in gesprek 6 2 1 0 2 7 193 jaar 75
70e jaargang, juni, juli, augustus 2012
werk- en informatieblad van de protestantse vrouwen organisatie
ROUTEPLANNER: EEN BOTERHAM MET TEVREDENHEID DE HOOFDZAAK IS DAT DE HOOFDZAAK DE HOOFDZAAK BLIJFT LEDENONTMOETINGSDAG 2012
Colofon
In dit nummer
In Gesprek
Als de verslagen van de Ledenontmoetingsdag voor In Gesprek in mijn e-mailbox verschijnen en de laatste bijeenkomst op mijn groep (gezellig een middagje op stap en daarna lekker met elkaar uit eten) weer achter de rug is, dan rest mij niets meer dan dit nummer samen te stellen. Een jaar lang gingen we met Routeplanner op weg en kwamen we de Tien Woorden één voor één tegen. In de bijbelstudies werden de woorden uitgewerkt, in het tweede hoofdartikel hebben we geprobeerd bijbelse figuren naar voren te brengen die met het betreffende woord te maken kregen. De ene keer is dat beter gelukt dan de andere keer.
werk- en informatieblad van de Protestantse Vrouwen Organisatie Bezoekadres Bureau PVO: Kon. Wilhelminalaan 21, Amersfoort Postadres PVO: Postbus 1496, 3800 BL Amersfoort Telefoon 033 - 465 22 64 (ma., di. en do. 09.00-14.30 uur) e-mail:
[email protected], Internet: www.pvo-nederland.nl Gironummer PVO: 515473 Gironummer Kruis en Munt: 3336259, t.n.v. PVO Amersfoort.
Dagelijks Bestuur PVO: Voorzitter: Tiny van de Biezen-Kamphorst Albert van Meerveldstraat 5, 3785 LP Zwartebroek. Tel. 0342-462095 Secretaris: Gré Popping-Hoekzema Veerstraat 45, 8181 VV Heerde. Tel. 0578-697069 Penningmeester: Tjits Rinsma-Kuperus Marktweg 81/13, 8444 AC Heerenveen. Tel. 0513-632284
Redactie In Gesprek: Tiny van de Biezen-Kamphorst, eindredactie Jopie van de Kleut-Waanders Heleen Koekoek-Dethmers Titia Lindeboom-Bruning Jubileumrubriek en Kringberichten: Jopie van de Kleut, Rondweg 25, 3785 LB Zwartebroek e-mail:
[email protected] Overlijdensberichten: bureau PVO, zie boven Overige kopij: 6 weken voor verschijnen van het blad bij de eindredactie: Tiny van de Biezen, Albert van Meerveldstraat 5, 3785 LP Zwartebroek Tel. 0342-462095. e-mail:
[email protected]
Lidmaatschap van de PVO: € 16 per jaar. Daarbij is het abonnement op dit blad inbegrepen. Opzeggen alleen schriftelijk voor eind december bij het bureau van de PVO. Gesproken cd: In Gesprek verschijnt ook op cd als een uitgave van de CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden te Ermelo, tel. 0341-565 499 Druk: Mailfors Amersfoort ISSN: 0921-447
Doelstelling De Protestantse Vrouwen Organisatie heeft als doel: - lokale gespreksgroepen en de leden daarvan te stimuleren, te adviseren en toe te rusten. - Krachten te bundelen en stem te geven. - Dit alles om landelijk en plaatselijk te komen tot ontmoeting en gesprek, bezinning op Bijbel en persoonlijk geloof, en een bewuste inzet voor een rechtvaardige en veelkleurige samenleving. 2
- Deze bijbelstudie staat in het teken van ‘Zet uw zinnen niet op…’ en ds. Kees Meijer uit Heerenveen heeft het voor ons uitgewerkt. In plaats van het ‘hebben, hebben, hebben’, zette hij juist het tegenovergestelde voorop, namelijk ‘een boterham met tevredenheid’. - Als ‘finale’ van de Tien Woorden hebben we gekozen voor de woorden uit Matteüs 22: 37-40, waarin de grondslag ligt van alles wat er in de Wet en de Profeten staat: liefde voor God en liefde voor de naaste. In het tweede hoofdartikel verbindt ds. Hans Eschbach uit Amersfoort hieraan ook het grote landelijke project MEER+ van het Evangelisch Werkverband. - Op pagina 6 vindt u de laatste Shalom van Wilma van de Biesebos. Ruim anderhalf jaar schreef zij vanuit Jeruzalem over de Joodse feesten en over wat haar zoal bijzonder na aan het hart ligt. Langs deze weg: Bedankt, Wilma, we hebben van je verhalen geleerd en genoten! - Op pagina 7 de laatste Afslag. Titia Lindeboom nam ons mee naar bijzondere plaatsen met een speciale betekenis voor het christelijk geloof. - Vanaf pagina 10, vindt u alles over de Ledenontmoetingsdag 2012. Verslagen, foto’s, de meditatie en meer! - Op pagina 17 vindt u de nieuwe Zomerpuzzel en ook de oplossing van de Paaspuzzel ontbreekt niet, deze vindt u op pagina 18. Heel veel leesplezier met dit twintig pagina’s tellende nummer van In Gesprek. Aan het begin van de zomer slechts deze wens voor u allen: Heb een goede tijd! Tiny van de Biezen
Hoofdartikelen: juni, juli, augustus 2012
Een boterham met tevredenheid bijbelstudie bij Exodus 20: 17 door ds. Kees Meijer te Heerenveen ........................................................ 4 De hoofdzaak is dat de hoofdzaak de hoofdzaak blijft, door ds. Hans Eschbach te Amersfoort .................................................. 8 Ledenontmoetingsdag 2012 ................................................... v.a. 10
Hedendaagse bewerking van de Tien Woorden uit de Thora 1 Luister goed: mijn kind ben jij, Ik ben God, Ik maak je vrij, wees een evenbeeld van mij. 2 Geloof niet in Jan en alleman, vertrouw op wat Ik doe en kan, ook al heb je er geen plaatje van. 3 Wanneer je over Mij iets zegt, laat het dan eerlijk zijn en echt; gebruik mijn mooie naam terecht. 4 Niet altijd werken aan één stuk, niet altijd rennen, druk, druk, druk; neem elke week een dag geluk. 5 Wees respectvol en wees zacht voor mensen op hun oude dag, door wie jij nu leven mag. 6 Bedwing de woede die je voelt en graag weer op een ander koelt – je maakt meer stuk dan je bedoelt. 7 Blijf trouw aan wie je liefste is, ook als je soms daarbij iets mist; hou vast aan je verbintenis. 8 Iets stelen is een fout gebaar – je brengt de vrede in gevaar; wees betrouwbaar voor elkaar. 9 Strooi niet met leugens in het rond, vertel geen praatjes zonder grond Maar help elkaar – of houd je mond. 10 Wees niet jaloers op elke mens die iets bezit wat jij graag wenst, maar wees tevreden – ken je grens.
Meditatie Zet uw zinnen niet op… Alweer de laatste meditatie van ons jaarthema Routeplanner. Zet uw zinnen niet op… misschien wel de moeilijkste leefregel van allemaal. Want ‘zinnen zetten op’ is voor de buitenwereld niet zichtbaar. ‘Zinnen zetten op’ doen we met ons hart. We kunnen onze handen thuishouden, onze woorden inslikken, maar een begerig hart laat zich niet dwingen. Als we met afgunst kijken naar wat een ander heeft, wat we zelf niet hebben, dan kunnen we onszelf vanbinnen vergiftigen met jaloezie en ontevredenheid, en verbittering en haatgevoelens worden aangewakkerd. Daar wordt een mens zeker niet gelukkig van! De Tien Leefregels zijn gegeven als bescherming van de mens. Vanuit Gods liefde voor de mens wil hij ons ook gelukkig zien! Mogen we dan niet verlangen? Zeker wel! Maar tussen verlangen en verlangen zit een groot verschil. Er staat nergens in de Bijbel dat we niet mogen ‘verlangen’. Een goed huis, een fijne baan, mensen om ons heen die om ons geven, allemaal zaken die ons leven veraangenamen. Dat is iets goeds, dat is tot ons welzijn. Toch is er dat wezenlijke verschil. Goed, dat we dat verschil ook zien als een wegwijzer op ons levenspad. Want als we afgunst in ons hart toelaten, kunnen daardoor familiebanden en vriendschappen kapot gemaakt worden. Door eigen gedrag kunnen we er zelf de dupe van worden en wordt ons geluk bedreigt. Want blij zijn met de dingen die we wél hebben, ook al heeft een ander mooier en meer, kan ook een dankbaar gevoel geven. Dan mogen we wat we wél hebben, ervaren als een kostbaar iets. Dan kunnen we ook genieten van de omstandigheden waarin de ander leeft, vooral als het op een goede manier is verkregen. Je gunt het de ander! Op die manier merken we het ook als ‘zinnen zetten op’ de ander onrecht doet. God heeft ons juist de Tien Leefregels gegeven omdat hij ons lief heeft en ons de weg wil wijzen om gelukkig te zijn. In een hedendaagse bewerking van deze regels wordt het zo gezegd: Wees niet jaloers op elke mens die iets bezit wat jij graag wenst, maar wees tevreden – ken je grens.
Diny van Gerner, Werkgroep Toerusting 3
Ds. Kees Meijer
Een boterham met tevredenheid Bijbelstudie bij Exodus 20: 17 Wat staat er in het tiende gebod? Om het kort samen te vatten: je mag niet begeren wat van je naaste is, je mag je zinnen niet zetten op dat wat van een ander is. De Heidelberger Catechismus vat het anders samen. In zondag 44 wordt gezegd dat het tiende gebod zelfs al het denken aan het overtreden van de andere negen geboden verbiedt. Als het denken aan overtreding al verboden is, wie kan zich dan houden aan de geboden? Door deze strengheid leren wij onze zondige staat kennen. In een vroeg-middeleeuws lied staat: De gedachten zijn vrij. Maar volgens de Heidelberger zijn gedachten aan iets verkeerds voor de Heer strafbaar, Hij is immers alwetend? Psalm 139 gaat over de alwetendheid. De psalm laat zien dat alwetendheid juist de troost is voor de vrome. De Schepper kent flarden van onze gedachten, maar ook het geloof en de liefde voor hem onder dat alles. ‘Beter dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij...’ Kortom: doet de Catechismus wel recht aan het tiende gebod?
Vooraf
De Joden noemen deze woorden niet geboden. Zij spreken over Tien Woorden of over Tien Aanwijzingen. Ze tellen ook anders. Voor hen is het eerste woord: ‘Ik ben de Heer Die u uit het land Egypte, uit het diensthuis geleid heb.’ Wij zouden het de Afzender noemen. Dat ‘Tien Woorden’ spreekt mij aan: De Heer spreekt tien woorden die het leven mogelijk maken. Ook de rooms katholieken tellen anders. Ze splitsen het tiende gebod in tweeën. Hun versie van het negende gebod zegt: Begeer de huisvrouw van je naaste niet en het tiende: Begeer zijn personeel en zijn vee niet.
Begrijpt u ook wat u leest?
