NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Waalwijk, gehouden op 9 juli 2015 Voorzitter:
de heer A.M.P. Kleijngeld, burgemeester
Griffier: Plv. griffier:
de heer G.H. Kocken mevrouw J.W.M. Louer
Aanwezig zijn de leden:
de heer J.M. van Baardwijk de heer R.A.H.M. van Bavel de heer F.A.Th. den Braven de heer J.F. Broeders de heer J.H.G.C.M. van Buul mevrouw F.I.H.M. de Bruijn de heer G.A. Damen de heer J.G. van Dinther de heer M. van Dongen de heer A.A. van Hamond de heer J.H.H. Heuverling de heer A.J.G. Hooijmaijers (vanaf 16.50 uur) mevrouw E.Y. IJpelaar-Alias de heer E.A. de Jongste-van Heijst de heer C.M.A. Kuijten de heer W.C.P.B. Lodenstijn de heer P.W.E. Monsieurs mevrouw R. Odabasi-Seker de heer L. Ottens mevrouw C.J.P. Paulides mevrouw C.C.J. Ruygt-Gerritsen de heer G.M.J. Slaats de heer T.F.J.H. Spierings de heer R.A.A. Tiemstra de heer J.M.M. van Tuyl (vanaf 18.25 uur) de heer W. van Veelen de heer R.L.H. van der Vleuten de heer J.A.J. van Well
Afwezig:
de heer L. van Helden
Tevens aanwezig:
de heer R. Bakker, wethouder de heer J.M.J.G. Brekelmans, wethouder de heer J. van Groos, wethouder mevrouw J. Keijzers, wethouder
Notulen:
mevrouw I.C. Wendt-Kok
Opening 0.1 Opening op de gebruikelijke wijze De vergadering wordt geopend om 16.00 uur. De voorzitter: Laten wij ons vanuit onze eigen visie of geloofsovertuiging bij het begin van deze raadsvergadering bezinnen op onze gemeenschappelijke opdracht en verantwoordelijkheid om deze gemeente te besturen. 0.2
Mededelingen
De voorzitter: De presentielijst is getekend. Ik heb bericht van verhindering ontvangen van de heer Van Helden. De heren Van Tuijl en Hooijmaijers komen later. In geval van hoofdelijke stemming zal nummer 11, de heer Spierings, als eerste zijn stem uitbrengen. 0.3 Vaststellen agenda De agenda wordt op deze wijze vastgesteld. 0.4
Vaststelling lijst ingekomen stukken
De voorzitter: Er zijn vandaag geen ingekomen stukken.
1.
Debatgedeelte
Bespreekstukken (B-stukken): De voorzitter: Even nog de spelregels. Per lot maken we de volgorde bekend. Spreektijd is vijftien minuten per fractie. Geen interrupties tijdens de inbreng. Ook als u op een gegeven moment heel verhit denkt dat u moet reageren, dan kijkt u mij maar aan. Pas op het eind van het betoog kunnen echt brandende vragen beantwoord worden. Verder sparen we het op voor de tweede instantie. Moties worden als het enigszins kan in eerste instantie ingediend, zodat we weten waar we het over hebben. De tijd is altijd een beetje lastig in te schatten, maar ik denk dat we om kwart over zes kunnen schorsen voor ons avondeten. We proberen om half acht opnieuw te beginnen. Daarna komt het college aan de beurt die reageert op uw beschouwingen en de moties. De rest van de procedure kent u wel. Er komt nog een tweede instantie, mogelijk met schorsingen. Om een uur of acht zijn we klaar. Kwart over acht is ook goed. Ik denk dat ik genoeg gezegd heb. We komen bij de beschouwingen. Degene die de bal aftrekt, is de fractie van Werknemersbelang. Daarna komt de fractie van de SGP. 1.0
Algemene beschouwingen
De heer Broeders: Voorzitter. Ik had het al voorspeld. Wij zijn al een aantal jaren op rij de eerste, dus daar ben ik bijzonder gelukkig mee. Het zij zo. In ieder geval hebben wij nog de aandacht. Daarna is men misschien wel in slaap gevallen, dat weet ik niet. Ik heb geen kwartier nodig voor onze bijdrage, zeven of acht minuten is voldoende. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
2
Voorzitter, leden van de raad, college en overige belangstellenden. Vandaag mogen wij de kaders vaststellen van de begroting 2016 en wordt er via deze te behandelen kadernota uitvoering gegeven aan het coalitieprogramma Krachten bundelen. Als een van de kleine fracties past het ons om zeer terughoudend te zijn te reageren op de gebundelde krachten van deze coalitie. Toch zal ik proberen om namens Werknemersbelang onze visie te geven op de kadernota, mede omdat ik heb gemerkt dat onze inzichten vaak tot de juiste uitvoering hebben geleid in een voor onze fractie zo gesloten politieke cultuur van onze gemeente. Ik zal weer proberen om een aanvulling te geven op datgene wat voor ons allen van belang is. Ik wil hier direct bij aangeven dat de kadernota veel onontkoombare zaken zijn opgenomen, waarvan de raad van alles kan vinden, maar helaas niets aan kan veranderen. Een van deze onoverkoombare wensen van het college is de aanleg van de bodembescherming Kerkvaartse Haven in Waspik. Deze onontkoombaarheid had voorkomen kunnen worden als het bemiddelingsproces met de coöperatieve vereniging Kerkvaartse Haven en de gemeente was gelukt, doordat het niet haalbaar was om tot een juiste verdeling te komen van een verschil van € 1,1 miljoen. Betekent dit dat de gewijzigde havenverordening nu weer van kracht wordt? Zo ja, wanneer wordt ze van kracht? De eerder gedane investeringen door diverse bedrijven op advies van de gemeente moet ik dan bijna als onrendabel beschouwen. Door mij is eerder opgemerkt dat de prioriteiten bij de Insteekhaven in Waalwijk liggen, waarbij de Kerkvaartse Haven, de getijdehaven in Waspik, maar een ondergeschoven kindje blijkt te zijn. Onze fractie vindt het jammer dat bij de uitplaatsing van de jachthaven van Waalwijk, om deze in de Kerkvaartse Haven te ontwikkelen, hiermee van de baan is. Dit naar aanleiding van de mislukte onderhandelingen over de haven van Waspik. Een ander onderwerp uit de kadernota is het creëren van een nieuwe functie binnen de gemeentelijke organisatie, namelijk de programmamanager. Onze fractie vindt dat deze functie niet noodzakelijk is. Wij zouden onze organisatie toch afslanken, terwijl er bij het buitendienstpersoneel permanent wordt gereorganiseerd? Onze fractie is van mening dat de portefeuillehouders verantwoordelijk zijn voor het gevoerde beleid. Wat zou het mandaat moeten zijn van deze programmamanager? Wij kunnen hier natuurlijk onze steun niet aan geven. Op 25 juni jl. hebben vier organisaties gebruikgemaakt van de inspraakmogelijkheid voor deze kaderstelling. Daar wil ik namens mijn fractie kort op reageren. Het gaat om Kinderboerderij Het Erf, Scouting Waesgeerd, KBO afdeling Waspik en de muziekhal De Notenkrakers. Kinderboerderij Het Erf vroeg om een herziening van de voorgenomen subsidiekorting, Scouting AZG sprak over de huisvestingsproblematiek, KBO Waspik over de invoering van de Wmo 2015 en de insprekers van De Notenkrakers spraken namens een aantal culturele verenigingen. In de memo laten de portefeuillehouders ons weten dat er binnenkort gestart wordt met de procedure voor de verplaatsing van de Schouting AZG en Tachos in het Hoefsvengebied. Hiermee heeft het college uitvoering gegeven aan de aangenomen motie van vorig jaar. Ik zou de portefeuillehouder willen vragen of hier een milieueffectrapportage voor nodig is en of deze in het gebied moet plaatsvinden. Over Kinderboerderij Het Erf kan ik kort zijn, omdat de SGP over dit onderwerp een motie zal indienen die mede door ons wordt gesteund en is ondertekend. Over de insprekers namens de KBO Waspik zou ik het volgende willen opmerken. Over zijn vertelde en vertellende armoede is voor ons als raadsleden met de invoering van de Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
3
nieuwe Wmo veel veranderd. Als raadslid is het niet meer te overzien of de noodzakelijke zorg wordt onthouden en of de cliënt juist ondersteuning hierbij krijgt. Dit geldt zowel voor raadsleden van de coalitie als voor de oppositie. Het NRC Handelsblad heeft een enquête gehouden onder raadsleden en maakte dinsdag jl. de uitslag bekend met de opmerking dat er zorgen zijn over de democratische controle op het effect van de decentralisatie; dus op het democratische gehalte van de gemeenteraad. Ik denk dat wij het allemaal mee eens zijn met de stelling dat de democratische controle helemaal zoek is. Ook al praat je nog zo veel keren met de raad, vele inwoners zullen moeten omgaan met de situatie waarin zij de onredelijkheid van armoede in een rijke samenleving moeten beleven. Zij hebben volgens Werknemersbelang geen verdere invloed op de doorgevoerde marktwerking op alle niveaus en terreinen van de Wmo. Tot slot de insprekers van De Notenkrakers die een hal wilden bouwen voor culturele verenigingen. Als wij daaraan medewerking zouden verlenen, heeft dat een precedentwerking op alle verenigingen die in onze gemeente gevestigd zijn. Onze fractie zal dit voorstel daarom niet steunen. Een nog in te dienen motie van LokaalBelang wijzen wij om deze reden af. Over de invoering van camerabewaking in het centrum van Waalwijk zouden wij willen opmerken dat dit niet onze instemming heeft. Wij vinden het een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van het winkelend publiek in de openbare ruimte. Wij zijn van mening dat er eerst een startnotitie opgesteld had moeten worden. Deze had ter discussie gesteld moeten worden en vervolgens in de raad moeten worden behandeld. Het verbaast onze fractie dat een zeer gedateerde brandweerkazerne, gehuisvest in een verouderd pand uit de jaren zeventig, nog gerenoveerd zou moeten worden. Hiervoor is een pm-post opgenomen. Deze brandweerkazerne voldoet al jaren niet meer aan de vereisten en is niet door renovatie te herstellen. Een nieuwe locatiekeuze, met een goede toegankelijkheid is volgens onze fractie zeer noodzakelijk voor Waalwijk. In de raadsvergadering van volgende week wordt een aantal voorstellen behandeld uit het coalitieakkoord, zoals aanbesteding Insteekhaven, onderzoek SLEM. Op deze voorstellen en op de moties die nog volgen van de collega-fracties, zal ik straks nog reageren. Tot zover mijn eerste termijn. De heer Tiemstra: Voorzitter, geachte aanwezigen op de publieke tribune en achter de collegetafel, vertegenwoordigers van de media, geachte collega’s, leden van de raad. De kadernota 2015 met meerjarenperspectief. Het is een goede zaak om na te denken waar we staan. We leven in indrukwekkende tijden: de wereld is in beweging. Ik heb het niet alleen over de financiële wereld. Het is belangrijk om koers te houden. Persoonlijk, als land en volk en als gemeente. Dat kan aan de hand van de kadernota die we vandaag behandelen en wellicht hier en daar wat bijstellen. Voor de SGP is er echter een hogere kadernota, met eerbied gezegd, waardoor wij ons zullen laten leiden. Ook straks, als de begroting in het najaar ter behandeling voorligt, bij leven en welzijn. In de Bijbel komen we de volgende vraag tegen: “Want wie van u, willende een toren bouwen, zit niet eerst neder, en overrekent de kosten, of hij ook heeft, hetgeen tot volmaking nodig is? Opdat niet misschien, als hij het fondament gelegd heeft, en niet kan voleindigen, allen, die het zien, hem beginnen te bespotten. Zeggende: Deze mens heeft begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen voleindigen.” Deze vraag heeft niet alleen een financiële betekenis, maar het beeld dat met deze vraag wordt gebruikt, sluit goed aan bij het onderwerp van vandaag. Het bouwen van een toren vraagt financiële middelen, deugdelijke materialen, een gedegen plan van aanpak en samenwerking: krachten bundelen zouden we het ook kunnen noemen. Wanneer we het besturen van de gemeente Waalwijk zien als het bouwen van een toren, laten we dan nuchter blijven en samenwerken over en weer. Als we niet bereid zijn om naar elkaar te luisteren, elkaar materialen en gereedschappen aan te
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
4
geven, valt te vrezen dat ons werk zal lijken op de torenbouw van Babel. U kent het beeld, denk ik. We nemen de kadernota erbij. Uitvoering van het coalitieprogramma is het uitgangspunt. Dit programma is door een deel van deze raad niet ondertekend, wat er zeker toe zal leiden dat bepaalde onderwerpen in debat gebracht zullen worden. We zien dat er op dit moment wordt gewerkt aan de uitvoering van het coalitieprogramma. Denk enkel maar aan de raadsvergadering van volgende week, als we het over de Insteekhaven en het Schoenmuseum gaan hebben. Budgettair rammelt het vooral bij de voorgenomen verplaatsing van het schoenmuseum. Ook qua aannames liggen er nogal wat vragen. Het beeld bestaat bij onze fractie dat met een tunnelvisie naar de verplaatsing van het schoenmuseum wordt toegewerkt. Komende week gaan we hierover – bij gezondheid – samen spreken. Terug naar de kadernota. Het voorstel benadrukt dat eerst meer duidelijkheid en zekerheid ontstaat bij de meicirculaire, waarover we zijn geïnformeerd door Raadsinformatiebrief 28-15. Deze meldt ons dat wij nog enkele tekorten moeten wegwerken, te beginnen met een bedrag van € 273.000 voor 2016. Het college geeft aan dat de effecten van de meicirculaire zo veel mogelijk in de conceptbegroting 2016 worden weggewerkt. Het voorjaarsbericht geeft daarvoor goede hoop. Het document is dikker dan de kadernota en er wordt met tonnen en zelfs miljoenen geschoven. Er zijn incidentele en structurele voor- en nadelen, veel is onzeker. De ruimte zal dus echt wel gevonden worden. Wij hebben grote belangstelling voor de voorstellen waarmee het college in dezen gaat komen. Met belangstelling zullen ook de verschillende insprekers luisteren, die hebben ingesproken tijdens de commissiebehandeling van deze stukken op donderdag 25 juni jl. Ik wil vanmiddag nog een ogenblik stilstaan bij de bijdrage van mevrouw Van Ooijen van Kinderboerderij Het Erf. Ook vorig jaar heeft zij ons toegesproken. De drie voornaamste elementen uit haar betoog waren onzes inziens de volgende. Korting op de subsidie drukt de exploitatie van de kinderboerderij richting de gevarenzone. De huisvesting moet dringend worden aangepakt in de vorm van verbouw, dan wel nieuwbouw. Tenslotte is de expertise van de kinderboerderij in beeld om het dierenpark bij het Hoefsvengebied te beheren. De kinderboerderij heeft inmiddels haar maatschappelijke relevantie meer dan aangetoond. De maatschappij maakt op vele terreinen gebruik van de kinderboerderij. Duizenden kinderen van de basisschool krijgen elk jaar les op de locatie, over de dieren, de natuur, voedselproductie, agrarische beroepen, milieu en duurzaamheid. Dit gebeurt door te doen, te kijken, te luisteren, zien, voelen, proeven: kortom, ze beleven het zelf. Daar kan volgens mij geen tablet of smartphone tegenop. De kinderboerderij is een unieke locatie waar bezoekers nog echt in contact kunnen komen met dieren. De kinderboerderij is er speciaal op gericht om kinderen en volwassenen kennis te laten maken met de boerderijdieren. Dat is niet de enige functie van de kinderboerderij. Een kinderboerderij is in onze steeds verder verstedelijkte maatschappij absoluut belangrijk om de bevolking in Nederland, jong of oud, allochtoon of autochtoon, in schoolverband of in de vrije tijd met elkaar in contact te brengen en tegelijkertijd zich te ontspannen, iets te leren en te ervaren over dier en natuur, milieu en duurzaamheid. Kortom: wat denkt u ervan? Laten we zuinig zijn op de kinderboerderij. Deze is van groot maatschappelijk belang. Gelukkig is de huisvesting waarbinnen en waarbuiten zij hun werk verrichten in eigendom van de gemeente. Als de opstallen zo’n veertig jaar oud zijn, zullen zij voldoende zijn afgeschreven om hen passend tegemoet te treden om hen toekomstbestendig te huisvesten. Dat maakt een vervolggesprek over een gezamenlijke aanpak van het dierenpark op terrein de Hoefsven ook wat soepeler. We hebben begrepen dat dit gesprek er gaat komen. Het staat geagendeerd voor na de vergadering van volgende week. Om hierin als raad een richting mee te geven, zullen wij straks een motie indienen, mede ondersteund door alle fracties. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
5
Wij vervolgen met de kadernota 2015. Het jaar van de transities. Het jaar van de invoering van de Participatiewet, verbreding van de Wmo op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging, en de transitie van de jeugdzorg. De nadruk is komen te liggen op eigen kracht en verantwoordelijkheid van burgers. Participeren in de samenleving, gebruikmaken van eigen sociale netwerken, zorg dichter bij de burger leggen op lokaal niveau. Wat betekent dat nu? Ik geef een paar voorbeelden. Het gaat niet zo goed met mijn kind. Ze heeft extra zorg nodig. Ze kan niet zo goed mee op school. En nu is er een nieuwe wet. Je vraagt je af wat er precies gaat gebeuren met het rugzakje of met mijn pgb bijvoorbeeld. Hoe gaat het met mijn geld: ga ik erop achteruit? Houd ik dezelfde ondersteuning? Dat soort vragen. Daar is uw gemeente voor. Kijk op www.Waalwijk.nl. Je krijgt er duidelijke antwoorden waarmee je verder kunt. U bent buiten het arbeidsproces komen te staan. En nu is er een nieuwe wet. Misschien gaat er voor u iets veranderen. Ze gaan kijken of u kunt werken of misschien weer naar school. Maar hoe gaat dat precies? Wat gaat u ervan merken, hoe komt u erachter? Dat soort vragen. Daar is uw gemeente voor. Kijk op www.Waalwijk.nl. Je krijgt er duidelijke antwoorden waarmee je verder kunt. U bent in de tachtig. Heel uw leven hard gewerkt. Een klein pensioentje en uw vraag is slecht ter been. U hebt huishoudelijke hulp. En nu is er een nieuwe wet. Hoe zou het college van Waalwijk hiermee omgaan? Wie zitten er in de coalitie? Ze gaan kijken wat u nog wel kunt. Ze gaan kijken wat u kunt missen. Ze gaan zeggen dat u de eerste drie uur huishoudelijke hulp wel zelf kunt betalen. Als oudere zit je dan met vragen. Wat betekent dat voor mij? Zou ik nu een echt keukentafelgesprek krijgen? Zouden ze wel echt naar mijn persoonlijke situatie kijken, zoals de wet voorschrijft? Hoe gaat dat dan? Dat soort vragen. Daar is uw gemeente voor. Kijk op www.Waalwijk.nl. Je krijgt er duidelijke antwoorden waarmee je verder kunt. Om op dat laatste onderwerp wat dieper in te steken, geef ik een paar voorbeelden van zaken die zich in Waalwijk afspelen. Ik zal er niet meer dan drie noemen. Het zijn zaken waarvoor wij verantwoordelijk zijn. Wist u dat een cliëntondersteuner van de gemeente te horen krijgt dat de gemeente het goed af kan zonder cliëntondersteuning? Een persoonlijk plan hoefde er niet te worden ingeleverd, er wordt toch niets mee gedaan. Wist u dat een alleenstaande vrouw van 95 jaar die de 3 uur huishoudelijke hulp niet zelf kan betalen, van Team WijZ het advies krijgt om een hypotheek op haar huis te nemen? Wist u dat de gemeente vindt dat u pas recht hebt op hbh-2, de wat zwaardere vorm van huishoudelijke hulp, als het overlijden te verwachten is binnen 6 weken en 2 maanden? Pas dan kan men niet meer de regie voeren over het huishouden. Het zijn slechts enkele voorbeelden die wij noemen. Dat komt dichterbij dan het spreken over dit onderwerp in algemene termen of politiek jargon. Natuurlijk ligt er een bezuinigingsopgave. Daar zijn wij niet a priori op tegen. Maar met de wijze waarop de dingen gaan, hebben wij nog steeds grote moeite. We gaan niet met de vinger wijzen, ook niet naar het college. De raad heeft immers bij meerderheid deze veranderingen gewenst. De wethouder kan vervolgens niet anders dan het vastgestelde beleid volgen, wat wordt vertaald in een uitvoering voor de ambtelijke organisatie, tot aan het zorgloket. De vraag is of de raad het zo heeft bedoeld. Als dat niet zo is, moeten we elkaar eens diep in de ogen kijken en binnen of buiten de raadzaal tegen elkaar zeggen dat we hier iets aan moeten doen. In het verlengde hiervan heb ik nog een vraag over mantelzorgers. Hoe ver is de gemeente met het registreren van en communiceren met de mantelzorgers? Het zal duidelijk zijn dat wij verwijzen naar de aangenomen motie van afgelopen november en raadsinformatiebrief 11 van maart jl. Ik hoor graag kort de tussenstand. Nog een paar punten. Ten eerste winkels. Onze fractie kwam ter ore dat regiobestuurders in Zuidoost-Brabant strikte regels hebben opgesteld voor nieuwe detailhandel. De 21 gemeenten in die regio rondom Best, Eindhoven en Helmond moeten zich daar straks Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
6
aan houden. Dat meldt het Eindhovens Dagblad. Vergis ik mij dat onze portefeuillehouder ook iets met die regio te maken heeft? Winkels mogen zich alleen vestigen in bestaande centra of gebieden waar leefbaarheid gewenst is. Bij twijfel zal een speciale regionale commissie zich over het vraagstuk buigen. De provincie ziet toe op het naleven van de nieuwe regelgeving. Een interessante ontwikkeling waarvan wij in de Waalwijkse situatie wellicht kunnen leren. Geen detailhandel op Zanddonk bijvoorbeeld, om het kort te houden. Vervolgens: bestuurlijke toekomst gemeente Waalwijk. Gezamenlijk optrekken met de gemeenten Loon op Zand en Heusden. Twee kernvragen heb ik hierbij. Is er nog wel sprake van gezamenlijk optrekken en zo ja, in welke richting? U kent allen het verslag van de raadswerkgroep. Als we de coalitieprogramma’s van de gemeenten Heusden en Loon op Zand destijds goed hadden gelezen, hadden we toen geweten waar we nu staan. Bezinning op dit punt is nodig. De motie die mijn collega’s van de Partij van de Arbeid zullen indienen, bevelen wij dan ook zeer aan. Drie: onlinedienstverlening. De SGP is hier niet tegen, maar heeft wel een opmerking naar aanleiding van een artikel in Binnenlands Bestuur van enkele weken geleden. Ruim 90% van de inwoners van Utrecht maakt gebruik van internet. Dat wil echter nog niet zeggen dat ze in staat zijn om onlinedienstverlening aan te vragen en afspraken te maken. Zo’n 30% van de Utrechters heeft daar moeite mee, zo blijkt uit het onderzoek. Steeds meer vormen van dienstverlening, niet in de laatste plaats die van de gemeente, moeten online worden aangevraagd en afgehandeld. Dat vergt naast taalvaardigheden ook digitale basisvaardigheden, strategische en administratieve vaardigheden, en uiteraard een heldere, toegankelijke website. Bijna een derde van de inwoners van Utrecht beschikt over onvoldoende kennis en kunde om zelfstandig online hun dienstverleningsaanvragen te doen of in contact te treden met hun gemeente, zo blijkt uit het onderzoek dat in opdracht met de Utrechtse gemeenteraad werd gehouden. Nu wonen wij in Waalwijk, hoor en zie ik al iemand denken. Maar zou deze situatie in Waalwijk wezenlijk anders zijn? De gemeente Utrecht gaat samen met belangrijke partners in de stad de komende maanden kijken wat eraan gedaan kan worden om de digitale kloof te overbruggen. Hoe kijkt het college hier tegenaan? Vrijwel het laatste punt is het volgende. Bij leven en welzijn behandelen wij volgende week, naast het SLEM en de Insteekhaven, ook de beleidsnota Ontmoetingen voorzieningen gemeente Waalwijk. De SGP heeft daarover vragen gesteld en een van de antwoorden op de vragen luidde dat de organisaties de koers van de nota onderschrijven. Bij die organisaties wordt onder andere de Stichting Welzijn Ouderen in Sprang-Capelle genoemd. Vanochtend hebben we allemaal de krant gelezen. Wat er uit dat stuk blijkt, is dat er toch wel wat ruis tussen het standpunt van de gemeente en de stichting zit. Voor ons is dat voldoende reden om dit stuk tot een B-stuk te transformeren. We zullen hier volgende week op terugkomen. Met deze laatste vier korte punten zijn wij aan het einde gekomen van onze beschouwingen. Ik ga afronden. Wij wensen en bidden de voorzitter, het college, de ambtelijke organisatie en de collega’s van de raad van harte God's zegen toe en veel wijsheid bij het besturen van deze mooie gemeente. God’s zegen wensen wij ook aan alle inwoners van de gemeente Waalwijk. Tot zover in eerste termijn. De heer Van Hamond: Mijnheer Tiemstra, u hebt het in het begin van zijn betoog over het Schoenmuseum gehad. U had het over tunnelvisie. Wat bedoelt u daarmee? De heer Tiemstra: Wilt u het over de term ‘tunnelvisie’ hebben of wat ik daarmee bedoeld heb?
