VERSLAG Openbare vergadering van de raad van de gemeente Houten, gehouden op 17 april 2012 om 20.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis van Houten. Inhoudsopgave – RCV12.004 Inhoudsopgave – RCV12.004 ................................................................................................ 1 Tabel aan- en afwezigen ........................................................................................................ 2 1.
Opening ....................................................................................................................... 3
2.
Vaststelling van de agenda. ........................................................................................ 3
DEBATRAAD .......................................................................................................................... 3 3.
2012-009 Beheerverordening begraven en Verordening lijkbezorgingsrechten 2012 ............................................................................................................................. 3
4.
2012-016 Bouwverordening gemeente Houten 2012.................................................. 5
5.
12GR0107 Uitwerking oranjevoorstellen "politiek en bestuur" tweede fase ombuigingen ................................................................................................................ 7
BESLUITVORMENDE RAAD ............................................................................................... 19 6.
Heropening ................................................................................................................ 19
7.
Vaststellen van het verslag van de vergadering van de raad van 27 maart 2012 .... 19
8.
2012-009 Beheerverordening begraven en Verordening lijkbezorgingsrechten 2012 ........................................................................................................................... 19
9.
2012-016 Bouwverordening gemeente Houten 2012................................................ 19
10.
2012-014 Aanwijzing accountant ............................................................................... 20
11.
2012-015 Gedragscode politieke ambtsdragers ....................................................... 20
12.
Vaststellen van de doorlopende lijst van ingekomen stukken en mededelingen voor de raad van 17 april 2012 .................................................................................. 21
13.
Sluiting. ...................................................................................................................... 21
Bijlage: Toezeggingen .......................................................................................................... 22
2 - 22
Tabel aan- en afwezigen Voorzitter C.H.J. Lamers, burgemeester
Griffier P.M.H. van Ruitenbeek
Leden
Partij
J.C.W. van Doorn-van Bijlevelt M.G.H.M. Hofstee F.G.J. Van der Meij A.T. Verkade G. Zandbergen Y. van Dijk-Hessing P.J.M.J. Moors P.R. Soesbergen E.G.J. Stiekema R.Chr. Verbeek W.P. Adriaanse J.H.A. Goes A.A.J. Uijttewaal E.P.A. Vernooij-Spruit E.J. Visser J. Dubbink J.H.C. Rensen L. Verhagen W.W.M. Wagenmans P.A.M. de Laat E.M.H. Noteborn-Hendriks E.W.O. van Vliet T.E. Corporaal D.J.P. Jimmink A.R. van Dijk D.J. van Hoek J. Smith-Visser P.J. den Boef G. van Leeuwen
ITH ITH ITH ITH ITH VVD VVD VVD VVD VVD CDA CDA CDA CDA CDA PvdA PvdA PvdA PvdA D66 D66 D66 GroenLinks GroenLinks GroenLinks ChristenUnie ChristenUnie SGP SGP
Wethouders H.J.C. Geerdes C. van Dalen N.A. Teeuwen M. van Liere
wethouder wethouder wethouder wethouder
Opmerkingen
Afwezig
Aanwezig vanaf 20.24 uur
Aanwezig vanaf 20.25 uur
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
3 - 22
1.
Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij meldt dat de heer Verbeek bericht heeft verhinderd te zijn. De heer Corporaal en mevrouw Vernooij hebben bericht wat later te komen.
2.
Vaststelling van de agenda. De voorzitter peilt of er nog fracties behoefte hebben aan behandeling van raadsvoorstel 2012-016 Bouwverordening gemeente Houten in de debatraad, nu het CDA heeft aangegeven daar na de beantwoording van de vragen in het rondetafelgesprek geen behoefte meer aan te hebben. De heer Van Dijk (GL) geeft aan dat GroenLinks graag een punt wil maken over dit onderwerp. De voorzitter constateert dat het raadsvoorstel dan op de agenda dient te blijven staan en dat de raad kan instemmen met de agenda zoals die is voorgelegd. DEBATRAAD
3.
2012-009 Beheerverordening begraven en Verordening lijkbezorgingsrechten 2012 De voorzitter memoreert dat dit agendapunt de vorige raadsvergadering is aangehouden tot de vergadering van hedenavond vanwege mutaties in het voorstel. Hij wijst er volledigheidshalve op dat het memo met het erratum dat de vorige vergadering ter tafel lag in het stuk is verwerkt, maar dat het memo met de uitleg er nog afzonderlijk bij is gedaan zodat het versieverschil goed traceerbaar is. De heer Van Vliet (D66) zegt dat tijdens het rondetafelgesprek over dit onderwerp door D66 naar voren is gebracht dat de termijn bij de regeling voor algemene graven van 10 jaar in zijn algemeenheid te kort zou zijn voor rouwverwerking, en zeker in geval van vroegtijdig overlijden waarbij er nog kinderen in het spel zijn. In het voorstel dat nu ter tafel ligt kunnen mensen opteren voor 10, dan wel 20 jaar. Dat stelt iedereen in staat om zijn eigen inschatting te maken hoe de rouwverwerking het beste kan plaatsvinden in relatie tot het begraven. D66 is erg content met dit voorstel en zal het dan ook steunen. De heer Van Dijk (GL) bedankt de monumentenwerkgroep voor haar geweldige inzet en de geleverde informatie. Hij hoopt dat de werkgroep ook de komende moeilijke financiële tijd dit werk blijft doen voor de gemeente Houten. GroenLinks omarmt de punten waar de werkgroep zich zorgen over maakt en voert ze graag op in dit debat. Het eerste punt gaat over de historische hoofdstructuur van de begraafplaats aan de Prinses Ireneweg. Deze wordt bepaald door het padenstelsel en de posities van de drie dominante grafkelders. In de verordening is de maximale hoogte van grafstenen in de twee historische zones bepaald op 1 m.. Dit geldt ook voor de oude graven in de buitenzone, maar de nieuwe grafstenen daartussen mogen tot 1.50 m. hoog worden. Als die norm daadwerkelijk gaat worden gehanteerd op die plek zal de transparante structuur van de historische begraafplaats verdwijnen. Op dit moment zijn van de ruim 500 stenen er maar 15 hoger dan 1 m.. Zeven daarvan zijn niet hoger dan 1.10 m.. Er is, met andere woorden, op deze begraafplaats kennelijk nauwelijks behoefte aan een hogere norm dan 1 m.. Bovendien is in de verordening geregeld dat het college uitzonderingen kan toestaan op deze regeling. Het hanteren van verschillende zones vergroot ook de kans op misverstanden: op welke plaats mogen de stenen nu wel en niet hoger dan 1 m. zijn? Om het historische karakter van deze bijzondere begraafplaats te behouden dient GroenLinks mede namens de SGP en ITH een motie in. GroenLinks bedankt de heer Adriaanse voor diens assistentie te elfder ure bij de omvorming van het amendement naar een motie, die nodig was omdat de regels vastgesteld worden door het college van b&w. Het tweede punt is door de monumentenwerkgroep ook goed voorbereid. Dit punt gaat over de gemeentelijke monumentale graven. In alle oudere gemeentelijke monumenteninventarisaties worden geen drie, maar zes grafstenen als zeer waardevol beschouwd. Dit is blijkbaar na 2007 niet formeel geregeld. Het gaat om de historisch waardevolle grafstenen D1, D15 uit 1877 en als oudste D18, uit 1840. Financieel lijkt er geen belemmeringen te zijn om deze om te zetten naar gemeentelijke monumenten: twee van de stenen verkeren volgens de monumentenwerkgroep in uitstekende staat en de derde heeft slechts een beperkte barst die vooralsnog geen probleem oplevert. De
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
4 - 22
voorzitter verzoekt de heer Van Dijk zich te beperken tot de kern en iets minder in detail te treden, het gaat in deze debatraad om de hoofdlijnen. De heer Van Dijk (GL) legt uit dat hij zo op de details is ingegaan omdat misschien niet iedereen kennis heeft kunnen nemen van de inbreng van de monumentenwerkgroep. Hij rondt nu af. De gemeente kan nu overgaan tot handelen. Hij vraagt van de wethouder een toezegging om ernaar te streven deze drie graven op de ge-meentelijke monumentenlijst te doen plaatsen en de mogelijkheden daartoe te onderzoeken. GroenLinks verzoekt de wethouder met andere woorden om de gemeentelijke monumentenprocedure voor deze drie graven te starten. De heer Den Boef (SGP) zegt dat de woorden van de heer Van Dijk hem uit het hart gegrepen zijn. De motie aangaande de hoogte van de grafstenen op de oude begraafplaats aan de Prinses Ireneweg is mede door de SGP ondertekend. Wat betreft de drie historische graven ondersteunt de SGP de aandacht die daarvoor gevraagd is door de monumentenwerkgroep. Hij houdt daarover een motie op de achterhand paraat, maar zal die niet indienen als de wethouder er blijk van geeft dat daar wat beweging in zit. Motie 013-2012 luidt als volgt: Onderwerp: Hoogte gedenkstenen graven begraafplaats Prinses Ireneweg, Beheerverordening begraven en Verordening lijkbezorgingsrechten 2012; De raad van de gemeente Houten in de vergadering bijeen d.d. 17 april 2012; - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders nr. 2012-009 (gewijzigd); - gehoord de besprekingen in het rondetafelgesprek d.d. 3 april 2012; roept het college op de volgende wijzigingen aan te brengen in de conceptversie van de "Regels Grafbedekkingen": - Artikel. 5, onder punt 2a, van de Regels Grafbedekkingen (gewijzigd) aan te passen als volgt: "Op begraafplaats Oud Wulven mag een gedenkteken op een particulier graf van een volwassene, een 1 lengte hebben van maximaal 200 centimeter ), een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 150 centimeter. Op begraafplaats Prinses Ireneweg mag een gedenkteken op een particulier graf van een volwassene een lengte hebben van maximaal 200 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 100 centimeter." - Artikel 5, onder punt 2b, van de Regels Grafbedekkingen aan te passen als volgt: "Op begraafplaats Oud Wulven mag een gedenkteken op een particulier kindergraf een lengte hebben van maximaal 175 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 150 centimeter. Op begraafplaats Prinses Ireneweg mag een gedenkteken op een particulier kindergraf een lengte hebben van maximaal 175 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 100 centimeter." - na doorvoering van bovengenoemde aanpassingen dient de in Artikel 4, onder punt 17, genoemde zin: "een gedenksteen mag niet hoger zijn dan 1 meter" te worden geschrapt en de zin "de steen mag dan maximaal 1 meter hoog zijn en niet breder dan de bestaande steen" dient te worden gewijzigd in "de steen mag dan niet breder zijn dan de bestaande steen"; 1
) Indien van toepassing bij een graf met een lengte van 225 centimeter geldt een lengte van maximaal 225 centimeter. Ondertekend door Andor van Dijk (GroenLinks), Peter den Boef (SGP) en Gerard Zandbergen (ITH).
