Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Barneveld, gehouden op 25 april 2006 Aanwezig zijn de raadsleden: de heer F.J. Appelman de heer A. Barendregt de heer J.G.J.M. Beijer de heer H. van den Berg de heer E. Blankenstijn de heer J.W. van den Born de heer H.C. van den Brink mevrouw A.M. den Dunnen de heer W. van Essen de heer H. Geurts de heer J.L. Geurts (Jr.) de heer J.A.F. Guldie de heer T.G. Heemskerk de heer G.J. van den Hengel de heer A.L. Janse de heer A.D.G. van de Kamp Voorzitter Griffier De collegeleden Gemeentesecretaris Inspreker Verslag 1.
de heer W.A. Knapen de heer L. de Knegt mevrouw T. Kuiper-de Haan mevrouw A. Monster de heer G.J. van Norden de heer G. Ploeg de heer J.J.H. Post mevrouw M. Rosbergen- van Minnen de heer B.A. Schermers de heer G.S. Schotanus de heer H. Schuring mevrouw G. Siemeling- van Reenen de heer P.B.J. Vos de heer A.J. de Vries de heer K. van der Werf : de heer J.A.M.L. Houben, burgemeester : de heer H.F.B. van Steden : de heren A. Fledderus, A. de Kruijf, A.J.P. Louman en G.W. Tijmensen : de heer D. Bakhuizen : de heer Scheurwater namens de bewonersvereniging Barneveld Zuidoost : mevrouw N. Brummer
Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en leest het formuliergebed voor. Spreker heet alle aanwezigen welkom op de eerste vergadering in de nieuwe samenstelling van de raad. 2.
Rondvraag
De heer VAN NORDEN. “Burger Initiatief wil de griffier indringend vragen de verslagen van de commissies eerder toe te zenden. Vandaag en gisteren hebben wij de verslagen pas ontvangen. We stellen voor de verslagen binnen 7 dagen na de commissievergadering klaar te hebben, als dat kan.” ∗ De VOORZITTER stelt voor om deze vraag door te spelen naar de agendacommissie. De agendacommissie gaat over de orde en de aanvoer van stukken in deze raad. De heer VAN NORDEN gaat hiermee akkoord. De VOORZITTER voegt toe dat de huidige gang van zaken niet afwijkt van de gang van zaken in het verleden. 3.
Vaststellen agenda.
De VOORZITTER stelt voor om agendapunt 13 te behandelen na agendapunt 6 aangezien er voor agendapunt 13 zich een inspreker heeft gemeld. Aldus wordt besloten. De gewijzigde agenda wordt vastgesteld. 4.
Trekken nummer stemmingen en eventuele mededelingen
De VOORZITTER meldt dat op 26 april 2006 de eerste avond plaats zal vinden in het kader van het normen en waarden debat. Daarnaast vinden de leden van de raad de agenda van de raadsvergadering van 27 april 2006 op tafel. De VOORZITTER trekt het stemnummer: nummer 10, de heer HEEMSKERK.
∗
Toezegging door de voorzitter
2
5.
Notulen van de op 28 februari, 14 maart en 16 maart 2006 gehouden vergaderingen
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 6.
Ingekomen/uitgaande stukken (voorstel nr. 06-32)
De heer VAN NORDEN stelt voor om het stuk A1 in de volgende commissievergadering Bestuur te bespreken. De VOORZITTER doet de toezegging dit stuk te behandelen in de commissie Bestuur. Aansluitend stelt de heer VAN NORDEN voor om het stuk B9 te agenderen voor de volgende commissievergadering Bestuur. De heer APPELMAN laat weten dat juist in de commissie Grondgebied ∗ gevraagd is dit stuk te behandelen. De VOORZITTER stelt voor dat de agendacommissie zal bepalen in welke commissie B9 zal worden behandeld. Aldus wordt besloten. ∗
13.
Bouw van twee kerken op twee percelen aan de Lunterseweg in Barneveld en realiseren van een ontsluitingsweg voor de kerken en de toekomstige woonwijk Veller, met toepassing van artikel 19 lid 1 WRO (voorstel nr. 06-38)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Scheurwater, penningmeester van de bewonersvereniging Barneveld Zuidoost. De heer SCHEURWATER. “Geachte voorzitter, leden van de raad en verdere toehoorders, Het maatschappelijk ongenoegen van de bewoners van Barneveld Zuidoost neemt toe! Mijn naam is Hans Scheurwater en ik ben penningmeester van de Bewonersvereniging Barneveld Zuidoost. Onze belangenvereniging heeft onder andere tot doel de leefbaarheid in Barneveld Zuidoost te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Zoals ik al zei: het maatschappelijk ongenoegen in onze wijk neemt toe. Bewoners kloppen bij de gemeente aan en ervaren dat ze niet gehoord worden. Nieuwe inwoners kopen een huis met de belofte dat er een groenstrook komt van 40 meter, die later in hun situatie 26 meter blijkt te zijn. Op de inspraakavond over de inrichting van de groenstrook bij Veller worden op 4 april meer dan 8 jaar oude kaarten gehanteerd, waarbij een aantal bewoners van de Arendshorst met gehalveerde tuinen op het verkeerde been wordt gezet. Wij verwachten van het college van B&W dat zij maatschappelijk draagvlak creëert voor haar plannen, in plaats van dat het gemeentehuis maatschappelijk ongenoegen stimuleert. In de Barneveldse Krant van 21 april staat dat dit college de afstand tussen de burger en het bestuur wil verkleinen. Ook wordt vermeld dat de bestuursstijl open moet zijn en er contact moet zijn met alle groepen in de samenleving. Wat ons betreft kan er nog veel gescoord worden voor wat betreft de Barneveldse bestuursstijl. Vorig jaar heb ik ook de raad mogen toespreken over de plannen van de gemeente rondom Veller. Toen heb ik aangegeven dat de communicatie tussen de gemeente en de bewonersvereniging slecht was. De raad heeft de wethouder in die vergadering de opdracht gegeven meer overleg te plegen met ons. Ik moet toegeven dat er sindsdien meer contact is tussen het gemeentehuis en de bewonersvereniging, maar echt overleg is het moeilijk te noemen. De communicatie vanuit het gemeentehuis bestaat vooral uit mededelingen!!! Dit zijn de uitkomsten van ons onderzoek!!! Dit zijn de plannen die wij hebben ontwikkeld!!! Zo gaan wij aan het werk!!! Dit zijn onze spelregels!!! In feite komt het er op neer dat de burger alleen nog mee kan praten over de plaats waar de ‘wipkip’ wordt geplaatst en verder absoluut niet serieus wordt genomen. De stijl van besturen is er dus de oorzaak van dat het maatschappelijk ongenoegen van de bewoners toeneemt. Dan nu de voorzieningenstrook. Ik weet niet of wethouder Tijmensen op de hoogte is van de Verkeersmilieukaart uit 1998. Daaruit spreekt zorg over de verkeersintensiteit op de Lunterseweg. Er wordt gemeld dat men verwacht dat de verkeersintensiteit op de Lunterseweg met 12% wordt overschreden. Nu schrijft de wethouder in de uitnodiging voor de inspraakavond van 4 april: ‘dat het verkeer op de Lunterseweg minder snel zal groeien dan eerder werd aangenomen’. De voorgenomen bouw van de twee kerken in de voorzieningenstrook brengt echter wel wekelijks minimaal 4.000 extra verkeersbewegingen met zich mee. Terwijl De Burgt en Veller nog moeten worden gerealiseerd. ∗
Toezeggingen door de voorzitter
3
De Barneveldse Krant schreef niet voor niets: ‘Er dreigt een verkeersinfarct op de Lunterseweg’. Om nog maar te zwijgen over de toenemende milieuproblematiek. Bewoners van Barneveld moeten natuurlijk hun kerkbijeenkomst kunnen bezoeken en daarvoor goede ruimten hebben. Voor ons bestuur, waarin ook belijdende leden van kerken in Barneveld zitten, is dat helemaal geen thema. Wél de locatie en de gevolgen die dit met zich meebrengt. In 1998 was de verkeerssituatie rondom de Lunterseweg zorgelijk. Daar is tot nu toe niets aan gedaan, terwijl de verkeersbewegingen maar toenemen. Weer een reden waardoor het maatschappelijk ongenoegen van de bewoners wordt gevoed. Een ander knelpunt, dat de bouw van de kerken met zich meebrengt, is de parkeergelegenheid, met name bij de noordelijke kerk. De bewonersverenging heeft daar ook een expert naar laten kijken. Deze expert kwam tot de conclusie dat men nog steeds niet voldoet aan de landelijk geldende parkeernorm. Zelfs niet als men rekening houdt met het huidige, tweede, voorstel om het aantal zitplaatsen in die kerk vooralsnog te verlagen. Er is eenvoudigweg onvoldoende grond bij de kerk om de parkeernorm te halen. Want wij mogen er toch vanuit gaan dat de parkeernorm niet wordt gewijzigd in verband met een andere religiositeit!!! Kortom: de bewonersvereniging Barneveld Zuidoost komt tot de conclusie dat de voorgestelde locatie, ook zonder de al geplande uitbreidingen, teveel vragen oproept en nu en in de toekomst teveel problemen met zich meebrengt qua verkeersveiligheid, parkeerproblematiek en milieuaspecten, om de bouw zo maar te fiatteren. Bovendien, dames en heren, denken wij dat er alternatieven zijn, met andere argumenten met betrekking tot grondposities dan nu. Door de artikel 19 lid 1 procedure toe te passen, krijgt het college verder verregaande bevoegdheden en wordt de raad min of meer op een zijspoor gerangeerd. Onwenselijk, gezien ook het verleden! Ook erkent het college dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar bepaalde aspecten, maar stelt verder dat ontbrekende gegevens in een later stadium nog wel kunnen worden ingevuld. Onze bewonersvereniging is ervan overtuigd dat daar waar processen eenmaal in gang gezet zijn, sturing een schier onmogelijke zaak is. De bewonersvereniging Barneveld Zuidoost is, gezien bovenstaande, zeer kritisch over de plannen van de gemeente. Wij kiezen namelijk nadrukkelijk voor een geïntegreerde visie op aanpak van de voorzieningenstrook, Veller, de groenstrook en ecologische verbindingszone, in samenhang met de milieuaspecten en de verkeersafwikkeling in Barneveld Zuid en Zuidoost. Wij adviseren de leden van de raad dan ook nog eens goed te kijken naar de plannen zoals die nu op tafel liggen. Immers, de door het college aangehaalde onderzoeksrapporten, geven op onze vragen geen afdoende antwoord. Het komt zelfs voor dat het rapport over beschermde dier- en plantensoorten zich in hetzelfde rapport tegenspreekt. Voor wat betreft de luchtkwaliteit is het college met ons van mening dat er onzekerheden zijn in de onderzoeksmethode. Desondanks verklaart het college dat de onderzoeksmethode voldoende betrouwbaar.... en nauwkeurig... is. Wie het nog snapt, mag het zeggen..... Ik dank u voor uw aandacht.” Raadsleden in eerste termijn Mevrouw SIEMELING zegt namens de CDA-fractie het volgende: “Voorzitter, na de inspraak is het moeilijk om alles te weerleggen. Er is al heel veel inspraak geweest, ook vanuit de bewonersvereniging Zuidoost. Wij betreuren het dat het maatschappelijk ongenoegen daar nog steeds toeneemt, maar wij verwonderen ons daar eigenlijk niet over. De bewonersgroep is van het begin af aan, bij alles wat in Veller gebeurt, eigenlijk tegen geweest. Wij hebben ook in de commissievergaderingen inspraak gehad. Er is heel veel informatie geweest. De Gereformeerde Gemeente in Nederland heeft heel veel informatie gegeven. Deze is voor Veller ook het meest bepalend. Wij moeten zeggen dat de voorliggende plannen er goed uitzien. Er zullen altijd twijfels zijn over bepaalde onderzoeken, dat geef ik toe. Maar zoals de plannen nu liggen, zullen wij beslist niet tegen stemmen. Wij hopen dat dit allemaal goed gaat komen. Wat betreft de verkeersbewegingen heeft ook de kerk gezegd dat de meeste mensen het dorp uitgaan in plaats van ingaan. Daar zult u ook weinig last van hebben. Dat het even extra druk is bij het uitgaan van zo’n grote kerk, dat weten we al. Dat probleem is nu veel groter op de andere locaties, dan dat het hier zal zijn.
4
En het is op zondag, dus we missen een heleboel ander verkeer. Dat compenseert denk ik ook. Wij zullen akkoord gaan met het voorstel.” De heer BARENDREGT. “Voorzitter, de fractie van PRO’98 heeft er op zich geen probleem mee als er aan de Lunterseweg twee kerken met een gigantisch veld aan parkeerplaatsen gerealiseerd zal worden. Of de verkeersdrukte verwerkt kan worden, kunnen we niet overzien. We dienen voorzichtig te zijn met besluiten daarover. Daarnaast leren we als fractie nog steeds van de voorgaande besluiten van deze B&W. Bij de omvorming van de fabriek van de Heus tot een woon/winkelcomplex was de opgave om een parkeergarage met twee lagen te realiseren. Door deze opdracht te delegeren, ontving B&W de toestemming om veranderingen in de plannen aan te brengen. Dat er slechts een beperkte parkeerruimte van één laag uitgewerkt werd, hoefde niet meer met de gemeenteraad gecommuniceerd te worden want de bevoegdheid lag reeds bij het college. Dit is waarschijnlijk niet geheel in overeenstemming met de wens vanuit de gemeenteraad geweest, want de raad wenste duidelijk ruime gelegenheid tot parkeren in het centrum van Barneveld. De gevraagde beslissing bij dit agendapunt heeft als vierde beslispunt ‘om de bevoegdheid over te dragen naar het college’. Na de problemen dan wel misvattingen over de Heus hebben wij als fractie uitgesproken om niet meer te delegeren in het geval van de grote projecten om hiervoor als raad nog invloed te kunnen uitoefenen bij belangrijke veranderingen binnen de gemeente. De fractie PRO’98 vraagt derhalve om punt vier van de gevraagde beslissingen te verwijderen uit het raadsvoorstel.” Spreker wacht met het indienen van een amendement de mening van de overige fracties af. De heer GULDIE zegt namens de VVD-fractie het volgende: “Voorzitter, voordat wij ons uitspreken over dit agendapunt hebben wij nog drie vragen. Tegenover de locatie van deze twee kerken schijnt nog een stankcirkel te liggen. Ik wil graag horen of deze de bouw niet belemmert. Dit is meer een praktisch punt. Een tweede opmerking: we hebben het al over de parkeerplaatsen gehad. Er zijn in Barneveld nogal eens evenementen waarbij een tekort aan parkeerruimte is. Denk bijvoorbeeld aan de Oud Veluwse Markt. In hoeverre heeft het college van de kerken de toezegging kunnen krijgen dat de parkeerterreinen ook daarvoor gebruikt kunnen worden met een pendeldienst eventueel tegen een vergoeding? Planning. Ik ga er vanuit dat de kerken tegelijk in gebruik worden genomen met de rest van de ontsluiting en de nieuwe rotonde. Mijn vraag is in hoeverre de planning van kerk en planning van de infrastructuur synchroon lopen. Het maatschappelijk ongenoegen neemt toe. Dat is bijzonder vervelend. Ik wil daar nu geen oordeel over uitspreken of het college nu wel of niet genoeg zijn best heeft gedaan op dat punt. Alleen het feit dat de heer Scheurwater dit zo voelt, is genoeg aandachtspunt om daar nog eens nader naar te kijken en daar meer aandacht aan te besteden. Dat zou ik het college graag willen aanraden. Blijkbaar is er een deskundigen oorlog aan de gang over het aantal parkeerplaatsen. De laatste informatie die wij hier hebben gekregen voldoen ze er toch ruim aan. Daar houd ik me maar aan voorlopig.” De VOORZITTER meldt dat de heer Barendregt een amendement met de volgende tekst heeft ingediend. Dit amendement zal deel uit maken van de beraadslagingen. Agendapunt V-13 Voorstel nr. 06-38 Onderwerp: Bouw van twee kerken aan de Lunterseweg De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 25 april 2006 Ondergetekenden stellen het volgende voor: Onder gevraagde beslissing punt 4 uit het raadsvoorstel verwijderen. Toelichting: De Voorzieningenstrook is onderdeel van een groot project. Als de bevoegdheid voor het toepassen van ar-
5
tikel 19 lid 1 op de Wet van de Ruimtelijke Ordening aan het college wordt gedelegeerd kan de raad geen invloed meer uitoefenen op eventuele wijzigingen in het plan
Namens de fractie van PRO’98: A. Barendregt J.G.J.M. Beijer
Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder DE KRUIJF beluistert een behoorlijke instemming met betrekking tot deze twee grote, beeldbepalende gebouwen. Deze gebouwen zullen een aanwinst zijn in zijn overtuiging. Een bebouwing waar natuurlijk parkeerplaatsen bij horen. Er is langdurig gesproken met beide initiatiefnemers over de parkeervoorziening. De initiatiefnemers hebben zichzelf normen opgelegd die verder gaan dan de landelijk gehanteerde normen. Landelijk is 0,2 parkeerplaats per zitplaats in de kerk. Deze kerken hebben zich een norm opgelegd van 0,28. Met dat gegeven, kijkend naar de grootte van de kerken, is spreker ervan overtuigd dat bij de kerk van de Gereformeerde Gemeente de parkeervoorziening ruim voldoende is ten opzichte van het aantal zitplaatsen. Bij de grote kerk, de noorder Kerk, is de parkeervoorziening ook ruim voldoende voor de 2.500 zitplaatsen. Bij een eventuele vergroting van de kerk in de toekomst is een aparte procedure noodzakelijk, waarbij een aparte afweging zal worden gemaakt met betrekking van het parkeerprobleem. Planning van de overige voorzieningen. Het is de bedoeling dat deze min of meer gelijktijdig worden aangelegd. Dit is voorlopig de verwachting. Met name voor de verkeersaanpassing zal de uiterste best gedaan worden. Communicatie met de bewoners Barneveld Zuidoost. Het dient het college ter harte te gaan als bewoners hun ongenoegen aangeven over het overleg dat zij met de gemeente hebben over Veller en de voorzieningenstrook. De inspreker heeft vooral gesproken over de ontwikkeling van Veller. Dit onderwerp zal binnen de raad nog worden behandeld. De noorder Kerk heeft zich ingespannen om de omgeving uitgebreid te informeren over de voorgenomen plannen. Verkeersproblematiek. De verkeersproblematiek doet zich vooral voor op de zondag. De zondag kenmerkt zich met een zeer rustig verkeersbeeld op de Lunterseweg. De verkeersbewegingen veroorzaakt door de kerken zullen dusdanig geordend zijn, dat onderzoek heeft uitgewezen dat zich geen verkeersproblemen zullen voordoen. Procedure. De heer Barendregt stelt voor om het voeren van de artikel 19 procedure niet te delegeren naar het college, maar de raad dit zelf te laten doen. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt met het plan “De Heus”. Spreker laat weten dat dit voor zijn tijd heeft plaatsgevonden. Spreker geeft aan dat het voorliggende plan zeer uitgebreid besproken is. Volgens hem zijn er nauwelijks wijzigingsperspectieven aanwezig. Hij hoopt dat het vertrouwen bij dit plan anders mag worden benaderd dan bij het plan “De Heus”. Spreker wijst erop dat een artikel 19 procedure ervoor is bedoeld om enige snelheid te krijgen in het proces. Indien de artikel 19 procedure niet wordt gedelegeerd naar het college, treedt er een aanzienlijke vertraging in het planproces op. Spreker geeft een overzicht van de mogelijke vertragingen indien de raad zelf de procedure voert. Spreker hoopt deze procedure vóór de zomervakantie af te ronden en hierover een collegebesluit te nemen. Het is dan mogelijk om deze zaak vóór de zomervakantie op te sturen naar de provincie. Vertrouwen. Vanavond wordt aan de raad gevraagd of zij het voorliggende voorstel een goed voorstel vindt. Spreker is van mening dat de raad het college het vertrouwen dient te geven dat het college het plan binnen de aangegeven kaders realiseert. Spreker is principieel van mening dat het college deze procedure kan voeren. Gezien het voortraject meent spreker dat er veel vertrouwen bestaat in de continuïteit van het voorliggende voorstel. Hij ontraadt de leden van de raad het amendement van PRO’98 ten stelligste. Stankcirkels. Tegenover de locatie aan de Lunterseweg is een kippenhouderij van een behoorlijke omvang gevestigd. Kerkgebouwen zijn redelijk extensief gebruikte gebouwen. In de Stankwet worden kerken niet als een stankgevoelig object gedefinieerd. Dit heeft te maken met de beperkte gebruiksduur van de gebouwen. Daarnaast zal een groot deel van de bezoekers gewend zijn aan de geur van het agrarisch gebied. Multifunctioneel gebruik parkeerterreinen. Er is sprake van private eigendommen. Er kan een initiatief ontwikkeld worden om met de kerken hierover van gedachten te wisselen. Dit zal echter niet door de gemeente worden gedaan. Raadsleden in tweede termijn De heer BARENDREGT. “Voorzitter,
