daarna kom ik bij het derde punt en moet ik in de richting van een conclusie gaan werken. Ten eerste het subsidiebedrag dat voor 2012 vastgesteld is op 60.260 euro. Daarvan hebben wij gevraagd of het ter discussie staat. Ja, het staat ter discussie. Het schijnt door de coalitiepartijen toch uitgelegd te worden als een prestatiesubsidie en niet als een vastgesteld bedrag zoals we dat samen als raad met elkaar hebben afgesproken. Ben je het daar niet over eens, dan sta je al ver uit elkaar. Als er dan ook geen bereidheid is om na te denken over de richting van een onderzoek, dan moet je concluderen dat je elkaar als coalitie en niet-coalitie niet vindt. Een derde conclusie die we ook moeten trekken is dat we ook een amendement dat voor één uitleg vatbaar is, niet uitgevoerd zien door een portefeuillehouder. Wij missen ook de bereidheid van de portefeuillehouder om dit amendement alsnog uit te voeren. Wij zien geen onderzoek, wij zien geen toenadering. Wij kunnen dus niet anders dan een motie van afkeuring indienen tegen wethouder Potters. Ik vraag de voorzitter om deze voor te lezen. De motie van afkeuring is ingediend door de SGP, GroenLinksaf, D66, de fractie van Werknemersbelang en de Partij van de Arbeid. Duidelijk. Motie Onderwerp:
Motie van afkeuring
De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 21 juni 2012, Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
76
Gehoord de beraadslaging, Overwegende dat: - op 10 november 2011 een amendement op de begroting 2012 is aangenomen met de volgende tekst over de subsidiëring van VluchtelingenWerk: ‘Besluit: 1. het subsidiebedrag voor 2012 voor VluchtelingenWerk vast te stellen op een bedrag van 60.260 euro; 2. bij de kaderstelling voor de begroting 2013 de uitkomsten voor de toekomst van VluchtelingenWerk te beoordelen;’ - de portefeuillehouder de uitvoering van dit raadsbreed gedragen besluit koppelt aan het systeem van prestatiebeloning achteraf, in tegenstelling tot de niet voor tweeërlei uitleg vatbare tekst van het amendement; - de wethouder bij de kaderstelling voor de begroting 2013 aangeeft het destijds aangenomen amendement niet heeft begrepen zoals bedoeld en niet bereid is het naar de letter uit te voeren; - de wethouder tevens nagelaten heeft bovengenoemd beslispunt 2 van het dictum van het besluit van het amendement uit te voeren; Spreekt zijn afkeuring uit over het handelen van de wethouder in dezen, En gaat over tot de orde van de dag. De motie is ondertekend door SGP, GroenLinksaf, D66, PvdA en Werknemersbelang. De heer Bakker: Meneer Tiemstra, u zegt ook in uw motie met zoveel woorden dat de zinsnede in het amendement onmogelijk voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Wij hebben zojuist overleg gehad. Neemt u van mij aan dat het er zo staat, ik heb het zojuist voorgelezen gekregen, ik heb de tekst ook nog niet. Ik vind het niet chic dat ik de tekst niet heb. Er staat in dat die zinsnede niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Wij hebben net met coalitie en oppositie bij elkaar gezeten, en we hebben bewezen dat deze zin voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Hoe rijmt u dat? De heer Tiemstra: Hoor ik u zeggen dat u als coalitie bij elkaar gezeten hebt, dat dit niet voor tweeërlei vatbaar is en hoe ik dat moet rijmen? De heer Bakker: Misschien hoort u het mij zeggen, maar het was niet de intentie om dat te zeggen. We hebben zojuist met coalitie en niet-coalitie, of oppositie, bij elkaar gezeten. We hebben besproken hoe we die zin interpreteren. We zijn daarbij tot twee verschillende manieren van uitleg gekomen. U stelt dat deze