Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Barneveld gehouden op 9 november 2010 Aanwezig zijn de raadsleden: de heer A.G. Appeldoorn de heer A. Barendregt de heer J.G.J.M. Beijer de heer J.W. van den Born de heer H.C. van den Brink de heer H. Brul de heer H.K. Buitenhuis de heer A.H. van de Burgwal de heer J.L. Geurts de heer J.A.F. Guldie de heer T.G. Heemskerk (vanaf 9.45 uur) de heer A.L. Janse de heer A.D.G. van de Kamp de heer W.A. Knapen de heer L. de Knegt de heer F.J. van der Lubbe Voorzitter Griffier De collegeleden Gemeentesecretaris Verslag
1.
de heer G. Ploeg mevrouw M.H.J. Pluimers-Foeken, mevrouw G.R. Post-van Laar de heer D.H. van Rheenen mevrouw M. Rosbergen-van Minnen de heer L.J. Scheijgrond de heer B.A. Schermers de heer G.S. Schotanus de heer H. Schuring de heer J.A. van den Top de heer J.C. van der Veer de heer P.B.J. Vos mevrouw A.S. Wassink-van Bochove de heer K. van der Werf de heer B. Wijnne
: de heer J.A.M.L. Houben : de heer H.F.B. van Steden : de heren P.J.T. van Daalen, G.J. van den Hengel, A. de Kruijf en A. Troost : de heer D. Bakhuizen : mevrouw M.J. Strijbos-Vermeulen
Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en leest het formuliergebed voor.
2.
Vaststellen agenda
De heer VAN RHEENEN: “Onze fractie wil vandaag komen met een ordevoorstel betreffende agendapunt 4 OntwerpProgrammabegroting 2011. Gelet op alle ontwikkelingen stelt onze fractie voor om de meningsvorming en besluitvorming van het Schaffelaartheater als onderdeel van de begrotingsvergadering uit te stellen. Daartoe dienen we twee moties in en later bij de behandeling van de Begroting een amendement. Dit is een geactualiseerde wijziging van ons eerder kenbaar gemaakte ordevoorstel, omdat het college ons maandagmiddag jongsleden nog een aanvullend memo heeft gestuurd. Voor de zuiverheid van de discussie hebben wij ons voorstel in tweeën gesplitst. Met dit voorstel wil onze fractie bereiken dat de gemeenteraad de tijd neemt om op een verantwoorde wijze een besluit te nemen over de toekomst van het Schaffelaartheater. Onze fractie vindt dat hierover, voorafgaande aan het raadsdebat, duidelijkheid moet komen. In 2005 nam deze raad een besluit en ging het mis. In 2007 nam deze raad een besluit en ging het mis. Vandaag kan het weer mis gaan als we besluiten terwijl er nog veel zaken onduidelijk zijn. De toekomst van het Schaffelaartheater kan niet los worden gezien van de achtergrond dat vrijwel alle theaters in Nederland kampen met grote exploitatieverliezen en alleen met forse subsidies van lokale overheden kunnen overleven. In de motie doen wij voorts een dringende oproep aan deze raad: neem uw verantwoordelijkheid en besluit tot het instellen van een externe onderzoekscommissie die de besluitvorming in het verleden en de oorzaken van de ontstane situatie gaat onderzoeken. Het gaat vandaag niet om de vraag of men voor of tegen een theater is, maar om de vraag hoe we op een verantwoorde wijze tot een besluit over het Schaffelaartheater kunnen komen. Een extern onderzoek kan daaraan positief bijdragen. Om één en ander snel in gang te zetten stellen wij voor dat een voorbereidingscommissie wordt ingesteld, waarin elke fractie is vertegenwoordigd, die een initiatiefvoorstel voorbereidt tot het instellen van een externe onderzoekscommissie.
2 Ik beëindig dit ordevoorstel met goed nieuws. We hebben de moties zojuist ingediend, maar de motie met betrekking tot het onderzoek trekken we weer terug. We hebben daarover kort voor deze vergadering advies ingewonnen: wij willen die motie koppelen aan het raadsdebat dat we in januari 2011 gaan voeren over het theater. Dat lijkt ons meer gepast.” De eerste motie (ordevoorstel) van Burger Initiatief luidt: Agendapunt: X-4 Voorstel nr. 10-85
Onderwerp: Ontwerp Programmabegroting 2011
De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 9 november 2010
De raad, gehoord de beraadslagingen, overwegende dat: het memo van het college, d.d. 26 oktober 2010, onvoldoende opheldering geeft over de situatie m.b.t. het Schaffelaartheater; er onduidelijkheid bestaat over alle financiële consequenties en een - verantwoord toekomstperspectief van het Schaffelaartheater; er ook ten aanzien van de in de begroting opgenomen extra beleidsvoorziening van € 200.000 voor „instandhouding infrastructuur theater‟ geen duidelijkheid bestaat over de besteding daarvan en de raad dienaangaande niet beschikt over heldere en contractueel vastgelegde afspraken; de gemeenteraad pas op 14 december 2010 of later een raadsvoorstel krijgt voorgelegd met wezenlijke financiële beslispunten aangaande het Schaffelaartheater; de raad in aanloop naar de begrotingsvergadering van vandaag onvoldoende tijd en gelegenheid heeft gehad om een zorgvuldige afweging te kunnen maken n.a.v. het genoemde memo van het college; Vaststellende dat deze situatie de controlerende en kaderstellende taken van de raad niet ten goed komt;
Vraagt de raad in te stemmen met uitstel van een meningvormende en besluitvormende discussie over het Schaffelaartheater, mede n.a.v. het door het college verstuurd memo d.d. 8 november 2010 en gaat over tot de orde van de dag.
Toelichting: In het licht van alle bezuinigingsplannen zijn we het naar de samenleving toe verplicht een helder en afgewogen besluit te nemen aangaande het Schaffelaartheater, waarbij eerst alle mogelijke onzekerheden, die een verantwoorde toekomst van het Schaffelaartheater in de weg kunnen staan, zijn onderzocht. Zie verder ordevoorstel.
Ondertekening en naam: D.H. van Rheenen A.D.G. van de Kamp J. van der Veer
De VOORZITTER:
3 “Dat laatste lijkt mij een redelijk voorstel.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik ben wat in verwarring gebracht. Zegt de heer Van Rheenen dat hij de motie indient en meteen weer terugtrekt? Geldt dat voor alles?” De VOORZITTER: “De heer Van Rheenen vraagt om de behandeling van de motie te betrekken bij de behandeling van het raadsvoorstel over het Schaffelaartheater. Het maakt niet zo veel uit of hij de motie nu terugtrekt of hem aanhoudt en dat hij daarbij aan de orde is, of dat hij hem daarbij gelijk indient. Die mogelijkheden heeft hij. Maar de besluitvorming en beraadslaging over die motie zal plaatsvinden in januari, als de raad het raadsvoorstel behandelt.” Mevrouw ROSBERGEN: “Maar het betreffende amendement wordt nu wel besproken?” De VOORZITTER: “Ja, als het zo is dat dit bedrag uit de Begroting moet, dan moet men een amendement indienen. De heer Van Rheenen heeft twee ordevoorstellen. Eén ordevoorstel (Onderzoek gang van zaken Schaffelaartheater) wordt behandeld in januari 2011. Het andere ordevoorstel, om nu niet een opvatting te ventileren en te besluiten over het Schaffelaartheater, is wel aan de orde.” De heer SCHERMERS: “Dat voorstel komt in behandeling op het moment dat we met elkaar de Begroting bespreken?” De VOORZITTER: “Nee, het kan alleen maar als u dat aanneemt. Dan wordt er überhaupt niet gesproken en zal, neem ik aan, via een amendement de 200.000 EURO uit de Begroting worden geamendeerd. Ik neem aan dat u dat gaat doen, dat lijkt mij consequent. Ik leg twee vragen voor. De eerste vraag is: onderzoek Schaffelaartheater bespreken, behandelen en besluiten in de vergadering van januari 2011, aangenomen dat de raad dan via de agendacommissie heeft besloten om dat raadsvoorstel te bespreken. Bespreekt de raad dit dan niet, dan op een ander moment. Ik stel voor om met dit voorstel van de heer Van Rheenen akkoord te gaan.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik ben in verwarring. Mag ik een korte schorsing?” De VOORZITTER schorst de vergadering De VOORZITTER heropent de vergadering Mevrouw ROSBERGEN: “Als ik kijk naar het ordevoorstel waarin wordt voorgesteld de meningvormende en besluitvormende discussie over het Schaffelaartheater op een later tijdstip te houden, dan is dat conform het memo dat wij gisteren van u hebben gekregen. Wat mij betreft is motie 1 eigenlijk overbodig, want het is al hetgeen u hebt voorgesteld en dat vinden wij prima. Zo werkt het normaal gesproken. Ik ben niet van plan om vandaag niet te spreken over het Schaffelaartheater. Ik laat me niet monddood maken over een onderwerp terwijl het op dit moment aan de orde is en in de Begroting staat. Zolang er geen amendement komt om de 200.000 EURO er uit weg te bezuinigen, is er alle reden om hierover te discussiëren. Ik kan dit voorstel niet steunen.” De VOORZITTER wijst er op dat de heer Van Rheenen heeft aangegeven dat het woord „besluitvormende‟ voor „discussie‟ wordt geschrapt. Dan blijft „meningvormende discussie‟ staan. Mevrouw ROSBERGEN: “Ik kan niet aan de gang blijven, voorzitter, ik ga in op het voorstel dat hier ligt.” De heer SCHERMERS: “We hebben gisteren een memo van u ontvangen dat duidelijkheid geeft over de discussie die we met elkaar gaan voeren over het Schaffelaartheater. Dan lijkt mij motie 1 inderdaad overbodig. Wij zullen de motie niet steunen.”
4
De motie wordt vervolgens in stemming gebracht. De motie van Burger Initiatief, een ordevoorstel betreffende uitstel van de meningvormende discussie over het Schaffelaartheater, wordt niet gesteund door de fracties van SGP, CDA, PRO‟98, ChristenUnie en VVD. De motie wordt gesteund door de fractie van Burger Initiatief. De motie is verworpen met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor. De agenda wordt vastgesteld.
3.
Ingekomen/uitgaande stukken (Voorstel nr.10-79)
De VOORZITTER vraagt of de raad kan instemmen met de voorgestelde wijze van afhandeling zoals die is benoemd onder punt 3. De raad gaat akkoord en de stukken worden conform de voorstellen vastgesteld.
Informatief gedeelte
4.
Ontwerp-Programmabegroting 2011 inclusief Meerjarenbegroting 2012-2014 (Voorstel nr.10-85) Algemene beschouwingen, inclusief interrupties gericht op verduidelijking
De heer SCHOTANUS: “Dank u wel, voorzitter, de Begroting die we vandaag met elkaar bespreken staat voor wat de SGP-fractie betreft als een huis. Zoals u weet, bestaat een stevig huis vooral uit beton, stenen en staal. U weet dat het huis van de overheidsfinanciën onbewoonbaar verklaard dreigt te worden door een economie die is ingestort. Zoals u weet moet u bij een huis dat op instorten staat niet investeren in een nieuw behangetje of een leuk bankstel, maar allereerst in stenen, beton en staal. Een stevig en veilig huis. Alleen daarin is het goed samenleven. Terug dus naar de kern nu de overheidsfinanciën kraken in hun voegen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik wil de heer Schotanus complimenteren. Hij maakt een leuke vergelijking. Maar ik zal hem aantonen dat het verhaal niet klopt.” De heer SCHOTANUS: “En ik zal laten zien in mijn betoog dat die opmerking overbodig is. Vandaag ligt er zo een stevige begroting aan u voor. Een begroting die niets aan duidelijkheid te wensen over laat. Een begroting waarin keuzes worden gemaakt, duidelijke keuzes. Dat is ook afgesproken. In het coalitieakkoord was duidelijk afgesproken dat we kiezen voor een gemeente die blijvend ondernemend is. Maar ook voor een gemeente waar van de burgers en de ondernemers, meer dan voorheen, eigen verantwoordelijkheid en initiatief wordt verwacht. Dat alles met een beleid waar er plaats is en blijft voor de zwakkeren in de samenleving. Voor hen moet de overheid een vangnet bieden, maar ook daarbij ligt er een duidelijke verantwoordelijkheid bij de burgers. In deze tijd van economische crisis kunnen we er niet met populisme of met pappen en nathouden vanaf komen. We komen er niet als we visieloos onze keuzes maken onder het motto van: hier een beetje en daar iets minder. Daarom wil de SGP kiezen, kiezen voor een ondernemend en zelfstandig Barneveld. Ondernemen ligt immers in de aard van de Barnevelders en ondernemen is in onze beleving ook noodzakelijk om door de crisis heen te komen. Dat betekent dat er naast noodzakelijke bezuinigingen ook moet worden geïnvesteerd in zaken als de sociale infrastructuur, de infrastructuur en de werkgelegenheidsbevordering. Een zelfstandig Barneveld wijst erop dat de burgers verantwoordelijkheid moeten nemen, meer dan in het verleden het geval was. Dat betekent dat het beroep op de overheid moet worden verminderd. Dit komt onder andere naar voren bij het afbouwen van de waarderingssubsidies. In de komende jaren wordt creativiteit van de verenigingen gevraagd, zodat ze kunnen voortbestaan zonder overheidssteun.
5 Moeilijke tijden, ondanks dat er wordt geïnvesteerd in de samenleving. Niet alleen in stenen, beton en staal, niet onbelangrijk overigens, maar ook in tal van andere zaken die hebben te maken met het bewoonbaar maken en houden van onze samenleving. Of de politieke weersverwachting polariserend of samenbindend wordt, hangt niet alleen van het college af. Ook hoe wij ons als raad opstellen is van groot belang. Wat ons betreft is de boodschap voor iedereen: kom uit de loopgraven. Bied tegenwicht aan het cynisme en populisme dat maar twee smaken kent: het is niet goed of het deugt niet. In deze moeilijke tijden moeten we schouder aan schouder staan voor het belang van de Barnevelders. Ieder met verschillende uitgangspunten, maar samen staan voor het welzijn van de burgers in onze mooie gemeente. Ik wil kort stilstaan bij een aantal zaken. Veiligheid Als SGP-fractie zijn we van mening dat we een meer duidelijk beleid ten aanzien van veiligheid binnen onze samenleving kunnen nastreven. Veiligheid raakt immers ieder. De mogelijkheden en handvaten die ons daarvoor worden geboden, moeten we optimaal benutten. Het VNG-rapport „Sleuren of sturen‟ spreekt duidelijke taal, met name als het gaat om het lokale veiligheidsbeleid een meer democratische inbedding te geven. Daarbij is een versterking van de relatie tussen gemeenteraad en politie van groot belang alsmede goede informatievoorziening, zodat we weten waar Barneveld staat op het gebied van veiligheid. Daartoe dienen we een amendement met duidelijke prestatie-indicatoren in om dit te waarborgen. Als SGP hebben we meerdere keren laten blijken een groot voorstander te zijn van herbouw van het oude stationsgebouw in Barneveld. Als dit kan worden gecombineerd met het realiseren van een oplossing van het stallingprobleem van de vele fietsen, moeten we dit serieus onderzoeken en de uitdaging niet uit de weg gaan. Gedacht wordt aan een grote fietsenkelder links en rechts onder het gebouw. Naar de mening van de SGP-fractie liggen er kansen om het gereserveerde geld, bestemd voor het onderdeel Prettig Wachten, binnen te halen voor bovengenoemde ontwikkelingsmogelijkheden. We dienen hiervoor een motie in. Economie Juist in deze tijden van crisis moet de economie worden gestimuleerd. De SGP-fractie wil zich inzetten voor versterking tussen vraag en aanbod en het voorkomen van en terugdringen van de werkloosheid. Bundeling van kennis rond het Centrum voor Werk en Inkomen moet daarom ook worden verbeterd. Tevens moet er ruimte zijn voor een goed ondernemersklimaat en voldoende bedrijventerreinen. Laten we ons hiervoor blijvend en voortvarend inzetten. Veel ondernemers hebben het niet gemakkelijk. In het bijzonder denkt onze fractie daarbij aan de agrariërs. We weten dat de gemeente niet alle zeggingskracht heeft, maar toch… Laten we trots en zuinig zijn op onze agrariërs, laten we ervoor zorgen dat de ondernemers de gemeente niet als een hindermacht ervaren, maar als een steunpilaar. Onderwijs Het onderwijs moet ook hard bezuinigen. De 400.000 EURO is een hele opgave. In goed overleg met de directeuren van het basisonderwijs en voortgezet onderwijs is een lijst van bezuinigingsvoorstellen opgesteld. De voorstellen die er liggen, betreffen allemaal niet-wettelijke taken. Dat betekent niet dat zij niet pijnlijk zijn. De SGP wil hier de ogen niet voor sluiten, maar stelt wel dat leerlingenbegeleiding en schoolvervoer als het even kan moeten blijven, zij het met een korting op de budgetten. Als het gaat over de sluiting van het Biologisch Centrum is de SGP duidelijk. Het betreft hier een instelling die wordt gerund door gedreven en ter zake kundige vrijwilligers. Maar moeten we niet de vraag stellen: kan het niet anders? Een financiële bijdrage van de deelnemers zou zeker op zijn plaats zijn. Wat ons betreft wordt er ingezet op de vrijwilligers, waarbij er van de scholen een bijdrage voor de lessen wordt gevraagd. Cultuur Cultuur is één van de grote items binnen deze Begroting. We zien dit als een uitwerking van een ondernemend en zelfstandig Barneveld. Dat neemt niet weg dat de bezuinigingen pijn doen. Nogmaals, we sluiten onze ogen daar niet voor. Ook hier hebben we te maken met enthousiaste mensen die zich dagelijks inzetten voor bijvoorbeeld kwalitatief goed muziekonderwijs, een goed draaiende bibliotheek en verenigingen die mede zorgdragen voor saamhorigheid in de samenleving. Barneveld kent een goede tot zeer goede infrastructuur van voorzieningen. Daar is veel in geïnvesteerd de afgelopen jaren en nogmaals: er wordt kwaliteit geleverd met en door gedreven deelnemers. Maar laten we eerlijk zijn. We zitten in Barneveld bij veel zaken voor het zogenaamde
6 dubbeltje op de eerste rang. Kan het daarom een tandje minder? Of kan het anders? Het antwoord van de SGP hierop is „ja‟. Moeten we daarom direct de contributie verhogen of verdubbelen of vestigingen sluiten? Ons antwoord is „nee‟. Waar is de creativiteit, waar is de innovatie, waar is de zelfstandigheid? De korting wordt niet direct aan de betrokken organisaties opgelegd. Er wordt tijd gegeven om zich te bezinnen op de komende kortingen en het wegvallen van de subsidies. Uiteraard gaat dit wat de bibliotheek en de muziekschool betreft in nauw overleg met de gemeente. Kort en goed: we kunnen niet doorgaan zoals we altijd deden. Herbezinning is daarbij een sleutelwoord. Wat zijn onze kerntaken? De franje moet er enigszins af. Terug naar de kern dus. Daarom zal de SGP met andere partijen een amendement indienen waarin we de bibliotheek oproepen om de vestigingen in Voorthuizen en Kootwijkerbroek open te houden en de bibliobus gewoon te laten blijven rijden zolang er een provinciale subsidie is. Werk en inkomen. Het beleid dient niet alleen economisch daadkrachtig te zijn, maar ook sociaal solide. Daarom zal de SGP-fractie er goed op letten hoe de bezuinigingen in zorg en sociale zekerheid uitpakken voor de smalle beurzen. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de chronisch zieken en de gehandicapten. Wij lopen niet weg voor de maatregelen, maar willen wel goed de effecten in de praktijk voor de kwetsbaren in de samenleving in de gaten houden. Als regulier werk echt niet voorhanden is, dan moet een beroep op de overheid kunnen worden gedaan. Daarnaast moeten sociaal isolement en structurele armoede worden voorkomen. In moeilijke omstandigheden moeten de zwakkere burgers een beroep kunnen blijven doen op de overheid. Dat is belangrijk omdat de overheid een schild voor de zwakkeren moet blijven, ook in Barneveld. Van een kille samenleving is, wat de SGP betreft, geen sprake. Ook als we de Barneveldse situatie met haar regelingen vergelijken met andere gemeenten. In een tijd van bezuinigingen zijn de verenigingen meer aangewezen op het zelf genereren van geldelijke middelen. Ook sponsoren blijken minder beschikbaar te zijn. In Barneveld zijn er mogelijkheden als het inzamelen van oud papier. Wij willen het gemeentebestuur oproepen om de witte vlekken die er nog zijn in kaart te brengen zodat we de verenigingen kunnen stimuleren en helpen om ook de gelden te genereren. De Begroting die voor ligt gaat pijn doen bij de burgers, bij ons allemaal. Het is dan ook een Begroting in economisch moeilijke tijden en de burger zal meer zijn eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Dat vereist een mentaliteitsverandering die moet worden gestimuleerd door de overheid. Bij dit alles realiseert de SGP zich dat de ingrepen fors en pijnlijk zijn, maar wel noodzakelijk om beter uit de crisis te komen. In het bijzonder wil ik toch ook in deze bijdrage een woord richten tot het ambtelijke apparaat. Er zal de komende tijd en jaren veel op jullie af komen. Jullie staan bekend bij ons als mensen met een hoog loyaliteitsgehalte. Ik hoop dat we daar, ook bij de uitvoering van de voorstellen en de besluiten die we vandaag zullen nemen, de komende jaren bij jullie een beroep op mogen doen. Het vraagt ook om mobiliteit. Een enorme inspanning wacht ook jullie. Wij wensen de gemeenteraad, het ambtelijk apparaat en het college Gods zegen toe en veel wijsheid. Misschien staat u er nauwelijks bij stil, maar ik wil u er graag ook op dit moment op wijzen dat velen in onze gemeente voor u allen bidden, of ze het wel of niet met u eens zijn, een voorkeur hebben voor deze maatregelen of voor andere. Zo wordt in verschillende kerken in onze gemeente elke week opnieuw voor u om wijsheid gebeden. Ik sluit af. In deze tijden komt het erop aan. Ora et labora, of mag ik het op zijn Barnevelds zeggen: handen vouwen, handen uit de mouwen. Ik dank u wel.” De heer SCHERMERS: “Voorzitter, de toekomst is voor hen die de moed hebben om te investeren zonder de schuld door te schuiven naar hun kinderen. De toekomst is voor hen die begrijpen dat solidariteit in de eerste plaats tussen mensen onderling plaatsvindt. De toekomst is voor hen die begrijpen dat de overheid niet de oplossing is voor alle problemen. Voorzitter, ik begin op deze wijze omdat wij heel goed begrijpen hoe moeilijk het is voor de samenleving dat er wordt bezuinigd. De ingrepen zijn soms heftig en maken dat er moeilijke keuzes gemaakt moeten worden. Dat doen wij alleen omdat wij ervan overtuigd zijn dat de samenleving in de toekomst, op lange termijn, hier sterker uit kan komen. Afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in onze samenleving. We konden investeren omdat het huishoudboekje van de gemeente Barneveld gezond is. Dat biedt ons nú de mogelijkheid om de ernstigste recessie sinds de jaren dertig vanuit kracht te bestrijden. We moeten met elkaar alle zeilen bijzetten om de gezamenlijke voorzieningen, die zo‟n belangrijk fundament zijn voor de Barneveldse
7 samenleving, te kunnen blijven financieren. Door nu verstandige keuzes te maken, zorgen we ervoor dat het ook in de toekomst in Barneveld prettig wonen, werken en recreëren is.” De heer VAN RHEENEN: “Als u spreekt over een gezond huishoudboekje en over dat deze coalitie is vertrokken met een solide basis vanuit het vorige college, waarom moet er dan zoveel worden bezuinigd?” De heer SCHERMERS: “Omdat u, als het goed is, weet wat er op ons af gaat komen. U ziet een overheid die met een enorme berg schulden zit, wereldwijd is dat een groot probleem. Dat zal op de één of andere manier terugverdiend moeten gaan worden. Dan kun je afwachten en denken: misschien valt het mee, misschien trekt de economie weer aan. Maar ik denk dat het heel verstandig is dat we met elkaar hierop anticiperen en nu keuzes maken, zodat we hier op termijn sterk uitkomen. Het is en blijft een grote uitdaging om de rekening niet door te schuiven naar onze kinderen. Op grond van het evangelie gaan wij als christendemocraten uit van een grote verantwoordelijkheid voor mensen en hun sociale verbanden. Het CDA gelooft in een persoonlijke verantwoordelijkheid tegenover onszelf en onze naasten. De gemeente is ook zelf verantwoordelijk om de eigen huishouding op orde te houden. Niet alleen omdat de samenleving nu goed beheerd moet worden, maar ook vanuit de gedachte van solidariteit met de volgende generaties. Het CDA wil zorgen, vanuit het oogpunt van gerechtigheid, voor een goed vangnet voor kwetsbare groepen. Daar mag het niet bij blijven. Solidariteit ontstaat pas echt in sociale menselijke verhoudingen. Meedoen in de samenleving en zoveel mogelijk je persoonlijke verantwoordelijkheid dragen, is heilzaam voor jezelf en voor anderen en dat is volgens het CDA het uitgangspunt van solidariteit. Dit vraagt wat ons betreft een overheid die echt anders is dan de afgelopen jaren: een overheid die vaak een meer bescheiden rol heeft. Dat vraagt ook meer van inwoners, instellingen en bedrijven in onze gemeente. Hun inzet is onmisbaar om onze dorpen en wijken schoon, veilig, gezellig en betrokken, kortom leefbaar te houden. Maar de veranderingen bieden ook kansen. Er is meer ruimte voor eigen initiatieven van inwoners, waardoor zij grotere invloed hebben op hun eigen leefomgeving. Wanneer we dit zorgvuldig aanpakken, kan dit leiden tot een samenleving met mensen die meer rekening houden met, meer betrokken zijn bij en meer verantwoordelijkheid voelen voor hun omgeving. Kortom: minder overheid en meer samenleving. Maar niet iedereen is tot hetzelfde in staat. Het is onze taak om ons te ontfermen over hen die niet méér kunnen opbrengen. Voorzitter, de Begroting is meer dan alleen de euro‟s die erin genoemd worden. Achter die cijfers gaat beleid schuil. Beleid waar iedereen in Barneveld en alle andere dorpen mee te maken heeft. Of dat nu gaat om de inrichting van dorpen en wijken, de kwaliteit van onze wegen, de zorg, ons welzijnsbeleid, cultuur of onderwijs. Daarom is het CDA er trots op dat, ondanks de noodzakelijke bezuinigingen, er nog steeds ambities waargemaakt worden op het gebied van bijvoorbeeld bereikbaarheid, duurzaamheid en klantgerichtheid. Maar ook ambities ten aanzien van sportaccommodaties, onderwijshuisvesting en de Wmo. Hetzelfde geldt voor de economie. De motor voor onze welvaart en ons welzijn. Een goede economie zorgt ervoor dat de kosten op andere terreinen beperkt blijven. Als we op lange termijn groei van werkgelegenheid willen, zullen we ook moeten zorgen voor asfalt, beton en staal en dus is investeren in infrastructuur toekomstgericht en in het belang van de kwaliteit van onze samenleving.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik hoor u een prachtige redevoering houden, maar vanuit Den Haag begrijp ik dat er bijvoorbeeld hard zal worden ingegrepen daar waar het om de grootte van het ambtelijke apparaat gaat. U kunt toch niet anders dan toegeven dat in dit voorstel niet meer dan 1.000.000 EURO wordt bezuinigd op bedrijfsvoering, namelijk het ambtelijk apparaat. Als we dat afzetten tegen het totaal aan kosten hier, dan is dat peanuts. Dat geldt precies zo voor Verkeer en Openbare Ruimte. U durft daar niet of nauwelijks ook maar iets van een ingreep te doen. U kijkt alleen maar naar opbrengsten uit parkeergelden. Hoe verklaart u dat dan ten opzichte van dat waarvan u zegt dat het zo belangrijk is dat een overheid het doet, namelijk voor mensen zorgen?” De heer SCHERMERS: “Ik heb juist in mijn betoog uitgebreid stilgestaan bij het feit dat we meer vanuit zorg voor elkaar moeten redeneren en niet vanuit een overheid die het voor ons gaat regelen.”