6
ik dank de wethouder voor zijn antwoord. Ten aanzien van het amendement ben ik het met zijn weerwoord oneens. Hij zegt ten eerste: ‘het is een principieel amendement’. Dat klopt. Daar kom ik zo op terug. Vervolgens begint hij een heel verhaal over artikel 19 en dat zes weken vertraging in het planproces zou gaan plaatsvinden. Dat daardoor de zomer een probleem zou worden. Ik vind dat helemaal geen principieel punt. Dat is puur een praktisch punt. Waar het om gaat, is dat wij in een gebied zitten, waarin zowel Veller erachter als de verkeersontsluiting van de kerken zelf speelt. Het is nog niet in kannen en kruiken. We weten niet hoe het zal gaan passen. Ik vind het ongepast hiervan een soort vertrouwenskwestie te maken. Ik kom hier echt op een principieel punt terecht. Wij zitten in een gebied dat groot ontwikkeld gaat worden. Dit is een groot project. Het heeft eminente invloed op de invulling van de gemeente. Als u praat over principieel dan zeg ik: ‘principieel heeft deze raad een controlerende taak om te kijken of projecten goed ingevuld worden’. Dat betekent dat ik het volledig met uw redenatie oneens ben. Ik vind dat de grote veranderingen die plaats vinden in de gemeente niet gedelegeerd moeten worden naar B&W. Deze raad moet de beslissing nemen. Als er veranderingen halverwege zijn, dat dan deze raad ook mee mag praten over deze veranderingen. Aldus deze toelichting.” De heer GULDIE. “Voorzitter, eerst over het amendement. Ik moet er eigenlijk niet aan denken dat wij al die procedures aan onszelf gaan houden, want er komen waarschijnlijk nog wel wat van dit soort zaken de komende tijd. Maar wat de heer Barendregt zegt: ‘het college verandert zomaar de hoofdlijnen van wat we hebben afgesproken zonder de raad te informeren’. Ik ben het met hem eens dat dat niet kan. Het college heeft echter actieve informatieplicht. Ik denk dat we daar als raad wat strakker op zullen moeten zitten. Wethouder bedankt voor de antwoorden. Ik denk dat het verstandig is om de infrastructuur goed in de gaten te houden. Dus dat de kerken niet eerder klaar zijn dan de weg. Want heel veel Barnevelders hebben de afgelopen jaren heel veel overlast gehad van wegopbrekingen. Ik denk dat het met een goede voorbereiding en een goede planning veel beter kan. Probeer zoveel mogelijk te combineren met anderen zoals de NUON, etc. ook vast voor Veller. De planning moet beter kunnen, zodat de weg maar één keer aangelegd hoeft te worden en maar één keer open hoeft. Dan mijn laatste punt. Het lijkt nu net of het heel gewoon is, deze twee kerken. Maar dat is dat nu niet bepaald. Ik denk niet dat er in Nederland in de afgelopen jaren zulke grote gebouwen zijn neergezet met zoveel stoelen. Niet door de overheid betaald, maar gewoon particulier initiatief. Wij hebben daar respect voor en wij wensen de beide kerkenraden daarbij veel succes toe. Ik hoop dat zij wel coulant om zullen gaan met verzoeken van verenigingen om de parkeerterreinen te gebruiken.” Reactie van het college op de tweede termijn Wethouder DE KRUIJF. “Voorzitter, het zal u niet verbazen dat ik de mening van de heer Barendregt niet deel. Het gaat inderdaad om een groot project. Daar beslist u vanavond over. Het is in de volle breedte duidelijk hoe het project eruit ziet. Het is een artikel 19 procedure die ertoe leidt dat er straks alleen voor dit onderdeel een bouwvergunning kan worden verleend. De tekeningen zijn gekauwd en herkauwd. Ik zie niet in dat hier sprake zou kunnen zijn van grote beleidswijzigingen de komende tijden. Natuurlijk is het zo dat er straks zienswijzen kunnen komen en dat die zienswijzen mogelijk kleine aanpassingen kunnen betekenen. Maar gaat u er vanuit dat wij in onze uitvoerende taak ook ons nuchtere verstand blijven gebruiken. En wanneer wij zeer grote wijzigingen zullen zien, u hiervan tijdig op de hoogte zullen stellen. In het kader van die actieve informatieplicht heeft de heer Guldie volledig gelijk. U stelt de controlerende taak ter discussie. In mijn beleving hoeft dat niet. U kunt ons blijven controleren en ons blijven aanspreken op wat we aan het doen zijn. Ik meen dat er iedere maand raadsvergaderingen zijn en daaraan voorafgaand commissievergaderingen, waarop wij verantwoording willen afgeven van hetgeen wij aan het doen zijn of gedaan hebben. Ik vind dat u de vertraging die optreedt bagatelliseert. Ik vind dat toch wel heel vervelend. U noemt dat eenvoudig een praktisch punt. Als je kijkt naar de langdurigheid die wij al achter de rug hebben, de procedure die wij achter de rug hebben met de beide kerken om tot deze overeenstemming te komen, waar veel energie in gestoken is, dan denk ik dat wij deze initiatiefnemers alleen al die vertraging van enkele maanden op zijn minst niet mogen aandoen. Tenslotte de infrastructuur. Ik ben het met de heer Guldie eens dat wij zullen moeten blijven streven naar gelijktijdige aanleg, zodat er geen verkeersinfarcten ontstaan. We doen daar ons best voor, maar een absolute garantie daarvoor durf ik op dit moment niet te geven.” De VOORZITTER sluit de beraadslagingen, nadat hij de heer Scheurwater de gelegenheid heeft geboden om te reageren, waarvan geen gebruik wordt gemaakt. Stemverklaringen
7
Mevrouw SIEMELING. “Voorzitter, het gaat om een groot project, maar het is geen gemeentelijk project. Het gaat hier wel om vertrouwen. Het amendement zoals het voorligt van PRO’98 gaat uitsluitend over het vertrouwen in het college. Wij zullen het daarom ook niet steunen. Wij hebben hier geen twijfel bij.” De heer GEURTS (sr.) “Voorzitter, voor de ChristenUnie zijn er geen overtuigende argumenten aangedragen waarom artikel 19 niet zou kunnen. De wethouder heeft er een vertrouwenszaak van gemaakt. Dat mag best. Dat is heel terecht. We hebben vertrouwen. Er is weinig speelruimte. Ik wil er wel op wijzen dat als er bezwaren naar de Raad van State gaan, dat het nog veel langer gaat duren, dan een normale planprocedure. Dat laat onverlet dat wij dit voorstel zullen steunen.” De heer VAN ESSEN. “Voorzitter, Lijst 8 is, omdat het een private aangelegenheid is, niet tegen de artikel 19 procedure zoals PRO’98 aangeeft. Het vertrouwen heeft daar niets mee te maken. Lijst 8 heeft niet echt veel vertrouwen in dit college maar dat was genoegzaam bekend.” Besluitvorming Het amendement wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, de ChristenUnie, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Het amendement wordt gesteund door PRO’98. Het amendement wordt met 26 stemmen tegen en 5 stemmen voor verworpen. Het raadsvoorstel wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO' 98, de Christen Unie, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. 7.
Afhandeling bezwaarschrift tegen besluit tot wijziging van de bebouwde komgrens Thorbeckelaan (05-76b) (voorstel nr. 06-28)
De VOORZITTER stelt vast dat de raad instemt met het voorliggende voorstel. Aldus besloten. 8.
Samenwerkingsovereenkomst betreffende de ontwikkeling van de stationslocatie Barneveld Noord (voorstel nr. 06-37)
Raadsleden in eerste termijn De heer VAN DE KAMP. “Voorzitter, het is duidelijk dat de gemeente Barneveld ambities heeft. Dat lijkt een gezond standpunt, maar we mogen de risico’s niet uit het oog verliezen. Hier worden met gemeenschapsgeld risicodragende investeringen gedaan. We hebben plannen mogen zien van eventueel kantorenbouw. Is het wel verstandig in Barneveld? In Barneveld hebben we echt vele duizenden vierkante meters die leeg staan. Burger Initiatief kan ook niet meegaan met het realiseren van detailhandel op deze locatie. Burger Initiatief wil de winkelcentra in de gemeente Barneveld niet stuk maken. De Barneveldse samenleving wordt met dit raadsvoorstel met financieel risico opgezadeld. Dit voorstel zullen wij niet steunen. De argumenten om tegen dit raadsvoorstel te zijn: project Barneveld Noord staat niet op zichzelf maar maakt onderdeel uit van projecten van de gemeente Barneveld. Alle projecten financieel van tevoren evalueren. Niet investeren in leegstand van kantoren. Wanneer men detailhandel gaat toestaan dan is een facelift van Barneveld-Centrum niet meer nodig. Schetsen wij nu een negatief beeld? Nee. Burger Initiatief is realistisch. Dat hebben we de kiezers ook beloofd. We willen ook niet dat onze nieuwe wethouder financiën Gerard van den Hengel met de collectebus moet rondgaan om de ontstane tekorten weer aan te vullen. Als de raad toch besluit dit voorstel te omarmen, dan wil onze fractie toch minimaal wijzen op enige omissies in de samenwerkingsovereenkomst. Wij bieden daarom een motie in.” De motie van Burger Initiatief luidt als volgt:
8
Agendapunt 8 Voorstel nr. 06-37 Onderwerp: Samenwerkingsovereenkomst stationslocatie Barneveld Noord/Voorthuizen De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 25 april 2006 Stelt de volgende motie voor: De samenwerkingsovereenkomst d.d. 8 juli 2005 op de onderstaande punten aan te passen c.q. te wijzigen. Art. 3.1: toevoegen : De grond- en bouwexploitatie van het project Art. 8.4: wijzigen : gemaakte kosten onderzoeken op basis van 50%-50% regeling Art. 10.1: toevoegen : de verrekening van de hiervoor gemaakte onkosten op basis van 50%-50% regeling Art. 13.3: toevoegen : en zijn eventuele akkoord geven Art. 14.3: wijzigen : projectontwikkelaar krijgt niet het recht van koop als de grond eventueel aan derden wordt verkocht Art. 18.2: wijzigen : concerngarantie in BANKGARANTIE Art. 21.2: wijzigen : voor de eerste maal 3 jaar na ondertekening van de overeenkomst en vervolgens elk jaar Toelichting: Art. 3.1: door bouw toe te voegen is ook de 50% (winst) regeling voor de gemeente van toepassing Art. 14.3: t.o.v. derden heeft een projectontwikkelaar altijd een voordeel van de 50% regeling Art. 18.2: BANKGARANTIE biedt meer zekerheid Art. 21.2: men moet zich niet te lang aan een projectontwikkelaar binden, geld ook andersom Namens de fractie van Burger Initiatief G.J. van Norden A.D.G. van de Kamp De VOORZITTER vraagt of de motie een samenvatting van de bedenkingen van de heer Van de Kamp is. De heer VAN DE KAMP antwoordt dat dit correct is. De VOORZITTER meldt dat de motie deel uit maakt van de beraadslagingen. De heer GULDIE. “Voorzitter, ik heb in de commissie ook al gezegd dat ik dit stuk juridisch beter in elkaar vind steken dan de vorige contracten. Daar zijn wij zeer tevreden over. In het verleden hebben we nogal eens wat steken laten vallen, wat dat betreft. Wat hier bijvoorbeeld beter is aan dit contract, is dat er hier geen enkele sprake is van een beding dat andere partijen niets meer zouden kunnen. Ik heb er nog wel drie vragen over. Wat betreft beëindiging is er gekozen voor een open eind constructie. Wilt u uitleggen waarom dit zo gedaan is? De gebiedspromotie. Bij bijna alle punten staat dat de kosten van zaken ten laste komen van de exploitatie. Maar dit staat er bij de gebiedspromotie niet bij. Ik neem aan dat dit wel de bedoeling is. ‘Partijen kunnen besluiten één of meer andere partijen toe te laten.’ Voorlopig zoals de tekst dit nu omschrijft zou dit eenzijdig kunnen gebeuren. Partijen zouden gezamenlijk moeten kunnen besluiten of ze een andere partij toelaten. Hoe is de samenwerking met de andere belanghebbenden op Harselaar? Ik doel dan vooral op de BIK. Worden zij regelmatig gehoord en voorzien van informatie over de voortgang? Een ander project op Harselaar is ‘Revitalisering’. De revitalisering is ook van belang hierbij, omdat we dan de Harselaar compleet naar een wat hoger niveau kunnen tillen. Dat heeft ook uitstraling naar dit project. Maken we hier aanspraak op de subsidiegelden van de provincie? Maakt BAM hier ook aanspraak op?
9
De heer APPELMAN. “Voorzitter, het Transferium is inmiddels open en operationeel. Met deze samenwerkingsovereenkomst zetten wij nu inderdaad een belangrijke stap naar de volgende fase, namelijk de ontwikkeling van de hele stationslocatie. Het is een logisch gevolg. We hebben de intentieovereenkomst getekend. Nu moet er ook een samenwerkingsovereenkomst komen. Naar ons idee had de samenwerkingsovereenkomst er eigenlijk voor de realisering van het Transferium moeten zijn. Maar met de snelheid waarmee we het Transferium hebben moeten realiseren, zijn de dingen nu eenmaal zoals ze zijn. De ChristenUnie-fractie is blij met het Transferium. We hopen dat de volgende fase ook goed en grondig gerealiseerd zal kunnen worden. Dat moet natuurlijk wel, want we moeten behoorlijk wat winst maken. Namelijk alles gaat in tweeën. Wil de gemeente de investering van 4,5 miljoen toch weer terug krijgen, dan moet het project succesvol verlopen. Wij zijn wat sceptisch geweest. En nog wel een tikkeltje, als het gaat over het optimisme dat er is bij de realisatie van kantoorgebouwen op die locatie. Wethouder Tijmensen had in de commissie echter een redelijk goed verhaal dat die markt toch weer lijkt aan te trekken. Wij hopen dat hij straks op dit punt als een profeet kan worden betiteld. Een ding wil ik u nog wel vragen. Wij worden nog wel eens gebeld door plaatselijke ondernemers, die zeggen: ‘Barneveld veranderd in sneltempo. Er komen heel grote gebouwen bij. Het zijn allemaal grote projecten. De gemeente werkt daarvoor logischer wijs samen met mensen die dat goed kunnen ontwikkelen. Na afloop zijn beide partijen tevreden, zowel de ontwikkelaar en de gemeente, maar het Barneveldse bedrijfsleven staat nogal eens met lege handen.’ ‘Het Barneveld dat wij gebouwd hebben’, kunnen veel plaatselijke ondernemers niet zeggen. Daarom vraag ik uw aandacht voor de mogelijkheid om bij verdere overeenkomsten die er zijn te proberen vanuit de gemeente toch wat meer die lokale bedrijvigheid te stimuleren. Wij zijn allemaal ontzettend vóór de economie, straks is er een wethouder die daar verschrikkelijk zijn schouders onder gaat zetten, maar dan moet hij ook wat te bieden hebben. Ik snap dat met de huidige wetten en regelgeving dat je dat niet zomaar kunt afdwingen, maar ik zou graag de wethouder de toezegging willen laten doen dat in de toekomst nadrukkelijk plaatselijke bedrijven onder de aandacht worden gebracht van degene die uiteindelijk dergelijke projecten gaat realiseren. U zult hebben begrepen dat wij met het voorstel zullen instemmen.” De heer SCHERMERS. “Voorzitter, wij worden gevraagd om wensen en bedenkingen te geven ten aanzien van de conceptovereenkomst met Heilijgers Projectontwikkeling. Dit fenomeen van wensen is de afgelopen jaren een terugkerend proces geworden in onze gemeente. Ik moet zeggen dat deze processen ten aanzien van overeenkomsten, zoals deze, steeds beter verlopen. Ik kan me een vergadering herinneren, zittend op de tribune, dat dit een stuk moeilijker lag. Dit kan liggen aan de soort overeenkomst die destijds getekend was of aan het werk van externe advocaten of aan het werk van de wethouder. Laat ik het maar op het laatste houden. Duidelijk wordt dat er steeds beter wordt omgegaan met dit soort verstrekkende overeenkomsten. De voorliggende overeenkomst is een uitvloeisel van een intentieovereenkomst, die een aantal jaren geleden getekend is. Wat ik me wel afvraag is of de raad destijds beseft heeft wat de consequenties waren van het tekenen van die overeenkomst. Wat je vaak ziet, volgens mij, bij het besturen van gemeenten is dat er vaak wordt gevraagd om ‘A’ te zeggen, met de consequentie dat er een ‘B’, een ‘C’ en een ‘D’ achteraan zitten, maar die zijn op dat moment niet duidelijk. Als controlerend orgaan van de gemeente vind ik dat we in de gelegenheid gesteld moeten worden om ook dat lange perspectief te zien. Dat als je ‘A’ zegt, dat ook duidelijk is wat ‘B’, ‘C’ en ‘D’ in grote lijnen zijn. Ik zou daar graag blijvend aandacht voor vragen om ook dat lange perspectief voor de raad in beeld te blijven houden. Goed aan dit project is, wat het CDA betreft, dat de gemeente de regie in handen heeft. De gemeente heeft de grond. En zou deze voor eigen rekening en risico kunnen uitgeven. Maar de wethouder heeft in de commissievergadering uitgelegd, dat hij al in een heel vroeg stadium een projectontwikkelaar betrokken heeft bij deze ontwikkeling, omdat het risico op dat moment heel groot was. Denk aan de subsidiefase en de vraag of de datum voor de subsidie gehaald zou worden. Volgens het CDA was het ook heel verstandig om op dat moment een risicodragende partij erbij te gaan betrekken. Want als gemeente moet je natuurlijk wel als goed bestuur ook zorgen dat je de risico’s spreidt en niet alleen maar draagt. Wat dat betreft ook qua risico een goede overeenkomst. Het betreft een grondexploitatieovereenkomst en dat betekent dat Heilijgers als projectontwikkelaar groot belang heeft bij de bouw, niet alleen bij de grond. Dat betekent dat de projectontwikkelaar zal proberen om voor een heel project de bouwkosten zo hoog mogelijk te laten zijn en de grondkosten zo laag mogelijk. Op de bouwkosten kan hij namelijk winst maken en de winst op de grond moet hij delen met de gemeente. Dat is ook de reden dat het CDA het heel goed vindt dat de wethouder ervoor gekozen heeft om die optie op te nemen dat hij eventueel de grond aan een derde zou kunnen verkopen als Heilijgers dreigt de grond te verkopen aan een partij die veel minder te bieden heeft. Nog een argument waarom dit volgens ons een prima overeenkomst is.
