Jaarverslag Klachtencommissie Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen 2008 Inhoud Inleiding 1. Reglement Klachtencommissie 1.1 Procedure klachtenbehandeling 1.2 Wijze waarop de zorgaanbieder de regeling onder de aandacht van de cliënt heeft gebracht 2. Klachtencommissie 2.1 Samenstelling 2.2 Werkzaamheden commissie 2.2 Overige werkzaamheden van de commissie 3. Klachten ingediend in 2008 3.1 Aantal klachten 3.2 Partijen 4. Klachten waarover in 2008 uitspraak is gedaan 4.1 Inhoud van de klachten 4.2 Beoordeling 4.3 Strekking van de oordelen 5. 5.1 Aanbevelingen van de klachtencommissie 5.2 Aard van de maatregelen 6 Einde van de procedure
Inleiding Volgens de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) is het een wettelijke verplichting voor iedere zorgaanbieder, dus voor iedere verloskundige, een regeling te treffen voor de behandeling van klachten. Daarbij moet in ieder geval worden voorzien in een beoordeling van klachten door een onafhankelijke klachtencommissie. Deze regeling moet door de verloskundige onder de aandacht van de cliënten worden gebracht. Bedoeling van de wet is te voorzien in een laagdrempelige, niet-formele manier van klachtenbehandeling. De klachtafhandeling moet leiden tot genoegdoening en tot het wegnemen van onvrede bij cliënten. Daarnaast is de wet gericht op het benutten van de signalen van cliënten om de kwaliteit van de zorg te optimaliseren. De beroepsorganisatie van verloskundigen KNOV heeft voor haar leden een klachtencommissie ingesteld. De klachtencommissie KNOV behandelt klachten over eerstelijns verloskundigen, die aangesloten zijn bij de KNOV. Tegen betaling kan ook een niet aangesloten verloskundige gebruik maken van de klachtenregeling. Rechtspersonen, zoals een verloskundig centrum waar echoscopieën worden gemaakt, kunnen onder voorwaarden gebruik maken van de klachtenregeling. In dit jaarverslag van de klachtencommissie wordt volgens de vereisten van de WKCZ de inhoud van de klachtenregeling, de samenstelling en de werkzaamheden van de klachtencommissie beschreven. Vervolgens worden aantal en aard van de in 2008 volledig behandelde klachten weergegeven, met de strekking van de oordelen en de aanbevelingen. Het jaarverslag wordt toegezonden aan het bestuur van de KNOV ter vaststelling en doorgeleiding aan de Inspectie voor de gezondheidszorg en de minister van VWS, evenals aan de organisaties die de belangen van patiënten in algemene zin behartigen.
1/17
1.
Reglement Klachtencommissie
De ingediende klachten worden behandeld volgens het reglement van de klachtencommissie dat laatstelijk in augustus 2007 is vastgesteld. Een klacht is volgens het klachtreglement “elk naar voren gebracht bezwaar tegen het handelen of functioneren van de zorgaanbieder, komend van de gebruiker van de diensten van deze zorgaanbieder.” Als klager kunnen optreden “de cliënt zelf, de vertegenwoordiger die door de cliënt is aangewezen of de wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt, de zaakwaarnemer voor degene die zijn zaken niet zelf kan behartigen, de nabestaanden van een inmiddels overleden cliënt. Ook naasten, die een directe rol hebben in de zorg aan een cliënt, mogen klagen over de zorg aan de cliënt en over een gedraging van de zorgaanbieder tegenover henzelf. In beide laatstgenoemde situaties kan dit alleen met instemming van de cliënt.” Het klachtreglement beschrijft onder meer de procedure volgens welke klachten worden behandeld. 1.1 Procedure klachtenbehandeling Een klacht dient schriftelijk ingediend te worden bij het secretariaat van de klachtencommissie. Dit kan ook per e-mail. De commissie formuleert op grond van de klachtbrief een omschrijving van de klacht in een of meerdere klachtonderdelen. Deze klachtomschrijving wordt schriftelijk voorgelegd aan degene die de klacht heeft ingediend. Deze kan de klachtomschrijving, indien gewenst, wijzigen en/of aanvullen. De cliënt wordt tevens gevraagd een machtiging te ondertekenen, waarin zij de commissie toestemming geeft de klacht voor te leggen aan de verloskundige en het verloskundig dossier op de vragen. Tevens wordt daarbij expliciet gevraagd naar de naam/namen van de verloskundige(n), tegen wie de klacht zich richt. Daarnaast wordt in dit schrijven de samenstelling van de klachtencommissie bekend gemaakt. De klachtbrief wordt na ontvangst van de machtiging en de reactie op de klachtomschrijving naar de verloskundige gestuurd. In de begeleidende brief is de klachtomschrijving opgenomen. De procedure wordt uiteengezet en de samenstelling van de klachtencommissie wordt bekend gemaakt. De verloskundige dient binnen drie weken schriftelijk te reageren op de inhoud van de klacht en het verloskundig dossier aan de klachtencommissie te sturen. De commissie stuurt een afschrift van de reactie van de verloskundige en van het ontvangen dossier naar degene die de klacht heeft ingediend. Vervolgens wordt een hoorzitting georganiseerd, in de omgeving van de woonplaats van de cliënt. Hiervoor wordt zowel de cliënt als de verloskundige uitgenodigd. Tijdens deze hoorzitting is de klachtencommissie in ieder geval vertegenwoordigd door de voorzitter, een verloskundig lid en een lid uit de kring van patiënten/consumentenorganisaties. De hoorzitting is bedoeld om de klachtencommissie nadere duidelijkheid te verschaffen over wat is voorgevallen. Het is een tweede ronde van hoor en wederhoor, die de verloskundige en de cliënt de mogelijkheid geeft direct op elkaar te reageren. Getracht wordt de zitting in een open, niet-juridische, sfeer te laten plaatsvinden, zodat beiden zich vrij voelen om te spreken. Zowel de cliënt als de verloskundige mag maximaal twee personen ter ondersteuning meebrengen. Hierbij is het echter de bedoeling dat zij zelf het woord voeren, tenzij dat gedaan wordt door een gemachtigde. In het verslagjaar is eenmaal op dringend verzoek van de cliënt afgezien van een gezamenlijke hoorzitting. Eerst is de cliënt gehoord en vervolgens de verloskundige. De klachtencommissie is geen voorstander van een dergelijke, gescheiden hoorzitting, maar soms is het de enige manier om partijen te bewegen naar de zitting te komen. De klachtencommissie kan voostellen om af te zien van een hoorzitting en de klacht schriftelijk af te handelen in twee rondes. Ingeval een hoorzitting achterwege blijft wordt er een tweede schriftelijke ronde gehouden, om zo toch repliek en dupliek mogelijk te maken. In 2008 is bij de behandeling van twee klachten geen hoorzitting gehouden.