8 Mevrouw ROSBERGEN: “Zeg dan gewoon tegen mensen: sorry, u hebt al het geld gehad maar u krijgt het niet meer. Dan bent u tenminste eerlijk. Nee, u zegt in de krant: we vinden het jammer, maar we kunnen niet anders. Het kan wel anders, maar u wilt niet anders.” De VOORZITTER wijst mevrouw Rosbergen erop dat dit geen vraag ter verduidelijking en meer een statement is. De heer SCHERMERS: “Subsidieregelingen kosten de samenleving veel geld, omdat er veel bureaucratie voor in stand moet worden gehouden. In wezen is het rondpompen van geld. Toch hebben ze een functie en daarom kan bezuiniging hierop pijnlijk zijn. Het zijn over het algemeen kleine bedragen, die niet bedoeld zijn om exploitatietekorten op te lossen. Omdat de korting pas in 2012 geleidelijk wordt ingevoerd en verenigingen zich er dus op kunnen voorbereiden kan het CDA hiermee instemmen. Drie punten van aandacht hierbij: - de subsidie voor het Moluks Centrum is gezien de omvang niet echt een waarderingssubsidie. Zou het college hier nog eens kritisch naar willen kijken, met name naar de fasering? - een aantal verenigingen heeft opbrengsten door zelf oud papier op te halen. Wij hebben onvoldoende inzichtelijk wat dit betekent voor de „zelfverdiencapaciteit‟ van verenigingen. Wij wachten nog op een notitie van de wethouder hierover. Voordat we dit inzicht hebben, willen wij de uitrol van blauwe containers voorlopig stopzetten, - het lijkt ons juist dat Plaatselijk Belang dezelfde declaratiemogelijkheid krijgt als wijkplatforms. Graag zien wij een toezegging van de wethouder op deze drie punten. Er is veel onrust in de samenleving omdat de directeur van de bibliotheek heeft beweerd dat de vestigingen in Voorthuizen en Kootwijkerbroek dicht moeten. Deze onrust is ons inziens niet nodig. Om geen misverstand te laten bestaan over waar de bezuinigingen gevonden moeten worden, dienen wij met SGP, ChristenUnie en VVD een motie in. Het opheffen van de welstandscommissie is een goede zaak en het CDA is hier blij mee. Wij willen nog een stapje verder gaan. Ons voorstel zal zijn: een plan dat ingediend is door een architect uit het architectenregister wordt vrijgesteld van toetsing. Barneveld heeft een Ontwikkelingsfonds Platteland. De overwegingen en motivering hiervoor zijn ook toepasbaar op inbreidingsplannen. Middels een motie vragen wij om het instellen van een inbreidingsfonds te onderzoeken. Met de gelden uit dit fonds wordt er door initiatiefnemers een bijdrage geleverd aan de verbetering van de omgevingskwaliteit en de publieke functies van het dorp. Het kunstgrasveld van VVB zou ons inziens in de Begroting moeten staan, zeker gezien de motie van vorig jaar. Daarom het verzoek aan de wethouder om dit op te nemen, op dezelfde wijze als de velden voor De Glind en Stroe. Alles overziend zijn de volgende zaken voor ons van belang om in te stemmen met de voorliggende begroting: 1. Het zijn financieel moeilijke tijden, maar Barneveld staat er sterk voor.” De heer VAN RHEENEN: “Wat bedoelt u met het op dezelfde wijze opnemen van de kunstgrasvelden van VVB als Stroe en De Glind? Die worden juist uitgesteld.” De heer SCHERMERS: “Het is wat ons betreft van belang dat de kunstgrasvelden van VVB in de begroting blijven staan. Dat daar een temporisering in plaats vindt zoals in De Glind en Stroe, daar kan ik mij iets bij voorstellen gezien de financiële situatie. Wat er nu gebeurt is, dat VVB niet in de Begroting wordt genoemd. Dat kan niet de bedoeling zijn.” De heer VAN RHEENEN: “Het stond er al jaren in en het blijft er misschien wel jaren in staan.” De heer SCHERMERS: “Het staat er nu niet in en wij willen dat het er in komt. 2. We blijven investeren in de kwaliteit van de samenleving. 3. De laagste inkomens worden beschermd. 4. De gemeente snijdt als eerste in de eigen organisatie.
9 5. De belastingen worden laag gehouden. 6. We blijven jaarlijks de begroting tegen het licht houden. Het college presenteert een Meerjarenbegroting die sluitend is. De uitgangspunten en ingezette maatregelen worden door ons gesteund. Als wij als fractie alleen een begroting zouden opstellen, zouden wij op een aantal vlakken misschien andere keuzes hebben gemaakt. Maar in die luxe oppositiepositie zitten wij niet.” Mevrouw ROSBERGEN: “Dit is het moment voor willekeurig welke politieke partij om voorstellen te doen die veranderingen in de Begroting kunnen brengen, namelijk amenderen op dat wat de Begroting brengt. Maar u zegt: we zitten niet in de luxe positie, we zouden wel willen maar we kunnen niet. Zijn uw handen gebonden? Kunt u helemaal niets doen aan het ellendige voorstel dat hier voorligt?” De heer SCHERMERS: “Wij kunnen heel veel doen aan het goede voorstel dat voor ons ligt. Maar wij kiezen ervoor om de verantwoordelijkheid te nemen met andere partijen. Dat betekent dat je op een aantal punten soms iets anders zou hebben gewild. Dat zou kunnen. U mag zelf een begroting opmaken waarbij u zelf bepaalt hoe u het inzet. In die positie zitten wij inderdaad niet. Zelf gekozen, met overtuiging.” Mevrouw ROSBERGEN: “Mag ik weten welke voorstellen nu in de Begroting staan die u wellicht anders had willen zien?” De heer SCHERMERS: “Daar kunnen we nog heel wat uren met elkaar over discussiëren en dat is afhankelijk van of ik met u in gesprek ben of met andere partijen. De komende jaren zullen wij jaarlijks bij de Kadernota en Begroting opnieuw afwegingen mogen en moeten maken. Dat biedt voldoende mogelijkheden om de Begroting in de loop van de jaren aan de actualiteit aan te passen. Twee weken geleden overleed één van de belangrijkste schrijvers van de vorige eeuw. Zijn teksten hebben miljoenen geïnspireerd en hebben de loop van de geschiedenis zelfs beïnvloed. Dan heb ik het natuurlijk over Ted Sorensen, tekstschrijver van John F. Kennedy. Hij is de schrijver van de beroemde zin: „Don‟t ask what your country can do for you, but ask what you can do for your country‟. De gedachte achter deze zin is voor mij de reden dat ik hier sta. En ik vermoed dat dat voor velen hier geldt. En het is die spirit die we in Barneveld hebben en willen behouden. Bovendien doe we dit als CDA in de overtuiging dat Gods schepping ons gegeven is om goed te beheren en haar beter achter te laten voor onze kinderen. Wij wensen het college en ambtenaren in deze niet eenvoudige tijden bovenal Gods wijsheid toe. Dank u wel.” Mevrouw ROSBERGEN: “Voorzitter, onze fractie is erg geschrokken van de wijze waarop u voorstelt in te grijpen in de Barneveldse samenleving. Keihard bezuinigen op mensen versus grote investeringen in beton, steen en staal. Wat PRO‟98 betreft is de balans tussen mensen en stenen in het voorstel volledig zoek. Wat is er nog overgebleven van prachtige verkiezingsleuzen als „Samen Barneveld‟, „Samen doen‟ en „Voor iedereen‟ en „Goed voor Barneveld‟. Het motto dat volgens ons het beste past bij deze coalitie is: „Ieder voor zich en…‟. Vult u dat zelf maar in. Deze coalitie heeft in de verste verte niets meer van „Samen doen‟, laat staan met „Voor iedereen‟. Dat de VVD en SGP deze ontwerpbegroting goed voor Barneveld vinden, verbaast ons niet. Maar dat partijen als het CDA en de ChristenUnie zover weg zijn geraakt van dat wat mensen beweegt, motiveert en bezighoudt, is voor ons onbegrijpelijk. Dat heeft ons ertoe gebracht een alternatief te ontwikkelen, om te laten zien dat het anders kan: socialer en rechtvaardiger, waarbij we de zwakkeren in de samenleving ontzien, oog houden voor een rijk en bloeiend verenigingsleven en de Muziekschool en de bibliotheek voor iedereen toegankelijk houden. In ons alternatief wordt er meer balans gebracht tussen enerzijds de gemeentelijke bedrijfsvoering, investering in verkeer en openbare ruimte en anderzijds de belangen van de inwoners van onze gemeente. Waarderingssubsidies In een opiniestuk van de ChristenUnie, getiteld „Minder overheid, meer samenleving‟, las ik: „maatschappelijke en sociale verbanden moeten hun plek weer opeisen in de samenleving. Midden in
10 de maatschappij staan en daar een taak vervullen en niet alles van de overheid verwachten‟. Is dat in Barneveld dan het geval? Verwachten de verenigingen alles van de gemeente? Nee, dat is pertinent onjuist. Alle Barneveldse verenigingen zijn hard bezig om op verschillende manieren geld in te zamelen voor hun club, denkt u maar aan oliebollenacties, reclameborden, werven van donateurs en noem maar op. Het bedrijfsleven waardeert dat door de verenigingen te sponsoren in ruil voor naamsbekendheid. Als consequentie van uw voorstel gaan binnen twee jaar alle Barneveldse verenigingen proberen meer dan 300.000 EURO extra uit de Barneveldse samenleving te halen. Onder andere door een run op het bedrijfsleven. In een periode van economische recessie zal dat helemaal niet meevallen. Maar moeten we nu echt alles van de markt verwachten? Is het niet redelijk om als gemeente te laten zien dat je waardring hebt voor die inspanningen? De voordelen van een bloeiend verenigingsleven zijn enorm. Jong en oud zijn letterlijk van de straat dan wel achter de geraniums vandaan. Zomaar een voorbeeld uit de praktijk: mijn schoonmoeder gaf afgelopen zaterdagavond met Con Amore een concert in de Bethelkerk. Ze belde ons zondag nogmaals om ons te laten weten dat ze zo‟n heerlijke avond had gehad en dat ze zo had genoten. Dé manier om eenzaamheid onder ouderen aan te pakken. Zo kan ik u talloze voorbeelden noemen waaruit blijkt dat verenigingen het smeermiddel zijn van onze samenleving, voor sociale samenhang zorgen en daarom waardering van de gemeente verdienen. Kijkt u eens naar al die vertegenwoordigers van verenigingen die 28 oktober jongsleden bij ons aanschoven tijdens de inspraakavond. Wat een maatschappelijk kapitaal. Wat een passie en enthousiasme. Als men dat toch eens te gelde zou kunnen maken, moet u zien wat u terugkrijgt voor elke EURO die men daarin steekt.” De heer SCHOTANUS: “Ik wil naar aanleiding van die avond vragen aan mevrouw Rosbergen of zij ook niet met mij is geschrokken van met name een aantal insprekers die zeer bewogen waren met wat zij deden, maar geen enkele fiducie hadden als het ging over aantallen of geld enzovoort.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik had sterker de indruk dat de raadsleden geen enkele fiducie hadden als het ging over aantallen of geld, want niemand wist, had van dit college ook nog geen overzicht gekregen, wie welke subsidie kreeg en hoeveel.” De heer SCHOTANUS: “Ik dacht ook niet dat dit te krijgen was. Als de vereniging het zelf niet weet, hoe kunnen zij dit dan doorgeven?” Mevrouw ROSBERGEN: “Dat was wel te krijgen want we hebben het uiteindelijk ontvangen. Dat heeft een tijd geduurd.” De heer SCHOTANUS: “U houdt nu een verhaal en ik zit eigenlijk met stijgende verbazing te luisteren. Barneveld houdt op te bestaan want de verenigingen zijn weg zonder de waarderingssubsidies. Er moet 300.000 EURO uit de samenleving komen. Denkt u niet dat er wat creatiever en innovatiever kan worden gewerkt om gelden te generen?” Mevrouw ROSBERGEN: “Ja, daarom doe ik u ook een heel creatief voorstel. Als u de alternatieve begroting heeft gelezen, dan weet u dat we voorstellen om met een fonds te komen waar zowel de waardering vanuit de gemeente in gestopt kan worden als privaat geld.” De heer SCHOTANUS: “Daar hoop ik later op te reageren.” De heer SCHERMERS: “Even ter verduidelijking: vindt u dat de waarderingssubsidies de exploitatietekorten bij de verenigingen moeten oplossen?” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik vind dat die waarderingssubsidies vooral laten zien dat de gemeente waardering heeft voor wat het verenigingsleven doet, vooral waar het gaat om de sociale samenhang.”
11 De heer SCHERMERS: “Ja, maar u zegt dat als die waarderingssubsidies wegvallen, er een exploitatietekort ontstaat.” Mevrouw ROSBERGEN: „Ik denk dat bij heel veel verenigingen de subsidie wel degelijk een onderdeel is van de exploitatie. Dat kan ook niet anders, want ze moeten nu ook al voor een groot deel geld uit de samenleving halen. U spreekt zelfs over oud papier, ik hoor van witte vlekken hierbij. Er wordt heel veel door verenigingen gedaan om op een andere manier geld binnen te halen en een deel daarvan komt bij waarderingssubsidies vandaan. Als u dan de subsidies weghaalt en verenigingen daardoor om zouden kunnen vallen, dan zou het zo kunnen zijn dat avonden als waar ik net over sprak, veel minder gemakkelijk georganiseerd zouden kunnen worden.” De heer SCHERMERS: “U zegt: waarderingssubsidies mogen worden ingezet om exploitatietekorten op te lossen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik vind dat waarderingssubsidies onderdeel kunnen zijn van de begroting van een vereniging. Dat zijn ze nu ook.” De heer GULDIE: “Het is inderdaad zo dat een aantal verenigingen die waarderingssubsidie gewoon in de begroting heeft opgenomen als vaste post. Maar ik heb op die inspraakavond eigenlijk geen één vereniging horen zeggen: wij houden ermee op, wij kunnen het niet meer rond krijgen als die waarderingssubsidie wegvalt. Hebt u wat anders gehoord dan ik?” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik ben bang van wel.” De heer GULDIE: “Bij welke vereniging?” Mevrouw ROSBERGEN: “U moest er erg om lachen dat we drie accordeonverenigingen hadden in deze gemeente, waarbij mensen grote bijdragen per maand betalen om daarvan lid te zijn. Zij zeggen dat het er echt niet meer af kan.” De heer GULDIE: “Maar hebt u hen horen zeggen dat zij er als vereniging mee ophouden als de waarderingssubsidie wegvalt?” Mevrouw ROSBERGEN: “Nee, ik heb wel veel horen zeggen dat een aantal leden niet meer kan komen omdat men het niet kan betalen. Wat daarvan de gevolgen zijn kan ik nu niet overzien, maar het zou heel goed kunnen zijn dat die verenigingen veel kleiner worden of niet meer kunnen bestaan.” De heer GULDIE: “Maar u zegt dat de sociale structuur wordt ondermijnd en ik heb van geen enkele vereniging gehoord dat zij ermee op zullen houden.” De heer SCHOTANUS: “Ik heb mevrouw Rosbergen hoog als het over geld gaat. Je kunt haar narekenen en dan klopt het over het algemeen. Maar wat u tegen de heer Schermers zegt over die waarderingssubsidies verbaast me een beetje. U zegt dat die ingezet kunnen worden om de exploitatie sluitend te krijgen. Voor mij kwam die bewuste donderdagavond het antwoord eigenlijk van de inspreekster namens Plaatselijk Belang. Zij zei iets, ik schreef het op en het stond er ook toen het later werd uitgedraaid: de subsidies hebben een mate van afhankelijkheid gecreëerd. Met andere woorden: gemeente, u bent uw doel voorbij geschoten. Daar gaan we nu een rem op zetten.” Mevrouw ROSBERGEN:
12 “Verenigingen maken een begroting om het komende jaar iets te doen. Ik noem, daar weet ik toevalligerwijs veel van, een toneelvereniging. Die maakt een heleboel kosten, doet veel voor de samenleving, geeft voorstellingen en dat kost geld. In hun berekeningen gaan ze uit van dat wat er aan inkomsten binnenkomt maar ook van wat van de gemeente binnenkomt. Het zou veel erger zijn als ze de bijdrage van de gemeente zouden opsparen op hun spaarrekening. Natuurlijk is het de bedoeling dat zij dat gebruiken. Het zou vreemd zijn als zij dat niet zouden zien. Toch zien ook wij de noodzaak om de lasten van de gemeente op dit punt te verlichten. Dat willen we op twee manieren doen. Allereerst door het totaal van de waarderingssubsidies 10% te korten. Dat vinden we redelijk omdat ook de gemeente 10% op het budget kort. Ten tweede: de ambtelijke inzet om de relatief kleine subsidiebedragen te verwerken kan worden teruggebracht. We stellen voor een fonds in te stellen, beheerd door een op te richten stichting die binnen de door de raad gestelde kaders subsidies uitkeert. Het fonds kan gevoed worden door zowel private partijen als de gemeente. Voor de gemeente blijven dus twee handelingen over: een keer storten en een keer controleren. Efficiënter kan het volgens ons niet. PRO‟98 vindt dat de regelingen voor amateurkunstverenigingen moeten blijven bestaan. In de oorspronkelijke opzet van het theater is beloofd dat er voor onze verenigingen verenigingstarieven zouden gelden. Dat bleek vorig jaar niet het geval. Er waren alleen commerciële en voor deze verenigingen niet haalbare tarieven. De wethouder heeft dit vorig jaar gecorrigeerd door een vouchersysteem in te stellen. Daar komt u dus nu alweer op terug. Dat kan niet, zeker niet omdat in uw voorstellen ook op de waarderingssubsidies wordt bezuinigd. Het Schaffelaartheater In zijn algemeenheid komen wij tot de conclusie dat met het voorstel om in te grijpen door de gemeente zowel de Harmonie als het theater van de ondergang worden gered. We zijn het eens met het college dat zaalgebruik door de Harmonie een commerciële exploitatie niet in de weg mag staan. Gezien het feit dat andere verenigingen ook voor de huur van zalen moeten betalen, zou het in de rede liggen dat ook de Harmonie een huurbedrag in rekening wordt gebracht voor het gebruik van de zaal. Wij zien een nadere onderbouwing en uitwerking van de jaarlijkse exploitatiebijdrage van 200.000 EURO graag tegemoet in een raadsvoorstel. Vanuit bedrijfseconomisch perspectief lijkt het ons verstandig de zondag ten volle te benutten. Toegankelijkheid Muziekschool en bibliotheek De fractie van PRO‟98 vindt een wethouder van cultuur die in de krant op een buitengewoon populistische wijze voorrekent dat een leerling van de Muziekschool 1000 EURO gemeenschapsgeld kost en dat daar dus wel 250 EURO van af kan, geen knip voor de neus waard. Juist hij als wethouder met die portefeuille zou moeten opkomen voor de Muziekschool en het belang van deze voorziening.” De heer GULDIE: “Misschien hebt u het niet in de gaten gehad, maar volgens mij is deze wethouder ook wethouder van financiën.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ja, maar ook van cultuur. Het zou hem dus sieren als hij ook opkwam voor de Muziekschool.” De heer GULDIE: “Ja, maar we gaan ook proberen om de Muziekschool in de benen te houden. Ik zag in de stukken dat wij 15 EURO per inwoner uitgeven aan de Muziekschool en de volgende duurste omliggende gemeente met een fatsoenlijke muziekschool gaf 8 EURO hieraan uit. Vindt u ook niet dat dit bedrag wat aan de hoge kant is?” Mevrouw ROSBERGEN: “Daarom doen wij ook dit voorstel. Als u mij even laat uitpraten dan kan ik u daar een alternatief voor bieden.” De heer VAN RHEENEN: “Als de heer Guldie erop wijst dat de wethouder van cultuur ook de wethouder van financiën is en dus ook nog een andere verantwoordelijkheid heeft, dan geldt dat ook voor het Schaffelaartheater.” Mevrouw ROSBERGEN:
13 “Op de één of andere manier bestaat de mythe dat sport de gemeenschap minder kost dan muziek en cultuur. Maar is dat ook feitelijk zo? Neem bijvoorbeeld SDVB. Een voetbalvereniging met ongeveer eenzelfde aantal leden als er leerlingen naar de Muziekschool gaan. Om te beginnen maakt de voetbalvereniging gebruik van een sportcomplex van ongeveer 7 hectare. Gebaseerd op een grondprijs voor maatschappelijke doeleinden komt dat neer op een stille subsidie van 13,3 miljoen EURO. Daarbij opgeteld de investeringen van de afgelopen tien jaar en de waarderingssubsidie geeft in 2011 ruim 800 EURO aan kapitaallasten per lid. Dat is nagenoeg gelijk aan de kosten per leerling van de Muziekschool, tenminste als we de Muziekschool zoals in ons voorstel korten met 10%. Mocht u twijfelen aan onze berekening dan nodig ik u van harte uit om die bij mij te komen inzien. Waarom dan toch zo ongenadig hard ingrijpen in de Muziekschool? Er is al sprake van onbalans als je kijkt naar dat wat de ouders per jaar voor hun kind moeten betalen voor een sportvereniging en wat zij moeten betalen voor muziekonderwijs. Sporten kost gemiddeld 200 EURO per jaar, muziek maken 400 EURO. Waarom de ouderbijdrage voor muziekonderwijs zo verhogen dat het gevolg is dat muziek maken alleen voor de elite wordt? Wij kunnen geen argumenten verzinnen voor een dergelijk draconische bezuiniging, behalve dan dat u muziek maken absoluut niet belangrijk vindt voor de ontwikkeling van kinderen. U hebt voldoende insprekers kunnen horen over hoe goed muziekonderwijs voor kinderen is. Musiceren maakt slim. Bibliotheek Net zoals de Muziekschool voorziet de bibliotheek aantoonbaar in een grote behoefte in onze gemeente. Daarover zijn onlangs concrete afspraken gemaakt in een convenant tussen gemeente en bibliotheek. PRO‟98 vindt dat de bibliotheek toegankelijk moet blijven en dat de bibliotheken in Voorthuizen en Kootwijkerbroek moeten blijven bestaan, zo ook de jeugdactiviteiten. We vinden dat moet worden afgezien van de korting van 30%, maar 10% zouden we in dit geval redelijk vinden. Werk en Inkomen Op Werk en Inkomen wordt taakstellend 400.000 EURO bezuinigd. De wethouder stelde tijdens de commissievergadering vorige week, en ik citeer uit het verslag: „hij heeft er vertrouwen in dat 400.000 EURO kan worden bezuinigd, met name door efficiencyverbetering. Het is de bedoeling om maximale inspanning te verrichten om mensen weer aan het werk te helpen‟. Wij concluderen daaruit dat deze korting op geen enkele wijze terechtkomt op de schouders van de uitkeringsgerechtigden. Permar De fractie van PRO‟98 vindt dat er niet 10% moet worden gekort op Permar. Landelijk loopt een discussie om op de sociale werkvoorzieningen te korten. Wij vinden dat men dat als gemeente niet ook nog een keer moet doen. In de paragraaf Verbonden partijen lezen we dat het gewenste weerstandsvermogen voor Permar nog lang niet is bereikt. Een korting op de bijdrage verhoogt dus alleen maar ons risico op bijbetalen. Deze voorziening is erg belangrijk voor mensen die vanwege hun beperking geen werk kunnen vinden bij een reguliere werkgever. De gemeente heeft voor deze groep in onze ogen een grote verantwoordelijkheid. Gebruiksgoederenregeling en 10 EURO korten op minima Er zijn in Barneveld veel regelingen voor de minima. Wij zijn ons ervan bewust dat er sprake kan zijn van enige overlapping. Wij vinden het wat kort door de bocht om volgend jaar, dus over twee maanden, de gebruiksgoederenregeling in te trekken en het minimabeleid met 10 EURO per regeling te korten. PRO‟98 wil graag meer inzicht krijgen in de verschillen en overlappingen tussen die diverse regelingen. Bovenal willen we geen overhaaste beslissingen nemen die mogelijk onbedoelde negatieve effecten voor de minima hebben. Het gaat om een relatief laag bedrag in het licht van de 8,2 miljoen EURO aan bezuinigingen. Een dergelijk besluit dient een gedegen onderbouwing te hebben. Wij stellen voor de bezuiniging volgend jaar niet door te voeren en na een gedegen informatieronde bij de behandeling van de Kadernota 2012-2015 een beslissing over deze bezuinigingsvoorstellen te nemen. Terugdraaien verhogen leges gehandicaptenkaart Wij vinden de verhoging van de leges voor een gehandicaptenkaart van 36,30 EURO naar 125 EURO buitensporig. Wij kunnen ons wel voorstellen dat er wordt gekeken naar een splitsing van de kosten voor de externe medische keuring en de leges voor de parkeerkaart op zich. Daar willen we graag later over met u discussiëren. Voorlichting milieueducatie
14 U hebt ook een brief ontvangen van Het Geldersch Huys. Het lijkt ons dus verstandig om het Koetshuis in de benen te houden, met uitzondering van het busvervoer. Zij gaven als suggestie om daarop te bezuinigen. Wij vinden dat de kunstgrasvelden voor VVB, De Bosrand in Stroe en De Glind moeten worden aangelegd in deze raadsperiode. Dat kan ook binnen ons begrotingsvoorstel. Onze dekkingsvoorstellen PRO‟98 vindt dat de broekriem in het gemeentehuis wel wat strakker kan worden aangetrokken en dat er onder meer wat minder geld hoeft te worden uitgegeven aan beton, steen en staal. Dat brengt de gemeentelijke begroting weer in evenwicht. Dat komt neer op: 1. geen uitbreiding van formatie, dus geen 115.000 EURO voor kwaliteitsverbetering LEF, 2. de overige belastingen corrigeren met het inflatiepercentage van 1,5%. Dat doen we ook met de OZB, we vinden het consistent om het ook met de andere te doen, 3. in totaal stellen wij voor om 4% te korten op Verkeer en Openbare Ruimte. In deze programmalijn wordt slechts 100.000 EURO taakstellend bezuinigd. De overige bedragen worden ingeboekt door extra inkomsten te genereren uit reclameborden en parkeergelden. Om de gemeentelijke begroting meer in evenwicht te brengen kan in totaal 4% worden bezuinigd in deze programmalijn. Te denken valt aan het temporiseren van investering in wegen en grote projecten, 4. in totaal 5% korten op de bedrijfsvoering. Het college stelt dat er 3,15 miljoen EURO wordt bezuinigd, maar daarvan wordt echter 2 miljoen EURO ingeboekt door goedkoper en efficiënter in te kopen. In eigen vlees, mijnheer Schermers, wordt slechts voor 1 miljoen EURO gesneden. Een totale korting van 1,4 miljoen EURO zoals wij voorstellen, is ongeveer 5% van de salariskosten. Dat is redelijk, zeker gezien de totale korting van 10%. Onze voorstellen voor aanpassing van de Begroting, inclusief de middelen voor dekking, vindt u terug in onze alternatieve begroting. Die heb ik al aan de voorzitter aangeboden. Dank u.” De heer SCHURING: “Dank u wel, voorzitter, ik ben blij dat de beleidsstukken van de ChristenUnie zo goed worden gelezen. Dat zouden meer mensen moeten doen. De afgelopen weken hebben de kranten bol gestaan van de artikelen over de gevolgen van de voorgenomen bezuinigingen in onze gemeente. Verhalen die aangeven hoe ingrijpend de keuzes zijn die we als gemeenteraad vandaag moeten maken. Die zijn niet eenvoudig, maar wel keihard nodig. We moeten bijna 10% uit onze begroting schrappen en dat, terwijl we maar op een kwart van de begroting invloed hebben. Een grote opgave dus. Ik heb ook gelezen in het manifest van de ChristenUnie en daar kwam ik het volgende tegen. De ChristenUnie staat voor christelijk sociale politiek. Onze visie op de samenleving is dat mensen leven in relatie tot God en hun medemensen. Dat betekent leven in afhankelijkheid en verantwoordelijkheid. Dat betekent iets ontvangen en iets geven. Christelijk sociale politiek is gericht op het beschermen van het leven en op het samenleven in het publieke terrein. De overheid moet erop toezien dat er voor kwetsbare personen en groepen in de samenleving voldoende mogelijkheden tot ontplooiing zijn. Niemand mag worden buitengesloten. Dat maakt politiek bestuur tot een zaak van dienstbaarheid. Politieke macht komt tot haar bestemming als zij de gerechtigheid dient. Juist in tijden van bezuinigingen is het belangrijk een heldere visie te hanteren. Aan de ene kant willen wij dat de overheid de kwetsbare groepen blijft helpen en beschermen, aan de andere kant moeten inwoners, ondernemingen en maatschappelijke verbanden hun eigen verantwoordelijkheid kennen en ook nemen. We praten vandaag over de Ontwerp Programmabegroting 2011. Kadernota en begroting ineen. Maar ook de vertaling van het coalitieakkoord in een meerjarig financieel perspectief. De keuzes die we in het coalitieakkoord hebben gemaakt, zijn door het college vertaald in de Meerjarenbegroting. Ik noem u een aantal voor de ChristenUnie belangrijke keuzes uit het coalitieakkoord: wij letten op de belangen van zwakkeren in onze samenleving, we willen armoede voorkomen, we willen benutting van openbare gebouwen voor buurt- en wijkvoorzieningen, we geven grote prioriteit aan onderwijshuisvesting, we willen een duurzame samenleving overdragen aan de volgende generaties, we blijven ons inzetten voor goed openbaar vervoer en we richten ons op het afmaken van de lopende projecten.
