Gemeenteblad 2006, nr. 41a
Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Venray, gehouden op dinsdag 27 juni 2006. (voortzetting van de vergadering van 20 juni 2006)
Voorzitter:
de heer H.C.P.M. Linskens, plaatsvervangend voorzitter.
Raadsgriffier: de heer mr. J.H.G.M. van Eekeren. Aanwezig zijn de leden: de dames I.B.G.P.M. de Barbanson, P.M.F. van DijckKersten, J.E.A. Dijkema, M.A.G. Grebenjak-Benneheij, H.S.W.M. Lamers-Vorst, G.C.J. van Stelten-Houterman, E.A.K.N. Sweelssen, A.C.M. Teeuwen-Peeters en T.M.C. Voigt-Bosboom en de heren H.J.E. Bisschops, I.F.T. Busser, J.M.C.W.G. Emons, S.J.W.M. Ewals, F.E.F. van der Kruijf, M.P.H.M. Leenders, G.A.J. Lemmens, H.C.P.M. Linskens, P.W.J. Litjens, A.G.M. Loonen, J.P.M. Michels, M.H.T.G. Mulders, S.J.M. Nijssen, G.M.H. Thijssen en G.J.P.M. Verkoeijen. Tevens aanwezig de wethouders M.J.A. Emonts, P.F.C.W. van der Broeck, L.J.G.M. Heldens, E.H. Najja en J.M.T. Teunissen. Afwezig: de heer A. Koçyigit, alsmede de heer drs. J.F.H.A.B. Waals, burgemeester.
De voorzitter heropent te 19.00 uur de vergadering. Hij deelt mede dat bericht van verhindering is ontvangen van de heer Koçyigit en dat mevrouw Sweelssen en de heren Litjens en Loonen hebben laten weten later ter vergadering te zullen komen. Omdat de heer Waals in Frankrijk verblijft, zal hij met ieders hulp proberen de vergadering zo goed mogelijk te leiden. Aan de orde is het antwoord van het college in eerste termijn op de beschouwingen van de raad over de programmaverantwoording 2005, de jaarverslagen 2005 en het burgerjaarverslag. De heer Van der Broeck, wethouder: Mijnheer de voorzitter. Samenwerking Venray heeft met betrekking tot het overzicht 2005 aangegeven dat het college de nieuwe doelen die gerealiseerd zijn wel erg rooskleurig voorstelt. Zo kan ernaar worden gekeken, maar als je de tekst goed leest kun je het ook anders uitleggen; het is een combinatie van. Er zijn een aantal nieuwe doelen gerealiseerd waarmee we aan de slag zijn gegaan, zoals de WMO, het multifunctioneel centrum en het gebiedsgericht werken, maar er zijn ook een aantal dingen genoemd die inderdaad niet spiksplinternieuw zijn.
- 54 -
Met het terugdringen van het stuwmeer zouden we volgens Samenwerking Venray enigszins creatief zijn omgegaan in de presentatie ervan. Het stuwmeer bestaat uit een aantal oudere projecten en daaraan worden uiteindelijk ook weer nieuwe projecten toegevoegd die om welke reden dan ook niet zo vlotten. Als we alles bij elkaar optellen en nagaan waarmee we begonnen zijn en waarmee geëindigd, dan blijkt een daling van de daadwerkelijke omvang van het stuwmeer. De derde vraag van Samenwerking Venray luidde of we met de ontwikkeling van de programmabegroting op koers liggen conform het amendement dat indertijd is aangenomen. Het zal u niet verbazen als ik deze vraag bevestigend beantwoord. Er is een startnotitie voor opgesteld om en nabij 2005. De insteek was ervoor te zorgen dat bij de programmabegroting en de voorjaarsnota duidelijke prestatie-indicatoren worden aangegeven, zodat de raad zou kunnen beoordelen of de doelen die waren gesteld ook daadwerkelijk waren gehaald. Daarvoor is een traject uitgezet en zoals het er nu uitziet, zal de programmabegroting 2007 volledig ‘smart’ geformuleerd zijn. Hierbij wil ik het volgende opmerken. Of een weg wordt aangelegd of niet, kan honderd procent ‘smart’ worden neergezet, want dat is heel duidelijk meetbaar. Er zal echter altijd een deel in de programmabegroting zitten dat niet in eieren, appels of vierkante meters kan worden uitgedrukt. Desalniettemin werken wij eraan om ook minder harde doelen zo ‘smart’ mogelijk te krijgen. Samenwerking Venray heeft ook een vraag gesteld over de overschrijding van de wijkbestekken, gerelateerd aan een verschillende urenverantwoording, en erop aangedrongen duidelijk te maken waar de overschrijdingen zitten. Ik heb een overzicht bij me waarin de plussen en minnen zijn aangegeven; ze hebben betrekking op een 50-, 60-tal onderdeeltjes en dat zal ik de fractie na afloop met alle plezier verstrekken. In 2006 en de jaren die daarna volgen gaan we werken met gecalculeerde budgetten. In normaal Nederlands uitgedrukt komt het erop neer dat in plaats van de manier van ramen op detailniveau zoals voorheen, waarbij bij ieder klein onderdeeltje dat net weer even anders uitkwam de uren weer moesten worden aangepast, de uren nu op een wat abstracter niveau zullen worden geraamd, waardoor veel minder fluctuaties zullen ontstaan in de urenvariatie. Vervolgens kom ik bij de vraag over de omgevingsvergunning. Landelijk is bepaald dat vanaf 1 januari 2008 gewerkt zal worden met omgevingsvergunningen, hetgeen voortkomt uit een Wet algemene bepalingen. Het heeft alles te maken met deregulering en dat zal ik met een simpel voorbeeld uitleggen.. Als je je garage wilt afbreken en daarvoor in de plaats een nieuwe garage wilt bouwen, een zwembad wilt aanleggen of een stal afbreken en vernieuwen, heb je voor die verschillende onderdelen een bouwvergunning nodig, mogelijk een kapvergunning als er ergens een boom gekapt moet worden, een milieuvergunning etc. De gedachte achter de omgevingsvergunning is dat je bij het nemen van een initiatief naar het loket komt, aangeeft wat je wilt doen en vraagt alle daarvoor benodigde vergunningen beschikbaar te stellen. Het liefst zouden we die gegevens natuurlijk digitaal aangeleverd willen krijgen. Wij pakken dat op. In september vindt de eerste bijeenkomst plaats om wat in elkaar te gaan hangen en in het najaar komen we met een plan van aanpak, zodat de zaak in 2007 kan worden uitgewerkt, om per 1 januari 2008 gereed te zijn om met de omgevingsvergunningen aan de slag te gaan. De praktijk zal overigens vaak uitwijzen dat men bij-
- 55 -
voorbeeld in eerste instantie een milieuvergunning aanvraagt alvorens met een bouwvergunning enz. aan de slag te gaan, om de doodeenvoudige reden dat men eerst wel eens wil aftasten wat mogelijk is met het bouwen van een stal, of wat een ondernemer ook maar wil aanleggen. De VVD-fractie heeft, sprekend over de rapportage 2005, tevredenheid uitgesproken over het feit dat de lastendruk voor bedrijven daalt, maar tegelijkertijd vastgesteld dat de lastendruk voor burgers met 9,5% gestegen is. Op het eerste gezicht zou dat inderdaad zo kunnen lijken, maar onderaan pagina 106 is een korte uitleg gegeven waaruit blijkt dat de stijging van 9,5% vooral te maken heeft met het beëindigen van de Zalmsnip. Wordt de Zalmsnip hierin verdisconteerd, dan komt de lastenstijging uit op 2,75%. Een van de belangrijkste redenen voor deze stijging heeft te maken met het Gemeentelijk Rioleringsplan dat in 2005 is opgesteld en loopt tot 2012. In dit plan is door de raad vastgesteld dat de rioolbelasting de komende jaren met 5,5% à 6% structureel zal blijven stijgen, om het riool normaal te kunnen onderhouden, het regenwater af te koppelen en te voorkomen dat mensen natte voeten krijgen e.d. (Tijdens het betoog van wethouder Van der Broeck zijn de heren Litjens en Loonen ter vergadering gekomen.) De heer Teunissen, wethouder: Mijnheer de voorzitter. Om te beginnen wil ik een nuancering aanbrengen in de opmerking van Samenwerking Venray dat het personeelsbestand met maar liefst 7,5% zou zijn toegenomen. In het kader van de regionale handhavingstaken zijn 10,5 fte’s aan personeel naar Venray gekomen, door inbesteding zijn 5 fte’s binnengehaald, wat overigens kostenneutraal is verlopen, de griffie is op verzoek van de raad met 1,5 fte uitgebreid… De heer Busser: U spitst het nu toe op het personeelsbestand, maar onze opmerking was vooral gerelateerd aan het feit dat u alleen maar rept over het minder inhuren van externen, terwijl daar tegenover een uitbreiding van intern personeel heeft plaatsgevonden. De heer Teunissen, wethouder: In uw betoog suggereerde u dat het personeel in vaste dienst is toegenomen… De heer Busser: Wij suggereren niets, ú hebt iets gesuggereerd wat wij hebben willen relativeren! De heer Teunissen, wethouder: Laten we het daar dan maar op houden. U hebt er geen vraag over gesteld, ik had het willen verduidelijken, maar nu neem ik de opmerking van de Samenwerking Venray voor kennisgeving aan. De kosten voor voorlichting zijn inderdaad hoger uitgevallen, zoals de fractie Samenwerking Venray heeft geconstateerd. Extra aandacht is besteed aan de voorlichting rondom het ontwikkelingsperspectief en de afdeling projecten heeft meer ondersteuning op het gebied van communicatie en voorlichting nodig gehad. Die kosten waren vooraf niet in de begroting te voorzien.
- 56 -
De woonvisie is in 2005 vastgesteld en vervolgens aan de provincie toegezonden. De provincie heeft haar nog in behandeling, vandaar dat er sterretjes zijn opgenomen, in afwachting van de reactie van de provincie. Wat betreft het protocol voor e-mailverkeer kan ik mededelen dat alle e-mails die binnenkomen op het e-mailadres van de gemeente, @venray.nl, geregistreerd worden. Daarnaast wordt een groot aantal e-mails rechtstreeks naar de betrokken ambtenaren gestuurd. Het protocol is daarop aangepast en ook die e-mails zullen voortaan worden geregistreerd. Het moet in de loop van dit jaar nog verder handen en voeten krijgen, zodat ik niet voor de volle honderd procent kan garanderen dat alle e-mails die rechtstreeks naar de ambtenaren worden toegezonden nu al op dezelfde wijze worden geregistreerd. De heer Busser: Kunt u aangeven vanaf welke datum dat dan wel het geval is? De heer Teunissen, wethouder: We zullen proberen het zo snel mogelijk te doen. Een concrete datum wil ik nu niet noemen, maar laten we zeggen dat het in ieder geval aan het eind van het jaar geregeld moet zijn. De heer Busser: Het zou ons wat waard zijn als we eerder dan aan het eind van het jaar over een redelijk dichte regeling zouden kunnen beschikken voor e-mails. De heer Teunissen, wethouder: Het protocol is aangepast en iedereen moet daarnaar handelen; dat mag dus niet meer tot problemen leiden. De heer Busser: Maar dan zou je toch bijvoorbeeld moeten kunnen garanderen dat iedere ambtenaar zich vanaf 1 oktober aan die richtlijn gaat houden en dat alle e-mails vanaf dat moment ook geregistreerd worden. De heer Teunissen, wethouder: Ik ga ervan uit dat iedereen zodanig geïnstrueerd is dat de e-mails worden geregistreerd en dat daarover in de loop van dit jaar geen problemen meer kunnen ontstaan. Als ik een datum moet nemen, kan ik in ieder geval zeggen dat het vanaf 1 januari 2007 niet meer zal voorkomen. Ik ga ervan uit dat het protocol direct na de vakantieperiode bij iedereen op de harde schijf staat, d.w.z. niet op de computer, maar tussen de oren. Door de PvdA-fractie is een vraag gesteld over het salarisniveau van het personeelsbestand. In het sociaal jaarverslag maken we gebruik van landelijke cijfers uit de personeelsmonitor van het A&O-fonds en vergelijken aan de hand daarvan Venray met gemeenten van dezelfde omvang. Het gros van deze gemeenten heeft, anders dan Venray, nog een eigen afdeling buitendienst, waardoor in die gemeenten een groot aantal medewerkers in de schalen 4, 5 en 6 op de payroll staan. Bij ons is dat niet het geval. Wij hebben, om het een beetje oneerbiedig te zeggen, alleen nog maar kantoorpersoneel dat in hogere schalen is ingedeeld. De heer Heldens, wethouder: Mijnheer de voorzitter. De fractie Samenwerking Venray heeft een vraag gesteld over de uitgifte van grond, daarbij verwijzend naar de opmerking van Deloitte dat niet helemaal sprake is van een aansluiting. Het laatste is
- 57 -
juist. In feite moet de nog te verkopen grond plus aankoop minus verkoop het eindsaldo zijn van het jaar 2005. Niet alle uitgeefbare grond is echter ook daadwerkelijk uitgegeven. Er doet zich altijd een verschuiving voor naar openbaar groen en andere functies, waardoor de totaal uitgeefbare hoeveelheid die geraamd is niet altijd helemaal wordt gehaald. Ik moet toegeven dat het verschil niet door middel van locatiekaarten is bijgehouden. Inmiddels is afgesproken dat dat voortaan wel zal gebeuren en dat het verschil bij de actualisering van de exploitaties in beeld zal worden gebracht via locatiekaarten. Met Deloitte is dat al afgesproken, maar zoals bekend zal niet Deloitte, maar Price Waterhouse Coopers vanaf volgend jaar degene zijn die controleert. Vanzelfsprekend zal deze afspraak ook met PWC gestand worden gedaan. Samenwerking Venray heeft gevraagd of dit al in december kan gebeuren. Ik stel voor het te doen bij de actualisering van de jaarrekening, als alle exploitaties worden doorgerekend en geactualiseerd. De voorzitter: Aan de orde is de tweede termijn. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Mijnheer de voorzitter. In deze termijn wil ik nog een vraag stellen over de omgevingsvergunningen, zodat we daarop bij de voorjaarsnota niet meer hoeven terug te komen. De wethouder heeft gezegd dat hiervoor in het najaar de eerste stappen zullen worden gezet en dat een en ander dan ook digitaal zal worden aangeleverd. Wordt dit nog ter bespreking teruggekoppeld naar de commissie en is men in dit huis gereed voor een digitale behandeling? De heer Busser: Mijnheer de voorzitter. De wethouders zeg ik dank voor hun duidelijke antwoorden en concrete toezeggingen, al zijn de termijnen niet altijd even vlot als wij zouden willen. Wethouder Heldens heeft zojuist uitgelegd dat bij de actualisering van de jaarrekening de m2-registratie zal worden betrokken. Wat ik me afvraag is of we dan niet opnieuw in de knoei zullen komen met de accountantsverklaring en niet weer geconfronteerd zullen worden met precies dezelfde opmerkingen als nu, namelijk dat het niet klopt en dat eraan gewerkt had moeten worden. Op één vraag heb ik geen antwoord gekregen, maar ik realiseer me dat ik die aan de voorzitter van het college heb gesteld. Het ging over zijn onverschilligheid ten aanzien van het burgerjaarverslag. Ik heb gevraagd wat hij daarvan zelf vindt. Hij is er nu niet en kan er dus geen antwoord op geven. Ik realiseer me dat ik dezelfde vraag niet direct aan de collegeleden heb gesteld, maar als ze er behoefte aan hebben hierop te reageren, daag ik ze daartoe bij deze uit! De heer Van der Broeck, wethouder: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Van Stelten kan ik bevestigen dat de raad nog zal worden geïnformeerd over de omgevingsvergunning. In de commissie zal erop worden teruggekomen. De vraag of wij in dit huis klaar zijn voor een digitale behandeling zou ik wat anders willen formuleren: is de buitenwacht er wel klaar voor? Als je als burger een schuur wilt verbouwen, teken je dat niet zo professioneel uit als wanneer het door grote organisaties wordt opgepakt. Ik maak me niet zoveel zorgen dat we het intern niet aan zouden kunnen, want de
- 58 -
computers zijn allemaal met draadjes aan elkaar verbonden en het gaat dus heus wel van de ene naar de andere afdeling. Ik maak me meer zorgen over de vraag of de buitenwacht alles wel digitaal en in het juiste format zal kunnen aanleveren. Laten we daarom maar even rustig aan doen, want ik moet nog zien of het wel zo goed zal gaan als de bedoeling is. Zonder zelf veel verstand van zaken te hebben, durf ik wel te voorspellen dat het nog wel een paar jaar zal duren voordat we digitaal zo ver zijn. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Ook hierop zullen we in de commissie terugkomen. De heer Van der Broeck, wethouder: Daar was ik al bang voor! De heer Heldens, wethouder: Mijnheer de voorzitter. Als de locatiekaarten compleet zijn en een aansluiting tot stand is gekomen met de m2-registratie, zal PWC daarmee volgens mij geen problemen hebben en daarover geen opmerkingen meer maken. Ik voel mij niet geroepen antwoord te geven op de andere vraag van Samenwerking Venray. De voorzitter: Aan de orde is thans de besluitvorming. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De heer Mulders: Mijnheer de voorzitter. Voordat u het volgende agendapunt aan de orde stelt, attendeer ik erop dat wij de griffie hebben laten weten dat wij voornemens zijn een motie in te dienen naar aanleiding van een ander agendapunt van afgelopen week. De voorzitter: De griffier heeft mij daarover geïnformeerd. Ik stel voor die motie toe te voegen aan de moties en amendementen die straks in behandeling komen. De heer Mulders: Akkoord. 19. Voorjaarsnota 2006 en MUIP 2007- 2010. (Gemeenteblad 2006, nr. 39)
Blok 1: Algemene reacties op beschouwingen andere fracties en memorie van antwoord B&W. Mevrouw Dijkema: Mijnheer de voorzitter. Na het lezen van de voorjaarsnota willen wij aandacht vragen voor de prestatie-indicatoren, die naar onze mening zeker niet alle ‘smart’ geformuleerd zijn. Bij minder klachten ten aanzien van het nieuwe riool bijvoorbeeld is één klacht minder waarschijnlijk al goed genoeg en dat willen wij dan ook graag aangepast zien. Op de reacties die wij hebben gekregen over de WMO, het minimabeleid, de Floriade en het ruimtelijk beleid zullen wij bij de andere blokken terugkomen.