zin niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Ik stel alleen maar dat we zojuist bewezen hebben dat de zin wel voor tweeerlei uitleg vatbaar is. Mijn vraag is dus hoe u dat rijmt. De heer Tiemstra: Ik zou in dit verband het woord ‘bewijzen’ niet willen gebruiken. Als het werkelijk een bewijs was, hadden we niet van mening verschild, en dat doen we wel. Er staat in de beslistekst bij punt 1 ‘het subsidiebedrag vast te stellen op een bedrag van 60.260 euro’. Zonder voorbehoud. Het gaat om het genomen besluit, maar als ik u meeneem naar de overwegingen dan is dit bedrag tot stand gekomen om de werkzaamheden van VluchtelingenWerk te kunnen continueren. Een stukje continuïteit waarover u zojuist zelf ook gesproken heeft. Juist dit fundamentele verschil van inzicht heeft ons denk ik zojuist niet bij elkaar gebracht, hoe graag ik dat ook anders had gezien. De heer Bakker: Jawel, maar de zinsnede die gaat over het bedrag dat minimaal nodig is om VluchtelingenWerk in stand te houden staat rondom de tekst waar gemeld wordt Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
77
dat het oorspronkelijke subsidiebedrag van 39.000 euro niet voldoende zou zijn om VluchtelingenWerk in stand te houden. Er staat in het amendement niet bij dat die 60.260 euro daarvoor benodigd zou zijn. Het is zo dat het amendement voortborduurt op de bestaande subsidieregeling. Oorspronkelijk was het bedrag iets hoger dan 90.000 euro. Het gaat om het vaststellen van een subsidiebedrag voor het komende jaar in de begroting. Het is altijd zo geweest dat het subsidiebedrag achteraf wordt gecorrigeerd op basis van de prestaties die daaraan verbonden zijn. Dat is bij VluchtelingenWerk ook altijd zo geweest. Het amendement zegt niet dat die systematiek verandert. Dat is het verschil van interpretatie en daardoor zeg ik dat het amendement kennelijk wel voor tweeerlei uitleg vatbaar is. Daar staan wij dus als coalitie, hebben we net gemerkt, anders in dan u als oppositie. Daarin gaat de tekst van de motie wat mij betreft dus te ver. De heer Tiemstra: Dat mag u vinden, meneer Bakker, dat mag u volledig vinden. Het is niet mijn bedoeling om de discussie van 10 november 2011 over te gaan doen. We hebben toen met elkaar een verstandig besluit genomen. We hebben de argumenten gewogen. Wat we nu constateren is dat een volledig, unaniem, raadsbreed gedragen amendement, door de portefeuillehouder terzijde wordt gelegd. Er wordt gezegd dat het niet wordt begrepen. U wakkert nu de discussie opnieuw aan. U kunt mij verwijten dat het niet chic is dat u de tekst niet ziet. Ik heb u en de rest van de coalitiefractievoorzitters wel uitgenodigd voor beraad. Dat hebben we gehad. U hebt geen millimeter bewogen. Vervolgens zijn wij onze eigen weg gegaan. U had ons net ook uit kunnen nodigen. Wellicht hadden we dan nu ook in een andere sfeer ten opzichte van elkaar gestaan, los van de inhoud. De heer Bakker: Daarin heeft u gelijk, meneer Tiemstra. Dat hebben wij niet gedaan. De heer Tiemstra: Niet chic. De heer Bakker: Nee, nou ja, u zegt wederom dat er maar één uitleg voor dit amendement mogelijk is. Daarover verschillen wij dus van mening. Het aantal statushouders wordt niet bepaald door de gemeente. Het wordt soms van buitenaf beïnvloed. Stelt u zich voor dat er veertig statushouders bij waren gekomen, in plaats van de ene die we dit jaar tot op heden hebben binnengekregen. Het zou dan toch ook heel logisch geweest zijn als VluchtelingenWerk daarvoor een hogere vergoeding had gekregen. Het zou toch raar zijn als de gemeente die 60.000 euro als een vaststaand, absoluut bedrag zou nemen. Dan zou