NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Waalwijk, gehouden op 22 april 2010
Voorzitter: Griffier:
de heer drs. A.M.P. Kleijngeld de heer G.H. Kocken
Aanwezig zijn de leden:
de heer J.M. van Baardwijk de heer R. Bakker mevrouw W.M. Bourguignon-Slis de heer F. den Braven de heer J.F. Broeders mevrouw C. de Bruijn de heer G.A. Damen de heer mr. M. van Dongen (tevens wethouder) de heer drs. J. van Groos (tevens wethouder) mevrouw A. Günes de heer A.A. van Hamond de heer L. van Helden de heer J.H.H. Heuverling (tevens wethouder) de heer L.P. den Hollander de heer A.J.G. Hooijmaijers mevrouw E.Y. IJpelaar-Alias de heer C.M.A. Kuijten de heer W.C.P.B. Lodenstijn mevrouw H. Marasabessy mevrouw R. Odabasi-Seker de heer F.P.M. Simon de heer M.G.H. Smits de heer C.J.G.H. van der Sloot de heer R.A.A. Tiemstra de heer mr. J.M.M. van Tuyl de heer J.A.J. van Well de heer P.R.M. van de Wiel
Afwezig zijn de leden:
de heer P.W.E. Monsieurs mevrouw C.C.J. Ruygt-Gerritsen
Tevens aanwezig:
de heer U. Santi (wethouder) de heer A. de Wit (algemeen directeur) mevrouw J.W.M. Louer (griffie)
Notulen:
Notulistenbureau Leeuwenburgh-Vendrig
0.
Opening
0.1 Opening op de gebruikelijke wijze De voorzitter opent om 19.30 de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom. 0.2 Mededelingen De voorzitter meldt het bericht van verhindering van de leden Monsieurs en Ruygt. In geval van hoofdelijke stemming zal nr. 13, de heer Van de Wiel, als eerste zijn stem uitbrengen. Hij attendeert vervolgens de leden van de raad op het tekenen van de presentielijst. 0.3 Vaststellen agenda De voorzitter: Het is de eerste echte vergadering in deze bestuursperiode. Ik stel voor om de agenda vast te stellen. Bij agendapunt 2.3, het meerjaren ontwikkelingsprogramma ISV3, heeft D66 gevraagd om dit punt over te hevelen naar het debatgedeelte. Gaat u daarmee akkoord? Dat is het geval. 0.4 Vragenronde op grond van artikel 14 van het reglement van orde De voorzitter: Niemand heeft zich gemeld voor de vragenronde.
1.
Debatgedeelte
Raadsvoorstellen bespreekstukken (B-stukken): 1.1
(CS2) Uitvoeringsprogramma 2010 WOP Sprang-Capelle/Landgoed Driessen
De voorzitter: Het woord is aan de fractie van LokaalBelang. De heer Van Baardwijk: Ik wil het kort hebben over het WOP en vooral een beetje over het restaureren van het monument in Sprang-Capelle. Voor de fractie van LokaalBelang verdient de gehele gang van zaken rondom de tot op heden uitgevoerde restauratie van het grafmonument van de Sprang-Capelse verzetsheld Jan de Rooij niet de schoonheidsprijs. Gelukkig wordt het nu tot tevredenheid van de Sprang-Capellenaren, het WOP en de heemkundekring grondig gerestaureerd. De fractie van LokaalBelang stemt daar gaarne mee in. Eind goed, al goed dus. Jammer dat in de commissie, zoals LokaalBelang dat wilde, niets reeds besloten werd om dat te doen. Met een beetje goede wil was het in onze ogen mogelijk geweest. In het verleden is dat al wel vaker gebeurd. Dan had men op 4 mei, wanneer 65 jaar bevrijding herdacht wordt, reeds een bezoekje aan het gerestaureerde grafmonument kunnen brengen. In antwoord op vragen van de PvdA lees ik dat nu in juli een geschikt moment wordt gezocht voor aandacht aan het dan gerestaureerde grafmonument. De fractie van LokaalBelang wil het college daar graag aan houden en vraagt of de wethouder dit kan toezeggen. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van GroenLinksaf.
Notulen raadsvergadering 20 april 2010
2
De heer Den Braven: De fractie van GroenLinksaf ziet af van de eerste termijn. Wij gaan alsnog akkoord met het voorstel. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de ChristenUnie. De heer Van Helden: De fractie van de ChristenUnie wil allereerst de werkgroep voor behoud van het monument Jan de Rooij bedanken voor de inzet om het monument de uitstraling te geven die het verdient. Door hen is daar veel vrije tijd in gestoken en er waren zelfs plannen om in zelfwerkzaamheid de kosten van het opknappen te drukken. Wij vinden het belangrijk dat de daden van Jan de Rooij, in deze bedreigende omstandigheden gedaan, niet vergeten worden. Nu zijn er nog inwoners in SprangCapelle en omgeving die Jan de Rooij persoonlijk hebben gekend en ook in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog met hem hebben samengewerkt in de verzetsgroep. Over enkele jaren hebben wij alleen nog maar herinneringen in geschiedenisboeken en met het monument. De fractie van de ChristenUnie kan dan ook volledig instemmen met de aanpassing van het raadsvoorstel om het monument van Jan de Rooij en zijn ouders de uitstraling te geven die het verdient. Wij hebben kennis genomen van het ontwerp zoals dat nu uitgevoerd gaat worden. Complimenten aan de ontwerper. Op een eenvoudige maar voor zichzelf sprekende manier wordt de cruciale heldendaad van Jan de Rooij in beeld gebracht. Wij hebben toch een kanttekening. De reeds uitgevoerde werkzaamheden aan het historisch monument zijn naar onze mening nog niet af. Wij vragen hiervoor uw aandacht. Zo veel cementsluier als het monument nu heeft, wil niemand op zijn woonhuis en past zeker niet op dit monument. Laten wij het alstublieft schoonmaken zodat het er weer uitziet als het er moet uitzien. Ook het voegwerk is niet origineel. Graag hiervoor uw aandacht, daar zullen veel Sprang-Capellenaren u dankbaar voor zijn. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van D66. De heer Den Hollander: Na de commissie Samenleving, waar wij aanvankelijk dit stuk tot een A-stuk verklaarden, hebben wij de indruk gekregen dat het monument eigenlijk voor een tweede keer moet worden opgeknapt. Ik heb het over Jan de Rooij. Kennelijk omdat het de eerste keer niet gelukt is, of niet goed gelukt is. Dat is ons niet duidelijk. Wij hebben daar na de commissie uitvoerig navraag over gedaan, maar wij konden de juiste feiten of de toedracht niet boven tafel krijgen, vandaar dat dit voor ons alsnog een B-stuk werd. Het lijkt ons redelijk om te weten waarom het dan in eerste instantie niet gelukt zou zijn en waarom pas tijdens het opknappen, en niet al in de voorbereiding, beeldmateriaal is opgedoken waardoor wellicht een andere invulling nodig bleek. Er zijn effecten op het monument te zien die velen niet kunnen waarderen. Onze vraag is nu als de opknap niet goed zou zijn geweest wie daarvoor dan verantwoordelijk is. Is dat de opdrachtgever of is dat de uitvoerder? Is er een verkeerde opdracht geweest, is de oplevering ten onrechte geweest, of was de voorbereiding niet in orde? Als de klus niet volgens de offerte en aanbesteding is geklaard, zou de aannemer verantwoordelijk zijn, tenzij de gemeente het geboden resultaat bij de oplevering ten onrechte heeft geaccepteerd. Afhankelijk van het antwoord op die vraag, kunnen wij vaststellen of een tweede opknapbeurt terecht is. En of dat dit uit de gemeentekas moet worden bekostigd en terecht ten laste van het WOP van Sprang-Capelle/Landgoed Driessen wordt gebracht. Het zal dan waarschijnlijk ten koste gaan van andere activiteiten terwijl de gemeente eigenaar is van het monument. Dat laat overigens onverlet dat wij veel waardering hebben voor de manier waarop het nu voorligt. Dat zullen wij in elk geval wel steunen. De voorzitter: Ik geef het woord aan wethouder Santi. In verband met de vragen over Jan de Rooij stel ik voor dat wethouder Heuverling ook nog even antwoord geeft. Ten aanzien van de bijdrage van de heer Den Hollander snap ik het punt. U bent nieuw en in die zin is het voor u alsof het hier nog nooit besproken is. Ik herken echter een aantal Notulen raadsvergadering 20 april 2010
3
vragen die u gesteld heeft die eerder beantwoord zijn in de raad. In die zin is het voor u even lastig, maar het lijkt mij in het algemeen niet goed om het debat helemaal over te doen. Ik denk dat wethouder Heuverling daar rekening mee kan houden. Wethouder Santi: Ik heb aangehoord wat de leden van de raad hier naar voren hebben gebracht. Er wordt over het algemeen ingestemd met hoe het gegaan is. Dat had ik al bemerkt tijdens de commissievergadering. Daar gebeurde eigenlijk niet meer en niet minder dan dat de stuurgroep van het WOP een inbreng heeft gehad en heeft aangegeven wij zouden willen dat. Toen is er ook een bedrag genoemd. Daar is door mij positief op gereageerd. In de richting van D66; het is zo dat wanneer er nadrukkelijke wensen komen van het WOP deze normaliter gehonoreerd worden er vanuit gaande dat het goed onderbouwde verzoeken zijn. Zo wordt dat ook gedaan met de WOP’s in de andere wijken. Dat is ook gebeurd. U heeft waarschijnlijk gezien dat daar ook een zeer beargumenteerd stuk onder ligt waarin wordt aangegeven hoe men dat wil gaan doen. Ik heb in de commissie gezegd dat de restauratie goed gegaan is. Het college zegt dat nadrukkelijk. Dat het nu gebeurt, is op verzoek van de stuurgroep WOP en op aangeven van mensen die daar goed over nagedacht hebben en hun inbreng hebben gehad. Dat daar weer een extra bovenop zit. In de raad is hier een paar maanden geleden aandacht voor geweest van hoe zit het nu met die restauratie. Wij kunnen daarover van mening verschillen, maar het is, dat zegt het college met nadruk, goed gegaan. Wij hebben er op verzoek van de stuurgroep WOP meer mee gedaan. De heer Van Baardwijk bij interruptie: Dan is mijn vraag aan wethouder Santi, of de andere leden van het college, of u zelf zijn gaan kijken. Ik heb deze week zelf gekeken. Ik denk dat u toch schrikt als u zegt de restauratie is goed gegaan. Ik hoorde daarnet de opmerking van de heer Van Helden. Als u zo uw eigen huis zou laten voegen, zou u zeggen dat het absoluut niet kan. U moet echt gaan kijken. Ik begreep een beetje uit de beantwoording dat vanavond gewoon gedaan wordt alsof het opnieuw wordt gerestaureerd. Als u zegt dat het blijft zoals het is, denk ik dat wij ons moeten schamen als wij zien hoe het er nu bij staat. Ik ben geen bouwkundige, maar het lijkt wel alsof het gevoegd is en daarna met een natte veger het voegsel is weggeveegd. Het ziet er echt niet uit. U moet maar eens gaan kijken. Wethouder Santi: Ik begrijp van anderen dat daar anders over geoordeeld wordt. Ik zeg niet collegeleden, maar derden die zeggen het ziet er goed uit. Daar kun je natuurlijk over van mening verschillen, maar zoals het gepland is met de aannemer is dat gegaan zoals werd afgesproken. Nu komt daar een extra bovenop. Ik kan er heel lang over doen, maar het is zoals het is. Er werd ook nog geïnformeerd naar de datum. Tijdens de commissievergadering werd naar voren gebracht om haast te maken richting 4 en 5 mei. Ik heb begrepen van het WOP dat wanneer er vandaag een raadsbesluit wordt genomen het dan niet haalbaar is om nog activiteiten te doen, maar wel richting juli/augustus. Als u vraagt wanneer, dat moet nog met de mensen van het monument worden besproken. Ik ben geen historicus, maar ik heb begrepen dat 7 juli de dag van de herbegraving is. In augustus zou dan ook de geboortedag zijn van Jan de Rooij. De heer Van Baardwijk bij interruptie: Ik ben heel blij met de toezegging van de wethouder dat er in elk geval aandacht aan geschonken wordt wanneer het echt klaar is, maar ik wil toch zeggen dat ik mij in ieder geval schaam als wij accepteren het dat wij een monument er zo bij laten staan. Wethouder Santi: Wij hebben een gewijzigd raadsvoorstel aan u gepresenteerd. Laten wij zeggen dat ook het college inziet dat wat door de stuurgroep WOP is ingebracht gehonoreerd moet worden. Het is niet zo dat het college voorbij is gegaan aan datgene Notulen raadsvergadering 20 april 2010