10
Het wel of niet slagen van een sluitende grondexploitatie hangt af van het succes van de verkoop en het ontwikkelen van de grond. In dat kader hoor je veel mensen roepen dat het heel slecht gaat met de onroerendgoedmarkt in Nederland. Ik zou er graag op willen wijzen dat dé onroerendgoed markt niet bestaat. Net zoals in elke branche, waarin het wat minder gaat, zijn er ondernemers die wel in staat zijn om geld te verdienen. Ik zou daarom de wethouder willen oproepen om hierover niet te licht te denken en te komen met een totaal concept van wat u daar wilt realiseren. Daarmee maak je een locatie aantrekkelijk voor verschillende partijen en kun je ook succesvol zo’n grondpositie exploiteren. Ik denk dat het risico dat een exploitatie niet zal slagen, afhankelijk is van de wijze waarop je het verkoopt. Wij blijven dit proces graag kritisch volgen en worden daarom graag op de hoogte gehouden middels de kwartaalrapportages van het Ontwikkelingsbedrijf ten aanzien van dit project. Graag nog een aantal dingen over de ingediende motie. De opsomming die ik hoorde was dusdanig, dat ik betwijfel of het verstandig is om te gaan sleutelen aan een overeenkomst waar lang over nagedacht is, uitonderhandeld is met de projectontwikkelaar. Als wij hieraan gaan sleutelen dan wil die partij natuurlijk ook ergens aan gaan sleutelen. Dat zal het evenwicht uit de overeenkomst halen, dus ik denk niet dat we daaraan moeten beginnen. Bovendien vind ik het ook jammer dat niet in de commissie Grondgebied deze zaken nog wat verder bediscussieerd worden, zodat we hier gewoon de politieke afweging kunnen maken.” De heer VAN ESSEN. “Lijst 8 heeft de volgende bedenkingen tegen de PPS-constructie met Heilijgers Projectontwikkeling BV. Wij zien geen enkel voordeel in zo’n samenwerkingsovereenkomst met projectontwikkelaars, wel nadelen. Dat zijn autonome ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de gemeente en ondernemers op de Harselaar. Te weten geen kantorenbouw bij bedrijven op het industrieterrein, behalve de geplande kantorenbouw aan de Baron van Nagellstraat, die de komende jaren kansloos is. Want zelfs rond Schiphol staan nog veel kantorenflats leeg met een mogelijke groei van 20% van Schiphol. Kantoren trekken veel verkeer aan. Net als het Transferium, als het blijkt te lopen. Met als klap op de vuurpeil de rondweg met de middenvariant om Voorthuizen. De zelfstandige ontwikkelingen die naast het Transferium hebben plaatsgevonden, dat zijn een middenvariant rondweg Voorthuizen, ontwikkeling van de Driehoek, geen ontwikkeling Harselaar-Zuid, Vink wil grond verkopen. Nu bij deze volgende stap, als kantoorbouw niet lukt, moet de gemeente er een andere bestemming aan geven. Bijvoorbeeld een woonboulevard, supermarkt of hotelaccommodaties met beurs of evenementengebouwen met daarop woningbouw. Anders ontstaat er een financieel debacle. Er moet een totaal pakket komen, niet alleen kantoren. Dit zijn de bedenkingen van Lijst 8. De wensen zijn dat het college van B&W zo snel mogelijk stopt met deze heilloze activiteiten in PPS-constructie met Heilijgers, en zich concentreert op eigen inwoners. Dat kun je ook invullen als plaatselijke bedrijven, zoals de heer Appelman dat doet. Maar dan moet je niet eerst Heilijgers de macht geven en de plaatselijke ondernemers tot op het bot toe uitgebeend laten worden.” Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder TIJMENSEN merkt op dat het goed is om te weten dat de oorsprong van deze zaak een aanvang heeft genomen vóór 2002. Destijds is bedacht om een Transferium te vestigen op die locatie. In dat kader is toen reeds het meedenken in de ontwikkeling in de markt uitgezet. Hierbij werd niet alleen het Transferium, maar ook het aangrenzende gebied bedoeld. Op dat moment is de voorwaarde eraan gekoppeld, dat degene die opteerde voor de realisatie van het Transferium en het aangrenzende gebied ook risicodragend zou deelnemen in de gehele ontwikkeling. Zowel wat de realisatie als de vervolgfase betreft. Hetgeen definitief vastgelegd wordt, is dus niets nieuws, maar een gevolg van eerdere richtingen die gekozen zijn. Het jaar 2005 is een zeer spannend jaar geweest. In het begin moest gekeken worden of het Transferium daadwerkelijk ter hand zou worden genomen. Vervolgens ontstond er een tijdsdruk omdat de subsidievoorwaarden inhielden dat realisatie per 31 december 2005 een feit zou zijn. De tijdsdruk heeft een grote rol gespeeld in het proces. Met de uitgangspositie van de intentieverklaring en de uitgangspositie van de afspraken met BAM/Heilijgers is er gewerkt aan de realisatie van het project. Spreker laat weten dat hij gedurende 2005 enkele moeilijke momenten heeft doorgemaakt. Hij heeft zich afgevraagd of zaken voldoende afgesproken en ingekaderd waren. Spreker merkt op dat hij verheugd was over het feit dat in de loop van 2005 BAM zich committeerde aan de afspraken voor de subsidiefase. Achteraf is te zeggen dat dit een gemakkelijke zaak was. Hetgeen nu gerealiseerd is, representeert een bedrag van 18 miljoen. Van dit bedrag heeft de gemeente 1 miljoen betaald. Deze bijdrage van de gemeente betrof de realisatie van de Mercuriusweg, van de afslag A1 tot de ontwikkeling van de Harselaar-Oost. Het is van geweldige waarde geweest dat dit gezamenlijk opgepakt is en gerealiseerd is. Het is echter wel een riskant traject geweest. Dit traject wordt op dit moment geëvalueerd. Het college is niet ontevreden over deze overeenkomst. Er is echter wel een aantal punten
11
waarover de wethouder wel ontevreden is. Er wordt gekeken naar de overeenkomst waarin het evenwicht van de verdere stappen aan de orde is. Een belangrijk deel van de subsidie heeft deels een Europese en deels een Rijks oorsprong. De Europese Unie controleert regelmatig de subsidies die uitgezet zijn bij de provincie. Ook dit project zal in het kader daarvan geëvalueerd worden. Bij de voorliggende overeenkomst wordt direct doorgekeken naar de vervolgfase. Dit betreft de ontwikkeling van 6,5 ha, waarvan reeds 5 ha in bezit van de gemeente is. Hierbij wordt gedacht te komen aan een hoogwaardigere invulling. Dit hoeft niet slechts een invulling met kantoren te zijn. Ook hoogwaardigere bedrijven met een accent op kantoren is mogelijk. Variatie is mogelijk, waardoor de kansen op de markt beter benut kunnen worden. Er wordt verwacht dat de kantorenmarkt aantrekt, maar garanties kunnen door spreker niet gegeven worden. De heer VAN ESSEN vraagt wat de situatie zal zijn als de kantorenmarkt niet aantrekt. Heeft de wethouder dan een beleid achter de hand? Wethouder TIJMENSEN antwoordt dat het absoluut geen waardeloos stuk grond betreft. De ontwikkelingsverwachtingen zijn gericht op de voorgenomen ontwikkeling. Het delen van de risico’s hierbij heeft een aantal voordelen. Dit betreft onder andere de verdeling van de risico’s. De deskundigheid van de marktkennis en de marktrelaties helpen om de kans van slagen te vergroten. Als de gemeente ondernemend actief wordt, loopt de gemeente dezelfde risico’s als elke andere ondernemer. Hiervoor bestaan geen garanties. In de bestemmingsplannen is voldoende flexibiliteit opgenomen om hier verstandig mee om te gaan. Spreker is van mening dat de voorliggende overeenkomst op dit gebied een aantal aardige aspecten bevat. In samenwerking met BAM kan aan de ontwikkeling van de voorgenomen plannen gestalte worden gegeven. Als de markt een betere mogelijkheid biedt, is de gemeente niet verplicht om alleen met BAM te onderhandelen. Dit is vrij uniek in dit soort ontwikkelingen. De overeenkomst zal aangegaan worden totdat de ontwikkeling tot zijn eind is gekomen. Als beide partijen besluiten voortijdig de overeenkomst op te zeggen, is er een exitregeling opgenomen. Hierin zijn de bijbehorende kosten opgenomen. De heer Van de Kamp heeft in zijn motie de kosten genoemd die te maken hebben met de grondexploitatie. Deze kosten zullen ten laste komen van de grondexploitatie en maken dus onderdeel uit van de latere verrekening. De kosten in het contract betreffen de reeds eerder gemaakte kosten en hoe daarmee omgegaan zal worden. Hierover zullen nog afspraken gemaakt worden. Wethouder TIJMENSEN ontraadt de raad om de bouwexploitatie door de gemeente ter hand te laten nemen. Dit is volgens hem niet de taak van de gemeente. Dit kan beter aan de marktpartijen worden overgelaten. Alles dat door de heer Van de Kamp wordt genoemd in het kader van de 50%-50% regeling is reeds in de overeenkomst opgenomen. De projectontwikkelaar krijgt niet het recht als de grond aan derden wordt doorverkocht.” 2
De heer VAN DE KAMP: “Mag ik daarop inhaken? Stel dat u iemand kunt vinden die 1.000/m wil geven. 2 2 De vraagprijs was 700/m . Dan heeft toch nog Heilijgers het recht om de m -prijs van 1.000 te betalen. 2 Dan krijgt hij toch het recht dit te doen. Alleen u vergeet, dat van die winst van 300/m weer 50% teruggaat 2 naar Heilijgers. Uiteindelijk betaalt hij dus maar 850/m . Dat is de formule die erin zit. Dit is oneerlijke concurrentie voor iemand die daar toch de kans wil hebben om daar grond te kopen. Dat is ook door een advocaat bekeken.” Wethouder TIJMENSEN antwoordt dat dit inderdaad juist is. Het omgekeerde is echter ook het geval. Op het moment dat de gemeente en Heilijgers verlies lijden, zal BAM ook 50% bijdragen. Derden zullen dit niet snel doen. Het is volgens spreker niet onredelijk. Concerngarantie/bankgarantie. Spreker laat weten dat gekozen is voor een concerngarantie aangezien een wereldwijd opererend concern zich garant stelt voor deze ontwikkeling. Dit is volgens spreker voldoende. Met een bankgarantie zijn kosten gemoeid. Er is gekozen voor een evaluatietermijn van 10 jaar. Er zijn ook andere termijnen besproken. Voordat echter de gehele ontwikkeling op gang is gekomen, is reeds enige tijd gepasseerd. Het leek spreker juist om enige tijd te nemen voordat een evaluatie plaats zou vinden. De ontwikkelingen zullen jaarlijks in de gaten gehouden worden. Bijstellingen zijn ook tussentijds mogelijk. Promotie. Het gehele gebied zal onder de aandacht worden gebracht in het kader van de mobiliteitsbevordering. Hierbij wordt het gehele gebied van de Harselaar betrokken. De verdere promotie van de vestigingsmogelijkheden van bedrijven wordt planmatig aangepakt. Open eindregeling. Spreker laat weten dat het hier niet geheel een open eindregeling betreft. De wijze van omgang is gedefinieerd. Het moment is echter niet gedefinieerd. Dit zal gezamenlijk besloten moeten worden.
12
Revitalisering. De revitalisering staat los van dit project. In het begin is aangegeven dat dit wel onderdeel van dit project zou zijn. De gemeente en de andere overheden hebben aangegeven dat de revitalisering losgekoppeld diende te worden. Het risico zou alleen groter zijn geworden als de revitalisatie niet was losgekoppeld. Er is een subsidietoezegging van 1 miljoen voor de komende drie jaar voor de revitalisering van Harselaar-West. De duiker onder het spoor bij het Transferium is een van de objecten die mede van dit geld is gefinancierd. Kansen voor Barneveldse bedrijven. Bij het realiseren van het Transferium is gekozen voor de verbintenis met BAM/Heilijgers. Bij de onderaanbesteding zijn een aantal Barneveldse bedrijven actief geweest bij de uitvoer van het project. Bij de ontwikkeling van de kantoren zal de marktwerking van toepassing zijn. Het is hierbij zeker mogelijk dat Barneveldse bedrijven interesse tonen voor een deel van die ontwikkelingsvlek. Er zijn reeds contacten met bedrijven die reeds interesse getoond hebben. Raadsleden in tweede termijn De heer BARENDREGT. “Voorzitter, in de eerste ronde heb ik de beurt voorbij laten gaan, omdat dit nou typisch een project is wat wij als PRO ’98 zien zitten. We hebben ‘ja’ gezegd op de ontwikkeling van de stationslocatie. De consequentie is dat wij verder gaan met het upgraden van de hele situatie bij de Harselaar. Daar hoort bij een verdere ontwikkeling direct aansluitend bij het Transferium. Dienaangaande is het gewoon letterlijk de volgende stap. De motie van Burger Initiatief hebben wij bekeken. Daar zitten zeven punten van wijzigingen in. In de gauwigheid kunnen wij al zeggen dat wij zes van de zeven punten niet steunen. Het punt: ‘de projectontwikkelaar krijgt niet het recht van koop als de grond eventueel aan derden wordt verkocht’, vonden wij een terechte. Gezien de opmerking van wethouder Tijmensen dat de ontwikkelaar ook deelt in het verlies lijkt mij dit een normale optie bij een zakelijke deal, dat beide partijen of de winst of het verlies delen. Dit project zal niet met zekerheid in winst eindigen. Misschien moet ik dat hardop zeggen. Derhalve zullen wij de motie van Burger Initiatief niet steunen. Daarmee heb ik de support gegeven om heel snel dit project verder uit te voeren. Met nog de opmerking dat u heel duidelijk zegt: ‘dat indien er geen kantoorlocaties neergezet worden omdat de markt er niet naar is, kan er ook andere bedrijfsontwikkeling plaatsvinden.’ Ik denk aan hoogwaardigere bedrijfsontwikkeling, dat is niet alleen grote bedrijven neerzetten. Dit kunnen ook kleinschalig, heel goede bedrijven zijn.” De heer GULDIE. “Voorzitter, over de motie van Burger Initiatief vind ik dat er wel goede elementen inzitten. Het is net iets teveel om daar nu zomaar ‘ja’ tegen te zeggen. Ik raad het college aan om daar toch nog even nader naar te kijken, vooral het laatste punt van de opsomming. Wat betreft de promotieactiviteiten, daar heeft de wethouder net wat over gezegd. Het enige waar het mij om ging was dat dit niet expliciet in het contract staat dat beide partijen daaraan betalen. Dan één puntje dat ik ook nog had genoemd: dat je zomaar andere partijen toe kunt laten in de samenwerkingsovereenkomst, artikel 27.3, u hoeft er nu niet op in te gaan, maar daar zou ik toch even naar kijken of dat wel helemaal 100% is. Ik wil de wethouder bedanken dat hij toch nog wat detailvragen heeft willen beantwoorden. We waren er in de commissie Bestuur door omstandigheden niet aan toe gekomen. De VVD zal dit voorstel van harte steunen.” De heer PLOEG. “Voorzitter, in eerste instantie hebben wij ook niet meegedaan. Maar om in te stemmen, hoef je niet het woord te voeren. Wij zijn ook blij met de beantwoording van de wethouder van alle vragen en ook voor de uitleg van de motie. Wij vragen de wethouder wel of hij nog een keer kritisch naar de motie kan kijken en hier eventueel iets van mee kan nemen. Wij steunen de motie niet, maar misschien zitten er zaken in die u mee kunt nemen. Verder ondersteunen wij het voorstel van harte.” Reactie van het college op de tweede termijn Wethouder TIJMENSEN laat weten dat hij blij is met de ondersteuning van het plan in grote lijnen en de vormgevende inhoud van de overeenkomst. Er is gevraagd om nogmaals naar de opmerkingen in de motie te kijken. Spreker geeft aan dat er gerichter antwoord gegeven zal worden aan de hand van de punten in de motie, zodat de raadsleden een betere afweging kunnen maken over de omgang van het college met deze punten. De drie jaren. Spreker geeft aan dat alles voor- en nadelen heeft. Het is erg snel om na drie jaar reeds de discussie te voeren over de voortgang van het project. Het kiezen voor een termijn van tien jaar is volgens spreker eerder een garantie. Hierbij blijft de evaluatie met een conclusie beheerst.
13
Besluitvorming De motie van Burger Initiatief wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, PRO' 98, de ChristenUnie en de VVD. De motie wordt wel gesteund door Burger Initiatief en Lijst 8. De motie wordt met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor verworpen. Het voorstel wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO' 98, de ChristenUnie en de VVD. Het voorstel wordt niet gesteund door Burger Initiatief en Lijst 8. Het voorstel wordt aangenomen met 28 stemmen voor en 3 stemmen tegen. 9.
Verzoek om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 49 WRO van de heer A.J. Meijerink te Barneveld (voorstel nr. 06-36)
De heer BARENDREGT. “Voorzitter, dit raadsvoorstel behandelt een planschadevergoeding voor de heer Meijerink, die tijdelijk voor twee jaar een schoolgebouw achter zijn woning zou krijgen. Naar aanleiding van de discussie in de commissie Grondgebied zou de portefeuillehouder de raad berichten of deze twee jaar een reële periode zou vormen of dat er na twee jaar een vervolg zou komen. Bij deze laatste invulling dient het verzoek tot schadevergoeding anders beoordeeld te worden. Omdat wij tot nu toe geen enkele aanvullende informatie ontvangen hebben, is de vraag nogmaals of de periode van twee jaar als maximale periode gehandhaafd blijft.” Wethouder DE KRUIJF. “Voorzitter, het voorstel zoals het voor u ligt, heeft met name betrekking op schade die zou kunnen ontstaan door de artikel 17 procedure. Het is een ingewikkeld verhaal met een aantal bouwvergunningen die zijn verleend, maar de schadecomponent richt zich op de bebouwing die is opgericht op basis van dat artikel 17. Het gaat om een tijdelijk schoolgebouw aan de Dorskamp. De oplevering van het definitieve gebouw wordt verwacht in juni. Het tijdelijke schoolgebouw zal in ieder geval vóór 24 september 2006 weg zijn. Waardoor binnen de tijd van twee jaar van het artikel 17 de bouwvergunning weer teneinde is, de tijdelijke bebouwing weg is en ook de schadecomponent vertrokken is. De bouw blijft binnen die twee jaar en er zijn geen problemen.” De heer BARENDREGT. “Met dankzegging aan de wethouder. Dit antwoord voldoet.” De VOORZITTER stelt vast dat de raad zich kan verenigingen met de gevraagde beslissing om het verzoek tot toekenning van een planschadevergoeding af te wijzen. Aldus wordt besloten. 10.
Verzoek om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 49 WRO van de firma Bok’s Bungalowpark te Garderen (voorstel nr. 06-30)
De VOORZITTER stelt vast dat de raad zich kan verenigingen met de gevraagde beslissing om het verzoek tot toekenning van een planschadevergoeding af te wijzen. Aldus wordt besloten. 11.
Verzoek om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 49 WRO van de heer en mevrouw Le Roux te Stroe (voorstel nr. 06-31)
De VOORZITTER stelt vast dat de raad zich kan verenigingen met de gevraagde beslissing om het verzoek tot toekenning van een planschadevergoeding af te wijzen. Aldus wordt besloten. 12.
Verzoek om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 49 WRO van de heer E.N. de Boer te Barneveld (voorstel nr. 06-35)
De VOORZITTER stelt vast dat de raad zich kan verenigingen met de gevraagde beslissing om de heer De Boer een schadevergoeding van 5.000,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2005 tot aan de dag van uitbetaling toe te kennen. Aldus wordt besloten. 14.
Bouw van een woonzorgcomplex in de zuidrand van Garderen, met toepassing van artikel 19 lid 1 WRO
14
(voorstel nr. 06-41) Raadsleden in eerste termijn De heer BARENDREGT. “Voorzitter, met terugverwijzing naar agendapunt 13 hebben we hier te maken met een majeur project dat verstrekkende gevolgen heeft voor de inrichting van Garderen. Omdat wederom gevraagd wordt om in punt 2 in de beslissing de bevoegdheid over te dragen aan het college volgen wij ons ingenomen standpunt, en vragen wij om het raadsvoorstel te wijzigen in die vorm dat het verwijderen van het tweede punt van de beslissing meegenomen wordt. Hierdoor blijft de raad een controlerende taak vervullen, ook bij gewijzigde inzichten en ten aanzien van de zuidrand van Garderen moet nog een hele hoop ingericht worden. Wij vinden dat dit niet per definitie in zijn geheel gedelegeerd moet worden. Naar aanleiding daarvan, het zal u verbazen, heb ik een amendement.” Het amendement luidt als volgt: Agendapunt V-14 Voorstel nr. 06-41 Onderwerp: Bouw van een woonzorgcomplex in de zuidrand van Garderen De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 25 april 2006 Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Onder gevraagde beslissing punt 2 uit het raadsvoorstel verwijderen. Toelichting: Het woonzorgcomplex is een groot project voor Garderen met verstrekkende gevolgen voor de inrichting van Garderen. Als de bevoegdheid voor het toepassen van artikel 19 lid 1 op de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan het college wordt gedelegeerd, kan de raad geen invloed meer uitoefenen op eventuele wijzigingen in het plan. Namens de fractie van PRO‘98 A. Barendregt J.G.J.M. Beijer De VOORZITTER meldt dat dit amendement deel zal uitmaken van de beraadslagingen. Reactie van het college op de eerste termijn. Wethouder DE KRUIJF. “Voorzitter, de heer Barendregt is wel consistent. Dat hij constateert dat er sprake is van een majeur project, zo beleeft Garderen het zeker. Het is vanuit de Garderense samenleving een zeer gewenst project. De Garderense samenleving had liever gisteren gebouwd, dan vandaag een procedure gevoerd om de vergunning te verkrijgen. Wij zijn dan ook heel blij dat wij zover zijn, dat wij dit stadium hebben bereikt van de procedure. Vanwege het grote draagvlak dat het plan kent, de nauwe betrokkenheid van de Garderense bevolking bij het project, het feit dat we hier te maken hebben met een initiatiefnemer die ook indringend met ons heeft gecommuniceerd, de Woningstichting, met betrekking tot dit project en mede gezien het feit dat u een visie voor de zuidrand van Garderen, waar dit plan in past, heeft voorgelegd gekregen. In de visie is dit ook uitgebreid aan de orde gesteld en heeft u de kaders in die zin aangegeven, waarbinnen dit project zou moeten worden uitgevoerd. Het lijkt mij dan ook alleszins de moeite waard om die delegatie aan het college gewoon door te zetten. U heeft de kaders gegeven en de overleggen hebben plaatsgevonden. Het laatste stukje is nog het bouwplan zelf dat nu verder wordt uitgewerkt. Dat wordt uitgewerkt binnen de aangegeven kaders.
