NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Waalwijk, gehouden op 13 juni 2013 Voorzitter:
de heer A.M.P. Kleijngeld, burgemeester
Griffier: Plv. griffier:
de heer G.H. Kocken mevrouw J.W.M. Louer
Aanwezig zijn de leden:
de heer J.M. van Baardwijk mevrouw W.M. Bourguignon-Slis de heer J.F. Broeders de heer S. Broekmans de heer F. den Braven mevrouw C. de Bruijn de heer G.A. Damen de heer J.G. van Dinther de heer A.A. van Hamond de heer L. van Helden de heer L.P. den Hollander de heer A.J.G. Hooijmaijers mevrouw E.Y. IJpelaar-Alias de heer C.M.A. Kuijten de heer W.C.P.B. Lodenstijn mevrouw H. Marasabessy de heer M.P. Meijer de heer P.W.E. Monsieurs mevrouw R. Odabasi-Seker mevrouw C.C.J. Ruygt-Gerritsen de heer C.J.G.H. van der Sloot de heer M.G.H. Smits de heer R.A.A. Tiemstra de heer J.M.M. van Tuyl de heer W. van Veelen de heer J.M.J. Waarts de heer J.A.J. van Well
Afwezig zijn de leden:
mevrouw A. Çölkusu de heer F.P.M. Simon
Tevens aanwezig:
de de de de
Notulen:
mevrouw I.C. Wendt-Kok, Notuleerservice Nederland
heer heer heer heer
R. Bakker, wethouder M. van Dongen, wethouder J. van Groos, wethouder J.H.H. Heuverling, wethouder
0.
Opening
0.1 Opening op de gebruikelijke wijze De vergadering wordt geopend om 18.00 uur. De voorzitter: Laten wij ons vanuit onze eigen visie of geloofsovertuiging bij het begin van deze raadsvergadering bezinnen op onze gemeenschappelijke opdracht en gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om deze gemeente te besturen. 0.2 Mededelingen De voorzitter: Welkom aan u allen. De presentielijst is getekend. Ik heb afmeldingen ontvangen van mevrouw Çölkusu en de heer Simon. In geval van hoofdelijke stemming zal nr. 12, de heer Kuiten als eerste zijn stem uitbrengen. Ik wil stilstaan bij het plotselinge overlijden van de oud-voorzitter van de Rekenkamercommissie, de heer Van ’t Hof. De heer Van ’t Hof heeft aan de wieg gestaan van het rekenkamerwerk voor de raad. Aanvankelijk was hij lid, maar later voorzitter. Op 1 juni 2013 zou zijn benoemingstermijn afgelopen zijn. Op 26 mei jongstleden is hij overleden na een kortstondig ziekbed. Ik denk dat zowel de raad als het college met respect en waardering terugkijkt op zijn betrokkenheid en zijn inzet voor het Waalwijkse rekenkamerwerk. Ik vind het gepast om aan een ieder een moment van stilte te vragen. Wilt u even gaan staan? [stilte] 0.3 Vaststellen agenda Aan de gewijzigde agenda is agendapunt 1.5, vaststellen bestemmingsplan en globaal exploitatieplan Driessen, toegevoegd. De voorzitter: De PvdA-fractie heeft een agendawijziging voorgesteld. Agendapunt 2.5 wordt een B-stuk. Van de SGP-fractie heb ik het verzoek gekregen om voor agendapunt 1.3 in eerste termijn een spreektijd van 10 minuten te hanteren. Zijn er nog andere opof aanmerkingen over de agenda? Mevrouw Odabasi: Wij willen van agendapunt CR1 een B-stuk maken. De heer Broeders: Het bedrijventerrein was voor ons een A-stuk, maar ik zag dat de notitie als B-stuk is geagendeerd. Voor ons blijft het een A-stuk. De heer Van Dinther: Agendapunt CR1 staat als B-stuk geagendeerd, maar mag van ons een A-stuk worden. De agenda wordt met deze wijzigingen vastgesteld. 0.4 Vragenronde op grond van artikel 14 van het reglement van orde Niemand heeft zich aangemeld voor de vragenronde. Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
2
1. Debatgedeelte Raadsvoorstellen bespreekstukken (B-stukken): De voorzitter: 1.1
(CF1) (CF3)
Financiële verslaglegging 2012 Nota Grondexploitatie 2013
De voorzitter: Het is 18.05 uur. We lijken heel ruim in de tijd te zitten, maar uiteindelijk is het maar anderhalf uur voor 19.30 uur. De agenda is vol en het aantal bespreekpunten is groot. Enige discipline is daarom gewenst om het uiteindelijke resultaat te bereiken. Voor allen is het eerste agendapunt een bespreekpunt. Ik geef het woord aan de fractie van Lokaal Belang. Eerste termijn De heer Van Hamond: Voorzitter. Allereerst is het al jaren de gewoonte om een compliment namens Lokaal Belang te geven aan allen die een steentje hebben bijgedragen aan de jaarrekening. Het geheel is duidelijk, goed leesbaar en overzichtelijk gepresenteerd. Een pluim voor de directie, de verantwoordelijke wethouders en alle ambtenaren die een aandeel geleverd hebben. Een jaarrekening is een verantwoording waarin de vraag wordt beantwoord of de financiele stromen van de gemeente getrouw en rechtmatig zijn verlopen. Hebben we gedaan wat we gezamenlijk hebben afgesproken? Zijn we binnen het budget gebleven en wat is het uiteindelijke resultaat? Dat laatste lijkt is het belangrijkste. Daar worden we immers op afgerekend. Het rapport met bevindingen van Deloitte en de bijbehorende accountantsverklaring spreken over een juiste verantwoording, geconstateerd bij de controles over het boekjaar 2012. Tijdens de commissiebehandeling zijn door diverse partijen nog algemene en technische vragen gesteld. Hierop kwamen duidelijke antwoorden. Ook zijn er nog schriftelijke vragen beantwoord. Er zijn weinig of geen onduidelijkheden overgebleven. Zoals andere jaren zijn er ook zaken die gedeeltelijk of helemaal niet zijn uitgevoerd. Deze heeft het college vakkundig toegelicht. Tegenvallers zitten ook dit jaar voornamelijk in de openeindregelingen. Ondanks de jaarlijkse aanpassingen in de begroting blijven deze onvoorspelbaar. De maatschappelijke ontwikkelingen, vergrijzing en de huidige economische crisis zijn hieraan debet. Met betrekking tot de bezuinigingen liggen we goed op koers. We zijn niet tegen goede voorzieningen, maar we zijn voorstander van maatwerk voor hen die het echt nodig hebben. We houden ons hart vast voor de komende jaren: er zal nog heel wat op ons af komen. Lokaal Belang maakt zich vooral zorgen over de grondexploitatie. Hoe lang houden we dit nog vol? Er worden steeds maar rente en beheerskosten bijgeschreven, terwijl de verkoop van woningen nagenoeg stil ligt. Wat in het bijzonder opvalt, is de waardering van het complex Landgoed Driessen. Dit is door de economische situatie zeer onzeker geworden. Lokaal Belang heeft al eerder bepleit om ook bij woningbouw de mogelijkheid van erfpacht toe te staan. Wij zien met voldoening dat het college onze suggestie heeft overgenomen, maar we zijn nog niet tevreden. We zijn niet tevreden, omdat het gebruik van deze mogelijkheid in onze ogen passief wordt weergegeven. Wij zien graag dat de mogelijkheid nadrukkelijk en actief onder de aandacht wordt gebracht, niet alleen door bijvoorbeeld een advertentie of een folder, maar ook bij diverse bouw- en projectontwikkeNotulen raadsvergadering 13 juni 2013
3
laars, woningcorporaties, makelaars en architecten. Misschien kan deze mogelijkheid een zetje geven om bouwplannen te realiseren. Baat het niet, dan schaadt het niet. We zouden graag van de wethouder een toezegging hebben dat de mogelijkheid van bouwen met erfpacht actief en gericht onder de aandacht wordt gebracht. Volgens Lokaal Belang zijn wij niet de enigen in Nederland die proberen om het bouwen aantrekkelijker te maken. Er zijn meer mogelijkheden om gebruik te maken van erfpachtregelingen, vooral voor starters en eerder genoemde partijen. Voor starters is er gelukkig nog steeds de startersregeling. We vragen daar maximale aandacht voor. Er ligt hier namelijk ook een verantwoordelijkheid voor de gemeentelijke overheid. Graag hoor ik hierop een reactie. Ik zal straks een amendement over dit onderwerp indienen. Nu we in de periode zijn gekomen dat we gezamenlijk de komende bezuinigingen moeten doorvoeren, is het nodig om nog kritischer het proces te volgen en te controleren. Het tijdig rapporteren van eventuele overschrijdingen dient ongevraagd te gebeuren. De ruimte in de begroting is de komende jaren nihil, waardoor het onmogelijk is om nieuwe tegenvallers op te vangen. Op incidentele meevallers hoeven we ook niet meer te rekenen. Met enige trots wordt er geroepen dat we 3.998.000 euro over hebben op het boekjaar 2012. Als we echter de incidentele meevallers ervan aftrekken, blijft er weinig over. Het coalitieprogramma is voor de komende jaren een duidelijke leidraad voor Lokaal Belang. Tevens hopen wij dat bestaande projecten worden afgewerkt indien er financiële ruimte is. Namens Lokaal Belang wil ik zeggen dat er veel zaken zijn gerealiseerd in 2012 waar de inwoners van de gemeente Waalwijk trots op kunnen zijn. Nogmaals: een compliment is hier op zijn plaats. Hopelijk worden die zaken die in 2012 zijn achtergebleven, in 2013 alsnog gerealiseerd. Dat is in het belang van alle inwoners. Wij gaan akkoord met het vaststellen van de jaarrekening. Ik dien het amendement in namens de fracties van Lokaal Belang, CDA en D66. Amendement Onderwerp: Nota Grondexploitatie 2013 De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 13 juni 2013 Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: Overwegende dat: uit de Nota Grondexploitatie 2013 blijkt dat vanwege de economische crisis al enkele jaren de realisering van woningbouwprojecten stagneert en dat naar verwachting deze situatie zich op korte termijn niet zal herstellen; de reserves van het grondbedrijf de afgelopen jaren onder meer uit de opbrengsten van Haven VII op peil worden gehouden; structurele maatregelen noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de positie van het grondbedrijf verslechtert; vooral starters op de woningmarkt door de verschillende overheidsmaatregelen en de economische crisis moeilijk in aanmerking komen voor de financiering voor de aankoop van een woning; als gevolg hiervan de werkgelegenheid in de bouw en hieraan gerelateerde sectoren fors is teruggelopen met alle sociale en maatschappelijke gevolgen van dien; het college ter uitvoering van de door de raad vastgestelde motie op 31-05-12 op basis van een tweetal themabijeenkomsten en een rapport over het inzetten van het instrument erfpacht, de raad voorstelt niet zelf grond in erfpacht uit te geven en de markt de markt te laten en de gemeente alleen een voorlichtende rol te laten vervullen; Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
4
-
het college aangeeft de mogelijkheid open te houden, indien voorlichting niet het gewenste effect heeft, alsnog het instrument van gemeentelijke erfpacht toe te passen; onomstotelijk vaststaat dat erfpacht een positieve bijdrage levert aan het op gang brengen van de woningbouwproductie en het toegankelijk maken van het eigen woningbezit voor een grote groep starters op de woningmarkt; dit ook door Bouwend Nederland als zodanig wordt bevestigd; recentelijk uit het door de raad ingestelde onderzoek naar de risico’s van erfpacht door Deloitte is vastgesteld, dat er nauwelijks sprake is van onaanvaardbare risico’s; in deze economische tijden juist de overheid niet een afwachtende en vrijblijvende houding moet aannemen, maar samen met marktpartijen een actieve rol dient te vervullen om een aantal stilliggende bouwprojecten in Waalwijk vlot te trekken en nieuwe ontwikkelingen op te starten;
Besluit: 1. in afwijking van hetgeen in de Nota Grondexploitatie 2013 wordt voorgesteld het instrument erfpacht actief in te zetten op door de gemeente uit te geven gronden aan particulieren, corporaties, projectontwikkelaars en bedrijven; 2. om de Nota Grondexploitatie dienovereenkomstig aan te passen. De voorzitter: Het amendement is ondertekend door de fracties van Lokaal Belang, D66 en CDA. De heer Kuijten: Voorzitter. De jaarrekening 2012 ligt voor ons. Het is het laatste, allesomvattende verantwoordingsdocument van dit college aan deze raad. Een college waarvan de VVD deel heeft uitgemaakt en nog uitmaakt. Over het jaarverslag van het nu lopende jaar zal de nieuwe raad zich volgend jaar rond deze tijd buigen. De accountant heeft een goedkeurende verklaring gegeven voor 2012. Deze verklaring houdt in dat de jaarrekening 2012 een getrouw beeld vertoont. De jaarrekening met de onderliggende stukken en de Nota Grondexploitatie zijn uitvoerig besproken in de commissie Financiën en de Auditcommissie. We hebben de nodige vragen gesteld die naar tevredenheid zijn beantwoord. De vragen van alle fracties bij elkaar en de antwoorden daarop geven een verhelderend beeld van de zaken achter de cijfers. Deze wijze van behandeling van het jaarverslag hebben wij als positief ervaren. Qua proces mag de gemeente van de VVD op de ingeslagen weg voortgaan. Wij willen nog een korte bijdrage in hoofdlijnen leveren. De jaarrekening 2012 laat nu al zien dat de bestuursperiode die bijna achter ons ligt, succesvol is geweest. Kijken we terug, dan kunnen we ons goed herinneren dat de financiële omstandigheden bij de start van dit college, buitengewoon beroerd waren. Forse taakstellende ombuigingen waren noodzakelijk en aan impopulaire maatregelen was niet te ontkomen. Dit resulteerde onder andere in het verlagen van de subsidies en een forse vermindering van de personele lasten. De eigen organisatie is bij de bezuinigingen niet gespaard gebleven. De cijfers in de jaarrekening laten zien dat het college ferme beslissingen heeft genomen en in financiële zin degelijke voorstellen aan de raad heeft voorgelegd. In de raadsinformatiebrief 39-13 wordt nog eens aangegeven dat de taakstelling tot het opleggen van bezuinigingen op gesubsidieerde instellingen met 10% ofwel het bedrag van 800.000 euro per 2014 wordt gerealiseerd. Dit alles is nodig om de gemeentefinanciën weer op orde te krijgen. De huidige cijfers en financiële uitkomsten geven aan dat de maatregelen niet voor niets zijn geweest. De gemeente staat er financieel goed voor. Ik noem daarvoor enkele gegevens. De jaarrekening 2012 sluit met een winst van bijna 4 miljoen euro. De reservepositie is met bijna 8,5 miljoen toegenomen. De reserve grondexploitaties is aangevuld tot het gewenste niveau van 5 miljoen. De risico’s die samenhangen met de economische en financiële crisis zijn afgedekt. Meerdere grondexploiNotulen raadsvergadering 13 juni 2013
5
taties zijn qua prijs en planning aangepast aan de huidige marktomstandigheden. Financiële impulsen voor de N261 en de GOL liggen op de plank. Bedragen liggen gereed om de leefbaarheid van de kernen te optimaliseren. De resultaten zijn bereikt zonder dat de burgers extra zwaar zijn getroffen door belastingverhogingen. Integendeel: de lokale lastendruk laat in deze bestuursperiode een verantwoorde lichte stijging zien en vertoont een stabiel beeld. Ook de publieke opinie wordt gevoed met de goede financiële resultaten. Slaan we de kranten van de afgelopen weken er op na, dan lezen we in chocoladeletters ‘Waalwijk sluit 2012 af met fraaie winst’, ‘Parkmanagement in de plus’ en ‘Haven 7 blijft kaskraker’. En als dat nog niet voldoende was, kopte Het Brabants Dagblad van 25 mei jongstleden ‘Waalwijk kan geld laten rollen’. Ik vind dat kranten bijna altijd de waarheid melden, en dat zij de lezers wel eens een duwtje in de rug kunnen geven. In dit geval zou ik voor wat betreft de gemeentefinanciën, toch een pas op de plaats willen maken. De VVDfractie dringt er bij het college met klem op aan om prudent en behoedzaam met de middelen te blijven omgaan. Er ligt nu een stevig financieel fundament om de ingeslagen weg mee te blijven volgen. Dat is meer dan noodzakelijk, want de komende jaren komen er nieuwe ontwikkelingen op de gemeente af die de gemeentelijke financiën opnieuw onder grote druk zullen zetten. De aangekondigde extra bezuinigingen van het kabinet gaan ook de gemeente opnieuw raken. De uitkomsten en gevolgen van de transities van de jeugdzorg en de participatiewet zijn weliswaar nog ongewis, maar één ding staat vast: we moeten meer gaan doen met minder geld. Het wordt minder zeker en zeker minder. Daar kom ik in het debat over de kadernota inhoudelijk op terug. Ik heb een aantal opmerkingen over de grondexploitaties. De ernstige stagnatie van de grondverkopen voor de woningbouw houdt aan. Dat baart ons allen zorgen. Gemeenten zijn op zoek naar mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan een oplossing hiervoor. Noodmaatregelen zoals het verkleinen van bouwpercelen en een verlaging van de grondprijzen, worden om ons heen en ook door Waalwijk terecht genomen. Voorbeelden zijn het bestemmingsplan De Waesgeerd en het plan De Rugt in Waspik. Hoewel het grootste deel van de kosten voor de woningen bestaat uit bouwkosten en voor een kleiner deel uit grondkosten, geloven wij toch in een positief effect op de woningmarkt bij verlaging van de grondprijzen. Voor de VVD mag het college dan ook verder gaan met het verlagen van de grondprijzen. Wij hebben er overigens vertrouwen in dat het college de ontwikkelingen in de woonbehoefte en de prijzen van woningen in de eigen gemeente op de voet volgt en dat het daarin meebeweegt zodat we ons niet uit de markt prijzen. In de Nota Grondexploitatie meldt het college dat het niet voornemens is om zelfstandig grond in erfpacht uit te geven, maar de markt de markt te laten. Met andere woorden: college, u voelt er eigenlijk niets voor. De VVD-fractie sluit zich bij uw ingenomen standpunt ten aanzien van erfpacht gaarne aan. Wij willen er nog eens op wijzen dat bij het college in dit kader nog een opdracht tot aanpassing van de erfpactvoorwaarden ligt. Wij verzoeken u om diverse redenen om daarmee haast te maken. In het geheel van de grondexploitaties heeft de VVD de meeste zorgen over de exploitatie van Landgoed Driessen. De Nota Grondexploitatie is ten aanzien van dit plan nog positief gestemd. De looptijd is opgetrokken tot 2023. Wij vragen ons evenwel af of moet worden doorgegaan met het bijschrijven van rente op dit plan. Het verlies op het plan wordt nu al becijferd op bijna 2 miljoen euro in 2023. Wij hebben er kennis van genomen dat op dit bedrag een voorziening is getroffen. Tot 2012 wordt nog bijna 7 miljoen euro aan rente op de boekwaarde van Landgoed Driessen bijgeschreven. Men kan overwegen om deze rente geheel of gedeeltelijk als verliespost te accepteren, waardoor de grondprijs omlaag kan worden bijgesteld. Als dekking hiervoor zouden extra ombuigingsmaatregelen genomen moeten worden. Als we
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
6
dat niet doen, blijft de financiële uitkomst ongewis in een dalende markt. Op de extra ombuigingsmaatregelen komen wij overigens in het debat over de kadernota terug. De VVD-fractie gaat akkoord met de jaarrekening 2012 en stemt in met de bestemming van het voordelig saldo van bijna 4 miljoen euro voor het aangegeven deel naar de Algemene Reserve, en Reserve Majeure Projecten. De VVD gaat akkoord met de Nota Grondexploitatie 2013 met de uitwerking zoals in het voorstel is aangegeven. Ik ben genoodzaakt om enige opmerkingen te maken over het amendement over erfpacht dat is ingediend door Lokaal Belang en D66 en ondersteund door de CDA-fractie. Wij waren hier niet op voorbereid, maar vanmiddag bereikte ons via het raadsinformatiesysteem het amendement om het gebruik van erfpachtconstructies bij woningbouw mogelijk te maken, met het doel om de woningmarkt in beweging te krijgen. Ik val maar meteen met de deur in huis: de VVD-fractie vindt dit geen goed instrument. In het hele land heeft de erfpachtconstructie voor woningbouw voor veel commotie gezorgd bij zowel bewoners als bouwers. Onlangs heeft erfpacht in Amsterdam nog voor veel ellende gezorgd. De Rekenkamer heeft in Amsterdam een vernietigend oordeel gegeven over de erfpacht in die stad. Financiers en banken zijn zeer terughoudend bij het verstrekken van hypotheken voor woningen met een erfpachtconstructie. Wij geloven er niets van dat deze constructie bijdraagt aan het vlottrekken van de woningmarkt. In de praktijk blijkt dat de verkoop van bestaande woningen met een erfpachtconstructie in de gemeenten waar de regeling wordt toegepast, veel minder geliefd is dan een woning op grond in eigendom. In Rotterdam en Den Haag is onlangs een einde gemaakt aan erfpacht voor de volkshuisvesting. De constructie werkte niet en ondervond veel weerstand. De gemeente moet ook geen administratieve rompslomp op zich nemen die haar per constructie nog vele jaren blijft achtervolgen. De gemeente krijgt te maken met invorderingsproblemen en juridische processen. De kosten daarvan moeten door de erfpachter worden opgebracht. Erfpacht lijkt op korte termijn sympathiek, maar op de lange termijn is de bewoner veel duurder uit. Bij erfpachtconstructies zijn de rekenmethodes …. De voorzitter: Wilt u proberen om tot een afronding te komen? De heer Kuijten: Ja, maar ik werd uitgedaagd door dit belangrijke fenomeen. De voorzitter: Dat is fantastisch, maar ook bij uitdagende uitspraken hanteren we een spreektijd van vijf minuten. De heer Kuijten: Ik vind dat er argumenten op tafel moeten komen waarom de VVDfractie erfpacht geen goed instrument vindt. Ik ben er snel mee klaar. De voorzitter: Prima, dat was het doel van mijn opmerking. De heer Kuijten: Bij erfpachtconstructies zijn alle rekenmethodes dubieus. Ze brengen veel negatieve discussies met zich mee. De meeste bepalingen kunnen eenzijdig door de gemeente worden gewijzigd. In de praktijk blijkt dat canons na verloop van tijd vrijwel altijd eenzijdig met tientallen procenten worden verhoogd. De huiseigenaren worden veelal als melkkoe gezien. Tot slot moet de gemeente de administratieve rompslomp die gepaard gaat met erfpacht, niet op haar nek halen. Erfpacht is een gedrocht dat je niet moet willen. De VVD-fractie is tegen. De heer Van Hamond: Het is uw goed recht om tegen te zijn, maar ik begrijp niet dat u alleen negativiteit uit, terwijl er ook positieve gevallen zijn. Ten tweede begrijp ik niet dat u zegt dat u bij de kaderstelling zal terugkomen met ombuigingen; u noemde zelfs al een bedrag van 7 miljoen euro. Dat betekent dus gewoon dat de burgers gaan betalen. Gaat u ze dat straks netjes vertellen? Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
7
De heer Kuijten: U zegt dat de VVD-fractie met betrekking tot erfpacht alleen maar negatieve ervaringen in het land heeft kunnen ontdekken. U haalt het hele ombuigingstraject erbij waar wij wellicht bij de kaders voor 2014-2018 op terugkomen. Dat heeft echter niets te maken met het probleem waar we nu mee zitten inzake de erfpacht. Het zijn twee gescheiden trajecten. De VVD-fractie wil eerlijk zijn over de ombuigingen naar burgers en kiezers toe. De heer Van der Sloot: Voorzitter, geacht college, leden van de raad en overige toehoorders. Met waardering heeft de fractie van het CDA de jaarrekening en het jaarverslag 2012 in ontvangst genomen en bestudeerd. Onze fractie is zeer positief over de wijze waarop de rekening en het verslag zijn opgesteld. Het verslag is goed leesbaar en bevat een prima toelichting. Net als de jaarrekening biedt de Nota Grondexploitatie een erg verzorgde indruk. Ook over de prestatie is onze fractie zeer te spreken. Complimenten aan de ambtelijke organisatie. Dit jaar heeft de gemeente wederom een goedkeurende verklaring voor financiële rechtmatigheid ontvangen. De baten en lasten en de balansmutaties zijn dus rechtmatig tot stand gekomen. Het zegt veel over het op orde zijn van de huishouding. Het is jammer dat de vele en intensieve onderhandelingen die het college in 2012 heeft gevoerd over onder andere Leerpunt Waalwijk en het Raadhuisplein Sprang-Capelle, dankzij de recessie niet tot resultaten hebben geleid. Voor de grondexploitatie wil onze fractie wijzen op het feit dat het toch mogelijk is gebleken om, ondanks de economische malaise waarin we ons bevinden, uit het complex Haven 7 voor 7,3 miljoen euro winst te nemen: een bedrag dat hoofdzakelijk ten goede komt aan de N261. Opgeteld bij 2011 betekent het een winstneming van 13,2 miljoen euro. Dat is een prima resultaat, maar hoe zeker mogen wij zijn dat de geprognotiseerde winst daadwerkelijk wordt behaald? Overigens zijn wij blij dat het college is overgegaan tot het verlagen van de grondprijzen zoals vorig jaar door de CDA-fractie is voorgesteld. Wij hebben ook kunnen vaststellen dat de jaarrekening een positief resultaat laat zien van afgerond 4 miljoen euro. De ene helft van het bedrag wordt volgens het voorstel toegevoegd aan de Algemene Reserve, de andere helft belandt via de Reserve Majeure Projecten uiteindelijk in het nieuwe Mobiliteitsfonds. Wij zijn blij met dit fonds, omdat het ons kan helpen om een van onze speerpunten ‘Veilig op de fiets naar werk en school’ te realiseren. Als wij deze informatie naast de meerjarenbegroting leggen, zien wij dat we in de jaren 2016-2017 afstevenen op stevige begrotingstekorten. Wij vinden het een goede zaak om ervoor te zorgen dat de Algemene Reserves goed worden gevuld. Monetair gezien bevinden wij ons nog steeds in zwaar weer. De stormschade mag dan op financieel gebied voor Waalwijk meevallen, maar geldt dat ook voor de uitvoeringen? Omdat ik niet twee jaar op rij op mijn vingers wens te worden getikt omdat ik een voorschot neem op mijn algemene beschouwingen, wil ik het voor dit moment hierbij laten. Mevrouw IJpelaar: Voorzitter. Ik sta vandaag op de plaats van mijn fractievoorzitter. De fractie van de Partij van de Arbeid wil de portefeuillehouder en de ambtenaren complimenten maken met de voorliggende financiële verslaglegging 2012. Via het overleg in de Auditcommissie met de accountant en in de commissiebehandeling heeft de raad geen onrechtmatigheden geconstateerd. Op alle schriftelijke en mondelinge vragen is geantwoord vanuit de instelling dat het college verantwoording aflegt en hier zo open mogelijk in wil zijn. Uiteindelijk hebben de incidentele baten de jaarrekening een mooi positief resultaat opgeleverd. Dit betekent niet dat de fractie achter alle beslissingen staat. Daar gaat het vanavond echter niet om. Vanavond gaat het om het huishoudboekje van de gemeente Waalwijk en om de vraag of alles op correcte en rechtmatige wijze in de boeNotulen raadsvergadering 13 juni 2013
8
ken is verwerkt. De fractie van de Partij van de Arbeid is van mening dat het huishoudboekje klopt. Vanavond spreken wij als raad en geven wij als raad onze goedkeuring aan de financiële verslaglegging 2012. Gezien het bovenstaande geeft de PvdA-fractie haar goedkeuring aan de financiële verslaglegging 2012 en wil zij nogmaals haar waardering uitspreken richting de portefeuillehouder en zijn medewerkers. De heer Den Braven: Geachte collega’s van de raad, leden van het college en verdere aanwezigen. Net als vorig jaar geven wij een korte bijdrage, waarmee we het risico voor lief nemen dat wethouder Groos het een gemiste kans vindt. Het is een duidelijk financieel verslag. Het verslag laat duidelijk zien waar we erin geslaagd zijn om correct met de kosten om te gaan en het verslag is duidelijk in het feit dat we voor de vierde achtereenvolgende maal erin geslaagd zijn om het boekjaar met een batig saldo af te sluiten. Je zou bijna zeggen: als iets vier jaar achter elkaar lukt, hoeven we het niet meer incidenteel te noemen, maar toch. Het is een prestatie van formaat, zeker als je bedenkt dat we bijna deze hele raadsperiode zijn bezig geweest met het vermijden van allerlei doemscenario’s. Het zou mooi zijn als de hoogte van het positieve resultaat dit jaar een voorteken zou zijn van naderend herstel. Helaas is niets minder waar. Met name daarom zijn we niet echt blij met de voorgestelde manier van verwerking van het batig saldo. Voor een groot gedeelte kunnen we ons vinden in de voorstellen, echter met de storting van 200.000 euro - geld dat is uitgespaard op de Wmo - willen wij anders omgaan. We weten allemaal wat er op ons afkomt. De doemscenario’s waarover ik zojuist sprak, waren uiteindelijk niet meer dan dat en zijn gelukkig niet volledig uitgekomen. Goed omgaan met de gemeentefinanciën heeft ervoor gezorgd dat we redelijk ongeschonden uit de strijd zijn gekomen. Ook al waren wij het niet altijd eens met de gekozen oplossingen, wij spreken wel onze waardering ervoor uit. In de periode die voor ons ligt, gaat het een en ander veranderen, wat grote consequenties heeft voor alle Nederlandse gemeenten. De transities in de zorg zullen ons en onze burgers behoorlijk pijn gaan doen. Met dat gegeven in het achterhoofd, en de wetenschap dat ook de Wmo in de toekomst meer van ons zal vragen, lijkt het ons goed om het geld dat is bespaard op de Wmo, te blijven bestemmen voor de Wmo. Het is geen nieuwe gedachte, volgens mij hebben we het hierover al vaker in de raad gehad. Op basis van deze gedachte zullen we een amendement steunen dat vanavond wordt ingediend. Met het amendement over de erfpacht hebben wij geen problemen. We wachten af wat de wethouder hierover te melden heeft. De heer Broeders: Voorzitter, leden van de raad, geacht college en overige belangstellenden. De behandeling van de verslaglegging is in de regel een formele afsluiting van een beleidscyclus. Onze huisaccountant heeft wederom een goedkeurende verklaring afgegeven voor de jaarrekening. Ik wil namens de fractie van Werknemersbelang het college en het ambtelijk apparaat hiermee complimenteren. De jaarrekening sluit met een positief resultaat van 4 miljoen euro. Hierbij geeft u gelijk aan dat de bedragen door structurele meevallers tot stand zijn gekomen. Er mogen naar de toekomst geen verwachtingen worden gewekt, en we weten dat we de komende jaren voor forse financiële inspanningen komen te staan. Naar aanleiding van de accountantsverklaring van de jaarrekening 2011 heeft het college bij de behandeling op 31 mei 2012 toegezegd dat alle complexen van de grondexploitatie zouden worden doorgelicht en waar nodig worden bijgesteld. Ook dit jaar wordt ons in de nota van verantwoording op de accountantsverklaring van het boekjaar 2012 een aantal beleidsvoornemens toegezegd over de doorlichting en eventuele bijstelling van de grondexploitatie. Onze fractie betreurt het dat het college de toezegging aan de accountant de afgelopen jaren niet is
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
9
nagekomen. Anders had u het amendement van onze fractie over de zes locaties in Waspik zeer zeker overgenomen. Ik kom er later op terug. Werknemersbelang vraagt zich nog steeds af hoe realistisch onze grondexploitatie is. Hoe moeten we dat zien in relatie tot de huidige woonvisie en de projectontwikkelaars die op verschillende locaties in onze gemeenten met projecten bezig zijn? Op 15 november 2012 heeft onze fractie een amendement ingediend tijdens de behandeling van de kredietaanvraag voor de bouw van de brandweergarage. In dit amendement vroegen wij aan de raad om de zes locaties in tijden van economische crisis tegen het licht te houden. Zoals gebruikelijk kreeg onze fractie hiervoor geen steun en bent u de eerder gedane toezegging niet nagekomen, wat onze belastingbetaler op termijn erg duur zal komen te staan. Deze investering in Waspik heb ik nog aan niemand kunnen uitleggen. Op pagina 49 van de Nota Grondexploitatie bij complex 85 staat over de zes locaties in Waspik dat ‘Stichting Jade, waar Slagenland en Casade deel van uitmaken, het onverantwoord (vindt) om onrendabel te investeren in nieuwbouw van het woonwagencentrum op het spooremplacement’. Geheel naar wens van de omwonenden die nu geen enkel bezwaar meer hebben tegen de locatie, wil mijn fractie de kaders aangeven voor het woonwagencentrum. Daarmee anticiperen wij op de raadsvergadering van september 2013 waarin u met een voorstel zult komen. Geheel in de geest van de economische recessie zal ik namens mijn fractie een amendement indienen. Tot slot is mijn fractie bijzonder gelukkig met de metamorfose van het Dorpsplein, Kerkstraat en de Raadhuisstraat in Waspik. En niet te vergeten is de Waspikse haven eindelijk gereed gekomen. Zoals wethouder Van Dongen bij de eerstesteenlegging van de Riethorst in zijn toespraak opmerkte, is Waspik bijna af als het verzorgingscentrum is gerealiseerd. Ik deel zijn opmerking met de aantekening dat het hoge voorzieningenniveau dat deze kern heeft, in de toekomst betaalbaar moet blijven voor onze gemeente. Daar kom ik over enkele weken bij de kaderstelling op terug. Er is een groot aantal schriftelijke vragen naar tevredenheid beantwoord. Ik zal er niet verder op ingaan. Amendement Onderwerp: Nota Grondexploitatie 2013 De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 13 juni 2013 Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: Overwegende dat: in de Nota Grondexploitatie bij Niet in exploitatie genomen gronden bij woonwagencentrum Waspik (complex 85) is aangegeven dat Stichting Jade het onverantwoord/onrendabel vindt te investeren in de nieuwbouw van een woonwagencentrum in Waspik op het spooremplacement; Stichting Jade heeft voorgesteld om de beoogde verplaatsing niet door te laten gaan en te kiezen voor renovatie en uitbreiding van het huidige woonwagencentrum; uitbreiding van de huidige locatie in relatie tot de omgeving niet gewenst is en bovendien ook niet direct noodzakelijk; deze locatie op termijn moet worden afgebouwd; Besluit: Het dictum van het besluit onder het derde gedachtestreepje overzicht van ‘Niet in exploitatie genomen gronden’ en de daartoe aangegeven ontwikkeltermijnen als volgt gewijzigd vast te stellen: Woonwagencentrum Waspik (complex 85)
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
10
1. Ermee in te stemmen dat het woonwagencentrum definitief niet wordt verplaatst naar het spoorwegemplacement; 2. Het huidige woonwagencentrum op termijn af te bouwen en af te zien van uitbreiding van de huidige locatie. De voorzitter: Het amendement is ondertekend door de fractie van Werknemersbelang. De heer Den Hollander: Voorzitter. Hora est voor de complimenten. Wij sluiten ons erbij aan. De laatste jaarrekening van het college, zoals de heer Kuijten terecht aangaf, ziet er goed uit. Daar zijn we blij mee, met dank aan alle samenstellers. Het klinkt heel batig. Over de jaarrekening kunnen we dan ook kort zijn. Ten eerste omdat de jaarrekening er niet slecht uit ziet. Ondanks magere tijden lijkt het erop dat we goed gepantserd zijn. Ten tweede omdat het een vorm van terugkijken betreft, die ons niet veel verder meer brengt. We kunnen beter vooruitkijken. Ik dank het college voor het beantwoorden van de vragen. Dit is naar tevredenheid gebeurd. We hebben nog één punt. We zijn blij met de toezegging dat er dit jaar duidelijk rekenschap zal worden gegeven aan de versterking van de rol van de gemeenteraad in de bovenlokale samenwerking, de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. We zien graag tegemoet op welke wijze het college deze rol van de raad ingevuld ziet. We nemen aan dat daarover een debat wordt gevoerd alvorens zaken worden vastgesteld. Het is eigenlijk een vorm van kaderstelling. Voor het overige vraagt deze tijd vooral om vooruit te kijken. Dat is ook een vorm van kaders stellen. In die zin hebben we over de Nota Grondexploitatie, gezien het feit dat het gecombineerde behandeling betreft, drie opmerkingen. Ook die oogt gezond, en met een weer op peil gebrachte reserve en mooi genomen winst verdient dat louter hulde. Wellicht aan ons allemaal, maar in ieder geval aan de afdeling van de heren Van Groos en Van Dongen. Samen met Lokaal Belang hebben wij al maanden geleden gewezen op erfpacht voor particulieren. Het is een goede mogelijkheid om de financiële lasten van particuliere woningbouw iets te verzachten en de instap gemakkelijker te maken. Het idee is om erfpacht aan te bieden om de totale bouwkosten in eerste instantie te drukken. Het is heel simpel. Op het moment dat de erfpacht afgelost kan worden, moet de eigenaar in kwestie de mogelijkheid worden geboden om af te lossen. De gemeente hoeft er wat ons betreft geen geld aan te verdienen. Ze hoeft de erfpacht slechts te faciliteren. Mocht men de erfpacht willen handhaven, dan kan dat. Als men de erfpacht wil meeverkopen aan een volgende eigenaar, moet dat ook kunnen. Het zou een soepele mogelijkheid tot aflossing moeten opleveren en de erfpachtafkoopmogelijkheid moet kunnen worden doorverkocht. Als we op deze manier met ons actieve grondbeleid ook maar één klant zouden helpen, is dat al winst. Zouden het er tien, twintig of honderd worden, is dat veel winst aan bouwactiviteiten en grondexploitatie: leven in de bouwerij zogezegd. Waarom zou je het dan laten bij een flard zoals het college nu voorstelt? Vandaar dat wij met Lokaal Belang een amendement hebben ingediend. Verder heeft wethouder Van Dongen ons in de aanloop naar deze vergadering toegezegd een aantal onbenutte hectaren compensatiegrond te verkopen. Het gaat om agrarische grond die in reserve is genomen. Dat gaat terug op een motie van het CDA die in mei 2012 is aangenomen. Om hoeveel hectaren gaat het, waar is de grond gelegen en aan wie verkoopt de gemeente de grond? Welke keuze maakt het college daarbij? We stelden de vraag al eerder en we zouden graag spoedig inzicht hebben. Het kan voor de boerenstand nog veelbetekenend zijn. Een motie hieromtrent is vorig jaar door de raad aangenomen, maar aan actie heeft het tot nu toe ontbroken. Wij nemen aan dat het college alsnog actie gaat ondernemen. Ten slotte stelden we eerder een open vraag over de Nota Grondexploitatie. Is het zinnig om grond die is ingeboekt als bouwgrond, af te waarderen? Het gaat om gronden waar Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
11
de komende jaren zeker niet gebouwd zal worden. De meningen binnen en buiten Waalwijk zijn nogal verdeeld over deze suggestie. Wij vroegen de VNG om haar mening en dat leidde niet tot een duidelijk standpunt, maar wel tot een aantal overwegingen. Het is de vraag in hoeverre die op ons van toepassing zijn. We vroegen ook boekhoudkundigen erover. We gaan graag het gesprek nog aan over deze vraag. Te veel nog onbekende factoren bepalen het beeld, maar desondanks kunnen we hier binnenkort op terugkomen. We zullen het hopelijk snel doen, bijvoorbeeld bij de kaderstelling of de begroting. Er waren twee amendementen, een van de SGP over de Wmo en een van Werknemersbelang over het woonwagencentrum in Waspik. Een Wmo-reserve lijkt ons geen overbodige luxe in deze magere tijden. Het is een sympathiek voornemen dat we graag steunen. De motie van Werknemersbelang, vooruitlopend op een in september voorliggend besluit over het woonwagencentrum, waarbij de oordelen van Jade en de beide betrokken corporaties duidelijk zijn, lijkt ons overbodig. Het is niet het soort muziek waarop we vooruit hoeven te lopen. De heer Van Helden: Voorzitter, leden van de raad, college en verdere aanwezigen. We hebben het jaarverslag 2012 en de Nota Grondexploitatie met belangstelling gelezen en bestudeerd. Het is een goed leesbaar en overzichtelijk geheel. Mijn complimenten voor de opstellers en uitvoerders. Het geeft een goed gevoel dat we nog steeds zwarte cijfers schrijven, als we de incidentele meevallers even buiten beschouwing laten. Bovendien bevat het verslag een positief oordeel van de accountant. Het is een goed initiatief dat in overleg met de accountant de niet in productiegenomen gronden per project zijn beoordeeld en waar nodig financieel opnieuw zijn gewaardeerd. Het is goed om te constateren dat we als gemeente geen afwaardering moeten doorvoeren die de financiële huishouding geheel op slot zou zetten. Omdat er geen rente meer berekend en bijgeschreven mag worden, is het goed dat er kritisch gekeken wordt of het wel echt nodig is om de grond in bezit te houden. We hebben begrepen dat dat het voornemen is. Graag horen wij het van het college als er meer over bekend is. Helaas is niet alles positief. We zitten nog steeds in een financieel moeilijke tijd. Nog steeds is er geen omkeer in de neergaande economische spiraal. Bedrijven wankelen of vallen om. Veel arbeidsplaatsen staan op de tocht. Laten we er daarom ervoor zorgen dat het ondernemingsklimaat optimaal is en dat we als gemeente openstaan voor nieuwe initiatieven en behoud van werkgelegenheid. De gemeente heeft grote bouwprojecten onder handen. Er worden miljoenen euro’s geïnvesteerd in scholen. Daar ligt het niet aan. Helaas kunnen de leerlingen straks niet meer trots vertellen dat hun vader of hun oma aan de bouw heeft meegewerkt, doordat de schoolprojecten niet meer door Waalwijkse handen worden uitgevoerd. Wij vragen hiervoor aandacht. Laat het een speerpunt zijn om werk binnen de gemeentegrenzen te behouden. In de afgelopen jaren zijn er regelmatig discussies geweest over de communicatie en de houding van ons ambtelijk apparaat. Werken vanuit de houding ‘ja, mits…’ is de opdracht vanuit de coalitieafspraken. Meedenken en op bezoek gaan bij mensen, met initiatieven komen of problemen aanpakken, geeft een goed gevoel en begrip voor situaties die al dan niet kunnen worden aangepakt. De gemeente heeft 65.000 euro extra uitgegeven om achterstallige en problematische zaken van de Woz op te lossen. Dat is veel geld, maar wij hebben het er voor over als er daadwerkelijk zaken worden opgelost. Wij horen graag van de portefeuillehouder hoe de stand van zaken is. Kan hij ons vertellen of voor het belastingjaar 2013 beduidend minder bezwaren zijn binnenkomen? Bij dit agendapunt staat ook de jaarrekening van het parkmanagement. We hebben er kennis van genomen en het ziet er goed uit. De verslaglegging is netjes en goed weergeNotulen raadsvergadering 13 juni 2013
12
geven. Zoals alle jaarrekeningen is ze wel zeer gecomprimeerd, wat leidt tot vragen. Wij zouden het op prijs stellen als de accountant een mondelinge toelichting geeft op de jaarrekening, waarna ook vragen gesteld kunnen worden. Ook stellen wij het op prijs als wij in gesprek komen met de externe commissaris van het parkmanagement. Dat lijkt een ambitieuze Waalwijkse onderneming te zijn. Het lijkt mij leerzaam om met deze man van gedachten te wisselen over zijn rol als commissaris van een bv die eigendom is van de gemeente Waalwijk. Gezien het feit dat in de toekomst mogelijk wordt gekozen voor een pps-constructie, kan deze discussie goede informatie geven over de ontwikkelingen in die richting. Graag horen wij van het college of het dit kan en wil organiseren. Alles overziend constateren wij dat het beleid, zoals dat eerder was vastgesteld, door het college is uitgevoerd. Ook blijkt dat er dingen verkeerd gaan. In zo’n geval is het college bereid om zaken anders aan te pakken. Wij danken het college en de ambtelijke medewerkers hiervoor. De heer Tiemstra: Voorzitter, geacht college, collega raadsleden en overige aanwezigen. Met waardering heeft de SGP-fractie kennis genomen van de verslaglegging 2012 met de bijbehorende productrekening. Het was een heel werk om al dat geld uit te geven, hiervoor de juiste keuzes te maken, en dit vervolgens in een helder verslag aan ons voor te leggen. Onze complimenten voor het vele werk dat is gedaan. We kijken terug op het bewogen jaar 2012. Dank voor alle inspanningen en de presentatie van alles wat is gedaan. De heer Kuijten heeft de loftrompet aan de mond gezet en deze luid en lang laten klinken. Ik zou het willen samenvatten: een compliment aan de wethouder van Financien, de heer Van Groos. Wij bieden vanavond weerstand aan de neiging om alle politieke punten uit de verslaglegging naar voren te halen. In onze vragen over de jaarstukken, maar ook in die van anderen, heeft het college al een beetje kunnen proeven welke onderwerpen bij de kaderstelling aan de orde zullen komen. Die is over veertien dagen, dus niet vanavond. Het jaar 2012 is afgesloten met een positief resultaat van 3.998.000 euro. Natuurlijk zijn de meeste voordelen incidenteel. Natuurlijk mogen wij ons niet rijk rekenen en moeten we in de toekomst voorzichtig zijn, mede gelet op de uitkomsten van de recente Meicirculaire. Voor alles is een verklaring, maar toch ligt het resultaat er wel. Het college stelt voor om het resultaat te bestemmen door 50% toe te voegen aan de Algemene Reserve en 50% aan de Reserve Majeure Projecten. Op zich is dat een begrijpelijke keuze, gelet op wat ons in de toekomst te wachten staat. Er is voldoende aandacht voor grote projecten. We noemen de ontwikkelingen in de verschillende centra, het GOL, de aanpak van de haven in welke vorm dan ook, en het GVVP: allemaal zaken die er absoluut toe doen. Ons inziens is er echter meer. Er staat een forse overheveling van taken vanuit het rijk naar de lokale overheden op de rol, met name op de terreinen van zorg, jeugd en arbeidsmarkt. Het is niet zo dat gemeenten daarmee slechts uitvoeringsloketten van rijksbeleid worden. Het gaat om decentralisatie, waarbij gemeenten beleid moeten maken en gemeenteraden erop moeten toezien dat er goede keuzes worden gemaakt. Gemeenteraden, dat zijn wij. Woorden van deze strekking over de keuzes heeft minister Plasterk uitgesproken tijdens het VNG-congres van vorige week. Waalwijk heeft ambities. Opvallend is dat deze vooral op fysiek terrein liggen. Voor de zwakkeren in de samenleving lijkt minder aandacht te zijn. Bezuinigingen dreigen, terwijl het aantal ouderen toeneemt. Mensen worden opgeroepen om uit te gaan van eigen kracht, terwijl deze er niet altijd is. Ook de beschikbaarheid van een eigen netwerk is niet altijd een vanzelfsprekendheid. De jaarrekening laat zien dat het positieve resultaat deels wordt veroorzaakt door minder uit te geven voor de post huishoudelijke verzorging en gehandicaptenzorg. In totaal gaat het om een bedrag van 200.000 euro. Het jaar 2012 ligt achter ons. In hoeverre deze Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
13
besparing, ofwel het niet volledig aanwenden van het geraamde bedrag, het gevolg is van strakke bezuinigingen kunnen wij op dit moment niet overzien. Wij roepen het college op om niet door te slaan in het bezuinigingsstreven en te zorgen dat de zorg op de plek terecht komt, waar hij nodig is. Niet meer, maar ook niet minder. Tenslotte gaat er nog heel wat veranderen in de zorg, wat tot de meeste mensen pas langzaam lijkt door te dringen. Laat Waalwijk niet enkel een gemeente zijn die bouwt en ontwikkelt, maar ook een gemeente die zorgt voor haar inwoners. We komen vervolgens bij de vraag of we de besparing van de post Wmo in de Algemene Reserve moeten laten vloeien, waarna dit geld in feite voor elke denkbare invulling gebruikt kan worden. Wij menen van niet. Gelet op de decentralisatiemaatregelen vanuit Den Haag en de maatschappelijke ontwikkelingen die op ons afkomen, is het zeer gepast om de gerealiseerde besparing te oormerken voor de Wmo en deze te storten in een Reserve Wmo. Om deze wens te ondersteunen, dienen wij een amendement in, medeondersteund door de fracties van GroenLinksaf en D66, met het verzoek om deze bij de beraadslaging van dit agendapunt te betrekken. Amendement Onderwerp: Verslaglegging 2012 gemeente Waalwijk De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 13 juni 2013 Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: Constaterende dat: Het jaar 2012 is afgesloten met een positief resultaat van € 3.998.000,-; Dit positief resultaat o.a. wordt veroorzaakt door minder uitgaven aan de Wmo voor huishoudelijke zorg en gehandicaptenzorg voor een bedrag van € 200.000,-; Het college voorstelt 50% van het positief resultaat toe te voegen aan de AR (en hiervan € 50.000,- beschikbaar te stellen voor de vorming van de RUD en € 63.000,te storten in een reserve besteding milieusubsidies) en 50% aan de Reserve Majeure projecten. Overwegende dat: De gemeente aan de vooravond staat van overheveling van rijkstaken in het sociale domein (decentralisatie); Deze overheveling gepaard gaat met een forse bezuinigingsopdracht, waarvan nu al vast staat dat de budgetten niet toereikend zijn; Vanwege de toenemende vergrijzing het aantal mensen dat een beroep doet op de Wmo de komende jaren alleen maar zal toenemen; Het grootste deel van het positief resultaat over 2012 bestemd wordt aan uitgaven/reserves voor de fysieke omgeving; Bestemming van een deel van het positief resultaat voor de vorming van een reserve Wmo onvermijdelijk is. Besluit: Punt 2 van het dictum van het besluit als volgt te wijzigen: 2. Vanuit het resultaat ad € 3.998.000 een bedrag van € 1.998.000 toe te voegen aan de Algemene Reserve, van daaruit: € 200.000,- te storten in een reserve Wmo; € 50.000 beschikbaar te stellen voor transitiekosten 2013 i.v.m. de vorming van Regionale Omgevingsdiensten; € 63.000 te storten in een reserve besteding milieusubsidies en daartoe de 10e wijziging van de begroting 2013 vast te stellen. Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
14
De voorzitter: Het amendement is ondertekend door de fracties van SGP, GroenLinksaf en D66. Beantwoording door college Wethouder Van Groos: Voorzitter. Even zag het ernaar uit dat ik wel heel kort van stof zou kunnen zijn en u alleen hoefde te bedanken voor de complimenten. Dat doe ik sowieso. Dank voor alle goede woorden. Ik breng ze graag over op de mensen die zo hard aan de jaarrekening en het jaarverslag hebben gewerkt. Toch zijn er nog wat meer opmerkingen te maken en er zijn diverse vragen gesteld. De heer van Hamond gebruikte het woord ‘trots’ toen hij verwees naar het resultaat van 4 miljoen euro. Ik zou het woord ‘trots’ niet willen gebruiken, ofschoon het altijd prettig is om met een positief resultaat af te sluiten. Waalwijk heeft dat vier jaar op rij gedaan. We hebben echter ook alle vier deze jaren budgetten overgeheveld. Je moet dus wel positief afsluiten om de overhevelingen te kunnen betalen. Het betrof over het algemeen incidentele voordelen. Voor 2012 betrof dat vooral uitkeringen uit het gemeentefonds. De laatste Mei-circulaire laat zien dat de uitkering alweer minder is geworden, terwijl we dachten dat het over 2012 en 2013 beter was. Je zou dus enige miljoenen kunnen aftrekken van het resultaat: zo betrekkelijk is het. De heer Kuijten meldde dat de financiën op orde zijn, in tegenstelling tot vier jaar geleden. Ik weet het niet. Ik betwijfel of we er nu zo veel beter voor staan. Ook toen stonden we aan de vooravond van forse ombuigingen. Dat staan we nu weer. We zitten nog niet ruim in onze jas, maar we zijn wel voorzichtig geweest. Dat waren we de jaren ervoor ook. We hebben niet extreem veel grond aangekocht, wat veel andere gemeenten hebben gedaan, en we zijn zeer op tijd begonnen met de ombuigingen die vastlagen in het coalitieakkoord. Daardoor zijn we deze periode goed doorgekomen. Ik kan me voorstellen dat we voor de volgende bestuursperiode dezelfde strategie inzetten, maar daar gaat het over twee weken over. Een aantal van u wijst op de relatie met de grondexploitatie. Dat kunnen winsten zijn. Wij nemen geen winsten die nog niet gerealiseerd zijn. Als wij geld uit de exploitatie van Haven 7 halen ten behoeve van de N261, is die winst daadwerkelijk gerealiseerd. In die zin hoeven we ons daar geen zorgen over te maken. Zoals de heer Van der Sloot terecht heeft opgemerkt, hebben we met de accountant heel nadrukkelijk allerlei complexen en ontwikkelingen gezien en beoordeeld. Dat heeft geleid tot een aantal aanpassingen, onder andere doordat gronden vanuit de grondexploitatie worden overgeheveld naar de gewone exploitatie. Daardoor kan er geen rente op worden bijgeschreven. Die lasten moeten we in de gewone exploitatie opnemen, zoals in de kadernota staat aangegeven. Meer wil ik nu niet zeggen over de grondexploitatie, behalve dat in vergelijking met veel andere gemeenten Waalwijk het geluk heeft gehad dat ze nogal wat bedrijfsgronden heeft kunnen verkopen. De grondexploitatie is daardoor met positieve saldi afgesloten. Een specifiek punt in het amendement van de SGP waar ook anderen op zijn ingegaan, is het bedrag van 200.000 euro van de Wmo dat we ten opzichte van de Najaarsnota als voordeel hebben kunnen boeken. Dit bedrag is ontstaan doordat we minder uitgaven hadden aan de Wmo, met name aan de huishoudelijke zorg. U stelt voor om dit in een potje te stoppen. Dat is een oude discussie die in deze raadsperiode al eerder aan de orde is geweest. Toen heeft de raad bij meerderheid besloten om het niet te doen. Mijn advies is dan ook om het weer niet te doen, om een aantal redenen. De eerste is dat wij een reserve hebben van 7,6 miljoen euro. Wat moet u nu met een extra reserve van 200.000 euro? De reserve van 7,6 miljoen euro is de Algemene Reserve. Als we bij openeinderegelingen geld tekort komen, maken we gebruik van die reserve. Het bijzondere is dat hier geluiden klinken om een reservepotje aan te leggen op het moment dat Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
15
we op de Wmo een overschot hebben, maar in de jaren dat we tekorten hadden op de Wmo, bijvoorbeeld door woningaanpassingen, klonken er geen geluiden. Dat geld is echter wel onttrokken aan de Algemene Reserve. Het is dus logisch om het geld weer in de Algemene Reserve te stoppen, op het moment dat je die mogelijkheid hebt. Bovendien geldt dat we de begroting voor 2013 en volgende jaren niet in neerwaartse zin zullen bijstellen, omdat we ‘toevallig’ over 2012 een bedrag hebben overgehouden. We hebben dus niet gezegd dat dit structureel is. We hebben tot nu toe alle voordelen op de Wmo als incidenteel beschouwd. Daarmee geven we aan dat we vinden dat de mensen die het nodig hebben, de middelen krijgen waar ze recht op hebben en die ze nodig hebben om te functioneren. Ik heb er moeite mee dat wordt gesteld dat het college een asociaal beleid voert en alleen in stenen en asfalt investeert, terwijl we dat juist doen om de economie gaande te houden, om werkgelegenheid te creëren enzovoorts. Kijk wat de grondexploitatie heeft opgeleverd aan miljoenen euro’s die we kunnen investeren in de stad en die we kunnen gebruiken voor armoedebeleid, de Wmo en nog meer. Ik zou er toch een ander beeld tegenover willen zetten. De heer Tiemstra: Het woord ‘asociaal’ heb ik in het kader van besturen, niet gebruikt. Ik heb letterlijk in mijn betoog gezegd: laat Waalwijk niet enkel een gemeente zijn die bouwt en ontwikkelt. De SGP is niet tegen bouwen en ontwikkelen, dat weet u. Laat Waalwijk echter ook een gemeente zijn die zorgt. Zo heb ik het geformuleerd. Van het beeld dat ik iets anders zou bedoelen zou ik voor het goede begrip afstand willen nemen. Wij zijn niet op het idee voor een amendement gekomen doordat er een besparing van 200.000 euro is gerealiseerd. In het begin van de huidige bestuursperiode, bij de eerste behandeling van de Kadernota in 2010, hebben wij ook al aandacht gevraagd voor de Wmo. Dat hebben we steeds gedaan. Als we de maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen tijd volgen, zien we de nood steeds hoger worden. Als er sprake is van een goed gevulde algemene reserve, kunnen we daaruit putten als dat nodig is. Maar wat zou er tegen zijn om als raad vanavond een klein gedeelte van de Algemene Reserve, laten we zeggen het bedrag van 200.000 euro dat we bespaard hebben, voor de Wmo te oormerken. Daarmee spreken we als raad ook uit dat de Wmo en alle zorg die eruit voortkomt, ons iets waard is. Dat zit er achter. Het is niet zo dat we nu zeggen dat we iets bespaard hebben en daar meteen de hand op willen leggen. Nee, er zit een gedachte en een filosofie achter. Wethouder Van Groos: Ik heb het beeld dat de heer Tiemstra in eerste termijn onder woorden bracht, vertaald in mijn woorden. Ik heb daar het woord asociaal voor gebruikt. Ik ben heel blij dat hij erkent dat dit college geen asociaal beleid voert. Dat is heel prettig. Maar de heer Tiemstra heeft het alleen over de Wmo. Als we het hebben over de zwakkeren in de samenleving en de problemen die er zijn, wijs ik hem op de schuldhulpverlening. Waarom wordt er geen 200.000 of 300.000 euro voor de schuldhulpverlening gereserveerd? Omdat we daar de afgelopen jaren op hebben moeten bijleggen? Dat is precies wat ik bedoel: als we tekort komen, leggen we er wat bij vanuit de middelen die er zijn zonder dat daar een speciaal potje voor is. Dat komt gewoon uit de bestaande middelen. Een extra potje creëren, terwijl er al een reserve beschikbaar is, is in mijn ogen symboolpolitiek. Dat hebben we helemaal niet nodig. De Wmo is een openeinderegeling. Als we erop tekort komen, hebben we buiten het budget middelen om erbij te leggen. De voorzitter: Het woord ‘asociaal’ is twee keer gebruikt. Er is weerwoord gekomen waarom dat volgens de heer Tiemstra niet terecht is. Het lijkt mij verstandig voor het debat om nu afstand te nemen van dit onderwerp en terug te gaan naar de concrete vraag. De vraag was waarom het bedrag van 200.000 euro wel of niet als aparte reserve kan worden aangemerkt.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
16
De heer Tiemstra: De ene uitspraak lokt de andere uit. Ik hoor wethouder Van Groos zeggen dat hij blij is dat ik erken dat het college geen asociaal beleid voert. Ik heb echter gezegd: laat Waalwijk niet alleen een gemeente zijn die bouwt en ontwikkelt, maar ook een die zorgt. Verder heb ik niets te erkennen, te verbeteren of terug te nemen. Er worden mij woorden in de mond gelegd die niet passend en niet aan de orde zijn. Om de zwakkeren in de samenleving te helpen, heeft de wethouder mij aan zijn kant. Waarom deze post wel en de andere post niet, vroeg de wethouder. Nou wat mij betreft graag, misschien kunnen we voor de andere groep ook iets doen. Daar zouden we het bij de begrotingsonderhandelingen over kunnen hebben, maar de discussie wordt dan wel erg breed. Dit is wat nu voorligt. We kennen elkaar goed genoeg om te weten hoe de SGP-fractie dit bedoelt en dat ze hier een lans voor wil breken. We kunnen de discussie zo breed maken als we willen. We kunnen er allerlei terminologie bij gebruiken, maar dat is niet nodig. De Wmo is hard nodig. Er komen bezuinigingen aan. Ik doe een oproep aan de raad om ons amendement te steunen en daarmee uit te spreken dat de Wmo de raad aan het hart gaat. De heer Lodenstein: Met de laatste opmerking doet u voorkomen alsof de Wmo ons niet aan het hart gaat. Dat werp ik verre van mij. Ik wil het niet over woordspelletjes hebben. Laten we gewoon naar de inhoud van het amendement gaan. We voeren het Wmo-beleid uit en komen op een gegeven moment 250.000 euro tekort. We hebben de reserve van u wel of niet. Hoe lossen we dat probleem op? Wethouder Van Groos: Waarschijnlijk had ik de term ‘asociaal beleid’ niet moeten gebruiken. Ik wil het desondanks toelichten, niet om het goed te praten maar om duidelijkheid te verschaffen. De heer Tiemstra had een heel breed betoog …. De voorzitter: Ik gaf zojuist niet meer dan een suggestie. Het was een beetje intuïtief: het leek mij verstandig om na alles wat gezegd is, terug te keren naar een zakelijke beantwoording van de vragen. We hebben tenslotte een forse agenda. Wethouder Van Groos: Prima, maar ik heb de tekst van het amendement nog niet. Ik meen dat er iets in staat over de fysieke leefomgeving en daar verzet ik me tegen. Het is slechts een overweging, maar er gaat een signaal vanuit. We hebben 7,6 miljoen euro in de reserves zitten ten behoeve van eventuele tekorten op de Wmo. Inhakende op een onderdeel uit de eerste termijn van de heer Tiemstra, wil ik aangeven dat de gemeente Waalwijk mensen niet in de kou laat staan als zij geen eigen kracht hebben of kunnen organiseren en geen netwerk hebben waarop ze een beroep kunnen doen. Wij vinden het wegzetten van 2 ton omdat we dat in 2012 hebben overgehouden op de Wmo, helemaal niet nodig. Er is nog een technische vraag van de heer Van Helden, namelijk hoe het zit met de Woz-bezwaren van 2013. Eerlijk gezegd had ik deze vraag vanavond niet verwacht, want het is meer een vraag voor de commissie. Wij hebben over de laatste Woz-ronde 594 bezwaren ontvangen, waarvan meer dan 40% van zogenaamde no-cure-no-paybureaus. Ik neem aan dat de vraag hiermee afdoende is beantwoord. Wethouder Van Dongen: Over de Nota Grondexploitatie zijn in het verlengde van de beschouwingen van de jaarrekeningen enkele algemene opmerkingen gemaakt. De Nota Grondexploitatie ziet er goed uit, zegt men. Dat klopt ook wel. Het verloop van de totale boekwaarde van de grondexploitatie, de geringe mate waarin we nieuwe voorzieningen moeten treffen, en de stand van de Algemene Reserve Grondexploitatie stemmen tot tevredenheid. Anderzijds deel ik de zorgen die door menigeen, waaronder de heren Van Hamond en Kuijten, zijn uitgesproken. Men gaf aan dat het niet stil moet blijven op de woningmarkt. Met name een complex als Landgoed Driessen, waar al fors is geïnvesteerd in de infrastructuur en waar jaarlijks 1 miljoen euro aan rente wordt bijgeschreven, gaat Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
17
in de papieren lopen als de uitgifte constant achter blijft bij de bijschrijvingen op de boekwaarde. U zegt terecht dat het een punt van zorg is. Met deze uitspraak zijn we er nog niet. We zoeken naar mogelijkheden om de woningmarkt vlot te trekken. Dat doen we overigens niet alleen als gemeente Waalwijk, maar samen met de gemeenten van Langstraat en in de regio. Grote stappen zijn niet te maken. Je moet het vooral hebben van de algemene economische ontwikkelingen. Daar waar je kleine dingen kunt doen, moet je die niet nalaten. Ik denk aan een starterslening, aanpassing van grondprijzen tot een marktconform niveau, aanpassing van de kavelgrootte als je inziet dat er minder vraag is naar grote kavels. Deze dingen houden we bij en daar passen we het uitgiftebeleid op aan. Afgelopen jaar is een motie van Lokaal Belang, gesteund door alle fracties, aangenomen waarin opdracht wordt gegeven om te onderzoeken of erfpacht een instrument zou kunnen zijn om de woningmarkt in Waalwijk in beweging te krijgen. Deze motie is uitgevoerd. De gemeente heeft een externe adviseur erbij betrokken en dat heeft geleid tot een aantal aanbevelingen. Het college heeft de aanbevelingen grosso modo overgenomen. Belangrijk is dat wordt gezegd dat erfpacht geen wondermiddel is. Je kunt het inzetten naast andere instrumenten, maar je moet wel goed kijken hoe je dat doet. Als gemeente loop je altijd enig risico bij de uitgifte van grond in erfpacht. Je moet altijd kijken of er andere mogelijkheden zijn om de voordelen binnen te halen, maar de nadelen zo beperkt mogelijk te houden. Gaande het onderzoek bleek dat er grondbanken in de markt zijn die zich bij uitstek richten op het uitgeven van grond in erfpacht en daar een rentecanon voor ontvangen. De gemeente kan in bepaalde gevallen haar grond uitgeven aan dergelijke grondbanken. De bewuste grondbanken blijken bereid te zijn om met Waalwijk samen te werken. Dit heeft de voorkeur van het college. Waar de markt zelf voorziet in een bepaald mechanisme, moet je het niet zelf willen doen. Het is beter dat de markt het oppakt. Als de markt echter faalt, en er omstandigheden zijn waarin het niet werkt, moet de gemeente bereid zijn om het middel erfpacht zelf in te zetten. Ik weet niet of de indieners van het amendement de overwegingen in de nota goed begrepen hebben. Het is niet zo dat we de erfpachtconstructie achter de hand houden en het er niet meer over hebben. We zijn juist van plan om in onze contacten met ontwikkelaars en corporaties de erfpachtconstructie nadrukkelijk in beeld te brengen als een mogelijke vorm van uitgifte. Dat doen we overigens al. Het leidt niet altijd tot het gewenste resultaat, maar in de praktijk blijkt dat het een van de dingen is waarmee marktpartijen over de streep getrokken kunnen worden. Zoals iemand opmerkte is iedere woning die wordt verkocht, meegenomen, dus waarom zou je het niet doen? De heer Van Hamond: U geeft in uw Nota Grondexploitatie op pagina 10 een opsomming van de dingen die u wilt gaan doen. Op zich is dat heel goed, maar het is niet zo dat aannemers, ontwikkelaars en architecten dagelijks bij de gemeente aan de deur komen om te praten. Zo’n storm zal het niet lopen. In 2009 zijn 83.000 woningen gebouwd en nu zitten we ongeveer op de helft. Er zijn zo veel werklozen in de bouw, dat je kunt zeggen, zoals mijn collega zojuist zei: één woning is een klein beetje, 100 zijn er al meer. Laat Waalwijk een voortrekkersrol blijven vervullen en actief de markt op gaan. We kunnen een werkconferentie organiseren met alle partijen om te bepalen wat de stand van zaken is en wat we samen kunnen gaan doen. Ik wil niet zeggen dat het in één keer een oplossing geeft, maar er zijn projecten waarbij het wel zou kunnen. Ik kreeg vandaag een signaal uit de gemeente Goirle over het CPO-project. Ook daar zit erfpacht op de grond. Wat ik nu vertel is niet negatief, maar juist positief. Wethouder Van Dongen: In die zin heb ik het amendement dat u hebt ingediend, ook begrepen. Erfpacht heeft als instrument een bescheiden meerwaarde. Laten we de mogelijkheden zo veel mogelijk opzoeken om die meerwaarde binnen te halen. We zullen de contacten die wij hebben met andere gemeenten en met ontwikkelaars in Waalwijk zeker benutten. Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
18
De heer Kuijten: Vorig jaar is een motie aangenomen met betrekking tot een onderzoek naar erfpachtconstructies bij Haven 7. Daar heeft Deloitte opdracht voor gekregen en onlangs zijn de uitkomsten van het onderzoek in een besloten bijeenkomst aan de orde geweest. Lokaal Belang en D66 hebben eveneens een motie ingediend met het verzoek om een onderzoek naar erfpachtconstructies in de volkshuisvesting. Ik probeer het in mijn gedachten terug te halen, maar de uitkomsten van dat onderzoek staan mij niet meer helder voor de geest. Naar mijn mening zijn ze nog niet in de raad besproken. Heeft dat onderzoek plaatsgevonden, is daar een notitie van en wie heeft die notitie bereikt? Wethouder Van Dongen: Uiteindelijk heeft die notitie het college bereikt, nadat een onderzoeker van Deloitte aan de raad een uitgebreide toelichting heeft gegeven op het rapport. Wij zeggen nu in onze nota dat wij de conclusies uit het rapport, dat overigens absoluut niet vernietigend was over de erfpachtconstructie, oppakken. Het zal met name een rol gaan spelen als de afbouw van Haven 6a aan de orde komt. Dan gaat de gemeente grond uitgeven en komt de vraag weer terug of je dat in erfpacht of in eigendom doet. De aanbevelingen uit het Deloitte-rapport zullen we zeker overnemen. De algemene conclusie die mij bijstaat is dat de manier waarop de gemeente is omgegeven met erfpacht een prima manier van doen is geweest. De heer Kuijten: Ook dat daar een aantal reparaties had moeten plaatsvinden? Wethouder Van Dongen: Jazeker, niet op systeemniveau, maar op contractniveau. In de marge heeft Deloitte een aantal kanttekeningen geplaatst. Bijvoorbeeld over de vraag wat er gebeurt bij een faillissement, en wat je doet als er niet gebouwd wordt. Daar gaan we mee verder. Het instrument is ter principale absoluut niet verworpen. De heer Kuijten: In het amendement staat ook dat erfpacht actief moet worden ingezet bij corporaties, projectontwikkelaars en bedrijven. Hier worden ook expliciet particulieren genoemd. Deelt u die mening? Wethouder Van Dongen: Dezelfde mening was er ook ten aanzien van de manier waarop je het instrument inzet. Als de markt het oppakt via de grondbank heeft dat de voorkeur. Dan kunnen wij de grond verkopen, wat een ideale situatie is. Als dat echter niet lukt, en er zijn particulieren die een kavel willen kopen wat niet lukt via de grondbankconstructie, is de gemeente bereid om erfpacht als mogelijkheid te onderzoeken. De heer Kuijten: Bent u het zich bewust dat dat heel veel administratieve rompslomp met zich mee kan brengen, voor een periode van 30 tot 40 jaar per erfpachtconstructie? Wethouder Van Dongen: Dat is waar. Grond niet verkopen levert de minste administratieve lasten, maar dat is ook niet goed. Wij willen zo veel mogelijk uitgeven, bij voorkeur in eigendom. In tweede instantie is erfpacht een goede mogelijkheid. Bovendien hoeft de erfpacht geen 30 of 40 jaar te duren. Voor Haven 7 is het gebruikt als financieringsinstrument. Als de koper na 5 jaar de portemonnee trekt om de grond te kopen, zijn ook alle partijen tevreden. De heer Den Hollander: Nu nog het laatste zetje: alle partijen zijn tevreden behalve de heer Kuijten. Wij willen dat u erfpacht actief inzet, terwijl u zegt dat u het instrument pas inzet als allerlei andere manieren niet lukken. U gebruikt ook het woord ‘onderzoeken’ er nog bij. Ik denk dat het amendement klip en klaar van het college vraagt om toe te zeggen dat het van meet af aan erfpacht inzet op het moment dat de omstandigheden zich daartoe lenen. Dat hoeft geen 300 keer per jaar zijn, dat kan ook één keer per jaar. Misschien komt het helemaal nooit voor, maar het kan ook tien keer zijn. Er moet leven in Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
19
de bouwerij komen. Erfpacht hoeft niet het eerste middel te zijn, maar wij vragen niet meer en niet minder dan dat het een actief in te zetten middel is. Als u het daarmee eens bent, kunt u het amendement zo overnemen en bent u klaar. Wethouder Van Dongen: In die zin heb ik het ook uitgelegd. We gaan erfpacht actief inzetten als motief om gronden te kunnen uitgeven. Ik heb de volgorde aangegeven. Als de markt, de grondbank, bereid is om het te doen, heeft dat de voorkeur. We verkopen liever dan dat we grond in erfpacht geven. Als dat niet lukt, tekenen wij zelf voor de erfpacht. De heer Den Hollander: Ik wil toch graag horen of u het amendement overneemt of niet. Wethouder Van Dongen: Dat betekent dat wij het amendement overnemen. Ik heb nog een aantal andere punten. De heer Kuijten deed een interessante suggestie. Hij vraagt of het proces met de boekwaarde op Landgoed Driessen en de verplichte rentebijschrijving gekanteld kan worden, door bijvoorbeeld de boekwaarde af te waarderen of de rente op een andere manier te verwerken. Hoe je het ook doet, ergens moet je de rentelasten onderbrengen. Je kunt het overbrengen naar de reguliere exploitatie, maar dan moet de Ozb aangepast worden. Overigens is er op dit moment nog geen aanleiding om het aan te passen. We hebben een doorkijkje gegeven over Landgoed Driessen en we zien dat we met de looptijd van het plan en een voorziening van 1,9 miljoen euro uit de voeten kunnen. De heer Kuijten: Er zijn ook andere mogelijkheden om de begroting sluitend te maken, dan alleen te koersen op Ozb-verhoging. Wethouder Van Dongen: Het CDA noemde winstneming heel mooi, maar vroeg of dat op termijn niet tot risico’s leidt. Zoals wethouder Van Groos terecht heeft aangegeven, bevat de manier waarop de accountant ons voorschrijft hoe we moeten omgaan met de winstneming, al een belangrijke borging. Tegelijkertijd moeten we bijvoorbeeld op Haven 7 nog 6 miljoen euro aan kosten maken en is er 10 miljoen euro aan opbrengsten geraamd. Dat leidt uiteindelijk tot een winst. Stel dat we wel de kosten maken, maar geen opbrengsten genereren. Dan zou je een risico van 6 miljoen euro lopen. Dat is echter onwaarschijnlijk, omdat de kosten pas worden gemaakt op het moment dat je de grond uitgeeft. Het gaat om kosten om de grond woonrijp te maken en voor het ophogen van percelen. Dat doe je pas als je de grond verkocht hebt. Het risico lijkt groter dan het is. We blijven binnen de marge van het advies van de accountant. De heer Broeders constateert ten onrechte dat wij geen gevolg geven aan aanbevelingen van de accountant. Wij moeten natuurlijk de grondexploitaties jaarlijks herijken. Dat doen we ook. Complex 85 waar de heer Broeders op doelt, kent echter nog geen grondexploitatie. Op dat complex zijn tot op heden de kosten verantwoord. Het zijn nog geen grote bedragen. Zodra een exploitatie wordt geopend, gebeurt het wel en wordt het jaarlijks herijkt. In september gaan we voor de eerste keer de marsroute naar Waspik lopen en kijken we hoe de verschillende locaties zich verhouden tot het oorspronkelijke uitgangspunt ‘budgettair neutraal’. We komen er in september op terug. De heer Broeders: Ik heb het antwoord eigenlijk al gekregen. Mijn vraag was of het over het hele project zou lopen en niet alleen over deze locatie. Wethouder Van Dongen: In het amendement over de woonwagenlocatie wordt al aangegeven dat het een voorschot is op de discussie die in september gevoerd wordt. Dan zullen we het hebben over de locatie. Het standpunt van de corporatie is bekend. Wat is Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
20
het standpunt van de raad? We weten wat het standpunt in het verleden was, maar wat is het nu? Dan zullen we het ook gaan hebben over het aantal standplaatsen waarmee de locatie uitgebreid kan worden. De raad heeft enkele jaren geleden de visie vastgesteld, waarin een uitbreiding van de woonwagenlocatie in Waspik is opgenomen. Wij zullen in september nog eens aangeven wat toen de geplande uitbreiding was, en of er nu demografische ontwikkelingen zijn, zoals wachtlijsten, die bijstelling van het standpunt voorschrijven. De heer Broeders: Ik geef nu een kader aan. Ik ben op deze gedachte gekomen door onze inwoners. Zij zijn bij mij gekomen en zeiden dat ze eerst hadden verwacht dat de woonwagenlocatie verplaatst zou worden. Nu gaat het niet door, maar verdere uitbreiding is absoluut niet gewenst. Ik heb geprobeerd om dat in de motie weer te geven. Ik hoop dat het college dit meeneemt in zijn preadvies. Dat is de intentie van de motie. Wethouder Van Dongen: Ik begrijp de omwonenden wel, maar de gemeente heeft ook een sociale taak voor de huisvesting van woonwagenbewoners. Die taak hebben wij vastgelegd in een aantal. Als er nieuwe omstandigheden zijn die erom vragen om de situatie opnieuw te bekijken, dan doen we dat. Het is iets te gemakkelijk om te zeggen dat geen enkele uitbreiding wenselijk of noodzakelijk is. De heer Broeders: Ik baseer mijn verhaal op het feit dat we nu bijna 10 jaar bezig zijn en er nog geen enkele aanvraag is ontvangen voor verdere uitbreiding. Vandaar dat ik adviseer om het te heroverwegen en een pas op de plaats maken. Anders was het wel eerder gebeurd. Wethouder Van Dongen: We komen er in september op terug. De heer Van Hamond: Ik heb een vraag aan de heer Broeders. De voorzitter: Die mag u in tweede termijn stellen. De heer Van Hamond: Maar het gaat wel over dit onderwerp. Als ik eens een punt wil maken, dan mag het niet. De voorzitter: U wacht toch tot de tweede termijn. De heer Broeders weet dan echt nog wel waarover hij het had. De wethouder maakt nu zijn betoog af. Wethouder Van Dongen: D66 vroeg wat we gaan doen met de cultuurgronden. Bij deze nota hebben we aangegeven dat het in totaal om 150 hectare aan cultuurgrond gaat, die niet in exploitatie is. Een groot deel ervan is verpacht. Het is niet verstandig om die gronden te verkopen, omdat je dan een veel lagere prijs krijgt dan bij grond die vrij van pacht is. Ook daarvan hebben we een aantal hectaren. Als de raad deze lijn wil aanhouden, is het college van plan om aan de hand van een kaart snel te bekijken welke gronden zich lenen voor verkoop en hoe dat gerealiseerd kan worden. Daarbij moet ik aantekenen dat het niet verstandig is om in een keer 20, 30 of 40 hectare op de markt te brengen. We zullen dat heel gericht moeten doen door ons af te vragen waar zich landbouwkundige uitbreidingen en ontwikkelingen voordoen. Via agrarische makelaars geven wij aan dat de gemeente bereid is om grond te verkopen. We moeten uiteraard proberen om een zo goed mogelijke prijs te rekenen. Wij komen erop terug. De heer Tiemstra: Dank u voor de toelichting. Ik begrijp dat je het niet anders kunt doen en ook dat je verpachte gronden beter niet kunt verkopen. Dan krijg je misschien niet eens de economische waarde. De verhouding van vaste pacht en jaarlijkse pacht is volgens mij ongeveer 50/50. Van de helft van de per jaar verpachte grond kun je besluiten om de pacht niet te verlengen, maar de grond te verkopen. Dat is zo’n 75 ha. Onze Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
21
vraag was niet wanneer de gemeente al deze grond op de markt gaat aanbieden, maar wat het college denkt dat het uiteindelijk kan verkopen en of er een plan van aanpak komt. Dat hoeft niet binnen twee maanden te zijn. Wethouder Van Dongen: Naar schatting hebben we nu 130 ha cultuurgrond die voor verkoop in aanmerking zou komen. Deze grond is niet verpacht of in jaarlijkse pacht. De gemeente kan deze grond in de markt zetten. Hoe we dat gaan doen, zullen we nog in het college bespreken. Wethouder Bakker: D66 vroeg hoe de bovenlokale samenwerking wordt georganiseerd. Mij lijkt het dat de behandeling van de gemeenschappelijke regeling Hart van Brabant in september de meest aangewezen plek en tijdstip is om hier verder op in te gaan. De voorzitter: We gaan over naar de tweede termijn. De heer Van Helden: In eerste termijn had ik nog gevraagd om uitleg over de jaarrekening van parkmanagement. Deze vraag is niet beantwoord. De voorzitter: Omdat meerdere wethouders hebben geantwoord, heb ik verzuimd om te vragen of alle vragen beantwoord waren. (….) Ik zie de wethouder knikken. (….) Zijn er nog meer vragen of opmerkingen aan een van de bestuurders? Dan gaan we nu over naar de tweede termijn. Tweede termijn De heer Kuijten: Wethouder Van Groos heeft ons tot enige matiging gemaand ten aanzien van de financiële toekomst. Hij sluit daar exact aan bij mijn woorden dat wij op de ingeslagen weg moeten doorgaan en dat wij voorzichtig, behoedzaam en prudent met de middelen moeten omgaan. Wij zitten op één lijn. Met betrekking tot de SGP-motie over het Wmo-budget merkt de VVD-fractie het volgende op. De heer Tiemstra stelt voor om de extra kosten ten behoeve van de Wmo op voorhand te kunnen opvangen via een extra voorziening. De VVD-fractie geeft daar haar goedkeuring niet aan. Wij hebben juist in ons reserve- en voorzieningenbeleid vastgelegd dat we niet lichtvaardig besluiten tot het treffen van nieuwe voorzieningen en reserves. De noodzaak dient hiertoe wel degelijk aanwezig te zijn en wij zien deze noodzaak in dit geval niet. Wethouder Van Groos heeft dat opgemerkt, maar ik wil het graag nog even aanvullen. Het Wmo-budget kent immers een openeindregeling. Eventuele noodzakelijke overschrijdingen of onderschrijdingen worden opgevangen binnen het budget en uiteindelijk in het totale saldo van de jaarrekening. Dat is niet nieuw, maar altijd al zo geweest. De VVD-fractie stemt niet in met de motie. De grondnota geeft voor de VVD geen enkele aanleiding om het amendement van Werknemersbelang over de woonwagenlocatie te steunen. Wij hebben kennis genomen van de ontwikkelingen en wachten de toezegging van de wethouder af dat wij daar in september in de raad over komen te spreken. Naar aanleiding van het amendement van D66 en Lokaal Belang, ondersteund door de CDA-fractie over de erfpacht, verbaast het ons dat de wethouder in minder dan 24 uur van christendemocraat ter rechterzijde is gegaan naar een christendemocraat ter linkerzijde. De erfpachtconstructie met al haar beslommeringen gaat ongetwijfeld gepaard met grote kosten. Ik hoor niemand iets zeggen over de kosten die dit fenomeen met zich meebrengt. Het lijkt me verstandig om de raad te informeren over de financiële, ambtelijke en organisatorische consequenties, als wij ons actief op de markt van de erfpachtconstructies gaan begeven.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
22
De heer Tiemstra: Het zal duidelijk zijn dat het onderwerp voor de tweede termijn het amendement is dat door SGP, GroenLinksaf en D66 is ingediend over de 200.000 euro die wij willen oormerken voor de Wmo. Ik zou graag het gesprek met collega Lodenstijn voortzetten. Hij nam straks al een voorschot op de tweede termijn. Hij had een vraag die ik zou willen beantwoorden, maar ik weet nog niet hoe hij luidt. Misschien wil hij hem alsnog stellen. De heer Kuijten ziet de noodzaak niet van het amendement. Hij wil ook niet lichtvaardig zijn steun geven. Zo ken ik u, mijnheer Kuijten, als u een besluit neemt, doet u dat nooit lichtvaardig. In Binnenlands Bestuur van 13 mei 2013 stond een bericht met de titel “Wmo pakt nadelig uit voor gemeenten”. Ik heb in de map nog een aantal aanvullende publicaties liggen, waarin vanuit verschillende bronnen bezorgdheid wordt uitgesproken over de stijgende kosten op het gebied van de Wmo. Natuurlijk kunt u zeggen dat het een openeinderegeling is, met andere woorden: het geld wordt wel bijgepast. Ik denk dat het zuiverder is om nu een deel als reserve voor de Wmo te bestemmen en in te boeken. Daarmee doe je ook recht aan de zorg die we uitspreken voor degenen die een beroep doen op de Wmo. De heer Kuijten: De heer Tiemstra zegt dat er fors wordt gekort op de rijksbijdrage voor de Wmo, en dat het goed is dat de gemeente het tekort bijpast. Als we de kant op gaan dat de rijksoverheid de gemeente gaat korten in bepaalde taakvelden en wij dat uit eigen middelen moeten bijbetalen, dan zal het hek van de dam zijn. Het wordt onbetaalbaar voor de gemeente om de gaten die de rijksoverheid maakt, te dichten. De heer Tiemstra: Dat is een simplificatie van de werkelijkheid, al zeg ik niet dat er helemaal niets in zit. Waar het om gaat is het volgende. Op een gegeven moment krijgen we te maken met decentralisatie van beleid. De gemeente moet gewoon uitvoeren wat vanuit Den Haag wordt opgelegd. Ja, daar hebben wij mee te maken, maar nee, ik denk niet dat wij dat klakkeloos moeten uitvoeren. We moeten er altijd een eigen invulling aan geven. Daar zijn we de gemeenteraad van Waalwijk voor. Ik maakte in eerste termijn een opmerking waar de heer Lodenstijn op wilde reageren. Ik riep de raadsleden op om uit te spreken dat de Wmo hen aan het hart gaat en dat ze de zaken serieus nemen. Dan zouden we 200.000 euro van het behoorlijke overschot moeten oormerken voor de Wmo. Als ik de gemeenteraad oproep om ons voorstel te steunen, zeg ik niet automatisch dat het de andere fracties niet aan het hart gaat. U heeft zich immers nog niet uitgesproken. Ik heb alleen de raad opgeroepen om erover na te denken en een besluit te nemen. De heer Lodenstijn: Ik wil het hebben over de praktische invulling van het amendement. Veronderstel dat we een bepaald budget krijgen en we komen 250.000 euro tekort. Wat maakt het voor verschil of we de reserve hebben of niet? De heer Tiemstra: Dan zitten we misschien in de openeinderegeling waarover de heer Kuijten sprak. Dat is het ene verhaal. Er zijn heel wat publicaties over dit onderwerp, onder andere in het Brabants Dagblad, Binnenlands Bestuur en de uitgaven van de VNG. Vanuit al deze bronnen komt deze informatie tot ons. We kunnen die niet terzijde leggen. Ik denk dat we een zuiverder beeld krijgen als we iets extra’s reserveren voor de Wmo, dan dat we zeggen dat het een openeindregeling is en we wel zullen zien hoeveel we moeten corrigeren. We zijn ons bewust van dingen die op ons pad komen. Laten we er dan ook naar handelen voor een zuiver beeld. De heer Van Tuijl: Het is niet zo dat zaken als Wmo ons niet aan het hart gaan, als wij niet instemmen met het amendement van de heer Tiemstra.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
23
De heer Tiemstra: Dat is een bijzonder nuttige aanvulling. Volgens mij heb ik ook precies gezegd, maar als u daarmee wilt onderstrepen dat de Wmo u wel aan het hart gaat, mag ik u oproepen om daar als VVD-fractie invulling aan te geven en uit te leggen hoe u daarmee omgaat? De heer Van Hamond: Straks is terecht gezegd dat ik moest wachten tot de tweede termijn. Het ging over het amendement dat de heer Broeders heeft ingediend. Ik wilde duidelijkheid vragen over het tweede beslispunt. Er staat: ‘Het huidige woonwagencentrum op termijn af te bouwen’. Wat bedoelt de heer Broeders daarmee? Er staan nu vijf woonwagens. Betekent afbouwen dat het er steeds minder worden en dat ze uiteindelijk naar Waalwijk gaan, of zegt u dat er nog veel gebouwd moet worden en dat u dat wilt afbouwen? De heer Broeders: Met afbouwen bedoel ik een sterfhuisconstructie. We willen het laten zoals het is. Ik geloof dat een aantal kinderen niet meer op de locatie wil wonen, dus dan lost het zichzelf op. Ik zou graag willen dat de wethouder dit duidelijk meeneemt. De heer Van Hamond: Voor mij is het nu duidelijk. We waren al tegen het amendement en nu helemaal. In feite zegt u gewoon dat er overal woonwagens mogen staan, behalve in de kern Waspik. De heer Broeders: Dat heb ik niet gezegd. Zo bedoel ik het niet. Op een gegeven moment mogen woonwagenbewoners gewoon integreren. Daar hoeven we niet allemaal aparte locaties voor te maken. Ik denk dat we daar naartoe moeten. De heer Van Hamond: U bent heel duidelijk. U wilt op termijn geen woonwagens meer in Waspik. De heer Broeders: Dat heb ik niet gezegd. Ik heb zelf altijd gezegd dat er van mij een woonwagenlocatie mag komen. Maar als het moment zich aandient om een sterfhuisconstructie te introduceren, moeten we die mogelijkheid aangrijpen. Tien jaar geleden is het amendement van de heer Kuijten ingediend. Er is nooit iets gebeurd. De woonwagenbewoners hebben ook helemaal niet aangegeven dat er verbeteringen en uitbreiding moesten komen. Laat het gewoon zoals het is en laat de sterfhuisconstructie erop in werken. Mijn intentie is om dit mee te nemen in het preadvies. Dat zijn heel duidelijke kaders die ik het college meegeef. De heer Van Hamond: Wij zijn ook heel duidelijk en wij wachten gewoon het collegevoorstel in september af. Het standpunt dat wethouder Groos verkondigt over het amendement van de SGP is heel duidelijk en begrijpelijk. Wij zijn tegen elke vorm van ‘potjes vormen’. Ik zal een voorbeeld geven. Op dit moment is er 100.000 euro voor sportbeleid. Gaan we daar ook een apart label aanhangen, omdat de verenigingen volgend jaar misschien geld tekort komen? Nee. Wij zijn er voorstander van dat de Wmo op gepaste wijze ingevuld wordt. Het is nog nooit gebeurd dat een tekort niet aangevuld werd. Dat gebeurt bij elke begroting en jaarrekening. Het is immers een openeinderegeling en we hebben zelf niet in de hand wat er gaat gebeuren, en hoeveel scootmobiels we nodig hebben. De Algemene Reserve is daarvoor bedoeld. Ons standpunt is heel duidelijk: geen potjes, maar wel een heel goed uitgevoerde Wmo voor alle inwoners van Waalwijk. De heer Tiemstra: De heer Van Hamond heeft het over allerlei potjes. Ik heb het over één potje voor de Wmo. Nieuwe argumenten en inzichten heb ik niet gehoord. Ik hoop dat we met elkaar van mening zijn dat de dreiging aan tekorten door enerzijds krimpende budgetten vanuit Den Haag en anderzijds een stijgend beroep vanuit de samenleving Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
24
op de voorzieningen, ons voor een probleem gaan plaatsen. We kunnen zeggen dat we het wel opvangen omdat het een openeindregeling is, maar dan krijgen we begrotingswijzigingen. We kunnen de noodzaak ook onderkennen, en het amendement steunen, omdat de Wmo ons aan het hart gaat. Daarmee geven we een signaal af. Ik zou willen vragen om het ook eens van die kant te bekijken. De voorzitter: Ik hoor geen nieuwe argumenten meer. De heer Van Hamond: Ik begrijp de zorgen van de heer Tiemstra. Ook Lokaal Belang heeft deze zorgen, maar we hebben nog miljoenen klaar liggen in de AR voor als het zou tegenvallen. De heer Smits: Het overschot dat we nu hebben van de Wmo is niet te danken aan het feit dat we minder geld nodig hadden, maar aan het feit dat we bezuinigingen hebben doorgevoerd en dat wij op die manier geld hebben overgehouden. Wij hebben het amendement niet ondertekend, omdat wij al eerder met dit onderwerp zijn bezig geweest. Het ging toen om 60.000 gulden en dat voorstel haalde het toen ook niet. We moeten nu niet zeggen dat we een overschot hebben. We hebben alleen een overschot doordat we bezuinigd hebben. Volgend jaar moeten we nog meer bezuinigen en het is een grof schandaal dat hier van alles wordt gedaan en gezegd… Ik ben echt laaiend en ik weet niet hoe ik het onder woorden moet brengen. Het is echt verschrikkelijk dat hier bezuinigd wordt en gepraat wordt over mensen die het echt niet kunnen betalen. Ik moet woensdag met mijn broer mee voor zijn taxi, dat is mijn zorgtaak. Ga nu niet doen alsof er in Waalwijk niets aan de hand is. De heer Van Hamond: Lokaal Belang heeft bijzonder veel respect voor wat de heer Smits vertelt. Het is inderdaad voor heel veel mensen knijpen geblazen. Er is te weinig, maar wat er is, wordt naar rato verdeeld naar indicatie. Daar gaan we vanuit. Bepaalde taken worden niet of gedeeltelijk uitgevoerd, maar het verloopt wel volgens een bepaald beleid. Volgend jaar komen we weer geld tekort. Vorig jaar heb ik het ook gezegd bij de behandeling van de jaarrekening. Ik ga niet herhalen hoeveel posten er doorlopen met een open einde, en die zitten allemaal in dezelfde sector. Dat is begrijpelijk, want de mensen komen hoe langer, hoe verder in de put. Daarvoor is het belangrijk om een goed beleid te voeren, dat er een goede Algemene Reserve is en dat we daaruit kunnen putten als dat nodig is. Wij zijn het op dit punt helemaal eens met wethouder Groos. Er hoeft niemand onder te lijden: als het nodig is, wordt men geholpen. De heer Tiemstra: Ik hoor de heer Van Hamond zeggen dat we nu en straks tekort komen. Waarom wilt u die 200.000 euro dan niet voor de Wmo bestemmen? Dat doet toch recht aan de werkelijkheid? De voorzitter: Ik denk dat we in een cirkeltje draaien. De argumenten zijn alle gewisseld. De heer Van Hamond: Ik wil nog even naar de grondexploitatie. Lokaal Belang is niet links en niet rechts. Die gaat recht door het midden, en in onze cultuur zitten diverse mensen die verschillende meningen hebben. Daar is ruimte voor. Het betekent dat wij ook ruimte hebben voor de problemen in de grondexploitatie en in de bouwwereld. Zoals mijn collega al zei: al wordt er maar één huis extra verkocht, dan zijn dat toch een paar duizend manuren. Als het toevallig door een regionale aannemer wordt uitgevoerd, betekent dit dat het minder geld kost voor de overheid. U geeft aan dat de erfpacht in de toekomst geld kan gaan kosten. U heeft het over een periode van 50 jaar, maar het kan ook veel korter zijn. Wat denkt u dat alle werkloze bouwvakkers die in de regio Waalwijk rondlopen, kosten? Zij moeten straks naar de bijstand. Hebt u daar al eens over nage-
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
25
dacht? Ik verwijs u naar een aantal krantenberichten die het probleem belichten. Wellicht kunt u deze tijdens de schorsing lezen, zodat u het beter begrijpt. De voorzitter: Ook de argumenten voor en tegen erfpacht zijn al uitgebreid aan de orde geweest. De heer Tiemstra: De heer Van Hamond betoogt vol vuur dat Lokaal Belang niet links, niet rechts, maar recht door het midden is. Dat doet me denken aan een citaat van mevrouw Verdonk. Het is denk ik goed om voor de komende verkiezingen duidelijk te krijgen of we Lokaal Belang ook in dat kamp moeten plaatsen qua ideeën. De heer Van Hamond: Daar kan ik wel op ingaan, maar iedereen lacht al. Wij hebben ook niet zo’n idee waar we de heer Tiemstra moeten plaatsen. Wat dat betreft is hij altijd recht door zee, maar wij zullen met ons verkiezingsprogramma precies aantonen waar wij de komende vier jaar staan. De voorzitter: Ik geef als laatste het woord aan de heer Den Hollander die nog iets wilde zeggen tegen de heer Kuijten. De heer Den Hollander: De heer Kuijten ging zojuist in op de enorme kosten die erfpacht wellicht met zich mee zou brengen voor particulieren en woningbouwcorporaties. Wij zijn er altijd vanuit gegaan dat een model dat je ontwikkelt voor erfpacht zichzelf zo veel mogelijk terugbetaalt. Erfpacht levert kosten op, zoals een banklening rentekosten oplevert, die in principe budgetneutraal voor de gemeente moeten verlopen. De heer Kuijten: U zegt dat het budgetneutraal moet verlopen voor de gemeente. We zijn het ermee eens dat aan een erfpachtconstructie kosten voor de gemeente zijn verbonden. Of het nu constructies zijn voor vijf of tien jaar, of voor 30, 50 jaar zoals gebruikelijk is, er moeten kosten voor gemaakt worden. Registers moeten worden bijgehouden, er moeten maandelijkse nota’s verstuurd worden, er moeten aanmaningen verstuurd worden als mensen te laat betalen. Met andere woorden: er zijn kosten mee gemoeid. Wie betaalt die kosten als je praat over budgettaire neutraliteit? De heer Den Hollander: In onze optiek moet het als geheel budgettair neutraal zijn. Als je kosten hebt door bijvoorbeeld ambtenarij die de erfpacht moet uitvoeren, moeten die verwerkt worden in de canon die de pachter betaalt. De heer Kuijten: U zegt dus dat de pachter de rente plus alle kosten betaalt. Dank u wel. De voorzitter: Daarmee sluit ik het debat over dit onderwerp. 1.2 (CS1)
Nota "Iedereen doet mee": invoering Participatiewet per 1 januari 2014
Eerste termijn Mevrouw De Bruijn: Voorzitter, college, leden van de raad en overige aanwezigen. Snappen wij het nog? De Participatiewet wordt wederom voor jaren opgeschoven. Als we staatssecretaris Klijnsma mogen geloven, richt ze zich erop dat de wet begin 2014 door de Eerste Kamer is en de gemeenten per 1 januari 2015 kunnen starten met de uitvoering. Het is volgens de staatssecretaris nog een grote klus om het voor die tijd te klaren. Maar, deelt ze mee in juni, we kunnen rekenen op een contourenbrief waarin in de grote lijnen staat wat er in de Participatiewet gaat veranderen. De roep om bijstellingen vanuit het land en vanuit de politiek wordt steeds groter. Laten we geloven in onze landelijke politieke leiders en afwachten: juni is nog niet helemaal voorbij en het wordt vanzelf januari 2015.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
26
Voor ons ligt het gewijzigde raadsvoorstel, de nota “Iedereen doet mee”: invoering Participatiewet per 1 januari 2014, ter vaststelling. Moet dit niet invoering Participatiewet per 1 januari 2015 zijn? De nota omvat goede onderdelen, maar wij hebben nog enkele kritische vragen die de portefeuillehouder moet beantwoorden voordat wij een goede en gedegen afweging kunnen maken. De CDA-fractie maakt zich grote zorgen over de toekomst van de benoemde doelgroepen. Wij kunnen op dit moment de consequenties van de definitieve invoering van de wet moeilijk overzien. We moeten ons afvragen wat de gevolgen zijn en wie financieel en moreel aansprakelijk is als er wijzigingen in de Participatiewet doorgevoerd moeten worden die afwijken van het in te zetten beleid, nu we als raad deze nota per 13 juni 2013 definitief vaststellen. In het begin is Baanbreker immers ook vooruitstrevend geweest, waardoor een bedrag van 360.000 euro aan gemeenschapsgeld verloren is gegaan. De CDA-fractie is het ermee eens dat mensen met een arbeidsbeperking een arbeidsplek krijgen waar ze zo volwaardig mogelijk kunnen meedoen. Wat een kans krijgen we nu: de bezuinigingen schuiven een jaar op. We krijgen respijt om meer inspanning te leveren om deze mensen intensief naar de arbeidsmarkt te begeleiden en een kans te geven tot zinvolle deelname aan de maatschappij en te participeren in de samenleving volgens de regels van deze wet. Wij stellen vast dat Baanbrekers, waarvan we overigens geloven dat ze tot goede inspanningen in staat zijn, in overleg met de gemeente voor de groep kwetsbaren een uitvoeringsplan opstelt waarin de vraag centraal staat hoe omgegaan moet worden met deze groep. Het betreft een gemeenschappelijke regeling met de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk. Wie kan nu al garanderen dat het werkbedrijf bij Baanbrekers wordt gevestigd? Wat gebeurt er als er gekozen wordt voor Tilburg? Hoe zit het dan met de opgedragen acties? De volgende vragen stel ik graag aan de portefeuillehouder. Is het u bekend of de raadsvoorstellen met het besluit in de gemeenten Heusden en Loon op Zand inhoudelijk hetzelfde zijn? We hebben het toch over een gemeenschappelijke regeling? Wat is bij hen besloten? In de commissie Samenleving van 6 juni deelde u mee dat de komende periode tot 1 januari 2015 meer intensieve en extra inspanning geleverd wordt om de doelgroep, onder andere de 101 WSW’ers op de arbeidsmarkt te plaatsen. Kunt u ons uitleggen aan welke resultaten u denkt, welke actie u gaat ondernemen binnen het gemeentelijk apparaat om als voorbeeldfunctie te dienen? U deelde ons mee dat het DB van Baanbrekers is overgegaan tot het verlenen van een vast dienstverband aan enkele WSW’ers, van wie het derde contract in mei 2013 was afgelopen. Wat is de reden dat u niet overgaat tot het in dienst nemen van de andere WSW’ers? Volgens mijn telling zijn het er 26 van wie eveneens het contract dit jaar afloopt. Ik geef aan dat wij binnen onze fractie niet op één lijn zitten wat betreft de 101 WSW’ers. Dit onderdeel is voor de CDA-fractie een pijnpunt. Het kost de gemeente in de toekomst meer geld: de WSW’ers zullen een beroep doen op de bijstandsuitkering, ook via Baanbrekers. Het gevolg is een jarenlange uitkering op bijstandsniveau. De kosten voor de gemeente zullen oplopen tot 16.000-18.000 euro per jaar per persoon. Nu kost het de gemeente 2.000 euro, oplopend in 2015 tot 5.000 euro per jaar per persoon. Met de toezegging dat ze extra begeleiding en intensieve ondersteuning richting de arbeidsmarkt krijgen, moet het toch lukken om deze groep binnen enkele jaren geplaatst te krijgen bij een werkgever? Ik hoorde overigens iemand zeggen dat de gemeente deze mensen tot hun 65e jaar moet betalen. Wij nemen niet op voorhand aan dat arbeidsbeperkten niet worden aangenomen in een reguliere baan, na intensieve begeleiding en ondersteuning, en het verkrijgen van loonsubsidie door de werkgever. Het sociaaleconomisch team kan in samenwerking met de werkgevers zijn kunde tonen. De Participatiewet bevat de eis dat werkgevers meer mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen. Bij het niet nakomen kan een boeteclausule van 5.000 euro worden opgelegd. Het is jammer dat deze boete vanuit het Rijk verstrekt moet worden. In het regeerakkoord staat dat het Rijk ervoor zorgt dat er in 2014 op landelijk niveau extra werkgelegenheid voor arbeidsbeperkten wordt gecreëerd door het inzetten van 2.500 extra banen in een oplopend aantal Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
27
per jaar, bestemd om enkel deze WSW’ers in dienst te nemen. Werkgevers stellen zich garant voor deze inzet. In de brief van de VNG van 10 juni 2013 wordt melding gemaakt van 480 miljoen extra geld voor het instrument loonkostensubsidie. Dit biedt perspectieven. Hier ligt een mooie taak voor de gemeente als werkgever om een aantal WSW’ers aan te nemen. De gemeente heeft dan een voorbeeldfunctie voor de regionale werkgevers. Kan de portefeuillehouder uitleggen hoe hij dit kan waarmaken? In de commissie Samenleving van 6 juni 2013 heeft de portefeuillehouder toegezegd om informatie te verstrekken over de wijze waarop Baanbrekers in overleg met de gemeente een uitvoeringsplan voor de groep kwetsbaren opstelt. Wij hebben deze informatie niet ontvangen. Kunt u hiervoor een verklaring geven? Mevrouw Ruygt: Voorzitter, leden van de raad, college en belangstellenden. Allereerst wil ik iedereen hartelijk danken die aan dit mooie stuk heeft meegewerkt. Het is een prachtig stuk. Ik heb me erin verdiept tot ik afgelopen week in de Tweede Kamer was en hoorde dat ze het hadden over nog iets wat overgeheveld zou worden naar de gemeenten. Ik begreep vervolgens dat de helft geschrapt zal worden of dat er nog nieuwe dingen bij komen. We gaan dit voorstel misschien goedkeuren, maar hoeveel gaat zich nog wijzigen? Waarschijnlijk een heleboel. Is het verstandig dat we nu het voorstel goedkeuren, met alle kosten die we dan waarschijnlijk krijgen? Ik had er een T-stuk van moeten maken, maar dat heb ik niet gedaan. Omdat ik me er toch in ben gaan verdiepen, heb ik een aantal vragen. Als het een T-stuk zou worden, omdat u allemaal met mij van mening bent dat we niet iets moeten goedkeuren wat waarschijnlijk nog voor drie kwart of de helft gewijzigd wordt, dan hoeft de wethouder mijn vragen niet te beantwoorden. Is er al bekend wat er gaat gebeuren met de Wajongers? Beschut werken is bedoeld voor mensen die economisch niet zelfstandig zijn en dat ook fysiek niet aankunnen. Ik las dat mensen die nu beschut werken, dat kunnen blijven doen. Maar wat gaan we doen met nieuwe aanmeldingen? Een opstapeling van uitkeringen wordt teruggebracht naar één per gezin. Dat vinden wij terecht, maar hoe gaat de gemeente dat doen? Zet ze er in een keer een streep onder, of wordt het uitkeringsbedrag afgebouwd? Het quotum is vervallen en dient alleen nog als stok achter de deur. Hoeveel mensen uit de doelgroep heeft de gemeente Waalwijk al in dienst? Wat zijn de gevolgen van de werkgebieden voor Baanbrekers? Ik ben naar een bijeenkomst geweest van het sociaaleconomisch team. Mij werd verteld dat het team nogal wat achterstand heeft en dat dit ingehaald moet worden. In hoeverre is het team opgewassen tegen alle veranderingen? Mijn pleidooi in eerste termijn is dat we moeten nadenken bij iets wat we gaan doen, terwijl het nog zo veel kan veranderen. De voorzitter: Ik heb begrepen dat het onderwerp in de commissie uitgebreid is besproken. Ik neem aan dat een aantal van de vragen die u hier stelt, in de commissie gesteld had moeten worden of al gesteld zijn. De heer Lodenstijn: Voorzitter, geachte aanwezigen. In het gewijzigde raadsvoorstel van 21 mei 2013 en de nota “Iedereen doet mee” worden de kaders geschetst waarbinnen Baanbrekers de Participatiewet per 1 januari 2015 moet implementeren. Hoewel over diverse zaken in Den Haag nog besluitvorming moet plaatsvinden, gaat men er in de Participatiewet vanuit dat door demografische ontwikkelingen op termijn een tekort aan arbeidspotentieel zal ontstaan. Aan partijen zoals gemeenten en werkgevers is dat een mooie uitdaging om meer mensen aan het werk te krijgen, onder andere om aan de vervangingsvraag te voldoen. Het klinkt allemaal heel simpel, maar gezien de huidige economische crisis waarbij de werkloosheid steeds verder oploopt, is het moeilijk te begrijpen. Het is onvermijdelijk dat de Participatiewet er op een of andere manier komt, maar tegelijkertijd wordt de gemeente geconfronteerd met forse bezuinigingen. Van iedereen wordt verlangd dat men, hetzij door werk, hetzij door maatschappelijke participatie, naar eigen vermogen optimaal in de maatschappij participeert.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
28
Gezien alle onduidelijkheid en besluitvorming die nog moet plaatsvinden, vraagt Lokaal Belang zich af of het niet verstandiger is om het raadsvoorstel voor kennisgeving aan te nemen in plaats van het vast te stellen, zodat we achteraf niet het verwijt krijgen dat we zaken vaststellen die later niet mogelijk zijn of wederom aangepast moeten worden. Naar ik meen heeft de gemeente Loon op Zand deze nota en het raadsvoorstel ook voor kennisgeving aangenomen. Ik hoor hier graag een reactie op. Ik dacht dat de discussies vanavond veelvuldig zouden gaan over de WSW’ers en de tijdelijke contracten. Ik weet niet of hierover nog een amendement komt, maar ik wil hier alvast enkele vragen over stellen. Voor de WSW’ers die een derde contract hebben, is het een koude douche om te vernemen dat hun contract niet verlengd kan worden, omdat ze dan in vaste dienst genomen moeten worden. Mevrouw De Bruijn gaf al aan dat er inmiddels zes van deze mensen in vaste dienst zijn aangenomen. Waarom is dat niet mogelijk bij de anderen van wie het contract in de loop van het jaar afloopt? Uit het overzicht blijkt verder dat de eerste en tweede contracten tot en met 31 december 2013 lopen. Het is toch mogelijk om deze contracten te verlengen tot 1 januari 2015? Zij kunnen dan met eventueel extra inspanningen begeleid worden naar regulier werk, want daar is de Participatiewet uiteindelijk voor bedoeld. Als we ervan uitgaan dat alle WSW-contracten niet worden verlengd, wie gaat dan al het werk doen? Deze mensen zijn immers wel productief bezig op dit moment. Er zal werk blijven liggen en het is niet duidelijk wie dat gaat overnemen. Als de contracten uiteindelijk niet verlengd worden, hoeveel WSW’ers blijven er dan in vaste dienst achter? Verder mis ik het uitvoeringsplan van Baanbrekers waarin staat hoe de tijdelijke WSW’ers naar vast werk worden begeleid. De wethouder had in de commissievergadering toegezegd dat wij deze notitie voor de raadsvergadering zouden ontvangen, maar ik heb haar niet gezien. Mevrouw IJpelaar: Voorzitter. Wij moeten vanavond iets vaststellen wat pas in 2015 ingevoerd wordt. Omdat de doelstellingen niet glashelder zijn, en er geen duidelijkheid is over het uiteindelijke resultaat, wordt het lastig om hieraan mee te werken. De ‘wat’-vragen die ik namens mijn fractie in de commissie stelde, zijn heel handig ontweken. De beantwoording van de vragen die wij daarna schriftelijk hebben gesteld, gaven de indruk van een halfvol glas. Dat is jammer, want het heeft ons niet de gewenste duidelijkheid gebracht. Wij vinden dat de inhoud van de nota Participatiewet achterhaald is, omdat de hoofdlijnenbrief Participatiewet van staatssecretaris Klijnsma nog niet naar de Tweede Kamer is gestuurd, terwijl ze hierin juist uitlegt wat wel en wat niet verandert voor de gemeenten. Over de uitvoering door Baanbrekers wil het college het niet hebben omdat het te voorbarig zou zijn, terwijl het op pagina 13 wel gaat over WSW-contracten, verdiencapaciteit etc. Contradictie in mineur, vindt u zelf ook niet? We moeten nu niet beslissen over het wel of niet verlengen van de 101 contracten. Dat vinden wij prematuur, gezien de brief van de VNG van 10 juni 2013. De PvdAfractie is van mening dat de Langstraat-gemeenten niet opnieuw de dans moeten leiden, zoals ze dat eerder hebben gedaan met onder andere de fusie van WML en ISD, Wet Werken naar Vermogen en de Huishoudinkomenstoets. In het sociaal akkoord is opgenomen dat 35 werkbedrijven worden opgericht die zorgdragen voor de plaatsing van mensen met een arbeidshandicap. Op onze vraag of wij rekening moeten houden met een nieuwe fusie antwoordde het college dat de Langstraat-gemeenten de uitwerking met belangstelling afwachten. Met andere woorden: u kunt niet aangeven wat het betekent voor de dienstverlening die Baanbrekers biedt. Toch vraagt u van ons om de nota goed te keuren. Ons voorstel is om de nota terug te nemen en er over een paar maanden opnieuw mee te komen, bijvoorbeeld in september als er meer duidelijkheid is over de plannen van het sociaaleconomisch team. Op deze manier krijgt het college de kans om aanpassingen aan te brengen die uit de hoofdlijnenbrief Participatiewet naar voren zullen komen. De heer Van Helden: Voorzitter, college, raadsleden en overige aanwezigen. “Iedereen doet mee": een wat ironisch aandoende titel in een tijd waarin steeds meer mensen aan de kant Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
29
komen te staan, zeker gezien het feit dat wij 100 mensen geen vast contract laten aanbieden door Baanbrekers, omdat er geen geld voor is. Deze mensen doen niet mee en verdwijnen in de nota een beetje uit het zicht. Wat gaat er met hen gebeuren? Wij zouden graag zien dat iedereen meedoet, om deze mensen op een andere manier te helpen. Iedereen doet mee in de discussie en ieder wil zijn eigen mening vertellen, waardoor het geheel voortdurend aan verandering onderhevig is. Door het sociaal akkoord is het beleid veranderd, en zo lang het telkens verbeteringen zijn, is het tot daaraan toe. De koppeling met de transities, die nog veranderlijker zijn dan dit, zal niet de laatste verandering zijn. Baanbrekers moet echter wel doorgaan. Er moeten knopen worden doorgehakt. Daarom denken wij dat we op grote lijnen moeten instemmen met de nota: niet omdat het zo’n fantastische nota is, maar omdat we er de noodzaak van inzien. Iedereen doet mee. Dat zouden we graag zien in verband met de plannenmakerij van Baanbrekers over de tegenprestatie en hun plan voor de groep kwetsbaren. Wij worden graag betrokken bij de plannen. Dat kan doordat er een nota bij de raad komt ter vaststelling, of door inspraak vooraf. Kan de wethouder ons hierover iets toezeggen? Iedereen doet mee. Dat zien wij graag gerealiseerd in de komende tijd. De CU-fractie wil zich daar graag voor inspannen. De heer Tiemstra: Voorzitter, college, collega-raadsleden en overige aanwezigen. Respect voor alle sprekers over dit onderwerp. “Iedereen doet mee” is een prachtige titel voor een nota waarin de consequenties van de Participatiewet zijn vervat. Voor zover wij nu kunnen overzien, zal de wet per 1 januari 2015 in werking treden. In de nota staan veel goede dingen, maar ook zaken die ons aan het denken hebben gezet. Dat biedt ons de gelegenheid om als raad van de gemeente Waalwijk te bespreken wat ons te doen staat en voor welke uitdagingen we staan om uiteindelijk iedereen mee te kunnen laten doen. Die uitdagingen liggen er zeker: er komen bezuinigingen op ons af en de arbeidsmarkt floreert niet. Het geeft een verantwoordelijkheid aan hen die het moeilijk hebben in de strijd om het dagelijks bestaan. Het geeft ook een verantwoordelijkheid aan hen die trots zijn op en dankbaar voor de plaats die zij mogen innemen in een beschutte werkplaats of een sociale werkomgeving. Waar wij van elkaar veerkracht en inventiviteit mogen vragen - enkele fracties van deze raad hebben dit zelfs als motto voor deze bestuursperiode - is juist deze groep mensen niet of nauwelijks in staat om veerkracht en inventiviteit op te brengen als er ingrijpende wijzigingen optreden in hun inkomenssfeer of persoonlijke omstandigheden. Ik denk dan niet alleen aan materiële aangelegenheden. Trots zijn op je baan hoort hier zeker ook bij. Iedereen doet mee. Deze titel willen we vasthouden, ook voor de 101 personen die via de Wet sociale werkvoorziening op basis van een contract voor bepaalde tijd werken. De nota is geschreven tegen de achtergrond van de aanname dat de Participatiewet in 2014 in werking zou treden. Dat schuift nu een jaar op. De nota wordt ook behandeld in de raden van Heusden en Loon op Zand. Deze raad neemt eigenstandig zijn besluiten. Voor zover deze afwijken van wat de andere raden besluiten, is het interessant om te volgen wat hiervan de consequenties zijn. Ons wordt gevraagd om de nota vanavond vast te stellen. Wij kunnen echter ook prima leven met het voor kennisgeving aannemen van de nota, zoals we in de commissie hebben voorgesteld. Ik meen dat ik de heer Lodenstijn daarnaar hoorde verwijzen. Als alle voornemens concreet zijn geworden, kunnen we alsnog over de invoering van de Participatiewet besluiten. Als de raad echter tot vaststelling overgaat, moeten wij markeren wat ons moeilijk valt. We moeten markeren waarmee we niet kunnen instemmen, en dat betreft het niet verlengen van de tijdelijke WSW-contracten per 1 januari 2014, zoals het voornemen nu is opgenomen in de nota “Iedereen doet mee” op pagina 13.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
30
Iedereen is wat ons betreft echt iedereen. Dat is iets anders iedereen minus 101. Ook de Klantenkamer van WSW De Langstraat meldt dit aan het SET De Langstraat in de brief van 6 juni 2013, waarin ze dit omlijst met argumenten. Ik neem aan dat iedereen daarvan kennis heeft genomen. Teneinde de besluitvorming over het beëindigen van de 101 WSW-contracten op te schorten, dienen wij een amendement in, mede namens de fracties van GroenLinksaf en D66, met het verzoek dit te betrekken bij de beraadslaging en de besluitvorming over dit agendapunt. Amendement Onderwerp: Nota ‘Iedereen doet mee’: invoering Participatiewet per 1 januari 2014 De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 13 juni 2013 Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: Overwegende dat: - In voornoemde nota staat dat de 101 tijdelijke WSW-contracten niet worden verlengd; - In het onlangs afgesloten sociaal akkoord besloten is de invoering van de Participatiewet met 1 jaar uit te stellen tot 1 januari 2015 en op onderdelen bij te stellen; - De (financiële) gevolgen van de uitwerking van het sociaal akkoord en dus van de invoering van de Participatiewet voor deze specifieke doelgroep nog niet duidelijk zijn - het Kabinet streeft betreffende wetgeving in dit najaar aan te bieden aan de Tweede Kamer; - De persoonlijke, financiële en maatschappelijke consequenties van het niet verlengen van deze tijdelijke contracten nog niet te overzien zijn; - Tijdens commissiebehandeling bleek dat aan de Klantenkamer WSW en de klantenraad Wwb nog geen schriftelijke reactie is gevraagd; - De Klantenkamer WSW pas op 6 juni 2013 een reactie heeft gegeven aan het SET; - Het college nog geen standpunt aan de raad op deze reactie heeft gegeven; - De raadscommissie niet in de gelegenheid is geweest de Klantenkamer WSW hierover te horen; - Van de klantenraad Wwb is nog geen reactie binnengekomen; - Er nog zoveel onduidelijkheden zijn, dat het onzorgvuldig en ongewenst is dat de raad hierover nu een beslissing neemt. Besluit: Het dictum van het besluit als volgt te wijzigen: 1. De nota ‘Iedereen doet mee’ vast te stellen met uitzondering van de op pagina 13 van de nota te nemen maatregel tijdelijke WSW contracten niet te verlengen. 2. De besluitvorming over deze tijdelijke contracten op te schorten totdat: a. De (financiële) gevolgen van de invoering van de Participatiewet en de consequenties van het omzetten van deze tijdelijke contracten naar vaste contracten duidelijk zijn; b. De reactie van het college op het advies van de WSW Klantenkamer en de reactie van klantenraad Wwb en de reactie van het college hierop ter kennisgeving van de raad zijn gebracht én de raadscommissie in de gelegenheid is geweest deze adviesorganen te horen; c. De raad een aantal scenario’s ter besluitvorming voorgelegd krijgt. 3. Tot besluitvorming door de raad de tijdelijke contracten die niet meer verlengd kunnen worden, omgezet worden in contracten in vast dienstverband. 4. Met inachtneming van het gestelde onder 1., 2. en 3. Baanbrekers als uitvoeringsorganisatie van de Participatiewet opdracht te geven op welke wijze zij de dienstverlening in het kader van de invoering van de Participatiewet moeten gaan vorm geven.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
31
De voorzitter: Het amendement is ondertekend door de fracties van SGP, D66 en GroenLinksaf. De heer Van Well: Voorzitter, geacht college, raadsleden en andere aanwezigen. Als er één zekerheid bestaat, is het dat alles aan verandering onderhevig is. Wat gisteren nog zeker leek, is vandaag alweer veranderd. Zo veranderde bij de behandeling van de commissie Samenleving het raadsvoorstel over de invoering van de Participatiewet in de nota “Iedereen doet mee”. In april is het sociaal akkoord gesloten om draagvlak te vinden bij de vakbonden en werkgevers. Wie vandaag de dag de krant opslaat, kan lezen dat ook dit sociaal akkoord niet in beton gegoten is. Onder dit gesternte wordt de raad verzocht de nota “Iedereen doet mee” als kaderstellend document vast te stellen voor Baanbrekers, onze uitvoeringsorganisatie voor de Participatiewet. Een nota waarbij het schieten is op een bewegend doel, om met de woorden van de portefeuillehouder te spreken. Voor onze fractie is het klip en klaar dat wij met dit bewegende doel van de decentralisatie verder moeten. Dat vraagt een ondernemende en professionele organisatie en daar zullen de drie gemeenteraden op soortgelijke manier mee om moeten gaan. Er zijn niet altijd antwoorden op de vele vragen uit de alsmaar aangroeiende hoeveelheid stukken, die inmiddels aan dit dossier kleven. Vandaag is er weer een document aan toegevoegd: “De vitale gemeente”, als gevolg van een resolutie die is aangenomen op het laatste VNG-congres, al was het alleen maar dat de politieke en economische realiteit telkens weer verandert. Wat de VVD betreft is er geen keuze. We moeten ervoor zorgen dat de uitvoeringsorganisatie per 1 januari 2015 op orde is. Daarvoor zal gaandeweg een modus gevonden moeten worden met de nota “Iedereen doet mee” als eerste stap en het in het raadsvoorstel aangekondigde sociale plan als vervolg. De verandering werpt haar schaduw al vooruit. Bij Baanbrekers herhaalt zich wat zich bij de eerdere aankondiging van de Wet Werken naar vermogen ook zagen gebeuren: tijdelijke contracten kunnen na 1 januari 2014 niet meer verlengd worden, noch worden omgezet naar een vaste aanstelling. Toen ging het om een veertigtal medewerkers, nu om meer dan het dubbele. De VVD-fractie begrijpt dat dit bij de mensen die het treft onzekerheid en zelfs angst oproept over wat hen nu weer boven het hoofd hangt. Des te meer respecteren wij het dat de ondernemingsraad van Baanbrekers niet publiekelijk aan de bel getrokken heeft. Zowel toen als nu is de VVD van mening dat de raad zich niet moet bezighouden met de bedrijfsvoering bij Baanbrekers. De raad gaat over het beleidsinstrumentarium en de controle daarop, en moet zich niet inlaten met interventies in de bedrijfsvoering. Afgezien van het feit dat dit een nodeloze en moeilijk te nemen hobbel vormt in de gemeenschappelijke regeling, wekt het ook valse verwachtingen bij de betrokkenen. Onze fractie is dan ook van mening dat de Participatiewet met het sociaal akkoord voldoende garanties geeft voor mensen die aan de kant staan om “op een faire manier aan de slag te komen en om een plek te krijgen waar ze hun eigen kracht kunnen inzetten”. Ik citeer uit het commentaar op de nota van de Klantenkamer WSW Langstraat. Daarom zullen wij niet instemmen met het amendement van de SGP-fractie. Wij hebben alle vertrouwen in de aanpak van de gemotiveerde en prima toegeruste werknemers van Baanbrekers in deze nieuwe constellatie. Met het raadsvoorstel zelf kan de VVDfractie volmondig instemmen, om op basis van de nota “Iedereen doet mee” Baanbrekers opdracht te geven voor het vormgeven van de uitvoeringsorganisatie bij de decentrale invoering van de Participatiewet. Daarbij zal, zoals verwoord in het voorstel, niet alleen het financiele plaatje voor de gemeente veranderen, maar bovenal de manier waarop mensen weer aan het werk gaan. Dat dit een fundamentele omslag in denken over en werken met mensen die nu aan de zijlijn staan, vereist, is wat ons betreft de grootste uitdaging in deze transitie. Wij wensen de medewerkers van SET en Baanbrekers alles succes hiermee. De heer Tiemstra: De heer Van Well zegt dat de raad zich niet moet bemoeien met de bedrijfsvoering van de organisatie Baanbrekers. Dat zou een politieke opmerking kunnen zijn, maar vanavond wordt de raad gevraagd om de nota vast te stellen. Dan geven we toch duiNotulen raadsvergadering 13 juni 2013
32
delijke kaders mee aan Baanbrekers. Ik zou de heer Van Well willen vragen om nog eens uit te leggen hoe de VVD-fractie tegen het raadsbesluit aankijkt. Ten tweede vraag ik hoe de VVD-fractie er tegenover staat om de beslissing over het opheffen van de 101 tijdelijke WSWcontracten op te schorten, gezien de recente ontwikkelingen en alle informatie die op ons afkomt. De heer Van Well: Ik wijs de heer Tiemstra op de brief van 3 januari 2012 van het college, gericht aan de fractie van de PvdA. Daarin hebben wij uitvoerig antwoord gekregen over de destijds 44 of 45 tijdelijke contracten bij WML die dreigden beëindigd te worden. Toen heette het geen Participatiewet, maar de Wet Werken naar vermogen, maar het ging om dezelfde reden. In deze beantwoording van het college staat dat het besluit om de tijdelijke dienstverbanden stop te zetten, om een daling van de taakstelling op te vangen, een beleidszaak van WML is. “Het is geen ongebruikelijke maatregel, ondanks het feit dat beslissingen (…) en is vooral een besluit van de organisatie zelf”. Dat is het antwoord op de eerste vraag. De tweede vraag is hoe de VVD-fractie tegenover de 101 WSW-contracten staat. Wij zien het als een feit en kijken door de notitie heen naar de Participatiewet, voor zover die ons nu bekend is. Wij zien de wet zelf en het sociaal contract, waarbij werkgevers, vakbondsorganisaties en de politiek een heel scherm hebben opgezet. Uiteindelijk zullen in 2030 nog 30.000 mensen in een beschutte omgeving werken en zal de rest bij reguliere werkgevers zijn ondergebracht. Er zijn allerlei garanties voor afgegeven en er is geld voor vrijgemaakt. Wij hebben daar vertrouwen in. De heer Tiemstra: Ik heb het idee dat u vooral een scherm opzet door dit antwoord. Laten we in tweede termijn het gesprek voortzetten. Mevrouw IJpelaar: In de commissie heb ik aan de portefeuillehouder gevraagd wat de toegevoegde waarde is van de SET in de plannen. Toen antwoordde hij dat de SET in september met de nieuwe plannen komt. Wat is het probleem om met de nota te wachten tot na september wanneer de SET met duidelijke plannen komt? De heer Van Well: Ik heb al aangegeven dat de wethouder een duidelijk antwoord heeft gegeven. Hij zegt dat niet op alles een antwoord mogelijk is. We weten alleen dat we op 1 januari 2015 als organisatie klaar moeten zijn met het formuleren van een totaal nieuwe manier van werken en denken. Daar hebben we de tijd hard voor nodig. Waarom zou je nu de eerste stap niet zetten, gegeven het feit dat de Participatiewet en het sociaal akkoord er liggen waarin voldoende duidelijk is welke richting we op moeten. Deze nota gaat over de ‘wat’vraag. De ‘hoe’-vraag komt vervolgens in het sociaaleconomisch plan aan bod. Als VVD zien wij echt geen reden om het nog langer af te wachten. Laat de organisatie zich concentreren op de nieuwe taken en laten we kijken wat er in september komt in het kader van de ‘hoe’vraag. Wij zien dat als een logisch vervolg. Mevrouw IJpelaar: Ik kom er in tweede termijn op terug. Mevrouw Ruygt: De heer Van Well schetst zo veel onzekerheden. Er kan nog van alles veranderen. Is hij niet bang dat hij dingen doet die later weer teruggedraaid moeten worden of waarvan we achteraf zeggen dat we ze verkeerd hebben gedaan? De heer Van Well: Als je gaat ondernemen, wat is er dan zeker? Ik ben mijn betoog begonnen met het feit dat er niets zeker is. De enige zekerheid die je in deze tijd hebt, is dat het morgen anders is dan vandaag. Binnen dat gesternte zullen wij iets ervan moeten maken. Laten we niet met de armen over elkaar gaan zitten tot we in september een notitie krijgen. Laten we er nu voor zorgen dat we de neuzen dezelfde kant op krijgen. Mevrouw Ruygt: Ik kom er op terug in tweede termijn.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
33
De heer Smits: Voorzitter, collega’s, wethouders, aanwezigen op de publieke tribune en inwoners die de moeite nemen om de raadsvergadering op een andere manier te volgen. Vanavond hebben wij het gewijzigde raadsvoorstel aan de orde. In het voorstel wordt met blauw en cursief aangegeven wat gewijzigd is. Derhalve is het voorstel herschreven aan een aantal wijzigingen die op landelijk niveau zijn doorgevoerd. Het onderwerp is de nota “Iedereen doet mee”. In maart is de derde wijziging op de Wet Werken naar vermogen, die nu de Participatiewet heet, ter beoordeling naar de Raad van State gestuurd. De wijziging was voorzien van advisering vanuit de landelijke cliëntenraad. Het was voor de eerste keer dat een gremium vooraf het wetsvoorstel mocht toetsen. De bijbehorende nota is ingetrokken en er komt een nieuw voorstel, de vierde wijziging. Deze volgt dezelfde route naar de Raad van State, ditmaal met veranderingen die zijn aangebracht als gevolg van het sociaal akkoord. De grote vraag is of Baanbrekers nog wel mag blijven bestaan. In het sociaal akkoord staat onder C dat er 35 regionale werkbedrijven komen, maar niet dat die de grootte hebben van de huidige arbeidsmarktregio’s. Ze worden bestuurd door gemeenten, werkgevers- en werknemersorganisaties. Dat is iets anders dan het genoemde samenwerken. Het hele voorstel is geschreven naar de wens om hier met een subregio verder te gaan. Daar is in de ogen van Werknemersbelang niets mis mee. Wij hebben om die reden van agendapunt CS2, de meerjarenbegroting van Baanbrekers, geen B-stuk gemaakt. Je moet je ogen echter niet sluiten voor de politieke werkelijkheid. Daar komt bij dat in de nota een aantal kaders beschreven wordt dat niet overeenkomen met de werkelijkheid, zoals de paragraaf over de ww. In de nota “Iedereen doet mee” is onvoldoende rekening gehouden met het sociaal akkoord en het zorgakkoord. Dat kan ook niet, want het zorgakkoord is nog later afgesloten, maar het heeft wel gevolgen voor de kaders die gesteld zijn in de nota. De nota is gebaseerd op het regeerakkoord “Bruggen slaan”. De huidige regering heeft een brug geslagen met werkgevers- en werknemersorganisaties. Dit is verwoord in het sociaal akkoord. De fractie van Werknemersbelang stelt voor om van het voorstel een T-stuk te maken en het opnieuw te behandelen als er duidelijkheid is over de weg die wij moeten gaan. De heer Den Braven: Voorzitters, geachte collega’s van de raad, leden van het college en verdere aanwezigen. Vandaag bespreken we eindelijk de nota “Iedereen doet mee”. Tijdens de behandeling van dit stuk in de commissie hebben wij aangegeven dat wij het voorstel willen bespreken in de raad. Het gaat om een politiek stuk en dat verdient een politieke behandeling. Het is een zeer actuele zaak, zeker nu wij vanochtend uit de krant vernamen dat een groep bejaarden die in verpleeg- en verzorgingshuizen wonen, geactiveerd worden om weer mee te doen en zelfstandig te gaan wonen. Je zou maar 90 jaar en licht hulpbehoevend zijn en door de wetgever als doelwit gekozen worden. Je mag wel meedoen, dat dan weer wel. De nota is geschreven naar aanleiding van de Wet Werken naar vermogen, ingediend door het minderheidskabinet Rutte-I. Indertijd was het een wet waar Nederland zich massaal tegen keerde, en een wet die na de val van Rutte-I tot ieders opluchting meteen controversieel werd verklaard. Helaas constateren wij dat Rutte weer opgekrabbeld is en dat wij dezelfde wet onder een andere naam, maar met minimale wijzigingen, alsnog moeten uitvoeren. Het is een wet die pretendeert ervoor te gaan zorgen dat iedereen in de toekomst gaat participeren. In normaal Nederlands betekent dat ‘meedoen’ en daarmee is de titel van de nota een wrange woordspeling op een oude verkiezingsleus van een van de ondertekenaars van de wet: “Iedereen telt mee”. Wrang, want meetellen en meedoen zijn twee volkomen verschillende dingen. De wet en de nota zijn hier blijkbaar niet van op de hoogte. Net als het feit dat het voornemen om iedereen te laten meedoen, niet hetzelfde is als dat daadwerkelijk voor elkaar krijgen. Helaas is de belofte die de wet doet, er een die voor de invoering in 2015 leidt tot het tegenovergestelde. De beschermde werkplaatsen die geboden worden door de WSW worden in aantal teruggebracht van 110.000 naar 30.000, een teruggang van rond de 70%. Het is een maatregel die in Waalwijk als direct gevolg heeft dat het participeren van 101 tijdelijke medewerkers van Baanbrekers tussen nu en 2015 zal ophouden. Een zeer pijnlijke maatregel, en een maatregel die we tijdens de bespreking van de Wet Werken naar vermogen probeerNotulen raadsvergadering 13 juni 2013
