Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
Notulen van de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Hoorn gehouden op 18 juli 2006 om 20.00 uur. Aanwezig 28 leden, te weten: de dames M.J.S. van Berkum-Schouten (CDA), E. de Groot (PvdA), A.J. de Jong (PvdA), J.F.M. Kamphuis (Hoorns Belang), A.F.C. Klaassen (VOCH), P.D. Kusters (GroenLinks), K. al Mobayed (PvdA), H.H. Molema-van Meurs (Hoornse Senioren Partij), A.M. Ponte (GroenLinks), J.A. Wiebes-van den Brink (VVD) en de heren H.G. Bakker (GroenLinks), H. den Boer (VOCH), S. Broersma (PvdA), A.J.N. Flameling (PvdA), L. Helelespe (PvdA), mr. F.H. Hansen (VVD), A. Helling (D66), W. van Hilten (VVD), H. van Lunteren (VVD), P.N.M. Manshanden (GroenLinks), A. van der Meer (Hoornse Senioren Partij), P.C. Mol (VOCH), M. Pijl (CDA), A. Schaake (PvdA), C. Schaap (CDA), H. Weeda (VOCH), H.B.M. Wolthuis (VOCH) en A.A.G.M. van de Wijdeven (PvdA). Afwezig Wethouder R. Witteveen De heer J.A.M. Bakker (gemeentesecretaris) Mevrouw L. Hortensius (PvdA), de heren P.J. Bruijns (PvdA), A.J. Stam (VOCH), R.L.H.C.M. Tonnaer (PvdA) en J. van der Tuin (CDA). Voorzitter Burgemeester dr. G.O. van Veldhuizen Griffier Mevrouw drs. J.F. Kamminga Wethouders De heren J. de Boer, J. van Es, C.A. van der Maat en mevrouw C.G. van Weel-Niesten. Gemeentesecretaris Mevrouw M. van Dam Verslag Elise Gieselaar Secretariaatsservice
1.
Opening en mededelingen. De voorzitter opent de raadsvergadering en heet alle aanwezigen van harte welkom. Het is vanavond een tropische avond en hij hoopt dat wij het vergadertempo daaraan kunnen aanpassen in positieve zin. Ook heet hij alle VIP-ers van harte welkom op deze laatste raadsvergadering voor het zomerreces. De vakantie heeft al een beetje toegeslagen in de raad. Mevrouw L. Hortensius (PvdA) en de heren P.J. Bruijns (PvdA), A.J. Stam (VOCH), R.L.H.C.M. Tonnaer (PvdA) en J. van der Tuin (CDA) hebben bericht van verhindering doen uitgaan. Voorts meldt hij dat wethouder R. Witteveen en de heer J.A.M. Bakker niet aanwezig zijn. De heer Tonnaer is afwezig in verband met het overlijden van zijn moeder. Hij wil daarvoor zijn condoleances uitspreken.
2.
Vaststelling van de raadsagenda van 18 juli 2006. De voorzitter merkt op dat de weg naar de vaststelling van deze agenda af en toe hobbelig en bumpig is wat betreft de stukken. Hem is ooit geleerd: ‘beter met een zes min op tijd dan met een tien te laat’. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van Lunteren van de VVD. De heer Van Lunteren verzoekt agendapunt 14 (Voorstel inzake het vaststellen van de Verordening binnentreden ter uitvoering noodverordeningen) aan de A-punten toe te voegen. Verder wil de VVD nog aan het eind van de vergadering een wilde motie indienen. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Kamphuis van Hoorns Belang. | 1
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
Mevrouw Kamphuis verwijst naar agendapunt 13 (Voorstel inzake het vaststellen van de Eerste wijziging legesverordening 2006) en merkt op dat in dit voorstel staat dat het behandeld is in de vergadering van de commissie Bestuur en Middelen van 5 juli 2006. Volgens haar is dit voorstel tijdens deze vergadering helemaal niet besproken. Zij wil daarom voorstellen om het voorstel alsnog in deze commissie te bespreken. De voorzitter vraagt of iemand hem duidelijkheid kan geven of dat voorstel inderdaad niet in de commissie behandeld is. Ook vraagt hij aan mevrouw Kamphuis of zij inhoudelijke redenen heeft om het voorstel terug te verwijzen naar de commissie of dat wij het voorstel in de raad kunnen bespreken. Mevrouw Kamphuis denkt dat het goed is om het voorstel nog een keer in de commissie te bespreken, omdat het gaat om verhogingen van tarieven. Om het zo maar ineens uit het niets op de raadsagenda te plaatsen bij de stukken waarbij discussie niet nodig wordt geacht vindt zij een beetje grof. De voorzitter wijst erop dat het voorstel ook als A-stuk gepromoveerd kan worden. Vervolgens vraagt hij of de wethouder hierop zou willen reageren. Moet het voorstel terug naar de commissie of kan het in de raad als A-stuk besproken worden? Wethouder Van Es heeft even snel het stuk opgezocht. Het gaat hier om reisdocumenten en volgens hem hebben wij daar als gemeente heel weinig bevoegdheden in. Hij zou de raad echt willen adviseren om akkoord te gaan met het voorstel. Er valt weinig discussie over te voeren, ook al zou het voorstel weer besproken worden in de commissie. Dit moet gewoon uitgevoerd worden. Mevrouw Kamphuis vindt het heel erg vervelend dat in het voorstel staat dat het in de commissie is besproken en dat dit gewoon niet is gebeurd. Wethouder Van Es wijst erop dat mevrouw Kamphuis daar natuurlijk volkomen gelijk in heeft. Hij heeft de tekst niet gemaakt. De vraag is of het verstandig is om het nu uit te stellen, het in de commissie te behandelen - waar men dan met elkaar kan vaststellen dat er weinig discussie over mogelijk is - en het daarna in de raad van september vast te stellen. Volgens hem moet het voorstel vandaag gewoon vastgesteld worden. Hij is het met mevrouw Kamphuis eens dat de tekst niet correct is. Hij kan zich ook niet herinneren dat in de commissie hierover gesproken is. Hij kent mevrouw Kamphuis voldoende en zij zal op dit punt gelijk hebben. De voorzitter merkt op dat het aan mevrouw Kamphuis is om hierover iets te zeggen. Mevrouw Kamphuis merkt op dat zij het nu niet wil ophouden, maar dat zij het toch wel fijn zou vinden als de raad in het vervolg de tijd krijgt om hierover te praten en dat het goed neergezet wordt. De voorzitter merkt op dat hij nog één charmante oplossing heeft. De raad stelt het voorstel vanavond vast als B-stuk. Mocht mevrouw Kamphuis nog aanleiding vinden om de wethouder daar in de commissie nog eens indringend op te bevragen, dan laat zij dit nog een keer op de agenda van de commissie plaatsen. Mevrouw Kamphuis gaat hiermee akkoord. De voorzitter vraagt wie verder nog het woord wenst over de agenda. Hij geeft het woord aan mevrouw De Jong van de PvdA. Mevrouw De Jong meldt dat ook de PvdA aan het eind van de vergadering nog een wilde motie wil indienen. De voorzitter wil nog even, volledigheidshalve en ter voorkoming van ongelukken, wijzen op de tweede lijst van ingekomen stukken. Op deze lijst staat de brief aan de raad over het cameratoezicht. Hij wil de raad de ruimte geven bij agendapunt 8 (Voorstel inzake het vaststellen van een tijdelijke verordening cameratoezicht lappendag) om over deze brief een mening te geven.
| 2
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
De voorzitter concludeert dat de voorliggende agenda wordt vastgesteld, met dien verstande dat agendapunt 14 (Voorstel inzake het vaststellen van de Verordening binnentreden ter uitvoering noodverordeningen) aan de A-punten toegevoegd zal worden, dat de brief van de raad over het cameratoezicht die vermeld staat op de tweede lijst van ingekomen stukken betrokken zal worden bij agendapunt 8 (Voorstel inzake het vaststellen van een tijdelijke verordening cameratoezicht lappendag) en dat bij de C-stukken een wilde motie van de VVD en een wilde motie van de PvdA zullen worden ingediend.
3.
Spreekrecht burgers. De voorzitter meldt dat twee burgers zich voor het spreekrecht burgers hebben aangemeld. Als eerste wil hij het woord geven aan de heer Van Beurden, die hier ook als VIP aanwezig is. De heer Van Beurden wil iets zeggen over agendapunt 13 (Initiatiefvoorstel van de VVD en de VOCH inzake het opstellen van een sportvisie gemeente Hoorn). De heer Van Beurden geeft aan dat zijn naam Nol van Beurden en hij is hier als privé-persoon, maar ook een heel klein beetje als de rector van de Oscar Romero. Eén van de locaties van scholengemeenschap Tabor. Hij wil als privé-persoon en in zijn hoedanigheid als rector erg graag de noodzaak voor de ontwikkeling van een sportvisie aangeven. Hij denkt dat hetgeen er in de stukken beweerd wordt over ‘Hoorn als sportstad’ zeer op zijn plaats is of zou moeten zijn. Hij wil de raad vragen om bij het denken over en het komen tot een sportvisie acht te slaan op de ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs. Dit geldt niet alleen voor het Tabor, maar ook heel nadrukkelijk voor het Atlascollege. Gezien het potentieel van de scholen op dat gebied is het de dwingende wens van de scholen om vorm te geven aan een samenwerking met buurten en verenigingen op sportgebied. Ook wil hij de raad erop wijzen dat de scholen een enorm potentieel hebben op dat gebied en bereid zijn tot een bijdrage. Misschien mag hij als voorbeeld het feit noemen dat Tabor sinds kort lootschool is en dus wel iets in zijn mars heeft. De voorzitter bedankt de heer Van Beurden voor zijn bijdrage. Hij wil nu het woord geven aan de heer Blaauw. De heer Blaauw wil iets zeggen over agendapunt 10 (Voorstel inzake evaluatie van de Startersregeling 2005, beschikbaar stellen van een nieuw krediet voor de Startersregeling 2006 en vaststellen van de verordening Stimuleringsregelingen Volkshuisvesting 2006). De heer Blaauw geeft aan dat zijn naam Janus Blaauw is en hij is woonachtig op het woonwagencentrum aan de Bobeldijkerweg. Na hetgeen de wethouder heeft beloofd in de commissievergadering van 6 juli 2006, heeft hij van hem een brief ontvangen die net zo duister is als alle beloftes van de vorige wethouder over de aanpak van diverse problemen. Hij heeft deze brief een aantal keren doorgelezen en alles wat hij leest is niet hetgeen dat hij graag zou willen lezen, want hij begrijpt het gewoon niet. Hij leest nu dat hij als bewoner van het woonwagencentrum geen gebruik kan maken van de startersregeling. Men heeft het in de brief over een woonwagenstandplaats, maar wat als daar een stenen woning op komt? Hoe wordt het dan in de gemeente genoemd? Hij neemt aan dat de kavel die men gekocht heeft ook bestemd is voor stenen woningen. Dit wordt in ieder geval bevestigd in het koopcontract. Hij heeft dan ook de volgende vragen. Hij woont op het woonwagencentrum en hij wil nieuw bouwen. Wat moet hij doen om in aanmerking te komen voor de starterslening? Is het mogelijk dat de bewoners van het woonwagencentrum een uitleg krijgen van een ambtenaar die hen dit in normale en begrijpelijke taal kan uitleggen? Wellicht kan een helpende hand geboden worden om dit verwezenlijken. Hij bedankt de voorzitter voor de spreektijd. De voorzitter bedankt de heer Blaauw voor zijn betoog. De heer Blaauw levert de tekst van zijn bijdrage in; dan komt het antwoord zeker.
4.
Vragen raadsleden. De voorzitter meldt dat de heer Van Hilten (VVD) en de heer Manshanden (GroenLinks) vragen willen stellen. Als eerste geeft hij het woord aan de heer Van Hilten van de VVD. | 3
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
De heer Van Hilten meldt dat de VVD graag aan de voorzitter van de raad het verslag wil aanbieden van de themabijeenkomst gesubsidieerde arbeid die in deze raadzaal op 26 juni 2006 heeft plaatsgevonden. Dit verslag geeft heel helder de problematiek aan van de oud ID-ers en de betrokken instellingen. Bovendien heeft de VVD de verenigingen en instellingen aangegeven dat de discussie over de gesubsidieerde arbeid een vervolg moet krijgen, niet alleen gezien de kwetsbaarheid van de betrokken doelgroep, maar ook naar de instellingen en verenigingen toe. Vandaar dat hij vanavond toch het woord tot de raad richt, want de politiek is aan zet. Daarom vraagt de VVD dit onderwerp te agenderen in een vergadering van de commissie Mens en Maatschappij om daar tot een goede discussie en afweging te komen. Ten behoeve van de discussie die daar dan zal plaatsvinden heeft de VVD alvast een aantal stellingen geformuleerd. Deze treft men bij het verslag aan. Hij heeft begrepen dat alle raadsleden het verslag ontvangen hebben. De VVD pretendeert ook een oplossingsrichting aan te willen geven, uiteraard bestemd voor een goede discussie. Ook treft men deze oplossingsrichting hierbij aan. Dit is het idee van de VVD hoe het verder moet met de gesubsidieerde arbeid. Vervolgens overhandigt hij het verslag van de themabijeenkomst aan de voorzitter. De voorzitter geeft het woord aan de heer Manshanden van GroenLinks. De heer Manshanden meldt dat GroenLinks - en hij neemt aan dat dit ook geldt voor de overige fracties - een afschrift van een brief aan het college ontving van het Overleg Leefbaarheid HoornNoord d.d. 26 mei 2006 over het parkeerterreintje Johannes Poststraat/Jozefstraat. Om het Overleg Leefbaarheid Hoorn-Noord een advies te kunnen geven hoe zij verder zouden kunnen gaan, is hij even in het dossier gedoken. Hierbij stuitte hij op nogal wat onduidelijkheden. In de raadsvergadering van 15 november 2005 zegt de wethouder toe nog eens met de Bernard van Bockxmeerschool te gaan praten. De Bernard van Bockxmeerschool is echter medeondertekenaar van deze brief. Verder komt hij een brief tegen aan de Vereniging van Eigenaren van de appartementen aan de Tweeboomlaan van de afdeling Stadsontwikkeling van 27 februari 2006. Hierin wordt gerefereerd aan een raadsbesluit van 13 december 2005. Ook staat hierin vermeld dat het parkeerterreintje groen wordt en dat de werkzaamheden hiervoor in augustus 2006 zouden beginnen. Het vreemde is dat dit onderwerp op de agenda van 13 december 2005 niet voorkomt. Het was niet te achterhalen of door het college al een antwoord op deze brief is uitgegaan. Een bezoekje aan de familie Koppes aan de Johannes Poststraat ook medeondertekenaar van deze brief - deed zijn verbazing alleen nog maar meer groeien. Want de wijkbewoners zouden een toezegging hebben gekregen dat het parkeerterreintje, totdat er een parkeerterrein achter de voormalige TSH gerealiseerd zou zijn, ongemoeid zou blijven. Hij kan hier geen chocolade meer van maken. Misschien ook wel goed met dit warme weer, want dat zou slechts smelten. De wethouder lijkt hem echter minder schizofreen als dat dit ondertussen doet vermoeden. Hij heeft daarom de volgende vraag. Wat gaat er nu werkelijk op die plaats gebeuren, wanneer en wat zijn de mogelijkheden voor de wijkbewoners om hier nog iets mee te doen? De voorzitter vraagt aan de wethouder of zij hier, voor zover zij dit kan, kort op wil reageren. Als dit niet kan verzoekt hij haar aan te geven waar en wanneer wij de discussie over dit onderwerp het beste verder kunnen voeren. Wethouder Van Weel kan zich voorstellen dat de heer Manshanden lichtelijk duizelig wordt van dit dossier, want er zijn meerdere besluiten genomen. Ook zijn er besluiten door de raad herroepen. Het laatste standpunt is dat dit parkeerterrein onderdeel gaat uitmaken van de beperkte groenstructuur die wij in Hoorn-Noord hebben. Door de afdeling is doorgerekend of wij voldoende parkeerplaatsen in die buurt hebben. Hierop is een positief antwoord gekomen. De Bernard van Bockxmeerschool heeft daar nooit gebruik van gemaakt. De parkeerplaats heeft altijd leeggestaan. Na de zomervakantie zal het gebied heringericht worden. Deze parkeerplaats is voorlopig uit het bestek gehaald, omdat het OPDC - zij weet niet precies waar dat voor staat - op dit moment gehuisvest is in de TSH. De TSH is nog niet klaar. Er is gewerkt met een eindbeeld, dus eerst moet dat eindbeeld klaar zijn voordat de parkeerplaats heringericht gaat worden. De parkeerplaats blijft dus op dit moment zoals het is en als men er langsfietst kan men zien dat het volop gebruikt wordt. Dit is ook logisch. Er gebeurt dus nu niets met de parkeerplaats. De voorzitter denkt dat het goed is om het hierbij te laten en bedankt de wethouder voor haar beantwoording.
| 4
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
5.
Voorstel inzake benoeming leden in de diverse raadscommissies. De voorzitter concludeert dat namens de VVD de heer F.H. Hansen wordt benoemd in de raadscommissie Stad en Ruimte en dat namens de VVD de heer W. van Hilten wordt benoemd in de raadscommissie Bestuur en Middelen.
6.
a.
Vaststelling van de notulen van de openbare raadsvergadering van 20 juni 2006. De voorzitter concludeert dat het verslag conform wordt vastgesteld.
b.
Vaststelling van de notulen van de openbare raadsvergadering van 28 juni 2006. De voorzitter concludeert dat het verslag conform wordt vastgesteld.
7. a.
Eerste lijst van ingekomen stukken. De eerste lijst met ingekomen stukken wordt conform vastgesteld.
b.
Tweede lijst van ingekomen stukken. De voorzitter concludeert dat de tweede lijst van ingekomen stukken wordt vastgesteld, met dien verstande dat de brief van de scouting over vandalisme en overlast besproken zal worden in de betreffende commissie.
A-stukken
8.