15
Dus ik raad u aan om de heer Barendregt, de fractie van PRO’98, in deze niet te volgen, maar het college te verzoeken het proces verder te voeren.” Stemverklaring De heer HEEMSKERK. “Ten aanzien van het amendement van PRO’98: wij denken dat hier een maatschappelijk belang is, dus daarom zien we hier duidelijk een motivatie nummer twee uit het raadsvoorstel juist niet te schrappen. Een deel van de bevolking van Garderen zit hier juist op te wachten. Ik denk dat het ook goed is, gezien het maatschappelijk belang, het amendement niet te steunen. Besluitvorming Het amendement van PRO’98 wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, de ChristenUnie, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Het amendement wordt wel gesteund door PRO’98. Het amendement wordt verworpen met 26 stemmen tegen en 5 stemmen voor. Het raadsvoorstel wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. 15.
Regionale samenwerking (voorstel nr. 06-34)
Raadsleden in eerste termijn De heer JANSE. “Voorzitter, Tijdens de bespreking in de commissie hebben wij ons wat terughoudend als SGP opgesteld en gevraagd ‘Wat is de consequentie om niet te opteren voor een intensivering van de samenwerking met de WERVgemeenten?’. De achterliggende gedachte bij de SGP is ‘Hoe groot wil Barneveld worden?’ Naar onze mening is de eerste verantwoordelijkheid te zorgen voor eigen inwoners in het kader van wonen en werken. En kan het bedrijfsleven zich verder ontwikkelen? Economisch gezien belangrijke uitgangspunten in de ontwikkeling en de ontwikkelingen gaan verder. Samenwerking zijn wij een voorstander van, maar dat neemt niet weg dat de SGP zich afvraagt ‘Hoe kan het eigen karakter van onze gemeente zich handhaven?’ Wij vinden dat naar onze visie geen makkelijke opgave. Dit is de reden dat de SGP zich in eerste instantie wat terughoudend heeft opgesteld. Voorzitter, wij constateren met u dat er een aantal strategische ontwikkelingen zijn, die voor onze gemeente en bedrijfsleven van groot belang zijn. U heeft ons uitgelegd tijdens de commissievergadering dat Barneveld dat alleen niet kan. Dat de bestaande bestuurlijke samenwerking een te smal draagvlak heeft. Denk aan de ontwikkelingen van Food Valley, en ook de provincie is gaan werken met regionale uitvoeringsprogramma’s. Een en ander afwegende, en kijkend naar de belangen van onze gemeente, daar wij ook de voordelen zien van intensivering van de samenwerking met de WERV-gemeenten, gaan wij akkoord met de gevraagde beslissing.” De heer DE VRIES. “Voorzitter, onze fractie is van mening dat samenwerking nodig is om te kunnen profiteren van de ontwikkelingsmogelijkheden die er ook in de regio liggen. Het CDA heeft al eerder aangegeven dat wij graag een functionele regionale samenwerking willen ondersteunen. Die samenwerking moet dan wel tot iets leiden. Nu de provincie denkt in regio’s is het ook logisch dat wij daar op inspelen. De regio Vallei lijkt ons daar een heel goed instrument voor. Maar we hebben al eerder vastgesteld dat we daarvoor regionale samenwerking willen die zeer flexibel is en die snel reageert op ontwikkelingen. We hebben er alle vertrouwen in dat de regio Vallei nieuwe stijl dat aankan. Wat willen we dan nog meer? In het voorliggende raadsvoorstel spreken we uit dat we willen opteren voor intensivering van de samenwerking met de WERV-gemeenten. Mooie woorden en hierover kan in ieder geval geen misverstand ontstaan. U onderzoekt de mogelijkheden om een vorm van aansluiting bij de WERVgemeenten te krijgen met het oogmerk om de Vallei uit te bouwen tot een sterke economische regio. Hoe die samenwerking gestalte moet krijgen, zal de tijd leren. Dat is een onderzoeksvraag die u graag in uw handen wilt nemen. Tegelijk stellen wij vast dat de samenwerking in ViP-verband gericht is op samenwerking bij uitvoering van gemeentelijke taken. Met een duidelijk doel van kostenbeperking voor onze eigen organisatie. Is hiermee dan al een barrière gelegd naar andere regio’s? Dat is voor onze fractie wel een vraag geweest, omdat we nu helemaal focussen op de richting Ede, WERV-gemeenten, enz.. Voor onze fractie is dat niet zeker. Barneveld heeft ook veel banden met de regio rondom Amersfoort. Maar ook met de gehele Rand-
16
stad. Veel inwoners van Barneveld hebben daar hun economische basis liggen. Ook bedrijven richten zich in economische zin heel sterk op het westen. Gelegen aan de A1 en aan de spoorlijn Amerfoort-Berlijn blijft Barneveld een belangrijke schakel in alle richtingen, dat mag niet ondersneeuwen in een soort bewervingsactie. Maar dat weerhoudt ons er niet van om u te vragen met spoed ook de verkenning uit te voeren naar de mogelijkheden tot samenwerking met de WERV-gemeenten. Wij worden graag met regelmaat geïnformeerd over de voortgang daarin.” Mevrouw ROSBERGEN. “Voorzitter, het streven van de gemeente blijft gericht op één samenhangende regio Gelderse Vallei, die zich uitstrekt van de Rijn aan de zuidzijde tot het Randmeer aan de noordzijde. Barneveld kan door de centrale positie binnen zowel WERV als ViP bijdragen aan het versterken van de relaties binnen de totale Gelderse Vallei. Binnen dat streven stelt u voor de samenwerking met de WERV-gemeenten te intensiveren. Voorzitter, daar hebben wij geen bezwaar tegen. Sterker nog, wij vinden dat Barneveld de kansen moet benutten die er liggen vanwege de centrale ligging van onze gemeente. In ViP-verband in uitvoerende zin blijven samenwerken en in WERV-verband mogelijkheden voor Barneveld creëren. Met deze burgemeester vol ambitie moet dat lukken. In de laatste alinea van dit voorstel staat dat binnen deze heroriëntatie past dat Barneveld zich nu definitief aansluit bij Food Valley. Voorzitter, zoals wij dit lezen, nemen wij vanavond impliciet dat besluit dus ook. Het lijkt ons goed dat dan expliciet te doen en als punt twee toe te voegen aan de gevraagde beslissing.” De heer SCHURING. “Voorzitter, de wereld houdt niet op bij de Barneveldse gemeentegrenzen. In de wereld waar globalisering oprukt, waar overigens ook grote nadelen aan verbonden zijn, maar daar hebben we het vanavond niet over, moet Barneveld zich regelmatig bezinnen op de manier waarop de belangen van de gemeente, haar inwoners en haar ondernemers het best worden gediend. De ChristenUnie-fractie is dan ook blij met het raadsvoorstel dat nu voorligt. In het voorstel wordt een resumé gegeven van de samenwerkingsvormen die nu al in de regio voorhanden zijn. Regio De Vallei, Vallei in Perspectief, WERV en Food Valley. De portefeuillehouder stelt voor om samenwerking met de WERV-gemeenten te intensiveren en Barneveld definitief te laten aansluiten bij Food Valley. Een aantal opmerkingen. 1. Aansluiten bij Food Valley kost geld. Daarover heeft de portefeuillehouder in de commissievergadering al het een en ander verteld. Ook in dit geval gaan dus de kosten voor de baten uit. De ChristenUniefractie denkt dat deze investering zeker de moeite waard is. Aansluiting bij Food Valley creëert een belangrijke link voor bijvoorbeeld onze pluimveesector richting de innovatiemotor voor Agrifood, zoals Food Valley zichzelf pleegt te noemen. Een verbinding die kennis, innovatie, subsidies en investeringen kan opleveren. Goed idee dus. De ChristenUnie-fractie is voor. We willen wel het college vragen regelmatig de deelname aan Food Valley te evalueren. Kan de portefeuillehouder dit toezeggen? 2.
De samenwerking met Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal. De WERV-samenwerking richt zich op een diversiteit aan onderwerpen. Stedelijke ontwikkeling, ontwikkeling buitengebied, mobiliteit en bereikbaarheid, economie, wonen, sociale zaken, onderwijs, welzijn en cultuur. Een heel palet dus. Vanwege de A30 en de opwaardering van de railverbinding is het logisch dat er voor samenwerking naar het zuiden wordt gekeken. De ChristenUnie ziet zeker de voordelen van deze samenwerking. Bijvoorbeeld de gemeenschappelijke lobby voor mobiliteit en bereikbaarheid, maar ook samen beleid maken voor de economische ontwikkeling van de regio. De ChristenUnie is wel blij dat de portefeuillehouder stapje voor stapje wil zetten. Eerst maar eens kijken hoe de samenwerking zich ontwikkelt, maar ook oog blijven houden voor de nadelen die zo’n samenwerking kan hebben. Ik noem als voorbeeld het overruled worden door de meerderheid van het samenwerkingsverband, vestigen van zware industrie, de kans dat een aangetrokken bedrijf zich niet in Barneveld, maar juist in Ede gaat vestigen. Allemaal nadelen die zo’n samenwerking in zich zouden kunnen hebben. Ook hierbij geldt dat wij het een goed idee vinden dat de samenwerking wordt geïntensiveerd, maar dat elke stap in het ontwikkelen van deze samenwerking goed moet worden geëvalueerd en dat waar nodig ook een stapje terug kan worden gedaan. Kan de portefeuillehouder deze gestructureerde manier van evalueren toezeggen? We zijn overigens wel benieuwd of de vier samenwerkende gemeenten: Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal, net zo enthousiast zijn als wij. Worden wij gezien als het vijfde paard voor een zware wa-
17
gen of juist het vijfde wiel aan diezelfde wagen? Daar wordt wisselend over gedacht, gaf de portefeuillehouder tijdens de commissievergadering aan. De toekomst zal het leren. 3.
Tot slot een opmerking over Vallei in perspectief. De portefeuillehouder heeft in de commissievergadering aangegeven dat de nieuwe colleges van de ViP-gemeenten gaan nadenken over de samenwerking. Deze nadenkactie is voor de ChristenUnie een natuurlijk moment om het succes van de samenwerking te evalueren. Heeft de samenwerking ons gebracht wat wij dachten? Kan de portefeuillehouder deze expliciete evaluatie toezeggen? Is de portefeuillehouder bereid de raad van de uitkomst van deze evaluatie op de hoogte te stellen?
4.
Hoewel we nu spreken over het derde en het vierde samenwerkingsverband, naast regio De Vallei en ViP, hebben we het nu over WERV en Food Valley. We moeten het aantal samenwerkingsverbanden wel overzichtelijk houden. We kunnen per slot van rekening ook niet met de hele wereld samenwerken.
Samengevat is het standpunt van de ChristenUnie: samenwerken is uitstekend, zolang je er maar bewust evaluatiemomenten inbouwt en om de evaluaties te gebruiken waar ze voor bedoeld zijn: vooral doorgaan, bijsturen of ermee ophouden.” De heer GULDIE. “Voorzitter, Barneveld ligt geografisch gezien net zo ver van Amersfoort als van Ede af. Dit zou een nadeel kunnen zijn omdat je dan geen natuurlijke partner hebt. Maar dit is geen nadeel. Ik denk dat we dat punt juist moeten ombuigen naar ons voordeel. En daar één van onze sterke punten van maken. Een goede samenwerking met Amersfoort, vooral met de WERV-gemeenten, is hiervoor nodig. Vooral op economisch terrein naar onze mening. Een aantal praktische zaken kunnen we uitstekend in ViP-verband blijven doen. In de tekst staat dit ook goed verwoord: “De Gelderse Vallei als strategisch, flexibel kerngebied.” Naar het idee van de VVD moet Barneveld zich op onze prachtige, strategische locatie richten op kwaliteit en op hoogwaardige bedrijvigheid. Daarvoor is strategisch overleg onontbeerlijk, maar ook strategische afstemming. Eén van de in het oog springende zaken daarvan is Food Valley. Ons eigen Poultry Centre kan hierin natuurlijk participeren, maar Food Valley kan veel meer voor Barneveld betekenen dan alleen kippen. Voorzitter, ik kan nog wel een aantal voorbeelden opnoemen, maar laat ik dat maar niet doen. Het mag duidelijk zijn dat de VVD dit voorstel zal ondersteunen. Zijn we het vijfde wiel aan de wagen, dat geloof ik helemaal niet. Je moet het nu meer zo zien: Die kar, daar hobbelen wij op dit moment achteraan, maar achter op de kar zit zo’n bankje en daar springen we nu op.” De heer VAN ESSEN. “Voorzitter, wat is er aan de hand met Barneveld en wat willen we bereiken met regionale samenwerking? Voor Lijst 8 is dit het instrument om Barneveld stadse allures te geven, wat de politiek in Barneveld altijd ontkent, maar door zulke ontwikkelingen te volgen moet het doel wel enorme groei voor Barneveld zijn. De opsomming van allerlei Valley’s en voor Barneveld de Food Valley en Poultry Centre, welke grote mogelijkheden opent voor groot Barneveld. Zelfs de minister-president wordt erbij gesleept om maar te benadrukken welke bijzondere kansen onze gemeente wel heeft met deze samenwerking. Op het gebied van bedrijventerreinen, woningbouw en reconstructie, die de oorspronkelijke bewoners uit het buitengebied wil laten halen. Dit alles onder regie van de provincie Gelderland voor regiocontracten en afspraken over uitvoering en financiering van plannen en projecten. Dus toch stadse allures. Lijst 8 wil er zijn voor onze eigen inwoners en dat moet de andere partijen ook aanspreken. Niet veel energie en geld steken in allerlei vergaderculturen, wat in eerste instantie de samenwerking behelst. De gemeente Barneveld heeft door haar ligging al mogelijkheden genoeg en ook door de mentaliteit van de bevolking, die ondernemend is, hebben we zelf al mogelijkheden genoeg om Barneveld te ontwikkelen voor het eigen groeimodel. Lijst 8 wil in eerste instantie die mogelijkheden benutten via functieverandering in het buitengebied van leegkomende agrarische gebouwen. Daarom behoeven we geen extra groei van buiten de gemeente. Laten we eerst maar gefocust zijn op onze eigen ondernemers in het buitengebied en deze zo mogelijk door laten stromen naar het industrieterrein. Onze eigen kansen benutten voor onze eigen inwoners en niet aan de leiband van de landelijke en provinciale overheid lopen. Het moet komen vanuit onze eigen inwoners. Zelfs de zoekzones voor woningbouwlocaties komen aan de orde bij de samenwerking onder regie van de provincie, die de projectontwikkelaars alle kansen wil geven om hun posities in te nemen. Is de belangenverstrengeling ook doorgedrongen via de gehele regio en provincie?
18
Of is het zelfstandig denken en doen helemaal verdwenen en hebben we alleen nog een kopieercultuur overgehouden. Een cultuur die alles klakkeloos overneemt wat ons door de landelijke en provinciale overheid wordt voorgehouden. Echte democratie komt vanaf de basis, vanaf de burger niet vanuit Den Haag of Arnhem. Maar ondanks dat er nog steeds niet veel samenwerking was, heeft Barneveld nu al relatief veel en grote industrieterreinen. Lijst 8 is tegen deze samenwerking om de reconstructie en zoekzones te realiseren, ten nadele van onze eigen burgers.” Reactie van het college op de eerste termijn. Burgemeester HOUBEN. “Over dat laatste kan ik natuurlijk een heel betoog houden. Ik denk dat het intensiveren van de samenwerking en het kiezen van de richting juist in het belang van die 50.000 inwoners van onze gemeente is. Ik denk dat we op termijn onze inwoners tekort zouden gaan doen indien wij zouden menen dat Barneveld een soort ‘alleingang’ zou kunnen maken. Dit is ook democratie, namelijk dat onze democratie zich afspeelt binnen de democratische contouren zoals wij het in dit land hebben georganiseerd. Dit betekent nu eenmaal dat wij niet de volledige macht hebben over onze bestemmingsplannen. Dit betekent nu eenmaal dat wij niet de volledige macht hebben over onze bereikbaarheid. Dit betekent ook dat wij onze inwoners ook een perspectief moeten kunnen blijven geven in economische zin, ook in de toekomst. Vandaar die samenwerking. Als ik de verschillende bijdragen hoor, bekruipt me toch een beetje het gevoel dat men daar alle ‘ballen’ in de lucht probeert te houden. Het nadeel daarvan is dat je daarvoor een groot coördinatievermogen nodig hebt. Als je even niet goed oplet dan ontglipt je een bal. Je moet heel nadrukkelijk kiezen. En opteren betekent ook kiezen, dit betekent niet onderzoeken. Ik ga niets onderzoeken. Ik ga niet onderzoeken of we beter kunnen gaan samenwerken. Het voorstel is nu de keuze te maken. Te kiezen voor intensivering van die samenwerking. Dàt is het voorstel, niet om een onderzoek te doen. Natuurlijk hebben we ook een oriëntatie op Amersfoort. Zoals ook mensen van ons in Amsterdam en Apeldoorn werken. Natuurlijk hebben wij belang bij een grote mate van bereikbaarheid. Dat staat ook in dit stuk. Op onderdelen moet je brede strategische allianties aan kunnen gaan. Maar die moet je wel aangaan vanuit een vast bondgenootschap. Want alleen, telkens of nu, partners zoeken voor je eigen belangen, ik verzeker u dat houdt niet lang stand in het openbaar bestuur. Dat gaat niet, je moet wel kiezen. Dan ligt het voor ons toch voor de hand dat je kiest voor de Vallei en de WERV, om verschillende redenen. De WERV is een stedelijk netwerk. Het stedelijk netwerk heeft een plek in de nota Ruimte. Het stedelijk netwerk begint zich in economische zin te oriënteren. Het stedelijk netwerk heeft ook de effecten van de betere noord-zuid verbinding. Waar het gaat om Europese fondsen ligt er een nadrukkelijke relatie met de stedelijke netwerken. De stedelijke netwerken zijn in die definitie niet territoriaal precies begrensd. Daar mag men een wat breder gebied nemen. Dit is niet zonder belang om dat te doen, omdat uiteindelijk ook de massa van het inwonertal mede bepalend is voor het gegeven hoe je meetelt in de hele discussie rondom de Europese structuurfondsen. Op dat geld hebben wij recht. Dat heeft Nederland veilig gesteld. Het is voor ons van belang om in die discussie mee te doen. Niet alleen om dat geld, maar omdat het geld onder andere wordt gegeven aan innovatieve en structuurversterkende projecten en ontwikkelingen in dit gebied. Toegepaste innovatie. Kunnen wij daar onze ondernemers mee helpen? We kunnen ze steunen en we hebben heel innovatieve ondernemers die dat kunnen. Je moet dus die ondernemers geen kansen onthouden. Wij proberen ze nu juist dichter bij die kansen te brengen. Daarom ook de aansluiting bij Food Valley. Van de drie Valley’s is Food Valley het verst ontwikkeld. We hebben daar toch al een soort auditeurs rol. We moeten daar bij aansluiten en ik heb er geen probleem mee om het punt van mevrouw Rosbergen over te nemen en dit ook expliciet te besluiten. Het is onmiskenbaar de bedoeling dat met het besluit dat vandaag wordt genomen Barneveld lid wordt van Food Valley. Dit is belangrijk voor Barneveld om dit te doen. Food Valley is een belangrijke speler in het stedelijk netwerk. Ik constateer dat Ede, een van de belangrijke partners in het WERV-gebeuren, heel nadrukkelijk in zijn programma heeft staan dat men de expliciete samenwerking met Barneveld zoekt. Als de partners aarzelend zijn, dan is het onze taak om hun te overtuigen. Ik ben ervan overtuigd dat het ook in hun belang is om verder samen te werken met Barneveld. Natuurlijk moet er geëvalueerd worden. Evalueren is bedoeld om bij te sturen en te leren van het verleden, maar evalueren betekent niet “ik richt me op de krenten en de pap is voor jullie’. We kunnen niet elk moment zeggen ‘het bevalt me niet en nu doe ik een stapje terug’. Zo werkt dat niet bij het kiezen van partners voor een langere termijn. Dan zullen de lusten en de lasten gezamenlijk gedeeld moeten worden. Het is mogelijk dat er keuzes worden gemaakt die Barneveld op de korte termijn graag anders zou zien, maar dan zijn die keuzes van
19
belang voor de totale regio. Als de economie in Ede en Veenendaal goed draait hebben wij daar ook voordeel van. Dan kunnen daar ook onze mensen gaan werken en omgekeerd. Als wij afspraken maken over het segmenteren van bedrijfsterreinen dan is Barneveld daarin ook een heel serieuze partner met de transportsector. In dat licht is het heel belangrijk dat de raad vanavond de steun geeft aan die ontwikkeling. Het is een belangrijke, strategische ontwikkeling. Niet om de identiteit in te leveren, niet om de stadse allures; waar het om gaat is dat je de kansen van het gebied vergroot. De economische kracht is in belangrijke mate bepalend voor de leefbaarheid in dat totale gebied. De kernen zullen niet anders worden door die samenwerking. De samenwerking zal niet identiteitsveranderend werken. Men krijgt er wel meer kansen door. Barneveld weet zich dan verzekerd van een aantal strategische partners, die als het erom gaat ook voor de belangen van Barneveld zullen gaan staan omdat er een synergie in de belangen is. Uiteindelijk gaat het er binnen het bestuur om hoe je synergie in belangen maximeert. Naar mijn idee moeten we dat zoeken binnen regio De Vallei en in samenhang met het stedelijk netwerk de WERV.” Raadsleden in tweede termijn De heer DE VRIES. “Voorzitter, wij ontkennen niet dat de WERV en omgeving een heel grote en krachtige partner is. Wij zouden ook van harte uw ambitie ondersteunen om dat partnerschap af te sluiten. U heeft echter zelf aangegeven dat wij niet voor iedereen een gewenste partner zijn, tenminste niet in alle vormen. En dat u daar nader onderzoek naar wenste te doen. Dat bedoelde ik met het onderzoeken van de mogelijkheden. ‘Twee ballen in de lucht houden’ zegt u, dat is moeilijk. Ik zal het u niet voordoen, maar dat moet toch kunnen zeker met uw kwaliteiten. Burgemeester HOUBEN laat weten dat hij het over alle ballen had. De heer DE VRIES vervolgt. “Ik heb het nadrukkelijk gehad over ‘twee ballen’. Ik vind het te simpel om te zeggen, en dat is ook het grote gevaar van deze beslissing, dat je je heel sterk richt op iets nieuws en dat je daarmee vergeet dat je ook andere goede dingen hebt die je dus niet moet laten liggen. Wij hebben namelijk iets dat die andere gemeenten niet hebben. Dat is de ligging aan de A1, aan de lijn Voorthuizen – Berlijn. Wij zijn ook de toegangspoort naar het westen toe. Er ligt een aantal knooppunten heel dicht bij ons in de buurt. Ik zou u met nadruk willen vragen om in de WERV onze ligging te promoten. We liggen aan een hoofdader west-oost en ook noordzuid. Laten we dat in ere houden. Doe dat binnen de WERV en de Valleiregio, maar als het mogelijk is ook in samenwerking met andere gemeenten die daar belang bij hebben, bijvoorbeeld Nijkerk en Leusden. Er moet in ieder geval heel nauw overleg blijven om dat te ontwikkelen.” De heer SCHURING. “Voorzitter, de portefeuillehouder interpreteerde mijn oproep om structureel te evalueren als ‘het halen van de krenten uit de pap’. Dat is geenszins mijn opzet geweest bij het voorstellen van gestructureerde evaluatie. Wel lijkt het me goed dat er goed gekeken wordt: ‘wat brengt het ons op?; heeft het nadelen? en zijn de nadelen groter dan de voordelen?’. En dat er op een gegeven moment als partners wordt aangegeven dat het geprobeerd is en dat er wordt verder gegaan of dat ermee gestopt wordt. Dat is wat ik met structurele evaluatie bedoelde. Nogmaals de vraag aan de portefeuillehouder of hij dit kan toezeggen. Een tweede punt waarvan ik de portefeuillehouder wil vragen of hij een toezegging kan doen, is de evaluatie van ‘Vallei in Perspectief’. De portefeuillehouder heeft in de commissievergadering de mededeling gedaan dat deze evaluatie zal plaatsvinden. Kunt u aangeven dat dit gaat gebeuren en dat de informatie naar ons toekomt?” Mevrouw ROSBERGEN. “Soms is een mens heel erg verbaasd. Ik ben vanavond toch heel erg verbaasd over de kritische geluiden van partijen die ik hoor. Ik heb op mijn tafel ook een conceptcoalitieakkoord liggen. En ik heb eens gelezen wat daarin staat over regionale samenwerking. Het is nog concept, maar ik kan het u wel dicteren. “Wij beschouwen de samenwerking binnen de WGR-regio De Vallei als een strategisch middel voor de regionale aanpak van beleid en het verkrijgen en inzetten van middelen daarvoor. Een eerste stap tot nadere samenwerking met de WERV-gemeenten is het aansluiten bij Food Valley, waar Poultry Centre een deel van uit gaat maken.” Voorzitter, als je dit dan leest, en je hoort de kritische geluiden van in ieder geval twee collegepartijen, dan staat ons nog wat te wachten. Dat kan leuk worden.” De heer DE VRIES: “Mag ik weten van wie?” Mevrouw ROSBERGEN: “Onder andere van u, meneer De Vries, u bent erg kritisch. U vindt dat er veel meer ballen in de lucht gehouden moeten worden. Hier staat heel duidelijk wat uw partij ervan vindt of waar u het met elkaar over eens bent geworden. Dit verbaast mij gewoon. Ook de geluiden van de heer Schuring zijn wat mij betreft te vergelijken.” De heer DE VRIES: “Het is een heel aardig verhaal. Wat daarin staat onderschrijf ik van harte. Maar ik ben heel positief over de WERV, alleen ik vraag om iets meer. In feite zegt u: “ik wil alleen maar naar de WERV en verder zet ik een hek om Barneveld.”
