Handelingen van de raad der gemeente Emmen
jaar ____ 2012
bijlagenr. _________ RA12.0024
categorie/agendanr. ________________ A 3
Onderwerp ________________________________________________________________________ Openbare vergadering van de raad der gemeente Emmen, gehouden op donderdag 23 februari 2012 te 19.30 uur in de raadzaal ▬▬▬▬▬▬▬▬▬ Voorzitter: Waarnemend voorzitter: Griffier:
de heer C. Bijl de heer G.J. Horstman de heer H.D. Werkman
Aanwezig bij de aanvang 33 leden, te weten mevrouw F.A. Aldershof, de heren H. Boers, G.J. Bijlsma, K.P. Eggen, T.H. Gerth, A.J. Goudriaan, B.J. Greevink en W.W.W. Halm, mevrouw T.C. Hoogeveen, de heren G.J. Horstman, H.J. Hulsegge, H. Huttinga, H. Leutscher en G.H.H. Linnemann, mevrouw A.G. Louwes-Linnemann, de heer W.O. Meijer, mevrouw F.A. Meulenbelt, de heer W.L.H. Moinat, mevrouw A.C.M. Nijhof-Huizinga, de heren A.H. Oldenbeuving, S. Özkan en L.T. Pekelsma, mevrouw S. Rougoor-Mahalbasic, de heren C.J.M. Ruhé, J.C. Scheltens, H. Smit, G.T. Sulmann, H. Thole, H. Velzing, R. Wanders en R. van der Weide, mevrouw F.I. van Wieren-Bolt en de heer J.H. Wittendorp. Later ter vergadering 1 lid, te weten de heer R.J.N.A. Kochheim. Afwezig 5 leden, te weten de heer J. Dijkgraaf, mevrouw H.H. Plas-Kerperin, de heer A.W.J. Schoo, mevrouw M.W.M. Vrolijk-Lenting en de heer B.D. Wilms. Aanwezig zijn de wethouders: de heer B.R. Arends, mevrouw T. Houwing-Haisma, de heren H.G. Jumelet en A.J. Sleeking en mevrouw M.H. Thalens-Kolker. Afwezig is wethouder de heer J. Kuper. Voorts aanwezig is de heer A.J. Mewe, gemeentesecretaris. A1.
te zullen stilstaan. Bij dezen wil hij alvast dank uitspreken voor diens functioneren als lid van de raad.
Opening en vaststelling agenda
De voorzitter opent de vergadering en heet de raads- en collegeleden, de vele aanwezigen op de publieke tribune, de luisteraars naar Radio Emmen en degenen die de vergadering volgen op internet van harte welkom. Er is bericht van verhindering van de dames Plas en Vrolijk en de heren Dijkgraaf, Schoo en Wilms. Ook is vanavond wethouder Kuper verhinderd. Spreker vermeldt dat de heer Dijkgraaf heeft meegedeeld terug te treden als raadslid en met hem te hebben afgesproken daarbij afzonderlijk
Vaststelling agenda De voorzitter stelt voor de drie benoemingen die op de agenda staan (agendapunten B1a. en B1b.) allereerst aan de orde te stellen. De raad stemt hiermee in. De voorzitter heeft begrepen dat door het college is verzocht agendapunt A4 vanavond niet te be-
1
handelen. Hij geeft het woord aan wethouder Sleeking om dit even toe te lichten.
raadsleden hun stembriefje in te vullen. Voor de bepaling van de stemmingsuitslag schorst hij hierna de vergadering.
Wethouder Sleeking deelt mee dat tijdens de bespreking in de commissie is gebleken dat er enige onduidelijkheid is over de ontsluiting van het terrein van Domesta in de nieuwe plannen. De kritiek die daarop is gekomen, is aanleiding geweest om met Domesta af te spreken dat twee à drie maanden de tijd wordt genomen, teneinde goed te kunnen nadenken over mogelijk alternatieve oplossingen. Dat is de reden waarom het college dit voorstel van de agenda afgevoerd wil zien.
Schorsing. Tijdens de schorsing is de heer Kochheim ter vergadering gekomen. De voorzitter heropent de vergadering en verzoekt mevrouw Van Wieren namens de stemcommissie de stemmingsuitslag bekend te maken. Mevrouw Van Wieren-Bolt deelt mee dat de stemcommissie de stemmen heeft geteld. Er zijn 33 rechtsgeldige stemmen uitgebracht, alle op de heer F.W. te Winkel.
De voorzitter neemt aan dat het resultaat van het nadenken in de commissie aan de orde komt voordat behandeling in de raad plaatsvindt. De raad stemt in met het afvoeren van agendapunt A4.
De voorzitter constateert dat daarmee de heer Te Winkel met algemene stemming is benoemd tot plaatsvervangend griffier. Hij verzoekt de heer Te Winkel naar voren te komen voor de beëdiging en alle aanwezigen, voor zover mogelijk, te gaan staan.
De voorzitter stelt vast dat er vragen zijn aangekondigd over de Belastingdienst, met name door de heer Huttinga. De heer Huttinga informeert of het mogelijk is in deze raadsvergadering een motie vreemd aan de orde van de dag over genoemd onderwerp te behandelen.
In handen van de voorzitter legt de heer Te Winkel de bij de wet gevorderde verklaring en belofte af. De voorzitter stelt vast dat hiermee de heer Te Winkel is beëdigd als plaatsvervangend griffier. Hij feliciteert de heer Te Winkel hiermee en overhandigt hem bloemen.
De raad stemt hiermee in. De voorzitter merkt op dat het Reglement van orde bepaalt dat een motie vreemd aan de orde van de dag na de reguliere agendapunten aan de orde wordt gesteld. Het zou echter kunnen zijn dat veel mensen op de publieke tribune voor dit onderwerp zijn gekomen. Derhalve stelt hij voor om in afwijking van het Reglement van orde dit onderwerp te behandelen na het vragenhalfuur.
B1b.
De voorzitter deelt mee dat hiervoor een voordracht is gedaan. Die betreft mevrouw D.G.A. van Bree-Peters en de heer J.L. de Jong. Hij verzoekt de dames Louwes en Van Wieren als stemcommissie te fungeren en de raadsleden hun stembriefje in te vullen. Voor de bepaling van de stemmingsuitslag schorst hij hierna de vergadering.
De raad stemt hiermee in. De aangepaste agenda wordt vervolgens vastgesteld. Bij voorrang worden nu eerst de agendapunten B1a. en B1b. aan de orde gesteld. B1a.
Benoeming twee externe leden rekenkamercommissie Emmen (RKE) [Stuknr. RA12.0012]
Schorsing. De voorzitter heropent de vergadering verzoekt mevrouw Van Wieren namens de stemcommissie de stemmingsuitslag bekend te maken.
Benoeming plaatsvervangend griffier [Stuknr. RA12. 0011]
De voorzitter verzoekt de dames Louwes en Van Wieren de stemcommissie te vormen en de
2
Mevrouw Van Wieren-Bolt deelt mee dat de stemcommissie de stemmen heeft geteld. Er zijn 34 rechtsgeldige stemmen uitgebracht, alle op de voorgestelden.
diens huis te komen. Deze moet in feite via De Bies naar Kanaal NZ 81. De Bies is een kleine weg tussen Kanaal A NZ en Kanaal B. Daar ligt een achttal van dit soort weggetjes, waarvan er zeven verhard zijn en die ene net niet. Regelmatig komt het voor dat het weggetje gigantische gaten vertoont. Spreker is er zelf maandag even overheen gereden en het bleek een hachelijke onderneming. Er is binnen een jaar twee keer onderhoud gepleegd, doch het probleem komt steeds weer naar voren. De vraag is of de portefeuillehouder op de hoogte is van deze situatie en van plan is met de schrijver van de brief in gesprek te gaan om te bekijken hoe dit probleem opgelost kan worden.
De voorzitter stelt vast dat hiermee mevrouw Van Bree-Peters en de heer De Jong zijn benoemd. Hij verzoekt beiden naar voren te komen voor de beëdiging en alle aanwezigen, voor zover mogelijk, te gaan staan. In handen van de voorzitter legt mevrouw Van Bree-Peters de bij de wet gevorderde eed af. In handen van de voorzitter legt de heer De Jong de bij de wet gevorderde verklaring en belofte af.
De voorzitter merkt op dat de portefeuillehouder de afwezige wethouder Kuper is en dat wethouder Sleeking diens vervanger is.
De voorzitter stelt vast dat hiermee mevrouw Van Bree en de heer De Jong zijn beëdigd als externe leden van de rekenkamercommissie Emmen. Lid zijn van de rekenkamercommissie houdt een bijzonder opdracht in. Laatst stond een heel prikkelend artikel in de krant, met als tendens dat rekenkamers soms papieren tijgers zijn. Mevrouw Van Bree en de heer De Jong moeten zich hierdoor niet laten opjutten en zich ook niet uit het veld laten slaan. Er is alle vertrouwen in hun functioneren. Hij feliciteert hen met hun benoeming, wenst hen veel plezier in het werk en overhandigt beiden bloemen. Voor degenen die hier niet zo vaak komen, is het goed te weten dat er na afloop van de raadsvergadering met elkaar nog even informeel kan worden verkeerd met een hapje en een drankje. Iedereen is hiervoor uitgenodigd, waarbij er tevens gelegenheid zal zijn nader kennis te maken met de plaatsvervangend griffier en de twee externe leden van de rekenkamercommissie en hen met hun benoeming te feliciteren. A2.
Wethouder Sleeking antwoordt dat de klachten bekend zijn, in elk geval bij de portefeuillehouder. Het ligt in de rede naar aanleiding van de binnengekomen brief met de betrokkene in gesprek te gaan. Uit informatie heeft spreker begrepen dat het verzoek om De Bies te verharden na het gesprek met betrokkene aan het college zal worden voorgelegd, maar de heer Eggen zal zich wellicht kunnen voorstellen dat de zoektocht naar benodigde middelende enige tijd zal vergen. Hij doet dan ook geen uitspraak over de vraag of het voor elkaar zal komen. De heer Eggen zegt dank voor de duidelijke beantwoording. Hij meent er van te mogen uitgaan dat in contract wordt getreden met de betrokkene en ziet de wethouder ja knikken. Social return on investment De heer Hulsegge brengt naar voren dat de raad in januari 2010 het inkoop- en aanbestedingsbeleid heeft vastgesteld. Daarbij is de toezegging gedaan dat in januari/februari 2011 met een eerste rapportage zou worden gekomen, een rapportage die onder andere betrekking zou hebben op het aanbestedingsbeleid, met name in deze regio en lokaal. Zodoende zou de raad weten welke effecten dat beleid heeft opgeleverd. Een van de speerpunten van het college en de raad was en is: de werkgelegenheid in deze regio sterk uitdragen. Een tweede onderdeel van het aanbestedingsbeleid was dat ten minste 5% van de aanbestedingen boven 2,5 ton wordt ingezet voor werk/leerervaringsplaatsen. Daarnaast was een belangrijk
Vragenhalfuur
Staat van onderhoud van De Bies De heer Eggen zegt dat, toen hij de vraag aan het voorbereiden was, ook de problematiek van de Belastingdienst om de hoek kwam. Hij dacht toen: tja, dan is het probleem dat ik aan de orde wil stellen wel heel klein! Hem dunkt evenwel dat het de charme van het raadswerk is ook problemen die ogenschijnlijk klein zijn te behandelen! Het gaat over de brief die is ontvangen van de heer Van der Schaaf, wonende aan Kanaal NZ 81. Voor deze inwoner is het problematisch bij
3
onderdeel dat op het gebied van duurzaamheid aansluiting zou worden gezocht bij de rijksoverheid. Dit laatste moet men bij deze rijksoverheid maar gauw vergeten! In de afgelopen jaren heeft spreker een aantal keren de vraag gesteld: wanneer komt de rapportage? Daaromtrent is een aantal malen een toezegging gedaan. Inmiddels zijn er twee jaren verstreken, maar tot nu toe zonder resultaat. De vraag aan het college is nu opnieuw: wanneer worden de resultaten aangeboden?
De heer Hulsegge blijft over een en ander ontevreden. Hij vraagt aan het college in elk geval aan het einde van het eerste kwartaal met de resultaten te komen. Als er geen cijfers kunnen worden aangeleverd, wil hij ook best ondersteuning geven.
Wethouder Houwing-Haisma wil de heer Hulsegge allereerst haar verontschuldigingen aanbieden, want inderdaad heeft zij toegezegd dat de rapportage een van de eerstvolgende maanden zou komen. Zij ziet de heer Hulsegge heel vaak in het gemeentehuis en dacht: ik schiet hem wel even aan om te zeggen dat dit niet lukt! Dat is zij echter steeds vergeten. In elk geval had zij even moeten melden dat de rapportage wat langer op zich zou laten wachten. Wellicht naar aanleiding van zijn vragen is besloten wat dieper te gaan bekijken hoe het loopt met social return on investment. Op basis van globale cijfers is te zien dat er best wel aardige resultaten worden geboekt, zoals bij de parkeergarage bij de MediaMarkt, de catering en de hulpmiddelen WMO en De Catamaran, maar ze komen niet vanzelf. Er moeten forse inspanningen worden gepleegd om de doelgroep goed te matchen met de vraag uit de markt. In afstemming met wethouder Jumelet is gezegd: we gaan het beleid intensiveren, gezien het werk dat hier in de komende jaren los komt! Hieraan wordt momenteel gewerkt. Spreekster hoopt over enige tijd een volledige rapportage te kunnen aanbieden.
Wethouder Houwing-Haisma zegt dat er een tussenrapportage kan worden gegeven, maar denkt dat het handiger is eind maar/begin april met een totaalbeeld te komen. Zij heeft nog een aantal afspraken met wethouder Jumelet staan om tot een goede afstemming te komen, om daarna alles in totaliteit te kunnen aanbieden. Als echter een tussentijdse rapportage wordt gewenst, zal daarvoor worden gezorgd.
De voorzitter heeft de wethouder horen zeggen dat er een tussenrapportage komt over datgene wat wél bekend is. Dan zal er in elk geval íéts zijn.
De heer Hulsegge zou dan willen afspreken: uiterlijk begin april. Een andere vraag heeft betrekking op de motie die in november 2011 raadsbreed is aangenomen. Die gaat over de leer/ervaringsplaatsen in de gemeentelijke organisatie. Hoever staat het daarmee? Inmiddels zijn er bijna vier maanden verstreken, en hij had gehoopt en verwacht dat hieraan in deze organisatie al eerste aanzetten waren gegeven, maar hiervan is hem nog niets gebleken. Wethouder Sleeking zegt als vervanger van wethouder Kuper dat hij de heer Hulsegge op dit gebied tevreden kan stellen. Op de vraag hoeveel leer/werk-trajecten in de organisatie gerealiseerd zijn, moet worden gezegd dat er weliswaar geen exacte cijfers zijn, maar dat het méér trajecten zijn dan waar in de motie om is gevraagd. Het overzicht daarvan is op een haar na gevild en zal naar verwachting over twee à drie weken in het college aan de orde komen.