4
wat vanuit de bevolking is ingebracht. Tot zover mijn beantwoording. Ik weet niet of mijn collega daar nog iets aan toe te voegen heeft? Wethouder Heuverling: Ik zal niet verder op de geschiedenis ingaan, maar de beoordeling met betrekking tot de restauratie leg ik naast mij neer. Ik ben er geweest en heb het bekeken. Het monument sec, laten wij daar even over praten, is prima gevoegd. De rollagen op de grond daar zitten een paar voegen bij die lichter uitvallen dan de overigen. Er zit een lichte cementsluier overheen. Het gaat niet over het monument zelf, maar over het verticale deel. Ik deel uw mening niet. De voorzitter: Zijn er nog vragen aan de wethouder? De heer Van Helden: Ik vind het jammer dat de portefeuillehouder onze mening niet deelt. Ik denk dat iedereen die gaat kijken het met ons eens is; het ziet er niet uit. Het is ook niet in de originele staat. Het monument had een speciaal karakter. Het was altijd teruggevoegd. Je hoeft echt geen verstand van metselwerk te hebben. Het zag er echt netjes uit en nu is het gewoon traditioneel schuurwerk. Dat ziet er echt niet uit en past niet bij een monument. Wethouder Heuverling: Het is een gemeentemonument. Wij hebben onze verantwoordelijkheid in deze ook genomen. Laat daar geen misverstand over zijn. Meningen mogen verschillen, maar er zijn mensen geweest, daar heb ik zelf bij gestaan, die hebben mij overigens niet herkend, die lovend waren over de restauratie. Ik heb daarnet gezegd de cementsluier daar gaat nog naar gekeken worden, maar het monument als zodanig daar hebben wij complimenten over gekregen. De heer Den Hollander: Op het gevaar af dat u opnieuw zegt dat ik nieuw ben en ik wellicht de geschiedenis niet voldoende ken, daar heb ik begrip voor, maar de vraag van de tweede operatie die nu wellicht wordt ingezet voor zover wij weten op kosten van het WOP, wat gaat dat voor schade op leveren aan andere delen van het WOP? Wethouder Heuverling: Er is geen sprake van een tweede restauratie. Waar wij het nu over hebben, is een toevoeging op iets wat er niet was. Dat is het verschil. De heer Den Hollander: Akkoord, dat zal ik graag accepteren, maar dan nog steeds de vraag het gaat wel geld kosten en waarom drukt dat op het WOP en wat heeft dat voor gevolgen? Wethouder Heuverling: Dat staat in het voorstel. Het hoort feitelijk niet bij het originele monument. Vanuit het WOP is de behoefte geuit om een aantal zaken toe te voegen en daarmee te benadrukken in welke vorm de heer De Rooij zijn diensten heeft bewezen. Met name de radio en seinapparatuur. Dat heeft hier nooit gestaan. Vanuit het WOP is gezegd, ik neem aan in het kader van 65 jaar geleden, om daar iets extra’s toe te voegen en dus wordt het ook terecht uit het WOP betaald. Dat heeft niets met het monument te maken. De voorzitter: Heeft u behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. 1.2
(CS1) Uitvoeringsprogramma 2010 WOP Antoniusparochie/Bloemenoord
De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de PvdA. Mevrouw IJpelaar: In de cluster heb ik namens onze fractie de vraag gesteld wanneer eindelijk de beloofde notitie Hondenbeleid naar de raad ter goedkeuring komt. Het teleurstellende en onbevredigende antwoord hierop ligt hier voor ons. Hoezo Notulen raadsvergadering 20 april 2010
5
onbevredigend, voorzitter? Omdat wij de laatste vier jaar hetzelfde deuntje, dat de beleidsnotitie is uitgesteld, horen. Daarom verdient dit antwoord ook geen schoonheidsprijsje. Enige creativiteit kunnen de inwoners van Waalwijk onderhand na zoveel jaren toch wel verwachten? Wat vindt u van deze suggestie om gebruik te maken van Best Practices op dit gebied van andere gemeenten, zoals Apeldoorn en Eindhoven? Hoeft het wiel niet opnieuw uit gevonden te worden. Scheelt trouwens ook in tijd en kosten. Wij zijn er heilig van overtuigd dat iedereen het met ons eens is dat wij met ons allen moeten koersen naar schone en leefbare wijken in Waalwijk. Waar kinderen, zonder in hondenpoep te trappen, kunnen spelen. Waar ze niet hoeven te schrikken van een grote loslopende hond die tegen hen aanloopt en hard tekeer gaat. Waar senioren niet van hun fiets hoeven te vallen door de niet aangelijnde honden en het verkeer niet in gevaar komt, omdat de eigenaar vindt, dat haar drie hondjes bij het uitlaten best kunnen los lopen. Want honden moeten toch ook kunnen rennen en spelen? Dat een hond moet kunnen rennen en spelen, staat buiten kijf, maar dit kan echter niet overal, omdat juist daardoor de eerder genoemde problemen kunnen ontstaan. Ook veroorzaken deze problemen vaak verstoorde relaties tussen wijkbewoners onderling. De laatste vier jaar heb ik als raadslid vele malen wijktafels bezocht en ergernis nummer één, de hondenpoep, komt iedere keer geheid aan bod. Zo ook de herhaaldelijke klacht dat er niet adequaat genoeg opgetreden wordt tegen hondenbezitters die hun honden niet aanlijnen. Toets maar eens hondenbeleid in op de site van de gemeente Waalwijk. Krijg je 32 resultaten met de verschillende klachten te zien. Er ontbreekt in Waalwijk nog steeds een goed hondenbeleid met duidelijkheid in regelgeving, in de uitlaatroutes, de communicatie, adequate handhaving en toezicht. Wij weten dat een volledige oplossing van dit probleem niet mogelijk is. De oplossing moet dan ook liggen in het beheersbaar maken van het probleem. Een belangrijke rol speelt hierbij een integrale aanpak. Gewenst is daarom, een integraal, eenduidig, uitvoerbaar hondenbeleid. Ook vinden wij, de fracties van de PvdA, en GroenLinksaf, dat het hondenbeleid een structureel karakter moet krijgen en jaarlijks geëvalueerd en zo nodig bijgesteld dient te worden. Daarbij is het van belang om het hondenbeleid niet alleen vanuit het negatieve beeld van de hondenpoep in de openbare ruimte te bezien, maar vanuit de gemeentelijke zorg voor goede voorzieningen en rekening houdend met het welzijn van de honden. Dit neemt niet weg dat de aanpak van de poepoverlast in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de hondenbezitter is. Dit alles zeggend, vinden wij het daarom zo teleurstellend dat de beloofde notitie alweer is uitgesteld. Wij verzoeken de portefeuillehouder nu met een harde toezegging te komen. Kan de portefeuillehouder die vanavond verzilveren? Anders overwegen wij, tijdens de kaderstelling, met een motie te komen. Wethouder Van Groos: De portefeuillehouder van de WOP’s is de heer Santi, maar gezien de vraagstelling lijkt het mij gepast dat ik achter het spreekgestoelte plaatsneem, omdat het mij weleens aardig leek om in de Waalwijkse raad uitgebreid te spreken over hondenpoep en -overlast. Ik snap de oproep die van de kant van de PvdA wordt gedaan, maar hij wordt wel wat sterk aangezet. Als u zegt dat er meer duidelijkheid moet zijn; het is niet zo lang geleden dat er een folder over waar je wel en niet de hond mag uitlaten is herdrukt en opnieuw is uitgegeven. Alles is met pijltjes geregeld. Er zijn uitlaatplaatsen, dus u kunt niet zeggen dat er helemaal niets gebeurt. Verder hebben wij het handhavingsbeleid vastgesteld en daarin prioriteiten aangegeven. Ik kan mij niet herinneren dat er toen in de raad is uitgesproken dat hondenpoep op nummer één staat en de bezitters van honden die los lopen of iets ergens neerleggen en dat vervolgens laten liggen waar het niet thuishoort, moeten worden aangepakt. Wij hebben een tijdelijk kracht in dienst die een aantal beleidsonderwerpen zou doen. Hoe belangrijk het opnieuw vormgeven van hondenpoepbeleid ook is, er moest ook iets gedaan aan het begraafplaatsenbeleid en het parkeerbedrijf. Helaas waren dat urgentere dingen. Tijdelijke krachten blijven niet lang. Als u een harde toezegging wilt, kan ik u die niet geven. Ik hoop dat het haar nog lukt om na de zomervakantie een goed document neer te leggen. Er zijn al allerlei ideeën. Ook wij kennen de beste Best Practices. Wij willen Notulen raadsvergadering 20 april 2010
6
