Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente Strijen, gehouden op dinsdag 30 september 2014 om 20.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis Voorzitter Griffier Notulist Aanwezigen
Afwezig m.k Afwezig z.k. Op uitnodiging Aanwezig
: de heer A.J. Moerkerke, burgemeester : de heer M.A. Bourdrez : mevrouw J. de Klerk : de heren L.M. Bouman (GroenLinks), H. van de Graaf (CDA), J.A.M. Lagendijk (PvdA), A.P. de Man (VVD), W.N. Moret (CDA), L.A. Overwater (VVD), mevrouw P. Rijsdijk-Mudde (Strijens Belang), A. Steenbergen (CDA), A.P. van Steenselen (CU/SGP), W.J. Tuijnman (VVD), A. de Vries (GroenLinks) en J. van Westen (CU/SGP) : de heren H. Kwakernaat (Strijens Belang) : : mevrouw P.G. Tanja
1. Opening De voorzitter heet de aanwezigen van harte welkom en opent de vergadering. De heer Tuk heeft zijn ontslag als raadslid ingediend. Hij kan pas opgevolgd worden als de geloofsbrieven van een opvolger zijn goedgekeurd. De heer Kwakernaat is verhuisd naar Puttershoek en we wensen hem namens allen veel sterkte. De heer Janssen is met vakantie en de heer Van Tilborg is afwezig vanwege herstel van zijn hartproblemen. Wij wensen hem een spoedig herstel. De heer De Visser is vanavond opa geworden van een tweeling. 02. Vaststelling raadsagenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 03. Spreekrecht burgers Cavent heeft zich afgemeld daar de vragen inmiddels zijn beantwoord. 04. Vragen halfuur raadsleden Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. De voorzitter geeft aan dat afgesproken is dat de vragen conform het reglement vooraf moeten worden ingediend. Hierop zal worden toegezien. 05. Vaststellen notulen van de raadsvergadering van 10 en 24 juni 2014 Notulen 10 juni 2014 Blz. 2, punt 13 wordt ‘Rijkswaterschap’ gewijzigd in ‘Waterschap’. Met inachtneming hiervan wordt het verslag vastgesteld. Notulen 24 juni 2014 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag komt aan de orde. Blz. 2, Ontwikkelingen Dienst G&J. De heer De Man deelt mede dat de raad afgelopen vrijdag de informatiebrief van het bestuur heeft ontvangen. De VVD-fractie is niet blij mee met de inhoud. Juni jl. heeft het college aangegeven dat ze voldoende vertrouwen had in de uitgebrachte rapportage en dat er vertrouwen was dat het goed zou komen in de toekomst. Er is nu sprake van een structureel tekort van meer dan 2 miljoen euro en er bestaat geen zekerheid dat de extra opgelegde bezuiniging, die in 2016 geëffectueerd zou moeten worden, gerealiseerd gaat worden. Hij vraagt of het lek nu boven
-2water is? Hij wil graag vooruitlopend op de informatiebijeenkomst in de eerstvolgende commissie ABA over dit punt van gedachten wisselen. De voorzitter zegt dit toe. De zorg wordt door het college gedeeld. Hij geeft aan dat er 13 oktober a.s. een informatiebijeenkomst HW breed is over de dienst G&J. 07. Ingekomen stukken en mededelingen A-stukken Maatschappelijke Zaken 1. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo d.d. 20.05.2014. 2. Raadsinformatiebrief RSD HW d.d. 18.07.2014. 3. Motie gemeenteraad Binnenmaas inzake Ondertekening Kinderpardon d.d. 12.06.2014. 4. Amendement gemeenteraad Binnenmaas inzake RCHW-rapport Hulp bij schulden in de Hoeksche Waard d.d. 12.06.2014. 5. Bestuursrapportage 1e kwartaal 2014 RSD HW d.d. 15.07.2014. 6. Verantwoording Uitvoeringsprogramma's Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ 2013 d.d. januari 2014. Wonen & Werken 7. Verzoek HW Wonen inzake het aanpassen van het type te bouwen woningen aan de Zweedsestraat in Mookhoek en Beginselbesluit college d.d. 19.02.2014 en 02.04.2014/27.05.2014. 8. Strijen en Benchmark 2013 afgifte elektrische apparaten d.d. 03.06.2014. 9. Brief Advocatenkantoor Zwinkels inzake Preesman Potplanten d.d. 04.07.2014. 10. Jaarstukken 2013, Sociaal Jaarverslag 2013 en Begroting 2015 RAD HW d.d. 01.07.2014. 11. Vastgestelde Jaarstukken 2013 Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid d.d. 17.07.2014. 12. Vastgestelde Begroting 2015 Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid d.d. 14.07.2014. De heer De Man geeft aan dat hij in de commissie een aantal vragen heeft gesteld omdat er wat misverstand leek te ontstaan over het wel/niet ontzien van de inwonerbijdrage in het kader van de bezuiniging. Daar heeft hij inmiddels een onbevredigend antwoord op ontvangen. Ook daar zien we dat het AB in haar wijsheid beslist om de zienswijzen te negeren en ze geeft aan dat de inwonerbijdrage niet is geconverteerd met een taakstelling qua bezuinigingen omdat ze veel wettelijke taken moet uitvoeren, moet letten op het weerstandsvermogen, de besparing huisvesting is gerealiseerd e.d. De gemeente wordt ook geconfronteerd met lastenverhogingen en tekorten in de eigen begroting. Het is niet meer dan billijk dat we op de inwonerbijdrage willen besparen in een reeks van jaren. Dat wordt in de wind geslagen. Daar heeft de VVD-fractie grote moeite mee. We hebben er als raad ook niets meer over te zeggen. We moeten als raad een wat steviger geluid maken in de toekomst. 13. Vastgestelde Jaarstukken 2013 en Begroting 2015 Wegschap Tunnel Dordtse Kil d.d. 20.06.2014. 14. Evaluatie 'maatregelenplan duurzaamheid’ d.d. 17.06.2014. 15. Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden d.d. juni 2014. Financiën & Economische Zaken 16. Brief GS Zuid-Holland inzake Jaarrekening gemeente Strijen 2013 d.d. 09.07.2014. 17. Rapport Vernieuwing van de begroting en verantwoording van gemeenten d.d. 16.05.2014. 18. Meicirculaire 2014 Algemene Uitkering Gemeentefonds d.d. 30.05.2014. 19. Vastgestelde Begroting 2015 en Meerjarenbegroting 2016-2019 SVHW d.d. 03.07.2014. Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden 20. Besluit college tot instellen kernteam Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid d.d. 06.05.2014. 21. Vastgestelde Programmabegroting 2015-2018 SOHW d.d. 09.07.2014. 22. Vastgestelde begrotingen 2014 en 2015 ISHW d.d. 09.07.2014. 23. Brief Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake Suwinet d.d. 18.07.2014. 24. Werking en besturing Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid d.d. 27.05.2014. 25. Evaluatie Kermis 2014 d.d. 19.08.2014. De A-stukken 1 t/m 25 worden voor kennisgeving aangenomen.
-3-
B-stukken: 1. Concept Begroting 2015 en Meerjarenbegroting 2016-2018 WHW Bedrijven en geen zienswijze in te dienen. 2. Besluit Presidium inzake brief PvdA-fractie inzake vergaderschema 2015 en volgende jaren d.d. 04.09.2014. 3. Besluit Presidium ‘alcoholvrij’ verklaren van de commissie- en raadsvergadering in de maand oktober d.d. 04.09.2014. 4. Besluit Presidium om brief J. den Hartog inzake waterafvoer en de openbare verlichting Margrietstraat voor kennisgeving aan te nemen omdat het college de bevoegde instantie is d.d. 04.09.2014. Met de B-stukken 1 t/m 4 wordt ingestemd. 08. Verslag/verantwoording door leden van gemeenschappelijke regelingen/instellingen WHW-Bedrijven 26.06.20014 Mevrouw Tanja geeft aan dat wethouder Janssen deze vergadering heeft bijgewoond. Dit punt wordt doorgeschoven naar de volgende raadsvergadering. Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 03.07.2014 en 18.09.2014 Mevrouw Tanja deelt mede dat op 3 juli jl. een presentatie is gegeven over het sociaal rechercheurschap en handhavingswerk. De jaarrekening 2013 was akkoord en naar aanleiding van een wijzigingsvoorstel verordening schuldhulpverlening is er een discussie gevoerd over onregelbare schulden. Er zijn extra middelen armoedebestrijding 2013 voor het gemeentefonds geweest. Dit geld is besteed aan maatschappelijke participatie voor kinderen t.w. € 200,00 per kind. 2014 was de meedoenregeling voor kinderen € 250,00 per kind. Met ingang van 2015 is er geen categoriale bijstand meer mogelijk behoudens de collectieve ziektekostenverzekering. Onderzocht wordt om te komen tot een jeugd sport- of cultuurfonds om toch voor de kinderen wat extra’s te doen. 18 september jl. is een aantal verordeningen vastgesteld t.w. de afstemmingsverordening, verordening cliëntenparticipatie en de verordening individuele inkomenstoeslagen. De interne klachtenregeling is vastgesteld. Rekenkamercommissie Hoeksche Waard 07.07.2014 en 21.07.2014 De heer Overwater deelt mede dat op 7 juli jl. de voorzitterswissel is geweest. De heer Bakhuizen is nu voorzitter. Er is gesproken over de schuldhulpverlening, de drie D’s en de voorbereiding van de bijeenkomst van 24 september jl. 15 september jl. is er een terugkoppeling geweest van het gesprek wat de griffiers hebben gehad met de voorzitter en de secretaris van de Rekenkamercommissie. Wederom is gesproken over de drie D’s en er is een start gemaakt met inkoop en aanbesteding. Er is een brief opgesteld aan de raden om punten aan te leveren voor de groslijst. 24 september jl. was er een bijeenkomst van de Rekenkamercommissie. Er waren 28 aanmeldingen en uiteindelijk 18 mensen aanwezig. Het was een geslaagde bijeenkomst maar helaas was de opkomst mager. 09. Inzetten reserve sociaal fonds woningbouw voor het project De Striene De raad besluit unaniem de reserve ‘sociaal fonds woningbouw’ tot een bedrag van maximaal € 100.160,00 in te zetten ten behoeve van de realisering van het project ‘de Striene’. 10. Verordening gegevensverstrekking BRP De raad stelt unaniem de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Strijen 2014 vast. 11. Verordening Rekenkamercommissie Hoeksche Waard De raad stelt unaniem de Verordening Rekenkamercommissie Hoeksche Waard 2014 vast. 12. Winkeltijdenverordening Strijen 2014 De raad stelt unaniem de Verordening winkeltijden Strijen 2014 vast.
-413. Besluitvorming implementatiethema’s Kadernota Werk en Inkomensondersteuning De heer Van Westen geeft aan dat op blz. 8, inkomensondersteuning chronische zieken en gehandicapten, staat dat er wel budget beschikbaar is gesteld maar er bij de huidige Wmo geen inkomensgrens bestaat. Hij vraagt of er geld wordt gereserveerd voor later? Tevens geeft hij aan dat in de beleidsnotitie blz. 11 staat dat bij dringende redenen in individuele gevallen de cliënt tijdelijk kan worden ontheven een tegenprestatie te verrichten. Hij vraagt wat de criteria hiervoor zijn en of de raad de verordening kan inzien? De heer Bouman merkt op dat in de praktijk vaak gesproken wordt over verplicht vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk moet vrijwillig zijn vooral voor degene die het doet maar ook voor degene die iemand te werk stelt. Een tegenprestatie is prima maar het moet niet verplicht zijn voor de vrijwilliger. De heer Lagendijk geeft aan dat de decentralisaties wenselijk zijn. We kunnen meer maatwerk leveren. Het is niet wenselijk dat er ook bezuinigingen mee gemoeid zijn en dat het heel snel moet worden ingevoerd. Mensen zijn terecht ongerust. De service verandert en mensen moeten meer zelf betalen. Voor de kadernota werk en inkomen gaat er ook veel veranderen. De WHW-bedrijven worden niet meer toegankelijk en er wordt ingezet op werk voor iedereen. In de participatiewet worden zoveel mogelijk mensen aan het werk geholpen en met name in de categorie I en II. Groep III wordt eigenlijk over het hoofd gezien. Hij vraagt of we niets aan deze groep gaan doen? De fractie is blij met het SROI-beleid maar wil wel graag na een halfjaar een evaluatie. De heer Tuijnman deelt het volgende mede. “Alvorens ik op dit agendapunt in ga, heb ik behoefte aan een aantal opmerkingen van algemene aard want, vandaag staat zo’n beetje het hele decentralisatiedossier op de raadsagenda: De participatiewet met de kadernota Werk- en inkomensondersteuning De uitvoering van de Jeugdhulp En de uitvoering Wet Maatschappelijke ondersteuning. Drie zware taken waarvoor we een extra wethouder hebben. • Bijna twee jaar lang is daar in de raadscommissie en gemeenteraad onafgebroken over gepraat. • heeft stapsgewijs steeds verdergaande kaderstelling en besluitvorming plaatsgevonden. • Er ontstond geleidelijk een situatie waarin niet kon worden teruggekeerd op eerder ingeslagen wegen. Een soort fuik dus. • Bovendien werden de financiële contouren van de voorgenomen stappen pas akelig laat zichtbaar en zijn er trouwens nog altijd enkele witte plekken. Als raadslid voel je je dan ongemakkelijk: soms ronduit onbehagelijk. Als raadslid ben je gewend om ja of nee tegen panklare voorstellen te zeggen. Maar bij de drie decentralisaties, waar we het nu over hebben, ging en gaat het veelvuldig om gegist bestek: Financieel maar zien waar we uitkomen, Organisatorisch het beste er maar van hopen. Ongemakkelijk en onbehagelijk, ook omdat twee jaar lang de meest uiteenlopende beroepsgroepen, belangenorganisaties en uitvoeringsorganisaties het hele proces hebben begeleid met alarmsignalen: de waarschuwende vinger en het luiden van de noodklok. Wat moet je geloven en serieus nemen? Waar was er sprake van puur eigen belang? Tegelijkertijd gaat het bij de drie decentralisaties om een omslag in het denken. Niet langer de vraag: waar heb ik of waar heeft men recht op? Maar daarvoor in de plaats de vraag: wat kan ik nog zelf? Wat kan men zelf, eventueel met hulp van zijn omgeving? Wat kan men zelf voordat de overheid bijspringt? Dus: hoe zelfredzaam ben je? In een samenleving die is opgegroeid in een verzorgingsstaat betekent dit nogal een forse cultuuromslag. Niet alleen voor de cliënt, maar ook voor de politiek en de rol van de overheid. Er ontstaat een compleet nieuwe situatie. Nu we met de drie decentralisaties in een fase van afrondende besluitvorming terecht zijn gekomen, is het zaak dat de cliënt te horen krijgt waar hij aan toe is. Natuurlijk is op dat gebied al het nodige voorwerk gedaan, maar wat mij betreft mogen de registers helemaal open. Want een cultuuromslag vereist meer dan het versturen van een folder waarin alles wordt uitgelegd. De drie decentralisaties van vanavond zijn eerder deze maand in de Commissie MZ aan de orde geweest. Dus drie loodzware onderwerpen; elk bestaande uit tal van afzonderlijke principieel belangrijke beslispunten. En voor dat hele pakket had de Commissie welgeteld één uur nodig. Eén uur was nodig om het “hoe nu verder?” met de probleemjeugd, de arbeidsongeschikten, de werkzoekenden en de mensen die op de WMO zijn aangewezen te behandelen. Eén uur…
-5Ik wil niet verhelen dat ik als voorzitter van die raadscommissie daarmee knap in mijn maag heb gezeten. Wat stel je als commissie eigenlijk voor als je in een uur het lot en het perspectief van een aanmerkelijk deel van de bevolking van Strijen vaststelt? Wat stel je als politiek dan eigenlijk voor? Tegelijkertijd heb ik begin deze maand in die raadscommissie het nodige vertrouwen in de verdere aanpak geproefd. Want feit is, en daar wordt bij de regionale bijeenkomsten van raadsleden in de Hoeksche Waard geen geheim van gemaakt, dat we in de Hoeksche Waard met de getroffen voorbereidingen goed bezig zijn. Sterker: de Hoeksche Waard hoort bij de landelijke koplopers. En dat zo zijnde hoefden in die raadscommissie eigenlijk niet meer nodig was dan een aantal laatste puntjes op de i te worden gezet. Dus door de bank genomen mag je constateren dat deze raad vertrouwen heeft in de afgelopen twee jaar getroffen maatregelen, en kan er per januari begonnen worden. Per 1 januari 2015 is het zover. Per 1 januari speelt ook de vraag: hoe controleer je als raad hoe die decentralisaties in de praktijk uitpakken? Als raad mogen we verwachten en verlangen dat uw College dat zonder voorbehoud aan de raad meedeelt dus ook voorlopige en tussentijdse beleidseffecten moeten van meet af aan zichtbaar zijn. Alleen op die manier kunnen we als raad de vinger aan de pols houden. Vz, is uw College voornemens om deze openheid te bieden? Natuurlijk zullen er aanloopproblemen en kinderziektes zijn: dat kan niet anders. Twee jaar terug, in de periode dat de Werkgroep Bezuinigingen actief was, hebben we besloten dat in principe de hele decentralisatieinspanning zou moeten worden betaald met het geld dat het Rijk bijpast. Als VVD blijven we hechten aan dat uitgangspunt. In goed Hollands: de tering naar de nering zetten. Dit uitgangspunt is niet vrijblijvend. In het uiterste geval kan het een pakketversobering inhouden. In dit verband –dus als het om zorg gaat- herinner ik toch ook nog even aan de troonrede. Want wat zei de koning op 16 september? “met alle partijen uit de zorg zijn afspraken gemaakt over vergroting van het kostenbewustzijn tegengaan van verspilling en de aanpak van fraude” Het feit dat tot in de troonrede aan toe uitdrukkelijk gewag wordt gemaakt van verspilling en fraude is veelzeggend. Het lijkt me dan ook niet teveel gevraagd wanneer in de verdere verantwoording en verslaglegging aan de Raad hierover wordt gerapporteerd. Zojuist heeft wethouder Tanja al gerapporteerd dat de RSD serieus aandacht besteedt aan de sociaal rechercheurs. Hij nodigt haar uit om te blijven rapporteren op die manier. Twee jaar terug hebben we ook besloten dat uitzonderingen de regel niet mogen bepalen. Want natuurlijk zullen zich situaties voordoen waarin van te voren niet was voorzien. In dat soort gevallen moeten we het hele stelsel niet op zijn kop willen zetten, maar is er maatwerk nodig. Tot nu toe, en dat kon ook eigenlijk niet anders, zijn de drie decentralisaties vrij afzonderlijk zijn behandeld. Dus als drie aparte en op zich zichzelf staande beleidsterreinen. De kunst zal zijn om hier in de komende jaren meer samenhang en onderlinge verwevenheid in aan te brengen”. De heer Tuijnman geeft aan dat er wordt opgeschaald naar de arbeidsmarkt regio Rijnmond. Hij vindt dat een goede zaak. Hij wijst er op dat dat samenhangt met onze eerder uitgesproken scepsis over Acis dat jongeren/ouderen benadert met de slogan ‘geen enkele leerling het eiland af’. De arbeidsmarkt is groter dan het eiland. Blikverruiming kan echt geen kwaad. Een groot deel van de leerlingen uit de HW en uit Strijen zullen later de kost in Rijnmond moeten verdienen. Hij vraagt naar het technische beroepsonderwijs in de HW ook in relatie met de participatiewet. De kadernota valt uiteen in drie afzonderlijke beleidsnota’s. Social return de grote angst is dat er draaideurwerklozen gaan ontstaan. Dit betekent dat er werkenden worden ontslagen om plaats te maken voor werklozen. Het verdringingseffect moet worden vermeden en bewaakt worden door de raad. De fractie gaat akkoord met het principe van de tegenprestatie. Hij moet beamen dat deze voornamelijk bij groep 3 van toepassing is. Hij wordt waakzaam bij de opmerking dat het moet aansluiten bij de interesse van de uitkeringsgerechtigde. Elke werknemer moet wel eens werk verrichten dat niet z’n interesse heeft. Het andere uiterste is verplichte dwangarbeid. Dat werkt ook niet inspirerend. Iemand mag niet te gemakkelijk roepen dat het hem niet zo leuk lijkt en daarom zijn tegenprestatie misloopt. Hij kijkt ook waakzaam naar het aantal uren naar vermogen. Wie bepaalt dat? De interpretatievrijheid van de tegenprestatie lijkt nogal aanwezig te zijn. Dit heeft de aandacht van de VVD-fractie.
-6In de derde nota aanvullende inkomensondersteuning is de ondersteuning vanuit de Wmo op dit moment nogal wazig maar de RSD zal daar werkendenwijs meer duidelijkheid in moeten aanbrengen. De heer Steenbergen deelt mede dat “het hier de vaststelling van een drietal beleidsnotities betreft over met name social return on investment en tegenprestatie. Uitgangspunt bij dit beleid is dat iedereen een bijdrage levert aan de samenleving. Werk speelt hierin een belangrijke rol. Niet alleen voor het verkrijgen van inkomen. Werk is eigenlijk de beste manier om volwaardig deel te nemen aan de maatschappij. Deze uitgangspunten van de Participatiewet worden (uiteraard) volledig gedeeld door de CDA-fractie. De fractie kan dus instemmen met de drie beleidsnotities, maar wil hierbij, en met name bij de tegenprestaties toch wel enkele kanttekeningen plaatsen. Met de invoering van de Participatiewet wordt het leveren van een tegenprestatie een verplichting. Een verplichting waarbij rekening wordt gehouden met wat iemand kan onder het motto ‘iedereen kan iets’. In algemene zin kan inderdaad gesteld worden dat iedereen wel iets kan, maar zoals altijd zullen er uitzonderingen zijn en is het maar de vraag of het leveren van een tegenprestatie in alle gevallen voor iedereen haalbaar is. Het uitgangspunt is dus prima, maar laten we hierbij wel oog houden voor het individu. Vrijwilligerswerk is een belangrijke vorm van tegenprestatie. Het zal bekend zijn dat het CDA vrijwilligerswerk een zeer warm hart toedraagt. De belangeloze inzet van vele vrijwilligers is onbetaalbaar voor onze samenleving. Het werk van elke vrijwilliger, in welke vorm dan ook, doet er toe. In het kader van de genoemde tegenprestatie wordt in deze nota aangegeven dat het moet gaan om vrijwilligerswerk in enig georganiseerd verband. Dit laatste (enig georganiseerd verband) geeft aan dat niet alle vormen van vrijwilligerswerk als tegenprestatie kunnen dienen. Op zich is dit niet onlogisch. Het moet immers wel op enige manier meetbaar of controleerbaar zijn. Maar we hebben toch het gevoel dat hiermee vele niet georganiseerde vormen van vrijwilligerswerk te kort worden gedaan. Het is ook vaak het niet georganiseerde vrijwilligerswerk dat onmisbaar is voor onze samenleving. Ik hoef maar te verwijzen naar de winnares van de Strijense vrijwilligersprijs in 2010, mevrouw De Geus, die dagelijks op de fiets een bejaarde dorpsgenote bezocht, boodschappen voor haar deed en ervoor zorgde dat zij zelfstandig kon blijven wonen. Volledig ongeorganiseerd vrijwilligerswerk, maar ook onmisbaar in onze participatiemaatschappij. Voorzitter, zoals gezegd is een tegenprestatie een verplichting. De kunst is echter om degenen die hiermee te maken krijgen dit niet als een verplichting te laten ervaren. Een goede koppeling tussen de cliënt en de tegenprestatie is van belang. De cliënt moet zijn werkzaamheden niet als een verplichting ervaren maar als een waardevolle bijdrage aan de maatschappij. Pas als je dat bereikt wordt de doelstelling van de Participatiewet bereikt”. Mevrouw Tanja deelt mede dat er al een heel traject is doorlopen. Op 1 juli 2014 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de participatiewet en daarmee zijn de bestaande wetten onder 1 wet komen te vallen. De gemeente heeft een centrale rol in de uitvoering van de participatiewet gekregen. De participatiewet is erop gericht om mensen zoveel mogelijk te laten participeren op de reguliere arbeidsmarkt. Deze ambitie staat centraal in de kadernota. Alle vijf de gemeenten hebben de kadernota 2013 vastgesteld. Nu liggen de implementatiethema’s 1 t/m 7 voor. Per thema zijn er beleidsnotities opgesteld. Verdere uitwerking vindt plaats in de uitvoeringsplannen, ook de financiële uitwerking. De reintegratiemiddelen worden ingezet bij de doelgroepen met een economische verdiencapaciteit van 30 tot 100 % van het wettelijk minimum loon, de zogenaamde doelgroepen 1 en 2. Dat wil niet zeggen dat doelgroep 3 vergeten wordt. Er is wel een keuze gemaakt om de reintegratiemiddelen in eerste instantie voor de doelgroepen 1 en 2 in te zetten. Blijft er geld over dan gaat dat richting doelgroep 3. Met de Stichting Welzijn HW wordt gekeken om de mensen vrijwilligerswerk te laten doen. Er moet één uitvoeringsorganisatie komen van de RSD/WHW. In 2015 blijven beide GR’en nog bestaan. De besluitvorming over één uitvoeringsorganisatie moet nog in de raad plaatsvinden. De HW-gemeenten werken mee aan de uitwerking van de beleidsnotitie arbeidsmarktstructuur in de regio Rijnmond waarbij lokaal maatwerk mogelijk is. Deze beleidsnotitie zal later in het jaar aan de raad worden aangeboden. SROI-beleid is een mogelijkheid om meer mensen uit de doelgroep aan het werk te krijgen. Mevrouw Tanja zegt een evaluatie na een halfjaar toe. De doelgroepen van de participatiewet zijn verplicht tot het verrichten van maatschappelijke nuttige activiteiten. Dat is de tegenprestatie. Het is voor de cliënt nuttig en dient maatschappelijke waarde te hebben. Er wordt rekening gehouden met wat de cliënt kan. De begeleiders van de cliënt bepalen samen met de cliënt wat iemand kan, wil en wenselijk is. Aanvullende inkomensondersteuning vinden we bij de individuele en categoriale bijzondere bijstand in de vorm collectieve aanvullende zorgverzekering danwel een tegemoetkoming in de premie en bij de individuele inkomenstoeslag. Een individuele studietoeslag is voor mensen die een arbeidshandicap hebben en gaan studeren. De raad
-7wordt voorgesteld om de beleidsnotitie SROI, tegenprestatie en aanvullende inkomensondersteuning 2015 vast te stellen. De gemeente OB is samen met de ondernemersvereniging HW met het initiatief gestart om te komen tot beroepsonderwijs in de HW. Het GO-college heeft een vestging in Klaaswaal geopend. Dit is een prachtig initiatief. Het is logisch dat het college volledige openheid betracht; mevrouw Tanja zegt dit toe. De heer Van Westen vraagt hoe het gaat met de begeleiders (wederkerigheid)? Mevrouw Tanja licht toe dat de persoonlijke toestand/situatie van mensen altijd meegenomen wordt bij de tegenprestatie en de omvang van uren. Tweede termijn De heer Van Westen vraagt of de verordening beschikbaar is? De heer Bouman meent dat de tegenprestatie afgestemd moet worden op de geschiktheid c.q. de mogelijkheden. Het is belangrijk dat de wethouder een evaluatie heeft toegezegd binnen een halfjaar. De heer Tuijnman bedankt de wethouder voor de toezeggingen. Hij wil graag meer informatie ontvangen van het technisch beroepsonderwijs in Klaaswaal. Mevrouw Tanja antwoordt dat de informatie beschikbaar is en via de griffier naar de raad gaat. De verordening is een bevoegdheid van de GR. De verordening zal daar worden behandeld en vastgesteld. De raad stemt unaniem in met de sturingsnotitie Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid met inachtneming van de stemverklaring van de fractie CU/SGP dat ze de criteria inzichtelijk wil hebben wat verwacht wordt van de cliënt. 14. Beleidsrijk Transitiearrangement Zuid Holland Zuid De heer Steenbergen geeft aan “dat volgens de krantenberichten en uit de Haagse politiek er veel mis dreigt te gaan met de transitie van de jeugdzorg. Uiteraard is het terecht dat er op dat punt zorgen zijn. Veel gemeenten zijn er nog lang niet klaar voor en veel ouders hebben zorgen wat het voor hun kind gaat betekenen. Gelukkig kunnen we vaststellen dat Strijen in ZHZ-verband de zaken goed op orde lijkt te hebben. Inhoudelijk kan de CDA-fractie instemmen met het document. Wel willen we nog een zorg uitspreken waar we graag een reactie van de wethouder op horen. Het gaat hier over jeugdzorg. Dit heeft dus bettrekking op de zorg aan jongeren tot 18 jaar. Jongeren ouder dan 18 jaar vallen hier niet meer onder. De vraag is dan ook, wat gebeurt er met deze jongeren die 18 worden? Hoe verloopt de overgang naar andere regelingen? Kunnen we garanderen dat dit probleemloos verloopt? Wordt gebruik gemaakt van eerdere indicaties of moet er opnieuw een indicatiestelling plaatsvinden? Met andere woorden: kan de wethouder aangeven wat er gebeurt als een kind de leeftijd bereikt dat hij niet meer onder Jeugdhulp valt”? De heer Tuijnman deelt mede dat hij op10 september jl. de raadsledenbijeenkomst jeugdhulp heeft bijgewoond. Deze bijeenkomst is enorm goed bezocht door raads- en commissieleden uit Strijen. Tijdens deze bijeenkomst werd de wens uitgesproken om met mensen uit de jeugdteams te spreken. Dit vindt a.s. maandag plaats in Strijen. Dan horen we de werkpraktijk. In de notitie staan tien beslispunten. Het vaststellen van de maatschappelijke doelen en resultaten is akkoord maar er is wel beloofd dat de formuleringen meetbaar moeten worden gemaakt. Op de langere termijn moeten ook de trendgegevens zichtbaar worden. De fractie gaat voorlopig akkoord met de financiële solidariteit van het regionale verdeelmodel. Er is een risico dat als één gemeente een erg ruimhartig beleid gaat voeren de rest zal moeten bijpassen. Dan zijn we verkeerd bezig. De omzetinventarisatie over 2012 is bekend maar de fractie wil ook graag inzicht in de cijfers 2013 en 2014. De fractie is niet blij met de lokale risicoreservering. Voorgesteld wordt om het risico (6 miljoen euro regionaal) ten laste te brengen van de gemeentebegroting. Dit is in strijd met de budget neutrale aanpak. Het is niet duidelijk waarom het risico van 6 miljoen euro niet kan worden gevonden binnen het regionale totaalbudget van 117 miljoen euro. Het is een valse start. Dit mag niet bij andere decentralisatietrajecten als een precedent worden gezien. In 2017 wordt het budget geëvalueerd. Dit betekent niet dat we tot 2017 onze mond gaan houden. De VVD-fractie gaat akkoord met de inkoop en het kwaliteitskader (de vereisten rondom privacy en calamiteiten moeten nog worden ingevuld). Hij vraagt aandacht voor de fraudegevoeligheid bij het persoonsgebonden budget. Hij heeft begrepen dat het jeugdteam coaches en verandermanagers krijgen. Deze moeten vanwege de hoge kosten niet in de organisatie blijven hangen.
-8De heer Lagendijk merkt op de PvdA-fractie zich kan vinden in de uitwerkingen. Er zijn nog wel twee zorgpunten t.w. de financiële solidariteit (risico’s). Hoe proberen we het in de hand te houden als één gemeente uit de pas gaat lopen? De huidige hulp van jongeren kan in 2015 niet gegarandeerd worden. In het voorstel staat dat het tot de herindicatie wel gegarandeerd kan worden. Is dit correct? Handhaving van het pgb en het waarborgen van de extra criteria worden door de fractie onderschreven. De heer Van Steenselen geeft aan dat de fractie CU/SGP haar waardering uitspreekt over de manier waarop de ambtelijke organisaties van de vijf gemeenten in de HW samenwerken. Dit biedt perspectief voor de toekomst om op deze manier te komen tot beleidsplannen. De heer Bouman merkt op dat hij met een aantal opmerkingen van de heer Tuijnman volledig kan instemmen. Vooral het punt van risicoreservering. We moeten budgetteren wat reëel nodig is. Het risicobudget moet strak gehouden worden. Het doet hem deugd dat we hier spreken over jeugdigen in plaats van klanten. Evalueren is belangrijk. Mevrouw Tanja deelt mede dat de raad over de vaststelling van de maatschappelijke doelen en resultaten gaat en hierop moet toetsen. Het college onderschrijft dat dit meetbaar moet zijn en er indicatoren moeten worden opgesteld. Het financiële verdeelmodel is op basis van solidariteit. Voor de uitvoeringskosten van de serviceorganisatie is 3,5 miljoen euro beschikbaar. Het college stelt voor om met het afdekken van de risico’s hiervoor een reservering te maken danwel in de risicoparagraaf e.e.a. op te nemen. Jeugdhulp is een open eind regeling. Het is geen extraatje want binnen het beschikbare budget wat overkomt van het Rijk is die reservering opgenomen. In 2017 zal de evaluatie plaatsvinden. De raad moet zeker niet haar mond houden tot 2017. In 2017 kunnen we er gerichter over praten omdat we dan beschikken over de ervaringscijfers. Momenteel zijn we bezig met het contracteren van de zorgaanbieders. In november a.s. moeten de contracten gesloten zijn. De heer Van Westen geeft aan dat de fractie het belangrijk vindt dat mensen terecht kunnen in een zorginstelling die past bij hun geloofsovertuiging, levensbeschouwing of culturele achtergrond. Dit geldt ook voor de inkoop van zorgkantoren. Mevrouw Tanja antwoordt dat we gehouden zijn aan het bieden van continuïteit en zorg. Dit betekent dat de menen die nu bij een bepaalde organisatie zorg krijgen dat ook na 1 januari a.s. krijgen tot de nieuwe indicatiestelling. De jeugdteams vormen de spil in de jeugdzorg. Zij worden budgetverantwoordelijk. Er loopt momenteel een pilot in Binnenmaas en Strijen. Volgende week gaan we met het jeugdteam hun ervaringen delen. Bij de nieuwe manier van werken hebben de jeugdteams enige ondersteuning nodig. Zodra de nieuwe manier van werken is ingesleten, stoppen we snel met de overhead die eraf kan. Voor het pgb zijn nu meer waarborgen opgesteld. Het jeugdteam beoordeelt de pgb-aanvraag inhoudelijk en de serviceorganisatie is gemandateerd een pgb toe te kennen danwel af te wijzen. Bij toekenning ontstaat trekkingsrecht bij de sociale verzekeringsbank. Jeugdigen boven de 18 jaar hebben te maken met twee wetten, verschillende wijzen van toekenning en is een nieuwe beschikking/indicatie nodig. Zorgvuldigheid en noodzakelijke continuïteit van zorg zijn voorwaarden. De omzetrealisatie 2013 en 2014 is nog niet beschikbaar. Als deze beschikbaar komen dan worden ze verstrekt. Tweede termijn De heer Steenbergen geeft aan dat er een knelpunt ligt bij jongeren boven de 18 jaar. Er mag niemand tussen twee regelingen tussen wal en schip raken. De heer Tuijnman vult aan dat dossieroverdracht een stuk ellende en ergernis kan schelen. Mevrouw Tanja geeft aan dat de zorg door het college wordt gedeeld. De vergadering stemt unaniem in met het Beleidsrijk Transitiearrangement Jeugdhulp Zuid Holland 15. Beleidsplan Wmo 2015 De heer Bouman merkt op dat we bij het beleidsplan Wmo de grootste financiële risico’s lopen van alle drie de transities. Er zitten veel open einden in. Hij heeft best zorgen of we het redden met het geld en of we de noodzakelijke zorg kunnen verlenen die we zouden willen verlenen. De heer Van Steenselen gaat in op het addendum. Het Rijk heeft diverse zorgtaken overgedragen aan de gemeente en de gemeente onvoldoende of onjuiste informatie verstrekt over de kosten van de zorgaanbieders 2013. Hierdoor ontstaat onzekerheid over de financiële gevolgen van de te nemen beslissingen. De zorgtaken zijn in omvang zo groot dat er op gemeentelijk niveau een fors tekort zou kunnen ontstaan. In het addendum staat dat bij budgettaire neutraliteit een kortingspercentage van
-939 % noodzakelijk is. Dit percentage is niet gebruikelijk in de rest van Nederland. Hij vraagt of de oorzaak te verklaren is? Kan enige vorm van preventie hier een positieve verandering in brengen? Het college stelt voor in te stemmen met scenario 3. Hij neemt aan dat een soortgelijk voorstel ook bij de andere gemeenten in de HW ligt. Is dit juist? Loopt het uitvoeringstraject onaanvaardbare vertraging op als niet alle vijf gemeenten voor dit scenario kiezen? Als er voor verschillende scenario’s wordt gekozen, komt het voorstel dan opnieuw in de raad? Of wordt er dan automatisch gekozen voor een andere variant, en zo ja welke? Kan er een grove inschatting worden gemaakt van de risico’s die de gemeente loopt? Kunnen wij erop vertrouwen dat ook bij gewijzigd beleid de keuzevrijheid voor de inwoners van onze gemeente voor zorg van een levensbeschouwelijke instelling gewaarborgd blijft? De fractie is dankbaar met een goede samenwerking tussen de gemeenten in de HW. Een dergelijke operatie zou op gemeentelijk niveau ook tot onverantwoorde risico’s kunnen leiden. Daarom is de fractie dankbaar dat we handelen alsof het één gemeente zou zijn. De heer Lagendijk geeft aan dat mensen zich zorgen maken om de continuïteit van de zorg. De fractie maakt zich ook zorgen om de financiën van de gemeente. Hij vraagt wanneer we inzicht krijgen wanneer het financieel goed gaat? Hij heeft begrepen dat mensen met klachten terecht kunnen bij een organisatie. Hoe onafhankelijk is die organisatie? Het is positief dat het pgb gehandhaafd blijft met meer waarborgen. De heer Tuijnman merkt op dat de VVD-fractie de financiële zorg deelt. Zij wil hier ook over geïnformeerd worden. Het is ergerlijk om via de media te vernemen dat in Nederland familie en mantelzorgers fiscaal de rekening gepresenteerd krijgen wanneer ze zich voor de goede zaak inzetten. De Wmo staat of valt voor een groot gedeelte met de inzet van mantelzorgers. Het voorstel bestaat uit vijftien subbeslissingen. De VVD-fractie heeft moeite met punt 10, cliëntondersteuning. De fractie wil zwaar ingezet zien dat het om onafhankelijke cliëntondersteuning gaat. Uitvoeringsorganisaties mogen niet hun eigen werk organiseren. Dan vermijd je ook de schijn van belangenbehartiging. Dit is een principieel punt voor de VVD-fractie. Hij vraagt of het college bereid om de tekst punt 10 (1 en 2 ) aan te passen op dit punt. De fractie gaat akkoord met het derde scenario. De heer Steenbergen deelt mede “dat de gemeente er vanaf 2015 een grote verantwoordelijkheid bijkrijgt met de transitie van de Wmo. De CDA-fractie spreekt haar waardering uit voor het vele werk wat verzet is door iedereen die bij het Wmo-beleid is betrokken. Er is enorm veel werk verzet en de omstandigheden waaronder waren verre van ideaal. Gedurende het traject waren er veel onduidelijkheden en onzekerheden maar gezien de ingangsdatum 2015 konden we het ons niet permitteren te wachten op meer zekerheid. Zekerheid die er trouwens op dit moment op een groot aantal terreinen nog steeds niet is. Inhoudelijk zullen we niet uitgebreid stilstaan bij het beleidsplan. Dit is het voortraject al op verschillende momenten uitgebreid gedaan. Het is belangrijk om te realiseren dat we kunnen proberen zoveel mogelijk van te voren in kaart te brengen en op te schrijven maar dat de praktijk zal leren dat er het komende jaar situaties zijn waarbij dingen misgaan. Dit kan niet anders. Dit zullen we, hoe vervelend ook, moeten accepteren en hierop als dit zich voordoet zo goed en zo snel mogelijk moeten reageren. Dat dit voor de cliënten onzekerheden oplevert, is helaas onvermijdelijk. Het levert echter wel een spanningsveld op. Aan de ene kant is het onmogelijk om iedere individuele situatie in het beleid op te nemen. Aan de andere kant moeten we ons ook realiseren dat de cliënt uiteraard graag zekerheid wil over de zorgverlening in zijn of haar specifieke situatie in de toekomst. We weten dat er ondanks de zorgvuldige voorbereidingen dingen mis kunnen en zullen gaan. We zijn ervan overtuigd dat we hiermee in de HW op een goede wijze zullen omgaan. De vraag is wat ons betreft echter nog wel hoe we gezien deze onzekerheden gaan evalueren hoe de transitie in 2015 verloopt. Wat bepaalt straks eind 2015 of de transitie van AWBZ naar Wmo in de HW geslaagd is? Welke succesindicatoren verbinden we hieraan? Hoe gaan we dit meten en monitoren? Het is ook voor de gemeenteraden van belang dat op een goede manier vinger aan de pols kan worden gehouden. Kan de wethouder aangeven hoe de stuurgroep deze evaluatie en monitoring gaat vormgeven en hoe en wanneer de raden hierin worden betrokken”? Mevrouw Tanja deelt mede dat het financiële kader bij de decentralisaties vanaf het begin af aan wat schimmig is geweest. Duidelijk was wel dat het met aanmerkelijk minder geld moest. In de meicirculaire kwam voor het eerst enige duidelijkheid en met die kaders zijn we aan de slag gegaan. In juli hebben we een consultatieronde met zorgaanbieders en zorgvragers gedaan en in september is het voor het eerst in de commissie aan de orde geweest. De onduidelijkheid die zich heeft voorgedaan ging over de factuscijfers. In de HW is opnieuw naar de cijfers gekeken omdat de verschillen groot waren. Inmiddels is de 39 % korting gedaald naar 15 %. Daarmee zijn we met de zorgaanbieders in onderhandeling. De daling is veroorzaakt doordat de overbruggingsgelden erin zaten.
- 10 -
Voorgesteld wordt om in de HW op basis van solidariteit te gaan werken. Cliënten met een klacht dienen dat in eerste instantie bij de zorgaanbieder aan te kaarten. Komen ze er daar niet uit dat kan de gemeentelijke klachtencoördinator benaderd worden en vervolgens de Ombudscommissie. Het toevoegen van het woord ‘onafhankelijk’ bij cliëntenondersteuning is eigenlijk niet nodig daar in de wet staat dat cliëntenondersteuning onafhankelijke ondersteuning is. Om één regionaal document te hebben is het nodig dat bij toevoeging van het woord ‘onafhankelijk’ het aangepaste beleidsplan ook in de andere raden opnieuw moet worden vastgesteld. De heer Tuijnman meent dat er niets op tegen is wanneer in de aanhef de wet wordt geciteerd met het woord onafhankelijk. Mevrouw Tanja antwoordt dat er niets op tegen is maar in Oud-Beijerland is het beleidsplan al vastgesteld. De heer Tuijnman geeft aan dat de raad onafhankelijkheid hoog heeft zitten maar gezien het trekken van één lijn in de HW zullen we ermee moeten leven. Mevrouw Tanja gaat in op de vragen van de fractie CU/SGP. Het verschil in percentage komt met name omdat de overbruggingsgelden er nog in zaten. Cliënten hebben in 2015 op basis van wettelijk bepaald overgangsrecht recht op dezelfde zorg (uren die in de indicatie zijn aangegeven). Dit betekent dat eventuele preventie niet voor deze doelgroep geldt in 2015. Voor de kleinere groep nieuwe cliënten zal de gekantelde werkwijze wel worden toegepast. Alle vijf de gemeenten komen met scenario 3 uit qua budget want de tekorten en overschotten worden met elkaar verrekend op basis van het ingebrachte budget. Alle colleges hebben hun voorkeur voor scenario 3 uitgesproken. Indien niet alle vijf de gemeenten voor dit scenario kiezen dan zal er opnieuw een andere keuze voorgelegd moeten worden en dan zal het uitvoeringsproces aanzienlijke vertraging opleveren. Als het voorgelegde scenario wordt afgewezen dan is het aan de raad welke scenario er wordt gekozen en hoe het besluitvormingsproces er uit gaat zien. De inzet moet wel zijn dat alle raden hetzelfde besluit nemen. Een grote inschatting van de risico’s die we lopen, is moeilijk want het is een open eind regeling. We verwachten met dit scenario het zo goed mogelijk in financieel opzicht te kunnen gaan doen. Het is inderdaad zo dat ook bij gewijzigd beleid de keuzevrijheid van inwoners in onze gemeente van zorg van een levensbeschouwelijke instelling gewaarborgd blijft. Mocht binnen de zorgaanbieders die gecontracteerd worden uiteindelijk niet de organisatie zitten die de cliënt zou willen dan is er altijd de mogelijkheid om pgb aan te vragen; dan moet je wel aan de criteria voldoen om een pgb te hebben. De transitie is geslaagd wanneer de mensen die de zorg nodig hebben die ook krijgen. Daar hoort ook een financieel plaatje bij. Het is een open eind regeling. De heer Steenbergen vraagt op basis van welke criteria we gaan evalueren of er niet teveel is mis gegaan? Mevrouw Tanja kan hier nog geen antwoord op geven. De vergadering stelt unaniem het Beleidsplan Wmo 2015 vast. 16. Turap 2014-I De raad stelt unaniem de Tussentijdse rapportage 2014 – I en de begroting 2014 dienovereenkomstig vast. 17. Benoeming lid commissie Maatschappelijke Zaken namens fractie CU/SGP De raad besluit per acclamatie de heer A.P. van Steenselen, wonende Keizersdijk 97 te Strijen, namens de fractie van CU / SGP te benoemen tot lid van de commissie Maatschappelijke Zaken. 18. Begrotingswijzigingen De raad stelt unaniem de begrotingswijzigingen vast.
- 11 19. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 21.40 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Strijen, gehouden op 28 oktober 2014 De griffier,
De voorzitter,
M.A. Bourdrez
A.J. Moerkerke