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
7
De heer Van Hamond: Over de term en over wat u daarmee bedoelde. Alle twee. De heer Tiemstra: Als we door een tunnel kijken, zien we de uitgang. Als je door een tunnel ziet, kun je maar één kant op kijken. Je ziet ergens aan het einde iets. Verder wordt een tunnel gevormd door donkere wanden. Je kijkt naar één punt. Dat is wat ik bedoeld heb met de term ‘tunnelvisie’. Waarom heb ik die term in dit verband gebruikt? Als we kijken naar de voorgenomen verplaatsing van het Schoenmuseum, is een van de vragen die de SGP gesteld heeft of er gekeken is naar alternatieven. Dat is niet gebeurd. Dat kwam ik ook niet tegen in het coalitieakkoord. Er wordt enkel gesproken over de voorgenomen verplaatsing van het Schoenmuseum van de huidige locatie naar het centrum van Waalwijk. Onzes inziens zou het goed zijn om ook na te denken over alternatieven, maar dat is niet gebeurd. Dat heb ik ermee bedoeld. De heer Heuverling: Mijnheer Tiemstra, wist u dat u en de gehele raad in 2007 unaniem akkoord is gegaan met de bedoeling van de verplaatsing van het museum naar het centrum? Wist u dat de SGP medeverantwoordelijk is voor de enorme bezuinigingen in de transitie? Wist u dat we alle cliënten optimaal hadden kunnen bedienen, als dat niet zou hebben plaatsgevonden? De heer Tiemstra: Volgens mij hebben wij procedureel één woordvoerder per fractie in eerste termijn. De voorzitter: U vergist zich. De heer Tiemstra: Vergis ik me? De voorzitter: Ja. Ik zal het dadelijk uitleggen. De heer Tiemstra: Ik zal het straks ook even nakijken. De – ik wilde wethouder zeggen, maar het is natuurlijk raadslid Heuverling – de heer Heuverling is weer gaan zitten. Ik moet even in de notulen nakijken wat er in 2007 gezegd is, op basis van welke argumenten er besloten is en tot welk besluit dat exact geleid heeft. Ik kan dat nu niet exact reproduceren, maar ik zal het thuis nakijken. Ik denk dat ik de stukken nog wel heb. Wat betreft de SGP: bedoelt u de landelijke koers of ons optreden in Waalwijk? De heer Heuverling: Ik bedoel uiteraard de landelijke koers en de besluiten die daar plaatsvinden en waarvan wij als gemeente de consequenties dragen. De heer Tiemstra: Wethouder Bakker heeft mij die vraag ook gesteld. Met uw geheugen zult u ook nog weten wat ik toen geantwoord heb, dus ik vind de vraag een beetje overbodig. Wij zijn verantwoordelijk voor de wijze waarop wij omgaan met de dingen die op ons afkomen. Daarbij is een verwijtende opmerking over het beleid van de landelijke partijen, een beetje flauw vanuit een lokale partij. De voorzitter: We hadden eerder afgesproken dat we ruim zouden omgaan met de mogelijkheid om te reageren, zodat de tweede termijn korter kan zijn. Daar hebben we het over gehad. Ik kreeg waardering alom, men vond het prettig dat ik daar zo vrij in ben. Daarom laat ik het nu ook weer toe. Een tweede opmerking die ik zou willen maken, is de volgende. De grote lijn van de vergadering is de eerste termijn. In onderling overleg hebben we al eerder deze manier genoteerd, omdat we dit soort vragen wel verwachten. Ik citeer: “alle raadsleden mogen na afloop van de eerste termijn van een fractie vragen stellen aan de woordvoerder ter verduidelijking van zijn of haar betoog, via de twee interruptiemicrofoons”. Daar moet u het mee doen. Ik ga verder met de motie van de heer Tiemstra. Als u mij nu vraagt hoe alle regeltjes in elkaar steken, zou ik eens iets anders en nieuws willen doen. Ik stel voor dat ik als voorlezer nummer 1, gezien de omvang van Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
8
de constateringen en de motivatie in de motie, dat ik alleen het dictum voorlees. U krijgt de motie toch op tafel, dus het kan best wat sneller. Het dictum van de motie luidt als volgt. MOTIE 1 De Raad, gehoord de beraadslaging, constaterende dat: • in de kadernota 2015 wordt voorgesteld de exploitatiesubsidie aan kinderboerderij ’t Erf te korten, in 2016 met € 7500 en vanaf 2017 met € 15.000; • het bestuur van de kinderboerderij heeft aangegeven dat ten gevolge van deze korting het voortbestaan van de kinderboerderij in gevaar komt; • het bestuur vraagt om de subsidie te verhogen naar € 70.000 om de exploitatie en het beheer op voldoende peil te houden en te kunnen werken naar een aanvaardbare standaard; • het bestuur heeft aangegeven dat het hoofdgebouw, dat in eigendom is van de gemeente, zo slecht onderhouden is dat ver- of nieuwbouw vrijwel onontkoombaar is; overwegende dat: • de kinderboerderij een belangrijke maatschappelijke functie in de samenleving vervult, hetgeen nog eens bevestigd wordt door het verzoek van de gemeente aan de kinderboerderij het beheer en exploitatie van het dierenpark in het Hoefsven op zich te nemen; • onderzocht moet worden met welke middelen en ondersteuning de kinderboerderij in de toekomst voldoende levensvatbaar wordt; draagt het college op: 1. bij het opstellen van de begroting 2016 en de jaren daarna af te zien van de korting van € 7500 in 2016 en € 15.000 in de jaren daarna op de exploitatiesubsidie van kinderboerderij ’t Erf; 2. deze bijstelling voor 2016 op te vangen binnen de AR; De bijstelling voor 2017 te betrekken bij de kadernota 2016; 3. in overleg met het bestuur te onderzoeken hoeveel subsidie nodig is voor een toekomstbestendige exploitatie en beheer; 4. de resultaten hiervan te betrekken bij het opstellen van de begroting 2017, bij voorkeur reeds zichtbaar in de kadernota 2016; 5. de bouwkundige staat van het hoofdgebouw te onderzoeken, met het bestuur hieromtrent in gesprek te gaan en de raad over de resultaten hiervan te informeren en een voorstel te doen hoe hiermee om te gaan. en gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter: De motie is ondertekend door alle fracties. De heer Den Braven: Voorzitter, mederaadsleden, leden van het college en verdere aanwezigen. De kaderstelling is hét moment waarop de gemeenteraad zijn stempel op het beleid mag zetten. Het is alleen jammer dat dit nooit écht gebeurt, maar dat is nu eenmaal het gevolg van coalities van partijen met sterk uiteenlopende ideologische achtergronden. Dat is geven en nemen. Daardoor liggen de kaders eigenlijk altijd al vier jaar vast. Dat zorgt voor een stabiele basis, maar ook voor weinig inspirerend politiek
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
9
schouwspel. Misschien is dat een van de redenen voor de matige politieke betrokkenheid van onze burgers. Wat meer vuurwerk zou niet gek zijn. Vandaag bespreken we de kadernota voor het jaar 2016. In de geest van deze tijd gaat het in dit document voornamelijk over geld: het hete hangijzer van de huidige tijd. Wat hebben we, hoe komt dat, wat kunnen we ermee? Opvallend is dat veel uitgaven onontkoombaar zijn en dat het bedrag dat daarna overblijft, al bestemd is voor grote en dure projecten. We doen het dus financieel goed, maar er blijft weinig geld over voor nieuw beleid en dat is jammer. Het is mooi dat het college zegt dat het graag andere meningen hoort, maar de ruimte om op basis daarvan tot een andere invulling van de kaders te komen, is er niet. Daarvoor ligt er al veel te veel vast. Toch wil GroenLinksaf wat zaken benoemen die binnen die beperkte kaders ingevuld zouden kunnen worden. We beginnen voorzichtig met de Wmo. Het hele gedoe rondom de huishoudelijke hulp heeft ons flink beziggehouden en we zijn er zeker nog niet klaar mee. De bezwaarprocedure loopt nog en de minister waarschuwt regelmatig dat we eventuele problemen die daardoor ontstaan, zelf moeten oplossen. Dat zou geld kunnen kosten. Kan de portefeuillehouder zeggen wanneer we daar duidelijkheid over krijgen? Verder kunnen mensen die de huishoudelijke hulp niet kunnen betalen, daar bijzondere bijstand voor krijgen. Helaas moeten ze de zorg dan wel zelf maandelijks voorfinancieren. Als je bijstand nodig hebt om iets te kunnen betalen, is voorschieten misschien net iets te veel gevraagd. GroenLinksaf heeft de wethouder gevraagd om te kijken naar mogelijkheden om dit probleem op te lossen. Dat kost niets en tast de kaders niet aan. Het neemt echter wel problemen weg die het onbedoeld gevolg zijn van door ons genomen besluiten. Graag een korte uitleg over de stand van zaken. In deze nota wordt gesproken over de overheveling van de Reserve Grondexploitatie naar de Algemene Reserve. De raad geeft daar echter nog geen toestemming voor. We moeten dat stukje van de kadernota dus anders, ofwel niet, lezen. Formeel juist, maar er zit wel een verhaaltje achter. In november 2014 is er een motie unaniem aangenomen waarin het college wordt opgedragen om in samenspraak met de raad een visie op te stellen voor het vastgoedbeleid, waaronder een jaarlijkse rapportage aan de raad. Hiervoor zou het college bij de kaderstelling een voorstel moeten doen. De invulling die het college hieraan gegeven heeft, is als volgt. De mening van de raad is niet gevraagd. De gevraagde rapportage lag een maand geleden vertrouwelijk ter inzage en na het zomerreces zal het college ons vertellen hoe het met ons vastgoed wil omgaan. Vooruitlopend daarop is het besluit genomen om de Reserve Grondexploitatie in de Algemene Reserve te laten vloeien. Dat heeft de raad laten terugdraaien. De mening van de raad over die reserve is duidelijk, maar GroenLinksaf vraagt zich af of de genoemde invulling van de motie acceptabel is als je hem naast de opdracht aan het college legt. We nodigen alle fracties uit om hun mening hierover te geven. Overigens verlaagt het terugdraaien van het genoemde besluit de theoretische hoogte, zoals het in het stuk heet, van de Algemene Reserve van € 3,9 miljoen en dat is relatief laag, zeker in relatie tot de genoemde risico’s. In uw boekje wordt verder de verwachting uitgesproken dat Baanbrekers binnen een aantal jaren zwarte cijfers zal laten zien. Wij hopen met u dat dit gebeurt. Baanbrekers bestaat uit een aantal verschillende onderdelen. Eerder hebben wij aangedrongen op het onderzoeken van samenwerking van een aantal van die onderdelen met bijvoorbeeld de Diamantgroep in Tilburg. Wat GroenLinksaf betreft zou dat het logische gevolg zijn van de samenwerking die wij soms gedwongen en soms vrijwillig met de regio aangegaan zijn. Synergie biedt voordelen. Zoek die dan ook. Dit soort samenwerking zal in de toekomst toch moeten plaatsvinden. Waarom zouden we hiermee wachten? Helaas is regionale samenwerking een ongemakkelijk politiek item geworden. Er zijn nog heel wat duinen te beklimmen om verder te komen dan de latrelatie die we nu met onze buren hebben. Toch zijn er uit die samenwerking mooie Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
10
voordelen te halen. Natuurlijk de vijf grote zaken waar we al jaren de fraaie Engelse term van kennen, zoals leisure. U kent ze. Maar ook kleine zaken zoals harmonisering van niet-specifieke lokale belasting kunnen voordelen brengen. Denk bijvoorbeeld aan toeristenbelasting. Het lijkt verder logisch als mensen die bijvoorbeeld een bed and breakfast willen beginnen in Waalwijk aan dezelfde regels moeten voldoen als in Kaatsheuvel. Dat is echter niet zo. Juist dat soort onlogische lokale verschillen zijn voor veel mensen moeilijk te begrijpen. Er zal op korte termijn geen samenwerking komen die regionale belangen belangrijker maakt dan lokaal eigenbelang. Die Duingemeente zit er voorlopig niet in. Zou het uitgangspunt van ons beleid daarom niet moeten zijn dat samenwerking voornamelijk het belang van Waalwijk moet dienen? Dat is tenslotte het standpunt dat onze partners in de gemeenschappelijke regelingen en in de regio hebben ingenomen. Hoe worden wij er beter van? Hoe denkt het college hierover? Vorig jaar heeft de raad de uitbreiding van De Leest mogelijk gemaakt, bedoeld om de mogelijkheden voor amateurverenigingen te vergroten. Wij zijn geschrokken van de bedragen die genoemd worden voor het gebruik van de nieuwe kleine zaal. Afgezet tegen dat wat geboden wordt, is de huur hoog. Graag vragen wij de portefeuillehouder om te controleren of onze investering het effect heeft dat wij voor ogen hadden: een lagere drempel voor amateurverenigingen. Overigens bereiken ons van verschillende kanten geluiden dat De Leest voornamelijk wordt geprogrammeerd voor de grote gemene deler: publiekstrekkers dus. Dat is begrijpelijk. De Leest moet haar grote zaal vullen en geld binnenhalen. Dat doe je nu eenmaal niet met voorstellingen die kleinere doelgroepen als publiek hebben. Die kleine zaal zou dat probleem kunnen oplossen. Dat is iets waarop je zou moeten inzetten. Graag aandacht hiervoor. Onze verbeterde financiële positie laat duidelijk zien wat ons college belangrijk vindt. Er wordt gekozen voor een verhoging van de bijdrage aan het SLEM met € 120.000 per jaar. Dat is een opvallende keuze als er op andere gebieden fors bezuinigd moet worden. We begrijpen de keuze wel. Ook GroenLinksaf maakt zich zorgen over het zieltogende centrum. Om het centrum te redden, is het SLEM, volgens een van zijn eigen woordvoerders, goud waar wij vrij over kunnen beschikken. GroenLinksaf vindt het SLEM een mooi plan. Laat daar geen twijfel over bestaan. De redenering dat je € 9 miljoen moet investeren omdat verplaatsing van het Schoenmuseum ons centrum gaat redden, beschouwen wij als een gok met gemeenschapsgeld. We zijn niet tegen de plannen rond het SLEM, maar zo gemakkelijk zal de al jaren voortdurende achteruitgang van ons centrum niet te stoppen zijn. Daar is meer voor nodig. Als we het toch over het centrum hebben: een van de problemen waar ons centrum zich mee geconfronteerd ziet, is de manier waarop Waalwijkers het betaald parkeren beleven. Parkeerbelasting, want dat is het, was ooit bedoeld om te zorgen dat er genoeg parkeerplaatsen waren voor de bezoekers van het centrum. We kunnen constateren dat dit prima gelukt is. Er is ruimte genoeg. In 2006 heeft een raadswerkgroep onderzoek gedaan naar betaald parkeren in Waalwijk, onder de bezielende leiding van de heer Heuverling. En ja, GroenLinksaf stond er toen anders in dan nu. Ons parkeerbeleid werd met een 3,2 gewaardeerd en 76% van de invullers van de enquête gaf toen al aan regelmatig uit te wijken naar parkeervriendelijker buurgemeenten. Helemaal verrassend is het dus niet wat er nu gebeurt. In 2006 was internetshoppen echter nog nieuw en geen bedreiging voor de detailhandel. Daarom had de uitkomst van dat onderzoek niet heel veel invloed op het parkeerbeleid. In 2011 heeft GroenLinksaf ook gesproken over het aanpassen van de parkeertarieven. Ook toen was een meer dan normale afname van het centrumbezoek nog niet aan de orde. Nu is de situatie heel anders. In Kaatsheuvel willen de Lidl en Emté uitbreiden. In de AH in Kaatsheuvel kun je over de hoofden lopen. In Waalwijk is de Aldi met de noorderzon vertrokken, sluit de Jumbo de deuren omdat hij de kost niet kan verdienen, terwijl hij in de rest van Nederland nieuwe winkels blijft openen. De kleine AH aan het Bloemenoordplein doet het beter dan de grote in De Els. Waalwijk heeft straks Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
11
meer mensen die werken voor virtuele winkels dan voor echte, zeker met het bericht dat we vandaag gekregen hebben. Een groot deel van de panden in het centrum staat leeg. We huren nog een manager, we doen een mega-investering in een museum en volgens een professor krijgen de bezoekers van Waalwijk-centrum simpelweg geen waar voor hun parkeergeld. Terugkijkend – altijd makkelijk – was het misschien niet slim om in 2013 alle parkeeropbrengsten te bestemmen voor het GOL. Toen al hadden we kunnen weten dat dit een probleem zou worden. Internet en de veroudering van ons centrum zijn niet gisteren ontstaan. Als we koopkracht uit de omliggende plaatsen willen terughalen naar Waalwijk, zullen we iets extra’s moeten bieden. We zullen belemmeringen moeten opruimen. GroenLinksaf is tegen onnodig gebruik van auto’s. We zien het liefst zo min mogelijk blik in het centrum. Wij staan voor goede parkeermogelijkheden, maar dan wel voor fietsen en het liefst gratis. Die idealistische insteek betekent echter niet dat we om ons gelijk te halen, willen accepteren dat ons centrum kapot gaat. Het probleem van ons centrum moet opgelost worden voor we ons druk gaan maken over te veel auto’s, of het gat dat wegvallende parkeerinkomsten in de begroting slaat. Als we dat negeren, kijken we straks naar heel andere gaten. Het voorlopig gratis maken van de eerste twee uur parkeren, zou wat lucht kunnen geven. Op termijn kunnen we kijken of de kwaliteit van ons centrum het betaald parkeren weer de moeite waard maakt. Als we de slagbomen tenminste ooit werkend krijgen. Eventueel zijn we bereid om hierover een motie in te dienen, maar graag horen we eerst wat de andere raadsfracties willen doen om ons centrum de best mogelijke kans op herstel te bieden. Omdat kaders ook gesteld worden door de mate waarin de burgers zich door de politieke bediend voelen, heb ik de volgende opmerking. Al jaren proberen wij vanuit de raad om de Waalwijkse burgers te betrekken bij de politiek. Echt goed lukken doet dat niet. Dat is prima, want een opkomst van 42% is wel heel weinig bij verkiezingen. Het is juist daarom vreemd dat de Waalwijkse gemeenteraad alleen burgerinitiatieven accepteert als minimaal tweehonderd mensen die persoonlijk komen aankondigen bij de gemeente. Is de raad zich ervan bewust dat hij dat eist? We komen er op een later moment op terug. Dan vraag ik nog aandacht voor een aantal opvallende problemen. De Hooisteeg is een beetje de Heintje Davids van de Waalwijkse bouwplannen geworden. Groots aangekondigd, in het niets verdwenen, teruggekomen, weer verdwenen. Plotseling aan de hand van lelijke en niet-passende plannen weer in beeld en na veel gemor verder niets meer van gehoord. Hoe staat het ermee? De kinderboerderij, de scouting, De Notenkraker en nog zeven andere verenigingen zijn door de meeste Waalwijkse met enthousiasme en begrip ontvangen. Het zou dus mogelijk moeten zijn om iets voor deze groeperingen te doen. Zoals onze wethouder Financiën altijd zegt: het is aan de raad om te beslissen wat hij met het geld wil doen. Het memo dat we dinsdag ontvingen over AZG en Tachos is hartstikke mooi, maar er is nu eenmaal geld nodig om een aantal van deze plannen te verwezenlijken en inderdaad: daar beslist de raad over. Er zijn ook al een aantal moties voor ingediend. Dat laatste brengt ons bij het initiatief Waalwijk wonen. Alom gezien als iets goeds dat prima past in deze tijd waarin wij willen dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig blijven. Verder willen we als Waalwijk niet gaan. Daar kun je het als raadsfractie mee eens of mee oneens zijn, maar het is wel aardig als een duidelijk ‘nee’ vergezeld gaat van een goede motivatie, zeker als er niet direct om geld gevraagd wordt. De weigering om een garantstelling af te geven omdat Waalwijk geen bank wil zijn, komt vreemd over als je in het jaarverslag leest hoe vaak en voor welke bedragen de gemeente dat eerder wel gedaan heeft. Ik raad u aan om dat te doen, want daar schrik je van. Graag een herwaardering van de opstelling van het college. Met dit soort projecten geef je positief inhoud aan de nieuwe uitgangspunten van ouderenbeleid, zonder dat het de gemeente een cent kost. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
12
Afsluitend: Het grootste deel van de door ons genoemde zaken hoeft niet structureel veel geld te kosten. GroenLinksaf heeft de wijsheid niet in pacht, maar daar staan we in deze raad gelukkig niet alleen in. We constateren dat de politiek nu door onze burgers wordt ervaren als een belemmering. Ondanks onze grote kanteling van ‘nee, tenzij …’ naar ‘ja, mits …’ zijn we nog te vaak bezig met heel belangrijke grote dingen, terwijl het nu juist de kleine dingen zijn waarmee je de mensen het gevoel geeft dat ze gezien worden. Het gaat om kleine problemen die vaak gemakkelijk opgelost kunnen worden, los van alle onontkoombare ellende. Wellicht kunnen we daarmee meer Waalwijkers overtuigen van het nut en de noodzaak om eens in de vier jaar ons fundament der lokale democratie te verstevigen. Het zou mooi zijn als dat meer inhoud kreeg dan slechts een mooie zin op een historisch correcte muur in de Waalwijkse gemeenteraadzaal. De heer Heuverling: Prima verhaal over parkeren. Wat dat betreft kan GroenLinksaf denk ik een attractie worden in de Efteling als rollercoaster. In eerste instantie zegt u terecht dat u liever niet de auto in het centrum hebt. Daarvoor zijn het parkeerbeleid en het tarievenbeleid ingevoerd. Vervolgens – een aantal jaren terug – merkte GroenLinksaf dat het parkeren een positief saldo opleverde. Dat moesten we in de begroting laten voor andere doeleinden. Het andere moment moest het geld besteed worden aan de Maasroute, de A59. Vervolgens komt er vanuit GroenLinksaf een voorstel om een half verdiepte garage aan de Taxandriaweg te maken voor pakweg € 15 miljoen, over grote projecten gesproken. Het is soms niet te volgen, maar waarschijnlijk hoort dat bij GroenLinksaf. De heer Den Braven: Het is geen vraag, maar aangezien de heer Heuverling er een handje van heeft om dit soort wilde opmerkingen te maken, zal ik er toch op reageren. Het doet me deugd dat u bekend bent met de Efteling, want dat gevoel hebben wij al jaren bij al uw bijdragen. U komt nu met mededelingen over voorstellen die wij twaalf, dertien jaar geleden hebben gedaan. Ik ben mijn bijdrage begonnen met de opmerking dat wij een aantal jaren geleden anders in deze discussie stonden dan nu. De realiteit van vandaag de dag is anders. Het is u misschien ontgaan, maar het grootste gedeelte van de Waalwijkers niet. We hebben niet gezegd dat we volledig afstand willen doen van betaald parkeren. Wij hebben voorgesteld om te kijken hoe het eventueel zou kunnen uitwerken. We moeten iets doen voor het centrum. U vindt dat blijkbaar niet nodig. Dat kan. Dat is aan u. De heer Heuverling: Dat laatste is een conclusie die nergens op slaat, want ik heb het nog niet over het centrumbeleid gehad. Er is vanuit onze fractie geen enkel probleem … De heer Den Braven: O, u komt alleen zeggen wat ik verkeerd doe? De voorzitter: Nee, de heer Heuverling heeft het woord. De heer Heuverling: Het is geen enkel probleem dat er nog eens goed over nagedacht wordt over de parkeerproblematiek. Absoluut niet. Daar is helemaal niets mis mee. Ik constateer alleen dat GroenLinksaf in mijn ogen dagkoersen voert. Dat is mijn conclusie. De heer Den Braven: Nou ja, fantastisch. Die conclusie is voor uw rekening. Maar dat hoor je dan van een wethouder die ooit gezegd heeft dat wethouders van landelijke politieke partijen eigenlijk niet goed zijn. De heer Van Well: Wat minder indringend, maar ik heb wel een vraag over de regionale samenwerking. U betitelt de samenwerking die wij vanuit Waalwijk zouden beogen met onze buurgemeenten, als een latrelatie. Dat betekent: living apart together. Wat beschouwt u als apart en wat als together?
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
13
De heer Den Braven: Indertijd zijn wij begonnen met de stip aan de horizon met Loon op Zand. Het is ooit de bedoeling geweest dat wij onze samenwerking met de buurgemeenten op termijn wat zouden verstevigen, eventueel zelfs – volgens de voorstellen van de heren Zouridis en Top – naar een Duingemeente. Vandaar dat ik die term gebruikte in mijn betoog. Dat was het living apart together: we hadden al wat samen, maar we bleven wel netjes in onze eigen gemeente. Dat wordt daarmee bedoeld: we doen wat leuke dingen samen, maar ‘s avonds gaan we weer lekker naar huis. De uiteindelijke bedoeling was dat de relatie tussen de drie gemeenten bestendigd zou worden in een soort huwelijk, om maar bij de beeldspraak te blijven. De constatering is dat dit er voorlopig niet in zit. Dat bedoelde ik te zeggen. De heer Van Well: Maar u zegt toch dat samenwerken op zich loont? Samenwerking loont heus, zou je kunnen zeggen. Alleen het komt er maar niet van. Ik had zo graag van u gehoord wat een oplossing zou kunnen zijn. Wij kunnen blijkbaar niet op de bühne brengen bij de andere twee gemeenten. U doet ook geen suggestie, maar het is wel de vraag waar we voor staan. De heer Den Braven: We hebben daar als raad al meerdere malen over gepraat. Er is ook een raadswerkgroep mee bezig geweest. Ik meen dat u van die werkgroep deel uitmaakte. Volgens mij was de uitkomst ongeveer wat ik zei: dat we in de samenwerking vooral datgene zoeken wat goed is voor de aparte deelnemende gemeenten. Dat vind ik hartstikke jammer. Een oplossing daarvoor heb ik helaas niet, maar ik ben blij dat u in ieder geval de vraag stelde. De heer Heuverling: Een nieuwe vraag. Voor CPOH wordt een pleidooi gevoerd. Hoe gaan we om met projectontwikkelaars die in dezelfde categorie woningen gaan bouwen en niet aan kredieten kunnen komen bij de bank? Kunnen zij ook bij de gemeente terecht? De heer Den Braven: Op zich ga ik daar geen uitspraken over doen. Ik weet dat dit in den lande wel gebeurd is. Ik weet dat een aantal projecten door projectontwikkelaars zijn uitgevoerd in samenwerking met gemeenten. De heer Heuverling: Stel dat we daarin meegaan en de deur bij de gemeente wordt opengezet, dan nemen de risico’s voor de gemeente enorm toe. De heer Den Braven: Dat weet ik niet. Je moet elk plan op zijn eigen merites beoordelen. Van dit plan weet ik wat erin staat. Van andere plannen weet ik dat niet. Daar komt nog eens bij dat deze groep geen winstbejag heeft. Deze mensen doen het niet om er zelf heel veel geld aan te verdienen. Een projectontwikkelaar heeft wel dat doel. De heer Heuverling: Dat zal natuurlijk wel. Los van het verhaal dat er ook mensen zijn die een eigen huis hebben en dat verkopen en nu gaan huren. Het gaat met name om de financiering, want er is ook een pleidooi geweest omdat de gemeente goedkoper aan geld kan komen. Dat is ook een van de argumenten geweest. Ik denk dat je als raad en als gemeente toch de mensen een beetje gelijkwaardig moet beoordelen. Als die vraag komt, hebben we een probleem. De heer Den Braven: Daarom heb ik in mijn pleidooi gezegd: voor zover ik weet, en ik spreek de mensen wel eens, was de laatste stand van zaken dat ze onder garantstelling hadden gevraagd. Op het moment dat iemand om een garantstelling vraagt en je zegt als gemeente dat ze die niet geeft omdat ze geen bank is, doet dat gezien de bedragen waarvoor ze eerder garant heeft gestaan, wat onwaarachtig aan. Als je zegt dat je financieel in de problemen komt als je het voorstel steunt – ik kan niet beoordelen of dat zo is
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
14
– kunnen we kijken wat we daarmee kunnen. Maar zeggen dat je het niet doet omdat je geen bank wilt zijn, doet onwaarachtig aan. De voorzitter: Dank. Ik meld dat de heer Hooijmaijers inmiddels is gearriveerd. Welkom. Mevrouw Ruygt: Voorzitter, geacht college, collega-raadsleden en aanwezigen op de publieke tribune. De fractie van D66 wil de ambtenaren die een bijdrage hebben geleverd aan het tot stand komen van de kadernota danken voor hun vele werk. D66 wil graag vernieuwend bezig zijn en stelt daarom voor om na dit jaar de kaderstelling op een andere wijze tot stand te brengen. Wij vinden de kaderstelling een prima kans om de participatiemaatschappij meer gestalte te geven en de bewoners van Waalwijk daadwerkelijk te betrekken bij de politiek. Wij stellen voor dat raadsleden in de loop van het jaar de Waalwijkers meer gaan opzoeken en op basis van die ervaringen adviezen, opmerkingen en wensen de kaders voor het volgende jaar samen vast te stellen. Wij willen de komende maanden uitzoeken of we binnen de raad medestanders kunnen vinden die op deze wijze vorm willen geven aan de kaderstelling. Wij gaan het in ieder geval voor 2016 blijven proberen. We zullen toch een paar punten aanstippen. Over Baanbrekers maken we ons grote zorgen. We vragen ons af of het niet beter is om de gemeenschappelijke regeling op te schalen naar het niveau Midden-Brabant of Tilburg. We zijn er voorstander van om in de loop van 2016 de toekomst van Baanbrekers te evalueren. Het sociaal domein. De samenleving is fundamenteel aan het veranderen. De participatiemaatschappij moet handen en voeten krijgen. Van de hulpbehoevende mensen wordt verwacht dat zij steeds meer zelf of met hun directe omgeving de hulpvraag oplossen. Voor zover dit echt mogelijk is, heeft de fractie van D66 hier geen problemen mee. Echter, vanuit de samenleving ontvangen we steeds meer geluiden dat door het beleid dat door ons is vastgesteld, mensen in alle stilte in de problemen komen. Vooral de oudere mensen zijn een kwetsbare doelgroep die bijzondere aandacht vraagt. De fractie is dan ook blij met de commissie die haar oor te luisteren legt in de samenleving. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Wij zullen met belangstelling de resultaten van de consultaties afwachten. We zullen het college kritisch blijven volgen op de uitvoering van de Wmo. Wij zijn oprecht blij gezien te hebben dat Tavenu een goede tweede man kan gaan inzetten. Verder hebben wij vernomen dat de gemeente toch serieus werk wil maken van het op poten zetten van ontspanningsactiviteiten voor de jeugd. We zijn daar enthousiast over. Zo’n plan willen we steunen. Indien het beleid succesvol wordt uitgevoerd, zijn wij ervan overtuigd dat dit een heilzaam effect zal hebben op de criminaliteit, drank- en drugsgebruik, hangjongeren en hangouderen. Afvalstoffen. Hier wordt winst gemaakt. Geef die terug aan de bewoners. Als we die deze handelwijze aan de Waalwijkers uitleggen, heeft het wellicht een effect op de vermindering van zwerfafval. U weet dat D66 openbaarheid van bestuur toejuicht. Daarom zijn wij blij met de nieuwe wet over de gemeenschappelijke regelingen die op 1 januari 2016 van kracht wordt. Door deze wet zijn wij als raadsleden nog beter in staat om onze controlerende taak uit te voeren. Cultureel staat bij D66 hoog in het vaandel. Prima. De raad heeft voor de verbouwing en uitbreiding van De Leest een bedrag van € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld. Op dit besluit mag Waalwijk trots zijn. Petje af. Wij hebben echter begrepen dat De Leest zelf nog voor Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
15
een noodzakelijk bedrag van € 0,5 miljoen zou zorgdragen. Dit bedrag zou via sponsoring vergaard worden. Deze € 0,5 miljoen is, zoals wij hebben vernomen, nog niet geheel beschikbaar. Nu dit benodigde geld er nog niet is, vragen wij ons af of we misschien een theater met een openluchtzaal krijgen. Dit zou ons net iets té vernieuwend zijn. Databanken en camera’s. D66 vindt dat persoonlijke gegevens die in onze databanken zijn opgeslagen, veilig dienen te zijn zodat de privacy gewaarborgd wordt. Wij zijn om deze reden geen voorstander van beveiligingscamera’s in het centrum. Ook hier willen wij te zijner tijd best het debat aangaan. Al sinds jaar en dag bestaat de opvatting dat het SLEM en het Schoenmuseum naar het voormalige gemeentehuis en het Krophollergebouw moeten worden verhuisd. D66 is van mening dat vernieuwend denken moet leiden tot het overwegen van andere mogelijkheden, dus ook andere locaties. Wellicht moeten we meer mogelijkheden creëren in de binnenstad en die daardoor wat aantrekkelijker maken. Het is zo maar een hersenspinsel. Het is zonder twijfel te verwachten dat de Sint-Jan op niet al te lange termijn door het bisdom in Den Bosch zal worden gesloten, simpelweg omdat het geld opraakt. Wellicht valt er nu reeds met het bisdom na te denken over de toekomst. De oude raadzaal zou bijvoorbeeld als kerkruimte kunnen worden aangeboden, waarna de Sint-Jan voor meer profane zaken gebruikt kan worden, bijvoorbeeld voor tentoonstellingen van schoenen. Dat zal niet in een achternamiddag beklonken zijn, maar regeren is vooruitzien. Wij willen het debat over dit onderwerp graag aangaan. Ten slotte RKC. Met het dossier RKC zijn wij niet gelukkig. We begrijpen dat een en ander zo verlopen is, maar we zouden het zeer toejuichen als we dit dossier zo snel mogelijk en zonder al te veel kleerscheuren zouden kunnen sluiten. De heer Van Well: Een korte vraag met betrekking tot de opmerkingen over de gemeenschappelijke regeling Baanbrekers. Mevrouw Ruygt heeft zorgen over Baanbrekers. Ik herken dat. Ik heb het vaker in de raadzaal gehoord. Zij stelt als oplossing voor het opschalen naar de regio. Kan ze toelichten op welke manier de zorgen verdwijnen met deze oplossing? Mevrouw Ruygt: Om te beginnen zou ik willen zeggen dat een fusie die wordt aangegaan en die na vijf jaar nog niet in de zwarte cijfers zit, niet goed is. Daar is iets goed mis. Ik denk dat we in ieder geval eens moeten onderzoeken of het mogelijk is om te gaan samenwerken met anderen. Er staat namelijk: na vijf jaar zwarte cijfers, maar we moeten het nog zien. Bij ons is het ‘eerst zien, dan geloven’. De heer Van Veelen: Ik heb een vraag over de vernieuwde kaderstelling die mevrouw Ruygt voorstelt. Ik kan me geen goede voorstelling maken van wat zij precies wil. Krijgen we daar een uitgebreider voorstel van, brengt ze dat in bij de werkgroep Praat met de raad? Hoe gaan we daar meer van horen? Mevrouw Ruygt: Ik heb gezegd dat we zouden kijken of we medestanders kunnen vinden. We willen best uitleggen wat we bedoelen. Er is nu een dichtgetimmerd coalitieakkoord. Eigenlijk staat de oppositie hier wel, maar iedereen is het in grote lijnen toch al met elkaar eens. Ik vind dat er in vier jaar zo veel kan veranderen, dat je tussentijds eens de moed moet hebben om te kijken wat de Waalwijkers willen en met welke wensen zij komen. Laten we dat eens als 29 volwassen mensen met elkaar bespreken en kijken of we daarover kaders kunnen stellen. De heer Van Veelen: Dat maakt het iets duidelijker. Maar komt dit nog een keer terug? Belegt u een bijeenkomst? Hoe gaan we daarmee verder?
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
16
Mevrouw Ruygt: Vindt u het goed om dat na de vakantie in samenwerking met de raadswerkgroep te doen? De heer Van Hamond: Ik begrijp die nieuwe aanpak ook niet goed. Alle Waalwijkers hebben hier recht op inspraak. Er zijn insprekers geweest. Iedereen kan komen wanneer hij wil. Dat kan hij voor de verkiezingen doen, zodat we in het coalitieprogramma rekening kunnen houden met de wensen. Elk jaar doen we hier een oproep voor en wat schetst de verbazing: er komen 4 insprekers van de 45.000 inwoners van Waalwijk. Wat wilt u in God’s hemelsnaam bereiken? Mevrouw Ruygt: Nou, met God’s hemelsnaam wil ik helemaal niets. Maar we willen allemaal dat Waalwijkers meer betrokken raken bij het beleid. Een heleboel Waalwijkers voelen zich niet betrokken. De raadswerkgroep heeft mensen uitgenodigd. Zij waren dolblij dat ze eindelijk eens een persoonlijke uitnodiging kregen. Dan komen ze wel. Laten we er nu eens met zijn allen voor zorgen dat 80% van de Waalwijkers gaat stemmen en niet 42%. Oude politiek: ik heb er niets mee, maar u misschien wel. De heer Van Hamond: Ik uiteraard ook niet. Ik ben iets jonger dan u. De raadswerkgroep is heel goed bezig geweest. Wacht nu even de complete evaluatie af. Daar hebben de mensen iets mogen zeggen, daar kunnen we iets mee doen. Praat met de raad was de slogan, dan moeten we ook luisteren naar wat ze te vertellen hebben. De eerste aanzet is dus al gedaan. Waarom zouden we nieuwe schoenen kopen, terwijl de oude nog niet versleten zijn? We hebben ze zelfs nog niet gepast! Wacht even op de uitspraak van de raadswerkgroep, dat lijkt mij veel verstandiger. Mevrouw Ruygt: Ten eerste hebben we het SLEM voor die schoenen. Ten tweede willen wij een vernieuwende partij zijn. Het is ons goed recht om dit hier voor te stellen. De heer Van Baardwijk: Ik vind het wel leuk, mevrouw Ruygt, een beetje meer lachen en een beetje meer spanning in de raad is misschien gezond. Toch denk ik bij uw opmerking over de kerk van de Sint-Jan en de oude raadzaal dat u zichzelf eens serieus moet nemen. Wordt het vandaag een serieuze bijeenkomst, of gaan we elkaar grappen en grollen voorhouden? Mevrouw Ruygt: Mijnheer Van Baardwijk, over kerken maak ik sowieso geen grappen en grollen. Als een kerk dicht moet en er willen toch veel mensen naar de kerk, hebben wij een heel mooie oude raadzaal waar dat best in zou passen. Daar maak ik geen grappen en grollen over. De heer Van Baardwijk: Nou, als u zegt dat u het heel serieus neemt, dan weet u toch dat de Sint-Jan openblijft? Dat hebt u toch wel ergens gelezen? De Clemenskerk zou op termijn sluiten, maar niet de Sint-Jan. Als u er zo veel vanaf weet, vind ik het een vreemde opmerking. Mevrouw Ruygt: Mijnheer Van Baardwijk, het geld is nog steeds niet bij elkaar gehaald. De heer Kuijten: Voorzitter. Wij hebben de kaders voor 2016 ontvangen en het voorjaarsbericht 2015. Ik zit nog steeds aan die Sint-Jan te denken en wat ik daarmee aan moet. Het coalitieprogramma 2014-2018, Krachten bundelen, is de onderlegger van deze documenten. Vandaag mogen we aangeven of de kaders in hoofdlijnen beantwoorden aan de beleidsrichting zoals in het coalitieakkoord is aangegeven. Bij de start van deze coalitie bevonden wij ons middenin een financiële en economische crisis. De gemeentebegroting toonde aanvankelijk een tekort van ongeveer € 6 miljoen. Om tot een sluitende begroting te komen, is onder andere kritisch gekeken naar de onNotulen raadsvergadering 9 juli 2015
17
derbestedingen, zijn extra inspanningen gevraagd van de samenwerkingsverbanden, verenigingen en er is een extra beroep gedaan op de afslanking van de eigen organisatie. Mede door de aanpak van dit kabinet zien wij nu langzaam enige verbetering van de financiële en economische omstandigheden in het land. Het herstel is ingezet, zij het bescheiden. Het voorjaarsbericht 2015 en de kaders voor 2016 geven ook voor onze gemeente een verbetering van de gemeentefinanciën aan. De prognose voor 2015 toont € 350.000 positief. Voor 2016 en volgende jaren zien we alleen voordelige resultaten. De zojuist ontvangen meicirculaire met daarbij een licht negatieve bijstelling van € 250.000 van de algemene uitkering doet daar niet veel aan af. Deze bijstelling is marginaal en bedraagt nog geen 0,5% van de totale algemene uitkering van € 55 miljoen. Daar komt bij dat de septembercirculaire doorgaans weer een positieve bijstelling toont. Dat was ook in 2014 het geval. Opmerkelijk van het college is dat de nadelen van de meicirculaire wel moeten worden verwerkt in de begroting 2016, maar de eventuele meevallers over de eerste drie maanden en de septembercirculaire niet worden verwerkt. Dat is inconsequent gedrag. Afgezien daarvan gaat het goed met de financiën van de gemeente Waalwijk. De meeste denkbare wensen zijn financieel vertaald binnen de kaders. Een bedrag van € 300.000 wordt voor het eerst nog eens structureel extra gereserveerd ten laste van de exploitatie. Het nadeel erfpachtsgronden van € 330.000 wordt zonder moeite opgevangen. Een bedrag van bijna € 80.000 extra voor grootonderhoud gebouwen en de kosten voor een programmamanager, € 200.000, worden eenvoudig binnen de gemeentebegroting weggewerkt. Zo maar een vluchtige willekeurige greep in de opgevoerde uitgaven voor 2016. We worden er bij de kaders nog eens herhaaldelijk op gewezen dat bij nogal wat uitgaven en inkomsten voorzichtigheidsmarges zijn ingebouwd. De inkomstenpost onderuitputting kapitaallasten, jaarlijks circa € 500.000, wordt in deze kaders niet vermeld en straks ook niet expliciet bij de begroting. Te hoog ramen van uitgaven en te laag ramen van inkomsten geeft aan het einde van de rit altijd overschotten te zien, zoals in Waalwijk al vele jaren op rij het geval is. Het kan niet op, zou je kunnen zeggen. Op deze wijze is het weliswaar heel gemakkelijk besturen, maar het brengt het gevaar met zich mee dat men niet kritisch genoeg blijft bij het doen van uitgaven. We pleiten voor een doelmatiger afweging tussen kosten en baten, tussen voorzieningen en lokale lasten. We moeten beseffen dat een voorziening tot stand brengen weliswaar niet zo’n grote financiele opgave is, maar juist wel het in de hand houden van de vaak alsmaar oplopende structurele exploitatielasten ervan. Gelet op de begrotingsuitkomsten acht de VVD-fractie het vanzelfsprekend dat onze burgers worden ontzien. Deze worden voor 2016 en volgende jaren, gelijk aan onze coalitieafspraken, geconfronteerd met nauwelijks verhogingen van de gemeentelijke belastingen. We gaan ervan uit dat bij de definitieve invulling van de cijfers voor 2016 nog een verdere verlaging van de belastingdruk per inwoner kan plaatsvinden, zoals reeds aangegeven bij de presentatie van de begroting 2015. Voor de VVD moet blijvend aandacht worden gegeven aan het vermijden van de niet te verteren risico's die aan erfpacht kleven. We komen daar later op terug bij de nog te behandelen nota Grondbeleid. Blijvend aandacht moet worden gegeven aan de bedrijfsvoering van Baanbrekers. Wij hopen dat de aangekondigde maatregelen uitkomst bieden. Intensivering en harmonisering, en inbesteding van WML Facilitair, volgens de aangenomen motie, is daarbij een van de beïnvloedbare factoren. Ook moet aandacht gegeven blijven worden aan het terugdringen van de hoge schuldenlast. De schuldenlast bedraagt in totaal € 160 miljoen. Dat komt op € 3500 per inwoner. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
18
Dit is veel meer dan het gemiddelde van gemeenten in onze inwonersklasse. Wij hebben daar bovenop nog eens een structureel financieringstekort van rond de € 50 miljoen. Ook onze huisaccountant plaatst bij de solvabiliteit van onze gemeente voortdurend kanttekeningen. Bij een stijging van de rente zullen de lasten van onze hoge schuld en financieringstekort extra zwaar op de gemeentebegroting gaan drukken. Wij brengen u de uitkomsten van de stresstest nog eens in herinnering. Blijvend aandacht moet ook worden gegeven aan de financiële situatie bij RKC. Zoals we allemaal weten is dat een risicovolle aangelegenheid. Een ruime meerderheid van de raad heeft het echter niet noodzakelijk gevonden een daarvoor specifiek ingestelde voorziening in stand te houden. Dit draagt niet bij tot een financiële soliditeit. De VVD betreurt dat. Als VVD-fractie willen wij blijven investeren in de meest essentiële taken van de overheid, zoals een goede infrastructuur. De aanleg van de Insteekhaven heeft dan ook onze volledige instemming. Daarover volgende week uiteraard meer. De VVD blijft investeren in veiligheid. Beelden van geweldsdelicten zijn een sleutel geworden bij de opsporing van de daders. De VVD steunt daarom het voornemen om het centrum te voorzien van camera’s tot een bedrag van € 85.000. Ook willen wij ervoor zorgen dat de meest kwetsbare inwoners niet buiten de boot vallen. Daarom wordt onder andere meer uitgegeven aan het armoedebeleid. Wij hebben alle vertrouwen in de aanpak van onze portefeuillehouder. De woningbouwmarkt is bij lange na nog niet uit de crisis, hoewel het stijgende aantal woningverkopen ook in onze regio hoopgevend is. Het is nog te vroeg om te spreken van een structurele verbetering. Dat geldt met name voor de bouwgrond die de gemeente nog moet uitgeven. De maatregelen tot stimulering van de verkoop zoals het verlagen van de prijs, bieden tot nu toe onvoldoende soelaas. Hieromtrent heb ik een paar opmerkingen en vragen. Kan ons op korte termijn een overzicht gegeven worden van het aantal bouwpercelen, zowel voor de vrije sector als voor de sociale woningbouw in de diverse bestemmingsplannen, met daarbij de opgave van de totale verkoopwaarde ervan? In veel gemeenten worden ter stimulering met succes zogenaamde woningbouwbeurzen georganiseerd. Kent het college dit fenomeen en kan een dergelijk initiatief voor ons ook zinvol zijn? Het kan voorkomen dat door middel van een bestemmingsplanwijziging vrijkomende grond in aanmerking komt voor woningbouw. Wij vragen ons af of dit wel zo verstandig is, gelet op de voorraad bouwgrond die de gemeente op dit moment heeft. Uit reacties blijkt dat onze lokale bouwondernemingen moeizaam aan bouwpercelen van de gemeente kunnen komen, als gevolg van zogenaamde bouwclaims die door bouwondernemingen die buiten de gemeente zijn gevestigd, op de nog uit te geven bouwpercelen zijn gelegd. Deze ontwikkeling is frustrerend voor onze eigen ondernemingen en draagt zeker niet bij aan ons werkgelegenheidsbeleid. Kan op korte termijn aangegeven worden om welke claims het gaat, met welke motieven deze claims zijn neergelegd en in hoeverre de claims een blokkade zijn voor de lokale ondernemers? Na jaren van turen naar de stip op de Loonse horizon en dansen op de Drunense schalen, wordt het tijd om onze energie te steken in een zinvolle samenwerking, die zich vertaalt in een resultaat en niet in stapels kostbare rapporten, talloze overbodige bijeenkomsten en het koesteren van zinvolle verwachtingen. Als er voor de toekomst van onze stad iets telt, dan is het dat wij samen met andere gemeenten meer kunnen bereiken dan alleen. De regio Hart van Brabant en de uitvoeringsvariant Midpoint Brabant lijken daar volgens de VVD een betere voedingsbodem voor. Zeker nu de beoogde operationele en beleidsmatige samenwerking in de eerste schil een stevige Langstraatsamenwerking er niet in Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
19
zit, is het meer dan noodzakelijk. Wij verwijzen in dit verband naar de resultaten van de raadswerkgroep Bestuurlijke toekomst en de motie van de Partij van de Arbeid die straks wordt ingediend. Onze fractie stelt in dit verband vast dat er een stevige oriëntatie op Tilburg is ontstaan, waardoor wij inmiddels zijn opgeklommen tot de een-na-beste landelijke logistieke hotspot. Dat heeft ons verder gebracht in het zoeken naar dekking voor de aanbesteding van de Insteekhaven, waarover we volgende week spreken. Wij hebben ons verzekerd van belangstelling als vestigingsplaats van internetgerelateerde bedrijfsactiviteiten en de daaraan verbonden werkgelegenheid. De VVD-fractie is dan ook van mening dat inspanningen voor samenwerking in deze richting meer hebben gebracht voor de ontwikkeling van onze stad dan alle inspanningen van de afgelopen jaren op intergemeentelijke samenwerking in de Langstraat. Wij zien de uitvoering van de motie van de PvdA waarin wordt gepleit om de strategische visie te evalueren over de bestuurlijke toekomst, met alle vertrouwen tegemoet. Zorgelijk is de ontwikkeling die zich in het centrum van Waalwijk voltrekt. Ook onze gemeente ontkomt niet aan de verschraling van het voorzieningenniveau in het centrum. Gangbare patronen van werken, winkelen en recreëren zijn steeds minder van toepassing en daardoor ontstaat een overaanbod en leegstand. Een snelle en voor de hand liggende oplossing … De voorzitter: U hebt nog één minuut. De heer Kuijten: Echt waar? Het spannendste moet eigenlijk nog komen. De voorzitter: Daarom zei ik het. De heer Kuijten: Ik had graag nog iets willen zeggen over het centrum, maar dat laat ik maar zitten. Met deze visie voor ogen vindt de VVD-fractie het niet opportuun om separate activiteiten in het centrum, zoals het instellen van een stimuleringsfonds waartoe wordt opgeroepen in een motie van de Partij van de Arbeid, te steunen. De VVD-fractie gaat akkoord met het voorstel over de kinderboerderij. Wij ondersteunen de motie van de SGP-fractie en wellicht straks nog de variant erop van Lokaalbelang. Wat betreft de scouting gaan wij ook akkoord. Wij steunen de motie die het CDA indient. De heer Van der Wiel heeft namens een achttal verenigingen verzocht om een gemeentelijke bijdrage voor de bouw van een centrale accommodatie, bestemd voor oefenruimte. Dit voorstel steunen wij niet. Van de totale stichtingskosten van € 370.000 is een bedrag van de gemeente benodigd van € 270.000, bijna 75% van het totaal in de vorm van een directe bijdrage en een garantstelling door de gemeente. Deze verhouding vinden wij niet acceptabel en werkt precedenten in de hand. Hiermee wordt tevens een wijziging van de subsidieregels ingezet, waarvan wij de gevolgen niet kunnen overzien. Geen enkele zang-, muziek- of toneelvereniging wordt direct gesubsidieerd voor de kosten van huisvesting. Door dit verzoek in te willigen, gaat binnen de gemeente grote ongelijkheid ontstaan, zonder dat het door beleid wordt ondersteund. Kortom: wij kunnen ons op hoofdlijnen vinden in het beleid zoals is vastgesteld en is neergelegd in de kadernota. Op de concrete invulling ervan komen wij terug bij de begroting 2016. De heer Van Veelen: Ik heb één vraag. In het begin van uw betoog zei u dat u de belastingen wilde verlagen. Welke belasting bedoelt u daarmee?
