OPENBARE VERGADERING van de raad der gemeente Alblasserdam op donderdag 22 april 2010 des namiddags om 19.30 uur in het raadhuis Aanwezig de leden: mevrouw M.J.H. Barra-Leenheer (PvdA), de heer R. van Lavieren (PvdA), de heer L. Verwoert (PvdA), O. Yilmaz (PvdA), de heer Th. De Gelder (CDA), de heer J.H. Wesselius (CDA,), de heer A.C. van ’t Zelfde (CDA), de heer mr. A. Boele (SGP), de heer dr.ir H. Boersma (SGP), de heer B.W. de Leeuw (SGP), de heer F.C. de Gier (VVD), mevrouw C.E.J. Leeuwis (VVD), de heer H.F. Verweij (VVD), de heer A.J. Zwaan (ChristenUnie), de heer A.G. Clements (ChristenUnie), de heer J.R. Pardo Kruidenier (D’66) en de heer M. van der Plaat (D’66) Wethouders:
de heer A.L. Cardon (PvdA), de heer S.J. Veerman (CDA), de heer drs. P.J. Verheij RA (SGP)
Griffier:
mevrouw A.D. Zandvliet
Voorzitter:
de heer A.B. Blase
Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 1 – Opening en vaststelling agenda --------------------------------------------------------------------Voorzitter: Dames en heren, goedenavond. Ik open hierbij de raadszitting van donderdag 22 april en die datum zeg ik er dan maar even bij o.a. omdat er zoveel mensen op de publieke tribune hebben plaatsgenomen, die mede hebben uitgekeken naar deze avond. Althans, dat gevoel heb ik gekregen toen ik een aantal van u welkom kon heten en bij uitzondering doe ik dat ook maar eens even expliciet. Natuurlijk is het zo dat ik de raadsleden van harte welkom heet vanavond, maar er zijn zoveel mensen speciaal naar deze avond toegekomen dat ik niet eens durf u allemaal te noemen omdat ik dan bijna de hele avond bezig ben. Maar weet dat u van harte welkom bent, niet alleen namens mijzelf natuurlijk maar ook namens alle raadsleden en misschien wel aanstaande wethouders, durf ik dan maar even te zeggen, want u begrijpt dat, als ik de familierelaties zou moeten opnoemen die op dit moment op de tribune zitting hebben, dat ik dan ook eigenlijk tot in de derde graad, zal ik maar zeggen, zou moeten weten hoe die relaties zich verhouden tot elkaar. Welkom allemaal. U bent vanuit allerlei politieke pluimage en dat hoort ook op een avond als vanavond zo te zijn. Het doet mij enige spijt dat een aantal mensen in de hal nog steeds staan, zie ik. Er wordt nu gezwaaid en dat betekent dat ik begrijp dat zij ook een stoel hebben gevonden en ik hoop ook dat het geluid daar achter… Dag mijnheer Van Leeuwen, zelfs u bent aanwezig. Ook een familierelatie? Nee dat dan weer niet, maar wel en partijpolitieke kleur. U gaat ook nog een stoel vinden? Ja, u heeft mij gehoord. Dus in ieder geval begrijp ik daaruit dat ook het geluid in de hal te horen is en dat betekent maar weer, raadsleden, dat er vele mensen vanavond zullen meeluisteren naar de woorden die u spreekt. Een extra reden om die woorden weloverwogen uit uw mond te laten komen en om elkaar ook te laten uitspreken, zodat wij laten zien hoe een goed politiek debat en ook een raadsvergadering als vanavond verloopt. Welkom dus allen. Dit bij wijze van opening. En natuurlijk ook welkom aan de ambtelijke gelederen, de ambtelijke organisatie, de griffier en natuurlijk de mensen van de bodedienst die ons steeds van een natje zullen voorzien. Wij hebben een paar bijzondere agendapunten vanavond, waaronder natuurlijk het bespreken van het coalitieakkoord een opvallende is maar ook de benoeming van de wethouders en laat ik ook niet verhullen het mogelijke afscheid ook nog van een wethouder. Het staat allemaal op de agenda. Wij zullen daar successievelijk aan toekomen. Maar wij gaan natuurlijk ook gewoon de raadsvergadering en de agenda ordentelijk behandelen en dus ga ik ook aan u vragen of de agenda op deze manier kan
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
2
worden vastgesteld en dan kijk ik uiteraard naar de leden van de raad. Ja, die kan worden vastgesteld. En wat ik dan zal doen is bij de verschillende onderdelen van de agenda ook steeds even toelichten hoe dat agendapunt zal verlopen, want er zijn natuurlijk wat punten bij die maar eens in de vier jaar meestal zich voordoen. Er zal ook een enkele keer een schorsing plaatsvinden omdat er wat stemmen geteld moeten worden of anderszins en ik zal dat steeds per punt even toelichten, zodat niet alleen de insiders kunnen volgen wat er gebeurt, maar ook mensen die niet dagelijks een raadsvergadering meemaken. Dat bij wijze van opening. Voorzitter stelt aan de orde AGENDAPUNT 2 – Spreekrecht burgers -----------------------------------------------------Aanwezige burgers kunnen het woord voeren over op de agenda voorkomende onderwerpen. Per spreker is maximaal vijf minuten beschikbaar en in totaal duurt dit punt hooguit 30 minuten. Het spreekrecht is van toepassing op de onderwerpen vanaf punt 5, tenzij • het een besluit betreft waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan; • het een benoeming, keuze, voordracht of aanbeveling van personen betreft; • er een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend. Voorzitter: Nummer 2 van de agenda, het spreekrecht van de burgers en ik ga nu bezien of daar iemand gebruik van wil maken en de griffier fluistert mij in dat er geen mensen zich aangemeld hebben. Dus dat betekent dat ik ervan uitga dat wij dat punt ook hiermee gehad hebben en daarmee is punt 2 afgesloten en gaan wij over naar punt 3. Overigens zie ik dat mijn hamer ontbreekt, dus dat betekent dat ik het op mijn eigen gezag moet doen vanavond. Nou, dat, u snapt dat dat lastig voor me is maar ik doe mijn best. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 3 – Actualiteiten -------------------------------------------De leden van de raad kunnen korte vragen stellen over zaken die de laatste twee dagen vóór de raadsvergadering actueel zijn geworden. Hierover kan een korte discussie worden gevoerd. Voorzitter: Punt 3, het onderwerp van de actualiteiten. Er is natuurlijk één actualiteit, dat komt bij punt 5, het coalitieakkoord. Maar is er nog andere, een andere aanleiding om bij dit punt iemand het woord te geven? Dit is er niet. Dus dat betekent dat ook punt 3 daarmee behandeld is. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 4 – Vaststelling notulen openbare vergadering d.d. 24 maart 2010 -------------------------------------------------------------------------------------------------------------Voorzitter: En gaan wij naar punt 4, het vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 24 maart jl. Zijn daar opmerkingen te maken bij agendapunt 4? Ook niet? Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 5 – Bespreking akkoord PvdA, SGP en CDA –------------------------------------------------------------------------------De fracties van de PvdA, de SGP en het CDA hebben met elkaar een akkoord gesloten, waarin is vastgelegd wat zij in de raadsperiode 1010-2014 willen waarmaken en dat de basis is voor het op te stellen collegeprogramma. Op vrijdg 16 april, na ondertekening door de drie partijen, zal het stuk zo snel mogelijk per e-mail aan de raadsleden worden verzonden. Het stuk zal dan ook beschikbaar zijn op www.alblasserdam.nl.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
3
Het presidium stelt de raad voor de collegevorming en het akkoord te bespreken. Voorzitter: Dat betekent dat wij al bij punt 5 zijn aangeland en ik heb zo het gevoel dat daar wel enkele sprekers bij zullen, zich zullen melden. Want punt 5 is de bespreking, zoals het hier staat, van het akkoord tussen de fracties of de partijen PvdA, SGP en CDA. En ik heb met het presidium, hebben wij voorgesproken hoe wij denken dat wij dit agendapunt het beste kunnen behandelen. U kent natuurlijk het onderliggende stuk en als u het niet kent, dan steek het nu omhoog het coalitieakkoord Alblasserdam sterk door verbinding, waarin deze drie partijen uitspreken hoe zij denken dat deze raadsperiode maar vooral natuurlijk ook het collegeprogramma eruit zou moeten zien of op basis waarvan dat zou moeten worden opgesteld. En wij gaan dat zo in bespreking brengen. Voordat wij dat doen, denk ik dat het goed is dat ik zo het woord geef aan de informateur die later ook formateur werd, de heer Ad Cardon. Die zal wat inleidende woorden spreken zoals ik heb begrepen. En ik denk dat wij daarna gewoon ordentelijk in twee termijnen, zoals wij dat meestal doen, de fractie het woord kunnen geven om te reageren èn op de woorden van de informateur/formateur Cardon èn op het akkoord wat voorligt. Als wij dat in de twee termijnen doen, dan kunnen wij volgens mij daarna afspreken dat op basis daarvan de rest van de agenda afgewikkeld kan worden vanavond. Maar laten wij eerst stilstaan bij dit akkoord en ik denk, mijnheer Cardon, dat ik u het woord mag geven om wat inleidende woorden, waarin u, ik heb begrepen, wat over het proces van de collegevorming wilt vertellen, maar misschien ook nog iets over de inhoud van het coalitieakkoord. Dat laat ik verder aan u en natuurlijk aan de raad om daar verder over te spreken. En ik zie een gebaar van de heer Boele. Wilt u eventueel toelichten? De heer Boele: Voorzitter, u refereert zojuist aan het presidium. Hadden wij ook niet afgesproken dat na de woorden van de formateur ook nog eerst de fractieleiders van de partijen die de coalitie vormen gelegenheid geven om daar wellicht nog aanvulling op te plegen en dat wij daarna met elkaar in gesprek gaan over het coalitieakkoord? Die volgorde staat mij althans bij. Voorzitter: Ja, die volgorde staat mij ook bij maar ik dacht dat wij gingen combineren uw inbreng in eerste termijn met die reactie. Dus dat betekent dat na wethouder Cardon ik via u en de heer Veerman alle fracties successievelijk het woord geef. Is dat, komt dat tegemoet aan uw opmerking? Goed. Prima. Dat betekent voor u dat ik als zo meteen sprekers van politieke fracties het woord nemen, ook even zal toelichten, de naam en de partij erbij zal zeggen, zodat u ook kunt volgens wie op dat moment de inbreng heeft. En Ad Cardon is formateur/informateur en tegelijkertijd fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid en ik geeft u het woord. Gaat uw gang. De heer Cardon: Dank u wel, voorzitter. Ik zou, zoals aangekondigd in de brief aan de raad, één en ander over het proces willen zeggen, over het motto, de bestuursstijl, een aantal hoofdlijnen voor de komende vier jaar en hoe wij daarmee verder gaan. Ik zou ook iets willen zeggen over de rol van Drechtsteden en ja, ik weet niet, het lijkt wel of wij op het spoor stonden, ja, ja, en over de drie wethouders. Want ongetwijfeld zou er iets over gevraagd kunnen worden. Dus laat ik maar beginnen daar iets over te zeggen. In ieder geval het proces. Hoe is het proces verlopen. Wij zijn begonnen met informatie en dat betekent dat met alle partijen gesproken is over met wie zouden wij dit college moeten vormen. Die verslagen zijn openbaar. Dus iedereen kan zien hoe dat gelopen is en met name als informateur heb ik de nadruk gelegd op programmavergelijking. Want ik bedoel, het gaat er toch in de politiek vooral om om je programma te kunnen realiseren. Nou, dat leidde ertoe dat na die informatieperiode wij hier in de raad een discussie gehad hebben en dat het ertoe geleid heeft dat wij, dat ik als formateur verder gegaan ben met CDA, SGP en ChristenUnie heeft ook nog aan tafel gezeten. Ik kan zeggen dat er stevig gesprekken heeft plaatsgevonden en dat is ook maar goed, denk ik, als je het over dat soort zaken gaan, want als ik zeg dat wij er tweeëndertig uur ingestoken hebben, dan wil dat niet zeggen, want er zei iemand tegen mij ja, ik werk toch ook, ja, ik bedoelde met die tweeëndertig uur dat het, nou ja, dat het stevige gesprekken waren. En het grappige was, dat was Veerman, in De Klaroen zag ik dat het Peter Verheij was, maar het was Veerman, die zei wij zullen ook tweeëndertigduizend uur met elkaar optrekken als het goed gaat. Want dan maken wij de rit af, tweeëndertigduizend. Dus dat wil ik even corrigeren, dat is aan jou, Sjoerd. Dat was heel mooi toen... Ja. OK. Maar ik mocht niet teveel uitweiden. Ik vind dat er goed onderhandeld is, dat er een mooi coalitieakkoord ligt met een goed resultaat. Daar denk ik dat wij trots op mogen zijn. En wij zien de samenwerking in het college
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
4
met vertrouwen tegemoet. Daarbij moet ik nog zeggen, wij hebben dus ook aardig wat verslagen van dit proces en ik heb al gezegd, mocht het niet meer duidelijk zijn, dan zullen wij teruggrijpen op die verslagen, als er wat verwarring mocht zijn over een bepaald punt. Maar dat is ook voor iedereen duidelijk. Dan het motto van het akkoord Alblasserdam sterk door verbinding. Het bestuur wil de relatie met de gemeente, inwoners versterken door vertrouwen uit te stralen. In gesprek te zijn met de bewoners meer nog dan wij tot nu toe gedaan hebben. Dus dat wil niet zeggen nou, de vorige periode ook niet aardig wat met de mensen gecommuniceerd te hebben, mijnheer Pardo, maar wat gaat u nog meer doen, gaan wij nog meer doen. En wij gaan open communiceren en tijdig, in een vroeg stadium dat niet de boel al dichtgespijkerd is, hè, dat de mensen in ieder geval nog de kans hebben om een rol te spelen, alhoewel het besluit hier altijd genomen moet worden. En dat kan soms niet populair zijn, maar besturen dat betekent nu eenmaal besluiten nemen en daar helderheid in verschaffen. Nou, de rol van de burgemeester die komt vooral ook tot uiting in dat binden en verbinden. Wij proberen, wij staan soms met de ruggen naar elkaar toe en wij proberen als gemeente in ieder geval die verbinding te leggen tussen allerlei groepen en het gemeentelijk apparaat en het gemeentelijk bestuur. En dat staat hoog in het vaandel, dat binden en verbinden. En dat heeft ook te maken met de bestuursstijl. Het zal een actieve verbinden en communicatieve bestuursstijl zijn. En hoe dat er precies uit zal gaan zien, dat zal de komende maanden vorm moeten krijgen. Wij willen dus hiermee op alle terreinen de banden versterken in de samenleving en in deze organisatie. Er ligt een goed stuk met hoofdlijnen voor de komende vier jaar en de kernthema’s zijn, zoals u gezien hebt, degenen die het gelezen hebben, solidariteit en leefbaarheid. En ik heb er hier achter gezet voor degenen die af en toe de term sociale infrastructuur horen, dan gaat het dus om die solidariteit met elkaar, proberen Alblasserdam ook in moeilijke tijden in ieder geval, nou, te houden wat hier allemaal gebeurt. Want er gebeurt ontzettend veel in dit dorp. Er zijn van de 18.000, zijn er 6.000 vrijwilligers werkzaam. Met name dat proberen overeind te houden dat is heel belangrijk. Dan is een thema verbinden en vertrouwen, ik heb het net al gezegd, dat wij moeten proberen contacten te leggen, te onderhouden en vertrouwen uit te stralen. Dat betekent wat wij zeggen dat gaan wij ook doen. En laten wij vooral ook zeggen wat wij niet kunnen, zodat men weet waar men op kan rekenen. Dan duurzaamheid is een thema. Dat is een heel breed thema. Dat zou je natuurlijk ook over relaties kunnen leggen of zeggen maar het gaat er ook om dat wij op het gebied van energie ongetwijfeld één en ander zullen opschrijven en in deze raad aan de orde zullen stellen en kijken of wij op dat terrein één en ander waar kunnen maken. En dan de financiële opgave. Voor iedereen zal het duidelijk zijn dat, als je kranten leest of anderszins geïnformeerd wordt over wat er in de maatschappij op dit moment gebeurt, dat betekent dat er zware tijden financieel aankomen en nou, die financiële opgave dat is een heel belangrijke. En ik denk, ik wil er direct nog iets over zeggen, dat dat ook een hele zware is, maar daar zullen wij vooral creatief moeten zijn. En dan bedoel ik niet creatief boekhouden maar dat betekent dat wij moeten zoeken naar mogelijkheden om, nou ja, wat ik daarnet al zei, deze gemeenschap zoals die er is in Alblasserdam en hoe die met elkaar omgaan, om te proberen dat niet te verschralen en zeker ook degenen die het moeilijk hebben, daar hebben wij ook één en ander over gezegd, en dan bedoel ik financieel, materieel. Dan, dit is de basis van het collegeprogramma dat de ambtelijke organisatie nu verder gaat uitwerken. Hier komen de concrete activiteiten, dat stuk wat wij nu behandelen zijn de hoofdlijnen, maar de concrete activiteiten die wij de komende vier jaar gaan uitvoeren, komen in het collegeprogramma. Dit is collegeakkoord. En wij zullen hopelijk eind juni een concept collegeprogramma hebben wat dan in deze raad aan de orde komt. Maar het is ook de bedoeling om dat concept collegeprogramma voor te leggen aan allerlei groeperingen in deze Alblasserdamse maatschappij en wij hopen dan in september die reacties mee te nemen in de behandeling van het collegeprogramma en de begroting 2011 en volgende. Dan de rol van Drechtsteden. Degenen die ingevoerd zijn, weten dat er op rijksniveau allerlei werkgroepen zijn en één van de werkgroepen die heeft het erover dat er eigenlijk dertig ongeveer grote regio’s zouden moeten komen. Gemeenteregio’s. En wij zijn ervan overtuigd, degenen die dit coalitieprogramma gemaakt hebben, dat wij moeten proberen om de zelfstandigheid van Alblasserdam trachten overeind te houden binnen een netwerkorganisatie en dat betekent dat wij met nou, laten wij zeggen met inzet en creativiteit moeten zoeken hoe wij verder kunnen samenwerken binnen Drechtsteden terwijl wij toch, nou ja, deze raad zoals wij die hebben, kunnen houden. Want die zeventien mensen van deze raad die lopen hier door deze gemeenschap, signaleren van alles en nog wat en nou ja, ikzelf moet er niet aan denken dat het Drechtstad zou worden, want dan gaat er voor
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
5
mij toch, nou ja, het lampje niet uit, maar in ieder geval dan zou het kunnen zijn dat ik me terugtrek in het Zeeuwse en dan van nou, zij doen maar. Maar ik hoop dat dat niet nodig is. Dit is trouwens een uitweiding. Dat staat er allemaal niet. Dan wil ik nog zeggen dat wij gekozen hebben voor drie wethouders. En een aantal zullen zeggen ja maar, eerder is er toch gezegd dat twee voldoende is. Nou, wij zijn ervan overtuigd dat, en ik heb het net gezegd, de financiële paragraaf heel belangrijk is en dat wij, het is natuurlijk toch altijd een karwei als je met drie partijen en dan de boel moet verdelen en je zou moeten zeggen nou, iedereen 60%, of wat, ik weet niet wat zij in Dordt gezegd hebben, geloof ik 80%. Nou, dat is allemaal krom werken. Ik denk dat, wat ik net zei, dat Drechtsteden, zoeken naar hoe wij verder moeten met die netwerkorganisatie, hoe wij financieel in Drechtsteden op moeten trekken, hoe wij financieel de rijksbezuinigingen moeten opvangen, dat het van groot belang is om te beschikken over financiële deskundigheid en wij hebben een kandidaat-wethouder die staat te springen om daar werk van te maken. Tijdens de vorming van dit collegeakkoord heeft hij ook wat scenario’s gemaakt op ons verzoek. En nou, laat ik zeggen, ik ben een groot liefhebber van scenario’s en ik vind dat het een succes is wat ik gezien heb. Dat zit er allemaal niet bij, maar wij hebben dus wat meer nog in de la zitten. En dat betekent, wanneer er nieuwe gegevens beschikbaar komen, dat wij die erin kunnen stoppen en kijken wat dat betekent voor Alblasserdam. Ik denk dat daar heel veel tijd mee gemoeid zal zijn. En bovendien, voor degenen die het niet weten, wij hebben met de burgemeester overeenstemming over het feit, en morgen wordt dat definitief gemaakt dan in een constituerende vergadering geloof ik dat het heet, ja, dat de burgemeester zegt nou, die portefeuilles die ik nu heb, nou, die hoeven niet per se. En dat is bij de, nou ja, ik druk het op mijn manier uit. Nee, je mag dat direct corrigeren, hoor. Je mag direct ook het woord voeren. Maar in ieder geval, de burgemeester stort zich vooral op de relaties en de communicatie en het binden, en niet alleen hier maar ook in netwerken erbuiten. En wat dat betreft, ben ik daar heel gelukkig mee. En ooit is mij een bepaalde portefeuille afgepakt en die komt nu weer terug in het politieke vlak bij de beoogd wethouder. Dus ik denk dat het een hele goede zaak is. Ja. Ja, ik kan het niet laten. Nee. OK. Nou, dan wil ik iedereen bedanken die heeft meegewerkt, met name de directeur en haar assistentie en ik hoop bij de vorming van het collegeprogramma dat de medewerkers enthousiast meewerken om een smart stuk neer te leggen, waar wij echt op afgerekend kunnen worden. En nou, er komt een mooie sessie, begrijp ik, volgende week dinsdag waar de relatie met het ambtelijk apparaat gelegd wordt van wat betekent nou precies zo’n akkoord en zo’n collegeprogramma. En ik hoop dat dat ertoe leidt dat wij de komende vier jaar met een stuk komen wat reëel is en waar wij ook op afgerekend kunnen worden. En dat was het. Nee, ik kijk even naar de heer Pardo. De heer Pardo: Wij hadden beloofd niet te interrumperen, dus ik hou netjes, wacht netjes op mijn beurt. Voorzitter: Heel goed. Heel goed. Dat lijkt me inderdaad verstandig. Volgens mij heeft de informateur, formateur en fractievoorzitter van de PvdA, wethouder, niet-wethouder, ook wel wethouder maar op dit moment fractievoorzitter Cardon voldoende toelichting gegeven voor dit moment en ik denk dat wij in de behandeling het zo kunnen doen, dat wij proberen in twee termijnen zoals wij dat meestal doen, dit stuk te bespreken. Ik zou onszelf willen oproepen om in de tijd wat discipline te betrachten om het ook aantrekkelijk te houden voor de mensen die willen luisteren. Dus houdt u in de gaten dat u in de twee termijnen die u besteedt misschien een minuut of tien per fractie zou kunnen besteden. Maar wij zullen het niet met een schaartje knippen, maar dat lijkt me een redelijke tijd waarin u de punten zou moeten kunnen maken, die u noemt. Ik denk dat wij het woord kunnen geven nu… O ja, ik moet nog even zeggen, er is net een brief uitgereikt. Die hoeft u niet terstond te gaan lezen. Dat is een andere agendapunt. Dan vragen wij nog even uw mening daarover. Ik zag een aantal al bladeren, maar ik denk dat wij nu eerst ons concentreren op het gesprek over het coalitieakkoord. De brief gaat over een mogelijke brief van onze raad aan de Drechtraad, waar wij het vorige week over gehad hebben. Die kan nu nog even terzijde en ik denk dat ik nu het woord kan geven aan de heer Boele, fractievoorzitter van de SGP. De heer Boele: Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag vanuit het perspectief van de SGP-fractie nog een paar dingen toevoegen aan hetgene wat de onafhankelijke informateur en daarna formateur al naar voren gebracht heeft. Het was een hele goede beslissing van u, voorzitter, om de leden van de raad te vragen al kort na de verkiezingen om eens te reflecteren op het vraagstuk, hoe gaan wij nu een coalitie vormen in het licht van de gehouden verkiezingen. Dat gebeurde reeds op de avond na de dag van de