In Handelingen wordt verteld over de kamerling. Filippus stelt hem de vraag: ‘Begrijpt u ook wat u leest?’ (Handelingen 8: 30.) Voor begrijpen is meer nodig dan alleen maar woordjes letterlijk vertalen. Ook voor ons is dat zo. We leven in een andere tijd, in een andere cultuur, in een andere taalsoort. Bij het
Ds. C.P. Meijer is (vervroegd) geëmiriteerd predikant van de toenmalige Gereformeerde Kerk nu van de PKN te Heerenveen
4
vertalen van woorden, moet je daar al rekening mee houden. Elke vertaling is ook een interpretatie. De schrijvers van de Heidelberger interpreteerden op hun manier de woorden: van een ‘gebod tot niet begeren’ werd het tot een ‘verbod op gedachten erover’. Als je de Tien Woorden ‘geboden’ noemt, ben je al een interpretatie aan het geven. ‘Eer uw vader en uw moeder’ is positief geformuleerd. De andere geboden verbieden alleen maar. Het woord ‘niet’ staat voorop: niet begeren. Het zijn dus eigenlijk verboden. Als je het toch ‘geboden’ noemt, geef je er al een invulling aan.
Begeren
Het werkwoord in het tiende woord is: begeren. Maar het Hebreeuwse werkwoord is ook te vertalen als: plezier hebben in of kostbaar zijn. Er zijn twee zelfstandige naamwoorden van het werkwoord afgeleid. Die twee woorden zijn: pracht of schoonheid (een mannelijk woord in het Hebreeuws) en kostbaarheid of begerenswaardigheid (een vrouwelijk woord). In Exodus wordt het werkwoord twee keer gebruikt. In Deuteronomium staat er de tweede keer een ander werkwoord: begeren, hartstochtelijk verlangen.
Waarop richt zich dat ‘begeren’ dat verboden wordt? Allereerst op het huis, en dat wordt vervolgens verder uitgelegd. ‘Huis’ staat voor alles wat een man bezit: zijn vrouw en gezin, zijn personeel, zijn vee. Zo komt het ook voor bij de gevangenbewaarder van Filippi. Die man liet zich met zijn hele huis dopen: vrouw en kinderen en personeel. (Handelingen 16: 31, NBG-vertaling 1951.) Wij zouden het tegenwoordig niet meer wagen om een echtgenote een bezit te noemen. Dat was van die tijd en die streek. Daarom is het samentrekken van huis en vrouw tot huisvrouw in de Willibrordvertaling zo mooi. We moeten elkaar niet tot bezit, tot een object maken. We moeten elkaar juist een eigen plek en eigenheid geven. Aan de andere kant: is het niet mooi als een man zijn vrouw zijn grootste kostbaarheid noemt, zijn oogappel? Waar gaat het in het gebod tot nietbegeren om? Ik denk om dit: je moet niet willen komen tussen een ander en zijn mogelijkheden voor een goed en genoeglijk leven. Je moet hem niet zijn levensplezier af willen nemen. Niet voor niets hebben het Jodendom en de Kerk bij het tiende gebod het vragen van woekerrente bij een
lening verboden. Net zo is het verboden om de vrouw of de kinderen van een ander als slaaf in je eigen huis op te nemen, als die ander zijn schuld niet kan terugbetalen. Want daar kan begeerte toe leiden! Je moet niet zó willen leven dat het ten koste van een ander gaat.
Geen nieuw diensthuis
Ik volg de mooie indeling die de Joden maakten van de Tien Woorden. Dan lees ik als allereerste woord dat de Eeuwige zijn volk uitleidt uit het diensthuis, uit het land Egypte. Achter de Hebreeuwse naam voor Egypte gaat een grondwoord schuil. Dat woord moet als verdrukking of stress vertaald worden. De Ene heeft zijn volk uit het land van de stress, uit de slavernij uitgeleid. De Tien Woorden geven aan hoe je in de van de Bevrijder gekregen vrijheid moet blijven. Het begeren, het willen hebben wat een ander ook heeft, kan veel stress geven. Er zijn uit onze eigen tijd ongetwijfeld genoeg voorbeelden te noemen van zaken die wij ook nog willen hebben. Zo wordt begeren een nieuw diensthuis, waardoor mensen vastzitten in de stress. Maar de vraag is, hoe kom je eruit?
Kapstok Fijn dat u weer bij elkaar bent en een gezegende bijeenkomst toegewenst onder de bezielende leiding van de Heilige Geest. Zingen: Psalm 139: 1 en 2 Lezen: Spreuken 21: 26 en 21 26 Velen willen almaar meer bezit, maar de rechtvaardige geeft, hij houdt niets voor zichzelf. 21 Wie rechtvaardigheid en trouw nastreeft, ontvangt leven, rechtvaardigheid en eer. Gebed: Trouwe God, Dank U dat we hier zo weer bij elkaar mogen zijn. Heer, we zijn zo vaak begerig, naar materiële zaken, maar ook naar gezondheid en geluk van anderen. Leer ons te kijken naar de goede dingen in ons leven, die we zo vaak heel gewoon en vanzelfsprekend vinden. Leer ons dankbaarheid en te zien naar U, die uw Zoon voor ons gaf. Leer ons lief te hebben, zodat we liefde kunnen geven aan anderen en dat we dan ook vervuld mogen worden met liefde voor U. Amen Zingen: Gezang 426: 1 en 5 JK
te doen. Dat leren die Tien Woorden van de Eeuwige die ook ons bevrijdt uit het land van de stress, ook ons uitleidt uit het diensthuis van het begeren.
Gunnend leven
Brood met tevredenheid
Wat is de wortel van het begeren? Ik denk dat het een gevoel van onvrede met het eigen leven is. Dat het ontevredenheid is met wat je hebt. Een ander heeft het beter dan ik. Dus wil ik dat ook hebben. Het is een hele levenskunst om tevreden te kunnen zijn. Dat betekent dat je niet moet kijken naar wat je tekort komt of kijken naar wat een ander heeft. De kunst is om te kijken naar wat je wél zelf hebt. Tel eens de zegeningen, de goede dingen in het eigen leven. Misschien doen we dat te weinig. Wat goed gaat, wat we hebben, daar we zijn aan gewend en dat vinden we normaal. Probeer eens het bijzondere in de gewone dingen van het eigen leven te zien. Dat is een hele instelling. En jazeker, we zullen het zelf moeten doen. Maar het mooie is dat we het niet alleen hoeven
Van Karin van der Wal-Vollers is een aardig boekje verschenen over De wereld van het gunnen, een gespreks- en doe-boekje. Haar definitie van gunnen spreekt mij bijzonder aan, zeker in het verband van deze studie: iets onbaatzuchtig positief toewensen aan een ander. Dat is uiteindelijk de positieve uitvoering van het ‘Tiende Woord in de woestijn’.
Een joodse witz
Twee notoire ruziemakers in een Pools dorp komen op Grote Verzoendag in de sjoel (synagoge/leerhuis). Die dag vieren ze het feest van de verzoening over de zonden van het verleden jaar en vieren ze de goede voornemens voor het komende jaar. Door de sfeer van het feest geraakt, zegt de ene man tegen de ander: ‘Ik gun jou alles wat jij mij toewenst.’ Waarop de tweede man naar de rabbijn toe gaat om te klagen: ‘Hij begint vandaag, op dit heilige feest, alweer met ruzie maken!’
Gespreksvragen: 1 Soms schrikken we van wat we denken. Moeten we onszelf, of een ander, daar zwaar over vallen (zoals de Heidelberger doet)? Of is het juist een troost te weten dat de Schepper in het diepste ons geloof kent, zoals Psalm 139 bezingt? 2 Wat wensen wij elkaar toe? Of wat gunnen we iemand met wie we ruzie hebben? 3 Kunt u pas iets gunnen aan een ander, als u er eerst zelf over beschikt? 4 Noem eens iets op wat u tekort komt, maar pas nadat u iets genoemd hebt wat u wel heeft. Wat was makkelijker om te bedenken? 5 Wat kunt u doen om een ander echt blij te maken? 6 Tel uw zegeningen, één voor één, tel ze allen... en vergeet er geen!
5
Shalom !
שלום
Het thema van deze In Gesprek is: Gij zult niet begeren… Je kunt de focus leggen op het woordje ‘niet’, maar je kunt ook vragen: wat zullen wij wél begeren? Meteen denk ik dan aan de tekst uit Psalm 73: 25b: ‘Nevens U begeer ik niets op aarde’ (NBG-vertaling 1951). ‘Begeren’ vind ik een krachtige uitdrukking en wij kennen het woord niet zozeer in de positieve zin. Paulus wil ‘Christus kennen’ en hij zegt het zo mooi in Filippenzen 3: 12b: ‘Ik houd vol in de hoop eens dat te kunnen grijpen waarvoor Christus mij gegrepen heeft.’ Ons begeren moet dus eigenlijk uitgaan naar God en Jezus en dan hebben we de Heilige Geest nodig om de verbinding te leggen met wat God aan ons openbaart (in zijn Woord) en de praktijk van elke dag. Als ik niets van de ander mag begeren, wensen of verlangen, dan zal ik kijken naar wat God voor mij heeft. Hierin ligt, volgens mij, de sleutel voor een gezegend leven. Welke roeping, welke bestemming en welke plaats heeft God voor? Ik ben er zeker van dat God mij in dit land geroepen heeft en ik kom tot mijn bestemming in wat ik mag doen voor het Joodse volk. Alles wat hiervoor nodig is, heb ik van God ontvangen. Ik wil niets van de ander omdat ik besef dat wat God voor mij heeft bij mij past. Hij is het die mij de liefde geeft voor dit volk en voor elk individu waar ik mee op mag trekken. Hij geeft mij ook wijsheid en plezier om te kunnen doen wat op mijn pad komt. Het is zeker niet gemakkelijk om hier te werken en er zijn hier inwoners die bijna net zo stijfkoppig en grof kunnen zijn als sommige Nederlanders! De bureaucratie is niet om door te komen en het levensonderhoud is duurder dan in Nederland. Om dit aan te kunnen, ontvang ik kracht, humor, nederigheid, volharding, geduld en ook veel geld om alles te kunnen betalen. Ik ervaar dat alle gaven en eigenschappen passen bij mijn roeping. Wij geloven dat elk mens een specifiek DNA heeft, maar dat God ook een eigen en gede-
6
tailleerd plan heeft voor elk van ons. Dat kost meer moeite om te ontdekken. Dat van die ander zal mij niet gelukkig maken. Zou ik dit dan willen hebben? Mag God het verhoeden! De meesten van ons gaan in de zomer een wat rustigere tijd tegemoet. Een mooie gelegenheid om te kijken naar waar God ons voor roept. En dan kunnen we daarbij een lijstje maken van dingen die God ons daarvoor geeft. Ik ga er vast mee beginnen. Het is als het tellen van de zegeningen. In mijn geval de zegeningen van mijn roeping voor Israël en het Joodse volk. * Ik mag wonen in het land dat God heeft uitgekozen om zichzelf aan ons te openbaren. * Door hier te zijn voel ik mij meer verbonden met de God van Israël. * Ik mag me verbinden met een volk dat door God een speciale opdracht heeft, een volk waaruit wij Jezus als onze Messias mogen ontvangen. * Ik mag een roeping realiseren waarin God altijd bij mij is en me voortdurend verrast met tekenen van liefde, vreugde, vrede, verwondering en geluk. Ik kan het soms niet bevatten. * Met al deze goedheid mag ik ook zien hoe dit volk juist door het lijden heen wordt gevormd. Ik ga het lijden niet meer uit de weg, maar laat het ook mij vormen tot iemand die daardoor meer op Jezus gaat lijken. * Ik mag wonen in een land waar vrijheid van godsdienst is en waar ik als christen de ruimte krijg om te groeien in geloof. * Elke dag mag ik opnieuw zien hoe God voor mij zorgt. Ik heb een fijne flat om in te wonen, (te) veel kleren, goed voedsel en de medische zorg staat op een hoog peil.
