Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Barneveld, gehouden op 3 april 2007 Aanwezig zijn de raadsleden: de heer F.J. Appelman de heer A. Barendregt de heer J.G.J.M. Beijer de heer E. Blankenstijn de heer J.W. van den Born de heer T.N. Bos (vanaf 20.35 uur) de heer H.C. van den Brink mevrouw A.M. den Dunnen de heer W. van Essen de heer J.L. Geurts de heer J.A.F. Guldie de heer T.G. Heemskerk de heer A.L. Janse de heer A.D.G. van de Kamp de heer W.A. Knapen
Voorzitter Griffier De collegeleden Gemeentesecretaris Verslag Insprekers
Afwezig
1.
de heer L. de Knegt mevrouw T. Kuiper-de Haan mevrouw A. Monster de heer G.J. van Norden de heer G. Ploeg (vanaf 20.50 uur) de heer J.J.H. Post mevrouw M. Rosbergen-van Minnen de heer B.A. Schermers de heer G.S. Schotanus de heer H. Schuring mevrouw G. Siemeling-van Reenen de heer J.A. van den Top de heer P.B.J. Vos de heer A.J. de Vries de heer K. van der Werf
: de heer J.A.M.L. Houben, burgemeester : de heer H.F.B. van Steden : de heren G.J. van den Hengel, A. de Kruijf, G.W. Tijmensen en L.A. Verweij : de heer D. Bakhuizen : Mevrouw N. Brummer : de heer Zweers, namens het comité belanghebbenden Kapteijnstraat (bij agendapunt 9) de heer Van Norden (bij agendapunt 11) mevrouw Van Bommel, namens Blokker (bij agendapunt 12) de heer Van Beek, namens de Schaffelaarse Keet (bij agendapunt 18) : de heer H. van den Berg
Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en leest het formuliergebed voor. Spreker neemt de berichten van verhindering door. 2.
Rondvraag
De heer SCHERMERS: "Voorzitter, duidelijk wordt dat er een aanzienlijke verschuiving plaatsvindt voor de huishoudelijke zorg van speciaal naar huishoudelijke zorg basis. Deze verschuiving veroorzaakt bij zorgvragers knelpunten en de zorgvragers die de indicatie basis krijgen worden werkgever en dienen inkoop van zorg zelf te regelen. Zorgaanbieders zijn slecht bemiddelbaar en verder wordt dit als achteruitgang ervaren. Wij vragen daarom de wethouder om het volgende: − Een onderzoek in te stellen naar de wijze van toewijzing van huishoudelijke zorg. − Dit jaar geen ingrijpende wijzigingen door te voeren en in de tussentijd de knelpunten op te lossen. − In de overgangsfase dienen afspraken gemaakt te worden over de huidige indicering. Wij vragen de wethouder of hij ons dat kan toezeggen. Dank u wel." Wethouder VERWEIJ geeft aan dat hij het moeilijk vindt om op deze vraag nadrukkelijk en precies een antwoord te geven. Hij laat wel weten dat noch vanuit de Adviesraad Gehandicapten, noch vanuit meldingen bij het WMO-loket blijkt dat er problemen zijn voor de zorgvragers met de verschuiving van HV2 naar HV1. Dit betekent dat er niet veel aanleiding bestaat voor een onderzoek. Spreker laat weten dat hij zich de komende weken nader wil oriënteren op dit gebied. Hij geeft echter niet al te veel hoop, aangezien wijzigingen die op dit moment zouden worden doorgevoerd ernstige implicaties hebben voor de contracten
2
die zijn gesloten met de zorgaanbieders. In deze contracten kan niet eenzijdig het een en ander veranderd worden. In de commissie zal spreker hier graag op terug komen. 3.
Vaststellen agenda
De heer SCHERMERS: "Wij stellen voor om naar aanleiding van de beantwoording een motie in te dienen. Ik neem aan dat deze aan het eind van de agenda wordt toegevoegd." De VOORZITTER laat weten dat er insprekers zijn voor een aantal agendapunten. De insprekers zullen aan het woord komen bij het betreffende agendapunt. Dit betreft de punten: Centrumplan, Schaffelaarse Keet, Intratuin en het Herhaald Verzoek. Spreker stelt voor om deze agendapunten naar voren te halen, in de volgorde van de agenda. Aldus wordt besloten. De heer APPELMAN: "De heer Schermers stelt wel voor om een motie toe te voegen aan de agenda. Moeten wij dit niet goedkeuren als gemeenteraad." De VOORZITTER antwoordt dat dit inderdaad de juiste gang van zaken is. Hij wil echter eerst het vaststellen van de agenda verder behandelen. Spreker stelt de motie van de heer Schermers aan de orde. Mevrouw DEN DUNNEN: "Ik moet eerlijk zeggen dat het me verbaast dat het CDA met deze vraag komt. Er zijn vanmiddag antwoorden op schriftelijke vragen van PRO'98 gekomen, die over precies hetzelfde onderwerp gaan. Laten we nu gewoon in de commissie met elkaar daarover spreken. Dan kan de wethouder daar ook wat uitgebreider op ingaan." De heer APPELMAN: "Voorzitter, moties vreemd aan de agenda, die moeten inderdaad op dit moment worden ingediend en dan worden behandeld. Meestal is wel zo galant om dat van tevoren aan te kondigen, zodat je je daar ook enigszins op kan voorbereiden. Ik hoor net de wethouder zeggen dat hij in de commissie daar graag uitgebreid op terugkomt als dat nodig is. Ik denk dat we moeten vaststellen in de agendacommissie, waar ik ook zelf deel vanuit maak, hebben we dat zelf ook geconstateerd, dat er wel genoeg op de agenda staat vanavond. Om die reden is mijn fractie geen voorstander van behandeling van dit punt vanavond." De heer DE KNEGT: "Ik kan me aansluiten bij hetgeen de heer Appelman zegt. Hij komt zomaar langszweven en dit is toch een dusdanig onderwerp dat wij daar toch eerst inhoudelijk ook wat over willen weten en informatie tot ons willen nemen. Bovendien de commissie zal binnen nu en drie weken zijn. Dat lijkt mij vroeg genoeg. Dank u wel." De VOORZITTER laat weten aan de heer Schermers dat hij het recht heeft om de motie op de agenda te laten plaatsen. De heer SCHERMERS antwoordt dat het CDA dit ook doet, gezien het belang van de zorg in Barneveld. De VOORZITTER concludeert dat de motie aan de agenda wordt toegevoegd. De VOORZITTER stelt voor om de agenda met bovengenoemde wijzigingen vast te stellen. Aldus wordt besloten. 4.
Trekken nummer stemmingen en eventuele mededelingen
De heer SCHOTANUS: "Voorzitter, misschien nog even een vraag naar aanleiding van het vaststellen van de agenda. Als ik zo even heel snel kijk is er toch een meerderheid van de raad die dat agendapunt niet toegevoegd wil hebben." De VOORZITTER antwoordt dat het reglement erin voorziet dat indien er een motie wordt ingediend, deze op het einde van de agenda wordt geplaatst. Tijdens de behandeling van die motie kunnen de fracties laten weten dat zij bijvoorbeeld aan behandeling geen behoefte hebben. Bij stemmingen zal begonnen worden bij de heer Van Essen.
3
5.
Notulen van de op 28 februari 2007 gehouden vergadering
De VOORZITTER stelt voor om de notulen ongewijzigd vast te stellen. Aldus wordt besloten. 6. Ingekomen/uitgaande stukken (voorstel nr. 07-34) De VOORZITTER stelt voor in te stemmen met de voor elk stuk aangegeven wijze van behandeling en het overzicht voor kennisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten. 7.
Stemming over het amendement van de fractie van de SGP en het voorstel: Nota misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen (voorstel nr. 07-13) De VOORZITTER geeft aan dat er een amendement voorlag voor dit agendapunt. Dit amendement is voorzien van een pre-advies van het college. Spreker geeft het woord aan de heer Heemskerk aangezien hij de indiener van het amendement was. De heer HEEMKERK: "Voorzitter, we hebben vorige vergadering een amendement ingediend bij het raadsvoorstel misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen. Naar aanleiding van het amendement is de nota naar deze vergadering verdaagd en er is ondertussen een advies gekomen bij het amendement dat we hebben ingediend. Die memo waarin een advies staat over het amendement heeft een hoop duidelijkheid bezorgd. Als er sprake is van een rijksregeling dat kan het dus inderdaad mogelijk zijn dat de gemeente Barneveld het behaalde voordeel niet kan bestraffen met een nog groter nadeel. Als de officier van justitie besluit dat de gemeente Barneveld wel een zaak heeft, maar dat hij het niet interessant genoeg vindt om hierop door te gaan, geldt dit evenzo. Er zijn dus twee zaken waarin het amendement dat wij hebben ingediend heel duidelijk niet kan opgaan. Daarom zien wij ons ook genoodzaakt om het amendement in te trekken. We willen wel, en dat zagen we ook in de memo terug, dat de inzet van de SGP, om zoveel als mogelijk het bewuste misbruik te bestraffen, overeind houden. We hebben ook gezien in de memo dat het college van B&W het ook meeneemt. Want we zijn allemaal wel eens in een supermarkt geweest. Als je bij de kassa komt, dan zie je vaak een bordje: 'bij diefstal doen wij altijd aangifte'. Ik wil toch wel concreet van de wethouder de toezegging dat dat in het geval van de gemeente Barneveld ook zo geldt. Als er bewust misbruik is van een gemeentelijke regeling, doet de gemeente Barneveld altijd aangifte. Ik dank u." Mevrouw KUIPER: "Voorzitter, het is niet nodig nu de SGP het amendement niet in stemming brengt." Wethouder VAN DEN HENGEL: "Voorzitter, we zetten vandaag de behandeling door. Er is na de laatste vergadering een pre-advies opgesteld naar de juridische haalbaarheid van het al dan niet verhalen van voordeel dat niet terecht is. Er is nu duidelijkheid. De heer Heemskerk vraagt of de gemeente, in geval dat mogelijk is, zoveel mogelijk aangifte wil doen. Dat zal het college zeker doen en dat is ook in het verlengde van het memo. Als u het amendement intrekt, dan denk ik dat we het helemaal eens zijn." De VOORZITTER constateert dat de nota met de besluitpunten 1 tot en met 6 met algemene stemmen wordt aangenomen. 8. Evaluatie pilots interactieve beleidsvorming (voorstel nr. 07-24) De heer VAN ESSEN: "Voorzitter, evaluatie pilots interactieve beleidsvorming. Lijst 8 heeft in december 2005 tegen de beleidsnotitie interactieve beleidsvorming gestemd. Met als hoofdargument dat de burgers waarmee de gemeente overlegt in vele gevallen over het algemeen altijd dezelfde burgers zijn als die actief zijn in wijkplatforms of belangenkoepels. Deze burgers staan in het geheel niet voor de gehele bevolking te spreken. Hooguit voor een selecte groep betrokken burgers. Hier met deze interactieve beleidsvorming zijn de selecte groepen verantwoordelijk gemaakt voor beleid. Hetgeen die groep mag verdedigen naar de bevolking toe. Dat gebeurt ook bij de zogenaamde
4
klankbordgroepen die B&W hanteren. Op welke gronden worden die in zo'n klankbordgroep benoemd? Goed bekend staan, goed kunnen praten, beleid kunnen verkopen of goed kunnen luisteren naar verantwoordelijke bestuurders. Lijst 8 heeft de evaluatie pilots gelezen en er de conclusie uit getrokken dat dit zo ongeveer de lijn is die de bestuurders in beeld hadden en wilden uitvoeren. Enkele details daargelaten. Geluidsscherm Stroe is een mooi voorbeeld. Meepraten over vorm en kleur en nu staan ze er letterlijk en hoort men weinig meer. Ongeveer hetzelfde zonder legitimatie. De interactieve burgers doen, wat de raadsleden behoren te doen: luisteren naar de burgers en dat doorvertalen naar beleid. Dank u wel." De heer HEEMKERK: "Voorzitter, ik vond dat een leuke analyse van de heer Van Essen, maar wat is nu uw alternatief?" De heer VAN ESSEN: "Het alternatief is dat de raadsleden beter naar de burgers moeten luisteren en dat doorvertalen in beleid." De VOORZITTER constateert dat Lijst 8 tegen stemt. De overige fracties stemmen voor. 9. Actualisering Centrumplan Barneveld (voorstel nr. 07-38) De VOORZITTER laat weten dat namens het comité belanghebbenden Kapteijnstraat de heer Zweers zich gemeld heeft als inspreker. Spreker geeft het woord aan de heer Zweers. De heer ZWEERS: "Voorzitter, zoals u ongetwijfeld zult weten is het normaal gesproken Yolanda de Gier, die namens het comité belanghebbenden Kapteijnstraat onze woordvoerster is. Zij is echter verhinderd in verband met het 25-jarig bestaan van haar zaak, dus mag ik vandaag het woord tot u richten. Dat doe ik met plezier. Mijn naam is Willy Zweers. Ik ben de penningmeester van het comité. Ik ben woonachtig in het appartementencomplex De Platanen en dus daarmee direct belanghebbende. In mijn dagelijkse leven houd ik mij bezig met de financiële belangen van de gemeente Putten als afdelingshoofd financiën. U heeft reeds eerder onze stedenbouwkundige presentatie alsmede onze financiële presentatie via de mail ontvangen. De stedenbouwkundige presentatie hebben wij zelfs een aantal malen in kleur voor u uitgedraaid en zullen zo dadelijk worden uitgereikt. Wij constateren dat B&W voor ons, wederom zeer onverwachts, bezig zijn met de ontwikkeling van een nieuw plan aan de Kapteijnstraat. Dit zonder enige vorm van communicatie met de omwonenden. Fouten in het verleden hieromtrent gemaakt worden herhaald. U, raad, wordt gevraagd om de kaders vast te stellen. Deze kaders, zoals ze staan in het conceptraadsbesluit, zijn zeer beperkt. Namelijk 40 tot 55 woningen en 250 parkeerplaatsen. Ons comité is van mening dat de raad de gelegenheid moet nemen om de kaders aan te scherpen. Ons comité stelt de volgende kaders voor: 1. Dat volstaan moet worden met drie woonvilla's met maximaal 36 woningen. 2. De uitrit op de Burgemeester Kuntzelaan handhaven. 3. Een parkeergarage van maximaal 150 parkeerplaatsen verdeeld over één of twee lagen. 4. 160 parkeerplaatsen op maaiveldhoogte. Bij hantering van deze kaders ontstaat het alternatieve financiële plan zoals aan u allen is toegestuurd. Uit de Barneveldse Krant van 30 maart jl. zou geconstateerd kunnen worden dat ons financiële plan niet deugdelijk zou zijn. Dit wordt door ons met klem tegengesproken. Wij dagen u uit om met ons op 16 april a.s. van gedachten te wisselen over ons alternatief financieel plan. Dit plan levert een financieel voordeel op van circa € 3 miljoen. Deze drie miljoen gemeenschapsgeld kan wellicht gebruikt worden voor de parkeergarage bij het muziekcentrum en/of uitbreiding van het Nairacmuseum. In deze slechts toegestane vijf minuten zijn wij niet in staat u te overtuigen van de onjuiste stellingname van de wethouder in de Barneveldse Krant van 30 maart jl. met betrekking tot ons financieel alternatief. Daarvoor is de materie te ingewikkeld en uiteraard de daarmee gepaard gaande keuzes ook. Dit podium leent zich hier ook niet voor. Toch willen wij een viertal argumenten noemen die de basis vormen van onze gerechtvaardigde conclusie dat er fors voordeel in te boeken valt bij de hantering van bovenstaande kaders. Te weten: 1. U slacht de Barneveldse kip met de gouden eieren door het inruilen van parkeerplaatsen op maaiveldhoogte door fors geld kostende ondergrondse parkeerplaatsen. Daarom sluit onze presentatie op een positief voordeel voor de begroting van € 84.000,--, gekapitaliseerd € 1,1 miljoen ten opzichte
5
2.
3.
van het oorspronkelijke plan van de gemeente. In dit bedrag is tevens het effect van de minder opbrengsten van woningbouw van circa € 2 miljoen verwerkt. Het college dekt de lagere opbrengst door woningbouw van € 0,7 tot € 1 miljoen af uit het Centrumplan. In ons financiële plan is slechts een subsidie ingeboekt van ruim € 1,1 miljoen in plaats van de ruim € 2,2 miljoen in het financiële plan van de gemeente. Een voordeel van derhalve wederom € 1,1 miljoen. Wat kost het maken van de uitrit op de Gasthuisstraat? € 150.000,--, € 200.000,--? Dit wordt in het plan van de gemeente gedekt uit het Centrumplan. Dus als je niet aanlegt, heb je die kosten ook niet.
Duidelijk mag zijn dat de financiële belangen groot zijn. Dus raad, bezint eer ge begint! Beter een half ei, dan een lege dop. Alles hangt af van duidelijke kaders. Daarom is het ook zo teleurstellend om wederom te moeten constateren dat er door de gemeente geen gebruik wordt gemaakt van de aanwezige specifieke deskundigheid binnen ons comité. Ondanks het feit dat ons comité dat tijdens de presentatie op 20 maart jl. aan de wethouders heeft aangeboden. Bovenstaande in aanmerking nemende, moeten wij vaststellen dat de juridische procedures en schadeclaims niet van tafel zijn. Om dat te voorkomen, stellen wij voor de besluitvorming over agendapunt 9, onderdeel 2D uit te stellen, zodat u in de volgende raadsvergadering tot een gefundeerde kaderstelling kunt komen. Wij treden u met open vizier tegemoet en hebben al onze kaarten op tafel gelegd. Wij staan hier niet alleen voor ons eigen belang, maar zeker ook voor het belang van anderen. In ons alternatief worden financiële middelen vrijgemaakt, die voor andere wensen kunnen worden ingezet. Bedankt voor uw aandacht en wij hopen van harte dat u onze uitnodiging voor 16 april aanneemt." De heer VAN ESSEN: "Meneer Zweers, is het nieuwe plan van de gemeente gebaseerd op het plan van de Kapteijnstraat of weet u dat niet?" De heer ZWEERS: "In het nieuwe plan is het de parkeergarage aan de Kapteijnstraat en de Gasthuisstraat die op een nadelig saldo uitkomt van € 319.000,--. Voor de rest hebben wij stedenbouwkundig hier niets van gezien en verder hebben wij hier ook geen informatie over gehad. Alleen datgene dat er tijdens het gesprek met de wethouders is medegedeeld. Het plan van de gemeente zou er nog wat fraaier uitzien. Dus zou je kunnen zeggen als bewoner: 'Nou wat zeur je nu.' Maar het probleem ligt in het feit dat de uitgang aan de Gasthuisstraat gehandhaafd wordt. Daarnaast vind ik dat aan de raad de keuze moet worden voorgelegd over alternatieven. Ik noem een bedrag van € 3 miljoen. Dat is ook geld dat op een andere wijze besteed kan worden. Wij hebben er als comité geen bezwaar tegen als het parkeerterrein grotendeels in stand wordt gehouden, zoals het er nu ligt. Natuurlijk is het fraaier als er een soort parkachtig gebeuren gecreëerd gaat worden, maar er zijn meerdere belangen in de gemeente, denk ik." Fracties in eerste termijn De heer SCHOTANUS: "Voorzitter, vanavond wordt ons gevraagd een aantal duidelijke kaders aan het college mee te geven in het proces ten aanzien van de actualisering van het Centrumplan Barneveld. Als fractie zien wij dit dan ook als een herijking van al eerder gestelde kaders. Dat proces kent inmiddels al een heel lange weg, vanaf 1999. We kunnen gerust stellen met al zijn 'ups' en al zijn 'downs'. Toen de raad in 1999 het besluit nam, hadden we met elkaar niet kunnen denken dat de uiteindelijke realisatie zo lang op zich zou laten wachten. Aanvankelijk was dat Centrumplan één groot plan. Op dit moment zien we dan ook dat dit plan opgeknipt wordt in een aantal deelprojecten. Voor ons als SGP-fractie is het van groot belang dat we het Centrumplan, ondanks het opknippen in de verschillende deelprojecten, als één plan blijven zien. We moeten ons inziens de integraliteit niet uit het oog verliezen. Met name daar waar het gaat over de financiële afwikkeling van het geheel. De duidelijke kaders die zijn meegegeven aan het begin van het project staan voor onze fractie nog steeds als een paal boven water. Het mag de burger geen geld kosten. Er wordt ons een heel aantal beslissingen gevraagd. In de eerste plaats om kennis te nemen van de financiële afwikkeling van het gemeentehuis. Het is goed om daarbij te constateren dat de realisatie binnen het gestelde budget heeft kunnen plaatsvinden. En dat de € 700.000,-- een gunstige positieve meevaller is. ‘t Dijkje. Gebleken is dat we aanvankelijk als gemeente dit onvoldoende hadden uitonderhandeld en min of meer als een open eind regeling was opgenomen. Het is ook goed om nu te constateren dat dit nader geconcretiseerd is en dat het tekort is teruggebracht tot € 185.000,--. We kunnen constateren dat dit voor de gemeente een positieve uitkomst is. Markthalgebied. Terugkijkend vinden wij als fractie dat wij kunnen constateren dat al de beraadslagingen rondom de Markthal niet voor niets zijn geweest. Startte deze discussie aanvankelijk om de Allonge, al snel bleek dat inzichten vanuit de samenleving onder aanvoering van de heer Van Manen er ook een andere
6
invulling mogelijk zou zijn. Dit heeft er onder andere toe geleid dat de Allonge niet ondertekend is. Mede door wijzigingen bij de contractpartner en nu men voornemens is een nieuw contract te realiseren. Dat het college een adviesgroep Markthalgebied in het leven heeft geroepen is een goede zaak. Als fractie van de SGP vinden wij wel dat nog eens terdege overwogen moet worden of wij Multi Vastgoed zoveel vrijheid moeten geven in het kiezen van een partij voor de supermarkt. Uit de rondetafelgesprekken die georganiseerd zijn rondom de detailhandelsvisie is gebleken dat de gemeente Barneveld wellicht een overbewinkeling heeft daar waar het gaat over supermarkten. Zou het dan niet een goede zaak zijn dat met name alle energie erop gericht moet zijn om daar een plaatselijke supermarkt te krijgen op die plek en dat de eventueel vrijgekomen plaats niet meer als supermarkt zal worden ingericht. En dan op die manier het aantal vierkante meters terug kunnen brengen naar de behoefte die er daadwerkelijk is. Kapteijnstraat. We hebben zojuist een betoog gehoord van de heer Zweers. Als fractie hebben we de afgelopen week ook nog contact gehad met mevrouw De Gier en een toelichting gekregen op hun plan. Wij zijn van mening dat dit deelgebied een nog nadere doordenking vraagt alvorens hier tot besluitvorming over te gaan. Ook daar waar het gaat over de kaders die u ons thans voorstelt. Wij zullen dan ook als SGP in eerste termijn hierover een amendement indienen. U geeft in het raadsvoorstel aan dat u veel waarde hecht aan de inbreng van bewoners en ondernemers in het gebied. Wij hebben het ook al gezien bij het Markthalgebied. Als fractie hebben wij daar ook kennis van genomen en ook uitleg over gehad. Niet alleen wat men daar voorstaat, maar met name ook de financiële onderbouwing van het plan. Daarom zou de SGP-fractie graag willen zien dat dit plan eerst nog eens door de gemeente wordt doorberekend op de haalbaarheid alvorens hier nadere besluitvorming over te laten plaatsvinden. Aandachtspunten hierbij zijn voor ons de bebouwingsomvang en de bebouwingsverschijning. Daarnaast is en blijft, en daar is zojuist ook al door de inspreker op gewezen, de ontsluiting van de geplande parkeervoorziening een heikel punt. Wij zouden graag dan ook in commissieverband met u nog eens over die uitslag willen discussiëren. De parkeergarage van het Muziekcentrum. Hiervan kunnen wij constateren dat de uitgangspunten in enige mate geformuleerd zijn. Maar of we het hier over duidelijke kaders hebben, dat valt nog te bezien. Dat er een vermindering komt van het aantal parkeerplaatsen op de Kapteijnstraat zal ons inziens onvermijdelijk zijn, gelet op de planwijziging die er gaat komen. Dit betekent dat we elders voor uitbreiding moeten zorgen. En inderdaad het Muziekcentrum zou hiervoor een alternatief kunnen zijn. Maar wij vragen ons wel af of het niet beter is om te wachten met de besluitvorming als u de onderzoeksresultaten, waar u aan refereert in het raadsvoorstel, van Arcadis, om die te betrekken in uw uiteindelijke vaststelling van de kaders. Evenementenhal. Gevraagd wordt om deze avond al in te stemmen met de realisatie van een nieuwe evenementenhal op de Hessenweg. Verschillende keren is hier al over gesproken. Wij vragen ons echter af of we nu al in kunnen stemmen met dit punt. Aangegeven wordt dat er ook nog wel een nader voorstel komt. Wij vinden de volgorde met betrekking tot het stellen van kaders en de komst van een nader voorstel niet zo goed. Wellicht zou het beter zijn om eerst het voorstel af te wachten, voordat er duidelijke kaders worden gesteld met betrekking tot het opstellen van een contract. Met name de financiële onderbouwing van het geheel kent nog al wat open einden. Enerzijds hebben we nu de open einden gedicht op 't Dijkje. Daar hebben we het goed gedaan. Laten we als college en gemeenteraad niet op een ander punt open einden gaan creëren. Daarom zagen wij als fractie graag een andere onderbouwing, niet alleen planologisch, maar met name ook financieel. We weten dat er nu al een tekort is van een half miljoen euro. Dat is gebaseerd op vele aannames. Brouwerstraat. Als fractie kunnen we ons vinden in wat u hierover in het raadsvoorstel voorstelt. Met name met betrekking tot de seniorenwoningen. Overigens zijn wij verder wel benieuwd naar een verdere concretisering van het gebied. Ik heb begrepen van andere partijen dat er een tweetal amendementen zal worden ingediend, dus ik denk dat we hier ook nog wel wat nader over zullen discussiëren vanavond. U stelt ook dat er in dit gebied geen opbrengsten gegenereerd zullen worden. Dat betekent voor ons ook dat er geen verlies geleden moet worden. Het financiële kader vraagt ook een bijstelling. U vraagt in te stemmen met de verwachte ruim € 98.000,-- overschrijding van het totale budget. Kijkend naar het eerste contract dat u gesloten heeft, waar met name het open eind in zat voor 't Dijkje, denken wij als fractie dat dit een goed resultaat is waar we mee verder kunnen gaan. Node missen wij, met name daar waar het gaat om het tweede raadsvoorstel, een duidelijke tijdslijn en mede een communicatielijn. Wij zouden toch van uw kant nog wel willen horen hoe u die leemte op denkt te vullen. Dank u wel." Het amendement van de SGP luidt als volgt:
Voorstel nr. 07-38
Onderwerp: Plan Kapteijnstraat bij actualisering ABC-plan
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 3 april 2007
7
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Punt D bij beslispunt 2: "Kapteijnstraat: door AM Wonen te laten ontwikkelen met een gewijzigd programma van 40 tot 55 woningen in een bebouwing met doorzicht vanaf de Burgemeester Kuntzelaan en parkeergelegenheid met een gewijzigde capaciteit van ca. 250 auto's." is nog niet rijp voor definitieve besluitvorming. De besluitvorming op dit punt vindt in een later stadium plaats.
Toelichting: Alternatieven met betrekking tot de planvorming rond de Kapteijnstraat zullen door de gemeente eerst worden getoetst op haalbaarheid (zowel planologisch als financieel), alvorens nadere besluitvorming inzake de Kapteijnstraat plaatsvindt.
Ondertekening en naam: A.L. Janse G.S. Schotanus
De heer POST: "Voorzitter, het college vraagt de mening van de raad over de voorgestelde actualisering van het Centrumplan. Wat opvalt is dat nieuwe feiten en inzichten werkende weg leiden tot initiatieven om het contract bij te stellen. Nu kunnen we er natuurlijk heel krampachtig met elkaar over gaan doen: 'waarom moet je een contract bijstellen?' Maar de feiten zijn wel dat de wereld de afgelopen vijf jaar niet stil heeft gestaan. Soms hebben onderhandelingen resultaat opgeleverd en soms ook niet. Zoals we al gehoord hebben, en via de inspraak is ons dat duidelijk geworden, zijn er soms ook nog open einden die ingevuld moeten worden. Wat ook opvalt, is dat de wethouder goed onderhandeld heeft en met een aanvaardbaar resultaat terug komt naar de raad. Daarvoor komt niet alleen hem de complimenten toe, maar ook de ambtelijke staf die hem ondersteunt. De financiële afwikkeling van het gemeentehuis is positief en daarmee is dat project het tweede binnen het Centrumplan dat met een positief saldo kan worden afgesloten ten opzichte van de raming. De ontwikkeling van 't Dijkje gaat door zoals de raad dat altijd voor ogen heeft gehad. Het CDA is er content mee dat het tekort kan worden afgekocht met een bijdrage van € 185.000,--. Onze vraag is nog wel: 'Is dit een hard getal, dat terugkomt in de overeenkomst die wij wellicht nog gaan sluiten, of kan dit getal toch nog oplopen?' Het CDA is het ermee eens om de onderhandelingen over de plek van Super De Boer te beëindigen als vraag en aanbod te ver uiteen dreigen te gaan lopen. Onze vraag daarbij is nog wel: 'Blijft de bestemming 'kleine winkels en woningen' daar nog van kracht of gaat met het schrappen van dit deel ook deze bestemming verloren?' Ook met het voorstel over het Markthalgebied stemt het CDA in. Dat betekent dat de Markthal niet behouden kan worden, maar dat de Markthal neergezet zal moeten worden op een plek aan de Hessenweg. Niet zoals de VVD dat voorgesteld heeft, maar in de vorm van een nieuwe evenementenhal. Want zouden we dat namelijk niet doen, dan zouden we ook tegen een toezegging van het college, en die is volgens mij ook vastgelegd in het coalitieakkoord, ingaan. Wanneer hier de deur van de Markthal dichtgaat, elders een deur open gaat. Dat lijkt mij niet mogelijk met sloop en wederopbouw. Die Markthal had een functie op het huidige terrein, maar niet aan de Hessenweg. Daarom is het beter om daar een evenementenhal te realiseren. Bovendien geloven wij niet dat het pand zodanig kenmerkend historisch of monumentaal is, dat het behouden zou moeten worden. Verplaatsing naar de Hessenweg is volgens het CDA duurbetaalde nostalgie. Kapteijnstraat. Ook het CDA heeft kennis genomen van de e-mail en de uitgereikte stukken hier vanavond, waaruit blijkt dat men enorm zijn best heeft gedaan om te komen tot een alternatief plan. Wat opvalt is dat de bebouwing aanmerkelijk minder dicht is dan in het eerste ontwerp, zoals ons dat voorgelegd werd. Ik moet zeggen, dat die mindere dichtheid het CDA aanspreekt. Vandaar dat wij het college ook zouden willen oproepen om datgene dat ingebracht is door de bewoners van de Kapteijnstraat serieus te nemen en ook te
8
kijken of het mogelijk is om op deze lijn verder te gaan. Daar moet natuurlijk nog wel de kanttekening bij geplaatst worden dat het financieel ook allemaal op deze wijze uit kan. Want daarover, zo hebben wij ook via de inspraak van de heer Zweers te horen gekregen, lopen de meningen nogal uiteen. Vanavond kan hier door ons niet even beslist worden wie financieel gezien het gelijk aan zijn kant zou hebben, als je dat al op dat moment zou willen. Vandaar dat wij zeggen de lijn die uit de plannen en de beelden naar voren komt, die spreekt ons aan. Meer openheid in plaats van de dichte bebouwing. Aan de andere kant zeggen wij ook dat er financieel uitgezocht moet worden of datgene dat gesteld wordt door het comité ook daadwerkelijk financieel haalbaar is. Pas dan kun je daadwerkelijk beoordelen of dit het goede plan is of dat dit juist niet het goede plan zou zijn. Daar komt nog een vraag bij, want de inspreker heeft ook een punt naar voren gebracht, waarbij hij zei: 'Is dit plan eigenlijk wel rijp voor behandeling nu al? Moet je niet nu kaders stellen die veel ingrijpender zijn?' Hij heeft daarbij gezegd: 'Is het niet beter om onderdeel 2D uit te stellen?' Ik wil met name op dat punt graag de wethouder vragen of het mogelijk is om onderdeel 2D eruit te lichten, zodat dit in een latere fase daadwerkelijk aan de orde zou kunnen komen en dat dit geen afbreuk doet aan de voortgang die wij uiteraard met zijn allen beogen? Nieuwe hal aan de Hessenweg. Wij kunnen daar uiteraard mee instemmen. Alleen nadat de financiën weer duidelijk zijn geworden. Grond oude bibliotheek. Daarover hebben wij ook in de commissie al het nodige met elkaar gediscussieerd. Met betrekking tot de grond van de oude bibliotheek ziet het CDA het liefst een stukje winstmaximalisatie gepaard met uitbreiding en verbreding van het museum Nairac. Destijds toen de Allonge in de commissie behandeld werd, heeft het CDA ook al vraagtekens gezet bij het realiseren van goedkope woningen juist op die plek. Laat even duidelijk zijn: het CDA is niet tegen het realiseren van goedkope woningbouw, maar je moet je elke keer wel afvragen of dit op die plek daar moet gebeuren. Op dat punt hebben wij vraagtekens. Goedkope woningen zijn namelijk in Barneveld meestal maar één keer goedkoop. Namelijk bij realisatie en daarna niet meer. Belangrijk bij het innemen van een standpunt is, dat een dubbelslag gemaakt wordt. Enerzijds maatschappelijk bezig zijn, en anderzijds commercieel bezig zijn. Door voor beide te gaan, wordt een belangrijk maatschappelijk doel gesteund, namelijk enerzijds museum Nairac, dat drukt weliswaar de mogelijkheid van volledige commerciële exploitatie en daarom is het verdedigbaar dat niet daarnaast ook nog eens starterswoningen op die plek worden gerealiseerd. Want daarmee zou de winst helemaal verdampen. Het CDA wil graag de toezegging van het college op dit punt dat substantieel meer ruimte voor Nairac wordt gerealiseerd op die plek, als dat kan met verbreding van het museumaanbod en dat daarnaast gestreefd wordt naar winstmaximalisatie op die plek met passende woningbouw boven de museumuitbreiding als dat eventueel kan voor senioren. Deze toezegging is voor ons zo belangrijk dat wij daar graag eerst de mening van het college of van de verantwoordelijke wethouders zouden willen horen en dat wij daarna beslissen of wij een amendement op dit punt indienen. Wij vinden het kies om eerst het college aan het woord te laten om duidelijk te maken of zij bereid is die toezegging te doen. Willen zij die toezegging niet doen, dan stel ik u wel in het vooruitzicht dat wij met een amendement op dit punt komen. Want wij vinden het dusdanig belangrijk dat het hier vanavond gewoon afgetikt wordt." De heer SCHOTANUS: "De heer Post komt met een alternatief plan, dat als zodanig niet verwoord staat in dit raadsvoorstel. Hij vraagt aan te geven of er ruimte gecreëerd kan worden voor met name het Nairacmuseum. Dit gaat geld kosten. In het raadsvoorstel wordt gesproken over middenklasse seniorenwoningen. Hoe denkt u dit financieel te realiseren, omdat het uitgangspunt is om op nul uit te komen?" De heer POST: "In het oorspronkelijke plan was het daar het plan dat daar goedkope woningen gerealiseerd moesten worden. In dat kader staat al vast dat er vrijwel geen winst zal worden genoten. Als wij zeggen dat wij voor een stukje winstmaximalisatie gaan, dat op die plek ook daadwerkelijk mag leiden tot maximale winst, dan zouden wij daar ook graag maatschappelijk een component inbrengen. Die maatschappelijke component zien wij gedeeltelijk in een uitbreiding van museum Nairac. Er is namelijk een historische kans op dit moment om dat museum, dat al sinds 1976 vraagt om uitbreiding, uit te breiden. Misschien ook het museumaanbod te verbreden, daarnaast vinden wij dat dit opgevangen mag worden door winstmaximalisatie voor woningen die daarboven of daar in de buurt zouden moeten worden gebouwd." Mevrouw ROSBERGEN: "Ik heb de wethouder in de commissievergadering horen zeggen dat er in het huidige plan voor het oude biepgebouw sprake is van uitbreiding voor Nairac en goedkope woningen en dat die twee bij elkaar opgeteld niet tot winst zullen leiden, maar dat ervan wordt uitgegaan dat er nul uitkomt. Ik ga er vanuit dat dit ook gewoon zo gebeurt. Ik begrijp uw bijdrage niet daar waar u zegt dat er uitbreiding van Nairac moet komen. Dat komt er dus ook. Daarom heeft u dure woningen nodig. U zegt: 'we doen dat samen'. Commercieel en maatschappelijk. Volgens mij gebeurt dit al en wat is er mooier als we het twee maal maatschappelijk kunnen maken. En goedkope woningen en uitbreiding van Nairac." De heer SCHOTANUS: "Ik blijf toch even zitten met het feit hoe de heer Post op nul denkt uit te komen. Aan de ene kant zegt hij: 'een winstmaximalisering van de appartementen die er moeten komen.' Dat is helder.
