in gesprek 2
71e jaargang, februari 2013
werk- en informatieblad van de protestantse vrouwen organisatie
SCHIJNWERPERS: haggai (oost-)duitsland
Colofon In Gesprek werk- en informatieblad van de Protestantse Vrouwen Organisatie Bezoekadres Bureau PVO: Kon. Wilhelminalaan 21, Amersfoort Postadres PVO: Postbus 3185, 3760 DD Soest Telefoon 033 - 465 22 64 (ma., di. en do. 11.00-13.00 uur) e-mail:
[email protected], Internet: www.pvo-nederland.nl Gironummer PVO: 515473 Gironummer Kruis en Munt: 3336259, t.n.v. PVO Amersfoort.
Dagelijks Bestuur PVO: Voorzitter: Tiny van de Biezen-Kamphorst Albert van Meerveldstraat 5, 3785 LP Zwartebroek. Tel. 0342-462095 Secretaris: Gré Popping-Hoekzema Veerstraat 45, 8181 VV Heerde. Tel. 0578-697069 Penningmeester: Tjits Rinsma-Kuperus Marktweg 81/13, 8444 AC Heerenveen. Tel. 0513-632284
Redactie In Gesprek: Tiny van de Biezen-Kamphorst, eindredactie Jopie van de Kleut-Waanders Heleen Koekoek-Dethmers Titia Lindeboom-Bruning Jubileumrubriek en Kringberichten: Jopie van de Kleut, Rondweg 25, 3785 LB Zwartebroek e-mail:
[email protected] Overlijdensberichten: bureau PVO, zie boven Overige kopij: 6 weken voor verschijnen van het blad bij de eindredactie: Tiny van de Biezen, Albert van Meerveldstraat 5, 3785 LP Zwartebroek Tel. 0342-462095. e-mail:
[email protected]
Lidmaatschap van de PVO: € 16 per jaar. Daarbij is het abonnement op dit blad inbegrepen. Opzeggen alleen schriftelijk voor eind december bij het bureau van de PVO. Gesproken cd: In Gesprek verschijnt ook op cd als een uitgave van de CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden te Ermelo, tel. 0341-565 499 Druk: Mailfors Amersfoort ISSN: 0921-447
Doelstelling De Protestantse Vrouwen Organisatie heeft als doel: - lokale gespreksgroepen en de leden daarvan te stimuleren, te adviseren en toe te rusten. - Krachten te bundelen en stem te geven. - Dit alles om landelijk en plaatselijk te komen tot ontmoeting en gesprek, bezinning op Bijbel en persoonlijk geloof, en een bewuste inzet voor een rechtvaardige en veelkleurige samenleving. 2
In dit nummer Hoewel de winter nog maar net begonnen is, ik schrijf dit op Oudejaarsavond, kan ik me toch al verheugen op het moment dat u deze In Gesprek in de brievenbus vindt. Het is dan februari. Welk weer we treffen, weet nu nog niemand, maar dat de natuur dan op punt van ontwaken staat, is zeker. In de vensterbank heb ik momenteel allerlei potjes staan met verschillende bloembolletjes erin. Nu nog verstopt, maar straks… komen al die bolletjes ook buiten weer tot bloei. En daar verheug ik mij bijzonder op! Laten we gauw verder gaan met ons jaarthema Schijnwerpers. - De bijbelstudie op de pagina’s 4 en 5 gaat over het bijbelboek Haggai en is geschreven door ds. Onno Doorn uit Nijkerk. Het is goed om met elkaar te ontdekken wat we van Haggai kunnen leren. - Op pagina’s 6 en 7 ontdekken we in Veelstemmig licht al iets van het licht dat de duisternis verjaagt, wordt in Vrouwen geloven wereldwijd onze aandacht gevraagd voor geweld tegen vrouwen en in Op een kier… schotelt Titia Lindeboom ons een kleurrijk gerecht voor. - Op pagina’s 8 en 9 ditmaal geen christenvrouwen maar christenen in de schijnwerpers. We nemen een kijkje in de kerk van onze oosterburen en reizen af naar Tangerhütte in het voormalige Oost-Duitsland. - Van onze vrouwengroep uit Castrolande, Brazilië ontvingen we een gezellig verslag over de in Arapoti gehouden 60e Christenvrouwendag. Op pagina 10 een impressie. - Wilt u ook wel eens een andere verwerking proberen bij een bijbelstudie? Een brief schrijven is er zo een. Op pagina 11 hebben we twee voorbeelden geplaatst. - In Achterklap op pagina 14 dan eindelijk de ontknoping van de ‘neef met het halve oog’. U moest er, net als wij redactieleden, een hele maand op wachten! Wij wensen u veel leesplezier toe met dit nieuwe nummer van In Gesprek, daarnaast: heb goede bijeenkomsten op uw groep. Tiny van de Biezen
Hoofdartikelen: februari 2013
Haggai bijbelstudie over bijbelboek Haggai door ds. Onno Doorn te Nijkerk .............................................................. 4 Christenen in de Schijnwerpers: (Oost-)Duitsland ..................................................................................... 8
Meditatie Haggai In het jaar 586 v.Chr. was de tempel bij de verovering van Jeruzalem verwoest door de Babyloniërs onder leiding van Nebukadnessar en de Israëlieten waren in ballingschap gevoerd. Inmiddels hebben de Perzen de macht overgenomen van de Babyloniërs en is een deel van de Judese ballingen teruggekeerd. We zijn aanbeland in het jaar 520 v.Chr., het tweede regeringsjaar van koning Darius. In die tijd komen we Haggai tegen. We lezen in dit bijbelboek dat de Heer zich bij monde van de profeet Haggai tot de gouverneur van Juda, Zerubbabel en de hogepriester, Jozua wendt met de boodschap dat de tempel herbouwd moet worden. In tegenstelling tot zijn naam – die ‘de feestelijke’ betekent – is de toestand in Jeruzalem alles behalve feestelijk. Ook al zijn de mensen bij terugkeer direct begonnen met de wederopbouw van de tempel, door tegenslag en tegenwerking bleef dit werk liggen. De eigen situatie kreeg voorrang en de tempel is na vijftien jaar nog steeds een ruïne. ‘Dit volk beweert dat de tijd nog niet gekomen is om de tempel van de Heer weer op te bouwen.’ God daagt zijn volk uit om te kijken naar hun situatie: er is veel gezaaid, maar weinig geoogst; ze hebben gegeten maar raken nooit verzadigd, ze hebben gedronken maar nooit is het genoeg, ze kleden zich maar krijgen het niet warm; de dagloner krijgt geld maar het verdwijnt in een beurs vol gaten. De Heer van de hemelse machten vraagt: ‘Welke weg zijn jullie eigenlijk ingeslagen?’ Het volk kampt met mislukte oogsten en zij ontberen zegen op hun arbeid. Het herstel waar ze op gerekend hebben, is uitgebleven. Dat de tegenslag die ze ervaren niet losstaat van hun ongehoorzaamheid aan God lijkt hen te ontgaan. God zelf zit achter de droogte die de oogsten deed mislukken. Het is zijn reactie op hun ontrouw. In Haggai 1: 10-11 staat: ‘Daarom onthoudt de hemel jullie zijn dauw en brengt de aarde niets meer op. Ik heb het land en de bergen, het koren, de wijn en de olie, al wat de aarde opbrengt, ieder mens en elk dier, en alles wat jullie moeizaam tot stand hebben gebracht, met droogte getroffen.’ Je zou ook kunnen zeggen: doordat het volk geen tijd heeft voor God en hun eigen huis laat voorgaan boven het bouwen aan de tempel, rust er geen zegen op hun werk. Al die toespraken die Haggai heeft gehouden, hebben wel succes gehad. Het volk krijgt nieuwe hoop. De tempel wordt voltooid, veel mooier en rijker dan de eerste. In Haggai’s tijd worden de mensen uitgedaagd om hun prioriteiten te herzien. Onder Zerubbabel, de landvoogd van Juda komt de bouw van de tempel af. Ze staan weer schouder aan schouder en gaan als een man aan het werk. Het boek Haggai is en blijft actueel. De vraag die God ook vandaag aan ons stelt is: Wat komt eerst: Mijn tempel of jouw huis? Mijn plannen of jouw plannen? En God belooft te zegenen. Hetty van Weeghel, voorzitter Regio Zuid
Attentie! 1, 2, 3… 1 2
Ons nieuwe postadres per 1 januari 2013 is: Protestantse Vrouwen Organisatie, Postbus 3185, 3760 DD Soest
3
Hebt u zich al opgegeven voor de Ledenontmoetingsdag, DV donderdag 18 april 2013? Dat kan door a) de adresdrager van het januarinummer – een briefkaartje met uw gegevens mag ook, dan wel graag vermelden: Opgave LOD 2013 – terug te sturen, of b) via de e-mail:
[email protected].
