NOTULEN
van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden, gehouden op 21 april 2005 locatie gemeentehuis te Vlijmen.
Voorzitter Griffier
drs. H.P.T.M. Willems A.J. Emmen
Aanwezige leden
•
J.M.A. Aerts J.M.B. van Bers C.A.M. van Bokhoven R. van den Bos C.P.P.M. van den Brandt M. Buijs L.M.P.M. van Dal J.M.C.J.M. van den Dungen B.M. Groen C.A.J. de Hart D.H. van Helvoort W.T.T.M. Herman C.G.C. Knuvers J.J.G. Levink A.A.G. van Mierlo Mw. A.T.E. Muskens-de Bont C.M.M. Musters J. Nieuwkerk W.D. Schipper Ir. M.A.G.L. van den Thillart Drs. P.C.M. Verboven Mw. A.M. Verheij-Verreijt
lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid
Afwezig:
Drs. J.J. de Bonth W.M. Dijkstra Mw. J.C.G.M. Hooghiemstra-Luijs Mr. J.H.C. Kamps Mw. A.J. van Ruremonde-van der Lee
lid lid lid lid lid
Aanwezige wethouders:
drs. P.R. Groenestein Ing. A.P.M. van den Hoven J.P.M. Klijs T.M. de Laat E.W.H.M. van Spaandonk
Verslag:
Mw. A.M.H. Verploegen
1. Opening. De voorzitter opent de extra raadsvergadering om 20.00 uur met het ambtsgebed en heet ieder van harte welkom.
Notulen raadsvergadering van 21 april 2005
1
2. Spreekrecht. De voorzitter deelt mede dat er geen gebruikgemaakt wordt van het spreekrecht. 10
3. Trekking voor stemmingsnummer. De voorzitter trekt het stemmingsnummer 7. Dat betekent dat bij een eventuele stemming begonnen wordt bij de heer W.T.T.M. Herman. 4. Vaststelling van de agenda. De agenda wordt vastgesteld.
20
5. Bespreking van de resultaten van het onderzoek naar de feitelijke gang van zaken en naar het (bestuurlijk) handelen m.b.t. de (eventuele) verplaatsing van het landbouw-mechanisatiebedrijf Van Hulten te Nieuwkuijk Eerste termijn
30
40
50
60
De heer Van Dal zegt het volgende: Voorzitter, Op 29 maart jl hebben wij als raad van Bureau Integriteit Nederlandse Gemeente het onderzoeksrapport van Van Hulten gekregen. In uw inleiding gaf u aan dat het rapport zojuist uit de auto kwam en dat het nog niemand had gezien dus ook de wethouders niet, voor eenieder was het nieuw. “We zijn benieuwd, laten we maar snel beginnen” waren uw woorden.. Met grote verbazing lazen we de volgende dag in het Brabants Dagblad dat Hr Willems op 2e paasdag het rapport al in zijn bezit had en helemaal had doorgelezen en er een fout had uitgehaald. Dus toch anders dan werd verteld, Zo nieuw was het dus niet! Wij gaan er van uit dat U aangeeft welke fout er in het rapport stond. Tijdens de presentatie van het rapport kregen wij het gevoel van hier klopt iets niet Belangrijke stukken die relevant zijn voor de uitkomst van dit rapport waren niet te vinden. Belangrijke gesprekken waren niet genotuleerd, en het meest ongeloofwaardige van de presentatie was dat ervoor dit rapport een belangrijke medewerker van de Provincie onvindbaar bleek te zijn. (Peter R. de Vries had hier wellicht uitkomst kunnen bieden) Voorzitter dit zijn allerlei zaken waarom wij de geloofwaardigheid van dit rapport sterk in twijfel trekken. Deze ondernemer is zoals wij in het rapport kunnen lezen van 1996 tot medio 2004 overstelpt met rapporten, adviezen,brieven en verklaringen vanuit het gemeenthuis. Ook heeft hij tal van gesprekken gevoerd met bestuurders en ambtenaren. Hij heeft vele commissie- en raadvergaderingen bezocht waarin de meerderheid van die vergaderingen steeds positief gestemd was vestiging van zijn bedrijf aan de Wolput. Ook heeft hij op het Provinciehuis gespreken gevoerd met de gedeputeerde waarvan hij hoopvol gestemd vandaan kwam. Uit alle correspondentie blijkt dat de gemeente steeds alle risico bij de ondernemer neerlegde en op het moment dat het voor van Hulten mis dreigde te lopen wast de heren bestuurders hun handen in onschuld en werd weer om het hardst geroepen dat deze misser bij het normale ondernemersrisico hoorde. Heusden EEN gaat er nog steeds van uit dat wij hier met een goedwillende ondernemer te maken hebben die probeert zijn bedrijf vanuit het centrum van Nieuwkuijk te verplaatsen, ook in het belang van de gemeente en zijn inwoners. Het zou goed zijn om van nu af verder te gaan met de brief van 11 mei 2001 waarin een duidelijk signaal vanuit de gemeente kwam hoe het zou kunnen om dit bedrijf te verplaatsen. Het was een duidelijk signaal aan het gemeentebestuur om alle registers open te trekken. En ook blijkt uit het onderzoek dat het College heel goed wist hoe dat zou moeten: Het aanpassen van de structuurvisie. Ook de Provincie geeft dat meerdere malen aan.