VluchtelingenWerk toch aan het eind van het jaar gezegd hebben dat ze veertig statushouders had moeten begeleiden, met alles wat daarbij hoort, en dat de kosten daarvoor veel hoger lagen 60.000 euro? Logisch dat de portefeuillehouder dan had gezegd dat het ook niet hoefde, omdat er een prestatieafspraak ligt die ten opzichte van deze subsidie altijd heeft gefungeerd. VluchtelingenWerk had dan meer geld gekregen. Het is achteraf afrekenen. Over die systematiek spreekt het amendement van vorig jaar wat mij betreft niet. De heer Tiemstra: Meneer Bakker, u denkt in dromen, u denkt in veronderstellingen. U brengt allerlei zaken naar voren die er wat mij betreft niet toe doen. Als er op een gegeven moment sprake zou zijn geweest van een verhoogd aantal aanmeldingen en de kosten zouden dit bedrag te boven gaan, dan hadden we daar met elkaar over na kunnen denken. Dat is echter niet het geval. We hebben afgesproken dat het subsidiebedrag voor 2012 voor VluchtelingenWerk vastgesteld is op een bedrag van 60.260 euro. Dat is de kern en dat verandert niet. De heer Bakker: U droomt samen met mij dan. De heer Tiemstra: Alstublieft niet, meneer Bakker.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
78
De heer Bakker: Meneer Tiemstra, het is ook niet nodig om daar met elkaar over te spreken. De systematiek van subsidieverstrekking ten aanzien van prestatiesubsidies ligt vast in subsidieverordeningen. Dat is een systematiek die al jaren wordt gebruikt en daar wijken we nu niet van af. De heer Tiemstra: Ik denk dat we dan vervallen tot herhaling van zetten. Ik heb uitgelegd hoe wij tot onze zaak gekomen zijn. U hebt uw punt getracht duidelijk te maken, namens de voltallige coalitie. Wij handhaven onze motie, die waarschijnlijk als motie nummer 7 zal worden ingeschreven in de besluitenlijst. Dank u wel. De voorzitter: Het woord is ten slotte aan de fractie van de Partij van de Arbeid. De heer Tiemstra: Ik denk dat ik nog mijn tweede termijn heb, voorzitter. De voorzitter: Oh, ik dacht dat ik, omdat ik de motie voorlas, maar ga uw gang. De heer Tiemstra: Eens even kijken. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik niet zoveel zin heb om alles nog voor te lezen. We hebben het gehad over het archief. Op de huidige plek zit het archief wat ons betreft prima, maar als het zo zou zijn dat het archief moet verhuizen, denk dan nog eens aan het voormalig gemeentekantoor van Sprang-Capelle. We hebben daar in eerste termijn diverse argumenten voor genoemd. Het is een uitstekende locatie en het zou een mooi gebaar zijn richting Sprang-Capelle, denk ik. We hebben het gehad over de ontsluiting van Haven Zeven. Graag zou onze fractie de overtuiging willen hebben dat de ontsluitingsproblemen met de aanpak van de A59/N261 verkeerstechnisch ook daadwerkelijk zouden zijn opgelost. Op die manier gaan we daarnaar kijken. Dit onderwerp kan zich vanaf nu op een verhoogde aandacht van onze fractie verheugen. We hebben het over de Wmo gehad. Ik denk dat we allemaal begrijpen dat we de ogen niet moeten sluiten voor de demografische ontwikkelingen en het stijgend beroep dat er dientengevolge op de voorzieningen uit hoofde van de Wmo zal worden gedaan. Vasthouden aan de eerder geformuleerde bezuinigingsdoelstellingen zal delen van de bevolking hard treffen, wij denken zelfs veel te hard. De termijnagenda geeft aan dat we in september en oktober als raad uitvoerig over de Wmo van gedachten gaan wisselen. Daarom van ons geen motie nummer 8. Wel een oproep aan u allen, met name aan de portefeuillehouder, om voor het opstellen van de begroting ernstig na te denken over de ruimte