15 Keuzes die uitstekend aansluiten bij de speerpunten van de ChristenUnie: - samen buurt zijn, - samen duurzaam bouwen en - samen zuinig zijn op het buitengebied. Zoals gezegd: er moet fors worden bezuinigd. Na het bekend worden van het regeerakkoord in Den Haag, waarbij de korting op het Gemeentefonds leek mee te vallen, kwam terecht de vraag of er nog wel zoveel bezuinigd moest worden. De ChristenUnie is met het college van mening dat we moeten vasthouden aan het bedrag van 8,2 miljoen EURO. Er wordt namelijk ook een forse korting op de specifieke uitkeringen verwacht en daarmee is de kans groot dat de meevaller in de algemene uitkering geheel teniet wordt gedaan. Als we de begroting naast het coalitieakkoord leggen, zien we dat het college er uitstekend in is geslaagd dit akkoord in een begroting te vertalen. Ik noem u een aantal zaken. Allereerst wordt behoorlijk diep in eigen vlees gesneden. Het gemeentelijk apparaat draagt zelf 3,2 miljoen EURO bij aan de bezuinigingen. Daarbij zal, mevrouw Rosbergen gaf het al aan, in een aantal taakstellende bezuinigingen, waar ik dadelijk op terugkom, zwaar naar de efficiency worden gekeken. Dat kun je ook interpreteren als de bijdrage vanuit dit gemeentehuis De onroerendezaakbelasting wordt slechts met het verwachte inflatiepercentage aangepast. De bezuinigingen worden dus niet doorgeschoven naar onze inwoners.” Mevrouw ROSBERGEN: “Van die 3,2 miljoen EURO gaat men 2 miljoen EURO goedkoper inkopen. Wij hebben ons al afgevraagd wat deze coalitie de afgelopen jaren heeft gedaan met inkopen. Waar ziet u dan dat dit specifiek bedrijfsvoering is?” De heer SCHURING: “Inkopen is ook een kunst en een vak.” Mevrouw ROSBERGEN: “Dat had u dan al jaren geleden moeten doen.” De heer SCHURING: “Als u meer dan vier jaar teruggaat, zat u zelf in de coalitie. Dan wijst u dus eigenlijk naar uzelf.” Mevrouw ROSBERGEN: “Als we in miljoenen kijken naar de totalen van de begroting van toen en naar die van nu, dan zit daar een groot verschil in.” De heer SCHURING: “Laten we het laaghangende fruit, zoals het door onze wethouder werd genoemd, snel gaan plukken, mevrouw Rosbergen.” De heer VAN RHEENEN: “Als u inkopen een vak noemt, had u wat meer kiezers moeten huren en inkopen bij de verkiezingen.” De heer SCHURING: “De voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning worden nagenoeg geheel in stand gehouden. Ook dat is belangrijk. De Wmo-raad deelt ook bij brief aan de raad mee dat men zich kan vinden in de lijn die daar is gevolgd. Inwoners met een minimuminkomen kunnen ook de komende jaren op de steun van de gemeente blijven rekenen. Ook in tijden van bezuinigingen blijft het college aandacht besteden aan het milieu. We blijven via goede onderwijshuisvesting investeren in onze jeugd. Een aantal belangrijke lopende projecten worden afgemaakt. Ik noem het ontwikkelen van bedrijventerreinen, station Barneveld-Zuid, de tunnel onder het spoor bij Harselaar en de rondweg rond Voorthuizen. Om tot een bedrag van 8,2 miljoen EURO te komen, zullen er, naast het snijden in eigen vlees, ook een aantal belangrijke ingrijpende maatregelen genomen moeten worden. Zo worden de waarderingssubsidies in 2 jaar tijd afgebouwd. De verenigingen zullen op zoek moeten gaan naar alternatieve financiering. Dat zal zeker niet meevallen, maar aan de andere kant zijn
16 waarderingssubsidies in de visie van de ChristenUnie nooit bedoeld geweest als permanente ondersteuning van verenigingen. De korting op de subsidie voor de bibliotheek is ook aanzienlijk. Het wordt een hele opgave voor de directie om deze bezuiniging te verwerken. De ChristenUnie wil echter niet dat vestigingen worden gesloten. Samen met SGP, CDA en VVD hebben we hiervoor een motie ingediend. We willen de wethouder verder vragen zich in te spannen om de tariefsstijgingen binnen de perken te houden. De Muziekschool krijgt ook substantieel minder geld. Dat zal ook de nodige consequenties hebben. Wij gaan er wel vanuit dat bij bezuinigingen eerst gekeken wordt naar interne besparingsmogelijkheden, zoals efficiënter werken en het vergroten van de groepen. Bezuinigingen mogen zeker niet één op één in tariefsverhoging worden verwerkt. Een andere in het oog springende bezuiniging binnen het programma Onderwijs is het stopzetten van de bijdrage voor het Biologisch Centrum Koetshuis. Het zou mooi zijn als de wethouder met betrokken partijen, maar ook met scholen voor voortgezet en middelbaar onderwijs, tot een oplossing of een alternatief zou kunnen komen. De 10% korting binnen de welzijnsorganisaties zijn in het licht van de algehele bezuinigingsoperatie goed te verdedigen. In dit verband herinneren wij ons een opmerking van de financieel manager van Permar, die in de commissie Samenleving van afgelopen juni aangaf dat Permar zich alvast voorbereidt op een korting van 10%. Hij zei daarbij dat hij dat ook logisch vond. We willen het college vragen actief te overleggen met betreffende organisaties over de manier waarop de bezuinigingen worden doorgevoerd en de raad hierover actief te informeren. In de Begroting wordt op diverse plaatsen uitgegaan van een taakstellende bezuiniging. In gewoon Nederlands betekent dit dat het college nog niet exact kan aangeven waar er precies bezuinigd gaat worden. Bij een dergelijk grote bezuiniging is het logisch dat er nog veel uitgezocht moet worden, in een paar maanden tijd lukt dat gewoon niet. Als ChristenUnie zijn we erg benieuwd naar de verdere invulling van deze bezuinigingen. U kent onze visie, u kent het coalitieakkoord, daar zullen wij als ChristenUnie de plannen op beoordelen. Het Schaffelaartheater In december 2005 heeft de raad bij meerderheid gekozen voor de realisatie van het Schaffelaartheater. Alleen de SGP en de ChristenUnie waren tegen. Mijn fractie was toen tegen dit voorstel vanwege het niet aanwezig zijn van een transparante manier van aanbesteden, het feit dat we geen commercieel gebruik van het theater op zondag wensten en de grote twijfels die wij hadden bij de exploitatie. Meestal is het fijn om gelijk te krijgen. In dit geval is dat niet zo. We praten vandaag over forse bezuinigingen en dan komt het wel erg ongelegen dat zich juist op dit moment ook dit tekort aandient. Het tekort is bovendien groter dan wat in 2005 door de experts werd verwacht. In de samenleving wordt verontwaardigd gereageerd op dit tekort. Men kijkt naar de bezuinigingen en zegt: aan de ene kant geen of fors lagere subsidies voor verenigingen, bibliotheek en Muziekschool en aan de andere kant wel geld voor het theater. Logisch. Dit is een moeilijk verhaal. Van de wethouder begrepen we vorige week in een extra commissievergadering dat het failliet laten gaan van Schaffelaartheater BV nog veel meer geld zou kosten. Nu het tekort aanzuiveren betekent dus: erger voorkomen. De ChristenUnie is er niet van overtuigd dat er sprake is van een structureel tekort van 200.000 EURO. Wij willen dat het college zijn uiterste best gaat doen om de tekorten te laten verdwijnen of zo klein mogelijk te maken. Ook over de voorwaarden van het toekennen van de subsidie willen we graag met het college en de raad doorpraten. Het voorstel om dat in januari 2011 te doen is wat onze fractie betreft prima. Tenslotte: het zijn moeilijke tijden. Er wordt veel gevraagd van onze samenleving. De megabezuiniging heeft grote impact op de gemeentelijke organisatie en op de samenleving. Juist in deze tijd komt het aan op het maken van de juiste keuzes. De ChristenUnie steunt de lijn die het college in de Begroting heeft uitgezet. We wensen onszelf als raad, maar ook het college, de ambtenaren en de gehele samenleving Gods onmisbare zegen toe bij het uitvoeren en het verwerken van de plannen die we vandaag bespreken. Ik dank u wel.” De heer GULDIE: “Voorzitter, ik wil eerst iedereen bedanken die aan deze Begroting heeft meegewerkt. Het was dit jaar anders dan andere jaren. Er kon steeds iets meer worden uitgegeven maar nu moet er geld af. Toch ligt er een heel goed stuk. Mijn complimenten daarvoor. In september 2008 begon de kredietcrisis. Onze welvaart bleek voor een groter gedeelte dan we dachten te bestaan uit geleend geld. De bomen hielden opeens op met in de hemel te groeien en de
17 westerse economie stortte in een crisis. Het effect van die crisis komt nu pas en de voorgestelde Begroting is daar een uitvloeisel van. Normaal gesproken groeit de Nederlandse economie met ongeveer 2½ %. Dat betekent dat we nu op een index zouden moeten staan van 105 ten opzichte van 2008. Maar dat is niet gebeurd. De economie daalde in 2009 met 5% en dit jaar komt er maar een procentje bij. We staan dus niet op de verwachte index van 105 maar we staan op 96. We dachten dat we met zijn allen 105 uit zouden kunnen geven, maar door de crisis is het maar 96. Dat is 9% minder. Het percentage van deze bezuinigingen is ook 9%. Dat is dus geen toeval. Hoe vervelend deze bezuinigingen ook zijn, ze zijn wel noodzakelijk. Ook de gemeente Barneveld moet zich aanpassen aan de economische realiteit. Dan zijn er twee oplossingsrichtingen denkbaar. De eerste richting is: alles een beetje minder doen, de belastingen wat verhogen en hopen dat het beter gaat: de „pappen en nathouden‟ optie. De tweede richting is keuzes maken en het herzien van de kerntaak van de gemeente. Wij zijn er blij mee dat de gemeente voor deze tweede optie heeft gekozen want dit is een Begroting van aanpakken en doorzetten. Het college maakt de keuze om de echte kerntaken van de gemeente uit te voeren. De franje er af en een verschuiving van algemene lastendruk naar het principe dat de gebruiker betaalt. In de praktijk betekent dat: wel extra investeren in schoolgebouwen, maar niet meer in een Biologisch Centrum. Wel investeren in voorzieningen voor het algemeen belang, maar niet in de heel veel verenigingen. Hoe goed ze het ook doen. Wel investeren in infrastructuur en bedrijventerreinen maar minder in bibliotheken die meer doen dan hun eigenlijke kerntaak is of in de Muziekschool die ons gewoon teveel kost. Iedereen kan het met die keuzes eens zijn of niet. Dat mag. Gelukkig zijn er in deze raad die het daar, zoals het ernaar uitziet, niet mee eens zijn want anders zou het een heel saaie boel worden. De afgelopen week zijn er dan ook twee tegenbegrotingen gepresenteerd. PRO‟98 deed dit via de mail en, zoals we van mevrouw Rosbergen zijn gewend, keurig onderbouwd en uitgewerkt. De tegenbegroting van Burger Initiatief konden we zaterdag in de krant lezen. Hier ziet u hem. De titel van de tegenbegroting luidt, ik zal hem even voorlezen mijnheer Van Rheenen, voor het geval u hem bent vergeten: het faillissement van de BV Barneveld is nabij.” De heer VAN RHEENEN: “Wij hebben hem wel zelf betaald. Onthoudt dat.” De heer GULDIE: “Dat mag ik aannemen. Ik mag aannemen dat het niet uit het fractiebudget van Burger Initiatief komt want dan moeten we het er nog over hebben. De titel van die tegenbegroting luidt dus: het faillissement van de BV Barneveld is nabij. Poe poe. Nou nou. Een aantal opvallende zaken uit deze tegenbegroting wilde ik bespreken. Eerst komt de fractie van Burger Initiatief met de bekende opsomming van projecten waar zij mee wil stoppen: Harselaar-Zuid, de spoortunnel, Harselaar-West, het Transferium enzovoort. Ik ken een aantal mensen van Burger Initiatief, zowel voor als achter de schermen, en daar zitten veel ondernemers bij. Maar wat hier staat is nu niet bepaald ondernemervriendelijk. Sterker nog, als we echt alle ondernemers uit Barneveld weg willen jagen, moeten we vooral stoppen met de tunnel en met Harselaar-Zuid. In tegenstelling tot de fractie van Burger Initiatief willen wij er juist voor zorgen dat we sterker uit de crisis komen en dat we groeimogelijkheden hebben als het weer beter gaat. Dat deze fractie vervolgens geiten in de hal van het gemeentehuis neer wil zetten, moet ze zelf weten. Maar in het stukje daarna gaat het weer mis: we mogen vooral niet bezuinigen op voorzieningen en ook alle waarderingssubsidies moeten gewoon blijven. In het kort komt de tegenbegroting van Burger Initiatief erop neer dat we alle leuke dingen voor de mensen in de benen moeten houden, terwijl we de economische potentie om zeep helpen. Weet u hoe dat vroeger altijd heette? Socialisme. Tot nu toe hadden we geen echte linkse partij in deze raad. Vanaf nu wel, de leden zitten daar en heten Burger Initiatief. Gelukkig kan ik wel serieus ingaan op de tegenbegroting van PRO‟98. PRO‟98 maakt andere keuzes en dat is haar goed recht. Daar zal ik niets over zeggen. Maar de financiële onderbouwing vind ik wat minder dan ik van deze fractie ben gewend. In de begroting wordt een extra post opgenomen voor bezuinigingen op bedrijfsvoering. Dat zal geheel uit personeel moeten komen en u snijdt ook nog wat ander extra personeel weg. Wethouder Van den Hengel heeft in de krant al gezegd dat hij hoopt dat de operatie zonder gedwongen ontslagen kan plaatsvinden. Als dat nu al zo moeilijk is, dan vrees ik dat die extra bezuiniging van PRO‟98 zal leiden tot een groot aantal gedwongen ontslagen. Ik vraag mij af of een sociale partij als PRO‟98 dat wil. Om nog maar te zwijgen van de frictiekosten die u vervolgens niet hebt opgenomen, mevrouw Rosbergen.”
18 Mevrouw ROSBERGEN: “Wat wij nu zien is een Begroting die zegt: we gaan 1 miljoen EURO op personeel bezuinigen. Maar daar wordt de taakstellende bezuiniging die u al had gesteld, van afgetrokken. Er wordt dus maar 108.000 EURO meer bezuinigd dan we vorig jaar hebben voorgesteld. Want er stond een taakstellende bezuiniging van 892.000 EURO, er wordt nu voorgesteld om 1 miljoen EURO te gaan bezuinigen. Als dit ervan wordt afgetrokken is dit maar 108.000 EURO méér. Het zou u als liberale partij juist heel erg aan moeten spreken dat wij, misschien dan een wat rechtsere partij dan u dacht, zeggen: als we kijken naar het totaal aan salariskosten binnen deze gemeente, dan zou het redelijk zijn om daar een bezuiniging van 5% op door te voeren. Niet de 10% zoals wij op andere vlakken voorstellen, maar 5%. Het gaat hier om ruim 27,5 miljoen EURO, dus daar kan wel 1,4 miljoen EURO af. Dat lijkt ons niet zo heel erg ingewikkeld. Het zal niet gemakkelijk zijn, dat beweren wij ook niet. Het zou misschien zelfs wel tot ontslagen leiden die we moeten doorvoeren. Maar het zou wel redelijk zijn in vergelijking met dat wat we van de samenleving verwachten. Dat zou u als liberale partij juist heel erg aan moeten spreken.” De heer GULDIE: “Het is inderdaad merkwaardig dat we links door Burger initiatief worden ingehaald en rechts door PRO‟98.” Mevrouw ROSBERGEN: “Daar ben ik ook blij om want dan kan ik eindelijk een keer zeggen dat, wat ons betreft, de VVD in deze gemeenteraad eerder een conservatieve kleur heeft dan een liberale kleur.” De heer GULDIE: “Ik heb het verhaal van mevrouw Rosbergen gehoord. Ik heb alle waardering voor de voorstellen maar ik denk dat het een behoorlijk aantal gedwongen ontslagen gaat opleveren. Wij zijn daar nog niet aan toe. Alle waardering ervoor maar wij achten dat niet verstandig. Wat wel verstandig is, is door de zure appel heen bijten en deze Begroting gewoon accepteren. Ik wil op drie van die appels ingaan en daar graag een toezegging over hebben. Dat bespaart een paar moties. Over VVB is vorig jaar een motie aangenomen die blijkbaar terzijde is geschoven. Dat vinden wij niet juist. Dat veld hoort gewoon in de Begroting te staan. Maar ik zeg daar meteen en nadrukkelijk bij dat dit niet betekent dat dit veld er morgen ligt. Overmorgen ook niet. Er is een behoorlijke taakstelling op Sport dus ieder jaar wordt weer overwogen welke investering prioriteit heeft. Maar het kan niet zo zijn dat VVB bij die afweging wordt genegeerd. Graag de toezegging dat VVB alsnog aan de prioriteitenlijst wordt toegevoegd zodat dit veld er zo snel mogelijk komt, zodra de Begroting dit toelaat.” Mevrouw ROSBERGEN: “Bedoelt u nu dat we het geld van VVB moeten toevoegen aan de lijst zoals we die vroeger kenden: „niet gehonoreerde beleidstoevoegingen‟?” De heer GULDIE: “Ik begrijp dat u die vraag stelt. Ik vind het ook een ingewikkeld punt. We hebben vorig jaar allen gezegd dat het er moet komen. Blijkbaar is er geen geld voor, dus dat lukt op dit moment niet. Maar het staat nu helemaal niet bij de prioriteiten, dus het is net of VVB wordt genegeerd. Dat vinden wij niet goed. Het moet er gewoon bij staan en bij de prioriteiten worden afgewogen. Datzelfde geldt helaas voor De Glind en Stroe.” Mevrouw ROSBERGEN: “Maar dan zonder jaartal. In ons voorstel is dat anders, zoals u hebt kunnen lezen. U zegt dus eigenlijk dat er na vandaag een lijst moet komen met beleidstoevoegingen die niet zijn gehonoreerd en die bij de Kadernota 2011 worden afgewogen. Is dat de juiste conclusie?” De heer GULDIE: “Dat is helemaal juist.” De VOORZITTER vraagt of dit geen verruiming is. De heer GULDIE:
19 “Nee, want het mag niets extra kosten.” De VOORZITTER: “Ik bedoel een dergelijke lijst.” Mevrouw ROSBERGEN: “In de oude systematiek kenden wij beleidstoevoegingen die niet werden gehonoreerd en dus niet in de komende vier jaar werden opgevoerd. Nu bestaat die lijst niet want hij zit niet in de Begroting. Nu wordt er ergens schimmig melding gemaakt van De Bosrand in Stroe en De Glind. Dat gaat waarschijnlijk allemaal niet lukken. VVB wordt helemaal niet genoemd. Ergens moet VVB worden opgenomen, dus het zou verstandig zijn om weer een dergelijke lijst te maken.” De heer GULDIE: “Het gaat niet zozeer om de systematiek. Misschien dat uw voorstel een goed voorstel is. Het gaat mij erom dat VVB net zo wordt behandeld als De Glind en Stroe want dat hebben we vorig jaar afgesproken. Het tweede punt is het Columbiz Park. Deze ontwikkeling heeft inderdaad de grootste kans om een verlies voor de gemeente op te leveren. Er wordt hier niet op maagdelijke landbouwgrond ontwikkeld maar op een bestaand bedrijventerrein, dus de aanloopkosten zijn veel hoger. Maar als je dat ziet gebeuren moet je niet de handdoek in de ring gooien maar creatief worden. Van een creatieve ondernemer kregen wij het idee aangereikt voor een World Egg Centre in het kader van FoodValley. Deze ondernemer stelde voor om een gebouw voor de pluimveesector in de vorm van een ei van een meter of zestig hoog te ontwikkelen, zodat er meteen een landmark is voor de gemeente Barneveld.” Mevrouw ROSBERGEN: “Vindt u dit nu daadwerkelijk in alle redelijkheid behoren tot de kerntaak van de overheid?” De heer GULDIE: “Ja en dat zal ik uitleggen. Ik moest er eerst om lachen en ik weet ook niet of het kan. Ik weet ook niet of we dat moeten doen en of we dat moeten willen. Maar als je een tekort aan geld op een dergelijk terrein wilt oplossen, moet je het van dit soort creatieve ideeën hebben. Dan moet je meer doen dan een paar vloeren kantoorruimte proberen te ontwikkelen en die in de markt zetten. Dan moet je wat extra‟s hebben. Er is door het college al een toezegging gekomen dat er in de stuurgroep over wordt gesproken, maar dat vind ik niet genoeg. Ik denk echt dat het college met creatieve ondernemers op dit terrein moet gaan praten om nieuwe ideeën te ontwikkelen. Dus zou ik graag van het college hierop een duidelijke toezegging krijgen. Dan de bijstand: we zijn een bijzonder sociale gemeente en dat blijven we, ondanks dat er een paar zaken worden versoberd. Voor de VVD geldt: het beste sociale beleid is ervoor zorgen dat mensen aan het werk komen. Wij vinden dat we minder moeten doen met allerlei platforms, pleinen en semigeprivatiseerde overheidsinstellingen die zwaar gesubsidieerd kaartenbakken bijhouden. Zoals bijvoorbeeld het plaatje dat we hier aan het begin in ons postvak aantroffen. Wij zien graag een voorstel van het college tegemoet over hoe we pragmatischer om kunnen gaan met deze problematiek, zodat de aanspraak op bijstand zo laag en dus betaalbaar mogelijk blijft. Wij ontvangen ook graag een toezegging hierop. Gegarandeerd zal de komende tijd hier en daar wat wijzigen, niet gebeuren of ergens iets bijkomen. Daar hebben we nog diverse kadernota‟s en nieuwe begrotingen voor. Elke keer wordt dan duidelijker hoe we ervoor staan. Krijgen we inderdaad zoveel korting van Den Haag? Moeten we echt zoveel nieuwe taken uit gaan voeren? Een begroting is iets dynamisch. Missers zullen worden gecorrigeerd, tekortkomingen zullen worden aangevuld en te scherpe kanten zullen ervan worden afgevijld. Maar dat is allemaal voor de komende jaren.” Mevrouw ROSBERGEN: “Die 400.000 EURO gaat mensen aan het werk helpen. Daar zei de heer Guldie iets over. Kunt u uitleggen wat u bedoelde met semi-privaat?” De heer GULDIE: “Ik had inspiratie en toen heb ik inderdaad een mooie zin geformuleerd. Ik bedoel ermee dat in de praktijk blijkt dat er heel veel mensen bij het Werkplein, UWV, hier in het gemeentehuis, in platforms en in provinciale overlegstructuren bezig zijn met het aan werk helpen van mensen. Maar in de praktijk komt het erop neer dat zij voor een heel groot gedeelte met zichzelf bezig zijn.”
20
Mevrouw ROSBERGEN: “Mag ik u een voorbeeld uit uw eigen gelederen noemen? Er is een VVD-wethouder in Spijkenisse die mensen, op het moment dat zij in de bijstand komen, zegt: je gaat aan het werk, je gaat werk doen dat we niet kunnen betalen. Dat is iets dat de overheid helemaal zelf doet en dat werkt fantastisch. Op dit moment zegt de overheid, daar waar het om mensen gaat die weer aan het werk moeten: vraag reïntegratiebedrijven om dit voor ons te doen. Dat kost gigantisch veel geld en het helpt allemaal niets. Dus eigenlijk klopt uw redenering niet, het zou andersom moeten. Juist de overheid zou weer eens die taak op zich moeten nemen en mensen aan het werk moeten helpen. Dat zou correct zijn. Maar wat u nu zegt, is dat de overheid het fout doet. Nee, die private ondernemingen die er goud geld aan verdienen doen het in onze ogen fout. Wat vindt u daarvan?” De heer GULDIE: “Volgens mij heb ik de overheid niet genoemd.” Mevrouw ROSBERGEN: “U spreekt bijvoorbeeld over het UWV en al die overheidsplatforms die het allemaal niet goed doen. Volgens mij moet het juist andersom.” De heer GULDIE: “Nee, dat is niet waar. Het UWV is een prima instelling. Daar werken mensen die er hard aan trekken, vermoed ik. Maar ik heb rondgebeld in mijn omgeving. Ik ken veel ondernemers en heb hen gevraagd hoe vaak zij nu worden benaderd door het UWV met de vraag: hier is iemand die graag werk wil, kunt u die onder brengen? Telefoon nummer 1: nul, telefoon nummer 2: nul, telefoon nummer 3: nul. Niemand wordt ooit benaderd door dergelijke organisaties. Er gaat dus iets helemaal mis. We moeten veel pragmatischer omgaan met het aan werk helpen van mensen dan we nu doen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Maar dan moet u vanuit het Rijk naar het UWV kijken. Daar hebben wij hier niets over te zeggen. Waar we hier wel wat over hebben te zeggen is over al die mensen die nu bij de gemeentedeur aankloppen en bijstand aanvragen. Daar hebben we iets over te zeggen en daar kunnen we iets mee doen. Ik vraag of u het ermee eens bent dat we dat als gemeente zelf moeten doen. Dat moeten we doen in lijn met wat bijvoorbeeld die VVD-wethouder in Spijkenisse heeft gedaan. Dat moeten we niet doen door het uit te besteden aan bijvoorbeeld reïntegratiebedrijven. Dat bent u met mij eens?” De heer GULDIE: “Ja. Er zal genoeg worden gekort op die reïntegratiebedrijven.” Mevrouw ROSBERGEN: “Dan hebt u een heel mooie zin geformuleerd maar die deugt dan eigenlijk niet, is mijn conclusie.” De heer GULDIE: “Ik ben het helemaal niet met u eens dat die zin niet deugt. Maar afsluitend: de genoemde tekortkomingen die moeten worden aangevuld en de te scherpe kanten die moeten worden afgevijld zijn allemaal voor de komende jaren. Vandaag moeten we dit voorstel gewoon accepteren. Snoeien om te groeien, zoals premier Rutte in de Tweede Kamer al zei. En nu aan het werk.” De heer VAN RHEENEN: “Mijnheer Guldie, er is nog hoop voor u. U kunt lid worden van Burger Initiatief, want steeds meer Barneveldse ontevreden liberalen en ondernemers sluiten zich bij ons aan en willen zich graag laten leiden door een oude socialist. Onthoudt dat. Voorzitter, ik vraag me wel eens af of wij nog in dezelfde samenleving wonen. Toen we deze tekst aan het schaven waren, moesten we denken aan een oudtestamentisch verhaal. De val van Jericho. We vergelijken deze geschiedenis maar even met de situatie in de voorbije weken. Want er loopt al wekenlang een boze samenleving onvermoeibaar om de vesting van deze coalitie. De Muziekschool heeft er zelfs een dvd van gemaakt. Bij onze fractie is de hoop nog niet weg dat deze vesting vandaag alsnog instort. Wij gaan daar in ieder geval vandaag ons best voor doen. Het motto voor vandaag was niet ééntweedrie gevonden. We hebben getwijfeld over de reactionaire
21 denkbeelden van Willem Bilderdijk, die een prachtige dichtbundel heeft geschreven met als titel: „Het juk des gezags‟. Maar we zijn uiteindelijk, en dat is niet helemaal toevallig, bij Mark Rutte uitgekomen. „Barneveld moet weer een samenleving worden waarin een afspraak een afspraak is‟. Zo wil onze minister-president ook Nederland weer op de kaart zetten. Duidelijke taal. Zo spraken wij in 2007 af: er gaat nog één keer geld naar het theater en daarna is het over en uit. Op 3 maart 2010 heeft deze coalitie een afspraak gemaakt met haar kiezers. We noemen slechts de motto‟s „Goed voor Barneveld‟, „Samen doen‟, „Samen Barneveld‟, „Iedereen één„. Wat is er vandaag met die verkiezingsbeloften gedaan? Om die vraag gaat het. De bewaking van de kwaliteit van de samenleving, dat was zo ongeveer de rode draad in uw verkiezingsprogramma. Mark Rutte beloofde ons land een regeerakkoord waar rechts Nederland de vingers bij zou aflikken. Nou, daar heeft deze coalitie nog een schepje bovenop gedaan. Met een omvangrijk maatschappelijk bezuinigingspakket waar de samenleving een keiharde rechtse mokerslag is toegediend. Terwijl overal in het land wordt afgerekend met linkse hobby‟s, moeten we in Barneveld eerst nog maar eens af zien te komen van al die rechtse hobby‟s. Of moeten we stellen rechtse lobby‟s‟? Dat heet rechts socialisme. Wat bedoelen we daarmee? Daarmee duiden wij het maar voortdurende speelkwartier van onze hoogwaardige bestuurders en hangnotabelen aan. U hoort het goed: een nieuw woord, je hebt hangjongeren en hangouderen, maar in Barneveld hebben we last van hangnotabelen. Hangnotabelen die met luchtfietserijtjes om onze bestuurders heen dartelen om met gemeenschapsgeld veel leuke plannetjes te bedenken. Deze coalitie noemt dat een koers naar de toekomst, maar zo is het altijd geweest. Waar al dat gemeenschapsgeld heen verdwijnt, niemand weet het. We willen het ook niet weten, want we zijn misschien niet eens bereid dat te gaan onderzoeken.” De heer SCHOTANUS: “U begon met de vergelijking met Jericho. Ik wil er één ding over zeggen. Het is moeilijk om vergelijkingen te maken, maar als je ze maakt moet je er natuurlijk wel verstand van hebben. In Jericho gingen ze zwijgend rond. Dat doet u niet. Behalve die laatste dag, toen was er gejuich. Maar zover zijn we nog niet. Ik heb een vraag aan mijnheer Van Rheenen. Ik luister naar hem en ik hoor retoriek, maar ik hoor een beetje holle retoriek. Ik hoor over hangnotabelen en de heer Van Rheenen gaat helemaal niet in op wie hij hiermee bedoelt. Kunt u dat concretiseren met een voorbeeld zodat wij weten wat u precies bedoelt?” De heer VAN RHEENEN: “U wordt op uw wenken bediend want ik ga ze straks nader aanduiden.” De heer SCHERMERS: “Ik heb wel een voorbeeld van een notabele, een persoon die drie keer in verschillende gedaantes terugkeert in de raad. Dat is ook een hangnotabele.” De VOORZITTER wijst de heer Schermers erop dat dit niet een heel passende opmerking is. De heer VAN RHEENEN: “Ik kan hem hebben en ik weet van welke partij hij komt. Dat is een partij die wel eens vaker lelijke opmerkingen over mijnheer Van Rheenen maakt. Dank u wel, mijnheer Schermers, u zet vooral weer de toon vandaag. U zult mij nog nodig hebben, want wij hebben een pakket amendementen meegenomen waarmee we deze coalitie gaan ondersteunen. Dus u moet wat meer respect gaan tonen. Onze fractie is bang dat we van deze cultuur niet worden verlost. Maar we gaan u daartoe dwingen want de luizen in de pels beginnen zich steeds sneller te vermenigvuldigen. De samenleving begint eindelijk wakker te worden en laten we daarmee het college complimenteren. We wisten tot voor kort niet dat Barneveld een dergelijk rijk verenigingsleven had. Dit is ook meteen het laatste compliment vandaag. Want wat is er gebeurd op 3 maart en vooral in de uren en dagen daarna? De VVD scheurde wekenlang met een busje door alle kernen. Duim omhoog van Gerard en Adriaan. „Goed voor Barneveld‟ . Maar niemand heeft zich afgevraagd wat zich achterin dat busje bevond. Dat goed bewaarde geheim kunnen we vandaag wel verklappen. Want ‟s morgens vroeg op 4 maart, the day after, parkeerde het busje voor het gemeentehuis en sprongen Adriaan en Gerard eruit. Duim omhoog. Met hulp van Gerard S. en een in alle haast opgetwitterde Bernard S. werden vele kilo‟s bezuinigingsvoorstellen uitgeladen.