Voorstel inzake het vaststellen van een tijdelijke verordening cameratoezicht lappendag. De voorzitter geeft aan dat het hem verstandig lijkt, wanneer het om zaken gaat die thuishoren in zijn portefeuille, dat hij even plaatsmaakt voor de vervangend raadsvoorzitter. Vanavond is dat op basis van anciënniteit de heer Helling. De heer Helling neemt het voorzitterschap over. De voorzitter meldt dat het voorstel eigenlijk een bevoegdheid van de burgemeester behelst. De burgemeester heeft echter gemeend dit voorstel toch even bij de raad neer te leggen. Het gaat om het toepassen van cameratoezicht op lappendag. Daar heeft de raad een brief over ontvangen. Vervolgens vraagt hij wie er behoefte heeft om op deze brief te reageren. Hij geeft het woord aan de heer Weeda van de VOCH. De heer Weeda meldt dat de VOCH het voornemen ondersteunt om op lappendag over te gaan op cameratoezicht voor de handhaving van de openbare orde. Dit kan ook bijna niet anders, omdat het een punt is uit het verkiezingsprogramma van de VOCH. Zoals gesteld wordt in het voorstel gaat het hier om een proef, waarbij de nodige ervaring wordt opgedaan die later gebruikt kan gaan worden als permanent cameratoezicht eventueel aan de orde komt. De VOCH ziet cameratoezicht als extra ogen voor de politie en niet als bezuiniging. Toezicht met camera’s in de binnenstad maakt het mogelijk om de politiemensen vrij te maken voor toezicht in andere delen van de gemeente. De routes van en naar de stad waar veel vernielingen plaatsvinden. Naast het opsporen van strafbare feiten en snelle signalering van dreigende ordeverstoring gaat van cameratoezicht ook een preventieve werking uit. Als, en dat is wettelijk voorgeschreven, duidelijk wordt aangegeven dat door gebruikmaking van camera’s een extra oogje in het zeil wordt gehouden. Ook het feit dat lappendag hiervoor is uitgekozen stemt zijn partij tot vreugde. De Hoornse lappendag is een unieke dag waar velen - en niet alleen uit Hoorn - op af komen. Zo’n dag mag niet verstoord en verstierd worden door een aantal | 5
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
raddraaiers die alleen op narigheid uit zijn. Wil lappendag tot in lengte van jaren voortbestaan dan zullen er maatregelen moeten worden genomen om wanorde te voorkomen. Maatregelen en acties die dit zullen voorkomen kunnen rekenen op de instemming van zijn fractie. Het gaat om een proefneming waarbij de nodige wettelijke voorschriften voorkomen dat met de privacy van burgers een loopje wordt genomen. Toch wil de VOCH na lappendag deze proefneming uitvoerig evalueren in de commissie Bestuur en Middelen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bakker van GroenLinks. De heer Bakker denkt dat het misschien prettig is om ook een tegengeluid te horen, want dat bevordert het debat in de raad. GroenLinks heeft ook iets in het verkiezingsprogramma geschreven over cameratoezicht. GroenLinks is zeer terughoudend ten aanzien van het plaatsen van camera’s in de binnenstad. Cameratoezicht geeft volgens GroenLinks een soort schijnveiligheid die de veiligheid niet per se ten goede komt. Hij denkt dat het beter is om meer blauw op straat te hebben. In die zin geeft de heer Weeda de volgorde een beetje verkeerd aan. Het gaat niet om cameraplaatsing, maar het gaat hier om een probleem bij lappendag. Het probleem bij lappendag zou met tijdelijke cameraplaatsing opgelost kunnen worden. Dat is het voorstel. Het gaat dus niet in zijn algemeenheid over cameratoezicht, dat wil men juist voorkomen. GroenLinks is zeer terughoudend bij cameratoezicht. De risico’s bij lappendag hebben zich één keer voorgedaan en nu doet zich het voorkomen alsof het bij iedere lappendag steeds meer uit de hand gaat lopen. Het risico is juist aanwezig dat je met camera’s doet voorkomen dat je daarbij de risico’s gaat vermijden. Dat is wat GroenLinks betreft absoluut niet aan de orde. Wat dat betreft ziet GroenLinks de nut en noodzaak nog niet zozeer aanwezig. Hij zou daar toch nog graag een toelichting op willen hebben van het college in hoeverre het nu wel zo absoluut nodig is. Er wordt een aantal voorbeelden genoemd in andere steden. Hij denkt echter dat elke situatie weer anders is. De heer Weeda zegt heel gemakkelijk dat het een tijdelijke plaatsing is met het oog op wellicht een permanente plaatsing. Dit is wat GroenLinks betreft absoluut niet aan de orde en ook is dat in dit voorstel helemaal niet aan de orde. Het zijn mobiele camera’s en wat GroenLinks betreft moeten deze camera’s weer zo snel mogelijk verplaatst worden. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Kamphuis van Hoorns Belang. Mevrouw Kamphuis meldt dat Hoorns Belang zonder meer voor deze proef is met de mobiele camera’s gedurende lappendag. Het is niet onbekend dat er met lappendag nogal wordt gedronken, voornamelijk door jongeren, maar sommige ouderen kunnen er ook wat van. Die worden dan ‘strontvervelend’. Er zijn regelmatig vernielingen en zij zal niet zeggen dat het ieder jaar gigantisch uit de hand loopt, maar er vinden regelmatig vervelende dingen plaats. Als je het kan signaleren dat er iets vervelends gaat gebeuren en je kan er gelijk op inspringen dan wil zij dat heel graag. Ook vindt zij dat als je niets te verbergen hebt - dit is natuurlijk de discussie van de privacy - je haar van alle kanten mag filmen. Als dit kan bijdragen aan een goed verloop van lappendag, dan moet dat zonder meer gebeuren. Wij kunnen er wat van leren en wij kunnen achteraf kijken of het wel of niet zin heeft gehad en of het zinvol is om het nog eens te proberen. Zij hoopt dan wel dat de kwaliteit van die camera’s beter is dan bij programma’s zoals ‘opsporing verzocht’. Je ziet iets bewegen, je weet dat het iemand moet zijn, maar je hebt geen idee hoe die iemand eruitziet, dus dan schiet je er ook niet veel mee op. De voorzitter geeft het woord aan de heer Hansen van de VVD. De heer Hansen merkt op dat het hier om een tijdelijke oplossing gaat voor in ieder geval één evenement dat in Hoorn wordt gehouden, namelijk lappenlap. De VVD is natuurlijk zeer benieuwd naar de uitkomsten daarvan. Dit zal men dan ook wel zien op het moment dat de camera’s geplaatst zijn. De VVD zal ook niet verheulen dat men het een zeer sympathiek idee vindt. Met name ook om hier weer opnieuw een discussie te kunnen starten die wij enige jaren geleden hebben gevoerd, waar het ging om permanent cameratoezicht in de openbare ruimte. Toen is er onder de toenmalige burgemeester een delegatie van raadsleden naar Ede geweest, want daar was het op dat moment toch wel het summum op het gebied van cameratoezicht. De heer Bakker heeft natuurlijk wel gelijk waar het gaat om de schijnveiligheid. Schijnveiligheid ontstaat als je niets doet met de beelden die opgenomen worden. Bij het plaatsen van die camera’s is het natuurlijk wel van belang dat er adequaat wordt gereageerd op zaken die men ziet op die beelden. | 6
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
Wij moeten ons ook goed realiseren dat op het moment dat wij ons in de openbare ruimte begeven die ruimte van ons allemaal is en dat wij ons daar ook veilig willen voelen. Wat de VVD betreft is dit een voorloper van een discussie die in het najaar gevoerd kan worden en dat is het permanente toezicht met camera’s in de openbare ruimte. Zijn fractie kijkt daar met veel plezier naar uit en met name ook omdat men ziet dat de VOCH aan de zijde van zijn fractie staat. Dit doet de VVD deugd. De voorzitter geeft het woord aan de heer Broersma van de PvdA. De heer Broersma meldt dat de VVD de PvdA ook aan haar zijde zal vinden. Ook de PvdA steunt het voorstel van de burgemeester, met name vanwege het preventieve karakter. Je kunt op de beelden namelijk gelijk al zien wat er eventueel kan gaan gebeuren op de drie festivalterreinen (Roode Steen, Kerkplein en de Dubbele Buurt). Verder ondersteunt zijn fractie het van harte dat, zoals de VOCH al zei, het uitvoerig geëvalueerd moet worden in de commissie Bestuur en Middelen. De PvdA is zeer benieuwd naar deze eenmalige proef. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pijl van het CDA. De heer Pijl merkt op dat het tijdelijk cameratoezicht op lappendag inderdaad een bevoegdheid van de burgemeester is. De burgemeester wil toch graag de mening van de raad weten; op zich is dat natuurlijk te prijzen. Hij zal er meteen bij zeggen dat het CDA er wel kritisch over is. Niet dat het CDA nu per se tegen cameratoezicht in de openbare ruimte is, dat zeker niet, maar men vindt het op zich wel een vergaand middel om toezicht te houden in die openbare ruimte. Zo’n middel moet je wat het CDA betreft zorgvuldig invoeren. Dat betekent dat je eerst goed moet nadenken over de vraag of je dit nieuwe middel wel wil inzetten in Hoorn en zo ja, onder welke voorwaarden, waar, wanneer, met welk doel en zijn er misschien ook andere maatregelen denkbaar om de openbare ruimte veiliger te maken? Het gaat dus om de afweging tussen de situatie die je ergens hebt en de middelen die je op dat moment inzet. Dat klinkt misschien minder stoer dan om meteen maar te roepen dat die camera’s opgehangen kunnen worden, maar dat is gewoon niet de manier waarop zijn fractie te werk wil gaan in deze stad. De raad moet wat het CDA betreft heldere kaders stellen. Hij zou zeggen: ‘eerst nadenken en dan filmen’. Dat betekent dat je een cameratoezichtbeleid moet hebben. Zo raar is dat niet, want dat beleid is al diverse keren aangekondigd. Hij citeert de programmabegroting 2006: “In 2006 zal de wet cameratoezicht op openbare plaatsen van kracht zijn. De burgemeester krijgt volgens deze wet de bevoegdheid om binnen het kader van een door de raad vast te stellen verordening camera’s te laten plaatsen. De raad ontvangt nog een discussienota over de mogelijkheid van deze vorm van cameratoezicht in Hoorn”. Hij heeft die discussienota van de burgemeester nog niet gezien. Zeker ook gezien de wetswijziging ligt het toch voor de hand dat de raad hier een aantal uitspraken over doet. Nogmaals, waar blijft die discussienota? Vervolgens wil hij nog wat andere voorbeelden noemen. In 2005 was er een brief van Deen over cameratoezicht in de Kersenboogerd. Het antwoord van het college was dat dit betrokken zou worden bij de met de raad, naar aanleiding van de wijziging gemeentewet, te voeren discussie over het beleid rondom de plaatsing van camera’s in publieke ruimten. Het collegebesluit van maart 2006. Verzoek Stichting Beveiliging Hoorn en omgeving invoering cameratoezicht bedrijventerrein Hoorn80. Antwoord college: het college is in beginsel bereid om mee te werken aan de invoering van camerabewaking op Hoorn80, mits dat past binnen het nog te ontwikkelen gemeentelijke camerabeleid. Dat krijgen partijen die cameratoezicht willen dus te horen: “Wacht maar op het gemeentelijke camerabeleid”. Waar blijft de burgemeester dan met voorstellen voor dat beleid? In plaats van zulke beleidsvoorstellen krijgt de raad onverwacht door de burgemeester het idee voorgeschoteld voor een eenmalige proef op lappendag. Het wordt in de krant met veel ‘poeha’ als een soort stunt gepresenteerd, nog voordat er maar iemand in de raad of het college enige toelichting heeft ontvangen. Het CDA had liever gehad dat de energie was gestoken in het ontwikkelen van die beloofde discussienota, zodat wij eerst goed hadden kunnen nadenken voordat wij camera’s ophangen. Vinden wij het allemaal best als het uit de hand loopt op lappendag? Natuurlijk niet! Van het CDA mag er streng worden opgetreden als dat nodig is. Extra blauw op straat, daar is al eerder iets over gezegd. Wij wisten toch vorig jaar al dat het op lappendag uit de hand was gelopen? Waarom krijgen wij dan nu pas dit idee? Er wordt wel gepraat over de positieve ervaringen met tijdelijk cameratoezicht op de Meidenmarkt in Schoorl (het Klimduin). Dat is natuurlijk geweldig, want daar is het vorig jaar ook uit de hand gelopen. Maar vervolgens hebben zij wel een stevige evaluatie en discussie in de politiek gehad, waarbij de diverse mogelijkheden om het veiliger te maken de revue | 7
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
zijn gepasseerd. Er is onder andere besloten tot het tijdelijke cameratoezicht. Maar dit is iets anders dan de gang van zaken hier. Bovendien is daar het cameratoezicht gecombineerd met veel extra inzet van beveiliging en politie op straat, want toen had dat effect. Gaan wij dat in Hoorn ook doen op lappendag? Overigens ging het vorig jaar om een incident op het Grote Noord en dat is de nu de directe aanleiding voor dit voorstel en wij gaan dus camera’s plaatsen op bijvoorbeeld het Kerkplein en de Roode Steen. Zijn vraag is hoe camera’s daar effectief een incident op het Grote Noord voorkomen? Wat hij zich ook afvraagt is in hoeverre een proef van één dag nu echt nuttige informatie oplevert voor het maken van camerabeleid. Als het dit jaar niet uit de hand loopt, concluderen wij dan dat dit komt door de camera’s? Vorig jaar liep het echt uit de hand, maar de jaren daarvoor is het minder uit de hand gelopen en toen waren er geen camera’s. Ook leest hij het argument dat de politie door middel van camera’s extra ogen krijgt. Dat is waar, maar met dat argument kun je heel Hoorn wel gaan volhangen met camera’s. Wat volgens het CDA nodig is, is dat er een goede afweging gemaakt moet worden waar wel en waar geen cameratoezicht moet plaatsvinden. Als voorbeeld geeft hij aan dat op de Koepoortsweg het afgelopen weekend bij meer dan tien auto’s de autoruiten zijn ingeslagen en dat gebeurt op meerdere uitvalswegen. Dit heeft dan waarschijnlijk te maken met uitgaanspubliek dat teruggaat naar de buitenwijken en dan wordt er onderweg het nodige meegenomen. Met dit soort zaken is het CDA dus echt klaar. De spoorwegovergang bij de Koepoortsweg waar auto’s - die er helemaal niet mogen rijden - fietsers van hun sokken rijden. Ook dit lijkt wel een onoplosbaar probleem. Kunnen wij daar dan misschien als proef een camera ophangen? Zo kan hij nog wel een aantal plekken in de stad verzinnen. Wat het CDA betreft: eerst afwegen en dan doen. Tenslotte geeft hij aan dat het CDA zeker niet blind is voor het positieve effect dat camera’s op de veiligheid in de openbare ruimte kunnen hebben. De openbare orde is het CDA echt wel wat waard. Maatregelen zoals preventief fouilleren in de Kersenboogerd heeft het CDA ook altijd gesteund, maar pas na een zorgvuldige discussie waarbij nut en noodzaak van dit soort vergaande maatregelen duidelijk zijn geworden. Zo wil het CDA ook met cameratoezicht omgaan. Het CDA verwacht van de burgemeester dat hij nu snel komt met een discussiestuk over cameratoezicht in Hoorn. Hij zou hiervoor graag een toezegging willen hebben. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van der Meer van de Hoornse Senioren Partij. De heer Van der Meer merkt op dat hij bij het eerste gedeelte van het betoog van de heer Pijl dacht dat het de goede kant op zou gaan, maar dat is niet het geval bij het tweede gedeelte van zijn betoog. De Hoornse Senioren Partij vindt dat het doel moet zijn dat je wanordelijkheden voorkomt en wat wij nu gaan doen is camera’s op lappendag ophangen om de wanordelijkheden gade te slaan - het is lappendag, dus wij hangen er een lapje voor en wij worden voor het lapje gehouden - en dan moet de politie er achteraan rennen. Dat wil de Hoornse Senioren Partij niet. Zijn fractie wil geen cameratoezicht. Er wordt een galerij van misdragingen genoemd, maar men vindt het geen goede zaak om daar cameratoezicht op te houden. Men is daar heel sceptisch over en volgens zijn fractie hoeft dat niet te gebeuren. Je moet daar zeer terughoudend in zijn en je moet als doel het voorkomen van wanordelijkheden voor ogen houden. Dan moet je preventief werken en niet met camera’s gaan werken, want achteraf is er geen politie om er achteraan te rennen. Hij denkt niet dat dit een goede oplossing is. Bovendien wijst hij erop - en dit is dan even voor mevrouw Kamphuis - dat uit onderzoek is gebleken dat mensen die zeggen dat zij voor cameratoezicht zijn, want zij hebben toch niets te verbergen, juist de mensen zijn waar toezicht op gehouden moet worden. Hiervan zijn namelijk profielschetsen gemaakt. De Hoornse Senioren Partij vindt dat het gericht moet zijn op het voorkomen van wanordelijkheden en niet op het registreren van wanordelijkheden en dat de politie vervolgens geen tijd heeft om daar achteraan te gaan. De voorzitter wil nu de portefeuillehouder openbare orde en veiligheid achter de katheder uitnodigen om op de verschillende opmerkingen in te gaan. Hij signaleert dat de burgemeester sterk de behoefte heeft om ook de mening van D66 te horen. Dat kan en hij zal deze mening in het kort weergeven. Van oudsher is D66 zeer kritisch over cameratoezicht en zijn fractie heeft de laatste twee jaar haar standpunt wel wat gewijzigd. D66 kan zich in dit voorstel vinden. Zeker omdat het om een proef gaat en het een eenmalig iets betreft. Wel heeft D66 wat technische vragen. Normaal gesproken geldt er een meldingsplicht, moeten er volgens hem ook verplicht bordjes worden opgehangen en moet er voorlichting komen. Dit zijn volgens hem allemaal voorwaarden die gekoppeld zijn aan het moment | 8
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
dat je cameratoezicht toepast op basis van de gemeentewet en hier wordt het op basis van de politiewet toegepast. Wellicht kan de burgemeester daar nog even op in gaan hoe dat exact zit, want D66 wil in ieder geval wel voorkomen dat er straks discussies gaan plaatsvinden over bijvoorbeeld juridische legitimiteit van de manier waarop het is vormgegeven. Verder heeft D66 nog een opmerking die aansluit bij de opmerking van de VVD. Ook rond de bedrijventerreinen loopt al heel lang een discussie rond cameratoezicht en D66 wil graag - zoals de heer Pijl van het CDA ook al zegt - zo snel mogelijk een discussie hierover hebben in de commissie, want de kans is groot dat na vandaag er meer aanvragen komen voor vormen van cameratoezicht in deze stad. Vervolgens wil hij nu de portefeuillehouder openbare orde en veiligheid vragen om te reageren. De portefeuillehouder wil allereerst iets zeggen over het proces naar deze brief toe. Hij had dat zelf graag wat rustiger en eenduidiger gedaan, maar het is nu eenmaal zo dat onze politie een paar weken terug met dit idee kwam. Hij zegt daar werkelijk niets kwaads van om de eenvoudige reden dat het schijnbaar zo werkt dat men nadenkt over wat er te doen staat, hoe wij dat met elkaar het beste zouden kunnen doen en wat leerzame ervaringen zijn om dat te doen. Hij stond dus voor de keuze, omdat wij zo weinig tijd hebben, bij deze lappendag maar niets te doen of het gewoon maar te proberen met alle juridische voorwaarden die daarbij horen. Wij moeten er niet te grote verwachtingen van hebben. Het gaat om drie camera’s op drie plaatsen. Er zal worden aangegeven dat daar cameratoezicht is volgens de regel van de kunst van artikel 2 van de politiewet. Op dit moment weet hij alleen maar dat dit kenbaar gemaakt moet zijn en hoe dat precies gedaan wordt weet hij op dit moment nog niet. Het moet natuurlijk wel de toets van de wet kunnen doorstaan. Daarna zal er inderdaad gekeken worden wat dat heeft opgeleverd en voor hemzelf als burgemeester is daar maar één criterium voor en dat is: heeft het de politie geholpen om met minder of evenveel mensen effectiever te werken en wanordelijkheden te voorkomen en als deze zaken optreden kunnen dan de mensen die daarvoor verantwoordelijk zijn via justitie worden vervolgd? Dat lijkt hem in dit geval het enige zinnige criterium om het te toetsen. Het gaat over camera’s - dat is waar - maar daar houdt dan ook alles mee op. Het is ten aanzien van een evenement en de openbare ruimte en veiligheid op basis van de politiewet. Het is dus inderdaad niet op basis van de gemeentewet, waar het gaat om meer permanente camera’s. Die kunnen ook niet tot Sint Juttemus hangen. Die moeten ook een bepaald doel hebben en op een gegeven moment moet er gezegd worden of ze er nog wel mogen hangen. Dit is de afweging waar de heer Pijl op doelde. Dit is echter een andere discussie. De gemeentewet is daar recentelijk vernieuwd en hij zal de raad vanuit het college aangeven wanneer hij met een notitie aan de hand van een concreet voorbeeld daarover zal komen en dan moet de raad maar aangeven of men dit op tijd vindt of niet. Maar dan hebben wij een concreet onderwerp op basis waarvan wij de discussie kunnen voeren. Hij denkt dat dit voor iedereen zeer verhelderend zal zijn. Zijn voorlopige indruk is dat het nieuwe artikel in de gemeentewet eerder meer regelt dat cameratoezicht nauwelijks kan dan dat het daar de poorten voor open zet, maar daar komen wij nog over te spreken. De titel doet iets anders vermoeden dan de inhoud van het artikel, maar daar komen wij nog over te spreken. Hij zal de raad laten weten wanneer en dan moet men maar aangeven of dat op tijd is. In de discussie heeft hij niet werkelijk beluisterd dat er mensen principieel tegenstander van cameratoezicht zijn. Er wordt getwijfeld aan het middel, maar hij heeft niemand horen zeggen dat men echt principieel tegen is. Dat vindt hij opmerkelijk, maar hij staat daar zelf wel positief tegenover. Natuurlijk kun je het vanuit de juridische kant van de zaak bekijken. Dat dit mag op basis van artikel twee van politiewet en dat ook de gemeentewet daar onder voorwaarden ruimte voor laat, omdat dit betekent dat het aan de grondwet en de internationale verdragen is getoetst en dat het daarmee rechtstatelijk en wat betreft mensenrechten en privacy in orde is. Hij denkt dat wij er ook zo naar moeten kijken. Wij zitten natuurlijk in een samenleving waar iedereen op zijn mobieltje foto’s kan maken of een filmpje kan draaien, dat zijn de privé-ogen. Er wordt ook al gewerkt aan opsporing met foto’s van mobieltjes en de camera’s. Wat wij eigenlijk nu op lappendag doen is dat wij voor het eerst een officiële camera ophangen, maar daarmee lopen wij ook niet echt dramatisch voor in een ontwikkeling die je sowieso zult zien en die wij inderdaad heel zorgvuldig moeten doen. De techniek is er ook om de mens te dienen en het goede tegen het slechte te beschermen. Hij hoopt dat deze drie camera’s daarbij helpen om lappendag een mooi feest te laten zijn voor iedereen, jong en oud. Want dat is het natuurlijk altijd geweest en niet alleen voor bepaalde mensen die het aan het eind van de dag te gezellig krijgen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bakker van GroenLinks.