die u wilt gaan nemen voor het op een verantwoorde wijze uitvoeren van de Wmo. Voorzitter, wij namen in enige mate kennis van de tussentijdse rapportage van het coalitieprogramma 2010-2014. Die mate werd vooral bepaald door de tijd die we daarvoor hadden. Wij doen het college tekort wanneer wij dit stuk niet in de raad behandelen. Het is een nota van verantwoording van circa zestig pagina’s. Essentieel voor het doen en laten van ons gemeentebestuur. Dat verdient ondubbelzinnig aandacht en behandeling. Mag ik u, als voorzitter, vanaf deze plaats vragen om dit, vanzelfsprekend in goed overleg met de griffier, te bevorderen en te doen plaatsvinden? Verschillende moties zijn de revue gepasseerd. We hebben volgens mij een paar dingen over VluchtelingenWerk gezegd. De motie over de algemene reserves van gemeenschappelijke regelingen is door ons ondertekend en ondersteund en de motie is ook overgenomen. De derde motie over aanvullende bezuiniging op subsidies is een sympathieke motie. Meer mensen vonden de motie sympathiek, maar de motie is door weinigen gesteund. De grens van 10.000 euro vinden wij arbitrair. Er kan ook voor een ander bedrag worden gekozen, maar er kan ook worden gekozen op basis van doelstelling en reden van bestaan van de te subsidiëren instelling. Dat betekent dat we deze motie niet van onze steun kunnen voorzien. Over het parkeerfonds heb ik iets opgeschreven, maar dat
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
79
is achterhaald, want de motie wordt aangehouden. Volgens mij hadden moties 5, 6 en 7 ook betrekking op VluchtelingenWerk. Voorzitter, dat was het in tweede termijn. De voorzitter: Dank u wel. Eventjes een punt. U spreekt mij als voorzitter aan en de griffier als griffier. Het instrument om iets te agenderen voor de raadsvergadering is echter de agendacommissie. Als u die weg bewandelt is dat denk ik het meest correct. Ik geef het woord aan de fractie van de Partij van de Arbeid. De heer Simon: Dank u wel, meneer de voorzitter. Zoals raadsleden de boetepot moeten vullen, geldt dit ook voor de voorzitter van de raad. De rijkeren komen op voor de zwakkeren, en in deze economisch zware tijden siert het de voorzitter als hij zich onderwerpt aan zijn eigen regels. Nu terug naar serieuze zaken. De fractie van de Partij van de Arbeid juicht het toe dat het college en de ISD anticiperen op het afschaffen van de huishoudeninkomenstoets in de Wet werk en bijstand. Allereerst hoorden we vandaag het heugelijke feit dat naar verwachting de helft van de 44 SW’ers teruggeplaatst worden bij de WML. We zijn blij dat onze vastberadenheid, onze aanhoudende vragen en de motie van ons en onze collega-oppositiepartijen, toch vruchten hebben afgeworpen voor de WML’ers. Portefeuillehouder, wilt u de raad nog even schriftelijk informeren of de verwachting is dat dezelfde personen worden teruggeplaatst? Geeft u dan alstublieft ook aan dat verder onderbouwd wordt. De fractie van de Partij van de Arbeid juicht het toe dat het college en de ISD anticiperen op het afschaffen van de huishoudeninkomenstoets in de Wet werk en bijstand. Gistermiddag deed de demissionaire staatssecretaris De Krom tijdens een debat in de Tweede Kamer de toezegging dat mensen die af hadden gezien van een aanvraag voor een bijstandsuitkering, dat alsnog met terugwerkende kracht kunnen doen. Wilt u ook hierover de raad schriftelijk uw standpunt kenbaar maken en kunt u aangeven welke stappen u gaat ondernemen voor deze groep? Terugkomend op de discussie over VluchtelingenWerk. Ik hoef daar weinig woorden aan vuil te maken, de heer Tiemstra heeft het uitstekend verwoord. Wij