22 En waar was Heimen? Ja, ik vergeet je niet hoor. Heimen, je weet, als de grote jongens buiten spelen, moet jij binnen blijven.” De heer GULDIE: “Nu de heer Van Rheenen dergelijke onzin staat te verkopen, mag ik van de gelegenheid gebruik maken om hier te melden dat het busje nog steeds niet is verkocht en dat we nog een koper zoeken.” De heer SCHURING: “Kan de heer Van Rheenen iets meer details geven bij het verhaal dat hij nu afsteekt. Ik ben benieuwd naar het waarheidsgehalte van deze opmerkingen. De insinuaties kunt u wat mij betreft ook thuislaten. Als u spreekt over dat de heer Schermers hier de sfeer zet, dan bent u daar nog harder mee bezig.” De heer VAN RHEENEN: “Het waarheidsgehalte zit hem in het feit, luister goed mijnheer Heimen - speciaal voor u bedoeld, dat alle partijen hier vertegenwoordigd, of zij nu oppositie waren of coalitie, in de verkiezingen drommels goed wisten dat we moesten gaan bezuinigen. Toch hebt u gepersisteerd in het komen met prachtige verkiezingsbeloften. Daarom maak ik die vergelijking.” De heer SCHURING: “Mijnheer Van Rheenen is waarschijnlijk vergeten dat wij „Samen Barneveld‟ willen. In mijn bijdrage, dan hebt u waarschijnlijk niet goed opgelet mijnheer Van Rheenen, heb ik duidelijk gemaakt dat een samenleving bestaat uit mensen, uit organisaties, uit bedrijven en daarna pas een overheid. U doet voorkomen alsof wij de samenleving om zeep helpen, maar u bent juist met uw betoog polariserend bezig en dat is veel kwalijker.” De heer VAN RHEENEN: “Nee, ik leg de samenleving exact uit hoe het in elkaar steekt. En de samenleving begrijpt het, mijnheer Heimen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Mijnheer Van Rheenen, het zou u sieren wanneer u het wat minder persoonlijk zou maken. Ik vind het niet netjes wat u doet en dat wil ik hier graag even zeggen. Ik vind dit niet de manier waarop je met elkaar hoort om te gaan. U zet mensen weg op deze manier. Ik vind dat u dat niet moet doen.” De heer VAN RHEENEN: “Ik dacht dat ik op dit moment aardig persoonlijk werd aangevallen. Dus ben ik nog vrij netjes in deze context. U wilt het hebben over de hangnotabelen. Bij de coalitieonderhandelingen ging het nog om 6,5 miljoen EURO. Daar is later nog 1,7 miljoen EURO bijgesprokkeld, want dat theaterdebacle zat er natuurlijk aan te komen. Tilburgse toestanden aan de oevers van de Barneveldse Beek. Met dit verschil dat in Tilburg de verantwoordelijken de laan worden uitgestuurd. Hier doen we het op z‟n Barnevelds, we geven ze een speld of een lintje. Ik heb al heel wat begrotingen voorbij zien komen, maar de Programmabegroting 2011 is een werkstuk geworden zonder inzichtelijk maatwerk, om tot een goed oordeel te kunnen komen. Zonder passie met de samenleving. Deze programmabegroting leest als een doolhof: elk pad dat je inslaat, zit vol bezuinigingsverrassingen, waar we als raad zelf maar achter moeten komen. Een haastklusje dus. Veel beleidstoevoegingen zijn niet onderbouwd. Dat hele kunstgrasveldverhaal heeft meer weg van een puzzel voor gevorderden. Wat valt er nog meer op in deze Begroting? Een belangrijk deel van de maatschappelijke bezuinigingen zijn al wel ingeboekt. In tegenstelling tot de 3,2 miljoen EURO, die de ambtelijke organisatie moet ophoesten, deze zijn met grote vaagheid omgeven. Wat onze fractie betreft, kan en mag er sowieso dieper in de organisatie worden gesneden. Een organisatie die soms voor elke kul een adviesbureau inhuurt, heeft nog teveel vet op de botten. We komen daar volgend jaar bij de Kadernota op terug. Veel gemeenten in Nederland moeten bezuinigen en doen dit op een interactieve wijze, in overleg met degenen die worden getroffen.” De heer SCHURING: “Mag ik de heer Van Rheenen vragen welk extern bureau hij wil selecteren voor het externe onderzoek voor het Schaffelaartheater en hoeveel dat gaat kosten?”
23 De heer VAN RHEENEN: “Als we straks vele miljoenen euro‟s gaan besparen heb ik daar wel een paar duizend euro voor over.” De heer SCHURING: “Dus u haalt uw eigen verhaal onderuit, mijnheer Van Rheenen?” De heer VAN RHEENEN: “Onze fractie stelt voor om volgend jaar alsnog de dialoog te gaan zoeken met de samenleving, verenigingen en instanties, die worden getroffen door de bezuinigingen en het schrappen van de waarderingssubsidies. Dat kan, met een openbaar kerntakendebat. U was daar voorstander van, mijnheer Schotanus, tijdens de verkiezingen. Dat debat zou moeten voorafgaan aan de vaststelling van de kadernota. Want we hebben iets uit te leggen aan de samenleving, deze raad, coalitie en ook oppositie, want ook wij lopen niet weg voor onze verantwoordelijkheid. Maar deze Programmabegroting ademt in onze visie een beetje de sfeer van een doemscenario. Er wordt een bezuinigingspakket voorgesteld zoals gesteld van 8,2 miljoen EURO, terwijl de nationale rekenmeesters zoals de VNG, uitgaan van een plus de komende jaren, als het gaat over de uitkeringen uit het Gemeentefonds. Wat zijn de conclusies en adviezen van al die ambtelijke en bestuurlijke rekenmeesters eigenlijk waard, als we alleen al kijken naar al die moeizaam lopende projecten? Burger Initiatief was erbij toen het project Columbiz Park in een luxueuze tent achter kasteel De Schaffelaar werd gepresenteerd. Alleen al van de kosten van dat feestje en de subsidie van Food4You kunnen we nog jarenlang de waarderingssubsidies overeind houden. Het zijn maar voorbeelden. Wat onze fractie betreft, kunnen er wel wat projectjes sneuvelen of worden uitgesteld. We noemen er vandaag drie: - Harselaartunnel: uitstellen in afwachting van een definitief groen voor een intercitystation, - schrappen station Veller: dat geld kan beter worden besteed aan een noodzakelijke upgrading van ons centraal station en sluit aan bij de plannen om het oude stationsgebouw te laten herrijzen, - en we gaan natuurlijk dat Transferium teruggeven aan de provincie. Daar besparen we structureel 185.000 EURO mee. Een cadeau van Burger Initiatief.” De heer GULDIE: “U hebt het ook in uw alternatieve begroting over: het kan wel een projectje minder, er dreigt een miljoenenverlies aan de horizon. Ik heb een paar dingen opgezocht. Utrecht 48 miljoen EURO verlies, Zoetermeer 16 miljoen EURO verlies, Pijnacker 12 miljoen EURO verlies, Zaanstad 8 miljoen EURO verlies en Schiedam 17 miljoen EURO verlies. In onze voortgangsrapportage staat: „de verwachting is dat er in 2010 geen verliesnemingen getroffen dienen te worden voor verwachte exploitatietekorten‟. Waar hebt u het eigenlijk over?” De heer VAN RHEENEN: “Ik heb het over de moeizame stand van zaken met betrekking tot Harselaar-Zuid en De Burgt. Dat samenwerkingsverband moet uit elkaar worden getrokken. U gaat mij toch niet vertellen dat dit zonder kosten gaat, mijnheer Guldie?” De heer GULDIE: “Mijnheer Van Rheenen, voorlopig worden de complete ontsluiting en rondweg om Barneveld gefinancierd uit het project Harselaar-Zuid. Er komt dus een ongelooflijke winst uit, als het goed is. Wilt u daar nu mee stoppen en alle Barneveldse ondernemers in de kou zetten?” De heer VAN RHEENEN: “Dat heb ik helemaal niet gezegd want wij zijn altijd een voorstander geweest van de ontwikkeling van Harselaar-Zuid. Wij constateren alleen dat er jarenlang grote problemen zijn. Dat is een vaststelling.” De heer GULDIE: “Ja, dat constateer ik mét u. Maar daar kunt u toch niet de gemeente alleen de schuld van geven. Ik constateer dat wij het in vergelijking tot heel wat andere gemeenten, wat grondexploitatie en projecten betreft, het gewoon heel goed doen. Noemt u mij nu eens een paar projecten waar wij grote verliezen op hebben geleden, dan kom ik weer bij u terug.” De heer VAN RHEENEN:
24 “We zullen het zien de komende jaren.” De heer GULDIE: “Komt u dan met een paar voorbeelden van projecten waar we grote verliezen op hebben geleden?” De heer VAN RHEENEN: “Met het Columbiz Park zijn we al aardig bezig.” De heer GULDIE: “Nee, daar hebben we nog geen verliezen op geleden.” De heer VAN RHEENEN: “De Burgt en Harselaar-Zuid komen eraan.” De heer GULDIE: “De Burgt staat nog steeds positief in de begroting en van Harselaar-Zuid gaan we een complete rondweg betalen. Komt u dan met voorbeelden?” De heer VAN RHEENEN: “Ik noem de voorbeelden.” De heer GULDIE: “Maar die kloppen niet.” De heer VAN RHEENEN: “Dat vindt u, maar mijn partij denkt daar anders over.” De heer GULDIE: “Ja, dat is nogal makkelijk.” De heer VAN RHEENEN: “Laat duidelijk zijn dat Burger Initiatief in een verantwoord besef niet alle bezuinigingen zonder meer afwijst. Dat zal ook blijken uit onze amendementen. We dienen er vandaag een flink aantal in. Daarin dragen we bij aan concrete taakstellende bezuinigingen. Een toelichting daarop geven wij mogelijk in tweede termijn, want de tijd is op dit moment te kort. Laat tenslotte één ding heel helder zijn, dit dorp is van ruim 50.000 Barnevelders en niet van een paar loslopende hangnotabelen.” De VOORZITTER vraagt de heer Van Rheenen een onderbouwing te geven van het woord hangnotabelen. Het dorp Barneveld is er niet mee gediend als hier een mystieke waas omheen hangt. De heer VAN RHEENEN: “Dan spreek ik over degenen die betrokken zijn geweest bij het Schaffelaartheater en die dat zaakje behoorlijk in de problemen hebben gebracht. Dat duid ik in beeldspraak aan met hangnotabelen.” De VOORZITTER schorst de vergadering De VOORZITTER heropent de vergadering De VOORZITTER kijkt terug op de vergadering van de ochtend. Hij herinnert eraan dat hij de wijze van constructief overleggen en de toon van spreken in de raad altijd heeft geroemd. Op enig moment deze ochtend zat dit echter aan de rand. De VOORZITTER zegt toe om, daar waar de raadsleden de 1 neiging hebben om het iets teveel in de persoonlijke sfeer te trekken, hen ervan te weerhouden. gelegenheid tot het stellen van vragen over de moties en amendementen De heer SCHOTANUS: “Dank u wel, voorzitter, ik zal het zo kort en krachtig als mogelijk houden. 1
Toezegging door de voorzitter
25 -
-
-
-
-
-
Amendement 20, ingediend door PRO‟98, gaat over beslispunt d, het toevoegen van 400.000 EURO extra aan bezuinigingen op bedrijfsvoering. Ik vraag aan de indieners of er rekening mee is gehouden dat wij de wettelijke taken die wij als gemeenten hebben, uit kunnen blijven voeren. Dit amendement komt wat gemakkelijk over. Zijn de consequenties wel voldoende overzien? Motie 30 betreft de vorming van een fonds door bedrijven, sponsoren en de gemeente waarmee verenigingen kunnen worden betaald. Ik vroeg mij af wat het verschil hiervan is met het bestaande systeem. Dit vraagt ook controle, notities en veel ambtelijke inzet, terwijl u in amendement 20 hier 400.000 EURO op wilt bezuinigen. Ik zag een tegenstrijdigheid erin. Amendement 70, ingediend door Burger Initiatief, betreft de waarderingssubsidies bij de Oranjeverenigingen. Als ik het goed lees, dan begrijp ik dat deze waarderingssubsidie pertinent niet mag worden geschrapt, die moet in stand blijven en wij dragen die verenigingen niet op om creatief bezig te zijn om die 2.500 EURO zelf in te verdienen. Ik was op zoek naar de beweegreden achter waarom deze vereniging hier expliciet van moet worden uitgesloten, terwijl ze in onze beleving wel een inverdiencapaciteit heeft. Amendement 90 is ingediend door Burger Initiatief. Als ik het goed begrijp, wilt u de hele tunnel schrappen en niet omdat u erop tegen bent. U wilt iets omdraaien: die tunnel komt er niet voordat er andere dingen zijn gerealiseerd. Lees ik het zo goed? Amendement 150 is ingediend door PRO‟98 en betreft een taakstellende extra bezuiniging in het programma Verkeer en Openbare Ruimte. In de Begroting hebben we gezien dat de becijfering van de wegen al wat teruggaat. Waar denkt u uit te komen als u een extra bezuiniging doorvoert? Kan dit wat meer worden geconcretiseerd zodat hierover weloverwogen kan worden gesproken? Amendement 390, deze vraag aan het college komt ons sympathiek over. Wij zijn benieuwd naar het antwoord van het college hierop. Dank u wel.”
De heer SCHERMERS: “Voorzitter, mijnheer Van Rheenen, ik heb mij in de verleiding laten brengen door uw bijdrage en heb mij tot kwalificaties gewend die ik misschien niet had moeten gebruiken. Mijn excuses daarvoor. Het debat is gediend bij een goede sfeer.” De heer VAN RHEENEN: “Excuses aanvaard.” De heer SCHERMERS: “Dank u wel, - Amendement 10, er zijn een paar amendementen over verenigingen en het fonds en dergelijke. Ik heb toch de indruk, dat hebben we ook in onze bijdrage gezegd, dat één van de redenen waarom dit wordt ingezet, los van het feit dat een waarderingssubsidie volgens mij niet is bedoeld om een exploitatietekort te dichten, de bureaucratie is die daar omheen hangt. Is het 10%, 20% of 30%, die bureaucratie blijft behouden. Mijn vraag is hoe u dat ziet. - Bovenstaande geldt ook voor motie 15. Ik denk dat het goed is dat hier helderheid komt, er is het wettelijke recht van verenigingen om hier bezwaar en beroep tegen aan te tekenen. Ik wil graag van het college horen hoe dat is geregeld. Welke onduidelijkheid bestaat er bij Burger Initiatief over dit vrij eenvoudige voorstel? - Amendement 20: volgens mij bezuinigen we 1,2 miljoen EURO. Klopt dit? Van die 400.000 EURO hebt u dus al 200.000 EURO binnen. - Motie 30: wij hebben die optie van een soort fonds ook bestudeerd. Volgens ons blijft de gemeente met de bureaucratie zitten dat, ook al stop je het geld in een fonds, er vervolgens controle moet worden uitgeoefend op de rechtmatigheid van de uitkeringen die het fonds doet. Graag horen wij daar de uitleg van de wethouder over. - Motie 140, ingediend door de SGP: hier wordt gesproken over het station. Bedoelt u dat daar dan ook geld bij moet? - Amendement 150, ingediend door PRO‟98, betreft de korting op de programmalijn Verkeer en Openbare Ruimte. Onze vraag is of u zich wel realiseert welke opgave er ligt ten aanzien van het onderhoud van de wegen in Barneveld. Dit is nu net een programmalijn die erg goed is doorgerekend. Voor een deel moet het nog worden ingevuld maar voor het overgrote deel is hier heel goed naar gekeken. Mijn vraag is waar die extra 150.000 EURO vandaan moet komen gezien de doorrekening die in het programma al is gemaakt.”
26
De VOORZITTER: “Ik zou mevrouw Rosbergen het volgende voorstel willen doen. Dat geldt ook voor Burger Initiatief. Omdat u heel veel moties en amendementen hebt, laat ik eerst de fracties van de ChristenUnie en de VVD aan het woord. Als zij vragen in uw richting hebben, kunt u daarna alles in één keer meenemen. Als u vragen hebt over de andere moties, geef ik die fracties de gelegenheid om hierover bij u terug te komen. Vindt u dat goed, mevrouw Rosbergen?” Mevrouw ROSBERGEN gaat hiermee akkoord. De heer SCHURING: “Dank, voorzitter, - Amendement 20: we vragen aan PRO‟98 welke taken voor die extra bezuiniging op de bedrijfsvoering weg zouden moeten. - Motie 30: u meldt daarin dat u ook voeding uit private partijen als mogelijkheid ziet. Onze vraag is of u ook niet denkt dat bedrijven zelf giften willen overhandigen en daarbij het liefst met een foto in de krant komen waarbij de bedrijfsnaam wordt genoemd. Hoe reëel is het te veronderstellen dat de voeding uit private partijen gaat komen? - Motie 130: deze motie van Burger Initiatief gaat over het Transferium en over de vraag of de provincie hier een rol in kan spelen. Hoe realistisch vindt het college dit voorstel? - Motie 140: de SGP vraagt hier toch niet om een extern onderzoek? Ik neem aan dat het om een ambtelijk onderzoek gaat en niet om het inhuren van externen. Anders vindt u de heer Van Rheenen op uw pad, vermoed ik. - Amendement 170, ingediend door PRO‟98, betreft het Biologisch Centrum Koetshuis. We hebben gezocht in de Meerjarenbegroting, maar vragen het college op welk moment zij van plan is de bijdrage te stoppen. Het Geldersch Huys vraagt om enig respijt, wellicht bent u dat als vanzelf al van plan te geven. - Amendement 210: in onze herinnering was het vouchersysteem een tijdelijke maatregel om dit te laten wennen. Misschien kan PRO‟98 hierop ingaan en wellicht ook de wethouder Cultuur. - Motie 380, ingediend door PRO‟98, betreft de programmalijn Werk en Inkomen. Wij zijn benieuwd naar de reactie van het college hierop. - Amendement 400, ingediend door PRO‟98, betreft de verhoging van de gehandicaptenkaart: hierop vernemen wij graag de reactie van het college. - Motie 460, ingediend door het CDA, gaat over registerarchitecten. Wij vragen aan het CDA en de portefeuillehouder of het beeldkwaliteitsplan dan nog wel wordt gewaarborgd. Of krijgen we dan allerlei gebouwen van 60 meter hoog in de vorm van een ei en niet passend in de omgeving? - Amendement 470, ingediend door PRO‟98, betreft de formatie kwaliteitsverbetering LEF. Wij begrepen van de wethouder, wellicht kan hij dat bevestigen, dat deze post verband hield met de digitalisering van de bestemmingsplannen en dat, als wij hierop gaan bezuinigen, de voordelen wegvallen. Wij vragen de fractie van PRO‟98 of men hiermee rekening heeft gehouden bij het amendement.” De heer GULDIE: “Het ei begint al ingang te vinden, dat gaat de goede kant op. De meeste moties en amendementen zijn al genoemd. Ik heb er nog een paar. - Motie 30: wie gaat het fonds controleren en wie betaalt dat? - Amendement 90, ingediend door Burger Initiatief, betreft de tunnel. We kunnen nu 17.500.000 EURO subsidie krijgen voor de tunnel. Als we de tunnel nu schrappen en dit later weer proberen te realiseren is er natuurlijk een heel grote kans dat Barneveld dit volledig zelf zal moeten gaan betalen. Hoe ziet u dat? - Motie 130: of het Transferium terug moet naar de provincie zult u zo horen. Ik wil wel aan het college vragen of het niet tijd wordt om daar parkeergeld te gaan heffen.” De VOORZITTER maakt de heer Guldie erop attent dat deze opmerking geen verduidelijkende vraag maar een beschouwing is. De heer GULDIE: “Dat ben ik met u eens. - Amendement 210 betreft de voucherregeling bij het theater. Ik ben het ermee eens dat men
27
-
beter iets minder kan beuren op een dergelijke avond maar dat er in ieder geval wat binnenkomt. Misschien is het een idee om dit mee te nemen en hier een voorstel over te formuleren dat kan worden meegenomen bij de bespreking van het theater, een verenigingstarief. Hoe denkt u daarover? Amendement 220: mevrouw Rosbergen had inderdaad gelijk. In Ede kost de muziekschool 13 EURO. Dat wil ik nageven, die was ik even vergeten. Gemiddeld blijft het wel 7 of 8 EURO. Motie 450 betreft het fonds voor inbreidingsplannen. We vinden het misschien een aardige gedachte maar de vraag is of het kan. Of het wettelijk gezien kan, of je mensen hiertoe kunt verplichten.”
De VOORZITTER vraagt de heer Guldie of deze vraag voor de wethouder of voor het CDA is bestemd. De heer GULDIE: “Aan wie het weet. Ik weet het in ieder geval niet. - Motie 460 betreft welstand. Ik vraag me af of dit niet te ver gaat. Dat uit de mond van een VVDer. Maar het betekent dat er kolossale gebouwen kunnen worden neergezet zonder dat een welstand daar toezicht op houdt. Is dat uw bedoeling? Misschien dat dit te ver gaat. Ik hoor graag hoe u dit bedoelt.” De heer VAN RHEENEN: “Ik heb in eerste instantie geen vragen aan de andere fracties en zal beginnen met het beantwoorden van de aan mij gestelde vragen. Een belangrijk punt is amendement 90 over de tunnel. We hebben voorgesteld om die te schrappen maar we hebben ook toegelicht dat dit niet is met het oogmerk om deze tunnel voor eens en altijd uit beeld te krijgen. Er zijn ons wat zaken onduidelijk. Het zal u verbazen, maar ook wij hebben contacten in Arnhem. Burger Initiatief gaat wat dat betreft de wijde wereld in. We hebben gisteren contact gehad met gedeputeerde Van Haaren. We wilden weten hoe het met het station staat, op welke termijn we daarop kunnen rekenen en hoe zij dat inschat. Mevrouw Van Haaren heeft teruggeschreven: „we schatten in dat het Rijk voor de korte termijn geen mogelijkheden ziet voor een station BarneveldNoord aan het hoofdspoor‟. Er is verder onder meer gezegd: „een station kan ook een functie hebben tijdens de toekomstige werkzaamheden aan knooppunt Hoevelaken. Aan de andere kant zijn aan de bouw van een dergelijk station wel heel veel kosten verbonden‟. Mevrouw Van Haaren antwoordt ook op de vraag op welke termijn. We hebben het nu in de Begroting staan bij de extra beleidstoevoeging 2013, voor mevrouw Van Haaren is 2014 al een mooi jaartal. Dat geef ik maar even mee als we spreken over de tunnel. Wat onze fractie betreft is die haast dus niet geboden. Met andere woorden: je kunt de tunnel in de tijd vooruitschuiven.” De heer SCHOTANUS: “Wat bedoelt u met 2014?” De heer VAN RHEENEN: “Mevrouw Van Haaren heeft aangegeven dat zij in ieder geval niet verwacht dat voor 2014 wordt begonnen. Dat heeft zij letterlijk geschreven.” De Heer SCHOTANUS: “Voor 2014 niet, maar daarna kan het maar zo…” De heer VAN RHEENEN: “Het zou kunnen. Maar dan moet je ook maar afwachten of het station er gaat komen. Dat hebben we als raad in 2003 wel nadrukkelijk gekoppeld: dat station moet er komen - dan is de tunnel ook van nut. Dat is nog steeds een raadsbesluit.” De heer SCHOTANUS: “Goed, daar kom ik straks op terug.” De heer VAN RHEENEN: “Je kunt een lang verhaal over de subsidie voor de Oranjevereniging maken. Wij vinden dat de Oranjevereniging voor het algemeen nut is. Het gaat om een beperkte bijdrage, 2.500 EURO. Ook wij waren bij die avond op 28 oktober. Dan wordt er gevraagd: waarom word je geen lid. Maar zij zijn een
28 stichting, dat is een moeilijker verhaal. Maar ik vind dat je als gemeenteraad wel het voorbeeld mag geven. Als je 10.000 EURO voor Koewei-on-ice geeft, schrap dan dat feestje niet van al die Oranjeverenigingen. Heel veel mensen hebben daarmee heel veel plezier. Dat is de achterliggende gedachte. Mijnheer Heimen, laat ik maar zo joviaal zijn en excuus maken als ik u heb beledigd in de tekst van mijn betoog. Maar u kent mijn manier van betogen een beetje. Ik doe dat meestal met een kwinkslag en een grap. Zo had u het op moeten vatten.” De heer SCHURING: “Excuses aanvaard, mijnheer Van Rheenen. Dank u wel.” De heer VAN RHEENEN: “Als u dan vanmiddag onze Transferiummotie steunt, worden we nog heel goede vrienden. Ook de VVD heeft een vraag gesteld over de tunnel, over die 17,5 miljoen EURO subsidie. Mevrouw Van Haaren heeft geantwoord dat die subsidie niet direct weg is.” Mevrouw ROSBERGEN: “Voorzitter, er zijn veel vragen gesteld en dat snap ik ook wel. Als je ook met een dergelijk goed alternatief komt, ga je vanzelf vragen stellen. De SGP vraagt of we bij 400.000 EURO extra bezuinigingen op bedrijfsvoering onze wettelijke taken kunnen blijven uitvoeren. Ik heb geen reden om daaraan te twijfelen. Maar het blijft een taakstelling, net zo goed als uw taakstelling een taakstelling is. In brede zin: we zijn het er allemaal over eens dat we 10% moeten bezuinigen. Onze algemene begroting gaat daar op dit moment ook van uit omdat ik een vergelijking wilde maken met die van u. Dan zou het in de rede liggen om te zeggen dat op salariskosten ook 10% moet worden bezuinigd. Dat vinden wij te ver gaan. Ook wij zien het belang en het nut van een goed functionerend ambtelijk apparaat in en daar moet je ook geld voor over hebben. Maar op het bedrag van 27,65 miljoen EURO aan salariskosten kunnen wij ons voorstellen dat je daar wel 5% op zou moeten kunnen bezuinigen. Dat is dan ook ons voorstel, om 1,4 miljoen EURO te bezuinigen op salarissen, dus op de bedrijfsvoering in zijn algemeenheid. Fondsvorming: wat is het verschil met het systeem nu want dat vraagt ook veel ambtelijke inzet? Dan ben ik onvoldoende duidelijk geweest. Waar het ons om gaat is: we stellen als raad de kaders vast waarbinnen we vinden dat er subsidie kan worden verstrekt aan maatschappelijke verenigingen, sportverenigingen en culturele verenigingen. Daar wordt een bedrag voor vastgesteld. Wij stellen voor 10% minder dan wat op dit moment aan waarderingssubsidies omgaat. Dat wordt in dat fonds gestopt en een stichting gaat dat voor ons beheren. De stichting behandelt dus ook de subsidieaanvragen, toetst of het binnen de kaders valt die wij hebben gesteld en keert op dat moment uit. De stichting heeft meer taken, die kan bijvoorbeeld ook gelden binnenhalen van private partijen. Nu werd er net gezegd, en dat is ook waar, er zijn natuurlijk genoeg bedrijven die gelieerd willen zijn aan een bepaalde vereniging. Dat kan zijn omdat hun zoon voetbalt in de C1 of zo. Daar kan ik mij iets bij voorstellen. Dat gaat ook allemaal niet weg. Wat wij ons kunnen voorstellen is, dat op het moment dat wij alles wegbezuinigen, het niet anders kan dan dat verenigingen binnen Barneveld bij bedrijven gaan aankloppen en zeggen: wij komen tekort, heeft u nog wat voor ons? Kunt ons sponsoren? Ik weet niet hoe het u vergaat, maar binnen het bedrijf waar ik werk worden wij zo langzamerhand gek van de aanvragen voor sponsorgeld. Dat is niet leuk meer. Wat zou het heerlijk zijn als je als bedrijf een schildje op de deur zou hebben of alleen maar zou kunnen melden: wij stoppen wat in het fonds voor sport en cultuur en daar kunt u zich aanmelden voor een waarderingssubsidie. Dan is men klaar, hoeft men de discussie niet aan te gaan en is het voor bedrijven veel eenvoudiger om te zeggen dat zij daar aan mee doen.” De heer GULDIE: “Ik vind het altijd heel aardig als mensen bij me langskomen in de zaak. Dan kun je tenminste even koffiedrinken en horen hoe het met ze gaat.” Mevrouw ROSBERGEN: “U bent misschien niet zo druk.” De heer GULDIE: “Ik maak daar altijd graag tijd voor, mevrouw Rosbergen.