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
20
De heer Kuijten: Het zou onze wens zijn om dat op twee niveaus te doen. Op rijksniveau en op lokaal niveau. Op rijksniveau doet de landelijke VVD dat. Op lokaal niveau zouden wij het ook op prijs stellen. De VVD-fractie blijft bepleiten om de lokale lasten voor onze inwoners te verlagen. U weet dat over de belastingdruk in het coalitieprogramma is aangegeven dat deze omlaaggaat. Daarbij komt nog dat het goed zou zijn om de baten van voorzieningen af te wegen tegen de mate van lokale heffing – daar pleit de VVD ook voor. Dat zijn communicerende vaten. We kijken nu veel naar de voorzieningen die opgestapeld moeten worden, en te weinig naar de verlaging van de lokale lasten voor de burgers. De heer Van Veelen: Oké, maar dan weet ik nog steeds niet welke lasten u precies bedoelt. Wat er al aan belastingverlaging in het coalitieakkoord is, is volgens mij niet een speciale belasting die verlaagd wordt, maar een betere verhouding. De heer Kuijten: Precies. Daardoor is de belastingdruk in 2015 verlaagd. De heer Van Veelen: Dat bedoelt u dus. Mevrouw Ruygt: Wat een prachtig betoog kunt u houden. Zo zakelijk: we staan er allemaal zo goed voor. Wat gaat u eigenlijk doen in het sociale domein? Met name voor de mensen die zo in de knoei zitten met de huishoudelijke hulp? De heer Kuijten: U weet dat het sociaal domein is ingezet door de rijksoverheid. Wij proberen er op lokaal niveau uitvoering aan te geven. Onze wethouder doet dat op een uitstekende manier. Hij communiceert uitstekend met onze inwoners. Wat betreft de budgettering scharen wij ons achter de stelling dat wij het moeten zien te redden met het bedrag dat het Rijk met de decentralisatie overhevelt naar de lokale overheid. In gevallen dat dit absoluut niet kan, zijn er mogelijkheden via de bijzondere bijstand en de pot voor het armoedebeleid. Die worden voor 2016 en daarna extra gevuld. Mevrouw Ruygt: U weet dat de extra bijstand niet voor iedereen beschikbaar is? Mijnheer Kuijten, ik vind dat wij als politieke partijen binnen Waalwijk onze eigen verantwoordelijkheden hebben, ondanks het feit dat we door de regering gekort worden. Ook de VVD heeft die verantwoordelijkheid. Je zou je ook eens kunnen afvragen of we letterlijk moeten overnemen wat het Rijk aan kortingen geeft. De heer Kuijten: Wij huldigen het standpunt ‘trap op, trap af’. Dat wil zeggen dat wij de zorg een-op-een doorvertalen wat het Rijk doet. Mevrouw Ruygt: Dat hebt u al gezegd, maar ik vroeg of u geen eigen verantwoordelijkheid hebt als VVD Waalwijk. De heer Tiemstra: Ik heb een heel korte vraag om na te gaan of ik het goed begrepen heb. Ik hoor de heer Kuijten iets roepen over het verlagen van belasting. Daarin hebt u LokaalBelang wel mee, denk ik. Welke voorstellen kunnen we van u verwachten en op welke termijn om daar op lokaal niveau iets aan te doen, mede afgezet tegen de discussie die op dit moment landelijk speelt? Wat kunnen we van de VVD verwachten? De heer Kuijten: De VVD heeft daar binnen de coalitie gesteld dat de belastingen slechts marginaal mogen stijgen in deze bestuursperiode, in tegenstelling tot de drastische verhogingen die de vier jaar daarvoor zijn doorgevoerd. De ozb gaat met 1% boven de inflatie naar beneden. U hebt gezien dat door een heroriëntatie van uitgaven en inkomsten de druk op de afvalstoffenheffing en de rioolbelasting behoorlijk omlaag is gegaan. In totaliteit is de belastingdruk per inwoner tijdens deze coalitieperiode met procenten gedaald. Het is voor mij heel veel waard om de ozb en de andere belastingen nog verder naar beNotulen raadsvergadering 9 juli 2015
21
neden te halen door nog kritischer te zijn op de uitgaven die wij doen. Dat zou ons sieren in een tijd dat het voor iedereen moeilijk is, dat we proberen om in zijn algemeenheid de lasten voor onze burgers te verlagen. De heer Tiemstra: Ik constateer dat de heer Kuijten in feite zegt dat de belastingen maar een beetje stijgen en dat dit voor de VVD hetzelfde is als dat ze dalen. Ik ben wat dat betreft blij dat u niet per woord betaald wordt, om ons maar in financiële termen te blijven uitdrukken. De heer Heuverling: Het is duidelijk: in het coalitieakkoord dalen de lokale lasten. Daar is geen misverstand over. De heer Kuijten zegt dat de rijksbezuinigingen een-op-een doorgevoerd worden. Ik kan zeggen dat we iets socialer zijn, met name op dit punt. We hadden hier € 1,8 miljoen rijkskorting en we voeren € 1,4 miljoen door. We nemen dus al € 400.000 voor eigen rekening. De heer Kuijten: Dat is correct. De heer Van Baardwijk: De heer Kuijten zei dat hij zijn bijdrage over het centrum oversloeg omdat hij nog maar één minuut spreektijd had. Mijn vraag is hoe de VVD denkt over de ontwikkelingen in het centrum, zoals het SLEM. De voorzitter: Ik wist niet dat de coalitie dit soort deals sloot. Graag een kort antwoord en de rest houdt u maar voor de tweede instantie. De heer Kuijten: Ik had juist in mijn betoog staan dat het schoenmuseum een belangrijke bijdrage zou kunnen zijn om het centrum een extra impuls te geven, graag in samenwerking met de gemeente Tilburg. Daarmee alleen ben je er nog niet. Er zijn natuurlijk meerdere factoren die een rol spelen, maar zeker ook het SLEM. De heer Tiemstra: Gaat u volgende week dan voor het voorliggende raadsvoorstel stemmen over het schoenmuseum? De heer Kuijten: Het is gebruikelijk in deze zaal om over de agendapunten te spreken die aan de orde zijn. Nu zijn de kaders 2016 en het voorjaarsbericht aan de orde. Volgende week spreken we over het schoenenmuseum en de Insteekhaven. Ik heb gezegd dat we er volgende week op terugkomen. Ik heb een tipje van de sluier opgelicht na de vraag van de heer Van Baardwijk, namelijk dat de VVD-fractie het schoenenmuseum een welkome aanvulling vindt op het centrum. De heer Tiemstra: Ik begrijp nu waarom de burgers zo’n hekel hebben aan de politiek. De heer Kuijten: U weet wat er in het coalitieprogramma staat, namelijk dat wij gaan faciliteren om te kijken of het schoenenmuseum van de huidige locatie naar het centrum kan komen. De voorzitter: Ik stel voor dat we het hierbij laten. De heer Van Hamond: Voorzitter. Namens LokaalBelang heb ik het genoegen om te mogen reageren op de kaders die de basis gaan vormen voor de begroting van 2016. LokaalBelang rekent erop dat de bijdragen van de raadsfracties vanavond meer interactie oproepen met het college dan de bijeenkomst op 25 juni jl. Dat lukt al aardig. We maken van deze gelegenheid graag gebruik om op hoofdlijnen de uitgangspunten uit het coalitieakkoord Krachten bundelen in herinnering te brengen. De coalitie heeft eensgezind ingezet op drie sleutelprojecten: de gebiedsversterking van de Oostelijke LangNotulen raadsvergadering 9 juli 2015
22
straat, ofwel het GOL, de aanleg van de Insteekhaven met de kanttekening dat de coalitiepartners het belangrijk vinden dat voor de start duidelijkheid is over de jachthaven, en de binnenstad Waalwijk en de verplaatsing van het museum, SLEM. LokaalBelang gaat onverminderd voor alle drie de projecten. Wij zien deze niet als prestigeprojecten, maar als onontkoombare en essentiële projecten die Waalwijk nog meer op de kaart moeten zetten en nog aantrekkelijker moeten maken voor haar inwoners, bedrijven, ondernemers, onderwijsinstellingen en voor passieve en actieve sport- en cultuurliefhebbers. In het akkoord hebben de partners aangegeven dat de realisatie van deze projecten mogelijk is binnen de financiële kaders van het coalitieprogramma 20142018. De coalitie gaat uit van werken aan een ideale organisatie. Een organisatie die een mix is in het projectmatig en programmatisch aanpakken van integrale vraagstukken. De ontwikkeling van de binnenstad, het economisch beleid, de integrale veiligheid en de duurzaamheidsagenda noodzaken een dergelijke aanpak. Wij zien als eerste stap in de kadernota de melding van een programmamanager binnenstad. Hiervoor wordt in drie jaar voor een manager voor de binnenstad, economie en veiligheid, in totaal € 500.000 gereserveerd aan personeelskosten. Dit gegeven gebiedt ons voorzichtig te zijn met het oproepen van niet te realiseren verwachtingen ten aanzien van de mogelijke maatregelen voor en in het centrum. LokaalBelang begrijpt de noodzaak voor een bestuurlijk en ambtelijk coördinatiepunt voor de centrumontwikkeling. Ervan uitgaande dat dit intern in de organisatie wordt opgelost, lijkt het eerder een bijdrage voor de noodzakelijke bezuiniging op de personeelskosten. In het coalitieprogramma is aangegeven dat we samen met ondernemers, bewoners en maatschappelijke en culturele voorzieningen een programmatische aanpak voor de binnenstad willen realiseren. Een combinatie van diverse horeca en winkelaanbod, aantrekkelijke loop- en fietsroutes, bijzondere inrichting van de openbare ruimte, culturele programmering en evenementen moeten ervoor zorgen dat de Waalwijkse binnenstad nog aantrekkelijker wordt. LokaalBelang vraagt het college of het geen aanbeveling verdient om naast personele kosten ook voor andere doeleinden middelen te genereren. Wij horen graag de denkbeelden hierover van het college. Laten we vanuit onze verantwoordelijkheid naar al die grootschalige uitbreidingsplannen die niet zijn doorgegaan, nu vooruitkijken naar kwaliteitsverbeteringen. Onderwerpen hierbij zijn het voorkomen van leegstand, veiligheid, een grote diversiteit aan voorzieningen, sfeerbeleving, flexibele bestemmingswijzigingen en vanuit het noodzakelijke verkeer een parkeerregulatie en een bezoekersvriendelijk tarievenbeleid. Wij onderschrijven de opvattingen van de wethouder die centrum in zijn portefeuille heeft dat voor een goed functionerend centrum taken en verantwoordelijkheden zijn weggelegd voor de betreffende ondernemers en vastgoedeigenaren. De vraag “wat kunt of gaat u bijdragen” moet door onze gemeente steeds vaker worden gesteld aan onze potentiële partners. Ondernemen betekent immers ook risico nemen. We hopen dan ook dat er snel een begin wordt gemaakt met de geplande aanpassingen van De Els. Om het centrum niet alleen als economisch centrum, maar ook als centrale ontmoetingsplek interessant te houden, is het mede van belang om zo veel mogelijk publiek te trekken, door andere voorzieningen, zoals dienstverlening en culturele voorzieningen in het centrum te concentreren. Een daarvan is het verplaatsen van het museum naar het centrum. Dit is een van de drie prioriteiten uit het coalitieprogramma. Na vijftien jaar discussie en twee eerdere pogingen, komt er nu uitvoering van het plan met een uitermate belangrijke en essentiële politieke basis. Voor LokaalBelang is het verhuizen van het museum naar het centrum geen discussiepunt. Nee, het is zelfs een noodzaak om het DNA en het beeldmerk van Waalwijk en de regio te behouden en zo mogelijk te versterken. Niet verhuizen betekent het begin van het einde van ons cultuurhistorische leder- en schoenenmuseum en doet daarmee afbraak aan het verleden en het DNA van Waalwijk. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
23
In ons coalitieakkoord hebben wij positieve geluiden laten doorklinken over transitietaken op het gebied van jeugd, zorg en arbeidsparticipatie. De afgelopen maanden hebben ons geleerd dat het een onoverzichtelijk terrein is met diverse valkuilen. Zowel inhoudelijk als financieel moeten we alle energie aanwenden om enigszins sturing te kunnen geven aan deze processen. Het zoeken naar de uitgang in dit doolhof kost zo veel tijd dat er amper gewerkt kan worden aan een daadwerkelijke verbetering van het versnipperde landschap van maatschappelijke ondersteuning. De samenwerking met inwoners, instellingen en de toegang lijken voor verbetering vatbaar. Graag wordt LokaalBelang door het college ruim voor de behandeling van de begroting van 2016, uiterlijk medio oktober 2015, geïnformeerd over de inhoudelijke en financiële stand van zaken met betrekking tot de drie sociale domeinen: jeugdhulp, Wmo, Awbz en arbeidsparticipatie. In afwachting van deze informatie pleiten wij ervoor om eventuele overschotten op de huishoudelijke zorg voor gehandicapten en Wmo-oud, van voor 2015, en Awbz niet in te zetten voor algemene doeleinden. Deze dienen te worden gereserveerd voor onvoorziene tegenvallers, zulks ter beoordeling van de gemeenteraad. Intergemeentelijke samenwerking. Wij nemen kennis van de standpunten van de gemeente Heusden en Loon op Zand. De brieven en het verslag van onze raadswerkgroep over eventuele samenwerking brengen ons tot de conclusie dat de Langstraatgemeenten niet staan te juichen om diepgaander samen te werken. Het lijkt ons, gezien de aard van de problematiek, raadzaam om inwoners, organisaties en bedrijven te betrekken bij de discussie. Het bijstellen van een strategische visie lijkt voor ons een geschikt moment daarvoor. Op pagina 22 van het coalitieakkoord wordt vermeld dat structureel € 50.000 extra wordt vrijgemaakt ten behoeve van initiatieven uit de wijk. Hiermee komt er structureel budget van € 150.000 beschikbaar voor initiatieven uit de wijk. Dit budget zal zo praktisch mogelijk worden aangewend, zodat de initiatieven niet door bureaucratische regels in de kiem gesmoord worden. Op pagina 14 van het voorjaarsbericht 2015 meldt het college echter terloops dat het bij nader inzicht niet inzet op een apart fonds voor sociale wijkgerichte initiatieven, maar op extra communicatie en een betere verbinding tussen wijkbudget en subsidies om inwoners en sociale ondernemers te stimuleren om nieuwe initiatieven te ontplooien. LokaalBelang gaat vooralsnog niet akkoord met deze wijziging en wil eerst een inhoudelijke discussie over de inzet en het gebruik van het wijkbudget. Wat LokaalBelang verder opvalt, zijn de apparaatskosten waarbij driftig op allerlei projecten wordt geschreven. Het risico is dat de personeelskosten verschuiven naar de algemene begroting als de projecten wegvallen of beëindigd worden. Hierdoor ontstaat een financieel probleem. LokaalBelang vraagt nadrukkelijk aandacht voor dit risico en verzoekt het college om terughoudend te zijn met het verschuiven van kosten naar projecten. We hebben vier insprekers gehoord over hun nadrukkelijke wensen. LokaalBelang heeft daarover de volgende standpunten. Wij horen graag de reactie van het college op de vier aandachtspunten, bejegening, bijzondere bijstand, armoedeval en onafhankelijke cliëntondersteuning die KBO Waspik naar voren heeft gebracht. Wij zijn ervan overtuigd geraakt dat kinderboerderij Het Erf een brede educatieve functie vervult. Het hoge bezoekersaantal bewijst dat de kinderboerderij een zinvolle maatschappelijke functie heeft. Vanuit dat perspectief en de bescheiden subsidie willen wij de bezuinigingstaakstelling van € 7500 in 2016 en € 15.000 in de volgende jaren, ongedaan maken. In dit verband vernemen wij met belangstelling het standpunt van het college over het achterstallige onderhoud, nieuwbouw en de toekomst van de kinderboerderij in
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
24
relatie tot de exploitatie van het dierenpark. De SGP heeft hier samen met onder andere LokaalBelang een motie voor gemaakt, die door alle fracties is ondertekend. Ten aanzien van AZG zijn we in het verleden duidelijk geweest. In onze visie is voor de aankoop van het pand van AZG bemiddeling nodig om het museum een plek te geven die het verdient. Van daaruit is het logisch dat we willen meewerken aan de verplaatsing naar het Hoefsvengebied en een financiële bijdrage leveren aan de nieuwbouw. De fractie van het CDA zal een motie indienen, mede namens LokaalBelang. Over De Notenkrakers zijn wij positief gestemd. Een achttal verenigingen slaan de handen ineen om te komen tot een gezamenlijke opslag- en werkvoorziening. Wel vragen wij een gespecificeerde exploitatieopzet en een onderbouwing van de eigen inbreng van € 100.000, gebruik gesplitst naar uren per vereniging, alsmede een schriftelijke bevestiging vanuit de betrokken verenigingen dat zij inhoudelijk en financieel zullen participeren. We hebben begrepen dat het college reeds een locatie heeft toegezegd. Het model B van de voorgestelde financiering spreekt ons aan. Ten aanzien van deze projecten moet natuurlijk nog het een en ander worden onderzocht. Ook moeten er voorwaarden worden vastgesteld. Wat ons betreft moet er op twee punten vooraf duidelijkheid zijn voor de verenigingen. Vooraf moet worden aangeven wat het maximale bedrag van de gemeente bedraagt. Mocht het onverhoopt op den duur misgaan, vervallen de opstallen voor € 0 aan de gemeente. Met betrekking tot De Notenkrakers zullen wij straks een motie indienen. We zien gelukkig dat bij het aantrekken van de economie ook de woningbouw voorzichtig in de lift komt en daarmee de risico’s op forse renteverliezen op het plan Landgoed Driessen kunnen worden teruggeschroefd. Wij attenderen u erop dat er een interessante bouwlocatie is in het Hoefsvengebied, tussen de voormalige surfvijver en de Akkerlaan. Deze locatie kan een aanzienlijk financieel voordeel voor de gemeente opleveren en daarmee mogelijk andere financiële risico’s afdekken. Wij horen graag van het college hoe het staat met de mogelijke ontwikkelingsplannen voor dit gebied. Wij rekenen erop dat de bouw van zes levensloopbestendige patiowoningen aan de Koekoek in SprangCapelle snel gerealiseerd wordt. In afwijking van hetgeen tot nu toe gebruikelijk was, wordt nu al rente toegerekend aan een mobiliteitsfonds en bovenwijkse voorzieningen voor een totaalbedrag van € 300.000 en komt het bedrag niet ten goede aan de algemene begroting. In de kadernota zou worden bezien of en hoe hiervoor dekking kan worden gevonden. Los van het feit dat dit een arbitraire keuze is – waarom geldt dit bijvoorbeeld niet voor het fonds onderwijshuisvesting? – willen wij weten waarom dat nu noodzakelijk zou zijn. Wat ons betreft storten wij het bedrag dit jaar nog in de Algemene Reserve om te gebruiken voor de huisvesting van AZG en De Notenkrakers. Gelet op het feit dat de raad zich onlangs bij de behandeling van de jaarrekening heeft uitgesproken voor de behandeling van de nota Grondbeleid op 24 september a.s., wil ik volstaan met slechts enkele opmerkingen. Als wij mogen veronderstellen dat de financiele en economische crisis zijn ergste periode heeft gehad en dat wij nu met een voorzichtig maar hoopvol herstel van de economie bezig zijn, moeten wij ons in Waalwijk gelukkig prijzen dat we met een goed en zorgvuldig beleid deze moeilijke periode redelijk zijn doorgekomen. De economische recessie heeft ons echter geleerd dat de risico’s bij het Grondbedrijf best groot kunnen zijn. Exploitatieopzetten worden niet gerealiseerd en de uitgifte van gronden van de in de exploitatie genoemde gebieden blijven ver achter bij de eerdere aannames. Ook renteverliezen kunnen in zo’n periode oplopen. Over de Reserve Grondbedrijf hebben wij ons duidelijk uitgesproken. Wij willen deze graag in stand houden. Juist in deze tijd is veel creativiteit vereist om in te spelen op het voorzichtig herstel van de woningmarkt. Er liggen kansen, maar er zijn ook bedreigingen. We hopen dat uw Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
25
college de gewijzigde sociale en maatschappelijke omstandigheden en de als gevolg daarvan gewijzigde woningmarkt als een uitdaging zal zien voor het beleid van het komend jaar. Bij de behandeling van de nota Grondbeleid komen wij hierop terug. Ten aanzien van het vastgoedbeleid hebben wij niets meer van het college vernomen. Naar aanleiding van de aangenomen motie om in overleg met de raad tot een vastgoedbeleid te komen, zien wij graag actie. Dit mede omdat als onderdeel hiervan een bezuiniging van € 60.000 is geraamd. Het behoeft geen toelichting dat LokaalBelang sterk hecht aan een goede invulling van onze taak op het terrein van de werkgelegenheid. De groei van het aantal hectaren bedrijfsterrein is daar in beginsel een afspiegeling van. Toch maken wij ons zorgen of de toegenomen werkgelegenheid voldoende op de doelgroepen is toegesneden. Het beleid van de laatste jaren heeft ertoe geleid dat de gemeente Waalwijk wordt gekwalificeerd als hotspot nummer 2 op het gebied van transport en logistiek. Bedrijven en organisaties wedijveren met elkaar om ons te prijzen voor de rol en de naam die wij op dat gebied blijkbaar hebben verworven. Dat klinkt allemaal prachtig en natuurlijk is het ook zo dat deze bedrijfstak ons de nodige werkgelegenheid brengt. Wij ontkennen dat niet. Sterker: wij waarderen dit en zijn er trots op dit bereikt te hebben. Toch kijken wij met zorg naar de werkgelegenheidscijfers, met name het grote aantal langdurig werklozen. Ook gaat onze zorg uit naar de gevolgen van de Participatiewet. Die leidt ertoe dat meer mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een baan zullen moeten vinden in de marktsector. Wij vragen u aan te geven waar u deze arbeidsplaatsen denkt te gaan creëren. Wij vragen ons ook af of de sector Transport & Logistiek ondanks alle goede bedoelingen juist voor deze doelgroepen voldoende te bieden heeft. In de afgelopen jaren is de sector Transport & Logistiek in onze gemeente sterk gegroeid. Wij hebben kunnen zien dat het aantal banen flink is toegenomen, maar dit heeft niet geleid tot het evenredig teruglopen van het aantal werkzoekenden dat bij Baanbrekers staat ingeschreven. Wij missen nog steeds de toegezegde evaluatie van de SET 1.0. Dit terwijl u reeds in de regio rondstapt met SET 2.0. Daar hebben wij als raad officieel nog niets vernomen. Graag een uitleg over de stand van zaken. Als laatste kom ik bij het Raadhuisplein in Sprang-Capelle. Het heeft even geduurd, maar nu toch onze complimenten voor de plannen. Wij zijn blij dat er een goed, door alle partijen gedragen, plan ligt om het Raadhuisplein in Sprang-Capelle een facelift te geven. Het plan zal absoluut een dagelijkse boodschappenstructuur in het verzorgingsgebied Sprang-Capelle versterken. We hopen dat u erin slaagt in maart 2016 met de bouw te starten. Tot zover in eerste termijn. De heer Ottens: Als eerste wil ik even constateren dat het jammer is dat LokaalBelang geen vertegenwoordiger uit Waspik meer in de fractie heeft. Daar heb ik u namelijk niets over horen zeggen. Ik heb twee vragen. U geeft aan dat het niet verplaatsten van het schoenmuseum naar het centrum het begin van het einde van het schoenmuseum is. Waarop is dat gebaseerd? De heer Van Hamond: Dat is erop gebaseerd dat de infrastructuur van het schoenmuseum sterk verouderd is en dat de ligging van het museum niet overeenstemt met de centrumplannen. Het ligt in een moeilijk bereikbaar buitengebied. U schudt nee, maar ik ben aan het woord. Ten derde is essentieel dat een moderne uitvoering van het museum, de educatieve waarde en de bestaande ontwikkelingen iets heel anders laten zien dan het huidige museum presenteert. Het is nu een museum, maar bij het nieuwe museum komt wel iets meer kijken. Dat heeft u allemaal gehoord in de voorlichting.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
26
De heer Ottens: U houdt een prachtig betoog, maar geeft geen antwoord op mijn vraag. Waarop baseert u dat het niet verhuizen van het schoenmuseum naar het centrum het begin van het einde van dat museum is? Daar heeft u geen antwoord op gegeven, maar goed: prima. De heer Van Hamond: Als het zo blijft als het nu is, is dat het einde. Dan loopt het aantal bezoekers terug en er is verder geen enkele uitbreidingsmogelijkheid. De voorzitter: De vorige keer is besproken dat dat volgende week aan de orde komt. Mij lijkt het dat met alles wat er volgende week nog te zeggen is, dit niet het moment is hier nu diep op in te gaan. De heer Van Hamond: Dank u wel, voorzitter, dat zullen we zeker doen. De heer Ottens: Ik mag vragen stellen, daar mag ik ook een antwoord op verwachten. Het tweede is dat u ook een pleidooi houdt voor financiering van de oefenlocatie van Djemm!, De Notenkrakers en een heleboel andere organisaties. Uw fractiegenoot, de heer Heuverling, gaf ten aanzien van de CPOH aan dat de gemeente geen bankiersfunctie heeft. Hoe trekt u de parallellen tussen beide projecten? De heer Van Hamond: Het ene heeft te maken met de ontwikkelingen op woningbouwterrein. Dat is iets heel anders dan de culturele instellingen waar we zuinig op moeten zijn. We praten over acht verenigingen die hun waarde hebben bewezen. Het andere gaat om een aantal mensen die al dan niet hun huis verkopen om te gaan huren en lekker rentenieren, waarbij de gemeente garant moet staan. De heer Ottens: Kennelijk heb ik mijn vraag niet goed gesteld, want u geeft wederom geen antwoord. Ik doelde met name op de bankiersfunctie die de gemeente inneemt. Welke parallel ziet u daarmee? De heer Van Hamond: De gemeente heeft wel meer bankiersfuncties ingenomen. Denk aan SV Capelle. Zo zijn er wel meer zaken geweest. Dit is puur cultuur en sport. Dat is zeer belangrijk, daar staat LokaalBelang voor. De heer Kuijten: Ik sluit aan bij de wijze woorden van de heer Van Hamond dat de culturele verenigingen zeer waardevol zijn. U bent gecharmeerd zoals dat door Van der Wiel is ingediend namens de acht verenigingen. Als ik naar de exploitatie kijk, zie ik dat dat de gemeente zo’n € 2000 per vereniging kost. Buiten die acht verenigingen hebben wij nog meer zang- en toneelverenigingen. Daar zijn er bij die op dit moment kosten maken voor huisvesting. Die worden niet gesubsidieerd door de gemeente. Mijn vraag is of u niet met twee maten gaat meten tussen deze acht en de overige verenigingen. De subsidieverordening kent de mogelijkheid dat een lid van een culturele vereniging een subsidiebedrag krijgt. Die vereniging wordt dan niet gesubsidieerd in de huisvestingskosten. Hoe gaat u dat straks vereffenen met de andere verenigingen? De heer Van Hamond: Als de heer Van der Wiel ons goed heeft geïnformeerd – en daar ga ik van uit – dan staat het water hem aan de lippen. Hij moet regelmatig verhuizen. De acht verenigingen zitten nu bij elkaar. Dat is iets anders dan een zangkoortje van tien man. In een motie zullen wij straks nog vragen om meer duidelijkheid. Als tweede heeft u het over de verschillen. Er zijn sportverenigingen die ook 60% op de exploitatie krijgen bijgelegd door de gemeente, terwijl hun dekkingsgraad tussen de 30% en 40% ligt. Dan is er geen sprake van precedenten. Het is nu eenmaal zo. LokaalBelang zou het op prijs stellen dat er een totaalbeleid voor de toekomst komt, om te voorkomen dat er steeds een besluit moet worden genomen op de situatie die zich op dat moment Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
27
voordoet. Nee, een totaalbeleid over hoe daarmee om te gaan. Er kunnen nog wel meer dingen komen. De heer Kuijten: Ik vind dat u geen recht doet aan al die verenigingen door te zeggen dat dat verenigingen van een man of tien zijn. Ik ken koren en toneelverenigingen die het veelvoudige zijn van die tien en die met respect behandeld moeten worden. Misschien nog wel met meer respect dan diegenen die bij die acht behoren. Ik ben het helemaal met u eens dat er behoefte is aan een algemeen beleid voor wat te doen met de huisvesting van de culturele verenigingen. Nu pakt u er acht uit, die u wilt bevoordelen ten opzichte van de anderen, zonder dat daar een beleid aan ten grondslag ligt. De heer Van Hamond: Moeten wij deze acht verenigingen laten verdrinken? De heer Kuijten: Nee, maar we moeten wel voorkomen dat we ongelijkheid creëren in ons subsidieveld. De heer Van Hamond: Daarom willen wij ook een beleid. De heer Kuijten: Nee, u wilt geen beleid. U wilt op voorhand acht verenigingen bevoordelen, zonder dat er beleid is. Er is een subsidieverordening die daar strijdig mee is. De heer Den Braven: Voordat ik vragen stel aan de heer Van Hamond wil ik het volgende opmerken. Ik herinner mij dat toen De Notenkrakers/Djemm! kwam inspreken er een stukje gemeentelijke subsidiëring zit in de bijdrage aan de leges, dat eigenlijk is bedoeld om hun kosten te compenseren. Ik zal dat straks tijdens de schorsing even opzoeken. Het ligt namelijk iets gecompliceerder dan nu wordt geschetst. Maar goed, ik heb twee vragen. U sprak over een bezoekersvriendelijk tarievenbeleid voor het parkeren. U zegt dat al jaren, dus ik mag dat gewoon vragen: u poneert dat dan, maar legt het verder niet uit. Kunt u dat alsnog doen? De heer Van Hamond: Wij zijn bereid om samen met de gemeenteraad eens goed te evalueren wat de stand van zaken is in het parkeerbeleid in samenhang met de totale centrumfunctie. Daar willen we zelfs als het moet even de kar voor trekken. De heer Den Braven: Prima. Dat is een goed voorstel. Het lijkt me zinvol om daar vandaag al gezamenlijk een voorstel voor in te dienen. Anders blijft het misschien wat hangen. In november is een motie ingediend over het vastgoedbeleid van de gemeente. U zegt dat wij daar nog niets mee hebben gedaan. In ons betoog hebben wij geschetst wat daar tot nu toe door het college mee is gedaan. Wij hebben daar de vraag aan gekoppeld of dat in uw optiek voldoende is. De heer Van Hamond: Ik denk dat wij daar heel duidelijk in zijn. We zouden een evaluatie krijgen, maar die is er nog steeds niet. Er is nog steeds niet duidelijk afgesproken wat we nu gaan doen met dat vastgoed. Daar vragen wij om, zo snel mogelijk als het kan. De heer Den Braven: Maar de oproep in de motie was om dat samen met de raad te doen. Vindt u het ook voldoende als het college zelf zijn visie daarop geeft of moet dat toch in samenspraak met de raad gebeuren? De heer Van Hamond: In eerste instantie zal het college met een evaluatie komen van wat er aan de hand is met het vastgoedbeleid, waarna wij daar als raad zo nodig op kunnen inspringen. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
28
De heer Den Braven: Dat lag volgens mij vorige maand vertrouwelijk ter inzage. De heer Van Hamond: Dat is voor ons niet voldoende, wij willen iets verder gaan. De heer Van Dongen: Ik heb een vraag aan de heer Van Hamond ter verduidelijking. Begrijp ik het goed dat hij ten aanzien van de transities en de budgetten voorstelt om de eventuele overschotten te reserveren voor een fonds ten behoeve van nieuwe gevallen? De heer Van Hamond: Nee, dat is niet wat ik bedoel. Zoals u weet, hebben al die voorzieningen openeindfinancieringen. Voordat we denken dat we winst maken en geld reserveren voor algemeen beleid stel ik voor even pas op de plaats te maken. We zouden dan moeten bekijken wat we nog meer nodig hebben om de pijn weg te halen waar dat nodig is. De heer Van Dongen: Het zijn inderdaad openeindregelingen. Juist die omstandigheid was in het verleden aanleiding om bijvoorbeeld op verzoek van Werknemersbelang geen Wmo-overschotten in een aparte reserve te storten. We hadden de algemene reserve als dekkingsmiddel. Dat is nog zo. Het is opmerkelijk dat er nu een voorstel komt om de overschotten toch te reserveren. De heer Van Hamond: Als we de landelijke en de plaatselijke politiek volgen, dan weten wij allemaal wat het grootste probleem is met dit soort voorzieningen. De meeste duidelijkheid is de onduidelijkheid. Voor de betrokkenen, maar ook voor het eindplaatje. Wij zijn benieuwd met welke cijfers de verantwoordelijk wethouder in september of oktober komt. Wat hebben we nu nog nodig om de zaak te regelen? Geef niet alles weg en bewaar wat je eventueel nog nodig hebt. De heer Van Dongen: Gegeven het openeindekarakter kun je je afvragen wat de meerwaarde is van een apart fonds, maar dat terzijde. Ik ben blij dat u ook bereid bent het parkeerbeleid en de parkeertarieven integraal te evalueren en te heroverwegen. Dat zullen we met belangstelling noteren. Ten aanzien van De Notenkrakers en dergelijke wordt nu gezegd dat er geen beleid is. Volgens mij is er tot op heden wel beleid, namelijk het beleid om het niet te doen. De heer Van Hamond: Ik gaf als voorbeeld SV Capelle. Die vereniging had ook een plan en uiteindelijk kwam het erop neer dat wij in feite met een bepaalde move zelf verantwoordelijk zijn en financieel behoorlijk hebben bijgesprongen om deze groep mensen te helpen. Ik denk ook aan VV Baardwijk. Zo zijn er meer situaties. Ik denk dat we gewoon een keer duidelijk moeten aangeven wat het beleid is. U kunt nee schudden, maar het is wel gebeurd. De heer Van Dongen: Voor zover wij beleid hadden, was dat duidelijk. Op grond van dat beleid konden sportvoorzieningen aanspraak maken op bepaalde vergoedingen van de gemeente. We hadden ook beleid om niet te voorzien in opslag van decors, instrumenten etc. Het is dus niet zo dat we tot op heden geen beleid hadden. Het beleid was om het niet te doen. U kunt dat veranderen. In dat geval ga je het totale subsidiebeleid heroverwegen, verbreden en verruimen. Het zal meer geld gaan kosten. Ik wil er best naar kijken, maar dan wel voor iedereen. Ik volg daarin de heer Kuijten volledig. De heer Van Well: Ook van onze kant een verzoek om verduidelijking door de heer Van Hamond, met name over de gemeentelijke samenwerking. Als ik het goed heb, wilt u het maatschappelijk middenveld raadplegen voor de herziening van de visie van onze gemeente op samenwerking. In de motie hierover die door de PvdA wordt ingediend, wordt een verwijzing gemaakt naar de manier waarop het zou moeten gebeuren. Er wordt in de Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