2/17
Een aantal malen heeft de commissie voorafgaand aan of naar aanleiding van de hoorzitting besloten een ziekenhuisdossier op te vragen. Hiervoor dient de cliënt een aparte machtiging te ondertekenen. Het opvragen van dossiers uit het ziekenhuis zorgt soms helaas voor enige vertraging in de procedure. De uitspraak wordt vastgesteld in de vergadering van de voltallige klachtencommissie. De commissie vergadert in de regel eenmaal per maand telefonisch, zodat het streven om binnen zes weken na de hoorzitting tot een uitspraak te komen meestal gehaald wordt. Eventueel kan de uitspraak vergezeld gaan van een aanbeveling aan de verloskundige. De uitspraak wordt partijen schriftelijk per aangetekende post toegezonden. Conform artikel 2 lid 5 van de WKCZ moet de verloskundige in alle gevallen schriftelijk op de uitspraak reageren. In de begeleidende brief bij de uitspraak verzoekt de klachtencommissie de verloskundige dan ook uitdrukkelijk om te reageren op de uitspraak, ongeacht het al dan niet gegrond zijn van de klacht. Volgens de wet dient de verloskundige zowel aan degene die de klacht heeft ingediend als aan de commissie te laten weten of er naar aanleiding van de uitspraak maatregelen genomen worden en zo ja, welke dat zijn. Voorafgaand aan de indiening van een klacht neemt een aantal cliënten contact op met het secretariaat om te informeren naar de klachtenprocedure. Dit leidt niet altijd tot het schriftelijk indienen van een klacht. Soms besluit de cliënt alsnog met de verloskundige de klacht te bespreken. Soms vindt de cliënt de klachtenprocedure ‘te zwaar’ om deze te doorlopen. Er zijn echter ook cliënten die de procedure juist ‘te licht’ vinden, vooral omdat de klachtencommissie geen maatregelen op kan leggen. Een enkele maal wil een cliënt slechts haar klacht melden, zodat deze ergens geregistreerd staat. Cliënten, die twijfelen óf en bij welke instantie zij de klacht aanhangig willen maken, worden door de ambtelijk secretaris ingelicht over de mogelijkheden en zo nodig verwezen naar de afdeling Informatie en klachtenopvang van de Zorgbelangorganisatie in hun omgeving. Ook cliënten, die hun klacht slechts willen melden worden door de ambtelijk secretaris naar dit bureau verwezen, aangezien de klachtencommissie geen algemene meldingen registreert. Het merendeel van de schriftelijk ingediende klachten wordt echter rechtstreeks, zonder voorafgaand telefonisch contact, van de cliënt ontvangen. 1.2 Wijze waarop de zorgaanbieder de regeling onder de aandacht van de cliënt heeft gebracht Volgens de wet is de verloskundige verplicht de klachtenregeling “op passende wijze onder de aandacht van zijn cliënten” te brengen. De klachtencommissie heeft echter geen volledig zicht op de wijze waarop dat in de praktijk gebeurt. Een deel van de verloskundigen heeft informatie over de klachtenregeling opgenomen in de praktijkfolder en/of op de website van de praktijk. Op de KNOV-website staan de klachtenregeling, de samenstelling van de klachtencommissie, het jaarverslag van de voorgaande jaren en de contactgegevens vermeld.
3/17
2.
Klachtencommissie
2.1 Samenstelling De klachtencommissie bestaat uit zeven leden: vijf leden verloskundigen, een lid uit de kring van patiënten/consumentenorganisaties en een jurist als onafhankelijk voorzitter. Daarnaast zijn er drie plaatsvervangende leden: twee leden verloskundigen en een lid uit de kring van patiënten/consumentenorganisaties. Eind 2007 zijn twee leden van de commissie reglementair afgetreden. Zij zijn vervangen door twee nieuwe plaatsvervangende leden. De samenstelling van de klachtencommissie was in het verslagjaar als volgt. Onafhankelijk voorzitter: - mevrouw mr. J.H. de Kort Leden verloskundigen: - mevrouw T.M. van Houts - mevrouw A.J.M. van Kempen - mevrouw A.W. van der Kraan - mevrouw P.M. Tap - mevrouw J.M. Betlem Lid vanuit de kring van patiënten/consumentenorganisaties: - mevrouw M. Th. Valkenburg-Oudshoorn Plaatsvervangend leden verloskundigen: - mevrouw H.C. Baerveldt - mevrouw E.C. Staal Plaatsvervangend lid vanuit de kring van patiënten/consumentenorganisaties: - mevrouw M.C. Goossens De klachtencommissie werd ondersteund door mevrouw E.M.C.B. van Mackelenbergh, ambtelijk secretaris. 2.2 Werkzaamheden commissie De commissie heeft haar werkzaamheden kunnen verrichten zoals volgens artikel 2lid 2 van de Wet Klachtrecht is vereist: - De commissie bestaat uit zeven vaste leden en drie plaatsvervangende leden. De voorzitter is niet werkzaam of werkzaam geweest bij de KNOV en is dus onafhankelijk. - In het klachtreglement is vastgelegd dat een persoon op wiens gedraging de klacht betrekking heeft of die zijdelings bij de klacht betrokken is, zich onthoudt van deelneming aan de behandeling van de klacht. Een lid van de klachtencommissie kan zich ook vrijwillig terugtrekken. - De commissie heeft zoals de wet vereist haar oordeel schriftelijk en met redenen omkleed over het algemeen binnen de gestelde termijn aan klager en de aangeklaagde kunnen sturen. Volgens het klachtreglement wordt de uitspraak, zo mogelijk binnen vier maanden na ontvangst van de machtiging, gezonden aan de cliënt en de verloskundige. Deze termijn werd bij de meeste klachten gehaald. Viermaal moest de termijn van klachtbehandeling echter worden verlengd. Redenen hiervoor waren ondermeer een verzoek van klaagster om uitstel, verzoek van de verloskundigen om uitstel van verweer, verzoek van klager om een derde schriftelijke ronde en de lastige planning van de hoorzitting rondom de zomervakantie. In een dergelijk geval wordt de reden van de vertraging en een nieuwe termijn, waarbinnen de commissie uitspraak zal doen, schriftelijk meegedeeld aan beide partijen. - Het eerste deel van de klachtenprocedure is schriftelijk, waarbij partijen een afschrift van elkaars stukken ontvangen. Het tweede deel is doorgaans mondeling tijdens een hoorzitting, waarvoor zowel de verloskundige als degene die heeft geklaagd worden uitgenodigd. - Beide partijen kunnen zich volgens de Regeling Klachtenbehandeling tijdens de procedure bij laten staan. 4/17
2.3 Overige werkzaamheden van de commissie De klachtencommissie vergaderde dertien maal telefonisch en eenmaal plenair. Daarnaast is er in april een regulier overleg geweest met het bestuur en directie van de KNOV en in november een overleg met een afvaardiging van het bestuur. De voorzitter en de ambtelijk secretaris bezochten een studiedag rondom klachten en fouten in de gezondheidszorg. De klachtencommissie heeft met de inspectie van gedachten gewisseld over het jaarverslag 2007 in zijn algemeenheid. Een verloskundig lid van de klachtencommissie heeft op diverse Opleidingen tot verloskundige een les over de klachtencommissie en de klachtenregeling verzorgd.