niet het wiel opnieuw uitvinden. Wij denken eerder in de richting dat iemand die een hond uitlaat middelen bij zich moet hebben om de rotzooi op te ruimen. Terecht geeft u ook aan het wordt nu wel op het bordje van de gemeente geschoven, maar het is in de eerste plaats aan de eigenaar van de hond en in de tweede plaats aan zijn directe omgeving. Mensen in de buurt hebben last van het gedrag van de buren die de hond niet op de juiste wijze uitlaten. Mevrouw IJpelaar: Ik moet zeggen dat u gelijk heeft als u stelt dat wij niet eerder zijn gekomen met het hondenbeleid en ook niet hebben gesproken over nummer één van de wijktafels, maar het is nooit te laat om daarmee te komen. Wij vinden dat het een uitstekende gelegenheid is om ermee te komen. U zegt daarnet dat mensen eigenlijk tegen hun buren moeten zeggen dat de hond niet op een bepaalde plaats uitgelaten moet worden. Ik heb daarnet aangegeven dat het vaak ruzies veroorzaakt, dus de buren gaan niet zeggen dat de hond zijn uitwerpselen daar of daar moet neerleggen. Dat gebeurt niet. Ik ben het wel met u eens dat het een verantwoordelijkheid is van de hondenbezitter om zijn hond op de uitlaatplaats uit te laten, maar het zijn dingen die toch gebeuren. Ik denk dat hier genoeg mensen zitten die op de wijktafels komen en horen dat er constant over gesproken wordt. In het cluster heb ik een vraag gesteld. Ik dacht dat het de mensen van het WOP Antoniusplaats waren die naar mij kwamen en zeiden dat zij het goed vinden dat die vraag gesteld wordt, want het is tijd dat het eens een keer wordt opgelost. Volgens mij zei u daarnet dat er folders zijn uitgegeven, maar het is niet voor iedereen duidelijk waar die uitlaatplaatsen zijn. Wethouder Van Groos: De folders zijn gegaan naar de mensen die geregistreerd staan als hondenbezitter. Dat wil zeggen dat degene die hondenbelasting betaalt de folder gekregen heeft. De mensen die zelf geen hond bezitten maar wel last hebben van de gevolgen, dat die dat niet weten, dat is duidelijk, maar die hoeven niet te weten waar de hond wel of niet uitgelaten mag worden. In de folder staat heel duidelijk aangegeven wat wel en niet mag. Waar mag het wel en waar mag het niet. Mevrouw IJpelaar: U weet net als ik dat mensen zich niet aan de regels houden. Mensen willen dat er gehandhaafd wordt onderhand. Wethouder Van Groos: Ik wil niet helemaal vooruit lopen op het nieuwe coalitieprogramma, maar als mensen in de buurt elkaar niet meer durven aan te spreken op de overlast die zij ervaren, ik heb het dan niet alleen over hondenpoep, wij hebben het dan ook over de container te vroeg buiten zetten, of te laat binnen halen, de auto verkeerd parkeren, of rotzooi laten liggen, als dat niet meer kan, is het een illusie om te verwachten dat de gemeente erin slaagt om dat soort ellende gewoon helemaal terug te dringen en uit te bannen door middel van toezicht. Dat zullen wij toch echt met elkaar moeten doen. Daarin ligt de eerste verantwoordelijkheid bij de mensen zelf. De voorzitter: Heeft u behoefte aan een tweede instantie? Mevrouw IJpelaar: Ik vind het jammer dat de wethouder daarnet zei dat hij geen harde toezegging kan doen, maar wij zullen daar bij de kaderstelling met een motie over komen. De voorzitter: Akkoord. Daarmee is dit punt voldoende behandeld. 1.3
(CR2) Aankoop perceel Van Hulten te Drunen (Heusden)
De voorzitter: Het woord is aan de fractie van het CDA.
Notulen raadsvergadering 20 april 2010
7
De heer Hooijmaijers: De gemeente Heusden zal wel heel blij zijn. De gemeente Heusden zal wel roepen: “beter een goede buur dan een verre vriend”. Het is toch erg merkwaardig dat de gemeente Waalwijk geen verantwoording neemt en geen beleid heeft om voor een bepaalde grondaankoop € 700.000, het is tenslotte geen pakje boter, beschikbaar te stellen. Het CDA vindt dat een zeer merkwaardige werkwijze. Voor een ontwikkeling bij een buurgemeente hoeft toch de gemeente Waalwijk niet verantwoordelijk te zijn? Dat er een bepaald beleid ligt van de Provincie moeten wij daar ook onze nek voor uitsteken? Wij hebben hier toch wel onze bedenkingen over. Wij wachten dan ook met spanning het antwoord van de wethouder af. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van PvdA. De heer Simon: Ik wil best het woord voeren. Ik heb in het cluster aangegeven dat de PvdA zou mee stemmen als de gedeputeerde zijn woord na zou komen. Ik realiseer me dat de termijn vrij kort is en dat het beschreven staat onder de voorwaarden. Ik heb vanmiddag gemaild dat het wat ons betreft een A-stuk was. Ik heb nu toch mijn opmerking gemaakt dat wij erop vertrouwen dat de gedeputeerde dit keer wel zijn woord houdt. Wethouder Van Groos: De heer Simon heeft gelijk en ik reageer daar toch op. Wij hebben helaas de brief nog niet. Er is de afgelopen weken wel hard aan gewerkt en over gediscussieerd. U stelt ook terecht dat er bij de voorwaarden staat dat de brief er moet zijn. Zolang er geen brief is, betalen wij geen euro. Zo werkt dat ook wel weer. De opmerking van de heer Hooijmaijers kan ik enerzijds wel plaatsen omdat het natuurlijk gaat om het grondgebied van de gemeente Heusden en in zekere zin ook een verantwoordelijkheid voor de gemeente Heusden, maar volgens mij hebben wij ook aardig wat belang bij de aan te leggen weg. Als er geen volledig nieuwe aansluiting komt op de A59 tussen Waalwijk-oost en de gemeente Drunen blijven wij al het verkeer van en naar de A59 krijgen door straten en buurten waar wij die hoeveelheid verkeer niet willen hebben. De enige manier om daar iets aan te doen, is met Heusden de handen ineen slaan en kijken of wij in de Baardwijkse Overlaat een aansluiting kunnen realiseren op grondgebied waarvan zij al een groot gedeelte in handen hebben. Het kan ook op Waalwijks grondgebied, maar dan ligt het tegen het kanaal aan, dat is ecologisch niet zo gelukkig. Dit is een eerste gebaar van de gemeente Waalwijk in de richting van Heusden en daarmee samen naar andere partijen als de Provincie en Rijkswaterstaat van wij staan schouder aan schouder om die nieuwe aansluiting te realiseren. Wij willen daaraan onze bijdrage leveren. Hoe het uiteindelijk uitpakt, want dit is nog maar het begin van de kosten, zullen wij wel zien. Die kostenverdeling moet nog verder geregeld worden. De gemeenten hebben deze eerste stap gezet omdat zij iets van de grond willen krijgen. Als je nooit ergens begint, kom je er ook niet. De voorzitter: Heeft u vragen aan de wethouder of behoefte aan een tweede instantie? De heer Hooijmaijers: Het CDA kan grotendeels met het antwoord van de wethouder meegaan, maar wij hebben daar toch wat bedenkingen over. Als een beleid van Rijkswaterstaat maakt dat de verschillende op- en afritten niet voldoen aan de verkeersregels of de verkeersveiligheid, verkeersveiligheid staat bovenaan, daar hoeven wij niet over te discussiëren, is de mening van het CDA dat dit niet gepresenteerd moet worden op het bordje van de gemeente. Als de overheid een beleid uitzet, is dat fantastisch, maar dan niet terugleggen bij de gemeenten en zeggen u zult daar gigantisch in investeren. Dat er een verkeersomleiding is, is fantastisch, maar het moet niet op het bordje van de gemeenten liggen. De indruk van het CDA is dat dit rijks- of provinciale gelden moeten zijn. U kunt roepen het zal een voorfinanciering zijn, nou succes ermee. U ziet er nooit een euro van terug.
Notulen raadsvergadering 20 april 2010
8
De heer Simon: Ik vind het vreemd wat de heer Hooijmaijers nu aangeeft. In feite is het een tijdelijke lening waar wij, zoals uitgelegd in het cluster, straks de revenuen van terug ontvangen. Het is om ervoor te zorgen dat de verkeersdruk in de gemeente Waalwijk verminderd wordt. Beide gemeenten hebben er baat bij, maar het bouwprogramma vindt plaats ten oosten van het Drongelens Kanaal op Heusdens grondgebied. Omdat er belang is, vind ik dat je het moet doen. Dat de gemeente Heusden en Rijkswaterstaat op dit moment op een andere wijze met de middelen omgaan, heeft uiteindelijk alleen maar voordelen voor de gemeente Waalwijk. Ook voor de verkeersafwikkeling. Dat is ook uitgelegd in het cluster. De heer Hooijmaijers: Wat is uw vraag, mijnheer Simon? De heer Simon: Dat het mij heel vreemd overkomt. Dat u een aantal zaken door elkaar gooit die niet kloppen. Het is geen voorfinanciering, maar een tijdelijke lening zodat ook de verkeersdruk in Waalwijk, waar wij al jaren over praten, opgelost wordt. Het is al lang bekend dat de gemeente Waalwijk veel langer dan de gemeente Heusden die verkeersdruk daar weg wil hebben. Daar hebben wij eerder dan de gemeente Heusden plannen voor opgezet en uitgevoerd. Ik snap niet waarom u daar nu ineens een principieel punt van maakt, terwijl het in het cluster uitvoerig is uitgelegd. De heer Hooijmaijers: Ik wil het cluster niet overdoen. Al wat u zegt, is in het cluster verteld en staat ook in de stukken. Het is geen nieuws. Alleen het verhaal dat het niet op het bordje van de gemeenten past staat bij ons buiten kijf. Het is nogal wat. Over vijf dagen zitten wij hier weer. Kijken of er koffie gezet wordt en of wij wat moeten bezuinigen. Probeer dit maar ergens anders naartoe te schuiven. Dit is de rijksoverheid of de provinciale overheid. Dat mag niet op het bordje van de gemeenten komen. Dat de gemeenten daarbij kan aansluiten voor de verkeersafwikkeling is geweldig, maar niet € 700.000 investeren in een voorfinanciering of in een lening. Nu gaan wij geld lenen aan een andere gemeente en volgende week zitten wij te janken dat wij moeten bezuinigen. En dat in vijf dagen tijd, mijnheer Simon, ik moet oppassen, want anders word ik driftig, gaat mij toch iets te ver. Wij hebben er ontzettend veel moeite mee om dit hier … Ik daag u allemaal uit, hoe moeten wij aan de bevolking van Waalwijk verkopen dat wij € 700.000 gaan lenen? Volgende week woensdag zeggen wij 3% OZB verhoging? VVD, 100 ambtenaren eruit en een wethouder eruit, roept u het maar. De heer Simon: Ik meen dat wij die gesprekken volgende week wel zullen voeren. Ik was niet van plan om volgende week terug te komen op de aankoop van de gronden van een landbouwer. Wij voorfinancieren alleen de aankoop van de gronden. Daarnet heb ik al gezegd dat ook de gemeente Waalwijk daar baat bij heeft. Ik wil u best vertellen hoe u dat moet verkopen. Doodeenvoudig; de verkeersveiligheid op de snelweg richting ’s Hertogenbosch, de verkeersveiligheid bij de afvoerwegen, straks langs het Drongelens Kanaal, die over de Overlaatweg, zowel links richting Drunen als rechts richting Waalwijk. Het is niet voor niets dat jaren geleden bij Baardwijk de op- en afritten Waalwijk-oost zijn afgesloten. Dat zijn allemaal plannen die in de loop der jaren allemaal hebben geleid tot deze ontwikkeling. Het is volstrekt logisch, dus wij kunnen heel goed uitleggen. U hoeft daar niet over te liegen. De vraag die u nu stelde, heb ik zelf gesteld in het cluster. Wij hebben daar een bevredigend antwoord op gekregen, anders was ik er vanavond wel op terug gekomen. De heer Tiemstra: Even een procedurele vraag. Op zich ben ik blij met het voorstel dat er ligt, meer zal ik er niet over zeggen, ook vanwege de verkeersveiligheid en de achterliggende problematiek waar wij in het verleden eerder over hebben gesproken. Ik heb een vraag aan de heer Hooijmaijers. Als u met uw punt verder wilt, heeft u een motie bij u om dit te regelen?