29
motie ook aan het college gevraagd om onze reactie op de brief Krachtig bestuur naar GS te sturen. Op pagina 3 van het concept van die brief die na instemming van de raad vanavond naar GS gaat, wordt het maatschappelijk middenveld nadrukkelijk benoemd. Voor mij is het niet duidelijk of deze motie nu aansluit op hetgeen in de brief staat. Ik hoor u eigenlijk zeggen dat het wat u betreft een brief aan GS zou moeten zijn. Klopt dat? De heer Van Hamond: Ik denk dat het beide is. Wij staan achter de motie die de PvdA gaat indienen. Ik denk dat het gewoon beide is. U hebt zelf aangegeven wat de resultaten zijn van de stip op de horizon van Loon op Zand en dansen naar Heusden. Daar komt niets uit. Ik zeg het maar populair: er zijn mensen die daar gaan winkelen waar iets in de reclame is. Ik denk dat we daar vanaf moeten. We moeten toe naar een goede samenwerking. Uw woordvoerder riep in dit geval ook Tilburg. Dat zou kunnen, maar je zou ook nog naar Oosterhout of naar Dongen kunnen kijken. Ver doorgevoerde samenwerking waar het mogelijk is, waar je efficiënt kunt werken en waar je voordelen kunt behalen: daar zijn wij voor. Die richting moeten we op en moeten we ook bij GS aangeven. De motie gaat ook in die richting. De heer Van Well: Dat begrijp ik. In de brief staat echter nadrukkelijk dat de ideale grootte van een gemeente en de meerschaligheid twee aspecten zijn die wij zouden willen voorleggen aan het maatschappelijk middenveld. Wij vragen ons af met welke vraag je nu eigenlijk naar het maatschappelijk middenveld gaat en welk antwoord je erop verwacht. Dat is wat ons een beetje in verwarring brengt. In onze motie wordt namelijk gezegd dat we communicatie met de burger over wat we doen, belangrijk vinden. Daarvoor hebben we de mogelijkheid van Praat met de raad. Dat zou eerder een kwestie van communicatie zijn over wat je doet, dan dat je nu een onmogelijke vraag gaat voorleggen, namelijk hoe groot denkt het maatschappelijk middenveld dat een gemeente moet zijn om goed te functioneren. Ik zou zeggen dat wij die vraag moeten beantwoorden. De heer Van Hamond: Ik denk dat wij die vraag niet kúnnen beantwoorden, want we weten niet welk antwoord het maatschappelijk middenveld zelf geeft. We hebben nu bij Praat met de raad een aantal bedrijfjes, mensen en organisaties gehad, maar is het dat? Ik denk dat het veel meer de discussie is hoe we straks omgaan met regionale samenwerking. Waar kunnen we ons versterken? Voor mij is één ding duidelijk: de eerstkomende jaren moeten we niet er aan denken dat we een grotere gemeente dan Waalwijk krijgen. Zover zijn we nog niet. De heer Van Well: Hoe bedoelt u dat: een grotere gemeente dan Waalwijk krijgen? De heer Van Hamond: Een van de mogelijkheden was een fusie. Ik geloof niet dat we daar de eerste jaren aan moeten denken. De voorzitter: De motie luidt als volgt. MOTIE 2 De Raad, gehoord de beraadslaging, constaterende dat: • bij de inspraakavond over de kadernota de Kindermusicalgroep De Notenkrakers – mede namens zeven verenigingen – een beroep heeft gedaan op een financiële bijdrage in de kosten van de bouw van een hal met een oppervlakte van ca 1500 m 2 op een perceel aan de Kloosterheulweg;
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
30
• op basis van de door de verenigingen aangereikte cijfers een eenmalige bijdrage van de gemeente gevraagd wordt van € 135.000 in de bouwkosten en een bedrag van € 7900 in de exploitatielasten. overwegende dat: • de betreffende verenigingen hebben aangegeven dat een structurele oplossing voor hun huisvesting noodzakelijk is voor het voortbestaan van hun verenigingen; • door samenwerking te zoeken en krachten te bundelen kosten kunnen worden bespaard; draagt het college op: 1. bij het opstellen van de begroting 2016: a eenmalig een maximaal bedrag van € 135.000 beschikbaar te stellen voor een bijdrage aan de bouw van een hal voor kindermusicalgroep De Notenkrakers en zeven andere verenigingen en dit bedrag ten laste te brengen van de algemene reserve; b. structureel maximaal een bedrag van € 7900 beschikbaar te stellen als bijdrage in de exploitatiekosten van de te bouwen hal en de kosten hiervan te dekken uit de niet-benutte kapitaallasten van de reserve leefbaarheid; 2. aan het sub 1 gestelde de voorwaarde te verbinden dat een positieve conclusie kan worden getrokken uit nadere bestudering van: a. het door de betrokken verenigingen in te dienen businessplan, een gespecificeerde exploitatieopzet, balans, onderbouwing eigen inbreng ad € 100.000, een gebruiksrooster gesplitst naar uren per vereniging, alsmede een schriftelijke bevestiging vanuit de betrokken verenigingen in welke mate zij inhoudelijk en financieel participeren; b. de resultaten van deze studie te delen met de raad; c. te bepalen dat in geval van nood (faillissement e.d.) de opstallen voor € 0 vervallen aan de gemeente, en gaat over tot order van de dag De voorzitter: De motie is ondertekend door de fracties van LokaalBelang, GroenLinksaf en D66. De heer Ottens: Voorzitter. Het is jammer dat ik vandaag pas heb gehoord dat de spelregels voor het voorlezen van de moties zijn veranderd. Anders had ik de dictums wat langer gemaakt, maar daar had ik geen tijd meer voor gehad. Vandaag praten we over de eerste kaderstellende nota van deze coalitie, of liever gezegd, van dit college. Vorig jaar was het coalitieakkoord immers de inzet voor het kaderstellend debat. De PvdA-fractie constateert dat nagenoeg alle belangrijke besluiten van deze coalitie vrijwel binnen een jaar zijn genomen. De transities zijn er vorig jaar in een marathonzitting van de raad doorheen gejast. Volgende week praten we over de kredietverlening voor het SLEM en de aanbesteding van de Insteekhaven. Natuurlijk komen die laatste twee projecten nog een paar keer terug voor de finale besluitvorming, maar we zitten inmiddels zo ver in het proces dat er haast geen weg terug is. Bovendien heeft de coalitie zo’n grote meerderheid dat er altijd wel een fractie links of rechts uit de bocht kan vliegen, zonder dat de meerderheid in gevaar komt. Overigens gebeurt dat volgens ons vaker over rechts. Op zich is de voortvarendheid van het college en de coalitie een compliment waard. De vraag rijst wel wat het college de komende jaren nog moet doen, behalve op de winkel passen en om de projecten binnen de financiële kaders uit te voeren. Maar, volgens de PvdA-fractie is er genoeg werk aan de winkel. Juist waar het gaat om basisvoorzieningen, dienstverlening en zorg.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
31
Ten aanzien van de dienstverlening horen we nog te vaak dat brieven niet of te laat worden beantwoord en dat medewerkers slecht bereikbaar zijn, maar ook de klacht die tijdens de inspraakavond naar voren is gekomen, dat vrijwillige ouderenadviseurs niet serieus worden genomen en cliënten niet mogen bijstaan. We roepen u dan ook op om minder naar benchmarkstudies te kijken om scores te meten, maar om het bestuur en de organisatie een spiegel voor te houden en met de ogen van de klant eens naar jezelf te kijken. Voor de PvdA-fractie is een zorgvuldige invoering van de Wmo-taken, de jeugdzorg en de Participatiewet van groot belang. Daarbij moeten niet de financiële kaders vooropstaan, maar het beter organiseren van ondersteuning en hulp. Maatwerk bieden aan werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Onze fractie spreekt haar zorgen uit over de huidige situatie. Daar waar op lokaal en regionaal niveau vernieuwing in de structuur en de cultuur van de zorg nodig is, blijven we steken in het maken van budgetafspraken met grote zorginstellingen. Volgens ons moet je onderop beginnen, zodat je van daaruit kunt bepalen hoeveel zware zorg er daadwerkelijk nodig is. Wij vragen in dit verband aandacht voor jongeren die door eenzaamheid tussen wal en schip dreigen te vallen. Ook zien wij dat door versobering de positie van ouderen kwetsbaarder wordt. De meest kwetsbare groep zijn de dementerende ouderen. Het aantal mensen met dementie zal de komende jaren ook in Waalwijk stijgen. Waalwijk wordt aangemerkt als een dementievriendelijke gemeente. Onze fractie vindt dat de gemeente dat meer mag uitstralen. Door in te zetten op het behoud van de dementieconsulent en te komen tot een actieplan waarin is opgenomen op welke wijze activiteiten rondom dementiezorg, maar ook mantelzorgers, binnen Waalwijk geregeld gaan worden. Wij dienen hiervoor geen motie in, maar willen wel graag een toezegging van de portefeuillehouder dat hij voor de begrotingsvergadering met een actieplan komt. Over Baanbrekers hebben wij sinds de oprichting onze zorgen uitgesproken. De meerjarenraming die onlangs in de raad is behandeld, neemt onze zorgen niet weg. Wij blijven van oordeel dat er destijds een weeffout is gemaakt, vooral waar het gaat om de beperkte omvang van het werkdeel. Er wordt inmiddels samengewerkt met de Diamantgroep, maar wat ons betreft mag de samenwerking verdergaan. De organisatie van Baanbrekers is te klein en de overhead te groot om op langere termijn zelfstandig te functioneren. We zien de organisatie op onderdelen nu al vastlopen. We roepen het college op om met plannen te komen om op grotere schaal de samenwerking aan te gaan. De PvdA-fractie spreekt haar zorg uit over het functioneren van het Team WijZ. Als wij lezen dat de medewerkers meer tijd besteden aan administratieve taken en nietfunctionerende automatisering dan aan cliëntondersteuning, is er iets grondig mis. We willen niet de begroting afwachten, maar vragen om hier direct actie te ondernemen. Financiële kaders kunnen hier geen rol in spelen. We vragen om direct na het zomerreces geïnformeerd te worden over de stappen die gezet zijn en de resultaten die daarmee geboekt zijn. Desnoods moeten we als raad hierin het initiatief nemen als het college de zaken niet onder controle krijgt. Dan kom ik bij de plannen die het college in de kadernota presenteert. Met de meeste voorstellen kan de fractie van de PvdA instemmen. Toch heb ik enkele opmerkingen. Het college vraagt budget voor drie programmamanagers voor de thema’s economie, binnenstad en veiligheid. In de toelichting staat dat het programmamanagement inmiddels is uitgewerkt, maar voor ons ontbreekt het zicht nog op nut en noodzaak ten opzichte van de bestaande organisatie. De eerste vraag of dit niet door een verschuiving van functies kan worden opgevangen. Wij kunnen hier in ieder geval niet op voorhand mee instemmen. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
32
Voor het programmamanagement binnenstad leggen wij een directe relatie met het SLEM. Weliswaar spreken we daar volgende week uitvoerig over, maar het mag geen geheim zijn dat de PvdA voorstander is van de verhuizing van het schoenmuseum naar het centrum, mits deze parallel loopt met een plan van aanpak om nu al de levendigheid in het centrum te verbeteren. Tot nog toe ontbreekt het bij het college aan visie en daadkracht. Ondertussen gebeurt er niets. Wij stellen daarom voor om een stimuleringsfonds voor het centrum in te stellen dat gevoed wordt vanuit de parkeerinkomsten. Vanuit dit fonds zouden startups gestimuleerd kunnen worden, maar ook activiteiten die de levendigheid in het centrum structureel bevorderen. Initiatieven moeten door de gemeente en ondernemers beoordeeld worden. Wij zouden er best een uitwerking van kunnen geven, maar het is juist onze bedoeling om met deze motie een handreiking te doen aan de ondernemers. Bovendien willen wij straks geen verwijt krijgen van de programmamanager naar Dordtse snit, dat Waalwijk geen Den Bosch is. We dienen hier straks een motie over in. Het zal u niet verbazen dat de PvdA grote moeite heeft met de wens om camerabewaking in het centrum te realiseren. Wij zijn geen principieel tegenstander van camerabewaking. Verre van dat. De noodzaak moet echter wel in proporties gezien worden. Vandalisme bestrijd je niet met camerabewaking. Het brengt hoogstens een verplaatsing teweeg. Los van de kadernota is de bestuurlijke toekomst een onderwerp waaraan we inhoud moeten geven. Wees niet bang: we praten niet over een Wexit; Waspik blijft gewoon in de Langstraat. De PvdA-fractie betreurt het proces dat na het uitkomen van het rapport Tops en Zourides is ontstaan, vooral in Heusden en Loon op Zand. Het is hun goed recht, maar toch mogen wij het betreuren. Niet voor niets hebben wij in februari raadsbreed een amendement aangenomen om een verkenning te doen naar de mogelijkheden om zaken gezamenlijk op te pakken. De raadswerkgroep die deze verkenning heeft gedaan, concludeert dat er op dit moment onvoldoende draagvlak is om een gezamenlijk proces in te gaan. Wij vinden dan ook dat Waalwijk, evenals Heusden en Loon op Zand, dit heeft gedaan vanuit de eigen positie en een vervolg moet geven op het verzoek van de provincie. U hebt daar al een conceptbrief voor ingediend. Graag nodigen wij u tijdens de schorsing uit om de inhoud en tekst van de conceptbrief af te stemmen op de inhoud van de motie, mocht deze worden aangenomen. Ze is door alle partijen ondertekend. De voorzitter: De motie luidt als volgt. MOTIE 3 De Raad, gehoord de beraadslaging, constaterende dat: • het college in de kadernota om budget vraag voor de aanstelling van een tijdelijke programmamanager, die als opdracht krijgt om samen met partijen een nieuwe centrumvisie te ontwikkelen; • als gevolg van het veranderend consumentengedrag het centrum qua functies en aantrekkelijkheid een transitie behoeft; • als gevolg van de huidige leegstand en de aanstaande renovatie van De Els de concurrentiepositie van het centrum van Waalwijk steeds meer op achterstand komt; • het centrum van Waalwijk voor consumenten en succesvolle en onderscheidende ondernemers steeds minder aantrekkelijk wordt; • de centrumfuncties nog steeds belangrijk zijn voor het genereren van werkgelegenheid. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
33
overwegende dat: • het ontwikkelen van een gedragen en toekomstgerichte centrumvisie tijd vraagt; • de huidige situatie qua leegstand, winkelvariatie en verblijfsklimaat vraagt om daarnaast nu reeds in te spelen op de transitie richting vrijetijdseconomie; • de positie van de gemeente is veranderd en als aanjager en verbinder zorg moet dragen voor een gedragen en toekomstgerichte centrumvisie; • het instellen van een stimuleringsfonds, waarmee innovatieve initiatieven, gericht op vernieuwing in aanbod en het aantrekkelijker maken van de verblijfsfunctie in het centrum, meer dan wenselijk is om het proces van visievorming te versterken; • het honoreren van dergelijke initiatieven vraagt om een ondernemersgerichte, nietstroperige procedure; • voeding van een dergelijk fonds vanuit de parkeeropbrengsten legitiem is, omdat hiermee de parkeerbaten direct ten goede komen aan het centrum. draagt het college op: 1. In overleg met de belanghebbende partijen (ondernemers, SLEM, culturele instellingen etc.) te komen tot het instellen van een stimuleringsfonds centrum Waalwijk; 2. De raad bij de begrotingsbehandeling op basis van de resultaten van dit overleg hiertoe een voorstel voor te leggen; 3. Vanaf de begroting 2016 jaarlijks dit fonds met een bedrag van € 100.000 te voeden, te dekken vanuit de parkeeropbrengsten; 4. Na het instellen van het fonds in overleg met de belanghebbende partijen (ook inwoners) kaders te ontwikkelen, waarbinnen vernieuwende initiatieven op een ondernemersgerichte wijze gestimuleerd kunnen worden en de raad hierover informeren, en gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter: De motie is ondertekend door de fracties van PvdA, D66 en Werknemersbelang. MOTIE 4 De Raad, gehoord de beraadslaging, constaterende dat: • conform het door de voltallige raad aangenomen amendement d.d. 5 februari 2015 een werkgroep uit de Waalwijkse gemeenteraad een korte verkenning heeft uitgevoerd met een afvaardiging van de gemeenten Heusden en Loon op Zand naar de mogelijkheden van samenwerking in de verkenning naar de bestuurlijke toekomst van de drie Langstraatgemeenten, die ten minste bestaat uit: - een gezond sociaaleconomisch perspectief op langere termijn; - de democratische legitimiteit; - de relatie tussen de gemeente en haar inwoners; • de raadswerkgroep op 23 juni 2015 verslag heeft uitgebracht, waarin de werkgroep op grond van de verkenning concludeert dat – ondanks het open en plezierige karakter van de verkenning – er op dit moment geen ruimte en bereidheid bestaat om in gezamenlijkheid een verkenning naar de bestuurlijke toekomst te doen, dan wel gezamenlijk inhoud te geven aan een vervolgproces op het rapport van P. Tops en S. Zourides;
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
34
overwegende dat: • de gemeenten Heusden en Loon op Zand voorrang geven aan de eigen processen en dit inmiddels ook in de richting van het college van Gedeputeerde Staten hebben bevestigd; • gelet op de uitkomsten van de verkenning prioriteit moet worden gegeven aan het uitstippelen van een eigen koers; • de gemeente Waalwijk niet kan achterblijven in het zenden van een reactie aan het college van Gedeputeerde Staten; • de resultaten van de verkenning input moeten vormen voor de inhoudelijke reactie van de gemeente Waalwijk aan het college van Gedeputeerde Staten. spreekt uit: 1. voorrang te geven aan het invullen van de eigen koers op grond van de vraagstelling van de Provincie in het kader van Veerkrachtig bestuur; 2. open te blijven staan voor een eventuele samenwerking met Heusden en Loon op Zand, maar wel vanuit een gezamenlijk perspectief en resultaat; 3. de werkgroep Communicatie te verzoeken om vanuit het reeds gestart proces ‘Praat met de raad’, het verbeteren van de relatie overheid-inwoners nadrukkelijk te betrekken en hierover een concreet plan van aanpak aan de raad voor te leggen; 4. de werkgroep Bestuurlijke toekomst te verzoeken om in samenspraak met het college een interactieve evaluatie van de strategische visie voor te bereiden, waarbij nadrukkelijk de vraag over de bestuurlijke toekomst betrokken wordt; en draagt het college op: 1. op zo kort mogelijke termijn op grond van de bevindingen en inhoudelijke aanbevelingen van de raadswerkgroep Bestuurlijke toekomst een (tussen-)reactie te zenden aan het college van Gedeputeerde Staten; 2. de motie, het verslag van de werkgroep én de reactie aan GS ter kennis te brengen van de raden van de gemeente Heusden en Loon op Zand, en gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter: De motie is ondertekend door alle fracties. De heer Van Well: Ik wil graag een korte toelichting op motie 3. Onder punt 1 staat “in overleg met de belanghebbende partijen, ondernemers, SLEM, culturele instellingen etc., te komen tot het instellen van een stimuleringsfonds centrum Waalwijk”. Begrijpen wij het goed dat alleen de gemeente het fonds voedt vanuit de parkeeropbrengsten en dat het dus bij € 100.000 blijft, of ziet u in het overleg met de belanghebbende partijen ook een fundament voor het vullen van het fonds? De heer Ottens: Het zou best mogelijk zijn dat andere partijen ook enthousiast worden om het fonds te vullen. De middelen die zij nu hebben voor reclame willen zij wellicht op een andere manier besteden dan nu. Laten we de krachten bundelen. De heer Van Well: Dan is de volgende vraag hoe je dat moet inbedden in het huidige citymanagement. Wij innen via de gemeente geld hiervoor. Het brengt ongeveer € 150.000 per jaar op. Met deze ton erbij heb je een bedrag van € 250.000. Is dat in één organisatie of in één richting te brengen? Hoe ziet u dat? De heer Ottens: Volgens mij is het heel eenvoudig. Laat dat gewoon eens aan de partijen over en probeer niet zelf weer alles in te kaderen en in te dikken vanuit ons eigen perspectief. Ga open met de partijen aan de slag, doe een handreiking. Ik hoor alle partijen roepen dat we iets aan het centrum moeten doen. Dit is gewoon een concrete stap daartoe. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
35
De heer Van Well: Ik probeer wat verheldering te krijgen om te kijken of wij achter een dergelijk voorstel kunnen staan. We moeten daar volgende week nog over gaan praten, over het SLEM. Hoe bed je dat in, hoe krijg je de impuls die van het centrum uit moet gaan. Hoe krijg je die impuls nu goed voor het voetlicht? In die zin ligt er een taak, want wij hebben allemaal de wens dat het verplaatsen van het museum dat oplevert wat we hopen en waar we in geloven. Wat u nu zegt, is weer een extra impuls aan het centrum door een fonds op te richten. Wij zoeken naar de versterking van die twee ontwikkelingen en dat komt er voor ons nog niet helemaal uit. De heer Ottens: De versterking zit hem erin dat we allemaal kunnen hopen en geloven en op basis van ervaringen uit andere gemeenten vinden dat het SLEM een impuls geeft aan het centrum, maar ondertussen gebeurt er in het centrum helemaal niets. Wij draaien de zaak om. Dat hebben wij altijd heel consequent beweerd, de vitaliteit van het centrum kan niet zonder het SLEM, maar het SLEM kan ook niet zonder een vitaal centrum. De vitaliteit van het centrum holt hard achteruit. Je kunt wachten tot het SLEM er is en hopen dat dit een bijdrage levert, maar dan zijn we vier, vijf jaar verder. Wij stellen voor om de ondernemers een impuls te geven, zodat je nu al kunt gaan werken aan die vitaliteit. Zeker tijdens de bouw van het SLEM moet je ook rekening houden dat de werkzaamheden invloed hebben op de aantrekkelijkheid van het centrum. De voorzitter: De heer Van Tuyl is inmiddels binnengekomen. Welkom. De heer Van Veelen: Voorzitter, leden van de raad, belangstellenden. Dank voor de ontvangen kadernota. Hij is helder, beknopt en er staan weinig fouten in. We zijn er blij mee. Nu is het aan ons om aan te geven welke kaders we wensen te stellen voor de begroting. De ChristenUnie probeert politiek gezien te werken vanuit het idee dat alles ons in beheer gegeven is. We zijn daar niet de enige partij in, trouwens. We moeten dus voorkomen dat we een wissel trekken op de toekomst. We maken ons daar wel zorgen over. Op het gebied van profit zien we nogal wat zaken die geld gaan kosten, denk aan de meicirculaire, de exploitatiekosten van het nieuwe museum, onzekerheid omtrent de decentralisaties: het is nog maar een heel klein gedeelte van de opsomming. Op het gebied van people hebben wij het onrustig makende gevoel dat er ondergronds meer fout gaat dan boven tafel komt. Op het gebied van planet hebben we al eerder aan de bel getrokken en zijn we al tientallen jaren als maatschappij bezig om ons groene kapitaal te bedekken met tegels, asfalt en huizen. Vanwege onze zorgen willen we graag de volgende zaken meegeven. Allereerst zou u eraan moeten denken om een nieuwe ontwikkeling zo vorm te geven dat de onderhoudskosten in de toekomst zo laag mogelijk zijn. We kunnen ons nog herinneren dat de kozijnen van dit huis van aluminium naar hout gingen, omdat dit de kosten van de bouw drukte, maar het onderhoud daardoor jarenlang meer kostte. Dat willen we graag voorkomen. Kan dit bekeken worden, bijvoorbeeld bij de nieuwe jachthaven? Besteed er alstublieft aandacht aan in nieuwe raadsvoorstellen. Omdat De Leest er een kleine zaal bij heeft gekregen, kan ze daar extra inkomsten mee genereren en kan ze waarschijnlijk op termijn met minder subsidie toe. Wij zouden graag een verslag ontvangen van de voortgang van de keukentafelgesprekken en weten in welk percentage van deze gesprekken blijkt dat er toch iets extra’s geregeld moest worden. Verder zouden we graag zien dat het groenstructuurplan geëvalueerd wordt om te beoordelen of we nog op schema liggen in het voornemen om Waalwijk even groen te hou-
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
36
den als aan het begin van het plan. Misschien zijn daarvoor maatregelen nodig die budgettaire ruimte vragen. Ons afvalinzamelingssysteem werkt gelukkig goed. Steeds meer afval wordt gescheiden ingezameld. Toch zitten er ook nog wat problemen aan, zoals het weghalen van de blikvangers bij het Halvezolenpad laat zien. Mochten daar nog extra maatregelen nodig zijn, dan zien we daar graag een voorstel voor in de begrotingsraad. We zijn geen doemdenkers. Gelukkig gaan veel dingen goed en doen we ons best om er het beste van te maken. Wel zien we dat er op bepaalde gebieden een kwaliteitsslag zou moeten worden gemaakt. Een aantal dingen die we daarbij zouden willen noemen, zijn de professionaliteit van de gemeenteraad, de kwaliteit van de gemeentelijke website en het bereiken van de duurzaamheidsdoelstelling op het gebied van biodiversiteit. Op alle drie de punten zien we ontwikkelingen. Dat wel. We ondersteunen die van harte. Welke kaders willen we verder nog meegeven? Er wordt voorgesteld om de bespaarde rente aan de reserves toe te voegen, zodat over de reserves beschikt kan worden zonder gevolgen voor de lopende begroting. Dat lijkt ons moeilijk om twee redenen. Ten eerste is dat gezien de moeite die het kost om de begroting sluitend te krijgen. De komende jaren verwachten we jaarlijks zo’n € 7 miljoen minder uit de algemene uitkering te ontvangen. Het is volgens ons haast niet haalbaar om vooraf de rente al uit de exploitatie weg te halen. Ten tweede zou het beschikken over de reserves op die manier zo gemakkelijk worden dat de raad hier misschien te snel toe zou overgaan. Verder zijn we het met het college eens dat de aangegeven onontkoombaarheden inderdaad onontkoombaar zijn. We kunnen ook meegaan in de wensen die zijn aangegeven, al behouden we ons het recht voor om terug te komen op onze mening als het voorstel voor cameratoezicht langskomt, zodat we het voorstel vrij en op zijn kwaliteiten kunnen beoordelen. Voor de extra uitgaven voor het onderhoud van openbaar groep wegen areaaluitbreiding, geven wij in overweging om te informeren of bepaalde groeperingen, zoals de Heemkundekring, bereid zijn om het beheer van een door hen uitgekozen stuk te plegen, zodat dit niet meer of in minder mate ten laste van de gemeente komt. Zeker groeperingen die het niet eens zijn met de manier waarop de gemeente nu het groen beheert, zouden hier misschien toe verleid kunnen worden. We kunnen meegaan in het voorstel om af te wijken van de afspraken van indexering van de subsidies, omdat dit alleen maar duidelijkheid voor iedereen oplevert. Graag zien wij de nieuwe werkwijze vastgelegd in beleidsstukken. Wij vinden het belangrijk dat de centra van Waspik, Sprang-Capelle en Waalwijk versterkt worden. Echter, investeringen van de gemeente moeten wel gelijk op gaan met initiatieven van ondernemers. Graag horen we hoe de voortgang is in Sprang-Capelle en of men daar nog op schema ligt. Het leek erg goed te gaan, maar nu horen we er niet zo veel meer over. In Waalwijk lijkt het of het met centrummanagement niet goed gaat. We horen graag of de gemeente vanuit welbegrepen eigenbelang de regie wil nemen om het centrummanagement tot een succes te maken. Gaat de programmamanager dat doen en hoe gaat hij dat doen? De vragen die leven bij Stichting Welzijn Ouderen over het steunpunt Achter de Hoven in Sprang-Capelle zijn begrijpelijk. Wij verwachten van de gemeente dat ze voorkomt dat deze beleidswijziging tot het minder organiseren van activiteiten leidt. Graag aandacht daarvoor en graag horen we hoe het college dat gaat proberen te voorkomen. Over het voorstel van De Notenkrakers en de andere zeven verenigingen voor de bouw van een hal ter gebruik van die verenigingen, pleiten wij voor verder overleg omdat de Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
37
bijdragen door de verenigingen ten opzichte van het bedrag dat de gemeente zou moeten bijdragen, wat mager zijn. We willen het voorstel echter niet op voorhand afwijzen. We horen hierover graag de mening van de portefeuillehouder. Voor de AZG en de kinderboerderij verwijzen wij naar onze ondertekening van de moties die daarover ingediend zijn. Wij wensen u met heel ons hart God’s zegen en wijsheid toe om tot een gedragen begroting te komen. De heer Tiemstra: Ik heb twee korte vragen. In het begin van uw bijdrage spreekt u over people, profit and planet, zij het in een andere volgorde. People gebruikte u als tweede aspect en ik meen dat u toen zei dat u vreest dat er onderhuids meer fout gaat dat ons voor ogen staat. Kunt u uitleggen wat u daarmee bedoelt, waarom u dat denkt en wat u eraan gaat doen? Ik heb straks nog een vraag. De heer Van Veelen: Af en toe bereiken ons verhalen, net als u, dat er dingen misgaan. Als ik die verhalen analyseer, begrijp ik soms waardoor het fout is gegaan. Soms niet, maar vaak wel. Het zijn echter maar een aantal verhalen en ik ben bang dat heel veel andere verhalen ons niet bereiken. Er gaan volgens mij dingen mis, waarover mensen geen contact opnemen. Mensen denken: het zal wel, en laten het erbij zitten. Ik wil graag een verslag van de voortgangsgesprekken die gevoerd zijn of worden. Ik wil ook graag weten wat die voortgangsgesprekken hebben opgeleverd voor de cliënt. Als blijkt dat in 2% van de gevallen iets nieuws gedaan moet worden, valt het wel mee. Als echter blijkt dat in 80% van de gevallen iets anders gedaan moet worden, is duidelijk dat het niet helemaal goed gegaan is. Ik wil daar graag duidelijkheid over. De heer Tiemstra: Ik denk dat wij dezelfde nieuwsgierigheid delen. Ik ben blij dat u dit gezegd hebt. Ik heb nog een vraag. U hebt in uw betoog gesproken over de wenselijkheid om de gemeenteraad een of meerdere professionaliseringsslagen te laten maken. Welke slagen staan u daarbij voor ogen? In welk tempo, waarom? De heer Van Veelen: Wij zien in een aantal vergaderingen nogal eens zaken passeren door onszelf – ik zal mijzelf erbij insluiten – waarvan wij denken dat het niet zo gek is dat er niemand op de publieke tribune zit om te komen luisteren. Wij doen wel eens dingen waarvan wij denken dat het geen goede zaak is. Wij zouden hier graag eens met elkaar over willen discussiëren en onszelf daarin verbeteren. Verder is de werkgroep Praat met de raad druk bezig, maar er zijn dingen die we kunnen verbeteren. Wij denken ook dat dit nodig is. De heer Tiemstra: De werkgroep Praat met de raad heeft al een aantal brieven en verslagen opgeleverd. Ik ben zeer benieuwd wat de mensen gaan vernemen die zich tot de werkgroep hebben gewend. U komt met een professionaliseringsslag door de gemeenteraad. Bent u van plan om hiervoor initiatieven te nemen? De heer Van Veelen: Ik heb daarover nagedacht, maar ik heb nog geen concrete initiatieven ontwikkeld. Als u er ook ideeën over hebt, hoor ik die graag. Ik heb nog geen concrete zaken op papier gezet, maar er wel over gedacht. Een aantal initiatieven die ik bedacht had, heb ik alweer afgekeurd. Dus wie weet gaat er nog iets komen. De heer Van Well: Ik heb een kleine vraag voor de heer Van Veelen over de centrummanager. Ik hoorde hem zeggen dat het goed zou zijn dat de programmamanager de functie van centrummanager zou overnemen. Klopt dat?