5/17
3.
Klachten ingediend in 2008
3.1 Aantal klachten In 2008 zijn in totaal 24 nieuwe schriftelijke klachten voorgelegd aan de klachtencommissie. Van de in behandeling genomen klachten zijn er dit verslagjaar twee klachten ingetrokken voordat de commissie tot een uitspraak was gekomen. Er kunnen diverse redenen zijn voor het intrekken van een klacht. Soms geven cliënten aan het psychisch niet op te kunnen brengen de hele procedure inclusief hoorzitting of tweede schriftelijke reactie af te ronden. Soms is een cliënt bij nader inzien toch van mening dat de klachtencommissie haar onvoldoende mogelijkheden biedt voor hetgeen zij wil bereiken. In een enkel geval leidt het contact dat er inmiddels is ontstaan tussen cliënt en verloskundige ertoe dat de cliënt de klacht introk. De klachtencommissie dient, conform de WKCZ, de wens van de cliënt om de procedure stop te zetten te respecteren. Klachten ontvangen in 2002 Klachten ontvangen in 2003 Klachten ontvangen in 2004 Klachten ontvangen in 2005 Klachten ontvangen in 2006 Klachten ontvangen in 2007 Klachten ontvangen in 2008
15 20 22 21 25 20 24
De klachtencommissie heeft elf van de in 2008 binnengekomen klachten niet geheel kunnen afhandelen in hetzelfde jaar. Oorzaken hiervoor waren onder meer de gecompliceerde procedures, enkele verzoeken om uitstel van verweerschrift en de binnenkomst van de klachten aan het einde van het verslagjaar. Over deze klachten zal in 2009 uitspraak worden gedaan. In januari 2008 waren er nog zes klachten uit 2007 in procedure. Deze zijn in de eerste maanden van het verslagjaar afgehandeld. Klachten ontvangen in 2007 Klachten ontvangen in 2008 Totaal
totaal ontvangen 20 24
afgehandeld in 2008 af te handelen in 2009 6 13 11 19 11
3.2 Partijen De cliënt In het verslagjaar werden de meeste klachten ingediend door de cliënt zelf, al dan niet samen met haar partner. Eén klacht werd ingediend door een familielid, met toestemming van de cliënt. De verloskundige(n) Het merendeel van de klachten richtte zich tegen één verloskundige. Acht maal betrof de klacht meerdere verloskundigen van een praktijk. In een enkel geval betreft de klacht (een deel van) de maatschap, maar wordt deze specifiek geuit tegenover één of meer verloskundigen. Als de cliënt bij navraag aangeeft dat de klacht zich toch tegen deze verloskundige(n) richt, vormt dat het uitgangspunt van de klachtbehandeling. Soms blijkt later in de procedure dat de klacht in feite ook voor een deel op de andere verloskundige(n) van de verloskundige praktijk betrekking heeft. In dat geval kan het handelen van het individuele lid van de maatschap, met name bij kwesties die onder de collectieve verantwoordelijkheid vallen, toegerekend worden aan de gehele maatschap - en dus worden toegerekend aan de aangeklaagde verloskundige. Ook wanneer blijkt dat het voor een deel het handelen van een werknemer van de maatschap betreft, kan dit worden toegerekend aan de aangeklaagde verloskundige. Een en ander mede in verband met de voortgang van de klachtenprocedure.
6/17
4.