20
Mevrouw ROSBERGEN: “Meneer De Vries, dan heeft u niet naar mij geluisterd in mijn eerste termijn. Ik beweer alleen maar dat ik twee komende collegepartijen kritisch hoor over iets dat zij in hun coalitieakkoord al hebben vastgesteld. De werkwijze heb ik volledig ondersteund. Ik heb zelfs gezegd: ‘neem nu expliciet een keer die tweede beslissing ‘we sluiten ons definitief aan bij Food Valley’ en we gaan de voordelen van WERV halen en we gaan uitvoerend blijven samenwerken met ViP. Dit agendapunt had voor u niet tot discussie hoeven leiden.” De heer SCHURING: “Mag ik mevrouw Rosbergen nog even citeren uit mijn eerste bijdrage? Onder punt Food Valley heb ik gezegd: “Goed idee, de ChristenUnie is voor.” Mevrouw ROSBERGEN: “Ik hoor u allerlei kritische geluiden geven over de samenwerking binnen WERV. Ik begrijp dit niet met het voorliggende conceptcoalitieakkoord.” De heer SCHURING: “Als u een voorstel tot evaluatie kritisch noemt, dan verschillen we daar van mening over.” Mevrouw ROSBERGEN: “Als de enige bijdrage van u was: ‘voorstel tot evaluatie’ dan had u niet de vier minuten nodig gehad, denk ik. Voor wat betreft het raadsvoorstel heeft de portefeuillehouder aangegeven dat hij als tweede besluit wilde opnemen het definitief aansluiten bij Food Valley, ik zou graag specifiek bevestigd zien worden dat dit ook onderdeel uitmaakt van dit agendavoorstel.” De heer VAN ESSEN. “Voorzitter, mevrouw Rosbergen begreep er nog niets van. Maar de ChristenUnie stelt vragen en gaat vervolgens mee. De ChristenUnie en het CDA zijn ongeveer hetzelfde. Dus die gaan nu ook vragen stellen en gaan vervolgens mee. Dat is ongeveer het verhaal, mevrouw Rosbergen. Vervolgens ben ik blij dat de burgemeester gewoon gezegd heeft: ‘meneer Van Essen, u heeft gelijk. De provincie, de landelijke overheid, de Europese overheid die hebben het hier voor het zeggen. Wij zitten hier voor spek en bonen bij.’ Dat is vertaald naar Lijst 8. De burgemeester heeft het net zo bedoeld, maar anders gezegd. Anders lopen we alles mis. De subsidie, de ontwikkelingen, alles! Ik geef maar een klein voorbeeld: ‘Als je altijd op het grote gefocust bent, dan noem ik alleen maar de autofabriek in Born. Die mensen hebben daar allemaal hun werk, hebben een opleiding. Dat is allemaal prima en dan in één keer is het weg. Daar gaat het juist om. Dat is dus het verhaal dat alles in het geheel moet worden gezien. Niet alleen op het grote gefocust, maar ook die kleine mensen en de kleine ondernemers. Dat is het ‘zout in de pap’. Dan krijg je een gestructureerde economie. Dan is de basis gewoon beter. Dan gaat het voor de rest en de werkgelegenheid allemaal makkelijker. De subsidie is sturend, dat heb ik begrepen. Dus daar moeten we aan voldoen. Meneer Schuring gaf aan dat de Food Valley en het Poultry Centre zo goed zijn. Voor de primaire landbouw is het Poultry Centre echter funest. Dit is het verplaatsen van landbouw via de grote ondernemingen naar Oost Europa of nog verder. De economische kracht moet vanuit onze eigen mensen komen, dat is ook het verschil met Born in Limburg.” Reactie van het college op de tweede termijn Burgemeester HOUBEN “Meneer Van Essen, weet u wat ik nu het knappe van u vind? Dat is dat u, wat ik ook zou antwoorden, altijd in staat bent om de conclusie te trekken dat u gelijk heeft. Mijn complimenten daarvoor. U weet dat ik zelf uit Zuid Limburg kom, en ik heb de mijnsluitingen meegemaakt. Ik weet wat het in Zuid Limburg betekent, welk een emotionele waarde rondom Born zit. Er zit een hele wereld achter. Dat zie je vaak: gebieden waar heel veel emotie zit rondom een bepaalde economische activiteit. Dat hebben we hier in Barneveld ook meegemaakt, waar een economische sector wordt getroffen en juist zo’n economische sector die kenmerkend is voor het karakter van het gebied. In die zin denk ik dat je daar niet al te licht over moet denken, want men heeft dat in Zuid Limburg ook zo gewenst dat Born er kwam. Tegen het CDA zou ik toch zeggen: je moet wel beginnen met kiezen. Die keuze maak je bij de WERV en de regio De Vallei. Natuurlijk kunnen er ontwikkelingen zijn, waardoor Barneveld er belang bij heeft om ook met Amersfoort samen te werken. Daar hebben we ook contacten mee. Maar ik verzeker u, dat gaat wel om belangen die wij veel beter kunnen behartigen, als onze partners het met ons eens zijn, dat de belangen van Barneveld ook tevens regionale belangen zijn. Daar gaat het om. Dan is het goed dat je een vast gebied hebt als strategische kern van waaruit je opereert. Dat is bedoeld met de zin zoals die daar staat. Maar natuurlijk zijn wij niet blind voor wat er in het noorden gebeurt en natuurlijk zullen wij overleggen met Leusden en Nijkerk. Leusden is echter voor ons geen strategische kernpartner. *
Evaluatie. Natuurlijk om bij te sturen. Die zeg ik u ook toe. Ik ben regelmatig bereid om met u over regionale samenwerking te praten. Ik moet er zelfs verslag over doen in het burgerjaarverslag. Dus dat zal zeker gebeuren. *
Toezegging door het college
21 *
Waar het gaat om de samenwerking in ViP-verband, daar zal ik u zeker van op de hoogte houden. Dat is overigens een samenwerking die vooral vanuit bedrijfsorganisatorisch oogpunt moet worden bekeken. Ik heb het collegeprogramma tot mij genomen en ik heb gezien dat daar ook passages over instaan. Het kenmerk wat mij betreft is: ‘begin nu met een duidelijke keuze als vertrekpunt voor je verdere activiteiten’. Daar gaat het om.” Burgemeester HOUBEN stelt voor dat bij gevraagde beslissing punt 2, het aansluiten bij Food Valley wordt toegevoegd. Aldus wordt besloten. Stemverklaring De heer VAN ESSEN: “Lijst 8 is tegen deze voorstellen.” Besluitvorming Het raadsvoorstel, beslissing 1 en de toegevoegde beslissing 2, worden gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie, de VVD en Burger Initiatief. Het raadsvoorstel wordt niet gesteund door Lijst 8. Het voorstel wordt aangenomen met 30 stemmen voor en 1 stem tegen. 16.
Wijziging Algemene plaatselijke verordening (APV) in verband met cameratoezicht op openbare plaatsen (voorstel nr. 06-39)
De heer GULDIE. ”Voorzitter, wij zijn de initiatiefnemers van de motie, die gelukkig raadsbreed is aangenomen en die ten grondslag ligt aan dit voorstel. Ik vond het wel zo netjes om even te bedanken voor de snelle service.” De VOORZITTER laat weten dat ‘graag gedaan’ niet een bestuurlijk verantwoord antwoord is. Het voorstel is aan de raad gedaan omdat het college het nuttig en dienstig acht om de uitspraak van de raad uit te voeren zodat deze kan bijdragen aan het terugdringen van overlast. De VOORZITTER constateert dat de gehele raad zich met het voorliggende voorstel kan verenigen. Hij concludeert dat het voorstel met algemene stemmen wordt aangenomen. 17.
Beschikbaarstellen krediet ten behoeve van herinrichting sportcomplex Roeleneng te Voorthuizen (voorstel nr. 06-40)
Raadsleden in eerste termijn De heer KNAPEN. “Voorzitter, de problematiek die hier aan de orde komt, heeft ons als SGP-fractie best wat hersengymnastiek gekost. Om in gymnastische termen te blijven: ‘wij komen in een spagaat’. We zijn namelijk van mening dat we altijd voorzichtig moeten zijn met het uitgeven van gemeenschapsgeld. Maar aan de andere kant vinden we ook dat onwerkbare situaties op de sportvelden moeten worden opgelost. De staat van de velden van VVOP is verre van ideaal te noemen. Het totale plan kost veel geld, waarbij wij ons afvragen of de begeleidingskosten van 2% bij het normale uitgavenpatroon van zo’n project horen. En waarom er zo’n grote post onvoorzien in moest worden opgenomen. Procentueel gezien zijn dit kleine bedragen op het geheel, maar toch. Ook zou zelfwerkzaamheid van de verenigingen nog enige soulaas kunnen bieden. Denk hierbij maar aan wat SDVB heeft gepresteerd de afgelopen jaren. We zien ook wel dat het geld niet allemaal voor VVOP bestemd is, want ongeveer twee ton is bestemd voor de herinrichting van het Oranjeterrein. We vinden het op zich een goede zaak, dat er functioneel en efficiënt met de beschikbare ruimte wordt omgegaan. Waar zit nu het echte probleem? Er bestaat een grote kans dat het hele complex verplaatst gaat worden vanwege de plannen in Voorthuizen-Noord. Bij een investering zoals we nu doen, is dit natuurlijk een hachelijke zaak. We doen hier immers een investering van 1,2 miljoen. We willen ten alle tijden kapitaalvernietiging voorkomen. Dit is naar de burgers toe heel moeilijk te verkopen. We willen dan ook dat door het college en VVOP de garantie wordt gegeven dat zij minimaal 12 tot 15 jaar op de huidige locatie blijven zitten. De genoemde termijn is niet zomaar gekozen, maar dat is de afschrijvingstermijn van de toplaag van het kunstgrasveld. Wij vinden verplaatsing pas dan verantwoord als in ieder geval die afschrijvingstermijn wordt uitgezeten. Om die garantie * Toezegging door het college
22
een steuntje te geven, dienen wij een amendement in, dat heden mede namens de VVD en de ChristenUnie is opgesteld.” Het amendement luidt als volgt: Voorstel nr. 06-40 (agendapunt nr. 17) Onderwerp: Beschikbaarstellen krediet ten behoeve van herinrichting sportcomplex Roeleneng te Voorthuizen De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 25-4-2006 Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: Bij het onderdeel gevraagde beslissing wordt toegevoegd: 3. Bij de toekenning van de uitvoering wordt vastgelegd dat de velden minimaal 12 – 15 jaar worden gebruikt door VVOP. Toelichting: Met het opnemen van deze bepaling willen wij kapitaalvernietiging voorkomen. Dit is naar de burgers toe moeilijk te verkopen. Ondertekend: W.A. Knapen L. de Knegt E. Blankenstijn H. Schuring P. Vos J.W. v.d. Born De VOORZITTER meldt dat dit amendement deel uit maakt van de beraadslagingen. De heer VAN DER WERF. “Voorzitter, het is genoegzaam bekend hoe groot de accommodatienood is van de Voorthuizense voetbalvereniging. Mijn fractie, en daar waren wij niet de enige, is op bezoek geweest bij de vereniging in Voorthuizen. We hebben uitgebreid door de heer Grotenhuis horen toelichten hoe de situatie is met betrekking tot ledengroei, het veldbeslag en de gewenste veranderingen in de accommodatie, die dat ten gevolge had. Natuurlijk zijn daar ook stukken over de tafel gegaan met fantastische alternatieve plannen. Het probleem is alleen dat die plannen in de uitvoer in de komende jaren niet realistisch zijn. Dan zit je dus met een probleem dat een voetbalvereniging toch haar leden niet naar huis wil sturen, maar gewoon wil blijven voetballen. Daar zijn die verenigingen nu eenmaal voor. Het is dus niet realistisch om die optie nog langer overeind te houden als een soort utopie, want dat is die optie voor het komend jaar in ieder geval wel. We zullen dus iets moeten met de nood die nu aan de orde is. Dat is nu precies wat het CDA wil. U kent ons standpunt als het gaat om het grote belang van sport voor jong en oud, maar speciaal inderdaad voor de jeugd. Dit zit niet alleen in ons partijprogramma, maar dat hebben we ook in de afgelopen jaren in deze raad zeer breed bepleit en ook duidelijk steeds handen en voeten gegeven. Zodra er voorstellen daarover in deze raad aan de orde waren, heeft u het CDA daar altijd heel nadrukkelijk voor de sport zien kiezen. Door de komst van kunstgrasvelden wordt het ruimtebeslag van de clubs sterk teruggebracht, in verhouding tot het aantal leden dat zij hebben. De ervaring met deze velden zijn uitermate positief. U heeft het over een afschrijvingstermijn van ongeveer 15 jaar. Op dit moment zijn er nog geen velden waarvan je kunt zeggen, dat die inschatting door feiten wordt onderbouwd. We hebben het over inschattingen, maar er zijn nog geen
23
ervaringen met dit type gras, die ons een heel heldere analyse geven over de feitelijke duur waarop die velden meegaan. De heer KNAPEN: “Het is wel de norm, die 15 jaar. Daar leg je het wel voor aan en daar investeer je ook voor.” De heer VAN DER WERF: “Klopt. Maar het is mogelijk dat die velden na 10 jaar een dermate grote onderhoudsbeurt nodig hebben, dat daar weer grote kosten mee gemoeid zijn.” De heer KNAPEN: “Dan gaat u daarvan uit.” De heer VAN DER WERF: “U gaat uit van een aanname en die aanname is voor mij nog redelijk onzeker.” De heer KNAPEN: “Ik doe de aanname gebaseerd op de norm.” De heer VAN DER WERF: “Het CDA realiseert zich dat er een grote investering mee gemoeid is. Wij zijn het uitermate eens met hetgeen de heer Knapen gezegd heeft. Alleen wij hopen inderdaad ook dat de vereniging de komende 15 jaar uit de voeten kan op deze locatie. Maar als je dat vervolgens in een amendement wilt vastleggen, dan had je bij SDVB en bij heel veel andere verenigingen wellicht ook die keuze kunnen maken, want wij weten ook helemaal niet of de voetbalvereniging SDVB de komende jaren zodanig uit haar jasje zal groeien, dat we daar een groot probleem zouden kunnen krijgen. We hebben dat nooit gedaan bij andere verenigingen. We zullen, als CDA, het amendement niet kunnen ondersteunen.” De heer KNAPEN: “Bij SDVB zijn die signalen en die plannen nooit op tafel gekomen.” De heer VAN DER WERF: “Wij kunnen niet in lengte van jaren kijken of zij op die locatie kunnen blijven. Dat weet u net zo goed als ik. Bovendien zijn er soms zeer belangrijke ruimtelijke argumenten, die dit verhaal kunnen overrulen. Wij willen ons zeker niet vastknopen aan deze termijn. Voorzitter, ten slotte zijn we zeer blij met dit voorstel. Wij zijn zeer blij dat de voetbalvereniging in Voorthuizen nu eindelijk over een accommodatie kan beschikken, als dit voorstel vanavond wordt aangenomen, waarmee zij de komende jaren uitstekend uit de voeten kunnen. En er zijn vanavond hier wat ‘ballen’ in de lucht gehouden. Maar wij hebben nog een ander voorstel. Het is zo dat wij binnenkort die velden op een uitstekende manier kunnen inwijden, door niet alleen de bal in de lucht te houden, maar eens goed te gaan scoren. We hebben binnenkort een nieuwe wethouder van sportzaken en ik zou hem, of wie het ook moge zijn, en de voetbalvereniging Voorthuizen het initiatief willen laten om op een feestelijke manier die velden met elkaar te openen.” Mevrouw DEN DUNNEN. “Voorzitter, het is ook de fractie van PRO’98 duidelijk dat de nood bij VVOP hoog is. Het is duidelijk dat de nood geledigd kan worden door één trainingsveld opnieuw in te zaaien en twee kunstgrasvelden aan te leggen. Dat lijkt weinig, maar dat kost heel veel geld. We denken dat we in dit voorstel ook lezen dat er goed overleg is geweest met de Oranjevereniging. Het terrein van de Oranjevereniging zal onder andere een kwart slag moeten worden gedraaid. De kosten van 1,2 miljoen worden betaald uit de ontwikkeling van VoorthuizenNoord. Tot zover, wat ons betreft, allemaal akkoord. We willen het nu hebben over de volgordelijkheid van de zaken. Dat is een term van onze vorige burgemeester, maar we kunnen hem nu even goed gebruiken. We lezen namelijk in het voorstel dat de duivensportvereniging ‘Voordevliegers’ en de vogelvereniging ‘Kweeklust’ ook een rol spelen in dit verhaal. Deze verenigingen hebben een nieuwe clubruimte nodig voor een aanvullend budget, dat beschikbaar moet worden gesteld. Wij vragen ons af of dit wel de goede volgorde is. Wij hebben de volgende vragen: – Kunnen we dit plan gaan uitvoeren voordat de twee vogelclubs verhuisd zijn? – Hoeveel aanvullend budget moet hiervoor beschikbaar worden gesteld? Wanneer is dat budget dan beschikbaar? – Gaat VVOP de aan te leggen kunstgrasvelden zelf ook verslijten? Wij vinden namelijk ook dat er sprake is van kapitaalvernietiging als VVOP gaat verhuizen naar een andere locatie als de kunstgrasvelden nog goed te gebruiken zijn. Ik wil de antwoorden van de wethouder op deze vragen eerst afwachten voordat wij een uitspraak doen over het amendement, waar we overigens niet van wisten dat dat er lag. Misschien geeft de wethouder wel zoveel duidelijkheid dat het amendement niet meer nodig is.” De heer BLANKENSTIJN. “Voorzitter, in onze gemeente Barneveld, met al haar kernen, bloeit het verenigingsleven volop. Daar zijn wij als ChristenUnie heel blij mee. Het beleid om deelname aan sportactiviteiten te stimuleren werpt duidelijk zijn vruchten af. Dat is voor het college en ons, als raad, natuurlijk heel mooi. Want werkte dat maar zo op elk beleidsterrein. Dat we ten onder gaan aan ons succes op dit terrein wil ik niet zeggen, maar het gevolg van de toename van sportactiviteiten vraagt wel om meer investeringen, om sportdeelname voor een ieder ook mogelijk te maken. Van alle kanten bereiken ons de aanvragen voor kunstgrasvelden, kleedruimten en noem maar op. Dat is dan ook niet verwonderlijk. Voor ons als raad ligt de uitdaging om het beschikbare geld op een juiste manier te verdelen. Wat ons in ieder geval duidelijk is, is dat de voetbalvereniging VVOP dringend uitbreiding van de speelmogelijkheden nodig heeft. Wel hadden wij als fractie een aantal vragen naar aanleiding van het raadsvoorstel. Met name wilden wij zekerheid hebben of VVOP inderdaad wat hun betreft