* De bevolking is open om naar mijn ‘anders zijn’, mijn verhaal, mijn roeping en mijn verbondenheid met de God van Israël te luisteren. * Mijn roeping ligt in een land dat een fijn klimaat heeft en een veelzijdige natuur. * Het is het land van de toekomst. Jezus, onze Messias, zal HIER terugkomen. De lijst is niet compleet, maar ik heb nog een hele vakantie om er aan te werken. En ik zal de lijst bewaren om hem volgend jaar aan te vullen. Zo kunnen wij een negatief begeren uit de weg ruimen. Begeren wordt dan eren. God eren voor, door en met alles wat we ontvangen. Dát is onze hoogste roeping!
Wilma van de Biesebos woont en werkt al jaren in Jeruzalem en schrijft voor In Gesprek de column Shalom!
VROUWEN - GELOVEN - WERELDWIJD In deze tijd, waarin enorm gepiept wordt over de zware wolken die boven ons hoofd hangen, denk ik dat we als gelovige vrouwen elkaar kunnen bemoedigen. De grootste bemoediging vind ik in mijn geloof in een liefdevolle God, die ons niet uit zijn hand laat vallen. Dat voelt niet iedereen zo. Dat recht moeten we elkaar gunnen, maar het liefst zou ik iedereen aanmoedigen om te proberen het zo te zien. Is geloven toch hetzelfde als vertrouwen? Laten we de stap wagen. Iemand heeft mij eens verteld dat zij altijd krap zat, eigenlijk niet rond kon komen van wat haar man verdiende. Op een dag was ze verschrikkelijk bang, de buurman had gedreigd haar man te vermoorden vanwege een conflict. Het was in de tijd dat we het verschil tussen autochtoon of allochtoon nog niet kenden. Ze was doodsbang en ze riep tot God, die zij helemaal niet kende. Ze riep God te hulp: Als U bestaat kom mij dan nú helpen! Ze voelde een weldadige warmte door zich heen trekken, van boven naar beneden en ze voelde zich totaal veranderd. De buurman was aanmerkelijk bedaard toen haar man thuis kwam, er kon gepraat worden, wat tot een oplossing leidde. Maar zij had vleugels gekregen. Als ze boodschappen deed kon ze met veel minder toe. Als ze langs aantrekkelijke winkels kwam die vroeger haar ogen vast hielden, was ze er al voorbij voordat ze het in de gaten had. Er kon
een sticker op de brievenbus, ze hoefde zich niet meer te laten verleiden tot goedkope extraatjes. Er kwam rust in haar leven en ze hield geld over. Ook haar tijd richtte ze anders in. Ze belde een dominee om informatie. Stelt u zich dat eens voor… Dat overkomt je ook niet elke dag. Ze was zo leergierig, ze wilde alles over God weten. Alles. Hoe vaak hebben wij het in de kerk over God? Zij hield ons meteen een spiegel voor, wat nogal eens een beschamend gevoel geeft. Wie van ons zal in gebed zeggen: Heer, ik kan niet rondkomen? Wat moet anders? Eerder zullen we vragen: Heer geef ons toch meer geld, dat wij er net zo mee kunnen smijten als onze buren. (En als U het niet geeft, dan bedenk ik zelf wel wat… (Lees de krant er maar op na.)) Laten we bidden voor alle vrouwen om inzicht en openingen. Om moed om op te staan tegen wie of wat ook. Laten we bidden dat ze hun rechten dapper en op de zachte manier naar voren zullen brengen. Tot eer van God en tot opbouw van hun eventuele gemeente en hun land. Heleen Koekoek
Afslag: O´swiecim (Polen) c
Wij razen maar door op de snelweg van het leven. In deze column nemen we zomaar eens een afslag, naar een plek die een speciale betekenis heeft voor het christelijk geloof. In 1995 stapten mijn man en ik uit de trein in het Poolse O´swiecim, het plaatsje waar de Duitse nazi’s hun vernietic gingskamp Auschwitz hebben gebouwd. Terwijl we alvast tuurden op de treintabel voor de terugreis, kwamen wij in gesprek met een vriendelijke, bejaarde Brit, die eveneens het kamp wilde bezoeken. Ik scheurde een papiertje voor hem af om de treintijden te noteren en tot in Auschwitz trokken we met elkaar op. ‘Waarom zijn jullie hier?’ vroeg hij ons. Wij antwoordden dat we, vijftig jaar na het einde van de oorlog, dit afschuwelijke oord met eigen ogen wilden zien. ‘Ja, ik ook,’ zei hij. Het werd mij even zwart voor ogen toen hij er droogjes aan toevoegde: ‘Mijn beide ouders zijn hier vermoord.’ Als jonge Joodse Duitser wist deze man op tijd te ontkomen naar Engeland, de rest van de familie achterlatend. Hij vertelde ons over zijn leven in Engeland, hij maakte ons hardop aan het lachen met zijn humorrijke verhalen. Midden tussen de barakken van Auschwitz! Een plek met een speciale betekenis voor christenen, kun je dat van Auschwitz zeggen? Ik betwijfel het. Het lijkt mij eerder een plaats om je geloof spontaan te verliezen. Een overwinningsveld van het antigeloof, van inktzwarte machten. En toch zijn zelfs hier speldenpuntjes van licht te ontdekken. Maximiliaan Kolbe was zo iemand die, dankzij zijn geloof, door het duister heen wist te prikken. Een Poolse priester en geleerde was hij, een franciscaan met een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Na het uitbreken van de oorlog riep hij via
radio en drukpers iedereen op in opstand te komen tegen de bezetters. In ‘zijn’ klooster vonden duizenden Joden en anderen een onderduikplaats. In 1941 werd Maximiliaan Kolbe opgepakt en naar Auschwitz gebracht. Op een dag werden de mannen bijeengeroepen. Er zou een uitbraakpoging zijn geweest, als wraak moesten tien personen in een hongerbunker worden gegooid om te sterven. Franciszek Gajowniczek was een van hen. Hij smeekte de Duitsers hem in leven te houden, omwille van zijn kinderen. Maximiliaan Kolbe trad naar voren en nam Franciszeks plaats in. Getuigen hoorden Kolbe tot op het laatst zingen: de lof voor zijn geliefde Maria. Wat een onvoorstelbare daad van liefde! Franciszek Gajowniczek heeft een vader kunnen zijn voor zijn kinderen én een opa voor zijn kleinkinderen. In 1995 stierf hij, op hoge leeftijd. Titia Lindeboom
7
Ds. Hans Eschbach
De hoofdzaak is dat de hoofdzaak de hoofdzaak blijft De tien geboden zijn besproken in ‘In Gesprek’. Allemaal zijn ze belangrijk. Wat zou de wereld er anders uitzien als we ons aan Gods geboden zouden houden! Wat me altijd zo aangesproken heeft, is wat er in Deuteronomium 5: 33 bij wordt gezegd: Ga de weg van de Heer ‘opdat gij leeft en het u wel ga’. Daar zijn de geboden ons voor gegeven! Wie ze houdt, zal er wél bij varen! Maar op de een of andere manier hebben we altijd de neiging de grens op te zoeken van wat wel of niet mag. Op de lagere school hadden wij het grootste speelplein van alle scholen in de stad: we hadden namelijk geen speelplein! De hele straat werd afgezet en we mochten de hele straat gebruiken om te spelen. Pas aan het einde van de straat stonden de hekken. Daarachter was het gevaar: de tram, het verkeer, de drukte. Maar waar denkt u dat wij als kinderen stonden in het speelkwartier? Tegen die hekken aan. En wie het lef had om door het hek heen te slippen naar de snoepwinkel, die was de ‘bink’. Buiten de grenzen van de wet is het gevaar, is de verleiding. Daar binnen is de speelruimte. Opdat u leeft en het u wel gaat!
‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf.’ Matteüs 22: 37-39
Wat is de kern, de hoofdzaak?
Maar wat is nu het belangrijkste wat de wet ons wil leren? Wat is de hoofdzaak? In Matteüs 22: 37-40 vragen de discipelen aan Jezus: ‘Wat is het grootste gebod in de wet?’ Jezus reageert door te wijzen op het belang van de liefde: liefde voor God en liefde voor je naaste. Het gebod van de liefde vormt de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat. In zijn boek ‘Doelgericht leven’ werkt ds. Rick Warren die hoofdzaak uit voor ons hele leven, door niet alleen te verwijzen naar het grote gebod, maar ook naar de grote opdracht in Matteüs 28: 18-20. Die grote opdracht is het ‘testament’ van Jezus, zijn laatste opdracht voor zijn volgelingen, dus ook voor ons. Vanuit het grote gebod en de grote opdracht ontdekken we wat de hoofdzaak is voor het werk van de kerk,
Ds. Hans Eschbach is werkzaam bij het Evangelisch Werkverband binnen de Protestantse kerk in Nederland als projectleider voor MEER+. Hij is beschikbaar voor spreekbeurten over de missionaire roeping van kerk en gelovigen en over gemeenteopbouw.
8
maar ook voor ons eigen leven. Vijf punten, die je als kerkenraad kunt gebruiken als kern van je beleid of waar je als vrouwengespreksgroepen je op kunt richten. Wat zijn dan die vijf kerntaken? 1. ‘God liefhebben met heel je hart, ziel en verstand.’ Dat gaat over aanbidding. Als we samenkomen, aanbidden we God in de lofzang van de gemeente. Maar je mag God ook aanbidden met je verstand, bijvoorbeeld in de doordenking van wie God is en wat Hij ons geeft. 2. ‘Je naaste liefhebben als jezelf.’ Dat gaat over ons dienstbetoon naar de ander toe. In kerkelijke taal spreek je over ‘diaconaat’. 3. ‘Ga op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen.’ Dat gaat over ons getuigenis. Hoe kunnen we de liefde van Jezus doorgeven aan anderen? Daar moeten we voor ‘op weg’ gaan. ‘In gesprek’ gaan met onze buren, met mensen die we tegenkomen in ons leven. 4. ‘Doopt hen.’ Dopen is: binnenbrengen in de verbondsgemeenschap. Johannes beschrijft dat prachtig in 1 Johannes 1: 3: ‘Wat wij gezien en gehoord hebben (liefde) verkondigen wij ook aan u (getuigenis) opdat (doel) ook u met ons verbonden bent (gemeenschap met elkaar). En verbonden zijn met ons is verbonden zijn met de Vader en met zijn Zoon, Jezus Christus (gemeenschap met God).’ 5. ‘Leert hen onderhouden al wat Ik u geboden heb.’ Hier gaat het om de volgende stap. Het gaat erom dat mensen Jezus vinden, maar ook dat ze hem gaan volgen, leren leven naar zijn wil. Discipelschap, catechese zijn woorden die hierbij passen.
Vijf kerntaken voor de kerk en voor ons eigen geestelijk leven: we aanbidden God; we dienen mensen; we getuigen van Jezus; we bouwen aan onze onderlinge gemeenschap en we strekken ons uit naar geloofsgroei. Je kunt ook stellen: - De kerk wordt sterker door aanbidding. - De kerk wordt relevanter door dienstbetoon. - De kerk wordt groter door getuigenis. - De kerk wordt warmer door gemeenschap - De kerk wordt diepgaander door discipelschap. Vragen: Op welk van deze gebieden is uw kerk ‘sterk’ en op welk van deze gebieden is uw kerk ‘zwak’? Op welk van deze gebieden bent u zelf ‘sterk’ en ‘zwak’?