- 59 -
De heer Lemmens: Mijnheer de voorzitter. Het college heeft wat ons betreft tot volle tevredenheid antwoord gegeven op de vragen. Ik had me in een wat boze toonzetting tot de minister willen richten, maar blijkbaar heeft hij ons signaal in Den Haag al opgevangen, waarna hij toch met een fatsoenlijke meicirculaire voor de dag is gekomen. Daarover hoef ik dan ook geen opmerkingen meer te maken. Op de reacties van de overige fracties op de voorjaarsnota wil ik collectief reageren met de opmerking dat ik in feite bij iedereen een constructieve houding heb bespeurd om er voor de burgers van Venray het beste van te maken. De heer Thijssen: Mijnheer de voorzitter. Als de voorzitter van de raad aan het begin van de vergadering zeer met mijn instemming een ogenblik stilte vraagt voor bezinning of gebed, prevel ik voor mijzelf: Heer, geef mij kracht ter beteugeling van de macht. Er is met een sms’je op gereageerd, maar dat kon ik niet zo goed plaatsen! Het is, zoals een gewaardeerd collega-raadslid eens heeft gezegd, allemaal zo verdoomd moeilijk. Ik wil graag een bijdrage leveren aan een poging om het allemaal wat overzichtelijker en gemakkelijker te maken door op te roepen tot een gezamenlijk streven van ambtenaren, bestuurders en raadsleden, naar beteugeling, vermindering, beperking en het overzichtelijk houden van de verstikkende papierberg. Het is bij het beoordelen van het beleid op hoofdlijnen – en dat is toch primair onze taak – niet te pruimen dat je zo overstelpt wordt met details. Het is allemaal relatief, maar in relatie tot onze belangrijkste taak worden wij overstelpt met details. Weg met die verstikkende papierstroom, zou ik willen zeggen, help mij om daar boven te blijven met minder plannen en meer daden. De toekomst is begonnen en wij moeten ons niet zo lang bezighouden met gedachten over hoe het wel eens een keer zou kunnen zijn. Veel meer dan het geval is, zouden wij allemaal ons best moeten doen om ten minste concrete daden te suggereren en in discussie te brengen, in plaats van plannen. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Mijnheer de voorzitter. Na de verkiezingen van 7 maart is het in politiek Venray behoorlijk druk geweest. Buiten de coalitieonderhandelingen zijn er al diverse extra raadsvergaderingen geweest en zijn al diverse zware dossiers behandeld. Vooral voor de nieuwe partijen die zich nog aan het inwerken zijn is dat een behoorlijke klus, en nu komt daar ook nog de behandeling van de voorjaarsnota bij. Petje af voor de SP, die keurige beschouwingen heeft ingeleverd. De PvdA-fractie begint haar beschouwingen met een verwijzing naar haar winst bij de verkiezingen. Terecht merkt zij op dat zij na het CDA de tweede grootste partij is in deze raad. Jammer is wel dat zij in haar tekst niet het debat opzoekt met de andere partijen in deze raad, want dat is toch wat het duale systeem zou moeten stimuleren. Hetzelfde geldt voor de VVD-fractie. Nergens wordt de mening van de andere partijen gevraagd. Wel sluit zij af met het onderwerp burgerparticipatie, een onderwerp waarop het CDA, maar ook de coalitie, al stevig heeft ingezet met een nieuwe opzet voor de commissies. Lokaal Aktief beperkt zich tot het stellen van vragen aan het college. Jammer dat zij deze vragen niet tegelijkertijd heeft gesteld met de al eerder ingediende vragen aan het college waarop wij vorige week al antwoord hebben gehad.
- 60 -
De fractie Samenwerking Venray is wel duaal aan het werk geweest. Zij zoekt duidelijk het debat op met deze raad, en dat is positief. Uit haar beschouwing blijkt echter ook duidelijk dat zij nog niet over de teleurstelling van de verkiezingen heen is. Zij spreekt wel de hoop en verwachting uit dat collegae-raadsleden en het college op een positieve en constructieve manier de beschouwingen zullen bespreken. Van de andere kant hopen wij dat de leden van de fractie Samenwerking Venray de komende vier jaar toch op een positieve en constructieve manier invulling zullen geven aan deze raadsperiode. Op de beantwoording van het college gaan wij niet inhoudelijk in. Wel kunnen wij zeggen dat de antwoorden op de gestelde vragen kort, concreet en duidelijk zijn. Ook de reactie op onderdelen waarbij niet specifiek vragen zijn gesteld aan het college, is een prettige bijkomstigheid en maakt het ons mogelijk vanavond een debat te voeren op hoofdlijnen en op visie. Het CDA zal zich daartoe, zoals het hoort, dan ook beperken. De heer Busser: Mijnheer de voorzitter. Als Samenwerking Venray vanavond de bokkenpruik op zou hebben, zou ze het voorafgaande betoog gedeeltelijk wellicht als provocatie opvatten, maar we hebben de bokkenpruik niet op en zien het daarom als een open uitnodiging om constructief met elkaar in overleg te gaan. De inleiding van onze eerste termijn bij de algemene beschouwingen kort samenvattend zijn wij tot de conclusie gekomen dat, wil het democratisch model functioneren, niet alleen de oppositie een rol moet willen spelen, maar ook de coalitie er zorgvuldig over moeten waken dat ze de randvoorwaarden schept om het model te laten functioneren, en dat wij van dat besef helaas te weinig hebben kunnen terugvinden in de voorliggende stukken, die volgens ons veel meer het intense verlangen van vooral het college uitademen om de lastige oppositie vooral geen enkele mogelijkheid of aanleiding te geven tot discussie. Die gedachte drong zich des te meer op door de wijze waarop het college de raad onder grote tijdsdruk heeft gezet, de commissiebehandeling van de voorjaarsnota onmogelijk heeft gemaakt, een gedegen voorbereiding door de fracties gefrustreerd heeft door pas op het allerlaatste moment de voorjaarsnota aan de fracties te doen toekomen en zelfs het collegeprogramma, de basis voor vier jaar begroten, door te schuiven naar het najaar. We moesten daarbij denken aan een stukje begin dit jaar in Elsevier, getiteld ‘Het land van de stok’ – misschien zal de heer Thijssen zich daarin wel herkennen, als ik zijn betoog goed heb beluisterd –, met het college in de rol van caissière en de raadsfracties in de rol van klant. Je bent je boodschappen nog uit je wagentje aan het halen als de caissière al begint te scannen. Je inkopen schuiven over de band in een grote bak, waarin al snel een ophoping ontstaat. Terwijl je net begonnen bent om je inkopen snel weer in je wagentje te leggen, verlies je de wedstrijd van de caissière en moet je intussen al afrekenen, waarna je doorgaat met het inladen van je wagentje. Maar je bent niet snel genoeg: de stok wordt ingezet. Je spullen worden door de caissière met een lange stok naar een smal stukje van de bak geperst, waar ze als het ware al buiten zijn, en terwijl je nog staat te graaien is je opvolger in zijn deel van de bak bezig om zijn boodschappen in de kar te leggen. Ziedaar de tactiek van het college: bedelf ze onder de boodschappen, duw gewoon door, dan zitten zij met een probleem en kunnen wij lekker verder. Het blijkt ook uit de
- 61 -
antwoorden in eerste termijn. Soms wordt omstandig om een concreet antwoord heen gedanst, soms komt er een reactie die in het geheel niet aansluit bij de gestelde vraag en het college maakt het helemaal bont door op vragen te reageren die niet aan hen zijn gesteld, maar aan de collega-fracties, waarmee ze al op voorhand de discussie lijken te proberen te manipuleren. Bewust spreek ik van ‘reacties’, want antwoorden zijn er nauwelijks gegeven. En achteloos doet het college het nog eens dunnetjes over met zijn brief van 22 juni over de meicirculaire, waarin een aantal voorstellen zijn opgenomen die, als we niet uitkijken, meteen geacht worden mee besloten te zijn in de behandeling van de voorjaarsnota. Dat gaat Samenwerking Venray wel echt heel veel te ver. Het college stelt voor dat het een vrijbrief moet krijgen voor de besteding van middelen voor uitvoering van het collegeprogramma. Wij kunnen daarmee niet instemmen. Wij vinden dat het college zich aan de afgesproken procedures moet houden, concrete voorstellen moet doen en die met bijbehorende budgetten per onderdeel dient te begroten, dan wel de raad tussentijds om krediet dient te vragen. Derhalve is toevoeging van de ruimte uit de meicirculaire aan de algemene reserve of de post onvoorzien de enig juiste optie als het college nog geen concreet uitgewerkte voorstellen kan presenteren. Ik ben benieuwd hoe de andere fracties hierover denken en kom daar in blok 6 graag nog op terug. Bij het schrijven van onze eerste termijn kenden wij uiteraard de beschouwingen van de andere fracties nog niet en sloten we onze inleiding af met te zeggen: misschien zien we het verkeerd en is deze voorjaarsnota niet het minst betekenende en minst zeggende stuk van de laatste vijftien jaar, maar juist het meest veelbetekenende, omdat coalitie en college de intentie hebben om hiermee alle ruimte en mogelijkheden te bieden om tot raadsbreed gedragen beleidsuitvoering te komen. Daarover hopen we dan de komende week door de behandeling in deze raad meer duidelijkheid te krijgen. Hoe wij denken hoe het college daarin zit, zal u inmiddels wel duidelijk zijn. Ze hebben wat ons betreft dan nog wel wat handreikingen aan de raad te doen. In de beschouwingen van de andere fracties, en met name van de coalitiepartners, hebben we gelukkig een andere boodschap kunnen lezen, een waarin duidelijk wordt dat met hier en daar accentverschillen in deze raad in soms wisselende meerderheden toch veel gelijkgestemdheid is over heel veel onderwerpen. Dat geeft vertrouwen in de uitkomst van het debat en is een lichtpuntje voor deze raadsperiode. Mevrouw Van Dijck-Kersten: Mijnheer de voorzitter. Na de verkiezingen veranderden in ieder geval getalsmatig de verhoudingen binnen de raad, ook in de coalitie. Als coalitie willen we ons sociaal gezicht blijven behouden, ook als er soms lastige keuzen moeten worden gemaakt. Het collegeprogramma sluit hier goed op aan en maakt de ambities en de doelen, in de vorige raadsperiode ingezet, nu waar. We gaan zaken in de vorige periode opgestart nu afmaken. Dit zullen we kritisch en opbouwend volgen en naar ik bij andere fracties heb geconstateerd zij ook. Wel kritisch en in meer of mindere mate opbouwend. Dat laatste is in ieder geval voor ons het geval. Ondanks het feit dat in onze algemene beschouwingen geen vragen staan, menen wij prima in staat te zijn om, als een stuk ‘sec’ geschreven wordt, zonder vragen, daarbij vragen en opmerkingen te maken zonder dat ons dat specifiek gevraagd wordt.
- 62 -
Een aantal discussies met betrekking tot de voorjaarsnota zullen we nu niet voeren, maar op een ander tijdstip, of hebben dat al gedaan. De meeste fracties hadden over een aantal zaken goed nagedacht. Waar inVENtief na de eerste helft van de raadsvergadering met haar beschouwinkje kwam, onze dank hiervoor – mijn cartridge heeft er nauwelijks iets van gemerkt –, kan ik zeggen dat wij al visie hadden en dat wij de knopen doorhakken en niet de ambtenaren. Laten we hierover duidelijk zijn: dat is onze taak. Laat onze inzet vooral gezamenlijk zijn en bestaan uit het waarmaken van beloften en het nakomen van afspraken. Hierin kunnen we constructief en gezamenlijk optrekken, oppositie en coalitie. Daarover zijn we het alvast eens. De heer Van der Kruijf: Mijnheer de voorzitter. De antwoorden van het college op de algemene beschouwingen van onze en andere partijen waren kort en bondig, soms wat lang, maar zo nu en dan ook onvoldoende. Gaande de avond zullen we aangeven waar de antwoorden te kort, dan wel onvoldoende waren. De reacties van de andere fracties zijn zeer divers. Het viel mij op dat de coalitie reageert in termen van ‘meedoen’, ‘doorontwikkelen’, ‘we zien perspectieven’ en ‘passende groei’, terwijl de oppositie daarentegen meer reageert met woorden als ‘wat moet ik ermee?’, ‘een hele klus’, ‘ambtenaren maken geen beleid’. Dit is zo’n beetje het spectrum dat ik constateerde na het lezen van alle reacties. De VVD zal gaandeweg de route scherp, kritisch en constructief blijven en waar nodig aansturen op wegen die doeltreffender, sneller en met minder kosten tot het gewenste doel kunnen leiden. Ook kosten in z’n algemeenheid zullen wij nauwlettend volgen en op tijd waarschuwen om toch vooral met beide benen op de grond te blijven staan, zodat het gevaar van prestigeobjecten omgebogen kan worden in haalbare projecten. In de algemene beschouwingen van de fracties wordt regelmatig de vraag gesteld wat andere fracties van hun standpunt vinden. Wij hebben veel sympathie voor die vragen en gaan die ook beantwoorden, maar dit bestek is veel te kort om op die enorme hoop vragen nu antwoord te geven. Ik beloof echter dat wij een antwoord zullen geven zodra dit soort zaken op de agenda komt te staan. Blok 2: Programma 9 (Bestuur). De heer Busser: Mijnheer de voorzitter. Om te mogen beginnen met het onderwerp waarmee we onze eerste termijn eindigden, is een bijzondere gewaarwording, temeer omdat het een voorstel betreft dat onze burgers niet direct lijkt te raken, waardoor het zou kunnen lijken dat wij hen niet voorop stellen. Het tegendeel is echter waar. Met het voorstel om deze raad beter te faciliteren op ICT-gebied, denken wij onze interne besluitvormingsprocessen een kwaliteits- en snelheidsimpuls te kunnen geven en de taken waarvoor we gekozen zijn efficiënter en effectiever te kunnen uitvoeren. Ons voorstel is dan ook om raadsleden te voorzien van een snelle en geluidsarme laptop met bijbehorende software en snelle verbindingen, ook in de raadzaal. Zonder om hun mening gevraagd te hebben, meent het college nog voordat we een reactie van de andere partijen hebben gekregen te moeten reageren dat het college van mening is dat het voor de discussievoering in de gemeenteraad niet bevorderlijk zou zijn om tijdens
- 63 -
de vergadering gebruik te maken van computerfaciliteiten. Het zou te veel een verstorend effect op de voortgang van de vergadering hebben. Verder stelt het college dat de overige verzoeken meegenomen worden binnen het nieuwe informatiebeleidsplan. Ten aanzien van die twee onderdelen van deze reactie willen we nu nog het volgende meegeven. We zijn van mening dat het zeker niet verstorend behoeft te werken dat in de vergadering van computerfaciliteiten gebruik wordt gemaakt, integendeel: een snelle raadpleging via bijvoorbeeld een gemeenschappelijke chat kan heel wat schorsingen voorkomen. Het heeft er meer van weg dat het college er niet bij gebaat denkt te zijn dat de fracties elkaar beter en sneller zullen begrijpen en de kansen om zand in de communicatieve raderen te strooien daardoor minder worden. En komt de een of de ander met het argument dat het niet transparant zou zijn, dan moeten we daarvoor maar een oplossing bedenken, zoals bijvoorbeeld het zichtbaar maken van die chat op een beeldscherm voor pers en publieke tribune. De toezegging van het college om de rest van de verzoeken mee te nemen in het nieuwe informatiebeleidsplan is ons iets te mager. Wij weten allemaal hoe het met de snelheid van uitvoering van informatiebeleidsplannen tot op heden gesteld is. Derhalve komen wij met een amendement dat de randvoorwaarden schept tot het op korte termijn realiseren van onze voorstellen. Met betrekking tot deregulering het volgende. We zijn er voorstander van om overbodige regelingen te verwijderen en zien ook mogelijkheden om deregulering te verwezenlijken bij de implementatie van omgevingsvergunningen. We zijn vooral benieuwd naar de reactie van de andere fracties die dit item aanvankelijk hebben opgevoerd, maar willen in ieder geval nog op één punt wijzen als het gaat om de implementatie van de omgevingsvergunningen. Wat ons betreft moet daarbij geprobeerd worden zoveel mogelijk zaken onder het regime van de melding te laten vallen, bijvoorbeeld ook de plaatsing van containers van buitenlandse werknemers. Dit zou kunnen door een zogenaamde melding met geïntegreerde overeenkomst van tijdelijkheid, de verplichting inhoudende om na afloop van de termijn ook op te ruimen. Het laatste thema van dit blok: het door ons ingebrachte onderwerp informatieplicht, i.c. risicomanagement. Vooral om dat laatste gaat het ons. We hebben ons hooglijk verbaasd over de reactie van het college aan het adres van het CDA bij de technische beantwoording van vragen en derhalve de vragen nogmaals in onze eerste termijn verwerkt. Het college stelt opnieuw dat dit geen zaak van of voor de raad zou zijn. Wij blijven echter van mening dat, ondanks het feit dat de bedrijfsvoering een verantwoordelijkheid van het college is, deze verantwoordelijkheid ondergeschikt is aan en afgeleid van de verordenende, kaderstellende en controlerende bevoegdheden van de raad. Derhalve dienen wij een motie in, waarin de nadrukkelijke wens van de raad verwoord is om kennis te nemen van de rapportage en het zwaarwegend advies aan het college wordt gegeven om het rapport ter bespreking aan de raad voor te leggen. De heer Bisschops: Mijnheer de voorzitter. In onze beschouwingen hebben wij ook iets gezegd over de facilitering van de gemeenteraad. Wij hebben dat echter wat meer getrokken in het kader van de huisvesting van dit gebouw. Het wordt ons inziens hoog tijd dat hier het een en ander gaat gebeuren. Er lagen plannen voor, maar die zijn bevroren. Daarin zal nu snel verandering moeten komen. In dat geheel past ook
- 64 -
de facilitering van de fracties. De fracties zouden op een gegeven moment fractieruimten krijgen en die zouden gefaciliteerd moeten worden. Dat onderdeel dient naar ons oordeel in het kader van de herhuisvesting snel te worden opgepakt. De fractieruimten worden nu al wel gebruikt, maar door anderen. Wij vinden dat de fracties op dat punt nu langzaam maar zeker gefaciliteerd moeten worden. Over het voorstel van Samenwerking Venray om in de raadzaal laptops te gebruiken ben ik iets minder enthousiast. De voordelen ervan zie ik wel, maar volgens mij zijn er ook nadelen aan verbonden. Ik zie het niet zitten dat hier boven een groot scherm komt te hangen waarop de chats worden geprojecteerd die binnen de raad plaatsvinden. Doen we dat niet, dan wordt het voor mensen op de publieke tribune erg ondoorzichtig waarom op een gegeven moment iets gebeurt, waarom opeens partijen elkaar wel of niet vinden, enz. Ten behoeve van de transparantie is het daarom beter het hier maar te laten uitspreken. Behalve dat je af en toe iets kunt opzoeken, wegen de voordelen van het gebruik van een laptop mijns inziens niet op tegen de nadelen. Over de deregulering zijn wij het wel met Samenwerking Venray eens. Wat verouderd en overbodig is, kan weg. Daarbij wil ik ervoor waarschuwen dat wij ervoor zullen moeten waken dat aan de ene kant regels worden afgeschaft en aan de andere allerlei nieuwe regeltjes worden ingevoerd die de zaak weer vertroebelen. De heer Van der Kruijf: Mijnheer de voorzitter. Met de beide vorige sprekers delen wij de wens aangaande de vergaderruimte voor de fracties. Vooral bij piekbelasting ontstaan er nu problemen. Wij verzoeken het college dan ook met klem daarvoor naar een oplossing te zoeken. In het seniorenconvent is er eerder op aangedrongen daarover in het presidium wat gedachten los te laten. Ik ben er een voorstander van om met alle fracties gezamenlijk in eerste instantie eens te inventariseren waaraan behoefte bestaat, om vervolgens langzamerhand naar een situatie te groeien waarin we kunnen zien wat er daadwerkelijk nodig is. Het voorstel van de heer Busser om van de raadzaal een soort chatroom te maken gaat in mijn optiek iets te ver… De heer Busser: Ik heb het chatten alleen als voorbeeld gebruikt om aan te tonen hoe je kunt omgaan met critici die het niet meer transparant vinden. Op die manier zou daarvoor dan een oplossing kunnen worden bedacht, maar het hoeft natuurlijk niet dé oplossing te zijn. De heer Van der Kruijf: Het lijkt me goed eerst eens te inventariseren wat er per fractie leeft, om zo naar een oplossing toe te groeien. Wat de deregulering betreft, vindt Samenwerking Venray de VVD natuurlijk geheel op haar lijn. Met de heer Bisschops zijn wij het anderzijds eens dat we niet twee regels moeten afschaffen om er vervolgens weer drie te introduceren. Het lijkt me daarom verstandig zaken in het kader van de APV te clusteren en aan de hand daarvan te bekijken wat echt definitief afgeschaft kan worden. In dit verband vind ik het alvast een heel goed initiatief van wethouder Van der Broeck om de WMA-commissie anders vorm te geven. Wij zijn heel benieuwd of dit initiatief uiteindelijk ook zal leiden tot deregulering en minder frustratie.
