NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Waalwijk, gehouden op 24 juni 2010
Voorzitter: Griffier:
de heer drs. A.M.P. Kleijngeld de heer G.H. Kocken
Aanwezig zijn de leden:
de heer J.M. van Baardwijk de heer R. Bakker mevrouw W.M. Bourguignon-Slis de heer F. den Braven de heer J.F. Broeders mevrouw C. de Bruijn de heer G.A. Damen de heer J.G. van Dinther mevrouw A. Günes de heer A.A. van Hamond de heer L. van Helden de heer L.P. den Hollander de heer A.J.G. Hooijmaijers de heer C.M.A. Kuijten de heer W.C.P.B. Lodenstijn de heer P.W.E. Monsieurs mevrouw R. Odabasi-Seker mevrouw C.C.J. Ruygt-Gerritsen de heer F.P.M. Simon de heer M.G.H. Smits de heer R.A.A. Tiemstra de heer mr. J.M.M. van Tuyl de heer W. van Veelen de heer J.M.J. Waarts de heer J.A.J. van Well
Afwezig zijn de leden:
de heer S. Broekmans mevrouw E.Y. IJpelaar-Alias mevrouw H. Marasabessy de heer C.J.G.H. van der Sloot
Tevens aanwezig:
de de de de
heer heer heer heer
mr. M. van Dongen, wethouder drs. J. van Groos, wethouder J.H.H. Heuverling, wethouder mr. S. Potters, wethouder
de heer A. de Wit (algemeen directeur) mevrouw J.W.M. Louer (griffie) Notulen:
Notulistenbureau Leeuwenburgh-Vendrig
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
1
0.
Opening
0.1 Opening op de gebruikelijke wijze De voorzitter opent om 16.00 de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom. 0.2 Mededelingen De voorzitter meldt het bericht van verhindering van de leden Broekmans, IJpelaar, Marasabessy en Van der Sloot. De lid Günes komt later. In geval van hoofdelijke stemming zal nr. 6, de heer Monsieurs, als eerste zijn stem uitbrengen. Hij attendeert vervolgens de leden van de raad op het tekenen van de presentielijst. De voorzitter: Wij gaan vanavond een nieuw raadslid installeren. Deze vacature is ontstaan door de benoeming van de heer Van der Wiel tot wethouder van de gemeente Vught. Op grond van de Gemeentewet vervalt daarmee het raadslidmaatschap op het moment dat de benoeming daar wordt aanvaard. De heer Van der Wiel heeft aangegeven dat hij gezien de korte tijd dat hij raadslid is geweest geen officieel afscheid wil. Hij heeft met mij afgesproken dat hij na de zomervakantie een moment kiest om in een vergadering of aan het einde van een vergadering even informeel afscheid te nemen. 0.3 Vaststellen agenda De voorzitter: Ik stel voor om de agendapunten 1.1 en 1.2, de nota grondexploitatie en de financiële verslaglegging 2009 als één agendapunt te behandelen. In de commissie kwam dit verzoek. Het lijkt mij verstandig om dit zo te doen. De fractie van GroenLinksaf heeft gevraagd om de spreektijd te verlengen tot tien minuten. Ik stel voor om dat ook te doen. Nog andere punten ten aanzien van de agenda? De heer Den Hollander: Als u die twee punten samenvoegt, lijkt het mij goed dat wij alvast aangeven dat wij een taakverdeling hebben bij de jaarrekening en de nota grondexploitatie. Dat betekent twee verschillende bijdragen. De voorzitter: Ik stel voor dat wij daar nu rekening mee houden. De afspraak is per agendapunt één woordvoerder per fractie, maar wij lossen dat zo op. De heer Den Hollander: Nog een tweede vraag omdat ik de procedures nog niet ken. Wij hebben naar mijn gevoel een motie vreemd aan de orde ingediend. Moet ik daar nog iets over zeggen? De voorzitter: Als u het niet gedaan had, had ik gezegd wij hebben een motie vreemd aan de orde ontvangen. Ik stel voor om die motie te behandelen aan het einde van het debatgedeelte. Ik stel voor dat de agenda wordt vastgesteld met inachtneming van deze opmerkingen. 0.4
Instelling commissie van onderzoek geloofsbrief
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
2
De voorzitter: Na het onderzoek brengt de commissie verslag uit en gaan wij over tot toelating. Ik stel voor om de leden Ruygt, Van Baardwijk en Smits te belasten met dit onderzoek. Gaat u daarmee akkoord? Dat is het geval. De voorzitter schorst de vergadering voor onderzoek van de geloofsbrieven. De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan mevrouw Ruygt. 0.5
Verslag
commissie
van
onderzoek
geloofsbrief
Mevrouw Ruygt: De commissie uit de raad van de gemeente Waalwijk in wier handen werden gesteld de geloofsbrieven en de verdere bij de Kieswet gevorderde stukken ingezonden door Waarts, J.M.J. (Sybe), op vrijdag 11 juni 2010 benoemd tot lid van de gemeente Waalwijk, rapporteert de raad van de gemeente Waalwijk dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en in orde heeft bevonden. Gebleken is dat de benoemde aan alle in de gemeentewet gestelde eisen voldoet. De commissie adviseert tot zijn toelating als lid van de raad van de gemeente Waalwijk. De voorzitter: Ik stel voor om dit advies over te nemen en de heer Waarts toe te laten als lid. Als ik nu geen opmerkingen hoor, gaat u daarmee akkoord. Ik stel voor om de heer Waarts te verzoeken om deze kant op te komen en vraag u allen om te gaan staan. Ik verklaar dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen. De heer Waarts: Dat verklaar en beloof ik. (De aanwezigen reageren met applaus). De voorzitter: Ik stel voor dat wij straks in de eetpauze de heer Waarts feliciteren. 0.6
Vragenronde op grond van artikel 14 van het reglement van orde
De voorzitter: Er heeft zich niemand aangemeld.
1.
Debatgedeelte
Raadsvoorstellen bespreekstukken (B-stukken): 1.1 1.2
(CR3) Nota grondexploitatie (CF1) Vaststelling financiële verslaglegging 2009
De voorzitter: Het kan zijn dat er meer fracties zijn die zaken onderling hebben verdeeld. Wij horen dan twee woordvoerders, maximaal tien minuten. U heeft allen gevraagd om spreektijd. Ik begin bij de fractie van Lokaal Belang. De heer Van Hamond: Ik zal proberen luid en duidelijk te zijn voor de heer Simon, want die zei de vorige keer dat ik moeilijk verstaanbaar was. Allereerst een compliment Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
3
namens Lokaal Belang voor allen die hun steentje hebben bijgedragen om te komen tot dit overzicht. Het geheel wordt duidelijk en overzichtelijk gepresenteerd. Ook dit jaar is ten aanzien van de hiervoor genoemde onderdelen alweer een zeer duidelijke, kwalitatieve voortgang geboekt. Ook de leesbaarheid van deze jaarrekening laat niets te wensen over. Tijdens de bijeenkomst van het auditcomité met de accountant is hier volop aandacht aan besteed. Nogmaals een pluim voor de directie, de verantwoordelijke wethouders en alle ambtenaren welke hun aandeel geleverd hebben. Veel belangrijker is echter de concrete inhoud en niet alleen de presentatie of de leesbaarheid die ik al eerder heb genoemd. Het rapport van bevindingen van Deloitte en de bijbehorende accountantsverklaring spreken ook over een juiste verantwoording bij de gehouden controles over het boekjaar 2009. Tijdens de clusterbespreking en via de mail zijn al technisch, inhoudelijke vragen gesteld, daarop kwamen meestal ook passende antwoorden. Deze vragen hoeven dan ook niet meer gesteld te worden. Dank daarvoor. Inhoudelijk hebben wij nog enkele zaken die volgens ons niet thuishoren bij de behandeling van de jaarrekening, maar aan de orde komen bij de kaderstelling, c.q. de algemene beschouwingen welke in juli 2010 gehouden worden. Een jaarrekening is een verantwoording met als belangrijkste uitgangspunten is alles getrouw en rechtmatig verlopen, hebben wij gedaan wat wij gezamenlijk in de begroting hebben afgesproken, zijn wij binnen het budget gebleven en wat is het uiteindelijke resultaat? Dat laatste leidt niet alleen, maar is ook het belangrijkste. Daar worden u en wij, om in geldtermen te spreken, terecht op afgerekend. Over deze genoemde punten is Deloitte duidelijk in het verslag. Er worden wel opmerkingen gemaakt of aanbevelingen gedaan over bepaalde werkwijzen. Deze adviezen zijn inmiddels al opgevolgd of worden overgenomen en uitgevoerd. De reacties van het college in de nota van verantwoording zijn hier duidelijk in. Wat in het bijzonder opvalt, zijn de zorgen over de grondexploitatie, met name de waardering van de grondcomplexen Landgoed Driessen. Dit is door de economische situatie zeer onzeker geworden. De vraag van Lokaal Belang is om een duidelijke monitoring en bij een eventuele constatering van ernstige afwijkingen de raad tijdig te informeren in verband met de mogelijke financiële consequenties, onder andere voor de meerjarenbegroting. Graag een toezegging van de wethouder. Nu wij het toch over de grondexploitatie hebben een paar vragen. Wat opvalt, zijn de algemene beheers- en administratiekosten ten aanzien van Haven VII, totaal € 731.316. Even vlot uitgerekend zijn dat ongeveer 7 ambtenaren die daar fulltime mee bezig zijn. Zanddonk wordt nog steeds geboekt met administratiekosten € 66.583, maar Zanddonk is volgens ons al lang afgesloten. Het Unnaplein staat op -€2 mln., begrijpelijk want de sanering heeft plaatsgevonden, en er staat € 2 mln. als zijnde opbrengst in 2015. Weten wij dat in 2015 het Unnaplein nog steeds Unnaplein is? Dat tijdstip klopt niet, of zijn wij elkaar een beetje verkeerd aan het voorrekenen? Nog een vraag over Haven VII met betrekking tot de grondexploitatie. Daar zijn gronden bij van de firma Van Wijnen, c.q. deelnemers in deze BV. Wanneer worden deze gronden afgenomen of als ze niet afgenomen worden, hoe zit het dan eventueel met de rente c.q. de nadelige verliezen die wij daardoor zouden kunnen lijden? Volgens mij moet dit jaar alles afgewerkt zijn of worden. Nu wij in een periode zijn gekomen dat wij gezamenlijk gigantisch bezuinigingen moeten doorvoeren, is het een must de komende jaren de processen nog kritischer te volgen en te controleren. Het tijdig rapporteren van eventuele overschrijdingen dient ongevraagd te gebeuren. De ruimte in de begroting in de komende jaren om tegenvallers op te vangen is nihil. Op incidentele meevallers hoeven wij ook niet meer te rekenen. Wat in de jaarrekening opvalt, is in de kolom prestatie-indicator wat is er werkelijk uitgevoerd in 2009. Heel vaak ontbreken daar de meetbare gegevens. In de commissie is daar al uitvoerig over gesproken. Bureau Statistiek bestaat niet meer. Wij zijn afhankelijk van de
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
4
gemeente Tilburg. Kunt u ons toezeggen dat wij volgend jaar wel de juiste en de meest belangrijke relevante gegevens krijgen? Vorig jaar hebben wij als Lokaal Belang kritische opmerkingen gemaakt met betrekking tot de overschrijdingen binnen de WMO, het open eind van de woningaanpassingen. De positieve effecten die doorgevoerd zijn, zijn nu duidelijk zichtbaar in deze jaarrekening € 429.254. Wij als Lokaal Belang denken dat er nog meer financieel voordeel uit te halen valt door vooral kritisch te zijn. Wij zijn bijvoorbeeld geschrokken van de post 111.21 met betrekking tot de rolstoelen. Een totale stijging van 10% tot € 556.000. Wij stellen nog steeds dat wie het echt nodig heeft ook maatwerk moet krijgen. Ook de Paswijzer vraagt de nodige aandacht. In de commissievergadering heb ik al een kritische toon laten horen over dit onderwerp. Lokaal Belang is zeker niet tegen de Paswijzer, maar wel tegen onnodige, dure reclame, advertenties en overtrokken reisjes, al dan niet met begeleiders. Bij de kaderstelling zal Lokaal Belang hier in haar algemene beschouwingen op terugkomen. Met enige trots wordt geroepen dat wij ongeveer bijna € 2,8 mln. over hebben in het boekjaar 2009. Als wij de incidentele meevallers er vanaf trekken, blijft er echter weinig over. De meevallers worden onmiddellijk gebruikt voor reserveringen een aanvulling van de grondexploitatie. Dit betekent dat wij uiteindelijk binnen het raamwerk van de begroting gebleven zijn. Het is echter bekend dat een begroting een raamwerk, een prognose is wat wij denken te gaan doen en met welke middelen. Wel mag hierbij vermeld worden dat sommige programma’s en afspraken niet geheel zijn uitgevoerd. Anderzijds zijn er bepaalde zaken die boven het afgesproken bedrag zijn gekomen. Als deze boven of onder de toegestane tolerantie uitkomen, zijn deze toegelicht en voor Lokaal Belang aanvaardbaar. Wij maken ons veel zorgen om de woningbouw. Betaalbare woningen voor alle doelgroepen in Waalwijk. Als ik op pagina 10 lees dat de woningvoorraad is toegenomen ten opzichte van 2008 met 262 woningen, waarvan slechts een toename van 16 woningen in het bezit van woningbouwcorporaties, zijn wij als Lokaal Belang echt benieuwd naar de cijfers van 2010. Het coalitieprogramma is voor de komende jaren een duidelijke leidraad voor Lokaal Belang. De leefbaarheid in de wijken, het onderhoud openbaar groen, het opknappen van het centrum van Waspik en Sprang-Capelle, de realisatie van De Els en de begraafplaatsenproblematiek zullen wij dan ook kritisch volgen. Tevens hopen wij dat als er ruimte komt bestaande en geplande projecten geheel worden afgewerkt. Namens Lokaal Belang wil ik ook zeggen dat er heel veel en deskundig is gerealiseerd in 2009. Zaken waar wij als inwoners van de gemeente Waalwijk trots op kunnen zijn. Nogmaals een compliment. Hopelijk worden de zaken die achtergebleven zijn in 2009 in 2010 gerealiseerd in het belang van alle inwoners. Laat ons trots zijn en blijven op Waalwijk, of wij nu wonen in Waalwijk, Sprang-Capelle of Waspik. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de VVD. De heer Kuijten: Vanmiddag is de jaarrekening 2009 aan de orde, een alles omvattend verantwoordingsstuk van het vorige college. De accountant heeft een goedkeurende verklaring afgegeven, maar deze verklaring houdt slechts in dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft. Hetgeen niet meer betekent dan dat de baten en lasten keurig in de boeken zijn verwerkt. Ofwel men heeft een oordeel gegeven over de rechtmatigheid, maar dat zegt natuurlijk in het geheel niets over de financiële positie van de gemeente. Het geeft verder ook geen aanwijzingen over het toekomstig beleid. Het is aan ons om de wereld achter de cijfers te interpreteren. Gelet op de beperkte spreektijd, kunnen wij nu slechts enkele punten belichten. De jaarrekening 2009 sluit met een batig saldo van afgerond € 2,7 mln. Dit overschot wekt wellicht de indruk alsof het goed gaat met de financiën van de gemeente Waalwijk. Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
5
De VVD-fractie heeft daarbij zo haar twijfels. Een andere beschouwing van dit batig saldo leert ons dat dit saldo een vertekend beeld geeft en dat derhalve de financiële toestand van de gemeente verre van rooskleurig is. Het batig saldo is immers ontstaan door een aantal toevallige meevallers. Meevallers tot maar liefst € 3,3 mln. die in 2009 extra zijn ontvangen. Wij weten dat er ieder jaar wel incidentele meevallers te boeken zijn, maar dit jaar zijn dit er wel heel erg veel. Waren deze er niet voor een deel, dan hadden wij voor 2009 een aanzienlijk tekort gehad. Een tekort op de jaarrekening is voor de VVDfractie onacceptabel. Wij gaan er vanuit dat de voorgenomen ombuigingen, opgenomen als stelposten in de begroting 2009 tot een bedrag van afgerond € 2 mln., zijn gerealiseerd. Wij verzoeken u evenwel in het vervolg in uw verantwoording juist deze voor ons belangrijke aspecten meer aandacht te geven op een wijze die voor ons als raadsleden in één oogopslag uit de verklaring bij de jaarstukken is op te nemen. De jaarrekening 2009 geeft nu slechts een verklaring omtrent de ombuiging van de personele lasten. Ten aanzien van de personeelslasten merken wij op dat een verschuiving is waar te nemen van eigen personeel naar externe inhuur. Er wordt voor meer dan € 1 mln. meer dan geraamd aan externe krachten binnen gehaald in 2009. Het kan voor incidenteel en heel specialistisch werk best goed zijn om tot inhuur over te gaan, maar over het algemeen moeten wij proberen die externe krachten zo veel mogelijk buitenshuis te houden. Zeker gelet op de aanstaande taakstellende personele buigingen dringen wij aan terughoudend om te gaan met het inhuren van extern personeel. Voor de VVD-fractie heeft intern personeel voorrang boven extern personeel. Wij herhalen dat de financiële positie verre van rooskleurig is. De grondverkopen stagneren, de boekwaarde van de gronden is torenhoog, de liquiditeitspositie heeft een dramatisch dieptepunt bereikt en de rentelasten rijzen de pan uit. De diverse kredieten zijn fors overschreden met een bedrag van in totaal € 2 mln. Als gevolg van onder andere de economische crisis is er ernstige stagnatie opgetreden in de grondverkopen, zowel voor de volkshuisvesting als voor de vestiging van bedrijven. Noodmaatregelen zoals bijvoorbeeld het verkleinen van de bouwpercelen op Waesgeerd-west worden terecht door u genomen. Toch wijst u op pagina 167 ook op het risico dat schuilt in de hypotheekrente. Het college merkt op dat de aftrek van de hypotheekrente met betrekking tot de aankoop van woningen van grote invloed is op de opbrengstenkant binnen de grondexploitaties van onze gemeente. De VVD-fractie wil dit risico enigszins nuanceren. Onlangs heeft een ruimte meerderheid in het land en ook in Waalwijk gekozen voor het in stand houden van deze hypotheekrenteaftrek. Wij gaan er vanuit dat deze wens van de kiezer in het Haagse onverkort wordt gerespecteerd. Door de stagnerende grondverkoop is onder andere ook onze liquiditeitspositie ernstig aangetast. De liquiditeitspositie is in één jaar met maar liefst ruim € 26 mln. verslechterd. Dit brengt een enorm rentebeslag met zich mee. De grondexploitaties kregen alleen al in 2009 € 2,8 mln. aan rentekosten te verwerken. Het terugverdienvermogen gaat daardoor fors omlaag. Nu de grondmarkt onvoorspelbaar is geworden, dringen wij er dan ook op aan om terughoudend te zijn met het verwerven van gronden en het bouwrijp maken van gronden. In 2009 is door het college voor bijna € 9 mln. aan gronden aangekocht. Deze gemeentelijke gronddeals kwamen vanwege de meekijkende concurrentie noodgedwongen tot stand zonder toestemming en instemming van de raad. Daarom achten wij een goede risicorapportage tussentijd aan de raad geboden. Als wij spreken over de financiële risico’s van de gemeente ontkomen wij er ook niet aan stil te staan bij de deelnemingen van onze gemeente in gemeenschappelijke regelingen, NV’s, BV’s of onze deelname in de zogenaamde verbonden partijen. Het moet duidelijk zijn dat wanneer wij de gemeentelijke jaarrekening 2009 vaststellen bij ons ook het inzicht moet bestaan in de financiële positie en de risico’s van die organisaties waarin onze gemeente deelneemt en de volle verantwoordelijkheid draagt. Een aantal van die Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
6
verbonden partijen wordt separaat aan ons voorgelegd. Wij denken dan aan de GGD, de veiligheidsregio, de ambulancedienst. Onze aandacht moet ook uitgaan als aandeelhouder van bijvoorbeeld Brabant Water, Intergas, Parkmanagement BV, ParkNed BV. Ook daar dragen wij de volle risico’s. Hierover ontbreekt elk inzicht. Dat vinden wij op zijn zachtst gezegd niet juist. De financiële belangen en risico’s kunnen ook daar onmiskenbaar groot zijn. De accountant meldt in haar rapport niet voor niets expliciet dat voor de beoordeling van de gemeentelijke jaarrekening de jaarrekening van Parkmanagement eenvoudig beschikbaar moet zijn. Door gebrek aan deze stukken is het nu eenmaal moeilijk de gemeentelijke jaarrekening vanavond vast te stellen. Het ontbreekt immers aan, om in accountantstermen te spreken, de volledigheid. Hiermee plaatst u ons voor een dilemma. Wij vragen het college hoe wij hiermee moeten omgaan. Een drietal majestueuze bouwprojecten, het overdekt zwembad, het stadhuis en BaLaDe, zijn voltooid. De balans in financiële zin kan wat betreft de bouwkosten worden opgemaakt. Wij verzoeken u ons zodra mogelijk inzicht te geven in de daadwerkelijke kosten van deze projecten met daarbij een doorkijk naar de juistheid van de geraamde exploitatiekosten van deze projecten. Betrekken wij de tekst van de zojuist ontvangen kadernota bij die van de jaarrekening wat betreft het onderdeel cultuur historisch ankerpunt, dan doet het de VVD-fractie goed te vernemen dat bij het college een omslag is ontstaan met betrekking tot een verdere ontwikkeling van het chap. Wij juichen uw initiatieven tot het huisvesten van de ISD tezamen met het UWV in het voormalig stadhuis van harte toe. Wij rekenen erop dat u de tijdspanne van leegstand om diverse redenen zo kort mogelijk zal doen zijn. De ontwikkelingen in de kern Waspik komen moeizaam van de grond, lezen wij. Ik doel dan onder andere op de verplaatsing van de woonwagenlocatie, de brandweerkazerne en de renovatie van het centrum. Al in september 2004 wordt een plan ‘woonwagenzaken’ voorgelegd. Al in september 2004 wordt daar een amendement aan gekoppeld tot verplaatsing van de huidige woonwagenlocatie in Waspik dat raadsbreed wordt ondersteund. Ik herhaal nogmaals 2004. Vier jaar later in 2008 wordt een plan van aanpak voorgelegd aan raad en college. Het college zegt toe snel aan de slag te gaan. Er wordt zelfs een externe projectleider aangesteld voor dit project. Helaas lezen wij nu in de jaarrekening 2009 dat het contract met de externe projectleider is beëindigd en dat niet duidelijk is of de start eind 2010 wel kan worden gehaald. Het verhaal van de hogedrukgasleiding ten spijt, het is om moedeloos van te worden. Zeven jaar na het aannemen van het amendement is er nog geen enkel zicht op de verplaatsing van de woonwagenlocatie en de overige daarmee samenhangende ontwikkelingen in Waspik. Hoezo een geloofwaardige en daadkrachtige overheid? Tot slot de opmerking dat wij er vanuit gaan dat dit college de zaken anders en met de nodige slagkracht gaat aanpakken. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van het CDA. Naar aanleiding van het betoog van de heer Kuijten merk ik op dat twee zinnen gingen over actuele ontwikkelingen anno 2010. Ik snap dat in het betoog, maar ik stel wel voor dat wij het dadelijk in het debat naar aanleiding van hebben over de jaarrekening 2009 en niet over dat wat actueel is. U heeft voldoende andere gelegenheden om daar het debat over te voeren. Ik roep u op daar een consequente lijn in te trekken. De heer Hooijmaijers: Wat u daarnet zei, is mij uit het hart gegrepen. Ik wil u eigenlijk de vraag stellen of wij hier met de algemene beschouwingen bezig zijn of gaan wij hier iets doen naar aanleiding van de verslaglegging over 2009? Met alle respect voor de inzet die u toont, mijnheer Kuijten, maar ik dacht dat het over de verslaglegging van 2009 ging.