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
38
De heer Van Veelen: Dat is een leuke suggestie, maar dat is niet de bedoeling. Ik heb aan de gemeente gevraagd om de regie te nemen om het centrummanagement tot een succes te maken. Ik zie dus wel een rol voor onze programmamanager om bijvoorbeeld het centrummanagement, het bestuur en de ondernemers wat dichter bij elkaar te krijgen. Daar zit blijkbaar nogal wat ruis tussen, als we de kranten mogen geloven. Ik hoop dat hij de regie gaat nemen, maar niet dat hij de uitvoerende zaken oppakt die het centrummanagement zou moeten doen. De heer Van Well: Ik vroeg me even af of u het over het laatste nieuws hebt, of over het nieuws van gisteren. De heer Van Veelen: Allebei. De heer Kuijten: Toen de VVD-fractie straks haar betoog hield, startte u een klein debatje over de belastingdruk. Ik begreep toen dat u voorstander bent om de belastingdruk verder te verlagen. Ik zeg u dat omdat u stelt dat € 300.000 ten laste van de exploitatie – dus rente bijschrijven bij die twee reserves – niet nodig is. Dat betekent dat in de exploitatie € 300.000 meer beschikbaar is. Zou u dat geld willen aanwenden voor verlaging van bijvoorbeeld de ozb? De heer Van Veelen: Als dat echt extra beschikbaar zou zijn, zouden we daar zeker over kunnen nadenken. Ik stel het juist voor omdat ik denk dat het helemaal niet kan. Wij hebben dat geld hard nodig om onze kosten te dekken. We hebben dat geld helemaal niet over. Ik weet dat u een pleidooi hield waaruit bleek dat we heel ruim in de slappe was zitten, maar wij hebben het idee dat dit absoluut niet het geval is en dat we overal geld tekortkomen. Daarom hebben we de afgelopen jaren overal op lopen beknibbelen, behalve dan op de grote uitgaven. De heer Kuijten: Ik bestrijd dat van u. Het is niet juist. Ik denk dat wij heel ruim bij kas zitten. De heer Van Veelen: Ik help het u hopen. De heer Van Dongen: Voorzitter. Het lot is ons andermaal niet gunstig, maar dat wij als laatste ons betoog houden, betekent wel dat de heer Van Tuyl integraal kan kennisnemen van de bijdrage van het CDA. Dat is ook een voordeel. We bespreken vandaag de kadernota 2015, het moment waarop we als raad reflecteren op het beleid zoals dat het afgelopen jaar is gevoerd en vooruitblikken op het voor de komende jaar gewenste beleid. Bij de vorming van het coalitieprogramma Krachten bundelen stonden de coalitiepartners een aantal uitdagingen scherp voor ogen. Minder overheid, meer samenleving en het niet bij ieder zich aandienend maatschappelijk vraagstuk onmiddellijk als overheid de regie nemen, maar bevorderen dat oplossingen vanuit de samenleving zelf worden aangedragen en in ieder geval vanuit gedeelde verantwoordelijkheid worden aangepakt. Een tweede punt was invulling geven aan de door het Rijk gedecentraliseerde taken op het gebied van zorg, inkomen en jeugd en ook hier zo veel mogelijk aansluiting zoeken bij de eigen kracht en de mogelijkheden van de burgers. Daarbij was de opgave om de meest kwetsbaren onder ons te allen tijde te ontzien. Een derde punt was ondersteuning bieden aan een zich aandienend licht economisch herstel, waardoor bij een actieve bundeling van krachten en gerichte investeringen Waalwijk op de kaart zou worden gezet als een gemeente waar het goed ondernemen is. Een drietal ambities in een periode van verminderde algemene uitkeringen en bezuinigingen op met name het sociale domein.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
39
Van de huidige collegeperiode is pas een jaar verstreken. Voor het trekken van een eindconclusie is het nog te vroeg, maar bij wijze van tussenbalans spreekt het CDA graag een positief oordeel uit over het tot op heden gevoerde beleid, waarbij we overigens wel enige kanttekeningen plaatsen. Op het sociale domein is het afgelopen jaar veel tot stand gebracht. Met name het optuigen van een organisatie om een voor de gemeente nieuwe opgave op het gebied van Wmo, jeugd en inkomen, te beheersen heeft de nodige inspanning gekost. We hebben de indruk dat met de keuze voor Team WijZ een doelmatige en integrale aanpak tot stand is gebracht. Met de implementatie van het sociaal domein zijn we pas enkele maanden bezig. We hebben nog weinig zicht op de uitkomsten van het beleid op de praktijk van alledag. Werkt het dogma van de eigen kracht? Zijn buren en mantelzorgers in staat en bereid om een helpende hand te bieden? Als dat niet zo is, wordt dan toch in voldoende mate in de hulpvraag voorzien? Valt er echt niemand uit de boot? Signalen uit de samenleving bereiken ons en u dat bejegening en communicatie naar hulp vragende burgers nog de nodige vragen oproepen. Wij vragen het college daarom om klachten en vragen over de uitvoering van het beleid serieus te nemen en waar nodig verbeteringen aan te brengen. Ook als raad dienen wij een vinger aan de pols te houden hoe de vastgestelde beleidsregels in de praktijk landen. Het initiatief om als raad een hoorzitting te beleggen waarbij professionele organisaties, vrijwilligersorganisaties en betrokken burgers hun ervaringen met elkaar en met de raad kunnen delen, juichen wij van harte toe. Het levert ons informatie op en is onbedoeld een uitstekende manier om praktisch invulling te geven aan het raadsbrede lopende project Praat met de raad. De bedrijfsterreinen, Haven 7 en 8 liggen gereed voor uitgifte. Acquisities op deze bedrijventerreinen versterken niet alleen de positie van het grondbedrijf, maar dienen vooral onze ambities op het vlak van arbeidsparticipatie en werkgelegenheid. Met de naderende realisering van de Insteekhaven, N261 en het GOL beschikt Waalwijk over een uitstekende uitgangspositie om zijn ambities op het gebied van logistiek waar te maken en zijn positie als nijverheidsgemeente ook op de middellange termijn te verzekeren. De ontwikkeling en verkoop van nieuwe bedrijventerreinen is één ding, maar de vernieuwing van oude terreinen is weerbarstiger. Daar zal het met de ladder van duurzame verstedelijking toch naartoe moeten. Wanneer gaat het convenant met de Bron om te komen tot de noodzakelijke herontwikkeling nu eindelijk eens gestalte krijgen? Het CDA is ingenomen met de revitalisering van de bestaande kleinere winkelcentra in de wijken. Modernisering en uitbreiding van supermarkten in Bloemenoord, Zanddonk, Waalwijk-Oost, Waspik en Vrijoever Capelle hebben een duidelijke economische spin-off en dragen met de buurthuizen nieuwe stijl bij aan de gewenste sociale cohesie binnen die wijken. Spijtig is het om te constateren dat de uitvoering van het geschiktwonenonderzoek, erop gericht om langer thuis wonen fysiek mogelijk te maken, zo lang op zich laat wachten. Van een pril economisch herstel lijkt het Waalwijkse winkelcentrum nog niet te profiteren. Integendeel. De economische crisis, de opkomst van internetverkoop, de verweesde uitstraling van het Kropholler, ruziënde vastgoedeigenaren en de concurrentie van andere locaties binnen en buiten Waalwijk zetten de eens regionale functie van het winkelcentrum onder zware druk. Het lijkt onvoldoende doorgedrongen dat met het verdwijnen van twee supermarkten uit De Els ook een belangrijker pijler onder het economisch draagvlak van het winkelcentrum wordt weggeslagen. Het is wat het centrum betreft vijf voor twaalf en tijd voor actie. Het antwoord kan niet alleen van de overheid komen. De ondernemers zijn als eerste aan zet. Overigens bewijzen de ondernemers met het nu naar buiten gekomen conflict rondom de centrummanagers zichzelf een slechte dienst. Wij mogen als gemeente echter niet aan de kant blijven staan. Ook wij moeten ons beraden over wat in ons vermogen ligt om de negatieve spiraal te doorbreken en nieuw elan te Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
40
creëren. Bij een goed renderend en aantrekkelijk winkelcentrum zijn tenslotte alle inwoners gebaat. De komst van het SLEM, waarover wij nog deze maand gaan besluiten, zien wij als een uitgelezen kans om het centrum een stevige kwaliteitsimpuls te geven. Wij vinden het bovenal terecht, zoals het college in het raadsvoorstel schrijft, dat de vestiging van het SLEM gepaard moet gaan met een visie en actieplan voor het centrum, zodat de wisselwerking tussen het museum en het centrum maximaal kan zijn. Met de aanstelling van een programmamanager binnenstad voor de borging van een integrale gebiedsaanpak stemmen wij van harte in. Van de voorgestelde integrale aanpak dient naar onze mening ook het parkeerbeleid deel uit te maken. Een goed functionerende binnenstad staat of valt met een goede bereikbaarheid en een parkeerregime dat gasten tot een bezoek verleidt en uitnodigt. Als het kan ook die consumenten die voor hun dagelijkse boodschappen niet per se op het winkelcentrum zijn aangewezen. In de vorige raadsvergadering heeft de raad besloten om voor in ieder geval de periode van reconstructie van de Mr. Van Coothstraat de eerste twee uur parkeren aan de Taxandriaweg gratis te maken. We verzoeken het college om de effecten van deze maatregel te monitoren. Is het alleen een tijdelijke verschuiving van De Els naar de Taxandriazone, of is er wellicht sprake van een autonome toename van het aantal bezoekers? In het laatste geval zou het CDA continuering van de maatregel voor langere termijn bespreekbaar willen maken. Met de centrumontwikkeling in relatie tot het SLEM hebben wij voor Waalwijk en de positie van Waalwijk in de regio een majeure opgave te pakken. Het is omwille van een integrale aanpak ook toe te juichen dat één wethouder, tevens wethouder van de grootste fractie in de raad, de regie op het totale project voert. Een derde punt dat wij vanmiddag naar voren willen brengen, betreft de bestuurlijke samenwerking. Als raad becommentarieerden we eerder dit jaar het rapport van Tops en Zourides. Wij besloten om eerst de bereidheid te inventariseren bij de buurgemeenten voor een gezamenlijke aanpak. We constateren dat van die bereidheid vooralsnog niet veel is gebleken. Beide buren geven aan het vraagstuk van bestuurlijke organisatie naar eigen inzicht en tempo te willen oppakken, waarbij samenwerking met Waalwijk slechts in afgeleide zin aan de orde kan zijn. Jammer, maar het is op dit moment niet anders. Naar aanleiding van de terugkoppeling van de raadswerkgroep aan de raad en het hier aan te geven vervolg, heeft de Partij van de Arbeid met steun van het CDA en andere fracties een motie ingediend. Naast of in plaats van dansen op schalen is het CDA nog steeds voorstander van hechte, niet-vrijblijvende samenwerking met andere gemeenten, bij voorkeur in Langstraatverband. Met belangstelling zien wij uit naar de bestuurlijke reactie van het nieuwe provinciale bestuur op de tussenrapportage die wij het college vragen aan GS aan te bieden. Intussen gaan wij door met ons eigen proces van schaalverdieping, overeenkomstig het project Praat met de raad en staan wij open voor verkennende gesprekken met andere gemeenten en bestuurlijke verbanden over verdere samenwerking. Bij de behandeling van de kadernota 2014 is door de raad een motie aangenomen waarin het college werd opgedragen om de mogelijkheden te onderzoeken en onder nader te bepalen voorwaarden medewerking te verlenen aan de verplaatsing van het huidige hoofdkwartier van de scouting aan de Winterdijk naar het Hoefsvengebied. De raad zou nog in 2014 een voorstel hiervoor ontvangen. Nu zijn we een jaar verder en moeten we constateren dat er nog geen voorstel aan de raad is voorgelegd. Tot op zekere hoogte is dat verklaarbaar omdat ook voor het SLEM nog geen stappen waren gezet. Inmiddels staat dit wel te gebeuren en is deze omstandigheid voldoende aanleiding om een motie met dezelfde strekking als vorig jaar in te dienen. Het dictum is in zoverre aangepast dat we er nu op aandringen het gevraagde voorstel bij de behandeling van de begroting 2016 gereed te hebben. Ik mag de motie namens veel partijen aanbieden. In het dictum van het raadsvoorstel wordt ons gevraagd om in te stemmen met de structurele mutaties op de begroting 2015 met een doorwerking naar de begroting 2016. TeNotulen raadsvergadering 9 juli 2015
41
gelijkertijd weten we dat deze mutaties gebaseerd zijn op ervaringscijfers van slechts enkele maanden. We hebben het hier toch over een structureel nadeel van € 800.000. Ons verzoek aan het college is om deze voorlopige cijfers ten behoeve van de begroting 2016 tijdig te valideren zodat we niet onnodig lucht in de begroting pompen. Ik rond af. In het begin van mijn bijdrage prees ik het college voor de manier waarop het bezig is de grote thema’s op het sociaal, economische en cultureel gebied te realiseren. De aanpak tot op heden geeft vertrouwen voor de toekomst. Op een kritische, maar constructieve houding van het CDA kan het college rekenen. De voorzitter: De motie luidt als volgt. MOTIE 5 De raad, gehoord hebbende: het door de Stichting Scouting Andreas Zijlmansgroep Waalwijk tijdens de inspreekavond op 25 juni jl. herhaalde verzoek aan het gemeentebestuur voor een éénmalige bijdrage in verplaatsing van het Hoofdkwartier aan de Winterdijk 30A naar het Hoefsvengebied ten bedrage van 200.000. overwegende dat: • voormelde stichting al geruime tijd op zoek is naar vervangende accommodatie voor het Hoofdkwartier aan de Winterdijk; • de stichting concrete plannen heeft voor een nieuw HK in het Hoefsvengebied, nabij de locatie van Stichting De Paardenvriend; • de stichting bereid is de huidige accommodatie aan de Winterdijk te verkopen aan de gemeente; • het college blijkens een memo d.d. 26 juni 2015 van de wethouders Keijzers en Brekelmans in principe bereid is planologische medewerking te verlenen aan de nieuwbouw van een HK in de noordoostzijde van het Hoefsvengebied; • blijkens de bij het raadsvoorstel SLEM behorende ruimtelijke verkenning van het nieuwe cultuurgebouw in het centrum, beschikking over de locatie van het HK a/d Winterdijk wenselijk, zo niet noodzakelijk is; • de raad al bij motie van 3 juli 2014 het college heeft opgedragen: 1. de mogelijkheden te onderzoeken om onder nog nader te bepalen voorwaarden medewerking te verlenen aan de verplaatsing van het huidige HK aan de Winterdijk 30A naar het Hoefsvengebied, nabij de accommodatie van Stichting ‘De Paardenvriend’; 2. de raad nog dit jaar hiertoe een voorstel te doen. • dat hij ook niet onwelwillend staat tegenover het verlenen van een eenmalige bijdrage in die verplaatsing; draagt het college op: • in nader overleg te treden met Scouting AZG teneinde na te gaan onder welke voorwaarden medewerking kan worden verleend aan de aankoop en verplaatsing van het HK naar het Hoefsvengebied; • de raad omtrent de uitkomsten van dit overleg te informeren; • de raad voor zoveel nodig tijdig vóór de begrotingsbehandeling 2016 een concreet voorstel met bijbehorend dekkingsplan voor te leggen, en gaat over tot de orde van de dag.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
42
De voorzitter: De motie is ondertekend door de fracties van CDA, LokaalBelang, VVD, ChristenUnie, GroenLinksaf, D66, Partij van de Arbeid en SGP. We gaan schorsen. We zouden om 18.15 uur klaar zijn en pauzeren tot 19.30 uur. Het is nu 18.50 uur en we schorsen tot 20.15 uur. 1.1 Reactie college op de algemene beschouwingen De voorzitter: Ik heropen de vergadering voor de reactie van het college. Ik geef als eerste het woord aan wethouder Brekelmans. Wethouder Brekelmans: Voorzitter. Algemene beschouwingen zijn altijd een heel belangrijk gegeven. Een hoop punten die veel actie vragen van de gemeente alsook reactie van het college. Ik zal puntsgewijs een aantal zaken doorlopen. Sommige zaken hebben een drievoudige insteek voor het college. Ik zal die punten bespreken die in mijn portefeuille zitten. Ik begin met de kinderboerderij. In het coalitieprogramma staat een bezuiniging ingepland van € 7500 in 2016 en € 15.000 in de jaren daarna. Er is een motie ingediend door de SGP, die breed is ondersteund door de raad. In die zin vertolkt ze het gevoelen van het college. We hebben een bezuiniging gehad in het coalitieprogramma en die wordt meestal pondsgewijs weer weggenomen. Dat heeft wel consequenties. In het geval van de kinderboerderij constateren we dat het een activiteit is die volop bloeit in de Waalwijkse samenleving. Soms worden nieuwe wegen ingeslagen, die aanleiding geven om de volgende stappen te doen. Wij hebben een positieve grondhouding ten opzichte van de motie, dat is duidelijk. Wij gaan even kijken naar drie ontwikkelingen: de korting, de verbouwing en de relatie met het dierenpark. Om nu meteen te zeggen dat we alle bezuinigingen terugdraaien, gaat iets te ver. Wat ons betreft is de bezuiniging voor 2016 akkoord en kan die via de algemene reserve worden weggewerkt. Wij willen echter graag met het bestuur van de kinderboerderij verder praten omdat er een aantal ontwikkelingen aankomt die nadere vragen en nadere bestudering behoeven. Het gaat met name over de voorgenomen verbouwing. Ook stijgen de professionele kosten aanzienlijk. We willen uitzoeken hoe dit precies in elkaar steekt, want we zijn bezig met de trend dat vrijwilligers steeds meer werk gaan doen en hier zie je een tegenovergestelde beweging. Dat is een punt van aandacht. Over de staat van onderhoud van het gebouw heb ik een interne rapportage gezien. Het is geen schitterend gebouw, het is een gebouw uit 1978, dus er mankeert best wat aan, maar het is niet in zo’n staat dat het morgen instort. Wat dat betreft moet eerst goed gekeken worden welk onderhoud nodig is. Het onderhoud is regulier gepleegd, ook in overleg met het bestuur. Er is een aantal discussiepunten, zoals het feit dat een rieten dak na tien jaar gestoken moet worden. Het bestuur wil het graag vervangen. In dit soort discussies heb je te maken met kosten maar ook met de vraag waar je het gebouw voor gebruikt en wat de toekomst van het gebouw is. Dat is weer gerelateerd aan de richting die de kinderboerderij op wil. De kinderboerderij wil namelijk verder uitgroeien en uitbouwen op het gebied van educatie. Daar zouden we graag met het bestuur over van gedachten wisselen. Van de begroting willen we verder een helder beeld hebben: hoe is ze opgebouwd, wat zit er in en op welke wijze kunnen we hier verder over praten met elkaar. Wij hopen de resultaten van dit overleg ruimschoots voor de behandeling van de begroting 2016 aan de raad kenbaar te maken, zodat u onze overwegingen kent. Nogmaals, er zit een positieve grondhouding in, maar ik denk dat u ook van het college mag verwachten dat we kritisch en zorgvuldig naar de voorstellen kijken. Mevrouw Ruygt: Ik vind dat u het inderdaad goed moet bekijken, maar er ligt een motie die met heel veel stemmen aangenomen is. Gaat u de motie uitvoeren? U kunt wel zeggen dat u het gaat bekijken, maar ik wil weten of u de motie gaat uitvoeren en hoe u dat gaat doen. Anders hadden we niet allemaal hoeven tekenen. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
43
Wethouder Brekelmans: Ik heb al aangegeven dat we over de bezuiniging voor 2016 een positieve grondhouding hebben. Die bezuiniging kan ongedaan gemaakt worden. Voor 2017 vraagt het nog enige toelichting en informatie met betrekking tot de plannen die ons pas bereikt hebben en waarover we nog geen uitvoerig overleg gevoerd hebben. U mag van ons verwachten dat we niet zonder meer ja zeggen, maar de stukken die ons toegestuurd zijn kritisch bekijken met een positief-kritische blik. Waar zit de potentie, waar zitten de mogelijkheden en waar kun je werken met vrijwilligers, bijvoorbeeld in de vorm van maatschappelijke tegenprestatie. Kortom: hoe kunnen we elkaar verder helpen. Mevrouw Ruygt: Ik begrijp het wel, maar u mag van ons verwachten dat we willen dat een motie wordt uitgevoerd als wij haar ondertekend hebben. Dat wil ik nog even meegeven. Of u het met vrijwilligers doet, prima. Als u het gesprek heeft gevoerd, wilt u dat dan meteen terugkoppelen aan de raad, zodat we weten waar we aan toe zijn? Wethouder Brekelmans: Dat klopt, ik heb net al gezegd dat we op korte termijn terugkomen met onze bevindingen, ruimschoots voor de behandeling van de begroting 2016. Tot nu toe hebben wij positieve en constructieve gesprekken gevoerd met het bestuur van de kinderboerderij. De heer Tiemstra: Ik dank de wethouder voor de positieve grondhouding waarmee hij de uitspraak van de raad en de achterliggende vraag benadert. Ik zou mijn vraag iets anders willen formuleren dan de vorige spreekster deed. Als ik naar uw antwoord luister, hoor ik dat u de motie zorgvuldig hebt gelezen en de gedachte erachter onderschrijft. U gaat in gesprek met het bestuur en komt terug bij de raad. Misschien doorgrond ik het niet genoeg, maar eigenlijk zit er niet zo veel licht tussen uw toezegging en wat er in de motie wordt gevraagd. Of mis ik iets heel elementairs? Wethouder Brekelmans: U mist niet veel. De grondhouding is positief, maar je wilt eerst helderheid hebben over een paar dingen. Als wij iets doen, willen wij kunnen uitleggen waar het besluit op gebaseerd is. Ik heb niet het idee dat de wereld in elkaar stort, maar ik wil een aantal zaken nadrukkelijk onderbouwd en besproken hebben, zodat wij u een goed advies kunnen geven en een goed voorstel kunnen voorleggen. De heer Tiemstra: Dat is eigenlijk waar we om vragen, zowel de grondhouding als de verstandige beoordeling. Ik weet voldoende. Wethouder Brekelmans: Ik ga verder met AZG. Het is een verhaal dat helaas al heel lang speelt. In 2005 waren de eerste plannen voor het museum er al. Ik moet één ding corrigeren. De inspreker van AZG zei dat er vanaf 2014 geen contact was geweest tussen de gemeente en AZG. Aan de hand van overzichten van mailverkeer en gesprekken die hebben plaatsgevonden, aantonen dat de gemeente wel degelijk in gesprek is geweest met AZG. Voortdurend. Alleen in de periode van januari tot en met april niet, maar dat was begrijpelijk want dat was een rustige periode en er zat in die periode geen portefeuillehouder op. In de rest van het jaar zijn er diverse contacten geweest, zowel in vergaderingen als per e-mail. Men is op de hoogte gehouden van de vorderingen. Er ligt een motie die aan helderheid niets te wensen overlaat. Wat ons betreft gaan we akkoord met de inhoud van de motie en nemen we haar over. Er wordt gevraagd om voor de begrotingsbehandeling 2016 een concreet voorstel, inclusief dekkingsplan te overleggen. Dat zullen we doen. U krijgt ook tijdig voor de begrotingsbehandeling de bijbehorende informatie. Wij nemen de motie dus over. Er zijn vragen gesteld over de effectrapportage, maar die beantwoordt mijn collega mevrouw Keijzer. Dat geldt ook voor De Notenkrakers, zij heeft de gesprekken gevoerd met Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
44
De Notenkrakers over de locatie. Die ontwikkelingen zal zij nog een keer uitvoerig met u doornemen en daarbij aangeven welke conclusies kunnen worden getrokken. Op verschillende manieren is gesproken over het centrum: detailhandelvisie, parkeerbelasting en camera’s. Dat zijn allemaal zaken die mijn collega’s op zich nemen. Als centrumwethouder zijn we begonnen de zaak nadrukkelijk op de kaart te zetten. Je kunt de boel niet in één dag op zijn kop zetten. De contacten liggen er, er worden gesprekken gevoerd en wij zijn langzaamaan begonnen, maar nu gaan we tempo maken. Het voorstel is om er een programmamanager op te zetten. Daar zal straks de burgemeester nog iets over vertellen. Dat is immers een personeelsaangelegenheid. In het coalitieprogramma staat dat wij met programmamanagers gaan werken. Dat houdt in dat wij vanuit de organisatie één duidelijk drijvende kracht willen hebben, die de hele organisatie meeneemt in het doen en denken rond het centrum. Dus alle neuzen dezelfde kant uit, tempo maken en zorgen dat we vorderingen maken. Tussentijds zullen we u voortdurend op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Er werd een opmerking gemaakt over het centrummanagement. Ik dacht dat het CDA vroeg of de gemeente daar iets aan doet. Via de regelingen met centrummanagement, de doelstellingen en de samenwerking met verbonden partijen pakken wij de zaak vanuit het centrum op. Het is niet de taak van de gemeente te reageren. Wij hebben geen bemoeienis met het personeelsbeleid. De doelstellingen die wij hebben opgelegd, zijn onze meetlat wat de successen bij het centrummanagement betreft. Het is jammer dat dit op dit moment zo gaat. Maar we gaan ervan uit dat de visie die op tafel ligt, gaat leiden tot synthese en consensus. De heer Van Veelen: Het klinkt heel leuk dat u zegt dat de gemeente er niet over gaat. Maar het haalt onze bemoeienis onderuit, het heeft consequenties voor ons. Als wij miljoenen steken in verbetering van het centrum en zij helpen dat even om zeep, dan is het niet handig om te zeggen: wij gaan daar niet over en doen er niets aan. De heer Brekelmans: Of ik heb het verkeerd gezegd of u begrijpt mij verkeerd, maar onze bemoeienis gaat niet richting personeelsbeleid. Die heeft vooral te maken met de taakstelling die we hebben opgelegd. Daar zijn ook onze reclamebudgetten op gebaseerd om activiteiten te laten organiseren. Er komen vanuit het centrummanagement voorstellen. Als er een budget is van pakweg € 150.000, gevoed door de reclamebudgetten plus de eigen bijdrage van De Els, dan is er met een kostenplaatje van huisvesting, personeel en evenementen van circa € 60.000 maar weinig speelruimte om de dingen te doen die je wilt doen. Ik kan me voorstellen dat er dan een heroverweging plaatsvindt: waar leggen wij de prioriteiten? Zijn wij een evenementenbureau dat in de krant staat of zijn wij bezig met het centrum en doen we ook andere dingen dan evenementen? Ik denk dat dat onze meetlat is. Nogmaals, als er personele problemen zijn dan is dat een interne aangelegenheid waar wij niet naar kijken. Wij kijken naar het doel dat wordt nagestreefd en in hoeverre dat doel wordt bereikt. De heer Van Veelen: Ja, dat is helemaal waar. Maar het probleem is de miscommunicatie tussen de ondernemers en het centrummanagement en het bestuur daarvan. Daar blijkt dat de winkeliers niet eens weten waar hun eigen bestuur mee bezig is, als je de kranten moet geloven. Daar gaan dus dingen fout en daar zouden wij graag zien dat de gemeente regie neemt om dat weer bij elkaar te brengen. Welke centrummanager dan wordt benoemd en hoe hun prioriteiten liggen, is dan niet zo belangrijk. Maar wel dat dat bij elkaar komt. Wethouder Brekelmans: Er zijn informele gesprekken geweest over de aard van de problematiek. Wij volgen het en proberen het te sturen. We hebben de met uw raad gemaakte afspraak over evaluatie van het fenomeen centrummanagement nu gepland voor september. Die stond al gepland voor de tweede helft van dit jaar. Daar komt dit soort zaken aan de orde. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