Notulen raadsvergadering van 21 april 2005
2
10
20
30
40
50
60
Wij vragen ons dan ook af; is er daadwerkelijk wel de intentie geweest om alle registers open te trekken en al het mogelijke gedaan om tot een verplaatsing naar het Lob te komen ? Waarom is er niet verder gegaan met de aanpassing van de structuurvisie plus? Nogmaals ook de Provincie heeft meerdere malen aangegeven dat wij eerst maar eens de plannen op orde moesten hebben en als wij het lob een andere bestemming wilde geven wij daarvoor een herziening van deze visie moesten geven. Vele malen hebben raad en commissie deze boodschap ook aangegeven. Het College heeft daar onvoldoende aandacht aan gegeven en dit is een zeer grote gemiste kans met grote gevolgen voor onze inwoners. Als je op blz. 42 leest Waarbij door ambtenaren en bestuurders het volgende wordt gedacht; Ik citeer; “Wie doet een investering tot een dergelijk bedrag op de loutere mededeling van een wethouder, zonder daarvan bevestiging te vragen? Maar wat nog opvallender is in deze zaak is dat de Rabobank aan Van Hulten f. 2.100.000,-- uitleent zonder enige vorm van zekerheid te krijgen. Een partijgenoot van de wethouder werkt bij de Rabobank. Men heeft hier dan ook de indruk dat deze zaak een beetje “stinkt” en dat de betrokken partijen hun speculatiewinst zien verdwijnen. Voorzitter er zijn bestuurders en/of ambtenaren in deze passage die de indruk hebben dat deze zaak een beetje stinkt.” Wij vinden dit ver ondermaats en het tekent de mentaliteit van diegene wie hier mee bedoeld worden. De Rabobank doet al haar zaken weloverwogen en zeer deskundig. En iedereen weet welke functie ik bij de Rabobank vervul, des temeer dat ik er hele grote moeite mee heb dat er ambtenaren en wethouders de gedachte leeft dat ik met deze zaak van doen heb. Dit is moetwillig mensen en bedrijven beschadigen zonder enige onderbouwing. Dit is grove achterklap en dat bedreven door bestuurders en ambtenaren van onze gemeente. Wat immers ook blijkt uit het onderzoek hoe de financiering wel geregeld is. Het geeft dan ook absoluut geen pas dat wethouder Klijs op de HTR nogmaals deze achterklap belicht. Schande en een bestuurder onwaardig. Als met deze zelfde achterdocht steeds aan deze zaak is gewerkt dan zetten wij hier hele grote vraagtekens bij. Voor van Hulten moet er door de gemeente een oplossing worden gevonden. Met hem is steeds gesold. Steeds heeft hij gedaan wat de gemeente hem gevraagd heeft! En moet dat zo aflopen? Het gaat hier over de geloofwaardigheid van het gemeenbestuur als gesprekspartner en wij vinden het triest dat Van Hulten zou moeten komen in de rij van trieste ervaringsgenoten zoals, Lammers, Kuijs, Tauchs, enz. Ik wacht de reactie van de coalitie af, zij bepalen immers hoelang er nog worden gesold met de belangen van onze inwoners. Tot zover in eerste instantie. De heer Van Mierlo vindt het rapport onvolledig. De aanleiding voor het rapport is een verzoek van de raad om de zaak rond Van Hulten aan de orde te stellen, met name de planvorming. Uitgedaagd na een interpellatie in de raad van februari 2004 heeft de heer Van Mierlo een zwartboek toegezegd. In het zwartboek staat gedetailleerd met onderbouwing, met verwijzing naar stukken, met citaten, het hoe en waarom van wat er fout is gegaan. Primair gaat het over de bestuurlijke integriteit t.a.v. de manier waarop plannen gemaakt worden of liever gezegd, niet gemaakt zijn. Het zwartboek staat niet eens vermeld in dit rapport. De opdracht van de raad is zeer uitvoerig. De griffier heeft dit uitstekend samengevat. De griffier heeft een ordening aangebracht van een achttal punten. Dit staat ook niet vermeld in het rapport. Het rapport verwijst naar een vertrouwelijke brief, waarin de opdrachtgeving staat vernoemd, en waarin vermeld wordt dat er in de raad over gediscussieerd is. De opdracht staat niet expliciet in het rapport, en de opdracht is niet gevolgd. Er is niet gevraagd naar de rol van wethouder Klijs. Het moet gaan over de rollen van alle betrokkenen inclusief van Hulten, de raadsleden, de burgemeester en het college. Er is gevraagd daar een analyse van te maken. Er is gevraagd om daar zonodig een uitspraak over te doen. Dat is echter niet gebeurd. Ineens is er een conclusie t.a.v. Wethouder Klijs zonder onderbouwing. Er is niet ingegaan op een vraag die door meerdere fracties is ingebracht namelijk, hoe het mogelijk is dat een tankstation daar wel mocht komen van de provincie, en Van Hulten niet, terwijl zij dezelfde urgentiegraad hadden. Beiden moesten weg op de plek waar ze zaten. Beiden waren in een proces verwikkeld. De heer Van Mierlo
Notulen raadsvergadering van 21 april 2005
3
10
20
30
40
50
60
wordt niet genoemd in het rapport. Het gaat niet over Van Mierlo, maar over de handelwijze van het college t.a.v. de ruimtelijke ordening. Hoe met de planning is omgegaan staat niet vermeld in het rapport. De opstellers zijn registeraccountants, geen planologen. Het bureau heeft in zijn toelichting gezegd zich beperkt hebben tot feiten en analyses, en de conclusie laten zij over aan de gemeenteraad. Toch geven zij hun mening over een aantal zaken zonder onderbouwing. De heer Van Mierlo vindt dit onjuist en ongemotiveerd. Daarom vindt hij het rapport niet af. Het rapport zou € 80.000,-- kosten. De meerderheid van de raad had daar moeite mee. Het bureau kon voor de helft van dit bedrag een rapport opstellen. Dit is het resultaat. Dan krijgt de raad ook maar een half rapport gepresenteerd. De heer Van Mierlo vindt dat er iets geleerd is van het rapport. Het rapport zegt dat beide partijen gelijk hebben. Eén deel zegt dat het niet was toegestaan van de provincie, een ander deel zegt wanneer er eerder integrale planvorming was geweest dan had dat kansen geboden. Zo’n uitspraak moet geaccepteerd worden. Een jaar voor de verkiezingen heeft het weinig zin om te claimen dat het bureau het rapport moet afmaken. Ze moeten wel ingaan op de besluiten van de raad t.a.v. de opdrachtgeving. De juiste stukken moet erbij gehaald worden. De kritiek moet ter harte worden genomen. De planvorming was niet op orde, of had anders gekund. De zaak Van Hulten moet worden opgelost. Het duurt bij de provincie nog een paar jaren voordat er een ander plan komt. Er zijn twee oplossingen mogelijk. Of de Wolput of een packagedeal, en dan alle zaken erbij betrekken. Er valt de gemeente best wel iets te verwijten, en via die packagedeal moet een oplossing worden gevonden. De volgende keer moet er een onderzoekscommissie komen. Een onderzoekscommissie die in het openbaar conform het dualisme rekenschap en verantwoording af kan leggen over wat ze wel of niet ter discussie stelt en wel of niet als opdracht heeft gekregen. De heer Verboven zegt dat deze zaak al liep voordat hij raadslid is geworden. Hij heeft met verbazing de afgelopen jaren geluisterd naar de verwikkelingen rondom deze zaak. Zijn idee over de vestiging is niet gewijzigd. De heer Verboven volgt de structuurvisie+. Menselijkerwijs kan hij het begrijpen dat de heer Van Hulten gedacht heeft dat hij zich kon vestigen in de Wolput. Juridisch is het goed dichtgetimmerd. In dit stadium is het belangrijk om soepeler om te gaan met de packagedeal. De gemeente hoeft niet te zeggen dat zij schuldig is. Uit alle stukken etc. blijkt dat de heer Van Hulten schade heeft geleden. De heer Verboven had liever gehad dat een raadscommissie dit onderzoek had gedaan. Hij vindt het tekenend voor de tegenstellingen die zich opstapelen in de raad, dat niemand voorstander is een onderzoekscommissie uit de raad in te stellen. Hier moet van geleerd worden dat voorkomen beter is dan genezen. Wanneer er goede bestemmingsplannen zijn, wanneer de structuurvisie+ goed is herzien, dan kunnen dit soort problemen niet ontstaan, althans minder. Het lijkt een gevecht van ondernemers tegen bestemmingsplannen, procedures, die allemaal nodig zijn omdat de plannen niet klaar zijn. Er zijn geen heldere herzieningen. Er is zo’n grote achterstand, dat men met jaren werk zit opgezadeld. Er zijn, zoals nu, rapporten nodig om er nog uit te komen. De heer Verboven vindt dat verschrikkelijk. Wanneer de gemeente op orde is, zou men 90% van het werk niet hoeven te doen. Hij gaat niet in op het rapport. Wanneer een jurist en een socioloog het rapport bekijken, komt er nog meer uit. Maar dat helpt allemaal niet. De gemeente moet actie ondernemen naar de heer Van Hulten toe. De heer Van Bers vindt dat in het rapport bevestigd wordt wat zijn fractie al wist. Van beide kanten is er ongelukkig gehandeld. Van de mondelinge toelichting van de gemeente destijds aan de heer Van Hulten is er iets verkeerd begrepen door de heer Van Hulten. De boodschap en het besluit waren duidelijk. Het meest opvallend hierin is dat de heer Van Hulten de brief die hier bij hoorde niet heeft gekregen. De brief, die bij het onderzoeksrapport bij bijlage 4 zit, is niet verzonden. Dat is logisch, want wanneer een besluit mondeling wordt overgebracht, wordt de brief ter plaatse overhandigd. Zijn fractie denkt dat de brief nooit is verstrekt. De brief zat ook niet bij het dossier dat de gemeente van de heer Van Hulten heeft gekregen. Vanaf dat moment wordt het er voor de heer Van Hulten niet duidelijker op. Het ongelukkige moment voor de heer Van Hulten is de aankoop van Wolput 96. De brief van 9 mei 2001 blinkt niet uit van duidelijkheid. De zinsnede “het planologisch traject zal eerst gestart worden nadat overeenstemming is bereikt over de te sluiten grondtransactie” is niet gelukkig, maar geeft allerminst aan dat er sprake moet zijn van een koopovereenkomst. Maar wie koopt er nu voor zo’n bedrag op basis van een dergelijke brief die grond. Zijn fractie kan zich moeilijk voorstellen dat een dergelijk besluit alleen op basis van een brief door een ervaren zakenman als van Hulten is genomen. Mocht dit wel zo zijn, dan is dit een groot zakelijk risico geweest dat Van Hulten zelf bewust heeft genomen. Zijn fractie onderschrijft de samenvattende bevindingen van de onderzoekers zoals die op bladzijde 15 en 16 in het rapport staan vermeld en ervaren dit niet als verrassend. N.a.v. dit onderzoeksrapport is er in de opstelling niets veranderd. De packagedeal moet er komen. Van Hulten moet uiteindelijk een plaats krijgen op het Hoog. Het zou goed zijn voor Van Hulten en voor de
Notulen raadsvergadering van 21 april 2005
4
10
20
30
40
50
60
gemeente. Maar niet ten koste van alles en niet tot elke prijs. Duidelijk dient te worden gesteld dat op dit moment nog een bodemprocedure loopt die een rechterlijke uitspraak over deze zaak dient te geven. Graag wacht hij de uitspraak in deze bodemprocedure af voordat zijn fractie een uitspraak doet over de financiële kant van de packagedeal. Verder stelt de heer Van Bers de wijze van handelen van de heer Van Mierlo aan de orde. In het interview met HTR van twee weken geleden had de heer Van Mierlo een bijzondere opvatting over het feit dat hij als raadslid een voorbeeldfunctie heeft. Hoe hij tot die conclusie gekomen is weet hij niet, maar zijn letterlijke woorden zijn: “Ja, maar daar heb ik wat meer moeite mee, want omdat je een vertegenwoordiger bent, ben je een doorsnede van de maatschappij, dus je vertegenwoordigt ook mensen die niet het voorbeeld geven”. Kennelijk haalt de heer Van Mierlo uit deze stelling de legimiteit om ongenuanceerd zaken te zeggen en mensen zoals Wethouder Klijs vals te beschuldigen. In het betreffende interview met HTR zegt de heer Van Mierlo dat Wethouder Klijs intimidaties zou hebben gedaan: “dat zijn alleen maar woordkeuzes. Heeft hij geïntimideerd, getraineerd en verkeerde informatie gegeven, je mag er al mijn uitspraken tot en met internet op nakijken, dat komt van zijn eigen fractie die dat in de vraagstelling voor de opdrachtgeving heeft ingebracht.” Op 19 februari 2004 leest de heer Van Bers op de website van de heer Van Mierlo: “Wethouder Klijs heeft een dubbele tong. Meer en meer blijkt dat hij geen middel uit de weg is gegaan om het mechanisatiebedrijf Van Hulten te belemmeren zich op de Wolput te vestigen zoals: procedures ophouden of rekken, het bedrijf intimideren door te voorspellen dat de provincie nooit instemt, suggereren dat het college in het verleden geen verwachtingen heeft gewekt, maar mogelijk wel een ex-wethouder, geen ruimte bieden voor materiële genoegdoening voor gewekte verwachtingen door de gemeente”. Dit komt niet van de fractie van Wethouder Klijs. De heer Van Mierlo heeft dit zelf gezegd. Gezien zijn uitspraken over zijn voorbeeldfunctie heeft het er alle schijn van dat de heer Van Mierlo zich af en toe niet bewust is van de dingen die hij zegt of schrijft. En daar mag men best omzichtig mee omgaan. Want daar kan men mensen mee beschadigen. Tenzij men dat bewust doet, maar dat is al helemaal verwerpelijk. Ook in het persbericht van Keerpunt PvdA&D’66 van 19 februari 2004 wordt nog eens bevestigd dat wel degelijk door de fractie in de persoon van de heer Van Mierlo wordt gesteld dat Wethouder Klijs een dubbele tong zou hebben, dat hij procedures zou ophouden of rekken, dat hij het betrokken bedrijf zou intimideren. Hoezo komt dat van de fractie van Wethouder Klijs? Niet dus. Overigens stelt de heer Van Mierlo in dezelfde weblog van 19 februari 2004 dat wanneer Wethouder Klijs het er niet mee eens is, dat hij dan hoort op te stappen, voordat de raad hem daar een handje bij helpt. Misschien wordt het tijd dat de heer Van Mierlo zelf opstapt voordat hij echt niet meer weet wat hij zegt of schrijft. DDE2002 is van mening dat het voor het imago van de Heusdens politiek niet goed is als de raad nog lang en veel over deze materie blijft doorzeuren. Er is genoeg gemeenschapsgeld verspild. Laat de raad vooruit kijken en er naar streven dat de packagedeal er komt. Maar zoals eerder gesteld niet ten koste van alles en niet tot elke prijs. En pas nadat er een uitspraak van de rechter is in de bodemprocedure. De heer De Hart zegt dat in de raadsvergadering van 6 april 2004, als gevolg van mededelingen van Wethouder Klijs omtrent het provinciale standpunt in de kwestie Van Hulten, heel veel commotie ontstaat. De heer Van Mierlo kondigt een initiatiefvoorstel aan, waarbij zijn fractie een motie van afkeuring zal indienen aan het adres van de wethouder. Hij licht toe waarom hij allerlei uitlatingen in de pers heeft gedaan. Voor Wethouder Klijs is dit aanleiding de raad voor te stellen een onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar het bestuurlijk reilen en zeilen in de zaak Van Hulten. Bij overtuigend bewijs van de aantijgingen van de heer Van Mierlo zal hij opstappen. Hij stelt daar tegenover dat als blijkt dat het niet waar is, de heer Van Mierlo dan zelf opstapt. Na uitvoerige discussies in de raad ontstaat uiteindelijk in de raad van 6 juli 2004 de opdrachtformulering voor het onderzoeksrapport, waarover vandaag gediscussieerd wordt. DMP steunt dit onderzoek om een einde te maken aan de steeds weer terugkerende verwijten en aantijgingen aan het adres van voorgaandeen huidige collegeleden en afzonderlijke wethouders. Het onderzoekstijdvak van 1997 tot heden kan in drie perioden worden verdeeld. De periode 1997 tot augustus 2000. De periode augustus 2000 tot 11 september 2001. En de periode 11 september 2001 tot heden. Kenmerkend is dat zowel de eerste als de derde periode het beeld geeft dat verplaatsing van Van Hulten naar de Wolputlob niet haalbaar zou zijn. Toegespitst wordt op de tweede periode. Nagenoeg deze hele periode is de heer Groen verantwoordelijk wethouder geweest. Wat speelt zich hier af. Op 15 augustus 2000 besluit B&W niet in te stemmen met vestiging op de Wolput 96 van het bedrijf Van Hulten. Het college besluit dat verantwoordelijk Wethouder Groen dit besluit mondeling zal overbrengen. Hij wil graag weten waarom op deze wijze uitvoering moest worden gegeven aan dit besluit. Tevens wil hij weten waarom de brief waarin het besluit stond niet is overhandigd, maar ook
Notulen raadsvergadering van 21 april 2005
5
10
20
30
40
50
60
niet is verzonden. Wie heeft daartoe besloten? Wie was daar verantwoordelijk voor? Dat is niet terug te vinden. Hij vindt dat zeer opmerkelijk. Dan komt er plotseling een omslag in het tot dan toe ingenomen standpunt. Op 12 oktober 2000 wordt in het college overwogen of een ontwikkeling van kleinschalige bedrijven in de lob toch mogelijk is. De directe aanleiding hiervoor is uit het rapport niet duidelijk. Op 9 mei 2001 wordt aan de heer Van Hulten bericht dat er onder voorwaarde gestart zal worden met het planologische traject. Wat hier precies onder moet worden verstaan is niet duidelijk. Het is een groot vraagstuk wie of wat Van Hulten heeft doen besluiten tot onvoorwaardelijke koop en levering van de grond. Op 5 september 2001 wordt opdracht gegeven tot opstelling van een bekabelingsplan. Op 11 september 2001 (de heer Groenestein is dan verantwoordelijk wethouder) maakt de provincie duidelijk dat zij voorstander is van een open geledingszone in de zuidoostlob. Wethouder Groenestein meldt dit op 25 september 2001 aan het college. In de ambtelijke notitie voor de collegevergadering van 2 oktober 2001 staat o.a. vermeld dat van Hulten Wolput 96 heeft aangekocht op advies van de vorige portefeuillehouder. De heer De Hart neemt aan dat hier de heer Groen mee bedoeld wordt. Ook in een collegevoorstel van 9 april 2002 wordt verwezen naar een aankoop op advies van een bestuurder. Nadere aanduiding vindt niet plaats. Zowel voormalig Wethouder Groen als ambtenaar Brandts verklaren niet tegen Van Hulten te hebben gezegd dat hij de grond zeker moest kopen. Wat in de verklaring van de heer Groen opvalt is dat hij zegt eind april 2001 te hebben moeten aftreden. Echter uit de besluitenlijsten van B&W blijkt dat hij nog tot en met 22 mei 2001 aan het collegeberaad heeft deelgenomen. Ook ten tijde van het besluit van 9 mei 2001. Met de bewuste brief die voor de heer Van Hulten directe aanleiding is geweest de grond definitief te kopen. Vanaf 13 december 2001 blijkt voortdurend dat de provincie geen bereidheid geeft tot verplaatsing naar de Wolput. De door Van Hulten ingebrachte stelling dat B&W en de betrokken ambtenaren hem verzekerden dat alles toelaatbaar was, is door de rechtbank als niet nader onderbouwd bestempeld. M.b.t. de onvoorwaardelijke aankoop van de grond in juni 2001 trekt de heer De Hart de conclusie dat die risicovol was. Planologische haalbaarheid was volstrekt onduidelijk. Gezien de onduidelijkheden en tegenstrijdigheden in de hiervoor genoemde twee perioden, kan de heer De Hart niet anders dan de volgende conclusie trekken. Hoe vervelend het ook is voor de heer Van Hulten, hij is steeds van mening geweest dat hij gehandeld heeft op basis van toezeggingen. Er rest nog één mogelijkheid en dat is namelijk de bodemprocedure voortzetten. M.b.t. de packagedeal is de heer De Hart van mening dat het college zich uitermate positief heeft opgesteld ten gunste van de heer Van Hulten. Er is reeds meer geboden en toegezegd dan normaliter het geval is. Wat hem betreft zijn de grenzen opgezocht. In de conclusie van het onderzoek inzake de aantijgingen van de heer Van Mierlo aan Wethouder Klijs kan hij zich vinden. Dat de heer Van Mierlo dit in de uitzending van HTR ontkend heeft is absoluut onbegrijpelijk. Wij citeren teksten uit de weblog van 19 februari 2004 van de heer Van Mierlo: “Wethouder Klijs heeft een dubbele tong. Hij belemmert Van Hulten zich op de Wolput te vestigen door procedures op te houden, te rekken, het bedrijf te intimideren door te voorspellen dat de provincie nooit zal instemmen, door de raad voor de gek te houden en informatie bewust niet tijdig af te geven”. In het Brabants Dagblad worden eveneens woorden gebruikt als liegen, intimideren en traineren. Het zwartboek van de heer Van Mierlo (alleen al de afschuwelijke benaming), de perspublicatie, de krantenartikelen en diverse opmerkingen hebben geleid tot veel politieke onrust. Nodeloze verspilling van veel tijd, energie en veel gemeenschapsgelden. Het zou van moed getuigen als de heer Van Mierlo hier zijn consequenties aan verbindt. Opstappen zal hij niet doen, maar op zijn minst zijn excuses aanbieden aan Wethouder Klijs is nodig. Voor DMP is de zaak behoudens de afwikkeling van Van Hulten einde verhaal. Er moet niet nodeloos nog meer geld en tijd verspild worden aan deze zaak. Hij heeft wel nog graag een antwoord op zijn vragen. De heer Van den Bos citeert: “Het onderzoek had het karakter van een beleidsanalyse en niet van een persoonsgebonden onderzoek”. Er zijn nu al zoveel namen gevallen, die een eventuele “zwarte piet” zouden zijn. Dat de uitkomst van het onderzoek niet in overeenstemming is met een onderzoek dat door een individueel raadslid is gedaan, kan teleurstellend zijn. Dat men daaruit de conclusie trekt dat de kwaliteit van het rapport onvoldoende is, dat gaat te ver. Het rapport is onder de maat gezien de opdracht. Maar dan hadden de opstellers van het rapport er vanavond moeten zijn, en had men aanvullende vragen kunnen stellen. Daar is niet voor gekozen. Voor data verwijst de heer Van den Bos naar de bijlagen van het rapport. Er moet gepraat worden over de vraag hoe men verder moet. Er zijn twee vragen. Hoe moet het verder met Van Hulten. Hoe moet men verder met de organisatie. Het is een feit dat een aantal dossiers iedere keer vertraging oplopen en niet de behandeling krijgen die ze verdienen. Op die manier zou de raad tegen de problematiek aan moeten kijken. Hoe kan dit in de toekomst voorkomen worden? In het rapport staat dat de gemeente qua bestemmingsplannen kwalitatief niet op orde is geweest. Problemen moeten worden aangepakt. Hij wordt er niet wijzer van dat er wordt gewezen naar Wethouder Klijs en ex-wethouder Groenestein en de heer Groen.
Notulen raadsvergadering van 21 april 2005
6
Men moet zakelijk in gesprek gaan met de heer Van Hulten, de packagedeal afsluiten. De bereidheid van beide partijen moet er zijn. Men moet tot een oplossing komen. De organisatie is op een aantal onderdelen ‘ziek’. Er zijn al een aantal verbeteringen, maar nog niet genoeg. Daar moet de tijd en energie in gestoken worden om dit soort dossiers te voorkomen. Dat moet de les zijn die hieruit geleerd kan worden.
10
20
30
40
50
60
De heer Aerts is geschrokken van wat er vanavond is gezegd. Populistische uitspraken, achterklap, mensen beschadigen, over een coalitie die zijn gang gaat. Hij behoudt zijn integriteit. Hij schaamt zich voor de uitspraken van de heer Van Dal en dat hij deel uitmaakt van de coalitie in deze gemeenteraad. Onder het oog van de camera moet de heer Van Dal niet over hypotheken praten. 11 September 2001 is een cruciale datum. Men moet niet wijzen naar mensen. Al die jaren is geprobeerd om Van Hulten een plaats te geven op een plek die hij wil. Uiteindelijk werd het steeds moeilijker. De gemeente is verblind geweest en heeft te lang doorgezet. Gemeentebelangen heeft de verbinding gelegd tussen het tankstation Kuijs en Van Hulten. Het werd hem duidelijk dat het over een andere zaak gaat. Het tankstation kan men niet vestigen op een industrieterrein. Een mechanisatiebedrijf wel. Gemeentebelangen heeft de packagedeal voorgesteld. De opstellers van het rapport vinden dat zij een goed rapport hebben geschreven. Dat moet als basis worden genomen. Men moet in alle redelijkheid met elkaar discussiëren en niet verder gaan zoals nu. De heer Musters is tevreden over het onderzoeksrapport. Onderzoekers hebben conform de opdracht van de raad van 6 juli een duidelijk chronologisch feitenoverzicht geproduceerd waarin de rol van diverse betrokken partijen naar voren komt. De letterlijke volgorde van de vragen zijn niet in het rapport gehanteerd. Maar het rapport geeft wel voldoende antwoord op de vragen. De hoofdlijnen zijn duidelijk in beeld gebracht. Achtereenvolgende colleges hebben tot augustus 2000 een duidelijke beleidslijn gehanteerd. De gemeente verleent geen medewerking aan vestiging op de Wolput. Met het collegebesluit van 15 augustus wordt dat opnieuw bevestigd. Het is opvallend dat het besluit door ex-Wethouder Groen mondeling moet worden overgebracht. De brief is nooit verzonden. Op 12 oktober 2000 deelt het college aan de heer Van Hulten mede dat in afwijking van eerdere besluiten thans wordt overwogen of een ontwikkeling van kleinschalige bedrijven in die hoek haalbaar is. Ruim een maand later koopt Van Hulten de grond aan de Wolput met de ontbindende voorwaarde. Vervolgens schrijft het college op 9 mei 2001 een brief die naar zijn mening onduidelijk is. Men spreekt over te sluiten grondtransacties. Deze brief had in deze vorm nooit verzonden mogen worden. Van Hulten reageert op 28 mei op de brief. Het college reageert hier niet op. Veertien dagen later koopt de heer Van Hulten de grond aan de Wolput, maar dan zonder ontbindende voorwaarde. Cruciaal is de vraag of Van Hulten uit de brief van 9 mei redelijkerwijs kon afleiden dat hij een bouwvergunning aan de Wolput zou kunnen krijgen. De onderzoekers constateerden van niet. Ook de rechtbank heeft geconcludeerd dat die brief niet gelezen kan of mag worden als een advies om de grond te kopen. In het overleg met de provincie blijkt al snel dat bouwplannen van Van Hulten niet als kleinschalig mogen worden beschouwd. Op 11 september 2001 constateert de provincie in een overleg dat de plannen van Van Hulten veel te grootschalig zijn en niet passen in het bestaande agrarische bouwvlak. In april 2002 bevestigt de provincie dat nogmaals in een overleg: ‘”geen haalbare optie ongeacht de onderliggende visie”. Dit standpunt heeft de provincie nog steeds. Het college heeft in oktober 2000 te lichtzinnig de vaste beleidslijn van geen vestiging aan de Wolput losgelaten. De brief van 9 mei was veel te onduidelijk en had stelliger geformuleerd moeten zijn. Maar er kan niet vastgesteld worden dat er toezeggingen aan de heer Van Hulten zijn gedaan. De aankoop op de Wolput was erg risicovol. De conclusie omtrent Wethouder Klijs is duidelijk. Het was wel degelijk een taak voor de onderzoekscommissie om daar een antwoord op te geven. De heer Van Mierlo heeft wel degelijk beschuldigingen over Wethouder Klijs gedaan. Het college lag voortdurend onder vuur. Hij herhaalt de citaten niet weer. Wel een citaat uit het zwartboek. In het zwartboek wordt verwezen op 29 april 2004 naar het feit dat er een foutieve tekening naar de provincie werd gestuurd. Hij citeert: “Gelet op het grote belang kan men zich niet aan de indruk onttrekken dat hier bewust gehandeld is”. Keerpunt is met haar kritiek veel te ver gegaan. De kritiek heeft Wethouder Klijs ten onrechte beschadigd. Hij betreurt dat zeer. Het heeft veel gemeenschapsgeld gekost. Keerpunt heeft naar de bevolking iets uit te leggen. De besluitvorming van de gemeente was niet altijd even consistent. Een ZPP opstarten die in strijd is met de eigen structuurvisie en in strijd met het streekplan is niet handig. De onderhandelingen met de heer Van Hulten over een packagedeal liggen sinds oktober 2004 stil. De onderhandelingen moeten snel weer worden hervat. Vestiging van het bedrijf aan de Wolput is niet meer aan de orde.
Notulen raadsvergadering van 21 april 2005
7
De heer Nieuwkerk vindt dat het getuigt van politieke moed dat Wethouder Klijs politieke consequenties zou trekken wanneer het rapport negatief zou uitvallen. Hij vindt dat de heer Van Mierlo nu moet zeggen dat hij de dingen niet zo had moeten zeggen in de media. En hij moet zijn excuses aan Wethouder Klijs aanbieden. Hij verwerpt de handelwijze van de heer Van Mierlo in deze. De conclusies van het onderzoek zijn helder. Er moet een oplossing worden gezocht. Maar het kan niet zo zijn dat de gemeente € 600.000,-- moet betalen. Dat is het verschil nu. De houding van de heer Van Mierlo steekt hem het meest. Hij vindt het jammer van het gemeenschapsgeld wat het allemaal heeft gekost. 10 De voorzitter stelt een schorsing voor van 10 minuten. De voorzitter heropent de vergadering om 21.30 uur. De heer Knuvers heeft wegens fysiek ongemak de vergadering verlaten.
20
30
De heer Buijs zegt dat hem opvalt dat er vele raadsleden hebben gezegd dat er onduidelijkheden in het rapport zitten. Wanneer men de structuurvisie volgt is men consequent. Wanneer men jaren nalaat om dingen te veranderen, te verbeteren en aan te passen aan de tijd en hierin consequent blijft, brengt men vele mensen in de problemen. Er is vaak in de commissie gezegd dat er verbetering moet komen, dat de bestemmingsplannen aangepast moeten worden, dat de structuurvisie gewijzigd moet worden. Zij hebben geen gehoor gekregen. Hij hoopt dat deze zaak aanleiding is om de komende vergadering daar wel verandering in aan te brengen en te proberen op weg te gaan naar het maken van betere plannen, nieuwe plannen, aangepaste plannen waarmee de mensen in deze gemeente vooruit kunnen. De meeste partijen streven naar een oplossing voor de heer Van Hulten. Hij is het daar mee eens. Van Hulten moet op een juiste manier naar het Hoog. Tweede termijn De heer Van Mierlo zegt dat de verantwoordelijkheid rondom Van Hulten altijd bij het college heeft gelegen. De wethouder is niet verantwoordelijk. Hij laat zich niet afrekenen over termen die een plaats en een tijd kennen. Hij verontschuldigt zich dan ook niet. Als personen zich geraakt voelen door beschuldigingen toentertijd dan betreurt hij dat en vindt hij dat spijtig. Het gaat hem er om dat de gemeente Heusden achterloopt in de planvorming. Dat levert dit soort problemen op. De plannen en de packagedeal moeten worden gemaakt. De heer Van Bers had al in een eerdere vergadering moeten zeggen en wil nu zeggen dat de packagedeal er niet tot elke prijs moet komen. Er moet wel snel een oplossing komen. Er is eerder een schema gemaakt over de plannen die gemaakt moeten worden. Hij is daar tot nu toe tevreden over.
40
De heer Van den Bos vindt dat de packagedeal nog geen inhoud heeft. Uiteindelijk zal de raad de packagedeal moeten goedkeuren. Hij stelt voor dat een petit comité met de wethouder aan de slag gaat om de packagedeal voor te bereiden. Men is gezamenlijk verantwoordelijk. Gezocht moet worden met de wethouder naar een creatieve oplossing. De heer Musters is teleurgesteld over de reactie van de heer Van Mierlo. Zijn termen in persberichten zijn veel te ver gegaan. Hij is het niet eens met de heer Van den Bos om als raad te gaan onderhandelen. Het college is belast met de uitvoering van de besluiten. Men moet niet gaan onderhandelen met een blanco cheque.
50
60
De heer Nieuwkerk betreurt het ook dat de heer Van Mierlo geen afstand neemt van zijn uitlatingen. M.b.t. de packagedeal moet worden ingezet om Van Hulten op het Hoog te krijgen. Wethouder Klijs voelt zich enigszins opgelaten bij deze discussie, want het gaat veel over zijn persoon. Hij voelde zich destijds gedwongen om het voorstel tot een onderzoek te doen, omdat hij het gevoel had en heeft dat er in zijn richting afgerekend moest worden. Hij had gehoopt dat er meer inzicht zou zijn n.a.v. de stukken die gepresenteerd zijn. Hij is geschrokken van de ontkenningen ondanks dat ze in de pers staan. Hij had ook gehoopt dat men verder zou komen dan dit incident. Hij hoopt dat eens in de tien jaar alle bestemmingsplannen worden herzien. Er wordt te veel gezeurd dat de gemeente Heusden bestemmingsplannen heeft uit 1964 in de verschillende kernen, soms nog ouder. En dat men nu net doet alsof men dat al lang had moeten inhalen.
Notulen raadsvergadering van 21 april 2005
8
De heer Buijs interrumpeert dat het de taak van de raad is om hier verandering in aan te brengen. Een jaar geleden heeft Wethouder Klijs in de commissie gezegd dat hij hier niet aan begint. Hij heeft toen geantwoord dat men het te druk heeft met ZPP’s, en niet de capaciteit heeft.
10
Wethouder Klijs is het hier niet mee eens. De raad heeft een planning vastgesteld. Zijn streven is zo snel mogelijk bij te zijn met de bestemmingsplannen. Hij vindt het misplaatst in de kwestie Van Hulten te grijpen naar de planvorming. Er is nooit door de raad vastgesteld dat eerst een structuurvisie moet worden gewijzigd alvorens aan de individuele planvorming Van Hulten toe te komen. Ondanks dat Wethouder Klijs het de raad vaak heeft voorgehouden. De heer Groen stelt een schorsing voor. Hij vindt dat Wethouder Klijs er op een persoonlijke manier mee omgaat. Het gaat nu om een packagedeal voor de heer Van Hulten. Wethouder Klijs zal nu stoppen met zijn betoog. Hij vindt het jammer dat de discussie over de bestemmingsplannen over de rug van Van Hulten gevoerd wordt.
20
De heer Van den Bos zegt dat hij enkel een reactie van Gemeentebelangen heeft gehad als antwoord op zijn vraag om een petit comité op te richten. De heer Van den Bos wil graag dat er verder wordt gegaan. Van Hulten is een specifieke casus. Dit dossier vraagt een speciale behandeling. De heer Groen steunt het voorstel van de heer Van den Bos. Wethouder Klijs is in gesprek met de heer Van Hulten over de packagedeal. Er zitten twee portefeuillehouders op deze zaak en ze zijn zelf goed in staat om te onderhandelen binnen de randvoorwaarden van een meerderheid van de raad. Men moet niet vooruitlopen op wat wellicht in een andere procedure nog moet blijken.
30
De heer Buijs vindt dat het voorstel van de heer Van den Bos in stemming moet worden gebracht. De heer Van Bers is het hier niet mee eens. Het is een taak van het college om de packagedeal af te sluiten. De heer Nieuwkerk sluit bij de heer Van Bers aan. Onderhandelingen doet het college. Het is een motie van wantrouwen naar het college toe als daar een speciaal petit comité uit de raad voor wordt gevormd.
40
De heer Musters sluit zich bij de heren Van Bers en Nieuwkerk aan. Men moet niet op de stoel van het college gaan zitten. De heer Van Mierlo zegt dat hier geen budget voor is. Het college zal met een voorstel van een packagedeal altijd terug in de raad komen. Met het dossier Lammers is men er ook uitgekomen. Hij ondersteunt het voorstel om te proberen er samen met de raad uit te komen. De voorzitter is van mening dat het college de kans moet krijgen om zijn werk te doen m.b.t. de packagedeal. Tevens maakt het college een voorstel over afspraken hoe gecommuniceerd gaat worden met de raad en hoe de raad betrokken wordt in dit traject.
50
De heer Van den Bos begrijpt dat hij sommige leden van de raad overvalt met zijn voorstel. Hij kan zich vinden in het voorstel van de voorzitter dat het college een voorstel maakt over afspraken hoe het college gaat communiceren met de raad en hoe de raad betrokken wordt in dit traject. De voorzitter constateert dat de bijdragen erg verschillend zijn geweest. De politieke- en de persoonlijke betrokkenheid hebben door elkaar heen gelopen. Hij heeft daar begrip voor. Hij hoopt dat de conclusies uit het rapport ook breder getrokken gaan worden. 6. Sluiting.
60
De voorzitter sluit de vergadering om 22.10 uur.
Notulen raadsvergadering van 21 april 2005
9
De vergadering wordt afgesloten met het sluitingsgebed. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Heusden van 24 mei 2005, de griffier,
de voorzitter,
A.J. Emmen
drs. H.P.T.M. Willems
10
Notulen raadsvergadering van 21 april 2005
10