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
7
De heer Kuijten: Het is heel erg plezierig dat de heer Hooijmaijers mij uitdaagt. Ik voel mij toch enigszins aangesproken. Ook de jaarrekening kijkt natuurlijk vooruit. U noemt het jaar 2010, niet de VVD-fractie. Wij antwoorden gewoon op datgene wat het college noemt in de jaarrekening. De voorzitter: Daarom was mijn opmerking ook genuanceerd. Ik zei dat ik uw opmerkingen natuurlijk snapte, het mag ook gerust. Als u die doorloop maakt in uw openingsbetoog is dat prima, maar als het debat zo dadelijk neigt in de richting van wat doen wij met het chap en de ISD, zeg ik stop daarmee, dat doen wij op een ander moment. Dat is de teneur en volgens mij bent u het daar vanuit de doelstelling van de jaarrekening allen met mij eens. Ik dank u wel voor deze constatering. De heer Hooijmaijers: De verslaglegging over 2009 ligt voor ons. Het CDA heeft hem goed bekeken, onder dankzegging voor iedereen die hieraan meegewerkt heeft. Wat ons opvalt, is dat er veel, misschien wel te veel, blauwgedrukte cijfers in staan met als tekst als iets niet gerealiseerd is ‘te weinig personeel, stagnatie in de bouw’. De vraag van het CDA is om eens goed naar te kijken naar de verslaglegging in algemeenheid. Volgens ons kan de verslaglegging dan ook in een dunnere oplage geleverd worden. Het CDA heeft met het voorstel van € 2,7 mln. toch wel wat moeite. Het reserveren van € 100.000 voor een luchtkwaliteitsplan is voor onze fractie toch wel wat uitleg waard. Zo ook de € 90.000 van het voorstel voor een structuurvisie 2010. Wat te denken van een kleine € 28.000 voor de uitvoering van de strategische visie anno 2010? Deze hebben wij net gepresenteerd gekregen en als wij nu al met een uitwerking beginnen, wil ik weleens weten waar die gelden vandaan komen. Dit was in hoofdlijnen de bijdrage die wij over de verslaglegging wilden geven. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de PvdA. De heer Simon: De fractie van GroenLinksaf doet namens de fractie van de PvdA het woord. Mevrouw Odabasi: Ik beperk mij tot de grondexploitatie. Mijn collega gaat in op de financiële zaken. Ten eerste een compliment voor de duidelijk opgestelde nota, maar wel met een aantal opmerkingen over het beleid. De fracties van GroenLinksaf en PvdA maken zich enigszins zorgen over het gevoerde grondbeleid van de gemeente Waalwijk. Zoals in de afsluiting van de nota ook wordt aangegeven, loopt iedere gemeente met de grondexploitatie een behoorlijk risico. Er wordt gewezen op de huidige stand van de algemene reserve die net boven het absolute minimum staat. De te behalen winst vanuit Haven VII zou de redding moeten zijn. Nu de recessie nog volop bezig is en er meer bedrijven verdwijnen dan er bij komen, is onze vraag aan de portefeuillehouder op welke termijn hij verwacht dat de stand van de algemene reserve weer op een acceptabel niveau komt te staan? Wat als de verwachte winst uit Haven VII niet behaald wordt? Hoe groot is de kans dat wij volgend jaar rond deze tijd aan het bespreken zijn dat wij onder het absolute minimum zitten? Er zijn diverse schoollocaties die of al leeg staan of binnen afzienbare tijd leeg komen te staan. Worden er tijdig plannen ontwikkeld om leegstand en de daarmee gemoeide onnodige kosten te voorkomen? Een vraagje over het Hoefsvengebied; in de nota wordt alleen het zwembad genoemd. Nu er door de samenwerking met de gemeente Loon op Zand een nieuwe locatie is gevonden voor de gemeentewerf vragen wij ons af hoe het zit met het dierenasiel. Ik herinner mij het lijsttrekkersdebat waarin door alle partijen is ingezet op het zo spoedig mogelijk realiseren van een nieuwe locatie voor het dierenasiel. Portefeuillehouder, hoe
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
8
staat het ermee? In de nota wordt er met geen woord over gerept. Misschien toch nog mogelijkheden in het Hoefsvengebied? Als laatste een vraag over het centrum. Kan het college duidelijkheid geven over de plannen met betrekking tot De Els? Wij hebben diverse presentaties gezien en prachtige foto’s hoe mooi het allemaal gaat worden. Maar wij hebben ook geluiden gehoord waar wij niet zo blij mee waren. Bijvoorbeeld dat de investeerder nog steeds van de plannen kan afzien. Wethouder, wij hebben al heel veel moeite met het verwerken van de teleurstelling met betrekking tot het chap, laat staan dat daar De Els nog bij komt. De heer Den Braven: Vorig jaar begonnen wij onze bijdrage met de opmerking dat de crisis ons het leven moeilijk zou maken. Daar kunnen en willen wij nu ook niet aan voorbij gaan. Daarom doet het ons deugd dat deze financiële verslaglegging opent met een overschot van € 2,8 mln. Zeker als je weet dat er nog € 500.00 van de ISD bij gekomen is en nog wat geld van het RAV. Ook zit er voor het eerst weer echt ruimte voor ander beleid in de voorgestelde plannen voor de komende periode. Dat betekent dat wij nu kunnen kijken wie de politieke wil heeft om vast te houden aan de beloften die wij als Waalwijkse politiek zeer ruimhartig aan onze electoraat gedaan hebben; het ontzien van de zwakkeren in de samenleving. Wij zijn zeer benieuwd. Ik begrijp dat u nu denkt, mijnheer Hooijmaijers, dat ik de verkeerde bijdrage aan het voorlezen ben. Het is immers nu nog niet de avond van het kaderstellend debat. Nou nee, maar wel lees ik in dit financieel verslag enthousiast over zaken die in de komende periode geschrapt of gekort gaan worden. Dat maakt mijn vooruitkijken naar die kaderstelling wel actueel. Zo wordt er op pagina 25 van dit document gesproken over een op handen zijnde beleidsnota NME die door capaciteitsproblemen niet geactualiseerd en bijgesteld is. Aangezien er in de kadernota voorgesteld wordt de subsidie voor het NME project te stoppen, zouden wij daar onze organisatie in de toekomst niet meer mee hoeven te belasten en lijken wij de eerste bijkomstige extra bezuiniging zomaar al te pakken te hebben, zomaar willekeurig. Helaas, het NME project is wat ons betreft zeer zinvol en zou voortgezet moeten worden. Wij zien mogelijkheden om dat te doen. Daar heb je dus zo’n voorbeeld, het verleden is voorbij, de toekomst nog niet. Een mooi Engels spreekwoord zegt als het over de toekomst gaat, zijn er drie soorten mensen, mensen bij wie het gebeurt, mensen die zorgen dat het gebeurt en mensen die zich afvragen wat er nu precies gebeurd is. Bij de eerste en de laatste groep willen wij in ieder geval niet horen. Met name daarom heeft het ingaan op specifieke details van deze verslaggeving niet heel veel zin. Wij praten hier over een vorige raadsperiode en een ander college. Een volledig andere politieke realiteit dus. Onze opmerkingen en vragen zullen dan ook alleen gaan over een beperkt aantal zaken dat pertinent is voor de toekomst of opvallend is om andere redenen. Ik noem dan bijvoorbeeld het een aantal malen voorkomen van de zinsnede ‘capaciteitsproblemen’. Ik koppel daar de wetenschap aan dat het college van zins is de capaciteit te verkleinen. Het zal moeilijk zijn daar in dit document aan voorbij te gaan. Heeft het college er zicht op of dit soort zaken in de toekomst vaker zullen voorkomen? Dat alles dan weer met het oog op de voorgenomen inkrimping van de gemeentelijke inspanningen op niet primaire taakgebieden. Met het taalgebruik in de verslaglegging is helemaal niets mis. Pure poëzie soms. Op pagina 53 wordt gesproken over het cultuurbeleid. Mooie cijfers die dan weer gepaard gaan met prachtige woorden. Ik citeer: “Waalwijk wil een stad zijn met een zo hoog mogelijk graad van duurzaam cultuurbereik gebaseerd op de behoeften van potentiële cultuurconsumenten”. De afschaffing van het cultuurkompas gaat die toekomstige cultuurconsumenten zeker niet duurzaam verankeren in het Waalwijkse. Integendeel, ook is dit cultuurkompas nu juist een instrument waar het onderwijs zeer tevreden over is. Dat onderwijs willen wij toch zo graag laten doen wat wij denken dat goed is. Een
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
9
duidelijk slecht signaal, lege cijfertjes dus waar wij weinig mee kunnen, maar ze zullen best kloppen. Fijn is het ook dat er in het hoofdstuk cultuurhistorische waarde te lezen is dat er in de beleidsvoornemens 2009 niets nul gerealiseerd. Er is sprake geweest van serieus aanpakken en oplossen. Bruikbare informatie met enige historische waarde valt hier niet uit te halen. De mededeling over het chap op pagina 55 is weer zo’n voorbeeld van een door de realiteit, dan wel de kadernota achterhaalde informatie. Waar de verslaglegging nog hoopvol spreekt over de verwachting dat medio 2010, nu ongeveer, een conceptrealisatieovereenkomst zal worden voorgelegd, is het chap nu van de baan. Het Brabants Dagblad spreekt in dit kader over een gebrek aan ambitie van de gemeente en meent dat de schuld hiervoor ook bij de gemeente gezocht moet worden. Wij hebben al eerder geconstateerd dat het ambitieniveau van dit college niet echt hoog ligt. Wordt vervolgd. Wel vragen wij ons af in het kader van de verslaglegging wat er nu gebeurt met bijvoorbeeld reeds toegezegd provinciale subsidies rond het chap. Heeft het afblazen van het plan in deze richting consequenties? Bij het lokaal gezondheidsbeleid hebben de cijfers ook niet veel gedaan om duidelijkheid te verschaffen. Sterker nog, de modaliteit van het zittende college, toen en nu, klinkt nog steeds door in de gebruikte bewoordingen. Nog steeds wordt er gesproken over het gebruik van hard- en softdrugs en het misbruik van alcohol dat teruggedrongen zou moeten worden. Ik heb nog zeer scherp de foto van een landelijk zeer bekende expoliticus op het netvlies met een blik bier ferm in het knuistje geklemd en een T-shirt met sofdrugs erop die via de camera het Nederlandse publiek laat weten dat alcoholgebruik geen drugsgebruik is. Voor het vijfde jaar achter elkaar graag gelijkstelling in woord van alle vormen van drugs met minimaal daarbij de aantekening dat overmatig drankgebruik de Nederlandse samenleving jaarlijks rechtstreeks minimaal rond de € 3 miljard kost. Verder valt het op dat de nulmeting en de streefcijfers 2009 exact gelijk zijn aan elkaar en dat er nog niet duidelijk is wat de nu wel gerealiseerde cijfers zijn. Daar kunnen wij het mee doen. Capaciteitsproblemen of gebrek aan duidelijkheid. Wij zitten zeer zicht tegen de tweede helft van 2010 aan. Is de problematiek in Waalwijk zo complex dat die duidelijkheid nog niet gegeven kan worden? Opmerkelijk. Tijdens de commissievergadering over de verslaglegging zijn er van verschillende kanten opmerkingen gemaakt over het uitblijven van de verslaglegging van Parkmanagement over 2008. De beantwoording was teleurstellend. Wij constateren dat het er verdacht veel op begint te lijken dat wij ons als gemeente in een wespennest gestoken hebben. Er werden gouden bergen beloofd, een verdacht molshoopje is gerealiseerd. Wij zijn benieuwd naar de waarde van onze investering, is onze € 3,2 mln. meer of minder waard geworden? Feit is dat wij niet de snelle wonderoplossing voor ons vezelprobleem gekregen hebben die ons werd voorgehouden. Wederom een teleurstellend resultaat en volgens mij bespeur ik één duidelijke garantie voor de toekomst. Daar worden wij niet blij van. Een tweetal dingen rest mij. Op pagina 52 en 69 lees ik over het jeugd- en jongerenbeleid. Ik kan niet anders dan constateren dat het slecht gesteld is met Waalwijk. De streefcijfers worden fors overschreden en wij hebben weer meer schoolverlaters zonder startkwalificatie. Dit gekoppeld aan het veel hoger dan ingeschatte verzuim geeft te denken voor de toekomst. Er zal in de komende jaren een grotere krapte op de banenmarkt komen en juist daarom is het belangrijk paal en perk te stellen aan voornoemde zaken. De mededeling dat de toename zou komen door verbeterde registratie verandert niets aan de cijfers. Sterker nog, als je niet zeker bent van de validiteit van je cijfermateriaal neem ze dan niet op in een officieel document. Nu staan de cijfers er en wij kunnen niet anders dan erop reageren.
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
10
Als laatste een specifieke opmerking met daaraan gekoppeld een algemene observatie. Op de pagina’s 85 tot 88 praten wij over de bouwgrondexploitaties algemeen en centrum. Een opvallend stukje omdat van de 14 voorgenomen zaken er één gerealiseerd is. Een zeer mager hoofdstuk. In het algemeen is het in de verslaglegging opvallend dat, om een heel scala van redenen, nogal wat voornemens niet gerealiseerd zijn. Een oud spreekwoord vertelt ons waar deze goede voornemens gebruikt als plaveisel over het algemeen toe leiden. Ik ben benieuwd of wij in de toekomst met een kleinere gemeentelijke organisatie meer zullen kunnen realiseren. Met minder mensen meer doen dat is pas efficiënt, creatief en vernieuwend. Een aantal zaken heb ik niet genoemd. Dat kan zijn omdat wij ze voor kennisgeving aannemen of omdat ze onderdeel zullen uitmaken van onze argumentatie bij de kaderstelling. Voor deze verslaglegging is door de accountant decharge verleend. Op zich zullen de cijfers dan ook wel kloppen, daar zijn cijfers over het algemeen erg goed in. Wij nemen er dan ook genoegen mee, zeker gezien het feit dat ik op pagina 113 kan lezen ‘tevreden te zijn met het smart opstellen van de begroting’. Dat was voor mij nieuw. Een smarte conclusie, dus zal die voor dit verslag ook wel gelden als zegt de staat van het boekwerk met één keer doorlezen misschien ook wel iets over de waarde van de daarin opgesloten cijfertjes. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van Werknemersbelang. De heer Broeders: Namens de fractie van Werknemersbelang een korte bijdrage naar aanleiding van de financiële verslaglegging over het jaar 2009, waarin wij ons beperken tot het preadvies omdat in de financiële commissie van vorige week donderdag deze verslaglegging uitvoerig is behandeld. Ook sluit ik mij namens onze fractie aan bij de eerder gegeven complimenten aan het adres van de samenstellers van deze verslaglegging. Dit jaar sluit het rekeningresultaat met een batig saldo van € 2.775.875. Dit is mede tot stand gekomen door oplettendheid van twee OBOR-medewerkers die zich vijf jaar lang tegen het nutsbedrijf Enexis hebben verzet. Mede hierdoor heeft een verrekening plaatsgevonden van de verleggingskosten van kabels en leidingen bij de wegconstructie die een meevaller opleverden van € 670.000. Ik moet mijn complimenten maken aan deze medewerkers. De fractie van Werknemersbelang heeft zich nadat de nutsbedrijven waren geprivatiseerd al eerder uitgesproken om over het leggen van kabels en leidingen precariobelasting te heffen. Onze fractie zou het college dan ook willen verzoeken om deze mogelijkheid opnieuw te onderzoeken. Het is voor ons fractie niet geheel duidelijk waarom € 15.600 moet worden ingezet voor het toezicht op het aanleggen van het glasvezelnet. Voor een net dat volgens mij al gereed is, is dat niet een verplichting voor Parkmanagement of ParkNed die verantwoordelijk zijn en de controle moeten uitvoeren? Ook is het voor onze fractie niet geheel duidelijk waarom de voortuinen in Bloemenoord voor € 45.000 moeten worden ontruimd. Wat is de reden dat deze kabels eraf moeten? Is het niets voor het nutsbedrijf? Dit zijn de vragen naar aanleiding van de bestemming van het batig rekeningsaldo. De accountant heeft een goedkeurende verklaring afgegeven over deze jaarrekening en heeft een controle uitgevoerd op de rechtmatigheid en zijn goedkeuring hieraan gegeven. Ik wil de organisatie hiermee feliciteren. Op een aantal beleidszaken komt onze fractie bij de kaderstelling natuurlijk uitvoerig terug. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van D66. Mevrouw Ruygt: Aangezien wij een kleine fractie zijn, hebben een heleboel fracties het gras al voor onze voeten weggemaaid en lijkt het mij zinvoller om de vergadering wat korter te laten duren door daar niet verder op in te gaan. Ik heb wel een opmerking. Zoals aangekondigd zouden wij op het onderdeel Parkmanagement in samenhang met de Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
11
jaarrekening terugkomen. Mijn fractie heeft grote problemen met het ontbreken van de jaarrekeningen 2008 en 2009, temeer daar in deze raad al vaker aandacht is gevraagd voor de situatie rondom Parkmanagement. Wij menen dat bij het ontbreken van jaarrekeningen geen decharge kan worden verleend, laat staan dat de resultaten van Parkmanagement onderdeel van de nu goed te keuren algemene jaarrekening kunnen uitmaken. Wij maken daarbij ons eindoordeel dan ook een voorbehoud voor. Bovendien heeft u een onderzoek naar de gang van zaken bij Parkmanagement aangekondigd, hetgeen ons des te voorzichtiger maakt om niet te zeggen kopschuw. Waar gaat dit onderzoek over? Wat is de relatie met de resultaten van Parkmanagement? Hoe kunnen die door eventuele bevindingen worden beïnvloedt? Hebben de commissarissen voldoende controle uitgeoefend nu blijkt dat vitale cijfers al twee jaar ontbreken en er kennelijk reden is voor onderzoek? Temeer daar ik heb begrepen dat commissarissen ook leden van het college zijn. Wij willen daarom van u de verzekering dat de jaarcijfers van Parkmanagement geen verliezen voor de gemeente kunnen opleveren die alsnog van invloed kunnen zijn op de algemene jaarrekening. Als commissarissen moeten de betrokken wethouders daar inzicht in hebben. Bovendien willen wij ook de verzekering dat alles op alles gezet wordt om nu zo snel mogelijk jaarcijfers te verkrijgen en dat zulke onaanvaardbare vertragingen nooit meer optreden. Wij begrijpen dat er nog geen jaarrekening kan zijn van Parkmanagement dochter ParkNed, maar toch stemt het bovenstaande ons niet gerust. Wij hebben vernomen dat ParkNed er nog lang niet aan haar streefcijfers voldoet en pas 100 gerealiseerde aansluitingen heeft waar er 300 begroot waren. Deze situatie baart ons grote zorgen. Wij willen graag volledig inzicht in de gang van zaken en de levensvatbaarheid van ParkNed, ook in het licht van het eerder door u genoemde onderzoek. Ten slotte vragen wij ons als nieuwkomers in deze raad sterk af of het verstandig is dat de gemeente met deelneming in zulke risicovolle ondernemingen als Parkmanagement en indirect ook ParkNed participeert. Wij vragen ons af wat het kleine ParkNed te zoeken heeft te midden van de veel grotere marktpartijen die ook in ons gebied actief zijn. Denk aan KPN die ook infrastructuur heeft op ons industrieterrein. Graag uw visie daarop. De heer Den Hollander: Ik mag nog even inzoomen op een apart onderdeel van de jaarrekening. Dank voor de toezending daarvan. Het gaat om de nota grondexploitatie 2010 waarin aanvankelijk een aantal algemene principes wordt aangedragen en vervolgens per project een heleboel wordt afgelopen. Aan de hand daarvan de volgende opmerkingen. Algemeen; Waalwijk voert een actief grondbeleid en gedraagt zich dus als marktpartij met alle risico’s van dien. De contouren van die risico’s worden in de nota grondexploitatie 2010 vrij scherp duidelijk. Wegens tegenvallende verkopen is de boekwaarde van de portefeuille weer gestegen, terwijl deze juist had moeten dalen als gevolg van succesvolle verkopen. Daarop drukt nu een rentelast die inmiddels ook is gestegen tot € 2,7 mln. in 2009 alleen al. Vervolgens balanceert de reserve grondexploitatie gevaarlijk rond het absolute minimum van € 5 mln. De totaal planbeheers- en administratiekosten op al die gronden belopen ruim € 2,5 in 2009. Als je het allemaal totaliseert, kom je aan bijna € 26 mln. in totaal, overigens met inbegrip van de kosten tot aan 2010. Wij begrijpen dat Waalwijk de markt niet kan bepalen, maar als actieve marktpartij loopt zij wel nu het volle risico van de stagnerende markt. Dit even algemeen en naar aanleiding daarvan een aantal punten. Wij zouden graag een passievere opstelling hebben van de gemeente en doen een klemmend beroep op het college om zich de komende jaren tenminste meer te gaan richten op publiekprivate samenwerkingen als tussenvorm tussen het direct actief en het geheel passief optreden op de markt, al begrijpen wij dat er uitzonderingen mogelijk moeten blijven. Wij zullen niet de eerste gemeente zijn welke de grondexploitatie
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
12
langzamerhand als een financiële molensteen om de nek komt te hangen met alle gevolgen van dien. Wij zouden graag uw visie daarop vernemen. Wij zouden aan de hand van de vele kosten die wij hebben gevonden in deze nota op het gebied van uitbundig planbeheers- en administratiekosten graag meer prioriteren. Ik begrijp dat ik ook nu weer naar de toekomst kijk, maar ik wil het toch graag gezegd hebben. In navolging overigens van wat Lokaal Belang hier al opmerkte. Wij zijn geschrokken van het totaal van die kosten en pleiten er sterk voor om vanaf heden te prioriteren en daarbij een aantal kosten op projecten die wellicht niet per se noodzakelijk zijn ongedaan te maken door ze niet uit te voeren. Dat betekent dus kiezen voor projecten die absoluut voorrang hebben en de rest voorlopig in de ijskast, als ik het zo onparlementair mag uitdrukken. Graag uw prioriteringsvisie op dit punt. Verder zien wij gaten in de gemeente Waalwijk. Ik hoef dat niet te herhalen, want GroenLinksaf en de PvdA hebben daar ook al opmerkingen over gemaakt. Toch zouden wij graag uw visie hebben op het snel oplossen van de gaten die zijn ontstaan, zoals bijvoorbeeld de bouwval, zo mag je hem misschien zo langzamerhand noemen, van het Willem van Oranjecollege en vele vergelijkbare voorbeelden. Vervolgens zouden wij het college willen oproepen tot het zo snel mogelijk oplossen van het inmiddels bereikte absolute minimum van de reserve grondexploitatie. In zoverre dat deze nu met enig kunst- en vliegwerk net € 10.000 boven dat absolute minimum wordt gehouden en dat wij, als wij die niet per ultimo 2011, volstorten tenminste tot het minimum van € 7 mln. meteen de algemene reserve moeten aanspreken volgens eigen regels. Die is nu al te klein en dus ontoereikend. Het zou onze armslag geheel verlammen als daar geen oplossing voor komt. Op onze eerdere vragen in de commissie gaf de verantwoordelijke wethouder aan te verwachten dat deze aanvulling eind 2011 wel gerealiseerd zal zijn uit de winst grondverkopen Haven VII. Wij vinden dat een vrij gevaarlijke wissel op de toekomst en zien graag een geleidelijker volstorting van die reserve in de tijd die ons rest. Graag uw visie daarop. Ten slotte wil ik aandacht vragen voor een ander aspect, dat is wat ik hier heb genoemd de dwang bij het aangaan van overeenkomsten/boeteclausules. Wij krijgen de indruk dat Waalwijk zich nogal coulant opstelt ten opzichte van derden, partijen en ontwikkelaars als het gaat over concrete projecten. Er wordt wellicht te weinig dwang uitgeoefend op de realisering daarvan. Ook dat dreigt ons geld te kosten. Het gaat hier om rentelasten, subsidies en beheerskosten. Een voorbeeld daarvan is de voorgenomen bouw van woningen op het voormalig Jack Hermansterrein, of heet het tegenwoordig C1000, ik weet het niet precies. Het is in elk geval in de Antoniusstraat. U heeft nog precies zes dagen de tijd vanaf nu om die bouw te laten beginnen, anders lopen wij een rijkssubsidie van bijna € 130.000 mis. Of moeten wij die misschien zelfs terugbetalen? Wij krijgen de indruk dat het aan druk bij de realisering van dit soort projecten ontbreekt en dat derden daardoor onze financiële positie kan benadelen. Wij zullen het in dit verband maar niet over De Els hebben. De vraag is bent u bereid bij overeenkomsten straffelijke clausules in te bouwen ter voorkoming van dit soort schade, bijvoorbeeld in de vorm van boeteclausules bij het niet nakomen van oorspronkelijke planningen en overeenkomsten? De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de ChristenUnie. De heer Van Helden: Evenals vorige jaren maakt onze fractie het college en de betreffende ambtenaren haar complimenten voor het jaarverslag 2009 en de nota grondexploitatie. Het zijn twee goed leesbare en overzichtelijke verslagen die uitvoerig zijn beantwoord. Bovendien bevat het jaarverslag een positief oordeel van de accountant. De opmerkingen in het accountantsverslag zijn door het college naar tevredenheid beantwoord, evenals de vragen gesteld door mijn collega tijdens de commissievergadering. Wij concluderen dat bij de gemeente Waalwijk de financiën onder Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
13
druk staan, maar dat deze op een professionele en verantwoorde manier worden aangepakt. Zeker op dit moment nu wij financieel moeilijke jaren hebben en moeilijkere jaren tegemoet gaan is dat een belangrijk gegeven. Een belangrijke taak van de gemeente is de inrichting van het grondgebied van de gemeente. Ik ga even in op de nota grondexploitatie. Dat is niet eenvoudig, maar de gemeente beschikt weleens waar over een nieuwe wet Ruimtelijke Ordening en de nodige bestemmingsplannen, maar het belangrijkste gegeven is de beschikbaarheid van de benodigde gronden en de grondverwerving. Daar wil ik het op toespitsen. Het kopje strategische grondaankopen licht het beleid toe wat u hierin volgt. Daar heb ik een paar vragen over. Op pagina 8 onder 2.4 kunnen wij lezen dat de gemeente Waalwijk per 31 december 2009 voor ongeveer € 24 mln. boekwaarde aan grond heeft. Dit is verdeeld over cultuurgrond en nog niet in exploitatie genomen gronden met een respectievelijke boekwaarde van € 3,13 en € 10,04 per m². Wij lezen verder op pagina 9 onder 3.1 en dan kunnen wij er vanuit gaan dat de grondprijzen die ik daarnet genoemd heb de geactualiseerde kostprijs zijn. Kijken wij naar de aankoopprijs van de gronden in 2009, die wij vertrouwelijk konden inzien, dan is de koopprijs vele malen hoger. Wij denken dat wij er vanuit kunnen gaan dat er in het verleden een veel hogere aankoopprijs was dan de geactualiseerde kostprijs. Kunt u aangeven hoe het verschil tussen de geactualiseerde kostprijs en de aankoopprijs wordt weggeschreven in de gemeentelijke boekhouding? Kunt u toelichten hoe dit zal gaan met strategische grond aangekocht in Waspik 10 jaar geleden, 15 hectaren. Ik spreek dan over de gronden van Boons voor meer dan enkele miljoenen, die nu in de boeken staan voor € 10,04 per m²? Graag horen wij van u hoe zich dit oplost als de aankoopprijs zo niet tonnen, maar miljoenen hoger is dan de geactualiseerde kostprijs. In december 2009 is de stand van de grondexploitatie net boven het absolute minimum van € 5 mln. Door de raad wordt € 7 mln. als minimum gesteld. U schrijft dat er op basis van bestaand beleid nog geen beroep gedaan hoeft te worden op de algemene reserve. Onze vraag is houdt u er met de prognose van de algemene reserve rekening dat dit weleens moet gebeuren? Zeker nu met de bezuinigingen de kans groot is dat de algemene reserve steeds meer wordt aangesproken. Wij houden het kort, in het algemeen stemt het verloop van 2009 ons tot dankbaarheid. Uiteraard zijn er punten van kritiek, maar die zullen er altijd wel blijven. Het is immers een stukje terugkijken. Wij komen straks bij de kaderstelling terug op een aantal punten waar wij in de toekomst verder mee willen. Alles overziend mogen wij constateren dat de uitvoering van het beleid zoals eerder was vastgesteld bij het college in goede handen is en was. Wij bedanken daarvoor het college en alle ambtelijke medewerkers, maar bovenal gaat onze dankbaarheid uit naar God die hen daarvoor de kracht heeft gegeven. Tot zover onze reactie op de verslaglegging 2009 en de nota grondexploitatie. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de SGP. De heer Tiemstra: Graag een enkel woord vanaf deze plaats. Graag sluiten wij ons aan bij de dank en complimenten die zijn gegeven voor alle werkzaamheden die ten grondslag liggen aan de nota grondexploitatie en de verslaglegging. Een aantal vragen door collega-raadsleden gesteld, mag worden beschouwd als ook namens de SGP-fractie gesteld. Overigens sluiten wij ons in eerste termijn ook aan bij de bijdrage van de VVD. De voorzitter: Ik stel het volgende voor. Het college gaat nu de beantwoording doen. Kunnen wij een werkafspraak maken in verband met de veelheid aan onderwerpen om het college een tijd te geven om de zaken af te werken en daarna bijvoorbeeld te zeggen in eerste termijn nu zijn die antwoorden gegeven? Anders krijg je heel vaak van dat wilde ik nog zeggen. Misschien is het efficiënt om te zeggen zij antwoorden, daarna volgt Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