De heer Hulsegge is niet tevreden met het antwoord. Hij houdt van tempo, maar nu wordt er weer vooruitgeschoven. Hij wil toch weten wanneer de rapportage komt. Het gaat hem niet alleen om de arbeidsplaatsen of de leer/werkplaatsen, maar ook om de aanbestedingsresultaten en de werkgelegenheid in deze regio. Afgesproken is dat de raad het resultaat te zien krijgt van de aanbestedingen, lokaal en regionaal.
De heer Hulsegge denkt dat die cijfers dan betrekking hebben op de vorige periode. Het gaat hem echter om de nieuwe periode. Er staan honderden jongeren aan de kant en afgesproken is dat met het oog daarop zaken voortvarend worden opgepakt. Hij verwacht dat dit nu daadwerkelijk gebeurt.
Wethouder Houwing-Haisma kan het niet mooier maken dan zij zojuist verteld heeft. Overigens is het aanbestedingsresultaat in de regio klaar. Nadat dit in het college is behandeld, komt het naar de raad.
Wethouder Sleeking weet dat er hard aan gewerkt is. Hij wil de heer Hulsegge adviseren de
4
rapportage even rustig af te wachten. Natuurlijk is het resultaat in de praktijk belangrijker dan de cijfers op papier.
het voor de toekomst te ontwikkelen plan? Hierbij denkt de fractie met name aan de belangen van de gemeente als schuldeiser van de Stadion B.V. De betalingsverplichtingen dienen immers het komende speelseizoen te worden hervat.
De voorzitter heeft gehoord dat er een termijn van drie weken is genoemd. De heer Hulsegge geeft het college het voordeel van de twijfel.
Wethouder Arends antwoordt dat het college door het bestuur inderdaad op de hoogte is gebracht van de deelnemers aan de financiële inbreng. Voor zover bekend, is er geen sprake van intenties. In reactie op de tweede en derde vraag is te zeggen dat hij verleden week en deze week heeft gesproken met de heer Lubbers. Wat de vorderingen betreft: zoals bekend, moesten bij de KNVB vóór 9 februari de benodigde stukken betreffende de licentie worden aangeleverd. De licentiecommissie van de KNVB komt op 8 maart bijeen om te beraadslagen over de aangeleverde stukken en een week later zal hiervan de uitkomst bekend zijn. Er is een traject in gang gezet betreffende het doorlichten van de interne organisatie. Het gaat dan om de governance, de structuur en de financiën. Eind maart/begin april kan op basis van een analyse van de halfjaarcijfers een tussenstand worden gegeven. In de commissie heeft spreker reeds aangegeven dat de raad van nieuwe ontwikkelingen op de hoogte wordt gehouden. Als in de krant te lezen is dat de heer Lubbers er in geslaagd is € 500.000,- bijeen te brengen, lijkt het overbodig daarover nog een briefje naar de raadsleden te sturen. Spreker stelt zich voor dat in de commissievergadering van april of eventueel daarna nog wordt gesproken over de analyse van de halfjaarcijfers. De bestuurlijke en ambtelijke begeleidingsgroep bestaat uit de wethouders Arends en Kuper, het hoofd van de directiestaf, het hoofd van de afdeling sport, de adviseur deelnemingen, de teamleider economie, de teamleider juridische zaken en een adviseur communicatie. De rol van deze groep is het waar nodig te adviseren met betrekking tot de belangen van de gemeente. Ten aanzien van de randvoorwaarden kan worden gezegd dat er geen verplichtingen voor de gemeente mogen worden aangegaan en dat de belangen van de gemeente niet mogen worden geschaad.
De voorzitter merkt op: met zo veel coalitiesteun heb je geen oppositie meer nodig! FC Emmen en Stadionbedrijf De heer Oldenbeuving geeft aan dat de CDAfractie met genoegen kennis heeft genomen van het feit dat het college het bestuur van de Stichting FC Emmen heeft bewogen tot aftreden. Tevens heeft de fractie met genoegen kennisgenomen van de brief van het college van 7 februari, waarin wordt bericht dat de heer J.G.M. Lubbers wordt aangesteld als enige bestuurder, dat deze een algemene volmacht krijgt tot 1 juli en dat in die periode het college geen gebruik zal maken van diens rechten als prioriteitsaandeelhouder. Tevens wordt vermeldt dat het college wekelijks op de hoogte wordt gehouden van de vorderingen en dat een bestuurlijke begeleidingsgroep is ingesteld. Dit alles heeft geleid tot een mededeling op 9 februari van de kersverse bestuurder dat deze er in is geslaagd naast zichzelf tien andere (rechts-) personen te vinden die samen garant staan voor € 500.000,-, waardoor het speelseizoen 20112012 kan worden voortgezet. Petje af voor de heer Lubbers! De stilte die daarna optrad, geeft de fractie aanleiding tot de volgende vragen aan het college. 1. Is het college door de bestuurder op de hoogte gebracht van de deelnemers aan deze financiële inbreng en hun intenties daarbij? 2. Is het college in de afgelopen twee weken wekelijks op de hoogte gehouden van de vorderingen? 3. Zo ja, wat zijn de vorderingen? 4. Wat is de samenstelling van de bestuurlijke en ambtelijke begeleidingsgroep? 5. Wat is de rol van deze groep nu het college heeft aangegeven tot 1 juli aanstaande geen gebruik te maken van diens rechten als prioriteitsaandeelhouder? 6. Heeft het college randvoorwaarden aan het stichtingsbestuur meegegeven voor
De heer Oldenbeuving vindt dit op dit moment voldoende.
5
Fysieke veiligheid rond sporthal Emmerhout
1.
De heer Smit zegt dat het in dezen wellicht ook gaat om klein leed. In de uitnodiging voor de opening van de nieuwe sporthal in Emmerhout stond te lezen dat tijdens de bouw de kinderen van scholen en sportverenigingen moesten uitwijken naar een blaashal. Na een jaar bouw is de nieuwe sporthal nu helemaal klaar voor gebruik. De sporthal heeft een nieuwe ingang gekregen. Dat hierdoor de toegang naar de sporthal sociaal veiliger is geworden, klopt helemaal; er is gebruik gemaakt van veel glas en de toegang is direct aan de straatkant, dus naar de mensen toe gericht. Toch komen er bij de PvdAfractie vragen en opmerkingen binnen over de fysieke veiligheid van de toegang. Een goede aansluiting met de toegang van de sporthal is er niet, althans onvoldoende. Kinderen moeten de Houtweg oversteken op een manier die onoverzichtelijk is, waardoor dit als onveilig kan worden bestempeld. De fractie weet dat rekening moet worden gehouden met het feit dat er tijdens de bouw van de rest van het winkelcentrum sprake is of kan zijn van overlast en ongemak. Kan de wethouder desondanks aan de onveilige situatie een einde maken?
2.
3.
Hoe is de inspraak wettelijk geregeld en voldoet Emmen hieraan? Komt er een nieuwe inspraaktermijn inzake het WMO-beleidsplan en de verordening. Zo ja, wanneer gaat die termijn in en hoelang duurt deze? Zo nee, waarom vindt het college die niet noodzakelijk? In het verzonden document heeft de fractie gelezen dat de communicatie geregeld gaat worden. Wanneer wordt de communicatie opgepakt?
Wethouder Jumelet antwoordt dat, toen het beleidsplan WMO in december werd teruggetrokken, is opgemerkt dat het college het scenario voor de huishoudelijke hulp nog eens wilde spiegelen aan de ontwikkelingen in den lande. Aangegeven is ook dat op dit punt nog advies zou worden gevraagd aan de adviesraden, de WMOraad en de seniorenraad. Dat is ook gebeurd. Bij het voorstel dat aan de raad is toegezonden is een afschrift gevoegd van de reactie van beide raden. Inspraak heeft dus plaatsgevonden. Voorts is afgesproken dat er een communicatieplan komt ten aanzien het voorstel en het beleidskader voor de komende jaren. Daarbij gaat het natuurlijk over de wijzigingen van beleid en het nieuwe scenario. Een dergelijk plan is opgesteld, waarvan iets zal zijn te merken in alle uitingen richting klanten, partners en media. Hierop is dus breed ingezet. Tijdens de gisteren gegeven presentatie heeft spreker gemerkt dat dit voor de aanwezigen tot tevredenheid was.
Wethouder Sleeking heeft begrepen dat deze problematiek bekend is. In concreto gaat het om het feit dat de looproute naar de ingang van de nieuwe sporthal over de Houtweg loopt en dat hierdoor een onveilige situatie kan ontstaan, zeker voor kinderen. Hij kan niet toezeggen dat er maatregelen genomen zullen worden, maar er zal in elk geval voor worden gezorgd dat op een of andere manier een veilige situatie zal worden gerealiseerd gedurende de tijd die nog nodig is om de bouw van de rest van het terrein af te ronden.
De heer Van der Weide vraagt hoe het zit met de inspraak voor burgers en andere partners. Wethouder Jumelet zegt dat de inspraak in het najaar van 2011 heeft plaatsgehad. Het bezuinigingsvoorstel gaat, zoals afgesproken, via de WMO-raad en de seniorenraad. De gemeenteraad is op 19 oktober 2011 een brief gestuurd over het hele communicatie- en inspraaktraject. Daarin is duidelijk gemaakt dat onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds de inspraak over het beleidskader en anderzijds over de bezuinigingen die in het scenario zitten. Voor het laatste moest het traject nog een keer worden gelopen.
De heer Smit zal een en ander in de gaten houden. WMO-beleidsplan De heer Van der Weide merkt op dat de fractie van Wakker Emmen graag van het college wil weten hoe de inspraaktermijn voor en de voorlichting over het onlangs verzonden hernieuwde WMO-beleidsplan in de verordening zijn geregeld. De nieuwste versie bevat omvangrijke veranderingen en inspraak en voorlichting zijn dan ook gewenst.
De heer Van der Weide merkt op dat de fractie er in november op heeft gewezen dat het bezuinigingsvoorstel van november juridisch niet houdbaar is. Het college hééft ook bakzeil gehaald en is met een andere invulling van de bezuinigingen
6
gekomen. Hij vindt het dan niet meer dan redelijk en fatsoenlijk dat voor inspraak door burgers en organisaties op de wijzigingen een termijn van zes weken wordt aangehouden. Immers, de bezuinigingen zullen mensen hard gaan raken.
en voor 1.472 niet-woningen is de waarde gestegen. Verder is er voor 34.804 woningen sprake van een daling van de WOZ-waarde, voor 2.567 woningen van een gelijkblijvende WOZ-waarde en voor 12.624 woningen een gestegen WOZwaarde.
Wethouder Jumelet wil toch even zeggen dat een en ander volgens afspraak is gegaan.
De heer Van der Weide zou het op prijs stellen als de factoren die van belang zijn voor de bepaling van de WOZ-waarde ter kennis van de raadsleden worden gebracht, opdat zij zich er een beeld van kunnen vormen wat belangrijk is bij de bepaling van de WOZ-waarde voor woningen.
WOZ-waarde De heer Van der Weide zegt dat de fractie van Wakker Emmen diverse signalen heeft gekregen over een stijging van de WOZ-waarde van het onroerend goed, dit terwijl de woningwaarde vanaf 2008 een dalende trend laat zien. De fractie wil weten voor hoeveel woningen en andere panden de WOZ-waarde is gestegen, gelijk is gebleven of is gedaald, teneinde te kunnen beoordelen of de stijging van de waarde incidenteel of structureel is.
Wethouder Arends adviseert de heer Van der Weide informatie in te winnen bij de betrokken afdeling. Daar is de gewenste informatie te verkrijgen. De heer Van der Weide zal die weg dan bewandelen.
Wethouder Arends antwoordt dat de WOZwaarde niet alleen een gevolg is van de marktontwikkeling, maar ook van de veranderingen in de samenstelling van de WOZ-administratie. Er ontstaan wijzigingen door permanente WOZprocessen die de Wet waardering onroerende zaken voorschrijft. Daarbij moet men denken aan nieuw- en verbouw, aan- en uitbouw, administratieve wijzigingen, afbakeningswijzigingen en taxatietechnische veranderingen. Deze wijzigingen kunnen onafhankelijk van de marktontwikkeling een verandering van de WOZ-waarde veroorzaken. Bovendien zijn er onroerende zaken, zoals scholen, nutsvoorzieningen, sportaccommodaties etc., die niet op de waarde in het economisch verkeer kunnen worden gewaardeerd. De waardeontwikkeling van deze zaken staat dan ook los van de marktontwikkeling. Voorts is over de marktontwikkeling het volgende op te merken. Tussen 1 januari 2010, de waardepeildatum voor het jaar 2011, en 1 januari 2011, de waardepeildatum voor 2012 is sprake van een negatief gewogen gemiddelde marktontwikkeling. In bepaalde marktsegmenten is er niettemin nog steeds een positieve marktontwikkeling, zodat er geen sprake is van een waardedaling over de hele linie. Wat de objecten voor de WOZ in de gemeente Emmen betreft: er zijn 3.390 niet-woningen waarvoor de waardepeildatum van 1 januari 2011 ten opzichte van 1 januari 2010 is gedaald, voor 760 niet-woningen is de waarde gelijk gebleven
Atalanta-project De heer Van der Weide heeft uit de media begrepen dat het college een toer wil maken langs de dorpen om de plannen uit te leggen c.q. te ‘verkopen’. Hoe gaat het college er voor zorgen dat een en ander objectief over het voetlicht wordt gebracht? Met andere woorden: niet alleen de voordelen en de kansen benoemen, maar ook de nadelen, de bedreigingen en de bijbehorende risico’s, opdat het niet alleen een propagandatournee wordt. En wordt de raad nog betrokken of om input gevraagd voor de presentatie c.q. informatievoorziening? Wethouder Sleeking merkt op dat het college een taak heeft als wordt gevraagd aan de samenleving uit te leggen welke besluiten de raad heeft genomen. De voorlichting die het in dit geval gaat geven, zal zich richten op de besluitvorming van de raad omtrent de centrumvernieuwing Emmen, waarvan het Atalanta-project deel uitmaakt. Voor zover daarbij overwegingen, motieven, risico’s etc. aanwezig zijn, zullen die eveneens over het voetlicht worden gebracht. Het college is niet van plan iets te ‘verkopen’. De heer Van der Weide informeert hoe het college er voor gaat zorgen dat aan de burgers een objectief beeld van het Atalanta-project wordt gegeven. Een raadsbesluit kan bij meerderheid worden genomen, maar het behoort ook tot de-
7
mocratische spelregels dat er rekening wordt gehouden met de minderheid. Bij een transparante, eerlijke en objectieve informatie moet ook de keerzijde van de medaille worden aangegeven. Immers, niet te ontkennen valt dat er risico’s aan dit project kleven, waarvan de gevolgen voor de gemeente en de inwoners groot kunnen zijn.
van banken tot financiële adviseurs, accountants en fiscalisten. De Belastingdienst zal straks tussen de lijn Groningen/Leeuwarden en Zwolle/Enschede geen vestiging meer hebben, alsof het alleen hazen- en konijnengebied betreft! De gevolgen van een vertrek van de Belastingdienst zijn nauwelijks te overzien, en dat kan men er hier nu nét niet bij gebruiken. Mogelijk is het goed de hoofd- en neveneffecten eens in kaart te brengen en in het kader van de acties richting het rijk en de landspolitiek op papier te zetten. De vraag kan en mag worden gesteld of de tijdens de commissievergadering door wethouder Arends opgevoerde stille diplomatie, die kennelijk nodig werd verwacht, niet het verkeerde paard is geweest waarop is gewed. Juist met het oog op de performance van de huidige landsregering was een steviger insteek volgens spreker beter geweest. Natuurlijk grossiert eenieder achteraf in wijsheid, maar toch! Gezien de aanpak in andere regio’s, waar grootser en meeslepender is geacteerd, had mogen worden verwacht dat hier ook meer lawaai was gemaakt. Wat was voor het college de reden om van stille diplomatie voldoende effect te verwachten? Eén ding is afdoende duidelijk: raad en college zijn fel gekant tegen het voornemen de vestiging van de Belastingdienst hier op te heffen. Daaraan willen alle leden van de aanwezige raadsfracties unaniem uiting geven in de vorm van een motie. Deze wordt hierbij ingediend en luidt als volgt:
Wethouder Sleeking wijst er op dat het college geen politieke partij is. De raad is het orgaan waarin objectief wordt vastgesteld welke besluiten er genomen moeten worden. De overwegingen van de raad daarvoor zijn neergelegd in de besluitvorming van de raad. Het is de taak van het college die besluitvorming over het voetlicht te brengen. Als daar een risicoparagraaf bij hoort, zal die ook onderdeel zijn van het verhaal. Het vragenhalfuur wordt vervolgens gesloten. Overeenkomstig het eerder genomen besluit wordt nu eerst aan de orde gesteld: Motie vreemd aan de orde van de dag, ingediend oor de ChristenUnie-fractie, betreffende de Belastingdienst De heer Huttinga wil allereerst zeggen dat het hem heel goed doet dat er zo veel mensen van de Belastingdienst hier vanavond aanwezig zijn. Opnieuw een rijksdienst weg uit Emmen, zoals het college aangeeft in de brief die de raad vandaag heeft ontvangen. Daarmee zet het rijk het beleid dat voorheen was gericht op spreiding en ondersteuning van sociaaleconomisch zwakkere regio’s rücksichtslos en al te gemakkelijk overboord. Er wordt kil op beoogde bezuinigingen op korte termijn gekoerst en er wordt niet of nauwelijks gekeken naar de maatschappelijke effecten in de betrokken regio. Het lijkt wel: Emmen, red je maar! Het voornemen van het ministerie van Financiën heeft grote en nare gevolgen voor zo’n 300 medewerkers en hun families en trekt hoogwaardige werkgelegenheid weg uit deze gemeente en de regio. Er wordt al te gemakkelijk voorbijgegaan aan de afbraak van positieve zaken, bijvoorbeeld dat deze vestiging van groot belang is voor het economisch klimaat in de regio. Immers, de Belastingdienst is niet alleen een dienst die namens de rijksoverheid int, maar ook allerlei faciliteiten biedt en waar nodig van advies en informatie voorziet. De dienst is een aanspreekpunt voor allerlei ondernemers en de hele financiële sector,
De raad van de gemeente Emmen, in vergadering bijeen op 23 februari 2012, constaterende: dat in het kader van de rijksbezuinigingen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voornemen is over te gaan tot een sterke concentratie van rijksdiensten en dat daarom het ministerie van Financiën voornemens is te besluiten de vestiging van de Rijksbelastingdienst te Emmen te gaan sluiten; overwegende: 1. dat hiermee opnieuw een rijksdienst de gemeente Emmen alsook de provincie Drenthe zal verlaten; 2. dat in het verleden juist is besloten rijksdiensten te spreiden ter stimulering van de werkgelegenheid, met name in sociaaleconomisch kwetsbare gebieden, waartoe Zuidoost-Drenthe i.c. de gemeente Emmen ook behoort;
8
3.
4.
5.
6.
7.
8.
dat hiermee voor de regio ZuidoostDrenthe en de gemeente Emmen in het bijzonder zo’n 300 banen verloren gaan; dat een rijksdienst als de Belastingdienst van grote waarde en betekenis is voor een gemeente als Emmen, gezien de grootte en de enorme bedrijvigheid; dat het verdwijnen van de Belastingdienst een ernstige aantasting is van een zorgvuldig opgebouwd vestigingsklimaat in de regio; dat het verdwijnen van de Belastingdienst grote gevolgen heeft voor de dienstverlening aan de 10.000 bedrijven en van de bedrijven onderling in de regio; dat het goed is wanneer provincie en gemeenten gezamenlijk optrekken en dat de politieke partijen die landelijk, provinciaal en lokaal vertegenwoordigd zijn in actie zijn gekomen of komen tegen het voorgenomen besluit; dat de gemeenteraad van Emmen fel gekant is tegen het voorgenomen besluit;
3.
4.
Rijksgebouwendienst in Emmen daarbij betrokken? Welke actie heeft het college ondernomen tot behoud van de Belastingdienst in Emmen? Hoe zijn de contacten geweest tussen de Belastingdienst en het college van B&W tussen eind december en het moment waarop bij brief is meegedeeld dat geen gebruik zou worden gemaakt van de nieuwbouwplannen?
De heer Moinat wil bij zijn inleiding even de € 400 miljoen noemen die landelijk wordt bezuinigd door het schrappen van onder andere 5.000 arbeidsplaatsen op een totaal van 35.000, zoals in het radioprogramma Goedemorgen van de KRO ter sprake is gekomen. Zeker in deze kwetsbare regio wordt met zoiets een enorme bom onder het sociale en economische leven gelegd. De nadruk moet liggen op de regiofunctie, niet alleen op Emmen. Het betreft de Belastingdienst Zuidoost-Drenthe. Emmen alléén gaat het niet redden en moet het gemeentegrensoverschrijdend belang onderkennen. Wat in Zeeland kan, kan in Drenthe natuurlijk ook. De komende jaren wordt er een behoorlijk grote wisseling van de wacht binnen de Belastingdienst verwacht vanwege het oudere personeelsbestand. Dat is een enorme kans om jonge, hoogopgeleide mensen een baan te bieden en op die manier de hele regio Zuidoost-Drenthe een enorme impuls te geven. Er is dezerzijds nog een aantal vragen, waarvan sommige een beetje overeenkomen met die van de VVD-fractie, doch spreker wil de vragen toch maar stellen. 1. Bekend is dat er een gesprek heeft plaatsgehad met mensen van de Belastingdienst. Wat is er toen besproken en welke visie heeft het college daar uitgedragen? 2. In het persbericht geeft het college aan brieven naar Tweede Kamerfracties en de staatssecretaris te zullen sturen. Doet het college dit alleen, of zoekt het ook samenwerking in Drents verband? 3. Is het college het met de SP-fractie eens dat Emmen alléén deze strijd niet kan winnen en dat het noodzakelijk is samen met alle Drentse gemeenten en de Staten een vuist te maken? Is het ook bereid zich proactief op te stellen richting de gemeenten en de Staten?
verzoekt het college: • met spoed zelf en in gezamenlijkheid met de andere Drentse gemeentebesturen en het provinciebestuur al het mogelijke te doen en in het werk te stellen wat kan leiden tot intrekking van het voorgenomen besluit tot vertrek van de Belastingdienst uit Emmen/Drenthe; • de beide kamers der Staten-Generaal alsmede de betrokken ministeries van deze motie in kennis te stellen, en gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter stelt vast dat deze motie thans onderwerp van beraadslaging uitmaakt. De heer Scheltens deelt mede dat na de woorden van de heer Huttinga wat de VVD-fractie betreft geen verdere inleiding nodig is. Zij heeft nog wel vier vragen. 1. Is het besluit tot verhuizing van de Belastingdienst definitief of voorgenomen? 2. Kan het college zeggen of de voorgestelde bezuiniging is gebaseerd op het personeel of op de huisvestingskosten? Indien het laatste het geval is, zijn dan ook de andere beschikbare panden van de
9
4.
Tijdens een vragenronde in de Tweede Kamer is door toenmalig minister Donner gesproken over compensatiemogelijkheden. Heeft het college hierover iets vernomen en, zo ja, wat zouden die mogelijkheden dan kunnen inhouden? 5. Op de lijst van steden met kantoren in eigendom van het rijk staat Emmen niet vermeld. Klopt dit, of is dit een fout? Zou het niet zo kunnen zijn dat Emmen door het willen verlaten van het oude pand naar de geplande nieuwbouw voor de Belastingdienst en het vervolgens niet doorgaan van die nieuwbouw op papier ineens geen vestiging meer heeft en dat dit vergaande gevolgen heeft? Zo ja, heeft het college dit aankaarten bij de staatssecretaris of gaat het dit nog doen? In de brief van het ministerie aan de Tweede Kamer d.d. 30 december 2011 staat vermeld dat er masterplannen worden geschreven die moeten leiden tot uitvoering vanaf 2013. Dit lijkt misschien nog wat tijd te geven, maar let wel: die plannen worden op dit moment geschreven! Er is dus helemaal geen tijd.
Gisteren mocht hij een symposium bijwonen waarop regelmatig werd gezegd dat het goed gaat met deze regio. Daar werkt iedereen ook hard aan. Juist daarom is het welhaast onacceptabel als het daadwerkelijk tot sluiting van de Belastingdienst zou komen, tegen de wens van de Tweede Kamer in, want daarin is een motie aangenomen waarin is uitgesproken dat bij concentratie van rijksdiensten kwetsbare regio’s moeten worden ontzien. Het is weliswaar een feit dat de werkloosheid in deze regio is teruggedrongen, maar toch blijft de regio kwetsbaar. Het is natuurlijk onverkwikkelijk dat, ondanks het harde werken, dit een ander aan de andere kant afbreekt. De fractie roept de collega’s en het college op in een zo breed mogelijk verband de communicatielijn met ‘Den Haag’ open te houden, wellicht samen met partners als SNN en de ondernemingsraad van de Belastingdienst in Emmen. Het kan gewoon niet zo zijn dat in ‘Den Haag’ de ogen worden gesloten voor de verantwoordelijkheid voor het hele land en dus ook voor deze regio. Naar de mening van de PvdA-fractie heeft Emmen na het verlies van banen bij de Topografische dienst, USZO en de salarisadministratie burgerpersoneel Defensie genoeg bijgedragen aan de bezuinigingen.
De heer Wanders stelt vast dat Nederland méér is dan alleen de Randstad. Regelmatig heeft hij deze week deze woorden op verschillende plekken gebruikt. Ze kwamen bij hem op toen hij het voorgenomen besluit las, een besluit waarmee staatssecretaris Weekers diens huishoudboekje straks op orde heeft, maar waarbij de ogen worden gesloten voor de macro-economische effecten daarvan. Net als de ChristenUnie-fractie wil de PvdA-fractie het aanvullende verzoek aan het college doen de macro-economische effecten in kaart te brengen: wat betekent een sluiting van de Belastingdienst voor de regio, voor de broodjeszaak om de hoek, voor mensen die in de financiële dienstverlening werken en voor het WSWbedrijf, dat in het verleden trajecten had bij de Belastingdienst. Dat gaat straks allemaal verloren als dit soort arbeid verdwijnt uit Emmen en dat is in de ogen van de PvdA-fractie welhaast onacceptabel. Zo’n onderzoek zou zinvolle informatie kunnen opleveren die de raad kan gebruiken ter ondersteuning van de inzet om er voor te zorgen dat het voorgenomen besluit teniet wordt gedaan. Van de Tweede Kamerfractie van de PvdA heeft spreker vanmiddag vernomen dat er weliswaar weinig tijd is, maar toch nog wel wat tijd om een en ander op papier te krijgen. Bij dezen dan ook het verzoek aan het college dat te doen.
De heer Oldenbeuving wil even teruggaan naar 17 maart 2009. Toen hebben de Tweede Kamerfracties van PvdA, SP en CDA een motie ingediend waarin is gevraagd in het komende traject de wat zwakkere regio’s, toen netjes genoemd: de provincies met de hoogste werkloosheid, zoveel mogelijk te ontzien. Het is dan ook schokkend te moeten constateren dat daarmee kennelijk nog steeds te weinig rekening wordt gehouden. Niet voor niets heeft de CDA-fractie, toen bekend werd dat de nieuwbouw naar alle waarschijnlijkheid niet zou doorgaan, aan het college gevraagd de kanalen naar de respectievelijke fracties in de Tweede Kamer open te trekken om aandacht te vragen, want zij zag de bui toen al hangen. De fractie heeft dit inmiddels zelf al in ruime mate gedaan, wat er toe heeft geleid dat door de Tweede Kamerfractie van het CDA schriftelijke vragen aan de minister zijn gesteld over de gang van zaken. Zij zal ook proberen haar collega’s in ‘Den Haag’ te bewegen op dit punt nog meer actie te ondernemen. Spreker hoopt hierover spoedig informatie te kunnen verstrekken. Deze ontwikkeling is extra zorgelijk, omdat een en ander op een heel slimme manier gaat. Toen er
10
in de jaren zeventig bezuinigingen op de marechaussee moesten plaatsvinden, deed men dat als volgt: de marechaussee in Sas van Gent werd overplaatst naar Nieuweschans en na twee jaar Nieuweschans volgde overplaatsing naar Den Helder. Er is natuurlijk niets tegen Den Helder, maar als je met je gezin drie keer moet verhuizen, zoek je vanzelf een andere baan. Wat nu is te zien, is geen aangekondigde reorganisatie, maar het risico bestaat dat bij een drastische verhuizing de reorganisatie vanzelf komt. Dat zou een gemis zijn, niet alleen voor de regio, maar ook voor alle mensen die hier hun boterham verdienen en dag in – dag uit hun best doen. Al diverse keren is gevraagd wat het college heeft gedaan, zodat die vraag niet hoeft te worden herhaald. Wel wil spreker een dringend beroep op de fracties doen, want uiteindelijk zal een en ander hiervandaan moeten plaatsvinden.
van optrekken richting ‘Den Haag’. Hem dunkt dat dit een goed signaal is dat ondersteunend werkt bij het traject dat nu moet worden doorlopen. Hij kan zich voorstellen dat er vragen zijn over datgene wat er in de afgelopen tijd gebeurd is. Allereerst kan worden geconstateerd dat het beleid hier ter discussie moet staan. Het kan niet zo zijn dat een lobby er de schuld van is dat het beleid niet goed is. Het volgende over de lobby. Heeft het college stille diplomatie betracht, is dat juist geweest en had niet veel meer op de trom moeten worden geroffeld? Er is in dit verband een vergelijk gemaakt met andere regio’s. Spreker denkt dat er een wezenlijk verschil is ten opzichte van andere regio’s. Als men kijkt naar de situatie alhier, kan worden gezegd dat Emmen eind september is geconfronteerd met het bericht dat het rijk de rijksdiensten wil concentreren in 12 steden. Dat is voor het college aanleiding geweest samen met de provincie, de gemeente Assen en SNN op te trekken richting ‘Den Haag’. Er zijn brieven gestuurd, er is op de Tweede Kamerfracties ingepraat, enzovoort. De burgemeester is ook aanwezig geweest bij de behandeling in de Vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken op 8 november, waarin de concentratie aan de orde was. De gemeenteraad heeft over het verloop daarvan een brief ontvangen, gedateerd op 10 november. In die brief staat dat de minister heeft aangegeven dat in het concentratiebeleid twee uitgangspunten worden gehanteerd: concentratie van panden die het eigendom zijn van het rijk en concentratie op 12 locaties. Het was overigens aan de departementen zelf hieraan invulling te geven en de Rijksgebouwendienst coördineerde alle acties. Op dat moment ging de Belastingdienst nog steeds uit van nieuwbouw in Emmen. De heer Van der Weide verwijst naar de brief van Wilgenhaege Stedekroon en de inspraak van die kant, maar ook kan worden verwezen naar de brief die de gemeente nog op 22 juni heeft ontvangen van de directeur Noord van de Belastingdienst. Daarin wordt aan de heer De Jong van Wilgenhaege Stedekroon geschreven: “Zoals bij u bekend is, is de Belastingdienst in Emmen al sedert een groot aantal jaren zeer ontevreden over zijn huisvestingssituatie. In 2008 is de Rijksgebouwendienst daarom in opdracht van de Belastingdienst gaan zoeken naar een structurele oplossing, waarbij ook ons huisvestingsconcept toegepast kon worden. Medio 2008 is door de Rijksgebouwendienst een businesscase opgesteld (-) en eind 2008 is op basis van de businesscase besloten een andere locatie voor huisvesting
De heer Van der Weide merkt op dat een landelijke bespiegeling Wakker Emmen als lokale partij niet past. Emmen heeft echter wel te maken met landelijke ontwikkelingen. In dit geval is de gemeente Emmen de dupe: het verdwijnen van 300 banen is een aderlating voor deze regio. De motie die door de heer Huttinga is ingediend, zou eigenlijk overbodig moeten zijn, want op het moment waarop zich een groot verlies aan werkgelegenheid voordoet, moeten alle partijen en het college alle inzet en energie benutten. De fractie van Wakker Emmen heeft nog een aantal vragen over de afgelopen periode. Er zijn ontwikkelingen en signalen geweest, waaronder het bericht over het concentratiebeleid van voormalig minister Donner, er is verleden jaar een discussie gevoerd over het bestemmingsplan waarbij iemand van de beleggingsmaatschappij heeft ingesproken en zeer recent kwam het bericht dat er geen nieuwbouw aan de Vreding gaat plaatsvinden. De vraag is wat het college met de drie hiervóór genoemde signalen heeft gedaan. Heeft het op die momenten een lobby richting ‘Den Haag’ in gang gezet? Zo ja, wat is er precies gedaan en wat zijn de resultaten daarvan? Zo nee, waarom is dit niet gedaan? De signalen die spreker zojuist heeft genoemd, moesten toch een teken aan de wand zijn en zullen vast verontrusting met zich mee hebben gebracht! Wethouder Arends wil beginnen met te zeggen het heel goed te vinden dat er een motie ligt die unaniem wordt ondersteund. Daarvan gaat zeggingskracht uit en eensgezindheid ten aanzien
11
van de Belastingdienst Emmen te kiezen. Dat besluit heeft er inmiddels toe geleid dat de benodigde grond is aangekocht, een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Emmen is gesloten, het bestemmingsplan is gewijzigd, de oude opstallen zijn gesloopt en de aanbesteding wordt voorbereid. U kunt hieruit afleiden dat inmiddels de nodige stappen zijn gezet om het besluit uit 2008 te effectueren en dat niet zonder consequenties op dit besluit kan worden teruggekomen.” Dat was toen nog steeds het uitgangspunt, en het college meende te mogen vertrouwen op een betrouwbare rijksoverheid als partner. Op basis van de uitkomst van de behandeling in de Tweede Kamer was er geen signaal dat moest worden gevreesd voor het vertrek van de Belastingdienst. Op 20 december is de gemeente door de Belastingdienst geïnformeerd over het feit dat de dienst had afgezien van nieuwbouw in Emmen. Toen is door het college met de Belastingdienst gesproken over de situatie die zich zou gaan voordoen, wetende dat de bestaande huisvestingssituatie van de Belastingdienst niet de meest optimale is. Daarbij is de brief van de minister van Binnenlandse Zaken over de concentratie betrokken. Tevens is gezegd dat de opdracht met name is te bekijken welke panden het eigendom van het rijk zijn en waar huurcontracten kunnen worden opgezegd om bestaande eigendommen van het rijk optimaal te kunnen gaan benutten. Er is met de Belastingdienst ook gesproken over de mogelijkheden die in Emmen voorhanden zijn. Spreker verwijst naar het pand aan de Boslaan waarin het arbeidsbureau heeft gezeten en daarna KPMG. Dat pand is het eigendom van de Rijksgebouwendienst en daar kan de Belastingdienst naartoe. Vervolgens is met de Belastingdienst de afspraak gemaakt dat zou worden bekeken wat dat pand zou kunnen betekenen voor de masterplanning; daarover is ambtelijk overleg geweest. Men zou elkaar op 17 februari in bestuurlijk opzicht weer treffen < de directeur Belastingdienst Noord en een vertegenwoordiger van het college > om te bezien in hoeverre daar mogelijkheden zijn. De raad mag aannemen dat het college ook wel wat in de achterzak had, maar daarover is niet gesproken, want in het gesprek kwam het teleurstellende bericht dat de Belastingdienst uit Emmen vertrekt.
Belastingdienst of alleen met de Rijksgebouwendienst? Wethouder Arends merkt op dat in deze raadzaal al eens uitgebreid naar voren is gebracht dat de Rijksgebouwendienst binnen het rijk dé dienst is die de huisvesting van rijksdiensten regelt. Met andere woorden: de Rijksgebouwendienst sluit contracten met andere rijksdiensten en maakt vervolgens afspraken met andere partners. De gemeente heeft nu nog steeds een contract met de Rijksgebouwendienst betreffende de aankoop en de bestemming van het grondstuk, alsook over de maatregelen die de gemeente moet nemen. Daarmee wordt nog gewoon doorgegaan, want zolang het contract niet wordt ontbonden, houdt de gemeente zich aan haar verplichtingen. Het contract is dus gesloten met de Rijksgebouwendienst, maar de Belastingdienst heeft zich volstrekt gecommitteerd aan hetgeen er zou gaan gebeuren; dat is immers de basis voor het handelen van de Rijksgebouwendienst. De heer Van der Weide komt nu bij de factor tijd, tijd die kostbaar is. De wethouder zei dat een lobby niet het heilige middel is om iets te bereiken, doch er kan wel wát worden bereikt. Een voorbeeld van wat een lobby teweeg kan brengen, is de kazerne in Assen. Er waren her en der al geruchten en ook is de vraag gesteld of het wel zo zeker is dat de Belastingdienst in Emmen blijft. Er was een teken aan de wand en er gebeurde van alles. Hij wil dan ook graag weten wat het college in de tussentijd richting de Rijksgebouwendienst en Belastingdienst heeft gedaan om er voor te zorgen dat de Belastingdienst in Emmen niet op glad ijs terecht zou komen. Wethouder Arends constateert dat hij op alle drie momenten is ingegaan die de heer Van der Weide heeft genoemd. Hij heeft aangegeven hoe de Belastingdienst heeft gereageerd op de brief van Wilgenhaege Stedekroon. Dat was 22 juni 2011. Het tweede moment was het persbericht van 30 september over de concentratie van de rijksdiensten. Het college heeft daarop samen met de provincie, de gemeente Assen, SNN, VNO-NCW, MKB en de Kamer van Koophandel gereageerd. Daarop is verwezen naar de masterplanning, maar nog steeds was nieuwbouw in Emmen voor de Belastingdienst het uitgangspunt. Op 20 december kwam de Belastingdienst de gemeente vertellen dat de nieuwbouw niet doorgaat. Toen was er nog geen signaal dat de Belastingdienst uit Emmen zou vertrekken. Er is toen
De heer Van der Weide zegt dat iets hem niet geheel duidelijk is. De brief waaruit de wethouder citeerde doet vóórkomen dat de verhuizing van de Belastingdienst een gelopen race was. Zijn vraag is dan: was er een contract met de
12
wél gezegd dat het de vraag is of de Belastingdienst op termijn in Emmen blijft, doch dat dit de toekomst zou uitwijzen. In het kader van de masterplanning zijn met de Belastingdienst afspraken gemaakt over de vraag hoe de gemeente de dienst zou kunnen ondersteunen bij het invullen van die planning en hoe daarbij de werkgelegenheid in Emmen zo lang mogelijk zou kunnen worden gegarandeerd. Dat zo zijnde, was er geen enkele reden voor het met veel bombarie optrekken naar ‘Den Haag’; er was immers geen sprake van het vertrek van de Belastingdienst. Als naar ‘Den Haag’ zou zijn gegaan, zou de reactie vast zijn geweest: wat komt u hier doen, want er is geen sprake van het vertrek van de Belastingdienst! In Zeeland was de situatie anders; daar stond het kantoor in Terneuzen op de nominatie te verdwijnen. Daar heeft de commissaris van de Koningin, prominent CDA-lid mevrouw Peijs, de lobby aangevoerd. Spreker wil even in herinnering brengen dat de situatie in Zeeland in de huidige politieke constellatie een iets andere is dan die in Drenthe. Hij noemt maar even de heer Ad Koppejan van het CDA, hij noemt de onafhankelijke fractie in de Staten van Zeeland, die bij de verkiezingen van de Eerste Kamer een doorslaggevende stem heeft gehad, en bijvoorbeeld de gedoogsteun en zo. Kortom, een volstrekt andere situatie die politiek ook anders wordt gewogen dan die in Drenthe. Dat geeft een ander gewicht aan een lobby. Het uitgangspunt was daar: het vertrek van het kantoor in Terneuzen, iets wat in Emmen niet het geval was. De gemeente is nu geconfronteerd met de omstandigheid dat de Belastingdienst voornemens is uit Emmen te vertrekken. Op de vraag van de VVD-fractie of er al sprake is van een definitief besluit, kan met nee worden geantwoord. De Belastingdienst heeft gemeld dat een huisvestingsplan is opgesteld en dat de minister en de staatssecretaris met de daarin neergelegd koers hebben ingestemd. De formele besluitvorming zal in het voorjaar plaatsvinden. Het antwoord op de vraag of de voorgestelde bezuiniging op personeelskosten of op huisvestingskosten is gebaseerd, is drieledig. Het gaat in de eerste plaats om het aantal rijksambtenaren dat in de komende jaren moet worden ingekrompen, in de tweede plaats om het nieuwe werken met flexibele werkplekken, waardoor het aantal m2 minder wordt, en in de derde plaats het voornemen van het rijk nog eens € 400 miljoen te bezuinigen op de huisvesting van de rijksdiensten. Door de eerste twee ontwikkelingen neemt de vraag naar kantooroppervlakte af. Deze ontwik-
kelingen hoeven niet te leiden tot concentratie in Groningen of Zwolle, want een nieuw, kleiner kantoorconcept kan ook in Emmen worden gerealiseerd. Daarom is juist het pand aan de Boslaan ingebracht. De bezuiniging van € 400 miljoen op de huisvesting van de rijksdiensten is eigenlijk de basis voor het voorgenomen besluit tot sluiting van de Belastingdienst in Emmen. Op de vraag welke acties zijn genomen tot behoud van de Belastingdienst heeft spreker zojuist uitvoerig aangegeven. Spreker meent ook reeds uitvoerig te zijn ingegaan op de vraag naar de contacten tussen het college en de Belastingdienst nadat eind december door deze dienst werd aangegeven geen gebruik te maken van de nieuwbouwplannen. Wat hem wat verbaast, zijn de argumenten die de Belastingdienst hanteert. Er wordt bijvoorbeeld gesuggereerd dat hier, omdat er in Emmen geen hogeschool met een fiscale opleiding is, geen Belastingdienst meer hoeft te zijn gevestigd. De burgemeester heeft in het overleg aangegeven: dan zal het ook wel het einde zijn van het ziekenhuis, want Emmen heeft ook geen universiteit die opleidt tot doktoren! Het zijn allemaal gezochte argumenten om iets te realiseren. Wat er nu moet gebeuren, is dat massaal en massief een beweging richting ‘Den Haag’ wordt gemaakt. Het college zal daarin niet terughoudend zijn, samen met het college van GS. De raad heeft vandaag een brief gekregen die ook naar de Staten van Drenthe is gegaan. Er zal eveneens samenwerking worden gezocht in SNN-verband, met VNO-NCW, met het MKB en met de Kamer van Koophandel. Er zal eveneens voor worden gezorgd dat door het plaatselijke bedrijfsleven een lobby wordt vormgegeven. Intussen hebben zich tevens financiële dienstverleners gemeld met de mededeling de gemeente graag te willen ondersteunen bij de pogingen de Belastingdienst hier te handhaven. Zij zeggen: juist als financiële dienstverleners hebben wij er baat bij dat er dichtbij een Belastingdienst is! In dit gebied is een derde van de werkgelegenheid in Drenthe geconcentreerd! Zij zeggen voorts: de 10.000 bedrijven hebben er baat bij dat de financiële adviseurs bij wijze van spreken om de hoek snel bij mensen van de Belastingsdienst terecht kunnen die weten hoe de situatie ter plaatse is en in het verleden is gebleken dat dit positief uitwerkt! Ook dit zal dus vorm worden gegeven. De heer Scheltens is het er helemaal mee eens als de wethouder zegt dat een lobby massaal en massief op gang moet worden gebracht. Wat wel
13
verbaast, is dat de raad pas dinsdag aan het einde van de middag op de hoogte is gebracht van het persbericht, terwijl de wethouder heeft aangegeven reeds op vrijdag door de directeur van de Belastingdienst op de hoogte te zijn gesteld. Waarom dan toch nog drie/vier dagen gewacht met het op gang brengen van de lobby?
om er voor te zorgen dat de Belastingdienst hier blijft. Hij moet wel zeggen dat hij de lobby niet inzet vanwege een zieligheidsgehalte van de regio, want daarin gelooft hij niet. Hij vindt dat dit een regio is die zich de laatste jaren krachtig heeft ontwikkeld en bewezen heeft dat hier de werkgelegenheid en bedrijvigheid kunnen groeien. Dat is van belang voor de ontwikkeling van dit gebied en ondersteunt het behoud van de Belastingdienst. Daarop wil hij de lobby insteken, want zoals hij vanmorgen voor de radio heeft gezegd: dit is eveneens een onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden! Ook dit gedeelte van Nederland heeft recht op rijksdiensten. Het gaat niet echt om spreiding van rijksdiensten, want de Belastingdienst zit hier al decennialang. Deze moet hier nog heel lang blijven, want dit geeft kracht aan het vestigingsklimaat in dit gebied.
Wethouder Arends zegt dat het feit dat de raad niet eerder is geïnformeerd, te maken heeft met het moment waarop het college de mededeling heeft gekregen. Er gaat pas een mededeling naar buiten als het college daarover een besluit heeft genomen. Er is maandagmiddag een collegevergadering geweest, toen is een besluit genomen over het persbericht, waarna dit op dinsdag naar buiten is gegaan. De heer Leutscher moet nog even op zich laten inwerken wat de wethouder zei over de situatie in Zeeland. Deze heeft voor een deel wel gelijk, maar voor het lobbywerk is het van belang te weten hoe in politiek ‘Den Haag’ de hazen lopen. Als je weet wat er binnenskamers gebeurt, ben je in staat optimaal te lobbyen. De onderliggende vraag is: heeft de wethouder in overweging genomen gebruik te maken van de politieke contacten die collegeleden hebben met VVD en CDA? Is gebruik gemaakt van hun netwerken om in contact te komen met de minister of de staatssecretaris?
De heer Eggen constateert dat op een vraag van de heer Wanders over een financiële analyse nog geen antwoord is gegeven. Wethouder Arends antwoordt dat een en ander in kaart zou kunnen worden gebracht. Hij weet echter niet hoeveel tijd dat vergt en ook niet of dat voor de lobby op het juiste moment komt. Als het eenvoudig kan, zal het zeker niet worden nagelaten; wanneer het echter veel werk, tijd en geld kost, moet het college zich hierover nog even beraden.
Wethouder Arends antwoordt dat dit bij allerlei lobbytrajecten in overweging wordt genomen. Het is immers een feit dat hij op dit moment even niet tot ‘de goede partij’ behoort waar het de constellatie in ‘Den Haag’ betreft! Binnen het college wordt evenwel in coalitieverband samengewerkt, dus daar waar het van toepassing is, wordt gebruik gemaakt van de politieke partijlijnen binnen het college. Dat is gedaan en zal ook zeker worden vervolgd.
De voorzitter wil nog graag iets toevoegen aan datgene wat reeds gewisseld is. Zoals gezegd, is er een contract met de Rijksgebouwendienst. Het college is van plan daar strak in te blijven zitten, dat moge helder zijn. Verder is het van belang de Belastingdienst te behouden voor Emmen/Drenthe, dus het traject dat wordt ingezet, vraagt om eensgezind optreden. Dat is geen kwestie van partijpolitiek, maar van behoud van werkgelegenheid in dit gebied. Het zou te gek voor woorden zijn als de Belastingdienst als rijksdienst bij uitstek zich helemaal terugtrekt uit twee provincies, Flevoland en Drenthe. De raad heeft helder aangegeven: college, ga de strijd niet alleen aan, zoek vrienden! Het is ook goed dat die vrienden niet alleen in Drenthe en het Noorden worden gezocht, maar dat eveneens wordt gekeken naar de 25 andere gemeenten waaruit de Belastingdienst dreigt te vertrekken. Hij stelt zich voor dat over een half jaar eens wordt teruggekeken op de voorafgaande periode, maar dat eenieder zich vanaf nu richt op
De heer Leutscher vraagt of de wethouder al iets kan zeggen over de kwaliteit van de contacten van diens VVD- en CDA-collega’s met hun netwerken in ‘Den Haag’. Wethouder Arends zegt dat die, voor zover hij het kan overzien, prima zijn. Al met al heeft hij geschetst hoe het gegaan is. Op andere momenten mogen raadsleden hem daarover best nog eens bevragen, maar wat nú van belang is, is dat als één blok, massief en massaal, wordt opgetrokken, schouder aan schouder,
14
uitvoering van de raadsbrede motie die door de heer Huttinga is ingediend en dat op alle fronten wordt gestreden voor het behoud van deze werkgelegenheid in Emmen/Drenthe. Als de raad het goedvindt, zal hij daaraan eveneens zijn steentje bijdragen, want behoud van werkgelegenheid staat voorop. Laat men niet vergeten dat de parlementaire democratie haar oorsprong heeft in belastingheffing, oftewel: no taxation without repressentation! De burger heeft recht op een Belastingdienst, ook in Drenthe. Het is gewoon van de gekke dat het rijk zich op deze manier zou terugtrekken uit dit deel van Nederland. Er moet een ordentelijke spreiding van rijksdiensten zijn. Spreker is blij met de breedte van de motie en met de inzet van tal van fracties in de Tweede Kamer. Er is een motie van het CDA en ook van CDA, PvdA en SP en een actie vanuit de ChristenUnie, maar er zijn ook regionale partijen die zich in dezen mengen. Het is nu belangrijk eenheid uit te stralen. En als het moet, zal het college een harde benadering niet uit de weg gaan. Politiek gesproken, zal de breedte van het college wat dit betreft geen nadeel zijn. Bij zijn weten, is de ingang bij de staatssecretaris inmiddels geregeld.
Kamercommissie het woord te voeren, maar denkt dat daarvoor vast wel is te zorgen. Wat de vraag van mevrouw Hoogeveen over de strategie betreft: wethouder Arends en hij hebben niet voor niets verwezen naar de moties die door de Tweede Kamer zijn aangenomen. Daarbij zal zoveel mogelijk moeten worden aangesloten, maar hij denkt dat er bij de 25 gemeenten wel een paar zijn die dienstbaar kunnen zijn in de strijd. Inderdaad is het lastiger als je die alleen moet voeren. Wat Emmen en Almere uniek maakt, is dat Flevoland en Drenthe straks compleet zonder Belastingdienst zullen komen te zitten. Dat is een uniek uitgangspunt voor de lobby, in combinatie met de moties die door meerdere partijen in de Kamer zijn aangenomen. Spreker herhaalt nog eens dat nu vooral vanuit eenheid moet worden opgetreden. Hij stelt zich voor dat de raad op de hoogte wordt gehouden van de belangrijke punten die tussentijds passeren. Zonder hoofdelijke stemming wordt de motie vervolgens met algemene stemmen aangenomen. De voorzitter schorst de vergadering gedurende enige minuten om de mensen die voor het vorige onderwerp naar de raadsvergadering zijn gekomen in staat te stellen, indien gewenst, de raadzaal te verlaten.
Mevrouw Hoogeveen denkt dat het heel goed is dat de krachten worden gebundeld. Zij is wel benieuwd naar de ‘oorlogsstrategie’. De wethouder zei niet vanuit een zieligheidsgehalte te willen lobbyen. De burgemeester had het over het wellicht benaderen van de andere 25 gemeenten, maar als je de zieligheidskaart niet wilt spelen, denkt zij dat het voorgenomen besluit meer vanuit het ongelijkheidsbeginsel moet worden aangevochten, want er zullen gemeenten zijn die naar alle waarschijnlijkheid hun Belastingdienst zullen zien verdwijnen. Zij vraagt zich dan ook af of het slim is alle 25 gemeenten op te zoeken. Omdat hier al zo veel rijksdiensten verloren zijn gegaan, denkt zij dat beter kan worden uitgegaan van het ongelijkheidsbeginsel. Kortom, hoe pak je een en ander aan zonder zielig te willen zijn, terwijl er waarschijnlijk toch wel wat zal gebeuren. Het rijk zal uiteindelijk toch naar een geringer aantal vestigingsplaatsen gaan.
Schorsing. De voorzitter heropent de vergadering en stelt de overige A-stukken aan de orde. De heer Moinat deelt mee dat de SP-fractie tegen de voorstellen onder A5 en A6 is. De heer Sulmann vermeldt dat de DOP-fractie tegen het voorstel onder A5 is. De heer Van der Weide laat weten dat dit ook voor de fractie van Wakker Emmen geldt. De heer Halm zegt dat dit eveneens voor de BGE-fractie het geval is.
De heer Huttinga wil graag het voorstel doen de burgemeester niet alleen te laten gaan, maar met een delegatie van de raad wanneer de Vaste Kamercommissie wederom overlegt.
A3a.
Notulen raadsvergadering van 22 december 2011 [Stuknr. RA12.0008]
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de onder nr. A3a. vermelde notulen overeenkomstig het ontwerp vastgesteld.
De voorzitter hoopt dan dat er meer dan vier partijen vertegenwoordigd zijn om in de Vaste
15
A3b.
kerken een belangrijke activiteit voor de genoemde organisaties is. Daarnaast is de inzameling ook de belangrijkste inkomstenbron voor hen. In de politiek komen steeds meer termen als zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid naar voren. Het inzamelen van oud papier en daarmee het verwerven van inkomsten is een goede vorm van zelfredzaamheid. De fractie vindt dat de politiek juist nu het signaal moet afgeven dat een alternatieve manier van papierinzameling onder de vleugels van AREA niet mogelijk is. Bescherming bieden voor de inkomstenbron van genoemde organisatie is wat de motie inhoudt. De motie luidt als volgt:
Notulen raadsvergadering 26 januari 2012 [Stuknr. RA12.0009]
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de onder nr. A3b. vermelde notulen overeenkomstig het ontwerp vastgesteld. A4.
Bijdrage gemeente Emmen aan herstructurering De Holdert-deel bezit Domesta + bijlage RIS.5376 [Stuknr. RA12.0002]
Afgevoerd zijnde, maakt het voorstel onder nr. A4 geen onderwerp van beraadslaging en besluitvorming uit. A5.
De raad van de gemeente Emmen, in vergadering bijeen op 23 februari 2012,
Verzamelbesluit begrotingswijzigingen 2012-1 + bijlagen RIS.5400 en RIS.5401 [Stuknr. RA12.0004]
constaterende dat: • het Kaderplan afvalstoffen 2010-2015 door de raad is vastgesteld op 16 december 2010; • het conceptuitvoeringsdocument Kaderplan afvalstoffen 2010-2015 ter kennisname is aangeboden aan de gemeenteraad; • met het conceptdocument de raad er in kennis van wordt gesteld dat er een pilot zal worden gestart met het inzamelen van oud papier in een buurt of een woonwijk en dat afhankelijk van het resultaat dit in meerdere wijken kan worden ingevoerd; • een alternatieve wijze van huis aan huis inzamelen van papier onderdeel uitmaakt van het Milieuprogramma 2012, specifiek voor het thema afval; • een evaluatie inzake bronscheiding door de gemeenteraad van Emmen nog dient plaats te vinden en het onderzoek naar nascheiding nog niet is afgerond;
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform de onder nr.A5 vermelde voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met de aantekening dat de leden van de fracties van Wakker Emmen en BGE en de aanwezige leden van de fracties van SP en DOP geacht willen worden tegen te hebben gestemd. A6.
Verordeningen Wet werk en bijstand [Stuknr. RA12.0005]
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform de onder nr.A5 vermelde voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met de aantekening dat het aanwezige lid van de SPfractie geacht wil worden tegen te hebben gestemd. Zie voor de behandeling van de agendapunten B1a. en B1b. pagina 2 van deze notulen. B2.
overwegende dat: • het inzamelen van oud papier en karton maandelijks huis aan huis gebeurt door scholen, verenigingen en kerken die volgens de gemeentelijke verordening daarvoor zijn vergund een belangrijke inkomstenbron is; • de pilot zich op dit moment bevindt in een planvormingfase in AREA-verband, waarbij de definitieve opzet uiteindelijk wordt afgestemd met lokaal betrokken
Milieujaarprogramma 2012 + bijlage RIS.5371] [Stuknr. RA12.0001]
De heer Van der Weide kondigt na de behandeling van het milieujaarprogramma in de commissie en de vragen die door de fractie van Wakker Emmen zijn gesteld over de wijze van oud papier inzamelen een motie aan. De fractie is van mening dat de huidige manier van inzamelen door vergunninghouders zoals sportclubs, scholen en
16
•
•
•
partijen en ter besluitvorming door het college moet worden geaccordeerd; het opstarten van een pilot om oud papier en karton op een andere wijze te gaan inzamelen inkomstenverlies kan betekenen voor vergunninghouders als scholen, kerken en verenigingen en dit niet wenselijk is; wethouder Kuper heeft uitgesproken dat verenigingen, kerken en clubs financieel gecompenseerd zullen worden, maar deze compensatie er toe kan leiden dat zelfredzaamheid niet gestimuleerd wordt en de afhankelijkheid ten opzichte van de gemeente Emmen toeneemt en dit niet wenselijk is; het verenigingsleven een belangrijke bijdrage levert aan de maatschappij en dat het in deze economische tijd moeilijk is extra inkomsten te genereren als er een verlies ontstaat door de pilot en de eventuele uitbreiding daarvan;
heeft kennisgenomen van: het milieujaarprogramma 2012; constateert: dat met het huidige systeem van een gescheiden jaarprogramma en evaluatie het slecht te controleren is wat uitgevoerd is van hetgeen gewenst werd; overweegt: • dat in een jaarprogramma zaken thuishoren die voor dat jaar gepland staan; • dat in een milieujaarprogramma de ambities uitgesproken moeten zijn en dat de gewenste resultaten moeten worden behaald; verzoekt het college: jaarlijks vóór 1 juli het milieujaarverslag over het voorgaande jaar en het milieuplan voor het volgende jaar tegelijkertijd te presenteren, en gaat over tot de orde van de dag.
verzoekt het college: de pilot oudpapierinzameling niet in uitvoering te brengen en de huidige wijze van papierinzameling door de vergunninghouders in stand te houden,
Mevrouw Meulenbelt verlaat de vergadering. De heer Thole constateert dat de actiepunten die in dit jaarprogramma zijn opgenomen al min of meer zijn besproken tijdens de behandeling van de Milieuagenda 2009-2012. Er staan feitelijk geen verrassende nieuwe zaken in. Voor de volgende periode dienen weer nieuwe onderwerpen op de agenda te staan. Het milieu is erg belangrijk en wordt steeds belangrijker, en dat is maar goed ook, want de leefkwaliteit van de maatschappij staat op het spel. Namens de CDAfractie zal hij nog op een paar punten ingaan. Beperking van de lichthinder, geluidhinder, stankoverlast en dergelijke is goed. Men leeft hier echter niet in een reservaat, dus een lichte vorm van overlast zal er wel blijven. ’s Nachts alles pikdonker en muisstil zal niet haalbaar zijn in deze woningomgeving, met verkeer en industrie. Er moet ook geld verdiend worden. De fractie wil dat bij het opstellen van de regels voor geluidhinder, lichthinder etc. met de betrokkenen handhaafbare eisen worden gesteld. Dat is nog niet gebeurd, ondanks dat dit al een paar keer aangekondigd is. Alternatieve of duurzame vormen van energie, zoals windenergie, zonnepanelen en geothermie zijn in de toekomst gewoon nodig en gewenst. In Nedersaksen is levering van alternatieve energie al een stuk verder; die draagt al 23% bij aan de behoefte, terwijl Emmen zelfs nog niet op de
en gaat over tot de orde van de dag. Mevrouw Hoogeveen zegt dat de D66-fractie na de commissievergadering van 6 februari jongstleden op z’n minst had verwacht dat er een gewijzigd exemplaar zou komen, zonder typefouten en onafgemaakte zinnen. Helaas is dat niet gebeurd. Hierdoor wordt haar gedachte versterkt dat hieraan niet erg veel aandacht is en wordt besteed. Zoals reeds in de commissievergadering bleek, lijkt het voorliggende stuk gehaast en met veel knip- en plakwerk in elkaar gezet en van weinig ambitie te getuigen. Los van de hoeveelheid typefouten en dergelijke, vindt de fractie het allerbelangrijkste dat in het jaarprogramma zaken worden opgenomen die voor het betrokken jaar gepland staan. In dit stuk valt er bijna niets te meten, omdat bijna alles meerdere jaren omvat en het stuk niet SMART is geschreven. Dit bemoeilijkt de controlerende taak van de gemeenteraad. De D66-fractie dient daarom samen met de fracties van BGE en ChristenUnie een motie in, als volgt luidend: De gemeenteraad van Emmen, in vergadering bijeen op 23 februari 2012,
17
helft zit. De fractie heeft reeds in 2006 een motie ingediend betreffende onderzoek en toepassing van duurzame energie. Het maakt haar niet zo veel uit welke vorm van energie de voorkeur gaat krijgen, als er maar iets gebeurt. De kansenkaart voor warmte/koudeopslag 2010 staat nu voor 2012-2013 in het programma. Hoe staat het daar eigenlijk mee? De fractie heeft voorgesteld het Rundedal vol met zonnepanelen te plaatsen. Daarover is intussen gesproken met ambtenaren en dit blijkt nog in onderzoek. Verder vindt de fractie het jammer dat de milieustraat nu op maandag dicht is. De wethouder meldde in de commissie dat maandag qua bezoek de slapste dag is. Dat zal ook wel, maar toch …! De milieustraat in Hoogeveen is ook op maandag dicht, maar die krijgt wel de helft minder bezoekers. De vergelijking gaat dus niet helemaal op. De fractie gaat er van uit dat na een jaar evaluatie plaatsvindt, met mogelijkerwijs een heropening op maandag, dit om zwerfafval te verminderen. In het programma is aandacht voor de energiesituatie in zwembaden, scholen en woningen. Het zou de bouwactiviteiten in de gemeente kunnen bevorderen. Dat de fractie van Wakker Emmen een motie inzake de inzameling van oud papier heeft ingediend, is te begrijpen. De vraag is: hoe gaat het eigenlijk met de huidige inzamelaars? Zij krijgen nog geld, maar hoelang? De binding met het milieu mag er best zijn. Wat de D66-motie betreft: spreker weet niet of het haalbaar is vóór 1 juli al het programma voor het volgend jaar vast te stellen. Als het kan, is dat prima, maar of het kan, is niet duidelijk. In het jaaroverzicht van AREA over 2010 staat dat een leerkracht van basisschool De Kap in Klazienaveen excuus heeft uitgesproken richting het stortbordes. Het lijkt een goede zaak dat er ook op de scholen aandacht is voor afval en milieu. Wellicht kan de wethouder hierover iets naders vertellen. Als er sprake kan zijn van méér dan slechts één voorbeeldje, is dat een goede zaak.
De heer Eggen merkt op dat de heer Thole als statisticus daarnaar vast onderzoek heeft gedaan. Blijkt dat er in Hoogeveen meer zwerfvuil is, of is dat nog niet onderzocht? De heer Thole zal het even noteren in zijn volle agenda! De heer Moinat merkt op dat er in de commissie al behoorlijk is gediscussieerd over het milieujaarprogramma. Hij zal die discussie niet overdoen. De SP-fractie wil nog het volgende zeggen. De voor- en nadelen van voor- of nascheiding en dus ook de daaruit volgende keuzes zijn nog steeds niet duidelijk. Voorts heeft het de fractie gestoord dat de wethouder zei te wachten op initiatieven van ondernemers. Dit brengt haar tot de vraag wat de toegevoegde waarde is van een wethouder die afwacht tot ondernemers de problemen van die wethouder oplossen. Het advies van de fractie is: wees proactief, neem en houd zelf de regie en wees een echte wethouder! De heer Halm heeft na de commissievergadering nog de volgende opmerkingen. In de commissie heeft de BGE-fractie op één vraag geen duidelijk antwoord gekregen, zodat zij genoodzaakt is die vandaag te herhalen. De fractie wil graag weten wat het college er van vindt dat het in buurgemeenten veel goedkoper is grof vuil te storten op de daarvoor bedoelde plaatsen. Heeft het college het voornemen het Emmense beleid te gaan veranderen? De technische mogelijkheden veranderen snel en bij de keuze van alternatieve energiebronnen zou dit moeten meespelen. Wordt gekozen voor iets wat in het verleden verstandig was, of worden er nu keuzes gemaakt voor wat in de toekomst verstandig is? Het verzoek aan het college is alles nog eens tegen het licht te houden en rekening te houden met technologische ontwikkelingen. De fractie is erg blij dat de milieustraat op de dagen waarop deze open is dat ook tussen de middag is.
De heer Eggen hoorde heer Thole spreken over zwerfvuil. Diens intentie zal zijn dat als er meer zwerfvuil komt als de milieustraat op maandag niet open. Die relatie ziet hij niet helemaal.
De heer Oldenbeuving vraagt wie het verschil betaalt als het storten van grof vuil in andere gemeenten goedkoper is.
De heer Thole zegt dat het zo zou kunnen zijn. Het zou uit de evaluatie kunnen blijken, maar hij kan nu niet voorzien hoe dit uitpakt.
De heer Halm denkt dat daar wellicht aan grof vuil minder verdiend wordt. Wat niet kan, zal ook de AREA-reiniging niet halen.
18
De heer Oldenbeuving zegt dát het niet kan. Alles wat niet betaald wordt, moet een ander betalen. Gratis bestaat niet!
atieven en voorstellen komen als het milieuverslag 2011vóór de zomer van 2012 op de agenda komt.
De heer Halm informeert hoe het dan kan dat in buurgemeenten € 5,- voor een aanhanger grof vuil moet worden betaald en in de gemeente Emmen € 45,-.
De heer Smit zegt dat de PvdA-bijdrage in de commissie al vrij breed was. Die wil hij hier niet herhalen. In de commissie had hij twee vragen richting de wethouder. De ene was wanneer de bodemkansenkaart er zou zijn. Intussen staat die op de site. Spreker stelt de CDA-fractie voor daar ook eens naar te kijken, want behalve de bodemkansenkaart valt er tevens iets te lezen over de koude/ warmteopslag. De andere vraag ging over de twee ton voor het aanleggen van zonne-energie op gebouwen in de gemeente. Daarop heeft de wethouder gezegd te hopen dat het niet alleen businesscases betreft, maar dat er daadwerkelijk zonnepanelen gelegd gaan worden. Spreker wil graag de toezegging dat ze dit jaar echt zullen worden gelegd. Hij verzoekt de D66-motie door te schuiven naar de commissievergadering waarin de Milieuagenda 2013 en verder op de agenda komt. Dan kan worden besproken hoe jaarplan en jaarverslag het beste op elkaar kunnen worden afgestemd. De inzameling van oud papier is in het kader van de afvalstoffenheffing reeds besproken. Mede op aandringen van de PvdA-fractie is toen door wethouder Kuper gezegd dat een pilot alleen daar kan plaatsvinden waar nog geen vereniging, erkende overlegpartner of dergelijke oud papier inzamelt.
De heer Oldenbeuving antwoordt dat het heel simpel is: omdat daar de afvalstoffenheffing een stuk hoger is. De heer Halm merkt op dat een vergelijking aantoont dat de gemeente Emmen toch het duurste is. De wethouder zou daaraan wat doen, en spreker wacht af wát dat zal zijn, waardoor Emmenaren in staat zijn hun grof vuil bij de milieustraat af te leveren. Mevrouw Aldershof merkt op dat de VVDfractie vindt dat milieu en economie elkaar niet bijten, sterker nog: ze zitten aan dezelfde kant van de medaille. Er moet geen schijntegenstelling worden gecreëerd, want daar is niemand bij gebaat en leidt ook af van de oplossingen. Subsidies moeten niet nodig zijn om groene projecten blijvend te steunen. De rijkssubsidies moeten vooral gebruikt worden voor het vooral in de beginperiode ondersteunen van projecten die zonder subsidie niet rendabel kunnen worden gemaakt. Door te faciliteren kunnen ondernemers worden gestimuleerd tot onderzoek naar schone energiebronnen. Duurzaamheid gaat ook om het nemen van eigen verantwoordelijkheid, wat natuurlijk typisch een standpunt is van de VVD. Men moet zich niet beperken tot het eigen welzijn, maar ook verantwoordelijkheid nemen voor het eigen gedrag en de eigen omgeving. Mensen zijn niet milieumoe. Via de moderne communicatiemiddelen kan alles toegankelijker worden gemaakt en misschien ook iets leuker, dit met een knipoog naar de Belastingdienst! Men moet altijd open blijven staan voor alternatieven en vooral niet meewaaien met de winden van de dag. Let op: bedenk waar je naartoe wilt, want als je niet weet naar welke haven je wilt, is iedere wind zinloos! En voor de liefhebber: dat is een uitspraak van Seneka, een Romeinse krijgsheer. Natuurlijk stemt de VVD-fractie in met de vaststelling van het milieuprogramma. Zij verwacht van collega-raadsleden dat zij zelf met meer initi-
De heer Van der Weide weet niet of de heer Smit bekend is met het feit dat er ook huishoudens en mensen zijn die oud papier verzamelen en dat daarna naar een vereniging brengen die ze een warm hart toedragen. Zij hoeven niet per definitie naast de container voor oud papier te wonen. Het kan dus best zijn dat mensen bijvoorbeeld de voetbalvereniging Drenthina een warm hart toedragen en daar hun oud papier heen brengen. Hij vindt dan ook dat het argument van de heer Smit geen hout snijdt. De heer Smit zegt dat de echte liefhebber daar vast z’n oud papier heen brengt en zich niet laat mis- of afleiden door een derde container voor de deur. Het gaat hem puur om die gebieden waar de inzameling nu al plaatsvindt; die moet zo blijven. Hij houdt zich aan de toezegging van de wethouder.
19
De heer Van der Weide wil even kijken naar wat er de afgelopen tijd is gebeurd. Met name voetbalclubs hebben te maken gehad met huurverhoging, terwijl er in het meerjarenkader nog meer lastenverhoging voor clubs zit. Waar wordt gesproken over zelfredzaamheid, zij er op gewezen dat een en ander van onderop uit een vereniging zelf komt. Het gaat om een initiatief van vrijwilligers, mensen die hart voor hun club hebben en daar hard voor werken. Wordt gedaan wat de heer Smit zich voorstelt, dan worden de eigen verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid niet meer gestimuleerd. Hoe denkt deze dan om te gaan met een vereniging, een club of een kerk die geen vergunning heeft? Hoe wil de heer Smit dan omgaan met vrijwilligers die een extra inkomstenbron willen genereren voor hun vereniging of dergelijke door oud papier in te zamelen?
gramma meegezonden. Wethouder Kuper heeft toen tot twee maal toegezegd dat de raad in het traject daarvoor zou worden meegenomen en dat er nog beslismomenten zouden komen. Als de raad nu met het milieujaarprogramma instemt, wordt tegelijkertijd ingestemd met de pilot. Waar het hem om gaat, is dat die pilot van tafel gaat. Wethouder Houwing-Haisma neemt aan dat, als wethouder Kuper heeft toegezegd dat er nog beslismomenten komen in het kader van de nota Afvalstoffenplan, hij nog met de pilot bij de raad terugkomt. Zo heeft zij het in de gevoerde discussie ook begrepen. De heer Wanders kan de heer Van der Weide wellicht helpen. Deze zit langer in de raad dan hijzelf, en zal dus weten dat de beraadslagingen van de raad onderdeel uitmaken van de besluitvorming. Hij beveelt de heer Van der Weide aan er de notulen van de raadsvergadering van 16 december 2010 nog eens op na te slaan, want daarin staan heel duidelijke toezeggingen over een pilot omtrent het ophalen van oud papier.
De heer Smit stelt vast dat de motie van de Wakker Emmen-motie hierop geen betrekking heeft. Hij gaat nu om wat er is en de pilot die door het college wordt voorgesteld. Daarop heeft hij gereageerd. De heer Van der Weide zegt dat zijn opmerking alles te maken heeft met de pilot. Met de invoering daarvan geef je de zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid van een club, kerk of een vereniging een knauw.
De heer Van der Weide informeert welke toezegging hem er toe zou moeten bewegen er mee in te stemmen dat met de pilot wordt doorgegaan. Die maakt onderdeel uit van het milieujaarprogramma. Er komt bij dat er nog een evaluatie komt van bronscheiding en dat het onderzoek naar nascheiding nog naar de raad moet komen. De hele pilot is gebaseerd op het winnen van een slag met extra bronscheiding, terwijl de evaluatie over de bronscheiding nog moet plaatsvinden en het onderzoek naar nascheiding nog moet worden afgerond. Het is dan heel voorbarig nu al uitvoering te geven aan de pilot.
Wethouder Houwing-Haisma merkt op dat het milieujaarprogramma 2012 onderdeel uitmaakt van de Milieuagenda 2009-2012. Dit is dus het laatste milieujaarprogramma over deze periode. In de volgende jaarprogramma’s zullen verschillende onderdelen zitten, waaronder onderdelen die bij andere portefeuilles zijn ondergebracht, bijvoorbeeld de kadernota Afvalstoffenplan. In haar beleving is dat plan ook door de fractie van Wakker Emmen vastgesteld. Met wethouder Kuper heeft genoemde fractie toen een afspraak gemaakt over de pilot. Zij heeft geprobeerd daaromtrent informatie over de stand van zaken te krijgen, maar dat is helaas niet gelukt. Overigens staat die pilot ook nog niet in de steigers. Hierover zal wellicht nog worden gesproken. Haar dunkt dat de motie die door de fractie van Wakker Emmen is ingediend op dit moment eigenlijk niet aan de orde is, maar dat laat spreekster ter beoordeling van de fractie zelf.
De heer Wanders meent dat het laatste wat de heer Van der Weide zei niet over papier gaat. Er is weliswaar iets over voor- en nascheiding gezegd, overigens de enige bijdrage in het kader van het afvalstoffenplan van de fractie van Wakker Emmen, maar hij heeft toen niets van deze fractie gehoord, terwijl papier ook in dat plan stond. Wel is op dat moment door wethouder Kuper gezegd waar een pilot wordt gehouden, als het daartoe komt. Daarover zijn heel duidelijke afspraken gemaakt, getuige de desbetreffende notulen. Daarmee is de motie van Wakker Emmen overbodig.
De heer Van der Weide bevestigt dat het kadernota Afvalstoffenplan is vastgesteld. Daarbij is ter kennisgeving het conceptuitvoeringspro-
De heer Van der Weide constateert dat de heer Wanders nu weer verwijst naar de vergadering
20
van 16 december 2010, terwijl hiervóór al is aangegeven dat een en ander ter kennisgeving was. De redenering is kennelijk dat er, als een onderwerp eenmaal voorbij is gekomen, daarna niets meer over mag worden gezegd. Er is nú echter een beslismoment. Spreker heeft aan de heer Wanders overigens de vraag gesteld welke toezegging van het college hem er toe moet bewegen akkoord te gaan met invoering van de pilot.
Wethouder Houwing-Haisma laat weten dat de normale procedure is gevolgd. Alle stukken worden via de griffie aan de raad aangeboden. Als er in dat traject iets is misgegaan, heeft zich dat buiten haar gezichtsveld voltrokken.
De heer Wanders geeft als antwoord dat de fractie van Wakker Emmen, net als andere partijen, zich wellicht verantwoordelijk voelt voor het zo optimaal mogelijk ophalen van afval en afvalscheiding. De mededeling van wethouder Kuper was dat de pilot wordt uitgevoerd in de gebieden waar het papier nog niet wordt opgehaald door een vereniging of een andere organisatie. Daardoor krijgen de zelfredzaamheid en de sociale cohesie niet zo’n knauw. Wellicht kan dít de heer Van der Weide overtuigen. Er is ter zake juist om de toezegging gevraagd dat bijvoorbeeld Drenthina, buurtverenigingen of scholen en dergelijke oud papier kunnen gaan ophalen. Het staat mensen nog steeds vrij daar oud papier heen te brengen.
Mevrouw Hoogeveen wilde een soortgelijke suggestie doen, als maar kan worden toegezegd dat die versie morgen via de mail bij de raadsleden terechtkomt.
De voorzitter stelt zich voor dat even wordt uitgezocht hoe dit precies is gegaan, want krijgt ingefluisterd dat het de griffier op dit moment niet bekend is hoe een en ander is gelopen.
Wethouder Houwing-Haisma weet dat het milieujaarprogramma gecorrigeerd is en zal bekijken of de gecorrigeerde versie morgen kan worden toegezonden. Mevrouw Hoogeveen stelt dan voor even te wachten met de behandeling. Er kan immers niet iets worden vastgesteld wat nog allerlei correcties behoeft. Wethouder Houwing-Haisma zegt dat er bij haar weten geen sprake is van inhoudelijke correcties. Het programma is op type- en spelfouten gecorrigeerd, niet op de inhoud. Als dat het geval geweest zou zijn, zou het een ander verhaal zijn. In de motie van de D66-fractie c.a. wordt voorgesteld het milieujaarverslag en het milieujaarplan gelijktijdig te presenteren. Het milieujaarverslag van 2011 staat genoteerd voor juni 2012, dit dan volgens de normale planning- & controlcyclus. Zij gaat er van uit dat wordt bedoeld dat daarbij tegelijkertijd het milieujaarplan 2013 wordt gepresenteerd, maar dan wordt wel langs de normale planning- & controlcyclus gegaan. Immers, dan zou een jaarplan worden vastgesteld terwijl de Kadernota en de begroting nog moeten worden vastgesteld, zodat nog niet bekend is welke financiële middelen er beschikbaar zijn.
Wethouder Houwing-Haisma kan zich bij het laatste aansluiten. De D66-fractie stelt het teleur geen gecorrigeerde versie te hebben gekregen. Volgens spreekster is er wel gecorrigeerd en is de gecorrigeerde versie per mail is aangeleverd bij de griffie, aangezien het opnieuw toezenden wat zonde van al het papier zou zijn. De bedoeling was dat de griffie de nieuwe versie zou doorsturen naar de raad. Zij weet niet waar het is misgegaan als dat niet is gebeurd. De heer Huttinga vindt het persoonlijk niet van veel verantwoordelijkheidsbesef getuigen als dit bij de griffie wordt neergelegd. De wethouder heeft een toezegging gedaan en dient te checken of daaraan uitvoering is gegeven.
Mevrouw Hoogeveen is van mening dat de normale cyclus is dat voorafgaande aan een jaar een jaarplan wordt gepresenteerd. Het huidige jaarplan is nu in februari voorgelegd, en dat is al te laat. Misschien kan de wethouder zeggen wat de normale cyclus moet zijn.
Wethouder Houwing-Haisma zegt dat de opdracht is gegeven het milieujaarprogramma te corrigeren en daarna via de mail toe te versturen. Zij gaat er van uit dat dit dan gebeurt. De heer Huttinga gaat het niet om controleren, maar om het feit dat de wethouder terloops aangeeft dat de gecorrigeerde versie bij de griffie is neergelegd. Dat gaat hem een stap te ver.
Wethouder Houwing-Haisma antwoordt dat het college er naar streeft dat het jaarverslag in juni komt, zoals dat verleden jaar is gebeurd. De raad
21
heeft er toen voor gekozen het voor kennisgeving aan te nemen, want zij heeft het niet meer in de commissie teruggezien en dus is aangenomen dat de raad het hiermee geheel eens was. Het nieuwe jaarplan kan in december/januari worden vastgesteld, wat dan oploopt met de planning- & controlcyclus betreffende de begroting en de jaarverantwoording. Ten aanzien van de licht-, geluid- en stankverordening neemt de raad zelf een beslissing. Hij kan dus zelf meebepalen hoever daarin al dan niet wordt gegaan. Reeds gezegd is dat de kansenkaart koude/ warmteopslag gereed is. In het jaaroverzicht van AREA is te lezen dat er een scholenbezoek heeft plaatsgevonden. Als spreekster goed geïnformeerd is, gaan er gemiddeld tussen de 40 en 50 scholen op jaarbasis bij AREA op werkbezoek om te worden geïnformeerd over allerlei zaken betreffende het milieu. De discussie over de voor- en nadelen van vooren nascheiding speelt zich af in het domein van wethouder Kuper. Er zijn veel zaken vastgelegd in het afvalstoffenplan dat door de raad is vastgesteld. Zij vormen een integraal onderdeel van het milieuprogramma. En ja, ondernemers worden uitgedaagd met initiatieven te komen ten aanzien van het milieubeleid en groene economie. Als de gemeente diens milieudoelstellingen wil halen, zijn de ondernemers hard nodig. Spreekster denkt dat een en ander verkeerd begrepen is. De heer Halm heeft het weer gehad over een goedkopere aanbieding van afval. Zij wil wat dit betreft verwijzen naar de kadernota Afvalstoffen. De evaluatie hierover komt nog bij de raad.
De voorzitter voldoet aan dit verzoek en schorst de vergadering. Schorsing. De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan degene die om een schorsing heeft verzocht. Mevrouw Hoogeveen laat weten dat de indieners van de motie zich wel kunnen vinden in het voorstel van de heer Smit de motie te agenderen voor een commissievergadering. De voorzitter concludeert dat de motie nu wordt ingetrokken en dat in overleg met het presidium zal worden bepaald wanneer zij voor de commissie kan worden geagendeerd. De heer Smit wil even terugkomen op de twee ton voor zonnecollectoren. In de commissie heeft hij al aangegeven: ga over tot een openbare inschrijving! Daarna kan worden gegund aan degene die het meeste kan leggen voor twee ton. Hij zou graag een toezegging van de wethouder krijgen omtrent die twee ton en dat daarmee 80 à 90% zonnepanelen zullen worden geplaatst op daken van gemeentelijke gebouwen. Wethouder Houwing-Haisma komt terug op de commotie rond de gecorrigeerde versie van het milieuprogramma. Een en ander is zojuist even nagekeken en vastgesteld is dat deze op tijd bij de griffie is aangeleverd. De motie van de D66-fractie c.a. wordt aangehouden. Spreekster kan zich voorstellen dat deze weer in discussie wordt gebracht op het moment waarop de Milieuagenda voor de komende vier jaren wordt vastgesteld, wat in de loop van dit jaar zal zijn. Zij kan de heer Smit niet toezeggen dat aan zonnecollectoren de volle twee ton opgaan en stelt zich voor dat het college zijn uiterste best zal doen voor het wegzetten van het maximale bedrag in zonnecollectoren. Men moet zich echter goed realiseren dat dit op dit moment niet eenvoudig is, omdat de meeste gebouwen nog een goedkoop energiecontract hebben. Het is dan erg lastig een businesscase goed rond te rekenen. In elk geval zal het college zijn uiterste best doen voor het behalen van maximaal rendement. Zodra daarover afspraken zijn gemaakt, zal de raad worden geïnformeerd.
De heer Smit herinnert aan zijn opmerking over zonnepanelen. Wethouder Houwing-Haisma zegt dat het college hiermee heel hard bezig is. Twee ton voor onderzoek gaat het echter absoluut niet uittrekken. Er mag wel van worden uitgegaan dat er zonnepanelen komen, maar op welk dak ze precies terechtkomen, durft zij niet te zeggen. Bekeken moet worden waar dit het beste past. Mevrouw Hoogeveen merkt op dat door de PvdA-fractie het voorstel is gedaan de motie van de D66-fractie c.a. voor de commissie te agenderen. Daarover wil zij even overleg voeren met de mede-indieners. Graag een korte schorsing dus.
22
De heer Smit informeert of kan worden afgesproken dat aan het einde van het jaar 90% aan zonnecollectoren zal zijn geplaatst.
De heer Van der Weide zegt dat met name de rol van de pilot in dit programma voor de fractie van Wakker Emmen de balans doorslaat naar een tegenstem.
Wethouder Houwing-Haisma vraagt of de heer Smit boos wordt als het 92% wordt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het onder nr. B2 vermelde voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met de aantekening dat de leden van de fracties van Wakker Emmen, D66 en BGE en het aanwezige lid van de DOP-fractie geacht willen worden tegen te hebben gestemd.
De heer Smit antwoordt dat dat alleen maar beter is! Is dit dan nu afgesproken? Wethouder Houwing-Haisma wil afspreken dat zonnepanelen zullen worden gelegd, maar kan niet zeggen of het 90, 85 of 95% wordt. Wel wordt uitgegaan van een substantieel bedrag daarvoor; het geld wordt niet besteed aan onderzoek.
B3.
De heer Smit wil nog weten: en dat allemaal in 2012?
Motie Wakker Emmen – duurzame energie + bijlage RIS.5414] [Stuknr. RIS.5431]
De heer Linnemann deelt mee dat de fractie van Wakker Emmen voorstandster is van duurzame energie. De focus op alleen windenergie is haars inziens echter te beperkt. De inzet van het college beperkt zich op dit moment met name tot windenergie, waarbij veel energie wordt gestopt in de realisering van een windmolenpark. De fractie vraagt zich af wat de leidraad voor het college is: subsidie binnenhalen of duurzame energie produceren? Het is bekend dat windmolens op land op dit moment niet rendabel zijn. Dat noodzaakt tot verder kijken dan alleen naar windenergie. Door het rijk is een aantal verplichtingen opgelegd ten aanzien van duurzame energie, namelijk verhoging van het aandeel duurzame energie tot 14% in 2020 en reductie van 20% kooldioxine. Emmen wil en moet hieraan bijdragen, en dat doet het middels de big five, zoals in het milieujaarprogramma staat. Daarin is het een en ander opgenomen over geothermie, maar dan hoofdzakelijk over ondiepe geothermie, ook wel bekend als aardwarmte. Wat de fractie van Wakker Emmen met een motie wil bewerkstelligen is dat met name het alternatief diepe geothermie wordt benadrukt en dat het college zich hiervoor nadrukkelijk gaat inzetten. Voor de duidelijkheid: het gaat hierbij om een diepte van vijf à zes km. Deze vorm van duurzame energie biedt vele mogelijkheden, op zowel het gebied van energieopwekking als verwarmingsdoeleinden. Daarnaast is deze energie oneindig. De bedoelde vorm van geothermie is in Nederland nog tamelijk onbekend en dat moet wat de fractie betreft veranderen. Naar aanleiding van de presentatie van afgelopen maandag en een aantal gesprekken met collegaraadsleden is de motie iets aangepast, doch de
Wethouder Houwing-Haisma kan ja zeggen, maar zij neemt aan dat de heer Smit ook tevreden is als het januari 2013 wordt. De voorzitter begrijpt dat de wethouder een behoorlijke inspanning zal leveren om in de richting van de geuite wens terecht te komen. Hij zou nu eigenlijk eerst het voorstel in stemming moeten brengen en pas daarna de motie(s). Hij vindt echter dat dit dan wat mosterd na de maaltijd is, zodat hij nu toch eerst de motie van de fractie van Wakker Emmen ter besluitvorming voorlegt (de motie van de D66-fractie c.a. is ingetrokken). Genoemde motie wordt vervolgens bij handopsteken verworpen (de leden van de fracties van Wakker Emmen, LEF!, ChristenUnie, D66 en BGE en de aanwezige leden van de fracties van SP en DOP stemmen voor). De voorzitter legt hierna het collegevoorstel ter besluitvorming voor. Mevrouw Hoogeveen geeft de volgende stemverklaring. De D66-fractie is het uiteraard eens met de beschreven beleidsfragmenten. Zij vindt echter dat in dit programma weinig helder in beeld is gebracht wat er in dit jaar wordt uitgevoerd. Het is meer de wijze waarop het programma is opgesteld dat de fractie tegenstemt dan het beleid dat is verwoord. Aangezien zij niet half voor en half tegen kan zijn, stemt zij tegen.
23
strekking is dezelfde gebleven. De motie luidt nu als volgt:
Emmen een mooie motie in elkaar gezet. Jammer genoeg staat er in de overwegingen een aantal aannames dat met gemak andersom zou kunnen worden uitgelegd. Ook de presentatie van afgelopen maandag was nogal zwak. Zowel technisch als inhoudelijk rammelde het verhaal behoorlijk. Als voorbeeld: 100 liter water per seconde van 200 graden levert een elektrisch vermogen van 5 megawatt. Navraag bij technologen leert sprekers fractie dat een opbrengst van 0,5 megawatt realistischer is. Zij zou graag zien dat, als verder wordt gegaan op dit pad, de gegevens nagerekend worden door bijvoorbeeld TNO of een goed goedkoper bureau. Al met al is de SP-fractie erg benieuwd naar de mogelijkheden van geothermie. Het verzoek in de motie is wél helder, en daarom zal zij die steunen.
De raad vaan de gemeente Emmen, in vergadering bijeen op 23 februari 2012, constaterende dat: • het rijk streeft naar een verhoging van het aandeel duurzame energie tot 14% in 2020; • het college de doelstellingen zoals opgenomen in de Milieuagenda 2007-2010 wil behalen; • het college overweegt een windmolenpark te ontwikkelen van 60 megawatt; • de bodemgesteldheid in ZuidoostDrenthe uitermate geschikt is voor geothermie;
De heer Eggen zegt dat de D66-fractie volledig achter het verzoek kan staan, maar ook een paar vragen heeft over de overwegingen. Spreker heeft alleen de oude motie, dus op de nieuwe kan hij nu nog niet reageren. Wel kan hij al zeggen dat er een paar punten in staan waarmee de fractie het niet eens is. De intentie van de motie is uitstekend, maar met een aantal de overwegingen kan de fractie het absoluut niet eens zijn.
overwegende dat: • is aangetoond dat windenergie op land op dit moment niet rendabel is; • windenergie op dit moment alleen rendeert door subsidie, die overigens grotendeels door de burger zelf betaald wordt; • er in Drenthe inmiddels al voor 600 megawatt windmoleninitiatieven op tafel liggen; • er door verdere ontwikkelingen en technieken steeds betere alternatieven komen; • geothermie een goed alternatief zou kunnen zijn, waarmee tevens de hele gemeente Emmen kan worden voorzien van energie en bijvoorbeeld de tuinbouw, de industrie en woningen kunnen worden voorzien van goedkope warmte;
De heer Smit heeft niet veel toe te voegen aan de woorden van de heer Moinat over de overwegingen en de gegeven presentatie. De heer Linnemann had het over een aantal plaatsen waar geothermie al wordt toegepast, bijvoorbeeld in Zuid-Duitsland. In NoordDuitsland lijkt geothermie eveneens toepasbaar te zijn, maar daar gebeurt in dit opzicht nog niets. De vraag rijst: waarom niet? Misschien zijn er wel mogelijkheden te over, doch de vraag is of het college hiernaar onderzoek moet doen of dat dit aan het bedrijfsleven moet worden overgelaten. In het milieujaarprogramma staat op pagina 13 al iets over geothermie. In de samenleving worden samen dingen gedaan, dus met de provincie en de rijksoverheid. Spreker denkt dat dit meer een klus is voor de rijksoverheid dan voor de gemeente Emmen.
verzoekt het college: enerzijds nadrukkelijk onderzoek te doen naar de mogelijkheden van met name diepe geothermie en zo mogelijk medewerking te verlenen aan de realisatie hiervan, en anderzijds te pr0beren de landelijke overheid er van te overtuigen dat er ook andere alternatieven zijn voor windenergie,
De heer Ruhé laat weten dat de CDA-fractie het belangrijk vindt dat de ontwikkeling van geothermie-energiewinning alle medewerking verdient. Dit kan zorgen voor een gebiedseigen voordeel, en voordeel kan deze regio wel gebruiken. Het gebruik van duurzame energie is in de gemeente en elders nog te laag, en daarom wil de
en gaat over tot de orde van de dag. De heer Moinat deelt mee dat de SP-fractie uiteraard voorstandster is van duurzame energie, mits maatschappelijk en financieel toepasbaar. Naar haar mening heeft de fractie van Wakker
24
fractie alle vormen van duurzame energie stimuleren, teneinde de CO2-doelstelling van de gemeente te halen. De motie zoals die nu voorligt, zal de fractie niet steunen. En wat de voorlichting van maandag jongstleden betreft: spreker heeft al veel meer contact gehad over geothermie in Nederland. De voorafgaande voorlichting van geologen kwam bij hem als heel realistisch over. Het antwoord op de vraag of een project rendabel kan draaien, werd er alleen niet bij gegeven. Eerder hebben zij aangegeven dat het risico nog heel groot is. In Hoogeveen is men ook bezig met een onderzoek naar een project voor diepe geothermie. Het is een techniek die nog niet in deze regio is bewezen. Het zou mooi zijn als het in Hoogeveen zover komt dat met diepe geothermie aan de slag wordt gegaan. Dat zou voor déze regio eveneens mogelijkheden geven. Bij de opsporingsvergunning in Klazienaveen is naar voren gekomen dat aldaar op 2.300 meter diepte water van 120 graden aanwezig is; als even wat dieper wordt geboord, wordt op nog hogere temperaturen uitgekomen. De breuklijn geeft veel mogelijkheden. Er kunnen echter vragen worden gesteld bij datgene wat maandag jongstleden is gepresenteerd.
Schorsing. De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan degene die om de schorsing heeft verzocht. De heer Linnemann deelt mee dat de fractie, de discussie gehoord hebbende, heeft besloten de motie nu in te trekken en de volgende maand bij de behandeling van de Energienota met een gewijzigde motie in te dienen. De voorzitter wijst er op dat via de commissie zal worden besloten wanneer die nota zal worden besproken. De heer Moinat heeft, ondanks dat de motie is ingetrokken, toch nog een vraag. Die heeft te maken met de CO2-discussie die enige tijd geleden is gevoerd. Toen werd gesteld dat je als gemeente niets te zeggen hebt over dieper boren. Heeft dat nog effect? Wethouder Houwing-Haisma antwoordt dat de vergunning voor boren wordt verleend door het ministerie, dus inderdaad gaat de gemeente daar niet over. Dat geldt voor ondiepere geothermie, maar voor de diepere geothermie helemaal.
Wethouder Houwing-Haisma deelt mee dat de volgende maand zal worden gesproken over de Energienota. Daarin staat de ambitie om na winden zonne-energie ook geothermie kansen te geven in Emmen. Van diepe of heel diepe geothermie kan de raad dan nog van alles vinden. Zoals de heer Ruhé al zei, bekijkt men in Hoogeveen op dit moment of voor heel diepe geothermie een project kan worden opgezet. Van dat project kan in Emmen eens uiteen worden gezet waar het dan precies over gaat. Als daar behoefte aan is, wil zij dit organiseren. De ingediende motie wil zij niet overnemen. Dat heeft alles te maken met de overwegingen en de afspraken die met name zijn gemaakt met de erkende overlegpartners en burgers over windenergie. Als zij de overwegingen leest, denkt zij dat op basis daarvan echt niet wordt voorkomen dat er windmolens in het gebied komen. Aanvaarding van de motie zou zij dan ook ernstig willen ontraden.
De heer Moinat vraagt zich dan af hoever je kunt gaan met moties en dergelijke. De voorzitter stelt voor over dit schot voor de boeg verder te spreken in de commissie. Mevrouw Hoogeveen vindt het een heel goed idee van de wethouder om iemand die betrokken is bij het verhaal in Hoogeveen te vragen hier iets te komen te vertellen. Het mooiste zou zijn als dat dan vóór de behandeling van de Energienota gebeurt. Wethouder Houwing-Haisma zal haar best doen, maar gaat niet over de agenda van iemand anders. Hopelijk lukt het.
De heer Linnemann verzoekt om een schorsing.
De heer Ruhé lijkt het goed dat met partijen die in dezen actief zijn in overleg wordt getreden. Er zijn bedrijven en adviesbureaus die hiermee al bezig zijn en reeds behoorlijk deskundig zijn op dit gebied.
De voorzitter schorst de vergadering overeenkomstig dit verzoek.
Mevrouw Hoogeveen stelt zich voor dat de wethouder de informatie delegeert aan iemand.
25
De voorzitter zegt dat de wethouder vast wel haar voordeel zal doen met de gedane suggesties. Ingetrokken zijnde, maakt de motie op dit moment geen onderwerp van besluitvorming uit. B4.
5.
Brief familie Kaspers en Middelveld inzake sluiting camping Emmen (Volgnr. 12.263825)
6.
Brief de heer Tip inzake zienswijze conceptexploitatieplan NieuwAmsterdam/Veenoord De Tweeling (Volgnr. 12.265559)
7.
Brief J. Frans en T. Frans-van Eerden betreffende persoonlijke omstandigheden (Volgnr. 12.265562)
8.
Zienswijze H.L. Hage en M.J. HageWiltink betreffende ontwerpexploitatieplan Nieuw-Amsterdam/Veenoord bedrijventerrein De Tweelink (Volgnr. 12.266162)
9.
Bezwaarschrift van de heer Hendriks tegen aanleg bevoorradingsweg achter aanleunwoningen woonzorgcentrum Holdert te Emmen (Volgnr. 12.283210)
10.
Brief DAS rechtsbijstand betreffende ontwerpbestemmingsplan NieuwAmsterdam/Veenoord (Makatsi) (Volgnr. 12.287472)
11.
Brief CREDO inzake onderbouwing kosten bouw- en woonrijpmaken bestemmingsplan Nieuw-Amsterdam/ Veenoord bedrijventerrein De Tweeling (Volgnr. 12.289106)
Mededelingen en lijst A ingekomen stukken [Stuknr. RA12.0013]
Mevrouw Van Wieren-Bolt wil het college heel graag bedanken voor de manier waarop de uitreiking van het Jeugdlintje tot stand is gekomen. Hoe dit aan de vork zou worden geprikt, was een probeersel. Ook dankzij de organisatie is dit heel goed gegaan. De bijeenkomst ter gelegenheid van de uitreiking was heel goed: passend voor de jeugd! Er waren best wel zorgen over hoe zoiets zo goed mogelijk kon, maar het is heel fijn gegaan. Hartelijk dank daarvoor aan het college. De voorzitter denkt dat dit de wethouder die hieraan uitvoering heeft gegeven deugd zal doen. Gezien de opgedane ervaring, zal hiermee zeker worden doorgegaan. Ingekomen zijn de volgende stukken: 1.
Brief van mevrouw Kooistra inzake Wet camulet & magistralinde/cannabisscreening onder toezicht van burgemeesters. (Volgnr. 11.266069)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. 1 vermelde stuk ter behandeling overgedragen aan het college. 2.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de onder de nrs. 3 t/m 11 ter behandeling overgedragen aan het college.
Brief van bezorgde burgers Emmen inzake het Atalanta-project. (Volgnr. RIS.5411)
12.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. 2 vermelde stuk voor kennisgeving aangenomen. 3.
4.
Kennisgeving beëindiging raadslidmaatschap de heer J. Dijkgraaf.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. 12 vermelde stuk voor kennisgeving aangenomen.
Brief van de heer Woudstra inzake Atalanta-project + brief 12.288259 (Volgnr. 12.284861)
B5.
Brief van KDE Nederland Energy inzake zienswijze ontwerpbeleidsregel ‘Windmolenopstelling gemeente Emmen’ (Volgnr. 12.259543)
De voorzitter deelt ten slotte mee dat er sinds 1 januari weer een enigszins aangepaste organisatievorm is. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is dezelfde gebleven, maar de directie bestaat, behalve de secretaris/algemeen directeur, uit twee andere directeuren, de heer Dis als eerste
26
Sluiting
locosecretaris en mevrouw Dekker als de tweede locosecretaris. De laatste is nieuw en met haar kan iedereen zo dadelijk haar eerste ervaring van de raad wisselen. Hij heeft begrepen dat zij het tot nu toe leuk vond en roept de raad op dat gevoel bij haar te blijven aanwakkeren. Hij sluit de vergadering te 22.41 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 maart 2012. De voorzitter,
De griffier,
27
AGENDA Categorie nummer
Agenda nummer
Stuk nummer
Onderwerp
A
1
--
Opening en vaststelling agenda
A
2
--
Vragenhalfuur
A
3a
RA12.0008
Notulen raadsvergadering van 22 december 2011
A
3b
RA12.0009
Notulen raadsvergadering 26 januari 2012
A
4
RA12.0002
Bijdrage gemeente Emmen aan herstructurering De Holdert-deel bezit Domesta + bijlage RIS.5376
A
5
RA12.0004
Verzamelbesluit begrotingswijzigingen 2012-1 + bijlagen RIS.5400 en RIS.5401
A
6
RA12.0005
Verordeningen Wet werk en bijstand
B
1a
RA12.0011
Benoeming plaatsvervangend griffier
B
1b
RA12.0012
Benoeming twee externe leden rekenkamercommissie Emmen (RKE)
B
2
RA12.0001
Milieujaarprogramma 2012 + bijlage RIS.5371]
B
3
RIS.5431
Motie Wakker Emmen – duurzame energie + bijlage RIS.5414]
B
4
RA12.0013
Mededelingen en lijst ingekomen stukken
--
Motie vreemd aan de orde van de dag, ingediend door de ChristenUnie-fractie, betreffende de Belastingdienst
--
Sluiting
B
5
28