45
Ik kom bij het verhaal van het stimuleringsfonds. Het is een goed idee een werkbudget beschikbaar te hebben voor het centrum. Als we een programmamanager hebben die niets omhanden heeft, omdat er wel werk is maar geen budget, dan is het goed om dat uit te voeren. Maar het is nog wat prematuur. Het moet nog handen en voeten krijgen. Zodra een programmamanager actief is, zullen wij dat handen en voeten geven. Gedacht wordt aan cofinanciering. Wij zeggen tegen de ondernemers nog steeds dat wij best iets willen doen, maar dat zij ook een duit in het zakje moeten doen. Niet alleen door mee te denken, maar ook financieel. Misschien dat de vorm van cofinanciering de budgetten groter kan maken. Als er € 100.000 is, dan is dat weer het niveau van het centrummanagement. Dat lijken geweldige bedragen, maar in de ontwikkeling van een centrum kun je er niet zoveel mee, behalve het proces sturen, op gang brengen en zorgen dat mensen met elkaar in contact komen, wat moet leiden tot een positieve houding naar het centrum, met activiteiten en dat soort zaken. De heer Ottens: Dank in ieder geval voor de positieve grondhouding van het college hierin. Ik proef uit de woorden van de wethouder dat hij het opvat als een werkbudget van het programmamanagement. Dat zal daar natuurlijk invloed op hebben, maar de essentie is juist dat de gemeente ook een handreiking doet richting de ondernemers. Laat de ondernemers, bewoners en culturele instellingen meepraten en meebeslissen. Niet alleen over de besteding, maar ook over kaders en randvoorwaarden. Het moet niet de gemeente zijn die financiert, het moet juist de bedoeling zijn om met dat geld achter de hand nieuwe initiatieven en innovatieve ideeën te stimuleren. Dat is ook het idee achter de motie. Dat proef ik nog niet zo uit de woorden van de wethouder. Wethouder Brekelmans: Dan wil ik uw smaak meteen versterken. Dat is inderdaad de bedoeling. Het is niet zo dat hier een programmamanager budget gaat bepalen. Het moet vooral interactief en via netwerken zijn vorm krijgen. Het moet iemand zijn die naar de mensen luistert en daar zijn informatie ophaalt. Het moet ook in gezamenlijkheid gebeuren. De oude situatie is dat er veel van achter het bureau werd bedacht. De nieuwe situatie is dat we een gezamenlijke opdracht hebben. De vastgoedeigenaren, de ondernemers in het centrum en de mensen van de culturele voorzieningen, moeten de inkleuring geven van verschillende onderdelen van het centrum. Van gebouw tot evenement etc. Uw opmerking is wat ons betreft terecht en ook in overeenstemming met onze intentie. De heer Kuijten: Ik vind het plezierig te horen dat de wethouder vindt dat er ook een werkbudget moet zijn. Hij legt juist de verbinding tussen het centrum en bijvoorbeeld het SLEM met bijvoorbeeld de programmamanager. Prima, dat is ons idee ook. De heer Ottens komt met een voorstel waarbij het fonds wordt gedekt door de parkeergelden. U weet dat het parkeergeld wordt gevormd door het mobiliteitsfonds. Ieder jaar moet € 900.000 tot € 1.000.000 worden afgestort voor het bekostigen van verkeersmaatregelen. Die parkeerpot raakt een beetje leeg. Hoe denkt u dat structureel te blijven voeden? De heer Ottens: Dat is eigenlijk heel eenvoudig. Eigenlijk is deze periode bedoeld om vragen te stellen aan het college. We zien dat de parkeerinkomsten achteruit lopen. Dat houdt verband met de onaantrekkelijkheid van het centrum. Zo’n fonds is bedoeld om de aantrekkelijkheid van het centrum te stimuleren en zo meer bezoekers naar het centrum te laten komen, dus ook meer parkeerders. Op een gegeven moment zou dat geld zichzelf terug moeten verdienen. De heer Kuijten: In de raad wordt er juist over gesproken de parkeerinkomsten verder naar beneden te halen ter stimulering van het centrum. U zegt dat ze alleen maar gaan stijgen.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
46
De heer Ottens: Nee, nee. De parkeerinkomsten dalen juist. Tijdens de bijeenkomst die het CDA vorige week organiseerde, waar ik helaas niet bij kon zijn, wordt heel duidelijk een relatie gelegd tussen het bezoek aan het centrum en het aantrekkelijk zijn van het centrum. De parkeerbelasting is daar helemaal niet belangrijk voor. Men komt voor het centrum, niet om er gratis te parkeren of betaald te parkeren. De heer Kuijten: Ik heb nog een vraagje aan de wethouder als dat mag. U zegt dat het aantrekkelijk is een werkbudget te hebben. Wat is er dan op tegen zo’n werkbudget zo snel mogelijk in het leven te roepen? Wethouder Brekelmans: Er zal eerst iemand moeten komen met concrete activiteiten. Als je niet weet om welke activiteiten het gaat en voor welke bedragen die worden aangeboden, kun je niets doen. Dat kan pas als iemand zegt: wij zijn van plan dit te doen en dat kost zoveel; wat vindt u daarvan, college en gemeenteraad? De heer Kuijten: Volgende week donderdag wordt in deze raad de beslissing genomen over het SLEM. Dan zou het goed zijn als daaraan parallel een werkbudget loopt om dat te integreren met het centrum? Wethouder Brekelmans: Die integratie is heel belangrijk en feitelijk ook het uitgangspunt. In de commissie heb ik gezegd dat het SLEM op de rails moet worden gezet. Er moet niet alleen iemand continu binnen SLEM zijn. Er moet ook meteen een verbinding worden gelegd met het centrum van de stad. Er is bij herhaling gezegd dat de komst van het museum naar het centrum een heel belangrijke pre is. Dat gaat leiden tot een aanvliegende werking van alles wat in het centrum gebeurt. Je hoeft niet te zoeken, je krijgt de kans. Die kans moet benut worden. Er zijn twee partijen. Een daarvan gaat verder dan alleen de SLEM en is bezig in het centrum en iemand die vanuit de SLEM de netwerkverbindingen legt en daarmee aan de slag gaat. Zo ontstaat de interactie tussen iedereen die in het centrum te maken heeft met evenementen, winkels en horeca. We leggen een lus naar de SLEM. Die komt niet geïsoleerd te staan, maar heeft een verbinding met de rest van het centrum. De heer Kuijten: Ontraadt de wethouder nu de motie van de Partij van de Arbeid of zegt hij: houd haar nog even in beraad en kom er binnen nu en een paar maanden mee terug? Wat doet het bestuur met de motie? Wethouder Brekelmans: Er is een positieve grondhouding, maar op dit moment is er te weinig materiaal om haar te honoreren of af te raden. We willen haar best in beraad houden. De motie heeft goede elementen en we komen er zeker op terug. De heer Kuijten: Ik vind het heel mooi dat u overal een positieve grondhouding heeft, dat zijn prachtige gevleugelde woorden, maar ik hoor graag wat concreters, om te bepalen wat wij straks in de stemming moeten doen na uw advies met betrekking tot de motie van de PvdA. U bent daar niet duidelijk in. De heer Ottens: Even in navolging op wat de heer Kuijten aangeeft. Het is hartstikke leuk om een programmamanager aan te stellen en op 2 januari een bureau en een computer neer te zetten. Maar als er verder niets is … Onze motie is juist ook bedoeld als pleidooi om het proces om te keren. Ga alvast met ondernemers, culturele instellingen etc. aan de slag door kaders te stellen. Reserveer daarvoor ook een budget waarmee je een handreiking kunt doen, zodat er op 2 januari ook een meer concrete opdracht voor de programmamanager ligt. Anders zijn we straks bij de begroting voor 2017 weer aan het praten over een budget.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
47
Wethouder Brekelmans: Het geld groeit Waalwijk nog steeds niet op de rug. Dus op de vraag van de heer Kuijten adviseren wij de motie niet aan te nemen. Ik blijf bij het begrip ‘positieve grondhouding’. Iedereen weet wat er wordt bedoeld. We bevriezen haar even en komen er te zijner tijd op terug. Op dit moment is het echter te prematuur om daar een bedrag en activiteiten aan te koppelen. Op het museum ga ik op dit moment niet in. Volgende week is de volgende raadsvergadering. Die staat onder andere in het teken van het SLEM. De transities zijn in beeld geweest. Collega Bakker zal er meer over vertellen als coördinerend wethouder. Ik kan vertellen dat de behoefte die de raad uitspreekt ook bij het college bestaat: helderheid met betrekking tot het verloop van de transities. U heeft vanuit jeugdhulp een tussentijdse stand van zaken ontvangen via de regio Tilburg. Dat zijn cijfers gebaseerd op activiteiten in het eerste kwartaal van het jaar. Er komt in september een tweede rapportage en een derde in november. Langzamerhand krijgen we dan een beeld van zowel de financiën als de inhoud van dit traject. U kunt in de informatiebrief lezen wat de ontwikkelingen zijn. Daar komen wij op terug als wij de volgende rapportage krijgen. Dan volgt een nieuwe raadsinformatiebrief. Mevrouw Ruygt: Dit is informatie die wij uit Tilburg hebben gekregen. Wij doen als Waalwijk toch zelf ook dingen op ter terrein van jeugdhulp? Wethouder Brekelmans: U heeft daar voor 100% gelijk in. Ook Waalwijk heeft zijn zaakjes netjes op orde. Wij kunnen binnen een paar weken een overzicht geven van de activiteiten tot en met 30 juni. Met name financieel, want inhoudelijk is het toch even zoeken naar de nieuwe manier van werken. De gemaakte kosten zijn tot 1 juli aardig in beeld gebracht. Daarover zullen we u informeren, als bijlage bij de informatiebrief. Mevrouw Ruygt: Het is leuk om de financiële gegevens te krijgen, maar ik vind het belangrijker wat er met die mensen gebeurt. In het begin wist een aantal cliënten nog niet waar ze naartoe moesten. Hun zorgverlener bleef niet in de regio werken. Ik zou graag willen weten of dat nu wel in orde is gekomen. Dus als u dat zou willen uitzoeken en dat eraan zou willen toevoegen, heel graag. Wethouder Brekelmans: Ik kan alleen maar zeggen dat het heel moeilijk is om de daadwerkelijke ontwikkelingen te zien. Wij zouden 1300 jeugdigen moeten kunnen verwachten. In de praktijk komt dat heel anders uit, omdat een aantal jongeren die hulp nodig hebben, zich pas melden als de indicering is afgelopen. Je weet niet precies wat er binnenkomt. Ondertussen komt er een nieuwe doelgroep binnen. De eerste maanden zijn vooral besteed aan het opstarten, de grootste moeilijke zaken meteen oppakken, dus je hebt niet meteen een compleet, helder overzicht. Het is een beetje troebel water dat zo snel mogelijk helder moet worden. Maar er zijn in elk geval geen rampen gebeurd met betrekking tot het helpen en doorverwijzen van urgente klanten. Mevrouw Ruygt: Ik hoop toch dat u een beetje wilt uitzoeken wat er met de mensen is gebeurd waarvan de zorgverlening hier ophield. Die mensen zouden tussen wal en schip vallen, omdat de zorgverlener niet bereid was hen naar een vervanger te sturen. Dat is waar mijn fractie zich ongerust over maakt. Wethouder Brekelmans: Dan hebben wij dezelfde zorg. Alleen heel Nederland zit met het probleem dat het moeilijk is de financiën in beeld te brengen. Dat is gelukt. Nu krijgen we de vraag waar het geld naartoe gaat en wat daarvan de consequenties zijn. Dus de behoefte die u heeft die bestaat nadrukkelijk ook aan de kant van het college. We hopen daar binnenkort veel meer zicht op te hebben doordat we nu eindelijk aan het werk kunnen in plaats van dingen te moeten organiseren en regelen.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
48
Ook de ontmoetingsfuncties komen volgende week terug. LokaalBelang heeft een opmerking gemaakt over wijkinitiatieven. € 50.000 extra, waarover een tekst in de voorjaarsnota zou afwijken van wat de intentie is. Laat duidelijk zijn: voor maatschappelijke initiatieven is € 100.000 beschikbaar. Daar komt € 50.000 voor sociale initiatieven in de wijk bij. Dat brengt het totaal op € 150.000. Er wordt ook een link gelegd naar de ontmoetingsfunctie. Die activiteiten worden daaruit betaald. Om iedereen attent te maken op de nieuwe ontwikkeling, is ook het leggen van verbindingen en het informeren van personen opgenomen, zij het met een incidenteel karakter. Voor maatschappelijke en sociale initiatieven blijft € 150.000 beschikbaar. Verbinding en informatie is met name bedoeld als een actie om de ontmoetingsfunctie goed op de kaart te krijgen en de mensen daarop attent te maken. Er zijn nog een paar opmerkingen gemaakt over De Leest. De bijdrage van De Leest zelf was € 500.000. Uit de recente gesprekken begrijp ik dat ongeveer vier vijfde van die € 500.000 binnen is. Er moet nog zo’n € 70.000 à € 80.000 bij elkaar worden gesprokkeld. De gemeente verstrekt daar geen extra bijdrage in. Ze zullen het moeten doen met wat er binnenkomt. Er is nog een opmerking gemaakt over de programmering. Er ligt een brede opdracht. In het theaterwereldje verminderen de bezoekersaantallen momenteel. De Leest heeft daar nog geen last van. De kleine zaal geeft een nieuwe impuls. Als een eigen ruimte voor De Notenkrakers en voor andere verenigingen realiteit zou worden, mag dat geen nadelige consequenties hebben voor het huidige gebruik en het toekomstige gebruik van de kleine zaal van De Leest. Anders zouden we elkaar kunnen beconcurreren. Mevrouw Ruygt: Toen wij bij De Leest waren, is ons verteld dat de kleine zaal gebruikt zou kunnen worden voor eindejaarsvoorstellingen van de basisscholen. Wij hebben nu te horen gekregen dat de prijzen zo hoog worden dat dat niet betaalbaar is. Klopt dat, weet u daar iets van? Dan hebben we een kleine zaal die niet wordt gebruikt voor wat ons is voorgespiegeld. Wethouder Brekelmans: De kleine zaal is multifunctioneel. Films vormen een belangrijke pijler. De kleine lokale amateurgezelschappen krijgen er een plek in. De Leest moet zijn kosten in rekening brengen. Voorheen had de gemeente een compensatiesubsidie in het leven geroepen voor voorstellingen in de grote zaal. Maar op die regeling is voor een flink deel bezuinigd. Dat dat op dit moment een probleem zou zijn, is ons nog niet bekend. Maar dat het op dit moment een probleem zou zijn, is ons nog niet bekend. Mevrouw Ruygt: Het probleem is bij ons dus wel bekend. Ze zijn bij ons gekomen met de klacht dat de huren veel te hoog worden. Zo hoog dat ze er geen gebruik van kunnen maken. De heer Brekelmans: De heer Ottens stelde een vraag over dementie. Waalwijk geldt als dementievriendelijke gemeente en is een van de voorlopers op dat terrein. Binnenkort wordt de pilot na vijf jaar vermoedelijk afgebouwd. De resultaten stemmen tot tevredenheid. Van activiteiten die al langer lopen is de vraag of daar geen alternatief voor kan worden bedacht. Wij vragen daar geen nieuwe budgetten voor. Maar de nieuwste ontwikkelingen willen wij een kans geven. Dan gaat nieuw beleid ten koste van oud beleid. We verstrekken dan geen aanvullend krediet, maar met de beschikbare middelen kunnen we ook anders gaan werken. Mevrouw IJpelaar: Volgens mij hebben we niet om geld gevraagd. Wij hebben gevraagd of u voor de begrotingsvergadering wilt komen met een actieplan om Waalwijk op de kaart te zetten. U zegt wel dat we een dementievriendelijke gemeente zijn, maar dat moeten we dan ook uitstralen. Met uitstralen bedoel ik dat als iemand die dementeert bij
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
49
Kruidvat een dropje meeneemt, niet meteen de politie wordt ingeschakeld. Dat bedoel ik met op de kaart zetten. Volgens mij hebben wij niet om geld gevraagd. De heer Brekelmans: Wat u noemt, is inderdaad een heel belangrijke ontwikkeling. Er zijn bedrijven die het personeel trainen om dementie te herkennen en daarmee om te gaan. De gemeente kan dat niet voor heel Waalwijk regelen. Je kunt pondsgewijs omschakelen van oud beleid naar nieuw beleid. Ik noem dat dan het door u gevraagde plan van aanpak. Bij het vijfjarig bestaan zullen we nog eens aandacht vragen voor de problematiek en zullen we onze koers bijstellen in de gewenste richting, zonder extra geld te vragen. Ik vraag dus niet om geld. Dan weet u dat in elk geval. De heer Kuijten: Ik neem aan dat de wethouder aan het eind van zijn betoog is. Dan heb ik toch nog even een vraagje. Ik dacht dat de motie van LokaalBelang nog aan de orde kwam over de accommodatie van De Notenkrakers en zeven andere verenigingen. De voorzitter: We hebben al aangegeven dat die motie door wethouder Keijzers wordt behandeld. De heer Kuijten: Ik begrijp dat niet goed, voorzitter. Het betreft sociaal-culturele verenigingen. Het gaat hier over accommodaties, het gaat hier over de subsidieverordening, waarom wordt dat behandeld door een wethouder die gaat over onroerend goed? De voorzitter: Wij willen u over van alles en nog wat tekst en uitleg geven, maar het is een interne zaak van het college om te bepalen wie antwoordt. Het argument is zojuist al gegeven: mevrouw Keijzers heeft tot op dit moment de onderhandelingen gedaan. Dus u hoort zo dadelijk meer van haar. Zijn er nog vragen aan wethouder Brekelmans? Dat is niet het geval. We gaan verder met wethouder Bakker. Wethouder Bakker: Voorzitter, leden van de raad, geachte aanwezigen op de publieke tribune. Ik heb met interesse zitten luisteren naar alle bijdragen. Daar heb ik ook wat vragen in mijn richting uit kunnen destilleren. Ik zal daar in het kort op ingaan. De heer Tiemstra heeft gevraagd om een update over de mantelzorgers. Daar wordt druk aan gewerkt. In de raadsinformatiebrief van maart jl. wordt gemeld dat we u na de zomer verder informeren. Ik weet niet of het verstandig is nu een beknopte tussenstand te geven. Gebleken is dat het aanleggen van een register van mantelzorgers nogal een klus is. Het verzamelen van namen, adressen, woonplaatsen en dergelijke gegevens is om allerlei redenen lastig. Wij gaan wel zorgen dat het mantelzorgcompliment, zoals dat zo mooi heet, wordt ingevuld in de vorm van activiteiten en stoffelijke waardering. Dat is even de sneak preview op het mantelzorgverhaal. Wij komen daar na de zomervakantie dus formeel op terug in de raad. De heer Tiemstra: Het is goed dat de mantelzorgers straks in beeld zijn. De tussenstand is voor dit moment voldoende beantwoord. Als u straks alle mantelzorgers in de gemeente Waalwijk in beeld heeft, kunt u dan nog meer met die gegevens doen? Het gaat dan om het geven van ondersteuning en begeleiding en het meedenken bij de problemen die mantelzorgers ervaren. Ik noem één voorbeeld. De vakantie staat voor de deur. Mantelzorgers zouden misschien ook graag op vakantie willen, maar kunnen dat niet. Kan er worden samengewerkt? Ik noem maar iets. Met andere woorden, kan er iets worden gedaan met die gegevens als al die mensen in beeld zijn? Wethouder Bakker: Natuurlijk. De bedoeling is dat mantelzorgondersteuning verder gaat dan het wettelijk verplichte mantelzorgcompliment invullen. De coaches die in de huishoudens komen waar mantelzorg wordt geboden, moeten er kien op zijn dat de aanwezige mantelzorgers dat werk kunnen blijven doen. We hebben ondersteuning van het ExNotulen raadsvergadering 9 juli 2015
50
pertisecentrum Familiezorg. Er moeten cursussen beschikbaar komen om mensen te wijzen op de gevaren van het afbranden en overbelast raken als gevolg van mantelzorg. Het is niet zo dat wij zo meteen het lijstje hebben van vierduizend mensen die in het verleden een mantelzorgcompliment hebben gekregen. Dat zal moeten worden opgebouwd. Het wordt een combinatie van inschakeling in maatwerk met coaches en daarnaast in het generieke, dus invulling van het mantelzorgcompliment zoals dat is bedoeld. Dat is dus een combinatie van activiteiten en stoffelijke waardering. Dat was vroeger in de vorm van geld, in dit geval denken we dat geld niet de juiste vorm is. We kiezen dan voor cadeaubonnen of iets dergelijks. Daar wordt over gedacht. De heer Tiemstra: Wij zien uit naar de informatie. Ik hoop en verwacht in die informatie ook een plan van aanpak voor begeleiding tegemoet te zien. Wij zullen er dan verder over spreken, bij gezondheid. Wethouder Bakker: GroenLinksaf snijdt het onderwerp Bijzondere Bijstand aan. Wie die ontvangt, moet kunnen bewijzen dat bepaalde uitgaven zijn gedaan. GroenLinksaf vraagt of dat niet leidt tot problemen. Ik heb daarover informatie opgevraagd bij Baanbrekers, dat de Bijzondere Bijstand uitvoert. Zij geven aan dat dat achteraf wordt betaald, omdat eerst verantwoording moet worden afgelegd. Als mensen het niet kunnen voorschieten, kan maatwerk worden verleend. Dit is wel afhankelijk van de hoogte van het bedrag. Er is in Waalwijk geen sprake geweest van een verzoek om een voorschot voor Bijzondere Bijstand bij huishoudelijke hulp. Ik weet dus niet of het aangekaarte probleem daadwerkelijk speelt. Maar het is met veel van deze dingen zo. GroenLinksaf vraagt ook nog naar de Diamant Groep, het werkbedrijf van Tilburg en omstreken. Ik wil daarbij aangeven dat de Diamant Groep en Baanbrekers moeilijk te vergelijken zijn. De Diamant Groep is een werkbedrijf, Baanbrekers is een combinatie van sociale dienst en werkbedrijf. Bij de sociale dienst in Tilburg zult u die zwarte cijfers niet aantreffen. Wel wordt er heel intensief samengewerkt met de Diamant Groep. Op het gebied van de baanafspraken, voorheen bekend als garantiebanen, werken we heel nauw samen met de Diamant Groep, het Regionaal Werkbedrijf. In de Integrale werkgeversaanpak via het Servicepunt Werkhart wordt met de Diamant Groep samengewerkt. In de aanpak van de jeugdwerkeloosheid is dat het geval. Er is ook een beleidsoverleg Hart van Brabant waarin Baanbrekers met de Diamant Groep zit. U vraagt om samenwerking, maar misschien bedoelde u fusie. De heer Den Braven: Er is natuurlijk een aantal ontwikkelingen waardoor dit onderwerp actueel is geworden. We hebben er ook in het verleden in die termen over gesproken. U zegt dat Baanbrekers meer omvat. Het is ook de Sociale Dienst, dat klopt. Maar voor bijvoorbeeld de WSW-afdeling zou dat prima kunnen gelden. We hebben daar in het verleden ook op die manier over gesproken. Dat is de reden dat ik al meerdere keren heb gevraagd in hoeverre het al gebeurt. Waarom slaan we die stap nu over? Ik hoop dat we dat in de nieuwe realiteit niet meteen gaan doen. Dat was eigenlijk de vraag. En fusie? Ach, ja. Het is maar hoe je het wilt noemen, hè? Wethouder Bakker: Dat is omdat ik aangeef dat samenwerking al bestaat. Daar zit het niet in. De enige stap die ik daarna kan bedenken, is het bewerkstelligen van synergie doordat bepaalde organisaties samen één organisatie worden. Daar zien wij binnen het dagelijks bestuur van Baanbrekers tot op heden geen aanleiding toe. Maar wie weet wat er nog komt of gebeurt. Dat is deels afhankelijk van hoe de markt zich ontwikkelt. Maar u vroeg aan mij waarom niet nu al. Dat is omdat wij als DB dat op dit moment niet als prioriteit zien. LokaalBelang vroeg een reactie op de bijdrage van de KBO Waspik. Het is erg lastig daarop te reageren omdat er voornamelijk een onderbuikgevoel werd gepresenteerd. Ik hoorde in twee bijdragen het voorbeeld van de cliëntadviseurs die te horen hadden gekregen dat het cliëntenadvies niet werd gewaardeerd. Volgens mij gaat het om een en Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
51
hetzelfde geval. Concreet weet ik dat niet, concreet wordt mij weinig gemeld. Ik heb onlangs nog een discussie over ditzelfde onderwerp gehad bij de Wmo-Adviesraad. Het verslag is daar vrij breed gepresenteerd. Ook toen heb ik gezegd dat ik met onderbuikgevoelens en een algemeen gevoel weinig kan. Kom nu eens met concrete zaken waar het niet goed is gegaan. Ik heb vorige week bij het overleg met de Wmo-Adviesraad nul casussen aangedragen gekregen. Als er dingen niet goed gaan, is het in ieders belang, niet in de laatste plaats van degene die het betreft, dat we de signalen ook echt doorkrijgen en dat het niet blijft hangen het signaal dat het niet goed gaat. Anders krijgen we geen beeld van wát er dan niet goed gaat. Dat was een van de zaken die mij opviel in de bijdrage van KBO Waspik. De heer Tiemstra: U hoort voorbeelden van verschillende kanten. Het lijkt me dan de moeite waard daar iets mee te doen. Dan zal er ongetwijfeld iets van waar zijn. Ik merk dat u in uw beantwoording de fracties langsloopt. Dat doet vermoeden dat u onze bijdrage al gehad heeft. Ik heb in onze bijdrage drie concrete voorbeelden genoemd. Als u wilt, kan ik ze nog een keer herhalen. U hebt ze gelezen, oké. Dat lijkt mij redelijk concreet. Ik zou daar toch graag een reactie van u op hebben. Wethouder Bakker: Ik heb ze niet voor mij liggen, maar één ervan is de situatie waarin iemand een huis bezit en daar weinig hypotheeklasten op heeft. Dat het huis vrij is, komen we vaker tegen bij mensen die al wat op leeftijd zijn. Kennelijk komt deze mevrouw niet in aanmerking voor Bijzondere Bijstand. Zij moet een hypotheek op haar huis nemen. Ik begrijp dat je een huis niet letterlijk kunt opeten. Er zijn wel regelingen voor. Stel dat twee mensen naast elkaar wonen. De ene heeft een huis met een volle hypotheek erop, de ander heeft een huis zonder hypotheek. Dat betekent dat er nogal wat verschil is in woonlasten. De ene persoon is € 600 à € 700 kwijt aan huur, de andere persoon woont bijna gratis, afgezien van de kosten die hij aan zijn huis heeft. Dan is het logisch dat er een verschil zit in het besteedbaar inkomen. De regels van de Bijzondere Bijstand zeggen dat wie dat vermogen heeft, de bijstand niet krijgt. Dus uw voorbeeld kan ik redelijk thuisbrengen. Iemand die geacht wordt drie uur huishoudelijk hulp zelf te kunnen betalen door het bezit van een huis en daarom die Bijzondere Bijstand niet krijgt. De heer Tiemstra: Het ging me met name om de gedachte. Iemand van 95 jaar die de huishoudelijke hulp niet zelf kan betalen, krijgt het advies een hypotheek op haar huis te nemen. Hoe kan iemand van 95 een hypotheek op haar huis krijgen? Wat is dit voor antwoord? Wethouder Bakker: Nou, dat zal dan zo overgekomen zijn, maar dit is niet de regeling. De regeling is dat zij niet een hypotheek bij een bank neemt. Baanbrekers is in zo’n geval de geldverstrekker. Dat geld krijgt Baanbrekers dan terug bij verkoop van het huis. Het is dus niet echt een hypotheek, wel een hypothecaire belasting op haar huis. Als het huis vrijvalt, bijvoorbeeld als mevrouw overlijdt, wordt het inmiddels opgebouwde bedrag in mindering gebracht op de koopsom. De heer Tiemstra: Dus Baanbrekers is eigenlijk een soort bank. Dan gaan we naar het derde voorbeeld: Op HbH-2, de wat zwaardere vorm van huishoudelijke hulp, heeft men pas recht ‘als het overlijden is te verwachten binnen zes weken tot twee maanden’. Nog even afgezien van de basisvraag hoe iemand dat van tevoren kan voorspellen … Wethouder Bakker: Dat is ook niet juist, ik kan het antwoord gelijk geven. De heer Tiemstra: Nou, dan zoek ik dat uit en kom ik erop terug. Maar hoe zit het dan volgens u, wethouder?