14
uitgebreid debat vanuit de raad in eerste instantie. In tweede instantie heeft u daarna het woord. Ik vraag u dus om niet snel te interrumperen bij de leden van het college. Ik heb nog een motie vreemd aan de orde en er is een aantal mensen dat het voetballen wil zien, dus ik kijk naar middelen die het mogelijk maken om die doelstelling te halen. De heer Tiemstra: Ik begrijp uw oproep, maar ik zou er toch voor willen pleiten dat inhoud voor het voetbal gaat. De voorzitter: Ik denk dat dit samen kan gaan. Dat is het mooie van mijn voorstel. Wethouder Van Groos: Dank u wel voor de complimenten die u heeft uitgesproken over de verslaglegging. Ik zal ze graag doorspelen aan degenen die daar de meeste tijd aan hebben besteed. Ik zal op een aantal algemene punten ingaan. Ik snap dat een aantal van u de jaarrekening 2009 beoordeelt met de bril van 2010 en de bezuinigingsopgave die voor ons ligt. Dat past niet bij de jaarrekening 2009. Wij beoordelen het zoals die via een begroting aan u is voorgelegd in 2008 en hoe wij dat in 2009 hebben gedaan. Als de gecombineerde fracties van GroenLinksaf en de PvdA allerlei citaten voorlezen uit dit boekwerk, grijpen zij terug op teksten die in 2008 zijn voorgelegd aan de raad met de begroting. Als wij dat zouden veranderen omdat wij nu in een andere tijd leven, zouden wij doen aan geschiedvervalsing. Wij hebben gewoon dezelfde tekst opgenomen. Het enige wat nieuw is, is in feite wat hebben wij daarvan uitgevoerd, wat hebben wij niet gedaan en waarom niet. Een reactie nog op de vragen van de heer Kuijten en daarna loop ik de fracties langs. De heer Kuijten wil graag meer zicht hebben op de realisering van de taakstellingen. Dat kunt u wensen, maar ik denk dat het belangrijkste is dat wij u melden dat die taakstellingen gerealiseerd zijn. Hoe ze zijn gerealiseerd, is iets van de organisatie en van het college. Het belangrijkste voor u is dat ze zijn gerealiseerd. U trekt naar aanleiding van de paragraaf over de personele kosten de zaak uit elkaar en zegt dat wij veel meer hebben ingehuurd, u verwijst naar pagina 139, dan dat er is begroot. Volgens mij moet u het juist in samenhang zien. Bij de personeelslasten staan natuurlijk de mensen die vast op onze loonstaat staan. Wat wij moeten inhuren is over het algemeen dan wat je van te voren begroot omdat wij altijd zitten met inhuur vanwege ziekte en vacatures. Wat veel belangrijker is, is wat er in totaal onder de streep staat aan wat er aan personeel wordt uitgegeven. Daar was begroot € 25 mln. en de werkelijke kosten waren € 24 mln. Per saldo hebben wij daarin een voordeel. Als wij de cijfers van inhuur vergelijken met die van een aantal jaren geleden, is dat aanzienlijk minder. Wij zijn erg terughoudend als het gaat om inhuur, maar de taken moeten wel uitgevoerd worden. De heer Kuijten bij interruptie: Mag ik een vraagje stelle? De voorzitter: De bedoeling van mijn opmerking daarnet was dat ik snap dat dit moet gebeuren. Debat is goed, maar als u de wethouder even de gelegenheid geeft om wat verder te gaan, pakken wij dat dadelijk op. U schrijft op daarover moet ik hem nog bij zijn lurven grijpen, of zoiets. Wethouder Van Groos: Dat biedt mij ondertussen de gelegenheid om na te denken waar mijn lurven zitten. Ik merk dat vanzelf. U maakte ook een opmerking over de liquiditeitspositie die aanzienlijk zou zijn verslechterd. Volgens mij hoef ik u niet uit te leggen hoe het gaat met een liquiditeitspositie. Dat is een momentopname. Als er het ene jaar vlak voor 31 december een flinke hoeveelheid grond wordt verkocht met de nodige opbrengst staan er ineens miljoenen op de rekening. Als dat aan het einde van het jaar daarop niet het geval is, komt u inderdaad tot grote verschillen. Dat zegt niets. Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
15
U weet dat lokale overheden daarvoor terecht kunnen bij de BNG als hun liquiditeitspositie wat problemen geeft. Een incidentele uitkering, wij houden dat in de gaten en zorgen ervoor dat wij niet te veel geld kwijt zijn aan rente. U maakte ook een opmerking over deelnemingen die ik toch niet helemaal kan plaatsen. U zegt wij hebben veel te weinig inzicht, maar dan verwijs ik u toch graag naar de pagina’s 153, 154 en 155 waar van alle verbonden partijen wordt aangegeven wat de aard van de activiteit is, met de financiering, wat onze bestuurlijke betrokkenheid is en welke ontwikkelingen en risico’s er zijn. Er staat bijvoorbeeld vermeld over Brabant Water dat dividend niet wordt uitgekeerd. Dat is helaas al jaren het beleid. Zo is dat ook afgesproken door de aandeelhouders. Daar doen wij op dit moment niets aan. Het staat er allemaal in. In algemene zin kan ik ook nog melden, u ging daar ook op in en zei dankzij de incidentele meevallers, dankzij de incidentele meevallers hebben wij dit keer een heel ruim overschot. Voorgaande jaren waren wij blij met incidentele meevallers, want als wij die niet hadden gehad, hadden wij echt een tekort. Dat is voor 2009 niet het geval geweest. Waar ik mij eerder teleurgesteld over gevoeld heb, is de grote hoeveelheid overhevelingen die wij hebben toegepast. Meer dan mij lief is, want dat betekent gewoon dat werk niet is uitgevoerd. Daar hebben wij zelf nog in vergelijking met het voorstel dat in december 2009 door u is afgetimmerd noodzakelijkerwijs nog iets aan toe moeten voegen waar helaas de toelichting niet vergelijkbaar is met hoe te doen gebruikelijk bij voorstellen. In de richting van de heer Broeders zou ik nu een korte toelichting willen geven, want hij heeft daar nadrukkelijk naar gevraagd. Waarom moet er geld worden overgeheveld voor de uitvoering van de strategische visie? Het antwoord is dat de werkzaamheden niet in 2009 zijn afgesloten, maar in 2010. De raad heeft er ook pas in 2010 over gesproken en dus moet je het budget nog voor een deel overdragen naar 2010 om de rekening te kunnen betalen. Omdat het traject van de strategische visie langer heeft geduurd konden wij ook nog niet starten met de structuurvisie. Dat was wel de hoop. De structuurvisie volgt na de strategische visie. Als die pas in 2010 wordt vastgesteld zul je de middelen voor de structuurvisie ook moeten overhevelen naar 2010. De uitvoering van het luchtkwaliteitsplan heeft te maken met het volgende. De middelen die daarvoor beschikbaar zijn, hadden wij willen gebruiken voor het instellen van een groene golf op de zogeheten zuidas. Dat wil zeggen de Mozartlaan/Blijde Inkomstenlaan. Daar zou de Provincie in meehelpen, maar dat ging op het laatst toch niet door. Dat kregen zijn niet voor elkaar en daarmee viel ons financieringsverhaal enigszins onderuit. Wij willen dat nog steeds realiseren, vandaar dat wij aan u vragen via dit voorstel om die € 100.000 naar 2010 door te schuiven. Een aantal fracties noemt de prestaties en de prestatieindicatoren. Wellicht dat de burgemeester daar zo meteen nog op ingaat. Wij zullen dat voor een deel proberen te verbeteren voor 2010 ten opzichte van 2009. De begroting voor 2010 heeft u al vastgesteld. Ook daar worden weer dezelfde zaken genoemd. Er zijn heel veel onderzoeken nodig, terwijl daar juist op bezuinigd is. Wij zullen proberen om toch zo veel mogelijk prestatie-indicatoren te geven zonder daarvoor allerlei onderzoeken te hoeven uitvoeren. Precario op de leidingen, een specifieke vraag die al eerder aan de orde gesteld is. Het mag niet is mijn informatie. Er zijn wellicht gemeenten die dat nog steeds doen, maar het mag niet. Wellicht kunnen wij u dienen door nog een keer aan te geven waarom het niet mag. Naar aanleiding van het begeleidende raadsvoorstel zijn vragen gesteld over de Enexis-vergoeding. Waarom is er toezicht nodig op de aannemers voor glasvezelnetwerken? Omdat die simpel gezegd heel Waalwijk open leggen met gleuven, daar de kabel in leggen en vervolgens weer alles dichtgooien als je niet oppast. Je moet er juist voor zorgen dat zij op een goede manier de straat open leggen, dat het verkeersveilig is en dat het vervolgens weer wordt herstraat zodat het in kwaliteit blijft. Het ontruimen van de voortuinen Bloemenoord; volgens mij had u die vragen beter in de Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
16
commissie kunnen stellen of technisch, maar ik zal kort een antwoord geven. Het is onze grond die in gebruik gegeven is aan de bewoners. Zij hebben die al tientallen jaren in gebruik. Nu moeten de kabels en leidingen vervangen worden en moeten mensen hun voortuinen leegmaken. Zij hebben daar lang niet altijd op gerekend, want er zijn inmiddels andere mensen komen wonen. Wij helpen ze daar een stukje bij door de rommel af te voeren. Mevrouw Ruygt gaat nadrukkelijk in op de relatie tussen onze jaarrekening en die van Parkmanagement en ParkNed. Die relatie is er ik zou haast zeggen formeel niet. Wij hebben al eerder geprobeerd dat aan u uit te leggen. U was ook aanwezig in het auditcomité toen hierover gesproken is. U zegt hoe kunnen wij decharge verlenen als dit er niet is. Dat kunt u rustig als de accountant een goedkeurende verklaring geeft en ook kijkt naar deelnemingen. U hoeft op dat punt niet ongerust te zijn. Bovendien zijn er zwarte cijfers geschreven. Wethouder Van Dongen zal daar nog wel op ingaan. U stelt nog ter discussie of de gemeente Waalwijk wel glasvezel moet aanleggen. Die discussie is in mei 2009 al in de raad gevoerd toen het ging om het beschikbaar stellen van het geld. U kunt daar nu anders over denken, maar het besluit is genomen. U kunt zeggen er zijn marktpartijen, maar die marktpartijen doen niet alles. Zij halen alleen de krenten uit de pap. Zij kwamen pas in beweging toen de gemeente Waalwijk nadrukkelijk aangaf wij willen ons daarmee gaan bezig houden. Bovendien is het voor ondernemers financieel veel aantrekkelijker om van de voorzieningen van ParkNed gebruik te maken omdat die niet zo commercieel zijn ingesteld. Zij kunnen er, en dat is denk ik in deze tijd heel belangrijk, heel veel geld op verdienen door gebruik te maken van het glasvezel van ParkNed. Dat zijn in grote lijnen de punten waar ik op in moest gaan. De voorzitter: Wie van u naar aanleiding van deze beantwoording? De heer Kuijten: Wat betreft de personele lasten merkte de heer Van Groos op dat je de inhuur in samenhang met het personeel wat gewoon in vaste dienst is moet bekijken. Ik heb alleen geconstateerd dat er een verschuiving is van intern vast personeel, naar extern personeel, het inhuren van derden. Dat bedraagt € 1 mln. meer dan aanvankelijk de bedoeling was. Ik heb u gevraagd om daar terughoudend mee te zijn en vast personeel voorrang te geven met arbeid boven het inhuren van extern personeel. Ten aanzien van de deelnemingen zegt de heer Van Groos op pagina 153 geven wij alle deelnemingen weer met daarbij alle consequenties. Dat moeten wij voetstoots aannemen zonder dat wij daarbij achterliggende stukken hebben. Ik verwijs u naar het accountantsrapport pagina 7 waar expliciet wordt vermeld dat het voor het samenstellen van de jaarrekening noodzakelijk is dat ook de jaarrekening van Parkmanagement, waar wij als gemeente voor 100% eigenaar van zijn, ter inzage wordt gelegd voor de raad ter beoordeling van de risico’s die daaruit voortkomen. Wethouder Van Groos kan het wel afdoen met die pagina’s, maar dat is voor ons te gemakkelijk. Wij zouden ook graag de achterliggende stukken hebben. Bovendien geven de statuten van Parkmanagement, die door ons zijn vastgesteld, expliciet aan de datum op welke moment de jaarrekening aan de raad moet worden toegezonden. Ik zou de heer Van Groos er toch op willen wijzen in de toekomst wat zorgvuldiger met die punten om te gaan omdat hier namelijk risico’s in zitten die van groot belang zijn voor het dienstjaar 2009 waarover wij nu spreken. De liquiditeitspositie die bijna met € 25 mln. is verslechterd, niet op een bepaalde datum, maar u spreekt van ultimo. De heer Van Groos doet dat af met ‘dan kunnen wij toch geld lenen bij de BNG’. Natuurlijk kunnen wij geld lenen, maar of je nu in de plus staat bij de BNG of in de min, dat betekent natuurlijk geweldige rentekosten. Daar heb ik op gewezen om daar in verband met de liquiditeitspositie heel zorgvuldig mee om te gaan. Bovendien zegt u dat het een momentopname is, maar u schrijft zelf in de jaarrekening dat de verslechtering van de liquiditeitspositie een gevolg is van de teruglopende Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
17
grondverkopen. Gelet op de onzekere markt op dit moment ten aanzien van de gronden durft de VVD de stelling aan dat het hier niet een incidenteel moment is, maar dat dit van structurele aard is. Zeker voor de komende drie tot vijf jaar. De heer Van Groos zegt de taakstellende budgetten heeft u bij de begroting goedgekeurd en u moet het aan het college overlaten hoe en wanneer wij die invullen. Ik vind dat ook nogal wat gemakkelijk gezegd. Er waren stelposten voor een bedrag van € 2mln. Ik zou het toch plezierig gevonden hebben dat juist met name over de stelposten toch een expliciete verklaring zou worden gegeven aan de raad op welke wijze deze stelposten gerealiseerd zijn. Wethouder Van Groos: Ik snap niet waar de heer Kuijten het vandaan haalt dat wij aan extern personeel voorrang zouden verlenen boven eigen personeel. Dat is niet het geval. Als het gaat om de deelnemingen noemde de heer Kuijten in eerste instantie ook andere bedrijven dan Parkmanagement en ParkNed waar wij natuurlijk wel een nadrukkelijker relatie mee hebben, maar dan verbaast mij het feit dat als de heer Kuijten weet waarom die jaarrekeningen er nog niet zijn hij het nodig acht dat punt nu te maken. Er is uitgelegd dat er twijfel was over de wijze waarop het beleid is gevoerd en dat daar onderzoek naar uitgevoerd is. Dat daarom de commissarissen ook nog geen rekeningen wilden vaststellen en decharge wilden verlenen. Met als gevolg dat u de rekeningen nog niet kon zien. U heeft zelf kunnen lezen, dat is van de kant van het college bevestigd, dat de jaarrekening voor 2010 op tijd ter inzage zal worden gelegd. Wij snappen natuurlijk wel dat u vanuit de controlerende rol wilt weten hoe het met Parkmanagement en ParkNed zit. Als het gaat over de liquiditeitspositie heeft u natuurlijk gelijk dat als de grondverkopen tegenvallen er minder liquide middelen binnenkomen. Wij hebben dat niet helemaal in de hand. Je maakt een liquiditeitsprognose en je houdt daar rekening mee met je treasury. Je stelt dat bij op het moment dat je moet constateren dat de inkomsten wat minder zijn dan je had gepland. Het liefst niet door de lenen, want daar hangen inderdaad rentekosten aan. Daarmee kun je wel de tijd overbruggen als het geld later alsnog binnenkomt. Dat u meer duidelijkheid wilt over de taakstelling dat kunnen wij misschien regelen. Ik heb gezegd hoe wij er tegenaan kijken. Het belangrijkste is dat de taakstellingen gerealiseerd worden. De heer Kuijten: Nog een korte opmerking en dan stop ik mijn bijdrage. Ten aanzien van de personele lasten constateer ik op pagina 239 dat u geraamd heeft, ik rond de bedragen af, € 22 mln. aan personeelslasten en dat u € 21 mln. uitgeeft. Dat betekent dat u € 1 mln. beneden uw budget aan vast personeel in dienst heeft. Tegelijkertijd constateer ik dat de inhuur van derden stijgt van € 2 mln. naar € 3 mln. In concludeer daaruit dat er een verschuiving plaatsgevonden heeft van intern personeel naar extern personeel. Ik kan mij ook nog voorstellen dat dit in bepaalde gevallen verantwoord is. Ik wil alleen maar wijzen op de taakstelling die wij hebben voor 2010 en volgende jaren ten aanzien van het personeel. Ik heb u verzocht om terughoudend te zijn met het inhuren van derden en als het even kan het werk door onze eigen mensen te laten doen. Dat is de opmerking die ik wil maken. Wethouder Van Groos: U vertekent toch de situatie. Als er een vacature ontstaat en wij menen dat het noodzakelijk is dat deze vervuld wordt, gaan wij werven. In de tussentijd kunnen wij het werk niet stil laten liggen dus zijn wij soms genoodzaakt om in te huren, zeker in het tijd dat het moeilijk is om vacatures in te vullen. Voor sommige functies is dat heel lastig. Soms is het beter om in te huren. Op het moment dat je voorziet dat er veranderingen kunnen ontstaan, kun je beter even tijdelijk inhuren dan iemand in dienst nemen en een contract aanbieden waaraan je voor langere tijd vastzit. Ik vind het dan Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
18
veel belangrijker dat er onderaan staat dat er begroot was € 25.133.000 mln. en dat er is uitgegeven € 24. 891.000 mln. De heer Kuijten: Ik kan mij niet voorstellen dat u niet gewoon kunt toezeggen dat u met het inhuren van derden terughoudend moet omgaan. Dat is het enige wat wij vanavond op dit punt aan u mee willen geven. Ik vind het wat flauw dat u zich op deze manier probeert te verdedigen, want hiermee doet u geen recht aan de opmerking die gemaakt is. Wethouder Van Groos: Volgens mij doen wij dit. Wij zijn terughoudend ten aanzien van het inhuren van derden. De heer Den Braven: Ik kan kort zijn. Even twee reacties naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Van Groos. Hij zei u gebruikt allerlei citaten uit dat stuk. Dat zijn teksten die geaccordeerd zijn in 2008. Dat is waar. Ik heb ook geen commentaar geleverd op de teksten, maar op de invulling ervan in 2009 en de voorziene invulling daarvan in 2010. Niet op de teksten zelf dus, maar op wat ermee gebeurd is. Dat zijn twee verschillende dingen. Over Parkmanagement wil ik toch nog een opmerking maken, omdat ik dit ook genoemd heb in mijn bijdrage. De accountant heeft, dat hebben wij ook bij het auditcomité mogen horen, nadrukkelijk vraagtekens gezet bij wat daar gebeurd is. De opmerking die partijen als VVD en D66 maken, zijn wel degelijk pertinent. Wij sluiten ons aan bij wat de heer Kuijten er daarnet over gezegd heeft. Het feit dat er twijfel is en dat er geen decharge verleend is, zoals u daarnet zelf zegt, is belangrijker dan het feit dat dit in 2010 wel gebeurt. Het feit dat het in 2008 niet gebeurd is, wij praten over het verleden tenslotte, is belangrijker dan het feit dat dit straks misschien wel gaat gebeuren. Ik vind dat u zich daar wat makkelijk vanaf maakt. U hoeft hier niet op te reageren, want dit komt waarschijnlijk bij mijn buurvrouw ter linkerzijde nogmaals aan de orde. Wethouder Van Groos: Over de specifieke zaken die niet zijn uitgevoerd in 2009 schat ik in dat mijn collega-wethouders vanuit hun vakinhoudelijkheid zullen ingaan. Het is niet aan mij om daarover iets te zeggen. Ik heb dit in algemene zin gedaan. Ik hoop dat zij dit zo meteen zullen doen. Ten aanzien van Parkmanagement wil ik mij er niet gemakkelijk vanaf maken. Ik verwijs alleen naar wat de accountant heeft gerapporteerd. De accountant heeft alleen maar gezegd het zou zo moeten zijn dat de rekening van Parkmanagement klaar is voordat de jaarrekening van de gemeente wordt vastgesteld. Dat is wat hij heeft gezegd voor het jaar 2010. Daarop heeft het college geantwoord wij zullen erop aandringen dat de jaarrekening 2010 er op tijd ligt. Wij zullen ons daarvoor inspannen. Dat is onze reactie geweest. Er is ondertussen uitgelegd waarom die van 2008 en 2009 nog niet zijn afgetikt. De heer Kuijten bij interruptie: Ik heb hier voor mij liggen de accountantsverklaring over 2009. Daar wordt een hele paragraaf, 3.3, gewijd aan Parkmanagement. Daar staat dat de jaarrekening van Parkmanagement beschikbaar moet zijn voor het opmaken van de jaarrekening van de gemeente van 2009. Die dient er gewoon te liggen. Parkmanagement maakt onderdeel uit van het totale concern gemeente Waalwijk. Als u de jaarrekening opmaakt, moet u weten wat voor financiële risico’s wij lopen bij onze dochterondernemingen. Parkmanagement is een dochteronderneming. Wethouder Van Groos: De heer Kuijten leest slechts een deel van de accountantsverklaring voor wat hem uitkomt. De aanbeveling is om ervoor te zorgen dat Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
19
de jaarrekening 2010 van Parkmanagement er op tijd ligt. Daarvan zegt het college daar zullen wij zorg voor dragen. De heer Kuijten: Natuurlijk zegt de accountant dat. Als hij het goed op de keper zou beschouwen, had hij er al voor 2009 moeten zijn bij de jaarrekening 2009. Voor 2010 moet die van 2010 er liggen. Wethouder Van Groos: Ik constateer niet dat het college zegt dat het helemaal niets uitmaakt. Het college bevestigt dat de jaarrekening van 2008 van Parkmanagement er had moeten liggen toen de jaarrekening 2008 van de gemeente werd vastgesteld. Dat de jaarrekening Parkmanagement 2009 er had moeten zijn toen de gemeentelijke rekening 2009 werd vastgesteld. Dat is niet het geval. Wij hebben het vandaag over de jaarrekening 2009. Helaas is die er niet. Wij betreuren dat, maar wij hebben u uitgelegd waarom dit niet zo is. Wij zeggen u toe dat dit voor 2010 anders zal zijn dan de voorgaande twee jaren. Meer kan daar niet van maken. De voorzitter: Ik constateer dat daar waar het gaat om de argumenten ik de laatste 30 seconden geen nieuwe argumenten meer hoor. Wellicht is dit iets wat u zou kunnen meenemen. De heer Broeders: Ik wil de wethouder bedanken voor de beantwoording. Eén ding bevreemdt mij enigszins. Wij zijn begonnen met het leggen van die kabels. Daar moest controle op uitgeoefend worden. Waarom zijn wij daar niet bij de start mee begonnen, maar wordt er achteraf een krediet gevoteerd? Dat is het punt dat niet helemaal duidelijk is. Vooraf heeft u geen krediet gevraagd om toezicht te houden. Over de precariobelasting hebben wij al meer opmerkingen gemaakt. Ik denk dat er iets ruimte komt op dat gebied, dus wij komen elkaar nog wel een keer tegen. Wethouder Van Groos: Als die ruimte er komt, zullen wij daar welwillend kennis van nemen. Als het gaat om het toezicht op glasvezel was 2009 een heel bijzonder jaar omdat er ineens heel veel aan leidingen werd neergelegd. Daar hebben wij in tegenstelling tot normaal gewoon externe capaciteit voor moeten inhuren, want onze medewerker die daar normaal mee is belast kon dat niet bolwerken. Wij gaan nu niet krediet vragen voor het toezicht in de komende tijd, het is een verrekening geweest van 2009. Mevrouw Ruygt: Ik ben toch niet helemaal tevreden met het antwoord over Parkmanagement. Wij krijgen als ik het goed begrijp in 2010 de jaarrekening van 2008 en de goedgekeurde jaarrekening van 2009. Er zitten daar commissarissen die ongetwijfeld de cijfers gezien hebben. U kunt ons dan garanderen dat daar geen verliezen geleden worden? Wethouder Van Groos: Ik ben daar op ingegaan en heb aangegeven dat collegawethouder Van Dongen, die commissaris is bij Parkmanagement, daar vast nog wel wat over zal zeggen. Klopt dat wethouder? De voorzitter: Dat klopt. Anderen nog? De heer Hooijmaijers: Allereerst wil ik de wethouder bedanken voor zijn beantwoording. Ik vind het heel goed om een positief geluid te laten horen. Wie het hier geregeld heeft, weet ik niet, maar de klimaatbeheersing is perfect. Iedereen gilt alleen maar als men zit te zweten. Nu zit iedereen hier fris te kijken en wordt er niets geroepen. Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
20
Dat moest mij toch even van het hart. De wethouder heeft het één en ander geroepen over sommige zaken die wij ingebracht hebben. Men blijft natuurlijk producten overhevelen. Voor de strategische visie wordt in 2010 geld gevraagd vanwege het overschot. Is die factuur niet gefaseerd en komt deze in één keer? Of is het alleen op het eind van het project dat die factuur binnenkomt? Of ligt hij helemaal in het jaar waarin het afgesloten wordt? Daarbij is het ook heel makkelijk als er een luchtkwaliteitsplan op opgevoerd wordt voor € 100.000 dat er staat waarvoor dat is. Als ik nu ineens hier hoor, dat zal wel aan mij liggen, dat het over de groene golf gaat, hadden wij daar helemaal geen vragen over gesteld. Daar zijn wij het achter elkaar mee eens. Wethouder Van Groos: Als het gaat over de groene golf zullen wij altijd met een voorstel moeten komen naar de raad om die te realiseren. Dan is het aan u om te bepalen of u daarvoor de middelen ter beschikking wilt stellen. De heer Hooijmaijers: Tot zover begrijpen wij elkaar heel goed, maar als ik over een luchtkwaliteitsplan lees, denk ik er zal één of ander onderzoek moeten gebeuren van hoe dat de lucht hier is in het centrum, het buitengebied of het industrieterrein. Onze inzet was er zijn al zo veel instanties die zich daarmee bezig houden en rapporten schrijven zodat het misschien in mindere mate of geheel niet nodig is. Wij werden door de omschrijving een klein beetje op het verkeerde been zetten, of ik heb het niet goed gelezen. Wethouder Van Groos: Het is jammer dat de toelichting niet op papier gestaan heeft. Dat deze ontbrak bij het raadsvoorstel. De luchtkwaliteit in Waalwijk is onderzocht. Daaruit bleek dat er eigenlijk geen echte problemen zijn volgens de landelijke normen. Wel is vastgesteld dat op sommige punten het verkeer een negatieve factor is. Vandaar dat er gedacht is aan een drukke weg waar auto’s steeds moeten optrekken, weer moeten remmen voor het rode verkeerslicht, stil blijven staan en weer moeten optrekken. Je kunt op dat punt het meeste winst boeken als het gaat om luchtkwaliteit als je daar een groene golf voor kunt realiseren. U had ook nog een vraag over de strategische visie. Die is voor een deel afgerekend voor 2009. Wat in 2010 is gedaan, moet nog apart afgerekend worden. Vandaar dat wij hebben gevraagd of wij het budget wat in 2009 niet is gebruikt mogen doorschuiven naar 2010, zodat wij van daaruit die rekening kunnen betalen. De voorzitter: Alle vragen in de richting van de wethouder zijn gesteld? Dat is het geval. Ik verzoek de andere leden van het college om nog in te gaan op enkele specifieke aspecten. Ik zie de heer Potters reageren dat er in zijn richting geen vragen zijn gesteld. Ik stel vast dat daar waar het gaat om de beantwoording van het bureau Onderzoek en Statistiek de beantwoording in feite al gegeven is. Het woord is aan wethouder Van Dongen. Wethouder Van Dongen: In aanvulling op hetgeen collega Van Groos al heeft neergezet in antwoord op een aantal opmerkingen en vragen nog een aantal toelichtingen van mijn kant. Ik loop de fracties langs. Lokaal Belang wijst op de opmerking van de accountant om de ontwikkeling van grote projecten, met name Landgoed Driessen, goed te monitoren en daarover de raad te informeren. Dat monitoren doen wij. Wij informeren u jaarlijks aan de hand van de nota grondexploitatie. Ik zeg u graag toe dat wanneer zich spectaculaire ontwikkelingen voordoen het ook aangewezen kan zijn om de raad daar tussentijds over de informeren. U vraagt naar de omvang plankosten Haven VII, € 731.000 is nogal wat. Ik teken daarbij aan dat de grondopbrengsten van € 9 mln. natuurlijk ook niet gering zijn. De plankosten Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