houden in ieder geval onze motie aan en steunen de motie die zojuist is ingediend, zoals u weet. Dan heeft de VVD geloof ik in eerste termijn nog een verzoek gedaan om eens te praten over de effecten van de Wmo tijdens de kanteling, zeker komend jaar. Wij als Partij van de Arbeid willen daar graag op ingaan. Er is een werkgroep. Wij nodig de raad uit om eens informeel te praten over de effecten, de gevaren en de zwakke plekken van de Wmo. Laten we daar eens informeel over praten, zonder dat deze discussie, zoals vanavond, vrij technisch richting de portefeuillehouder gaat. De voorzitter: De heer Van Well. De heer Van Well: Dank u wel, voorzitter en de heer Tiemstra. Twee zaken. Ik zal met de eerste beginnen. We hebben tussentijds even contact met elkaar gehad. Ik heb de heer Simon duidelijk gemaakt dat wij in navolging van hetgeen dat mijn rechterbuurman al duidelijk heeft gemaakt, een flinke werkgroep hebben met deelname van uw fractiegenoot. De taakstelling van die werkgroep is dat we drie taakvelden van de Wmo onder de loep gaan nemen. We hopen met behoorlijke steun vanuit de raad voor eind september de uitslag van een onderzoek te kunnen presenteren. Zo hopen wij zelf zicht te krijgen op de complexiteit die rondom de Wmo en met name met betrekking tot de kanteling gaat ontstaan. Wat dat betreft zitten we op één lijn. Die toezegging hebt u. U wekt bij mij echter de indruk dat door toedoen van uw niet ingediende motie er nu 22 mensen alsnog bij WML aan het werk kunnen. Of hebben we dat verkeerd verstaan? Dat zou ik graag van de heer Simon willen horen, meneer de voorzitter. De heer Simon: Ik ben best bereid om toe te geven dat ik redelijk arrogant ben, maar dat heb ik echt niet gezegd. Ik heb gezegd dat het kwam door een door de oppositie ingediende motie die het niet gehaald heeft en door constant door te blijven drukken, de Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
80
pers te blijven zoeken etc. Wij zijn alleen maar blij dat 44 mogelijk ontslagen WML’ers nu terug in dienst kunnen komen. Er is dus aandacht voor gehouden. Wij zullen ons niet op de borst trommelen en zeggen dat wij het voor elkaar hebben gekregen. Het is heel simpel. De landelijke coalitie is in elkaar gedonderd. Er is een Kunduz-coalitie gekomen en die heeft ervoor gezorgd dat er een koerswijziging kwam. Met alle complimenten aan de portefeuillehouder omdat hij daar heel snel op gereageerd heeft en direct met ISD en WML is gaan praten om dat voor elkaar te krijgen. Meer heb ik eindelijk niet gezegd. De moties. De eerste motie hebben we dus voorlopig aangehouden. Motie 2 over de kaderstelling voor de begroting ten aanzien van de gemeenschappelijke regelingen kunnen we alleen maar toejuichen. We steunen de motie dus. De derde motie hebben we ondertekend en we steunen die motie. De vijfde motie van D66 hebben we ondertekend en gesteund. Natuurlijk steunen wij de zevende motie, die als laatste is ingediend. Dank u wel. De voorzitter: Dan kom ik tot de conclusie dat we de tweede termijn nu hebben afgerond. We kunnen overgaan naar de besluitvorming. Ik schors heel kort, drie minuten, u hoeft niet bang te zijn. Dat doe ik om te kijken naar de moties en de strekking daarvan. De volgorde wil ik graag even met de griffier bepalen. Schorsing
2. CF1
Besluitvormend gedeelte ‘Kaderstelling voor de begroting 2013’ met bijlagen - Kadernota 2012 - Voorjaarsbericht 2012