Vier miljoen spirituele zoekers
Laten we wat specifieker kijken naar één van die kernpunten: ons getuigenis. Binnen de kerk groeit het bewustzijn dat we een missionaire roeping hebben. We willen wel, maar hoe doe je het? De meesten van ons voelen zich niet echt ‘evangelisten’ die anderen vrijmoedig vertellen hoe het evangelie voor hen van belang kan zijn. In de samenleving zien we een belangrijke ontwikkeling. Na een periode van massieve kerkverlating en groeiend materialisme zien we nu dat mensen zich opnieuw bezinnen op de vraag: ‘Is er meer?’ We hebben ons gezin, ons huis, onze baan, maar is dit nu alles? Of is er meer? Spiritualiteit is ‘in’. Bladen als Happinezz worden met honderdduizenden
verkocht. Nederland telt zo’n vier miljoen spirituele zoekers, die wel geloven dat er iets meer moet zijn tussen hemel en aarde, maar die niet naar de kerk gaan, het niet bij Jezus zoeken. Hoe zou het zijn om een eindje met deze spirituele zoekers op te lopen? Zoals Jezus opliep met de Emmaüsgangers, die afgehaakt waren van de gemeenschap van gelovigen, verward en somber? Jezus loopt met ze op en stelt de juiste vragen. Dat is kenmerkend voor Jezus. Als twaalfjarige jongen lezen we al van hem dat hij (1) luistert, (2) vragen stelt, (3) inzicht verkrijgt en (4) antwoorden geeft. Let op deze volgorde in Lucas 2: 46 en 47. Daar kunnen we wellicht leren over de manier waarop wij mogen oplopen met spirituele zoekers.
vanuit het magazine worden de lezers naar de website www.isermeer.nl geleid. Hier kunnen ze vervolgstappen zetten, bijvoorbeeld door een gratis Nieuwe Testament aan te vragen, een gratis internetcursus over ‘Waarom Jezus’ te volgen of een postcodecheck te doen. Wie z’n eigen postcode intikt ontdekt, waar de dichtstbijzijnde Alphacursus of huiskamerkring van start gaat, waar de dichtstbijzijnde deelnemende kerk is, enzovoorts. Het is fantastisch om te zien hoeveel kerken en christenen zich al voorbereiden op deze actie. Als je nadenkt over kerntaken, dan hoort dit er zeker bij! Jezus zei: ‘De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’ Als volgelingen van Jezus mogen we in zijn voetspoor gaan.
Vraag: Wat leert u van de manier waarop Jezus het gesprek voert in Lucas 2: 49?
Vragen Doet uw gemeente al mee met Project MEER? Wat hebt u er al over gehoord? Hoe kunt u zelf inhaken en deze kans benutten om met mensen in uw omgeving na te denken over die belangrijke vraag: Is er meer tussen hemel en aarde?
Een kans voor kerken en christenen: project MEER+
Direct na de zomer start er een grote missionaire actie, waarin 21 kerkgenootschappen en organisaties samenwerken, van Baptisten tot Christelijk Gereformeerden, van IZB tot Alphacursus. Doel van de actie is, dat in september 2012 heel Nederland met elkaar in gesprek komt over één vraag: ‘Is er meer (tussen hemel en aarde)?’ En dat christenen voor dat gesprek zijn toegerust en er het initiatief toe nemen. Op 1 september worden honderdduizenden exemplaren van het glossy magazine ‘MEER+’ verspreid. Honderden kerken haken in met de Alphacursus, de Gemeente Groei Groepen, de gesprekskringen, het startweekend van de kerk: alles in het thema ‘Is er meer?’ In sommige steden hebben kerken de koppen bij elkaar gestoken en wordt de hele plaats bereikt. Andere kerken organiseren zelf de actie. Maar ook duizenden individuele christenen haken in, door via de site www.kerk.nl een aantal magazines te bestellen en die uit te delen onder hun eigen bekenden of in hun eigen straat. Kerngedachte is dat christenen voor hun buren bidden, geven (ze betalen de bladen die ze cadeau gaan geven) en naar ze toe te gaan. Dat kan persoonlijk, maar mag ook gewoon door de bladen door de brievenbus te doen. Want
Alle informatie over Project MEER kunt u vinden op de website www.kerk.nl. Doe mee, want: De hoofdzaak voor kerk en gelovigen is, dat de hoofdzaak de hoofdzaak blijft.
Tien ijzeren wereldwetten Het draait om jou. Leef vrij en blij. Er is één baas en dat ben jij. Doe alles voor bezit en poen. Wie centen heeft kan alles doen. Als jij jets wilt, roep dan maar snel, dat God het wil. Dan doen ze ’t wel. Wie rust is lui, wie werkt een held. Vooruit, draaf door, want tijd is geld! Je ouders kunnen naar de maan. Daar trek je je dus niks van aan. De sterkste wint. Wie vecht wordt groot. Je slaat en zwijgt elkaar dus dood. Een vriend is leuk. Zo niet, da’s pech. Dan doe je hem gewoon weer weg. Wie deelt is stom. Wie geeft is maf. Wie steelt is slim: die is goed af. Bedrieg en lieg er maar op los, dan ben jij lekker nooit de klos. Een ander heeft iets? Da’s gemeen! Dat moet jij ook. En liefst meteen. Doe zo en leef als iedereen. Dan leef je lang. En ook alleen.
9
Meditatie Ledenontmoetingsdag 2012 Bij Deuteronomium 16: 13-15 en Psalmen 23 Er is altijd wel een reden om een feestje te bouwen. Even een hoogtepunt dat de grauwe sleur van alle dag doorbreekt. Feesten in het weekend, op nationale en religieuze feestdagen. Je hebt af en toe een feest nodig om te beseffen hoe het leven echt bedoeld is. In de Bijbel staan tal van feesten vermeld: de Grote Verzoendag, Pesach, de Sabbat, het Loofhuttenfeest, het Jubeljaar. In Israël werd het Loofhuttenfeest gevierd, een blij en gezellig feest. Dat begon al met de bouw van zo’n hut. In die hut woon je zeven dagen, je eet en drinkt daar en je ontvangt er je gasten. Het dak moet wel open blijven, want je moet de hemel kunnen zien. In die dagen denk je aan Gods zorg in het verleden, maar je bezint je ook op het heden en je ziet uit naar de toekomst. Jezus vierde dit feest mee, dacht daarbij terug aan de woestijnreis. Aan Gods zorg toen, de wolkkolom die licht gaf, toen God zijn volk leidde als een kudde en zij in tenten woonden. In Lucas 22 staat het verhaal dat Jezus met zijn vrienden het laatste Avondmaal wil vieren. Voor hem was het die avond een feest, ondanks dat hij wist wat er allemaal gebeuren moest. Maar hij beschouwde het samen om de tafel zitten, het delen van brood en wijn en het lezen uit de Thora, als een voorproefje op het Koninkrijk van God. En dan onze zondag. Eén dag in de week los van verplichtingen en de agenda. In de Bijbel is er daarom veel ruimte voor de sabbat ingeruimd. Stop maar even, denk na over jezelf, geef tijd aan je familie, je gezin, pieker niet over je werk, kom even aan jezelf toe, kom even op adem, neem afstand en geniet. We hebben Psalmen 23 gelezen en in vers 6 zegt David: ‘Geluk en genade volgen mij, alle dagen van mijn leven.’ Daar is hij heel zeker van. Je kunt je afvragen hoe David daar zo zeker van kan zijn. Het leven voor veel mensen is echt niet altijd een feest. Ook gelovigen hebben met tegenslagen en verdriet te maken! Wij zingen: ‘De Heer is mijn Herder, ‘k heb al wat mij lust.’ Maar dat wil niet zeggen dat als je maar gelooft, dat dan al je wensen in vervulling gaan. Maar het is wel zo dat God er in elke situatie voor ons zal zijn. Ook nu, 75 jaar met zijn geluk en genade! David gebruikt het beeld van herder en schapen. Een schaapherder kun je je niet voorstellen zonder zijn honden. Die zorgen ervoor dat de schapen bij elkaar blijven en de herder volgen. De honden kom je niet letterlijk tegen, maar je kunt ze er wel bij bedenken. David zegt: ‘Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven.’ Stel dat die herder zijn honden ‘geluk’ en ‘genade’ heeft genoemd; dan lopen zij voortdurend om de herder heen. De schapen weten ‘geluk’ en ‘genade’ achtervolgen ons heel ons leven. Ik vind dat geluk en genade woorden zijn die echt bij God horen. Als je hem leert kennen, ontdek je dat ook als God een moeilijke weg met je gaat, hij ook in de diepste dalen is. Hij is er met zijn goedheid en genade. Dat hebben wij zeker 75 jaar lang ervaren, in goede maar ook slechte tijden. Het mooie van dat beeld van de honden is, dat het je bewaart voor de gedachte, dat je als schaap van de Goede Herder in de watten wordt gelegd. Herdershonden kunnen nog wel eens grommen en – als het nodig is – bijten. Geluk en genade zorgen ervoor, dat wij de juiste weg durven te kiezen. Zelfs door tegenspoed heen. Dicht bij de Goede Herder zijn de schapen in goed gezelschap. Want als hij voor je uitgaat, zijn zijn geluk en genade er ook. De boodschap is dan ook voor iedereen: jij bent een geliefd mens. Ik heb je lief, jij mag er zijn, jij mag op jouw manier lijken op die Goede Herder. Wij horen graag naar zijn verhalen, om er steeds weer aan herinnerd te worden dat elke vrouw, elke man, elk kind er mag zijn van God. In ieder van ons heeft hij vreugde, want er is niemand zoals jij. Jij bent uniek met jouw talent. Daarom mogen wij feestvieren, omdat Jezus zegt: ‘Ik ben het Licht der wereld. Ik ben de Goede Herder.’
Hetty van Weeghel voorzitter PVO (2006-2012) 10
Ledenontmoetingsdag 2012
Hoedjes van krantenpapier. Hippe hoedjes. Hoeden die deftige dames in kinderboeken dragen, met bloemen en fruit. Zelfgenaaide hoeden. Hoeden waar vogeltjes bovenuit wippen. Griezelhoeden met nepspinnen in de voile. Identieke hoofddeksels, gedragen door complete vrouwengroepen: blauwe glinsterpetten, fleuriggroene hoedjes, klederdrachtkapjes. Hoeden, gevouwen en geplakt van oude In Gesprekken. Hoeden met borduursels op de rand: 75 jaar PVO, hartelijk gefeliciteerd! Alleen al die zee van hoeden maakte de afgelopen Ledenontmoetingsdag tot een geslaagde en vrolijke bijeenkomst. Vrouwen van verenigingen uit het hele land kwamen op donderdag 19 april naar Nijkerk, om daar de Kruiskerk tot aan de balustrades toe te vullen. Samen vierden wij er het vijfenzeventigjarige bestaan van de Protestantse Vrouwen Organisatie. Samen, voor de gezelligheid. Maar ook samen in de naam van Jezus; in het eerste lied zongen wij al over hem. Voorzitter Hetty van Weeghel heette ons van harte welkom. De kaars werd aangestoken, beeld van Gods onmisbare aanwezigheid. Na een aantal liederen en een gebed lazen we uit de Bijbel Psalmen 23 en Deuteronomium 16 over het Loofhuttenfeest, waarin een oproep staat om uitbundig feest te vieren. Na Hetty’s meditatie en het zingen van ‘De Heer is mijn Herder’, kreeg ds. Arenda Haasnoot het woord. Deze jonge predikante heeft al een indrukwekkende staat van dienst. Moeder is ze, van vijf kinderen – onder wie twee tweelingen. Sinds begin dit jaar is zij voltijds predikant van de Gereformeerde Kerk van Rijnsburg. Landelijke bekendheid kreeg zij als vicevoorzitter van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland. ds. Arenda Haasnoot In september 2011 werd zij benoemd tot voorzitter van Alpha-cursus Nederland, een organisatie die het evangelie van Jezus Christus wil verspreiden door middel van een basiscursus christelijk geloof. Haasnoot, die misschien wat frêle oogde toen ze achter de microfoon plaatsnam, weet wat ze wil en zegt wat ze gelooft. Arenda Haasnoot liet haar licht gaan over ‘Schijnwerpers’, het thema van de PVO voor het nieuwe seizoen 2012–2013. ‘Bij dat woord gingen mijn gedachten alle kanten op,’ vertelde ze, ‘maar volgens een psycholoog is dat typerend voor vrouwen.’ Haasnoot wees op een ervaring waarin iedereen die wel eens op een podium heeft gestaan zich kan herkennen. ‘Als je in de schijnwerpers staat en ineens die lichten op je ziet afkomen, is dat niet altijd prettig. Je ziet jezelf niet, de lichten verblinden je.’ Daarmee legde zij een link naar Handelingen 9, waarin staat hoe de apostel Paulus – toen nog Saulus – werd verblind door een licht uit de hemel. ‘In het licht van de schijnwerpers zie je niets, in het licht van de Here God leer je jezelf kennen,’ aldus Arenda Haasnoot.
De predikante vertelde hoe zij ooit de befaamde Sint Paul’s Cathedral in Londen bezocht en daar een schilderij zag dat indruk op haar maakte: ‘Light of the World’ van de kunstenaar William Holman Hunt (zie afbeelding pagina 20). De Here Jezus is erop afgebeeld met een kleine lantaarn in zijn hand. Het licht dat ervan afstraalt is niet enorm groot, maar genoeg om te zien dat Jezus daar staat. In dat verband haalde zij Psalm 119: 105 aan: ‘Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.’ God schijnt zijn licht nog niet over ons hele levenspad, maar hij geeft voldoende licht om de volgende stap te zetten. ‘Het licht komt niet van onszelf, maar van de Here Jezus. Hij zegt van zichzelf dat hij het licht is en richt de schijnwerpers op hen die hem willen volgen. Zonder hem blijf je in de duisternis, hoe goed je ook bent voor anderen. Zijn licht heb je nodig.’ Arenda Haasnoot legde uit hoe God ons bewust op bepaalde plekken neerzet. Wij zijn geroepen licht te verspreiden in de omgeving waarin wij zijn. En hoewel het moeilijk is om vanuit de schijnwerpers de zaal in te kijken, kun je wel goed zien wie er naast jou staan. ’Wij zijn bedoeld om samen in het licht te staan en samen licht te verspreiden.’ Dat is niet alleen maar een moeilijke opgave. Immers: ‘Als je in het licht staat, mag je daar ook van genieten. Je mag je laten verwarmen, je mag zien en merken dat de Here God er is.’ Tijdens een muzikaal intermezzo, verzorgd door onze organist, mevrouw M. van Noortwijk, konden wij de woorden van Arenda Haasnoot op ons in laten werken en eventuele vragen formuleren om haar na het orgelspel te stellen. De jaarverslagen werden kort behandeld en vervolgens maakte penningvrouw Tjitske Rinsma bekend hoeds. Egbert van Beesten veel er voor Kruis en Munt was gespaard. Ze wist het spannend te brengen, met een ingenieus schuifapparaat dat telkens één cijfer onthulde: uiteindelijk bleek er € 13.000,75 bijeen gespaard voor Stichting Mensenkinderen. Ds. Egbert van Beesten nam het dankbaar en in stijl (met muts op!) in ontvangst.
11
Aan het eind van het ochtendprogramma werd ook afscheid genomen van Henny de Graaf. Zij was jarenlang voorzitter, eerst in de provincie Utrecht en vanaf eind 2007 van Regio West en van daaruit afgevaardigd naar het Hoofdbestuur en zij had zitting in het Dagelijks Bestuur. Janny Hugenholz wordt voorgesteld als haar opvolgster in Regio West en het Hoofdbestuur. Daarna was het tijd om Hetty van Weeghel in de schijnwerpers te zetten. Hetty nam afscheid als voorzitter, na twaalf intensieve jaren. Onder haar leiding is onder andere de
Gereformeerde Vrouwenbond getransformeerd tot de Protestantse Vrouwen Organisatie. Hetty vertrekt niet helemaal. Zij blijft actief in Regio Zuid, redactieraad en werkgroep Toerusting. Maar, zoals ze terecht opmerkte: ‘Eerst vakantie!’ Ze haalde de voorzittershamer te voorschijn, waar alle voorzitters ooit een gekleurd lint aan hebben gehangen. Aangevuld met een knalgeel lint reikte ze de hamer uit aan onze nieuwe voorzitter: Tiny van de Biezen.
Na de voortreffelijke lunch start het middagprogramma. We hebben allemaal een notitieboekje en een pen van ds. Van Beesten gekregen, als waardering voor ons sparen voor Kruis en Munt. Tiny van de Biezen betreedt het podium en roept de aanwezige oud-presidentes bij zich. En daar komen naar voren Christien de Lange, Fransiska Smedema, Renie Koopsen, Adrie Hoogewerf en Hetty van Weeghel. Een mooie rij prachtige dames die hun strepen verdiend hebben, en daarnaast Tiny, in de startblokken en blakend van energie. Er worden foto’s van gemaakt door Henny Kalisvaart, die de hele dag al foto’s maakt (zie www.pvo-nederland.nl ) en het PVO-vaandel wordt er nog snel bijgezet. Dan is het plaatje compleet. Na het zingen van het PVO-lied gaan we feest vieren met veel muziek, zang en hopelijk veel plezier.
Tillie vertelt dat een van de heren van financiën op een parkeerterrein een meisje uit Hongarije is tegen gekomen. Ze zocht werk… Ze zong... ‘Kom dan maar mee naar de PVO, dat komt goed uit.’ Ons wordt door gebaren en mimiek uitgelegd dat ze er helemaal niet blij mee is, maar wat doe je als zo’n hoge piet het wil? We moeten oefenen met het lachen op muziek want dat komt voor in het eerste stuk dat ‘Irina Mutsikova’ voor ons zal gaan zingen. Haar eerste lied is ‘Mein Herr Marquis’. Het gaat over een deftige dame die zich uitgeeft als haar kamermeisje en een deftige heer die de rol en de kleren van zijn kamerdienaar aanneemt. Daarbij wordt veel gelachen, en dat mogen wij doen. Wat prachtig gaat. Tillie heeft ook een stokje waarmee ze dat aangeeft. Ze gebruikt dat ook om Irina de ‘hoge d’ te laten zingen, met een por op haar achterwerk. Het publiek laat zich duidelijk horen. Che faro senza Euridice wordt door Tillie gezongen, een heel verdrietig stuk, waarbij Tillie enorm uithaalt, wat wordt uitgebeeld door een bal die heel groot en ook weer klein kan worden. Van het verdriet blijft voor ons niets over, we lachen ons tranen. Bij een ander lied gaat ze bij de pianiste op schoot zitten omdat het zo droevig is. ‘Do(lores)’speelt gewoon door met haar armen om Tillie heen!
v.l.n.r. Adri Hoogewerf, Franciska Smedema, Reni Koopsen, Christien de Lange, Hetty van Weeghel en Tiny van de Biezen
Een jongedame komt naar voren en gaat achter de vleugel zitten spelen. Een beetje aarzelend kijkt ze de zaal in, met een gezicht van: waar blijf je nou? En ja, daar klinkt een geweldige stem door de zaal die een fantastisch lied zingt totdat dame van wie de stem is het podium heeft bereikt. Dan moet ze ons eerst van alles uitleggen. Haar eerste lied is La donna e mobile. Dat is een politieke schlager, over dat vrouwen zo flexibel zijn, zegt ‘Tillie Talsma’. Met grote gebaren worden we uitgenodigd om mee te zingen zodra het ons bekend voorkomt. Dat doen we van harte. We zingen ‘Lang zullen we leven’ en steken onze zelfgemaakte, of zelfgekochte of onzichtbare hoed in de lucht bij ‘hieperdepiep hoera’. Schitterend. Er komen nog wat dames binnen. Zo onopvallend mogelijk natuurlijk. Maar Tillie heeft ze in de smiezen. ‘Was u nog even in de natte groep? Ja, het gaat allemaal niet zo snel meer hè? Wilt u ook nog even naar het toilet?’ De lachers 12 zijn volledig op haar hand. Na elke zin laten we ons horen.
Titia Lindeboom
In de pauze komt een ‘zondags gebakje’ langs. We hadden bij de eerste koffie al een verrukkelijk petit four gehad, dus…, maar het was een pepermunt of een dropje naar keuze. Ook lekker.
Mevrouw Acronius uit Oenkerk krijgt een prijs van Tillie voor de origineelste hoed, een cd. Ze heeft ook hoeden gemaakt voor haar groepsgenoten, die mogen een cd kopen, maar de winnares vindt dat ze wel naar die van haar kunnen luisteren. In de hoed zaten zilverpapiertjes van paaseitjes verwerkt. Dan wordt er een lied gezongen waarin (bijna) alle plaatsnamen van de aanwezigen voorkomen. Heel knap. De beide dames zingen een duet waarbij Tillie de charmante Irina na-aapt in haar gebaren. Op een zo onhandige manier dat je je tranen lacht, want het lijkt onbedoeld. Ter voorbereiding op de komst van Irina als diva, la prima donna, wordt Cor de Graaf naar voren gevraagd om de prima donna (plastic) bloemen te overhandigen, met een handkus. Eerst moet er geoefend worden. En we moeten ook oefenen met het zingen van Casta diva toedoedoedoe. Daarbij mogen de knieën niet tegen elkaar, want dan komt de stem niet goed over. Met driftige gebaartjes van de dirigeerstok houdt ze iedereen bij de les met een ernst of haar leven ervan afhangt. En werkelijk, iedereen doet snel z’n benen weer goed als ze wijst.
Bedankt! Wat hadden wij een mooie feestelijke ontmoetingsdag in Nijkerk. Wat een feest om zoveel vrouwen uit alle delen van ons land te mogen begroeten. Wat zag u er feestelijk uit. Velen met een mooie hoed. Wat zie je er dan ineens ‘anders’ uit. Soms kostte het moeite om iemand te herkennen! Langs deze weg wil ik iedereen hartelijk bedanken die meegewerkt heeft aan het herinneringsboek. Schitterend. Ik heb ervan genoten. Ook iedereen bedankt voor de vele, vele kaarten met lieve woorden en wensen. Het heeft mij ontroerd. Ik zal u missen, want het contact met de vrouwen in het land, heb ik al die jaren bijzonder gewaardeerd. Ik wens u voor de toekomst nog hele fijne gezegende bijeenkomsten toe. Nogmaals hartelijk dank, met een lieve groet, Hetty van Weeghel
Wat een heerlijke middag. We zijn echt helemaal uit geweest. Leading lady is zangeres en comédienne Marlies de Waard, Angelique Wardenier trad op in de rol van ‘diva’ en Ineke Geleijns bespeelde de piano: samen vormen zij Opera della Casa, om nooit weer te vergeten. Hetty van Weeghel en Hennie de Graaf sluiten de dag af met een korte, mooie viering. Dan mogen eerst de dames uit Groningen en Friesland de kerkzaal verlaten, zij kwamen met de vijf volle bussen naar Nijkerk. Daarna gaan alle anderen de kerkzaal uit. Er is gelegenheid om met elkaar nog even gezellig na te praten onder het genot van een kopje koffie, thee of een glaasje jus met een koekje. Daarmee is een einde gekomen aan de viering van de 75e verjaardag van onze PVO. Heleen Koekoek
Nieuws van het Hoofdbestuur Wat hebben we een geweldige Ledenontmoetingsdag met elkaar mogen vieren op 19 april jl. in Nijkerk. Een feest van herkenning en ontmoeting, met of zonder hoed; een fijn ochtendprogramma met ds. Haasnoot; de geweldige opbrengst van Kruis en Munt die ds. van Beesten in ontvangst mocht nemen; de huishoudelijke zaken, die zonder problemen werden afgerond; de bestuurswisseling; het geweldige optreden van Opera della Casa en een mooie afsluiting tot slot: alles liep op rolletjes. Daarom feestcommissie, Gré, Henny, Tjaarda en Tjits: hartelijk dank voor de goede organisatie! Na nog een laatste vergadering in mei, gaan we als bestuur even op adem komen, om in september vol frisse en goede moed weer aan de slag te gaan: voor en met elkaar in onze PVO. Langs deze weg wil ik u, mede namens alle kaderleden van onze organisatie een heel fijne tijd toewensen. Of u nu weggaat of thuisblijft: de zomer is in aantocht, geniet van deze bijzondere tijd! Met een hartelijke groet, Tiny van de Biezen, voorzitter
13
In gesprek met: Hetty van Weeghel-de Boer In april nam Hetty van Weeghel-de Boer afscheid als voorzitter van de Protestantse Vrouwen Organisatie. Heleen Koekoek stelde haar enkele vragen. Was het leuk om voorzitter van de Protestantse Vrouwen Organisatie te zijn? Toen ik in 2006 voorzitter werd, dacht ik heel optimistisch: wat een mooie uitdaging, dat doen we gewoon! Even later realiseerde ik me wel, dat er een grote verantwoordelijkheid op mijn schouders rustte. Ik was al sinds 2004 vicevoorzitter en mocht me bezighouden met beleid en vernieuwing, in het bijzonder met de overgang van Gereformeerde Vrouwenbond naar Protestantse Vrouwen Organisatie. Dat was hard werken, heel intensief, maar wel erg leuk. Ik was heel vaak onderweg om kennis te maken met de groepen in het land en om uit te leggen wat het beleid inhield en hoe we dat dachten in te vullen! Het was geweldig leerzaam en inspirerend. Het gaf dan ook voldoening dat het lukte en wij in 2007 Protestantse Vrouwen Organisatie werden. Ik heb mij steeds met veel energie en enthousiasme ingezet en vaak kreeg ik de opmerking: waar haal je toch de tijd vandaan? Het antwoord is eenvoudig: gewoon plannen! Regelen, plannen en organiseren vind ik leuk. Het is geweldig dankbaar werk om er zo lang mogelijk voor de vrouwen in het land te mogen zijn.
Waren er activiteiten die je extra leuk vond? Het was een feest om elk jaar weer een PVO-reis te organiseren. Eerst uitzoeken waar naartoe, dan de uitstapjes bedenken en tenslotte het avondprogramma. Dan op reis. Vol verwachting keek ik uit naar de aankomst van onze vakantiegangers. Ik zag de spanning op de gezichten, maar al gauw brak de lach door bij het zien van oude bekenden. Het duurde maar even of iedereen babbelde er lustig op los. Aan het eind van de week waren de vrouwen ook wel weer blij om naar huis te gaan, dankbaar, want ze hadden genoten. Het was, zoals één van de vrouwen zo raak typeerde, een ‘warme deken’ geweest. Dat is, wat mij betreft, ook PVO. Vrouwen een gezellige en ontspannen week bezorgen. De fijne en indringende gesprekken, die ik met ze heb gehad, zal ik niet gauw vergeten.
Was het werk of de opdracht moeilijk? Als ik een eerlijk antwoord moet geven, zeg ik: ja, toch wel! Zeker het laatste jaar is de verantwoordelijkheid me steeds zwaarder gaan wegen. Toen ik aantrad, heb ik aangegeven dat ik de PVO niet alleen kan en wil leiden. Maar ik heb moeten ervaren, dat er wel heel veel op het bordje van de voorzitter terecht komt.
Natuurlijk zijn er ook best zorgen. Het teruglopen van het aantal leden en het vinden van nieuwe bestuursleden en contactvrouwen. Maar ik geloof nog steeds dat er voor de PVO heel veel mogelijkheden zijn. Bijvoorbeeld om de organisatie aan te passen aan een kleiner aantal leden! Maar daar kunt u ook zelf iets aan doen. Steeds vaker bereikt ons het bericht, dat groepen ophouden, om welke reden dan ook. Soms lijkt het erop dat een groep wel erg gemakkelijk stopt, zelfs met vijftien, zestien of meer leden! Het is echt niet erg als er niemand meer voorzitter, secretaris of penningvrouw wil zijn. Dan neem je toch om beurten het voortouw! En je behoeft ook echt niet altijd in de kerk bij elkaar te komen, dat kan toch ook bij één van de leden thuis? Dat doen wij in Eindhoven ook. Juist op oudere leeftijd is het zo belangrijk dat we elkaar blijven ontmoeten en bemoedigen. Het is goed om met elkaar in gesprek te blijven over wat belangrijk is in het leven, om voor elkaar op te komen en zorg te hebben voor elkaar. Samen delen wat je bezielt en samen zoeken naar wat het in onze tijd betekent om christenvrouw te zijn. Daarbij zijn we verzekerd, zoals we mogen geloven, van Gods nabijheid.
Hoe kijk je terug op die periode? Hoewel zwaar, kijk ik toch met een dankbaar gevoel terug op die tijd bij de GVB en de PVO. Ook een beetje trots, omdat de PVO nu al weer vijf jaar een feit is. Het is toch ook een beetje ‘mijn’ PVO geworden!
De PVO in de toekomst
Ik neem nu afscheid als voorzitter van de Protestantse Vrouwen Organisatie. Afscheid nemen is nooit leuk. Ik heb er dan ook heel lang over nagedacht. Maar ik ben moe! Het is heel mooi werk, maar ook heel intensief. Ik ben dankbaar dat Tiny het stokje van mij wil overnemen. Ik wens haar veel sterkte, maar ook veel plezier en Gods zegen bij deze nieuwe uitdaging. Toch wil ik niet helemaal stoppen, maar nog een aantal jaren actief meedoen als voorzitter van Regio Zuid, als lid van de werkgroep Toerusting en als ‘meedenker’ in de Redactieraad van In Gesprek. Ik dank God uit de grond van mijn hart, dat ik van hem de kracht heb gekregen om dit dankbare werk zoveel jaren te mogen en te kunnen doen. Ik kom u vast nog regelmatig tegen, dus tot ziens! 14
Hetty van Weeghel
1937
75 jaar
2012
Protestantse Vrouwen Organisatie voorheen
Gereformeerde Vrouwenbond Dit jaar vieren we feest, want 2012 staat in het teken van het 75-jarig bestaan van onze organisatie. Stuur uw bijdrage per post of per e-mail: we kunnen nog genoeg gebruiken! Ditmaal enkele grappige verhalen. Deze werden samen met de foto’s van de groepen naar ons toegezonden. Helaas is het in Nijkerk niet gelukt om daar de foto’s op te hangen. Via deze rubriek zullen we proberen hier zoveel mogelijk aandacht aan te schenken. Sjoukje van Zuylen van In Gesprek uit Alphen aan den Rijn vertelt: ‘De groep heet nu alweer jaren ‘In Gesprek’, maar droeg vroeger de bekende naam ‘Kent gij uw Bijbel?’ Door Rie van de Graaf, destijds secretaris, voor het gemak afgekort als ‘KGB’. Dat was in die tijd natuurlijk een angstwekkende benaming, want die sloeg ten tijde van de Koude Oorlog op de Russische geheime dienst. Op een keer herinnerde Rie zich met schrik dat ze de kopij voor het kerkblad nog moest inleveren. Ze vroeg een van haar zoons dit voor haar te doen. Het briefje lag op tafel. Hij deed keurig wat zijn moeder vroeg, maar hij nam het kladje en niet de uiteindelijke versie mee… Zo kwam de keurige gespreksgroep dus als KGB in het Kerkblad terecht!’
Thea Boogaard-Jager van Priscilla uit Nieuw-Vennep vertelt: ‘Mijn motto is: ‘Je ziet een stukje van Nederland, maar je komt er wel.’ Ik merk, dat ik er ook al een beetje om bekend sta. ‘Ik verdwaal nog in Abbenes,’ vertel ik er ook meestal al bij, want ik heb weinig of geen richtingsgevoel. Als we naar de kringvergaderingen van de PVO gingen, hoopte ik altijd dat ik met iemand mee kon rijden. Als ik dan toch moest rijden ging er een goede plattegrond mee, of ik zei: ‘Ik rijd achter jou aan, hoor. Let je een beetje op me?’ Op bestuursvergaderingen die beurtelings in Aalsmeer, Amstelveen, Badhoevedorp, Vijfhuizen en Nieuw-Vennep werden gehouden, kwam ik, vanwege mijn ‘gebrek’ echt op tijd van huis gegaan, soms toch te laat omdat ik weer ergens verkeerd gereden was. Mijn lief had er dus een hard hoofd in, toen ik eens iemand in Amstelveen moest halen en ’s avonds terugbrengen. Want kijk, na dat terugbrengen moet je weer naar huis: onbekend en donker en laat. Ik kreeg een TomTom. Hoera! Al moet je wel even aan haar (mijn TomTom is een ‘zij’) wennen natuurlijk. Niet gelijk naar rechts afslaan als TomTom roept: ‘Verderop naar rechts’ want dat blijkt pas na 2 km te zijn, maar we zijn inmiddels goede maatjes. Dus als de uitnodiging komt voor het 75-jarig jubileumfeest in Nijkerk, meld ik me zelfbewust aan: ‘Ik rijd wel, ik heb een TomTom.’ Iemand naast me zegt, zacht lachend: ‘Ja, die heb jij wel nodig.’ Zij was er vast bij die keer in Abbenes. Ik beaam: ‘Ja, tegenwoordig zeg ik: ‘Je ziet nog een stukje van Nederland en je komt overal.’ En ik voeg er zachtjes aan toe: ‘Als je Tom tenminste meeneemt’, maar dat is een ander verhaal.’
Van de vrouwenvereniging Sola Gratia uit Werkendam het volgende: ‘Enkele jaren geleden gingen een aantal van onze leden samen met leden van de verenigingen uit Nieuwendijk en Sleeuwijk naar de ledenvergadering van de PVO. We reisden per Interliner naar Utrecht en verder met de trein naar Ermelo. Aan het einde van deze gezellige dag vertrokken we weer met onze hele groep naar het station. In de trein werd druk nagepraat over deze dag. Halverwege onze treinreis kwam de conducteur langs en bij het controleren van het eerste kaartje zei hij: ‘Weet u dat u eersteklas reist met een tweedeklas treinkaartje?’ U begrijpt het al, in koor werd er gezegd; ‘O, dan zit ik ook verkeerd!’ De conducteur moest lachen, controleerde al onze kaartjes en zei: ‘U mag blijven zitten tot Utrecht.’ Of de twee heren, waarvan de ene rustig zijn krantje las en de andere op zijn laptop zat te turen, dat ook fijn vonden, valt natuurlijk te betwijfelen. Zij reisden niet voor niets eersteklas. Wij waren zo druk in gesprek geweest dat we er niet op gelet hadden in welk gedeelte van de trein we instapten!’ 15
In-druk Jan de Bas
Wie de zon in het water ziet schijnen, weet de hemel onder zich
Een boekje met 600 aforismen. Ook verkrijgbaar als E-book Een aforisme is een pittige spreuk met diepgang die meestal relativeert en vaak grappig en poëtisch is, bijvoorbeeld: Geen kerk zo klein of God past er in. Het boekje heeft veel onderwerpen, o.a.: God, geloof, vrouwen, hoop, voetbal, en politiek. Het zal dan ook mensen van alle leeftijden aanspreken. Een prachtig boekje om zo af en toe een poosje in te bladeren en te lezen en dus te genieten. Boekencentrum Uitgevers, Zoetermeer, 2011. 104 pagina’s ISBN 978 90 239 2031 1. Prijs € 9,90 JK Ronald da Costa
Bijbelse stemmen, deel 1, Onopvallende mannen
Bijbelse stemmen, deel 2, Eigenzinnige vrouwen
Bijbelse stemmen, deel 3, Sterke kwetsbare kinderen
Gehazi, Boaz en Thomas. Rebekka, Abigaïl en de SyroFenicische vrouw. De dochter van Jaïrus, de dochter van Jefta en de jonge David. In deze nieuwe serie ‘Bijbelse stemmen’ probeert predikant en tekstschrijver Ronald da Costa hen tot leven te wekken. En hij nodigt iedereen die een kerkdienst voorbereidt uit om hetzelfde te doen. Da Costa verwerkte de verhalen van bijbelse mannen, vrouwen en kinderen tot stemmenspelen. Door middel van beurtspraak komen hun levens in de schijnwerpers te staan. Wat hebben zij beleefd, welke keuzen hebben ze gemaakt, welke rol speelde hun geloof daarbij? ‘Iedere zondag wordt er in de meeste kerken uit de Bijbel gelezen en gepreekt. In veel gevallen gaat de goed bedoelde boodschap over de hoofden van de toehoorders heen’, zo begint de tekst op de achterflap. Ronald da Costa wil met ‘Bijbelse stemmen’ aansluiting zoeken bij de beeldcultuur waarin wij leven, en op een creatieve manier de bijbelse boodschap doorvertellen. Cantor en organist Theo Goedhart maakte er muziek bij, die vrij uitgevoerd mag 16 worden na aankoop van de boekjes.
Oase Media, Hoevelaken, 2011. Per deel 36 pagina’s ISBN 978 90 791 5511 8 ISBN 978 90 791 5512 5 ISBN 978 90 791 5513 2 Prijs € 29, 50 (drie delen samen) Open Doors
Vervolgd maar niet vergeten Interactief dagboek met de Vervolgde Kerk
Een kleurrijke uitgave, dit bijbelse dagboek rondom de Vervolgde Kerk. Het boek wil jong en oud stimuleren om actief mee te leven met christenen wereldwijd, die vervolgd worden om hun geloof. Iedere dag is er een bijbeltekst, een korte overdenking, een situatieschets van een bepaald land en een vraag of gebedspunt. Voor kinderen is er bijzondere aandacht, met onder meer weetjes, puzzels en kleurplaten. Foto’s van christenen uit allerlei landen geven het boek een persoonlijk tintje. ‘Vervolgd maar niet vergeten’ nodigt de lezer uit om een jaar lang mee te leven met vervolgde christenen. Daarnaast helpt het ons te realiseren in wat voor een bevoorrechte positie wij in Nederland leven, dat wij vrijuit het christelijk geloof kunnen belijden. Uitgeverij Voorhoeve, Utrecht 2011, ca. 224 pagina’s ISBN 978 90 297 9702 3. Prijs ca € 15,00 TL
Guurtje Leguijt
Badwater
De jonge Emma, hoofdpersoon in dit boek, staat er alleen voor en heeft haar onveilige jeugd achter zich gelaten. Ze heeft haar leven opgepakt. Al zijn haar woonomstandigheden een beetje bizar te noemen, ze heeft een baan en kan zichzelf redden. Haar moeder is verslaafd aan alcohol en woont in een gribus, afgesloten van de omgeving. Als Emma een ontmoeting heeft met iemand uit haar oude buurt, blijkt dat heel veel dingen anders waren dan haar moeder haar liet geloven. Daarmee komen veel vragen boven en ze besluit op onderzoek te gaan om de waarheid boven tafel te krijgen. Emma confronteert haar moeder met haar jeugdherinneringen en stelt eindelijk die vragen die haar naar haar ‘wortels’ zullen leiden. Een aangrijpend boek over een jong meisje dat je voor je ogen ziet groeien naar volwassenheid, zelfstandigheid en bovenal een meisje dat leert zichzelf te waarderen om wie ze is, wie ze mag zijn! Uitgeverij Mozaïek, Zoetermeer, 2011. 336 pagina’s ISBN 978 90 139 9387 2. Prijs € 18,90 Jacomette de Blois
Leven bij de dag
366 wijsheden van ouderen André F. Troost
Lachen in de regen 88 verhalen
In ‘Lachen in de regen’ zijn 88 verhalen opgenomen waarvan sommigen komen uit de praktijk van het pastoraat en anderen gegroeid zijn door het bestuderen van de Bijbel of bij het voorbereiden op een preek. Allemaal echter raken ze de dingen van alledag, soms met een lach en soms met een traan. De thema’s worden, hoe groot of moeilijk ook, dichterbij gebracht en zijn bemoedigend in hun eenvoud. Een mooi boek met verhalen om zelf over na te denken, maar ook om te gebruiken bij een bezoek, een viering of bijeenkomst. Boekencentrum Uitgevers, Zoetermeer, 2011. 286 pagina’s ISBN 978 90 239 2625 2. Prijs € 16,50
‘Als iemand je aanraakt… word je wakker’ en 365 andere wijsheden van ouderen. Voor elke dag van het jaar één, met een fraaie tekening of foto, verzameld in de praktijk van de zorg. Uitgeverij Meinema, i.s.m. Stichting Vivium zorggroep, 2011 370 pagina’s ISBN 978 90 211 4317 0. Prijs € 14,90 TB Ook ontvangen: Wim de Boer
Sprekende Stilte
Uitgeverij Merweboek, Sliedrecht, 2011. 40 pagina’s ISBN 978 90 578 7152 8. Prijs € 6,95 Max Lucado
Gods beloften voor jou
Ark Media, Amsterdam, 2011. 212 pagina’s ISBN 978 90 338 1592 8. Prijs € 15,95
Zomerpuzzel De zomer komt eraan, de groepen zijn op vakantie, de leden hebben het minder druk, dus tijd voor de Zomerpuzzel. We mogen wel stellen een hele grote Zomerpuzzel! Om deze op te lossen, heeft u dit nummer van In Gesprek nodig om de antwoorden te vinden. Deze staan - op één na - kriskras door het blad, het is een kwestie van goed lezen en de gevraagde letters onderaan in de hokjes zetten. De zin die ontstaat vormt de oplossing. De oplossing stuurt u vóór 1 augustus naar: Jopie van de Kleut, Rondweg 25, 3785 LB Zwartebroek. Onder de goede inzendingen worden drie cadeaubonnen t.w.v. € 10,-- verloot. De winnaars krijgen hun prijs thuisgestuurd. De oplossing en de winnaars worden in het oktobernummer vermeld. Heel veel puzzelplezier gewenst! 1
2
3
4
5
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 6
Het landelijke bestuur - 1e letter De naam van dit blad - 1e letter Hier werd de Ledenontmoetingsdag (LOD) NIET gehouden - 1e letter van de plaatsnaam Zo heet onze secretaris - 1e letter van haar achternaam Deze voorzitter nam afscheid – 1e letter van haar voornaam In deze rubriek worden boeken besproken – 1e letter van deze rubriek Dit redactielid schreef het middagverslag van de LOD – 2e letter van haar voornaam Het lid van deze groep komt overal met haar TomTom – 1e letter van haar groep Ook zij nam afscheid en was voorzitter van Regio West – 1e letter van haar voornaam Deze rubriek vertelt wat er te lezen valt in het blad – 1e letter van deze rubriek Deze dominee doet MEER+ - 1e letter van zijn achternaam Kringberichten stuurt u naar haar – 3e letter van haar voornaam Zij neemt nu het roer in handen in Regio West – 1e letter van haar achternaam Groep uit Musselkanaal bestaat 60 jaar – 1e letter naam van deze groep Hoofdpersoon uit Badwater – 1e letter van haar voornaam Deze dame bewaakt onze centen – 1e letter van haar achternaam In het septembernummer zijn op hem de schijnwerpers gericht – 1e letter van zijn naam Zij schreef de meditatie – 1e letter van haar voornaam De meest gebruikte klinker in deze zin – deze letter is de --? Hiervan vindt u de uitslag – 1e letter Wij geloven de aarde rond – 1e letter van deze rubriek Zij traden in het middagprogramma op – 1e letter van deze groep Zo heet uw nieuwe voorzitter – 1e letter van haar achternaam Hij kreeg de centen mee in Nijkerk – 1e letter van zijn voornaam Groeten uit Jeruzalem – 1e letter van deze column Het beleg van de boterham van ds. Meijer – 1e letter van het beleg Hier verlieten we de snelweg van het leven – 1e letter van deze column Zij liet het licht schijnen op de LOD – 1e letter van haar voornaam Dit redactielid schreef het morgenverslag van de LOD – 1e letter van haar voornaam ISSN van dit blad – laatste cijfer Het huisnummer van uw eindredacteur – cijfer Hierin worden groepen gefeliciteerd – 1e letter van deze rubriek Al jaren achterin In Gesprek te vinden – 1e letter van deze column Hier staat ons Bureau – 1e letter van deze plaats Hiermee gingen we afgelopen seizoen op weg – 1e letter van dit thema 7
8
, 18
19
20
21
9
10
11
12
, 22
23
24
25
13
14
15
16
17
, 26
27
28
29
! 30
31
32
33
34
35
!
Jubileumrubriek In de Jubileumrubriek in het aprilnummer werd foutief vermeld dat In Koningsdienst uit Holwerd het 50-jarige bestaan vierde – en ik hoop ook van harte dat dit nog eens gebeuren zal –, maar… het moest 45 i.p.v. 50 zijn, sorry dames! De vrouwengroep Rondom het Woord uit Winschoten bestaat dit jaar 80 jaar. Dit werd in mei op feestelijke wijze gevierd. Wel heel bijzonder dus dat deze groep al vijf jaar bestond voor het ontstaan van de GVB. De vrouwengespreksgroep Ontvangen en Geven uit Musselkanaal werd 60 jaar geleden opgericht. En de groep vertelt heel trots dat veertig jaar geleden door een paar leden een antipendia werd gemaakt en deze hangt nog aan de kansel. Ook werd er een stamboom van textiel gemaakt met appels waarop de namen van de leden staan en een groot wandkleed met druiventros, schaal met brood en avondmaalkan. Op dit moment hebben ze nog vijftien leden in de leeftijd van 65-85 jaar en sinds kort vergaderen zij ’s middags van 14.00-16.00 uur. Het 60-jarige bestaan vieren ze met een gezellig etentje. In de zomer hebben ze een gezellige middag bij een van de leden thuis. ‘We hopen zo nog een tijd door te kunnen gaan!’ De vrouwengespreksgroep Priscilla uit Hollandscheveld vierde (met corsage op) in februari in een feestelijke kerkdienst met medewerking van het kerkkoor haar 65-jarige jubileum. Het thema in deze dienst was ‘In Uw licht zien wij het licht’. De collecte in deze dienst was bestemd voor Kruis en Munt, gehandicaptenzorg in Moldavië en bracht het mooie bedrag van € 225,-- op. Deze fijne groep van zestien leden kreeg van de gemeente een etentje aangeboden. Ze gebruiken In Gesprek met plezier en hopen nog wat jaren door te gaan. Fijn dat er nog steeds enthousiaste groepen zijn! Namens de PVO van harte gefeliciteerd met uw jubilea. Jopie van de Kleut 17
Achterklap
Wij herdenken
Hè, hè! Onlangs hadden we een familieweekend. Daar zijn op internet websites voor. Je kunt kiezen voor hoeveel mensen je plaats wilt en dan kun je de plaatjes bekijken. Dat hadden wij ook gedaan. We hebben weleens twee huizen naast elkaar gehad bij zo’n groot feestpark. Maar dan zaten we toch altijd wat krap wanneer we met elkaar wilden eten, dus het moest nu gewoon groot zijn. En het was groot. De eigenaar had zich uitgesloofd met enorm veel speelgoed en knuffels, video’s, bladen en spellen. Op een buitje berekend. En die kwamen ook. Het leukste van zoiets is, dat je de hele dag een beetje met elkaar bezig bent. Onze jongste kleindochter kroop blijmoedig rond en trok zich op aan ieder die even bleef staan. Dat deed ook haar neefje, die net een jaar ouder is. Wat een schattig gezicht! Ze greep hem stevig bij zijn ‘revers’ als hij die gehad had, maar dan kunt u zich voorstellen hoe het leek, onder het slaken van blijde kreten. Kleinzoon bleef stokstijf staan, niet wetende wat te doen. Zíj wist precies wat ze wilde doen. Ze greep hem hoger vast, om zijn hals en drukte haar snoezige hoofdje tegen hem aan. Wij stonden allen vertederd toe te zien. Kleinzoon deed nog steeds helemaal niets, maar hij begon wel benauwd te kijken. We bevrijdden hem. Het duo past uitstekend op één schoot. En daar kwamen we tot de ontdekking wat hem zo in de ban hield: de tandjes van kleindochter. Ze heeft er vier en ze hadden alle vier hun scherpe indruk in zijn wang achtergelaten. Hij huilde niet, maar het slagveldje gloeide dieproze op, als een felle aanklacht. Dat het eigenlijk toch ook wel spannend was, merkte ik pas na afloop. Toen we thuisgekomen de deur achter ons sloten, verzuchtte ik: nu eerst koffie!
Het volgende nummer van
in gesprek verschijnt op 3 september In dit nummer zijn de schijnwerpers gericht op: Het bijbelboek Amos 18
Mevrouw W. van Belle-Veenstra
- Marum
Mevrouw Hottie Hamstra-Bekius
- Assen
Mevrouw M. v.d.Hoek-Kuinder
- Baarn
Mevrouw J. Regnerus-Hofman
- Marrum
Mevrouw Euseie Roques
- Utrecht
Mevrouw Joke Schuurmans-Okkema
- Achlum
Mevrouw J. Veenstra-Dijkstra
- Kollumerzwaag
Scheurt de voorhang van de wolken, wordt uw aangezicht onthuld, Heer, dan is de dood verzwolgen, want de schriften zijn vervuld. Gezang 300 uit vers 2
Ons bereikte het droevige bericht dat op 8 mei 2012 op 76-jarige leeftijd overleden is mevrouw
Martina Toren-Slager Zij was voorzitter in de provincie Gelderland van 1972-1980, daarna van 1980-1985 was zij voorzitter van de Gereformeerde Vrouwenbond. Wij wensen haar nabestaanden heel veel sterkte. Hoofdbestuur Protestantse Vrouwen Organisatie
Uitslag Paaspuzzel 2012 Zo, dat was dus een heel ander soort puzzel dan u gewend was. Er waren iets minder inzendingen, maar de dames waren wel heel enthousiast. Wie weet, past de volgende puzzel beter bij u. De juiste oplossing van de Sudoku was: RLT KPW DSB PWB DSR TKL SKD LTB RWP WDS TBP LRK TPK RLS WBD BRL WKD SPT KSR BDT PLW LTP SWK BDR DBW PRL KTS De letters die in een genummerd vakje stonden, overgebracht in het balkje leverden op: D-T -S -L W--R -K -P B--W, met de klinkers erbij: DIT IS AL WAAR IK OP BOUW. Dit was de laatste zin in Gezang 217: 1. Gevraagd werd de eerste zin van dit couplet, dus de oplossing was: Jezus leeft en ik met Hem. De volgende dames worden van harte gefeliciteerd en ontvangen een geschenkbon van € 10,--: mevr. J. Halbesma uit Sneek, mevr. N.M.A. Hoogendoorn-van Eck uit Boskoop en mevr. W. Renaud-van der Zwaag uit Wormerveer. Een hartelijke groet voor u allen. Jopie van de Kleut
Kruis en Munt
Gehandicapt in Moldavië Dagelijks raken mensen in Nederland gehandicapt. Bijvoorbeeld ten gevolge van een herseninfarct of een ongeluk. Deze mensen komen in een zwaar rouwproces terecht. Ze moeten leren leven met verlies. Allereerst met het verlies van een gezond lichaam. Immers het lichaam functioneert niet meer zoals vroeger. De simpelste handelingen kosten grote moeite. Naast het verlies van gezondheid heeft een handicap nog veel meer consequenties. Het kan betekenen dat je je werk niet meer kunt doen en noodgedwongen je baan moet opgeven. Je krijgt het gevoel niet meer mee te tellen in de maatschappij. Ook kun je het gevoel krijgen dat je anderen, bijvoorbeeld je partner en je kinderen, tot last bent, omdat je hen telkens om hulp moet vragen. Je taak en plaats in het gezin kunnen zo radicaal veranderen. Ook kan een handicap de relatie met je partner onder druk zetten. Want ook de partner van iemand die gehandicapt raakt, komt in een rouwproces. Maar tijd om te rouwen is er niet of nauwelijks. Het leven gaat door en beiden moeten van het ene op het andere moment maar leren omgaan met de nieuwe situatie. Gelukkig zijn er in Nederland veel instanties en mensen die praktische, medische en psychische hulp kunnen bieden. Daarnaast ervaren velen ook steun in het geloof en ontvangen ze hulp en bemoediging van broeders en zusters uit hun kerkelijke gemeente. Dat is een zegen. Wie in Moldavië gehandicapt wordt, heeft direct een heel groot probleem. Naast het zware rouwproces waarin ze terecht komen, krijgen ze te maken met grote financiële en sociale problemen. Want de financiële bijstand die de overheid geeft is veel te laag om van te kunnen leven. Bovendien zijn er te weinig hulpmiddelen en is een gehandicapte volkomen aangewezen op hulp van naasten. Menig gehandicapte moet noodgedwongen de hele dag in bed doorbrengen, met als gevolg dat ze zich eenzaam en verlaten voelen. We zijn blij dat we in samenwerking met broeder Dima – zelf ook gehandicapt – veel voor deze mensen kunnen betekenen door hen aandacht en hulp te geven. Gehandicapten ontvangen voedsel, kleding, brandhout en praktische hulp bij dagelijkse dingen zoals wassen, schoonmaken enzovoorts. De beroemde uitspraak van Majoor Bosshardt: ‘God dienen is mensen dienen, en mensen dienen is God dienen’ is helemaal van toepassing op broeder Dima. Gedreven door zijn geloof en door zijn liefde voor mensen, probeert broeder Dima zoveel mogelijk gehandicapten te helpen en met elkaar in contact te brengen. Enkele keren per jaar organiseert hij een kampweek waar gehandicapten elkaar kunnen ontmoeten en bemoedigen. Daar worden vriendschappen voor het leven gesmeed en sommigen vinden er zelfs een partner voor het leven. Cuthina Tanea is 43 jaar. In 1996 kreeg ze een ongeluk waarbij ze haar ruggengraat beschadigde. Haar benen zijn verlamd en ze zit nu in een rolstoel. Tijdens een van de kampweken die door broeder Dima wordt georganiseerd, heeft ze Jezus Christus leren kennen en is ze een enthousiast christen geworden. Ook ontmoette ze Eugen, lotgenoot en ook gehandicapt. Ze raakten bevriend en eind vorig jaar zijn ze getrouwd. Ze wonen met de moeder van Cuthina in Cahul. Omdat de kleine bijdrage van de overheid ontoereikend is om van te kunnen leven, ontvangen ze van broeder Dima elke maand brood, aardappels, groente en andere benodigdheden, zoals kleding en brandhout. Cuthina en Eugen zijn ondanks hun handicap heel gelukkig samen. Ze danken God dagelijks voor zijn zorg en liefde. Ecaterina Sisterova is 84 jaar en gehandicapt. Ze woont in een vervallen huisje samen met haar zoon die alcoholist is en niet veel naar zijn moeder omkijkt. Ecaterina is bedlegerig en heeft veel hulp nodig. Ze wordt dagelijks bezocht door vrijwilligers van de kerk. Die helpen haar met de dagelijkse verzorging en brengen haar ook voedsel. Broeder Dima heeft regelmatig contact met haar. Hij deelt met haar de verhalen uit de Bijbel. Ecaterina vindt dat prachtig. Aan het eind van elke ontmoeting bidden en danken ze samen… Door de fantastische gift die ik op 19 april in Nijkerk in ontvangst mocht nemen, maakt u het mogelijk dat broeder Dima het Licht van het evangelie in woord en daad kan laten schijnen in het leven van gehandicapten. Wat een zegen! Ontzettend bedankt! Ds. Egbert van Beesten, Stichting Mensenkinderen
De totale opbrengst van het seizoen 2011-2012 voor de Gehandicaptenzorg in Moldavië bedraagt € 13.000,75. De collecte op 19 april jl. heeft het mooie bedrag van € 2.071,62 opgebracht. 19
Meer vreugde Soms ben ik jaloers, mijn God, als ik zie wat anderen oogsten: zakken boordevol. Soms ben ik jaloers, mijn God, als ik zie wat anderen verdienen: vele malen meer dan ik. Soms ben ik jaloers, mijn God, als ik zie wat anderen ontvingen: talenten, giften, gaven van U. Maar als ik denk aan uw liefde voel ik mij rijk en vol van innerlijke vrede. Gij heb meer vreugde in mijn hart gegeven dan toen hun koren en most overvloedig waren. In U bezit ik meer dan mijn hart bevatten kan. Psalm 4: 8 A.F. Troost Uit: Vanwaar de zon opgaat, mediteren met de psalmen Ark Boeken, Amsterdam, 1997 Afbeelding: The Light of the World William Holman Hunt