| 9
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
De heer Bakker wil nog even ingaan op de opmerking dat de raad niet echt principieel tegen is. De andere partijen zijn kritisch voor, GroenLinks is kritisch bijna tegen. Het is een proef, maar wanneer is de proef geslaagd? Als er geen rottigheid is, is dan de proef geslaagd? Volgens hem kan dat op die manier niet aangetoond worden en daarom is hij wel benieuwd wanneer men vindt dat de proef geslaagd is. Hij hoort de burgemeester iets zeggen over minder politie. Hij hoopt toch niet dat het plaatsen van camera’s een soort verkapte bezuiniging is om minder personeel in te zetten? GroenLinks is juist een voorstander van meer blauw op straat. Er staat overigens ook in het stuk dat het niets kost. Volgens hem is het zo dat iemand die de banden bekijkt en daarop adequaat moet kunnen reageren - want anders heeft het geen nut - ook kosten voor de politie zijn. Wat dat betreft is het dus geen kosteloze maatregel. Het zal de gemeente misschien niets kosten, maar het is toch twee ogen minder op straat en drie ogen meer op straat, dus per saldo heb je twee ogen meer. De portefeuillehouder wenst hier nog even op in te gaan. Hij heeft de heer Bakker nog steeds geen principieel ‘neen’ horen zeggen, maar daar gaat het niet om. GroenLinks heeft gevraagd wanneer de proef als geslaagd wordt beschouwd en of dat is wanneer er niets gebeurt. Hij heeft in de eerste termijn al aangegeven dat hij de proef als geslaagd beschouwt als de politie hem aangeeft dat zij makkelijker hun werk hebben kunnen doen en het ligt niet in de bedoeling om met minder mensen daar te gaan kijken. Want eigenlijk is het de conclusie dat wij daar meer mensen nodig hebben, maar dat het makkelijker is om het op deze manier te organiseren. De mensen die dan overblijven kunnen weer ergens anders op de openbare orde en veiligheid letten. Dat betekent dus het efficiënt inzetten van middelen en het kost de gemeente op dit moment niets. Dat klopt, hij weet niet of dit altijd zo zal blijven, maar vooralsnog is dat zo. De voorzitter geeft het woord aan de heer Broersma van de PvdA. De heer Broersma wenst nog twee korte opmerkingen te maken. Ten eerste wil zijn fractie GroenLinks ondersteunen in die zin dat er minder politie zou komen vanwege die camera’s. Hier is de burgemeester echter al op ingegaan. Ook vindt de PvdA dat het CDA een goed en uitgebreid betoog had. De PvdA ondersteunt de integrale afweging die uiteindelijk gemaakt moet worden als het gaat om bedrijventerreinen, et cetera. Dit neemt niet weg dat je het één keer als proef kunt doen. Wij hebben niet alleen maar nota’s en debatten nodig om zo’n proef uit te voeren. Het gaat er hier heel specifiek om, zoals de burgemeester al zei, of de politie er wat aan heeft. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pijl van het CDA. De heer Pijl merkt op dat het een belangrijk criterium is of de politie er wat aan heeft. Wij zitten hier echter in de politiek om een mening te hebben over ontwikkelingen in de samenleving. Anders kunnen wij de discussie ook afdoen door even de politie te bellen en te vragen of zij er iets aan hebben. Als politieke partij heeft men hier volgens hem ook nog een mening over. De burgemeester gaf aan dat de politie ermee kwam. Dat kan waar zijn, maar hij denkt niet dat de burgemeester zich achter de politie moet verschuilen. De burgemeester komt hier nu met dit voorstel. Ook zegt de burgemeester dat wij ook hadden kunnen kiezen om nu niets te doen met lappendag en volgend jaar wel. Het CDA denkt dat je de discussie over cameratoezicht niet geïsoleerd moet gaan voeren met betrekking tot lappendag. Zijn fractie zegt dat je nu juist eerst een goede discussie over cameratoezicht op zich moet voeren. Dat geldt dus ook voor dat verhaal. Het is waar dat nu met dat tijdelijke toezicht het niet valt onder het nieuwe artikel in de gemeentewet, waardoor het sec een bevoegdheid van de burgemeester is. Dat is waar en dat is het juridische onderscheid. Hij wil herhalen dat het CDA toch echt vindt dat je eerst een goede discussie zou moeten voeren of wij dit nieuwe middel voor toezicht in de openbare ruimte willen hebben en onder welke voorwaarden. Hij meent begrepen te hebben dat de burgemeester het met zijn fractie eens is dat wij een integrale discussie moeten hebben over cameratoezicht in Hoorn. De burgemeester komt dus met een discussienota en laat de raad weten wanneer die klaar is. Hij herhaalt dat dit wat zijn fractie betreft zo snel mogelijk moet zijn en misschien kan de burgemeester iets concreter vertellen wanneer dit het geval zou kunnen zijn. De voorzitter geeft het woord aan de portefeuillehouder openbare orde en veiligheid om nog even in te gaan op deze laatste vragen. De portefeuillehouder heeft hiervoor niet zoveel tijd nodig. Hij vond de eerste termijn aanzienlijk | 10
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
beter dan de tweede. Hij denkt dat als de heer Pijl vraagt of hij concreet kan zijn en wanneer hij met een stuk kan komen, dan is dit niet iets dat geheel en al betrekking heeft op zijn portefeuille. Hij zal toch echt eerst even moeten overleggen binnen het college wanneer dat mogelijk is, dan zal hij de raad dit laten weten en dan moet de raad maar zeggen of men dit op tijd vindt. Voor wat betreft de discussie denkt hij dat wij hier vanavond over dit concrete onderwerp een uitstekende discussie hebben gehad die heel veel kanten van de zaak heeft belicht. De voorzitter signaleert dat de heer Pijl niet helemaal tevreden is met dit antwoord. Hij kan zich daar wel iets bij voorstellen. Het lijkt hem toch niet teveel gevraagd als de voorzitter de toezegging kan doen dat in de tweede helft van dit jaar dit onderwerp nog een keer in de commissie wordt behandeld. Hij denkt dat dit haalbaar moet zijn. De portefeuillehouder openbare orde en veiligheid zegt dat hij niets anders kan dan zijn best te doen. Als hij zegt dat dit haalbaar moet zijn, dan moet hij dat inderdaad ook weten. De voorzitter wil de discussie hierbij laten. Het is ook gewoon een besluit waar de raad voor of tegen moet zijn. Het is een bevoegdheid van de burgemeester en hij denkt dat de burgemeester in ieder geval zijn voordeel met deze discussie heeft kunnen doen. De raad ziet de evaluatie zo snel mogelijk tegemoet. Tenslotte spreekt hij de wens uit voor een brede discussie over dit onderwerp in de loop van dit jaar. De portefeuillehouder openbare orde en veiligheid neemt het voorzitterschap van de heer Helling over en bedankt hem voor het tijdelijk waarnemen.
9.
Voorstel inzake afhandeling moties Voorjaarsnota 2006. De voorzitter merkt op dat iedereen gezien zal hebben dat van de moties van D66, waarbij het de vraag was welke moties daadwerkelijk nog impact hadden op de voorgenomen bezuinigingen voor 2006, er één is overgebleven en dat is de motie inzake de bezuiniging op de kweekvijver. De raad heeft daar een brief over gehad. De kweekvijver - dit is voor de mensen op de tribune en thuis - gaat over het aantrekken en opleiden van startende ambtenaren. Dit zijn dus jonge mensen. Hij kan zich voorstellen dat de heer Helling als eerste het woord daarover voert. Ook vraagt hij wat de heer Helling verder met de motie wil, nu hij de toelichting van het college heeft gelezen. De heer Helling wil allereerst het college voor de reactie bedanken. In feite hebben wij bij de Voorjaarsnota even de discussie gehad in hoeverre er bezuinigingen bij waren die al dit lopende jaar zouden ingaan. Dat is niet het geval, behalve dan het aspect van de kweekvijver. Desalniettemin zegt D66 dat deze motie behandeld kan worden - wellicht zou deze opnieuw ingediend moeten worden omdat deze iets aangepast moet worden - en bij de behandeling van de begroting ten finale besproken kan worden. Wat hem betreft is dat de procedure. De voorzitter merkt op dat dit duidelijk is en dat hij nu wil overgaan naar agendapunt tien. De heer Weeda interrumpeert en merkt op dat de voorzitter nog niet klaar is met de afhandeling van de moties. Er ligt ook nog een motie van de VOCH en het CDA over de Westerdijk. Daarover is de vorige vergadering niet gesproken en daarover is niet gezegd dat de motie niet in stemming gebracht zou worden. De voorzitter merkt op dat de heer Weeda hem hiermee een beetje overvalt. Hij moet diep graven in zijn geheugen wat de motie behelst. Hij vraagt de heer Weeda hem hierbij even te helpen. De heer Weeda antwoordt dat het gaat om een voorbereidingskrediet van € 150.000,- voor de Westerdijk. De VOCH en het CDA hebben voorgesteld om dit even te laten voor wat het is, met name omdat het terrein van de oude schouwburg nog niet ontwikkeld is en dat het minimaal nog twee jaar zal duren voordat het ontwikkeld gaat worden. Ook wijst hij erop dat de discussie rondom het Oostereiland nog voorstaat. Met de ontwikkeling van de Westerdijk nu, zou het zo kunnen zijn dat wij onszelf in de wielen rijden als er verdere ontwikkelingen komen voor wat betreft het Oostereiland en de schouwburg. Dat was de strekking van de motie. | 11
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
De voorzitter vraagt of iemand hierop wenst te reageren. Hij geeft het woord aan de heer Van Lunteren van de VVD. De heer Van Lunteren vraagt zich af wat de raad er nu mee zou moeten. Wil de heer Weeda de motie alsnog in stemming gaan brengen, wil hij een uitspraak over de motie? De heer Weeda meldt dat hij een uitspraak over de motie zou willen. De voorzitter verzoekt wethouder Van Es om achter de katheder plaats te nemen en de raad hierbij even te helpen. Vervolgens merkt hij op dat de griffier hem influistert dat naar haar mening de afspraak was dat alleen de D66 moties zo tegen het licht zouden worden gehouden. Volgens wethouder Van Es is er een initiatief vanuit de raad geweest en is dat behandeld in de toenmalige commissie Stad en Ruimte. Daar is door hem een toezegging gedaan dat naar aanleiding van die discussie het college met verdere stappen zou komen. Om aan het verlangen van de raad, om aan de herinrichting van de Westerdijk vorm te geven, handen en voeten te geven heb je een voorbereidingskrediet nodig. Het college was van mening dat men op die manier het gevoelen van de raad het beste inhoud kon geven en als nu het gevoel van de raad op dat punt veranderd is, dan zal de raad zich daar nu of op een ander moment over moeten uitspreken. Het college heeft niet meer gedaan dan in feite de toezegging na te komen en de mogelijkheden te geven om het initiatief dat op dit punt raadsbreed gesteund wordt uit te gaan voeren. Beter kan de raad het zich waarschijnlijk niet wensen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Weeda van de VOCH. De heer Weeda denkt dat dit heel goed zou kunnen, maar geeft aan dat hij er toch een beetje bang voor was dat die € 150.000,- dadelijk in het water gegooid wordt en dat men daarom deze motie heeft ingediend. Wethouder Van Es wijst erop dat dit initiatief is genomen door de toenmalige raad en dat er ook een aantal modellen is gepresenteerd. Hij heeft toen een toezegging gedaan en daar werd in de commissie enthousiast op gereageerd. Dit is een tijd blijven liggen en op een gegeven moment heeft hij de toezegging nog eens goed bekeken en heeft hij gemeend het op die manier aan de vork te steken. Het is niet zo dat met een voorbereidingskrediet het werk uitgevoerd wordt. Er wordt een voorbereidingskrediet aangevraagd om het ambtelijk apparaat, al of niet voorzien van externe hulp, één van die varianten die aan de orde is geweest en zoals de discussie is geweest te laten uitvoeren. Als daar anders over gedacht wordt dan moet dit kenbaar gemaakt worden, maar dat geluid heeft hem nog niet bereikt. De voorzitter geeft het woord aan de heer Weeda van de VOCH. De heer Weeda merkt op dat hij heel even gekeken heeft naar de mede-indiener van deze motie. Hij stelt voor om de motie even boven de markt te laten hangen en hierop terug te komen. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw De Jong van de PvdA. Mevrouw De Jong meldt dat de PvdA het betoog van de wethouder enigszins kort door de bocht vindt. Zoals de PvdA ook in haar betoog ten tijde van de Voorjaarsnota heeft verwoord was ook de PvdA verbaasd dat op deze wijze het voorbereidingskrediet werd ingebracht. De PvdA vraagt zich af of het de geëigende manier is om tijdens de behandeling van de Voorjaarsnota dit voorbereidingskrediet te accorderen. Zij denkt dat in de consternatie rondom alle moties, de motie van het CDA en de VOCH enigszins ondergesneeuwd is geraakt. Het klopt dat wij besloten hebben alleen de D66 moties rondom de bezuinigingen door te verwijzen naar de begrotingsbehandeling. Nu zij het gehele verhaal overziet is ook de PvdA er nog niet zo van overtuigd dat dit nu het moment is om het voorbereidingskrediet erdoorheen te drukken. Volgens haar is het geen raadsbesluit, maar een commissiebehandeling geweest. De heer Bakker interrumpeert en wijst erop dat dit krediet al beschikbaar is gesteld in de vorige raadsperiode middels het programma van nieuwe activiteiten. Volgens hem is de strekking van deze | 12
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
motie dat men een raadsbesluit, dat genomen is in de vorige raadsperiode, wil terugtrekken. Wethouder Van Es merkt op dat dit vanuit de kant van het college absoluut niet kort door de bocht is. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Lunteren van de VVD. De heer Van Lunteren wil graag het betoog van de wethouder ondersteunen die inderdaad deze keer eens een keer niet kort door de bocht is en de geschiedenis correct weergeeft. De raad heeft bijna letterlijk gevraagd om met een kredietaanvraag te komen voor een voorbereidingskrediet. Wij hebben met acht partijen dat plan gemaakt en wij wisten allemaal dat het erg veel geld zou gaan kosten, maar wij hebben gezegd dat wij in ieder geval met een voorbereidingskrediet aan de uitwerking kunnen gaan beginnen. Het zou buitengewoon tragisch zijn als dit nu plotseling niet meer door zou gaan. De voorzitter denkt dat men moet vasthouden aan de opmerking dat de motie boven de markt blijft hangen. Dat kan natuurlijk altijd, dan komt iedereen wel weer bij elkaar en dan ziet men wel hoe het verder gaat met de toelichting zoals gegeven. Vervolgens geeft hij het woord aan wethouder Van Es. Wethouder Van Es merkt op dat de heer Van Lunteren terecht de vraag stelt of de raad het college in staat heeft gesteld om ten aanzien van de ontwikkeling van de Westerdijk aan het werk te gaan. Bij zijn weten is dat ‘ja’, maar het lijkt hem wel verstandig als daar twijfel over is duidelijk hierover te zijn. De voorzitter denkt dat men de discussie als volgt kan samenvatten. Het antwoord is dat het stoplicht op groen staat en dat het doorkan. Als men als nieuwe raad nu zegt dat men dat toch niet wil, dan moet men daar na het reces in de eerste raadsvergadering nog maar even op terugkomen en zeggen: “andere raad, andere inzichten, andere tijd, de raad wil iets anders”. Hij constateert dat de raad zich in deze samenvatting kan vinden. De voorzitter concludeert dat alle moties van D66 die betrekking hebben op de ombuigingen worden aangehouden en doorgeschoven naar de begrotingsvergadering in november 2006. Tevens concludeert hij dat de motie van de VOCH en het CDA inzake de Westerdijk ‘boven de markt blijft hangen’ en dat deze fracties zelf het initiatief zullen nemen om de motie weer in te brengen.