Telefonisch blijven wij bereikbaar via 033 465 22 64, maar de uren waarop u iemand treft zijn veranderd! Let op: wilt u vanaf nu contact opnemen, dan kan dat op maandag, dinsdag of donderdag tussen 11.00 en 13.00 uur.
3
Ds. Onno Doorn
Werk door, ik ben bij jullie Bijbelstudie over het bijbelboek Haggaï Moe zijn… van de situatie waarin mensen kunnen terechtkomen, is voor velen herkenbaar. Verwachtingen van vroeger kwamen niet uit. Mensen beloofden maar wat, maar lieten het snel afweten. Mensen deden belijdenis van hun geloof, en je zag ze daarna bijna niet meer in de kerk... Er staat wel in de Bijbel dat God er altijd is en je altijd helpt, maar het leven is wel eens anders – zelfs de psalmisten klagen er over: ‘Heer, wacht niet langer’ lezen we in Psalm 70.
Een verwoeste tempel
In 2 Kronieken 5 lezen wij over de inwijding van de tempel onder leiding van koning Salomo. Het was een prachtig gebouw geworden. De priesters brachten de Ark van het Verbond met de Heer naar zijn nieuwe plaats. Hier ging hij wonen – de God van de bevrijding van Egypte. In 2 Kronieken 36 lezen we over de verwoesting van deze tempel door de Babyloniërs. Vele jaren van ballingschap volgden. Door de ongehoorzaamheid en de onverschilligheid van de Joden laaide de toorn van de Heer zo hoog op dat deze straf volgde. Vraag: Ongehoorzaamheid en straf is van alle eeuwen. Waar moet u zelf aan denken?
Haggai
De tijd dat Haggai optrad als profeet weten we heel nauwkeurig. Dat was tussen 29 augustus en 21 december in het jaar 520 voor Christus. De Israëlieten waren toen al weer ruim vijftien jaar daarvoor teruggekeerd naar hun eigen land uit de Babylonische ballingschap, dat was onder de Perzische koning Kores. Men is toen met de overheidssubsidie, die Kores verleende, aan het werk gegaan om Jeruzalem te herbouwen. Maar de subsidiekraan werd een paar jaar later door de opvolger van Kores weer dichtgedraaid. Bovendien was het leven van de teruggekeerde ballingen zwaar. Ze hadden te maken met voortdurend verzet en tegenwerking van de plaatselijke bevol-
Ds. Onno Doorn is sinds september 2012 met emeritaat en woont in Nijkerk. Landelijk is hij nog bij de PKN betrokken als voorzitter van het Generale College voor de Ambtsontheffing van predikanten.
4
werk hen bij de handen afgebroken. Ze hadden hun handen vol aan hun eigen zorgen, hun huizen, hun landerijen, hun inkomsten. En dan zo’n gigantisch project als deze herbouw van de tempel… dat is gewoonweg teveel van het goede. In alle nuchterheid gezegd: de tijd was er nog niet rijp voor. Vraag: Matheid is gemeengoed geworden. Is dit voor u herkenbaar? Waar liggen uw prioriteiten?
De Messiaanse Koning
king. En dan te bedenken dat het land in puin lag. Akkers en wijngaarden waren tientallen jaren verwaarloosd. Nee, dat was niet een, twee, drie weer hersteld. Ook de internationale situatie bleef onrecht geven. Bij monde van Haggai gooit de Heer op een beslissend moment de wissel voor het volk om, zet het terug in het goede spoor. Dat was hard nodig, want Israël lag helemaal uit de koers. Vraag: Over Gods leiding gesproken, kunt u in uw leven momenten aangeven van Gods leiding?
Aansporing tot herbouw
Haggai richt zich eerst tot de autoriteiten: tot de politieke leider Zerubbabel en tot de godsdienstig leider Jozua. Als eerste stelt Haggai hun verantwoordelijkheid aan de orde. En hij doet dat namens de Heer van de hemelse machten: Dit zegt de Heer… Kort samengevat vinden we zijn onderhoud met deze ambtsdragers in vers 2: de algemene mentaliteit van het volk en hun gedachten over de herbouw van de tempel komen ter sprake. Matheid is gemeengoed geworden onder de Israëlieten. Van de bezieling net na de terugkeer is weinig meer over. Dit is triest zichtbaar in de tempel, na vijftien jaar is die nog steeds een ruïne en er is niemand die daar iets aan doet. Ergens zitten de mensen er wel een beetje mee in hun maag. Het kan natuurlijk eigenlijk niet dat de tempel er zo aan toe is. Maar ja, ze zijn er aan begonnen, vijftien jaar geleden, maar door allerlei omstandigheden is het
Ook mag Haggai profeteren over de Messiaanse Koning (2: 22a): Ik zal alle koningstronen omverstoten en de macht van alle volken breken. Voor christenen is Jezus deze enige Messiaanse Koning. Zijn ouders brachten hem naar de herbouwde tempel in Jeruzalem. Daar ontmoette hij zijn hemelse Vader. Daar zong hij mee met de mensen – tot Gods eer. Daar sprak hij over zijn eigen lichaam en leven. Daar klonk de beschuldiging: ‘Hij zei: Ik kan de tempel van God afbreken en in drie dagen weer opbouwen.’ Bij Haggai was er op 29 augustus 520 v.Chr. een nieuw begin. Matheid vloeide weg – er kwam nieuwe inspiratie. Het leek al wel Pinksteren – mensen werden zelf tempels van de Heilige Geest. Vraag: ‘Werk door, ik ben bij jullie.’ Deze goddelijke opdracht en belofte lezen wij bij Haggai. Hoe kunt u deze lijn doortrekken naar Pinksteren en Paulus’ woorden in 1 Korintiërs 3: 16: ‘Weet u niet dat u een tempel van God bent en dat de geest van God in uw midden woont?’
Werk door… de bouw van kerken en kloosters
Tijdens de jaren van kerstening van ons land werden veel kerken en kloosters gebouwd. De goddelijke opdracht bij Haggai om door te werken bleef eeuwenlang doorklinken. In het boek Vitae Abbatum Orti Sante Marie (vijf abtenlevens van het klooster Mariëngaarde in Friesland) wordt de bouw beschreven van het klooster Mariëngaarde in Hallum (Fr) in 1163. Het is alsof wij opnieuw Haggaï tegenkomen: matheid en tegenslagen, weerstanden en verzet moeten overwonnen worden. Ook in het boek ’Honderdvijftig jaar gereformeerde kerkbouw’ lezen we over dezelfde tendensen. Vraag: Kunt u iets vertellen over de bouw van uw eigen kerkgebouw, over perioden van renovatie en vernieuwing. Herkent u iets van de tendensen van alle eeuwen?
Werk door… de instandhouding van kerkgebouwen
De laatste jaren wordt in veel gemeenten gesproken over de instandhouding van kerkgebouwen. In steden moeten keuzes gemaakt worden of, en zo ja, welke gebouwen gesloten moeten worden. In dorpen gaat de discussie vaak over de vraag of de gereformeerde of de hervormde kerk verkocht moet worden. In alle situaties wordt hier met pijn in het hart over gesproken. Colleges van Kerkrentmeesters hebben de primaire taak om met voorstellen te komen. Het bijbelboek Haggai kan vaak naast deze discussies worden gelegd. Hoe kunnen verzet en matheid worden overwonnen? Hoe kunnen wij voor de komende geslachten onze kerkgebouwen behouden? Vraag: Vaak zijn de leden van een College van Kerkrentmeesters mannen. Hoe zou dit komen? Zien wij, vrouwen hier een rol voor ons weggelegd? Hoe zouden wij zaken als deze oplossen?