24
gedurende de gehele afschrijvingstermijn van de kunstgrasvelden gebruik zou maken. Dit in aansluiting op de SGP. We wilden namelijk niet dat er sprake zou zijn van kapitaalvernietiging. Daarnaast wilden we ook een garantie hebben wat betreft de dekking van 1,2 miljoen uit de exploitatie van woningbouwproject Voorthuizen-Noord. Op beide punten zijn we inmiddels wel gerustgesteld. Ter ondersteuning van het eerste punt hebben we ook het amendement van de SGP mede ondertekend. Na afweging van de diverse mogelijkheden is uiteindelijk naar voren gekomen dat de herinrichting van het sportcomplex Roeleneng uit maatschappelijk en financieel oogpunt de voorkeur heeft boven uitbreiding en verplaatsing. Een betere oplossing hebben wij, als ChristenUnie, ook niet voor handen. Wij hopen wel dat op een redelijke termijn een oplossing zal worden gevonden voor de verplaatsing van de duivensportvereniging ‘Voordevliegers’ en de vogelvereniging ‘Kweeklust’. Maar ook hier zullen we op zoek gaan naar een financieel haalbare oplossing. Net als mevrouw Den Dunnen zou ik ook graag van de wethouder een antwoord willen hebben over de oplossing voor deze verenigingen. Samenvattend wil ik namens de ChristenUnie stellen dat er zeker haken en ogen zitten aan de gekozen oplossing, maar gezien het feit dat de voetbalvereniging VVOP dringend uitbreiding van de speelmogelijkheden nodig heeft, willen wij akkoord gaan met dit raadsvoorstel.” De heer VOS. “Voorzitter, de VVD staat positief tegenover de geplande investeringen op sportpark Roeleneng, maar heeft wel enkele kritische vragen. Wij dragen VVOP net zoals alle andere sportverenigingen in Barneveld een warm hart toe en hebben dan ook graag de benodigde 1,2 miljoen over voor de opwaardering van dit sportcomplex. Echter, wij willen ervan overtuigd zijn dat voor de vereniging de beste optie gekozen wordt. Het gaat tenslotte om veel geld. Wij zouden het liefst een verhuizing hebben ingezet naar Voorthuizen-Noord, maar dit wordt in de weg gestaan door twee stankcirkels. Mijn eerste vraag is of die voor sportverenigingen eigenlijk wel gelden. Een tweede belemmering voor de verhuizing zou de komst van de rondweg hebben kunnen zijn, die wellicht de nieuwe locatie zal blokkeren terwijl overigens de uitkomst van de MER hieromtrent aanstaand najaar verwacht wordt. Nogmaals, wij hadden een voorkeur voor verhuizing, maar de situatie nader bekeken hebbende, zijn wij de mening toegedaan dat VVOP een prachtige bufferzone kan vormen tussen nieuw te ontwikkelen woningbouw en de bestaande woonkern. Mijn tweede vraag is dan ook of de verhuizing niet geheel van de baan kan met deze investering. Immers nu gaan wij hier waarschijnlijk kiezen voor investeren op de huidige locatie. Dit impliceert volgens ons dat er voor langere tijd vastgelegd wordt, dat VVOP hier blijft zitten. Wij willen graag weten hoe lang. Zelf stellen wij 15 jaar voor, de afschrijfperiode van het kunstgras. Vandaar natuurlijk ook de medeondertekening van het amendement. Voorts onze vierde vraag: mocht VVOP toch in de toekomst verhuisd worden, dan willen wij graag weten of op de gedane investering wellicht andere sportverenigingen verder kunnen. Is zo’n ondergrond multifunctioneel? Onze laatste vraag is eigenlijk meer een opmerking. Wij lazen in de stukken dat het terrein van de Oranjevereniging wellicht verhard zou kunnen worden en wellicht als overloopparkeerruimte voor ' t Trefpunt en VVOP zou kunnen dienen. Dit willen wij van harte bepleiten. VVOP heeft ons inziens dringend behoefte aan wat extra parkeerruimte.” De heer VAN DE KAMP. “Voorzitter, ik ben blij dat wij op 12 april iedereen wakker geschud hebben en aan het nadenken hebben gezet.” De heer KNAPEN: “Ik ben benieuwd wat u bedoeld.” De heer VAN DE KAMP: “Nou, we hebben na die tijd bij elkaar gestaan en toen heb je tegen mij gezegd: ‘je hebt je huiswerk goed gedaan.’ Dat heb ik inderdaad gedaan, meneer Knapen, bedankt.” De heer KNAPEN: “Ik dacht dat wij de eerste waren, die vroegen naar die jaren." De heer VAN DE KAMP: “Het lijkt een geweldig voorstel. We gunnen VVOP zijn velden. VVOP geeft zelf aan dat ze in 2015 op deze locatie uit hun jasje gegroeid zijn. We hebben drie varianten mogen bestuderen. Uitbreiding, verplaatsing en herinrichten. Kosten herinrichting zijn 1,2 miljoen. In 2015 is het complex te klein. In de door u aan ons aangereikte stukken staat dat de kunstgrasvelden een afschrijvingstermijn hebben van twintig jaar en de ondergrond van dertig jaar. Indien VVOP in zijn geheel verplaatst wordt naar een andere locatie waar zoveel ruimte is dat zij ook uit kunnen breiden, dan zijn de kosten totaal 530.000,--. Totale nieuwbouw, lagere energiekosten, lagere onderhoudskosten en alles ingericht naar wens. De gemeente heeft 670.000,-- minder uit te geven en dan zijn we niet met kapitaalvernietiging bezig. We kunnen dat geld besteden aan de verplaatsing van de ‘Voordevliegers’ en ‘Kweeklust’, die samen met smart uitzien naar een nieuwe locatie. Burger Initiatief doet hierbij een dringende oproep aan de raad om vooral met verstand te kiezen en te kiezen voor de langere termijn. Het nieuwe college kan dan met deze flinke meevaller aan de slag gaan.” De heer VAN ESSEN. ” Voorzitter, Lijst 8 ziet hier een voorbeeld van korte termijn politiek. Het college van B&W komt met voorstellen als het echt niet meer anders kan; wachten tot andere ontwikkelingen de voorstellen hebben achterhaald.
25
Als B&W beter overzicht of lange termijnvisie ontwikkelt hoeven we niet zulke slechte keuzes te maken. Dit is weer het oude liedje, geld over de balk smijten, deze investeringen doen voor maar amper de helft van de afschrijvingstijd, dat is 600.000,-- weggegooid geld. Dat Voorthuizen-Noord budgetneutraal is voor Lijst 8 onbegrijpelijk. Maar nu even een einde aan de klaagzang over het slechte beleid van B&W. Het sportcomplex voor VVOP moet nu immers voorrang hebben. Voor ons mag een sportvereniging niet de dupe worden van slecht gemeentelijk beleid. Daarom vindt Lijst 8 het vanzelfsprekend dat dit krediet voor dit doel beschikbaar wordt gesteld. Want voor de sportvereniging VVOP is dit een ‘moeten’ daar anders de zo belangrijke sportevenementen in gevaar komen. Om het in de toekomst beter te regelen wil Lijst 8 een motie indienen voor de lange termijnvisie. Dit in tegenstelling tot het amendement van de SGP, de VVD en de ChristenUnie, die willen de bal bij VVOP leggen. Ik zeg: ‘de gemeente moet zelf aan de gang’.” De tekst van de motie luidt als volgt: Raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 25 april 2006 Agendapunt 17 Constaterende dat: – Er een lange termijnvisie ontbreekt ten aanzien van sportcomplexen. – Daardoor de afschrijvingstermijnen niet worden benut en de sportverenigingen in de problemen kunnen komen. Overwegende dat: – Dit voor het sportcomplex Roeleneng + 600.000,-- kost. – Voor de eventuele noodzakelijke verplaatsingen minimaal 5 jaar nodig is. Verzoekt het college een lange termijnvisie te ontwikkelen voor sportcomplexen in de gemeente Barneveld. Gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend: namens Lijst 8 W. van Essen De VOORZITTER meldt dat de motie deel uit maakt van de beraadslagingen. Reactie van het college op de eerste termijn. Wethouder FLEDDERUS geeft aan dat twee jaar geleden de raad de subsidie voor een tribune bij VVOP heeft goedgekeurd. Dat VVOP aangaf dat zij tot tenminste 2015 op deze locatie zouden zitten, was hiervoor een goed argument. Aansluitend is gekeken naar de mogelijkheden voor de velden en voor uitbreiding. Dit was voor het college aanleiding om in het stuk ‘tot in elk geval 2015’ te vermelden. Het is best mogelijk dat VVOP langer op deze locatie blijft zitten, maar spreker kan hiervoor geen garantie geven. Hij ontraadt het de raad ten stelligste om hiervoor een verplichting aan te gaan. In het verleden, toen Voorthuizen-Noord op de kaart werd gezet, zijn er afspraken en beloftes gemaakt naar met name VVOP. Destijds is aangegeven dat zij daar mochten blijven zitten en dat zij daar konden uitbreiden. Toen is gekozen voor een uitbreiding intern op het sportcomplex, middels kunstgrasvelden. Spreker geeft aan dat het geld voor de kunstgrasvelden is gegarandeerd en dat dit uit een exploitatieverplichting van Voorthuizen-Noord dient te komen. Dit is in het stuk vermeld. Deze koppeling is gezamenlijk aangegaan in het verleden. Is het plan uitvoerbaar? Spreker meent van wel. Er is voor gekozen om dit plan in twee termijnen uit te voeren. De eerste termijn behelst de aanleg van de kunstgrasvelden. De tweede termijn behelst het omleggen
26
van het Oranjeterrein. Hoe zit het dan met de vogelverenigingen? Er worden op dit moment gesprekken gevoerd met de vogelvereniging en de duivensportvereniging. Er is een aantal opties. Voor de gemeente is één optie het ‘aanhangen aan de sporthal in Voorthuizen’. Dit heeft echter ook te maken met de financiële mogelijkheden van de vogelverenigingen. Er wordt gezocht naar een voor beide partijen betaalbare oplossing. Hiervoor zal de opvolger van spreker bij de raad terugkomen met een voorstel. Gaat VVOP zelfwerkzaamheid doen? Spreker laat weten dat dit zeker de bedoeling is. Spreker spreekt de hoop uit, ook namens VVOP, dat VVOP inderdaad zelf het veld zal verslijten. VVOP heeft niet de intentie om op korte termijn uitplaatsing te onderzoeken. Uitplaatsing andere verenigingen. Spreker laat weten dat ook bij SDVB, met dezelfde argumentatie, uitplaatsing ter sprake is gekomen. Voor dit moment is SDVB gered. Stankcirkels. Stankcirkels spelen een rol bij de uitplaatsing van voetbalverenigingen. Ook de rondweg zal mogelijkerwijs een rol spelen bij eventuele uitplaatsing. Of de verhuizing hiermee van de baan is, is afhankelijk van toekomstige situaties. VVOP kan niet gedwongen worden op deze locatie te blijven zitten. VVOP wil echter wel graag op deze locatie blijven zitten. Spreker citeert uit het conceptcollegeprogramma: ‘het stimuleren van sport en bewegen, speciaal voor jongeren.’ Dit komt geheel overeen met de wensen van VVOP. De heer GULDIE laat weten dat hij naar aanleiding van het antwoord van de wethouder behoefte heeft aan een korte schorsing van de vergadering. De VOORZITTER schorst de vergadering voor vijf minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De heer GULDIE. “Voorzitter, gehoord hebbende het antwoord van de wethouder trekken wij onze steun aan het amendement in. Het amendement wordt nu slechts gesteund door de SGP en de ChristenUnie.” Raadsleden in tweede termijn De heer KNAPEN. “Voorzitter, ten eerste wil ik de wethouder bedanken voor zijn heldere antwoorden en voor zijn duidelijke uitleg over de omgang met dit terrein ook in de toekomst. Ik heb daarstraks even contact gehad met de VVD toen zij hun steun aan het amendement gingen intrekken. Er is ook contact geweest met de ChristenUnie. Wij trekken het amendement in, met name omdat de wethouder zo’n duidelijke uitleg heeft gegeven over de mogelijkheden met de grond. We vinden wel dat er een bepaalde voorwaarde aan verbonden moet worden. Dat is de voorwaarde dat als er een nieuw voorstel komt, dat daar een positief financieel resultaat uit moet komen. Dat vinden wij heel belangrijk. De motie van Lijst 8 wordt niet door de SGP gesteund, want we hebben Lijst 8 al helemaal gehonoreerd door dit geheel in het coalitieakkoord op te nemen.” De heer VAN DER WERF. “Voorzitter, ik ben blij met de keuze van de SGP, de VVD en de ChristenUnie om het amendement in te trekken. Het is een juiste conclusie. Ik ga alleen nog in op de motie van Lijst 8. Wij zouden als fractie die motie kunnen steunen als meneer Van Essen ermee akkoord gaat dat bij het eerste aandachtsstreepje blijft staan ‘er een lange termijnvisie ontbreekt ten aanzien van sportcomplexen.’ En vervolgens de onderste regel: ‘verzoekt het college een lange termijnvisie te ontwikkelen’. Als u de rest weg wil laten zal het CDA deze motie ondersteunen.” Mevrouw DEN DUNNEN. “Voorzitter, ik bedank de wethouder voor zijn antwoord. Het is een heel goed antwoord wat ons betreft geweest. Het heeft behoorlijk overtuigd. Het CDA is erg voor sport en sportstimulering, dat is PRO’98 ook. Wij hadden het amendement, dat nu is ingetrokken, sowieso niet gesteund. Het amendement ging ons veel te ver, namelijk om het probleem bij VVOP neer te leggen. Bovendien zijn wij daar zelf nog bij om over 10, 12 of 20 jaar te zeggen: ‘wij vinden het nu nog geen tijd om te verhuizen, eerst moet dat kunstgrasveld versleten worden’. Wij willen wel de toezegging van het nieuwe college dat er goed overlegd zal worden met beide vogelverenigingen. Ik begrijp van wethouder Fledderus dat ze in onderhandeling zijn. Een mogelijkheid was dat zij worden meegenomen bij de nieuwe sporthal. Hij zei ook dat er gekeken moet worden of zij dit wel kunnen betalen. Wij vinden dat de vogelverenigingen niet de dupe moeten worden van een gedwongen verhuizing. Eigenlijk zouden wij daar wel een toezegging over willen hebben.
27
Motie van Lijst 8. Ik zou de heer Van Essen erop attent willen maken dat, in de notulen die wij vanavond goedgekeurd hebben van 28 februari 2006, waarin PRO’98, naar aanleiding van een ingezonden brief van SDVB over de slechte kleedlokalen, van de wethouder de toezegging heeft gekregen dat de commissie op niet al te lange termijn een overzicht van de accommodaties zal krijgen. Eigenlijk is de motie overbodig. Maar als u hem handhaaft en u wijzigt hem, dan gaan wij hem ook steunen.” De heer VOS. “Voorzitter, ik heb één antwoord gemist. Mocht er eventueel tussentijds verhuisd worden, is het dan mogelijk om op dezelfde ondergrond nog andere sportverenigingen een dienst te bewijzen? Daarmee zou je een stukje kapitaalvernietiging kunnen voorkomen. Kunt u nog een keer op de multifunctionaliteit van de ondergrond ingaan?” De heer VAN ESSEN. “Voorzitter, wat moet meneer Van Essen daar nou van zeggen? Als alles zo duidelijk opgeschreven wordt, dat het vervolgens geschrapt kan worden, is dat natuurlijk geen probleem. Ik kan de SGP niet begrijpen als ze het ergens niet mee eens zijn, dat ze dan zeggen: ‘daar gaan we gewoon in mee’. De heer KNAPEN: “Uw motie is gewoon overbodig.” De heer VAN ESSEN: “Je kunt een argument zoeken. Daar ben je dan ook schijnbaar ook sterk in. Vervolgens handhaaf ik dus gewoon de motie.” De VOORZITTER: “U wijzigt de motie niet, meneer Van Essen?” De heer VAN ESSEN: “Jawel, dat had ik toegezegd. Punt twee vervalt en de ‘overwegende dat’ wordt ook weggelaten. De lange termijnvisie blijft over.” De VOORZITTER neemt de wijzigingen nogmaals door. De heer VAN ESSEN gaat akkoord. Reactie van het college op de tweede termijn Wethouder FLEDDERUS laat weten dat hij het heel plezierig vindt dat de partijen tot het inzicht zijn gekomen dat het amendement niet gehandhaafd moet worden. De SGP vraagt een toezegging waarbij om een garantie van een positief resultaat wordt gevraagd bij een wijziging van de plannen. Spreker laat zeer nadrukkelijk weten dat hij, waarschijnlijk dit college en een nieuw college die toezegging niet kunnen geven. Hij deelt de mening van mevrouw Den Dunnen dat de raad zelf bij zo’n wijziging aanwezig is. Overleg vogelvereniging en duivenvereniging. Er bestaat een ambtelijke werkgroep, die hiermee bezig is. Dit gaat hiermee automatisch over naar het nieuwe college. Het zal niet tussen de wal en het schip vallen. Spreker laat weten dat er met de beide verenigingen gekeken wordt naar een gezamenlijke oplossing. Spreker geeft aan dat, vanuit het oogpunt van het college, de verenigingen niet de dupe zullen worden van de verhuizing. Multifunctionele ondergrond. Spreker laat weten dat de ondergrond ook voor andere sportverenigingen te gebruiken zal zijn. Hij acht het echter het meest waarschijnlijke dat als VVOP gaat verhuizen dat er een andere bestemming voor dat terrein gevonden zal worden. De VOORZITTER constateert dat het amendement is ingetrokken. Stemverklaring De heer KNAPEN. “Wij zullen de motie steunen en het raadsvoorstel ook.” Besluitvorming De motie wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. De motie wordt met algemene stemmen aangenomen. Het voorstel wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. De VOORZITTER feliciteert de wethouder bij wijze van deze bijzondere omstandigheden met het behaalde resultaat. 18.
Wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Barneveld (voorstel nr. 06-43)
28
De VOORZITTER stelt vast dat de raad zich kan verenigingen met de wijziging van de verordening. Aldus wordt besloten. 19.