De heer Zandbergen (ITH) zegt dat ITH de motie mede heeft ondertekend. Eerst was het een amendement, maar dank zij de uitstekende interventie van de heer Adriaanse is het een motie geworden. ITH is ook blij met de wijziging die D66 heeft voorgesteld. ITH gaat dus akkoord met het voorstel en vraagt de overige fracties graag om de motie ook te ondersteunen. Wethouder Van Dalen dankt D66 en ook ITH voor hun vertaling van de uitkomst van het rondetafelgesprek. Hij vindt het eigenlijk ook een logische keuze om de keuzevrijheid voor mensen op deze manier vast te leggen. Het praktische punt dat daarbij speelde heeft men in de aanpassingen kunnen zien. De verdere discussie spitst zich toe op twee punten: de 3 of 6 monumenten en de hoogte van de grafbedekkingen. De monumenten hebben een historie tot in
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
5 - 22
elk geval 2007 wat betreft de vraag of ze al dan niet als monument zijn aangewezen. Uiteindelijk - en dat was ook een van de misverstanden in het rondetafelgesprek - is geconstateerd dat van de 6 grafstenen er 3 gemeentelijke monumenten zijn en 3 nog niet als zodanig zijn aangewezen. Wel is het zo dat na vaststelling van de voorliggende stukken, de andere 3 niet als monument aangewezen stenen in de historische zone komen te liggen en op die manier ook een beschermde status krijgen, omdat reparaties of andere zaken dan niet mogen gebeuren zonder toestemming van het college. Inderdaad zijn die 3 grafstenen niet officieel aangewezen als monument. Hij kan echter namens wethouder Teeuwen, die over monumenten gaat, wel toezeggen dat het college zal onderzoeken wat nodig is om ze alsnog als monument aan te wijzen. Hij kan niet aangeven op welke termijn deze toezegging gerealiseerd zal zijn, er moet een aantal procedures worden gevolgd omdat de rechthebbenden al een aantal jaren niet traceerbaar zijn. Over de hoogte van de stenen is in het rondetafelgesprek al aangegeven dat het college sinds het vorige collegebesluit in dit dossier in 2007 ernaar streeft de historische sfeer op de begraafplaats aan de Prinses Ireneweg te waarborgen. Dat wordt gerealiseerd door het instellen van historische zones en het beschermen van historische graven die niet binnen die zones liggen. Daarnaast worden er stenen na het ruimen van graven veiliggesteld in de zgn. museumopstelling voor grafstenen. Het is dus steeds de bedoeling geweest de historische sfeer op de Prinses Ireneweg te waarborgen. Het college heeft geen behoefte aan oplegging van aanvullende regels om de hoogte van grafstenen tot 1 m. te beperken. Hogere stenen dan 1 à 1.10 m. komen vrijwel niet voor en in deze tijd zit men ook niet te wachten op regels die amper nodig zijn. Om die reden ontraadt hij deze motie dan ook. De heer Van Dijk (GL) denkt dat het maar is hoe je het bekijkt. Je kunt de maximumhoogte op 1.50 m. bepalen met een uitzondering voor historische graven op 1 m.. Je kunt ook andersom redeneren en het maximum van 1 m. als regel stellen en bij uitzondering 1.50 m. toestaan. Hij opteert voor die laatste mogelijkheid, omdat dit een betere waarborg geeft voor behoud van het historische karakter van de begraafplaats. Hij vraagt hiervoor steun van de andere fracties. De heer Den Boef (SGP) steunt het betoog van GroenLinks. Het gaat erom dat de hoogte van 1 m. uitgangspunt wordt in plaats van de hoogte van 1.50 m.. Hij vindt de toezegging voldoende en bedankt de wethouder daarvoor. Wethouder Van Dalen beaamt dat het maar is hoe je het bekijkt. Hij heeft zijn mening gegeven over het niet willen reguleren van de norm van 1 m. ten opzichte van die van 1.50 m.. De voorzitter concludeert dat de raad dan een uitspraak moet doen over die keuze. De raad stemt in met besluitvorming over voorstel 2012-009 en motie 013-2012 in de besluitvormende raad van hedenavond. 4.
2012-016 Bouwverordening gemeente Houten 2012 De heer Van Dijk (GL) constateert dat hoogbouw binnen deze raad altijd een goed discussiepunt is. De meningen verschillen hier behoorlijk over. In art. 2.5.22 van de vast te stellen verordening wordt geregeld dat bouwwerken waarvoor een omgevingvergunning is vereist, niet hoger mogen zijn dan 15 m.. Dat is een hele geruststelling voor veel partijen. Echter, in artikel 2.5.26 staat dat het college toch tot vergunningverlening kan overgaan in afwijking van het zojuist genoemde verbod tot overschrijding van de toegelaten bouwhoogte. Gelukkig kan dat niet zomaar. Zo regelt sub b. van art. 2.5.26 dat afgeweken mag worden bij gebouwen, bestemd voor wonen, kantoor- of winkeldoeleinden, "indien de welstand bij het toestaan van die afwijking is gebaat". De vraag is dan: wie toetst hierbij aan de welstand? Dat doet niet de welstandscommissie van de gemeente, want die adviseert volgens art. 9.1 lid 2 alleen over de welstandsaspecten van veronderstelde excessen conform de Welstandsnota. De toetsing wordt ook niet verricht door de nog op te richten adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, want bij de beantwoording van de vragen van GroenLinks tijdens het rondetafelgesprek gaf de wethouder duidelijk aan dat deze commissie alleen een rol speelt voorafgaand aan het indienen van de aanvraagtoets. Ook regelt de raad met de vanavond vast te stellen verordening niets over deze adviescommissie. De vraag is daarom nogmaals: wie toetst er dan wel? Het voornoemde over hoogbouw was een voorbeeld waarmee hij wil aantonen dat deze verordening een grote lacune bevat. GroenLinks maakt zich, evenals bij de behandeling van de dereguleringsnota vorig jaar, grote zorgen over de ruimtelijke kwaliteit van Houten. De fractie is dan ook van mening dat de raad deze ordening vanavond eigenlijk niet mag vaststellen.
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
6 - 22
Wethouder Van Liere antwoordt dat de welstand vorig jaar in het kader van de deregulering is teruggebracht tot één pagina: de excessenregeling. Dat is eigenlijk het enige, waar het college van b&w nog op toetst. Voor het overige is men qua kleur, vormgeving en materiaal vrij in zijn keuze. Wat betreft de opmerking van de heer Van Dijk over de adviescommissie voor de stedelijke kwaliteit, merkt hij op dat de bouw volledig stil ligt. Er zijn in de afgelopen periode nauwelijks aanvragen geweest. Hij kan melden dat die adviescommissie in de maak is en binnenkort zal worden geïnstalleerd. Die commissie zal bestaan uit onafhankelijke deskundigen en zal in lijn met wat de raad heeft besloten, vooraf toetsen. Er zal dus nog wel degelijk een toetsing plaatsvinden in voorkomende gevallen. De heer Van Dijk (GL) vindt dat zijn vraag hiermee niet beantwoord is. In de vanavond vast te stellen verordening wordt over bijvoorbeeld de zojuist genoemde hoogbouw duidelijk bepaald dat de welstand daarbij gebaat moet zijn. Je kunt dit dus niet aan de voorkant met een commissie toetsen, want de verordening regelt helemaal niets over die commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Op deze manier bevat de verordening derhalve zijns inziens een lacune, en kan zij dus ook gewoon niet vastgesteld worden. Wethouder Van Liere antwoordt dat je de hoogte van bouwwerken regelt in een bestemmingsplan, en het vaststellen van een bestemmingsplan is een bevoegdheid van de raad. De raad komt dus op het moment dat het nodig is, aan bod. De voorzitter acht het een risico dat hier de appreciatie in het geding komt. Voor de appreciatie van de vraag of een gebouw wel of niet mooi is ontworpen had men vroeger de welstandscommissie. De gemeenteraad heeft besloten om het welstandstoezicht af te schaffen met uitzondering van excessen, calamiteiten en bijzondere gevallen af te schaffen. Daarmee is de adviescommissie het enige wat overblijft. Het lijkt hem niet raadzaam om als raad een oordeel te geven over wat er mooi of niet mooi is; daar heb je dan toch nog deze adviesmogelijkheid voor. Het lijkt een wat gevaarlijke uitspraak om te stellen dat daarmee de verordening niet deugt. De heer Van Dijk (GL) wijst er nogmaals op dat in de verordening art. 2.5.26 sub b letterlijk staat "(…) gebouwen voor woon-, kantoorof winkeldoeleinden indien de welstand bij het toestaan van de afwijking is gebaat." en dat in hoofdstuk 9 blijkt dat de welstandscommissie hier niet op toetst. Wethouder Van Liere kent niet alle artikelen uit zijn hoofd, maar weet wel dat in hoofdstuk 9 wordt gesproken over welstand, niet over de welstandscommissie. Hij denkt derhalve dat aan de voorkant, in lijn met hoe dit meermalen met elkaar is besproken, gekeken zal worden aan de hand van beeldkwaliteitsplannen, wat er op een gegeven moment gewenst is en wat de kwaliteit is van de stedelijke omgeving. Dat is het kader waarbinnen wordt geopereerd en waarbinnen de raad ook bestemmingsplannen vaststelt. Daar kan het worden geregeld. Welstand is in ieder geval niet identiek aan welstandscommissie. De voorzitter wil een te gedetailleerde discussie op rondetafelniveau vermijden. Hij kan wel toevoegen dat de gemeenteraad het begrip welstand bij het besluit over de deregulering bij VTH op een andere manier heeft ingevuld dan tot voor kort gebruikelijk was. Vroeger was welstand datgene wat de welstandscommissie goed vond. Nu is welstand datgene wat in een beeldkwaliteitsplan, een bestemmingsplan, door de adviescommissie of door een stedenbouwkundig supervisor als zodanig wordt beschouwd. Hij denkt dat de heer van Dijk daar voor dit moment even genoegen mee moet nemen. De heer Van Dijk (GL) wil dan nog noemen wat er in art. 9.1. lid 1 staat: "(…) ter advisering over redelijke eisen van welstand is opgedragen aan Welstand en Monumenten Midden-Nederland die uit haar midden personen voordraagt" et cetera. In de verordening ligt dus wel degelijk verankerd dat de welstand wordt geregeld door de welstandscommissie, maar die commissie toetst alleen aan excessen. Er zit echt een fout in de verordening. Wethouder Van Liere beaamt dat de gemeente diensten afneemt van de Welstandscommissie Midden-Nederland, voor zover die passen in het door de gemeenteraad vastgestelde welstandsbeleid. Verder wijst hij er op dat de modelverordening van de VNG is aangehouden, die in feite voor alle gemeenten in Nederland geldt. Daar kun je als gemeente niet zomaar vanaf wijken, in die zin moet de verordening ook gelezen worden: deze is ingebed in een breed kader dat ook voor andere gemeenten geldt. De voorzitter denkt dat wat de heer van Dijk naar voren brengt op zich begrijpelijk is, maar dat de verordening nog voldoende mogelijkheden biedt; hij denkt dat het spreekwoordelijke glas in dezen meer dan half vol is. De heer Verkade (ITH) is het volstrekt oneens met de status die de wethouder aan de modelverordening van de VNG toekent. Als men daar als gemeenteraad van Houten wil afwijken, kan dat gewoon. Wethouder Van Liere wil dat misverstand wegnemen: Houten is zelf ook van de modelverordening afgeweken door het afschaffen van de welstand met uitzondering van de excessenregeling. Dit laat echter onverlet dat het model van de verordening in de volle breedte aanwezig is. Veel tekst in de modelverordening is voor Houten nauwelijks van toepassing. De voorzitter concludeert dat de opmerking van de
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
7 - 22
heer Verkade correct is en dat men het daar ook over eens is. De heer Adriaanse (CDA) meldt dat er binnen de CDA-fractie toch ook wel aarzelingen zijn over het gegeven antwoord en dat de fractie niet uitsluit dat de heer Van Dijk toch een goed punt heeft. Hij stelt voor om in de schorsing even verder te kijken. De voorzitter sluit zich bij die suggestie van de heer Adriaanse aan. De raad stemt in met het voorstel om de schorsing te benutten om duidelijkheid over het door de heer Van Dijk ingebrachte punt te verkrijgen. 5.