Klachten waarover in 2008 uitspraak is gedaan
4.1 Inhoud van de klachten Een klacht omvat vaak meerdere aspecten, hetzij verweven met hetzij losstaand van elkaar. Een cliënt klaagt over een in haar ogen foutieve verloskundige handeling, waarbij zij zich niet gehoord voelde. Een dergelijke handelen omvat een vaktechnisch en een relationeel klachtonderdeel. Of een cliënt klaagt over de begeleiding tijdens de zwangerschap en daarnaast over de begeleiding van de baring. In dat geval betreft de klacht twee vaktechnische klachtonderdelen. Het onderwerp van de klacht wordt door de klachtencommissie in overleg met de cliënt beschreven in de klachtomschrijving, die aldus uit meerdere klachtonderdelen kan bestaan. Uitgangspunt hierbij is de wijze waarop de klacht door de cliënt is omschreven in de klachtbrief. Deze klachtomschrijving wordt eerst aan de cliënt voorgelegd. Deze kan de omschrijving wijzigen of aanvullen. De klachtomschrijving is vervolgens leidend voor de hoorzitting en de latere uitspraak. In 2006 heeft de klachtencommissie ervoor gekozen om de klachten vergaand te specificeren. Dit leidde in dat jaar tot 91 klachtonderdelen. In 2007 heeft de commissie besloten de klachten wat minder uit te splitsen in specifieke klachtonderdelen, hetgeen er mede voor zorgde dat het aantal klachtonderdelen ten opzichte van het verslagjaar 2006 sterk verminderde. In dit verslagjaar heeft de klachtencommissie uitspraak gedaan over 58 klachtonderdelen, hierna te noemen klachten. 36 klachten betroffen het vaktechnisch handelen, zoals een verkeerde diagnose, niet tijdig actie ondernemen, het nalaten van nader onderzoek, niet verwijzen naar de tweede lijn. Ook klachten betreffende informatie en toestemming (informed consent) vallen als kwesties van zorgvuldig hulpverlenerschap onder vaktechnisch handelen. Sommige klachtonderdelen zijn zowel vaktechnisch als relationeel te beschouwen. Wanneer het de wijze van zorgvuldig hulpverlenerschap betreft, wordt deze klacht als vaktechnisch gerubriceerd. In totaal 18 klachten zijn te typeren als relationeel en betroffen met name de bejegening en communicatie. Cliënten voelden zich niet gehoord door de verloskundige, voelden zich in de steek gelaten, de communicatie met de verloskundige verliep moeizaam of de onvrede van de cliënt werd onvoldoende besproken. Er is in het verslagjaar één klacht ontvangen over financiële kwesties. Drie klachten hingen samen met de organisatie van de werkzaamheden van de verloskundige, zoals de bereikbaarheid en het inschakelen van de achterwacht. 2004 2005 2006 2007 2008 2003 % % % % aantal % aantal aantal aantal aantal aantal % 54% 36 62 % vaktechnisch 20 51 % 29 61 % 31 70 % 59 65 % 17 18 31 % relationeel 19 49 % 15 31 % 13 30 % 22 24 % 12 39 % 0% 8 % 9% 2 7% 3 5% organisatorisch 4 8 2% 1 2% financieel 2 100 % 100 % 100% 100 % 31 100 % 58 100% totaal 39 48 44 91 Indien de cliënt bij indiening van de klacht de verloskundige tevens aansprakelijk stelt voor de gevolgen, wordt uitgelegd dat de klachtencommissie niet bevoegd is een uitspraak te doen over aansprakelijkheid en/of schadeclaims. De commissie beperkt zich tot een oordeel over de gegrondheid van de klacht die ten grondslag ligt aan de aansprakelijkstelling. Een groot deel van de klachten, 24 onderdelen, betrof het handelen of de bejegening tijdens de zwangerschap. Er waren 14 klachten over de baring, 16 klachten over het kraambed en 4 klachten gingen over de periode daarna.
7/17
4.2 Beoordeling De klachtencommissie toetst het handelen van de verloskundige aan hetgeen verwacht kan worden van een redelijk bekwaam verloskundige, dat wil zeggen aan de eisen die worden gesteld aan goede kwaliteit van zorg, de wet en waar mogelijk aan bestaande richtlijnen. Als toetsingskader heeft de commissie onder meer de landelijke/regionale/plaatselijke richtlijnen en protocollen, zoals opgesteld door de beroepsgroep, en wetgeving, zoals de WGBO en de wet BIG, gebruikt. Daarnaast toetst de commissie aan het Beroepsprofiel en aan hetgeen in het maatschappelijk verkeer betamelijk is. Soms betreft een klacht een situatie die zich een aantal jaren geleden heeft afgespeeld. De klachtencommissie toetst in een dergelijk geval aan de destijds geldende wetten, richtlijnen en protocollen. Ingeval verklaringen van cliënt en verloskundige elkaar weerspreken zoekt de commissie naar objectiveerbare gegevens. Indien het dossier uitsluitsel had moeten geven en dit door het ontbreken van aantekeningen niet gebeurt, wordt dit toegerekend aan de verloskundige. De klacht wordt dan veelal gegrond verklaard. In een aantal gevallen zijn de verklaringen van partijen over wat is gebeurd erg tegenstrijdig. Indien er bij de klachtencommissie geen objectiveerbare gegevens bekend zijn, kan de commissie de klacht niet gegrond verklaren. De commissie heeft uitspraak gedaan over 58 klachtonderdelen. In het totaal werden hiervan 18 klachtonderdelen gegrond en 40 klachtonderdelen niet gegrond verklaard. Vaktechnisch gegrond deels gegrond niet gegrond totaal Relationeel gegrond deels gegrond niet gegrond totaal Organisatie gegrond deels gegrond niet gegrond totaal financieel gegrond deels gegrond niet gegrond totaal
2004 15 2 12 29
2005 11 20 31
2004 10 5 15
2005 6
2005 -
2004 -
2008 5 13 18
2007 2 2
2006 2 2
36
12
8
2008 11 25
2007 9 3
2006 2 6
2005 0
17
22
0
2007 5 1 11
2006 11 1 10
7
2004 2 2
0
59
13
4
2006 13 1 45
2008 2 1 3
2007 0
1 1
8/17
4.3 Strekking van de oordelen De klachtencommissie heeft per klachtonderdeel een uitspraak gedaan. Onderstaand overzicht bevat per klachtonderdeel een zeer korte samenvatting van de beoordeling door de klachtencommissie.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Klacht De verloskundigen hebben onvoldoende aandacht voor de zwangerschapsklachten gehad.
Strekking van het oordeel Uit het dossier blijkt dat de verloskundigen de klachten hebben gehoord en cliënte adequaat hebben verwezen naar huisarts en fysiotherapeut. Er waren geen redenen voor verwijzing naar de tweede lijn. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundigen hebben geen goed De bevindingen van de verloskundigen, aangetekend in het beleid gevoerd inzake macrosomie. dossier, wezen niet op een zogenaamde positieve discongruentie. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundigen hebben geen Het beleid rond consanguiniteit is niet eenduidig. Wel dient rekening gehouden met de er extra onderzoek verricht te worden als er duidelijke neef/nichtrelatie. genetisch bepaalde afwijkingen in beide families voorkomen. Noch de gynaecoloog noch de verloskundigen hebben hiertoe aanleiding gezien. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundigen hebben De mededelingen van klager en cliënte enerzijds en de onvoldoende aandacht geschonken aan verloskundigen anderzijds zijn tegengesteld. Er zijn de de melding vruchtwaterverlies. commissie verder geen feiten of omstandigheden bekend die de standpunten van een der partijen ondersteunen. De commissie kan de klacht niet gegrond verklaren. De verloskundigen hebben niet Er is, volgens het praktijkprotocol van destijds, driemaal gescreend op diabetes. gescreend op diabetes. De uitslagen gaven geen aanleiding voor nader onderzoek. De commissie acht de klacht niet gegrond. Klager heeft een afschrift van een Het is in de verloskundige praktijk niet ongebruikelijk om onvolledig dossier ontvangen. uitslagen van echo- en ander onderzoek op de zwangerschapskaart te noteren en niet afzonderlijk op te nemen in het dossier. Tijdens de hoorzitting is gebleken dat cliënte zelf in het bezit is van de echo-uitslagen en dat deze gegevens in het zwangerschapsdossier staan genoteerd. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundige is ondanks herhaald De verloskundige heeft in haar differentiaal diagnose geen verzoek ten onrechte niet komen kijken rekening gehouden met de mogelijkheid van een infectie. naar de zieke baby. Wanneer een cliënt in korte tijd driemaal belt met een zelfde of zich verergerende klacht, behoort de verloskundige de cliënt te bezoeken, al is het alleen maar ter geruststelling. De commissie acht de klacht gegrond. De verloskundigen hebben zowel de De verloskundigen hebben klaagster zo nodig extra gezien, algemene zwangerschapsklachten, als extra onderzoek gedaan en klaagster diverse malen verwezen de klachten die zouden kunnen wijzen naar de huisarts. Volgens het dossier waren de controles op een hoge bloeddruk tijdens de verder goed en de bloeddruk varieerde tussen de 70 en 85 gehele zwangerschap niet serieus mm Hg. genomen. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundige heeft geen controle Door op voorhand een afspraak te maken voor een controle uitgevoerd toen mevrouw aangaf een twee dagen later, zonder de hoogte van de bloeddruk en de hoge bloeddruk te hebben. andere klachten goed uit te vragen, heeft de verloskundige niet gehandeld zoals van een goed hulpverlener mag worden verwacht. De commissie acht de klacht gegrond.
9/17
Klacht 10. De verloskundigen hebben onvoldoende kennis van het HELLPsyndroom.
11. De verloskundigen hebben na de bevalling nooit meer wat van zich laten horen en daardoor onvoldoende zorg gegeven. 12. Door het inadequaat handelen van de verloskundige zijn er tijdens de bevalling letsels ontstaan bij het dochtertje van klaagster. 13. De echopraktijk heeft mevrouw onheus behandeld.
14. De echopraktijk heeft ten onrechte een consult in rekening gebracht.
15. De echopraktijk heeft ten onrechte een consult geweigerd.
16. De verloskundige is teveel afgegaan op informatie van een kraamverzorgster van een haar niet vertrouwd kraamzorgbureau. 17. De verloskundige heeft ten onrechte toestemming gegeven tot bijvoeding met Nutrilon aan een drie dagen oude baby waarvan de moeder borstvoeding wil geven.
Strekking van het oordeel Het is niet gebleken dat de verloskundigen onvoldoende kennis zouden hebben van het HELLP-syndroom. Uit het dossier blijkt dat de vele klachten die mevrouw had niet als pre-eclamptische klachten konden worden geduid, er bij herhaling geen eiwit in de urine werd gevonden en de bloeddruk binnen de norm bleef. De commissie acht de klacht niet gegrond. Klaagster heeft meerdere malen expliciet doorgegeven dat zij geen contact meer wenste met de verloskundigen en heeft zich voor de nazorg tot een andere verloskundige praktijk gewend. De verloskundigen hebben de wens van klaagster in dit geval terecht gerespecteerd. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundige heeft gezorgd voor het op peil houden van de vaardigheden die nodig zijn bij het opheffen van de schouderdystocie. De verloskundige heeft met de volgorde van maatregelen gehandeld als van een redelijk bekwaam verloskundige verwacht mag worden. De commissie acht de klacht niet gegrond. De meningen van klaagster en de verloskundige over de bejegening door de assistente toen klaagster te laat was voor haar afspraak zijn tegenstrijdig, waardoor het niet mogelijk is te bepalen welke lezing van partijen de meest aannemelijke is. Het is echter niet ongewoon dat een cliënt, die ná de afgesproken c.q. genoteerde tijd aanwezig is, een nieuwe afspraak dient te maken. Een echo-onderzoek vereist immers de benodigde tijd en de praktijk heeft ook verplichtingen tegenover haar andere cliënten. De commissie acht de klacht niet gegrond. Conform artikel 7:461 van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst is de opdrachtgever loon verschuldigd aan de hulpverlener. Bij overeenkomsten in de zorg is het niet ongebruikelijk dat afspraken die door de cliënt niet tijdig worden afgezegd, in rekening worden gebracht. De cliënt moet van tevoren van deze regeling op de hoogte zijn gesteld. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundige praktijk behoort het echoscopisch onderzoek zorgvuldig uit te voeren en heeft tegenover de daaropvolgende cliënten afspraakverplichtingen. Het is niet ongewoon dat een cliënt die te laat is een nieuwe afspraak moet maken, tenzij er sprake is van een spoedsituatie. Dit was niet het geval. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundige mag afgaan op de informatie die de kraamverzorgster, die haar eigen professionaliteit heeft, verstrekt. Bekendheid met het kraamzorgbureau was in deze omstandigheden niet relevant. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundige heeft gezien de omstandigheden zorgvuldig gehandeld door de conditie van het kind af te wegen tegen de mogelijke gevolgen van bijvoeden. De commissie acht de klacht niet gegrond.
10/17
Klacht 18. Door toestemming te geven voor bijvoeding, ook al was dat hypoallergene melk geweest, heeft de verloskundige het zelfvertrouwen van de moeder ondermijnd.
19. De verloskundige heeft niet gecontroleerd hoeveel de baby plaste en hoe de ontlasting was. 20. De verloskundige heeft na één keer wegen conclusies getrokken. 21. De verloskundige heeft ten onrechte de weging thuis vergeleken met die van een andere weegschaal. 22. De verloskundige heeft geen besef van de gevolgen van slechts een flesje voor de sensibilisatie voor koemelk. 23. De verloskundige heeft de pijn tijdens de ontsluiting niet serieus genomen.
24. De verloskundige heeft de man en zus van mevrouw ten onrechte weggestuurd.
25. De verloskundige heeft mevrouw niet begeleid tijdens de laatste fase van de bevalling. 26. De verloskundige heeft na de bevalling de klacht over de begeleiding niet serieus genomen. 27. Klaagster is niet geïnformeerd over en heeft geen toestemming gegeven voor het feit dat de stagiaire de gehele bevalling zou begeleiden en voelde zich daardoor voor het blok gezet.
Strekking van het oordeel Het feit dat er bijgevoed moet worden kan in voorkomende gevallen, afhankelijk van persoon en omstandigheden, het zelfvertrouwen van de moeder mogelijk ondermijnen. De zorg van de verloskundige voor de gezondheid van de baby vanwege de koorts en de gewichtsafname leek echter niet ongegrond. Zij mocht daardoor de gezondheid van de baby zwaarder laten wegen dan het zelfvertrouwen van de moeder. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundige mocht in deze kwestie afgaan op de informatie van de kraamverzorgster. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundige heeft het geheel in ogenschouw genomen en heeft niet alleen op basis van het wegen conclusies getrokken. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundige had slechts de beschikking over twee weeggegevens, respectievelijk van het ziekenhuis en thuis, en kon op dat moment niet anders dan de weging meenemen in haar beleid. De commissie acht de klacht niet gegrond. De verloskundige heeft aangeven zeer wel op de hoogte te zijn van de mogelijke gevolgen van een sensibilisatie voor koemelk. De commissie heeft geen reden om daar aan te twijfelen. De commissie acht de klacht niet gegrond. Omdat klaagster veel pijn aangaf, ook buiten de weeën om, heeft de verloskundige getracht andere oorzaken van de pijn uit te sluiten. Zij heeft vervolgens na overleg met de gynaecoloog klaagster slaapmedicatie én pijnstilling gegeven. De commissie acht de klacht niet gegrond. Het advies om weg te gaan is door de familie als dwingend ervaren zonder dat de mogelijkheid om te blijven is besproken. Het is echter voor de commissie onmogelijk om na te gaan hoe duidelijk de signalen waren en of de verloskundige zich op dat moment inderdaad onvoldoende heeft ingeleefd in klaagsters situatie. De commissie kan de klacht niet gegrond verklaren. De verloskundige heeft zondermeer aangenomen dat klaagster geen prijs stelde op haar aanwezigheid, maar heeft dit niet bij klaagster geverifieerd. De commissie acht de klacht gegrond. Het feit dat een verloskundige, na gebleken onvrede van een cliënt, in een gesprek aangeeft dat zij toch meent juist te hebben gehandeld, betekent niet dat zij de klacht niet serieus neemt. De commissie acht de klacht niet gegrond. Afgezien van de vraag of de informatieverstrekking van de verloskundige praktijk voldoende was, ontslaat goede mondelinge en schriftelijke informatie vooraf de verloskundige zeker niet van de verplichting om bij het laten uitvoeren van handelingen door de stagiaire expliciet om toestemming te vragen. De verloskundige heeft klaagster niet gevraagd om toestemming of de stagiaire de gehele bevalling mocht doen.
11/17
28. De verloskundige heeft niet ingegrepen tijdens onzekerheid van de stagiaire.
29. De verloskundige heeft onvoldoende uitleg gegeven.
30. Er is niet goed gehecht.
31. De verloskundige heeft haar eindverantwoordelijkheid niet genomen.
32. De verloskundigen hebben de extreme buikpijn en de rugpijn niet serieus genomen. 33. De verloskundigen hebben het moeizame lopen niet serieus genomen.
34. De verloskundigen hebben mevrouw, hoewel zij zwanger was, ten onrechte geadviseerd medicijnen te nemen. 35. De verloskundigen hebben mevrouw na het overlijden van haar dochtertje niet respectvol behandeld. 36. De verloskundigen hebben nagelaten onderzoek te doen naar het verhoogde glucosegehalte, hoewel de vader en moeder van mevrouw diabetespatiënt zijn en mevrouw meerdere malen heeft verteld dat haar moeder tijdens de laatste zwangerschap insuline moest spuiten.
Dit is in strijd met het toestemmingsvereiste zoals verwoord in 7: 450 WGBO. De commissie acht de klacht gegrond. Voor klaagster en haar partner was het niet duidelijk dat ingrijpen van de verloskundige verloskundig-technisch niet nodig was. Gezien de omstandigheden had de verloskundige klaagsters onzekerheid/angst dienen te onderkennen. De commissie acht de klacht gegrond. De stagiaire heeft de bevalling, die vlot verliep, begeleid. De verloskundige heeft niet gemerkt dat klaagster onzeker of angstig was. De commissie is echter van oordeel dat een verloskundige, wanneer een stagiaire twijfelt, actie dient te ondernemen, hetzij door een handeling zelf te doen hetzij door de cliënt uit te leggen waarom het niet van belang is. De commissie acht de klacht gegrond. Het hechten van een ruptuur valt conform de wet onder een inspannings- en niet onder een resultaatsverbintenis. De verloskundige heeft voldaan aan hetgeen van de verloskundige verwacht mag worden. De commissie acht de klacht niet gegrond. Een stagiaire is niet bevoegd zelfstandig een bevalling te doen, maar zij werd door de verloskundige hiertoe bekwaam geacht. De verloskundige is steeds aanwezig geweest, heeft de handelingen van de stagiaire gecontroleerd en, waar zij dat nodig achtte, ingegrepen. Conform de wet BIG is deze begeleiding voldoende. De commissie acht de klacht niet gegrond. Het is de taak van een verloskundige om dergelijke klachten nader uit te vragen, te beoordelen en een cliënt zo nodig te verwijzen naar onder meer huisarts of gynaecoloog. Dit hebben de verloskundigen naar behoren gedaan. De commissie acht de klacht niet gegrond. Het is de taak van een verloskundige om de klachten nader uit te vragen, te beoordelen en een cliënt zo nodig te verwijzen naar onder meer bewegingstherapie. Dit hebben de verloskundigen naar behoren gedaan. De commissie acht de klacht niet gegrond. De betreffende medicatie mag in de zwangerschap worden gebruikt. De commissie acht de klacht niet gegrond. Het handelen van de verloskundigen na de overdracht aan de gynaecoloog en in het kraambed was zeker niet respectloos, maar getuigde van goede zorg. De commissie acht de klacht niet gegrond. Vanwege een administratieve vergissing is er aan het onderzoek naar de glucosewaarden, aangevraagd op grond van de anamnese, geen vervolg gegeven. De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst vereist een zorgvuldige dossiervoering. Ook hebben de verloskundigen de bewuste uitslag niet gemist bij de daarop volgende controles. wat niet getuigt van goede zorg. De commissie acht de klacht gegrond.
12/17
Klacht 37. De verloskundigen hebben nagelaten onderzoek te doen naar de sterke gewichtstoename. 38. De verloskundigen hebben nagelaten onderzoek te doen naar de verhoging van de bloeddruk. 39. De verloskundigen hebben de klachten van ernstige misselijkheid, braken, koorts en het opgeven van gal niet serieus genomen.
40. De verloskundigen hebben mevrouw te laat verwezen naar het ziekenhuis.
41. De verloskundige heeft flesvoeding gegeven die verlopen was.
42. De verloskundige heeft zonder toestemming van mevrouw haar vingers in de mond van de baby gestopt.
43. De verloskundige is brutaal/grof omgegaan met mevrouw en haar moeder. 44. De verloskundige heeft mevrouw ondanks de stuwing gedwongen borstvoeding te geven.
45. De verloskundige heeft de afspraak voor een combinatietest te laat gepland, waardoor deze test niet meer uitgevoerd kon worden. Dit ondanks de vraag van mevrouw of het niet te laat werd.
Strekking van het oordeel De gewichtstoename van klaagster was niet ongebruikelijk bij een zwangerschap en ook de andere bevindingen waren op dat moment niet afwijkend. De commissie acht de klacht niet gegrond. De onderdruk varieerde bij klaagster tussen de 60 en 80 mm Hg en de bovendruk is maximaal 140 mm Hg geweest. Er was geen aanleiding om nader onderzoek te (laten) doen. De commissie acht de klacht niet gegrond. Over het algemeen zijn deze klachten, na verder uitvragen zonder overige pathologische/afwijkende bevindingen, voor een verloskundige geen reden voor nader onderzoek. Op het moment van het consult was klaagster klachtenvrij. In een dergelijk geval kan een verloskundige niets anders kan doen dan uitleg en advies geven en adviseren om bij bijzonderheden contact op te nemen. De commissie acht de klacht niet gegrond. De beschreven klachten en wensen van klaagster waren geen aanleiding tot verwijzing. Doch er had extra bloedonderzoek, naar aanleiding van de familieanamnese en daarna naar aanleiding van de hoge glucosewaarde in klaagsters bloed, moeten plaatsvinden. De commissie acht de klacht gegrond. Vastgesteld is dat de verloskundige inderdaad flesvoeding heeft verstrekt waarvan volgens het etiket de houdbaarheidsdatum verlopen was. De commissie acht dit onzorgvuldig. De commissie acht de klacht gegrond. Op grond van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst dient een verloskundige toestemming voor haar handelingen te vragen. Bij eenvoudige verrichtingen gaat de wet uit van veronderstelde toestemming. De verloskundige heeft expliciet gevraagd of zij de baby mocht aanleggen, waarna zij haar pink in de mond van de baby heeft gestoken om de baby te troosten. Voor een dergelijke handeling is het niet nodig om uitdrukkelijk toestemming van de moeder te vragen. De commissie acht de klacht niet gegrond. Nergens uit de ter beschikking staande stukken blijkt dat de verloskundige brutaal of grof zou zijn geweest. De commissie acht de klacht niet gegrond. De door de verloskundige voorgestelde maatregelen zijn verloskundig-technisch gebruikelijke oplossingen, zeker als er geen borstkolf aanwezig is. De verloskundige heeft bovendien expliciet klaagster toestemming gevraagd om de baby aan te mogen leggen. Er kan niet worden gesproken van dwang. De commissie acht de klacht niet gegrond. De betreffende datum viel binnen de termijn, die zowel het echocentrum waarmee wordt samengewerkt als het KNOVstandpunt aanhouden, namelijk respectievelijk 13+6 en 14 weken. De commissie acht de klacht niet gegrond.
13/17
Klacht 46. De verloskundige heeft de klacht over de te late planning onprofessioneel afgehandeld. 47. De verloskundige beweert ten onrechte dat mevrouw te laat zou zijn verschenen op haar eerste afspraak. 48. De verloskundige is ondanks de eerdere toezegging tijdens de prenatale controles, niet direct gekomen toen klaagster belde met weeën om de 4/5 minuten, waardoor klaagster alleen is bevallen. 49. De verloskundige wilde na de bevalling de kraamverzorgster niet laten komen. 50. De verloskundige liet mevrouw douchen, hoewel zij na eerdere bevallingen onder de douche was flauwgevallen. 51. De verloskundige heeft niet voor goed bereikbare waarneming gezorgd.
52. De verloskundige is niet adequaat omgegaan met de klacht van mevrouw over de vervangend verloskundige. 53. De verloskundige heeft de buikpijn niet serieus genomen. 54. De verloskundige was niet voldoende bereikbaar.
55. De verloskundige heeft de uitslag van de HIV-test verkeerd genoteerd op de zwangerschapskaart. 56. De verloskundige heeft de klacht van mevrouw niet serieus genomen.
Strekking van het oordeel Klaagster had niet het onderzoek kunnen ondergaan dat zij had verwacht. Een verloskundige behoort in een dergelijk geval extra zorgvuldig te handelen. Dat is onvoldoende gebeurd. De commissie acht de klacht gegrond. Over het aankomsttijdstip van klaagster bestaat verschil van mening. De klachtencommissie stelt vast dat het voor haar niet mogelijk is te bepalen welke lezing van partijen de meest aannemelijke is. De commissie kan de klacht niet gegrond verklaren. Klaagster mocht er gezien de omstandigheden op vertrouwen dat de afspraak, die zij met de collega van de verloskundige tijdens de controles had gemaakt, zou worden nagekomen. Dat is niet gebeurd. De commissie acht de klacht gegrond. De verloskundige heeft de taak van een kraamverzorgende op zich genomen zonder dit met klaagster te overleggen of te luisteren naar klaagsters wensen. De commissie acht de klacht gegrond. De klachtencommissie is van oordeel dat het douchen gezien de omstandigheden verantwoord was. De commissie acht de klacht niet gegrond. De afspraken tussen de verloskundige en de waarnemend verloskundige waren niet gestructureerd en onduidelijk. Zij voldoen niet aan de eisen die gesteld kunnen worden aan een verantwoorde waarneming en zijn niet zoals van een professional verwacht mag worden. De commissie acht de klacht gegrond. De commissie acht gezien de omstandigheden de korte reactie van de verloskundige dat zij niet verantwoordelijk is voor het handelen van de waarneemster niet voldoende. De commissie acht de klacht gegrond. Door onvoldoende de benodigde informatie te verzamelen heeft de verloskundige niet die zorg verleend, die zij op grond van haar professionaliteit behoort te verlenen. De commissie acht de klacht gegrond. Omdat de verloskundige een oproep van iemand, die eerder in de nacht heeft gebeld en om 06.15 uur weer belde, heeft genegeerd was zij in feite onbereikbaar voor klaagster en haar man. De commissie acht de klacht gegrond. De uitslag van de HIV-test is verkeerd genoteerd op de zwangerschapskaart. De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst vereist een zorgvuldige dossiervoering. De commissie acht de klacht gegrond. De verloskundige heeft, door de genomen maatregelen niet naar klaagster terug te koppelen, het gevoel van onbehagen bij klaagster niet voldoende weggenomen. De commissie acht de klacht gegrond.
14/17
Klacht Strekking van het oordeel 57. De verloskundige heeft het verloop van Achteraf gezien heeft de verloskundige het verloop van de de bevalling niet goed ingeschat. bevalling niet goed ingeschat, maar dit kan haar naar het oordeel van de commissie gezien de omstandigheden niet verweten worden. De commissie acht de klacht niet gegrond. 58. De verloskundige heeft mevrouw, De verloskundige heeft klaagster bezocht en bij vertrek zonder hulp, alleen gelaten. goede instructies gegeven. De verloskundige had op dat moment de overtuiging dat klaagster nog niet aan het bevallen was en in dit kader was het ook gerechtvaardigd om haar alleen te laten. De commissie acht de klacht niet gegrond.
15/17
5.1 Aanbevelingen van de klachtencommissie De klachtencommissie kan de uitspraak vergezeld doen gaan van een aanbeveling. In 2008 werden naar aanleiding van de betreffende klachten de volgende aanbevelingen aan de individuele verloskundigen gedaan: - De commissie adviseert de verloskundigen om, naast een zorgvuldige dossiervoering en bedrijfsorganisatie, onderzoeksgegevens met betrekking tot cliënten nauwkeurig te betrekken bij de verloskundige zorg. - De commissie adviseert de verloskundige binnen haar praktijk afspraken te maken over een betere dossiervoering, zodat tijdens telefonische contacten relevante gegevens voor handen zijn. - De commissie adviseert de verloskundige goede afspraken rondom de waarneming te maken, deze schriftelijk vast te leggen en duidelijk te communiceren naar cliënten. - De commissie adviseert de verloskundige zich nader te scholen in het omgaan met onvrede en klachten van cliënten. - De commissie adviseert de verloskundige goede afspraken rondom de waarneming te maken alvorens een waarneming te accepteren. - De commissie adviseert de verloskundige om, indien zich in de toekomst klachten voordoen bij haar praktijkvoering, gebruik te maken van de ‘KNOV- handreiking Klachtenregeling’. Daarnaast heeft de klachtencommissie in het verslagjaar tweemaal gebruik gemaakt van haar bevoegdheid om - op basis van artikel 4 sub b van de Regeling Klachtenbehandeling – naar aanleiding van een klacht aanbevelingen ter bevordering van de kwaliteit van de verloskundige zorg uit te brengen aan de vereniging van verloskundigen: - De klachtencommissie zal de beroepsorganisatie van de verloskundigen KNOV voorstellen haar leden er op te wijzen dat zij op grond van de WGBO verplicht zijn toestemming te vragen voor het (laten) doen van verrichtingen door stagiaires. - De klachtencommissie verzoekt de KNOV de huidige standaard met betrekking tot de combinatietest te evalueren met de vragen of het wenselijk is, voorafgaand aan de NT meting, een termijnecho te verrichten of er een advies moet worden gegeven om de NT meting tussen de 12e en de 13e week te doen. 5.2 Aard van de maatregelen De verloskundige dient volgens de wet binnen een maand na de uitspraak schriftelijk aan klaagster én aan de commissie te laten weten of zij naar aanleiding van de uitspraak maatregelen zal nemen en zo ja, welke dat zijn. Deze verplichting geldt ongeacht het al dan niet gegrond zijn van de klacht. Gezien de doelstelling van de Wet klachtrecht is het van belang dat de verloskundige zorg draagt voor een zorgvuldige reactie, waaruit blijkt dat de cliënt en de klacht serieus zijn genomen. Wanneer er in de uitspraak een aanbeveling staat, dient de verloskundige daar bovendien inhoudelijk op te reageren. Samengevat zijn in het verslagjaar de volgende reacties van de verloskundigen ontvangen: - De verloskundige neemt de aanbeveling van de klachtencommissie ter harte. - De verloskundige zal meer doorvragen en zo nodig zelf bij de cliënt gaan kijken wat er aan de hand is. - De verloskundige bezoekt de cliënt wanneer er meerdere malen gebeld wordt met dezelfde of een zich verergerende klacht, ook als zij meent dat er geen sprake is van een ernstige kwestie. - De verloskundige zal bij cliënten beter nagaan of de gegeven informatie duidelijk is overgekomen. - De introductie van de stagiaire bij de cliënt is uitgebreid. - Cliënt wordt uitdrukkelijker duidelijk gemaakt dat zij vrije keus hebben of ze wel of niet handelingen door een stagiaire laten doen. - Per handeling wordt toestemming gevraagd of de stagiaire deze mag uitvoeren. - De verloskundige zal meer en duidelijker uitleg geven en nagaan of dit is begrepen.
16/17
-
6
Er zijn veranderingen in het elektronisch dossier doorgevoerd om de verslaglegging te optimaliseren en fouten in de toekomst te voorkomen. Het opbergsysteem van dossiers is aangepast. Cliënten krijgen een uitdraai van het elektronisch dossier zodat zij alle actuele gegevens bij zich hebben. Iedere zwangere krijgt eerst een termijnecho zodat er geen onzekerheid meer bestaat over de exacte zwangerschapsduur. Eventuele ontevredenheid van een cliënt zal niet meer telefonisch worden afgehandeld. De cliënt zal uitgenodigd worden voor een gesprek. Binnen de praktijk zijn nadere afspraken gemaakt over notities in het dossier. Bijzondere omstandigheden en/of gemaakte afspraken worden vermeld op de à termenlijst. De verloskundige zal omtrent de waarneming schriftelijke afspraken maken. De verloskundige zal zich bijscholen in het omgaan met klachten van cliënten. De verloskundige zal bij waarneming schriftelijke afspraken maken. De verloskundige zal bij waarneming de volledige cliëntgegevens vragen. De verloskundige zal het dossier beter bijhouden. De verloskundige zal indien een cliënt belt en zij onvoldoende gegevens heeft, de cliënt bezoeken voor een betere beoordeling. De verloskundige zal de klachtenregeling van de KNOV gebruiken. De verloskundige zal nog meer aandacht besteden aan het feit dat ondersteuning van naasten gewenst kan zijn voor een vrouw die belt met pijnklachten.
Einde procedure
De reactie van de verloskundige op de uitspraak is wat de klachtencommissie betreft het einde van de procedure. Het dossier wordt vervolgens door de commissie gesloten.
maart 2009
17/17