De voorzitter: Dames en heren, de vergadering is heropend. Ik heb een vijftal moties die in stemming komen. Eerst motie 2 over de algemene reserves van gemeenschappelijke regelingen. Ik doe het voorstel om, gehoord dat wat u erover gezegd hebt, de motie unaniem aan te nemen. Dat moet u doen, omdat u de motie anders niet door kunt sturen naar de andere gemeentes, en dat wilt u graag. Ik denk dus, u gehoord hebbend, dat we dat zo kunnen doen. Dan wordt deze motie zonder stemming op die manier verder behandeld. Akkoord? Het gaat om motie 2: algemene reserves gemeenschappelijke regelingen. Akkoord? Ja. Goed, dat regel ik. Dan ga ik naar het besluit zelf, dat is het besluit rondom de kaderstelling voor de begroting 2013. Daar staat op de laatste bladzijde, dus bij het dictum, ‘aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering’, met de foutieve datum 28 juni. Dat moet 21 juni zijn, dat corrigeren we. Het besluit is dus in te stemmen met het voorjaarsbericht et. Beslispunt 1, 2 en 3. Wenst iemand daarover stemming? Niemand? Dan is aldus besloten. Dan kom ik bij de moties. Ik kom dan terug op de algemene reserves gemeenschappelijke regelingen. De afspraak is net gemaakt, de motie is unaniem zonder stemming aangenomen en wordt op die manier in de richting van de andere raden uitgevoerd. Dan heb ik motie nummer 3: aanvullende bezuinigingen op subsidies vanaf 2013. De motie is ingediend door GroenLinksaf en de Partij van de Arbeid. Wenst u daarover stemming? Dat is het geval. Dan gaan we dat nu doen. De heer Waarts: Tegen.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
81
De heer Broekmans: Tegen. De heer Hooijmaijers: Tegen. De heer Van der Sloot: Tegen. Mevrouw De Bruijn: Tegen. Mevrouw Çölkusu: Tegen. Mevrouw Ruygt: Tegen. De heer Den Hollander: Tegen. De heer Den Braven: Voor. Mevrouw Odabasi: Voor. De heer Broeders: Tegen. Mevrouw IJpelaar: Voor. De heer Simon: Voor. De heer Van Helden: Tegen. De heer Tiemstra: Tegen. De heer Damen: Tegen. Mevrouw Marasabessy: Tegen. De heer Van Baardwijk: Tegen. De heer Van Dinther: Tegen. De heer Monsieurs: Tegen. De heer Lodenstijn: Tegen. De heer Van Wel: Tegen. Mevrouw Bourguignon: Tegen. De heer Bakker: Tegen. De heer Van Tuyl: Tegen. De heer Kuijten: Tegen. De voorzitter: Even voor de notulen: Aan het begin van de vergadering was een vijftal mensen afwezig. Inmiddels zijn degenen die zeiden dat ze later kwamen aanwezig. We zijn dus met 26 mensen. De motie is met 22 tegen 4 stemmen verworpen. Er is een drietal moties ten aanzien van VluchtelingenWerk. Vanuit de inhoud breng ik ze als volgt in stemming: eerst motie nummer 6, daarna motie nummer 5 en daarna motie nummer 7. Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
82
Motie zes als eerste. Deze motie is ondertekend door VVD, LokaalBelang, CDA en ChristenUnie. U brengt mij in de war, meneer Tiemstra. Motie nummer 6 dus, waarbij het gaat om VluchtelingenWerk en de relatie met Baanbrekers. Wenst u over die motie stemming? Dat is het geval. Dan gaan we daar nu toe over. De heer Waarts: Voor. De heer Broekmans: Voor. De heer Hooijmaijers: Voor. De heer Van der Sloot: Voor. Mevrouw De Bruijn: Voor. Mevrouw Çölkusu: Tegen. Mevrouw Ruygt: Tegen. De heer Den Hollander: Tegen. De heer Den Braven: Tegen. Mevrouw Odabasi: Ik wil een stemverklaring afleggen. De voorzitter: Ga uw gang. Mevrouw Odabasi: Ik wil voor deze motie stemmen, omdat ik niet tegen het principe van onderzoek ben. Het tijdstip is voor mij wel discutabel. Ik stem nu dus voor, met deze opmerking. De voorzitter: Akkoord. De heer Broeders: Tegen. Mevrouw IJpelaar: Tegen. De heer Simon: Tegen. De heer Van Helden: Voor. De heer Tiemstra: Tegen. De heer Damen: Tegen. Mevrouw Marasabessy: Voor. De heer Van Baardwijk: Voor. De heer Van Dinther: Voor. De heer Monsieurs: Voor. De heer Lodenstijn: Voor.
