OPENBARE VERGADERING van de raad der gemeente Alblasserdam op donderdag 6 februari 2008 des namiddags om 19.30 uur in het raadhuis Aanwezig de leden: mevrouw M.J.H. Barra-Leenheer (PvdA), mevrouw P.M. Wennekes (PvdA), de heer R. van Lavieren (PvdA), de heer J.J.G. Lok (PvdA), de heer L. Verwoert (PvdA), de heer O. Yilmaz (PvdA), mevrouw L. Sundquest-van Solingen (CDA), de heer A.C.C.M. Ruikes (CDA), de heer Th. de Gelder (CDA), de heer J.H. Wesselius (CDA), de heer mr. A. Boele (SGP), de heer dr.ir. H. Boersma (SGP), de heer drs. P.J. Verheij RA (SGP), de heer F.C. de Gier (VVD), mevrouw C.E.J. Leeuwis (VVD), de heer A.J. Zwaan (ChristenUnie) en de heer A.G. Clements (ChristenUnie); Afwezig:
de heer A.L. Cardon (wethouder, PvdA);
Wethouder:
de heer J.M. Dekker (VVD) en de heer S.J. Veerman (CDA);
Griffier:
de heer J.J. ’t Lam;
Voorzitter:
mevrouw L.M. Huizer;
Voorzitter: Goedenavond, dames en heren. We zijn er allemaal. Het is nog net geen half 8, maar om nou elkaar aan te blijven zitten kijken tot het half 8 is, vind ik ook wat overdreven. Ik heet u allen van harte welkom op deze eerste raadsvergadering van 2008. Ik hoop dat het een vruchtbaar jaar mag zijn en misschien, mag ik dat erbij zeggen, met wat minder turbulentie dan het afgelopen jaar. Het is de eerste raadsvergadering van dit nieuwe jaar, dus ik zou u willen vragen om op te staan, zodat we als gebruikelijk is deze eerste vergadering met gebed kunnen beginnen. AGENDAPUNT 1 – Ambtsgebed -------------------------------------------Almachtige God, wij danken u dat u ons allen gespaard hebt en hier wilt samenbrengen om de belangen van de gemeente te behartigen. Wij bidden U om Uw zegen bij het volbrengen van de werkzaamheden die ons in het komende jaar zijn opgelegd. Schenk ons wijsheid en voorzichtigheid en doe onze beraadslagingen strekken tot Uw eer en tot bevordering van de ware belangen van deze gemeente. Dat vragen wij van u om Christus’ wil. Amen. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 2 - Spreekrecht burgers -----------------------------------------------------Aanwezige burgers kunnen het woord voeren over op de agenda voorkomende onderwerpen. Per spreker is maximaal vijf minuten beschikbaar en in totaal duurt dit punt hooguit 30 minuten. Het spreekrecht is van toepassing op de onderwerpen vanaf punt 6, tenzij • het een besluit betreft waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan; • het een benoeming, keuze, voordracht of aanbeveling van personen betreft; • er een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
2 Wij hebben voor het spreekrecht één inspreker, die zich heeft aangemeld. Ik geef graag het woord aan de heer Pardo, en het gaat over agendapunt 7. Gaat uw gang. De heer Pardo: Dank u wel. Mijn naam is inderdaad Ramon Pardo. Ik ben bewoner van de Alblasserwerf, een nieuwe bewoner sinds twee jaar, dus ik ben één van de eerste bewoners van de nieuwbouw aan de Alblasserwerf. Tijdens de commissievergadering heb ik inhoudelijk commentaar gegeven op het voorstel dat destijds voorlag. Dat voorstel is inmiddels aangepast door B&W en ook hiér ben ik inhoudelijk, afgelopen maandag stond het op de site, ben ik er inhoudelijk doorheen gegaan en heb ik gekeken van: hoever is het nu, komt dit nou tegemoet aan de wensen van de bewoners in de wijk? En dan spreek ik met name over de bewoners aan de Kade, nieuwbouw, en aan het Rietgorspad, nieuwbouw. Eigenlijk heb ik in het nieuwe voorstel op de cruciale punten, die wij als bewoners hebben neergelegd, weinig verandering kunnen vinden. Ik wil mijn inhoudelijke punten nog heel even kort samenvatten, ik heb dat al voor de commissie gedaan, maar in ieder geval nog even puntsgewijs te zeggen wat die inhoudelijke punten precies geweest zijn. Punt 1. Als bewoners zijn we bij de aankoop van onze woningen uitgegaan van die beeldkwaliteittoets, ja, dus om een beeld te krijgen van onze toekomstige wijk zijn we daar ook als één van de documenten, die hier de raad gepasseerd hebben, zijn wij daarvan uitgegaan, en in principe bepaalt dat voor een groot gedeelte ons woongenot en de waarde uiteindelijk ook van onze woning. In het aangepaste plan, en dat heeft de wethouder dus ook toegelicht tijdens de commissie, zegt hij: ”er komt een beperkt aantal woningen bíj, voor ons concrete blok”, en dan praat ik over het blok dat ingesloten wordt door dijk, Kade en Rietgorspad, betekent het een toename van 22 naar 30 woningen. We vinden dat een aanzienlijke verdichting van het aantal woningen op ons blok en wij vinden dat we daar een aanmerkelijk lager woongenot aan ervaren, dus. Het tweede punt dat ik in de commissievergadering ook naar voren heb gebracht, dat ging om het aantal parkeerplekken. De wethouder heeft nu in ieder geval in het aangepaste stuk wel een specificering van die parkeernorm neergelegd. Hij is daar echter, vind ik, niet vollédig in, want daarvoor geldt en dan wijs ik even naar het stuk zelf, hij noemt daar inderdaad een parkeernorm van 1.6 en 1.7 voor bepaalde typen woningen. Het betreft hier ook de bouw van twee-onder-éénkapwoningen en naar míjn weten geldt daar volgens het plan een parkeernorm van 1.9 voor. Dus denk ik ook dat dat in dat stuk geïntegreerd zou moeten worden. De toéname van het aantal woningen, van een kleinere soort woningen, betekent volgens ons ook dat daarmee de behoefte aan parkeerplekken dus inderdaad groter wordt en ook dát is een afname van ons woongenot. Het derde punt dat ik in de commissievergadering heb ingebracht, betrof het punt van private belangen van de huidige bewoners. De wethouder heeft daarvan gezegd: “ik wil daar niet in treden, dat is iets tussen de bewoners en tussen de projectontwikkelaar”. Ik wil daarbij nog wel één opmerking maken en ik heb dat ook tijdens de commissievergadering gezegd: het betreft uiteindelijk een betwisting van het mandelig gebied, het middengebied. De nieuwe bouwplannen die ingeleverd gaan worden, hebben ook betrekking op het verkopen van parkeerplekken in éigendom aan de nieuwe bewoners van de dijk en dat betreft dus dírect ons eigendom. Ik vraag me af of een gemeente, ik heb dat juridisch niet nagevraagd, ik vraag dat wel aan de wethouder, om daar enige toelichting op te geven, ik vraag me af of een gemeente ook toetst als zij een bouwaanvraag krijgt, of de betreffende grond ook daadwerkelijk volledig eigendom is van degene die de bouwaanvraag índient. Als dat bestaat, dan vraag ik in ieder geval van B&W, of in ieder geval van de wethouder, om die toets net zo goed als hij de bouwaanvraag aan de parkeernorm wil toetsen, óók te toetsen of het eigendom van de grond waarop gebouwd gaat worden inderdaad volledig in eigendom is van de ……. Tot zover mijn toelichting even op de drie punten die wij hebben. Dus wij hebben aanvankelijk …. we willen dan ook van de gemeenteraad vrágen om t.a.v. dit voorliggende plan, bij de originele beeldkwaliteittoets te blijven en dus niét in te stemmen met de gevraagde wijziging. Tot zover. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Pardo. Verder hebben zich geen mensen aangemeld. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 3 – Aanwijzing door het lot van het lid, dat het eerst aan de beurt van stemmen is -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
3
Wij moeten even kijken wie bij hoofdelijke stemming als eerste zijn stem mag uitbrengen. Nr. 15, dat is de heer De Gelder. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 4 – Actualiteiten ------------------------------------------Ik heb begrepen dat de heer Verwoert wat wilde zeggen. De heer Verwoert: Ja, even een kort verslag van mijn gezondheid tot dusverre. Ik ben momenteel herstellende van een stoma-operatie. Dat gaat geleidelijk aan steeds beter, vandaar dat ik vanavond ook hier ben. Met ingang van volgende week woensdag word ik 25 werkdagen lang bestraald en krijg ik 25 werkdagen lang chemo. Of ik dan ook hier kan blijven komen, dat zal ik moeten afwachten. Ik wil in ieder geval iedereen bedanken voor hun belangstelling. Het was echt hartverwarmend, de belangstelling die ik van jullie heb gekregen. Dank daarvoor. Voorzitter: Dank je wel en heel veel sterkte namens ons allen. Mijnheer Ruikes. De heer Ruikes: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Een actualiteit is volgens mij iets wat de laatste 48 uur gebeurd is, heb ik een keer vastgesteld, en ik heb afgelopen maandag een mail gehad, volgens mij de heer Boele ook, zag ik in de aanhef, van een mijnheer die woont op de Dam 57a, misschien is hij u bekend, ene mijnheer Jan Vlot van een reclamestudio, met een hele stapel foto’s erbij over alle vernielingen en toestanden, die hij meemaakt als de jeugd in het weekend de horeca daar verlaat, en ik denk dat er wel 25 foto’s of meer bij zaten. Hij heeft nu ook al in 2008, zaterdagochtend 2 februari, zijn eerste vernieling meegemaakt. Dat is een soort hartenkreet van: kan daar wat aan gedaan worden? Nou denk ik dat dat vooral op úw terrein ligt, in het kader van de openbare orde en veiligheid. Dus ik wilde u die mail maar overhandigen en ik hoop dat u daar iets ….. Voorzitter: Ik heb hem óók. De heer Ruikes: U heeft hem ook, fijn. Voorzitter: En de foto’s heb ik er óók bij, dus … misschien één korte opmerking: we komen er binnenkort toch op terug. Er is aandacht voor, we kénnen het probleem. Het is heel lastig om daar precies aan te wijzen van welke horeca enz. het komt, maar wij zijn heel ver, ook met de horeca-ondernemers, met het project voor SUS-wachten. Ik heb dat al een keer aan u verteld, waarbij je voorkomt, doordat er mensen rondlopen, dat dit soort dingen kunnen gebeuren. Ik hoop in februari met de horeca verder …, want we hebben het er al over gehad, verdere afspraken te maken. We hopen dat we maart, april met in ieder geval een pilot voor een half jaar zouden kunnen starten en dat is eigenlijk het enige. De politie weet het ook, dus er is op zich wel meer toezicht, maar …… De heer Ruikes: Het gebeurt altijd als de politie net weg is. Voorzitter: Ja, dat is vaak zo, en dat is het voordeel van dat toezicht van de SUS-wachten. Verder niets over de actualiteit. Voorzitter stelt aan de orde:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