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
52
Wethouder Bakker: Het gaat om regie kunnen voeren. Dat kan ook bij beginnende dementie. Als daar een verklaring van is, komt u ook in aanmerking voor HbH-2. Daar hoeft u niet voor te overlijden. De heer Tiemstra: Dus wat er gezegd is, namelijk dat het overlijden binnen zes weken tot twee maanden verwacht wordt, is dus niet waar? Wethouder Bakker: Nee, ik weet niet waar dit vandaan komt. Dit is een casus die globaal wordt omschreven. Ik zou graag horen in welke casus dit is gezegd en door wie. De heer Tiemstra: Maar uw grondhouding is dat wat hier is gezegd, niet kan. Wethouder Bakker: Dat kan niet, nee. De heer Tiemstra: Helder. Wethouder Bakker: LokaalBelang stelt een vraag over economie en werkgelegenheid. Hoe kan het dat er zo veel banen bijkomen in Waalwijk en er maar zo weinig mensen wegstromen bij de uitkeringen? In het algemeen hebben wij het over banen waar geen opleiding voor nodig is. Het gaat hier over Transport & Logistiek, ik noem het even Fulfillment. Dat is een van de meest arbeidsintensieve vormen van logistiek. Daar is geen specifieke opleiding voor nodig. Toch hebben wij 1600 mensen in de bijstand zitten, waarvan een deel al heel lang. De langste uitkering in Waalwijk loopt 41 jaar. Maar er zijn heel veel mensen bijgekomen in de afgelopen jaren. We zaten een paar terug op 900 mensen, nu op 1600. Als u dit vindt, dan hoop ik dat u mij toestaat dat ik wat harder ga inzetten op het op gang helpen van mensen in de bijstand in dit soort banen. Dan ga ik daarop inzetten via Baanbrekers. Dan gaan we toepassen dat mensen bij het weigeren van dit werk te maken krijgen met de beschikbaar staande sancties. Ik ben daar zelf een groot voorstander van, maar daar heb je politieke rugdekking voor nodig. De heer Van Hamond: Van het bestand bij Baanbrekers heeft 40% à 50% een lboopleiding. Ik zou zeggen: investeer in de opleiding van deze mensen, zodat ze een niveau hoger komen. Zodat ze dat werk wel kunnen doen en moeten doen. Het is niet alleen een vraag van willen, maar ook van moeten. Maar dan is het wel zaak dat ze eerst zijn opgeleid. Zou er dan niet meer geïnvesteerd kunnen worden in opleiding? Dat zou betekenen dat er straks wat minder buitenlanders in Haven 7 en Haven 8 zitten en wat meer Waalwijkers. Wethouder Bakker: Voor het overgrote deel van die banen volstaat een lbo-opleiding. Er zijn ook wel andere taken. Voor mensen die een vorkheftruckdiploma moeten hebben, wordt op dit moment in de regio Hart van Brabant hard gewerkt aan mogelijkheden om die opleiding te kunnen volgen. Ook Baanbrekers is er erg kien op dat mensen die de capaciteiten hebben, dat soort werk kunnen gaan doen. Toch is het zo dat veel jobs niet worden ingevuld. Nu krijgen we er meer bij. Wij zijn er sterk op gebrand deze mogelijkheid van baanverruiming aan te grijpen om het aantal mensen in de bijstand naar beneden te brengen. Ik wil daar heel graag zeer actief mee aan de gang. Maar dat betekent dat we bij de mensen bij wie de motivatie ontbreekt, wij hen moeten helpen die motivatie voor ze te vinden. Dan is er gevraagd waar de evaluatie van Seth 1.0 blijft. Volgende week krijgt u deze, in welke vorm dan ook. Of het nu de interne evaluatie is of een andere, er komt een begeleidend briefje bij, volgende week heeft u die evaluatie. De Partij van de Arbeid vraagt naar Team WijZ: is het wel op orde met die drie decentralisaties? Wij spreken regelmatig via de 3D-raadswerkgroep. Dat hebben we deze week Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
53
nog gedaan. Daarbij hebben we ook coaches aan het woord gelaten. We hebben het juist deze week en ook vorige keer gehad over de problemen die er nog zijn bij automatisering. Als ik uw vragen hoor, vraag ik me af of u daarvan op de hoogte bent. De heer Ottens: Deze vragen komen uit het verslag dat wij vorige week hebben gekregen. Daar komt mijn zorg uit voort. Daarin geven de coaches ook aan dat ze meer tijd kwijt zijn met de administratieve rompslomp en de tegenvallende ICT-apparatuur en dat dat ten koste gaat van cliëntondersteuning. Vandaar niet zozeer de oproep, maar de opdracht dat hier direct iets aan moet gebeuren. Wethouder Bakker: Daar wordt ook aan gewerkt. Het laatste waar wij behoefte aan hebben, is dat het systeem niet goed zou functioneren. Het kan overigens niet zonder administratieve lasten gebeuren. Een heel groot aantal regels verplicht ons om aan verslaglegging te doen. Daar ontkom je niet aan. Een goed ondersteunend systeem zou daar wel bij helpen. Maar dat is ‘work in progress’ om er nog maar eens een Engelse term tegenaan te gooien. Er wordt wel druk op gezet. Inmiddels wordt er ook met tijdelijke administratieve ondersteuning gewerkt. We hebben daar voor het eerst drie maanden geleden over gesproken, dus dat is inmiddels een stuk verbeterd. Bij de vraag van de ChristenUnie over de keukentafelgesprekken ga ik er even van uit dat wordt gedoeld op de onderzoeken naar de hulp in de huishouding bij mensen die bezwaar hebben gemaakt en bij wie dat bezwaar is gehonoreerd. Ik heb u vrij recent een memo gestuurd van hoe dat loopt en welke datums daarbij horen. Ik heb u aangegeven dat er niet heel veel verschuivingen zijn. Eind juni of begin juli zouden de gesprekken zijn afgelopen. Zodra ik het rapport heb van hoe dat is verlopen, zal ik dat met u delen. Het CDA vroeg naar het herstructureringsfonds, ofwel de BOM. Er is een stuurgroep voor het lokaal herstructureringsfonds. Ik ben daar zelf voorzitter van. Wij zitten aan tafel met de BOM. Er zijn negen herontwikkelingslocaties. Wij dachten sterk te gaan inzetten op de truckparking. Maar die is inmiddels opgepakt door de oorspronkelijke initiatiefnemer. Inmiddels is die volledig geasfalteerd en er worden hekken geplaatst. Dat wordt dus geen aangelegenheid voor het fonds. Wij zijn aan het bekijken waar wij als gemeente en BOM samen een stimulans kunnen bieden. De bedoeling is van bestaande terreinen iets te maken. Daar worden gesprekken over gevoerd. Die verlopen niet altijd even gemakkelijk, maar dat zult u begrijpen. De heer Ottens: De wethouder ging daar iets te gemakkelijk overheen. Ik heb gevraagd om direct na de zomervakantie te komen met de stand van zaken van Team WijZ. Ik heb het verslag er nog even bij gepakt. Mensen die daar aan het woord zijn, geven aan dat zaken zich opstapelen. Wij zijn zes uur per dag aan het typen. Dat kunt u niet bagatelliseren. Ik wil graag direct na het zomerreces daar een stand van zaken van: wat is er gebeurd en wat gaat er nog gebeuren? Wethouder Bakker: Maar wij hebben iedere maand overleg met de 3D-werkgroep, waarin de stand van zaken wordt besproken. Vraagt u nu een aparte rapportage naar de raad toe? De heer Ottens: Ja. Wethouder Bakker: Nou, als dat de nieuwe werkwijze is. Als het kennelijk niet voldoet om daarover naar de 3D-werkgroep te communiceren, dan gaan we dat ook maar schriftelijk naar de rest van de raad doen. Wethouder Keijzers: Voorzitter. Een aantal onderwerpen die door verschillende fracties zijn genoemd en waar ik even kort doorheen ga en tot slot een onderwerp waar ik wat Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
54
langer bij zal stilstaan. Voor de heer Tiemstra: ik houd de volgorde aan van het debat aan het begin van de middag. Werknemersbelang vroeg naar de MER-procedure voor AZG. Die is in dit geval niet nodig. De SGP vroeg of mij de afspraken bekend zijn die binnen de metropoolregio Eindhoven zijn gemaakt op het gebied van detailhandel. Ik heb daar onlangs kennis van genomen. Ik heb de krant op tafel liggen waaruit ik het heb vernomen. Ik zal dat in een volgend overleg met de portefeuillehouders ruimtelijke ordening Hart van Brabant agenderen. Voor GroenLinksaf is het wellicht goed iets op te helderen over de Reserve Grondexploitatie. De raad heeft niets teruggedraaid. In de nota Grondbeleid was het voornemen opgenomen die reserve over te hevelen naar de Algemene Reserve. Dat was in diverse financiële stukken die gelijktijdig voorlagen al verwerkt. Als de nota Grondbeleid wordt overgeheveld naar september, vervalt de grondslag in de andere financiële stukken. Meerdere partijen hebben een opmerking gemaakt over de nota Vastgoed. Ik ben bekend met de motie die werd ingediend na behandeling van het rapport van de Rekenkamercommissie in november vorig jaar. Die behelsde twee zaken: stel een visie op voor het vastgoedbeleid, waaronder een jaarlijkse rapportage en doe de raad bij de kaderstelling een voorstel. Die jaarlijkse rapportage hebt u gehad bij de verslaglegging over 2014. Daarbij zat ook een overzicht waarin stond dat er weinig mutaties binnen de portefeuille waren. Hierbij is opgemerkt dat wij in de loop van 2015 met een voorstel over die visie zullen komen. Dat gebeurt dus niet bij de kaderstelling. Mevrouw Odabasi heeft toen opmerkingen gemaakt over wat er in Maastricht allemaal gebeurde. Inmiddels heb ik kennisgenomen van wat uw partijgenoot en wethouder daar allemaal doet met gemeentelijk vastgoed en hoe ze daarmee omgaan. Dat is zeker een mooie input voor onze nota. De heer Den Braven: Dat is prachtig, maar de tekst in onze bijdrage kwam letterlijk uit de motie. Daar staat “… in samenspraak met de raad een visie op te stellen voor het vastgoedbeleid, waaronder een jaarlijkse rapportage aan de raad en in ieder geval bij de kaderstelling een voorstel te doen.’’ Ik constateer dat er weinig of geen samenspraak met de raad geweest was. Nu de kaderstelling aan de orde is, ligt er geen voorstel. Wethouder Keijzers: Daarvan geef ik u zojuist aan dat we bij de verslaglegging over 2014 de jaarlijkse rapportage hebben gegeven met de opmerking dat het voorstel later dit jaar komt. Dus niet bij de kaderstelling. De heer Den Braven: Daarvan vroeg ik dus of de raad vindt dat daarmee is voldaan aan de motie. Wethouder Keijzers: Er is niet aan de motie voldaan. Dat geef ik u net aan. Eerlijk gezegd zie ik het probleem niet. Er komt nog iets richting uw raad waarover we met elkaar van gedachten gaan wisselen. Dat is iets later dan het afgesproken moment in de motie. C’est ҁa. “Das war einmal” zal ik deze keer maar niet gebruiken. GroenLinksaf sprak over De Hooisteeg. Er zijn in het verleden diverse plannen geweest. Ik hoef dat niet allemaal te herhalen. Begin dit jaar hebben we met elkaar een nieuw plan besproken. Een plan waar eigenlijk niemand echt gelukkig van werd. We proberen nu samen met de ontwikkelaar tot een oplossing te komen, maar dat verloopt moeizaam. Ik ga daar nu even niets meer over zeggen dan dit. Ten aanzien van Waalwijk Wonen geeft u aan dat daar geen goede motivering onder heeft gelegen. Het college concludeert dat de markt dit initiatief moet oppakken. Dat vind ik een prima motivatie. Ik zie dat nu ook gebeuren. Over twee weken word ik bijgepraat over de stand van zaken. Ik denk niet dat dat verkeerd loopt. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
55
De VVD heeft gevraagd om een overzicht van de bouwpercelen en een toelichting op de bouwclaims. Ik zal daar op een later moment schriftelijk op terugkomen. Ik ga ervan uit dat u dat niet op dit moment van mij verwacht. Dat gaf u ook al aan. U hebt mij gevraagd naar woonbeurzen en soortgelijke activiteiten in de regio. De Woonsalon in Tilburg, de Woningbeurs in Dongen. Inmiddels ben ik als portefeuillehouder in contact gekomen met iemand die zoiets ook in Waalwijk zou willen organiseren. We bekijken nu of dat voor komend najaar lukt. Dat lijkt me leuk nieuws. De heer Van Hamond: De wethouder doet toezeggingen ten aanzien van de bouwclaims en de diversiteit van bouwpercelen. Ik zou wel graag willen horen op welke termijn u dat aan ons denkt te kunnen aanreiken. Het is een actueel onderwerp. Wethouder Keijzers: Dat begrijp ik. Kort na het zomerreces moet u daar zeker een reactie op kunnen krijgen. LokaalBelang vraagt naar de stand van zaken rond het Hoefsvengebied. Wij hebben daar de laatste tijd intensief over overlegd met de provincie. De aanpassing zou via de Verordening Ruimte moeten plaatsvinden. Het mogelijk maken van woningbouw gebeurt via deze verordening. Dat hebben we aanvankelijk via de provincie proberen mee te nemen in de Verordening Ruimte 2015. PS stelt ieder najaar een nieuwe Verordening Ruimte vast. Die versnelde procedure bleek niet haalbaar. We hebben nu afgesproken het via een andere weg mee te nemen in de verordening van 2016. Dan gaat het om het najaar van 2016. Ik heb daarbij gevraagd of GS al eerder schriftelijk willen aangeven aan PS of zij positief zijn. Wij kunnen bestemmingsplantechnisch en procedureel de zaak opstarten. De heer Van Hamond: Is de bedoeling dat het college of de gemeente de regie houdt over de hele ontwikkeling? Er zijn heel veel eigenaren van grondpercelen. Wethouder Keijzers: Daar staat een andere ontwikkelaar klaar. Het gaat ons met name om het procedureel mogelijk maken. De heer Van Hamond: Heeft de gemeente daar zelf ook grond? Wethouder Keijzers: Wij hebben daar grondposities, maar het is de vraag of die in het plangebied zitten. Er werd een korte opmerking gemaakt over de SIR 55-woningen aan de Koekoek in Sprang-Capelle. U hoopt dat de bouw daarvan snel van start gaat. De ontwikkelaar heeft ons bij herhaling laten weten dat er vanuit de markt heel weinig animo voor is. We moeten even afwachten hoe dat gaat lopen. De ChristenUnie vraagt of de ontwikkeling van het Raadhuisplein nog volgens schema loopt. Dat is het geval. We zitten in proceduretijd. Op 13 mei hebt u daarover een raadsvoorhangbrief ontvangen die op die procedurele zaken inging. Op 26 mei is er een drukbezochte informatieavond geweest. Daar kwam met name het onderwerp openbare ruimte stevig aan de orde. Ter plekke is een klankbordgroep voor de openbare ruimte in het leven geroepen. Ik kom bij de motie over de huisvesting van De Notenkrakers waar ik iets langer bij wil stilstaan. In eerste instantie wil ik de vraag beantwoorden waarom het onderwerp in mijn portefeuille zit. Vorig jaar is het onderwerp in eerste instantie naar voren gekomen naar aanleiding van het Hoefsvengebied. Omdat dat in mijn portefeuille zit, ben ik in eerste instantie aan de slag gegaan met het onderwerp. Later is vanwege de ziekte van voormalig wethouder Heuverling het onderwerp ook in mijn portefeuille terechtgekomen. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
56
Omdat ik er al zo intensief mee bezig ben geweest, is afgesproken dat we het zo laten. We dragen het niet opnieuw over, maar trekken er samen goed in op. Hoe moet het nu verder met de motie? Ik wil een aantal dingen schetsen. Wat hebben we gedaan, hoe kijkt het college er nu tegenaan en hoe zouden we hiermee willen omgaan? Eind maart heeft vereniging De Notenkrakers ingesproken in de commissie. Toen heb ik aangegeven dat wij niet willen meewerken aan een realisatie in het Hoefsvengebied. Wel zijn wij bereid om mee te kijken naar de door hen voorgestelde alternatieven. Dat hebben we de afgelopen tijd intensief gedaan. Het ging dan met name om huursituaties, locaties op huurbasis. Zowel vanuit De Notenkrakers als ambtelijk zijn verschillende opties onderzocht. De conclusie was dat hun wensenlijstje, met een oppervlakte van 1000 m2, lastig te realiseren is voor een betaalbare huurprijs. We kwamen op prijzen van tienduizenden euro’s uit. Zij gaven aan € 6000 te kunnen bijdragen. Ik heb aangegeven dat ik op dat moment bereid was om aan de gemeenteraad te vragen om een bijdrage in die huur, maar dat dat niet om tienduizenden euro’s zou gaan. Aldus was een hal huren van 1000 m2 geen optie. Mijn voorstel was toen om het wensenlijstje te ‘downsizen’. Ga naar minder oppervlakte, schroef die 1000 m2 omlaag. Dat was voor hen op dat moment niet bespreekbaar. Uiteindelijk is in een gesprek, waar ook de heer Brekelmans bij was, al doorkeuvelend de locatie Kloosterheulweg ter sprake gekomen. Daar zou een hal gerealiseerd kunnen worden, waarvan meerdere verenigingen gebruik kunnen maken. Dat is het voorstel dat nu voorligt. Ik vind het goed dat verschillende partijen die met een huisvestingsprobleem kampen de samenwerking hebben gezocht. Over de locatie Kloosterheulweg zal ik eerlijk zijn. We hebben altijd gezegd dat die gereserveerd zou blijven. Maar wij hebben dat heroverwogen en ons afgevraagd of dit wel een verstandige locatie is. Allereerst zijn er diverse ontwikkelingen die het aantal verkeersbewegingen behoorlijk doen toenemen. Is het wel veilig om daar een heleboel kinderen op de fiets naartoe te sturen? De heer Van der Wiel heeft eerder al aangegeven dat geen toplocatie te vinden gezien de verkeersveiligheid. Daarnaast is er een serieus geïnteresseerde koper voor dat gebied. Waar we aanvankelijk dachten dat het een loos perceel was, dat moeilijk verkoopbaar was en dus eventueel voor De Notenkrakers te gebruiken, ligt de situatie nu toch anders en is er een ondernemer die het perceel wil kopen voor uitbreiding van zijn bestaande onderneming. Ten derde is er het financiële plaatje. Het college heeft ooit die locatie genoemd en gezegd dat die voor een gereduceerd tarief te huur was. Voorwaarde was dat wij geen verdere bijdrage zouden doen in de bouwkosten. Nu ligt er een financieel plaatje voor waarbij én een bijdrage van de gemeente wordt gevraagd in de bouwkosten én in de business case wordt gerekend met een gereduceerd tarief voor de huur. Er zijn dus drie verschillende zaken: bestaande interesse, het financiële plaatje en ontwikkelingen aan de overkant van de weg, om het zo maar even te zeggen. Die zaken zorgen ervoor dat het college voorstelt niet te kiezen voor die locatie. Daarbij hoor ik in de raad een brede oproep om iets te doen voor De Notenkrakers. Mijn voorstel is om met die positieve insteek het gesprek met De Notenkrakers aan te gaan voor een locatie ten zuiden van de A59, dus niet ten noorden van de snelweg. Een groot deel van uw raad is bij mijn weten bereid iets bij te dragen. Naar mijn idee zou dat een andere bijdrage moeten zijn dan hier genoemd staat. Ik begrijp de motie van LokaalBelang, maar ik vind het noemen van bedragen wat te voorbarig. We gaan op zoek naar een locatie aan de andere kant van de A59, maar we moeten nog goed van gedachten wisselen over de verschillende punten uit de motie. Ik denk dan aan de voorwaarden die aan de betrokken verenigingen worden gesteld, een in te dienen businessplan en een gespecificeerde exploitatieopzet. Als je die dingen nog moet gaan uitzoeken, moet je niet nu al deze bedragen gaan noemen. De heer Van Hamond: Een aantal weken geleden was het halleluja. We hadden de Heulstraat en iedereen was gelukkig. Het zou veel geld kosten, er moest veel geïnvesteerd worden. Inmiddels zijn er nieuwe ontwikkelingen. Ik heb ze deze week ook gehoord. Ik ben een beetje verrast dat dit binnen hetzelfde college is gesloten en dat men Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
57
niet met elkaar heeft gecommuniceerd. Het zij zo. Zijn er ten zuiden van de A59, bijvoorbeeld op bedrijventerrein Zanddonk, al alternatieven bekend? Wanneer denkt de wethouder met De Notenkrakers rond de tafel te gaan zitten, om daarna de raad te informeren over de stand van zaken voor een eventuele oplossing? Zoals wij van de heer Van Wiel hebben begrepen, zou het tussen nu en een paar maanden ineens exit kunnen zijn op de locatie waar ze nu zitten. Het kan ook langer duren, maar we moeten wel duidelijkheid hebben voor de acht verenigingen die daar nu zitten. Ze hebben ruimte nodig. De wethouder zegt dat 1200 m2 aan de ruime kant is. Dat klopt. Misschien is er een alternatief van circa 1000 m2 of nog iets minder. Er moet echter snel duidelijkheid komen. Ook de raad wil duidelijkheid hebben. Wethouder Keijzers: Ik ben het volledig met de heer Van Hamond eens. Die snelheid wil ik er absoluut in houden. Zijn er serieuze alternatieven bekend? Toen wij onze vorige zoektocht hebben gedaan, hebben wij puur naar huurpanden gekeken en naar goedkope oplossingen. Nu kun je best zeggen dat je nog eens naar andere alternatieven moet kijken, ook naar kooppanden waarvoor de gemeente eventueel een bijdrage kan doen. Het grote verschil ten opzichte van de eerdere zoektocht is dat ik in de raad bereidheid heb geproefd om een bijdrage te doen. Dat maakt de zoektocht anders. Ik ben het wat dat betreft helemaal eens met de heer Van Dongen: het beleid is altijd geweest dat we het niet doen, maar dat we op ad-hocbasis meewerken aan dit soort initiatieven. De lijn van het college zou blijvend zijn “nee, maar ad hoc kunnen we eventueel kijken naar een oplossing …”. Ik zou er geen beleidsmatig verhaal onder hangen, want ik denk dat je dan veel verder van huis bent in de toekomst. Vanuit de ad-hocoplossing hoor ik nu de bereidheid om financieel mee te denken. Die bereidheid is eerder niet zo uitgesproken. Het maakt de zoektocht anders dan hoe hij eerst was. De heer Van Hamond: Als iedereen uitgesproken is, zal ik een schorsing aanvragen om de motie te bespreken met de achterban. De voorzitter: Ik stel voor om de hele termijn af te maken. Wellicht heeft u voor andere moties straks ook behoefte aan een schorsing. De heer Van Dongen: Ik hoor de wethouder melden dat de beoogde locatie afvalt en dat gezocht gaat worden naar een andere locatie ten zuiden van de A59. Ik hoop niet dat men dan in het Hoefsvengebied terechtkomt, want dat ligt daar ook. Ik hoor de wethouder ook zeggen dat de gemeente wel iets wil doen en dat zij dat ook in de raad proeft. Wij hebben in onze eerste termijn aangegeven dat iets doen op zich niet zo erg is, maar dat je moet uitkijken voor ad-hocoplossingen. Wat betekent dit voor vergelijkbare gevallen? Als de wethouder in haar zoektocht ook dit element van gelijkheid meeneemt, zien wij graag voorstellen tegemoet. Wethouder Keijzers: Ik ben het volledig met dat laatste punt eens. Daarom zou ik de motie willen ontraden, omdat hierin al bedragen worden genoemd. Dat zou ik in dit stadium niet doen. Om u en mezelf gerust te stellen: het Hoefsvengebied gaat het wat mij betreft echt niet worden. En wat de provincie betreft ook niet. De heer Van Dongen: Ik wil het toch nog even over het Hoefsvengebied hebben. De wethouder heeft er eerder in haar bijdrage over gesproken naar aanleiding van vragen over de invulling van het gebied. Toen zei ze dat de inbreng van de gemeente uitsluitend procedureel was. Dat lijkt mij wat mager. Ik denk dat het ook zaak is dat de raad inhoudelijk meekijkt naar de invulling van het gebied. Je kunt een aardige boom opzetten over de vraag hoe het gebied eruit moet komen te zien.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
58
Wethouder Keijzers: Ik wil de discussie nu niet openen. Onze inbreng is procedureel, maar het is wel de bedoeling dat we hier nog iets aan overhouden. Laat ik het daarbij houden. De heer Van Dongen: Dat is financieel, maar het gaat ook om het type woningbouw dat er komt. Wethouder Keijzers: Ook woningbouwprogramma’s komen nadrukkelijk in de raad aan bod. We hadden elkaar verkeerd begrepen. Mevrouw Odabassi: Het verbaast mij enorm dat er nu pas voor het eerst gezocht wordt naar een kooplocatie. Uit informatie die ik heb is dat al minstens vijf jaar gaande. Dat is echt heel bijzonder. Er zijn verschillende locaties genoemd om te bouwen, ook voor koop. Er zijn heel wat wisselingen geweest in de gesprekken met de diverse wethouders die het dossier hebben beheerd. Het is echt heel bijzonder dat ik nu hoor dat er niet eerder gesproken is over een kooplocatie. Wat vindt de wethouder daarvan? Wethouder Keijzers: Wij hebben met de club gekeken naar een locatie. Er is gepraat over nieuwbouwlocaties, maar er is nooit gepraat over een bijdrage vanuit de gemeente. Die boot hebben we altijd afgehouden. Zij hebben steeds geopteerd om zelf een nieuwbouwpand te realiseren. Prima, hebben wij steeds gezegd, maar de kosten zijn voor uw rekening. Toen bleek dat dit lastig haalbaar was, heb ik gezegd dat we er misschien uit konden komen met een huursituatie waar wij een kleine bijdrage in zouden doen. Een nieuwe hal realiseren ging het inderdaad niet worden. Op het moment dat er de mogelijkheid is om een gemeentelijke bijdrage te doen, kan het veld waarnaar de verenigingen gaan kijken, verbreed worden. Mevrouw Odabasi: In een van de commissievergaderingen is zelfs door meerdere raadsleden aangegeven dat het logisch was dat het verwachtingen wekt als men met de gemeente aan tafel gaat om te spreken over een nieuwbouwlocatie. Er is ook gezegd dat dit een logische stap zou zijn. Ik heb het hele dossier heel uitvoerig doorgelezen en alle stappen bekeken. Ik heb het idee dat het hier niet helemaal wordt weergegeven zoals het gegaan is. Wethouder Keijzers: Daar ben ik het niet mee eens. Mevrouw Odabassi: Herinnert u zich de commissievergadering nog? Wethouder Keijzers: Ik herinner mij dat u toen bepaalde dingen hebt gezegd die ik niet heb beaamd. Mevrouw Odabassi: Dat heb ik niet gezegd, het is door een andere partij benoemd. LokaalBelang heeft gezegd: beste wethouder, als u afspraken maakt over een kooplocatie, had u ook kunnen weten dat daar kosten aan verbonden zouden zijn. Wethouder Keijzers: Ik heb altijd aangegeven dat het college geen bijdrage zou leveren. Het ging steeds om nieuw te bouwen locaties. Wij zouden geen bijdrage leveren aan nieuwbouwpanden. De kosten kwamen volledig voor rekening van de club. Ik kan er echt niets meer of minder van maken. De heer Van der Waard sprak toen in. Hij zei dat er nog een lijstje met alternatieven lag. Dat waren huurpanden. Daarover heb ik tegen de commissie gezegd dat ik met mensen in gesprek wilde treden om te zien of we tot een oplossing konden komen. Ik ben steeds heel duidelijk geweest en heb gezegd dat het college geen bijdrage zou leveren aan een nieuwbouwpand.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
59
Wethouder Van Groos: Voorzitter. Graag wil ik op een vijftal onderwerpen ingaan, waarbij ik niet direct de volgorde van de fracties aanhoud. U moet dus alert blijven, want ik ga er kriskras doorheen. Laten we beginnen met de financiën, want dat is natuurlijk het belangrijkste als het gaat om de kadernota en het voorjaarsbericht. Is de situatie van Waalwijk nu rooskleurig of niet, zou je je kunnen afvragen als je de verschillende bijdragen hebt gehoord. Het is natuurlijk altijd relatief. Vergeleken met andere gemeenten staan we er niet zo slecht voor, doordat we bijvoorbeeld in het verleden geen heel grote grondaankopen hebben gedaan. We zijn daar voorzichtig mee geweest. Het komt ook doordat we in tegenstelling tot andere gemeenten de afgelopen jaren nogal wat grond hebben verkocht. We zijn op tijd begonnen met bezuinigen, hoewel we soms nog verder moeten bezuinigen. Ik breng maar even in herinnering dat de meicirculaire voor 2016 een min oplevert van € 273.000. Die moeten we nog wegwerken voor de begroting. De heer Kuijten wekte de indruk dat dit heel gemakkelijk kan. Als er allemaal meevallers zijn, zoals in de septembercirculaire, is het inderdaad makkelijk, maar het is toch elke keer weer een hele puzzel om het verhaal sluitend te krijgen. Dat gaat alleen nog maar over de begroting, en nog niet over onze schuldpositie. Die is op zich verklaarbaar – dat zegt de accountant ook, want hij maakt niet alleen opmerkingen over de omvang van de schuld, maar legt ook uit dat dit te maken heeft met de investeringen die zijn gedaan. De heer Kuijten maakte de vergelijking tussen de mei- en de septembercirculaire. Hij zei dat de septembercirculaire altijd meevalt. Dat is niet zo. Hij valt soms ook tegen. Het lastige is dat we de meicirculaire met enige moeite nog kunnen meenemen bij de kadernota en bij de begroting, maar dat de septembercirculaire uitkomt als de begroting zo goed als klaar is. Stel dat we er dan in zouden slagen om de bedragen nog te verwerken, dan heeft de raad geen enkele mogelijkheid meer om de begroting bij te stellen. Dat is de reden waarom u tegenwoordig de algemene beschouwingen niet meer in november doet, maar voor de zomervakantie. Dan kunt u immers als raad accenten leggen en aangeven waar er een tandje bij moet en waar het wat minder kan. Dat minder blijkt altijd wat lastiger te zijn. De Algemene Reserve is als dekking altijd al snel in beeld. Dat is eigenlijk niet de bedoeling als dekkingspost, zeker niet omdat die in Waalwijk zo omvangrijk is. Hij is aan de lage kant. De heer Kuijten: Ik wil toch een opmerking maken over de septembercirculaire. Natuurlijk zijn de meevallers niet altijd omvangrijk. Ik heb echter de cijfers van een paar jaar op een rijtje gezet en gemiddeld is er toch een additioneel bedrag van € 500.000 naar de gemeente Waalwijk gekomen. Het is zo buitengewoon jammer dat de raad geen zeggenschap heeft over dit bedrag. Daarin wordt ons budgetrecht aangetast. Volgens mij is er helemaal geen bezwaar tegen als wij de september circulaire zouden verwerken in de begroting. Wethouder Van Groos: Dan zouden we een andere procedure met de raad moeten vaststellen. Ik kan me herinneren dat er een college is geweest dat een voordeel uit de septembercirculaire van ruim € 700.000 in één keer had verdeeld. Dat leidde min of meer tot een crisis. Of dat nu de handigste optie is, weet ik niet. Bovendien tasten wij het budgetrecht niet aan, want de raad beslist altijd waar het geld naartoe gaat. U bent ook nog in de gelegenheid om bij de begroting, wetende dat de septembercirculaire in het jaar daarop wordt verwerkt, aan te geven wat uw wensen op dat punt zijn. Wij hebben oren en luisteren naar wat de raad zegt. Procedureel krijgen we het nu echter niet voor elkaar. U noemt een bedrag van € 500.000 over een aantal jaren, maar we maken de begroting voor één jaar met een meerjarig perspectief. Ik kan u ook septembercirculaires laten zien waar die voordelen niet zo groot zijn geweest. Volgens mij kent u die ook.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
60
Een aantal fracties heeft opmerkingen gemaakt over het grote aantal onontkoombaarheden. Ik vond ze niet zo groot. Ik heb jaren meegemaakt als raadslid en de laatste jaren als wethouder, dat het lijstje van onontkoombaarheden veel groter was. Het kwam boven de twintig. Bovendien gaat het niet om een spectaculair bedrag. Voor 2016 hebben we het over een bedrag van € 124.000, oplopend naar € 256.000 in 2019. Als ik de optelsom maak van alle moties die vandaag zijn ingediend, kom ik al op een veel hoger bedrag uit. Dan hebben we het over wensen. Naar mijn idee valt het dus wel mee. Twee fracties hebben opmerkingen gemaakt over het feit dat wij voorstellen om de rente op bovenwijkse voorzieningen en het mobiliteitsfonds bij te schrijven. Dat hadden we al aangekondigd bij de nota van uitgangspunten. Volgens mij heeft de raad daar unaniem mee ingestemd. Een aantal krabbelt nu terug. Dat kan, maar ik weet niet hoe breed dat in de raad gedragen wordt. Wij hebben in ieder geval geconstateerd dat het een renteeffect had toen we € 3,2 miljoen moesten afdragen aan de provincie vanwege de ombouw van de N261. Toen hebben we ons gerealiseerd dat we een probleem zouden hebben als we straks grotere investeringen gaan doen voor het SLEM, de Insteekhaven of de GOL. Dan benutten we namelijk niet alleen de gelden in die reserves, maar valt ook de rente weg in de begroting van de gewone exploitatie. Dat moet je opvangen. Dat probleem hebben we niet bij het meerjareninvesteringsplan huisvesting, want dat wordt steeds gevoed vanuit de uitkering van het Rijk. Daar heb je dus geen heel grote uitnames in, ofschoon we soms ook fors investeren. Als u zegt dat u de rente niet bijgeschreven wilt hebben, hoor ik dat graag. Dan doen we het niet. Het maakt het sluitend maken van de begroting van 2016 alleen maar gemakkelijker. De heer Kuijten: Het probleem is mij duidelijk. De heer Ottens is met een motie gekomen met betrekking tot een stimuleringsfonds voor het centrum. Ik bespeur wat bezwaren tegen de voeding van zo’n fonds, omdat dit zou moeten gebeuren vanuit de parkeergelden. Nu snijdt de wethouder een post aan over de rentebijschrijving. Ik zou graag zijn mening eens willen horen. Zou het helemaal fout zijn als wij € 100.000 niet zouden bijschrijven bij de reserves, maar ten gunste laten komen van het fonds dat de heer Ottens heeft voorgesteld? Je hebt het over 3% of 4% rente op € 100.000. Dat gaat dus om € 3000 tot € 4000 per jaar op een begroting van € 100 miljoen. De voorzitter: Dat is prima, maar kan het wel goed, want we hebben dit onderwerp bij een vorige behandeling al met een andere portefeuillehouder besproken. Dus alleen graag de invalshoek vanuit het parkeren. Verder is het straks al afgedaan. Wethouder Van Groos: Ik zou willen zeggen dat niet alleen de voeding vanuit de parkeeropbrengsten een probleem was, maar dat het als prematuur werd aangeduid. Dat was volgens mij het hoofdargument. De heer Kuijten: Wethouder Brekelmans heeft het als prematuur aangeduid, maar de raad kan daar natuurlijk volstrekt anders over denken. Daar wordt straks voor geschorst. Ik vraag nu hoe het zit met de voeding van het fonds. Wethouder Van Groos: Het is een optie, net zoals het geld gewoon naar de begroting kan, zoals de ChristenUnie heeft voorgesteld. De heer…..: Ik denk dat de wethouder Financiën correct de zaken heeft weergegeven. Als je het risico structureel meeneemt, kun je later in de problemen komen. Het moet in de begroting verwerkt worden. Ik denk dat zijn oplossing prima is. Ik zou de suggestie willen doen om bovenwijkse voorzieningen daarvoor te gebruiken. Wethouder Van Groos: Dat is inderdaad een optie. Ik laat het graag aan de raad over. Overigens doet het me deugd dat u stelde dat ik het correct heb weergegeven. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
61
Het CDA had een opmerking over het verwerken van de structurele effecten van het voorjaarsbericht. Ik heb daar nog eens naar gekeken. Gevraagd werd om dit niet als automatisme bij het opstellen van de begroting een-op-een mee te nemen. Het gaat met name over het niet verhuren van panden. Ik kan me voorstellen dat we tegen de tijd dat we de begroting opstellen nog eens kijken of het structureel is en of zich potentiële huurders of kopers hebben gemeld. Als ik het zo mag opvatten, wil ik daar uitvoering aan geven. De heer Van Dongen: Ik dank de portefeuillehouder voor zijn bereidheid. Overigens was de verhuur van de panden slechts een voorbeeld. Er zitten wellicht in de totale serie afwijkingen van structurele aard ook andere punten waarvan je zou kunnen zeggen dat je die niet meteen als structureel nadeel moet aanmerken, maar dat je in de aanloop naar de begrotingsbehandeling in november kunt zien dat het nadeel zich niet voordoet of in mindere mate, of dat er andere structurele voordelen tegenover staan. De vraag is om te proberen een zo realistisch mogelijk verhaal neer te leggen op het moment dat de begroting wordt gepresenteerd. Wethouder Van Groos: Wij proberen al een zo realistisch mogelijk verhaal neer te leggen bij de kaderstelling. Daar is de voorjaarsnota voor bedoeld. Ik heb tijdens de schorsing nog een het lijstje van structurele nadelen doorgelopen. Naar mijn idee zijn ze allemaal echt structureel, behalve de gederfde inkomsten. We zullen er nog eens naar kijken. Verschillende fracties hebben opmerkingen gemaakt over het parkeren in het centrum van Waalwijk en de parkeertarieven. Ik denk dat het verstandig is dat je de parkeertarieven altijd bekijkt in het totale plaatje. Ik heb het gevoel dat dit aanstaande is. Dat lijkt me heel verstandig, al hebben sommigen er terecht op gewezen dat het mobiliteitsfonds mogelijk volgende week wordt aangewezen als voorfinanciering voor de Insteekhaven en later voor de financiering van de plannen voor de GOL. Dat is echter aan u. GroenLinksaf maakte de vergelijking tussen Albert Heijn aan het Bloemenoordplein en die bij De Els. Ik weet niet hoe lang de heer Den Braven doet over het halen van de wekelijkse boodschappen, maar ik schat in dat de gemiddelde Waalwijker er maximaal een uur voor nodig heeft. Als je maximaal een uur naar de supermarkt gaat, kun je zowel in het centrum als op het Bloemenoordplein gratis parkeren. Dat maakt dus niet uit. Ik heb niet de indruk dat u geregeld op zaterdagmiddag op de fiets door het centrum van Waalwijk rijdt, want dan is het toch regelmatig zoeken naar een plaatsje in de buurt van De Els. De heer Den Braven: Mag ik daaruit concluderen dat het parkeren bij De Els geen enkel probleem is en dat alles prima verloopt? Wethouder Van Groos: Dat heb ik niet gezegd, net zo min als dat dit bij het Bloemenoordplein het geval is. Daar wordt gevraagd om voor de ingang van de Albert Heijn nog veel extra parkeerplaatsen aan te leggen, terwijl er op 100 m afstand voldoende plekken beschikbaar zijn. Men wil echter niet te ver lopen. Over het algemeen is dat bij De Els niet het probleem. De heer Den Braven: Dat weet ik, want dat heb ik in mijn bijdrage gezegd. We zijn prima geslaagd in het creëren van vrije parkeerruimte. Ik heb nadrukkelijk gezegd dat het ook gaat over de beleving van de parkeerproblematiek bij de Waalwijkse bevolking. Feit is wel dat zowel de Albert Heijn op het Bloemenoordplein als die in Kaatsheuvel het veel beter doet dan de vestiging bij De Els. Of het nu om € 100.000 of € 200.000 gaat en hoe we het gaan doen, weet ik nog niet. Ik heb niets concreets voorgesteld. Ik heb ook geen dekkingsvoorstel gedaan. Het gaat er alleen maar om dat de problematiek van het cen-