9
Maar weegt dit dan op tegen de extra kosten die zij voornemens zijn te realiseren ten aanzien van de uitbreiding van Nairac?" De heer POST: "Eerst even mevrouw Rosbergen. U zegt: 'in de commissie heeft de wethouder al gezegd: 'ik kom op nul uit wanneer daar starterswoningen worden gebouwd en wanneer museum Nairac daar uitgebreid wordt.' Zover was ik nog niet. Ik had nog niet begrepen dat al vast staat dat museum Nairac uitgebreid wordt. Ik zou het fijn vinden, maar dat hoop ik straks nog even te horen, want daar is nu juist mijn gevraagde toezegging op gericht. Daarnaast zeg ik: als je daar goedkope woningen gaat realiseren, betekent dat dat je daar de winst die daar op zich mogelijk is, laat verdampen. Binnen dit Centrumplan en bij die dure grond die daar ligt, vraag ik mij af of je dan maatschappelijk relevant bezig bent. Want dat Centrumplan kost geld en binnen dat Centrumplan hebben wij nu te maken met een tekort. Dan moeten wij met elkaar wel vaststellen of wij zeggen dat wij dat tekort zoveel mogelijk willen tegengaan of dat wij de winst die daar op zich mogelijk is, laten verdampen. Dat is een politieke keuze. Wij maken de keuze op deze manier. Meneer Schotanus vraagt zich af hoe wij dat denken te realiseren. Als ik af ga op mevrouw Rosbergen, dan heb ik de winst eigenlijk al op zak, meneer Schotanus." De heer SCHOTANUS: "Ik volg dat niet helemaal, want de wethouder heeft die toezegging inderdaad gedaan. Dat blijkt uit de notulen die we vandaag toegezonden gekregen hebben." De heer POST: "Als die toezegging gedaan is, is het fantastisch dat de uitbreiding van Nairac er gewoon inzit. De vraag is natuurlijk wel tot in hoeverre wordt Nairac uitgebreid. De kernvraag in dit verband is: 'mag cultuur, mag ons historisch erfgoed wat kosten? Mag verbreding van het museumaanbod ons wat kosten?' Die vraag leg ik ook voor u neer. Ik zal mijn betoog afmaken. Het tekort. U schrijft in het raadsvoorstel dat u vraagt om dat als sturend gegeven te accepteren. Nu houd ik niet van verhullend taalgebruik, dus wil ik u eigenlijk vragen om mij uit te leggen wat u bedoelt met dit als 'sturend gegeven' te accepteren. Betekent dat dat wanneer u toch tot een groter tekort komt, u weer terugkomt. Of zegt u dat dat all in the game is. Het kan allemaal nog veel verder uitbreiden dat tekort en dan moeten we vervolgens maar zien. Ik wil daar graag meer uitleg over van uw kant hoe wij dat sturend gegeven van dat tekort moeten nemen als politiek. Dank u wel." Mevrouw ROSBERGEN: "Voorzitter, alle voorgestelde wijzigingen op het oorspronkelijke Centrumplan, komen niet uit de lucht vallen. Al eerder werd duidelijk dat een aantal knelpunten moest worden opgelost. In de visie van PRO’98 bent u daar redelijk goed in geslaagd. We zijn tevreden met het feit dat u bereid was het raadsvoorstel zodanig aan te passen dat de bijlage bij het raadsvoorstel nu beschouwd wordt als financieel kader en niet alleen als bijlage. Zoals u waarschijnlijk uit de krant heeft vernomen, heeft PRO’98 een week of twee geleden in het centrum van Barneveld een enquête gehouden onder het winkelend publiek. Er werd heel positief gereageerd. Opvallend was dat ongeveer een kwart van de winkelende mensen niet afkomstig is uit Barneveld, maar elders vandaan komt. Deze mensen vinden dat Barneveld een gezellig dorpscentrum heeft met een redelijk goed winkelaanbod. Dorps en gezellig lijken ook voor Barnevelders sleutelwoorden voor het centrum te zijn. De mensen werden bevraagd over alle deelprojecten binnen het Centrumplan. Velen vinden de verbreding van ’t Dijkje een goed plan, omdat er dan een nieuwe winkelstraat ontstaat. Over de Kapteijnstraat zijn de meningen verdeeld, in het algemeen is de tendens niet te hoog bouwen en zicht blijven houden zowel op als vanuit het centrum. Een parkeergarage bij het Muziekcentrum werd goed ontvangen en ook het idee van goedkope woningen op de plek van de bibliotheek. Wel twijfelde een behoorlijk aantal of er wel voldoende markt is voor al die, vooral dure, appartementen in de plannen. De Markthal was een onderwerp op zich. Ongeveer de helft vond dat de Markthal uit het centrum kan verdwijnen, 28% vond dat de Markthal moest blijven staan. Van de voorstanders van het behoud van de Markthal in het centrum ging het veel mensen om de functie van het gebouw en niet zo zeer om bijvoorbeeld de historische waarde. Slechts 6% van de ondervraagden ziet verplaatsing van de Markthal naar de Hessenweg zitten. Voor veel geïnterviewden ging de voorkeur uit naar minder supermarkten rond en in het centrum en meer supermarkten naar de wijken.
10
In de lijn van de interviews die we hebben afgenomen, voelen we ons gesterkt in onze mening. Ik wil de plannen, zoals verwoord in het raadsvoorstel, langs gaan en voorzien van ons commentaar: ’t Dijkje/het BDU-gebouw. Moeilijk punt is hierbij het communicerend vat met het Markthalgebied, wat in dit gebied tekort komt, moet in het Markthalgebied worden gewonnen. Uit de hoorzitting vorige week bleek al dat Barneveld een ruime hoeveelheid supermarkten kent. De vraag is of het zinvol is om in het Markthalgebied een supermarkt te bouwen of dat daar niet beter woningen in de plaats kunnen worden gebouwd. In onze ogen is het alleen maar verstandig als er sprake is van verplaatsing uit het echte centrumgebied of als er een supermarkt vertrekt uit het centrum. Maar wellicht lost marktwerking dit probleem vanzelf op. De Hessenweg lijkt ons een goede locatie voor een nieuwe evenementenhal. Volgens ons is een gedeeltelijke verplaatsing van de Markthal alleen maar duurder dan het bouwen van een nieuwe hal. In die zin voelen we niet zoveel voor een onderzoek, zeker niet als het een duur onderzoek wordt. Het zou onverstandig zijn als we voor de bouw van een evenementenhal met een nog groter tekort komen te zitten dan nu al het geval is. We horen graag van de wethouder of onze aanname klopt. Overigens heeft het gebouw in onze ogen ook geen enkele historische waarde meer als je alleen de spanten verplaatst en min of meer een vergelijkbaar gebouw herbouwt. De Brouwerstraat. Uit de bijdrage van de wethouder tijdens de commissievergadering bleek dat er in de plannen voor de Brouwerstraat rekening wordt gehouden met de uitbreiding van het museum Nairac. Dat staat echter niet zo in het raadsvoorstel verwoord en dat zou volgens ons wel moeten. Op eerder verzoek van de raad zouden daar verder alleen goedkope woningen moeten worden gebouwd. De aanvulling van de SGP tijdens de commissievergadering om ook eens te kijken naar woningen en/of appartementen voor senioren sprak ons erg aan. Toch zijn we niet blij met het voorstel zoals het nu is gewijzigd. In dit nieuwe voorstel wordt in één keer gesproken over de mogelijkheid van middenklasse appartementen voor senioren. Dat zijn in onze ogen geen goedkope woningen of appartementen! De heer Post ging tijdens de laatste commissievergadering zelfs nog veel verder, dat doet hij nu ook, dan het nu gewijzigde voorstel. Hij bleek, samen met de heer Guldie van de VVD, voorstander te zijn van het bouwen van dure woningen aan de Brouwerstraat." De heer GULDIE: "Dat heeft u toch verkeerd begrepen. Ik was ervoor om er een andere bestemming aan te geven ‘dienstverlening en detailhandel’ en dan te verkopen. Niet voor duurdere woningen" Mevrouw ROSBERGEN: "Zo vond hij dat de eerdere wens van de raad om daar goedkope woningen te bouwen door de tijd zou zijn achterhaald. Ja, meneer Post, de tijden zijn gewijzigd, maar woningen zijn er sindsdien niet goedkoper op geworden. Wij vinden dat we ons als gemeente niet moeten opstellen als een projectontwikkelaar door alleen maar te denken aan de winst, winstmaximalisatie of als je het niet doet zou de winst verdampen." De heer POST: "Kunt u mij uitleggen waarom wij dat elders in het plan wel doen en op dit kleine stukje absoluut niet?" Mevrouw ROSBERGEN: "Nou daar wilde ik net aan toekomen. Er komen in het Centrumplan in ruime mate namelijk dure woningen en appartementen. Als wij ons aan onze eigen Woonvisie willen houden, dan moeten we op deze plek ruimte maken voor goedkope woningen, wel of niet voor senioren. U heeft samen met ons een Woonvisie vastgesteld. In die Woonvisie staat hoe wij vinden dat we om moeten gaan met de verdeling van middeldure, dure en goedkope woningen. In dit plan staan er eigenlijk alleen maar dure woningen." De heer POST: "Mag ik u vragen of u het desalniettemin dan toch maatschappelijk verantwoord vindt om op een plek waar zich dure grond bevindt om daar goedkope woningen te gaan realiseren omdat daar straks mensen gaan wonen die eenmaal een goedkope woning krijgen. Vervolgens die waarschijnlijk met een grote winst weer gaan verkopen en daarmee is de waardevastheid van de goedkope woningen teloorgegaan. Vindt u dat reëel?" Mevrouw ROSBERGEN: "U weet net zo goed als ik dat er mogelijkheden zijn om woningen langer goedkoop te houden. U bent er onder andere zelf tijdens de verkiezingen een warm pleitbezorger voor geweest, dus die mogelijkheid is er absoluut." De heer POST: "Ziet u dat dan ook op die plek, mevrouw Rosbergen? Ik niet."
11
Mevrouw ROSBERGEN: "Weet u waarom ik dat vind, het is gemeentelijke grond. Het is grond van de gemeente. Waarom moet de gemeente zich gedragen als een projectontwikkelaar door alleen maar te denken in de vorm van winstmaximalisering. Juist daar waar je nu eindelijk eens een keer eigen grond hebt, die je elders niet hebt, want die zijn vaak al opgekocht door projectontwikkelaars. Nu hebben we een keer eigen grond. Als we ook gaan kijken naar de verdeling van dure, middeldure en goedkope woningen zou het zeer terecht zijn als we ook ergens goedkope woningen ontwikkelen. Nu kunnen we het ergens doen en nu zegt u: 'dat moeten we niet doen’. Dat begrijp ik niet. Wij komen op dit punt met een amendement, waarin we het college vragen het voorstel op dit punt te wijzigen, namelijk door ruimte te creëren voor het museum Nairac en daar goedkope woningen te realiseren. De Kapteijnstraat. Tijdens de commissievergadering heb ik onder andere de fractie van het CDA, maar ook de VVD, iets horen zeggen dat er in dat gebied vooral iets gebouwd moest worden op een historiserende wijze. De fractie van PRO’98 voelt daar helemaal niet voor. Drie zaken zijn wat ons betreft van belang: 1. bouw er niet te hoog (zoals De Bijeberg) 2. zorg voor voldoende ruimte en doorkijk en 3. ontwikkel het plan samen met omwonenden. Alleen dan zal er voldoende draagvlak zijn. Wij voelen er dan ook niks voor om daar randvoorwaarden als “een historiserend karakter” aan te geven. Ik begrijp dat er een amendement zal worden ingediend waarin wordt voorgesteld om dit uit te stellen. Ik hoor ook graag de wethouder daarover of dat kan. Wij voelen daar in eerste instantie wel wat voor. Voorzitter, tot zo ver." PRO'98 dient een amendement in, om beslispunt 2F te wijzigen, dat luidt als volgt:
Agendapunt III-9 Voorstel nr. 07-38
Onderwerp: Actualisering Centrumplan Barneveld
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 3 april 2007
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Onder gevraagde beslissing punt 2F te wijzigen in: Brouwerstraat/oude bibliotheek: in het programma voor de oude bibliotheek rekening houden met de geplande uitbreiding van museum Nairac en daar tevens goedkope woningen, dan wel appartementen voor starters en senioren mogelijk te maken.
Toelichting: In een eerder stadium heeft de raad zich uitgesproken voor het bouwen van goedkope woningen op de Brouwerstraat en uitbreiding van het museum. Middenklasse appartementen voor senioren, zoals in dit raadsvoorstel verwoord, zijn geen goedkope woningen. In het Centrumplan is al voldoende aan dure woningen en appartementen opgenomen. Juist de gemeente moet zich houden aan haar eigen Woonvisie en dient daarom op die plek goedkope woningen, dan wel appartementen te realiseren.
Namens de fractie van PRO'98: M. Rosbergen - van Minnen A.M. den Dunnen
Mevrouw KUIPER: "Voorzitter, Gestaag komen we als gemeente verder met dit grote project. Het is geen statisch geheel, er zijn onderweg heel wat hobbels te nemen. Gewijzigde inzichten, reacties van omwonenden, verzoeken van middenstanders, etc.
12
We hebben een tijd achter de rug van geld uitgeven. De tijd dat er wat verdiend moet gaan worden, breekt nu aan en daar moeten we vooral niet te lang meer mee wachten. Want de bouwkosten stijgen op dit moment enorm snel vanwege de gunstige economie. Terecht vraagt het college nu om bijstelling van de kaders. In commissieverband is er uitgebreid over het Centrumplan gesproken. Met name de financiële vragen rechtvaardigden een extra bijeenkomst met een uitgebreide toelichting. Wij zijn blij dat dat mogelijk was en we hebben veel vragen kunnen stellen. Alleen op die manier kan er draagvlak komen voor zulke ingrijpende raadsvoorstellen. Wat was de belangrijkste financiële afspraak destijds bij aanvang van het Centrumplan? Er gaat niet meer dan ƒ 43,5 miljoen (inmiddels € 19,8 miljoen) naar dit plan toe. De rest moet uit het plan zelf worden terug verdiend. Op die manier wordt voorkomen dat de burgers er extra voor in hun buidels moeten tasten. Dit uitgangspunt wordt door de ChristenUnie niet vergeten en vandaag is een goed moment om die afspraak nog eens voor het voetlicht te halen. Sinds de aanvang van dit centrumproject is het college inmiddels totaal van samenstelling gewijzigd. Maar het kader van € 19,8 miljoen is ook bij het huidige college goed bekend. Dat blijkt uit de gepresenteerde en toegelichte cijfers. Dat is een belangrijke constatering voor onze fractie. Op dit moment zijn er aannames naar de toekomst toe die nog wel waargemaakt moeten worden en niemand kan uitsluiten dat er ook tegenvallers zullen zijn, maar de verwachtingen van het college zijn goed te noemen. Een tekort van € 98.000,-- op een bedrag van 35 miljoen is heel keurig te noemen.Onze fractie wil dit college graag het stempel geven van een optimistisch college. Als de voorspelling mag uitkomen te zijner tijd dan zijn wij daarmee zeer content in ieder geval. Wij zien echter nog wel wat beren tussen de struiken. Maar daar kom ik straks op. 't Dijkje. Er is goed onderhandeld over het Dijkje. Het 'worst case scenario' is ons bespaard gebleven. Wij vinden het verstandig om de plannen van de supermarkt aan de Nieuwstraat nu niet verder uit te werken. Het is een pragmatische aanpak en bijzonder slim. Op dit moment is de sloop begonnen van het BDU pand en kan er verder gewerkt worden. Wij constateren dat ondernemers het Centrumplan op dit moment zien zitten. Als fractie hebben we 'De Babbel' al even uitgetest en dat is goed in de smaak gevallen. Ook daar constateerden we dat de VVD al aanwezig was en al hun vrienden hadden ze meegenomen. Ik denk dat het allemaal wel goed komt aan de overkant. Zie hier, een mooi voorbeeld van hoe ondernemers, en het zijn er inmiddels meerdere op 't Dijkje, inspelen op mogelijkheden die we als gemeente gemaakt hebben met de centrumplannen. Hulde voor de uitkomst van het onderhandelingsresultaat op 't Dijkje. De Kapteijnstraat. Hier is geluisterd naar de omwonenden. Dat is de betere bestuursstijl. Of we als gemeente in alles tegemoet kunnen komen aan de wensen valt nog te bezien, maar alleen al het feit dat we als gemeente een open houding hebben hierin waardeert onze fractie bijzonder. Ook dat is interactief besturen. Het helpt om het draagvlak te vergroten en tenslotte willen we toch een Centrumplan dat door zoveel mogelijk gebruikers wordt gewaardeerd? Het ingediende plan van het comité verdient serieuze bestudering. Onze eerste indruk is positief. Is het mogelijk dat AM hun ideeën meeneemt in de planvorming? Want het gaat er niet alleen wat wij ervan vinden, en het comité, maar ook AM heeft een rol te spelen. Dat moet niet vergeten worden. We willen ook graag een reactie van de wethouder op het gegeven dat de financiën van het plan van het comité niet goed onderbouwd zouden zijn. We horen daar graag een antwoord op. Wij zijn het eens met het terugbrengen van het aantal woningen op de Kapteijnstraat. Uiteraard moet de beslissing over het aantal lagen waarop geparkeerd moet worden ook bouwtechnisch uitgezocht worden. Wij hebben begrepen dat het technisch wijs zou kunnen zijn om tweelaags diep te gaan vanwege de ondergrond. Daar moeten deskundigen zich eerst maar eens over uitspreken. Wij zien onvoldoende harde gegevens om daar nu iets over te kunnen zeggen. In ieder geval kan het aantal parkeerplekken waarschijnlijk omlaag vanwege de plannen bij het muziekcentrum. Maar er is nog erg veel onduidelijk. Ook het comité wijst daarop. Een uitstel over beslispunt 2D zou wellicht mogelijk zijn, maar daar moeten we eerst een reactie op horen. Ook wij zijn daar benieuwd naar. Brouwersstraat. Onze fractie stemt in met een meer zakelijke benadering van het toekomstig gebruik van dit pand; dit ondanks eerdere wensen van de raad. Ons belangrijkste argument om hierbij een andere insteek te kiezen is dat het een zekere compensatie moet opleveren voor de aangepaste plannen van de Kapteijnstraat. Daar waar op het ene plan minder verdiend gaat worden, moet op een ander plan compensatie gezocht worden. Uw formulering onder punt 2F, bij de gevraagde beslissing, schept ook ruimte voor middenklasse appartementen voor senioren. Wat ons betreft is het woordje 'ook' in deze zin op te vatten als één van de
13
mogelijkheden. Wij willen graag zien dat er wat verdiend kan worden op deze locatie, maar het moet wel passend zijn in de omgeving. De overweging van sommige partijen in de raad om dit gebouw te benutten voor het plaatselijk museum Nairac wil er bij ons niet zo in. Nairac kost momenteel op jaarbasis zo’n € 300.000,--. Dat is veel geld! Nog meer dan we uitgeven aan ons hele jeugd- en jongerenwerk. Of wat dacht u van de € 200.000,-- die we over hebben voor schoolbegeleiding. Eveneens twee ton per jaar naar de dorpshuizen. Of € 3.000,-- voor zwembad De Glind." De heer POST: "U weet toch ook wel dat de bedragen die u noemt, dat daarin ook de exploitatielasten zijn opgenomen van een historisch pand, die aanmerkelijk hoger zijn dan bij een normaal nieuw pand." Mevrouw KUIPER: "Zeker weten, maar daar waar u nu pleit voor een uitbreiding gaat het ons om een aantal feiten naast elkaar neer te zetten. Het is een investering in maatschappelijk belang. Ook wij onderkennen dat je een historisch museum nodig hebt, maar om nu op dit moment bij deze Centrumplannen te pleiten voor een uitbreiding, gaat ons te ver." Mevrouw ROSBERGEN: "Misschien herinnert u zich dat wij in de raad een museumbeleid hebben besproken met name over het museum Nairac. Er is volgens mij in meerderheid van de raad voor gekozen, overigens hebben wij daar niet voor gestemd, maar dat is iets anders, om het museum Nairac uit te kunnen breiden. Ik begrijp nu niet waarom u daarop terug komt." Mevrouw KUIPER: "Er is niet voor gekozen om museum Nairac uit te breiden. Dat heeft u niet juist naar mijn idee. Ik maakte een vergelijking met ongeveer dezelfde bedragen en andere doelen. Uiteraard is dit appels en peren vergelijken, maar het is goed om duidelijk te maken dat twee ton nog altijd heel veel geld is en dat je dit ook op een andere manier kunt besteden. Wat ons betreft geen uitbreiding, want dat zal het geheel echt niet zoveel rendabeler maken. Voor alle duidelijkheid: wij waarderen kunst en musea, maar willen er beslist niet meer gemeenschapsgeld in stoppen. Tenslotte kunnen ook het pluimveemuseum en het speelgoedmuseum zelfs op eigen kracht rondkomen van de entreegelden. Dat zal niet snel lukken voor een plaatselijk historisch museum, daar zal altijd wel geld bij moeten, maar we willen het niet uitbreiden. Wat ons betreft zet u als college dan ook daar op in bij het zoeken naar een nieuwe bestemming voor het gebouw aan de Brouwerstraat. Er moet wat verdiend worden. Markthal. Dan nu het idee van de markthal en de VVD. Creativiteit om de markthal op de agenda en in Barneveld te houden kan de VVD niet ontzegd worden. Herbouw van de markthal zou volgens de VVD bekostigd kunnen worden uit de Brouwersstraat. Het is onze indruk dat we het geld hard nodig hebben om het hele Centrumplan financieel rond te krijgen. Laten we dat nu niet stoppen in de markthalherbouw. Identiek herbouwen met deels oude materialen zal sowieso niet gemakkelijk zijn, want er moet ook worden voldaan aan allerlei brandweereisen. Het is wel gemeenschapsgeld waar we over praten tenslotte. Wij maken duidelijk hierin een andere afweging als fractie. De therapeutische verwerking van het afscheid van de markthal moet de VVD nu toch echt zelf doormaken." De heer GULDIE: "Wij zijn heel goed in therapeutische verwerkingen, maar als ik nu even het ChristenUnie verkiezingsprogramma citeer: 'We moeten zuinig zijn op onze plaatselijke historie. Monumenten moeten daarom zo mogelijk behouden blijven, enz., enz..' Ik weet niet wie er hier eigenlijk een draai gemaakt heeft, maar u zeker." Mevrouw KUIPER: "U hoort uzelf ook zeggen: 'zo mogelijk'." De heer GULDIE: "En nu is het mogelijk." Mevrouw KUIPER: "We hebben in de commissie Bestuur uitgebreid hierover gesproken. We zijn een heel eind met de gedachten meegegaan, maar maken nu toch echt een andere afweging, ook gezien de Kapteijnstraat. Dat is ook een belang. U weet net zo goed als ik, dat het in de politiek ook belangenafweging is. Dus enerzijds 'het zo mogelijk' en anderzijds tegengestelde belangen die hier absoluut een rol spelen. Het is altijd goed om even herinnerd te worden aan mijn verkiezingsprogramma. Het is goed om elkaars verkiezingsprogramma's halverwege weer eens even door te lezen. We willen graag een handreiking doen naar onze liberale collega’s en willen u wijzen op de mogelijkheid om een particuliere geldschieter te zoeken die iets kan doen om de spanten te hergebruiken. Ook onze partij is altijd erg gecharmeerd van recycling en milieu en zal een dergelijke oplossing dan van harte steunen!
14
Dan het collegevoorstel. Een nieuwe evenementenhal. Er wordt ons uit de doeken gedaan de grootte van een kleine evenementenhal en de grootte van een grote evenementenhal. De kleine heeft een grootte van 2 1.400 m . Onze vraag is: hoe groot is de huidige markthal en komt dat eerder overeen met de grote of met de kleine die u aan de Hessenweg had gedacht? Markthalterrein. De invulling van het markthalterrein baart ons wel wat zorgen. De invulling van het hele gebied zal z’n uitwerking nog moeten krijgen. De hoeveelheid bebouwing is van belang voor de leefbaarheid en we zijn blij dat de grootte van een eventuele supermarkt in ieder geval naar beneden is bijgesteld. Liever nog zouden we zien dat daar helemaal geen supermarkt komt. Is dat nog mogelijk? Door de hoorzitting van vorige week over de detailhandelsstructuurvisie is onze indruk dat we straks behoorlijk verzadigd zijn met supermarkten. Bovendien vergroot het de verkeers- en parkeerdruk namelijk enorm in dat gebied. Heeft u bijvoorbeeld hierbij rekening gehouden met de schoolroutes en omwonenden? Heeft dit een rol gespeeld in uw afweging? Voorzitter, ik ben in eerste instantie benieuwd naar de antwoorden op vragen die, niet alleen door mij maar ook door anderen, gesteld zijn en ik kom daar graag straks verder op terug. Dank u wel." De heer GULDIE: "Voorzitter, ik wil eerst wat algemene vragen en opmerkingen maken, voordat ik inga op de deelprojecten. Ik heb vier kleinere vraagjes en opmerkingen: 1. Volgens ons moet er niet weer een spaghetticontract komen, waar alles met elkaar verbonden is. Ik ga er vanuit dat er voor de verschillende deelgebieden ook deelcontracten worden afgesloten met de ontwikkelaars en dat ook de contracten aan de raad voorgelegd worden, maar dat is natuurlijk een open deur. 2. De positie van De Hoge Dennen verbaast mij nogal. Kan de wethouder ons verzekeren dat we hier niet alsnog een schadeclaim aan onze broek gaan krijgen, want naar ons idee is de pandeigenaar hier van de Super De Boer toch weldegelijk een contractpartner. Ik vraag mij af of dat onderdeel ook is bekeken door een externe jurist. 3. Wil het college zich inspannen dat er in de contracten van de markthalterreinen en de Kapteijnstraat clausules worden opgenomen waardoor ook de Barneveldse burger enige inspraak kan hebben in de architectuur? Dat hoeft voor mij helemaal geen historiserende architectuur te zijn. 4. De subsidies van de provincie. Kan de wethouder ons verzekeren dat die ook met het nieuwe plan veiliggesteld zijn? Dan wil ik op een aantal deelgebieden wat dieper ingaan. Kapteijnstraat. Ik wil ten eerste zeggen dat het goed is dat hier toch een draai is gemaakt. Eindelijk gaan we weer via een omweg terug naar het eerste plan uit het Centrumplan. Het alternatief dat de VVD een aantal maanden geleden heeft gepresenteerd, lijkt behoorlijk op het voorstel dat er nu ligt. Maar er ligt zelfs nog een tweede plan. Het alternatieve plan van het Kapiteijnstraat-comité. We hebben dat goed bestudeerd, net als de rest van de fracties. Wij vinden ook dat er een aantal goede elementen in zitten. Bijvoorbeeld het maximaal houden van het aantal parkeerplaatsen boven de grond. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Ook een aantal ideeën wat betreft de verkeersafwikkeling ziet er goed uit. Ik wil graag van de wethouder horen hoe hij hiermee omgaat. Of hij die twee varianten in elkaar kan schuiven. Wat dat betreft zijn er verder twee opties. Of we laten dit gedeelte even buiten de besluitvorming voor nader overleg met het Kapteijnstraatcomité of de wethouder moet een heel stevige toezegging doen. Ik laat het van het antwoord van de wethouder afhangen wat wij daar verder van vinden. Entree van het dorp. We hebben in de vorige commissie extra aandacht gevraagd voor de entree van het dorp aan de kant van Het Schaap. Naar ons idee kan de nieuwe Kapteijnstraatbebouwing, die het dichtst bij Het Schaap staat daar nog wel een invulling krijgen met daghoreca of winkeltjes, zodat daar een leuke, gezellige entree van het dorp komt. Naar ons idee kan het ook financiële voordelen hebben wat betreft de te realiseren grondprijs. Voor de voorzichtigheid zal ik daar een amendement voor indienen, samen met PRO'98. Het amendement van de VVD en PRO'98 luidt als volgt:
Agendapunt III-9 Voorstel nr. 07-38
15
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 3 april 2007
Onderwerp: Actualisering Centrumplan Barneveld
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Toevoegen aan de tekst van het raadsvoorstel: De opwaardering van de entree van Barneveld Centrum ter hoogte van 'Het Schaap' wordt nader bekeken en de raad wordt hierover geïnformeerd.