29 Het zijn echt honderden waarderingssubsidies. U verwacht dat er gewoon een stichting komt die zegt: dat gaan we wel even doen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Dan moet u even tellen, het zijn er geen honderden.” De heer GULDIE: “Het zijn er echt heel veel. Mijn vraag is of de stichting die mevrouw Rosbergen in gedachten heeft dat allemaal zomaar gratis gaat doen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ja, de bedoeling is dat het bestuur van die stichting uit vrijwilligers bestaat. Zij doen dat omdat zij zien dat hier een maatschappelijke taak ligt. Ik ken nog wel mensen die lid zouden willen zijn van een dergelijk bestuur en dat ook vrijwillig zouden willen doen, dus dat hoeft geen enkel probleem te zijn. Daar wil ik ook wel tijd voor vrijmaken, alleen zou ik dan met dubbele pet op zitten. Dan ligt er een vraag over de extra bezuiniging op Verkeer en Openbare Ruimte. Het CDA zegt onder meer dat dit al zo goed is doorgerekend en dat we dan met onderhoud van wegen zitten. Daar is op dit moment ook gewoon geld voor opgenomen in de Begroting. Het is ook niet ons voorstel om op onderhoud te bezuinigen. Ons voorstel is om investeringen die eraan komen te temporiseren, wat verder in de tijd te zetten. We hebben daar één uitzondering op: dat is de tunnel, mijnheer Guldie. Die vinden wij zo van belang dat we daar absoluut snel op moeten doorzetten want dat is van belang voor de toekomst van Barneveld. Ik moet even ingaan op de bureaucratie van de waarderingssubsidies. Het enige dat de raad moet doen is toetsen aan het einde van de rit. Als het fonds zijn jaarrekening opmaakt, is het de vraag of het allemaal is gegaan binnen de kaders die wij hebben gesteld. Sterker nog, je zou het bijna helemaal van ambtelijk inzicht weg kunnen halen en het alleen hier bij de raad neer kunnen leggen. Wij denken dat dit veel bureaucratie kan schelen. Het vouchersysteem was in uw ogen tijdelijk, voor gewenning. In de regeling staat geen einddatum. Dit kan dan in uw visie zo zijn, maar het staat niet in de regeling dat er een einddatum is. Wat de 115.000 EURO betreft die wij willen bezuinigen op LEF: wij hebben als antwoord gekregen op onze schriftelijke vragen (en daaruit concluderen wij dat het hier voornamelijk om formatie gaat) „de beleidstoevoeging kwaliteitsverbetering LEF houdt een verdere kwaliteitsverbetering ruimtelijke ordening in. Hiermee wordt bedoeld dat goed wordt ingespeeld op de toenemende complexiteit van aanvragen, de snelheid en eenduidigheid in de behandeling van aanvragen verder wordt verbeterd, optimaal wordt gereageerd op aanvragen voor functiewijziging buitengebied, voorkomen wordt dat er achterstanden ontstaan bij de behandeling van de aanvragen, voldoende dynamiek in de bestemmingsplannen wordt opgenomen en (daar komt het) de actualiserings- en vitaliseringsslag wordt voortgezet conform de planning en een blijvende deskundige inzet plaatsvindt bij de grotere en/of complexere projecten‟. Zoals ik het lees, gaat het hier dus voor 99% om formatie. Daar waar het gaat om de vitaliseringsslag: daar hebben we ook al gelden voor beschikbaar gesteld. Vorig jaar nog en de jaren ervoor. Je zou ook een keer kunnen zeggen dat het nu wel klaar is daarmee. Dat is in ieder geval onze conclusie. Dan heeft het CDA nog iets gezegd over die 400.000 EURO die wij willen bezuinigen op bedrijfsvoering, er wordt al 1,2 miljoen EURO op bedrijfsvoering bezuinigd en u zegt 1 miljoen EURO. Waar komt die 200.000 EURO vandaan? In uw ogen is dat ook formatie. Dat is niet waar. Het enige waar dat voor geldt, is wijziging onderhoud en preparatiereductie van een halve fte van 25.000 EURO. De andere gaat om hogere in kostenbesparing te storten verwerkingskosten, inverdieneffecten, voor herwaardering woningen, besparing op externe taxaties en geen medische indicatiestellingen. Dit heeft dus niets te maken met de bedrijfsvoering in huis. U hebt dus gelijk, dit is 1.025.000 EURO. Wat de opmerking van de VVD over de Muziekschool betreft: ik wil het wel een keer herhalen. Beseft u dat hetgeen we aan sport uitgeven gelijk is (dat heb ik u ook voorgerekend) aan wat we per lid van de Muziekschool uitgeven? Dan kan het best zo zijn, en dat weet ik van de VVD, dat dit hun insteek is: wij vinden sport veel belangrijker dan cultuur. Dat mag uw insteek zijn. Maar de suggestie wekken dat muziek maken en leerling zijn bij een muziekschool veel meer geld kost dan bijvoorbeeld sporten, klopt niet. Dat heb ik bij u weg willen nemen en ik wil u vooral verzoeken, daarbij kijk ik ook naar de andere partijen waarvan ik verwacht dat zij iets meer hart hebben voor cultuur en voor de Muziekschool, bedenkt u nog eens wat u hier uit haalt. U maakt muziekonderwijs tot iets dat alleen maar voor de elite kan overblijven. De toegankelijkheid van het muziekonderwijs staat door dit voorstel sterk onder druk. Als een wethouder zegt „300.000 EURO, geen probleem, moet allemaal kunnen, ik heb er naar gekeken en het kan‟ dan kan dat wel zo zijn. Maar híj hoeft het niet uit te voeren. De
30 mensen die daar werken wèl. De ouders van die leerlingen moeten dat gaan bekostigen en ik vind het persoonlijk, mijn partij vindt dit ook, schandalig dat uw dergelijke voorstellen durft te doen in deze raad. De VVD stelt voor om het vouchersysteem in januari aan de orde te stellen op het moment dat we over het Schaffelaartheater spreken. Dat lijkt me een goede suggestie. Dat neemt niet weg dat we het voorstel zoals het nu voorligt vooral ook aanhouden omdat we dat zo van belang vinden. Maar ook in januari zullen we u nog een keer voorhouden om vooral aan het vouchersysteem te denken, een systeem waar we toch afspraken over hebben gemaakt. Ook bestaan er beloftes aan de verenigingen. Dan heb ik zelf nog enkele vragen. - Motie 130, ingediend door Burger Initiatief, betreft het Transferium en de provincie. U spreekt over bijdragen aan kosten voor beheer en exploitatie. Ik zou mij kunnen voorstellen, mijnheer Van Rheenen, dat wij wel praten over bijdragen in de exploitatie. Maar ik zie geen reden om het beheer gedeeltelijk over te doen of om het beheer te delen. Volgens mij tuig je dan veel bureaucratie op en dat zou men niet moeten willen. Wilt u daar op ingaan? - Motie 140, ingediend door de SGP, betreft het stationsgebouw. Wij begrijpen niet zo goed wat er nu niet gebeurt. U verzoekt het college onderzoek te doen naar de mogelijkheden om op termijn herbouw van het stationsgebouw te realiseren, maar zover ik weet is dat op dit moment ook aan de orde. Wat wilt u hiermee bereiken, behalve dan dat u het college nog een keer ondersteunt en zegt: gaat u vooral verder? Maar dan is deze motie onnodig. - Motie 200 betreft de bibliotheek. U stelt daarin dat u vindt dat de bibliobus moet blijven rijden zolang de provincie subsidie blijft verstrekken en dat, ondanks de bezuiniging van 300.000 EURO op de bibliotheek, Kootwijkerbroek en Voorthuizen open zullen moeten blijven. Bent u als coalitie bereid om, als blijkt dat dit echt niet kan, die korting bijvoorbeeld gedeeltelijk terug te draaien? - Motie 350, ingediend door Burger Initiatief, betreft de minima. Daarin zegt u eigenlijk dat u inzicht wilt hebben in de mogelijke gevolgen van de bezuinigingen maar u zegt niet: stel dat besluit nog even uit. Wat heb ik aan inzicht, het zou toch veel beter zijn om eerst inzicht te hebben en dan pas een besluit te nemen over de minima? - Motie 410 betreft oud papier. U vraagt het college om verenigingen meer te wijzen op de mogelijkheden van oud papier. Hoe gaat u dat straks verdelen? Krijgt elke vereniging straks een straat toebedeeld? Ik kan me voorstellen dat, nu ze geld nodig hebben, iedereen oud papier wil ophalen. Hoe wilt u dat aan gaan pakken? - Motie 450, ingediend door het CDA, betreft het inbreidingsfonds ten opzichte van het Ontwikkelingsfonds Platteland. Inbreiden doe je vooral binnen de bebouwde kom. Het Ontwikkelingsfonds Platteland is bedoeld voor buiten de bebouwde kom. Wilt u een vergelijkbaar fonds voor binnen de bebouwde kom? Wat is dan het verschil met de bestaande reserve voor bovenwijkse investeringen en alle onderhoudsfondsen die we hebben voor groen en infrastructuur bijvoorbeeld?” De VOORZITTER licht de verdere gang van zaken toe. “Mevrouw Rosbergen, u sprak over motie 200 over de vestigingen Kootwijkerbroek en Voorthuizen en vroeg of men bereid is de vestigingen overeind te houden. Ik vind dat eerder een beleidsafweging. Dit punt schuif ik dan ook door naar vanmiddag voor het debat. Daar hoeven de fracties nu niet op te antwoorden. Er is een vraag gesteld aan de fractie van de SGP over het stationsgebouw, een vraag aan het CDA en aan Burger Initiatief. De heer SCHOTANUS: “Voor wat het stationsgebouw betreft, ons bereiken ook berichten dat daar wel voortvarend moet worden opgetreden. Dit betreft de ontwikkeling van het stationsgebouw op zich, maar ook de combinatie van problemen die daar op dit moment zijn en om een doorontwikkeling vragen, met name als het gaat over het stallen van fietsen en over de infrastructuur rond de fietspaden. Wij roepen het college op om daar voortvarend mee door te gaan. Wij roepen het college ook op om daar waar mogelijk gelden op te zoeken als met name de potjes van Prettig Wachten. Dit gaat geen geld kosten maar het gaat geld opleveren. De andere vraag ging over oud papier. Hoe we dat moeten zien? Sommige verenigingen zijn gespeend van creativiteit en innovatie. We moeten dat met elkaar onderkennen en elkaar daarin stimuleren. Als nu blijkt dat er witte vlekken in de gemeente zijn, waar dus potentieel zit voor wat oud papier betreft: waarom zullen wij daar niet stimulerend in bezig zijn? Daar vragen wij aandacht voor.”
31 De heer SCHERMERS: “De vraag van de ChristenUnie ten aanzien van het beeldkwaliteitsplan in het kader van het inzetten van gekwalificeerde architecten: u moet zich voorstellen dat dit beeldkwaliteitsplan uitgangspunt is voor die architect. U hoeft zich daar dus absoluut geen zorgen om te maken. Het inbreidingsfonds: het verschil is dat particulieren die daar bouwen ook een bijdrage storten voor de infrastructuur en de inrichting van die ruimte. Natuurlijk hebben we die andere reservepotten ook, maar ons idee is dat, net zoals in het buitengebied, functiewijziging plaatsvindt en dat de betreffende particulier ook een bijdrage levert aan de omgeving waarin hij vervolgens bouwblokken neerzet. De VVD vroeg of het mogelijk is. Nu zijn onderzoeken altijd mogelijk, maar dat is wat flauw. Ik neem aan dat wethouder verder in zal gaan op wat de mogelijkheden zijn. Dank u wel.” De heer VAN RHEENEN: “Voorzitter, ik ben nog een vraag van de CDA-fractie vergeten. Dat betreft motie 15 en gaat over de waarderingssubsidies. Het gaat hier niet om de politieke discussie. Wij vinden het wat kort door de bocht. Wij zouden graag zien dat dit in de tijd werd gezet en dat men met een goed onderbouwd verhaal komt over wat we met de waarderingssubsidies willen, daar kunnen definities voor worden neergelegd. Kunnen daar criteria aan worden verbonden? Kom dan terug met het verhaal en misschien krijgt het dan veel meer waardering en draagvlak in de raad en in de samenleving. Dat was de achterliggende gedachte. Over motie 130 vraagt PRO‟98 hoe we dat moeten zien, beheer en exploitatie. Als we beheer bij exploitatie onderbrengen is uw vraag beantwoord. We hebben motie 350 voor alle zwakkeren en minima in de samenleving gemaakt voor alle zekerheid. Wij leven nu in onzekerheid. Als ik kijk naar de Begroting die is opgesteld en hoe wij een zoektocht hebben moeten doen om alle bedragen te vinden, dan wil ik in ieder geval naar de samenleving toe een signaal geven: denk erom mensen, we houden jullie en jullie belangen in de gaten. Dat is het signaal waarmee ik straks wil terugkomen als het er echt een keer om gaat en we niet onverwacht worden geconfronteerd met zaken waarvan we hier al aangeven: voor we daar „ja‟ tegen zeggen willen we dat wel eens goed weten. Dat is de achterliggende gedachte.” reactie van college van B&W op moties en amendementen en de door fracties aan het college gestelde vragen Burgemeester HOUBEN: “Amendement 80 van de SGP betreft het versterken van de rol van de raad bij het veiligheidsbeleid. Dat is geen enkel probleem.” Wethouder DE KRUIJF: “Dank u wel, mijnheer de voorzitter, ik ga met u naar amendement 160 in combinatie met amendement 170, die beide over het Biologisch Centrum handelen. Het college wil uit blijven gaan van het voorstel zoals het er ligt. Het is overigens zo dat wij al een overleg hebben gepland met Het Geldersch Huys om te kijken wat zij in dit kader zouden kunnen betekenen. Wij keren de volgorde niet om zoals in amendement 170 wordt voorgesteld. Tegelijk is het zo dat wij natuurlijk ook in overleg treden met de scholen, want scholen hebben schooljaren die niet overeen komen met boekjaren maar met de vakanties. Dat kan betekenen dat scholen in hun planning dingen hebben opgenomen waar wij rekening mee moeten houden. Daar zullen wij ook rekening mee houden. Maar wij gaan uit van de bezuiniging zoals we die hebben voorgesteld. Wij gaan met Het Geldersch Huys kijken hoe hun bijdrage er uit zou kunnen zien en we gaan met de scholen in overleg om te bekijken wat zij in financiële zin zouden kunnen betekenen. De gemeentelijke inzet zoals die in het voorstel staat, bouwen wij in elk geval af. Wij ontraden u de amendementen 160 en 170. Amendement 420 is afkomstig van Burger Initiatief en betreft de Vrouwenadviescommissie. De Vrouwenadviescommissie heeft in het verleden een goede functie vervuld. Daar doe ik niets aan af. Maar als ik kijk in welk tijdsgewricht wij zijn beland, dan is de functie marginaal geworden. Wij vinden dat de eigen verantwoordelijkheid van bouwheren en bouwondernemers zover moet gaan, dat zij die functie tot de hunne moeten nemen. Overigens was het ook voorzien om aan het einde van dit jaar de hele commissie te evalueren. Dit is dus een geschikt moment om het besluit te nemen. Wij ontraden u amendement 420. Amendement 430 van Burger Initiatief en amendement 470 van PRO‟98 handelen beide over de formatie bij LEF, de samenvoeging van de afdelingen Ruimtelijke Ordening en Milieu. Dit is een
32 toevoeging van fte‟s, zoals wordt gezegd, het is een wisseling van posten. Als u in de Begroting op pagina 76 kijkt dan ziet u daar worden afgevoerd een bedrag van 107.000 EURO en er wordt weer een bedrag opgevoerd van 115.000 EURO. Daarom zouden wij beter kunnen spreken over kwaliteitsbehoud. Het belangrijkste argument staat in de opsomming van argumenten als laatste genoemd: het digitaliseren en het actualisatieproces wat tenminste doorloopt tot 2014. Als we daarmee zouden stoppen, betekent dit dat wij op zeer korte termijn te maken krijgen met ernstig verlies van leges. Dan heb je het niet over een paar duizend EURO maar over substantiële bedragen. Overigens is deze actualiseringszaak een proces van lange adem, want ook de nieuwe wetgeving heeft ervoor gezorgd dat wij blijvend bestemmingsplannen jonger dan 10 jaar moeten hebben, anders vervallen onze legesrechten. We kunnen dus niet meer te maken krijgen met oude bestemmingsplannen, zoals we dat tot nu toe hebben gehad. Dat betekent dat wij blijvend inzet moeten leveren op dit onderdeel. Daarom ontraden wij u amendementen 430 en 470. Amendement 440 van Burger Initiatief gaat over de 50.000 EURO incidenteel. Die 50.000 EURO incidenteel ziet op een besluit dat u hebt genomen met betrekking tot de instelling van het Ontwikkelingsfonds Platteland, waarbij u voor de komende jaren 50.000 EURO in dat fonds doteert om de investeringen die uit het fonds worden betaald mede te financieren. Het zou een indringende beleidswijziging zijn wanneer we nu in één keer zouden besluiten om die 50.000 EURO niet meer beschikbaar te stellen. Wij ontraden u dan ook amendement 440.” De heer VAN RHEENEN: “Maar waarom staat het er niet zoals u net zegt, dat het bij het Ontwikkelingsfonds Platteland hoort? Dat is voor ons een zoektocht in de Begroting.” Wethouder DE KRUIJF: “U hebt gelijk met betrekking tot de zichtbaarheid van voor welk doel dit bedrag beschikbaar is. Dat had beter gekund. Dat ben ik met u eens.” De heer VAN RHEENEN: “Misschien staat het in de Begroting elders ook genoteerd. Ik kan dat niet controleren.” Wethouder DE KRUIJF: “Ik kan u verzekeren dat dit niet zo is. Ik kom bij motie 450 van het CDA, die handelt over het instellen van een inbreidingsfonds. Op zichzelf een interessante gedachte en het college voert de motie graag uit. Ik wijs u er wel op dat u in de tekst het woord „onderzoek‟ bezigt. Daar wil ik een dikke streep onder zetten want ik zie wel de nodige juridische voetangels en klemmen, maar die wil ik graag beproeven. Het college neemt motie 450 over.” Mevrouw ROSBERGEN: “Is het niet zo dat de aanleg van infrastructuur ook wordt meegenomen in de grondprijs als je bijvoorbeeld een woning bouwt? Gaan we het niet dubbelop doen, gaan we mensen nu niet ook nog eens om een bijdrage vragen voor iets waar zij sowieso al voor hebben betaald op het moment dat zij bijvoorbeeld een huis bouwen?” Wethouder DE KRUIJF: “U moet zich voorstellen dat de initiatiefnemer zich bij inbreidingslocaties beperkt tot de locatie zelf, hij beperkt zich ook tot zijn eigen grondgebied. Natuurlijk halen wij in veel gevallen de betreffende initiatiefnemer over om ook wat breder te kijken naar de stoep die daar aan grenst. Ik kan me best voorstellen dat uit kwaliteitsoverwegingen voor die hele omgeving (en het zal per omgeving verschillen in hoeverre het kan, waar ligt die inbreidingslocatie) dit kansen biedt om die extra middelen beschikbaar te krijgen en om daar een kwaliteitsslag te maken. Alleen is er bij dit soort fondsen altijd sprake van een vereiste om een direct verband te bewijzen, wat maakt dat de relatieve bijdrage kan worden verlangd. Dat is de juridische voetangel die ik bedoel. Maar dat zullen we moeten uitzoeken. Motie 460 gaat over het architectenregister. De intentie van de motie heb ik goed begrepen, ik zou u over willen halen om de motie aan te houden tot wij de wijziging van de welstandsnota en het invoeren van het instrument stadsbouwmeester bespreken. Dan kunnen we beoordelen wat de effecten daarvan zullen zijn. Want, ik dacht dat de heer Guldie het zei, het kan betekenen dat wij, ondanks de goede bedoelingen van de architect, bij markante bebouwing toch mee willen spreken. Ik stel voor dat u deze motie aanhoudt tot de daadwerkelijke behandeling van het onderwerp.”