21
hebben te maken met de toerekening van een aantal kosten zoals ambtelijke kosten, vergunningverlening. Het bestemmingsplan Haven VII is voorbereid en er zijn juridische kosten gemaakt, de kosten medewerkers grondbedrijf en planeconomen zijn toegerekend en ook de acquisitie is toegerekend. Ik heb de specificatie niet voor handen, maar als u daar prijs op stelt, kunt u die altijd nog nader inzien. U vraagt concreet hoe zit het met Zanddonk. Ook daar zijn kennelijk hoewel het plan als is afgerond toch nog kosten gemaakt. Er liggen ook nog wat gronden, de voormalige RWB gronden met name. U weet dat daar vorig jaar een onderzoek heeft plaatsgevonden naar de pps, een eredivisieclub toen in Waalwijk en de ontvlechting. Die kosten zijn geboekt op het project Zanddonk. U vraagt hoe zit het met de firma Van Wijnen. De afspraak met de firma Van Wijnen is dat zij jaarlijks 2 hectaren afnemen, deze afspraken zijn in het verleden gemaakt, dan wel rente betalen. Deze afspraak wordt keurig nagekomen. Het moment van verplichte afname van de gronden, hetzij in eigendom, hetzij in erfpacht, is eind van dit jaar aan de orde. De VVD wijst op terecht op de stagnerende grondverkopen in de woningbouw en de bedrijvensector. Wanneer je een actief grondbeleid voert, merk je daar ook onmiddellijk de negatieve effecten van. Ik zeg er tegelijkertijd bij om nu daar de consequentie aan te verbinden om dan maar een passief grondbeleid te voeren, moet je niet te snel doen. Wij hadden het al over Haven VII. Je kunt natuurlijk wel constateren dat de gemeente daar een heel actief grondbeleid heeft gevoerd en dat wij op Haven VII uiteindelijk niet alleen € 9 mln. boekwinst maken op de exploitatie, maar er ook nog € 10 mln. voor Parkmanagement en revitalisering uit halen. Met andere woorden een exploitatie Haven VII is per saldo toch wel een heel lucratieve aangelegenheid voor de gemeente. Een algemeen antwoord wel of niet aankopen is lastig te geven. Wanneer zich aankopen aandienen gaan wij daar per geval kritisch mee om. Wij maken een afweging wat zijn de risico’s en wat zijn de voordelen. Wij hebben in uw richting aangegeven hoe wij daar in voorkomende gevallen mee omgaan en tot welke marges wij bereid zijn risico’s te lopen. U bent onlangs vertrouwelijk geïnformeerd over de aankopen die in 2009 hebben plaatsgehad. U kunt zeggen het waren er te veel, maar ook het waren er te weinig. Het is lastig aan te geven wat wijsheid is. Achteraf kun je terugkijkend zeggen wij hebben risico’s gelopen. Dat is waar. Terughoudend met aankopen ja, maar in het verleden waren wij dat niet. Ik denk even aan de gronden die zich op Haven VIII bevinden of in het Hoefsvengebied en denk dat wij blij mogen zijn dat wij in het verleden een dergelijk actief grondbeleid hebben gevoerd. De VVD heeft met een aantal andere fracties opmerkingen gemaakt over Parkmanagement. De heer Van Groos is er daarnet uitvoerig op ingegaan. D66 vraagt of wij kunnen garanderen dat in ieder geval onze rekening 2009 niet nadelig beïnvloedt wordt door het verloop van de resultaten van Parkmanagement. De raad van commissarissen heeft vorig jaar kennis genomen van de voorlopige cijfers over 2008. Die leiden tot een positief resultaat van enkele tonnen op de rekening 2008. 2009 vertoont voorlopig ook nog geen negatief resultaat, maar het is net die actieve rol die u aan de commissarissen toedicht dat wij gezegd hebben wij hebben toch een aantal vragen bij wat verplichtingen. Wij willen dat eerst goed uitgezocht hebben voordat wij daar decharge kunnen verlenen aan de directie. Het is misschien goed om op te merken dat juist ten aanzien van Parkmanagement wij in het verleden, ik heb het dan over de periode vanaf 2001 en 2002, altijd risico hebben gelopen. Er is ieder jaar een jaarrekening geweest. Wij hebben er altijd geld op toegelegd. Dat werd verantwoord in de grondexploitatie. € 1,5 mln. bevoorschotting vanuit de grondexploitatie. Nu zijn wij gelukkig in de situatie dat er door de gronduitgifte Haven VII zo veel vermogen is gevormd dat wij de lasten en onkosten van Haven VII en Parkmanagement uit het
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
22
gevormde fonds kunnen halen. Met andere woorden het risicoprofiel is in de loop der jaren gewoon minder geworden. GroenLinksaf maakt ook algemene opmerkingen over risico’s in recessie en hoe verhoudt zich dat dan met de bodem van de reserve grondexploitatie. Die marge van € 5 mln. is eerder vastgesteld door de raad. Bij € 10 mln. moet je afstorten naar de algemene reserve. Die marge geeft precies het risicoprofiel aan van het grondbedrijf. Wat wij nu constateren is dat wij akelig dicht bij de bodem zijn gekomen. Vandaar ook dat wij voorstellen om uit het incidentele overschot van deze rekening een bepaald bedrag af te zonderen voor de grondreserve. Daarmee geef je weer enige lucht. Meer lucht zal er ook komen wanneer wij eind 2011 kunnen vaststellen dat Haven VII met een riante boekwinst wordt afgesloten, want ook die gaat naar de reserve grondbedrijf en dan vervolgens nader te bestemmen aan wat u goeddunkt. U vroeg ook naar de stand van zaken met betrekking tot het dierenasiel. Terecht legt u daarbij een link naar de nieuwe werf in Loon op Zand. Dat is ook precies de reden dat wij duidelijkheid wilden hebben over die verplaatsing. Als dat zeker is, gaat ook een aantal grondposities in Zanddonk weer schuiven. Het beleid is er nog steeds op gericht om daar te komen tot een goede locatie en goede huisvesting voor het dierenasiel. Het Hoefsvengebied is ooit genoemd als een mogelijkheid, maar de voorkeur voor de gemeente en voor de stichting is altijd nog Zanddonk om daar tot een realisatie te komen. Ik kan u verzekeren dat het nog steeds onze aandacht heeft. Sinds wij in het college en portefeuillehouder hebben die zich met dierenwelzijnszaken bezighoudt, kunt u ervan verzekerd zijn dat die aandacht zeker niet minder is geworden. D66 maakt opmerkingen over risico’s die je loopt met ParkNed. U zegt had u dat nu wel moeten doen. Ik denk dat portefeuillehouder Van Groos al heeft aangegeven dat daar vorig jaar mei een zeer uitvoerig debat aan gewijd is. Dat heeft ertoe geleid dat wij gezegd hebben wij willen in dit geval deze openbare nutsvoorziening realiseren omdat wij daarmee ook de aantrekkelijkheid van Waalwijk als vestigingsplaats voor bestaande en nieuwe bedrijven alleen maar vergroten. Er is altijd sprake van enig risico. Als een overheid mee gaat doen in ondernemingen loop je daar altijd een risico. Voor de exploitatie van Haven VII heeft u zelf in het verleden ooit € 100 mln. ter beschikking gesteld om het bouwrijp te maken terwijl er nog geen meter verkocht was. Af en toe moet je risico’s durven lopen. De heer Den Hollander ging met name in op de grondexploitatie en wijst op mogelijkheden om de reserve op te krikken. In welke mate kun je nu minder coulant zijn bij projecten. U geeft daar een voorbeeld van. In dit soort gevallen sluiten wij exploitatieovereenkomsten met ontwikkelaars. Wij leggen daar het aantal woningen in vast. Wat is de bijdrage die de gemeente eventueel betaalt in het bouwprogramma. De standaardvoorwaarde bij de ontwikkelaar is landelijk steevast ik wil eerst 70% van de woningen verkocht hebben voordat ik überhaupt een schop in de grond steek. U kunt zeggen dat doen wij niet meer, maar dan wordt de interesse voor ontwikkelaars om hier nog wat te doen alleen maar minder. Ik begrijp de strekking van uw betoog en wil er best ook nog eens naar kijken of wij hier en daar wat kunnen aantrekken, maar wij moeten er ook voor uitkijken dat wij ontwikkelaars kopschuw maken juist in een periode dat wij ze hard nodig hebben om de bouw zo goed mogelijk gaande te houden. De ChristenUnie noemde de gronden Boons en de waardering van deze gronden. Ik heb in de commissie al aangegeven maak onderscheid tussen de zuivere cultuurgronden, lees agrarische gronden, daar hebben wij 150 hectaren van in eigendom tegen een gemiddelde agrarische waarde van ruim € 3,00 en de gronden die nog in exploitatie genomen zijn, maar wel te zijner tijd in exploitatie genomen worden, daar vallen ook de gronden Boons onder. Wij hebben het dan over een gebied waarvan de Provincie ooit heeft gezegd hier mag in de toekomst gebouwd gaan worden. Die gronden worden ingebracht in de totale voorraad nog niet in exploitatie genomen gronden. Wij hebben het Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
23
over 200 hectaren in Waalwijk. Je kunt dat afstoten naar de algemene reserve en daar volgt een gemiddelde prijs uit. Die is natuurlijk veel minder dan de prijs die destijds aan Boons is betaald. De voorzitter: Wie van u bij interruptie? De heer Van Helden: De € 10,04 en € 3,12 staan in het stuk maar het ging mij eigenlijk om de verhouding waar het ooit voor gekocht is. Wat de renteverliezen daarover zijn en waar het nu voor in de boeken staat. Hoe wordt dat weggeschreven en verantwoord? Wij praten wel over miljoenen. Wethouder Van Dongen: Ja, precies. Dat zien wij terug in het totaaloverzicht van de boekwaarde van het grondbedrijf. Een boekwaarde van € 73 mln. verlies. Ten aanzien van uw vraag, de zuivere agrarische gronden worden op last van de accountant gewaardeerd tegen de agrarische waarde en daar mag geen rente bijgeschreven worden. De bijgeschreven rente wordt verrekend met de algemene reserve grondexploitatie. Bij de nog niet in exploitatie genomen gronden wordt jaarlijks rente bijgeschreven. Dat leidt tot een bepaald gemiddelde dat wij hier noemen. Mevrouw Ruygt: In het verleden is het minder goed geweest met Parkmanagement. Het lijkt nu goed, zegt u. Dat is voor mij geen geruststellend antwoord. Als u zegt het lijkt goed, kan het ook nog steeds slecht zijn. Wethouder Van Dongen: Ik heb daar even een voorbehoud in gemaakt, omdat de cijfers die ik ken uit 2008 en 2009 het resultaat weerspiegelen wat ik daarnet genoemd heb. De formele goedkeuring van de commissarissen en de aandeelhouders, laten wij die niet vergeten, is er nog niet. Vandaar dat ik nog even een slag om de arm houd. Wat u aangeeft, is misschien een punt van algemene strekking. Was Parkmanagement in het verleden een succes of niet? Wij hebben hier al een jaar of tien discussie over Parkmanagement in de raadzaal. Er zijn wezenlijke discussies gevoerd. De vorige raadsperiode hebben wij het met name gehad over de ontvlechting Grontmij, een mooi pps voorbeeld dat wij hadden, en de gemeente. Wij hebben gezegd laat de gemeente 100% aandeelhouder zijn. Vervolgens kregen wij midden vorig jaar de positionering van Parkmanagement. Dat leidde ondermeer op uw instigatie, mijnheer Kuijten, tot aanpassing van de statuten. Ga je de ook de bevoegdheden van de directie meer statutair beperken. Ook dat is gebeurd. Het is misschien goed om op te merken dat wij nu in de afgelopen week, maar ook al eerder dit jaar in maart, overleg hebben gehad met de bedrijven van Haven VII en dat wij daar voor een grote groep ondernemers hebben aangegeven wat zij kunnen verwachten van Parkmanagement op heel korte termijn. Algemeen is mijn conclusie dat er veel draagvlak en veel belangstelling is voor Parkmanagement zoals het wordt opgezet. Het gaat steeds meer als een acquisitieargument voor de grondverkoop leven. Parkmanagement als zodanig is denk ik een prima instrument, maar er lopen nog wat punten die wij na moeten gaan. Mevrouw Ruygt: U kent de cijfers zegt u. Dan kunt u mij toch ook geruststellen? Ik hoef de cijfers niet te weten. U hoeft dan niet te zeggen het lijkt. Wethouder Van Dongen: Wat ik hierover gezegd heb doe ik vanuit mijn kennisname van die stukken. Nogmaals, zij moeten formeel bekrachtigd worden door de raad van commissarissen. Die hebben gezegd dat doen wij pas als wij iets meer weten over een aantal onderzoeken.
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
24
De heer Van Hamond: Bedankt voor bepaalde antwoorden die gegeven zijn, zeker dat u ons tussentijds wilt rapporteren wanneer het met betrekking tot Landgoed Driessen niet goed gaat. Als het goed gaat horen wij het ook graag, maar wij horen het liever als het niet goed gaat zodat wij tijdig kunnen ingrijpen. Het antwoord dat u geeft over de planbeheerskosten van ruim € 700.000 dat dit alleen voor dit jaar is en u zegt er zitten nog andere zaken bij, mijn vraag was dat zijn ongeveer ruim 7 functies op jaarbasis. Ik neem dan alleen in dit geval Haven VII. Er zijn dus meer projecten. Voor mij zou het best weleens interessant zijn om te weten hoeveel uren er nu daadwerkelijk geschreven worden op dit soort processen in totaliteit op de grondexploitatie. De rest komt er dan automatisch bij. Het zou best zijn goed om eens een keer te laten weten, door middel van een raadsinformatiebrief, waar wij nu over praten. Anders krijgen wij volgend jaar weer zo’n vraag. Misschien kunt u dat doen voordat de algemene beschouwingen gehouden worden, want dan kunnen wij dat antwoord eventueel meenemen. Bij bet antwoord met betrekking tot de € 66.000 van Zanddonk legt u een relatie met de RWB velden en tevens legt u een onmiddellijke relatie naar de voorgenomen ontwikkelingen van Mandemakers en het stadion. Als mijn geheugen goed is, hebben wij daar € 75.000 voor uitgetrokken. Ik zeg dan als u een relatie legt, is dat € 66.000 plus een gedeelte van die € 75.000. Dat is veel voor een stukje ontwikkeling dat eigenlijk al afgewikkeld is. De vraag over de gronden van Van Wijnen. Ook hier is een afspraak gemaakt dat wij om de drie maanden een rapportage zouden krijgen met betrekking tot de grondverkopen en de ontwikkelingen binnen Haven VII. Het is een tijdje geleden, meer dan 13 weken, dat wij een rapportage gezien hebben. Ik hoef niet morgen een rapportage, maar dat Van Wijnen inderdaad aan het einde van het jaar in de rapportage wordt meegenomen zodat wij duidelijk in beeld hebben wat zich afspeelt met die gronden. Wethouder Van Dongen: Ten aanzien van de laatste vraag regelmatige informatie over het verloop van de uitgifte en afnameverplichting hebben wij in het verleden ooit afspraken gemaakt om dat driemaandelijks te doen. Daarna hebben wij gezegd laat het meelopen in de kwartaaloverzichten en de projectkaart. Het is even de vorm hoe je de raad hierover wilt informeren. Als u zegt ik wil het per drie maanden hebben, mag dat, maar anders loopt het gewoon mee met de projectkaarten en heeft u het iedere vier maanden. Die € 66.000 is iets minder dan die € 75.000. Was het meer, dan hadden wij een probleem gehad. Er zijn dus minder kosten gemaakt dan het krediet. Vandaar dat deze kosten nu verantwoord zijn. Het krediet behoefde niet ten volle benut te worden. Als u alle plankosten van de verschillende exploitaties optelt, heeft u een totaaloverzicht. Als u zegt ik wil weleens weten hoe dat opgebouwd is, moeten wij een modus vinden om u daarin te contenteren. De heer Van Hamond: Als ik het goed begrijp is die € 66.000 eigenlijk een onderdeel van die € 75.000. Wij hebben dus een klein beetje winst gemaakt? Duidelijk, dank u wel. De heer Kuijten: Even voor de helderheid, de heer Van Dongen heeft gesproken over de rentepost ten aanzien van grondverkopen. Nu blijkt uit de nota grondexploitatie dat een bedrag is opgenomen van € 2,9 mln. aan rentekosten. De boekwaarde is uiteen te trekken in agrarische gronden en anderszins. Ga ik de agrarische grond met de daar bijbehorende rente afzonderen dan kom ik toch aan een bedrag van € 2,3 mln. tot € 2,4 mln. wat wij hebben aan rentekosten ten aanzien van de actieve grondexploitaties. Het is toch zo dat ieder jaar de rente van die actieve grondexploitaties wordt opgeteld bij de boekwaarde en dat het terug moet komen via grondverkopen? Dat betekent ook dat op dit moment nu de grondverkopen enorm stagneren op beide fronten, zowel
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
25
volkshuisvesting als industrie, wij toch behoorlijke verliezen lijden ten aanzien van grondverkopen? Wethouder Van Dongen: Ja. De heer Kuijten: Ik vond dat u daar vrij gemakkelijk overheen ging door te zeggen de prijzen zijn gemiddeld € 10,00. Het is natuurlijk ontwikkeling die buitengewoon goed in de gaten gehouden moet worden. Wethouder Van Dongen: U moet onderscheid maken tussen de zuiver agrarische gronden, de agrarische gronden nog niet in exploitatie genomen en de overige exploitatiekosten. Voor de overige exploitatiekosten geldt al datgene wat wij aan kosten hebben wordt jaarlijks vermeerderd met de rente die je daarover toerekent. De heer Den Hollander: Dank u wel voor uw gedeeltelijk uitvoerige antwoorden. Ik wil u toch herinneren aan een paar antwoorden die u nog niet heeft verschaft op mijn vragen, die overigens in zekere mate samenhangen met eerdere vragen. Wij zijn blij met het actieve grondbeleid uit het verleden. Wij hebben u niet gevraagd om passief achterover te leunen. Wij hebben u gevraagd om een passiever grondbeleid te gaan voeren naar aanleiding van de ontwikkelingen. Wij hoeven het niet te herhalen; boekwaarde, verkopen, rentekosten, enzovoorts. Daarbij heeft u zelf in de inleiding van de nota ook een suggestie gedaan met het verhaal van de publiekprivate samenwerking als een nader uit te breiden instrument om het risico in elk geval te verminderen. Ik heb u gevraagd naar aanleiding van de optelsom die wij hebben gemaakt van al die planbeheers- en administratiekosten waarvan wij echt geschrokken zijn of het mogelijk is om te gaan prioriteren op al die reeksen van projecten die er in de grondexploitatienota worden beschreven. Als je er naar kijkt, lijkt er wel degelijk een prioritering aan te brengen in de dringendheid en de noodzaak van de diverse projecten. Dat zou rechtstreeks tot besparingen kunnen leiden als je op andere projecten niet of veel minder zou schrijven. Dat geldt zeker als daar nog kosten van derden aan te pas komen, wat ik vermoed. De voorzitter: Dit lijkt mij ook een onderwerp wat goed thuis kan horen bij de kaderstelling volgende maand. De heer Den Hollander: Ik wil deze opmerking alleen gemaakt hebben naar aanleiding van. Ik had graag even een reactie van de wethouder. Over de reserve grondexploitatie, ik constateer opnieuw wat u eigenlijk ook in de commissie zei naar aanleiding van dezelfde vraag, dat u wacht tot het gaatje. Het gaatje van 2011 om precies te zijn. Ultimo 2011 zou u de aanvulling gepleegd moeten hebben. Als deze er dan niet is, moet hij uit de algemene reserve komen. Dat hebben wij onszelf verplicht. U zegt nu weer eind 2011, ik wil u best geloven op uw mooie blauwe ogen, is er Haven VII opbrengt waaruit dit allemaal wel goed komt. Wij vinden dat nog steeds een wissel op de toekomst en vragen ons af of het niet verstandiger is, misschien wilt u dat ook bij de kadernota behandelen, om daar de weg van de geleidelijkheid te kiezen tussen nu en dan in ieder geval een deel daarvan op te vullen. De standaardvoorwaarden die gelden bij de exploitatieovereenkomst met de ontwikkelaars, het gaat hier over het al of niet kopschuw maken van ontwikkelaars om in Waalwijk mooie dingen te doen. Ik ben dat natuurlijk met u eens, maar tegelijkertijd, daar heb ik aandacht voor gevraagd, dreigt er ook verlies op het moment dat men in alle vrijheid kan doen en laten wat men wil. In dit geval het voorbeeld dat ik noemde van de Antoniusstraat dreigen wij binnen een week € 130.000 te verliezen of terug te moeten Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
26
betalen, ik weet niet precies hoe het zit. Er zijn andere projecten waarbij wij ook weleens denken er zou wat meer dwang moeten zitten op de ontwikkelaars in kwestie, dat is misschien een kwestie van psychologie, om dingen naar voren te halen. Daarbij heb ik heel voorzichtig De Els genoemd. Daar zou ik toch graag uw reactie op vernemen. Wethouder Van Dongen: Wat deze nota andermaal aangeeft, is dat je met een grondbedrijf en je grondposities risico’s loopt. Op het moment dat je een terrein in exploitatie genomen hebt en je gaat daarin investeren, los van de verwerving en bouwrijp maken, gaat vanaf dat moment de renteteller oplopen en loop je risico’s. Wij zijn er nu natuurlijk opnieuw van doordrongen dat je die risico’s zo veel mogelijk moet beheersen. Dat doe je niet door een exploitatie stil te leggen, want dan gaan gemaakte kosten gewoon door, maar juist door te proberen om die exploitaties te versnellen. Ook dat is lastig in deze bouwmarkt en dit economische klimaat, maar daar zou de nadruk op moeten liggen. Voordat je een nieuwe exploitatie entameert, moet je natuurlijk heel goed de risico’s in beeld brengen van wat gaan wij doen en wanneer is de uitgifte aan de orde. Minder alles in één keer bouwrijp maken, maar gefaseerd, afhankelijk van de raming van de uitgifte van die gronden. Meer balans en evenwicht tussen kosten maken en opbrengsten genereren. Dat is een conclusie die wij als college getrokken hebben, waarbij wij ook wellicht nog scherper moeten letten op welke plankosten schrijf je nu toe aan die projecten en kun je daar wat economische en voordeliger mee omgaan. Dat is een aandachtspunt dat wij als college meegenomen hebben. De reserve grondexploitatie dat is de bandbreedte die wij zo afgesproken hebben. Als u het voorstel dat er nu ligt accepteert, wordt die € 5 mln. vermeerderd met € 1,2 mln. Wij zitten dan weer iets aan de veilige kant. Nogmaals eind 2011 is de verwachting, maar goed het zijn verwachtingen, dat wij dan weer fors boven die € 10 mln. uitkomen. De heer Tiemstra: Als links en rechts sprekers inzoomen op allerlei verschillende onderwerpen wordt het weleens wat chaotisch, maar ik wil toch nog even een vraag stellen over het onderzoek betreffende Parkmanagement en ParkNed waar wethouder Van Dongen zojuist over repte. Wellicht zal de wethouder er graag mee instemmen dat dit niet de tijd en de plaats is om daar nu inhoudelijk op in te gaan, dat doen wij dan ook niet, maar ik heb twee vragen. Wanneer en op welke wijze gaat de raad de uitkomsten van dit onderzoek vernemen? Waar laat u de kosten van dit onderzoek en gaan wij ook daarvan vernemen? Wethouder Van Dongen: Ik vind het wat lastig om dat antwoord te geven. Het onderzoek loopt en wij beschikken nu nog niet over de resultaten. Wanneer het college daar wel over beschikt, is de vraag aan de orde hoe gaan wij dat verder communiceren. Het college zal zich daarover moeten beraden. Welke onderzoekskosten en waar die dan geboekt moeten gaan worden; het lijkt mij dat de opdracht is gegeven door de directeur Parkmanagement, dus ik denk de exploitatie Parkmanagement. Ook de termijn is één van de dingen waar het college zich over zal beraden. De heer Den Hollander: Het woord prioriteren, ik begrijp dat u inderdaad oog heeft voor de noodzaak om wat meteen verkocht, beheerst, geadministreerd en geëxploiteerd kan worden voorop te zetten, maar ik zou, ik weet nog steeds niet of dit het moment is, maar ik geef het toch maar mee, graag een uitspraak van u horen dat er inderdaad wat scherper geprioriteerd kan worden zodat er besparingen bereikt kunnen worden op de planbeheers- en administratiekosten. Nogmaals, deze lijken ons erg zwaar ten opzichte van de totale boekwaarde. Wethouder Van Dongen: Wij zullen zo scherp mogelijk prioriteren. Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
27
De voorzitter: Dat was de vragenronde in de richting van wethouder Van Dongen. Het woord is nu aan wethouder Heuverling. Wethouder Heuverling: Ik zal proberen wat over de rekening 2009 te zeggen, als u dat goed vindt. Met betrekking tot de kosten stadhuis en zwembad hebben wij het niet op de komma nauwkeurig omdat een aantal zaken nog nagelopen worden en er zijn ook wensen die wij al of niet kunnen of willen realiseren. Mijn inschatting is dat wij bij beide projecten met een som van € 31 mln. binnen de 1% overschrijding blijven. Dit terwijl u als raad het college verantwoord de ruimte heeft gegeven tot 5%. Ik denk dat dit wel een acceptabel verhaal gaat worden. De heer Kuijten bij interruptie: Ik neem aan dat wij dat een keer op schrift krijgen? Wethouder Heuverling: Uiteraard, dat weet u toch? Ten aanzien van de schoollocaties zijn opmerkingen gemaakt. Het is goed om even de situatie te schetsen. Voor het Willem van Oranjecollege ligt mijns inziens een prachtig plan. Dat heeft ook alle steun van de klankbordgroep. Het is ontwikkeld door Waalborg, dat is een combinatie van Van Wijnen, Casade, de Wilde en nog een bouwonderneming uit Tilburg. Wij zijn met het bestemmingsplan bezig en de realiseringsovereenkomst. Ten aanzien van het Mollercollege hebben Maasduinen en WSG een interessant plan ingediend. Dat ligt nu ter beoordeling van WSG ten aanzien van de opbrengsten en de kosten. Dat loopt, maar ik sluit mij graag aan bij de opmerking van wethouder Van Dongen ten aanzien van projectontwikkelaars. Zij willen echt op het allerlaatst, het liefst zo lang mogelijk wachten om de overeenkomst te ondertekenen en daarmee met de bouwgunning en de financiën. Laat het duidelijk zijn dat wij momenteel ten aanzien van De Els niet in zo’n sterke positie zijn, maar elke keer juichen als er iets gerealiseerd wordt. Er wordt gesproken over de cultuurhistorische waarde door PvdA en GroenLinksaf. Zij missen kruisjes, maar er staat ook tekst onder. Ik denk dat die tekst wel aangeeft dat wij het één en ander gedaan hebben. Het is een overloop naar 2010. U weet dat wij de monumentenlijst geschoond hebben. Ten aanzien van het chap wordt verwezen naar het Brabants Dagblad. Ik denk dat de betreffende journalist nog niet zo lang meeloopt als wij met het chap bezig geweest zijn. In die zin werkt het college conform de raadsuitspraak en de condities die daaraan ten grondslag liggen. U heeft het college meegegeven dat zij binnen die voorwaarden … De voorzitter: Ik zit te twijfelen. Het is nu heel gemakkelijk om naar aanleiding hiervan een hele discussie over het chap te doen, maar dat bedoelde ik daarstraks met mijn opmerking. U heeft daar in een ander kader gelegenheid genoeg voor. Door dit fantastisch mooie antwoord klinkt iets van een uitdaging in de richting van de raad. Vandaar dat ik ook even de wethouder terecht moet wijzen. Met andere woorden doet u uw oren dicht en rond het af. Wethouder Heuverling: Ik neem aan dat er in de tweede ronde geen aanvullende vragen meer komen. Wat mij betreft zijn wij nu klaar. De voorzitter: Daarmee hebben wij in eerste instantie alles in totaliteit naar behoren beantwoord. U bent aan de beurt in tweede instantie. Wie van u wenst het woord te voeren? Of is dit helemaal weg naar aanleiding van de woorden van wethouder Heuverling?