Toelichting: − Barneveld Centrum is gebaat bij een fraaie entree − Enige daghoreca kan een toevoeging zijn aan het bestaande aanbod rondom deze entree. − Er moet bezien worden of hier ook financieel een voordelig resultaat mee te bereiken is. Ondergetekenden en naam: J.A.F. Guldie J.W. van den Born M. Rosbergen - van Minnen A.M. den Dunnen
Oude bibliotheek. Voorzitter, laat ik het subtiel zeggen: 'wij vinden het niet zakelijk om gebouwen weg te geven. Want hoe je het ook went of keert, dat gebeurt. Gezien de uiterst magere financiële onderbouwing van het hele Centrumplan moeten we dit soort kansen gewoon niet laten liggen. Nu wordt voorgesteld om ook wat duurdere appartementen te realiseren. Volgens ons is het daar eerder slechter mee geworden, want appartementen in die prijsklasse komen er al voldoende in Barneveld. We blijven erbij dat je van dit gebouw gewoon geld moet maken. Dat kan ook. Een bevriende makelaar heeft dat voor ons uitgerekend en dat brengt absoluut meer dan € 500.000,-- op, terwijl Nairac er gewoon gebruik van kan blijven maken. Iedereen blij dus, zou je denken. Maar dat plannetje is zojuist doorkruist door de heer Post, want die doet een voorstel om museum Nairac nog wat meer ruimte in het gebouw te geven, zelfs op de begane grond. Ik heb net trouwens even de notulen bekeken, en de heer Post heeft wel degelijk gelijk, de wethouder heeft gezegd dat er ruimte blijft voor het museum, maar over uitbreiding wordt helemaal niet gesproken. Hij doet een voorstel om museum Nairac nog meer ruimte op de begane grond te geven. Maar, voorzitter, ik vind dat we dan voor de muziek uit gaan lopen. In het coalitieakkoord is over de musea de volgende zin opgenomen: 'Wij heroriënteren ons op het museumbeleid.' Dat is ook genoteerd in de meerjarenraadsagenda. Ik vind het onjuist om vanavond, terwijl wij het helemaal niet over musea hebben, ons dan nu vast te gaan leggen." De heer POST: "Betekent dat dat heroriëntering van het museumbeleid automatisch betekent herlocatie van het huidige museum Nairac. Heeft u dat op die manier gelezen? Zo heb ik dat niet gelezen." De heer GULDIE: "Nee, we lezen dan allebei hetzelfde. Er staat letterlijk: 'een heroriëntatie op het museumbeleid' en dan staat er nog iets achteraan over samenwerking met andere musea. Als we nu dus besluiten om Nairac uit te breiden in dat bibliotheekgebouw, misschien is dat wel uiteindelijk een uitkomst van de discussie, dan hoeven we de hele oriëntatie museumbeleid niet meer uit te voeren. Die kunnen we dan schrappen van de agenda." De heer POST: "Vindt u dan niet dat er nu een historische kans ontstaat om die mogelijkheid te baat te nemen, om museum Nairac verder uit te breiden. Als u zegt: 'verkoop het maar en doe er maar dienstverlening in', wat op zich ook een mogelijkheid is, dan weet je in ieder geval dat die kans voor lange tijd verkeken is." De heer GULDIE: "Wij vinden dus dat je eerst het museumbeleid, de heroriëntatie, uit moet voeren en dan pas een besluit of een voorschot daarop moet nemen. Vooral ook omdat de VVD-fractie goede mogelijkheden in Barneveld ziet om een nieuw museum te krijgen, dat beter is toegerust voor exposities en hedendaagse kunst. Wellicht dat het zelfs zo kan dat het de gemeente geen extra geld hoeft te kosten. Ook een extra reden om niet te snel een beslissing te nemen over Nairac. Nairac zou dan terug kunnen gaan naar zijn originele, en door Nairac bedachte functie van oudheidkamer."
16
De heer POST: "Dan moet u even man en paard noemen. Want u praat nu wat mistig dat er mogelijkheden zouden zijn. En dat het de gemeente misschien helemaal geen geld hoeft te gaan kosten. Zegt u even in ronde bewoordingen waar u op duidt." De heer GULDIE: "Ik kan daar verder eigenlijk niks over zeggen. Ik vind het bijzonder vervelend, maar dan moet ik namen noemen en daar heb ik geen toestemming voor." De heer SCHOTANUS: "Als ik meneer Guldie goed begrijp, dan is het niet 'kunnen', maar dan is het 'willen'. U kunt ze wel zeggen, maar u wilt ze niet zeggen." De heer GULDIE: "Ja, precies." Mevrouw ROSBERGEN: "Wij hebben ook wat namen horen vallen. Mogelijkheden gehoord. Wij zullen die dus ook niet hardop zeggen, maar ik heb wel begrepen dat die plannen er vooral waren om het museum Nairac uit te breiden op de plek waar het nu zit. Niet zozeer elders iets nieuws te vestigen." De heer GULDIE: "Nou, dat hoeft ook niet zozeer. Het kan ook op een andere plek, maar ik heb nog iets opgesteld dat misschien duidelijkheid daarover kan bieden. Het is helemaal niet zo ingewikkeld. Ik heb een amendement opgesteld. Dat is eigenlijk een heel simpel amendement. Het komt er in feite op neer dat we even rustig adem moeten halen en dat we even geen beslissing moeten nemen over Nairac en eerst even de paar scenario's nader bekijken voordat we ons nu vastleggen. Dus wat gebeurt er als we het gebouw zo houden? Wat gebeurt er als we het verkopen? En wat gebeurt er als we het platgooien en daar een stuk nieuwbouw op realiseren waar misschien ook weer dat museum in kan? Het eerste amendement van de VVD luidt als volgt:
Agendapunt III-9 Voorstel nr. 07-38
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 3 april 2007
Onderwerp: Actualisering Centrumplan Barneveld
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Wat betreft het voormalig bibliotheekgebouw worden in ieder geval de volgende mogelijkheden zowel financieel als ruimtelijk onderzocht: − Vervreemding van het gebouw, waarbij het een nieuwe bestemming krijgt, bijvoorbeeld detailhandel/dienstverlening. Nairac blijft hierin opslagruimtes huren. − Sloop en nieuwbouw, waarbij betrokken worden: de toekomstige ontwikkeling van Nairac en het naastgelegen terrein (fam. V.d. Fliert). − Herinrichting van het huidige gebouw met meer ruimte voor Nairac Bij dit onderzoek moet nadrukkelijk rekening worden gehouden met de afgesproken heroriëntatie van het museumbeleid.
Toelichting: Voordat definitief besloten wordt over Nairac en over de invulling van het voormalige bibliotheekgebouw moeten de scenario's eerst beter onderzocht worden.
Ondergetekenden en naam: J.A.F. Guldie J.W. van den Born
17
Markthal. Gisteren zat ik nog eens in de stukken te kijken en vooral naar de haalbaarheidstudie van de Markthal. Dat is door de provincie uitgevoerd. Ik was daar nogal door verrast om het maar zachtjes te 2 zeggen. Want wat is er aan de hand? Er zijn twee hallen onderzocht. Eén van 3.600 m en één van 1.400 2 2 m . Uiteindelijk is de hal van 1.400 m de variant geworden die is opgenomen in onze stukken. Hoe groot is 2 die oude markthal dan. Volgens ons is die 2.400 m . Dat zou dus betekenen dat de vervangende hal maar 2 liefst 1.000 m kleiner wordt dan de huidige markthal. Dus dat is wel een klein markthalletje. Dat zou betekenen dat er geen ruimte zou zijn voor Gallinova en geen ruimte voor Het Gouden Ei. Ik kan me niet voorstellen dat dit de bedoeling is van welke partij in de raad dan ook om die hal terug te brengen van nu 2 2 2.400 m naar dan 1.400 m . Ik hoor graag van de wethouder of dit klopt en hoe hij daarover denkt. Dan ons eigen voorstel. Het verplaatsen van die hal. Dat kost € 600.000,-- of € 700.000,-- meer dan het 2 kleine halletje dat het college voorstelt, maar die is wel 1.000 m groter. De meterprijs is zelfs lager dan nieuwbouw. Dus duurbetaalde nostalgie? Nee, zeker niet. Het is zelfs per meter goedkoper. Gezien het feit dat het halletje dat het college voorstelt naar ons idee hoe dan ook te klein is, is ons voorstel niet alleen dat het betreft het behoud van een stuk oud-Barneveld voordelig, maar is het financieel ook voordelig. Een nieuwe hal van de omvang van de oude markthal kost naar uit de stukken blijkt een heel stuk meer dan het verplaatsen van de oude markthal. Daarom zal ik toch een amendement inbrengen. Dat amendement heeft de volgende strekking: leg nu eens wederom de alternatieven naast elkaar met een kostenplaatje erbij. Het hoeft volstrekt niet, mevrouw Rosbergen, door een of ander duur bureau te gebeuren. Dit kan gewoon met marktgegevens. Het hoeft ook niet lang te duren. We hebben dan als raad goed inzicht in wat welke variant nu precies kost en dan kunnen we op basis van feiten beslissen. Dank u wel." Het tweede amendement van de VVD luidt als volgt:
Agendapunt III-9 Voorstel nr. 07-38
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 3 april 2007
Onderwerp: Actualisering Centrumplan Barneveld
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Er worden een aantal ontwikkelingsscenario's onderzocht voor de markthal op de locatie Hessenweg, zowel financieel als ruimtelijk. In ieder geval wordt onderzocht: − het verplaatsen en moderniseren van de huidige markthal, waarbij met name het behoud van het gevelbeeld en de spantenhal van belang is. Eventuele niet-zichtzijdes kunnen goedkoop afgewerkt worden. − Nieuw bouwen van een 'markthal' waarbij als uitgangspunt genomen wordt dat Barneveldse evenementen ook op de nieuwe locatie voldoende ruimte moeten hebben.
Toelichting: − Door dit onderzoek kan de Barneveldse raad een afgewogen besluit nemen over de haalbaarheid en zinvolheid van verplaatsing van de markthal, of nieuwbouw van een vervangende hal, echter wel op basis van ongeveer identieke afmetingen. − Het onderzoek kan ambtelijk, door middel van marktgegevens gedaan worden. Dus niet door een duur extern bureau. − Over de voorgestelde locatie (Hessenweg) wordt nu besloten. Ondergetekenden en naam: J.A.F. Guldie J.W. van den Born
De heer VAN DE KAMP: "Voorzitter,
18
vorige week dinsdag 27 maart jl. hebben wij uitleg gekregen van wethouder Tijmensen over het totaal financieel overzicht met betrekking tot het Centrumplan Barneveld. Het verwachte tekort voor 2007 is ongeveer € 100.000,--. Wat ons verbaast is dat we steeds minder geld zullen ontvangen van de projectontwikkelaar. Een aantal jaren geleden was het ƒ 11 miljoen. Toen werd het € 4,2 miljoen. En nu is het € 3,4 miljoen. Als we daar nog eens € 190.000,-- vanaf trekken, omzet winst derving van Multi Vastgoed, dan blijft er € 3,2 miljoen over. 't Dijkje is een gelopen race. De Kapteijnstraat is een ander verhaal. Daar hebben de omwonenden een flink onderbouwd plan ingediend. Burger Initiatief vindt het belangrijk, voordat er verdere beslissingen worden genomen, dit alternatief serieus te nemen en er goed naar te kijken. We willen allemaal graag verder met de Centrumplanontwikkeling, maar we hebben met de ontsluiting van Harselaar-Zuid en de rondweg als gemeente al genoeg leergeld betaald. Als we tegen bezwaarmakers in blijven gaan, willen we nu, of binnen afzienbare tijd bouwen, of komt ook dit plangebied binnen het Centrumplan in procedurele machtsstrijd, waar niemand beter van wordt. Ook de bewoners van de Kapteijnstraat niet. Het gebied Kapteijnstraat en 2 Markthalplan omvat ongeveer 16.000 m . Mogen we deze locatie een A-status geven, dan praten we over een vierkantemeter prijs van ongeveer € 750,--. In totaal is dat ongeveer € 12 miljoen. Voorzitter, Burger Initiatief denkt dan ook dat door de projectontwikkelaar te weinig gegeven wordt. Wanneer in het markthalgebied een supermarkt gevestigd wordt, ontvangt de projectontwikkelaar mogelijk ook nog sleutelgeld, dat meestal niet weinig is. Voor het markthalgebied is onlangs een adviesgroep samengesteld, die bestaat uit zes personen, waarvan drie omwonenden. De eerste bijeenkomst was op 23 augustus 2006, de tweede op 11 oktober 2006 en de derde op 12 december 2006. Maar de andere omwonenden wisten van niets. Zij hebben ook nooit een uitnodiging ontvangen. Er wordt voor hen gesproken en beslist. Burger Initiatief vindt dit geen goede zaak. De horeca zou ook benaderd worden, maar dat is tot op heden niet gebeurd. Waarom is het overleg niet breed en open gevoerd? Wat denkt het college daaraan alsnog te gaan doen? De Markthal verplaatsen naar de Hessenweg lijkt ons geen goede oplossing. Alleen al vanwege het kostenaspect. Burger Initiatief ziet de Markthal uiteraard het liefst in het centrum. De Markthal ontleent zijn waarde juist aan de plaats waar hij nu staat. Gehele of gedeeltelijke herbouw op een locatie aan de Hessenweg is onbetaalbaar en komt niet tegemoet aan de wensen om de echte Markthal te behouden. Inmiddels in een bijna ver verleden is aan de burgers beloofd dat de hal niet eerder zou worden gesloopt, voordat de deuren van de vervangende hal open zouden gaan. Hoe is dit te rijmen met de sloop en herbouw? Hoe staat het met de werkelijke kosten voor het bouwen van een vervangende hal. Is de beoogde locatie aan de Hessenweg niet vreselijk vervuild in de vroege jaren vijftig en wat gaat saneren kosten? Kortom er zijn veel vragen die een juiste beslissing op dit moment onmogelijk maken. Burger Initiatief dient hiervoor een amendement in. Onze fractie heeft uit enkele gesprekken die wij gevoerd hebben de indruk dat er mensen zijn die willen investeren in de renovatie van de Markthal en in het behoud van zijn functie. Is het college bereid dit in overweging en in de plannen mee te nemen? Wij zijn in dat kader ook zeer benieuwd naar de financiële gevolgen als afkoop van Multi Vastgoed. Burger Initiatief verzoekt het college dat ook met de planontwikkeling mee te nemen en verder het plan Brouwerstraat te ontwikkelen in samenwerking met de eigenaar van de oude loods en het omliggende terrein. Gezien de in onze ogen niet zo beste financiële situatie van onze gemeente denken wij dat de ontwikkeling van het project Brouwerstraat zo aangepakt moet worden dat er gestreefd wordt naar een maximale opbrengst zodat er betaalbare woningen kunnen worden gerealiseerd. Aan de wens van museum Nairac tot uitbreiding wil de fractie van Burger Initiatief zich niet zonder meer binden. We plaatsen vraagtekens bij de bemoeienis van de gemeente bij musea in het algemeen. De gemeente draait jaarlijks op voor het exploitatietekort. Een eenmalige investering voor uitbreiding is volgens de fractie bespreekbaar, mits dit wordt gekoppeld aan een afbouwregeling van de gemeentelijke bijdragen in het exploitatietekort van museum Nairac. Dank u wel." Het amendement van Burger Initiatief luidt als volgt:
Voorstel nr. 07-38
Onderwerp: Plan Markthal bij actualisering ABC-plan
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 3 april 2007
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Punt C bij beslispunt 2: Het plangebied wordt zonder, of met onvoldoende inspraak van omwonenden ontwikkeld. Bovendien zijn
19
niet alle gronden beschikbaar in het plangebied en bestaat er onzekerheid over de realisering van een supermarkt in het plangebied. Het plangebied is daarom nog niet rijp voor definitieve besluitvorming. De besluitvorming op dit punt vindt in een later stadium plaats.
Toelichting: Alternatieven met betrekking tot de planvorming rond de Markthal zullen door de gemeente eerst worden getoetst op haalbaarheid (zowel planologisch als financieel), alvorens nadere besluitvorming inzake het plangebied plaatsvindt. Specialisten hebben recent aangegeven dat er in het centrum van Barneveld te veel supermarkten zijn gehuisvest.
Ondertekening en naam: G.J. van Norden A.D.G. van de Kamp
De heer VAN ESSEN: "Voorzitter, het Centrumplan Barneveld. Lijst 8 heeft geconstateerd dat de beloften en de doelstellingen in 1999 en daarna met de verkiezingen, dat het Centrumplan de burger geen cent mag kosten, door de belovende partijen en het college van B&W niet zijn waargemaakt. Ook al vond en vindt Lijst 8 dat het de burger in ieder geval ruim € 20 miljoen heeft gekost. Dat is de opbrengst van de verkoop van de huurwoningen aan de Woningstichting en dat alles voor een appel en ei. Ook geld voor de burgers. Nu 2007 ligt er weer een pakket projecten klaar voor het centrum van Barneveld. Lijst 8 wil enkele kanttekeningen plaatsen. Het Markthalgebied heeft voor de Barnevelders en zijn bezoekers emotionele waarde. Het sociale gebeuren van de wekelijkse markt en evenementen zal gemist worden, maar de politiek heeft in meerderheid anders besloten. Dat daar een supermarkt moet komen vindt Lijst 8 een slechte zaak. Die behoren aan de rand van het dorp. Voor Lijst 8 moet de supermarkt verhuizen om de parkeerdruk in het centrum te verminderen. De Kapteijnstraat wordt beter ingericht dan eerst de bedoeling was, zegt men. Meneer Zweers heeft net ingesproken. Als Lijst 8 haar zin krijgt, dan wordt de heer Zweers op zijn wenken bediend, want voor ons moeten de deelprojecten geknipt worden. Worden alle activiteiten van het comité vergoed? net als het plan van Van Manen bij de Markthal? De parkeergarage, die kan geschrapt worden volgens Lijst 8. De gemeenteambtenaren kunnen best vanaf de Vetkamp lopen. Als je daar een parkeerdek maakt, dan heb je daar parkeergelegenheden genoeg. Het sociale gebeuren wat bij de Markthal plaatsvond, komt niet meer terug. Al de bezoekers uit het centrum moeten straks met de auto en de fiets naar de Hessenweg. Het amendement van de VVD. Spanten kun je bij Heco nieuw precies dezelfde kopen. Stenen kun je ook kopen, zelfs afgebikte stenen kun je kopen, dus dat is allemaal hetzelfde verhaal weer: eerst met de verkiezingen zegt de VVD dat de Markthal moet blijven, en vervolgens zeggen ze het tegenovergestelde. Nu proberen ze er weer een verhaaltje van te maken, dat zij goed zijn in het verkopen van iets aan de mensen. Ambitieus is dat. Prachtig. SWOB. De SWOB verhuist naar het centrum. Dat is de uitvoering van een motie van Lijst 8 in het begin van haar bestaan." Mevrouw ROSBERGEN: "Meneer Van Essen, dan heeft u toch iets in de geschiedenis gemist. Het SWOBgebouw zat al in het Centrumplan op het moment dat het Centrumplan werd aangenomen. Dus vanaf 2001 al." De heer VAN ESSEN: "Dan heb ik dat gemist. Ik ben heel vaak te laat. Ik ben ook te laat begonnen in de politiek, dat klopt." Mevrouw ROSBERGEN: "Toen had men al die gedachten dat het een goed idee zou zijn om het SWOBgebouw in het centrum te houden." De heer VAN ESSEN: "Bij de Brouwerstraat heeft het college op aangeven van de raad in eerste instantie gekozen voor goedkope woningen. Wel gaat B&W nu tegen onze eigen woonvisie, die ze hebben vastgesteld, in duurdere woningen maken. Als je dus geen goedkope woningen bouwt, dan zou het mogelijk
20
zijn om dat alsnog anders te ontwikkelen. Ik had in eerste instantie het VVD-voorstel in de krant niet goed begrepen, want ik dacht dat het dure woningen moesten zijn, maar het kan dus wat anders zijn. Dan wordt het in ieder geval al een ander verhaal. Tegen eigen uitgangspunten, als het maar geld opbrengt. Kortom Lijst 8 wil niet alles aan elkaar koppelen. Om het overzicht en de regie in handen te houden, willen we dat er geknipt wordt in deelprojecten. Als ik vanavond goed geluisterd heb, dan is het soms toch makkelijk als je als laatste aan het woord komt, want dan kun je gewoon zien dat de SGP moeite heeft met deelprojecten; het CDA zegt open einden erin en bestemming moet anders en de Kapteijnstraat moet anders ingevuld worden; PRO'98 heeft haar eigen toelichting op de enquete gehouden en eigen grond moet gewoon goedkoper ingevuld worden; de ChristenUnie aannames, uitstel Kapteijnstraat prima, Markthalgebied." Mevrouw ROSBERGEN: "Meneer Van Essen, in het oorspronkelijke plan staat voor de Brouwerstraat dat er goedkope woningen moeten komen. Het college doet nu een ander voorstel dan we oorspronkelijk met elkaar bedacht hadden. Voor mij hoeft het niet veranderd te worden, voor mij moet het blijven zoals het was." De heer VAN ESSEN: "Oké, prima. De VVD zegt dat er afzonderlijk deelcontracten afgesloten moeten worden en dat de Brouwerstraat opnieuw ontwikkeld moet worden. Lijst 8 is dezelfde mening toegedaan. Dus heb ik een amendement opgesteld. Het amendement van Lijst 8 luidt als volgt: Agendapunt III-9 Voorstel nr. 07-38
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 3 april 2007
Onderwerp: Actualisering Centrumplan Barneveld
Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: Bij de gevraagde beslissing punt 2 in zijn geheel te schrappen en daarvoor in de plaats te zetten: 'In te stemmen met de gewijzigde kaders voor het Centrumplan en die als afzonderlijke deelprojecten te realiseren en te behandelen in de raad. Te weten: a. 't Dijkje/BDU b. Nieuwstraat/Super De Boer c. Markthalgebied d. Kapteijnstraat e. Evenementenhal f. Brouwerstraat/Oude bibliotheek
Toelichting: In november 1999 heeft de toenmalige raad samen met Amstelland het project Centrumplan vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Naar dat nu is vastgesteld is die overeenkomst op verschillende deelprojecten aangepast. Moeten we niet weer in dezelfde fout vervallen om zo'n groot geheel weer in een keer vast te stellen. In gedeeltes houdt de raad en het college een betere regie over ontwikkelingen in deze en over veranderingen in de omstandigheden.
Namens Lijst 8: W. van Essen
Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder TIJMENSEN geeft aan dat er een uitgebreide bespreking van het voorstel om de kaders van het Centrumplan te herzien plaatsvindt. Er dient een aantal kaders besloten te worden voor een aantal
21
deelprojecten van het Centrumplan, waarbinnen B&W verder kunnen werken aan de uitwerking. Enkele deelprojecten zijn nauwer gedefinieerd dan andere deelprojecten. Ook staat in het voorstel dat het college de uitwerking van de deelprojecten opnieuw aan de raad zal voorleggen. Spreker spreekt zijn dank uit voor de waardering die is uitgesproken over de voortgang van het Centrumplan tot nu toe. Hetgeen tot nu toe tot stand is gekomen, blijkt kwalitatief zeer acceptabel tot goed te zijn. Hij wijst hierbij op het gemeentehuis, de bibliotheek en de Schaffelaarstraat en de Langstraat. Er kan geconstateerd worden dat de bedoeling van het Centrumplan, een revitalisering en een facelift voor het centrumgebied, wordt gerealiseerd. Tot nu toe is dit alles binnen de financiële kaders gerealiseerd. Een aanleiding van de herziening is enerzijds het feit dat er nog steeds gewerkt wordt met een overeenkomst uit 2001, waarvan delen anders zijn uitgevoerd dan oorspronkelijk was overeengekomen. Het is dringend gewenst om deze overeenkomst te herijken. De Allonge die in 2004 in de raad aan de orde is geweest, heeft nooit de finale status bereikt omdat deze is opgehouden door de discussie over de Markthal. Op dit moment heeft de andere partij zich opgesplitst, waardoor er een aanleiding is tot een herziening van de contracten. Het helpt om de zaken overzichtelijk te maken als er met Multi Vastgoed afspraken worden gemaakt over 't Dijkje en het Markthalgebied en als met AM afspraken worden gemaakt over de Kapteijnstraat. De evenementenhal is een eigen activiteit van de gemeente. De parkeergarage bij het Muziekcentrum maakt op zich ook geen onderdeel uit van het contract van het Centrumplan. Dit zijn afzonderlijke onderdelen, zoals ook de Brouwerstraat. Door deze aanpak ontstaat eigenlijk vanzelf een opsplitsing in delen. 't Dijkje. Er is door de fracties aangegeven dat dit een goede deal is. Het betreft wel een ingewikkelde deal, maar het college is blij dat er hierbij geen sprake meer is van een open eind. Markthalgebied. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen gekozen uitgangspunten. In de 2 overeenkomst stond in eerste instantie 2.200 m supermarkt en 41 woningen. De 41 woningen zijn gehandhaafd en de oppervlakte supermarkt is verminderd. Met name omdat er geworsteld werd met de realisering van dit alles in dat gebied. De klankbordgroep is een goed klankbord geweest om hiernaar te kijken. Er bestaan verschillende fases van het betrekken van burgers in dit soort projecten. Er moet een plan gemaakt worden, voordat dit breed besproken kan worden. Dit plan kan binnen de klankbordgroep ontwikkeld worden, waarna dit in de raad en breder gepresenteerd kan worden. In samenwerking met Multi Vastgoed wordt gekeken of het mogelijk is om een goed stedenbouwkundig ontwerp te realiseren waarbij de uitgangspunten gerespecteerd worden. Supermarkt. Spreker geeft aan dat De Hoge Dennen geen onderdeel uitmaakte van de overeenkomst, maar dit werd wel genoemd in de overeenkomst. Er werd aangegeven dat de gemeente de supermarkt aan de Nieuwstraat van De Hoge Dennen zou kopen, waarna de grond van de supermarkt aan AM verkocht zou worden. AM zou een supermarkt op deze grond bouwen, waarna deze terugverkocht zou worden aan De Hoge Dennen. Super De Boer was hierbij geen partij. Een overeenkomst dient tot stand te komen op zakelijke gronden. Op het moment dat het verschil tussen vraag en aanbod te groot is, meent het college dat dit niet meer marktconform is. De bevoorrechte positie van De Hoge Dennen is hierbij niet door hen benut, waarna afscheid van hen genomen is. Er dient voor deze locatie een autonome ontwikkeling plaats te gaan vinden, waarbij het huidige bestemmingsplan als uitgangspunt zal worden gehanteerd. Na intern onderzoek is geconstateerd dat het niet waarschijnlijk is dat hieruit een schadeclaim zal voortkomen. 2 Markthal. Bij de Markthal zijn de kaders 1.600 m supermarkt en 41 woningen. De financiële vertaling staat in het financiële raamwerk, dat een op zich staand kader is. Evenementenhal. Het voorliggende voorstel vraagt de raad om een kader vast te stellen om een nieuwe evenementenhal te realiseren aan de Hessenweg. Het college zal hiervoor bij de raad terugkomen met een plan. In dit plan zullen de omvang, de kosten en het beheer opgenomen zijn. Er is gekozen voor een bescheiden omvang en een sobere uitvoering omdat het met name om de functionaliteit, zoals die op dit moment aanwezig is, gaat. Er is met verschillende partijen gekeken naar de mogelijkheden voor een grote commerciële evenementenhal. Dit blijkt niet mogelijk te zijn. Dit is de reden dat het college met betrekking tot een zeer uitbundige bouw met meerdere functies zeer terughoudend is. Er is gekozen voor een hal van 2 1.400 m , waarin je het grootste gedeelte van de huidige activiteiten kan organiseren. Het Gouden Ei en 2 2 Gallinova zijn hier niet mogelijk. Het verschil in kosten tussen een hal van 1.400 m en een hal van 3.000 m is ongeveer € 300.000,--. Er zou een alternatief kunnen worden opgesteld indien de raad dit wenst. Het 2 college geeft er de voorkeur aan om te kiezen voor een evenementenhal van 1.400 m voor een acceptabele prijs. Verplaatsen bestaande Markthal. De kosten hiervoor zijn in het verleden geraamd op € 1,2 miljoen. De heer GULDIE: "€ 1,2 miljoen en dat is dan kant en klaar?" Wethouder TIJMENSEN bevestigt dit. Hierbij zal geen gebruik gemaakt worden van de huidige stenen en dergelijke. Kapteijnstraat. Spreker betreurt het dat zijn reactie in de pers door het comité op die wijze wordt uitgelegd. Er is door het comité zorgvuldig aan deze zaak gewerkt en hierbij zijn ook financiële cijfers geleverd. Het college probeert deze zaak in gang te zetten met AM. Er zijn ontwikkelingen op het gebied van de
22
parkeergarage bij het Muziekcentrum ten opzichte van de eerste afspraken. Ook wordt er serieus naar de weerstand van de bewoners gekeken. Er is op dit moment nog geen plan dat besproken kan worden. Er zit echter wel beweging in de ontwikkeling van deze zaak. In deze beweging past volgens spreker wel de denkwijze die binnen het comité wordt gevolgd. In de toekomst zullen gesprekken tussen het college en het comité mogelijk zijn. De heer VAN ESSEN: "Heeft het college in het opstellen van het nieuwe plan de denkwijze van het comité overgenomen?" Wethouder TIJMENSEN antwoordt dat het op dit moment nog veel te vroeg is om daarover te spreken. Het comité heeft een idee ingediend. Het college is ook aan het kijken naar nieuwe ideeën. Het college en AM hebben op dit moment nog geen duidelijke opvatting over de wijze waarop dit gebied dient te worden ingevuld. Hierbij zijn de financiële en ruimtelijke aspecten zeer belangrijk. Mevrouw ROSBERGEN: "Ik hoor nu bij u een zekere twijfel: 'we willen wel praten; we gaan ook wel praten'. Maar we leggen hier vanavond, als we akkoord gaan met dit plan, wel iets vast. Ik zou het heel plezierig vinden als u zou willen ingaan op het amendement van de SGP, waarin wordt gevraagd nu juist dit specifieke onderdeel tijdelijk uit te stellen." Wethouder TIJMENSEN meent dat voordat er extern hierover gesproken kan worden, er eerst intern ideeën moeten zijn die AM en het college steunen. Hieraan wordt op dit moment gewerkt. Spreker wijst erop dat de oude kaders voor de Kapteijnstraat niet meer voldoen. Het college heeft getracht om de raad enige houvast te geven in de beweging die op dit moment wordt gemaakt. Er staat slechts een lichtere bebouwing dan in de Allonge, een doorzicht en een omvang van parkeren genoemd. Het college zal bij de raad terugkomen op het moment dat er een plan ligt. Indien de raad aangeeft dat dit gedeelte uitgesteld dient te worden, zal dit niet inhouden dat er niet verder over gesproken zal worden. Ook zal dit niet inhouden dat de oude kaders gehanteerd dienen te worden. Spreker vraagt zich af wat dan wel de situatie zal zijn. De heer SCHOTANUS: "Er is ook door de inspreker duidelijk aangegeven, dat, daar waar het gaat over procedures en het indienen van schadeclaims, enz., dit niet van de baan is. Wat is er nu eenvoudiger en ook zekerder, dan door bij de voordeur die partijen erbij te betrekken?" Wethouder TIJMENSEN antwoordt dat dit niet zo eenvoudig is omdat eerst met AM een overeenstemming bereikt dient te worden over hetgeen financieel haalbaar en invulbaar is. Het is niet mogelijk om dit samen met derden te doen. De heer SCHOTANUS: "Dat begrijp ik, maar als we dan die derde partij bekijken en met name wat hun financiële voorstel is onder het aangeboden plan, dan zou dat voor u perspectief moeten bieden." Wethouder TIJMENSEN laat weten dat dit de vraag is. Hij noemt hierbij het voorbeeld van het onderdeel van de financiering van het gemeentehuis uit de financiële dekking die door het comité wordt voorgesteld. Het college stelt voor om € 14 miljoen beschikbaar te stellen voor het gemeentehuis. Het comité stelt voor om hiervan een aantal miljoenen beschikbaar te stellen voor de Kapteijnstraat. Dit is een mogelijkheid. Spreker kan echter niet aangeven of dit zal helpen. Deze beweging en onderbouwing wil spreker graag met het comité bespreken. Hetgeen gerealiseerd dient te worden is echter volgens hem de essentie. De heer SCHOTANUS: "Wat raakt dit raadsvoorstel, als we zouden zeggen dat, gelet op de uitnodiging van het comité voor 16 april a.s., we dit gedeelte binnen een bepaalde tijdslimiet aanhouden en anders vallen we terug op het raadsvoorstel?" Wethouder TIJMENSEN vraagt zich af wat de heer Schotanus bedoelt. Moeten de kaders die in voorstel worden beschreven vervangen worden door de kaders die door het comité worden voorgesteld? De heer SCHOTANUS: "Juist niet. Het gaat ons er met name om dat u op een volwaardige wijze in gesprek blijft ook met deze groep." Wethouder TIJMENSEN meent dat dit mogelijk is met het voorliggende voorstel. Er is hierbij geen enkele beperking. De heer SCHOTANUS: "Als ik dan met name kijk naar één van de pijnpunten, die er liggen ten aanzien van het bebouwingspercentage, dan kan ik niets anders constateren dan dat het wel erg ruim is."