- 65 -
Mevrouw Dijkema: Mijnheer de voorzitter. Graag wil ik even reageren op de opmerkingen die zijn gemaakt over computers en de vergaderruimten. Wij maken vrij frequent gebruik van vergaderruimten en het is eigenlijk nog nooit voorgekomen dat we ‘nee’ te horen hebben gekregen… De heer Bisschops: Het gaat ons met name om permanente ruimten waarin je ook je spullen kunt opslaan en eventueel archief kunt voeren. Mevrouw Dijkema: Akkoord. Het werken met computers heeft zeker voordelen, maar nadeel is anderzijds dat je dan met je hoofd in dat ding zit en vergeet elkaar aan te kijken of te vragen waar iemand het eigenlijk over heeft. Ik ben er daarom geen voorstander van dat hier zo’n ding op de tafel komt te liggen. De heer Lemmens: Mijnheer de voorzitter. Ten aanzien van de faciliteiten voor fracties delen wij de mening van de heer Bisschops. Over de faciliteiten die de heer Busser zich voorstelt denken wij echter iets anders. Ik geef eerlijk toe dat ik blij ben dat ik thuis met mijn eigen, vertrouwde p.c. een beetje overweg kan en ik wil het anderen niet aandoen om zich met mijn gestuntel op dat gebied te bemoeien! Wat wij wel missen, is een aansluiting in de fractieruimte op het BIS waarmee we de vastgelegde gegevens heel vlug kunnen terughalen. Ik weet overigens dat deze vraag eigenlijk te vroeg komt, omdat de zaken op digitaal gebied nog niet helemaal afgehandeld zijn. Met betrekking tot de deregulering kunnen wij ons aansluiten bij de woorden van de heer Van der Kruijf. Laten we inderdaad eens goed in de APV nagaan welke regels gestreept kunnen worden, want het is inmiddels een heel boekwerk geworden, maar moet toch regelmatig voor den dag worden gehaald; als er dan alleen echt bruikbare dingen in staan, vergemakkelijkt dat het gebruik van de APV. Wat de omgevingsvergunning betreft, willen wij eerst eens afwachten hoe de zaken op dat gebied zich gaan ontwikkelen. Ik denk niet dat er ten aanzien van vergunningvrije bouwsels veel zal veranderen. Zodra de desbetreffende evaluatie ons wordt voorgelegd, kunnen wij een mening terzake ventileren. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Mijnheer de voorzitter. Allereerst wil ik tot de heer Lemmens opmerken dat je met een computer met de juiste programma’s in de fractieruimte wel degelijk het BIS kunt raadplegen; er kan zelfs geprint worden. De heer Michels kan precies uitleggen welk programma daarvoor nodig is. De heer Lemmens: Het is fijn dat mij meteen hulp wordt aangeboden, maar u snapt wel dat wij die ook in onze eigen fractie wel hebben. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Met de fractie Samenwerking Venray zijn wij het eens dat er iets zal moeten gebeuren aan de facilitering van de raad, want laten we eerlijk zijn: wat we nu hebben is minimaal. Of het voorstel van Samenwerking Venray echter het juiste is, betwijfelen wij. Zoals mevrouw Dijkema al zei: als wij zo’n laptop voor ons hebben staan, duiken we erin met ons gezicht. We zijn nog steeds
- 66 -
druk doende ons het debatteren aan te leren, maar dan wordt er niet meer gedebatteerd, maar worden over en weer alleen nog sms’jes rondgestuurd. Dat is niet transparant en volgens mij zal het ook helemaal niet werken. Ik ben het er wel mee eens dat we op korte termijn een discussie moeten aangaan over de vraag wat we nodig hebben in deze raad. Aan de huisvesting zal in ieder geval nodig iets gedaan moeten worden. Zeven partijen delen drie fractieruimten en als je twee uur zit te puffen van benauwdheid e.d., is het ondoenlijk om het werk dat wij hier moeten doen uit te voeren. Ik zie een aantal ambtenaren nu lachen, die denken zeker: bij ons is het boven niet beter, maar ook daaraan wordt gewerkt, dames en heren! Na het zomerreces zullen we hierover met elkaar een discussie moeten aangaan. Sowieso zal dan ook een discussie moeten worden gevoerd over de fractiebudgetten. Aan de hand daarvan kunnen we dan nagaan welke mogelijkheden er zijn om zaken aan te schaffen. Over de deregulering zou ik het volgende willen zeggen. Als de wethouder ervan overtuigd is dat het met de digitalisering helemaal klopt, is het misschien een idee om de burgers digitaal te vragen welke regels van hen weg mogen. Over het risicomanagement is nog niet zoveel gezegd, maar wij willen er wel op reageren. In onze technische vragen hebben wij al de vraag gesteld wanneer wij dat rapport tegemoet kunnen zien. Het antwoord van het college daarop was naar onze mening niet echt transparant. Wij zijn het met de heer Busser eens dat dit rapport ter bespreking aan de raad moet worden aangeboden. Risicomanagement is een breed begrip en behelst meer dan alleen de financiële risico’s. Daarom zal ook de raad daarover moeten praten. De griffier doet voorlezing van het amendement en de motie die door de fractie Samenwerking Venray zijn ingediend: “De raad van de gemeente Venray, in vergadering bijeen op 27 juni 2006; • gelet op het in eerste termijn ingediende voorstel van Samenwerking Venray m.b.t. het beschikbaar stellen van ICT-faciliteiten aan fracties in de raadzaal en fractieruimten, welke alsook daarbuiten te gebruiken zijn; • gelet op de reactie van het college in eerste termijn; • gehoord de beraadslagingen; besluit een bedrag van maximaal 45.000 euro (af te schrijven in de resterende maanden van deze raadsperiode ) beschikbaar te stellen voor het realiseren van deze voorzieningen, deze voor 2006 te dekken uit de post onvoorzien en voor de komende jaren op te nemen in de begroting 2007 e.v. en de griffie op te dragen na het zomerreces een implementatievoorstel aan het presidium voor te leggen, en gaat over tot de orde van de dag.” (amendement nr. 1) “De raad van de gemeente Venray, in vergadering bijeen op 27 juni 2006; • overwegende dat de bedrijfsvoering weliswaar een verantwoordelijkheid van het college is;
- 67 • overwegende dat deze verantwoordelijkheid ondergeschikt is aan en afgeleid is van de verordenende, kaderstellende en controlerende bevoegdheden van de raad; • gehoord de beraadslagingen; spreekt de nadrukkelijke wens uit kennis te nemen van het rapport m.b.t. de 0meting naar de niet-financiële rechtmatigheid en geeft het college het zwaarwegend advies dit rapport ter bespreking aan de raad voor te leggen; en gaat over tot de orde van de dag.” (motie nr. 11)
De heer Busser: Mijnheer de voorzitter. Graag wil even reageren op wat de overige fracties hebben opgemerkt over ons voorstel tot facilitering, omdat ik daarin enige misvattingen heb beluisterd, c.q. zaken die de besluitvorming over het amendement kunnen beïnvloeden. Uit sommige betogen heb ik de indruk gekregen dat nog niet iedereen het niveau is ontstegen om een computer te zien als een heilige monstrans, waarbij de ogen op kwatta worden gericht, in plaats van het te zien als het simpele instrument dat vergelijkbaar is met een potlood of met pen en papier. Achter de eerste bullit in het amendement wordt gesproken over het beschikbaar stellen van ICTfaciliteiten aan fracties in de raadzaal en fractieruimten. Het beschikbaar stellen van dergelijke faciliteiten hoeft niet per definitie te betekenen dat die hier ook daadwerkelijk worden gebruikt. In die zin hoeft het dus niets af te doen aan het amendement, temeer daar in het voorstel zelf al is aangegeven dat de griffie na het zomerreces met een voorstel zal komen en ik kan me voorstellen dat de griffie dat niet doet zonder de fracties te raadplegen. In de raadzaal zouden we te zijner tijd eventueel een beperkt experiment kunnen uitvoeren. Wij zien geen reden om het amendement aan te passen, omdat datgene wat naar voren is gebracht past in de tekst van het amendement. Blok 3: Programma’s 1 (Sociale zaken en werkgelegenheid), 2 (Onderwijs en kinderopvang) en 7 (Cultuur, sport en recreatie). Mevrouw Van Stelten-Houterman: Mijnheer de voorzitter. Het zal niemand verbazen dat wij het onderwerp ‘dependance speciaal onderwijs’ hebben geagendeerd. Het CDA vraagt hiervoor immers al lange tijd aandacht, vooral in de commissie MD. In het kort wil ik aangeven waarom het gaat. Er zijn 120 leerlingen die iedere dag naar Venlo gaan om daar deel te nemen aan het speciaal onderwijs, niet vrijwillig, maar omdat deze kinderen dit speciaal onderwijs nodig hebben. Wat betekent dit voor die kinderen? Iedere dag vroeg op, een busje of taxi in en eind van de middag pas weer naar huis. Velen van u weten dat dit niet altijd zonder gevaar is, zeker als er geen begeleiders bij zijn. Het is vaak onrustig in die busjes, de chauffeurs hebben geen tijd om erop te letten, er wordt veel gepest onder elkaar, de kinderen hebben tenslotte de hele dag op school gezeten en ze zitten niet voor niets op het speciaal onderwijs: ze hebben aandacht nodig. Daarnaast kunnen de kinderen ook niet, zoals het hoort, na schooltijd nog even buiten spelen of spelletjes doen met leeftijdgenoten, want ze zijn vaak pas laat in de middag thuis. Nu is er een kans om een dependance naar Venray te halen en gelukkig is ook de SPOV enthousiast. De kosten hiervan kunnen nooit hoog zijn. De gemeente hoeft alleen de huur te betalen van een overheadlokaal, zijnde een ruimte waar de organisatie van de dependance moet zitten. De klaslokalen e.d. vallen
- 68 -
gewoon onder het huisvestingsplan waarvoor het rijk betaalt. Daar tegenover staat dan ook dat de gemeente niet meer zoveel kosten behoeft te betalen in verband met de reisgelden. Een precieze schatting van de kosten kunnen wij op dit moment niet geven, maar het is ook een principiële keuze die wij maken. Wij kiezen voor de kinderen. Kijkend naar onze strategische visie kan hiertegen eigenlijk alleen maar ‘ja’ worden gezegd. Voorzieningen, zeker zorgvoorzieningen, moeten we zo dicht mogelijk bij de burgers houden. Nu hebben we de kans om dit te doen en die kans mogen we niet laten schieten. Samen met PvdA en Lokaal Aktief dienen wij een motie in, waarin de wethouder wordt opgedragen in de begroting 2007 de gelden te reserveren die nodig zijn en de dekking daarvoor te halen uit de post onvoorzien. Het schoolzwemmen is niet door ons geagendeerd, maar in deze eerste termijn wil ik hierop ook wel meteen onze reactie geven. Wij ondersteunen in dezen de visie van het college. Schoolzwemmen is een eerste verantwoordelijkheid voor de ouders. Het is gebleken dat de scholen hiermee een probleem hebben, omdat een deel van de ouders niet bereid is bij te dragen in de kosten. Wat wij wel van belang vinden is dat gezinnen die het schoolzwemmen om financiële redenen niet kunnen betalen bij de gemeente terecht kunnen, en dat kúnnen ze, want er zijn vangnetten voor. Nu zal door een aantal mensen wel weer worden gewezen op de uren en de gymzalen. Wat dat betreft staat vast dat er met spoed een andere gymzaal moet komen. Daarnaast geven wij de wethouder in overweging voor de basisscholen in het centrum eens na te gaan of de sporthal op het oude St. Servatiusterrein gehuurd kan worden. Wij hebben namelijk begrepen dat die niet zal worden afgebroken. De heer Busser: Mijnheer de voorzitter. Samenwerking Venray kan de motie van PvdA, Lokaal Aktief en CDA inzake het speciaal onderwijs steunen. Wat ons betreft kan de motie mede door ons worden ondertekend. Met betrekking tot het schoolzwemmen zijn wij van mening dat de gemeente in dezen met de rug tegen de muur wordt gezet. Indertijd hebben wij erin geïnvesteerd en contractueel zijn langjarige bijdragen vastgelegd ten behoeve van de scholen. Die zelfde scholen, samen met de ouders, jagen ons nu opnieuw op hoge kosten door af te haken bij het schoolzwemmen, terwijl de gemeente anderzijds wel de plicht heeft voor gymnastiekfaciliteiten te zorgen. Wij vinden dat enigszins immoreel en laakbaar. Wat ons betreft zal nu moeten worden nagegaan wat het meest voordelig is: schoolzwemmen geheel bekostigen, of de kosten van additioneel noodzakelijke gymvoorzieningen. Wij pleiten ervoor te kiezen voor het meest voordelige, minst kostbare scenario. Mevrouw Van Dijck-Kersten: Mijnheer de voorzitter. Het voorstel inzake het speciaal onderwijs spreekt naar mijn mening voor zichzelf. Wat ik er nog aan wil toevoegen is het volgende. Uit de provincie Noord-Brabant zijn vertegenwoordigers van onderwijs, zorg en de woningstichting naar Zweden gegaan en hebben daar gezien hoe speciaal onderwijs is geïntegreerd in het algemene onderwijs. In een eerdere vergadering heb ik al aangegeven dat zich hier een unieke kans voordoet om het speciaal onderwijs te integreren in de brede school. Nu kan het misschien niet, maar op termijn zeker wel en daaraan zal in ieder geval aandacht moeten worden geschonken. In
- 69 -
Zweden delen mensen met beperkingen alles samen, er zijn wel speciale beroepskrachten die juist voor die mensen extra lesprogramma’s verzorgen, maar er is sprake van een optimale integratie en participatie. Ik zou dus zeggen: grijp uw kans! Mevrouw De Barbanson: Mijnheer de voorzitter. Het betoog van het CDA ten aanzien van het speciaal onderwijs kunnen wij van harte onderschrijven. Ik zal er niet verder over uitweiden, maar wij zullen de motie zeker steunen. Het schoolzwemmen is een wat lastig probleem. De VVD is altijd groot voorstandster geweest van schoolzwemmen. Het is erg jammer dat een groot deel van de ouders niet wil of kan betalen, dan wel de weg niet blijkt te weten om de betaling op een andere manier te regelen. Ik weet niet in hoeverre is onderzocht waar precies de reden ligt voor het niet betalen, maar hopelijk kan daarover vandaag enige duidelijkheid worden geschapen. Voor het overige sluiten wij ons volledig aan bij de opmerkingen van Samenwerking Venray terzake. Mevrouw Dijkema: Mijnheer de voorzitter. Als je zo’n motie ziet, rijst vanzelf de vraag waarom dit speciaal onderwijs er eigenlijk nog niet is in Venray. Venray is immers groot en telt een aantal kinderen die daarin ontwikkelingskansen hebben. De motie die is ingediend steunen wij in ieder geval zonder meer. Het is ook ons bekend dat het voorkomt dat ouders niet betalen voor het schoolzwemmen, ondanks het feit dat leerkrachten een behoorlijk appèl op hen doen. Misschien kan de gemeente folders op de scholen laten uitreiken waarin de voorzieningen worden uitgelegd waarop mensen aanspraak kunnen maken. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Als je bij de gemeente Venray een uitkering ontvangt, krijg je een enorm boekwerk waarin alle mogelijkheden voor vangnetten zijn aangegeven. Alle rechten en plichten van een uitkeringsontvanger zijn daarin uiteengezet. Er wordt dus al veel aandacht aan besteed. Mensen die het niet kunnen betalen zouden de weg dus wel moeten kunnen vinden, want zij beschikken over die informatie. Mevrouw Dijkema: Het is maar de vraag of ze die informatie ook paraat hebben. Als raadsleden hebben wij ook een handboek ontvangen, maar toch moet ik af en toe de griffier wel eens bellen om te vragen hoe iets precies in elkaar zit. Het is misschien heel simpel, maar mogelijk kan het heel veel geld schelen als we het eens op een school zouden uitproberen. Mevrouw Grebenjak-Benneheij: Mijnheer de voorzitter. Lokaal Aktief heeft al vele keren aangegeven een groot voorstandster te zijn van speciaal onderwijs in Venray, vandaar ook dat we de motie van het CDA mede hebben samengesteld en ondertekend. Wij hebben echter begrepen dat de wethouder al bezig is met een onderzoek terzake en wij vragen ons dan ook af waarom hij hierop de vorige keer niet heeft geantwoord. Mevrouw Dijkema heeft zojuist een bepaald voorstel gedaan ten aanzien van de kosten van het schoolzwemmen. Volgens mij is dit alles de meeste scholen al wel be-
