Notulen van de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Hoorn gehouden op 29 juni 2005 om uur

Notulen raadsvergadering gemeente Hoorn

Notulen van de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Hoorn gehouden op 29 juni 2005 om 09.00 uur Aanwezig 30 leden, te weten: de dames M.J.S. van Berkum-Schouten (CDA), M.L. Braam-Creebsburg (PvdA), J.A.W. van Diepen-Hoogewerf (D66), L.J. van Diest (GroenLinks), J.F.M. Kamphuis (Hoorns Belang), L.J.A. Wiebes-van den Brink (VVD) en de heren H.G. Bakker (GroenLinks), J.A. de Boer (GroenLinks), H. den Boer (VOCH), P. Brandsen (PvdA), S. Broersma (PvdA), P.J. Bruijns (PvdA), S.W.M. Commandeur (VVD), W. van Hilten (VVD), G. Kamsteeg (PvdA), J.W.A. Kukler (GroenLinks), C.A. van der Maat (VOCH), A. van der Meer (OuderenUnie). S. van der Meer (CDA), M. Pijl (CDA), L.W.H.M. Pinxten (D66), J. van Ossenbruggen (VVD) E.S. Ottens (PvdA), R. Roozeboom (Hoorns Belang), C. Schaap (CDA), A.J. Stam (VOCH), J. van der Tuin (CDA), E.P. Wagemaker (PvdA), A.A.G.M. van de Wijdeven (PvdA) en R. Witteveen (PvdA - gedeeltelijk). Voorzitter Burgemeester dr. G.O. van Veldhuizen Griffier Mevrouw drs. J.F. Kamminga Wethouders Mevrouw C.G. van Weel-Niesten De heren J.H. van Es, mr. F.H. Hansen, A. Helling en R.L.H.C.M. Tonnaer Gemeentesecretaris De heer J.A.M. Bakker Verslag Elise Gieselaar Secretariaatsservice

1.

Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Het is een bijzondere vergadering, niet alleen vanwege het vroege uur, het onderwerp, de rekening en de voorjaarsnota, maar ook vanwege het feit dat vandaag onze nestor waarschijnlijk voor de laatste keer in deze raad aanwezig is. Vanaf deze kant namens ons allemaal, van harte gefeliciteerd en nog vele jaren. Voorts merkt hij op dat hij een aantal bescheiden mededelingen te doen heeft. Als men de agenda bekijkt - hij heeft inmiddels ook al een aantal amendementen ontvangen - dan denkt hij dat men het sneller kan doen dan in de agenda staat. Hij wil nadrukkelijk naar voren brengen dat de vergadering dus ook korter mag duren. Hij heeft van de notuliste begrepen dat zij bandjes heeft meegenomen tot morgenochtend 09.00 uur, maar hij denkt niet dat men die ambitie deelt. Vorig jaar heeft men de eerste termijn vanaf het katheder gehouden en hij wil dat dit jaar ook weer zo doen. Hij heeft toen in die eerste termijn geen interrupties toegestaan. Dit vond de raad niet prettig en niet levendig. Hij wil die ruimte nu wel geven, maar hij vraagt de raad om hiervan dan wel bescheiden gebruik te maken. Tevens verzoekt hij als men interrumpeert dit via de microfoon te doen, omdat het anders niet op de band komt te staan. Tevens merkt hij op dat de fractievoorzitters weten dat men na deze vergadering nog even bij elkaar komt in het seniorenconvent, conform Brand Meester, om te spreken over de Blauwe Berg. Tenslotte meldt hij dat hij een bericht van verhindering heeft ontvangen van de heren E.J. Fillet (Hoorns Belang), H. van Lunteren (VVD) en J.M. Scholte (OuderenUnie).

2.

Vaststelling van de raadsagenda van 29 juni 2005. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bakker van GroenLinks. De heer Bakker merkt op dat GroenLinks bij nadere bestudering van de agenda tot de conclusie is gekomen dat de volgorde van de agenda niet helemaal logisch is. Het is niet logisch om de | 1


programmarekening 2004 pas aan het einde van de vergadering te bespreken en daarmee een aantal besluiten pas achteraf te nemen terwijl men bij de bespreking van de voorjaarsnota al een voorzet geeft om het geld uit te geven. Hij stelt daarom voor om agendapunt 6 (Voorstel inzake vaststelling van de Programmarekening 2004 en bijbehorende resultaatbestemmingen) voor de voorjaarsnota te behandelen. Hij heeft daar bovendien ook nog een speciale reden voor, maar die bewaart hij dan nog even als verrassing. Hij hoopt dat de raad daarmee kan instemmen. De voorzitter geeft aan dat hij met de heer Bakker hier voor de vergadering over heeft gesproken en hij moet zeggen dat het gevoel van logica hem wel aanspreekt, ook omdat de psychologie van voorgaande jaren leert dat wanneer men met de voorjaarsnota klaar is, de rekening het ondergeschoven kindje wordt. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Commandeur van de VVD. De heer Commandeur vraagt of dit betekent dat men twee keer een beschouwing krijgt, of dat de fractievoorzitters één verhaal houden en dat alleen de besluitvorming in een andere volgorde wordt gezet. De voorzitter antwoordt dat hij dat laatste geen probleem vindt. Hij begrijpt dat de fracties hierdoor overvallen kunnen worden. De heer Commandeur merkt op dat hij zich kan voorstellen dat de fractievoorzitters afgelopen maandag hun verhaal gereed hadden en dat je hen niet één dag van tevoren met dit soort zaken moet verrassen. De voorzitter merkt op dat hij hierin tegemoet zal komen. Hij vraagt aan de raad of men er bezwaar tegen heeft om de volgorde zo om te draaien. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin neemt aan dat dit dan gebeurt conform hetgeen de heer Commandeur net aangaf. Voorts wijst hij erop dat het telefoontje gisterenavond om 21.45 uur hem ook heeft overvallen. Hij vindt dat men zorgvuldigheid naar elkaar moet betrachten, want als je de agenda tien dagen in huis hebt dan heb je voldoende tijd om zaken op de rails te zetten. Misschien is het ook het moment om met elkaar de gehele procedure - en dan denkt hij ook even terug aan de vergadering van de commissie Bestuur en Middelen - op korte termijn te evalueren, opdat wij daarvan leren en dat wij bij de behandeling van de begroting in november 2005 niet in dezelfde valkuilen vallen. De voorzitter concludeert dat de besluitvorming inzake agendapunt 6 (Voorstel inzake vaststelling van de programmarekening 2004 en bijbehorende resultaatbestemmingen) voor agendapunt 5 (Voorstel inzake vaststelling van de Voorjaarsnota 2005) besproken zal worden. De raadsagenda wordt met inachtneming van bovengenoemde wijziging vastgesteld

3.

Spreekrecht burgers. De voorzitter meldt dat er geen burgers zijn die zich voor het spreekrecht burgers hebben aangemeld.

4.

a.

Eerste lijst van ingekomen stukken. De eerste lijst van ingekomen stukken wordt conform vastgesteld.

b.

Tweede lijst van ingekomen stukken. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker verwijst naar brief 5 (Afschrift brief d.d. 16 juni 2005 namens de fracties van PvdA, GroenLinks en D66 inzake de voortzetting milieueducatie op de kinderboerderijen

| 2


in Hoorn). Het lijkt hem voor de hand liggend dat deze brief op enig moment terugkomt in de commissie. De tweede lijst van ingekomen stukken wordt conform vastgesteld, met dien verstande dat brief nummer 5 (Afschrift brief d.d. 16 juni 2005 namens de fracties van PvdA, GroenLinks en D66 inzake de voortzetting milieueducatie op de kinderboerderijen in Hoorn) nog aan de orde gesteld zal worden in de commissie.

5.

Voorstel inzake vaststelling van de Programmarekening 2004 en bijbehorende resultaatbestemmingen. De voorzitter geeft het woord aan de heer De Boer van GroenLinks. De heer De Boer merkt het volgende op. Geachte aanwezigen, leden van de raad en het college, Namens alle oppositiepartijen die deze raad rijk is mag hij in eerste instantie het woord voeren. Hij spreekt dus namens de OuderenUnie, Hoorns Belang, de VOCH en Groenlinks. Hij constateert dat een enkele partij nog in aantocht is. In Den Haag kennen wij inmiddels de derde woensdag van mei als gehaktdag, de regering legt dan verantwoording af aan de Tweede Kamer over het gevoerde beleid van het afgelopen jaar. En als er niet gefolderd moet worden dan is iedereen daarbij aanwezig. Het leek ons goed om in Hoorn ook een bepaalde insteek voor te staan. Wij noemen dat dan geen gehaktdag, maar wij kwamen bij Hoornse Broederdag, passend bij een stad als Hoorn. Daarbij wil men dat het college verantwoording aflegt middels de productrealisatie en de jaarrekening 2004. Zijn verhaal heeft vooral een politieke insteek. Hij kijkt wel deels naar de cijfers, maar het gaat vooral om de politiek. Hebben wij bereikt wat wij hebben beoogd? Hebben wij gedaan wat wij daarvoor zouden doen? Heeft het gekost wat wij dachten dat het zou kosten? Hoornse Broederdag is een stukje verantwoording afleggen en dan straks vooruitkijken. Hij zal per programma één onderwerp aangeven waar de oppositie zeer over te spreken is, wat er goed is gegaan, maar hij zal ook per programma aangeven waar men niet tevreden over is. Uiteindelijk levert dat een eindcijfer voor het college op. Wordt dat een zwaar onvoldoende of studeert dit college cum laude af? Een tussenweg is natuurlijk ook mogelijk, een college wat de kantjes er van afloopt en een mager zesje scoort. Wij zullen het straks allemaal zien. Wij hopen op deze manier een duale inbreng te leveren aan dit onderwerp van de agenda. Het is niet het meest enerverende onderwerp voor politici als wel voor burgers, maar hij probeert er op een andere manier invulling aan te geven. Misschien is er volgend jaar weer een Hoornse Broederdag en hij hoopt dat alle partijen dan meedoen en op deze dag terugkijken wat geweest is. Het is vandaag ook een bijzondere voorjaarsnota omdat het de laatste is voor de verkiezingen. Eenieder zal straks bij de koffie getrakteerd worden op een stukje Hoornse Broeder. De oppositie is de beroerdste niet! Hij slaat een aantal programma’s over, want anders wordt het verhaal te lang. Hij wil dan ook beginnen met het programma nul, Algemeen Bestuur. Men is hierbij niet tevreden over de communicatie over de subsidie kinderopvang. Er was vorig jaar onnodig veel paniek in de tent. Een droogvallende en onbewaakte reserve was hiervan de oorzaak. Brandbrieven gingen de deur uit en uiteindelijk liep het hele verhaal binnen een maand weer met een sisser af. Men vindt dit een schoolvoorbeeld van paniekvoetbal, waarbij vooral het publiek in paniek raakt. Een ander punt van de communicatie waar men wel tevreden over is, is het traject over de stadsvisie. Hierbij had iedereen de mogelijkheid om mee te kunnen doen. Van begin tot het einde is dit traject zeer goed opgezet tot en met de uitreiking in de volgende raadsvergadering. Het volgende programma is verkeer, vervoer en waterstaat. Men is ontstemd over de schade die particulieren hebben opgelopen bij parkeerterreinen. Men vindt het zeer onvriendelijk wanneer bezoekers aan de stad Hoorn op deze manier te maken krijgen met schade. Wellicht staat de gemeente | 3


sterk, maar volgens hem neemt het college de betekenis van het woord ‘gevarendriehoek’ iets te letterlijk. Het minste wat men zou kunnen doen is die bezoekers een bos bloemen te geven, dan heb je nog een beetje het idee dat er iets aan gedaan wordt. Aan de andere kant is men tevreden over de implementatie van schuifelroutes voor ouderen en minder validen. Langzamerhand wordt Hoorn na elke herinrichting steeds beter begaanbaar voor ouderen en minder validen. Het vierde programma is onderwijs. Men juicht de ontwikkelingen van het ACTA in Hoorn van harte toe. Men heeft er als oppositie ook geld voor over. Het is goed voor een stad als Hoorn wanneer men deze vorm van onderwijs naar Hoorn weet te halen. Een prachtige huisvesting, dus dat ziet men helemaal zitten. Wij gaan niet graag naar de tandarts, maar nu komt de tandarts naar ons en dan komt men er natuurlijk niet onderuit. Dit staat in schril contrast met de ontwikkelingen van het Cluster 4 onderwijs. Men is daar als raad al eigenlijk een paar jaar mee bezig en men vraagt daar op verschillende manieren aandacht voor. De ene keer moet men wachten op de locatie, dan zijn het de cijfers, dan komen er weer nieuwe ontwikkelingen en dan wachten wij weer op de regio. Ondertussen gebeurt er niets. De oppositie vindt dat Hoorn geschikt is voor het Cluster 4 onderwijs en men wil daarbij de wethouder die daarvoor verantwoordelijk is even naar voren halen want hij komt in aanmerking voor het ZMOG-certificaat. Vervolgens overhandigt hij dit certificaat aan wethouder Tonnaer. Vervolgens wenst hij verder te gaan met het programma sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening. Het eerste onderwerp waarbij hij een stukje coördinatie en een pro-actieve houding mist is het jeugdbeleid. Hij heeft in dit kader een brief van de PvdA gelezen over de Primajongerengelden, maar hierbij kan ook gedacht worden aan de time-out klas en de GOA-gelden. Regelingen lopen op hun einde en het geld raakt op. Komen er weer nieuwe regelingen? Dit geeft een stukje onduidelijkheid en hij wil graag dat het jeugdbeleid wordt opgenomen bij de bestuursprioriteiten voor het laatste half jaar. De commissie Welzijn en Volksgezondheid heeft in februari 2005 een notitie ontvangen bij de ingekomen stukken. Gelukkig heeft deze commissie het jeugdbeleid zelf op de agenda geplaatst en hij hoopt dat men hiermee samen met het college aan de slag kan gaan. Men is tevreden over het maatwerk armoedebeleid. Mede dankzij de werkgroep armoede is het college met voorstellen gekomen die betrekking hadden op uitbreiding van sport- en cultuurmogelijkheden, juist voor hen die het in de stad nodig hebben. Hij denkt daarom dat het prettig is om in Hoorn te wonen en te werken. Vervolgens wenst hij in te gaan het programma volksgezondheid en milieu en hij wenst hierbij als eerste de milieueducatie te bespreken. Als hij kijkt in de rekeningen dan ziet hij dat er voordelen gehaald worden bij de kapitaals- en personeelslasten ten aanzien van de dierenweiden. Hij denkt dan dat men creatief moet zijn en dat men een klein gedeelte van dat voordeel moet gebruiken om een positieve impuls te geven aan de fusie voor het behoud van de milieueducatie. Probeer als partij daarmee verder te gaan. Voorts is men tevreden over de reactie van het college naar aanleiding van de verontreiniging aan de Marowijne. Het college heeft correct gereageerd onder het motto ‘de vervuiler betaalt’. Het is een groot bedrijf waartegen je in verweer moet, maar de snelheid van handelen heeft hem tevreden gestemd. Ten aanzien van het laatste programma, financiering en algemene dekkingsmiddelen, hij slaat het programma ruimtelijke ordening over, komt hij in de stukken bezuinigingen tegen die nog niet zijn ingevuld. Hij vraagt in hoeverre hij het goed begrepen heeft dat het Westfries Museum nu gespaard wordt in de bezuinigingsronde die men vorig jaar met elkaar heeft afgesproken. Het is voor de oppositie in ieder geval onacceptabel als de ene instelling wel moet bezuinigen en de andere niet. Men vraagt zich dan ook af of het nu Jackpot is, een potje van Jack of maakt Jack er een potje van? De oppositie vindt dat het principe van ‘trapop en trapaf’ voor iedereen geldt. Men is wel tevreden over de begrotingsmarkt en de gehele manier waarop wij vorig jaar toch met elkaar € 3,7 miljoen hebben bezuinigd. Hij denkt dat men dit op een open en transparante manier heeft gedaan en dat dit een goed traject is geweest. Men kreeg ook van de instellingen hierop veel positieve reacties. Leuker kunnen wij het niet maken en gemakkelijker ook niet, maar de begrotingsmarkt heeft wel geholpen. Dan komt hij nu bij het eindoordeel. Hebben wij bereikt wat wij hebben beoogd, hebben wij gedaan wat wij daarvoor zouden doen en heeft het gekost wat wij dachten dat het zou kosten? Dit college heeft ambities en praatjes genoeg, maar het is nog maar de vraag wat er allemaal | 4


waargemaakt kan worden. Wij zien dit college als een moeder die moet rennen om de trein te halen, met achter haar aan een kind op badslippers dat het tempo bijna niet kan bijbenen. Niet elk gezinslid lijkt het hoge tempo te willen of te kunnen volgen. Toch is dit college het eerste in het duale tijdperk en dat zal ongetwijfeld even wennen zijn voor enkelen binnen dit college. Regelmatig zijn er wisselende meerderheden te vinden in de raad die niet aansluiten op de traditionele coalitie. Leuk voor de oppositie, jammer voor het college, maar goed voor het politiek proces. Het valt niet mee als politieke partij om twee van die dikke boeken door te worstelen. Wij moeten ons concentreren op de hoofdlijnen en dat meenemen in onze eindbeoordeling. Echter vooralsnog zijn wij niet overtuigd van een positief resultaat over het geheel. Ons cijfer op dit voorjaarsrapport komt niet hoger dan een 5,3. En dat cijfer is te laag voor een extra kermiscentje van opa en oma. Er moet dus nog wat gebeuren. College, ga dus hard aan de slag op De Blauwe Berg - hier is net als iets over gezegd - met het Cluster 4 onderwijs en maak werk van het jeugdbeleid. Tenslotte las men in de Volkskrant nog een leuke benaming voor dit college; 'Arthur en de Rebellenclub'. De Ouderen Unie, Hoorns Belang, de VOCH en Groenlinks vonden dit een mooie benaming voor dit college en wensen het college de komende maanden veel wijsheid toe! De voorzitter geeft het woord aan de heer Bakker van GroenLinks. De heer Bakker merkt op dat de heer De Boer namens de oppositie iets inhoudelijks gezegd heeft en dat hij nog een paar vragen en opmerkingen heeft over de financiële kwestie van de programmarekening. De heer De Boer heeft al aangegeven dat het beter zou zijn als men wat meer tijd aan de verantwoording zou besteden. Wat is er in het jaar 2004 terechtgekomen van de bezuinigingen? Wat zijn nu de kerntaken van de gemeente? Welke instellingen kunnen geprivatiseerd worden en wat kunnen wij met ‘nieuw voor oud’? Hoe werkt het principe van ‘trapop/trapaf’ in de praktijk? Hij ziet daar in de programmarekening weinig van terug. Hij zou van het college nog antwoord willen hebben op deze vragen. De heer Van Hilten interrumpeert en wenst ter verduidelijking een vraag te stellen. Volgens hem hebben deze vragen betrekking op de voorjaarsnota en niet op de programmabegroting, want anders heeft hij toch het verhaal van de heer De Boer niet goed begrepen. Hij verwacht dat deze vragen straks nadrukkelijk gesteld worden in het kader van het komende half jaar en het zoeken naar ruimtescheppers. Deze vragen hebben volgens hem geen betrekking op de programmarekening 2004. De heer Bakker wijst erop dat dit de verantwoording achteraf is, want ook bij de begroting 2004 waren er al bezuinigingstaakstellingen. GroenLinks wil in zijn algemeenheid weten wat daarvan nu feitelijk terecht is gekomen. Voorts merkt hij op dat hij nog een paar vragen heeft. De programmarekening heeft de instemming van de accountant. Ook is er aan de Auditcommissie nog een aantal vragen ter verduidelijking gesteld. Daarbij is opgevallen dat het basisonderwijs het bedrag van € 1,7 miljoen aan onderwijsvernieuwingsgelden nog niet heeft uitgegeven. Het college heeft als antwoord gegeven dat de scholen soms wat langer de tijd nodig hebben om de plannen in te dienen. De vraag van GroenLinks is of er inmiddels nu wel plannen worden ingediend en zoniet wat het college eraan doet om dat te bevorderen. Voorts heeft hij nog een vraag. In overleg met de afdeling Financiën stelde GroenLinks nog een vraag met betrekking tot de uitgave van € 117.000,- voor het binnenstadsmanagement. Het antwoord was dat dit interne kosten betreffen die niet in het project geraamd zijn. In de voorjaarsnota wordt het nut en de noodzaak van een eenduidig systeem van het tijdschrijven van personeel naar projecten aangegeven. De vraag van GroenLinks is of het gebruikelijk is dat bij alle toekomstige kredietaanvragen er een onderscheid gemaakt gaat worden tussen de inzet van het eigen personeel en externe inzet. Hierbij heeft hij dan nog een concrete vraag, maar dat is eigenlijk een vraag over de voorjaarsnota. Is bijvoorbeeld de € 50.000,- die nu gevraagd wordt voor het binnenstadsmanagement alleen voor het eigen personeel? Deze vraag moet eigenlijk bij de voorjaarsnota aan de orde komen. De heer Van der Tuin interrumpeert en signaleert dat het een rommeltje wordt. Wij hadden het net over cijfers, maar als hij de vragen van de heer Bakker beoordeelt dan komt hij niet boven een 5,3. Dit lijken hem allemaal vragen die gesteld hadden kunnen worden in de commissie Bestuur en Middelen. Het zou toch over hoofdlijnen gaan vandaag? Er worden nu allemaal technische vragen gesteld hoe het zit met ‘trapop en trapaf’ en nog meer van dit soort zaken. Er is een voorstel gedaan met betrekking tot de spreektijden, maar hij weet niet hoe de voorzitter dit allemaal denkt in de hand te houden. Hij vindt het in ieder geval zo erg rommelig worden. De voorzitter merkt op dat het wel zal lukken. | 5


De heer Bakker merkt op dat hij nog één vraag heeft en één voorstel. GroenLinks gaat op zich akkoord met de bestemming van het resultaat 2004. De meeste posten hebben al een bestemming gevonden. Het is echter pas achteraf aan ons duidelijk gemaakt waar die bestemming nu precies naar toe gaat. De vraag is of dit voortaan ook bij het resultaat gemeld kan worden. Tenslotte wenst hij nog even aan te sluiten op het verhaal van de heer De Boer. Hij vindt dat er wat meer tijd besteed moet worden aan de verantwoording van de programmarekening. Het agendapunt naar voren halen en het voor de voorjaarsnota bespreken is een manier, maar volgens GroenLinks zou men daar toch wat ruimer de tijd voor moeten nemen en dan sluit hij zich aan bij het voorstel van de heer Van der Tuin om samen eens te bekijken op welk moment je dan wat meer tijd zou kunnen besteden aan de programmarekening. Wellicht zou men dit de maand daarvoor moeten doen, tijdens een aparte bijeenkomst waarbij dan ook de besluiten genomen worden en de maand daarna de voorjaarsnota behandelen. Dan heeft men in ieder geval ruim de tijd om de programmarekening ook recht te doen aan al het werk dat hieraan besteed is. De voorzitter wenst de programmarekening te behandelen als een gewoon punt. Het college zal daarna in haar eerste termijn zoveel mogelijk antwoord geven op de vragen die gesteld zijn. Op de vragen waarop het college nog geen antwoord kan geven - en de raad zal daar begrip voor moeten hebben - zal men dan wat langer moeten wachten. Vervolgens vraagt hij aan de raad wie in de eerste termijn over de programmarekening nog het woord wenst. Hij geeft het woord aan de heer Van der Maat van de VOCH. De heer Van der Maat meldt dat de VOCH akkoord gaat met de programmarekening 2004, mits de aanbeveling in het rapport van Deloitte met grote nauwkeurigheid wordt opgevolgd. De invoering van kwaliteitssystemen en projectmatig werken dienen met grote voortvarendheid ter hand genomen te worden om de risico’s tot een minimum te beperken. De resultaatbestemmingen één tot en met zes heeft de volledige instemming van de VOCH. De VOCH wenst het college veel wijsheid toe voor het komende jaar. De voorzitter geeft het woord aan de heer S. van der Meer van het CDA. De heer S. van der Meer meldt dat het CDA akkoord kan gaan met de voorstellen ten behoeve van de programmarekening 2004. Even terugkijkend op de rekening zelf vindt het CDA vooral de risicoparagraaf zorgwekkend. Men is dan ook blij dat het college eigenlijk min of meer voorstelt om de algemene reserve op een wat hoger bedrag dan die € 10 miljoen vast te stellen. Het CDA zal daar later nog op terugkomen bij de behandeling van de voorjaarsnota. Hij wil nog even reageren op het betoog van GroenLinks. Zij hebben een analyse gegeven van het beleid van het afgelopen jaar en hebben dit gedegen voorbereid. Zij zullen hierin waarschijnlijk veel tijd gestoken hebben. Vervolgens hebben zij gisterenavond om 22.00 uur aan de fractievoorzitters gevraagd of zij akkoord konden gaan met het veranderen van de agenda. Het CDA heeft ook gekeken naar wat het college gedaan heeft en het CDA komt tot een ruime voldoende. Dit college heeft veel zaken goed opgepakt en zij heeft daadkracht en transparantie getoond. Hij denkt dat als de oppositie ook deze transparantie zou tonen en gewoon op een vooraf ruim afgesproken tijdstip zou voorstellen om dit anders te gaan aanpakken, dit niet het speeltje van de oppositie geweest zou zijn, maar dan had de gehele raad aan dit debat mee kunnen doen en had men samen een inhoudelijke analyse kunnen geven over het beleid zoals het college dat het afgelopen jaar gevoerd heeft. Op deze manier is dit het speeltje van de oppositie; voor dit jaar mogen zij spelen, maar misschien dat men voor volgend jaar samen kan beslissen hoe men de rekening zal gaan aanpakken. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Hilten van de VVD. De heer Van Hilten wil, omdat hij nu toch officieel op dit agendapunt zijn commentaar moet geven, zijn bijdrage graag in tweeën verdelen. Hij had in zijn eerste termijn inzake de behandeling van de voorjaarsnota, de programmarekening meegenomen. De VVD kan akkoord gaan met de voorliggende programmarekening, de bestemmingen die daarin voorgesteld worden en de dotatie aan de algemene reserve. Tevens merkt hij op dat hij ten aanzien van de controlerende taak in afwachting is van een stuk evaluatie hoe men dit straks gaat doen, omdat je volgens hem niet op één moment de controlerende taak kan toepassen. Hij vindt dat - en zo heeft hij dat ook verwoord bij de voorjaarsnota - als een programmaonderdeel is afgerond, je op dat moment je waardering moet geven en dat men dit niet op één moment kan doen. Hij wil hierbij als voorbeeld noemen dat als beleidsnota’s doorgeschoven worden deze dan een onvoldoende krijgen, terwijl men niet de achterliggende reden daarvan weet. Een | 6


stadsvisie die perfect verlopen is zou je waarderen met een negen en een andere beleidsnotitie zou je dan misschien wel met een drie moeten waarderen, terwijl hij dan de achterliggende reden niet weet. In die zin zou hij toch als VVD willen bepleiten om op dat moment je mening kenbaar te maken, want wat voor zin heeft het om driekwart jaar later nog iets af te schieten, terwijl je het beter op dat moment had kunnen doen. Recapitulerend, de VVD gaat akkoord met de voorliggende programmarekening en wil later bij een evaluatie nog eens praten over de controlerende taak en wanneer nu het ijkpunt is. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker meldt dat hij gisterenavond niet om 22.00 uur is gebeld, maar dat zal ongetwijfeld te maken hebben gehad met het feit dat hij elders aanwezig was. Hij was dus helemaal niet op de hoogte van het feit dat er iets gewijzigd zou zijn. De PvdA gaat akkoord met de programmarekening. De PvdA deelt de opmerkingen van de verschillende partijen als het gaat om meer duidelijkheid van het college in de voorfase, waardoor je wat directer en adequater kan reageren op de stukken. Nu is het toch iedere keer vaak vragen naar bepaalde zaken. Daar krijg je dan een antwoord op en dan moet je dit ook weer terugkoppelen in je eigen fractie. Dit kost gewoon veel extra werk. Voorts merkt hij op dat de heer Van der Tuin net heeft aangegeven dat het goed zou zijn om een en ander nog eens te evalueren en hij denkt - en dit betreft overigens de gehele aanpak van de voorjaarsnota - dat men de wijze van werken iedere keer moet evalueren. Ook denkt hij dat men nog veel kan leren, want dit is zijn ervaring van de afgelopen vier weken, omdat het een behoorlijk arbeidsintensief proces is geweest en hij hier en daar wel eens dacht dat hij zijn tijd wel beter zou kunnen besteden. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Kamphuis van Hoorns Belang. Mevrouw Kamphuis meldt dat zij heel kort kan zijn, want er zijn heel wat opmerkingen gemaakt. Hoorns Belang gaat akkoord met de programmarekening. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pinxten van D66. De heer Pinxten meldt dat D66 ook akkoord gaat met de programmarekening en de inhoud van het vaststellingsbesluit. Er is zojuist in zijn ogen een aantal ware zaken opgemerkt door de heer Wagemaker van de PvdA en de heer Van Hilten van de VVD die hem in ieder geval wel in positieve zin aan het denken zet over hoe men een en ander beter zou kunnen aanpakken. D66 is zeer tevreden over de geleverde prestaties van het college. Wat D66 betreft is het dus geen 5,3, maar een cijfer dat aanzienlijk hoger ligt in de bovenste regionen. Degenen die kritiek hebben op het college dan wel de coalitie, zou hij eens willen adviseren om naast de programmarekening nog eens een keer het collegeakkoord te lezen en goed te kijken wat daar allemaal in staat en wat daarvan inmiddels is gerealiseerd. De voorzitter constateert dat alle fracties nu in eerste termijn over de programmarekening hebben gesproken. Hij zou aan de wethouder financiën willen vragen of hij nu bij machte is op de vragen en opmerkingen van de raad te reageren. Wethouder Van Es merkt op dat hij er zich niet aan zal wagen om ook een cijfer aan de raad te geven. Vervolgens merkt hij op dat er een aantal vragen is gesteld en dat hij zal proberen deze beantwoorden. Allereerst zijn de voordelen van de dierenweiden genoemd, waarbij gelijk een link werd gelegd met een initiatief middels een brief. Bij zijn weten kent hij deze voordelen niet en hij weet ook niet waar deze informatie vandaan komt. Komt het uit de programmarekening of de productenrekening? De raad heeft dit jaar ook het boek ontvangen van de producten dat officieel niet aan de raad verstrekt wordt, hetgeen dit jaar wel gebeurd is. De heer De Boer interrumpeert en wijst erop dat dit op bladzijde 92 van de productrealisatie 2004 staat. Hier staat dat de personeelslasten € 33.000,- en de kapitaalslasten € 31.000,- zijn. Wethouder Van Es wijst erop dat het grote probleem met de rekening is dat deze laat zien hoe het gegaan is in vergelijking met de begroting. Als men dan denkt op het ene product een voordeel te hebben, zeker als het gaat om personeelskosten - dan is het heel vaak zo dat men op een ander product een nadeel tegenkomt. Er wordt hier gewerkt met het systeem van tijdschrijven. Er wordt in de begroting ingeschat hoeveel uur aan een bepaald product besteed wordt - die mensen zijn gewoon bij de gemeente in dienst - en als ze die uren niet op dat product hebben geschreven, dan hebben ze het op een | 7


ander product geschreven en daar vindt men dan weer een nadeel. Als men hem vraagt of er € 33.000,over is in het totaal van de begroting, dan is het antwoord ‘neen’. Het is niet eenvoudig om te spreken van voordelen, vooral als het gaat om personeelslasten die te maken hebben met uren schrijven. Bij hem is het zo dat aan het product ‘dierenweiden’ minder uren zijn besteed, maar dat dit voor de gemeente absoluut geen voordeel met zich meebrengt. Ook kan het best zo zijn dat het jaar daarop er weer meer uren aan besteed worden en dan is het een nadeel en dan zal hij de raad ongetwijfeld ook niet horen of hij op dit product extra zou willen bezuinigen. Het museum doet gewoon mee in de operatie Jackpot en dit is ook gewoon ingeboekt. Als het gevoelen van de raad is dat er nog meer informatie zou moeten komen over de voortgang van de bezuinigingsvoorstellen dan is dat mogelijk. In de voorjaarsnota - hij weet de bladzijden niet uit zijn hoofd - ziet men natuurlijk wel een exposé van wat er allemaal geregeld is en ook komt men in de voorjaarsnota een aantal punten tegen - bij ‘wijzigingen op grond van de begroting november 2004’ dat een aantal bezuinigingen niet gerealiseerd is. Er is toen gezegd dat men van € 30.000,- naar nul zou moeten gaan en toen werd men er een paar weken later, vooral uit de welzijnssfeer, op geattendeerd - en dit had natuurlijk eerder moeten gebeuren - dat op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht je een instelling niet zo maar kunt korten. Dat is bestuurlijk onfatsoenlijk en het is in deze voorjaarsnota gecorrigeerd. De informatie over de voortgang van de operaties Jackpot is bij het college beschikbaar en als de raad behoefte heeft aan nog meer informatie dan kan deze gegeven worden. Grosso modo is het zo dat de bezuinigingen die door de raad vastgesteld zijn in november 2004 voor 85/90% gerealiseerd worden, behoudens een paar uitzonderingen. Aan de andere kant heeft hij natuurlijk ook altijd gezegd dat het een beetje ingaan is op het ‘trapop en trapaf’ principe. Men heeft dit voor externe instellingen met elkaar afgesproken, maar de eerlijkheid gebiedt natuurlijk wel te zeggen dat het voor de ene instelling gemakkelijker is dan voor de andere. Hij ziet de heer Commandeur en er schiet hem opeens een zwembad te binnen. Een zwembad is afhankelijk van de inkomsten die de bezoekers genereren. Als het aantal bezoekers gelijk blijft zou je op een gegeven moment met rede kunnen zeggen dat gewoon het principe van ‘trapop en trapaf’ gerealiseerd wordt. Maar als men als wethouder, college of raad geconfronteerd wordt met teruglopende bezoekersaantallen - dit geldt overigens ook voor een aantal andere instellingen die daarvan afhankelijk zijn - dan komt toch de vraag aan de orde welk principe de prioriteit heeft. De bezuiniging? Dit betekent gewoon dat zo’n instelling een paar dagen dicht moet of dat de voorziening ophoudt te bestaan. Dit zijn wel zaken waar men mogelijk mee geconfronteerd wordt. Bij een gesubsidieerde instelling die niet afhankelijk is van inkomsten, kan men op een gegeven moment zeggen dat men dat in de bedrijfsvoering moet regelen. De toekomst zal moeten uitwijzen of dat overal op die manier van toepassing zou kunnen zijn. Dit is in ieder geval bij de veiligheidsregio gelukt. Hij gaat nu niet uitgebreid in op de kerntaken van de gemeente. In de negentiger jaren heeft men die sessie gedaan. Als hij het heel simpel namens het college mag zeggen dan is alles wat het college doet een kerntaak, tenzij de raad anders beslist. Als de raad vindt dat iets geen kerntaak is, dan hoort hij dat graag. Een voorbeeld, waarover in deze raad wel eens discussie is geweest, is dat het college op een gegeven moment heeft gezegd dat men het verhuren en het in eigendom hebben van panden niet als een kerntaak beschouwt. Dit heeft geleid tot het afstoten van panden aan Hendrick de Keyser, Intermaris en Stichting Stadsherstel. Dit zou je als gemeente gewoon niet moeten blijven doen, maar die discussie heeft men met elkaar goed gevoerd. Ten aanzien van de opmerkingen inzake de privatisering van instellingen wijst hij erop dat het woord ‘privatisering’ heel erg breed is. Er is wel met elkaar afgesproken dat zaken zoals de schouwburg en musea verder op afstand gezet worden. Je zou het privatiseren kunnen noemen, maar het is natuurlijk wel zo dat er altijd een relatie zal blijven bestaan tussen de lokale overheid en dat soort instellingen. In feite is Stichting Netwerk een private instelling, maar kan niet bestaan zonder de gemeente. Of dit andersom ook zo is, dat geeft hij de raad graag in overweging. Vervolgens wenst hij nog iets te zeggen over ‘nieuw voor oud’. In feite kan men de bezuinigingen daaronder scharen en zijn heel veel zaken - bijvoorbeeld als men panden gaat afstoten en daarmee efficiencywinst bereikt in beheer en men dat geld weer op een andere manier gaat inzetten - een vorm van ‘nieuw voor oud’. Hij denkt dat als daar echt behoefte aan is, de raad daarover een keer in de commissie Bestuur en Middelen of in een themabijeenkomst met elkaar van gedachten kan wisselen. Het tijdschrijven is een heel bijzonder fenomeen in Hoorn. Het is zo dat vooral in de ‘harde sector’ de | 8


uren van het eigen personeel toegeschreven moeten worden aan de producten. Dan krijg je af en toe - en de wethouder vindt dat niet altijd leuk en eigenlijk vindt niemand dat leuk - dat er soms meer uren van ons eigen personeel besteed worden, waardoor er een aanvullend krediet beschikbaar gesteld moet worden. Men doet dat in deze gemeente niet meteen, want als er meer uren besteed worden aan bijvoorbeeld de realisatie van het Atlascollege, dan merkt de raad daar niets van, want de uren van welzijn - onderwijs is een onderdeel van welzijn - worden wel verantwoord in de productenbegroting, zodat men wel kan zien hoeveel uren daaraan besteed worden, maar worden niet toegeschreven aan dat project. Op zich is er dus geen sprake van uniformiteit. Aan de andere kant is het wel zo dat het voor iedereen heel inzichtelijk is hoeveel tijd er besteed wordt aan de producten. Dit is ooit historisch zo gegroeid en of dat in lengte van jaren zo moet blijven, daar kan de raad haar mening over geven. Verder wenst hij nog even in te gaan - dat is hem dit jaar ook opgevallen en dat blijft altijd een zoeken met elkaar - welke informatie de raad nu wel of niet moet hebben. Dit is ook een beetje per individu verschillend. Laat hij het zo zeggen dat, zoals men dat vorig jaar en de jaren daarvoor gedaan heeft, die lijn in feite bestendigd is, alleen de opvatting van de raad verandert soms. De ene keer neemt de raad genoegen met de lijn die daarin beschreven is en de andere keer heeft men behoefte aan meer informatie. Als die behoefte er is dan kan de raad alles horen wat het college weet en kan de raad ook horen wat men niet weet. Hij denkt dat misschien in de evaluatie er nog even wat duidelijker aangegeven moet worden wat de raad wel of niet wil hebben. Hij heeft begrepen dat in de programmarekening de resultatenbestemming voor eenieder niet geheel duidelijk was. Die informatie is gekomen en als de raad zegt dat zij dat gelijk erbij wil hebben, dan is dat akkoord. Hij wil dan alleen niet later te horen krijgen dat de pakken papier steeds maar toenemen. Het is altijd een beetje zoeken tussen de controlerende functie van de raad en de uitvoerende taak van het college. Het college bestuurt namens de raad de stad en de raad controleert het college en dan is hierbij de vraag op welk niveau de raad geïnformeerd wil worden. Uit de beantwoording blijkt ook dat het college geen enkel geheim heeft, dat men een open college is en dat alle gegevens voor de raad beschikbaar zijn. Als de raad de ambtenaren iets wil vragen dan krijgt men ook antwoord en meestal hoort hij dat ook wel. Voorts is er nog een gedetailleerde vraag gesteld over het basisonderwijs. Hij beoordeelt dit maar even vanuit de financiën, waarbij er sprake is van een bedrag van € 1,7 miljoen. Hij wijst erop dat er ooit extra geld beschikbaar is gesteld vanuit het rijk ten behoeve van met name de onderwijshuisvesting. Dit geld heeft men gereserveerd en dat geld is beschikbaar voor het onderwijs. Er werd gevraagd of er binnenkort iets met dat geld gaat gebeuren. Hij weet in ieder geval dat één project wordt uitgevoerd, namelijk de Wingerd, waarbij hij zelf betrokken is vanuit de Bangert/Oosterpolder. De Wingerd heeft bijvoorbeeld gewacht met investeren in het gebouw totdat het totale plaatje bekend was voordat men daarmee aan de slag ging. Dit zijn afwegingen die schoolbesturen maken om dat geld op die manier zo efficiënt mogelijk in te zetten. Het is net als bij de gemeente. Men neemt zich zaken voor en die worden niet altijd binnen hetzelfde tijdsbestek uitgevoerd. Ten aanzien van de € 50.000,- voor het binnenstadsmanagement - en als hij het verkeerd zegt dan wordt hij wel gecorrigeerd door zijn collega - wijst hij erop dat dit geld bedoeld is om dat verder te organiseren. Hij hoort nu van zijn collega dat hij daar straks op zal terugkomen. Tenslotte merkt hij op dat dit zijn beantwoording was. De voorzitter vraagt aan de raad of er nog behoefte is aan een tweede termijn. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Bakker van GroenLinks. De heer Bakker vraagt of het bedrag van € 1,7 miljoen een potje is dat nu bij de schoolbesturen op rente ligt te wachten. Hoe werkt dit precies? Wethouder Van Es antwoordt dat men ooit in het gemeentefonds een bedrag van € 350.000,- heeft ontvangen en dat men hiervan € 175.000,- beschikbaar heeft gesteld voor het basisonderwijs en dat men € 175.000,- heeft gereserveerd voor het voortgezet onderwijs. Als je het bedrag van € 175.000,structureel gaat kapitaliseren kom je tot een investering van € 1,7 miljoen. Het feit dat het een voordeel geeft voor de gemeentelijke begroting betekent ook dat het geld hier geparkeerd staat. Want als het bij de schoolbesturen geparkeerd zou staan, dan zou de gemeente er geen voordeel van hebben en dan zouden de schoolbesturen daarvan rente kunnen trekken.

| 9


De voorzitter concludeert dat het voorstel inzake vaststelling van de Programmarekening 2004 en de bijbehorende resultaatbestemmingen conform wordt vastgesteld.

6.

Voorstel inzake vaststelling van de Voorjaarsnota 2005. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker merkt op dat hem wederom een enorm pak papier met vele financiële gegevens heeft bereikt. Dit gaat gepaard met evenzoveel studie, vergaderingen en besprekingen. Alles in de beslotenheid van onze studeerkamer of in het bolwerk stadhuis. Ondanks de grote hoeveelheid informatie geven wij u wel mee dat na enige inspanning de financiële lectuur zich goed laat lezen. Onze complimenten daarvoor. Veel inspanning van alle betrokkenen is het logische gevolg. Raadsleden moeten meer de straat op, hoort hij vaak om zich heen. Met zoveel interne aangelegenheden, de één nog belangrijker dan de ander, is dit bijna onmogelijk in de praktijk te brengen. Nog afgezien van de vele ambities die wij hebben geformuleerd aan het begin van de raadsperiode en die in een afrondende fase zijn beland. Kortom, het is bepaald niet mis, wat er allemaal door raadsleden moet worden gedaan. Voor een grote partij als de PvdA-Hoorn nog een te nemen barrière, maar een bijna niet te nemen horde voor de kleinere partijen in onze raad. Landelijk heeft de PvdA gepleit voor een verhoging van de kiesdrempel, teneinde splinterpartijen te voorkomen en het politieke werk efficiënter te laten lopen. Daarbij wordt met name gedoeld op partijen met één vertegenwoordigende zetel. Dat is in Hoorn nog niet van toepassing. Van de kleinere partijen in onze raad wordt uiteindelijk toch dezelfde inzet verwacht als van de grotere partijen onder ons. En dat gebeurt in de Hoornse raad op een bewonderenswaardige adequate manier en daar neemt hij graag zijn petje voor af. Wij staan aan de vooravond van de verkiezingen. De schermutselingen en de profileringsdrang in de commissies, de raad en de media nemen flink toe. Een waterval van ideeën bereikt ons wekelijks. Meest recent was het idee van de VVD, waar hij later nog even op zal terugkomen. Zelf laten wij ons ook niet onbetuigd. Wij zitten nogal eens in elkaars vaarwater en dit niet tot ieders genoegen. Misverstanden en confrontaties zijn soms het gevolg. Het is bepaald niet de leukste periode van de vierjaarlijkse cyclus, maar het schijnt erbij te horen. De PvdA hoopt dat wij tot de verkiezingsdatum in maart volgend jaar op een prettige wijze met elkaar zullen omgaan. ‘Fair play’ is een mooi uitgangspunt. En laten wij proberen om elkaars lange tenen te vermijden, dat maakt het werken toch een stuk aangenamer. Voor de PvdA geldt in de resterende raadsperiode de afspraken die men bij de start van de bestuursperiode en in de afgelopen jaren met elkaar heeft gemaakt. Ondanks de minder goede financiële vooruitzichten streven wij ernaar dat de kwaliteit van en in de stad overeind blijft. Het staat op pagina 28 van de voorjaarsnota correct geformuleerd. Hij citeert: 'Het voorzieningenniveau moet op peil blijven”. En wat de PvdA betreft zeker als het gaat om de sociale aspecten in onze stad. De PvdA hanteert daarbij de zogenaamde ‘rode punten’ die u bekend zijn. Dit is en blijft het uitgangspunt van de PvdA-Hoorn, ook bij de behandeling van deze voorjaarsnota. In de afronding van deze raadsperiode voegt de PvdA nog een thema toe en dat is 'Beloofd is Beloofd’. In dat licht moet u ook onze voorstellen zien met betrekking tot de vrije beleidsruimte en de ideeën die u de afgelopen maand per post hebben bereikt. De financiële positie van de gemeente Hoorn is niet rooskleurig. Wellicht moet er nog een Jackpot drie plaatsvinden om ook de toekomstige begrotingen sluitend te maken. De risico’s van Bangert/Oosterpolder, de afschrijvingen op de voorzieningen, de beheersplannen die eindelijk een eigen financieel traject krijgen, de afschaffing van een deel van de OZB en de compensatie vanuit het rijk nopen tot voorzichtigheid. Niettemin dienen zich ook positieve zaken aan: de behoedzaamheidsreserves, een gunstiger meicirculaire dan verwacht, de verzilvering van de laatste tranche van de Bouwfondsaandelen, een positief saldo in 2004 en zo zijn er nog wel meer voorbeelden. Net als vorig jaar is er, volgens de PvdA-Hoorn, nog steeds geen reden tot doemdenken. Nogmaals moet ons van het hart - en daar is al eerder vandaag over gesproken - dat de geforceerde aanpak rondom de vrije beleidsruimte de PvdA allerminst bevalt. De PvdA zei vorig jaar al dat het toch een vorm van tombola is. Wie gaat er met de hoogste prijs vandoor? De PvdA vindt de gang van | 10


zaken vergelijkbaar met de onaangename aanpak in het verleden bij de PNA-voorstellen. De PvdA concludeert dat er weinig is veranderd en dat betreurt men zeer. En dan de constatering van het college dat de raad zou overvragen. De PvdA merkt daarbij op dat men vorig jaar 'vrijwillig' de vrije beleidsruimte heeft beperkt van € 250.000.- naar € 100.000,-, dat er bij de verschillende voorstellen ook andere dekkingsmogelijkheden zijn en dat het college ook zelf met voorstellen komt die 'opeens' wel gedekt zijn. En de discussie over voorstellen van de fracties moet nog beginnen, want die vindt vandaag plaats! Als hij alle voorstellen leest dan zou het best wel eens zo kunnen zijn dat wij zelfs nog geld overhouden. Ten aanzien van de vrije beleidsruimte van € 100.000,- spreekt de matrix na een slechte aftrap voor zich. De voorstellen die nauwelijks steun krijgen, zal de PvdA niet van commentaar voorzien. Bij de vraagtekens wacht de PvdA vooral de onderbouwing van onze collega raadsleden af en zullen daar in tweede instantie op reageren. Bij onze kwalificatie goed (of plus) zullen wij hier en daar een kantekening plaatsen. Hij zou nu de voorstellen even willen doorlopen. Ten aanzien van voorstel 10, het marketingplan van de VVD. Zoals u weet is de PvdA in de afgelopen jaren nogal terughoudend geweest als het gaat om de enorme productie van rapporten en nota's. Dat heeft men niet onder stoelen of banken gestoken. Maar de PvdA realiseert zich ook dat nu die stappen zijn gezet, wij niet op de rem moeten en kunnen gaan staan. Dat zou ongeloofwaardig zijn naar al die mensen die zich met de stadsvisie hebben bezig gehouden en natuurlijk kapitaalsvernietiging betekenen. Hierbij is het motto van de PvdA ‘Beloofd is Beloofd’ van toepassing. Vandaar de steun van de PvdA aan dit voorstel om de dekking van € 10.000,- te laten plaatsvinden vanuit de Algemene Reserve. Zie de collegereactie die hij deze week heeft ontvangen. Het volgende even terzijde, maar wel relevant. Verschillende partijen - waaronder zeker de VOCH - hebben al diep nagedacht over de dragende slogan voor Hoorn. In het kader van de eventuele bezuinigingen op de ontwikkeling van het marketingplan levert de PvdA-Hoorn ook graag haar bijdrage. Daarbij heeft de PvdA de volgende slogan in gedachten: ‘Hoorn, vitaal en monumentaal’. Ten aanzien van voorstel 11, een fonds voor eigenaren niet-gemeentelijke monumenten. Het restauratiefonds bevat nog € 650.000,-. Dit schept mogelijkheden. Aanstaande donderdag komt men er in de commissie Welzijn en Volksgezondheid op terug. Misschien is een vierjaarlijkse regeling de oplossing? Dit geeft in ieder geval de mogelijkheid tot een politieke afweging bij de start van een nieuwe raadsperiode. Daarbij vindt de PvdA-Hoorn dat de problematiek in eerste instantie tot de verantwoordelijkheid van het Rijk hoort. De PvdA begrijpt echter de acute nood en steunt dit initiatief vooralsnog, waarbij het collegevoorstel van drie jaar dekking uit het restauratiefonds soelaas kan bieden. Het mag geen beslag leggen op de vrije beleidsruimte. Ten aanzien van voorstel 12, het masterplan verkeer. Oorspronkelijk zou hij hierover het volgende zeggen. Voordat dat de PvdA hier ja tegen zegt, ziet men graag nadere informatie tegemoet over de omvang, de consequenties, het benodigde bedrag, etcetera. Daarbij merkt de PvdA op dat er nog veel onduidelijkheden zijn met betrekking tot de Westfrisiaweg, wel of niet een aansluiting op de Provincialeweg nabij Drechterland, de uiteindelijke financiering vanuit de Provincie en zo kan hij nog wel een tijdje doorgaan. Op dit moment zijn er nog teveel vragen om een goed totaalplan verkeer te maken. De bijdrage van het college bevestigt de PvdA in haar gedachten. Het voorstel is om hier nader over te spreken in het vroege najaar. Dit wacht de PvdA dan ook af. Hij heeft begrepen dat de dekking - er wordt een bedrag genoemd van € 135.000 - zou moeten komen uit de Algemene Reserve. Dit vindt de PvdA heel veel geld, terwijl men heeft begrepen dat bureau Goudappel en Coffeng al een heel eind zou zijn gevorderd. Wethouder hoe zit dat precies? En mocht er dan toch geld op tafel moeten komen, waarom dan niet uit het parkeer- en verkeerfonds? De PvdA heeft begrepen dat dit punt zal terugkomen in de commissie Stadsontwikkeling en Leefomgeving in september 2005. Hij gaat er dus even vanuit dat dit voorstel vandaag teruggenomen gaat worden. Ten aanzien van voorstel 13, de nachtopvang voor onbehuisden. De fractie is positief over het voorstel, maar ziet nog wel veel beren op de weg. Wat zijn de financiële consequenties van een vestiging in Hoorn? Navraag leert dat Intermaris hier iets in zou kunnen betekenen. Is dat ook zo? Er is bij de PvdA grote behoefte aan een verdiepingsslag, waarbij naast de daadwerkelijke behoefte aan opvang, de kosten van een opvang in Hoorn tegenover de inkoop in Alkmaar of elders moet worden | 11


gezet. Misschien moet er eerst gestart worden met minder opvangplekken? Ten aanzien van voorstel 14, activiteiten jeugd - en jongerenwerk. De PvdA heeft u per brief geïnformeerd over de noodzaak van voortzetting van het Prima-project. Mocht de vrije beleidsruimte niet toereikend zijn, dan vraagt de PvdA u - ter overbrugging - te kijken naar de nog niet besteedde bedragen/reserveringen voor het jongerengebouw in Blokker, zijnde € 20.000,- per jaar. Of wellicht biedt de reserve kinderopvang van ruim € 450.000 mogelijkheden, waarover donderdag 30 juni 2005 gesproken gaat worden? Ten aanzien van voorstel 15, verkeersveiligheid rondom scholen. De PvdA heeft begrepen dat GroenLinks en het CDA druk doende zijn met een initiatiefvoorstel over deze materie. Kunnen wij daar dan niet beter op wachten? Vooralsnog pleit de PvdA voor haar eigen voorstel om - als experiment - bij een paar scholen te starten met een parkeerverbod, met uiteraard zo nu en dan politiecontrole. Zie ook de brief van de PvdA die men kortgeleden verstuurd heeft. Een goedkope en doeltreffende manier om met name het fietsverkeer van en naar de scholen te bevorderen en de soms chaotische en gevaarlijke situaties te vermijden. Volgens de PvdA zou de dekking, waar ook uiteindelijk voor wordt gekozen, moeten komen uit het parkeerfonds. Ten aanzien van voorstel 19, het wandelpad op de Westerdijk, richting Galgenbocht. Ook hierbij geldt het motto van de PvdA: ‘Beloofd is Beloofd’. Hij heeft het krantenartikel meegenomen waarin het college de bewoners in de Grote Waal een paar jaar geleden heeft toegezegd dat er een pad zou komen. Het heeft niet alleen een toegevoegde waarde voor de bewoners van de Grote Waal, maar het sluit ook naadloos aan bij de wensen die uitgesproken zijn in de stadsvisie. Bovendien is het pad uit toeristisch oogpunt bepaald niet te versmaden. Ten aanzien van het voorstel van de PvdA, nummer 20, het buurtmoederproject in Risdam. Dit is één van de voorstellen die u terugvindt in de kortgeleden gepresenteerde integratienotitie van de PvdA. Het succes van het buurtmoederproject in de Grote Waal en de Kersenboogerd geeft aan dat het bijna vanzelfsprekend is om het ook op te starten in Risdam. De praktijk bewijst dat al in een vroeg stadium problemen worden getackeld. Zie hiervoor ook de opmerkingen van het college in hun recente reactie. De PvdA wacht de eventuele vragen en opmerkingen van de overige fracties met belangstelling af. Ten aanzien van voorstel 21, de steigers aan de Westerdijk. De PvdA-Hoorn meent dat op dit punt een mooie samenwerking tot stand kan komen tussen de voorstellen van het CDA, de PvdA, D66 en misschien nog meer partijen. De steiger bij de Parkschouwburg is al jaren geleden in de klankbordgroep aan de orde geweest en positief beoordeeld. Ook hier geldt weer ‘Beloofd is Beloofd’. Zie hiervoor ook de recente brief van de beheerscommissie. Wij voegen ook daadwerkelijk iets toe aan de recreatieve voorzieningen in onze stad en het is al eerder gezegd dat wij hiermee tot op zekere hoogte ook de problemen rond de huidige steigers oplossen. Als wij werkelijk de uitgangspunten van de stadsvisie serieus willen nemen, dan moeten wij ook eens een keer wat laten zien aan de Hoornse bevolking. De PvdA denkt dat de start met een steiger op deze plek daarom haast vanzelfsprekend zou moeten zijn. De PvdA heeft het in de commissie al aangegeven dat het geld hard nodig is. In dat kader moet men de opmerking van de PvdA zien - die heeft de PvdA al eerder uitgesproken - over de herinrichting van de Dorpsstraat Zwaag-West. Er wordt aangegeven dat dit een noodzakelijke investering zou zijn. De PvdA deelt deze mening niet. Zo nu en dan is de Dorpsstraat ietwat ongemakkelijk, met name voor fietsers, maar de PvdA denkt dat dit probleem op sommige plekken in de stad nog veel groter is. Is er überhaupt wel eens een ongeval gebeurd op de Dorpsstraat-West? En over welke investering praten wij eigenlijk? Tenslotte wenst hij nog iets te zeggen over de voorstellen die het college de afgelopen tijd per brief heeft bereikt. Eerder vandaag is er al gesproken over de milieueducatie. In de brief van de PvdA - samen opgesteld door D66 en GroenLinks - geeft men aan dat de milieueducatie op de kinderboerderijen zeer waardevol is voor scholen. Men gaf het college de suggestie om de financiering veilig te stellen door een hogere bijdrage te vragen aan de scholen. Dan blijft er uiteraard nog een gat over in de financiële mogelijkheden. Wellicht kan het ontbrekende geld gedekt worden uit de jaarlijkse afschrijvingskosten voor de ooit geplande educatieruimte bij kinderboerderij de Waalrakkers. De PvdA heeft ook gepleit voor het invoeren van het beweegmanagement op de scholen. Het enthousiastmerende | 12


pleidooi hiervoor van collega Witteveen in de laatste raadsvergadering zal u nog helder voor de geest staan. Als dekking doet de PvdA de suggestie om het te financieren uit onder andere gelden die beschikbaar zijn voor de brede school. Misschien moet het gefaseerd worden ingevoerd, te beginnen in de wijken waar dit het hardst nodig is. Hoe denkt de verantwoordelijke wethouder hierover? Over de verkeersveiligheid rond de basisscholen heeft de PvdA zojuist al het een en ander gezegd en hetzelfde geldt voor voortzetting van het Prima-project. Tenslotte merkt hij op dat men recent verrast is door de suggestie van de VVD om extra politie in te kopen. Daarbij worden evenzoveel verrassende koppelingen gelegd tussen de veiligheid op de Grote Oost en het afsluiten van de Roode Steen. Wat moeten wij met dit soort loze schoten voor de boeg, om zomaar wat te roepen zonder enige onderbouwing van kosten? Is er sprake van enig populisme? Denkt de VVD nu echt dat met een blik blauw - bijvoorbeeld tien agenten - de veiligheidssituatie in Hoorn opeens drastisch verandert? En is het zo dramatisch gesteld in de stad? Als men nog even uitgaat van die tien agenten dan praat men toch al gauw over € 0,5 miljoen. Hij zou hierover toch iets meer willen horen van de VVD. De heer Commandeur interrumpeert en vraagt of de heer Wagemaker aanwezig is geweest bij de laatste vergadering van de commissie Stadsontwikkeling en Leefomgeving. De heer Wagemaker antwoordt dat hij deze vergadering gemist heeft. De heer Commandeur wijst erop dat hij dit jammer vindt, want hij heeft deze suggestie daar aan de orde gesteld. Tijdens de discussie die hierover plaatsvond werd door de wethouder de gedachte onderscheven om dit soort zaken ook in wijkplannen mee te nemen. Dit heeft daarna in de krant enige aandacht gekregen. Hij begrijpt dat de PvdA altijd erg opgewonden raakt als de naam ‘VVD’ met iets vettere letters in de krant staat. De heer Wagemaker denkt dat de heer Commandeur dit dan verkeerd begrijpt. De PvdA gunt iedereen de publiciteit die men krijgt. Ook vindt hij het heel erg goed dat er in de krant veel aandacht aan de politiek besteed wordt. Het feit dat het in de commissie behandeld is betekent nog niet dat de PvdA dit een fantastisch idee vindt. De heer Bruijns interrumpeert en vult hierop aan dat het onderwerp dat de heer Commandeur nu aan de orde stelt nog niet is behandeld. Het is een thema dat de heer Commandeur zelf aan de orde heeft gesteld en waarop de wethouder heeft gereageerd. De commissie heeft helemaal niet aan de discussie meegedaan. De heer Commandeur wil de heer Wagemaker eraan herinneren dat hij de afgelopen week in het NRC een artikel las dat de PvdA, bij monde van Wouter Bos, een soortgelijk voorstel lanceerde. Kennelijk is dit dan van een andere orde. De heer Wagemaker merkt op dat de heer Commandeur nu net doet alsof Wouter Bos als een soort aartsengel boven de PvdA hangt, maar de PvdA-Hoorn heeft over dit soort zaken een uitgesproken eigen mening. De PvdA vindt dit vooralsnog een losse flodder. Als er hieraan meer invulling gegeven wordt dan is de PvdA bereid om hierover te praten. Er wordt echter ook gesproken over geld en hij denkt dat dit moet worden meegenomen in de behandeling bij de voorjaarsnota, omdat het straks ook bij de begroting wellicht een ‘hot-item’ zal worden. Hij denkt dat het goed is om dit soort gedachten vast te houden. Hij wil het hierbij laten. De voorzitter wijst erop dat als het over het inkopen van politie gaat, daarvoor een aparte portefeuillehouder is. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van Hilten van de VVD. De heer Van Hilten wenst nog een vraag te stellen aan de heer Wagemaker. Hij wil nog even ingaan op de PNA-voorstellen, waarvan er een tweetal door de VVD is ingediend. Bij voorstel 11, een fonds voor eigenaren van niet-gemeentelijke monumenten, geeft de PvdA aan dat dit geen beslag mag leggen op de vrije beleidsruimte. Doet de PvdA daarmee het voorstel om het uit de BWS-gelden te halen? De heer Wagemaker antwoordt dat hij eigenlijk in dit verhaal voorstelt om dit nog nader te gaan | 13


bespreken in de commissie - dit geldt overigens voor nog een aantal voorstellen - en om die reden dit uit de beslisruimte van die vrije ruimte die er beschikbaar is te halen en dit naar de commissie over te brengen om daarover nader te bestuderen. De heer Van Hilten meldt dat hij hier straks nog op zal terugkomen in zijn algemene beschouwingen. Voorts merkt hij op dat hij nog een tweede vraag heeft over punt 12, het masterplan verkeer. Begrijpt hij het goed dat de PvdA niet akkoord gaat met het voorstel van het college aan de raad om het bedrag uit de Algemene Reserve te halen, want feitelijk stelt de PvdA dat? De heer Wagemaker merkt op dat hier in zekere zin hetzelfde geldt als wat hij net gezegd heeft. Als hij het goed begrepen heeft dan komt dit verhaal in het najaar in uitgebreidere vorm terug in de commissie. Dit is ook een beetje het probleem van de behandeling van alle zaken die de vrije beleidsruimte aangaan. Deze zijn eigenlijk in de loop van het proces doorgeschoven naar andere momenten, dat overigens best wel goed is omdat, en dat geeft de PvdA in haar verhaal ook aan, er kennelijk onvoldoende kennis beschikbaar is om te beoordelen of je bepaalde voorstellen ook werkelijk moet doen. De heer Van Hilten vraagt of de PvdA het dus laat doorgaan zoals het nu staat. De heer Wagemaker wijst erop dat de PvdA heeft aangegeven dat, volgens de informatie van de PvdA, bureau Goudappel en Coffeng nu al tamelijk simpel gegevens beschikbaar heeft dankzij het computersysteem waar zij mee werken. De heer Van Hilten wijst erop dat dit waarschijnlijk geen oplossingen zullen zijn, maar dat dit aan de PvdA is om dat te beoordelen. De heer Wagemaker merkt op dat men op dit moment ook onvoldoende kan beoordelen of het werkelijk nog wel nodig is. De voorzitter wijst erop dat het college in haar reactie hier wat toelichting op zal geven en dan kan eenieder beslissen of zij door willen gaan met de voorbereiding of niet. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin merkt op dat hij het opzetten van zijn pet niet zo toepasselijk vond, maar dat hij het bij zijn oranje bandje beter vond om zijn jasje aan te doen. Dat kan ook. Het CDA is het college en daarmee ook de organisatie erkentelijk voor de verstrekte informatie aan de hand waarvan wij vandaag bijeen zijn. Ook wil het CDA allen bedanken voor de inzet in de afgelopen periode. Zeer content is de CDA-fractie met het positieve resultaat van de jaarrekening 2004, temeer daar een negatief resultaat werd verwacht. Terecht merkt het college reeds in de inleiding op de voorjaarsnota op dat de komende jaren forse investeringen voor de deur staan in de sociale- en fysieke infrastructuur. Hierbij wordt onder andere gedacht aan de Westfrisiaweg. Ook merkt het college op dat Hoorn qua inwonertal de komende tien jaar fors zal groeien, althans als de statistische prognoses correct zijn. Over prognoses komt hij straks nog te spreken. Er staat ons dus nog wat te wachten met al die ontwikkelingen! Dit alles vraagt minimaal van ons dat wij kiezen voor een sluitende begroting voor 2006. Het is niet meer dan nodig. Het CDA wenst daarom allen veel succes om de begroting rond te krijgen, maar ook bij het vinden van bezuinigingsvoorstellen en voorstellen in het kader van ‘nieuw voor oud’. Want er moet ook nog omgebogen worden. Kortom, zoeken naar ruimtescheppers. Het CDA wenst de raad - en dus ook onszelf - moed toe om in dit kader de nodige besluiten te nemen en de rug recht te houden als wij tot bezuinigingen hebben besloten. Het kan immers niet zo zijn dat wij in het ene half jaar met veel pijn en moeite voor alle betrokkenen gaan bezuinigen en sommige bezuinigingen dan later terugdraaien of net doen of het niet is gebeurd. Aan slappe knieën of een goede sier willen maken hebben wij niets. Vorig jaar heeft de CDA-fractie gewezen op de enorme risico’s die dreigen voor de Hoornse financiën. Men heeft toen nadrukkelijk gepleit voor een minimale Algemene Reserve van € 15 miljoen. Dit omdat het CDA zich zorgen maakt over de financiële risico’s. Het CDA vindt het opmerkelijk dat het college nu gesteund door de criteria van de Provincie - lijkt te streven naar een Algemene Reserve van € 16 miljoen. De criteria gaan uit van een bepaald principe van minder of meer dan gemiddelde risico’s. Is er volgens | 14


het college in Hoorn sprake van minder of meer dan gemiddelde risico’s? In dit verband vraagt het CDA het college ook welke ondergrens concreet in de Algemene Reserve volgens het college gehandhaafd moet blijven. Vooralsnog denkt het CDA dat uitgaven uit de thans lagere Algemene Reserve alleen kunnen indien daar geld vanuit ‘nieuw voor oud’ tegenover staat. Is dit ook het financiële beleid dat penningmeester Van Es wil voeren? Nu wij het toch over ruimtescheppers hebben wil het CDA de aandacht vragen voor de verkoop van gemeentelijke panden. Geschiedt dit conform de aangenomen motie? Het duurt wel lang voordat panden in de etalage worden gezet. College, waarom duurt het zo lang? Men heeft vorig jaar gevonden dat de overwaarde van deze panden voor een deel mocht worden aangewend voor de renovatie van de atletiekbaan, maar het kan toch niet zo zijn dat er daarnaast niets overblijft. College, wat zijn uw verwachtingen hieromtrent? Het CDA maakt zich zorgen over de voortgang van projecten. Wij hebben nog negen maanden te gaan voordat de verkiezingen een einde maken aan deze raadsperiode. Waarom schiet het toch niet op met de Korenbloem? En waarom schiet het niet op met de Blauwe Berg? Ons geduld wordt al zo lang op de proef gesteld. Is deze berg te hoog voor deze projectwethouder? Het CDA wil daarom van de wethouder horen hoe het met deze projecten staat. Wat is het probleem? Wanneer gaan deze projecten daadwerkelijk uitgevoerd worden? Daarnaast - denk aan de negen maanden - is er nog een belangrijk project, zeker voor het CDA. En dan hebben we het over de veilige langzaam verkeersverbinding Keern/N506. Het CDA wil in ieder geval kort na de zomervakantie spijkers met koppen slaan. College, kunt u ons dit toezeggen? Over het ontwikkelen van het stationsgebied heeft het CDA reeds gesproken tijdens de behandeling van de voorjaarsnota in juni 2004. De opvattingen van het CDA zijn niet gewijzigd. Wel wil het CDA dat de voetgangersbrug over het spoor zo spoedig mogelijk grondig wordt aangepakt, waardoor de huidige barrière ook voor mensen die niet goed ter been zijn een goede oversteek wordt. Kan het college aangeven wanneer de werkzaamheden kunnen aanvangen? Het CDA is verbaasd - en dat is een ‘understatement’ - dat het college in de voorjaarsnota net doet alsof de campus nog een haalbare kaart is. Het IHP staat immers nog steeds prominent in de nota, terwijl men geen tekst tegenkomt waaruit blijkt dat u de Huisvestingsverordening gaat toepassen voor nieuwe huisvesting van de Copernicus. Het CDA wil van het college horen waarom deze keuze is gemaakt en ook hoe deze keuze is ontvangen door het Atlas College. Tegenwoordig denken en spreken wij in één adem over basisscholen en noodlokalen. Het CDA maakt zich daar zorgen over. Het CDA wil leerlingen in normale lokalen onderwijs aanbieden en men heeft bepaald ook geen positieve gevoelens bij te hoop lopende buurtbewoners omdat zij noodlokalen voor de deur krijgen. Hoe kan het toch dat de prognoses telkens zo afwijken van de praktijk? En hoe denkt u dit probleem te voorkomen in Bangert/Oosterpolder? Gaat u scholen bij voorbaat groter bouwen of gaat u ze zo ruim neerzetten in tijdelijk groen dat het plaatsen van noodlokalen door eenieder verwacht kan worden? Of gaat u zorgen voor betere prognoses? Wat gaat het worden? Het college stelt voor om een Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan op te zetten. Uiteraard is het CDA heel benieuwd naar de uitkomst, hoewel men wel een vermoeden heeft waar het verkeer in de toekomst vast kan lopen als wij verzuimen tijdig maatregelen te treffen. De kosten om de maatregelen straks te kunnen realiseren van dit noodzakelijk onderzoek, maar vooral ook de uitvoering, zullen helaas aanzienlijk zijn. Met aanzienlijk doelt hij dan vooral op de uitvoering. Misschien is het daarom goed om na te denken over het instellen van een speciaal fonds. Een soort Hoorn Kerngezond, maar dan anders. Zo’n fonds zouden wij bijvoorbeeld kunnen voeden uit de resterende overwaarde verkoop gemeentelijke panden, om daarmee maar eens te beginnen of de verkoop van grond. De uitbreiding van Hoorn, de mobiliteit en het dientengevolge vastlopen van het verkeer hebben tenslotte een duidelijke relatie met elkaar, in de zin van oorzaak en gevolg. College, lijkt u dit een goed idee? Met betrekking tot de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning vraagt het CDA aan het college of er in de begroting van 2006 niet nadrukkelijker rekening gehouden moet worden met de financiële aspecten.

| 15


Ten aanzien van het Ouderenbeleid beschikken wij sinds vorig jaar ook over een nota. Moet dit niet ook nadrukkelijk worden vertaald in de begroting 2006? Tijdens de voorjaarsnota 2004 heeft het CDA naar aanleiding van het uitdelen van T-shirts aan pasgeborenen voorgesteld om meer aandacht te besteden aan nieuwkomers aan wie het Nederlanderschap wordt verleend. In feite stelde het CDA voor om zo’n heugelijke gebeurtenis in een passende sfeer plaats te laten vinden. Hij heeft er niets meer over gehoord. Voorzitter, heeft u hierover reeds voldoende nagedacht of wacht u op het wettelijke voorschrift van minister Verdonk? Over de Onroerend Zaak Belasting en de verhoging daarvan heeft het CDA reeds haar standpunt gegeven in de commissie Bestuur en Middelen en dit wil hij nu niet overdoen. Voorzitter, er wordt gewerkt aan het opzetten van een Ontwikkelingsmaatschappij in Noord-Holland. Bent u het met ons eens dat het eventueel inpassen van de huidige structuur geen voorwaarde mag zijn voor de start van deze maatschappij? De stadskrant ziet er goed verzorgd uit, maar het is naar de smaak van het CDA nog steeds een collegekrant, zij het iets meer bescheiden dan de vorige versie. Het CDA stelt u en onszelf als raad voor om daar passende afspraken over te maken. Bij de PNA-voorstellen komt hij zaken tegen die uit nota’s zijn gehaald. Los van de vraag of deze voorstellen nu uitgevoerd moeten worden wil het CDA hier stellen dat het jaarlijkse shoppen met een winkelwagentje door nota’s niet de wijze is waarop men verder zou willen gaan. Nota’s zijn ten slotte geen supermarkten, zo er mee omgaan leidt slechts tot ad hoc beleid. Daarom pleit het CDA ervoor om na het vaststellen van nota’s prioriteiten te stellen en te verwerken in een plan van aanpak. Als wij dit nalaten en op de huidige weg doorgaan, doen wij af en toe iets vanuit een nota, komt er stof op de nota en vragen wij over een paar jaar weer om een nieuwe. Het CDA vindt overigens dat er voorlopig genoeg op papier staat. Laten wij gaan uitvoeren aan de hand van een actielijst met een gekozen volgorde en prioriteit, waarbij wij ook rekening houden met de capaciteit in dit huis. Het heeft het CDA verbaasd dat enkele fracties met voorstellen zijn gekomen die al in de pijplijn van het college zitten. Politiek bedrijven is kennelijk toch een wonderlijk en opzichtig opportunistisch bedrijf. Ook was het CDA verbaasd over - en de heer Wagemaker begon er al over de gedachte over het extra inhuren van politieagenten. Het is vaak niet zo simpel als dat het lijkt en daar moet nog maar eens stevig over gesproken worden. Voor alle voorstellen waarmee het CDA akkoord gaat en waarbij de financiering wordt voorgesteld vanuit de Algemene Reserve geldt dat het CDA haar instemming koppelt aan een voldoende terugstorting in de Algemene Reserve aan de hand van ‘nieuw voor oud’. Dus moeten wij de komende maanden ruimtescheppers zoeken ten bate van de Algemene Reserve, anders komt de Algemene Reserve te veel onder druk te staan. In dat verband is het CDA benieuwd naar een reactie van het college. In dit kader gaat het CDA akkoord met: - Het laten opstellen van een professioneel marketingplan voor toeristische promotie van Hoorn. - Ten aanzien van het voorstel nachtopvang voor daken thuislozen vindt het CDA de benadering van het college adequaat en toereikend. - Verbeteren verkeersveiligheid bij c.q. rondom scholen. Het CDA bedankt de PvdA voor het zenden van de instemmende brief en is blij dat zich een meerderheid in de raad aftekent voor dit voorstel. Binnenkort - en hij denkt zeer binnenkort - zal het CDA hierover samen met de fractie van GroenLinks een initiatiefvoorstel indienen waarin concrete aanbevelingen worden aangedragen. De heer Wagemaker interrumpeert en wenst een kleine correctie aan te geven. De PvdA heeft duidelijk aangegeven dat men daar nader over wil spreken en men zegt dat je dat gewoon heel sober moet doen, want je lost de problemen daar niet direct op. Hij verwijst dus naar het initiatief dat het CDA zelf denkt te gaan nemen en het lijkt de PvdA een goede zaak om er op dat moment over te gaan spreken. De heer Van der Tuin denkt dat het lastig is dat de PvdA het stuk niet kent, want als men dit zou kennen dan zou de PvdA het nu al met hem eens zijn, maar dat zal later dan wel blijken.

| 16


De heer Wagemaker wijst erop dat dit natuurlijk ook het probleem is van de behandeling van een heleboel onderwerpen, want een aantal zaken moet toch uiteindelijk weer doorschuiven. De heer Van der Tuin wijst erop dat het initiatief voorstel - en dan licht hij een tipje van de sluier op aanbevelingen opsomt. Hierin staat niet hoe het moet, maar hoe het wellicht kan. De heer Wagemaker denkt niet dat het zinnig is om er nu nog verder op in te gaan. De voorzitter verzoekt de heer Van der Tuin zijn betoog te continueren. De heer Van der Tuin vervolgt zijn betoog en merkt op dat het CDA positief tegenover de voorgenomen uitbreiding van het buurtmoederproject Risdam staat. De vraag is of wij het op deze manier moeten financieren. Kan de Stichting Netwerk niet herschikken binnen de eigen begroting? Projecten komen immers ooit aan een eind? Kan de Stichting Netwerk niet zelf ‘nieuw voor oud’ toepassen? Anders gezegd, laten wij Netwerk aansporen zelf inventief naar de begroting te kijken en niet meteen besluiten tot meer geld. Waar het CDA niet of nog niet mee akkoord gaat, zijn de volgende voorstellen: - Instellen van een fonds waarop eigenaren van niet-gemeentelijke monumenten een beroep kunnen doen. Het verschil tussen dit sympathieke voorstel en het voorstel van het college is het CDA nog onvoldoende duidelijk. Het CDA stelt daarom voor hierover nader te spreken in de commissie. Dan kan ook duidelijk worden hoe dit voorstel zich verhoudt tot het huidige Monumentenfonds, dat overigens is ingesteld naar aanleiding van een CDA-voorstel op 9 september 1999. Hij heeft dit voorstel meegenomen. - Deltaplan bereikbaarheid. Volgens het CDA is dit voorstel hetzelfde als het door het college voorgestelde GVV-plan (Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan). Het CDA ondersteunt het collegevoorstel. - Realisatie jeugdgebouw in Blokker. Het CDA is het met het college eens dat dit beleidsmatig reeds geregeld is. Waar het CDA perse niet mee akkoord gaat is het terugdraaien van het bezuinigde subsidiebedrag voor het sportfonds. Zoals bij zovele bezuinigingsposten was ook dit een moeilijke, maar wij kunnen niet ad hoc bezuinigingen terugdraaien. Houden wij onze rug recht? De heer Van der Maat interrumpeert en wijst erop dat er gezegd was ‘trap-op en trap-af’ en dat er een aantal procenten ingeleverd zou worden. Nu heeft het Sportfonds het gehele bedrag moeten inleveren. Hij wijst erop dat men dan niet spreekt over procenten, maar over honderd procent en hij denkt dat de heer Van der Tuin ook goed kan rekenen. De heer Van der Tuin continueert zijn betoog en meldt dat het CDA blij is dat het initiatiefvoorstel van het CDA voor Sociaal Raadslieden heeft geresulteerd in een spoedig aan te vangen proef en men wil graag de vinger aan de pols houden via de commissie Welzijn en Volksgezondheid. Daarentegen is men verbaasd dat er nog geen voldoende steun is voor een onderzoek naar meerdere zwemsteigers op de Westerdijk, aangezien de commissie Stadsontwikkeling en Leefomgeving hier reeds vorig jaar commissiebreed unaniem om heeft gevraagd. Het CDA is stomverbaasd over het voorstel voor een wandelpad over de dijk langs de Grote Waal. Alsof wij er nu voor het eerst over spreken. Reeds op 9 april 1999 heeft het CDA dit voorgesteld. Volgens het CDA had dit wandelpad er nu toch wel eens mogen liggen. Hoezo PNA! College, hoe kan het dat het er nog niet ligt? De heer Van der Maat interrumpeert en wijst erop dat er toch een pad over die dijk is, je hebt alleen laarzen nodig om eroverheen te lopen. Tenslotte merkt de heer Van der Tuin op dat de mogelijke aanleg van een steiger bij de nieuwe schouwburg het CDA zwaar op de maag ligt. Wij hebben er vaker over gesproken en gedroomd. Het zou prachtig zijn. De complicaties ervan valt het CDA echter flink tegen, waardoor men zich afvraagt of men dit nu moet doen. Het CDA wil hierover een nader onderzoek en afweging maken in de commissie. Het CDA betreurt het dat het voorstel met betrekking tot het bewegingsonderwijs te laat is | 17


ingediend - zo ervaart het CDA dat althans - want het is eigenlijk een PNA voorstel. Wij komen er nader over te spreken, maar ook voor het wegbezuinigde schoolzwemmen geldt dat dit bedrag niet meer beschikbaar is. Of gaan wij alle bezuinigingen terugdraaien? Het CDA is benieuwd hoe het college hierover denkt. De voorzitter bedankt de heer Van der Tuin voor de bijdrage van het CDA in eerste termijn. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker wenst een vraag te stellen aan de heer Van der Tuin. Dit betreft zijn opmerking over de steiger bij de schouwburg. Hij zou graag van de heer Van der Tuin willen weten of hij combinatiemogelijkheden ziet, zoals de PvdA die in haar bijdrage heeft aangegeven met de steigers die daar bijna naast liggen en dan vervolgens zien hoe wij dat oplossen in het kader van ‘Beloofd is Beloofd’. De heer Van der Tuin vraagt aan de heer Wagemaker welke steigers er bijna naast zouden liggen. De heer Wagemaker antwoordt dat er voortdurend problemen zijn met een paar nogal krakkemikkige steigers die op 25 meter afstand van de voorgestelde steiger bij de schouwburg liggen. Het gaat er even om of dit gecombineerd zou kunnen worden. De heer Van der Tuin merkt op dat het nogal een groot verschil is, en hij denkt sowieso in de technische uitvoering, of je praat over een steiger waar flinke schepen kunnen aanleggen en waarbij een vaargeul aanwezig moet zijn, of een andere steiger waar kleine boten kunnen aanleggen. De heer Wagemaker wijst erop dat men het heeft over een steiger waar kleine bootjes kunnen aanmeren, wat een heleboel beweging veroorzaakt en waar ook gezwommen kan worden omdat de steiger verder veilig is. De heer Van der Tuin wijst erop dat de raad - en kennelijk ook het college - dan over een verkeerde steiger of verschillende steigers spreekt en dat hij denkt dat de beheerscommissie van de schouwburg dan ook een andere steiger in gedachten heeft. De heer Wagemaker denkt dat de heer Van der Tuin dit dan niet goed gelezen heeft, want er staat ‘kleine bootjes aanmeren’ waardoor er beweging ontstaat. De heer Van der Tuin constateert dat hierover nog nader gesproken moet worden in de commissie. De voorzitter geeft het woord aan de heer Stam van de VOCH. De heer Stam wenst ook nog een vraag over de steiger te stellen. Hij hoort de heer Van der Tuin zeggen dat hij een onderzoek naar de steiger wenst. Wil hij daar een prijsvraag voor uitschrijven? De heer Van der Tuin antwoordt dat hij hierbij aan één van de bevriende relaties van de heer Stam dacht. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Hilten van de VVD. De heer Van Hilten merkt op dat de heer Wagemaker een pet op had en dat de heer Van der Tuin het goede voorbeeld gaf door een colbertje aan te trekken, vandaar dat hij dat ook heeft gedaan. De heer Wagemaker interrumpeert en vraagt of het erom gaat dat hij wellicht niet goed gekleed zou zijn. De heer Van Hilten antwoordt hierop ontkennend en wijst erop dat in deze een goed verstaander een half woord nodig heeft. Vervolgens begint hij aan zijn betoog. Voorzitter, Raad en alle belangstellenden. Vandaag beginnen wij aan de laatste voorjaarsnota van deze bestuursperiode, die de opmaak moet zijn voor de begroting 2006. Daarom wil hij toch beginnen met een korte terugblik ook al hebben wij net | 18


agendapunt 5 afgetikt. Deze bestuursperiode kenmerkt zich als een periode van totale verandering. Een aantal lang zittende bestuurders keerde niet terug. De raad kreeg een nieuwe voorzitter. Wat een nog grotere verandering met zich mee bracht, was de overgang van het monisme naar het dualisme. Wat heeft het college daaraan moeten wennen. Bovendien was er de omschakeling van een productbegroting naar een programmabegroting, waardoor je per programma kan sturen. Het nu voorgestelde budgethouderschap en regels voor budgetoverhevelingen passen daar uitstekend in en hebben dus onze instemming. Het zijn niet alleen deze veranderingen die veel te weeg brachten, er is ook veel gebeurd! Geen 5,3, maar dan al dan niet onder druk van de raad. Vanaf deze plaats wil hij noemen - en dat zal eenieder niet verbazen - de stadsvisie, de toeristennota, de detailhandelsnota en de proeven met drijvende terrassen en parkeren. Belangrijke items voor de VVD. Ook is er financieel veel gebeurd. De uitkeringen van het gemeentefonds stegen opeens veel minder, minder dan geprognosticeerd! Dit heeft uiteindelijk de bezuinigingsoperatie Jackpot I en 11 opgeleverd. Een noodzakelijke operatie, die verstrekkende gevolgen heeft gehad en nog heeft. Hij zal daar straks nog op terugkomen. Wanneer hij naar de programmarekening 2004 kijkt dan moet de VVD concluderen dat Hoorn het goed heeft gedaan en er redelijk gezond voor staat. De meerjaren begroting biedt perspectief. De stand van reserves en voorzieningen is van € 74 miljoen in 2002 opgelopen tot € 105 miljoen in 2005. Met één kanttekening: het is door incidentele meevallers van € 10 miljoen iets vertekend. Bovendien is er een geprognosticeerd positief resultaat van € 3 miljoen voor 2005. De bestuursperiode kenmerkt zich ook via déregulering in méér verantwoordelijkheid van de gemeente voor haar inwoners. Denk aan de Wet Werk en Bijstand en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Een ontwikkeling die de VVD toejuicht. Verantwoordelijkheid nemen en dragen. Daarom is er bij de begroting 2005 een aantal strakke kaders afgesproken en vastgesteld die duidelijk tot doel hebben om de lasten van de burger in toom te houden. Als hij deze korte terugblik samenvat dan kan hij niet anders constateren dat Hoorn weer bruist! Dit blijkt ook uit de door de raad ingediende initiatiefvoorstellen in het afgelopen jaar. Toch is het goed om op één moment - nu bij deze voorjaarsnota - te inventariseren of er daarnaast nog nieuwe initiatieven zijn. Ook al praat men feitelijk maar over 0,05% van de begroting. Hij heeft het zojuist ook al gehoord, er zijn voor- en nadelen om met PNA te stoppen. De VVD laat dit graag aan de volgende bestuursperiode over. Dan komt hij nu bij de voorjaarsnota 2005. Een nota die goed leesbaar is en complimenten behoeft voor de opstellers, maar ook een nota die er met zijn meerjarenperspectief goed uitziet. Waarom zegt hij goed? Wat de VVD namelijk opvalt is dat een aantal stijgingen (zoals salarissen), maar ook te verwachten investeringen in de begroting is meegenomen (voorbeeld hierbij is het jeugdgebouw Blokker). Dit ook - en dat wil hij best benadrukken - duidelijk op verzoek van de raad. Alleen de percentuele stijgingen aan de batenkant worden in de begroting niet meegenomen. De altijd te verwachten tegenvallers kunnen op deze manier opgevangen worden. Voor de vrije beleidsruimte - de € 100.000,- of 0,05% van de begroting - heeft de VVD een drietal voorstellen ingediend in de lijn van het uitgangspunt: zoveel mogelijk nieuw. Eén voorstel hiervan wil hij nadrukkelijk noemen. Dat is het instellen van een fonds waarop eigenaren van een niet-gemeentelijk monument een beroep kunnen doen op onderhouds- en restauratiekosten. Een fonds dat men voor minimaal één bestuursperiode zou kunnen afspreken. Het sluit namelijk perfect aan bij de voorstellen die het college in dit kader heeft gedaan om haar fonds uit te breiden. De signalen uit het monumentenveld waren niet mis. Hoorn is een monumentenstad. Het voorstel van de VVD zal misschien de bekende druppel op een gloeiende plaat zijn, of moet hij zeggen boktorrenplaat? Daarom wil de VVD voorstellen - en de heer Wagemaker gaf daarvoor eigenlijk al een voorzet - om voor de éénduidigheid een koppeling te maken met het voorstel vanuit het college en daarbij het plafond van € 200.000,- naar € 250.000,- op te hogen. Op deze manier worden deze zaken aan elkaar gekoppeld. Hierbij gaat de VVD er vanuit dat bijvoorbeeld het Foreestenhuis er gebruik van zou kunnen maken. Ten aanzien van de andere ingediende voorstellen heeft de VVD haar mening kenbaar gemaakt. Eén aanvulling daarop is om het door GroenLinks ingediende voorstel over dak en thuislozen positief te benaderen als de financiering conform het voorstel uitgewerkt wordt. Vervolgens wenst hij in te gaan op de ingediende voorstellen ten aanzien van de Westerdijk, het wandelpad en de zwemsteigers. Bij de vaststelling van de stadsvisie is nadrukkelijk gediscussieerd over de invulling van een promenadeachtige boulevard. De VVD ziet graag dat deze voorstellen in die context meegenomen worden. Vandaar dat men er dan nu ook niet mee instemt.

| 19


Het volgende hoofdstuk is beleidskader bestuursprioriteiten. Het college komt met een overzicht van zaken waaraan zij in deze periode verder wil werken. Dit zijn veel lopende zaken en hebben nadrukkelijk de steun van de VVD. Bij programma één is daaraan toegevoegd het coffeeshopbeleid. De VVD vindt dat dit terecht is. Het beleid is door de raad aangescherpt en de voorzitter heeft bij die discussie, naar aanleiding van vragen van de VVD, aangegeven dat het zoeken naar een locatie buiten de singels nog niet aan de orde is. Toch brengt dit strenge beleid ontwikkelingen op gang die het misschien wél mogelijk maken. De VVD vraagt om daarom in te spelen op deze ontwikkelingen, waarbij het mogelijk is één coffeeshop te verplaatsen naar buiten het centrum omdat het namelijk heel goed in het beleid past. Bij dit hoofdstuk is ook de rol van het veiligheidsbeleid toegevoegd. De VVD wil hierin nadrukkelijk het college ondersteunen. Recentelijk heeft de VVD-Hoorn in de commissie Stadsontwikkeling en Leefomgeving gepleit voor een eigen budget voor politietoezicht en men heeft hier net ook al over gediscussieerd. Hierbij wil hij ook zeggen ‘Beloofd is Beloofd’. Want als er dertig kilometer gebieden ingevoerd worden en er daarmee een bepaalde mate van veiligheid beloofd wordt, dan moet er ook worden gehandhaafd. Het is namelijk overlast nummer één. Daarnaast zou men ook nog capaciteit kunnen inkopen voor de projectmatige aanpak van fietsendiefstal. Want wie van ons heeft hier niet mee te maken gehad? De heer Wagemaker interrumpeert en vraagt of de heer Van Hilten dit nog meer zou kunnen concretiseren. De heer Van Hilten heeft het over handhaving, maar dat vindt men uiteraard allemaal. Het gaat in de eerste instantie - en dat zal de heer Van Hilten ongetwijfeld met hem eens zijn - over de mentaliteit van mensen. Vaak misdragen mensen zich in hun eigen wijk. Bedoelt de VVD nu dat wij in elke straat in het vervolg een agent moeten neerzetten om dat allemaal te controleren? Dit proeft hij namelijk uit de woorden van de heer Van Hilten. De heer Van Hilten antwoordt ontkennend en vult hierop aan dat het duidelijk is dat de VVD in dit kader gaat voor een stuk controle en de heer Commandeur heeft aangegeven hoe en op welke manier men dit moet aanpakken. Het is dus geen officieel punt en hij denkt dat de heer Bruijns hem op dit moment al corrigeert. De heer Wagemaker merkt op dat de heer Van Hilten dit niet goed begrepen heeft. Hij denkt namelijk dat er dan een heel ander beleid ingesteld moet worden, want dan moet er ook met de inrichting van de straten gestopt worden in de sfeer van dertig kilometer. De heer Van Hilten wijst erop dat het bestaand beleid is. Er is afgesproken dat er overgegaan zal worden naar dertig kilometer gebieden. Overlast nummer één is handhaving op snelheid. Dat gebeurt op dit moment niet en de heer Commandeur heeft aangegeven hoe de VVD daar tegenover staat. De voorzitter interrumpeert en wijst erop dat het voorstel van de heer Commandeur op dit moment niet concreet op de agenda van deze voorjaarsnota staat. De heer Commandeur geeft inleidend zijn gedachten daarover. Het college zal daar wellicht vandaag nog even op terugkomen, maar die discussie hoort dan verder in zijn volle heftigheid thuis op een andere tijd en een andere plaats. Hij verzoekt de heer Van Hilten om zijn betoog te continueren. De heer Van Hilten wenst in te gaan op programma 2 en wijst erop dat het Pelmolenpad dat daarin genoemd wordt voor de VVD een reserve locatie is. Hier hoeft voor de VVD nog geen stedenbouwkundige verkenning te komen. De VVD wil hier amendement A voor indienen. AMENDEMENT A De gemeenteraad van Hoorn, In vergadering bijeen op 29 juni 2005, Overwegende dat: - In de komende jaren zowel het stationsgebied als de Vale Hen een nieuwe invulling zullen krijgen; - De zich daar bevindende parkeerplaatsen gedurende de werkzaamheden niet of verminderd beschikbaar zullen zijn; - Dat het noodzakelijk is daarom een reservelocatie achter de hand te hebben en dat de locatie Pelmolenpad/Prisma daarvoor de meest voor de hand liggende keuze is en het dus niet wenselijk | 20


-

is voor die tijd tot invulling van deze locatie over te gaan; Er dus op dit moment geen behoefte is aan een stedenbouwkundige verkenning voor de toekomstige invulling van deze locatie, temeer daar ambtelijke capaciteit logisch en zorgvuldig moet worden aangewend.

Besluit de voorjaarsnota 2005 als volgt aan te passen: De bullet ‘Pelmolenpad - Stedenbouwkundige verkenning’ (zoals vermeld onder Programma 2 Verkeer, Vervoer en Waterstaat op pagina 24) te verwijderen uit de tekst. En gaat over tot de orde van de dag, De fractie van de VVD. Voorts merkt de heer Van Hilten op dat bij de vaststelling van de stadsvisie uitgebreid is gediscussieerd over de Westerdijk, met daarbij - en nu draait hij het om - een boulevardachtige promenade. Wij moeten voorkomen dat er ad hoc maatregelen of ingrepen gedaan worden. De VVD wil hier motie 1 voor indienen. MOTIE 1 De gemeenteraad van Hoorn, In vergadering bijeen op 29 juni 2005, Overwegende dat: - De raad in haar vergadering op 17 mei 2005 bij de vaststelling van de stadsvisie duidelijke uitspraken heeft gedaan over de ontwikkeling van de Westerdijk als aantrekkelijk toeristisch/recreatief verblijfsgebied; - Voorkomen moet worden dat er in dat gebied nu ad hoc maatregelen en ingrepen worden gedaan, zonder dat deze kunnen worden getoetst aan een breder beleidskader. Vraagt het college: - Een samenhangend Plan van Aanpak voor de Westerdijk te laten opstellen. - Hierin zowel de toekomstige inrichting van het gebied in kaart te brengen als de functies die onderdeel zouden kunnen zijn van een dergelijk toeristisch/recreatief verblijfsgebied; - Hierin eveneens op te nemen hoe dit gebied zou kunnen worden doorgetrokken tot en met de Doelenkade; - Het aldus ontstane plan van een kostenberekening te voorzien en ter bespreking aan te bieden aan de commissie Stadsontwikkeling en Leefomgeving. En gaat over tot de orde van de dag, De fractie van de VVD De heer Van Hilten meldt dat bij programma 3, Economische Zaken, wordt gesproken over een hotelvoorziening, waarbij de VVD verbaasd is over de woorden ‘passief beleid’. Dit staat lijnrecht tegenover de aangenomen toeristennota. De VVD wil hierbij amendement B indienen. De heer Pinxten interrumpeert en wijst erop dat hij zich dit nog wel herinnert, maar dat er volgens hem is afgesproken dat dit aan de markt overgelaten zou worden en dat de markt zelf moet komen met een verzoek tot het realiseren van een hotel. De heer Van Hilten wijst erop dat men dit kan lezen in het amendement van de VVD. De heer Wagemaker interrumpeert en vraagt wat er vandaag gedaan gaat worden. Gaat wij een begrotingsbehandeling doen, waarbij wij de zaken via amendementen gaan vastleggen voor het komende jaar? Als men dit gaat doen dan trekt hij zich graag terug om zich te beraden op alle amendementen die de PvdA zou willen indienen. Hij is van mening dat de voorjaarsnota een soort eerste aftasting is van wat er misschien mogelijk zou zijn, waarop het college dan reageert en dat er daarna in de loop van het jaar gediscussieerd gaat worden over allerlei zaken. Vervolgens wordt dit dan | 21


in de begrotingsbehandeling ingevuld met amendementen. Hij begrijpt er nu echt helemaal niets meer van. De voorzitter denkt dat men hier vrij rustig onder kan blijven. Het is zoals de heer Wagemaker heeft gezegd over de vrije beleidsruimte. Bij de voorjaarsnota sorteren wij voor en wij slaan nog niet af. Hij denkt dat dit een heel duidelijke beeldspraak is. Het staat iedereen echter ook vrij om bij het voorsorteren te amenderen. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin meldt dat hij voor honderd procent het betoog van de heer Wagemaker ondersteunt. Hij wil ook proberen - en zo brutaal is hij soms - om ook de voorzitter te corrigeren. Dit is de opmaat naar de begroting. Dit is, voor zover hij weet, geen besluitvorming dat leidt tot uitvoering van beleid. De raad doet richtinggevende uitspraken op grond waarvan men in dit huis - het college zich kan voorbereiden op de begroting. Het CDA heeft op dit moment geen enkele behoefte aan amendementen en moties. Het is nog lang geen november en er is nog genoeg tijd om elkaar te spreken en te overtuigen. Wij moeten nu niet proberen zaken af te dwingen per motie of amendement, want voor hetzelfde geld doen wij dit in november dan toch weer anders, dus hij ziet - met alle respect voor de sprekers - ook de zin daarvan niet. De voorzitter wil hier dan ook nog even op reageren. Zodoende discussiëren wij dit punt dan ook meteen goed uit en weten wij dit voor de rest van de dag. Waar de correctie van de heer Van der Tuin, ten opzichte van hetgeen hij heeft gezegd, betrekking op heeft is hem ontgaan. Hij heeft gezegd dat de raad voorsorteert, maar dat men nog niet afslaat. Het reglement van orde staat de raad echter toe om ook bij het voorsorteren te amenderen. Zoals hij het begrijpt doet de heer Van der Tuin meer een moreel appèl op de heer Van Hilten om zuinig te zijn met het indienen van amendementen en moties, want er komt nog van alles. De heer Van der Tuin denkt dat het zinnig zou zijn om eerst te discussiëren over de vraag wat men vandaag besluit. De heer Van Hilten merkt op dat het college een overzicht van de werkzaamheden in de aanloop naar de begroting 2006 heeft gemaakt en dat de VVD daarin toch enige verandering wil aanbrengen. Het is dan aan de fracties om aan te geven of dit op papier, per motie of amendement gedaan zou moeten worden. De tekst zou dus per motie of amendement in de begroting 2006 aangepast kunnen worden. De voorzitter merkt op dat er een voorstel ligt, in de zin van ons reglement van orde, en dat zo’n voorstel dus geamendeerd kan worden. Als er raadsleden zijn die dan zeggen dat hen dat niet bevalt, wijst hij erop dat het dus wel mag. Vervolgens vraagt hij aan de heer Van Hilten om zijn betoog te continueren. De heer Van Hilten meldt dat de VVD hierbij amendement B wil indienen. AMENDEMENT B De gemeenteraad van Hoorn, In vergadering bijeen op 29 juni 2005, Overwegende dat: - In de gemeenteraadsvergadering van 12 april 2005 bij de behandeling van de toeristennota een door de VVD ingediend amendement is aangenomen waardoor de tekst met betrekking tot toekomstige hotelontwikkelingen als volgt is gaan luiden: Meer overnachtingsmogelijkheden zijn nodig voor de stad. Naast een volwaardig binnenstadshotel moeten mogelijkheden voor een camping en jeugdherbergachtige voorzieningen gerealiseerd worden. Breed aanbod in meerdere segmenten heeft de voorkeur van de raad, maar het initiatief ligt bij de markt. Het initiatief om de markt te informeren over de planologische mogelijkheden en wensen ligt bij het college. Voorts overwegende: - Dat de tekst in de voorjaarsnota 2005 in Hoofdstuk 3 Beleidskader bestuursprioriteiten onder | 22


programma 3 op pagina 25 bij de vierde bullet (‘Hotelvoorziening - Afhankelijk van de markt, passief beleid’) geen recht doet aan de strekking van bovengenoemd amendement. Besluit de voorjaarsnota 2005 als volgt aan te passen: - De woorden ‘passief beleid’ te vervangen door ‘waarbij het de taak is van het college om de markt te informeren over planologische mogelijkheden en wensen’. En gaat over tot de orde van de dag, De fractie van de VVD. Vervolgens geeft hij aan dat de VVD bij dit hoofdstuk de proef met de winterterrassen mist. In de raadsvergadering van l februari 2005 is een motie aangenomen met betrekking tot drijvendeen winterterrassen. Via amendement C wil de VVD dit toegevoegd hebben. AMENDEMENT C De gemeenteraad van Hoorn, In vergadering bijeen op 29 juni 2005, Overwegende dat: - In de raadsvergadering van 1 februari 2005 een motie is aangenomen met betrekking tot drijvendeen winterterrassen; - In de voorjaarsnota 2005 in het hoofdstuk met betrekking tot de beleidsprioriteiten onder programma 3 op pagina 25 uitsluitend wordt gesproken over drijvende terrassen; - Hiermee geen recht wordt gedaan aan bovengenoemde motie alsmede aan de collegetoezegging ter zake. Besluit de voorjaarsnota 2005 als volgt aan te passen: - Aan de tekst onder programma 3 - Economische Zaken - een bullet toe te voegen met als tekst: Winterterrassen - Voorstel voor een proef naar de commissie Stadsontwikkeling en Leefomgeving voor de vergadering van 30 september 2005. En gaat over tot de orde van de dag. De fractie van de VVD De heer Pinxten interrumpeert en vraagt wat de heer Van Hilten nu precies toegevoegd wil hebben. De heer Van Hilten antwoordt dat de VVD wil dat de winterterrassen toegevoegd worden. De heer Pinxten wijst erop dat er hierover toch besluitvorming heeft plaatsgevonden. De heer Van Hilten merkt op dat dit niet vermeld staat in deze aanzet tot en vandaar dat de VVD dit daarin opgenomen wil hebben. De heer Pinxten merkt op dat er volgens hem een besluit is genomen om te gaan experimenteren met drijvende terrassen. Dit geldt ook voor de winterterrassen. De heer Van Hilten merkt op dat dit geldt voor de zomerterrassen en niet voor de winterterrassen. Ten aanzien van het programma 5 - Cultuur en Recreatie, Nota Kunst en Cultuur - vraagt de VVD of het college kan aangeven waarom het zo stil is geworden na het succesvolle Kunst- en Cultuurdebat in oktober 2004? Er is beloofd elkaar te informeren en te activeren. Ook zijn er voornemens uitgesproken vastgelegd in een raadsbesluit. Waarom worden deze dan niet uitgevoerd? Nu komt hij bij de technische uitgangspunten voor de begroting 2006. Daar staat bij de toelichting hierop en hij citeert bladzijde 27: “Als gaande weg het jaar zou blijken dat de geraamde belasting opbrengst niet volledig gerealiseerd zal worden in verband met de WOZ bezwaren, de percentuele stijging aan te passen”. De VVD is hier duidelijk tegen. Je maakt afspraken met de inwoners en men | 23


moet geen ruimte scheppen om er onderuit te komen. Afgelopen jaar is er ook € 200.000,- meer binnen gekomen dan begroot! Op bladzijde 28 staat een zinsnede over de Algemene Reserve. Hierbij is duidelijk een ondergrens van € 10 miljoen afgesproken en dat er niet gestreefd zal worden naar € 16 miljoen. Dit alles brengt hem bij het laatste gedeelte van zijn eerste termijn. De aanloop naar de begroting 2006. De VVD stelt daarbij vast dat de doorrekening van de meicirculaire geen noemenswaardige verschillen geeft. Intern wel, omdat je verschuiving van de OZB naar de algemene uitkering krijgt. De VVD kan instemmen met de beslispunten die genoemd worden in deze meicirculaire. Op bladzijde drie wordt een aantal ontwikkelingen aangegeven waar de gemeente de komende jaren voor staat. De VVD vindt dit terecht en is het daar helemaal mee eens. Anticiperen op de toekomst, waarbij je voor grote uitgaven staat. Het zal dan ook duidelijk zijn dat na de actie Jackpot I en 11 je niet meer de kaasschaafmethode kan toepassen. Er zullen duidelijk keuzes gemaakt moeten worden. Het college geeft aan dat niet alleen op infrastructuur, maar ook in de sociale infrastructuur forse investeringen te wachten staan. Hierbij is het voor de VVD duidelijk dat een basissociale infrastructuur noodzakelijk is, waarin je vraaggericht aanbod doet in alle wijken van Hoorn. De VVD kijkt daarom belangstellend uit naar de aangekondigde ruimtescheppers die het college voor de begroting 2006 aan de raad wil aanbieden. In die context wil de VVD nog een paar opmerkingen maken. Dit betreft allereerst de culturele instellingen. De noodsignalen die afgegeven worden zijn duidelijk en deze zullen ook bij u bekend zijn. Alleen het opstarten van instellingen zal aanzienlijk duurder zijn dan het instandhouden of saneren. De VVD denkt hierbij met name aan de Blauwe Schuit. Ten aanzien van de kinderboerderijen, het MAK. Ondanks dat men over duidelijke aanwijzingen beschikte dat de bereidheid tot overleg en samenwerking bij de kinderboerderijen aanwezig was, werd het dringend beroep van de VVD tijdens de begrotingsbehandeling op 10 november 2004 om verantwoordelijkheid te nemen ten opzichte van het personeel en de vrijwilligers niet gesteund. Ook niet door de fracties die zich nu als pleitbezorger voor de kinderboerderijen opwerpen. De VVD vindt dat dit krokodillentranen zijn en het is duidelijk dat de gemeenteraadsverkiezing haar schaduw vooruit werpt. De heer Pinxten interrumpeert en wijst erop dat er toch wel sprake is van een elementair verschil. In de brief die nu op tafel ligt staat heel duidelijk dat er een hogere bijdrage van de scholen vereist wordt. Over dit laatste, dat de klant zelf meer moet gaan betalen, heeft men het nooit gehad. Hij weet nu ook wat ze betalen en hij schrok ervan hoe weinig dat was. De heer Van Hilten merkt op dat er hierbij misschien toch sprake is van voortschrijdend inzicht en hij zal dan maar zeggen: Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Al tijdens de behandeling van de voorjaarsnota 2004 is nadrukkelijk aandacht gevraagd voor de problematiek met betrekking tot de jeugd en jongeren. Er wordt verzucht dat er niet veel gebeurt, maar de VVD is het hier niet mee eens. Het blijkt dat dit komt omdat veel op projectbasis wordt gefinancierd. Hij noemt hierbij de GOA-gelden en Primajongeren. De sociale infrastructuur ligt met name op het gebied van de jongeren. Voorbeelden hiervan zijn het bewegingsonderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang. De boodschap van de VVD is om rekening met deze punten te houden. De heer Wagemaker interrumpeert en wijst erop dat de heer Van Hilten het voortdurend heeft over het handhaven van de sociale infrastructuur. Hij begrijpt in ieder geval uit de woorden van de heer Van Hilten dat de VVD van mening is dat hetgeen er op dit moment op projectbasis gebeurt - waar de PvdA overigens ook kritiek op heeft, maar dit zijn toch mogelijkheden die zich aandienen om iets te proberen men in ieder geval op welke manier dan ook moet handhaven. De heer Van Hilten geeft aan dat hij dit niet zegt. De VVD zal de insteek daarin heel duidelijk positief benaderen. Voorts merkt hij op dat hij dan toch een kritiekpunt heeft op de raad zelf. De raad zal naar zichzelf moeten kijken, want de raad zal duidelijker moeten zijn in haar opdrachten! De VVD heeft bijvoorbeeld onvoldoende ingeschat wat de consequenties zijn van het laten onderzoeken van een brug bij het Keern. Veel ambtelijke inzet is waarschijnlijk voor niets geweest. Bij het zoeken naar ruimtescheppers wil de VVD nadrukkelijk meegeven dat er ook taken afgestoten of geprivatiseerd kunnen worden. Dit heeft de VVD vorig jaar ook al voorgesteld en de voorbeelden zijn daarbij bekend. Ook heeft men recentelijk een brief van de VVD ontvangen waarin de VVD pleit om Op Maat meer in dit geheel te betrekken. Hoorn besteedt het minste van de regio aan Op Maat. Nogmaals een dringend verzoek om ook | 24


te kijken naar de kerntaken die de gemeente Hoorn uitvoert. Wij zullen mee moeten gaan in die veranderende maatschappij. Tenslotte nog een tweetal opmerkingen op het financiële vlak. De kaderstelling van trendmatige verhoging staat vast. De VVD pleit ervoor de totale lastenstijging voor de burger, die het afgelopen jaar tegen de vier procent was, hierbij te betrekken (wegingsinstrument). Dat kaderstelling goed werkt blijkt als wij kijken naar het advies voor de lokale lasten door de Coelo (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) gemaakt. De gereserveerde houding ten aanzien van de ESF-gelden wil de VVD laten varen. De VVD roept het college op via motie 2 te inventariseren welke beleidsterreinen hiervoor in aanmerking kunnen komen. MOTIE 2 De gemeenteraad van Hoorn, In vergadering bijeen op 29 juni 2005, Overwegende dat: - De gemeente Hoorn nog veel plannen en ambities heeft; - Er daarenboven ook uitgaven zijn onder de noemer ‘noodzakelijk en onvermijdelijk’; - De gemeentelijke financiën voortdurend onder druk staan. En voorts overwegende dat: - Er meerdere beleidsterreinen zijn waarvoor mogelijkerwijs ESF-gelden verkregen zouden kunnen worden. - Toenmalig staatssecretaris Rutte gemeenten heeft opgeroepen zoveel mogelijk gebruik te maken van ESF-gelden; - Er gedurende deze bestuursperiode in de Hoornse raad en commissies meerdere malen is gesproken over de wenselijkheid van het verkrijgen van ESF-subsidies. Vraagt het college: - Te inventariseren welke beleidsterreinen in aanmerking kunnen komen voor ESF-subsidies; - Over de uitkomst van deze inventarisatie de raad te informeren; - Na overleg met de raad de ESF-subsidies daadwerkelijk aan te vragen. En gaat over tot de orde van de dag. De fractie van de VVD. Afsluitend wordt het volgens de VVD nog een interessant halfjaar tot de begroting 2006. Als dit in dezelfde sfeer en discussie kan gaan zoals twee weken terug op de goed georganiseerde binnenstadsdag, dan komt de VVD tot de conclusie dat er in Hoorn veel mogelijk is, dat Hoorn economisch gaat bruisen en dat de VVD-Hoorn haar steentje hieraan zal bijdragen. Met andere woorden: Geen dag zonder de VVD. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin meldt dat hij twee vragen aan de heer Van Hilten wil stellen. Het eerste punt dat hem erg aanspreekt is dat wij kritiek op onszelf moeten hebben. Het Keern wordt als voorbeeld genoemd. Hij is het op dit punt met de heer Van Hilten eens. Misschien zijn wij teveel gevoed met de gedachte dat wij het ijzer moeten smeden als het heet is. In een discussie in een commissie gaat het een bepaalde kant op en nemen wij een besluit. Misschien vaak te lichtvaardig en stuurt de raad het college op pad en komt men daar in ‘no-time’ weer op terug. Dit kost veel geld - dit moet onderzocht worden - en hij denkt dat de heer Van Hilten daarmee eigenlijk zegt dat men zaken heel zorgvuldig moet voorbereiden en afwegen. Als hij die conclusie dan trekt - waar men het ongetwijfeld over eens is - verbaast het hem dat de heer Van Hilten automatisch de koppeling maakt naar Op Maat. Of was dit een nieuwe zin? De heer Van Hilten antwoordt dat dit een nieuwe zin was. De VVD merkt namelijk dat de gemeente Hoorn bij het zoeken naar ruimtescheppers het minste uit de regio gebruik maakt van Op Maat. | 25


De heer Van der Tuin merkt op dat dit helder is en dat hij dit verkeerd begrepen heeft. Hij heeft dus eigenlijk dan maar één vraag. Deze vraag gaat over de Algemene Reserve. Het CDA heeft er vorig jaar voor gestreden om de Algemene Reserve op € 15 miljoen te houden. Dit heeft men toen verloren, omdat het € 10 miljoen werd. Er zijn nu allerlei signalen - en dat blijkt ook uit de voorjaarsnota - dat er gestreefd zou moeten worden naar € 16 miljoen. De heer Van Hilten zal ook gehoord hebben dat hij minder stellig is geweest dan vorig jaar, want hij heeft aan het college gevraagd hoe het met die risico’s zit. Hij hoort nu van de VVD - tenzij hij de heer Van Hilten niet goed begrijpt - dat hij stellig vasthoudt aan die € 10 miljoen. Hij vraagt of hij dit goed begrepen heeft en of hij niet benieuwd is naar het antwoord van het college. De heer Van Hilten antwoordt dat hij niet benieuwd is naar het antwoord van het college, omdat de VVD qua opstelling nog geen ander inzicht heeft. Men heeft namelijk afgesproken dat € 10 miljoen de ondergrens is en dat er niet gestreefd zou moeten worden naar € 16 miljoen. Dit wil de VVD op dit moment zo handhaven. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker merkt op dat hij uit het betoog van de heer Van Hilten heeft begrepen dat de sociale infrastructuur hoog op de agenda van de VVD staat. De PvdA is daar zeer enthousiast over. Voor wat betreft de vrije beleidsruimte heeft de PvdA een voorstel gedaan dat naadloos past in de sociale infrastructuur. Dit heeft hij net in zijn betoog aangegeven. Dit betreft voorstelnummer 20, uitbreiding van het buurtmoederproject Risdam. Hij heeft de heer Van Hilten daarover niet horen spreken. Er staat bij de VVD een vraagtekentje achter dit voorstel en hij zou graag de mening van de VVD hierover willen horen. De heer Van Hilten antwoordt dat de VVD hierover een mening heeft en dat hij hierop zal terugkomen in de tweede termijn. De heer Wagemaker merkt op dat dit nu juist het punt is. Hij wijst erop dat het met betrekking tot vooral dit onderwerp - en dit geldt overigens ook voor andere onderwerpen - in eerste instantie om een uitwisseling van gedachten gaat. Men probeert elkaar te overtuigen en vervolgens gaat men erover brainstormen. Hij vraagt daarom of de heer Van Hilten al een eerste reactie kan geven. De heer Van Hilten merkt op dat de VVD het voorstel positief benadert en dat men hiermee akkoord kan gaan als dit meegenomen kan worden binnen de bestaande budgetafspraken bij Stichting Netwerk. Tevens zou men dit voor de volgende periode binnen die budgetafspraken kunnen meenemen. De voorzitter bedankt de heer Van Hilten voor de bijdrage van de VVD in eerste termijn en geeft het woord aan de heer Bakker van GroenLinks. Vervolgens wenst hij nog een opmerking over de orde te maken. Wij lopen enigszins op schema, het is nu 11.00 uur en wij hebben nog vijf bijdragen te gaan. Dit betekent dat de eerste termijn van de raad dan zal duren tot 12.15 uur. Hij heeft net gezegd dat hij het toestaat als de raad interrumpeert. Hij heeft daar zelf geen enkele moeite mee, maar de raad moet wel beseffen dat het hierdoor wel langer zal duren. De heer Bakker merkt op dat hij zijn kledingkast heeft nagekeken, maar dat hij geen colbertje kan vinden. Hij heeft daarom maar iets anders aangetrokken. De voorjaarsnota is traditioneel het moment om terug te blikken en vooruit te kijken. In deze samenstelling van raad en college doen wij dat voor de laatste keer. Wat GroenLinks betreft in deze vorm ook voor de laatste keer. Want een tweetal punten zou wat GroenLinks betreft echt anders moeten. Men heeft het net al over de jaarrekening gehad en hij wil het nu even hebben over hoe men omgaat met de vrije beleidsruimte. Andere partijen zoals het CDA en de PvdA hebben hierover ook al gesproken en hij komt hierbij met een concreet voorstel voor de aanpak van de vrije beleidsruimte. Dit moet de volgende keer toch echt anders, want als hij nog even terugkijkt naar de commissie Bestuur en Middelen waar men één uur bezig is geweest om een aantal kruisjes op de goede plaatsen te zetten om € 100.000,- te kunnen uitgeven, dan leek het wel een biefstuk waar wij met zijn allen een hapje van probeerden te krijgen. Op die manier moeten wij het met elkaar niet gaan doen! Het voorstel van | 26


Groenlinks is om bij de begroting middelen te reserveren voor nieuwe initiatieven. GroenLinks heeft daar ook al een naam voor bedacht: Ruimte voor Nieuwe Initiatieven, dus RNI in plaats van PNA. Daarnaast wordt dan een overzicht gemaakt van alle potjes met geld waar ook nog gebruik van gemaakt kan worden. De initiatieven kunnen dan in de loop van het jaar worden ingediend. Het initiatief wordt aangeboden aan de raad. Als het wordt overgenomen dan wordt het verder inhoudelijk en financieel uitgewerkt door het college die ook de juiste dekking zoekt. Dat kan zijn uit de gereserveerde middelen uit de begroting of uit andere potjes die beschikbaar zijn. De heer Van Hilten interrumpeert en wijst erop dat dit heel logisch lijkt, maar is er hierbij geen sprake van ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’? De heer Bakker antwoordt dat het nu zo is dat er in de loop van het jaar initiatieven worden gedaan en dat men het bij de voorjaarsnota daar, inhoudelijk en half en half, over gaat hebben. Vervolgens heeft men het hier maar half en half over. Hij vindt dat op het moment dat je een goed initiatief doet je dit initiatief natuurlijk even kunt parkeren totdat je het totaal beschikbaar hebt, maar je moet een goede afweging maken op basis van gerichte plannen en initiatieven. De plannen die er nu liggen zijn halve A4tjes waarover wij dan nu inhoudelijk en financieel moeten gaan praten en GroenLinks vindt dit een beetje mager. Soms is het ook noodzakelijk om een voorstel in de loop van het jaar uit te voeren en dan zou je weer moeten wachten op de voorjaarsnota. Elk voordeel heeft zijn nadeel. Vervolgens geeft hij aan dat men het net had over de milieueducatie, bewegingsonderwijs, Primaproject en een eigen budget voor de politie. Dit zijn PNA’s die allemaal later zijn ingediend. Hij denkt dat men in een later stadium nog eens met elkaar moet praten om hierover een heldere afspraak te maken. Nu terug naar de huidige voorjaarsnota. Hij heeft hierbij drie vragen. Wat willen wij? Hoe pakken wij dat aan en kunnen wij dat betalen? Ten aanzien van de eerste vraag ‘wat willen wij’ kijkt hij als eerste naar de bestuursprioriteiten. Als hij dan terugkijkt naar de begroting 2005 dan stonden voor GroenLinks twee punten centraal. De ambities van de raad en daarmee van het college en de regierol van de gemeente. Met andere woorden, wat zijn we nog van plan en wat komt er van terecht? De huidige voorjaarsnota ademt ook deze inzet. Op basis van de financiële vooruitzichten doet het college voorstellen voor bestuursprioriteiten in het laatste bestuursjaar. Kunnen wij ons daarin vinden? In de tegenbegroting van GroenLinks over 2005 en de algemene beschouwingen heeft GroenLinks zich al kritisch uitgelaten over het kunnen realiseren van deze ambities. Ook staan er nu bij de bestuursprioriteiten geen financiële kaders aangegeven. GroenLinks vraagt nadrukkelijk aan het college om dit bij de begroting 2006 wel op te nemen. GroenLinks zet zomaar wat vraagtekens bij deze prioriteiten. De stadsvisie, hoeveel mag dit gaan kosten? - Het stationsgebied, de plannen moeten nu al worden bijgesteld! - Jachthaven Schelphoek, stromen de extra miljoenen die wij nog tekort komen al binnen? - De herstelkosten voor de Nieuwe Parkschouwburg: kunnen we nog vangen van Heddes? GroenLinks is verheugd dat ook in de bestuursprioriteiten een aantal door GroenLinks ingebrachte punten staat opgenomen: - Aanpak huiselijk geweld. - Jeugd en jongerenwerk Blokker. - Cluster 4 onderwijs. Dit moet niet alleen voor de vier tot twaalfjarigen, maar ook voor de twaalf tot zestienjarigen. Wat dat betreft kan men wellicht het ZMOG-certificaat terugtrekken, want hij vindt net een brief van het college dat daar al antwoord op geeft. GroenLinks mist nog een paar bestuursprioriteiten en GroenLinks wil daarvoor een drietal amendementen indienen: - Amendement D - Integratiebeleid: de ketenaanpak die er moet komen en ook hier lopen projecten af. GroenLinks en PvdA hebben hier nadrukkelijk vragen over gesteld. - Amendement E - Jeugdbeleid: een samenhangend beleid wat er moet komen en hoe gaan wij verder met projecten die aflopen? - Amendement F - Voorziening voor dak-en thuislozen: een voorziening die er in Hoorn moet komen.

| 27


AMENDEMENT D De raad van de gemeente Hoorn, In vergadering bijeen op woensdag 29 juni 2005, Behandelend agendapunt Voorjaarsnota 2005, Gehoord de discussie, Overwegende dat de bestuursprioriteiten die prioriteiten bevatten die in het laatste bestuursjaar gerealiseerd dienen te worden. Wijzigt het raadsbesluit nummer één als volgt: De tekst in de voorjaarsnota in Hoofdstuk 3 wordt aangevuld met: Bestuursprioriteit in Programma 6: Integratiebeleid. En gaat over tot de orde van de dag, Fractie van GroenLinks

AMENDEMENT E De raad van de gemeente Hoorn, In vergadering bijeen op woensdag 29 juni 2005, Behandelend agendapunt Voorjaarsnota 2005, Gehoord de discussie, Overwegende dat de bestuursprioriteiten die prioriteiten bevatten die in het laatste bestuursjaar gerealiseerd dienen te worden. Wijzigt het raadsbesluit nummer één als volgt: De tekst in de voorjaarsnota in Hoofdstuk 3 wordt aangevuld met: Bestuursprioriteit in Programma 6: Jeugdbeleid. En gaat over tot de orde van de dag, Fractie van GroenLinks

AMENDEMENT F De raad van de gemeente Hoorn, In vergadering bijeen op woensdag 29 juni 2005, Behandelend agendapunt Voorjaarsnota 2005, Gehoord de discussie, Overwegende dat de bestuursprioriteiten die prioriteiten bevatten die in het laatste bestuursjaar gerealiseerd dienen te worden. Wijzigt het raadsbesluit nummer één als volgt: De tekst in de voorjaarsnota in Hoofdstuk 3 wordt aangevuld met: Bestuursprioriteit in Programma 6: Voorziening daken thuislozen. En gaat over tot de orde van de dag, | 28


Fractie van GroenLinks Vervolgens wenst hij in te gaan op een tweetal punten die door het college wordt aangegeven om ‘nieuw voor oud’ in te zetten. - Binnenstadsmanagement. In de lijn van eerst een voorstel en dan pas geld uitgeven ziet GroenLinks graag een voorstel voor het binnenstadsmanagement tegemoet. - Coördinator Boterhal. Hierover is al in de commissie besloten. Overigens heeft GroenLinks hierbij wel de volgende vraag aan het college. Het college noemt het ‘nieuw voor oud’, maar welke oude schoenen gooien wij dan nu weg? Als volgende punt komt hij nu bij de prioriteiten voor 2006 die ook door de andere raadsfracties zijn ingebracht. GroenLinks kan alleen akkoord gaan met die prioriteiten waarvoor al eerder initiatieven zijn genomen (in de lijn zoals hij dat al eerder heeft voorgesteld). - Toeristisch marketingplan. Dit is een uitvoering van de motie van de VVD. - Veiligheid rond scholen. Binnenkort kan men hierover een initiatiefvoorstel van GroenLinks en het CDA verwachten. - Sociaal raadslieden. Dit is een initiatiefvoorstel van het CDA. Overigens wil GroenLinks wel na anderhalf jaar een evaluatie mede in het kader van de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. - Nachtopvang daken thuislozen. Dit is een initiatiefvoorstel van GroenLinks. GroenLinks blijft een voorstander van een opvang in Hoorn. Tegelijkertijd stelt men dat als er met DNO in Alkmaar een oplossing gevonden kan worden, men met deze instelling maar in zee moet gaan. GroenLinks verwacht echter niet dat de Hoornse bedden elders bezet zullen worden. - Jeugdgebouw Blokker. Hierover is vorig jaar al reeds besloten en dit is nu opgenomen op de lijst met de noodzakelijke investeringen. Een paar opmerkingen over overige prioriteiten waar nog geen initiatieven voor zijn genomen. - Het al eerder genoemde Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan. De wens is hiervoor nadrukkelijk geuit in de commissie, maar GroenLinks stelt voor dat er eerst een plan moet komen voordat men geld ter beschikking gaat stellen. Andere fracties hebben dit ook al gezegd. - Jeugd- en jongerenbeleid. GroenLinks heeft het initiatief genomen voor een bijeenkomst met de instellingen. Men vraagt nu aan het college om met plannen te komen die daarna uitgewerkt kunnen worden. - Wandelpad over de dijk Grote Waal is een sympathiek voorstel, maar GroenLinks geeft de voorkeur aan groene wandelaars die liever in het groene gras lopen en niet op asfalt. Dus op tijd maaien is wat GroenLinks betreft voldoende. - Het Buurtmoederproject Risdam is noodzakelijk en moet behouden blijven. GroenLinks vindt dat eerst gekeken moet worden in hoeverre dit tot de kerntaken van Netwerk zou moeten behoren, juist omdat men dit zo belangrijk vindt. - Monumentenfonds niet-gemeentelijke monumenten. Een voorstel hiervoor komt 30 juni 2005 in de commissie Welzijn en Volksgezondheid. Het is daarom te vroeg om er nu al een uitspraak over te doen. Tot slot dan de investeringen. De lijst met noodzakelijke investeringen en vervangingsinvesteringen kan de instemming van GroenLinks hebben. Vervolgens heeft hij nog een tweede vraag. Dit was wat wij willen en hoe pakken wij dat nu aan? Is het college in staat onze ambities waar te maken? Het college geeft al aan dat de organisatie aangepast moet worden. Er is een verbeterplan ambtelijke organisatie opgesteld en de raad heeft hiervoor € 200.000,- beschikbaar gesteld. De doelstellingen kan GroenLinks onderschrijven, namelijk resultaatgericht en dienstverlenend werken. Men hoopt alleen dat de plannen er op tijd zijn om de genoemde ambities ook waar te kunnen maken. Goed overleg met betrokkenen, inwoners, burgers, doelgroepen is van groot belang om de plannen tot een goed einde te kunnen brengen. Ook daar heeft GroenLinks al eerder op gewezen. Als het college de regie niet goed oppakt krijgen wij problemen, denk hierbij aan afsluiting Breed, Blauwe Berg, Roode Steen en de Bangert/Oosterpolder. Alles bij elkaar heeft dat al een aardig eurootje extra gekost. Als afsluiting, hebben wij voldoende geld? De insteek van het college voor een sluitende begroting is | 29


duidelijk. Of deze sluitend gaat worden is nog niet duidelijk. Een aantal potjes die GroenLinks tegenkomt. - Het resultaat van 2004 van € 1,8 miljoen, maar daar is al een bestemming voor. - Van de vrije beleidsruimte 2005 hielden wij nog een slordige € 190.000,- over en dit bedrag is inmiddels verwerkt in de begroting. Mochten er tegenvallers komen dan komt het college met bezuinigingsvoorstellen, Jackpot drie en ‘nieuw voor oud’. De te verwachten risico's (Bangert/ Oosterpolder, terugstorten van het Park) maken het noodzakelijk om de reserves op peil te houden. - Voor de OZB, tarieven en leges zoals gebruikelijk slechts een trendmatige verhoging. - GroenLinks vindt het verstandig om het plafond reserve Werk en Inkomen los te laten, gezien de financiële risico's van de gemeente. Maar dan moet er wel voldoende ruimte overblijven voor een gedegen aanpak van armoedebestrijding en arbeidsmarktbeleid. - Tot slot kan GroenLinks zich vinden in de spelregels voor het budgethouderschap. De raad stuurt dan meer op programma’s, hetgeen ook de bedoeling is. Dit brengt GroenLinks tot de volgende aanpak om te komen tot een sluitende begroting: - Zoals eerder gemeld: Breng in kaart wat nu precies de vrije beleidsruimte is. - Kom met ombuigingsvoorstellen (‘nieuw voor oud’). Pas dan komen extra bezuinigingen in beeld en men moet hierbij de reserves op peil houden. Hij deed aan het begin van zijn betoog een voorstel om te gaan werken met de Ruimte voor Nieuwe Initiatieven en hij heeft hierover een vraag aan het college. Mogen wij uit het overzicht dat in de voorjaarsnota genoemd staat onder de titel ‘ontwikkelingen met beslisvrijheid’ dan concluderen dat dit de beschikbare middelen zijn voor Ruimte voor Nieuwe Initiatieven? Tenslotte bedankt hij nog iedereen die zich heeft ingezet om de cijfertjes weer op een rijtje te zetten en wenst hij deze mensen de komende tijd veel succes toe om daar een fraaie sluitende begroting van te maken. De voorzitter bedankt de heer Bakker voor de bijdrage van GroenLinks in eerste termijn en vraagt of er naar aanleiding van dit betoog nog open aanmerkingen zijn. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker wenst een vraag aan de heer Bakker te stellen over het Buurtmoederproject. Hij kon de opmerking van de heer Bakker niet geheel plaatsen, maar misschien kan hij dit nog even uitleggen. De heer Bakker gaf aan dat GroenLinks daar positief tegenover staat, maar men vroeg zich ook af of het een kerntaak van Stichting Netwerk is. Misschien kan de heer Bakker dit nog even toelichten. De heer Bakker antwoordt dat het Buurtmoederproject volgens hem tot één van de kerntaken van Stichting Netwerk behoort, want je moet het ook uitvoeren. Het is een beetje vergelijkbaar met hetgeen de VVD zegt. De gemeente moet ook kijken wat haar kerntaken zijn en de discussie hebben over ‘nieuw voor oud’, maar dit geldt ook voor projecten die wij aan anderen vragen. Hij vindt dat dit hoe dan ook tot de kerntaken van Stichting Netwerk behoort. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van der Maat van de VOCH. De heer Van der Maat meldt dat de VOCH de ambtenaren en het college bedankt voor de inspanningen die de afgelopen periode 2004-2005 zijn geleverd. Toch heeft men een aantal kritische kanttekeningen. Het BTW-compensatiefonds baart de VOCH grote zorgen. De VOCH vraagt zich dan ook af waarom de oude Parkschouwbrug direct is gesloopt. Bij verkoop van het bebouwde gedeelte is slechts 6% overdrachtsbelasting verschuldigd, maar als bouwterrein - de staat waarin het zich nu bevindt - is 19% BTW verschuldigd, een verschil van 13% en al gauw een bedrag van € 400.000,- dat ten gunste van het resultaat geboekt had kunnen worden. Wat betreft de reserves moeten deze tot een zo hoog mogelijk niveau opgetrokken worden. Dit alles met betrekking tot de risico’s die wij nog lopen inzake de Parkschouwburg. Bangert/Oosterpolder en de Blauwe Berg. De Blauwe Berg is een verhaal op zich. Wordt het niet eens tijd om hier een streep door te zetten en het gebied te bestemmen voor de bouw van een campus, sport en recreatie en om de kosten te dekken huizen te bouwen? In combinatie met een sporthal en een ijsbaan is dit een prima plaats voor onze | 30


jeugd en die van West-Friesland. Het kruisen van drukke verkeersroutes door scholieren wordt dan zoveel mogelijk beperkt. De VOCH is van mening dat een half jaar voor de verkiezingen belangrijke besluiten zoveel mogelijk inzet van de verkiezingen moeten zijn, dit om de burger meer invloed te geven op het te voeren beleid. Deze besluiten over bijvoorbeeld Deen op de Westerdijk, de plaats van een bioscoop en disco en de ontsluiting van de Blauwe Berg wil men dan ook over de verkiezingen heen tillen. Wat betreft het stationsgebied stelt de VOCH voor dit in gedeelten te ontwikkelen, waarbij men aan de oostkant kan beginnen en naarmate er ruimte en geld beschikbaar komt verder gewerkt kan worden. De VOCH wil een goede oversteek naar het P&R-terrein realiseren en voelt er niets voor weer een miljoen euro in een noodoplossing te steken. De VOCH is blij dat haar plan van drie jaar geleden, om via het Dampten onder het spoor door op het Pelmolenpad ondergronds te parkeren, nu eindelijk serieus genomen wordt. Het terrein dient zo spoedig mogelijk ontwikkeld te worden en niet als reservegebied aangemerkt te worden. Wat de Hoornse economie betreft is de VOCH er voorstander van om door te gaan met het opwaarderen van de bedrijfsterreinen en winkelcentra. De VOCH wil extra middelen inzetten voor de groeimarkt van dit ogenblik, het toerisme. Helaas moet men vaststellen dat Hoorn als derde monumentenstad van Nederland op het gebied van toerisme nog niet zoveel voorstelt. De VOCH vindt dat er hier een veel professioneler en duidelijker beleid gevoerd moet worden. Wij hebben in Hoorn veel van ‘net niet’ en missen enige aansprekende evenementen. Toeristen komen niet alleen voor cultuur. Wat de binnenstad betreft wil de VOCH het winkelen hoofdzakelijk tot het huidige centrum beperken. Men heeft dan ook geen probleem met de vestiging van een bibliotheek op de Vale Hen. In het Runshoppingcentre wil de VOCH alleen branches toestaan die minimaal 1000 m² nodig hebben, waarbij men verschillende kleinere winkels in één gebouw afwijst. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid dient in de optiek van de VOCH centraal te gebeuren. Nog steeds is het zo dat dit op verschillende niveaus gebeurt. Waarom wordt er nog steeds niet volgens de richtlijnen gewerkt? Voor het city management wordt er een bedrag van € 50.000,- gevraagd. Wat krijgen wij hiervoor? Wat is de bijdrage van de winkeliers en is dit voldoende om een goed promotiebeleid te voeren? De VOCH vraagt zich af of dit wel genoeg is. Zoals eenieder weet is de VOCH geen fan van de Blauwe Schuit, maar men vindt wel dat er duidelijkheid moet komen. Of wij helpen ze in één keer goed óf wij zetten er een streep onder. Wij zijn nu al vier jaar bezig om deze instelling te helpen en nog steeds is dit niet goed opgelost. Voor de Boterhal wordt er een subsidie van € 18.000,- voorgesteld. Wordt het niet eens tijd dat deze kunstenaars/ondernemers hun eigen broek gaan ophouden? De VOCH stelt voor om dit bedrag in drie jaar af te bouwen. Over het fenomeen VVV-ANWB heeft de VOCH al eerder opmerkingen gemaakt. Het toeristisch product wordt volgens de VOCH onvoldoende naar voren gebracht en het verkopen van kleding en andere artikelen neemt een te grote plaats in. Een splitsing van belangen lijkt de VOCH wenselijk. De heer Wagemaker interrumpeert en wenst een vraag aan de heer Van der Maat te stellen. De VOCH is van mening dat het toeristisch beleid stukken beter mag en dat hij denkt dat de VOCH ook voor een groot gedeelte de uitspraken die door de burgers gedaan zijn in de stadsvisie onderschrijft. Vervolgens vraagt hij of de VOCH de kunst en cultuur daaronder schaart of dat men vindt dat dit een apart chapiter is en dit niets met toerisme te maken heeft. De heer Van der Maat antwoordt dat er in Hoorn veel van ‘net niet’ is en hij vindt dat de kunst en cultuur op aantal punten beter uitgebaat kan worden.

| 31


De heer Wagemaker wijst erop dat de heer Van der Maat net heeft aangegeven dat de VOCH een voorstander is van het afbouwen van een subsidie aan kunstenaars in de Boterhal. De heer Van der Maat merkt op dat dit eigen ondernemers zijn. De gemeente kan wel blijven subsidiëren, maar het stopt een keer. De heer Wagemaker vraagt aan de heer Van der Maat of hij vindt dat dit ook geldt voor de ondernemers in de binnenstad, want daar wordt ook nogal wat geld in gestoken. De heer Van der Maat antwoordt dat er keuzes gemaakt moeten worden. De heer Wagemaker stelt vast dat de VOCH een heel duidelijke keuze maakt. De heer Van der Maat vervolgt zijn betoog en geeft aan dat op basis van de scan die is uitgevoerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, duidelijk naar voren komt dat de gemeente Hoorn meer geld uitgeeft aan kunst dan via de algemene uitkering ontvangen wordt in vergelijking met referentiegemeenten. De hoogte van deze uitgaven ligt gelegen in de uitgaven voor het Westfries Museum en de Stichting Museum Stoomtram Hoorn-Medemblik. De VOCH stelt voor dat hierbij aan bezuinigingen gedacht kan worden. De heer Pinxten interrumpeert en vraagt of hij de opmerking van de heer Van der Maat inzake de Stichting Museum Stoomtram en het Westfries Museum moet begrijpen in het kader van hun ‘eigen broek ophouden’. De heer Van der Maat antwoordt dat er gekeken moet worden of er meer bezuinigd kan worden. De Stichting Museum Stoomtram komt geld tekort en hij signaleert het ene restauratieproject na het andere naar voren komen. Hij denkt dat men ook eens een pas op de plaats moet maken. De heer Pinxten merkt op dat dit museum wel in een zeer kwetsbare situatie verkeert. De heer Van der Maat denkt dat men rijtuigen genoeg heeft en dat men daar heel Hoorn in kan vervoeren. Vervolgens continueert hij zijn betoog en geeft aan dat uit hetzelfde onderzoek blijkt dat Hoorn in het cluster ‘groen’ fors meer uitgeeft dan dat er ontvangen wordt. De oorzaak hiervan is dat de uren niet nauwkeurig worden verantwoord. De VOCH wil graag weten waarom dit niet het geval is en stelt voor dat hier een gedegen registratie wordt opgezet. Wat betreft de belastingen en de eventuele verhogingen aangaande riool- en parkeerbelasting wacht de VOCH de voorstellen van het college in het najaar af. Men vraagt om het plafond van de Reserve Werk en Inkomen los te laten gezien de financiële risico’s bij de uitvoering van de sociale zekerheid. Kan het college aangeven wat deze risico’s precies zijn? Bij de voorzieningen werkdeel Wet Werk en Bijstand worden in verband met reïntegratie ESF-gelden aangevraagd. Kan het college al aangeven hoe ver men daarmee is? De meicirculaire laat een wat positiever beeld zien voor de periode 2005-2009 van hetgeen er tot op heden is begroot. De VOCH gaat akkoord met de besluitpunten die genoemd worden in deze circulaire. Ook gaat de VOCH akkoord met de punten één tot en met twaalf die genoemd worden in de voorjaarsnota, met de toezegging van het college dat op de punten zeven, acht, negen en tien met grote zorg wordt gehandeld. Prioriteitenlijst nieuw beleid 2006. Voorstellen 22 en 23 zijn voorstellen van de VOCH. Voorstel 23 haalt het bij lange na niet, maar hij vindt het wel goed te horen dat het CDA van mening is dat er gereserveerd moet worden voor toekomstige infrastructurele werken. De VOCH vindt dat ook en misschien kan daarover eens nader gediscussieerd worden. Ook sluit voorstel 23 aan bij het voorstel van de VVD namelijk het onderzoeken van een infrastructureel plan voor de gemeente Hoorn. Voorstel 22 kan mogelijk in een discussie nader besproken worden. Tevens wil hij hierbij nog iets zeggen. Als je uitgaven moet doen is het niet werkbaar als je geen inkomsten hebt. Zo ook voor het Centraal Overleg Sport. Bovendien is het volgens de VOCH goedkoper en sneller als aanvragen voor een kleine bijdrage in de kosten voor een evenement van sportverenigingen door het COS kunnen worden afgehandeld en niet meer in de ambtelijke molen terechtkomen. In de bezuinigingsronde is het | 32


totale budget van het COS (lees Sportfonds) komen te vervallen. Dit had volgens de VOCH niet mogen gebeuren. Een verlaging van de subsidie is akkoord omdat dit nu eenmaal noodzakelijk is, maar het geheel weghalen uit het budget is niet werkbaar. De heer Van Hilten interrumpeert en wenst een korte vraag te stellen. Is het de heer Van der Maat duidelijk wat er op dit moment voorligt, namelijk langzaam afbouwen en er daarna op terugkomen. Er ligt een duidelijk voorstel hiervoor. Hij begrijpt dat de VOCH dus gaat voor het handhaven van die € 3.000,-. De heer Van der Maat antwoordt hierop bevestigend. Vervolgens continueert hij zijn betoog en merkt hij op dat als je als commissie of afdeling sportraad niets meer kan ondersteunen of verdelen, wat je dan nog als commissie kan doen. Dan kan je net zo goed stoppen. Iets wat na 35 jaar toch zeker vreemd genoemd mag worden, gezien het feit wat er in de afgelopen jaren door het COS is gerealiseerd, inclusief het sportfonds. De VOCH stelt daarom voor om het bedrag van minimaal € 3.000,- gewoon weer toe te kennen en hij hoopt hierbij steun te ondervinden van de andere fracties. Voor de verdere onderbouwing verwijst de VOCH naar de brief van het COS van 24 maart 2004. Ten aanzien van het toeristisch marketingplan wil hij de slogans aan de voorzitter overhandigen die de VOCH heeft gedeponeerd bij de Belastingdienst. De heer Wagemaker interrumpeert en meldt dat de slogan van de PvdA hieraan nog toegevoegd mag worden. De heer Van der Maat meldt dat deze slogan al beschermd is. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin vraagt - hij kent deze slogans niet - of deze slogans niet eerst een bepaalde kwaliteitstoets moeten ondergaan. De heer Van der Maat geeft aan dat als er een toeristisch marketingplan komt en een bureau de slogan claimt, deze dan al van de gemeente Hoorn is en dat je er dan geen last van hebt dat zij daarvoor extra geld gaan vragen. De heer Van der Tuin denkt dat de heer Van der Maat niet goed geluisterd heeft, want dit is niet het antwoord op zijn vraag. De heer Van der Maat wijst erop dat de raad straks de kwaliteit zal bepalen. Vervolgens geeft hij aan dat de VOCH de punten waarvoor een meerderheid is zal steunen en dat men de overige punten die nog ter discussie staan met grote belangstelling zal volgen. Tot zover de bijdrage van de fractie van de VOCH. De voorzitter bedankt de heer Van der Maat voor de bijdrage van de VOCH in eerste termijn en geeft vervolgens het woord aan de heer Van Hilten van de VVD. De heer Van Hilten merkt op dat de heer Van der Maat in het begin van zijn betoog zijn zorg uitsprak over het BTW-compensatiefonds. Kan de heer Van der Maat aangeven waar zijn zorg uit bestaat, want volgens hem is het zo dat de gemeente een onderneming is en hoe meer men investeert hoe meer er gedeclareerd kan worden. De heer Van der Maat antwoordt dat de gemeente € 400.000,- minder BTW had hoeven af te dragen als men dit via de overdrachtsbelasting had gedaan. De heer Van Hilten wijst erop dat de heer Van der Maat het nu alleen over de oude Parkschouwburg heeft. De heer Van der Maat merkt op dat er wellicht nog meer van die panden kunnen zijn waarbij bebouwd of onbebouwd naar voren komt.

| 33


De heer Van Hilten vraagt of de heer Van der Maat de koppeling legt tussen het totale BTWcompensatiefonds en alleen dit incidentele voorbeeld. De heer Van der Maat merkt op dat het een voorbeeld is en dat het € 400.000,- had kunnen opleveren. Noem dat maar niets! De heer Van Hilten vraagt of dit dan het enige zorgpunt van de heer Van der Maat is over het BTWcompensatiefonds. De heer Van der Maat antwoordt hierop bevestigend en wijst erop dat zijn zorg ook betrekking heeft op het totale fonds dat afgebouwd wordt. Men had dit dus kunnen voorkomen. Nu moet men het storten en daarbij krijg je maar een bepaald gedeelte terug. De heer Van Hilten constateert dat de wijze van boekhouden, zoals het op dit moment intern gebeurt, dan de oorzaak is dat je die verschuivingen krijgt. Het is voor hem helder. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin meent geleerd te hebben dat je in de raad met belangrijke projecten de gang erin moet houden. Het CDA heeft daar ook vragen over gesteld, omdat het toch al zolang duurt. Elke maand is er dus één. Nu heeft hij begrepen, maar volgens hem moet dat een misverstand zijn dat hij graag opgehelderd wil hebben, dat de partij die zich relateert aan de versterking van de ontwikkeling van de centrumfunctie, belangrijke projecten koud wil zetten om daar items van te maken in de verkiezingscampagne waardoor er met die projecten dus niets gebeurt. Hij hoopt dat hij dat verkeerd begrepen heeft. De heer Van der Maat antwoordt dat de VOCH het project van de Blauwe Berg graag inzet van de verkiezingen wil laten worden en dat dit ook geldt voor het project Deen op de Westerdijk. Nu opeens zoveel haast maken terwijl wij in 1996 al wisten dat dit plan eraan zat te komen. Volgens hem maakt een half jaartje langer voor de heer Van der Tuin ook niet zoveel meer uit. De heer Van der Tuin wijst erop dat dit half jaar wel essentieel is, want de heer Van der Maat weet waarschijnlijk net zo veel over de Blauwe Berg als hij en dat is weinig, maar om er nu voor te pleiten om dat maar koud te zetten is voor een dergelijke belangrijke ontwikkeling de achterdeur uit. De VOCH is daarmee dan niet bezig met de versterking van de ontwikkeling van de centrumfunctie. De heer Van der Maat neemt aan dat de heer Van der Tuin ook zijn voorstel heeft gehoord wat de VOCH daar wel wil hebben, wat waarschijnlijker gemakkelijker te realiseren is. De heer Van der Tuin vindt dat de VOCH dan moet zeggen dat men het met de voorstellen niet eens is, maar dat het wat anders is om er nu voor te gaan pleiten om de zaak op nul te zetten. De heer Van der Maat wijst erop dat de VOCH het inzet van de verkiezingen wil maken. De heer Van der Tuin merkt op dat het wel aardig is om met de heer Van der Maat in debat te zijn, want als je de ontwikkelingsfunctie niet wil versterken dan moet je hiervoor pleiten. Hij snapt niet wat de heer Van der Maat nu wil. De heer Van der Maat merkt op dat hij het ook geen versterking vindt om op de Blauwe Berg een bioscoop en een disco te realiseren. De heer Van der Tuin constateert dat de VOCH het gewoon niet wil. Waarom zegt men dat dan niet? De voorzitter denkt dat het hem genoegzaam duidelijk is geworden waar de heren Van der Maat en Van der Tuin staan. Vervolgens vraagt hij of er nog opmerkingen of vragen zijn over de bijdrage van de VOCH. Hij constateert dat dit niet het geval is. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Kamphuis van Hoorns Belang.

| 34


Mevrouw Kamphuis meldt dat zij dit jaar geen wekker heeft meegenomen, maar dat zij iets anders heeft. Allereerst wil zij haar lof uitspreken voor al die mensen die hard hebben gewerkt om ons weer tijdig van alle informatie te voorzien. Alles is weer duidelijk neergezet en dat op zich is al een enorme prestatie en zeker een compliment waard. In de voorbereidingen voor deze dag was zij wat aan het filosoferen over de economie en de vergelijking met het weer. De knapste koppen kunnen van alles voorspellen, maar het weer en de economie doen precies waar ze zelf zin in hebben. Vervolgens dacht zij aan haar poëziealbums, zij heeft er twee. De blauwe is uit 1965 - dus van veertig jaar geleden - en de gele is van vier jaar later. In dit laatste album heeft haar vader destijds iets geschreven dat zij graag even wil voorlezen. Als storm en regenvlagen Langs somb’re luchten jagen, Bedenk, hoe donker ’t ook mag zijn: Na regen komt weer zonneschijn. Als leed, verdriet of zorgen Je vrezen doen voor morgen, Verlies de moed niet al te gauw, Eens wordt de hemel toch weer blauw. Een simpel kinderrijmpje, maar wel de goede manier om met het leven en de economie om te gaan. Gewoon de moed niet opgeven, eens zal alles beter gaan. Alleen wanneer weten wij nog niet! En daar wringt het hem nu. Wij moeten plannen maken voor volgend jaar, de inkomsten en uitgaven moeten op elkaar afgestemd worden. Eén van de grootste onzekerheden is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Deze wet zal worden ingevoerd, maar het is nog erg onduidelijk hoe het dan met de financiën zit. Wij moeten ervoor zorgen dat niemand er op achteruit gaat, want de zieken, gehandicapten, ouderen en mensen met een uitkering hebben het al moeilijk genoeg. Ook het afschaffen van de categoriale bijstand heeft nog steeds voor sommigen in de bijstand ernstige gevolgen. Diegenen die net buiten de bijstandsnorm vallen, vooral de ouderen, moeten ook niet buiten de boot gaan vallen bij vrijstellingen, etcetera. Hoorns Belang vraagt het college dan ook om, ondanks de korting op de algemene uitkering door het rijk, de individuele ondersteuning ruimhartiger toe te passen. Het college schrijft in mei dat Hoorn en Nederland zich in de magere jaren bevinden. Uit de macro en micro-economische verkenningen is ondertussen bekend geworden dat de gematigd optimistische verwachtingen verder naar beneden moeten worden bijgesteld. Dit zal inhouden dat de grote geldverstrekker van de gemeenten en provincies met nog minder meevallers over de brug zal komen. Hoorns ambitieniveau is daar helemaal van afhankelijk. Ja, het is nog erger want, zoals u schrijft, hebben veel voorzieningen in de stad het punt van herinvestering bereikt. Helaas gaat dat dan tegen veel hogere waarden en dus ook lasten. Hoorns Belang vraagt dan ook aan het college om die noodzakelijke herinvesteringen pas te doen, na vooraf een duidelijke beoordeling te hebben gedaan of de uitvoering van een specifieke investering een lagere prioriteit kan hebben. Ten aanzien van groei van het inwonertal in dit decennium is door het college bevestigd dat de weergegeven verwachtingen ca 1,5% van het totale inwonertal te hoog zijn; dit wordt mede veroorzaakt door een lager werkelijk te realiseren bouwvolume in de komende jaren. Dit uitstel van de te bouwen woningen komt op een ongelegen moment. De doorwerking hiervan raakt veel aspecten van onze Hoornse samenleving. Financieel is het bouwuitstel in de Bangert/Oosterpolder een grote tegenvaller. Hoe groot is uit een risicoanalyse nog niet vastgesteld. Hoorns Belang is het dan ook met het college eens dat wat door de markt kan worden geïnvesteerd, niet door de gemeente moet worden gedaan. Ons is een voorjaarsnota voorgelegd met een aardig voordelig saldo. Echter na aftrek van de bijzondere baten gehaald uit de reserve Werk en Inkomen, is er slechts sprake van een sluitende begroting. Helaas hebben reserves het nadeel dat zij uitgeput raken. Gelet op de verwachte herstructurering van het rijk van deze uitkering zal er nooit meer zoveel in die reservepot komen. Bij | 35


een situatie van een dalende werkgelegenheid in de Hoornse omgeving, zou het wel eens kunnen dat wij dan moeten zeggen: “Hadden wij die pot in 2005 maar niet gehad en gebruikt". Ook het nu afromen van WVG-gelden kan ons, volgens Hoorns Belang, later en met name na de invoering van het nieuwe zorgstelsel opbreken. Verhoging van OZB bij tegenvallende opbrengsten is voor Hoorns Belang geen optie. In de afgelopen periode is er heel wat gerealiseerd. Zij denkt hierbij aan de stadsvisie, de toeristennota, etcetera. Deze zullen een goede hulp zijn bij de beslissingen die nog moeten komen, vooral bij de knelpunten in de stad zoals het stationsgebied, de Vale Hen, de Westerdijk, enfin; de inrichting van de stad. Toch is Hoorns Belang het niet met alle plannen eens. Uit het oogpunt van je stad promoten en laten zien dat je geen ingeslapen Zuiderzeeplaatsje meer bent, is het gewenst om nu gebruik te maken van de unieke mogelijkheden die er zijn langs de Westerdijk. Maak er wat moois van waar iedereen van kan genieten! Een hotel, een supermarkt die tweemaal zoveel parkeerplaatsen kan realiseren als de gemeente - en ook nog appartementen kan neerzetten - horeca en met name een terras om even te genieten van het schitterende uitzicht. Dit alles is eigenlijk een must. Alléén huizenbouw kan overal gebeuren, daar is de Westerdijk eigenlijk té uniek voor. Het is erg jammer om na de bouw te moeten constateren dat het een stuk beter had gekund. En dan zit je er voorlopig nog vijftig jaar mee. Heeft dit college niet al genoeg kansen gemist? Bedenk dat er ook nog steeds geen bioscoop is, een tijdelijke had al een paar maanden kunnen draaien en op een nieuwe bioscoop is nog geen zicht. Wat ook een heikel probleem blijft is de oversteek Keern bij de Provincialeweg. Hier loopt een aantal verkeersstromen die zich eigenlijk niet met elkaar verdraagt. Enerzijds auto's die over de Provincialeweg razen, anderzijds grote groepen fietsers, met name scholieren, die deze weg moeten oversteken. De beslissing om nu eindelijk eens serieus de mogelijkheid van een tunnel te gaan onderzoeken is wat Hoorns Beland betreft de enige juiste. Zo blijft ook de overlast voor de bewoners van zowel de noord- als zuidzijde van het Keern beperkt. De proef met twee uur parkeren in de binnenstad is Hoorns Belang, zoals bekend, uit het hart gegrepen. Na ons jaren een roepende in de woestijn te hebben gevoeld, is deze wens door andere partijen overgenomen. Wat Hoorns Belang betreft is het ook mogelijk om een proef met een progressief parkeertarief in te voeren. Wie graag langere tijd in de stad wil staan, heeft dan de mogelijkheid om dat te doen tegen een sterk verhoogd tarief. Hoe langer, hoe hoger de kosten per uur. De verdubbeling van de Westfrisiaweg lijkt er toch aan te komen, hiervoor is een compliment aan het college op zijn plaats. Ook is Hoorns Belang content met de proef met de drijvende terrassen, die het havenkwartier wat extra’s geven en wat meer levendigheid in het stille water. De heer Wagemaker interrumpeert en wenst een korte opmerking te maken. Is het mevrouw Kamphuis bekend dat er de komende zomer maar één drijvend terras zal liggen. Mevrouw Kamphuis antwoordt hierop bevestigend en wijst erop dat er wel de mogelijkheid was voor meer terrassen. De heer Wagemaker wijst erop dat de proef dus maar voor de helft is uitgevoerd. Mevrouw Kamphuis denkt dat het beter is dat er dan maar één terras is, dan helemaal geen. Zij zal haar tekst in die zin aanpassen dat er ‘terras’ in plaats van ‘terrassen’ komt te staan. Nu de winterterrassen nog! Hieraan gekoppeld lijkt het ons een goede zaak om met het oog op de toeristen, in de zomer elke zondag de winkels open te hebben en te bevorderen dat er ook elke dag vanaf 09.00 uur gelegenheid is om bij diverse zaken een kopje koffie te drinken. Met iets lekkers erbij, zoals een Hoornse Broeder! En dan komt zij nu bij de prioriteiten. Zij kan natuurlijk niet overal iets over zeggen, maar bij sommige punten wil zij wel een verduidelijking geven over de plusjes en minnetjes van Hoorns Belang. Allereerst onze eigen Muzto. Langzamerhand lijken steeds meer fracties een muziektent annex toiletgebouw een aardige optie te vinden om in de buurt van de in de toeristennota vastgestelde wandelpromenade te bouwen. De fractie van Hoorns Belang zal bij de uitwerking van de toeristennota deze Muzto als meerwaarde voor onze stad en haar bezoekers blijven promoten.

| 36


In Hoorns is slechts één wijksteunpunt Plus die niet aan de verwachtingen voldoet. Daarom stelt de fractie van Hoorns Belang het college en de raad voor eens een kijkje te nemen in de gemeente Enkhuizen waar het duidelijk wél werkt, om zodoende naar aanleiding van de bevindingen te komen tot de realisering van een wijksteunpunt naar Enkhuizens model, hetzij op de Wagens, hetzij op een andere plek waar in de toekomst eventueel een nieuw woonzorgcentrum gebouwd zal worden. De heer Wagemaker interrumpeert en vraagt of mevrouw Kamphuis het met hem eens is dat dit voor een groot gedeelte de taak van Intermaris is. Mevrouw Kamphuis denkt dat dit ook een grote taak is voor de gemeente vanuit haar eigen zorgtaak. De gemeente moet opkomen voor de mensen die het wat minder hebben en behoefte hebben aan ondersteuning. De heer Wagemaker denkt dat het volstrekt duidelijk is dat de gemeente voor die mensen moet opkomen, maar dat het beleid erop gericht is dat Intermaris, de woningstichting, dit soort zaken oppakt en integreert in hetgeen zij op dit gebied al doen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Wagens. Intermaris is er juist mee bezig om dit soort zaken tot stand te brengen. Mevrouw Kamphuis denkt dat hier dan wel spoed achter gezet moet worden, want dat zal dan echt in overleg moeten gebeuren. De heer Wagemaker vraagt of mevrouw Kamphuis dan ook niet vindt dat dit dan beter betaald en ontwikkeld kan worden door Intermaris. Mevrouw Kamphuis denkt dat dit zo mogelijk via Intermaris gedaan moet worden. Het zal in ieder geval gezamenlijk moeten gebeuren. Vervolgens continueert zij haar betoog en geeft zij aan dat Hoorns Belang aandringt op een spoedige opknapbeurt van de gehele Grote Waal, daar dit geen overbodige luxe is. Elektronische plattegronden kunnen gezien worden als een service aan onze bezoekers die dan aan de rand van de stad een uitdraaitje kunnen krijgen en makkelijk naar moeilijk te bereiken adressen kunnen rijden. Die adressen bijvoorbeeld die de hulpdiensten nu ook niet kunnen vinden, waardoor zij vreest dat het slechts een kwestie van wachten is voordat ze een keer écht te laat zijn. Zij wenst hieraan toe te voegen dat zij, naar aanleiding van haar vragen via bemiddeling van de burgemeester, binnenkort een gesprek bij de ambulancedienst heeft. De fractie van Hoorns Belang is als enige fractie tegen het voorstel van de nachtopvang van daken thuislozen gedurende de wintermaanden. Niet omdat men deze mensen op straat wil laten verkommeren, maar omdat de kosten die daar in het huidige plan aan verbonden zijn dermate exorbitant hoog zijn, dat men zich afvraagt of het niet goedkoper kan. Even ter vergelijking: in het hoogseizoen kan men twee weken - inclusief reis, all-in - logeren in een vakantieoord tegen een lagere maandprijs dan bij de stichting DNO in Alkmaar, die slechts opvang biedt tussen 21.00 en 09:00 uur. In de wintermaanden is het in de vakantieoorden ongetwijfeld nog veel goedkoper. Het uitvoeren van projecten en maatregelen voortvloeiend uit de conferentie van 26 mei 2005 inzake het Jeugd- en Jongerenbeleid lijkt op het tekenen van een blanco cheque. Hoorns Belang staat positief tegenover het ontwikkelen hiervan, maar wenst in overleg met de jongerenraad de projecten en maatregelen los van elkaar te beoordelen. Ook staat Hoorns Belang positief tegenover het aanstellen van sociaal raadslieden in haar gemeente, maar maakt zich zorgen over de waarborg tot continuering van deze voorziening. Uit een ambtelijk schrijven blijkt dat de centen na twee jaar domweg op zijn. Haar fractie kan zich niet voorstellen een dergelijke belangrijke voorziening voor slechts twee jaar te garanderen. Op dat moment is er € 130.000,- weggegooid en dat mag nooit de bedoeling zijn. Tenslotte is Hoorns Belang zondermeer tegen het herinstellen van het Sportfonds. Wij hebben vorig jaar besloten dit fonds af te schaffen en het komt niet erg consistent over om dan nu weer diezelfde discussie over te doen. Zo blijf je jojoën en dan gaat dat ook met andere besluiten gebeuren en daar schieten wij niets mee op. Tot zover de bijdrage van Hoorns Belang.

| 37


De voorzitter bedankt mevrouw Kamphuis voor de bijdrage van Hoorns Belang in eerst termijn en vraagt of er nog vragen zijn. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Stam van de VOCH. De heer Stam vraagt of mevrouw Kamphuis van mening is dat het veel goedkoper is als het Sportfonds gemiddeld tussen € 100.- en € 250,- aan verenigingen geeft die iets tekortkomen als zij iets organiseren, dan als dit door de ambtelijke molen gedaan wordt. Mevrouw Kamphuis antwoordt dat zij dat niet van mening is. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pinxten van D66. De heer Pinxten geeft aan dat hij alweer een tijd geleden gelezen heeft dat je niet bang moet zijn als je je met politiek bezig houdt. Aanvankelijk begreep ik dit niet, maar nu hijzelf een korte actieve loopbaan op lokaal niveau heeft, begrijp hij het wel. Je moet heel veel beslissingen nemen waarvan je bij voorbaat weet dat ze je door velen niet in dank zullen worden afgenomen. Denk maar eens terug aan het begrotingsdebat van 10 november 2004, waarbij wij als raad een hele serie bezuinigingen gemeentebreed hebben doorgezet. Dit heeft wat opgeleverd aan gemopper en opmerkingen van hen die dat trof. Maar ja, dat is ook een onderdeel van het vak. Het wil ook maar niet zomeren. Financieel zomeren bedoelt hij dan in gemeenteland. Hoorn doet het beslist niet slecht. De raad wordt ook regelmatig door de verantwoordelijk wethouder of portefeuillehouder op de hoogte gehouden van de stand van zaken, maar wij moeten op onze financiële tellen blijven passen. Een aantal mensen die voor hem sprak heeft hier ook al op gewezen. Loopt het uiteindelijk allemaal wel goed af met de juridische procedure rond de Parkschouwburg? Zullen wij uiteindelijk goed weg komen met de nieuwe wijk Bangert/Oosterpolder? Wie het weet mag het zeggen. Wij lopen dus risico’s en wat dat betreft was net de opmerking van de heer Van der Tuin, over het aanhouden van de hoogte van de Algemene Reserve in verband met risico’s, wel zinvol. Men moet alleen dan wel enig inzicht of een beeld hebben wat de kwaliteit van die risico’s is en vervolgens zou je dan pas iets kunnen zeggen over de hoogte van de Algemene Reserve. Misschien kan de wethouder daar straks nog op in gaan. Ten aanzien van de voorjaarsnota kan D66 zich vinden in het collegestandpunt dat aanmeldingen die incidenteel zijn, nu gedekt moeten worden uit de Algemene Reserve en dus niet uit het structurele budget van de vrije beleidsruimte van € 100.000,-. Dit structurele budget - het is dankzij onze bezuinigingen al zo weinig geworden - dient wat D66 betreft alleen aan structurele zaken te worden besteed. Als wij die andere zaken niet kunnen of willen dekken uit de Algemene Reserve - daarvoor zouden wij ook nog wel eens een goede reden kunnen hebben - dan vindt D66 dat die vrije beleidsruimte die structureel is, ook aan structurele zaken besteed moet worden. D66 kan zich ook goed vinden - wij hebben het er laatst in de commissie nog eens over gehad - in beslispunt 7, dat behelst dat het college bij ontoereikendheid van de investering gemachtigd is om een bedrag tot € 50.000,- in te zetten als aanvullende dekking zonder voorafgaande instemming van de raad. Vervolgens wenst hij nu in te gaan op de voorstellen nieuw beleid 2006. Hij wil overigens de griffie complimenteren dat zij na een aanvankelijke ‘slip of the pen’ toch weer keurig en helder de lijst aan ons hebben weten te doen toekomen. Maar wat valt nu zo op aan die lijst? Er zijn drie categorieën: - Duidelijke meerderheid tegen. - Duidelijke meerderheid voor. - Bespreekpunten. Nu heeft D66 vier voorstellen ingediend en wat blijkt? Deze voorstellen vallen alle vier in de categorie ‘duidelijke meerderheid tegen’. Nu heeft hij in het begin gezegd dat politiek niet iets is voor bange mensen. Welnu, hij is geen held maar dit vindt D66 ook wel het uiterste. De voorstellen hoeven niet alle vier aangenomen te worden, maar D66 vraagt in ieder geval aandacht voor tenminste twee voorstellen hiervan. Voor het eerste voorstel heeft D66 inmiddels indirect al de steun ontvangen van de VVD. D66 heeft namelijk een voorstel ingediend, zijnde de aanzet van een planstudie voor de ontwikkeling van een wandelpromenade (Grote Waal - Westerdijk). Als dit voorstel door de raad zou worden overgenomen | 38


zou de motie van de VVD niet eens meer aan de orde hoeven te komen. Prima en leuke voorstellen van de PvdA, het CDA of Hoorns Belang over strandjes, muziektenten, steigers bij de Parkschouwburg, zwemsteigers op de Westerdijk, een wandelpad op de dijk langs de Grote Waal etcetera. Zelfs de locatie van de oude Parkschouwburg is inmiddels in deze discussie betrokken en hij heeft begrepen dat zelfs in de overwegingen meegenomen zal worden om daar mogelijkerwijs een daghorecavoorziening te realiseren en hij bedoelt hierbij iets anders dan Deen. Maar maak eerst nu eens een plan. Ontwikkel eerst eens een visie voor dit gehele gebied in plaats van al deze op zichzelf leuke, maar niet perse samenhangende deelobjecten aan ons voor te leggen. D66 is op zich dus niet tegen al deze leuke voorstellen, maar men wil het graag integraal voorgelegd krijgen in een visie. Hij verzoekt bij deze dan ook de verantwoordelijk wethouder Hansen om hierop een reactie te geven. Ook wil D66 graag dat er een jaarlijkse prijs voor het bevorderen van sociale cohesie wordt ingesteld. Goed, D66 heeft vorig jaar tijdens de begrotingsbehandeling de handschoen opgepakt. Men kan dit terugvinden in een initiatiefvoorstel dat al bij de stukken zat, maar dat pas op 19 juli 2005 op de agenda van de raad staat. Hij wil dit in die zin alvast onder de aandacht brengen. Het moet toch wel duidelijk zijn dat het niet om die prijs sec gaat, dat is eigenlijk bijzaak. Wat veel belangrijker is, is dat het probleem van het sociaal isolement zichtbaar in de etalage van de Hoornse samenleving komt te staan. Wat veel belangrijker is, is dat een aantal Hoornse instellingen elkaar wat makkelijker weten te vinden op basis van de noemer van deze prijs. En waar het echt om gaat is dat wij een extra poging ondernemen om mensen die de weg kwijt zijn geraakt, weer bij onze Hoornse samenleving te betrekken. Nogmaals, 19 juli 2005 staat dit initiatiefvoorstel geagendeerd op de raadsagenda en hij wil nog zien of de raad het overneemt. De heer Wagemaker interrumpeert en wijst erop dat hij mag aannemen dat de heer Pinxten op de hoogte is van het feit dat er inmiddels al een aantal prijzen is waarvoor die organisaties allemaal bij elkaar komen en in een cohesieachtige vorm daarmee bezig zijn. Hij heeft alle respect - en dit heeft hij al in zijn eerste betoog aangegeven - voor al het werk wat met name kleine partijen doen en hij neemt daar werkelijk zijn petje voor af, maar hij vindt wel dat men eens om zich heen moet kijken wat er al is om je dan vervolgens te richten op zaken die er werkelijk te doen. De heer Pinxten merkt op dat hij de heer Wagemaker tijdens de begrotingsbehandeling iets heeft horen zeggen over bijvoorbeeld de Eenhoornzegel. Ook heeft men de vrijwilligersprijs. Hij is bij die clubs geweest om ze het plan voor te leggen wat D66 heeft ingediend. De clubs hebben daar met hun bestuur over gesproken en ze zijn er heel enthousiast over en willen het ook oppakken en uitvoeren. Ze zeggen dus niet: “alweer een prijs”, omdat zij vinden dat dit een heel andere insteek is. Ten aanzien van de voorstellen waar een duidelijke meerderheid voor is. Het college heeft hier inmiddels een adequate schriftelijke reactie op gegeven. D66 wil met deze vier voorstellen instemmen en voelt zich meer in het bijzonder betrokken bij het voorstel aangaande het ‘Deltaplan’. D66 denkt dat het heel belangrijk is dat dit in ieder geval in ontwikkeling wordt gebracht en dit geldt ook voor het voorstel over het toeristisch marketing plan Hoorn. Dit laatste vloeit volgens hem ook voort uit de recent vastgestelde toeristennota, maar heeft ook, niet om zoveel mogelijk mensen door te stad te laten lopen, economisch belang voor de stad. Ten aanzien van de derde categorie ‘bespreekpunten’ is D66 voor het voorstel ‘nachtopvang daken thuislozen in Hoorn’ zoals dit door GroenLinks is ingediend. Er wordt nu voorgesteld om voorlopig Alkmaar als eventuele locatie te gaan gebruiken. Hij zou hierop graag een reactie van wethouder Tonnaer willen hebben. Hij zegt op voorhand dat als men naar Alkmaar zou gaan, D66 twee jaar veel te lang vindt om dat als termijn voor de evaluatie te gebruiken. D66 denkt dat men al na één jaar moet kijken of dit aanslaat. De heer Kukler interrumpeert en vraagt als het zo zou zijn dat bij evaluatie, na welke termijn dan ook, de bedden in Alkmaar of welke regio dan ook niet beslapen worden door Hoornse bewoners die in deze doelgroep vallen, hoe de heer Pinxten dan aankijkt tegen een dergelijk initiatief voor daken thuislozen. Is een dergelijk initiatief dan niet nodig? De heer Pinxten begrijpt waar de heer Kukler naar toe wil. Hij zou dan eerst willen weten wat de | 39


reden daarvan is, want misschien is er wel een heel plausibele reden dat men daar niet naar toe gaat. Zelfs zou het nog zo kunnen zijn dat die reden een motief geeft om het juist wel in Hoorn te doen. Zo zou hij het willen zien. Vervolgens geeft hij aan dat ook D66 het herinstellen van het sportfonds Hoorns/COS heeft heroverwogen. D66 denkt dat het een veel te drieste bezuiniging is geweest om deze instelling in één keer voor het gehele bedrag van € 3.000,- te korten. Ook is D66 ervan overtuigd dat men met dat beperkte bedrag heel veel nuttige zaken doet en dat men velen in de stad weet te bereiken die belang hebben bij sport en de uitoefening daarvan. Wat D66 betreft is het een uitzondering om op dergelijke besluiten terug te komen. D66 staat achter het Buurtmoederproject in Risdam en men vindt dit een buitengewoon zinvol project. Tenslotte geeft hij aan dat D66 niet ingaat op de Muzto en de steiger bij de Parkschouwburg, omdat men echt vindt dat er hiervoor eerst een integraal plan opgesteld moet worden. Tot zover de bijdrage van D66. De voorzitter bedankt de heer Pinxten voor de bijdrage van D66 in eerste termijn en vraagt of er naar aanleiding van deze bijdrage nog vragen zijn. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker signaleert dat D66 van mening is dat er een integraal plan moet komen voor de voorstellen met betrekking tot de zaken bij de Westerdijk, zoals de zwemsteigers en de strandjes, en vraagt aan de heer Pinxten of D66 voor dit voorstel is. Hij wijst er voor alle duidelijkheid op dat dit dan alleen geldt voor de inrichting van de openbare ruimte, want hij is altijd een beetje huiverig voor het woord ‘integraal’. Voordat je het weet ben je dan weer met de halve stad bezig. De heer Pinxten antwoordt hierop bevestigend. De voorzitter geeft het woord aan de heer A. van der Meer van de OuderenUnie. De heer A. van der Meer wil zijn verontschuldigingen aanbieden dat hij drie kwartier te laat was. Hij is aan het verhuizen en hij vroeg gisterenavond aan zijn vrouw om even een net pak klaar te hangen voor de raadsvergadering waar hij naar toe moest omdat de heer Scholte niet aanwezig kon zijn. Het pak dat hij nu aan heeft, heeft zij klaargelegd en hij hoopt dat het naar de zin is. Vanochtend is eenieder getrakteerd op een Hoornse Broeder. Sinds het installeren van deze raad in 2002 is het nog niet voorgekomen dat de oppositie elkaar even de hand geeft. Al was het alleen maar voor vanochtend, de OuderenUnie stelt dit zeer op prijs. Broeders en zusters welkom, ook onze ooms en tante van het college. Een speciaal welkom voor Don-Jack. Don-Jack bij ons bekend om zijn grote parate kennis van de financiën, alleen denkt hij soms dat een cursus assertiviteit hem niet zou misstaan. Vorig jaar heeft men ook op 29 juni 2005 deze brainstormsessie gehouden. Toen heeft hij gewezen op een aandachtspunt: Koperen Kees, die op het toneel van de schouwburg stond. Waar letten wij nu op? Wat is belangrijk? En toen heeft hij Blikken Henkie ten tonele gevraagd. Zorg voor de armen, zorg voor de minima en zorg voor de ouderen. Zoals eenieder heeft kunnen vernemen heeft de oppositie bij monde van de heer De Boer van GroenLinks een rapport gemaakt en een cijfer gegeven voor de uitvoering van de door de raad vastgestelde programmabegroting 2004. Dit is weliswaar een gemiddeld cijfer, maar zeer deskundig want een aantal raadsleden werkt in het onderwijs. De OuderenUnie heeft het gevoerde beleid over 2004 beoordeeld op basis van welzijn en welbevinden van ouderen en minima in Hoorn en dan krijgt het college op dit punt een onvoldoende. Het sleutelwoord bij de voorjaarsnota 2004 ‘bezuinigen’ heeft bij de OuderenUnie geleid tot frustratie. Bezuinigen? Waarop? Waarmee? Waarvoor? Wie bepaalt dat en waarom? Ook weet men nog wel de termen: laaghangend fruit plukken, Operatie Jackpot I en II en de kaasschaafmethode. Vorig jaar heeft hij geprobeerd om het college en de raad ervan te overtuigen dat bezuinigingen leiden tot armoede en dat wij aan de armoede en de minima moeten denken. Bij de brainstormsessie van dit jaar ligt het accent niet op bezuinigen, maar op het opbouwen van grotere reserves. En hij citeert nu uit de voorjaarsnota: “de stad nadert zijn einde” en dan staat er nog iets achter: “van de afschrijvingstermijn”. Nog even en deze stad is helemaal afgeschreven. | 40


De OuderenUnie kan in deze voorjaarsnota niets anders zien dan dat de gemaakte fouten uit het verleden, wel bouwen voor de overloop eind jaren zestig en wij zien in 2010 wel hoe dat moet met groot onderhoud en renovatie van de wijken, zich herhalen. Dit college en na ons nog vele colleges krijgen de zware taak de hiervoor benodigde grote investeringen te doen om verloedering van de buitenwijken te voorkomen. Omdat de groei van Hoorn door het rijk is opgelegd dient naar de mening van de OuderenUnie ook het rijk voor de financiële middelen te zorgen en niet de burgers van de gemeente Hoorn. Het vorige college had in betere economische tijden hier dan een voorziening voor moeten maken. De OuderenUnie is tegenstander van een dergelijke manier van werken. Zijn door de opgelegde bezuinigingen van Jackpot I en II nog niet genoeg instellingen en verenigingen in de problemen gekomen? Bezuinigingen doorvoeren tijdens economische teruggang is altijd funest. Wat wil het college hiermee bereiken? Dat steeds meer burgers en instellingen in de financiële problemen komen? De OuderenUnie vraagt het college nogmaals in overweging te nemen om geen bezuinigingsronde Jackpot III te effectueren. Waarom niet? Wij hadden over 2003 een overschot van ruim € 5 miljoen. Dit was allemaal een resultaatbestemming. Het gerealiseerde overschot van 2004 bedraagt meer dan € 5 miljoen. Hiervan gaat € 3,6 miljoen naar de Algemene Reserve en € 1,8 miljoen is vanochtend voordat hij kwam al uitgedeeld. Ook is er in de meerjarenraming 2005 nog een groot overschot te zien. Tel hierbij € 6 miljoen op door de opbrengst van het CAW, dan kunt u toch niet blijven volhouden dat er bezuinigd moet worden en dat de gemeentelijke belastingen dan maar weer omhoog moeten? Ook wil de OuderenUnie aandacht vragen voor de steeds groter wordende groep burgers die de eindjes maar moeilijk aan elkaar kunnen knopen. Waarom geeft het college geen extra uitkering aan de minima? Er is toch geld voor? Er is ook nog een bedrag van € 800.000,- van het werkdeel Centrum voor Werk en Inkomen bestemd voor de armoedebestrijding. De OuderenUnie vindt het treurig dat de raad de ouderen en de minima van Hoorn zo in de steek laat. In andere gemeenten, onder andere Rotterdam, Heemskerk en Opmeer, kan het wel. Waarom in Hoorn niet? De OuderenUnie roept haar grotere broers en zusters op om hun steun te geven aan een extra uitkering en niet alles toe te voegen aan de Algemene Reserve. Van het bedrag van € 1,8 miljoen waar hij het net over had, was al € 400.000,- niet bestemd. Hij was hierbij niet aanwezig, maar heeft niemand gevraagd om van dit bedrag een eenmalige bijdrage aan de minima te geven? Hij denkt niet dat het nu nog mogelijk is als de OuderenUnie hiervoor nog een amendement zou indienen. Zijn tafeltje ligt vol met amendementen en moties. Hij bedankt de heer Wagemaker omdat hij zijn petje afneemt voor twee- of driemansfracties die hele pakken papier moeten verstouwen. De hoeveelheid papier die er bij hem wekelijks binnenkomt en die hij allemaal moet verstouwen, dat kan bijna niet meer. De voorzitter wijst erop dat dit ook allemaal verhuisd moet worden. De heer A. van der Meer merkt op dat er bij hem een grote container voor de deur stond en dat hij alle brieven en boeken van de raad met het klein chemisch afval heeft meegegeven. Er is ook een overschot aan niet besteed geld uit de pot Wet Voorzieningen Gehandicapten, omdat de raad het nodig vond om een aantal verstrekkingen voor gehandicapte ouderen en minima te schrappen zodat deze mensen dit weer zelf moeten betalen. Hij krijgt nu alleen maar briefjes van mensen die klagen dat zij geen verstrekking meer krijgen, omdat dit is veranderd. Hij vindt dat daar nog eens een keer naar gekeken moet worden. De OuderenUnie wil dat de geschrapte verstrekkingen weer teruggebracht worden tot het niveau van 2004. Bij de realisatie van Jackpot I en II vraagt de OuderenUnie waarom er geen bezuiniging is doorgevoerd bij het Westfries Museum. Ook vraagt men of het Westfries Museum verzelfstandigd wordt. Ten aanzien van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning wijst hij erop dat de enkelvoudige huishoudelijke zorg per 1 januari 2006 voor rekening van de gemeente komt. Hij kan nergens de financiële consequenties hiervan terugvinden. Ook wil de OuderenUnie weten of er nog samenwerking komt met andere gemeenten en zo ja, welke gemeenten? Vervolgens heeft hij een vraag over de vrije beleidsruimte 2005 - 2009. De vrij te besteden ruimte is vastgesteld op € 100.000,-. Het lijkt de OuderenUnie niet meer dan een zoethoudertje geworden voor de | 41


raad. Een aantal projecten is vorige jaren aangemeld en goedgekeurd, maar niet uitgevoerd en hij meent dat hiermee een bedrag van ongeveer € 200.000,- gemoeid is. De vraag is hoe dat komt. Wat de Algemene Reserve betreft heeft hij begrepen dat men straks de stad moet herbouwen en hij vraagt zich af of een bedrag van € 16 miljoen daarvoor genoeg is. Beleidskader prioriteiten. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de fietstunnel. Wat wordt het? Waarom is de horeca van de schouwburg nog niet verzelfstandigd? Waarom is de nota Ouderenbeleid geen prioriteit in deze voorjaarsnota? Komt de beloofde disco en bioscoop er nog? Welke catastrofe kunnen wij nog verwachten met het BTW-compensatiefonds? De OZB-stijging voor dit jaar zou trendmatig 1% zijn. Achteraf blijkt dat hier ook nog de inflatiecorrectie van 1,5% bijgeteld is. De stijging is dus 2,5. %. Dit hebben wij niet afgesproken. Gaat het college dit corrigeren? Ten aanzien van de PNA-lijst heeft de OuderenUnie zoals te doen gebruikelijk de ‘hot-items’ die zij belangrijk vindt op nummer één, twee en drie gezet. Dit uit dwarsigheid omdat niemand je ziet als je niet op de PNA-lijst voorkomt en als je erop staat met onzin wordt er ook over gesproken. Dit is dus nooit verkeerd. De OuderenUnie steunt het opstellen van een Gemeentelijk Plan voor het Verkeer en Vervoer, de nachtopvang voor daken thuislozen, het jeugd- en jongerenbeleid, het wandelpad over de dijk langs de Grote Waal en het herinstellen van het Sportfonds Hoorn. Tot zover de bijdrage van de OuderenUnie. De voorzitter bedankt de heer A. van der Meer voor de bijdrage van de OuderenUnie in eerste termijn en vraagt of er nog vragen zijn. Hij constateert dat dit niet het geval is. De heer Wagemaker interrumpeert en merkt op dat hij geen vraag aan de heer A. van der Meer heeft, maar wel een nagekomen vraag richting het college, mede naar aanleiding van de moties, de amendementen en de bijdragen van de verschillende fracties. Er zijn wat voorzetten gedaan om een planstudie te doen voor de Westerdijk. Hij zou aan het college willen vragen om straks in haar beantwoording mee te nemen of het mogelijk is om die planstudie, in welke vorm dan ook, voor de begrotingsbehandeling aan te leveren bij de raad ter beoordeling in een commissie. Het is gewoon een vraag hoe die mogelijkheden liggen. De heer Kukler interrumpeert en vraagt of dit niet het voorstel van D66 is. De heer Wagemaker antwoordt hierop ontkennend en wijst erop dat dit nu juist een element is wat hieraan ontbreekt en om daarin mee te gaan hoort hij graag hoe het college daar tegenaan kijkt. Vervolgens geeft hij aan dat het hem erg moeilijk lijkt om de matrix, zoals die is aangeleverd, naar aanleiding van deze behandeling te actualiseren. Hij kan niet helemaal inschatten of dat lukt. Hij denkt dat het moeilijk is, maar misschien kan de voorzitter dat beter beoordelen. De voorzitter antwoordt dat hij niet denkt dat dit nodig is. De heer Wagemaker wijst erop dat het ten behoeve van de raad is. De voorzitter merkt op dat hij geen grote verbazingwekkende bewegingen bespeurt en dat hij dus in die zin denkt dat dit niet echt nodig is. Wij beginnen gewoon weer om 13.15 uur met het antwoord van het college in algemene en bijzondere zin en dan kan men over de verschillende voorstellen spreken. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De voorzitter wil de raad even kort meenemen hoe hij zich voorstelt om het samen tot een goed einde te brengen. Het college heeft zo meteen het woord. Per wethouder staat daar officieus tien minuten voor, maar er zijn bestuurders die wat meer vragen hebben gekregen en er zijn bestuurders die er duidelijk wat minder hebben om te beantwoorden. Hij kan toezeggen dat het college in ieder geval binnen één uur klaar zal zijn. Het college zal in dat antwoord alles in één keer proberen mee te nemen. Eigen gevoelens, reacties op concrete vragen en reacties op amendementen en moties. Dit zal het college allemaal doen op | 42


die punten waarop zij vindt dat zij een reactie moet geven. Dit houdt in dat het college dus niet op alles zal reageren. Hij zal de raad, als een wethouder of hijzelf heeft gesproken, nog de gelegenheid geven om daar kort op te reageren of een vraag te stellen, maar dit moeten geen ellenlange discussies worden, want daar hebben wij de tijd niet voor en dat hoeft ook niet. Als die ronde is afgelopen dan komt hij weer bij de raad terug om te vertellen hoe hij zich voorstelt met de vrije beleidsruimte en alles wat daarmee te maken heeft om te gaan. Hij vraagt of de raad ermee akkoord gaat om het zo te doen. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker kan zich, afhankelijk van de beantwoording van het college en de eventuele discussie die daarop volgt, voorstellen dat de raad ten aanzien van de amendementen en de moties een moment krijgt om zich even terug te trekken. De voorzitter merkt op dat dit mogelijk is. Vervolgens verzoekt hij wethouder Van Es achter het katheder plaats te nemen. Wethouder Van Es zou zijn betoog willen beginnen met het motto van zijn betoog dat een variant is op een versje in een poëziealbum, maar dat alleen iets korter is. Dit motto is ‘Vandaag is morgen gisteren’. Er is maar heel weinig eigens van mensen in deze samenleving, omdat wij allemaal een product zijn van die dingen die wij hebben opgepikt. Wat hij daarmee wil zeggen is om in feite - wat van zijn kant ook enigszins verwacht wordt - iets meer te zeggen over de algemene financiële positie van de gemeente. Het is inderdaad zo dat de financiële positie van de gemeente soms te vergelijken is met dagkoersen. Het ene moment verwacht je een bepaald resultaat terwijl dit soort zaken door andere omstandigheden nog wel eens gewijzigd worden. Hoe is nu de financiële positie van onze gemeente? Als hij dit in een cijfer moet uitdrukken dan denkt hij echt wel dat hij aan een 5,5 komt. De financiële positie is in ieder geval voldoende. Dit is vooral te danken aan het feit dat wij toch in deze bestuursperiode, waar wij met zwaar weer geconfronteerd werden, op tijd een aantal bakens verzet hebben en dat wij ook op tijd begonnen zijn met de nodige ombuigingen. Niet omdat wij dat leuk vonden, maar omdat dit uiteindelijk noodzakelijk is. Als men ook leest wat andere gemeenten op dit vlak meemaken en hoe stevig zij moeten bezuinigen, dan is het zware weer in de gemeente Hoorn in vergelijking met een aantal andere gemeenten nog wel te overzien. Dit hebben wij toch te danken aan het jarenlang voeren van een redelijk voorzichtig financieel beleid. Dit beperkt zich niet alleen tot deze bestuursperiode, maar dat is ook terug te voeren op andere bestuursperioden. Dit brengt hem ook tot de vraag die door de OuderenUnie naar voren is gebracht of wij niet hadden moeten sparen in de goede tijden. In feite hebben wij dat dus gedaan. Wij hebben natuurlijk gespaard in de goede tijden. Dit betekent ook dat hij wel eens stelt dat de reservepositie van de gemeente Hoorn redelijk te noemen is en dit is dan ook het gevolg van het feit dat wij in de rijkere periode niet alles opgemaakt hebben, maar dat wij ook de nodige reserveringen gedaan hebben. Bij de vaststelling en constatering dat, wat soms wel eens aan Paars II verweten wordt dat alles verjubeld is geweest, voelt hij zich als wethouder financiën van de gemeente Hoorn in ieder geval niet thuis. Wij hebben natuurlijk wel de nodige investeringen gedaan die ook noodzakelijk waren. Dit is niet het einde van de gemeente Hoorn en ook niet het einde van de afschrijvingstermijnen, maar wij moeten gewoon met elkaar constateren dat wij echt op dat vlak de nodige problemen voor onze kiezen krijgen. Het is gewoon goed - ook weer op dat vlak - dat men als raad op tijd geinformeerd wordt wat men te wachten staat, zodat de lasten niet naar volgende generaties of bestuurders geschoven worden, maar dat de raad in staat is om haar verantwoording op dit vlak te nemen. Dit is ook een beetje van hoe het nu zit met het meerjarenperspectief. Het lijkt in de meerjarenschijven net alsof het wel redelijk gaat met de gemeente Hoorn, maar dan moet hij toch een klein tipje van de sluier oplichten hoe wij dat dan doen in deze gemeente. In feite is het zo dat als wij een meerjarenperspectief gaan maken er wel rekening gehouden wordt - en daarbij hanteren wij altijd een voorzichtige variant, want wij zijn altijd een beetje voorzichtig, zodat het mogelijk meevalt en wij eventuele tegenvallers nog een beetje kunnen opvangen - met de groei van het aantal woningen, maar daarbij zit dan toch een addertje onder het gras. Hij bestudeert op een verloren moment wel eens de cijfers van ons bureau Onderzoek en Statistiek en dan constateert hij dat de gemeente Hoorn in de komende tien jaar zal groeien naar zo’n 77.000 inwoners. Ook let hij dan nog wel eens op de groep van nul tot vierjarigen of de groepen vier tot tienjarigen, tien tot veertienjarigen en veertien tot zeventienjarigen en daarbij komt hij tot verrassende resultaten en die worden ook bevestigd door prognoses van het SOW. Hij noemt hierbij als voorbeeld de populatie voortgezet onderwijs van 5.000 leerlingen nu (men kan zich dit cijfer herinneren uit de campusdiscussie) waarschijnlijk gaat groeien naar 6.000 leerlingen. Dan heeft hij het alleen over VMBO-theoretisch en HAVO, Atheneum en Gymnasium. Dit zijn 1.000 leerlingen meer, waarmee wij in | 43


de doorkijkjes die men aan de raad heeft gegeven qua huisvesting geen rekening hebben gehouden. Wat betekent dit nu voor de komende tijd? En ditzelfde geldt voor het onderhoud en vervanging van onze kunstwerken. Wij zullen op een gegeven moment inzichtelijk moeten maken wat hierbij de komende jaren te verwachten valt en dit geldt ook voor de huisvesting van allerlei voorzieningen die daarmee te maken heeft. Wij moeten hiervoor meer gaan reserveren. Als men dit doet dan betekent het dat het meerjarenperspectief, dat altijd op die manier aan de raad gepresenteerd is, veel minder ruimte geeft - wij hebben een aantal noodzakelijke zaken die men in deze gemeente doet en wij hebben een aantal zaken die op enig moment als een politieke prioriteit naar voren komt - en dat daarmee rekening gehouden moet worden. Hoe zit het dan met die Algemene Reserve en hij verzoekt de raad om even met hem mee te rekenen. Het is zo dat de Algemene Reserve met de verplichtingen die er nog zijn ongeveer € 14,3 miljoen bedraagt. Volgens hem heeft de raad al besloten over de jaarrekening, dus dan komt daar nog zo’n € 400.000,- bij. Bij elkaar is dat dan € 14,7 miljoen. Als wij ervan uit gaan dat de resultaatbestemming van 2005, die nu op € 3 miljoen geprognosticeerd wordt, uitkomt - en de ervaring leert dat het vaak nog iets beter uitkomt, maar dat is nog even koffiedik kijken - dan kan je zeggen dat wij op 31 december 2005, als de rekening ook het beeld geeft wat wij nu verwachten, op een reservepositie van ongeveer € 17 miljoen zitten. Daarbij is het college ten aanzien van het nieuwe beleid inderdaad tot de conclusie gekomen - en het college heeft de raad daar later over geïnformeerd - dat incidentele uitgaven niet ten laste gebracht mogen worden van structureel budget. Het college denkt dat dit verantwoord is, want het zijn ook weer niet van die enorme bedragen. Hij gelooft - en wethouder Van Weel zal daar later nog op terugkomen - dat als men het vanuit de financiën heeft over het verkeersplan, dat er dan sprake is van een bedrag van € 130.000,- en dit bedrag is dan incidenteel de hoogste uitgave. Ten aanzien van de vraag hoe het met de financiën van de gemeente zit en hoe dit tegenwoordig werkt, wijst hij erop dat men volgens de huidige BBV-systematiek nota’s in één keer mag aanschrijven en als er sprake is van investeringen dan mag men dat in een beperkt aantal gevallen ook in één keer afschrijven. In de meeste gevallen moet men toch de kapitaalslasten die met de investeringen te maken hebben jaarlijks afschrijven. Dit betekent dan ook dat als je bijvoorbeeld een steiger bij de schouwburg - hetgeen een kapitaalslast van € 4.000,- is - ten laste zou willen brengen van het ISV, dit dan eigenlijk wil zeggen dat je dan vijftien of twintig jaar de kapitaalslasten ten laste moet brengen van het ISV. Dan kan je twee dingen doen. Je kan dat gewoon doen en wel zien hoe het uitkomt, maar je kan ook zeggen dat er een voorziening nodig is van € 30.000,- à € 40.000,- met daarbij nog de rente om dat te kunnen doen. Als de raad belangstelling heeft om hierover nog wat meer te weten dan is hij in staat - en zijn ambtenaren nog beter - de raad daar een keer wat bijscholing in te geven. Het is op zich wel interessant, want vroeger was het gemakkelijk omdat men een investering in één keer ten laste van de reserve kon brengen, maar tegenwoordig mag dat niet meer. Dit moet allemaal keurig inzichtelijk en transparant gebeuren. Wat is nu een aanvaardbaar niveau voor de Algemene Reserve? Wij hebben inderdaad een bedrag van € 10 miljoen met elkaar afgesproken. Als er aan hem wordt gevraagd - op basis van de huidige inzichten, waarbij voor hem ook geldt dat hij toen € 10 miljoen wel verantwoord vond - hoe hoog de Algemene Reserve op dit moment zou moeten zijn dan heeft het college hier niet echt een officieel standpunt over dat het bijvoorbeeld € 15 miljoen zou moeten zijn. Gezien de risico’s die er op dit moment aan de orde zijn dan denkt hij persoonlijk dat het verstandig zou zijn om de Algemene Reservepositie toch op een iets hoger niveau te laten plaatsvinden. Dit heeft vooral te maken met - hetgeen ook geconstateerd is door een aantal raadsleden - de risico’s die wij lopen met de ontwikkeling van de Bangert/Oosterpolder en ook is de schouwburg genoemd. Dit zijn voor hem in feite de twee grootste risico’s. Eenieder kent ook de discussie inzake de Westfrisiaweg. Op zich hoeft dat geen risico te zijn, maar net zoals bij de discussie van enige tijd geleden over de ongelijkvloerse kruising, dan zeg je op enig moment ook om € 500.000,ten laste van de Algemene Reserve te brengen om ook een medeoverheid, in het kader van het goede lobbywerk dat door zijn collega’s is gedaan, een positieve impuls te geven. Dit wil hij in ieder geval zeggen over de Algemene Reserve. Het is inderdaad zo, ‘bezuinigingen zijn bezuinigingen’ en als de raad daar anders over denkt dan hoort hij dat graag, maar vanuit het college geredeneerd hanteert men gewoon de lijn ‘wat besloten is, is besloten’ en daar gaat men dan ook vanuit. Vervolgens wenst hij nog iets over de WOZ te zeggen. Dit is toch aardig en hij heeft hierover vorig jaar tijdens de begrotingsvergadering al het nodige gezegd. Als de WOZ € 10 miljoen is en men verhoogt één procent, dan zou de opbrengt € 10.100.000,- moeten zijn. Er is een hertaxatie geweest en als nu blijkt dat die opbrengst niet € 10.100.000,- is, maar € 9.900.000,- dan heeft men een gat in de begroting. Het moet | 44


ook blijken hoe het afloopt met de uiteindelijke bezwaren, maar om nu op voorhand al te zeggen om daar niets mee te doen vindt hij niet verstandig. Ten aanzien van het idee van ‘Ruimte voor nieuwe Initiatieven’ merkt hij op dat men het er wel eens over heeft gehad dat dit die € 100.000,- zou kunnen zijn, maar dat de raad dit zelf moet weten. Het college hecht toch wel aan een integrale afweging. Daarnaast hebben wij natuurlijk binnen onze begroting een post ‘structureel onvoorzien’ van € 50.000,- die ook vaak voor dit soort zaken gebruikt wordt. Is het zo dat, zoals in de voorjaarsnota staat vermeld, het geld voor de ontwikkelingen met beslisvrijheid vrij beschikbaar is? Hij denkt het niet. Het college heeft gezegd dat zij die posten nog eens kritisch willen bekijken, maar hij verwacht wel dat dit voor een groot gedeelte van die ruim € 450.000,- noodzakelijk is, alleen denkt hij dat men daar nog een keer een goede discussie over moet hebben. Ook wil hij nog iets zeggen over de Blauwe Berg. Hij denkt dat als je zo’n heel project bekijkt en ook de rol die eenieder daarin vervult, dan kan hij zeggen dat het fantastisch is dat het in deze bestuursperiode gelukt is de ijsbaan en de ontsluitingsweg uiteindelijk van de grond te krijgen. Dit zijn twee heel belangrijke elementen die echt de nodige tijd gekost hebben. De raad heeft dit allemaal van dichtbij kunnen volgen. Ten aanzien van al dat gedoe of het niet te moeilijk voor hem wordt, of hij niet uit zijn lijden verlost moet worden en of het allemaal nog wel goed gaat, dan is hij altijd blij dat de raad zo betrokken is met zijn algehele psychische gesteldheid, maar hij kan eenieder echt verzekeren dat hij een en ander echt met vertrouwen tegemoet gaat. Eenieder die als ondernemer, want daar praten wij over, met dit soort projecten geconfronteerd wordt zal gewoon moeten constateren dat het heel moeilijk is. Wij als gemeente praten heel vaak over gemeenschapsgeld en dat is soms toch iets makkelijker dan dat je als marktpartij risico’s moet lopen. Als je als marktpartij miljoenen euro’s risico’s loopt dan is het ook zo dat je dan echt heel gedegen en zorgvuldig je positie op dit vlak moet bekijken. Als de gemeente op een bepaalde post een overschrijding heeft dan is dat ook wel lastig, maar het is niet onze eigen portemonnee. Met je eigen portemonnee gaat het soms toch iets moeilijker, en hij zegt niet dat dit goed is, maar zo werkt het nu eenmaal wel. Wat er gewoon aan de hand is, en dat heeft hij laatst ook gezegd naar aanleiding van vragen van GroenLinks, is dat wij bezig zijn met de definities. Als men het heeft over een rotonde, heeft men het dan ook over de in- en uitvoegstroken of heeft men het daar niet over? Dit probeert men de komende weken op een heel goede manier in beeld te brengen en dan komt er natuurlijk een moment dat wij het wel of niet doen. Men moet zich wel realiseren dat als dit project door het ongeduld van wie dan ook mogelijk niet van de grond zou komen - en daar gaat hij nogmaals niet vanuit - dan heeft men als gemeente een behoorlijke financiële inspanning te leveren. Of wij moeten een andere partij zoeken, want het is wel zo dat in het gehele verhaal van de Blauwe Berg de infrastructuur (de ontsluitingsweg, de secundaire wegen die in het gebied gerealiseerd worden en de rotonde) in het project wordt meegenomen. Als dat niet gebeurt dan zullen die miljoenen die dat met zich meebrengt, in ieder geval voorgefinancierd moeten worden door de gemeente. Hij is er in ieder geval van overtuigd dat als het project Blauwe Berg, dat op korte termijn gewoon tot een nader resultaat zal moeten leiden, gerealiseerd is dat dit voor iedereen - voor jong en oud, maar ook voor de raad - de beste weg is om uiteindelijk tot die voorzieningen te komen die wij met zijn allen heel graag wensen. De heer Bakker interrumpeert en wenst daarover nog een vraag te stellen. Als het project Blauwe Berg met de voorzieningen die daar gepland zijn er niet komt, is dan de ontsluitingsweg wel gepland? Wethouder Van Es antwoordt dat de ontsluitingsweg - in het kader van de discussie buitenstad en hoe het zit met de Provincialeweg en de wethouder Verkeer zal daar misschien ook nog op in gaan - ook noodzakelijk is als de andere voorzieningen op de Blauwe Berg - en de ijsbaan komt er in ieder geval voorlopig niet van de grond zouden komen. De heer Bakker wijst erop dat er wel gezegd is dat de infrastructuur gefinancierd moet worden uit de opbrengst van de voorzieningen. Wethouder Van Es geeft aan dat als de heer Bakker goed naar hem geluisterd heeft, dan heeft hij hierop het antwoord al gegeven. De ontwikkeling van de Blauwe Berg inclusief de woningbouw is in feite noodzakelijk om uiteindelijk het gehele verhaal inclusief de infrastructuur te financieren. Als er aan hem gevraagd wordt of dit voor nul euro gerealiseerd kan worden, dan heeft hij daar zijn twijfels over. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA.

| 45


De heer Van der Tuin merkt op dat hij het antwoord van de wethouder te gemakkelijk vindt, Wethouder Van Es wijst erop dat dit echt niet zijn bedoeling was. De heer Van Tuin merkt op dat hij de woorden van de wethouder nu in zijn eigen woorden vertaalt: hij die ongeduldig is, moet zich realiseren welke verantwoordelijkheid hij op zijn nek haalt gelet op de financiële consequenties. Hij denkt dat besturen een ander uitgangspunt heeft. Het CDA is er altijd zeer terughoudend in geweest, want men heeft het nooit over deadlines gehad. Daar heeft het CDA bewust niet aan mee willen doen. Die deadlines zijn eerder wel gesteld en deze zijn inmiddels verlopen. Het CDA verwacht in dit geval van wethouder Van Es dat hij - hetzij in zijn achterhoofd, hetzij bekend - een datum heeft waarop bekend moet zijn wat wij doen, want dan zullen wij gewoon onze knopen moeten tellen. Dit moet een ondernemer overigens ook, want die heeft het over een ‘go’ of een ‘no-go’. Het kan niet zo zijn dat de raad zwijgzaam achterover leunt en geduld moet hebben, want anders moeten wij straks zoveel uitleggen en heeft dit financiële consequenties. Het CDA verwacht dat de wethouder daar in zijn eigen proces ook leidend en duidelijk over is. Hij geeft de wethouder op een briefje dat als hij zelf voor die datum die duidelijkheid niet verschaft, anderen misschien wel met een datum komen en dat hij daar dan ook niet blij mee is. Wethouder Van Es merkt op dat de heer Van der Tuin zijn woorden nu anders interpreteert en dat hij denkt dat een verantwoordelijk bestuurder gewoon een spiegelbeeld moet laten zien dat het niet altijd zo eenvoudig is in het kader van een ‘go’ of een ‘no-go’ en dat er hierbij ook nog sprake is van nuances. Laten wij nu wel wezen, hij wil met de heer Van der Tuin geen discussie gaan voeren over gemeentelijke projecten, maar hij kent genoeg van dit soort projecten die een langere doorlooptijd kennen, bijvoorbeeld de Westerdijk, dan dit soort grootschalige projecten. De heer Van der Tuin merkt op dat hij met de wethouder in 1997 in een panel zat over de disco en hij denkt dat het eind een keer in zicht moet komen. Wethouder Van Es weet dat hij, als het gaat om de discotheek, ooit met een voorstel is gekomen voor zes à zeven locaties en dat deze locaties allemaal door de raad zijn afgewezen. De heer Van der Tuin herinnert zich vast nog wel dat één van die locaties de locatie is waar nu tuincentrum Bos is gevestigd. Deze locatie werd door de raad niet gewild. Wel wilde iedereen de locatie bij MacDonald, maar daar gaan wij niet over. Hij denkt wel dat wij de gehele geschiedenis op een goede manier moeten neerzetten. Hij merkt op dat hij zijn betoog gaat afsluiten. Ten aanzien van het verhaal van een tijdelijke bioscoop wijst hij erop dat als iemand beweert dat een tijdelijke bioscoop al lang had kunnen draaien, hij van mening is dat de waarheid geweld wordt aangedaan, want een tijdelijke bioscoop had niet kunnen draaien. Als dit profijtelijk was geweest dan was de markt daar al lang mee gekomen en hij vindt dat wij onze burgers geen worst moeten voorhouden die niet te eten is. Mevrouw Kamphuis interrumpeert en wijst erop dat zij denkt dat zij dit als enige heeft gezegd en dat zij zich daarom op dit punt aangesproken voelt. Er is vorig jaar aan de raad verteld dat er acht à negen maanden nodig zouden zijn om een tijdelijke bioscoop in te richten. Dit vond men een behoorlijke tijd als je al een gebouw hebt dat daar staat. Wij zijn nu een jaar verder en er is geen tijdelijke bioscoop gekomen, maar ook geen vaste bioscoop. Dat vindt zij gewoon heel erg jammer. Wethouder Van Es merkt op dat hij geen tijdelijke bioscoop gaat realiseren en dat hij geen marktpartij kent die het risico heeft willen nemen om dat daadwerkelijk te doen. Wel misschien in woord, maar niet in daad en hij heeft te maken met daden. Hij wil niet dat hier iets blijft hangen dat Hoorn een tijdelijke bioscoop had kunnen hebben, want dat had die bioscoop er gewoon moeten zijn. Zijn laatste opmerking is dat hij bereid is om alle suggesties te aanvaarden voor scholingscursussen. Een cursus bescheidenheid, een cursus luisteren en een cursus sociaal leiderschap, maar de assertiviteitscursus die hem aangeboden is, is een cursus waar hij toch het minst behoefte aan heeft. Deze cursus weigert hij, maar hij staat open voor andere cursussen. De voorzitter vraagt of er naar aanleiding van het betoog van wethouder Van Es nog vragen zijn. De heer Van der Tuin wenst een punt van de orde te maken. Moet hij alle vragen die niet beantwoord | 46


zijn weer opnieuw indienen als artikel 37 vragen? Wat is hierbij de bedoeling? De voorzitter antwoordt dat dit de eigen zaak van de heer Van der Tuin is. De heer Van der Tuin wijst erop dat hij hier vandaag niet voor niets zit. Er worden vragen gesteld en hij legt geen lat neer dat het antwoord niet langer mag duren dan twaalf of vijftien minuten. Hij heeft een aantal vragen gesteld waarop hij nog geen antwoord heeft ontvangen. Wethouder Van Es merkt op dat hij deze vragen genoteerd heeft en dat hij deze misschien in het kort kan beantwoorden. Er is nog gesproken over de panden. Hij wijst erop dat het college werkt volgens de motie die hierover in de raad is aangenomen. Op de vraag waarom het zolang duurt, merkt hij op dat hij heeft begrepen dat er binnen drie weken ten aanzien van het postkantoor, de BBN-panden en de Salto-panden een advertentiecampagne gaat beginnen. Het duurt zolang omdat men vaak van die onverwachte zaken tegenkomt. Het college heeft ook wel eens snel gehandeld en toen duurde het ook zes à zeven maanden. Men moet dit ook constant terugkoppelen. Hij wil er, als daar behoefte aan is, nog verder op in gaan in de commissie. Op de vraag of er iets overblijft antwoordt hij dat hij het altijd erg moeilijk vindt om dat te zeggen. Hij verwacht dat er wel iets overblijft, maar men moet hem niet vragen hoeveel dat is. Ten aanzien van het IHP merkt hij op dat hij binnenkort een antwoord van de schoolbesturen verwacht. Op dit moment heeft hij dat nog steeds niet ontvangen. Hij zal hier dus nog op terugkomen. Als het gaat om de noodlokalen in de Bangert/Oosterpolder dan is het voordeel dat er daar qua bestemming overal onderwijs gerealiseerd kan worden. Zijn collega zal verder in het algemeen nog op de noodlokalen terugkomen. Overigens adviseert hij om deze lokalen geen noodlokalen meer te noemen, want het is gewoon permanente huisvesting die voor twintig jaar gerealiseerd wordt en het is gewoon hartstikke goed voor kinderen om in die lokalen onderwijs te krijgen. Er is niets aan de hand en er mankeert helemaal niets aan! Volgens hem heeft hij hiermee alle vragen beantwoord. De heer Van der Tuin merkt op dat dit niet geheel het geval is. In de voorjaarsnota staat de investering voor de Copernicus op nul en hij heeft hierover een vraag gesteld. Voorts heeft hij nog een tweede vraag en deze vraag is wellicht makkelijker te beantwoorden. De CDA-fractie had verwacht dat op zo’n belangrijk punt als het niveau van de Algemene Reserve er een collegestandpunt zou zijn en als deze er niet is dat deze op korte termijn wordt geformuleerd. Hij vraagt of zijn conclusie juist is dat dit voor het college nogal essentieel is. Wethouder Van Es antwoordt dat hij hierover iets heeft gezegd. De heer Van der Tuin merkt op dat de wethouder heeft gezegd dat het verstandig is als het niveau van de Algemene Reserve iets hoger zou zijn dan nu. Hij vindt dit nogal een ruime omschrijving. Wethouder Van Es merkt op dat als de heer Van der Tuin de raad ervan weet te overtuigen dat de Algemene Reserve € 15 miljoen moet zijn, dat dit dan een nieuw kader is. De raad heeft de vorige keer besloten dat de Algemene Reserve € 10 miljoen moet zijn. Wij moeten natuurlijk wel de rollen die het college en de raad vervullen goed interpreteren. De raad stelt de kaders en als de heer Van der Tuin van mening is dat de raad tot een uitspraak moet komen, dan heeft hij de raad zijn persoonlijke mening gegeven. Het college heeft hier geen besluit over genomen. Als de raad van mening is dat het college op dit punt met een voorstel moet komen, dan dient de raad hiertoe het initiatief te nemen. De heer Van der Tuin merkt op dat hij zich niet zou kunnen voorstellen dat het college akkoord zou gaan als er gekozen zou worden voor een Algemene Reserve van € 5 miljoen. Er ligt toch ergens een grens, dualisme of niet! Misschien zijn de verwachtingen van het CDA van de hoofdpenningmeester te hoog, want hij zou zich kunnen voorstellen dat de wethouder, met respect voor de bevoegdheden van de raad, daar zelf ook gedachten over heeft en de raad moet het nu doen met hetgeen de wethouder nu gezegd heeft. Wethouder Van Es vindt dat dit een discussie is die primair gevoerd moet worden in dit gezelschap en dat dit niets te maken heeft met het feit dat de raad hooggespannen verwachtingen van hem heeft. Hij probeert zo goed mogelijk invulling te geven aan het systeem zoals dat hier functioneert, maar als de raad van mening is dat de Algemene Reserve € 5 miljoen moet zijn, dan zal hij het college vragen of men dit verantwoord vindt. Hij verwacht dan dat het college dit niet verantwoord vindt. Ten aanzien van de vraag | 47


van de heer Van der Tuin over de Copernicus meldt hij dat hij moet wachten op het antwoord van de schoolbesturen. De raad heeft uiteindelijk gekozen voor model 2B en hierin is vooralsnog de nieuwbouw Copernicus niet meegenomen. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Van Weel. Voorts signaleert hij dat wij fors uit de tijd lopen. Hij constateert dit slechts zonder waardeoordeel. Wethouder Van Weel meldt dat zij zal proberen de cursus in praktijk te brengen en dat zij niet te snel naar het spreekgestoelte zal rennen als zij denkt dat zij iets moet zeggen. Wat las mevrouw Kamphuis een mooi gedicht voor. Zij heeft ook een poëziealbum en daarin staat: drip, drap, drop, dit college is top en dit heeft zij zelf geschreven. Zij zal proberen om zo compleet mogelijk de vragen te beantwoorden. Ook zal zij nog even kort in gaan op de rekening en specifieke vragen die gesteld zijn door verschillende partijen. Wat betreft de rekening was er een compliment en een negatief puntje. Zij was blij dat het compliment betrekking had op de schuifelroute en het negatieve puntje op het bloemetje. Sterker nog, daar heeft zij op een heel andere manier iets aan gedaan. Men heeft de toegangen tot de parkeerterreinen gewoon publieksvriendelijker gemaakt en zij denkt dat dit heel belangrijk is. Ten aanzien van het programma van nieuwe activiteiten wijst zij erop dat door een partij de verkeersveiligheid rondom scholen is ingediend. Gelukkig heeft dit de belangstelling van heel veel partijen. De ene partij kijkt meer naar het parkeren en de andere partij meer naar de omstandigheden daaromheen. Het college is druk bezig geweest met de scholen en men heeft al drie bijeenkomsten gehad. Eén van de initiatiefnemers om met het parkeerverbod om te gaan heeft een brief aan het college geschreven en deze heeft ook een antwoord gekregen dat er na de zomervakantie gekeken zal worden waar men dit kan doen, omdat men dit niet zomaar als algemene regel voor geheel Hoorn kan laten gelden. Het college gaat bovendien nog een afsluitende bijeenkomst organiseren met al het onderwijs in de gemeente Hoorn, want men kan van elkaar heel veel leren. Vooral ook van de verkeersouders. Dit is weer zo’n belangrijke vrijwilligersgroep die zich inzet voor de verkeersveiligheid van al onze kinderen. Het college waardeert dit zeer. De heer Wagemaker heeft gelijk als hij zegt - en dit was weliswaar bij de wijkaanpak en Duurzaam Veilig - dat het vooral gaat om een mentaliteitsverandering. Als de mentaliteit verandert kost dat eigenlijk niets en daar bereik je het meeste mee, want wij doen het elkaar aan. Vervolgens wenst zij nog even in te gaan op de zwemsteigers, want dat is vorig jaar in de commissie aan de orde geweest naar aanleiding van brieven die bewoners hebben geschreven dat de zwemsteigers weg moesten in verband met de veiligheid. Volgens haar is men toen tot de conclusie gekomen dat er aan de kust gekeken zal worden waar er wel veilige zwemsteigers gecreëerd kunnen worden. Volgens haar - en zij hoort het wel als het anders is en collega Hansen zal het er ook nog even over hebben - past een paar zwemsteigers altijd wel, welke missie, visie of integraliteit er ook op de kustlijn wordt losgelaten Ook is het wandelpad over de dijk langs de Grote Waal genoemd, waarbij gezegd werd ‘Beloofd is Beloofd’. Wat willen wij met een wandelpad? Zij hoorde in de pauze ook iemand nog zeggen dat het eigenlijk een heel leuk gebiedje is waar je doorheen wandelt. Je wandelt dwars door de geiten en de schapen en de keutels daarvan. Het is wellicht mogelijk om daar met een kleine voorziening - en dan heeft zij het niet over een boulevard of asfalt - zoals schelpen een pad te realiseren. Zij denkt dat het wel goed is dat de bewoners van de Grote Waal, want daar gaat het toch in eerste instantie om, daar een keer duidelijkheid over krijgen. Men heeft het altijd gekoppeld aan de realisatie van de schouwburg, in die zin dat het leuk zou zijn als die schouwburg er is om over die dijk te kunnen wandelen. Hierdoor zit de directeur van de schouwburg dan wel weer met bezoekers met poep aan hun schoenen en dan heeft men dat probleem weer. Ten aanzien van het Deltaplan en het Gemeentelijk Plan Verkeer en Vervoer wijst zij erop dat men het in de rekening heeft over de ontwikkelingen van de hoofdinfrastructuur. Grote ontwikkelingen in Hoorn vragen om aanpassing van die hoofdinfrastructuur en met name worden de Bangert/Oosterpolder en de Blauwe Berg genoemd. Ook is de leefbaarheid in de wijken en het ongewenste sluipverkeer genoemd. Het college wil dit in breder verband onderzoeken en de raad krijgt nog het dynamische verkeersmodel. Het college heeft al een verkeersmodel van Omnitrans. Dit model kan bediend worden en men kan in dit model allerlei zaken stoppen, zodat men ook weet wat voor effecten dit heeft. Het Gemeentelijk Plan | 48


Verkeer en Vervoer is wat breder en gaat over meer dan alleen de hoofdinfrastructuur. Dit heeft met fietsers, openbaar vervoer, het parkeren en parkeerplaatsen te maken. Dit is ook feitelijk wat het college wil en dat wordt een bestuursopdracht. In het Gemeentelijk Plan Verkeer en Vervoer zou dus dat Deltaplan of de hoofdinfrastructuur - het is maar welk woord je gebruikt - heel goed ingepast kunnen worden. De raad heeft aangegeven dat zij toch wel de vinger in die verkeerspap wil houden. Zij denkt daarom dat het goed is als de opdracht in de commissie terugkomt, want hiervoor dient ook een krediet verleend te worden en dan is er een besluit nodig. Zodoende is eenieder hierbij betrokken en dan weet men allemaal precies waar het over gaat. De heer Bruijns interrumpeert en vraagt of de wethouder de raad nog even duidelijk kan maken wat nu precies Goudappel en Coffeng gedaan heeft en wat die ons gaat rapporteren. Zodoende heeft men dan ook gelijk het verschil te pakken met wat bedoeld wordt met het Deltaplan. Wethouder Van Weel antwoordt dat Goudappel en Coffeng volgens haar het verkeersmodel Omnitrans heeft gemaakt. Dit model kan dynamisch gemaakt worden en de raad krijgt hiervan nog een presentatie. Zij hebben dus heel veel gegevens van de gemeente over allerlei knelpunten en ook weet men dat het verkeer 30% gaat toenemen. Er kan gekeken worden wat voor effecten dit heeft en dat zal in beeld gebracht worden en daarbij zal ook gekeken worden hoe er met de fiets, het openbaar vervoer en de auto daarop ingespeeld kan worden. De heer Bruijns vraagt of Goudappel en Coffeng dan ook de knelpunten aangeeft aan de hand van tellingen van de voorspelling tot 2020. Wethouder Van Weel antwoordt hierop bevestigend. Goudappel en Coffeng zal dan aangeven, net zoals bij de Blauwe Berg, waar het rood en waar het groen wordt. Vervolgens kan men dan op basis van die uitkomsten met elkaar keuzes maken, dat wil zeggen prioriteren. De raad legt zich nog niet vast, maar het is wel goed dat de raad bij die bestuursopdracht betrokken is, want anders krijgt zij achteraf weer te horen dat de raad zo graag iets over de opdracht had willen zeggen. Ten aanzien van de vraag van Hoorns Belang over een opknapbeurt van de gehele Grote Waal merkt zij op dat zij daar vorige week nog met een groep bewoners van de Grote Waal een rondgang heeft gemaakt. Deze bewoners hebben een dikke tien van haar gekregen. De gemeente heeft er niets aan gedaan, dit hebben de bewoners allemaal zelf gedaan. Deze bewoners zijn heel actief, of het nu gaat op het gebied van de veiligheid of het enthousiasmeren van de schooljeugd en iedere week maken zij een stuk van de Grote Waal schoon. Zij heeft bijna geen enkel papiertje gezien. Natuurlijk zijn er nog pijnpunten waar de gemeente iets aan moet doen, zeker daar waar het onveilig is. Men is ook nog niet klaar met de Grote Waal, fase twee moet nog uitgevoerd worden. Maar wat kunnen bewoners veel zelf doen. Haar collega wethouder Van Es zei dat net in de pauze ook al tegen haar. De eigenaar van Kinderboerderij Frits is daar ook dagelijks mee bezig en die draait erg goed. Die mensen zijn met hart en ziel betrokken bij hun eigen woonomgeving en zij zijn een goed voorbeeld voor anderen. Wij kunnen het dus niet alleen, maar wat wij doen dat zullen wij ook doen en wij moeten ook datgene doen waar wij verantwoordelijk voor zijn en daar is de wijkaanpak een heel goede manier voor. Wij kunnen het echter niet zonder de mensen en hierbij is de mentaliteit, waar de PvdA het over had, heel erg belangrijk. De heer Wagemaker interrumpeert en meldt dat de PvdA kortgeleden ook met een groep bewoners door de Grote Waal is gegaan. Dit sluit ook aan op hetgeen wethouder Van Weel voorstelt, namelijk om investeringen voor het openbaar gebied langdurig te gaan regelen. Het is volstrekt duidelijk dat de bewoners daar niets kunnen doen aan het probleem van het verzakken. Dit is heel erg zichtbaar bij de molens. Hij neemt aan dat dit ook bij de wijkaanpak fase twee wordt meegenomen. Dit is dus een aspect dat men tegen gaat komen en dat een bijzonder zware investering zal zijn. Wethouder Van Weel beaamt dit en wijst erop dat het ook niet de bedoeling is dat de mensen dit zelf gaan doen. Sommigen zullen dit misschien wel willen, maar dat moet weer aan allerlei kwaliteitseisen voldoen. Ten aanzien van de vraag van de VVD over de politie-inzet merkt zij op dat de portefeuillehouder openbare orde hierop zal terugkomen. Zij legt nog wel even een link naar de discussie die heeft plaatsgevonden in de commissie over wat mensen nu het meeste stoort. Als wethouder wijkaanpak is het bij iedere bijeenkomst duidelijk dat het verkeer niet het belangrijkste is en zeker niet alleen de geluidsoverlast. Verkeer zit in de topdrie. Zwerfvuil, overlast van groepen van mensen en het verkeer. Dit kan het parkeren, te snel rijden, teveel lawaai produceren en de veiligheid zijn. De prangende | 49


vraag van de VVD was eigenlijk wat hieraan nu gedaan kan worden. Toen heeft zij verwezen naar het Alkmaarse model van de wijkaanpak dat de wijk zeggenschap krijgt over een aantal uren van de politie. Men heeft afspraken gemaakt met de politie om die wijkaanpak gezamenlijk te doen slagen. Daarbij leveren beide partijen een inspanning en de inspanning van de politie zou bijvoorbeeld kunnen zijn om een aantal uren ter beschikking te stellen. Er is echter nog een ander verhaal over Duurzaam Veilig en het niet controleren door de politie. In principe is dat waar, maar op deze manier zou men daar iets aan kunnen doen. Het is natuurlijk ook zo dat wij niet tot achter de komma de wegen hebben ingericht als dertig kilometergebied. Wij hebben vorig jaar twee dilemma’s gehad waar wij eventueel zouden kunnen bezuinigen. Dit waren Duurzaam Veilig en Hoorn Kerngezond. Ten aanzien van Duurzaam Veilig hebben wij met elkaar afgesproken dat met de eerste fase geheel Hoorn aangepakt zou worden en dat de tweede fase getemporiseerd zou worden. Hierbij zou dan vooral gelet worden op waar de prioriteiten liggen, waar moet het veilig zijn, waar is het onveilig en daar zou men moeten beginnen. De PvdA heeft een vraag gesteld over de Dorpsstraat dat € 216.300,- kost. Dit is voor haar wel weer een dilemma. Zij is hier in de commissievergadering ook op in gegaan. De PvdA geeft zo mooi aan ‘Beloofd is Beloofd’. Als het in een programma is opgenomen dan kan de politiek daar geen rechten aan ontlenen, maar het is heel vaak naar voren gekomen. En dan heeft zij het nog niet eens over de staat van het onderhoud van de Dorpsstraat met die onveilige molgootjes, waarin fietsers, net als in tramrails, dreigen te geraken. Vooral voor oudere fietsers is dit een probleem. De VOCH had het over het groen. Er wordt meer aan groen besteed. Hoe vindt men eigenlijk dat het groen eruit ziet in de gemeente Hoorn? De vraag van de VOCH had betrekking op de urentoerekening. Zij wijst erop dat het niet zo is dat wij de uren intern kunnen toerekenen, omdat er ook pakketten uitbesteed worden. De administratie is correct, maar de gemeente besteedt ook pakketten uit. Zij wil niet zeggen dat er op het groen is bezuinigd, maar vanwege de werkpakketten werkt men veel efficiënter en ook kan men zien dat er anders met het groen wordt omgegaan. Men laat ook veel meer groen staan daar waar het niet noodzakelijk is dat het weggehaald wordt. Men heeft natuurlijk ook het groenbeleidsplan en soms is het ook erg leuk om een beetje tegen dat wilde opgegroeide groen aan te kijken. De heer Stam interrumpeert en wijst erop dat de brandnetels langs de Westerdijk heel charmant zijn. Wethouder Van Weel wijst erop dat het hierbij een kwestie is van wat men wil. Wil je overal de stofzuiger langs of mag je ook een zekere groenbeleving hebben? Daar waar de sociale veiligheid onder druk staat - en volgens haar heeft men dit ook zo genoemd in het groenbeleidsplan - wordt hard gesnoeid en daar waar het niet hoeft doet men het wat minder. Als zij door Hoorn fietst dan is zij heel trots op het groene beleid van Hoorn. Het kan gerust ook allemaal beter en daar zet zij zich voor in. De voorzitter vraagt of er naar aanleiding van het betoog van de wethouder nog vragen zijn. Hij geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker wenst als eerste even in te gaan op de Dorpsstraat. Wethouder Van Weel refereert aan het thema dat de PvdA geïntroduceerd heeft: ‘Beloofd is Beloofd’. Er is natuurlijk een verschil tussen beloven namens de raad en het college, wat wij dus met elkaar hebben afgesproken, en vervolgens aan de burger beloven. En uiteraard de privé-zaken die hier en daar beloofd worden, want als hij alles moet nakomen wat hij beloofd heeft, dan moet hij daar nog wel een dagje aan besteden. Wethouder Van Weel merkt op dat zij dit ook genuanceerd heeft. De heer Wagemaker wijst erop dat de wethouder dit ook in dat kader moet zien. De PvdA vindt dit echt een hoog bedrag voor de Dorpsstraat en de PvdA stelt voor om daar op enig moment over te spreken. Wethouder Van Weel zegt toe dat zij hiermee akkoord gaat. Voorts merkt de heer Wagemaker op dat de wethouder aangeeft dat er wat betreft het wandelpad op de dijk langs de Grote Waal beloftes gedaan zijn en dat daarmee toch iets gedaan moet worden. Dan verwacht hij ook dat de wethouder aangeeft wat zij er dan aan gaat doen, want dat heeft hij haar niet horen zeggen. Wat gaan wij nu doen richting de bewoners van de Grote Waal om hen tevreden te stellen en dat zij het gevoel hebben dat de gemeente ermee bezig is of dat men ermee stopt?

| 50


Wethouder Van Weel merkt op dat het wat onduidelijk was omdat er opeens een visie op losgelaten werd en zij niet wist welke kant zij op moest. De bewoners moesten al lang wachten, omdat zij al moesten wachten op de parkeergarage bij de Parkschouwburg. Het staat volgens haar geen enkele ontwikkeling in de weg als men aan een boulevard of andere zaken denkt. Als de raad kiest voor een min of meer begaanbaar pad op de kruin van de dijk dan gaat het college in onderhandeling met het Hoogheemraadschap en dan zal zij daarna met een dekkingsvoorstel komen. Er wordt voorgesteld om dit te financieren uit Hoorn Kerngezond, maar als men dit gezamenlijk wil dat zal er ook naar een dekking gezocht moeten worden. Dit zou bijvoorbeeld Hoorn Kerngezond kunnen zijn, maar er kan ook gedacht worden om het te dekken uit het woonomgevingsfonds. Zij zou dan van een meerderheid van de raad willen horen dat men akkoord gaat met deze voorziening op de dijk, zodat zij met deze boodschap naar het Hoogheemraadschap kan gaan. De voorzitter bedankt wethouder Van Weel voor haar beantwoording en geeft het woord aan wethouder Hansen. Wethouder Hansen wenst als eerste met de Westfrisiaweg te beginnen. Gisteren heeft daar besluitvorming in de Gedeputeerde Staten over plaatsgevonden. Gedeputeerde Staten heeft het groene licht gegeven voor het verdere traject om het ook naar de Staten toe te brengen. Dit is met name voor Hoorn van groot belang in het kader van het zogenaamde Deltaplan. Daar ligt de sleutel toch aan de noordkant willen wij al het verkeer op een goede wijze kunnen laten afvloeien. Daarom bedankt hij ook Hoorns Belang voor het compliment dat zij maakte in de richting van het college voor de inzet en de lobby die men tot dusver heeft geleverd en ook de komende maanden zal leveren. Want eenieder zal begrijpen dat de Westfrisiaweg voor Hoorn als regio een grote sprong voorwaarts kan betekenen. Ook is er het een en ander over het Pelmolenpad gezegd. Hij kan daar namens het college over zeggen dat zij daar op dit moment niet de prioriteit aan zal geven gelet op alle andere projecten waar men op dit moment mee bezig is. Dan ligt het ook in de lijn van de verwachting, zoals de heer Van der Maat al aangaf, om dit maar als inzet van de verkiezingen te maken zodat toekomstige besturen daarover kunnen oordelen. Dit college zal daar op dit moment dus geen tijd in steken. Het college is natuurlijk ook bezig met de Vale Hen en naar aanleiding van de succesvolle presentatie bij de binnenstadsdag zal het college in augustus/september 2005 in de richting van de commissie Stadsontwikkeling en Leefomgeving komen met een verdere uitwerking hiervan. Er zullen aan de commissie dan drie modellen voorgelegd worden waar dan een keuze uit gemaakt kan worden. Door het CDA is gevraagd hoe het zit met de voetgangersbrug in het stationsgebied. Hij kan de raad melden dat hij samen met zijn collega Van Weel vorig week een zeer goed gesprek heeft gehad met ProRail, de eigenaresse van de brug. Daar heeft men duidelijke werkafspraken gemaakt die op dit moment op papier worden gezet en de raad zal hier via de commissie nog nader over geïnformeerd worden. Met name ook hoe wij ons dan schouder aan schouder zullen gaan opstellen in de richting van de minister, want daar ligt uiteindelijk de sleutel. Dit zal het college dan ook gezamenlijk met ProRail doen. Ten aanzien van de Bangert/Oosterpolder wijst hij erop dat het tempo er heel duidelijk in zit. Op dit moment worden de eerste 273 woningen gerealiseerd en voor de andere 150 woningen ligt de bouwvergunning klaar zodat daarmee ook gestart kan worden. Het is dan de bedoeling dat er in de eerste fase ongeveer 400 woningen gerealiseerd worden. Daarnaast zal men ervoor zorgen dat de aansluiting van fase één op fase twee zo kort mogelijk is en dat alle voorbereidingen zijn getroffen, zodat men in sneltreintempo kan doorgaan om de tweede fase te gaan ontwikkelen en dit biedt dan plaats voor zo’n 600 à 620 woningen. Daarnaast zijn er natuurlijk een heleboel andere ontwikkelingen. Volgende week zal er in de commissie Stadsontwikkeling en Leefomgeving gesproken worden over de streektuinen. Vanavond vindt er een informatiebijeenkomst plaats voor de toekomstige kopers en de omwonenden. Als de commissie volgende week groen licht geeft dan kan dat verder in gang worden gezet en dan zou men daar begin januari 2006 kunnen starten met de bouw. Dit geldt natuurlijk ook voor de NHD-locatie. Dit zijn toch wel de wat grotere inbreilocaties die op dit moment op de plank liggen om ervoor te zorgen dat er voldoende capaciteit geleverd wordt om toch iets te doen aan de overspannen markt die er op dit moment is. Hij is er altijd nog van overtuigd dat meer aanbod er uiteindelijk toe zal leiden dat de prijzen daarmee ook tot een wat normaler niveau zullen zakken, alhoewel hierbij macro-economische factoren ook een rol spelen. De heer Van der Maat interrumpeert en vraagt of het in het belang van de verkoop van de huizen is dat | 51


de prijzen zakken. Wethouder Hansen antwoordt dat dit voor de gemeente niet uitmaakt omdat de grondprijzen vastliggen. Waar het gaat om de Westerdijk heeft het college toch een vraag aan de raad. De heer Wagemaker sloot er ook vlak voor de pauze mee af en gaf aan dat hij geen integraal verhaal wilde hebben, waarbij meteen de halve stad wordt verbouwd. Dit lijkt hem ook volkomen logisch. Maar wat het college wel aan de raad vraagt is om een kader aan te geven. De raad heeft in de stadsvisie de keuze gemaakt voor een promenade. Hierbij is dan de vraag van waar tot waar het gebied van de Westerdijk loopt? Wat stelt de raad zich hierbij voor? Wordt er hierbij ook gesproken over het verleggen van de weg? Praat men dan ook over de invulling van de parkeervlek die daar nu ligt? Waar praten wij over? De raad kan het college natuurlijk met een boodschap op pad sturen en dan gaat het college wel weer rennen, maar dan moet het college natuurlijk wel ergens naartoe rennen. Daarnaast is het zo - en dat wil hij de raad toch meegeven dat het college, gelet op de capaciteitsbeslag die dat met zich mee zal brengen, zou willen weten wat men daarvoor in de plaats dan laat vallen. Want het is natuurlijk zo dat het college niet alles kan doen. Met name het tijdspad dat door de heer Wagemaker werd uitgestippeld voor de begroting 2004 is toch wel erg kort dag. De heer Wagemaker meldt dat het voor de PvdA belangrijk is om een bepaalde indicatie te hebben, maar dat hij zich ook kan voorstellen dat het voor het college belangrijk is om te weten waar je begint en eindigt. Dan zou men eigenlijk nu met elkaar moeten afspreken hoe wij dat dan verder met elkaar gaan bespreken, want voordat je het weet stellen wij deze zaak ook weer uit. Hij heeft mogen beluisteren dat eenieder vindt dat het heel belangrijk is dat er eigenlijk met de stadsvisie gestart gaat worden. Hierover zijn ook afspraken gemaakt, maar misschien is het goed om nog vóór de vakantie een moment te kiezen waarbij men in groepsverband hierover gaat filosoferen. De heer Stam interrumpeert en wijst erop dat de VOCH heeft voorgesteld om het uit te stellen. De VOCH heeft gezegd dat deze zaken misschien wel inzet van de verkiezingen moeten zijn. De heer Wagemaker vindt dit onvoorstelbaar en wijst erop dat hij het van de mening van de rest van de raad laat afhangen. Wethouder Hansen merkt op dat het hem dan wel handig lijkt als de heer Wagemaker hierin het voortouw neemt om daar in groepsverband eens over te gaan praten. Als hij hiertoe voor de zomervakantie mogelijkheden ziet om een keer bij elkaar te zitten, dan is hem dat heel wat waard. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Hilten van de VVD. De heer Van Hilten meldt dat de VVD niet voor niets een motie heeft ingediend ten aanzien van de Westerdijk om juist een samenhangend plan van aanpak te realiseren. Als dit dan gestalte kan krijgen in een bepaalde vorm van goed overleg dan hoef je niets dubbel te doen en dan kan deze motie als basis fungeren voor de verdergaande discussie. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker meldt dat de PvdA een aantal aanmerkingen op die motie heeft. Wat de PvdA betreft is de intentie die de wethouder nu uitspreekt volstrekt duidelijk. Dit wordt voor een gedeelte ook onderschreven door de motie van de VVD. Hij zou de VVD willen adviseren om deze motie terug te trekken, want dan hoeven wij daarover niet te praten en dan kan men proberen om nog voor de zomervakantie daarover een afspraak te maken. De heer Van der Tuin meldt dat het CDA daar volledig achter staat. De voorzitter verzoekt wethouder Hansen zijn beantwoording te continueren. Wethouder Hansen meldt dat zijn beantwoording is afgerond. De voorzitter bedankt wethouder Hansen voor zijn beantwoording en geeft het woord aan wethouder Helling.

| 52


Wethouder Helling meldt dat er een paar items de revue is gepasseerd die in zijn portefeuille vallen. Hij begint bij de opmerking van de heer Bakker van GroenLinks over het binnenstadsmanagement. Hij wil hierbij even aangeven wat de stand van zaken tot nu toe is en dan zal hij ook iets zeggen over de bedragen die in de rekening staan. Er is ooit gestart met Martin de Vries, citymanager in onder andere Haarlem. Daar is toen een bedrag, hij meent dat dit € 35.000,- was, beschikbaar voor gesteld. Dit heeft toen geleid tot de zogenaamde blauwdruk. Vervolgens zat men met het punt of men vanuit dat algemene kader naar de specifieke Hoornse situatie zou moeten gaan toewerken. Men heeft toen gezegd dat er hiervoor toch vanuit de eigen organisatie tijd en geld vrijgemaakt moet worden om tot een min of meer implementatieplan te komen. Toen deed zich ook de situatie voor dat het hoofd Economische Zaken aangaf in feite iets anders te willen buiten de gemeente Hoorn. Vervolgens heeft men hem gevraagd om zich, mede gelet op zijn achtergrond en kennis, gedurende een half jaar voor een aantal dagdelen op dat onderwerp te gaan richten. Hiervoor is uiteindelijk die € 43.000,- beschikbaar gesteld. Dit is overigens een bedrag dat ooit in de begroting was opgenomen vanuit het oude Europese project rond city marketing, dat nog onder voormalig wethouder Van der Meer tot stand is gekomen. Hiervoor was in de begroting nog een bedrag opgenomen en gelet op het onderwerp waar men mee bezig was sloot dat in feite naadloos aan bij het onderwerp binnenstadsmanagement. Inmiddels is het zo dat Bert Mazurel zijn productie heeft afgescheiden en dat zijn opdracht is afgerond. De heer Bakker interrumpeert en merkt op dat hij op bladzijde 46 van de programmarekening leest dat er € 117.000 meer is uitgegeven wegens meerinzet, terwijl de wethouder het net had over € 35.000,plus € 43.000,-. Wethouder Helling wijst erop dat hij het heeft over de kosten die gemaakt zijn voor het product dat uitgevoerd is door externen. Voorts wijst hij erop - en dat heeft men ook bij het VOC 400 jaar project gezien - dat er bij de afdeling Economische Zaken louter mensen werken en dat men zou kunnen zeggen dat dit de kosten van het product Economische Zaken zijn. Natuurlijk wordt er ook vanuit de ambtelijke afdeling Economische Zaken werk gedaan voor dat project. Het zijn niet alleen die twee mensen die hij net noemde, die het project in een bepaalde fase getrokken hebben. Er is bijvoorbeeld iemand die zich intern bezighoudt met onderzoek om de financiering voor ondernemers voor een deel via de precario te laten lopen. Het is alleen erg discutabel hoe je die uren toeschrijft - en dit was ook de opmerking van de heer Bakker - waardoor je soms rare vergelijkingen krijgt. Bij Economische Zaken heb je nu eenmaal geen kapitaalsprojecten waar men uren naar toe kan schrijven, want het gaat daar vooral allemaal over beleid. Het bedrag van die € 117.000,- is dus wel correct, maar het is wel erg discutabel hoe je daar naar kijkt. De heer Bakker merkt op dat als er dan aanvankelijk is gezegd dat er een project binnenstadsmanagement gestart zou worden voor € 35.000,- en men, als je alle kosten meerekent, uiteindelijk uitkomt op ongeveer € 150.000,- dan vraagt hij zich af wat nu het aanvankelijke plan was en wat er van dit plan terecht is gekomen. Wethouder Helling wijst erop dat het toeschrijven van uren verwarring oplevert, want er zijn ook producten die niet genoemd worden waar dit soort bedragen ook aan opgehangen kunnen worden. Want die mensen zitten er wel en die doen van alles. Hij denkt dat het goed is om deze discussie nog een keer te voeren, want heel vaak krijg je dit soort discussies. Nogmaals wijst hij erop dat het VOC 400 jaar project hierbij een mooi voorbeeld was, omdat men gigantisch uit de pas liep. Dit werd veroorzaakt door al die interne uren die allemaal opeens als een duveltje uit een doosje tevoorschijn kwamen. De afronding komt nu naar het college en na de zomer zal dit ook richting de commissie gaan. In de voorjaarsnota is alvast aangegeven dat het college met een voorstel zal komen om de financiering te gaan doen. Het leek het college niet juist om vooruitlopend op die informatie al hier iets te gaan vragen. Dan zou men in principe ook aan de vrije beleidsruimte van de raad komen. Hij vond dat niet netjes. Het college kondigt het wel aan dat zij richting begrotingsbehandeling met een verhaal zal komen. Op dit moment is die begroting gebaseerd op € 50.000,- van de gemeente en € 75.000,- van de ondernemers. Hij zal hier na de zomer bij de raad concreet op terugkomen. Tevens is er iets gezegd over de stadskrant door het CDA. Eenieder zal in editie drie gezien hebben dat men hierin een ontwikkeling heeft doorgemaakt. Het CDA vond het nog te veel een collegekrant. Wij hoeven daar nu niet over te discussiëren, maar als de raad concrete ideeën of voorbeelden heeft dan verzoekt hij de raad deze bij de afdeling Communicatie neer te leggen. Ook luistert men heel goed naar hetgeen burgers hierover zeggen en zo probeert men die krant steeds meer een product te laten zijn dat in | 53


een brede behoefte voorziet. Het ‘Idolsnummer één’ heeft men in ieder geval inmiddels al verlaten. Hij verzoekt de raad dus nogmaals om concrete suggesties bij de afdeling Communicatie neer te leggen. Door de VVD is Op Maat genoemd en zij hebben daar ook enige tijd geleden een brief over geschreven. Om misverstanden te voorkomen wijst hij erop dat het niet zo is dat wij onderaan staan als hij kijkt naar het bedrag dat wij als gemeente aan Op Maat qua werk uitbesteden. Dit is wel relatief gezien, maar niet absoluut. Het college heeft hier al meerdere keren over gesproken en men wil inderdaad kijken of er meer met Op Maat gedaan kan worden. Hiervoor zijn inmiddels ook al wat redenen, want het gaat wat moeilijker in de markt en dat geldt ook voor Op Maat. De brief van de VVD zal binnenkort beantwoord worden. Wellicht zou men hier in de commissie nader over kunnen spreken. Ook is er in zijn algemeenheid iets over het toerisme gezegd, waarbij de VOCH dit nog even stevig heeft aangezet. Hij ziet het ook als een ondersteuning om op dat punt de komende jaren meer te gaan doen dan men de afgelopen jaren heeft gedaan. Na de vaststelling van de toeristennota is men begonnen met de uitvoeringsmaatregelen. Op dit punt noemt hij ook het Ontwikkelingsbedrijf waar men volop mee bezig is om de economische functie te gaan bundelen op de schaal Noord-Holland Noord. Eén van de onderwerpen die met name daarbij genoemd is, is ook het toerisme omdat dit een ontzettend verbrokkelend beleidsterrein is. Dit begint al bij het feit dat verschillende ministeries zich hiermee bezig houden en als je naar beneden kijkt dan wordt men er helemaal gek van als je ziet hoe dit opgebouwd is. Daar gaat het college zeker mee aan de gang. De heer Stam interrumpeert en geeft aan dat hij een vraag wenst te stellen. Er is een paar maanden geleden ISV-II geld aangevraagd door de gemeente. Waarom is dit geld alleen bestemd voor woningbouw en niet voor economische zaken en toerisme? Wethouder Helling antwoordt dat dit te maken heeft met de voorwaarden die het ISV stelt. Het college heeft in eerste instantie ook een aantal economische projecten voorgesteld, maar deze haalde de toets van de criteria helaas niet. Het is dus niet zo dat het college daar niet naar gekeken heeft. Voorts wenst hij nog iets te zeggen over het marketingplan. Het college gaat daarmee aan de gang. Men heeft ook steeds gezegd dat zodra de nota en een aantal producties klaar zijn - en niet in de laatste plaats de stadsvisie, waarin de eerste conceptrichtingen van de stad worden aangegeven - je het vermarketingsverhaal krijgt. Het college gaat dit oppakken en men heeft ook gezegd dat men dit vooral extern zal doen en de VVD heeft hier middels een amendement nog weer eens extra de aandacht voor gevraagd. Verder merkt hij op dat hij begrijpt dat de suggesties over de slogans erbij horen, maar dat hij niet hoopt dat er teveel slogans bij de Belastingdienst worden neergelegd, omdat de politieke partijen er straks ook nog wat moeten hebben om de markt mee op te gaan. Het college zal alle suggesties bekijken, maar men zal dit in eerste instantie wel door een professioneel bureau laten oppakken en dan zal hierover ongetwijfeld nader gesproken worden. Verder merkt hij op dat hij het standpunt van de VOCH kent inzake het inkoop- en aanbestedingsbeleid, namelijk alles centraal. Hij weet niet of men op dit moment hierover in discussie moet gaan, want hij denkt namelijk van niet. Hij heeft wel steeds gezegd dat de gemeente geen automobielbedrijf is en dat bedoelt hij niet denigrerend, maar daarmee bedoelt hij wel dat de gemeente een ‘bedrijf’ is met iedereen als klant, met heel veel producten en dat het gewoon niet mogelijk is om al die kennis op een centraal punt neer te leggen. Vandaar dat je zoekt naar het evenwicht tussen wat men decentraal en centraal kan doen. De heer Van der Maat interrumpeert en wijst erop dat hij dit allemaal wel begrijpt, maar wat er nu gebeurt is dat hij in de stukken voor de vergadering van Welzijn en Volksgezondheid van morgenavond ziet dat iedere keer de kosten worden geraamd op een bepaald bedrag. Hij vindt dat dit niet exact is en hij neemt aan dat er dus niet aanbesteed is. Wethouder Helling merkt op dat het erom gaat dat het college de voordelen van beide systeem zo optimaal mogelijk probeert te benutten. De praktijk is wel dat het bij afdelingen die weinig met inkoop te maken hebben relatief veel energie kost als zij zich daarmee dan een keer moeten bezighouden. Het is de bedoeling dat de twee mensen die zich hiermee centraal bezighouden een wat zwaardere rol in dat traject krijgen. Zo probeert men werkende weg de meest optimale situatie te creëren. In de rekening staat hierbij een uitvoerige toelichting en hij sluit het ook niet uit dat men hierover binnenkort in de commissie nog | 54


eens zou moeten praten. Een ander punt dat genoemd is, is de Stoomtram. Hierbij werd door de VOCH gevraagd of er niet bezuinigd zou moeten worden. Ook werd door de VOCH het restauratieproject genoemd. Hij vindt dit nu net een wat ongelukkig voorbeeld, want als het gaat om restauratiegelden dan ziet men dat dit eigenlijk nooit een probleem is. Want hoe werkt dat? Men heeft nu net weer een nieuwe melkwagen gerestaureerd en aan de collectie kunnen toevoegen. Die melkwagen is ooit ontvreemd uit Nederland door de Duitse bezettingsmacht. Men heeft de melkwagen gratis teruggekregen na bemiddeling van met name de Duitse Gezant. Er is een bedrijf van een zuivelproduct op de markt die dat heeft opgepakt en sponsort en verder zitten er vooral uren van vrijwilligers in als het gaat om de feitelijke restauratie. Daar zit het probleem van de Stoomtram dus niet en daar zit ook niet het geld. Een ander punt is natuurlijk wel dat die kolen uit Polen moeten komen. Wij weten allemaal wat er gebeurt in de wereld. De lonen zullen in Polen de komende jaren ongetwijfeld gaan stijgen, dus men kan zich afvragen wat er straks met de prijs van die kolen gebeurt die je nodig hebt om die Stoomtram te laten rijden. Dit zijn de echte problemen en dit zijn problemen die je heel moeilijk in de hand kunt houden. De heer Stam interrumpeert en wijst erop dat er onlangs een stuk in de krant heeft gestaan over een stoomschip dat in Enkhuizen heropgebouwd wordt. De directeur van de Stoomtram in Hoorn is daar één van de directieleden. Is het de bedoeling dat de gemeente Hoorn hier ook aan meebetaalt of wordt dit allemaal bekostigd door de gemeente Enkhuizen? Wethouder Helling antwoordt dat de gemeente Hoorn hier niet aan meebetaalt. Het is wel zo dat de gemeente met iets anders bezig is. Er is een vereniging in Nederland die oude autobussen beheert en een collectie heeft van zo’n 70 autobussen. De gemeente is met deze vereniging in gesprek om te kijken of deze vereniging in de driehoek ingezet kan worden. Met name het laatste stuk - de trein EnkhuizenHoorn cq Enkhuizen verder - voegt eigenlijk niets toe. Het zou fantastisch zijn als je dat gedeelte met historisch materiaal, zoals automobielbussen, kunt gebruiken en dan zou je in theorie de mensen ook op andere plaatsen kunnen gaan afzetten, bijvoorbeeld in de haven van Hoorn. Dit biedt dus wat mogelijkheden. Het college is op dit moment aan het onderzoeken of dit een toegevoegde waarde heeft. Het mag in ieder geval de exploitatie niet verder belasten, dus dit onderdeel moet op zijn minst dus kostenneutraal uitgevoerd worden. De heer Stam wijst erop dat de gemeente Enkhuizen helemaal niet meebetaalt aan de Stoomtram. Wethouder Helling beaamt dit en wijst erop dat hij op dit punt samenwerkt met de gemeente Enkhuizen. Deze gemeente heeft gezegd dat zij hier ook wel brood in ziet, dus daar wil de gemeente Hoorn zeker in participeren. Het is voor hem ook een tactische ‘move’ om Enkhuizen weer wat meer bij het Stoomtramproduct te betrekken. Voorts merkt hij op dat Hoorns Belang heeft gezegd dat zij de winkels op zondag in de zomer open wil hebben. De ervaring met het vaststellen van de koopzondagen is dat hij juist ziet dat de winkeliers dit liever niet hebben, omdat in de zomermaanden een aanzienlijk deel van hun publiek niet in de stad is, omdat men aan het vakantievieren buiten de stad is. Mevrouw Kamphuis interrumpeert en wenst op dit punt iets te verduidelijken. Zij denkt dan vooral aan de toeristen die op zaterdagmiddag vanaf de haven in de stad komen en dan niets meer kunnen kopen. Op zondag kunnen zij het wel schudden en ook zijn er op maandagochtend geen winkels op. Deze toeristen krijgen dan wel een flitsend idee van de stad! Wethouder Helling wijst erop dat hij de vraag van mevrouw Kamphuis wel snapt, want het is ook een heel logische vraag. Alleen weegt die toeristische vraag niet op tegen het belang van de winkelier waarbij een groot deel van de vraag tijdens de zomermaanden wegblijft. Dit probeert hij uit te leggen. Hij ziet vaak dat als er een koopzondag in juli valt er gevraagd wordt of deze niet naar september verschoven kan worden, omdat dit voor de winkeliers veel interessanter is. Men wil overigens volgend jaar wel toegaan naar vaste koopzondagen in de maand, omdat je deze veel beter kunt vermarkten. Bij de horeca ligt dit echter anders, daar zou er wel veel meer flexibiliteit betracht kunnen worden. Ook werd door Hoorns Belang de individuele ondersteuning genoemd - en nu zet hij even zijn pet van Sociale Zaken op - en dat men daarmee toch wat ruimhartiger zou moeten omgaan en dan komt hij ook bij de heer A. van der Meer terecht. Wij hebben een beleid ingezet dat er vanuit is gegaan dat de bezuinigingen opgevangen gaan worden. Dit doet men door het zo te organiseren dat men dat ook kan. | 55


Dit heeft men ook van meet af aan gedaan en dit is ook breed ondersteund. De heer De Boer noemde vanmorgen in zijn introductie ook het armoedebeleid. Daar is het college goed mee aan de gang gegaan. Wat je nu ziet is dat er gemeenten zijn die dat niet wilden of konden. Deze hebben fors bezuinigd en niet in de laatste plaats door de rijksbezuiniging op dat product. Vervolgens zegt het Rijk dat het hier en daar toch wel erg gaat knijpen, laten wij maar weer wat extra geld geven aan de gemeenten om de ergste nood weer op te vangen en vervolgens zie je dat die gemeenten weer wat gaan doen. Naar aanleiding hiervan wordt er dan nu gevraagd waarom de gemeente Hoorn niets doet. Hij zegt dan dat de gemeente Hoorn grosso modo nooit heeft bezuinigd. Als men kijkt naar de benchmark en men Hoorn vergelijkt met andere gemeenten, dan ziet men ook dat de gemeente Hoorn een meer dan gemiddeld voorzieningenniveau heeft. Met de roep van Hoorns Belang en de OuderenUnie voor die belangrijke doelgroep is dan ook niets mis mee, maar de gemeente Hoorn doet al heel veel, maar dit wordt niet altijd zo ervaren omdat men er nooit op bezuinigd heeft. Er zou dus eerst fors bezuinigd moeten worden - maar dat wil men ongetwijfeld ook niet - om dat te laten blijken. Hij geeft hierbij even de nuancering aan hoe het werkt en tot nu toe heeft dit ook brede steun in deze raad gehad. Hij heeft hiermee Blikken Henkie ook even op de juiste plaats neergezet. De OuderenUnie had het ook over laaghangend fruit. Dit gaat men ook letterlijk in Westfriesland plukken. Samen met de Raad voor Werk en Inkomen heeft hij gezegd dat er hier zoveel Polen aan de gang zijn, terwijl er volgens de kaartenbakken zoveel mensen beschikbaar zijn dat dit eigenlijk een onaanvaardbare situatie is. Dit vond de Raad voor Werk en Inkomen ook en men gaat eerdaags starten en informeel is men eigenlijk al gestart - om de mensen die zich bij het CDI melden en de mensen die een uitkering krijgen in de agrarische sector weg te zetten. Hierbij zal geprobeerd worden om deze mensen bij allerlei takken van sport in te zetten en hen van klus naar klus te laten gaan, zodat je in feite een jaarrond systeem creëert dat mensen op allerlei plekken in de agrarische sector terechtkomen. Dit zal een heel zwaar traject zijn, want agrariërs hebben het liefst natuurlijk Polen. Maar men vindt het echt geen goede zaak dat men de sluizen openzet voor Polen terwijl er hier heel veel mensen zijn waar geen werk voor is of die afhankelijk zijn van een uitkering. Het laaghangende fruit zal ook daadwerkelijk geplukt gaan worden. Hij zal na de zomer de commissie over dit project nader informeren. Hij merkt op dat hij hiermee de belangrijkste vragen heeft beantwoord. De voorzitter bedankt wethouder Helling voor zijn betoog en vraagt of er naar aanleiding van zijn beantwoording nog vragen zijn. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin merkt op dat hij wethouder Helling in de gelegenheid wilde stellen om iets te zeggen over het Ontwikkelingsbedrijf en dat hij mede daarom ook een vraag heeft gesteld. Die vraag was of de wethouder het met het CDA eens is dat het eventueel inpassen van de huidige structuur in Westfriesland geen voorwaarde mag zijn voor de start van de maatschappij. Hij heeft het al eens in de wandelgangen met de wethouder erover gehad en misschien dat hij daar nog even op in kan gaan. Wethouder Helling antwoordt dat hij namens Hoorn en alle centrumgemeenten - Alkmaar en Den Helder zitten daar ook in - bij de ontstaansgeschiedenis betrokken is geweest. Waar hij steeds aandacht voor gevraagd heeft is dat men een aantal zaken in die Ontwikkelingsmaatschappij wil schuiven en op zichzelf is dat helemaal geen probleem, maar met name zit er in de Bedrijfsregio - waar hij ook in het bestuur zit een hoeveelheid mensen en dat moet goed geregeld worden. De Provincie heeft tot nu toe min of meer gezegd dat dit goed geregeld moet worden, maar daar nog erg weinig invulling aan gegeven. Men wordt gewoon geconfronteerd met een aantal lastige punten, je hebt bijvoorbeeld mensen die een bepaalde rechtspositie hebben. Ook het feit dat men in Westfriesland altijd al veel aan die Bedrijfsregio heeft meebetaald en Alkmaar, die er later bijgekomen is, veel minder. Dan is de vraag aan de orde wie de desintegratiekosten gaat betalen. Het gevaar is dat als je daar niet snel genoeg mee begint dit aan het einde van het proces ineens de bottleneck wordt of dat daar dan veel herrie over gaat ontstaan. Dit is zijn enige reden dat hij steeds tegen de Provincie heeft gezegd dat men vanuit Hoorn dit initiatief zal ondersteunen, maar hij heeft wel gezegd dat men dit zo snel mogelijk moet oppakken en in beeld moet brengen. Als er namelijk lastige knopen doorgehakt moeten worden dan kan men dat beter zo vroeg mogelijk doen dan om vijf voor twaalf, als de Gedeputeerde wil starten en iedereen een andere kant op gaat rennen. Dit is de enige tegenwerking die hij heeft gegeven, maar hij staat volstrekt achter het gehele proces. Overigens zal hij na de zomervakantie in de commissie hierop nog terugkomen. Er is een intentie gevraagd om te tekenen en daarop heeft het college ‘ja’ gezegd, maar de feitelijke uitwerking zal absoluut nog via de raad plaatsvinden.

| 56


De voorzitter geeft het woord aan wethouder Tonnaer. Wethouder Tonnaer merkt op dat er een discussie heeft plaatsgevonden tussen de heer Wagemaker en mevrouw Kamphuis over wijksteunpunten. Er wordt door Hoorns Belang gezegd dat er wijksteunpunten gerealiseerd moeten worden. De gemeente realiseert geen wijksteunpunten. Er zijn partijen in deze regio, dat zijn Wilgaerde en de Omring, die samen met anderen wijksteunpunten realiseren. Wel wil de gemeente stimuleren dat er wijksteunpunten komen en daar is en blijft men mee bezig. Mevrouw Kamphuis interrumpeert en wijst erop dat zij bedoelt dat de gemeente de regie moet houden. Wethouder Tonnaer wijst erop dat de gemeente stimuleert dat er wijksteunpunten komen, maar dat men deze wijksteunpunten niet realiseert. Overigens is het niet zo dat men maar één wijksteunpunt heeft. Kortgeleden - en hij neemt aan dat de raad daarvoor is uitgenodigd - is er een wijksteunpunt in Westerhaven geopend en in september 2005 zal er een wijksteunpunt in de Grote Waal geopend worden. Als wij niet uitkijken dan duikelt de één over de ander als het gaat om het realiseren van wijksteunpunten. Men is zo enthousiast om dit van de grond te krijgen dat men elkaar misschien ook nog wel kan gaan verdringen. Vandaar dat hij met de twee instellingen heeft afgesproken dat hij binnenkort een voorstel zal doen om af te spreken wie in welk deel van de wijk of buurt een initiatief voor een wijksteunpunt zal nemen, opdat er op dit punt geen energie verspild moet worden. Als het gaat om het voorstel van de VVD voor het instellen van een fonds waarop eigenaren van nietgemeentelijke monumenten een beroep kunnen doen, dan wordt de VVD op haar wenken bediend door het voorstel van het college om het huidige fonds voor gemeentelijke monumenten te verruimen en ook toe te staan voor rijksmonumenten. Ook is het bedrag verruimd om in één keer te geven aan een particulier of een particuliere instelling als het gaat om gemeentelijke monumenten. Hij zou zich kunnen voorstellen dat de VVD haar voorstel intrekt, gelet op dit voorstel van het college. Hij kan zich ook voorstellen dat de VVD haar voorstel ziet als een amendering op het voorstel van het college en dat de VVD het college in het fonds zelfs nog meer ruimte wil geven dan men nu heeft. Men zou volgens het voorstel van de VVD structureel € 50.000,- in het fonds kunnen krijgen en dat vindt hij als wethouder Monumentenzorg natuurlijk prachtig. Dan kan hij twee dingen doen. Of de termijn waarop het fonds van toepassing is wordt in mei verlengd omdat het budget groter wordt, of hij kan per aanvraag meer toezeggen. Morgenavond vindt er in de commissie Welzijn en Volksgezondheid een discussie plaats over het restauratiefonds en de verruiming daarvan - er komt dus geen nieuw fonds, maar de regels worden gewijzigd - waarbij het voorstel van de VVD ook nog besproken kan worden. De heer Van Hilten interrumpeert en wenst hier gelijk even een reactie op te geven. De VVD zou graag zien dat het voorstel van de VVD aansluit op het voorstel van het college en dat de termijn verlengd wordt. De VVD merkt gewoon dat er zoveel nood is onder het monumentengebeuren, dat de VVD vanuit de vrije beleidsruimte het college meer armslag zou willen geven. De gedachte van de VVD gaat hierbij dan uit naar het verlengen van de termijn. Hij kan zich ook voorstellen dat de wethouder dit morgen verder in de commissie Welzijn en Volksgezondheid wil bespreken. De raad moet echter vandaag wel haar akkoord geven bij de behandeling van de PNA’s, want dan kan het direct daarop aansluiten. Wethouder Tonnaer merkt op dat hij er alleen maar heel erg blij mee kan zijn als de VVD het fonds wil verruimen. Ten aanzien van het voorstel van GroenLinks over de nachtopvang voor daken thuislozen zou hij van de raad willen weten op welke wijze hij zich moet voorbereiden op dit voorstel. Hij merkt dat men het met elkaar eens is als het gaat om de noodzaak dat er iets moet gebeuren. Dit vindt GroenLinks, dat vinden de meeste raadsfracties en dat vindt hij ook. Als het gaat om de wijze waarop het voorstel uitgewerkt moet worden en hoe men zich zo’n voorziening moet voorstellen, dan lopen de meningen uiteen. GroenLinks wil een fysieke ruimte in Hoorn die permanent voor daken thuislozen geschikt wordt gemaakt en het college stelt zich voor - ook gelet op de hoeveelheid daken thuislozen in Hoorn - dat wij voorlopig toekunnen met een winterterras die wij elders kunnen gaan krijgen. Hij zou van de raad willen weten welke kant hij op moet als het gaat om de uitwerking van dit voorstel. De heer Kukler interrumpeert en geeft aan dat hij hierop een aanvulling wenst te geven. Aan de ene kant ontstemt het hem dat dit de stand van zaken is van het college. Aan de andere kant is het wellicht een goede start, want beter op voorhand gecorrigeerd dan aan het eind alles overhoop gehaald. Het valt GroenLinks op dat over de aantallen daken thuislozen tussen het college en GroenLinks een numeriek verschil bestaat. In een vooronderzoek naar een oplossing omtrent de daken thuislozenproblematiek | 57


heeft GroenLinks zich beperkt tot een drietal zorgaanbieders. Een zorgaanbieder op het gebied van de verslaving, de chronische psychiatrische patiënten en mensen met een verstandelijke handicap met een IQ tussen 50 en 80. Al deze drie zorgaanbieders komen met een numeriek aantal in Hoorn tussen de vijf en acht. Als men uitgaat van vijf dan heeft men het over vijftien bedden die men wellicht structurureel kan vullen. De complicatie hierbij is dat niet al deze drie zorgaanbieders het zien zitten om naast hun eigen patiënten of cliënten een cliënt van de andere zorgaanbieder neer te leggen. GroenLinks had verwacht dat het college ook tot deze conclusie was gekomen. GroenLinks is ook in overleg geweest met de directeur van het DNO en deze directeur gaf aan dat het aantal bedden in de regio, want zij kwam niet verder dan het aantal bedden in de regio, wellicht twintig zou zijn. Het verbaast hem derhalve dat er zo’n enorm groot verschil bestaat tussen de bedden die GroenLinks nodig acht en de bedden die het college nodig acht. Hij stelt daarom voor om zo snel mogelijk de discussie, wat de nut en noodzaak is in Hoorn, opnieuw te voeren in de commissie. Dit scheelt vandaag waarschijnlijk veel tijd en het komt de slagvaardigheid van het uitwerken van het initiatief ten goede. Wethouder Tonnaer merkt op dat het college er geen voorstander is om het initiatief en de uitwerking daarvan, zoals door GroenLinks wordt voorgesteld, uit te voeren. Als GroenLinks een discussie wil dan kan dat natuurlijk, men kan dat zelf bepalen. De heer Kukler interrumpeert en wijst erop dat volgens hem het college op dit moment helemaal niets doet, want het college vraagt aan de raad wat zij nu eigenlijk wil. Wethouder Tonnaer wijst erop dat hij gesprekken heeft gevoerd met instellingen die hier echt heel veel verstand van hebben en dan heeft hij het niet over instellingen voor verslavingszorg. Dit is een totaal andere problematiek, omdat men het hier heeft over daken thuislozen in de klassieke zin van de betekenis en geen verslavingsproblematiek en andere zaken. Dat is niet de doelgroep waar hij het over heeft, want daar zijn andere instellingen voor. De voorzitter wil even proberen te helpen. Het voorstel van de heer Kukler is om in ieder geval in de commissie hier verder over te spreken in de diepte. Hij denkt dat dit beslist geen kwaad kan, ook in het kader dat het vandaag weer tijd scheelt. Hij denkt wel dat het goed is als de raad een uitspraak zou doet voorsorterend in het kader van de vrije beleidsruimte - over dit onderwerp. Wethouder Tonnaer merkt op dat als het hier niet lukt om daarover te praten omdat het te detaillistisch wordt, hij zich kan voorstellen dat dit in de commissie Welzijn en Volksgezondheid gebeurt. Hij wil echter wel binnenkort weten wat de politiek van hem verwacht en hoe hij iets gaat uitwerken. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker meldt dat de PvdA volstrekt duidelijk is geweest in haar mening hierover. De PvdA vindt het gewoon een goede zaak dat er meer gebeurt dan nu, maar constateert dat er ook een uitgesproken behoefte is aan een verdiepingsslag. Deze verdiepingsslag heeft niet alleen betrekking op de inhoud, maar ook op de kosten. Hij denkt dat men dit soort zaken op dit moment dan ook niet kan bepalen. Voor wat de PvdA betreft is nu de discussie afgesloten en gaat men hier zo spoedig mogelijk in de commissie verder over spreken. De heer Kukler meldt dat hij de opmerking van de wethouder niet kan plaatsen dat een klassieke daken thuisloze niets te maken heeft met een verslavingsachtergrond. Dit verbaast hem en nu doet hij waarschijnlijk niet de pet op van raadslid, maar wellicht van deskundige op een ander vlak. Het merendeel van de daken thuisloosheid komt voort uit een andere problematiek en die valt negen van de tien keer wel onder een verstandelijke handicap, een psychiatrische- en verslavingsproblematiek en in sommige gevallen onder alle drie deze groepen. Wethouder Tonnaer wijst erop dat mensen met een verslavingsproblematiek thuishoren in instellingen voor verslavingsproblematiek en dat is iets anders dan hier bezig zijn met de klassieke daken thuislozen. De voorzitter interrumpeert en wil even vaststellen wat men nu met dit onderwerp met elkaar heeft gezegd. Dat is dat wij hier meer in moeten doen dan dat wat wij op dit moment doen. Hoeveel meer, wat meer, waarom en hoeveel dat kost zal nog in de commissie nader besproken worden. Dit betekent dat wij vandaag ook bij de vrije beleidsruimte dit onderwerp dan laten rusten. Er wordt dus niet voorgesorteerd, | 58


niet afgeslagen, maar er wordt geparkeerd. Wethouder Tonnaer continueert zijn betoog en wenst in te gaan op het jeugd- en jongerenwerk. Er heeft onlangs een belangwekkende bijeenkomst plaatsgevonden georganiseerd door het CDA en GroenLinks. Een conferentie waarin het ging over jeugdzorg en jeugd- en jongerenwerk. Die conferentie heeft hem de bevestiging opgeleverd hoe moeilijk de jeugdzorg en het jeugd- en jongerenwerk is. De conclusie was ook dat de gehele wereld van projecten allemaal aan elkaar hangt. Het is een opeenstapeling van projecten met allemaal een einddatum en dan is vervolgens de vraag wat men dan doet als een project eindigt. In sommige gevallen heeft een project zijn eindigheid omdat het werk gedaan is en men daarmee kan zeggen dat het project terecht naar de einddatum is gekomen. In sommige gevallen weet de instelling het project te implementeren in haar gewone werk en de budgetten die zij heeft en in andere gevallen houdt het op en vindt men toch dat het werk dat gedaan wordt in dat project gecontinueerd moet worden. Daar zit dus de moeilijkheid, want wat doe je in zo’n geval? Hij denkt dat er dan gezocht moet worden naar financiële middelen om het project te continueren. Dit is een inspanning die hij altijd wil leveren en er worden zo nu en dan ook inspanningen geleverd en financiële fondsen bedacht om in het belang van dat project de zaken voort te zetten. Dit was al voor de conferentie en dat zal ook na de conferentie zo zijn. Ook zal er morgen, naar aanleiding van de kinderopvang en de budgetten die daarbij overblijven, een discussie plaatsvinden. Binnenkort zal er een discussie plaatsvinden over de verlenging van de brede school in de Grote Waal. Misschien dat er daar wat financiële ruimte is om zaken zoals het jeugd- en jongerenwerk in de Grote Waal voort te zetten vanuit de potten van de brede school. Ten aanzien van de realisatie van het jeugdgebouw in Blokker merkt hij op dat men een aantal maanden geleden hierover in de raad heeft afgesproken dat er gezocht zou worden naar een andere locatie. De raad vond De Bussel niet de geschikte locatie en men heeft De IJsselweg voorgesteld. De raad heeft het college de opdracht gegeven te onderzoeken of de locatie IJsselweg een begaanbare weg is. Hij heeft de raad toen beloofd om dat te gaan uitzoeken en vóór de zomervakantie met een resultaat van dit onderzoek te komen. Dit gaat echter allemaal wat moeilijk, omdat het allemaal niet zo simpel is. Het college zit met capaciteitsproblemen en hij zal meteen na de zomervakantie de raad vertellen wat zijn oriëntatie op dit punt is geweest. De heer Broersma interrumpeert en neemt aan dat de wethouder in de commissievergadering van morgenavond terug zal komen op het Prima-jongerenproject. Wethouder Tonnaer merkt op dat de PvdA hier vragen over heeft gesteld en hem heeft gevraagd hierop te reageren in de commissie Welzijn en Volksgezondheid. Hij zal daar dus morgenavond op terugkomen. Vervolgens wenst hij in te gaan op de uitbreiding van het buurtmoederproject. Hij kan zich voorstellen dat de PvdA dit voorstel doet omdat het niet reëel is van Stichting Netwerk te verwachten dat zij dit binnen hun eigen budgetten oplossen. Er zijn budgetafspraken gemaakt met Stichting Netwerk waar zij een aantal zaken voor doen. Als je hen extra taken geeft dan moet je daarvoor ook betalen, dat is onvermijdelijk. Ten aanzien van de aanleg van een steiger bij de schouwburg merkt hij op dat toen de schouwburg werd gebouwd, de eerste plannen werden bedacht en de eerste tekeningen werden gemaakt, er ook rekening gehouden is met de aanleg van een steiger. Dit zou een bescheiden steiger worden. Eerst ging het nog iets verder en zouden daar ook schepen in het kader van de bruine vloot kunnen aanmeren. Toen constateerde men dat dit heel moeilijk zou zijn en de pret van korte duur, omdat het gebied daar heel snel dichtslibt. Vervolgens heeft men geconcludeerd dat het niet wenselijk zou zijn om daar om het jaar te moeten baggeren. Ook weet hij niet of het zo verstandig is om zo’n ontwikkeling te hebben dat er boten kunnen aanleggen. Het is wel leuk als daar kleine bootjes zouden kunnen aanmeren. De steiger is toen al heel snel vervallen in het kader van de bezuinigingen. Het moest allemaal wat minder met de bouw van de schouwburg en daarbij is de steiger gesneuveld. Hij vindt het nog steeds een hele leuke gedachte om daar een steiger te realiseren en dat geldt natuurlijk ook voor de Beheerscommissie van de schouwburg die de gebruiker is. Deze commissie vindt het uitermate aardig en plezierig om daar een steiger te hebben. Het CDA heeft een opmerking gemaakt over de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Dit hebben andere fracties ook gedaan. Het CDA stelt de vraag of de Wet Maatschappelijke Ondersteuning niet nadrukkelijker in de begroting moet worden opgenomen. Hij wijst erop dat het niet lukt om dat nog nadrukkelijker te doen, omdat men nog niet weet wat precies in de uitvoering op ons afkomt. Men heeft daar wel een idee van. De wetgeving is nog niet vastgesteld door de Kamer en hij weet ook nog niet | 59


precies hoeveel geld van het Rijk naar ons toe zal komen voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Men is dus nog een beetje in het ongewisse wat betreft de financiële consequenties bij de in- en uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Wel is men heel druk om een en ander voor te bereiden zodat er meteen - en dit zal waarschijnlijk 1 juli 2006 zijn - van start gegaan kan worden met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Men wil dan in ieder geval een aantal zaken geregeld hebben, waaronder de aanbesteding van de huishoudelijke verzorging en de loketfunctie. In de loop van de jaren die daarop volgen zal men iedere keer nieuwe zaken introduceren in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De VVD geeft aan dat het zo stil is geworden rondom het schrijven van de nota Kunst en Cultuur. Ook vond hij het wel grappig dat de VOCH aangaf dat er in verhouding veel geld wordt uitgegeven aan kunst en cultuur. Dit probeert hij al jaren te beweren. Hij is er heel blij mee dat hieraan in verhouding veel geld wordt besteed, want anderen vinden dat dit wel meer zou kunnen. Hij denkt dat het heel aardig gaat en hoe dat er in de toekomst gaat uitzien en hoeveel geld er dan aan kunst en cultuur zal worden uitgegeven dient mede bepaald te worden door het vaststellen van de nota Kunst en Cultuur, waarvoor de raad het college de opdracht heeft gegeven om deze te maken. Als het gaat om de wijze waarop deze nota tot stand komt dan zal dit gedaan worden met de wereld van de kunst en cultuur zelf. Het college heeft hierover ook al heel veel gesprekken gehad met diverse sectoren uit de kunst en cultuur. Er is ook een klankbordgroep die meehelpt om deze nota te schrijven. Dit product kan vergeleken worden met de Ouderennota en de Lokale Gezondheidsnota die tot stand zijn gekomen met de wereld waarvoor deze nota’s geschreven zijn. De heer Van Ossenbruggen interrumpeert en vraagt of de wethouder een prognose kan geven wanneer de nota Kunst en Cultuur gereed is. Is het nog steeds het streven dat deze nota eind van het jaar in concept aan de raad zal worden aangeboden? Wethouder Tonnaer antwoordt hierop bevestigend. Vervolgens geeft hij aan dat er opmerkingen zijn gemaakt over privatisering van het Westfries Museum. Binnenkort zullen hierover gesprekken gevoerd gaan worden. Het college heeft een jaar geleden in de commissie Welzijn en Volksgezondheid de raad de vraag voorgelegd of men het bespreekbaar vond om een aantal zaken in de toekomst te gaan privatiseren. Ook heeft men gevraagd of de raad het de moeite waard vond om zich in deze richting te gaan oriënteren. De raad heeft toen gezegd dat het college zich in die richting kon gaan oriënteren. Dit gold voor de schouwburg, het Westfries Museum, het Bestuur Openbaar Basisonderwijs en het Bestuur Voortgezet Openbaar Onderwijs. Wat het laatste betreft hebben de nodige gesprekken al plaatsgevonden en deze gesprekken zullen ook blijven plaatsvinden. Ten aanzien van de opmerking van de VOCH inzake de Blauwe Schuit merkt hij op dat hij het waagt te betwijfelen of de Blauwe Schuit in financiële zin vet op het bot zal krijgen. In ieder geval heeft men de laatste jaren een aantal zaken gedaan, waardoor het leven van de Blauwe Schuit in financieel opzicht wat eenvoudiger wordt gemaakt. Hierbij kan gedacht worden aan de overname van de locatie waar de Blauwe Schuit nu gevestigd is. Hij kan zich toch voorstellen dat als het om de financiën gaat, de Blauwe Schuit toch een zorgpunt blijft. Hij kan zeggen dat het college daarop blijft letten en in gesprek blijft met de Blauwe Schuit en dat hij niet uitsluit dat hierover wellicht in de commissie Welzijn en Volksgezondheid weer gesproken moet gaan worden. Dit is echter een veronderstelling. De heer Van Ossenbruggen interrumpeert en vraagt of het MaDiVo overleg dat heeft plaatsgevonden nog wat heeft opgeleverd ten aanzien van de Blauwe Schuit. Hierbij is namelijk een dringend beroep gedaan op de andere gemeenten. Wethouder Tonnaer antwoordt dat er door alle dertien gemeenten in Westfriesland is afgesproken dat er een werkgroep opgesteld zou gaan worden en dat die werkgroep zich zou gaan buigen over de subsidiëring van de Blauwe Schuit. Hierbij zal gestreefd worden naar uniformiteit en misschien ook naar een andere subsidietechniek ten opzichte van de huidige techniek die op dit moment in de richting van de Blauwe Schuit gehanteerd wordt. Daarover heeft nog geen vergadering plaatsgevonden. Deze vergadering moet nog plaatsvinden en dan zal men kijken of dit tot een verbetering leidt van de subsidiëring. Een pijnpunt is en blijft natuurlijk dat een aantal gemeenten nog niet zolang geleden heeft gezegd dat zij geen subsidie geven aan de Blauwe Schuit vanwege subsidiebezuinigingen. De voorzitter merkt op dat hij een beetje naar de uitgang zoekt van deze discussie. | 60


De heer Van der Maat merkt op dat hij nog een korte opmerking heeft. Hij wijst erop dat het negatief eigen vermogen van de Blauwe Schuit op dit moment aanzienlijk is en dat het daarmee voor hen moeilijk werken is. Wethouder Tonnaer merkt op dat hij al heeft aangegeven dat het allemaal niet makkelijk is en dat deze instelling geen vet op het bot heeft. Hij blijft daarover in gesprek met de Blauwe Schuit en hij zal de raad als het nodig is benaderen met voorstellen of anderszins in de commissie Welzijn en Volksgezondheid. De voorzitter geeft het woord aan de heer A. van der Meer van de OuderenUnie. De heer A. van der Meer wenst nog een vraag aan de wethouder te stellen. Waarom staat de nota Ouderenbeleid niet in de voorjaarsnota en waarom is hier geen aandacht aan besteed? Wethouder Tonnaer antwoordt dat de Ouderennota natuurlijk geen nota is waar men op één moment in het jaar aandacht voor heeft. Het college heeft daar voortdurend aandacht voor. Er is een trits aan activiteiten die moet plaatsvinden vanwege de vaststelling van de nota Ouderenbeleid. Met een aantal zaken stimuleert men anderen en dat kost geen geld. Hierbij kan gedacht worden aan de wijksteunpunten. Andere zaken kosten wel geld en daarvoor zal het college met voorstellen naar de raad komen als deze nodig zijn en geld kosten. Als het bijvoorbeeld gaat om het bouwen voor ouderen, dan zal het college voorstellen doen in het kader van de ruimtelijke ordening. Het is niet zo dat de Ouderennota een bedrag verdient, omdat het zo is dat een aantal zaken ten gevolge van die nota uitgewerkt moet worden en het college komt daarvoor, op het moment dat dit nodig is, met voorstellen. Voorts geeft wethouder Tonnaer aan dat het CDA nog een vraag heeft gesteld over noodlokalen en semipermanente bouw in de Kersenboogerd en de Bangert/Oosterpolder. Eigenlijk blijft het, hoe vervelend dat ook is, een slag om achterstanden weg te werken als het gaat om het onderwijs in de Kersenboogerd. Als er aan hem gevraagd wordt waar de problemen ontstaan zijn, dan zijn deze ontstaan bij de bouw van de Kersenboogerd. Toen is er te weinig rekening gehouden met reservegebieden, in de zin van de ruimtelijke ordening, om semi-permanente gebouwen neer te zetten. Er is uitgegaan van een bevolkingsopbouw die later niet bleek te kloppen. Dan is er een verdichting gekomen in de bouw in de Kersenboogerd die ook nog eens de bevolkingsprognoses heeft doen veranderen en tenslotte, wat ons ook op een achterstand heeft gezet, was er een verandering van de groepsgrootte van de lokalen. Deze moest verkleind worden en dit heeft betekend dat er meer lokalen noodzakelijk waren. Het college probeert - en daar is hij toch wel vanaf eind 2003 mee bezig - om toch die achterstand in te lopen. Men had eind 2003 de opvatting dat er nog twaalf lokalen bij moesten komen en men is nu met de laatste vier lokalen bezig. Er zullen vier lokalen bij de Duiventil en vier lokalen bij de Dynamis gerealiseerd worden en heel binnenkort zal er een voorstel aan de raad worden voorgelegd om de twee lokalen die een zeer onaangename lucht produceren op termijn te vervangen. Hij sluit niet uit dat men er dan nog niet is en dat men misschien weer moet inspelen op nieuwe ontwikkelingen en dat er op korte termijn nog meer lokalen noodzakelijk zijn. Hij kan in ieder geval wel zeggen dat het college iets geleerd heeft van de ervaringen in de Kersenboogerd. Zeker voor de bouw in Bangert/Oosterpolder hebben wij nu veel meer gebieden waar er lokalen neergezet kunnen worden. Ook houdt men daar meteen rekening met een capaciteit van 2 keer 16 lokalen in de permanente sfeer. De voorzitter geeft het woord aan de heer De Boer van GroenLinks. De heer De Boer wenst nog in het kort iets te zeggen over het jeugdbeleid. Het is niet zozeer dat men niet genoeg doet, maar het is meer dat het projectmatige het probleem is. Een project houdt op en men moet weer wat anders bedenken. Daarom heeft men ook commissiebreed verzocht om die regelingen eens op een rijtje te zetten waarbij dat speelt, hoeveel geld daarmee gemoeid is en welke keuzes er dan gemaakt kunnen worden. Dit verzoek heeft men gedaan in de commissievergadering van maart en toen heeft men ook besloten om namens de commissie een themabijeenkomst te organiseren en een werkbezoek te plannen na het zomerreces. Zijn vraag is wanneer hij dit kan verwachten. Wethouder Tonnaer weet niet of hij dat nog kan doen, want dat is een heidens karwei. Bij de Primajongeren-projecten moet er bijvoorbeeld gedacht worden aan enkele miljoenen die dat aan geld heeft opgeleverd vanuit het Rijk, dat aan de gemeente is toebedeeld om dat vervolgens in projecten uit te zetten. Wij moeten ons ook nog tegenover het Rijk gaan verantwoorden voor al het geld dat men besteed | 61


heeft en ten aanzien van de projecten die men gefinancierd heeft. Het gaat dus om tientallen projecten. Dit geldt voor de GOA-projecten en de Prima-projecten en misschien komt hij in totaal wel op zestig projecten uit, waarvan misschien een derde dringend verlengd moet worden. Hij is meer geneigd om zich bestuurlijk in te zetten voor de verlenging van een aantal projecten dan in kaart te brengen wat er nu verlengd moet worden. De voorzitter meldt dat wethouder Helling heeft aangegeven dat hij ook nog iets wilde zeggen over de ingediende moties en amendementen. Wethouder Helling merkt op dat dit op zich kort kan. Hij wil de raad toch even het gevoelen van het college meegeven als het gaat om amendement B en C en motie 2 van de VVD. Het college zou amendement B - inzake het hotel - toch willen ontraden. Niet zozeer omdat het college daar inhoudelijk niet achter staat, maar omdat men in deze bestuursperiode nog maar negen maanden te gaan heeft. Het onderzoek naar de planologische ontwikkelingen en het vermarkten zal vooral een druk leggen op de afdeling Stadsontwikkeling. Daar gaat hij niet primair over, maar zijn collega Hansen heeft aangegeven dat het op die afdeling verschrikkelijk druk is voor de komende periode en dat hij het eigenlijk niet ziet zitten om dat er nog tussen te wringen. Wel ziet het college in het kader van de ontwikkeling van de Vale Hen nadrukkelijke mogelijkheden. Men zal dit aspect dus wel oppakken vanuit het idee om de Vale Hen in de markt te zetten. Dit amendement gaat in feite verder. In feite is het net zoals bij de inbreilocaties dat je gaat kijken waar het allemaal kan, dit gaat uitzoeken en vervolgens ga je daar actief de markt mee op. Dit vergt gewoon wel wat meer tijd van met name de afdeling Stadsontwikkeling. Zijn voorstel zou zijn om dit amendement nu niet zo aan te nemen, maar bijvoorbeeld wel in het uitvoeringsplan 2006 van de toeristennota actief te benoemen en daar vanaf bijvoorbeeld 2006 invulling aan te geven. Amendement C, inzake de drijvendeen winterterrassen, is wat hem betreft overbodig. Hij snapt overigens wel waarom de VVD dit amendement indient; omdat er ‘drijvende terrassen’ staat. Het woordje ‘drijvend’ is blijven staan. Als daar ‘terrassen’ had gestaan dat was hierover geen commotie ontstaan. Begin dit jaar is er een motie aangenomen en deze motie zal ook gewoon uitgevoerd worden. Het onderdeel drijvend terras heeft men gedaan en dit terras zal morgen in de exploitatie gaan. Het punt van de winterterrassen zal overigens wel wat langer duren dan de datum van 30 september die genoemd is, omdat hierbij ook nadrukkelijk de medewerking van de horeca noodzakelijk is. Bij de drijvende terrassen was het vooral een gemeentelijk verhaal, maar aan de winterterrassen zal vooral de horeca iets moeten doen. Gezien het feit dat hieraan dus gewoon uitvoering zal worden gegeven denkt hij dat wat het college betreft dit amendement overbodig is. Ten aanzien van motie 2, inzake de ESF-gelden, merkt hij op dat hierover al een aantal keren in de commissie Mens en Bedrijf is gesproken. Het duurt helaas wat langer dan gedacht, maar het college zal na de zomervakantie met een voorstel komen over met name de reïntegratiemiddelen en de door- en uitstroompool. Hoewel dat laatste veel ingewikkelder ligt en waarschijnlijk niet lukt. Het college wil voor de reïntegratie in ieder geval met ESF gaan werken. Verder wil hij ook graag nog melden dat hij - in het kader van de wethouder die bijklust - betrokken is bij de Stichting Poortwachter die op de Westfriese schaal - en eigenlijk nu al verder dan de Westfriese schaal - samen met het bedrijfsleven met name de reïntegratie oppakt vanuit het zicht van het bedrijf. Hierbij wordt ook al met ESF gewerkt en dat is een doorslaand succes. Hij wil de raad daar in een commissievergadering best wel eens wat meer over vertellen. Het college doet op dit punt dus al veel. In de motie wordt gevraagd om dat allemaal nog eens even in kaart te brengen. Hij heeft daar geen problemen mee, want hij werkt hier al aan en het college zal met een voorstel komen. Wat hem betreft hoeft de motie dan ook niet expliciet aangenomen te worden. De voorzitter geeft vervolgens het woord aan wethouder Tonnaer om zijn mening te geven over een drietal amendementen. Wethouder Tonnaer wenst nog even in te gaan op de amendementen van GroenLinks die gaan over de bestuursprioriteit integratiebeleid, jeugdbeleid en de voorziening voor daken thuislozen. Dit is een amendering op de bestuursprioriteiten van het college. Het college heeft voor zichzelf bestuursprioriteiten benoemd waar zij zich de resterende zeven maanden volledig op wil storten met alle bestuurlijke overgave die zij heeft om zich in te zetten. Dit is ook ingegeven door de ambtelijke capaciteit. Het college kan niet overvragen, ook zij heeft haar beperkingen. Het college wil zich nog volop bezig gaan houden met de prioriteiten die hier staan en het past niet om nog zaken aan dit rijtje toe te voegen, omdat dit dan ten koste zou gaan van andere prioriteiten. Bovendien suggereert het ook nog alsof het college niet bezig | 62


zou zijn met het integratie- of jeugdbeleid of met daken thuislozen. Er is al afgesproken dat er nog nader gesproken zou worden over de daken thuislozen, maar hij kan verzekeren dat het integratie- en jeugdbeleid al jaren de aandacht van het college heeft en dat dit ook zo zal blijven. De heer Bakker interrumpeert en meldt dat hij nog een vraag aan de wethouder wil stellen, hetgeen hij overigens ook al in de commissie Bestuur en Middelen heeft gedaan. Er staat wel bestuursprioriteiten, maar volgens hem is de voorjaarsnota een stuk van de raad en het zijn dan de raadsprioriteiten die door het college worden overgenomen, als zij daar tenminste mee akkoord gaat. De voorzitter merkt op dat men als college uitvoerig heeft nagedacht - twee dagen met het managementteam - welke zaken het college nu echt nodig vindt om met prioriteit binnen deze bestuursperiode af te ronden. Natuurlijk kan de raad daarin toevoegen of schrappen, want daar gaat de raad inderdaad over. Dit betekent dan ook weer een hele aanpassing van de werkplannen op dat gebied. Dit is waar dit college in deze bestuursperiode nadrukkelijk voor gaat. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van Hilten van de VVD. De heer Van Hilten meldt - voor de schorsing om in fractieberaad te gaan - dat de VVD tevreden is over de beantwoording van de wethouder. Naar aanleiding van de toezeggingen die gedaan zijn door wethouder Hansen trekt de VVD motie 1 en amendement A in. Ook trekt de VVD naar aanleiding van de toezeggingen die door wethouder Helling zijn gedaan amendement B, amendement C en motie 2 in. De voorzitter merkt op dat nu nog de beantwoording van de burgemeester als portefeuillehouder openbare orde en veiligheid resteert. Hij kan daar rustig zes à zeven minuten aan besteden. Hij heeft echter geen zaken gehoord die zo prangend zijn dat hij daar nu echt op in zou moeten gaan. Hij wil slechts van deze plaats kwijt dat de wijzertjes van de objectieve veiligheid, de subjectieve veiligheid en ook de klanttevredenheid bij de politie de goede kant op gaan wijzen. De beweging gaat de goede op ondanks publicaties in het Algemeen Dagland, Elsevier en andere publicaties die weer een genuanceerd beeld laten zien. Wij worden met veel lijstjes bekogeld, maar onze lijstjes bewegen de goede kant op en die moeten wij ook maar de goede kant op houden. Hij zou graag iets meer inhoudelijk willen vertellen in de commissie Bestuur en Middelen over de inkoop en indien mogelijk inzet van politie, de bestuurlijke boete die eraan komt, koffieshops en eventueel nog Heddes. Hij nodigt de raad nadrukkelijk op verzoek van het preventieteam van de bewoners in de Grote Waal uit om eens een keer een avondje mee te lopen, maar hij begrijpt dat dit er voor de kleine fracties weer een taak bij is. Hij zou het hierbij willen laten en vraagt of er hierover toch nog prangende vragen zijn. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin merkt op dat het CDA, en nu ook weer, voorgesteld heeft om het verkrijgen van het Nederlanderschap meer aan te kleden. Minister Verdonk dreigt dit nu zelfs wettelijk voor te schrijven. Vervolgens vraagt hij of hier niet in een tussenvorm in voorzien kan worden, opdat wij niet te afhankelijk van zo’n wet zijn. De voorzitter zegt toe dat hij hierover in het college zal spreken. Het is goed dat de heer Van der Tuin hem hieraan herinnert. Misschien is het moment van de voorjaarsnota niet het meest geschikte moment om daar dan verder over te spreken, maar het is goed dat de heer Van der Tuin hem hieraan herinnert. De voorzitter wil voordat men de schorsing ingaat - als deze tenminste nog gewenst is - toch even een doorkijkje geven hoe hij na de schorsing verder zou willen gaan. Wij hebben een aantal beslispunten naar aanleiding van de voorjaarsnota en die staan keurig opgenoemd. Hij wil alle amendementen en moties die er nog over zijn, maar hij is het overzicht daarvan een beetje kwijt, eerst behandelen. Daarna zou hij de € 100.000,- vrije beleidsruimte willen behandelen en daarbij zou hij willen voorstellen om de voorstellen op de kruisjeslijst waar een duidelijke meerderheid tegen is en de voorstellen waar een duidelijke meerderheid voor is niet meer te behandelen. Ook wil hij al die punten niet meer behandelen waarvan men gezegd heeft dat men die vandaag niet meer wil bespreken, zoals de voorziening voor de daken thuislozen. Dan blijft er een relatief bescheiden aantal discussiepunten over en die punten kunnen dan stuk voor stuk behandeld worden. Hij vraagt of dit een manier van werken is. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Bakker van GroenLinks. De heer Bakker geeft aan dat hij het nog even over de amendementen wil hebben die door GroenLinks zijn ingediend en dat hij goed geluisterd heeft naar de antwoorden van het college. Het zijn overigens ook | 63


punten die de door raad zelf zijn toegezegd dat ze in de commissie behandeld gaan worden. Als het college deze punten niet als prioriteit oppakt, dan doet de raad dit op bepaalde onderdelen wel en hij ziet dan wel wat ervan komt. GroenLinks trekt daarom haar ingediende amendementen in. De voorzitter concludeert dat er hiermee dan geen amendementen en moties meer voorliggen. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker vraagt of hij het goed begrijpt dat wij nu een aangepaste lijst zullen krijgen. De voorzitter antwoordt dat dit niet het geval is. De heer Wagemaker vraagt of hiermee dan misverstand kan ontstaan welke voorstellen er dan nog overblijven. De voorzitter antwoordt hierop ontkennend. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Hij zou als eerste de Prioriteitenlijst nieuw beleid 2006 willen behandelen. Hij zou aan de griffier willen vragen of zij even duidelijk kan aangeven welke voorstellen het voor 2006 niet halen, welke voorstellen het in 2006 wel halen, welke voorstellen naar de commissie gaan en over welke voorstellen er vandaag nog gesproken gaat worden. De griffier noemt de voorstellen waar een duidelijke meerderheid tegen is: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 23. 24. 25. 26. 27.

Armoedebestrijding. Een uitkering ineens voor minima, mensen met een AOW of een klein pensioen. Vrijstelling van belasting met meer intervallen, gerelateerd aan inkomen en dan gedeeltelijke/percentuele vrijstelling. Uitbreiding Vangnet (huursubsidie) door middel van intervallen volgens het soortgelijke voorstel onder 2. Realisatie van een muziektent annex toiletvoorziening (MUZTO) in de omgeving van de haven. Extra brandbeveiliging door middel van rookmelders aanbrengen, in woningen die tot op heden voorzien zijn van minimale veiligheidseisen. Realisatie Wijksteunpunt plus bij de Wagens of anders op een plek waar in de toekomst eventueel een nieuw woonzorgcentrum gebouwd zal worden. Het opknappen van de Grote Waal (naast de fase 1 en 3) ook in de omgeving Boogschutter/Waterman. Elektronische plattegronden. Vervangen van borden aan de gemeentegrenzen door elektronische informatiezuilen. Een GPS-systeem voor de brandweer. Dit systeem kan in overleg met de politie en ambulances voor deze instanties op bijvoorbeeld fifty/fiftybasis worden aangeschaft. Reservering vrije ruimte voor toekomstige infrastructurele werken. Instellen van een jaarlijkse prijs voor het bevorderen van sociale cohesie. Ontwikkeling wandelpromenade van de Parkschouwburg via de Westerdijk naar het Visserseiland. Historische borden in de stad. Ouderen vertrouwd maken met internet.

De heer Wagemaker interrumpeert en wijst erop dat er met betrekking tot het voorstel 25 afspraken zijn gemaakt die aardig deze richting in gaan. Hij weet niet of het daarmee afgedaan is dat de afspraak staat of dat men er nog op terugkomt. De voorzitter antwoordt dat de afspraak staat dat de raad er nog over gaat spreken in de vorm zoals men heeft afgesproken. De griffier noemt de voorstellen waar een duidelijke meerderheid voor is: 10. Het laten opstellen van een professioneel marketingplan voor de toeristische promotie van Hoorn. 12. Het laten opstellen van een Gemeentelijk Plan Verkeer en Vervoer (Deltaplan) inventarisatie | 64


van mogelijke infrastructurele en andere maatregelen die noodzakelijk zijn om de bereikbaarheid van Hoorn te vergroten. 15. Verbeteren verkeersveiligheid bij cq. rondom scholen. 17. Het aanstellen van Sociaal Raadslieden in Hoorn (in vervolg op het eerder aangenomen initiatiefvoorstel). De griffier geeft aan dat er ook nog een lijstje is met bespreekpunten, waarover meer duidelijkheid is gekomen. Zij zou de raadsleden nog even willen vragen of deze bespreekpunten correct zijn, want niet iedere fractie heeft zich hierover even duidelijk uitgesproken. Bespreekpunten: 11. Instellen van een fonds waarop eigenaren van niet-gemeentelijke monumenten een beroep kunnen doen ten behoeve van onderhouds- en restauratiekosten. Hierbij is afgesproken dat dit voorstel in de commissie besproken gaat worden. 13. Nachtopvang voor daken thuislozen in Hoorn. Hierbij is tevens afgesproken dat dit voorstel in de commissie besproken gaat worden. 14. Jeugd- en jongerenbeleid. Uitvoeren van maatregelen en projecten/maatregelen voortvloeiend uit de conferentie van 26 mei 2005. Dit voorstel heeft volgens haar een meerderheid en zal nu nog nader besproken moeten worden. 16. Onderzoek naar de mogelijkheid voor meerdere zwemsteigers op de Westerdijk. Op dit moment is het nog niet helder van iedere fractie of men voor of tegen is. Er staan volgens haar bij dit voorstel nog een paar vraagtekens. De heer Pinxten interrumpeert en wijst erop dat er op deze lijst enkele zaken staan, waarbij het nu niet zozeer belangrijk is of hiervoor nu wel of niet een meerderheid is, die straks kunnen terugkomen in het kader dat mogelijkerwijs gesteld gaat worden voor de Westerdijk. De voorzitter merkt op dat hij het zo zou willen samenvatten - en dan zegt hij het vanuit het college dat over al die concrete projecten langs de Westerdijk, bijvoorbeeld een steiger bij de schouwburg of een steiger aan de Westerdijk, daarvan heeft het college gezegd om deze uit te voeren en daar niet weer een groot kader van te maken. Als de raad gaat spreken over de Westerdijk in het kader van de promenade en alles wat daarbij behoort, dan heeft het college gezegd om eerst eens met een gesprek daarover te beginnen om haar een kader te geven wat men daar wil ter uitwerking van de stadsvisie. Waar wil de raad heen, hoe groot moet dat worden en wanneer moet dat gebeuren? De raad heeft het met elkaar afgesproken dat men hierover nog zal spreken. Het college heeft deze twee zaken echter willen ontkoppelen. De heer Van der Tuin meldt dat het CDA deze samenvatting van de voorzitter ondersteunt. Er zijn zaken waar je beleidsmatig kaders over moet stellen, maar hij vraagt zich af hoe je kaders kunt stellen over een paar steigers. Dit is gewoon een kwestie van uitvoering. Hij had in zijn bijdrage willen aangeven dat het CDA gaat voor de zwemsteigers en de steiger bij de schouwburg. De voorzitter geeft het woord aan de griffier. De griffier concludeert dat voorstel 16 dus doorgaat. Voorts merkt zij op dat voorstel 18 (Realisatie van een jeugdgebouw in Blokker) een meerderheid voor heeft. Ten aanzien van voorstel 19 (Wandelpad over de dijk langs de Grote Waal) merkt zij op dat er een meerderheid is die voor dit voorstel is. Hierbij is wel van één fractie de kanttekening gemaakt dat dit tot maaien beperkt zou moeten blijven. Zij weet niet hoe zwaar dit weegt. De voorzitter vraagt of de raad het nog over het wandelpad wenst te hebben of dat men een voorstel van het college afwacht (schelpen, maaien of anderszins). Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin meldt dat in de voorjaarsnota € 40.000,- bij wenselijk in plaats van noodzakelijk staat. Nu zal hier dus moeten blijken of de raad dit noodzakelijk vindt. Het staat er dus al en het enige dat de raad hoeft te doen is - misschien aangeven dat het iets minder moet kosten - dat men moet aangeven dat het moet gebeuren.

| 65


De voorzitter wijst erop dat de raad dit dus gezegd heeft; de raad sorteert hierbij voor en het college kan daarmee aan de slag - denken of men daar gaat maaien, schelpen gaat neerleggen of andere zaken gaat doen - en dan komt men met een voorstel ter zake. De heer Bruijns denkt dat de wethouder behoefte heeft aan duidelijkheid van de raad. Er zijn zoveel mogelijkheden die daar gedaan kunnen worden. Het voorstel van zijn collega is om daar te asfalteren. Hij denkt dat dit te ver gaat en dat dit teveel geld gaat kosten en hij denkt dat je met maaien niet zoveel opschiet. Hij denkt dat een redelijk grind- of schelpenpad aanvaardbaar is. De heer Van der Maat meldt dat de VOCH het daar ook mee eens is. De voorzitter wijst erop dat de raad bezig is met de behandeling van de voorjaarsnota in de vrije beleidsruimte en dat de raad heeft gezegd dat men een pad over de dijk langs de Grote Waal wil en dat het college met een voorstel ter zake komt. Vervolgens kan er over dit voorstel verder gesproken worden. Vervolgens geeft hij het woord aan de griffier. De griffier wenst verder te gaan met voorstel 20 (Uitbreiding van het buurtmoederpoject Risdam). Zij meldt dat er voor dit voorstel een meerderheid voor is en dat hetzelfde geldt voor voorstel 21 (Aanleg steiger bij schouwburg het Park). Ten aanzien van voorstel 22 (Herinstellen Sportfonds Hoorn, in beheer bij het COS) merkt zij op dat de verdeling tot nu toe fifty/fifty is, tenzij de VVD het vraagteken in een plus of een min kan veranderen. De voorzitter merkt op dat hij het volgende ordevoorstel heeft. De raad heeft dit allemaal gehoord en men heeft geïnterrumpeerd. Vervolgens vraagt hij of hij een en ander zo kan vaststellen. Hij houdt maar twee discussiepunten namelijk de nummers 14 (Jeugd- en jongerenbeleid. Uitvoeren van de projecten/maatregelen voortvloeiend uit de conferentie van 26 mei) en 22 (Herinstellen Sportfonds Hoorn, in beheer bij het COS). De heer Van der Tuin vindt dat de voorzitter nu te snel gaat. Hij dacht namelijk dat de raad nog een tweede termijn zou krijgen en hij heeft ook behoefte aan die tweede termijn. De voorzitter denkt dat de raad al midden in haar tweede termijn zit. De heer Van der Tuin merkt op dat hij de conclusies die de griffier trekt over punt 11 (Instellen van een fonds waarop eigenaren van niet-gemeentelijke monumenten een beroep kunnen doen ten behoeve van onderhouds- en restauratiekosten) niet deelt. De voorzitter concludeert dat men het dan nog even gaat hebben over voorstellen 11, 14 en 22. Vervolgens vraagt hij aan de heer Van der Tuin of hij ook nog iets wenst te zeggen over de overige voorstellen. De heer Van der Tuin merkt op dat hij ook nog iets wil zeggen over voorstel 20 (Uitbreiding van het buurtmoederproject) en 18 (Realisatie van een jeugdgebouw in Blokker). Ook wil hij nog iets zeggen over de Dorpsstraat-West. De voorzitter vraagt welk voorstel Dorpsstraat-West is. De heer Van der Tuin antwoordt dat dit punt door de PvdA is ingebracht. De voorzitter wijst erop dat dit punt betrekking heeft op de bijzondere investeringen en niet op de prioriteitenlijst. De heer Van der Tuin merkt op dat hem dit niet uitmaakt, omdat hij hier toch nog iets over wenst te zeggen. De voorzitter stelt vast dat dit dan in het kader van de tweede termijn gedaan kan worden. Vervolgens merkt hij op dat hij eerst de prioriteitenlijst wenst af te handelen. Men heeft geconstateerd dat voorstel 11 (Instellen van een fonds waarop eigenaren van niet-gemeentelijke monumenten een beroep kunnen

| 66


doen ten behoeve van onderhouds- en restauratiekosten) in principe in de commissie besproken gaat worden. Hij heeft begrepen dat de heer Van der Tuin daar toch nog iets over wil zeggen. De heer Van der Tuin vindt dat men de discussie van vanmorgen netjes moet afmaken. De voorzitter concludeert dat de raad het dan in de tweede termijn nog zal hebben over voorstel 11 (Instellen van een fonds waarop eigenaren van niet-gemeentelijke monumenten een beroep kunnen doen ten behoeve van onderhouds- en restauratiekosten), voorstel 14 (Jeugd- en jongerenbeleid), punt 18 (Realisatie van een jeugdgebouw in Blokker), punt 20 (Uitbreiding van het buurtmoederproject Risdam) en punt 22 (Herinstellen Sportfonds Hoorn). De voorzitter concludeert dat de overige voorstellen worden aangenomen zoals door de griffier is aangegeven. Vervolgens opent hij de tweede termijn. Hij wil beginnen met de vrije beleidsruimte en als de raad daar bovenop nog iets te zeggen heeft dan hoort hij dat graag als de vrije beleidsruimte is behandeld. Hij wil beginnen met voorstel 11 (Instellen van een fonds waarop eigenaren van nietgemeentelijke monumenten een beroep kunnen doen ten behoeve van onderhouds- en restauratiekosten). Er is afgesproken dat dit voorstel verder in de commissie behandeld zal worden. Hij geeft het woord aan de heer Van der Tuin. De heer Van der Tuin vindt dat hij de VVD nog een antwoord schuldig is. Hij vindt het sympathiek om meteen aan grotere bedragen te denken, maar het CDA is er een voorstander van om het collegevoorstel te volgen en dan zal te zijner tijd wel blijken of het budget voldoende is of niet. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker merkt op dat de VVD aangeeft dat het heel goed zou zijn om die € 50.000,hiervoor te bestemmen. De PvdA vindt dat dit een behoorlijk beslag legt op de vrije beleidsruimtes van de komende jaren, hoeveel jaar dat ook mag zijn. De PvdA vindt het voorstel wel heel sympathiek, maar tegelijkertijd is het toch een druppel op een gloeiende plaat. De PvdA gaat mee met hetgeen het CDA hierover gezegd heeft. De PvdA wacht de discussie van morgenavond af op basis van het collegevoorstel. De voorzitter concludeert dat voorstel 11 verder besproken gaat worden in de commissie. Vervolgens wenst hij voorstel 14 (Jeugd- en jongerenbeleid, uitvoeren van projecten/maatregelen voortvloeiend uit de conferentie van 26 mei 2005) te behandelen. Hij geeft het woord aan de heer De Boer van GroenLinks. De heer De Boer meldt dat dit voorstel voor GroenLinks niet echt een discussiepunt is. GroenLinks heeft dit destijds ingediend en toen moest die conferentie nog plaatsvinden. GroenLinks heeft geen nieuwe ideeën en is ook niet van mening dat andere maatregelen getroffen moeten worden. Dus wat hem betreft hoeft er op dit moment dan ook niet verder over dit voorstel gediscussieerd te worden. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker merkt op dat de PvdA echt een relatie heeft gelegd tussen het Primaproject waarover de PvdA een brief heeft geschreven - en het voorstel met betrekking tot de vrije beleidsruimte. De PvdA gaat ermee akkoord dat dit voorstel naar de commissie gaat, maar men wil wel heel duidelijk deze koppeling leggen. De voorzitter concludeert dat de raad hiermee op dit punt niet heeft voorgesorteerd en dat voorstel 14 verder besproken gaat worden in de commissie. Vervolgens wenst hij nu voorstel 18 (Realisatie van een jeugdgebouw in Blokker) te bespreken. Hij geeft hiertoe het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin geeft voor de goede orde aan - want dit heeft men al eerder vastgesteld - dat dit voorstel al in de pijplijn zit. Het is dubbelop en wat hem betreft had dit voorstel niet op deze lijst vermeld hoeven te worden.

| 67


De voorzitter merkt op dat dit correct is en dat dit dan de eerste ruimteschepper is. Vervolgens wenst hij nu voorstel 20 (Uitbreiding van het buurtmoederproject Risdam) te bespreken. Hij geeft hiertoe het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin meldt dat het CDA dit een sympathiek voorstel vindt. Het CDA vindt dat het ervan moet komen, maar dat de financiering een aandachtspunt is. Het automatisme om een project dat in bepaalde wijken van Hoorn goed draait elders te dupliceren is goed, maar om daar meteen dan weer één hele of halve formatieplaats aan te plakken is weer een ander verhaal. Stichting Netwerk moet bij wijze van spreken leren - en dit klinkt misschien wat bout - om ook zelf te herschikken en binnen haar eigen mogelijkheden, ook al zijn er budgetafspraken, te schuiven. Hij vindt dat men in eerste instantie daar de financiering uit moet vinden. Hij wil de wethouder vragen om daarop inzet te plegen. De voorzitter vraagt voor de duidelijkheid of de heer Van der Tuin hiermee voorsorteert of zegt hij dat het CDA het voorstel sympathiek vindt, maar dat men daarvoor geen groenlicht geeft op de vrije beleidsruimte. De heer Van der Tuin antwoordt dat het CDA eerst wil weten of men met de financiering rondkomt en daarbij vraagt men de inzet van de wethouder. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Hilten van de VVD. De heer Van Hilten meldt dat de VVD het voorstel op dit moment positief benadert, maar wel omdat het dan voor één jaar is. Voorts pleit men ervoor dit bij de nieuwe budgetafspraken structureel mee te nemen. Want dan kan je ook duidelijk afspreken wat je wel en niet wil. De VVD gaat op dit moment akkoord met het voorstel. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker vindt hetgeen het CDA hierover te melden heeft op zich heel verwonderlijk. Uiteraard zou je in eerste instantie moeten proberen om het geld bij de organisatie zelf vandaan te halen. Maar laten wij toch gewoon even eerlijk zijn, wij realiseren ons toch dat de klemschroeven daar al aardig aangedraaid zijn. Ook heeft men in het kader van het jongerenbeleid al mogen constateren dat er nauwelijks nog bewegingsruimte is om gaten te vullen die in de wijken zijn ontstaan. Het is heel belangrijk dat de gemeente Hoorn toch iets meer over heeft voor de meest elementaire zaken in de sociale infrastructuur. De PvdA kan zich overigens volledig vinden in de tussenoplossing die de VVD hier neergelegd heeft. Hij denkt ook dat het goed is dat bij de nieuwe budgetafspraken met Stichting Netwerk dit soort zaken aan de orde moeten komen, maar dat men eigenlijk wel direct moet beginnen. De heer Van der Tuin wil even reageren in de richting van de heer Wagemaker. Hij maakt er nu een heel pleidooi van waaruit zou blijken dat de ene fractie het een sympathiek voorstel vindt en een ander niet en in hoeverre het voorstel noodzakelijk is. Hij wijst erop dat dit niet ter discussie staat. Het is vandaag geen begrotingsbehandeling, wij hebben het over voorsorteren. Het CDA sorteert voor, maar men geeft nog geen richting aan omdat men de financiering eerst besproken wil hebben. Dat is het verhaal. Hij hoort de VVD zeggen dat zij akkoord gaat, maar dat hoort volgens hem thuis in de vergadering in november. De voorzitter constateert dat het CDA dus voorsorteert zonder richting aan te geven. Hij kan zich daar weinig bij voorstellen, want dat is geen voorsorteren en dit lijkt hem gevaarlijk op de weg. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer De Boer van GroenLinks. De heer De Boer meldt dat GroenLinks wel voorsorteert en dat men daarbij ook richting aangeeft. GroenLinks volgt de richting van de VVD. GroenLinks vindt ook dat men op termijn eens moet kijken naar de taken van Stichting Netwerk. Dat het voorliggende voorstel ontzettend belangrijk is staat voor GroenLinks als een paal boven water. De voorzitter concludeert dat dit voorstel het gehaald heeft. Vervolgens wenst hij nu voorstel 22 (Herinstellen Sportfonds Hoorn) te bespreken. Hij geeft het woord aan de heer Van Hilten van de VVD.

| 68


De heer Van Hilten meldt dat de VVD hier een vraagteken had staan, maar de VVD volgt het collegevoorstel. De plus van de VVD wordt dus gewijzigd in een min. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin meldt dat het vraagteken van het CDA een min wordt. Het COS is adviesorgaan van het college, kan dat prima doen en hoeft niet langer meer te beschikken over het reeds bezuinigde bedrag. De voorzitter geeft het woord aan de heer Den Boer van de VOCH. De heer Den Boer merkt op dat het erop lijkt dat het voorstel het niet haalt en dat de stemmen gelijk verdeeld zijn. Hij pleit derhalve voor een hoofdelijke stemming. Hij ziet zo weinig raadsleden op de COS en zij weten niet echt wat er daar gebeurt. Ook is het een relatief klein bedrag en hij denkt dat het meer geld kost als het college alle aanvragen zou moeten behandelen dan het subsidiebedrag van € 3.000,-. Als je daar als grote groep vrijwilligers zit en je mag niets meer beslissen of iets doen, wat doe je daar dan nog? De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker vraagt of hij het pleidooi van de heer Den Boer mag ondersteunen. Ook de PvdA is van mening dat de COS ongelooflijk enthousiast bezig is met deze materie, jaar in jaar uit. Ook nemen zij heel veel werk uit handen van het college en dientengevolge de ambtenaren. De PvdA vindt het mede om die reden heel belangrijk om die club daarin te steunen. Zij willen het gewoon zelf erg graag. Hij hoopt dat bij de hoofdelijke stemming het gewicht van dit soort zaken sterk gaat meewegen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin vraagt of de PvdA overweegt om nog meer bezuinigingen van vorig jaar terug te draaien. De PvdA wist vorig jaar ook al hoe het COS werkt en dat het een sympathieke club is. De heer Wagemaker merkt op dat de PvdA bij deze bekent dat toen men vorig jaar over dit voorstel sprak, waarbij heel veel bezuinigingen aan de orde kwamen, zich dit onvoldoende heeft gerealiseerd en dat zij zich hierin enigszins vergist heeft. De PvdA keert - en dit moet ook kunnen in de politiek - op haar schrede terug. De voorzitter wenst nu over te gaan tot hoofdelijke stemming van voorstel 22 (Herinstellen Sportfonds Hoorn in beheer bij het COS). Tegen het voorstel zijn: De heer J.A. de Boer (GroenLinks), mevrouw M.J.S. van Berkum-Schouten (CDA), de heer M. Pijl (CDA), de heer C. Schaap (CDA), de heer J. van der Tuin (CDA), de heer J. van Ossenbruggen (VVD), mevrouw L.J. van Diest (GroenLinks), de heer S. van der Meer (CDA), mevrouw J.F.M. Kamphuis (Hoorns Belang), de heer R. Roozeboom (Hoorns Belang), mevrouw L.J.A. Wiebes-van den Brink (VVD), de heer H.G. Bakker (GroenLinks), de heer J.W.A. Kukler (GroenLinks), de heer W. van Hilten (VVD) en de heer S.W.M. Commandeur (VVD). Voor het voorstel zijn: De heer P. Brandsen (PvdA), de heer G. Kamsteeg (PvdA), de heer A.J. Stam (VOCH), de heer S. Broersma (PvdA), de heer A. van der Meer (OuderenUnie), mevrouw M.L. Braam-Creebsburg (PvdA), de heer A.A.G.M. van de Wijdeven (PvdA), de heer P.J. Bruijns (PvdA), de heer R. Witteveen (PvdA), de heer L.W.H.M. Pinxten (D66), de heer C.A. van der Maat (VOCH), de heer E.S. Ottens (PvdA), de heer H. den Boer (VOCH) de heer E.P. Wagemaker (PvdA) en mevrouw J.A.W. van Diepen-Hoogewerf (D66) De voorzitter concludeert dat er vijftien raadsleden voor het voorstel zijn en vijftien raadsleden die hiertegen zijn. Dit betekent dat de stemmen zijn gestaakt en dat het voorstel in de volgende raadsvergadering weer aan de orde zal komen.

| 69


De voorzitter concludeert dat men hiermee de Prioriteitenlijst nieuw beleid 2006 heeft afgehandeld. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van der Tuin omdat hij in de tweede termijn nog een opmerking wilde maken over iets anders dan deze lijst. De heer Van der Tuin wil een pleidooi houden voor het plegen van onderhoud aan de wegen en dat met name toegespitst op de Dorpsstraat-West. De Dorpsstraat-West is al een aantal jaren geleden aangepakt en dat is eigenlijk - als je terugkijkt mag je dat misschien zeggen - voor een deel gebeurd. Het is in ieder geval nodig - en de wethouder heeft het ook al gezegd - dat daar iets plaatsvindt. Hij weet dat de financiën van de gemeente Hoorn er anders uitzien dan een paar jaar terug, maar wij moeten in Hoorn niet de weg op - en dat dreigt een beetje te gebeuren met dit stukje weg - dat wij naar achterstallig onderhoud gaan. Hij is daar zelf geweest, hij is daar op werkbezoek geweest en hij heeft daar met mensen gesproken. Er zijn ouderen die gaan lopen en helemaal omrijden omdat zij anders met die paaltjes die daar staan in de knoop komen. Er moet daar gewoon wat gebeuren. Het bedrag dat dit zou moeten kosten is voor het CDA niet de aanleiding om daarmee nog een paar jaar te wachten. Het is gewoon nodig dat daar iets gebeurt. Hij wil de raad oproepen om dit te ondersteunen. Ook daar is het onderhoud hard nodig! De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker meldt dat de PvdA, naar aanleiding van haar opmerking hierover, van de wethouder heeft begrepen dat zij het een goede zaak vindt om dat in ieder geval te bespreken in de commissie. Dit heeft zij letterlijk gezegd en wat de PvdA betreft laat men het daar gewoon bij. Hierbij kunnen dit soort emotionele zaken dan zeker aan de orde komen. De voorzitter sluit de vergadering om 16.00 uur.

Hoorn, 29 juni 2005

De griffier

De voorzitter

| 70

Notulen van de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Hoorn gehouden op 29 juni 2005 om uur

Recommend Documents