23
Wethouder TIJMENSEN meent dat dit niet het geval is. Het comité spreekt over 36 woningen en spreker spreekt over 40 woningen als ondergrens met een bovengrens van 55 woningen. De heer SCHOTANUS: "En daar gaat het ons om dan." Wethouder TIJMENSEN “U zou graag de vrijheid in het overleg hebben om tot een plan te komen met een kader van minder woningen”. Dit gaat spreker te ver. De heer SCHOTANUS: "Die mening deel ik ook, maar ik zou graag zien dat u het voorstel dat er ligt, ook serieus bekijkt en dat dit ook serieus doorgerekend wordt. Dat wij er ook een officiële reactie op zouden kunnen krijgen vanuit het college. Dan hoeven in onze beleving die paar weken geen pijn te doen." Wethouder TIJMENSEN geeft aan dat er meer aspecten aan dit geheel verbonden zijn. Het is mogelijk om een reactie te geven op het voorstel van het comité. Dit wil echter nog niet zeggen dat het college een uitgewerkt plan heeft met draagkracht bij AM. Er kan pas een voorstel aan de raad worden gepresenteerd als alle aspecten goed afgewogen zijn. Ook hetgeen het comité heeft aangedragen zal hierin meegenomen worden. Het is niet juist om enkele zaken wel in te brengen en enkele zaken niet in te brengen in een dergelijk plan. De heer POST: "Volgens mij wordt hier aan ons vanavond gevraagd om kaders te stellen. U doet ons een voorstel om een kader te stellen voor dit aspect. Wat is er nu eenvoudiger om te zeggen: 'wij kunnen een aantal aspecten benoemen en vaststellen', maar dit aspect kost ons moeite. Dat proeft u uit de reacties van de raad. Dan is het misschien toch erg van belang dat wij zeggen: 'het is niet automatisch zo dat dan het plan van het bewonerscomité ingeruild wordt of dat u niet verder kunt praten met AM Vastgoed', maar waar het ons om gaat is dat wij het kader op dit punt even aanhouden tot een volgende raadsvergadering, zodat wij het kader, wanneer wij van u informatie hebben ontvangen, wellicht ook met het comité 16 april a.s. van gedachte hebben kunnen wisselen, vervolgens in een nieuwe raadsvergadering, voorzien van voldoende informatie, daadwerkelijk aan u kunnen meegeven zoals ons voor ogen staat. Is dat zo moeilijk?" Wethouder TIJMENSEN geeft aan dat hij hier het voordeel niet van begrijpt. Dit kader belemmert volgens spreker geenszins hetgeen de heer Post zegt. Spreker vindt het goed om met de oude opdracht verder te gaan met de volle vrijheid om te onderhandelen. De heer POST: "Nog een keer. U heeft op dit moment al bepaalde vrijheden om met AM Vastgoed en dergelijke te praten. U vraagt ons nu om kaders mee te geven. U heeft daar zelf een voorstel voor gedaan. Nu zegt een aantal partijen uit de raad: 'is het niet mogelijk om op dit punt de voorgestelde beslissing over het door u voorgestelde kader aan te houden?' Op zich hoeft dat u toch niet in de wielen te rijden, want u kunt blijven praten; wij kunnen informatie opdoen zowel van uw kant, als van de kant van het comité. Vervolgens kunnen wij toch ook een raadsvergadering later dat kader dan met u vaststellen. Dan heeft u dat kader op een gegeven moment toch." Wethouder TIJMENSEN vraagt of de heer Post bedoelt dat spreker hiermee aan het werk zal gaan en met een voorstel hieromtrent zal komen. De VOORZITTER wijst erop dat dit vaag wordt. Mevrouw ROSBERGEN: "Er zitten wel degelijk grote verschillen in hetgeen het bewonerscomité voorstelt en hetgeen nu in het kader wordt genoemd. Het bewonerscomité heeft het bijvoorbeeld over maximaal 36 woningen en u over minimaal 40. Daar zit al een ruimte van 4. Ook uw maximale grens ligt behoorlijk wat hoger, dus als we dit nu vastleggen, betekent dit eigenlijk al dat een gesprek met het bewonerscomité niet zo erg meer aan de orde is, want wat zij zouden willen komt dan al sowieso niet meer aan de orde. Als u nu zegt: 'ga maar verder met praten en kom met een voorstel', klinkt dit heel aardig, maar dit zijn geen kaders die worden meegegeven. Als u zegt: 'daar kan ik niet mee leven', dan zal het gewoon in stemming worden gebracht en dan kan ik u wel voorspellen dat het amendement van de SGP raadsbreed aangenomen gaat worden om het kader uit te stellen. Ik verwacht van u meer beweging in die richting en dat zie ik niet. Niet in de zin van: 'laat mij nu maar fijn praten'. Dat is geen beweging." Wethouder TIJMENSEN geeft aan dat hij de situatie schetst die dan in feite zal optreden. Het gaat hem met name om de praktijk. Er ligt een idee van het comité en er wordt met AM onderzocht of er gekomen kan worden tot ideeën voor een verdere ontwikkeling. Het is niet onlogisch dat er gesproken wordt over een minder dichte bebouwing. De verkeerskundige aspecten van het voorstel hebben weinig te maken met AM, maar wel met een visie over veiligheid en dergelijke. Dit zijn aspecten waarbij een goede afweging gemaakt dient te worden. Het is ingewikkeld om dit proces in één keer te doen.
24
De heer SCHOTANUS: "Deze discussie aanhorend, meneer de voorzitter, lijkt het mij toch het beste voor de helderheid die we voorstaan om zo meteen dit amendement in stemming te brengen. Dan weten we precies met elkaar waar we het over hebben." Wethouder TIJMENSEN laat weten dat met betrekking tot de Brouwerstaat enkele discussielijnen door elkaar lopen. Aan de ene kant wordt gesproken over het opbrengstvermogen van het pand en aan de andere kant wordt gesproken over Nairac. Vanuit het Centrumplan bekeken is de basispositie niet te ingewikkeld. Dit betekent dat de ruimte die Nairac nu heeft zal worden teruggegeven, maar alleen anders in het gebouw gepositioneerd. Daarnaast was het tot nog toe de opdracht om daar goedkope woningen te realiseren. Bij deze uitgangspunten is er ingeschat dat er op nul uitgekomen zou worden. Er wordt door de fracties echter ook gesproken over aspecten die te maken hebben met het museumbeleid. Daarom lijkt het spreker goed om alle opmerkingen mee terug te nemen naar het college en daar een nieuwe afweging te maken. Er is gesproken over winstmaximalisatie. Hieraan zijn twee aspecten verbonden. Er dient hierin een goede afweging gemaakt te worden hoe er een vertaling wordt gemaakt naar een begrijpbaar beleidspunt binnen het totale beleid van de gemeente. Hierbij is spreker van mening dat het museumaspect zeer belangrijk is. Er bestaat de mogelijkheid om het museum meer ruimte te bieden. Hierbij dient echter goed naar de financiën gekeken te worden. Spreker stelt voor om dit punt nogmaals binnen het college te bespreken. De heer POST: "U zegt in feite op dit punt: 'ik wil daarover beraad voeren in het college en ik kom daarop terug naar de raad', zodat wij daar opnieuw over kunnen spreken en dan alsnog een standpunt in kunnen gaan nemen met elkaar." De heer SCHOTANUS: "Als ik de wethouder beluister, dan hoor ik eigenlijk precies hetzelfde als wat de heer Post zegt, maar in tegenstelling tot de Kapteijnstraat, zegt u nu volmondig: 'de Brouwerstraat, daar wil ik nog even nader over praten voordat we daar de kaders voor vaststellen vanavond.' Dan ben ik wel benieuwd binnen wat voor tijdsbestek u dan met een definitief kadervoorstel richting de raad gaat komen." Wethouder TIJMENSEN antwoordt dat dit met betrekking tot de Brouwerstraat eenvoudiger is, dan wanneer er sprake is van meerdere externe partijen. Dit is een zaak die intern afgewogen kan worden. Dit is echter wel afhankelijk van het museumbeleid. De heer SCHOTANUS: "De termijn, meneer de voorzitter, wat kan de wethouder daarvan zeggen?" De heer GULDIE: "Is het nu de bedoeling dat er een aantal scenario's uitgewerkt wordt. Krijgen we dus meerdere scenario's voorgelegd of komt er toch één collegevoorstel? En dan daarbij, en misschien dat wethouder Van den Hengel daarop in wil gaan: Hoe gaat het dan met de door ons op de raadsagenda gezette heroriëntatie van het museumbeleid?" Wethouder TIJMENSEN laat weten dat de parkeergarage bij het Muziekcentrum net buiten de kaders van deze bespreking ligt. Er zal hiervoor een gericht voorstel aan de raad worden aangeboden. Totale financiële kader. Binnen de uitgangspunten gaat het college er vanuit dat de genoemde € 98.000,-ook het financiële kader is waarbinnen gewerkt zal worden. Het is mogelijk dat er zich verrassingen voordoen. Daarbij is het college verplicht bij de raad terug te komen. * Entree van het dorp met horecavoorziening. Er zal onderzocht worden of er bij het voorste gedeelte van de 2 Kapteijnstraat een goede uitstraling verkregen kan worden. In de plannen is 230 m winkelbestemming opgenomen. Dit zou op deze locatie ingezet kunnen worden. Spreker vindt de suggestie de moeite waard om te onderzoeken. Opbrengstvermogen van de grond. Deze is volgens spreker afhankelijk van de bebouwing die van toepassing is. Spreker laat weten dat hij hiervoor nog een adres van de heer Van de Kamp zou ontvangen. Wijziging contracten. Spreker laat weten dat op pagina 2 wordt aangegeven dat de samenwerkingsovereenkomsten met AM en Multi Vastgoed voor eventuele wensen en bedenkingen aan de raad zullen worden voorgelegd. De VOORZITTER constateert dat de huidige praktijk inhoudt dat het een en ander zich via de deelprojecten afwikkelt. Wethouder TIJMENSEN antwoordt dat dit juist is. Er bestaat de combinatie van 't Dijkje/Markthalgebied. Daarnaast bestaat er de Kapteijnstraat en de rest is in feite eigen werk. Wethouder VAN DEN HENGEL: "Voorzitter, dames en heren, is het cultuur historisch erfgoed ons iets waard in Barneveld? Ik zal straks een antwoord daarop geven, maar gezien het betoog van mevrouw Kuiper, dat wij op dit moment al ruim € 300.000,-- per jaar hierin stoppen, *
Toezegging door het college
25
geïnvesteerd hebben in het pluimveemuseum en in tal van andere zaken, dan denk ik dat u het antwoord al kunt raden. Wat betreft het Centrumplan is in het voorstel opgenomen als bestaand beleid, dat de ruimte die boven in gebruik is, per saldo beneden terug komt en er netto op dit moment geen sprake zal zijn van uitbreiding." De heer GULDIE: "U heeft het nu over de ruimte die Nairac gebruikt?" Wethouder VAN DEN HENGEL: "Ja." De heer GULDIE: " Dat is dus nu boven en dat gaat dan naar beneden." Wethouder VAN DEN HENGEL: "Dat gaat dan naar beneden en daardoor blijft het netto ruimtegebruik gelijk." De heer GULDIE: "Zijn dat dan nog steeds die opslagmeters of gaat er wat anders gebeuren. Anders lijkt het me een beetje onzinnig om goedkope meters op de verdieping te verhuizen naar dure meters op de begane grond." Wethouder VAN DEN HENGEL: "Ik weet niet op al deze vragen het antwoord in detail, maar ik hoop dat ik daarin zodadelijk tegemoet kan treden. In het coalitieakkoord dat wij vorig jaar met elkaar hebben afgesproken 'Eenheid in verscheidenheid' staat letterlijk: 'we heroriënteren ons op het museumbeleid'. Hierbij denken wij onder andere aan de mogelijkheden tot samenwerking met andere musea en toeristische organisaties. Wij hebben daar een aanvang mee gemaakt, in die zin dat het college zich aan het oriënteren is. Dit is al enkele maanden het geval en dat zal ook nog wel enkele maanden in beslag nemen, voordat wij met een resultaat naar buiten komen. Ik verwacht dat we daarvoor ook nog een onderzoek in de markt gaan wegzetten, om daar gewoon een heel evenwichtig verhaal neer te kunnen zetten. Want ook hier kunnen we vanuit het aanbod redeneren. We kunnen genoeg oudheidkamers inrichten als we dat willen. Ik denk dat het ook belangrijk is dat we oog hebben voor dat cultuur historisch erfgoed, maar daarnaast zul je ook heel goed vanuit marketing moeten kijken waar de markt behoefte aan heeft. De bezoekers die wij graag naar Barneveld toe willen trekken, of dit nu toeristen zijn, mensen die in Barneveld hun boodschappen gaan doen of andere passanten, waar hebben die behoefte aan en waarmee kun je veel mensen naar Barneveld trekken. Dat zal ook zeker meewegen in een dergelijk onderzoek. Natuurlijk hebben wij met de dienst hier in het gemeentehuis en ook met medewerkers van het museum daarover van gedachten gewisseld. Maar het is te vroeg om daar nu toezeggingen te doen. Er zijn heel aardige voorstellen gedaan en ik heb dan ook met belangstelling het afgelopen weekend in de Barneveldse Krant het stuk gelezen van de vrienden van Nairac. Die doen inderdaad voorstellen waar ook bij ons over nagedacht wordt. Maar het is nu gewoon onverstandig om daar toezeggingen met elkaar over te doen. Ik denk als wethouder Cultuur dat we daar nadrukkelijk meer onderzoek aan moeten besteden. Dan kan dat best de uitslag zijn, meneer Post, dat dit leidt tot uitbreiding van Nairac; het kan best zijn dat dat tot verbreding van het aanbod leidt. En verbreding kan ook iets zijn wat we nog helemaal niet in deze gemeente hebben of ook waar we nog niets aan doen, maar dat zal te zijner tijd in het voorstel aan de raad tot uiting komen. Het antwoord op de vraag: 'mag het cultuur historisch erfgoed ons iets kosten?' Ja. Hebben we daar in de toekomst misschien meer voor over? Dat weet ik niet. In ieder geval pleit ik er nu voor om vast te houden aan het voorstel zoals dit in de voortgangsrapportage van het Centrumplan is opgenomen, de resultaten van het onderzoek af te wachten, daarna in een gesprek met projectwethouder nog eens na te gaan wat de mogelijkheden zijn. Op dat moment heeft de projectwethouder waarschijnlijk ook de gegevens van het herontwikkelen van het gebouw, dan wel nieuwbouw of herbouw ook uitgewerkt. Op dat moment gaan we in gesprek en zullen wij na beraad in het college naar de raad toe komen. Daar heeft het college gewoon nog wat tijd voor nodig, maar ook hier is het waarschijnlijk verstandig om goed na te denken voordat je een onomkeerbaar historisch moment invult." De VOORZITTER concludeert dat dit betekent dat er rondom de positie van het Nairac en de locatie een afgerond onderzoek zal liggen voordat er onomkeerbare dingen zullen gebeuren. Wethouder VAN DEN HENGEL: "Absoluut." De heer POST: "Dat was inderdaad precies mijn vraag. Het kan niet zo zijn dat het college gaat onderzoeken en dat vervolgens de oude bibliotheek aangewend wordt voor andere mogelijkheden, zodat we gewoon voor een voldongen feit staan. Wat ik ook graag zou willen weten is, hoeveel tijd de wethouder nog denkt nodig te hebben, want hij neemt dat in mijn optiek erg ruim. Ik zou graag van hem willen weten over hoeveel maanden we hier praten dat hij nog bezig is met dit onderzoek?"
26
Wethouder VAN DEN HENGEL: "Ik kan u daar binnenkort wat duidelijkheid over geven wat hierin haalbaar is. Er wordt in het college goed samengewerkt en met wethouder Tijmensen heb ik hier ook goed overleg over. Ik zal zijn tijdslijnen hierin niet doorkruisen, waardoor de situatie kan ontstaan waar de burgemeester net een vraag over stelde." De VOORZITTER vraagt wethouder Tijmensen wanneer hij op dat punt helderheid dient te hebben. Wethouder TIJMENSEN antwoordt dat dit op zich wel mee zal vallen. Het college wil op een bepaald moment aanvangen met de aanpak van het gebouw. Het gebouw staat al een tijdje leeg en de aanpak hiervan komt niet aan op één maand. De VOORZITTER constateert dat er een onderzoek komt naar de museumfunctie, waarin ook het Nairac betrokken zal zijn. Daar waar het gaat om de invulling van het Centrumplan, zullen er geen onomkeerbare zaken plaatsvinden, alvorens de raad over genoemd onderzoek heeft gesproken. De wethouder heeft aangegeven dat er op dat punt wel enige tijd beschikbaar is. Mevrouw ROSBERGEN: "Voorzitter, mag ik daaruit concluderen dat beslissingspunt 2F nu uit het voorstel geschrapt wordt?" De VOORZITTER antwoordt dat hij daar zodadelijk op terug zal komen. De VOORZITTER schorst de vergadering voor vijf minuten. De heer SCHOTANUS: "Even een punt van orde. We zijn zo even vrij diep ingegaan op het onderwerp van de Kapteijnstraat. Ik heb toch wat nader overleg nodig en ik denk dat ik meer dan vijf minuten nodig heb. Ik wil u toch minimaal tien minuten vragen." De VOORZITTER schorst de vergadering voor tien minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER merkt op dat er oorspronkelijk twee avonden in reserve stonden voor deze agenda. Hiervan is echter geen gebruik gemaakt. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk punten van de agenda af te handelen. Spreker laat weten dat het college voorstelt om, gelet op de gedane mededelingen door wethouder Tijmensen en wethouder Van den Hengel, het beslispunt Nairac/Brouwerstraat/Oude bibliotheek aan te houden tot het door wethouder Van den Hengel genoemde onderzoek is afgerond. De heer POST vraagt of dit wel binnen dit jaar zal plaatsvinden. De VOORZITTER antwoordt dat dit zeker het geval zal zijn. Spreker zegt dat dit consequenties heeft voor de amendementen van PRO'98 en de VVD. Hij stelt voor dat deze amendementen ook zullen worden aangehouden. Aldus wordt besloten. Fracties in tweede termijn De heer SCHOTANUS: "Voorzitter, nog even op een paar punten ingaan die de wethouder in zijn eerste betoog gezegd heeft. Met betrekking tot die fax die bij ons op tafel ligt betreffende De Hoge Dennen en het contract waar niet mee verder gegaan zal worden, zou ik nu toch wel een heel duidelijke toezegging willen hebben, dat dit voor ons straks geen financiële consequenties zal hebben. U heeft daar iets van gezegd, maar ik zou het graag wat duidelijker willen horen. Voor wat betreft de Brouwerstraat denk ik dat we daar een goed besluit over nemen om dat nader te doordenken, zodat we elkaar met het beleid dat we van plan zijn vast te stellen niet in de wielen rijden. Amendement SGP. Met name de reactie van de wethouder hierop, heeft ons doen besluiten om een kleine toevoeging te maken aan dit amendement. Wij willen daaraan toevoegen dat de besluitvorming van dat punt met betrekking tot de Kapteijnstraat in een later stadium zal plaatsvinden op basis van een collegevoorstel. En dat dit voorstel tot stand komt, uiteraard als er overleg is gevoerd met het comité Kapteijnstraat, de gemeente en AM. Ik denk dat we dan de drie spelers om tafel hebben om tot een goede invulling van dat gebied te komen. Amendement Burger Initiatief. Hierin wordt verwoord dat er onvoldoende inspraak is van de omwonenden. Ik heb van de wethouder niet begrepen dat dit niet zo was. Misschien kan hij hier nog wat dieper op ingaan, want het kan natuurlijk niet zo zijn dat er wel met de ene partij wordt gesproken en niet met de andere partij. Om dit amendement te steunen en dit aan te houden, gaat ons erg ver.
27
Amendement VVD/PRO'98 met betrekking tot verfraaiing entree van het dorp. Er ligt nu in het gebied 230 m2 winkeloppervlakte. Dit lijkt ons voldoende. De heer GULDIE: "Ik krijg nu de indruk dat er een aantal dingen door elkaar lopen. Ik heb in de toelichting erbij gezet: 'enige daghoreca'. Dus een broodje of een taartje. Het gaat ons er vooral om dat de entree een leuk en gezellig pleintje wordt. Het is nu een raar gedoe met inritten en fietspaden." De heer SCHOTANUS: "Als u bedoelt te zeggen dat dit een herinrichting moet zijn, maar geen uitbreiding, dan kunt u ons vinden." De heer GULDIE: "Het gaat om de entree van het centrum. Het is de bedoeling dat dit echt leuk wordt." De heer SCHOTANUS: "Oké, dan praten we over een duidelijke herinrichting en dat betekent dan voor ons aan de ene kant een uitwisseling van kopen naar horeca." Mevrouw ROSBERGEN: "Dat is absoluut niet aan de orde." De heer SCHOTANUS: "Kijken we naar het volgende amendement van de VVD, met betrekking tot de Markthal, dan is de wethouder duidelijk geweest over het feit dat de verplaatsing daarvan heel veel gaat kosten en dat dit niet opweegt tegen nieuwbouw. Het amendement van Lijst 8. De burgemeester is ingegaan op de bedoeling van de deelprojecten. Dit amendement zullen wij niet steunen. Dank u wel." Het aangepaste amendement van de SGP luidt als volgt:
Voorstel nr. 07-38
Onderwerp: Plan Kapteijnstrat bij actualisering ABC-plan
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 3 april 2007
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Punt D bij beslispunt 2: "Kapteijnstraat: door AM Wonen te laten ontwikkelen met een gewijzigd programma van 40 tot 55 woningen in een bebouwing met doorzicht vanaf de Burgemeester Kuntzelaan en parkeergelegenheid met een gewijzigde capaciteit van ca. 250 auto's." is nog niet rijp voor definitieve besluitvorming. De besluitvorming op dit punt vindt in een later stadium plaats op basis van een collegevoorstel. Dit voorstel komt tot stand nadat er overleg is gevoerd tussen het comité Kapteijnstraat, de gemeente en AM.
Toelichting: Alternatieven met betrekking tot de planvorming rond de Kapteijnstraat zullen door de gemeente eerst worden getoetst op haalbaarheid (zowel planologisch als financieel), alvorens nadere besluitvorming inzake de Kapteijnstraat plaatsvindt.
Ondertekening en naam: A.L. Janse G.S. Schotanus
De heer POST:
28
"Voorzitter, ik zal kortheidshalve mij ook maar snel bezig gaan houden met de amendementen. Het amendement van de SGP, dat net is uitgedeeld en aangepast, zullen wij steunen. Het amendement van Lijst 8 zullen wij niet steunen omdat er weldegelijk verbindingen liggen tussen de verschillende deelprojecten en dat zou een doorkruising van het eerder ingestelde beleid zijn. Het eerste amendement van de VVD, met betrekking tot de Markthal; daarover hebben wij het nodige gezegd. Wij geloven niet dat het goedkoper zou zijn om stenen af te bikken en vervolgens weer te herplaatsen, met spanten. Wij zullen dat amendement niet steunen. Het amendement van PRO'98 en de VVD vinden wij een goed voorstel, namelijk de opwaardering van de entree van Barneveld wordt nader bekeken en de raad wordt hierover geïnformeerd. Een fraaie entree daar zijn wij ook voor, dus dat zullen wij steunen. Het amendement van Burger Initiatief waarin het hele markthalgebied moet worden aangehouden. Dat gaat ons toch iets te ver, mede omdat er een aantal aannames in dit amendement wordt gedaan over de wijze waarop de inspraak zou hebben plaatsgevonden. Die kunnen wij niet helemaal volgen. Dank u wel." Mevrouw ROSBERGEN: "Voorzitter, wij hebben ons amendement aangehouden. Toch willen wij van de gelegenheid gebruik maken om het college vooral mee te geven dat zij zich houdt aan de plannen die wij met elkaar hebben afgesproken in de Woonvisie en dat het dus echt van belang is dat er in het Centrumplan, daar hebben we nu juist zo'n goede plek voor, goedkope woningen komen. Ik ben erg geschrokken van de bijdrage van verschillende andere fracties, die vooral spraken over winstmaximalisatie. Ik vind dat een slecht teken voor de gemeente Barneveld. Juist wij zouden moeten zeggen dat we vinden dat goedkope woningbouw van belang is." De heer POST: "Mevrouw Rosbergen, het is toch volstrekt legitiem om een verschil van inzicht te hebben op dit punt." Mevrouw ROSBERGEN: "Natuurlijk, maar wat mij opvalt, daar waar het in het abstracte van een Woonvisie wordt gesteld: 'wij vinden dat de verhouding goedkope woningbouw en middeldure en dure woningbouw op die manier in elkaar moet zitten', is op het moment dat het dan daadwerkelijk in de praktijk aan de orde komt, dan is de wereld in een keer anders. Dat verbaast ons. Natuurlijk mag u daar een andere mening over hebben. Het verbaast ons alleen enorm. Amendement VVD, over het onderzoek naar verplaatsing van de Markthal. De wethouder heeft nadrukkelijk aangegeven dat dit behoorlijk wat geld zou gaan kosten. Daarnaast heeft de VVD ook geen oplossing geboden voor de afspraak die wij hier als raad ook gemaakt hebben: 'de deur van de Markthal gaat niet eerder dicht, dan dat er elders een deur open gaat'. Die twee rijmen niet met elkaar. Dus we zullen dit amendement niet steunen. Amendement VVD/PRO'98, over de entree ter hoogte van Het Schaap. Meneer Schotanus, het gaat ons erom, en dat nog even ter verduidelijking, om het oude plein voor de Bonte Koe, min of meer in oude eer te herstellen. Dan zou je een prachtige entree kunnen maken, met een prachtig zicht op het kasteel. Op dit moment is het erg rommelig als je vanuit die kant naar het kasteel kijkt. Juist daar zou je dit heel goed kunnen herinrichten om een fijne plek te krijgen om naar het kasteel te kunnen kijken." De heer POST: "Voorzitter, dit klinkt toch erg historiserend." Mevrouw ROSBERGEN: "Dat klinkt ook historiserend en soms is het zo dat dingen zoals die vroeger waren niet altijd verkeerd waren; ik zeg niet dat we panden moeten nabouwen, we vragen alleen om daar een plein te maken zoals dat vroeger was. Maar niet exact hetzelfde plein, dat kan ook helemaal niet, meneer Post. Het amendement van Burger Initiatief. Voor ons was de wethouder daar voldoende duidelijk over. We spreker eerst met een aantal mensen en dan komen we tot een plan met elkaar en dan gaan we met een grotere groep praten. Wij zijn het niet eens met dit amendement, dus wij zullen dit niet steunen. Het amendement van de SGP over de Kapteijnstraat wordt wel door ons gesteund. De toevoeging was voor ons een beetje een open deur. Daar waar staat: 'het komt tot stand nadat er overleg is gevoerd tussen het comité, de gemeente en AM'. We begrijpen die toevoeging omdat u wilt aangeven dat er drie partijen dus iets te zeggen moeten hebben en dat daar gewikt en gewogen moet worden hoe we daarmee verder gaan. Het is ook geenszins de bedoeling om het plan van de bewoners direct zomaar over te nemen, maar daar wat nadrukkelijker naar te kijken. Dus dat zullen wij steunen. Het amendement van Lijst 8. Helaas het is niet anders, meneer Van Essen, het zijn inderdaad projecten die min of meer met elkaar te maken hebben, niet in alle gevallen, maar om dit zomaar los te gaan behandelen; ik denk dat je dan nog veel eerder het overzicht kwijtraakt. Het is beter om het in gezamenlijkheid te behandelen en te zien waar de lijnen liggen en waarom je bepaalde keuzes maakt en waarom je ze niet maakt. Wij zullen dit amendement ook niet steunen. Dank u wel." Mevrouw KUIPER:
29
"Voorzitter, we willen graag nog even ingaan op de grootte van de evenementenhal die in gedachte is bij het college. We betreuren wel dat niet mogelijk lijkt te zijn om die wat groter te maken en dat dit inderdaad ten koste gaat van een aantal evenementen. We waarderen wel de helderheid die de wethouder daar nu over geeft. Ik denk dat het nuttig en nodig is om die helderheid te hebben hier vanavond, dat we straks niet min of meer erachter komen dat het anders is gelopen dan we hadden gedacht, maar dat we dat nu bewust onder ogen zien. Wij zien geen kans om dat te veranderen. Wij zullen dus ook niet met een ander voorstel komen, maar constateren wel dat een aantal evenementen op een andere manier zich moet organiseren rondom die evenementenhal straks. Dat zal wellicht de nodige creativiteit vragen. Wij hopen dat we deze dingen in ons Barneveld kunnen behouden, maar hopen ook dat die nieuwe evenementenhal zijn eigen rol zal vinden en wellicht met nieuwe mogelijkheden. Amendementen. Aangepaste amendement van de SGP. Die zullen wij van harte steunen. Wij denken dat het echt een meerwaarde heeft als er in samenspraak met het comité tot een maximaal haalbare setting gekomen zal worden. Daar zullen de wethouder en de ambtenaren een handige rol in moeten spelen, ook met AM. Dat zal niet eenvoudig zijn, maar de poging is het zeker waard. Dus die zullen we zeker steunen. Het amendement van de VVD. Het moge duidelijk zijn dat wij dit niet steunen. Ik ben daar in mijn betoog ook duidelijk over geweest. Het amendement van PRO'98 en de VVD. Ik heb allereerst nog een vraag: 'zijn daar ook kosten mee gemoeid?' U zegt dat Barneveld is gebaat bij een fraaie entree en daghoreca kan een toevoeging zijn, dat kan maar een andere invulling zou ook nog kunnen. Ook daar kan iedereen het mee eens zijn. Maar onze vraag is of er nog kosten mee gemoeid zijn." Mevrouw ROSBERGEN: "In het oorspronkelijke Centrumplan was het idee ook al opgenomen om daar een plein te maken. Dat is toen een beetje aan de kant gezet toen er sprake was van het verkeerscirculatieplan. Het zou een probleem zijn om daar het verkeer rond te laten gaan. Volgens ons is dat inmiddels goed opgelost en dus zou je het plein kunnen herontwikkelen. Ik zeg niet dat dit kosteloos zal zijn, maar die kans doet zich nu voor en dan moet je die ook grijpen." Mevrouw KUIPER: "We horen graag ook de reactie van de wethouder daarover als dat kan. We weten nog niet zeker of we dit gaan steunen, gezien de kosten. Op zich is het idee prima, maar dit is niet iets dat wij hoeven te bedenken, dat bedenken ondernemers ook." De heer GULDIE: "Ja, maar die leggen geen openbare wegen en pleinen aan. Er ligt natuurlijk nog een heel groot stuk noodbestrating, dat er pas uit gaat als de bouw van het BDU-gebouw klaar is. Of je het dan in weg- of in pleinvorm neerlegt zal niet zoveel uitmaken." Mevrouw KUIPER: "We steunen het graag, maar we zijn toch ook benieuwd naar eventuele kosten die daarmee gemoeid zijn. Amendement Lijst 8. Het was een aardige poging om een samenvatting te geven van de bijdrage van de verschillende politieke partijen, maar dat is helaas niet helemaal gelukt, meneer Van Essen, dus dat zullen we niet steunen. Amendement van Burger Initiatief. Ook dit amendement zullen wij niet steunen. Burger Initiatief kan de opmerkingen over de inspraak van de omwonenden niet bewijzen. Wij zijn van mening dat we niet alleen op de rem moeten staan vanavond, maar dat dit proces wel moet doorgaan. Dank u wel." De heer GULDIE: "Voorzitter, voordat ik in de amendementen duik, eerst nog een opmerking. Ik ben toch niet volledig gerust over die contractpartner Hoge Dennen. Dat is blijkbaar intern juridisch bekeken. Ik zou er toch nog een keer op willen wijzen dat hier ook een extern advies gevraagd moet worden. Dit zou veel ellende kunnen voorkomen. Amendementen. Amendement van de VVD, over de verplaatsing Markthal. Ik hoor een heleboel 'nee', 'mitsen' en 'maren' . Er zijn bij de andere partijen allerlei redenen om dit niet te steunen. Ik constateer alleen dat we nooit op basis van echt vergelijkbare scenario's, met hetzelfde aantal vierkante meters hebben gesproken. Dus niemand weet echt of het goedkoper of duurder zal zijn. Maar gezien wat de partijen tot nu toe hebben gezegd, zullen we dat ook nooit weten. Toch handhaaf ik dit amendement." Mevrouw ROSBERGEN: "Hoe gaat u dan om met de afspraak die gemaakt is dat de Markthal niet eerder dicht zou gaan, dan dat elders een deur open zou gaan?" De heer GULDIE: "Ja, dat is vervelend. Maar soms moet je een offer brengen om iets goeds te behouden. Amendement 2, daar hebben we het voldoende over gehad. Het amendement van de SGP over de Kapteijnstraat. Daar heb ik boven gezet: 'nu wel goed'. Dus dat is een keurige aanvulling van de heer Schotanus. We waren het eigenlijk wel met de heer Tijmensen eens, maar
30
goed, met dit amendement kunnen wij wel leven en ik denk het college ook wel. Wat we nog nadrukkelijk willen zeggen, is: 'kijk naar het parkeren boven de grond'. Want een parkeerplaats boven of onder de grond scheelt aanzienlijk in kosten en dat scheelt ook voor de Barneveldse burgers." Amendement Burger Initiatief. Dit amendement over het Markthalterrein gaan wij niet steunen. Het amendement van Lijst 8 vinden wij wel sympathiek, maar ook dit amendement zullen wij niet steunen. Eigenlijk heeft de wethouder toegezegd dat bijna alle deelplannen alsnog terugkomen in de raad, dus volgens mij wordt u op uw wenken bediend, meneer Van Essen. Dank u wel." De heer VAN DE KAMP: "Voorzitter, even wat duidelijkheid betreffende ons amendement. Normaal gesproken ga je bewoners benaderen met de vraag of zij plaats willen nemen in de commissie. Wat gebeurt er hier? Er worden twee mensen van de adviescommissie benaderd. Dan worden de heren Kap, Wijnen en Evers en iemand van de winkeliers benaderd. Deze mensen gaan drie maal met elkaar vergaderen. Vervolgens weten de bewoners nergens van. Ik vind dit een rare wijze van werken. Dus wij steunen uiteraard ons amendement. Voorzitter, ik vind het fijn dat u nu dus wel naar de omwonenden gaat luisteren en dat u vervolgens met uw plannen naar de raad toe komt. Het eerste amendement van de VVD steunen wij niet. Sorry. Het tweede amendement van de VVD steunen wij wel. Het derde amendement steunen wij niet. Het amendement van de SGP steunen wij wel. Het amendement van PRO'98 steunen we ook. Het amendement van Lijst 8 steunen wij ook en uiteraard dat van Burger Initiatief steunen wij ook. Dank u wel." De heer VAN ESSEN: "Voorzitter, met zoveel veranderingen in het plan kunnen wij de financiële consequenties niet meer overzien, wethouder Tijmensen. Lijst 8 wil nog een keer benadrukken dat alle fracties moeite hebben met bepaalde deelprojecten. Daarom is het amendement van Lijst 8 bijzonder van toepassing. Als we de deelprojecten in de raad behandelen, dan kunnen we daarin de details behandelen. Dit willen de collegepartijen graag. Amendementen. Het eerste amendement van de VVD. Dat zal Lijst 8 niet steunen. Het amendement van de VVD/PRO'98. We hebben al zoveel op de schop staan, dit kunnen we nog wel even uitstellen. Dus Lijst 8 zal dit amendement niet steunen. Het amendement van Burger Initiatief. Dit kan best onderzocht worden. Eigenlijk vind ik dat Burger Initiatief Lijst 8 gelijk geeft met betrekking tot de evaluatie van interactieve beleidsvorming. Lijst 8 zal dit amendement steunen. Het amendement van de SGP. De heer Schotanus geeft hiermee aan dat er uitstel komt. Dit amendement kan ik steunen. Dank u wel." Reactie van het college op de tweede termijn Wethouder TIJMENSEN laat weten dat hij zojuist de heer Zweers heeft gesproken. De inbreng op financieel gebied van het comité is hierbij besproken. De heer Zweers heeft met zijn plan een eenvoudigere uitvoering bedoeld, die voordeliger is. Spreker meent dat dit meer een geval van invulling betreft. Er bestaat nog ruimte om hierover met elkaar te praten. Aanspraken van Laurus. Meerdere juristen hebben hiernaar gekeken. Er zijn meerdere gesprekken met Laurus gevoerd, maar partijen zijn het niet eens geworden over de prijs. Dat is mogelijk, maar spreker verwacht niet dat hieruit een schadeclaim zal voortkomen. Communicatie. Er is begonnen met een klankbordgroep, waarin een brede samenstelling is getracht bijeen te brengen. Het product uit de klankbordgroep is bedoeld om in een bredere kring te bespreken. Spreker bevestigt dat dit niet volmaakt is, maar hij heeft het gevoel dat deze werkwijze bij enkele projecten in het verleden goed heeft gewerkt. Amendementen. Spreker laat weten dat hij blij is met de aanvulling die de SGP heeft gemaakt op haar amendement betreffende de Kapteijnstraat. Het moet duidelijk zijn dat het initiatief van de kant van het college komt en dat het college de opdracht meekrijgt om het initiatief met betrokkenen te bespreken. Amendement van de VVD en PRO'98. Dit vindt spreker een goede suggestie en hij zal onderzoeken of dit binnen de bestaande middelen mogelijk is. Indien er zich nieuwe ontwikkelingen op dit gebied voordoen met een toegevoegde waarde zal spreker dit melden. Amendement van Lijst 8. De intentie van dit amendement wordt praktisch bediend. De formulering van dit amendement gaat spreker echter te ver. Dit amendement blijft spreker ontraden. Het amendement betreffende de Markthal. Dit amendement is reeds door spreker genoemd. Het amendement van Burger Initiatief is volgens hem besproken bij de genoemde communicatie. Dit dient zo goed mogelijk aangepakt te worden. Besluitvorming Amendementen
31
Het amendement van de SGP wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO'98, de ChristenUnie, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. De VOORZITTER constateert dat dit amendement met algemene stemmen wordt aangenomen. Het amendement van de VVD betreffende de ontwikkeling van de Markthal. Dit amendement wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, PRO'98, de ChristenUnie, Burger Initiatief en Lijst 8. Dit amendement wordt gesteund door de VVD. Het amendement wordt verworpen met 26 stemmen tegen en 4 stemmen voor. Het amendement van de VVD en PRO'98 betreffende de entree van het dorp. Dit amendement wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO'98, de ChristenUnie, de VVD en Burger Initiatief. Dit amendement wordt niet gesteund door Lijst 8. Het amendement is aangenomen met 29 stemmen voor en 1 stem tegen. Het amendement van Burger Initiatief wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, PRO'98, de ChristenUnie en de VVD. Het amendement wordt gesteund door Burger Initiatief en Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 27 stemmen tegen en 3 stemmen voor. Het amendement van Lijst 8 wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, PRO'98, de ChristenUnie en de VVD. Het amendement wordt gesteund door Burger Initiatief en Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 27 stemmen tegen en 3 stemmen voor. Het voorstel met de beslispunten 1, 2A, 2B, 2C, 2D gewijzigd door het amendement van de SGP, 2E en 3 wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO'98, de ChristenUnie en de VVD. Het voorstel wordt niet gesteund door Burger Initiatief en Lijst 8. Het voorstel is aangenomen met 27 stemmen voor en 3 stemmen tegen. 11.