Geestelijke bouw
De bouw van de twee tempels in Jeruzalem – de bouw van veel synagogen en kerken – staat niet los van de geloofskracht in bepaalde perioden. Voor het jaar 1300 na Christus werden in ons land honderden kloosters en kerken gebouwd. Tot ongeveer diezelfde tijd probeerden de geestelijkheid (heidense) voornamen af te schaffen en mensen en kinderen bij de doop alleen bijbelse of christelijke namen te geven. Deze vorm van kerstening strandde op een gegeven moment. De geestelijke bouw en opwekking van het geloofsleven loopt historisch gezien aardig parallel met de bouw van kerken. Als gevolg van de 80-jarige
Kapstok Lieve vrouwen, welkom op deze samenkomst. Wat fijn dat wij elkaar weer mogen ontmoeten en begroeten! Vandaag besteden wij aandacht aan Haggai, een profeet die in opstand kwam tegen het ‘ieder voor zich’. Zingen: Gezang 321: 1 en 4 Gebed: Vader in de hemel, Wij herkennen ons zo goed in de tijdgenoten van Haggai. Ook wij zijn vaak zo druk bezig om het voor onszelf goed in orde te maken. Helpt U ons om oog te hebben voor U en voor elkaar, opdat wij mogen meebouwen aan uw Koninkrijk. Wilt U ons een goede en leerrijke samenkomst geven. In naam van uw Zoon, die alles voor ons heeft gegeven, Amen. Lezen: Amos 9: 11-15 Dan zal ik het vervallen huis van David herbouwen, ik zal de muren herstellen en opbouwen wat is neergehaald, ik zal het in zijn vroegere luister herstellen. Dan zal Israël in bezit nemen wat er nog rest van Edom en van alle volken die mij eens toebehoorden – spreekt de HEER, die dit alles doen zal. Dan komen de dagen – spreekt de HEER – dat de ploeger de maaier ontmoet en de druiventreder de zaaier, dat de bergen druipen van de wijn en alle heuvels golven van het koren. Ik zal het lot van mijn volk Israël ten goede keren. Zij zullen hun verwoeste steden herbouwen en erin wonen, ze zullen wijngaarden planten en de wijn ervan drinken, ze zullen tuinen aanleggen en de vruchten ervan eten. Ik zal hen terugplanten in hun grond, en zij zullen niet meer worden weggerukt uit het land dat ik hun heb gegeven – zegt de HEER, jullie God. Zingen: Evangelische Liedbundel, lied 203 (Zie pagina 14) TL
oorlog (1568-1648) werden heel veel rooms-katholieke kerkgebouwen door de Staat aan de gereformeerde en hervormde kerk toegewezen. In dit licht bezien waren al die gebouwen enkel oorlogsbuit. Vanaf 1834 bouwden de afgescheidenen hun eigen kerkgebouwen en vanaf 1886 deden de dolerenden dat. Vaak leidde een opwekking of afsplitsing tot de komst van nieuwe kerkgebouwen. Vraag: Worden er in uw omgeving nieuwe kerkgebouwen gebouwd? Of gaat de discussie over het afstoten van gebouwen? Wat zijn achterliggende oorzaken? Wat is uw reactie op: geestelijke bouw leidt tot kerkbouw.
Werk door… ik ben bij jullie
Het is altijd boeiend verschillende bijbelvertalingen naast elkaar te leggen.
Daarom wagen wij de sprong met de woorden uit Haggai 2: Werk door, ik ben bij jullie (NBV), Gaat aan het werk, want Ik ben met u (NBG-vertaling 1951) Werkt, want Ik ben met u (Statenvertaling) Werk door, want Ik ben met u (Herziene Statenvertaling) Handelt!, want ik ben bij u (De Naardense Bijbel) Aan, t waark! Ik bin ja bie joe (Grunneger Biebel) Geanoan ‘e slach, want ik bin mei jimme (Fryske Bibel) Vraag: Welke vertaling spreekt u het meest aan (of misschien toch nog een andere?). Kunt u uitleggen waarom? In welke vertaling dan ook: wat zeggen deze woorden u? 5
Veelstemmig licht Kaarsen In de donkere wintermaanden als het buiten donker en koud is, is het binnen warm en licht. Op tafel staat een kaars te branden. Het vlammetje is warm en levend; het flakkert zachtjes. Bij ons thuis brandt bij elke maaltijd een kaars, bij elke vergadering en als ik een preek of column schrijf ook. Kaarsen maken het gezellig. Maar een kaars is meer: het is een veelzeggend symbool. Het levende lichtje staat symbool voor licht, liefde en warmte. Voor veel mensen is het aansteken van een kaars een gebaar met een diepere laag.
De eerste vrouw van de kunstenaar Marc Chagall heeft een boekje geschreven over haar jeugd. De Nederlandse vertaling heet: ‘Brandende kaarsen’. Het beschrijft hoe de kleine Bella in het Oost-Europa van voor de tweede wereldoorlog haar joodse opvoeding beleefde. Ze gaat van feest naar feest, van sjabbat naar sjabbat, en van grote verzoendag naar Pesach en ze ziet, hoort en denkt van alles. Het boekje ontroert mij steeds weer. Bella vertelt hoe het op sjabbat is, als haar moeder de sjabbatskaarsen aansteekt: ‘De kaarsenvlammen werpen van onderaf een lichte glans over mama’s gezicht. Langzaam sluiten haar handen zich driemaal achtereen rond elk van de vlammen. De zorgen van een hele week smelten weg in het kaarslicht. Mama bedekt het gezicht met de handen en zegent de lichtjes. Mama’s handen stralen in de schijn van de kaarsen. Nu steek ik ook mijn lichtje aan, houd net als mama mijn handen voor mijn gezicht en zeg haar zachtjes de zegenspreuken na. Ik hoor hoe mamma in haar gebed de ene naam na de andere noemt – die van vader, die van ons, de kinderen, van haar eigen vader en moeder. ‘De Almachtige zegene hen allen!’ Nu pas laat mama de handen zakken. ‘Goed sjabbes!’ roept mama luid. Haar gezicht straalt, alsof het de glans van de sabbatlicht6 jes in zich heeft opgenomen.’
De kaarsen hebben voor de kleine Bella een bijzondere betekenis. Het sabbatsritueel verbindt de kaarsen met de liefde van God die allen omvat. Het ritueel geeft warmte en kracht. Zo wordt Gods liefde als het ware zichtbaar en voelbaar. Uit mijn jeugd herinner ik mij als een van de hoogtepunten de paasnacht, waarin het licht van de paaskaars verdeeld werd en alle kerkgangers met een brandend kaarsje in de hand de kerk verlieten. Dit delen van het licht is een gebaar van hoop. Hoe kwetsbaar en klein ze ook zijn: de kaarsenvlammetjes kunnen andere kaarsen aansteken en zo gaat het licht van hand tot hand, onstuitbaar. Een dergelijk ritueel zegt veel meer dan woorden. Wanneer onze kinderen een moeilijke toets hebben, vragen zij mij een kaarsje aan te steken. Dat kleine vlammetje is voor hen een teken van hoop, van meeleven, van kracht. Toen wij enige tijd geleden hoorden dat een neef van ons niet meer beter kan worden, liep een van onze kinderen naar het meeleef-kaarsje, en stak dat aan. Niemand van ons hoefde te vragen waarom ze dat deed: in al deze duisternis was er licht nodig. Het aansteken van de kaars wordt dan een gebaar van meeleven en zo een soort gebed. Het is een manier om in alle duisternis te zoeken naar licht. De dichter Paul Claudel heeft een bijzonder gedicht gemaakt over een kaars. Hij kijkt naar de kaars, en bedenkt dat de kaars licht en warmte geeft. Hij vraagt zich af: en ik? Het gedicht vervolgt met:
Het paaslicht delen
Monica M. Schwarz is predikante en creatief theologe. Zij heeft een werkplaats voor aardse spiritualiteit, Veelstemmig licht, waarin zij zoekt naar de verbinding tussen het dagelijks leven en geloof en spiritualiteit. Voor wie verder wil lezen: www.veelstemmiglicht.nl http://mmschwarz.blogspot.nl/ en de facebookpagina Veelstemmig licht.
Ik denk bij mezelf: Zij aanvaardt het licht van anderen gekregen en ik? Altijd is zij bereid haar licht aan anderen door te geven en ik? Ook wij mogen licht ontvangen én doorgeven. Wij mogen een lichtje zijn in de duisternis. Daardoor zal niet alle duisternis verdwijnen, maar daardoor verliest het duister wel aan kracht. Vervloek de duisternis niet, maar steek een kaars aan.
VROUWEN - GELOVEN - WERELDWIJD Een kop in mijn plaatselijke krant vermeldt een bericht van het ANP/AFP: Indiase agenten tegen slachtoffer: Trouw met één van je verkrachters.’ Het bericht gaat verder met: ‘Een 17-jarig slachtoffer van een groepsverkrachting in India heeft zelfmoord gepleegd. Politiemensen hadden het meisje onder druk gezet om de zaak te laten vallen en een van haar verkrachters te trouwen. Het meisje werd woensdag (26 december jl.) dood gevonden. Zij had gif ingenomen, meldden de politie en een familielid.’ Het meisje werd in november verkracht tijdens een hindoeïstisch feest. Toen zij probeerde aangifte te doen, werd zij van het kastje naar de muur gestuurd, met dit afschuwelijke gevolg. Enkele dagen later (zaterdag 29 december) krijgt dit bericht via het NOS journaal een macaber vervolg. Het blijkt dat een 23-jarige studente ook overleden is nadat zij die week daarvoor ook het slachtoffer geworden was van een gewelddadige groepsverkrachting in een bus in de hoofdstad New Delhi. Op het journaal zijn woedende straatprotesten en de roep om zwaardere straffen voor verkrachters te zien. Uit officiële cijfers blijkt dat in 2011 in India ruim 256.000 gewelddadige misdrijven zijn gepleegd. Daarvan waren er bijna 229.000 gericht tegen vrouwen. De echte cijfers liggen waarschijnlijk nog veel hoger omdat veel vrouwen huiverig zijn om naar de politie te stappen.