33 De heer SCHERMERS: “Even terugkomend op het Biologisch Centrum. Begrijp ik goed dat u zegt dat de gemeentelijke bijdrage in ieder geval teruggaat, maar dat u in gesprek bent met alle partijen om een initiatief op gang te brengen zodat het op een andere manier vorm krijgt in Barneveld. Mag ik het zo interpreteren?” Wethouder DE KRUIJF: “U moet zich voorstellen dat daar een behoorlijke groep vrijwilligers actief is. Het is denk ik voorstelbaar dat wij met de scholen nagaan in hoeverre die inzetbaar blijven en in hoeverre de scholen hier financieel van betekenis kunnen zijn. Maar ik wil niet de suggestie wekken dat wij hier een terugtrekkende beweging maken. Onze financiële bijdrage beëindigt en wanneer wij partijen ervoor kunnen interesseren om die activiteit te handhaven – wij zijn niet tegen die activiteit.” De heer SCHERMERS: “U probeert in ieder geval om in het gesprek met de partijen het zo voor elkaar te krijgen dat het initiatief kan blijven bestaan, misschien doordat de scholen ook een bijdrage leveren. U bemiddelt daar als het ware in.” Wethouder VAN DEN HENGEL: “Voorzitter, er zijn mij twee vragen gesteld en daarna wil ik met uw goedvinden langs de amendementen en moties gaan. Door de VVD is een vraag gesteld over Columbiz Park, over het World Egg Centre. Als collegelid zeg 2 ik graag toe dat ik dat meeneem naar de stuurgroep. Hoewel de middelen en de mogelijkheden om dat te realiseren vanuit het college beperkt zijn, willen wij kijken of er een marktpartij te vinden is. Mocht u er één weten, er liggen nog een paar kavels klaar om te kopen. Er is ook nadrukkelijk op de bijstand ingegaan. Het gaat op dit moment om ongeveer 350 mensen die daarin zitten. Om twee redenen zullen wij daar flink op gaan inzetten. De eerste reden is: het is veel beter voor mensen om vanuit een werksituatie aan de samenleving deel te nemen. De tweede reden is dat het de gemeente behoorlijk wat kosten op het budget bespaart. U kunt ervan zijn verzekerd dat we daar nog meer op in gaan zetten. Ik kom daar in de commissie op terug. - Amendement 10, de waarderingssubsidies: hierover is in de raad uitgebreid gesproken. Wij willen dit amendement ontraden omdat dit een gat in de begroting slaat. Dat is heel duidelijk denk ik. - Motie 15, alle waarderingssubsidies: ook die willen wij met dezelfde motivering ontraden. - Motie 30, fonds waarderingssubsidies. Dit is op zich een heel aardige gedachte. Dit willen wij als college toch ontraden omdat wij van mening zijn dat we hiermee het risico lopen dat er een nieuwe bureaucratie op gang komt. Mevrouw Rosbergen heeft een aantal goede zaken naar voren gebracht. Ik denk dat er ook geen strobreedte in de weg ligt als de markt hier zelf mee begint. Dan kunnen we over een aantal jaren altijd nog kijken wat we als overheid doen. Maar het is nu pertinent als bezuinigingspost meegenomen om de begroting meerjarig sluitend te krijgen. Dat is de reden waarom wij dit ontraden. - Amendement 40: u stelt terecht dat de OZB een uitzondering is. Een uitzondering moet je ook een uitzondering laten. - Amendement 70: wat de Oranjeverenigingen betreft, ook hier willen wij geen uitzondering maken. Vandaar dat wij dit amendement ontraden. - Amendement 90, hierbij wil ik wat langer stilstaan. Ten eerste is hij in het verleden door de raad aangenomen en wij willen als Barneveld staan voor de afspraken die zijn gemaakt met de landelijke en provinciale overheid. Wij denken dat het zou leiden tot het beeld van een onbetrouwbare overheid als wij daar verandering in zouden brengen. Daarnaast legt u de nadruk heel sterk op het nieuwe station. Dat zou ik wat minder sterk willen doen. Het is ook heel belangrijk voor Harselaar-Zuid en de toekomstige mogelijke ontwikkeling van een railterminal, voor een duurzame en veilige verbinding met Voorthuizen en Harselaar vanuit Barneveld gezien. Dit zijn punten waarom wij van mening waren en zijn dat die tunnel noodzakelijk is. De mail van de gedeputeerde waar u op duidt, kennen wij ook. Daarin schrijft zij ook letterlijk dat uitstel geen goede zaak zou zijn. Dit amendement ontraden wij. - Amendement 180 gaat over het Schaffelaartheater. Het gaat om een reservering van de 200.000 EURO zoals die nu in de Meerjarenbegroting staat. U hebt daar gisteren een voorstel van het college over ontvangen en om die reden ontraden wij dit amendement. 2
Toezegging door het college
34 Motie 200: de coalitiepartijen hebben een motie ingediend. Als college willen wij dit graag overnemen omdat wij van mening zijn dat dit een goede basis is van de onderhandelingen die nog moeten plaatsvinden. De motie staat in relatie met - Motie 240 van PRO‟98: dat gaat ook een stuk in die richting, alleen wordt hier de volledige instandhouding van de jeugdactiviteiten expliciet naar voren gebracht. Dat kunnen wij nu niet beloven. Natuurlijk zullen wij primair naar de motie kijken zoals die door de collegepartijen is ingediend. Blijft er dan nog ruimte over, dan hebben wij ook oog voor die ontwikkelingen, maar ik beloof u dat niet. In dat kader ontraad ik motie 240. - Amendement 210, het vouchersysteem bij het theater. Dat wordt in 2011 ongemoeid gelaten en afgebouwd vanaf 2012. Het lijkt me een goede gedachte om dit bij de behandeling van het raadsvoorstel in januari mee te nemen. U wilt hem wel in stemming brengen? Dan ontraad ik hem op dit moment, maar wij nemen hem serieus mee in het vervolgtraject. - Amendement 220: die 10% op de Muziekschool slaat een gat in de begroting. Om die reden zijn we op dit moment tegen dit amendement en dat geldt ook voor - Amendement 230. - Motie 260: er zijn bij het besluit over het theater in 2005 heel duidelijke afspraken gemaakt. Die afspraken willen wij graag handhaven, daar willen wij niet aankomen. In dat opzicht vinden wij deze motie op dit moment overbodig. We kunnen op dit moment ook niet in detail overzien wat de effecten zijn wanneer deze motie zou worden aangenomen. - Amendement 340 over Permar zou ik namens het college willen ontraden. In de algemene beschouwingen bent u ook op Permar ingegaan. Volgend jaar moeten ze sowieso 1,2 miljoen EURO ombuigen. Dat hebben ze in de begroting die ze hebben vastgesteld ook al gedaan. Het wordt inderdaad zwaar weer. Maar dat geldt ook voor de gemeente Barneveld. Dit amendement ontraad ik. - Motie 350 gaat over de zwakkeren in de samenleving. Bij het pakket van maatregelen dat het college heeft gekozen, hebben wij heel nadrukkelijk ook naar de zwakkeren in de samenleving gekeken. Er moet een deugdelijk en goed vangnet blijven bestaan. Dat heeft ertoe geleid dat de duurzame gebruiksgoederenregeling en de 10 EURO eigen bijdrage verdwijnen, maar de duurzaamheidsregeling is per 1 januari 2009 in bijna alle gemeenten in Nederland afgeschaft met de komst en de uitvoering van de langdurigheidstoeslag. Daar ben ik in de commissie al uitgebreid met u op ingegaan. Deze motie zouden wij dus willen ontraden. - Amendement 360: hiervan is de uitleg gegeven. Dit amendement ontraden wij. - Amendement 370, korting minimabeleid: idem. Voorzitter, dank u wel.” -
Wethouder TROOST: “Dank u wel, voorzitter, - Amendement 20 van PRO‟98 gaat over de bedrijfsvoering. Dat heb ik even uitgezocht en beiden hebben gelijk. Er wordt 1,2 miljoen EURO bezuinigd op de bedrijfsvoering sec. Als je inzoomt op de precieze personeelskosten, dan staat er nu 1 miljoen EURO voor gebudgetteerd. Dus wij bezuinigen 1,2 miljoen op bedrijfsvoering maar u kunt het in de Begroting per post nalezen, dat hebt u ook gedaan. Ik wil nog dit zeggen over die 1,2 miljoen EURO bedrijfsvoering. Het is, samen met het inkomen, ongeveer 40% van de hele bezuinigingstaakstelling en daarmee staan wij eenzaam aan de top bij bezuinigingen van gemeenten als het gaat over bezuinigingen op de totale begroting. 40% wordt daarop bezuinigd en 25% is ongeveer de norm in gemeenteland, 75% bedrijfsvoering en 25% op andere posten. We hebben echt naar uw amendement over 400.000 EURO extra gekeken. Maar ik vind dit onverantwoord op dit moment. U moet weten dat naast die bedrijfsvoeringpost er enkele andere posten zijn in programmaonderdelen waar programma‟s sneuvelen en dat heeft ook personele consequenties. Dat zou u erbij op moeten tellen. Wij schatten zelf dat er tussen de 200.000 en 400.000 EURO extra consequenties van personele bedrijfsvoering zullen zijn, maar die zijn bij de programmabegrotingen geboekt. Wij willen dit amendement met deze argumenten ontraden. Amendement 50 gaat, denk ik, indirect over de 10 miljoen EURO mandaat. Dat weet ik niet zeker. Ik probeer het antwoord zo te geven. Want er staat: „de stand van de leningen bij deze grondaankopen is ongeveer 220 miljoen EURO‟. Het totale bestand van leningen: een deel ervan zit natuurlijk in de grond. Ik heb een vraag gekregen en wil hem zo beantwoorden. Wat doen we met die 10 miljoen EURO? Die 10 miljoen EURO is nodig voor strategische aankopen buiten de zoekzones. Dat is afgelopen jaren regelmatig nodig geweest. Ik kan dat van tevoren niet aangeven want strategische aankopen ga je
35 tevoren niet bekend maken. Ik wil dit amendement ontraden en de 10 miljoen EURO in de Begroting houden.” Mevrouw ROSBERGEN: “Daarmee zegt u dus: we willen de mogelijkheid hebben om die 10 miljoen EURO te lenen. Dat wil niet zeggen dat we die ook gaan gebruiken. Klopt dat?” Wethouder TROOST: “Het is altijd zo dat wij ze natuurlijk alleen gebruiken als het nodig is. Achteraf kunt u zien wat wij ermee doen. Maar het is echt nodig om bijvoorbeeld een boerderij te kunnen kopen als dat nodig is in het belang van de ontwikkeling van de gemeente.” De heer SCHOTANUS: “Ik kan me zo voorstellen dat wij na afloop van het jaar een overzicht krijgen van wát u hebt gekocht. Maar ik hoor u dus ook zeggen: waaróm u het heeft gekocht.” Wethouder TROOST: “Nee, ik heb nu op mijn netvlies staan dat wij u in januari een overzicht zullen geven van het afgelopen jaar. Daarin geef ik aan wat wij hebben gekocht. Maar soms kan ik mijn strategie niet prijsgeven omdat dit weer nodig is voor een ander jaar. Dus ik zal u informeren zoveel ik kan, maar soms moet ik 3 de onderhandelingstechniek achter houden.” De heer SCHOTANUS: “Ik ben niet helemaal tevreden met dit antwoord. Want als wij dan op enig moment voor jaren een bepaalde strategie uitzetten, dan lijkt het me goed dat die ook met ons wordt gedeeld.” Wethouder TROOST: “Elk jaar krijgt u een overzicht van wat wij hebben gekocht. Ik stel mij voor dat u daar dan vragen over stelt en dan kunt u mij interpelleren met vragen. - Motie 140: het college ziet dat eigenlijk als een steun in de rug. Wij zijn als college bezig met het station maar vinden het wel een steun in de rug om bezig te zijn met intensieve acties, als deze motie door de raad wordt overgenomen. Ik kan u nog geen toezegging doen over het resultaat want financieel weet ik niet wat het betekent. Maar wat de gesprekken en de onderhandeling en de drive betreft, als die motie wordt aangenomen voel ik dat als een steun. Die motie willen we dus graag overnemen. - Amendement 390 over de bijdrage aan Batu Tjapeu. Zoals dit amendement is, wil ik het ontraden, maar ik wil er tegelijk een antwoord aan een vraag van het CDA aan koppelen. Ik wil wel binnen de Begroting, dat heet in het vak inter-temporeel, verschuiven. Of we binnen de 4 begrotingsruimte wat kunnen verschuiven wil ik wel onderzoeken. Maar in principe willen we de bezuiniging in de waarderingssubsidie wel in stand houden. Ik wil hooguit onderzoeken, dan kom ik daar bij de kadernotitie van volgend jaar op terug want in 2011 gebeurt er nog niets, of het mogelijk is om inter-temporeel te verschuiven of enige fasering aan te brengen.” De heer VAN RHEENEN: “Maar dan kunt u dit amendement toch gewoon steunen? Wij geven gewoon een wijziging van dekking aan en u geeft nu hetzelfde verhaal. Dat hoeft helemaal geen probleem te zijn.” Wethouder TROOST: “Ik heb het amendement zo gelezen dat dit een gat in de begroting zou kunnen betekenen. Dat doen we niet. We gaan voor iedereen de waarderingssubsidies afschaffen, ook voor deze stichting. Maar ik heb de vraag van het CDA zo begrepen: wilt u nog eens kijken of daarin kan worden gefaseerd. Dat wil ik toezeggen4, maar het amendement gaat wat mij betreft veel verder. Dan wijs ik dat ook af.” De heer VAN RHEENEN: “Als u spreekt over een gat in de Begroting dan zijn zo‟n beetje alle taakstellingen gaten in de Begroting. U zegt zelf te willen kijken naar een wijziging binnen de Begroting. Dat kunt u dat amendement gewoon ondersteunen.” 3 4
Toezegging door het college Toezegging door het college
36
Wethouder TROOST: “Ik heb gezegd wat ik heb gezegd en ontraad het amendement. - Amendement 400 gaat over de voorgestelde leges van de gehandicaptenkaart. We hebben gekeken wat een gehandicaptenkaart kost en u moet wel weten dat dit per 5 jaar is. De kosten zijn ongeveer 250 EURO. Dat vonden wij als college een te forse stap en wij hebben gezegd dat te zullen delen. We vinden 125 EURO een realistische verhoging. Dat betekent 25 EURO per jaar voor het genot van een parkeerkaart.” Mevrouw ROSBERGEN: “Het maakt nogal verschil of voor die kaart een externe medische keuring nodig is. Als die niet nodig is, dan zou ik me kunnen voorstellen dat die leges alleen een kwestie van het verstrekken van die parkeerkaart zijn. Ik kan me niet voorstellen dat dit 250 EURO kost. In de beantwoording op alle schriftelijke vragen sprak u over 210 EURO, dus het wordt ongeveer met de week duurder. Zou het niet redelijk zijn om daar dan een onderscheid in te maken? Ik kan me voorstellen dat kosten gewoon moeten worden gedekt of gedeeltelijk moeten worden gedekt, maar als een externe medische keuring niet nodig is, heeft u eigenlijk alleen maar het maken van die kaart.” Wethouder TROOST: “Met alle respect, er wordt mij nu een inhoudelijke vraag gesteld. Daar heb ik het antwoord niet op paraat. Wij zeggen nu dat we de verhoging naar 125 EURO gezien de Begroting redelijk vinden. Dat willen we dus in de Begroting handhaven. Daarom wijs ik dit amendement af. U kunt natuurlijk altijd in een kaderstellende nota vragen stellen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Dit heb ik ook zo gevraagd in mijn bijdrage. Ik heb gesteld: maak daar onderscheid in. En: kunnen wij het hier niet eens met elkaar over hebben?” De VOORZITTER zegt tegen mevrouw Rosbergen dat het antwoord blijft zoals het was. Wethouder TROOST: “Dan was er nog een vraag van het CDA of het Plaatselijk Belang kan worden beschouwd als een 5 wijkplatform in de financiering gezien. Dat kan ik nu niet zeggen, dat moet ik uitzoeken. Ik weet niet of Plaatselijk Belang zelf wil worden gezien als wijkplatform. Hierop moet ik het antwoord op dit moment schuldig blijven. Voorlopig blijft de bezuinigingstaakstelling staan.” Wethouder VAN DAALEN: “Dank u wel, voorzitter, - Amendement 100 gaat over de bezuinigingen op Openbare Ruimte en Verkeer. Dat heeft veel raakvlakken met amendement 120 dus die beantwoord ik in één keer. Bezuinigingen op onderhoud en groen en wegen zijn bezuinigingen die er op zichzelf al vrij hard in komen omdat we te maken hebben met achterstand op dat gebied. Barneveld is een gemeente die hier ook in verhouding tot andere gemeenten weinig aan uitgeeft, in ieder geval onder het gemiddelde zit. Dit terwijl Barneveld natuurlijk een enorm buitengebied heeft en heel veel wegen en groen. Daar lopen we al enigszins achter de feiten aan. Toch hebben we een bezuiniging voorgesteld die niet 100.000 maar 200.000 EURO is, als het gaat om onderhoud van groen en 300.000 EURO als het gaat om parkeren. De totale taakstelling is 650.000 EURO maar terecht gaf mevrouw Rosbergen aan dat daar ruim 100.000 EURO aan extra inkomsten bij zit. Maar per saldo houden we ruim 500.000 EURO over die we binnen dat programma moeten halen. Ik zou ten stelligste willen ontraden om hier nog een extra taakstelling bovenop te leggen, temeer daar wij van de autonome groei, dat hebt u in de tekst van de Begroting kunnen lezen, al de helft meenemen. Dus daar zit ook al een impliciete bezuiniging in. Het college ontraadt nadrukkelijk de amendementen 100 en 120. Daar kan ik nog op aanvullen dat ik op korte termijn, naar alle waarschijnlijkheid in de commissievergadering van december of januari, met een notitie Onderhoud wegen kom waarin ook nog de achterstand van wegen aan bod komt. 6 Dan wordt dit verder uitgelegd.
5 6
Toezegging door het college Toezegging door het college
37 -
Amendement 110: dit vindt het college een slecht voorstel. Hier wordt voorgesteld om station Barneveld-Zuid maar niet uit te voeren. Station Barneveld-Zuid is nadrukkelijk gepland voor de toekomstige wijk Veller en voor de wijk Veller die nu al ruimschoots in ontwikkeling is. Dat betekent dus ook dat we de inwoners van Veller echt tekort doen op het moment dat we station Barneveld-Zuid niet gaan aanleggen. Het tweede argument is dat wij ook een betrouwbare overheidspartner willen zijn. Wij leggen dit station als gemeente niet alleen aan, daar zijn ProRail en nadrukkelijk ook het Rijk met subsidies bij betrokken.”
De heer VAN RHEENEN: “Ik begrijp de opmerking niet dat het een slecht voorstel zou zijn. Dat u het er niet mee eens bent, is prima. Maar waarom moet Barneveld meer stations hebben dan bijvoorbeeld heel Rotterdam? Dat is toch onzin? Wij hebben alleen voorgesteld om eens te kijken naar de kosten die we daar maken. We moeten straks kosten maken bij het Barneveldse dorpstation. Misschien is het wel overdreven. Heel Barneveld heeft inmiddels ook zelf kunnen constateren dat wij op 500 meter afstand twee stations gaan aanleggen. Dat betekent dat er in Barneveld nog meer wegen per uur dichtgaan. Want voor elke spoorwegovergang sta je 2 minuten stil. Dan komen er alleen maar 2 minuten bij, dat is 10 minuten per uur. Dat kost de economie handenvol geld.” Wethouder VAN DAALEN: “De hele wijk Veller is juist aangelegd, gericht op de komst van het station. De mensen zijn er ook gaan wonen in de wetenschap dat er een station komt. Als u spreekt over de inwoners dan moet u dat aspect er ook bij betrekken. Er komen twee scholen vlak bij het station. Ik denk dat u echt die wijk tekort doet op het moment dat u zegt dat station te willen schrappen. Bovendien is de Valleilijn een groot succes. Daar dragen de stations aan bij. Ik denk dat de vergelijking met Rotterdam volledig mank gaat want wil men echt een goede vergelijking maken, dan moet ook het gehele metrostelsel van Rotterdam erbij worden betrokken. Ik denk dat de getallen dan anders uitvallen. Ik denk dat dit voldoende is toegelicht. Het college ontraadt dit amendement. - Amendement 120 heb ik zojuist besproken. - Motie 130, het Transferium: ook daar gaat het over gemaakte afspraken. Ten aanzien van het Transferium hebben wij, met name met de provincie, in het verleden heldere afspraken gemaakt. Aan die afspraken lagen ook bepaalde grondslagen ten grondslag, daar waren ook subsidies aan verbonden. Op het moment dat wij die afspraken opnieuw ter discussie gaan stellen, is daar één op één de subsidie aan gekoppeld en is de kans vrij groot dat we daar een rekening over krijgen gepresenteerd. Ook deze motie ontraadt het college.” De heer VAN RHEENEN: “Op welke afspraken doelt u en welke subsidie zit er dan aan te komen? Is dat die miljoen EURO subsidie die al een jaar of vier, vijf op de plank ligt in Arnhem en die we op kunnen halen?” Wethouder VAN DAALEN: “Bij de realisering van het Transferium zijn er subsidies verleend om dit tot stand te laten komen.” De heer VAN RHEENEN: “Ja, het Transferium is betaald. Dat was het cadeau. Maar de rest moeten we zelf invullen. Dat is er nooit bijgezegd en daarom is dit zo een probleem voor ons. Dat noem ik geen cadeau.” Wethouder VAN DAALEN: “Die aanduiding is voor uw rekening. Het Transferium ligt er. Het is tot stand gekomen samen met de provincie. Op het moment dat wij zaken ter discussie gaan stellen, stellen wij ons niet als betrouwbare overheidspartner op en zullen wij daar ongetwijfeld ook de financiële gevolgen van moeten gaan dragen. Dat is mijn antwoord op de motie en om die reden ontraadt het college deze motie. - Amendement 150 sluit eigenlijk aan op de amendementen 100 en 120, alhoewel de insteek net iets anders is. Amendementen 100 en 120 gingen over de bezuiniging op de openbare ruimte die ik net heb toegelicht. Het college ontraadt om redenen die amendementen. Ik zou dit hier nog eens willen benadrukken. Er wordt al fors bezuinigd, er wordt heel kritisch gekeken naar de uitgaven bij openbare ruimte en nu zegt u: kijk ook nog eens naar de investeringen. Nu heb ik even gekeken naar de investeringen die bij dit programma horen en dan gaat het voor een heel groot deel over de tunnel aan de Baron Van Nagellstraat. Daar is net door collega Van den Hengel het één en ander over toegelicht. Wij zijn er niet voor om daar uitstel op te plegen. De
38
-
-
-
-
andere investeringen die daar zijn gepland gaan over de notitie Spelen. Ik zou ook niet willen voorstellen om dat maar uit te stellen. Als andere belangrijke investering staat daar nog station Barneveld-Zuid. Daar heb ik net over gesproken. Ik zie niet in dat er enige ruimte binnen de investeringen zou zijn om daar deze extra bezuiniging op los te laten. Bovendien is het zo, dat in het programma Verkeer de investeringen al zijn gekoppeld aan het Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan. Ongetwijfeld weet u ook nog dat bij de vaststelling van dit plan er niet de financiële middelen bij zijn vastgesteld, dus daar zijn ook geen investeringen die we gemakkelijk kunnen schrappen. Ik zou dit voorstel namens het college willen ontraden omdat het eenvoudigweg een gat in de begroting slaat. Amendement 270 gaat over sport. Een aantal amendementen gaan over de kunstgrasvelden van VVB en in relatie daarmee is er een amendement over De Glind en Stroe. Ik zou even willen beginnen bij amendement 270 wat is gekoppeld aan amendement 320. Die gaan allebei over het op korte termijn realiseren van het kunstgrasveld. Namens het college zou ik aansluiting willen zoeken bij de woorden van de heer Guldie die aangaf: laten we het veld van VVB net zo benaderen als op dit moment de velden van De Glind en Stroe in de Begroting staan en dit vervolgens bij de kadernota tegen elkaar afwegen. Dat betekent dat de taakstelling voor het programma Sport wel met het bedrag van dit kunstgrasveld wordt verhoogd, maar dat is de consequentie die de raad dan neemt. Dat lijkt mij de juiste benadering. Dan kan dit ook 7 integraal worden gewogen . Om die reden ontraden wij de amendementen 270 en 320. Amendement 280, waarin wordt voorgesteld om de kleedkamers van VVB in 2011 te gaan realiseren. Ze staan nu gepland voor 2016, dat is ver weg. Ik kan me voorstellen dat we bij het tot stand komen van de kadernota hier nog eens naar kijken en overwegen of we dit binnen deze collegeperiode kunnen trekken. Er is eenvoudigweg geen geld om dit in 2011 te realiseren. Tenzij u andere afwegingen maakt, maar dat betekent dat er in de Begroting een gat wordt geslagen. Het college ontraadt dus dit amendement Amendement 290 gaat over het sportcomplex bij Stroe. Hier wil ik amendement 330 over Stroe en 300 en 310 over De Glind bij betrekken. De redenering is hierbij dezelfde: laten we dit bij de kadernota afwegen. Dat valt allemaal onder de taakstelling Sport en ik denk dat dat het moment is om daar verder over te spreken met elkaar. Het staat ook pas voor de jaren erna gepland. Dus ik denk dat daar ook in de tijd de ruimte voor is. Motie 410 gaat over het oud papier. Deze motie is op zich sympathiek, maar aan de andere kant ook overbodig, denk ik. Ik heb in de commissie de toezegging gedaan dat ik op korte termijn met een notitie kom over het oud papier. Er zitten nogal wat haken en ogen aan het hele verhaal. In de praktijk krijgen wij geen meldingen van klachten van verenigingen dat men het niet prettig vindt zoals het loopt. Het moment dat wij overgaan tot het inzamelen via de blauwe containers wordt de vereniging daar namelijk bij betrokken. Financieel gaan zij er ook zeker niet op achteruit. Ik zou willen voorstellen om daar op basis van een notitie in januari verder over te spreken met elkaar. Dan kunt u ook de financiële consequenties voor de verenigingen zien. Tot dat moment zetten wij geen belangrijke stappen op dit vlak, dus ik denk dat die ruimte er ook is.”
De heer SCHERMERS: “Ik vind het daarbij van belang dat we bekijken of de verenigingen er niet alleen op papier geen financieel nadeel van hebben, maar ook in de praktijk. In Voorthuizen wordt hier al een poosje mee gewerkt. Als ik het papier zie, dan klopt het. Maar ik zou graag met de vereniging getoetst willen zien of het de uitwerking heeft die het zou moeten hebben.” Wethouder VAN DAALEN: “Dat is prima.” De heer SCHURING: “Wij willen graag daarbij betrekken dat ook verenigingen of kerken die met een vaste container op een vaste plek werken, niet onderbedeeld raken in het nieuwe systeem. Want veel mensen brengen speciaal hun papier naar de kerk. Die hebben dus geen wijken of minder grote wijken.” Wethouder VAN DAALEN: “U geeft nu een voorbeeld waaruit blijkt dat dit een complexe materie is. Er spelen allerlei belangen een rol. Er zijn sociale componenten, mensen ontmoeten elkaar daar ook. Maar per saldo zien wij dat
7
Toezegging door het college
39 dit voor de verenigingen die daaraan deelnemen financieel niet nadelig uitwerkt. Verder zou ik u graag verwijzen naar de discussie in januari, dan hebt u alle gegevens bij de hand. Dank u wel.” Wethouder TROOST: “Excuses, ook naar Burger Initiatief. Ik moet de vraag bij amendement 60 nog beantwoorden. - Amendement 60 gaat over het geld dat eventueel over zou blijven bij het project Veller. Het zou aangemerkt moeten worden als een reserve voor De Burgt. Dit wijst het college af omdat we in gesprek zijn met CV De Burgt over hoe we daar verder mee gaan. Het lijkt me geen goed signaal om dit nu te doen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik heb een punt van orde. We hebben de opmerkingen van de wethouder betreffende amendement 210 gehoord, de regeling subsidie zaalruimte Schaffelaartheater om amateurkunst in stand te houden. Wij houden dit amendement aan tot de behandeling van het Schaffelaartheater in januari 2011. Dus het amendement kan van deze lijst af.” De VOORZITTER: “U houdt het aan tot het moment van behandeling van een raadsvoorstel over het Schaffelaartheater.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ja, dat klopt.” De VOORZITTER schorst de vergadering De VOORZITTER heropent de vergadering
Meningsvormend gedeelte e
2 termijn: bevragen fracties en aansluitend een termijn voor de antwoorden van de fracties De heer SCHOTANUS: “Als ik het goed heb begrepen kunnen we nu de moties en amendementen becommentariëren en zeggen wat wij er al dan niet van vinden. Ik wilde niet alle moties en amendementen langslopen maar alleen diegene waar wij wat van vinden en dan wel direct onze mening geven, zodat het straks bij de besluitvorming geen verrassing is. Even vooraf: over motie 410 heeft wethouder Van Daalen het één en ander gezegd. Die motie trekken wij niet in, maar die houden we aan tot er meer duidelijkheid is. De wethouder heeft gezegd dat hij daar ook mee gaat komen. - Amendement 20: we hebben net al even tijdens de vraagstelling met de indieners hierover van gedachten gewisseld. Ik heb begrepen dat hier in het huis een doorrekening is gemaakt voor wat betreft de 8,2 miljoen EURO bezuinigingen die op de samenleving van Barneveld afkomen maar ook op het ambtelijk apparaat. Een extern bureau als BMC heeft gezegd dat dit een hoge ambitie is. Het is haalbaar maar dan moet men hier ontzettend goed zijn best voor doen. Als je daar dan tegenover stelt dat er nogmaals 400.000 EURO extra moet worden bezuinigd binnen dit huis op het onderdeel bedrijfsvoering, denk ik dat dit de spankracht van het geheel te boven gaat. Dat is de reden waarom wij niet mee zullen gaan met dit amendement. - Motie 30 is op zich een heel interessante. Er is veel gesproken over de waarderingssubsidies en PRO‟98 legt hier een motie neer met het idee: kunnen we niet met elkaar nadenken over het vormen van een fonds en daar de waarderingssubsidies uit te halen voor de maatschappelijke, culturele en sportverenigingen? Heel sympathiek, natuurlijk. Wij willen daar wel over nadenken maar of het in deze vorm moet en kan, daar hebben wij toch wat twijfels bij. In de toelichting gaf mevrouw Rosbergen aan dat het met vrijwilligers kan worden ingevuld, dat er een aantal kaders wordt opgesteld, dat de gemeenschap er ook minder dan de 10% waarderingssubsidie instopt, het is een stichting. Als je daarnaar kijkt, roept dit direct een aantal vragen op, met name als het gaat over het toezicht. Wie doet dat in alle onafhankelijkheid? Wie zorgt ervoor dat dit geen extra kosten dan wel ambtelijke inzet met zich meebrengt? Ook als het gaat over bijvoorbeeld arbitrage. Toch willen we niet zeggen dat we het voorstel niets vinden, dat we hierover niet meer moeten denken. Mevrouw Rosbergen gaf als voorbeeld aan dat binnen haar bedrijf hierover vaak wordt gebeld. Waarom zou dit niet een initiatief kunnen zijn voor een organisatie als de BIK of de
40 Ondernemersvereniging van Barneveld. Zo blijft het gemeentelijk apparaat daar tussenuit. Dat is natuurlijk wel een gedachte, met wellicht de creativiteit en innovatie waar verenigingen wat mee kunnen. - Amendement 40, waar wordt gevraagd waarom de forensenbelasting, toeristenbelasting en hondenbelasting niet omhoog zijn gegaan en wel 1½ % bij de OZB als inflatiecorrectie. Het is vanmorgen al een paar keer genoemd door Burger Initiatief bij monde van de heer Van Rheenen en door mevrouw Rosbergen: wat hebben jullie allemaal met die verkiezingen beloofd en kijk eens wat er vandaag van terecht komt. Ik kan niet anders constateren dan: heel veel. Eén van de dingen die we ook expliciet met elkaar hebben uitgesproken, is dat het onverantwoord zou zijn dat we in het huidige tijdsgewricht de belastingen zouden verhogen. We hebben toch met elkaar moeten constateren dat wat de OZB betreft die enkel omhoog gaat met het inflatiepercentage.” Mevrouw ROSBERGEN: “U hebt het tijdens de verkiezingen in mijn herinnering heel expliciet over de OZB gehad. Die moest niet met de inflatiecorrectie worden verhoogd. Dat doet u nu wel dus u houdt u niet aan hetgeen u tijdens de verkiezingen hebt afgesproken. Dan begrijpen wij niet waarom u uw eigen inwoners wel 1½ % inflatiecorrectie oplegt en bijvoorbeeld de toeristen en forensen niet. Dan vinden we inconsequent.” De heer SCHOTANUS: “Wij hebben tijdens de verkiezingen als één van de weinige partijen gezegd, daarmee bedoel ik de SGP: geen belastingverhogingen en geen inflatieverhoging. Tot op het laatst toe hebben we dat ook zo gebracht. Dan komen de coalitiebesprekingen en wat zei onze minister-president? Sometimes you win, sometimes you lose. Dit is een punt waarop wij wat hebben moeten toegeven. Als u daar kritiek op hebt, dan zeg ik, en ik bedoel het positief: dat is het gemak, u hebt een alternatieve begroting neergelegd en die kunt u neerleggen op grond van uw verkiezingsprogramma. Hier ligt een Begroting voor op basis van een coalitieakkoord. Daar hebben vier partijen met geven en nemen, buigen en niet barsten, dit product gekregen.” De heer VAN RHEENEN: “Dan maakt u mij toch nieuwsgierig. Wat hebt u nog meer toegegeven?” De heer SCHOTANUS: “Mevrouw Rosbergen vroeg ook aan mijnheer Schermers wat het verschil was. Ik had mijn antwoord klaar als die vraag gesteld zou worden en dat zal ik nu geven: men pakke het verkiezingsprogramma van de SGP en men legge het coalitieakkoord ernaast. Zoek de verschillen. - Amendement 50 is bestaand beleid, heb ik begrepen. Daar heeft de wethouder wat over gezegd. - Amendement 90 betreft de tunnel. Ik denk dat dit ook een item is dat al verschillende keren is besproken vandaag. Moet je de tunnel uitstellen, moet je hem überhaupt wel door laten gaan. Er gaat natuurlijk ontzettend veel gemeenschapsgeld in zitten. We moeten niet vergeten dat het aangaan van de verplichting om een tunnel te realiseren en daar een groot deel gemeenschapsgeld in te doen, niet visieloos is gedaan. Dat zit niet enkel en alleen vast op een intercitystation. Maar er is natuurlijk meer aan de hand. U kunt het zich vast nog herinneren, ik denk dat het een jaar of negen, tien geleden is dat we een bijeenkomst hadden in Garderen, waar de toenmalige commissaris van de Koningin van Gelderland, de heer Kamminga zei: Barneveld, willen jullie een intercitystation, zorg dan dat je het nodig hebt en ga er niet om vragen. Laat zien dat je het nodig hebt. Daarom hebben we een aantal ontwikkelingen in dat kansrijke gebied in gang gezet en daar is dit er één van. Maar ik wil toch ook de railoverslag waarover wordt gesproken, noemen. We hebben daar bij de bespreking van de Strategische Visie ook al over gesproken. Binnen dat kader past dit gewoon. Wij vinden het dan ook niet goed dat we dit opnieuw ter discussie zouden stellen. - Motie 240: ik wil de fractie van PRO‟98 vragen, de wethouder was op zich heel duidelijk in zijn beantwoording als het gaat over die jeugdactiviteiten. Hij heeft in zijn beantwoording een volgordelijkheid aangebracht, dacht ik. Als u dat streepje zou kunnen verwijderen, zouden wij wel in kunnen stemmen met de motie.” De heer SCHERMERS: “Voorzitter,
41 allereerst een paar algemene opmerkingen naar aanleiding van wat er vanmorgen allemaal met elkaar is gewisseld en vervolgens zal ik ingaan op een aantal moties en amendementen Allereerst, laat heel helder zijn, ook in lijn met het betoog dat ik vanmorgen heb gehouden, ligt deze Begroting heel dicht bij de lijn en de visie die wij als CDA hebben ten aanzien van de samenleving en hoe we met elkaar om moeten gaan in de financiële crisis waarin we ons bevinden. Dus steunen wij deze Begroting in zijn totaliteit van harte. Laat daar in ieder geval geen enkel misverstand over bestaan, mevrouw Rosbergen. Dan over het theater, wat in de motie wordt gezegd ten aanzien van die 200.000 EURO. Het is niet onlogisch dat de gemeente structureel bijdraagt aan de exploitatie van het theater. De 200.000 EURO per jaar is voor het CDA een redelijke indicatie waarmee we rekening moeten houden. Daarom vinden wij het ook prima dat dit in de Begroting blijft staan als stelpost. Opnemen in de Begroting is wat ons betreft dan ook alleen akkoord als reservering en dit zegt niets over onze toekomstige afweging. Wij willen met de anderen de komende maanden de afweging maken aan de hand van een gedegen analyse over waar het exploitatietekort in zit. De bezuinigingen op de bedrijfsvoering worden in mijn ogen wat gebagatelliseerd.” De heer VAN RHEENEN: “Nu roept u toch iets anders dan in de Begroting staat. U spreekt nu over de 200.000 EURO voor het exploitatietekort, maar in de Begroting staat: in stand houden infrastructuur theater. Dat zijn voor mij twee verschillende begrippen.” De heer SCHERMERS: “Nee, over de term zou je kunnen discussiëren, maar wat mij betreft gaat het om de sociale infrastructuur en de mogelijkheid om het theater te hebben in Barneveld, om het maar zo te zeggen. Dat naar alle waarschijnlijkheid daarvoor een bijdrage van de gemeente wordt gevraagd vind ik niet onlogisch. Hoe groot die precies moet zijn, zullen wij met elkaar moeten bekijken. Maar die 200.000 EURO als indicatie, als stelpost in de Begroting, vind ik op dit moment prima. Dan de bezuiniging op bedrijfsvoering. Er wordt wat bagatelliserend over gedaan, met name in het debat dat we met mevrouw Rosbergen hierover hebben gehad. Als je kijkt naar de afgelopen jaren, kun je één ding zeggen. Ook al is het 1miljoen EURO, het is op zichzelf een fors bedrag en over de afgelopen jaren nooit vertoond. Het zal een hele kunst zijn om dat überhaupt te realiseren. Bovendien hanteren wij inderdaad niet de kaasschaafmethode. Er worden op een aantal zaken keuzes gemaakt en de consequenties daarvan zullen ook neerslaan in de bedrijfsvoering.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik dacht al dat u ooit een keer zou komen met het woord kaasschaafmethode. Ook wij hanteren die niet want anders zouden we door de hele begroting strak 10% hebben gezet. Dat hebben wij niet gedaan. U zegt dat wij bagatelliserend doen over 1 miljoen EURO. Wij doen helemaal nergens bagatelliserend over. Wat wij wel zien, is dat in de afgelopen vier jaar de formatie enorm is gestegen in deze gemeente. Dat is een feit. Wat wij ook zien, is dat wij een taakstelling in de samenleving neerleggen, 10% moet er minimaal af, bibliotheek 30%, Muziekschool 40% er af, tegen verenigingen zegt u dat zij 100% kwijt zijn. Als u dat zegt, moet u ook durven kijken naar uw eigen salariskosten en u afvragen: 10% lijkt ons te veel, dat vinden wij ook teveel. Maar 5% zou haalbaar moeten zijn. Dat maakt 1,4 miljoen EURO. Het verbaast me dat u dat niet aandurft.” De heer SCHERMERS: “Dan moet u ook duidelijk zijn in waar die gevonden moet worden.” Mevrouw ROSBERGEN: “In een taakstelling van 1 miljoen EURO kan ik ook niet zien waar het gevonden moet worden. Dat is ook voor mij, met name voor mij in de oppositie, nog veel lastiger dan voor u in de coalitie.” De heer SCHERMERS: “Dat begrijp ik. Maar dan neem ik toch in overweging dat de wethouders die daar elke dag mee bezig zijn, met elkaar hebben bekeken wat er mogelijk is. Op zichzelf is het een gigantisch groot bedrag, dat is nog nooit vertoond de afgelopen jaren. Dat bedrag willen ze in ieder geval inzetten, daar willen ze voor gaan. Als u dan zegt dat daar nog eens een keer 400.000 EURO bovenop moet, dan vind ik dat u ook moet aangeven waar die extra 400.000 EURO moet worden gevonden.”