- 70 -
kend. In dit geval gaat het overigens niet alleen meer over uitkeringsgerechtigde ouders, maar ook over ouders die op 120% van de norm zitten en volgens mij is juist dié groep nog niet voldoende op de hoogte van de mogelijkheden. Daarom is het toch goed de scholen hier nog eens op te wijzen, of hieraan via Peel en Maas publiciteit te geven. De heer Busser: Ik vraag me af of de aanname juist is dat met name de minima de bijdrage niet betalen. Volgens mij zijn het eerder de mensen die er ver boven zitten, hun kinderen al lang hebben leren zwemmen en het er niet voor over hebben om ze alsnog aan schoolzwemmen te laten deelnemen. Mevrouw Grebenjak-Benneheij: Ja, dat geloof ik ook wel. De minima weten gewoonlijk wel waar ze het geld moeten halen. Mevrouw Van Dijck-Kersten: Ook de veronderstelling van de heer Busser is een aanname; het kan niet worden bewezen. Primair blijft het een verantwoordelijkheid van de ouders. Als er een goede OR of MR is in een school waar ouders ook wat hebben in te brengen, zal daar volgens mij de beslissing moeten vallen of men al of niet gaat schoolzwemmen. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Wat ik wel wil voorkomen is dat nu naar buiten toe het beeld ontstaat dat het schoolzwemmen wel zal doorgaan als de raad ‘dit’ of ‘dat’ doet. Volgens mijn informatie is het de SPOV die dat besluit neemt. De heer Busser: Maar wij worden wel geconfronteerd met de gevolgen van dat besluit en moeten alternatieve voorzieningen treffen. Het is dan nog maar de vraag waarmee we het beste af zijn: het laten doorgaan van schoolzwemmen, waarvoor voor een groot aantal jaren al subsidies zijn afgesproken, of het realiseren van de additionele voorzieningen. Wees wijs wat dat betreft, zou ik het college willen meegeven. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Ik ben het ermee eens dat wat hier wordt aangedragen door de wethouder zal moeten worden meegenomen in het overleg met de SPOV. Ik wil er alleen op wijzen dat niet wij hier besluiten of het schoolzwemmen doorgaat. Mevrouw Grebenjak-Benneheij: Het is in ieder geval niet de raad die het wil stopzetten, want wij hebben toendertijd het schoolzwemmen voor één jaar willen garanderen en uitgesproken dat alle kinderen met een zwemdiploma van school zouden moeten gaan. Mevrouw Van Dijck-Kersten: Daar komt bij dat wij steeds hebben gezegd dat de eigen verantwoordelijkheid van de mensen moet worden gelaten waar ze is. Er ligt hier een hele belangrijke verantwoordelijkheid voor ouders, die zwaar moet wegen. De SPOV kennende, neem ik ook aan dat ze die zwaar zal meewegen. Waar hebben we het hier dan eigenlijk over?
- 71 -
De heer Busser: In het laatste puntje staat ‘waar tegenover staat dat Venray minder reiskosten voor deze leerlingen hoeft te betalen’. Zojuist is mij medegedeeld dat de gemeente Venray pas onlangs een contract met de vervoerder heeft afgesloten, met een optie van nog drie jaar. We zullen daarom naar de lange termijn moeten kijken en de motie gewoon moeten laten doorgaan. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Ik neem aan dat de wethouder daarop bij de begrotingsbehandeling zal terugkomen. Mevrouw Van Dijck-Kersten: Volgens mij heeft de wethouder ook gezegd dat het nog enige tijd zal duren voordat het überhaupt zo ver is. Misschien komen we dan met die drie jaar al een heel eind. De voorzitter: Ik verzoek de griffier nu de motie inzake het speciaal onderwijs kenbaar te maken. De griffier doet voorlezing van de motie: “De gemeenteraad van Venray, in vergadering bijeen op 27 juni 2006; overwegende dat: • men in de regio de opvatting deelt dat voor de spreiding van het speciale onderwijs vooral voor de kinderen die hier gebruik van moeten maken, Venray een wezenlijke bijdrage kan leveren aan hun algemene welzijn; • er deze regeerperiode extra aandacht moet zijn voor jeugd en jongeren met hun ontwikkelingskansen, dat dit een hoge prioriteit heeft, en in het kader van een samenhangend zorgaanbod, dicht bij huis voorzieningen worden aangeboden; • Venray als dependance voor dit speciaal onderwijs naar voren wordt geschoven door o.a. Venlo, maar ook door Horst, Meerlo-Wanssum, en mogelijk zelfs vanuit Brabant (Overloon); • ook SPOV enthousiast is om dit speciaal onderwijs naar Venray te halen; • een dependance voor speciaal onderwijs het voorzieningenniveau van Venray positief beïnvloedt en de werkgelegenheid stimuleert; • vanwege de positie van dependance zijn, de gemeente Venray geld beschikbaar moet stellen voor een ruimte voor de zgn. overhead, waar tegenover staat dat Venray minder reiskosten voor deze leerlingen hoeft te betalen; gehoord deze beraadslaging, gelet op artikel 34 van het R.v.O.; besluit dat de wethouder in de begroting van 2007 hiervoor gelden reserveert uit de post onvoorzien.” (motie nr. 12)
Blok 4: Programma 3 (Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting. De heer Van der Kruijf: Mijnheer de voorzitter. Beginnen wil ik met een kort statement over het beleid van het grondbedrijf. Ook de VVD ziet uit naar het onderzoek naar een nieuwe positie van het grondbedrijf, mede in relatie tot de nieuwe Grondexploitatiewet.
- 72 -
Wat betreft de woningbouw, en met name de bouw van betaalbare huurwoningen, vinden wij het antwoord van de wethouder in de memorie van antwoord wat vrijblijvend. Hij antwoordt dat bestaande prestatieafspraken worden herzien. Dit impliceert dat er afspraken waren over betaalbare huurwoningen. Als wij echter zien dat in 2004 en in 2005 niet één betaalbare huurwoning is gebouwd, vragen wij ons af wat prestatieafspraken waard zijn en wat het voor zin heeft die te herzien. Je zou kunnen zeggen dat behaalde resultaten in het verleden geen garantie bieden voor de toekomst, wat een tamelijk cynische reactie mag heten. Ons verzoek is dan ook: maak harde afspraken met marktpartijen, geef aantallen aan, geplande opleverdata en maak de raad vervolgens deelgenoot van deze initiatieven. Als wij de wensen van inwoners serieus nemen, moeten wij om te beginnen laten zien wat wij op dit gebied van plan zijn. De vraag van de VVD is dan ook of de wethouder op korte termijn dit soort afspraken kan maken. Afsluitend moet ik zeggen dat wij de wachttijden voor betaalbare huurwoningen van drie tot vier jaar bespottelijk vinden; ze vereisen een pijlsnelle aanpak. De vraag die de VVD-fractie heeft gesteld over de diverse woningbouwprojecten is door de wethouder in de memorie van antwoord niet beantwoord. Wij vrezen dat met name de appartementen een te groot accent krijgen. Populairder gezegd vrezen wij leegstand. Kan de wethouder ons hierin wat inzicht bieden? Wat betreft het flankerend beleid ten aanzien van het project De Gouden Leeuw zijn de collegae van Samenwerking Venray zo vriendelijk geweest ons erop te wijzen dat een amendement over de realisering van betaald parkeren in de zone tot circa 300 meter rondom de parkeergarage van De Gouden Leeuw, op 18 mei 2004 door de raad aanvaard, nog niet is uitgevoerd. Overigens was het geen amendement, maar een motie… De heer Busser: Dat moet ik toch corrigeren. Ik heb het opgezocht in de raadsstukken en het was wel degelijk een amendement. De heer Van der Kruijf: Zelf u kunt zich wel eens vergissen; ik heb de motie bij me. De heer Busser: Volgens mij is het in de stukken vastgelegd als amendement. De heer Bisschops: Kan de heer Van der Kruif mij eens vertellen waarom dat bij dit blok aan de orde wordt gesteld? De heer Van der Kruijf: Omdat het in mijn optiek flankerend is ten aanzien van de woningbouw. Onze vraag luidt concreet of aan deze motie uitvoering kan worden uitgegeven en wanneer. De voorzitter: Tussendoor wil ik even een mededeling doen van huishoudelijke aard: u zult vanavond geen antwoord ontvangen van de leden van het college, anders dan een reactie op ingediende moties of amendementen. Mevrouw Sweelssen: Mijnheer de voorzitter. In de memorie van antwoord wordt door het college op vragen onzerzijds verwezen naar het antwoord dat is gegeven aan
- 73 -
het CDA. Ik heb dat antwoord zojuist voor alle zekerheid nog eens doorgespit, maar een antwoord op onze vragen over het ruimtelijk beleid kan ik daarin helemaal niet terugvinden. De voorzitter: Als u hierop een reactie wilt hebben die anders is dan het antwoord van het college nu, kunt u een motie over dat onderwerp indienen. Mevrouw Sweelssen: Is het niet mogelijk hierop alsnog antwoord te krijgen? De voorzitter: Nee, u krijgt geen antwoord meer van het college. Mevrouw Sweelssen: Waarom niet? De voorzitter: Zo is de procedure nu eenmaal. Mevrouw Sweelssen: Maar de procedure is ook dat wij in eerste termijn vragen stellen die beantwoord behoren te worden! De voorzitter: Daarom heb ik gezegd dat u alsnog kunt proberen een reactie aan het college te ontlokken door het indienen van een motie over dat onderwerp. Mevrouw Sweelssen: Op die manier blijven we oeverloos lang bezig met moties en amendementen! De heer Busser: Ik denk niet dat dat werkt, want wij zijn hier met elkaar in debat en niet met het college. Mevrouw Sweelssen: Maar als je een vraag stelt, wil je daarop toch ook antwoord hebben. Als je op deze manier aan je antwoorden moet komen, vind ik dat niet correct. De heer Busser: U had tussentijds een brief aan het college kunnen schrijven. De voorzitter: U kunt er inderdaad schriftelijk vragen over stellen. De heer Lemmens: Mijnheer de voorzitter. Bij de opmerking van de heer Van der Kruijf over het grondbedrijf kunnen wij ons wel aansluiten. Er is stevig grond verkocht en als we de komende jaren het voornemen kunnen blijven volhouden om vijf hectaren per jaar weg te zetten, kan dat als een prima resultaat worden aangemerkt. Vraag is natuurlijk of het zal lukken, maar wie niet waagt die niet wint. Op de kermis is het een kwestie van kwartje erin en kwartje kwijt, maar bij het grondbedrijf zal het naar wij verwachten in het kader van de risicobeheersing wel binnen de perken blijven. De heer Van der Kruijf heb ik overigens niets horen zeggen over de voorshandse winstneming. Lokaal Aktief is van mening dat bij projecten die in delen zijn opgedeeld winstneming pas mag worden toegestaan als de aflevering van dat deel aan de orde is.
- 74 -
Op het gebied van de woningbouw is in de gemeente best het een en ander gerealiseerd aan sociale-huurwoningen, maar niet meer in de vorm van de grote blokken die we in het verleden kenden. Ik ben er daarom een groot voorstander van om nog eens met de woningbouwvereniging om de tafel te gaan zitten en na te gaan of er meer betaalbare huurwoningen uitgetrokken kunnen worden voor Venray. Een starterslening kan in allerhande vormen worden gegoten. Een van die vormen is de gemeentegarantie die jaren geleden gold. In dit opzicht wacht ik overigens even de reactie van het CDA af, want die fractie zal er beslist wel mee komen. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Mijnheer de voorzitter. Eerder hadden wij aangegeven dat wij in het najaar een debat willen voeren over het grondbedrijf en de veranderde technieken die aanstaande zijn, maar wij willen het ook hebben over de bodems, de plafonds e.d. en het feit dat het grondbedrijf moet groeien naar een ontwikkelingsbedrijf. Daarover zullen wij overigens nu niet in detail treden, maar het bewaren voor de commissie na het zomerreces. De provincie zal a.s. vrijdag een besluit nemen inzake startersleningen. Het is een project dat door deputé Driessen in gang is gezet, met de bedoeling starters in Limburg financieel te ondersteunen. Het project kent een levensduur van drie jaar en daarin wordt samengewerkt tussen provincie, gemeenten en woningcorporaties. Het is de bedoeling dat zij samen duizend starters in onze provincie financieel ondersteunen bij de aankoop van een eigen woning. Het risico dat de gemeente erbij loopt is zo goed als nihil; het is een renteverhaal waarbij het verschil tussen de interne rente bij de overheid en de marktrente wordt opgevangen. De leningen worden aangeboden onder de nationale hypotheekgarantie, wat borg staat voor zowel de betaling van de eerste hypotheek als de starterslening. Samen met PvdA en Lokaal Aktief heeft het CDA een motie voorbereid waarin het college wordt opgedragen het project startersleningen van de provincie maximaal te ondersteunen, zodat het voor 2007 toegekende aantal contingenten, dat afhangt van het aantal deelnemende gemeenten, kan worden verstrekt. Tevens wordt het college daarin opgedragen bij de behandeling van de begroting 2007 met een uitgewerkt voorstel voor de financiële onderbouwing en dekking te komen. Wat ik hieraan nog kan toevoegen is dat het gaat om een nieuwe of een bestaande woning, een koophuis niet duurder dan € 170.000,-, en dat de lening maximaal € 30.000,- bedraagt. In onze beschouwingen hebben wij aangegeven dat wij na het zomerreces bij de evaluatie van de welstandsnota ook een discussie willen voeren over de manier waarop die welstandsnota moet worden getoetst. Wat ons betreft moet er sowieso een sterk vereenvoudigde welstandsnota komen; 10 à 15 pagina’s zijn voor ons meer dan voldoende. In ieder geval willen wij ook van gedachten wisselen over de vorm waarin de welstand getoetst wordt. Wij hebben een welstandscommissie, maar er zijn ook gemeenten die werken met stadsarchitecten. Kortom, er zijn allerlei vormen en wij willen nagaan wat voor Venray de beste manier is. Een kwalitatief goede invulling van de openbare ruimte is van groot belang. Of de toetsing via de commissie moet plaatsvinden of op een andere manier, zal de nadere discussie moeten uitwijzen. Wij hopen dat de andere fracties het met ons eens zijn dat niet alleen naar de nota moet worden gekeken, maar ook naar de vorm van toetsing ervan.
- 75 -
De heer Busser: Mijnheer de voorzitter. Ten aanzien van het grondbedrijf willen wij graag iets inbrengen over de voorshandse winstnemingen. Tot op heden is het gebruikelijk dat te doen bij sluiting van de exploitatie, het college wil daaruit nu tussentijds resultaten afromen. Dat ‘afromen’ zal dan wel zodanig geschieden dat de positieve winstnemingen zullen worden genomen en dat de negatieve later aan bod komen. Uit begrotingstechnisch oogpunt is dat misschien toelaatbaar, maar vanwege de grote risico’s die eraan zijn verbonden zijn wij er pertinent op tegen. Terzake willen wij dan ook een amendement indienen, dat luidt als volgt: “De raad van de gemeente Venray, in vergadering bijeen op 27 juni 2006; ● gelet op de in eerste termijn hierover gestelde vragen; ● gelet op de reactie van het college in eerste termijn; ● gehoord de beraadslagingen; besluit zijn instemming te onthouden aan het voorstel van het college om in de begroting voortaan een deel van de totale winst- of verliesneming uit het grondbedrijf vooraf te ramen als bijdrage dan wel onttrekking aan de exploitatie van baten en lasten; en gaat over tot de orde van de dag.” (amendement nr. 4)
Eerder hebben wij betoogd dat Venray op het gebied van de woningbouw in het verkeerde segment bouwt. Starters zijn een zeer belangrijk segment. Wij zijn niet alleen voorstander van startersleningen, maar ook van het toepassen van andere instrumenten, bijvoorbeeld het instrument van korting op kavels voor starters, vandaar dat wij een motie terzake indienen. Wat betreft de welstandscommissie, herinner ik eraan dat de belofte tot het instellen van een onderzoek naar de mogelijkheid om het buitegenbied geheel of gedeeltelijk welstandsvrij te maken nog staat. Ons argument was dat via BOM+ de landschappelijke inpassing al getoetst en gewaarborgd is, een afspraak in de raad die volgens ons nog niet is uitgevoerd. Aan de discussie die na de zomer op verzoek van de CDAfractie zal worden gevoerd over de welstandscommissie willen wij graag deelnemen. Daarbij denken wij niet op voorhand aan het laten verdwijnen van de welstandscommissie, maar aan een wat andere rol ervan. Als wij onze bestemmingsplannen goed geregeld hebben en plannen van een initiatiefnemer voortaan ambtelijk getoetst kunnen worden aan de voorschriften uit bestemmingsplannen en aan beeldkwaliteitsplannen, ligt het voor de hand dat ze doorgang kunnen vinden als daaraan wordt voldaan. Voldoen ze daaraan niet, dan heeft de initiatiefnemer wat ons betreft twee opties: aanpassen en opnieuw laten toetsen, of op zijn initiatief en kosten een advies vragen bij een onafhankelijke welstandscommissie. De heer Bisschops: Mijnheer de voorzitter. Wat de welstandscommissie betreft, kunnen wij ons zowel vinden in de woorden van het CDA als in die van Samenwerking Venray, want die bijten elkaar niet. Het lijkt me dat dit een prima discussie kan worden en laten we die dan straks ook voeren; nu hoeven we daarop dan ook niet in te gaan.
- 76 -
Dat aan het nemen van voorshandse winstnemingen risico’s zijn verbonden, zoals de heer Busser heeft opgemerkt, is zeker waar. Die risico’s zullen tot een minimum beperkt moeten worden. Aan de andere kant kan door het nemen van winstnemingen een wat reëlere begroting ontstaan. Doen we het niet, dan lopen we het risico dat aan de voorkant allerlei besluiten moeten worden genomen om bijvoorbeeld bezuinigingen door te voeren, terwijl bij het afsluiten van de exploitatie kan blijken dat het allemaal wel meevalt. Grote risico’s moeten we natuurlijk niet nemen, maar waar het kan zijn deze winstnemingen wel welkom om een reële begroting te krijgen. De heer Busser: Ik kan me nog herinneren dat Venray artikel 12-gemeente is geworden als gevolg van dit soort escapades op het gebied van het grondbedrijf. Het was toen een blok aan het been en dat moet het niet opnieuw worden. De heer Bisschops: Daarmee ben ik het wel eens, maar overigens lag de situatie toen wel iets anders. Ik neem aan dat we elkaar hierop wel zullen kunnen vinden, want de raad zit natuurlijk niet te wachten op bezuinigingen die achteraf niet nodig blijken te zijn. Met betrekking tot de sociale-woningbouw zijn we natuurlijk altijd afhankelijk van de woningcorporaties. Wij kunnen hier wel hard gaan roepen dat de gemeente prestatieafspraken moet maken, maar we zijn in dezen een partner en zullen dat dus in samenwerking moeten doen. Verder zal goed moeten worden afgewogen wat wel en niet te bouwen valt. We kunnen wel zeggen dat 50% sociale-woningbouw moet worden gerealiseerd, maar als dat onbetaalbaar is doet niemand dat. De motie van de fractie Samenwerking Venray willen wij nog even bestuderen voordat we daarover een oordeel uitspreken. De griffier doet hierna voorlezing van de moties die zijn ingediend: “Motie van CDA, PvdA en Lokaal Aktief inzake startersleningen. De gemeenteraad van Venray, in vergadering bijeen op 27 juni 2006; overwegende dat: • er binnen Venray een grote behoefte is aan starterswoningen; • de provincie Limburg deze starters financieel gaat ondersteunen met het Project Startersleningen; • het Project Startersleningen een minimale financiële inspanning verlangt; • deze woningen met een minimale extra inspanning levensloopbestendig kunnen worden gebouwd; gehoord deze beraadslaging, gelet op artikel 34 van het R.v.O.; besluit: • het college op te dragen om het Project Startersleningen van de provincie maximaal te ondersteunen zodat het voor 2007 toegewezen contingent startersleningen kan worden verstrekt; • het college op te dragen om bij de behandeling van de begroting 2007 met een uitgewerkt voorstel voor de financiële onderbouwing en dekking te komen; en gaat over tot de orde van de dag.” (motie nr. 13)
- 77 “Motie van de fractie Samenwerking Venray inzake starterswoningen. De raad van de gemeente Venray, in vergadering bijeen op 27 juni 2006; • overwegende dat de bouw van starterswoningen bemoeilijkt wordt door de hoogte van de grondprijzen; • overwegende dat de gemeente Venray gronden in eigendom heeft; • overwegende dat het grondbedrijf positieve resultaten kent; spreekt de nadrukkelijke wens uit dat het college van B&W bij de begroting 2007 uitgewerkte voorstellen doet tot het verlenen van korting op (gemeentelijke) kavels voor starterswoningen door dergelijke kavels tegen het voor sociale woningbouw geldende tarief te verkopen en deze korting te bekostigen vanuit de opbrengsten/reserves van het grondbedrijf; en gaat over tot de orde van de dag.” (motie nr. 14)
Mevrouw Van Stelten-Houterman: In de motie wordt voorgesteld kavels te verkopen tegen het voor sociale-woningbouw geldende tarief. Moet die verkoop dan plaatsvinden aan corporaties of aan particulieren? De heer Busser: Beide. Blok 5: Programma’s 4 (Volksgezondheid en milieu), 5 (Openbare orde en veiligheid) en 6 (Verkeer en vervoer). Mevrouw Van Dijck-Kersten: Mijnheer de voorzitter. Bij eerdere algemene beschouwingen hebben we het al over luchtfoto’s gehad en de vorige keer is besloten het maken van luchtfoto’s uit te stellen omdat in het kader van de bezuinigingen heel pijnlijke keuzen moesten worden gemaakt; de minst pijnlijke vonden we toen het schrappen van de luchtfoto’s. Nu onze financiële balans beter op orde is, kunnen andere keuzen worden gemaakt. We kunnen niet eeuwig dingen die op termijn zaken wat gemakkelijker kunnen maken uitstellen. Nieuwe technieken leveren nieuwe mogelijkheden van handhaving op. Tot nu toe hebben we echter de indruk dat handhaving niet de allerhoogste prioriteit heeft in deze gemeente. Als dit als argument wordt gebruikt om luchtfoto’s te laten maken, verwachten we ook dat er meer gehandhaafd zal worden. Samen met de middelen die uit een veranderd regime van bestuurlijke boetes voortkomen moet het ons inziens mogelijk zijn het handhavingsniveau op een hoger niveau te tillen. Als dat zo is, kunnen we ermee instemmen. Samen met Samenwerking Venray hebben wij als een van de eersten aangegeven dat het van belang is op het gebied van de openbare verlichting zo snel mogelijk de verlichtingsnorm te halen. 2023 is erg ver weg, zoals we al herhaaldelijk hebben gezegd. Met elkaar hebben we echter afgesproken dat er eerst overal verlichting dient te komen. Weliswaar wordt daarmee dan niet meteen voldaan aan de norm, maar via extra aansluitingspunten kan wel snel naar die norm toe worden gewerkt. Eerst is het namelijk belangrijk dat het algemene gevoel van veiligheid wordt verhoogd, om dan pas te voldoen aan de norm. Waar extra middelen blijken vrij te komen – het is ook gebleken dat we extra lantaarnpalen hebben gekregen –, worden deze ook ingezet en nu al
- 78 -
gebruikt om plaatsen beter te verlichten en dus in ieder geval het gevoel van veiligheid te verhogen. Mevrouw De Barbanson: Mijnheer de voorzitter. Op dit moment kiest de VVDfractie niet voor het intensiveren van het maken van luchtfoto’s. Als we een goed functionerende WMA-commissie hebben die vooraf informeert en kaders stelt, kunnen de luchtfoto’s ons inziens tot een minimum worden beperkt. Als er al foto’s worden gemaakt, zal in ieder geval ook gehandhaafd moeten worden, zoals mevrouw Van Dijck terecht opmerkte, anders zijn we sowieso voor joker bezig. In ons programma is de openbare verlichting als een belangrijke zaak aangemerkt. Het is de taak van de overheid te zorgen voor een basisveiligheid voor de bevolking en zij zal terzake dan ook haar verantwoordelijkheid moeten nemen. De termijn tot 2023 is voor ons niet acceptabel; het hele project zal absoluut op kortere termijn moeten worden afgewerkt. Mevrouw Grebenjak-Benneheij: Mijnheer de voorzitter. Een termijn van twee jaar vinden wij erg kort voor het maken van nieuwe luchtfoto’s. Vier jaar is weer wat lang, misschien kan een gulden middenweg worden gekozen door een termijn van drie jaar te bepalen. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Ik moet er dan toch op wijzen dat dit blijkens de nota samen met andere gemeenten gebeurt en als die het eenmaal per twee jaar doen, kunnen we een keer in de vier jaar wel meeliften, maar meeliften eenmaal in de drie jaar zal dan volgens mij erg lastig worden! Mevrouw Grebenjak-Benneheij: Het is onze mening. Wat de openbare verlichting betreft, hebben wij al in de commissie aangegeven dat, als er extra geld is, dat daarvoor ook dient te worden gebruikt. Het gevoel van veiligheid achten ook wij heel belangrijk, vooral voor de ouderen, de schoolgaande jeugd, de jeugd die in de buitengebieden gaat sporten, enz. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Mijnheer de voorzitter. De vorige keer hebben wij inderdaad in het kader van de bezuinigingen minder prioriteit gegeven aan de luchtfoto’s. Ook wij hebben ons afgevraagd of nu wel een intensivering nodig is, maar toen wij in dit huis eens nagingen hoe vaak zo’n luchtfoto eigenlijk wordt gebruikt, bleek dat vaker te gebeuren dan wij beseften. Als ze worden gebruikt voor handhaving, kunnen we ons voorstellen dat eenmaal in de vier jaar nogal weinig is. Na verloop van tijd kunnen de luchtfoto’s niet meer worden gebruikt omdat ze niet meer actueel zijn en dan moeten er dus mensen naar de locatie, wat een extra kostenpost betekent. Wij zitten hiermee nog altijd een beetje te dubben. In de fractie hebben we afgesproken dat we de argumenten van de andere fracties laten meewegen in ons standpunt terzake. Ik heb begrepen dat hierover een amendement zal worden ingediend en dat zullen wij tijdens de schorsing zeker in onze overwegingen betrekken. Wat de openbare verlichting betreft, zal het duidelijk zijn dat er geen enkele fractie is die niet zou willen dat Venray snel verlicht wordt. Veiligheid staat in alle verkie-
- 79 -
zingsprogramma’s bovenaan, ook bij ons. De kosten die ermee zijn gemoeid liegen er echter niet om. Indertijd hebben we het traject verlengd, met pijn in ons hart, maar het vorig jaar zijn in ieder geval de knelpunten aangepakt met gebruikmaking van de opbrengsten die over waren na de overschakeling van leverancier. De grotere knelpunten zijn nu aangepakt, het duurt allemaal wat langer dan we een paar geleden dachten, maar het komt eraan. De heer Busser: Mijnheer de voorzitter. Over de luchtfoto’s hebben wij een vraag gesteld aan het college, daarbij refererend aan eerdere afspraken die terzake waren gemaakt. Wij konden ons nog goed herinneren dat wethouder Kersten indertijd de garantie gaf dat de luchtfoto’s niet voor actieve opsporing en handhaving gebruikt zouden worden, omdat dat het risico van willekeur met zich zou brengen. Het kan dan gebeuren dat je toevallig op een foto een illegaal bouwsel aantreft en gaat handhaven, terwijl bij de buren een soortgelijk bouwsel staat dat echter niet is opgemerkt. De heer Bisschops: Uit het stuk blijkt volgens mij dat door het softwareprogramma dat hierbij wordt gebruikt die willekeur juist voor een deel is uit te sluiten. De heer Busser: Daar gaat het ons nu juist om. Wat ons betreft kan het college rustig iedere twee jaar, en misschien zelfs wel ieder jaar, foto’s laten maken, als het ons maar de garantie geeft dat er een beleid onder ligt dat iedere kavel in Venray een keer in de vier jaar aan bod komt en dat dan ook gehandhaafd wordt op illegale bouwsels. Er is dan één keer een grote schoonmaak gehouden, waarna op basis van de status quo verder kan worden gegaan. Zo lang die garantie er echter niet is, vinden wij het veel te vroeg het college toestemming te geven voor het maken van luchtfoto’s. Daarom dienen wij een amendement in waarin wij aangeven geen middelen te willen toekennen voor het intensiveren van de cyclus van luchtfoto’s. Het wordt anders op het moment dat het college met een gedegen handhavingsbeleid komt en de garantie kan geven dat iedere kavel netjes aan bod komt. De PvdA-fractie heeft goed verwoord wat op het gebied van de openbare verlichting zou moeten gebeuren. Wij hebben in dat opzicht redelijk wat jaartjes alleen gestaan, maar zo lang er geen meerderheid is voor een versnelling is er weinig aan te doen. Langzamerhand tekent zich echter nu een meerderheid af die deze versnelling van harte toejuicht. Even tellen: de VVD met twee, de PvdA met zes en wij met vijf, dat zijn er al 13, een paar mensen zijn er niet, en als we nog even doorzetten, komen we er in het najaar bij de behandeling van de begroting misschien wel uit… Mevrouw Van Stelten-Houterman: Volgens mij heeft de PvdA, net als wij, gezegd dat ze het wel zou willen, maar dat het besluit nu eenmaal is genomen en dat ze daaraan vasthoudt. Ik heb niet gehoord dat de PvdA een motie of amendement zou willen indienen om op versnelling aan te dringen. De heer Busser: Ook ik wil niet met een motie of amendement komen. Ik heb alleen gezegd dat zich een tendens begint af te tekenen voor versnelling en dat wellicht in het najaar, bij de behandeling van de begroting, zaken kunnen worden gedaan.
- 80 -
Mevrouw Van Dijck-Kersten: De heer Busser suggereert nu dat wij met een motie of een amendement zouden komen, maar dat is niet zo…. De heer Busser: Dat heb ik helemaal niet gesuggereerd! Mevrouw Van Dijck-Kersten: Wij hebben alleen gezegd dat, áls er middelen zijn binnen dat stuk, die extra zullen moeten worden ingezet om meer plekken van verlichting te voorzien, maar dat is wat anders dan dat overal in de gemeente de norm eerder hoger zou worden gesteld. De heer Busser: Ook dat heb ik niet gezegd! Mevrouw Van Dijck-Kersten: Wij hebben van het begin af aan duidelijk gemaakt dat wij genoegen nemen met een mindere norm en dat wij het eerder op meerdere plekken gerealiseerd willen zien dan dat we meer plekken aan de norm zouden willen laten voldoen. De heer Busser: Ik heb niet gezegd dat wij eerder naar die norm zouden willen, ik heb alleen gezegd dat zich een tendens aftekent, niet meer dan dat. De griffier doet voorlezing van het amendement van Samenwerking Venray: “De raad van de gemeente Venray, in vergadering bijeen op 27 juni 2006; • gelet op de in eerste termijn dienaangaande gestelde vragen en gemaakte opmerkingen van de fracties; • gelet op de beantwoording van het college in eerste termijn; • gehoord de beraadslagingen; besluit geen middelen toe te kennen voor het intensiveren van de cyclus van luchtfoto’s; en gaat over tot de orde van de dag.” (amendement nr. 5)
Blok 6: Programma’s 8 (Economische structuur) en 10 (Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien). De heer Lemmens: Mijnheer de voorzitter. Om te beginnen met de Floriade, zou ik willen opmerken dat we in het algemeen alert dienen te blijven voor wat betreft de activiteiten rond de Floriade, die echter ook niet te vroeg mogen worden opgepakt. Zo rond 2008 is volgens ons de grens genaderd waarbij we de burgers hierbij echt moeten gaan betrekken en met promotieprojecten aan de gang moeten om de Floriade op de kaart te zetten. Natuurlijk zal een aantal projecten ten aanzien van het bedrijfsleven zich eerder aandienen, maar daar gaan wij niet direct over. De jaarrekening behoort als controle-instrument naar onze mening zeker een maand vóór de voorjaarsnota in behandeling te worden genomen. Over de verdere uitwerking van de kengetallen hoef ik het eigenlijk niet meer te hebben, want daarover hebben we het al vaak gehad, en ook de accountant wijst erop; het zal zich geleidelijk aan
- 81 -
wel uitwijzen hoe deze kengetallen verder worden ingevuld en we zijn er zelf bij om te beoordelen of ermee kan worden ingestemd. Dat het Besluit begrotingsverantwoording en het weerstandsfonds tot een gemakkelijk hanteerbaar controle-instrument moet worden gemaakt om risico’s goed te kunnen afdekken en de raad goed inzicht te bieden in eventuele risico’s, spreekt voor zich. Bij het voorstel om de areaal-accressen weer helemaal naar voren te halen, zoals in het verleden, hebben wij aanvankelijk niet bepaald ‘hiep hiep hoera’ geroepen. Inmiddels weten we echter dat het college over een ambitieus toekomstplan beschikt en dat er het een en ander gaat gebeuren. Wij willen dat per jaar vijf hectaren grond aan de man wordt gebracht, in de verwachting dat de groei zich zal voortzetten en met die groei is nu eenmaal een uitbreiding van het accres gemoeid. Het werkaanbod dat er extra is als gevolg van de toename van aantallen woningen, bedrijven en wegen kan aanleiding zijn om extra fte’s toe te kennen. Het verheugt ons dat de lastendruk in het algemeen laag is gebleven. Het is een prima voornemen om de lastendruk in de toekomst niet verder te laten toenemen dan met het inflatiepercentage. Het zal dan, om met de woorden van de heer Thijssen te spreken, ook zo moeten worden uitgevoerd. Zeker nu de zaken in de organisatie steeds beter op de rails komen te staan, moet dat ons inziens steeds beter gaan lukken. Ik kan het niet laten ook nog iets over de afvalstoffenheffing te zeggen. Zodra de retorettes, zoals ik ze nog steeds noem, geplaatst zijn kunnen de burgers door goed te sorteren kosten besparen door minder afval aan te leveren. Het voordeel voor de gemeente is aan de andere kant dat er minder zwerfvuil zal voorkomen. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Mijnheer de voorzitter. We zijn het er allemaal over eens dat Venray wat de Floriade betreft alle kansen zal moeten pakken die er zijn. Intussen hebben we begrepen dat daarvoor intern iemand zal worden aangesteld. Vandaag hoeven we er niet zoveel over te zeggen. Belangrijk is dat ook Venray weet dat er iets mee moet worden gedaan, vooral de ondernemers en wij hopen dat ze dat goed tussen de oren zullen krijgen. In het kader van de begroting worden aan de voorkant iedere keer zware discussies gevoerd over bezuinigingen en tekorten, terwijl aan de achterkant altijd weer grote meevallers blijken te zijn ontstaan. Uiteraard zijn wij blij met iedere meevaller, maar aan de andere kant zijn we van mening dat er ook kritischer begroot dient te worden; te strak is niet goed, maar structureel iedere keer geld overhouden, terwijl eerder steeds gediscussieerd moet worden over bezuinigingen lijkt ons overbodig. Bij het areaal-accres personeel hebben wij onze bedenkingen. Is het wel nodig? Aan de andere kant is het collegeprogramma ambitieus, is ook het CDA een ambitieuze partij en is Venray een ambitieuze gemeente. Wat dat betreft zal dan ook een afweging moeten worden gemaakt. Naar de kengetallen kijkend, zou je geneigd zijn te denken dat het niet echt nodig is, kijkend echter naar alle doelen die we hebben en naar datgene wat de laatste jaren is toegekend – in 2003/2004 niets en de laatste jaren alleen maar de helft –, kan ik me indenken dat op een aantal afdelingen werk blijft liggen. Ook de vele externen baren ons zorgen. Eigen personeel is altijd goedkoper dan het inhuren van externen. Als voorbeeld verwijs ik naar de inhaalslag die met be-
- 82 -
trekking tot de milieuvergunningen is gemaakt. Het CDA heeft daarnaar met ondersteuning van een aantal partijen een uitdrukkelijk onderzoek ingesteld, maar dat is wel door een externe gebeurd en kost veel geld. Wij zullen ons nog beraden op de vraag wat hiermee te doen. Als we het al toekennen, zal dat wel onder voorwaarden gebeuren. Eventueel zal hierop met een amendement worden teruggekomen. Over de lastendruk kan ik kort zijn. Met een percentage van 1 kunnen we zeker leven. Met betrekking tot de verhoging van de toeristenbelasting is vorige week door een inspreker aangegeven dat die gaat ten ten koste van investeringen van ondernemers. Wij snappen dat eerlijk gezegd niet zo goed. Als ik op een camping verblijf of ergens een huisje huur, betaal ik gewoon toeristenbelasting, die wordt doorgerekend in mijn rekening. De communicatie met de ondernemers verdient wel aandacht. De heer Van der Broeck heeft zelf toegegeven dat die geen schoonheidsprijs verdiende. Ik hoop dat we dat in het begin van deze periode niet al te vaak zullen horen; de rest van de periode wil ik het helemaal niet meer horen. De heer Busser: Mijnheer de voorzitter. Met het CDA zijn wij het eens – het is ook door de PvdA in eerste termijn al naar voren gebracht – dat de discipline bij de begroting en de jaarrekening fors omhoog moet en dat veel nauwkeuriger begroot moet worden. Overigens hebben we dat al vaker verkondigd. De mening van Samenwerking Venray over de areaal-accressen hebben wij in eerste termijn al duidelijk geventileerd. Wat ons betreft zou het personeelsaccres helemaal niet toegekend behoeven te worden en zou de rest voor de helft kunnen. Terzake hebben wij een amendement opgesteld, maar met de indiening daarvan wil ik even wachten totdat ik de mening van anderen hierover heb gehoord; het kan voor ons aanleiding zijn om het amendement enigszins bij te stellen. Ten aanzien van de toeristenbelasting willen wij het college meegeven dat wij enige twijfels hebben bij het toepassen van deze belasting voor buitenlandse werknemers die hier tijdelijk verblijven. Aan de ene kant is de handhaving met betrekking tot de inbaarheid niet eenvoudig, aan de andere kant moeten werkgevers voor huisvesting zorgen. Bij de boer moeten daarvoor containers en bouwvergunningen worden aangevraagd. Je kunt je afvragen of zo niet een woning is gerealiseerd; werknemers met een werkvergunning kunnen bij de werkgever op het perceel staan ingeschreven als de plaats waar ze verblijven. Ze zijn werknemer, wonen hier en zijn ze dan wel toerist? Zowel in de programmarekening als in de begroting behoort naar onze mening een risicoparagraaf te worden opgenomen, in beide apart omdat ze een heel andere insteek hebben: de ene geeft een terugblik waarbij wordt nagegaan of de risico’s zich hebben voorgedaan, de andere geeft een vooruitblik naar mogelijke toekomstige risico’s. Het college heeft hierop geantwoord, en daaraan moet het zich dan ook houden, dat het BBV voorschrijft dat in de programmabegroting én de programmaverantwoording in de paragraaf weerstandsvermogen een risico-inventarisatie dient te worden opgenomen. Bij de bespreking van het algemene blok heb ik al gezegd dat de raad vanavond heel nadrukkelijk zal moeten aangeven dat hij geen besluit neemt ten aanzien van de voor-
- 83 -
stellen die in de meicirculaire staan. Het college zal daarvoor met aparte voorstellen moeten komen. Het gaat ons wat te snel om dat nu te doen. Tenslotte dien ik een motie in ten aanzien van de reserves en voorzieningen. Het is wat ons betreft een reparatiemaatregel. Vorige week hebben wij het college gemandateerd ten aanzien van ‘nieuwe’ projecten. Wij zijn van mening dat de aanhalingstekens rond het woord ‘nieuwe’ niet sporen met de geest en de strekking waarmee het voorstel besproken en besloten is. Wij willen graag misverstanden voorkomen en vermijden dat we van de voorzitter van deze raad later te horen krijgen, zoals al eerder is gebeurd, dat we het maar hadden moeten lezen, want dat het erin stond. De heer Bisschops: Mijnheer de voorzitter. Over de Floriade kan ik ook kort zijn. In de vorige vergadering hebben we 1 fte vrijgemaakt voor het aanstellen van iemand die met betrekking tot de Floriade voor wat extra mankracht kan zorgen. Wat ons betreft zal hij er ook voor moeten zorgen dat de Floriade binnen Venray zichtbaar wordt. Het zal niet altijd even gemakkelijk zijn, maar met het CDA zijn wij het geheel eens dat we de kansen die er zijn moeten pakken. Met betrekking tot de begroting en de jaarrekening komt het al een aantal jaren voor dat we vooraf stoeien over bezuinigingen van € 10.000,- hier en € 20.000,- daar, terwijl achteraf een fors overschot blijkt te ontstaan. Het kan heel snel gaan. Twee weken geleden gingen we nog uit van een onttrekking van € 1,1 miljoen ten gevolge van de meicirculaire en nu kunnen we geld extra op de bank zetten waarmee bij wijze van spreken leuke dingen kunnen worden gedaan. Met de heer Busser ben ik het eens dat we het nu niet over de meicirculaire moeten hebben. Toch heb ik hem, en de heer Busser ook neem ik aan, wel gelezen. Ik kan niet inschatten wat daarvan nu wel en niet te voorzien was, maar het verschil is dermate groot dat het me uitermate verbaast dat het niet voor een deel was te voorzien. Een deel van de gevolgen van de meicirculaire wil het college gebruiken om geld te reserven voor zijn ambitieuze plan. Het lijkt me het beste even af te wachten totdat de discussie over het collegeprogramma is gevoerd voordat we daarmee echt aan de slag gaan. Natuurlijk willen wij een ambitieus plan van het college van harte steunen, maar de discussie daarover moet nog gevoerd worden, dus laten we daarop maar even wachten. De eerste jaarrekening 2005 zag er wat de belastingen betreft nog heel anders uit. In de beschouwingen van de SP zag ik iets over de OZB staan waar het betreft de huizenbezitters. Om daarvan nu bij voorbaat te zeggen dat het maar van 2% naar 1% moet gaan, vond ik wat snel. Ik had me kunnen voorstellen dat we met dat geld ook andere dingen hadden kunnen doen. Gezien de meicirculaire vind ik het nu wat minder rampzalig om naar 1% te gaan en de lastendruk voor alle bewoners zoveel mogelijk te verminderen. De toeristenbelasting is vorige week uitvoerig aan de orde gesteld door insprekers. Ik vind het echt slordig dat pas op het moment dat er geld is besloten wordt overleg te voeren met de branche. De wethouder heeft overigens zelf toegegeven dat het op een andere manier had gemoeten.
- 84 -
De parkeerbelasting stond op de lijst, maar is in de raad afgetikt tot 2010. Daarnaast zal binnen een straal van 300 meter van de parkeergarage betaald parkeren ingevoerd worden, maar dat gebeurt natuurlijk pas op het moment dat de parkeergarage er staat. Bij het laten betalen van toeristenbelasting door buitenlandse werknemers kan ik me iets voorstellen als het gaat om het gebruik maken van Venrayse voorzieningen. In onze vraagstelling hebben we wel enige zorg tot uitdrukking gebracht over de mogelijkheid dat daardoor een deel van de buitenlandse werknemers weer in de illegaliteit verdwijnt. De heer Van der Kruijf: Mijnheer de voorzitter. Over de Floriade heb ik het CDA inmiddels horen zeggen dat het vooral in Venray bekend moet worden gemaakt, terwijl de heer Lemmens opmerkte dat we niet te snel moeten zijn en dat er misschien in 2008 eens aan zal moeten worden begonnen, met vooraf wellicht wat kleine schermutselingen. De VVD is ervan overtuigd dat de Floriade een grote spin off kan opleveren. De Floriade is een mondiaal bekende manifestatie en in dat opzicht zullen we de kansen die zich voordoen maximaal moeten benutten. Als Venray zich er echt sterk voor maakt, zal het ook invloed hebben op de innovatieve agribusiness, logistieke bedrijven, ondersteunende bedrijven, enz. Het biedt, kortom, grote economische impulsen en het is daarom goed alvast 1 fte vrij te maken voor iemand die zich daarmee kan bezighouden. Over de begroting en de jaarrekening is al zoveel gezegd, dat ik er alleen nog aan wil toevoegen dat de hand op de knip zal moeten worden gehouden. Personeelsgroei heeft niet altijd te maken met een stijgend of afnemend inwoneraantal, maar ook met taken die door andere overheden aan Venray worden toebedeeld. Hou het klein, do het lean and mean, zou ik ervan willen zeggen: zoek een uitdaging in meer met minder doen, etc. Wat de toeristenbelasting betreft, herinner ik eraan dat Venray indertijd de strategische keuze heeft gemaakt om vooral voor de industrie te kiezen en veel minder voor toerisme en recreatie. Daarom is er wat ons betreft niets op tegen om met wat meer elan toerisme en recreatie te ondersteunen. In het verlengde hiervan zou dan eventueel ook de toeristenbelasting ter discussie kunnen worden gesteld, maar nu is het daarvoor nog ietwat te vroeg. Grote moeite hebben wij ook met het heffen van toeristenbelasting van buitenlandse werknemers, tenzij uit die opbrengsten wat betere voorzieningen voor deze mensen zouden worden gerealiseerd. Zeer content zijn wij uiteraard met het afschaffen van het gebruikersdeel van de OZB. Grote aarzelingen hebben wij bij de geluiden die er zijn om in de sfeer van het eigen belastinggebied nog naar ruimte te zoeken. Wij zouden het sympathieker vinden om eerder de belastingdruk wat te verlagen. Mevrouw Dijkema: Mijnheer de voorzitter. Venray heeft een uitgesproken mening over de Floriade. In ons verkiezingsprogramma hebben wij er iets over geschreven en het kan niet zo zijn dat wij daarover nu niets zeggen. In onze beschouwingen hebben wij het college gevraagd wat een aan te stellen medewerker zou moeten doen en of dat een beetje ‘smart’ kan worden gemaakt. Kortom: wat is de target die deze man of vrouw zou moeten halen? Het college antwoordt daarop: “Het zal duidelijk zijn dat
- 85 -
niet of nauwelijks meetbaar is wat de concrete gevolgen zijn van de Floriade voor Venray.” Daar schrik ik van. Op z’n minst had ik een positief antwoord verwacht van het college, in de zin van: we gaan het maken. Hierover spreek ik mijn ernstige zorgen uit. Daarnaast wil ik het college erop wijzen dat we nog een dorp hebben als Lottum met rozen en Arcen met kasteeltuinen. Ook in dat opzicht zal duidelijk een concurrentiestrijd plaatsvinden. Wat dat gaat betekenen, weet ik niet, maar ik heb er wel zorgen over. Het verhogen van de parkeerbelasting staat wat haaks op het streven veel toeristen aan te trekken, temeer daar in Horst bijvoorbeeld voor parkeren niet behoeft te worden betaald en je dus lekker naar de Liddel kunt gaan om je boodschappen te doen. Horst heeft ook leuke dingen en daar zullen toeristen dus ook heen trekken. Wellicht doet het college er daarom verstandig aan nog eens na te denken over de vraag of het wel verstandig is de parkeerbelasting te verhogen. Over de meicirculaire willen wij het vandaag ook niet hebben; dat zou wat te snel zijn. Met betrekking tot de toeristenbelasting kunnen wij ons volledig aansluiten bij de opmerkingen van Samenwerking Venray. De heer Thijssen: Mijnheer de voorzitter. Wat de Floriade betreft, is inVENtief er voorstander van een eind te maken aan het kijken van de kat uit de boom en serieus aandacht te schenken aan elk voorstel tot betaalbare promotie. We moeten niet langer hinken op twee benen, maar er nu voluit voor gaan, in samenwerking met andere gemeenten die er muziek in zien. Ten aanzien van het areaalaccres personeel roep ik graag even in herinnering dat ik al in een eerder stadium, en ook in mijn wat tardief ingediende algemene beschouwingen op papier, aandacht heb gevraagd voor de mogelijkheid op personeelskosten te bezuinigen door met meer inventiviteit te werken aan uitvoering van daden in plaats van te dokteren aan plannen. De toeristenbelasting zit ons erg hoog. Het is naar onze mening überhaupt een onding. Het zou hooguit aan de orde mogen komen in het kader van een artikel 12situatie, onder druk van departementen. Er moet veel meer dan een toeristenbelasting toelaat een uitnodiging uitgaan van de gemeente Venray in de richting van toeristen, toeristen van over heel de wereld als het kan. Toeristenbelasting opleggen aan buitenlandse seizoenarbeiders, zoals het geloof ik genoemd werd, is uit den boze. Ik onderschrijf volledig de twijfel – bij mij is het overigens overtuiging – die Samenwerking Venray heeft geuit over de vraag of van arbeiders gedurende zekere tijd hier werkzaam toeristenbelasting mag worden geheven. Ons antwoord is vierkant ‘nee’. Zoiets doe je niet. De toeristenbelasting zou ook niet mogen worden verhoogd, integendeel; wij zouden langzamerhand de toeristenbelasting moeten afbouwen. Hoewel wij blijkbaar nog niet toe zijn aan de bespreking van de inhoud van de meicirculaire, kan ik het niet laten een ongerijmdheid te signaleren in de aanbiedingsbrief bij die circulaire. Onder punt 4 wordt opgemerkt: “Gezien het feit dat de meicirculaire een positief beeld laat zien, is het dekkingsvoorstel aanpassing toeristenbelasting minder noodzakelijk.” Mooi, denk je dan: dat gaat niet door. Maar nee hoor. “Wij willen in ieder geval wel”, schrijft het college verder: “het in-
- 86 -
vorderingsgebied verbreden naar buitenlandse seizoenarbeiders.” Dus toch! En verder staat er: “Ook is nog steeds het voornemen de toeristenbelasting te verhogen conform het voorstel in de voorjaarsnota.” Waarom in ’s hemelsnaam? Waarom moet dat gebeuren in een situatie waarin de meicirculaire ons een positief beeld laat zien en in een situatie bovendien waarin, zoals de wethouder voor financiën in de commissie Middelen moest toegeven, Venray in 2006 als aandeelhouder van de Bank van Nederlandsche Gemeenten een extra bedrag van € 400.000,- mag verwachten. Van dat bedrag van € 400.000,- zou tot in lengte van jaren de toeristenbelasting kunnen worden gefinancierd, om het zo maar eens uit te drukken. In hetzelfde straatje ligt de voorgestelde verhoging van de parkeertarieven. Volstrekt onjuist, vinden wij. Ook hier weer worden wij geconfronteerd met een afwerend gebaar van de gemeente Venray in de zin van: haal het niet in je hoofd, want het kost je handenvol geld om in Venray korte of langere tijd te verblijven. Dat imago mogen we niet uitstralen. De parkeertarieven zouden steeds meer moeten worden afgebouwd… De heer Bisschops: De verhoging van de parkeertarieven is gebaseerd op de exploitatie van De Gouden Leeuw. Worden ze verlaagd, dan klopt de exploitatie niet meer. Bij de parkeertarieven zijn we altijd uitgegaan van kostendekkendheid. Dat principe hebben we wel ietsje losgelaten, maar niet erg veel. Als u kiest voor een verlaging van de parkeertarieven – of misschien wilt u ze wel helemaal afschaffen –, zult u wel moeten aangeven waar dat geld dan vandaan moet komen. De heer Thijssen: De financiering van de garage bij De Gouden Leeuw zal mij vooralsnog een rotzorg zijn. De heer Bisschops: Dat is te makkelijk, want die zit in de planning! De heer Thijssen: Om te beginnen zal ze er eerst moeten zijn. Verder wil ik wel eens weten – daarover wil ik dan graag door de heer Bisschops worden voorgelicht – in hoeverre de gemeente zich gecommitteerd heeft aan de toekomstige exploitant van deze parkeergarage, c.q. de aannemer die het gaat uitvoeren, om de opstelling te kiezen waarvan u blijkbaar voorstander bent. De heer Bisschops: De raad heeft indertijd gekozen voor een dekkende exploitatie, wat betekent dat er een sluitende begroting moet zijn. Als we daaraan gaan rommelen, zullen we geld tekort komen. Als u zoiets zegt, verwacht ik een motie om later dingen terug te draaien. Komt u daar niét mee, dan is het behoorlijk veel lucht. De heer Thijssen: Over de financiering van datgene wat wij tekort zouden komen aan parkeertarieven zal ik een notitie maken, na diep denkwerk in de zomervakantie. Bij de algemene beschouwingen in het najaar zal ik u daarover nader informeren. Overigens zou het wellicht al eerder kunnen, als mijn wens in vervulling zou gaan dat de fractieleiders uit deze raad, zo zij daartoe allen de tijd vrij kunnen maken, zouden besluiten vóór de algemene beschouwingen eens met z’n allen de hei op te gaan, ten-
- 87 -
einde daar in vriendschappelijk overleg, maar met de doelstelling te komen tot één gemeentelijk beleid op hoofdlijnen, met elkaar van gedachten te wisselen. De heer Bisschops: Ik wil niet vervelend zijn, maar discussie hoort in deze zaal plaats te vinden. Het is fijn om op de hei te gaan fietsen met de fractievoorzitters, maar als het om beleid gaat, over besluiten, bepalen we dat hier, in deze zaal, en niet ergens achteraf waar de transparantie ver te zoeken is. De heer Busser: Ik moet de heer Bisschops in dezen toch een beetje corrigeren. Het coalitieprogramma en het collegeprogramma zijn namelijk ook op de hei tot stand gekomen; dat is net zo min transparant. De heer Bisschops: Nee, dat is absoluut niet zo! Mevrouw Van Stelten-Houterman: Dit is appels met peren vergelijken! De heer Bisschops: Het is inderdaad een vergelijking van niks, zoals de heer Thijssen ook heel goed weet. Hiér heeft de raad het voor het zeggen, het is echter niet aan de raad te bepalen waar coalitiepartners met elkaar overleggen over een programma. De heer Busser: Als ik de heer Thijssen goed begrijp, pleit hij ervoor in kleiner comité voorbereidingen te treffen voor een raadsprogramma en dat vind ik op zichzelf wel een sympathiek voorstel. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Ik heb een hekel aan fietsen en hou ook niet van kamperen op de hei, ik ben er ook niet voor om zoete peren met zure appels te vergelijken. Het debat voeren wij in deze raad en niet in een achterkamertje op de hei. Mevrouw Dijkema: Ook ik vind dat we ons moeten beperken tot de raadzaal. Als de heer Thijssen een keer met mij de hei op wil, wil ik dat best doen, maar dan zullen we het over andere dingen hebben! De voorzitter: Ik stel voor nu weer terug te keren tot het inhoudelijke debat over de voorjaarsnota. De heer Thijssen: Onder druk van de tegenargumenten komen we daar weer heel snel aan toe, maar de intentie van mijn voorstel wil ik bij gelegenheid nog wel eens nader toelichten. Ik heb er de beste intenties bij en hoop u daarvan een keer te overtuigen, ook in een situatie die voor de PvdA finaal anders ligt, namelijk wanneer daar weer de fractievoorzitter zit. Ik richtte mij namelijk tot de fractievoorzitters. Con amore en zo nodig met magie wil inVENtief meedenken over de door Samenwerking Venray aangedragen doelstellingen om de ‘smart’ er bij de burgers uit te halen. Overigens kan ik iedereen aanbevelen daartoe alvast – opnieuw, hoop ik – kennis te nemen van ons programma.
- 88 -
Tenslotte, mijnheer de voorzitter, ben ik u voor wat dit punt betreft nog een mailtje vanuit de bovenkant van het hiernamaals verschuldigd. U begrijpt dat het in mijn geval in het Latijn was, zodat ik het even heb moet vertalen: Aan jou is de daad, overtuig de rest van de raad. Er zijn er vijf of zes die besturen, leg die maar in de luren. Wat zij ook bedenken in hun ijdelheid, de raad bepaalt tenslotte het beleid! De voorzitter: Het woord is thans aan de heer Busser, die had aangekondigd na de reacties van de raad eventueel zijn amendement te zullen aanpassen. De heer Busser: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben besloten ons amendement wat minder verstrekkend te maken dan het was. De griffier doet voorlezing van de motie en het amendement die door Samenwerking Venray zijn ingediend: “De raad van de gemeente Venray, in vergadering bijeen op 27 juni 2006; • overwegende dat het college in de vergadering van 20 juni 2006 is gemandateerd tot het beschikken over de algemene reserve. In spoedeisende gevallen met het oog op besluitvaardigheid kan het college per project maximaal € 50.000 uit de algemene reserve nemen; • overwegende dat bij bestaande projecten een budget is toegekend, dat via de budgetbewaking het college vroegtijdig zicht moet hebben als voortijdige uitputting van het budget zich aandient; spreekt de nadrukkelijke wens uit dat het college van B&W alleen bij nieuwe projecten zijn verkregen mandaat toepast. Alle andere genoemde criteria zoals beschreven in het beleid reserves en voorzieningen 2006 blijven van toepassing; en gaat over tot de orde van de dag.” (motie nr. 21) “De raad van de gemeente Venray, in vergadering bijeen op 27 juni 2006; • gelet op de in eerste termijn dienaangaande gestelde vragen van de fracties; • gelet op de beantwoording van het college in eerste termijn; • gehoord de beraadslagingen; besluit de areaalaccressen Personeel en Openbare Ruimte voor 50% toe te kennen en de niet toegekende accressen via de algemene reserve beschikbaar te maken voor nieuw beleid; en gaat over tot de orde van de dag.” (amendement nr. 2)
De voorzitter: Dames en heren. Ik stel vast dat hiermee de bespreking van de blokken 1 t/m 6 is afgerond. Thans is een schorsing gepland voor formulering dan wel herformulering van amendementen, subamendementen en moties. Graag wil ik thans weten of inderdaad behoefte bestaat aan een schorsing.
- 89 -
Mevrouw Van Stelten-Houterman: Wij hebben inderdaad behoefte aan een schorsing, voorzitter, omdat wij in de fractie even willen overleggen over het indienen van een amendement inzake het areaalaccres personeel. De heer Busser: Wat ons betreft kunnen beide voorziene schorsingen gecombineerd worden tot één wat langere schorsing. Mogelijk zullen wij nog een extra motie of amendement ten aanzien van de toeristenbelasting indienen. De voorzitter: Het lijkt mij verstandig het oorspronkelijke voorstel ten aanzien van de schorsingen te handhaven. Ik schors thans de vergadering (21.50 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (22.09 uur). Mevrouw Van Stelten-Houterman: Mijnheer de voorzitter. Zoals wij in eerste termijn al aangaven, bestond bij ons nog enige twijfel omtrent het areaalaccres. Na iedereen gehoord te hebben, hebben wij besloten een amendement in te dienen. De heer Busser: Mijnheer de voorzitter. Gehoord de beraadslagingen in de raad over de toeristenbelasting, menen wij te kunnen concluderen dat er draagvlak is voor het beperken van de verhoging tot de aanvankelikjk voorgestelde 1% en voor het niet uitbreiden van het invorderingsgebied tot buitenlandse werknemers. Derhalve dienen wij terzake een amendement in. De griffier doet voorlezing van beide amendementen: “Amendement van het CDA inzake toekenning areaalaccres. Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders om het areaalaccres voor de jaren 2007-2011 volledig toe te kennen; overwegende dat: • het areaalaccres in de jaren 2003 en 2004 niet is toegekend; • de toekenning in 2005 en 2006 beperkt is gebleven tot het areaal accres Openbare Ruimte; • voor de uitvoering van de doelen uit het coalitieakkoord extra inzet van capaciteit noodzakelijk is; • de dienstverlening richting burgers een doel is uit het collegeprogramma "Meedoen en Doorontwikkelen"; • het huidige kwaliteitsniveau van de organisatie op peil gehouden, en waar mogelijk verder versterkt dient te worden; • de speerpunten uit de strategische visie 2015 en het daaruit voortvloeiende ontwikkelingsperspectief dienen te worden gerealiseerd; stelt de raad voor het voorstel als volgt te wijzigen: • het areaalaccres alléén voor 2007 volledig toe te kennen; • aan deze toekenning de volgende voorwaarden/prestatie-indicatoren te verbinden:
- 90 1) realisatie van de speerpunten uit de strategische visie 2015 en het daaruit voortvloeiende ontwikkelingsperspectief worden voortvarend opgepakt 2) de doelen uit het coalitieakkoord en de speerpunten zoals verwoord in het collegeprogramma "Meedoen en DoorontwikkeIen" worden nagestreefd; • de toekenning (al dan niet) van het areaalaccres voor 2008-2011 opnieuw afte wegen bij de behandeling van de voorjaarsnota 2007; en gaat over tot de orde van de dag.” (amendement nr. 3) “Amendement van de fractie Samenwerking Venray inzake toeristenbelasting. De raad van de gemeente Venray, in vergadering bijeen op 27 juni 2006; gelet op de vragen van de fracties t.a.v. de verhoging van de toeristenbelasting en de uitbreiding van het invorderingsgebied naar buitenlandse werknemers; gelet op de beantwoording van het college in eerste termijn; gelet op de inhoud van de meicirculaire; gehoord de beraadslagingen, besluit de verhoging van de toeristenbelasting te beperken tot de aanvankelijk voorgestelde 1% en besluit tevens het collegevoorstel om het invorderingsgebied uit te breiden naar buitenlandse werknemers af te wijzen; en gaat over tot de orde van de dag.” (amendement nr. 6)
De voorzitter: Ik schors thans de vergadering voor beraad (22.15 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (22.50 uur). Het woord is voor een korte reactie op de ingediende amendementen en moties aan de portefeuillehouders. Amendementen nrs. 1, 2, 3 en 5, moties 13 en 14 De heer Teunissen, wethouder: Mijnheer de voorzitter. Amendement nr. 1 van de fractie Samenwerking Venray inzake raadsfaciliteiten wordt door het college ontraden, in lijn met de schriftelijke reactie die wij in eerste termijn hebben gegeven. Wij zijn van mening dat er een te verstorend effect van zou uitgaan op de vergadering. De kwestie van de fractieruimten zal in het nieuwe beleidsplan worden betrokken. Het amendement van de fractie Samenwerking Venray inzake de accressen wordt eveneens ontraden, omdat het onvoldoende aansluit bij de ambities van dit college. In lijn met die ambities kan amendement nr. 3 van het CDA worden overgenomen, omdat wat daarin staat precies overeenkomt met datgene wat het college voor ogen staat. Amendement nr. 5 van de fractie Samenwerking Venray inzake de luchtfoto’s wordt ten stelligste ontraden. Wij zijn van mening dat de discussie vanavond zich veel te veel heeft toegespitst op luchtfoto’s die gebruikt worden voor handhaving. De luchtfoto’s worden in dit huis door zeer veel disciplines gebruikt, zoals de toetsers van de bouwvergunningen, de WOZ-taxataeurs, de landmeters en de bestemmingsplanmakers. Het is daarom dat het aanbeveling verdient de luchtfoto’s om de twee jaar te actualiseren.