Zomaar enkele berichtjes en cijfertjes uit één land. Maar welk een ongelooflijk leed en wat een verwoeste levens gaan hierachter schuil! Niet alleen de slachtoffers zelf, maar ook de families die eromheen staan. Het zal je als vrouw maar overkomen, het zal je vrouw, je dochter, je zus, je… maar overkomen. Niet te bevatten. We leven AD 2013 en nog steeds worden vrouwen en meisjes gezien als goederen die na gebruik weggegooid mogen worden. Laten wij duidelijk maken dat dit praktijken zijn die niet – nee, die nooit! – goed te praten zijn. Elk lichaam is kostbaar en uniek, we zouden het veel meer als een geschenk moeten zien en er zorgvuldig mee moeten omgaan. Seksuele relaties zijn prima, zolang beide deelnemers er vrijwillig mee instemmen. Elke andere vorm – voor geld, onder dwang, met geweld, seks om de seks – is uit den boze. Dat geldt niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze kinderen: het is een boodschap van blijvende en bijzondere waarde. Laten we bidden voor alle slachtoffers van verkrachting. Het zal niet mogelijk zijn dat ooit te vergeten. Mogen zij de kracht en de moed vinden om verder te leven in de wetenschap dat juist zij kostbaar zijn in Gods ogen. TB-K
Op een kier... Oranje boerenkool Kinderen kunnen je behoorlijk aan het huilen maken! Net als nu. Ik sta in de keuken en ik kom mouwen te kort om mijn tranen weg te vegen. En dat allemaal vanwege Sam, mijn jongste zoon. Met één simpel verzoek heeft hij het voor elkaar gekregen. Sta ik hier een kilo uien van hun schil te ontdoen en in stukken te hakken. Snif! Af en toe komt Sam eens kijken hoe ver ik al ben, en snoept dan meteen een stuk winterpeen van de schaal. Na de uien (juun’n zeggen ze hier) moet er nog hele berg êrpels (aardappelen) worden geschild. Dan mag de hele mikmak in een pan kokend water, en vervolgens kan het stampwerk beginnen! Sam zal smullen en wij met hem mee. Soms maak ik mij zorgen om het eetgedrag van mijn kinderen. Als klein meisje lustte ik niks en al helemaal geen groenten. Mijn drietal lust zowat alle groenten. Sam stond ooit in de supermarkt letterlijk te springen bij de broccoli. ‘Mama, alsjeblieft, nemen we die? Groene bloemkool is zó lekker!’ En onze oudste is een spruitjesfan. Bah, ik gruw van die kleine kooltjes. Op zaterdag eten wij altijd friet; heerlijk om eenmaal in de week zo’n lekker ongezonde maaltijd te houden. Maar man en oudste hebben mij allang overgehaald om er een pond spruitjes bij te serveren. Dat werd dan bijna in twee porties verdeeld. Bijna, omdat ik vind dat de andere kinderen ten minste één spruitje moeten mee-eten, zodat ze wennen aan de smaak en hem misschien wel gaan waarderen. En ja, ik prik dan ook dapper een spruitje mee.
Dochter Anna is inmiddels bekeerd. ‘Ik wil vandaag drie spruitjes in plaats van eentje,’ kondigde ze aan op een zaterdag. En een week later wilde ze evenveel spruitjes als haar vader en broer. ‘Mjamm, ik vind ze heerlijk. Ik wil voortaan altijd spruitjes bij de friet!’ zei ze er glunderend bij. Zeg nou zelf, dat is toch geen normaal kindergedrag? Nu is het winter: stamppottentijd! Een paar dagen geleden zette ik een grote pan boerenkool met worst op tafel, met een flair alsof ik in een Unox-reclame was beland. Sam tilde voorzichtig het deksel op en knikte goedkeurend. ‘Zeg mama, zullen we ook weer eens oránje boerenkool eten?’ Ik beloofde het hem en beloften moet je inlossen, zeker als het groentenbeloften betreft. Oranje boerenkool. Over een uurtje is het klaar! Titia Lindeboom
7
Christenen in de schijnwerpers
De Protestantse Kerk in (Oost-)Duitsland Ditmaal zijn de schijnwerpers niet specifiek gericht op christenvrouwen, maar nemen we een kijkje in de kerk bij onze oosterburen. De informatie werd ons aangeleverd door dhr. Gijs van Reenen uit Renkum. De hervormde gemeente daar (waartoe hij behoort) onderhoudt al meer dan twintig jaar een relatie met de protestantse gemeente Tangerhütte in (Oost-)Duitsland.
De structuur van de Duitse Protestantse Kerk
De kerk is georganiseerd per deelstaat (of in enkele gevallen per groepje deelstaten). Elke deelstaat (in het Duits ‘Land’) heeft zijn eigen ‘Landeskirche’. Deze ‘Landeskirchen’ vormen met elkaar een soort federatie die de hele protestantse kerk in Duitsland vertegenwoordigt in zaken waarin zij gezamenlijk willen optrekken en met één mond spreken. Die landelijke koepel heet Evangelische Kirche in Deutschland (EKD). Vroeger bestonden de ‘evangelischlutherische’ kerken en de ‘reformierte’ kerken (deze laatste te vergelijken met de vroegere Nederlandse Hervormde Kerk of de Gereformeerde Kerken in Nederland) naast elkaar. Om het ingewikkeld te maken: in sommige deelstaten zijn die twee inmiddels, net als hier, gefuseerd en heten dan kortweg ‘Evangelische Kirche’. Maar in andere deelstaten is dat (nog) niet het geval. En waar ze wél gefuseerd zijn blijken er overal groepjes te bestaan die niet meedoen (weinig verschil met Nederland dus). In Sachsen-Anhalt, dat ik het beste ken, is er inmiddels al lang één gefuseerde Evangelische Kirche en die is sinds enkele jaren weer samengegaan met de Evangelische Kirche van Thüringen (samen vormen zij de Evangelische Kirche van Midden-Duitsland, de EKM).
schop) en vervolgens een laag geestelijken met de titel ‘Superintendent’. De superintendenten zijn elk verantwoordelijk voor de gang van zaken in een regio binnen de Landeskirche. Pas daaronder vindt men de laag van de gemeentepredikanten, de ‘Pfarrer’. De Duitse protestantse kerk kent feitelijk ook niet de ambten van ouderling, (ouderling-)kerkrentmeester en diaken. Er is in wezen – naast het ambt aller gelovigen – maar één bijzonder ambt, dat van predikant. Er is in een gemeente wel een ‘Kirchenrat’ (waarvan de leden ‘Kirchenälteste’ heten en die de predikanten bijstaan), maar die lijkt meer op een parochieraad van een rooms-katholieke kerk dan op een protestantse kerkenraad zoals wij die kennen in Nederland. De dominee is voor alles wat er in de gemeente gebeurt verantwoordelijk, ook wat de financiën betreft. Dat legt een enorme druk op hen; ze zijn heel veel tijd kwijt aan zaken die in Nederland door kerkrentmeesters of diakenen afgehandeld worden. Wij hebben in de loop der jaren veel respect gekregen voor de Duitse predikanten die zich ondanks die enorme werkdruk meestal toch nog geweldig inzetten voor verkondiging en
Om misverstanden te voorkomen: het Duitse woord ‘evangelisch’ betekent hetzelfde als het Nederlandse woord ‘protestant(s)’. Voor het Nederlandse woord ‘evangelisch’ – zoals wij dat gebruiken in bijvoorbeeld ‘Evangelische Omroep’– wordt in het Duits het woord ‘evangelikal’ gebruikt.