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
28
De heer Simon: Ik wil toch een opmerking maken. Niet inhoudelijk, want het is mijn dossier niet, maar ik constateer wel dat het een commissiebehandeling is. Als die de vorige keer gehouden was, was er niet zo veel heisa ontstaan. Vanavond is het puur technisch tussen het college en de raad gegaan. Ik denk dat de raad bij zichzelf te rade moet gaan als men zich tijdens de commissie niet voldoende voorbereidt heeft om daar de vragen te stellen met als gevolg dat u nu zelf aangeeft vragen in tweede termijn. Als je een debat wilt doodknuppelen, dat is geen verwijt in uw richting, ik snap dat u de volgorde hanteert, alles is al gevraagd en gezegd. Niemand wordt er vrolijk van. Beneden zit het vol en hier zit niemand. Dat concludeer ik na één agendapunt. De voorzitter: Dan bent u beter geïnformeerd dan ik. Ik weet nu hoeveel mensen er beneden zijn. Waarvan akte. Ik constateer dat er geen tweede instantie nodig is. De besluitvorming vindt zo dadelijk plaats. Volgens mij is dit het juiste moment om te pauzeren. Wij nemen een broodje en nemen een glas melk in de kantine. De voorzitter schorst de vergadering voor een half uur. De voorzitter heropent de vergadering. 1.3
(CS2) Rapport Waalwijk"
rekenkamercommissie
"Gebiedsgericht
werken
in
De voorzitter: Het woord is aan de heer Tiemstra. De heer Tiemstra: Ik laat de eerste termijn voorbij gaan. De voorzitter: Het woord is aan de heer Van Veelen. De heer Van Veelen: Het rapport gebiedsgericht werken is een mooie steun in de rug voor ons als raad en voor de gemeentelijke organisatie om efficiënter te werken en verantwoorde keuzes te doen. Daarom willen wij ook de rekenkamercommissie danken voor hun werk. De vraag is alleen wel hoe nu verder. Je ziet dat een stuk als dit heel erg veel discussie in het college en de raad oproept. Niet tussen college en raad, want daar is dit stuk niet voor, maar in de raad van hoe gaan wij daar nu mee om. Ik denk dat dit een eerste leerpunt is van dit rapport en dat wij daar op de één of andere manier uit moeten komen. Met dit soort stukken weten wij niet goed om te gaan. Vorige keer vond ik het een beetje een amateuristische vertoning. Ik weet niet hoe het op de publieke tribune overkwam, maar het ging niet echt fijn. Misschien is er een rol weggelegd voor de griffie om ons als raad te leiden hoe om te gaan met dit soort stukken waar wij als raad met onszelf moeten discussiëren, want dat doen wij heel slecht. Ik kom hier later nog even op terug. Verder was het advies in eerste instanties om alle conclusies en aanbevelingen over te nemen. Zoals de rekenkamer ons aangeeft, hebben wij dat bij de wop’s en dop’s gedaan en dan wordt het ons verweten als niet sturen. Er wordt gezegd jullie nemen alles één op één over en sturen niet op beleid. Diezelfde fout zou ik niet weer willen maken. Ik denk dat wij hierover moeten discussiëren. Wij moeten niet de sturing aan de rekenkamer overlaten, want dat zouden wij doen als wij het rapport één op één overnemen en er verder niet over praten. Ik denk dat dit een tweede leerpunt is dat wij hiermee moeten bereiken. Om daar op door te gaan, de conclusie van doelmatigheid van het beleid over de vele gebruikte instrumenten onderschrijven wij maar gedeeltelijk. Wij pleiten ervoor om niet te snel instrumenten af te schaffen. Dat kan natuurlijk wel als het rendement laag is en er moet bezuinigd worden, maar hoe laag het rendement ook lijkt, als je de Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
29
vooraf gestelde doelen bekijkt, zorgt dat er vaak toch voor dat de gemeente meer gaat leven voor de inwoners. Ook heeft het vaak meer positieve effecten dan de doelen die je vooraf gesteld hebt. Het zou ertoe kunnen leiden als wij vooraf de doelen niet goed stellen dat instrumenten afgeschaft worden omdat het instrument niet aan de doelen blijkt te beantwoorden. Dat zou jammer zijn. Misschien moeten wij daar voorzichtig mee omgaan. Graag horen wij hoe andere fracties aankijken tegen de veelheid van instrumenten en of daarin geschrapt moet worden. De vorige vergadering begon D66 daar een beetje mee. Zij probeerden een reactie te ontlokken aan de andere partijen met een zeer pover resultaat. Ik zal het nu proberen, want ik denk dat wij als raad wel meer met elkaar in discussie zouden moeten. Dat is iets wat voor ons naar voren gekomen is. Als het mij ook niet lukt, hoop ik dat één van de invloedrijkere fracties het een keer oppikt en zo’n discussie op de goede manier weet op te starten. Wij vragen ons ook af, dit is meer in de richting van de wethouder, nu wij geen onderzoeksafdeling meer hebben hoe wij de aanbeveling om meer en beter te evalueren met gebruikmaking van de juiste instrumenten echt uitgevoerd kan worden. Gaan wij dat onderzoek uitbesteden met het bijbehorende kostenplaatje, of wordt er gewoon minder onderzoek gedaan? Het college geeft min of meer aan wij moeten de prioriteiten wel goed stellen. Liever op uitvoering sturen dan onderzoek doen en daarmee sturen. Het is voor ons een beetje de vraag van hoe gaat dat gebeuren. Graag de visie van de wethouder hierover. Mijn tweede vraag aan de wethouder; wij zijn ook heel benieuwd wat dat organisch doorontwikkelen van instrumenten nu precies inhoudt. Misschien dat de wethouder daar iets meer licht over kan laten schijnen. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van D66. Mevrouw Ruygt: Ik kan erg kort zijn. Ik ben erg blij met de raadsinformatiebrief die op zeer korte termijn gekomen is. Ik wil de desbetreffende wethouder en ambtenaar daarvoor bedanken. Dit was een hele snelle beantwoording. Ik hoop dat het altijd zo gaat. Mijn angst voor de ongekozen deelraden is een klein beetje weggenomen. Ik hoop dat met dit wat wij hier hebben gekregen de andere raadsleden ook een beetje het heft in handen nemen zodat wij toch wat meer een vinger aan de pols houden. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van Werknemersbelang. De heer Smits: Wij hebben het aan de raad gerichte rapport ‘gebiedsgericht werken in Waalwijk’ ter bespreking. Werknemersbelang bedankt een ieder die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van dit rapport, maar wij vinden het wel jammer dat de overige partijen niet gereageerd hebben tijdens de clusterbehandeling op ons verzoek om de kaders van gebiedsgericht werken zelf ter hand te nemen. Uiteraard moeten de aanbevelingen vanuit het college dan ook worden meegenomen. De heer Van Veelen heeft er zojuist ook over gesproken. Wij kunnen echter leven met het voorgestelde en zullen dan ook voor de overwegingen en het besluit stemmen. Wij zien graag in het aankomende najaar, of het vroege voorjaar van 2011 een voorstel vanuit het college of vanuit ons als raad terug. (Mevrouw Günes komt ter vergadering). De voorzitter: Het woord is aan de fracties van GroenLinksaf en PvdA. De heer Simon: Ik wil best ingaan op de vragen die daarnet gesteld zijn. Eén ervan interesseert mij enorm. Dat is weer de opmerking mogelijk gekozen deelraden. Het zijn Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
30
geen deelraden. Het zijn betrokken burgers die nadrukkelijk hun inzet willen leveren voor de wijk, het dorp of de samenleving waar zij zich op dat moment verantwoordelijk voor voelen. Dat betekent ook dat zij een andere rol hebben dan de deelraden zoals u die noemt. Voor ons ligt het verslag van de rekenkamercommissie ‘gebiedsgericht werken’. In het besluit van het raadsvoorstel wordt het voorstel gedaan om de aanbevelingen van de rekenkamercommissie gedaan aan het college en aan de raad over te nemen. De raad heeft een budget richting wop’s en dop’s ter beschikking gesteld en daarmee zijn vertrouwen geschonken aan de organisaties van de betreffende wop’s en dop’s. Dan kan het niet zijn dat de raad zich bemoeit met zaken binnen die wop’s en dop’s die de raad niet welgevallig zijn, maar wel passen binnen het budget van eerder genoemde organisaties. De raad zal als hij formeel het vertrouwen aan de wop’s en dop’s geeft zelf de afstand moeten bewaren en alleen vanuit de regierol controle uitoefenen op budgettering en beslissingen vanuit de wop’s en dop’s die tegenstrijdig zijn aan de genomen besluiten door de gemeenteraad of in tegenstrijd zijn met de wettelijke regels. Zie pagina 31 van het rekenkamerrapport. Daar waar de rekenkamercommissie adviseert om de wop’s en dop’s meer mee te laten beslissen, stellen wij dat dit al gebeurt, maar weer wel binnen de kaders die de raad aangeeft. De raad zit er namelijk en immers voor het algeheel belang van heel Waalwijk. Verder vinden de fracties van de PvdA en GroenLinksaf dat de rekenkamercommissie de effectiviteit van de verschillende instrumenten te veel evalueert vanuit de hoofddoelstellingen van het wijkgericht werken; betrokkenheid bij de buurt en het verminderen van de kloof tussen bestuur en inwoners. Het buurtpreventieteam heeft bijvoorbeeld vooral een functie in het voorkomen van overlast en daardoor het verbeteren van de leefbaarheid in de buurt. Daar moet je dus zo’n instrument ook aan afmeten. De fracties van de PvdA en GroenLinksaf zijn het er niet mee eens dat de wijktafels een prominentere rol moeten krijgen in het wijkgericht werken. De wijktafels zijn belangrijk, maar daar is vaak niet de betrokkenheid van de bewoners die bij de wop’s en dop’s betrokken zijn. De rekenkamercommissie geeft richting de raad, het college, de ambtelijke organisatie en de organisatie van de wop's en dop’s wel een aantal duidelijke signalen ter verbetering af. Het gaat de fracties van de PvdA en GroenLinksaf te ver om dit nu uitputtend te behandelen. Een andere vraag is of de ambtelijke organisatie al voldoende ingericht is op het gebiedsgericht werken. Dit vraagt nu eenmaal een andere denkwijze en een andere aanpak van de problematiek vanuit onze gemeente. Wat overeind moet blijven, is het enthousiasme en de klantgerichtheid van het gebiedsgericht werken. Er zal gewerkt moeten worden aan een duidelijkere doelstelling. Met een duidelijk omschreven doel moet het mogelijk zijn om de raad zijn controlerende rol beter te laten oppakken en uit te laten voeren. De fracties van PvdA en GroenLinksaf vinden dat het rapport op sommige kleine punten te rigide vasthoudt aan structuur en organisatie. Het gaat misschien te veel voorbij aan de pilotconstructie en de verandering van cultuur die nodig zijn om van het gebiedsgericht werken een verder succes te maken. Voorop moet staan waar liggen de mogelijkheden van het gebiedsgericht werken en niet waar zijn de belemmeringen van regels en constructies. Daarom nemen de fracties van PvdA en GroenLinksaf het rapport voor kennisgeving aan en verwachten zij dat de wethouder de handschoen oppakt om ook de raad meer voor te bereiden op de controlerende en sturende rol ten aanzien van het gebiedsgericht werken. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van het CDA. Mevrouw De Bruijn: De fractie van het CDA heeft notitie genomen van het onderzoeksrapport van de rekenkamer Waalwijk van 16 april 2010. Wij zijn in eerste Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
31
instantie terughoudend ten aanzien van het houden van een extra lang inhoudelijk betoog op dit moment, zeker omdat er nu ander landsbelangen spelen. Oranje, paarsplus, of mogelijk een geheel nieuwe kleur? Een toegespeelde bal rolt niet altijd de vooraf bedachte richting uit en kan rare effecten teweeg brengen. Derhalve wil ik toch een korte visie geven vanuit onze fractie. Het onderzoeksrapport wordt ter kennisname aan de raad aangeboden met daarin een advies om de opgenomen conclusies en aanbevelingen over te nemen. Er is door de rekenkamer een gedegen uitleg aan de raad uitgereikt. In de commissie Samenleving zijn veel vragen gesteld en deze zijn beantwoord. Het advies om de wijkbewoner, onze inwoners, instrumenten te laten aandragen en actief werkzaamheden te laten uitvoeren is sowieso een vereiste. Zonder actieve participatie van onze inwoners komt er weinig tot stand. Opgelegde zaken worden niet gedragen en ondervinden weerstand. De fractie van het CDA wil toch op enkele onderdelen een korte uitleg. Men stelt in het rapport dat de raad aan zet is en adviseert de raad om nog dichter bij de bevolking te komen. Kan het college nu reeds een advies geven aan ons of een idee opperen hoe zij denkt dat wij dichter bij die bevolking kunnen komen? Hoe denkt het college erover om intern in het gemeentelijk apparaat dit aan te sturen om te komen tot een concretere communicatie en kritischere afstemming? Dit laatste is mede ingegeven door de opmerkingen die in het rapport worden gedaan over toezeggingen aan burgers op wijktafels die haaks staan op toezeggingen binnen de wop's en dop's. Natuurlijk kunnen wij nog heel veel andere zaken bespreken, doch wij vragen aan het college en de raad hoe gaan wij hier als raad mee om. Graag willen wij samen met andere fracties zoeken en hun meningen en hun visies delen. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de VVD. De heer Van Well: Wij onderschrijven de conclusie van het college dat de rekenkamer een grondig onderzoek heeft uitgevoerd en dat ons een spiegel is voorgehouden voor een proces dat zich blijkbaar organisch heeft voltrokken. Dat wil zeggen het gebiedsgericht werken heeft zijn eigen, natuurlijke ontwikkeling doorgemaakt waarvan wij ons met de kennis van nu af kunnen vragen of de huidige status quo ook ooit zo als raadsbesluit bedoeld is geweest. Hiermee is wat ons betreft het belang van de rol van de rekenkamer in het lokale democratische fundament dan ook aangetoond. Wij nemen de conclusies van het rapport dan ook voor kennisgeving aan en de aanbevelingen over. In de raadsinformatiebrief die wij snel na de commissie van de portefeuillehouder hebben ontvangen, die is opgesteld in reactie op het rapport, kan de VVD-fractie zich volledig vinden als het gaat om de aanbevelingen. Vooral het aangekondigde plan van aanpak dat wij uiterlijk in september tegemoet kunnen zien, is de aanleiding om nu niet te lang meer stil te staan bij de uitkomsten van het rapport. Wij nemen daarbij kennis van de filosofie van het college dat inwoners het vertrouwen gegeven moet worden om verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor de eigen leefomgeving als leidmotief voor de herformulering van de doelstellingen. Dat daarbij in een open discussie de raad betrokken wordt ten aanzien van doelen en indicatoren over de verwachtingen van de nieuwe aanpak juichen wij toe. Duidelijk is ook dat in deze nieuwe aanpak van het college de regievoering prioriteit krijgt. Daarbij kan ook zeker voor de uitvoering wellicht meer dan dat nu het geval is gekeken worden naar partners zoals woningstichting Casade. Immers in hun medio mei toegestuurde ondernemersplan 2010-2014 is te lezen dat in hun doelstelling het bevorderen van actief burgerschap van mensen centraal staat. Casade laat in dat plan weten dat het er hen om gaat dat mensen zelf keuzes maken en verantwoordelijkheid dragen voor de eigen woon- en leefomgeving. Een uitstekende zaak wat de VVD-fractie betreft met de doelstellingen van ons gemeentebestuur.
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
32
Wat de VVD betreft moeten wij vooral niet te lang stil staan bij het begrip kloof. Dat leidt alleen maar tot verwatering van de doelstelling. Gebiedsgericht werken zegt in dit kader genoeg. Dichter kun je immers niet bij de inwoners present zijn. De voorgenomen webenquête in eigen beheer op buurtniveau naar de effectiviteit van het instrumentarium lijkt ons zeer zinvol. Als hiermee vast te stellen is welk instrument voor de betreffende buurt het meest aanspreekt, ben je al een heel eind op weg. Maatwerk voor elke buurt bij de inzet van communicatie en instrumentarium. Dat is wat ons betreft de les die wij hieruit kunnen trekken. Wij hebben het niet over één generiek Waalwijk, maar over buurten. Wij hebben het over wijken. Misschien kom je op die manier in Zanddonk wel bij Casade uit. En kom je in Sprang-Capelle uit bij het wop. In Waspik misschien wel bij Den Bolder, om maar eens enkele instrumenten te noemen. Kortom; de VVD-fractie wacht het plan van aanpak vol verwachting af waarin de aanbevelingen uit het rapport naar wij aannemen een plaats zullen krijgen. Tot slot willen wij nog aangeven dat in het rapport geen aandacht is geschonken aan de gevolgen van de kwestie Waspik, om het zo maar even aan te duiden. Het gebiedsgericht werken heeft met name daar een andere inkleuring gekregen. Met name door dit gegeven is de regiefunctie bij escalaties in de samenleving van een ander niveau geworden. Afgelopen woensdagavond hebben wij tijdens de bijeenkomst op het politiebureau vast kunnen stellen hoe belangrijk het is om dreigende escalaties op een adequate en directe manier te volgen en ook aan te pakken. De VVD-fractie spreekt in dit verband haar waardering uit voor de wijze waarop dit onderdeel van een gebiedgerichte aanpak zijn vruchten afwerpt en dat de lessen die uit het verleden getrokken zijn ook daadwerkelijk tot een andere aanpak van regievoering hebben geleid. Complimenten daarvoor. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van Lokaal Belang. De heer Monsieurs: Eén ding is erg duidelijk; dit rapport is goed. De aanbevelingen zijn solide, een college dat de aanbevelingen grotendeels overneemt en het heeft ons als raad een spiegel voorgehouden. De regie in het gebiedsgericht werken dreigt ons een beetje uit handen te glippen. De fractie van Lokaal Belang is dan ook een groot voorstander van versteviging van met name de wijktafels en het toevoegen van de budgetten van de wop's en dop’s aan de budgetten van de wijktafels. Dit om versnippering van belangen te voorkomen. Daar ligt dan ook een heel mooie taak voor de gebiedscoördinatoren vanuit de gemeente. Een beetje in antwoord op de vraag van de heer Van Veelen; de instrumenten mogen wel wat minder worden. Ze mogen van ons grotendeels weg, maar wij moeten goed opletten, ik geloof dat ik nu de enige ben die antwoord geeft op deze vraag, welke instrumenten wij wegdoen. Dat moeten wij in onderling overleg doen als raad. Nu is het te veel, te hoekig. Wij moeten er krachtiger tegenin aan. Wij vinden het rapport zeker niet rigide, maar een warm rapport. Wij nemen het rapport onder dankzegging aan de rekenkamer graag ter harte. De heer Simon bij interruptie: Ik hoor de afgevaardigde van Lokaal Belang een zeer boude uitspraak doen. Dat is het overhevelen van de wijkbudgetten naar de wijktafels. Ik wil weten van u, als u deze uitspraak doet, welke effecten u daarvan verwacht. Wijktafels en wop’s zijn maar een onderdeel van het totale gebiedsgericht werken. De heer Van Well refereerde aan de bijeenkomst op het politiebureau. Betekent het dat u ook dat geld naar de wijktafels gaat doen? De heer Monsieurs: Daarmee geeft u precies aan waar ik eigenlijk naartoe wil. Het zijn inderdaad twee gescheiden groeperingen die alle twee in hetzelfde gebied met dezelfde dingen bezig zijn. Wij willen die versnippering voorkomen. Maak één krachtige vorm van Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
33
een wijktafel. Niet de wijktafel zoals die er nu is. Ik zei al er ligt een mooie taak voor de gebiedscoördinator om de wijk daadkrachtiger te maken. Niet elke wijk heeft een wop of een dop. Dat weet u ook. Als wij nu de wijktafels zodanig inrichten en wij kunnen er als raad over praten hoe wij dat willen, en wij hebben geen aparte organisaties waar wij centen naartoe loodsen, zeggen wij pak één daadkrachtige wijktafel met daarbij alle elementen. De heer Simon: Ik weet niet of u weleens op een wijktafel geweest bent. De wijktafels zijn een kopie van de gemeenteraadsvergadering. De bevolking stelt vragen aan het college dat achter de wijktafel zit. Eigenlijk is het kortweg stel maar een vraag, terwijl eigenlijk het initiatief en de inzetbaarheid, samen met deskundige ondersteuning, of dat nu medewerkers van de gemeente zijn of van buitenaf ingehuurde deskundigen, bezig zijn met de totale wijk. Ik denk dat je zelfs kunt zeggen een aantal vragen van de wijktafels verdwijnt. Als je kijkt naar de ontwikkeling van het wop in Waspik waar het centrum aangepakt wordt en mensen minder klagen omdat ze er zelf bij betrokken zijn, maar ook de wop's en dop's, of andere organisaties, kunnen problemen oppakken. Je moet de wijktafels niet aan de kant schuiven en de budgetten op één hoop gooien, want dan wordt het een dusdanig verhaal dat je een enorme deskundigheid hebt juist binnen de groeperingen omdat financieel te kunnen dekken. Je krijgt dan weer technocraten die daar bezig zijn. Dat is niet wat de bevolking vraagt. De heer Monsieurs: Maar dan blijft u vasthouden aan datgene wat u eenmaal voor u had. Ik geef ook aan dat de wijktafel in de vorm zoals die er nu is versterkt moet worden. Ik leg daarbij een belangrijke taak bij de gebiedscoördinator, zodat wij daar met één groepering te maken hebben. Dat is veel sterker en veel directer. Ik verwacht dat je dan ook een veel betere deelname vanuit de wijk krijgt. De heer Van Well: Ik wil geen spelbreker zijn in deze discussie, maar wil er toch even op wijzen dat er een raadsinformatiebrief is van de portefeuillehouder. Daar staat in dat er een onderzoek gaat plaatsvinden en vervolgens een debat met de raad om te komen tot keuzes in het instrumentarium. Ik vind het wat voor de troepen vooruit lopen om nu al over deze instrumenten een discussie te voeren. De heer Simon: Ik snap uw stellingname. Ik ben blij met de raadsinformatiebrief, maar dat wil niets meer en niets minder zeggen dan dat wij gewoon informatie krijgen vanuit het college. Het is een weg die het college meent te moeten gaan. Daar heb ik verder geen problemen mee. Wij wachten het plan van aanpak af. Ik heb geen boude uitspraak gedaan vooruitlopend op de troepen. Dat heeft de heer Monsieurs gedaan. Hij zegt gooi alles maar op één hoop. Dat is voor mij juist een punt van discussie. De heer Van Well: Ik wil de heer Simon erop wijzen dat er een webenquête wordt aangekondigd en dat er vervolgens discussie gaat plaatsvinden met de raad over de uitkomsten. De webenquête heeft van doen met het instrumentarium waarvan de heer Monsieurs namens Lokaal Belang nu zegt dat de wijktafel meer urgentie zou moeten krijgen, wat u weer bestrijdt. Ik wil u noch de heer Monsieurs op zijn standpunt aanvallen. Ik wil alleen vragen om even geduld te hebben, in september heeft u een plan van aanpak en alle kans om deze discussie te voeren. De voorzitter: Mag ik de conclusie trekken dat er twee schoten voor de boeg zijn gegeven waar het gaat om de toekomstige invulling en dat u daar later, alles afwegend, op terug kunt komen en alle vrijheid in heeft?