Wijziging en vaststelling bebouwde komgrenzen Garderen, volgens de Wegenverkeerswet (voorstel nr. 06-33)
De VOORZITTER stelt vast dat de raad zich kan verenigingen met het voorstel. Aldus wordt besloten. 20.
Verordeningen baatbelasting riolering fase 6 en 7 (voorstel nr. 06-42)
Stemverklaring De heer VAN ESSEN. “Voorzitter,’ ik heb in het verleden altijd tegen die verordeningen gestemd. Dit is een ongelijke behandeling van het buitengebied ten opzichte van de kernen, daarom stemt Lijst 8 tegen.” Besluitvorming De VOORZITTER stelt vast dat de raad zich, met uitzondering van Lijst 8, kan verenigen met deze verordeningen. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER feliciteert wethouder Louman met dit behaalde resultaat. 22.
Kadernota raadscommunicatie (voorstel nr. 06-45)
Raadsleden in eerste termijn De heer POST. ”Voorzitter, omwille van de tijd vinden wij dit een fantastisch voorstel.” Mevrouw ROSBERGEN. “Voorzitter, de fractie van PRO’98 is positief over het voorstel kadernota raadscommunicatie. Zowel de gefaseerde invoering als het instellen van een voorbereidende werkgroep vinden we een goed idee. Adri den Dunnen heeft aangegeven graag namens onze fractie in deze werkgroep zitting te willen nemen. Alleen op het eerste beslispunt hebben we wat aan te merken. Sinds de verkiezingen is de samenstelling van deze raad gewijzigd. Eén partij, Burger Initiatief, is bijvoorbeeld niet betrokken geweest bij de voorbereidende gesprekken die geleid hebben tot dit voorstel. Volgens ons is het zinvol te onderzoeken of er behoefte is aan een burgerpanel, maar ook aan een omnibusonderzoek. Daarom hebben we samen met Burger Initiatief een amendement voorbereid. Ik wil u graag een voorbeeld geven: In Zwolle is men in eerste instantie begonnen met een Jongeren Internet Panel. Dat ging zo goed dat het sinds begin dit jaar is omgevormd tot het Zwols Burger Panel. Meer dan 2.000 mensen hebben zich al aangemeld. Alleen al uit de hoeveelheid aanmeldingen blijkt dat mensen graag hun mening willen laten horen als het om hun eigen leefomgeving gaat. Deelnemers krijgen drie keer per jaar een e-mail met een korte vragenlijst over een actueel onderwerp. Daarnaast worden ze op de hoogte gehouden van de resultaten van de enquêtes en wat er met de resultaten wordt gedaan. Zo kan beleid beter afgestemd worden op de wensen en ervaringen van de inwoners. Het grote voordeel van een panel is, dat je niet alleen de meningen hoort van verklaard voor- en tegenstanders, meestal direct betrokkenen, maar van allerlei inwoners met verschillende achtergronden die zich betrokken voelen bij het gemeentelijk beleid. Zwolle werkt samen met een gespecialiseerd bureau, ik kon niet zo snel achterhalen wat dat jaarlijks kost. Op de website van TNS NIPO vond ik voor een dergelijk onderzoek een prijs van 4.000,-- per jaar voor een driejarig abonnement en 5 onderzoeksvragen per jaar.
29
Als het doel van al onze inspanningen is om ‘de burger centraal’ te stellen, dan is dit volgens ons een buitengewoon efficiënt instrument om over actuele onderwerpen meningen te toetsen, zonder dat de kosten de pan uit rijzen. Wij stellen u via een amendement voor de zin ‘En de volgende zaken niet op te pakken’ te schrappen uit het raadsvoorstel. Wij vragen u dus niet al akkoord te gaan met een burgerpanel en/of omnibusonderzoek, slechts alleen om het, net als het referendum, het burgerinitiatief en het jongerenplatform, te onderzoeken.” De tekst van het amendement luidt als volgt: Agendapunt V-22 Voorstel nr. 06-45 Onderwerp: Kadernota raadscommunicatie De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 25 april 2006 Ondergetekenden stellen het volgende voor: Onder gevraagde beslissing punt 1 de zin ‘En de volgende zaken niet op te pakken:’ te verwijderen. Toelichting: Nu er sprake is van een nieuwe samenstelling van de raad is het zinvol te onderzoeken of er behoefte is aan een burgerpanel of omnibusenquête. Ondertekend Namens de fractie van PRO‘98 M. Rosbergen-Van Minnen A.M. den Dunnen Namens de fractie van Burger Initiatief G.J. van Norden A.D.G. van de Kamp De VOORZITTER laat weten dat het amendement deel uit maakt van de beraadslagingen. Mevrouw KUIPER. “Voorzitter, de fractie van de ChristenUnie is positief over dit goed voorbereide voorstel. Het zoeken naar alternatieve vormen om de inwoners te bereiken steunen wij van harte. U vraagt van ons een zestal beslissingen in dit raadsvoorstel. Alvorens daar nader op in te gaan willen wij aangeven dat in onze gedachten de indirecte oftewel de representatieve democratie de prioriteit moet houden. Raadsleden moeten als volksvertegenwoordigers wel de eindverantwoordelijkheid houden. Dat garandeert een integrale afweging in het algemeen belang. Daar zijn vertegenwoordigers voor. Aanvullend kan er daarnaast wat ons betreft geëxperimenteerd worden met vormen van directe vormen van democratie. Want de indirecte vertegenwoordiging kent toch ook beslist tekortkomingen. Zo zal een coalitieakkoord of een meerjarige raadsagenda nooit rekening kunnen houden met onverwachte grote ontwikkelingen die het beleid behoorlijk kunnen beïnvloeden. Inwoners willen dan wellicht toch graag meer invloed hebben op die ontwikkelingen. Maar de raad blijft ten allen tijde beslissingsbevoegd. Verder is van belang de tijdsbelasting mee te wegen, zowel voor ambtenaren en voor raadsleden. Onze ervaring is dat het raadswerk sinds de invoering van het dualisme eerder meer dan minder is geworden. Het is voor menigeen niet meer combineerbaar met een reguliere baan. Vandaar dat wij deze oproep om toch vooral ook met de tijdsbelasting rekening te houden met klem inbrengen. Deels is dat al terug te vinden in het raadsvoorstel door met fasering te werk te gaan. Maar ook de te formeren werkgroep van raadsleden zal wat ons betreft op dit punt met goede voorstellen dienen te komen.
30
Er is al veel verbeterd in de communicatie. Zo is de toegankelijkheid van informatie via de website van de gemeente er flink op vooruitgegaan. De aandacht voor communicatie naar ‘buiten toe’ is hiermee al verbeterd. Toch wil de ChristenUnie niet slechts als raad naar buiten treden, maar willen we als politieke partij met eigen onderscheiden standpunten de aandacht blijven trekken van onze inwoners. Wellicht dat meer partijen dat standpunt delen. Tenslotte zijn we geen eenheidsworst als het gaat om onze standpunten. Dus er zal steeds een afweging plaats vinden van een gezamenlijk naar buiten treden of een afzonderlijk actie van partijen. Maar daar waar we een gezamenlijk doel hebben, moeten we niet te benauwd zijn voor samenwerking. Zo is het houden van hoorzittingen ons tot nu toe goed bevallen. Denk maar aan de laatste WMObijeenkomst. Dan nu de 6 beslispunten. Deze zijn stuk voor stuk uitstekend. Hieronder valt ook het onderzoeken naar het invoeren van burgerinitiatief. Tot op heden nog niet veel gebruikt in Nederland. De helft van de gemeenten heeft een verordening. Wij staan er positief tegenover, mits er duidelijke regels worden afgesproken, zodat er geen verkeerde verwachtingen worden gewekt en/of verwarring over de gestelde kaders en afspraken. Tegenover referenda staan wij minder positief. Maar we hoeven ons in dit raadsvoorstel slechts uit te spreken om een en ander te onderzoeken. En daar hebben we geen bezwaar tegen uiteraard. Onze fractie zal verder actief meedoen in de werkgroep genoemd onder punt 3 van het raadsvoorstel. Deze werkgroep zal al op korte termijn tot actie moeten overgaan, willen we daadwerkelijk met concrete voorstellen kunnen komen in het najaar. Samenvattend: heel positief over het raadsvoorstel en we hopen dat dit de kloof tussen burger en politiek iets verder kan doen afnemen. Overigens zijn wij van mening dat die kloof vooral gedicht moet en kan worden door raadsleden, die goed weten te luisteren naar wat er leeft onder de inwoners. En dat betekent minder met elkaar in deze raadszaal bezig zijn, maar vooral tijd creëren om in de samenleving inwoners te ontmoeten.” De heer SCHOTANUS. “Voorzitter, ik wil er inhoudelijk niet zo zeer op ingaan. Het is een kadernotitie, dus we moeten het eigenlijk met elkaar over de kaders hebben. Hoe wij tegenover een referendum en een burgerinitiatief zouden mogen staan, volgens mij is het niet de bedoeling dat wij het daar vanavond met elkaar over hebben. Als ik me beperk tot de kaders die hierin afgesproken zijn, dan kunnen wij ons daarin vinden. Alle partijen die hier aan het woord zijn geweest, hebben gezegd dat het een goed stuk is. Dat kan natuurlijk ook niet anders, want wij zijn zelf de dragers van dit stuk. We hebben zelf alle informatie aangeleverd om dit stuk te produceren. De wijze hoe dit stuk tot stand is gekomen, is wat ons betreft een compliment waard. Voor wat betreft punt 3, ieder fractie een vertegenwoordiger, wij hopen dat ook te doen in de persoon van de heer De Knegt.” De heer GULDIE. “Voorzitter, best een belangrijk stuk dit. We doen allemaal ons best om onze kiezers zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. In het stuk wordt voorgesteld om het burgerpanel en de omnibusenquête op de wachtlijst te zetten. Ik denk dat dit op dit moment juist is. Laat eerst de werkgroep maar een poosje aan de slag met de eerste aandachtspunten en dan kunnen we later nog eens zien of we de omnibusenquête moeten doen. Het voorstel van PRO‘98, het burgerpanel, als het vorm gegeven kan worden op internet op eenvoudige wijze, dan zouden wij daar niet op tegen zijn. De VVD steunt het amendement van PRO’98 en Burger Initiatief.” De heer VAN NORDEN. “Voorzitter, de kadernota vormt een goede aanzet tot de noodzakelijke vernieuwing van communicatie en interactie tussen gemeenteraad en burgers. Veel burgers hebben de laatste jaren de communicatie als onvoldoende ervaren. Elke poging tot verbetering juicht Burger Initiatief toe. In het raadsvoorstel wordt gekozen voor een gefaseerde aanpak. Er zijn in december 2005 met een aantal lijsttrekkers gesprekken gevoerd. Mogelijk was niet verwacht dat Burger Initiatief in de raad zou komen, dus wij wachten nog op een uitnodiging. En dat is jammer, want wij hebben een aantal goede suggesties op de plank liggen.
31
Burger Initiatief stelt het volgende voor: – Het onderzoek uit te breiden met beginspraak, dat wil zeggen dat de burgers in een eerste stadium betrokken worden bij de planontwikkelingen. – Een andere suggestie is het benoemen van een onafhankelijke voorzitter, van buiten de raad, voor een werkgroep. – En tenslotte pleit Burger Initiatief juist voor een omnibusenquête. Weten wat er leeft onder de bevolking is misschien wel de belangrijkste basis voor een adequate communicatie met de bevolking. Daarom hebben wij samen met PRO’98 een amendement opgesteld.” De heer VAN ESSEN. “Voorzitter, raadscommunicatie die beschreven staat in de kadernota, welke inhoudt dat men de mogelijkheden van intensiveringscontacten van de raad met bevolkingsgroepen bij interactieve processen wil invoeren. Dit is een vorm van invloed van groepen burgers, die van tevoren geselecteerd zijn door het college van B&W. Hier wordt een selecte groep burgers medeverantwoordelijk gemaakt voor het beleid, zonder dat die burger mandaat heeft van wie dan ook. Op deze manier krijgen we een tweedeling van burgers, te weten geselecteerde burgers en burgers die ten alle tijden onzichtbaar zijn en waar niet naar geluisterd wordt. De burger die wat gedaan wil krijgen dat niet direct voor de hand ligt, loopt bij de gemeente tegen een muur van onwil op. In eerste instantie bij de ambtenaar, communiceren via doelgroepenbeleid is de verkeerde keuze. Als men iedere doelgroep op het juiste moment medeverantwoordelijk maakt, krijgt de lokale overheid geen problemen en kan de doelgroep de individuele burger rustig houden en daardoor komt de individuele burger in de knel. Recent hebben we dat op de bijeenkomst van Barneveld Zuidoost gezien in verband met de invulling van de groenstrook tussen Veller en Zuidoost. Hier hebben B&W een speciaal bureau ingehuurd om de burgers hun groenstrook zelf te laten invullen zodat er geen groenstrook meer over is en er meer gebouwd kan worden om het grootkapitaal nog meer ten dienste te kunnen zijn ten koste van de zogenaamde betrokken burgers. Dit is voorgekookt, om zo je eigen ideeën door te drukken. Daarom is Lijst 8 tegen deze gang van zaken en ook tegen deze raadscommunicatie, die moet verbloemen dat de burger steeds minder inspraak krijgt, net als de raadsleden zelf, die als ze hier mee door gaan ook buiten spel komen te staan.” Mevrouw ROSBERGEN: “Er waren veel mensen, dus het kan zijn dat ik u niet gezien heb, maar bent u wel aanwezig geweest op de avond die ging over de groenstrook?” De heer VAN ESSEN: “De Barneveldse Krant heeft daar een heel goed verslag van gegeven.” Mevrouw ROSBERGEN: “Hoe weet u dat het een goed verslag was, als u niet aanwezig bent geweest? Ik vind het heel raar, dat u met een voorbeeld aankomt en dat u daar zelf niet aanwezig bent geweest om een oordeel te vormen.” De heer VAN ESSEN: “Een eenmansfractie kan nu eenmaal niet overal aanwezig zijn. De intentie die naar voren kwam uit de Barneveldse Krant was een duidelijke intentie, zo werkt dat mevrouw Rosbergen. Net als bij de regionale samenwerking worden we gewoon buiten spel gezet. ‘Het beginspraak van Burger Initiatief’, ik weet echt niet waar u het over heeft.” De VOORZITTER stelt voor om de beraadslagingen te beperken tot één termijn. Aldus wordt besloten. Stemverklaringen De heer POST. “Wij zullen dit amendement niet steunen omdat wij dit een uitvoeringskwestie vinden. Verder vinden wij dat je zelf uit moet zoeken wat er leeft onder de bevolking en dit niet via panels moet doen. Wij hebben ook vraagtekens bij de representativiteit van het panel. Wij zullen dit dus niet steunen.” Mevrouw KUIPER. “Het voorstel zoals het er ligt is opgesteld naar aanleiding van de gesprekken, die zijn heel uitvoerig geweest. Wij vinden het proces daarvan ook heel goed. In dit voorstel staat dat wij dit punt voorlopig nog niet oppakken. Wij steunen dat ook en wij vinden het daarom niet goed om dit ter plekke te amenderen.” De heer SCHOTANUS. “Wij zullen dit amendement ook niet steunen. De zorgvuldigheid die al betracht is. Het is juist dat Burger Initiatief hierbij niet betrokken is geweest. Ik denk dat we nog mogelijkheden genoeg krijgen om hier wat van te vinden. Dus wij zullen het amendement niet steunen.” De heer VAN ESSEN.
32
“Lijst 8 is ook tegen het amendement. De heer Post heeft dit prima verwoord. Daar ben ik het helemaal mee eens.” De heer GULDIE. “Het amendement zorgt ervoor dat er dan komt te staan: ‘in tweede instantie wordt nagegaan of er behoefte is aan een burgerpanel of omnibusenquête.’ Misschien komt daar wel uit dat dat niet het geval is, maar laten we het maar onderzoeken. Dus wij steunen het amendement.” Besluitvorming Het amendement wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, de ChristenUnie en Lijst 8. Het amendement wordt wel gesteund door PRO’98, de VVD en Burger Initiatief. Het amendement wordt verworpen met 20 stemmen tegen en 11 stemmen voor. Het voorstel wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie, de VVD en Burger Initiatief. Het voorstel wordt niet gesteund door Lijst 8. Het voorstel wordt aangenomen met 30 stemmen voor en 1 stem tegen. 23.