34
den tegen te houden, toen het om ongeveer 50 mensen ging. Nu praten we over het dubbele aantal. Graag vernemen wij van de wethouder of hij na de commissievergadering nieuwe ideeën heeft opgedaan om hier iets aan te doen. Een van de belangrijkste pijlers waarop de wet en de nota op gebaseerd zijn, is de veronderstelling dat het bedrijfsleven de noodzakelijke banen gaat creëren. De regering is daar zo sterk van overtuigd, dat zij de quotumregeling heeft laten vallen en dat men erop vertrouwt dat het bedrijfsleven dit vrijwillig gaat doen. Tot nu toe is de bereidheid om mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt op te nemen, niet adembenemend groot geweest. De bereidheid was er nauwelijks. Van belang voor het slagen van de doelen in de nota is dan ook een andere opstelling door het bedrijfsleven. Heeft de wethouder al onderzocht wat wij van onze lokale werkgevers kunnen verwachten? Zo ja, wil hij de uitkomst daarvan met ons delen en zo nee, op welke termijn denkt hij zo’n onderzoek te gaan doen? Het lijkt ons onmogelijk om een notitie als deze te presenteren zonder op de hoogte te zijn van de haalbaarheid. We nodigen de wethouder uit om er vaart mee te maken en zijn zeer benieuwd hoe hij hier over denkt. Het volgende gedeelte is misschien wat riskant, maar ik zeg het toch. Waalwijk investeert groots in allerlei materiële randzaken. Dat is nodig en heel goed. We hebben als gemeente echt moeite gedaan om alles rondom het GOL rond te krijgen en zijn daarvoor vanuit Den Haag en de provincie beloond met behoorlijke bedragen. We steken geld in de N261, er wordt ons gevraagd om flink in De Leest te investeren. De totale investering die de gemeente Waalwijk wil doen, bedraagt miljoenen. Het zou wat ons betreft een vreemd signaal zijn, als wij tegen mensen die buiten de boot dreigen te vallen, zeggen dat wij niets of weinig voor hen kunnen betekenen, omdat wij er het geld niet voor hebben. Het is geen gelukkig signaal en zeker geen gegeven waar we ons als raad zo maar bij neer moeten leggen. Hebben we echt alles bekeken en alles geprobeerd? Wat nu dreigt te gebeuren, is wat ons betreft onacceptabel, al begrijpen we dat de mogelijkheden die de wethouder heeft beperkt zijn. Het is misschien ten overvloede, maar ik zeg nog een keer dat we niemand willen beschuldigen van asociaal gedrag, maar dat dit wel de perceptie is van onze burgers. Het zijn opmerkingen die ik dagelijks hoor. Tijdens de commissievergadering vroegen wij de wethouder waarop hij de positieve toon van de nota baseerde. Wij delen het positivisme niet. Volgens ons is de Participatiewet ooit begonnen als een prima idee, net als de Wmo. De gedachte dat gemeenten een aantal zaken beter kunnen uitvoeren dan het Rijk, is tenslotte door de VNG uitgesproken. Waalwijk was met onder andere een wethouder van GroenLinksaf, enthousiast voorstander, en een proefgemeente van de Wmo. Het is dan ook niet het principe van de wet waarmee wij een probleem hebben. Het is de bezuiniging die het Rijk doorvoert in het hele traject. Het hele proces van het verschuiven van verantwoordelijkheden van het Rijk naar gemeenten, zonder dat het Rijk de nodige financiële middelen ter beschikking stelt, komt oneerlijk en onrechtvaardig over. De landelijke overheid legt de pijn van de crisis bij zijn burgers en bij de gemeenten. Wij hebben geen andere keuze dan de wet uit te voeren. Iedereen doet mee. Het is een positieve nota over een hopeloze wet, waarin ook nog eens onduidelijk is hoe de wet er uiteindelijk uit gaat zien. Op het moment dat het sociaal akkoord ondertekend werd, ging men uit van een licht economisch herstel. Dat blijkt er niet te zijn en de VVD roept alweer om meer bezuinigingen op het gebied van zorg, uitkeringen en toeslagen. Vanmiddag las ik dat het kabinet vandaag heeft besloten dat in 2014 6 miljard euro extra bezuinigd moet worden. De portefeuillehouder móet wel positief zijn. Hij kan een nota als deze moeilijk beginnen met de woorden: “Wij weten dat het helaas niet zal gaan lukken, maar de notitie beschrijft iets wat we waarschijnlijk niet kunnen gaan doen.” Nederland bevindt zich op dit moment in de grootste economische crisis sinds mensenheugenis. De werkloosheid loopt op. Op dit moment zijn er volgens het CBS grofweg 97.000 onvervulde vacatures en minimaal 550.000 werklozen. Toch nemen wij ons voor om al deze mensen te laten participeren. Ze moeten meedoen zodat ze weer meetellen. Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
35
Om het plaatje helemaal mooi in te kleuren, laten we mensen gesubsidieerd werken, zonder dat het ten koste gaat van reguliere banen. Wie houdt nu wie voor de gek? Dit is een bezuiniging. Als wij lekker gaan meelopen en vrolijk gaan participeren alsof onze neus bloedt, zijn wij medeverantwoordelijk voor het probleem dat deze wet gaat veroorzaken. We moeten het doen, maar laten we op zijn minst eerlijk zijn. We gaan onze uiterste best doen om er iets van te maken en hopelijk doet iedereen mee. We hebben tenslotte niet veel keus, net als de mensen die door deze wet getroffen worden. De heer Van Well: Waarom heeft de heer Den Braven zo veel retoriek nodig? Kan hij er één ding uithalen waarvan hij zegt dat het niet kan wat hier van onze gemeente en van Baanbrekers gevraagd wordt? De heer Den Braven: Ik vind het fijn om te horen dat u problemen heeft met retoriek. Als u daar een beetje doorheen prikt, heeft u gehoord dat ik zei dat een belofte is gedaan die niet waargemaakt kan worden. Dat leek me niet onduidelijk. De heer Van Well: Door wie worden die beloften gedaan? De heer Den Braven: Zowel door de rijksoverheid als door de gemeente via deze nota. De heer Van Well: En waar moet de retoriek die u nu gebruikt, plaatsvinden? De heer Den Braven: Mag ik ervoor kiezen om te spreken zoals ik dat wens? Dan zal ik daar bij u ook niet over vallen. De heer Van Well: Het gaat mij erom dat de Participatiewet onderwerp is van een parlementair proces. Daar is ook door de sociaaldemocraten voor gekozen, minister Asscher en Samsom doen het voorkomen alsof alleen de VVD dit wenst. Er is voor gekozen om het proces in te gaan, en er is ook voor gekozen om het een jaar uit te stellen zodat de gemeenten deze decentralisatie gezond en wel kunnen invullen. Daar zijn wij nu mee bezig. Daarom vraag ik me af wat de zin is om de Participatiewet nu ter discussie te stellen, zoals de heer Den Braven doet. Het gaat ons om de uitvoering van een wet die er zeker gaat komen. Is het niet beter om ons af te vragen waar de schoen wringt bij de uitvoering en hoe we daar nog een positieve wending aan kunnen geven. De heer Den Braven: Hier spreekt duidelijk een vertegenwoordiger van een van de partijen die het wetsvoorstel ingediend hebben. Overigens heb ik ook gezegd dat de naam refereert aan de verkiezingsleus van een van de andere indieners, de PvdA. Ik heb op geen enkele manier geprobeerd te vertellen dat dit een VVD-wetsvoorstel is. Het is mij bijzonder duidelijk dat de sociaaldemocraten hier hun handtekening onder gezet hebben. Ik zou me als sociaaldemocraat bijzonder achter mijn oren krabben over deze wet. Dat heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken. De heer Lodenstijn: De heer Den Braven gebruikte weliswaar veel retoriek, maar ik vond het een prachtig betoog. Heeft hij ook een oplossing? Ik zit eigenlijk met hetzelfde probleem als hij. De heer Den Braven: Ik begrijp de vraag. Ik had hem al eerder ook van anderen verwacht. Ook mijn fractiegenoot heeft hem gesteld. Ik kom niet met een oplossing. Dat is jammer. Er is een enorme economische en maatschappelijke crisis. De regering komt vervolgens met een voorstel waarvan ik denk: hoe halen ze het in hun hoofd? Moet ik nu met een alternatief komen? Als ik het kon, stond ik niet hier, maar had ik iets anders te doen. Ten tweede vind ik dat ik niet alleen iets mag zeggen als ik met een alternatief kan werken. Als dat zo is, kan een groot gedeelte van de raad in het vervolg zijn mond houden. Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
36
De heer Lodenstijn: Dat hoeft u niet. Ik word in mijn dagelijkse werk ook met deze problematiek geconfronteerd. Ik weet hoe lastig dat is. Maar moeten we niet proberen om er met zijn allen het beste van te maken? Wat is in uw optiek het beste wat we ervan kunnen maken? De heer Den Braven: Mijn buurman rechts adviseert mij om het amendement mede te ondertekenen, waar ik mij helemaal achter kan scharen. Nee, ik heb geen oplossing. Was het maar zo gemakkelijk. Het enige is dat wij deze oplossingsrichting niet de juiste vinden. Wij begrijpen echter dat we onze uiterste best moeten doen om er iets van te maken. Er rest ons weinig anders. Als de wet na de zomer wordt aangenomen, zullen we wel moeten. Maar we zijn er niet blij mee. De heer Smits: Iemand die bij ons in de ww zit, kost minimaal 14.000 tot 16.000 euro bruto. Iemand die voor het minimumloon werkt, kost ongeveer 23.000 of 24.000 euro bruto. Het verschil is ongeveer 10.000 euro, en je hebt 100 mensen, dus het gaat om een heel groot bedrag. Bij een gemiddelde leeftijd van 50 jaar - ik weet niet of dat terecht is - hebben mensen nog 17 jaar te gaan. Het gaat om een groot bedrag, maar dan heb je het wel over meedoen op een menswaardige manier in de maatschappij. We hebben het over meedoen op een niveau waar deze mensen het beste functioneren. Ze zijn immers op een plek terecht gekomen waar ze ontzettend goed aan het werk zijn. We moeten met elkaar eens bedenken of we op een bepaalde manier met de drie gemeenten geld kunnen vrijmaken. Die 16.000 euro zijn we jaarlijks toch kwijt. De voorzitter: Ik stel voor dat we daar in tweede termijn verder op ingaan. Mevrouw IJpelaar: Ik heb een punt van orde. Ik vraag een schorsing aan voordat de portefeuillehouder aan de beantwoording begint. Ik zou graag met alle woordvoerders overleggen. De voorzitter: Ik stel voor om een minuut of tien te schorsen. De vergadering wordt geschorst tot 21.15 uur. De voorzitter: Ik heropen de vergadering. Mevrouw IJpelaar: Wij zullen de beantwoording van de wethouder afwachten om daarna nogmaals te schorsen voor overleg. Beantwoording college Wethouder Bakker: Voorzitter, geachte leden van de raad. Bedankt voor alle beschouwingen over de nota “Iedereen doet mee”. In het algemeen kan ik benadrukken dat ik mij bij veel van het gezegde bijzonder goed kan inleven in wat er gevoeld wordt. Ik begrijp ook dat u moeite heeft met de onzekerheid over datgene wat het nu precies gaat worden in de wetgeving. Dan lijkt het lastig om daar nu al concrete maatregelen aan te koppelen. Toch wil ik van de gelegenheid gebruik maken om in te gaan op de dingen die gezegd zijn. Ik zie er een paar hoofdlijnen in. Timing is een onderwerp waar veel over gesproken is en de 101 tijdelijke WSW’ers zijn een ander onderwerp. We kijken naar een onderwerp dat voor een heel groot deel door de landelijke politiek wordt gedicteerd. We hebben het uit verschillende bijdragen kunnen halen. De heer Tiemstra vroeg of alles wat uit Den Haag komt, bepalend is. Wie wikt, beschikt werd aangehaald. Voor een deel is dat wel zo, natuurlijk, maar niet helemaal. De waarheid ligt altijd in het midden. De Participatiewet heeft een bepaalde historie. We spreken nu over de derde versie in een reeks van ideeën die moeten gaan leiden tot een nieuwe vorm van participeren. Ik denk dat de titel van de nota daar ook op slaat. Natuurlijk kun je daar allerlei ironie op loslaten. Dat zou ik zelf Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
37
niet willen doen. Ik zou benadrukken dat met “iedereen doet mee” wordt bedoeld dat er anders wordt aangekeken tegen mensen die niet op reguliere wijze kunnen participeren. Het is duidelijk dat er vanaf het begin een aantal contouren in het wetsvoorstel stond die niet ter discussie staan en breed gedragen worden. Dat het sociaal akkoord in de periode tussen het aanleveren van de nota en het in de commissie brengen, een nieuwe belichting op het onderwerp heeft gegeven, maakt het proces ingewikkeld. Het nodigt uit om te zeggen dat we beter kunnen wachten tot het allemaal wat duidelijker is. In mijn beleving is het echter zo dat van uitstel geen afstel komt. Het komt op ons af en de directie van Baanbrekers heeft aan het bestuur gevraagd om duidelijke contouren zodat men invulling kan gaan geven aan de wetgeving. Nogmaals: de datum is uitgesteld en dat geeft wat lucht om beter gestalte te geven aan de uitvoering van de Participatiewet. Maar het haalt een aantal zaken niet weg. Ik denk ook dat je geen recht doet aan het veranderende denken over het participeren van mensen, als je onderdelen van de nota opschort. Uiteindelijk willen we niet doorgaan met het labelen van mensen in speciale regelingen. We zouden het liefste zien dat mensen als volwaardige werknemers meedoen binnen normale bedrijven, ook als ze geen loonwaarde hebben zoals we dat in technische begrippen uitdrukken. Zo kunnen ze deel uitmaken van de maatschappij zonder dat ze dat in specifieke beschutte werkplaatsen doen. Daarvan uitgaande is het belangrijk dat wij de kaders die in de nota staan, aan Baanbrekers geven. Men vraagt erom. Volgens mij hebben wij binnen de raad altijd gesproken over een duidelijke opdrachtformulering voor Baanbrekers. De drie gemeenteraden geven immers de opdracht aan Baanbrekers over de ‘wat’-vraag. Over de ‘hoe’-vraag hebben we het ook heel uitvoerig gehad in alle bijdragen. Met deze vraag zouden wij ons in mindere mate moeten bemoeien. Nu heb ik gemerkt dat in de vraagstelling en bijdragen heel vaak de ‘hoe’-vraag toch op tafel kwam. We willen uiteindelijk meebeslissen over wat er nu precies gaat gebeuren. Ik kan me wel voorstellen dat de raad dat wil, want het gaat niet over een paar stoeptegels die recht gelegd moeten worden. Het gaat over mensen. Maar we gaan er te snel vanuit dat voor deze mensen alleen een toekomst zou bestaan binnen een regeling zoals de WSW. Als wij heel erg ons best doen om de wet niet uit te voeren, zeggen we daarmee eigenlijk dat we niet geloven dat deze mensen als volwaardige medewerkers kunnen meedoen in het reguliere bedrijfsleven. Dat het niet gemakkelijk is vanuit de bestaande situatie, begrijp ik. Maar de sociale partners, werkgevers en werknemers hebben met elkaar afgesproken dat ze arbeidsplaatsen gaan creëren voor deze mensen. Misschien is het niet meer zo dwingend als we voor het sociaal akkoord dachten, omdat de arbeidsplaatsen toen nog door de quotumwet zouden worden afgedwongen. Nu zijn de afspraken gemaakt binnen het sociaal akkoord, wat betekent dat de werkgevers zelf het initiatief moeten nemen. Dat geldt ook voor de gemeente als werkgever. De werkgevers hebben beloofd om dat te doen. De gemeente Waalwijk zal er ook voor moeten zorgen dat ze voor 2016 arbeidsplaatsen vrijwillig invult. Het is belangrijk dat bij de uitvoering van de nota handen en voeten wordt gegeven aan de wijze waarop wij de arbeidsplaatsen binnen onze regionale werkgevers gaan realiseren. Daarvoor moeten we in contact treden met de werkgevers in de regio Langstraat om hen te vertellen dat zij functies ter beschikking moeten stellen. Dat is de rol die de gemeente heeft om de mensen die in Langstraat geïndiceerd worden, via die manier een werkplaats aan te bieden. Daar moet je in geloven en dat is het positivisme dat uit de nota spreekt. Als je er niet in gelooft, moet je er niet aan beginnen. Je moet er in geloven dat we met zijn allen op een andere manier omgaan met de mensen die op dit moment niet in de volle loonwaarde kunnen meedoen. Het is belangrijk om hiervan uit te gaan. Daar gaat de uitspraak “Iedereen doet mee” over. Dan kom je automatisch bij het punt van de WSW’ers, het tweede punt waar een groot deel van de vragen over ging. Het is ook het onderwerp van het amendement van de SGP, GroenNotulen raadsvergadering 13 juni 2013
38
Linksaf en D66. De doelstelling van het amendement staat bij het laatste punt van de dictumwijziging. Hier staat dat men de contracten van tijdelijke WSW’ers die op dit moment automatisch van een tijdelijke naar een definitieve status overgaan, moet laten doorgaan. De vraag is, afgezien van alle rekenmodellen die je erop zou kunnen loslaten, wat de financiële consequenties zouden zijn op de langere termijn. Voor iedereen die in de regeling komt, ontstaat een steeds groter gat tussen de kosten voor Langstraat en wat er qua subsidie tegenover staat. Dat brengt een structurele financiële verplichting met zich mee die ergens van betaald moet worden, bijvoorbeeld uit het participatiebudget. Het zal ten laste gaan van een heleboel andere zaken die ons te wachten staan. De vraag is ook of het verstandig is om mensen die nu via de WSW een arbeidsplaats vervullen door de nieuwe Participatiewet in een constructie te stoppen die we kunnen bestempelen als een uitsterfconstructie. Als de WSW stopt, houden de mensen die erin zitten hun rechten en plichten, maar de vraag is of je mensen in die situatie wilt brengen, waardoor je ze eigenlijk niet meer kunt plaatsen in het reguliere bedrijfsleven. We kennen immers allemaal de bedragen die gemoeid zijn met cao’s binnen de WSW. Waarom zou je deze mensen de komende tijd niet vanuit hun werkende situatie naar een baan geleiden en daarbij meteen aanspraak maken bij werkgevers om ze te plaatsen in een reguliere werkomgeving? Dat geldt ook voor gemeenten. Daar zou de inspanning op gericht moeten zijn. Ik denk niet dat de inspanningen van ons allen gericht moeten zijn op het zo lang mogelijk plaatsen van mensen in een regeling die niet meer gewenst is. Wij stellen hier de kaders en de uitvoering ligt bij uitvoeringsorganisatie Baanbrekers. Ik heb natuurlijk met de organisatie gesproken, want ik maak deel uit van het DB en het AB van Baanbrekers. Het is niet de bedoeling dat we de 101 tijdelijke WSW-contracten zo maar opzeggen. Als de nota wordt vastgesteld en aan Baanbrekers wordt gezonden als kaderstellend document, is het niet zo dat de medewerkers morgen een brief ontvangen waarin staat dat het over is. Er wordt heel hard nagedacht en veel overlegd met onder ander juridische experts, P&O en de ondernemingsraad over de vraag hoe met deze contracten moet worden omgegaan. Het betekent zeker niet dat iedereen met onmiddellijke ingang op straat staat. Dat is niet verstandig, omdat je de regeling zo lang mogelijk wilt benutten en geen hypotheek wilt nemen op langlopende verplichtingen die uiteindelijk een beslag leggen op middelen die je elders nodig hebt. Ook wil je de mensen zo goed mogelijk onderbrengen op een werkplek waar ze echt kunnen meedoen. Ik wil er verder niet op in gaan, omdat het de uitvoering betreft en het nog niet helemaal ontwikkeld is. We hebben het eerst over de kaders en de richting: het gaat over de ‘wat’-vraag en nog niet de ‘hoe’-vraag. Bovendien bevat de nota geen kortetermijnbeleid, maar langetermijnbeleid. Ze speelt in op het feit dat de arbeidsmarkt, ondanks de huidige crisis, heel sterk kan schommelen. Er wordt nog steeds een tekort begroot voor de periode na 2015. Ik kan me er iets bij voorstellen als we de demografische ontwikkeling zien: er valt niet aan te ontkomen. Er is een vraag gesteld over een toezegging die ik heb gedaan over het uitvoeringsplan voor de kwetsbare groepen. Ik had deze belofte eerlijk gezegd niet meer zo duidelijk op mijn netvlies. Mijn excuses daarvoor. Ik heb nog wel gekeken hoe het zit. Ik had het overigens ook niet kunnen doen, want de afgelopen twee jaar is er een participatiepilot geweest, waarvan onlangs een conceptrapport Social Return of Investment is opgeleverd. De pilot wordt geëvalueerd en dat moet tot het plan leiden dat ik tijdens de commissie bedoelde. Ik heb zojuist begrepen dat dit kort na de zomerperiode zijn beslag krijgt en het plan bij het DB van Baanbrekers wordt besproken. Ik kan het plan op dit moment nog niet geven. Ik heb blijkbaar een toezegging gedaan die vanuit de mond is gekomen, maar niet vanuit de hersenen. Met betrekking tot het amendement heb ik al aangegeven dat ik het op deze manier niet zou doen, ook niet omdat bij punt C staat dat de raad een aantal scenario’s ter besluitvorming voorgelegd krijgt. Dat gaat weer over de ‘hoe’-vraag en de gemeenteraad gaat niet over de wijze waarop Baanbrekers moet handelen met de 101 werknemers van de gemeenschappelijNotulen raadsvergadering 13 juni 2013
39
ke regeling. In principe gaat het dagelijks bestuur daarover en daarnaast is er nog een afvaardiging van de gemeenteraad in het algemeen bestuur aanwezig. De heer Lodenstijn: De wethouder zegt dat Baanbrekers heeft gevraagd om handvatten voor de invulling van de Participatiewet over de zaken in de Participatie die wel duidelijk en definitief zijn. Voor ons zijn echter alleen maar zaken onduidelijk. Er gaan nog veel dingen veranderen. Wat zijn de zaken die duidelijk zijn en waarop zij het raadsvoorstel zouden kunnen vaststellen? De tweede vraag gaat over de WSW’ers. De wethouder zegt dat er regelingen zijn voor WSW’ers waar we zo lang mogelijk gebruik van moeten maken. Aan de andere kant zegt hij dat je geen regeling moet willen die op korte termijn wordt afgeschaft. Dat is van tweeën één. Wil je dat de WSW’ers zo lang mogelijk van de regeling gebruik maken, of wil je er zo snel mogelijk vanaf? Wethouder Bakker: Er geldt natuurlijk ook nog een taakstelling. Die is niet voorbij voor de WSW’ers. Je zult die mensen voor een deel in de regeling moeten houden. De regeling houdt pas op 1 januari 2015 op. We willen de mensen zo lang mogelijk in de regeling houden, omdat we dan de gelegenheid hebben om iedereen gefaseerd van werk naar werk te geleiden. We moeten ze nu niet uit de regeling houden en ze thuis zetten om ze vervolgens weer onder te brengen bij een reguliere werkgever. De heer Lodenstijn: Dan hebben we twee problemen. Bij de mensen wier contract in de loop van dit jaar afloopt, heb je nog maar heel weinig tijd om ze naar ander werk te geleiden. Je hebt ook tijdelijke contracten die lopen tot 1 januari 2014. Die zou je met een jaar kunnen verlengen, want dan gaat de Participatiewet pas in. Is dat de bedoeling? Wethouder Bakker: We hebben het pas over een invoeringsdatum van 1 januari 2015 en de contracten verlopen niet allemaal per einde van het jaar. Voor iedereen die een contract heeft dat tot 1 januari 2015 met een jaar verlengd kan worden, kan de verlenging nog ingezet worden. Dat zal naar verwachting ook gebeuren. Voor degenen wier contract ophoudt, kun je twee dingen doen. Je kunt een slimme methode verzinnen om ze aan het werk te houden, bijvoorbeeld door een andere constructie die niet leidt tot een vast dienstverband, of je brengt de mensen gefaseerd van werk naar werk. Deze mensen zou je dan vooraan in de fasering opnemen. De heer Smits: Voordat ik de wethouder bedank voor de beantwoording, zou ik nog een aantal antwoorden willen op de vragen die ik heb gesteld. De wethouder is begonnen met de derde wijziging, maar ik heb erbij gezegd dat deze weer is ingetrokken. We spreken nu in feite over de tweede wijziging en die is heel anders dan degene die ik in maart onder ogen heb gekregen. Het zal waarschijnlijk ook weer heel anders zijn dan de vierde wijziging die we straks nog krijgen. De wethouder zegt ook dat er geen landelijke kaders bekend zijn. Ik zou kunnen herhalen wat de heer Lodenstijn heeft gezegd. We weten allemaal dat het ontzettend moeilijke materie is, waarin wij de gemeentelijke kaders voor Baanbrekers moeten aangeven. Als we straks tenminste nog een Baanbrekers hebben, want zo ernstig is het. Het mag hier rustig gezegd worden dat wij misschien over een paar jaar afscheid moeten nemen van Baanbrekers. Ik zou graag tijdens de schorsing nog eens overleggen om te bepalen wat wijsheid is om de mensen die het aangaat een goede stap vooruit te laten zetten. Wethouder Bakker: In het sociaal akkoord wordt gesproken over 35 werkbedrijven. Daar kun je vervolgens heel veel speculaties op loslaten, maar wij hebben de nota gebaseerd op de wetenschap van dit moment. Daar zijn de effecten van het sociaal akkoord aan toegevoegd. Het lijkt me niet verstandig om nu vraagtekens bij de nota te zetten omdat we niet weten wat er over enkele jaren gaat gebeuren. In dat geval zouden we Baanbrekers de kaders onthouden die het nodig heeft om het beleid en de uitvoering op te zetten.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
40
De heer Smits: Laat ik u uit de droom helpen. Misschien staan wij hier in november te praten over de liquidatie van Baanbrekers. Wethouder Bakker: Wellicht. Mevrouw IJpelaar: Ik dank de portefeuillehouder voor zijn prachtige betoog. Of je het er nu mee eens bent of niet, het mag gezegd worden dat het een prima betoog was. U zegt dat de nota is gebaseerd op de wetenschap die u had. Maar deze wetenschap verandert iedere dag. Wethouder Bakker: Het mooiste bewijs daarvan is dat de inhoud van de nota niet veel is veranderd. Het sociaal akkoord heeft enkel wat aspecten toegevoegd en heeft er een net iets ander licht op doen schijnen. Er komen nog veel meer veranderingen aan rondom de transities, maar dat wil niet zeggen dat we de deur van Baanbrekers op slot moeten doen. We kunnen met zijn allen achterover leunen en wachten totdat Den Haag het voor ons heeft geregeld. Ik heb vanavond meermalen gehoord dat wij in Waalwijk ook een eigen inbreng en een eigen verantwoordelijkheid hebben om goed met onze burgers om te gaan. Het lijkt mij niet verstandig om een heel passieve houding aan te nemen en voorlopig niets te doen, en pas net voor de invoering van de wet allerlei ad-hocbeleid te formuleren. Ik prefereer het om nu al een proces te starten met Baanbrekers waarin zij gedegen kunnen kijken hoe zij aan de hoofdcontouren van de Participatiewet invulling gaan geven. Ik verwacht niet dat de wetgeving nog heel veel verandert. Zo kunnen we ervoor zorgen dat Baanbrekers een gezond uitvoeringsbeleid formuleert. Als uitvoeringsorganisatie verdient Baanbrekers het dat ze van ons een heldere opdrachtformulering krijgt. De voorzitter: Er is een aantal mensen in deze zaal die het besluit liever uitstellen, omdat nog niet alles duidelijk is. De wethouder betoogt dat dit niet verstandig is. Het lijkt mij niet verstandig om nu in allerlei varianten dezelfde vragen te stellen. Verschillende sprekers willen vanuit verschillende partijen hun punt maken. Het punt is nu duidelijk en ik vind dat u elkaar iets moet gunnen. Als de een iets zegt wat in feite ook uw woorden zijn, hoeft u ze niet te herhalen. Ik wil dus alleen nog nieuwe argumenten horen. Mevrouw IJpelaar: Ik vind het jammer dat ik de portefeuillehouder net hoorde zeggen dat wij niet in deze mensen geloven als wij de nota niet aannemen. Dat zegt deze sociaaldemocraat. Mevrouw Ruygt: Ik heb een vraag over de werkbedrijven. Ik ben van mening dat we achter Baanbrekers moeten staan, zo lang we deze organisatie hebben. Dat ben ik met de wethouder eens. Maar kan hij uitleggen of Baanbrekers op dezelfde manier werkt als de werkbedrijven? Wat gaan de werkgebieden inhouden? Wij lezen en horen er van alles over, en vragen ons af wat er gaat gebeuren. De wethouder zegt dat we kaders moeten stellen en niet op onze handen moeten gaan zitten. We moeten doorgaan. Volgens de ambtenaren is kaders stellen echter nog onmogelijk, omdat ze nog bezig zijn met de verkenning. Tot slot zijn we al een hele tijd bezig om mensen met wat voor soort handicap ook, aan te nemen. Dat speelt al jaren. Hoeveel heeft de gemeente er nu in dienst? Wethouder Bakker: De laatste is een goede, maar beetje technische vraag. Ik dacht dat we er twee binnen de gemeentelijke organisatie hadden. Ik heb al gezegd dat wij, net als elke andere werkgever, moeten meedoen aan de invulling van de arbeidsplaatsen. Zo simpel ligt het. Ik denk echter dat de lokale overheid geen overgroot deel voor haar rekening moet nemen, maar een evenredig deel zullen we binnen de lokale overheid, maar ook binnen de provinciale en landelijke overheid, voor onze rekening moeten nemen. Er is meerdere malen naar de 35 werkbedrijven gevraagd, ook bij de schriftelijke vragen. De 35 werkbedrijven is een uitspraak uit het sociaal akkoord. Doordat ik ook in Arbeidsparticipatie Hart van Brabant zit, weet ik dat het nog niet duidelijk is wat er precies mee bedoeld Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
41
wordt. Gelukkig heeft de griffie een document van staatssecretaris Klijnsma toegevoegd, waarin zij iets zegt over de werkbedrijven. Zij schrijft over een virtuele paraplu over de bestaande bedrijven zoals Baanbrekers, op het niveau van de arbeidsmarktregio. Dat is in dit geval Tilburg. Er zijn 35 arbeidsmarktregio’s en er komen 35 werkbedrijven en werkpleinen. Het is niet per definitie zo bedoeld dat alle WSW-bedrijven moeten fuseren tot één werkbedrijf. Nogmaals: over dit aspect is nog niets klip en klaar, ook bij mij niet. Dit is nu net een onderdeel van het sociaal akkoord dat een ander licht schijnt op een aantal punten, maar het is niet iets waardoor wij op onze handen moeten gaan zitten en zeggen dat we het hele verhaal afblazen. Zo werkt het niet. Mevrouw De Bruijn: Mijn collega dankte de wethouder zojuist voor zijn goede betoog. Hij zegt echter zo veel in zijn bijdrage dat je de items bijna vergeet waarover je vragen wilt stellen. Maar wat voor mij niet duidelijk is, is het volgende. De wethouder zegt dat de werkgevers in 2016 de arbeidsplaatsen definitief gaan invullen. Ik snap dat niet. Kan hij dat uitleggen? Wethouder Bakker: Nee, ze gaan dat niet in 2016 definitief invullen. De afspraak is dat op zo kort mogelijke termijn wordt begonnen met het scheppen van arbeidsplaatsen. Voor de overheid is er een net iets andere regel aan toegevoegd met andere getallen. De quotumwet, die oorspronkelijk dwingend bedoeld was voor werkgevers en een boete zou opleggen als het quotum niet behaald werd, is door het sociaal akkoord tijdelijk of definitief uit de Participatiewet gehaald. De staatssecretaris zal in 2016 beoordelen of aan de afspraken wordt voldaan. Als de stand van zaken op dat moment niet voldoet, kan alsnog de quotumwet worden ingevoerd. De oude regeling, waarbij bedrijven met meer dan een x-aantal werknemers, worden geacht om 5% van hun werknemersbestand te laten bestaan uit mensen uit de doelgroep, wordt dan door de quotumwet vervangen. Mevrouw De Bruijn: Ik had gevraagd welke voorbeeldfunctie de gemeente neemt. Er lopen tussen nu en oktober negen contracten af. Wat gaat u nu doen voor deze mensen? Wethouder Bakker: De vraag bestaat uit twee aspecten. Ten eerste is het een uitvoeringsaspect dat ik graag overlaat aan Baanbrekers. Ik heb vanmiddag nog gesproken met mevrouw Van Liempt en ik heb begrepen dat er heel druk over nagedacht wordt of de contracten definitief moeten aflopen of dat er een andere vorm kan worden gevonden om mensen aan het werk te houden. De gemeente zal de plekken niet per direct in hun volle omvang overnemen. Het is niet de bedoeling dat mensen die uit de WSW uitstromen, allemaal bij de overheid in dienst komen. Het is juist de bedoeling van de Participatiewet dat de mensen in reguliere banen komen. Daar zit ook de overheid bij, want die heeft ook reguliere banen. We willen dus inzetten op het creëren van banen in de regio. Daarom is het ook zo belangrijk dat we met deze kaders naar Baanbrekers gaan, zodat zij uitvoering kunnen geven aan de begeleiding van deze mensen. Mevrouw De Bruijn: Ik kom zelf uit het werkveld. Ik heb jaren als arbeidskundige gewerkt, dus ik weet wat loondispensatie en loonsubsidie is. Als je deze mensen aan het werkt houdt, en je zorgt ervoor dat ze in bepaalde taken doorgroeien, voor zo ver dat mogelijk is, wordt het beeld bij werkgevers steeds positiever. Uiteindelijk kun je ze laten instromen. Ik wil de wethouder met klem zeggen: doe uw best voor deze mensen. Wethouder Bakker: Ik ben het met u eens, alleen ik ben niet de uitvoerder. Dat is Baanbrekers. Wat u zegt, zal ik uiteraard meenemen naar het DB. De heer Den Braven: De wethouder spreekt over geloof. Dat is een mooi begrip. Hij zegt dat je moet geloven dat het kan werken. Dat geloven wij dus niet en dat is juist het probleem. Het is niet cynisch bedoeld, maar wij geloven niet dat het kan werken. De hoeveelheid mensen die we op deze manier aan de gang willen helpen, is veel te groot.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
42
Er zijn nog een paar vragen blijven liggen. Waalwijk heeft als overheid de verplichting om banen te creëren. Volgens de cijfers die ik heb, zou de totale overheid 25.000 banen moeten aanbieden. Daar staat tegenover dat de overheid volgens de regering de komende jaren 60.000 banen moet kwijtraken. Volgens mij bijt dat elkaar. Ik hoor graag de visie daarop van de wethouder. Verder heb ik bij verschillende gemeenten gekeken naar het reïntegratiebudget dat een onderdeel is van het participatiebudget, en hoe dat gaat uitpakken met de WSWregeling zoals die er nu ligt. Bij bijna alle gemeenten wordt het reïntegratiebudget volledig besteed aan de WSW, en komt men in de huidige situatie geld tekort. Hoe gaat het college daarmee om? Het lijkt mij immers een niet te overzien probleem. Voorts heeft de wethouder gezegd dat overleg met de werkgevers nodig is. Kan hij aangeven op welke termijn hij dat van plan is, over anderhalf jaar of eerder? Wethouder Bakker: Het overleg met werkgevers over de aan te bieden banen begint op het moment dat wij de nota als opdracht aan Baanbrekers sturen en Baanbrekers start met de uitvoering van hetgene in de kaders is gesteld. Ik ga zelf geen gesprekken voeren met werkgevers, want dat is een uitvoeringshandeling die bij Baanbrekers is neergelegd. Medewerkers van Baanbrekers zullen dus op korte termijn hiermee aan de slag gaan. Dat is iets wat ik al besproken heb met Baanbrekers, maar er zullen nog meer gesprekken volgen. We moeten onderzoeken in hoeverre de bereidheid die door de sociale partners is uitgesproken in het sociaal akkoord, ook in de regio Langstraat, aanwezig is. Het feit dat een groot deel van het participatiebudget opgaat aan compensatie van de huidige WSW-regeling, besef ik terdege. Daar zijn berekeningen van gemaakt. We willen met de maatregel die hier ter discussie staat door het amendement, voorkomen dat het volledige participatiebudget van Waalwijk opgaat aan de bestaande verplichtingen binnen de WSW. We moeten de verplichtingen die uit deze regeling voortvloeien niet groter maken door nog 101 extra hypotheken voor de komende 40 jaar erbij te nemen. We moeten verstandig met de regeling omgaan en proberen om de financiële consequenties ervan te overzien. Dat klinkt hard, naar en afstandelijk, maar het gaat om enorme bedragen waar Baanbrekers verstandig mee om moet gaan. Uiteindelijk heeft Baanbrekers niet alleen een sociaal, maar ook een financieel aspect. Als het budget wordt uitgegeven aan bepaalde zaken, kunnen andere dingen niet worden gedaan. Er moet gekozen worden. De eerste vraag was een wat landelijk-politieke vraag: kan de overheids… De heer Den Braven: Er werd al eerder gesproken over de mensen van wie het contract zou aflopen. Als de overheid banen moeten afstoten - dat is immers ook een maatregel die de landelijke overheid ons oplegt - en aan de andere kant neemt ze mensen aan op basis van deze regeling, botst dat met elkaar. Wethouder Bakker: Dat klopt, maar dan benadert u het wel erg getalsmatig, alsof het aantal van 60.000 al vaststaat en er nooit meer personeel bijkomt. Ook binnen de dynamiek van personeelsbeleid bij de overheid zijn er enorme verschuivingen. Er zijn nieuwe toetreders tot de overheidsmarkt en mensen die door natuurlijk verloop uitstromen. Het is niet zo dat er geen enkele kans ontstaat voor mensen om een arbeidsplaats binnen de overheid te krijgen. Ik ga ervan uit dat men voor een bepaald percentage van de nieuwe vacatures moet putten uit de doelgroep die nu in de WSW zit. Ik geloof dat dit kan en dat het heel belangrijk is. Als je hier allemaal niet in gelooft, moet je er niet aan beginnen. Dat kan en het is uw goed recht. De heer Tiemstra: Ik dank de wethouder voor zijn betoog en wil twee aspecten eruit lichten. Ik ben het met hem eens dat wij het moeten hebben over de ‘wat’-vraag en niet over de ‘hoe’-vraag. De wethouder heeft gezegd dat we moeten proberen om de mensen vast te houden in het werk. Het mooiste zou zijn als mensen van werk naar werk kunnen uitstromen. In de ambities die in de nota staan, staat onder andere dat het contact met het bedrijfsleven moet worden geïntensiveerd om de kans op plaatsing van mensen met een afstand tot de Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
43
arbeidsmarkt, te vergroten. Dat is een ‘wat’-vraag volgens mij. We hebben vandaag een mooi artikel in de krant gelezen over het project Talent2Work in Heusden dat 41 banen oplevert. We hebben al eerder navraag gedaan wat Waalwijk van zo’n project kan leren. In het amendement staat dat we met de goede elementen uit de nota verder kunnen. Het beëindigen van de contracten van de 101 WSW'ers willen we voorkomen. Als de wethouder zegt dat de tijdelijke contracten per 1 januari 2014 niet worden beëindigd, omdat men een vaste aanstelling van rijkswege zou moeten krijgen; als hij zegt dat we de ambitie aankunnen om deze mensen elders onder te brengen of zelf een vaste aanstelling aan te bieden; en als de gemeente ervoor kan zorgen dat deze mensen niet werkloos worden, heeft de wethouder de kern van het amendement te pakken. Het gaat ons erom dat deze mensen aan het werk blijven. De wethouder formuleert een krachtige ambitie. Kan de wethouder deze ambitie waarmaken? Kan de wethouder toezeggen dat de 101 mensen met een tijdelijk arbeidscontract het komende jaar niet zonder werk komen te zitten? Wethouder Bakker: Nee. Contracten die nog verlengd kúnnen worden, wórden verlengd. Ik denk echter dat de heer Tiemstra wil weten wat er gaat gebeuren met de mensen wier contract niet meer verlengd kan worden. Ik kan deze mensen geen arbeidsplaats garanderen, want ik ga niet over de uitvoering. Het zijn werknemers van Baanbrekers die uiteindelijk door Baanbrekers naar ander werk geleid moeten worden. Ik kan me voorstellen dat in de plannen prioriteit wordt gegeven aan deze groep mensen, vanwege de urgentie van het aflopen van het contract en het gevaar van werkloosheid. Maar ik ga niet over de uitvoering en wil daar ook vandaan blijven. Een bestuurder moet niet op de stoel van de directeur gaan zitten. De heer Tiemstra: Ik vroeg ook niet hoe de wethouder het gaat doen, maar alleen óf hij het gaat doen. Als alles gewisseld is, moeten we misschien nog even schorsen. De voorzitter: Ik stel voor dat we aan het eind van de eerste termijn schorsen. De heer ?: De wethouder proeft een vorm van onbehagen over de onduidelijkheid die heerst over het raadsvoorstel. Hoe staat hij ertegenover om er een T-stuk van te maken, of om het voor kennisgeving aan te nemen? Nadat besluitvorming in Den Haag heeft plaatsgevonden, kan het college met een nieuw voorstel komen. Als er in de tussentijd nieuwe feiten zijn of nieuwe besluiten zijn genomen, kan het college het raadsvoorstel hierop aanpassen. Als we het voor kennisgeving aannemen, zijn we het in principe kwijt. Dan is het aan het college om verder te gaan met Baanbrekers over de uitvoering. De voorzitter: Ik breek even in. U vraagt of de wethouder er bezwaar tegen heeft om er een T-stuk van te maken. Wethouder Bakker: Ik vind dat we niet op onze handen moeten gaan zitten. Alle vormen van uitstel of rookgordijnen die we maar aangeven om tot extra duidelijkheid te komen ten spijt, heeft Baanbrekers behoefte aan een duidelijke opdracht. Als de conclusie nu is dat het voorstel anders geformuleerd moet worden, omdat de raad het niet wil vaststellen, begrijp ik dat niet in relatie tot de wens om duidelijke opdrachten te geven. We zeggen dan namelijk tegen Baanbrekers dat ze aan de slag moet, maar op het moment dat de uitvoering niet bevalt, kan de raad zeggen dat het voorstel niet is vastgesteld. Waalwijk staat er bovendien niet alleen in: het gaat om een opdrachtformulering in samenhang met twee andere gemeenten. Een vraag hierover was ik overigens vergeten, maar die zal ik meteen beantwoorden. De gemeenteraad van Loon op Zand heeft de nota vorige week unaniem vastgesteld. In de gemeente Heusden is de beraadslaging over de nota aanstaande dinsdagavond. De heer Van Well: In het zeer overtuigende betoog van de wethouder heb ik niet gehoord wat de gevolgen zijn voor het quotum van de 30.000 beschutte werkplekken, als we de 101 WSW’ers laten instromen in de nieuwe participatieregeling. Nemen we daar al een hypotheek op? Heb je dan niet een bepaald selectiecriterium waarbij je de sociale kant onderbelicht laat Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
44
ten opzichte van de 101 die nu in deze positie zitten? Met andere woorden: is daar al een gedachte over met de informatie die we nu hebben? Wethouder Bakker: In de nota staat dat het om 535 mensen gaat. Deze mensen zitten in Langstraat in de WSW-regeling. De 101 mensen zijn overigens niet alleen Waalwijkers, maar inwoners van heel Langstraat. Zij zouden erbij komen als wordt besloten om alle contracten te laten doorlopen in de oude regeling. Bij de afbouw naar het gewenste niveau van 30.000 plaatsen, wordt het dan extra moeilijk. Er komt 16% bij aan arbeidsplaatsen, inclusief de bijbehorende kosten. De heer Van Well: Het is dus onvermijdelijk. De discussie komt sowieso op ons af? Wethouder Bakker: Inderdaad. De heer ?: De wethouder heeft advies gevraagd aan de cliëntenraad Wwb en WSW. Heeft hij ook advies gevraagd naar aanleiding van het voorstel dat nu ter discussie staat? Onder punt 4 van het raadsvoorstel staat ‘beleidsvrijheid: de wettelijke kaders zijn op dit moment onbekend, omdat de concept wettekst nog niet openbaar is’. Bij punt 8 staat ‘fatale beslisdatum: nee’. De reden is niet ingevuld. Volgens mij kunnen wij met gerust hart zeggen dat… De voorzitter: Dit is nu weer een herhaling van een eerder besproken thema. Het gaat nu alleen om directe vragen aan de wethouder, waarop u antwoord nodig heeft om tot een oordeel te komen. De heer ?: Ik wil duidelijkheid over punt 8 hebben. Waarom staat daar ‘nee’? Wethouder Bakker: Dat komt doordat de fatale beslisdatum een bepaalde lading heeft in dit soort voorstellen. Als een wettelijke termijn overschreden wordt door het uitstellen van het besluit, wordt dit vermeld. Dat is in dit geval niet zo. Het is beleid dat we zelf naar Baanbrekers sturen. Fataal zal het niet zijn, maar wel zeer gewenst als er niet besloten wordt. De voorzitter: De heer Tiemstra vraagt om schorsing. Ik schors de vergadering twintig minuten. De vergadering wordt geschorst tot 22.30 uur. De voorzitter: Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de heer Tiemstra. De heer Tiemstra: Wij hadden behoefte aan een korte schorsing om de verschillende opties gezamenlijk te overwegen. Er is veel gezegd en er zijn veel vragen gesteld. De wethouder heeft een uitvoerige reactie gegeven. We hebben getracht om als woordvoerders over dit onderwerp een grootste gemene deler te vinden. De opties die voorlagen waren de volgende: het stuk kon bestempeld worden als een T-stuk, omdat er veel onduidelijkheid is en er veel vragen en onzekerheden werden gesignaleerd. De tweede optie is de nota vaststellen en de derde optie is de nota voor kennisgeving aannemen. Tot slot is er nog een optie om de nota geamendeerd vast te stellen, conform het amendement dat wij mede namens GroenLinksaf en D66 hebben ingediend. Hiermee wordt in ieder geval de positie van de 101 WSWmedewerkers veiliggesteld. Maatregelen zoals die op pagina 13 van de nota in het vooruitzicht worden gesteld, worden door het amendement opgeschort tegen de achtergrond van alle onzekerheid die over het onderwerp bestaat. Helaas zijn we er niet uitgekomen. We hebben geen algemeen besluit kunnen nemen over de vraag welke kant we opgaan. Iedere fractie maakt daarom zijn eigen afweging. Ik breng het amendement in stemming. Ik sta nog steeds onverkort achter het voorstel dat we daarin hebben geformuleerd.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
45
De voorzitter: Nu ontstaat er onduidelijkheid. U zegt dat het voorstel ter kennisgeving kan worden aangenomen. U zou er een T-stuk van kunnen maken en het amendement kan in stemming gebracht worden. Het een heeft te maken met de inhoud van het voorstel, het ander met het proces. Volgens mij is het handig om eerst helderheid te hebben over het proces. Als er mensen zijn die de besluitvorming willen uitstellen door er een T-stuk van te maken, mogen zij dat nu aangeven. Als blijkt dat het voorstel geen T-stuk wordt, kan de heer Tiemstra overgaan op de inhoud en het amendement ter stemming aanbieden. Ik hoor nu graag of u van het voorstel een T-stuk wilt maken. Mevrouw IJpelaar: Wij willen van het voorstel een T-stuk maken. De voorzitter: Mag ik bij handopsteking zien wie er voor is om een T-stuk van het voorstel te maken? Ik zie acht handen, wat een duidelijke minderheid is. Dat betekent dat het stuk verder ter sprake is. Er werd voorgesteld om het voorstel voor kennisgeving aan te nemen. U verandert hiermee het dictum van het voorstel, wat per motie dient te gebeuren. Als dat niet het geval is, dan is het voorstel met ongewijzigd dictum ter sprake en kan het amendement aan de orde komen. Tweede termijn De heer Van Veelen: Wij zijn van mening dat we door moeten gaan. Dat wil niet zeggen dat we het eens zijn met alles wat in het voorstel en de nota staat. Wij vinden dat we het aan Baanbrekers verplicht zijn om het voorstel vast te stellen, weliswaar met de aantekening dat we verwachten dat het college terugkomt naar de raad als er belangrijke veranderingen in het wetsvoorstel zijn. Ik heb geen argumenten gehoord die voor mij doorslaggevend zijn om er een T-stuk van te maken. Volgens ons levert het niets op als het een T-stuk wordt. Daarom zeggen wij dat het college door moet gaan en bij belangrijke wijzigingen terug moet komen naar de raad. De heer Smits: Werknemersbelang denkt er heel anders over. Wij zien in een T-stuk juist de mogelijkheid om de wethouder alle gelegenheid te geven om met Baanbrekers het plan verder te ontwikkelen. Met het voorstel van de heer Van Veelen moet het college voor elke belangrijke wijziging terug naar de raad komen. Dan raken we het overzicht kwijt. Het zou ons wat waard geweest zijn als we in januari of februari 2014, in ieder geval ruim voor 1 januari 2015, het gesprek over de Participatiewet opnieuw zouden voeren. Maar dat ligt misschien iets te dicht bij de gemeenteraadsverkiezingen. Mevrouw IJpelaar: Wij willen niet op onze handen blijven zitten, maar er is zo veel niet klip en klaar. Zelfs het ambtelijk apparaat is nog met verkenningen bezig om de kaders helder te krijgen. Wij blijven bij ons standpunt om van de nota een T-stuk te maken. Helaas is er geen draagvlak voor. Zoals ik in mijn eerste bijdrage al zei, adviseer ik het college om erop terug te komen nadat het SET zijn plannen heeft gepresenteerd en na de aanpassingen die voortkomen uit de Hoofdlijnenbrief Participatiewet. Wij houden onze rug recht en zullen tegen de nota stemmen. De heer Lodenstijn: Zoals u ongetwijfeld opgemerkt heeft bij de vraag of het voorstel een Tstuk moest worden, is onze fractie hierover verdeeld. Ik stak immers als enige mijn hand op. Mijn hele fractie is tegen het amendement. Ikzelf heb er na de uitleg van de wethouder voldoende vertrouwen in dat de contracten niet meteen worden beëindigd, maar verlengd worden totdat de einddatum duidelijk is, in de hoop dat deze mensen in de tussentijd naar ander werk begeleid kunnen worden. Mevrouw IJpelaar en de heer Smits noemden al de vele onduidelijkheden die er heersen, en ik denk dat er nog de nodige aanpassingen zullen komen. Dat is voor mij de aanleiding dat ik liever een T-stuk had gemaakt van het voorstel. De voorzitter: Ik sluit hiermee het debat over dit agendapunt.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
46
1.3 (CR1)
Vaststelling bestemmingsplan bedrijventerreinen
De tekst van dit agendapunt is al eerder opgeleverd. 1.4 (CR2) Vaststelling ontwerp bestemmingsplannen Geluidtoedeling bedrijventerrein Haven en bedrijventerrein Haven Eerste termijn De heer Den Hollander: Heeft u wel eens gehoord van een aanvullend erratum? Als u daarvan gehoord heeft, is de vraag wat de betekenis is van ‘erratum’. Het is al eerder gesuggereerd: in Waalwijk weten we alles van errata. We hebben het nu over het plan ‘Geluidtoedeling industrieterrein’. Niet eerder hebben wij met de rug tegen de muur gestaan vanwege de einddatum 1 juli 2013 bij zo’n complex voorstel. We begrijpen het principe. Het principe zou zijn dat de totale geluidbelasting eerlijker wordt verdeeld om de kavels in beeld en in bedrijf te houden voor degenen die anders achter het net zouden vissen. De wijze waarop het hier is gegaan, is een soort hogere wiskunde. We hebben alleen kunnen constateren dat in de tabellen en stukken hier en daar fouten zaten, dat er waarden opnieuw gemeten moesten worden, dat er meetpunten niet op de juiste plek zaten enzovoorts. Wij hebben echter geen moment het gevoel gehad dat we deze discussie meester zijn of kunnen zijn. We hebben ook geen moment het gevoel gehad dat we de rechten van belanghebbenden konden verdedigen. We hebben evenmin de tijd gehad om de vele technische onduidelijkheden op te helderen en we hebben geen kans gehad om met belanghebbenden te overleggen die dit allemaal treft. We kunnen dus niet beoordelen of zij op de juiste manier worden behandeld als wij dit stuk accorderen. Het betekent wat ons betreft dat het een T-stuk had moeten zijn. We hadden veel meer tijd nodig gehad om ons voor te bereiden en wij zullen daarom gepaste stappen nemen indien dit voorstel in stemming gebracht wordt. De heer Van Helden: We spreken over een raadsvoorstel waarvoor veel specialistische kennis nodig is om het goed te kunnen beoordelen. De CU-fractie heeft als uitgangspunt dat ze beslissingen neemt op basis van argumenten. In deze situatie is dat voor ons niet mogelijk. Laten we maar eerlijk zijn: de technische kennis op dit gebied ontbreekt. Toch moeten we een beslissing nemen. We hebben alle stukken goed doorgelezen en kennisgenomen van de argumenten en voorstellen van ambtenaren, en van de reacties van ondernemers. Wat opvalt, zijn de zienswijzen van bedrijven, de aanpassingen en correcties op de aanpassingen. Ervan uitgaande dat er vakkennis zit bij de ambtenaren, maar ook bij de belanghebbende bedrijven, krijgen wij een vreemd onderbuikgevoel. Oneerbiedig gezegd lijkt het op koehandel: handjeklap over beleidsregels. Maar wat is wijsheid? Er moet wederom een beslissing worden genomen, 1 juli is de deadline. Een Salomonsoordeel? Wij weten het niet. Is de portefeuillehouder bereid om na een jaar het bestemmingsplan met de betrokken partijen te evalueren en aanpassingen door te voeren als dat nodig blijkt? Als dat zo is, wordt het voor de fractie van ChristenUnie gemakkelijker om in te stemmen met het raadsvoorstel. Beantwoording door college Wethouder Van Dongen: Voor een deel komen de opmerkingen overeen met die bij het vorige agendapunt. Ik ga er niet verder op in. De materie is erg complex. Om die reden zijn we exact een jaar geleden gestart met het informeren van de raad over de geluidproblematiek. U kunt zich herinneren dat we voor het voorbereidend besluit dat een jaar geleden is genomen, uitleg hebben gegeven over de achtergrond van deze materie. Later in 2012 hebben we dat nogmaals gedaan met een batterij aan experts. We hebben toen ook aangeboden dat u langs kon komen als u nog aanvullende vragen had. De ambtenaren waren graag bereid om u verder te informeren. Het neemt niet wel dat het een lastig en ingewikkeld onderwerp blijft. Op technisch niveau is er tot op de vierkante millimeter overleg geweest met bedrijven als DSM die zich laten bijstaan door hun eigen experts. De gemeente heeft ook een externe adviseur ingehuurd. Ik heb de indruk dat er weinig zienswijzen zijn overgebleven en dat de zaak Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
47
goed is uitgepraat, met name met de maatgevende bedrijven. We moeten natuurlijk afwachten hoeveel beroepen er nog komen, maar ik heb de indruk dat men er in de meeste gevallen goed uitgekomen is. Waarschijnlijk komt er jurisprudentie over de methodieken die de gemeente heeft gehanteerd. Het is prima om dit mee te nemen in een evaluatie. De voorzitter: Ik constateer dat u geen tweede termijn nodig heeft. 1.5 Vaststellen bestemmingsplan en globaal exploitatieplan Driessen Wethouder Van Dongen: Ik zal heel kort de problematiek schetsen. We zouden het bestemmingsplan voor Driessen vorige maand vaststellen, maar we kregen bericht van de initiatiefnemer dat hij het plan financieel nog niet kon onderbouwen. Toen heeft de raad besloten om het voorstel een maand aan te houden en TNS de gelegenheid te geven de benodigde financiering rond te krijgen. In de raad van mei hebben we al even gespeculeerd over de vraag wat we zouden doen bij diverse scenario’s. Afgelopen maandag is ons medegedeeld dat de financiering niet is rondgekomen. Men is er mee bezig geweest, maar het is niet gelukt. Mogelijk lukt het de komende tijd nog, maar men kan geen enkele zekerheid geven. Dat gegeven is voor het college aanleiding geweest om de concrete bestemming op het specifieke bouwplan van de 36 woningen eruit halen. De uitvoerbaarheid is immers niet aangetoond. We vallen daardoor terug naar de oorspronkelijke globale bestemming ‘woondoeleinden, nader uit te werken’. Dit voorstel ligt nu voor aan de raad. Eerste termijn De heer Den Hollander: Het voelt bijna als een opluchting. Ik heb vandaag vernomen dat wethouder Van Dongen zijn nek heeft uitgestoken voor het plan en dat hij heel ver is gegaan om datgene te doen wat mijn fractie graag had gezien, namelijk huizen bouwen in Driessen. We hebben ook van de mensen van TNS begrepen dat zij nog niet zijn uitgepraat, maar dat zij op dit moment geen groen licht kunnen geven. Zij zeggen dat er ongeveer 2,5 miljoen euro bij elkaar is van de benodigde 4 miljoen euro. Ze hebben goede hoop dat ze de rest binnenkort bij elkaar krijgen. Vanmiddag hebben we de term ‘postzegelplan’ gebruikt. Op den duur kan op de betreffende locatie voor de 36 woningen een ander plan gemaakt worden. Wij leggen ons graag neer bij de huidige situatie. Mocht er als nog een plan van TNS komen, dan hopen wij dat het college op dezelfde manier zal handelen als het tot nu toe heeft gedaan. De heer Hooijmaijers: Mijn woorden hebben dezelfde strekking als die van de heer Den Hollander. We verwachten dat dit wordt gerepareerd. De voorzitter: Ik constateer dat een tweede termijn niet nodig is. Daarmee is dit agendapunt afgerond. 1.6 Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Hart van Brabant Eerste termijn Mevrouw IJpelaar: De GGD is overgestapt naar de nieuwe bank en nu moet de gemeenschappelijke regeling worden aangepast. De bank wil expliciet zien dat alle gemeenten goed zorgen voor hun geld. Wij begrijpen niet waar de bank nu precies bang voor is. De PvdAfractie kan zich niet vinden in deze aanpassing omdat er expliciet in de gemeenschappelijke regeling moet worden opgenomen dat alle gemeenten verantwoordelijk zijn voor de financiële verplichtingen. Op onze vraag wie verantwoordelijk is bij wanbeleid, antwoordde het college dat de gemeenten de GGD zijn. In geval van wanbeleid draaien wij op voor de financiële gevolgen. Onze fractie heeft grote moeite met dat antwoord. In feite geven wij de GGD een blanco cheque om te doen wat men wil, met de garantie dat de gemeente betaalt als het fout gaat. Onze vraag blijft overeind: welk risico brengt het met zich mee door dit punt expliciet in de gemeenschappelijke regeling te benoemen?
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
48
Beantwoording door college Wethouder Heuverling: De vraag die de PvdA-fractie oproept, heb ik natuurlijk ook gesteld. De Bank Nederlandse Gemeenten stelt het als voorwaarde dat de gemeenten garant staan. Het is niet uniek. In de gemeenschappelijke regelingen van de RAV is het ook als zodanig opgenomen. Wij zijn de GGD. Het geldt ook voor onze eigen organisatie. Als op het gemeentehuis financiële zaken fout gaan, draaien we er ook voor op. We zitten erbij, maar kunnen geen garantie geven dat er nooit iets zal fout gaan. Meer kan ik er niet van maken. Tweede termijn Mevrouw IJpelaar: Dank u voor de beantwoording. Wij hadden dit antwoord verwacht en vinden het onacceptabel. De GGD had ook een andere bank kunnen kiezen die deze aanpassing achterwege laat. De PvdA-fractie zal daarom tegen deze aanpassing stemmen. 2.5 (CS2)
Jaarstukken 2012 ISD-ML en meerjarenbegroting 2014-2017 Baanbrekers
Mevrouw IJpelaar: Allereerst betreur ik het dat wij vanochtend pas antwoord hebben gekregen op de vragen over dit onderwerp. Veel tijd om een betoog goed voor te bereiden, had ik daardoor niet. Ik zal kort zijn over de beantwoording van onze vragen. Ik kan er niet veel mee. Wij begrijpen dat het college in constructief overleg is met Vebego om te kijken hoe tot beider tevredenheid een goede oplossing gevonden kan worden. Wij kunnen niets anders doen dan deze gesprekken afwachten. Wij willen dat de gemeenteraden van Langstraat goed op de hoogte blijven van het verloop van de gesprekken, zodat we niet de put moeten dempen als het kalf verdronken is, gezien de impact die de uitkomst van deze gesprekken kan hebben op de meerjarenbegroting van Baanbrekers. Ik dien een motie in die ervoor zorgt dat wij goed op de hoogte blijven. De motie is medeondertekend door Werknemersbelang, GroenLinksaf en D66. Motie Onderwerp: Jaarstukken 2012 ISD-ML en meerjarenbegroting 2014-2016 Baanbrekers De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 13 juni 2013 Gehoord de beraadslaging, Overwegende dat: - In de meerjarenbegroting 2014-2016 van Baanbrekers staat dat de joint venture WML Facilitair per 1 juli 2010 van start is gegaan; - De overeenkomst met Vebego een behoorlijke omvang kent; - De verwachting, dat daarmee ‘alles’ vooraf was doorgenomen en duidelijk afgesproken, in de praktijk weerbarstiger blijkt; - Het aantal discussies over al dan niet operationele onderwerpen, inmiddels behoorlijk is toegenomen en de uitkomsten hiervan een behoorlijke impact op de begroting van Baanbrekers kunnen hebben, waarvan de omvang echter niet c.q. niet goed kan worden geduid; - Desgevraagd nog geen duidelijkheid kan worden gegeven over de voortgang en uitwerking van een aantal afspraken alsmede over de toekomstige ontwikkeling van deze joint venture. Verzoekt het college: 1. Bij het bestuur van Baanbrekers er op aan te dringen dat: - de drie raden van de GR vroegtijdig over ontwikkelingen van de joint venture tussen WML Facilitair en Vebego worden geïnformeerd;
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
49
2.
- Het bestuur van Baanbrekers geen beslissingen met grote financiële gevolgen neemt zonder dat deze raden hiervan vooraf op de hoogte zijn gesteld. Deze motie ter kennis te brengen van de raden van Loon op Zand en Heusden.
En gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter: De motie is ondertekend door de fracties Partij van de Arbeid, Werknemersbelang, GroenLinksaf en D66. Beantwoording college Wethouder Bakker: WML Facilitair is een joint venture tussen Baanbrekers en Vebego. Binnen de joint venture worden constructieve gesprekken gevoerd. Vanuit mijn functie in het DB van Baanbrekers weet ik dat bij deze gesprekken ook externe deskundigen uit het zakenleven betrokken zijn. Op dit moment is er niets te melden over grote problemen die eruit zouden voortvloeien voor de begroting van Baanbrekers. Er is een aantal punten dat wringt, zoals de uitbesteding van de groenvoorziening, waarbij in de joint venture op een negatieve manier werd aangekeken tegen de korting die daarop zou moeten plaatsvinden. In de motie wordt opgedragen dat het bestuur van Baanbrekers de drie gemeenteraden van de gemeenschappelijke regeling vroegtijdig over ontwikkelingen in de joint venture zal informeren. Dat lijkt me redelijk voor de hand liggend en volgens mij gebeurt het al als er bijzondere ontwikkelingen zijn. Verder staat in de motie dat het bestuur geen beslissingen met grote financiële gevolgen mag nemen, zonder dat de gemeenteraden hiervan op de hoogte zijn gesteld. Het is niet helemaal duidelijk of dit punt ook betrekking heeft op de joint venture met Vebego. Zoals het hier staat, mag Baanbrekers sowieso geen beslissingen met grote financiële gevolgen meer nemen. De tweede vraag die dit punt oproept, is wat wordt verstaan onder ‘grote financiële gevolgen’. Ik ben iemand die altijd graag helder definieert. Het lijkt me wat overbodig om de motie aan te nemen. Het eerste punt, dat de raad goed geïnformeerd wordt, lijkt mij het belangrijkste. Ik denk dat het DB van Baanbrekers in het belang van de organisatie handelt als het gaat om discussies met vennoten in joint ventures. Nu lijkt het erop dat we een soort slot leggen op de beslissingsbevoegdheid van het bestuur van Baanbrekers. Ze zouden vooraf toestemming moeten vragen aan de gemeenteraden van de drie aangesloten gemeenten. Het lijkt me dat we dan te veel op de stoel gaan zitten van de uitvoeringsorganisatie Baanbrekers. Mevrouw IJpelaar: Het is niet de bedoeling dat wij op de stoel van Baanbrekers gaan zitten, maar het verhaal met Vebego speelt al enkele jaren. Noch voor Vebego, noch voor Baanbrekers is het duidelijk wat de afspraken behelzen. Er is destijds een gentlemen’s agreement gemaakt met de voormalige directeur van Baanbrekers en het is voor niemand duidelijk. Wat ik nu zeg, staat ook in het begrotingsdocument. Daarom vind ik het onterecht dat de wethouder zegt dat ik op de stoel ga zitten van Baanbrekers. Wethouder Bakker: Dat klopt, maar het komt een beetje op mij over dat u het bestuur van Baanbrekers onder curatele wilt stellen, omdat u iets vermoedt. U zegt eigenlijk: let op, u mag zich niet meer bewegen op het gebied van Vebego. Ik weet niet precies wat u vermoedt. Ik wil ook de indruk wegnemen dat de joint venture tussen Baanbrekers en Vebego alleen gebaseerd is op een gentlemen’s agreement. Ik denk dat er geen enkele joint venture gebaseerd is op meer juridische documenten waarin de samenwerking is vastgelegd, dan bij WML Facilitair. Hij is absoluut niet op wazige afspraken gebaseerd. Het enige wat je je kunt afvragen is of beide partijen altijd even gelukkig zijn in een samenwerking waarin je 50/50 optreedt. Dat is een andere vraag. Maar ik denk dat wij ervan uit kunnen gaan dat het bestuur van Baanbrekers prima in staat is om zijn belang in de joint venture te vertegenwoordigen. Ik vind het niet aanbevelenswaardig om met Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
50
deze motie maatregelen te nemen die de beslissingsbevoegdheid van Baanbrekers aan banden legt, vooruitlopend op een eventueel verkeerd te nemen beslissing. Mevrouw IJpelaar: Het is een mooi verhaal, maar ik heb ook andere dingen gehoord. Ik hoorde dat het niet klopt wat de wethouder vertelt, maar daar ga ik verder niet op in, want ik kan het niet hard maken. De voorzitter: Ik constateer dat een tweede termijn niet nodig is.
Het besluitvormend gedeelte begint op 14 juni 2013: 2. Besluitvormend gedeelte Vaststelling zonder stemming: 2.1 Lijst van ingekomen stukken Mevrouw Odabassi: Ik zou brief 88 voor de commissie willen agenderen om te vragen wat de huidige stand van zaken is. De heer ? (LokaalBelang): Daar ben ik het mee eens. Ik heb een gesprek gehad in de Molenstraat en na een 10-jarige strijd willen we wel eens duidelijkheid hebben. Besloten wordt dit ingekomen stuk te agenderen. De lijst van ingekomen stukken is met inachtneming van bovengenoemde besluit vastgesteld. 2.2
Vaststellen verslag van de raadsvergadering op 16 mei 2013
Het verslag van 16 mei 2013 wordt ongewijzigd vastgesteld.
Vaststelling van raadsvoorstellen zonder hoofdelijke stemming (A-stukken): 2.3 (CR4)
Beheersverordeningen gemengd gebied / Natte Natuurparel / Eerste Zeine en Hoefsven
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 2.4 (CR5)
Ontwerpbegroting Omgevingsdienst Midden- en 2014 en ontwerpmeerjarenbegroting 2014-2017
West-Brabant
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 2.6 (CS3)
Begroting 2014 en jaarrekening 2012 Veiligheidsregio MWB
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
51
2.7 (CS4)
Regionalisering Gemeentearchief Waalwijk en toetreding gemeenschappelijke regeling SALHA
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 2.8 (CS5)
Begroting 2014 en jaarrekening 2012 GGD Hart voor Brabant
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten.
Stemming over raadsvoorstellen bespreekstukken (B-stukken): 1.1 (CF1)
Financiële verslaglegging 2012
De voorzitter: Bij dit onderwerp is een amendement ingediend door de fracties van SGP, GroenLinksaf en D66, over de beslaglegging 2012 gemeente Waalwijk. Tegen het amendement stemmen de leden Kuijten, Waarts, Broekmans, Hooijmaijers, Van der Sloot, De Bruijn, Van Veelen, Van Helden, Damen, Marasabessy, Van Baardwijk, Van Hamond, Van Dinther, Monsieurs, Lodenstijn, Van Well, Bourguignon, Meijer en Van Tuyl. Voor stemmen de leden Ruygt, Den Hollander, Den Braven, Odabasi, Broeders, Smits, IJpelaar en Tiemstra. De voorzitter: Het amendement wordt met 19 stemmen tegen en 8 stemmen voor verworpen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders de verslaglegging 2012 vastgesteld. 1.1
(CR3) Nota Grondexploitatie 2013
De voorzitter: Bij de Nota Grondexploitatie 2013 zijn twee amendementen ingediend. Het eerste amendement, nummer 1, is ingediend door de fracties van Lokaal Belang, D66 en CDA, en gaat over erfpacht. Voor het amendement stemmen de leden Broekmans, Hooijmaijers, Van der Sloot, De Bruijn, Ruygt, Den Hollander, Den Braven, Odabasi, IJpelaar, Van Veelen, Van Helden, Tiemstra, Damen, Marasabessy, Van Baardwijk, Van Hamond, Van Dinther, Monsieurs en Lodenstijn. Tegen stemmen de leden Kuijten, Waarts, Broeders, Smits, Van Well, Bourguignon, Meijer en Van Tuyl. De voorzitter: Het amendement wordt met 19 stemmen voor en 8 stemmen tegen aangenomen. De voorzitter: Het tweede amendement bij dit agendapunt is ingediend door de fractie van Werknemersbelang en gaat over het woonwagencentrum in Waspik. Tegen het amendement stemmen de leden Kuijten, Waarts, Broekmans, Hooijmaijers, Van der Sloot, De Bruijn, Ruygt, Den Hollander, Den Braven, Odabasi, Van Veelen, Van Helden, Tiemstra, Damen, Marasabessy, Van Baardwijk, Van Hamond, Van Dinther, Lodenstijn, Van Well, Bourguignon, Meijer en Van Tuyl. Voor stemmen de leden Broeders, Smits, IJpelaar en Monsieurs. Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
52
De voorzitter: Het amendement wordt met 23 stemmen tegen en 4 stemmen voor, verworpen. Zonder hoofdelijke stemming en met inachtneming van bovenstaand vastgesteld amendement wordt de Nota Grondexploitatie 2013 overeenkomstig met het voorstel van het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. 1.2 (CS1)
Nota "Iedereen doet mee": invoering Participatiewet per 1 januari 2014
De voorzitter: Bij dit agendapunt is een amendement ingediend door de fracties van SGP, GroenLinksaf en D66 en gaat over de nota “Iedereen doet mee”. Tegen het amendement stemmen de leden Kuijten, Waarts, Broekmans, Hooijmaijers, Van der Sloot, Broeders, Smits, IJpelaar, Van Veelen, Van Helden, Damen, Marasabessy, Van Baardwijk, Van Hamond, Van Dinther, Monsieurs, Lodenstijn, Van Well, Bourguignon, Meijer en Van Tuyl. Voor stemmen de leden De Bruijn, Ruygt, Den Hollander, Den Braven, Odabasi en Tiemstra. De voorzitter: Het amendement wordt met 21 stemmen tegen en 6 stemmen voor, verworpen. De voorzitter: Ik constateer dat de raad wil stemmen over de nota “Iedereen doet mee” en dat er stemverklaringen worden afgegeven. Mevrouw De Bruijn: In afwijking van de rest van mijn fractie, ga ik niet akkoord met het voorstel omdat er te veel onduidelijkheden zijn. De heer Den Hollander: Ik sluit me daarbij aan. Als ik instem met het voorstel, beslis ik impliciet bijna voor het lot van de 101 WSW’ers. Die verantwoordelijkheid wil ik niet, en dat is de reden om tegen te stemmen. De heer Den Braven: Ik sluit mij aan bij de vorige twee sprekers. Mevrouw IJpelaar: Wij stemmen tegen de nota, omdat wij vinden dat er te veel onduidelijkheden in zitten. De heer Smits: Voor ons geldt dezelfde reden. De heer Tiemstra: Ik zal tegenstemmen, vanwege wat op pagina 13 staat over de WSW’ers, zoals ook verwoord door de fracties van D66 en GroenLinksaf. De heer Lodenstijn: Ik zal, in tegenstelling tot de rest van mijn fractie, tegenstemmen. Dat is niet zozeer vanwege de positie van de WSW’ers, die heeft de wethouder voldoende toegelicht, maar vanwege alle onduidelijkheden die er nog zijn. Voor vaststelling van de nota stemmen de leden Kuijten, Waarts, Broekmans, Hooijmaijers, Van der Sloot, Van Veelen, Van Helden, Damen, Marasabessy, Van Baardwijk, Van Hamond, Van Dinther, Monsieurs, Van Well, Bourguignon, Meijer en Van Tuyl. Tegen stemmen de leden De Bruijn, Ruygt, Den Hollander, Den Braven, Odabasi, Broeders, Smits, IJpelaar, Tiemstra en Lodenstijn.
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
53
Na hoofdelijke stemming wordt met 17 stemmen voor en 10 stemmen tegen, de nota “Iedereen doet mee” vastgesteld, overeenkomstig het voorstel van college van burgemeester en wethouders. 1.3 (CR1)
Vaststelling bestemmingsplan Bedrijventerreinen
De voorzitter: Bij dit agendapunt zijn een motie en een amendement ingediend. We stemmen eerst over het amendement dat is ingediend door de fractie van SGP. De heer Tiemstra: Ik constateer dat er te weinig draagvlak is in de raad om het amendement met gezond verstand in stemming te brengen. Bovendien hebben wij goed geluisterd naar het betoog van de wethouder en achten wij het zeer waarschijnlijk dat er vanuit de omgeving Sprangseweg contact opgenomen zal worden met de wethouder. Ik geef het proces graag deze kans en zal het amendement om die reden niet in stemming brengen. De voorzitter: Daarmee is het amendement ingetrokken. Ik kom nu bij het bestemmingsplan Bedrijventerreinen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. De voorzitter: Ik breng de motie van de fractie van de SGP betreffende de magazijnverkoop, in stemming. De heer Tiemstra: Ik zal de motie niet in stemming brengen. We hebben op een verstandige manier over dit onderwerp van gedachten gewisseld. Ik ga ervan uit dat de wethouder deze informatie meeneemt in de verdere procedure. Ik zal het proces zeer kritisch volgen. 1.4 (CR2)
Vaststelling ontwerp bestemmingsplannen Geluidtoedeling Bedrijventerrein Haven en Bedrijventerrein Haven
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 1.5
Vaststelling bestemmingsplan en globaal exploitatieplan Driessen
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 1.6
Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
De voorzitter: Ik constateer dat mevrouw IJpelaar een stemverklaring wil afgeven. Mevrouw IJpelaar: Zoals ik in mijn bijdrage al heb gezegd, heeft mijn fractie grote moeite met dit voorstel. Wij zullen daarom tegenstemmen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 2.5
Jaarstukken 2012 ISD Midden Langstraat en meerjarenbegroting 2014-2017 Baanbrekers
De voorzitter: Ik constateer dat mevrouw IJpelaar een stemverklaring wil afgeven. Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
54
Mevrouw IJpelaar: De motie die wij hebben ingediend, houd ik aan. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. De voorzitter: De motie die de fractie van de PvdA heeft ingediend, wordt aangehouden. De heer Den Hollander: Nu is het net alsof wij hebben voorgestemd voor hetgeen u in stemming hebt gebracht toen wij naar buiten liepen voor een sanitaire stop. De voorzitter: Het is uw eigen verantwoordelijkheid om op gepaste tijden een sanitaire stop te maken. Ik concentreerde mij op de stemmingen en kan geen rekening houden met de afwezigheid van raadsleden. Dat dit de schijn wekt dat u heeft voorgestemd, is uw verantwoordelijkheid.
3.
Sluiting
De voorzitter: Ik sluit de vergadering op gebruikelijke wijze en vraag hiervoor uw aandacht. Tot slot van deze vergadering vraag ik van u een moment van bezinning, waarbij ik in ons aller naam erop vertrouw dat de genomen besluiten en de gevoerde discussies in het belang zullen zijn van onze gemeente en het welzijn van haar inwoners. De vergadering wordt gesloten op 14 juni 2013 om 00.27 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van gemeente Waalwijk van 12 september 2013. De griffier,
De voorzitter,
G.H. Kocken
drs. A.M.P. Kleijngeld
Notulen raadsvergadering 13 juni 2013
55