10. Voorstel inzake evaluatie van de Startersregeling 2005, beschikbaar stellen van een nieuw krediet voor de Startersregeling 2006 en vaststellen van de verordening Stimuleringsregelingen Volkshuisvesting 2006. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Lunteren van de VVD. De heer Van Lunteren merkt op dat men hierover de vorige vergadering al heeft gesproken en het voorstel is toen teruggegaan naar de commissie. Enerzijds omdat er nieuwe financiële horizonnen begonnen te verschijnen voor Hoorn, anderzijds omdat er nog wat aanvullende vragen waren. Deze vragen zijn ondertussen beantwoord - waarvoor dank - en daarbij is ook het woonwagenverhaal even aan de orde geweest. Als het over de woonwagens gaat dan leest hij in het verhaal over de mogelijkheden die er mogelijkerwijs vanaf 2007 zijn. De VVD is daar benieuwd naar en men zou het prettig vinden als er in 2007 inderdaad een oplossing zou komen, al was het maar omwille van de gelijkheid. De VVD heeft vorige maand zowel in de raad als in de commissie aangegeven dat zijn fractie niet gecharmeerd is over dat deel van het voorstel dat het beschikbare bedrag en het maximale bedrag omlaag wil brengen. De VVD heeft hierbij gezegd dat men hierop zou gaan amenderen. Dit gaat men ook doen en dat doet de VVD overigens niet alleen. Het amendement dat hij zo zal gaan voorlezen wordt mede gesteund door de Hoornse Senioren Partij, het CDA, de PvdA en Hoorns Belang. Het amendement luidt als volgt: AMENDEMENT De raad van de gemeente Hoorn, In vergadering bijeen op dinsdag 18 juli 2006, Gehoord de beraadslagingen, | 13
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
Overwegende dat: De regeling startersleningen de afgelopen jaren een succesvol instrument is gebleken ter ondersteuning van het volkshuisvestingsbeleid; Er sprake is van een revolving fund zodat de ter beschikking gestelde middelen op termijn terugvloeien in de gemeentekas; Marktomstandigheden op de woningmarkt niet wezenlijk zijn gewijzigd sinds 2005 en zo er al wijzigingen zijn dit met name prijsverhogingen betreft; De Voorjaarsnota en de meicirculaire 2006 geen aanleiding geven om de hoogte van de regelingen nu te wijzigen; De regeling bij de behandeling van de begroting 2007 opnieuw integraal afgewogen kan worden. Besluit raadsbesluit 06.060 als volgt te amenderen: In punt I het genoemde bedrag van € 750.000,- te wijzigen in € 1.000.000,-. Het woordje ‘en’ voor het bedrag van € 570.000,- te vervangen door een komma; Aan dit artikel toe te voegen ‘en € 250.000,- ten laste van de Algemene Reserve’; Het in artikel 14 punt 3 van de in punt II genoemde verordening, bedrag van € 35.000,- te wijzigen in € 40.000,-. En gaat over tot de orde van de dag, De fracties van de VVD, Hoornse Senioren Partij, CDA, PvdA en Hoorns Belang. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Kusters van GroenLinks. Mevrouw Kusters meldt dat GroenLinks zich hier helemaal bij aansluit. Haar fractie is vooral blij dat er is opgenomen dat het bij de begroting van 2007 opnieuw integraal bekeken wordt. Dat vindt GroenLinks heel belangrijk. GroenLinks sluit zich aan bij het amendement. De voorzitter geeft het woord aan de heer Mol van de VOCH. De heer Mol meldt dat ook de VOCH het een heel sympathiek voorstel vindt, maar men heeft er nog wel een vraag over. Het is zo dat in de toelichting staat - en dan spreekt hij over de voorlaatste alinea op bladzijde twee van de stukken - en hij citeert: “Door de financiële positie van de gemeente zien wij geen mogelijkheid om het niveau van de input in het startersfonds van de afgelopen drie jaar te handhaven. Wij stellen dan ook voor om voor 2006 een bedrag van € 750.000,- beschikbaar te stellen”. De vraag van de VOCH is wat de financiële consequenties voor de gemeente zijn bij het aannemen c.q. effectueren van dit amendement. Met inachtneming van hetgeen in het voorgaande citaat verwoord is, mag hij toch aannemen dat alle mogelijkheden goed zijn benut en dat de mogelijkheden verwoord zijn in het voorstel. De voorzitter geeft het woord aan de heer Schaap van het CDA. De heer Schaap meldt dat het CDA in de vorige vergadering al heeft gesteld dat het CDA de startersleningen bijzonder succesvol vindt en dat zijn fractie na de aanvullende informatie die men heeft ontvangen hierin alleen nog maar gesterkt is. Het CDA is heel blij dat zoveel mensen van deze regeling gebruik kunnen maken en men gaat dus ook niet akkoord met de voorstellen. Het CDA wil graag de oude regeling van € 1.000.000,- en € 40.000,- handhaven. Het CDA is medeondertekenaar van het amendement en men gaat dan ook niet akkoord met het voorstel van de wethouder. Voor 2007/2008 is de starterslening niet opgenomen in het meerjarenperspectief. Hij komt daar in de begrotingsbehandeling wel op terug. Ten aanzien van hetgeen de heer Blaauw heeft gevraagd is het CDA van mening dat er zo gauw mogelijk een onderzoek moet plaatsvinden op welke wijze woonwagenbewoners ook gebruik van deze regeling kunnen maken. De voorzitter geeft het woord aan de heer Helling van D66. De heer Helling merkt op dat D66 in eerdere instantie al aangegeven heeft akkoord te gaan met het oorspronkelijke voorstel. D66 zal het amendement van de VVD en de andere partijen niet steunen. Dit heeft puur te maken omdat zijn fractie vindt dat die € 250.000,- niet nu uit de kas moet worden | 14
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
gehaald, maar ook onderdeel moet zijn van de begrotingsbehandeling. Volgens zijn fractie kan dit ook, want je kunt die regeling tussentijds gewoon bijstorten. Dat lijkt D66 een zuivere procedure. Wat betreft het aspect van de woonwagens wil D66 aangeven - en dat is ook even richting de heer Blaauw - dat men woonwagens als een volwaardige woonvorm ziet. Wel denkt men dat men in de uitwerking heel veel praktische problemen gaat krijgen om dat aspect in die regelingen te krijgen. Hypotheken op roerende goederen is toch een ander verhaal als er wielen onder de woonwagen zitten. Je kunt de woonwagen ook laten wegrijden, hoe ga je daarmee om? Dit zul je allemaal moeten regelen. Desalniettemin zou zijn fractie wel willen vragen om daar toch naar te kijken of dat kan. D66 verwacht dat dit wellicht problematisch zal zijn. Zijn laatste opmerking is wel - en dat is eigenlijk ook wel hetgeen wat bij zijn fractie het meeste dwarszit, omdat men de vorige keer al bewust heel snel akkoord is gegaan met deze regeling - dat door het uitstellen van de besluitvorming er toch mensen zijn die hun neus hebben moeten stoten. Je kunt namelijk niet met terugwerkende kracht van deze regeling gebruik maken. Hij denkt dat wij moeten proberen - want op zichzelf heeft deze beleidsprioriteit veel draagvlak bij fracties - om in het vervolg te kijken als deze regeling die wij nu gaan verlengen straks afloopt, dit tijdig te bespreken en te verlengen, zodat er geen gat valt voor mensen die net in die periode een beslissing moeten nemen om een huis wel of niet te kopen. De voorzitter wil voordat hij de wethouder het woord geeft in deze discussie nog even op één ding wijzen. Als hij goed naar de heer Blaauw heeft geluisterd bij het inspreken dan is de vraag of hij voor een starterslening in aanmerking komt als hij gaat bouwen op de plaats waar vroeger een woonwagen stond. Dit is dus een roerende zaak, want het staat op wielen. Hij denkt dat wij deze vraag ook zo moeten meenemen, tenzij de raad zegt dat men ook voor roerende zaken, waar dus geen hypotheek voor mogelijk is maar slechts een pandrecht, dit soort zaken wil opstarten. Dit is echter niet de behoefte die de heer Blaauw naar voren heeft gebracht. Hij wil de raad hier toch even op wijzen. Vervolgens geeft hij het woord aan wethouder Van Es. Wethouder Van Es wil maar even beginnen met de woonwagens. Het is zo dat het, binnen de huidige regeling voor 2006 en voor het bedrag dat nu beschikbaar gesteld wordt, in ieder geval niet kan. Dit kan hij heel eenvoudig uitleggen en daar heeft hij geen ambtenaar voor nodig. Komt iemand in aanmerking voor een starterslening als men een stenen woning realiseert op het woonwagencentrum en het huis zou kopen? Het antwoord daarop is dat je gewoon daarvoor in aanmerking komt net als ieder ander. Je moet gewoon zorgen dat je niet teveel verdient, je moet aan een inkomensgrens voldoen en dan val je in de afwegingen die gedaan moeten worden op grond van de aanvragen die er gedaan zijn. Dat is dus helder. Hij moet de raad er wel op wijzen dat deze regeling geldt voor 2006. De raad heeft ook een overzicht ontvangen voor 2007 en de jaren daaropvolgend. Hierbij is sprake van het revolverend karakter en komt er geld terug. In feite is het zo dat voor 2007 er geen geld opgenomen is in de begroting en het meerjarenperspectief ten aanzien van de starterslening. Persoonlijk zou hij best wel eens een discussie willen voeren in de desbetreffende commissie welke instrumenten allemaal op dit moment ontwikkeld worden en wat de gemeenschap daarvoor betaalt om starters beter in positie te brengen. Dat is meer dan alleen een startersregeling. Hij denkt dat wij te zijner tijd daarover met elkaar in discussie zullen komen. Ten aanzien van de vraag of het amendement van de VVD financiële consequenties heeft antwoordt hij bevestigend en geeft hij aan dat wij € 250.000,- armer zullen zijn. Gaan wij daar failliet aan? Neen. Hij zou wel willen adviseren om het amendement, op basis van de eigen kaderstelling van de raad, iets te wijzigen. Voorgesteld wordt om dit ten laste van de Algemene Reserve te brengen. De specialisten onder u, die indertijd de afspraken zoals wij die met elkaar hebben vastgesteld ten aanzien van begrotingsregels, moeten weten dat het eigenlijk niet meer van deze tijd is om het ten laste te brengen van de Algemene Reserve. Hij adviseert de indieners van het amendement om, ook in het kader van de eigen kaderstelling van de raad, dit ten laste te brengen van het begrotingsresultaat. Het is lood om oud ijzer, maar hij denkt dat het wel correct is. De raad heeft zelf besloten dat het eigenlijk nauwelijks of nooit aan de orde is om het ten laste te brengen van de Algemene Reserve. Het verhaal van D66 is natuurlijk uit zijn hart gegrepen. Want zo zou hij het ook graag doen. De raad wil het alleen anders en als de raad het anders wil dan doet hij dat. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Lunteren van de VVD. De heer Van Lunteren wil nog even ingaan op de dekking uit de Algemene Reserve. Daar is overleg over geweest met de raadsadviseurs en uiteindelijk is ervoor gekozen om het op deze manier te formuleren. Het is natuurlijk geschreven met het oog op het begrotingsresultaat, dus dat het daar dan | 15
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
uiteindelijk uitkomt snappen wij allemaal. De voorzitter vraagt of er nog iemand is die in tweede termijn wenst te reageren. Vervolgens geeft hij het woord aan mevrouw De Jong van de PvdA. Mevrouw De Jong wil nog even ingaan op het voorstel van de heer Helling en het feit dat de wethouder het ook ondersteunt om die € 250.000,- dan later te bespreken. Volgens de PvdA gaat het hier om een regeling die geldt voor 2006. Wellicht dat wij het geld niet helemaal op krijgen in 2006, maar dan is het toch geld dat beschikbaar is gesteld op basis van het jaar 2006. Vandaar dat ervoor gekozen is om in dit amendement nu het gehele bedrag in de begroting van 2006 op te nemen. Als wij de begroting in november bespreken gaan wij het hebben over 2007. Als wij het hebben over 2007 dan gaan wij het over de nieuwe regeling hebben. Vandaar dat dus voor deze constructie gekozen is. De voorzitter denkt dat de beraadslagingen over dit onderwerp voldoende zijn geweest. Hij denkt ook dat je op je klompen kunt aanvoelen dat als het amendement in stemming zou worden gebracht, het zou worden aangenomen. Vervolgens vraagt hij of er nog een partij is die daar nadrukkelijk op tegen wil stemmen. Hij signaleert dat de heer Helling tegenstemt. De voorzitter concludeert dat het amendement van de VVD wordt aangenomen met de aantekening dat de fractie van D66 tegenstemt.