- 91 -
Door PvdA, CDA en Lokaal Aktief is een motie ingediend ten aanzien van startersleningen (nr. 13). Wij adviseren de raad deze motie over te nemen. Motie nr. 14 van de fractie Samenwerking Venray tenslotte heeft betrekking op starterswoningen. Het college heeft in het coalitieakkoord een speerpunt gemaakt van volkshuisvesting voor ouderen en starters. Wat in de motie wordt bepleit zou een van de instrumenten kunnen zijn, maar het is ons inziens te eng toegespitst op alleen het verlagen van de grondprijs. Wij willen het in een bredere context plaatsen en zullen er het komend jaar, bij het verder uitwerken van het volkshuisvestingsbeleid, nader op terugkomen. De motie wordt op dit moment ten zeerste ontraden. Amendement nr. 4 De heer Heldens, wethouder: Mijnheer de voorzitter. Wat het college voorstelt is wat ons betreft volledig verantwoord, nadat terzake een risico-analyse en een marktanalyse zijn gemaakt, temeer daar hierdoor indirect, zij het via het grondbedrijf en via de risicoreserve, die op niveau is, de algemene dienst wordt gesteund. Bij de behandeling van de begroting ontstaat zo meer ruimte om eventueel nieuw beleid te formuleren. Het amendement van Samenwerking Venray achten wij dan ook overbodig. Amendement nr. 6, moties 11 en 21 De heer Van der Broeck, wethouder: Mijnheer de voorzitter. Amendement nr. 6 van de fractie Samenwerking Venray handelt over de toeristenbelasting. Ons voorstel terzake is gedaan om de begroting passend te krijgen. De meicirculaire biedt weliswaar enige ruimte, maar dat is voor ons geen reden de toeristenbelasting nu maar in haar geheel te schrappen…. De heer Busser: Wij stellen helemaal niet voor de toeristenbelasting geheel te schrappen! De heer Van der Broeck, wethouder: Nee, dat is waar. In het amendement wordt voorgesteld de verhoging van de toeristenbelasting te beperken tot de aanvankelijk voorgestelde 1%. Het is 5 cent, en bij raadsbesluit is vastgesteld dat de toeristenbelasting daarmee jaarlijks omhoog zal gaan. In de recreatiesector, waarmee ik overleg heb gevoerd, bestaan geen overwegende bezwaren tegen invordering bij buitenlandse werknemers. Van mensen van de LLTB heb ik een soortgelijk signaal gehoord. De inning daarvan is hartstikke reëel; in Horst kan men het ook en wat men in Horst kan kunnen wij op z’n minst ook. Wij hebben er rekening mee gehouden dat er in het eerste jaar minder inkomsten zullen zijn, omdat hieraan extra aandacht zal moeten worden besteed en hierop ook handhaving zal moeten worden gezet. Samenvattend stel ik de raad dan ook voor akkoord te gaan met de uitbreiding van het invorderingsgebied tot buitenlandse werknemers, de verhoging van 20 cent vooralsnog niet te effectueren, daarover met de sector in gesprek te gaan en er bij de begrotingsbehandeling in het najaar op terug te komen. Motie nr. 11 van de fractie Samenwerking Venray inzake risicomanagement achten wij overbodig. Onze beantwoording van de schriftelijke vragen van de fractie Sa-
- 92 -
menwerking Venray was vooral gericht op de manier waarop wij hiermee intern omgaan. Er vindt een sells assesment rechtmatigheid gemeenten plaats, dat gaat over procedures, dat is echt intern gericht en het is des college. Uiteindelijk zal het moeten leiden tot een goed risicomanagement. Hoe moet worden omgegaan met de risico’s ten aanzien van de weerstandscapaciteit en ten aanzien van het weerstandsvermogen is natuurlijk wel ‘des politiek’ en daarover willen wij graag met de raad van gedachten wisselen. Het rapport dat hierover door Deloitte is opgesteld willen wij de raad met alle plezier ter kennisneming aanbieden. Daarmee is de motie overbodig geworden. De heer Busser: Dat maken wij als indieners zelf wel uit. De heer Van der Broeck, wethouder: Ik constateer dat de motie overbodig is. De voorzitter: Het komt erop neer dat u de motie ontraadt. Het is aan de raad te beoordelen of de motie overbodig is. De heer Van der Broeck, wethouder: Akkoord. Motie nr. 21 van de fractie Samenwerking Venray heeft betrekking op reserves en voorzieningen. Ik begrijp dat de fractie hiermee komt, want een week geleden was zij het ook al niet eens met het voorstel om het college een mandaat te verstrekken tot een bedrag van € 50.000,-…. De heer Busser: Het is wat gemakkelijk om dat nu aan te dragen. Wij stellen vast dat er in feite sprake is van een verschrijving met betrekking tot een ruimte die niet zo bedoeld is geweest. De rest van het besluit blijft gewoon in stand. De heer Van der Broeck, wethouder: Wij hebben de vorige keer aangegeven dat wij met het bedrag van € 50.000,- aan de slag willen en dat een en ander over een jaar zal worden geëvalueerd. De motie voegt in onze beleving weinig toe en wordt door ons dan ook ontraden. Motie nr. 12 De heer Emonts, wethouder: Mijnheer de voorzitter. Wij delen met elkaar het enthousiasme over de kans die zich aandient met betrekking tot het speciaal onderwijs. De motie kan door ons worden overgenomen, maar daar horen wel twee kanttekeningen bij. Hieruit mag niet worden geconcludeerd dat het speciaal onderwijs in 2007 ook zal worden gerealiseerd. Het traject is namelijk wat ingewikkelder dan misschien lijkt. Of het een dependance zal worden of een eigen school is iets dat nog zal moeten worden uitgezocht. Ik zal de commissie op de hoogte houden van de voortgang van het traject. Wellicht zal ik de raad een projectvoorstel voorleggen voor een haalbaarheidsonderzoek.
- 93 -
De voorzitter: Dames en heren. De balans opmakend, stel ik vast dat amendement nr. 3 en de moties nrs. 12 en 13 door het college kunnen worden overgenomen en derhalve niet in stemming behoeven te worden gebracht. De heer Busser: Ik wil hierbij wel opmerken dat wij amendement nr. 3 weinig ‘smart’ vinden. Het voegt eigenlijk niets toe en is daarom wat ons betreft compleet overbodig. Het enige nieuwe is dat het alleen voor 2007 wordt toegekend in plaats van voor de volledige periode. Waar wij het recht hebben zoiets ieder jaar bij de begroting en bij de voorjaarsnota vast te stellen, voegt het weinig toe. De voorzitter: Daar nemen we kennis van. Het doet niets af aan het feit dat het amendement door het college wordt overgenomen. Ter besluitvorming resteren vijf amendementen, waarbij met betrekking tot amendement nr. 6 zij opgemerkt dat door wethouder Van der Broeck is aangegeven dat het amendement in zijn huidige vorm weliswaar niet kan worden gesteund, maar dat hij wel bereid is de verhoging van de toeristenbelasting uit te stellen totdat nader overleg is gevoerd met de brancheorganisatie. Voorts zal een drietal moties in stemming worden gebracht. Ik stel me voor per fractie de mogelijkheid van een stemverklaring te bieden. De heer Busser: Ik stel voor eerst een besluit te nemen over de amendementen, vervolgens over de voorjaarsnota en dan pas over de moties. De voorzitter: Uitstekend. Aan de orde zijn de stemverklaringen. Mevrouw Van Stelten-Houterman: Mijnheer de voorzitter. Uit onze reactie in eerste termijn zal zijn gebleken dat wij het allereerst van belang vinden de behoeften te inventarisen aan de raadsfaciliteiten en daarover een discussie te voeren in het presidium. Daarom zullen wij tegen amendement nr. 1 stemmen. Gegeven ons eigen amendement nr. 3 zal het duidelijk zijn dat wij niet kunnen instemmen met amendement nr. 2 van de fractie Samenwerking Venray. Amendement nr. 4 van de fractie Samenwerking Venray begrijpen wij ergens wel, maar wij zullen er toch tegen stemmen, omdat wij de kwestie van de winstnemingen willen behandelen in het kader van de discussie over het grondbedrijf. Naar aanleiding van amendement nr. 5 inzake de luchtfoto’s is door de wethouder opgemerkt dat het om meer gaat dan alleen handhaven. Het is regulier werk en wij hebben begrepen dat er ontzettend veel gebruik van wordt gemaakt. Daarom zullen wij tegen dit amendement stemmen. Over de toeristenbelasting hebben wij zojuist coalitiebreed nog even van gedachten gewisseld. De wethouder heeft aangegeven wat wij ook belangrijk vinden. Met de normale verhoging gaan wij uiteraard akkoord, maar over de extra verhoging zal nader moeten worden overlegd met de sector. Invordering van toeristenbelasting bij buitenlandse werknemers vinden wij wel nodig. Zij maken per slot van rekening ook gebruik van de voorzieningen in het Venrayse.
- 94 -
Het zal u niet verbazen dat wij kunnen instemmen met motie nr. 11 van de fractie Samenwerking Venray. Het rapport moet inderdaad ter bespreking aan de raad worden voorgelegd. Vanzelfsprekend zijn wij voorstander van starterswoningen, gelet ook op het amendement dat wij zelf hebben ingediend ten aanzien van startersleningen. Motie nr. 14 van de fractie Samenwerking Venray vinden wij echter voorbarig en wij zijn ook niet blij met de open-eindfinanciering. Door Samenwerking Venray is tenslotte onder nr. 21 een motie ingediend over reserves en voorzieningen. De heer Busser kan ik zeggen dat het ons wel duidelijk is dat het woord ‘nieuwe’ tussen aanhalingstekens staat en dat daarmee zowel bestaand als nieuw beleid wordt bedoeld. Wij hebben vertrouwen in het college en zullen tegen deze motie stemmen. De heer Busser: Mijnheer de voorzitter. De reactie van het CDA op ons amendement nr. 1 kan ik me wel voorstellen. De essentie van het amendement is echter juist dat de desbetreffende voorstellen er moeten komen. Er is dus geen enkele reden om het amendement niet te steunen, anders dan dat daar wellicht politieke redenen aan ten grondslag liggen. Amendement nr. 2 wordt door ons gehandhaafd. Wij zijn benieuwd hoe de stemming straks zal uitvallen. Ook amendement nr. 4 handhaven wij. Wij vinden het zeer voorbarig om met winstnemingen op deze toer te gaan. Exploitaties moeten eerst positief of negatief worden afgesloten voordat we weten wat we daarmee kunnen. Dit extra risico vinden we niet aanvaardbaar. Het amendement inzake de luchtfoto’s wordt eveneens gehandhaafd. Willen we goed handhaven, dan moet daar ook een beleid onder liggen en dat missen we nog. Ons standpunt ten aanzien van de toeristenbelasting is niet gewijzigd. Wij handhaven daarom het amendement en menen dat het een maximaal haalbaar voorstel is om buitenlandse werknemers daarmee niet te belasten. Ook de motie inzake het risicomanagement wordt gehandhaafd. Over de motie inzake de starterswoningen wil ik nog opmerken dat dit inderdaad in een bredere context moet worden bezien, zoals de wethouder zei, doch dat dat geen aanleiding kan zijn om op dit moment te wachten met het nemen van een besluit. Er is geen sprake van een open-eindfinanciering, zoals de CDA-fractie heeft geroepen. In de motie roepen wij het college op bij de begroting met voorstellen te komen over de wijze van invullen. Het college wordt daarmee tevens opgedragen te bezien of dit in een open-eindfinanciering moet uitmonden. Het belang voor de kerkdorpen is mijns inziens heel groot; daar juist liggen de mogelijkheden om dit soort dingen te doen. Op de andere fracties doe ik daarom een beroep om deze motie te steunen. Motie nr. 21 tenslotte wordt ook gehandhaafd. Mevrouw Van Dijck-Kersten: Mijnheer de voorzitter. Het eerste amendement zullen wij niet steunen. Over de faciliteiten voor de raad zullen we met z’n allen moeten praten en het moge duidelijk zijn dat daarover iets zal moeten worden afgesproken.
- 95 -
Ook amendement nr. 2 kunnen wij niet steunen, mede omdat amendement nr. 3 is overgenomen. Amendement nr. 4 kan evenmin op onze instemming rekenen. De wethouder heeft voldoende toegelicht hoe met de winstnemingen tewerk wordt gegaan. Amendement nr. 5 zullen wij ook niet steunen, gezien de intensiteit van het gebruik van de luchtfoto’s en het feit dat optimaal gebruik moet kunnen worden gemaakt van de software. Amendement nr. 6 van de fractie Samenwerking Venray heeft betrekking op de toeristenbelasting. Het lijkt ons een uiterst moeilijke opgave om met name in gebieden waarin zowel buitenlandse werknemers als toeristen verkeren een knip te maken tussen wie wel en wie niet moet betalen. Handhaving is dus een moeilijk issue. Buitenlandse werknemers in hotels moeten bovendien ook toeristenbelasting betalen. Met motie nr. 11 van de fractie Samenwerking Venray kunnen wij akkoord gaan, hoewel het volgens ons al de bedoeling is op deze manier tewerk te gaan. Met motie nr. 14 inzake de starterswoningen kunnen wij niet instemmen, gezien de risico’s die eraan zitten, kijkend bijvoorbeeld naar doorverkoop. Er kunnen wel een aantal voorwaarden worden ingebouwd, maar dat is toch heel lastig. Bovendien is al positief geadviseerd op de motie inzake de startersleningen en het zou wat te veel van het goede zijn om ook hiermee nog akkoord te gaan. Negatief staan wij tegenover motie nr. 21, omdat die een uitholling zou betekenen van datgene wat we pas hebben afgesproken. De heer Van der Kruijf: Mijnheer de voorzitter. Met amendement nr. 1 kunnen wij instemmen. Laat de voorstellen maar komen. Ook de amendementen nr. 2, 4, 5 en 6 kunnen op onze instemming rekenen. Wat in motie nr. 11 wordt bepleit is een goede zaak. Wij zullen de motie dan ook steunen. Ook met motie nr. 14 inzake de starterswoningen kunnen wij akkoord gaan, maar wij wachten natuurlijk wel de voorstellen van het college af. Motie nr. 21 tenslotte verdient eveneens onze steun. Mevrouw Dijkema: Mijnheer de voorzitter. Wij stemmen tegen amendement nr. 1, met name vanwege de ICT-faciliteiten in de raadzaal. Met amendement nr. 2 kunnen wij akkoord gaan, evenals met de amendementen nrs. 4, 5 en 6. Ook de moties nrs. 11, 14 en 21 kunnen op onze instemming rekenen. De heer Lemmens: Mijnheer de voorzitter. In amendement nr. 1 gaan wij niet mee. Wij willen eerst de behoeften die er op dit gebied zijn goed inventariseren. Wat betreft de accressen willen wij eerst de besluitvorming afwachten. Met name ook omdat amendement nr. 2 niet aansluit bij de ambities, kunnen we er niet mee akkoord gaan. Motie nr. 4 kunnen wij ook niet steunen. We willen eerst de discussie afwachten over het beleid van het grondbedrijf en dat beleid integraal behandelen.
- 96 -
Wij zijn ervan overtuigd dat twee jaar een nooodzakelijke termijn is voor het maken van luchtfoto’s en zullen daarom amendement nr. 5 geen steun verlenen. Met betrekking tot de verhoging van de toeristenbelasting volgen wij het advies van de wethouder. Amendement nr. 6 geven wij dan ook geen steun. Met motie nr. 11 inzake het risicomanagement kunnen we uiteraard instemmmen. In motie nr. 14 inzake de starterswoningen gaan we niet mee. Wij vinden dat hier sprake is van een zekere precedentwerking en de open-eindfinanciering die eraan verbonden is spreekt ons niet aan. Motie nr. 21 kunnen wij ook niet steunen. Vorige week is het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen al uitvoerig aan de orde geweest en onze mening is niet gewijzigd. De heer Thijssen: Mijnheer de voorzitter. InVENtief is het niet eens met amendement nr. 1, en wel om de redenen die in eerste instantie zo helder door de heer Lemmens zijn aangegeven. Amendement nr. 2 wordt door inVENtief gesteund. Hetzelfde geldt voor amendement nr. 4. De wethouder heeft weliswaar aangegeven hoe hij op dit punt wil handelen, maar hij is in gebreke gebleven, althans voor mijn oren en mijn brains, om aan te geven waarom hij dat zo zou willen. InVENtief kan voorts instemmen met het amendement inzake de luchtfoto’s en zeker ook met amendement nr. 6, waarmee althans wat van onze wensen wordt ingewilligd. Ik maak van deze gelegenheid tevens gebruik om als mijn mening te geven dat het voorgestelde gemeentelijk beleid in strijd zou kunnen zijn met Europees recht op het gebied van het vrije verkeer van personen. Het is niet de taak van een raadsfractie om dat te laten uitzoeken, maar het zou me niets verbazen als op dat punt een of andere organisatie het zal opnemen voor die arbeiders. De moties nrs. 11, 14 en 21 hebben de steun van inVENtief. De voorzitter: Aan de orde is thans de besluitvorming over de amendementen. Wenst iemand hoofdelijke stemming over een of meerdere amendementen? De heer Busser: Wij wensen hoofdelijke stemming over amendement nr. 6 en over motie nr. 14. De voorzitter: Akkoord. Amendement nr. 1 wordt met de stemmen van de fracties van CDA, PvdA, SP, Lokaal Aktief en inVENtief tegen en met de stemmen van de fracties van Samenwerking Venray en VVD vóór verworpen. Amendement nr. 2 wordt met de stemmen van de fracties van CDA, PvdA en Lokaal Aktief tegen en met de stemmen van de fracties van Samenwerking Venray, VVD, SP en inVENtief vóór verworpen.
- 97 -
Amendement nr. 4 wordt met de stemmen van de fracties van CDA, PvdA en Lokaal Aktief tegen en met de stemmen van de fracties van Samenwerking Venray, VVD, SP en inVENtief vóór verworpen. Amendement nr. 5 wordt met de stemmen van de fracties van CDA, PvdA en Lokaal Aktief tegen en met de stemmen van de fracties van Samenwerking Venray, VVD, SP en inVENtief vóór verworpen. Amendement nr. 6 wordt hoofdelijk in stemming gebracht en met 14 tegen 10 stemmen verworpen. Tegen hebben gestemd mevrouw Voigt-Bosboom, de heer Bisschops, mevrouw Van Dijck-Kersten, de heren Emons en Ewals, mevrouw Grebenjak-Benneheij, de heren Lemmens, Linskens, Litjens, Loonen, Michels en Nijssen en de dames Van SteltenHouterman en Teeuwen-Peeters. Voor hebben gestemd de heren Thijssen en Verkoeijen, mevrouw De Barbanson, de heer Busser, mevrouw Dijkema, de heer Van der Kruijf, mevrouw Lamers-Vorst, de heren Leenders en Mulders en mevrouw Sweelssen. De voorzitter: Aan de orde is de besluitvorming ten aanzien van de voorjaarsnota en het MUIP 2007-2011. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het geamendeerde voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De voorzitter: Aan de orde is de besluitvorming over de moties. Motie nr. 11 wordt met algemene stemmen aanvaard. Motie nr. 21 wordt met de stemmen van de fracties van CDA, PvdA en Lokaal Aktief tegen en met de stemmen van de fracties van Samenwerking Venray, VVD, SP en inVENtief vóór verworpen. Motie nr. 14 wordt hoofdelijk in stemming gebracht en met 14 tegen 10 stemmen verworpen. Tegen hebben gestemd mevrouw Voigt-Bosboom, de heer Bisschops, mevrouw Van Dijck-Kersten, de heren Emons en Ewals, mevrouw Grebenjak-Benneheij, de heren Lemmens, Linskens, Litjens, Loonen, Michels en Nijssen en de dames Van SteltenHouterman en Teeuwen-Peeters. Voor hebben gestemd de heren Thijssen en Verkoeijen, mevrouw De Barbanson, de heer Busser, mevrouw Dijkema, de heer Van der Kruijf, mevrouw Lamers-Vorst, de heren Leenders en Mulders en mevrouw Sweelssen.
- 98 -
20. Sluiting.
De voorzitter wenst een ieder een plezierige vakantie en sluit te 23.35 uur de vergadering met een woord van bezinning. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 september 2006. De voorzitter,
De raadsgriffier,