De hiërarchie van de Duitse Protestantse Kerk
Een groot verschil met onze situatie is het feit dat de protestantse kerk in Duitsland hiërarchisch is georganiseerd. Aan het hoofd van een Landeskirche staat een Landesbischof; onder hem vindt men enkele geestelijken 8 met de titel ‘Probst’ (een soort hulpbis-
Berlijn, kort na de Tweede Wereldoorlog
pastoraat. Hun collega’s in Nederland hebben het – in doorsnee natuurlijk – een stuk gemakkelijker. Toen ik onlangs de vroegere predikant van onze Duitse partnergemeente nog eens vroeg wat hij van onze contacten geleerd had, was zijn eerste reactie: ‘dat ik niet alles zelf moet doen.’ Hij heeft indertijd in zijn gemeenten allerlei werkgroepen gevormd die bepaalde taken kregen en uitvoerden, met de Nederlandse situatie als voorbeeld. Wat niet wegneemt dat ook dan de volledige eindverantwoordelijkheid voor wat die werkgroepen doen in de Duitse situatie bij de predikant blijft liggen. Door de hiërarchische structuur van de Duitse kerk zijn de plaatselijke gemeenten veel minder zelfstandig dan wij gewend zijn. En dat heeft niet alleen betrekking op de financiën. Een duidelijk voorbeeld is ook het beroepingswerk. Als er in een gemeente een predikantsvacature ontstaat, benoemt de superintendent van de regio waarin die gemeente ligt, een opvolger (waarschijnlijk in overleg met de bisschop of de Probst). Daarbij kán hij eerst de mening van de gemeente vragen over een te benoemen nieuwe predikant, maar dat hoeft helemaal niet. En dat gebeurt ook lang niet altijd. In feite krijgt men een predikant aangewezen. En wat de financiën betreft: er is een strikte controle op de uitgaven van een gemeente door Superintendent en Probst.
Verhouding kerk – staat
De verhouding kerk en staat ligt in Duitsland duidelijk anders dan bij ons. Er zijn daar meer raakvlakken tussen beide sferen. De overheid heeft in Duitsland veel minder moeite dan bij ons om te erkennen dat de kerk van grote, wellicht beslissende, waarde is voor de handhaving van goede normen en waarden in de maatschappij. En wellicht als gevolg daarvan helpt de overheid de kerken bij hun voortbestaan. In Duitsland wordt nog steeds via de belastingdienst de zogenaamde ‘Kirchensteuer’ (kerkelijke belasting) geheven van iedere ingezetene die niet schriftelijk verklaard heeft geen lid van enige kerk te zijn. En omdat veel randkerkelijken zo’n verklaring niet zo snel afleggen, daalt de opbrengst van de Kirchensteuer wel geleidelijk, maar is die nog steeds veruit de belangrijkste bron van inkomsten van de kerken met een totale opbrengst die verhoudingsgewijze duidelijk hoger is dan bij ons systeem van vrijwillige bijdragen. Dat leidt er vervolgens weer toe dat – hoewel ook in Duitsland de kerk moet bezuinigen – een gemeente niet graag kerkgebouwen sluit, ook als daarin vrijwel niemand meer ter kerke komt. De overheid subsidieert vrij gemakkelijk – uiteraard mede vanwege de nog steeds hoge werkeloosheid in het oosten van Duitsland – de aanstelling van werkzoekenden in allerlei hulpfuncties in een kerkelijke gemeente (jongerenwerkers, etc.).
Economische situatie: toen en nu
Ten tijde van de Deutsche Demokratische Republik (Oost-Duitsland) had iedereen een betaalde baan. Dat hield vaak weinig in. Fabrieken hadden bijvoorbeeld 2.000 werknemers in dienst, waar men in het Westen met 200 toe kon. Taken werden eindeloos opgesplitst, omdat het communistische systeem niet voldoende economische activiteiten kon ontwikkelen om iedereen aan echt werk te krijgen en te houden, maar dat niet wilde weten. De beloning was dus heel laag, maar wel zeker en op den duur geloofden velen toch dat ze nuttig werk deden. Een professor verdiende wel iets meer dan een straatveger – en het onderwijs was vooral in de technische vakken van opvallend goede kwaliteit! – maar niettemin kreeg een professor geen fractie van wat zijn collega in West-Duitsland verdiende. Er was geen verschil tussen vrouwen en mannen. Iedereen werkte op deze wijze. Men leefde eenvoudig; in de winkels werden alleen in de DDR gemaakte producten verkocht, maar gewone dingen, bijvoorbeeld sinaasappels, waren niet verkrijgbaar. Voor een Trabant moest men zich jaren van te voren inschrijven, terwijl het een waardeloze auto was.
Zicht op (een gedeelte van) de Muur, anno 2010
Na die Wende (de omwenteling van november 1989) veranderde alles. Iedereen wilde westerse producten hebben en die waren voor de Oost-Duitsers onbetaalbaar. Achteraf gezien was het geen goede keuze om de DDR-Mark een-op-een tegen de D-Mark in te wisselen. Het betekende dat men voortaan op westerse wijze moest gaan produceren om de eigen bedrijven overeind te houden. Vaak lukte dat niet en daardoor werden bedrijven gesloten of afgeslankt tot het niveau dat in het westen normaal was. Het gevolg was massale werkloosheid, ook onder vrouwen. West-Duitsland heeft via uitkeringen de rekening betaald en dat heeft jarenlang een negatieve invloed gehad op de Duitse economie Ik herinner me nog dat in Tangerhütte allerlei schooltjes, o.a. voor gehandicapte kinderen waar een serie onderwijskrachten aan verbonden was voor een paar kinderen, werden gesloten en de leerlingen voortaan naar de grotere school in Tangermünde of Stendahl moesten met als gevolg dat alle onderwijskrachten werkeloos werden. De economische situatie had dus een enorme invloed en heeft dat tot op zekere hoogte nog steeds. Nog altijd is de werkloosheid in het voormalige DDR-gebied beduidend hoger dan in de rest van Duitsland. In het begin kwam dat ook omdat in de DDR niemand in zijn werk initiatieven nam, want die werden afgestraft. Zelf ben ik betrokken geweest bij de bouw van een nieuwe fabriek vlak bij de Poolse grens met West-Duits geld, twee jaar na de val van de Muur. De West-Duitse leiding werd in het begin radeloos van de Oost-Duitse medewerkers, die na het uitvoeren van een (beperkte) opdracht steevast vroegen: ‘Wat gaan we nu doen?’ Of dat zelfs niet vroegen en eenvoudigweg wachtten tot ze weer wat hoorden. Alle initiatief was hen decennialang ontnomen en dat overwin je niet zo gemakkelijk. Vrijwel iedereen in het voormalige
DDR-gebied zegt achteraf, dat het grootste probleem niet lag bij het gebrek aan van alles en nog wat, of de matige werksituatie, maar de onvrijheid om te zeggen wat men dacht en de onzekerheid over de betrouwbaarheid van anderen (sommigen bleken achteraf Stasi-spionnen te zijn).
Geloven toen en nu
Ten tijde van de DDR bleven de kerken wel kerkdiensten houden. Zij moesten dat zo doen dat er buiten de kerk niets van te merken was. Alle publiciteit was verboden, en overal waren Stasi-spionnen actief, ook in de gemeenten. Als je er voor koos om naar de kerk te gaan, betekende dat steevast dat je erg gehinderd werd in je werk. Publieke functies waren dan onmogelijk en promoties in bedrijven bleven uit. In die tijd gingen vrijwel alleen maar vrouwen naar de kerk, zij hadden minder belang bij promoties en publieke erkenning. Mannen in de kerk waren uitzonderingen. Toch is het verbazingwekkend dat predikanten en gemeenteleden doorgingen. Daar is natuurlijk heel veel in veranderd. Ons contact met Tangerhütte stamt vanaf 1992 (dus ná Die Wende). Er werd ons gevraagd hen te helpen bij het weer ontdekken hoe je als kerkelijke gemeente in de openbaarheid kon treden. Aan de andere kant is na Die Wende helaas de geest van ontkerkelijking die ook wij kennen, gaan doorwerken, waardoor na een periode van opbloei de kerken nu weer sterk teruglopen. Uit dit verhaal zou men kunnen opmaken dat we vrij ver van elkaar af staan. Onze ervaring is dat we ondanks alle verschillen heel goed met elkaar kunnen spreken over zaken van geloof en kerk. Eerlijk gezegd zijn onze gesprekken met leden van onze Duitse partnergemeente vaak opener en intiemer dan in de eigen omgeving. We kampen met dezelfde problemen, maar daarnaast delen we ook hetzelfde vertrouwen in de Heer van de kerk.