Herhaald verzoek om bestemmingswijziging van Architectenbureau J. van Norden B.N.A. voor de realisatie van een gebouw met 5 - 7 seniorenwoningen op de percelen Koninginnelaan 44 en 46 in Voorthuizen (voorstel nr. 07-17) De VOORZITTER laat weten dat heer Van Norden zich gemeld heeft als inspreker. Spreker geeft het woord aan de heer Van Norden. De heer VAN NORDEN: "Geachte voorzitter en raadsleden, na jaren van overleg en onzekerheden over een zinvolle invulling van deze locatie bij het park Molenveen vertrouw ik op uw welwillende medewerking. Het is u bekend dat voortzetting van de huidige bedrijfsbestemming niet wenselijk is. Tevens is u bekend dat in de bodem van het terreingedeelte van nummer 44 vervuiling is geconstateerd, die verwijderd dient te worden. Het voorstel van het college om eerst mijn verzoek aan u in te trekken, om daarna in overleg te gaan om overeenkomstig de Woonvisie een plan op te zetten, is door mij niet gehonoreerd. De reden is dat ik van mening ben dat er al veel overleg heeft plaats gevonden en dit plan niet onder de Woonvisie thuis hoort. Gezien de ligging van het perceel tegen het Molenveen ben ik samen met de stedenbouwkundige van mening dat een kwalitatief hoogwaardig gebouw de voorkeur geniet boven een kwantitatieve invulling. Bij een goedkopere invulling zal ik genoodzaakt zijn de ondergrondse parkeerplaatsen er onderuit te halen en het aantal woningen uit te breiden, met als gevolg meer verstening door sobere bebouwing inclusief parkeren en garage bovengronds. Dat moeten we met elkaar, voor nu en de toekomst, niet willen. Ik verzoek u het collegevoorstel niet te steunen en te kiezen voor kwaliteit boven kwantiteit. Deze locatie verdient een hoogwaardige invulling waar in de toekomst met waardering op teruggezien kan worden." Fracties in eerste termijn De heer GEURTS: "Voorzitter, het dossier kent onderhand een hele geschiedenis. Het is niet de bedoeling van de CDA-fractie om het gehele proces vanaf 2001 puntsgewijs door te lopen. Wij willen ons beperken tot de kern van wat ons inziens de discussie is. Wij zijn het eens met het college dat het gevraagde concept, kleinschalig woongebouw, georiënteerd op het park Molenveen, aanvaardbaar is. We concluderen ook dat voortzetting en de daarmee noodzakelijke uitbreiding van het loodgieterbedrijf als ongewenste activiteit wordt gezien, de betreffende grond verontreinigd is en het plan van de heer Van Norden uitgaat van saneren. Kortom een milieuprobleem in het hart van Voorthuizen wordt opgelost. We concluderen ook dat er in stedenbouwkundig opzicht geen belemmeringen zijn, het ingediende plan verkeerskundig aanvaardbaar is en dat de door het
32
college gehanteerde pragmatische en door het voortschrijdend inzicht ontstane benadering ervoor zorgt dat de locatie Koninginnelaan 44 - 46 wel ontwikkeld kan gaan worden en dat er geen privaatrechterlijke belemmeringen meer zijn voor de realisatie van het plan. Volgens de CDA-fractie moeten we als raad vanavond mede beoordelen of het wel de juiste benadering van het college is om te stellen dat de plannen niet passen in de Woonvisie, vastgesteld door de raad in 2004, en niet passen in het meerjarenwoningbouwprogramma, vastgesteld door de raad in januari 2006. Volgens de CDA-fractie past het onderhavige plan binnen de opmerking, die wethouder De Kruijf in de januariraad van 2006 heeft gemaakt, en ik citeer: 'Op een aantal plekken waar we te maken hebben met een behoorlijk historische kostprijs waardoor wij niet overal dit soort successen (en ik heb dit woord successen zelf vertaald als: goedkope woningen bouwen) kunnen boeken. Vandaar mijn oprechte voorbehoud'. Het gaat vanavond ook om een rechtvaardige overheid. Het college heeft ons een chronologisch overzicht verstrekt over het verloop. Hieruit blijkt dat de betreffende ondernemer lang en geduldig met de gemeente heeft geprobeerd te overleggen. Hij heeft naar stedenbouwkundige opmerkingen en dus in overleg met de gemeente zijn plannen aangepast. Net in een periode dat de toenmalige raad in 2004 de Woonvisie bijstelt, is het plan niet opgenomen in het overgangsbeleid. Kortom een gemist station en achter het waarom zullen wij wel niet meer komen. Wat voor mijn fractie zwaar telt, is, dat wij een grondverontreiniging in het hart van Voorthuizen saneren. Daar zijn uiteraard kosten aan verbonden. Daarmee kunnen wij als raad beslissen om dit plan toch voortgang te laten vinden. Het mag duidelijk zijn dat mijn fractie positief is over het voorliggende plan en tot zover mijn bijdrage in eerste termijn." De heer BARENDREGT: "Voorzitter, vier jaar plannen maken, plannen verwerpen, nieuwe plannen opstellen en vervolgens dit raadsvoorstel weer niet goedkeuren. Het is zeker geen reclameplaatje om te laten zien hoe een visie van de gemeente omgezet kan worden in een concrete, soepele uitwerking. Vanuit de gemeenteraad is het moeilijk te beoordelen wat er in de vele overleggen besproken is, maar wat we wel kunnen constateren is dat het een moeizaam overleg geweest is tussen twee partijen en dat het nog steeds niet tot een wederzijds gedragen voorstel geleid heeft. Veel rookwolken hebben voor onze fractie een duidelijk zicht op de ontwikkeling voorkomen. De stedenbouwkundige visie heeft tot aanpassing geleid, die momenteel volgens het raadsvoorstel dan ruimtelijk aanvaardbaar is. De hindercirkel is weggehaald op dit perceel, maar met enige welwillendheid had dat volgens ons ook veel eerder gekund, want het hele Molenpark is in het verleden gebouwd in dezelfde stankcirkel. De sanering van de grond is een positief punt en verkeerskundig zijn er op dit moment ook geen problemen meer. Wat overblijft dan, is de door de raad opgestelde Woonvisie. Dit is terecht, maar het is wel halverwege het traject van vier jaar van het hele proces dat de Woonvisie er extra bijgekomen is. Volgens ons mag dat dan minder zwaar wegen. Als fractie constateren wij dat er op commerciële basis geen mogelijkheid aanwezig is om op deze locatie te voldoen aan zowel de randvoorwaarden van de Woonvisie als aan de huidige stedenbouwkundige wensbeelden. Als raad hebben wij volgens de regels geen mening over gestelde voorwaarden vanuit de stedenbouw, hoewel dat in dit geval wel heel moeilijk gemaakt wordt, want hierdoor ontstaat in feite het hele conflict. Omdat op deze locatie een uitwerking gegeven moet worden aan de wens om een passende bebouwing neer te zetten, hebben wij de wens dat de gemeente en de verzoeker tot een compromis komen, waarbij beide partijen opgeroepen worden om zowel aanpassingen aan de stedenbouwkundige visie als aan de financiële haalbaarheid via de Woonvisie in overweging te nemen. Dank u." De heer APPELMAN: "Voorzitter, wat was er eerder: de kip of het ei? 'De kip', zegt het college en de kip stuurt aan waar het ei gelegd wordt. 'Nee', zegt meneer Van Norden. Het is het 'ei' dat ik al veel eerder heb neergelegd en dat door veel vertraging nu toch eindelijk een keer moet uitkomen. Welke lijn volg je? Want het springende punt is inderdaad de Woonvisie. Was het ervoor, was het erna? Het zou logisch zijn om de lijn van het college te volgen. Ik denk ook dat het college niet met een ander voorstel kon komen, omdat het college het kader dat de raad heeft gesteld, moet uitvoeren en daarbinnen moet blijven. Het zou heel vreemd zijn als het college een ander voorstel zou doen, want dan zou de raad terecht kunnen zeggen: 'Wij hebben toch een Woonvisie vastgesteld. Dat is toch een kader, waar het college binnen moet blijven.' Aan de andere kant: de raad stelt het kader en de raad zou in deze vergadering kunnen zeggen: 'Wacht even college, prima dat u dat zo gedaan heeft, maar zo strak hebben wij dat kader niet bedoeld en wat ons betreft zouden we deze ene keer een uitzondering kunnen maken'. Dat is aan de raad om dat mee te wegen. Meneer Van Norden is natuurlijk heel creatief geweest en heeft meerdere keren tekeningen gemaakt voor deze locatie. Toen dit allemaal niet lukte, is hij met vasthoudendheid verder gegaan. Hij moet zich voelen als iemand die telkens een deur dicht vindt; op zoek gaat naar de sleutel, de sleutel telkens vindt en vervolgens constateert dat er weer een nieuw slot op de deur zit. Dat is een gevoel dat wij kunnen delen en daar kunnen wij inkomen.
33
Aan de andere kant moeten wij de afweging maken: waar kiezen we nu voor? Kiezen we voor de benadering dat de Woonvisie hier bepalend moet zijn of kiezen we voor de benadering dat dit voorstel er voor de Woonvisie was. Ga je kijken naar de plannen, dan is meneer Van Norden met dat gebiedje begonnen vóór het vaststellen van de Woonvisie. Kijk je naar het eerste plan dat hij heeft ingediend, de grondgebonden woningen, en vervolgens naar het andere plan, dan kun je inderdaad zeggen: 'dat is een veranderd plan', maar het is wel zodanig veranderd dat je logisch zou kunnen concluderen: 'dit is echt een heel nieuw, ander plan'. Het is ook de verdienste wel van meneer Van Norden dat hij met vasthoudendheid het hindercirkelbeleid heeft kunnen veranderen, zodat er warempel ook nog mogelijkheden waren in de Kromme Akker voor de gemeente. Het is een moeilijke afweging en wij hebben die afweging na ruim overleg gemaakt. Wij hebben de heer Van Norden in de commissie horen zeggen dat hij bereid is om twee goedkopere woningen te realiseren. Er zijn er zeven in totaal. De Woonvisie geeft aan dat er wat meer woningen met betrekking tot goedkopere woningen en seniorenwoningen moeten komen. Wij vinden dat wij als ChristenUnie-fractie niet de vrijmoedigheid hebben om op dit punt tegen het collegevoorstel in te gaan. Wij zullen als dit zo blijft helaas de heer Van Norden zijn zin daarom niet kunnen geven. Maar wij denken wel dat er een opening bestaat. De sprekers voor mij hebben ook die kanttekening gemaakt. Voor ons is het toch wel van belang, in de commissie Grondgebied is dat bij een ander punt herhaaldelijk benadrukt, dat er een inhaalslag gemaakt moet worden met betrekking tot goedkope woningen. Dat is niet alleen door één fractie gezegd, maar door meerdere. Vanavond zegt de heer Van Norden dat het hele plan wordt veranderd. Dat is nieuw voor mij, dat wil ik niet meenemen in mijn beoordeling. Het voorstel dat er nu ligt van het college zullen wij volgen. Mocht de wethouder aangeven dat hij om de tafel wil gaan zitten of nog andere mogelijkheden ziet, dan zijn wij daartoe bereid. Als er twee woningen komen die wat goedkoper zijn, is dat een substantieel deel van die zeven woningen. Dat valt onder de Woonvisie. Dan moeten we daar met zijn allen toch wel uit kunnen komen." De heer BOS: "Voorzitter, wat wordt hier gevraagd? Er wordt hier gevraagd om niet mee te werken aan het verzoek van de heer Van Norden aan de Koninginnelaan 44 - 46. De discussie over dit perceel wordt al sinds 2001 gevoerd. Ik wil niet de geschiedenis nog een keer doornemen met u. Ik wil gewoon doorgaan naar de kern. Deze is terug te leiden naar november 2004. Daar ligt namelijk de aanvraag van het verzoek, waarover op dit moment beslist moet worden. Deze aanvraag is niet in overeenstemming met de Woonvisie en ook niet hetzelfde als het verzoek dat in 2001 is ingediend door de heer Van Norden. Voorzitter, vanmorgen tijdens het melken dacht ik: 'hoe ga ik hier vanavond dat verhaal nu eens vertellen? Hoe kom ik daar nu bij? Hoe ga ik nu aan de mensen duidelijk maken dat dit toch eigenlijk wel één verhaal is?' Toen dacht ik in één keer aan de automobielfabriek in Born. Er worden al jaren auto's gemaakt. DAF, Volvo, Mitsubishi, Smart. Het gaat om hetzelfde. Er worden daar verschillende modellen gemaakt, van verschillende merken en die worden steeds aangepast aan de regelgeving in de verkeersveiligheid en aan de wensen van de consument. Maar de basis is nog steeds gelijk. Er worden auto's gemaakt. Dit verzoek is in 2001 'het bouwen van woningen' geweest. Het verzoek in 2004 was ook 'het bouwen van woningen'. Er is dus niets veranderd ten opzichte van de Woonvisie, namelijk: het stapelen van stenen zodat mensen er kunnen wonen. En hoe die stenen dan worden gestapeld, dat maakt in principe niet zoveel uit. Dat zijn alleen maar de regels en de wensen die dat aanpassen. Voorzitter, ik wil nog één keer naar de wethouder kijken en aan hem vragen of hij toch niet dezelfde mening is toegedaan. Er is wel wat veranderd is in de loop der tijd, maar de basis ligt nog steeds in het wonen en daar moet dus naar gekeken worden. Ik wil ook naar de ChristenUnie kijken, want u bent op dit moment het cruciale breekpunt. Ik begrijp de wisseling en de twijfel in uw punt: 'gaan we mee; gaan we niet mee'. U kunt ervoor zorgen dat de heer Van Norden dit verhaal vanavond rond krijgt. Ik wil u dat nog in overweging geven. Dank u wel." De heer VAN DEN BRINK: "Voorzitter, het aan de orde zijnde raadsvoorstel is enkele jaren onderdeel van gesprek geweest, zowel bij de hoorcommissie als bij de commissie Grondgebied. Wat de gevraagde bestemming van het perceel Koninginnelaan 44 - 46 betreft, vindt de SGP dat er in overleg met de verzoeker volgens het woningbouwprogramma gebouwd zou moeten kunnen worden. In de commissie Grondgebied heeft de heer Van Norden toegezegd het acceptabel te vinden als er twee woningen in de prijsklasse van € 250.000,-zouden komen. Het college wil wat verder richting woningbouwprogramma. Wij hebben voorgesteld om in contact te treden met de wethouder om uit de impasse te komen. Naar wij vanmiddag hoorden van de heer Van Norden heeft dit tot op heden niet plaats gevonden. Wij vinden wel dat de oplossing gevonden kan worden in de toezegging van de wethouder dat de heer Van Norden wel kan bouwen op het perceel, maar
34
dan volgens het woningbouwprogramma. Het plan is verkeerskundig en ruimtelijk aanvaardbaar. Wij wachten de beantwoording van de wethouder af. Er moet een compromis mogelijk zijn. Dank u wel." De heer VAN ESSEN: "Voorzitter, soms vallen dingen samen. In de Brouwerstraat mogen we één keer duurdere woningen bouwen, tegen de Woonvisie in. Het college zegt vervolgens: 'Meneer Van Norden, sorry, hoor, een particulier mag dat niet. Dat doen wij zelf alleen maar.' Herhaald verzoek van de heer Van Norden. Het is voor Lijst 8 duidelijk. Het is een dictaat van de projectontwikkelaars. Dure woningbouw is ingevuld door projectontwikkelaars, daardoor is scheefgroei ontstaan en mag de particuliere initiatiefnemer niet bouwen wat voor hem haalbaar is. Daarmee wordt elke mogelijkheid voor die particulier doodgeslagen. Lijst 8 vindt dit een heilloze weg en dat hebben we met de vaststelling van de Woonvisie en het woningbouwprogramma ook al aangegeven. Lijst 8 wil deze aanvraag ook niet toetsen aan het wanbeleid van de Woonvisie en vraagt om medewerking." Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder DE KRUIJF: "het viel mij op dat er nogal uitbundig werd gereageerd en dat we vooral goedkope woningen moeten bouwen, gedifferentieerd, conform de Woonvisie. Als we dan kijken naar het woningbouwprogramma 2006 dan valt er nog veel te doen. U heeft herhaaldelijk deze wethouder opgeroepen vooral in dat stramien actief te zijn. Dan moet het wel van mijn hart dat ik het opmerkelijk vind hoe sommige fracties vanavond reageren. Meneer Bos, ik begrijp het niet zo goed. U zegt: ‘De kern zit op 29 november 2004’. Als daar de kern zit, dan betekent dit dat we hier te maken hebben met een plan dat is ingediend na de Woonvisie, nadat we met elkaar dus afspraken hadden gemaakt over hoe we verder zouden gaan. Ik ben het helemaal met u eens. Er is niets veranderd. Het gaat nog steeds over een plan om te wonen. Maar het gaat wel om de vraag 'wat voor type woningen bouwen we dan?' Het is de discussie niet of er daar gewoond moet kunnen worden. We hebben onze uiterste best gedaan en dat is ook de reden geweest dat wij hebben geprobeerd ruimte te zoeken in de geurregelgeving om daar een wooncomplex te realiseren. Daar zit de discussie niet. Het gaat om het segment dat we met elkaar willen realiseren. Ik ben het van harte eens met de heer Geurts. Ik herhaal het nog maar eens dat we moeten kijken naar de historische kostprijs van de grond waarop dit gebouwd wordt. Maar als ik u, meneer Van Norden, 14 dagen geleden achter ditzelfde spreekgestoelte hoor zeggen: 'Als eerste inzet twee woningen onder € 250.000,-- dat zie ik wel als mogelijkheid'. Dan denk ik: 'Hier zit een opening'. Die opening zouden we moeten benutten en dat zou denk ik de lijn moeten zijn voor de komende periode. Mijn voorstel aan u is: 'Laten we dit voorstel zoals het er ligt, zoals het aan u is voorgelegd, maar gewoon realiseren'. Wij wijzen het verzoek af en u geeft mij de opdracht om samen met de heer Van Norden tot een plan te komen. Ik zie aanknopingspunten. Het aanknopingspunt zit in de toezegging van de heer Van Norden zelf en het aanknopingspunt zit ook in de realistische benadering van wat daar mogelijk is. Als je kijkt naar de manier waarop het plan er nu uitziet: woningen ergens tussen € 385.000,-- en € 600.000,--. Ik denk dat in alle realiteit er een aantal woningen bij moeten zijn die onder € 250.000,-- zitten, een aantal onder € 350.000,-- en een aantal die dan wat duurder uitvallen om een aardig gedifferentieerd pallet neer te kunnen zetten. Uitgaande van die redenering denk ik dat we eruit zouden moeten kunnen komen. In mijn beleving is hier geen sprake van overgangsbeleid. De datum waarop het plan is ingediend is glashelder. Daar is helemaal geen misverstand over. De heer Barendregt spreekt over moeizaam overleg. Dat ben ik van harte met hem eens. Het is een traject met een grote voorgeschiedenis, maar in de periode dat ik hier actief ben geworden, heb ik geprobeerd die mist te doen optrekken door creatief in positieve zin met de ondernemer mee te denken om te proberen de geurcirkelbenadering op papier te krijgen die afwijkt van de lijn die tot nu toe op dit punt werd gevolgd. De oproep van de heer Barendregt om tot een compromis te komen; Ik meen met de tekst die ik net heb uitgesproken, hier een goede poging toe te doen. Ik ben het van harte eens met de opmerking van de heer Appelman, die zegt: 'we moeten een inhaalslag met betrekking tot goedkope woningen realiseren' en vandaar ook de inzet van het college om op die tour te gaan, ook met dit bouwplan. Meneer Van den Brink, die feitelijk hetzelfde beoogt: overleg met de heer Van Norden om te kijken naar een meer gedifferentieerd plan. Ten slotte meneer Van Essen. Wat u roept, daar begrijp ik helemaal niets van. U maakt onderscheid tussen particulieren en projectontwikkelaars. Het betreft hier een projectontwikkelaar die een plan probeert te realiseren. Daar is helemaal niets mis mee, maar ik vind dat we in alle redelijkheid grenzen mogen stellen aan hetgeen dat dan als tegenprestatie wordt verlangd. Van wanbeleid heb ik niets meegekregen. Ik stel u voor om het voorliggende raadsvoorstel te steunen." De heer GEURTS: "Een korte reactie, voorzitter. Ik stel voor dit voorstel aan te houden, met dien verstande dat ik de beantwoording van de wethouder een beetje kort door de bocht vind. Om tegen een ondernemer te zeggen
35
in dit geval: 'Trek je voorstel maar in met alle argumenten, en dan zullen we gaan overleggen'. Hij zou alles wat hij betoogd heeft aan de kant zetten op deze manier. Ik denk dat dat geen goede zaak is. Mijn voorstel is aanhouden." Wethouder DE KRUIJF: "Voorzitter, dat kan in dit geval denk ik niet. We hebben hier niet te maken met een bestemmingsplan dat we gaan vaststellen. Het gaat hier om een herhaald verzoek. Het herhaald verzoek willigen wij in of niet. Mijn advies is om het niet te willigen en niet aan te houden." De heer BARENDREGT: "Voorzitter, als wij tegen het raadsvoorstel zijn, dan is er een onbestemdheid. Het voorstel van B&W is dan niet overgenomen, maar daarmee ook het andere voorstel nog niet. Als we dit voorstel verwerpen, dan kan morgen de discussie gewoon weer doorgaan en dan hoeft de heer Van Norden niet opnieuw de discussie vanaf het nulpunt in te gaan." De VOORZITTER laat weten dat dit niet de juiste redenering is. Er ligt een verzoek. Het besluit dat nu voorgelegd wordt, is 'geen medewerking te verlenen'. Als dat besluit wordt verworpen, dan is het verzoek ingewilligd, want er wordt gereageerd op een verzoek. De heer VAN ESSEN: "Voorzitter, het ligt toch aan meneer Van Norden of hij dit terug wil nemen of niet?" De VOORZITTER antwoordt dat dit niet juist is. De heer Van Norden kan niet in deze vergadering een verzoek indienen. Er is aan de raad een voorstel gedaan. Er wordt binnen de raad volwassen over dit voorstel gediscussieerd. Er volgt besluitvorming. Het is niet mogelijk dat de indieners van verzoeken een voorstel indienen. Zodra een onderwerp op de agenda van de raad is gezet, is het voor de indieners onmogelijk om de agenda ter plaatste te beïnvloeden. De VOORZITTER stelt vast dat de heer Geurts het voorstel doet om dit agendapunt aan te houden. Dit voorstel wordt niet gesteund door de fracties van de SGP, PRO'98 en de ChristenUnie. Dit voorstel wordt gesteund door de fracties van het CDA, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Het voorstel wordt verworpen met 17 stemmen tegen en 13 stemmen voor. Fracties in tweede termijn De heer BARENDREGT: "Ik denk dat we hetzelfde denken. Laten we zo snel mogelijk een compromis gaan zoeken." De heer APPELMAN: "Voorzitter, als de heer Van Norden zijn zin niet krijgt, zal hij ongetwijfeld opnieuw iets gaan doen met dat perceel en als hij daar een plan voor indient, dan hoop ik van harte dat hij niet weer hetzelfde lange proces hoeft mee te maken als deze keer. Ik heb voor de microfoon aangegeven dat je de ene lijn of de andere lijn kan volgen. Ik heb u, meneer Bos, geprobeerd duidelijk te maken, dat het algemeen belang hier het particulier belang te boven gaat. Ik wilde nog wel even stipuleren dat wij niet de gewoonte hebben om naar links, noch naar rechts te kijken voordat wij een standpunt innemen. Wij hebben dit onafhankelijk gedaan van wat andere fracties al hadden meegedeeld of niet hadden meegedeeld." De heer BOS: "Voorzitter, eigenlijk vind ik het jammer dat het zo loopt. Het gevaar is nu in deze dat hier een nieuw verzoek van de heer Van Norden zal komen, waarbij ik erg bang ben dat het weer een heel lange procedure zal worden. Dat is toch niet eerlijk om iemand weer in een procedure te stoppen en weer zoveel jaren de malle molen in te laten gaan." Mevrouw ROSBERGEN: "Meneer Bos, dan spreekt u toch een behoorlijk wantrouwen uit richting deze wethouder, die net heeft aangegeven dat hij de zaak vlot heeft willen trekken. Dat bevreemdt me enorm van een coalitiepartij."
36
De heer BOS: "Ik denk dat er toch best wel een duaal geluidje gehoord mag worden op zijn tijd, toch? Voorzitter, ik heb duidelijk in mijn verhaal aan proberen te geven dat november 2004 juist niet het breekpunt is, maar dat het een verhaal met één lijn is. Voorzitter, ik kijk toch nog een keertje naar de ChristenUnie om te kijken of het toch niet zo is dat er tegen dit voorstel kan worden gestemd." De heer APPELMAN: "Het is een hele eer dat u constant naar ons kijkt, maar ik heb net uitgelegd dat wij slechts één van de fracties zijn tussen de andere fracties en zelfstandig tot onze mening komen." De heer VAN DEN BRINK: "Voorzitter, in de commissie hebben wij duidelijk aan de heer Van Norden gevraagd of hij zich kon vinden in die twee woningen. Daarin heeft hij toegestemd. Ik heb hem vanmiddag gebeld en hij neemt geen contact op met de wethouder. Wij kunnen niet anders doen dan achter het collegevoorstel staan." Reactie van het college op de tweede termijn Wethouder DE KRUIJF: "Voorzitter, * ik begrijp dat de heer Bos regeert vanuit angst. Dat doe ik niet. Ik vind het helemaal geen gevaar om over een nieuw verzoek te spreken, alleen wij moeten wel een gezamenlijke basis vinden waarop we het nieuwe verzoek beoordelen. Ik heb denk ik in mijn eerste termijn duidelijk gemaakt waar ik die basis zie staan." De heer BOS: "Aan welke termijn denkt u als er een nieuw verzoek wordt ingediend?" Wethouder DE KRUIJF: * "Voorzitter, dit vind ik bij de afdeling 'onmogelijke vragen' behoren. Het hangt ervan af hoe inschikkelijk partijen zijn met betrekking tot de onderhandelingen over dit traject en ik heb denk ik daarstraks aangegeven waar ik ruimte zie en als we die ruimte gezamenlijk zien, kan het heel snel worden afgehandeld." De heer VAN NORDEN: (als inspreker na de tweede termijn) "Voorzitter, waarom heb ik geen contact opgenomen met de wethouder? Ik meen dat ik dat net heel duidelijk aangegeven heb. Omdat ik zowel schriftelijk als mondeling vernomen heb, dat ik eerst mijn voorstel naar u in moest trekken en als ik dat gedaan had, dan was het overleg pas mogelijk. Dit was voor mij niet een manier van onderhandelen. Ik had best met de wethouder willen overleggen. Maar om daarvoor eerst mijn voorstel in te trekken; dan ben ik alles kwijt. Ik had liever een overleg gehad en dan vervolgens zeggen: 'Nu wil ik wel kijken of ik het al dan niet in zal trekken'. Zo lag het en zo staat het ook op papier en vandaar dat ik het niet ingetrokken heb. Laat ik daar even heel duidelijk over zijn. We zullen er best wel uitkomen, maar de wethouder noemde zojuist nog een paar andere woningklasses. Nu worden het alleen nog maar woningen onder de Woonvisie. Als dit project dan onder de Woonvisie zou vallen, dan ben ik het daar echt niet mee eens. Zodra ik akkoord ga dat dit onder de Woonvisie valt, zou ik al hetgeen ik in het verleden betoogd heb teniet doen. Dat vind ik heel jammer. Ik zou graag willen dat mijn initiatief gehonoreerd wordt. Ik ben echt geen projectontwikkelaar. Ik doe wel wat, maar ik ben meer gewoon een heel simpele burger, die zich inzet om iets tot stand te brengen." Stemverklaring De heer BARENDREGT: "Omdat het zo complex is, wil ik graag duidelijk preciseren waar het omgaat. Hier ligt een plan waar goede elementen inzitten, waar ondergronds parkeren inzit, waar passende bebouwing volgens de stedenbouwkundige inzit. Er zit een probleem ten aanzien van de Woonvisie. Die Woonvisie is halverwege gekomen. Daar kun je je vraagtekens bij zetten. Ik heb maar één mogelijkheid: meegaan in dit raadsvoorstel, maar ik zeg: 'er moet een ander plan komen'. Ik heb wel vertrouwen in deze wethouder dat hij op korte termijn met de toezegging van de heer Van Norden tot een snelle oplossing kan komen." Besluitvorming Het collegevoorstel wordt gesteund door de fracties van de SGP, PRO'98 en de ChristenUnie. Het collegevoorstel wordt niet gesteund door de fracties van het CDA, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Het voorstel wordt aangenomen met 17 stemmen voor en 13 stemmen tegen.