11. Voorstel inzake het beschikbaar stellen van een krediet van € 52.522,- voor het project Terugdringen Recidive. De voorzitter merkt op dat dit voorstel gaat over het voorkomen dat de mensen die in de gevangenis zitten daar onmiddellijk weer naartoe terugkeren. Landelijk hebben wij een percentage van maar liefst zeventig procent. Van de tien mensen die in de gevangenis zitten komen er dus zeven weer terug in de gevangenis. Daar proberen wij in Hoorn wat aan te doen. In Hoorn stromen ieder jaar zo’n honderd mensen weer uit de gevangenis de samenleving in en daar proberen wij het beste van te maken met zijn allen. Ook dit is een punt uit zijn portefeuille. Vervolgens vraagt hij wie hierover het woord wenst. Als de discussie ontbrandt zal hij de heer Helling vragen om het voorzitterschap van hem over te nemen. Hij geeft het woord aan de heer Hansen van de VVD. De heer Hansen denkt dat het er niet zozeer om gaat of je nu voor of tegen bent. De VVD ondersteunt dit project van harte. Dat heeft hij ook al in de commissie gezegd. Hij heeft uit de onderliggende stukken begrepen dat het ook een uniek project is, omdat het toch een samenwerking is tussen de nieuwe organisatie, zeg maar het maatschappelijk werk, Intermaris, justitie en onze eigen gemeentelijke sociale dienst om ervoor te zorgen dat de mensen op het rechte pad blijven. De voorzitter gaf het in zijn inleiding al aan dat zeven van de tien mensen weer terugkeren naar de gevangenis. Wij moeten ervoor zorgen dat die mensen die tweede kans pakken en daarbij wil hij wel graag de mensen erop attenderen dat het ook hun eigen verantwoordelijkheid is om ervoor te zorgen dat je die kans die je dan geboden wordt met beide handen aanpakt om vervolgens een nieuw bestaan op te bouwen. De VVD is erg benieuwd hoe dit project gaat lopen, maar hij kan wel namens de VVDfractie zeggen dat men toch wel trots is dat wij dit project hier in Hoorn hebben. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bakker van GroenLinks. De heer Bakker meldt dat GroenLinks uitermate content is met dit voorstel. Het is alleen niet compleet. De heer Hansen heeft het over de mensen op het goede pad te brengen, maar wat heb je daarvoor nodig? Een gedetineerde heeft huisvesting, het aanvragen van een uitkering en toeleiding naar scholing en werk nodig. Ten aanzien van de toeleiding naar scholing en werk zijn dit nu net de samenwerkingspartners die nog even ontbreken in dit verhaal. Hij heeft in de commissie gezegd - en dat is vanuit zijn werk gezien - dat hij op de hoogte is van een project dat in 1994 gestart is onder de naam ‘Werkzame detentie’. Dit had nadrukkelijk als doel dat gedetineerden uit de gevangenis komen met een gerichte scholing en werk op zak. Helaas heeft justitie dat rond 2004 de nek omgedraaid, vermoedelijk vanwege bezuinigingen bij justitie. Er ligt overigens een heel aardig inhoudelijk rapport - en hij zal het college daar wat informatie over doen toekomen - waarin wel degelijk aangegeven wordt dat daar ook wel effecten mee te behalen zijn. Hij zou bijna zeggen dat ‘werk en verkering’ | 16
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
misschien nog wel beter is om mensen op het goede pad te houden. De kern van dat project ‘Detentiefasering in Noord-Holland Noord’ was dat alle gevangenissen, huizen van bewaring, het Oostereiland, het Keern, de Glasbak in Hoorn, Alkmaar en Heerhugowaard een samenwerkingsverband met de scholen en de arbeidsvoorziening hadden om toch die mensen weer op het juiste spoor te brengen. Hij zou ervoor willen pleiten om de partners die hij net noemde onderwijs en arbeidsvoorziening - ook in dit project te betrekken. De voorzitter geeft het woord aan de heer Helling van D66. De heer Helling meldt dat ook de fractie van D66 zeer tevreden is met dit voorstel. D66 sluit zich overigens aan bij de laatste opmerking van de heer Bakker. Er is nog wel even één aspect waarvoor hij aandacht wil vragen, dat werd hem in ieder geval uit het voorstel niet duidelijk en dat is het mogelijke probleem van de aanzuigende werking die dit zou kunnen hebben. Hij weet niet in hoeverre deze methodiek van werken ook in de regio door andere gemeenten op een vergelijkbare manier wordt opgepakt. In het voorstel wordt uitgegaan dat het om gedetineerden gaat die uit Hoorn komen, maar wij weten ook allemaal dat er een grote groep is die geen duidelijke vaste woon- of verblijfplaats heeft. Kortom, hoe gaan wij dat toetsen om te voorkomen dat Hoorn in dit kader te faciliterend gaat worden? D66 is echter zeer content met het voorstel als zodanig. De voorzitter geeft het woord aan de heer Weeda van de VOCH. De heer Weeda meldt dat ook de VOCH het een uitstekend voorstel vindt. Men is geschrokken van het recidivecijfer van 71%. Naast alle opmerkingen die er zijn gemaakt - en die de VOCH ook wel kan ondersteunen - wil hij nog één opmerking maken en dat is dat zijn fractie het woordje ‘SMART’ graag willen gebruiken, een gevleugeld woord in dit huis. Met andere woorden, de VOCH zou graag willen zien dat er dus duidelijke en harde afspraken gemaakt worden met de ex-gedetineerden. Zij krijgen een stuk hulp, maar er moet wel een stok achter de deur staan. Daarnaast zou de VOCH graag willen dat het project geëvalueerd wordt in de commissie Bestuur en Middelen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pijl van het CDA. De heer Pijl meldt dat ook het CDA heel erg blij is met dit project. Het blijkt inderdaad dat de reden dat ex-gedetineerden weer terugvallen in het oude gedrag voor een deel gebrek aan begeleiding is nadat zij uit de gevangenis zijn gekomen. Het is dus redelijk om te veronderstellen dat als je die begeleiding verbetert het recidivecijfer lager zal worden. Wat dat betreft vindt het CDA het een goed project. Ook vindt het CDA het heel positief dat Intermaris zo bijdraagt in de kosten. Men vindt dit een goed voorbeeld hoe Intermaris haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. De complimenten hiervoor! Hij heeft nog wel een paar vragen. Hij heeft begrepen dat er een regionale stuurgroep is die hiermee aan de gang is. Zijn vraag is of dit uiteindelijk ook uitmondt in regionale samenwerking voor wat betreft dit project. Hij kan zich voorstellen dat andere gemeenten ook te maken hebben met ex-gedetineerden. In Hoorn gaat men iemand van de reclassering hier op het stadhuis plaatsen. Misschien is het iets voor andere gemeenten om daarbij aan te haken? De vraag is of in die richting wordt gedacht. Ook kan hij zich voorstellen dat er mensen zijn die uit de gevangenis komen en die ergens anders willen gaan wonen om hun leven weer op te bouwen. Zijn vraag is of er informatieoverdracht plaatsvindt tussen de gemeenten als zo’n iemand gaat verhuizen. Dat kan natuurlijk twee kanten op zijn en dit lijkt hem ook wel relevant hiervoor. Tevens sluit hij zich aan bij de heer Hansen die het heeft over de eigen verantwoordelijkheid die mensen hebben om de kans die ze geboden wordt ook te pakken. Hij neemt aan dat het geen verplichting is om aan dit traject mee te doen, maar voor de zekerheid vraagt hij dit toch even. Na een jaar zal dit project worden beoordeeld. Hij sluit zich aan bij de woorden van de heer Weeda voor wat betreft een goede evaluatie. De raad zal de resultaten van dit project moeten zien en het CDA zal dan ook vooral kijken naar de kwaliteit van de begeleiding. Is er wederzijdse tevredenheid, zowel bij de instellingen als bij de cliënten? Ook lijkt het hem dat het moet resulteren dat het recidivecijfer in ieder geval duidelijk onder het gemiddelde zakt. Dat lijkt hem een belangrijke toetssteen en daar zal het CDA in ieder geval naar kijken. De vraag aan het college is of zij dit ook zo ziet. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw De Jong van de PvdA. Mevrouw De Jong meldt dat ook de PvdA het een zeer sympathiek voorstelt vindt. De PvdA sluit | 17
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
zich aan bij hetgeen de heren Weeda en Pijl hebben gezegd over het SMART-formuleren en de resultaatsturing. Wat de PvdA mist in dit voorstel - de PvdA vindt het een goed voorstel, men ziet heel veel zaken die hierin wel staan zoals hoeveel het gaat kosten, waar het uit betaald moet worden en wat voor activiteiten uitgevoerd gaan worden - is wat nu het maatschappelijk effect van dit voorstel is. Dat wordt nergens genoemd en in die zin vindt de PvdA het ook heel lastig om dit voorstel echt op zijn merites te beoordelen. Er wordt alleen gesproken over een landelijk gemiddelde van het recidivecijfer. Dat is 71%. Maar wat is het Hoornse recidivecijfer? Misschien is dat maar 10%, dat weten wij niet. In die zin kan haar fractie ook niet de baten en de lasten van dit voorstel tegen elkaar afwegen. Wat de PvdA van het college zou willen weten is wat het Hoornse recidivecijfer is en wat de verwachting is wat met dit project wordt bereikt? Gaat het recidivecijfer van Hoorn met 50%, met 25% of met 10% naar beneden? Met andere woorden: wat krijgen wij voor de € 50.000,- die wij nu gaan uitgeven? Als wij dit weten kunnen wij over een jaar concluderen of dit een geslaagd project is geweest of niet, anders kan dit gewoon niet getoetst worden. Daar wil haar fractie eerst een antwoord op voordat men akkoord gaat met dit voorstel. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van der Meer van de Hoornse Senioren Partij. De heer Van der Meer merkt op dat hij soms wel eens wil dat hij waarzegger is en dat je in de koffie kan kijken wat het resultaat zal zijn van zo’n regeling. Deze samenwerkingsovereenkomst is een uitstekende start tussen de gemeente en de reclassering. Hij heeft ook begrepen dat de gemeente verplicht is tot samenwerking met de reclassering. Hij hoopt dat dit tot goede resultaten zal leiden. Hij is het wel met de heer Bakker van GroenLinks eens dat de huisvesting en de scholing in de samenwerkingsovereenkomst meegenomen moet worden. Hij wil nog eens benadrukken dat dit ook van belang is. De Hoornse Senioren Partij vindt het verder een prima gedachte. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wolthuis van de VOCH. De heer Wolthuis wenst nog een aanvulling te maken op de informatie die er al is. In Rotterdam werkt op dit moment - overigens al jaren - de Stichting Mozaïek. Daar zit een aantal gemeenten en een psychiatrische- en een penitentiaire inrichting in. Die storten geld in de Stichting Mozaïek waar een aantal mensen werkt aan met name deze problematiek. Het zou misschien een goede gedachte zijn en dit komt nu spontaan bij hem op - dat wij deze stichting eens bezoeken of deze stichting een keer uitnodigen en vragen wat hun ervaringen zijn met betrekking tot deze problematiek. Hij denkt te mogen zeggen dat zij een behoorlijke terugdringing hebben bewerkstelligd van het recidivecijfer. Zij timmeren dus behoorlijk aan de weg en zelfs zorgverzekaars doen daarin mee. Het is maar een idee en hij legt dit idee maar even voor. De voorzitter wenst hier even op te reageren. Hij is blij dat het budget uiteindelijk € 2.522,- te hoog is om het slechts aan het college over te laten. Er zijn veel belangwekkende opmerkingen gemaakt waar het college zeker haar voordeel mee kan doen. Hij loopt deze opmerkingen even na. Wat hem zelf ook het meest aan het hart ligt is het woord ‘SMART’ en wanneer die € 52.000,- nu maatschappelijk duidelijk goed besteed is als gemeenschapsgeld en voor de betrokken mensen. Dan ga je inderdaad zeggen dat er maar één ding telt en dat is het terugdringen van het recidivecijfer en dan moet je dus kunnen aanwijzen dat dit een beetje gevolgen heeft. Hoornse recidivecijfers heeft hij nog niet. Wij hebben net besloten om hardloopschoenen te kopen om voor het eerst te gaan hardlopen en wij weten nog niet zo goed wat wij daarin kunnen. Het is voor het eerst dat wij zo op deze manier naar Hoornse mensen, die uit een penitentiaire inrichting komen en de samenleving weer invloeien, gaan kijken. Het is wel een goede vraag, hij heeft alleen vandaag niet het antwoord. De heer Bakker interrumpeert en wijst erop dat het onderzoek dat hij noemde daar heel expliciet een antwoord op geeft. Ook naar de aard van de delicten en de mate van recidive dat in het project NoordHolland Noord aan de orde is. De voorzitter merkt op dat de heer Bakker heeft toegezegd dat hij dit onderzoek aan hem zou toesturen, dus hij ziet dat nog komen. Als de raad hem daarvoor de ruimte geeft dan zou hij willen voorstellen om ieder half jaar te kijken hoe het gaat. Als hij nu eens na dat eerste half jaar bij de raad terugkomt in de commissie Bestuur en Middelen met een dappere poging voor een SMARTformulering.
| 18
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
Mevrouw De Jong interrumpeert en wijst erop dat zij dit uitstekend vindt, maar dat de PvdA nu wel de nulmeting wil weten. De voorzitter antwoordt dat hij die meting niet heeft. Mevrouw De Jong denkt dat dit niet zo moeilijk is. Wij weten dat wij honderd mensen hebben die uitstromen en wij weten dat er veertig mensen zijn die in aanmerking zouden moeten komen voor de ‘warme overdracht’. Dan zou er dus ook een indicatie gegeven kunnen worden hoeveel mensen er nu terugstromen naar de gevangenis. De voorzitter merkt op dat hij die informatie nu niet heeft. Mevrouw De Jong denkt dat de voorzitter op een relatief simpele manier aan deze informatie zou moeten kunnen komen. De voorzitter zegt toe dat hij zijn best zal doen. Maar dan blijft het nog dat hij moet zeggen dat hij over een half jaar bij de raad terugkomt en zal zeggen “dit lijkt een realistische doelstelling voor de eerste periode”. Dan moeten wij inderdaad met zijn allen kunnen zeggen dat het ervoor gezorgd heeft - als je dat na één jaar kunt zeggen met enige realisme, want één jaar uit de bak blijven dat lukt misschien iedereen wel - maar het gaat er natuurlijk om dat je er inderdaad nooit meer in terugkomt. Dat is de essentie. Hij denkt dat wij daar nog een keer goed over verder moeten praten en dat lukt vanavond niet. Regionale samenwerking? Ja, wellicht op termijn, maar ook hier moeten wij gewoon beginnen. Die regionale stuurgroep ziet vooral op het openbaar ministerie, het maatschappelijk werk en de reclassering. Hij is daar voorzitter van voor wat betreft dit stuk, maar andere gemeenten kom je daarbij niet tegen. In Den Helder en Alkmaar draait het naar zijn mening. Hij hoort nu van de Stichting Mozaïek. Ook is het geen wettelijke verplichting, maar doordat justitie heeft bezuinigd op de reclassering buiten de gevangenismuur gebeurt daar nu niets meer en zegt men dat de gemeente het maar moet oppakken of het moet laten. Dit is een manier om het op te pakken. Hij wil zeker kijken of iets gewonnen kan worden in schaal, efficiency en voor de mensen zelf als je het regionaal kunt doen. Hij denkt echter dat dit de volgende fase zal zijn. Je moet niet in één keer teveel op de vork nemen, want het is al moeilijk genoeg. Het lijkt hem voor zich spreken dat je probeert school, opleiding en arbeid daaraan te koppelen. Het is wel mooi als wij dit gaan opstarten, omdat wij als gemeente er met onze neus bovenop zitten. Hoe werkt dit nu en waar zitten nu de belemmeringen en de beperkingen, waarom is dit nu zo lastig en vooral wat gaat er goed? Het is misschien een beetje te vergelijken met Sociale Zaken waar wij natuurlijk ook, sinds wij echt heel veel inspanning leveren om mensen weer aan het werk te helpen, heel duidelijke resultaten zien. Het kan dus wel. De aanzuigende werking is inderdaad niet de bedoeling en ook de overdracht van het dossier als mensen ergens anders naar toe gaan zijn allemaal relevante zaken. Als men vraagt of daar nu een waterdicht antwoord op te geven is dan zegt hij ‘neen’. Het gaat in principe over Hoornse inwoners, mensen die hier vandaan komen en hier weer naartoe terugkomen. Daar willen wij ons gemeenschapsgeld aan besteden en in die zin is het misschien een beetje te vergelijken met de dak- en thuislozenproblematiek. Daar heb je dat ook, maar hij denkt dat de raad die vraag ook nog maar eens moet toetsen en hij gaat daarmee aan de slag. Hij vraagt of hij het hierbij mag laten of dat hij zaken heeft overgeslagen. Mevrouw De Jong meldt dat de PvdA erg op het SMART is. Zij is nog niet helemaal content met het antwoord van de voorzitter. Als wij vooraf de doelen niet helder formuleren en concreet maken, hoe kunnen wij dan achteraf vaststellen of die doelstelling gehaald is? Zij denkt dat wij het gewoon met elkaar niet eens zouden moeten willen om na een half jaar nog een keer te kijken wat er gaande is. Want die € 52.000,- die wij nu gaan uitgeven moet toch ergens op gebaseerd zijn? Het is één formatieplaats en het is veertig uur per week. Het is een bepaalde workload die deze formatieplaats aankan. Daar moet toch iets achter zitten? De heer Bakker interrumpeert en vraagt waarom mevrouw De Jong vrij gemakkelijk akkoord ging met het voorstel over het cameratoezicht. Mevrouw De Jong antwoordt dat zij de link niet helemaal ziet en dit haar een andere discussie lijkt. De heer Bakker antwoordt dat hij bij dat onderwerp heeft gevraagd naar de nut en noodzaak en de effecten daarvan. | 19
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
Naar de mening van mevrouw De Jong is dit een andere discussie en zij ziet niet direct de link met deze vraag. Het punt dat zij nogmaals wil inbrengen is om als raad niet te snel akkoord te gaan met een dergelijk voorstel, waarbij onvoldoende is vastgelegd wat nu precies de resultaten zijn. Wij kunnen over een half jaar wel zeggen dat wij ontzettend veel inspanningen hebben geleverd, dat wij activiteiten hebben gedaan op het gebied van arbeid, onderwijs en schuldhulpverlening. Maar als wij straks niet weten met hoeveel dat recidivecijfer naar beneden is gegaan - en dat is natuurlijk ook alleen maar een indicatie, want het werkelijke maatschappelijke effect is bijvoorbeeld de criminaliteit die mensen in de maatschappij ervaren - en ons niet voorhouden wat het maatschappelijk effect is en dit niet kunnen operationaliseren in een getal, hoe kunnen wij dan serieus met elkaar zo’n voorstel accorderen? Dat wil zij aan de raadsleden voorleggen. De heer Hansen interrumpeert en wil wat licht in de duisternis brengen. Zullen wij nu gewoon eens een keer gaan beginnen met het project en gaandeweg gaan kijken wat het ons oplevert? Het maatschappelijk rendement zal uiteindelijk na een jaar wel blijken als die mensen op het rechte pad gehouden kunnen worden en dat de criminaliteitscijfers gezakt zullen zijn. Zeven van de tien mensen die terugkeren in de gevangenis zijn namelijk de zogenaamde veelplegers en als wij die van de straat kunnen houden en een toekomst kunnen geven, dan denkt hij dat wij met elkaar veel hebben bereikt. Laten wij dus met zijn allen gezellig, fijn en snel aan het werk gaan. De voorzitter geeft het woord aan de heer Helling van D66. De heer Helling meldt dat hij zich daar in zekere zin bij wil aansluiten, hoewel hij vindt dat mevrouw De Jong wel een punt heeft. Hij heeft het gevoel dat wij bij meerdere voorstellen die vanavond worden behandeld wat onder tijdsdruk staan, ongetwijfeld vanwege het zomerreces dat naderende is. Hij denkt dat als hij de voorzitter goed heeft beluisterd, dat hij in ieder geval wel een poging gaat wagen om naar aanleiding van dit voorstel zo snel mogelijk met een nadere uitwerking te komen, waarmee ook mevrouw De Jong content zal zijn. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pijl van het CDA. De heer Pijl meldt dat ook het CDA vindt dat de effecten meetbaar en aantoonbaar moeten zijn. Daar sluit zijn fractie zich bij aan. Wel heeft hij de behoefte om er nog bij te zeggen dat het begeleiden van ex-gedetineerden ook een waarde in zichzelf heeft, namelijk het bieden van een kans aan mensen die terugkeren in de maatschappij. Wel vindt hij dat het ook cijfermatig aantoonbaar moet zijn. Dat is ook gewoon een degelijke manier van beleid maken en gemeenschapsgeld verdelen. Daar is zijn fractie het dus helemaal mee eens. De begeleiding en de mensen die terugkeren een kans bieden heeft volgens zijn fractie ook een waarde in zichzelf en uiteraard moeten de mensen die kans ook pakken. Dit had hij nog even willen zeggen. De voorzitter merkt op dat hij geen behoefte heeft om te reageren, behalve dat hij het met de raad van harte eens is. Hij denkt echter dat wij wel moeten beginnen en dat wij werkende weg - en daar mag de raad hem aan houden - inderdaad tot een duidelijke doelstelling moeten komen. Vervolgens vraagt hij aan mevrouw De Jong of haar fractie meedoet of dat haar fractie niet meedoet, omdat het nu niet voldoende duidelijk is. Mevrouw De Jong meldt dat de PvdA uiteraard meedoet met dit sympathieke voorstel. De voorzitter concludeert dat door de raad ingestemd wordt met het starten van het project Terugdringen Recidive in Hoorn voor de duur van één jaar en dat voor dit project een budget (voor 2006 met een overloop naar 2007) van € 52.522,- beschikbaar wordt gesteld. Tevens concludeert hij dat dit budget ten laste wordt gebracht van de reserve veiligheidsmaatregelen.