12GR0107 Uitwerking oranjevoorstellen "politiek en bestuur" tweede fase ombuigingen De voorzitter memoreert dat afgelopen december bij de discussie over het pakket 2e fase ombuigingen is toegezegd om de ombuiging op het budget van de raad apart te bekijken binnen het totale raadsbudget. Een memo daarover van de griffier, de raadsvoorzitter en de concern controller is in een rondetafelgesprek besproken en nu vrijgegeven voor deze debatraad. Hij zal bij de discussie over het memo uitsluitend fungeren als raadsvoorzitter; er ligt geen raadsvoorstel voor en er is dus ook niemand die een voorstel verdedigt. In het debat van vanavond kunnen de raadsleden aangeven hoe zij tegen de voorliggende inventarisatie van scenario's en varianten aankijken. Met het seniorenconvent is afgesproken dat raadsvoorzitter en griffier na deze vergadering bekijken wat de grootste gemene deler in de opvattingen is. Zij zullen goed notitie nemen van de diverse voorkeuren die er zijn. Als er voor bepaalde opvattingen een meerderheid is, zal dit in een voorstel verwoord worden dat in de volgende raad ter tafel komt. Is er voor bepaalde onderdelen geen meerderheid, dan krijgt de raad daarover ook geen voorstel voorgelegd. De fractiewoordvoerders voor dit agendapunt krijgen 4, maximaal 5 minuten het woord. Daarna is er per fractie nog beperkt gelegenheid voor andere raadsleden om hierover het woord te voeren c.q. om elkaar te overtuigen. De heer Moors (VVD) kan leven met de keuze van het seniorenconvent, maar had zich kunnen voorstellen dat de diverse mogelijkheden op volgorde van verstrekkendheid zouden worden behandeld, net zoals dat bij moties en amendementen gebruikelijk is. De VVD gaf in december al aan dat het niet aan de inwoners uit te leggen zou zijn, als bij alle ombuigingen op gemeentelijke voorzieningen zoals cultuur, welzijn, sport, de ambtelijke organisatie en zelfs de gemeentelijke belastingen, de raad zichzelf zou ontzien. De VVD maakt de volgende keuzes. Er kan met onmiddellijke ingang 20% op de raadsvergoeding, de vergoeding voor commissieleden en de vergoedingsbedragen voor wethouders worden gekort. De faciliteitenregeling voor de gemeenteraad kan worden afgeschaft: iedereen heeft al een pc, een extra pc van de gemeente is nergens voor nodig en ook een iPad kan prima door raadsleden zelf worden aangeschaft. Op het budget voor congressen en seminars moet niet worden gekort, omdat dit een directe invloed heeft op de kwaliteit van het raadswerk. On demand uitzendingen en verslaglegging moeten niet worden stopgezet. De rekenkamerfunctie kan tijdelijk op een lager pitje worden gezet. De vermindering van het aantal wethouders c.q. inzet van parttime wethouders is wat de VVD betreft aan de nieuwe coalitie in 2014. De heer Van Leeuwen (SGP) vindt dat de aanpak van de ombuigingen op het bestuur in een breder perspectief, zoals bepleit werd in december afgelopen jaar, is geslaagd. Het doel van deze exercitie binnen de fractie heeft alles te maken met het feit dat de meerderheid van deze raad inzet op een verlaging van de OZB. Alle voorstellen die daaraan bijdragen zijn welkom. Ook de SGP heeft hiertoe via het seniorenconvent een aantal voorstellen gedaan en zal zo nodig de besluitvorming over dit geheel per amendement trachten bij te stellen in die richting. De SGP vindt evenals de VVD dat er € 45.000,- op de bestuursfaciliteiten kan worden bespaard. Reserveringen op laptops en iPads zijn niet nodig. Over het VNG-congres is in de vorige raadsvergadering al voldoende gezegd; de SGP stelt voor de feestavond en overnachting niet van gemeenschapsgeld te bekostigen. Raadsleden kunnen de borrel na afloop van de raad makkelijk zelf betalen uit de onkostenvergoeding die ze als raadslid krijgen. Het budget van de RKC moet niet verder verlaagd worden, wil men als raad nog een controlerende functie kunnen uitoefenen. De uitzending van raadsvergaderingen moet in het kader van het democratisch proces, de binding met de burger, in stand blijven. Het gemeentebestuur soupeert 35 fte op terwijl Houten aan het overschakelen is naar een regiegemeente. Het dagelijks bestuur, de capaciteit aan wethouders, is ruim bemeten. De SGP vindt dat deze formatie reeds in de huidige periode moet worden aangepast. Hiernaast is vanuit het kabinet een besparing
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
8 - 22
van 25% voorzien op elk lid van het gemeentebestuur. De SGP vindt het onverkoopbaar dat de trap van onderop wordt schoongeveegd, terwijl de top onaangetast blijft. Wat de SGP betreft kan het (D)agelijks (B)estuur met 0,5 fte worden ingekrompen, maar staan ook raads- en commissieleden uit solidariteit met het DB omgerekend evenveel, namelijk 20% van hun vergoeding af, wel te verstaan dus van de raadsvergoeding en niet van de onkostenvergoeding. Deze ombuigingen kunnen wat de SGP betreft zo snel mogelijk worden geëffectueerd. De heer Wagenmans (PvdA) brengt in herinnering dat de ombuigingen 2e fase die in december voorlagen, zware maatregelen bevatten die voor een ieder zeer pijnlijk waren en tevens een voorstel bevatten om de vergoedingen in het kader van het bestuur te verminderen met per saldo ca. € 60.000,-. De verdere discussie daarover werd uitgesteld tot hedenavond en de perspectiefnota voor 2013, maar er zitten dus wel financiële consequenties aan wat nu ter tafel ligt. De PvdA heeft over het korten op de bestuursvergoedingen ook in december al haar mening geventileerd, maar heeft het bredere pakket dat nu voorligt indringend beoordeeld op zijn consequenties voor de kwaliteit van het raadswerk in Houten en komt dan tot de volgende keuzes. De verlaging van de vergoeding voor raadsleden zal raadsleden raken, maar is verantwoord. Verantwoord in het licht van de ingrijpende maatregelen die elke inwoner van Houten heeft opgelegd gekregen, maar ook verantwoord vanwege het feit dat de rijksoverheid allerlei maatregelen treft waarmee mensen worden teruggeworpen op een minimum niveau. In dat licht is het niet meer dan normaal, om als raadslid ook terug te gaan naar het minimumniveau van de financiële vergoeding. De PvdA hecht aan deze solidariteit, gelet op de maatregelen die men als gemeente anderen in Houten oplegt. De heer Zandbergen (ITH) merkt op dat men als raadslid tevens burger van Houten is en als zodanig ook OZB betaalt. Raadsleden zijn, zo bezien, reeds zo solidair als maar kan. De heer Wagenmans (PvdA) wijst erop dat de in december getroffen maatregelen op het sociale vlak, de meest kwetsbare mensen in Houten raken en terugwerpen op een absoluut basisniveau. Tegen die achtergrond is het een wezenlijk gebaar om als raadsleden terug te gaan naar het wettelijk geregelde basisniveau waar men als raadsleden recht op heeft. De raad heeft de mogelijkheid om die keuze te maken. De PvdA vindt dat een juiste keuze en is er daarom voorstander van om deze maatregel door te voeren. De andere maatregelen die in het pakket zitten, raken de kwaliteit van het raadswerk. De PvdA is geen voorstander van het afschaffen van de vergoeding voor commissieleden. Investeren in commissieleden is investeren in de toekomst van de raad en de kwaliteit van het raadswerk. De PvdA is ook geen voorstander van het verminderen van de vergoeding voor de RKC. Het budget van de RKC is al het absolute minimum voor de RKC om haar werk op een goede manier te doen. De PvdA is ook tegen afschaffing van on demand uitzendingen en de verslaglegging omdat dit geen enkele bezuiniging oplevert. De PvdA steunt het voorstel wel om de vergoeding voor het college door te voeren in de maximale variant van € 5.000,-. Het investeringsbudget van raadsleden kan ook minder, maar het kunnen volgen van congressen is mede bepalend voor de kwaliteit van het raadswerk, dus de PvdA is net als de VVD tegen verlaging van de vergoeding daarvoor. In afwijking van wat de SGP aangaf, vindt de PvdA dat nu korten op de formatie van het college neerkomt op het korten van het inkomen van de portefeuillehouders. Hij is het geheel oneens met de stelling dat Houten wat betreft de collegeformatie ruim in haar jasje zit, integendeel. Juist in deze tijd van bezuinigingen is het werk van het college absoluut meer dan alleen maar regisseren. Dit werk kost ontzettend veel tijd en kan op geen enkele manier nu ter discussie staan. Wat dat betreft volgt de PvdA de lijn van de VVD volledig: dat is iets waarover in de volgende periode afspraken gemaakt kunnen worden, niet op dit moment. De heer Van der Meij (ITH) vraagt of de heer Wagenmans het werk dat men als raadslid doet, niet als werk opvat. De heer Wagenmans (PvdA) vat het werk dat men als raadslid doet wel op als werk maar niet als hoofdtaak. De voorzitter wijst erop dat volksvertegenwoordiger-zijn in bestuursrechtelijke zin de hoofdfunctie van raadsleden is en werk waar men elders 40 uur per week zijn salaris mee verdient, een nevenfunctie. De heer Van der Meij en de heer Wagenmans hebben dus beiden gelijk. De heer Zandbergen (ITH) ziet het voorliggende memo ook als peiling om een soort grootste gemene deler uit te halen. ITH is voorstander van handhaving van de commissies en vergoedingen voor commissieleden. De commissie heeft een soort kweekvijverfunctie, levert aspirant raadsleden op. Dit is heel waardevol voor het raadswerk. De commissieleden wonen fractievergaderingen bij, gaan naar bijpraatavonden, doen de rondetafelgesprekken. De commissie is zeker een instelling om te handhaven. ITH is mordicus tegen verder bezuinigen op de RKC. Op de RKC is in de eerste ombuigingsronde al fors bezuinigd, met verdere bezuinigingen
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
9 - 22
neem je de controlerende taak van de RKC niet serieus. De uitzendingen van raadsvergaderingen en verslaglegging kunnen gewoon doorgaan, een bezuiniging daar op levert ook weinig op. Met versobering van de faciliteitenregeling voor gemeenteraadsleden gaat ITH akkoord; dit levert een ombuiging op van € 4.000,-. Het budget voor het volgen van congressen en seminars kan afgeschaft worden. Als de gemeente het betaalt is de keuze makkelijk gemaakt; moeten raadsleden het zelf betalen, dan geeft dat meer betrokkenheid en zullen ze er bewuster voor kiezen welke congressen ze willen bijwonen. ITH zou dit ook willen doorspelen naar collegeleden. Praten over je eigen vergoeding als raadslid is lastig. Je kunt je afvragen hoe dit in andere gemeenten ligt. ITH heeft geen enkele gemeente gevonden die hier op bezuinigd heeft, wel op de fractievergoeding, zoals in Houten ook gebeurd is. Als de heer Wagenmans een gemeente kan noemen waar wel is bezuinigd op de raadsvergoeding, hoort ITH dat graag. ITH is blij met de toelichting die de burgemeester in het rondetafelgesprek gaf op de rechtspositie van raads- en collegeleden. ITH vindt het strijdig met de rechtspositie van raadsleden om 20% te bezuinigingen op de raadsvergoeding gedurende de huidige raadsperiode, zoals de PvdA wil. Zoals de burgemeester ook zei, zou je dit wel kunnen regelen voor de nieuwe raadsperiode vanaf 2014; nieuwe kandidaten weten dan precies, op welke vergoeding zij staat kunnen maken als ze raadslid van deze gemeente worden. De heer Wagenmans (PvdA) wijst erop dat de burgemeester in het rondetafelgesprek heeft aangegeven dat bijstellen van de hoogte van de vergoeding voor raadsleden rechtspositioneel wel mogelijk is. De heer Zandbergen (ITH) bestrijdt die mogelijkheid niet, maar ondersteunt graag de woorden van de burgemeester over de rechtspositie en het in dat verband laten ingaan van een bijgestelde raadsvergoeding per 2014. ITH zou met een verlaging van de raadsvergoeding met 10% ingaande de volgende raadsperiode kunnen instemmen, gekoppeld aan een verlaging van het aantal fte's voor het dagelijks bestuur in de orde van grootte van 0,5 fte, ook met ingang van 2014. Wat de solidariteit betreft herhaalt hij, dat ook raadsleden