Notulen raadsvergadering 20 april 2010
9
De heer Hooijmaijers: Ik heb niets bij me als mijn portemonnee en mijn horloge. Ik dacht dat het zo ver zou zijn dat wij hier als volksvertegenwoordigers met een bepaalde verantwoording naar onze bevolking met elkaar over zouden spreken. Dat wij met elkaar gewoon een besluit kunnen nemen. Dat is het standpunt van het CDA. De verkeersontsluiting daar hebben wij het niet over. Daar zijn wij het allemaal over eens. Het gaat erover dat dit project niet op het bordje van de gemeenten mag komen. Dat het strak aangekocht wordt, perfect, maar wie het betaalt dat zijn niet de gemeenten. Daar gaat het over. Die € 700.000 vinden wij CDA toch iets dat uit den boze is. De heer Simon: Ik wil dan toch even met u naar het cluster teruggaan. Ik heb toen zelf aangegeven in de richting van de portefeuillehouder dat het heel bizar is als de gemeente Heusden zegt wij hoeven onder druk van de rijksbezuinigingen niet zo veel te bezuinigen. Dat zijn letterlijk de woorden geweest. Het is dan heel bizar dat op een gegeven moment voor dit plan op Heusdens grondgebied, ik kijk naar de wethouder omdat wij dat zo hebben gesteld, wij dan mee moeten helpen. Het is alleen maar helpen. Wij zijn het geld niet kwijt, want het is een voorfinanciering waar wij straks gewoon het geld terugkrijgen waardoor de plannen in de gemeente Waalwijk versneld doorgevoerd kunnen worden. Ik zie nog steeds niet in wat uw probleem is. De heer Hooijmaijers: Ik zal hier verder niet mijn best voor doen. Ik heb mijn pleidooi gehouden. Het is voor de heer Simon kennelijk nog niet duidelijk wat het probleem van het CDA is. Ik spaar mijn energie. Ik ben heel duidelijk geweest. Dit is het standpunt van het CDA. Alles wat in de stukken staat, is perfect, alleen horen de financiële consequenties niet op het bordje van de gemeenten te liggen. Dat is mijn bijdrage. De voorzitter: Dat is uw bijdrage. U heeft het duidelijk gemaakt. Ik denk dat er anderen zijn die er anders over denken. Dat mag. De heer Hooijmaijers: Dat mag natuurlijk. De voorzitter: Akkoord? Daarmee is dit punt voldoende besproken. 1.4
(CR3) Waterplan Waalwijk
De voorzitter: Ik vraag even uw aandacht voor de inhoud van het stuk. Als u het stuk erbij zou willen nemen op pagina 4. Ik wil u op één klein puntje wijzen voordat wij beginnen aan de discussie over dit punt. Bij punt 9 staat “wij stellen u voor om het waterplan Waalwijk vast te stellen voor de periode 2010-2015 …”. Als u de bladzijde omdraait en kijkt naar het besluit staat dat daar niet. Ik moet vanwege de correctheid de opmerking maken dat het bij het besluit gaat om drie dingen; het vaststellen van het plan, daarna het beschikbaar stellen van een krediet dat daarmee samenhangt en vervolgens de kosten te dekken uit de reserve riolering. Dit is formeel en zo vanzelfsprekend als maar zijn kan, maar het is altijd goed om het eventjes te zeggen. U gaat daarmee akkoord? Ik stel voor dat wij dat als zodanig bij de besluitvorming op die manier interpreteren. Het woord is aan de fractie van de VVD. De heer Van de Wiel: Wij hebben hier in het cluster ook al even over gesproken. Het waterplan zelf staat niet echt ter discussie. Dat is al eerder vastgesteld alleen wordt nu uitvoering gegeven aan het stuk. Het tijdstip waarop dit agendapunt aan de orde komt, vind ik wat ongelukkig. Ik had dat liever in de oude raad behandeld gezien, of na het vaststellen van het nieuwe beleid van het college dat aanstaande is. Waar wij als VVD de raad op attent willen maken, is de wijze van financiering van dit verhaal. Zoals bekend komt de financiering uit de reserve van de riolering. Onze fractie heeft in hoofdlijnen bezwaren tegen het uitbreiden van het aantal items dat valt onder de reserve riolering, oftewel de rioolbelasting die in ieder gemeente inmiddels kostendekkend is. Ik weet dat Notulen raadsvergadering 20 april 2010
10
ik straks het antwoord van de wethouder krijg dat dit wettelijk zo is bepaald, maar dat wil niet zeggen dat je als raad niet eens kritisch kunt kijken naar datgene, de rioleringsbelasting is inmiddels een aanmerkelijke belasting geworden binnen de gemeente, die zaken die daaronder vallen. Ik vraag mij echt af als de uitgaven die nu gedaan worden onder de reguliere begroting zouden vallen of wij er dan zo gemakkelijk mee om zouden gaan. Het reserveringsfonds van de riolering is overigens ook nog een fonds wat de zaak heel erg onzichtbaar maakt omdat dit met een heel lange termijn gevoed wordt vanuit die rioolbelasting. Ik zie een duidelijke parallel met onze partner in dit verhaal, de waterschappen, want ook daar zijn de lasten voor de burger de afgelopen tijd gigantisch gestegen omdat ook de waterschappen heel wat meer taken naar zich toe gehaald hebben. Dat is democratisch gebeurd, zeker de laatste tijd is het democratisch aangestuurd, maar toch. Ik zou in dit kader graag meer een reactie vanuit de raad willen hebben dan vanuit het college, ook vanwege het tijdstip waarop dit aan de orde komt. Het college is toch min of meer demissionair. Desnoods, want ik kan mij voorstellen dat dit hier in de raad wat lastig is, kunnen wij een discussie op een ander moment in het cluster voeren om te kijken wat wij, ondanks dat het wettelijk bepaald is zoals het nu gaat, eigenlijk willen laten vallen onder de rioleringsbelasting. Een belasting die er voor onze burger tegenwoordig aardig in hakt. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van het CDA. De heer Hooijmaijers: Het is haast hetzelfde als bij het vorige agendapunt. Waterschap Brabantse Delta en Waterschap Aa en Maas zijn nog steeds kwaliteitswaterschappen. Zij dragen zorg voor het beheer en onderhoud van het water en vervolgens ook voor het waterplan in de gemeenten. Wij gaan daar € 255.000 voor beschikbaar stellen, in vijf jaar met 40 jaar afschrijvingstermijn denk ik, maar wij zijn ze wel kwijt. De heer Van de Wiel refereerde er net al aan dat de waterschapsbijdrage voor de inwoners behoorlijk omhoog is gegaan. Is dat dan niet genoeg? Moet de gemeente hier ook nog een keertje extra bijdragen? Moet de gemeente nog een keer de bevolking extra zwaar belasten? Is het de doelstelling dat de waterschapslasten eventueel met deze transactie omlaag gaan? Met deze verwevenheid kan het CDA slecht overweg. Al blijkbaar 2000 jaar stroomt er water van de Ardennen onder Waalwijk naar de Bergse Maas. Dat zal de komende 2000 jaar nog wel gebeuren, alleen het onderhoud zal bij diegene moeten liggen die daar verantwoordelijk voor is. Wij hebben als CDA heel grote moeite met het beschikbaar stellen van die € 255.000. Wethouder Van Groos: Ik sta hier als wethouder ‘riolering’, als wethouder financiën hoop ik dat u de komende jaren zo de hand op de knip blijft houden als u nu doet voorkomen, maar ik vrees dat er ook andere tijden zullen aanbreken. Maar dit terzijde. Over de overeenkomst tussen het vorige agendapunt en dit daar zou ik op in kunnen gaan, maar dat is denk ik niet zo zinvol. Ik moet op een paar dingen wel reageren. Dat het waterplan nu bij de raad voorligt, is niet onze keuze maar zoals in het cluster al uitgelegd, het gevolg van het feit dat wij veel te lang hebben moeten wachten op de gegevens van het waterschap. Toen wij dat hadden, hebben wij dit plan afgemaakt. Dat ligt nu bij u voor omdat dit de basis vormt voor het op te stellen verbrede rioleringsplan, want de gemeente heeft er een aantal taken bij gekregen vanuit Den Haag. Zonder visie en zonder plan kun je geen rioleringsplan maken. Als u zegt wij moeten er wel voor zorgen dat er niet te veel afkomt op onze burgers en dat er te veel geld wordt uitgegeven, zou u nu bij het vaststellen van de visie aan moeten geven waar de ambities dan te hoog zijn gelegd. Opmerkingen maken over de uitvoering daar kan ik dan op dit moment niet zo veel mee. De raad, want u gaat er uiteindelijk zelf over, kan tegemoet gekomen worden door te zeggen wij stellen vanavond alleen het plan vast, de visie, en u stelt nog geen krediet beschikbaar. Dat doet u pas als u het complete verbrede rioleringsplan heeft. Dat moet er wel komen, want het huidige rioleringsplan loopt in 2010 af. Zonder visie krijgt u niet een nieuw plan. Wat er in ieder geval moet gebeuren, Notulen raadsvergadering 20 april 2010
11