12. Voorstel inzake het beschikbaar stellen van een krediet van € 90.000,- voor de verbouwing van Grote Beer, aanpassingen ten behoeve van kinderopvang Abacus, de brede school bibliotheek en de speel-o-theek. De voorzitter merkt op dat ook dit voorstel met hijgen en puffen te elfder ure bij de raad geland is om | 20
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
ervoor te zorgen dat wij in staat zijn om mensen niet te frustreren en dat wij in september maatschappelijk weer gewoon verder kunnen met allerlei zaken. Hij vraagt wie over dit agendapunt het woord wenst. Hij geeft het woord aan de heer Van Lunteren. De heer Van Lunteren merkt op dat de voorzitter zelf al aangeeft dat het voorstel hijgend en puffend tot stand is gekomen. Uiteraard gaat de VVD akkoord met het voorstel, want je moet niet denken aan de gevolgen als je niet akkoord zou gaan. Het hijgen en puffen bij dit voorstel wekt bij hem toch enige irritatie. Op 28 maart 2006 heeft het college een besluit genomen over de herindeling van de vrijgekomen ruimten. De VVD denkt dat een kredietaanvraag de raad in de raadsvergadering van april, mei of juni had kunnen bereiken en dat men niet op maandagochtend gebeld hoeft te worden met de vraag of het nog even kan. De VVD gaat van harte akkoord met het voorstel, maar op deze manier hoort het echt niet. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bakker van GroenLinks. De heer Bakker vindt het ook een goed voorstel en vindt het jammer dat het zo laat aan de raad wordt voorgelegd. GroenLinks heeft begrepen dat er meerdere vragen waren over het gebruik van de ruimte en hij is nieuwsgierig wat hiermee is gedaan. Het wijkcentrum had namelijk ook vragen in die richting. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Van Berkum van het CDA. Mevrouw Van Berkum merkt op dat dit een voorstel is met grote impact. Drie vliegen in één klap, wie redt dat? De kinderopvang, de brede school bibliotheek en de speel-o-theek krijgen nu een plek in het wijkcentrum van de Grote Waal en dat is natuurlijk prachtig. Maar dit voorstel roept bij het CDA wel de vraag op wat de gemeente wil doen voor de jongeren in het wijkcentrum van de Grote Waal. Het college wil het jeugd- en jongerenwerk intensiveren staat er in het collegeakkoord. Dit wijkcentrum is bij uitstek een plaats waar jongeren samen kunnen komen. Op dit moment maken er twee groepen van rond de dertig personen gebruik van het huidige honk. Zij weet niet of u wel eens dertig mensen op visite krijgt, maar men kan zich voorstellen dat je dan al gauw als haringen in een ton zit en zeker in het geval wat daar in het wijkcentrum is voor de jongeren. Conclusie, ruimtegebrek voor de jongelui. Het had het CDA dus logisch geleken om de ruimte van de bibliotheek te gebruiken voor het jongerenwerk. Maar goed, er ligt nu een overeenkomst met de kinderopvang en die moeten ook een plek hebben. Het CDA wil wel van de wethouder weten wat hij met de krappe jongerenruimte van plan is. Het CDA vindt dat daar iets mee moet gebeuren. Men heeft begrepen dat het mogelijk is om in het wijkcentrum een grotere plek voor de jongeren te maken. Ondersteunt de wethouder deze plannen? Tot slot vraagt het CDA zich af waarom dit voorstel pas één dag voor de raadsvergadering komt. Het CDA stemt nu in met het voorstel om dat anders de kinderopvang in september niet openkan, maar men vindt het bepaald geen voorbeeld hoe het zou moeten. Wethouder waarom gaat dit zo? De heer Van Lunteren interrumpeert en signaleert dat er nu allerlei inhoudelijke vragen worden gesteld over het gebruik van de ruimte. Er liggen natuurlijk nog schriftelijke vragen van de VVD waar al deze vragen ook in gesteld zijn. Het lijkt hem een goed idee om de beantwoording hiervan even af te wachten. Mevrouw Van Berkum vindt dat de heer Van Lunteren daar geen gelijk in heeft. De vragen van het CDA zijn toch duidelijk iets anders gericht dan de vragen van de VVD. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Klaassen van de VOCH. Mevrouw Klaassen meldt dat zij deze week in de debattraining geleerd heeft dat je eerst moet zeggen of je voor of tegen bent en dat je daarna commentaar mag leveren. Zij begint dus te zeggen dat de VOCH voor is en dan heeft zij het gedaan zoals zij het geleerd heeft. Het beschikbaar stellen van € 90.000,- voor een verbouwing ten behoeve van onder andere Abacus is een behoorlijk bedrag. Het is wel budgettair neutraal, maar het moet toch voorgefinancierd worden. De fractie van de VOCH heeft wel besloten hiermee in te stemmen, want als men dat niet doet komt het na het zomerreces eerst in de commissie, dan in de raad en dan ben je zo weer een half jaar verder en zitten de kindertjes thuis. De VOCH heeft wel wat vragen aan de wethouder. Waar gaat de wethouder het geld vandaan halen voor | 21
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
de voorfinanciering? Hoeveel lokalen worden er gecreëerd? Waarom moet het zoveel geld kosten en hoe dringend is de wachtlijst? De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Molema van de Hoornse Senioren Partij. Mevrouw Molema meldt dat de Hoornse Senioren Partij dezelfde vragen heeft als mevrouw Klaassen van de VOCH. In principe is haar fractie het eens met het voorstel van de wethouder, maar heeft men ook nog wat vragen. Ten behoeve van de kinderopvang Abacus wordt een krediet verleend van € 90.000,- en dit wordt terugbetaald in vastgestelde termijnen. Betalen de brede school bibliotheek en de speel-o-theek daaraan mee? Geeft Abacus de garantie dat het voldaan kan worden binnen de vastgestelde tijd en wat gebeurt er als daar niet aan voldaan kan worden? Dan heeft zij nog één opmerking. Net als mevrouw Van Berkum van het CDA betreurt haar fractie het dat er voor de jongeren eigenlijk weinig of helemaal geen plek overblijft. Haar fractie zou graag willen dat daar toch wat meer aan gedacht wordt. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Kamphuis van Hoorns Belang. Mevrouw Kamphuis heeft niet zoveel meer toe te voegen. Zij wil alleen nog even zeggen dat zij het bijzonder vervelend vindt als er op maandagochtend naar haar werk wordt gebeld voor een gesprekje met de wethouder. Daar had zij op dat moment geen tijd voor en derhalve is de wethouder gisterenavond in de fractie even langs geweest. Zij vindt het geen manier van doen zoveel maanden na dato. Dit gebeurt trouwens steeds vaker, want zij kreeg afgelopen zaterdag nog de helft van de stukken voor deze raadsvergadering. Dit moet niet kunnen. Verder heeft zij nog een vraag over de huuropbrengsten. De kosten worden gedekt uit de huuropbrengsten van kinderopvang Abacus. Om wat voor tijdsperiode gaat het dan? Zij neemt aan dat dit niet in één maand afgelost zal zijn. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw De Jong van de PvdA. Mevrouw De Jong wil het kort houden. De PvdA is het eens met het voorstel en sluit zich aan bij de opmerkingen van mevrouw Kamphuis. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Van der Maat. Wethouder Van der Maat is blij dat de raad het ermee eens is om dit zo snel mogelijk te doen. Ook is hij het met de raad eens dat het indienen van het stuk niet is gegaan zoals het hoort. Dit had een aantal redenen. Men gaat Abacus installeren, daarnaast zal een verbouwing bij de brede school plaatsvinden en moet de speel-o-theek ingericht worden. Dan heb je met drie partijen te maken. Het besluit is door het college genomen op 28 maart 2006 en dan praat je om daarmee in april van start te gaan. Dat ging niet altijd even soepel, omdat iedereen zo zijn eisen had. Dan moet er een bestek en tekeningen gemaakt worden en daarna ga je het aanbesteden. Het heeft dus altijd een bepaalde tijd nodig. Of het nu een groot of een klein huis is, het moet wel zorgvuldig gedaan worden omdat het om gemeenschapsgeld gaat. De vragen van de VVD worden beantwoord. Ten aanzien van de vraag van het CDA over de jongerenruimte merkt hij op dat het college op dit moment in de Grote Beer aan het kijken is of daar ruimte geschikt kan worden gemaakt voor het jongerenwerk. Het gaat hier om een grotere ruimte waar de jongeren ook onmiddellijk naar buiten kunnen. Hiervoor moeten de bouwkundige voorzieningen onderzocht worden, want je kunt niet zomaar een aantal muren eruit slopen en daar met je jongeren gaan zitten. Je hebt dan natuurlijk kans dat de boel instort. Er is dus onderzoek nodig en daar moet ook krediet voor aangevraagd worden. Hij zal dan bij de raad terugkomen om voor die verbouwing een krediet aan te vragen. Het bedrag van die € 90.000,- zal gedekt worden uit de huuropbrengsten en daar wordt ook de verbouwing aan de brede school en de speel-o-theek mee gefinancierd. Tevens meldt hij dat wij een contract hebben van vijf jaar en dat dekt ruimschoots die € 90.000,- voor de totale verbouwing die daar gedaan wordt. Hij denkt dat hij hiermee alle vragen beantwoord heeft. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Wiebes van de VVD. Mevrouw Wiebes is blij dat de wethouder aangeeft dat er inderdaad besprekingen gaande zijn om te kijken naar het jongerencentrum. De VVD heeft daar heel expliciet vragen over gesteld en zij is dan ook in blijde verwachting van de reactie die zij zal krijgen. De vragen zijn onder andere gesteld in | 22
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
verband met het feit dat het Overleg Grote Waal eigenlijk toch zijn ongenoegen uitspreekt dat er constant beslissingen worden genomen over een wijkcentrum zonder dat hierover overleg met het wijkcentrum Grote Waal plaatsvindt. Zij zou hier graag nog een dringend beroep op de wethouder willen doen om in ieder geval nog overleg te hebben met het overlegorgaan zelf. Wethouder Van der Maat zegt toe dat hij dit zeker zal meenemen. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Van Berkum van het CDA. Mevrouw Van Berkum wil de wethouder complimenteren met de toezegging dat het college de mogelijkheden gaat onderzoeken voor de jongeren en zij ziet de plannen in dit kader tegemoet. Kan de wethouder garanderen dat het werk echt klaar is in september en dat de kinderopvang erin kan? Redt men dit nog, want het is ook nog bouwvak. Wethouder Van der Maat antwoordt dat men een aannemer heeft gevonden die in de bouwvak doorgaat en dat een en ander in september klaar zal zijn. De voorzitter concludeert dat het voorstel om een krediet van € 90.000,- beschikbaar te stellen ten behoeve van de verbouwing Grote Beer en de lasten hiervan te dekken uit de huuropbrengsten van Kinderopvang Abacus wordt aangenomen.
13. Voorstel inzake het vaststellen van de Verordening binnentreden ter uitvoering noodverordeningen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Hansen van de VVD. De heer Hansen geeft aan dat de VVD in de commissie al niet erg happig was op dit stuk, omdat er toch wat informatie ontbrak. Die schriftelijke informatie heeft hij inmiddels ontvangen. De VVD heeft hier in de fractie over gesproken en men vindt als liberalen dat het toch wel om iets essentieels gaat. Het gaat natuurlijk wel om het recht op privacy en het huisrecht. De VVD vraagt zich af, als op een avond waar wij spreken over camera’s in de openbare ruimten om de recidieven tegen te gaan, of dit nu allemaal wel moet. Een veel gehoorde opmerking tijdens die vergadering was: “649 jaar hebben wij zonder gekund, waarom moet dit nu opeens ingevoerd gaan worden”? Uiteindelijk heeft zijn fractie de afweging gemaakt dat men ermee instemt, met name omdat de VNG ook met een voorstel komt en het echt over situaties gaat waarbij de noodverordening van toepassing is verklaard. Dat is voor zijn fractie toch al zoiets van: wanneer is dat voor het laatst gebeurd? Volgens hem was dit alleen maar begin mei 1940 geweest, totdat wij hier op illegale wijze werden bezet en die noodbevelen die toen golden waren toch niet democratisch gelegitimeerd. Ook wil hij de vraag ‘heeft het hier vaker gespeeld’ voorleggen. Waar het de VVD met name om gaat is het fenomeen ‘gemeentelijke toezichthouders’. Wie zijn dat nu eigenlijk? Is dat de politie? Hij kan zich daarbij iets voorstellen omdat dit opsporingsambtenaren zijn, zoals in de wet staat omschreven. Of zijn het brandweerlieden, de ambulance, de koninklijke marechaussee of andere onderdelen van de krijgsmacht? Zitten daar bijvoorbeeld ook parkeerwachters bij? Want dan wordt zijn fractie toch wat huiverig als die mensen - zeg maar de BOA’s - dat soort vergaande bevoegdheden zouden hebben. Hij zou dan ook graag willen weten wie dat dan zijn. Voor het overige gaat de VVD na veel discussie akkoord en dat heeft met name toch te maken met de inbreuk die op de meest fundamentele rechten wordt gemaakt, zoals in artikel 10 en 12 staat omschreven. De voorzitter geeft het woord aan de heer Helling van D66. De heer Helling meldt dat het betoog van de heer Hansen als zodanig best in goede aarde bij zijn fractie valt. Zijn fractie is er in het algemeen dan ook heel voorzichtig mee. Alleen hier is dit heel duidelijk gekoppeld aan het gebruik maken van de noodverordening en dat is op zichzelf gelukkig iets waar wij zelden naar hoeven te grijpen. Er zijn natuurlijk ook in het recente verleden in andere gemeenten wel degelijk situaties geweest die zich ook in Hoorn zouden kunnen voordoen, waarbij je inderdaad graag die noodverordening wilt gebruiken. Hij denkt dat je in die situaties niet tegen het | 23
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
probleem zou willen aanlopen dat bijvoorbeeld mensen het huis niet verlaten en dat je daar zelf niet binnen kunt treden. Het is gekoppeld aan die noodverordening en wat dat betreft is de zorg vanuit onze liberale broeders best begrijpelijk, maar niet echt gegrond. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pijl van het CDA. De heer Pijl wil alleen zeggen dat het CDA zich volledig aansluit bij het betoog van de heer Helling. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw De Groot van de PvdA. Mevrouw De Groot meldt dat de PvdA het nut en de noodzaak van de verordening erkent, maar wil gezien het voor haar fractie zwaarwegende belang van de privacy van de burger wel op voorhand proberen te voorkomen dat mogelijke willekeur ontstaat bij het uitvoeren van de verordening. Daarom wil de fractie van de PvdA voorstellen dat het college jaarlijks achteraf een terugkoppeling geeft aan de raad over hoe de uitvoering van de noodverordening in de praktijk is gegaan. Hierin zouden dus zaken naar voren moeten komen zoals hoe vaak de verordening is gebruikt en welke noodsituaties hier aan de orde waren, zodat de raad indien noodzakelijk maatregelen kan nemen om het belang van de burgers te beschermen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pijl van het CDA. De heer Pijl wil nog even reageren op de PvdA. Hij heeft een beetje bezwaar tegen het gebruik van het woord ‘willekeur’. De PvdA stelt voor om een verantwoording na een jaar te geven. Er is ook al door de heer Hansen gezegd dat wij hier nu niet bepaald ieder jaar een noodverordening in werking hebben. Hij mag toch hopen dat, mocht de uitzonderlijke situatie zich voordoen dat wij dat hier toch krijgen, direct daarna hierover een verantwoording plaatsvindt en dat wij daar niet mee wachten tot het eind van het jaar. De voorzitter wil op hetgeen gezegd is reageren en meldt dat het antwoord op de laatste vraag van de heer Pijl ‘ja dat is zo’ is. Noodverordeningen - en het woord zegt het al - worden ongeveer zo vaak gebruikt als de noodrem in de trein met recht in rede wordt gebruikt. Wij hoeven daar niet echt niet jaarlijks over te gaan praten. Het zal zeer zelden zijn, maar het is ook weer niet zo dat na1940 nooit de situatie zich heeft voorgedaan dat het instrument ingezet moest worden. Hij hoeft alleen maar 1953 te noemen. De heer Hansen interrumpeert en wijst erop dat het hierbij gaat om een Hoornse situatie, niet over de situatie in Zeeland, want dat sprak voor zich. De voorzitter merkt op dat hij dan niet meer parate kennis heeft over de Hoornse situatie en ook niet uit 1940. Laten wij dus hopen dat het pure theorie blijft; dat is het allermooiste. Ook heeft hij nog eens laten kijken naar die theorie in de praktijk, wanneer het gaat over het binnentreden. Er is een aparte wet op het binnentreden waaraan ook weer moet worden getoetst. Het is goed dat hij daar ook nog even bij machte is om daar wetenschap van te krijgen, dankzij de vragen. Daar zal men zich ook aan moeten houden. Wie mag het? In de praktijk zal het vrijwel altijd de politie zijn, omdat je natuurlijk toch te doen hebt met mensen die zeggen “wij willen niet” in een situatie dat ze moeten. Waarom moet men? Omdat mensen in een levensbedreigende toestand kunnen komen en dan moeten anderen weer hun leven wagen om die mensen uit die levensbedreigende toestand te halen. Het is natuurlijk een beetje te vergelijken met het schaatsen op zwak ijs. Er staan heel vaak borden met ‘verboden toegang’. Mensen denken dat zij daar zelf wel over gaan, maar de consequentie is natuurlijk wel dat je verderop door het ijs zakt en dat dan anderen hun leven moeten wagen om jou uit het ijs te halen. Dat is eigenlijk de leidende gedachte die erachter zit om erger te voorkomen. Het zal dus vrijwel altijd om politie gaan en in noodsituaties hulpdiensten. Maar ook het ambulancepersoneel zal dit dan vergezeld met de politie moeten doen. Parkeerwachters - het woord zegt het al - zijn daar niet voor. Tenzij het gaat om een camper, maar die kun je ook gewoon wegslepen zonder binnen te treden. Dus dat is allemaal heel eenvoudig. Vervolgens constateert hij dat er geen raadsleden zijn die in tweede termijn hierop willen reageren. De voorzitter concludeert dat de Verordening binnentreden ter uitvoering noodverordeningen conform wordt vastgesteld. | 24
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
B-stukken 14. Voorstel inzake het vaststellen van de Eerste wijziging legesverordening 2006. De voorzitter concludeert dat de Eerste Wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2006 conform wordt vastgesteld.
C-stukken 15. Initiatiefvoorstel van de VVD en de VOCH inzake het opstellen van een sportvisie gemeente Hoorn. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Wiebes van de VVD. Mevrouw Wiebes meldt dat de fracties van de VVD en de VOCH hebben geconstateerd, mede naar aanleiding van de vele contacten die men heeft gehad met de vertegenwoordigers van de sportverenigingen, dat het ontbreken van een deugdelijk beleid op het terrein van de sport als een groot gemis wordt gezien. Veelvuldig ontvangt men berichten over problemen die sportclubs ervaren met de voorzieningen. Denk hierbij maar aan de brieven die regelmatig ontvangen worden met het verzoek om een oplossing voor een door hen gesignaleerd probleem. Het betreft dan onder meer problemen die te maken hebben met de accommodatie, de grote aanwas van sportbeoefenaars - heel veel jongeren die gaan sporten en dat is toch eigenlijk iets wat ons eigenlijk allemaal goed zou moeten doen - en problemen die men in de huidige situatie ondervindt bij de ontwikkeling van nieuwe plannen voor de eigen vereniging. Als de problemen maar groot genoeg zijn dan wordt veelal ad hoc naar een oplossing gezocht en dat is een situatie die men eigenlijk in geen enkel opzicht wenst. Het voorstel dat thans voorligt is met name bedoeld om de problematiek dienaangaande te benoemen. Door het realiseren van een toekomstvisie komt er een samenhang in alle ontwikkelingen met betrekking tot de sportaccomodaties in onze stad. Het is namelijk de bedoeling dat onder begeleiding van een werkgroep - die gevormd zal worden door leden van de sportraad - gewerkt gaat worden aan het schrijven en uitwerken van een sportvisie voor onze gemeente. Een activiteit uit te voeren door leden van de sportraad Hoorn met ondersteuning van een student van de Johan Cruijffacademie. Het staat in het voorstel allemaal duidelijk aangegeven. Zij wil toch nog even een toelichting geven op wat wij nu kunnen verwachten van een sportvisie en wat de werkzaamheden zijn die daarvoor uitgevoerd gaan worden. De werkgroep die zich daarmee bezig gaat houden gaat de huidige situatie in beeld brengen op het gebied van de sport in onze gemeente, als wel het creëren van een beeld naar de toekomst met daarbij een oog voor de problemen die er momenteel liggen. Maar men wil de knelpunten nu en in de toekomst aangeven. Wat gaan wij bijvoorbeeld doen met de kunstgraswens van de diverse verenigingen? Wat doen wij met verenigingen die uit hun jasje of de accommodatie groeien vanwege de grote aanwas van leden? Wat gaan wij doen met zaalsporten en dergelijke? Daar ligt eigenlijk helemaal geen visie aan ten grondslag op dit moment. Maar men wil ook de aandacht vestigen op het landelijk beleid op sportgebied en met name voor wat betreft de subsidieverlening en de mogelijkheden die er zijn voor subsidies die landelijk worden toegekend. Waarom hebben de VOCH en de VVD nu bewust gekozen voor een visie in plaats van een echte beleidsnota? Er is bewust gekozen voor zo’n visie in samenwerking met een brede vertegenwoordiging vanuit de Hoornse sportwereld en dat is toch wat de leden van de Hoornse sportraad zijn. Deze leden zijn namelijk expliciet voorgedragen door de sportverenigingen zelf. Een tweede argument om bewust te kiezen voor het opstellen van een visie heeft te maken met de kosten die daarmee gemoeid zijn. Genoemd bedrag staat naar de mening van de VVD en de VOCH in geen verhouding tot de kosten voor het eventueel laten opstellen van een beleidsnota. Een derde argument voor het opstellen van een sportvisie, zoals wordt voorgestaan, is dat deze visie straks gebruikt kan gaan worden als instrument om met de spelers in het veld - en dat bedoelt zij dan letterlijk en figuurlijk - de discussie aan te gaan en aan de hand van de uitkomsten kaders te gaan stellen ten behoeve van een sportbeleid dat dan eventueel in de toekomst geformeerd zal moeten gaan worden. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw De Jong van de PvdA. | 25
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
Mevrouw De Jong meldt dat de PvdA dit initiatiefvoorstel zeer sympathiek vindt. Wat de PvdA betreft kan het niet genoeg over sport gaan. Sport kan nooit genoeg aandacht krijgen. Het initiatiefvoorstel gaat ervan uit dat een sportraad als adviescommissie van het college aan de slag gaat om te komen tot een visie, maar het spreekt natuurlijk voor zich dat een adviesorgaan van het college nooit het gemeentelijk beleid over een bepaald onderwerp kan bepalen. Daar is het college verantwoordelijk voor. De PvdA ziet deze sportvisie dan ook als één van de bouwstenen die kan leiden tot een gemeentelijk beleid. Nadrukkelijk wordt hier gesteld als één van de bouwstenen. De PvdA is namelijk van mening dat naast de sportraad nog veel meer organisaties, instellingen en gebruikers van sportieve voorzieningen in Hoorn betrokken zouden moeten worden bij het gemeentelijk sportbeleid. Vanavond heeft de heer Van Beurden ingesproken. De heer Van Beurden zou ook een goede bijdrage kunnen leveren aan de discussie. Op die manier kunnen de gemeentelijke activiteiten met betrekking tot sport ook rekenen op draagvlak bij deze betrokkenen. Bovendien sluit deze werkwijze aan bij hetgeen de PvdA belangrijk vindt, namelijk het betrekken van inwoners, organisaties en instellingen bij hun stad en de besluitvorming over hun stad. De PvdA streeft niet naar een volgende nota die in een la komt te liggen. Wanneer hier gesproken wordt over sportbeleid dan ziet de PvdA dit als het komen tot concrete actiepunten en activiteiten. Een uitgebreide beschrijving van alle organisaties, instellingen en voorzieningen in de stad op het gebied van sport is uitdrukkelijk niet de bedoeling van de PvdA. De PvdA wil juist door in gesprek te gaan met de sportraad en overige betrokkenen integraal geïnformeerd worden over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van sport, knelpunten en overige zaken waar de gemeente op in dient te spelen zodat hiervoor kaders bepaald kunnen worden. Daarom heeft de PvdA een amendement geformuleerd op het initiatiefvoorstel van de VVD en de VOCH. Zij zal dit amendement nu voorlezen.
AMENDEMENT De raad van de gemeente Hoorn, In vergadering bijeen op dinsdag 18 juli 2006, Behandelend agendapunt 14, raadsvoorstel 06.082. Initiatiefvoorstel van de VVD en de VOCH inzake het opstellen van een sportvisie gemeente Hoorn. Gehoord de discussie, Overwegende dat: De raad het belang van een breed gedragen sportvisie onderschrijft; Draagvlak bij betrokkenen voor het te ontwikkelen gemeentelijk sportbeleid van essentieel belang is. Wijzigt het besluit van het raadsvoorstel 06.082 als volgt: Op de laatste bladzijde onder het kopje ‘Voorstel’ komt de tekst vanaf punt 3 als volgt te luiden: 3. De visie die door de sportraad wordt opgesteld als discussiestuk te laten dienen in een door de raad te organiseren brede discussie met organisaties en instellingen uit het veld, raadsleden en overige belangstellenden over de kaders die het gemeentelijk sportbeleid zou moeten kennen (te organiseren zoals de discussie met betrekking tot het kunst- en cultuurbeleid die vorig jaar is gerealiseerd). 4. Het college te verzoeken om deze discussie en de kaders die de raad naar aanleiding van deze discussie stelt te gebruiken om een sportbeleid voor Hoorn te formuleren. 5. Het onderwerp op te nemen in de beleidsagenda voor de raad voor deze bestuursperiode. En gaat over tot de orde van de dag, De fractie van de PvdA. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Van Berkum van het CDA. Mevrouw Van Berkum vindt dit zo’n goed idee dat zij daar graag op wil reageren. Het CDA vindt het eigenlijk prima dat er een sportvisie zal worden gemaakt. Het is goed om een duidelijk idee te hebben over wat wij gaan doen met de sport in Hoorn. Het CDA wil dan wel graag concreet de | 26
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
mogelijkheden daarvoor hebben. Wij hebben pas een spiksplinternieuwe Hoornse sportraad en dan is het opstellen van een sportvisie een goed begin voor zo’n raad zou je denken. Zij zijn namelijk hét adviesorgaan voor het college wat sportzaken betreft en het college kan hen voorzien van middelen om die sportvisie te maken. Graag hoort zij van de wethouder of zij ook positief is over dit idee. Het lijkt het CDA dat de ideeën van de sportraad een mooi begin kunnen zijn bij het maken van sportbeleid. Het houdt dus niet op met een advies van de sportraad, het is juist een begin. Uiteraard hoort daar ook bij dat alle sportverenigingen en scholen - inderdaad de inspreker meenemende, dit kwam goed uit en zij vond het een goed idee - de kans krijgen om hun zegje te doen. Het CDA heeft wat dat betreft alle vertrouwen in de wethouder. Het CDA vindt dat de raad actief moet zijn om zelf de kaders te kunnen te stellen. Dit is de eerste termijn van het CDA. De voorzitter geeft het woord aan de heer Den Boer van de VOCH. De heer Den Boer is blij dat het CDA het initiatiefvoorstel goed gelezen heeft. Als je het voorstel goed leest blijkt dat het amendement van de PvdA eigenlijk helemaal niet nodig is. Het is een beetje ‘overdone’. Mevrouw Wiebes van de VVD heeft de bedoeling van het initiatiefvoorstel al helemaal uitgelegd. De sportraad gaat ermee beginnen en er komt een deskundige bij die daarop gaat afstuderen. Aan de hand hiervan gaat men verder met de zaken die nodig zijn. Het is niet zo dat er een beleidsnota gemaakt wordt, maar een sportvisie. Je moet ergens beginnen en als je onderaan begint dan begin je goed. Je moet nooit boven aan de ladder beginnen, je begint onderaan en langzaam klim je naar boven. Het breidt vanzelf uit als de scholen en alles wat nodig is op sportgebied erbij komen. Hij zou zeggen dat het voorstel dat hier ligt goed is en hij verwacht en hoopt ook dat de andere fracties het voorstel goed hebben gelezen en hiermee akkoord gaan en het amendement aan de kant leggen. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Kamphuis van Hoorns Belang. Mevrouw Kamphuis vindt het een heel goed initiatief van mevrouw Wiebes en de heer Den Boer. De heer Den Boer weet ook heel veel van sport en daar gaat zij op af. Mevrouw Wiebes verdiept zich ook altijd heel veel in deze zaken. Het lijkt haar heel verstandig om eerst een visie te maken, daarna vanuit die visie verder te werken en dan iedereen erbij te betrekken. Zij denkt dan ook dat het amendement wat dat betreft niet nodig is. De voorzitter geeft het woord aan de heer Helling van D66. De heer Helling geeft aan dat het voorstel ook in de D66-fractie in goede orde is ontvangen. D66 vindt het een prima voorstel en men is ook blij dat ervoor gekozen is om eerst een visionair stuk te maken in plaats van gelijk naar de uitwerking te gaan. Hij denkt dat het amendement van de PvdA niet nodig is, alhoewel hij denkt dat het elkaar ook nauwelijks bijt. Hij zou het ook niet op de spits willen drijven. Hij denkt dat men hiermee zo snel mogelijk aan de slag moet gaan en dat men dit punt op de beleidsagenda moet plaatsen. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Molema van de Hoornse Senioren Partij. Mevrouw Molema meldt dat ook de Hoornse Senioren Partij dit voorstel van harte ondersteunt en dat het amendement haar een goede toevoeging lijkt. Daarbij denkt haar fractie niet alleen aan een sportvisie voor de jongeren, maar ook voor de ouderen. In die zin dat de ouderen wat meer betrokken worden bij allerlei sporten. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Ponte van GroenLinks. Mevrouw Ponte geeft aan dat, zoals bekend, GroenLinks een groot voorstander is van veel sport in Hoorn en het liefst zelfs nog topsport en wat haar fractie betreft had het nog heftiger gemogen. GroenLinks is blij met het initiatief; daar kan men absoluut niet tegen zijn. GroenLinks kan zich vinden in de toevoeging van de PvdA om het op te nemen op de beleidsagenda. Ook vindt zij een brede discussie een goede toevoeging. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Wiebes van de VVD.
| 27
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
Mevrouw Wiebes is blij met de positieve reacties van de andere partijen. De opmerkingen die worden geplaatst zijn natuurlijk al deels weergegeven in het initiatiefvoorstel. Ook de aandacht die GroenLinks vraagt voor topsport wordt genoemd in het voorstel en iedereen wordt eigenlijk op zijn wenken bediend. Er is voor gekozen om met deze sportvisie verder te gaan. De sportraad gaat het, als het allemaal klaar is, aanbieden aan het college. Dan komt het terug in de commissie en dan zal er verder gekeken worden hoe je hiermee de boer op kunt. Het staat buiten kijf dat het breed gedragen moet worden. De voorzitter wil nu even als raadsvoorzitter twee dingen zeggen en daarna het woord aan de wethouder geven. Wij hebben normaal natuurlijk de procedure van een initiatiefvoorstel waarbij er gekeken wordt of de raad het sympathiek vindt en men er verder over wil praten. Ook hebben wij in de commissie besproken dat wij ook het college en de ambtelijke organisatie in positie brengen om daar iets van te vinden en dat wij dan op een latere raadsvergadering daar nog eens een keer over spreken. Hij merkt dat gaande de discussie nu eigenlijk al een inhoudelijke behandeling van het voorstel aan de orde is. Hij wil even tegen de raad zeggen om toch op de positie van het college en de ambtelijke organisatie te letten. Het tweede wat hem opvalt bij het initiatiefvoorstel is dat het college wordt opgedragen om aan de adviescommissie iets te vragen. Dat kun je zo doen, maar hij vindt het toch een wat vreemde constructie, omdat hij vindt dat de raad echt één op één zaken moet doen met het college. Als de raad het college opdraagt om een advies op te halen dan is dat niet nodig, want een adviesorgaan kan ook pro-actief uit zichzelf aan de slag. Hij wil dit toch even zeggen voor wat betreft de zuiverheid. Het geld is inderdaad een probleem, maar hij wil daar toch in de duale verhoudingen goed op wijzen. Vervolgens geeft hij het woord aan wethouder Van Weel. Wethouder Van Weel merkt op dat zij vooral grote betrokkenheid van deze raad proeft bij de sport. Dat doet haar natuurlijk deugd als verantwoordelijk wethouder. Zij wil toch even kort ingaan op het feit dat mevrouw Wiebes heeft gezegd dat wij het eigenlijk altijd zonder een sportvisie hebben moeten doen. Dat is waar. Wethouder Van Es zei net even zachtjes tegen haar: “ik heb het twaalf jaar zonder nota gered, dat ga jij niet redden”. Dat is haar insteek ook niet. Ook wil zij even zeggen dat ondanks dat er geen omschreven beleid is en de succesvolle aanpak van wethouder Van Es, wij toch zijn opgezadeld met een groot probleem. Daarom hebben wij nu wel die sportnota nodig. Ondanks dat niet bestaande beleid zijn heel veel mensen actief gaan sporten. De leden stromen toe en hierbij is veel jeugd. De scholen zijn volop aan de gang met sport en dan zie je dat er knelpunten komen en om te voorkomen dat wij op ad hoc basis bezig zijn is het een goed idee van de initiatiefnemers om te komen tot een sportvisie. Als zij het in sporttermen weergeeft is het een soort ‘hink-stap-sprongvisie discussiebeleid’. Dan vraagt mevrouw Wiebes vooral om een samenhang en draagvlak. Daarom wordt er nog eens vanuit een partij een amendement ingediend en de andere partijen vinden het weer vanzelfsprekend. Zij denkt dat het college het ook een beetje vanzelfsprekend vindt, maar zij ziet het amendement als een steuntje in de rug om daar nog eens even extra aan te denken en iedereen erbij te betrekken, want dan krijg je draagvlak. Wat zij tussen de lijnen ook een beetje hoort is om ervoor te zorgen dat het realistisch is en uitvoerbaar moet zijn. Wij moeten niet in discussies en nota’s blijven hangen, daar schiet niemand wat mee op, het moet realistisch en uitvoerbaar zijn. De voorzitter van de raad heeft al het dualisme gememoreerd. Nu is de sportraad een organisatie die gevraagd en ongevraagd advies kan geven. Zij heeft tijdens haar bezoek al een beetje begrepen dat zij hier wel op zaten te wachten, dus dat komt volgens haar allemaal wel goed. Zij staan te trappelen. Zij zitten daar ook met een hoop deskundigheid en zij kunnen ons helpen met die visie, maar die brede discussie voor het draagvlak en de uitvoerbaarheid is zeker ook noodzakelijk. Dus, mevrouw Van Berkum, ondersteunt zij namens het college het voorstel. De voorzitter vraagt of wethouder Van Weel even kan blijven staan achter de katheder voor het beantwoorden van eventuele vragen. Hij heeft zelf in ieder geval nog een vraag als raadsvoorzitter. Als de raad aan het college vraagt om het te organiseren zegt de wethouder dan: “ja, ik wil graag als college het sportadviesorgaan vragend en erbij betrekkend optuigen”, want dan hoeven wij in dit gremium pas terug te komen als wij een concreet voorstel hebben en misschien kan het ook slechts in de commissie besproken worden hoe wij dat dan gaan doen. Hij denkt dat het voorstel dan niet nog een keer officieel terug hoeft te komen. Dit is zijn vraag aan de wethouder. Wethouder Van Weel antwoordt dat vanwege het feit dat de sportraad gevraagd en ongevraagd advies kan geven, met deze discussie in gedachten en op papier, de sportraad die visie kan ontwikkelen met | 28
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
hun deskundigheid. Vervolgens kijkt de raad naar die visie en als men hiermee akkoord gaat kan dit verder vorm gegeven worden en daar heeft dan de raad een grote stem in. Zij vindt het ook heel erg leuk om dat samen met de raad te doen. De voorzitter stelt voor alle duidelijkheid dus vast dat de sportraad dan budget krijgt om dat daadwerkelijk te doen, want dat geld hebben ze nodig. Men schrijft een visie waarbij iedereen betrokken zal worden. Ook daar komen dan de middelen en de ondersteuning voor. Het advies van die sportraad komt dan naar het college en het college zal dat advies geamendeerd of niet doorsluizen naar de raad. Dit zou dan de manier van werken zijn. Vervolgens geeft hij het woord aan mevrouw Wiebes van de VVD. Mevrouw Wiebes merkt op dat zij nog een vraag had over de financiën, want daar was het eigenlijk allemaal om te doen. De sportraad moet budget krijgen om die visie te gaan uitwerken. Als die visie er is kan er weer een nieuw traject ingezet worden, waarvoor dan ook weer apart middelen ingezet moeten worden. Dat is dan weer stap twee. Wethouder Van Weel beaamt dit en wijst erop dat zij daarom ‘hink-stap-sprong’ zei. De voorzitter denkt dat dit een mooie titel voor de visie is. Hij constateert dat er geen raadsleden meer zijn die hierover in tweede termijn nog iets wensen te zeggen. Vervolgens merkt hij op dat er breed gesproken is over hoe wij het gaan doen en dan kijkt hij naar alle zaken die genoemd zijn in het oorspronkelijke voorstel en het amendement. Wij hebben het hier samengevat. Wat besluiten wij nu? De samenvatting of het voorstel? Men is het erover eens dat er een sportvisie moet komen, de sportraad moet daarmee aan de slag en men moet daar een budget voor krijgen. Of dit € 2.000,- is of meer of minder moeten wij maar even zien, er moet in ieder geval een realistische begroting onder liggen. Dat wordt breed gedaan en de wethouder meldt in de commissie hoe wij dat gaan doen. Als wij dat zo besluiten dan denkt hij dat wij verder niet moeilijk hoeven te doen over voorstellen, amendementen en dergelijke. Als de raad dit anders vindt hoort hij dat graag. Mevrouw De Jong vindt deze insteek prima. Het leek haar fractie alleen zo leuk om straks als die visie er ligt een brede themabijeenkomst te organiseren en de visie met allerlei organisaties te bespreken. Mevrouw Wiebes denkt dat dit een volgende stap is. Er moet nu een visie komen. Dat is het voorstel. Mevrouw De Jong denkt dat het voorstel duidelijk is. Zij geeft alleen nog een toelichting op het amendement. Mevrouw Wiebes denkt dat het een goede zaak is als de visie er ligt daarmee verder te gaan. Dit is allemaal zo duidelijk als wat. De voorzitter signaleert dat de intenties prima zijn. Vervolgens geeft hij het woord aan wethouder Van Weel. Wethouder Van Weel wenst nog heel even in te gaan op hetgeen mevrouw Wiebes zei. Mevrouw Wiebes gaf aan dat alles in het voorstel is opgenomen. Zij had net nog even kort een gesprek met wethouder De Boer en die vroeg aandacht - en dat is ook uit haar hart gegrepen - voor het aangepast sporten. Mevrouw Wiebes wijst erop dat als de wethouder het voorstel goed gelezen heeft, zij gezien zal hebben dat ook de gehandicaptensport erbij betrokken wordt. Eigenlijk worden alle sporten erbij betrokken. Wat dat betreft wordt wethouder De Boer op zijn wenken bediend. De voorzitter concludeert dat er een sportvisie van de gemeente Hoorn komt en dat de sportraad wordt verzocht daarin te adviseren richting het college. De sportraad zal hiertoe gefaciliteerd worden met geld en middelen en hierbij zal het woord ‘breed’ worden gebruikt. Voorts zal de wethouder laten weten hoe het gehele traject eruit gaat zien. Wanneer beginnen wij en wanneer eindigen wij, wie zijn er op welk moment bij betrokken en wat kost het? Vervolgens kan de raad op de juiste tijd en plaats hieraan nog iets toevoegen. Hij denkt dat wij dit initiatiefvoorstel heel snel behandeld hebben. | 29
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
16. Wilde motie van de VVD, D66, Hoornse Senioren Partij en Hoorns Belang inzake de toekomstige invulling van het Oostereiland. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Lunteren van de VVD. De heer Van Lunteren brengt naar voren dat de fractie van de VVD een lange en innige geschiedenis met het Oostereiland heeft. Al in het begin van de vorige periode heeft de VVD pogingen ondernomen om de kaderstelling voor wat er gaat gebeuren met het Oostereiland richting de raad te krijgen. De VVD had destijds een initiatiefvoorstel om een subraadscommissie in te stellen. In goed overleg met de toenmalige wethouder is daar toen van afgezien en is een vertegenwoordiging vanuit de raad opgenomen in de stuurgroep die daar toen mee aan de slag ging. Die stuurgroep is op enig moment aan haar eind gekomen. Dit is wat minder dramatisch als dat het nu misschien klinkt, maar die stuurgroep hield op te bestaan en vanaf dat moment hebben wij eigenlijk met zijn allen zitten wachten wanneer er in de raad gesproken gaat worden over wat wij willen met het Oostereiland. Daar zat men niet alleen in de raad op te wachten - van wanneer gebeurt er nu eens iets en wanneer horen wij nu eens iets - maar daar zat men ook in de stad op te wachten en er gebeurde heel lang niets. Bij het formeren van het huidige college is het Oostereiland nog nadrukkelijker in het collegeakkoord opgenomen. Dit stemt de VVD uiteraard tot vreugde en dit geldt ook voor de manier waarop dit verwoord is. Wij hebben inmiddels een informatiemarkt gehad, er zijn wat schriftelijke vragen gesteld van voormalige collegeleden en men heeft ook de beantwoording op die vragen gelezen. Daar word je dan weer iets minder vrolijk van, maar dat gebeurt wel vaker met de beantwoording van schriftelijke vragen. Al met al vindt de VVD toch met nadruk dat de raad nu aan zet is als het gaat om het Oostereiland. De VVD vindt echt dat wij hier als politiek eens een keertje met elkaar over moeten spreken wat wij nu met het Oostereiland willen en wat voor kaderstelling wij in grote lijnen meegeven aan het ambtelijk apparaat en het college, waarmee zij dan verder kunnen. Met dat in het hoofd heeft de VVD een motie opgesteld en die motie zal hij nu voorlezen. MOTIE De raad van Hoorn, In vergadering bijeen op dinsdag 18 juli 2006, Overwegende dat: De raad vele geluiden bereikt vanuit de Hoornse samenleving over de toekomstige invulling en gebruik van het Oostereiland; Het Oostereiland door haar ligging en monumentale waarde niet alleen één van de markantste plekken in onze stad is, maar tevens een plek is die moeilijk te ontsluiten is, zonder dat deze ontsluiting van directe invloed is op aanpalende delen van de stad; Vanuit dat gegeven de ontwikkeling van het Oostereiland buitengewoon zorgvuldig dient te gebeuren. En overwegende dat: Het college in punt 34 uit haar collegeakkoord heeft vastgelegd dat ‘De ontwikkeling van het Oostereiland gaat plaatsvinden door middel van een interactief proces met burgers’; Er in dat kader door het college op zaterdag 8 juli 2006 een informatiemarkt is georganiseerd waar burgers, bedrijven en instellingen hun ideeën voor de toekomst van het Oostereiland konden presenteren; De raad met veel belangstelling kennis heeft genomen van hetgeen daar is gepresenteerd, evenals van alle andere signalen die ons van buiten en binnen de politiek bereiken; Er in de vorige bestuursperiode een bestuurlijk-ambtelijke stuurgroep, waarin de toenmalige raad was vertegenwoordigd, bezig is geweest met het formuleren van een voorlopige kaderstelling voor de ontwikkeling van het Oostereiland; De bevindingen van die stuurgroep nooit op de politieke agenda hebben gestaan; De raad ook daarvoor al eens randvoorwaarden heeft geformuleerd; Er inmiddels verkiezingen zijn geweest en partijen zich in hun programma’s hebben uitgesproken over het Oostereiland; De raad als enig orgaan in de gemeente de bevoegdheid heeft kaders te stellen voor welk | 30
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
onderdeel van het gemeentelijk beleid dan ook. Besluit: Op de kortst mogelijke termijn een openbaar debat te houden waarin alle in de raad vertegenwoordigende partijen zich kunnen uitspreken over de toekomst van het Oostereiland; De uitkomsten van dit debat mee te geven aan het college als voorlopige kaderstellingen voor de ontwikkelingen van het Oostereiland; Het college als toehoorder uit te nodigen dit debat bij te wonen. En gaat over tot de orde van de dag, De fracties van de VVD, D66, Hoornse Senioren Partij en Hoorns Belang. De voorzitter wil wederom even nadrukkelijk als raadsvoorzitter het volgende zeggen. Er staat motie boven, maar er wordt niet tot iets opgeroepen, want men besluit aan het eind iets. Het is dus gewoon een voorstel waarin iets over de orde wordt gezegd en er wordt gezegd: ‘college stop maar even met de voorbereiding, wij willen er als raad nu eerst over spreken’. Hij denkt dat dit in essentie de strekking hiervan is. Vervolgens vraagt hij wie hierover het woord wenst. Hij geeft het woord aan mevrouw De Jong van de PvdA. Mevrouw De Jong meldt dat de PvdA al in een eerder stadium kennis heeft genomen van de motie van de VVD. De VVD is verheugd met de actuele aandacht voor het Oostereiland. De PvdA ziet het Oostereiland als een complex onderwerp dat al enige tijd speelt en al een geschiedenis heeft. De VVD refereerde hier al aan. Nu wordt door het college het onderwerp nieuw leven ingeblazen. Het onderwerp vraagt wat de PvdA betreft een zeer zorgvuldige benadering en behandeling. De PvdA steunt de motie van de VVD niet. Concreet heeft de PvdA hiervoor de volgende argumenten. De PvdA is van mening dat nu eerst het moment daar is om de presentaties die gehouden zijn op de ideeënmarkt met elkaar te bespreken. Dit komt naar de mening van de PvdA het beste tot zijn recht in een brainstormende en meningsvormende bijeenkomst, waarin kaderstelling nu nog niet aan de orde is. De PvdA wil het college daar nadrukkelijk bij betrekken en in de motie van de VVD is het college alleen toehoorder. De PvdA is van mening dat het college op basis van inhoudelijke, relevante informatie een bijdrage kan leveren aan zo’n meningsvormende discussie. In de laatste plaats is het voor de PvdA van belang dat het nu duidelijk wordt hoe wij verder gaan met dit onderwerp. In die zin roept de PvdA het college op om op korte termijn een tijdspad aan te geven dat leidt naar besluitvorming rond het Oostereiland. In reactie op de motie van de VVD heeft ook de PvdA een motie die zij graag wil voorlezen. MOTIE De raad van Hoorn, In vergadering bijeen op dinsdag 18 juli 2006, Overwegende dat: Het college in punt 34 uit haar collegeakkoord heeft vastgelegd dat ‘De ontwikkeling van het Oostereiland gaat plaatsvinden door middel van een interactief proces met burgers’; Er in dat kader door het college op zaterdag 8 juli 2006 een uiterst geslaagde informatiemarkt is georganiseerd waar burgers, bedrijven en instellingen hun ideeën voor de toekomst van het Oostereiland konden presenteren; De raad met veel belangstelling kennis heeft genomen van hetgeen daar is gepresenteerd, evenals van alle andere signalen die ons van buiten en binnen de politiek bereiken; De ontwikkeling van het Oostereiland buitengewoon zorgvuldig dient te gebeuren. Besluit: Het college op te roepen om op de kortst mogelijke termijn met een tijdspad te komen, waarin wordt aangegeven hoe de verdere besluitvorming met betrekking tot het Oostereiland procesmatig vorm wordt gegeven; Na het zomerreces een openbaar debat dan wel themabijeenkomst te houden waarin de in de raad vertegenwoordigde partijen zich brainstormend een mening kunnen vormen over hoe de verschillende partijen tegen het Oostereiland aankijken en hoe de ideeën die gepresenteerd zijn op de ideeënmarkt ervaren worden; | 31
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
-
Het college nadrukkelijk uit te nodigen dit debat bij te wonen en aan dit debat deel te nemen.
En gaat over tot de orde van de dag, De fracties van de PvdA, de VOCH, het CDA en GroenLinks. De voorzitter denkt dat de posities heel helder zijn. Misschien heeft de wethouder nog even behoefte om hierop te reageren. Wethouder Van Es merkt op dat hij zich, in het kader van het maximale draagvlak waar het college altijd naar streeft, het meest thuisvoelt bij de motie die is ingediend door de PvdA en wordt ondersteund door de fracties van de VOCH, het CDA en GroenLinks. Persoonlijk heeft hij het idee dat de VVD, D66, de Hoornse Senioren Partij en Hoorns Belang ook heel makkelijk de motie van de PvdA kunnen ondersteunen. Hij zou zich dat kunnen voorstellen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Lunteren van de VVD. De heer Van Lunteren is blij met het voorstellingsvermogen van de wethouder en hij hoopt dat dit op andere momenten ook zo groot zal zijn. Het verschil tussen beide moties zit hem natuurlijk in het feit of je als raad, die door de wetgever ook als kadersteller is aangesteld, wel of niet het college betrekt bij het formuleren van die voorlopige kaders. De VVD heeft er nadrukkelijk voor gekozen om dat niet te doen, omdat men vindt dat je als raad je verantwoording moet nemen en als raad die voorlopige kaderstelling moet doen. De voltallige coalitie maakt een andere keuze en geeft kennelijk met enige graagte een deel van de bevoegdheid van de raad aan het college. Mevrouw De Jong interrumpeert en wijst erop dat de veronderstelling van de VVD niet juist is. Natuurlijk is de PvdA van mening dat de raad de verantwoordelijkheid heeft om de kaderstelling voor zijn rekening te nemen. De PvdA vindt echter dat wij op dit moment nog niet toe zijn aan die kaderstellende rol. Men wil graag, ook met de VVD, van mening wisselen wat er leeft over het Oostereiland en hoe de gepresenteerde ideeën ervaren zijn. Pas op het moment dat wij daar een goed beeld bij hebben wil men overgaan tot kaderstelling. Het zou bijvoorbeeld heel goed kunnen dat ten aanzien van de positie die de PvdA nu inneemt, de VVD haar fractie weet te overtuigen van iets heel anders en dat wij straks in die kaderstellende verantwoordelijkheid een heel andere richting opgaan. Daarom wil de PvdA eerst in een meningsvormende discussie standpunten uitwisselen en kaderstelling is voor wat de PvdA betreft op dit moment nog niet aan de orde. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Lunteren van de VVD. De heer Van Lunteren wenst hierop te reageren. Hij denkt dat de VVD hierover niet van mening verschilt van de PvdA. Wij noemen het wat anders, maar wij bedoelen hetzelfde. Het enige verschil is in hoeverre het college wel of niet deelneemt aan de discussie. De PvdA kiest ervoor om het college deel te laten nemen en zijn fractie kiest ervoor om dat niet te doen. Koppen tellen kunnen wij allemaal, dus hij denkt dat wij snel klaar zijn. De voorzitter meldt dat hij nog even de behoefte heeft als raadsvoorzitter om de rollen duidelijk te maken. Bij de motie die is ingediend door de VVD, D66, de Hoornse Senioren Partij en Hoorns Belang heeft hij toch de volgende vraag. Je vraagt als raad een discussie op gang te brengen en het college heeft ook krachtens de gemeentewet de rol om dat voor te bereiden en zaken panklaar te maken voor de raad. Als de raad dan iets besloten heeft dan moet het college het ook uitvoeren. Als je heel scherp de lijn kiest dat de raad er voor de kaderstelling is en men het college eigenlijk dus niet nodig heeft, dan is dat toch een vrij monistische opvatting, want dan kun je één van de twee organen niet mee laten doen. Dit is wat bij hem naar boven komt als hij de motie leest, maar zo zal men het waarschijnlijk niet bedoeld hebben. De heer Van Lunteren antwoordt hierop bevestigend. Je moet heel veel fantasie hebben om hem van monisme te kunnen beschuldigen. Zo heeft de VVD het nadrukkelijk niet bedoeld. De indieners van de motie zeggen ook niet dat men in het debat, dat men de raad voorstelt te gaan houden, tot een kaderstelling moet komen. Er wordt in de motie ook nadrukkelijk gesproken over een voorlopige kaderstelling en de uitkomsten daarvan mee te geven aan het college. Men weet namelijk dondersgoed waarvoor wij een college hebben, namelijk om tot beleidsvorming te komen. Men vindt alleen, | 32
Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn
omwille van de zuiverheid, dat de raad eerst die discussie met zichzelf zou moeten voeren. De voorzitter wil dan toch nog even indringend doorvragen, want daarvoor zijn dit soort principiële debatten. Wat is dan de toegevoegde waarde om een college daaraan niet te laten deelnemen? De heer Van Lunteren antwoordt dat dit uitsluitend de dualistische zuiverheid is. De voorzitter stelt vast dat hij het dualisme dan anders begrijpt dan de heer Van Lunteren. Hij zou zeggen dat je nu juist wel het college daarin moet horen wat zij te berde te brengen heeft. Natuurlijk kan men zeggen dat men dat niet wil, maar dan zou je daar heel duidelijke redenen voor moeten hebben op dit punt. De raadsvergadering zit normaal zo in elkaar dat de raad aan het woord is in de eerste en tweede termijn en dat daarna ook het college een positie heeft. Hij denkt dat het kan, maar wel met grote terughoudendheid. Vervolgens denkt hij dat wij over dit punt voldoende hebben gesproken. Als men kijkt hoe de verhoudingen liggen dan is het ook duidelijk dat als de motie van de VVD cum suis in stemming zou worden gebracht, deze het niet zou halen. Vervolgens vraagt hij of de PvdA nog behoefte heeft om de motie in te dienen en te laten aannemen. Mevrouw De Jong antwoordt hierop bevestigend. De voorzitter brengt de motie in stemming en concludeert dat de motie van de PvdA, de VOCH, het CDA en GroenLinks wordt aangenomen, met de aantekening dat de fracties van de VVD, D66, Hoornse Senioren Partij en Hoorns Belang tegenstemmen.
De voorzitter sluit de vergadering om 22.30 uur en wenst eenieder een goede vakantie.
| 33