9
Arapoti, Brazilië: 60e Christenvrouwendag Op 17 oktober jl. werd in het Braziliaanse Arapoti de 60e Christenvrouwendag gehouden. Hieronder een verslag van deze dag, naar ons gestuurd door mevr. Marika Salomons: ‘Vanaf 9.00 uur werden de gasten verwelkomd bij de IER kerk en de gasten werden naast een ‘moderne ontvangstcommissie’ ontvangen door vier vrouwen die een rol hebben gespeeld in de Bijbel. Daar waren Lydia de purperverkoopster, Dorcas met haar naaimand en Miriam met haar tamboerijn. Koningin Esther hield zich in het begin nog een beetje afzijdig. Het gastenboek werd door bijna 150 dames uit o.a. Carambei, Castrolanda en Arapoti, een heer, ds. W van der Geer en vijf gasten uit Nederland getekend
Tegen 10.00 uur opende Anke Salomons, die het programma die dag zou leiden, met een hartelijk welkom. Daarop werden van gezang 426: 1 en 5 gezongen en volgde de bijbellezing uit Romeinen 12: 4-8. Er werd stilgestaan bij de oprichtsters van de, toen nog geheten Bondsdag, Charlotte Mulder en Odette Moesker, beiden predikantsvrouwen. Inmiddels is het door hen gestarte evenement een dag van ontmoeting, bezinning en ontspanning voor veel vrouwen. Deze dag beleeft vandaag haar diamanten jubileum. Journaliste Dorothea interviewde de eerder genoemde Bijbelse vrouwen en legde uit hoe zij hun christen-zijn in de praktijk brachten. Hierna was het woord aan ds. Wim van der Geer met zijn lezing: De vrouw, een veelzijdig schepsel van God. Eerst legde hij het
10
begrip ‘schepsel’ uit en haalde daarbij de twee scheppingsverhalen aan die elkaar aanvullen en beiden nodig zijn voor een juiste kijk op de vrouw. Hij legde aan de hand van verschillende Griekse vertalinginterpretaties uit dat de vrouw als gelijkwaardig schepsel van de man gezien kan worden. De apostel Paulus, die vaak door feministen als vrouwonvriendelijk bestempeld word, bedoelde uiteindelijk dat de vrouwen hun man moeten ondersteunen als hij in Efeze 5: 23a zegt: ‘De man is het hoofd van de vrouw.’ Of zoals hij het ergens anders zegt: er is geen onderscheid tussen Jood en Griek, slaaf en vrije, mannelijk en vrouwelijk. En dat betekent: in Christus is de hiërarchie doorbroken! Ieder wordt opgeroepen de ander te dienen en hiervoor hebben zowel mannen als vrouwen gaven
gekregen. Met de woorden van de apostel Paulus: ‘Veronachtzaam de gave in u niet’ eindigde ds. Van der Geer zijn lezing met de oproep om daar veelzijdig uitdrukking aan te geven, zeggend: ‘Dat is het appèl op u dat van deze 60e Christenvrouwendag uitgaat.’ Tijdens het zingen na de lezing werd er gecollecteerd voor het project ‘Raio de luz’ waar onder leiding van een aantal dames van de kerk naailes gegeven wordt aan vrouwen, die met de bijgebrachte kennis kunnen werken aan hun persoonlijke en financiële ontwikkeling. Om 13.30 uur wordt het middagprogramma in de kerk begonnen met het zingen van het bondslied waarvan de tekst destijds werd geschreven door mevr. Titia van der Vinne. Daarna beantwoordde ds. van der Geer de vragen die werden ingeleverd n.a.v. zijn lezing. Hij gaf een heldere en duidelijke uitleg. Vervolgens was het de beurt aan de gasten: Carambei bracht een prachtig lied ten gehore onder begeleiding van pianospel en Marita Zegwaard uit Castrolanda had een geestige voordracht waar iedereen hartelijk om moest lachen. Na een korte uitleg over wat huishoudelijke regels van het middagprogramma kon iedereen zich uitleven in twee verschillende creatieve workshops. Iedere workshop duurde 50 minuten en het eindresultaat mocht mee naar huis genomen worden. Voor diegenen die niet met de handen wilden werken, was er een gespreksgroep onder leiding van ds. Van der Geer. Om 16.00 uur werd het programma afgesloten in de kerk met het zingen van het lied ‘Ga nu heen in vrede’ en werd iedereen uitgenodigd om de volgende Christenvrouwendag in Castrolande te vieren. Onder het genot van een kopje koffie of thee met versnapering kon nog even nagepraat worden voordat iedereen (hopelijk) tevreden huiswaarts keerde. Daarmee kwam deze diamanten Christenvrouwendag tot een geslaagd einde.’
Brieven aan Haggai Een andere manier om het thema Haggai te verwerken, is een brief aan hem te schrijven. Hieronder twee voorbeelden die geschreven werden op de Kaderdag van 20 september jl. Geachte Haggai,
Beste Haggai,
Met belangstelling hebben we kennisgenomen van uw schrijven en kwamen wij plots tot het inzicht dat ook wij verkeren in een situatie zoals door u beschreven. Wij verbouwen onze huizen en Gods woning, de kerken, worden gesloten en hebben plaats gemaakt voor gemarmerde bankgebouwen. De woorden van de Heer komen zo ook tot ons in deze crisistijd. Wij maken ons bezorgd om de samenleving, de kosten van de zorg en het welzijn van onze ouderen. Op de twaalfde dag van de negende maand in het 33e regeringsjaar van onze koningin Beatrix konden wij kiezen. Massaal werd er strategisch gekozen voor de Partij van de Arbeid of voor de Partij voor Vrijheid en Democratie. De christelijke identiteit, vertegenwoordigd door het CDA, werd verlaten. We maken ons daarom grote zorgen hoe het verder moet. Kerkverlating en voedselbanken en de eenzaamheid onder mensen neemt toe. Grote behoefte is er aan de hoop. Een einde aan de macht van de banken en de almacht van de AEX-index. Wij hopen dat God zijn plan uitvoert en ons zal bevrijden van de macht van het geld en de welvaart. Zoals Gideon met een kleine groep mannen een groot leger versloeg, zo hopen wij dat wij met een kleine groep vrouwen een bijdrage kunnen leveren om Gods Koninkrijk gestalte te geven.
Naar aanleiding van jouw bijbelboek wil ik toch even reageren. Jij kunt nu wel zo mooi zeggen dat we de kerken moeten openhouden, zelfs moeten renoveren en inrichten, maar weet je wel waar je het over hebt? Weet je dan niet wat er tegenwoordig allemaal komt kijken om een gezin te onderhouden? ’t Is toch veel belangrijker dat wij en onze kinderen een goed dak boven ons hoofd hebben en liefst alle vier een eigen kamer met een lekker zacht bed, een tv en een computer en zo… Dan moeten we elke maand met de mode meedoen, dat betekent elke maand minstens een dag winkelen, anders vind je niet de juiste kleding en schoenen en dan hoor je er niet bij. En wat dacht je dat het eten tegenwoordig wel niet kost?! Een beetje maaltijd bestaat toch minstens uit een biefstukje met eikenbladsla en Parijse piepertjes en als het kan een toetje met slagroom na. En voor een brood betaal je algauw € 3,50. Dan heb ik het nog niet eens over de kosten van de gezondheidszorg. Tegenwoordig wordt liposuctie niet eens meer vergoed, laat staan een facelift! Beste Haggai, bij mij moet je dus niet zijn, ik ben te druk met geld verdienen. Dus helaas, die renovatie en inrichting van die kerk moeten maar even wachten tot ik de hoofdprijs in de Staatsloterij gewonnen heb. Kom dan nog maar eens terug. Hartelijke groet,
Vertegenwoordigers van PVO-vrouwen uit het hele land
Ikke
Gods liefde Ik lees in de Bijbel: Gods Woord houdt eeuwig stand. Het is boven alle twijfel, alles is in Gods Hand. En kun je dat niet geloven, kijk dan eens om je heen, en tel je zegeningen, tel ze een voor een.
Want Ik ben toch je Maker, vóór je geboorte ken Ik je al en Ik riep je al veel vaker, maar je bleef maar in dat dal. Ik wil een Vader voor je zijn. je omarmen als mijn kind, je troosten bij verdriet en pijn, en dat bij mij bescherming vindt.
De wereld is een chaos, maar dat is niet Gods fout. Het is de mens, die leeft er maar op los, die niet meer van God houdt. Het lijkt een tijdje goed te gaan, maar een ‘eigen weg’ loopt dood. We doen er dan van alles aan, maar komen in grote nood.
Want Ik ben God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aard. Voor Mij is niets onmogelijk en jíj bent Mij alles waard. Voor jou gaf mijn Zoon zijn leven, mijn enig Kind in ruil voor jou om eeuwig leven jou te geven. WAAROM?
Wij roepen dan: ‘O Here God, waarom doet U er niets aan?’ Hij zegt dan: ‘Mijn lieve kind, Ik heb alles al gedaan. Ik stuurde Iemand naar je toe, die het overnam van jou, en wil je weten waarom ik dat deed? Omdat Ik zóveel van je hou.