is dat wij een visie vaststellen met zijn allen en dan komen wij in het najaar, oktober/november, met een nieuw rioleringsplan. U kunt dan bekijken nemen wij de goede maatregelen, ik denk het wel, die zitten er nu ook al in. Wij moeten veel meer afkoppelen. Dat doen wij bijvoorbeeld in Zanddonk. Daar kunnen wij het regenwater op de grachten lozen. Als de grachten doodlopen en er geen onderlinge verbinding is, kan het water niet weg en komt het nooit bij de Maas. Wij kunnen dan wachten tot de grachten overlopen en dan zien waar het blijft. Het water zoekt zijn weg wel. De bedragen die hier staan, zijn indicatief. Wij moeten ook nog stoeien met het waterschap wie nu welke kosten voor zijn rekening dient te nemen op basis van de taken die elke partij voor zichzelf heeft. Als u zegt wij willen geen risico lopen, zeg ik even goede vrienden. Stelt u dan alstublieft de visie vast, als u het daarmee eens bent, en dan wachten wij wel met het beschikbaar stellen van krediet en het nemen van maatregelen totdat het verbrede rioleringsplan door u is vastgesteld. De voorzitter: Zijn er vragen in de richting van de wethouder? De heer Simon: U zegt daarnet dat er een deel vanuit het Rijk naar ons is overgeheveld. Hebben wij er ook geld bij gekregen? Wethouder Van Groos: Nee, niet echt, maar wij zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk geworden voor de stand van het grondwater. Het is ook niet gezegd dat het voorheen een rijkstaak was, maar het is bij wet vastgelegd omdat wij tegenwoordig door de klimaatverandering te maken hebben met heftige regenbuiten waardoor een hoop water moet kunnen worden afgevoerd. Anderzijds hebben wij er als gemeente mede de hand in gehad dat de samenleving steeds verder is versteend, dat er steeds minder groen overblijft. Dat leidt ook tot een bepaalde waterproblematiek. Met zijn allen hebben wij daar in feite voor gezorgd. Niet dat het overgedragen is van het Rijk naar de gemeenten. Het Rijk heeft ons de middelen beschikbaar gesteld via de rioolrechten om de inkomsten te verwerven die wij nodig hebben om deze taak te kunnen uitvoeren. Daarin moeten wij terughoudend zijn, want het gaat over de portemonnee van onze inwoners. Wij kunnen daarin niet te terughoudend zijn in de zin dat wij noodzakelijke maatregelen dan niet zouden nemen. Daarin moeten wij een goede weg zien te vinden met zijn allen. De heer Den Hollander: Ik vind het een charmant voorstel wat u doet, als u het zo serieus meent als u het nu zegt, om de visie en de uitvoering uit elkaar te trekken en de uitvoering te brengen onder een verbreed rioleringsplan dat later in het jaar terugkomt. Wellicht kunt u dan ook de heer Hooijmaijers overtuigen van het feit dat één en ander wel bij elkaar hoort. Wat betreft de visie hadden wij in de commissie al het idee dat die prima in elkaar zit. Wat ons betreft zou dit dus prima kunnen. De heer Hooijmaijers: Welke functie liggen dan in wezen bij de waterschappen? Als de taken om het water van het oppervlak gestuurd ergens naartoe te brengen bij de gemeente ligt, wat is dan de taak van de waterschappen om het verder naar elders te brengen? Het is dan toch een verwevenheid. Is het dan niet zo te managen dat ieder zijn eigen taken heeft tot bepaalde grenzen? Dadelijk weet Jantje niet wat Pietje wel of niet heeft gedaan. Daar zit ik eigenlijk een beetje mee in mijn maag. Er is verwevenheid, maar niemand weet hoe het wel of niet moet. De voorzitter: U zegt dit zorgt voor bestuurlijke drukte, zegt u. De heer Hooijmaijers: Ja. Wethouder Van Groos: Ik kan mij die vraag wel voorstellen, maar in dit verband spreken wij over een waterketen. Het water komt bij de huizen vandaan en komt uiteindelijk bij een zuiveringsinstallatie. Daarna wordt er weer geloosd op het Notulen raadsvergadering 20 april 2010
12
oppervlaktewater. Daarbij zijn tot nu toe twee overheden betrokken; de gemeente en het waterschap. Ergens vloeit het van de één naar de ander over. Er zijn nog wel ideeën om de waterschappen op te heffen en het maar over te laten aan andere instanties, bijvoorbeeld de gemeente en dan zal iedereen weer zijn eigen rioolwaterzuiveringsinstallatie moeten doen, want dan ben je verantwoordelijk voor het stukje wat op jouw grondgebied zit. Je bent dan overal vanaf, maar dat betekent dat elke gemeente weer zijn eigen WZI moet hebben. Nu doen wij dat met elkaar. Je moet dan soms met elkaar wat steggelen over welke kosten zijn voor jou en welke kosten zijn voor mij. Voor een deel is dat heel duidelijk. Iedereen neemt daar zijn eigen verantwoordelijkheid in. Voor een deel ligt er een grens en daarover ga je met elkaar in gesprek. Als u bijlage 2 van het plan ziet, staat dat bij een aantal dingen de kosten zijn verdeeld tussen waterschap en gemeente. Je doet het dan samsam. Je kijkt gewoon zo objectief mogelijk wie is hier verantwoordelijk voor en wie moet dan de kosten dragen. De heer Hooijmaijers: Tot zover kan ik het allemaal nog perfect volgen. Het is een mengelmoes. Wij zitten hier met twee waterschappen en een gemeente. Calamiteiten zullen opgelost worden, ook de financiële. Wij hebben er als CDA toch een klein beetje moeite mee om het zo verweven te houden om ieder zijn eigen werkterrein deskundig te zijn. Daar hebben wij onze bedenkingen over. Overigens moet ik wel eerlijk toegeven dat ik het aanbod dat u doet om het te splitsen een geweldig aanbod vind. Daarom denk ik dat het goed is dat wij eventjes schorsen om te bekijken wat wij daar met elkaar van vinden. U heeft de leiding, maar ik denk dat het goed is om even met elkaar te overleggen. De voorzitter: Ja, ik heb de leiding. U vraagt om een schorsing en dat staan wij normaliter toe. Hoe lang denkt u nodig te hebben? De heer Hooijmaijers: Ik denk dat vijf minuten lang genoeg is. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De voorzitter: Wij gaan over naar de tweede instantie van dit agendapunt. Zijn er nog meer sprekers in tweede instantie; dat zijn de heren Van de Wiel, Van Hamond, Simon en Van Helden. Het woord is allereerst aan de heer Hooijmaijers. De heer Hooijmaijers: Wij kunnen er een heel eind in meegaan om het voorstel van de visie aan te nemen en het krediet beschikbaar te stellen als het totale plan er is. Wanneer dat dit komt, dat zal misschien wel bekend zijn. De toezegging die de wethouder daarnet heeft gedaan, willen wij graag met beide handen aannemen, maar wat gebeurt er dan met dit stuk? Komt er een nieuw stuk? Komt er een aangepast stuk? De voorzitter: Laat u dat maar aan mij over, want anders ontstaat er waarschijnlijk chaos. De heer Hooijmaijers: Ik wil het heel graag aan u overlaten. De voorzitter: Dank u wel. Wij regelen dat op een manier die overeenkomt met dat wat wij willen. De heer Van de Wiel: Alleen de visie vaststellen vind ik een prima aanbod van het college, ook in het kader van de opmerkingen die ik heb gemaakt en het tijdstip waarop dit stuk voor ons ligt. Dat betekent overigens wel, uitgaande van de visie zoals door de wethouder is uitgelegd, dat er bepaalde overlastsituaties zijn door de nieuwe tijd Notulen raadsvergadering 20 april 2010
13
gekomen vanwege het klimaat enzovoorts dat wij uitgaande van die visie zo efficiënt mogelijk aan de slag gaan om dit soort zaken te regelen. Als wij de visie goedkeuren, keuren wij eigenlijk ook een klein beetje dat krediet al goed, want het moet toch een keer uitgevoerd worden. Die splitsing is mooi op dit moment, maar uiteindelijk komt de discussie later toch met dezelfde heftigheid terug. Voor mij is belangrijk dat wij goed met elkaar in de gaten hebben wat dit aan extra lasten voor de burger oplevert. Er wordt een rijkstaak naar de gemeente toegeschoven zonder dat daar centen bij komen. Overigens gemeenten kunnen ervoor kiezen om voor die taak, de taak niet inhoudend het afvalwater maar het hemelwater en grondwater, een aparte heffinggrondslag in te zetten zodat het voor de raad maar ook voor de burger duidelijk is dat een deel van de gelden die betaald moeten worden in het kader van de belasting duidelijk bedoeld zijn om de wateroverlast te voorkomen, zodat de ontvlechting tussen het riolerings- en wateroverlastprobleem gewoon duidelijker wordt. Ook voor de raad in het kader van het inzetten van de gelden die inmiddels ongeveer in totaliteit met de reinigingsrechten een derde van de OZB bedragen. Ook wat onze fractie betreft akkoord voor die ontvlechting, het bedrag ter beschikking stellen ter vaststelling van de visie, maar het is eigenlijk een beetje het vooruitschuiven van de discussie. Misschien is dat wel goed gezien het tijdstip. De heer Van Hamond: Voor LokaalBelang is de visie inhoudelijk duidelijk, dit naar aanleiding van de discussie die geweest is in het cluster waarbij de wethouder op de vragen die wij gesteld hebben duidelijke antwoorden en een richting gegeven heeft waarom het zo is. Voor ons is het begrijpelijk dat ontkoppeling en dat soort zaken in het belang van de watervoorziening moet gebeuren, en ook zo snel mogelijk. Als u het stuk aanpast en u bent daar verantwoordelijk voor zullen wij meegaan. Wij ontkoppelen de visie nu en straks als het totale plan er is eventueel de centjes erbij. De heer Simon: Wij kunnen heel kort zijn. Wij steunen het voorstel dat de portefeuillehouder daarnet gedaan heeft; de visie loskoppelen van de financiën. Ik spreek ook namens GroenLinksaf. De heer Van Helden: De discussie gehoord hebbend, de meesten komen tot de conclusie die wij ook hebben, het is het vooruitschuiven van een discussie en een invulling daarvan. Wij blijven gewoon bij ons standpunt. Wij steunen het geheel zoals dat nu voorligt. De voorzitter: Ik trek de conclusie dat de meerderheid van u zegt het zou verstandig zijn om beide zaken te ontkoppelen. Daarstraks had ik het over het plan zelf omdat nog eventjes erbij te zetten. Dat wordt nu het enige punt waar het om draait. De huidige agendapunten 1. en 2. bij het besluit doen wij dan later. Ik stel voor dat de griffie er morgen voor zorgt dat het stuk op die manier wordt aangepast. De woorden die ik nu uitspreek, zijn dan leidend voor de aanpassing. Wij stellen het waterplan Waalwijk vast voor de periode 2010-2015. Vervolgens heeft u de toezegging van de wethouder voor het vervolg. Op die manier is het procedureel correct. Akkoord? Dat is het geval. 2.3
(CR1)
Meerjaren ontwikkelingsprogramma ISV3
De voorzitter: Het woord is aan de fractie van D66. De heer Den Hollander: Wij hebben op het raadsnet een verzoek gedaan aan de raad, ook met het oog op de komende collegevorming. Wij hebben om uitstel van behandeling van dit stuk gevraagd. Dat kan naar ons idee door er een T-stuk van te maken. Dat hebben wij niet gedaan omdat het raadsvoorstel niet zou deugen, integendeel, ook hier teruggrijpend op de commissie hebben wij het college gefeliciteerd dat Waalwijk dit programma toch weer binnen heeft gehaald. Voor ons was het aanvankelijk een A-stuk, maar toen kwam het coalitieakkoord en lazen wij op pagina 16 van de bijlage dat Notulen raadsvergadering 20 april 2010
14
heroriëntatie op dit ISV voorstel, althans op het beleid, en een heroriëntatie op de vraag of de middelen misschien breder ingezet zouden kunnen worden dat dit zou moeten leiden tot aanpassingen, tenminste dat is de suggestie die daaruit voortkomt, van het beleid waar wij het nu over hebben. Vandaar onze vraag aan de anderen of u het met ons eens bent dat het in dat verband misschien beter is om eerst snel na te gaan, dat zou dan één van de eerste zaken kunnen zijn die aangepakt wordt als de nieuwe coalitie er is, of die heroriëntatie tot aanpassingen moet leiden. Zo ja of die ernstig zijn en of het dan zinnig is om het voorstel aangepast terug te brengen in de raad. De voorzitter: Ik stel voor dat daar dadelijk in tweede instantie antwoord op komt. Ik stel ook voor dat hier van de kant van het college naar voren wordt gebracht welke argumenten er zijn om het stuk nu voor te leggen. U heeft dan alle informatie en daarna kan die ronde plaatsvinden. Wethouder Santi: Ik heb kennis genomen van de brief van D66 aan de raad. Inhoudelijk vindt u het een prima plan, dat is ook gebleken bij de commissiebehandeling. Ik meen ook dat de andere fracties dat zo naar voren hebben gebracht. Wij zitten sowieso met een probleem, dat is ook in het stuk aangegeven. Wij moeten richting de provincie voor eind mei de aanvraag doen anders lopen wij het mis. Het is ook niet zo dat dit een traject is van bij wijze van spreken één of twee maanden geleden. Het is een langer traject geweest en er is voorbereiding geweest, ook met de ambtenaren van de Provincie is al een concept besproken waardoor wij wat meer zekerheden hebben dat dit wel positief bejegend zal worden. Het is dan de vraag, los van de tijd, als je het anders wilt doen op dit moment loop je het risico dat de aanvraag anders wordt beoordeeld dan ik zojuist gezegd heb. Ik ga uiteraard niet over de coalitie hierna, maar ik wijs erop dat de woorden die erin staan niet meer en niet minder behelzen dan ‘onderzocht zal worden’, enzovoorts. Er staan nog geen beslispunten in. Ik ga er niet in treden, want dat is niet mijn tijd. Ik ga niet over mijn graf heen regeren. Het college zegt heel nadrukkelijk geen T-stuk, want er is een groot belang bij dat dit spoedig wordt afgehandeld. De heer Den Hollander: Als dat spijkerhard is, zouden wij dat meteen ondersteunen, maar dan toch de vraag of er in het plan zoals het er nu ligt, het meerjarenplan, voldoende ruimte is voor de coalitie om daar een herschikking in aan te brengen zonder dat je in de problemen komt met de uitvoering die nu misschien al aan de orde komt. Wethouder Santi: Dat ga ik niet beoordelen voor de nieuwe coalitie. Ik kan u wel zeggen dat je dan uiteraard nu al te maken hebt met kaders die zijn aangegeven door de Provincie. Daar hebben wij wel rekening mee te houden. Mocht uit het onderzoek blijken dat het ook anders kan, dan wil ik daar niets over zeggen. De voorzitter: Ik kan mij voorstellen dat iemand anders uit het college, de heer Heuverling die de coalitiebesprekingen geleid heeft, daar nog iets over wil zeggen? Dat is procedureel misschien correcter. Wethouder Heuverling: Het is niet meer en niet minder dan wethouder Santi naar voren heeft gebracht. Het coalitieakkoord gaat over vier jaar. Wij hebben gezegd zijn er mogelijkheden, uiteraard moet dat passen binnen het provinciaal beleid, om gelden voor andere doeleinden te gebruiken. Het is niet meer en niet minder. Je zou kunnen zeggen bijvoorbeeld op het terrein van geleid dat je dan zegt gaan wij 30km zones invoeren. Houd je dan wat over? Kun je daar iets anders mee? Et cetera. Dit plan is vooralsnog de basis waarop wij verder gaan. De voorzitter: Wie van u in tweede termijn naar aanleiding van het verzoek van de heer Den Hollander?
Notulen raadsvergadering 20 april 2010
15
De heer Van Hamond: Het is eigenlijk meer een opmerking richting de heer Den Hollander. Als ik het stuk goed gelezen heb en ook de vragen die ik heb gesteld over dat onderwerp, is dat er bepaalde richtlijnen zijn gegeven door de Provincie waar zo’n plan aan moet voldoen, waarop een duidelijk prioritering is aangegeven voor de gemeente. Daar is invulling aan gegeven door een aantal prioriteiten te noemen. In het cluster is om die prioriteiten gevraagd, onder andere de grondsanering, zijn er prioriteiten bekend en zijn er probleemgebieden. Gezien het budget dat er is, blijft er maar weinig ruimte over en kun je dit aan de hand van de regeling alleen maar goedkeuren. Ik begrijp eigenlijk niet goed waarom het nieuwe college geen gebruik zou kunnen maken van deze eventuele speelruimte. Ik zie het nut er niet van in om er nu een T-stuk van te maken. Laat het lekker doorgaan. Het is hard nodig. Ik denk aan milieu en dat soort zaken. Kijk of er straks in de loop der jaren ruimte komt voor andere dingetjes die op dat moment een hogere prioriteit hebben. Daar zal de raad over moeten beslissen. Ik heb de vraag gesteld of wij antwoord krijgen met betrekking tot het inzetten van de gelden. Het staat niet alleen in de jaarrekening, want er zijn ook ISV gelden die bij bepaalde stukken gelijk genoemd worden en wij onze goedkeuring aan geven. Ik zou zeggen wij hebben het heft in eigen hand. De heer Van de Wiel: De VVD gaat gewoon akkoord met het stuk zoals het voorligt. Wij wensen geen uitstel. Ik hoorde wel een opmerking van wethouder Santi waar ik toch nog een vraag heb over hoe dat nu werkelijk zit. De houding van de raad, het stellen van dit soort vragen in de raad door een fractie, zou invloed kunnen hebben op de houding van de ambtenaren bij het vaststellen van de subsidie. Dat vind ik een beetje een vreemde, of ik heb het iets verkeerd begrepen. Ik ga er vanuit dat het stuk zoals dat voorligt, ondanks de discussie die wij hier hebben, gewoon wordt uitgevoerd en dat de subsidie ook wordt verleend. De heer Hooijmaijers: Gezien de uitleg van de wethouder en de tijdsdruk zien wij geen aanleiding om er een ander stuk van te maken als ons eerdere standpunt van A-stuk. Mevrouw Günes: Tijdens het cluster is hier uitvoerig over gesproken. GroenLinksaf ziet geen enkele reden om er een T-stuk van te maken. De heer Den Hollander: Dit is zo veel geruststelling. Wij nemen onze vraag meteen terug. De voorzitter: Daarmee is dit punt voldoende besproken en hebben wij de punten die wij moesten bespreken gehad.
2.
Besluitvormend gedeelte
Vaststelling zonder stemming: 2.1 Notulen van de openbare raadsvergadering op 9 maart en 11 maart 2010 De notulen van de op 9 maart 2009 gehouden openbare raadsvergadering worden zonder wijzigingen goedgekeurd en vastgesteld. De notulen van de op 11 maart 2009 gehouden openbare raadsvergadering worden zonder wijzigingen goedgekeurd en vastgesteld. 2.2
Ingekomen stukken
De voorzitter: Op pagina 1 de nrs. 28, 33, 35, 41, 44 en 46?
Notulen raadsvergadering 20 april 2010
16
De heer Broeders: Nr. 41 zouden wij graag in het cluster behandeld willen hebben. De voorzitter: Als niemand daar bezwaar tegen heeft, doen wij dat gewoon. Zonder hoofdelijke stemming met inachtneming van de gedane toezegging wordt overeenkomstig het voorstel van de agendacommissie besloten. De voorzitter: Op pagina 2 de nrs. 29 t/m 32, 34 en 36? Zonder hoofdelijke stemming agendacommissie besloten.
wordt
overeenkomstig
het
voorstel
van
de
De voorzitter: Op pagina 3 de nrs. 40, 42, 43 en 47? Zonder hoofdelijke stemming agendacommissie besloten.
wordt
overeenkomstig
het
voorstel
van
de
wordt
overeenkomstig
het
voorstel
van
de
De voorzitter: Op pagina 4 nr. 38? Zonder hoofdelijke stemming agendacommissie besloten.
De raadsinformatie- en raadsvoorhangbrieven worden voor kennisgeving aangenomen.
Vaststelling van raadsvoorstellen zonder hoofdelijke stemming (A-stukken): 2.4
(CS3)
Uitvoeringsprogramma 2010 WOP Centrum-Besoyen
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. 2.5 (CS4)
Beschikbaar stellen krediet € 550.000 voor renovatie Pieter Wijtenschool tot frisse school
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten.
Stemming over raadsvoorstellen bespreekstukken (B-stukken): 1.1
(CS2) Uitvoeringsprogramma 2010 WOP Sprang-Capelle/Landgoed Driessen
De voorzitter: Ik stel voor het stuk vast te stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. 1.2
(CS1) Uitvoeringsprogramma 2010 WOP Antoniusparochie/Bloemenoord
De voorzitter: Ik stel voor het stuk vast te stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. Notulen raadsvergadering 20 april 2010
17
1.3
(CR2) Aankoop perceel Van Hulten te Drunen (Heusden)
De voorzitter: Ik stel voor het stuk vast te stellen. Ik kijk naar de heer Hooijmaijers. De heer Hooijmaijers: Gezien de commissie en het aantal partijen dat hier een A-stuk van gemaakt heeft, wensen wij geen hoofdelijk stemming, maar willen wij wel aangetekend hebben dat wij niet tegen het plan zijn, maar wel tegen de aankoop zoals daarnet naar voren gebracht zijn. Zonder hoofdelijke stemming met inachtneming van het feit dat mevrouw De Bruijn, de heer Hooijmaijers en de heer Van der Sloot geacht willen worden te hebben tegen de aankoop te hebben gestemd wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 1.4
(CR3) Waterplan Waalwijk
De voorzitter: Verwoord op de manier zoals het daarstraks gebeurde, dus alleen het plan en niet de twee dingen die daaruit volgen. Die worden in de tijd opgeschoven. Ik stel voor het stuk vast te stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten. 2.3
(CR1)
Meerjaren ontwikkelingsprogramma ISV3
De voorzitter: Ik stel voor het stuk vast te stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgmeester en wethouders besloten.
3.
Besluit over terugverwijzen raadsvoorstellen naar het college (T-stukken)
Er zijn geen T-stukken
4.
Afscheid wethouder mr. U. Santi
De voorzitter: Ik ga hiervoor aan die kant zitten, omdat het heel vreemd is om vanaf deze plaats iemand toe te spreken die je niet kunt aankijken. Dat is een beetje het nadeel van de opstelling. Ik kijk degene tegen wie ik spreek altijd graag rechtstreeks in de ogen. Beste Usman Santi, Molukse Waalwijker. In 1954 geboren in Westerbork. Dat is een historische plaatsnaam omdat het tussen 1951 en 1971 dienst deed als belangrijke opvangplaats voor een groot aantal voormalige knilmilitairen die naar Nederland kwamen in verband met het onafhankelijk worden van Nederlands Indië/Indonesië. Daar zitten jouw ouders tussen. In 1964 is uiteindelijk na een aantal jaren gezegd Molukse Nederlanders moeten integreren. Moeten vanuit Den Haag, daar hebben wij heel wat over gesproken, maar het leidt uiteindelijk tot het tienjarige jongetje dat dan in 1964 naar Waalwijk komt. Hij zit op het Willem van Oranjecollege en je zou hem een echte Wolluker kunnen noemen, waarbij dan soms wordt gezegd die kleur brengt geen … Volgens mij is die typering ‘een echte Wolluker geworden’ echt wel van belang. Er wordt Notulen raadsvergadering 20 april 2010
18
heel veel gesproken over integratie. Wat mij daarbij opvalt, is dat heel veel mensen die het woord integratie gebruiken eigenlijk assimilatie bedoelen. Als je echt vraagt naar de voorbeelden van wat echt geslaagd is, krijg je altijd voorbeelden van mensen die precies hetzelfde doen als jijzelf. Volgens mij is dat assimilatie en geen integratie. Volgens mij ben jij een echt voorbeeld van wat integratie is zoals integratie bedoeld zou moeten zijn. Enerzijds pas jij zonder enig pardon voor de volle 100% in de Nederlandse samenleving. Anderzijds heb je toch ook jouw afkomst nooit verloochend. Ik zie jou in het college als degene die aan de ramadan doet. Voor ons is dat toch iets wat wij toch niet zo gewend zijn. Wij zijn de vasten wat meer vergeten om het zo te zeggen. Je doet daar ook geen concessies in. Er is niemand die daar moeilijk over doet of dat vreemd vindt. Het gaat eigenlijk helemaal van nature. Als het van nature komt, ligt het aan twee kanten. Dan ligt dat aan de zender en aan de ontvanger. Toch ook wel opmerkelijk is dat jij niet zomaar iemand van Molukse afkomst bent, maar vanuit de islamitische Molukse afkomst. Dat is een kleine groep in Nederland die wij hebben leren kennen, waarbij jij ons de meest bekende bent. Je bent van veel markten thuis, met name vanuit de advocatuur. Sport is ook iets wat veel met jou te maken heeft. En politiek. De advocatuur; ach laat maar. Vanaf het moment dat er juristen in de wereld zijn gekomen, is de wereld er ook echt niet beter op geworden, dus waarom zou je daar nader op ingaan? Sport en politiek zijn misschien wel iets anders. Vaak herken je iemand in zijn sportieve gedrag als het gaat om zijn karaktereigenschappen. Volgens mij is dat bij jou ook het geval. Er is een biografisch archief van het parlementair documentatiecentrum van de universiteit van Leiden. Die typeren jou als bescheiden maar vasthoudend. Zij pikken dat dan blijkbaar op vanuit het gedrag in de Tweede Kamer waarin ze proberen korte typeringen te geven van Kamerleden. Volgens mij ben jij bescheiden, maar vooral ook vasthoudend als het gaat om de manier waarop jij sport bedrijft. Ik vind het nogal wat om een aantal keren achter elkaar de 80 van de Langstraat te lopen, maar dat dan ook ongetraind te doen. En dan ook nog een klein beetje van ach, dat doe je gewoon. Daar is voor de rest niet zo heel veel over gezegd door jou en toch is dat gegarandeerd een prestatie die alles in zich heeft van vasthoudendheid. Over diezelfde vasthoudendheid wordt gesproken als wij het hebben over de vele zaterdagen dat jij in de buurt van het Hoefsven voetbalt. Jouw gedrag daar wordt als terriër omschreven. Een terriër in RKC tenue. Hoe kom je daaraan zijn vragen die gesteld worden door mensen die daar staan te kijken. Ook opvallend, op het moment dat iemand daar niet geweest is, kom je daar ’s maandags wel op terug. Zo van 7-0 en ik heb tweemaal gescoord. Het moet wel eventjes gezegd worden. Dat zijn van die kleine karaktereigenschappen die uiteindelijk in de manier waarop je het doet passen in de goede typering bescheiden maar vasthoudend. In de politiek was je gemeenteraadslid van 1992 tot 1998, volgens mij aaneen, of met een pauze, maar dat weet ik eigenlijk niet meer precies. Daarin heb je een onderscheiding verdiend met een gouden randje voor de restauratie van de fietsspoorbrug en jouw inzet om van het spoorlijntje een fietspad te maken. Heel veel andere mensen kunnen dat ook zeggen, want de verdeling werd door het comité zo geregeld dat elke partij minstens één man had. Jij bent degene die dat mag zeggen vanuit de fractie van de PvdA. In 1998 ging je naar de Tweede Kamer. Je hebt daar vier jaar gezeten. Je bent iemand die ook verbonden is aan een initiatiefwetsvoorstel. Dat kan lang niet elk Kamerlid zeggen. Volgens mij heb je samen met Arie Duijvenstein gepleit voor de instelling van een landelijke ombudsfunctie voor huurders wat in een initiatiefvoorstel werd gepresenteerd. Je was in de periode dat je niet echt actief was in het eerste plan, tussen 2002 en 2008, fractievolger. Je bent één van de formateurs van de coalitie in 2006. In 2008 ben je wethouder van Welzijn en Sociale Zaken geworden. Volgens mij ben je ook een mensenmens. Veel aandacht voor de positie van zwakkeren. Het is opvallend dat dit bij jou toch heel nadrukkelijk terugkomt. Dat is verspreid over een langere tijd altijd een vast punt geweest. Een soort van rode draad in combinatie
Notulen raadsvergadering 20 april 2010
19
met jouw aandachtsgebied waar jij in de Tweede Kamer, in de raad en als wethouder nauw bij betrokken bent geweest. De afgelopen twee jaar is dat wel iets anders geweest dan de andere dingen die je politiek gedaan hebt. Het vak van volksvertegenwoordiger, in de Tweede Kamer of in de raad, is toch heel anders dan wethouder zijn waarbij je in de uitvoering zit. Je bedrijft misschien op een andere manier politiek. Het is echt iets anders. Kaders stellen, wetten maken, verordeningen vaststellen. Ofwel het concreet uitvoeren, daar zit een behoorlijk verschil in. Soms moet je daar harde boodschappen in kwijt. Die moet je overbrengen en dat hoort bij het compromisgehalte van de Nederlandse politiek. Daarin heb ik jou soms aarzelend gezien. Dat is niet echt je sterkste kant, maar dat mag ik zeggen omdat ik zojuist een groot aantal sterke kanten genoemd heb. Soms kan vasthoudendheid botsen met het compromis. Het is iets waar de één makkelijker mee overweg kan dan de ander. Als het dan ging om bijvoorbeeld jouw aandacht voor de WMO waar je betrokken was, een bewogen pleitbezorger van bent geweest, en je moet met jouw hartenkind soms dingen doen waarvan je zegt die vind ik niet zo leuk, zag ik dat je daar zichtbaar problemen mee kon hebben. Volgens mij ben je een beetje de algemene reserve van de fractie van de PvdA in Waalwijk. Daarom weet je ook nooit zeker wanneer je Usman Santi wel ziet, niet ziet, terugziet, herziet enzovoorts. Usman, wij danken jou voor jouw inzet en voor jouw inbreng als wethouder. Twee jaar is eigenlijk te kort. Veel geluk, succes en gezondheid in de toekomst voor jou, jouw vriendin en jouw familie. Het gaat je goed. (De aanwezigen reageren met applaus). De voorzitter overhandigt de heer Santi een cadeau. Wethouder Santi: Voorzitter, burgemeester, leden van de raad, collega wethouders, geachte aanwezigen, ik denk daarbij ook aan de pers, ik denk aan Hetty die daar zit, maar ook aan de mensen met wie ik samengewerkt heb. Vandaag is de laatste dag dat ik hier acteer als wethouder. Ik heb nog wat daagjes te gaan tot en met dinsdag. Ik kan nog de opening van BaLaDe doen en ik kan nog naar een wijktafel. Er is nog wel wat te doen, maar het zijn wel mijn laatste dagen. Ik dacht wat moet je dan zeggen? Je denkt na. Ik dacht ik zou toch wat mijmeringen willen geven van mijn kant, soms serieus bedoeld en soms niet. Het zijn maar wat losse gedachten. Bij een afscheid als wethouder ben je geneigd om te laten zien dat je geweldig bent en ook dat je grootse dingen hebt gedaan voor Waalwijk. Je wilt dan graag horen, dat doet de burgemeester op zijn manier, wat is hij toch een goede wethouder geweest. Dank voor uw woorden, voorzitter, dat vergeet ik bijna te zeggen, maar ik denk niet dat je dat zo moet doen. Ik ben ermee geconfronteerd een kleine vijf weken geleden. Ik was aan het lunchen met een exwethouder. Die vroeg mij noem eens drie dingen die je gedaan hebt, die je tot stand hebt gebracht. Ik ging echt diep nadenken wat ik had gedaan. Heb ik veel gedaan, heb ik weinig gedaan? Heb ik goede dingen gedaan? Ik moest er echt diep over nadenken. Het is heel gek, maar je kunt het niet zo verwoorden. Ik begon aan mijzelf te twijfelen. Eigenlijk maakt het mij geen bal uit, want dat is iets voor anderen. Ik dacht ik ben wethouder geworden, dat was toen voor mij een toch wat moeilijke beslissing. Mensen die dat twee jaar geleden hebben meegemaakt, staan daar toch wel bij stil. Moet ik het nu wel of niet doen? Wat heeft mij ertoe gebracht om het wel te doen? Natuurlijk om mijn partij te helpen, maar ook de gedachte, de voorzitter maakte een opmerking over juristen en advocaten, die hanteren hoge tarieven, daar wordt weleens over geklaagd door het college, je bent toch altijd verplicht, dat voel ik elke keer opkomen, je moet toch wat betekenen voor de samenleving. Noem het idealisme, maar je wilt iets kunnen betekenen voor de mensen die het niet kunnen opbrengen om hun recht te halen, om hun gelijk te halen, om hun noden naar voren te brengen. Ik dacht daar wil ik het wel voor doen. Zeker ook toen ik zo’n beetje wist het worden de portefeuilles Welzijn en Sociale Zaken. Je hebt dan te maken met minima, armoede, gehandicapten, ouderen, Notulen raadsvergadering 20 april 2010
20
integratie en noem maar op. Om terug te komen op de vraag van de ex-wethouder; het enige wat ik ervan wil zeggen is dat ik gemotiveerd was om wethouder te zijn. Ik heb het erg graag gedaan, maar dan kom je weer met die andere vraag en ga je toch jezelf roemen terwijl het echt zo is dat je steun hebt van ambtenaren, collega-wethouders, van een voorzitter, van de raad, van wie dan ook. Die doen het met jou. Het is niet zo dat ik moet gaan zeggen dankzij mij is het armoedebeleid tot stand gekomen. Dat is natuurlijk niet zo. Bestuurders die denken dat zij het zonder ambtenaren en collega’s kunnen doen, ik denk niet dat dit kan. Mijn collega Jan van Groos heeft mij daarnet nog ondersteund. Hij heeft het hondenbeleid op zich genomen. Ik denk dat ik rustig kan zeggen dat in het college waarin ik heb samengewerkt, dit goed gegaan is. Wij hebben elkaar aangevoeld op het moment dat het nodig was. Wij hebben gebruik gemaakt van elkaars kunde en ervaring. Ik moet niet liegen, het gaat niet altijd goed. Soms mag je elkaar niet. Dat is niet erg. Wij zitten er niet voor om met elkaar aan de bar te zitten. Je hebt op moment dat het nodig is wel die openheid, het respect en het vertrouwen naar elkaar toe nodig. Dat gebeurt gelukkig. Op dat punt heb ik niet te klagen over de samenwerking in het college. Mijn bestuursstijl is dat ik altijd consensus zoek. Dat is ook gelijk mijn zwakke punt, want consensus is niet altijd mogelijk in het leven. Soms moet je keihard zeggen ten wie dan ook het kan niet anders, het is zo zoals het is en je moet het daar maar mee doen. De raad, ik ben ooit raadslid geweest. De voorzitter heeft dat daarnet ook naar voren gebracht. Ik heb soms met de raad te doen. Wat vergaderen ze toch belachelijk veel. Wat hebben ze toch veel mappen bij zich. Moeten ze echt al die stukken kennen? Ik maak ook fractievergaderingen mee. Ik dacht altijd het dualisme is de oplossing. Besturen op hoofdlijnen. Minder in de stukken. Minder stadhuis. Meer richting de bevolking. Dat laatste is jammer genoeg niet helemaal uitgekomen. Ik zou zeggen raad doe er eens wat aan. Misschien kan de griffier daar ook een handje bij helpen. Je moet als raad niet alles willen doen en beslissen. Het gaat om de hoofdlijnen. Misschien is dit iets voor de nieuwe coalitie. Het is iets om over na te denken. De voorzitter, ik moest af en toe bij de voorzitter nadenken van wat is dat nu voor iemand? Hij is baas van het college, hij is baas van de raad. Hij heeft openbare orde en veiligheid en wettelijke taken. Geen enkel probleem, maar dan de vraag wat als hij zich meer gaat bemoeien met politieke zaken? En wat zijn dan politieke zaken? Als hij in crisissfeer optreedt, is dat politiek? Mag hij heel veel doen over RKC? Ik vertel geen geheimen, dat soort dingen kom je dan tegen. Ik wil daar alleen maar mee zeggen dat het goed is dat de raad zich realiseert dat wanneer een voorzitter richting politiek gaat je daar duidelijk met elkaar over praat. Het is niet erg, het is zelfs goed dat een burgemeester ook ingrijpt op momenten dat het moeilijk is. Denk wel wat de positie van de burgemeester is in politiek zin. Ook daar moet je af en toe over nadenken. Ik zeg heel nadrukkelijk dat de voorzitter op bepaalde momenten wel goed heeft ingegrepen. Je moet wel stil staan bij zijn positie. De fractie van de PvdA; ik heb een memo gemaakt in de periode voordat ik wethouder werd als volger hoe het eraan toeging. Op een gegeven moment werd ik wethouder. Ik dacht moet ik nu die fractievergaderingen bijwonen? Wat is nu mijn positie? Wat is mijn rol? Af en toe kwam ik bewust te laat, ik dacht dan kunnen zij hun gedachten opmaken en bespreken wat zij willen. Ik had er af en toe moeite mee. Mag jouw eigen fractie jou als wethouder bekritiseren? Moet je daar anders mee omgaan? Ik heb dat lastig gevonden omdat het natuurlijk een lastig moment was toen mijn voorganger een bepaald lot toebedeeld kreeg waarbij die fractie een rol speelde. Ook dat is geen verwijt, maar dat zijn de moeilijke momenten waarop je denkt, fractie, wethouder, hoe ga je met elkaar om? Wat zijn de grenzen? Zijn er grenzen? Natuurlijk ben ik niet gek en weet ik wat er kan gebeuren in het leven. Je kunt weggestuurd worden om het één of het ander, maar het blijft soms lastig. Ik heb het dan over het normale dagelijkse doen. Moet ik dan een fractievoorzitter bellen en zeggen dat mag je niet doen? Dat soort momenten heb ik gelukkig niet meegemaakt; het ging goed met de fractie en mij. Tenminste ik hoop dat zij dat ook zo zullen zeggen. Notulen raadsvergadering 20 april 2010
21
Dat waren wat losse mijmeringen, u heeft er niets aan, maar ik heb er wel over nagedacht. Uiteindelijk moet je niet afdwalen, want het gaat om mijn afscheid. Ik heb de afgelopen twee jaren samengewerkt in allerlei gremia. Ik was voorzitter van de ISD. Ik zat in het dagelijks bestuur van de WML. Ik heb samengewerkt met Tavenu, met Mozaïek, Casade, Slagenland en GGD. Ik moet zeggen dat de samenwerking prima was. Ik heb ontzettend veel geleerd van al die momenten. Ik heb elke keer wat nieuws ontdekt. Nu ik toch aan het bedanken ben, ook de ambtenaren bedankt voor de goede samenwerking. Het DT en het MT, maar ook het secretariaat. Ik heb heel veel plezier beleefd met de dames van het secretariaat, maar ook met de koffiedames en koffieheren. Dat was gewoon weg goed. Ik denk dat alle afdelingen die met mij te maken hadden kunnen zeggen dat ik serieus was, maar ik probeerde toch altijd te laten zien dat je ook een menselijke kant hebt. Ik moet mijn thuisfront niet vergeten. Iedereen die veel van huis is, wat je ook doet raadslid of wethouder, burgemeester, je hebt een sterk thuisfront nodig dat af en toe wat begrip heeft voor je gekkigheden, te laat thuiskomen of anderszins. Dat heb ik gelukkig gehad. Hetty, bedankt, maar ook mijn kleindochter noem ik hier, want dat ik natuurlijk het leukste wat ik afgelopen ¾ jaar heb mogen meemaken. Ik heb veel met mijn kleindochter kunnen omgaan. Het allerlaatste wat ik wil zeggen, op 19 december 1997 nam ik afscheid van de raad. Daar was u ook bij, voorzitter. Toen heb ik iets gezegd. Dat waren zo’n beetje mijn laatste zinnen. Ik heb gezegd ik heb met de heer Van den Dungen afgesproken dat wij na ons vijftigste terugkomen, hetzij als wethouder, hetzij als burgemeester. Eén van de twee heb ik gezegd. Ik heb mijn woord gehouden. Hoe zat het nu ook alweer met de heer Van Den Dungen? Hij heeft ook zijn woord gehouden zullen wij maar zeggen. Ik ben niet van plan om nu nog allerlei toezeggingen te doen. De burgemeester heeft gelijk, je weet het nooit met mij. Daarom doe ik geen toezeggingen, want wie weet komen wij elkaar nog eens ergens tegen. Ik dank u voor de prettige samenwerking. Ik dank ook de pers voor de samenwerking. Ik heb vandaag nog met een journalist koffie gedronken. Dat ging goed. Af en toe probeerde hij wat los te peuteren, maar dat lukt gelukkig niet. Ik dank iedereen. Het gaat u allen goed. Ik heb een leuke tijd gehad. (De aanwezigen reageren met een staande ovatie).
5.
Sluiting
De voorzitter: Niets meer aan de orde zijnde, sluit ik de vergadering om 21.20 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van gemeente Waalwijk van 20 mei 2010. De griffier,
De voorzitter,
G.H. Kocken
drs. A.M.P. Kleijngeld
Notulen raadsvergadering 20 april 2010
22