*
Toezegging door het college
37
12. Bestemmingsplan Burgemeester Aschofflaan 1 (Intratuin) (voorstel nr. 07-37) De VOORZITTER laat weten dat namens Blokker mevrouw Van Bommel zich gemeld heeft als inspreekster. Spreker geeft het woord aan mevrouw Van Bommel. Mevrouw VAN BOMMEL: "Voorzitter, namens Blokker Holding BV, Blokker BV en de Marskramer BV wil ik graag tijdens deze vergadering kort het woord tot u richten. Blokker had ook graag gebruik willen maken van de mogelijkheid om in te spreken tijdens de commissievergadering van 22 maart jl., alleen de uitnodiging voor deze vergadering is pas één dag voor de vergadering door Blokker ontvangen. Het dringende verzoek om uitstel van de commissievergadering is niet gehonoreerd. Dus daarom rest Blokker nog één mogelijkheid om voor uw raad haar argumenten aan de orde te stellen. Ik begin eerst kort met de belangen van Blokker. Waarom sta ik hier? Met de inhoud van het bestemmingsplan gaat de gemeente Barneveld voorbij aan de belangen en de positie van retailers in huishoudelijke artikelen die in de directe nabijheid van de Intratuin zijn gelegen. Het zijn immers de retailers die door het onderhavige bestemmingsplan worden geraakt. Terwijl zij juist op grond van het geldende gemeentelijke en provinciale beleid tegen detailhandelsactiviteiten in de periferie beschermd zouden moeten worden. Door middel van dit bestemmingsplan stelt het college Intratuin in staat een omvangrijk detailhandelsassortiment te voeren buiten het kernwinkelgebied. In dit periferiegebied is sprake van een uitstekende bereikbaarheid, veel gratis parkeergelegenheid en lage huisvestingslasten. Deze mogelijkheid staat daarentegen niet open voor winkels zoals Blokker en Marskramer. Of voor warenhuizen of supermarkten. Met andere woorden: de gemeenteraad werkt door in te stemmen met dit bestemmingsplan rechtsongelijkheid in de hand. Voor Blokker is deze rechtsongelijkheid niet acceptabel. Strijd met provinciaal en gemeentelijk detailhandelsbeleid. Blokker blijft hameren op het feit dat het onderhavige bestemmingsplan in strijd is met het provinciaal en gemeentelijk detailhandelsbeleid. Uit het Streekplan volgt onomstotelijk dat de positie van bestaande winkelgebieden prioriteit heeft en vernieuwing en uitbreiding van detailhandel binnen of grenzend aan bestaande winkelgebieden in overeenstemming moet zijn met de aard, schaal en verzorgingsfunctie van het aangrenzend winkelgebied. Voor detailhandel op perifere locaties geldt het uitgangspunt dat alleen detailhandel is toegestaan die vanwege de specifieke ruimtelijke eisen moeilijk inpasbaar is in bestaande winkelgebieden. Dan gaat het om detailhandel in explosie- en brandgevaarlijke stoffen en winkelformules die vanwege hun aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben. Denkt u aan auto's, boten en caravans. Aan deze provinciale eisen wordt in het onderhavige bestemmingsplan niet voldaan. In dit bestemmingsplan wordt de 2 mogelijkheid geboden om op maar liefst 1.500 m een normaal, kleinschalig detailhandelsassortiment te voeren, dat zich volgens het Streekplan nu juist niet leent voor verkoop in de periferie. Het gaat hier niet om assortiment dat vanwege specifieke ruimtelijke eisen moeilijk inpasbaar is in de bestaande winkelgebieden. Het gaat hier niet om grootschalige detailhandelsvoorzieningen of perifere detailhandelsvoorzieningen, zoals auto's, boten, caravans of brandgevaarlijke producten. Het gaat om de verkoop van koffie, thee, bestek, zeepjes, olie, doeken, schorten, glaswerk, kristal, keukengerei, schalen, kommen, kussens, placemats, servies, azijn, kruiden, specerijen, pasta, koffiezetapparaten en ga zo maar door. Deze verkoop hoort gewoon niet thuis in de periferie. Deze verkoop hoort thuis in bestaande winkelgebieden. Het bestemmingsplan is ook in strijd met het gemeentelijk detailhandelsbeleid, zoals is verwoord in de nota 'Toelatingsbeleid detailhandel op perifere plaatsen' en de structuurvisie 'Kompas naar 2005'. In beide nota's is expliciet aangegeven dat winkelfuncties in het bestaande winkelcentrum van Barneveld gevestigd kunnen zijn en alle PDV, perifere detailhandelsvoorzieningen, en GDV, grootschalige detailhandelsvoorzieningen, in de periferie zijn toegestaan. Daarvan is hier gewoonweg geen sprake, omdat het bestemmingsplan voorziet in normale, kleinschalige detailhandel. 2 Vergist u zich niet. Hoewel het bestemmingsplan de suggestie wekt dat binnen 1.060 m alleen 2 2 grootschalige artikelen kunnen worden verkocht, kan Intratuin 500 m van deze 1.060 m sowieso al 2 gebruiken voor overige detailhandel. Met deze simpele, binnenplanse vrijstelling kan deze 500 m 2 2 vervolgens weer worden opgerekt naar 1.060 m en daarbij kan 560 m worden opgevuld met overige detailhandel of detailhandel in bruin- en witgoed, juweliersartikelen, drogisterijartikelen, lingerie, 2 huishoudelijke artikelen en kleding. Dit betekent feitelijk dat op 1.500 m normale detailhandel kan worden 2 gevoerd. Ter illustratie: een gemiddelde Blokkervestiging is ongeveer 400 m groot. We hebben het hier over 2 1.500 m . Een ding is duidelijk. Het gaat hier niet om een bestemmingsplan dat de huidige detailhandelsactiviteiten van 2 de Intratuin legaliseert. Het gaat om een bestemmingsplan dat voorziet in de mogelijkheid om op 1.500 m normale detailhandel in de periferie toe te staan. De duurzame ontwrichting. Blokker handhaaft haar standpunt dat sprake is van een duurzame ontwrichting in de huishoudelijke artikelensector en dat door dit overaanbod geen ruimte bestaat voor branchevreemde
38
aanbieders van huishoudelijke artikelen. Uit de berekening van Locatus inzake de marktsituatie volgt dat het 2 overaanbod in totaal 600 m bedraagt of 30% van het bestaande aanbod. En dan verwijs ik u kortheidshalve naar de onderzoeksrapporten van Locatus. Milieuaspecten. Namens Blokker is in het kader van de zienswijzeprocedure al aangegeven dat de gemeente geen onderzoek heeft gedaan naar de milieu-impact van het plan op de omgeving. Volgens de gemeente zou dat onderzoek naar de milieu-impact niet aan de orde zijn omdat er geen sprake zou zijn van een wezenlijk ander gebruik dan waarvoor in 2001 een vrijstelling is verleend. Maar dat standpunt is niet juist, want de rechter van de rechtbank Arnhem heeft al in een uitspraak van 13 juni 2005 bepaald dat er nooit vrijstelling is verleend voor de onderhavige detailhandelsactiviteiten. Daarbij dient bij het vaststellen van een bestemmingsplan altijd sprake te zijn van goede ruimtelijke ordening en een gedegen onderzoek naar de relevante milieuaspecten. De verkeersaantrekkende werking, luchtkwaliteit en geluidshinder maken daarvan onderdeel uit. Het klemt temeer daar deze onderzoeken nog nooit zijn gedaan. Ook niet in het kader van een huidige vrijstellingsprocedure voor 'Aan de dis', ook een detailhandelshop in shopconcept van Intratuin. Op basis van het voorgaande concludeert Blokker dat de gemeenteraad gewoonweg geen medewerking kan verlenen aan het bestemmingsplan. Ik verzoek u dan ook de zienswijze van Blokker gegrond te verklaren en het bestemmingsplan niet verder in procedure te brengen. Dank u wel." De VOORZITTER vraagt of raadsleden nog willen reageren. Dit is niet het geval. Besluitvorming Het voorstel wordt gesteund door de fracties van de SGP, het CDA, PRO'98, de ChristenUnie, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. 18. Strategisch beleidskader keten (voorstel nr. 07-26) De VOORZITTER laat weten dat heer Van Beek zich gemeld heeft als inspreker namens de Schaffelaarse Keet. Spreker geeft het woord aan de heer Van Beek. De heer VAN BEEK: "Voorzitter, geachte raad, beleidskader van keten. Ik spreek namens de Schaffelaarse Keet. Ik wil u, wethouder Verweij, niet tegen de haren instrijken, maar ik vind deze hoeveelheid eisen en regels gewoon absurd. Controle op brandveiligheid, dat is goed: geen bezwaar tegen. Het zijn bij mij overwegend meerderjarigen die stemrecht hebben en nu als minderjarigen dreigen behandeld te gaan worden. Het is privé-terrein en geen openbare gelegenheid voor 'jan en alleman'. Op pagina 9 van het Ketenbeleid staat: 'geen controle door de eigenaar'. Dat vind ik een beetje erg kort door de bocht, want die controle heb ik er weldegelijk over. Als er mensen bij zijn die niet deugen, dan pak je ze resoluut aan, want anders dan gaat het gewoon absoluut fout. Aan het aantal van 20, dat jullie voorstellen, kan ik me niet houden. De vriendenclub is veel groter. Die club kun je niet gaan scheiden. Verleden week stond er een stukje in de krant over de Valleilijn. Die treinen zijn overvol. Vervolgens wordt er een stukje in de krant geschreven over diervervoer. Aan het vervoer van dieren worden aantallen, en dergelijke gesteld. Dat schijnt met mensen dus niet zo te zijn. Ik vraag me af of het aantal personen in de keet niet in overeenstemming is te brengen met het vloeroppervlak. Ledenlijsten zijn volgens mij helemaal overbodig. U hoeft in een café of restaurant toch ook niet uw naam in te vullen? Dit is een inbreuk op de privacy. Ik herinner mij nu nog de opendag 's avonds in het gemeentehuis op 15 september vorig jaar. Toen ik destijds door het gemeentehuis liep, stond wethouder Verweij boven in de deuropening van zijn kamer. Een paar dames wilden toen in zijn kamer kijken, maar dat vond hij niet zo leuk. Nu gaan jullie dus in keten kijken en regelen, dat vinden wij ook niet leuk. De aanvulling van het ketenreglement heeft u nu uitgereikt gekregen, want als dit aangenomen wordt, sta ik er wel op dat die aanvulling bij het keetreglement komt te staan. De eigenaar moet een gedoogbeschikking aanvragen, maar dit is de omgekeerde wereld. We worden eigenlijk vrijwillig gedwongen. Vragen we die gedoogbeschikking niet aan, dan krijgen we die niet. Dan kan de keet eigenlijk niet blijven bestaan, dus wat willen we dan. Dan moet ik hem aanvragen. Dat is eigenlijk vrijwillig dwingen. Om een lang verhaal kort te maken. We hebben nog een andere wethouder in ons midden, die waarschijnlijk nog slimmer is dan een vos. Hij heeft op dinsdag 27 maart jl. een meldpunt voor overbodige regelgeving in gebruik gesteld. Dat geeft de burger weer moed. Bij de verkiezingen wordt beloofd dat men ook naar de burger luistert. Dus luister dan ook naar de burger, zoals bijvoorbeeld in TerBroek. In de krant stond dat de dorpswerkgroep een enquête had gehouden, waarbij heel sterk de mening naar voren kwam: 'handen af van de keten'. Mijn conclusie is dat het ketenpunt gewoon van de agenda kan. Dank u wel."
39
Fracties in eerste termijn Mevrouw DEN DUNNEN: "Voorzitter, ons wordt vanavond gevraagd om akkoord te gaan met 33 regels om zo te komen tot een soort gedoogbeleid van keten in onze gemeente. Jongeren hebben er behoefte aan om elkaar te ontmoeten en onder elkaar te zijn met vrienden en vriendinnen. Heel logisch. Ontmoeting en sociaal contact, onder elkaar zijn, dat hoort bij jongeren. Het is onderdeel van hun vorming. Vooral in het buitengebied zien we dan dat er spontaan keten ontstaan. Hoe komt dat? Omdat de behoefte aan contact kennelijk heel erg groot is en wij denken onder andere ook omdat er weinig anders te doen is in ons buitengebied. We zien het nut van deze keten in onze gemeente daarom best in. We zien een sociale functie die de keten vervullen. De positieve zaken. We zien ook de gevaren van de keten in. Brandgevaar, overmatig drankgebruik, de negatieve zaken. We zien de geschiedenis en we zien dat de keten ingebed zijn in een bepaald deel van de Barneveldse samenleving. Als keten alleen verlengde huiskamers zouden zijn, zouden we kunnen volstaan met het uitreiken van pluimen aan de ouders die hun huiskamers hiervoor openstellen. Bij de hoorzitting was een mevrouw die vroeg om zo'n pluim, omdat het best veel inspanning van ouders kost. Dat onderkennen wij ook wel. In de gevallen dat een keet op die manier functioneert, complimenteert PRO'98 deze ouders dan ook en dan zijn al die regels absoluut overbodig. Keten zijn in de loop der jaren klaarblijkelijk uitgegroeid tot grootschaligere ontmoetingsplaatsen. De fractie van PRO'98 vindt dan ook dat de volgende zaken daarom geregeld zouden moeten zijn: 1. De brandveiligheid moet in orde zijn. De gemeentelijke brandweer controleert. Kan de portefeuillehouder openbare orde en veiligheid bevestigen dat er bij calamiteiten nooit sprake kan zijn van enige mate van verantwoordelijkheid van de gemeente als regels binnen de keet blijkbaar onvoldoende zijn nageleefd? In onze visie is de keeteigenaar ten alle tijden verantwoordelijk. De afschuwelijke gebeurtenissen en de discussie in Volendam liggen nog vers in ons geheugen. Bij brand of andere calamiteiten zal toch al snel naar de gemeentelijke overheid gekeken worden en dat is waar wij als bestuur geen verantwoording voor willen dragen. 2. Alcoholmisbruik moet worden tegengegaan. Hiermee bedoelen wij teveel alcoholgebruik en verstrekking aan te jonge mensen. Voor sportkantines gelden regels afkomstig uit de drank- en horecawet. Waarom zouden deze zelfde regels ook niet gelden voor de keten waar alcohol geschonken wordt? Heeft de wethouder al eens onderzocht of deze regelgeving ook niet toepasbaar zou zijn op deze keten? Waarom verzint de gemeente allemaal regeltjes die moeilijk te handhaven zijn? Waarom laten we de keetbestuurders deze regels zelf niet opstellen en waarom toetsen we die dan vervolgens niet? 3. Bij overtredingen van regels en overlast moet de politie handhaven wat ons betreft en niet de jongerenwerker. Jongerenwerkers zijn er niet om de boeman te spelen. Jongerenwerkers moeten goede constructieve contacten met de jongeren kunnen opbouwen om zo een positieve bijdrage te kunnen leveren in de ontwikkeling van jongeren. Voor het idee van de VVD om dit raadsvoorstel uit te kleden en de meeste regels te schrappen, en om zo tot een flinterdun gedoogbeleid te komen, hebben we wel begrip, maar toch ziet PRO'98 dat niet als de juiste weg. Ook de vraag om akkoord te gaan met de 33 regels vinden wij een slecht voorstel. We bombarderen keeteigenaren en keetbezoekers met regeltjes die niet te handhaven zijn en waar niemand op zit te wachten. Keten worden niet veiliger door alleen maar regeltjes van bovenaf op te leggen. Keteneigenaren moeten zich bewust worden van hun eigen verantwoordelijkheid en voor een deel zal dat bereikt kunnen worden door hen zelf over de regels te laten meedenken. Nogmaals laat hen zelf met regels komen en toets die. Ten slotte nogmaals ons pleidooi om meer voorzieningen voor jongeren te creëren of te laten creëren. Ook in ons buitengebied. Als een ondernemer bijvoorbeeld bereid zou zijn om een discotheek te gaan opzetten op een goed bereikbare plek voor onze hele gemeente, dan zouden wij daar als gemeente voor open moeten staan. Ook in alle kernen zou een plek moeten zijn waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten. PRO'98 denkt niet dat er met meer voorzieningen en uitgaansmogelijkheden geen keten meer zullen zijn. Vandaar dat we mee blijven denken en suggesties doen voor eventueel ketenbeleid. Zolang wij daar met elkaar mee bezig zijn, zijn wij niet zo bang dat wij verplicht worden om handhavend tegen de keten op te treden. Laten we ons niet laten opjagen. Laten we de tijd nemen om dit goed met elkaar te regelen, zonder het doel uit het oog te verliezen. Dat is wat ons betreft nog steeds: keten moeten veilige plekken zijn voor onze jongeren. Dank u wel." De heer SCHURING: "Voorzitter,
40
de ChristenUnie vindt het ketenbeleid hard nodig. De keten, die een duidelijk sociale functie hebben, moeten absoluut voldoen aan de eisen van brandveiligheid, alcoholgebruik en ruimtelijke ordening. Het gedogen waarover wordt gesproken in de beleidsnotitie slaat op de ruimtelijke ordening. De schuur of zolder heeft niet de bestemming woning en het niet naleven van de bestemming wordt gedoogd. De caravan die in een mum van tijd affakkelt, moet zeker weg. Er wordt in het ketenbeleid niet gedoogd dat er brandonveilige situaties bestaan of dat er maar flink op los gezopen wordt. Op die onderwerpen moet volgens onze fractie keihard worden gehandhaafd. Handhaven. In het ketenbeleid is een fors aantal regels opgenomen. Dit is volgens ons ook nodig. Alleen met heldere regels kunnen we als gemeente afspraken maken met de betrokken partijen: de bezoekers, hun ouders en de grondeigenaar. Elk van deze drie partijen heeft een verantwoordelijkheid bij het netjes runnen van een keet. Er is tijdens de hoorzitting en ook in commissieverband gevraagd of elke maatregel nu echt wel nodig is en of we niet met absolute maar met streefwaarden moeten gaan werken. Ik ben benieuwd naar de reactie van de wethouder op dit punt, maar ik ga er vooralsnog vanuit dat juist het stellen van heldere grenzen duidelijkheid verschaft voor iedereen en dat het beleid bovendien staande kan worden gehouden bij een toets door de Voedsel- en Warenautoriteit of door Bureau Eerlijke Mededinging. De regels zijn dus concreet genoeg. Wat minder concreet is, is de manier waarop gehandhaafd kan en gaat worden. Uit deze beleidsnotitie kunnen wij niet goed opmaken hoe er wordt omgegaan met de overtreding van de duidelijke regels. Het lijkt ons raadzaam dat er ook een uitwerking komt van hoe er gehandhaafd gaat worden, met daarin aandacht voor wie wat doet. Dan weet iedereen, de keetbewoner, de jongerenwerker, politie, brandweer en andere betrokkenen, precies waar zij aan toe zijn. Een punt van aandacht bij het uitwerken van deze handhaving is de vraag: 'Wat te doen als een keet onverhoopt gesloten wordt?' Krijgen we dan balorige hangjeugd en wiens probleem wordt dat dan? Alcoholmisbruik is een breed maatschappelijk probleem. Niet alleen onder keetbezoekers, maar binnen vele lagen van onze maatschappij. In Nederland wordt behoorlijk veel gezopen en er zijn geen signalen dat dit in Barneveld anders is. Integendeel. Daarom is het goed dat in het ketenbeleid alcoholmisbruik wordt tegengegaan. We moeten echter niet de illusie hebben, dat we met dit ketenbeleid het complete alcoholprobleem van onze gemeente gaan oplossen. Hiervoor is een geïntegreerde aanpak nodig. Mijn fractie ziet daarom een belangrijke rol voor het gemeentelijke gezondheidsbeleid waar we kort geleden nog over gesproken hebben. Ook toen heeft mijn fractie aandacht gevraagd voor het alcoholprobleem. Wij zien uit naar de uitwerking van het gemeentelijk gezondheidsbeleid en gaan er vanuit dat daar ook een sluitende aanpak van alcoholmisbruik binnen de gemeente Barneveld in is opgenomen. Kan de wethouder hier iets meer over vertellen? Dan nog even iets over een opmerking, die ons via een band werd toegespeeld of eigenlijk via de krant. Na afloop van de hoorzitting heeft de heer Vos van de VVD richting de krant gezegd dat hij meer van de aanwezigen had verwacht. Ik citeer: "Dit beleid is erop gericht dat de keten op den duur moeten worden verboden. Ze hadden tijdens de hoorzitting op hun achterste poten moeten staan, maar de meesten lijken zich neer te leggen bij de regels van de gemeente." Ik wil de heer Vos vragen waar hij in het ketenbeleid leest dat dit beleid erop gericht is dat de keten op den duur verboden worden. Ik kan het nergens lezen. Ik ben benieuwd waar de heer Vos het wel leest. Misschien kan hij daar in zijn termijn zo dadelijk op ingaan. Voorzitter, ik rond af. Dat wil ik niet doen voordat ik gezegd heb, wat ik in commissieverband ook gezegd heb, goede keten hebben met dit ketenbeleid niets te vrezen. Sterker nog het beleid is erop gericht dat er een steun in de rug wordt gegeven aan de keetbezoekers, ouders en grondeigenaren die met een keet op een goede manier een ontmoetingsplek voor onze jongeren creëren. Dus slechte keten hebben wat ons betreft alles te vrezen. Zulke keten gaan direct dicht. Slechte keten horen niet in Barneveld en dat mag iedereen weten ook. Dank u wel." De heer VOS: "Voorzitter, ik wil graag wat opmerken over deze nota naar verantwoord ketengebruik. Allereerst wil ik graag noemen dat deze nota wat de VVD betreft helaas wel nodig zal zijn. Immers, de situatie in Putten heeft ons geleerd dat een totaal gebrek aan beleid afgestraft zou kunnen worden. Toch is onze partij van mening dat we hier met deze nota ver doorschieten. Wat is er feitelijk aan de hand? Wij hebben een college dat zich wil wapenen tegen die eventuele rechter en de rechtsgang. We zien keten die jeugdhonken ontberen en dat zelf invullen. Dat doen ze prima, daar vechten ze voor. Ook begrijpelijk. We hebben een stuk of 40 keten in onze gemeente. Eigenlijk nooit problemen. We zien ouders, en dat vind ik belangrijk, die blij zijn dat hun kinderen een plek hebben om veilig te verblijven. Ook ik was bij de dorpsdag in Zwartebroek en ik heb daar gesignaleerd dat er 106 aanwezigen waren, 32 van die aanwezigen vonden dit item belangrijk genoeg, hoewel de avond over iets heel anders ging, om een geel papiertje te nemen en er iets over op te schrijven en het op te plakken. 32 van de 106. Voor uw informatie: er waren daar 15 echt jeugdigen aanwezig. Dat waren dus 17 volwassenen, die het ook belangrijk vonden. Ik vond het ook belangrijk, meneer Van Beek. Horecaondernemers, die hebben ook belangen. Die mag je ook niet vergeten. Natuurlijk als keten uitgroeien tot verkapte kroegen, kun je er niet meer voor zijn. Ook ik niet meer.
41
Brandveiligheid, ook de VVD vindt die ontzettend belangrijk. Dat is eigenlijk het enige echte punt wat ik vind dat we zouden moeten steunen, maar zoals ik al zei: 'we zullen wel niet met alleen de brandveiligheid wegkomen'. Ik vind nog steeds, en dat vindt mijn fractie ook, dat een keet een verlengstuk is, of zou moeten zijn, van de keukentafel. Daar waar die keten toch uitgroeien tot verkapte horecabedrijven hebben we met zijn allen inderdaad de drank- en horecawet. Mevrouw Den Dunnen noemde het al. Waar ik erg veel moeite mee heb, is dat we jonge volwassenen of misschien wel oude jongeren betuttelen. Ik heb eigenlijk bedacht dat die keetreglementen sowieso niet zouden moeten gelden voor 21plussers. Eigenlijk is dat kolder. Voor kinderen wil je wat regelen, maar voor volwassenen niet. Ledenlijst. Ik vind dat bureaucratie ten top. Als er een ledenlijst hier op het gemeentehuis wordt bijhouden, is de vraag: Wie gaat dat allemaal doen? Ook ik vind die goedkeuring door de jongerenwerker niet goed. Jongerenwerkers zijn er niet om al dan niet goed te keuren. Ik heb van de wethouder begrepen dat hij dat enigszins meevoelt, dus ik heb er geen amendement over willen schrijven. De ter inzage legging oftewel het aanvragen van de gedoogbeschikking vind ik vragen om moeilijkheden. Als je echt gedoogbeschikkingen gaat laten aanvragen voor keten en je hebt straks 40 gedoogbeschikkingen in procedure, dan is het toch een koud kunstje voor BEM of Horeca Nederland om 40 bezwaarschriften te maken, met knippen en plakken hebben zij ze in 10 minuten klaar. Maar weet u hoeveel ambtelijke uren wij hier straks kwijt zijn om ze allemaal te behandelen. Dat worden 40 gedoogbeschikkingen, 40 keer aangevochten, 40 keer een bezoek, 40 keer afhandelen, 40 keer inspraakprocedure. Ik heb becijferd dat dit 300 ambtelijke uren gaat kosten en dan heb ik niets overdreven. Dan vind ik dat de verantwoordelijkheid die nog verder geprojecteerd wordt op de keeteigenaar fundamenteel fout is in deze keetnota. Dit is meestal een van de ouders. Die ouders nemen die verantwoordelijkheid elke dag. De wet geeft ze die verantwoordelijkheid ook. Dat hoeven wij niet dunnetjes over te doen. Maar ik vind dat de keetbezoekers zelf de verantwoordelijkheid zouden mogen dragen. Als ze minderjarig zijn, dan hebben ze ouders die het moeten doen, maar dan wel alle ouders en dan niet alleen maar diegene die toevallig dat stukje grond over had, waar het allemaal mag. Dat is niet fair tegenover de rest. Als we deze nota ongewijzigd aannemen, dan hebben we er een hele berg regeltjes bij. Regeltjes die we niet kunnen handhaven. We kunnen nu met onze BOA's en politieagenten de cafés die we hebben al niet heel goed controleren. Willen we dan ook nog 40 keten gaan controleren? Wie gaat het doen? Ik vraag het me af. Tot slot wil ik zeggen, voorzitter, mijn kinderen zijn 6 en 8. Die zijn nog te jong voor een keet, maar als ze wel zover zijn, hoop ik dat er nog altijd keten bestaan. Ik hoop ook dat zij er met hun vrienden eentje zullen stichten. Ik geef ze graag de gelegenheid. Dank u wel." De heer SCHURING: "Ik had de heer Vos een vraag gesteld over de passage waarin staat dat keten op den duur allemaal verboden zouden worden. Op welke pagina staat dat?" De heer VOS: "Die 33 regels en de ter inzage legging zijn volgens mij behoorlijke drempels, die de gemeente opwerpt. Bovendien moet de grondeigenaar of de keeteigenaar gaan tekenen. Die gaat zich nog wel eens bedenken en nog eens achter zijn oren krabben en denken: 'waar teken ik eigenlijk allemaal voor? De wet heeft al het nodige voor me in petto als er echt een keer iets gebeurt dat we allemaal niet willen'. Het zijn de drempels, meneer Schuring, die ik bedoel. Het opwerpen van extra drempels." De heer SCHURING: "U heeft gezegd dat dit beleid erop gericht is dat keten op den duur verboden gaan worden." De heer VOS: "Ik vind dat als je dit beleid ongewijzigd aanneemt, dat je erop aanstuurt om de keten maar gewoon af te schaffen." De VVD dient twee amendementen in. Het eerste amendement van de VVD luidt als volgt: Amendement Nota Ketenbeleid
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 3 april 2007
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: − Het aanvragen van een gedoogbeschikking en de bijbehorende ter inzage legging moeten worden geschrapt uit het strategisch beleidskader Keten en de Nota Ketenbeleid.
42
−
De verantwoordelijkheid voor een Keet moet expliciet worden neergelegd bij de gebruikers, een te vormen Keetbestuur en niet bij de terreineigenaar.
Toelichting: Aanvragen gedoogbeschikking met bijbehorende ter inzage legging zal resulteren in een juridisch steekspel, standaard bezwaarschriften door belangenverenigingen zullen integraal worden ingediend hetgeen grote administratieve lastendruk zal bewerkstelligen. Terreineigenaren zijn veelal de ouders van een van de betreffende jongeren. Verantwoordelijkheden dienen te worden gedeeld, en, anders dan de aansprakelijkheid die de terreineigenaar krachtens de Wet al heeft, moeten we niet de verantwoordelijkheden op enkele goedwillende ouders projecteren, tenslotte doen deze ouders met de beste bedoelingen jarenlang hun best en zal dit tekenen resulteren in een aantal ouders dat afhaakt, waarmee wij deze initiatieven doen stranden.
Ondertekening en naam: J.A.F. Guldie J.W. van den Born T. Bos P.B.J. Vos
Het tweede amendement van de VVD luidt als volgt: Amendement Nota Ketenbeleid
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 3 april 2007
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: − − −
Maximering op 40 keten veranderen in 'streefgetal is 40 keten'. Maximering op 20 vrienden per vriendengroep veranderen in 'streefgetal is 20 personen per keet'. De actuele ledenlijst op het gemeentehuis niet opnemen in de regelgeving.
Toelichting: −
−
Maximering is oneerlijk tegenover jongeren die netjes aan de voorwaarden willen voldoen maar door quotering niet in aanmerking komen en maximering van het aantal vrienden is niet controleerbaar en te rigide. Wijzigingen kunnen hiermee niet bijgehouden worden, waardoor de ledenlijst slechts bij de indiening accuraat is. Het ter inzage leggen van een ledenlijst gaat te ver voor dit doel. Andere besloten clubs hoeven dit ook niet te doen. Privacywetgeving is in het geding. Een ledenlijst aan een spijker bij de ingang is voldoende voor eventuele controleurs terwijl zo de lijst ook beter actueel gehouden kan worden.
Handhaving van deze regelgeving is ondoenlijk en het stellen van niet handhaafbare regels is geen goede zaak.
Ondertekening en naam: J.A.F. Guldie J.W. van den Born T. Bos P.B.J. Vos
43
De heer VAN ESSEN: "Voorzitter, voor Lijst 8 spreekt het woord 'strategisch' boekdelen. Want waar gaat het om? Het is de bedoeling om de keten voor zover mogelijk te laten verdwijnen uit de gemeente Barneveld, meneer Schuring. Lijst 8 is dat met de VVD eens. Maar hoe? Men vergroot eerst het probleem dat er is en meet dat breed uit. Bij de intensieve veehouderij en de landbouw heeft men dat ook gedaan. Wat was daar het probleem? Een milieuprobleem in de vorm van een mestoverschot en een ammoniakprobleem. Dat pakken we strategisch aan met beleidsregels in de vorm van maatregelen die het functioneren van bedrijven aantasten. Door deze regels heel langzaam iedere keer weer aan te scherpen, hebben boeren niet in de gaten wat er eigenlijk speelt. De bedoeling is om op lange termijn zoveel mogelijk boeren te laten verdwijnen. En hierbij wordt gebruikt gemaakt van een oneigenlijke argumentatie: een milieuprobleem. Dit is een mestprobleem. Iedere boer moet weten dat dit geen organische mest- maar een kunstmestprobleem is, dat met veel milieuvervuiling en veel energie geproduceerd wordt. Het is maar een voorbeeld. De keten zijn illegaal. Het gaat om alcohol- en drugspreventie, brandveiligheid en ruimtelijke ordening. Om dit langzaam maar effectief te laten verlopen, wordt dit traject strategisch in werking gezet. Met dit resultaat als effect. We maken het aantal keten zichtbaar met een aantal aangevraagde en afgegeven gedoogbeschikkingen en ketenreglementen. Ik hoef niet alles meer te herhalen, want de heer Vos heeft dit al gezegd. De keten die handhaving vragen, moeten verdwijnen. Registratie moet zoveel mogelijk tegen gehouden worden. Alcoholproblematiek is in de horeca in heel Nederland aan de orde. De gemeente Barneveld onderkent de meervoudige problematiek rond keten. Zij staat geen ongebreidelde groei van dit fenomeen toe. De gemeente stelt duidelijke voorwaarden. Betuttelende regels. Waar mogelijk worden alternatieven ontwikkeld door de jongerenwerker. Het mag wat kosten om ze weg te krijgen. Net als in de landbouw bij de interim-wet ammoniak wordt ook hier het wapen van dreiging ingezet. Als men niet luistert, dan wordt alles gesloten. Een kosteloze voorziening van de jeugd, die daarin hun eigen verantwoording neemt, wil het gemeentebestuur vervangen door een niet-lopend, peperduur jeugdbeleid. Het jeugdbeleid mag € 270.000,-- kosten. Er zijn geen alternatieven voor keten. Er is een hoorzitting gehouden waarbij de wethouder de jeugd duidelijk moest maken dat er geen andere keuze is dan deze betuttelende regels om het ketenfenomeen de das om te doen. De keetbezoekers en hun ouders c.q. verantwoordelijke burgers voor deze keten, hebben bij de hoorzitting alleen gezegd dat zij niets zien in de bemoeienis van de gemeente. De politiek houdt een hoorzitting; ze luistert wel, maar doet er niets mee. Een schijnvertoning. Lijst 8 vindt dat alle betuttelende regels geschrapt kunnen worden. Alleen de regels met betrekking tot de brandveiligheid moeten we handhaven. Hiervoor dient Lijst 8 een amendement in. Ik ben het helemaal met de heer Van Beek eens. Als er handhavend opgetreden dient te worden, kan en mag de heer Van Beek niet verantwoordelijk gesteld worden. Dank u wel." Het amendement van Lijst 8 luidt als volgt: Agendapunt III-18 Voorstel nr. 07-26
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 3 april 2007
Onderwerp: Strategisch beleidskader keten
Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: Alleen het beleidskader brandveiligheid op te nemen. Alle andere beleidskaders te schrappen
Toelichting: Er zijn geen klachten vanuit de gemeenschap binnen gekomen dan alleen vanuit de horecasector in verband met vermeende inkomstenderving. De verantwoordelijkheid bij de eigenaren en de bezoekers van de keten ligt. Ze zo een goede sociale functie hebben en de gemeenschap niet op kosten jaagt.