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
6
verkiezingen, 4 maart, en toen heeft de SGP-fractie naar voren gebracht dat wij gaarne beschikbaar zijn om onze verantwoordelijkheid te nemen voor het dagelijks besturen van deze gemeente. En tegelijkertijd hebben wij gezegd dat wij dat graag willen doen met de andere confessionele partijen uit de gemeenteraad, het CDA en de ChristenUnie. Het bleef even wat ons betreft bij die boodschap als het ging om de vraag hoe wij zouden kunnen komen tot een coalitievorming. Daaruit, de volgende dag is de heer Cardon als informateur aan de slag gegaan. En toen hebben wij tegen hem gezegd dat het ons dienstig lijkt om een coalitie te vormen bestaande uit deze drie confessionele partijen met de Partij van de Arbeid. En waarom de Partij van de Arbeid? Niet omdat die ongeschonden uit het verkiezingsstrijdtoneel gekomen was, integendeel zelfs, een aanzienlijk verlies geleden, maar wij vonden dat, als het gaat om de sociale infrastructuur in deze gemeente die van groot belang is zeker ook in de tijden die komen gaan, dat de Partij van de Arbeid daarin een wat meer prominente, wat meer representatieve rol kon vervullen dan de andere partij, die in aanmerking kon komen, de VVD, die overigens wel gewonnen had. Dat was een keuze die wij als fractie maakten. Een week later, 11 maart, de tweede openbare sessie waarin de informateur mededeling deed van de uitkomsten van zijn informatieronde, bleek dat er bij die partijen, SGP, CDA, CU en PvdA, een gemeenschappelijke opinie bestond dat de coalitieonderhandelingen zouden kunnen gaan plaatsvinden. En dat vonden wij een genoeglijke constatering mag ik wel zeggen. Al heel snel na dat moment zijn de onderhandelingen van start gegaan onder leiding van de heer Cardon. In de eerste gespreksronde was de fractie van de CU erbij. In de tweede gespreksronde niet meer. En ik wil hier niet verhullen dat onze fractie dat spijt. Ik wil ook melden dat wij in een goed collegiaal overleg met de CU-fractie indringend hebben gesproken over hun keuze om de onderhandelingen te beëindigen. Ik ga ervan uit, ik heb dat niet afgestemd met collega Zwaan maar dat hij straks ook in dit debat daar nog een paar dingen over zal zeggen of niet. Nou, dat komt dan misschien wel ………….. andere ……….. In ieder geval, het oorspronkelijke voorkeur van de SGP-fractie om met de drie, met de drie confessionele partijen een coalitie te vormen viel toen helaas weg. Dat zij zo. Voorzitter, wij zijn als onderhandelende partijen bepaald niet over één nacht ijs gegaan. En als ik de formateur zo nu en dan goed begreep, vond hij dat het eigenlijk een beetje allemaal lang, misschien wel eens een beetje te lang duurde. Je zou kunnen zeggen dat wij elkaars nieren hebben geproefd. En ik denk dat het een diepte-investering geweest is, die zich hopelijk in de komende jaren gaat vertalen in een hechte en een constructieve samenwerking. Wat wij gedaan hebben is, wij hebben behoorlijk diep borend een beschouwing gegeven met elkaar hoe het nou staat in gemeenteland. Er is heel veel aan de hand in gemeenteland. En wij hebben ook een beetje onder leiding van mijn linker buurman, collega Verheij, uitvoerig stilgestaan bij de financiële positie niet alleen van deze gemeente maar ook in zijn algemeenheid wat er in gemeenteland allemaal op ons af gaat komen. Ik denk dat dat goede onderhandelingen zijn geweest. Zo nu en dan was ook irritatie merkbaar en natuurlijk ook wel vermoeidheid, maar het resultaat, denk ik, mag er zeker zijn. En wij zijn buitengewoon benieuwd om te vernemen hoe de andere partijen in de raad, die er niet aan hebben deelgenomen, de ontvangst van dit stuk hebben gewaardeerd. Voorzitter, in die onderhandelingen zijn ons drie dingen manifest duidelijk geworden. In de eerste plaats is het van het allergrootste belang dat de gemeente Alblasserdam weer een goede, solide financiële basis gaat krijgen. En ook na de achterliggende twee jaar toen er gelukkig een kentering gekomen is in het financieel beleid van het vorige college, moet je vaststellen dat er nog steeds sprake is van een uiterst kwetsbare, bijna fragiele situatie als het gaat om de financiën van de gemeente. Er is nog steeds te weinig weerstandsvermogen. Er is nog steeds sprake van een uiterst krappe begroting. En dat allemaal in het licht van nog een hele hoop financiële tegenspoed die van rijkswege wordt aangekondigd. Hier ligt met andere woorden een buitengewoon belangrijke opgave voor het nieuwe college. Het zal niet veel gaan in de komende jaren, denken wij, in de komende vier jaren om meer en nieuw beleid, het zal vooral gaan om de vraag, hoe kunnen wij met steeds afnemende middelen komen tot het zo goed mogelijk overeind houden van bestaande voorzieningen. Dat is een belangrijke opgave en met elkaar, denk ik, hebben wij ervoor gezorgd dat in het coalitieprogramma wat er nu ligt een hele stevige financiële paragraaf staat die zich terdege rekenschap geeft van dit financiële perspectief. Het tweede wat ons opgevallen is, voorzitter, is dat het ook goed is om te werken aan een andere bestuursstijl. Dat is in deze raad een paar keer aan de orde geweest. Trouwens ook al ten tijde van Algemene Beschouwingen in de vorige collegeperiode. En wij hebben dat als onderhandelende partijen rondom een drietal kernbegrippen getypeerd. Het moet gaan om een meer herkenbaar, het moet gaan om een betrouwbaar en het moet gaan om een stabiel bestuur, een bestuursstijl. Het doet ons genoegen om nu te kunnen vaststellen dat het akkoord zich daar ook gemeenschappelijk rekenschap van gegeven heeft, er is nu een gemeenschappelijke ambitie geformuleerd en dat er straks ook een nota gaat komen met de bedoeling om als raad in zijn geheel te praten over de vraag
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
7
hoe je kunt komen tot een nieuwe, meer bij deze tijd en bij onze gemeenschap passende stijl van besturen. En het derde wat ons is bijgebleven, voorzitter, is, en ik denk dat dat toch een hele belangrijke lijn voor de toekomst wordt, de gemeente en de overheid in zijn algemeenheid kan het allemaal niet meer alleen. Niet meer financieel alleen, ook niet als het gaat om het organiseren van kwesties. Dit programma wil ruim baan bieden voor het particuliere initiatief. En het doet ons ontzettend veel genoegen dat je ziet wat er allemaal gebeurt in de gemeenschap. Verleden week hadden wij de commissie Grondgebied en spraken wij met een Stichting Kinderboerderij over een eigenlijk door de gemeenschap zelf ondernomen initiatief om taken die wij voorheen zelf deden om die nou ook op het particulier initiatief terug te brengen. En je ziet bijvoorbeeld in het akkoord dat wij op dat spoor verder willen gaan als het gaat om het beheren van sport- en maatschappelijke voorzieningen. Ruim baan dus voor hetgene wat de gemeenschap zelf kan doen. Wij denken dat wij daar een hele grote kracht hebben, die wij als gemeentebestuur zouden moeten koesteren. Voorzitter, nog een paar afrondende opmerkingen. Drie partijen hebben elkaar nu gevonden en ik heb de indruk, ik spreek nu maar even voor mezelf maar ik geloof dat het gemeenschappelijk zo is, dat het een hechte band geworden is. Maar dat betekent althans voor de SGP-fractie niet dat andere partijen nu aan de zijlijn staan. Wij hebben ons goed gerealiseerd dat wij straks een trouwe coalitiepartij moeten zijn en ook willen zijn. Wij zullen ook proberen datgene wat wij hebben gekregen aan gaven in te brengen ten dienste van het besturen van deze gemeente maar tegelijkertijd willen wij ook in deze raad als SGP-fractie nieuwe stijl zelfstandig opereren en het college kritisch bejegenen. En tegelijkertijd met de raad als geheel komen tot onze controlerende rol jegens het college. Dat vind ik nog van belang om op te merken omdat het geenszins zo zal zijn dat straks de SGP-fractie, die zo gekenmerkt wordt door een soort duale positie, die gaat inleveren als wij straks een nieuwe coalitie gaan vormen. Dat is niet zo. Wij blijven ons spel spelen en onze rol vervullen maar natuurlijk wel in het licht van de verantwoordelijkheid die je ook hebt en vooral ook hebt voor het dagelijks besturen van deze gemeente. Voorzitter, het is voor de SGP-fractie wel weer even wennen. Na vier jaar onderbreking mogen wij weer aanschuiven aan de collegetafel. Ik werd twaalf jaar geleden fractievoorzitter van deze mooie partij. Hij bestaat trouwens nog veel langer dan twaalf jaar. En ik werd toen fractievoorzitter van een partij die aan het college deelnam. Dus acht jaar lang heb ik mogen oefenen in de rol van het zijn van leider van een partij die collegeverantwoordelijkheid droeg. Dat was vier jaar geleden zwaar wennen. Dat geef ik ook in alle oprechtheid toe. En ik begrijp ook heel goed dat dat ook nu voor de VVD-fractie zo gaat gelden. Daar zullen ongetwijfeld straks nog woorden over gewisseld worden. Maar het is ook weer goed, het was in het gevoel van thuis komen, om nu ook verantwoordelijkheid wat dichter bij het bestuur te krijgen. Daar zijn wij in de eerste plaats de kiezer maar ook de coalitiepartijen zeer erkentelijk voor. Wij zijn dus, voorzitter, beschikbaar… Voorzitter: U gaat afronden? Ja? De heer Boele: Ja. Wij zijn beschikbaar voor deze verantwoordelijkheid. Wij zien het als een opdracht. Er ligt een zware taak op het bestuur van deze gemeente te wachten. Wij weten en belijden dat wij dat niet zelf kunnen en daarom zeggen wij, moge de Here God het bestuur van deze gemeente en ons allemaal helpen, kracht te geven en zegenen. Dank je wel. Voorzitter: Dat was een u kenmerkende afronding. Dus geef ik het woord aan de heer Veerman, fractie-voorzitter, de heer Wesselius, ik deed het verkeerd, fractievoorzitter van het CDA. De heer Wesselius: Dank u wel, MdV. De CDA-fractie is zeer ingenomen met het voorliggende coalitieakkoord. Dat zal niemand bevreemden. Wij bevinden ons tussen twee crises. Aan de horizon achter ons liggen nog de schaduwen van de bestuurlijke en plaatselijke financiële crisis van het verleden en aan de horizon voor ons liggen de uitdagingen van de globale financiële crisis die ook voor ons consequenties zal hebben. Wij bevinden ons daardoor in een interessant en spannend tijdsgewricht. In zo’n tijd is het van groot belang dat er snel een nieuwe ploeg aan de slag kan. Daarom is het goed dat er een akkoord ligt en dat er weer gewerkt kan worden. MdV, voor het CDA is één ding duidelijk. Wij weten niet hoe de nabije toekomst eruit zal gaan zien. Op tal van gebieden is nog heel veel onduidelijk. Zeker op financieel gebied weten wij onvoldoende waar wij aan toe zijn en daardoor kunnen wij op tal
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
8
van punten slechts voorlopige keuzes maken. Wij kunnen spreken over ambities maar garanties kunnen wij eigenlijk niet geven. En juist daarom vinden wij het gezond dat er een globaal akkoord op tafel ligt. Wij herkennen ons in de hoofdlijnen, waarin ook de kernwoorden van het CDA zeer herkenbaar zijn. Dat zijn publieke gerechtigheid, solidariteit, rentmeesterschap en gedeelde verantwoordelijkheid. De kernbegrippen van dit akkoord ademen dezelfde geest. Solidariteit en leefbaarheid, verbinden en vertrouwen en duurzaamheid. MdV, het akkoord laat ruimte voor keuzes. Keuzes die wij moeten maken zodra wij de feiten op tafel hebben, zodat wij ook de juiste verantwoorde keuzes kunnen maken. Het is goed dat er in het akkoord alvast is nagedacht over financiële scenario’s. Denken in scenario’s zal de komende jaren van groot belang zijn. Samen verkennen hoe de toekomst eruit zou kunnen zien. Risico’s afwegen, opties verkennen en keuzes maken die passen bij een gezamenlijk beeld van de toekomst. Het globale karakter zou een reden voor kritiek op het akkoord kunnen zijn. Voor ons is dit karakter juist de juiste keuze op duit moment, in deze periode tussen twee crises. MdV, het CDA is bijzonder blij dat het lek in de eigen organisatie ondertussen boven is. Als wij nu de crisis in onze eigen gelederen niet onder controle zouden hebben gehad, was de toekomst behoorlijk hopeloos geweest. Maar hopen, wij hopen en verwachten bij de jaarrekening 2009 en bij de eerste Marap de positieve vruchten van de investering in de eigen organisatie te zien. De stappen die in de laatste jaren door het vorige college gezet zijn, zullen een stevige basis vormen voor het werk van het nieuwe college. In dankbaarheid mogen wij terugzien op de resultaten van het vorige college. Nu is het zaak om zo snel mogelijk dit akkoord om te zetten in een werkprogramma voor dit college en in tweede instantie in de begroting voor 2011. Daarin zal voor het eerst, daarin zal voor de eerstkomende jaren veel duidelijk worden. Keuzes gedragen door het nu voorliggende globale en richtinggevende akkoord moeten dan gemaakt worden. MdV, het globale en open karakter van het voorliggende akkoord geeft ruimte voor overleg. Dat is essentieel. In tijden zoals deze moeten wij elkaar vasthouden om de problemen onder controle te krijgen. Samen moeten wij werken aan oplossingen. Wij moeten elkaar niet alleen vasthouden als coalitie, wij moeten elkaar vasthouden als gehele gemeenteraad. Nee, meer dan dat, wij moeten elkaar vasthouden als Alblasserdamse gemeenschap. Het coalitieakkoord spreekt over verbetering van communicatie en bestuursstijl. Dat is cruciaal. De communicatie moet beter en de bestuursstijl moet anders. Samen met alle Alblasserdammers moeten wij oplossingen vinden voor de problemen die voor ons liggen. Samen dat betekent de overheid met alle inwoners en met haar organisaties. Wij moeten gebruik maken van de kennis, de kunde en de ervaring van de inwoners van ons dorp. MdV, de CDA-fractie geeft haar steun aan het voorliggende akkoord. Wij zullen ons inzetten om op basis van de richting die in het akkoord is aangegeven resultaten te boeken in deze onzekere tijden. Wij zullen ons ook inzetten om de dialoog in de gemeenteraad en in het dorp open te houden. Ieders inbreng is van belang, van coalitie en van oppositie. Ieders talenten zullen nodig blijken als het de komende jaren financieel zwaar weer wordt. Als wij in zo’n tijd resultaten willen boeken, dan kunnen wij geen talent ongebruikt laten. Alblasserdam moet de komende jaren sterk zijn door verbondenheid in het dorp. Dat is de richting die het akkoord aanwijst en dat is de richting die wij zullen gaan met elkaar. MdV, het CDA kijkt vol spanning en vertrouwen uit naar de toekomst en wenst iedereen veel wijsheid en Gods zegen toe bij de stappen die voor ons liggen, het uitwerken van een collegeprogramma en de begroting, en de programmabegroting voor 2011. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Ik kijk naar Catharina Leeuwis, fractievoorzitter van de VVD, voor haar bijdrage. Mevrouw Leeuwis: Dank u wel, voorzitter. De VVD wil graag kort stilstaan bij het proces van informatie tot coalitievorming en wat uitgebreider bij de inhoud van het voorliggende coalitieakkoord. En wat betreft de coalitievorming, ja, het zal duidelijk zijn, het is niet onze keuze dat wij niet meebesturen aan de B&W-tafel. De informateur heeft destijds aangegeven dat op basis van programmatische vergelijking de eerste gesprekken met de SGP en het CDA gevoerd gingen worden en uiteindelijk hebben zij voor elkaar ook gekozen. Met zetelwinst voor de VVD en naast ons de opkomst van D’66 had het wat ons betreft meer recht gedaan aan de verkiezingsuitslag als het liberale geluid vanavond krachtig had geklonken in een akkoord. Het is echter gelopen zoals het is gelopen. Wij hebben nu een nieuwe realiteit en die geven wij vooralsnog het voordeel van de twijfel. En met die twijfel ben ik meteen bij de inhoud aangeland. Want die gaat niet over de personen, ook niet over het proces dat achter ons ligt maar over de inhoudelijke plannen en ambities van het nieuwe college. Overigens wil ik vanavond het debat niet op details voeren, immers, het akkoord gaat ook nog maar over hoofdlijnen en wordt nog uitgewerkt in een collegeprogramma. Op hoofdlijnen wil de VVD
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
9
dan ook haar eerste reactie geven. En dan eerst maar drie punten die de VVD positief vindt. Goede dienstverlening en minder regels. Zowel bestuur als organisatie zijn er immers voor het dorp. Wij moeten het burgers, ondernemers, instellingen niet moeilijk maken met ingewikkelde bureaucratie en het gaat er inderdaad om dat de vraag van mensen centraal staat. Kwalitatieve en waar noodzakelijk kwantitatieve organisatieontwikkeling ondersteunen wij. Los van de vraag hoeveel beleid je wilt uitvoeren en hoeveel ambtenaren je dan nodig hebt, nadrukkelijk wel in die volgorde natuurlijk, kennen wij zowel de kracht als de kwetsbaarheid van de organisatie. Het tweede. Betrokkenheid van bestuur en organisatie allebei bij het dorp en andersom ook serieus nemen en actief inzetten op goede communicatie. Nou, dat is precies zoals de VVD ook zelf in het gemeentebestuur zat en zit zowel in het college als in de raad. Goed dat het blijvend aandacht heeft. En wij zijn ook heel benieuwd naar de concrete invulling daarvan. Gewoon aardig en aanspreekbaar zijn, dat zijn volgens ons de makkelijke maar wel hele belangrijke stappen. Derde. Respect voor minderheidsposities. Dat is de norm in de verhouding tussen college en raad en ook in de bejegening van groepen in het dorp, lezen wij in het akkoord. Respect houdt het langste stand als het van twee kanten komt. En wat ons betreft, gaan wij op een constructieve en respectvolle manier de oppositie in. Overigens verwachten wij van de coalitiepartijen dat ook zij constructief, kritisch waar nodig en in het duale bestel zullen handelen. Wij verwachten bij deze norm dat er dus ook serieus geluisterd zal worden naar het liberale gedachtegoed. En bijvoorbeeld, om toch één detail te noemen, toeristen die op zondag willen recreëren, dat die daar vrij in blijven en o.a. gebruik kunnen blijven wijken van alle toeristische voorzieningen op Haven-Zuid. Dan vier zorgen die de VVD heeft. De eerste. Voor ons liberalen spreekt uit dit akkoord wel heel vaak gij zult en gij zijt. Gij zult leven zoals de overheid dat goed voor u vindt en daar gaan wij u op alle mogelijke manieren toe stimuleren. Want gij zijt allen erg hulpbehoevend. Nou, dat is echt niet zoals de VVD naar de overheid en naar burgers kijkt. Regel dat deskundigen goede voorlichting kunnen verzorgen. Ontneem mensen vooral niet de eigen verantwoordelijkheid en eigen regie. Wat de VVD betreft is de rijksbijdrage voor de WMO-taken die hier toch vaak bedoeld worden leidend. Twee. De band met Westwaard Wonen wordt ons inziens wel erg strak aangehaald. Prima als een woningcorporatie wil investeren in het dorp, maar alsjeblieft, laten wij de relatie wel zakelijk houden en dus ruimte laten voor concurrentie en samenwerking met andere partijen. Hoe ziet het nieuwe college die concurrentie voor zich? Concurrentie die immers goed is voor zowel financiën als voor kwaliteit. Derde zorg. Wij zien in het akkoord een hoop concrete ambitie toch wel in financieel moeilijke tijden, maar missen de prioriteitenlijst, de keuzes. Het is door de coalitiepartijen zelf ook aangegeven. Maar daarbij ook wel de paragraaf wie zal dat betalen. Het maatschappelijk middenveld waar dit college een beroep op wil doen, telt op dit moment terecht haar knopen. En kan onze organisatie al die nieuwe projecten er wel bij hebben, terwijl zij aan het huidige pakket toch echt meer, haar handen al meer dan vol heeft. Wij lezen dat de omvang van de formatie afgestemd wordt op wat volgens de nieuwe bestuursstijl gevraagd wordt, maar in die nieuwe bestuursstijl zit ook een stukje beleidsontwikkeling. En wij vragen ons af, is het nieuwe college nou van plan in deze tijd om meer ambtenaren aan te trekken voor nieuw beleid of gaan zij keuzes maken. En dat dan nog los van de bezuinigingen die eraan komen. En dat brengt me bij de vierde zorg, de invulling van die bezuinigingen. De financiële paragraaf zit op zich goed in elkaar. Het houdt de financiële spelregels overeind met betrekking tot het weerstandsvermogen, de reserve Landvast en het geeft ook wel inzicht in de bezuinigingsrichtingen. Maar dat inzicht bestaat er wel uit dat wij een kaalslag in de openbare ruimte en de verhoging van de lastendruk vrezen. Juist zaken, waarvoor burgers en bedrijven aandacht vragen tijdens overleggen. Juist die leefomgeving, waar de overheid een kerntaak heeft. Ondanks de zin dat geen enkel beleidsterrein buiten beschouwing blijft bij het invullen van bezuinigingen, komt die sociale infrastructuur waarbinnen burgers zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen, pas als laatste, na OZB-verhoging, aan bod. PvdA gefeliciteerd. Waar staan de coalitiepartijen? Dat is toch een vraag die ik wel wil stellen. Staan zij open voor een goed gesprek met burgers en bedrijven over deze volgorde van bezuinigingen? En ik ben wel benieuwd, zijn zij ook bereid om die volgorde te veranderen als zij goed luisteren naar wat het dorp wil. Goed luisteren naar burgers, ondernemers, instellingen. Precies dat wat de coalitie zichzelf ten doel stelt. Voorzitter, ik rond af. In het voorwoord van het coalitieakkoord staan twee zinnen naast elkaar die de VVD bijzonder zijn opgevallen en die boven het akkoord blijven zweven. Onze gemeente krijgt naar verwachting te maken met een forse vermindering van de rijksinkomsten en tegelijk streven wij ernaar het voorzieningenniveau in ons dorp op peil te houden. Voorzitter, als het maar geen vrijbrief wordt om geld bij de burgers op te halen. Dank u wel. Voorzitter:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
10
Dank u wel. Mevrouw Leeuwis was dat en ik kijk nu naar Arjan Zwaan, fractievoorzitter van de ChristenUnie. De heer Zwaan: Dank u wel. MdV, zoals ik daarnet al in mijn lichaamstaal duidelijk maakte, nee, ik had niet iets (onverstaanbare interruptie) voorbereid rondom het proces. Als je uitgedaagd wordt op een goede manier, altijd bereid om daar iets op te zeggen. Alleen het zal wel heel kort zijn, want het zal niet meer zijn als wat, denk ik, bekend is. Nee, wij hebben duidelijk gemaakt ook in de achterliggende periode dat in de gesprekken die wij gevoerd hebben, wat goede gesprekken waren, maar dat voor ons de afstand tot de collegetafel te groot werd en dat bracht voor ons het moment waarop wij de keuze hebben gemaakt, wat geen gemakkelijke keuze was, om te besluiten om niet deel te nemen in de coalitieonderhandelingen, maar onze rol hier in de raad op een goede manier te spelen en daar kom ik zo meteen verder ook nog op terug. MdV, met veel belangstelling hebben wij kennisgenomen van het coalitieakkoord. De titel Alblasserdam sterk door verbinding is wat ons betreft een veelbelovende. Het is nu nog vooral een ambitie die in het collegeprogramma verder uitgewerkt moet gaan worden ofte wel en of dat de wethouder Cardon dan wellicht niet goed geciteerd is in de krant, maar hij heeft het zojuist ook gezegd er zijn abstracte formuleringen die nu smart gemaakt mogen worden ofte wel concreet omgezet naar een programma van het college. De ChristenUnie begrijpt dat deze weg wordt gevolgd maar wij zijn natuurlijk uitermate benieuwd naar de uitwerking. En in die zin vinden wij ook wel de bewoordingen zoals die gekozen is door het CDA dat er voorlopige keuzes zijn waarop er ruimte is, ook wel een bijzondere aangename maar ook weer opvallend op het moment dat ik zou bijna zeggen de formateur aangeeft dat de verslagen in de achterzak zitten om eventueel na te kijken wat in een eerder stadium is gezegd. Als wij kijken naar het akkoord zelf zoals die nu voor ons ligt, is wat ons betreft opvallend dat aan het eind van het voorwaard, van het voorwoord een passage staat waarin het college aangeeft dat zij de omgeving bij de uitvoering zal betrekken. Dat is goed, maar is dat niet te mager? Juist als wij door een commissie Meijdam op het spoor zijn gezet van externe coalities. Het kan natuurlijk zijn dat wij uitvoering verkeerd hebben gelezen maar dat zien wij dan heel graag terug ook in het collegeprogramma. Wat betreft de opvolgende hoofdstukken van het akkoord het volgende. De ChristenUnie herkent veel onderdelen die ook voor ons van belang zijn en het past ook om hierover een positief en ondersteunend geluid te laten horen. Zo zijn te noemen de maatschappelijke rol van de kerken en de moskee, de gesprekken die met Landvast gevoerd gaan worden, de ……….. revitalisering van de oude bedrijfsterreinen, daar bijna ook nog aan gekoppeld een hele discussie over de bestemmingen op Vinkenwaard-Noord, namelijk dat die vastgelegd gaan worden, en dat er een onderzoek gaat komen naar de bestemming op de locatie Bochanen/Gemeentewerf. Een ander element waar wij heel content mee zijn maar wel uitermate benieuwd hoe dat verder zijn vervolg krijgt, is het gemeentelijk duurzaamheidplan. En net als de VVD zien wij dat er goede spelregels rondom Financiën. Eén vinden wij ook goed dat die erin staat, namelijk dat bij belastingmaatregelen bezien wordt hoe dat zij bezien wordt in het totaal van het financiële plaatje van de burger. Dus dat is, denk ik, ook wel iets waar wij mee aan de slag mogen. MdV, ik mag natuurlijk ook nog enkele kritische opmerkingen maken dan wel aandachtspunten meegeven voor de verdere uitwerking. Wat ons betreft, heeft u een visie neergelegd op de samenleving en dat is meer dan alleen de relatie tussen de gemeente en de burger. Deze verdieping herkennen wij niet in dit akkoord en graag zouden wij in de rol van de burgemeester maar ook daarmee voor de raad en het college meer zien dat wij daar ook kijken van hoe kijken wij naar de samenleving en hoe kunnen wij dat ondersteunen. Niet alleen in de relatie gemeente en burger maar ook de samenleving an sich, op zichzelf. Wat ons betreft hier aandacht voor bij de verdere uitwerking richting het collegeprogramma. Er staat ook een passage over de nieuwe welzijnsorganisatie. Daar hebben wij elkaar al vaker over gesproken. Er staat dat er ruimte is voor invulling van taken. Alleen er wordt niet direct de koppeling gemaakt met de financiële noodzaak. Alleen wordt de financiële noodzaak losgekoppeld van wat wij nu doen. Wij pleiten ervoor dat die ook echt wel gecombineerd zou mogen worden, want dat betekent dat je echt opnieuw kan zien, wat zijn de taken, welke financiële middelen hebben wij en door wie kan dat het beste uitgevoerd worden. Een derde punt wat wij in willen brengen, dat het van groot ver…, van groot belang is om op stoom te blijven om antwoord te geven op de accommodatievragen van zwembad en sportvoorzieningen. Hierbij zou wat ons betreft Souburgh nadrukkelijk meegenomen moeten worden. Wij missen Souburgh
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
11
in dit verhaal, terwijl het volgens ons heel nadrukkelijk ook te maken heeft met de voorzieningen rondom sport en vrije tijd. Dan hebben wij ook gezien dat de relatie met Westwaard Wonen echt innig wordt, laat ik het maar even zo zeggen. Er wordt gezamenlijk een structuurvisie opgesteld en er komt zelfs een maatschappelijk investeringsprogramma. Mijn vraag is, hoe moeten wij dat zien in zijn ontwikkeling als er extern een coalitie is en is die discussie ook niet die wij met elkaar moeten voeren om dan ook te zien hoe dat een vervolg kan krijgen, waarbij wij zeker niet willen uitsluiten dat Westwaard Wonen daar een hele prominente rol zou kunnen spelen. Dan komen wij bij de financiën. Wij kregen toch een beetje het gevoel bij de financiën dat de ambities weer teruggebracht werden tot een soort wensenlijstje, waarbij wij nog moeten afvragen wat kan en wat niet kan. Het is wellicht een open deur, maar ja, soms moet je daar zelfs naar wijzen, dat dus de geschetste ontwikkelingsrichting niet gemakkelijk te realiseren is. En daarom maken wij graag gebruik van het aanbod om mee te denken, maar dan natuurlijk wel op het juiste moment, mee te denken over scenario’s zoals dat ook door het CDA is aangedragen en wij zullen voluit onze verantwoording daarin willen nemen. In de portefeuilleverdeling is ons opgevallen dat er een interessante verdeling is gekomen. En één punt, waar wij ons tijdens de verkiezingen ook op gericht hebben, is gerealiseerd, namelijk dat een, er een wethouder Onderwijs is voor zowel de inhoud als de stenen. En daarin is, denk ik, ook goed om daarbij op te merken dat het een logische en misschien ook goede keuze is om wethouder Cardon het proces van verzelfstandiging van het openbaar onderwijs te laten afmaken. Onze oproep is wel om dit helder te communiceren, want er mag op geen enkele manier de indruk ontstaan dat er binnen het bestuur van Alblasserdam onderwijs gesplitst is nu niet in stenen of inhoud, maar in openbaar en bijzonder onderwijs. Neem dat echt mee, alsjeblieft. Tenslotte, MdV, wij wensen deze coalitie Gods zegen en wijsheid toe om te komen tot een uitwerking van een collegeprogramma en daar zullen wij als ChristenUnie-fractie in deze raad onze positief kritische rol spelen en bijbehorende verantwoordelijkheid nemen om te komen tot een stabiel en betrokken bestuur van Alblasserdam. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Zwaan. En ik geef het woord aan mijnheer Pardo van de fractie van D’66. De heer Pardo: Dank u, voorzitter. Voorzitter en raadsleden, inwoners van Alblasserdam, afgelopen vrijdag heeft ook D’66 notitie genomen van het bereikte akkoord tussen PvdA en CDA en SGP. En net als vele burgers in Alblasserdam waarschijnlijk waren ook wij heel nieuwsgierig wat dit toekomstige college ons zou voorhouden wat betreft de raadsperiode die op ons afkomt en de manier waarop zij de uitdagingen willen gaan aanpakken. Voordat ik inhoudelijk in het bereikte akkoord duik, wil ik eerst nog één en ander kwijt ook over het gelopen proces en de uitkomsten, en de uitkomst daarvan. Zoals D’66 ook al na de informatieronde heeft aangegeven, blijft het wat ons betreft betreurenswaardig dat de enige twee partijen die feitelijk raadszetelwinst hebben behaald tijdens de laatste verkiezingen, de VVD met één zetel winst en D’66 als nieuwkomer zelfs twee raadszetels, in de raad buiten het uiteindelijke college blijven. Als wij dit bijvoorbeeld vergelijken met de resultaten in een aangrenzende gemeente als Papendrecht dan is het bereikte resultaat voor die inwoners in Alblasserdam die dingen wellicht iets anders wilden, teleurstellend. Enkel de SGP met een bescheiden stemmenwinst die zich niet vertaalde in zetelwinst mag zich binnen dit nieuwe college de winnaar van de verkiezingen noemen. D’66 vindt het lovenswaardig dat de coalitiepartners uitzien naar een constructieve samenwerking en zoeken naar een sterke verbinding met de gehele raad zoals in de aanbiedingsbrief ook vermeld staat. In de praktijk zal moeten blijken in hoeverre dit slechts goed geformuleerde volzinnen zijn of dat de nieuwe coalitiepartners ook echt bereid zijn te luisteren naar progressief liberale geluiden uit de samenleving. De aard van het gelopen proces, en ik zou hier een vergelijking bijvoorbeeld met Zwijndrecht willen trekken, maakt dat de nieuwe coalitiepartners op dit punt nog op 1-0 achterstand staan. D’66 hoopt dat zij in staat zullen zijn de stand snel gelijk te trekken door ook geluiden van de niet-collegepartijen te betrekken in het uiteindelijke collegeakkoord. Het streven om te gaan, sorry, om te gaan voor duurzame maatschappelijke verhoudingen maakt van het luisteren naar andere geluiden in de samenleving en in de raad immers geen vrijblijvende optie maar bittere noodzaak. Zeker gezien de economische zware tijden die wij tegemoet gaan zien. D’66 spreekt de hoop uit dat het beoogde college te maken krijgt met een kritische raad die zich vanuit zijn dualistische rol opstelt. Dat wat betreft, dat wat dat betreft ook de coalitiepartijen zich niet vast laten beitelen op hetgeen wat hier staat. Of wat uiteindelijk uit het collegeakkoord komt rollen. Maar een complete raad die vanuit een dualistische visie alle taken en verantwoordelijkheden op zich neemt.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
12
D’66 kan zich ook zeker vinden in de maatschappelijke context die in het begin van het akkoord geschetst wordt en is zich als politieke partij ook terdege bewust van de uitdagingen waar wij als gehele raad in de komende periode voor komen te staan. Tot zover mijn opmerkingen ten aanzien van het proces en ten aanzien van de introductie van het stuk. Dan het bereikte akkoord inhoudelijk. D’66 is blij, mijnheer Cardon, met de passage over de bestuursstijl, waar speciaal aandacht is voor de relatie tussen gemeente en burgers. Wij zijn blij met de rol die de burgemeester hier krijgt toebedeeld en wij kunnen dan ook niet wachten op de concrete invulling die bij deze passage uiteindelijk behoort. Wij zijn echt verheugd om daarnaar uit te kijken. Dan ook wel een kritische noot. D’66 leest verder een vrij algemeen verhaal, veel goede intenties, maar weinig concrete punten. Te vrijblijvend verhaal, waarin weinig keuzes worden gemaakt. Zoals de heer Cardon al heeft aangegeven, zou één en ander natuurlijk worden ingevuld in het collegeakkoord, maar het is met name die vrijblijvendheid van dit akkoord dat D’66 tegen de borst stuit. Maakt het nieuwe akkoord nu echt keuzes of kan je met dit stuk eigenlijk alle kanten op. Maakt het nieuwe, of volgens D’66 is dat laatste eigenlijk van toepassing en als illustraties wil ik een paar korte, vier korte passages uit het stuk halen, die ten aanzien van die sociale infrastructuur en de OZB-verhoging, geschetst tegen het kader van mogelijk moeilijke financiële tijden. Wat zijn nu echt de keuzes die deze coalitie maakt? Verschillende passages in dit akkoord verwijzen hierna. Op pagina 6 lezen wij “Ook in moeilijke tijden streven wij ernaar de sociale infrastructuur zo veel mogelijk in stand te houden”. Direct daaronder valt te lezen “De omvang en de taken van een nieuw te vormen welzijnsorganisatie zijn vooralsnog gelijk aan die van de drie oude organisaties. De financiële situatie van de gemeente kan aanleiding zijn tot heroverweging van bepaalde taken”. Nou, tot zover lijkt één en ander nog wel duidelijk. De tweede kwalificatie gaat voor D’66 iets verder dan de eerste, maar in principe kunnen zij, verenigen zij zich nog prima met elkaar. Ook in de financiële paragraaf op pagina 13 komen deze onderwerpen weer ter sprake. Omkaderd staan daar de beleidsterreinen waarop de coalitiepartners in eerste instantie denken uiteindelijk geld mogelijk te kunnen halen en de OZB wordt hier ook genoemd op basis van inflatie. Dus een verhoging op basis van inflatie. Sociale infrastructuur wordt hier verder niet vernoemd. Echter, direct onder die passage kunnen wij lezen, indien deze ontwikkelrichting, die genoemd zijn in de passage daarboven, niet voldoende oplevert om de taak, om aan de taakstelling te voldoen, zullen aanvullend ook deelgebieden werk en inkomen, maatschappelijke ondersteuning, sociale werkvoorziening aan de orde komen om bij te dragen. Dus dat zijn dus de terreinen die als eerste worden genoemd onder het kader als terreinen die bij moeten gaan dragen. Maar wat lezen wij vervolgens aan het eind van de pagina? De OZB wordt in principe alleen met de inflatie verhoogd, zoals in het kader genoemd staan. Maar daarboven verhogen wij de OZB uitsluitend indien daar aanwijsbare instandhouding van voorzieningen of sociale infrastructuur tegenoverstaat. Wat is nu onze vraag hierbij. Concrete vraag naar aanleiding van deze bloemlezing, zijn de coalitiepartijen, zijn de coalitiepartijen er nu uit wat er moet gebeuren indien er niet aan de taakstelling wordt voldaan. Vindt de beoogd wethouder van Financiën wellicht dat, volgens de letter van het akkoord, de sociale infrastructuur aan de beurt is of vindt de beoogd wethouder van Mensen, ik neem aan dat u zich nog steeds zo gaat noemen, vindt de beoogd wethouder van Mensen… (Noot notulist: Interruptie: maar ook van straten en groen) Ook van straten en groen, maar goed. Maar vindt de beoogd wethouder juist dat wederom volgens de letter van het akkoord de OZB dan verhoogd zou moeten worden. Kortom, het akkoord geeft volgens D’66 geen uitsluitsel. Het gaat uiteindelijk om prioriteit en dat is te betreuren. Te betreuren in een tijd dat wij als gemeenschap, gemeente en raad vooral duidelijkheid nodig hebben. En d’66 had gehoopt die duidelijkheid hier wel te vinden. Nog een aantal inhoudelijke punten die ik in ieder geval genoemd zou hebben. D’66 durft de stelling aan dat de SGP van de drie coalitiepartners niet alleen de enige winnaar van de verkiezingen is. Op basis van de tekst van het coalitieakkoord zijn zij naar onze mening ook de overwinnaar in de coalitieonderhandelingen. Als D’66 willen wij dan ook met name de SGP van harte feliciteren met het bereikte resultaat. Petje af voor de onderhandelingskwaliteiten, want daar waar het, daar waar het akkoord namelijk wel concreet wordt, gaat het met name om punten die wat ons betreft op het blazoen van de SGP mogen worden bijgeschreven. D’66 is op de hoogte van de financiële capaciteiten van de heer Verweij, sorry, Verheij, maar erkent ook, zeker in crisistijden, de sleutelpositie van deze portefeuille binnen een coalitie. Als het gaat om die zojuist besproken ruimte die wij nog zien in het coalitieakkoord, dan is het in tijden van moeilijke economische tijden over het algemeen de financieel verantwoordelijke die de ruimte invult en uiteindelijk gaat het op het krediet van de SGP. Er wordt een voorschot, er wordt ook in het akkoord een voorschot genomen op een mooie plaats voor een nieuwe kerk. Volgens D’66 zeker geen passage die in een coalitieakkoord thuishoort. Indien
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
13
er een kerkgemeenschap is die een nieuw gebouw wil, dan zijn daar naar ons inzien normale gemeentelijke procedures voor. Geen enkele reden waarom een nieuw college een onderzoek zou moeten starten naar een geschikte locatie hiervoor in de gemeente. D’66 vraagt zich ook af waarom dit onderwerp binnen de passage van de locatie Bochanen/ATO wordt genoemd en wij geloven hier niet in louter toeval. Mochten binnen de besprekingen afspraken rondom dit onderwerp verder gegaan zijn dan in dit akkoord vermeld, dan zou D’66 dit ook graag vernemen. Onder diezelfde noemer kan wat D’66 betreft ook de passages rondom de rol van de kerk en de zondagsrust geschaard worden. De zondagsrust krijgt een prominente plek in het akkoord. Hier vraagt D’66 zich af of ook het respect voor de identiteit van degenen die hier anders over denken, binnen dit college is gewaarborgd. D’66 vindt de maatschappelijke rol van kerken ook van belang. Niet anders dan het belang van alle andere maatschappelijke organisaties en verenigingen. Aparte benoeming daarvan in een akkoord is wat D’66 betreft niet nodig en de concrete passage hierover in het akkoord roept bij ons ook nog de vraag op, wat concreet met stimulering bedoeld wordt. Als de grenzen van het openbaar bestuur zijn bereikt en naar ons, en, dan zijn er dus naar onze mening ook geen middelen om stimulering vorm te geven. Kortom, volgens D’66 heeft eenieder zijn eigen verantwoordelijkheid, het openbaar bestuur en de kerken. Dingen die wat D’66 betreft, die je niet door elkaar moet laten lopen. In het akkoord wordt tot drie keer toe de bouw van de nieuwe Ds. Joannes Beukelmanschool genoemd. En dit in geen enkele keer in combinatie met de moeilijke economische tijden die voor ons liggen. Wij zullen dit maar even de kracht van de herhaling in het akkoord noemen. Dan één opmerking ten aanzien van de portefeuille P&O. Voorzitter: Mijnheer Pardo, u bent ook aan het slot van uw betoog gekomen? De heer Pardo: Ja, ik ga het afronden. Ik heb nog twee inhoudelijke punten die ik graag genoemd wil hebben. Een opmerking ten aanzien van de portefeuille Personeel en Organisatie. Ten aanzien van dit punt wil D’66 toch een sterke aanbeveling aan het nieuwe college doen deze portefeuille in handen van de burgemeester te geven. Zeker in het verleden is gebleken dat er een zekere levenswijsheid nodig is voor het beheren van deze portefeuille. Zonder, zonder, nee, ik wil dit wel even afmaken, zonder de heer Verheij ook maar iets te kort te doen, meent D’66 dat deze portefeuille terug moet naar waar die in de meeste gemeenten van onze omvang ligt, namelijk bij de burgemeester. Tenslotte is het ook de nieuwe burgemeester die o.a. op basis van zijn kwaliteiten op dit vlak is geselecteerd. Ik rond de inhoudelijke punten net als de ChristenUnie af met de portefeuille Onderwijs. Totaal ontoelaatbaar vinden wij het wat er in het akkoord met deze portefeuille wordt gedaan. D’66 heeft begrip voor het proces waar de heer Cardon zich momenteel ten aanzien van de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in bevindt, maar vinden het totaal ontoelaatbaar dat de verantwoordelijkheid voor de portefeuille wordt gesplitst. Vanuit de Schoolwet is de gelijke behandeling van openbaar en bijzonder onderwijs geregeld en deze gelijke behandeling wordt naar ons inzien geborgd door de operationele verantwoordelijkheid bij één wethouder te leggen, wie dat dan ook zou mogen zijn. Gegeven de vele concrete punten die de SGP, die ik zojuist genoemd heb, die de SGP bij deze onderhandelingen heeft gescoord, lijkt het D”66 niet onlogisch en vanuit de praktijk ook praktisch gezien de ervaring van de heer Cardon, als de heer Cardon zijn verantwoorde…, zijn huidige verantwoordelijkheid voor het onderwijs behoudt. Maar zelfs als de heer Verheij inderdaad die verantwoordelijkheid voor het onderwijs krijgt, dan is het wat D’66 betreft een verantwoordelijkheid die voor het gehele onderwijs openbaar, het gehele onderwijs geldt inclusief die verzelfstandiging van het openbare onderwijs. Iedere overgang van college heeft nu eenmaal te maken met ingewikkelde dossiers die overgedragen zullen moeten worden. Ik kan me voorstellen dat de heer Cardon het met pijn in het hart doet, maar daarin heeft het openbaar onderwijs wat ons betreft geen status aparte. Goed, tot zover de eerste termijn. Voorzitter: Dank u wel. Misschien is het goed om even aan te geven dat de discussie over portefeuilleverdeling eigenlijk primair een discussie is die in het college van B&W dient plaats te vinden, want dat is de bevoegdheid van het college. De heer Pardo: Hij staat wel aangegeven bij het akkoord.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
14
Voorzitter: Nee, maar ik was ook nog niet klaar met mijn opmerking. Maar ik vind het wel goed om dat even aan te geven dat dat de bevoegdheid is van het college om dat te doen. Uiteraard is het goed om te luisteren naar de opvattingen die daarover heersen in de raad. Misschien is het op het punt van het openbaar onderwijs en het, wat u net noemt, toch even goed om een kleine objectieve kanttekening te maken van, omdat dat mogelijk aanleiding zou geven tot een misverstand. In het gemeentebestuur van Alblasserdam kennen wij de verantwoordelijkheid voor het totale onderwijs en de portefeuille die hier bedoeld wordt van de heer Verheij wordt ook geacht die portefeuille in te vullen voor zowel het bijzonder als voor het openbaar onderwijs. Nu is het ook zo dat in Alblasserdam de bijzondere situatie nog is dat het openbaar onderwijs, dat het bestuur daarvan in handen is van de gemeente. Bij veel andere gemeenten is dat al verzelfstandigd tot een eigenstandig bestuur. Dat is in Alblasserdam ook gepoogd eerder maar dat is nog niet gelukt en de functie van het bestuur van het openbaar onderwijs daarvan is het zeker grondwettelijk of anderszins niet verboden of zelfs, u zou kunnen zeggen dat het zelfs als gewenst is om die rollen te scheiden. Daarmee geef ik niet een politieke opvatting weer, maar ik denk dat het goed is om dit punt gewoon even genoemd te hebben zodat het in ieder geval niet tot misverstand leidt in de bespreking in tweede termijn. Goed, dat leek me even… De heer Pardo: Met alle respect voor uw inhoudelijke toelichting, het ging mij in principe om een beantwoording vanuit de coalitiepartners op dit punt en de visie daarop. Ik begrijp uw formele punt. Ik heb ook niet gezegd dat in principe die, dat ik twijfel aan dat die invulling van de Schoolwet of iets dergelijks niet goed geborgd zou zijn, ik heb alleen aangegeven dat wij als D’66 vinden dat de volledige verantwoordelijkheid inclusief die verzelfstandiging gewoon het best geborgd is door dat in één, in één hand te leggen. Voorzitter: Het leek me goed om dat even toe te lichten om in ieder geval het misverstand op dat punt wat mogelijk zou rijzen, om dat even uit de wereld te hebben. Dat heb ik, denk ik, met mijn woorden gedaan en natuurlijk kunt u vervolgens uw invulling geven ook in tweede termijn op dit punt. Ik denk dat het goed is dat wij tot die tweede termijn nu overgaan en dat wij dat in dezelfde volgorde doen als in de eerste termijn. Wij hebben nu allen kunnen luisteren naar de inbreng van alle partijen in de eerste termijn. Dus, mijnheer Cardon, ik kijk naar u. U heeft vast ook wat zitten noteren en nadenken over wat u in uw tweede termijn nog zou willen zeggen over de opmerkingen die zijn gemaakt. Gaat uw gang. TWEEDE TERMIJN De heer Cardon: Dank je wel, MdV. De meeste opmerkingen die gemaakt zijn, die komen volgens mij aan bod wanneer wij het collegeprogramma gaan behandelen. Er is ook heel duidelijk gesteld dat wij hier iets gebracht op hoofdlijnen en dan begrijp ik dat gezegd kan worden van nou, luister even, je kunt hier alle kanten mee op. Nou, dat ben ik dan van mening dat het niet zo is. En daarom heb ik ook gezegd aan het begin dat wij stevige gesprekken gevoerd hebben en de heer Boele heeft daar ook nog één en ander over gezegd. Het is niet voor niets dus dat wij tweeëndertig uur bij elkaar gezeten hebben en ik kan je verzekeren dat de vorige collegevorming, daar was ik ook bij betrokken, die heb ik zelf ook geleid, nou, die was snel voor elkaar dat kan ik je verzekeren. En hier ligt dus iets waar ik eerder van gezegd heb, als je hier stenen uittrekt dan valt het bouwwerk in elkaar, want het zit heel stevig in elkaar. En dat moge blijken hopelijk als wij aan het eind van de rit het collegeprogramma hier neerleggen in de raad. En ik begrijp dat de oppositie natuurlijk kan zeggen van de één zit er meer in dan de ander. Ik vind dat best. Ik denk niet dat het verstandig is om daarop in te gaan. Ik zeg nogmaals, wij hebben er lang over gedaan. De verslagen die tellen voor mij ook als, nou, handelingen om te komen tot dit akkoord. Die gaan wij niet prominent hier op tafel leggen. Maar het is niet zo dat zij geheim zijn. En dan zeg ik, als bepaalde zaken hier uitgelegd worden van ja maar, wij kunnen nog alle kanten uit, dan ontken ik dat. En wij zullen zien wanneer het collegeprogramma er ligt, nou, hoe het dan gaat. Er zijn een aantal opmerkingen gemaakt door de fractievoorzitter van de VVD waar ik nog wel iets over wil zeggen. Maar ook dat zal wat prominenter misschien terugkomen. Ik snap het dat de VVD zegt met Westwaard Wonen die relatie moet wel zakelijk zijn. Nou, het is juist de intentie om met Westwaard Wonen zakelijk op te trekken. Dat hebben wij ook trouwens in het vorige akkoord hebben wij dat heel duidelijk gesteld dat die een belangrijke rol kan spelen. U weet dat van de woningcorporatie verwacht wordt dat zij maatschappelijk bezig zijn en ik hoop dat wij zakelijk met Westwaard Wonen een aantal zaken in de komende periode kunnen realiseren die wij, als wij kijken
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
15
in, hoe heet dat, om dat te doen met projectontwikkelaars of wie dan ook, dat heb ik ook een- en andermaal gezegd, dan gaat het om winst, want anders ben je geen projectontwikkelaar en bij Westwaard Wonen dan ligt daar een andere, ja, drive achter. Maar goed, wij zullen het aantonen bij projecten die wij gaan doen dat wij dat zakelijk doen en dat de kwaliteit en de financiën daar een prominente rol in spelen. Natuurlijk kwaliteit en ook financiën. En dat wij wat ervaring hebben in de afgelopen periode waarvan je zegt, nou, was dat succesvol, dat was ook van beide kanten dat wij het beter moeten doen. En dat hebben wij ons ook voorgenomen. En dan zou u het kunnen hebben over dan hebben wij meer ambtenaren nodig, die discussie is natuurlijk ook gevoerd. En ik verwacht en dat zullen wij in de toekomst ook proberen te realiseren en ik heb niet voor niets gezegd Drechtsteden moeten wij nauwer in optrekken. En u weet ook dat wij, nou laten wij zeggen wij hebben nu voor die gemeente hebben wij zes ambtenaren Jeugd, zes ambtenaren Gezondheidszorg, zes ambtenaren noem maar op, en hebben wij misschien wel ik weet niet hoeveel mensen die zich bezighouden met projecten. Daar kunnen wij dus veel beter mee omgaan en op die weg zullen wij moeten gaan. Daarnaast kan het zijn dat je voor een bepaald onderwerp zegt van nou, dat missen wij volledig en ook kunnen wij dat niet bij de buren lenen. Wij zullen dat zien. Maar die zaken komen aan de orde en die zullen ook ongetwijfeld hier in de raad aan de orde komen. Dus daar komen wij op terug. Nou, die prioriteitenlijst. Ja, u hebt gelijk Wij gaan alles op een rij zetten wat wij willen en met name, met name behouden wat wij hebben. Want ik denk dat wij in Alblasserdam, nou ja, dat het een prachtige gemeente is, waar goede voorzieningen zijn en dat wij moeten proberen die te houden. En ik geloof niet dat er zoveel zaken in zitten hier in dit collegeakkoord, waar je van zegt nou, dat is allemaal totaal nieuw en wij hebben grootse plannen en hoe moeten wij dat allemaal betalen. Dat is niet mijn, mijn opvatting. Nou, en de kaalslag in de openbare ruimte, dat snap ik wel. Wij hebben gelukkig een, wij hebben in de vorige periode besloten om te kijken naar de kwaliteit van de buitenruimte. Wij hebben daar nu ervaring mee. En nou, ik begrijp dat u ten zeerste zult kijken of wij niet door het plafond heen zakken. En in het verleden is natuurlijk met name mijn partij er altijd van verdacht dat daar gerookt moest worden. En nou ja, ik vind het heel fijn dat u in dezen kritisch ons kan volgen en ik ben ook heel blij natuurlijk met deze portefeuille om te kijken waar liggen de randen en ja, ik zou niet graag willen dat het dorp er direct kaal en hobbelig bij zou liggen. Dus wij gaan ervoor. Maar ook dat zullen wij aantonen. Nou ja, goed, naar die burgers luisteren. Ja, dat is wel de intentie en nou ja, u hebt me een beetje meegemaakt, dat is niet alleen de intentie. Wij doen dat gewoon. Ja? Maar wij doen het beter en wij zoeken naar andere mogelijkheden nog om het te doen. Maar het is wel zo dat de burgers niet bepalen natuurlijk wat wij gaan doen. Wij hebben een politiek programma en af en toe, dat heb ik daarnet al gezegd, zullen wij dus moeten zeggen, dit is het. Want het is niet u vraagt en wij draaien. Dan de ChristenUnie. Ja, die welzijnsorganisatie daar komen wij ongetwijfeld nog een keer op terug. Maar u weet hoe zeer mij dat aan het hart ligt. En mijnheer Pardo heeft daar ook iets over gezegd. Nou, ik kan hem verzekeren dat wij daar flink over gesproken hebben en dat dat voor mij een heel belangrijk onderwerp is omdat ik, nou ja, ik heb het al meer gezegd en discussies over gehad met ook uw buren, en wij hebben nu een Algemene Subsidieverordening waar wij prestatieafspraken maken. En die hebben wij gemaakt en daar zijn wij mee bezig om dat, nou, te continueren. En natuurlijk doen dan zich situaties voor dat je zegt, als zij samenwerken, moet dat voordeel opleveren. En dan kan het voorkomen dat je zegt van OK, wij leggen meer accenten op nou ja, ouderen, het vrijwilligerswerk willen wij weer aandacht aan besteden de komende periode. Nou, dus, ik denk dat daar kansen liggen en daar komen wij beslist op terug. En dan, nou, Westwaard Wonen hebt u ook al gezegd. U sluit gelukkig geen prominente rol voor deze club uit, want ik zie het nog een beetje als… Vroeger hadden wij een Gemeentelijk Woningbedrijf en nu hebben wij een behoorlijke Westwaard Wonen die ook met ………….. of hoe dat ook mag heten samengaat en de intentie is om hier in Alblasserdam nog een aantal dingen te realiseren, o.a. locatie Oude Wipmolen en wie weet wat voor moois daar kan ontstaan. Mijnheer Pardo. Nou, die sociale infrastructuur, ja , ik heb het al gezegd. Daar ga ik echt voor. En u kunt passages natuurlijk noemen maar zoals u het uitlegt, ik kan u verzekeren dat, wanneer die sociale infrastructuur in gevaar komt, maar wij zullen ook moeten definiëren wat is dat nou precies, ja, dat dan voor ons de OZB verhoogd mag worden. De heer Pardo: Van u geloof ik het gelijk, dat…. Voorzitter:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
16
Heel goed. De heer Cardon: Nee, maar daar hebben wij het over gehad. En u hebt dat kader gezien. Daarin wordt eerst gekeken wat kunnen wij daar vinden, in dat kader. En als je het hebt over sociale werkvoorziening dat is dan Drechtwerk. Ik denk dat daar nog winst te halen is, want wij zijn bezig met de mensen die nu het dorp uitgaan naar de sociale werkvoorziening om die een plek in Alblasserdam te geven en dat moet goedkoper kunnen. De heer Pardo: Nou dat zijn ook maatschappelijk …………….. De heer Cardon: Wat zei u? Voorzitter: Straks in de tweede termijn mag u ook nog opmerkingen maken, hoor. De heer Cardon: OK. Dan zijn er een aantal andere punten waar wellicht mijn medekompanen iets over kunnen zeggen. P&O naar de burgemeester, daar wil ik wel wat over zeggen. Nee, kijk, ik heb, met ambitie ben ik in de vorige periode begonnen aan de P&O-portefeuille, want ik heb gezegd nee, die burgemeester moet geen politieke portefeuilles hebben. Want er is een burgemeester op gesneuveld hier, hè, op dat P&O. Nou, en ik heb gezegd, dat ga ik doen. Maar ik heb dat een beetje te driftig aangepakt en ik ging te diep de organisatie in en toen is dat afgepakt. Ik moet het nog maar een keer zeggen. En toen is dat terechtgekomen bij een interim-burgemeester en met de huidige burgemeester hebben wij afgesproken, blijf dat nou doen tot er een vorming van een nieuw college is. En ik vind het heel verstandig dat hij gezegd heeft, laat mij nou mijn handen vrij hebben, ik ga met name me toeleggen op die verbinding hier in dat dorp. En u leest vermoedelijk ook De Klaroen en daar kunt u zien waar de burgemeester allemaal op bezoek gaat en ik denk dat het heel goed is en als hij dat ook in de regio doet, krijgt hij ook een functie heb ik begrepen. Mag ik niet zeggen, maar daar gaat hij ook iets doen. En hij komt in het bestuur van de gemeente Zuid-Holland, Zuid-Hollandse gemeenten. Voorzitter: En het nieuwe kabinet ook. De heer Cardon: Ja. Dus dan kan hij voor ons dorp heel veel betekenen. Dan denk ik dat die P&O-functie, laten wij dat nou maar opknappen als politiek verantwoording, dan kun u ons echt ter verantwoording roepen. En het onderwijs splitsen. Ja, ik moet er iets over zeggen. Nee, kijk, er zijn van die directeuren van scholen geweest en die zeiden, stenen en mensen dat kan niet meer. Inhoud en huisvesting dat moet er één worden. Nou, ik vind het nog krom maar ik denk nou ja… Dat is dus aan de orde geweest in de bespreking en toen werd er ook gezegd, dat werd ook door de andere coalitiepartijen, die vonden het toch ook verstandig. En Sjoerd Veerman die deed dus de huisvesting. Dat zijn allemaal regeltjes wat mij helemaal niet trekt. De inhoud wel. En toen hebben wij gezegd nou OK, dan alles in één hand. Dus het totale onderwijs gaat naar een andere portefeuillehouder. Alleen het afmaken van het proces van verzelfstandiging dat doe ik voor het openbaar onderwijs en zoals de burgemeester zei, dat is een, dat is morgen aan het college en ik ga ervan uit dat wij morgen niet een totaal ander idee hebben. Wij maken dit af, ook met name op dringend verzoek van de stuurgroep die ik zelf gezocht heb om dit proces te begeleiden en dat wil ik op een nette manier afhandelen. Dus aan het eind van het jaar stap ik uit het onderwijs. Voorzitter: Mijnheer Cardon, u rondt af? De heer Cardon: Ja. Dat is………………….. afgerond. Ja Voorzitter:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
17
Mooi. Dank u wel. Volgens mij zijn daar al diverse reacties geweest op eerdere sprekers en ik kijk naar de heer Boele, weer van de SGP of hij daar wat aan toe wil voegen. Vast wel. De heer Boele: Ja. Dat hebt u goed geraden, voorzitter. Ja. Maar ik zal mijzelf proberen beperkingen op te leggen, want ik vind dat de heer Cardon als formateur van dit college inmiddels heel veel juiste dingen gezegd heeft. Dus dat ga ik geenszins allemaal herhalen. Maar ik wil wel als eerste in tweede termijn mijn, opnieuw, ik heb het al eens eerder gedaan in ander verband, mijn waardering uitspreken voor de wijze waarop de VVD-fractie in het bijzonder aan dit debat meedoet. En dat vind ik getuigen van, van hoge kwaliteit. Ik ben er zeer van onder de indruk, mag ik wel zeggen. Ik wil u verklappen dat ik vier jaar geleden op uw stoel zat in een vergelijkbare functie en ik heb juist vanmiddag nog eens even die raadsnotulen gelezen. En ik schaamde me een beetje voor de gebetenheid waar ik toen zelf in zat toen ik eigenlijk moest aanvaarden dat de SGP-fractie buiten het college kwam. Nou, met die ervaring van vanmiddag nog even voor in mijn hoofd, dacht ik dat doet mevrouw Leeuwis vanavond veel beter als ik toen en daar dus mijn, mijn gevoelens van veel respect voor. Ik ben ook heel blij, voorzitter, dat twee van de drie niet-collegepartijen hebben te kennen gegeven dat zij positief kritisch dit nieuwe college tegemoet willen treden. U gebruikte zelf voordeel van de twijfel, maar ook kritisch en positief en dat zei de heer Zwaan ook en dat vind ik een bemoedigende uitgangspositie voor het nieuwe college. Dat het niet alleen op steun kan rekenen van de coalitiepartijen maar dat het ook kan rekenen op een positief kritische bejegening van de partijen, althans twee van de drie en mogelijk van alle drie, van de twee van de drie partijen die niet aan de coalitie deelnemen. Voorzitter, ik kan de heer Pardo geruststellen. Hij had natuurlijk zijn tekst al gemaakt voor de eerste termijn toen hij opnieuw aandacht vroeg voor een kritische raad. Ik heb u gezegd dat u die wat ons betreft, kunt krijgen. De SGP-fractie heeft altijd de rol van een kritisch volger gehad, ook trouwens toen wij coalitiepartij in een vorige tijd waren en dat blijven wij vervullen. En wij hebben de overtuiging dat wij als raad met z’n zeventienen een belangrijke, zelfs de belangrijkste verantwoordelijkheid voor het bestuur van deze gemeente dragen en wij zullen die rol dus in de breedte van de raad gaan spelen met uitsluiting van niemand. En tegelijkertijd, ik zei het ook in eerste termijn, moet je er wel op rekenen dat wij ook coalitieverantwoordelijkheid dragen. In dat opzicht hebben wij wel een andere positie dan u als niet-collegepartij maar dat zal geen afbreuk doen aan de openheid en de kwaliteit en het kritische gehalte van het debat. Dat kunt u noteren, mijnheer Pardo. Vervolgens, voorzitter, ja, ik heb, had wat dingen van de VVD- en van de CU-fractie genoteerd en die zijn allemaal door de heer Cardon al afgevinkt. Een paar dingen nog van de kant van de D’66-fractie. Ja, u noemt ons de overwinnaar van de onderhandelingen. En toen dacht ik, hij heeft helemaal gelijk. Alleen, die andere onderhandelaars hebben dat helemaal niet in de gaten gehad. U hebt dat, u hebt dat slim geanalyseerd, mijnheer Pardo. Maar het is natuurlijk niet waar. En ik vind ook dat de voorbeelden die u aanhaalt er ook wel een beetje met de haren bijgesleept zijn. Je kunt ook soms proberen dingen te lezen in teksten, die er eigenlijk helemaal niet staan, omdat je met een, vanuit een soort van vooroordeel naar die teksten kijkt. Dat is een beetje het beeld wat ik kreeg toen ik u hoorde spreken. Als het nou gaat om de zondagsrust, echt een prominente passage in het akkoord zegt u, uw eigen woorden, nou, daar staat welgeteld één regel over dit thema in het akkoord en die regel is nog ongeveer gelijk aan de regel die er ook in het akkoord van de vorige coalitie stond waar de SGP niet aan deelnam. Dus als het nou een suggestie is dat straks heel de gemeente Alblasserdam onder de knoet van de SGP door moet, omdat wij een ferme passage over zondagsrust hebben opgenomen, dan zeg ik, dat is niet de tekst die in dit akkoord staat. En u noemt meer van die voorbeelden. De Beukelmanschool. En dan denk ik waarom haalt u nou de Beukelmanschool erbij. Ik roep in herinnering, mijnheer Pardo, dat de Beukelmanschool al jarenlang een urgent huisvestingsprobleem heeft. En dat al evenveel jaren er gewerkt wordt tussen het schoolbestuur en het gemeentebestuur aan een bouwplan voor het oplossen van het huisvestingsprobleem. Daar is de heer Veerman als wethouder Onderwijs stenen al die tijd mee bezig geweest. En zoals wij voor Het Palet in de achterliggende periode een prachtige oplossing hebben gevonden, en ik kan me nog herinneren, mijnheer Pardo, dat u toen voorop liep als ouder van kinderen van Het Palet om dat plan goed te entameren, u mag me zo meteen tegenspreken, zo willen wij proberen voor alle vormen van onderwijs goede huisvesting te vinden. En het enige wat wij nu hebben afgesproken is dat de coalitiepartijen vinden dat in deze periode dat langslepende Ds. Beukelmanschoolhuisvestingsprobleem moet worden opgelost. En daar gaan wij met elkaar voor. En wat die kerken betreft, wij weten, en dat weten vooral de mensen die wat langer in deze raad al functioneren, er zijn twee kerkgenootschappen die een groot huisvestingsprobleem hebben. Dat is de gemeente in de Kerkstraat en dat is de Jozuagemeente. Beide vragen zij al geruime tijd de aandacht van het gemeentebestuur voor hun huisvestingsprobleem. En wat wij nu hebben gezegd als coalitie-
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
18
partijen is, wij gaan proberen als gemeente die maatschappelijk gebleken behoefte, die wensen van een goede huisvesting op een goede manier te bejegenen. Dat is de intentie. Meer niet en ook minder niet. Er zit niets meer achter dan de teksten van het akkoord met zoveel woorden zeggen. Misschien dat ons de toekomst er regelmatig over zal gaan dat wij misverstanden wegnemen of verkeerde beelden met elkaar proberen te corrigeren. Wij zullen het gaan meemaken. Voorzitter, nog één ding. De sociale infrastructuur. Het sociaal beleid is niet alleen een kwestie waarvoor de Partij van de Arbeid zich in deze coalitie zal moeten warm maken. De heer Cardon heeft gezegd dat hij er met hart en ziel voor gaat. Daarin mag hij zich gesteund weten door onze fractie en ook door de CDA-fractie. Ook wij hebben een groot sociaal hart voor sociale crepeergevallen. En het doet ons veel genoegen dat een belangrijk deel van die portefeuille ook ter beschikking van de SGPwethouder gaat komen. Dank je wel. Voorzitter: Dank je wel, mijnheer Boele. En dan kijk ik nu niet naar de heer Veerman maar gewoon naar de heer Wesselius voor zijn tweede termijn voor het CDA. De heer Wesselius: Dank u wel, MdV. Luisterend naar de bijdrage van zowel de D’66-fractie als van de VVD komt daar de vraag naar voren van ja, er staan mooie woorden in het akkoord waar het gaat om samen dingen doen en verbondenheid en je spreekt nou wel uit in eerste termijn dat je naar elkaar wilt luisteren en dat je het samen wilt doen, maar hoe reëel is dat nou. En ben je niet door de verslagen van de gesprekken die ergens in de kluis liggen zo meteen toch nog met handen en voeten gebonden en zitten wij hier niet een ritueel met elkaar te ……………. Ik moet ook niet ontkennen dat er meer is besproken dan wat er in het verslag is gelegd en dat er tweeëndertig uur aan gesprekken is geweest, waarin een gezamenlijke intentie is uitgesproken. Ik ben er blij mee dat alle details die daar eventueel gepasseerd zijn niet hier zwart op wit op papier zijn gezet. Ik ben er blij mee dat wij een akkoord hebben waarmee wij ruimte laten voor dat gesprek. U zegt van het akkoord is niet duidelijk en geeft op een aantal punten geen heldere keuzes. Ik denk dat op een aantal punten het akkoord de richting aangeeft, maar dat wij over de invulling met elkaar daarover moeten spreken. En als u vraagt van ben je als CDA-fractie bereid om de komende jaren open dat gesprek in te gaan, dan kan ik niet heel veel anders doen, denk ik, dan ook terugverwijzen naar de afgelopen jaren, waarin wij wel coalitiepartij waren maar daar waar volgens ons nodig ook een duale houding hebben gekozen en ook bijzonder kritisch zijn geweest naar zowel het college wat de laatste vier jaar heeft gediend als het college wat daarvoor heeft gediend. De ruimte voor het gesprek is er altijd geweest en de ruimte voor het gesprek zal er zeker de komende jaren ook zijn. Dus in die zin, ja, ik kan het u niet bewijzen op dit moment, u mag ons er wel op aanspreken. Wil natuurlijk niet zeggen dat wij per definitie onze standpunten zullen herzien omdat er vanuit conservatief liberalisme of vanuit progressief liberalisme iets gevonden wordt. Wij willen er wel naar luisteren en op basis van argumenten daar ook eventueel de mening bijstellen. Kijk, in de bijdrage van de VVD gaat het op een gegeven moment over hoe gaat het nou met de spanning tussen de afnemende rijksbijdrage en het in stand houden van de voorzieningen. Dan wordt er iets gezegd in de geest van ja, als u daar naar het dorp luistert, dan weet u dat de OZB niet omhoog mag of woorden van die strekking. Mevrouw Leeuwis: Mag ik dat meteen even… Ik zei, wij vrezen kaalslag in de openbare ruimte en verhoging van de lastendruk en juist, als je goed luistert naar de burgers bij wijkschouwen en bij wijkoverleggen, is dat hetgene waar veel aandacht voor gevraagd wordt. En ik vroeg me af in de volgorde van bezuinigingen die de nieuwe coalitiepartijen aangeven of er bereidheid is om ook in die wijkoverleggen nog serieus te luisteren en dan, nou ja, wat u zegt, om nog eens kritisch tegen het licht te behouden. De heer Wesselius: Dat wordt wat mij betreft ja. Natuurlijk gaan wij daar naar kijken en luisteren. Maar dat staat volgens mij ook helemaal niet ter discussie. Dat hebben wij ook uitgesproken dat die bereidheid er is. Maar dat wil niet zeggen dat je alles automatisch kunt doen wat je wilt. Daar zul je keuzes moeten maken en die keuzes die kun je pas maken op het moment dat je de opties op tafel hebt liggen. Je kunt nu hele algemene uitspraken doen van hier blijven wij altijd, te allen tijde van af. Dat gaat in deze tijden niet meer. Hoe wij zullen moeten jongleren, wij moeten heel veel ballen in de lucht houden en de keuze ligt er nu niet dat wij zeggen deze ballen die laten wij op voorhand vallen. In de periode die voor ons komt, waarvan wij ervan uitgaan dat de financiële dip in ieder geval een tijdelijk karakter heeft en dat er tekenen van herstel te zien zijn. Hoe sterk die zijn dat weet ik ook niet precies, maar het gaat een keer
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
19
beter worden. Wij moeten die periode overleven en het is zonde om nu dingen af te breken die je in principe zou kunnen laten overleven. Dus daar moet je kritisch met elkaar zijn en daar moet je het gesprek met elkaar aangaan. En dat kan betekenen dat je op het ene moment zegt van ja, met pijn in het hart nemen wij toch afscheid van een ambitie op een bepaald niveau en houden wij een andere in stand. Maar dat moeten wij gezamenlijk met elkaar doen en wij zijn klaar voor dat gesprek. Met u maar met alle fracties en alle leden van de gemeenteraad. Ja, de heer Boele zei al iets over de triomf van de SGP. Ik moet u zeggen dat ik dat niet herken. Ik denk dat alle partijen hier het collegeakkoord hun ding hebben. Als ik kijk, wat ik al in mijn eerste bijdrage, termijn, in mijn bijdrage in de eerste termijn aangaf, de geest van het akkoord daar herkennen wij ons enorm in. De verwijzing naar kijk eens, er staat iets over kerken in het akkoord, ja, daar kunnen wij ook heel goed mee leven. Juist als wij, juist als wij luisteren naar het dorp, waar toch een hele grote verbondenheid met kerken is, waar kerken een grote rol in het dorp spelen, ga ik daar dan ook niet aan voorbij op het moment dat je daar probeert zout op slakken te leggen die er niet zijn. Datzelfde geldt voor zondagsrust. Volgens mij is dat gewoon een heel breed gedragen wens in het dorp, waarbij je natuurlijk over de invulling met elkaar kunt spreken en daar zal de één verder in gaan dan de ander en ja goed, de opmerkingen die er in het akkoord staan die, die zijn, denk ik, duidelijk genoeg. Wij willen het beleid van de afgelopen jaren op dat punt voortzetten maar wij sluiten onze oren niet voor welke vraag dan ook. Maar het is niet onze favoriete discussie, zeg maar. Volgens mij zijn alle andere punten die benoemd zouden moeten worden, zijn benoemd. Dus ik wil het hierbij laten. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Wesselius. En ik kijk naar mevrouw Leeuwis van de VVD voor haar tweede termijn. Mevrouw Leeuwis: Ja, wel een beetje bijzondere natuurlijk. Ik bedoel, aan ons zijn geen vragen gesteld. Je ziet natuurlijk wel een beetje van ja, wij hebben gevraagd, er komen antwoorden. Dus ik denk dat ik mijn tweede termijn maar gebruik om een soort afrondende conclusie voor onszelf te trekken. Wij kijken wel met spanning uit naar de concrete invulling in het collegeprogramma. Ik denk dat daar nog heel veel keuzes te maken zijn. Ik denk dat het ook nog helemaal niet makkelijk zal worden. En ik ben wel… Ik geloof ook nog niet zo heel erg in wat er in het coalitieakkoord staat, dat nou ja, in dat contact met die burgers, hè, wat ik daarnet al aangaf, van nou, hoe serieus ben je dan bereid te luisteren en invulling te geven aan wat burgers willen, dat daar nog een andere volgorde van bezuinigen aan bod zal komen. Dus ja, wij zien echt heel erg uit naar dat collegeprogramma en wij zullen daar ook kritisch in zijn, want ook wij zitten bij wijkoverleggen, ook wij horen wat burgers en ondernemers vinden en ja, wij zijn voor minder uitgeven en minder beleid als je minder inkomsten hebt en vooral eigen verantwoordelijkheid hoog houden. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel, mevrouw Leeuwis. En ik kijk naar de heer Zwaan van de ChristenUnie. De heer Zwaan: Ja, dank u wel. MdV, allereerst wil ik bedanken rondom de aanvullende opmerkingen rondom het onderwijs. Want juist dat was mijn punt, dat er heel snel ruis kan ontstaan en dat bleek drie minuten later al bij wijze van spreken hoe dat kan lopen. Dus ik ben heel blij en ik hoop ook dat dat goed genoteerd wordt naar buiten toe, want het is echt ontzettend belangrijk. Dat even als eerste kreet. In de reacties van de, met name de formateur en ook de heer Boele heeft er iets over gezegd, zijn wel een aantal aspecten genoemd. Alleen, ik wil er toch drie noemen waarbij ik, die ik nog wel een keer wil noemen, want op het moment dat ik zeg welzijnsorganisatie, dan lijkt het wel of dat de rest even wegvalt. Dus die noem ik nu niet. Dus ik ga nu even drie andere punten noemen die juist ook, denk ik, wezenlijk, van wezenlijk belang zijn om het traject naar een collegeprogramma en de discussie erna goed te kunnen voeren. Eén. Ik heb het voorbeeld genoemd van de visie van de burgemeester zoals hij die eerder heeft neergelegd en hoe wij daar invulling aan kunnen geven. Twee. Souburgh. Ga ik hem niet herhalen maar die heb ik nadrukkelijk genoemd. En drie. Ik heb Westwaard Wonen ook heel nadrukkelijk genoemd in dat proces van de structuurvisie. Daar moeten wij, denk ik, het goede debat met elkaar over gaan voeren en wat dat betreft, de heer Wesselius is wat mij betreft de verpersoonlijking van een duaal debat. Dus ik heb er ook alle
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
20
vertrouwen in dat wij die goed kunnen gaan voeren met elkaar. Maar dan ben ik toch nog van de formateur nog even benieuwd. Zijn de stukken nu geheim of openbaar? Voorzitter: Mijnheer Cardon, u geeft even antwoord op deze direct aan u gestelde vraag? De heer Cardon: Ik zal antwoord geven, ja. Daar moeten wij het nog over hebben. Zonder gekheid, dat zouden wij de tweeëntwintigste doen en die is nog niet om. Voorzitter: Goed. Mevrouw Leeuwis: Kan ik daar ook een vraag over stellen, voorzitter? Voorzitter: Ja, wij zijn nu toch bezig. Gaat uw gang. Mevrouw Leeuwis: Nou ja, want het intrigeerde ons ook wel, die opmerking, maar als u daar toch nog een besluit over neemt, zou u dat dan eens ter kennis willen stellen aan de andere partijen die daar niet bij zijn, bij die bespreking? Want als er iets, in welke vorm dan ook, daar kan ik me ook wel iets bij voorstellen, niet geheim is, dan willen wij daar best ook wel inzicht in. Voorzitter: U wordt gevraagd, mijnheer Cardon, dat als het openbaar zou zijn dat dan de andere fracties daar ook graag inzicht in willen hebben. Ik neem aan dat u dat… De heer Cardon: Nee, dat heb ik gehoord. Voorzitter: Precies. Dat wou ik even bevestigen. Ja. Lijkt me verstandig om dat even met elkaar vast te stellen. U heeft het gehoord. Dan ga ik kijken, ja, mijnheer, ik ben even de draad kwijt, mijnheer Pardo komt nu aan de beurt van D’66. Gaat uw gang. De heer Pardo Dank u wel. Ja. Mijnheer Cardon, eerst eens even bij u. U heeft mij heel duidelijk antwoord gegeven op de vraag wat nu uiteindelijk, want dat was mijn reden voor dat betoog of het voorlezen van die verschillende passages uit het akkoord en wat is nu het eerst aan de beurt. U geeft daar een heel duidelijk antwoord in. Mijnheer Pardo, als het erop aankomt dan gaat de OZB verhoogd worden ten bate van de sociale infrastructuur. Ik heb dat de andere twee partijen niet zo expliciet horen zeggen, dus ik vraag dadelijk nog, nogmaals even misschien een laatste reactie van goh, geldt dat ook in die mate, kijk bijvoorbeeld naar de beoogde, naar de beoogde ……………… van financiën, geldt dat ook in diezelfde mate voor u. Want onze indruk was uit die directe passage onder het omkaderde dat juist het eerstvolgende wat aan de beurt kwam ook niet alleen, zoals mijnheer Cardon zojuist vermeldde, het… (Noot notulist: onverstaanbare interruptie) niet alleen die sociale werkvoorziening maar ook die maatschappelijke ondersteuning staat daar genoemd. Voorzitter: Ik geloof dat de heer Boele staat te popelen om antwoord te geven. De heer Boele: Nou, u hoeft… De heer Pardo: Ik wil mijn zin even afmaken.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
21
De heer Boele: Ja maar, wij kunnen het antwoord al geven omdat u die vraag gesteld had. Zolang wij de heer Cardon in dit debat niet tegenspreken, spreekt hij namens ons allemaal. De heer Pardo: OK. Voorzitter: Nou, moet u eens kijken. De heer Pardo: Nou, gelijk bediend. Bij dezen is die vraag, is die vraag inderdaad beantwoord. U zei nog even expliciet het is natuurlijk niet zo dat wij, dat de burger bepaalt wat de politiek gaat doen. De heer Cardon: Ja. De heer Pardo: U zegt dat even expliciet. D’66 is van mening dat je dat niet zo strikt kan stellen omdat burgers soms misschien nog wel eens hele goede ideeën hebben. De heer Cardon: Aha. De heer Pardo: Dus in die zin wil ik in ieder geval een kleine nuancering op uw opmerking maken en zeggen van juist de kracht van de samenleving en een bottom up benadering van de basis uit en goede ideeën vanuit de burgerij. Vooral aan het begin van beleidsvorming. Dat is in principe het idee waar D’66 van uitgaat. Het gaat niet alleen om burgerparticipatie is niet alleen een vorm van heel goed informeren of overtuigen, het gaat met name om daar waar je begint aan ideevorming, daar moet die burger bij betrokken zijn. Aan het begin van het proces. Daar moet je hem bij betrekken en dan niet zeggen ja, wij gaan, wij kunnen niet zomaar alles doen wat die burger wil. Nee,… De heer Cardon: Nee, mijnheer Pardo, ik heb daarnet gezegd in een vroeg stadium de burger erbij betrekken, luisteren en kijken wat wij daarmee kunnen doen. Als ik zeg de burger bepaalt niet wat wij doen, dan bedoel ik daarmee dat er bepaalde partijen wellicht, en ik zeg niet dat die hier aanwezig zijn, zo van de burger vraagt en wij draaien. Want ik ben lid van een politieke partij maar een, in ieder geval een aantal principes waar ik van zeg, zij kunnen wel roepen maar dat ga ik even niet doen. Maar als u het uitlegt en ik heb daarnet reeds eerder gezegd, dat ik zeg in een eerder stadium mensen erbij betrekken, serieus nemen en kijken wat kun je er mee doen. En graag die creativiteit gebruiken, heb ik ook al gezegd, van de gemeenschap hier van Alblasserdam als wij het hebben over wij gaan aan de slag met een zelfstandige stichting wellicht voor de sport. Kijk naar Landvast, daar gaat het erom de bevolking erbij te betrekken, hopen dat die in een bestuur gaan zitten en laat ze creatief alsjeblieft meedenken. Want alles wat hier zit, als je dat zou kunnen gebruiken, kijk eens even wat dat zou kunnen betekenen. Maar mijn uitgangspunten die verlaat ik niet één, twee, drie omdat men zegt doe maar. De heer Pardo: Mijnheer Cardon, wij gaan elkaar helemaal vinden. Voorzitter Dank u wel. Mijnheer Pardo, vervolgt u uw betoog. De heer Pardo: Ik wilde met name, ik vind het fijn dat wij toch een klein stukje inhoudelijke invulling van de betreffende paragraag heb gekregen. Ik bedoel, dat is uiteindelijk hetgene waar wij naar op zoek zijn, denk ik. Van het vroegste stadium betrekken van burgers, dat was ook hetgene waar ‘D’66 voor staat.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
22
Ik kom even bij de heer Boele. U noemde de twee van de drie partijen met een constructieve houding ten aanzien van het akkoord. D’66 heeft bewust gekozen om dit inhoudelijke debat te voeren alvorens de houding kenbaar te maken. Dus dat houd ik dan nog heel even in het midden, want er waren zeker een aantal dingen in het stuk waarvan wij zoiets hadden van wij willen daar toch een aantal vragen over stellen voordat wij onze houding in die zin kenbaar kunnen maken. En bij dezen verzoek ik ook aan de voorzitter of wij na de tweede termijn even kunnen schorsen. Voorzitter: Nee u kunt dat nu doen. U kunt nu toch uw houding bepalen. Nee? De heer Pardo: Nee. Nee. Ik vraag of wij na de termijn heel even kunnen schorsen voor een kort fractiedebat om daar, fractieberaad om daar een houding in te bepalen. Maar inhoudelijk even op uw… Dat wat betreft de constructieve houding. Wij hebben in een eerder debat al geconstateerd, en daar waren wij beiden dacht ik het over eens, dat wij een behoorlijk verschillende visie op de maatschappij hanteren. Ja? Een andere visie op maatschappelijke verhoudingen. U kunt inderdaad zeggen van u leest dit akkoord met een bepaalde bril. Dat is inderdaad een D’66-bril en ik ben de eerste om dat toe te geven. Alleen ik moet daar wel bij zeggen dat natuurlijk diegene, en misschien komt daar de kwalificatie van SGP als de winnaar van dit akkoord, dat in principe die dingen natuurlijk in een akkoord opvallen die het verst staan van je eigen opvatting en je eigen mening. Dus in die zin ben ik zeker bereid om toe te geven dat er een bril heeft, ik een bril op gehad heb bij het lezen van het akkoord en dat is zeker een D’66-bril. Als u zegt, OK, het over, het over, over deze aandacht die wij geven aan die ene zin over het zondagsakkoord en dat is dezelfde zin die in een vorig akkoord stond, dan kan ik u zeggen dat ook D’66 zich in het vorige akkoord zich niet had kunnen vinden. Helaas hebben wij destijds geen onderdeel uitgemaakt van de raad. Wat wij in ieder geval zeggen, is dat die passage wat ons betreft te ver gaat omdat het met name daar niet, en daar heb ik in het begin al aan gerefereerd, het stukje, hoe benoemde u het zo mooi, nou ja laten wij het, zeg maar, even eerbied voor minderheden in de maatschappij… Er zijn ook groeperingen die anders daarin staan en D’66 vertolkt, denk ik, het geluid daarvan. Even een kleine correctie op mijn betoog net bij openbaar onderwijs. Dat betreft ’t Nokkenwiel en niet Het Palet. Vandaar dat u even nee schudde. Ik heb inderdaad in de medezeggenschapsraad van ’t Nokkenwiel gezeten. Maar u heeft gelijk. Ook daarvoor is in de afgelopen periode en dat is bijna voltooid een mooi nieuw gebouw neergezet. Ik kan me wel herinneren in die afgelopen periode dat ten aanzien van de problemen van de Beukelmanschool er ook een optie is geweest om het vrijgekomen gebouw van Het Palet juist daar een invulling aan te geven. Ik begrijp dat uiteindelijk de keuzes of het pad wat ingeslagen is een andere is, maar even in het kader, en ik noemde daar speciaal in het kader van die economische tijden, op die manier heb ik de toekomstige Beukelmanschool benoemd. De kerk, de kerk en de rol van de kerk in het akkoord. Het enige wat ik daar met name nog aan zou willen toevoegen, dat ’66 vindt dat een derge…, een dergelijke bewoording niet in een collegeakkoord hoort. Dat is wederom een verschil van visie, een verschil van opvatting, maar ik denk wel dat het een verschil van opvatting is die wij in ieder geval mogen maken. Ik snap dat u een andere visie hebt, maar laten wij daar dan in, elkaar in vinden dat wij verschil van mening hebben over wat je in een coalitieakkoord zou moeten verwoorden. Natuurlijk zegt u, er is een noodzaak vanuit twee kerkgemeenschappen die dat al hebben aangegeven. Prima. Er zijn verschillende andere groeperingen, ik, ik, die hebben aangegeven ook noodzaak aan, aan voorzieningen ten aanzien van gebouwen te hebben en die vind ik niet terug in dat akkoord. Vanuit die rol zeg ik, daar zijn de normale gemeentelijke paden voor om te, normale gemeentelijke wegen om dat te bewandelen en het hoort niet thuis in een collegeakkoord. De heer Boele: Mijnheer Pardo, mag ik u, mag ik u… Voorzitter, mag ik even een vraag… Voorzitter: Ja, u mag interrumperen. De heer Boele: Nou bent u de man geweest die bij herhaling de boodschap brengt, wij moeten naar de burger luisteren. En het kan zelfs zo ver gaan dat je de burger bijna besluitvormende bevoegdheden geeft.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
23
Bijna. In dit dorp wonen buitengewoon veel burgers die een kerk bezoeken. Wij hebben zelfs zeventien kerken in dit dorp of misschien wel achttien. Ik heb ze nooit allemaal geteld. En wat me nou zo opvalt, is dat dat een categorie burgers is die u niet aan uw hart drukt. Want u, u, consequent bent u bezig, ook in de voorbeelden die u noemt, om op een bepaalde manier die anders te bejegenen dan al die andere burgers. Ook door de voorbeelden die u noemt. U hebt zelfs zo juist gezegd dat er passages in het akkoord zijn waardoor u zich het meest getriggerd voelt, want die het verst van uw eigen gedachtevorming, eigen ideële gedachtevorming afstaat. Ik zou nou wel eens willen weten, mogen die anderen nou ook op dezelfde manier, op dezelfde manier hun belangen bij de overheid bepleiten en op eenzelfde bejegening van de gemeentelijke overheid rekenen als andere, seculiere burgers. De heer Pardo: U noemt het kernwoord. U noemt het kernwoord. Dezelfde manier. Dat is precies het kernwoord waar het wat ons betreft om gaat. D’66 heeft ook aangegeven, ik heb het zo juist… De heer Boele: Maar als dan in dit akkoord… De heer Pardo: Als ik even… De heer Boele: Als in dit akkoord één keer het begrip kerken voorkomt en één keer als het gaat om de rol die kerken kunnen vervullen om verbindingen in de samenleving tot stand te brengen en onderhouden, waarom slaat u dan aan van dit valt eigenlijk buiten de reikwijdte van de overheid. Daar begrijp ik dan in het licht van uw ideële stellingname helemaal niets van. Voorzitter: Mijnheer Pardo. De heer Pardo: Ik wil nog een , ja, ik wil nog een keer herhalen wat ik in mijn betoog heb gezegd. D’66 vindt de maatschappelijke rol, vindt de maatschappelijke rol ook van belang niet anders dan het belang van andere maatschappelijke organisaties en verenigingen. En ik bedoel, ja…. De heer Boele: Wat doet het akkoord dan verkeerd als zij ook attendeert op de maatschappelijke positie van kerken en ook zich realiseert dat die kerken wel een hele belangrijke rol zouden kunnen vervullen in het verbinden van deze samenleving van de gemeente. Waarom staat u daar nou …………….. De heer Pardo: Omdat wij, omdat wij in deze samenleving in ieder geval… Met elkaar hebben wij besloten dat er een bepaalde scheiding van kerk en staat is. En waarvan ik zeg… Nee, laat, als ik nu even mijn, mijn ……. Voorzitter: U mag uitspreken, u mag uitspreken. Gaat uw gang. De heer Pardo: En dat wij in ieder geval zeggen dat D’66 in ieder geval van het standpunt uitgaat dat je iedere schijn van belangenverstrengeling op dat gebied en dat vind ik wel, want een coalitieakkoord is niet het minste document, dat is een document uiteindelijk van de partijen die gezamenlijk van plan zijn om een collegeakkoord te sluiten, als daarin, en daar kijk ik inderdaad maar dat heb ik u al gezegd, met de bril van D’66 naar, als ik daar een aantal keren verwijzingen zie naar een locatie voor een kerkgebouw, naar de rol van de kerk in de maatschappij en de wens van het nieuwe college om dat te stimuleren. Stimuleren in ambtelijke, politieke taal betekent in principe dat je daar financiële middelen voor beschikbaar stelt. Wij zijn, wij staan, wij staan op het standpunt dat je dit soort dingen gescheiden moet houden. Iedere vereniging, iedere organisatie, ja, die staat in principe… en een gemeente kan altijd bereid zijn om daar die, om daar een ding mee te doen. Maar ik vind het bezwaar als dat die specifieke stimulering speciaal in een collegeakkoord staat. Nogmaals, het is een verschil van visie.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
24
Het is een uitgangspunt wat wij als D’66 hebben en wat mij betreft, verschillen wij daarin van mening, maar ik bedoel, ik denk niet dat, dat onze visie daarin een hele vreemde is. De heer Wesselius: MdV, ik wil de heer Pardo… Voorzitter: De heer Wesselius heeft het woord. De heer Wesselius: Ja, dank u wel. Ik wil de heer Pardo graag proberen te begrijpen, MdV. Als ik lees op pagina 7 van het coalitieakkoord dat particuliere initiatieven voor sporthallen en turngymnastiekaccommodaties van respectievelijk CKC Kinderdijk en KDO worden ondersteund, heeft u daar dan hetzelfde soort bezwaren tegen. De heer Pardo: Er staat gelijk onder dat daar geen financiële middelen voor beschikbaar zijn in principe. Toch, of niet? De heer Boele: Er staat toch bij die andere ook niet dat de gemeente kerken gaat bouwen. U wilt daar iets lezen wat er niet staat. De heer Pardo: Er staat in principe dat er een onderzoek door de gemeente wordt gedaan naar de locaties voor een kerkgebouw. De heer Cardon: Nee,nee, dat staat… Nee… Voorzitter: Ik geef het woord aan de heer Cardon. De heer Cardon: Nee, nee, want dit… Nee maar, dit is een onderwerp wat ook flink aan de orde geweest is. En het is dus niet de gemeente die locaties gaat zoeken, die kerkgemeenschappen gaan zelf locaties zoeken. En dat wordt getoetst door de gemeente omdat de gemeente namelijk op ruimtelijke ordeninggebied een rol speelt. Maar wij als gemeente, dat staat er niet dat de gemeente gaat zoeken. Alleen wij kondigen aan dat dat speelt. De heer Pardo: Ik lees in het akkoord, mijnheer Cardon, tevens wordt onderzocht welke locaties in Alblasserdam… De heer Cardon: Door de kerken. De heer Pardo: Ja maar, dat staat er niet. Dit is het akkoord van een college. De heer Cardon: Maar door de kerken. De heer Pardo: Dit is het akkoord van een coalitie. Als een coalitie schrijft, tevens wordt onderzocht, dan neem ik aan dat men in de eerste persoon schrijft en niet namens de kerken. Maar goed, dat is dan een verkeerde interpretatie. De heer Cardon; Nee, wij weten dat twee kerkgenootschappen zoeken naar een definitieve huisvesting. En de één hebben wij zelfs niet genoemd en de ander die zegt van waar hebben wij een locatie waar wij een kerk zouden kunnen bouwen. Dus wij laten weten dat er gezocht wordt naar een locatie, welke dat ook
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
25
moge worden, hoor. Dus daar stellen wij als overheid direct eisen aan op ruimtelijke ordeninggebied. Dat komt eraan. De heer Pardo: Er wordt gezocht door? De heer Cardon; De kerk. De heer Pardo: De kerk. Prima. Als, met die, met die aanvulling in de zin van, en dat geldt dus precies hetzelfde als bij de overige locaties, als wij in tijden, in moeilijke economische tijden… Ik bedoel, D’66 zegt niet dat er geen kerken voor, geen kerken in deze gemeenschap zouden mogen komen. Natuurlijk, net zo goed als iedere andere vereniging De heer Cardon: Maar, maar, maar. De heer Pardo: Nee, laat mij nu heel even uitpraten. Voorzitter: Ja, maar, ik ga ook eventjes, want ik denk dat wij het punt vrij uitvoerig aan het bespreken zijn. U heeft uw punt gemaakt. U heeft ook… De heer Pardo: Ja, maar om het even af te ronden. Voorzitter: Laten wij dat doen. Ja. Gaat uw gang. De heer Pardo: Wij staan volledig, wij staan volledig open voor initiatieven van iedere particuliere vereniging inclusief de kerken om initiatief te ontplooien. Ik zeg alleen de woorden stimuleren en het onderzoek heeft bij mij inderdaad de conclusie getrokken dat daar het initiatief bij de gemeente lag om het onderzoek te plegen hetzij om de kerkelijke genootschappen te stimuleren. En dat is iets waar D’66 niet in wil meegaan. Maar als u dit bij dezen rechtzet, wellicht dat het in de toekomst nog een keer ter sprake komt, dan is, is die duidelijkheid daar voor mij. De heer Boele: Daar kunnen wij dan hopelijk het… Voorzitter: Mijnheer Boele. De heer Boele: … hierachter liggende kwartier van discussiëren mee deleten. Wij hebben een kwartier lang ongeveer over dit onaangename thema gesproken naar nu u ………………. hebt… De heer Pardo: Dat vind ik in deze zin niet belangrijk het gaat om de duidelijkheid. De heer Boele: Nee, dat is mijn gewaarwording. De heer Pardo: Uw kwalificatie. De heer Boele: Maar nu weet hoe het precies in elkaar zit, nu kunnen wij dit uit de notulen houden.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
26
De heer Pardo: Nou, het spreekt weer voor de ……….. onduidelijkheid in dit akkoord. De heer Boele: Ja… Voorzitter: Volgens mij is dit punt stevig op tafel geweest, zijn er gedachten over gewisseld en ook wat duidelijkheid geschapen over die passage en volgens mij is dat de conclusie op dit moment. Ik heb begrepen net van de CDA-fractie dat er nog een enkel woord gesproken zou kunnen worden over de structuurvisie. Zeg ik dat goed? De heer Veerman: Nou, voorzitter, als beoogd wethouder Ruimtelijke Ordening en verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening van de afgelopen drie jaar zou ik graag iets willen zeggen over Westwaard Wonen en de structuurvisie. In het stuk staat nadrukkelijk dat wij met Westwaard Wonen, een wettelijke corporatie en sociale verhuurder, nauwe banden willen maar wel zakelijk. Bij de structuurvisie daar staat heel nadrukkelijk dat wij als eerste met de Alblasserdamse bevolking en Westwaard Wonen, een groot huizenbezitter in deze gemeente met de maatschappelijke taak, willen overleggen over de structuurvisie. Dus de vraag die de heer Zwaan stelde en ook de heer Pardo, hoe zit het nou met Westwaard Wonen omdat, of de VVD. Wij willen graag een structuurvisie maken waarin ruimtelijke keuzes kunnen worden afgewogen. Daar gaan wij mee naar de bevolking en ook Westwaard Wonen, die noemen wij speciaal omdat het de enige wettelijke sociale verhuurder is die ook een maatschappelijke taak heeft, die wij daar nadrukkelijk willen bij betrekken. En ik dacht dat het heel aardig was dat wij eerst de Alblasserdamse bevolking hadden en dan pas de bevolking. Dus dat punt zou ik ook nog eens een keer willen rechtzetten. Wij willen graag die verbinding leggen met de samenleving bij zo’n belangrijk structuurelement wat in de komende vier jaar zal worden ontwikkeld. Voorzitter: Waarvan akte, denk ik, op dit moment. Ik geloof dat… De heer Cardon: Ik moet nog twee dingen vertellen aan de heer…. Voorzitter: Dat is waar, dat is waar. Mijnheer Zwaan had nog een enkele vraag gesteld en de formateur voelt zich geroepen volgens mij… Nee? Ja, over die, meenemen zegt de heer Zwaan, meenemen De heer Zwaan: Souburgh. De heer Cardon: Souburgh doen wij mee. Voorzitter: Soepburg doen wij mee. De heer Cardon: Soepburg. Die nemen wij mee ja. En Westwaard Wonen is net verteld. En de derde was de burgemeester die heeft ook één en ander geproduceerd. Dat gaat hij ongetwijfeld doen op het vlak van die visie. Is het nou goed? Voorzitter: Dat zou ik… De heer Zwaan: Ik ben heel snel tevreden. Ik zie uit en zeker de discussie over dan die externe coalities met elkaar gaan vormgeven. Voorzitter:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
27
Heel goed. En dat de burgemeester meedenkt, dat zou zo maar kunnen. Dat bevestig ik hierbij. Volgens mij heeft de fractie van D’66 een verzoek om schorsing gedaan om de mind op te maken, zeggen wij dan wel eens. Wij gaan vandaag nog een paar keer schorsen dus ik stel voor dat wij dat kort doen, zodat u daarna nog, uw tweede termijn nog met enkele zinnen kunt verlengen. Zullen wij het zo afspreken? Dan schorsen wij een kort moment. Zullen wij even afspreken dat wij, dat wij niet allemaal gaan drinken en plassen, maar dat u het echt kort houdt? SCHORSING Voorzitter: Dames en heren, ik, wij heropenen de vergadering. Mag ik verzoeken om stilte. Volgens mij was de constatering van de heer Boele dat twee fracties die niet tot de coalitie behoren, hadden uitgesproken zich constructief kritisch te willen opstellen. Aanleiding voor de fractie van D’66 om even te willen schorsen. Dat heeft u gedaan. U wilt vast nu ook even het woord. Gaat uw gang. De heer Pardo: Ja. Allereerst naar de heer Boele. U kunt daar een derde partij in ieder geval bij optellen. Ja? Inderdaad kritisch. Zeker. Maar dat heeft u ook bij deze bijdrage al gemerkt. Dat is zeker een houding die wij zullen houden. Wij vinden het jammer dat twee punten, waar wij toch een aanmerkelijk …………………………… punt ingebracht hebben ten aanzien van de splitsing van de verantwoordelijkheid onderwijs, ook al is dat maar… en de uitleg was daar wat dat betreft heel duidelijk. Wij betreuren het toch enigszins, maar goed, OK…Dat is een situatie die wij ook in de komende, tot de verzelfstandiging ook kritisch zullen volgen. Want met name is gevraagd om die openheid in communicatie van dat proces. Nou, ook op dat punt zullen wij dat kritisch volgen. En ik vind het jammer dat uiteindelijk het antwoord op de portefeuille P&O… Het was een inschatting in ieder geval van D’66 dat daar een zekere, zoals wij het geformuleerd hebben, levenswijsheid bij komt, bij een dergelijke taak. Wij hebben daar ook duidelijk van gezegd zonder enige afbreuk. Maar wij hadden, wij waren van de overtuiging, wij zijn nog steeds van de overtuiging dat dat inhoudelijk wellicht beter tot de portefeuille van de burgemeester zou… Die twee punten helaas, maar dan nog, maar dan nog zeggen wij positief kritisch staan wij achter dit akkoord. Voorzitter: Dank u wel. Waar een schorsing al niet toe kan leiden. Ja? Dank u wel voor uw bijdrage en ik denk dat wij daarmee de bespreking van het coalitieakkoord kunnen afsluiten en misschien is het goed om aan te geven dat wij dit coalitieakkoord opzettelijk hebben geagendeerd voor de benoeming van de wethouders. En dat komt ook omdat ik gelezen heb dat in het akkoord de volgende uitspraak staat: het college, onder het kopje vervolgtraject, het college gaat de afspraken uit het coalitieakkoord uitwerken in een collegeprogramma met concreet geformuleerde doelstellingen en benodigde middelen en biedt het daarna aan de raad aan. Nu, ieder die de ambitie heeft om tot het college toe te treden die weet waaraan hij of zij toe is, namelijk het uitvoeren van die zin. Want dat is net besproken met elkaar en wij zien ook dat daar een aantal partijen voor getekend hebben. Kortom, wij hebben nu besproken bij punt 5 wat de ambitie van de coalitie is in deze gemeente inclusief over het betrekken van de raad in zijn algemeenheid. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 6 – Benoeming wethouders ----------------------------------------------------------De raad benoemt de wethouders en kan bepalen of één of meer wethouders hun functie in deeltijd uitoefenen. Bij fulltime wethouders worden er maximaal 3 benoemd. Bij parttime wethouders bedraagt het maximum 4 wethouders met een maximale tijdsbesteding van 3,3 fte. Het presidium stelt de raad voor: 1. Vast te stellen of één of meerdere wethouders hun functie in deeltijd vervullen. 2. Wethouders te benoemen en in geval van een deeltijdfunctie de tijdsbestedingnorm vast te stellen. Voorzitter: En daarmee kunnen wij over, overgaan tot punt 6 van de agenda en dat is de benoeming van de wethouders. Ik wil even kort aangeven hoe wij dat zullen gaan doen omdat dat ook enige procedurele kanten in zich heeft. Ik zal zo aan de raad, en dan kijk ik met name natuurlijk naar de coalitiepartijen,
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
28
maar ik zal aan de raad vragen of zij voordrachten wil gaan doen tot de benoeming van wethouders. Ik zal vervolgens bezien of die voordrachten ook leiden tot de beschikbaarheid van de betreffende persoon. Dat moet hij of zij natuurlijk ook altijd willen. Dus dat ga ik gewoon even vragen. Verder zal ik dan ook nog even iets zeggen over de benoembaarheid van betreffende personen. Daar is, er is een ad hoc commissie al bij elkaar geweest, die naar potentiële kandidaten en hun papieren daarvoor heeft gekeken. Maar dat zal ik dan ook zo even benoemen bij dit agendapunt. En na die benoembaarheid zullen wij tot stemmen overgaan. Dat zullen drie stemrondes zijn als ik het goed heb begrepen, omdat het coalitie stelt dat er drie wethouders zouden kunnen komen en dat de meerderheid van de raad daar dus ook voor zou willen kiezen. En na dat stemmen zullen wij uiteraard dan gaan tot besluitvorming waaronder overigens ook het afleggen van de eed of de verklaring nog onderdeel uitmaakt. Want dat wordt ook geacht door de wethouders, kandidaat-wethouders nog te worden gedaan. Nou, dat is even de procedure onder punt 6. En laten wij… O ja, en dan moeten wij ook nog vaststellen of een of meerdere wethouders hun functie in deeltijd gaan vervullen. Laten wij dan maar eens even beginnen met de voordrachten. Als ik nu eens even deze zaal rondkijk, dan zijn er misschien raadsleden die voordrachten willen doen tot kandidaat-wethouders. En dan zie ik dat de heer Van Lavieren naar de microfoon grijpt. De heer Van Lavieren: Ja, ik val er niet van af, hè? Voorzitter: Gelukkig maar. De heer Van Lavieren: Wij stellen voor om de heer Cardon voor te dragen als wethouder. Voorzitter: Inderdaad. Dat verrast mij niet. Ik ga toch even kijken of er nog meer kandidaten zullen worden voorgedragen. Ik zie de heer Boele ook naar de microfoon gaan. De heer Boele: Ook niet een verrassing, voorzitter. Maar met heel veel blijdschap en voldoening bevelen wij in de aandacht van de raad aan de kandidaat Peter Verheij voor de functie van wethouder van deze gemeente. Voorzitter: Dank u wel. En ook dat komt niet helemaal als een verrassing ook gezien uw eerdere betogen de afgelopen weken maar toch… En dan kijk ik naar de heer Wesselius. U heeft ook? De heer Wesselius: Ik heb ook een verrassing. Voorzitter: Een verrassing. De heer Wesselius: De CDA-fractie wil Sjoerd Veerman voordragen als kandidaat-wethouder. Voorzitter: Dank u wel. Ik neem aan dat wij daarmee de voordrachten gehad hebben, maar ik kijk toch maar even voor de zekerheid, want je weet maar nooit. Dat betekent dat ik aan deze drie personen ook ga vragen dat, als zij gekozen zouden worden door uw raad, of zij ook beschikbaar zouden zijn om die functie te vervullen. Mijnheer Cardon? De heer Cardon: Ik ben beschikbaar. Voorzitter: En ook dat komt niet als een verrassing. Mijnheer Verheij?
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
29
De heer Verheij: Ja, voorzitter, ik stel mij ten volle beschikbaar aan de gehele gemeenteraad om mijn functie te vervullen indien ik daartoe gekozen word. Voorzitter: Dat is heel duidelijk. En ik kijk naar mijnheer Veerman. De heer Veerman: Ik ben ook van harte bereid om het te doen. Voorzitter: Dank u wel. Dan ga ik het volgende punt, de benoembaarheid, want in deze gemeente bestaat een verordening die wat zegt over de benoembaarheid van wethouders. Er is zelfs een ad hoc commissie die daarnaar gekeken heeft en die… In dit geval kende die commissie zes personen. Onder voorzitterschap van mevrouw Leeuwis hebben de heer Zwaan, Pardo, Wesselius, Boersma en de heer Van Lavieren een aantal documenten bekeken maar ook een gesprek gevoerd met de kandidaten en dat waren inderdaad deze drie mensen. Dus wat dat betreft, waren wij goed voorbereid. En ik lees de laatste regel voor. De commissie heeft dit, namelijk de verklaringen van het Ministerie van Justitie en dergelijke maar ook het feit dat voor wethouder Cardon en Veerman dit nog wat langer duurde, duurt voordat die verklaringen er zijn, maar ook de verklaring dat er geen belemmeringen zijn om deze verklaring uit te geven. De commissie heeft dit meegenomen in haar overwegingen en concludeert dat uit het door de commissie gedane onderzoek en de gevoerde gesprekken geen feiten naar voren zijn gekomen, die de benoemingen van de heer Verheij, de heer Veerman en de heer Cardon per 22 april 2010 tot wethouder in de weg staan. Dus ook in formele zin zijn er geen belemmeringen voor een eventuele benoeming. Nu lijkt het mij goed om voordat wij naar de stemming overgaan, het punt 1, vast te stellen of één of meerdere wethouders hun functie in deeltijd vervullen, om daarover als raad een uitspraak te doen. Ik heb het idee dat de coalitie niet voorstelt om één of meerdere wethouders hun functie in deeltijd te doen vervullen. Dat concludeer ik terecht dat mevrouw Leeuwis op dat punt een opmerking wil maken. Zie ik dat goed? Mevrouw Leeuwis: Dat ziet u goed, voorzitter. Voorzitter: Gaat uw gang. Mevrouw Leeuwis: Soms kun je uit de non-verbale communicatie zoveel halen dat je ook niet eens alles uit hoeft te spreken. Dus dat wat in de lucht hangt, zal ik inderdaad niet noemen. Maar ik heb er wel een vraag over. Want in de meerjarenbegroting is gerekend met 2 fte wethouders en een derde fulltimer aanstellen is best een grote post die erbij komt. Er zijn voorbeelden in den lande waar wethouders, bijvoorbeeld in Arnhem, waar wethouders zich voor 80% laten uitbetalen. Nou gaan wij niet zeggen dat u dat moet doen, maar u kunt er ook zo maar voor kiezen om minder beleid uit te gaan voeren, wat meer te faseren of iets dergelijks, waardoor u ook minder uren zou hoeven te maken. Wij willen eigenlijk wel graag weten wat de visie van de andere partijen daarop is en ik vraag me eigenlijk af wat de coalitie voorstelt aan bezuinigingen om een derde fulltime wethouder of 3 fte, laat ik het gewoon niet alleen op de derde fulltimer maar op de 3 fte houden, wat er nou wordt wegbezuinigd om drie fulltime wethouders te kunnen aanstellen. Voorzitter: Ja, ik word even ingefluisterd door de griffier op een ander punt. Maar ik ga kijken wie zich geroepen… Want ik neem aan dat de andere partijen geen… O, mijnheer Pardo wil nog wat zeggen op dit punt. De heer Pardo: Dat wil ik graag ondersteunen als D’66. Voorzitter:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
30
U ondersteunt de vraag. Dan zie ik dat de heer Boele wat wil zeggen. Mijnheer Wesselius ook. En dan geef ik De heer Cardon: Ik heb in mijn inleiding daar iets over gezegd. Voorzitter: U hoeft ook niets te zeggen. Dat is een… Ik vroeg alleen even wie dat wilde doen en ik zie dat de heer Boele dat wil doen. Dus gaat uw gang. De heer Boele: In het verkiezingsprogramma van mijn partij staat dat wij van oordeel zijn dat deze gemeente door drie wethouders moet worden bestuurd ongeacht de samenstelling van de coalitie. Die was toen nog niet bekend. Toen de vorige coalitie bij de begroting van 2009 de wat wij noemden vrijpostigheid nam om in het meerjarenperspectief het aantal wethouders terug te brengen van drie naar twee, hebben wij daar toen al van gezegd, dat is geen goede maatregel. Want wij zijn echt van oordeel dat deze gemeente zo veel projecten en zo veel taken op zijn bord heeft liggen dat drie echt nodig is. Wij hebben toen al gezegd dat betekent dat als een nieuwe coalitie met drie wethouders verdergaat, de coalitie de taak heeft om daar middelen voor vrij te maken. Dus wij zijn consistent in dat oordeel geweest. En nu de laatste vraag, mevrouw Leeuwis, wat wordt er nu geschrapt om de meerkosten goed te maken, dat weten wij nog niet. Het is een onderdeel van het begrotingstekort of van het begrotingsresultaat. Is het een tekort dan zullen wij moeten komen tot goed dekking van dat tekort. Het is niet zo dat wij zeggen van voor deze meerkosten gaan wij dat en dat en dat niet uitvoeren. Dat zijn mijn antwoorden. Verder kom ik vanavond niet. Voorzitter: Dank u wel. En de heer Wesselius wilde ook nog wat zeggen daarop. De heer Wesselius: Ja, dank u wel, MdV. In ogenschouw nemend wat de uitdagingen van de komende jaren zijn en de financiële uitdagingen, maar daarbij natuurlijk ook aan gekoppeld de uitdaging om al het voorgenomen beleid toch vorm te geven binnen de knellende financiële kaders, leek het ons buitengewoon verantwoord om die investering te doen en de capaciteit te hebben van drie wethouders om dat, om de gemeente op dat punt de komende jaren door te helpen. En als u vraagt van waar haal je nu dat extra geld vandaan, dat is, denk ik, de opgave waar het college mee nu op pad gaat bij het schrijven van het collegeprogramma en het komen met een programma 2011. Het zou een beetje prematuur zijn om nu alvast een voorschot te nemen op de begroting 2011 terwijl wij daar de financiële kaders nog niet van kennen. Voorzitter: Aanleiding voor een reactie, mevrouw Leeuwis, in tweede termijn? Mevrouw Leeuwis: Nee, ik constateer alleen dat het antwoord op de vraag nog niet gegeven kan worden door de coalitie. Daarvan akte. Voorzitter: Goed. Dan denk ik dat wij bij dit punt kunnen besluiten dat er geen functies in deeltijd worden vervuld. Ja, de hamer. En gaan wij over tot de stemmingsprocedure en na wijs beraad en de adviezen van de griffier en die heeft zelfs gezegd hoe het vorige keer gegaan is en in het presidium hebben wij even van gedachten gewisseld. Dat zullen drie opeenvolgende stemrondes worden, waarbij wij steeds voor één kandidaat zullen gaan stemmen en dat betekent dat u een stembriefje kunt gaan pakken uit de map die u voor u heeft liggen, want daar zitten stembriefjes in. En dat betekent dat wij eerst gaan stemmen over de kandidatuur van de heer Cardon. En dat betekent dat u op uw stembriefje over die kandidatuur zich kunt uitspreken door zijn naam op te schrijven. Het lijkt mij gemakkelijk om niet nu al andere namen op te schrijven van de andere stemrondes, want dan wordt het wat ingewikkeld. Dus wij stemmen nu over de kandidatuur van de eerste kandidaat, Cardon, en u kunt zijn naam opschrijven. Als u zich wilt onthouden daarvan of u kunt zelfs andere namen opschrijven als u dat wilt, dan staat u daar uiteraard vrij in. Maar het lijkt me logisch dat ik u daar even op wijs. En wij hebben ook een stembureau voor dit, voor deze procedure en wij hadden gedacht, want wij gaan dat drie, met
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
31
drie keer een verschillend stembureau doen, ik vond het erg creatief van de griffier maar zij heeft me op het hart gedrukt dat het vorige keer ook zo gegaan is, dus dan spreek je haar niet meer tegen. Wij dachten voor de eerste ronde aan de heer Van der Plaat en de heer Yilmaz om het stembureau te vormen. Ik neem aan dat zij daarmee willen instemmen. Dat willen zij. En dat betekent dat zij zo meteen met, in, het doosje kunnen gaan openen en kunnen gaan tellen. Daar spreken wij even geen schorsing voor af, want dat kunnen zij gewoon even gedurende de vergadering doen. En de griffier kijkt met u mee, want die weet precies hoe je moet tellen in zo’n geval. En ik heb begrepen uit de woorden hier naast mij dat de heer Van der Plaat even tot voorzitter benoemd is van dit minigezelschap door de griffier, maar Yilmaz had daar geen bezwaar tegen volgens mij. En mijnheer Van der Plaat, u had een uitslag voor ons. De heer Van der Plaat: Ja, zeventien stemmen op de heer Cardon en daarmee… Voorzitter: Dat is een duidelijke uitslag. Voordat wij de heer Cardon gaan benoemen, gaan wij over naar de tweede stemronde en ik zal ook even vertellen waarom wij dachten dat het verstandig is, want dat betekent dat hij zelf ook nog steeds kan meestemmen in deze tweede ronde, omdat hij natuurlijk ook nog raadslid is. Dus wij gaan zo meteen pas over tot benoeming van drie wethouders, als alle drie de stemrondes achter de rug zijn. Dus dat betekent dat wij nu de tweede stemronde ingaan en dat het gaat om de kandidatuur Verheij. En u mag op uw stembriefje zijn naam of eventueel een andere naam schrijven, maar de voordracht is de heer Verheij. En dan zeg ik u ondertussen dat wij hadden gedacht dat de heer De Gier en de heer Zwaan vast wel het stembureau willen vormen deze keer. En dan gaat de griffier ook vast wel weer een voorzitter aanwijzen uit dat tweetal. Wie is de voorzitter? Er worden al foto’s gemaakt van het tellen van de stemmen, dus dat… Ik denk, ik reken op een hele reportage in dit geval. En ik heb begrepen dat de heer De Gier uitgeroepen is tot voorzitter en dat hij ook een uitslag voor ons heeft. De heer De Gier: Ja. Het was heel spannend maar zeventien stemmen, dus unaniem. Voorzitter: En daarvoor geldt hetzelfde als wat ik net zei. Dus wij gaan over tot de derde stemronde en dan hebben wij het over de kandidatuur van de heer Veerman en u wordt weer uitgenodigd om op uw stembriefje uw stemgedrag kenbaar te maken. En het stembureau daar dachten wij aan de heer Boersma, aan de heer Van Lavieren vanwege het grote vermogen aan deskundig en cijfermatig inzicht. Ho, er is enig verschil van mening over wie de voorzitter… De heer Van Lavieren. De heer Van Lavieren: Ja, discussies tussen Eric en mij duren nooit zo lang. Nee. Wij hebben de stemmen geteld. Zeventien stemmen, dus ook unaniem. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 7 – Beëdiging nieuw benoemde wethouders --------------------------------------------------------------------------------Voordat de wethouders hun functie kunnen uitoefenen, leggen zij in de vergadering van de raad de eed of verklaring en belofte af. Voorzitter: Dat betekent dat wij op dit moment tot de benoeming overgaan van deze drie kandidaten, de heer Cardon, Veerman en Verheij en bij wijze van installatie gaan wij over tot de eed en de verklaring. Wij hadden het vorige keer gehad, gingen wij hier staan hè? Als wij dat nou eens even gaan doen. Dan vraag ik even de drie kandidaten naar voren te komen en ik denk dat wij het zo kunnen doen, net als de vorige keer, dat wij beginnen met de eed. Die lees ik voor. Peter, ik heb begrepen dat jij die wilt afleggen. Dus als ik klaar ben met mijn woorden dan verklaar jij: zo waarlijk helpe God almachtig. Ik zweer dat ik om tot wethouder benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik om iets in het ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
32
of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen. De heer Verheij: Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Voorzitter: Ik ben de eerste die je mag feliciteren. De heer Verheij: Dank je wel. Voorzitter: Van harte. Ik stel voor dat wij daar even nog even mee wachten. Dat wij eerst even de andere kandidaten hun verklaring laten afleggen. En ik heb ook begrepen dat jullie daarna zelf nog een kort woord willen spreken en dat wij daarna schorsen om de felicitaties, als u dit wilt, om die uit te doen gaan en in ontvangst te nemen. Dat betekent dat ik nu voorlees de verklaring en belofte. Ik verklaar dat ik om tot wethouder benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in het ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik verklaar dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen. De heer Cardon: Ik beloof. Voorzitter: Meestal zeggen wij dat verklaar en beloof ik. De heer Cardon: O. Dat verklaar en beloof ik. Voorzitter: Duidelijk. De heer Veerman: Dat verklaar en beloof ik. Voorzitter: Van harte. Gefeliciteerd, Ad. Van harte gefeliciteerd. Ik stel voor dat jullie een plekje zoeken en dat wij even kijken wie van jullie nog… O ja, jullie mogen deze plek hier gaan innemen. Er zijn drie wethouders benoemd en geïnstalleerd en wij denken dat het wijs is dat zij ook gewoon de plek innemen die in deze vergadering aan wethouders over het algemeen wordt toegemeten. En voor één van de drie heren is dat een nieuwe ervaring. Geniet ervan, van dit moment, want dit moment komt nooit meer terug. De herinnering daarvan zal je bijblijven. Ik kijk even wie van de drie geneigd is om daar nog een woord over te willen zeggen. De wethouder Cardon. Wethouder Cardon: Nee. Voorzitter: Die vindt dat niet nodig. De wethouder Veerman. Wethouder Veerman: Ja, voorzitter, dank u wel. Graag zou ik op dit moment van prolongatie van het wethouderschap van dit mooie dorp aan de rivier iets willen zeggen. Ik vind het een voorrecht om deze tweede periode als wethouder van Alblasserdam de samenleving te mogen dienen. En anders dan drie jaar terug ben ik niet van buiten maar voel ik me een Alblasserdammer. Dank aan de gemeenteraad voor het in mij gestelde vertrouwen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
33
Voorzitter, leden van de raad, toen vorig jaar vanuit het CDA Alblasserdam officieel gevraagd werd nog vier te blijven, heb ik daarover geen moment over hoeven na te denken. Het is een voorrecht. Alblasserdam is een mooie landelijke gemeente. Niet te groot, prachtig gelegen in de Alblasserwaard en het dorp is nog niet af. Waarom zou je dan twijfelen. De afgelopen drie jaar is er ontzettend veel in gang gezet om de verhouding in en buiten de raad te normaliseren, de samenwerking in de regio te verbeteren en onze plaats in te nemen in de Drechtsteden. Het is geweldig om in het openbaar bestuur werkzaam te mogen zijn ten dienste van de gehele samenleving. Van links tot rechts wil ik graag dienen. Ik zie het wethouderschap als een roeping en een beroep. Bij mijn aantreden drie jaar geleden heb ik gepleit voor de regel van drie keer L. Luisteren, loven en lachen. Volgens mij is dat redelijk gelukt, maar kan het nog beter. Luisteren is de boodschap. Oor hebben voor elkaar. Nieuwsgierig en belangstellend. Gezamenlijk kunnen wij dan aan de slag. Loven. Laat de waardering merken voor al die mooie dingen in ons goede dorp. Te veel wordt er soms gedacht dat er van alles fout is, terwijl het goede te weinig wordt opgemerkt. En lachen, de vreugde is het medicijn voor het hart. Er is veel goeds. Laten wij daarom daar dankbaar voor zijn. Voorzitter, ik heb zojuist niet de eed afgelegd maar de belofte. Dat is omdat ik in de bijbel op meerdere plaatsen lees, u zult geen eed zweren, laat uw ja ja zijn en uw nee nee. Voorzitter, ik kom uit een traditie waarin aan de bijbel als woord van God grote waarde wordt toegekend en daarom wil ik proberen ook de komende vier jaar vanuit dit evangelie hard te werken aan een stukje, aan dit mooie stukje schepping. Ik hoop op een goede samenwerking met college, gemeenteraad, inwoners, de regio en allen die het goede zoeken voor Alblasserdam. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. En ik stel dezelfde vraag aan de heer Verheij en ook hij wil graag even het woord tot u richten. De heer Verheij: MdV, leden van de gemeenteraad en geachte aanwezigen, ik dank de gemeenteraad oprecht voor het in mij gestelde vertrouwen. Hoewel ik net niet de jongste wethouder van Alblasserdam ooit ben, heb ik wel het voorrecht de eerste wethouder te zijn die komt uit de kweekvijver van de jeugdgemeenteraad. Dat ervaar ik als een eer en een bewijs van het succes van die jeugdgemeenteraad. Laat het ook een stimulans zijn voor de leden van de jeugdgemeenteraad om er vooral mee door te gaan. In mijn toenemende betrokkenheid op het bestuur van Alblasserdam sinds ik in de jeugdgemeenteraad zat, ben ik steeds meer gaan houden van het openbaar bestuur. Dat heeft mijn hart gestolen. Daarbij ben ik ook steeds meer geïnspireerd geraakt door mensen en relaties. Het zal voor velen geen geheim zijn dat vanavond een wat langer gekoesterde wens om ooit nog eens zelf mijn eigen geboortedorp te besturen in vervulling gaat. Velen die voor mij dit ambt hebben bekleed, zien er nog met genoegen op terug. Eén van mijn voorgangers noemde het zelfs de mooiste baan van de wereld. Ik hoop van harte dat ik die ervaring ook zal opdoen. Tegelijk heb ik mij er rekenschap van gegeven en ook op voorbereid dat het soms ook afzien zal zijn in de lastige tijd die voor ons ligt en niet in het minst in de portefeuille Financiën die bij mij beoogd is toe te vertrouwen. In het vervullen van het wethouderschap weet ik mij ten zeerste aangesproken door het thema dienstbaarheid. Persoonlijk ervaar ik het ambt van wethouder niet alleen als een beroep, maar ook als een roeping. Met het oog daarop vertaal ik dienstbaarheid als een dienstbaarheid persoonlijk ook aan God, Die mij de krachten gaf en de gaven om mijn werk te doen. Want, zegt een zeker dichter, in Gods woord zoals een dienstknecht ziet op zijn heer en een dienstmaagd ziet op haar vrouw, zo is mijn oog op de Here, onze God geslagen om hulp en gunst te vragen. Iets van dit besef van afhankelijkheid heb ik tot uitdrukking gebracht in de woorden zo waarlijk helpe mij God almachtig. Dienstbaarheid geldt ook ten opzichte van de gemeenteraad als hoogste bestuurlijke orgaan van de gemeente. Ik zie daarbij uit naar een vertrouwensvolle en constructieve samenwerking met de gehele gemeenteraad vanuit, en de ambtelijke organisatie. Vanuit die verbinding een relatie ……………… wil ik het beste voor de gehele gemeenschap van Alblasserdam en de Alblasserdammers zoeken. Voorzitter, met enthousiasme, overtuiging en dienstbaarheid aanvaard ik mijn benoeming als wethouder van de gemeente Alblasserdam. Voorzitter: Nogmaals alle drie van harte en ik ga de vergadering nu schorsen zodat de leden van de raad maar uiteraard ook de aanwezigen op de publieke tribune de felicitaties aan u willen overbrengen. En ik denk dat het handig is om ergens hier plaats te nemen met elkaar, zodat u zich kunt laten feliciteren en de handen schudden.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
34
SCHORSING Voorzitter: De vergadering is heropend. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 8 – Mededeling inzake het benoembaar verklaard zijn van nieuwe raadsleden ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------De voorzitter deelt mee wie er volgens het hoofdstembureau benoembaar zijn verklaard als nieuwe raadsleden. Voorzitter: Ik mis nog een aantal raadsleden. Leden van de raad wilt u uw plaatsen innemen, want wij gaan door met de vergadering. En u moet niet schrikken dat wij over enkele minuten weer gaan schorsen. Maar voordat wij dat gaan doen, voordat wij dat gaan doen, gaan wij naar agendapunt 8. Mag ik verzoeken om stilte. Stilte in de raadzaal. Als u wilt spreken, dan mag u naar buiten gaan of mag u raadslid worden en het woord krijgen. Eén van beide. En ik zie dat u deze boodschap begrijpt. Dank u wel. En dat betekent dat wij naar punt 8 gaan van de agenda en dat betekent dat de voorzitter u gaat meedelen wie er volgens het hoofdstembureau nu benoembaar zijn verklaard als nieuwe raadsleden. Want u heeft waargenomen dat drie van onze raadsleden zijn benoemd tot wethouder en dat daarmee drie plaatsen in de raad zijn opengevallen. En aangezien wij hadden geanticipeerd op deze gebeurtenis en ook al brieven hadden gekregen, waarin aangekondigd werd dat deze drie mensen verwachtten of de mogelijkheid openhielden dat zij tot wethouder verkozen zouden worden, hebben zij ons tijdig daarop geattendeerd en hebben wij, zijn wij nagegaan en hebben wij geconstateerd dat de heer Leo Verwoert van de fractie van de Partij van de Arbeid, de heer Jan-Willem de Leeuw van de SGP en Arie van ’t Zelfde van het CDA, die gelukkig ook alle drie aanwezig zijn, dat die benoembaar zijn verklaard door, nou, wij hebben, door het hoofdstembureau. Daar heb ik natuurlijk goed naar gekeken. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 9 – Onderzoek geloofsbrieven nieuw benoemd verklaarde raadsleden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------De raad stelt een commissie in van drie leden belast met het onderzoek van de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken en de processen-verbaal van de stembureaus. De commissie brengt na het onderzoek schriftelijk verslag uit aan de raad (artikel 7 Reglement van Orde). Het presidium stelt voor de heer Pardo Kruidenier, de heer Verweij en mevrouw Barra-Leenheer te belasten met het onderzoek. Voorzitter: En dat betekent dat wij nu een kort onderzoek gaan doen naar hun geloofsbrieven en wij hadden bedacht dat de heer Pardo, de heer Verweij, dus niet te verwarren met de heer Verheij, maar de heer Verweij die ook financieel heel deskundig is, mijnheer Verweij en mevrouw Barra dat die misschien wel even dit onderzoek voor ons wilden doen en dat wij even een korte schorsing doen om dit onderzoek te laten uitvoeren onder de hoede van de griffier. Maar ik stel voor dat wij niet van onze plaatsen gaan behalve dan deze drie mensen om dit onderzoek te doen, zodat wij zo meteen over kunnen gaan tot de conclusie van het onderzoek en naar ik hoop ook tot het installeren van deze raadsleden. Wij schorsen een kort moment. SCHORSING VOOR HET ONDERZOEK Voorzitter: Wij heropenen de vergadering en ik vraag ook weer om stilte zodat wij kunnen horen wat mevrouw Barra als voorzitter van deze commissie ons te melden heeft. Mevrouw Barra: Dank u wel, voorzitter. De commissie uit de raad van de gemeente Alblasserdam in wier handen werden gesteld de geloofsbrieven en verdere bij de Kieswet gevorderde stukken ingezonden door de heer De Leeuw, de heer Verwoert en de heer ’t Zelfde, Van ’t Zelfde op donderdag 22 april 2010 zijn
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
35
benoemd tot lid van de raad van de gemeente Alblasserdam. De raad rapporteert dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en in orde bevonden. Dank u. Voorzitter: Dank u wel. Wij danken ook de commissie voor het doen van deze noeste arbeid en ik constateer dat de heren Verwoert, De Leeuw en Van ’t Zelfde daarmee benoembaar zijn en ook benoemd worden. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 10 – Afleggen van de eed dan wel verklaring en belofte door nieuwe raadsleden -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Voordat nieuwe raadsleden hun functie kunnen uitoefenen, leggen zij, ingevolge artikel 14 van de Gemeentewet, in de vergadering van de raad de eed of verklaring en belofte af. Voorzitter: En ik vraag u om naar voren te komen zodat wij ook de eed dan wel de verklaring kunnen voorleggen aan u, zodat u die kunt afleggen. Ik vraag eenieder daarbij te gaan staan. En dat betekent dat ik weer begin met het voorlezen van de eed, maar in dit geval die voor raadsleden en die luidt: Ik zweer dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen en ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen. De heer De Leeuw: Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Voorzitter: Gefeliciteerd. De heer De Leeuw: Dank u wel. De heer Van ’t Zelfde: Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Voorzitter: OK. Gefeliciteerd. De heer Van ‘t Zelfde: Dank u wel. Voorzitter: Dan lees ik nu voor de verklaring en belofte en die luidt: Ik verklaar dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen en ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen. De heer Verwoert: Dat verklaar en beloof ik. Voorzitter: Dan feliciteer ik ook jou, Leo en stel ik voor dat wij ook weer even een kort moment schorsen zodat u uw nieuwe collega’s kunt verwelkomen. SCHORSING
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
36
Voorzitter: Mag ik u allen vragen. Ja. Mag ik de raadsleden vragen weer zitting te nemen. En als u op de publieke tribune nog wilt luisteren dan bent u uiteraard van harte welkom maar dan inderdaad om te luisteren. En ik constateer verheugd dat onze raad weer compleet is met zeventien raadsleden en dat wij drie wethouders, burgemeester, griffier, de ambtelijke organisatie, het is weer zoals het, ik zal maar zeggen, meestentijds is in het gemeentebestuur en wij gaan er maar van uit dat, als het allemaal gaat zoals wij hopen dat het gaat, dat dat voor een periode van vier jaar is. Maar dat zullen wij vanzelf meemaken met elkaar. Inclusief het publiek zegt mijnheer Pardo en daar heeft u gelijk in. Dan gaan wij door en heten wij natuurlijk eerst even onze drie nieuwe raadsleden weer van harte welkom en vervul uw rol met verve. U heeft gehoord hoe wij dat graag willen doen in de bespreking rondom het coalitieakkoord en u zult uw bijdrage vast gaan leveren. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 11 – Afscheid wethouder Leeuwis ------------------------------------------------------------------Voorzitter: En dan is dat, denk ik, een goed moment even aandacht te geven aan de andere kant van de medaille van het feestelijke moment wat wij eerder op de avond hebben meegemaakt, namelijk de benoeming van een drietal wethouders, die gedragen zijn door een unanieme raad in hun functioneren. En dat is toch dat daarmee ook wij afscheid nemen van een zeer gewaardeerde wethouder en die kijk ik dan maar even aan, mevrouw Leeuwis, want ik heb het over u. Ik weet dat u tegen mij gezegd heeft dat u vooral niet teveel in het zonnetje gezet wil worden, dus dat ga ik dan maar eens even uitgebreid doen. Laat ik me ook maar eens even aansluiten bij de woorden van de heer Boele. Een raadsvoorzitter hoeft dat natuurlijk niet altijd te doen over een oppositieleider of –leidster, maar in het geval van vanavond heeft u toch even laten zien dat zelfs mijnheer Boele u in het zonnetje wilde zetten over uw bijdrage en wie ben ik dan als burgemeester om dat niet te doen. Dus ik doe dat nog maar eens even dunnetjes over en daar is alle aanleiding toe, alhoewel u tegen mij gezegd heeft, als het dan moet, alsjeblieft met een beetje humor en relativering. Ga ik ook niet doen, die relativering, want als je zo om je heenkijkt dan zijn er toch velen die heel veel waardering hebben gekregen, misschien hadden zij het op voorhand al verwacht, maar mensen hebben gekregen over de manier waarop jij, ik ga maar even jij zeggen, dat wethouderschap hebt ingevuld. Misschien mag ik kort nog even iets zeggen over wat eraan vooraf ging, over de rit zelf, ook over de inhoud want daar gaat het dan eigenlijk allemaal om en wat kenmerken van jou. Wat eraan voorafging, en ik kijk toch ook maar even recht tegenover mij naar Lies Nieuwenhuis, voorzitter van de door jou zo geliefde partij, die tot in Slowakije met de raad meereed om, meereed, vloog en meereed tot in Sered en Bratislava aan toe en op het vliegveld van Wenen nog gesprekken heeft gevoerd over jouw aanstaande benoeming omdat de partij daar toch ook bij de opvolger, het opvolgen van Arjan Dekker een vraagstuk had van hoe doen wij dat in die periode. En ook de collegafracties, ja, van het CDA en PvdA, waren daar driftig over in gedachten met elkaar omdat er toch een wethouder aangesteld werd met een parttime factor, maar mag ik constateren met een fulltime inzet. Je begon toch in dit gemeentehuis met een vrij blanco blad, want een raadslid denkt, denkt natuurlijk wel dat hij al veel weet, maar als je dan zo’n gemeentehuis binnenstapt, je leest de dossiers, je spreekt de mensen, dan is dat toch wel weer even wennen aan alles wat er op je afkomt en je hebt me verklapt dat je in het begin eigenlijk wel alles wilde weten, dat het ook een kenmerk is van jouw persoonlijkheid om dat te willen. Maar ik heb gemerkt dat op het moment dat je dan alles weet of in ieder geval wel een hele hoop, dat het je ook lukt om dat wel heel snel te doorzien en te combineren, ook weer met nieuwe feiten en gegevens, en dat snelle denken dat geeft jou soms ook een voorsprong op anderen. Kan ook wel eens een nadeel zijn, omdat je al weer wat stapjes verder bent dan anderen en even achterom moet kijken of je de anderen nog niet kwijtgeraakt bent. En je hebt ook moeten oefenen in je relatie met de ambtelijke organisatie. Soms is, soms gaat dat gemakkelijk en snel en merk je dat je geadviseerd wordt op een manier waar je een puntje aan kon, aan kunt zuigen en andere keren weer heb je het gevoel dat je langer moet trekken dan dat je zou willen om de informatie bijvoorbeeld naar boven te krijgen, waarop je als bestuurder je oordelen moet baseren. Wat opgevallen is, is dat jij erin slaagde om in een enorm tempo de harten van jouw collegawethouders en natuurlijk ook van mijzelf te veroveren en de heren te ontdooien, want er was natuurlijk toch best even wat commotie ontstaan rondom jouw opvolging, maar de persoonlijke verhoudingen waren toch zodanig dat daar heel snel een basis was om elkaar niet alleen in het zakelijke te respecteren maar ook in de persoonlijke sfeer respect voor elkaar te ontwikkelen en meer dan dat. Waardering en ik heb zelfs af en toe onszelf op enige tederheid zien betrappen, weten te betrappen in
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
37
jouw richting en wederzijds. Maar dat weerhoudt ons niet om iets over de inhoud te zeggen want, Catharina, jij hebt portefeuille Financiën naar je toegetrokken, die natuurlijk daarvoor bij Arjan Dekker onder de hoede was en die zit hier ook niet voor niks, denk ik, om ook dit moment weer mee te willen maken, want Arjan die gaf jou toch een forse erfenis op dat gebied van financiën. Je hebt daar enorm snel je kennis in opgedaan en ik vind dit toch eigenlijk wel een moment om te verklappen dat ik verwacht, dat het college verwacht dat er een jaarrekening gaat komen die recht gaat doen aan die inzet. Zullen wij het zo eens zeggen? Dat betekent dat wij nog niet alles verklappen natuurlijk, maar dat wij toch denken dat op het moment dat die naar buitenkomt, die jaarrekening, dat wij met z’n allen gaan zeggen, dat heeft Catharina toch knap gedaan. Niet alleen, dat zeg jij natuurlijk, want dat doe je met z’n allen, dat doe je collegiaal met een heel gezelschap achter je, maar ik hoop dat wij dat gaan zeggen. Maar goed, dat zien wij de komende tijd nog zich ontwikkelen. Maar ook het containerterminal was toch een onderwerp waarin jij je moest vastbijten de afgelopen tijd. Dat kon niet anders vanwege de snelheid van de ontwikkelingen in dat dossier. Ook de, nou, de hectiek van de opvattingen misschien wel. De vele partners die daarmee te maken hebben. En ik denk dat net als in het dossier Dijklint, waar je ook als, je ingevreten hebt met een, met de vaardigheid van een intelligente, ja, knaagdier, zal ik het zo zeggen. Zo snel je tot de kern kwam, nee, ik zeg niks over welke gelijkenis dan ook, maar wel op de kennis en de kracht waarmee je dat deed en waarbij je ook de Provincie aan je zijde wist te krijgen. In het geval van Dijklint heb je daar heel veel energie in gestoken en met succes, over het fietspad en dergelijke. Maar ook bij het CT heb je partners steeds weten te overtuigen van het belang van de blik, de blik van Alblasserdam op dat dossier en op dat onderwerp en heb je ook anderen meegekregen in je denkwijze en daarmee waardering geoogst die verder gaat dan de grens van Alblasserdam. Ook Haven-Zuid mag op dat punt niet onbenoemd blijven. Natuurlijk neem je het stokje over van voorgangers. Dat er nu gesloopt wordt en dat er plannen zijn, dat kun je natuurlijk niet alleen op jouw conto schrijven, maar je kunt wel zeggen dat jij daar echt weer stappen in gezet hebt om ook dat project op een beheersbare manier over te dragen aan jouw opvolger. En misschien moet ik nog wel het meest noemen het stoplicht. En waarom ik dat nou zeg, is, Catharina, jij hebt, jij hebt daarin laten zien hoe je met een toch wat nieuw idee, namelijk een stoplicht met twee functies, namelijk de kinderen en de ouderen en weet ik het allemaal helpen oversteken, maar ook het verkeer wat weten af te remmen op het moment dat zij echt te hard rijden. Dat was het idee. Dat is een nieuw idee, want twee functies in één stoplicht daar moeten wij nog wat aan wennen, maar in het begin riep dat vragen op. En misschien nog wel steeds. Talloze mensen zijn gaan oefenen, overigens ikzelf ook. Dan rijd je 50 en dan kijk je of het al op groen springt of u daar op tijd aankomt. En je hebt je dat aangetrokken, erg aangetrokken, want je bent, ik heb jou meermalen zelf zien waarnemen bij dat stoplicht. De laatste keer met een patatje met op schoot, wat ook de krant gehaald heeft. En ik heb ook begrepen dat jij aan het thuisfront door je kinderen geconfronteerd bent met het feit dat je tussen de middag een patatje met eet, terwijl je toch hun altijd laat weten dat dat niet de bedoeling is, dat je tussen de middag je honger op die manier stilt. Dat hoor je gewoon te doen met boterhammen. Maar je hebt daar een enorme gedrevenheid laten zien. De relatie met de burger en met de media heb je daarin tot kunst verheven en ik wil je daar echt ook voor complimenteren, omdat je echt tot de laatste dag, misschien wel tot de laatste minuut van je wethouderschap dat fulltime, die fulltime inzet hebt laten zien. Dat vind jij normaal, maar het is ook heel bijzonder. Dat resulteert misschien ook wel ik het feit, Catharina, dat je in de raad waar jij als wethouder optrad en dat toch vaak met veel rust en inzicht deed, terwijl ik dan wel eens had gezien hoe snel je gedachten daarvoor nog heen en weer schoten en dat ik dacht, Catharina, rustig vertellen en dat deed je dan ook. Daarmee gaf je ook inzicht in de raadsleden in jouw overwegingen en wat de bedoeling was van de voorstellen van het college op dat moment. Dus in die zin, ja, heeft het college natuurlijk een aderlating te doen. Jouw fractie valt buiten de boot. Je hebt vanavond laten zien hoe je daar volwassen mee omgaat en dat dat kan. Je collega’s, ikzelf, wij vinden het jammer maar wij zullen, wij rekenen erop dat jouw wijsheid en je inzicht vanuit de raad van toegevoegde waarde zal zijn en blijven voor het gemeentebestuur van Alblasserdam. Ik denk dat dat ook de belangrijkste conclusie is en ik hoop dat u allen zo meteen nog met ons na afloop en ook met Catharina dat slokje wilt drinken wat bij een receptie zou kunnen horen, maar je hebt gezegd, receptie dat kost alleen maar geld, dat is alleen maar weer, hè… Laat mij nu op een wat sobere manier dit afscheid vieren. Niet zo sober dat wij geen bloemetje voor je kopen natuurlijk, want dat hoort er echt bij, maar zo meteen met een hapje en drankje kunnen wij na afloop nog even van jou afscheid nemen in die rol, maar niet in de rol die je vanavond aan ons liet zien. Ik kom naar je toe, je krijgt even het bloemetje van het gemeentebestuur. Ja, ben ik met je eens. Ga je gang, Catharina.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
38
Mevrouw Leeuwis: Oe, oe. Ja, ik kan nou niet zeggen dat het van de koorts is. Nee, maar in één woord, ja, dank je wel, Bert, voor alle mooie woorden. Ik had gezegd nou, doe maar eerst maar even helemaal geen speech. Nou, uiteindelijk zijn wij er dan toch maar op uitgekomen. Voorzitter: Dit was de gematigde versie, Catharina. Mevrouw Leeuwis: Nee, maar goed, het is voor mij ook wel goed om af en toe eens wat te doen aan je gevoel voor decorum, dus laat ik die ook maar invullen. En dit moment, ja, wil ik dan toch wel graag gebruiken om een aantal mensen dan, nou wat heet, bijna een heel dorp, te bedanken. Tenslotte ben ik acht maanden geleden eerst voorgedragen door de VVD en daarna benoemd door de vertegenwoordigers van Alblasserdam. Alhoewel er drie blanco stemmen waren, las ik gisteren. Eigenlijk was ik het helemaal vergeten. Maar dat heb ik maar opgevat als het voordeel van de twijfel. Ik heb het een eer en echt een grote verantwoordelijkheid gevonden om wethouder te zijn. Het is inderdaad geweldig om concreet iets voor je eigen dorp te mogen betekenen. Het heeft mij veel energie gegeven om vooral samen met die mensen in de organisatie aan een aantal uitdagingen het hoofd te bieden. En ik heb die samenwerking en dan ook op de momenten dat wij echt kritisch naar elkaar moesten zijn, als heel waardevol ervaren en ik wens het mijn opvolger net zo toe. En ook al was ik maar acht maanden wethouder, in het college voelde die samenwerking toch al, nou ja, inmiddels echt vertrouwd. Wij hebben elkaar scherp gehouden, elk op onze eigen manier, maar ik ben wel wat gewend vanuit het onderwijs, vanuit verschillende rollen ook. En wij hebben verantwoording genomen en zijn zo zorgvuldig mogelijk te werk gegaan. Wij hebben hard gewerkt en wij hebben gepresteerd en allemaal vanuit die gedrevenheid om voor Alblasserdam iets goeds te bereiken. Ik wil jullie bedanken voor de ruimte die jullie al heel snel gaven om, nou, best wel gelijkwaardige manier mee te draaien in het college en nou, ik bewaar warme herinneringen ook aan de persoonlijke, menselijke momenten. ………………….. kijk ik, nou ja, eigenlijk met het meeste genoegen op twee heel verschillende dingen terug. Als eerste, op de dagen die begonnen met een opeenstapeling van allerlei tegenslagen en tegenvallers en problemen, maar dagen die dan toch wel eindigden in oplossingen of in ieder geval het perspectief daarop. Maar tenslotte absoluut op de contacten in het dorp of dat nou met werkbezoeken van het college was of met een rondje verkeer, waar u allemaal nog een terugkoppeling over krijgt zoals beloofd in de begroting, de gesprekken met omwonenden, allerlei belangengroepen, allerlei gelegenheden in het dorp waarvoor het college uitgenodigd was. Nou, of gewoon op het schoolplein of in de winkel, want je wordt inderdaad in zo’n dorp overal aangesproken. Nou, ik neem natuurlijk niet echt afscheid, want ik ga me in deze rol net zo goed weer inzetten voor het belang van Alblasserdam en de regio, niet onbelangrijk, en u zult het liberale geluid van nou, niet van mij maar van onze hele fractie, nog zeker horen. Ik zou zeggen, gewoon maar weer aan de slag. Bedankt. Voorzitter: En u bent uitgenodigd zo meteen om daar nog een slok op te drinken met elkaar. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 12 – Akkoordstukken -------------------------------------------------Het presidium stelt de raad voor, gelet op het advies van de betreffende raadscommissie, met onderstaande voorstellen zonder verdere beraadslagingen akkoord te gaan: a. b. c. d. e.
Benoeming gemeentelijke vertegenwoordigers in GR sportpark Souburgh en Zuid-HollandZuid (Raad 2010-025) Auditcommissie (Raad 2010-026) Aanbrengen voorzieningen kinderboerderij de Plantage (Raad 2010-027) Wijzigingen benoemen Drechtraad na aantreden college (Raad 2010-029) Ingekomen stukken (Raad 2010-030)
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
39
Voorzitter: Wij gaan naar agendapunt 12, omdat wij nog wat akkoordstukken te doen hebben en dat moet ook gebeuren, want daar bent u gemeenteraad voor. Ik teken aan dat onder punt d. een gewijzigd voorstel naar u toegekomen is en ik noem maar even, ik ga er maar even van uit dat punt a. akkoord is en punt b. dat ook is en c. en d. en e. Dan zie ik bij e. dat u uw vinger opsteekt, mijnheer Boersma, of bij d. De heer Boersma: Het ging nog over de d. Voorzitter: Over d. Gaat uw gang. De heer Boersma: Voorzitter, ik heb niet zo zeer wat op te merken over d., maar wel naar aanleiding hiervan. Naast de Drechtraad, weet u, is er ook een commissie Werk, Zorg, Inkomen, die fungeert als een adviescommissie voor de Drechtraad. Daarin ben ik samen met mevrouw Barra benoemd, nou, de vorige raad of die raad daarvoor als ik me dat goed herinner. Nu heb ik de achterliggende vier jaar dat ook samen met mevrouw Barra gedaan en de filosofie destijds was, er zou één vertegenwoordiger vanuit de coalitiefracties in die raad, in dat adviescommissie moeten zitten en één vertegenwoordiger vanuit de oppositie. Nu heeft u met mij geconstateerd, MdV, dat zowel mevrouw Barra als ikzelf inmiddels onderdeel uitmaakt van de coalitiefractie. Dus als wij die benoeming zoals die plaats heeft gevonden één of twee raden geleden handhaven, dan is die filosofie in elk geval teniet gedaan. Ik moet daar wel bij de aantekening maken, dat het niet onwaarschijnlijk is dat die commissie misschien ophoudt te bestaan. Dus vandaar even, ja, vandaar vroeg ik even het woord bij dit agendapunt. Hoe gaan wij daar als raad mee om? Heel concreet is volgende week al de eerste vergadering van die adviescommissie. Voorzitter: En het lijkt een beetje alsof uw impliciete suggestie of misschien zou die van mij eigenlijk kunnen komen, wij zouden het ons misschien kunnen voorstellen dat wij even afwachten of die daadwerkelijk opgeheven wordt, want dat zou weleens binnen een paar maanden het geval kunnen zijn. En dan is het misschien niet zo nodig om daar een wijziging in aan te brengen. Maar dat geef ik maar even… De heer Boersma: Ik heb daar zelf, ik heb daar zelf geen problemen mee, maar ik wil dat wel even voorleggen aan de raad Voorzitter: Uiteraard. De heer Boersma: gezien de… Voorzitter: Begrijp ik. Dus zijn daar opmerkingen over die ofwel bevestigend of ontkennend zijn aan de suggestie die ik doe? Mijnheer Zwaan. De heer Zwaan: Als ik me goed herinner, is dit ook gepasseerd in het presidium en hebben wij juist gezegd, laten wij dit nog maar houden zoals het is, omdat het voor de duidelijkheid waarschijnlijk is. Dus voluit voel ik me vertegenwoordigd door beide kandidaten. Voorzitter: En mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis: Nou, het klopt wat mijnheer Zwaan zegt en ik zou me kunnen voorstellen dat, mocht het zich voordoen dat de commissie toch blijft bestaan, dat wij dan de discussie weer even terugpakken. Ja?
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
40
Voorzitter: Dat lijkt me een goede aanvullende suggestie op het voorstel wat eigenlijk ontstond, tijdens die vergadering in het presidium ook al even aan de orde is geweest. Dus ik stel voor dat wij dat op die manier doen, mijnheer Boersma en dat het ook recht doet aan uw opmerking en dat daarmee d. ook akkoord bevonden is en e. idem dito. Ja. Dat is. Dan vraag ik uw aandacht nog voor één punt en dat is dat wij vorige week in de commissie Bestuur met elkaar gesproken hebben over de reactie op de commissie, commissies Scholten en Meijdam en dat wij hebben afgesproken dat wij het debat van die avond in een brief zouden proberen te verwoorden, waarbij afgesproken was dat er een klein gezelschap vanuit de raad zich mee zou buiten over de tekst en dat waren de heren Clements en Pardo en Van Lavieren en de heer Veerman vanuit het college. En daar waren uiteraard, De Gier was betrokken en vanuit de ambtelijke organisatie Saskia van Hout en ikzelf heb ook mogen meekijken. Dat ligt nu aan u voor en het voorstel is om deze brief zo uit te doen gaan gezien het feit dat deze mensen zich allemaal daarmee hebben kunnen bemoeien. De heer Pardo: Mag ik daar nog één opmerking over maken, voorzitter? Voorzitter: Natuurlijk mag u dat. De heer Pardo: Ik heb inderdaad, gisteravond hebben wij het betreffende stuk toegestuurd gekregen allen. Ik ben in staat inderdaad geweest vóór 12.00 uur, zoals het verzoek was, daar inhoudelijk op te reageren. Waar ik echter gegeven mijn werkzaamheden niet toe in staat ben geweest is het finale product, dus is het is zojuist wel gepasseerd, maar wij willen hier natuurlijk ook een inhoudelijk debat voeren, het finale product van de bijdrage om dat op inhoud na te kijken. Ja, als procedure vind ik dat iets, het …………. sowieso van het tijdstip. Wij waren ervan op de hoogte, maar ik heb nu eigenlijk nog niet echt zelf kunnen lezen wat nu precies de bijdrage van de verschillende leden van die groep wezenlijk, hoe dat zich verstaat wezenlijk in een eindproduct. Dus de vraag is even hoe wij daarmee omgaan, of wij nu inderdaad, of ik op basis daarvan… Het voelt, laat ik het zo zeggen, het voelt voor mezelf niet helemaal goed om uiteindelijk het finale product niet even rustig hebben, te hebben kunnen doorlezen gegeven de tijdsdruk op het proces. Voorzitter: Nog andere reacties van de, op dit punt? De heer Boele: Zou het kunnen helpen, voorzitter, als wij als raad de verantwoordelijkheid voor de eindredactie gewoon leggen in de handen van degenen die dat hebben voorbereid? Ik heb dit nog niet helemaal gelezen, alleen een snelle blik, maar ik weet, ik weet wie het hebben voorbereid. Zij waren allemaal aanwezig bij de vergadering van de commissie Bestuur, dus, ja, mijn instemming heeft dat bij voorbaat. Maar als, het is misschien een gedachte dat u dat even in uw eigen clubje nog afconcludeert. Voorzitter: Ja. En dit is een voorstel wat ik… Ja, mijnheer Van Lavieren. De heer Van Lavieren: Ja, ik heb dus de eerste brief al gelezen en de tweede ook en ik heb niet het idee dat er heel veel in gewijzigd is. Dus voor mij is het goed zo. Voorzitter: Ik zou zeggen dat u als raad dit groepje de mogelijkheid geeft en misschien moet u dan vooral even naar mijnheer Pardo kijken, die dat in interactie met de griffier en misschien ook mij kan doen, en dat dat groepje, ik zal maar zeggen, het mandaat krijgt om eventueel nog een finale aanpassing te doen en dat wij hem dan verzenden zoals hij nu voorligt, eventueel met een kleine amendering. Ja? Ik zie dat iedereen daar zich in kan vinden dus dan besluiten wij dat als zodanig. En dan zijn wij aan het einde gekomen van deze vergadering en mogen wij constateren dat wij veel onderwerpen behandeld hebben van inhoud tot benoemingen van allerlei aard en zelfs één afscheid en dat wij toch om
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
41
22.50 uur de hamer op deze vergadering mogen laten vallen. Kortom, wij zien elkaar zo meteen nog in een informele setting en dank u wel voor uw aanwezigheid.
De voorzitter sluit de vergadering om 22.50 uur. Alblasserdam,
De griffier,
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
De voorzitter,