4 AGENDAPUNT 5 – Vaststelling notulen openbare vergadering dd. 6 december 2008 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Ieder akkoord. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 6 – Investeringssubsidie scoutinggroep Alblasserdam (Raad 2008/004) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouder S.J. Veerman Ik kijk even wie er wat van wil zeggen. Mevrouw Leeuwis, de heer Zwaan, de heer Verheij, de heer De Gelder en de heer Lok. Mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis: Dank u wel, voorzitter. Dit punt stond natuurlijk niet op de agenda vanwege de inhoud, want we vonden allemaal dat we € 30.000,-- konden bijdragen om andere subsidies los te peuteren, want het gaat uiteindelijk om € 280.000,--. We vonden het ook allemaal heel fijn, dat Park Huis te Kinderdijk verder opgeknapt kon worden, dus we missen eigenlijk het Comité de Groene Long, maar goed, het zijn openbare notulen zo meteen, want de gemeente neemt het groen natuurlijk wel degelijk serieus en het paste ook nog binnen onze eigen doelstelling wat betreft jeugd. Het gaat hier natuurlijk ook nog om actieve en zeer goedwillende jeugd, dus nou ja, als we de inhoud leidend laten zijn, konden we daar volgens mij allemaal mee instemmen, en wat overbleef, was: hoe gaan we dat betalen? Wat óns betreft kan het príma uit het potje Onvoorzien. De wethouder heeft daar in de commissie heel duidelijk uitleg over gegeven, het was nog niet bekend toen de begroting eruit ging, althans niét precies hoevéél, wèl dat er iets in de lucht hing, maar niet hoevéél, hoe het nou precies zou lopen en welk besluit erover genomen ging worden en wíj vinden het eigenlijk wel zo transparant om dan incidentele kosten op déze manier, onvoorzien, het kan ook niet wachten, om die uit het potje Onvoorzien te halen. En dat wij dan als raad nog moeten kijken, hè, in de begroting, jaarrekening, enz. hoe groot we die pot Onvoorzien willen maken, dat is een ander verhaal natuurlijk, maar ik denk dat het heel goed is dat we niet gaan schuiven met structurele budgetten uit verschillende programma’s. Dus wat ons betreft kan dit op déze manier door. Voorzitter: Dank u wel. De heer Zwaan. De heer Zwaan: Dank u wel. Wat het eerste deel betreft gaan we mee met de VVD. Wij vinden het ook gewoon een uitstekend initiatief, dáár geen discussie over. Alleen, zoals we ook in de commissie hebben aangegeven, wij zijn het niet eens met het dekkingsvoorstel, zéker ook niet gelet op de discussie die we met vertegenwoordigers van de provincie hebben gehad, waarbij ook ingezet is op budgetbewaking en discipline. Zeker ook, en dan wil ik wat de VVD ook heeft aangegeven, de andere manier uitleggen. Op het moment dat je wéét dat er iets komt, aangegeven is dat een half jaar geleden bekend was, dan hadden we er rekening mee moéten houden. Dus dat betekent voor ons, als het college niét een ander dekkingsvoorstel biédt, op dit moment, wat naar alle waarschijnlijkheid niét gaat gebeuren, maar dat wij dan ook tegen het voorstel zullen stemmen op punten 2. en 3. Voorzitter: Dank u wel. De heer Verheij. De heer Verheij: Ja voorzitter, ik wil inderdaad ook wel beginnen met een compliment aan zowel het college als de scouting, want inhoudelijk is dit echt een heel goed plan, om hier wat aan te doen. Het college bereikt hiermee twee terreinen denk ik, jeugd, inderdaad meer dan 100 jongeren en jeugdigen van onze gemeente die daar hartstikke goed bezig zijn, en op het groengebied. Dus wat dat betreft complimenten. Ook de scouting extra nog eens om zo’n bedrag bij elkaar te krijgen, dat is geen sinecure. Dus fantastisch, inhoudelijk. Qua dekking inderdaad vinden wij het geen goed plan om dat uit Onvoorzien te doen, om twee redenen: 1. het zat al een behoorlijke tijd in de pijplijn, dus we hadden in die zin …. het college wist al dat het eraan kwam en had al een duidelijke keuze kunnen maken.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
5 Dus zo onvoorzien is dit eigenlijk niet en 2. gezien de financiële positie zouden wij het veel verstandiger vinden als alles wat we extra doen, tegelijkertijd de afweging maken: wat doen we dan niet? Want de marges zijn heel smal, extra’s kunnen we ons niet zo veroorloven, en inhoudelijk is dit een fantastisch plan, maar dan zal er ongetwijfeld iets zijn wat mogelijk eerder van de schuif valt, wat dan niét meer even moet gebeuren. Daarnaast is dit plan, inhoudelijk gezien, heel goed te combineren met de doelen van de WMO, dat heeft de scouting zèlf in haar plan voor de nieuwbouw aangegeven. Dus ik vraag me wèl af waarom er niet voor is gekozen uit dié budgetten dit te dekken. Die vraag wil ik nog even stellen. Voorzitter: De heer De Gelder. De heer De Gelder: Dank u wel, mevrouw. Ja, er ligt een plan voor, waar wij van harte mee kunnen instemmen. De verplaatsing van de scouting is een onderdel van een veelomvattend plan om het Park Huis te Kinderdijk op te knappen, en dat is al voor een groot deel gerealiseerd. Eigenlijk is dit nog het laatste onderdeel dat moet gebeuren, dus, zoals ook de andere fracties zeiden: “inhoudelijk ligt hier geen enkel geschilpunt”. Ik constateer dat er geen nieuw voorstel van het college is gekomen. Wij hebben in de commissie al aangegeven dat wat ons betreft een financiering uit de post Onvoorzien géén probleem is. Ik constateer ook dat er geen concrete nieuwe voorstellen van de zijde van de andere partijen komen, geen amendement. Wij kunnen instemmen met het voorstel. De post Onvoorzien is inderdaad bedoeld om onvoorziene uitgaven te doen. Je kan de discussie voeren van: is dit nu wel onvoorzien of niet onvoorzien? Een feit is dat het niet is opgenomen in één van de begrotingsonderdelen, die concreet benoemd zijn. Ja, consequentie is wel, dat de post Onvoorzien hiermee gehalveerd is. Nou, dat is een gegeven en ik ga ervan uit dat het college zich daar zelf zeer van bewust is en daar ook op een goede manier mee omgaat. Voorzitter: Dank u wel. De heer Lok. De heer Lok: Mevrouw de voorzitter, de PvdA spreekt haar grote waardering uit voor de inzet van de scouting om de financiering van het nieuwe onderkomen rond te krijgen. Naast het zelf genereren van geld hebben zij ook kans gezien om sponsoren te vinden. Met de nu gevraagde € 30.000,-- van de gemeente stellen zij samen € 210.000,-- zéker. De PvdA gaat dan ook zonder omwegen akkoord met deze subsidie en feliciteren de Louis Wesselsgroep met het behaalde resultaat. Rond de financiering van deze € 30.000,-- uit de post Onvoorzien 2008 het volgende. Er valt in eerste instantie wat voor te zeggen over dit standpunt: haal dit geld uit het betreffende programma. Echter, hiermee schuiven we waarschijnlijk het probleem slechts op naar het einde van het begrotingsjaar, of er moet binnen dit programma hap-snap bezuinigd worden, wat veelal neerkomt op doorschuiven van goede zaken naar het volgende jaar. De PvdA is voorstander van de werkwijze om élke meevaller die zich voordoet, te storten in de algemene middelen en vanuit deze pot, indien vereist èn mogelijk, op het voorstel van het college de post Onvoorzien te voeden. Daarnaast moet er permanent gekeken worden of er geen zinvolle bezuinigingen mogelijk zijn in welk programma dan ook. Nogmaals, de PvdA gaat akkoord met het voorstel. Voorzitter: Dank u wel. Wethouder Veerman. Wethouder Veerman: Dank u wel, voorzitter. Ja, ik ben blij met de instemming van de raad, want het is natuurlijk een fantastisch voorstel, vooral ook omdat de scouting hier heel hard aan gewerkt heeft en hier een paar jaar mee bezig is. De gemeente al drie jaar bezig is om het plan van Park Huis te Kinderdijk op te knappen, en bij gebrek aan baten is dit tot op heden voor een groot deel uitgevoerd, maar nog niet helemaal, met de twee stukjes van de scouting. Ik heb in de commissie al uitgelegd dat voor 2008 niet echt onvoorzien was. We hebben er wel in het college een paar keer over gesproken. Ik ben van 17 tot 20 oktober in Roemenië geweest met de leadergroep, de groep die nu het geld afgelopen week pas beschikbaar heeft gesteld. Afgelopen maandag kregen wij bericht dat het goed was.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
6 We hebben na oktober gezocht binnen de programma’s: kan het ergens op de jeugd, ambulante zorg, op de WMO, roep alles maar wat in het programma van de zorg zit. Wij zijn daar niet uit gekomen. We hebben op 11 december de knoop doorgehakt als college, en gezegd: “wij moeten geld beschikbaar stellen, anders komt het geld van Europa niet”. Het verzoek was eerst rond de € 60.000,--, een kwart ongeveer van de kosten. Het college heeft dat niet kunnen vinden en heeft dat ook niet aan u durven voorstellen, maar die € 30.000,-- leek ons heel redelijk, gelet op alle inhoudelijke argumenten. Procedureel was het op dat moment zéker niet meer mogelijk om dat in de begroting te vinden, van 2007, en wij hebben dan ook gedacht, dat het koninklijke weg was om aan de raad het voorstel te doen, want u beschikt over de financiële middelen, het is úw begroting, en de mensen die gezegd hebben: “dan moet je het ergens anders in het programma vinden”, zouden eigenlijk nog zelf daar misschien een voorzet voor kunnen doen. Wij hebben dat niet kunnen vinden en niet willen doen en wij denken dat de post Onvoorzien, en deze uitgave is onvermijdelijk, is onvoorzien in 2008, en is onuitstelbaar, gelet op de cofinanciering. Vandaar dat wij geen ander voorstel gedaan hebben en ik roep u op om, gelet op de inhoud, dan toch maar node akkoord te gaan en het is, zoals gezegd door de heer Lok, als straks er weer meevallers zouden zijn, dan zal ongetwijfeld de post Onvoorzien worden aangevuld, want anders heeft u in de rest van het jaar weinig aan de post Onvoorzien, maar dat is op dit moment niet te vertellen. Dus wij blijven bij dit voorstel, voorzitter, en ik hoop dat de rest daarmee wil instemmen. Voorzitter: Dank u wel. Nog een tweede termijn? De heer Verheij. TWEEDE TERMIJN De heer Verheij: Ja, alleen de opmerking, laat ik twee dingen zeggen: 1. ik zou de handschoen van de heer Lok wel willen oppakken om permanent bezig te zijn met te kijken naar onze begroting, waar het minder, anders, beter en scherper kan. Nou, het college heeft het gehoord, neem ik aan, dus ik ga ervan uit dat zij dat ook in die zin doén, en 2. dit voorstel inhoudelijk fantastisch. De financieringswijze heb ik uitgelegd, dat die ons niet de goede weg lijkt, dus wij zijn tegen de punten 2. en 3. van dit voorstel. 1. is akkoord. Voorzitter: Helder. De heer Zwaan. De heer Zwaan: Nog een enkele korte opmerking, n.a.v. het antwoord van de wethouder. Eén onderdeel viel me heel erg op, waarbij hij ook aangaf dat het college niet wílde. Nou, ik denk dat wij op dít moment, ín januari, niet willen dat de post Onvoorzien al voor de helft wordt uitgeput, dus vandaar ook blijven wij bij ons eerdere standpunt. Voorzitter: Goed, dan constateer ik dat de héle raad het eens is met punt 1. van het voorstel en dat de meerderheid van de raad, zijnde de drie coalitiepartijen, instemmen met punt 2. en 3. en dat de SGP en ChristenUnie tégen punt 2. en 3. zijn. Waarmee het voorstel is aangenomen. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 7 – Keuze tussen het afwijken of handhaven van onderdelen van de Beeldkwaliteittoets “De Werven” bij bouwaanvraag Dijk- en Havenwoningen (Raad 2008/005A) -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouder J.M. Dekker Voorzitter: Ik wil even inventariseren wie van u daar iets over te melden heeft. De heer Boele, de heer Clements, de heer Lok, de heer De Gier en de heer De Gelder. Akkoord, de heer Boele. De heer Boele: Dank u wel, mevrouw de voorzitter.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
7 Voor mijn fractie zijn bij de beoordeling van dit voorstel twee dingen heel belangrijk geweest. Het gaat om de ontwikkeling van een locatie, die heel prominent is voor onze gemeente, en die ligt langs een belangrijke toegangsweg naar het centrum en van het centrum en die daarom heel beeldbepalend is voor de kwaliteit van de entree van onze gemeente. Dat is, zeg maar, het kader waarbinnen wij dit voorstel hebben geformuleerd. Juist omdat de raad zich van meet af aan bewust geweest is van de ruimtelijke kwaliteit van deze plek, heeft de raad in het verleden, nog helemaal niet zo héél lang geleden, zich in drie belangrijke documenten uitgesproken over de inrichting en de beeldkwaliteit van deze plek. Dat is gebeurd in een Masterplan, ik heb het allemaal zelf meegemaakt, voorzitter. Aanvankelijk waren de ambities buitengemeen hoog gespannen. Dat hebben we in het proces alleen maar gaandeweg neerwaarts bij moeten stellen, helaas. Dat heeft zijn beslag gekregen in een Masterplan. Er is daarna een formeel bestemmingsplan vastgesteld. En als laatste, maar niet het minste, is er een beeldkwaliteitsplan vastgesteld, dóór de raad, na rijp beraad, véél commissievergaderingen, dít is het beeld dat ons als gemeente voor ogen staat voor het Verolmeterrein. En juíst bij dat beeldkwaliteitsplan hebben we heel nadrukkelijk de ambities rondom de kwaliteit van de ruimte met elkaar geformuleerd. Vervolgens,voorzitter, is natúúrlijk onder regie van het college, de ontwikkelaar aan de slag gegaan. Voor de locatie Dijk- Havenwoningen, hebben we uit de stukken begrepen, is aanvankelijk een architect, geheten Molenaar en Van Winden, aan de slag geweest. Die heeft een ontwerp gemaakt, dat, zo begrijpen wij dat uit de stukken, voldoet aan het beeldkwaliteitsplan, maar de ontwikkelaar kwam gaandeweg met de boodschap: dit is niet uitvoerbaar. En toen is een andere architect ingeschakeld door de ontwikkelaar, 4D geheten, en die heeft een stuk geproduceerd, dat de commissie verleden week woensdag behandelde, en dat míjn fractie zou willen kwalificeren als “een buítengewoon arm totaalbeeld”. Een paar dingen om dat te illustreren: er zijn té veel woningen in dat project opgenomen, langs de dijk van 15 naar 21. Dat is meer dan een derde meer. De woningen zijn té hoog. Ik kan me nog lévendig de discussie herinneren in de commissie over wat we nou een acceptabele hoogte van dijk Dijkwoningen zouden vinden, en toen zeiden we uiteindelijk: “dat moet ongeveer één tot anderhalve laag worden”. We krijgen nu een hoogte van goot 6 en nok 10 meter”. Het zijn geen karakteristieke woningen geworden. Dat wordt ook toegegeven in de stukken. Wat wél heel belangrijk was voor het beeldkwaliteitsplan en dat individuele karakter van die woningen, die het een stuk eígenheid zou moeten geven, is vertrokken. Dat brengt, voorzitter, onze fractie tot een vraag: is het college nou ook, want het is in de commissie van verleden week helemaal niet gebleken, in tégendeel zelfs, is het college dan ook met onze fractie van oordeel dat met dit ontwerp, het alternatief voor het handhaven van het kwaliteitsplan, met dít ontwerp wézenlijk, wézenlijk, wordt ingeleverd op de kwaliteitsdoelen die de raad heeft gesteld? M.a.w.: hebben we eigenlijk niet die doelen tevergeefs geformuleerd, als we nu met elkaar op dít ontwerp gaan uitkomen? Dan iets, voorzitter, over de gang van zaken. We hebben een voorstel van het college gekregen, in de vergadering van verleden week woensdag, waarin de raad een keuze werd gelaten. Dat voorstel had een soort ontspannen karakter, want ja, een keuze betekent dat je zowel voor het ene als voor het andere kan kiezen, maar in de bespreking zèlf bleek, dat er eigenlijk geen keuze wás, de gemeente stond met de rug tegen de muur, fel verdedigd, terecht denk ik, door de wethouder van: u moet kiézen voor het aangepaste ontwerp. Dat vonden wij, in het licht van de tekst van het voorstel, een nogal verwonderlijke “move” van het college. Vervolgens kiezen vier van de vijf fracties in de commissie voor een ánder voorstel. Het moet niét zó, zoals het toén is aangeboden. Het college heeft dat ter harte genomen en inderhaast worden alle partijen bij elkaar geroepen, getrommeld, en “onder stoom en kokend water” ligt er nu een aangepast voorstel. We hebben dat zorgvuldig, ondanks de uitermate korte tijd, zorgvuldig geanalyseerd, voorzitter, en wíj moeten een conclusie trekken, maar u kunt dat tégenspreken, dat ook dat aangepaste voorstel niét wezenlijk afwijkt van het voorstel van verleden week woensdag. Er zijn niét mínder woningen, er is géén hoogteaanpassing voor de woningen langs de dijk, er is géén individuele karakteristiek. De dingen waar het écht om zou moeten gaan, zijn in essentie dezelfde gebleven. Voorzitter, mijn fractie vindt, dat de wijze van behandeling van dit stuk, wel onevenredig veel druk op de raad legt. Want wij moeten van ons beléid gaan afwijken en wij hebben de indruk dat déze manier van behandelen van zó’n belangrijke ontwikkeling toch eigenlijk niet kan in zó’n korte tijdsspanne waarin dingen zó snel zich wijzigen. Ik heb begrepen, ik heb het nog niet gelezen, dat zélfs op de tafel van vanavond nog een memorandum van de wethouder over dit voorstel ligt. Ik heb het nog niet kunnen verwerken. Voorzitter, het overwegende argument van het college, om de raad voor te stellen van haar beeldkwaliteitsplan af te stappen, is dat de markt de aanvankelijke ambitie niét opneemt.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
8 En nu is een financieel argument aan de ene kant een overtuigend argument, als het ook kan worden aangetoond. Het kan ook een heel goedkóóp argument zijn. Wij als raad hebben géén informatie hoe het college gekomen is, met de ontwikkelaar, tot die constatering: “het oorspronkelijke voornemen is in de márkt niet te verkopen”. En daarom vragen wij het college op welke manier het college zich een beeld gevormd heeft, dat het écht nódig was om van dat beeldkwaliteitsplan van de raad áf te wijken. En daaraan gekoppeld: heeft het college zich ook íngespannen, voorzitter, in de contacten met de ontwikkelaar tot het uíterste ingespannen, om overeenkómstig de bedoelingen van de raad tot een goed plan te komen. Dan voorzitter, een vraag over de subsidie. Veel verwarring over ontstaan in de commissie van verleden week woensdag. Wij begrijpen nu uit de stukken dat de ontwikkelaar claimt de subsidies, die binnen gaan komen als we dit plan gaan uitvoeren, dat die voor zíjn grondexploitatie zijn. Ik begríjp dan dat dat betekent, dat niet de geméénte, maar de ontwikkelaar, rechten kan laten gelden op die subsidies. De vraag aan het college, voorzitter: is die claim van de ontwikkelaar terecht? En áls die claim terecht is, waarom staat dan in de stukken dat het collége reeds de voorziene subsidies heeft aangewend voor mogelijk ándere projecten. En is het ook zo, voorzitter, dat als de raad nou vanavond besluit om zijn eigen ambities opnieuw los te laten, en het plan van het college te vormen, dat dan die claim van de ontwikkelaar ook écht van tafel is, op een juridisch houdbare wijze niet meer terug kan komen. Dan een vraag over de procedure, voorzitter. Ik zei net al: “ik heb dit stuk nog niet gelezen”, maar ik kan me wel herinneren dat toen wij het beeldkwaliteitsplan vaststelden, dat de ráád een besluit nam, ná omwonenden te hebben gehoord, die hadden een rol in dat proces. Nu is het voorstel van het college om dat kwaliteitsplan los te maken voor deze locatie, onze vraag is: op welke manier heeft het college nou ook met omwonenden rondom deze aanpassing gecommuniceerd? Verleden week woensdag stelden wij vást, dat door de toevallige oplettendheid van een aantal bewóners van de Verolmelocatie, gebleken is dat zíj erachter kwamen, dat dié avond dit voorstel op tafel lag. Ik denk dat als je dit plan nu gaat losmaken, later dit beeldplan, dat ook diezelfde bewoners daar weer een rol in zouden moeten vervullen. Bijna tenslotte, de parkeernorm, ook uitvoerig aan de orde geweest. Het college geeft nu nadere informatie. Behálve de dingen die zojuist van de kant van de publieke tribune aan de orde kwamen, is mijn vraag ook nog: heeft het college nou ook gezién of er ruímte is om het extra aantal parkeerplaatsen, dat nódig is omdat het aantal woningen substantieel verhoogd wordt, of er ruímte is om die extra parkeerplaatsen ook werkelijk aan te leggen? Want dat moet je kunnen vaststellen aan de hand van een goede plattegrond, denk ik. En tenslotte voorzitter, u moet nog eens uitleggen wat nou precies de bedoeling is van de redactie van het voorstel, pagina 1, nummertje b, waar staat dat de raad wordt voorgesteld om kennis te nemen van de uitdrukkelijke wens van het college van B&W om tot en met vaststelling van dit principebesluit géén gebruik te maken van hun wettelijke bevoegdheid om af te wijken van een mogelijk negatief welstandsadvies. Betekent dat nu, dat als de vergadering vanavond geweest is, a contrario even redenerend, dat het college dan wèl gebruik gaat maken van de mogelijkheid om af te wijken van het welstandsadvies? Dat is een redactie …, we hebben daar vanavond besluitvorming over, die mij niet helemaal duidelijk is. Tot zover, voorzitter. Voorzitter: Dank u wel. De heer Clements. De heer Clements: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Na een toch wel uitgebreide behandeling in de commissie, waarbij inderdaad de constatering terecht was, dat er iets moet veranderen in het voorstel van het college, lees ik in het nú voorgestelde stuk, dat het college voorstelt en ik citeer daarbij de heer Dekker uit de commissie, dat de stedenbouwkundige opmerkingen hélderder zullen worden verklaard en de andere kwaliteit van de woningen stedenbouwkundig béter zal worden verdedigd. Ja, dan moet ik denken, volgens mij is dat rond het Europese verdrag of rond de Europese grondwet ook aan de orde geweest, als we het maar beter uítleggen, dan gaan ze wel akkoord. Soms is dat zo, maar ik vraag me af of dat de juiste constatering mócht zijn na de commissie van vorige week. Als ik dan in eerste instantie het stuk doorblader en de bijlagen daarbij, dan staan daar heel veel kleurtjes en wijzigingsvoorstellen en dan lees ik vervolgens en ja, de heer Boele heeft er ook al op gewezen, als ik dan het voorstel onderdeel b. kijk, de keuze waarvoor we gesteld staan, dan staat daar dat we in principe dienen in te stemmen vanavond met de stedenbouwkundige en welstandshalve afwijkingen van het ingediende plan en ja, dan denk ik dat het het plan is zoals de 4Darchitecten dat hebben getekend.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
9 Weliswaar met een kanttekening en dat zou dan de winst zijn van de commissieronde, dat er in ieder geval in overleg met welstand een …. dat daar het college rekening mee houdt en dat advies dat er gaat komen, niet naast zich neer zal leggen. Dan staan we voor een probleem, wat ons betreft. We hebben een plan in het verleden, we hebben hetzélfde plan dat voor ons ligt als in de commissie, met de toezegging dat er nog béter naar gekeken gaat worden. Daarmee geven we eigenlijk een vertrouwen aan het college van: ga aan de slag, als we ermee in zouden stemmen, en nou ja, we zullen er rekening mee houden. Weten wij niét wat er precies ín gaat komen. Dat vinden we een lastig besluit, omdat ja, we hebben niet voor niks in 2004 het huidige plan vastgesteld. De andere kant is, en dat constateren alle aanwezigen tijdens de sessie die u vorige week vrijdag heeft gehouden, onverkort vasthouden aan het plan lijkt, even los van de beantwoording van de vraag die de heer Boele heeft gesteld, géén reële optie op dit moment. Wij hebben toen, in de commissie, al gezegd: “wij staan niet onwelwillend tegenover een aanpassing op het beeldkwaliteitsplan. We vragen ons alleen af, met dit voorstel dat er nú ligt, wat die wijziging op het beeldkwaliteitsplan zal zijn.” Ik constateer dat in het aantal huizen, etc., het idee van twee-onderéén-kap en rijtjes, dat daarmee nog steeds een forse afwijking op het eerdere plan in het voorstel staat. Daar hebben we toch nog wel moeite mee op dit moment. We vragen ons ook af, en dan heb ik wel even snel de notitie die voorlag kunnen lezen, waar we nu mee instemmen, wat gaat er nu in de inspraak komen? Dat is een vraag aan de wethouder, welk geamendeerd plan komt ter inspraak voor de burger? Dan heb ik nog een vraag over het parkeren. Het aantal woningen in het voorstel gaat omhoog en dat is eigenlijk ook de vraag die de heer Boele gesteld heeft, kunnen die parkeerplaatsen wel gevonden worden? Want wat óns betreft is het aantal parkeerplaatsen, zéker in een nieuwbouwwijk, een keiharde norm. Dan wordt er nog gewezen op het bedrag van € 160.000,--, nou, als ik een beetje de markt inschat, ik kan dat natuurlijk niet precies voorspellen wat de v.o.n.-prijs zal zijn, maar mag ik dan constateren dat voor alle huizen de hogere norm geldt, omdat € 160.000,-- voor een nieuwbouwhuis tegenwoordig toch aan de lage kant is. Dan heb ik nog een vraag over de financiële aspecten. Daar staat dat als de Hellingen een beetje succesvol verloopt, dat we voor 1 januari 2010 daar nog meer woningen dan gepland zouden kunnen halen, dus zou dat betekenen dat we méér BLS-subsidie theoretisch zouden kunnen binnenhalen dan we oorspronkelijk hebben beoogd? Ja, dan moet me toch van het hart, ik heb nog even gevraagd naar de tuinen, in de commissie ook, daar heb ik van de week of vandaag, nog antwoord op ontvangen van de wethouder, ja, als ik het oude en het nieuwe plan naast elkaar leg, weliswaar zijn de kavels gelijk, maar 3,85 meter heb ik doorgekregen voor een nieuwbouwwoning, een achtertuin, moeten wij dat met elkaar willen? Zou dat aspect ook nog niet op een bepaalde manier heroverwogen kunnen worden? Ik kom nog even op de inspraak van de burger. Eigenlijk zijn die vragen al door de heer Boele gesteld; ik constateer nog wel dat als we een plan in inspraak brengen, dat dat dús kan betekenen dat we als raad de inspraak van die burger zó serieus nemen dat we alsnog niet akkoord kunnen gaan met het voorstel. Dus dat zou ik ook wel … van dat recht als raad en ook het college, moet zich daar wel van bewust zijn dat we, móchten we zo dadelijk door de wethouder overtuigd kunnen worden, dat dat tóch nog een risico is dat boven de markt hangt. Dank u wel. Voorzitter: Wat mij niet onlogisch lijkt, want anders hebben we geen inspraak nodig, toch? Het is wel eens lástig, dat is wat anders. De heer Lok. De heer Lok: Mevrouw de voorzitter, de PvdA is blij met het voorliggende stuk, waarin een vertaalslag is gemaakt van het commentaar uit de commissie van de afgelopen week. Wij zullen dit stuk in de volgorde van het voorstel behandelen. Op pagina 2 bovenaan geeft u aan dat het college het uit te brengen advies van de welstandscommissie als bíndend zal beschouwen. De PvdA neemt aan, dat hiermee bedoeld wordt dat het advies mogelijk negatiéf is, u met het advies terúg komt naar de commissie, om het daar te bespreken en samen met de commissie en raad tot een vervolgoplossing te komen. Wij nemen dus aan dat het advies voor de raad niét bíndend is. Vraag: klopt dat? We zijn blij dat de in het verleden vastgestelde parkeernorm niét wordt losgelaten. Hiermee komt u tegemoet aan de zorg van de bewoners hierover.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
10 In het voorstel wordt nu ingegaan op wat er al bereikt ís en verwoord in de bijlage “analyse op het plan of beeldkwaliteittoets” wat er nog ter discussie staat. Voor zover wij het kunnen beoordelen, ziet het er goed uit, maar we laten de werkelijke beoordeling over aan de welstandscommissie. Op het eind van pagina 2 gaat u in op de financiële aspecten. Ik citeer: “in gesprekken met de ontwikkelaar is vanuit de gemeente aangegeven dat aanpassingen in het plan bespreekbaar zijn, míts de claim van de ontwikkelaar op de subsidiestromen van de tafel zou zijn. Deze eis is ook bij de ontwikkelaar neergelegd, wij verwachten van de ontwikkelaar een schriftelijke bevestiging van deze afspraak.” Einde citaat. Vraag: is deze schriftelijke bevestiging reeds ontvangen? Voor de PvdA is het afzien van deze claim een eis om akkoord te kunnen gaan met de aanpassingen. Voorts, en ik zag net in het stukje dat ons is uitgereikt, dát het nog terugkomt, maar dat was op het moment dat ik dit samenstelde nog niet bij mij bekend, want we hebben ook nog de belangen die eventueel geschaad kunnen worden van de heer Fiole. De bedrijfswoning met steiger zijn gekoppeld aan deze bouwstroom, in het verleden zijn vele toezeggingen gedaan, zowel door de gemeente als door de ontwikkelaar. Het wordt tijd dat deze problemen worden opgelost. Vraag: kan het college aangeven hoe en wanneer zij deze problematiek denken op te lossen? Dat was het in eerste instantie. Voorzitter: De heer De Gier: De heer De Gier: Dank u, mevrouw de voorzitter. De commissie Grondgebied was best spannend rond dit onderwerp. Er is ook een heleboel ter sprake gekomen en eigenlijk zat iedereen wel op dezelfde lijn van: ga nu kijken hoe we wèl tot een oplossing, waar iedereen zich in kan vinden, zou kunnen komen. Er waren natuurlijk enorm veel vragen en wensen en wij zijn als fractie, in déze fractiesamenstelling, niet zo lang op dit dossier bekend als sommige mensen die hier langer meelopen. Je ziet ook in dit plan, het éérste plan, dat het ambitieus is ingezet. Er zijn héle ambitieuze plannen neergezet. Als je dan wordt geconfronteerd met de stijgingen die genoemd zijn, van 5 tot 10% kostenstijging per jaar, dan kun je natuurlijk een beetje uitrekenen dat, als je een x aantal jaren daarover doet om zover te komen, dat dat financieel wel eens lastig zou kunnen worden. Dat neemt niét weg, dat het een heel mooi plan is. Dat neemt ook niet weg, dat de vragen die door de publieke tribune zijn gesteld, ook terecht zijn. Wat wij wel op prijs stellen, is het feit dat de afspraken die zijn gemaakt in de commissie …, dat het college erin is geslaagd om de toezegging na te komen om de vragen en wensen snel te bespreken en met een reactie te komen. Het is óók goed om te constateren, dat de welstandscommissie met vier van de vijf leden, inclusief de stedenbouwkundige, aanwezig was. De projectontwikkelaar zich snel, waarschijnlijk terecht, en constructief heeft opgesteld. Maar dat daar natuurlijk wel nu een aangepast voorstel ligt, waar best nog wel een hoop vragen op zullen komen, daar komt een hele uitwerking op. Dat komt ook terug, het wordt ook met de omwonenden besproken, dus ja, op zich hebben wij zoiets van: werk dit helemaal uit, bespreek het goed met de omgeving, met de bewoners en aan de andere kant constateren we ook, dat het door de geringe aanpassingen, door de míndere aanpassingen die er gedaan moeten worden, dat we ook wel degelijk een x-aantal starterswoningen bíj gaan komen, want daar práát toch over in de prijscategorie waar we het nú over hebben. Dat is toch een positieve ontwikkeling. We gaan er dan ook vanuit, dat het stukje subsidie netjes opgelost wordt en we gaan er ook vanuit, dat als we praten over parkeernormen en dat soort dingen, dat is toegezegd dat dat getoetst gaat worden en dat dat nageleefd gaat worden, dat dat ook gebeúrt. Dus wat de VVD-fractie betreft kunnen wij instemmen met het vervolg op dit plan. Voorzitter: Dank u wel. De heer De Gelder. De heer de Gelder: Dank u wel, mevrouw. Opnieuw ligt de vraag, de keuzevraag, voor of de kwaliteit van deze wijk in aanbouw, die op een prominente plek in ons dorp is gelegen, neerwaarts moet worden bijgesteld. In 2004 bleek dat het eerste ambitieuze ontwerp van de Alblasserwerf financieel niet haalbaar was. Er kwam een nieuw plan, waarin het aantal te bouwen woningen met maar liefst 25% was verhoogd, nl. van 300 naar 400. De raad heeft daar toén noodgedwongen mee ingestemd. Ik zat zelf niet in de raad, maar ik was búrgerlid, dus ik ben er wel bij betrokken geweest. Maar tegelijkertijd heeft de raad toen ook een aantal harde voorwaarden gesteld t.a.v. de kwaliteit en die voorwaarden zijn vastgelegd in het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan, al genoemd door de heer Boele. Tóch wordt ons nu vanavond wéér gevraagd om een keúze te maken.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
11 Een keuze, nl. handhaven van het plan of opnieuw afwijkingen toestaan. En dan die eerste keuze, handhaven van het plan, de consequenties daarvan zijn niet gering, zo laat het college ons weten. Er is een kans dat de afbouw van de wijk niet doorgaat, en dan blijven we jarenlang met een soort woestijnachtig landschap rond de reeds gebouwde woningen zitten. Er is ook kans dat een reeds ingeboekte en ik hoor zelfs, reeds aangewende subsidie, onze neus voorbij gaat. En ook de afspraken, zo vertelde wethouder Dekker, die we hebben gemaakt in Drechtstedenverband, ja, die komen dan op losse schroeven te staan en daarmee maakt Alblasserdam natuurlijk geen goede sier. Tegen dit, ik zou bijna zeggen “verbale geweld”, staat dan de raad met zijn eisen voor kwaliteit. Ik moet zeggen, voorzitter, het voorstel dat hier vorige week lag, dat ging ons veel te ver. Dat heb ik toen ook gezegd en ik kan u wel zeggen, als dit ongewijzigd voorgelegen had, dan waren wij er niet mee akkoord gegaan, dan hadden we in ieder geval niet de keuze voor optie b. genomen. De opstelling van de commissie heeft er evenwel toe geleid, dat in ieder geval een aantal wijzigingen worden voorgesteld, bijv. de standaardisatie is gelukkig wat verminderd en een ander voorbeeld: er is nu verschil aangebracht tussen dijk- en havenwoningen, en dat is heel belangrijk, want dat bepaalt nog een stukje van de beeldkwaliteit van de dijk aan de ene kant en het havengebied aan de andere kant. Nog niet alles is uitgewerkt en dat kan ook bijna niet in die korte tijd dat ervoor gegeven is. Een voor onze fractie belangrijke randvoorwaarde is wèl dat, en zó lezen wij dat en dat horen wij graag ook van de wethouder of we dat correct lezen, dat het oordeel van de welstandscommissie bíndend is. Met deze aanpassingen kan onze fractie akkoord gaan, om optie b. in procedure te brengen. We begrijpen uit het juist uitgereikte stuk dat we nú nog geen definitief standpunt hoeven in te nemen. Ik zou bijna zeggen: “dat is maar goéd ook, want we hebben veel te weinig tijd gehad om dit goed te beoordelen”. Het wordt ter inzage gelegd, er start een procedure en in het kader van die procedure kan wellicht ook een omissie worden goed gemaakt, nl. dat er nog niet is gesproken met de bewoners van de Haven en ook niet met de bewoners van het Cortgene en die hebben wel degelijk belang bij de wijzigingen die nu worden voorgesteld. Dus naast de bewoners van de nieuwe wijk, waarvan de heer Pardo woordvoerder is, begrijp ik, graag ook de bewoners van Cortgene en Haven uitnodigen. Dus niet alleen maar wachten wat er op een advertentie uit de krant reageert, maar ik zou zeggen: “nodig hen adres voor adres ook uit”. Ja, voorzitter, dat was het wat ons betreft. Voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan wethouder Dekker. Wethouder Dekker: Ja voorzitter, het plan om af te wijken van het huidige beeldkwaliteitsplan, dat geldt voor dijk- en havenwoningen in het plan Verolme, de Werven om het zo ook maar even te noemen. Wat is sinds vorige week gewíjzigd? Dat is misschien ook wel eens goed om aan te geven, want het was natuurlijk héél krap tijd om allerlei zaken zo maar even kant en klaar te maken. Je kan niet allerlei nieuwe ontwerpen hebben, etc. is met ontwikkelaar, welstandsgedelegeerden gesproken, stedenbouwkundige erbij en de gemeente uiteraard, om te kijken van: hoe kunnen we nou met de voorliggende plannen zoveel mogelijk in de búúrt komen van het beeldkwaliteitsplan dat ooit is vastgesteld, in de wetenschap natuurlijk dat dat niet helemaal gaat lukken. Want dan zou je inderdaad net zo goed het oude plan weer uit de kast kunnen nemen en daarmee dóór kunnen gaan. Dat hebben we gepoogd in dit voorstel neer te zetten, van hoe dat nou in z’n werk gaat. Dat betekent in feite dat we de komende wéken nog heel wat overleg zullen moeten hebben, om tot een aanvaardbaar plan te komen. In de bijlage heeft u kunnen zien wat voor zaken overeenstemming hadden en wat voor zaken er bij wijze van spreken nog zouden moeten worden doorgevoerd. Dan ga je met elkaar kijken of je daar twee aanvaardbare plannen kunt maken, zowel voor de dijk- als voor de havenwoningen. Er zijn natuurlijk wel een aantal dingen al bij voorbaat uit gekomen, het CDA zei het net al. Verschil tussen dijk- en havenwoningen, om dat wat beter af te bakenen, inderdaad, en zo zitten er ook nog wel wat méér zaken in. Het voorstel nú is eigenlijk niks anders dan dat u instemt met het afwijken van het beeldkwaliteitsplan, alleen, inderdaad volgens de Wet bestuursrecht moet dat nog zes weken ter inzage liggen. Het oorspronkelijke beeldkwaliteitsplan is ook op zo’n manier tot stánd gekomen. Dus dat betekent dat er gedurende zes weken een ieder zijn kans krijgt om iets over de afwijkingen of de bijstelling van de beeldkwaliteit iets te zeggen. Vervolgens worden al dié inspraakreacties, mochten ze komen, maar ik ga ervan uit dat ze ongetwijfeld zullen komen, verzameld en van een reactie voorzien uiteindelijk, aan uw raad weer voorgelegd. De heer Clements: Mag ik even een verduidelijkende vraag stellen?
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
12 U zegt: ”er moet komende weken nog heel veel met elkaar overlegd worden, het moment van ter inzage legging en moet dat ná die overlegronde zijn, want welk plan komt dan ter inzage?” Wethouder Dekker: Nee, moet je luisteren, er zijn plannen ingediend door de ontwikkelaar. Op basis dáárvan hebben we gezegd: “die passen niét in het huidige beeldkwaliteitsplan”. Dat is onmogelijk, als je daaraan wilt voldoen, dan is een ontwikkeling gewoon daar niét háálbáár, in dié opzet. Het huidige plan betekent dat je beeldkwaliteitsplan in ieder geval dáár voor die plannen afwijkt, die huidige plannen, zeg maar, die ga je proberen zo veel mogelijk in overeenstemming te brengen, op bepaalde punten, met de huidige beeldkwaliteit. Dat gaat natuurlijk niet helemaal lúkken, want dat wéét je, en daarbij inderdaad is het welstandsoordeel voor ons ook doorslaggévend, ofte wel: het plan dat eruít komt, zal een positief welstandsadvies moeten hebben. Nee, dít afwijken gaat de inspraak in, want dáár kunnen mensen op reageren. Dít is het káder, zeg maar, op basis waarvan wíj ook verdere plannen uitwerken. Kader, u heeft ook een hele bijlage met allerlei aanbevelingen gezien, die het liefst toch in de plannen verwerkt moeten gaan worden en na zes weken, hopelijk ligt er dan sowieso al een bouwplan dat is goedgekeurd door welstand. Op een bouwplan zèlf, daar liggen natuurlijk ook alle wettelijke inspraakmogelijkheden weer. Dus dít is het kader dat daar lág, het beeldkwaliteitsplan dat wordt bijgesteld tot hetgeen waar u kennis van heeft kunnen nemen, dát ligt ter inzage, dáár kan men op reageren en dát wordt vervolgens aan u voorgelegd. In de tussentijd wordt er natuurlijk gewerkt aan een ….. om het huidige bouwplan, waar het op gebaseerd is, méér naar de beeldkwaliteittoets nog toe te brengen, dus dat kan alleen maar positief zijn t.o.v. de plannen die ú gezien heeft en dáár uiteraard, als dat tot een bouwplan leidt, gelden natuurlijk ook alle bezwarentermijnen weer, zoals bij élke bouwvergunning gebruikelijk is. En er zal ook nog een vrijstellingsprocedure doorlopen gaan worden. De heer Boele: Mag ik daar ook nog even een verduidelijkende vraag over stellen, want dat gaat even over de procedure nu, mevrouw de voorzitter? Inderdaad, ook zó zien wíj dat. Er heeft een beleidsdocument ter visie gelegen. Dat heeft geleid tot een besluit van de raad, geheten: beeldkwaliteitsplan. Nú gaat u een áfwijking van dat beeldkwaliteitsplan ter visie leggen, maar dan moet er toch een document zijn, waarin staat van: kijk eens, dat wás de tekst rondom de kwaliteit, en dit wórdt de tekst rondom kwaliteit. Maar wat u nu ter inzage gaat leggen, is onduidelijk, maar u kunt niét dat plan op die paar A 4-tjes van de ontwikkelaar ter inzage leggen, want dat is geen beeldkwaliteitsdocument. Dus wat gaat u nou precies in procedure brengen? Wethouder Dekker: Ja, volgens mij, wat wij ter inzage gaan leggen, is de afwijking van het beeldkwaliteitsplan, zoals ook in de bijlagen is verwoord. Dáár staan eigenlijk de kenmerken van waar je inderdaad ánders mee omgaat dan het huidige beeldkwaliteitsplan. De heer Boele: Ik zou misschien even ….. op dát punt dan toch weer onduidelijk die ontstaat, dat document dat heet “analyseplan op beeldkwaliteittoets”, dat is een document waarin u analyseert op welke punten het íngediende plan áfwijkt van het beeldkwaliteitsplan. Vervolgens zijn in dat document allerlei inténties verwoord, bijv.: “nog ter discussie staat ….” en dan volgt er een viertal …. of de ontwikkelaar gaat probéren ….. de úitkomsten van dat traject zijn onduidelijk, dus u kunt niét dit document beschóuwen als een document, strekkende tot aanpassing van het beleidsstuk “beeldkwaliteitsplan”. Dít is alleen maar een intérn stuk, waarmee u eigenlijk toétst hoe dat plan dat ingediend is, zich verhoudt tot het beeldkwaliteitsplan. Wethouder Dekker: Nee, maar het beeldkwaliteitsplan nú bevat een aantal kenmerken, zeg maar, dus dat zijn: goothoogten van 4 tot 5 meter, nokhoogten van 8 tot 11 meter, wat individualisering, etc. Dát soort zaken, dát is dus niét meer aan de orde, want dat voorziet het plan dat hierbij zit. Dat wordt natuurlijk gewoon ter inzage gelegd, dáár is natuurlijk ook dit voorstel op gebaseerd en dáár kunnen mensen op een gegeven moment iets van vínden. En dát voorziet in woningen met een goot van ongeveer 6 meter, en een nok van 9 meter, zeg maar. Dát zijn de zaken die veránderen t.o.v. het huidige beeldkwaliteitsplan. Plús die individualisering, zeg maar, die natuurlijk ánders is dan in het huidige beeldkwaliteitsplan is weergegeven. Dus dáár dient natuurlijk wel degelijk de schets die daarbij zit, laten we het even zó noemen, dát is de beeldkwaliteit die in de plaats komt voor hetgeen wat nú in het beeldkwaliteitsplan is opgenomen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
13 En daarbij dan de opmerkingen genomen in de bijlage ….., dat we daar natuurlijk proberen wat aan te scherpen. Dát is de básis. De heer Boele: Wat u dan doet, is niet een nieuw of een aangepast beeldkwaliteitsplan in procedure brengen … Wethouder Dekker: Nee, dat klópt. De heer Boele: Maar u gaat in de plááts daarvan een boúwplan in procedure brengen. Wethouder Dekker: Ja, een niéuwe beleidslijn. De heer Boele: Nee, er is geen beleidslijn. Wethouder Dekker: Nou, dát is de beleidslijn die we vanavond …, tenminste als iedereen akkoord gaat, vaststellen. De heer Boele: Nee, ik probeer duidelijk te maken, dat dát dus niet op papier staat, wat de beleidslijn is. U vraagt nu alléén: ga nu maar instemmen met dat boúwplan dat er ligt, en dat gaan we nog een beetje proberen wat méér naar het beeldkwaliteitsplan om te buigen ..….. Wethouder Dekker: Nee, maar het is geen boúwplan, er ligt geen bouwplan, even voor alle goede orde. Er is gewoon een gevelbeeld gegeven, zeg maar, van een beeldkwaliteit, hoe dat eruít zou komen te zien. Het is geen boúwplan, want het bouwplan is nog niet ingediend. De heer De Gelder: Voorzitter, ook van mijn kant een vraag. Als er een stuk ter inzage wordt gelegd, dan ben ik er eigenlijk vanuit gegaan …, maar misschien is dat verkeerd, dat die bijlage 1, die nu allerlei vragen bevat in rood, dat die rode vragen éérst beantwoord zijn, alvorens een stuk ter inzage wordt gelegd. Als dat niét het gevál is, ja, dan blijven we met een hele hoop onduidelijkheid zitten, dus wellicht dat de wethouder op dát punt toch wat duidelijkheid wil geven? Mag ik ervan uitgaan, wethouder, dat alle rode vragen, of alle teksten in rood, op het momént dat het ter inzage wordt gelegd, in ieder geval groen zijn geworden? De heer Clements: Dat was mijn vraag inderdaad ook. Wethouder Dekker: Nou, of ze allemaal groen zijn geworden, dát durf ik natuurlijk niet helemáál te stellen, want dat zou wel erg ambitieus ….. nee, maar mórgen kan het ook niet ter inzage. Dat gaat op z’n vroegst met ingang van volgende week gebeuren. Zeg maar: woensdag publiceren, en dán ligt het ter inzage, zeg maar, dus ik denk dat het goed is om daarbij vast te stellen de huidige beelden die u heeft kunnen zien. Dát is de básis waar u het beleid ook laat afwijken, met inachtneming van de opmerkingen gemaakt in de bijlage. Ik wil dat inderdaad zo concreet mogelijk proberen weer te geven, zoals het in het huidige beeldkwaliteitsplan óók staat, dat het iedereen duidelijk is op basis waarván er afwijkingen gaan plaatsvinden. Is dat hélder? Dus dat is pas …. kijk, déze week komt er niks ter inzage ….. Voorzitter: Misschien is het goed om éérst even de andere punten aan de orde te stellen en dan kunnen we in de tweede ronde misschien nog even terugkomen op deze vragen, voordat we nu in een kringetje rond blijven draaien. Wethouder Dekker: Ja, de heer Pardo heeft natuurlijk ook nog wat gezegd.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
14 Het gaat inderdaad weer over de beeldkwaliteittoets, waarde woningen, etc. Daar bestaan allerlei wettelijke instrumenten voor . Beeldkwaliteitsplan overigens, voor de goede orde, dat gaat niet over het áántal woningen, want die worden er überhaupt helemaal niet in genoemd, dus dat is niét zo. Daar geldt alleen inderdaad een bepaalde typering, individualisering, etc. Massa kun je afleiden uit de hoogten goten en nokken, etc., maar niet over het aantal woningen. Ik kan me natuurlijk wel voorstellen dat dat een intensivering betreft, maar dat is niet zo zeer dat dat nou de beeldkwaliteit direct doet verslechteren, maar door het beeldkwaliteitsplan los te laten, krijg je natuurlijk wel een andere kwaliteit. Dat mag dúidelijk zijn. Om ook op het parkeren terug te komen, in het bestemmingsplan zijn bepaalde nórmen gesteld. In het voorstel staan er twee aangegeven. De heer Pardo heeft gelijk, voor twee-onder-één-kappers geldt 1.9, dus die hanteren we, maar volgens mij was de opmerking ook zo: de parkeernormen die in het bestemmingsplan zijn opgenomen, die worden ook gewoon gehanteerd. Is er ruimte voor? Ik denk op zich wel dat er ruimte voor is, maar dié opgaaf, laten we eerlijk zijn, ligt ook bij de ontwikkelaar. De ontwikkelaar zal een bouwplan moeten indienen, dat voorziét in een aantal parkeerplaatsen, op básis van de norm, en hoe ze dat doen, dat zullen we dan inderdaad zién. Dus dáár wordt in ieder geval ook op getoetst. Er is ook een vraag gesteld die gaat over parkeerplaatsen verkopen. Dat vind ik overigens iets privaatrechtelijks. Uw vraag was eigenlijk: kunnen ze nou grond verkopen, die niet van hen is. Nee, het is géén toets in het kader van dat bouwplan, want daar toetsen wij niet op. Ik bedoel: een notaris zal natuurlijk nooit een overdracht gaan laten plaatsvinden van iets dat niet van de ontwikkelaar is, dus dat lijkt me vrij helder. De SGP zei inderdaad iets over de nok- en goothoogten. Volgens mij heb ik dat net gepoogd uit te leggen, dat in het huídige beeldkwaliteitsplan er goothoogten van 4 tot 5 meter zijn, nokhoogten van 8 tot 11 meter, en de plannen zoals ze nú voorlagen, voorzagen in een goothoogte van ongeveer 6 meter en een nokhoogte van 9 meter, dus dat is zéker niet op alle fronten hoger. U heeft ook nog een vraag van: waardoor is het college overtuigd dat de óude ambities, zeg maar, oude bouwplannen op basis van het beeldkwaliteitsplan, nou niet gerealiseerd kunnen worden. Als de ontwikkelaar alles heeft laten doorrekenen, de bouwkosten zijn al minimaal 30% hoger dan de oorspronkelijke gedachte was, er kwamen zódanige prijzen uit die gevraagd moesten worden voor woningen op dát soort kavels, dat dat gewoon markttechnisch, zéker in Alblasserdam, niet verkoopbaar was. Nou ja, dan denk ik: volgens mij weet de ontwikkelaar het meeste af van verkoop van woningen, en inderdaad, met míjn simpele beleving, met dát soort prijzen, op dát soort locaties, met zúlke kleine tuinen, dat leek me inderdaad ook niet echt verkóópbaar te zijn. Subsidies; in het kader van het oorspronkelijke contract, dat was overigens nog met TRS, voor de insiders, daar stond inderdaad een bepaling opgenomen dat de ontwikkelaar voor dat plan beschikbaar komende subsidies t.b.v. dat plan kon aanwenden. Later zijn er allerlei andere onderhandelingen met de huídige ontwikkelaar geweest. Er is een allonge vastgesteld, waar daar niet meer over gerept wordt. Er is een grondexploitatie vastgesteld, waar ook niks is ingeboekt, zeg maar, qua dát soort dingen, die gewoon sluítend was. De grondexploitatie van de ontwikkelaar dan wel te verstaan. Dat is ook reden geweest om te zeggen: “die subsidies”, daar is toen natuurlijk ook over gesproken, “die komen dus niét ten goede van het plan, omdat het gewoon een sluitende gróndexploitatie is”. Daardoor zijn ze uiteindelijk ook voor een déél verwerkt in de financiële administratie, en met name ook in de gróndexploitatie. Nu doet de ontwikkelaar, in de huidige problematiek dat alle plannen van de hoogbouw tot en met dít soort zaken, uitermate ingewikkeld wordt, ja, een beroep op die subsidies, uiteindelijk ook met het doel om er gewoon met elkaar uít te komen. Dat is ook eigenlijk waarom dít plan voorligt, het plan van de dijk- en havenwoningen. Gebouw de Hellingen is ook onderdeel daarvan geworden. Er lagen nog wat andere zaken in het plan, uiteindelijk met het doel er met elkaar gewoon uit te komen, dat de ontwikkelaar inderdaad hetgeen kon gaan doen wat zij moesten doen: woningen bouwen, alleen helaas wel op een iets ander ambitieniveau dan oorspronkelijk de gedachte was, en dat in de afspraak uiteraard, dat de ontwikkelaar …. dat is in ieder geval van de kant van de gemeente ingebracht, wij medewerking verlenen aan al dít soort zaken, om uit de impásse te komen, dan willen wij ook dat de ontwikkelaar áfziet van subsidies die ten behoeve van dit plan bínnenkomen. Gaan we daar dan nog lang wáchten, dan hoeven we ons daar mínder zorgen over te maken, want dan komen ze überhaupt niet meer binnen en dan fluit iedereen ernaar, om het zo maar te zeggen. Dus wat dát betreft, is dat de afspraak die ik op zich nog wel graag even zwart op wit vástgelegd wil hebben. In de stuurgroep hebben we het er al diverse malen over gehad, maar datgene wat nu in het voorstel staat, is helder. Ik wil dat ook zwart op wit hebben, willen we uiteindelijk met alle zaken meewerken. Dus ik zeg: “vóór de volgende raad zal dat ook gewoon bínnen moeten zijn”.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
15 Communiceren met omwonenden; in het voorstel staat, volgens mij hebben de bewoners wel heel erg kort dag bericht gehad dat dít voorstel in de raad komt. Dat is volgens mij òf vandaag òf gisteren verzonden, ik weet het niet precies, maar goed, dat voorstel behelst ook dat dit plan nog zes weken ter inzage ligt, dus wat dat betreft komt ook iedereen volgens mij volop in de gelegenheid om zijn of haar zegje te doen. De SGP, ik neem aan met de redactie zoals die in b. is weergegeven, over afwijken van het welstandsadvies, dat ik volgens mij helder ben geweest. Het college zal niét afwijken van het welstandsadvies, sterker nog: wij streven naar een pósitief welstandsadvies. Dat is voor ons het uitgangspunt nú, maar ook stráks. De ChristenUnie begon nog even over de parkeernorm voor die woningen van € 160.000,--. Ja, toentertijd was het € 160.000,-- ….., ik denk dat die woningen nú fórse andere prijzen zijn. Maar goed, laten we eerlijk zijn, als je op 1.7 of 1.8 op 20 woningen, dan zijn dat ook geen schokkende aantallen, maar we willen zoveel mogelijk proberen parkeren daar bij de hoogste norm neer te leggen, want volgens mij zijn we daar uiteindelijk allemáál bij gebaat. We hebben iets gezegd over de Hellingen, ja, als die woningen worden opgeleverd vóór 01-01-2010, dan heb je extra subsidie. Daar was met dat soort plannen al lang rekening gehouden en de urgentie in dít voorstel is aangegeven dat je met de dijk- en havenwoningen net dat bedrag bij elkaar sprokkelt, zeg maar, dat in de grondexploitatie is verwerkt. Zou je een deel van die woningen ook nog opgeleverd hebben, dan heb je in ieder geval iets méér dan dat, maar nog steeds mínder dan de oorspronkelijke gedachte. Dus het is niet zo dat we dan extra geld hebben, helaas. De PvdA, u gaat nog in op het probleem van de heer Fiole, bouw van de woning, etc., steiger; ik heb de vorige keer al aangegeven dat een deel daarvan privaatrechtelijk van aard is en dat er een overeenkomst met de ontwikkelaar is. Ik denk dat ik vanavond kan zeggen: “ik zal met de ontwikkelaar daarover in gesprek gaan van: hoe kunnen we nou inderdaad op een gegeven moment die zaak bespoedigen en hoe kan daaruit gekomen worden”, even los van hoeveel invloed ik daar van op heb of niet, want het is inderdaad een deel privaatrechtelijk van aard. Maar ik zal met de ontwikkelaar erover in gesprek gaan. Het meeste waarmee de heer Fiole geholpen is, is dat dit bouwplan uiteindelijk ook gewoon in de procedure kan en ook daadwerkelijk gebouwd gaat worden, want dat is de meeste garantie dat er in ieder geval vlak na de zomer gestart zal kunnen gaan worden met bouwen. Ik denk dat dat voor iedereen het meest voordélig is. Ik denk dat ik wel op alle vragen ben ingegaan en anders hoor ik het wel. Voorzitter: Dank u wel. Ik zou u willen voorstellen om tien minuutjes te schorsen, voordat we aan de tweede ronde beginnen, omdat ik me kan voorstellen dat, hoewel wat gevraagd wordt aan de raad t.a.v. punt a. of b. wel helder is, maar ik tóch het idee had dat er nog enige duidelijkheid nodig is over wat er nu voor de inspraak gaat. Ik zou daar even tien minuten schorsing voor willen. De heer Boele: Maar u gaat schorsen, voorzitter, omdat het college zich even bezint op de inbreng van …. Ja? Voorzitter: Ik vraag om een schorsing, omdat ik graag daar éven over …… De heer Boele: Mag ik u dan een suggestie meegeven? Wij komen over een maand weer als raad bij elkaar. Het dreigt nu toch een beetje wat onoverzichtelijk, om niet te zeggen “rommelig” te worden als het gaat over de kwaliteit van de besluiten die we nemen. Ik zou het college willen méégeven in het beraad of het niet mógelijk is en gewenst, misschien wel nódig, om dit stuk tot de volgende raad aan te houden? Voorzitter: Wij zullen dat meenemen, maar misschien …. goed, we komen daar zó op terug. Ik schors de vergadering. SCHORSING HEROPENING Zo. Ik zou graag verder willen gaan, als dat kan, ook aan mijn rechterkant. De heer Wesselius ook weer aanwezig. Goed, dank voor deze schorsing. Het leek me even nodig omdat we niet moeten
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
16 eindigen in een spraakverwarring en een onduidelijkheid over wat er nu besloten wordt en de heer Dekker zal u namens het college aangeven het voorstel zoals wij u willen voorstellen om hiermee om te gaan. TWEEDE TERMIJN Wethouder Dekker: Ja voorzitter, het gaat er inderdaad even over van: wat ga je nou precies ter inzage leggen? Het feit dat het eigenlijk al bij raadsleden ook niet duidelijk is, dan zal het inderdaad bij de bewoners óók niet zo helder zijn. Volgens mij moeten we dat ook niet onderschatten. In de bijlage staat eigenlijk, om misschien nog even uit te leggen, gewoon in het grijs en zwart gedrukt, wat het beeldkwaliteitsplan was. In blauw wat het plan was van de ontwikkelaar en in het groen waar de afwijking van het beeldkwaliteitsplan uiteindelijk uit zou gaan bestaan. Tot zover was het helder, dat hadden we kunnen voorleggen, ware het niet dat er nog wat rode zaken stonden, die eigenlijk ook wel wénselijk zijn, alleen nog ter discussie staan. En dan begin je inderdaad, als je iets ter inzage legt, als we alleen het groene ter inzage leggen ….. en wellicht kunnen er op rode punten, wat overigens denk ik alleen maar verbeteringen zijn, maar kunnen er nog wat wijzigingen plaatsvinden, dat is denk ik niet erg helder voor mensen die daarop willen reageren. Dus het voorstel van het college zou zijn, om inderdaad dit nog even, zeg maar de rode punten, met de ontwikkelaar heel rap uit te discussiëren en welstand uiteraard, en dan in de raad van 5 maart aan u voor te leggen waar nou afgeweken gaat worden van het beeldkwaliteitsplan. Dus dat zal de groene tekst zijn, plus mogelijk enige regels erbij, per onderdeel. 5 Maart is op zich een krappe tijd, zult u zeggen, want als wij procedures moeten volgen, volgens mij zijn we dan nu al ongeveer te laat, dus dat schiet natuurlijk niet op. Mijn verzoek aan u is dan: mogen we dan zonder commissieverband aan u voorleggen, want op zich weet u denk ik inmiddels inhoudelijk wel wat er komt voor te liggen, wat wij dan ter inzage gaan leggen, zeg maar, voor de burger. Dat betekent dus de zwarte tekst, maar dan in ieder geval waar erop afgeweken wordt, dus dat wordt op dat moment dan alleen de tekst áfwijkend van het huidige beeldkwaliteitsplan. Voorzitter: Ja, dát is het voorstel. In de tussentijd wordt er doorgewerkt, maar wij hadden ook geconstateerd dat er wel mét alle opmerkingen, een begrip was voor de ontwikkeling die nodig was, maar daarmee komen we tegemoet aan het voorstel dat de heer Boele deed, om er even de tijd voor te nemen, maar we hebben óók behoefte eraan dat het helder is wát nu aan mensen gevraagd wordt, waarover men een oordeel moet hebben. Dus mét het verzoek om dan wél de behandeling in de commissie over te slaan, zouden we gevolg kunnen geven aan dat wat de heer Boele ons meegaf net. De heer Ruikes: Mag ik daar één opmerking over maken? Zou dan de wethouder er ook voor kunnen zorgen dat we vóór 5 maart dan die uitonderhandelingen met de projectontwikkelaar hebben over die subsidie? Dat zou ik toch nog wel heel erg handig vinden. Dat is wel één van de cruciale punten, denk ik. Voorzitter: Dan mag je tegen de ontwikkelaar zeggen dat hij mag opschrijven dat hij dat doet op het moment dat wíj akkoord zijn met …., want dat zou wel een soort onderhandelingsverhaal zijn. Want anders zegt hij: “dan zit ik eraan vast, terwijl het nog niet eens …..”. Goed, de heer Lok. De heer Lok: Ook even over het voorstel; ik ben al behoorlijk kleurenblind en heb heel veel moeite om hier het blauw en het zwart op de één of de andere manier uit elkaar te houden. Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die nog meer kleurenblind zijn dan ik, die hebben ook geen rood- en zwartscheiding, om het op de één of andere manier zó te maken, dat het wel voor iedereen duidelijk is wat er wèl en wat er niét veranderd is. Voorzitter: Ik beloof u dat u een voorstel krijgt, dat uit twee kolommen bestaat. In de ene kolom zoals het in het huidige beleidsplan staat en daarnaast wat het wórdt. De heer Boele: Nou, heel veel dank voorzitter, voor deze reactie van het college. Natuurlijk graag daar instemming mee.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
17 Ik zou er aanvullend nog aan willen toevoegen: ik verneem óók vanuit de publieke tribune, dat er nog steeds een aantal vragen liggen, die eenvoudig te onderzoeken zijn en die dus hélemaal niet zo’n ingewikkeld traject zullen vergen, ik zou ervoor willen pleíten dat als straks u ter inzage gaat leggen een nieuw document van de raad, dat u ook dié dingen hebt uitgezocht en dat u daarover ook ádequaat met die bewoners kunt communiceren. Oók een kwestie als bijv. een privaatrechtelijke aangelegenheid, een mandéligheid over parkeerplaatsen, dat moet gewoon niet lang in de lucht blijven hangen, dat kun je úitzoeken en als je daar een úúrtje naar gekeken hebt, dan weet je preciés hoe het in elkaar zit en dat geldt ook voor die parkeernorm, niét zeggen: “dat gaan we bij het bouwplan toetsen”, als je ook nú al kunt onderzoeken of het aantal parkeerplaatsen ook in deze ruimte uitvoerbaar is. Ik zou willen meegeven: hou ook even héél goed de relatie met dié bewoners open door een goede communicatie. Voorzitter: Ik neem aan dat de wethouder het gehoord heeft. Anderen niet meer? De heer Clements. De heer Clements: Ja, heel kort, ik ben benieuwd naar het toetsstuk, dat we voor de komende raad krijgen, ik hoop dat de opmerkingen zoveel mogelijk worden meegenomen. De projectontwikkelaar weet welke zorgen er binnen de commissie leven over de kwaliteit en die kwaliteit heeft niet alleen met het aanzicht te maken, maar ook met de soort woningen. Ik wil er wel op wijzen, dat zélfs in de groene tekst ook nog ópen normen staan, dus die zullen, neem ik aan, ook worden aangepast en ik ben benieuwd in hoeverre het beeld, dat uit het uiteindelijk voorgelegde beeldkwaliteitsplan ……, onze goedkeurig kan wegdragen. Ik heb nog mijn zorgen. Aan de andere kant: stilstand, en dat zal ik dan wel toezeggen, is ook voor ons geen optie. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Er gaat heel hard gewerkt worden, want we willen écht geen tijd verliezen. Dát is, denk ik, wel helder geworden, dat het noodzakelijk is om heel snel hier voortgang mee te maken, want ik weet niet wie van u de vergelijking trok met een woestijn, daar willen we toch in Alblasserdam ook niet aan. Goed, dan gaan we nu door met het volgende agendapunt. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 8 – Ontslag en benoeming van een nieuwe plaatsvervangend griffier (Raad 2007/070) -----------------------------------------------------------------------------------------------------Voorstel presidium 1. De heer C. Koppenol per 7 februari 2008 eervol ontslag te verlenen als plaatsvervangend griffier. 2. Mevrouw P.L. van der Net per 7 februari 2008 te benoemen tot plaatsvervangend griffier. Toelichting De heer C. Koppenol, o.a. plaatsvervangend griffier, treedt in dienst van het Service Centrum Drechtsteden. Het presidium stelt de raad voor mevrouw P.L. van der Net, al parttime werkzaam op de griffie, te benoemen als nieuwe plaatsvervangend griffier. Daar moeten wij schriftelijk over stemmen, dus er worden even stembriefjes uitgedeeld. Ik moet ook nog een stembureau benoemen, heb je een idee? Ik mag spontaan een stembureau aanwijzen, dat vind ik altijd zo ingewikkeld. De heer Wesselius en de heer De Gier, als stembureau. STEMMING Het stembureau heeft zijn ingewikkelde taak volbracht. Wil de heer Wesselius even melden hoe de uitslag is. De heer Wesselius: Dat wil ik wel doen, de uitslag is dat er 17 stemmen zijn uitgebracht. Over twee stemmen kun je discussiëren over de geldigheid van het formulier, we hebben ze tóch goedgekeurd.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
18 Dat betekent dat er 17 stemmen vóór mevrouw Van der Net zijn uitgebracht. Voorzitter: Dank u wel. Ja, een zwáre taak wacht haar, om de griffier te vervangen zo nu en dan. Dank u wel. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 9 - Akkoordstukken -----------------------------------------------Het presidium stelt de raad voor, gelet op het advies van de betreffende raadscommissie, met onderstaande voorstellen zonder verdere beraadslagingen akkoord te gaan: a. Toetreding gemeenten Bernisse en Dirksland tot het SVHW (Raad 2008/002) b. Rekenkamercommissie (Raad 2008/006) c. Vaststelling nieuwe verordening op de raadscommissies en een nieuwe gedragscode, alsmede intrekking van de Notitie strategische raadsagenda (Raad 2008/007) d. Aanvullend krediet beschikbaar te stellen t.b.v. de herinrichting Blokweerweg 2e fase (Raad 2008/001) e. Midtermreview regionale verdeling ISV2 (Raad 2008/003) f. Ingekomen stukken (Raad 2008/009). 9a. akkoord, 9b. akkoord, 9c. iedereen akkoord, 9d. akkoord, 9e. akkoord en de ingekomen stukken 9f. akkoord. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 10 – Initiatiefvoorstel van de fractie van het CDA over het zwembad ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------Advies presidium Het voorstel gelijktijdig met het nog in te dienen collegevoorstel te bespreken. Dit betekent dat nu alleen dit ordevoorstel punt van bespreking is en er geen inhoudelijk debat zal plaatsvinden. Ik kijk allereerst uiteraard naar de heer Ruikes. De heer Ruikes: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Op de agenda staat nu ons initiatiefvoorstel m.b.t. een alternatieve locatie voor de nieuwbouw van het zwembad. Het ordevoorstel is dit gelijktijdig met het nog in te dienen collegevoorstel te bespreken. Wij willen hier twee opmerkingen over maken. Ten eerste: wij hebben in de laatste raadsvergadering van 2007 beloofd en ook aangekondigd in alle stukken rond plan B, dat we in januari 2008 met het initiatiefvoorstel zouden komen. Dat hebben we gedaan. Het is jámmer dat het collegevoorstel nu nog niet rijp voor bespreking is en wij allen, de zwemverenigingen, personeel van het zwembad, bezwaarmakers, comité De Groene Long, de inwoners van het dorp, nog anderhalve maand geduld zullen moeten hebben. Maar wij onderschrijven het belang van een goed gefundeerd besluit over locatie, bouw en exploitatie van een nieuw zwembad, waarnaar zoveel gebruikers al zo lang uitzien. En ten tweede: als het collegevoorstel nieuwe cijfers oplevert of van andere aannames uitgaat, verzoeken wij via u, om ons en ook de andere raadsleden, zo snel mogelijk hiervan op de hoogte te stellen, zodat wij in de gelegenheid zijn om óns initiatiefvoorstel óók aan te passen, vérder uit te werken, zodat in maart uit volwaardige, goed vergelijkbare voorstellen een keus gemaakt gaat worden. We houden ons initiatiefvoorstel dus aan en zullen het aanpassen, verder úitwerken als nadere informatie vanuit het college dit noodzakelijk maakt. Voorzitter: Akkoord. De heer Boersma. De heer Boersma: Dank u wel, mevrouw de voorzitter.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
19 Ik moet eerlijk zeggen dat déze uitleg van de kant van de CDA-fractie mij toch een beetje tégenvalt en wel om de volgende reden: het is al vanaf juni 2007, dat is dík een half jaar geleden, dat hier een raadsbesluit ligt en dat raadsbesluit is in unanimiteit genomen, waarin de raad heeft uitgesproken, dat de wethouder opdracht wordt gegeven om te onderzoeken of het mogelijk is, zowel wat betreft de ruimtelijke inpassing als ook financieel, om op locatie Lammetjeswiel te komen tot realisatie van een zwembad. U weet, voorzitter, dat de SGP-fractie daar destijds gróte moeite mee heeft gehad, om daarin méé te gaan; uiteindelijk toch wèl in mee is gegaan, omdat als we dat niét zouden doen, het wellicht óók zou kunnen zijn dat er nog een spórthal eventueel bij zou kunnen komen. Dat wilden we in elk geval niét. Destijds, in de juniraad 2007, heb ik een uitvoerig pleidooi gehouden voor de optie die nu voorligt, vanuit de kant van het CDA, “plan B” noemt het CDA het, ik noem het nog steeds “plan A”, dat is nl. plan A van de SGP-fractie, om op de ongeveer locatie van het huidige zwembad te komen tot realisatie van een niéuw zwembad. Ik ga niet alle argumenten herhalen die ik déstijds heb uitgesproken. U kunt het teruglezen in de notulen. Twee belangrijke argumenten wil ik u wèl meegeven. De heer Ruikes: …… herhalen, nee sorry hoor, want dan had ik graag een leuke commissiebehandeling gehad van tevoren, maar ik hou me gewoon netjes aan het advies van het presidium: ordevoorstel, punt van bespreking is pas als …. en nú geen inhoudelijk debat, want u gaat me uitdagen, en …. De heer Boersma: Nee, nee, ik ga niet inhoudelijk op het voorstel in. Het gaat over de procedure. De heer Ruikes: Ja, ik heb al gezegd: “jammer, maar we moeten anderhalve maand geduld hebben”, en als er nieuwe cijfers komen of aannames, dan zullen we ons plan aanpassen. We houden het áán, dus ik hou me netjes aan ….. De heer Boersma: Nou, voorzitter, laat ik dan een heel concrete vraag stellen, als u mij dat toestaat? Voorzitter: Eén concrete vraag. De heer Boersma: Ja, aan de kant van … richting de CDA-fractie, maar ik heb wél een concrete vraag richting het college en die vraag is: “waar zit die vertraging nou precies in, waarom lukt het niet om nú, vandaag en al veel eerder, met een ordentelijk voorstel te komen? Zijn er ruimtelijke problemen, zijn er financiële problemen? Ik zou dat graag nú, vandaag, willen weten als dat nu bekend is. Dan kom ik bij het plan van het CDA. In de toelichtende brief zegt de heer Ruikes …… Voorzitter: Maar wat wilt u aan het CDA procedureel vragen of …. maar de heer Ruikes heeft net ingestemd met het voorstel van het presidium. Dat heeft hij net aangegeven, dat hij dat onderschrijft. De heer Boersma: Begrijp ik. Ik wil hem proberen te bewegen tot andere gedachten. Voorzitter: Maar dat lijkt mij op dít moment …. ik wil van ú weten …… ik kan me voorstellen ….. mag ik heel even, mijnheer Van Lavieren, dat u zegt namens úw fractie dat u het niet eens bent met de procedure, dat het wordt behandeld dus tegelijk met het voorstel van het presidium, waar wij dan kennis van nemen, maar de heer Rúikes heeft net aangegeven dat hij daar wél mee instemt. De heer Boersma: Zéker, maar ik mag toch motiveren waarom ik daar niét mee wil instemmen. Of mag ik alleen maar zeggen dat …. Voorzitter: Ja, maar dat was niet waar u mee begonnen was.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
20 U mag nú wat mij betreft motiveren waarom ú vindt dat het niét gelijk met het voorstel van het college moet worden behandeld. De heer Boersma: Nou, ík wil ernaartoe dat, voordat er helemaal geen voorstel meer van het college komt, want als ik lees in de brief van de heer Ruikes, waar hij zegt, ja sorry, maar ik moet het motiveren, ik kan anders zeggen, ik kan het er niet mee eens, ik ben het er niet mee eens, en dan houdt het op. Ik bedoel, dat lijkt me ook een beetje flauw. Ik lees hier in de brief van de heer Ruikes: waarom kom ik met dit voorstel? Wel, voorop staat zo snel mogelijk realisatie van een nieuw zwembad als basisvoorziening binnen ons dorp. Heeft mijnheer Ruikes aanwijzing, dat als hij met dit voorstel niét komt, dat dan …. Voorstel: Maar dan gaat u tóch weer op de inhoud in. Als u vindt dat er geen zwembad moet komen, moet u dat zeggen, maar nú is alleen maar …. het vóórstel is om er vandaag verder niét over te spreken, het te behandelen gelíjk met het voorstel van het college, púnt. Dát is de vraag. Daar heeft de heer Ruikes mee ingestemd. Als ú zegt: ‘ik stem er niet mee in”, akkoord, dan kijk ik of de rest van de raad het wél eens is met het voorstel van het presidium en dan zijn we daarmee klaar, maar we hadden juíst afgesproken om er op dít moment niet verder inhoudelijk over te spreken, omdat het gelíjk wordt behandeld met het overige. En nu ik tóch aan het woord ben, zodra er andere cijfers zijn …., ik zal zó nog aangeven waarom het verlaat is, dan krijgt u die uiteraard. De heer Van Lavieren: Nou, ik wil tóch nog voorstellen om tot stemming over te gaan hoor. Voorzitter: Nee, ik hoéf niet te stemmen op dit moment. De heer Van Lavieren: Nee, maar dit heeft weinig zin verder. Voorzitter: Ik wil alleen van de heer Boersma weten wat híj nu wil. De heer Boersma: Nou, ík zou graag willen dat …. laat ik het dan zó zeggen: “ik zou graag willen dat het CDA klare wijn schenkt”. Het CDA komt nu met een plan B ….. Voorzitter: We hebben nu géén discussie tussen de SGP en het CDA. Er ligt een voorstel om vandaag niét te behandelen … en u kunt aangeven dat u het niét eens bent met het presidium, dát is dan jámmer, maar het is géén discussie tussen u en het CDA op dit moment. De heer Boele: Mag ik daar misschien één korte opmerking over maken, mevrouw de voorzitter, ook een beetje mijn fractiegenoot in bescherming nemend. Wij hebben hier ook in het presidium over gesproken, zoals u weet, toén is door de heer Ruikes aangegeven dat hij deze vragen zou stellen. Dat mag ik wel even uit het presidium verklappen, en toen heb ik ingebracht, dat dié vragen dij híj stelde, ook in de raad aanleidingen zouden kunnen zijn om eens aan het college te vragen: hoever staat het eigenlijk met de behandeling en wáárom … de heer Ruikes heeft teleurstelling uitgesproken, wáárom kunnen we nóg steeds niet overgaan tot behandeling? Dát is de porté van deze inbreng van de heer Boersma. Voorzitter: Mijnheer Boele, ik heb niét gezegd dat ik de heer Boersma geen antwoord geef op zijn vraag, waarom er een vertraging is. Die krijgt u zo meteen. Het ging míj erom dat we geen discussie op dít moment hebben tussen de heer Boersma van uw fractie en de CDA-fractie over het wáárom en hoé van het voorstel van het CDA. De heer Boele: Nee, oké, maar ter afronding: ik vind als de vraag bij dít ordevoorstel aan de orde is: waarom duurt het zo lang dat het college met een voorstel komt?
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
21 Dat dat een legitieme vraag is en die behoort in de raad dus ….. De heer Ruikes: Dat betwist ik niet, maar het is wel een vraag ….. De heer Boele: De vraag mag niet eens afgemaakt worden …. De heer Ruikes: Maar wèl de vraag “Ik wil dat het CDA nú klare wijn schenkt”, want u was één van degenen in het presidium, en dat weet u óók, laten we daar dan ook maar helder in zijn, die zei: “we willen het juist uítstellen tot het collegebehandeling is”. Laten we dat nou even unaniem vaststellen, dat is unaniem vastgesteld uiteindelijk in het presidium. Voorzitter: Er is een voorstel hierbij gekomen, gedragen door het presidium, “op verzoek” zeg ik er onmiddellijk bij, om dat op déze manier te behandelen. Dát is overgenomen, dát is het voorstel, dáár, begrijp ik, dat mee ingestemd wordt en als de vraag is: waarom heeft het zo lang geduurd?, dan zal ik herhalen wat ik óók in het presidium gezegd heb, want tenslotte is dát een besloten club waar anderen niks van weten, dat wíj ervoor opteren als college om te zorgen dat als er voorstellen naar deze raad gaan, en zéker als ze ingewikkeld zijn, en zéker in een periode waarin de bomen niet tot de hemel groeien, dat er een gedégen financieel onderzoek, zowél op de locatie als naar exploitatie en ándere mogelijkheden aan ten grondslag ligt, en als ik dat op déze manier zeg, zult u daar ook meteen uit kunnen afleiden, dat wat het college op dít moment in déze samenstelling betreft, het voorstel dat u kennelijk in juni op die manier hebt behandeld, in ieder geval niét alle cijfers en achtergronden behelsde die nodig zijn voor een evenwichtige afweging en in díe zin, en daarom zei ik dat ook tegen de heer Ruikes, op het moment dat nu er écht heel grondig naar gekeken wordt, ook naar de áánnames en alles wat eronder ligt, dat dat uiteraard betekent dat als er een initiatief ligt dat op de óude cijfers is gebaseerd, dat u het recht hebt om de nieuwe cijfers straks te hebben om dat goed naast elkaar néér te kunnen leggen. Maar u kunt van dít college niet verwachten op dit moment, dat er niét goed onderbouwde en niét voldragen voorstellen naar uw raad toegaan, zélfs al hebt u als raad unaniem in juni vorig jaar een bepaald besluit genomen. Dat nemen wij op dit moment niet voor onze rekening en we hádden gehoopt daar in januari mee klaar te zijn, maar er blíjkt nog zoveel te onderzoeken en na te rekenen, dat we daar écht nog even méér tijd voor nodig hadden en dat het dus maart wordt. Dit gezegd hebbende, neem ik aan dat u instemt met dat we het in maart opnieuw bespreken. Mijnheer Zwaan. De heer Zwaan: Ja, ik had bij het begin ook mijn hand opgestoken, maar ik heb nog kans gehad om in de eerste termijn iets te zeggen. Er is nog één vraag voor mij, die open ligt. Laat ik er in ieder geval mee beginnen, dat we aangenaam verrast waren met het CDAinitiatiefvoorstel, omdat zij een belofte hebben gedaan eind vorig jaar, die zij nagekomen zijn, om op tijd iets aan te leveren. Compliment daarvoor. Aan de andere kant natuurlijk, dat we ónaangenaam verrast zijn, dat het college niét in staat was om zaken aan te leveren, waar u nu ook een aantal punten van aangereikt hebt, waarom dat niet is gebeurd, alhoewel het “waarom” naar ons idee nog verder onderbouwd dient te worden ook in de toekomst, want ook dát willen we graag weten. Het CDA-initiatiefvoorstel heeft dus in die zin niét het effect gehad dat we nu in volledigheid de zaken kunnen bespreken. Dat heeft, denk ik, ook tot heel veel ongenoegen geleid richting betrokkenen. Met wat we nú hebben liggen, en de toezegging van het college: “het komt eráán”, hebben we nog niét de duidelijkheid naar hén wannéér we wát nu wél kunnen toezeggen, en míjn vraag is nog wel aan het college: kunnen we hen daarin niet beter meenemen in dit proces? En hoé is het college van zins om daar ínvulling aan te geven? Want we zijn denk ik ook als raad naar hen toe op een gegeven moment wel iets schúldig , want nú kunnen we een aantal zaken niét uitleggen, wat wél van belang is. Voorzitter: De betrokken bezwaarmakers, e.d. hebben állemaal keurig tot twee keer toe, ik kijk even achterom, tot twee keer toe uitgebreid bericht gekregen van waarom het verlaat is, dus daar is in voorzien, en ík denk dat je aan iedereen uit kan leggen dat dingen méér tijd kosten als je iets zorgvúldig, goéd en verántwoord wilt doen. Ik begrijp niet wat dáár het probleem aan moet zijn.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
22 Wij hebben dat ook dúidelijk aangegeven en ook steeds tegen ú gezegd, dat wij hier dingen aan het veranderen zijn en veranderingen kosten tijd en doen soms ook zeer en dat betekent dat je daarom soms niet waar kan maken dat je het af hebt op de tijd dat je had beloofd. Ik hoop dat daar begrip voor is en ik kan me voorstellen dat bij de mensen in Alblasserdam daar ook begrip voor is. De heer Zwaan: Natuurlijk, begrip daar kunnen we altijd ergens voor krijgen, als we natuurlijk ook perspectief hebben, maar is nu het perspectief máárt vanuit het college, ja of nee? Maar ook dát is goed hier in de openbaarheid dat nog een keer met elkaar vást te stellen…. Voorzitter: Maar ik blijf bij al dit soort dingen zeggen: “ik ben nog steeds niet zover dat ik mijn hand in het vuur steek, dat er niet nog hier en daar lijken in een kast liggen”, maar in dít geval gaan we uit van maart, en als het ánders zou zijn, dan komen we dat uiteraard úitgebreid aan u vertellen. De heer Zwaan: Oké, dus commissies en de raad in maart. Voorzitter: 5 Maart hè. De heer Zwaan: Maar dat in ieder geval in de commissies van maart …. hebben we alles. Voorzitter: Goed, de heer Van Lavieren. De heer Van Lavieren: Ik wil nog wel een korte reactie geven eigenlijk. Ik bedoel: ik heb net gehoord dat we dus een besluit hebben genomen op wat onvolledige informatie. Nou ja, goed, dat lijkt me dan duidelijk te zijn, daar bedenk ik me dan bij: had plan B dan nog wel nodig geweest als we wèl de juiste informatie hadden gehad? Maar wat voor míj het belangrijkste is, is dat er een zwembad kómt …… De heer Boersma: ……. de juiste informatie …. in principe…. De heer Van Lavieren: Nee, dan moet je luisteren naar wat de voorzitter gezegd heeft. De heer Boersma: Volgens mij heb ik goed geluisterd naar wat de voorzitter gezegd heeft. Voorzitter: Als we nou iedereen eens gewoon lieten formuleren op de wijze waarop een ieder dat in zijn manier van zeggen heeft, dan verstáán we elkaar ook zo nu en dan, denk ik. De heer Van Lavieren: Oké, we hebben dus in ieder geval niét de volledige informatie gehad om eigenlijk een goed besluit te nemen in juni, dát is wat u gezegd heeft. Of ik heb dat verkéérd gehoord, maar ik dénk het niét. De heer Boele: Met álle respect, maar wat je nú zégt, dat is voor ons helemaal niéuw hoor, dus ik bedoel: ik heb óók goed geluisterd, maar nu gaat het dus wèl een beetje …. Voorzitter: Ja, mijnheer Boele, ik heb de neiging om deze discussie gewoon te slúiten op dit moment. Ik heb nèt gezegd, en dat vertaalt de heer Van Lavieren in “onjuiste …” en ík heb gezegd: “er zijn aannames gedaan, die hebben als basis daarvan gelegen, die worden nágerekend”, heb ik net úitgebreid gezegd, en als de één dat noemt “onjuiste informatie” en de ander zegt “nou, kennelijk zijn er nog een aantal cijfers niet boven tafel”, dat maakt míj niet zoveel uit.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
23 We hebben het over hetzélfde, maar ik wou eigenlijk maar gelijk met u állen constateren, dat we het in de commissie van maart úitgebreid erover zullen hebben, met de cijfers die daarbij horen en de voorstellen die daarbij horen. En dan zou ik nú, op dít moment, gewoon deze vergadering willen sluiten. We zijn gewoon kláár. De voorzitter sluit de vergadering om 21.15 uur. Alblasserdam, 5 maart 2008 De griffier,
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
De voorzitter,