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
62
trum in samenhang met het parkeren wordt bekeken. Dat is het enige dat ik heb willen zeggen. Wethouder Van Groos: Dan had ik mijn opmerking misschien niet moeten maken. Daar begon ik namelijk mee: dat parkeren in het centrum in samenhang met het totale centrum moet worden bekeken. Ik wil daarbij nog wel opmerken dat de parkeerterreinen zijn gerenoveerd. De voorzieningen zijn prima. Dat geldt niet voor alle omliggende gemeenten. De ontwikkelingen in het centrum zijn verder uitgebreid aan de orde geweest in de beantwoording door wethouder Brekelmans. Over het parkeren heb ik nog een opmerking tegen het CDA. De fractie heeft expliciet gevraagd om het effect te monitoren van de eerste twee uur gratis parkeren aan de Taxandriaweg. Dat is lastig, omdat wij geen nulmeting hebben gedaan. U hebt eens op een donderdagavond in juni besloten om deze maatregel in te voeren. Wij hebben dit de dinsdag erna al mogelijk gemaakt. We hebben geen gegevens van voor die tijd. Dat kunnen we helaas ook niet uit de verouderde apparatuur halen. Het enige wat we kunnen doen, is op termijn kijken of je, als je let op de opbrengsten, kunt zien of er een verschuiving is opgetreden van het Unnaplein naar de Taxandriaweg. Een vergelijking met De Els is al lastiger omdat daar nu een verbouwing plaatsvindt. Dat kan dus ook de reden zijn waarom het aan de Taxandriaweg drukker is. Uit eigen waarneming stel ik vast dat het zelden tot nooit voorkomt dat het parkeerterrein aan de Taxandriaweg helemaal volstaat. De heer Heuverling: Aansluitend zou ik een pleidooi willen voeren om daar meer voorlichting over te geven. We zagen afgelopen donderdag dat er geen woord over twee uur gratis parkeren aan de Taxandriaweg stond bij de routing. Ik zou graag zien dat er meer publiciteit aan gegeven wordt en dat mensen op de mogelijkheid geattendeerd worden. Wethouder Van Groos: Volgens mij staat het geregeld in het Brabantsch Dagblad, op Twitter en Facebook. De winkeliers maken er reclame voor. De heer Heuverling: Ik heb het over de pagina van de gemeente. Daar stonden afgelopen week heel veel zaken op met betrekking tot de Mr. Van Coothstraat. Zet daar meteen in wat de alternatieven zijn. Wethouder Van Groos: Het had bij dat artikel opgenomen kunnen worden, maar we hebben het op vele plaatsen laten weten. De heer Broeders heeft een paar opmerkingen gemaakt over de Waspikse haven. Het is heel jammer dat het mediationtraject niet is gelukt. Ik heb morgen een afspraak met de mediator, ook omdat we niet zo gelukkig zijn met het verslag dat is opgeleverd. U stelt dat de investeringen die de ondernemers hebben gedaan, voor niets zijn geweest. Dat wil ik nuanceren om twee redenen. De eerste is dat zij er niet met een klasse 5-schip mochten komen, voordat zij investeerden. Ze mochten alleen met klasse 3 komen. Nu mag het wel met klasse 5, dus dat levert hen voordeel op. Ze kunnen dat alleen geen 365 dagen per jaar, omdat de waterstand dat niet altijd toelaat. De tweede is dat de gemeente Waalwijk ook heeft geïnvesteerd in de Kerkvaartse Haven door met name het stuk bij Monshouwer te verbreden zodat de plezierjacht niet meer wordt gestremd. Wij hebben dus ook geïnvesteerd. U hebt gelijk dat de bodembescherming niet nodig was geweest, als we eruit waren gekomen en de haven verbreed en verdiept zou zijn. Dat is helaas niet gelukt. U hebt gevraagd hoe het met de verordening gaat. Op dit moment geldt nog steeds de verordening die de raad heeft vastgesteld. De nieuwe verordening brengen we vooralsnog niet in bij de raad, ook omdat deze inhoudelijk niet echt verschilt. Het is slechts een verduidelijking. In deze fase lijkt het ons niet handig om deze te presenteren.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
63
Wij zullen op basis van de huidige verordening handhaven in Waspik, met name op het moment dat er laag water is. Dan zullen we bezien hoe het met de scheepvaart gaat. De heer Broeders: Dank voor de beantwoording. Wanneer komt de bodembescherming terug? U biedt die mogelijkheid aan in de kadernota. Ik heb er met een aantal deskundigen over gesproken. Zij vroegen hoe iemand het in zijn hoofd haalt om de bodembescherming te herstellen. Als straks de Haringvlietsluizen verder open worden gesteld en er komt nog meer eb en vloed, hebben zelfs de kleine jachtjes er last van als de bodembescherming er ligt. We gaan dus zelf een aantal risico’s aan. De bodembescherming moet eigenlijk niet meer terugkomen, maar in verband met de verzekering moet je hem wel laten terugkomen. Dit is een paradox van het in en uit laten varen van een haven met een bodembescherming. Wethouder Van Groos: Het waterschap heeft het geëist naar aanleiding van de maatregelen die bij Monshouwer zijn genomen. Het waterschap heeft gezegd dat er bodembescherming moet komen. Het is niet ons idee geweest, maar heeft te maken met het feit dat er schade ontstaat als diepgeladen boten met grof geweld de haven binnenvaren. Daar is de bodembescherming voor nodig. Iemand die zich aan het reglement houdt, hoeft geen last te hebben van die bodembedekking. Als iemand er wel last van heeft, is zijn schip waarschijnlijk te zwaar beladen. De diepgang is op zich voldoende. De heer Broeders: Daar ben ik het wel mee eens. Het wordt ons door het waterschap opgelegd, maar de gevolgen ervan kunnen ook voor simpele bootjes ernstig zijn. In dat geval wordt de gemeente aansprakelijk gesteld. Wij kunnen niet het waterschap aansprakelijk stellen. Wethouder Van Groos: We hebben het niet over een meter bodembescherming, maar over enkele centimeters. Dat moet het verschil niet uitmaken. Iemand weet hoe hoog de waterstand is en wat de diepgang is van zijn schip. Ik verwacht geen claims, eerlijk gezegd. Het volgende onderwerp is ‘groen’. Vooral de ChristenUnie heeft hier opmerkingen over gemaakt. We kijken of we het structuurplan dit jaar of volgend jaar kunnen evalueren. Het staat op de planning. We kunnen er bij de begroting op terugkomen. De fractie heeft gevraagd of er aan gedacht is om particulieren uit te nodigen om een deel van het groenonderhoud voor hun rekening te nemen. Wij zijn daarmee gestart in WaalwijkNoord, bij de Halvezolenlijn. Daar heeft zich een viertal wijkcomités voor gemeld. We zijn bezig om er ervaring mee op te doen. Als het goed uitpakt, willen we het verder uitrollen over de hele gemeente. We zijn gestart in Waalwijk-Noord omdat onze eigen dienst daar actief is en we daardoor een stuk flexibeler zijn. De suggestie van de ChristenUnie hebben we dus al opgepakt. Niet gekoppeld aan areaaluitbreiding, maar vanuit het idee om krachten te bundelen en bewoners te laten doen wat ze graag willen doen voor zichzelf en voor de gemeenschap. De heer Hooijmaijers: Als ik uit de school klap, dan hoor ik het graag, maar het groenbeheer kan volgens mij op veel meer plaatsen gewijzigd worden. Met name in de buitengebieden kan het meer effect hebben, uit kostenoogpunt en uit irritatie. Je hoeft alleen maar een controleur te laten rondrijden. Behoort dit ook tot de mogelijkheden? Gaat u dat onderzoeken? De intentie onder de collega’s is om hier iets mee te gaan doen. Het is maar een tip. Het zit niet in de kadernota dus ik weet niet of ik het nu goed doe, maar het kwam ineens in me op. Wethouder Van Groos: Alles wat al in contract zit bij een groenaannemer, kunnen we wel uitbesteden aan welwillende burgers, maar dat moeten we toch aan de groenaannemer betalen. Daarom kijken we wat de mogelijkheden zijn. Ik sta op en voor de sugNotulen raadsvergadering 9 juli 2015
64
gestie die de heer Hooijmaijers aandraagt, maar dat moeten we doen tegen de tijd dat er een nieuw contract ingaat in zo’n gebied. De heer Hooijmaijers: We zijn het met elkaar eens. Je moet nu geen contract doorbreken want daar wordt niemand blij van. Als het contract afloopt, moet het in de gaten gehouden worden. De heer Van Veelen: Ik aarzelde om erop in te gaan, maar ik doe het toch. Het ging mij niet zozeer om burgers die een klein stukje groen willen beheren. Dat hebben we al veel meer in projectjes gedaan. Het gaat mij met name om de kritiek die groeperingen, zoals Staatsbosbeheer of Natuurmonumenten, hebben op de manier waarop wij bepaalde dingen doen. Als bepaalde organisaties zulke kritiek hebben en met ideeën komen hoe het volgens hen moet, kan de gemeente dat moment dan aangrijpen om het overhoud over te dragen? Ik had het aan de areaaluitbreiding gekoppeld omdat het dan wordt weggehaald bij een aannemer die het nu al doet. Wethouder Van Groos: Dat mag, maar alles wat onder contract is gaan we niet op een andere manier doen. We hebben zo ongeveer alle onderhoud van het openbaar groen in contracten zitten. Het hoeven geen wijk- of straatcomités te zijn, het mag ook een andere vereniging zijn. Die ruimte is er. Ten slotte heb ik nog een paar opmerkingen over afval. D66 merkte op dat hier winst op wordt gemaakt. Ik neem aan dat hij doelde op de overdekking. Dat is geen winst, maar heeft te maken met de invoering van het btw-compensatiefonds en de hele administratieve rompslomp die daar bijkomt. Wij mogen geen winst maken op afval. Gelukkig gaat de afvalscheiding zo goed dat mensen het absoluut in hun portemonnee moeten merken. Daarmee gaan de lokale lasten wellicht nog meer omlaag dan in het coalitieakkoord was aangegeven. Daar maken we de VVD erg blij mee, denk ik. De heer Tiemstra: In mijn betoog heb ik gesproken over onlinedienstverlening en digitale vaardigheden. Ik ga ervan uit dat dit in de portefeuille zit van wethouder Van Groos. Klopt dat? Wethouder Van Groos: Het zit ook voor een deel in de portefeuille van de burgemeester. Ik heb uw verhaal gehoord. U haalde het voorbeeld van de gemeente Utrecht aan. Ik weet niet hoe gemakkelijk de diensten in Utrecht worden aangeboden, want ik ken de gemeentewebsite niet. Op zich zijn wij wel bezig met een nieuwe website met een betere zoekfunctie. Dat is u ook meegedeeld. Als u regelmatig op de site kijkt en u ziet wat er digitaal kan worden aangevraagd, merkt u dat wij ook bezig zijn om de formulieren steeds eenvoudiger en minder arbeidsintensief te maken. Als ik zie hoeveel mensen tegenwoordig met zo’n slimme telefoon lopen, vraag ik me af hoe het met de vaardigheden zit. Het lijkt me dat dit tegenwoordig erg meevalt. De heer Tiemstra: Er lopen inderdaad heel wat mensen met een slimme telefoon of met een tablet. Degenen die er minder handig mee zijn, zien we echter niet. Het onderzoek in Utrecht heeft opgeleverd dat circa 30% moeite heeft met het benaderen van de gemeente voor dienstverlening. Ik kan natuurlijk niet zo maar zeggen dat dit voor Waalwijk ook geldt. Wij vragen ons echter af of de situatie in Waalwijk wezenlijk anders is dan in Utrecht. Mensen zijn mensen; waarom zou men hier op digitaal gebied sterker of zwakker zijn dan in Utrecht? Hoe kijkt u daar tegenaan en onderzoekt u of er problemen zijn onder (een deel van) de Waalwijkse bevolking om digitaal met de gemeente te communiceren en op deze wijze gebruik te maken van de dienstverlening? Wethouder Van Groos: Dat onderzoeken we niet. We laten mensen nu nog zelf hun middel kiezen. Ze kunnen aan de balie terecht, of via de telefoon of computer communiNotulen raadsvergadering 9 juli 2015
65
ceren. Het is niet zo dat wij bepaalde zaken alleen maar digitaal aanbieden. Afgezien daarvan is het wel rijksbeleid dat we vanaf 2017 100% digitaal bereikbaar moeten zijn. Dat wil niet zeggen dat het alleen maar digitaal zou kunnen. De heer Tiemstra: Het lijkt wel of de portefeuillehouder niet alleen mijn ogen ziet, maar ook er doorheen kijkt, want dat is precies mijn vraag. In 2017 wil het Rijk volledig digitaal gaan. Hoe gaat de gemeente Waalwijk daar dan mee om? Wethouder Van Groos: Wij zijn bezig met het digitaliseren. Wij horen op allerlei plaatsen om ons heen dat het een heel ambitieuze doelstelling is van de minister. Velen zetten hun vraagtekens erbij. Vooralsnog houdt hij eraan vast, maar mijn inschatting is dat in 2017 niet alles digitaal aangevraagd kan worden. De heer Tiemstra: We zullen er wellicht later over verder spreken. De heer Van Dongen: Ik wilde nog even terugkomen op de toezegging van een evaluatie van het parkeerbeleid. De wethouder zei dat je het totale plaatje moet bekijken, dus zowel de kwaliteit van de parkeervoorzieningen, de omvang van de parkeerterreinen, maar zeker ook de kwaliteit van het winkelaanbod en het centrum. Daar ligt immers een belangrijke relatie. Het is goed dat we dit gaan oppakken. In eerste termijn heb ik erop aangedrongen dat je zichtbaar zou moeten maken of een maatregel, zoals de eerste twee uur gratis parkeren op een van de terreinen, een reden is voor een bezoek aan de binnenstad. U zegt dat u het moeilijk kunt monitoren omdat u geen nulmeting hebt voor de Taxandriaweg. Als u op een andere manier tot meer inzicht kunt komen, is dat uiteraard ook prima. Wethouder Van Groos: Dat valt niet mee, maar we hebben bijvoorbeeld ook het gratis parkeren op zondagen. Mijn indruk is niet dat dit leidt tot een enorme toestroom van publiek. Dat is een bevestiging van wat uit allerlei onderzoeken komt, want Waalwijk is niet de enige stad die betaald parkeren kent. Het gaat uiteindelijk om het totaalplaatje. Het parkeertarief is daarbij niet het belangrijkste aspect, wel de bereikbaarheid, nabijheid en het winkelaanbod. De heer Van Dongen: We komen erop terug. De heer Broeders: Ik heb begrepen uit de beantwoording dat de wethouder in gesprek is met de ondernemers in Waspik over de Kerkvaartse Haven. Hoe moet ik dat gesprek opvatten? Is er nog hoop op een oplossing of is de deur definitief dicht? Wethouder Van Groos: Waarschijnlijk heeft de heer Broeders mij niet goed verstaan. Ik heb gezegd dat ik morgen in gesprek ga met de mediator. Hij heeft het gesprek geleid en verkend of we tot een oplossing konden komen. Met de ondernemers ben ik niet meer in gesprek. Het moet bij mij nog even bezinken dat zij het gesprek met mij zochten via de krant. Ik heb op dit moment geen behoefte aan overleg met de ondernemers. Voorzitterswissel: de heer Van Baardwijk Burgemeester Kleijngeld: Er zijn nog een drietal onderwerpen die in mijn portefeuille thuishoren. Door meerdere mensen is het cameratoezicht genoemd. We komen daar in september uitgebreid op terug. Ik denk dat ik de raad op dat moment een voorstel kan aanreiken dat qua proportionaliteit en privacy prima in orde is. Over het programmamanagement zit ik even te twijfelen. We hebben het al een aantal keren in commissieverband besproken met elkaar. De programmamanager, of die nu voor veiligheid, voor het centrum of voor de economie is, is de coördinator hier in huis. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
66
Het zijn namelijk alle drie onderwerpen die hoog scoren in het coalitieprogramma en waarvan je zegt dat ze dusdanig integraal opgepakt moeten worden, dat er iemand in huis moet zijn die ook met macht en gezag op de verschillende afdelingen kan doorpakken. Het is echt van belang op dit moment als je handen en voeten wilt geven aan de onderwerpen waarvan de raad stelt dat ze belangrijk zijn. We volgen daarin het coalitieprogramma waarin wordt aangekondigd dat programmamanagement ingevoerd moet worden. Wat zijn wij kundige uitvoerders als u ziet wat we hierover in de kaderstelling hebben ingebracht. De heer Heuverling: We hebben gezien dat gedurende drie jaar € 500.000 wordt gevraagd voor het centrum. Er wordt nu gesproken over drie programmamanagers. Mag ik dat met drie vermenigvuldigen, dus dat we het straks over € 1,5 miljoen hebben? Zijn dat interne of externe mensen? Als het interne mensen zijn en zij staan al op de payroll, is het dan een vorm van personeelsbezuiniging doordat je extra krediet binnenhaalt en het als bezuiniging terugsluist? Burgemeester Kleijngeld: Het feit alleen al dat u mij zou verdenken van het uithalen van dergelijke trucs … Nee! Ik zet even alles op een rijtje. U hebt vanaf vijf jaar geleden gezegd: als je impopulaire maatregelen moet treffen, moet je ook de eigen organisatie niet ontzien. Dat hebben we serieus gedaan. € 1,1 miljoen is er in eerste instantie bezuinigd en daar kwam nog € 500.000 bij. Dat betekent dat we in totaal € 1,6 miljoen structureel bezuinigen op onze eigen organisatie. Dat doen we overigens niet bij de ‘gewone jongens en meisjes’, maar in het management. Dat is anders dan in veel andere organisaties het geval is. We hebben gesneden in het management. We gaan de laag van afdelingshoofden eruit halen. We krijgen daardoor meer, kleinere teams. Het punt waarover we ons nu zorgen maken, is dat het qua integraliteit goed aangestuurd moet worden. Voorlopig doen we dat in de vorm van programmamanagement. Er zijn drie programma's benoemd. Als u over tweeënhalf jaar, na afloop van deze bestuursperiode, vraagt of het programmamanagement structureel nodig is, zou ik dat een heel terechte vraag vinden. We hebben er dan immers tweeënhalf jaar mee geëxperimenteerd en in de nieuwe organisatie heeft men dan aardig zijn draai gevonden. Op dit moment is het niet mogelijk om een deel van de bezuiniging ervan af te halen. Dit is immers incidenteel. Het bedrag van € 500.000 is overigens voor twee programmamanagers, namelijk voor economie en centrum. Het zijn de normale loonkosten, plus werkgeverslasten, opgeteld voor een paar jaar. Het zijn onze eigen mensen. Het zijn onze beste mensen. Het punt waar het nu om draait, is dat we Jantje uit de organisatie kunnen halen en hem programmamanager centrum kunnen maken, maar hij kan het werk er niet zo maar bij doen. Dat is niet verantwoord. De heer Heuverling: Dat het bedrag voor twee programmamanagers is bedoeld, is belangrijke informatie. Burgemeester Kleijngeld: De derde staat er ook bij, maar die staat onder een ander kader. Dat heeft met de OMWB-discussie te maken waarover we het in de commissievergadering hadden. De heer Heuverling: Voor mij is het nieuw en het is niet onbelangrijk. Er blijft dus € 250.000 over voor het centrum. Maar mijn vraag waar die 5 ton blijft, blijft overeind. Waar is dat geld voor bestemd? Ik denk dat dat niet anders is. We hebben in zijn algemeenheid gezegd dat het een risico is als men uren schrijft op projecten en het project valt ineens weg. Dan hebben we een probleem. Dat staat ook in het plan voor de kaderstelling. In dit geval is het weliswaar niet structureel, maar de vraag blijft waar het geld voor nodig is. Het is immers personeel dat al in huis is.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
67
Burgemeester Kleijngeld: Het is inderdaad personeel dat al in huis is, maar ik zei al dat het niet verantwoord is om deze taak erbij te doen. Het is een hoofdtaak. Als je programmamanager economie bent, is dat een fulltime job. Het werk dat die mensen nu doen, zul je moeten vervangen. Daarvoor is het bedrag bestemd dat nu genoemd wordt. De heer Heuverling: Eindelijk. Burgemeester Kleijngeld: Nou, u vraagt het mij voor de eerste keer! De heer Ottens: Ik vond de uitleg in eerste aanleg al heel helder. Dank daarvoor. Uiteindelijk is het programmamanagement wel een andere manier van doorwerken in de organisatie. Het zou in de wijze van werken van de organisatie winst moeten opleveren: minder stroperigheid, meer doorzettingsmacht, minder overleg etc. Kunt u over tweeënhalf jaar bij de evaluatie dan ook aangeven wat het heeft opgeleverd, ook in een effectievere en efficiëntere manier van werken? Burgemeester Kleijngeld: Dat vind ik interessant. Als je dit voor tweeënhalf jaar doet en je gaat daarna kijken of de incidentele oplossing wellicht structureel gemaakt wordt, zou je de vraag kunnen stellen of de bezuinigingen hiermee worden teruggedraaid. Dat vind ik echt een andere vraag. Je moet wel heel zware argumenten hebben om door te gaan met het programmamanagement. Kijken wat het effect op de organisatie is, vind ik dan heel zinnig. Het derde onderwerp waarop ik wil reageren, is de motie over bestuurlijke samenwerking. PvdA diende haar in, ondertekend door veel andere fracties. Het college neemt de motie van harte over. We zijn het er volledig mee eens. In de tussentijd heb ik een concept van de brief die ik naar de provincie zou willen sturen aan u doen toekomen. We hebben tijdens de schorsing even gekeken of onze conceptreactie en de motie op elkaar aansluiten en hebben geconcludeerd dat dit het geval is. We kunnen dus direct uitvoering aan de motie geven. De heer Van Well: Is er aan de brief iets veranderd? Burgemeester Kleijngeld: Ja, de brief is iets aangepast. U moet zelf iets organiseren om de laatste versie van de brief te lezen en uw standpunt in te nemen. De heer Van Dongen heeft het exemplaar van de brief waarop de wijziging is aangebracht. Ik verwijs u allen graag naar hem. Voorzitterswissel: burgemeester Kleijngeld. De voorzitter: De heer Van Hamond heeft gevraagd om een schorsing. Zegt u maar hoe lang u nodig hebt. Ik stel voor dat we om 22.45 uur verder gaan. Aldus besloten. De vergadering wordt geschorst van 22.30 uur tot 22.45 uur. 1.2 Debat over de beschouwingen De voorzitter: Ik heropen de vergadering. De heer Van Hamond vroeg om schorsing, maar ik was het zelf ook al van plan. Desondanks geef ik hem als eerste het woord. O, eerst heeft mevrouw Ruygt een voorstel van orde. Mevrouw Ruygt: Kan er alstublieft iets aan de airco gedaan worden? Ik ben niet de enige die er last van heeft. Een aantal mensen zit met kippenvel. De voorzitter: Ik kan dat nu niet oplossen. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
68
Mevrouw Ruygt: In het vervolg dan. Ik weet dat er verschillende mensen last van hebben. De voorzitter: Dat moet u maar eens in het fractievoorzittersoverleg bespreken. Wij hebben de afgelopen vijf jaar geklaagd dat het in de raadzaal te warm was. Na ampel beraad in het fractievoorzittersoverleg, een maand of drie, vier geleden, is gezegd dat het probleem aangepakt zou worden. Ik heb een week lang bijna niet naar mijn kamer kunnen lopen omdat het trapportaal was afgesloten zodat men op het dak allerlei installaties kon plaatsen. Zie hier het resultaat. Ik kan moeilijk zeggen dat we alles weer eruit gaan slopen. We zouden moeten kijken naar de techniek. Ik zeg toe dat ik ernaar laat kijken en dat het resultaat hiervan via de griffier tot u komt. Wellicht kan het iets bijgesteld worden. Ik zie nog iemand die een voorstel van orde heeft. Mevrouw De Bruijn: Aan deze kant voel je echt wind. De voorzitter: Ik kan het nu niet oplossen. Ik stel voor dat we doorgaan. De heer Van Hamond: Gelukkig ben ik een volbloed en heb ik het niet koud. Tijdens de schorsing hebben wij met de indieners van de motie over De Notenkrakers, respectievelijk de andere fractievoorzitters, besproken wat we doen. We hebben uiteraard geluisterd naar het voorstel van wethouder Keijzers. We hebben de motie aangepast en overhandigen de gewijzigde motie. De voorzitter: De gewijzigde motie luidt als volgt. MOTIE 2 De Raad, gehoord de beraadslaging, constaterende dat: • bij de inspraakavond over de kadernota de Kindermusicalgroep De Notenkrakers – mede namens zeven verenigingen – een beroep heeft gedaan op een financiële bijdrage in de kosten van de bouw van een hal met een oppervlakte van ca 1500 m 2 op een perceel aan de Kloosterheulweg; • op basis van de door de verenigingen aangereikte cijfers een eenmalige bijdrage van de gemeente gevraagd wordt van € 135.000 in de bouwkosten en een bedrag van € 7900 in de exploitatielasten; overwegende dat: • de betreffende verenigingen hebben aangegeven dat een structurele oplossing voor hun huisvesting noodzakelijk is voor het voortbestaan van hun verenigingen; • door samenwerking te zoeken en krachten te bundelen kosten kunnen worden bespaard; draagt het college op: 1. in overleg met De Notenkrakers en de andere verenigingen op zoek te gaan naar een geschikte locatie; 2. voor behandeling van de begroting 2016 te komen met een voorstel inclusief financiering, en gaat over tot orde van de dag.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
69
De voorzitter: Zijn er nog andere, gewijzigde moties? De heer Ottens: Tijdens de schorsing hebben ook wij overlegd over de motie over het stimuleringsfonds. Voor ons is dat een belangrijke voorwaarde in relatie tot het SLEM. We zijn overeengekomen dat wij de motie aanhouden en volgende week bij de behandeling van het SLEM indienen, met een positieve grondhouding uiteraard. De voorzitter: Er zijn dus geen nieuwe argumenten. Ik stel voor dat we de tweede termijn aanvangen en dat we alleen over de moties discussiëren. We hebben al zo veel overlegd vandaag, dat we nu toch snel tot besluitvorming moeten kunnen komen. De heer Ottens: Wij zouden nog wel graag goed willen kijken naar de gewijzigde motie van LokaalBelang. De voorzitter: Die krijgt u zo dadelijk. Ze wordt zo uitgedeeld. De heer Ottens: Ik was een van de fractievoorzitters die tijdens de schorsing niet bij het overleg was. De voorzitter: Jazeker, maar u krijgt de motie zo meteen uitgereikt. Tweede termijn De heer Ottens: Ik kan in deze termijn vrij kort zijn. Ik vond het heel plezierig dat de sfeer tijdens het debat heel anders was dan vorig jaar. Het overleg was constructief. Dank daarvoor aan de coalitie en de oppositie en aan het college voor de uitgebreide beantwoording. Ik had al aangekondigd dat ik mijn eigen motie over het stimuleringsfonds een week zou uitstellen. Daar zal mogelijk nog een redactionele aanpassing op komen. Naar de gewijzigde motie van LokaalBelang kijk ik straks nog even met mijn fractiegenote, omdat zij de meeste noten op haar zang heeft. Ik ga er nu nog geen stemverklaring aan geven. Ik vind overigens heel positief aan dit initiatief dat het niet om één organisatie gaat, maar dat de culturele organisaties de krachten heeft gebundeld. Daar staan wij positief tegenover. Ik laat nog even in het midden of dat een voldoende positieve grondhouding is. De heer Van Hamond: Ook namens LokaalBelang dank ik het college hartelijk voor de antwoorden die wij hebben gekregen op de vele vragen, alsook voor de sfeer. Ik denk dat we dat zo moeten doortrekken. Ik was mijn bijdrage begonnen met de uitspraak dat we meer interactief moeten doen. Dat is vanavond beter gegaan dan andere jaren. De motie over de kinderboerderij hebben wij zelf ondertekend. Met de aangepaste motie over De Notenkrakers kunnen wij instemmen. De motie van de PvdA over het stimuleringsfonds is aangehouden. Daar komen we volgende week op terug. We staan er niet negatief tegenover, verklap ik vast. De motie over de bestuurlijke toestemming wordt door alle fracties gesteund, dus wij ook. Tot slot hebben we de motie over de AZG. Daar zijn wij uiteraard ook voor. Mevrouw Ruygt: Over alle moties die wij ondertekend hebben, is al van alles gezegd. Wij zien af van onze spreektijd. De heer Van Veelen: De motie over de kinderboerderij hebben wij ondertekend. Op het voorstel over De Notenkrakers waren wij in eerste instantie tegen, maar het zoeken naar een nieuwe plek moet sowieso gebeuren, dus met de aangepaste motie kunnen we instemmen, hoewel we denken dat het eigenlijk niet nodig is. Wij denken dat het college dit toch wel doet. De derde motie is aangehouden en de vierde en vijfde zijn door het college overgenomen. Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
70
De heer Tiemstra: Ik weet niet hoeveel spreektijd we hebben in tweede termijn. We hebben in eerste termijn gesproken over nuchter blijven, samenwerken, bereid zijn om naar elkaar te luisteren, elkaar materialen en gereedschap aangeven. Ik constateer evenals de heren Ottens en Van Hamond dat we dit vanavond gedaan hebben. We hebben goed samengewerkt en er was een goede sfeer. Ik ben wel eens wat verdrietig naar huis gegaan, maar vanavond valt dat mee. Ik loop de moties even langs en ik wil ook over het raadsvoorstel zelf nog iets zeggen. In grote lijnen is het natuurlijk een vertaling van het coalitieakkoord. Helaas is het niet mogelijk om het voorstel voor kennisgeving aan te nemen. Ik zal tegen het voorstel stemmen om mijn handen vrij te hebben bij de begrotingsbehandeling. De motie over de kinderboerderij is raadsbreed ingediend. De toezegging van de wethouder vond ik dermate ruim, hij gaf aan dat er geen licht zit tussen wat we vragen en wat hij toezegt, dus ik overweeg om de motie niet in stemming te brengen. Op deze manier geef ik de wethouder vertrouwen om hiermee aan de slag te gaan. Ik kijk even rond om de andere indieners het hiermee eens zijn. Ik zie niemand nee schudden, dus ik trek de motie in. De aangepaste motie over De Notenkrakers zullen wij steunen. Motie 3 is aangehouden tot volgende week. Motie 4 is overgenomen. De brief is aangepast waarbij de heren Ottens en Van Dongen die ik beide zeer hoog acht, zijn gevraagd om de brief mede te redigeren. Ik zie de brief graag tegemoet. Motie 5 is overgenomen door het college. We waren er al voor. Ik dank u allen hartelijk. De heer Den Braven: GroenLinksaf blijft graag benadrukken dat ze er veel waarde aan hecht dat het centrumverhaal niet te fragmentarisch wordt aangepakt. Dat hoorde ik wethouder Van Groos ook uitspreken, dus daar waren wij heel blij mee. De motie die de PvdA heeft ingetrokken, ging volgens ons niet ver genoeg. De motie zal iets geredigeerd worden, maar niet dermate dat ze veel van inhoud zal veranderen. Het is moeilijk om er nee tegen te zeggen, dus dat zullen we niet doen. Wij begrepen van de wethouder dat de korting op de kinderboerderij volgend jaar wordt teruggedraaid en dat hij de tijd wil nemen om te bespreken wat er in de toekomst verder nodig is om een en ander leefbaar te houden. Met die toezegging lijkt het ons dat de motie van tafel kan. Er wordt ergens anders om gevraagd, maar met de toezegging van het college en de positieve insteek kunnen wij leven. De motie over De Notenkrakers steunen wij, alsook de moties over regionale samenwerking en AZG. Voor de laatste motie geldt dat wij hopen dat er voor de begrotingsbehandeling 2016 duidelijkheid is. Dat is zowel voor de gemeente als voor AZG goed. Toch nog heel kort een reactie op twee dingen die de wethouders hebben gezegd. Wethouder Bakker had het over de bijzondere bijstand. De vraag over het voorfinancieren van de bijstand komt nu juist van mensen die HbH-1 hebben. Als u zegt dat bij hen dit probleem niet kan voorkomen, verbaast mij dat. Mochten wij ons vergissen, dan hebben wij de vraag gesteld op basis van verkeerde informatie. We zullen het nog even nagaan en kijken of we de casus boven tafel kunnen krijgen. Wethouder Keijzers sprak over de vastgoedmotie. U zegt: nee, dat hebben we niet gedaan. Het kan gebeuren dat om wat voor reden dan ook de termijn van een motie niet haalbaar blijkt te zijn. Het is dan wel de gewoonte dat zoiets met de raad gecommuniceerd wordt. Daar hoef je niet het boetekleed voor aan te trekken, maar je hoort het wel te melden. Niet meer doen, dus! Tot slot volgen wij dezelfde redenering als de SGP. Het is niet per se dat wij vinden dat er in de kadernota extreem rare dingen staan, maar we willen tijdens de begrotingsbe-
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
71
handeling onze handen vrijhouden. We zijn tenslotte oppositie. Wij zullen niet instemmen met het voorstel. De heer Kuijten: Ook wij vonden het een heel plezierige avond. Met de motie over de kinderboerderij gaan wij akkoord, daarbij indachtig de opmerking van wethouder Brekelmans dat je eens moet overleggen met het bestuur over de meerjarensubsidiebedragen. De motie over De Notenkrakers. Het college komt met een volstrekt nieuw voorstel. Wij zullen dat voorstel op zijn merites beoordelen. Wij vinden dat je niet voorbij mag gaan aan het vraagstuk van het subsidiebeleid. Daar is vanavond eigenlijk niet over gesproken door het college. Daar komen we zeker te zijner tijd op terug. De motie over het stimuleringsfonds is aangehouden. Met motie 4 over bestuurlijke samenwerking zijn wij akkoord, alsook met de brief aan Gedeputeerde Staten. Met motie 5 gaan we ook akkoord. Wij hadden haar medeondertekend. De heer Van Dongen: De mening van het CDA over de ingediende moties en in het algemeen. Wij waardeerden het debat en zijn ingenomen met de toezeggingen die door de portefeuillehouders zijn gedaan op punten die door het CDA zijn ingebracht. De motie over de kinderboerderij wordt niet in stemming gebracht. In de gewijzigde motie over De Notenkrakers wordt het college de opdracht gegeven om een voorstel te maken. Dat voorstel zien wij graag tegemoet. We geven wel vast aan dat het risico van precedentwerking en gelijkheid een belangrijke toetssteen voor ons zal zijn voor de beoordeling van het voorstel. De motie over het stimuleringsfonds is aangehouden. De motie over strategische visie, interactieve evaluatie en bestuurlijke toekomst is akkoord, maar ik weet niet of ze in stemming wordt gebracht. Ze is immers al overgenomen. Dat geldt ook voor de motie over de scouting. Deze is ook door het college overgenomen. De heer Broeders: De motie van de SGP is teruggenomen en komt dus niet in stemming. De motie van de PvdA is aangehouden. Motie 4 is door ons ondertekend. De motie van LokaalBelang geeft volgens ons precedentwerking en zullen wij daarom niet steunen. Motie 5 van het CDA is overgenomen. De voorzitter: Dank. Daarmee hebben we de tweede instantie afgerond. Het is mij niet helemaal duidelijk wat ik nog in stemming moet brengen. Ik heb motie 4, 5 en 6 voor me liggen. Motie 4 gaat over de bestuurlijke toekomst. De heer Ottens: Deze motie hoeft niet in stemming gebracht te worden, want ze is door alle partijen ondertekend en het college heeft haar overgenomen. De voorzitter: Motie 5 over de scouting is bijna unaniem ondertekend en overgenomen door het college. Deze motie wordt ook niet in stemming gebracht. Daarmee houd ik alleen motie 6 over, over De Notenkrakers.
2.
Besluitvormend gedeelte
Vaststelling zonder stemming: 2.0
(CF1) Kadernota 2015 en voorjaarsbericht 2015
De voorzitter: Ik breng eerst het raadsvoorstel in stemming. We hebben al van een paar fracties een motivatie gehoord waarom wel of niet wordt ingestemd. Wenst u nog stemming over het raadsvoorstel? Dat is niet het geval. Ik heb stemverklaringen gehoord van de SGP en van GroenLinksaf. Zijn er nog meer fracties die een stemverklaring willen afleggen?
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
72
Mevrouw Ruygt: Wij zullen tegenstemmen omdat wij onze handen vrij willen houden bij de begrotingsbehandeling. De heer Ottens: Wij kiezen de omgekeerde weg. Wij hebben in onze bijdrage duidelijk aangegeven waar voor ons de pijnpunten liggen. Met inachtneming daarvan stemmen wij in met het voorstel. De heer Broeders: Wij zullen het voorstel niet steunen. Ik heb een aantal argumenten hiervoor aangegeven in mijn beschouwing waarom ik het niet eens ben met voorgenomen investeringen. De voorzitter: Ik stel voor om niet te stemmen en te concluderen dat we met de afgelegde stemverklaringen van GroenLinksaf, Werknemersbelang, D66 en SGP een meerderheid hebben voor de kadernota 2015. De kadernota 2015 en het voorjaarsbericht 2015 zijn conform voorstel vastgesteld. De leden Odabasi, Den Braven, Slaats, Broeders, Van Buul, Ruygt en Tiemstra worden geacht te hebben tegengestemd. De voorzitter: Motie 6 over De Notenkrakers is ondertekend door de fractie van LokaalBelang. Wenst iemand een stemverklaring af te leggen? De heer Broeders: Zoals ik heb aangegeven, vinden wij dat dit voorstel precedentwerking heeft. Daarom zullen wij de motie niet steunen. De voorzitter: Wenst u stemming over de motie? De heer…… : Ik vind dat er gewoon over gestemd moet worden. De voorzitter: Prima, dan gaan wij stemmen. Voor motie 6 stemmen de leden Spierings, Kuijten, Van der Vleuten, Van Tuyl, Hooijmaijers, Van Dongen, Paulides, De Bruijn, Odabasi, Den Braven, Slaats, Van Buul, Ruygt, Ottens, IJpelaar, Van Veelen, Tiemstra, De Jongste, Lodenstijn, Van Bavel, Van Baardwijk, Van Hamond, Van Dinther, Heuverling, Monsieurs, Damen en Van Well. Tegen motie 6 stemt het lid Broeders. De motie is 27 stemmen voor 1 stem tegen, aangenomen.
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
73
Sluiting De voorzitter: Ik sluit de vergadering op gebruikelijke wijze en vraag hiervoor uw aandacht. Tot slot van deze vergadering vraag ik van u een moment van bezinning, waarbij ik in ons aller naam erop vertrouw dat de genomen besluiten en de gevoerde discussies in het belang zullen zijn van onze gemeente en het welzijn van haar inwoners. De vergadering wordt gesloten om 23.17 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van gemeente Waalwijk van 24 september 2015. De griffier,
De voorzitter,
G.H. Kocken
drs. A.M.P. Kleijngeld
Notulen raadsvergadering 9 juli 2015
74