42 Mevrouw ROSBERGEN: “Ik relateer het alleen aan de salariskosten.” De heer SCHERMERS: “Dat lijkt mij iets te makkelijk. PRO‟98 zegt met name richting onze fractie, zo heb ik het opgevat, dat wij keihard bezuinigen op mensen. Wat ons betreft is dat absoluut onterecht. Als ik de minimawijzer erbij pak die op de gemeentesite staat en zie hoeveel regelingen we in deze gemeente voor minima hebben, dan moet ik constateren dat dat een lange lijst is waar we inderdaad op een aantal zaken, met name degene die elkaar overlappen, bezuinigen. Bijzondere bijstand is een vangnet voor incidenten en niet een continue inkomenssuppletie voor deze mensen. De regelingen die we in Barneveld hebben, zijn nog altijd ruim en sociaal, dus kunt u niet hard maken dat wij keihard bezuinigen op mensen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Het gaat in onze ogen overigens wel wat verder dan alleen de minima, dan heb ik het bijvoorbeeld ook over de subsidies. Waar het ons om gaat, is dat ook wij hebben gezien dat er overlapping bestaat tussen bijvoorbeeld de langdurigheidstoeslag en de gebruiksgoederenregeling. Maar het is wel erg kort door de bocht om nu te zeggen: per 1 januari stoppen we maar met die gebruiksgoederenregeling en korten we maar 10 EURO op elke regeling voor de minima. Het gaat om een betrekkelijk laag bedrag en het enige dat wij vragen is: laat ons als raad zien hoe die opbouw is, hoe dat nu precies in zijn werk gaat en of we bepaalde doelgroepen niet gaan bereiken door de regeling af te schaffen. U gaat nu wel heel snel, zonder dat u een goede onderbouwing hebt gekregen. Het enige dat wij u vragen is dit besluit uit te stellen. Het gaat om 36.000 EURO, dus het gaat niet om een enorm bedrag. Laten we ons goed informeren, laten we er in de raad over discussiëren met elkaar zodat we er in ieder geval voor zorgen dat er geen onbedoelde effecten zijn voor de minima. Stel het uit tot de kadernota van volgend jaar. Dat is het enige dat wij vragen op dit punt. Het andere punt is: 400.000 EURO bezuinigen is net zo taakstellend als waar we het net over hebben gehad. Ik vraag het over de hele organisatie. 400.000 EURO zit hier in Werk en Inkomen, zonder dat er maar enige onderbouwing is, behalve dan dat de wethouder heeft gezegd dat het hem in efficiency zit en we mensen weer aan het werk gaan helpen. Wij willen zeker stellen, daarom hebben we ook een motie ingediend, dat die 400.000 EURO niet wordt afgewenteld op mensen die een bijstandsuitkering krijgen.” De heer SCHERMERS: “Ik denk dat als je de regelingen in Barneveld ziet en ook goed kijkt naar hoe die werken, met name de duurzame gebruiksgoederenregeling in combinatie met de langdurigheidtoeslag, dat er nog altijd een heel sociaal pakket beschikbaar is in Barneveld voor de minima. Met de waarderingssubsidies hebben wij, zoals al eerder aangegeven, ook enorm geworsteld. We hebben ook naar alternatieven gekeken. De basis is in de eerste plaats dat de waarderingsubsidies er niet voor zijn bedoeld om exploitatietekorten bij verenigingen op te lossen. De afhankelijkheidspositie die eigenlijk is gecreëerd, zoals de heer Schotanus dit vanmorgen uitlegde, is op zichzelf niet gezond. Het zou iets extra‟s voor deze verenigingen moeten zijn. Dus wat dat betreft kunnen wij, ook als gedachte ten aanzien van hoe men met de samenleving omgaat, deze korting begrijpen. Het instellen van een fonds en denken dat het bedrijfsleven hier geld in gaat storten: met alle respect voor het idee (want zo hebben wij ook gedacht) maar als je er even goed over nadenkt, weet je dat het niet gaat werken. Bedrijven willen er iets voor terugzien. Als je een bedrijf hebt dat SDVB sponsort voor kleding, dan wil het bedrijf ook dat die kleding bij hen wordt gekocht. Jan Smit, die bijvoorbeeld de bedrijfskleding voor SDVB sponsort, heeft daar wat tegenover staan. Zo zal dit met al dit soort regelingen werken, het bedrijfsleven wil er iets voor terugzien. Dus: houdt sponsoring één op één met verenigingen, dat gaat niet werken via een fonds. Dat is nog los van alle regelingen die men echt moet gaan treffen ten aanzien van een rechtmatige uitkering. U suggereerde vanmorgen dat er een bedrag naar toe gaat en dat dit maar één keer gecontroleerd hoeft te worden. Ik maak mij sterk dat er extra regels gelden voor de overheid en dat ze al die deeluitkeringen ook zal moeten controleren. Met andere woorden: de bureaucratie wordt hier niet mee geholpen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik constateer dat u het niet eens wilt proberen.” De heer SCHERMERS: “Nee, ik heb erover nagedacht, uitgebreid zelfs en ik concludeer dat het niet kan.”
43
Mevrouw ROSBERGEN: “U zegt dat bedrijven er altijd iets voor terug willen zien. Dat klopt. Wij kennen heel veel bedrijven die in hun jaarrekening aangeven welke maatschappelijke instanties zij steunen, daar kunnen zij reclame mee maken en daar kunnen zij van alles mee doen. Dit voorstel kan er prima voor dienen om te zeggen: wij steunen de Barneveldse samenleving door voor de maatschappelijke, culturele en sportverenigingen toch in dit fonds te investeren. Het is uitstekend om dat naar buiten te brengen. Ik zou niet weten waarom dit voor bedrijven niet interessant zou kunnen zijn. Waarom zou het bijvoorbeeld wel interessant zijn vrouwen in Ghana die niet naar school kunnen in een bepaalde periode te sponsoren, dat steunt een bedrijf die daar hygiënische middelen voor beschikbaar stelt. Daar gaat het om. Dat je kunt aantonen dat je iets wilt betekenen voor een ander. Er zijn veel bedrijven die dat op die manier willen doen. Zo zie ik ook een dergelijk fonds.” De heer SCHERMERS: “Ik zou nog een paar voorbeelden kunnen verzinnen maar „at the end of the day‟ gaat dat niet de werking hebben die u voor ogen hebt. Zeker een fonds, dat zou wat mij betreft revolverend moeten zijn, in die zin dat je elk jaar opnieuw een dergelijk bedrag zou moeten uitkeren. Dat gaat op die manier ook niet werken. Dan nog ten aanzien van het uitstellen van projecten: in mijn bijdrage ben ik er denk ik duidelijk over geweest dat wij een verantwoordelijkheid hebben om ook op langere termijn ervoor te zorgen dat de economie in deze gemeente goed blijft draaien. Er is niets beters dan werkgelegenheid creëren voor mensen. Dat doe je onder meer door het aanleggen van bedrijventerreinen, daar heb je weer een tunnel voor nodig en zo is investeren in beton en staal absoluut ook sociaal. Dit zorgt op langere termijn voor welzijn van ons allemaal. Wij hebben gevraagd om een toezegging van de wethouder om Plaatselijk Belang op te nemen in het declaratiesysteem van de wijkplatforms. Wat ons betreft is dat erg magertjes toegezegd. Wij gaan ervan uit dat de wethouder dit wil gaan regelen. Zo niet, dan komen wij hier bij de kadernota absoluut op terug. Dat geldt eigenlijk ook voor de toeristenbelasting. Je zou kunnen zeggen dat daar ook wat moet gebeuren. We staan er op zichzelf positief tegenover en zullen dat bij de kadernota ook weer meenemen. Ik loop nog een paar moties langs: wij hopen van harte met de SGP dat er een potje kan worden gevonden om een extra impuls aan het stationsgebouw te geven. Wij zullen die motie uiteraard steunen. Ik heb al gesproken over het theater. Ik ben blij met de wijze waarop de wethouder bezig is om te kijken of het Biologisch Centrum Koetshuis op de één of andere manier toch door kan gaan. Houd ons daarvan alstublieft op de hoogte. Het is goed dat de kunstgrasvelden van VVB wel in de Begroting worden opgenomen ondanks dat daar wel een temporisering in plaats zal moeten vinden. Wij zijn blij met de toezegging van de wethouder ten aanzien van de waarderingssubsidie voor het Moluks wijkcentrum. In die zin is een amendement van Burger Initiatief niet nodig, denk ik. We gaan ervan uit dat u daarvoor binnen de Begroting ruimte kunt vinden. De verhoging van de leges voor parkeerkaarten: procentueel is het een enorme stijging maar als je het over 5 jaar uitzet, kun je ook daarvan niet zeggen dat het asociaal is. Onze motie 460 zullen wij aanhouden. Dat gaat om de bouwplannen door geregistreerde architecten. Dit zal later bij de behandeling van de nieuwe welstandsnota ter sprake komen. Tot slot motie 260 ten aanzien van Schaffelaartheater - 7 dagen open. U kent onze standpunten ten aanzien van de opening op zondag. Daar zijn afspraken over en wat ons betreft blijven die ook bestaan. Deze motie is wat ons betreft dan ook overbodig en wij zullen daarom tegen stemmen. Dat betekent uiteraard niet dat wij vinden dat het op zondag dicht moet. Dank u wel.” Mevrouw ROSBERGEN: “Voorzitter, wij hebben vandaag sterk de indruk gekregen dat twee partijen leidend zijn geweest in het opstellen van deze Begroting, namelijk de SGP en de VVD, want we vinden toch weinig invloed van het CDA en de ChristenUnie terug. De heer Schermers stelt zelfs dat, als hij in de oppositie zou hebben gezeten, hij ook andere keuzes had gemaakt. Hij noemt dat zelfs luxe. Dan vraag je je toch af of het CDA bang is voor de gevolgen van deze Begroting, waar zij mede verantwoordelijkheid voor draagt. Hoezo luxe? U zat toch op het pluche, mijnheer Schermers?”
44
De heer SCHERMERS: “Het woord luxe zet ik overigens tussen aanhalingstekens. De zin die ik daar uitsprak bedoelde ik in de zin zoals de heer Schotanus het zojuist heeft neergezet. Het is gemakkelijk als je alleen met jezelf in discussie bent ten aanzien van een begroting. Daarmee doe ik niets af aan uw begroting, daarmee wil ik ook niet suggereren dat die goed of fout is. Alleen, de discussie die je als partijen met elkaar voert bij het onderhandelen over een coalitieakkoord zorgt ervoor dat je sommige dingen inderdaad net wat anders had willen invullen. Als we met u in het college hadden gezeten zou er vast een aantal punten anders zijn geweest, dan had u ook verantwoordelijkheid moeten nemen. Wij nemen die verantwoordelijkheid. In die zin is het gemakkelijk dat u achter uw bureau zelf een begroting in elkaar kunt zetten.” Mevrouw ROSBERGEN: “Wat had u dan gedaan als u zelf andere keuzes had kunnen maken? Die vraag is blijven liggen en die vind ik buitengewoon interessant.” De heer SCHERMERS: “Daarom vond ik het zo belangrijk om aan te geven dat het totaalpakket zoals het er ligt, met alle afwegingen van dien, in ieder geval dusdanig is dat wij daar volledig mee kunnen instemmen.” De heer SCHURING: “De observatie van mevrouw Rosbergen dat de ChristenUnie en het CDA niet de leidende partijen zijn geweest, deel ik absoluut niet. Ik heb in mijn eerste bijdrage aangegeven welke punten wij belangrijk vonden in het coalitieakkoord. De belangen van de zwakkeren moeten worden beschermd, armoede voorkomen, buurt- en wijkvoorzieningen, goede onderwijshuisvesting, duurzame samenleving overdragen aan de volgende generaties, openbaar vervoer en het netjes afmaken van projecten. Dit zijn allemaal zaken die de ChristenUnie 100% ondersteunt. Dan vind ik het erg kort door de bocht, mevrouw Rosbergen, als u zegt dat u vindt dat twee andere partijen blijkbaar meer hun zin hebben gehad dan de ChristenUnie en het CDA.” Mevrouw ROSBERGEN: “U vindt dat u opkomt voor de zwakkeren in de samenleving als u op een begroting voor Werk en Inkomen van 4 miljoen EURO 400.000 EURO bezuinigt?” De heer SCHURING: “Ik heb ook in mijn bijdrage aangegeven dat we die 400.000 EURO, waarvan de wethouder in de commissie aangeeft dat de winst met name door efficiency moet worden behaald, kritisch gaan volgen. Maar als het gaat om de Wmo, als het gaat om het minimabeleid, dan ben ik daar als woordvoerder van de ChristenUnie dik tevreden over.” Mevrouw ROSBERGEN: “Dan mag ik aannemen dat u onze motie daarover ook steunt, dat het alleen uit efficiencymaatregelen moet komen?” De heer SCHURING: “Ik heb aangegeven dat wij kritisch gaan volgen dat die 400.000 EURO goed wordt ingevuld. Uw motie gaat wat verder. Maar als het gaat over kritisch volgen van dit beleid, dan hebt u ons aan uw zijde.” Mevrouw ROSBERGEN: “Wat ons vooral stoort, is dat hier vandaag steeds wordt gezegd dat het niet anders kan. Maar wij hebben u voorgehouden dat het juist wél anders kan. U wilt niet anders. Maar kom daar dan ruiterlijk voor uit. Dan vinden wij ach en wee echt niet op zijn plaats, dat heet krokodillentranen. Dat waardeer ik wel in de VVD. Die zegt gewoon: Muziekschool vinden wij te duur, bibliotheek veel te duur. Dat doet u niet, u doet net of u geen keuze hebt. Hoe hard hebt u zich gemaakt voor deze voorzieningen. Hoe overtuigd bent u van het feit dat zij het echt prima met 300.000 EURO minder kunnen doen?” De heer SCHERMERS: “Wanneer heb ik vandaag gezegd dat het niet anders kon?”
45 Mevrouw ROSBERGEN: “Dat zegt u in uw hele betoog.” De heer SCHERMERS: “Het betoog was volledig opgebouwd op de visie die wij op de samenleving hebben. Met dit als basis kunnen wij de keuzes die worden gemaakt, steunen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Maar ik heb u aangegeven, zelfs voorgerekend, wat een lid van de sportvereniging kost en wat een leerling van de Muziekschool kost. Hoe hard hebt u zich dan gemaakt om niet 300.000 EURO te bezuinigen op de Muziekschool? Dat wenst u dan toch blijkbaar niet? Dan moet u toch niet zeggen: dat is jammer maar het is niet anders?” De heer SCHERMERS: “Als ik zie hoeveel de Muziekschool kost voor burgers en hoeveel het kost voor de gemeente, dan kan ik mij voorstellen dat wij daar 300.000 EURO op kunnen bezuinigen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik heb u voorgerekend dat precies hetzelfde geldt voor een sportvereniging. Dat het volledig gelijk is aan elkaar.” De heer SCHERMERS: “Als u ziet hoeveel sportvelden er worden getemporiseerd en hoeveel aanpassingen worden aangebracht, dan ziet u dat wij daar ook ontzettend veel in doen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik heb een vergelijking gemaakt met SDVB, gekeken naar het grondbeslag, gekeken naar de investering van de afgelopen tien jaar en gekeken naar de subsidie die hier naartoe is gegaan. Als je dat afzet tegen de investering in de Muziekschool en tegen het aantal leerlingen of leden, dan komt men op een gelijk bedrag.” De heer SCHERMERS: “Daar is de heer Guldie mee begonnen: die manier van rekenen is niet mijn manier om alle kosten door te rekenen: wat betekent het per individu.” Mevrouw ROSBERGEN: “Omdat u andere keuzes maakt. Maar zeg dat dan gewoon.” De heer SCHERMERS: “Ik maak ook andere keuzes. Daar sta ik ook volledig voor.” De heer GULDIE: “Ik heb dit mevrouw Rosbergen in de eerste termijn ook al horen zeggen. Ik heb dat nog eens even nagerekend. Het is vrij eenvoudig uit te rekenen. We hebben in Barneveld 10.280 mensen die lid zijn van een sportvereniging. Dat is omgerekend 300 EURO per sporter. De Muziekschool zat op 1.000 EURO dus een sporter kost 1/3 van wat een leerling van de Muziekschool kost.” Mevrouw ROSBERGEN: “Maar dan rekent u alle stille subsidies niet mee die er zijn door het ruimtebeslag dat er is. Dat doet u wel met de Muziekschool, want daar rekent u de totale exploitatie en het totale gebouw mee. U maakt een oneerlijke vergelijking.” De heer GULDIE: “Nee, ik pak allebei de bedragen uit de Begroting en deel die door het aantal deelnemers. Daar is niets oneerlijks aan.” Mevrouw ROSBERGEN: “In de begroting Sport staan niet de velden zodanig benoemd als zijnde een bezit van de gemeente. Die vindt u wel geactiveerd in de grondactiva.”
46
De heer GULDIE: “Geven wij nu 300 EURO per jaar uit aan sportverenigingen of niet? 1.000 EURO aan leerlingen van de Muziekschool of niet? Dat is toch niet zo ingewikkeld.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik wijs u erop dat het grondbeslag dat die verenigingen innemen niet is meegenomen in de programmalijn Sport. Dat is het enige. Als u dat wel zou doen, zou daar een totaal ander bedrag uit komen. Maar ik wilde net zeggen dat ik de VVD waardeerde. Soms moet je dat misschien toch ook maar niet zeggen. Dan de waarderingssubsidies. De bedoeling van het fonds is nu juist, om wat er nu aan bureaucratie omheen hangt, weg te halen en het onder te brengen bij een stichting. Wat overblijft, is een raad die kaders stelt en een raad die controleert. Dat is dus onze taak, mijnheer Schotanus. U vroeg hier zojuist naar. Dat is de bedoeling. Ik kan het niet duidelijker maken. De waarderingssubsidie moet u ook niet zien als het dichten van een exploitatietekort, maar als een investering in de samenleving.” De heer SCHOTANUS: “Ik heb u aangegeven dat we dat niet zien zitten. Je houdt de bureaucratie overeind. Maar mijn idee is om het te verkopen, bij wijze van spreken, aan het bedrijfsleven en dat het bedrijfsleven ermee aan de slag gaat en dat wij er buiten blijven” Mevrouw ROSBERGEN: “Op het moment dat we een gemeentelijke bijdrage in dat fonds zouden doen, blijft toch hetzelfde overeind? Dan moeten er toch ook kaders zijn die de raad stelt, dan moet er toch ook achteraf zijn gecontroleerd of dat totaalbedrag inderdaad goed is besteed?” De heer SCHOTANUS: “Maar ik kan ook niet met u meegaan in het idee dat wij als gemeente gelden storten in dat fonds.” Mevrouw ROSBERGEN: “Dan houdt het op.” De heer SCHOTANUS: “Maar u wilt ook niet meegaan met ons idee, op grond van uw idee, dat de ondernemers dit oppakken?” Mevrouw ROSBERGEN: “Als ondernemers dit oppakken, dan lijkt me het heel verstandig dat zij dat doen. U weet, daar ga ik niet over.” De heer SCHOTANUS: “Als dat de winst van deze discussie is, dan hebben we wat gewonnen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Dan hebben we in ieder geval iets gewonnen, dat ben ik met u eens. Ik wil nog maar eens herhalen dat waarderingssubsidies er niet zijn om een exploitatietekort te dichten, maar dat zij een investering in de samenleving zijn. Ik heb u in mijn betoog voorgehouden dat elke cent die wij in de verenigingen stoppen, zich dubbel en dwars terugbetaalt in de sociale samenhang: jongeren van de straat, ouderen achter de geraniums vandaan door inzet van heel veel vrijwilligers. Het zou toch heel raar zijn als de verenigingen de subsidie op een spaarrekening zouden zetten. Het is juist de bedoeling dat zij dit uitgeven ter ondersteuning van de Barneveldse samenleving. In die zin snap ik uw redenering ook niet. Dan wil ik ingaan op de voorliggende moties en amendementen. Burger Initiatief komt met het voorstel om de waarderingssubsidies voor de Oranjeverenigingen niet te schrappen. Wij vinden dat niet correct. Als we het dan toch over gelijke monniken gelijke kappen hebben, dan zou dat ook voor hen moeten gelden. In ons voorstel korten we hen 10%. Dat zouden wij graag aan willen houden. Burger Initiatief stelt in motie 130 voor om beheer en exploitatie van het Transferium over te dragen aan de provincie. Als u die tekst aan zou willen passen zodat er komt te staan „in gesprek te gaan met
47 de provincie over de mogelijkheden dat de provincie gaat bijdragen aan de kosten voor exploitatie‟, dan zouden we met u mee kunnen gaan. Dan gaat het alleen om het krijgen van een bijdrage van de provincie in de exploitatie. Dat zouden wij redelijk vinden. Niet het overdragen van het beheer en ook niet het gedeeltelijk overdragen. Dan de motie van de vier coalitiepartijen daar waar het gaat om Voorthuizen en Kootwijkerbroek openhouden voor de bibliotheek en de bibliobus. Wij vragen ons echt af hoe belangrijk Voorthuizen en Kootwijkerbroek dan voor u zijn. Want stel nu dat het echt niet kan met 300.000 EURO korten. Wat doet u dan, bent u dan bereid om minder te korten? Of zegt u dat men het er maar voor moet doen?” De heer SCHOTANUS: “Ik vind het een heel interessante discussie als het gaat over die bibliotheek. Als ik denk over de commotie die over de samenleving is uitgestrooid als het gaat over de bibliotheek, dan gaat dat mijn bevattingsvermogen af en toe te boven. Wat mij in die discussie te denken heeft gezet, is dat op enig moment de Barneveldse Krant en niemand minder kopt dat ook Den Haag het college een brief had gestuurd over waar wij wel mee bezig zouden zijn. Ik wil hem niet afdoen, maar dat bleek een flyer te zijn van de organisatie van het bibliotheekwezen in Nederland die alle gemeenten in Nederland, dus ook Barneveld, had aangeschreven. Ik denk, mevrouw Rosbergen, dat we met elkaar na moeten denken over het hele bibliotheekwezen hier in Nederland en dat de verantwoordelijkheid daarvoor in eerste instantie bij de bibliotheek zelf ligt. Het kan toch niet zo zijn dat, als we 12.000 leden hebben, daar 12 betaalde fte krachten achter zitten. Als we nu al zien dat er binnen het welzijn commerciële partijen zijn, die met een bibliobus willen rondrijden maar dat niet mogen van de organisatie, dan is dit shock in all effect misschien wel eens een keer goed. Zo goed dat die bibliotheek en het hele bibliotheekwezen in Nederland daar eens over na gaat denken, voordat zij het allemaal maar op de samenleving afwentelen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Maar dat vraag ik u niet. Ik vraag u: mocht het echt niet kunnen, 300.000 EURO bezuiniging…” De heer SCHOTANUS: “Het kán. Daar ben ik van overtuigd.” Mevrouw ROSBERGEN: “Hoe weet u dat?” De heer SCHOTANUS: “Omdat zij maar eens bij zichzelf moeten kijken voor ze bij ons komen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Maar mocht nu daadwerkelijk de consequentie zijn dat Voorthuizen en Kootwijkerbroek dicht gaan.” De heer SCHOTANUS: “Die blijven open.” Mevrouw ROSBERGEN: “Daar bent u van overtuigd?” De heer SCHOTANUS: “Honderd procent.” Mevrouw ROSBERGEN: “We zullen het zien.” De heer SCHOTANUS: “Met elkaar, ja.” Mevrouw ROSBERGEN: “Dan hadden we als laatste de motie van het CDA over de inbreidingsplannen. De motie zelf vonden wij niet duidelijk, de uitleg die wij uiteindelijk kregen wel. We vinden het een goed idee dat wij graag zouden willen steunen. Maar dan inderdaad zoals de wethouder aangaf: laten we eerst onderzoeken
48 of het daadwerkelijk kan. Die juridische angels zullen er absoluut zijn. Maar in deze vorm, als dat de bedoeling is van deze motie, zullen wij die steunen. Dank u wel.” De heer SCHURING: “Voorzitter, dank u wel, ik wil allereerst namens mijn fractie de waardering uitspreken richting PRO‟98 voor het komen met een alternatieve begroting. Ik ben blij dat u constructief oppositie voert en dat u meedenkt. Het zijn keuzes die zijn gemaakt die niet de onze zijn. Maar daar kom ik dadelijk op. Maar ik waardeer het initiatief. Ik loop een aantal moties en amendementen langs: - Amendement 20 is al een aantal keren besproken en betreft 400.000 EURO extra bezuiniging op het ambtelijk apparaat. Of 200.000 EURO, het is maar net welke rekensom men erop loslaat. Net hadden we een debat waarin we spraken over Werk en Inkomen, over de taakstellende bezuiniging die in dat programma zit en zo zijn er meer programma‟s die met taakstellende bezuinigingen hebben te maken. Onze fractie verwacht dat daar ook door efficiencyverbetering kostenreducties op de organisatie uitkomen. Als je dat ook optelt, kom je op een redelijk groot bedrag uit. Wat dat betreft, ook gelet op wat de heer Schotanus aanhaalt, zouden wij zeggen: laten we dit eerst met zijn allen realiseren. Ik denk dat we dan al veel goed hebben verricht. - Motie 30: ik stelde bij interruptie al de vraag aan mevrouw Rosbergen of zij dacht dat bedrijven de bereidheid zouden hebben om gelden in een dergelijk fonds te storten. Een aantal bedrijven zal misschien die bereidheid hebben. Maar ik denk dat de meeste bedrijven met een prachtige cheque waar de bedrijfsnaam groot op staat, op een foto in één van onze lokale kranten terecht wil komen. De fractie van de ChristenUnie verwacht dat de animo daarvoor beperkt is. - Amendement 60, de bestemmingsreserve: onze fractie meent dat, op het moment dat men dit doet ten tijde van de onderhandelingen die lopen met CV De Burgt, men het college in een ongelukkige positie plaatst. „Broedende kippen moet je niet storen‟ is een goed Barnevelds gezegde. Dat gaat ook op voor dit amendement. - Amendement 90: de tunnel Harselaar is wat ons betreft hard nodig. Niet alleen voor een intercitystation op het Hollandse Spoor, maar ook voor de ontsluiting van Harselaar en een goede verbinding tussen de kernen Barneveld en Voorthuizen. Wij zullen dit amendement niet steunen. - Motie 130, het overdragen van het Transferium: de reactie van de wethouder gehoord hebbende, gemaakte afspraken kun je niet zomaar terugdraaien, denken wij geen steun te moeten verlenen aan deze motie. - Amendementen 160 en 170, het Koetshuis: we hebben de wethouder hierover gehoord en wij hebben er vertrouwen in dat de wethouder dit gaat regelen. Dat wachten wij rustig af. Wij vragen de wethouder ons daarvan op de hoogte te houden. - Amendement 340, Permar: ik haalde het in mijn eerste termijn al aan, de wethouder bevestigde dat, dat Permar al rekening houdt met een korting van 10%. Toen ik dat in juni hoorde toen ik in één van de rijen achterin de raadzaal zat, dacht ik: kijk, dat is nu een maatschappelijke organisatie die rekening houdt met het tijdsgewricht waar wij in leven. - Amendement 360, de regeling duurzame gebruiksgoederen: wij hebben geïnformeerd bij de afdeling en ons is de verzekering gegeven dat dit wel degelijk een dubbele regeling is ten opzichte van de langdurigheidstoeslag. Wij hebben informatie vanuit het gemeentehuis gekregen dat dit inderdaad dubbelop is. Dat is op zich niet zo raar. In goede tijden kijkt men daar minder kritisch naar. Nu de tijden wat minder worden is het goed om dat kritisch tegen het licht te houden en dubbelingen er uit te halen. - Amendement 370, 10 EURO eigen bijdrage: wij zien dat als een drempel. Het is bedoeld voor voorzieningen op het gebied van sport en cultuur waarbij het gezin dat van een minimuminkomen moet rondkomen 10 EURO per jaar betaalt voor een voorziening. Dat is 90 cent per maand. Dat vinden wij een acceptabel bedrag. - Motie 380, de 400.000 EURO op Werk en Inkomen: we spraken erover tijdens de tweede termijn van mevrouw Rosbergen. Zij heeft voor wat betreft het invullen van die 400.000 EURO een kritische fractie naast zich in de vorm van de Christenunie. Wij zullen dit met warme belangstelling blijven volgen, maar wij zijn er tevens van overtuigd dat de wethouder met alleen maar goede voorstellen gaat komen, die wij dan vervolgens van harte zullen kunnen steunen. Wij steunen hem niet omdat mevrouw Rosbergen tegen het college zegt: zorg ervoor dat het geen effect heeft. Het kan best zo zijn dat een maatregel tot op zekere hoogte effect heeft, waarbij we op dat moment de afweging maken en dan toch tot de conclusie komen dat het een acceptabel effect heeft op mensen met een laag inkomen.
49 Amendement 400, de gehandicaptenparkeerkaart: vijf jaar lang voor 125 EURO, dat is 25 EURO per jaar. Dat vindt de fractie van de ChristenUnie een acceptabel bedrag per jaar, temeer dat hier tegenover staat dat men geen parkeergeld hoeft te betalen op het moment dat men een dergelijke parkeerkaart tot zijn beschikking heeft. - Amendement 430, LEF: wij begrijpen van de wethouder dat, op het moment dat men hierin gaat korten, men de legesheffing op de bestemmingsplannen niet meer kan heffen en dat men daardoor een ongewenst effect heeft dat ongeveer even groot is als de bezuiniging die wordt voorgesteld. Dit amendement steunen wij dus niet. Dit was onze tweede termijn. Dank u wel.” -
De heer GULDIE: “Voorzitter, ik wil eerst het college bedanken voor de antwoorden en een paar toezeggingen, onder andere bij VVB nemen wij genoegen met de toezegging waarin ook de renovatie is meegenomen. Wij hebben het in eerste termijn even over de bijstand gehad. Er zijn diverse voorbeelden in het land, mevrouw Rosbergen heeft daar ook iets over gezegd, waarbij bijstanders hetzij door ambtenaren, hetzij door uitzendbureau‟s aan de hand worden genomen en soms zelfs letterlijk bij een ambtenaar in de auto worden gezet, waarna het industrieterrein wordt opgereden en wordt gezegd: wij gaan je deze week onderbrengen. Dat kan vaak met behoorlijke subsidies en in de praktijk blijkt meestal dat de bedrijven die mensen uiteindelijk gewoon houden. Wij vinden dat u op die manier ook naar die problematiek zou moeten kijken. Over de moties en amendementen: zaken die financiële consequenties hebben, zullen wij hoe dan ook niet steunen. Over het theater spreken wij later, dus die amendementen steunen wij over het algemeen niet. Wel de motie van PRO‟98 over de zondag. Dat lijkt mij geen afwijking van het huidige beleid dus die zullen wij gewoon steunen. Dan zijn er een paar moties en amendementen die wij wel zullen steunen. Dat betreft die over het oude station, waar wij heel duidelijk bij willen hebben gesteld dat wij vinden dat daar geen gemeenschapsgeld in moet. De financiers moeten daar zelf alle kosten dragen, ook de ambtelijke en ondersteuningskosten. Motie 450 van het CDA, inbreidingsfonds: ik snap het niet helemaal maar zie er wel iets in. Ik vraag me af of het kan, buitenom leges en andere zaken, maar daar zien we graag een voorstel over tegemoet. Amendement 80 van de SGP over veiligheid: dit amendement zullen wij uiteraard steunen. Als laatste ondersteunen wij de mede door ons ondertekende motie over de bibliotheken. Dat was het. Nu aan het werk!” De heer VAN RHEENEN: “Voorzitter, we hadden gisteren fractievergadering. Er zitten wat nieuwe mensen bij en die vroegen hoe ik het inschatte dat de amendementen het vandaag zouden doen. Toen zei ik: met 50% komen we een heel eind. Als ik jullie zo hoor, dan zullen onze amendementen vandaag allemaal sneuvelen. Ik kan vast aankondigen dat we ze volgend jaar gewoon weer mee terug nemen. We zijn de dag begonnen met een korte discussie over het theater. Ik wil toch nog even refereren aan wat de heer Bilderdijk heeft gezegd en dan citeer ik het SGP-programma (ik lees daar wel eens in mijnheer Schotanus en ik kom steeds nader tot u. Kijk maar uit!): in het heden ligt het verleden. Dat geef ik u de komende maanden mee als we straks gaan spreken over het theater. U hebt ook een oproep gedaan vanmorgen, mijnheer Schotanus: kom uit de loopgraven. Maar mijn conclusie is aan het eind van deze dag: wie zaten er eigenlijk in de loopgraven? Ik denk het college en de coalitie en wij mochten erom heen lopen. Want mijn conclusie vandaag is dat de infrastructuur van dit college, ik kom er straks bij het theater op terug, stand heeft gehouden. Want jullie hebben geen duimbreed toegegeven. Om toch nog een beetje vrolijk te eindigen met deze inleiding: ik zou het voorstel willen doen om de raadsvoorstellen in het vervolg om te dopen in raadsvoorstellingen, dan hebben we toch nog een beetje theater in huis. Ik loop een paar moties en amendementen langs: - Motie 15, over de waarderingssubsidies: wij hebben niet anders bedoeld te zeggen dan: laten we daar pas in juni bij de kadernota over beslissen. - Motie 30: het fonds van waarderingssubsidies van PRO‟98 vinden wij wel een goed initiatief. Wij vergelijken het een beetje met de invoering van de reclamebelasting.
50 -
Amendement 40 over de verhoging van 1½% van de forensen-, toeristen- en hondenbelasting. Wij zouden dat kunnen steunen als u het woordje hondenbelasting er uit zou halen.”
De VOORZITTER vraagt of de heer Van Rheenen dit toe wil lichten. De heer VAN RHEENEN: “De forensen- en toeristenbelasting treft mensen buiten de gemeente en de hondenbelasting betreft inwoners van Barneveld. Dat onderscheid willen we graag maken en dan sluiten we helemaal aan bij het collegebeleid, wat wilt u nog meer. - Amendement 50: over de strategische grondaankopen zullen wij het niet eens worden. Onze fractie is van mening dat er al voor miljoenen aan strategische grond op de plank ligt. Laten we eerst maar alles afmaken wat we op dit moment aan het ontwikkelen zijn. Dus houdt maar eens op met aankopen. - Amendement 60: hiervoor geldt hetzelfde. Wij denken dat er in De Burgt flink wat verliezen kunnen optreden en dan is het beter om daar wat meer voor te reserveren. - Amendement 70: Oranjeverenigingen krijgen geen steun. Ik zie het verschil niet tussen Koeweion-Ice en Oranjeverenigingen, maar goed, het is uw besluit. - Amendement 80: dit amendement over de veiligheid gaan wij steunen. - Amendement 90: voor onze visie op de Harselaartunnel krijgen wij de handen niet op elkaar. Daar waren we al bang voor, maar dan leg ik hier wel nog een keer de waarschuwing neer dat er nog grondaankopen moeten worden gedaan. We hebben op 30 juni 2009 in de raad de afspraak gemaakt dat, wanneer we boven de 9 miljoen EURO bijdrage van de gemeente van deze raad komen, u terug moet komen in deze raad. Dus ik waarschuw u vast. Anders gaan we dat wel weer onderzoeken. - Amendement 110: we krijgen ook geen steun voor het schrappen van de beleidstoevoeging Station-Zuid. Misschien hebben we over een jaar of tien wel vijf stations in Barneveld. Geld genoeg. - Motie 130: de door PRO‟98 voorgestelde wijziging in de opdracht willen wij steunen. Het woord beheer wordt verwijderd. - Motie 140: deze SGP-motie betreffende het oude stationsgebouw zullen wij ook steunen.” De VOORZITTER vraagt de heer Van Rheenen om een toelichting bij de wijziging in motie 130. De heer VAN RHEENEN: “De derde regel van het gedeelte „Draagt het college op‟ wordt nu „gaat bijdragen aan de kosten voor exploitatie‟. Maar wij kunnen ons er druk over maken, voorzitter, maar de motie gaat het toch niet halen.” De VOORZITTER: “Voor de geschiedschrijving.” De heer VAN RHEENEN: “Ik ga verder - Amendement 180: dan kom ik bij het schrappen van de beleidstoevoeging instandhouding infrastructuur theater. Ik vind dat zo‟n mooie kritische vondst en ik denk dat daar lang over is nagedacht door de coalitie. We hebben deze Programmabegroting ongeveer op 6 of 7 oktober gekregen. Die heb je dan niet een paar dagen van tevoren verzonnen. Ik geef het u mee naar de toekomst toe: houd het dualistische spel in de gaten, beste mensen. De vraag is waar we nu voor gaan reserveren, want dat is toch wat we gaan doen, de wethouder heeft het in een memo aangegeven. Waar zijn we mee bezig. We hebben het nog niet over een werkelijkheid, dus we gaan eigenlijk reserveren voor een onwerkelijkheid. Ik geef het u maar mee. - Motie 200: wij zijn wat verbaasd over deze motie van de coalitie. We gaan 300.000 EURO bezuinigen op de bibliotheek. Prima, het is uw goed recht om dat te doen. Ik ben het daar volstrekt niet mee eens. Maar vervolgens gaan we weer eisen dat de bibliotheken in Voorthuizen en Kootwijkerbroek open moeten blijven. Dat kunt u dus niet maken, schrappen en dan eisen stellen.”
51 De heer SCHERMERS: “Voor de geschiedschrijving. De directeur van de bibliotheek zei zelf: „u bent opdrachtgever. Als u zegt dat die open moeten blijven, zullen wij andere wegen moeten vinden‟. Die opdracht geven we nu mee.” De heer VAN RHEENEN: “Oké. - Amendement 220 van PRO‟98 over de bezuiniging van 10% op de Muziekschool, wil ik toch nog even belichten. Dit vinden wij een evenwichtig bezuinigingsvoorstel. Datzelfde geldt voor - Amendement 230, de bibliotheek. - Motie 240: gelukkig wordt de motie van de SGP door de motie van PRO‟98 weer hersteld in deze motie, want daar gaan we de bibliotheek in Voorthuizen en Kootwijkerbroek in ieder geval openhouden. Dat vinden wij een wat realistischer motie. Dan zijn er wat amendementen over sport. Er zitten wat sportmensen op de tribune. Ik kan u verzekeren, wij hebben een viertal amendementen ingediend en wij willen al uw wensen honoreren, want er is geld zat in deze gemeente. Als ze onze andere amendementen tenminste hadden gesteund. - Motie 350: dit gaat over het in de toekomst vooral rekening houden met de zwakkeren in de samenleving, de minima en de ouderen. Daarmee willen we in ieder geval een signaal afgeven want, dat is een beetje mijn probleem en dat is ook het probleem dat ik met deze begroting heb, wij weten niet precies waar we „ja‟ tegen zeggen. Als ik straks „ja‟ zeg. Voor alle zekerheid willen we in ieder geval naar de samenleving dat signaal meegeven. - Amendement 390: wij vinden het jammer dat we toch een beetje een vaag wethoudersverhaal kregen over de bijdrage voor het Molukse wijkcentrum. Ik krijg wat sympathie van het CDA maar echt concrete steun heb ik nog niet gehoord. Ik zou een dringende oproep willen doen om dat Molukse centrum wel met subsidie te blijven steunen. - Jammer, SGP-fractie, dat u uw motie 410 hebt ingetrokken want die motie kan wel eens heel erg noodzakelijk zijn. Wij verwachten een stormloop van verenigingen als straks alle waarderingssubsidies zijn geschrapt. Dan ben ik er doorheen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik weet niet of ik dit nu aan mijnheer Van Rheenen moet vragen, maar voor de geschiedschrijving is het wel van belang. Wij hebben vragen gesteld over welk bedrag van de tunnel bij de Baron Van Nagellstraat nu correct is. Want in deze Begroting staat 9,3 miljoen EURO, in de Voortgangsrapportage staat 11,5 miljoen EURO. Welk bedrag is hier nu juist? Wat gaan we als gemeente investeren voor de tunnel? Ik krijg een antwoord en dat geef ik u even mee: „het bedrag van 9,3 miljoen EURO dat in de beleidstoevoegingen is vermeld is onjuist. Conform het raadsvoorstel van 23 juni 2009, nummer 09-68 wordt de bijdrage van de gemeente geraamd op 11.508.000 EURO‟. Wilt u daar eens op ingaan en mogelijk ook het college. Ik raak wat in verwarring als mijnheer Van Rheenen zegt dat het toch maar 9,3 miljoen EURO is.” De heer VAN RHEENEN: “Voor de geschiedschrijving en als u mij allemaal gelooft is het 9,3 miljoen EURO.” De VOORZITTER: “Dat durf ik hier uit mijn hoofd niet te zeggen, maar ik dacht dat, uit mijn hoofd gezegd, de provinciale bijdrage en de bijdrage van het Rijk mede bepalend zijn geweest voor het bedrag van de gemeente en mij staat 11 miljoen EURO bij.” Mevrouw ROSBERGEN: “In de Voortgangsrapportage staat 11.508.000 EURO. Ik wil het zeker weten voor we weer een onderzoek moeten optuigen.” De heer VAN RHEENEN: “Ja, want als het 11 miljoen EURO wordt, hebt u toch een groot probleem.” De VOORZITTER “Dit moet men hier in korte tijd kunnen uitzoeken. Ik beloof u dat u, voor we tot besluitvorming overgaan, van deze voorzitter op dit punt een mededeling krijgt.”
52 De heer VAN RHEENEN: “Voorzitter, wat voor gevolgen heeft dit voor de Begroting als het straks 11 miljoen EURO blijkt te zijn?” De VOORZITTER: “Wacht u even voor u met conclusies komt.” De VOORZITTER beëindigt de beraadslagingen bij dit agendapunt. De VOORZITTER vraagt of één van de raadsleden het woord wenst te voeren rond de Belastingverordeningen 2011. Dit is niet het geval. De VOORZITTER schorst de vergadering De VOORZITTER heropent de vergadering De VOORZITTER heropent de beraadslagingen rond agendapunt 4 voor het doen van een mededeling aangaande de bedragen voor de spoortunnel. In het raadsvoorstel van juni 2009 is dit besproken. Daar is de gemeentelijke bijdrage op een totale investering van 29,2 miljoen EURO 11,5 miljoen EURO. Dat bedrag is opgebouwd uit 672.000 EURO voor het beschikbaar stellen van gronden, 6.836.000 EURO wordt ten laste gebracht van Harselaar-Zuid (de reserve ontsluiting Harselaar-Zuid) en 4 miljoen EURO is beschikbaar gesteld uit de algemene reserve. Dan komt men uit op 11,5 miljoen EURO en dat is het bedrag dat gemeld had moeten worden in de Begroting. Dat is wel bij de beantwoording van de vragen gemeld, dus dat bedrag in de kolom waar 9,3 miljoen EURO staat, is onjuist. Dat is bij de vragenbeantwoording gecorrigeerd in 11,5 miljoen EURO. Dit heeft geen consequenties voor de Begroting want het is niet meegenomen in de tellingen zoals u daar ziet.
Besluitvormend gedeelte
4.
Ontwerp-Programmabegroting 2011 inclusief Meerjarenbegroting 2012-2014 (Voorstel nr.10-85)
De VOORZITTER gaat over tot stemming over de moties (M) en amendementen (A). Er wordt per fractie gestemd. Stemverklaringen Mevrouw ROSBERGEN over amendement 70: “Vanuit de redenering gelijke monniken, gelijke kappen zullen wij dit voorstel niet steunen alhoewel we het erg sympathiek vinden.” Mevrouw ROSBERGEN over motie 140: “Voor ons is deze motie overbodig. Het college is hier al mee bezig en omdat onduidelijk is wat en welke potjes worden aangeroerd, zullen wij tegen dit voorstel stemmen.”
Nummer/fractie/onderwerp 10 Amendement A.alg.d.01 PRO‟98
Waarderingssubsidies niet volledig afbouwen, maar 10% korten. 15 Motie M.alg.d.02 Burger Initiatief Schrappen waarderingssubsidies bij
Aangenomen/Verworpen SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen
53 Kadernota 2012 bespreken
20 Amendement A.alg.d.02 PRO‟98 400.000 EURO extra bezuinigen op bedrijfsvoering
30 Motie M.alg.d.01 PRO‟98 Fonds voor waarderingssubsidies, beheerd door stichting
40 Amendement A.par.1.01 PRO‟98 Ook forensen-, toeristen- en hondenbelasting met 1,5% verhogen
50 Amendement A.par.7.01 Burger Initiatief Schrappen beslispunt K, mandaat strategische grondaankopen
60 Amendement A.par.7.02 Burger Initiatief Bestemmingsreserve Veller aanmerken als reserve voor De Burgt
70 Amendement A.01.01 Burger Initiatief Waarderingssubsidies Oranjeverenigingen niet schrappen
Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: tegen Verworpen met 25 stemmen tegen en 6 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: tegen ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: tegen ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: tegen ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor
Versterking rol gemeenteraad bij veiligheidsbeleid
Verworpen met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor SGP: voor CDA: voor PRO‟98: voor ChristenUnie: voor VVD: voor Burger Initiatief: voor
90 Amendement
Aangenomen met 31 stemmen voor SGP: tegen
80 Amendement A.02.01 SGP
54 A.03.01 Burger Initiatief Schrappen beleidstoevoeging tunnel Baron van Nagellstraat
100 Amendement A.03.02 Burger Initiatief Schrappen beleidstoevoeging autonome groei wegen/groen
110 Amendement A.03.03 Burger Initiatief Schrappen beleidstoevoeging station Barneveld-Zuid
120 Amendement A.03.04 Burger Initiatief Schrappen beleidstoevoeging areaaluitbreiding verlichting, wegen en groen
130 Motie, zoals gewijzigd M.03.01 Burger Initiatief Exploitatie Transferium overdragen aan provincie
140 Motie M.03.02 SGP Herbouw oude stationsgebouw inclusief infrastructuur
150 Amendement A.03.05 PRO‟98 150.000 EURO extra taakstellend bezuinigen in programmalijn Verkeer en Openbare Ruimte 160 Amendement A.05.01 Burger Initiatief Schrappen bezuinigingsvoorstellen
CDA: tegen PRO‟98: tegen ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: tegen ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: tegen ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: tegen ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: voor CDA: voor PRO‟98: tegen ChristenUnie: voor VVD: voor Burger Initiatief: voor Aangenomen met 25 stemmen voor en 6 stemmen tegen SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen
55 Biologisch Centrum Koetshuis
170 Amendement A.05.02 PRO‟98 Bij Biologisch Centrum Koetshuis alleen bezuinigen op busvervoer leerlingen
180 Amendement A.06.01 Burger Initiatief Schrappen beleidstoevoeging instandhouding infrastructuur theater
190 Amendement A.06.02 Burger Initiatief Schrappen beleidstoevoeging gebiedsgericht cultuurbeleid
200 Motie M.06.01 SGP, CDA, VVD, ChristenUnie Behoud bibliotheekvestigingen Kootwijkerbroek en Voorthuizen en bibliobus
220 Amendement A.06.04 PRO‟98 Niet 300.000 EURO bezuinigen op Muziekschool maar 10%
230 Amendement A.06.05 PRO‟98 Niet 300.000 EURO bezuinigen op bibliotheek maar 10%
240 Motie M.06.02 PRO‟98 Zorgdragen voor open blijven bibliotheekvestigingen Voorthuizen en Kootwijkerbroek en in stand houden jeugdactiviteiten 260 Motie
Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: tegen ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: tegen ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor SGP: voor CDA: voor PRO‟98: voor ChristenUnie: voor VVD: voor Burger Initiatief: tegen Aangenomen met 28 stemmen voor en 3 stemmen tegen SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen
56 M.06.03 PRO‟98 Benutten Schaffelaartheater 7 dagen per week
270 Amendement A.07.01 Burger Initiatief Realiseren kunstgrasveld ‟t Nieuwe Oost in 2011
280 Amendement A.07.02 Burger Initiatief Renovatie bestaande kleedkamers ‟t Nieuwe Oost in 2011
290 Amendement A.07.03 Burger Initiatief Handhaven beleidstoevoeging kunstgrasveld De Bosrand te Stroe
300 Amendement A.07.04 Burger Initiatief Handhaven beleidstoevoeging kunstgrasveld sportcomplex De Glind
310 Amendement A.07.05 PRO‟98 Investering kunstgrasveld De Glind niet uitstellen
320 Amendement A.07.06 PRO‟98 Aanleggen kunstgrasveld „t Nieuwe Oost in 2011
330 Amendement A.07.07 PRO‟98 Investering kunstgrasveld De Bosrand in
CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: voor Burger Initiatief: tegen Verworpen met 21 stemmen tegen en 10 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen
57 Stroe niet uitstellen
340 Amendement A.08.01 PRO‟98 Niet akkoord gaan met korting van 10% voor Permar
350 Motie M.08.01 Burger Initiatief Voor raad inzichtelijk maken van gevolgen bezuinigingsplannen voor zwakkeren, minima en ouderen 360 Amendement A.08.02 PRO‟98 Geen afschaffing duurzame gebruiksgoederenregeling in 2011
370 Amendement A.08.03 PRO‟98 Geen verlaging minimabeleid met 10 EURO in 2011
380 Motie M.08.02 PRO‟98 Geen financiële consequenties taakstellende bezuiniging op programma 8 voor uitkeringsgerechtigden 390 Amendement A.09.01 Burger Initiatief Waarderingssubsidie aan Batu Tjapeu niet schrappen
Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor
Verhoging leges gehandicaptenparkeerkaart met 10%
Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor
420 Amendement
Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen
400 Amendement A.09.02 PRO‟98
58 A.11.01 Burger Initiatief Niet schrappen subsidie Vrouwen Advies Commissie
430 Amendement A.11.02 Burger Initiatief Beleidstoevoeging kwaliteitsverbetering ruimtelijke ordening schrappen
440 Amendement A.11.03 Burger Initiatief Beleidstoevoeging voorziening agrarische ontwikkeling schrappen
450 Motie M.11.01 CDA Opzetten fonds voor inbreidingsplannen
470 Amendement A.11.04 PRO‟98 Formatie-uitbreiding ten behoeve van kwaliteitsverbetering LEF schrappen
CDA: tegen PRO‟98: tegen ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor SGP: voor CDA: voor PRO‟98: voor ChristenUnie: voor VVD: voor Burger Initiatief: voor Aangenomen met 31 stemmen voor SGP: tegen CDA: tegen PRO‟98: voor ChristenUnie: tegen VVD: tegen Burger Initiatief: voor Verworpen met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor
Van de Ontwerp-Programmabegroting 2011 inclusief Meerjarenbegroting 2012-2014 brengt de VOORZITTER de punten a) tot en met l), zoals gewijzigd, in één keer in stemming. Stemverklaringen De heer SCHOTANUS: “We zullen voor deze Begroting stemmen conform de afspraken die we in het coalitieprogramma hebben gemaakt.” Mevrouw ROSBERGEN: “Het is onze gewoonte om amendementen in te dienen om wijzigingen door te voeren op de Begroting die voorligt en om, als die het niet halen, alsnog voor de Begroting te stemmen. Dit jaar vinden we er zoveel zaken in staan waar we absoluut niet achter kunnen staan, dat we tegen de Begroting zullen stemmen.” De heer VAN RHEENEN: “Wat PRO‟98 zegt, geldt ook een beetje voor onze partij. Ik draai al wat jaren mee in dit circuit en ondanks een hele discussie ga je dan voor de formaliteit mee met het vaststellen van een dergelijke Begroting. Wij zijn mordicus tegen, ik vind naar aanleiding van de discussie vandaag dat er een duidelijke scheidslijn komt te liggen in deze raad. Dat betreur ik. Ik ben absoluut tegen de Begroting.
59 Het raadsvoorstel wordt gesteund door de fracties van SGP, CDA, ChristenUnie en VVD. Het raadsvoorstel wordt niet gesteund door de fracties van PRO‟98 en Burger Initiatief. Het raadsvoorstel is aangenomen met 22 stemmen voor en 9 stemmen tegen.
5.
Belastingverordeningen 2011 (Voorstel nr.10-83)
Het raadsvoorstel wordt gesteund door de fracties van SGP, CDA, PRO‟98, ChristenUnie en VVD. Het raadsvoorstel wordt niet gesteund door de fractie van Burger Initiatief. Het raadsvoorstel is aangenomen met 28 stemmen voor en 3 stemmen tegen.
6.
Meerjarenraadsagenda 2010-2014 (Voorstel nr.10-84)
Het raadsvoorstel wordt gesteund door de fracties van SGP, CDA, PRO‟98, ChristenUnie, VVD en Burger Initiatief. Het raadsvoorstel is aangenomen met 31 stemmen voor.
Sluiting De VOORZITTER dankt de fracties voor de constructieve wijze waarop deze middag is vergaderd. Men moet van elkaar accepteren en respecteren dat alle fracties een andere afweging maken. Dat hoort ook bij een democratie. De VOORZITTER leest het formuliergebed voor en sluit de vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2011. De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter,