van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden, gehouden op 17 september 2002, locatie gemeentehuis te Vlijmen

NOTULEN

van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden, gehouden op 17 september 2002, locatie gemeentehuis te Vlijmen.

Voorzitter Secretaris

drs. H.P.T.M. Willems mr. J.T.A.J. van der Ven

Aanwezige leden

•

J.M.A. Aerts J.M.B. van Bers C.A.M. van Bokhoven Drs. J.J. de Bonth R. van den Bos C.P.P.M. van den Brandt M. Buijs L.M.P.M. van Dal Mw. J.M.C.J.M. van den Dungen C.A.J. de Hart D.H. van Helvoort W.T.T.M. Herman Mw. J.C.G.M. Hooghiemstra-Luijs Mr. J.H.C. Kamps C.G.C. Knuvers J.J.G. Levink A.A.G. van Mierlo J. Molegraaf Mw. A.T.E. Muskens-de Bont C.M.M. Musters J. Nieuwkerk Mw. A.J. van Ruremonde-van der Lee W.D. Schipper Ir. M.A.G.L. van den Thillart Drs. P.C.M. Verboven

lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid

Aanwezige wethouders

drs. P.R. Groenestein Ing. A.P.M. van den Hoven J.P.M. Klijs T.M. De Laat E.W.H.M. van Spaandonk

Afwezig:

W.M. Dijkstra B.M. Groen

Inspreker:

dhr. P. Jonkers, voorzitter Stichting Herstructurering Tuinbouw Heusden

1.

lid lid

Opening De voorzitter opent de vergadering met het ambtsgebed.

Notulen raadsvergadering van 17 september 2002

1

10

20

30

De heer P. Jonkers heeft aangegeven gebruik te willen maken van het spreekrecht met betrekking tot agendapunt 24. De heer Jonkers geeft aan na het bijwonen van de commissievergadering Ruimtelijke Zaken zich te hebben gerealiseerd dat er iets niet goed ging, namelijk het in zijn geheel vaststellen van de ontwikkelingsvisie van de gemeente. Op 23 april jl. heeft ZLTO haar onderzoeksrapport aangaande de Herstructurering gepresenteerd en gelijktijdig werd bekend gemaakt dat een stichting de verdere gang van zaken ging overnemen. Op 30 mei is met de wethouder en ambtenaren het besluit genomen om 13 ha. aan de Hongerenburgweg te bestemmen voor glastuinbouw in het kader van de 16 ha. te compenseren glastuinbouwbestemming voor de ontwikkeling van Het Hoog II. Er werd afgesproken dat er op korte termijn weer gezamenlijk gesproken zou worden over de integrale aanpak van het project en wat de rol van de gemeente hierin kan en moet zijn. Op 10 juli heeft die bespreking plaatsgevonden. Met betrekking tot het gebied “Het Zand”, wat ter sprake kwam, beaamde het stichtingsbestuur dat glastuinbouw daar geen prioriteit meer had en dat de bestemming daar gewijzigd kon worden. Er werd voorgesteld dat de stichting een plan van aanpak zou laten schrijven, wat begin september gereed zou zijn. Na het lezen van het verslag van voornoemde bespreking is door de stichting een rectificatie opgesteld en toegestuurd aan de gemeente. Deze rectificatie bestond uit het afhalen van de bestemming glastuinbouw van het gebied tussen de Onsenoortseloop en de Priemsteeg, ten noorden van de Tuinbouwweg. Door de stichting is in een toelichting aan de gemeente duidelijk gesteld dat dit gebied misschien nodig zou zijn om tot ruiling te kunnen komen. Ondanks de bezwaren van de stichting is de gemeentelijke visie in zijn geheel ter beoordeling voorgelegd aan de commissie Ruimtelijke Zaken. Hiermee worden naar de mening van de stichting de twee rapporten evenals de democratische besluitvorming onrecht aangedaan. Slechts zes mensen hebben kort over de herinrichting gediscussieerd en ook een duidelijke motivering heeft de gemeente niet gegeven. Aangezien het voornoemde gebied ten noorden van de Tuinbouwweg van groot belang kan zijn als het verwerven van compensatiegronden elders niet lukt, wil de heer Jonkers de gemeenteraad vragen agendapunt 24 aan te houden ter latere behandeling. De stichting wil de raadsleden die belast zij met Agrarische Zaken en Ruimtelijk Beleid uitnodigen tot discussie. Als alternatief stelt hij voor de visie vast te stellen met uitzondering van voornoemd gebied en hier de bestemming Glastuinbouw te laten. De voorzitter dankt de heer Jonkers voor zijn inbreng en merkt op, dat de tweede inspreker de heer L. van Vliet niet tijdig ter vergadering aanwezig is. 2.

Trekking voor stemmingsnummer De voorzitter trekt stemmingsnummer 26. Dit betekent dat bij eventuele stemmingen, wordt begonnen bij de heer Musters.

3.

Vaststelling agenda. De heer Molegraaf geeft aan dat hij met betrekking tot agendapunt 24 met diverse leden van de fracties overleg heeft gehad hoe men tegen dit punt aankeek. Ook met de heer Van Helvoort van de fractie Heusden Eén heeft hij overleg gepleegd, die echter een andere opvatting bleek te hebben. De meerderheid van de raad, zijnde de partijen Gemeentebelangen, de VVD, het CDA, DDE2002 en DMP stemmen ermee in punt 24 van de agenda te halen. De heer Van Helvoort merkt op dat, indien de meerderheid aangeeft dit punt van de agenda af te willen halen het voor Heusden Eén geen zin heeft hier nu verder over te discussiëren. Ook bij Heusden Eén was het verzoek opgetekend dit punt van de agenda te halen. De heer Van Bers verwijst naar agendapunt 11, het voorstel inzake de Bosscheweg. Dit voorstel was door de commissie op de B-lijst geplaatst, maar tijdens de bijeenkomst van het presidium op 3 september jl. is dit voorstel verhuisd naar de A-

40

50


2

lijst. Hij vraagt zich af of het presidium een dergelijk besluit wel mag nemen. Hij wil dit punt graag aandragen als aandachtspunt voor de evaluatie over het duale systeem. De heer Van Mierlo geeft aan met betrekking tot agendapunt 24 dat men meerdere malen heeft geconstateerd dat dit een schoolvoorbeeld is van hoe het niet moet in het dualistische stelsel. Het college heeft het voorstel in het geheel voorbereid in samenwerking met belanghebbende, de ZLTO. De raad is hierbij volledig buiten spel gebleven. Hetgeen de inspreker, de heer Jonkers, heeft aangedragen voegt naar zijn mening niets toe aan wat men tot nu toe weet. Hij verzoekt om een stemming te houden over het wel of niet terugtrekken van dit agendapunt.

10

De voorzitter geeft aan dat de opmerking van de heer Van Bers in het presidium aan de orde zal worden gesteld. Door middel van handopsteking blijkt dat de meerderheid van de raad van mening is dat agendapunt 24 vanavond niet behandeld moet worden. Agendapunt 24 wordt tot een volgende vergadering uitgesteld. 20

30

40

50

4.

Vaststelling van de notulen van de op 17 juni 2002 en van de op 2 juli 2002 gehouden openbare raadsvergaderingen. De notulen van beide vergaderingen worden ongewijzigd vastgesteld.

5.

Ingekomen stukken en mededelingen De voorzitter deelt mee dat de heren Groen en Dijkstra verhinderd zijn de vergadering bij te wonen. De heer Van der Ven, de nieuwe gemeentesecretaris, richt het woord aan de gemeenteraad. Hij geeft aan de raad te willen bedanken voor zijn benoeming als gemeentesecretaris/algemeen directeur. Totdat de nieuwe griffier in functie treedt, zal hij ook als griffier functioneren. Hij kijkt er naar uit dieper en nader kennis te maken en hoopt op een goede samenwerking. De voorzitter vraagt de raadsleden, indien men een extra raadsbijeenkomst op prijs stelt voor de behandeling van de begroting op 7 november 2002, dit via de fractievoorzitters na de vergadering kenbaar te maken. Wethouder Groenestein deelt mee dat men na acht maanden functioneren van de front office een en ander heeft geëvalueerd. Het evaluatierapport is nog niet geaccordeerd. Dat moet nog besproken worden met de opdrachtgever en het college. In het rapport is wel een aanbeveling aangegeven om voorlopig de zomeropenstellingstijden te handhaven. Daarnaast is er in het rapport ook aandacht besteed aan de arbo technische aspecten van het steunpunt in de vesting Heusden. Dat moet nog serieus worden bekeken. De heer Buijs merkt op dat hij naar aanleiding van hetgeen hij via een persbericht in de krant heeft gelezen, een en ander had opgevraagd. De situatie bleek niet zo te zijn, zoals in het persbericht is vermeld, namelijk dat de Arbo de zaak heeft gesloten, maar de gemeente heeft dit zelf gedaan om de Arbo voor te zijn. Als het blijft bij de argumenten die hiervoor zijn gegeven dan vindt hij het te gek voor woorden. Men heeft het beleid ingezet van drie steunpunten en al wat daar afbreuk aan zal worden gedaan, vindt Heusden Eén zeer vervelend. De heer Van Mierlo geeft aan dat hij niet per definitie tegen beperking van de openingstijden is. Daar waar de Heusdense Manier van Werken nog niet goed geordend is en ondanks het hard werken van de frontoffice zaken nog niet soepel lopen in de relatie naar de backoffice, moet de gemeente zich niet beperken in het openstellen van de gemeentelijke service aan de burger. Om dit besluit te nemen op basis van een concept rapport vindt hij niet verstandig. Er is afgesproken drie


3

steunpunten aan te houden en hij verzoekt dan ook om nu niet via achterommetjes zoals arbo-problemen of wat dan ook het derde steunpunt op een slinkse manier ter ziele te laten gaan. De heer Verboven merkt op dat men niet aan de Heusdense bevolking met zulke slappe argumenten kan verkopen om het bureau te sluiten. Op een eenvoudig concept kan men een dergelijk belangrijk besluit niet baseren. De heer Van den Bos merkt op dat men in de krant spreekt over een tijdelijke sluiting en dat een klein beetje overbezorgdheid hier aan de orde is. Er is aangegeven dat het steunpunt er echt gaat komen. De meerderheid van de partijen heeft dit ook in het verkiezingsprogramma opgenomen. Men moet dit nu niet in de politiek trekken, zoals andere onderwerpen hetzelfde lot hebben ondergaan. De heer De Hart deelt mee dat de hele raad heeft gestreden voor een steunpunt in Heusden. In verband met een arbo onderzoek hangt er weer een tijdspad aan de tijdelijke sluiting. Aangezien het steunpunt zal worden ondergebracht in het stadhuis in Heusden, vraagt hij hoe lang dit nog gaat duren. Als alternatief stelt hij het college voor te gaan praten met de Rabobank in Heusden om daar tijdelijk een steunpunt te huisvesten. De heer Nieuwkerk geeft aan dat gelet op het feit dat dit in de coalitie goed is vastgelegd dat er een steunpunt in Heusden zal blijven hier zeker naar gekeken had moeten worden. Het argument over de Arbo vindt hij niet zo sterk, ook omdat deze situatie al heel lang bestaat. Hij is van mening dat indien men met de mensen van de Arbo praat en aangeeft een alternatief binnen handbereik te hebben, daar best over te praten valt. Hij vraagt zich alleen af, daar hij een bord te huur heeft zien hangen, of men al zo voortvarend is geweest om de huur op te zeggen. Dit zou hij een bedenkelijke zaak vinden.Hij vraagt om een en ander goed te bekijken, omdat de vesting Heusden dat servicepunt gewoon verdient.

10

20

De voorzitter merkt op dat het bord te huur niet op het door de gemeente gehuurde deel betrekking heeft. Wethouder Groenestein geeft aan dat de arbo-coördinator van de gemeente dit mag opstellen en dat men daarvoor niet een officieel rapport van de Arbo-dienst voor hoeft te vragen. Als men een goede werkgever wil zijn, moet men serieus kijken met name naar de veiligheidsaspecten. Hij heeft de suggestie van de heer De Hart gehoord om met de Rabobank te gaan praten en zal dit meenemen. Ook herinnert hij zich het raadsbesluit over het derde servicepunt, waar hij rekening mee zal houden. Hij vraagt de raad om de ambtelijke medewerkers de tijd te geven om de komende weken een en ander helder te krijgen. De raad hoort nog nader.

30

De voorzitter deelt mee dat de heer Van Mierlo twee moties heeft ingediend die aan het eind van de vergadering aan de orde zullen worden gesteld.

40

6.

A-lijst Voorstel inzake herziene kostprijscalculaties grondexploitatie. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

7.

Voorstel tot het nemen van enige voorbereidingsbesluiten. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

8.

Voorstel inzake zelfstandige projectprocedure bedrijfshal aan de Nieuwe Maasdijk te Heesbeen door de heer F.M.M. Nouwens, Grotestraat 7 te Heesbeen.

50


4

Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 9.

Voorstel inzake toepassing zelfstandige projectprocedure ten behoeve van de uitbreiding van een bedrijfshal aan de Parallelweg Oost door de heer P. Spreeuwenberg. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

10.

Voorstel inzake de Zelfstandige Projectprocedure voor de wijziging van de agrarische bestemming van het pand Burg. Buijsstraat 22 te Herpt in de bestemming “Woonboerderij”. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

11.

Voorstel inzake zelfstandige projectprocedure ten behoeve van de bouw van een opslagruimte voor potgrond, bloempotten en containers op het perceel Bosscheweg 19 te Drunen. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

12.

Voorstel inzake de jaarrekening 2001, productbegroting 2003 en 1e begrotingswijziging GGD Hart van Brabant. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

13.

Voorstel inzake verzoeken tot vergoeding vandalismekosten bij diverse scholen. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

14.

Voorstel tot vaststelling van het leerplichtjaarverslag 2001-2002. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

15.

Voorstel tot vaststelling van het beleidsverslag 2001 van de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

16.

Voorstel m.b.t. de notitie over de stand van zaken in het proces van invoering van het dualistische bestuursstelsel in de gemeente Heusden. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

17.

Voorstel tot wijziging van de legesverordening. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

18.

Voorstel m.b.t. de concept jaarrekening 2001 van de Regionale Brandweer Noordoost Noord-Brabant. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

10

20

30

40

50


5

19.

Voorstel inzake de begroting 2003 en de meerjarenbegroting 2004-2006 van het Streekarchief Land van Heusden en Altena. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

20.

Voorstel tot vaststelling van de 4e wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 1999. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

21.

Voorstel tot wijziging van de algemene raadscommissieverordening en tot benoeming van een lid in de commissie ABZ. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

22.

Voorstel inzake procedure benoeming griffier. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

10

20

23.

30

40

50

B-lijst Voorstel tot vaststelling van het “Beeldkwaliteitplan Centrum Vlijmen”. De heer De Bonth merkt op dat het goed is vast te stellen, dat naast de positieve ontwikkelingen van het centrumplan Drunen er nu ook in Vlijmen enigszins voortgang wordt geboekt. Gemeentebelangen kan instemmen met het voorstel, omdat dit beeldkwaliteitplan voor een ieder en met name de welstandscommissie houvast kan bieden voor toekomstige ontwikkelingen in de omgeving. Mevrouw Muskens geeft aan positief te zijn over het voorstel, maar dan wel met een wrange smaak in de mond. Op papier kan het heel mooi worden, maar de vraag is wanneer kan het worden gerealiseerd. Daarnaast is het zo dat als de gemeente het pand aan de noordzijde van het Plein niet kan betrekken in het plan, het onmogelijk is om de rest van het plan uit te voeren. Zij vraagt zich af of de gemeente geen ultimatum kan stellen. Hierbij heeft zij toch nog het idee onteigenen in gedachten. Het algemeen belang dient voorop te staan. Voorts vraagt zij bij de verdere uitwerking van dit plan extra aandacht voor parkeergelegenheid. De parkeervoorzieningen zijn absoluut onvoldoende. De heer De Hart vraagt om het plan in fases te gaan uitvoeren. Hij denkt hierbij met name aan het Van Greunsvenpark, waarvoor alleen het financiële plaatje nog ingevuld moet worden. In het plan is over de Korte Heistraat geschreven dat daar nieuwbouw wordt gepleegd. De bestaande woningen worden ook in het plan betrokken. DMP pleit ervoor om de massa volumebouw in de Mgr. Van Kesselstraat wat getemperd uit te gaan voeren. De fractie kan achter de kwaliteitsbouw staan, waar het college over spreekt. Voorts wil hij nog pleiten om het braakliggende terrein bij tankstation Kuys mee te nemen in het totale beeldkwaliteitplan. Verder gaat de fractie akkoord met het beeldkwaliteitplan en stelt voor hier snel en slagvaardig mee aan de gang te gaan. De heer Van Bers geeft aan dat DDE2002 veel waardering heeft voor het voorliggende plan. De fractie vraagt of de verplaatsing van de Edah een reële mogelijkheid is. In de commissievergadering heeft zij hier geen antwoord op gekregen. Daarnaast ontbreekt de inhoudelijke beoordeling van het alternatieve plan van de ondernemersvereniging. De fractie is benieuwd naar deze beoordeling van het college. De heer Van Dal geeft aan verheugd te zijn met het beeldkwaliteitplan, maar er is nog een lange weg te gaan. Er bereikten de fractie signalen over de communicatie rondom dit plan. Dit zou wat beter kunnen. De fractie vraagt het college of zij steeds


6

10

20

30

40

50

een goede terugkoppeling geeft aan degenen die vanaf het begin aan dit plan hebben meegewerkt. Dit plan kan alleen slagen als men alle belanghebbenden erbij blijft betrekken. De heer Van den Bos geeft aan met betrekking tot dit plan Vlijmen is achtergebleven wat betreft het parkeren. De VVD is uitermate nieuwsgierig naar de financiële haalbaarheid van dit plan. Hij vraagt wat er op dit moment gepresenteerd kan worden, en wat er op dit moment aan planvorming ligt. De heer Verboven merkt op dat de fractie van Groen Links het aantal parkeerplaatsen een probleem vindt. Er moeten niet nog meer auto’s komen. Het plan wordt voornamelijk door ondernemers gemaakt, die het liefst zoveel mogelijk parkeerplaatsen voor de deur willen. De fractie vraagt het college de wijsheid op te brengen hier tegenin te gaan. In het plan staat een gebouw ingepland om het Plein kleiner te maken. Hij vraagt het college een multifunctioneel gebouw te maken waar ook concerten en dergelijke plaats zouden kunnen vinden. De heer Van Mierlo geeft aan dat Keerpunt nog steeds niet enthousiast is over het plan. Gedeelten van het plan, zoals de Van Greunsvenpark hadden afzonderlijk behandeld kunnen worden. Het probleem ligt in het feit dat Het Plein is verkrot. Aangezien men daar weinig eigendom heeft, heeft wethouder Van den Hoven aangegeven, dat de gemeente niet net als in Drunen de regie kan nemen, maar dit moet overlaten aan particulieren. Hier zit volgens Keerpunt juist de bottleneck. De fractie vindt dat de gemeente de regie in handen moet hebben. Zij is verantwoordelijk voor de leefbaarheid in de kern. Hij stelt voor de winkels te concentreren rondom De Akker, zo dicht mogelijk bij de Oliemaat. Het Plein mag dan een eigen dorpskarakter hebben, maar men hoeft hier geen kloppend hart van te maken, daar is Vlijmen te klein voor. Met betrekking tot het straatmeubilair vraagt hij ervoor te zorgen dat de materiaalkeuze zodanig wordt gedaan dat het op een eenheid lijkt. Aangezien er te weinig parkeerfaciliteiten zijn, stelt hij voor een parkeergarage ondergronds of bovengronds in te plannen. Er zijn signalen door de belangrijkste spelers, de bewoners en vooral de winkeliers, in deze afgegeven. Indien zij tegen het voorliggende plan zijn, dan hoopt Keerpunt dat het college het lef heeft om het plan open te breken en consensus te zien bereiken met deze belangrijke spelers. Daarbij kan men de regie, die men al uit handen heeft gegeven, weer terugpakken. Wethouder Van den Hoven geeft aan dat dit plan een hele voorgeschiedenis kent. Dit plan behelst meer dan het Plein van Vlijmen, waarover men het allemaal eens is dat dit plein aan een opknapbeurt toe is en liefst zo snel mogelijk. Men heeft hier met allerlei spelers te maken. Er is geprobeerd consensus te bereiken. Met alle betrokken spelers zijn workshops gehouden. De gemeente heeft weliswaar de regie niet in handen als uitvoerder, maar wel kan zij door het scheppen van voorwaarden, kaders en richtlijnen aangeven waaraan de ontwikkelaar, de particulier, de winkelier of de inwoner zich dient te houden, zodat er geen ontwikkelingen kunnen ontstaan waar men later spijt van krijgt. Deze richtlijnen gaat men nog verder verfijnen en uitwerken. Daarnaast heeft men nog meer nodig, namelijk een bestemmingsplan, waarvoor men de hele procedure zal gaan doorlopen, zoals voorontwikkelingsplannen, bezwaren en het goedkeuren van het plan door de provincie. Het blijft echter een particulier initiatief, daar de gemeente in het centrum weinig eigendom heeft. Men kan echter aan particulieren geen ultimatum geven, zoals voorgesteld door mevrouw Muskens. De gemeente probeert in overleg de Edah naar de kop van Het Plein te krijgen. Het college heeft wel het idee dat de eigenaar van het pand aan de noordzijde op dit moment de bereidheid heeft daar wat te gaan doen. Echter, hij zal het pand niet aan de gemeente verkopen, of men moet met “goud” over de brug komen. Van onteigening kan voorlopig geen sprake zijn.Eerst zal het bestemmingsplan vastgesteld moeten worden, waarin de functie wordt bepaald. Ten aanzien van de parkeergelegenheid geeft hij aan dat getracht wordt om de auto’s aan het zicht te


7

10

20

30

40

50

onttrekken. Hiervoor dient men een andere situatie te creëren, desnoods in een parkeerkelder. In antwoord op de vraag van de heer De Hart merkt hij op dat de Korte Heistraat wordt betrokken bij de ontwikkeling van het postkantoor. Een deel wordt aangehaakt aan de Vlaemsche Hoeve. Ook het tankstation Kuys is verwerkt in het beeldkwaliteitplan. Met betrekking tot de opmerking van DDE2002 geeft de wethouder aan dat het een reële mogelijkheid is dat de Edah naar de kop van het Plein gaat. Ten aanzien van het alternatief van de ondernemersvereniging ‘Hartje Vlijmen’ geeft hij aan dat hij een aantal weken terug met deze vereniging een gesprek heeft gehad. Hij heeft de stedenbouwkundige van Bureau Dhondt gevraagd een reactie te geven op de plannen van ‘Hartje Vlijmen’. In het overleg met de ondernemers heeft hij gevraagd of hun alternatieve plan de vaststelling van het beeldkwaliteitplan in de weg staat. Hun antwoord daarop was: neen. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Van Dal geeft hij aan dat alle belanghebbenden hier zoveel mogelijk bij betrokken zijn geweest. Op 30 mei jl. is er nog een informatiebijeenkomst geweest. Met betrekking tot de financiële haalbaarheid deelt hij mee dat het college bezig is met het uitwerken van een exploitatieopzet. Naar alle waarschijnlijkheid zal deze opzet begin volgend jaar gepresenteerd kunnen worden. Met het beeldkwaliteitplan probeert men toch het dorpskarakter van Vlijmen te handhaven. 2e Termijn De heer Van Helvoort vraagt de wethouder of hij bedoelt te zeggen dat het pand aan de noordzijde van Het Plein wel te koop is, maar dat de gemeente dit niet kan kopen. Hij heeft in een hoorzitting ook horen zeggen dat deze bewuste ondernemer ‘lastig’ is. Dit is geen tegemoet treding van een zakenpartner. Men moet op een minnelijke wijze proberen met mensen in overleg te komen.Hij wil hier graag nog wat helderheid over. De heer Van Dal geeft aan dat hem ter ore was gekomen dat degenen die in het begin van vorig jaar in de workshops hebben deelgenomen tot heden niets meer hebben vernomen. Hij vindt dit een slechte zaak. Er is aan deze mensen gevraagd mee te denken. Als mensen vervolgens een half jaar niets horen, valt ook de animo weg. Hij vraag of het juist is dat er vanaf vorig jaar geen terugkoppeling is geweest naar de mensen die hier vanaf het begin bij waren betrokken. De heer Verboven zegt van de wethouder geen antwoord te hebben gekregen op zijn plan het gebouw aan de zuidzijde voor cultuur te bestemmen. De heer Van Mierlo merkt op te hebben begrepen dat de winkeliers of ondernemers een concreet plan hebben ingediend, dat nu zal worden getoetst door de eigen projectontwikkelaar die het plan heeft gemaakt. Dit kan naar zijn mening niet goed gaan. Hij zou hiervoor liever een onafhankelijk advies aangeboden willen hebben. Hij hoopt dat een dergelijk plan wel kansen krijgt. De winkeliers bepalen mede de leefbaarheid. Keerpunt is niet negatief ten aanzien van het beeldkwaliteitplan. Welke variant men ook moge kiezen, daar past dit plan op. Mevrouw Muskens is van mening dat indien de gemeente geen actieve rol gaat nemen m.b.t. het genoemde pand, er over vijf jaar nog planken tegenaan gespijkerd zijn. De gemeente kan wel voorwaarden scheppen, maar indien een ondernemer niet kan of durft te ondernemen dan blijft Vlijmen met Het Plein zitten en dat verdient het niet. Men is nu toe aan de volgende stap en dat is wat zij graag wil zien. Mevrouw Hooghiemstra wil graag reageren op de uitspraak van de heer Van Dal. Zij is destijds niet als raadslid maar als inwoner dicht betrokken geweest bij de voorbereidingscommissie van het centrumplan Vlijmen. Er zijn drie bijeenkomsten geweest waarbij iedereen van de bevolking was vertegenwoordigd. Alle facetten zijn steeds aan het licht gekomen en bureau Dhondt heeft het hele plan aangepast, wat door iedereen werd gedragen. Alle betrokkenen hebben het hele plan toegestuurd


8

gekregen en er is een informatieavond geweest. De gelegenheid is geboden en dan moet men natuurlijk wel komen. De heer Van Bers geeft aan dat de wethouder meldde dat hij nog een bespreking met de ondernemersvereniging ‘Hartje Vlijmen’ zou hebben. Hij gaat er vanuit dat de wethouder de commissie en zonodig de raad over de uitkomsten van deze bespreking informeert. Wethouder Van den Hoven merkt op dat het college van de eigenaar van het pand aan de noordzijde van Het Plein geen signalen heeft gekregen dat de gemeente het pand kan kopen. Deze ondernemer is zelf met een projectontwikkelaar bezig. Hij heeft aangegeven dat hij wel het gedachtegoed van de gemeente kan billijken en een en ander aan zal passen aan het beeldkwaliteitsplan. In 1997 of 1998 heeft de gemeente al getracht het pand te kunnen kopen, maar heeft van de toenmalige eigenaar te horen gekregen dat daar totaal geen kans toe was. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Van Dal en mevrouw Hooghiemstra geeft hij aan dat in maart 2000 alle betrokkenen zijn uitgenodigd, die in juni 2001 weer zijn teruggekomen bij de workshops. Vervolgens is het een en ander van deze workshops verwerkt en op 30 mei 2002 zijn de mensen opnieuw uitgenodigd om de resultaten in een eindpresentatie te bezien. Het college was verbaasd over het plan van de ondernemersvereniging ‘Hartje Vlijmen’, daar de ondernemers ook hebben geparticipeerd in de workshops. De stedenbouwkundige gaat kijken hoe een en ander is te rijmen met de opzet van het beeldkwaliteitplan. Verder hoopt hij net als mevrouw Muskens dat de ontwikkelingen sneller gaan dan voorzien. Als er ontwikkelingen zijn in het centrum van Vlijmen dan zal de wethouder dit in de commissie Ruimtelijke Zaken terugkoppelen. In antwoord op de vraag van de heer Verboven deelt hij mee dat de invulling van het pand mede geregeld moet worden in het bestemmingsplan. Het college zet dit op moment niet in voor culturele aspecten, maar de exacte invulling is nog totaal open.

10

20

30

Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

40

50

24.

Voorstel tot vaststelling van een ontwikkelingsvisie “Herstructurering glastuinbouw gemeente Heusden”. Het voorstel is tot een nadere vergadering uitgesteld.

25.

Voorstel tot het niet opstarten van de vrijstellingsprocedure van het bestemmingsplan voor de heer M.A.P. van Dartel, De Jonglaan 10 te Vlijmen voor de bouw van een vrijstaande woning op de percelen H 5652 en H 5653 aan de Heidijk te Vlijmen. De heer Van den Bos merkt op dat het verhaal van de heer Van Dartel uitgebreid in de commissie is besproken en dat de meerderheid positief op het voorstel had geadviseerd. De gemaakte kosten zal de heer Van Dartel zelfstandig moeten dragen. Er kan naar de mening van de VVD geen sprake zijn van een schadevergoeding. De heer Van den Thillart deelt mee dat wat hem naar aanleiding van de brief van de heer Van Dartel in het verkeerde keelgat is geschoten, is dat de wethouder deze man min of meer adviseerde bij welke stedenbouwkundige hij een plan zou kunnen laten maken. Hij gaat er vanuit dat dit door de wethouder goed bedoeld was, maar dit soort uitschieters moet men toch zien te vermijden. Het lijkt de fractie Keerpunt geen overbodige luxe dit soort miscommunicatie tussen overheid en burgers eens intern te bespreken. De heer Van Dal merkt op dat een hoop ergernis voorkomen had kunnen worden als wethouders Groenestein en Klijs duidelijk waren geweest. Hij vraagt of het juist is dat


9

10

20

30

40

50

wethouder Groenestein de heer Van Dartel heeft geadviseerd om door bureau Dhondt een stedenbouwkundig rapport op te laten stellen, maar dat bureau Dhondt dit heeft geweigerd vanwege de relatie met de gemeente. Tevens vraagt hij of de wethouder vervolgens heeft aangegeven dat het te mooi zou zijn om dit te laten schieten en dat de heer Van Dartel zeker door moest gaan. De heer Van Dartel zou een afspraak met wethouder Groenestein op het gemeentehuis hebben, waarbij de heer De Kort aanwezig zou zijn. Het is heel opmerkelijk dat de heer Van Dartel dan op het gemeentehuis komt en hij alleen met de wethouder heeft gesproken, die van mening was dat de heer De Kort hierbij niet aanwezig hoefde te zijn. Gedane uitspraken worden vervolgens door wethouder Klijs herroepen. Naar de mening van Heusden Eén zou het moeten kunnen door de bouw 15 meter op te schuiven in oostelijke richting en daar de medewerking voor te verlenen. De heer Aerts merkt op dat de Heidijk, ook volgens het bestemmingsplan, een bijzondere cultuurhistorische waarde heeft en een bijzondere landschappelijke kwaliteit bezit. Dit zou men nooit kunnen bebouwen. De heer Van Dartel mag zich een gelukkig mens prijzen dat hij zijn hand heeft kunnen leggen op een perceel waar herbouwrecht en reconstructierecht op liggen en op het bestaande bouwvlak kan bouwen. Indien de heer Van Dartel zijn woning wil gaan verplaatsen dan praat men niet meer over de reconstructie van een woning maar over het oprichten van een nieuwe woning. Hier zit het cruciale punt. Dit kan een grote precedentwerking hebben. Ook de buurtbewoners willen het vrije uitzicht behouden, wat altijd door het bestemmingsplan is gegarandeerd. Hij vraagt zich af waarvoor de heer Van Dartel schadevergoeding zou moeten krijgen. Hij wil bouwen op een plaats waar geen herbouw plaats mag vinden. Hij heeft grond bijgekocht, een van de mooiste plekjes van de gemeente Heusden. Hij kan hier een mooie tuin maken en de waarde van het perceel blijft behouden. De fractie Gemeentebelangen kan het college hierin van harte ondersteunen. Mevrouw Muskens sluit zich grotendeels aan bij het betoog van de heer Aerts. Indien men alle papieren over dit onderwerp op elkaar zou leggen, heeft men een mooi script voor een soap. Men beschuldigt elkaar over en weer. De wet is er voor iedereen en zij hoopt dat de heer Van Dartel een mooie optrek kan maken en daar nog fijn kan wonen. Wethouder Klijs verwijst naar hetgeen hij heeft toegelicht tijdens de commissievergadering naar aanleiding van wat de heer Van Dartel heeft gezegd tijdens de inspraakprocedure. Hij heeft in het gesprek met de heer Van Dartel klip en klaar aangegeven dat men aan de voet van de dijk, planologisch gezien, de grond vrij wil houden van bebouwing. De heer Van Dartel verwijst daarop vervolgens naar gesprekken die hij gehad zou hebben met zijn voorgangers, waarin verwachtingen zouden zijn gewekt. Hier staat helaas niets van op papier. Als dit zo mocht zijn, zou de wethouder dit eerst hebben gecheckt met zijn voorgangers. Planologisch gezien, ziet de wethouder geen mogelijkheden om tot medewerking ZPP te komen. De heer Van Dartel heeft de mogelijkheid tot herbouw binnen de beperkte grenzen. Indien de heer Van Dartel meent schade te hebben geleden vanwege bepaalde verwachtingen door uitspraken van het adviesbureau dan gaat het om een heel andere procedure dan die voorligt. Het college heeft goede argumenten om op die plek niet tot bebouwing te komen. 2e Termijn De heer Van den Bos geeft aan dat er ook wordt gesproken over herbouw van kavel H5653, welke ook zou zijn aangekocht door de heer Van Dartel. Hij heeft hierover contact opgenomen met de eigenaresse, maar er schijnt geen koopovereenkomst te zijn.


10

De heer Van Dal blijft erbij dat er toch verwachtingen zijn gewekt. Indien de wethouder had gezegd dat de heer Van Dartel geen schijn van kans had gehad daar te bouwen, dan was de heer Van Dartel waarschijnlijk niet verder gegaan en had hij daar nooit geld in gestoken. De heer Van den Thillart merkt op dat de communicatie tussen overheid en burger nauwkeuriger moet. Er zitten te lange periodes tussen bepaalde gesprekken in, waardoor men misverstanden krijgt. Graag zou hij dit onderwerp eens aan de kaak willen stellen. 10

Wethouder Groenestein geeft aan dat de heer Van Dartel en ook de heer Van den Bogert in een brief aangaven in maart 2001 dat er een start had plaatsgevonden voor de aanvraag van een ZPP. Daarna is er een rustpauze gekomen en was er een wisseling van de wacht. In juni werd hij benaderd door de heer Van Dartel dat hij wilde praten over de mogelijkheid om te bouwen op de door hem aangekochte kavel. De wethouder geeft aan dat hij van het begin af aan heeft gezegd dat de heer Van Dartel op de kavel met agrarische bestemming geen enkele kans had te bouwen. Hij heeft wel gezegd dat er daarnaast een kavel lag met een bouwvlak, waarop in het kader van een stuk herbouw wel bouw kon plaatsvinden. De heer Van Dartel bleef echter in hetzelfde stramien doorgaan dat hij toch op de kavel met agrarische bestemming wilde bouwen. De wethouder bevestigt dat hij op dat moment een onhandigheid heeft begaan door de heer Van Dartel door te verwijzen naar bureau Dhondt, niet wetende dat bureau Dhondt afspraken met de gemeente had. Hij werd snel geattendeerd op deze onhandigheid, wat snel weer werd rechtgetrokken. Na een tijdje stilte gaf de heer Van Dartel aan dat hij een stedenbouwkundige had gevonden, maar dat dit geld kostte. De wethouder heeft daarop gezegd dat dit een risico was wat aanvrager nam en benadrukte nogmaals dat de heer Van Dartel geen schijn van kans maakte om te bouwen op de kavel met agrarische bestemming. Op een gegeven moment lag er een ZPP en toen heeft de wethouder de heer Van Dartel uitgenodigd op het gemeentehuis. Bij dat gesprek zijn mevrouw Verhoef, hoofd Bouwen en Wonen, en de heer De Laat aanwezig geweest. Tevens, voor de objectiviteit, was er een tweede wethouder, de heer Klijs, bij het gesprek. Tijdens dat gesprek is nogmaals aangegeven dat er absoluut niet op dat weiland gebouwd kan worden, maar wel op het bouwvlak daarnaast, waar dan een plan voor gemaakt zal moeten worden. Na dat gesprek heeft de heer Van Dartel de ZPP die voor de raadsvergadering van 15 mei was geagendeerd teruggetrokken. Vervolgens heeft wethouder Klijs de portefeuille Ruimtelijke Ordening overgenomen en is het verhaal weer opnieuw begonnen. De wethouder geeft aan dat er absoluut geen enkele toezegging is gedaan.

20

30

40

De heer Van Helvoort verzoekt dan ook om de bandopnamen van deze vergadering te bewaren. Met uitzondering van de fractie Heusden Eén besluit de raad conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 26. 50

Voorstel inzake resultaten extern onderzoek Sphinx. De heer Levink geeft aan dat tijdens de commissievergadering het CDA zich kritisch heeft uitgelaten over de rapportage van BMC. Op de vraag hoe de verhouding tussen de gemeente en de stichting Sphinx is geregeld, heeft de wethouder een duidelijk antwoordt gegeven dat de regie bij de gemeente ligt en de stichting Sphinx de uitvoerder is, die wordt aangestuurd door de subsidieverstrekker. Dit is een model dat mogelijk werkbaar is, maar men kan zich ook nog andere modellen voorstellen. Zoals het voorstel nu voorligt, wordt er niet ingegaan op de alternatieven die er zijn. Het CDA vindt het jammer dat de verhouding als zodanig nog niet op papier staat. Het


11

10

20

30

40

50

woord strategische studie is tijdens de commissie gevallen, maar het CDA vindt duidelijk dat dit niet het geval is. Op dit moment treft men nog een aantal tegenstrijdige elementen aan tussen het raadsvoorstel en het rapport van BMC. Het belangrijkste tegenstrijdige element is dat in het raadsvoorstel een budget neutrale uitvoering is verwerkt, terwijl het rapport van BMC duidelijk ingaat op een aantal aanbevelingen en conclusies namelijk het aanstellen van een medewerker vrijwilligersondersteuning, een parttime administrateur en een inhoudelijke coördinator. Dit heeft duidelijk budgettaire consequenties. Hij vraagt de wethouder punt 2 in het ontwerpbesluit aan te passen en aan te vullen met een zin dat er rekening wordt gehouden met de nuanceringen die in het raadsvoorstel worden weergegeven. Daarnaast vraagt hij om bij een vervolgonderzoek het nieuwe bestuur van de stichting een volwaardige en een duidelijk creatieve rol te laten spelen. De heer De Hart merkt op dat de meerderheid in de commissie het rapport onderschreef. In het rapport van BMC stond vermeld dat communicatiestoornis tussen de gemeente en Sphinx een rode draad is geweest in het voortraject. DMP is blij dat de gemeente dit ook heeft onderkend. Met het oog op de toekomst zijn met name de aanbevelingen en conclusies van het bureau belangrijk. Hij vraagt de wethouder hoe het plan voor de toekomst door commissie en raad begeleid gaat worden. De heer Van Bers geeft aan dat er binnen Sphinx eigenlijk twee problemen zijn, namelijk het bestuur en de directie. Aangezien de stichting Sphinx voor de gemeente essentieel is voor het jeugden jongerenwerk, welzijn en aanverwante zaken vindt DDE2002 het belangrijk dat beide problemen worden aangepakt. Bij het werven van bestuursleden dient een procedure gevolgd te worden en een rooster van aftreden hoort daarbij. De bestuursleden van de oude stichting die nu nog in het bestuur zitten, zouden als eerste aan de beurt moeten komen voor aftreden bijvoorbeeld in de eerste helft van 2003. Het voorstel van BMC tot het vergroten van de directie ziet de fractie niet zitten, integendeel, een nieuwe directeur voor Sphinx is van wezenlijk belang, zodat het vertrouwen in bestuur en directie op een goed werkbaar niveau komt. Een systeem van prestatiecontracten is ook nastrevenswaardig, vooral wanneer gelden worden teruggevorderd voor niet uitgevoerde taken. DDE2002 ondersteunt volledig de te ondernemen vervolgstappen, waarbij een vervolgonderzoek zeer nodig is. De heer Van den Brandt merkt op dat men middels het rapport van BMC getracht heeft duidelijkheid te krijgen. Vervolgens heeft men moeten constateren dat er niet één zwarte piet te vergeven is, maar een paar die voortreffelijk zijn weergegeven in het rapport. De samenvoeging van Drieluik en Kwadrant en de daarbij behorende emoties hebben ook zeker een rol gespeeld. Ook zullen de bestaande directiestructuren er debet aan zijn geweest. Dit alles had te maken met de verantwoordelijkheid die niet duidelijk lag. Inhoudelijk kan Gemeentebelangen achter het rapport en conclusies staan. Hij sluit zich aan bij de opmerking van de heer Levink. In het rapport staat een aantal elementen, dat duidelijk tot budgetverhoging zal gaan leiden. Nu moeten door het college een aantal vervolgstappen worden ondernomen. Met name punt 3 is voor de fractie van wezenlijk belang. Er dient een verbetering van de communicatie te komen en een duidelijke afbakening van taken en verantwoordelijkheden. Op het plan van aanpak zal men duidelijk zicht moeten blijven houden. De financiële onderbouwing is van belang en gezien de aandacht voor de financiële situatie in de quick scan aan de magere kant was, dient dit verder onderzocht te worden. Mevrouw Van den Dungen verwijst naar de kosten van het onderzoek, zijnde bijna € 33.000,00. Naar de mening van Heusden Eén was er geen onderzoek nodig geweest. De onderste steen is niet boven gekomen, die men eigenlijk nodig heeft om een nieuwe start te kunnen maken. Als voorbeeld verwijst ze naar het project Moby Dick, waarvan de bus al een jaar niet meer rijdt en wat een belangrijk onderdeel van


12

10

20

30

40

50

het lokale jeugdbeleid is. De uitvoering van het sociaal culturele werk binnen de gemeente is ontzettend belangrijk. Zij vraagt hoe de ontvlechting van de ouderenzorg verloopt, of dit een taak van Sphinx blijft. Indien dit zo is dan heeft dat ook financiële consequenties. Zij vraagt daarnaast voldoende aandacht voor de positie van de vrijwilligersdienst binnen Sphinx. Het jongerenwerk verdient alle aandacht en er mag best gesproken worden over onderzoek naar uitbreiding hiervan. Heusden Eén hoopt verder dat het zorgloket voor ouderen er snel komt. Zij heeft vernomen dat de formatie voor een speciale functionaris ouderenwerk wordt ondergebracht bij de stichting Welzijn Ouderen Heusden. Zij vraagt de wethouder hier duidelijkheid in te verschaffen. De heer Van Mierlo sluit zich aan bij de opmerkingen van DDE2002 en Heusden Eén. Het college heeft in de visie van Keerpunt gekozen voor de gemakkelijkste weg door Sphinx ter verspreiden over de kernen. Met 14 FTE praat men hier niet over een gigantische club, maar wel één waar veel vrijwilligers bij zijn betrokken. De stichting Sphinx heeft een zeer waardevolle functie binnen de gemeente. Het gaat er om alle inwoners mee te laten functioneren in wat de gemeente te bieden heeft en daarbij ook die inwoners die, om wat voor reden dan ook, niet of nauwelijks de bevoegdheden daartoe hebben. Dan moet men niet praten over budgettair neutraal als er een goed plan komt. Een quick scan was niet nodig geweest, omdat deze zaken al bekend waren. Ook Keerpunt is voor communicatieverbetering. Er moeten prestatieafspraken komen. Hij stelt voor om bij het zorgplan dat het college zal gaan maken, naar de kernen wordt terug gegaan. Dit heeft te maken met het feit dat de helft van het personeel in de buurthuizen zijn werkplek heeft. De zorg is dat er geen koninkrijk gaat ontstaan. Daarnaast verzoekt hij om de hele aanpak die het college zich voorstelt, in het nieuw op te starten welzijnsplan te laten passen. Verder is een andere naam voor de stichting zeker op zijn plaats. Wethouder Van Spaandonk geeft aan dat het rapport van BMC voorligt, opgestelde is op het moment dat er veel commotie was binnen de gemeente Heusden over het functioneren van Sphinx. De boodschap van het rapport verraste de wethouder ook. Het opent mogelijkheden voor de gemeente en Sphinx om een weg in te slaan van goed welzijnswerk. De verhoudingen van de gemeente tot Sphinx zijn als volgt: de gemeente als opdrachtgever van welzijnswerk en Sphinx als uitvoerder daarvan. Dat is de verhouding die er ligt en die men in de toekomst ook wil gaan hanteren. Een duidelijke regierol ligt bij de gemeente en de uitvoerende rol ligt bij de stichting Sphinx. Er zijn hierbij andere modellen denkbaar, maar tussen het zittende bestuur van de stichting Sphinx en de ambtelijke top binnen de organisatie is daarover gesproken. Er is overeenstemming over het model en het noopt niet naar een ander model te zoeken, omdat het een goed model is dat past binnen het welzijnsbeleid van de gemeente Heusden. Met betrekking tot neutraal budgetteren, zouden er tegenstrijdige elementen zitten tussen het rapport en het voorstel. Als gemeente streeft men budget neutraliteit na. Het hoeft niet altijd zo te zijn dat het model dat wordt gepresenteerd veel meer gaat kosten. Het college komt hier in een later stadium op terug. Hij vindt het niet raadzaam punt 2 van het voorstel hierop aan te passen. Met betrekking tot de opmerking om het nieuwe bestuur geen volwaardige rol te laten spelen, deelt de wethouder mee dat er continu ambtelijk contact wordt gehouden met het bestuur van de stichting Sphinx om zo goed mogelijk het plan voor de toekomst op de rail te krijgen. De gemeente heeft een accountmanager aangesteld die continu contact onderhoudt met de directie van Sphinx ook over zaken die met betrekking tot het plan voor de toekomst goed moeten worden uitgevoerd. De rol van de coördinator is een van de punten die men gaat onderzoeken. In het organisatiemodel is een coördinator opgenomen. De directeur zal zich meer moeten richten het gezicht van Sphinx naar buiten te brengen en de coördinator houdt zich meer bezig met uitvoerende taken. Het afbakenen van taken en bevoegdheden hoort


13

10

20

30

40

50

bij een goede communicatie. Er komt een nader financieel onderzoek dat zal worden uitgevoerd op basis van het BMC rapport. Het project Moby Dick waar Heusden Eén naar heeft gevraagd, heeft niets te maken met het punt wat nu op de agenda staat. De ontvlechting van ouderentaken is reeds in een raadsbesluit vastgelegd, waarbij de taken op het welzijnsgebied over drie organisaties zijn verdeeld. Het ouderenwerk ging naar ouderenorganisaties, het sociaal-maatschappelijke werk ging naar Maas en Leye en het tussensegment blijft bij de stichting Sphinx. Het vrijwilligerswerk is in de rapportage van BMC onderbelicht gebleven. Hier komt nog een nadere aanvulling op. Hij is het eens met de opmerking dat het jongerenwerk ontzettend belangrijk is. Dit maakt onderdeel uit van de taken die de stichting Sphinx in de toekomst gaat uitvoeren. Met betrekking tot het zorgloket voor ouderen krijgt men zo spoedig mogelijk bericht en stukken voor aangeleverd. Er is door het college nog niet beslist om naar de drie kernen te gaan. Het voorstel zoals dat in het plan voor de toekomst staat wordt onderzocht. Er komen geen ‘koninkrijkjes’. Daarbij heeft hij liever drie goed lopende koninkrijkjes dan een heel slecht geleid ondemocratisch geheel. De bedoeling van vestiging in drie kernen is om een koninkrijk te voorkomen. Het kiezen van een andere naam voor de stichting is een bevoegdheid van de stichting zelf. 2e Termijn De heer Levink merkt op dat met betrekking tot de verhouding tussen de gemeente en de stichting Sphinx er volgens de wethouder niets is gewijzigd. Er is toch de nodige problematiek geweest. Hij vraagt of de wethouder erkent dat er tegenstrijdigheden zitten tussen het raadsvoorstel en het rapport van BMC. Met het oog hierop vraagt hij of de wethouder het eens is dat punt 2 van het voorstel aangepast zou kunnen worden met een zinsnede die rekening houdt met de nuancering in het raadsvoorstel. De heer De Hart verwijst naar het jaarverslag van de stichting Sphinx, waarin is aangegeven dat de naam tot stand is gekomen door 280 vrijwilligers die binnen Sphinx werken. De naam betekent Kruispunt van Culturen. De heer Van Bers geeft aan dat de meeste woordvoerders het belang van het jeugden jongerenwerk hebben onderstreept. Hij zal dit niet snel vergeten. Mevrouw Van den Dungen verklaart het voorbeeld van Moby Dick te hebben gebruikt om de belangrijkheid van dit project aan te geven en stelt voor om dit project in de uitwerking van de voorstellen zeker mee te nemen. De ontvlechting van de ouderenzorg is inderdaad een raadsvoorstel geweest, maar in de stukken is niet duidelijk te lezen of de activiteiten in de buurthuizen een taak van Sphinx blijft. Op de vraag of de formatie van de speciale functionaris ouderenwerk wordt toegevoegd aan de stichting welzijn ouderen Heusden heeft zij geen antwoord gekregen. Met betrekking tot het budgettair neutrale geeft zij aan dat indien er meerkosten nodig zijn met daarbij overtuigende argumenten dan zijn deze voor Heusden Eén noodzakelijk, omdat zij goed jongerenwerk willen hebben. Als het meer gaat kosten, dan is dat altijd bespreekbaar. Verder hoopt de fractie dat er in december een goed uitgewerkt voorstel zal liggen. De heer Van Mierlo verwijst naar de uitspraak van de wethouder met betrekking tot de drie koninkrijkjes. Dat het zittende bestuur en de directeur weg moeten, wordt ook door de wethouder onderschreven. Daar staat Keerpunt ook achter. De woorden van de wethouder beloven voor het welzijnswerk dat er een open deur is. Keerpunt wil ook een open deur, wat tot op heden niet het geval was. Hij hoopt dat de wethouder zijn woorden waar maakt. Wethouder Van Spaandonk geeft aan dat in het plan voor de toekomst staat weergegeven dat in de besprekingen met Sphinx, het college er vanuit gaat dat een aantal zaken, processen, het hele jaar continu blijven doorlopen. Daarin zijn


14

eveneens begrepen de structurele en zichtbare activiteiten die de gemeente opdraagt aan Sphinx alsmede projecten en tijdelijke activiteiten op basis van budget en looptijd. Als een activiteit niet wordt gehaald, dan dient het geld terug te worden gestort. Dat is ook wat het college bedoelt met regie. Met betrekking tot de tegenstrijdigheden tussen het raadsvoorstel en het rapport van BMC, geeft de wethouder aan dat het aan de raad is om een wijziging van het voorstel over te nemen en niet aan hem. Indien men naar punt 3 van het voorstel kijkt, dan ziet men daar staan dat op basis van een nader voorstel van het college wordt voorgesteld een definitief besluit te nemen over de uitwerking van de conclusies en aanbevelingen van het extern onderzoek naar het functioneren van de stichting Sphinx. Het antwoord op de vraag met betrekking tot de formatie van de speciale functionaris ouderenwerk zal hij op een later tijdstip geven, omdat hij dat op dit moment niet weet.

10

Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 27. 20

Voorstel tot vaststelling van de gemeenschappelijke regeling Regionale Hulpverleningsdienst Brabant-Noord en van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk Meldcentrum (GMC). De voorzitter deelt mee dat dit onderwerp op de B-lijst is beland vanwege het schrijven van de ondernemingsraad. De brief van de ondernemingsraad is van geen relevantie voor dit voorstel. Het voorstel handelt alleen over de bestuurlijke samensmelting van de partners. Er wordt niet gesproken over een nieuwe werkorganisatie. Er zijn geen personele aspecten in het geding. Het personeel blijft in dienst van de eigen organisatie. Daarnaast duurt het nog een hele tijd voordat artikel 15 aan de orde zal komen. Voordat het zover is, is er volop tijd om met de verschillende partijen te overleggen. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

30

28.

Voorstel tot het aanwijzen van leden in het algemeen bestuur van het SMB. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

40

29.

Voorstel inzake het bezwaarschrift van 26 juni 2001 en het bezwaarschrift van 9 januari 2002, ingediend namens de heer Hoorn, gericht tegen resp. het niet tijdig nemen van een beslissing op een ingediend verzoek en het reële raadsbesluit, inhoudende het afwijzen van het verzoek tot toepassing van artikel 19, eerste lid WRO ten behoeve van de realisering van een agrarisch bedrijf (paardenhouderij) op het perceel de Hoeven 34a te Haarsteeg. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

50

29A

Voorstel tot consultatie van de gemeenteraad inzake de aan te gane samenwerkingsovereenkomst met De Wit Projectmanagement. De voorzitter deelt nogmaals mee dat een spreker het woord had willen voeren over dit onderwerp. De inspreker was echter niet tijdig aanwezig, maar hij heeft schriftelijk laten weten wat hij had willen zeggen. In het kort komt het erop neer de


15

10

20

30

40

50

dwangverhuizing van de bewoners van Jacobushof te voorkomen door het in te passen in het centrumplan Drunen. De heer Van Helvoort stelt voor om de spreker alsnog aan te horen, als hij van tevoren al heeft aangekondigd in te willen spreken. De voorzitter antwoordt dat dit niet kan volgens het reglement van orde. Indien men hier nu van afwijkt dan schept dit precedenten. De heer Van Helvoort stelt voor om het reglement van orde binnen niet al te lange tijd aan de orde te stellen. De voorzitter geeft aan dat men hier in het presidium op terug zal komen. De heer Van Mierlo verwijst naar de artikelen 8.2 en 8.3 die naar de mening van de fractie te ‘soft’ zijn geformuleerd. Er wordt gesproken over een gemiddelde vrij op naam prijs voor de woningen. Het is niet duidelijk of de verkoopprijs van winkels, dienstverlening en de horeca ook een gemiddelde is. Dit is niet goed geformuleerd. Als er een kostprijsverhoging is dan wordt de winst op basis van 50% / 50% verdeeld. Dit kan alleen maar als er duidelijkheid is over hoe er wordt gecalculeerd. De gemeente moet wel inzage kunnen hebben in de kostenberekening van de projectontwikkelaar. Met betrekking tot de artikelen 9 en 12 geeft hij aan dat de kosten explicieter moeten zijn. Er wordt nergens gesproken over een bankgarantie. Aangezien hier veel gelden in omgaan, is dit z.i. wel een vereiste. Wat is de rol van de gemeente hierin? De heer Kamps verwijst naar artikel 7 waarin staat dat de gemeente eerst iets moet verwerven en als zij dat niet kan verwerven de overeenkomsten worden opgezegd door De Wit met de daaraan verbonden kosten. Vervolgens geeft hij andere risico’s aan, die zijn opgenomen in de artikelen 8.7, 10.3 en 17.1. De vraag is hoe groot deze risico’s zijn en of ze worden afgedekt dan wel af te dekken zijn. Verder valt in artikel 11 op, dat de aanbieding van woningen drie maanden is en na die tijd conform de voorwaarden uitgifte woningbouw van de gemeente Heusden. Als niet snel wordt verkocht, krijgt speculatie vrij spel. De heer Buijs zegt te hopen dat na het debacle met Albert Heijn de gemeente een betere constructie heeft gekozen. Hij vraagt wie het vorige contract met Albert Heijn heeft gesloten. De heer Musters geeft aan dat na de opzegging van RABO Vastgoed te hopen dat de impasse van de afgelopen maanden nu echt voorbij is. De gemeente ontvangt drie miljoen Euro waarmee de vergoeding aan Ahold ruimschoots is terugverdiend. Echter, het feit blijft dat het debacle met Ahold zwaar op de exploitatie van het centrumplan blijft drukken. Gemeentebelangen is content met de overeenkomst die er ligt. Zij wil dat de risico’s die zijn verwoord in de overeenkomst evenwichtig zijn verdeeld. De fractie wacht nog op de exploitatieovereenkomst die meer uitsluitsel moet geven over allerlei voorwaarden, getallen en dergelijke. In artikel 2 is vermeld dat de gemeenteraad als partij optreedt. Dit moet het college zijn. In artikel 6.2 is bij de start zelfstandige projectprocedure de datum van 15 september 2002 genoemd. Dit lijkt hem een onwaarschijnlijke datum. Verder wil de fractie pleiten voor verlegging van de Schoolstraat, zodat deze in het verlengde komt van de Wilhelminastraat. De heer Nieuwkerk geeft aan dat het wellicht beter was geweest deze zaak eerst in commissieverband te bespreken. Hij neemt aan dat de overeenkomst is gecheckt door een onafhankelijk jurist. Mocht dit niet zo zijn, dan zou de fractie dit alsnog op prijs stellen. Hij vraagt wat de achterliggende reden is dat RABO Vastgoed heeft afgehaakt, wat hiervan de consequenties zijn en of dit gevolgen heeft voor de solvabiliteit. Verder wil het CDA weten hoe het college de bankgarantie gaat aanpakken. Gezien de parkeernorm landelijk beduidend hoger ligt, zijn vijftig parkeerplaatsen erg weinig. De artikelen 8.2. en 8.3 mogen, wat het CDA betreft, scherper geformuleerd worden. Hier wordt gesproken over een gemiddelde prijs. Hij


16

10

20

30

40

50

vraagt of er ideeën leven met betrekking tot de differentiatie van woningen. Met betrekking tot artikel 8.5 verlegging van de Schoolstraat is het vreemd dat de kosten voor verwerving bij de gemeente terecht moeten komen. Hij stelt voor hier dan een raming bij te voegen, zodat men weet wat de kosten zijn. Hetzelfde geldt voor artikel 7.2 over de verwerving van de tuin van de kerk. Dit is bijna een blanco cheque. Het CDA vindt het een goede zaak en er moet met vaart doorgegaan worden, maar men dient ervoor te zorgen dat de overeenkomst goed is dichtgetimmerd. De heer De Hart merkt op dat er tijdens eerdere sessies is gesproken over een partner van De Wit. Hij vraagt of deze zich heeft teruggetrokken of dat De Wit het project nu alleen gaat trekken. Ook DMP mist een bankgarantie. Ten aanzien van artikel 8.7 vraagt hij of er door de gemeente grondmonsters zijn genomen, zodat men straks niet voor vervelende verrassingen komt te staan. In relatie tot artikel 9 vraagt hij of de ontwikkelaar niet voor de planschade procedures aangesproken kan worden. De heer Van Bers geeft aan dat het wel vervelend blijft waarom niet duidelijk te krijgen is waarom Ahold destijds heeft afgehaakt. DDE2002 is blij met het plan, dat er nu anders uitziet dan een tijd terug. Dit is ook logisch gelet op de omstandigheden. De fractie is erg positief over het zorgproject, wat door de kernproblematiek veel te lang heeft stilgelegen. De wat zure reactie van de ondernemersvereniging kan hij niet plaatsen. Ondernemers moeten toch weten dat een aantrekkelijke omgeving voor hen van levensbelang is. De heer Van Bokhoven stelt voor een A4 van de inspreker voor te lezen, omdat hij van mening is dat dit wel degelijk van belang is. De voorzitter geeft aan dat een heel andere problematiek wordt ingeschoven, namelijk geen dwangverhuizing van de bewoners van de Jacobushof naar Kaatsheuvel. De heer Van Bokhoven merkt op dat dit een consultatie is voor het centrumplan Drunen. De voorzitter geeft aan dat de suggestie om in plaats van woningen die voorzien zijn, daar seniorenwoningen van te maken conform het zorgpakket zoals Jacobushof zich dat wenst. De heer Van Bokhoven vraagt om de suggestie op te volgen; kritisch te kijken of het niet mogelijk is de 45 woningen die aan de Statenlaan zijn gepland als zorgwoningen in te plannen in het centrumplan Drunen. Wethouder Van den Hoven merkt op dat hier een samenwerkingsovereenkomst voorligt, voortvloeiend uit een intentieovereenkomst die door de raad in december 2001 is vastgesteld. De opmerkingen over de artikelen 8.2 en 8.3 heeft hij begrepen; hij zal een en ander nog na laten gaan. In de laatste fasen heeft een aantal juristen de tekst van de overeenkomst nog gescreend. De prijsvaststelling van onroerend goed zal het college nog eens nader laten bekijken. Met betrekking tot artikel 9, zicht op de kostenontwikkeling, geeft de wethouder aan dat deze globaal in het traject zijn aangegeven, maar gezien de huidige economie zal men van dat artikel geen gebruik zullen of hoeven te maken. De bankgarantie wordt een onderdeel van de overeenkomst en deze zal betrokken worden bij de exploitatieovereenkomst. Daarnaast heeft men getracht de risico’s zo helder mogelijk aan te geven en zo goed mogelijk te verdelen waar ze komen te liggen. Drie maanden voor de uitgifte van woningen is een gangbaar traject wat ook bij andere projecten wordt toegepast. Het vorige contract met Ahold was door de gemeenteraad van Drunen in 1996 gesloten. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Musters met betrekking tot artikel 2 is het inderdaad correct dat instemming door de gemeenteraad vervangen dient te worden door instemming door het college. Het ontwerp voor de op te starten ZPP procedure is dat het noordelijke gedeelte tegen de Schoolstraat aan komt en de


17

10

20

30

40

50

Schoolstraat wordt verlegd zodat het aansluit op de Wilhelminastraat. De firma De Wit heeft de samenwerking met RABO Vastgoed beëindigd o.a. vanwege het verleggen van hun activiteiten van financiering naar ontwikkeling. De financiering wordt nu overgenomen door de lokale Rabobank. Dit wordt nog verder verwerkt in de exploitatieovereenkomst. Met betrekking tot de parkeerplaatsen deelt de wethouder mee dat er in het zuidwest kwadrant openbare parkeerplaatsen met een openbare parkeervoorziening worden aangelegd. De heer Lips geeft aan dat er in het voortraject een bouwbedrijf uit Tilburg is genoemd. Deze is echter geen ontwikkelaar en is geen ondernemer in het project als risicodrager. Wethouder Van den Hoven merkt op dat er een bodemonderzoek is ingesteld en mocht er toch onverwacht iets worden gevonden, dan is dit voor rekening van de gemeente. Met betrekking tot de planschade procedure geeft de wethouder aan dat er pogingen zijn ondernomen door de gemeente om de planschade te betrekken bij de overeenkomst. Echter er is hierover jurisprudentie ontstaan, waarbij het gerechtshof heeft uitgesproken dat het geen correcte gang van zaken is. In december 2001 is er een intentieovereenkomst gesloten die verder is uitgewerkt in de thans voorliggende samenwerkingsovereenkomst. Het zou de gemeente ontzettend in de problemen brengen als men nu iets anders zou willen met het centrum van Drunen. 2e Termijn De heer Nieuwkerk geeft aan dat men beter op voorhand informatie over bankgaranties en dergelijke kan geven. Ten aanzien van het parkeren geeft hij aan dat er meer parkeerplaatsen moeten komen De heer Kamps merkt op geen antwoord te hebben gekregen op de vraag hoe groot de risico’s voor de gemeente zijn en of ze zijn afgedekt. Hij vraagt hoe het kan, dat de gemeente zoveel risico loopt terwijl de projectontwikkelaar dat niet heeft. Dan is de kwantificeerbaarheid van het risico wel van belang. De heer Van Mierlo verwijst naar de artikelen 8.2 en 8.3 en in het verlengde daarvan naar artikel 9.2. Er wordt gesproken over een gemiddelde prijs als verkoopwaarde en een verkoopprijs van winkels en horeca, terwijl er misschien een gemiddelde prijs voor beide is bedoeld. Hij vraagt hoe dat gelezen moet worden. Inzicht hebben in de calculatie is iets wat kan en mag worden geëist. In artikel 9.2 staat dat de gemeente voor eigen rekening toezicht op de uitvoering kan houden. Dit moet zijn de uitvoering en kosten. De heer Van Bokhoven geeft aan dat als hij het voorstel leest, hij begrijpt dat er een honderdtal appartementen in het centrumplan Drunen zijn aangewezen. Er wordt 12.000 m2 bebouwd. Voor de 45 zorgplaatsen aan de Statenlaan was voor 7.000 m2 bebouwing gepland. Als men deze 7.000 m2 in het centrumplan van Drunen zou passen, dan zou men niet veel appartementen gaan verliezen. De fractie wil het college meegeven nog eens te kijken of dit mogelijk is. De voorzitter geeft aan, dat het meer is dan alleen de vierkante meters. Hij verwijst zoal naar de hele zorgfilosofie, de garantie van een zorgfinancier, de aard van de voorzieningen, de financiën e.d. Wethouder Van den Hoven geeft aan met betrekking tot de parkeerproblematiek dat er in het noordwest kwadrant parkeerplaatsen komen te liggen met verbindingen naar de overkant, het zuidwest kwadrant, waar openbare parkeerplaatsen komen. Daar ligt het alternatief. De risico’s waar de heer Kamps over sprak, zullen vooral ontstaan als men start met het bouwproject, als de huizen in aanbouw zijn en de infrastructuur wordt aangelegd. Dan kunnen er extra kosten gemaakt worden. Men probeert dit in de exploitatieovereenkomst zo goed mogelijk af te dekken. Juist in die exploitatieovereenkomst is een passage opgenomen risico’s met hogere bedragen goed af te dichten. Ten aanzien van de opmerking van de heer Van Mierlo met


18

betrekking tot artikelen 8.2 en 8.3 geeft hij aan dat een gemiddelde verkoopprijs is gegeven, omdat de woningen nogal variëren qua ligging. Voor de horeca en de winkels ligt het helemaal vast. Dit is sec een vaste prijs per vierkante meter. Op de calculaties inzake artikel 8.3 daar heeft men globaal zicht op. Met betrekking tot artikel 9.2 geeft hij aan dat de gemeente ook conform de wet bij elk bouwplan toezicht moet houden en moet gaan kijken of er ook conform de bouwvergunning wordt gebouwd. Die kosten worden gedekt uit de leges. Wat betreft inzage in de calculaties zegt hij toe daar op gepaste wijze aandacht aan te besteden. 10

De heer Van Helvoort merkt op dat de heer Van Bokhoven hier een alternatief wil aandragen als oplossing voor de Jacobushof. Dit wordt raadsbreed weggehoond en van tafel geveegd. De fractie moet iedere strohalm aangrijpen om over dit onderwerp te praten. Het wordt als een taboe beschouwd. Hij vindt dit een slechte zaak. De voorzitter geeft aan dat men wel mogelijkheden heeft om op zaken in te gaan door vragen te stellen. Hij verwijst ook naar de hierna te behandelen motie. Er bestaan dus verschillende mogelijkheden om deze kwestie aan de orde te stellen. De voorzitter sluit de consultatieronde hiermee af. 20

De opmerkingen en opvattingen van de diverse fracties worden meegenomen en het college zal daarna een besluit nemen. De voorzitter geeft aan dat er twee moties zijn ingediend door de heer Van Mierlo. Motie I handelt over de verhuisplannen van de Jacobushof en is ondertekend door Keerpunt, Heusden Eén en Groen Links. De voorzitter leest de tekst van de motie voor. Deze is verwoord in bijlage I.

30

40

50

De vergadering wordt gedurende tien minuten geschorst. De heer Molegraaf merkt op dat de verhuisplannen van Jacobushof in de gemeente veel stof heeft doen opwaaien. Het is een moeilijk geval om mensen die al behoorlijk oud zijn toch nog een keer te moeten laten verhuizen. De partijen in deze zijn de bewoners van de Jacobushof, de ouderengroep in de Jacobushof die de mensen vertegenwoordigt, de Woonveste en de directie. De gemeente is hier zijdelings bij betrokken. De voorliggende motie draagt het college op te kijken naar alternatieven die daadwerkelijk uitvoerbaar zijn. Dit dient te worden opgedragen aan de stichting Woonveste en de directie van Jacobushof. De heer Van Helvoort doet naar zijn mening hier aan volksverlakkerij door mensen hier iets voor te spiegelen wat naar alle waarschijnlijkheid niet haalbaar is. De raad zit hier om gezamenlijk voor die mensen het beste te zoeken. Dat moet men doen met overleg. Aan dat overleg heeft het in een aantal situaties ontbroken. Ook in de commissie ABZ is gevraagd goed te communiceren met de bewoners, met de huisartsen en de zorginstellingen. Hij vraagt wat de gemeente verder kan betekenen. Men moet deze mensen geen worst voorhouden, die men waarschijnlijk weer terug moet trekken. Op dit moment kan Gemeentebelangen de motie niet steunen. Dit is een opdracht aan het college, terwijl deze thuis hoort bij de directie van Jacobushof en de stichting Woonveste. De heer Van Bokhoven geeft aan dat Heusden Eén op 1 augustus jl. een open brief aan het college heeft geschreven met een duidelijk verzoek met alle betrokken partijen om de tafel te gaan zitten om naar een betere oplossing te zoeken. Op 17 september heeft men een antwoord op deze brief gekregen. Het is een antwoord waarvan Heusden Eén niet weet wat ze ermee aan moet. Het enige wat Heusden Eén doet is het college verzoeken met betrokken partijen naar een eventueel betere oplossing te kijken. Het college is de gemakkelijkste partij om die partijen op te


19

10

20

30

roepen, omdat ze minder partij in deze zaak is. Hij vindt het jammer dat de coalitie hier een politiek spel van maakt over de rug van de ouderen. De heer Van Mierlo merkt op niet aan de oprechtheid van de woorden van de heer Molegraaf te twijfelen, alleen heeft hij een verkeerde interpretatie van wat een gemeentelijke of provinciale overheid voor zeggenschap heeft. Dat bestaat niet alleen maar uit het uitvoeren van wetten. Men heeft ook de ruimte daar waar andere overheden zaken laten liggen deze op te pakken. Als gemeente moet men daar ook aan mee willen werken. Zij moet een stuk grond ter beschikking willen stellen en meedenken over tijdelijke alternatieven en zij kan versneld vergunnen. Daarin kan de gemeente een rol vervullen. De gemeente heeft hoe dan ook het hoogste gezag en kan een uitnodigende rol hebben voor betrokkenen. Daar vraagt de motie naar. Men vraagt alleen de hulp in te roepen van een paar deskundigen en naar hun mening te vragen of een en ander zo onomkeerbaar is zoals het college zich heeft laten overtuigen door de directie van Jacobushof. De heer Molegraaf zegt het te waarderen dat er met de bewoners van Jacobushof wordt meegeleefd, maar de motie had op dat vlak niet gehoeven. Er ligt meer dan voldoende aanleiding in de discussie voor het college om die stappen te ondernemen. De fractie heeft aangegeven initiatieven van de ouderen zelf en vanuit de bezoekers te zullen steunen. Dit kan ook zonder motie en de discussie geeft in ieder geval voldoende aanleiding. De heer Aerts geeft aan de hele zaak van nabij te hebben meegemaakt als ook de emoties van de bewoners. De mensen hadden zich erbij neergelegd en er was een zekere rust ontstaan. Echter door de acties van Heusden Eén is er hoop gewekt, met name bij de families van de bewoners. Door dit soort populisme wordt de mensen een hoop verdriet en ellende aangedaan. Het is een zaak van de woningstichting, de directie van het bejaardentehuis en het bestuur. De heer Van Bokhoven verwijst naar de notulen van de stuurgroep die ingestemd heeft met de verhuizing van Jacobushof naar Kaatsheuvel, waarin ook ambtelijke medewerkers waren vertegenwoordigd. De gemeente was wel degelijk op de hoogte van de gang van zaken. De fracties van Gemeentebelangen, het CDA, DDE2002, VVD en DMP stemmen tegen de motie. De meerderheid van de raad stemt tegen, waarmee de motie is verworpen.

40

50

Motie II handelt over HTR en is ondertekend door de fracties van Keerpunt, Groen Links en Heusden Eén. De voorzitter leest de tekst van de motie voor. Deze is verwoord in bijlage II. De heer Van Mierlo geeft aan dat op 19 februari 2002 door de meerderheid positief is gereageerd op het initiatief van wethouder Klijs HTR in te passen in het kader van het mediabeleid. De wethouder zegde toe dat dit mediabeleid voor de zomer van 2002 klaar zou zijn. In een brief heeft het college gezegd dat hen een kader ontbreekt en zij de initiatieven van de raad afwachten, dan wel wachten tot de begrotingsbehandeling. Gelet op het noodsignaal duurt dat te lang en hij dient deze motie in om het college een kader te verschaffen of te vragen op zijn minst een voorschot te geven om de eerste nood te ledigen. De heef Molegraaf vraagt of aan de orde is € 16.000,00 en of de raad daar een invulling aan moet geven zoals in het raadsvoorstel over € 8.000,00 en € 8.000,00, of dat men nu spreekt over het tekort van € 18.000,00 zoals in de brief van HTR is aangegeven. De heer Van Mierlo geeft aan dat men hier nu spreekt over de eerste nood zijnde € 8.000,00 plus € 8.000,00.


20

De heer Levink merkt op dat men in de commissie unaniem van mening was dat het een onvoldragen stuk was en de € 8.000,00 plus € 8.000,00 niet onderbouwd was. Door HTR dient zichtbaar gemaakt te worden wat nu de hoogste nood is, desnoods dat met een extern financiële deskundige die hoge nood wordt opgelost totdat uiteindelijk besluitvorming daarover heeft plaatsgevonden. Mevrouw Van den Dungen geeft aan van de wethouder te willen weten of het eventueel kan doorgaan dat men € 16.000,00 aan HTR als voorschot geeft. 10

20

30

Wethouder Van Spaandonk merkt op nu niet in te zullen gaan op het toetsingskader lokale omroepen. Aan de orde is de motie. Het is niet zo dat het toetsingskader lokale omroepen is teruggetrokken, dat is een conclusie die men neerschrijft in de motie. HTR heeft met name in de jaren waarin geen subsidie is verstrekt, 1999, 2000 en 2001, een exploitatietekort opgelopen. Daarnaast speelt de subsidieaanvraag 2002. Op 19 januari 2002 heeft de raad beslist het verzoek van HTR van 30 september 2001 af te wijzen en de HTR conform de bijliggende conceptbrief te berichten. Het verzoek voor HTR was om in de loop van dit jaar nogmaals te toetsen aan het dan ontwikkelde mediabeleid. De toezegging van het vorige college is geweest en er is getracht in overleg met de afdeling communicatie een mediabeleid te ontwikkelen om het mogelijk te maken voor 2002 subsidie aan HTR te verstrekken. Men zegt nu HTR een voorschot van € 16.000,00 op de subsidie van 2002 te willen verlenen. Volgens de besluitvorming in de jaren 1999, 2000 en 2001 heeft men altijd gezegd lokale omroepen niet te subsidiëren. Indien men nu wil besluiten HTR te ondersteunen, dan zal de raad met betrekking tot de subsidiejaren waarin een exploitatietekort is ontstaan moeten heroverwegen alsnog een bedrag ter beschikking te stellen en daar dekking aan moeten geven. Hij adviseert de raad om het college opdracht te geven na te gaan wat het werkelijke en nadelige exploitatiesaldo van HTR op dit moment is. 2e Termijn De heer Van Mierlo geeft aan dat de motie niet spreekt over subsidie. Het vraagt om een voorschot, omdat men vindt dat HTR een wezenlijke functie vervult in de gemeenschap en wat de gemeente iets waard moet zijn. Met een voorschot geeft men aan dat men nog niets belooft voor de komende jaren, anders dan via het mediabeleid. De vergadering wordt gedurende vijf minuten geschorst.

40

50

De heer Levink merkt op dat er een liquiditeitsprobleem bestaat bij HTR waarvan men de problemen niet helder in kaart heeft. Men kan nu moeilijk praten over hoe hoog die nood is. Het voorstel is dat er gekeken wordt naar wat de liquiditeitsnood van HTR is. Dit moet door een deskundige bekeken worden en op basis daarvan moet een zogenaamd nulpunt worden vastgesteld, van waaruit de toekomstige exploitatie van HTR ook door middel van een financiële prognose in beeld wordt gebracht. Dit betekent dat het verleden wordt afgerekend. De dekking daarvoor is iets wat het CDA graag aan het college over laat. Als het college daar een mandaat van de raad bij zou moeten hebben dan heeft hij de indruk dat er bij maximaal € 15.000,00 voldoende ruimte is om die nood te ledigen. De heer Van Mierlo zegt dat die toetsing er snel moet komen en wel binnen een of twee weken. Hij hoopt dat de coalitie dan ook gewoon met die € 16.000,00 kan instemmen. Wethouder Van Spaandonk vraagt de heer Levink of hij goed heeft begrepen dat hij van het college wil dat zij een nulpunt neerzet. Hoe hoog dat bedrag moet zijn zal men door een deskundige moeten laten vaststellen. Daarnaast, als men dat heeft vastgesteld, blijft de subsidieaanvraag voor 2002 nog gewoon lopen.


21

10

20

De heer Levink geeft aan dat men afrekent tot half september 2002. Het gaat om het lenigen van de liquiditeit. Mevrouw Hooghiemstra stelt voor om een en ander nog eens goed te bekijken, aangezien er nog onduidelijkheden zijn en dit in de commissie niet genoeg is uitgelicht. Er zijn veel vragen blijven liggen en men moet een gewogen oordeel kunnen geven. Haar voorstel is om het terug te nemen en hier nog eens over te praten. De heer Van Mierlo geeft aan de motie aan te vullen om een voorschot te verstrekken tot maximaal € 16.000 ter leniging van de nood tot half september 2002. De voorzitter geeft aan dat er noch bij de raad noch bij het college op voorhand het voornemen is om HTR van het toneel te laten verdwijnen. Vervolgens gaat het om de modaliteiten, die gebaseerd zijn op een betrouwbare overheid, gekoppeld aan de uitspraken die wij in het verleden hebben gedaan, om te zoeken naar een modus om tegemoet te komen aan de problemen van HTR. Men dient de problemen helder in kaart te brengen, omdat er een verschil is ten aanzien van de vraagstelling of er sprake is van een probleem en zo ja hoe groot dat probleem is. Het college moet op korte termijn tot een adequate oplossing komen. Het college zal constructief zoeken, binnen de context van wat zo gezegd is, naar een adequate oplossing en naar een voldoende afhechting daarvan. De opdracht is om te bezien op welke wijze in aanzienlijke mate tegemoet wordt gekomen aan het gevoelen van de raad. De motie wordt ingetrokken en het college zal de opdracht verder uitwerken. 30. Sluiting Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 23:55 uur.

30

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Heusden van 29 oktober 2002. de secretaris,

de voorzitter,

mr. J.T.A.J. van der Ven

drs. H.P.T.M. Willems.


22

van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden, gehouden op 17 september 2002, locatie gemeentehuis te Vlijmen

Recommend Documents