OMDAT IK ZÓVEEL VAN JE HOU!’ Lammie Lassche, Meppel 11
In-druk Ditmaal hebben wij geen ‘Boekkeuze van…’ geplaatst in deze rubriek, want we zijn weer op zoek naar vrouwen die een boek gelezen hebben. Een nieuw boek of juist eentje dat al jaren in de boekenkast staat, dat indruk maakte, waarvan het verhaal hen aansprak, of juist niet… Kortom, hebt u een boek gelezen en wilt u er over vertellen? Stuur uw recensie (niet groter dan ongeveer 300 woorden) per e-mail naar Titia Lindeboom:
[email protected] of via de post naar Tiny van de Biezen, A. van Meerveldstraat 5, 3785 LP Zwartebroek. Wij kijken uit naar uw boekkeuze! Ds. Aart Mak
Help… ik lijd aan het leven Woord op zondag
Zeven overdenkingen in de lijdenstijd, zoals: Wie ben ik dan wel?; Ik schaam mij; Ik kan niet blij zijn en Ik weet me gekend en gedragen. Elk hoofdstuk bevat een inleiding, een psalm, een schriftlezing, een gezang, een overdenking, een gebed en eindigt met een lied uit Tussentijds. Goed gekozen liederen die aansprekend zijn. Het boekje is eigenlijk ideaal voor mensen die in de lijdenstijd regelmatig overdenkingen moeten houden en die er tegen op zien om dat allemaal zelf te bedenken. Het lijkt mij ook geschikt om voor een gespreksgroep te gebruiken die een beetje op gang geholpen moet worden. Er staan geen vragen bij, maar allicht valt er veel over te zeggen na afloop. Als ik het goed begrijp, lijdt iedereen wel (eens) aan het leven. Misschien is het voor jezelf ook fijn het boekje door te lezen en zo je eigen leven tegen het licht van Pasen te houden en je gekend en gedragen te voelen in Gods liefde. Uitgeverij Narratio, Gorinchem 2011. 66 pagina’s ISBN 978 90 526 3640 5. Prijs € 7,50 HK Hetty Luiten
Veel te jong Joke wordt over haar oren verliefd op een stagiair die tijdelijk meewerkt in haar kinderdagverblijf. Gerben heet hij, en hij is zo’n type man waarvoor alle 12 vrouwen hun
hoofd omdraaien. Maar hij kiest voor Joke en dat is het begin van een zinderende relatie. In plaats van zorgeloos te genieten van haar mooie man, maakt Joke zich enorm druk over wat ‘de mensen’ zullen zeggen. Vooral vanwege het leeftijdsverschil: Joke is 40 en Gerben 28. Inderdaad reageert de omgeving erg lomp en het komt zelfs tot een breuk met haar familie. Hetty Luiten is een schrijfster met een vlotte pen, dat lees je ook goed terug in ‘Veel te jong’. Hoofdpersoon Joke is een vrouw die met beide benen in het heden staat, maar niettemin wordt geplaagd door de tijdloze vrouwenkwaal die ‘onzekerheid’ heet. Uitgeverij Zomer & Keuning, Utrecht, 2012. 224 pagina’s ISBN 978 90 597 7777 4. Prijs € 14,95 TL Leendert van Wezel
Nynke
Deze, deels op historische feiten gebaseerde, roman begint in het jaar 1540 en vertelt het verhaal van Nynke Dimmensdochter. Zij leefde in het ZuidHollandse stadje Goedereede. Wij leren haar kennen door de ogen van haar broertje, Lenert. We volgen haar geschiedenis tot 1585, dan start de baljuw van dit stadje een proces tegen haar; ze wordt beschuldigd van hekserij en heulen met de duivel. Stadsgenoten getuigden tegen deze vermeende heks, deskundigen werden geraadpleegd, en in december 1585 velde de baljuw het vonnis in dit heksengericht. Het beklemt je als je leest hoe Nynke langzaam maar zeker verstrikt raakt in een web van verdenking, jaloezie en kwaadsprekerij. Dit boek is op een vlotte manier geschreven, maar ik ben, nadat ik het gelezen heb, heel blij dat ik toen niet leefde. Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat mensen zó leefden, zó met elkaar
omgingen! Maar wel spannend tot de laatste bladzijde. Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer, 2012. 410 pagina’s ISBN 978 90 239 9414 5. Prijs € 19,90 Dr. A. van de Beek
Hasselelponi
Hebt u weleens van Hasselelponi gehoord, of over haar gelezen? Ik in ieder geval niet! Ik zal u niet langer in spanning laten: u vindt haar naam in 1 Kronieken 4: 3. Waarom, vraagt u zich wellicht af, is dat belangrijk? In de Bijbel staan teksten die bijna nooit door iemand gelezen worden. Verzen die genegeerd worden omdat ze lastig zijn. Hoofdstukken die een rare wending hebben. Verbindingen die je zomaar over het hoofd ziet. En mensen aan wie niemand aandacht schenkt en vergeten zijn in de loop der tijd. Hasselelponi is zo iemand. Niemand weet meer iets van haar af, toch vond God het de moeite waard om haar in de Bijbel te noemen. We mogen ons daar ook bij scharen: lang nadat iedereen onze naam vergeten is, staat onze naam nog in Gods boek. Hij weet alle dingen, heel ons leven, Hij vergeet ons niet. In dit boekje staan meditaties vol verrassingen die God geeft. Ze zetten je aan om na te denken, je wordt erdoor geraakt en ze geven je moed. Uitgeverij Meinema, Zoetermeer, 2012. 66 pagina’s ISBN 978 90 211 4425 2. Prijs € 13,50 TB
Nieuws uit de Regio’s Regio West
Het bestuur van Regio West heeft twee Regiobijeenkomsten georganiseerd. Op dinsdagmorgen 26 februari a.s. bent u van harte welkom in de Lichtkring, Amerikalaan 91 in Alphen aan de Rijn. Spreekster is ds. Dora Hoekstra uit Capelle aan den IJssel over de profeet Zefanja. De bijeenkomst begint om 10.00 uur en rond 12.00 uur wordt deze besloten met een lunch. Vanaf 9.30 uur staat de koffie klaar. De toegang, de koffie, thee en de soep zijn gratis, neemt u wel zelf een boterham mee? Graag uiterlijk 19 februari telefonisch of per post opgeven bij: Sjoukje van Zuylen, Lissabonstraat 84, 2408 ED Alphen aan de Rijn, tel. nr. 0172 495712, of via e-mail:
[email protected].
Jubileumrubriek Op 17 september 1962 werd Vrouwengespreksgroep Tryphena in Rijnsburg opgericht. Zij schrijven: ‘Wij zijn begonnen met acht leden en hebben nu 33 trouwe leden. Wij komen om de twee weken op maandagmiddag bij elkaar. Wij zijn heel blij met het blad In Gesprek waarin wij, aan de hand van de onderwerpen, Gods woord van alle kanten mogen belichten. Zaterdag 1 december hebben wij een gezellig etentje gehad voor ons 50-jarig jubileum. Wij hopen er nog vele jaren bij te ontvangen, dat alles met de hulp van de Vader in de hemel, want in alle dingen zijn wij afhankelijk van Hem.’ Afgelopen november vierde Vrouwengespreksgroep Rondom Gods Woord uit Luttelgeest haar 65-jarig bestaan. ‘Op de jaarvergadering van 22 november hebben wij stil gestaan bij onze jubilarissen, hier waren twee leden bij die nu al 25 jaar lid zijn. Op 13 december zijn wij met achttien dames in de bus gestapt en hebben de in ‘kaars en kerstsfeer’ verlichte orchideeënhoeve in Luttelgeest bezocht.’ Hartelijk bedankt voor uw gezellige briefjes en namens de PVO wensen wij u nog veel goede jaren met elkaar op uw groepen toe! Met een hartelijke groet, Jopie van de Kleut Viert uw groep binnenkort een jubileum? Laat het ons weten. Stuur uw bericht naar: Jopie van de Kleut, Rondweg 25, 3785 LB Zwartebroek, of per e-mail:
[email protected]. Dan zorgen wij ervoor dat het geplaatst wordt!
In gesprek met... (door u en voor u) Op dinsdag 19 maart a.s. bent u van harte welkom in De Bron, Vogelplein 1 in Amersfoort. Ds. Noort uit Spakenburg heeft hier als thema: Van afzien tot opzien – het Daniël-dieet: door vasten op de vaste weg. Het middagprogramma wordt verzorgd door mevr. Anneke Booij uit Alphen aan den Rijn over: Maria, de moeder van Jezus. Vanaf 10.00 uur staat de koffie klaar, om 10.30 uur begint het programma dat tot omstreeks 15.30 uur duurt. Ook hier zijn de toegang, de koffie, thee en soep gratis. Neemt u wel zelf een boterham mee? Graag uiterlijk 12 maart telefonisch of per post opgeven bij: Jacoba van Halteren, Straussweg 47, 3752 VD Bunschoten, tel. nr. 033 2982302, of via e-mail:
[email protected]. Tijdens beide bijeenkomsten zal er gecollecteerd worden voor Kruis en Munt.
Van mevr. Anja Meeuse, secretaris van Vrouwencontactgroep ‘Noord’ uit Voorburg ontvingen wij het volgende bericht: ‘Onze vereniging bestaat al 64 jaar. We hebben met elkaar een fijne groep. Op dit moment hebben we twintig leden. Elke drie weken komen we bij elkaar in de Koningkerk. Met elkaar verzorgen we de avonden. Meestal komt het onderwerp uit In Gesprek, waarna een prettig discussie ontstaat. Afgelopen verenigingsavond hebben wij één van onze leden in het zonnetje kunnen zetten, want mevr. Winy Numan-Faber is al 55 jaar lid van onze vereniging. Dat is toch wel een bijzondere gebeurtenis! Winy is bijna altijd aanwezig en doet dan gezellig mee met de besprekingen. We hadden voor haar een leuk boeket bloemen gekocht. Daar hebben we een mooie foto van gemaakt als herinnering. Met wat lekkers bij de koffie was het weer een leuke avond.’ Heeft u ook een leuk bericht om met ons te delen? Stuur uw reactie naar: Tiny van de Biezen, A. van Meerveldstraat 5, 3785 LP Zwartebroek, of via e-mail:
[email protected]. 13
Achterklap
Wij herdenken
Waarom niet? Heerlijk, twee redactievrouwen schreven: ‘We moeten toch niet een hele maand op het halve oog wachten?’ Ja, dat moesten ze wel. Wat krijgen we nou, u moest toch ook wachten? Eerst nog even dit. U kent toch allemaal wel het kleine ventje met zijn ongelooflijk soepele beentjes die op een tafel gezeten allerlei grappen uithaalt. In Friesland heet hij ‘het ventje uit Menaldum’. Ook als volwassen persoon kun je je er tranen om lachen als het goed gebracht wordt. En anders misschien ook wel. En nu de verre neef. Ik weet nog dat ook ik hem geblinddoekt moest opzoeken. Eerste probleem: wie is dat dan?? Tweede probleem: waar heeft hij dat halve oog helemaal zitten? Want het zit niet op de oorspronkelijke plaats, aan de andere kant van de neus. Het halve oog is een eierdopje, met wat boter erin. Als je vinger erin wordt geduwd, denk je even ook nog ‘waarom nou zo hard op precies dat zere oog?’ en je kunt een kreet van afschuw niet onderdrukken. Dan mag de blinddoek af en zie je hoe ongelooflijk je voor de mal bent gehouden wanneer je broer daar breed lachend op een stoel zit. Weliswaar op z’n ene onderbeen, maar verder kerngezond. Met twee gewone ogen. ‘Waar is dat halve oog?’ De desillusie... Maar na het zure komt het zoete. Je mag er bij blijven. Je mag zien hoe de volgende feestganger bij de hand genomen wordt en met benauwde pasjes binnen komt schuifelen. Het hele verhaaltje wordt afgedraaid en na het hele oog hoor je een siddering door het kind heen gaan. Als publiek moet je je stil houden. Maar het gejuich bij het zien van de intense verbazing van degene die na jou gekomen is, maakt alles goed. ‘Mag ik nog eens?’ Nee, dat kan niet.
Mevrouw J. Joor
- Zaandam
Mevrouw S. Kruize-Korte
- Stadskanaal
Mevrouw A. Krijger
- Oost Souburg
Mevrouw Mini van Praag
- Enschede
Mevrouw M. Willebroordse-Verspoor
- Klundert
Dan zingen wij bevrijd de glorie van uw daden, in eeuwigheid. Gezang 303 uit vers 5
Genade, zo oneindig groot Genade zo oneindig groot, dat ik, die ‘t niet verdien, het leven vond, want ik was dood en blind, maar nu kan ‘k zien.
Want Jezus droeg mijn zondelast en tranen aan het kruis. Hij houdt mij door genade vast en brengt mij veilig thuis.
Genade, die mij heeft geleerd te vrezen voor het kwaad. Maar ook, als ik mij tot Hem keer, dat God mij nooit verlaat.
Als ik daar in zijn heerlijkheid mag stralen als de zon, dan prijs ik Hem in eeuwigheid dat ik genade vond.
Het volgende nummer van
in gesprek verschijnt op 4 maart In dit nummer zijn de schijnwerpers gericht op het bijbelboek Titus 14
Liturgie voor Passie en Pasen
Evangelische Liedbundel, lied 203 (melodie: Amazing Grace)
Kruis en Munt
In de schoenen van een ander… Er is een lied van Elvis Presley dat mij, elke keer als ik het hoor, heel erg raakt. Het is het lied ‘Walk a mile in my shoes’ (Loop een mijl in mijn schoenen). Dit lied roept op om je te verplaatsen in de situatie van de ander: Als ik jou kon zijn en jij kon voor een uurtje mij zijn, als we een manier konden vinden om in elkaars gedachten te kunnen kijken, als jij met mijn ogen kon kijken in plaats van met jouw eigen ogen, ik denk dat je verrast zou zijn en zou ontdekken dat je altijd blind bent geweest. Loop een mijl in mijn schoenen… Elke keer als ik in Moldavië kom en geconfronteerd wordt met armoedige en uitzichtloze situaties van mensen, dan probeer ik mij voor te stellen hoe het zou zijn als ik in hun schoenen zou staan. Ik moet denken aan Mihaul uit het dorpje Glingeni. Hij en zijn vrouw Claudia zijn beiden 72 jaar oud. Ze wonen in en een vervallen huisje en leven in miserabele omstandigheden. Hun leven bestond uit hard werken, slecht verdienen en jaar in jaar uit vechten om het hoofd boven water te houden. Nu ze oud zijn, is hun situatie alleen maar zwaarder geworden. Jaren geleden is Mihaul door de bliksem getroffen en blind geworden. Enige tijd later raakte hij ook nog verlamd en kon hij ook niet meer praten. Mihaul komt zelden uit bed. Zijn bed is zijn wereld geworden. Met behulp van een touw dat vastgeknoopt zit aan het voeteneind van het bed kan hij rechtop zitten. Uit wanhoop heeft Mihaul enkele malen geprobeerd zich met het touw van zijn leven te beroven… Voor de oude Claudia is het bijna niet te doen om voor haar hulpbehoevende man te zorgen. Ze heeft allerlei gezondheidsklachten en tot overmaat van ramp begint ze steeds slechter te zien. Ze dreigt, net als Mihaul, blind te worden. Mihaul en Claudia hebben vier kinderen, maar die zijn jaren geleden naar het buitenland vertrokken op zoek naar werk. Sindsdien hebben de bezorgde ouders nooit meer iets van hen gehoord. Wat een verdriet! Elk jaar opnieuw zijn Claudia en Mihaul bang voor de winter: ‘Zullen we voldoende te eten hebben? Zullen we voldoende brandhout hebben zodat we niet bevriezen? Zullen we het redden met ons tweetjes?’ Probeert u zich eens voor te stellen dat u in de schoenen van Claudia of Mihaul stond. Hoe zou dat zijn? Welke gevoelens zouden er door u heen gaan? Voelt u hun angst, hun verdriet en hun wanhoop…? Het is goed om je in te leven in de situatie van een ander. Daardoor krijg je veel meer begrip. Wanneer u in de schoenen van Claudia of Mihaul gaat staan, dan begrijpt u ook hoe blij en dankbaar ze zijn voor hulp die ze mogen ontvangen in de vorm van dagelijkse maaltijden, brandhout en wekelijkse bezoeken van kerkelijke vrijwilligers die naar hen luisteren, met hen bidden en uit de Bijbel lezen. Het is voor ons nauwelijks te bevatten wat een opluchting het voor Claudia en Mihaul is dat mensen hen helpen en tot steun zijn. Daarnaast zijn ze ook heel erg dankbaar voor de hoop en troost van het evangelie. Ze hebben ontdekt dat Jezus in deze wereld is gekomen om ook in hún schoenen te lopen. Hij deelde hun pijn, verdriet, wanhoop en zorgen; Jezus weet wat ze doormaken en wat ze voelen. En ook voor Claudia en Mihaul is Jezus gestorven en opgestaan opdat ook zij deel kunnen hebben aan het nieuwe, eeuwige leven. Godzijdank, liep Jezus meer dan een mijl in onze schoenen… Ds. Egbert van Beesten Stichting Mensenkinderen De opbrengst voor Kruis en Munt bedroeg per 1 januari € 3.855,-15
Kiemontwikkeling het zaad ligt ongebruikt zijn belofte doelloos zonder kijf wijnstok vijgenboom granaatappel en de olijf draagt wel de naam maar geen vrucht geen kiemgeur die men ruikt geen nakroost dat ontluikt verdwenen is het hopen op de late regen geen enkel hart lijkt toegewijd zwelgend in zelfgenoegzaamheid ik schrijf een wolkje aan de lucht voor wie zien beloofde zegen naar Haggai Inge Klumper www.gedichtensite.nl