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
34
De heer Simon: Dat mag u gerust constateren, maar ik constateer wel iets heel vreemds. Voor de eetpauze hadden wij letterlijk een commissiebehandeling. Ik hoor verschillende collega’s in de pauze zeggen laten wij met elkaar de discussie aangaan. Ik ga de discussie aan op een uitspraak die hier over dit onderwerp wordt gedaan e dan zegt een zeer democratische partij wacht het moment maar af waarop wij een ei hebben gelegd. Daar teken ik bezwaar tegen aan. Wij worden uitgedaagd om een reactie te geven. Wij doen dat en dan wordt de discussie aan de kant geschoven. Nou goed, dan zijn wij op tijd voor het voetbal klaar. De voorzitter: Ik concludeer dat eten nog steeds van grote invloed is op het leven en het welzijn van volksvertegenwoordigers. Mijn conclusie blijft staan dat u schoten voor de boeg geeft daar waar het gaat om de toekomstige inrichting van. U heeft alle gelegenheid om daar iets mee te doen. Ik stel voor dat wij er op dit moment even een punt achter zetten. Wij gaan over naar de beantwoording van het college. Ik memoreer even twee zaken als voorzitter van de raad. De opmerking van de heer Van Veelen van doen wij het wel goed. Het gaat redelijk als het college hier staat, maar als zij er niet is, gaat het toch op de één of andere manier niet helemaal goed. Ik zag dat ook bij de strategische visie. Dit is een punt dat opmerkelijk is. Het is goed dat u dit aanstipt. Wij hebben naar aanleiding van de evaluatie vlak voor het einde van de oude raad van gezegd dit zijn de concrete punten waar wij concreet iets mee doen, maar wij komen over het totale functioneren, hoe gaat dat nu in de nieuwe opzet, terug. Wij hebben de naam van Marcel Bogers genoemd die ons daarin zal kunnen assisteren. Die afspraak moet nog steeds gemaakt worden en voeren wij in de loop van dit jaar uit. Hij heeft toegezegd dat hij dat graag wil doen. Dit is zo’n punt waarover je met hem van gedachten zou kunnen wisselen. Hoe pak je dat aan, geef ons tip en voor mijn part oefenen wij daarin. Ik denk dat het binnen dit kader in overleg met de griffier opgepikt kan worden. Waar het gaat om onderzoek en statistiek hebben wij uitleg gegeven in de commissievergadering hoe het precies zit. Het lijkt mij niet dat dit nu herhaald moet worden. Gevraagd wordt hoe ga je in de toekomst om met cijfermatig materiaal dat je nodig hebt. Op woensdag in de sessie met de politie zat dit er in. Driemaal in de week even de behoefte aan informatie aanstippen. Het lijkt mij verstandig dat er binnenkort binnen het college aangegeven wordt hoe men dit vanuit het college realistisch denkt te kunnen invullen. Naar de begroting en de jaarrekening voor toekomstige jaren, maar ook naar aanleiding van dit onderwerp. Hoe doe je dat dan als je iets niet hebt. Het lijkt mij handiger dan daar nu allerlei tips en oplossingen voor te bedenken. Wij hebben dan wat meer overzicht, maar wij snappen het punt dat u in dit opzicht heeft gemaakt. Ik stel voor dat de heer Potters de rest van de beantwoording voor zijn rekening neemt. Wethouder Potters: Ik wil beginnen met een algemene reactie. De heer Simon mag het echt zien als een service naar de raad om te kijken hoe zouden wij met dit onderwerp om kunnen gaan, maar het is absoluut niet de bedoeling om de discussie in de raad anders te laten lopen. Ik wil toch even gezegd hebben dat wij hier graag faciliterend in zijn. Het is uiteraard aan de raad om de discussie over dit belangrijke onderwerp met elkaar te voeren. Toch zijn wij heel blij dat de conclusies onderschreven worden. Wij onderschrijven de conclusies ook, omdat de rekenkamercommissie natuurlijk wel een duidelijk punt heeft geraakt. Hoe zit het nu met de regierol van de gemeente en eigenlijk hoe pakken wij dat op de goede manier op. Mijn eerste algemene reactie is dat de rekenkamercommissie in haar manier van onderzoeken een zeer methodische en deskundige manier heeft opgepakt om dat te doen, maar dat wij ook vanuit het college willen benadrukken dat gebiedsgericht werken meer dan een methode is. Het is echt een manier van werken zoals wij die in Waalwijk al een tijd toepassen. De heer Van Well Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
35
heeft al aangegeven dat hij de successen op sommige momenten ziet, die zijn er ook. Het is een beetje een filosofie waar je in moet geloven en achter moet blijven staan. Dat is ook iets wat wij aan u mee willen geven in de discussie over gebiedsgericht werken. Ik ga in op de vragen. De heer Van Veelen, de burgemeester was mij net een beetje voor als het gaat over onderzoek en statistiek. De afdeling gebiedsgericht werken denkt natuurlijk wel na over hoe ga je die instrumenten meetbaar maken. Dat is erg afhankelijk van de doelstellingen die u stelt. Als u heel ruime, algemene doelstellingen stelt die heel veel omvattend zijn, zullen wij daar veel meer onderzoekswerk voor moeten verrichten dan dat wij hele concrete en duidelijke doelstellingen stellen. Bijvoorbeeld op het gebied van leefbaarheid en veiligheid, zoals wij dat ook in onze brief hebben aangegeven. Uiteraard is het aan u, maar hoe scherper u bent met de doelstellingen, hoe makkelijker het te meten is en hoe minder onderzoek er hoeft plaats te vinden. Ik denk dat wij het voor een deel zelf kunnen oppakken. Als dit niet kan, zouden wij wellicht bijvoorbeeld met waarstaatjegemeente of met heel gerichte onderzoeken buiten de deur daar wat aanvullends aan kunnen doen. Wat betekent organisatorisch doorontwikkelen van de instrumenten; heel simpel vertaald, wij zien nu dat de wop's en dop’s een tijdje werken, maar wij zetten daarbij wel een aantal kanttekeningen. Bijvoorbeeld bij de instrumenten. Dat is met alle instrumenten, sommige dingen werken goed. Als het gaat om opkomst, heb je mensen op de goede manier uitgenodigd. Soms moet je het op een andere manier doen. Met de ervaring die wij na de afgelopen jaren hebben, willen wij in ieder geval op dat punt de instrumenten gewoon wat kunnen bijslijpen en verder ontwikkelen. Daarbij wil ik wel opmerken dat het heel goed zou zijn dat wij eerst de discussie hebben over de doelstellingen en dan de discussie over de instrumenten die daarbij horen. Dat kan natuurlijk leiden tot het afschaffen of minder toepassen van instrumenten. Dat is ook iets wat de rekenkamercommissie aangeeft. Heeft u wel een goed verband tussen doelstellingen en instrumenten, zit het nog helemaal goed. Als wij daar heel kritisch naar kijken zou het weleens kunnen zijn dat wij andere instrumenten moeten gaan toepassen en sommige instrumenten moeten schrappen. Tegen D66 kan ik eigenlijk alleen maar zeggen bedankt voor de complimenten. Uiteraard hebben wij geprobeerd om hier vandaag het debat te voeren om u zo snel mogelijk te bedienen met de juiste instrumenten, maar het is aan u om daar een verder vervolg aan te geven. Werknemersbelang heeft opmerkingen gemaakt over de vervolgprocedure. Ik denk dat het heel goed is in het voorstel om zowel raad, griffie, wethouder en ambtelijke organisatie te betrekken bij hoe pakken wij dat nu goed op. Het is echt iets van ons allen. Ik denk dat wij met ons allen de doelstellingen en instrumenten moeten bedenken. Dat moet geen spel tussen college en raad worden. Dit zit in het voorstel. Als u dat overneemt, gaan wij daar voor zorgen. De PvdA, is de ambtelijke organisatie voldoende ingericht op gebiedsgericht werken; nee, dat zijn wij nog niet. Absoluut niet. Dat is iets wat in ontwikkeling is waar wij de komende jaren op moeten blijven inzetten. Wij zien wel de eerste goede resultaten. Dat bemoedigt ons om door te gaan op de manier waarop wij hebben ingezet. Dit najaar goed nadenken wat zijn onze doelen, welke instrumenten gaan wij daarbij aansluiten en wat voor type indicatoren willen wij. Als wij dat heel scherp doen, is onze ambtelijke organisatie ook veel beter in staat om nog betere resultaten te leveren. Het begint echt bij ons. Het CDA, een lastige vraag, worden de afspraken altijd op de goede momenten nageleefd; ik ben een voorstander van ‘afspraak is afspraak’. Als wij een afspraak maken op de wijktafel moeten wij die gewoon nakomen, maar dan moet het niet zo zijn dat die afspraak tegenstrijdig is aan de wop's en dop’s die wij eerder gemaakt hebben. Of wij moeten er voor zorgen als organisatie dat wij de wop's en dop’s goed kennen, of wij moeten gewoon heel duidelijk zijn over de afspraken die wij maken. Vanuit hier zou ik Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
36
ook de organisatie willen vragen om daar kritisch in te zijn. Het is een absolute prioriteit om daar naar te kijken. Als wij onze afspraken niet nakomen, vergroten wij de kloof tussen burger en bestuur helemaal. De VVD, de strategische vraag, hoe moeten wij het rapport nu lezen als het gaat over de andere rolverdeling tussen inwoners en bestuur; wij hebben onlangs de strategische visie vastgesteld waarbij wij hebben gezegd dat wij naar een andere verhouding tussen inwoners en gemeente willen gaan, waarbij eigenlijk de regie veel meer bij de gemeente moet liggen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering soms bij inwoners, maar ook bij maatschappelijke instellingen, zoals bijvoorbeeld Casade. Dat is de weg die wij als college nu inzetten. Dat kost wel even tijd en zal niet binnen nu en een paar maanden gelijk tot resultaten leiden. Het is absoluut de discussie die wij regelmatig met elkaar voeren om ook naar een andere rolverdeling te gaan. Ik denk dat het ontzettend goed aansluit bij het moment dat wij nu hebben als het gaat over gebiedsgericht. Bedankt voor de complimenten over de snelle beantwoording. Aan het betoog van Lokaal Belang heb ik eigenlijk niet zo veel toe te voegen. Volgens mij had u geen vragen voor mij, anders dan dat u afwacht wat wij als college aan voorstellen zullen doen. Ik zou zeggen wacht het af, maar niet passief, graag actief. Wij hebben ook uw input heel hard nodig om tot goede indicatoren en een doelstelling te komen. De voorzitter: Wie van u in tweede instantie? De heer Simon: Mijn complimenten aan de portefeuillehouder, want ik denk dat hij precies aangeeft wat ik heb bedoeld. Ik vind nog steeds, ook al denken andere mensen er anders over, dat juist de rekenkamer, u heeft dat zelf ook summier verwoord, meer vanuit de organisatie en de structuur denkt. Als je er niet in gelooft, kun je allerlei structuren en organisaties neerzetten, maar dan blijft er van het gebiedsgericht werken doodeenvoudig niets over. Als je vanavond het punt op de agenda hebt en je wilt over sommige dingen nu al discussiëren, nogmaals ik stel het erg op prijs dat u komt met een raadsinformatiebrief, maar uiteindelijk is het rapport gericht aan de gemeenteraad en de gemeenteraad heeft hier vanavond het recht om te discussiëren. U heeft het recht om daar nog eens uw licht over te laten schijnen. Ik denk dat u daarmee de juiste snaar heeft geraakt. Er is een aantal instrumenten. U accepteert als portefeuillehouder dat wij eigenlijk net uit de pilotfase komen waarbij een aantal zaken zich natuurlijk nog moeten zetten. Dat ontkennen wij niet als PvdA en GroenLinksaf. Het kan niet zo zijn dat de structuur en de organisatie leidend moeten zijn bij juist zo’n flexibel werkgebied als gebiedsgericht werken. Dat is hetgeen wij heel helder en duidelijk neerleggen. De heer Van Veelen: Uit de beantwoording van de wethouder leid ik toch af dat er toch redelijk snel besloten kan worden om bepaalde instrumenten af te schaffen. Ik zou alle fracties willen vragen om daar goed over na te denken als die discussie straks gevoerd moet worden. Wij hebben echt het gevoel dat het stellen van doelen, wat daarnet genoemd is, als wij dat verkeerd doen, zou dat ertoe kunnen leiden dat goede instrumenten straks afgeschaft worden. Hetzelfde geldt voor evalueren, een beetje verkeerd of knullig uitgevoerd onderzoekje zou kunnen leiden tot afschaffen van iets wat misschien al jaren onbewust goed werkt. Laten wij daar alstublieft voorzichtig mee zijn. De voorzitter: Waarvan akte op dit moment. Ik stel voor over te gaan naar het volgende onderwerp. 1.4
(CS5) Jaarverslag en jaarrekening 2009, beleidsplan 2010-2011 en begroting 2011 van de ISD Midden-Langstraat en een bestuurlijke notitie omtrent de bestandsontwikkeling in relatie tot de financiële middelen
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
37
De voorzitter: Dit voorstel is besproken in de commissie en dat heeft geleid tot een gewijzigd raadsvoorstel, waardoor ik niet precies weet wie van u wel en niet het woord wensen te voeren. Ik inventariseer de sprekers; de fracties van Lokaal Belang, PvdA, GroenLinksaf, ChristenUnie, Werknemersbelang, VVD en CDA. Het woord is aan de fractie van Werknemersbelang. De heer Smits: Aan de orde zijn het jaarverslag en de jaarrekening 2009, het beleidsplan 2010-2011 en begroting 2011 en een bestuurlijke notitie omtrent de bestandsontwikkeling in relatie tot de financiële middelen. Uit het stuk blijkt wat de ingrepen in de WW-wetgeving van een aantal jaren geleden voor consequenties heeft voor ons als gemeente als uitvoerder van de WWB. Nog erger, voor de mensen die buiten hun schuld aan de kant zijn komen te staan door de gevolgen van de financiële crisis, die verstrekkende gevolgen heeft voor de werkman en werkvrouw. Zeker als men niet aan de eisen kan voldoen voor wat betreft het opleidingsniveau. U heeft in de collegevergadering van 4 mei besloten om de opdracht te verstrekken aan de ISD om een analyse op te stellen naar bovengemiddelde groei in het WWB-bestand. Hier zijn wij het volledig mee eens, maar is er al antwoord op deze door u verleende opdracht? Waarom is deze vraag nu voor kennisneming in het besluit opgenomen? Ook gaat u er zomaar vanuit dat op basis van het bestuurlijk akkoord tussen VGZ en VEG van 31 mei 2007 het macrobudget door het Rijk wordt aangepast als het bestand vanwege conjuncturele tegenvallers buiten het afgesproken budget komt. U schrijft in dit voorstel dat het wenselijk is om hier zelf op te anticiperen. Hoe en wanneer gaat u dat doen? Heeft u misschien een idee om hoeveel euro het dan zou kunnen gaan? Wij hebben ook een vraag hoe het zit met de afspraak die de coalitie gemaakt heeft met zichzelf en ons daar als raad van op de hoogte heeft gebracht, dat gaat over de 10% kortingsregeling. Wij van Werknemersbelang begrijpen best dat de tering naar de nering gezet moet worden, maar als dit betekent dat cliënten van de ISD niet meer kunnen rekenen op dezelfde hoogwaardige ondersteuning zoals zij dat tot nu kregen, voorspellen wij u dat wij als gemeente de rekening gepresenteerd krijgen van deze efficiencykorting. Gewoon omdat het bestand verhard en moeilijker bemiddelbaar wordt. Daarom verzoeken wij de coalitiepartijen om dit voor de ISD Midden-Langstraat ongedaan te maken en te kijken wat er naast de kortingen vanuit de rijksoverheid wordt toegepast en aan mogelijkheden is. Uiteraard blijft de € 147.176 korting die het Rijk ons opgelegd heeft gewoon staan. Daar moet de ISD wel een oplossing voor vinden. Wij zullen als Werknemersbelang tegen beslispunt 6. stemmen. Met de overige punten gaan wij akkoord. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van het CDA. Mevrouw De Bruijn: Geachte voorzitter van de raad, raadsleden en aanwezigen op de publieke tribune. Het worden er wel steeds minder volgens mij. Voor ons ligt het gewijzigd raadsvoorstel CS5 ISD Midden-Langstraat. De fractie van het CDA heeft zich intensief gebogen over de stukken en de problematiek. Het is op dit moment voor ons allen bekend dat door de economische ontwikkelingen, ook binnen de gemeente Waalwijk, de afgelopen maanden een zeer grote toename van het aantal werklozen is ontstaan van om en nabij minimaal 15%. Op dit moment is de toename wat gestabiliseerd, maar aanzienlijk hoger dan in de voorgaande jaren. Onherroepelijk zal dit leiden tot grote financiële gevolgen op het WWB-gedeelte. U wijst ons daar op. Wij kunnen ons vinden in het voorgestelde besluit om het overschot reserve inkomensdeel in het begrotingsjaar 2009 in te zetten in een tijdelijke voorziening om de nu ontstane en nog te verwachten problemen op het WWB-gedeelte op te vangen. Het gewijzigd Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
38
raadsvoorstel en besluit zijn een verbetering ten opzichte van het eerdere voorstel. De onder 6 genoemde 10% bezuiniging, zoals opgenomen in het coalitieprogramma 20102015, moet volgens de fractie van het CDA niet leiden tot een versobering binnen het productenpakket. De overheid zet in om de jeugdwerkloosheid tegen te gaan. Wij denken bijvoorbeeld aan de Wet WIJ. Zij staat voor solidariteit en het voorkomen van toename van kanslozen op de arbeidsmarkt. Het terugdringen van het aantal mensen dat door het ontberen van voor hen geschikte betaalde arbeid moet leven onder de armoedegrens en het voorkomen van een grotere toename van armoede binnen ons land. De fractie van het CDA heeft zich in de voorgaande jaren sterk gemaakt en extra aandacht gevraagd voor extra investeringen in re-integratietrajecten voor zeerlangdurig werklozen, de zwakkeren in onze samenleving. Wij vrezen dat de economische ontwikkelingen en doorgevoerde extra bezuinigingen kunnen leiden naar het inzetten van de gelden om kortdurende werklozen, de kansrijke groep, snel aan de slag te krijgen. Dat is overigens natuurlijk wel begrijpelijk. De herziening van de WW heeft geleid tot extra toename van het aantal WWB-ers binnen de ISD. Wij pleiten ervoor om te blijven investeren in kansarme WWB-ers, een groep die een grote afstand heeft tot de reguliere arbeidsmarkt. Zij die de laatste jaren door extra investeringen en activering weer hoop hebben op verbetering van hun sociale leefsituatie moeten wij nu niet aan hun lot overlaten door gedane investeringen teniet doen. Wij vragen het college dan ook richting de ISD actie te ondernemen om in deze belangrijke doelgroep te blijven investeren. De voorzitter: Bij mij blijft het eerste zinnetje van uw betoog hangen. U moet zichzelf niet onnodig klein maken. Het aantal mensen dat hier zit komt voor één punt. Als de agenda afgerond wordt, gaan zij gewoon naar huis. Niet omdat u het slecht doet of zoiets. U moet in die zin geen masochistische neigingen hebben is mijn voorstel. Het woord is aan de fracties van de PvdA en GroenLinksaf. De heer Simon: Het is jammer dat de ChristenUnie nog niet aan de beurt is geweest, want ik heb begrepen dat zij met een motie komt. Ik neem daar alvast een voorschot op in mijn betoog. De gevolgen van de financieel/economische crisis slaan hard toe in de Waalwijkse gemeenschap. Als wij de gegevens uit het voorliggende voorstel mogen geloven zelfs harder dan in de ons omringende gemeenten. Midden-Brabant kent een grotere stijging van de werkloosheid dan de rest van Nederland. Dit baart de fracties van PvdA en GroenLinksaf zorgen. Temeer omdat de genoemde stijging van het WWBbestand forse verschillen vertoont met die van de in het voorstel genoemde gemeenten. De geschiedenis van onze gemeente met als kenmerk een eenzijdige werkgelegenheid, namelijk de schoenenindustrie, schetst de gevaren van dit soort werkgelegenheid. Maar ook nu met onze gevarieerde werkgelegenheid ontkomen wij niet aan de gevaren van de huidige recessie. Wat is wijsheid? Terug naar het raadsvoorstel betreffende de ISD. Onze fractiegenoot de heer Ottens heeft aandacht gevraagd voor de versobering van het pakket en de ideeën hierover van de portefeuillehouder. Tevens uitte hij zijn zorgen over de stijging van de personele kosten. Ook hier zien wij door de verhoging van de werkdruk en daardoor het inhuur van externen een toename van de loonkostensom. Ook hier kan het toverwoord zijn een efficiencyslag maken. Hierdoor blijven in de begroting meer middelen over om effectief meer mensen te herplaatsen naar het arbeidsproces. Met andere woorden ga voorzichtig en verstandig om met de bezuinigingen binnen de ISD. Onze fracties pleiten er in dit verband niet voor om de bezuinigingsdoelstelling vanuit het coalitieakkoord te verlaten, maar pleit ervoor dit op een verstandige wijze te doen zonder dat dit ten koste gaat van de cliënten van de ISD. Rest mij nog om namens de fracties van PvdA en GroenLinksaf u mee te delen dat ons amendement niet ingediend wordt. Wij steunen de motie van de ChristenUnie. Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
39
De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de ChristenUnie. De heer Van Veelen: Het voorliggende raadsbesluit over de ISD is onder tijdsdruk en na onderhandelingen tot stand gekomen. De ISD is natuurlijk een belangrijke partner van de gemeente en het werk dat zij uitvoert behoort tot de core business van de gemeente. Het is daarom belangrijk om goede besluiten te nemen. Als gemeente moeten wij ongeveer 10% zien te bezuinigen. Gemeenschappelijke regelingen zijn voor ons vaak wat minder grijpbaar, maar wel regelingen waar veel en grote bedragen in omgaan. Als het ons daar niet lukt om 10% te bezuinigen, komen wij echt in de problemen. Ook de ISD zal daarom niet aan bezuinigingen kunnen ontkomen. Het onderzoeken van de mogelijkheden alleen is daarom niet genoeg. Er moet gewoon een taakstelling zijn. Natuurlijk zijn er misschien situatie van overmacht waardoor het niet lukt, maar dat kan niet al vooraf vaststaan. Tegelijk moeten wij voorkomen dat wij het paard achter de wagen spannen door de cliënten minder mogelijkheden aan te bieden en daardoor de uitstroom uit een uitkering te beperken. Dat is in het voorliggende voorstel wel een reële te onderzoeken mogelijkheid. Die kant willen wij niet uit. Een aantal fracties heeft aangegeven dat zij dat ook niet willen. Vandaar dat wij een motie indienen om deze twee dingen te bewerkstellingen. Wij hadden het uitgebracht als amendement, maar vanwege het feit dat de formulering van punt 6 bij een aantal groepen zeer gevoelig bleek te liggen, hebben wij het in een motie gegoten. De voorzitter: De tekst van de motie luidt als volgt: Motie De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 24 juni 2010; Onderwerp: ISD Midden-Langstraat Overwegende dat: •
De ISD Middenlangstraat een gemeenschappelijke regeling is.
•
Vanwege noodzakelijke bezuinigingen op gemeenschappelijke regelingen een korting van 10% nagestreefd wordt.
•
Het belangrijk is zwakkeren in de samenleving te ontzien bij bezuinigingen.
Besluit: Punt 6 van het voorliggende raadsbesluit te vervangen door: De ISD-ML opdracht te geven een korting van 10% op de uitvoeringskosten van de gemeenschappelijke regeling te realiseren, waarbij de besparing niet gezocht mag worden in het versoberen van het aan de cliënt aan te bieden pakket. Deze motie wordt ingediend door de fractie van de ChristenUnie. De motie wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen.
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
40
Het woord is aan de fractie van Lokaal Belang. De heer Lodenstijn: Een gewijzigd voorstel, wat heeft er aan bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen het vorige in de commissie besproken voorstel en dit gewijzigde voorstel waarbij een door de gemeente Waalwijk in eerste instantie ingenomen minderheidsstandpunt plotseling is verdwenen? De jaarrekening 2009 laat zien dat het maximale plafond van 15% van het jaarbudget is overschreden met een bedrag van € 766.000. Over de bestemming van dit bedrag worden in het dagelijks bestuur nadere afspraken gemaakt en wij als raad worden verder geïnformeerd, staat in het raadsvoorstel. In het besluit staat echter onder 3. dat van dit bedrag een voorziening van € 266.000 wordt getroffen. Wij hebben het dus eigenlijk nog over € 500.000, als ik goed kan rekenen, waar wij als raad nog over geïnformeerd worden. Is dit juist? In hoeverre wordt bij deze processen ook de cliëntenraad betrokken? Hoe is het overleg daarover? Ik had het daarnet al over het besluit onder 3. In welke relatie moeten wij dat zien met het besluit onder 7? Ook onder 7. wordt gesproken van een voorziening. Is dit hetzelfde als onder punt 3. of wordt hier iets anders bedoeld? Wat dan precies en over welk bedrag hebben wij het dan? Als laatste de opmerking over de korting van 10% op de uitvoeringskosten. Of moeten wij eigenlijk lezen op de bedrijfsvoering? Hoe kijken onze partners Heusden en Loon op Zand hier tegenaan? Gaan die met ons mee? Korten zij ook 10% of blijven zij gewoon bijdragen zonder korting? Wat betekent dat vervolgens in de uitvoering? Betekent het dan verschil in dienstverlening voor de verschillende inwoners van de verschillende gemeenten? Dat lijkt mij niet handig. Met betrekking tot de 10% korting confirmeert Lokaal Belang zich aan de afspraak in het coalitieakkoord. Geen punt, maar in het coalitieakkoord staat ook dat er niet bezuinigd gaat worden op het budget van minima en armoedebeleid. Dit betekent voor Lokaal Belang dat het totale pakket van dienstverlening aan de klant intact moet blijven, kijk naar de motie. Ik vraag aan de wethouder of hij hiervoor kan instaan. De voorzitter: Het woord is aan de fractie van de VVD. De heer Van Tuyl: Ik kan kort zijn. Er is gesproken over de stijging van het bijstandsvolume. Er is al gesproken over het onderzoek dat gaat plaatsvinden in verband met het sterk toegenomen bestand. Daar hoef ik dus ook niet meer over te spreken. Wij wachten dat onderzoek af. Wij willen even de voorzieningen die zijn getroffen aanstippen. In algemeenheid worden voorzieningen getroffen voor situaties dat het slechter gaat. Op het moment dat het conjunctureel slechter gaat, betekent dit ook dat je de voorzieningen aan moet spreken. Dat betekent dat je onnodig voorzieningen niet verder moet gaan opbouwen. In dat kader graag een verduidelijking zoals Lokaal Belang ook gevraagd heeft over punt 3. en 7. van het besluit. Dat brengt mij eigenlijk meteen tot de motie van de ChristenUnie. Gevraagd wordt hoe gaan wij de bezuiniging van 10% die wij met zijn allen voorstaan concreet invullen. Kan dat consequenties hebben voor versobering van het budget. In dat kader val ik de heer Lodenstijn bij die uit het coalitieakkoord pagina 5 uitdrukkelijk geciteerd heeft dat bij bezuinigingen de zwakste schouders ontzien worden. Dat betekent dat er niet bezuinigd gaat worden op het budget voor minima en armoedebeleid. Dat wil niet zeggen dat wij daarmee de motie van de ChristenUnie steunen. Wij willen graag de wethouder als onderdeel van het bestuur van de ISD, ISD zelf en de uitvoeringsorganisatie alle creativiteit bieden om zelf te kiezen voor de uitvoering en zelf de mogelijkheden van besparing aan te voeren. Als je dat doet, komt uiteraard vanzelf in beeld in welke mate de gevolgen voor de dienstverlening al dan niet aanwezig zouden zijn.
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
41
De heer Van Veelen bij interruptie: Mag ik daaruit opmaken dat u de organisatie ook zelf laat kiezen om wel of niet 10% te bezuinigen? De heer Van Tuyl: Nee, die 10% staat, maar dat betekent niet dat je het pakket per definitie exact hetzelfde moet laten. Het moet wel gelijkwaardig zijn. Dat wachten wij qua voorstellen af. De heer Tiemstra: Even een vraag. Ik bemerk toch een verschil tussen wat de heer Lodenstijn zojuist gezegd heeft en wat de heer Van Tuyl zegt. In het slot van het betoog van de heer Lodenstijn heb ik een klein beetje geproefd dat hij even wil afwachten wat de wethouder antwoordt voordat hij de motie steun. De heer Van Tuyl geeft aan ik ben het eens met de 10% die er staat. Het staat zelfs in het coalitieakkoord, maar u doet het toch niet. De heer Van Tuyl: Juist wel, het staat in het coalitieakkoord. Dat betekent dat wij de letterlijke tekst van het coalitieakkoord volgen zoals wij die met elkaar nog maar heel recent afgesproken hebben. De heer Tiemstra: Wat doet u dan als de wethouder straks zegt ik kan hier niet aan voldoen? Gaat u dan de motie steunen? De heer Van Tuyl: Ik heb al aangegeven dat wij de motie niet zullen steunen omdat wij hem overbodig vinden. De heer Smits: Kunt u mij zeggen wat u bedoelt met het pakket veranderen als er maar een gelijkwaardig pakket aangeboden wordt. Waar doelt u dan precies op? De heer Van Tuyl: Dat kan ik niet. Daar gaat het nu juist om. Ik laat die creativiteit graag bij de uitvoeringsorganisatie. Laat zij met voorstellen komen. Die zullen dan op hun merites beoordeeld worden. De heer Simon: Ik zou het toch prettig vinden als de heer Lodenstijn eerst antwoord zou mogen geven op de vragen van de voorgaande sprekers. De heer Lodenstijn: Als u mijn betoog heeft gehoord, heeft dat een beetje dezelfde strekking als de motie. Dit betekent voor Lokaal Belang dat het totale pakket van dienstverlening aan de klant intact moet blijven. Wethouder, kunt u hiervoor instaan? Laten wij afwachten hoe die vraag door de wethouder beantwoord wordt. De heer Simon: Dat wil ik best afwachten, maar er zit dus in ieder geval licht tussen twee verschillende antwoorden. De fractievoorzitter van de VVD zegt dat de organisatie bekwaam genoeg is om die 10% in te vullen. Waar het mij om gaat is dat waar wij bij het vorige agendapunt spraken over de regierol de raad hierin als deelgenoot van de ISD zijn regierol tracht op te nemen en zegt wij hebben geen enkel bezwaar tegen die 10%, maar waar de motie van de ChristenUnie nadrukkelijk over spreekt, wij hebben wel bezwaar tegen een 10% bezuiniging op het pakket dat aan de cliënten wordt aangeboden. Dat betekent dat de ISD nog steeds haar creativiteit kan gebruiken, alleen uitdrukkelijk niet op dat ene element. Daarvan zegt u zij zijn er intelligent en creatief genoeg voor om ook daar zorgvuldig naar te kijken, maar wij zeggen nadrukkelijk als raad wij geven, met alle respect richting de portefeuillehouder, dat verzoek mee om juist de cliënten die het al moeilijk hebben in deze tijd niet in die 10% te zetten.
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
42
De heer Van Tuyl: Wij vinden het niet nodig om het op die manier in te vullen. Wij laten het graag aan de creativiteit over. Dat wil niet zeggen dat voorstellen die daaruit voortvloeien automatisch geaccepteerd zullen worden. Dat betekent heel simpel dat alles op zijn merites beoordeeld zal worden. De voorzitter: Is het niet verstandiger om nu eerst even te vragen wat de wethouder te zeggen heeft en in tweede instantie uw punt te maken als dat dan nog nodig is? Het woord is aan de heer Potters. Wethouder Potters: Ik ga het lijstje even langs. Ik heb goed naar de ChristenUnie geluisterd. U zegt de bezuinigingen zouden ongeveer 10% moeten bedragen willen wij als college onze doelstelling halen. Ik kan u zeggen dat die zeker 10% moet bedragen willen wij onze doelstelling halen. De boodschap richting ISD is duidelijk geweest, wij verwachten ook van hen dat zij 10% in uitvoeringskosten terug zullen gaan in het komende jaar. In antwoord op een aantal vragen dat bij andere partijen speelt, de ISD heeft gevraagd om daar wat ruimte in te hebben om tot een goed oordeel te komen van hoe doe je dat dan. Hoe ga je 10% naar beneden? Zet je die heel rigide in? Het moet 10% zijn. Het mag niet ten koste gaan van dienstverlening. De ISD zegt dat het erg lastig is om dan met goede voorstellen te komen. Ik kan u een voorbeeld geven. De ISD handelt een aantal aanvragen sneller af binnen de wettelijke termijnen dan strikt zou moeten. De ISD zou ervoor kunnen kiezen om die termijn iets te laten oplopen, daarmee gaan de uitvoeringskosten omlaag, voldoen zij aan alle wettelijke eisen en voldoen zij ook aan het takenpakket richting betrokkenen. Wethouder, wilt u deze keuze maken? Als wij nu heel rigide uw motie zouden volgen, zeg ik eigenlijk tegen de ISD 10% is 10% op uitvoeringskosten en u heeft heel weinig bewegingsruimte. Ik denk dat wij dat nu juist niet willen doen. Gevraagd wordt betekent dit nu dat het ten koste gaat van het pakket wat aangeboden wordt aan de mensen die in de bijstand zitten of een werkloosheidsuitkering hebben. Dat is nadrukkelijk niet de bedoeling. Het gaat er puur om wij bieden een product aan. Daar zijn uitvoeringskosten mee gemoeid. De service rondom die uitvoering zou misschien iets soberder kunnen zijn, waardoor de uitvoeringskosten omlaag kunnen, zodat het niet ten koste gaat van het pakket voor de burger. De voorzitter: Zijn er vragen in de richting van de wethouder? De heer Den Braven: Volgens mij fixeert de wethouder zich nu heel erg op die 10%, terwijl de essentie van de motie niet die 10% is, maar het pakket dat aangeboden wordt. Dit meen ik, maar de motie is van de heer Van Veelen. Wethouder Potters: Dat snap ik, maar het gaat mij nadrukkelijk wel om die 10%. Wij hebben wel een heel duidelijk signaal naar alle partijen gegeven dat 10% ook echt 10% is, zodat wij er vooraf geen onduidelijkheid over laten bestaan of het nu 9, 8, 7, 10, 11 of 12% is. De heer Van Veelen: Toch heb ik het gevoel dat dit niet in het voorstel staat. In het voorstel staat alleen maar wij gaan onderzoeken hoe wij dat kunnen doen. Het enige wat nu naar voren komt is dat op voorhand eigenlijk al vaststaat, dat spreekt uit het voorstel, dit gaan wij nooit halen, dus wij houden een slag om de arm en gaan eerst gewoon een onderzoek doen. Ik denk je moet dat niet op voorhand al vaststellen. Je moet gewoon zeggen 10%. Natuurlijk kunnen er allerlei dingen opduiken en uiteindelijk kan de ISD zeggen het gaat gewoon niet zonder het pakket aan te passen, maar dan moeten wij daarover praten. Wij moeten misschien zeggen dat het niet 10% moet zijn, maar om nu Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
43
op voorhand al te zeggen dit gaan wij niet redden en doe eerst maar eens een onderzoek, dat lijkt mij niet heel erg slim. Wij willen graag 10% en daar streven wij naar. Wethouder Potters: Ik kan mij voorstellen dat er een klein beetje verwarring ontstaat, maar het is nadrukkelijk wel de bedoeling als je punt 6. leest dat de ISD de mogelijkheid in beeld moet brengen om 10% te korten op de uitvoeringskosten om dat ook daadwerkelijk te realiseren. Wat mij betreft krijgt men wel de mogelijkheid om daar met slimme, intelligente voorstellen te komen, waarbij mij ook duidelijk gemaakt kan worden zou het eventueel ten koste van het pakket kunnen gaan als wij toch op de uitvoeringskosten naar beneden gaan. Dat beeld kun je niet vooraf uitsluiten. Wij hebben wel wat ruimte gelaten in de mogelijkheden, maar dat die 10% gewoon 10% is met de doelstelling om die ook uit te voeren, staat wel degelijk onder punt 6. Tenminste ik wil het wel als zodanig interpreteren. De heer Simon: Ook hier zit geen licht tussen. De motie draagt een korting van 10% op de uitvoeringskosten op. Klaar. Liefst meer, maar waar de motie juist in de kern over spreekt, is laat het niet ten koste gaan van de cliënten. Dat is een kerntaak en dat betekent, wat ik eerder heb gezegd, dat wij daarin een sturing aangeven richting ISD zoek het op welke mogelijke manier dan ook. Laat die termijn maar wat oplopen, maar juist niet ten koste van de cliënt. Wethouder Potters: Dat is een hele mooie aanvulling. De voorzitter: Het leuke is nu dat er iets gebeurt dat in het kader van wat er daarstraks gezegd is, dat u nu in feite met uzelf zou moeten discussiëren over de motie. Dat is uw instrument. De wethouder heeft daar zijn mening over gegeven. U kunt nog vragen van hoe zit het hiermee en daarmee. U moet in tweede instantie uitmaken hoe de motie bedoeld is en daar zelf een besluit over nemen. Dat is het spel. Zijn er nog vragen in de richting van de wethouder? De heer Simon: Zo werkt het nu eenmaal in de politiek. Als de wethouder zegt ik snap nu wat de bedoeling achter de motie is. Die 10% wordt ten behoeve van de rekening van de gemeente alsnog binnengehaald. De bezuinigingsopdracht blijft gewoon staan, conform het coalitieakkoord, maar ik snap dat de raad wenst dat een bepaalde richting wordt gegeven. Als de wethouder het overneemt, zijn wij er allemaal gewoon klaar mee. Dat zou gewoon prachtig zijn. De voorzitter: Dat snap ik ook. Soms zie ik u met elkaar discussiëren. Daarna zijn er weer vragen in de richting van de wethouder. Het is de eerste instantie. Aan het einde daarvan heeft u de mogelijkheid van vragen aan de wethouder. Ik wil dat even secuur afhandelen. Mevrouw Ruygt: Heeft u er ook weleens over gedacht om met de ISD te praten hoe zij kan bezuinigen zodat u nog meer overhoudt dan die 10%? Wethouder Potters: Ik zal proberen om een aantal vragen dat in eerste termijn gesteld is ook gelijk te beantwoorden. De vraag van Werknemersbelang of de uitkomst van het onderzoek al bekend is. Het is nog niet bekend. Ik heb daarnet met mevrouw Van Limpt gesproken. Wij proberen om dat volgende week bij u aan te leveren. De gegevens zijn al bekend, maar waren nog niet bekend op het moment van deze vergadering. Lokaal Belang heeft een heleboel vragen gesteld. Het klopt dat wij een minderheidsstandpunt hadden als Waalwijk. U weet ook wat een minderheidsstandpunt Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
44
betekent; als het erop aankomt, zijn wij een minderheid. Het is wel zo dat wij in het algemene bestuur maar 1/3 van de stemmen hebben. Toen ik hier net aantrad als wethouder heb ik een dossier onder mijn arm genomen waarbij wij dat minderheidsstandpunt als nadrukkelijk signaal naar onze partners hebben afgegeven. Tussen dat moment en de vorige commissievergadering ben ik in ieder geval tot het inzicht gekomen willen wij als drie partners tot een gedragen oplossing komen dan zullen wij als Waalwijk ook iets water bij de wijn moeten doen. Dat heeft te maken met die voorziening van € 266.000 waarvan nadrukkelijk door de partners is gezegd ook al hebben wij een flinke reserve van bijna € 2 mln., die 15%, wij voorzien toch een enorme stijging van het werkloosheidspercentage dus laten wij nu toch nog een klein extra buffertje hebben om dat in ieder geval op te kunnen vangen. Daar heb ik mee ingestemd, ook om ervoor te zorgen dat het proces door blijft lopen. Wij hebben nog de discussie over die € 500.000; ik wil die hier nog even niet voeren. Wij hebben daar in het afgelopen maandag in het algemeen bestuur een heel uitgebreide discussie over gevoerd. Wij zijn daar tot consensus gekomen. Het vervolg is dat wij het op een later moment bestuurlijk willen afhechten. Gaan wij die discussie nu voeren, dan lopen wij een beetje op de troepen vooruit. Daarbij moet ik wel enigszins mijn excuses aanbieden voor het proces hoe dat tot nu toe verlopen is. De normale weg zou zijn DB, AB, commissie en eventueel de raad. Dat is nu een beetje door elkaar gelopen door omstandigheden. Ik heb dat in de commissie uitgelegd. Ik vind dat vervelend. Soms lopen dingen zo, maar wij proberen het nu wel te herstellen. Gaan Loon op Zand en Heusden mee met de korting op de uitvoeringskosten; ik hoop het wel voor ze. Ik denk dat ook zij een heel moeilijke tijd tegemoet gaan. Ik weet niet of u de kranten volgt, zeker Heusden, maar ook Loon op Zand hebben nog een heel moeilijke weg te gaan. Ik denk juist door het standpunt van Waalwijk dat hier op de langere termijn toch nog wel een keer op teruggekomen wordt door de andere partners. Op dit moment hebben zij er nog geen uitspraken over gedaan, maar het is ook niet gezegd dat zij het absoluut niet zullen doen. De VVD zegt voorziening opkrikken. Ik heb uitgelegd waarom wij dat hebben gedaan. Dat is een politiek besluit geweest. Het CDA vraagt voldoende aandacht voor de groepen die nu kwetsbaar zijn. Jongeren raakt mij in mijn hart, want dat is juist een groep waarvoor wij nu moeten voorkomen dat zij net als in de jaren 80 in een gat gaan vallen. Ik moet zeggen dat de ISD dat voortreffelijk oppakt en daar ook echt bovenop zit. Ook binnen dit gemeentehuis is daar veel aandacht voor. Dat zal zeker onze aandacht blijven houden de komende tijd. De lageropgeleide 45-plussers stijgen in verhouding snel. Ook daar moeten wij voldoende aandacht voor blijven houden. Gelukkig, en dat is ook in antwoord op de vraag van de PvdA, hebben wij wel procentueel een stijging van het werkloosheidspercentage, maar wij hebben in vergelijking met Nederland en Brabant een redelijk laag percentage. Wij doen het hier best goed. Dat wil niet zeggen dat wij daarmee op onze handen moeten gaan zitten, maar het is wel zo dat wij er wat geruster op kunnen zijn en dat wij het best goed gedaan hebben in de afgelopen jaren. D66 vroeg heeft u nog andere voorstellen om te bezuinigen. Het zijn niet mijn voorstellen. Ik vind het echt niet leuk dat wij 10% moeten bezuinigen op de uitvoeringskosten. Ik doe dat niet met plezier, maar zie de bittere noodzaak om een stap te kunnen zetten. Ook ik moet mijn verantwoordelijkheid nemen. Het is heel makkelijk om te zeggen even niet ten koste van de ISD, maar dan kan elke portefeuillehouder dat zeggen en komen wij nooit bij die bezuinigingsdoelstelling. Ik heb weleens met de ISD gesproken over hoe het pakket er nu echt uitziet. Zijn er mogelijkheden, als de nood echt aan de man is, als er echt heel veel miljoenen bij moeten en wij echt nog zwaarder door het Rijk getroffen worden, voor wellicht met een versobering van het pakket zonder daarmee de onderkant van de samenleving geweld aan te doen. Zijn er noodscenario’s. Ik wil die scenario’s wel in beeld hebben. Niet om daar een keuze in te maken, maar om Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
45
er zicht op te krijgen. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat het nog veel erger wordt dan wij nu voorzien hebben. Dat zit nadrukkelijk niet in dit besluit. Laat dat helder zijn. Volgens mij heb ik hiermee mijn vragen beantwoord. De heer Tiemstra: Nog heel even terugkomend op de motie die er ligt. Ik denk dat het voor een aantal fracties best belangrijk, liever gezegd essentieel is, wat de wethouder nu concreet antwoordt op deze motie. Met name het twee gedeelte over de besparing die niet gezocht mag worden in het versoberen van het aan de cliënt aan te bieden pakket. Het is van wezenlijk belang of de wethouder toe kan zeggen dat hij deze motie overneemt, anders ben ik zeer benieuwd wat de geachte coalitiefracties Lokaal Belang en met name VVD gaan doen aan het zinnetje in het coalitieakkoord op pagina 5 waar wij hebben gelezen ‘dat betekent dat er niet bezuinigd gaat worden op het budget voor minima- en armoedebeleid’. Ik ben heel nieuwsgierig wat de wethouder concreet gaat zeggen ten aanzien van de motie. Daarna ben ik benieuwd wat er gaat gebeuren. De voorzitter: Misschien is het goed om even te horen wat de reactie van het college is op deze motie. Wethouder Potters: Er zal met dit voorstel niet gekort worden op het minima en armoedebeleid. Dat is niet de bedoeling. Het is de bedoeling om terug te gaan in de uitvoeringskosten van de ISD zoals wij dat alle andere deelnemingen hebben opgelegd. Waarbij ik wel ruimte wil hebben, daarom kan ik de motie niet ondersteunen, dat als het betekent dat bijvoorbeeld de wachttijd wat oploopt en daarmee toch in de uitvoeringskosten terug te gaan en dat het enigszins ten koste gaat van de service aan onze klanten zonder dat dit betekent dat zij in hun uitkering omlaag gaan, vind ik dat wij die ruimte wel moeten hebben. Anders zitten wij te dichtgetimmerd en is het moeilijk om die 10% te halen. Dat is mijn kritiek op de motie. Het is niet de bedoeling dat wij omlaag gaan in budget. Het coalitieakkoord wordt op dit punt niet geschonden. De heer Simon: Als je kijkt naar de motie, ik wil de heer Tiemstra niet herhalen, want ik kan het niet beter verwoorden, als door het overnemen van de motie straks in de praktijk blijkt dat er uitzonderingen zijn waarbij u gewoon moet bewegen, denk ik dat de raad voldoende vertrouwen heeft om te zeggen als u achteraf verantwoording aflegt, is dat geen enkel probleem. Als u accepteert dat de raad hiermee zijn regierol opneemt en zegt wij willen nadrukkelijk die richting, het leven is niet wij zetten een piketpaaltje en daar mag je nooit meer omheen gaan, zijn wij razendsnel klaar en hoeven wij niet meer te discussiëren. Het gaat er dan ook niet om het standpunt van de VVD anders te schilderen dan dat van Lokaal Belang. Als u de richting accepteert, zijn wij razendsnel klaar. Wethouder Potters: Volgens mij wordt het een woordendiscussie. Ik onderschrijf eigenlijk precies wat u zegt. Het gaat mij er niet om de motie wel of niet aan te nemen. Uiteindelijk moet u dat als raad zelf bepalen. Ik vraag u om de keuze aan mij te laten om zo flexibel mogelijk binnen de kaders van het coalitieakkoord tot een oplossing te komen voor die 10%. Volgens mij is de motie op dat punt overbodig, maar het is uiteindelijk aan u. De heer Smits: Volgens mij zijn alle verkiezingsprogramma’s heel duidelijk over het gebeuren aan de onderkant van de samenleving; er zal niet gekort worden op het pakket zoals wij dat hebben bij de ISD. Het coalitieakkoord zegt eigenlijk precies hetzelfde. Wat dat betreft is 10% op uitvoeringskosten voor de rest. Daar zijn wij het uiteraard niet mee eens. Wij vinden wel dat er naar gekeken moet worden, maar als je ziet hoeveel inleen Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
46
er plaatsvindt bij de ISD denk ik dat je ook kunt bezuinigen door mensen gewoon in dienst te houden. Ik denk dat je er wat ruimer in moet gaat zitten. Uiteraard moet je streven naar die 10%, want iedereen moet gelijk behandeld worden, maar ik denk je hier heel erg voorzichtig moet zijn om dat zo uit te spreken. De heer Lodenstijn: Ik hoor de discussie aan. Het bevreemdt mij dan toch dat wij eigenlijk nog niet eens weten, wij zitten in een gemeenschappelijke regeling met twee andere gemeenten, hoe die gemeenten tegenover deze voorstellen staan. Wat gaan zijdoen? Wij kunnen wel 10% korten en zeggen ISD je moet het maar doen. Straks zeggen zij wij doen het niet en dan wordt het een onuitvoerbare situatie. Ik hecht er aan om met een gezamenlijk standpunt vanuit de gemeenschappelijke regeling te komen. Wij kunnen dat als Waalwijk wel doen, maar dat snijdt geen hout. Wethouder Potters: Er is geen sprake van een verdeeld standpunt. De zorgvuldige formulering die juist is gekozen in dit voorstel, die ook met de partners is afgestemd, leidt ertoe dat ik mij redelijk wil houden aan de tekst die wij gekozen hebben. Hier zijn Loon op Zand en Heusden absoluut niet op tegen, maar net zoals wij vrijheid willen hebben om een keuze te kunnen maken over 10%, willen zij dat ook. Zij hebben dat besluit nog niet genomen. Het voorstel is in lijn met de andere partners. Daarom verdedig ik het voorstel hier. De heer Lodenstijn: Wij zeggen het aangeboden pakket moet hetzelfde blijven en wij hebben het over minimabeleid. Wij hebben het vaak over de hoogte van uitkeringen en toeslagen die erbij komen. Ik denk dat dit pakket veel breder gaat op een stukje reintegratie, uitstroom en wat kunnen wij de klant bieden om snel te re-integreren. De vraag is of wij dat intact kunnen houden. Of wij alleen maar op bedrijfsvoering gaan korten of ook in dienstverlening naar de klant. Dat is de hamvraag. Als je daar duidelijk over bent, heeft u ons mee of tegen. Wethouder Potters: Ik probeer het nog één keer heel duidelijk te zeggen. Wij gaan korten op bedrijfsvoering, niet op de dienstverlening. Als je gaat korten op je bedrijfsvoering of je uitvoering kan het zijn dat je soms tegen je dienstverleningsaspecten aanloopt als doorlooptijden en dat soort uitvoeringszaken. Als je dienstverlening heel ruim interpreteert, hoort dat er ook onder. Als je dat eng interpreteert, hoort het er niet onder en is het dus ook echt helemaal geen probleem. De voorzitter: Ik hoor mensen voor de tweede keer hetzelfde zeggen. Volgens mij worden er geen nieuwe argumenten meer gewisseld en is het met al het doorvragen in de richting van de wethouder nu helder. U moet het met die informatie doen en uw keuze en verantwoordelijkheid nemen bij de stemming. Mevrouw De Bruijn: Als ik goed luister naar de wethouder zegt de wethouder, en dan zijn wij er denk ik ook uit, wij gaan bezuinigen op uitvoeringskosten en de pakket, zoals wij het beleid hebben vastgesteld, blijft uniform zoals het er ligt. Wethouder Potters: Exact. De heer Simon: Ik wil toch graag horen wat de ChristenUnie nu doet als de wethouder met een dusdanige overtuiging uitspreekt zo min mogelijk en het liefst niet. De voorzitter: Dat kunt u dadelijk doen in tweede instantie zoals ik u daarnet al gezegd heb. Het gaat nu om nieuwe aspecten in de richting van de wethouder. Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
47
De heer Lodenstijn: Ik heb een aanvullende vraag. Wanneer weten wij ongeveer hoe wij er in 2011 voor staan met betrekking tot de uitvoering van de gemeenschappelijke regeling inzake de ISD? Wanneer krijgen wij daar dan informatie over? Wanneer hebben wij het totaalplaatje in beeld, zodat wij weten wat er in 2011 aan onze inwoners aan dienstverlening wordt verstrekt? Wethouder Potters: Ik denk september/oktober. Eerder zal het niet zijn. Dat heeft ook te maken met hoe het nu met het werkloosheidspercentage loopt. De heer Tiemstra: Aansluitend op de vraag van de heer Lodenstijn, betekent dit ook dat u in september/oktober aan kunt geven of het pakket aan de cliënten gehandhaafd kan blijven? Wethouder Potters: Ja. De heer Van Veelen: Ik zou graag een korte schorsing willen aanvragen om even te overleggen met een aantal mensen. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Van Veelen: Wij trekken de motie in en wachten af wat er gaat komen. Wij kunnen dan alsnog iets indienen als dat nodig is. De voorzitter: Is er nog een tweede instantie nodig na dit bericht? De heer Smits: Ik heb niet voor niets gevraagd aan de coalitie om die 10% korting terug te nemen voor de ISD. Op pagina 3 staat een heel grote fout. Daar staat dat de gemeente volgend jaar € 500.000 extra kwijt zou zijn aan extra personeelskosten. Dat is de bezuiniging die de ISD nu heeft ingeboekt aan personeelskosten. Dat betekent dat er al € 500.000 voordeel is voor ons als Waalwijk, Loon op Zand en Heusden. Als dat op een nog smallere basis moet, weet ik niet waar de wethouder straks zijn toezegging van gestand zou moeten doen. De voorzitter: Ik denk dat die mededeling ook in de oren van wethouder Potters terecht is gekomen. Hij doet daarmee wat hij verstandig vindt. Wij gaan over naar het volgende agendapunt. 1.5
(CS4) Begroting 2011 en jaarrekening 2009 RAV
De voorzitter: Het woord is aan de fracties van PvdA en GroenLinksaf. De heer Den Braven: Vorig jaar werden er bij de vaststelling van de nota ‘Gezond in Waalwijk’ kanttekeningen gemaakt over de hoogte van het beschikbare bedrag en het gebrek aan budget voor de toekomst. Zoals bij de bespreking van de verslaglegging door ons aangekondigd, zien wij mogelijkheden om accenten op onderdelen van het beleid aan te brengen. Wij weten dat ons voorstel niet zorg voor zeer grote nieuwe mogelijkheden. Wij weten dat ons voorstel een relatief korte houdbaarheidsdatum heeft. Wij weten dat er andere zaken zijn die ook onze steun verdienen. Toch willen wij graag
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
48
het volgende amendement indienen. Op die andere zaken komen wij tijdens de kaderstelling terug. De voorzitter: De tekst van dit amendement luidt als volgt: Amendement De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 24 juni 2010; Overwegende, • • • • •
dat als gevolg van verschillende oorzaken er een terugstorting plaatsvindt van € 111.448 van de gemeenschappelijke regeling RAV; dat voorgesteld wordt deze incidentele meevaller in de algemene reserve te storten; dat de raad in zijn vergadering van 10 december jl. de nota ‘Gezond in Waalwijk, lokaal gezondheidsbeleid 2010-2012’ heeft vastgesteld, waarbij alleen voor 2010 dekking is voor een tweetal projecten; dat voor 2011 en 2012 geen budget is voor de uitvoering van de nota ‘Gezond in Waalwijk’ en er blijkens het coalitieakkoord en de kaderstellingsnota ook geen middelen geraamd zijn; dat door de door de raad genoemde speerpunten zoals obesitas en overmatig alcoholgebruik door jongeren vragen om een langduriger, extra inspanning.
Besluit dictum 2 van het besluit te wijzigen in: De terugstorting van € 111.448 als volgt te bestemmen; € 50.000 voor nog uit te werken projectmatige activiteiten in het kader van lokaal gezondheidsbeleid in 2011 en € 61.448 toe te voegen aan de algemene reserve. Dit amendement wordt ingediend door de fracties van de PvdA en GroenLinksaf. Het amendement wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen. De heer Den Braven: Nog een opmerking. In de laatste regel moet staan 2011-2012. De voorzitter: Is het niet verstandiger om dit nu aangekondigd volgende maand bij de kaderstelling te bespreken? Volgens mij bent u dan correct bezig en heeft het onderwerp meer aandacht. Dank u wel. Motie vreemd aan de orde D66 inzake knip in de Mr. Van Coothstraat De voorzitter: Het woord is aan de fractie van D66. De heer Den Hollander: Ik hoor daarnet de opstelling van het Nederlands elftal doorkomen, dus ik durf eigenlijk nauwelijks meer. Desondanks, dit is een belangrijk onderwerp dus toch graag nog even uw aandacht. Mensen bezoeken graag een feest waar het gezellig druk is. Het winkelcentrum De Els moet een Waalwijks feest zijn, vooral voor de feestgangers, de talloze consumenten van binnen en buiten de gemeente. Het is velen echter opgevallen hoe ongelooflijk rustig het de laatste maanden in De Els is. Dat je er tegenwoordig vaak een kanon kunt afschieten op de parkeerterreinen. En dan moet het zomerseizoen nog beginnen. Wij hebben de afgelopen weken veel ondernemers in en Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
49
rond De Els geraadpleegd. Wij hebben de consumenten van De Els gesproken. Wij hebben ook met eigen ogen vastgesteld hoe tam het winkelhart sinds enkele maanden klopt. Dat is ook geen wonder, want één van de belangrijkste slagaders is doorgeknipt. Die ingreep vormt een ernstige belemmering voor de commerciële bloedsomloop. Ondernemers melden ons dalingen tot wel 20% sinds de ‘Van Cooth-knip’ is aangebracht. Sommigen vrezen zelfs hun lot nu omzet en bezoekerscijfers zo dramatisch teruglopen. Zij zeggen zulke rode cijfers niet lang te kunnen verdragen. Dat is niet alleen een gevolg van de recessie die het MKB al tijden pijnigt. Het blijkt ook uit de omzetcijfers van lokale ondernemers die tot een landelijke keten behoren. Zij verliezen in Waalwijk beduidend meer klandizie dan hun collega’s elders. Eén en ander komt naar voren uit een enquête onder 70 centrumondernemers die kort geleden door henzelf is gehouden en in het bezit van het college is. Bovendien balen consumenten van de slechte bereikbaarheid van het centrum. Velen geven aan tegenwoordig de winkelcentra van omliggende gemeenten te prefereren. Een effect waar velen zo bang voor waren. D66 Waalwijk heeft daarover enkele weken terug al schriftelijk vragen aan het college gesteld. Wij vroegen ondermeer of het college weet heeft van de omzetdalingen sinds de ‘Van Cooth-knip’ en of de economische gevolgen van deze hinderpaal in de belangrijkste aanvoerroute voor De Els vooraf zijn onderzocht, juist ook in verband met de recessie. Wij wachten nog op het antwoord, maar weten inmiddels uit eerste hand dan een dergelijk onderzoek niet is verricht. De ‘Van Cooth-knip’ is weliswaar aangebracht op basis van eerdere raadsbesluiten als onderdeel van het verkeerscirculatieplan, maar er zou bij de planning, ik citeer een wethouder, ook goed worden ingespeeld op de nieuwe Els door het voorziene parkeerdek van beide kanten toegankelijk te maken. Wij hebben nu die knip, maar nog lang geen parkeerdek. Wij vrezen dat dit nog wel even op zich laat wachten. Ik citeer een andere wethouder in antwoord op onze eerdere mondelinge vragen, er is nog geen juridische zekerheid, ING Real Estate is formeel nog nergens aan gehouden. En er is ook nog geen meter grond voor de nieuwe Els verkocht. Nu het zomerseizoen aanstaande is, vreest D66 blijvende schade voor het stadshart. De bloedsomloop moet volgens ons zo snel mogelijk hersteld worden. Daarom hebben wij besloten deze motie vreemd aan de orde in te dienen. U heeft deze vooraf ter overweging ontvangen. Diversen van u hebben aanpassingen gesuggereerd. Deze zijn verwerkt in de nu voorliggende tekst. De strekking luidt kort en goed maak het doorgaand verkeer in de Mr. Van Coothstraat voorlopig weer vrij en stel herinvoering van de ‘Van Cooth-knip’ uit totdat de nieuwe parkeervoorzieningen gerealiseerd zijn. Dat is eenvoudig te bereiken door de paal in de knip voorlopig in de grond te laten. Zie het als een tijdelijk bypass om het winkelhart Waalwijk de lucht te geven die het behoeft. De motie spreekt zich dus niet ten principale uit tegen de knip. Dat doen overigens ook de betrokken ondernemers niet. Wel keren wij ons tegen de ongecoördineerde invoering ervan juist op dit moment nu de samenhang met andere maatregelen nog ontbreekt en de recessie toch al zijn tol vergt. Daarom vragen wij om uw steun, met dank voor de gelegenheid om dit naar voren te brengen. De tekst van de motie luidt als volgt: Motie De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 24 juni 2010 Onderwerp: Knip in de Mr. Van Coothstraat, in samenhang met reconstructie Winkelhart Waalwijk De Raad, gehoord de beraadslagingen, Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
50
Overwegende dat 1. een knip in de Mr. Van Coothstraat is aangebracht die (nog) niet – zoals eerder bedoeld – samenhangt met de geplande nieuwe parkeervoorzieningen De Els; 2. het MKB al fors lijdt onder de huidige recessie en centrumondernemers daarenboven drastische, onvoorziene omzetdalingen melden sinds de invoering van die knip in een belangrijke aanrijroute (Mr. Van Coothstraat); 3. het bij de huidige recessie aan recent onderzoek naar / overleg over zulke negatieve commerciële consequenties heeft ontbroken, alvorens nu al die knip aan te brengen; 4. er nog geen juridische zekerheid bestaat over renovatie/uitbreiding van De Els door ING Real Estate, noch over de bouw van nieuwe parkeervoorzieningen waarmee de uitvoering van de knip immers óók zou samenhangen (parkeerdek). Stelt vast dat 1. het huidige winkelhart – met name De Els – door de knip aanmerkelijk slechter bereikbaar is geworden, juist ook voor de vitale klanten van ‘buiten de stad’; 2. Centrum Waalwijk een belangrijke regiofunctie vervult en dus onvermijdelijk door automobilisten zal worden bezocht, wil het die functie handhaven; 3. ondernemers aangeven dat de Cooth-Knip zoals die nu is aangebracht sinds de invoering ernstig negatieve gevolgen heeft voor hun omzet- en bezoekcijfers (voor sommigen tot minus 20%) en vele klanten aangeven hun heil elders te zoeken nu Waalwijk Centrum zo lastig bereikbaar is geworden. Draagt het college op om: 1. de ‘Cooth-Knip’ per direct voorlopig ongedaan te maken (ergo: de doorgang te heropenen); 2. en de definitieve inwerkingstelling ervan uit te stellen in afwachting van de realisering van meer definitieve parkeerfaciliteiten in samenhang met de reconstructie/renovatie van De Els, En gaat over tot de orde van de dag. Deze motie wordt ingediend door de fractie van D66. De motie wordt vermenigvuldigd, verspreid en maakt onderdeel uit van de verdere beraadslagingen. Wie van u wenst het woord te voeren? De heer Van Helden: Wij als fractie hebben het gelezen en erover nagedacht. Ik hoor alleen maar dat de ondernemers benaderd zijn. Die knip is er gekomen, al jaren geleden is erover gesproken, in overleg met de bewoners. Op geen enkele manier worden zij Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
51
hierbij betrokken is mijn indruk. Ik vind dat toch een slechte zaak. De bewoners hebben naar aanleiding van onderzoeken nogal moeite met het doorgaande verkeer, niet het winkelende verkeer. De knip was bedoeld om dat tegen te gaan. U zegt de omzetten dalen, dat is een ernstige zaak, daar moet iets aan gedaan worden als wij dat kunnen, maar ik denk niet dat wij zomaar langs die bewoners kunnen. Zij hebben daar ook belangen. In het verleden zijn er beloften gedaan om er iets aan te doen. Andere zaken keren ons nu tegen ons, maar wij moeten dit nu niet zomaar naast ons neerleggen. De heer Van Tuyl: Een paar zaken die de heer Van Helden noemt, daar zijn wij ook benieuwd naar. Bij het gehouden onderzoek intrigeert ons of alleen de landelijke trend en de conjunctuur hier een oorzaak van zijn, of speelt bijvoorbeeld ook de verplaatsing van een foodwinkelier naar de Grotestraat mee die ook deels voor een omzetdaling gezorgd heeft. Ik zou graag van de wethouder horen in welke mate hij achter deze motie staat of de motie ontraadt en of er eventueel op korte termijn gesprekken plaatsvinden met zowel ondernemers als bewoners. En of in dat kader ook eventueel aan het bevorderen van het winkelen in Waalwijk gewerkt wordt door middel van eventuele verlaging van parkeertarieven. De heer Hooijmaijers: Ik zou andere woorden gebruikt hebben, maar mijn doel is precies hetzelfde, dus het heeft geen zin om dit te herhalen. De heer Van Hamond: Het is heel erg belangrijk dat duidelijk is, de heer Den Hollander zegt ING investeert, dat op lange termijn de ondernemers investeren. ING schiet alleen maar voor en wil het geld terug. Nog belangrijker is, dat staat in alle verkiezingsprogramma’s, dat wij de communicatie met onze bewoners proberen te bevorderen. Dit is typisch zo’n onderwerp waarbij je zegt hoe hebben wij de inwoners benaderd. Zijn zij wel benaderd? Dat er iets moet gebeuren, Lokaal Belang is niet tegen de knip, maar Lokaal Belang vindt wel dat wij rekening moeten houden met alle partijen. Dat zijn de inwoners en de ondernemers. Op dit moment is het een slechte zaak dat vriend en vijand, zowel uit Waalwijk als uit omgeving, moeten vragen hoe moet ik daar komen, hoe moet ik in het ziekenhuis komen. Dit is een samenloop van omstandigheden. Alle punten in Waalwijk die voor directe doorvoer zorgen, zijn afgesloten. Wij ontkennen niet dat er een groot probleem is. Wij zijn benieuwd of de wethouder een tussenoplossing kan creëren waarin alle partijen gekend worden en ook gelukkig mee zijn, zodat de ondernemers de winnaar zijn. De voorzitter: Vanuit het college zijn er twee wethouders betrokken bij dit onderwerp. Wethouder Heuverling voor het centrum en wethouder Van Groos voor het verkeer. Wie van u gaat beginnen? Wethouder Van Groos: De knip kent al een lange voorgeschiedenis. Dat wil zeggen in 1998 is het eerste GVVP vastgesteld. Toen hebben nogal wat centrumstraten zich laten horen. Dat waren de Mr. Van Coothstraat en bijvoorbeeld ook de Putstraat. Dat heeft ertoe geleid dat met de meest kleine meerderheid een amendement is aangenomen om eenrichtingverkeer toe te passen in het centrum. Daar hebben met name de ondernemers zich tegen verzet. Er zijn allerlei varianten bekeken, linksom, rechtsom, uiteindelijk heeft dat geleid tot een gesprek tussen bewoners, gemeente en ondernemers. Uit die gedachtewisseling is een verkeerscirculatieplan gekomen waar de knip in de Mr. Van Coothstraat deel vanuit maakt. De knip sluit aan bij de doelen van het GVVP. Dat is het bevorderen van het fietsverkeer. Het is heel leuk dat je een heel eind met de fiets over het Halve Zolenpad kunt komen, maar vanaf het Halve Zolenpad naar De Els is het geen veilige route. De bedoeling van de knip is het weren van het Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
52
doorgaande verkeer. 40% van het verkeer wat door die straat rijdt, hoeft niet in het centrum te zijn. Dat doorgaande verkeer belemmert ook nog eens het bezoekende verkeer. Het verhogen van de leefbaarheid en het bevorderen van de verkeersveiligheid waren de doelstellingen van het GVVP en het verkeerscirculatieplan. Het GVVP is in 2006 geactualiseerd. Toen is het verkeerscirculatieplan daarin opgenomen en geëvalueerd. Zo hebben wij gaandeweg al die maatregelen uitgevoerd. Wij zijn er nog niet. De raad heeft het IUP vastgesteld met de middelen voor het realiseren van de knip. Zo is het tot stand gekomen. Als er dan wordt gezegd het is ongecoördineerd, is de vraag hoe ongecoördineerd dat is. Het is meermalen aan de Waalwijkse Ondernemers Federatie gemeld wij gaan in april 2010 de knip aanbrengen. Daar is toen niet op gereageerd. Dat er commotie komt van mensen die in het centrum komen en van ondernemers omdat ze last hebben van de knip was te verwachten. Dat was opgenomen in het besluit dat de raad in 2004 zonder stemming heeft aangenomen. Het samenlopen van alle werkzaamheden; het werk bij de Wilhelminastraat, een belangrijke ader in het centrum, heeft met name vanwege de gasleiding vertraging opgelopen. Daarom is het werk aan de Burg. Van der Klokkenlaan later gestart. Het werk aan de Kerkstraat is vertraagd omdat het Waterleidingbedrijf nog iets moest doen. Zo viel de start van die maatregelen op één dag en werd de Mr. Van Coothstraat afgesloten toen de Kerkstraat nog niet af was. Dat is erg ongelukkig, maar wij willen de Burg. Van der Klokkenlaan voor de zomervakantie weer open hebben. Alles wordt op alles gezet. Als de bouwvakantie begint en er wordt niet gewerkt en de Burg. Van der Klokkenlaan kan deze niet bereden worden. Daar bewijzen wij de ondernemers ook geen dienst mee. Voorafgaande aan de bouw van De Els, er is inderdaad nog geen handtekening gezet, maar wij gaan nog uit van 2011, zou ook het zuidelijk deel van de Mr. Van Coothstraat onder handen genomen moeten worden. Er is afgesproken dat het een 30km straat wordt met ruimte voor de fietser. Op een 30km straat kun je niet al het doorgaande verkeer hebben. Bovendien weten wij ook dat het bouwverkeer erbij komt. Dat wordt alleen maar lastiger voor de bereikbaarheid van het centrum. De knip is nog niet af. Fysiek zijn de maatregelen genomen, maar de installatie is nog niet klaar. Daar is nog een paar weken werk aan. Op dit moment de paal omlaag laten en alle barrières weghalen dat gaat niet. Wij vangen ook signalen op en zijn in gesprek. Daarover zal mijn collega meer vertellen, maar dit is de gang van zaken ten aanzien van het verkeerskundige aspect. Ik kan u nog één ding meegeven in uw afwegingen. De parkeeropbrengsten waren in mei 2010 niet lager dan in mei 2009. Wethouder Heuverling: Dat er aandacht wordt gevraagd voor de situatie in het centrum verwondert ons natuurlijk niet. Ook wij constateren de problemen die er zijn. Je kunt je afvragen waar die op gebaseerd zijn. Is het een samenloop van omstandigheden, zoals wethouder Van Groos aangaf, van de werkzaamheden aan de weg, de knip, de recessie, of misschien de kwaliteit van het winkelcentrum? Dat zijn allerlei factoren. Wij zijn er wel van overtuigd dat boven de recessie nog een teruggang zit. Het is de vraag kunnen wij daar met elkaar iets aan doen. Wethouder Van Groos heeft duidelijk gemaakt hoe het proces in het verleden is gelopen; heel zorgvuldig, de raad heeft ons daar unaniem in gesteund. Ik denk dat het geen pas heeft om hier op een achternamiddag dat proces even opzij te zetten en met name een niet onbelangrijke groepering in de Mr. Van Coothstraat hiermee te passeren. Ik kan mij ook niet voorstellen dat dit een zaak is die D66 zou omarmen. Wij zijn hier als college nadrukkelijk mee bezig. Wij hebben gesprekken gevoerd op de 14de juni met vertegenwoordigers van de winkeliers. Wij hebben daar op de 16de over gesproken met de stuurgroep De Els. Vandaag is het in de WOF besproken. Ik heb op de 14de ook direct contact gelegd met het bewonerscomité Entre-Cooth. Dat gesprek zal a.s. maandag plaatsvinden. Ik hoop dat alle partijen toch begrip kunnen hebben voor de situatie en dat wij mogelijkerwijs tijdelijk een oplossing Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
53
kunnen vinden waarbij iedereen wellicht pijn heeft maar die mogelijkerwijs toch voor de tijd die wij nog te gaan hebben wat soulaas biedt. Wij hebben nog heel wat tijd te gaan. Uiteraard hebben wij nog steeds geen handtekening, maar de verwachting is dat dit jaar de handtekening geplaatst wordt. Vervolgens hebben wij nog een periode van een jaar of twee waar we misschien nog wel meer last zullen hebben dan nu. Het is daarom ook van belang dat wij met elkaar de handen ineen slaan om te kijken wat wij kunnen doen om de schade zo veel mogelijk te beperken. Ik ga hier niet verkondigen dat wij het probleem gaan oplossen en dat alles weer in de groei en de bloei zit. In deze periode kunnen wij dat niet. Wij beperken op een aantal terrein. Zorgen dat ook vanuit het centrum, dat is meer dan alleen De Els, een eenduidige communicatie en aansturing komt. Dat is ook op bestuurlijk vlak, het centrum, de horeca en de markt. Wij gaan het centraal aansturen. In de organisatie hebben wij een clubje bij elkaar gezet. Wij kijken wat wij gezamenlijk kunnen doen zonder de toezegging dat wij de problemen kunnen oplossen. Ten aanzien van de motie zijn wij als college heel duidelijk; wij gaan niet voorbij aan het proces dat geweest is. Wij gaan niet voorbij aan de inwoners van de Mr. Van Coothstraat. Wij gaan eerst in discussie. Ik zeg u toe dat wij kort daarop even onze bevindingen aan u doen toekomen. De heer Van Hamond: Kunt u een termijn noemen dat wij ongeveer van u bericht krijgen door middel van een raadsinformatiebrief wat de gesprekken hebben opgeleverd? Is het mogelijk om het bewijzeringsplan zodanig te optimaliseren dat iedereen het begrijpt. Wethouder Heuverling: Ik kan dat niet precies zeggen, maar het is heel duidelijk dat de urgentie aanwezig is. Wethouder Van Groos: Die garantie kan ik niet geven. Wij hebben laatst een onderzoek gedaan en iemand naar de bebording laten kijken die Waalwijk niet zo goed kent om te zien of hij het kon vinden. Dat heeft geleid tot aanpassingen. Ik gebruik in deze discussie nog weleens het voorbeeld van de verandering van het knooppunt Empel bij de A2. Ik zou niet de mensen de kost willen geven die de verkeerde route nemen als zij naar Utrecht of naar Eindhoven willen. Dit ondanks het feit dat het naar mijn idee toch meerdere keren stond aangegeven. Mensen nemen hun gebruikelijke routes en letten steeds minder op borden heb ik de indruk. Het is dan vaak een kwestie van wennen. Wij doen ons best met de bebording, maar het blijkt in de praktijk toch heel lastig te zijn. De heer Van Hamond: Er zijn bepaalde markante punten in Waalwijk die heel erg belangrijk zijn voor mensen. Ik heb zelf, of eigenlijk mijn vrouw heeft, geconstateerd dat er iemand in de Bachlaan staat die naar het ziekenhuis moet, zich muurvast rijdt en niet weet waar hij naartoe moet. Dit is typisch een geval dat het duidelijk aangegeven moet worden in het belang van alle inwoners. Het is maar een klein voorbeeld. De voorzitter: Het punt van uw vrouw is gemaakt. Wij moeten letten op de hoofdlijn, het gaat om de motie van D66. De heer Den Hollander: Ik wil op een paar aspecten terugkomen. Er is een enquête gehouden onder 70 ondernemers, bijna alle ondernemers van De Els en de aanliggende straten. De taal daarvan is duidelijk. Wij willen uiteindelijk niet aan de bedoelingen van het verkeerscirculatieplan komen. Wij willen ook niet eens aan de bedoelingen van het uiteindelijk verkeersluw maken van de Mr. Van Coothstraat komen. Wij willen alleen dat de maatregelen die nu genomen zijn, wij bedoelden met ongecoördineerd niet zozeer de Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
54
pech die is ontstaan met allerlei andere werken, maar het gaat vooral om de samenhang met De Els die gezocht was er nog niet is. En er ook nog niet zijn kan, dat begrijp ik ook. Het andere aspect, de bewoners. Die hebben natuurlijk toezeggingen gekregen. Uiteindelijk zijn wij niet van zins om daaraan te tornen. Sterker nog; in de eerdere versie van deze motie, u heeft dat kunnen zien, hebben wij juist gewezen op het belang van de bewoners. Niet alleen de bewoners van de Mr. Van Coothstraat, maar met name ook de anderen straten die ermee te maken hebben. Het idee daarbij was bezint eer gij begint. Onderzoek wat de gevolgen zijn voor de ondernemers qua verkeershinder, veiligheid, overlast, leefbaarheid en kijk vervolgens naar de temporisering van eventuele maatregelen. Wij hebben op aangeven van velen onze motie bijgewerkt en een aantal aspecten eruit gehaald omdat die ook al in onze schriftelijke nog te beantwoorden vragen besloten liggen. Ik wil erop wijzen dat het stadshart Waalwijk misschien in weerwil van de ervaring van de wethouder met de parkeergelden, u moet eens vragen aan sommige ondernemers die muntjes teruggeven voor het parkeren hoeveel zij op het ogenblik overhouden in vergelijking tot enige tijd geleden, een economische motor is. Als deze blijvende schade ondervindt van een te lang effect ben ik bang, ook gezien de vele onzekerheden die er komen, dat dit zo langzamerhand niet meer terug te halen is. Ook wel omdat velen nu andere centra opzoeken. De voorzitter: Ik dacht dat er nog een vraag kwam in de richting van het college, maar dat is niet zo. Mag ik concluderen dat wij nu de tweede instantie van D66 gehad hebben als indiener van de motie? U doet nogmaals een pleidooi om voor de motie te stemmen. Mag ik vragen of daar nog op gereageerd wordt, of heeft u voldoende informatie om tot stemming over te gaan? Zijn er reacties in tweede instantie? De heer Van Hamond: Gezien de antwoorden, ik hoop dat wethouder Van Groos het bewijzeringsplan nog eens keer naloopt met zijn ambtenaren, en de woorden van wethouder Heuverling heb ik er vertrouwen in dat hij voor de vakantie met een bericht komt over de gesprekken met de bewoners, de winkeliers en belanghebbenden. Wij zullen om die reden even afwachten en tegen deze motie stemmen. De heer Van Tuyl: De strekking van mijn opmerking is eigenlijk inhoudelijk hetzelfde als van de heer Van Hamond. Beide wethouder hebben uitgesproken er vaart mee te maken en de urgentie onderkend. Zij komen daar op heel korte termijn terug. Laten wij even die reactie afwachten. Ik verzoek D66 om op dit moment gezien het onderzoek en het overleg dat nog moet plaatsvinden de motie aan te houden, niet in stemming te brengen en eventueel op een later moment opnieuw in te brengen. De heer Den Hollander: De suggestie die de heer Van Tuyl doet, gezien deze discussie en met name ook gezien de reactie van het college, wil ik de motie aanhouden in afwachting van wat er op korte termijn aan toezeggingen volgt. Aan de hand daarvan zullen wij één en ander beoordelen en komen wij bij u terug. De voorzitter: Deze procedure passen wij meer toe, dus de status van aanhouden is bij ons bekend.
2.
Besluitvormend gedeelte
Vaststelling zonder stemming: 2.1 Notulen van de openbare raadsvergadering op 22 en 27 april 2010.
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
55
De notulen van de vergaderingen van 22 en 27 april 2010 worden zonder wijzigingen goedgekeurd en vastgesteld. 2.2
Ingekomen stukken
De voorzitter: Pagina 1? Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het advies van de agendacommissie besloten. De voorzitter: Pagina 2? Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het advies van de agendacommissie besloten. De voorzitter: Pagina 3? Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het advies van de agendacommissie besloten. De voorzitter: Pagina 4? Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het advies van de agendacommissie besloten. De voorzitter: Pagina 5? Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het advies van de agendacommissie besloten. De voorzitter: Pagina 6? Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het advies van de agendacommissie besloten. De voorzitter: Pagina 7? De raadsinformatie- en raadsvoorhangbrieven worden voor kennisgeving aangenomen.
Vaststelling van raadsvoorstellen zonder hoofdelijke stemming (A-stukken): 2.3
(CR4) Bewonersonderzoek
tevredenheid
witte
verlichting
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 2.4
(CS1) Verordening rechtspositie wethouders, raads- en Commissieleden
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten.
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
56
2.5
(CS3) Beschikbaar stellen krediet € 26.098,66 voor basisschool Besoyen
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 2.6
(CF2) Vaststelling eerste kwartaalswijziging begroting 2010
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten.
Stemming over raadsvoorstellen bespreekstukken (B-stukken): 1.1
(CR3) Nota grondexploitatie
De voorzitter: Wenst u hoofdelijke stemming? Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 1.2
(CF1) Vaststelling financiële verslaglegging 2009 en bijlagen
De voorzitter: Wenst u hoofdelijke stemming? De heer Simon: Wij willen de financiële verslaglegging 2009 aannemen met de aantekening dat wij nog steeds vraagtekens hebben ten aanzien van het financieel verslag van Parkmanagement. Mevrouw Ruygt: Hetzelfde geldt voor D66. Zonder hoofdelijke stemming met inachtneming van de gemaakte opmerking door de fracties van PvdA en D66 wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 1.3
(CS2) Rapport Waalwijk"
rekenkamercommissie
"Gebiedsgericht
werken
in
De voorzitter: Wenst u hoofdelijke stemming? De heer Simon: De fracties van PvdA en GroenLinksaf nemen het rapport van de rekenkamer voor kennisgeving aan met als aantekeningen dat wij de aanbevelingen niet overnemen op dit moment. Wij wachten de aanpak van het college af. De voorzitter: Er ligt nu een voorstel waar u voor of tegen moet stemmen. De heer Simon: Er staat in het voorstel ‘voor kennisgeving’. De voorzitter: Dan bent u voor het voorstel. De heer Simon: Wij zijn voor het voorstel, maar wij nemen de aanbevelingen niet over.
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
57
Zonder hoofdelijke stemming met inachtneming van de gemaakt opmerking door de fracties van PvdA en GroenLinksaf wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 1.4
(CS5) Jaarverslag en jaarrekening 2009, beleidsplan 2010-2011 en begroting 2011 van de ISD Midden-Langstraat
De voorzitter: Wenst u hoofdelijke stemming? De heer Smits: Wij gaan in zoverre met het stuk mee dat wij tegen besluit 6. zijn. Zonder hoofdelijke stemming met inachtneming van het feit dat de fractie van Werknemersbelang tegen besluit 6. heeft gestemd, wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 1.5
(CS4) Begroting 2011 en jaarrekening 2009 RAV
De voorzitter: Wenst u hoofdelijke stemming? Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten.
3.
Besluit over terugverwijzen raadsvoorstellen naar het college (T-stukken)
Er zijn geen T-stukken
4.
Sluiting
De voorzitter: Niets meer aan de orde zijnde, sluit ik de vergadering om 21.10 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van gemeente Waalwijk van september 2010. De griffier,
De voorzitter,
G.H. Kocken
drs. A.M.P. Kleijngeld
Notulen raadsvergadering 24 juni 2010
58