Notitie beheer en onderhoud openbaar groen (voorstel nr. 06-44)
De VOORZITTER stelt voor om ook voor dit onderwerp de beraadslagingen tot één termijn te beperken. Aldus besloten. De heer PLOEG. “Voorzitter, voor ons ligt de notitie beheer en onderhoud groen 2006-2009. In deze nota beschrijft u de bestaande situatie en werpt u een blik in de toekomst hoe om te gaan met het openbaar groen in de kernen van onze gemeente. Een goed en verantwoord beheer is volgens de SGP-fractie belangrijk. Bovendien moet het beheer bedrijfsmatig en financieel passend zijn. Het doel moet zijn de leefbaarheid en veiligheid voor onze burgers te bevorderen. De SGP-fractie wil enkele kanttekeningen plaatsen: – Wij vragen het college kritisch om te gaan met Visual Tree Assessment, VTA bomencontrole. Deze controle moet met de vakmensen binnen de gemeentelijke organisatie uit worden gevoerd. Mogelijk kunnen we dan de eigen mensen stimuleren, maar ook geld besparen. Er wordt nu een fors bedrag gereserveerd voor deze VTA bomencontrole. – Verder spreekt u in de notitie verschillende keren over onderhoud van vijvers en watergangen. U hangt daar ook een prijskaartje aan. Terwijl er in de notitie ook wordt aangegeven dat dit betaald wordt uit het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Hoe verhoudt zich dit? Waar beslissen wij vandaag over? Worden alleen de kaders vastgelegd door middel van deze notitie? U geeft aan jaarlijks ruim 3 ton nodig te hebben voor het uitvoeren van de in deze notitie geschetste plannen. Alleen daar beslissen we nu niet over. Dat komt pas aan de orde bij de begrotingsbehandeling 2007. De SGP-fractie bekruipt echter het gevoel dat als we nu ja zeggen, we straks bij de begrotingsbehandeling geconfronteerd worden met het feit dat er niets meer gewijzigd kan worden in de benodigde gelden. Dat is immers al besloten bij de vaststelling van voorliggende notitie. Is dit juist, of zijn er bij de begroting nog substantiële aanpassingen en/of wijzigingen mogelijk? We zijn benieuwd naar de beantwoording van het college. Voorzitter, als SGP-fractie willen we mede naar aanleiding van de LTO-verkiezingsavond die gehouden is in Voorthuizen, bij de behandeling van dit agendapunt een motie indienen. Dit naar aanleiding van het beheren van het openbaar groen, maar nu in het bijzonder in het buitengebied, de wegbermen. Aan de ene kant staan we open voor natuurgericht beheer van de wegbermen. Maar aan de andere kant loert het gevaar van het Jacobskruiskruid. Het kruid bevat giftige stoffen voor o.a. paarden, koeien, schapen en geiten. We moeten verdere verspreiding voorkomen. Dit is tevens de wens van onze agrariërs. De gemeente is als wegbeheerder verantwoordelijk voor alles wat groeit en bloeit in de bermen. Daarom willen wij doeltreffende maatregelen om dit gevaar de kop in te drukken. Het is niet onze bedoeling om het Jacobskruiskruid uit te roeien, maar door enkele weken eerder te maaien wordt verdere verspreiding van deze plant in de wegbermen voorkomen. Vandaar deze motie. Mogelijk kan het college ook contact opnemen met de provincie als wegbeheerder van de provinciale wegen binnen onze gemeente.” De tekst van de motie luidt als volgt:
33
Agendapunt 23 Onderwerp: Bestrijding Jacobskruiskruid De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen op 25 april 2006 Constaterende: –
dat aan der orde is de behandeling van de Notitie beheer en onderhoud openbaar groen
Overwegende: –
dat het uiterst belangrijk is voor de gezondheid en veiligheid van (mens en) dier om het Jacobskruiskruid in de wegbermen adequaat te bestrijden
Verzoekt het college: –
de bermen in de gemeente Barneveld enkele weken eerder te maaien zodat het Jacobskruiskruid zich niet verder zal verspreiden
Ondertekend: G. Ploeg T.G. Heemskerk De VOORZITTER meldt dat deze motie deel uitmaakt van de beraadslagingen. De heer SCHERMERS. “Voorzitter, allereerst zou ik graag wat willen zeggen over deze nota groenonderhoud in het algemeen en vervolgens zou ik heel specifiek op de vier vragen, die aan de raad worden voorgelegd, in willen gaan. Prima dat al het groen in de gemeente in kaart gebracht is. Daardoor heb je een veel beter inzicht van al het groen dat er is in de gemeente, maar als ik kijk naar het rapport met alle cijfers daarin, zeggen die cijfers mij eigenlijk heel erg weinig. Even in alle ernst, ik bedoel dit niet cynisch, wat moet je als bestuurder met dit 2 2 soort cijfers. Bijvoorbeeld het aantal m in de gemeente en de prijs die vastzit aan één m onderhoud. Dit resulteert in 9.783,-- aan onderhoud voor alle struikrozen in de gemeente. Wat kan ik hiermee en wat moet ik hiermee? Deze opsomming van cijfers zorgt er wel voor dat er een getal uitrolt op basis waarvan wij moeten vaststellen of wij bereid zijn om dat geld ook daadwerkelijk beschikbaar te stellen om dat onderhoud te plegen. Door deze cijferbrij ontstaat er wel een soort norm ten aanzien van groenonderhoud. Is er wel gekeken naar andere vormen van onderhoud of andere vormen van aanleg? Denk aan kunstgras, onderhoudsarme middengeleiders, misschien een deel van de groenverkoop aan burgers, rotondes verkopen of verhuren aan hoveniersbedrijven. Is er ook gekeken naar het soort plantgoed? Onderhoud aan rozen is volgens mij relatief gezien ontzettend duur. Ik zou zeggen dan maar geen rozen aanleggen. Stel dat wij zouden zeggen dat wij een normaal niveau van onderhoud willen hebben. Wij worden gevraagd op pagina 22 van deze notitie te kiezen voor een bepaald niveau van onderhoud. Het college stelt voor om een minimaal niveau van onderhoud als uitgangspunt te nemen, maar stel nu dat wij zouden zeggen dat het normale niveau van onderhoud gehaald zou moeten worden met de gelden die beschikbaar worden gesteld vanuit het minimale niveau. Wat gebeurt er dan? Deze vraag komt aan de orde in de begroting, maar ik wil er wel vast op wijzen, dat de onderbouwing van het x-bedrag dat hoort bij een minimaal niveau van onderhoud, niet goed en onduidelijk is. De consequentie van inventarisatie en berekening is dat er een behoorlijke verhoging van het budget wordt gevraagd. Tijdens de begrotingsbehandeling komen wij hier zeker op terug. Als deze nota slechts bedoeld is om met elkaar de richting vast te stellen voor wat betreft het onderhoudsniveau dan kan het CDA leven met het minimale onderhoudsniveau. Maar nogmaals, misschien is met hetzelfde geld wel een hoger niveau van
34
onderhoud mogelijk. Ik wil u vragen hier nadrukkelijk aandacht aan te besteden. Het zou toch een uitdaging zijn om een zo hoog mogelijk niveau van onderhoud te realiseren met zo min mogelijk geld. Samenvattend, wij zeggen nog niet: ‘het kan en moet met minder’, maar we willen wel een betere afweging kunnen maken. Dit vraagt wat ons betreft om een beter inzicht. De vier gevraagde punten uit het voorstel: – Minimaal niveau: wat ons betreft prima om dat als uitgangspunt te nemen. – VTA: met name vanuit de veiligheid en de aansprakelijkheid van de gemeente is het natuurlijk wel van belang om dat te doen. – Onderhoud van vijvers en watergangen vanuit een verbreed gemeentelijk rioleringsplan: ook prima. – Groenfonds: op zichzelf is dit een goed idee, maar de kaders en de bedragen hiervoor willen wij graag apart met het college bespreken. Ik geef u alvast mee dat wat het CDA betreft het bedrag dat in het fonds mag komen objectief te toetsen moet zijn. Bijvoorbeeld door duidelijk te maken wat er gebeurt als wij het bedrag beperken. Wij zijn misschien erg kritisch, maar we willen graag onze controlerende taak serieus en goed uit kunnen oefenen. Het gaat ons erom dat openbaar groen goed aangelegd is en onderhouden wordt. Daar hangt natuurlijk een prijskaartje aanvast, maar de middelen die hiervoor beschikbaar worden gesteld, moeten uit te leggen zijn aan iedere burger in de gemeente Barneveld.” De heer BARENDREGT. “Voorzitter, in feite hebben we te maken met een soort nulsituatie in deze beschrijving, waarbij de huidige activiteiten verantwoord worden. Hierdoor is nog geen verantwoording afgelegd over de bestede gelden, in de termen van de beste of de goedkoopste mogelijkheid. Dit overzicht dient later veel actiever opgesteld te worden, zodat deze notitie in feite gezien moet worden als een soort bouwsteen voor een toekomstig beleid. In de gevraagde beslissing staat bij 1. het voorstel om te kiezen voor het niveau minimaal. We zijn niet echt blij met de minimale situatie. Echter gezien de problemen van het afgelopen jaar, zijn we blij met een minimale situatie waardoor bijvoorbeeld het groen in de Burgt wel onderhouden zal blijven. Conclusie ten aanzien van deze notitie: wetende dat een volgende keer deze notitie veel duidelijker en vooral kaderstellend moet worden, waarbij een onderbouwde keuze voor het onderhoud gedaan kan worden, gaan wij akkoord met dit voorstel. Ten slotte kort over de motie van de SGP. Het vervelende is dat ik natuurlijk een bioloog van huis uit ben, dus ik weet wat het Jacobskruiskruid betekent, vooral voor paarden. Maar ik weet ook dat je van een mug een olifant kunt maken. Ik weet ook dat Jacobskruiskruid maar in een klein gedeelte van de gemeente voorkomt. Om nu alle bermen een paar weken eerder te maaien, heb je het Jacobskruiskruid nog niet weg. Ik vind de suggestie van de SGP wel goed, maar voor de uitwerking, als de gemeente daaraan vastzit, ben ik bang dat er zeer veel extra kosten zullen komen. En dat het onzinnig is om overal te gaan maaien. Ik denk dat er genuanceerder mee omgegaan moet worden.” De heer APPELMAN. “Voorzitter, het wordt weer lente. Alles loopt buiten weer uit en de natuur wordt weer prachtig. Het leven krijgt weer kleur. Dat moet natuurlijk ook, want dat maakt het leven leuk. Bij dat leven hoort ook politiek en in de politiek maken we ook graag gebruik van kleur. Zo is er regelmatig een roep om meer blauw op straat; is paars een voorbije periode; zijn de linkse partijen van mening dat bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen mogelijk het morgenrood opgaat; hebben we te maken met een vergrijzingsgolf en wil iedereen graag erg veel groen om in te leven. Nou, dat laatste is het afgelopen jaar uitstekend gelukt. In de wijk de Burgt, maar niet alleen daar, was het groen zeker aanwezig. Zo erg zelfs, dat de burgers spontaan hun gereedschappen pakten en tot ontgroening overgingen. Zoiets moet zich natuurlijk niet herhalen en daarom is er een plan nodig. Een beheerplan voor het groen, maar ik denk ook een beheersplan voor het groen. Het is eigenlijk een vreemde notitie. Er staat veel in en wat er vooral in staat zijn ontzettend grote bedragen. Daar schrik je eigenlijk wel van. Als je kijkt naar hoe die bedragen zijn opgebouwd, is het moeilijk om daar achter te komen. Als je kijkt naar wat er staat gerouteerd en naar wat er nodig is voor de uitvoer, dan zit daar nog, tussen de theorie en de praktijk, een groot verschil. Eigenlijk is deze notitie een grote smeekbede om meer geld. Op de eerste bladzijde staat: ‘er is ruim een half miljoen nodig voor het normale onderhoud en de wens is om daar bijna nog een half miljoen aan vast te doen voor extra onderhoud.'Toen gebeurde er iets geks, want bij die notitie moest een raadsvoorstel worden geschreven. Ik heb gedacht: ‘er is het volgende gebeurd.: Op de collegevergadering tussen de notitie en
35
het raadsvoorstel in is wethouder Tijmensen binnengekomen met onder zijn ene arm die notitie en in zijn andere hand een groot financieel snoeimes. Wat staat er nu in het raadsvoorstel: het moet sober het onderhoud, het moet minimaal en we moeten gaan sparen voor later. We hopen wel dat minimaal niet hetzelfde resultaat oplevert zoals wij mee hebben gemaakt in de wijk die ik net noemde. Wat missen wij als ChristenUnie nu eigenlijk in die notitie? Eigenlijk missen we een stukje visie. Wat is nou het beleid? Wat zijn de ambities? Waar liggen de prioriteiten? En hoe gaan we dat straks vooral vertalen in de begroting? Het moet natuurlijk wel smart en meetbaar vooral worden opgenomen. Dan moet je wel ijkpunten hebben, waaraan je kunt meten. Ik stel me dan ook voor dat je gaat werken met kwaliteitsniveaus. Een voorbeeld. Wil je nu bijvoorbeeld het centrum van Barneveld, of van een diverse andere kern, mooi opfleuren, dan zet je daar bijvoorbeeld bloembakken neer van een bepaalde kwaliteit, maar dat vergt waarschijnlijk ook een hoge kwaliteit in het onderhoud en het materiaal. Wil je wijken leuk groen maken dan zal dat waarschijnlijk een lagere kwaliteit geven en wil je bermen mooi hebben, dan zal dat weer een ander kwaliteitsniveau hebben. Je moet dus iets kunnen hebben, van waaraf je kunt meten en van waaraf je de begroting kunt opstellen en kunt uitvoeren. Dit zou er eigenlijk meer in moeten staan naar ons idee. Nu hebben we wel gelezen dat er in 2008 een evaluatie komt. Wij stellen ons voor dat wij als ChristenUniefractie met de notitie instemmen, maar dat we de zaken die ik nu net naar voren bracht toch graag in overweging geven aan de wethouder en zijn dienstbaren en dat we bij de evaluatie gaan merken dat die punten mogelijk meetbaar kunnen worden opgenomen. Tenslotte de motie van de SGP. Het Jacobskruiskruid is een schadelijke plant. En die zou moeten worden bestreden. Dit vinden wij een sympathieke motie, maar wij weten helemaal niet wat dit voor gevolgen heeft voor het Fluitenkruid en het Lievevrouwebedstro en Guichelheil. Wij willen graag van de wethouder horen of hij zoveel kennis heeft dat dit een verstandige motie is of niet. Daar laten wij ons oordeel van afhangen.” De heer GULDIE. “Voorzitter, ik mis eigenlijk geen visie in dit stuk. Er zit juist voldoende visie in het stuk. Deze notitie hebben we twee maal in de commissie gehad. Wij vinden dit als VVD een slecht stuk. Er wordt niet voldoende gekeken naar uitbesteding, laat staan naar aanbesteding. Vervolgens worden er naar ons idee belangrijke zichtbare taken niet gedaan en onzichtbare papier- en beleidstaken wel, zoals het inventariseren van bomen in plaats van ze te snoeien. Ook is er geen aandacht voor bijvoorbeeld sponsoring. Terwijl we vermogens uitgeven aan bruggetjes en bankjes. Ook zit er te weinig creativiteit in dit stuk. Het ademt uit: ‘we doen gewoon zoals altijd en ja, dan moet er maar geld bij.’ Gelukkig heeft de wethouder dit ook gezien en heeft hij de conclusies uit de notitie voor een heel groot gedeelte niet over genomen, zodat de consequenties van dit stuk voor de begroting niet zo groot zijn, als ze zouden kunnen zijn. We doen minder aan de boombeschrijving; het onderhoudsniveau blijft op minimaal. Ik denk dat dit op dit moment even niet anders kan, we moeten toch aan het wieden binnenkort. Dus al met al, voorzitter, vinden wij dit een slechte notitie, maar zullen we toch met het voorstel instemmen omdat in de gevraagde beslissing de conclusies uit de notitie niet gevolgd worden. Wij zullen dit dus steunen, maar voor één jaar. De nieuwe wethouder die dit in zijn portefeuille krijgt, moet dit stuk maar aanpassen met een frisse nieuwe blik op dat groenonderhoud. De evaluatie is wat ons betreft in 2007 en niet in 2008. De motie. Het is inderdaad zo afgesproken.” De heer BARENDREGT: “Wat is afgesproken?” De heer GULDIE: “Op de LTO-avond is dat afgesproken” De heer BARENDREGT: “Nee, op de LTO-avond zijn twee dingen geweest. Daar werd gewezen op de distels en op het Jacobskruiskruid; dat daar wat aan gedaan moest worden. En ook het verzoek om drie weken eerder te maaien, om het schoner te maken. Die twee dingen moet je niet verwarren.” De heer GULDIE: “Laat ik het anders zeggen, voor dat Jacobskruiskruid heeft de VVD toegezegd dat we daar aan willen meewerken.” De heer VAN ESSEN. “Voorzitter, dit is twee keer behandeld in de commissie Grondgebied, dus het was een hele moeilijke materie waarschijnlijk. Er is in Barneveld geen boomcontrole nodig voor Lijst 8. Waar het in één keer vandaan komt snap ik niet, maar het zal wel landelijke wetgeving zijn, waaraan we gewoon moeten voldoen.
36
Ik kan één punt toch opnoemen, en dat is ook in de commissie een keer gezegd, veel openbaar groen in nieuwe wijken. Maar kijk dat is het beleid van B&W. Je moet ruime wijken maken, dan kunnen mensen lekker groene tuinen hebben, met een groene uitstraling. Dat is veel beter dan de huizen netjes naast elkaar en dan een groenstrook apart beheren. Dat is gewoon niet best. Op de LTO-forumavond hebben alle partijen beloofd om de motie van de SGP te steunen, dus dat doet Lijst 8 ook. Vervolgens zie ik geen visie in de totaliteit. Ik kan het nieuwe college uitnodigen om een nieuwe notitie te presenteren en daar gewoon niet alleen de feiten, maar ook een visie in aangeven waar we naar toe willen.” Reactie van het college Wethouder TIJMENSEN merkt op dat het mooie van de natuur is, dat die heel concreet om ons heen is en dat iedereen daarin leeft en meeleeft met wat groeit en bloeit en dat ons altijd weer boeit. Daarmee is het ook een onderwerp geworden dat heel nabij is. Hij meent dat als hier gesproken zou worden over de workload van de andere afdelingen, dit wat minder toegankelijk was om je erbij betrokken te voelen. De notitie die voorligt geeft een beeld van het feit dat het alleen een praktische beschrijving is. Waar het in feite om gaat is dat dit een algemene omschrijving is van het groen in Barneveld. Hoe dit groen is opgebouwd. Welk beeld er wordt nagestreefd. En wat de effecten zijn als hierin verandering aangebracht wordt. Er wordt uitgegaan van een bepaalde uitstraling zoals die op dit moment aanwezig is. Spreker laat weten dat het om een behoorlijk aantal ha openbaar groen en een groot aantal kilometers openbare weg met de daarbij behorende bermen gaat. Hier en daar staat in de bermen het Jacobskruiskruid. Er wordt gesproken over grote getallen. Deze getallen zijn opgebouwd uit kleine eenheden om ervoor te zorgen dat er een overzicht bestaat van het geheel aan activiteiten zoals die in de gemeente voorkomt. Daarnaast wordt aangegeven waar een aantal knelpunten zit. Het brengt enige risico’s met zich mee om het onderhoud op de grenzen van acceptabel te houden. Bij de uitvoering en de organisatie van het werk wordt voortdurend gekeken of dit ‘smart’ (slim) wordt uitgevoerd. De afweging om activiteiten uit te besteden of zelf te doen, kan volgens spreker in het kader van de begroting nader besproken worden. Hierbij kunnen ook andere afdelingen van de gemeente betrokken worden. Er wordt een niveau nagestreefd waarbij het openbare groen er verzorgd uitziet. Hierbij wordt de veiligheid gegarandeerd en is ervoor gezorgd, dat de uitstraling redelijk is. Daarnaast blijft het onderhoud redelijk binnen het gestelde budget. In 2005 heeft zich een knelpunt voorgedaan. In 2005 is getracht het onderhoud uit te voeren vanuit het gestelde budget, dit in tegenstelling tot het verleden, waarin gedurende het jaar de ramingen werden bijgesteld. In 2005 is dit niet goed gegaan. Bij de begroting is reeds beslist dat de 169.000,-- die tekort kwam, in de begroting opgenomen moest worden. Boomcontrole. De boomcontrole is nieuw. Dit staat niet rechtstreeks in de wet vermeld. De aansprakelijkheid van gemeenten wordt echter steeds actueler. De gemeenten moeten kunnen aantonen dat er voldoende zorg aan het bomenbestand is besteed om een antwoord te hebben op aansprakelijkheidsstellingen. Alleen kijken is niet voldoende. Er moet aangetoond kunnen worden op wat voor wijze dit is gedaan. Er moet nagestreefd worden om dit zo dicht mogelijk bij de eigen organisatie te laten plaatsvinden. Hiervoor is 25.000,-door de raad gehonoreerd. Onderhoud vijvers en watergangen. Dit heeft te maken met de splitsing die heeft plaatsgevonden tussen de verantwoordelijkheden voor de watergangen van de waterschappen en de gemeenten. Er is geconstateerd dat het gemeentelijke rioolplan hiervoor een gelegitimeerd budget biedt. Er is naar aanleiding hiervan besloten om dit ook daadwerkelijk op te pakken. Bij het minimale niveau vallen de extra lasten erg mee. Bij vervanging is sprake van een hele reeks van objecten in het buitengebied. Het betreft hier geen visie, maar slechts een opsomming van de werkelijkheid. Hierbij wordt de leefbare omgeving nagestreefd. Er kan geconstateerd worden dat de gemeente in een aantal gevallen achterblijft in het onderhoud. Spreker geeft het voorbeeld van het geluidsscherm bij De Vaarst. Niet ieder jaar moeten alle plussen en minnen van het geheel worden afgewogen, maar er moet een voorstel komen waarin een budget beschikbaar is voor het vervangen van de noodzakelijke zaken. Dit voorstel is niet in het voorliggende stuk opgenomen. Dit wil het college behandelen bij de behandeling van de begroting. Het college doet een aantal voorstellen. Ten eerste om het niveau van het onderhoud te handhaven op de manier waarop dit nu wordt uitgevoerd. Er zullen hierbij momenten zijn dat het hier en daar iets groener is dan gewenst. Hiermee kan de veiligheid van het buitengebied, van het openbare gebied, gegarandeerd worden. Ten tweede om actie te ondernemen in het kader van de bomencontrole. Ten derde om het budget dat
37
beschikbaar is voor het gemeentelijk rioolplan ook daadwerkelijk te gebruiken voor de vijvers en watergangen. Ten slotte om bij de begroting een gericht voorstel te doen voor de toekomstige stappen, met name als het gaat om de vervangingen. Jacobskruiskruid. Het komt op heel wat plaatsen voor, maar lang niet overal in de gemeente. Volgens spreker is er niets op tegen om, daar waar het een bedreiging vormt voor de gezondheid van dieren en de omgeving, gericht te kijken of er actiever met het maaien moet worden omgegaan. Dit kan echter geen vrijbrief zijn om het gekozen bermbeheer geheel te wijzigen. Er zal hiernaar gekeken worden. Met de toevoeging van deze nuancering heeft spreker geen problemen met de motie van de SGP. De heer PLOEG: “Het gaat er ons met name om dat er selectief gemaaid wordt, daar waar het staat. Dat het daar bestreden wordt. Dit kan niet alleen door maaien, maar ook door andere mogelijkheden om het eruit te halen. Maar dat gaat wel meer kosten. Maaien heeft een vrij evenwichtig kostenplaatje, denk ik.” Wethouder TIJMENSEN laat weten dat er gezamenlijk naar een praktische werkwijze gekeken moet worden. De heer PLOEG deelt hierin de mening van de wethouder. De heer VAN ESSEN: “Zijn die boomcontroles een verplichting vanuit de landelijke overheid of niet?” Wethouder TIJMENSEN antwoordt dat dit voortkomt uit de ontwikkeling van de aansprakelijkheidsstelling van de gemeente door de burgers. Als het gebeurt dat bomen, of een deel ervan, omvallen en die vallen ergens op, dan ontstaat in de rechtbank een geheel andere situatie als de gemeente kan aantonen dat er voortdurend onderhoud is gepleegd aan die bomen, dan wanneer de gemeente dit niet kan aantonen. Dit hoort bij de normale zorgplicht van het openbaar gebied. Stemverklaringen over de motie De heer SCHERMERS. “Ik constateer dat de wethouder heeft toegezegd dat hij hiermee aan de gang gaat. Wat ons betreft, is dit een heel specifieke uitvoeringszaak. Helemaal niets mis mee, maar als wij als raad deze uitvoeringszaken gaan behandelen in moties is dit niet handig. Op zichzelf is deze motie sympathiek en zullen we de motie steunen.” De heer BARENDREGT. “Wij zijn gewoon voor.” Besluitvorming De motie van de SGP wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. De motie wordt met algemene stemmen aangenomen. Het voorstel wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. 24.
Sluiting
Niets meer aan de orde zijnde sluit de VOORZITTER, na het voorlezen van het formuliergebed, de vergadering. Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 juni 2006. De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter,