Nr. 8 NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE OIRSCHOT GEHOUDEN OP DINSDAG 26 AUGUSTUS EN 9 SEPTEMBER 2003 ___________________________________________________________________________ AANWEZIG: Voorzitter Wethouders Leden
Secretaris Griffier
: Mr. G.G.I.M. Speetjens : P.J. van Bijsterveldt, A.J.M. van den Oord, M.H.H. Termeer. : A.J.G. van den Akker, R.P.J. Daenen, P.H.J.C. Deenen, W.T.H. Evers, J.P. Graafmans, C.E.M. van der Heijden, L.C. van der Heijden, A.P.M. Kemps, T.A.M. van de Loo, P.P.C.M. Mattheeuwse, H.M. Mauser, H.J.C. van Rheenen-van Overbruggen, H.A.A. van de Schoot, P.A.J.M. Smits, W.H. van de Ven, P.J.M. Vlemminx, S.M.L. Wannijn-Bruggeman : J.P.C.M. Vriens : H. Struijs
1. OPENING De VOORZITTER opent de vergadering met gebed, heet eenieder van harte welkom, deelt mede dat spreekrecht verleend is aan de heer de Haan van camping Rakelbos en de heer Mauser per brief verzoekt hem te ontheffen van de zetel in de raad per einde maand september a.s. Tevens deelt spreker mede dat de raad een mail heeft ontvangen aangaande het gebruik van het spreekgestoelte. Hierna blijkt dat de heer Haan niet aanwezig is. 2. VASTSTELLING AGENDA De VOORZITTER stelt aan de orde de vaststelling van de agenda. Spreker deelt mede een mail te hebben ontvangen van de heer Daenen met een poging om van agendapunt 20, wat een A-stuk is, alsnog een B-stuk te maken. De heer DAENEN zegt geïnteresseerd te zijn in de gemaakte omslag na de algemene steun voor het verder werken aan de StructuurvisiePlus. De heer VAN DE LOO vraagt of de heer Daenen inhoudelijk over het krediet wil discussiëren of over de StructuurvisiePlus.
RD2608.doc\blz. 1
De VOORZITTER zegt een wijziging niet voor te staan en constateert dat er te weinig steun bestaat voor het wijzigen in een B-stuk. De heer GRAAFMANS is verbaasd dat punt 22 op de agenda staat en stelt voor het van de agenda af te voeren, conform de afspraak in de commissievergadering. De VOORZITTER deelt mede dat het college van burgemeester en wethouders nog een gemotiveerde brief heeft toegevoegd in het raadsboekje waaruit blijkt waarom dit punt in augustus in de raad aan de orde wordt gesteld. De heer SMITS zegt de heer Graafmans te ondersteunen en verzoekt de procedure te volgen overeenkomstig de gemaakte afspraak in de commissie voor Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden. De heer KEMPS staat een behandeling in deze vergadering voor en verzoekt een toelichting van de wethouder omtrent de mogelijke opsplitsing van dit stuk. Ook mevrouw VAN RHEENEN vindt dat uitgelegd moet worden waarom het punt alsnog ter gepresenteerd wordt. De VOORZITTER stelt voor als het agendapunt aan de orde is te beslissen of het opgesplitst dan wel niet opgesplitst behandeld zal worden. De heer GRAAFMANS blijft bij zijn voorstel het nu van de agenda af te voeren. De VOORZITTER concludeert dat de meerderheid van de raad dit debat later wil hebben. Ten aanzien van de diverse opgevoerde agendapunten betreffende de vrijstellingsprocedure artikel 19 en 19a merkt de heer VAN DE LOO op dat in de commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting hierover een advies is geweest om het zo snel mogelijk te doen, alleen ligt hieraan een raadsbesluit ten grondslag om het te delegeren op deze manier. Volgens spreker is er in de commissie een advies gegeven en neemt het college van burgemeester en wethouders nu de vrije hand en zet alle artikel 19-procedures op de agenda. Spreker vindt dat de procedure zo moet zijn dat de raad hierin eerst een besluit had moeten nemen en verzoekt in de toekomst zorgvuldiger om te gaan met de procedure. De VOORZITTER stelt voor dit punt in de commissie voor R.O.V. aan de orde te stellen. De heer VAN DE LOO verzoekt de griffier om het vastgestelde delegatiebesluit te toetsen op hetgeen nu gedaan wordt. Hierna constateert spreker dat de agenda ongewijzigd kan worden vastgesteld. 3. TREKKING STEMCIJFER De VOORZITTER trekt nummer 12 als stemcijfer.
RD2608.doc\blz. 2
4. NOTULEN RAADSVERGADERINGEN D.D. 24 JUNI EN 2 JULI 2003 De notulen van de vergaderingen van 24 juni en 2 juli 2003 worden ongewijzigd vastgesteld. 5. KADERSTELLING TE ONTWIKKELEN WONINGBOUWLOCATIES De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders tot het instemmen met de aangegeven kaders voor het ontwikkelen van de in het voorstel genoemde woningbouwlocaties. Aangaande het gebruik van het spreekgestoelte merkt de heer MAUSER op de stukken beter te kunnen bekijken vanaf de raadstafel. Spreker stelt dat de raad geacht wordt kaders te geven en te controleren wat er verder gebeurd in het college van burgemeester en wethouders en het ambtelijk apparaat. Met betrekking tot de locatie Bernadettestraat merkt spreker op dat de commissie voor R.O.V. unaniem heeft gesteld dat in de Bernadettestraat met name ten koste van de pastorietuin persé niet gebouwd moet worden. Volgens spreker is in de commissie in het bijzijn van de architect een opdracht gegeven aan de wethouder om te komen met een ander plan en dit wordt afgewacht. Er moet wat gebeuren in Spoordonk maar de pastorietuin dient gespaard te blijven, aldus spreker. In de 2e uitgave van dit raadsvoorstel staat iets opgenomen over specifieke eisen namelijk respect voor het huidige kerkhof en de pastorietuin, volgens spreker. Over de locatie Oude Enck pleit spreker terughoudend om te gaan met de 3 bouwlagen en zonodig een zachte terug liggende 4e omdat dit stuk van Oirschot nog redelijk dorps is. Aangaande de locatie Dorpsplein wenst spreker het college veel succes met het overleg met alle partijen die hier belang bij hebben of menen te hebben. Betreffende de Rijkesluisstraat zegt spreker dat hier waarschijnlijk een particuliere ontwikkeling gaat plaats vinden in overleg met de gemeente. Spreker vraagt of ook gekeken gaat worden naar andere particuliere initiatieven en denkt hierbij aan de Hoogdijk, de oude brouwerij de Kroon en het plannetje in de Hertog Janstraat. Over de ontwikkeling in de Gasthuisstraat/Dekanijstraat, maximaal 8 woningen, verzoekt spreker in overweging te nemen of het verzoek van de heer Smetsers wat uitgebeid kan worden. Volgens spreker moet het in ieder geval dorps zijn en blijven mede omdat het valt in het beschermd dorpsgezicht. Spreker wil een lans breken voor een grotere mate van mogelijkheden voor particuliere bouw en initiatieven en denkt dat dit, overeenkomstig de geluiden uit Den Bosch, mogelijk moet zijn in de toekomst. Wethouder VAN DEN OORD zegt bij interruptie dat de heer Mauser dicteert uit het oude voorstel. De heer MAUSER stelt dat de provincie weinig bezwaar zal hebben om het contingent wat uit te breiden zolang het inbreidingsplannen betreft. Tot slot zegt spreker positief te staan ten opzichte van dit voorstel. De heer KEMPS stelt dat dit voorstel met name gaat over de grote projecten waarbij de woningen straks uitgeefbaar zijn via het gemeentelijke puntensysteem. Gezien de persberichten denkt spreker dat hierover een aantal misverstanden bestaan en zegt tegen de heer van de Loo in eerste instantie ook diverse ISV-projecten te hebben aangedragen. Over de locatie Bernadettestraat zegt spreker dat de door de commissie vastgestelde uitgangspunten gehanteerd dienen te worden. Spreker vraagt daar minimaal 12 woningen te bouwen met name voor starters en gezien de financiële haalbaarheid 8 huur- en 4 koopwoningen te realiseren. Verder verzoekt spreker een urnenmuur op te trekken
RD2608.doc\blz. 3
gezien de hoogte van de bouw en de inkijk op dit deel van het parochieel kerkhof. Aangaande de locatie Mariaschool aan de Kloosterstraat verzoekt spreker met name hier minimaal 39 woningen te realiseren voor de doelgroepen starters en ouderen, dus leeftijdbestendig. Kijkende naar de locatie Oude Enck, St. Jorisstraat vindt spreker dat de woningen van Vitalis aan de Agnes van Kleefstraat hierbij betrokken dienen te worden. Spreker ondersteunt de bredere inzet in de procedure om wat meer te kunnen bouwen in dat gebied omdat de coalitie minimaal 200 woningen in vier jaar wil bouwen. Volgens spreker is de omgeving de Enck met name bedoeld om senioren te huisvesten maar dient er wel gebouwd te worden tegen betaalbare prijzen wat inhoudt dat dit dure gebied, wat totaal opnieuw herontwikkeld moet worden, efficiënt benut gaat worden. Spreker vindt dat in dit gebied dan ook geen ruime groene aankleding past en ook geen Urban-villa’s. Met betrekking tot het voorstel over de bouwlagen stelt spreker dit te ondersteunen en de 4e terugliggende woonlaag te gebruiken om zoveel mogelijk woningen te kunnen bouwen. Ook ondersteunt spreker de ondergrondse parkeervoorziening en wijst er op niet dezelfde fouten te maken als bij de Poort met name de korte afritten. Overigens verzoekt spreker het college daar een grote overdekte abri richting de woningen te realiseren. Spreker brengt nadrukkelijk onder de aandacht gebruik te maken van het Combifonds. Met betrekking tot de locatie Doornboomplein te Middelbeers verzoekt spreker vroegtijdig in goed overleg te gaan met de verschillende partijen in het gebied. Spreker verzoekt terug te komen in de commissie met de omvang van het totale plan maar vindt dat de oude brouwerij hierbij niet betrokken dient te worden, omdat dit plan op zich moet staan. Volgens spreker dient het voornamelijk te gaan over de hoek Boerenbond, Doornboomstraat, het oude raadhuis, de Rabobank en het Wit-Gele Kruis-gebouw. Aangaande de genoemde maximale huurprijzen van € 585,-(prijspeil 1 juli 2003) per maand stelt spreker graag goedkopere huur gerealiseerd te willen zien omdat met name vanuit de groep toekomstige huurders en starters er een grote vraag bestaat. Een opmerkelijk stukje in het ruimtelijk kader vindt spreker het behoud van de bestaande monumenten en de karakteristieke panden en verzoekt aan te geven over welke panden het gaat. Ten aanzien van de bouw verwijst spreker naar het Volkshuisvestings Ontwikkelingsplan Plan (V.O.P.) waaruit met name de bestaande behoefte blijkt. Over de herontwikkeling vrijkomende panden Rijkesluisstraat stelt spreker dat het hier een vrij nieuw plan betreft en verzoekt het schetsplan in de commissie voor R.O.V. aan de orde te stellen om te bekijken wie er kan gaan bouwen en wonen. Met betrekking tot de hoogte, vraagt spreker wat bedoeld wordt met een derde laag op de kop van de Rijkesluisstraat. Met betrekking tot de locatie de Oirsprong verzoekt spreker vast te houden aan de parkeernorm van 1 ½ plaats per woning en ook aan te geven waar deze gerealiseerd kunnen worden. Spreker vindt dat bij nieuwe inbreidingsplannen de parkeervoorzieningen van de bestaande bewoners niet in het gedrang mogen komen. De herontwikkeling locatie Dekanijstraat/Westerlohof vindt spreker een hele goede zaak alleen betreft dit een plan verweven met een ander plan tot een nieuw plan. Volgens spreker gaat het hier ook over het plan van de heer Smetsers waarvan de raad gevraagd heeft dit plan naar voren te schuiven. Spreker denkt dat de uitvoering van het nieuwe plan de nodige problemen op kan leveren en omdat het nieuwe plan nog in de kinderschoenen staat dient het plan van Smetsers niet opgehouden te worden zo spoedig mogelijk, nog voor januari a.s. gestart te kunnen worden. Spreker staat een gezamenlijke aanpak niet voor en vindt dat het plan Smetsers losgekoppeld moet worden zodat vier aparte woningen gerealiseerd en al in procedure gebracht kunnen worden. Over de ontwikkeling van andere locaties waarvoor kaders zijn gesteld zoals Moorland, Kanaalzone, Kaarsenmaker, vindt spreker dat daarop niet teruggekomen dient te worden, maar zo spoedig mogelijk verder uitgewerkt te worden zodat er gestart kan worden. Betreffende de 3e fase van de Haagakkers verzoekt spreker dit voortvarend ter hand te nemen.
RD2608.doc\blz. 4
De heer DAENEN vindt dat dit voorstel onder tijdsdruk tot stand gekomen is en selectief is in de inbreidingslocaties. Spreker sluit zich aan bij het standpunt van de fractie van Dorpsvisie dat het wenselijk is naar andere inbreidingslocaties, met name in de kleine kernen Spoordonk, Oostelbeers en Middelbeers, te zoeken. Volgens spreker heeft het voorstel twee aspecten namelijk een algemeen kader en hierin dient expliciet opgenomen te worden namelijk betaalbare huur- en koopwoningen voor starters en dat inbreiding voor nieuwe locaties gaat boven uitbreiding. Evenals de fracties van de VDP/VVD en het CDA vindt spreker dat het instandhouden van de pastorietuin toegevoegd dient te worden. Spreker vindt de 4e zachte terug liggende laag een beetje verdoezelend overkomen, denkt dat er gewoon 4 bouwlagen bedoeld worden maar stelt dat Oirschot zijn dorpse karakter moet behouden. Bij de locatie Oude Enck vindt spreker het opvallend dat hier geen maximale huurprijs is opgenomen en vraagt naar de oorzaak er van. Volgens spreker zit er een grote spanning in het financiële plaatje van dit project omdat de huidige bewoners mensen zijn met een krappe beurs waarvoor een goed alternatief gevonden moet worden en pleit voor betaalbare huuren koopwoningen. Overigens vindt spreker het logisch dat hier de zorg centraal staat omdat dit de plaats is waar de zorg het makkelijkst bereikbaar en inhuurbaar is. Bij de locatie Doornboomplein mist spreker KPJ, Ouderenbond en de Werkgroep Middelbeers als gesprekspartners en verzoekt deze, meer doelgroep gerichte partijen, er bij te betrekken. Ook is spreker verbaasd over het feit dat de maximale huurprijs hier € 150,-- hoger ligt en vindt dat er dan ook geen sprake meer is van sociale huurwoningen. Als het gaat over inbreiding is er volgens spreker in Middelbeers meer te bereiken en kan er ook meer ISV-subsidie verkregen worden. Spreker onderschrijft hetgeen de heer Kemps gesteld heeft over het plan Smetsers. Aangaande de locatie Moorland stelt spreker dat destijds twee voorstellen gedaan zijn over het type woningen die gebouwd zouden worden namelijk op grote en kleine kavels en staat het bouwen op kleine kavels voor omdat hierdoor betaalbare huuren koopwoningen gerealiseerd kunnen worden. Spreker ondersteunt het voorstel indien meer aandacht besteed wordt aan de doelgroepen, betaalbare huur- en koopwoningen voor starters en senioren en het nadenken over inbreiding in de kleine kernen. Door het gebruikmaken van het spreekgestoelte duurt de raadsvergadering langer, stelt de heer DEENEN en hoopt dat dit in heroverweging genomen wordt. Aangaande de locatie Bernadettestraat verzoekt spreker duidelijk te vermelden: met uitzondering van de pastorietuin. Spreker is blij met het plan voormalige Mariaschool aan de Kloosterstraat omdat hier woningen voor starters gerealiseerd worden. Wat betreft de locatie Oude Enck/St. Jorisstraat stelt spreker dat de gemeente hierbij afhankelijk is van andere partijen, met name Vitalis en is dan ook benieuwd naar de uitwerking. Met betrekking tot de genoemde maximale huurprijs van € 585,-- per maand bij de locatie omgeving Doorboomplein vindt spreker dat hier niet meer gesproken kan worden over het bouwen voor starters en verzoekt een aanpassing hiervan zodat ook deze categorie in aanmerking kan komen. Ook mist spreker in Middelbeers het gebied Hoogdijk/Oranjestraat en vraagt of dit rapport gezien dient te worden als een rapport voor 2 à 3 jaar of voor 10 à 15 jaar. Indien het gaat over een termijn van 10 à 15 jaar verzoekt spreker de locatie Hoogdijk/Oranjestraat op te nemen en eveneens meerdere locaties, zoals de heer van de Loo heeft voorgesteld. Spreker heeft zorgen over het feit dat er voor Oostelbeers geen enkele locatie opgenomen is, vindt dat de Haagakkers opgenomen moet worden in dit plan en ook de overige door de raadsleden aangedragen inbreidingslocaties. Met de herontwikkeling van de Oirsprong is spreker blij omdat dit een gebouw is voor duurdere huurappartementen en dankt het college voor deze handreiking. Aangaande de herontwikkeling Dekanijstraat/Westerlohof tipt ook spreker het plan van de heer Smetsers aan. Volgens spreker heeft de commissie voor R.O.V. hier een duidelijk eensluidend standpunt over ingenomen namelijk
RD2608.doc\blz. 5
op korte termijn realiseren, adviseert dit plan naar voren te halen en nog dit jaar uitsluitsel te geven over de mogelijkheden. Over de in ontwikkeling zijnde locaties waarvoor reeds kaders zijn gesteld, zoals de Hille 2000, vindt spreker het een goede zaak de Haagakkers hierbij onder te brengen. Tot slot stelt spreker het zorgelijk te vinden dat de kleine kernen achter de markt aan lopen, wat de leefbaarheid niet ten goede komt en dat alles nogal breed geselecteerd is in het grote Oirschot. De heer VAN DE LOO staat er op dat particuliere initiatieven gewaardeerd en gehonoreerd gaan worden. Volgens spreker heeft Oirschot te lang met de hand op de knip gelopen en is te lang gesteld geen particuliere initiatieven te ondersteunen en het Oirschotse woningbouwcontingent blijft in handen van de gemeente. Spreker is blij dat de fractie van de VDP/VVD er ook altijd zo over heeft gedacht. Mevrouw VAN RHEENEN zegt bij interruptie dat de fractie van Dorpsvisie het af heeft laten weten bij de vaststelling van het bestemmingsplan Kom Middelbeers om het particulier initiatief te honoreren. De heer VAN DE LOO zegt dat de reden waarom vóór het bestemmingsplan Kom Middelbeers gestemd is een andere is als die nu aangegeven wordt. Spreker vindt het belangrijk dat de afgesproken verhouding tussen het bouwen in de kernen van 5-3-1-1 gehandhaafd wordt en pleit voor de leefbaarheid in de kleinen kernen. Volgens spreker blijkt uit het voorstel dat er locaties ontbreken met name de inbreidingslocaties in de kleine kernen die goede versterkende projecten kunnen zijn. Ook wordt er in het voorstel aangegeven dat er in de komende 4 jaar 200 woningen gebouwd gaan worden, stelt spreker en dat de wethouder altijd gesteld heeft dat in zijn periode 200 woningen gebouwd zullen worden. Maar nu wordt er gesteld dat in de komende vier jaar 200 woningen worden gebouwd wat betekent dat dit pas gerealiseerd wordt in 2007, aldus spreker. Spreker pleit er voor dat de 200 woningen in deze periode gerealiseerd gaan worden. Met betrekking tot de Bernadettestraat zegt spreker blij te zijn dat iedereen weer terugkomt bij zijn oude standpunt: geen bouw in de pastorietuin, maar betreurt het dat de discussie hierover zo lang heeft moeten duren. Betreffende het gestelde kader locatie oostzijde Bernadettestraat/noordzijde Beerseveld zegt spreker alleen te opteren voor de locatie Beerseveld en vindt dat het aantal te bouwen woningen moet passen binnen het dorpse karakter van Spoordonk en met respect voor het huidige kerkhof. De heer KEMPS vraagt bij interruptie hoeveel woningen de heer van de Loo daar wil realiseren. De heer VAN DE LOO vraagt hoeveel woningen de wethouder opgenomen wil hebben in deze kaders omdat de raad hierover samen een uitspraak dient te doen. Om het dorpse karakter hier te handhaven opteert spreker voor 1 ½ tot maximaal 2 bouwlagen waarmede tevens het respect wordt uitgedrukt voor het huidige kerkhof. De locatie Mariaschool vindt spreker in principe een goed plan en ook dat het futuristisch gebouw van waarde kan zijn in het monumentale Oirschot. Met betrekking tot het voornemen om de locatie intern te verkopen vraagt spreker of dit bedrag vastgesteld is overeenkomstig de contouren van de Grondnota of een marktconforme prijs opgemaakt is naar aanleiding van een taxatie. Betreffende de omgeving Oude Enck is spreker verheugd dat deze locatie op de schop gaat omdat hierdoor zorg aangeboden kan worden voor ouderen wat tevens betekent dat hiervoor extra contingent verkregen wordt. Bij het financiële gedeelte plaatst spreker vraagtekens omdat hier betaalbare woningen gebouwd moeten worden en vindt dat de betaalbaarheid door alle partners gedragen moet worden en niet alleen door de gemeente of het Woningbe-
RD2608.doc\blz. 6
drijf van Oirschot. Spreker vindt het vreemd dat de heer Kemps de ondergrondse garage steunt omdat dit kostenverhogend is en problemen oplevert bij de realisatie en de exploitatie. Over de locatie Doornboomplein vindt spreker dat er een bredere visie moet komen en dat de locatie van Brameco hierbij betrokken moet worden. Volgens spreker gaat het hierbij om de stedelijke visie van de komende 10 tot 15 jaar van Middelbeers wat betekent dat de Doornboomstraat, maar ook de Brameco/C1000-hoek, wellicht de Hoogdijk/Oranjestraat in een later stadium, opgenomen dienen te worden zodat een betere planvorming tot stand kan komen. Daarnaast vindt spreker dat de aangegeven huurprijs van maximaal € 585,-- niet te verkopen is. De genoemde centrumvoorzieningen dienen ook echte centrumvoorzieningen te zijn, zoals een dokter, de medische zorg e.d. en bijvoorbeeld niet een antiquair in het oude gemeentehuis, vindt spreker. Ook dient volgens spreker goed gekeken te worden naar de winkelstructuur en denkt niet dat de ondernemers van de Willibrordusstraat voornemens zijn te verhuizen naar die locatie. Spreker vindt het daarom beter dat daar extra woningen gerealiseerd gaan worden. Aangaande het participerend proces conform het model De Poort vindt spreker dat er meer en open met elkaar gecommuniceerd en dat er meer mensen bij betrokken moeten worden. Spreker vindt dat hier een volksraadpleging moet plaatsvinden zodat duidelijk wordt wat de Beerzenaar vindt wat daar op die locatie moet gebeuren. Met betrekking tot de vrijkomende panden in de Rijkesluisstraat onderschrijft spreker het voorstel de winkelfunctie te versterken en dat er woningen boven komen maar vindt wel dat hiermee voortvarend te werk gegaan moet worden. Voor het bouwen van woningen moet er medewerking verkregen worden vanuit Den Bosch stelt spreker en hoopt dat de coalitiegenoten hierover een balletje op gaan gooien zodat de gemeente autonoom, binnen de eigen rode contouren kan gaan bouwen. Spreker doet een dringend beroep op de raad dit te ondersteunen. Met betrekking tot de locatie Dekanijstraat/Westerlohof zegt spreker blij te zijn dat het plan van de heer Smetsers gehonoreerd gaat worden. Betreffende levensloopbestendige woningen in patiovorm stelt spreker dat de heer Smetsers in eerste instantie iets anders voornemens was maar als afgesproken wordt dat het gehele gebied en de vista vanuit de Gasthuisstraat naar de kerk gehandhaafd blijft zijn er geen problemen meer omdat er dan een stedenbouwkundige versterking komt in het dorp. Spreker vindt dat het tot aan de Westerlohof dient te gaan en niet verder, de functie van het parkeerterrein moet gehandhaafd blijven. Aangaande de locaties waarvoor de kaders reeds gesteld zijn wil spreker dat met Moorland haast gemaakt gaat worden. Over de Kaarsenmaker zegt spreker dat bij het bestemmingsplan Kom Middelbeers ingestemd is met 10 woningen, omdat dit inmiddels een jaar geleden is vraagt spreker wanneer de realisatie ervan tegemoet gezien kan worden. Ook verzoekt spreker wat er gebouwd gaat worden en wat de huur- en koopprijzen worden. Ook mist spreker Oostelbeers en vindt dat er in Haagakkers iets moet gebeuren. Naar aanleiding van de verschenen perspublicaties zijn er een aantal reacties ontvangen van bewoners ook uit Oostelbeers waarin mogelijke locaties aangegeven worden. Spreker ondersteunt het particulier initiatief met algemeen belang en doet een dringend beroep dit te verwezenlijken. Met betrekking tot de Hille 2000 verzoekt spreker aan te geven waar de rode contour van de provincie loopt. Spreker is blij dat de raad heeft bewerkstelligd dat er niet gebouwd gaat worden in de pastorietuin in Spoordonk. Tot slot vindt spreker de visie over de locatie Doornboomplein te beperkt en stelt dat dit integraal dient te gebeuren. Mevrouw VAN RHEENEN zegt dat bij agendapunt 5 de bouwlocaties opgenomen zijn waarvan de gemeente de regie heeft en dit geeft een beperking in de visie. Spreekster vindt dat de stedelijke visie en de ontwikkeling van de genoemde bouwlocaties redactioneel goed in elkaar steken maar eigenlijk is het maar half werk omdat naast de gemeentelijke initiatieven het particulier initiatief ontbreekt. Zoals uit een bijlage blijkt wil het college de mogelijke particuliere bouwlocaties gaan
RD2608.doc\blz. 7
inventariseren maar een groot gedeelte hiervan is al bekend, aldus spreekster. Spreekster vindt dat het bouwen met de gemeente als regisseur, de 200 woningen, het particuliere initiatief niet uit hoeft te sluiten. Aan de inventarisatie wil spreekster een tijdslimiet stellen, vraagt op welke termijn reëel gezien daar iets gerealiseerd kan worden en stelt voor dat voor het einde van dit jaar daar duidelijkheid in komt. Als de contingentering ruimer of helemaal verlaten wordt kunnen er meer mogelijkheden gerealiseerd worden, volgens spreekster. Spreekster vindt dat het eventuele extra contingent besteed moet worden voor de particuliere initiatieven en met name ook voor de zogenaamde eenmansondernemingen. Indien de verruiming nog onvoldoende is om particuliere initiatieven te honoreren dan zou er toch een aantal benoemd kunnen worden of eventueel loten., stelt spreekster. Volgens spreekster lenigt het bouwen door particulieren de nood en kost het de gemeente verder geen geld en dat geldt eveneens voor agendapunt 6. Met betrekking tot het Doornboomplein pleit spreekster voor een prioriteitsstelling ten aanzien van de locatie de Oude Enck/de Rabobank en St. Joris omdat hiervoor al een stevige stedelijke structuur voorhanden is. Ook verzoekt spreekster bij de locatie Doornboomplein het particuliere initiatief te honoreren en noemt als voorbeeld brouwerij de Kroon. Tot slot vraagt spreekster of voor de aanstaande kopers ook casco-bouw mogelijk is. Desgevraagd door wethouder van den Oord schorst de VOORZITTER de vergadering. Na heropening door de voorzitter zegt wethouder VAN DEN OORD dat voor het particuliere initiatief twee maanden geleden in de commissie voor R.O.V. kaders zijn gesteld waarin duidelijk aangegeven is wat de raad er mee wil. Spreker zegt dat momenteel door een externe gewerkt wordt om het juridisch haalbaar te maken en het voornemen bestaat in de raadsvergadering van oktober te komen met een voorstel. Overigens stelt spreker dat het particulier initiatief geheel buiten dit voorstel staat. Volgens spreker is in de kaders gesteld dat ongeveer 10% van hetgeen gebouwd mag worden gebruikt wordt voor particulier initiatief. Met betrekking tot welke locaties zegt spreker dat uit de stukken blijkt dat het locaties betreft die momenteel in ontwikkeling of herontwikkeling zijn, dus de locaties waarmee acuut gestart kan worden. Volgens spreker schuilt het grote gevaar bijvoorbeeld bij het Doornboomplein, ruimer en royaler, dat het veel langer gaat duren en wordt het een locatie die niet meteen te ontwikkelen is. Naar aanleiding van diverse gemaakte opmerkingen zegt spreker dat de raad de kaders stelt en bepaalt wat er precies dient te gebeuren en het college bekijkt of dit uitgevoerd kan worden en of het financieel haalbaar is. Indien blijkt dat de gestelde kaders niet mogelijk zijn komt dit terug in de raad, aldus spreker. Per locatie zegt spreker het volgende: - Rijkesluisstraat is geen particulier initiatief, anders was het niet opgenomen in deze kaders. Bij de locatie Rijkeluisstraat bepaalt de gemeente wat voor woningen en gebouwen er komen en de woningen worden uitgegeven via het puntensysteem van de gemeente. Dat ze niet ontwikkeld worden door de gemeente is niet aan de orde. - Het uitbreiden van het aantal van 8 woningen in de Gasthuisstraat wordt bekeken of dit mogelijk is. - Er wordt bekeken of er mogelijk minimaal 12 gebouwd kunnen worden in Spoordonk en ook de realisering van de urnenmuur. - Mariaschool daar worden maximaal 39 woningen gerealiseerd. - St. Joris en urbanvilla’s dit is nog een maagdelijk plan. De kaders dienen nog door de raad aangegeven te worden. Er wordt nagegaan of de overdekte abri inpasbaar is. - Bij een royaler aanpak van het Doornboomplein gaat dit te lang duren voordat het uitgevoerd kan worden. Met betrekking tot de inspraak zal het voorbeeld van de Poort gevolgd worden.
RD2608.doc\blz. 8
-
-
De volgende monumenten zijn er in de Beerzen: Doornboomstraat 5, 12, 14, 2, Willibrodusstraat 1, schuur, Kuikeindseweg 4. Haagakkers is een uitbreiding en past volgens de provincie momenteel niet in het systeem waar gebouwd mag worden (in de wei-bouwen). Wordt niet uit het oog verloren maar is momenteel geen haalbare zaak. De huurprijs Doornboomplein van € 585,-- is de lijn die gelegd is om in aanmerking te komen voor huursubsidie. Geprobeerd zal worden woningen te bouwen van € 440,--. Er kan niet alleen voor starters gebouwd worden omdat er een gespreid woningaanbod moet zijn. Als de raad de kaders aangeeft dat er alleen maar woningen van € 440,-- gebouwd mogen worden wordt gekeken of dit financieel haalbaar is. Op Moorland komen op advies van de provincie ongeveer 30 woningen per hectare, dat is een verdichting en is er geen sprake van grote kavels. Er wordt gestreefd naar een huur van € 440,-- tot € 585,--. Wel zijn er op dit moment al 10 goedkope woningen op de Kaarsenmaker. Er moet ook gekeken worden naar mensen die een iets royalere portemonnee hebben.
De heer DEENEN zegt bij interruptie duidelijk gesteld te hebben dat dan het woord starters er niet bij gezet dient te worden. Wethouder VAN DE OORD zegt dat uit het Woningbouwprogramma blijkt dat er starters zijn uit alle lagen van inkomens. Volgens sprekers zijn er starters die € 100.000,-- verdienen en die een minimum inkomen hebben en voor al deze mensen dient gezorgd te worden voor een woning. Spreker zegt dat serieus gekeken wordt naar mensen die weinig verdienen en daarvoor wordt getracht de te bouwen woningen bij de Mariaschool, in de Bernadettestraat en de Kaarsenmaker in aanmerking te laten komen voor de pilot van de provincie, maximaal € 140.000,-- voor een koopwoning en € 440,-- huur. Verder zegt spreker over de locaties: - de Merodelaan is anders dan de Haagakkers omdat daar een convenant ligt en dit de enige reden is dat getracht wordt kost wat kost om de goedkeuring van de provincie te verkrijgen van het convenant. Normaal gesproken zou het zeer moeilijk zijn te bouwen in de Merodelaan. De heer DEENEN merkt op de Haagakkers alleen gesteld te hebben zodat er ook een locatie in Oostelbeers opengehouden wordt en hiervoor de druk bij de provincie op te voeren. Wethouder VAN DEN OORD zegt toe hieraan te werken. Met betrekking tot het gestelde over het particulier initiatief zegt spreker dat hier nu niet over gesproken wordt omdat hiervoor de kaders een paar maanden geleden al gegeven zijn door de raad. Met betrekking tot de voorgestelde verdeelsleutel zegt spreker geen reden te zien om hiervan af te wijken. Aangaande de 200 woningen stelt spreker dat het de bedoeling is dat deze in deze raadsperiode gebouwd gaan worden. Spreker verzoekt de raad niet op de rem te gaan staan zodat er in ieder geval gebouwd kan worden. Met betrekking tot de financiële transactie Woningbedrijf/Mariaschool zegt spreker dat deze marktconform verlopen is. Over het bouwen binnen de rode contouren zegt spreker dat de provincie dan Moorland uitsluit en dit is voor Oirschot geen haalbare kaart. De heer VAN DE LOO merkt op dat uit persberichten van de Gedeputeerde Rüpp blijkt dat er weer gebouwd mag worden in de dorpen wat inhoudt dat de gemeenten autonoom worden gemaakt om
RD2608.doc\blz. 9
te bouwen binnen de rode contouren. Daarom ook verzoekt spreker aan te geven waar voor Oirschot de rode contouren liggen en waar wel dan niet gebouwd kan worden. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat de rode contouren door de Reconstructiecommissie ingetekend zijn en dat de kaarten op het gemeentehuis ter inzage liggen en desgevraagd aangereikt worden. Over de Kaarsenmaker zegt spreker dat hiervoor afgelopen week een bouwvergunning aangevraagd is voor 10 koopwoningen voor de prijs van ± € 140.000,--. De heer VAN DE LOO complimenteert de wethouder omdat voldaan wordt aan de grenzen van de pilot. Desgevraagd door de heer Smits zegt wethouder VAN DEN OORD dat gesproken wordt over compleet afgewerkte kleine starterswoningen. De VOORZITTER constateert dat in grote lijnen de contouren en de randvoorwaarden goed gevolgd zijn en denkt dat er geen projecten bij zijn waarvan de raad vindt dat het totaal anders moet dan voorgesteld wordt. De heer VAN DE LOO denkt dat nu met elkaar daadwerkelijk de kaders vastgesteld dienen te worden voor de desbetreffende locaties. Wethouder VAN DEN OORD vraagt of eventuele wijzigingen of toevoegingen aan de kaders gebeurt middels het indienen van een amendement De VOORZITTER stelt dat er geen punten zijn waarbij sterk van de kaders wordt afgeweken zodat een amendement niet nodig is. De heer DAENEN zegt dat er een goede samenvatting dient te komen waarover de raad het eens is en aangegeven moet worden aan welke thema’s verder gewerkt moet worden. De VOORZITTER stelt voor de verschillende locaties een voor een aan de orde te stellen. De heer DAENEN zegt bij interruptie duidelijk gesteld te hebben dat inbreiding boven uitbreiding gaat en dat de doelgroepen gedefinieerd dienen te worden. In verband met het afgaan van het alarm schorst de VOORZITTER de vergadering. Na heropening stelt de VOORZITTER voor dat gekeken dient te worden naar de algemene kaders omdat deze vastgesteld moeten worden en constateert over de locaties: - Bernadettestraat akkoord maar met uitzondering van de pastorietuin; er is ook nog gesproken over het aantal woningen; het CDA heeft als aantal 12 genoemd en de wethouder heeft daarop gezegd dat bekeken zal worden hoeveel er gebouwd kunnen worden maar er is geen exact aantal genoemd. De heer VAN DE LOO wil dat tekstueel de locatie oostzijde Bernadettestraat uit het voorstel wordt genomen en bovendien dient duidelijk te zijn dat er in de pastorietuin helemaal niets gebeurd dus
RD2608.doc\blz. 10
ook geen tuin van de nieuwe woningen. Spreker vindt een aantal van 6 woningen heel respectabel binnen het bestaande bouwplan van het bestemmingsplan Spoordonk en denkt dat dit procedureversnellend zal werken. De VOORZITTER concludeert dat er geen algemene steun van de raad is om de locatie oostzijde Bernadettestraat tekstueel uit het voorstel te halen. Hierna zegt de heer VAN DE LOO het niet eens te zijn met het voorstel. Met betrekking tot het aantal te bouwen woningen zegt de heer KEMPS vast te houden aan 12 woningen waarvan 8 huur- en 4 koopwoningen, omdat dit nodig is om het plan realiseerbaar te maken. Desgevraagd constateert de VOORZITTER dat met uitzondering van de fractie van de heer van de Loo de raad instemt met 12 woningen. Wethouder VAN DEN OORD stelt indien er kaders vastgesteld worden en het blijkt dat het financieel of planologisch niet gerealiseerd kan worden er teruggekomen wordt in de raad. Zowel mevrouw VAN RHEENEN als de heer DAENEN vinden dat er niet gesproken hoeft te worden over aantallen omdat dit een zaak is van uitwerking. Omdat de gemeente over een huisvestingsplan beschikt wat jaarlijks gerevalideerd wordt vindt de heer MAUSER het onnodig dat nu gesproken wordt over aantallen. De VOORZITTER stelt vast dat de denkrichting vanuit het CDA 12 woningen betreft. De heer MATTHEEUWSE vraagt wat de mening van de raad is indien de woningen met de rug richting kerk gebouwd worden en de tuinen van de eventuele koopwoningen in de pastorietuin komen te liggen. De VOORZITTER vindt dat dit soort zaken niet behoren bij de kaderstelling. De heer MATTHEEUWSE stelt dat de kaderstelling gaat over het bouwen van woningen en vraagt wat de raad vindt van het ongemoeid laten van de huidige pastorietuin. De heer DEENEN zegt dat meerdere malen in de commissie gesteld is dat in de pastorietuin niet gebouwd mag worden en stelt voor, te stellen dat de pastorietuin helemaal niet aangetast mag worden. De VOORZITTER herhaalt nogmaals dat de pastorietuin niet aangetast zal worden omdat dit de voorwaarde is die door eenieder naar voren is gebracht. De heer KEMPS zegt nogmaals dat duidelijk uit de notulen van de commissie voor R.O.V. blijkt wat iedereen wil.
RD2608.doc\blz. 11
De heer VAN DE LOO verzoekt nogmaals naar de mening van de raad over het wel dan niet gebruiken van de pastorietuin. De heer EVERS zegt dat al veelvuldig gesteld is dat er geen gebruik gemaakt wordt van de pastorietuin. Hierna gaat de VOORZITTER verder met de overige locaties: - locatie Mariaschool: raad geeft steun aan het plan zoals dat in hoofdlijnen is aangegeven. - Oude Enck/St. Jorisstraat: diverse opmerkingen gemaakt over maximale huurprijs, abri, zorg en parkeergarage. Conclusie raad gaat akkoord met ambitieniveau en de aangegeven kaders. De heer VAN DE LOO zegt gepleit te hebben voor een financiële deelname van alle participanten en niet alleen het Woningbedrijf Oirschot omdat dit betekent dat alle huurders van Oirschot de lasten moeten dragen. De VOORZITTER constateert dat dit zeker meegenomen wordt door de wethouder. Omdat het nu sociale huurwoningen betreft vindt de heer DAENEN dat er met zorg met de huidige bewoners omgegaan moet worden. Wethouder VAN DEN OORD hoopt dat er veel meer gebouwd kan worden dan het huidige aantal woningen. Spreker zegt dat bij dit plan duidelijk gelet moet worden op de financiën zodat het haalbaar en betaalbaar is. De heer KEMPS voegt nog toe nadrukkelijk gesteld te hebben de urban-villa’s achterwege te laten en de ruimte efficiënt te benutten om zodoende het maximale aantal woningen te realiseren, te denken valt aan bijvoorbeeld 200. De heer EVERS ondersteunt hetgeen de heer Daenen gesteld heeft en verduidelijkt dat de vraag was of hier gebouwd wordt voor de mensen die er nu wonen. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat dit vanzelfsprekend is. De VOORZITTER verzoekt de wethouder in de commissie duidelijk te maken wat bedoeld wordt met een urban-villa. -
locatie omgeving Doornboomplein: gediscussieerd is over breder opzetten of niet en wat zijn centrumvoorzieningen.
De heer DAENEN vindt dat hetgeen mogelijk is niet gefrustreerd moet worden maar anderzijds er nagedacht dient te worden over alternatieve inbreidingsmogelijkheden in Middelbeers en hierbij dienen de burgers nadrukkelijk betrokken te worden. Mevrouw VAN RHEENEN vindt de ontwikkeling van het Doornboomplein erg belangrijk en zegt reeds aangegeven te hebben dat verbreding wellicht mogelijk is door bijvoorbeeld particuliere initiatieven. Volgens spreekster wordt een te grootscheepse aanpak onbetaalbaar en dient dan ook
RD2608.doc\blz. 12
gekozen te worden voor een gefaseerde kleinschalige aanpak. Overigens vindt spreekster de ingezette aanpak goed. De heer KEMPS sluit zich aan bij vorige spreekster en stelt voor een totaal plan te maken maar de uitvoering los te koppelen omdat het anders te veel tijd en geld gaat kosten. De heer VAN DE LOO stemt in met een gefaseerde aanpak maar vindt dat eerst de grote visie afgesproken moet worden. Spreker vindt dat voor het Doornboomplein, de Doornboomstraat en Brameco/C1000 een visie ontwikkeld moet worden voor de komende 20 jaar en dit dient in overleg met de burgers van de Beerzen gerealiseerd te worden. -
locatie vrijkomende panden in de Rijkesluisstraat: duidelijk is dat dit niet de definitie is van particulier initiatief; de gemeente blijft toewijzen.
De heer KEMPS verzoekt dit plan voordat het uitgevoerd wordt nog aan de orde te stellen in de commissie voor R.O.V. Volgens de VOORZITTER geldt dit voor de meeste plannen. -
locatie herontwikkeling Oirsprong: conclusie raad stemt in. locatie Dekanijstraat/Westerlohof: conclusie het initiatief van de heer Smetsers dient zeer nadrukkelijk geïntegreerd te worden.
De heer KEMPS merkt op dat de uitvoering losgekoppeld moet worden om zo snel mogelijk tot realisering over te kunnen gaan. De VOORZITTER stelt dat het plan van de heer Smetsers moet harmoniëren omdat het heel nauw met elkaar samenhangt. Overigens zegt spreker dat de gemaakte opmerkingen over de reeds gestelde kaders niet leiden tot wijziging van dit voorstel. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met in acht neming van de door de voorzitter per locatie gestelde conclusies. 6. VISIE STEDELIJKE VERNIEUWING MET MEERJARENONTWIKKELINGSPROGRAM MA De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders de Visie Stedelijke Vernieuwing met Meerjarenontwikkelingsprogramma vast te stellen waarbij aan de Kanaalzone de hoogste prioriteit wordt toegekend en dit project aan te melden bij de provincie NoordBrabant voor subsidie in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. De heer DAENEN noemt dit voorstel een opportunistisch stuk wat geschreven is om subsidie voor de Kanaalzone te krijgen en hierdoor komen de kernen Spoordonk, Oostelbeers en Middelbeers in de knel. Spreker gaat mee met de gedachten van de fractie van Dorpsvisie dat de Kanaalzone losgekoppeld wordt van de rest en dat over het andere stuk, in het kader van de discussie in het voorgaande agendapunt, nog gediscussieerd wordt.
RD2608.doc\blz. 13
De heer DEENEN staat de inzet van de ISV-subsidie voor het project de Kanaalzone voor om het project kostendekkend te krijgen. Spreker vindt dat de volgorde van de prioriteitenlijst nummer 2: het project Agnes van Kleefstraat en nummer 3: het project omgeving voormalig gemeentehuis in Middelbeers omgedraaid moeten worden. Volgens spreker kan met het project voormalig gemeentehuis Middelbeers binnen een of twee jaar gestart worden en kan hiervoor al ISV-subsidie aangevraagd worden. Over het project Agnes van Kleefstraat twijfelt spreker omdat dat nu een langere periode zal gaan duren. Overigens vindt spreker dat hierdoor een betere verdeling komt in de kernen en ondersteunt het gestelde hierover door vorige spreker. Omdat in het voorstel gesteld wordt dat de Rabobank er bij betrokken wordt vraagt spreker of de Rabobank dan in Middelbeers gaat verdwijnen. De heer VAN DE LOO wil hier een tweedeling realiseren. Volgens spreker staat de aanvraag van de ISV-subsidie voor de Kanaalzone niet ter discussie maar gaat het vooral om de inbreidingskaarten in de mogelijke inbreidingslocaties zoals die momenteel zijn vastgesteld door het stedenbouwkundig bureau. Spreker stelt dat op het moment dat ingestemd wordt met de kaarten van bijlage 3 er met deze locaties verder gewerkt kan worden terwijl er veel meer locaties zijn waar woningbouw gerealiseerd kan worden. Spreker kondigt een amendement aan waarin nagestreefd wordt de subsidie voor de Kanaalzone veilig te stellen en aan te vragen en vervolgens bijlage 3, de plankaarten, uit dit voorstel te halen en in te brengen in de discussie bij de Structuurvisieplus in oktober a.s. Hierna overhandigt de heer VAN DE LOO onderstaand amendement: “De raad van de gemeente Oirschot, In vergadering bijeen op 26 augustus 2003 ter behandeling van o.a. de Visie stedelijke vernieuwing met meerjarenontwikkelingsprogramma (agendapunt 6); Ondergetekende stelt voor op basis van artikel 33 van het reglement van orde: - Heden over te gaan tot behandeling van de Visie Stedelijke Vernieuwing en deze ook als zodanig vast te stellen zodat een aanvraag voor subsidie op basis van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) tijdig kan worden ingediend bij de provincie. - Te besluiten om de aan de Visie Stedelijke Vernieuwing toegevoegde bijlage 3, herontwikkelingslocaties kern Oirschot, Middelbeers, Oostelbeers en Spoordonk niet op te nemen en dus te verwijderen. - Vervolgens zal bijlage 3 uit de Visie Stedelijke Vernieuwing worden toegevoegd aan de later in het jaar vast te stellen Structuurvisie c.q. nota Duurzame Ruimtelijke structuur waarbij er een volledige inventarisatie zal plaats vinden van alle mogelijk inbreidingsplannen. Dorpsvisie (was getekend) Ted van de Loo” De heer KEMPS zegt mede namens de fractie van DP’96 te spreken. Spreker stemt in met het voorstel en met name dat de hoogste prioriteit wordt gegeven aan de Kanaalzone. Omdat de overige projecten buiten de tijdsperiode van 2004 vallen vindt spreker het niet opportuun hierover te discussiëren. Ook het afsplitsen van kernen vindt spreker onjuist omdat gegaan dient te worden voor de totale gemeente Oirschot. Spreker vindt dat gewerkt moet worden met de plannen die het eerst gereed zijn en recht hebben op ISV-gelden.
RD2608.doc\blz. 14
Mevrouw VAN RHEENEN vindt dat de agendapunten 5 en 6 onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Spreekster zegt het onvolledig te vinden omdat het particulier initiatief ontbreekt maar hierop is een afdoende antwoord ontvangen. Spreekster gaat akkoord met de locatie Kanaalzone als eerste inzet voor de ISV-subsidie en zegt reeds duidelijk aangegeven te hebben dat de locatie Middelbeers boven de locatie Agnes van Kleefstraat gaat. Wethouder VAN DEN OORD vindt het van groot belang dat het tweedelige voorstel aangenomen wordt omdat de gedeputeerde geadviseerd heeft een totaal plan voor te leggen zodat bekeken kan worden of dit voor ISV-subsidie in aanmerking komt. Spreker adviseert niet in te stemmen met het ingediende amendement omdat hierdoor de ISV-subsidie voor de Kanaalzone misschien gemist wordt. Met betrekking tot de volgorde van de projecten stelt spreker dat voor 31 december 2004 aangevangen moet zijn om de ISV-subsidie veilig te stellen. Spreker stelt voor de volgorde aan te houden op de volgorde van uitvoering van de projecten. De heer DAENEN ondersteunt de fracties van de VDP/VVD en De Gewone Man omdat de aandacht die constant gericht is op de hoofdkern Oirschot meer naar de andere kernen dient te gaan. Volgens spreker is het een kleine moeite de volgorde om te draaien. De heer DEENEN vindt dat het Doornboomplein aangepakt moet worden voor het project Agnes van Kleefstraat omdat de gemeente al eigenaar is van een gebouw en om verloedering van dat gebouw tegen te gaan. Wethouder VAN DEN OORD stelt dat beide projecten zo spoedig mogelijk ontwikkeld moeten worden maar vindt dat indien het ene plan eerder gereed is dan het andere, niet gewacht moet worden omdat de raad een bepaalde volgorde bepaald heeft. De VOORZITTER constateert dat de volgtijdigheid er niet op drukt en dat het misschien wel gelijktijdig uitgevoerd kan worden. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat er waarschijnlijk een ISV-subsidie komt vanaf 2004 voor de komende vier jaar en die zo groot zal zijn dat beide projecten hieruit kunnen putten. Desgevraagd door de heer Deenen zegt wethouder VAN DEN OORD toe dat zeer voorspoedig aan beide projecten gewerkt zal worden en indien het project zover is dat er subsidie aangevraagd kan worden dit gedaan wordt. De heer DAENEN zegt bij interruptie dat er dan geen enkele reden is om het niet om te draaien ook al is het slechts een symbolische omkering. De heer KEMPS stelt voor in te gaan op het voorstel van de wethouder zodat er twee kanten ingegaan kunnen worden. Volgens de heer EVERS zit het gevaar in het akkoord gaan met dit voorstel dat dit ongewild of gewild leading kan zijn in de ontwikkeling en stelt voor de punten 2 en 3 samen te voegen.
RD2608.doc\blz. 15
Wethouder VAN DEN OORD heeft geen moeite indien gesteld wordt dat beide projecten in ontwikkeling kunnen en dat eerst het project Doornboomplein ontwikkeld wordt en dan St. Joris. Maar spreker vindt dat het plan dat het eerst gereed is niet hoeft te wachten op het andere. Op de vraag of de Rabobank gaat verdwijnen in Middelbeers antwoordt spreker dat de Rabobank toegezegd heeft in Middelbeers te blijven faciliteren. Desgevraagd door de voorzitter zegt wethouder VAN DEN OORD het amendement te hebben ontraden omdat daardoor problemen komen met de ondersteuning van de ISV-subsidie voor de Kanaalzone. De ISV-subsidie moest aangevraagd worden voor 1 mei jl. maar omdat de plannen niet gereed waren is de datum 1 september a.s. overeengekomen onder voorwaarde van een brede ondersteuning van niet alleen het plan Kanaalzone maar van het geheel. Met betrekking tot de bijlage 3 stelt de VOORZITTER voor deze een andere status te geven zodat deze wel meegenomen kan worden en een amendement niet nodig is. Wethouder VAN DEN OORD stelt dat het amendement niet nodig is en zegt bereid te zijn indien het huidige voorstel wordt aangenomen en terugkomt van de provincie de raad de aanvullende locaties kan aangeven. De heer DAENEN vraagt of dit mogelijk is in het traject van de ISV. Wethouder VAN DEN OORD zegt de garantie te hebben gekregen dat dit mogelijk is. De heer VAN DE LOO is bang dat de wethouder een koekje van eigen deeg zal krijgen omdat de gedeputeerde expliciet laat aangeven waar de inbreidingslocaties zijn en dat daarna gesteld wordt dat Oirschot Moorland niet nodig heeft en dit geldt ook voor de Haagakkers en de Hille 2000. Volgens spreker is hetzelfde al eens gebeurd met het overbruggingsspoor en de atletiekbaan. Ook stelt spreker dat bij de StructuurvisiePlus continue gerefereerd wordt naar deze kaarten en locaties. Spreker vraagt waarom dit niet integraal bij de StructuurvisiePlus meegenomen kan worden. De VOORZITTER stelt vast dat de heer van de Loo het amendement wil handhaven en dat de wethouder het afraadt. De heer VAN DE LOO zegt schriftelijk locaties aangegeven te hebben en vraagt waarom deze nog niet verwerkt zijn en of dat deze misschien niet geschikt zijn. Om te voorkomen dat later gesteld wordt dat op 26 augustus 2003 de inbreidingslocaties aangegeven hadden moeten worden vraagt spreker wanneer gehandeld moet worden indien er particulier initiatief komt. De VOORZITTER veronderstelt dat een en ander wordt afgedekt door hetgeen afgesproken is tussen de wethouder en mevrouw van Rheenen. De heer MATTHEEUWSE bestrijdt dit omdat uit de notulen van diverse vergaderingen van de commissies voor R.O.V. blijkt dat er nog alle ruimte is in deze discussie om per fractie diverse locaties op te voeren die opgenomen zouden moeten worden in de eventuele plankaarten die bij de Visie Stedelijke Vernieuwing toegevoegd zouden worden. Volgens spreker zijn er tot nu toe diver-
RD2608.doc\blz. 16
se locaties toegevoegd die aangedragen zijn door één fractie. Spreker bevreemdt het dat de andere ingebrachte locaties niet gehonoreerd of op hun waarde getoetst worden. De heer KEMPS zegt inderdaad aanvullingen gegeven te hebben. Volgens spreker komt de particuliere bouw in oktober a.s ter discussie en hierin zullen de andere aangedragen locaties zo uitvoerig mogelijk meegenomen worden. Volgens spreker is dit voorstel puur om de subsidie veilig te stellen en roept de fracties op het thans voorliggende voorstel met de aanvulling van de wethouder over te nemen. De heer VAN DE LOO blijft van mening dat deze tekeningen bij de provincie terechtkomen en is bang dat de gemeente hierop afgerekend wordt. De heer DAENEN zegt niet in te stemmen met het amendement maar vast te houden aan de uitspraak van de wethouder dat een toezegging gedaan is door de provincie over de inbreidingslocaties. Hierna constateert de VOORZITTER dat met uitzondering van de fractie van Dorpsvisie het amendement niet ondersteund wordt. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met tegenstemming van de fracties van Dorpsvisie. 7. VOORBEREIDINGSBESLUIT DIVERSE PERCELEN De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor de percelen Voorteindseweg 17, Esperenweg 3, Spoordonkseweg 130, Straten 10, Brandbeempdseweg 1, Moleneind 2 en Spoordonkseweg 83. De heer VLEMMINX vindt dat voor alle voorbereidingsbesluiten die in het kader van de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken (RBV-regeling) genomen worden meer aandacht moet zijn voor de over- of achterblijvende activiteiten in het bouwblok. Met betrekking tot de Spoordonkse Watermolen hoopt spreker dat hiermee het startsein gegeven is en dat de gemeente zorgt dat de ondernemer op zo kort mogelijke termijn vooruit kan met zijn plannen. De heer MATTHEEUWSE vraagt of er op deze en andere percelen waar in het kader van de RBVregeling een voorbereidingsbesluit rust al verzoeken zijn binnengekomen voor een andere bedrijfsmatige invulling en hoeveel verzoeken voor een nieuwe invulling de raad bij elkaar wil pakken voor behandeling en of dit gedelegeerd isaan het college. Spreker vraagt waarom voor de Spoordonkse Watermolen een voorbereidingsbesluit genomen moet worden en wat voor ongewenste ontwikkelingen hier plaats zouden kunnen vinden. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat een voorbereidingsbesluit genomen wordt om ongewenste activiteiten tegen te gaan. Indien op een RBV-bedrijf restactiviteiten zijn hoeven dit geen ongewenste activiteiten te zijn en wordt hieraan medewerking verleend, aldus spreker. Indien de invulling door andere activiteiten niet in strijd is met het bestemmingsplan en de RBV-regeling wordt hieraan medewerking verleend, stelt spreker. Betreffende het voorbereidingsbesluit voor de
RD2608.doc\blz. 17
Spoordonkse Watermolen zegt spreker dat dit genomen moet worden om een terras met een bebouwing en de gewenste uitbreiding te krijgen. Spreker deelt mede dat met de provincie de compensatie geregeld is en hoopt dat betrokkene zo snel mogelijk tot realisatie over kan gaan. De heer VLEMMINX concludeert dat het voorbereidingsbesluit voor de Spoordonkse Watermolen noodzakelijk is om een gewenste ontwikkeling mogelijk te maken. De heer MATTHEEUWSE vraagt zo snel en voortvarend mogelijk te werk te gaan zodat deze ondernemer duidelijkheid krijgt. Overigens stelt spreker het vreemd te vinden dat hiervoor een voorbereidingsbesluit genomen moet worden. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat het bij de RBV-regeling zo geregeld is dat de sector die gesaneerd wordt niet terug mag komen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8. VOORBEREIDINGSBESLUIT HOOGEINDSEWEG 7 Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het perceel Hoogeindseweg 7, kadastraal bekend gemeente Oost-, West- en Middelbeers, sectie 03G, nummer 1661. 9. VERKLARING VAN GEEN BEZWAAR DIVERSE PERCELEN Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot het aanvragen van een verklaring van geen bezwaar in het kader van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO ten behoeve van het creëren van een bouwmogelijkheid op het perceel, gelegen tussen de Margrietstraat 74 en de Willibrordstraat 6 in Middelbeers, kadastraal bekend gemeente Oost,-West-en Middelbeers, sectie D, nummer 4106. 10. VERKLARING VAN GEEN BEZWAAR BOUW 8 WONINGEN SPOORDONK Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot het aanvragen van een verklaring van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten zoals bedoeld in artikel 19 lid 1 WRO ten behoeve van het verlenen van vrijstelling voor de bouw van 8 woningen aan de Merodelaan in Spoordonk, op perceel K 202. 11. MEDEWERKING VRIJSTELLINGSPROCEDURE TWEEDE BEDRIJFSWONING De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders om medewerking te verlenen aan een Vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO voor Van Beers, Den Heuvel 5 in Oirschot ten behoeve van het realiseren van een tweede bedrijfswoning.
RD2608.doc\blz. 18
De heer KEMPS vraagt wat het realiseren van een tweede bedrijfswoning voor precedenten schept richting andere bedrijven. Spreker vraagt of de volwaardigheid van het bedrijf voldoet aan de gestelde eisen, of dit getoetst wordt bij een bepaalde commissie en of het stedenbouwkundig mogelijk is. Omdat in oktober a.s. de inventarisatie van particuliere initiatieven aan de orde komt verzoekt spreker dit pand mee te nemen en indien dit onmogelijk is waarom dan deze uitzondering wordt gemaakt. In aansluiting op vorige spreker vraagt de heer VAN DE LOO waarop getoetst is dat deze tweede bedrijfswoning gerechtvaardigd is. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat dit niet getoetst is maar dat in een eerder stadium een toezegging is gedaan voor een tweede bedrijfswoning. Spreker zegt dat voor dit particulier initiatief investeringen zijn gedaan en in de wetenschap dat voor een andere zaak de beroeps- en bezwaarschriftencommissie de gemeente heeft teruggefloten. Volgens spreker zijn er nu twee mogelijkheden namelijk naar de beroeps- en bezwaarschriftencommissie gaan of het nemen van een voorbereidingsbesluit. De heer KEMPS vindt het onjuist dat er niet is getoetst en dat er toezeggingen zijn gedaan en verzoekt het voorstel terug te nemen en in de commissie voor R.O.V. aan de orde te stellen. Vanwege het feit dat er niet getoetst is betekent dit een normaal particulier initiatief, stelt de heer VAN DE LOO. Kijkende naar de uitspraak van de beroeps- en bezwaarschriftencommissie in de zaak Hertog Janstraat 34 in Middelbeers denkt spreker dat hier sprake is van een soortgelijke situatie en stemt daarom in met het voorstel. Spreker verzoekt de gevallen die bij de vaststelling van het bestemmingsplan Kom Middelbeers buiten de boot gevallen zijn, die in een vergelijkbare positie verkeerden, nu ook gehonoreerd gaan worden zonder de beroeps- en bezwaarschriftencommissie. Spreker verzoekt deze gevallen te inventariseren en positief te adviseren. Wethouder VAN DEN OORD stelt voor het terug te nemen naar de commissie voor R.O.V. voor een uitvoerige discussie. Omdat het overgrote deel van de fracties niet gereageerd heeft vindt de heer VAN DE LOO het onjuist dat dit voorstel teruggenomen wordt. De heer DAENEN vindt dat de heer van de Loo zijn hand overspeelt. Spreker stelt dat medewerking verleend wordt omdat in een voortraject toezeggingen en investeringen zijn gedaan en nu wordt verzocht alle situaties te legaliseren. De heer VAN DE LOO stelt niet gesproken te hebben over legalisatie van alle gevallen maar slechts over alle gevallen die niet gehonoreerd zijn door de meerderheid van de raad en in dezelfde positie verkeren als de Hertog Janstraat 34. Hierna constateert de VOORZITTER dat de meerderheid van de raad akkoord gaat met het terugnemen van het voorstel van burgemeester en wethouders.
RD2608.doc\blz. 19
12. GEEN MEDEWERKING VRIJSTELLINGSPROCEDURE ONTGINNINGSWEG 10 De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders om geen medewerking te verlenen aan een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO ten behoeve van de herbouw van kampeerboerderij De Roerdomp aan de Ontginningsweg 10 in Westelbeers en de herbouw van een veldschuur aan de Ontginningsweg 10 in Westelbeers. De heer VAN DEN AKKER stemt in met het voorstel maar verzoekt de laatste zin van de 1e alinea op pagina 2: “Tevens betekent de bouw van de schuur een extra versteniging, hetgeen in strijd is met het provinciaal beleid, vastgelegd in het streekplan.” uit het voorstel te halen omdat dit inhoudt dat op alle andere punten geen versteniging meer mag plaats vinden. Wethouder VAN DEN OORD zet uiteen dat met deze zin wordt bedoeld dat indien ingestemd wordt dat er een groter bebouwingsblok komt en de provincie dat daar niet wil. Indien de raad wil dat de zin uit het voorstel moet stemt spreker hiermee in. De VOORZITTER stelt voor de zin uit het voorstel te halen en de raad stemt hiermee in. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 13 MEDEWERKING VRIJSTELLINGSPROCEDURE MOORLAND-OOST De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders op grond van artikel 19a lid 2 WRO in principe akkoord gaan met het verlenen van medewerking aan een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO voor een tweetal projecten in Moorland-Oost (verplaatsing Kempenhorst en de bouw van een woning op de Eindhovensedijk 3). De heer VAN DE LOO heeft uit de mededelingen begrepen dat door de prioriteitenstelling voor het taakveld ruimtelijke ordening niet gewerkt wordt aan de Z.Z.P.-procedure voor de woning Eindhovensedijk 3. Spreker vindt dat indien dit besluit genomen wordt er voortvarend met de procedure aan de slag gegaan moet worden en verzoekt hier dan ook prioriteit aan te geven. De heer VAN DER HEIJDEN raadt aan de in het voorstel genoemde projecten los te koppelen en voor ieder project een aparte procedure op te starten om te voorkomen dat het ene project afhankelijk is van het andere. De heer VAN DE LOO ondersteunt het voorstel van vorige spreker. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat dit twee aparte voorstellen zijn in een aanvraag die ook onafhankelijk van elkaar behandeld worden en elkaar niet ophouden. Desgevraagd door de heer van de Loo zegt wethouder VAN DEN OORD dat een artikel 19procedure de snelste manier is om een procedure op te starten. Spreker zegt dat de procedure opgestart wordt maar dat er een prioriteitenlijst ligt en dat er een wachtlijst is van 4 maanden. Indien er
RD2608.doc\blz. 20
een nieuw project komt dient de raad aan te geven welk ander project dan naar achter geschoven moet worden, aldus spreker. De heer VAN DE LOO stelt dat dit geen nieuw project betreft. Indien de raad wil dat dit project naar voren geschoven moet worden dient aangegeven te worden welk project naar achter geschoven moet worden, stelt wethouder VAN DEN OORD. De heer DAENEN stelt voor de prioriteitenlijst aan de orde te stellen in de commissie voor R.O.V. De heer KEMPS ondersteunt het voorstel van de heer van de Loo omdat hier voortgang gemaakt dient te worden. Overigens stemt spreker in met het voorstel van de heer Daenen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 14 MEDEWERKING VRIJSTELLINGSPROCEDURE RUIMTE VOOR RUIMTE De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders om op grond van artikel 19a, lid 2 WRO in principe akkoord te gaan met het verlenen van medewerking aan een vrijstellingsprocedure ex art. 19, lid 1 WRO (woningbouw in het kader van Ruimte voor Ruimte). Mevrouw VAN RHEENEN stemt in met het voorstel omdat dit niet aan het college te wijten is maar noemt het voorstel ronduit idioot en heeft het niets met beleid te maken. Spreekster stelt dat de gemeente zich in allerlei bochten moet manoeuvreren om elke m² te bevechten voor woningbouw en wat houdt dit voorstel in dat in het kader van de ontwikkeling van Ruimte voor Ruimte medewerking verleend moet worden aan een geweldig project waarin hele grote kavels komen en grote huizen terwijl de gemeente gehouden is aan een inhoud van 750 m³ in het buitengebied. Volgens spreekster zijn hier alle geboden los en wordt alles met voeten getreden. Spreekster vindt het onvoorstelbaar dat zoiets in Noord-Brabant mogelijk is. De heer MATTHEEUWSE ziet liever geen grote villa’s verrijzen zolang de wachtlijst van woningzoekenden in andere kernen nog zo groot is. Volgens spreker wordt het schaarse goed wat bouwgrond heet door de provincie verhandeld. Het is bekend dat deze ontwikkeling door de provincie nu wel mogelijk is gemaakt om geld te genereren voor het bekostigen van de ingrijpende reorganisaties in de agrarische sector, stelt spreker. Spreker stelt voor op dit terrein geen 20 maar in ieder geval 30 huizen te laten bouwen waarvan er dan 10 naar het midden-segment moeten gaan en zo mogelijk tot doorstroming van woningen in Oirschot kan leiden. De opbrengst die hierdoor mogelijk zakt voor de ontwikkelingsmaatschappij moet volgens spreker bijbetaald worden door de 20 grote rijke kavels waardoor hetzelfde bedrag in het laadje van de Ruimte voor Ruimtemaatschappij komt. De heer VLEMMINX is blij met het voorstel omdat hierdoor het financieel mogelijk wordt gemaakt dat boeren kunnen stoppen en de stallen gesloopt kunnen worden. Volgens spreker zijn hiervoor in het verleden overeenkomsten ontwikkeld door landbouworganisaties, rijksoverheid en provinciale overheden. Spreker stelt dat er geld nodig is om de ondernemers te kunnen helpen en om
RD2608.doc\blz. 21
dit te kunnen realiseren moeten er luxere bouwkavels komen. Overigens vindt spreker het een groot pluspunt dat hierdoor een extra contingent woningen beschikbaar komt. Ook spreker zou liever 30 à 40 woningen realiseren maar helaas voorziet deze regeling daar niet in. De heer MATTHEEUWSE zegt bij interruptie dat de raad zich hard moet maken voor meer woningen. Volgens de regeling kunnen er slechts 20 woningen gerealiseerd worden stelt de heer VLEMMINX en dit geeft de kans dat 20 gezinnen in Oirschot doorschuiven naar duurdere woningen waardoor in een lager segment weer woningen vrijkomen en de wachtlijst woningzoekenden kleiner wordt. Spreker vraagt nog aandacht voor de ontsluiting van het gebied zodat de omwonenden zo weinig mogelijk overlast bezorgd wordt. Mevrouw VAN RHEENEN vindt het standpunt van de heer Vlemminx vreemd omdat door de redenering van de provincie, die deze regeling getroffen heeft voor de sanering van agrariërs, het gelijkheidsprincipe op alle mogelijke manieren met voeten getreden wordt. Spreekster kent geen enkele andere sector waarmee het niet goed gaat die door de provincie op deze wijze geholpen wordt. Met betrekking tot de doorstroming merkt spreekster op dat er momenteel in Oirschot voldoende huizen te koop staan. Gezien het aantal stallen wat momenteel gesloopt wordt vindt de heer VLEMMINX het redelijk dat er in Oirschot middelen beschikbaar komen voor die stallen en er extra contingent verkregen wordt. Overigens merkt spreker op dat die afspraak al twee jaar geleden gemaakt is tussen de verschillende organisaties. Betreffende een eventuele doorstroming van Oirschotse inwoners merkt de heer VAN DE LOO op dat afgeweken wordt van het standpunt van de provincie die stelt dat er 20 mensen vanuit de randstad daar komen wonen. Ook spreker vindt dat er ongelijkheid zit in het hele plan omdat de provincie destijds gesteld heeft dat dit een kernrandzone betreft waarin absoluut niet gebouwd mag worden. Spreker vraagt hoe omgegaan gaat worden met de overige aanvragen voor de Ruimte voor Ruimte-regeling en in hoeverre deze gehonoreerd worden en of het college actief bezig is aanvragers hierin te begeleiden en er voor te zorgen dat Oirschotse mensen daadwerkelijk geholpen worden. De heer DAENEN zegt dat er afspraken gemaakt zijn hoe de sanering van de agrarische sector betaalbaar gemaakt kan worden, hiervoor een liberale oplossing gevonden is en nu blijkt dat de liberale fracties daar erg op tegen zijn. Volgens spreker wordt aan de sociale kant van deze sanering totaal voorbij gegaan. Mevrouw VAN RHEENEN vindt bij interruptie een woning van 1500 m³ op een kavel van 3000 m² geen sociale oplossing te noemen. Wethouder VAN DEN OORD heeft begrip voor de geuite frustraties omdat blijkt dat als de provincie geld nodig heeft alles mogelijk is maar er dient in ogenschouw genomen te worden dat dit woningen betreft die boven het contingent vallen en op plaatsen waar anders geen woningbouw mocht plaatsvinden. Bovendien worden de woningen volgens het thans geldende puntensysteem
RD2608.doc\blz. 22
uitgegeven. Spreker stelt dat het een provinciale regeling betreft waaraan de gemeente niet kan tornen en de afspraak is gemaakt dat er € 90.000,-- per kavel naar de RBV-regeling gaat. Desgevraagd door de heer van de Loo zegt wethouder VAN DEN OORD dat het mogelijk is een stal te slopen en hiervoor een ruimte voor ruimte woning te bouwen indien dat ruimtelijk past, maar dan dient dit door de betrokkene zelf stedenbouwkundig onderbouwd te worden. Spreker deelt mede dat in Oirschot momenteel 4 à 5 aanvragen binnengekomen zijn. De heer DEENEN stuit hetgeen mevrouw van Rheenen zegt tegen de borst en noemt dit praten als een kip zonder kop in deze situatie. De VOORZITTER vindt dat dit anders gezegd kan worden en noemt dit niet parlementair. De heer DEENEN zegt dat hier sprake is van een afgesproken regeling. Mevrouw VAN RHEENEN zegt bij interruptie dit te belachelijk voor woorden te vinden, bedankt hartelijk voor de complimenten en verlaat de vergadering. De VOORZITTER vindt dat de heer Deenen zijn woorden terug moet nemen. De heer DEENEN biedt zijn excuses aan maar vindt de gedane uitlatingen onjuist mede gezien de besprekingen in de commissie. Overigens zegt spreker de uitspraak niet als een belediging bedoelt te hebben. De VOORZITTER zegt nogmaals dat dit niet past in de parlementaire manier waarop met elkaar omgegaan wordt. De heer DEENEN biedt nogmaals zijn excuses aan en zegt toe dit ook persoonlijk aan mevrouw van Rheenen te zullen doen. Desgevraagd door de heer Evers schorst de VOORZITTER de vergadering. Na heropening van de vergadering door de voorzitter zet de heer DEENEN uiteen dat het een uitdrukking was op het verkeerde moment en plaats. Spreker zegt dat mevrouw van Rheenen de aangeboden excuses heeft aanvaard. De heer EVERS verduidelijkt dat mevrouw van Rheenen een aantal zaken heeft benoemd waar de fractie van de VDP/VVD moeite mee heeft betreffende dit voorstel maar dat dit niet inhoudt dat niet ingestemd wordt met het voorstel. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met tegenstemming van de fractie van Dorpsvisie. Gezien het tijdstip stelt de VOORZITTER voor nu het debat te houden of de handhavingsnota nu behandeld wordt en op welke wijze.
RD2608.doc\blz. 23
Wethouder TERMEER stelt voor de vergadering nu te schorsen en een datum te bepalen waarop het resterende gedeelte van de agenda wordt afgewerkt. Volgens het reglement van orde dient de vergadering morgen voortgezet te worden zegt de VOORZITTER. De heer KEMPS vraagt om nu agendapunt 18 af te werken. De heer VAN DE LOO vindt dat de agenda gewoon gevolgd moet worden. Volgens de heer EVERS zijn er een aantal raadsleden die morgen niet aanwezig kunnen zijn. 15 MEDEWERKING VRIJSTELLINGSPROCEDURE CAMPING RAKELBOS De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders om op grond van artikel 19a lid 2 WRO in principe akkoord te gaan met het verlenen van medewerking aan een vrijstellingsprocedure ex art. 19, lid 1 WRO (herbouw van bedrijfswoning en realisatie van een bijgebouw voor een inpandig zwembad voor eigen, therapeutisch gebruik). De heer VAN DEN AKKER stemt in met het voorstel maar vraagt hoe de handhaving van het gebruik van het inpandige zwembad voor eigen, therapeutisch gebruik gerealiseerd wordt. Indien afgeweken wordt van het gebruik wordt handhavend opgetreden, zegt wethouder VAN DEN OORD. Omdat het hier gaat om een omzetting van 550 m³ naar 750 m³ vraagt de heer DAENEN in hoeverre hier sprake is van een precedentwerking naar andere bedrijfsmatige percelen en tevens of het daadwerkelijk om privé-gebruik gaat. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat het hier een afzonderlijk bestemmingsplan betreft maar dat thans gewerkt wordt aan één groot bestemmingsplan met zo mogelijk dezelfde regels. Volgens spreker is er geen sprake van een precedentwerking omdat in het buitengebied een bedrijfswoning een inhoud mag hebben van 750 m³. Overigens stelt spreker dat uitgegaan wordt dat het zwembad gebruikt wordt overeenkomstig de aanvraag. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 16. GEEN MEDEWERKING VRIJSTELLINGSPROCEDURE OUDE GRINTWEG 35 De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders om op grond van artikel 19a, lid 2 WRO geen medewerking te verlenen aan de vrijstellingsprocedure ex art. 19, lid 1 WRO ten behoeve van het vergroten van de bovenverdieping van het woonhuis aan de Oude Grintweg 35, daar deze bouw een feitelijke tweede woning op het perceel betekent.
RD2608.doc\blz. 24
Gezien een soortgelijk geval vraagt de heer KEMPS dit voorstel terug te brengen in de commissie voor R.O.V. De heer GRAAFMANS vraagt waarom hier geen medewerking verleend kan worden omdat het volledig past in het bestemmingsplan. Wethouder VAN DEN OORD stelt voor het voorstel terug te brengen in de commissie voor R.O.V. De heer GRAAFMANS vindt dat hier onzorgvuldig gehandeld wordt. Omdat door het voorstel onduidelijkheid ontstaat stelt wethouder VAN DEN OORD nogmaals voor het aan de orde te stellen in de commissie voor R.O.V. Hierna wordt besloten het voorstel van burgemeester en wethouders aan te houden en terug te brengen in de commissie voor R.O.V. Hierna schorst de VOORZITTER overeenkomstig het Reglement van Orde tot 27 augustus 2003 19.30 uur. Op 27 augustus 2003 heropent de VOORZITTER de vergadering om 19.30 uur en constateert dat er slechts drie raadsleden aanwezig zijn, derhalve het vereiste quorum niet gehaald wordt en schorst de vergadering voor 15 minuten overeenkomstig het Reglement van Orde. Om 19.45 uur heropent de VOORZITTER de vergadering en constateert wederom dat het aantal aanwezige raadsleden niet gewijzigd is en gaat over tot het vaststellen van een nieuwe datum waarop de vergadering zijn vervolg zal krijgen en deze wordt bepaald op 9 september 2003 te 20.00 uur. Op 9 september 2003 te 20.00 uur heropent de VOORZITTER de vergadering en deelt mede dat mevrouw van der Heijden en mevrouw Wannijn verhinderd zijn. 17 GEEN MEDEWERKING VRIJSTELLINGSPROCEDURE SCHANSSTRAAT 17 De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders om op grond van artikel 19.a, lid 2 WRO geen medewerking te verlenen aan de vrijstellingsprocedure ex. art. 19, lid 1 WRO (hooiberg Schansstraat 17 in Oirschot). In tegenstelling tot het voorstel wil de heer MAUSER medewerking verlenen aan de vrijstellingsprocedure omdat het buitengebied hiermee verfraaid wordt en het een zeer kleine afwijking van het bouwblok betreft. Ook spreker staat handhaving zeker voor en geeft de wethouder als lijfspreuk mee je maintendrai maar vindt dat daaraan de voorwaarde verbonden moet worden dat de te handhaven regels zinnig moeten zijn. Spreker vindt dit een uitleg van een regel die onzinnig is. Overigens vindt spreker de beoogde hooiberg alleen maar een verfraaiing van het landschap in tegenstelling tot bijvoorbeeld grote schuren. Spreker pleit voor het verlenen van medewerking aan de vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19a, lid 1 WRO.
RD2608.doc\blz. 25
Ook de heer VAN DE LOO komt tot een andere conclusie dan hetgeen verwoord staat in het voorstel. Volgens het voorstel wordt ingegaan op artikel 4.3.6, toegestane bouwwerken buiten het agrarische bouwblok maar volgens artikel 4.5.7 van de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied, de geringe bouwwerken, kan het college vrijstelling verlenen voor hetgeen in artikel 4.3.6. vermeld staat, aldus spreker. Spreker ziet deze hooiberg als een klein bouwwerk met een minimale bebouwingsoppervlakte namelijk 15 x 15 centimeter, dus minder dan 30 m² en een maximale hoogte van 4 meter. Volgens spreker moet het mogelijk zijn deze decoratieve hooiberg in het buitengebied toe te staan mede ook gelet op de ontwikkelingen in de plattelandsvernieuwing en de aanwezigheid van een museum in het onderhavige pand. Tot slot zegt spreker het voorstel niet te kunnen ondersteunen en verzoekt het om te zetten in het toestaan en het verlenen van medewerking aan de vrijstellingsprocedure. De heer SMITS ondersteunt beide voorgaande sprekers volledig. Spreker vindt het muggenzifterij om hieraan geen medewerking te verlenen. Er wordt gesteld dat 4 meter de maximale hoogte is en dat de hooiberg 6 meter wordt, stelt spreker. Spreker stelt voor betrokkene te laten tekenen dat de kap niet hoger wordt opgedraaid dan 4 meter. Overigens worden dergelijke hooibergen elders in Oirschot op de monumentenlijst gezet, zegt spreker en nu wordt geen medewerking verleend. Spreker is blij dat er nog zulke creatieve mensen wonen en het buitengebied willen verfraaien en verzoekt evenals de voorgangers medewerking te verlenen. Ook de heer DAENEN vindt dat een hooiberg verfraaiend kan werken in het landschap. Spreker vraagt welke mogelijkheden er zijn om wel medewerking te verlenen aan deze hooiberg en vraagt met dat perspectief met betrokkene aan de slag te gaan. Indien het door de heer van de Loo gestelde juist is verzoekt de heer VAN DER HEIJDEN te kijken naar de mogelijkheden. Voor het overige sluit spreker zich aan bij het gestelde van de heer Daenen en vindt dat pro-actief meedenken van het hoogste belang is, dus kijk wat er mogelijk is met de gestelde regels. Verder geeft spreker aan dat het voorstel zoals verwoord op bladzijde 2 niet klopt met hetgeen in het raadsbesluit vermeld staat namelijk in het voorstel staat Hertog Janstraat 32 en in het raadsbesluit Schansstraat 17. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat het bestemmingsplan Buitengebied de mogelijkheid niet biedt om buiten het bouwblok te bouwen. Volgens spreker komen er regelmatig soortgelijke verzoeken binnen en die worden allemaal afgewezen. Indien nu “ja” gezegd wordt op dit verzoek is hier sprake van een precedentwerking, vindt spreker. Overigens is er wel degelijk een mogelijkheid namelijk de hooiberg te plaatsen binnen het bouwblok, aldus spreker. Spreker stelt dat het bestemmingsplan er in voorziet dat binnen het bouwblok in totaal 80 m² bedrijfsgebouwen opgericht kunnen worden. Spreker stelt dat eerst bekeken dient te worden of de hooiberg gerealiseerd kan worden binnen het bouwblok. De heer VAN DE LOO heeft voorgesteld te werken overeenkomstig artikel 4.5.7, geringe bouwwerken, en daar wordt aangegeven dat er mogelijkheden zijn indien de bebouwing, gezien de specifieke functie, niet op het bouwblok kan worden geplaatst. Spreker verzoekt dit artikel te bestuderen en daarna een pasklaar antwoord te geven.
RD2608.doc\blz. 26
Wethouder VAN DEN OORD zegt toe dit uit te zoeken en hierop terug te komen in de commissie voor R.O.V. De VOORZITTER stelt vast dat de raad unaniem van mening is dat op een of andere manier medewerking verleend dient te worden en indien er geen mogelijkheden zijn het voorstel opnieuw aan de raad wordt voorgelegd. Wethouder VAN DEN OORD stelt nogmaals indien het middels de legale lijnen kan gaarne bereid te zijn hieraan medewerking te verlenen. De heer DAENEN vindt dat de voorzitter geen goede conclusie trekt omdat gesteld is dat bekeken dient te worden welke mogelijkheden er wel zijn. Spreker vindt het onjuist de wethouder een onmogelijke boodschap mee te geven. De VOORZITTER stelt dat er concrete zaken zijn aangedragen. Volgens de heer MAUSER staat in het voorstel in de 2e alinea dat het bouwwerk derhalve opgericht kan worden met toepassing van artikel 19, lid 1. Volgens spreker is dit een artikel waarover de raad een beslissing moet nemen en dat heeft de raad gedaan. Hierna wordt besloten het voorstel van burgemeester en wethouders aan te houden en terug te brengen in de commissie voor R.O.V. 18 GEEN MEDEWERKING VRIJSTELLINGSPROCEDURE NOTEL 61 De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders om op grond van artikel 19a, lid 2 WRO geen medewerking te verlenen aan de vrijstellingsprocedure ex. art. 19, lid 1 WRO ten behoeve van de nieuwbouw van een opslagloods op het perceel Notel 61 in Oirschot, wegens strijd met het streekplanbeleid (het toekomstige ruimtelijke buitengebiedbeleid, opgetekend in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied, correctieve herziening 2003). De heer KEMPS stelt voor in het kader van de procedure dit agendapunt terug te nemen omdat dit betrekking heeft op het bestemmingsplan Buitengebied wat op dit moment bij de Raad van State ligt. De heer DEENEN ondersteunt het voorstel van vorige spreker. Ook de heer VAN DE LOO ondersteunt hetgeen de heer Kemps heeft gezegd en voegt hieraan toe dat op het moment dat de sanering in de landbouw en de agrarische sector verder doorgaat er altijd bedrijven over zullen blijven. Spreker denkt dat de overgebleven bedrijven groter moeten kunnen groeien dat nu afgepaald is. Volgens spreker dienen de agrariërs die in het buitengebied zitten en nu beperkt worden met de bouwblokken straks de mogelijkheid tot verdere doorgroei te krijgen. Wethouder VAN DEN OORD zegt toe dit voorstel aan te houden totdat de Raad van State een uitspraak heeft gedaan. Met betrekking tot de verdere uitgroei van bedrijven stelt spreker dat hiervoor de reconstructie is en dat dit geregeld wordt middels het Streekplan.
RD2608.doc\blz. 27
De heer KEMPS ondersteunt hetgeen de heer van de Loo naar voren heeft gebracht maar vindt dat dit bij dit punt niet aan de orde is. Hierna wordt besloten het voorstel van burgemeester en wethouders aan te houden. 19 GOLFBAAN RONDOM DE STILLE WILLE De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders om in principe medewerking te verlenen aan het voornemen van Reyrink en De Jong (in samenwerking met adviesbureau Oranjewoud), tot de aanleg van een golfbaan rondom het recreatiepark De Stille Wille. De heer DEENEN vraagt of de golfbaan in ruimtelijke zin gewenst is. Volgens spreker is dit gebied aangewezen als landbouwontwikkelingsgebied wat op zich eigenaardig is omdat daar het bungalowpark De Stille Wille ligt en er rekening gehouden moet worden met de stankcirkel. Spreker vindt dat hier sprake is van een twee sporenbeleid van de provincie omdat hier een niet-agrarische activiteit wordt gevestigd in het buitengebied. Met betrekking tot de versteniging van het buitengebied zegt spreker dat op bepaalde plaatsen alles afgebroken wordt en hier het een en ander gerealiseerd wordt volgens het rapport. Aangaande het milieuaspect en de natuurcompensatie stelt spreker dat de provincie een golfbaan gedeeltelijk als natuur ziet. Spreker stelt niet tegen een golfbaan te zijn maar tegen de manier waarop in vele gevallen de hogere overheid afwijkt, want in het kader van de leefbaarheid en plattelandsvernieuwing zijn nieuwe initiatieven gewenst. Spreker vraagt hoe het zit met de bedrijven die straks rond het terrein liggen en de eventuele belemmeringen in de toekomst. Ook vraagt spreker indien nu “ja” gezegd wordt wat straks de mogelijkheden dan nog zijn voor de raad bij de bestemmingsplanprocedure. Thans wordt voorgesteld medewerking te verlenen tot aanleg van een golfbaan stelt spreker en vraagt in welke fases dit nog terugkomt in het vervolgtraject. Spreker vindt het initiatief op zich goed maar het mag geen voorrecht worden of een doel op zich om iets aan te leveren om zodoende de landbouw weg te krijgen. Volgens spreker dient in dit kader door de reconstructiecommissie eerst een nieuw landbouwontwikkelingsgebied vastgesteld te worden indien deze locatie wegvalt als gevolg van de aanleg van de golfbaan. Spreker stelt voor naar de provincie te gaan en duidelijk aan te geven indien dit mogelijk is er op andere plaatsen ook mogelijkheden moeten zijn. Het bevreemdt spreker dat door de provincie overal strakke rode contourlijnen worden getrokken waardoor weinig tot niets mogelijk is en dat midden in een landbouwontwikkelingsgebied een golfbaan mogelijk is. Tot slot stelt spreker dat er nieuwe ontwikkelingen dienen te komen op het platteland maar dan wel gelijke monniken gelijke kappen. De heer DAENEN vindt de aanleg van een golfbaan geen primaire doelstelling en daarom ook het voorstel wat te bindend namelijk medewerking verlenen aan het voornemen om een golfbaan aan te leggen. Spreker stelt voor het voorstel te wijzigen in: medewerking verlenen aan een grondige verkenning en vraagt of een golfbaan bijdraagt aan de leefbaarheid van het Brabantse platteland. Tot slot zegt spreker niet per definitie tegen het voorstel te zijnen mee wil werken aan een grondige verkenning en het bekijken van de eventuele consequenties. Verder vindt spreker dat deze discussie geen oneigenlijk karakter moet krijgen. De heer MAUSER zegt vrij ondernemerschap te steunen en daarom ook in principe medewerking te verlenen aan het voornemen om een golfbaan op De Stille Wille aan te leggenen vindt dat dit
RD2608.doc\blz. 28
ook duidelijk past in het kader van de plattelandsvernieuwing. Spreker merkt op dat gekeken dient te worden naar met name de tweede verkeersontsluiting. Uit een gesprek met een van de agrariërs die midden in dat gebied woont is gebleken dat deze het niet erg vindt zijn melkveehouderij te verliezen omdat een goede prijs voor zijn bedrijf verkregen wordt en bovendien hij gaat werken bij de golfbaan, aldus spreker. Spreker denkt dat de reconstructiecommisie de enige is die de zaak tegen zou kunnen houden. De heer KEMPS gaat in hoofdlijnen mee met hetgeen de heer Deenen heeft gesteld. Spreker staat kritisch ten opzichte van deze ontwikkeling omdat er een landbouwontwikkelingsgebied ligt, aangewezen door de reconstructiecommissie en er al heel weinig ontwikkelingsgebieden zijn waar nieuwe landbouwbedrijven zich kunnen gaan ontwikkelen. Er is binnen de reconstructie van landbouw van het buitengebied afgesproken dat er een aantal bedrijven zullen moeten verplaatsen maar er is een groot tekort omdat hiervoor slechts 20 ha beschikbaar is, aldus spreker. Spreker vindt het onjuist dat een groot deel in dit gebied nabij de Stille Wille ook nog ingeleverd moet worden. Volgens spreker dient er duidelijk afgesproken te worden dat er compensatie voor de landbouw gerealiseerd wordt zodat de bedrijven de ruimte krijgen. Spreker vindt dat hier minimaal 1 op 1 gecompenseerd moet worden voor het uitplaatsen van de bedrijven en daarnaast dient de reconstructiecommissie en de provincie kritisch te kijken waar geld bespaard kan worden en bedrijven op de huidige locatie verder te laten ontwikkelen. Uit de voorlichting is gebleken volgens spreker dat het raadsvoorstel niet klopt omdat er gesproken wordt over 90 ha met 27 holes met een toekomstige mogelijke uitbreiding naar 36 holes en ± 120 ha. Spreker vindt dat gekeken moet worden naar de daar gevestigde bedrijven omdat het niet zo mag en kan zijn dat een enkel bedrijf in de problemen komt zowel op ruimtelijk en milieubeleid omdat in het buitengebied landbouw de hoogste prioriteit heeft. De heer GRAAFMANS gaat akkoord met het voorstel omdat er een goed bedrijfsplan ligt maar vraagt duidelijkheid over het gestelde in het voorstel van een 18 holesbaan terwijl bij de voorlichting gesproken werd over een 27 holesbaan met een uitbreiding naar 36 holes. Overigens stelt spreker akkoord te gaan mits de landbouw niet belemmerd wordt in de bedrijfsvoering, dat er overleg gevoerd wordt met de reconstructiecommissie en er goed gekeken wordt naar de infrastructuur omdat er veel verkeersafwikkeling via Oirschot plaats zal gaan vinden. Spreker vindt het jammer dat het clubgebouw niet gerealiseerd wordt in Oirschot maar in Hilvarenbeek. Wethouder VAN DEN OORD zet de tot nu toe gevolgde gang van zaken uiteen en zegt dat samen met Oisterwijk en Hilvarenbeek is gesteld dat de golfbaan in een inplaatsinggebied komt te liggen en dat de reconstructie hier volmondig ja tegen kan zeggen en of er compensatie noodzakelijk zal zijn. Volgens spreker is het gemeld aan de reconstructiecommissie en deze commissie heeft gevraagd of de betreffende gemeenten een principe-uitspraak willen doen tot medewerking hieraan omdat een golfbaan zeer ingrijpend is waarvoor zelfs het Streekplan gewijzigd dient te worden. Naar aanleiding van de gestelde vragen zegt spreker dat er op Oirschots grondgebied niet gebouwd wordt. Overigens zegt spreker dat het niet mag en kan zijn dat één bedrijf hinder ondervindt. Met betrekking tot de compensatie van grond zegt spreker dat aan de reconstructiecommissie gesteld dient te worden dat het kleine areaal aan inplaatsingsgebied of gecompenseerd moet worden elders of dat gekeken wordt naar de zuurtegevoeligheidscompensatie. Spreker zegt dat de reconstructiecommissie niet beslist maar de provincie adviseert. Met betrekking tot de 90 ha stelt spreker dat
RD2608.doc\blz. 29
hier alleen gesproken wordt over het Oirschotse grondgebied en zegt dat er niet meer dan 27 holes gepland zijn. De heer GRAAFMANS zegt bij interruptie dat het een uitbreidingsplan zou kunnen zijn. De heer KEMPS zegt dat in het voorstel 18 holes staan en dat volgens de initiatiefnemers het eerste plan 27 holes is. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat telkens gesproken is over een 27 holes golfbaan. Desgevraagd door de heer Daenen zegt wethouder VAN DEN OORD dat indien in principe besloten wordt hieraan mee te werken de reconstructiecommissie gaat bekijken wat de mogelijkheden dan wel onmogelijkheden zijn. De heer DEENEN vraagt wat de mogelijkheden van de raad zijn in het vervolgtraject zoals bijvoorbeeld bij de bestemmingsplanprocedure. De heer DAENEN zegt dat de wethouder onder een aantal voorbehouden mag gaan verkennen wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn van de aanleg van een golfbaan. Mevrouw VAN RHEENEN deelt de geuite zorgen over de ontwikkeling van de landbouw in dit gebied. Volgens spreekster gaat het over de aanleg van een golfbaan die een belemmering zou kunnen zijn voor de ontwikkeling van de landbouw in de vorm van een stankcirkel. Spreekster denkt dat dit nooit aan de ontwikkeling van een golfbaan verweten kan worden maar eerder op het conto van de 300 woningen en vraagt of de 300 woningen een belemmering is voor de uitbreiding van de landbouw op dit ogenblik en in de toekomst. De heer MAUSER stelt dat puur gekeken naar het Oirschotse grondgebied er geen sprake is van plaats voor inbreiding en van agrariërs die elders moeten verdwijnen. Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw van Rheenen zegt de heer KEMPS dat gekeken dient te worden naar de beschermingszone voor de huidige bestaande woningen omdat het zou kunnen zijn dat deze de zone van het golfterrein gaat overschrijden wat inhoudt dat de reconstructie een verkeerde intekening heeft gemaakt door hier een landbouwontwikkelingszone te plannen. Indien dit zo is blijft spreker vasthouden aan de compensatie voor de landbouw. De heer GRAAFMANS vraagt of er bedrijven zijn die gehinderd kunnen worden en of door de reconstructiecommissie al gesproken is over compensatie. Wethouder VAN DEN OORD stelt dat indien iedereen ja heeft gezegd en het Streekplan is aangepast de raad het bestemmingsplan moet goedkeuren. Met betrekking tot de stankcirkel zegt spreker dat er momenteel een hindercirkel van 250 meter ligt rondom Stille Wille. Indien er een golfbaan komt, wat een extensieve recreatie, categorie 2, is, wordt daardoor de hindercirkel van 250 meter niet verlegd is afgesproken met de reconstructie, aldus spreker. Tot slot zegt spreker nogmaals dat de reconstructie heeft gesteld dat de 3 gemeenten eerst haar bevindingen moeten uitspreken alvorens er een advies richting provinciale staten wordt gedaan.
RD2608.doc\blz. 30
Desgevraagd door de heer Graafmans zegt wethouder VAN DEN OORD dat de reconstructiecommissie inhoudelijk nog niet gesproken heeft over compensatie en dat er geen bedrijven zijn die last hebben van deze golfbaan omdat anders de golfbaan niet gerealiseerd wordt. De VOORZITTER concludeert dat de raad mee wil werken aan een principe medewerking aan een vervolgonderzoek onder voorwaarden met dien verstande dat het terugkomt in de raad. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 20. KREDIET STRUCTUURVISIEPLUS Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot het beschikbaar stellen van extra krediet € 33.400,-- ten behoeve van de afronding van de StructuurvisiePlus. 21. BENOEMEN PLAATSVERVANGEND GRIFFIER De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van het Seniorenconvent tot het benoemen van de heer P.J.G.M. van Gerven als plaatsvervangend griffier. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van het Seniorenconvent besloten, wordt de heer van Gerven gefeliciteerd en de hoop uitgesproken dat dit zal leiden tot een goede samenwerking met de griffier. 22. NOTA HANDHAVING De VOORZITTER stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de Nota Handhaving 2003 als beleidskader voor de integrale handhaving. Wethouder TERMEER meent dat de behandeling van dit voorstel in de commissies geleid heeft tot verwarring. Spreekster zegt dat het college vanuit de bestuurlijke verantwoordelijkheid heeft getracht na de behandeling in de gecombineerde commissievergadering voor A.B.A./Financiën de commissie tegemoet te komen met een kritische beschouwing van het integrale rapport handhaving en zijn er een aantal fte’s afgehaald. Volgens spreekster is de grote verwarring ontstaan dat de discussie over de afhandeling van het stuwmeer vertroebeld wordt door de principiële vaststelling van het integrale en stelselmatige handhavingsbeleid. Spreekster stelt dat dit twee afzonderlijke onderwerpen zijn die wel in relatie staan met elkaar maar wel apart zijn. De afhandeling van het stuwmeer en met name het bepalen van de systematiek hoe en de termijn in hoever teruggegaan wordt is een aparte discussie, aldus spreekster. Spreekster zegt dat het college voorstelt de discussie met betrekking tot de termijn en de systematiek van het stuwmeer te verwijzen naar de commissie voor R.O.V. Volgens spreekster hoeft deze discussie nu niet gevoerd te worden omdat het onderwerp handhaving gezamenlijk in het beleidsplan, de visie en missie, benoemd is tot speerpunt en daarom dient handhavingsbeleid nu besproken en vastgesteld te worden. Spreekster stelt dat indien vanavond dit beleidsplan niet geaccordeerd wordt er in 2003 helemaal niets meer aan handhaving gedaan kan worden. Spreekster verzoekt met nadruk met name het beleidsmatige aspect vanavond te
RD2608.doc\blz. 31
bespreken en te accorderen zodat serieus werk gemaakt kan worden van de uitgangspunten die in het beleidsplan zijn verwoord. De heer DAENEN vindt dat eerst gediscussieerd moet worden over het al dan niet splitsen van het voorstel. Spreker staat het vaststellen van het handhavingsbeleid voor ware het niet dat dit beleid nu al gepraktiseerd wordt, situaties creëert, veel gaat kosten voor de gemeente, mensen zal belasten, tot veel juridische procedures zal leiden, zonder dat nagedacht is over wat haalbaar en redelijk te doen is. Volgens spreker is het voorstel niet te splitsen. Ook de heer SMITS vindt dat het voorstel niet gesplitst moet worden. Indien overgegaan wordt tot het vaststellen van het handhavingsbeleid dient er nog een krediet beschikbaar gesteld te worden en dit krediet is afhankelijk van de vraag hoe de commissie voor R.O.V. denkt over het wegwerken van het stuwmeer, aldus spreker. Spreker vindt dat het onlosmakelijk met elkaar verbonden is en verzoekt het agendapunt terug te nemen zodat het eerst besproken kan worden in de commissie voor R.O.V. De heer GRAAFMANS onderschrijft de woorden van vorige spreker. Mevrouw VAN RHEENEN vindt dat het in zijn geheel behandeld moet worden. De heer KEMPS vindt dat het niet losgekoppeld kan worden maar stelt dat het niet de schoonheidsprijs wint omdat het eerst besproken had moeten worden in de commissie voor R.O.V. Desgevraagd schorst de VOORZITTER de vergadering. Na heropening door de voorzitter zegt mevrouw VAN RHEENEN dat de meerderheid van de fracties vindt dat het nu behandeld moet worden met uitzondering van de fracties Dorpsvisie en De Gewone Man. De heer DAENEN vindt dat het nu behandeld moet worden omdat blijkt dat de afdeling al bezig is met dit handhavingsbeleid. Spreker staat volledig achter de Nota handhavingsbeleid omdat er gehandhaafd dient te worden en dat burgers duidelijk krijgen wat hoort en wat niet hoort. Een ander punt is, volgens spreker, hoe ga je terug in de geschiedenis. Spreker vindt dat eigenlijk niet verder dan 4 à 5 jaar teruggegaan kan worden omdat anders het overgangsrecht, de verworven rechten en het gedoogbeleid aan de orde komen en stelt voor de datum van het IRO-rapport als uitgangspunt te nemen. Er kan gesteld worden zijn er geen foto’s nodig, die zijn makkelijk maar gelden alleen als het gaat om ruimtelijke situaties en hiernaast zullen in welke procedure dan ook, andere gegevens van plannen, toezeggingen en gesprekken meegenomen moeten worden, stelt spreker. Volgens spreker zijn dit allemaal zaken die besproken moeten worden en in beroep zullen gaan tot de Raad van State en indien de gemeente enige haalbaarheid wil hebben dan dient de tijd beperkt te worden. Andere situaties zoals milieu en veiligheid zijn niet met foto’s vast te stellen, aldus spreker. Volgens spreker zou een andere kaderstellend en kostenbesparend instrument kunnen zijn de intensiteit en de frequentie en de wijze waarop gehandhaafd gaat worden en wil hierin niet zoveel concessies doen. Maar dit heeft tot gevolg dat hieraan een kostenplaatje zit maar spreker wil deze consequenties dragen. Spreker vindt dat politieke keuzes financiële consequenties hebben en zeker
RD2608.doc\blz. 32
als het om handhaving gaat. Mede gezien in het kader van de waarden en normendiscussie vindt spreker dat duidelijkheid en handelen naar de gestelde regels de basisvoorwaarde is. De heer KEMPS vindt dat het bij handhaven gaat om gerechtigheid, eerlijkheid en gelijke monniken gelijke kappen. Volgens spreker is dit topprioriteit van het beleidsplan en staat dus achter de voorgestelde aanpak. In de wetenschap dat het bij een aantal mensen in de gemeente pijn zal doen en op korte termijn veel discussie zal opleveren denkt spreker dat op de langere termijn heel veel begrip en respect terugkomt voor het vastgestelde handhavingsbeleid. Met betrekking tot de prioritering en de termijn staat spreker een duidelijk meetpunt voor met name eind 1996 omdat er destijds duidelijke foto’s zijn gemaakt van bouw en ruimtelijke ordening. Aangaande andere zaken vraagt spreker hoe deze te meten zijn bijvoorbeeld sociale zaken, interne bouw en milieutechnische zaken en hoe dit aangepakt gaat worden en hoever teruggegaan dient te worden. Spreker wil geen heksenjacht en vindt dat communicatie hierin een belangrijke rol speelt. Er dient volgens spreker aan de burgers aangegeven te worden wat er gedaan gaat worden en waar op gerekend kan worden en dat duidelijk wordt dat eenieder hetzelfde behandeld gaat worden. Spreker denkt dat het beleid valt of staat met een goede communicatie. Ook vindt spreker dat er geen dubbelop zaken geregeld worden en denkt hierbij aan het bouwbeleidsplan waarin ook een stuk handhaving zit. Indien onvoldoende bij iedereen gelijkwaardig teruggegaan kan worden in de tijd wat controleuitgangspunten betreft zal geschoven moeten worden in de prioritering, stelt spreker. Spreker wil duidelijkheid in de prioritering en denkt dat hier mogelijk nog winst te behalen is als het gaat over de fte’s. Uiteraard wordt er niets afgedaan aan het voorgestane beleid volgens spreker maar er dient gekeken te worden naar wat moet en kan. Spreker vindt dat gekeken moet worden naar invulling middels tijdelijk personeel en op termijn te bezien wat nog noodzakelijk is omdat voor de toekomst een teruggang in illegaliteit verwacht wordt.Tot slot vraagt spreker hoe ver gegaan kan worden met het principe de vervuiler betaalt oftewel de overtreder in deze te belasten met de betreffende kosten. Mevrouw VAN RHEENEN stelt dat indien de raad afspraken maakt en regels opstelt deze ook zo uitgevoerd en gecontroleerd dienen te worden omdat het anders een rommeltje wordt. Wel vindt spreekster dat regelmatig het nut en de noodzaak van die afgesproken regels gevolgd dienen te blijven en getoetst op actualiteit en bruikbaarheid. Volgens spreekster blijken afspraken achteraf toch anders uit te pakken dan te voorzien. Spreekster vindt het belangrijk dat de uitleg en de toepassing van deze regelgeving voor iedereen hetzelfde is maar ook voor de gemeentelijke overheid. Aangaande de aanvankelijk verbonden personele consequenties aan de handhavingsnota stelt spreekster deze niet voor haar rekening te nemen omdat dit betekent dat 10% van het ambtelijk apparaat gebruikt moet worden voor de handhaving van de opgestelde en opgelegde regels en vindt dit een doorgeschoten aanpak. Spreekster vindt dat de benodigde mankracht voor de handhaving stapsgewijs gehaald moet worden uit de bestaande formatie. Volgens spreekster kan de reductie van de fte’s komend uit de in gang gezette afslankingsoperatie voor zover nodig deels gebruikt worden om soelaas te bieden aan het vermeende tekort aan mankracht voor de uitoefening van de handhaving. Om die handhaving te kunnen uitvoeren, een taak van het college, dient er een prioritering gegeven te worden aan de te handhaven onderwerpen, vindt spreekster. Omdat het college de handhaving integraal van start wil laten gaan vergt dit een aanpak met integrale werkprocessen stelt spreekster en vraagt of het ambtelijk apparaat al zo ver is. Spreekster meent dat het te hoog gegrepen is om nu na vaststelling van de nota, de handhaving integraal aan te pakken en stelt voor een prioritering aan te geven. Als voorbeeld noemt spreekster te beginnen met handhaven daar waar schade aan een ander of aan het milieu optreedt, waar gevaarscriteria gesteld moeten worden, waar veiligheid in
RD2608.doc\blz. 33
het geding komt, waar veelvuldig klachten over zijn, waar burgers last van hebben e.d. Ook spreekster vindt dat er een duidelijke communicatie naar de burgers moet zijn wat de spelregels en de sancties zijn. Spreekster is tegen een heksenjacht of een overkill aan bureaucratische handhaving maar wil duidelijkheid over de regels. Volgens spreekster dient een evaluatie over de regelgeving gehouden te worden of deze nog adequaat en zinvol is, nog te handhaven is en of er nog iets te veranderen valt aan zinloze regelgeving. Spreekster noemt het voorbeeldje van de hooiberg waarbij een regelgeving geldt waarbij niemand zich gelukkig voelt. Met betrekking tot het zogenoemde stuwmeer zegt spreekster dat hiervoor het moment bepaald moet worden vanaf welk moment handhavend opgetreden kan worden, wat de mogelijkheden zijn en wat reëel is. Spreekster vindt dat hoe verder teruggegaan wordt in de geschiedenis hoe moeilijker het wordt en stelt niet verder terug te willen gaan als het moment van de herindeling. Tot slot vraagt spreekster in welke termijn het college denkt dit opgelost te hebben en tevens of het gevraagde krediet van € 51.000,-- jaarlijks nodig is en hoeveel jaar dit betreft. De heer GRAAFMANS zegt dat in de commissie gesproken is over uitstel omdat dit een belangrijk punt is dat een enorme impact heeft op de gemeenschap met grote gevolgen. Spreker stelt duidelijk niet tegen handhaving te zijn maar vindt de manier waarop te ver gaan. Indien de handhaving op deze manier uitgevoerd wordt vreest spreker enorme kosten voor juridische procedures. Met het oog hierop heeft spreker in de commissie voorgesteld als ingangsdatum 7-3-2002 te stellen, de datum dat deze raad en dit college aantrad. Volgens spreker scheelt dit veel geld en inzet en vindt de uitbreiding van 2,3 fte + een handhavingscoördinator een behoorlijke investering. Het gestelde in het voorstel onder punt 1 dat de personele invulling geleidelijk plaatsvindt vindt spreker kort door de bocht en verzoekt hierover duidelijkheid. Spreker heeft ook grote problemen met de onder punt 2 aangegeven structurele uitbreiding personele capaciteit over 2004 en de volgende jaren tot een maximum van € 156.600,-- omdat hier mensen in vaste dienst worden aangenomen voor een betrekkelijk korte termijn en vraagt waarom geen tijdelijk personeel wordt aangenomen. Betreffende punt 3 stelt spreker dat incidenteel € 51.000,-- per jaar wordt gevraagd en vraagt waarom dit van de algemene reserves en niet van de budgethouder afgehouden wordt. Het aanstellen van een fulltime coördinator zoals bedoeld onder punt 4 vindt spreker een luxe en vraagt waarom niet gekozen wordt voor een parttime coördinator die deels coördinerend en deels uitvoerend bezig is. Tot slot zegt spreker evenals het college bedenkingen te hebben over de uitvoering van het bureau Mandaat en verzoekt daarom dringend te gaan handhaven vanaf 7-3-2002 mede vanwege de juridische kosten en de gedoogsituatie. Spreker zegt dat het stuk te ver gaat en verzoekt met klem goed en duidelijk te communiceren met de burgers. De heer SMITS vindt het duidelijk dat er een nota handhaving moet komen maar heeft moeite met de manier waarop en hoe. Volgens spreker is in de commissie voor A.B.A. het tijdpad en verloop om te komen tot een goede breed gedragen nota van handhaving duidelijk afgesproken alleen moest er nog een oplossing gevonden worden voor een paar zeer belangrijke punten en dit zou aan de orde komen in de eerstvolgende commissievergadering. Ook is afgesproken dat de handhavingsnota in de raadsvergadering van september op de agenda geplaatst zou worden, aldus spreker. Volgens spreker krijgt de raad regelmatig het verwijt dat de voorstellen uit de raad en commissies dienen te komen omdat dit de taak van de raad is maar nu wordt door het college ingegrepen in het proces, wordt de commissie gekleineerd en wordt de raad gevraagd een uitspraak te doen over een voorstel dat nog niet behandelingsklaar is. Omdat het voorstel later nog verder uitgediscussieerd moet worden in de commissie voor R.O.V. en nu al een krediet van € 244.000,-- gevraagd wordt
RD2608.doc\blz. 34
stelt spreker hierin niet mee te kunnen gaan. Volgens spreker heeft het inzetten van meer personeel om het stuwmeer weg te werken een grote invloed op de financiën en het aantal fte’s. Spreker vindt het moeilijk om aan te geven hoever teruggegaan moet worden omdat er zoveel gevallen onder het overgangsrecht zullen vallen die in het stuwmeer zitten en waartegen niet opgetreden kan worden. Indien deze personen in beroep gaan bij de Raad van State zullen zij dit winnen denkt spreker en daarom ook dient dit behandeld te worden in de commissie voor R.O.V. Overigens vindt spreker het onacceptabel dat er in de nota handhaving alleen gesproken wordt over het buitengebied. Volgens spreker heeft iedere inwoner van Oirschot dezelfde rechten en plichten dus dient deze nota ook te gelden voor de dorpskernen en de industrieterreinen. Er wordt aangegeven dat het hier een speerpunt van beleid betreft maar dit neemt niet weg dat hieraan een goed en volledig raadsvoorstel aan ten grondslag moet liggen, stelt spreker. Spreker heeft voorgesteld dit agendapunt terug te nemen en het opnieuw op de agenda te plaatsen als het in de diverse commissies behandeld en besproken is zodat het breed gedragen wordt. Omdat het college dit niet voornemens is stemt spreker niet in met het voorstel. Desgevraagd door wethouder Termeer schorst de VOORZITTER de vergadering. Na heropening door de voorzitter merkt wethouder TERMEER op dat er helaas nog geen duidelijk is over de splitsing wat structureel beleid is hetgeen verwoord staat in de nota handhaving en wat incidenteel is hetgeen staat verwoord met betrekking tot het stuwmeer. Nog steeds wordt door de heer Graafmans gesteld niet eerder terug te willen dan 7-3-2002 omdat dat 2,3 fte en een handhavingscoördinator kost, stelt spreekster. Spreekster zegt dat deze twee zaken helemaal niets met elkaar van doen hebben. De heer GRAAFMANS zegt bij interruptie niet voor niets aangegeven te hebben dat het voorstel terug naar de commissies moest. Wethouder TERMEER zegt dat letterlijk in het voorstel staat dat het college voorziet dat 4,75 jaar 1 iemand à € 51.000,-- per jaar nodig is om het stuwmeer weg te werken en dat zijn dus de personele financiële consequenties van het stuwmeer. Als gesproken wordt over het structureel integraal handhaven dan wordt gesproken over 2,3 fte’s + een handhavingscoördinator stelt spreekster en dit heeft dus niets te maken met het stuwmeer. Spreekster zegt dat hiermee aangegeven wordt waarom het college de raad voorstelt de behandeling te splitsen in twee fases. Volgens spreekster is het voorstel duidelijk gesplitst in de behandeling van het stelselmatige structurele beleid op het gebied van handhaving en het wegwerken van het stuwmeer. Het feit dat er in de commissie voor A.B.A. zoveel verwarring was over data en systematiek van wegwerking van het stuwmeer en de financiele consequenties daarvan heeft het college gesteld bespreek dit in alle rust in de commissie voor R.O.V., aldus spreekster. De heer DAENEN zegt dat het geen onzinnig voorstel is mits er nu al geen aanvang gemaakt wordt door de afdeling met rücksichtlos dat stuwmeer aan te pakken. Volgens spreker dienen er kaders gesteld te worden hoe met het stuwmeer omgegaan moet worden. De heer EVERS is verbaasd over het feit dat het college een integrale nota handhaving ter discussie stelt en bij de behandeling hiervan al een splitsing gemaakt wordt.
RD2608.doc\blz. 35
Wethouder TERMEER verduidelijkt nogmaals dat het hier gaat over een nota integrale handhaving en over het wegwerken van het stuwmeer en dat deze twee onderdelen splitsbaar zijn. Volgens spreekster was dit een goed voorstel omdat daardoor in de commissie voor R.O.V. gesproken had kunnen worden over termijnen, de consequenties ervan, de financiële consequenties e.d De heer EVERS vraagt of op dit moment niet meer over kaders gesproken wordt maar over een stuk uitvoering. Volgens spreker hoort deze nota hier eigenlijk niet behandeld te worden maar had het college aan de raad kaders moeten vragen waarbinnen gehandhaafd kan worden. Wethouder TERMEER stelt dat in de nota handhaving kaders gevraagd worden om integraal stelselmatig te mogen handhaven en hiervoor worden budget en fte’s gevraagd en dat voor het wegwerken van het stuwmeer fte’s en geld nodig zijn. De heer DAENEN is het eens met hetgeen de heer Evers stelt. Volgens spreker is de nota integraal handhaven een uitvoeringsnota van hoe het college denkt vorm te geven aan integraal handhaven. Spreker stelt dat de coalitiepartners de opdracht hebben gegeven om integraal te handhaven en hiervoor is een uitvoeringsnotitie opgesteld. Volgens spreker zou de raad voor de opdracht kaders op moeten stellen en dat kaderstellende stuk had losgekoppeld moeten worden van de uitvoeringsnotitie. Wethouder TERMEER zet uiteen dat de uitbreiding van 0,23 fte’s in het kader van het bouwbeleidsplan voor handhaving ook al opgenomen was in de nota handhaving dus dubbelop. Spreekster zegt toe dat dit gecorrigeerd zal worden in het bouwbeleidsplan. Met betrekking tot het inzetten van tijdelijk personeel stelt spreekster dat voor het wegwerken van het stuwmeer hieraan mogelijk gedacht kan worden afhankelijk van de methodiek en de systematiek die gekozen wordt. Maar indien gesproken wordt over integraal stelselmatig handhaven, iets structureels, dan heeft het weinig zin om hiervoor tijdelijk personeel in te zetten, aldus spreekster. Aangaande de communicatie zegt spreekster dat dit een ongehoord belangrijk onderdeel van het beleid is, dat hierover in de nota een uitgebreide paragraaf beschreven is en dat de handhavingscoördinator in samenwerking met de afdeling voorlichting een handhavingscommunicatieplan gaat opstellen. Uiteraard is het niet meer dan normaal dat de opgestelde regels gecontroleerd en gehandhaafd worden en dit geldt natuurlijk ook voor de gemeente zelf, stelt spreekster. Ook spreekster vindt dat er kritisch gekeken moet worden naar het nut en de noodzaak van regels alleen dient aangegeven te worden door de raad welke regels onnut en overbodig zijn zodat deze afgeschaft kunnen worden. Volgens spreekster zit de pijn bij de liberale fractie met betrekking tot het structurele handhavingsplan in de formatie en dat is in deze tijd van afslanking begrijpelijk. Indien handhaving gezien wordt als een speerpunt van beleid en het stelselmatig aanpakken ervan, dan kost dat formatie, stelt spreekster. Spreekster vindt het vanzelfsprekend dat het beleid stapsgewijs en op een slimme manier wordt aangepakt. Volgens spreekster wordt getracht zoveel mogelijk vanuit de bestaande formatie te gaan werken om zoveel mogelijk nieuwe fte’s te voorkomen maar dit betekent niet dat er geen extra fte’s aangenomen zullen worden. Spreekster stelt dat de eerste fte die aangenomen wordt de handhavingscoordinator is omdat deze het beleid moet gaan trekken en vorm moet geven. Overigens stelt spreekster deze coördinator niet als een luxe te beschouwen. Indien gesteld wordt dat het ambtelijk apparaat op dit moment nog niet ver genoeg is om dit beleid op een integrale manier uit te voeren klopt dit, aldus spreekster.
RD2608.doc\blz. 36
De heer EVERS denkt dat integrale handhaving alleen maar afgeleid kan worden als werkprocessen en als de organisatie integraal werkt en als dat niet het geval is wordt er een politiebureau op het gemeentehuis opgericht dat alleen maar bezig is met de handhaving en vergunningverlening. Volgens spreker kan het niet zo zijn dat integrale handhaving op zichzelf staat. Spreker denkt dat er nu een stap wordt overgeslagen. Wethouder TERMEER stelt dat al maanden gewerkt wordt aan de integrale werkprocessen en het natuurlijk zo is dat de afstemming tussen vergunningverlening en handhaving gestalte moet krijgen. Spreekster vraagt de heer Graafmans aan te geven waarom niet tegen handhaving te zijn maar er vervolgens geen geld en menskracht voor in te zetten. Tot slot zegt spreekster dat er niet alleen gehandhaafd wordt in het buitengebied maar integraal, uniform en zonder aanzien des persoon. Mevrouw VAN RHEENEN heeft nog geen antwoord gekregen op de vraag over het stellen van prioriteiten. Wethouder TERMEER antwoordt dat de prioritering letterlijk in het rapport staat aangegeven. Wethouder VAN DEN OORD zet de beweegredenen uiteen over het tijdstip van handhaving. Volgens spreker is destijds met de IRO afgesproken dat teruggegaan wordt naar 1 januari 1997 en dat daarbij gebruik gemaakt gaat worden van de luchtfoto’s van eind 1996. Indien nu gekozen wordt voor een paar jaar later stelt spreker dat de IRO daar nooit genoegen mee zal nemen en door de IRO zelf ingegrepen zal worden. De heer VAN DE LOO vraagt of het dan gaat om die 384 gevallen of zijn er dat minder. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat het aanvankelijk om ruim 2300 gevallen betrof en hiervan 384 gevallen overgebleven zijn. Ook spreker vindt dat duidelijk met de burgers gecommuniceerd behoort te worden wat de IRO opgedragen heeft aan de gemeente en wat de gemeente uit gaat voeren. Met betrekking tot het principe de vervuiler betaalt zegt spreker dat gezocht wordt naar de mogelijkheden hiervoor maar dit wel dient te gebeuren binnen de mogelijke regels. Spreker is het eens dat iemand die de gemeenschap op kosten jaagt dit ook moet betalen. Volgens spreker dient de overheid zich niet alleen aan de regels te houden maar dient ook het voorbeeld te geven. Met betrekking tot de gestelde datum van 7 maart 2002 zegt spreker dat de IRO hier nooit genoegen mee zal nemen en bovendien dit ook met de IRO afgesproken is en de raad hierover ook een duidelijke uitspraak gedaan heeft. Tot slot zegt spreker dat de commissie voor R.O.V. regelmatig op de hoogte gehouden wordt van het doen en laten van het wegwerken van het stuwmeer. De heer DAENEN staat het integraal handhaven voor en vindt dat aan de slag gegaan moet worden. Met betrekking tot het stuwmeer stelt spreker dat de wethouder misschien gelijk heeft dat dit losgekoppeld moet worden van de nota integraal handhaven. Spreker vindt dat er een aantal haken en ogen zitten aan het feit dat nu al handhavend opgetreden wordt. In de commissie voor A.B.A. heeft spreker gevraagd een overzicht te maken naar teruggaan in de tijd en de daarmee gepaard gaande kosten om te handhaven en de kans op succes. Volgens spreker kan op basis van die informatie gesteld worden wat nog reëel behapbaar is. Met betrekking tot de datum zegt spreker dat de gemeente uiteraard gehouden is aan hetgeen de IRO opgedragen heeft, maar er kan ook gesteld worden dat er begonnen wordt in 2002 en daarna overgaan naar 2001 en 2000. Volgens spreker
RD2608.doc\blz. 37
worden op deze manier de situaties aangepakt waar het meeste succes te behalen valt en laat je naar de burgers duidelijk zien dat het serieus genomen wordt. Spreker stelt voor een debat te voeren over het omgaan met het wegwerken van het stuwmeer. Ook spreker vindt dat regels getoetst dienen te worden op bruikbaarheid en denkt dat er minder regels moeten komen maar dat de regels die er zijn serieus gehanteerd dienen te worden en noemt als voorbeeld het fenomeen inwoning. Tot slot neemt spreker afstand van de stellingname van de liberale fractie dat wat je wil niks mag kosten want dat kan in dit kader niet maar vindt dat de kosten die gemaakt worden wel een zo groot mogelijke kans op succes dienen te hebben. Na een getrokken conclusie door de voorzitter zegt spreker het voorstel voor het integraal handhavingsplan te ondersteunen maar nadere kaders te willen voor het omgaan met het stuwmeer en serieus werk te maken van het nut en de bruikbaarheid van de te hanteren regels. Naar aanleiding van de gegeven antwoorden gaat de heer KEMPS op hoofdlijnen akkoord met het voorstel. Spreker vraagt hoe het zit met de haalbaarheid van de juridische procedures die opgestart worden ten opzichte van de 384 gevallen en vindt dat hier duidelijke gelijkheidsprincipes op nagehouden behoren te worden. Verder stelt spreker richting de fracties van Dorpsvisie en De Gewone Man dat deze het oude beleid niet ter discussie durven te stellen en betreurt dit. De heer GRAAFMANS vraagt waarop gedoeld wordt. De heer KEMPS zegt dat er meer dan 2000 gevallen zijn die de gemeente voor behoorlijk hoge investeringen zetten. De heer GRAAFMANS vraagt wat bedoeld wordt met de relatie van Dorpsvisie en het oude beleid. De heer KEMPS zegt dat de oorzaak voornamelijk ligt in het gevoerde oude beleid. De heer GRAAFMANS protesteert hier tegen. De heer KEMPS zegt dat dit niet persoonlijk bedoeld is maar meer naar de fractie. Spreker vraagt het college de zaken vooraf goed te toetsen op de juridische haalbaarheid. Mevrouw VAN RHEENEN zegt dat het lijkt alsof er enige discrepantie ontstaat tussen de wethouder en de fractie maar dat aan een goede aanpak kosten verbonden zijn. Spreekster vindt ook dat afgesproken regels gehandhaafd dienen te worden maar vindt de thans voorliggende nota erg ambitieus en hier en daar zelfs overdreven. Ook het bestempelen van 10% van het ambtelijk apparaat voor handhaving vindt spreekster onjuist. Spreekster is blij met het gegeven antwoord dat de benodigde formatie stapsgewijs ingezet wordt en zoveel mogelijk binnen de huidige formatie. Volgens spreekster is dit totaal anders dan in de nota staat omdat daarin bijna een vrijbrief wordt gevraagd voor de uitbreiding van de formatie met ongeveer 9 personen. Tenslotte zegt spreekster dat de prioritering niet zo duidelijk in de nota omschreven staat als waar voorbeelden voor aangedragen zijn. Wat betreft het stuwmeer vindt de heer GRAAAFMANS dat niet verder teruggegaan kan worden dan 7 maart 2002 omdat er anders vele juridische procedures te verwachten zijn en hiervoor niet voldoende geld zal zijn. Bovendien denkt spreker dat dit veel onrust en onduidelijkheid geeft. Spreker stelt voor handhaving te zijn maar problemen te hebben met de grote inzet die hiervoor
RD2608.doc\blz. 38
gedaan moet worden en noemt het een lux en ambitieus plan. Het aanstellen van een fulltime coördinator vindt spreker een luxe met name vanwege de kosten en vraagt of dit allemaal nodig is en of hiervoor voldoende werk is. De heer SMITS zegt toe de nota handhaving volledig te ondersteunen maar moeite te hebben met de ins en outs. Spreker wil zorgvuldigheid betrachten met regelgeving en haalbaarheid. Uit de gevoerde discussie blijkt, aldus spreker dat de behandeling nu te voorbarig is geweest. Omdat dit plan niet volledig is en te onduidelijk stemt spreker niet in met het voorstel. Wethouder TERMEER zegt in hoofdlijnen aangegeven te hebben waar de prioriteitstelling verwoord stond in het voorstel en stelt dat voor elk onderdeel zoals blijkt uit het beleidsplan prioriteiten worden gesteld en noemt als voorbeeld punt 2.5. Vervolgens wordt volgens spreekster overeenkomstig die prioriteitstelling uitvoering gegeven aan het beleid en kan de prioritering doorgetrokken worden. Spreekster vindt dit geen lux plan omdat dit plan niet verder gaat dan geacht wordt dat de gemeentelijke overheid moet doen op het gebied van handhaving. Helaas kost het ontwikkelen en uitvoeren van een nieuw beleid geld, aldus spreekster. Volgens spreekster wordt getracht dit op een flexibele en zuinig mogelijke manier in te vullen en de maximale kosten te verhalen daar waar mogelijk is. Aangaande het gestelde dat het voorbarig is dit nu te behandelen zegt spreekster de indruk te krijgen dat de handhaving heel manmoedig wordt ondersteund totdat concreet wordt dat handhavend opgetreden moet worden. Spreekster zegt het op de agenda te hebben geplaatst om te vragen de verantwoordelijkheid te nemen omdat het bittere noodzaak is dat er wordt gehandhaafd zonder aanzien des persoon. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat nog niet begonnen is met het handhaven van het stuwmeer het is alleen geïnventariseerd door het bureau Mandaat. De heer DAENEN vraagt wat te doen met situaties waar dat wel het geval is. Wethouder VAN DEN OORD zegt geen enkel geval te kennen. De heer DAENEN vraagt hoe omgegaan wordt met de haalbaarheid van de handhaving. Uiteraard dient de datum voor handhaving voor iedereen gelijk te zijn, stelt wethouder VAN DEN OORD. De heer KEMPS zegt dat in het kader van de mogelijkheid binnen de wetgeving het tijdstip voor iedereen gelijk moet zijn. Spreker hoopt dat de 384 gevallen reëel zijn en dat er voldoende informatie is om deze op een gelijkwaardige wijze te toetsen. Wethouder VAN DEN OORD zegt dat het bureau Mandaat in het buitengebied woning voor woning gecontroleerd heeft en daar deze gevallen uitgekomen zijn. Spreker hoopt dat hiermee alle illegaliteit gedekt wordt. Met betrekking tot de haalbaarheid belooft spreker regelmatig in de commissie voor R.O.V. op de wijze van uitvoering terug te komen. De heer DAENEN vraagt nogmaals om een staatje waarin de datum, de kosten en de succesfactor wordt aangegeven omdat dit helpt bij het maken van een inschatting van wat haalbaar is.
RD2608.doc\blz. 39
Wethouder VAN DEN OORD zegt nogmaals terug te komen in de commissie voor R.O.V. met informatie. Spreker zegt toe zeer nauw contact te houden met de commissie voor R.O.V. en de IRO als het gaat om de haalbaarheid en wenselijkheid. Desgevraagd door mevrouw van Rheenen schorst de VOORZITTER de vergadering. Na heropening door de voorzitter zegt de heer GRAAFMANS helaas het gehele plan niet te kunnen steunen maar wel de punten 1 en 2 maar 3 en 4 niet. Mevrouw VAN RHEENEN stelt niet tegen de nota te zijn maar blijft pijn hebben over de wijze van aanbieding, de formatie en de prioritering. Spreekster zegt de nota aan te nemen maar daaraan gekoppeld de toezeggingen en aanpak zoals toegezegd door de wethouder. Overigens zegt spreekster het proces, de formatie en de financiële middelen zeer nauwgezet te blijven volgen en indien er enige afwijking ontdekt worden dit in de commissie en de raad aan de orde te stellen. De heer DAENEN heeft geen probleem met de nota handhaving maar hoopt op een discussie in de commissie voor R.O.V. over het stuwmeer met name de haalbaarheid van de acties vanuit de afdeling afgezet tegen de kosten en tijdsas. De heer KEMPS stemt in met het voorstel en ondersteunt de woorden van mevrouw van Rheenen. De heer SMITS is tegen het voorstel. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met tegenstemming van de fracties van Dorpsvisie en De Gewone Man. 23. INGEKOMEN STUKKEN A. Ter kennisname: Nr. 1
Datum: 17-06-2003
Ontvangen van: Raad van State, Postbus 20019, ’s-Gravenhage
2
20-06-2003
Ministerie OCW, Zoetermeer
3
02-07-2003
4
02-07-2003
Ministerie Vrom, Postbus 30941, Den Haag Politie Brabant Zuid-Oost, Postbus 528, Eindhoven
RD2608.doc\blz. 40
Onderwerp: Afschriften van op bestemmingsplan Kom Middelbeers betrekking hebbende stukken Kennisgeving besluit op bezwaarschrift d.d. 18-05-2000 ingediend namens Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot inzake aanwijzen kloostercomplex als beschermd rijksmonument Nieuwsbrief “Bouwen met kwaliteit” Jaarverslag 2002
5
03-07-2003
Gemeente Someren, Postbus 290, Someren
6
03-07-2003
Gemeenteraad Gemert-Bakel
7
04-07-2003
Brabantse Milieufederatie, Postbus 591, Tilburg
8
07-07-2003
9
07-07-2003
Muziek- en Dansinstituut Best-Oirschot, J.P. Coenstraat 40, Best KBO Brabant, Postbus 3240, ’s-Hertogenbosch
10
07-07-2003
11
10-07-2003
12
11-07-2003
13
11-07-2003
14
14-07-2003
15
18-07-2003
Inspectie Werk en Inkomen, Postbus 100, Zoetermeer
16
18-07-2003
17 18
18-07-2003 14-07-2003
Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Rechtbank ’s-Hertogenbosch Raad van State
19
01-08-2003
Gemeente Gemert-Bakel
Gemeente Bergeijk, Postbus 10000, Bergeijk Inspectie Werk en Inkomen, Postbus 100, Zoetermeer Gemeenteraad Waalre, Postbus 10000, 5580 GA Waalre Socialistische Partij NoordBrabant, Vijverhofstraat 65, Rotterdam KBO Brabant, Sint Sebastiaanstraat 12, Oirschot
Verzoek om ondersteuning motie openbaar verboer in de regio op huidige peil te handhaven Toezending motie inzake tekortschieten Nota Beleidsvisie openbaar vervoersnetwerk in Zuid Oost Brabant Orion II Reactie namens een aantal organisaties op Beleidsvisie en Lijnennetstudie Orion 2 Vaststelling begrotingswijziging 2003 en begroting 2004 Verzoek de nodige aandacht te besteden aan het welzijnsbeleid in de lokale gemeenschappen Verzoek adhesiebetuiging motie m.b.t. openbaar vervoer beleidsplan Orion II Rapport Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet Ter kennisname motie m.b.t. openbaar vervoer beleidsplan Orion II Verzoek afdoende maatregelen te nemen ter voorkoming van verdere vervuiling door CCA-geïmpregneerd hout Verzoek om zelfstandig wonen door integratie van de “Boekelse Variant” in Oirschot Gemeentelijk beleid en handhaving van de bijstandswetgeving bij woonwagenbewoners Verzamelbrief juli 2003 Uitspraak Kockelmans Behandelingsdata Betemmingsplan Buitengebied Oirschot Motie Orion II
B. Voorlopig ter kennisname (in afwachting van agendering van het raadsvoorstel waarop deze brief betrekking heeft) Nr.
Datum:
RD2608.doc\blz. 41
Ontvangen van:
Onderwerp:
20
13-06-2003
F.J. Hagemeijer, Koestraat 17, Oirschot
21 22
22-07-2003 18-07-2003
Commissariaat voor de media Provincie Noord-Brabant
Herhaald verzoek mede namens H. Meulenbroeks, A. van den Bogaart, X. Luxembourg, E. Houtop en T. Markhorst om een oplossing voor de aanhoudende geluidsoverlast van het Hof van Solms Advies lokale omroep Financiering reconstructie
C. In handen van het college van burgemeester en wethouders, gehoord de betreffende vakcommissie Nr. 23
Datum: 02-07-2003
24
04-07-2003
25
14-07-2003
26
16-07-2003
Ontvangen van: Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Broederplein 41, Zeist Bestuur KBO-Brabant, Postbus 3240, ’s-Hertogenbosch Genium Group, Kerkenbos 1059b, Nijmegen
Medezeggenschapsraad St. Josephschool Oostelbeers
Onderwerp: Verzoek aanvullende informatie betreffende aanwijzing Hertog Janstraat 7, Middelbeers als beschermd monument Ter kennisname resolutie AB KBOBrabant Aanvullende informatie op brief van 2 juli jl. m.b.t. gunning CVV en verzoek om hier serieus mee om te gaan voorafgaande aan de formele bekrachtiging van de gunning CVV Oirschot Zorg om bouwbeleid Oostelbeers
D. Ter afdoening door het college van burgemeester en wethouders Nr. 27
Datum: 01-07-2003
Ontvangen van: Juliette & Stephen Hobbs, Nevenakker 15, Oirschot
28
03-07-2003
Raad van State, Postbus 20019, ’s-Gravenhage
29
08-07-2003
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Broederplein 41, Zeist
30 31
20-06-2003 20-06-2003
Rechtbank ’s-Hertogenbosch Rechtbank ’s-Hertogenbosch
RD2608.doc\blz. 42
Onderwerp: Verzoek tot het nemen van maatregelen tegen geluidsoverlast brommers nabij voetbalveld Oude Grintweg Mededeling behandeling d.d. 15-07-2003 van ingekomen verzoek om voorlopige voorziening betreffende bestemmingsplan Kom Middelbeers Verzoek advies m.b.t. aanwijzing beschermd monument Boterwijksestraat 3 en verslag van horen en belanghebbenden binnen 4 weken toe te zenden Uitspraak Veteka BV Verzoek om voorlopige voorziening Veteka BV
32 33
23-07-2003 25-06-2003
Rechtbank ’s-Hertogenbosch Advocaten De Voort Hermes De Bont
34
16-07-2003
Advocaten De Voort Hermes De Bont
35 36 37
24-07-2003 25-07-2003 28-07-2003
W.H.I. Zwart Rechtbank ’s-Hertogenbosch Raad van State
38
31-07-2003
39 40
04-08-2003 01-08-2003
Gerechtsdeurwaarder Van Gompel & Van Ooijen Rechtbank ’s-Hertogenbosch C.J.A.A. de Koning
Beroep Veteka BV Veteka: onttrekken openbare weg deel Wit Hollandweg (beslissing op bezwaarschrift) Veteka: ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Correctieve herziening 2003” Forenzen belasting Oproeping beroep Veteka Bestemmingsplan Kom Middelbeers; Verzoek om voorlopige voorziening Aanzegging Veteka BV Beroep Veteka BV Bezwaar planschadeclaim
De heer VAN DE VEN vraagt na te denken over een uitvoerigere omschrijving van de onderwerpen. De VOORZITTER zegt zulks toe. 24. MEDEDELINGEN Aangaande de mededeling over Orion zegt de heer DAENEN dat jammer genoeg de destijds aangenomen motie niet meegenomen is in de inspraaknotities omdat deze te laat was. Spreker zet uiteen dat in het portefeuillehoudersoverleg voor het Orion II-plan gestemd is. Spreker vraagt of de gedane toezeggingen en veranderingen toereikend zijn om een volwaardig regionaal dekkend openbaar vervoernetwerk in stand te houden. Spreker vraagt of het mogelijk is deze toezeggingen en veranderingen te verkrijgen zodat de fracties er een oordeel over uit kunnen spreken omdat volgende week op bestuurdersniveau definitief ingestemd worden met het Orion II-plan. Wethouder VAN BIJSTERVELDT zegt toe de veranderingen en toezeggingen te mailen zodat de burgemeester de reacties mee kan nemen naar de Regioraad. Overigens zegt spreker dat het niet duidelijk is waarom de motie niet tijdig ontvangen is en zegt toe deze motie in het volgende portefeuillehoudersoverleg mee te nemen. Mevrouw VAN RHEENEN deelt mede dat de heer Jan Cees van Beers uit Middelbeers de heer Mauser gaat opvolgen. De heer KEMPS vraagt de brief van antiquair van der Steen te behandelen in de commissie voor A.B.A. De VOORZITTER zegt zulks toe.
RD2608.doc\blz. 43
25. SCHRIFTELIJKE VRAGEN Door de heer van de Schoot zijn namens de fractie van het CDA onderstaande schriftelijke vragen gesteld: “Betreft: Rondvraag Gemeenteraadsvergadering d.d 26 augustus 2003 Onderwerp: Ambulancedienst De maat is vol de regio heeft snel behoefte aan meer ambulances, er zijn te weinig ziekenauto’s en bemanning, hierdoor is de regionale zorg niet meer verantwoord. Als er geen extra ambulances bijkomen moeten de burgers van de gemeente Oirschot volgend jaar in de ergste gevallen bijna een half uur op een ziekenauto wachten. De brandweer mag 8 minuten doen over een uitruk naar een brand. Dan is het toch gek dat bij ongevallen met slachtoffers over aanrijtijden van ± 30 minuten wordt gesproken. Blijkbaar zijn brandende gebouwen belangrijker dan mensen. Voor levensbedreigende situaties staat er in de brandweerpost van Oirschot en van de Beerzen een Basic Life Support paraat. Het team wordt ingezet ter ondersteuning van de ambulancedienst en is al diverse keren uitgerukt voor een reanimatie. Het ministerie van Volksgezondheid is tegen dit project en stuurde daar onlangs weer een aangetekende brief over naar brandweer en ambulancedienst. We moeten volgens het ministerie acuut stoppen. Vraag: 1. Is het college voornemens om te stoppen met Basic Life Support (opdracht ministerie van Volksgezondheid) ??? 2. Is het college voornemens om actie te ondernemen richting het ambulance vervoer ??? (was getekend) Henk van de Schoot” De VOORZITTER beantwoordt de vragen als volgt: 1. Nee en dit mocht ook verwacht worden omdat de ervaren negatieve druk doorstaan is samen met de regio en inmiddels ondersteund is door minister de Geus; ook is er recent geen negatieve brief binnengekomen; 2. Het college is voornemens aan de minister een pittige brief te sturen en gaat er vanuit dit ook mede namens de raad te doen. In deze brief wordt de minister er op gewezen dat het hoge aantal overschrijdingen van de zogenaamde 15-minutengrens onaanvaardbaar is. Hierna sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed. Vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot van 23 september 2003. De gemeenteraad, H. Struijs, griffier
RD2608.doc\blz. 44
Mr. G.G.I.M. Speetjens, voorzitter