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
83
De heer Van Well: Voor. Mevrouw Bourguignon: Voor. De heer Bakker: Voor. De heer Van Tuyl: Voor. De heer Kuijten: Voor. De voorzitter: De motie is met 17 tegen 9 stemmen aangenomen. Dan kom ik bij motie nummer 5, die is ingediend door D66, Partij van de Arbeid en GroenLinksaf. Het gaat over VluchtelingenWerk. Het college wordt verzocht om alsnog de volledige uitvoering van het unaniem door de raad aangenomen amendement uit te voeren, exact naar de letter van het besluit. Wie wenst daarover stemming? Dan gaan we daar nu toe over. De heer Waarts: Tegen. De heer Broekmans: Tegen. De heer Hooijmaijers: Tegen. De heer Van der Sloot: Tegen. Mevrouw De Bruijn: Tegen. Mevrouw Çölkusu: Voor. Mevrouw Ruygt: Voor. De heer Den Hollander: Voor. De heer Den Braven: Voor. Mevrouw Odabasi: Voor. De heer Broeders: Voor. Mevrouw IJpelaar: Voor. De heer Simon: Voor. De heer Van Helden: Tegen. De heer Tiemstra: Voor. De heer Damen: Tegen. Mevrouw Marasabessy: Tegen. De heer Van Baardwijk: Tegen. De heer Van Dinther: Tegen. De heer Monsieurs: Tegen. Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
84
De heer Lodenstijn: Tegen. De heer Van Well: Tegen. Mevrouw Bourguignon: Tegen. De heer Bakker: Tegen. De heer Van Tuyl: Tegen. De heer Kuijten: Tegen. De voorzitter: Daarmee is de motie met 19 tegen 7 stemmen verworpen. Dan kom ik bij motie nummer 7, de motie van afkeuring ingediend door de SGP, GroenLinksaf, D66, Partij van de Arbeid en Werknemersbelang. Wie wenst daarover stemming? Dan gaan wij daartoe over. De heer Waarts: Tegen. De heer Broekmans: Tegen. De heer Hooijmaijers: Tegen. De heer Van der Sloot: Tegen. Mevrouw De Bruijn: Tegen. Mevrouw Çölkusu: Voor. Mevrouw Ruygt: Voor. De heer Den Hollander: Voor. De heer Den Braven: Voor. Mevrouw Odabasi: Voor. De heer Broeders: Voor. Mevrouw IJpelaar: Voor. De heer Simon: Voor. De heer Van Helden: Tegen. De heer Tiemstra: Voor. De heer Damen: Tegen. Mevrouw Marasabessy: Tegen. De heer Van Baardwijk: Tegen. De heer Van Dinther: Tegen. Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
85
De heer Monsieurs: Tegen. De heer Lodenstijn: Tegen. De heer Van Well: Tegen. Mevrouw Bourguignon: Tegen. De heer Bakker: Tegen. De heer Van Tuyl: Tegen. De heer Kuijten: Tegen. De voorzitter: Waarmee de motie met 17 tegen 9 stemmen is verworpen.
3.
Sluiting
De voorzitter: Dan ga ik over tot de sluiting van deze vergadering. Tot slot van deze vergadering vraag ik van u een moment van bezinning, waarbij ik in ons aller naam erop vertrouw dat de genomen besluiten en de gevoerde discussies in het belang zullen zijn van onze gemeente en het welzijn van onze inwoners. De vergadering is gesloten. De voorzitter sluit de vergadering om 22.48 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van gemeente Waalwijk van 13 september 2012. De griffier,
De voorzitter,
G.H. Kocken
drs. A.M.P. Kleijngeld
Notulen raadsvergadering 21 juni 2012
86