de hogere OZB betalen en last hebben van de bezuinigingen en wijst hij er verder op dat ITH tegen de OZBverhoging heeft gestemd. Hij hoopt dat er een waardig debat over het gevoelige onderwerp van verlaging van de eigen vergoeding kan worden gevoerd. Raadsleden hun drankje na afloop van raadsvergaderingen zelf laten betalen, vindt hij te zeer een peanut om in deze bespreking mee te nemen. De heer Corporaal (GL) beaamt dat de verlaging van de raadsvergoeding in veel gemeenten niet is doorgegaan, maar weet dat de gemeente Culemborg daarop een uitzondering is. Daar is ingevolge een amendement van PvdA en GroenLinks 10% ingeleverd op de raadsvergoeding, maar zijn de fractievergoeding en fractieassistentie intact gebleven. Opmerkelijk genoeg is op voorspraak van de VVD daarbij ook bepaald dat de 10% niet in een bezuinigingspotje wordt gestopt, maar binnen het raadsbudget blijft, om de kwaliteit van het raadswerk te handhaven. De heer Verhagen (PvdA) ziet op internet dat de verlaging ook in Almere is goedgekeurd. De heer Zandbergen (ITH) resumeert dat hij blij is met de interruptie van de heer Corporaal. Inderdaad moet men de kwaliteit van het raadswerk borgen. De raad is het hoogste orgaan binnen de gemeente. Raadswerk is belangrijk. Als raadslid vind je iets van de jaarrekening, de begroting. Het is een nevenfunctie naast je baan. Wethouders zijn fulltime bezig. Om niet teveel onbalans binnen het gemeentebestuur te creëren moet je niet rücksichtslos 20% van de vergoeding afhalen. Doe je dat tijdens de rit, dan is dat bovendien strijdig met de rechtspositie. Een verlaging van de vergoeding met 10% met ingang van de nieuwe periode in 2014 is wat ITH betreft akkoord, maar niet nu. De heer Visser (CDA) dankt de voorzitter, griffier en concern controller voor de voorbereidende stukken. De overzichtelijke weergave van de mogelijkheden maakt een degelijk debat mogelijk over dit onderwerp. Het bijzondere is dat het onderwerp de raad zelf aangaat en er geen raadsvoorstel ter tafel ligt. Dat voorstel moet nog gemaakt worden op basis van de gedachtewisseling over het memo. Het CDA staat hier open in. Hij zal de grootste gemene deler van meningen hierover binnen de fractie weergeven, in elk geval één fractielid heeft aangegeven nog een eigen kleur aan het geheel te willen geven. Uiteraard is het CDA ook benieuwd naar de mening van anderen. Bezuinigen is lastig. Bij iedere bezuiniging moet je de details bezien binnen een groter geheel. Aan bezuinigen valt niet te ontkomen in deze tijd. Ook de raad moet zichzelf beperkingen opleggen, maar tevens voorkomen dat ingeboet wordt op de kracht en kwaliteit van Houten. Voor die kracht en kwaliteit is een goede bestuurlijke organisatie essentieel. De voorliggende voorstellen gaan over de vraag of het op bestuurlijk terrein op een verstandige wijze een beetje minder kan; niet over de vraag of men als raadslid persoonlijk bereid is wat in te leveren. Immers, al deze bezuinigingen hebben evenzeer betrekking op de raad zelf als op de burgers van Houten. Het gaat erom, of het budget voor politiek en bestuur nog
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
10 - 22
verder kan worden uitgekleed dan de € 57.000,- die er reeds in de eerste bezuinigingsronde op is bezuinigd. Ook dat is bijzonder aan dit debat, want bij de uitgangspunten voor de tweede bezuinigingsronde was afgesproken dat de budgetten die in de eerste ronde al aan bod zijn geweest zoveel mogelijk ontzien zouden worden. Los daarvan is echter nu dan toch de vraag aan de orde of verder bezuinigen op dit terrein verstandig is. Het CDA plaatst daar grote vraagtekens bij. Het is lastig om te bepalen hoeveel budget er precies nodig is om voldoende kwaliteit te kunnen garanderen. Zeker is echter wel, dat het besturen van een gemeente zoals Houten geen sinecure is en er in de toekomst niet eenvoudiger op zal worden. De vraag is, of men met deze bezuinigingen niet teveel de waan van de dag laat regeren en of deze voorstellen stroken met een langetermijnvisie. De instituties die nodig zijn om deze prachtige gemeente te besturen zijn van essentiële waarde. Men zou eerder moeten overwegen daarin te investeren, dan er op te bezuinigen. Het CDA verwacht dat er in de toekomst veel nodig zal zijn om de kwaliteit van raadsvertegenwoordigers overeind te houden. Hun taken worden complexer en ze nemen in aantal af. In deze individualiserende maatschappij wordt het alleen maar lastiger om mensen bereid te vinden om zonder redelijke vergoeding zoveel tijd in het algemene belang te steken. Omgerekend op het aantal uren dat men als raadslid kwijt is, is de vergoeding niet meer dan € 10,- per uur. Bovendien gaat er van dat bedrag nog het nodig af voor het fractiebudget waar niet meer in voorzien is, en ook de eigen politieke organisatie wordt voor een deel bekostigd uit het fractiebudget. Dus het is netto veel minder dan € 10,- per uur. Niet dat dit betekent dat de CDA-fractie met dit werk zou stoppen als het voor nog maar € 5,- per uur zou moeten worden verricht. Dat is de vraag ook niet. De vraag is of men dit politieke niveau ook in de toekomst in stand zal weten te houden bij een verdere uitkleding van de budgetten. Daar is het CDA serieus bezorgd over en daarom vindt het CDA het geen goed idee om de vergoeding voor raadsleden te verlagen, en al helemaal niet tijdens de lopende raadsperiode. Ook raadsleden hebben recht op bepaalde zekerheden. Die kun je niet zomaar afpakken door in dit college even met meerderheid een besluit te nemen. Als daar unanimiteit over zou zijn zou het wat anders zijn, maar op basis van een meerderheid kun je niet aan de rechtspositie van raadsleden komen. Ook de andere opties zijn strijdig met het streven om niet in te leveren op de kwaliteit van de bestuurlijke organisatie. Het budget voor commissieleden moet onaangetast blijven. Daar rijpen de raadsleden van morgen. Je moet niet de bijl aan de wortels van de boom zetten. Ook het inmiddels veelbesproken budget voor seminars en cursussen moet overeind blijven. Wel zou beter dan voorheen over de besteding van dat budget nagedacht kunnen worden. Met zijn allen in polonaise naar het VNG-congres gaan is onnodig. De verslaglegging van raadsvergaderingen is nuttig, afschaffing daarvan is ook niet nodig, gelet op de geringe besparing die het oplevert. Het RKC-budget is al minimaal. Laat men goed nadenken waar men het aan uitgeeft, maar dit budget niet verminderen. Op de onkostenvergoeding van wethouders zou kunnen worden bespaard als de onkosten niet daadwerkelijk worden gemaakt, maar daar gaat het CDA niet van uit. Het is aan de wethouders zelf hoe ze hier mee om willen gaan, maar je hoeft dit budget niet te verlagen om te zorgen dat er verstandig mee wordt omgegaan. Als de onkosten structureel lager zijn dan de vergoeding, begrijpen de wethouders heel goed dat dat in de huidige tijd niet houdbaar is. Overigens geldt bij bezuinigingen aangaande wethouders hetzelfde als bij raadsleden, namelijk: kijk uit met bezuinigingen die op termijn tot kwaliteitsproblemen kunnen leiden. Al met al vindt het CDA besparingen op politiek en bestuur geen verstandige zaak. Los daarvan moet natuurlijk gestreefd worden naar een verstandig gebruik van de budgetten. Laat men echter voorzichtig zijn met rigoureus snijden. Het zal lastig genoeg zijn om in de toekomst voldoende kwaliteit te behouden voor het besturen van de gemeente. De heer Moors (VVD) vraagt of het betoog van de heer Visser betekent dat het CDA € 60.000,- minder wil bezuinigen in de tweede ombuigingsronde. De heer Visser (CDA) is bereid om samen met de andere fracties te kijken hoe die bezuiniging kan worden gehaald, maar vindt dat nu verder niet aan de orde. De heer Moors (VVD) vindt het erg makkelijk om deze ombuiging te schrappen zonder aan te geven waar dan wel op bezuinigd moet worden. De heer Visser (CDA) wil waken voor de waan van de dag. Men zet hiermee de kwaliteit van bestuur in Houten op het spel. Als men niemand meer bereid vindt dit werk te doen, heeft men straks het kind met het badwater weggegooid. De heer Wagenmans (PvdA) deelt de opmerking van de heer Moors dat er een probleem op tafel ligt hoe de geraamde € 60.000,- bezuinigingen gehaald kunnen worden. Een lagere vergoeding voor het raadswerk leidt wat hem betreft niet automatisch tot een mindere kwaliteit raadswerk. Verder vraagt hij een reactie van de heer Visser op het appel om als raadsleden te kiezen voor het wettelijk minimum aan vergoeding, uit solidariteit met de minima in Houten, die door de ombuigingen op een wettelijk minimum zijn teruggeworpen. De heer Zandbergen (ITH) merkt
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
11 - 22
op dat de ombuiging van € 60.000,- op het openbaar bestuur in december van een groen tot een oranje voorstel is gemaakt. De uitwerking daarvan ligt nu voor, maar wordt pas geëffectueerd bij de perspectiefnota voor 2013, dus die discussie komt nog. De voorzitter beaamt de woorden van de heer Zandbergen. De heer Visser (CDA) trekt het zich zeer aan dat de minima leiden onder de bezuinigingen, maar denkt niet dat men de minima uit de sloot helpt door zelf ook de sloot in te springen. Het verbaast hem zeer dat de PvdA, die de kwaliteit van bestuur ook belangrijk vindt, de relatie tussen de raadsvergoeding en de kwaliteit van het raadswerk niet legt. Het is de vraag hoeveel nieuwe raadsleden zich nog aanmelden voor dit werk als dat voor € 5,- per uur moet. Een ordentelijke vergoeding geeft mensen nèt die prikkel om dit monnikenwerk te blijven doen. De heer Verkade (ITH) merkt in reactie op de heer Visser, maar vooral ook de heer Moors, op dat er in elk geval één collegepartij is die geen legitimatie zoekt voor het gebrek aan creativiteit waarmee er aan de OZB-knop gedraaid wordt. Dat element ontbreekt nog aan de discussie, maar is naar zijn idee cruciaal. Hij vindt het jammer dat de discussie op deze manier gevoerd wordt. Het gaat uiteindelijk om de legitimatie die men zoekt voor het eigen gebrek aan creativiteit. Persoonlijk heeft hij er ook last van dat zich dat buiten deze raadszaal steeds vaker uit in de beschuldiging alsof raadsleden maar een stelletje graaiers zijn. Hij heeft daar grote moeite mee en zou graag zien dat daar afstand van genomen wordt in deze vergadering. De voorzitter heeft deze kwalificatie nog niet gehoord en roept de raad op het daar dan ook bij te laten. Hij begrijpt dat de heer Verkade hier een politieke lading aan geeft, maar de heer Moors heeft de heer Visser gevraagd hoe deze het gat in de lijst van ombuigingen 2e fase denkt op te lossen als het CDA niet op het openbaar bestuur wil ombuigen. De heer Visser heeft geantwoord dat daar dan nog naar gekeken moet worden. De heer Van Hoek (CU) voelt zich aangesproken door het appel van de heer Wagenmans. PvdA en ChristenUnie zijn de afgelopen jaren ook dikwijls samen opgetrokken om op te komen voor de zwakkeren, zowel landelijk als in Houten. Bij zijn weten is het echter niet zo dat de minima in Houten 5, 10 of 20% gekort zouden zijn op hun uitkering. De voorzitter dacht dat de heer Van Hoek de heer Visser wilde interrumperen; als de ChristenUnie een voorschotje wil nemen op haar eigen spreektijd verzoekt hij de heer Van Hoek, het kort te houden. De heer Van Hoek (CU) vindt de verhoudingen behoorlijk zoek, als de coalitie nu via € 60.000,ombuiging op het openbaar bestuur solidariteit denkt te betuigen met de burgers van Houten terwijl zij die burgers heeft opgezadeld met een OZB-verhoging van € 1,2 mln. De voorzitter beluistert in dit betoog nog steeds geen vraag aan de heer Wagenmans of de heer Visser, maar geeft de heer Van Hoek gelegenheid zijn betoog te vervolgen omdat de heer Van Hoek ook de volgende spreker op zijn lijstje is. De heer Van Hoek (CU) vindt het lastig om over de vergoeding van anderen te praten, want je praat dan gewoon over het inkomen van anderen. Raadswerk werd op het VNG-congres door prof. Denters betiteld als "a dirty job that has to be done". Slechts 5% zou zich willen kandideren als raadslid. Twee jaar geleden was bij de VVD ook te zien hoe lastig het is om een vacature voor raadslid vervuld te krijgen. Dezelfde professor verwoordde ook zijn zorgen over de negatieve beeldvorming, over de hoge belasting van raadsleden en wethouders met het werk dat eraan zit te komen, werk dat na de maatregelen die men in het Catshuis beraamt ook nog met minder raadsleden verricht zal moeten worden. Raadsleden doen hun werk vanuit ideële motieven. Als je raadslid wordt om geld te verdienen, kun je beter bij de HEMA gaan werken. Het is geen luxe baantje, geen overbetaalde job. Sommige wethouders verdienen minder dan in hun vorige baan. Zij werden wethouder vanuit ideële motieven. Er zijn raadsleden die hun werk doen in plaats van een reguliere baan. Er zijn ook raadsleden die minder in hun reguliere baan zijn gaan werken omdat zij juist door de raadsvergoeding meer aan het raadswerk konden gaan doen. Deze mensen kun je niet lopende de rit vragen om het maar met 20% minder zien te rooien. Dat kan echt niet. Dit alles overwegend, is de vergoeding die men krijgt voor raadswerk zeer legitiem. Het is niets om je voor te schamen, wanneer je gewoon 100% van je raadsvergoeding dan wel vergoeding als wethouder krijgt. Hij wil om deze reden ook geen enkele verplichting aan zijn mederaadsleden opleggen gedurende de huidige raadsperiode in de vorm van een vermindering van de raadsvergoeding. Bij de nieuwe raadsperiode in 2014 is het een ander verhaal. Dan kunnen een nieuwe raad en een nieuw college besluiten over de hoogte van hun vergoedingen. Een beperking op de onkostenvergoeding is voor de ChristenUnie wel bespreekbaar. Dat heeft niets met solidariteit te maken, maar met de kwaliteit van werk, en zaken die ook door de heer Visser zijn genoemd en die hij van harte kan onderstrepen. Als de coalitie zo begaan zou zijn met zwakkeren in de samenleving, moet zij deze mensen niet eerst met een OZB-verhoging van € 1,2 mln. opzadelen en nu een heel verhaal op-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
12 - 22
hangen dat misschien slechts € 60.000,- in 2015 oplevert, nog afgezien van wat er uit het Catshuisoverleg komt. Concreet maakt de ChristenUnie de volgende keuzes. Op commissieleden moet absoluut niet bespaard worden. Het bedrag is al minimaal en de fractie heeft veel waardering voor het commissiewerk. Aan het onkostenverhaal voor raadsleden valt wel iets te doen. Schrappen van raadsuitzendingen en burgers op de hoogte houden van het raadswerk levert niets op, dit kan blijven zoals het nu is. Wat de RKC doet is te belangrijk, als je het budget daarvoor uitholt blijft er niets van over. De vergoedingsbedragen voor wethouders moeten blijven zoals ze zijn en ook de onkostenvergoeding voor wethouders moet intact blijven, daar wil de ChristenUnie niet aan komen. Vermindering van het aantal fte voor politieke ambtsdragers levert alleen iets op als dit op vrijwillige basis gebeurt, men een nieuwe betrekking vindt en geen aanspraak op een wachtgeldregeling hoeft te doen. Maar de ChristenUnie roept hier niet per se toe op. Het verlagen van het budget voor congressen gaat eigenlijk ook vrijwel nergens over. Resumerend stelt de ChristenUnie voor, dat als het om serieuze kostenbesparing gaat, deze vanaf 2014 realiseerbaar zou zijn; vindt de ChristenUnie tot die tijd de onkostenvergoeding wel bespreekbaar, maar hecht zij verder aan handhaving van een stevige kwaliteit van raadswerk; en wacht zij voor het overige een 3e fase ombuigingen af die nog gaat komen na het Catshuisoverleg. De heer Van Leeuwen (SGP) merkt in reactie op de heer Van Hoek op dat het niet de bedoeling kan zijn, dat wethouders op wachtgeld gaan zitten. De SGP roept raads- en collegeleden op vrijwillig 20% in te leveren op hun vergoeding. De heer Van Vliet (D66) vraagt zich af hoe haalbaar de oproep van de SGP is. Hij begreep uit het rondetafelgesprek en van de griffier dat vrijwillig individueel inleveren, een vorm van maatwerk is die niet mogelijk schijnt te zijn. De heer Van Leeuwen (SGP) benadrukt dat het een oproep aan ieder raadslid is om vrijwillig niet individueel, maar met zijn allen, 20% op de vergoeding in te leveren, evenals de wethouders dat doen. De voorzitter wijst de heer Van Leeuwen erop dat in het stuk al staat dat het college voor wat betreft de collegewedde die lijn niet zal kiezen. De heer Visser (CDA) heeft ook begrepen dat individueel 20% inleveren op de vergoeding niet kan, en begrijpt dat heer Van Leeuwen dan oproept tot een vrijwillig maar unaniem besluit. De heer Van Leeuwen (SGP) bevestigt dat hij de raad oproept om collectief en unaniem te komen tot deze lagere vergoeding, ook om zo te zorgen dat de OZB weer omlaag kan, in lijn met wat de VVD betoogde. De voorzitter wijst erop dat een besluit hierover in de volgende raadsvergadering komt voor te liggen, maar dat het nog de vraag is of dat een unaniem besluit zal zijn. De heer Moors (VVD) wijst erop dat 20% verlaging van de vergoeding voor raadsleden zeker geen even grote verlaging van hun inkomen betekent, terwijl 20% verlaging van de wedde voor wethouders wel daadwerkelijk 20% op hun inkomen scheelt. Daarnaast maakt hij bezwaar tegen de directe koppeling die wordt gelegd tussen de kwaliteit van het werk en de vergoeding. Hij neemt aan dat hij niet alleen voor zichzelf spreekt als hij zegt dat hij dit werk niet voor het geld doet. De heer Van Leeuwen (SGP) deelt de opvatting van de heer Moors niet omdat, zoals al werd gezegd, het voor sommige raadsleden wel degelijk een deel van hun inkomen is. De voorzitter merkt op dat het lastig is een generieke lijn te trekken in deze discussie omdat de situatie per persoon verschilt. Daarom ook, heeft hij in het rondetafelgesprek gezegd - en op dat punt is hij door diverse sprekers geciteerd - dat, wil je bestaande rechtsposities niet aantasten en het probleem van de individuele verschillen vermijden, de nieuwe ronde met nieuwe kansen in maart 2014 een veilige weg is. Dit laat onverlet dat de raad in zijn wijsheid kan besluiten de vergoedingen toch eerder te verlagen, maar dan heb je wel te maken met die opgebouwde rechten. Rechtspositioneel zijn die rechten niet altijd handhaafbaar. Voor wethouders gaat het om de hoofdfunctie en ligt dit anders dan voor raadsleden, waarvoor het raadswerk in elk geval fiscaal een bijbaan is. Het ligt echter dus voor iedere persoon anders. Men moet oppassen om elk individueel geval onder de noemer van generieke opvattingen te willen vangen. De oproep om een collectief besluit te nemen steunt hij uiteraard wel van harte. Des te duidelijker en eensgezinder men van opvatting is, des te beter kan men ook tot goede besluitvorming komen. De heer Zandbergen (ITH) vindt het argument van de burgemeester dat 2014 een veilige weg is, geweldig en vraagt zich af waarom men zich daar als raad niet in kan vinden. De voorzitter oppert dat in het debat nog aan de orde kan komen hoe de meningen daarover liggen. Alvorens tot verder debat gelegenheid te geven, geeft hij eerst nog het woord aan de twee resterende sprekers die op het lijstje staan. De heer Corporaal (GL) is blij dat men vandaag op een open manier kan praten over de plannen die ter tafel liggen, ook al is de fractie niet blij met die plannen, en gaat zij er zo gesloten als een oester in. Hij sluit zich helemaal aan bij de woorden en duidelijke stellingname van de heer Visser in dezen; iets wat soms niet meevalt. Vandaag wordt opnieuw gesproken over be-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
13 - 22
zuinigingsmogelijkheden op politiek en bestuur. De raad heeft een budget van € 9 ton op het totaal van € 112 mln. van de gemeentebegroting; het voorstel is om daar nog € 85.000,- oftewel ca. 10% af te halen. Terwijl al eerder op deze post is ingeleverd, wordt juist aan een besparing op deze post opnieuw gedacht. Dat verbaast hem zeer. Een democratie vereist een sterke macht en tegenmacht. In de wetgeving werden daartoe checks and balances opgenomen. Om diezelfde reden is ook gezegd, dat gezorgd moest worden dat de gemeenteraad zelfstandig onderzoek kan doen. GroenLinks is dus tegen verdere bezuinigen op de rekenkamerfunctie en de RKC. Raadswerk is belangrijk en zwaarwegend werk. Gemeenteraadsleden moeten goed ondersteund worden. Commissieleden, fractieleden, mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen als raadslid, zijn belangrijk om een goede tegenmacht te vormen. GroenLinks is dus niet voor besparingen op dat gebied. In de gemeente Houten lijkt het belang van de gemeenteraad te worden onderschat. GroenLinks vindt het vreemd dat de ambtelijke top, en vooral het college, niet veel nadrukkelijker hebben gewaarschuwd om uit te kijken met het snijden op gemeenteraadskosten. Sterker nog: als het aan het college lag, waren sommige bezuinigingen al doorgevoerd. Daarom ontving de raad eind november al een notitie van zijn hand onder de noemer: "Wat wil dit college met de gemeenteraad?" De kern van die notitie was, dat voor het eigen apparaat vrij star wordt gesteld dat er alleen formatie kan worden verminderd als er taken af gaan, terwijl de raad kennelijk met minder ondersteuning meer mag gaan doen voor een lagere vergoeding. Het steekt de fractie dat men er op deze manier over moet praten. De gemeenteraad is in het defensief gedrongen, en in deze vergadering klinkt opnieuw de vermaning dat men anders een probleem heeft. Dat is dan echter een opgedrongen probleem - want het hoeft helemaal niet zo te gaan. De raad moet zich verdedigen tegen een verdere aantasting van de positie van de gemeenteraad, en andere onderwerpen zijn niet bespreekbaar gemaakt. Kortom: dit is een politieke move en het gaat hier dus om een politieke keuze. GroenLinks is tegen de verlaging van de vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden. Hoewel daarvoor veel argumenten zijn op te noemen, zal hij zich tot 3 beperken. Ten eerste: waarom zou men nu alleen in Houten moeten afwijken van de landelijke praktijk? Gemeenteraadsvergoedingen zijn overal gelijk. De amendementen die hierover overal in het land zijn ingediend, zijn nergens, ook in Almere niet, gehonoreerd, behalve in Culemborg. De heer Wagenmans (PvdA) wil een interruptie plaatsen. De heer Corporaal (PvdA) gaat graag op de vraag van de heer Wagenmans in maar zou graag eerst uitpraten. In veel gemeenten is meestal op initiatief van de SP - 52 voorstellen in totaal - besproken om de vergoeding te verlagen, maar de verlaging is nergens doorgevoerd. Op verzoek van GroenLinks heeft de griffie binnen het gemeenteraadswerk op LinkedIn dit als neutrale vraag uitgezet, maar geen van de gemeenteraadsleden op het netwerk omarmde het idee. De reacties waren juist sterk afwijzend. Hoe komt dat nu - zo kan men zich afvragen. De voorzitter geeft de heer Wagenmans gelegenheid voor een interruptie. Hij wijst de heer Corporaal erop dat deze ook dikwijls bij anderen interrupties plaatst; ook voor het omgekeerde moet ruimte zijn. De heer Wagenmans (PvdA) merkt in reactie op de feiten die de heer Corporaal noemt, op dat als je ietsje anders googelt, blijkt dat veel gemeenten zoals Heerlen, Epen, Assen, Sittard, Geleen al op het basisniveau van vergoeding van 80% zitten. De heer Corporaal (GL) vindt het dan relevant of de fractieondersteuning is behouden aan de raad in die gemeenten. Daarnaast is zijn punt dat in die gemeenten de wet is gevolgd, waarmee hij tevens op zijn tweede argument komt. Het is nooit de bedoeling van de wetgever geweest om de hoogte van de raadsvergoeding afhankelijk te maken van de financiële positie van de gemeente. De enige reden om in de wet een opening te laten was, dat het wenselijk kan zijn om een deel van de vergoeding te koppelen aan de aanwezigheid tijdens vergaderingen: een presentiekoppeling dus. Dat was de intentie van de wetgever, en niet om op 80% te gaan zitten. Zijn derde argument is dat raadsleden die vinden dat ze het niet kunnen maken om te snijden in voorzieningen voor de bevolking zonder ook het eigen budget aan te pakken, eigenlijk vreemd redeneren. Immers, als raadslid is men tevens burger, en voelt men de effecten van de bezuinigingen als inwoner. Bovendien getuigt het niet van zelfvertrouwen. Als raadslid doe je, wat nodig is. De fractie van GroenLinks is ervan overtuigd dat zij maatschappelijke meerwaarde levert met haar ideeën en voorstellen. Daar wil de fractie ook door de inwoners op aangesproken worden. Als men door een ambtenaar of een werknemer benaderd wordt met de opmerking: "betaalt u mij maar 20% minder", dan is dat toch een reden om heel erg argwanend te worden? Dat klopt gewoon niet. Dus als men vindt dat de vergoeding te hoog is, laat men dan alsjeblieft juist meer gaan doen. De voorzitter merkt op dat wie een loodgieter vraagt een klusje te doen, het meestal niet erg vindt als dit 20% goedkoper kan worden gedaan. De heer Corporaal (GL) zou in dat geval toch wel argwanend worden of de kraan niet lek bleef. Hij rondt af. Het college stelt voor om
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
14 - 22
20% besparen op de eigen onkostenvergoeding. Dit komt neer op € 5.000,-. GroenLinks vindt dat een mooi gebaar en wil daarin meegaan. GroenLinks stelt daarom voor, ook voor de gemeenteraad een besparing van 20% op de onkostenvergoeding van € 135,- door te voeren. Dat levert € 9.000,- op. De fractie vindt het dan wel een goed idee om van die € 9.000,- inderdaad congressen en dergelijke te gaan betalen, en dat hoeft dan ook niet meer apart te worden afgeschaft. Sommige partijen wensen ook te besparen op de formatie van het college. GroenLinks is daar geen voorstander van. De fractie is niet altijd blij met de visie van het college, maar ziet wel dat er hard gewerkt wordt. Er wordt ook hard gewerkt om Houten door deze transitie te loodsen. In een democratie moet collegevorming het resultaat zijn van onderhandelingen, voorafgaande aan de formatie. Uit dat spel komt het college tot stand en worden er beslissingen genomen voor de eigen loopbaan. GroenLinks vindt het van weinig respect getuigen om nu voor te stellen de wethoudersformatie te verminderen. Als er vanuit de coalitie zelf andere ideeën komen op een bepaald moment, is dat een ander verhaal. Maar als raadslid moet men dat niet willen. Hij resumeert dat duidelijk mag zijn, dat de bezuinigingen op de bestuurderskosten weinig steun van GroenLinks krijgen. Als aanvullende bezuinigingen echt nog nodig zijn, wil de fractie die vooral elders in de gemeentebegroting vinden, of door invoering van nieuw beleid. Daarvoor heeft de fractie zat ideeën. In dat kader is er binnen de gemeentebegroting van € 119 mln. of met nieuw beleid echt nog wel het een en ander te vinden. De heer Van Vliet (D66) geeft het standpunt van D66 over de voorliggende notitie. D66 ziet de raadsvergoeding, commissievergoeding en collegevergoeding als belangrijkste optie om op te bezuinigen. Het commissiestelsel moet onaangetast blijven. Het gaat om een kweekvijver en de kwaliteit van bestuur. Het is ook een klankbord voor kleinere fracties en maakt ook participatie mogelijk. De verslaglegging is goed voor de documentatie; het is goed om ook een soort historisch archief hebben waar men op terug kan grijpen, en uit de stukken blijkt dat de bezuiniging eigenlijk voornamelijk kapitaalvernietiging is van reeds aangeschafte machines. De kosten die men heeft aan de RKC is de prijs die men betaalt voor de democratie, en de rek is daar wat D66 betreft uit. De vermindering van politieke ambtsdragers is niet nu aan de orde, maar is aan degenen die in 2014 een coalitie gaan vormen. Het congresbudget moet gehandhaafd worden, maar er moeten wel grenzen gesteld worden aan het aantal mensen dat daar per gelegenheid gebruik van maakt. Wat D66 betreft blijft dat bij één persoon, die de belangrijkste speerpunten van de bijeenkomst samenvat op een A4'tje, zodat men er met zijn allen profijt van heeft. Op die manier wordt het echt ontwikkelingsgeld. De faciliteitenregeling om van een pc naar een iPad te gaan is iets waar D66 alleen maar voor kan zijn, maar ook de commissieleden moeten hier dan de beschikking over krijgen er moet gezorgd worden dat het papier snel mogelijk van tafel gaat, bij voorkeur al in 2012. Het is lastig een discussie te voeren over de inzet van de griffie, maar wat D66 betreft is het voorstelbaar dat de heer Van Leeuwen in zijn functie van werkgever van de griffie nog eens een rondje langs de fractievoorzitters maakt om te zien of de inzet van de griffie nog optimaal aansluit bij de wensen vanuit de raad. D66 heeft op dat vlak één of twee puntjes waar mogelijk nog wat ruimte in zit. Veel zal daar niet mee binnen te halen zijn, maar het is sowieso goed om deze exercitie van tijd tot tijd te verrichten. Als belangrijkste optie blijft dan over de raads- en commissievergoeding. Voor D66 heeft 20% reductie over de hele linie de voorkeur. Dit betekent dat de raadsvergoeding met 20% omlaag gaat, de commissievergoeding met 20% omlaag gaat maar wel met behoud van het commissiestelsel, en dat ook de collegeonkostenvergoeding met 20% wordt gereduceerd. Het is een teken van solidariteit naar de bevolking toe, die op dit moment de effecten begint te merken op het vlak van sport, cultuur en welzijn. Die effecten zijn niet mis. En het is niet alleen een kwestie van solidariteit, maar ook een kwestie van geloofwaardigheid. Op het moment dat je zulke offers vraagt en iedereen, inclusief elk raadslid zelf als burger, moet gaan bijbetalen, dan past het - en is het ook een teken van bewust-zijn - dat je daar zelf ook een offer in brengt. D66 brengt dat offer graag, ook om te voorkomen dat er morgen koppen in de krant staan dat de gemeente Houten weliswaar op van alles en nog wat bezuinigt, maar er in een klein artikeltje bij staat vermeld dat de gemeenteraad op het eigen raadsbudget niet wil bezuinigen. Het signaal dat daarvan uitgaat wil D66 voorkomen. De heer Van Hoek (CU) vraagt de heer van Vliet wat solidariteit nog inhoudt, als je als burger een half jaar geleden voor € 1,2 mln. aan bezuinigingen voor de kiezen krijgt en nu getrakteerd wordt op misschien € 50.000,- die uit een korting van 20% op de raadvergoeding zou resulteren. Verder vraagt hij om welke reden de heer van Vliet wel 20% wil korten op de raadsvergoeding, maar de collegeformatie onaangetast wil laten. De heer Van Vliet (D66) wijst erop dat in het memo staat dat korten op de collegeformatie in de huidige collegeperiode niets oplevert. D66 komt overi-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
15 - 22
gens wel degelijk aan die formatie, door aan te geven dat in de volgende college periode de coalitie die dan gaat reageren, dit kan bepalen. Geloofwaardigheid heeft geen prijs; het kan € 10.000 zijn, € 30.000 zijn maar het gaat erom dat je als politicus ook geloofwaardig kunt zijn en op het moment dat men deze discussie voert in de raad is er geen weg meer terug. Als de uitkomst van deze discussie wordt dat er 0% wordt bezuinigd op de vergoeding, verliest de raad zijn geloofwaardigheid. Daar maakt hij zich oprecht zorgen over. De heer Van Hoek (CU) vindt dit argument over geloofwaardigheid vreemd. De voorzitter wijst de heer Van Hoek erop dat hij antwoord heeft gekregen op zijn vraag. De heer Zandbergen (ITH) wijst erop dat de vergoeding voor commissieleden al minimaal is en begrijpt dan niet goed, dat D66 nog verder wil bezuinigen op de commissievergoeding als D66 het commissiewerk zo waardevol vindt. Op deze manier krijgt men straks gewoon geen commissieleden meer. De heer Van Leeuwen (SGP) vraagt wat de heer Van Vliet vindt van het argument dat, op het moment dat je 35 fte's vermindert, de top gewoon blijft zitten. Dat is raar richting de burgers van Houten. Deze gemeente zit gewoon ruim in haar jasje, daar kan gewoon een bezuiniging gehaald worden. Hetzelfde argument dat de heer van Vliet gebruikt, is ook toepasbaar op het dagelijks bestuur. Wat betreft de griffie meldt hij dat hij elke zes weken spreekt met de griffie. De griffie staat momenteel onder druk vanwege de werkzaamheden, zo weet hij. Het rondje langs alle fractievoorzitters is reeds gemaakt en heeft geresulteerd in een plan waar de raad goedkeuring aan heeft gegeven. Wat hem betreft moet de heer Van Vliet concreet noemen welke activiteiten de griffie zou kunnen schrappen. De heer Van Vliet (D66) vindt het niet gepast om dat concreet op deze plaats te melden. Het gaat meer om een procedure voorstel. Als er over de griffie gesproken wordt zoals in dit stuk, vindt hij het niet aan dit college om dat in detail te bespreken. De voorzitter legt uit dat wat in het stuk wordt genoemd, een soort permanente monitoring van het takenpakket van de griffie behelst. Dat sluit aan bij wat de heer Van Leeuwen zegt. De heer Van Leeuwen heeft dat rondje al gemaakt, dat rondje nogmaals maken levert nu niets op maar bijv. over een half of heel jaar zou kunnen blijken dat het takenpakket van de griffie wel degelijk in beweging is. Daarom is die monitoring ook PM geraamd: het betreft een permanent aandachtpunt. Dit strookt met wat D66 voorstaat, maar niet via een herhaling van het al gemaakte rondje op dit moment. Mevrouw Smith (CU) begrijpt dat D66 20% wil bezuinigen op de raadsvergoeding, wat ten koste gaat van de kwaliteit van het raadswerk, maar daarbij als argument gebruikt dat de raad anders niet geloofwaardig is naar de burgers toe. Ze vraagt of de raad dan niet geloofwaardig genoeg is geweest richting de burgers in de eerste bezuinigingsronde van € 57.000,-. De heer Van Vliet (D66) ziet na de eerste € 57.000,- bezuinigingen weinig rek meer om nog verder te bezuinigen. De raadsvergoeding is een van de weinige punten waar dat nog op kan. De koppeling die hij anderen hoort maken tussen de kwaliteit van het raadswerk en de hoogte van de raadsvergoeding, legt hij zelf niet. Hij hecht in dat verband meer aan solidariteit met de burgers. Als je als raad niet bereid bent op het punt van je eigen vergoeding te bewegen, wordt het heel moeilijk aan verenigingen en welzijnsinstellingen uit te leggen die allemaal bezuinigingen over zich uitgestort hebben gekregen. De heer Corporaal (GL) begrijpt wel dat de heer Van Vliet en ook andere partijen moeite hebben met de doorgevoerde bezuinigingen, maar merkt op dat ook in andere gemeenten echt moeilijke bezuinigingen zijn doorgevoerd: dat hoort bij de verantwoordelijkheid van de raad. Als de heer Van Vliet zegt dit alleen te kunnen doen als men als raad ook nog eens zelf inlevert, getuigt dit van wat bangigheid voor de reactie van burgers. Het argument dat je het niet kunt maken naar burgers toe om je eigen vergoeding onaangetast te laten en dat je anders ongeloofwaardig wordt, dat argument is zelf juist heel ongeloofwaardig. De voorzitter vindt dat de heer Corporaal wat ver gaat. Je moet als raadslid respecteren dat collega-raadsleden andere opvattingen hebben dan jijzelf. De heer Corporaal (GL) wil dit betwisten. De voorzitter ontneemt de heer Corporaal het woord. Hij verzoekt de heer Corporaal om diens laatste woorden terug te nemen. Deze gaan te ver. Men respecteert elkanders mening. De heer Van Vliet respecteert de mening van de heer Corporaal ook. Waar het om gaat is dat men deze avond probeert te kijken waarover er consensus is. De heer Corporaal (GL) respecteert de worsteling juist ook, maar denkt dat er iets anders aan de hand is. Men heeft het zo moeilijk gehad om het eens te worden met elkaar, dat men zegt: dit is dan ons wisselgeld om met een verhaal richting de burgers te komen. Hij vindt dat ongeloofwaardig. Democratie is niet voor bange mensen. Raadsleden moeten beslissingen nemen, ook als dat moeilijke beslissingen zijn. De voorzitter betreurt het dat de heer Corporaal ten tweede male een kwalificatie bezigt die niet past in de cultuur van deze raadszaal. De heer Corporaal (GL) vraagt welke kwalificatie niet passend was. De voorzitter antwoordt dat het gaat om de kwalificatie die in tweede instantie werd afgezwakt tot bange mensen. Hij vindt het onjuist dat de mening van een gerespecteerd collega-raadslid op deze
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
16 - 22
wijze gekwalificeerd wordt. Hij laat expliciet in de notulen opnemen dat hij de heer Corporaal verzocht heeft, deze woorden terug te nemen. De heer Van Vliet (D66) dankt de voorzitter dat deze het voor hem opneemt in dezen, en heeft daar weinig aan toe te voegen. De voorzitter geeft gelegenheid voor verder debat c.q. spreekgelegenheid voor raadsleden die nog niet aan het woord zijn geweest. Met betrekking tot het onderdeel politieke ambtsdragers attendeert hij de raad op het voornemen van de huidige regering om politieke ambtsdragers, zowel de DB- als de AB-leden, met 25% in aantal te verminderen. Hij mag hierover aanstaande donderdag het woord voeren namens de VNG voor een Tweede Kamercommissie, maar verwacht hier geen politieke meerderheid voor in de Tweede Kamer. Desalniettemin heeft het kabinet deze korting al doorgevoerd in het Gemeentefonds met ingang van 2014. De gemeente wordt hiervoor dus al aangeslagen terwijl de maatregel nog niet is doorgevoerd. Hij pleit ervoor dit in het achterhoofd te houden als men in deze raad discussieert over deze voorstellen die in de categorie 6 zitten. De "gemeenschappelijke vijand" zit niet in deze raadzaal: dit is in Den Haag bedacht, en het moet nog uitgevoerd worden. De heer Van der Meij (ITH) vraagt of dat impliceert dat de bezuiniging op de raadsvergaderingen, als die in de volgende raad wordt aangenomen, maar van tijdelijke aard zal zijn, vooruitlopend op de € 3 ton en dat de raad in 2014 alsnog die bezuiniging van € 50.000,- ergens vandaan moet zien te halen. De voorzitter legt uit dat de verminderde inkomsten uit het Gemeentefonds technisch gezien al bij de septembercirculaire in de meerjarenbegroting zijn verwerkt. Dat veronderstelt dat iedere gemeenteraad dan ook maatregelen neemt. Die zijn nog niet door deze raad genomen; daar praat men nu voor het eerst over. Je kunt kiezen om dat te laten zitten, en dan gaat het ten koste van lantaarnpalen et cetera. Je kunt er ook voor kiezen om, als het Rijk mindert, als gemeente ook te minderen. Dat is de reden waarom de voorstellen in de categorie 6 in het stuk zijn gekomen: het college kan dat de raad niet onthouden, maar de raad beslist over de voorstellen. Er is echter dus geen grond om elkaar verwijten over dit voorstel te maken: dit voorstel is afkomstig uit Den Haag, en is gewoon netjes meegenomen. De heer Uijttewaal (CDA) bekijkt de ombuigingen vanuit een andere insteek. De raadsvoorzitter zei tijdens het rondetafelgesprek heel treffend dat, wanneer de Houtense bevolking offers moeten brengen, men als raad ook een offer moet brengen. In de 6 jaar dat hij dit raadswerk nu doet wordt hij regelmatig benaderd door burgers om voor hen op te komen. Als hij dit moet weigeren, hoort hij nimmer de financiële vraag stellen - en hij neemt aan dat dit ook voor andere raadsleden geldt. Integendeel, vaak wordt er juist gevraagd hoe hij dit werk uithoudt c.q. waarom hij er niet mee kapt. Nooit stelt men de geldvraag aan de orde. Wat de mensen wel willen, is bestuurlijke daadkracht. Dat is een aspect wat vandaag de dag vergeten wordt. Die bestuurlijke daadkracht moet groter. Vóór de crisis werden plaatselijke bestuurlijke ongemakken door het welvaartsgevoel geneutraliseerd: hetzij door de derde vakantie, de waardestijging van het huis, of de baanzekerheid. Momenteel ligt dat totaal anders. Dit is bij allerlei zaken te zien, of het nu gaat om de Oosterlaakplas, de zendmasten, het proces rond de Slinger, of de aanstaande bezuinigingen op het maatschappelijk speelveld. Men komt los van partijpolitiek en komt als groep vanuit een wijk of een dorp naar de gemeente. Naar zijn idee heeft de raad daar vooralsnog onvoldoende antwoord op. Burgers vragen niet om bezuinigingen tot 2014, maar om bestuurlijke daadkracht om hun problemen op te lossen. Die daadkracht kan worden vergroot door bestuurlijke vernieuwing. Hij doet daartoe een voorstel. Bepaalde dossiers zijn dermate massief dat je dat vandaag de dag niet meer zou moeten willen. Laten raadsleden vooraf met de wethouders en ambtenaren de relevantie van die dossiers bespreken; dat scheelt ook heel wat euro's. Gegronde bezwaren moeten direct opgepakt worden. Individuen, groepen, bedrijven moeten met hun klachten en bezwaren direct begeleid worden door de gemeentelijke organisatie heen. Zo voorkom je een heel proces voor de Bühne, en krijgt de burger beter inzicht in het gegeven antwoord; negatief dan wel positief. Met zijn voorstel beoogt hij de democratische winst waar men al jaren om vraagt. Hij ziet dit als een soort vervolg op de vernieuwing van de werkwijze van de raad, zoals aangedragen door de vorige griffier mevrouw Scholten. Los van de democratische winst kan de cijfermatige winst van dit voorstel nog wel eens veel groter zijn dan van wat ter tafel ligt, doordat het veel ambtelijke inspanning scheelt. Tot slot merkt hij nog op dat het niet veel gekker moet worden, met de stoere taal over de centen, de OZB, en de laatste raadsvergadering zelfs over de VNG, en dat in combinatie met het argument dat men het de kiezer niet uit kan leggen. Onlangs was het 100 jaar geleden dat de Titanic zonk. Als deze raad de bestuurlijke vernieuwing niet oppakt kan men terecht vanuit de samenleving het verwijt krijgen dat men zich gedraagt als dat strijkkwar-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
17 - 22
tet op de Titanic, door totaal de veranderde bedrijfsomstandigheden te negeren. De heer Van Hoek (CU) vindt het in principe prima om dit voorstel voor bestuurlijke vernieuwing eens in een rondetafelgesprek te bespreken, maar begrijpt dat de heer Uijttewaal wat ter tafel ligt pas vanaf 2014 verder inhoudelijk wil bekijken. De heer Uijttewaal (CDA) bepleit over wat ter tafel ligt een status quo tot 2014 en denkt dat met de genoemde punten van bestuurlijke vernieuwing wellicht zelfs € 2 ton binnen te halen is. De heer Wagenmans (PvdA) denkt dat wat de heer Uijttewaal inbrengt, thuishoort bij de perspectiefnota: dan kan men kijken naar de breedte van het werk en hoe daar invulling aan gegeven kan worden. Vanavond gaat het over een ombuiging waar een afweging over te maken is. Hij wil benadrukken dat de kwaliteit van het raadswerk en de inzet die hier geleverd wordt, absoluut niet ter discussie staat. Hij werpt dat verre van zich en is het eens met iedereen die daarover een opmerking gemaakt heeft. De raad mag dat zichzelf niet aandoen en wat de heer Verkade naar voren bracht, mag absoluut niet de indruk zijn die hieruit naar voren komt. Wat hier speelt en waar velen ook aan refereerden, is dat men als totale gemeente in Houten voor een geweldige opgave staat. Dat vergt keuzes. De PvdA maakt een keuze aangaande de raad zelf. Dat ligt gevoelig, omdat men dan als raad over zichzelf praat. Daar staan andere opvattingen tegenover. Het is belangrijk om elkaar daarin te respecteren. De PvdA maakt inderdaad een politieke keuze binnen wat er wettelijk mogelijk is, maar stelt de kwaliteit, inzet of betrokkenheid van raadsleden niet ter discussie. Die is gigantisch, en niet in geld uit te drukken. Maar het gaat om een afweging binnen de totale opgave waar men als gemeente voor staat. De heer Van Vliet (D66) heeft nog één kanttekening aangaande de korting van 20%. Op het moment dat het Rijk kort op het aantal raadsleden, en dit tot een taakverzwaring leidt voor de raadsleden die dan overblijven, moet die 20% herzien worden omdat hetzelfde raadswerk dan daadwerkelijk met minder raadsleden moet worden verricht. Ten tweede geeft hij via de voorzitter richting de heer Corporaal aan dat de opmerkingen: "U bent bang" en "raadswerk is niet voor bange mensen" hem persoonlijk raken en dat hij eraan hecht dat de heer Corporaal deze terugneemt. De heer Corporaal (GL) voldoet graag aan dat verzoek. Hij geeft aan er nooit op uit te zijn om mensen in deze raad te beschadigen. Als de heer Van Vliet aangeeft dat hij zich beschadigd voelt, concludeert hij zelf dat hij iets terug te nemen te nemen heeft. Het is nooit zijn bedoeling geweest de heer Van Vliet te beschadigen. Ter verklaring van het vuur van zijn betoog legt hij uit zich niet te herkennen in het idee dat hij in de raad proeft, alsof Houten een Art. 12 gemeente in hoge nood is, en zich dus ook niet kan vinden in het gevoelen dat men dit niet kan verkopen naar burgers toe. Maar hij heeft de heer Van Vliet niet willen beschadigen en biedt zijn excuses aan als hij die indruk wel gewekt heeft. De heer Van Vliet (D66) waardeert deze verontschuldiging. De heer Zandbergen (ITH) vraagt zich af waarom D66 niet voor de veilige weg van uitstel tot 2014 kiest, als rijksbeleid ertoe zou nopen om toch weer terug te komen op de 20% korting. Al deze discussie is ook een beetje symboolpolitiek, laat men nuchter blijven en open staan voor argumenten. De voorzitter merkt ter aanvulling op dat als het kabinetsvoornemen in een wetsontwerp wordt omgezet, het aantal raadsleden bij wet wordt gekort, wat een reductie tot 23 à 24 raadsleden kan opleveren en een navenant lager budget. Het is dus ook een vorm van budgetverlaging; zo heeft het Rijk die korting al in het Gemeentefonds doorberekend. Als dat wetsontwerp niet doorgaat blijft het aantal raadsleden 29, maar de korting is wel ingeboekt. Dan kun je je afvragen of je niet met 10 of 5 of 20% korting op de raadsvergoeding de nieuwe zittingsperiode in wilt gaan. Dit hangt dus ook af van het verdere verloop rond dit wetsontwerp. Er neigt een lichte meerderheid om niet die 25% te korten maar de zgn. dualismecorrectie toe te passen. Dat houdt in dat je het aantal wethouders dat vóór invoering van het dualisme ook raadslid was, aftrekt van het totaal, waarmee je op 25 à 26 raadsleden komt. Hij snapt de vraag van de heer Zandbergen dus, maar het hangt ook af van het merkwaardige wetgevingstraject hieromtrent. De heer Visser (CDA) geeft meer in zijn algemeenheid aan zich te verbazen en ook zorgen te maken over de enorme korte termijn die uit sommige redenaties blijkt. Wat ter tafel ligt, heeft consequenties voor de toekomst van Houten. Hij hoort in de bijdragen teveel de waan van de dag. Het is waanzin om je te laten leiden door angst voor wat kranten morgen zullen schrijven. Wat hem betreft mag de krant alles schrijven, als raadslid moet men gewoon staan voor handhaving van een kwalitatief hoogwaardig bestuurlijk apparaat. Natuurlijk: vanuit jezelf redenerend, kun je best een stuk vergoeding missen. Maar of mensen op termijn zonder vergoeding of met een te geringe vergoeding nog steeds bereid zullen zijn om dit werk te doen is maar de
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
18 - 22
vraag. Wat hem betreft ligt het eerder omgekeerd en kan er de komende 2 jaar op de raadsvergoeding gekort worden, maar absoluut niet voor de lange termijn, omdat het steeds moeilijker wordt om mensen te vinden die dit werk willen doen. De heer Van Hoek (CU) is door de woorden van de voorzitter gesterkt in het idee om pas vanaf 2014 iets te doen aan de raadsvergoeding. Hij onderstreept de woorden van de heer Visser ook graag. Hij pleit ervoor te kijken naar de lange termijn, in plaats van te praten in termen van geloofwaardigheid. Als je de vergoeding nu verlaagt, maar misschien weer moet verhogen als je in 2014 minder raadsleden hebt, wil dat nog niet zeggen dat je tegen die tijd met weer meer vergoeding ook meer kwaliteit levert. Als hij nu € 300,- per maand vergoeding zou krijgen voor het raadswerk, zou hij gewoon dezelfde kwaliteit leveren. Dat maakt niets uit. Laat men dus ruimer kijken, meer naar de grote lijnen en de lange termijn. De voorzitter komt nu conform zijn toezegging tot het benoemen een soort grootste gemene deler aan het eind van het debat, wat niet gemakkelijk is omdat de meningen heel divers liggen. Er valt wel iets te concluderen over voorstellen waar in elk geval geen draagvlak voor is en die ook niet terug zullen komen in het raadsvoorstel. Bij opvattingen waarbij dit minder duidelijk ligt, zal hij de varianten benoemen op volgorde van verstrekkendheid. - besparing op de vergoeding voor commissieleden: hiervoor is nauwelijks draagvlak, een enkeling zet in op 20% maar een meerderheid binnen de raad is daarvoor niet bespeurbaar; - verlaging vergoedingsbedragen voor raadsleden: daarin zitten wat variabelen. Sommigen noemen hier de nulvariant: niets aan doen. Een enkeling spreekt alleen van de onkostenvergoeding; voor diverse fracties is 20% een begaanbare weg; een aantal andere fracties vindt 20% bespreekbaar, maar met ingang van de volgende raadsperiode. Op dit onderdeel zullen dus 2 of 3 beslisvariantjes in het raadsvoorstel terugkomen. Er lijkt enig draagvlak voor 20%, maar de variabele is dan of dit met directe ingang, of in 2014 moet; - uitzending van raadsvergaderingen en verslaglegging: alle woordvoerders vinden dat je daar af moet blijven. Dit wordt dus niet in het raadsvoorstel opgenomen; - verlaging van het budget van de Rekenkamercommissie: hiervoor geldt hetzelfde. Alleen de VVD heeft bepleit deze tijdelijk op een laag pitje te zetten. De rest van de raad vindt dat op de RKC voldoende gekort is. Ook dit voorstel wordt dus niet opgenomen in het raadsvoorstel. - verlagen van vergoedingsbedragen voor wethouders: de € 5.000,- ontmoet enige steun van VVD, PvdA en GroenLinks, maar nog niet voldoende. Deze optie zal wel in het stuk genoemd worden, maar dan alleen de 5a. variant; - vermindering van politieke ambtsdragers: hierover zijn de meningen redelijk gespreid. De meeste fracties, op de SGP na die hier heel expliciet over is, vinden dat dit aan de nieuwe coalitie in 2014 overgelaten moet worden, maar eigenlijk is daarbij een groot vraagteken in hoeverre je nu iets zou kunnen beslissen over de periode na de huidige. Wellicht valt dit als een optie of suggestie van de oude raad aan de nieuwe raad te definiëren. - budget voor congressen en seminars verlagen: de meeste fracties laten dit overeind; - versobering van de faciliteitenregeling: dit ontvangt unanieme steun uit de raad. De vervanging van pc's door iPads wordt een succes gevonden en de vervangingsinvestering kan in de toekomst omlaag. Dit wordt in het voorstel meegenomen. De voorzitter resumeert dat dit debat niet gericht was op besluiten, maar op het peilen van meningen, goed naar elkaar luisteren, elkaar ook misschien proberen te overtuigen. Hij denkt dat er toch op een nette en waardige manier over dit onderwerp is gediscussieerd, en wil als raadsvoorzitter meegeven dat als er ook maar even de suggestie is vanuit het college, de griffie, de voorzitter of collega-raadsleden dat het raadswerk misschien niet zou worden gewaardeerd, of men zich ergens voor zou moeten schamen, of dingen uit te leggen heeft, men voor ogen moet houden dat men als onafhankelijk raadslid gekozen is, en bij zijn of haar beëdiging heeft moeten verklaren zonder last of ruggespraak of aannemen van enigerlei geschenk in dit ambt te zijn gekomen. Die onafhankelijkheid siert ieder raadslid. De discussie hoeft helemaal niet te gaan over wat men uit te leggen heeft, of men wel geloofwaardig is, of men bang is of wat dies meer zij. Het gaat erom of men onafhankelijk genoeg is om over wat ter tafel ligt een oordeel te geven. Zoals hij al zei, moet men elkaar in elkaars opvatting respecteren. Hij schrok een beetje van hoe de discussie in december liep. Het was voor een ieder wat onverwacht. Hij kan de raad nu toch complimenteren met de waardige wijze waarop dit is bediscussieerd. De besluiten moeten nog worden genomen, maar deze eerste fase is alvast voltooid. Voorzitter
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
19 - 22
en griffier gaan een raadsvoorstel maken waarover in de volgende debatraad in principe een kort debat zou moeten kunnen volstaan na de uitgebreide bespreking van hedenavond. Hij dankt de raadsleden voor hun bijdragen. De voorstellen worden door de voorzitter en griffier met inachtneming van de peiling van hedenavond verwerkt tot een raadsvoorstel dat in de volgende raadsvergadering komt voor te liggen voor debat en besluitvorming. SCHORSING De voorzitter schorst de vergadering voor 20 minuten. BESLUITVORMENDE RAAD 6.
Heropening De voorzitter heropent de vergadering en stelt de besluitvorming aan de orde. Hij constateert dat de raad instemt met de besluitvormende agenda.
7.
Vaststellen van het verslag van de vergadering van de raad van 27 maart 2012 Het verslag wordt zonder (hoofdelijke) stemming conform vastgesteld.
8.
2012-009 Beheerverordening begraven en Verordening lijkbezorgingsrechten 2012 De voorzitter wijst erop dat bij het voorstel tevens motie 013-2012 van GroenLinks, ITH en SGP aan de orde is. Hij neemt aan dat de schorsing is benut om hier over na te denken en er tot besluitvorming kan worden overgegaan. Het college ontraadt motie 0132012. Stemverklaring over motie 013-2012: Mevrouw Smith (CU) geeft aan dat haar fractie voor de motie zal stemmen, omdat dit meer waarborg geeft dat de graven kunnen worden behouden zoals ze nu zijn. Stemming: motie 013-2012 wordt aanvaard met 17 stemmen voor en 11 tegen Voor: GroenLinks (3), ITH (5), ChristenUnie (2), SGP (2), CDA (5). Tegen: PvdA (4), D66 (3) en VVD (4). De voorzitter geeft aan dat de raad nog zal horen hoe het college omgaat met het dilemma om de suggestie in de motie al dan niet te volgen. Zonder (hoofdelijke) stemming wordt conform voorstel 2012-009 besloten.
9.
2012-016 Bouwverordening gemeente Houten 2012 De heer Van Dijk (GL) geeft aan dat er een boeiende discussie in de schorsing is geweest met enkele juristen, waaronder een van de aanwezigen op de publieke tribune. De meningen waren behoorlijk verdeeld over de wijze waarop in een aantal artikelen de welstand wordt genoemd en in een ander artikel de welstand opgedragen wordt aan de welstandscommissie, terwijl die commissie alleen uitspraken kan doen inzake gevallen die vallen onder de excessenregeling. Suggesties waren om bijv. passages waarin de welstand genoemd wordt uit de artikelen te schrappen, of om het anders op te lossen met de welstandscommissie. Hij kan echter, ook namens de heer Adriaanse, vragen om dit punt toch door te geleiden naar de volgende rondetafel om de resterende onduidelijkheden opgehelderd te krijgen, alvorens dit voorstel vast te stellen. De voorzitter constateert dat de raad een standpunt moet innemen over dit ordevoorstel. Hij wijst er wel op dat deze verordening al uitgebreid in een rondetafelgesprek is besproken. Deze vraag is daarbij misschien wel aan de orde geweest maar kennelijk zag GroenLinks voldoende reden om hier in de raad op terug te komen. Hij legt de raad de vraag voor of dit onderwerp het waard is
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
20 - 22
om terug te verwijzen naar de rondetafel. De heer Den Boef (SGP) steunt het voorstel van GroenLinks. Op de resterende vragen konden geen goede antwoorden worden gegeven in de schorsing. De SGP vindt het de moeite waard om dit nog eens goed uit te zoeken. De heer Adriaanse (CDA) geeft voor het CDA aan het ook belangrijk genoeg te vinden om dit nog goed uit te zoeken. Tenslotte moet de gemeenteraad verordeningen met de nodige zorgvuldigheid vaststellen. De heer Zandbergen (ITH) zegt dat ITH zich daar bij aansluit. Mevrouw Dubbink (PvdA) geeft aan dat het opnieuw bespreken van dit onderwerp wat de PvdA betreft niet had gehoeven, maar dat de fractie er niet tegen zal zijn als 3 fracties er al voorstander van zijn. Mevrouw Van Dijk (VVD) geeft aan dat de VVD de mening van de PvdA in dezen deelt. De heer Van Vliet (D66) is benieuwd of er wettelijke termijnen zijn die onterecht verstrijken bij uitstel van de besluitvorming over het voorstel. Wethouder Van Liere antwoordt dat er geen bloed uit vloeit als de nieuwe bouwverordening vanavond nog niet wordt aangenomen. Het nieuwe bouwbesluit dat op 1 april jl. van kracht werd, is leidend in dezen. De voorzitter vult aan dat men als raad een aanvullende verordenende bevoegdheid heeft waar men al of geen gebruik van kan maken. Hij constateert dat er een meerderheid in de raad is om dit punt aan te houden. Hij merkt op dat men er ook voor kan kiezen het voorstel niet aan de rondetafel terug te laten komen maar de tussentijd te benutten om nog e.e.a. uit te zoeken, zoals met de begraafverordening is gebeurd. De heer Den Boef (SGP) acht het onnodig dit terug te verwijzen naar de rondetafel, GroenLinks heeft maar één vraag over het specifieke artikel dat aan de orde is geweest. De besluitvorming over voorstel 2012-016 wordt aangehouden. Het college wordt verzocht om het aspect van de positie van de welstandscommissie in de diverse artikelen waarin deze genoemd wordt, nog tegen het licht van het nieuwe welstandsregime te houden. Daar komt al of geen memo over. Het voorstel komt rechtstreeks terug op de agenda van de besluitvormende raadsvergadering van 22 mei a.s. 10.
2012-014 Aanwijzing accountant Zonder (hoofdelijke) stemming wordt conform voorstel 2012-014 besloten.
11.
2012-015 Gedragscode politieke ambtsdragers Stemverklaring over voorstel 2012-015: De heer Hofstee (ITH) geeft aan dat ITH liever had gezien dat in de gedragscode expliciet was vastgelegd, dat er bij situaties die niet voorzien zijn of die een ander oordeel behoeven, altijd het seniorenconvent zou worden ingeschakeld, ongeacht of het nu gaat om zaken die de raad dan wel het college betreffen. ITH kan leven met het antwoord van de burgemeester tijdens het rondetafelgesprek dat de voorzitter van het college de integriteit bewaakt en dit aan het seniorenconvent meldt als dat nodig geacht wordt. Met die kanttekening stemt ITH in met dit voorstel. Zonder (hoofdelijke) stemming wordt conform voorstel 2012-015 besloten waarbij de fractie van ITH bovenstaande kanttekening heeft geplaatst.
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
21 - 22
12.
Vaststellen van de doorlopende lijst van ingekomen stukken en mededelingen voor de raad van 17 april 2012 De doorlopende lijst wordt zonder (hoofdelijke) stemming conform vastgesteld.
13.
Sluiting.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 22.23 uur. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 mei 2012. De raad voornoemd, De griffier,
de voorzitter,
P.M.H. van Ruitenbeek
C.H.J. Lamers
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
22 - 22
Bijlage: Toezeggingen Datum raad
Voorstelnummer Agendapunt
Toezegging
Portefeuillehouder
17 april 2012
3. 2012-009 Beheerverordening begraven en Verordening lijkbezorgingsrechten 2012
Het college zal onderzoeken wat nodig is om de 3 nog niet als monument aangewezen grafstenen als monument aangewezen te krijgen.
C. van Dalen
17 april 2012
4. 2012-016 Bouwverordening gemeente Houten 2012
De adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit is in de maak en zal binnenkort worden geïnstalleerd. Die commissie zal de toetsing vooraf gaan uitvoeren.
M. van Liere
17 april 2012
8. 2012-009 Beheerverordening begraven en Verordening lijkbezorgingsrechten 2012
De raad wordt nog geïnformeerd over de wijze waarop het college zal omgaan met de suggestie in motie 0132012.
C.H.J. Lamers
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 17 april 2012
Stand van zaken / Planning