Namens Lijst 8
44
W. van Essen
De heer KNAPEN: "Voorzitter, in de commissievergadering van 10 januari jl. hebben we uitgebreid met elkaar gediscussieerd over dit onderwerp. De SGP-fractie heeft toen aangegeven achter het plan van het college te staan en wij hebben hen toen gecomplimenteerd met de overzichtelijke en inhoudelijk goede nota. Wij hadden hier ook genoeg reden voor, omdat wij van mening zijn dat de nota van een stuk evenwicht getuigt en het college de problematiek niet uit de weggaat, maar juist naar oplossingen zoekt. Oplossingen die vooral zijn gericht op verantwoordelijkheid en veiligheid. Dat wij als SGP vinden dat jongelui elkaar het beste in een thuissituatie kunnen ontmoeten, is genoegzaam bekend. Aan de andere kant zijn wij ook van mening dat de bestaande situatie rond de keten niet kan worden gehandhaafd, gezien de ontwikkeling in het land. Sluiting van de keten levert ook problemen op. Als al die jongelui op straat komen, dan zal dit de sfeer ook niet ten goede komen. Voor ons als SGP zijn de volgende punten van belang: De keten zijn al jarenlang een probleem in het buitengebied van onze gemeente. De heer VAN ESSEN: "Ik heb nog nooit een klacht gehoord." De heer KNAPEN: "Ten aanzien van veiligheid, alcoholgebruik en alcoholmisbruik. Ook ten aanzien van de ruimtelijke ordening." De heer VAN ESSEN: "Oh, de ruimtelijke ordening is het probleem." De heer KNAPEN: "Nee, dan luistert u niet goed, meneer Van Essen. U moet luisteren naar wat ik zeg. Ik zeg dat het ten eerste gaat om een stuk veiligheid en dat het ten tweede gaat om de ruimtelijke ordening en alcoholgebruik en -misbruik. Dat zijn toch wel problemen, lijkt me. Of ontkent u deze problemen?" De heer VAN ESSEN: "Nee, ik ontken niets, maar dit heeft niet specifiek met keten te maken." De heer KNAPEN: "Als je het goed regelt, lijkt gedogen mogelijk. Doe je dit niet, dan zul je wel moeten sluiten. De regeling van de verantwoordelijkheid vinden wij een goede zaak. Er moet iemand aansprakelijk zijn en de verantwoording op zich nemen. Dit kan dan ook worden geregeld via het zogenaamde 'keetreglement'. Wij zijn van mening dat de gemeente geen verantwoording kan en mag nemen voor de keten. Er wordt dan heel snel naar de overheid gekeken. Wordt de verantwoordelijkheid niet genomen, dan vinden wij sluiting van de keet onontkoombaar. Het alcoholmatigingsbeleid dat in de nota is opgenomen, juichen wij toe. Juist als het gaat om het tegengaan van drankmisbruik, onderschrijven wij van harte de aanbevelingen uit de nota. De gezondheid van de jongelui is belangrijk en deze wordt op deze manier bevorderd. Op de lange termijn hopen wij hier positieve gevolgen van te zien. We realiseren ons ook dat het drankmisbruik niet alleen in keten voorkomt. De veiligheid voor de bezoekers staat voorop en dit vinden wij een goede zaak. In onze fractie hebben wij meerdere malen stilgestaan bij dit onderwerp. Ook constateren we dat de georganiseerde hoorzitting ons standpunt, dat we hadden, juist heeft bevestigd. Het was goed om de betrokkenen te horen en met hen van gedachte te wisselen. Ook hebben we enkele jongelui, fervente keetbezoekers uit het buitengebied, gesproken. Hun mening was over het algemeen steeds: 'we houden het liever zoals het nu is, maar als het geregeld moet worden, dan zullen we wel meewerken’. Hiermee wil ik de eerste termijn besluiten. Ik wil wel alvast wat zeggen als reactie op de amendementen die de heer Vos via de mail heeft rondgestuurd. Daar waar het gaat om de verantwoordelijkheid, is dit amendement volgens mij niet mogelijk. De terreineigenaar is en blijft verantwoordelijk." De heer VOS: "Dan hoeven we dat niet extra te regelen, want dat is al bij wet geregeld." De heer KNAPEN: "Ja, maar je moet dingen soms formaliseren." De heer VOS: "Je kunt ze dan ook eerlijker verdelen, daar waar je dingen nog wilt formaliseren." De heer KNAPEN: "Dat begrijp ik niet. Wij hebben een vraag gesteld in de commissie over de 40 keten en de 20 vrienden per vriendengroep. Als het gaat om het tweede amendement wil ik graag eerst het antwoord van de wethouder horen. Verder wil ik de wethouder nog vragen of hij wil ingaan op het voorstel van de heer Van Beek met betrekking tot het vloeroppervlak. Over de vraag van de heer Schuring met betrekking tot de handhaving mag van mij ook nog wel iets meer duidelijkheid komen."
45
De heer VAN DER WERF: "Voorzitter, het zou een geweldige zaak zijn als wij in staat zouden zijn om in onze gemeente de keten zodanig te laten organiseren door de gebruikers zelf, dat we als gemeente eigenlijk niets zouden hoeven doen. Ik ben in een van de keten geweest en die was perfect georganiseerd, zoals ik dat althans heb kunnen waarnemen. Ik moet zeggen dat je keten van verschillende soorten kan tegenkomen. Er zijn keten die ongetwijfeld perfect georganiseerd zijn, en waar we als gemeente ook eigenlijk geen zorgen hoeven te hebben. Maar toch gaan we vanavond iets proberen te regelen, dat eigenlijk nooit helemaal waterdicht te regelen valt. Dat is in wezen toch de nota ketenbeleid die ter besluitvorming voorligt. Ook als we het vanavond in dit huis eens worden over het voorgestelde ketenbeleid, dan houden we toch twee grote problemen. 1. We blijven uitermate kwetsbaar voor juridische procedures die het beleid onderuit kunnen halen. Dat zou altijd nog mogelijk zijn. 2. We zitten met een behoorlijk probleem om de nieuwe gedoogregels te controleren. Of we vanavond het Barneveldse ketenmodel introduceren, dat navolging vindt bij andere gemeenten, is nog even afwachten. Er staat wel tegenover dat wij als gemeente een stuk verantwoordelijkheid nemen in de zaken die we de afgelopen jaren hebben laten liggen en waar we simpelweg niet onderuit kunnen. De wethouder heeft dat ook betoogd en de CDA-fractie is het daar mee eens. Uitstellen en maar niets doen, en afwachten heeft ook geen zin. Als er echt iets fout gaat, dan kunnen we als gemeente wel degelijk aansprakelijk worden gesteld. De CDA-fractie is zich zeer bewust van het risico en de gevolgen van bijvoorbeeld een brand. Wij kunnen ons, als raad, niet de handen in onschuld wassen. Dan heb ik het nog niet eens over de aansprakelijkheid in zo'n ernstig geval. We hebben in onze gemeente niet een enorme traditie als het om formeel gedogen gaat. Ten opzichte van omliggende gemeenten waren wij altijd tamelijk consequent als het om illegale bewoning van recreatiewoningen ging. In wezen zouden we dus ook met de keten dezelfde consequente lijn moeten volgen en als wethouder en raad gewoon de wet en de regelgeving moeten handhaven. Dat zou dan betekenen dat er 40 gezellige keten worden opgeruimd en alle jongeren voortaan gaan plaatsnemen in huiskamers, dorpshuizen, legale kroegen en discotheken. Maar wie in deze raadszaal staat nu op en geeft nu aan dat hij of zij gelooft dat dit zal gebeuren als we de keten opdoeken? Het CDA verwacht dat er zich dan wel weer nieuwe, illegale varianten zullen ontwikkelen, omdat er een kennelijke behoefte is aan deze knusse hokken, die wat gelardeerd worden met alcohol en sigarettenrook. Laten we nu ook eens voorgoed afscheid nemen van het idee dat, als er maar genoeg aanbod is van de gewone horeca, er een mindere behoefte aan keten zou bestaan. Ik geloof er helemaal niets van. Ik heb de jongelui gesproken en die zeggen: 'Natuurlijk gaan we ook wel naar ‘Hent Uut ’t Zaand’, maar die keet is voor ons ontzettend belangrijk. Al zouden er drie discotheken in de buurt zijn, dan nog blijft die keet voor ons belangrijk." Daar moeten we dus ook met elkaar niet in geloven." Mevrouw DEN DUNNEN: "Ik heb ook niet gezegd dat keten zullen verdwijnen als er maar genoeg andere mogelijkheden zijn. Ik heb juist gezegd dat wij ons realiseren dat die keten toch wel zullen blijven bestaan en dat het daarom voor ons van groot belang is om te blijven zoeken naar een manier om dat gezamenlijk goed te regelen." De heer VAN DER WERF: "Dat heeft u inderdaad gezegd, maar u heeft er iets bij gezegd. U heeft gezegd: 'In het buitengebied is een vrij klein aanbod, dat zouden we meer moeten stimuleren en we zouden meer mogelijkheden moeten scheppen, enzovoort.' Ik geloof niet dat er een verminderde behoefte aan keten zou zijn, als er meer regulier aanbod komt. Als we vanavond instemmen met deze nota, riskeren we natuurlijk het verwijt dat we als raad niet de politieke moed hebben om de illegale keten op te ruimen. De vraag is of we dat zouden willen. Wij herkennen het dilemma dat jongeren de behoefte hebben om in zo'n omgeving gezelschap, vriendschap en gezelligheid te zoeken. Als CDA-fractie hebben wij ervoor gekozen om het gedogen onder strikte voorwaarden, zoals in deze nota is neergelegd, te steunen. Wij hebben onze collega Vos van de VVD de afgelopen maanden warm zien lopen om aanvankelijk de hele nota van tafel te vegen. Vervolgens heeft de wethouder ook hem in de commissievergadering kunnen overtuigen van het feit dat dit juist zou leiden tot het moeten handhaven van de regelgeving en het verdwijnen van de keten. Ik zeg eigenlijk het omgekeerde van hetgeen de heer Vos nu vanavond betoogt: wij geloven juist dat als je onder een strikt gedoogbeleid de keten accepteert, dit een goede plek geeft in de gemeente en regels stelt, deze keten in kwaliteit zullen verbeteren. Het is dus logisch dat de heer Vos in het verlengde van zijn hoge inzet nog wat zaken wil aanpassen. Ik schort ons oordeel over het amendement van de VVD nog even op om ook de mening van de wethouder hierin mee te laten wegen. Het CDA denkt dat, als we op allerlei onderdelen wijzigingen gaan doorvoeren, dit toch al discutabele gedoogbeleid, zijn wankele steun onder externe partijen, zoals horeca en de Voedsel- en Warenautoriteit wel eens kwijt zou kunnen raken, omdat het om essentiële voorwaarden gaat, waar zij mee hebben ingestemd. Kortom wij zullen in eerste instantie niet geneigd zijn om allerlei amenderingen op de voorgestelde regelgeving te doen. Wij zijn van mening dat dit
46
beleid ingezet moet worden en dit na een jaar heel goed geëvalueerd moet worden. De resultaten hiervan kunnen gebruikt worden om in een volgende periode in te zetten." Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder VERWEIJ geeft aan dat het college zeker niet de intentie heeft gehad om de keten te laten verdwijnen. Dit is in de nota ook niet terug te vinden. Spreker merkt op dat de jongeren in staat zijn om over de drempels, die in de vorm van de regels worden opgeworpen, heen te stappen. Deze drempel is wellicht het eerste jaar wat hoger, dan de daarop volgende jaren. Het verlengen van de gedoogbeschikking zal in de volgende jaren minder werk zijn. Keten hebben in de ogen van het college absoluut een geschiedenis en een betekenis. Deze hebben een sociale functie. Deze functie wordt door het college niet ontkend of gebagatelliseerd. Spreker benadrukt dat de huidige situatie geheel illegaal is. Dit maakt geen enkele kans om op deze wijze gecontinueerd te worden. De gemeente is genoodzaakt om een beleid hierop te formuleren als zij de keten wil laten voortbestaan. Dit beleid noemt men 'actief gedogen'. Dit heeft in Nederland een juridische status. Spreker heeft uitvoerig contact gehad met medewerkers van de ministeries van VROM en VWS. Beide ministeries hebben expliciet aangegeven dat passief gedogen niet mogelijk is. Er dient actief gedoogd te worden. Dit dient plaats te vinden door middel van gedoogbeschikkingen. Het voorliggende beleid is aan de beide ministeries en de Voedsel- en Warenautoriteit voorgelegd. De huidige formulering is volgens spreker goed. Handhaving. Spreker bevestigt dat de handhaving inderdaad nog een punt van zorg is. In deze nota is de handhaving nog niet uitgewerkt omdat spreker graag eerst het beleid wilde formuleren, waarbij gekeken wordt of er voldoende draagvlak binnen de raad bestaat. Vervolgens zal aansluitend het handhavingsbeleid geformuleerd worden. Spreker heeft hierbij serieuze verwachtingen. Alle betrokken partners zullen bij het formuleren van het handhavingsbeleid betrokken worden. Als het gaat om de veiligheid, de ruimtelijke ordening en de gezondheid zijn deze volgens spreker van zware betekenis. In publicaties van bureau STAP wordt duidelijk aangegeven dat de gegevens met betrekking tot de gezondheid schrikbarend zijn. Door het ministerie van VWS wordt gesteld dat er wetenschappelijk onderbouwde aanwijzingen zijn dat alcoholgebruik door kinderen tot 16 jaar, waarvan in keten regelmatig sprake is, tot ernstige gezondheidschade leidt. Er is geen sprake van een heksenjacht. Met betrekking tot de veiligheid, de ruimtelijke ordening en de gezondheid krijgt de gemeente veel informatie over de problemen die moeten worden aangepakt en waarvoor de gemeente medeverantwoordelijk is. De heer VAN DER WERF: "U heeft terecht dit probleem aangeduid, maar u heeft niet voldoende genuanceerd dat dit niet bij uitstek een keetprobleem betreft. Dit is een breed probleem in de samenleving. We moeten uitkijken dat de keet niet in het negatieve daglicht wordt gesteld." Wethouder VERWEIJ zegt dat hij blij is dat de heer Van der Werf hem daarop wijst. Het is flauw om keten alleen negatief aan te duiden. Ze vervullen een belangrijke, sociale functie. Bij een alcoholmatigingsbeleid kan de gemeente zich niet verbeelden dat dit wordt opgelost door de aanpak van het ketenprobleem. Spreker weet niet of hij de, door de heer Schuring gevraagde, sluitende aanpak voor het gezondheidsbeleid kan bieden. Er zal in ieder geval aandacht aan worden besteed. Door PRO'98 wordt de vergelijking gemaakt met sportkantines. Spreker wijst op de verschillen. Sportkantines zijn ruimtetechnisch legaal. In sportkantines wordt onder andere leiding gegeven door volwassenen. Deze kantines staan onder directe verantwoordelijkheid van besturen van sportverenigingen. Spreker vraagt zich af of 'het betuttelen van jonge volwassenen' uitgelegd kan worden als 'een noodzaak om jeugdigen en jonge volwassenen tegen zichzelf te beschermen'. Dit klinkt volgens hem heel anders. Ledenlijsten. Dit is inderdaad een vorm van bureaucratie, maar daarmee zijn ze echter niet overbodig. Spreker wijst erop dat de gemeente naar de bevoegde instanties in de beleidsregels ruim voldoende moet kunnen duidelijk maken dat een keet iets essentieel anders is dan een reguliere horecagelegenheid. Een keet is in feite een besloten club. Dat wordt bevestigd door met een ledenlijst te werken. Het tweede aspect dat benadrukt wordt, is hierbij de vraag waar de verantwoordelijkheid ligt. Hiervoor is de ledenlijst absoluut noodzakelijk. Indien er sprake is van een vaste groep bezoekers, is het opstellen van een ledenlijst niet moeilijk. Als bij een controle blijkt dat enkele namen van de lijst niet meer kloppen, zal dit niet tot zeer grote problemen leiden. Gedoogbeschikkingen. Als de gedoogbeschikkingen een formele status worden toegedacht, dienen deze een formele weg te bewandelen. Als er geen gebruik wordt gemaakt van de gedoogbeschikkingen, loopt de gemeente het risico dat de BEM controleert. Spreker herhaalt dat het niet de intentie van het college is om de keten te laten verdwijnen. Hij bevestigt dat er ook alcoholproblemen bestaan in de horeca. Spreker betreurt het echter dat de heer Van Essen ondanks dit feit tegen de aanpak van dit probleem bij de keten is. Er wordt met betrekking tot dit probleem veel gecontroleerd bij de reguliere horecabedrijven.
47
Spreker wijst erop dat de rechter zal moeten bepalen wie bij de keten de daadwerkelijke verantwoordelijkheid draagt. Hij verwacht dat de eigenaar van het perceel waarschijnlijk in grote mate verantwoordelijk zal zijn. Vloeroppervlak. Spreker laat weten dat het vloeroppervlak in directe relatie staat tot de genoemde ledenlijst en het genoemde aantal van 20 personen. Dit is het aantal waarbij onder andere de Voedsel- en Warenautoriteit aangeeft dat er geen sprake is van een commerciële horecagelegenheid. Door een groter oppervlak en een groter aantal personen toe te staan, wordt er een verband gelegd met een reguliere horecagelegenheid. Spreker laat weten dat hij van mening is dat de gemeente met het voorliggende plan een minimale kwetsbaarheid treft. Met de voorgestelde regels is de gemeente in ieder geval minder kwetsbaar dan in de huidige situatie. Amendementen. Spreker geeft aan dat hij reeds gemeld heeft dat de gedoogbeschikking noodzakelijk is. Spreker vraagt een korte toelichting op het amendement van de VVD met betrekking tot het aantal keten. De heer VOS: "Bij de vaststelling van 40 keten, zou het voor de jongeren jammer zijn, als zij voldoen aan de voorwaarden, maar keetnummer 41 zouden zijn. Bij het streven naar 40 kan dit aantal minder of meer worden." Wethouder VERWEIJ geeft aan dat het aantal van 40 keten is gebaseerd op het huidige beleid en dat dit aantal ook is gecommuniceerd met de externe partners. Dit aantal heeft de goedkeuring. Spreker stelt voor om met dit aantal te beginnen. Na een evaluatie is het mogelijk om dit aantal, zo nodig, bij te stellen. Zeker in het kader van het alcoholmatigingsbeleid lijkt het spreker niet gewenst om dit aantal open te stellen voor een verruiming. Fracties in tweede termijn Mevrouw DEN DUNNEN: "Voorzitter, wij hebben de wethouder horen zeggen dat de verantwoordelijkheid niet bij het gemeentebestuur kan liggen. Dit is voor ons een heel belangrijk punt. Wij vinden dat wij als bestuur niet verantwoordelijk kunnen zijn. We willen het niet en we kunnen het niet. Waarom hebben wij regels in sportkantines aangehaald? Niet om deze regels geheel over te nemen, maar omdat er in deze regels wel veel elementen zitten die we zouden kunnen gebruiken. Het was slechts een suggestie. Het CDA zegt: 'Dit toch al discutabele gedoogbeleid zou als voorbeeld voor andere dorpen kunnen dienen.' Wij hebben natuurlijk ook ons licht opgestoken bij onze collega's in Putten. In Putten heeft de rechter bepaald dat het niet juist is als Putten niet wil handhaven. Deze zaak ligt nu bij de Raad van State. Na de zomervakantie wordt in deze zaak een uitspraak verwacht. Wij krijgen het idee dat Barneveld een beetje 'het braafste jongetje uit de klas' wil zijn. Barneveld moet als voorbeeld voor andere dorpen gaan gelden. Laten we nu onze tijd nemen en uit mijn eerste termijn zal duidelijk zijn dat wij een andere manier van werken voorstaan. Wij zouden toch graag samen met keeteigenaren de regels opstellen. Hierbij moeten we in ons achterhoofd houden of de ministeries van VROM en VWS akkoord zullen gaan. De haast die hierbij toegepast wordt, is volgens ons niet nodig. Amendementen. Het eerste amendement van de VVD met betrekking tot de gedoogbeschikking zullen wij niet steunen. Het tweede amendement van de VVD kunnen wij wel steunen. Het zal u duidelijk zijn dat wij geen voorstander zijn van het opleggen van regels van bovenaf. Dit zullen wij sowieso helemaal niet steunen. Het amendement van Lijst 8 zullen wij ook niet steunen. Wij zijn niet van mening dat alcoholmisbruik alleen een ketenprobleem is, maar voor ons is het van groot belang dat dit wordt aangepakt. Dank u wel." De heer SCHURING: "Voorzitter, de amendementen van de VVD steunen wij beide niet. Wij zijn van mening dat, en dat heeft de wethouder ook gezegd, de regels die zijn opgenomen, nodig zijn om dit beleid staande te houden bij de hogere instanties. Dit willen wij niet op voorhand laten wankelen. Het amendement van Lijst 8 kunnen wij niet steunen. De toevoeging van de heer Van Beek kunnen wij ook niet steunen. Ik denk dat u wel degelijk een verantwoordelijkheid houdt als u het zover laat komen, dat handhaving noodzakelijk is. Ik ben vergeten de wethouder te bedanken voor zijn beantwoording en u zult begrijpen dat wij het raadsvoorstel zullen steunen. Dank u wel." De heer VOS: "Voorzitter,
48
dit beleid heeft, denk ik, het gevolg dat er veel keten op zullen sneuvelen. Het zal niet de bedoeling zijn van de wethouder, maar ik denk dat het wel een gevolg zal zijn. We kunnen van mening verschillen hierover. Ik hoop natuurlijk dat de wethouder en het CDA hier gelijk krijgen en ik niet, maar als wij de komende maanden verzeild raken in een ambtelijk en juridisch geldverslindend gekrakeel, help ik u herinneren aan deze woorden. Ik heb overigens ook voor alle keten in ons gemeente inmiddels de oplossing gevonden." De heer SCHURING: "Ik begrijp wat de heer Vos zegt. Het hoeft niet de bedoeling te zijn. De vraag aan de heer Vos is: 'Als u de regels bekijkt, vindt u het dan erg dat de keten, die daar niet aan kunnen voldoen, moeten veranderen of moeten sluiten?" De heer VOS: "Dan heeft u me toch niet helemaal goed begrepen, want u vindt alle 33 regels reëel. Ik vind dat niet. Dat is ons verschil van inzicht, meneer Schuring, en daar kunnen we nog lang over praten, maar dat helpt niet echt. Ik heb net gezegd dat ik denk dat ik de oplossing weet en ik denk dat dit echt zo is. Ik heb goed geluisterd naar hetgeen is gezegd over de sportkantines. Ik denk dat alle keeteigenaren, en ik zal zelf het goede voorbeeld geven, zich aan moeten sluiten bij de Nederlandse Dartersvereniging en een dartvereniging moeten beginnen. Dan hebben we straks allemaal een sportkantine, misschien krijgen we nog wel gemeentelijke subsidie." De VOORZITTER wijst erop dat de heer Vos wel één uur na de wedstrijd de keet moet sluiten. De heer VOS: "Ik kijk wel eens naar het darten op televisie en dan wil ik op een gegeven moment graag naar mijn bed. Ik heb ook nagedacht over een serieus alternatief. Ik wil serieus voorstellen dat alle keten een bestuur oprichten. Als alle keten een bestuur oprichten, dan hebben zij allemaal een aanspreekpunt voor de gemeente, voor de instanties. Daarmee haal je een stuk van de verantwoordelijkheid weg bij de terreineigenaar. Dat is volgens mij een heet hangijzer in de nota en het is een stuk eerlijker om de verantwoordelijkheid zo te delen. Bovendien tackel je ook meteen het feit dat de grondeigenaar ook moet instaan voor alles waar hij ook geen zicht op heeft." De heer BARENDREGT: "Meneer Vos, neemt het bestuur dan de verantwoordelijkheid op zich?" De heer VOS: "Natuurlijk, want dan richt je een vereniging op. We hoeven dit niet allemaal hier nu met zijn allen te beslissen. Ik geef deze suggestie alleen aan u mee. Ik denk dat een heleboel keeteigenaren eens goed moeten kijken en onderzoeken of dit geen mogelijkheid is. Ik zou het slim vinden. Dank u wel." De heer VAN ESSEN: "Voorzitter, ik heb het betoog van de wethouder gehoord en ik heb geconstateerd dat ik hetgeen Lijst 8 heeft aangedragen niet kan bijstellen. Alcohol en gezondheid. Dit is een probleem dat Lijst 8 ook onderkent. Limonade kan in de toekomst wellicht een veel groter probleem worden met betrekking tot alle suikers in het bloed. Het bestrijden van de alcohol zou moeten beginnen bij de keten. Dan zeggen wij: 'Laten we dat dan bij de horeca doen.' Handhaven. We moeten straks net als bij de keet aan de Topperweg de ME inschakelen. Waar zijn we mee bezig? Dit wordt gewoon een wespennest en ik hoop dat ze nog steken ook. Dank u wel." De heer KNAPEN: "Voorzitter, de wethouder heeft de vragen naar tevredenheid beantwoord. Het tweede amendement van de VVD zullen wij ook niet steunen. Het amendement van Lijst 8 zullen wij ook niet steunen." De heer VAN DER WERF: "Voorzitter, wat mij niet duidelijk is geworden is hetgeen PRO'98 wil. Ik heb begrepen dat u zegt dat we geen haast moeten maken en dat we niet 'het braafste jongetje uit de klas' moeten zijn. Laat de jongeren nu zelf maar de regels bepalen. Dat doen ze nu ook al. Wat is het verschil tussen de bestaande situatie en de situatie die u nu voorstelt?" Mevrouw DEN DUNNEN: "Ik stel voor om de keteneigenaren zelf met regels te laten komen om de zaak keurig netjes binnen de perken en veilig te houden. Die regels moeten dan gezamenlijk getoetst worden. Hiervoor moet de tijd genomen worden. Wij zijn van mening dat met het opleggen van deze 33 regels van bovenaf de keten niet veilig worden. Sterker nog, wij denken juist dat het de keten zal prikkelen om illegaal te gaan werken."
49
De heer VAN DER WERF: "Betekent dit dat u de voorliggende nota niet zult steunen? De amendementen. De CDA-fractie zal geen van de amendementen steunen. Ik denk dat de wethouder voor een aantal zaken toch behoorlijk stevige argumenten heeft ingebracht om juist de regels, die in de nota voorliggen, toe te passen. Volgens het CDA is het een goede zaak om daarmee te starten en in de toekomst zullen wij kijken of het op die manier werkt. Dank u wel." De heer VAN BEEK: (als inspreker na de tweede termijn) "Voorzitter, geachte raad, het was een interessante discussie. De controles van de brandweer vind ik wel goed. Als we kunnen blijven overleggen zijn we volgens mij al een heel eind. Ik heb me zeer geërgerd aan het taalgebruik van de heer Schuring van de ChristenUnie. Dat vind ik geen manier van doen, zoals u op de keten afgeeft. Ik neem het u zeer kwalijk. Ik had dit niet van de ChristenUnie verwacht. Van veel zuipen is absoluut geen sprake. Die jongens moeten elke dag om zes uur aan de slag. Vrijdags hebben zij een keer een feestje. En zaterdagavond is het vóór de zondag afgelopen. Drankmisbruik wil ik bij mij niet hebben. Vrijdagavond hebben we daar een BOB voor. Er zijn bij mij nog nooit uitsmijters nodig geweest. Dank u wel." Besluitvorming Het eerste amendement van de VVD wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, PRO'98, de ChristenUnie en Burger Initiatief. Het amendement wordt gesteund door de VVD en Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 25 stemmen tegen en 5 stemmen voor. Het tweede amendement van de VVD wordt niet gesteund door de SGP, het CDA en de ChristenUnie. Het amendement wordt wel gesteund door PRO'98, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 18 stemmen tegen en 12 stemmen voor. Het amendement van Lijst 8 wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, PRO'98, de ChristenUnie, de VVD en Burger Initiatief. Het amendement wordt gesteund door Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 29 stemmen tegen en 1 stem voor. Het voorstel strategisch beleidskader keten wordt gesteund door de SGP, het CDA, de ChristenUnie en Burger Initiatief. Het voorstel wordt niet gesteund door PRO'98, de VVD en Lijst 8. Het voorstel wordt aangenomen met 20 stemmen voor en 10 stemmen tegen. Gezien het tijdstip stelt de VOORZITTER voor om bij de resterende agendapunten slechts één termijn per onderwerp te hanteren, waarbij ook een beperking in de spreektijd wordt gehanteerd en slechts bij hoge uitzondering interrupties worden toegestaan. Aldus wordt besloten. Mevrouw ROSBERGEN laat weten dat zij in de commissie specifieke vragen heeft gesteld over de strategische visie Barneveld 2030. Zij zou het zeer betreuren als zij bij dit onderwerp in haar spreektijd beperkt zou worden. De VOORZITTER verzekert mevrouw Rosbergen ervan dat zij haar gevraagde spreektijd kan benutten. 13. Bestemmingsplan De Lanen-West (voorstel nr. 07-26) Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 14. Bestemmingsplan Hanzeweg I (voorstel nr. 07-29) Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 15. Gedeeltelijke (voorstel nr. 07-32)
herziening
Kerkweg
I
van
het
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
bestemmingsplan
Buitengebied
2000
50
17. Overdracht van de voorziening "Legaten Dr. Kruimel" aan de Dr. Kruimelstichting te Garderen (voorstel nr. 07-30) Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 19. Verordening Inburgering Barneveld (voorstel nr. 07-27) Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 10. Kaders voor de Strategische Visie Barneveld 2030 (voorstel nr. 07-35) Fracties in eerste termijn De heer GULDIE: "Voorzitter, ik kom meteen bij het enige kleine bezwaar dat wij hebben tegen de kaders voor deze belangrijke strategische visie. In het coalitieakkoord is de volgende tekst opgenomen: 'We ontwikkelen een visie op de ruimtelijke, agrarische en economische ontwikkeling’. In het projectplan is dat vertaald in vier thema's, namelijk: − ruimte − economie − landbouw − verkeer. Hier heb ik in de commissie ook al mijn vraagtekens bij gezet. Waar is het thema 'wonen'? Wonen is een van de kernkwaliteiten van Barneveld. Ik denk dat een groot gedeelte van de inspraak en de discussie met burgers met betrekking tot de visie over wonen zullen gaan. De wethouder heeft in de commissie het antwoord gegeven: 'Ja, dat is wel zo, maar dat nemen we mee met het thema 'ruimte', want woningen staan namelijk in de 'ruimte''. Ook werd als argument gebruikt dat 'wonen' niet in het coalitieakkoord wordt genoemd. Dit is volgens mij beide onjuist. Wonen vindt natuurlijk plaats in de 'ruimte', maar de thema's 'landbouw' en 'verkeer' vinden ook plaats in de 'ruimte'. Bovendien gaat wonen over meer dan alleen een ruimtelijke visie. Er is ook een thema 'verkeer' toegevoegd, terwijl dit niet in het coalitieakkoord staat. Wij vinden dat 'wonen' wel degelijk een thema zou moeten worden. Ik heb daar een amendement voor opgesteld, waarin nog steeds vier handzame thema's worden gehanteerd. 'Buitengebied' en 'ruimte' worden hierbij samengevoegd met 'landbouw' tot één thema. 'Landbouw' kan namelijk niet los worden gezien van 'ruimte'. Dank u wel." Het amendement van de VVD luidt als volgt: Agendapunt 10 Voorstel nr. 07-35
Onderwerp: Strategische visie Barneveld 2030
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 3 april 2007
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Wijziging in het raadsvoorstel: Gevraagde beslissing 2 wijzigen in: 2. In de visie de thema's 'wonen', 'economie', 'verkeer' en 'buitengebied/landbouw' uitwerken.
Toelichting: − −
Thema 'wonen' is voor vele inwoners van groot belang en moet dus een apart thema zijn. De thema's 'ruimte' en 'landbouw' kunnen samengevoegd worden omdat deze niet los van elkaar te
51
zien zijn.
Ondertekening en naam: J.A.F. Guldie J.W. van den Born
De heer VAN ESSEN: "Voorzitter, Lijst 8 kan ook kort hierover zijn. Ik vind dat de kaders in het geheel te ruim zijn gesteld, waardoor ze te vrijblijvend worden. Met deze kaders kunnen we gigantische groeicijfers realiseren, maar ook onder het huidige niveau blijven. De ervaring van Lijst 8 is dat het huidige college een te hoog ambitieniveau heeft, waardoor er verkeerde keuzes worden gemaakt. Zoals bijvoorbeeld het Transferium, de op- en afrit van de A1. Met de mond belijden dat we Barneveld als dorp willen behouden, maar de ambities zijn er op gericht dat het een verstedelijkt dorpsgebied moet worden. Hiervoor dient Lijst 8 een amendement in. Dank u wel." Het amendement van Lijst 8 luidt als volgt: Agendapunt III-10 Voorstel nr. 07-35
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 3 april 2007
Onderwerp: Kaders voor de Strategische Visie Barneveld 2030
Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: Bij punt 4C, ambitieniveau, de laatste zin te schrappen en te vervangen door: "Ondanks dat Barneveld een regionale functie blijkens het streekplan op het gebied van bedrijvigheid heeft gekregen willen we voor de regio geen extra bedrijventerreinen en woningbouw ontwikkelen (maximaal eigen groeimodel).
Toelichting: We zijn er als gemeentebestuur voor onze eigen burgers om die ten dienste te zijn in z’n vraag naar woningen en bedrijventerreinen. Als wij onze ambitie ook voor de regio invullen dan komt hierdoor onze eigen burger in de knel. HarselaarZuid was en is bijvoorbeeld een te hoge ambitie gebleken gericht op de regio. Daardoor zijn onze eigen burgers in de knel gekomen.
Namens Lijst 8 W. van Essen
De heer DE VRIES: "Voorzitter, het is erg jammer dat er zo weinig tijd is voor een zo belangrijk onderwerp. Het gaat over onze toekomst en de toekomst van de gemeente. Daar mogen we wel enige aandacht aan besteden, zeker omdat de strategische visie een heel goed instrument is om ook adequaat bestuur neer te leggen. Gericht op de toekomst; gericht op de ontwikkelingen; anticiperen op wat je wilt. Wij kunnen ons als fractie helemaal vinden in wat hier wordt voorgesteld, maar wij vinden dat dit ook breed gedragen mag worden. Ik heb dat in de commissie ook al gezegd. Het moet niet een stuk zijn van het college, waar wij alleen nog 'ja' of 'nee' tegen zeggen. Ik denk dat de rol van de raad ondergeschikt is in het stuk. Bij punt 6 wordt genoemd dat er een inspraaknotitie komt. Onze fractie meent dat het goed zou zijn als
52
de raad de mogelijkheid krijgt om het voorkeursmodel, dat de inspraak ingaat, te bespreken en deze keuze mede te bepalen. Hoe legt de wethouder dit uit en is het mogelijk om de raad hierbij als gremium te nemen? Afhankelijk van het antwoord van de wethouder zullen wij in tweede termijn hierop reageren." Mevrouw ROSBERGEN: "Voorzitter, de fractie van PRO’98 heeft grote moeite met de financiële vertaling voor het uitwerken van de strategische visie en het structuurplan. Het externe adviesbureau stelt € 120.000,-- nodig te hebben om dit project tot een goed einde te kunnen brengen. Voor dit bedrag vinden we nergens in het voorstel een onderbouwing en dit is in onze ogen veel te hoog. Voor het gemak van de rekensom houd ik het bedrag van € 120.000,-- echter even vast. De raad heeft slechts € 50.000,-- bij de begroting beschikbaar gesteld. Het verschil is € 70.000,--. Het zou op dit moment dus verklaarbaar zijn als het college met de vraag zou komen om een extra budget van € 70.000,-- beschikbaar te stellen. Dat doet u echter niet. U vraagt om € 126.000,-- extra beschikbaar te stellen. U komt tot dit bedrag door te stellen dat de kosten voor nog niet gedekte interne uren, projectondersteuning en een communicatieplan nog boven op die € 70.000,-- komen. Op pagina 4 van het raadsvoorstel stelt u dat 1.500 uur à raison van € 90.000,-- al in de lopende begroting wordt gedekt. Feitelijk zegt u dus: wij hebben € 126.000,-- plus € 90.000,-- plus € 50.000.-- dat is € 266.000,-- nodig om een visie en een structuurplan te ontwikkelen. Wat ons ook bevreemdt, is dat 1.500 uren in dit voorstel in één keer gelijk lijken te staan met € 90.000,--. Voor zover ik me kan herinneren, worden fte's altijd in de begroting opgenomen als bedragen van € 50.000,-- voor de duurdere formatieplaatsen en van € 30.000,-- voor de iets goedkopere formatieplaatsen. In personeelsland is het heel gebruikelijk om de werkzame uren te bepalen op 1.750 uur. Dat wil zeggen één formatieplaats heeft 1.750 werkzame uren. Dat is nog meer dan de door u begrote 1.500 uren. Het is voor ons dan ook onbegrijpelijk dat u voor 1.500 uren niet uitgaat van bijvoorbeeld € 50.000,--. Hiervoor wordt echter uitgegaan van € 90.000,--. In het oorspronkelijke projectplan wordt uitgegaan van 1.012 uren. In die uren zitten het communicatieplan, interne uren en projectondersteuning al verwerkt. Daar hoeft u dus geen extra budget voor te vragen. Sterker nog, in het projectplan wordt gesteld dat het communicatieplan tegelijkertijd met dit raadsvoorstel klaar zou moeten zijn. Dat is echter niet het geval. Verder stelt u dat u 1.500 uren nodig heeft, in plaats van de oorspronkelijke 1.012. Bijna 500 uren meer. Dat verklaart u in een memo door de loskoppeling van het structuurplan van de visie, dat zou extra uren en inzet vergen. Volgens ons hoeft u de Structuurvisie Kompas naar 2015 slechts tekstueel aan te passen door de Wvggebieden, de zogenaamde zoekzones verstedelijking, toe te voegen. U hoeft tenslotte geen nieuwe ruimtelijke visie te ontwikkelen, want de uitkomsten kennen we al. Die hebben we al vastgelegd in juni 2006 toen de Wvg-gebieden werden aangewezen. Daar kan het dus niet echt in zitten. De Strategische Visie dient op een interactieve wijze tot stand gebracht te worden. We kunnen ons voorstellen, dat dit extra budget vergt, maar zo ontzettend veel meer dan de oorspronkelijk begrote bedragen van € 50.000,-- en personele inzet, kunnen we ons daar niet bij voorstellen. Voorzitter, wij zijn absoluut niet tegen het opstellen van een visie, maar dit gaat ons toch echt de perken te buiten. U zult dit – in onze ogen – veel beter moeten onderbouwen, waarom de raad een dergelijk budget beschikbaar zou moeten stellen. Dank u wel." Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder DE KRUIJF: "Voorzitter, we hebben in de commissie ook al gediscussieerd over het onderwerp of 'wonen' wel of niet onderdeel uitmaakt van de ruimtelijke ordening. Als u kijkt naar de zeven beslispunten, dan ziet u op een aantal punten 'wonen' heel nadrukkelijk naar voren komen. Als u bijvoorbeeld kijkt bij 4A, waar uitdrukkelijk gesproken wordt over de verdere verstedelijking; als u kijkt bij 4C, waar gesproken wordt over de wijze waarop wij met de woningbouw om zullen gaan. Onmiskenbaar maakt 'wonen' onderdeel uit van ons ruimtelijke plan. Je kunt alles gaan herredigeren. Dat levert het risico op dat als je ermee begint, er nog meer aan toe te voegen valt. Ik stel voor om het te houden bij de terminologie, die hier gebruikt is. We weten met elkaar wat
53
er bedoeld wordt en dat is van belang voor de discussie die we met elkaar moeten voeren. Laten we dan niet elkaar op woorden proberen te vangen." De heer GULDIE: "Ik weet wel wat we met zijn allen bedoelen, maar snapt de burger dat ook? Daar gaat het om. Hiervoor moet je gewoon de thema's benoemen zoals ze te benoemen zijn. De burger wil wat zeggen over 'wonen'. Laten we het dan gewoon benoemen. Wat is daar tegen? Of is het projectplan al klaar en kunnen we daar niets meer aan wijzigen? Dat is ook goed, dan moet u dat zeggen, want dan kunnen we ermee stoppen." Wethouder DE KRUIJF: "Nou, dat laatste, voorzitter, wil ik stellig ontkennen. Als het onduidelijk is voor de bewoners dat 'wonen' ook een onderdeel is, dan zullen wij daar expliciet aandacht aan schenken. Nogmaals ik wijs op de vier punten, waar 'wonen' een heel uitdrukkelijke voorwaarde is. Als er gesproken wordt over groeiplus dan kan het bijna nergens anders over gaan, dan over wonen. De heer Van Essen wil uitgaan van een eigen groeimodel. Ik denk niet dat dit een verstandige keuze is. Als je kijkt naar de woningbouwbehoefte in Barneveld en je kijkt naar de miskende wens voor extra woningen in het Streekplan, dan is hier niet evident aan gekoppeld dat er gebouwd kan worden." De heer VAN ESSEN: "Voor wie zetten we die woningen dan?" Wethouder DE KRUIJF: "Die zetten wij hier voor de mensen die wij hier straks op het industrieterrein willen laten werken. Voor onze eigen mensen. In het Streekplan is het nu zo, dat wij voor de centrumfunctie werken, die aan de gemeente Barneveld is toegekend, geen extra woningen toegekend hebben gekregen. Zeer tegen onze wens in. Wij hebben daar uitdrukkelijk op gewezen tijdens de Streekplandiscussie." De heer VAN ESSEN: "Het gaat hier over de strategische visie, dus ook over bedrijventerreinen. Anders begrijp ik het hele stuk niet." Wethouder DE KRUIJF: "Dat betekent dat wij, in aanvulling op hetgeen tot nu toe met betrekking tot de volkshuisvesting in het Streekplan is opgenomen, een stapje extra moeten zetten. Vervolgens is het zo dat als wij de druk op de woningmarkt willen opvangen, wij extra woningen zullen moeten bouwen als wij onze eigen inwoners op een adequate wijze van woningen willen voorzien. Dit is de reden dat wij kiezen voor de groei-plus benadering. Rol van de raad. De heer De Vries heeft het hier over twee zaken. Ten eerste het communicatieplan. Wanneer krijgen wij inzicht in het communicatieplan? Nadat het projectplan is vastgesteld in het college, zijn wij tot de conclusie gekomen, dat er een loskoppeling gemaakt moet worden tussen het traject strategische visie en het traject structuurplan. Dat heeft ertoe geleid dat we het communicatieplan moeten aanpassen. Dat is nog niet helemaal klaar. Het komt erop neer dat wij dit via interactieve beleidsvorming willen doen. Wij zullen starten met diepte-interviews bij stakeholders. Vervolgens zal er een raadpleging van een brede klankbordgroep plaatsvinden. Daarna zullen er thematische bijeenkomsten met burgers georganiseerd worden, waarbij ook mogelijkheden voor het internet worden ingeschakeld. Vervolgens zullen de scenario's worden ontwikkeld. Uit die scenario's wordt een voorkeursmodel beschreven. Het voorkeursmodel wordt door het college ter consultatie aan de commissie voorgelegd." De heer DE VRIES: "Wij hebben natuurlijk wat ervaring met consulteren door het college en vervolgens het organiseren van hoorzittingen. Er blijkt dan nogal eens wat extra nieuwe informatie te komen. Waar zit de raad in het communicatieplan? Hoe wordt de raad geïnformeerd? Gaat dit via verslagen of hoe doet de raad mee? De keuze van voorkeur zou gedragen moeten worden door de raad en dat vraagt om een raadsuitspraak." Wethouder DE KRUIJF: "Ik begrijp wat u bedoelt. Het zijn twee zaken. Moet dat communicatieplan niet in de raad worden vastgesteld? Dit is de reden waarom ik u aangeef hoe het een en ander in elkaar zit. Wij zullen u dit tijdig toezenden, zodat het u helder wordt hoe de interactieve communicatie in elkaar steekt." *
De heer DE VRIES: "Het gaat niet om de inhoud van het plan, maar om de rol van de raad daarin." Wethouder DE KRUIJF: "Ik probeer te betogen dat het twee zaken zijn. De ene kant is de communicatie en de andere kant is wie het voorkeursmodel voorlopig vaststelt. Blijft dat bij B&W en wordt dat verder in de commissie gecommuniceerd, of gaat u zich als raad al min of meer vastleggen op het voorkeursalternatief, terwijl de gehele inspraak nog niet heeft plaatsgevonden? Hiermee loopt u het risico dat de raad door de bocht moet omdat de buitenwacht de keuze niet verstandig vindt. De lijn in het voorliggende stuk geeft aan *
Toezegging door het college
54
dat B&W de voorkeurskeuze zal maken. Dit zal met de commissie gecommuniceerd worden, waarbij natuurlijk geluisterd zal worden naar de commissie. Vervolgens spreekt de buitenwacht in toetsende zin in op hetgeen is bedacht. Uiteindelijk zal al deze informatie aan de raad worden voorgelegd ter vaststelling." De heer DE VRIES: "Dat betekent dat u de raad alleen de rol van 'ja' of 'nee' gunt." Wethouder DE KRUIJF: "Nee, helemaal niet. Dan vergist u zich. Ik heb u net gezegd dat het voorkeursmodel * door het college ter consultatie aan de commissie zal worden voorgelegd. Het is overigens zo dat in het hele traject de raadsleden uitbundig betrokken zullen zijn bij alle themabijeenkomsten die in de komende periode worden gehouden." De heer DE VRIES: "Staat er in het communicatieplan dat wij als raadsleden worden uitgenodigd?" *
Wethouder DE KRUIJF: "Daar kunt u vanuit gaan. Dit wordt bij deze toegezegd. Urenbesteding en financiële kant. Wij hebben, zoals ook in het projectplan staat, offertes gevraagd bij een aantal bureaus. Nog uitgaande van de filosofie dat wij met één traject te maken hadden. Op basis van die offertes zijn wij bij het bureau uitgekomen waar we nu mee werken. Daar komt die € 120.000,-- vandaan. Vervolgens hebben wij u inzichtelijk proberen te maken wat voor overige inzet in het apparaat wordt geleverd om dit product op tafel te krijgen. Toen wij tot de conclusie kwamen dat we tot een scheiding moesten komen van die twee trajecten, hebben wij proberen te voorkomen om het bedrag van de offerte van het bureau verder te laten verhogen. Dit heeft ertoe geleid dat wij de ambtelijke inzet hebben verhoogd. Daar komt geen aparte rekening van, maar om de kostenpost bij u in beeld te brengen, hebben wij het over ongeveer € 90.000,--, waarbij alles is inbegrepen. Een volwaardige arbeidskracht is hier volgens mij 1.450 uur op jaarbasis. Nu kunnen we strijden of dit € 80.000,-- of € 90.000,-- moet zijn. Het is slechts een indicatie. Dat bedrag hoeft niet te worden uitgegeven." Mevrouw ROSBERGEN: "Dan bent u wel heel erg vaak vrij." De VOORZITTER wijst mevrouw Rosbergen erop dat dit 1.450 directe en indirecte uren betreft. De overlegen productie-uren zijn hierin opgenomen. Wethouder DE KRUIJF: "Voor die € 90.000,-- hoeft geen apart budget opgesteld te worden. Deze zijn opgenomen in de kostenpost: ambtelijk apparaat van de gemeente Barneveld. De overige posten zijn wel extra. € 26.000,-- is nodig voor de discussie met de buitenwacht. Daarnaast zijn er nog twee extra posten van € 19.000,-- en € 11.000,-- die moeten worden toegevoegd. Dat allemaal bij elkaar opgeteld wordt € 176.000,--. Helaas is in de begroting slechts € 50.000,-- opgenomen voor een structuurvisie en niet voor een structuurplan. Het geld voor de loskoppeling en de daaropvolgende discussie is volgens ons goed besteed geld." Mevrouw ROSBERGEN: "U gaat niet in op mijn bijdrage waarin ik stel dat u niet veel hoeft te doen. U hoeft alleen de Wvg-zones vast te plakken aan de oude structuurvisie en dan bent u klaar. Die structuurvisie is pas een paar jaar oud. Heeft u daar dan 500 uur voor nodig?" Wethouder DE KRUIJF: "U versimpelt de zaak wel heel erg. Het gaat om een product dat straks de toets der kritiek moet kunnen doorstaan en waar een AWB-procedure op moet worden gevoerd. Dit moet wel enige kwaliteit hebben, willen wij dit succesvol tot een goed einde brengen. Dit product moet goed in elkaar zitten anders hebben wij met betrekking tot de bestemmingen van de Wvg een enorm probleem. Ik denk niet dat wij ons in die richting moeten begeven. Onderschat u de inhoudelijke kwaliteit van de beide producten niet. Amendementen. Ik stel u met betrekking tot het amendement van de VVD voor om bij de voorliggende tekst te blijven. Het amendement van Lijst 8 ontraadt ik u ook." De VOORZITTER gaat over tot de besluitvorming. Het amendement van de VVD wordt niet gesteund door de SGP, het CDA en de ChristenUnie. Het amendement wordt wel gesteund door PRO'98, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 18 stemmen tegen en 12 stemmen voor. Het amendement van Lijst 8 wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, PRO'98, de ChristenUnie, de VVD en Burger Initiatief. Het amendement wordt wel gesteund door Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 29 stemmen tegen en 1 stem voor.
*
Toezegging door het college
55
Het voorstel wordt gesteund door de SGP, het CDA, de ChristenUnie en de VVD. Het voorstel wordt niet gesteund door PRO'98, Burger Initiatief en Lijst 8. Het voorstel wordt aangenomen met 22 stemmen voor en 8 stemmen tegen. 16. Verordening VROM Starterslening (voorstel nr. 07-31) De heer VAN ESSEN: "Voorzitter, deze leningen lijken bijzonder sympathiek en sociaal. Om zo onze burgers aan een woning te helpen. Maar in onze huidige geliberaliseerde woningmarkt, die door bijna alle politieke partijen wordt gesteund, hebben zulke maatregelen een ander effect, dan hier mogelijk bedoeld wordt. In de woningmarkt met zijn huidige monopolisten, ook in de gemeente Barneveld, wordt niet vanuit de gemeente de regie gevoerd, maar vanuit de monopolisten en projectontwikkelaars. Deze startersleningen beschouwt Lijst 8 dan ook als een symptoombestrijding door bestuurders, die de weg volledig kwijt zijn. Schijnbaar weten onze bestuurders niet eens hoe monopolisten met marktwerking omgaan. Alle ruimte die een koper van een woning heeft, wordt benut ten voordele van projectontwikkelaars. Ook deze starterslening. Dit betekent dat het geld indirect in de zak van de projectontwikkelaars verdwijnt. Zelfs al zouden huishoudens met drie personen in plaats van met twee personen het budget bij elkaar verdienen, dan zou de prijs van een woning in deze situatie direct eenderde deel duurder worden. Dit is water naar de zee dragen. Daar is Lijst 8 op tegen. Deze symptoombestrijding houdt de burgers voor de gek, zodat zij het idee krijgen dat er voor hen wat geregeld wordt. Politiek in Barneveld, begin eens na te denken over hetgeen waar we mee bezig zijn. Waarna de regie weer bij de gemeente terug bezorgd dient te worden. Dan kunnen we sociaal en sympathiek zijn. Dank u wel." De heer HEEMSKERK: "Ik wil meneer Van Essen toch meegeven dat een aantal mensen toch geholpen zijn door deze starterslening." De heer VAN ESSEN: "Dan heeft u mijn verhaal niet begrepen. Dan ben ik weer niet duidelijk geweest. Het is toch ongelofelijk." Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met de aantekening dat Lijst 8 geacht wordt te hebben tegengestemd. 20. Heffen leges bij commerciële evenementen, aanvullende vergunningen en overige activiteiten (voorstel nr. 07-33) Fracties in eerste termijn De heer POST: "Voorzitter, het CDA is het met het college eens dat de leges voor evenementen kunnen worden afgeschaft. Dit betekent echter wat ons betreft niet 'vrijheid blijheid'. Een goed evenementenbeleid is nodig om duidelijk te maken welke evenementen gewenst zijn en welke niet. Keuzes maken dus. Wat zouden de doelen moeten zijn? 1. Openbare orde en veiligheid, beperken van de overlast en het bevorderen van de veiligheid van het evenement; 2. Het bevorderen van de kwaliteit van evenementen en dit ook meetbaar maken; 3. Positieve uitwerking op het imago van de gemeente; 4. Klantgericht, klantvriendelijk en efficiënt aanvragen afhandelen; 5. Het dienen van rechtszekerheid; 6. Afstemming en ordening op Barneveldse schaal. In de memo wordt verwezen naar de APV. Met de APV zou je, als je de memo moet geloven, al heel wat ergernis kunnen voorkomen. Voorzitter, ik heb even de APV doorgenomen, maar het CDA heeft grote twijfels op dit punt. De APV kent slechts twee artikelen waarvan één begripsbepaling. Die begripsbepaling kent weer allerhande uitzonderingen. Verder zijn de bepalingen, die daar in staan, zodanig multiinterpretabel, dat meer duidelijkheid in de vorm van een concreet evenementenbeleid gewenst is. In de APV worden geen keuzes gemaakt en dat moet in het kader van een evenementenbeleid wel. Want het moet vooraf duidelijk zijn wat wel en wat niet gewenst is. Die duidelijkheid is er niet en die komt er ook niet door de APV. In de memo wordt gesproken over actualisatie van het evenementenbeleid. Wij denken dat dat een mooi doekje voor het bloeden is, want op dit moment is er feitelijk geen evenementenbeleid. Het enige dat gebeurt, is dat op het moment dat er een aanvraag binnenkomt, deze getoetst wordt door B&W. Dit noemen wij geen evenementenbeleid. Aangezien ik maar één termijn heb, dien ik ook direct de motie in die dit punt betreft. Ik wil u vragen om die in behandeling te nemen. Dank u wel."
56
De motie luidt als volgt: Agendapunt III-20 Voorstel nr. 07-33
Onderwerp: Afschaffen heffen leges bij evenementen
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 3 april 2007
Ondergetekenden stellen de volgende motie voor: Roept het college op te komen tot een evenementenbeleid, waarbij duidelijke keuzes worden gemaakt welke evenementen gewenst zijn binnen de gemeente Barneveld en welke niet, zodat de rechtszekerheid van aanvragers is gediend. Hierbij dienen onder meer de volgende doelstellingen nagestreefd te worden: a. Openbare orde en veiligheid, beperken van de overlast en het bevorderen van de veiligheid van het evenement; b. Het bevorderen van de kwaliteit van evenementen en dit ook meetbaar maken; c. Positieve uitwerking op het imago van de gemeente; d. Klantgericht, klantvriendelijk en efficiënt aanvragen afhandelen; e. Het dienen van rechtszekerheid; f. Afstemming en ordening op Barneveldse schaal.
Toelichting: De APV kent op dit punt slechts 2 artikelen die uitzonderingen creëren en zodanig multi-interpretabel zijn, dat meer duidelijkheid in de vorm van een evenementenbeleid gewenst is.
Ondertekening en naam: J. Post A. de Vries
Mevrouw KUIPER: "Voorzitter, ik kan heel kort zijn. In feite zijn wij het eens met dat wat het CDA hier inbrengt. Het lijkt mij het handigste om dat op deze wijze te verwoorden." De heer GULDIE: "Voorzitter, zonder kennis genomen te hebben van de strekking van de motie, kan ik wel zeggen dat dit precies is waar wij bang voor waren. Wij hebben iets goeds gedaan voor onze evenementen: we hebben namelijk de leges afgeschaft, waardoor het makkelijker wordt. Nu dreigt er via een omweg toch weer beleid geformuleerd te worden. Ik vind het onverstandig en ik raad het college sterk aan om deze motie te ontraden." Mevrouw ROSBERGEN: "Voorzitter, wij begrijpen niet zo goed waar de heer Post en mevrouw Kuiper op uit zijn. In de memo staat heel duidelijk verwoord dat het college voornemens is te komen met een evenementenbeleid. En dan zegt u hier dat er een evenementenbeleid moet komen. Hoe dubbel kun je het krijgen? Het is voor ons onvoorstelbaar. Ik weet niet waarom u dit doet. Wij zijn het overigens met de VVD eens dat we niet een tiental of een twintigtal regels moeten bedenken voor het evenementenbeleid. Wij wachten gewoon graag en netjes het voorstel van het college af. Wij zullen op voorhand deze motie dan ook niet steunen. Dank u wel."
57
Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder VAN DEN HENGEL: "Voorzitter, dames en heren, allereerst wil ik u namens het college hartelijk bedanken voor de steun om het voorliggende voorstel goed te keuren. In dat voorstel en in het rondgestuurde memo is een evenementenbeleid toegezegd. Daar was het college namelijk al mee bezig. In het collegeakkoord staat dat er meer aandacht voor de promotie en het imago van Barneveld moet komen. In de detailhandelsvisie, maar ook in het economisch actieplan wordt dit aan de orde gesteld en wordt er aandacht aan besteed, want het gaat om het beeld van de gemeente Barneveld voor de inwoners, de passanten en de toeristen. Ik denk dat dat ook in al die jaren voortreffelijk door het college is gedaan. Ik vraag uw vertrouwen, waarbij u er vanuit mag gaan dat het huidige college daar goed mee om zal gaan. Mocht zich de situatie voordoen dat de APV een lek bevat, waarop iets niet absoluut geweigerd kan worden, dan hebben wij altijd de mogelijkheid om via de verhuur van grond een drempel op te werpen om niet gewenste evenementen te weigeren. Dit is feitelijk de huidige situatie en daar verandert ook niets aan." De heer POST: "Dan gaat u er dus vanuit dat er altijd verhuurd zal worden op gemeentegrond. Dat is echter niet altijd van toepassing. Theoretisch worden er ook feesten gehouden op andermans grond, hetgeen geen gemeentegrond is." Wethouder VAN DEN HENGEL: "Dat is juist, maar u bent dus ontevreden over de manier waarop dit de afgelopen jaren is gegaan?" De heer POST: "Wij willen daar gewoon een beleid op hebben. Niet uitsluitend op die basis dat de inkomende aanvragen zonder bestaande regels getoetst worden." Wethouder VAN DEN HENGEL: "Nee, maar een evenementenbeleid willen wij als college zelf ook, dus ik denk dat u volledig op uw wenken bediend zal worden. Ook de punten uit de motie zullen wij daarin meenemen. Ik adviseer de raad daarom om voor die motie te stemmen. Waar wij ook aandacht voor vragen, is een variatie in de evenementen, verspreid over de kernen en verspreid over het jaar, waardoor een stuk kwaliteit aan de gemeente Barneveld wordt toegevoegd. Dat het evenement niet aanstootgevend mag zijn en dat het evenement niet tot onnodige overlast mag leiden zijn belangrijke elementen hierbij. Als u het college haar gang laat gaan, zult u op uw wenken bediend gaan worden. Dank u wel." Stemverklaringen De heer SCHOTANUS: "Als wij kijken naar de memo die gestuurd is, dan zou de gedachte kunnen opkomen, die vertolkt is door mevrouw Rosbergen. Maar als we goed kijken naar de motie die door het CDA wordt verwoord, dan vinden wij deze motie een heel goede onderlegger voor het te vormen evenementenbeleid. Wij zullen deze motie dan ook steunen." Mevrouw ROSBERGEN: "Ik vind het raar dat de heer Van den Hengel denkt een dergelijke motie nodig te hebben. Ik had eigenlijk verwacht dat hij, naar aanleiding van zijn memo, hier niets van zou snappen. Wat ons betreft is deze motie overbodig. Er ligt al een toezegging en daarom zullen wij deze motie niet steunen. Wij wachten gewoon het voorstel van het college af." Besluitvorming De motie van het CDA wordt gesteund door de SGP, het CDA en de ChristenUnie. De motie wordt niet gesteund door PRO'98, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. De motie wordt aangenomen met 18 stemmen voor en 12 stemmen tegen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 21.
Aanleg kunstgras voetbalveld op het gemeentelijk sportcomplex 't Nieuwe Oost te Barneveld ten behoeve van jeugdsport (voorstel nr. 07-36) Fracties in eerste termijn De heer KNAPEN: "Voorzitter,
58
in de commissie hebben wij enkele vragen aan de wethouder gesteld over de financiële verantwoording van dit voorstel. De wethouder antwoordde toen dat deze inderdaad tegen de gangbare financiële principes van dit huis ingaat. Wij vinden het voorstel financieel gezien geen schoonheidsprijs verdienen. Gezien het feit dat het een pilot is, de zondag hier niet in het geding is en dat het een eenmalige uitgave is, hebben wij tegen elkaar gezegd dat we niet dwars gaan liggen. We gaan akkoord met het voorstel, hoewel we bezwaren houden tegen de financiële truc die hier wordt gebruikt. We zijn natuurlijk wel heel benieuwd naar de evaluatie van deze pilot. Van pilots kunnen en moeten we leren. Kan de wethouder toezeggen wanneer deze evaluatie plaats zal vinden? Dit is ook gericht op de beleidsontwikkelingen op het gebied van de gehandicaptensport. Dank u wel." Mevrouw DEN DUNNEN: "Voorzitter, is dit een gevraagde beslissing die precies volgens de regels loopt? Nee. Wij hebben niet met zijn allen van tevoren besloten dat wij dit gaan realiseren en er is dus geen geld van tevoren beschikbaar gesteld. Moeten we wel akkoord gaan met dit voorstel? Ja. En wel om de argumenten die in het raadsvoorstel staan verwoord, namelijk: We vinden het belangrijk om te bevorderen dat gehandicapten en jonge kinderen zoveel mogelijk mee kunnen doen aan sport. Het veldje kan optimaal gebruikt worden en tenslotte juichen wij het particuliere initiatief toe. Dat stond op papier, maar nu hoor ik net dat de zondag niet in het geding is. Ik heb net gezegd dat het maximaal gebruikt zou worden. Mogen jonge kinderen en gehandicapten niet op zondag sporten? Dan heb ik iets gemist. Daar wil ik graag uitleg over hebben." De heer KNAPEN: "Ik vind het jammer dat mevrouw Den Dunnen op deze manier reageert, maar dat geeft niet. Ik heb de voorzitter van de Voetbalvereniging Barneveld gebeld. Voor ons is het spelen op zondag een criterium om voor of tegen subsidiering van dit soort zaken te stemmen. De voorzitter van de Voetbalvereniging Barneveld meldde mij dat dit veld niet op zondag gebruikt zou worden. De gehandicapten en de pupillen spelen op zaterdag en voor professionele wedstrijden kan dit veld niet gebruikt worden. Ik vind het een beetje jammer dat u het in dit daglicht stelt." Mevrouw DEN DUNNEN: "Ik vind het prima dat u dit gecontroleerd heeft, en dat het feitelijk zo is dat de pupillen en de gehandicapten niet op zondag sporten, maar ik vind het behoorlijk vreemd, dat er bij VVB, die normaal gesproken ook op zondag speelt, een apart veldje komt waar niet op zondag gespeeld wordt." De heer VOS: "Voorzitter, alles wat ik erover wilde zeggen, is inmiddels gezegd. Wat betreft de zondag vind ik dat er geen restrictie meegegeven moet worden. Ik heb hier ook niets over gelezen in het voorstel. Dank u wel." Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder VAN DEN HENGEL: "Voorzitter, dames en heren, ik ben buitengewoon blij dat dit voorstel raadsbreed ondersteund wordt om ook deze groep in onze samenleving, gehandicapten en jongeren, optimaal te faciliteren om ook sport te kunnen beoefenen. De opmerking met betrekking tot de financiële onderbouwing onderschrijf ik, maar voor deze doelgroep is het dit meer dan waard. Ik wil u daar ook zeker namens deze groep hartelijk voor bedanken. * Laten we maar eens één seizoen voetballen en dan komen we met een evaluatie." Besluitvorming Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 22.
Motie van het CDA inzake indicering huishoudelijke hulp op grond van de Wmo
De heer SCHERMERS: "Het was onze wens om dit punt goed inhoudelijk te bespreken vanavond. De zorg om de indicatie neemt elke dag toe, maar de zorgvuldigheid van de behandeling hiervan gaat daarboven. Ik wil voorstellen om de motie voor behandeling te verplaatsen naar de eerstvolgende commissie Samenleving."
*
Toezegging door het college
59 *
De VOORZITTER stelt voor om de motie te laten agenderen voor de commissie Samenleving. Hij benadrukt dat hij deze beslissing niet zelf kan nemen, maar dat hij zich voor dit voorstel sterk zal maken in de agendacommissie. De VOORZITTER wijst de raadsleden er op dat het reeds 4 april is geworden. Op 4 april is de heer Appelman jarig en hij feliciteert de heer Appelman namens de gehele gemeenteraad. Ook de heer Van den Brink is op 4 april jarig. Spreker feliciteert ook de heer Van den Brink namens de gehele gemeenteraad. 23.
Sluiting
Niets meer aan de orde zijnde sluit de VOORZITTER, na het voorlezen van het formuliergebed, de vergadering. Vastgesteld in de openbare vergadering van 8 mei 2007. De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter,
*
Toezegging door de voorzitter