in gesprek 5 2 1 0 2 7 193 jaar 75
70e jaargang, mei 2012
werk- en informatieblad van de protestantse vrouwen organisatie
ROUTEPLANNER: LEG OVER EEN ANDER GEEN VALS GETUIGENIS AF JA OF NEE MOET VOLDOENDE ZIJN
Colofon In Gesprek werk- en informatieblad van de Protestantse Vrouwen Organisatie Bezoekadres Bureau PVO: Kon. Wilhelminalaan 21, Amersfoort Postadres PVO: Postbus 1496, 3800 BL Amersfoort Telefoon 033 - 465 22 64 (ma., di. en do. 09.00-14.30 uur) e-mail:
[email protected], Internet: www.pvo-nederland.nl Gironummer PVO: 515473 Gironummer Kruis en Munt: 3336259, t.n.v. PVO Amersfoort.
Dagelijks Bestuur PVO: Voorzitter: Tiny van de Biezen-Kamphorst Albert van Meerveldstraat 5, 3785 LP Zwartebroek. Tel. 0342-462095 Secretaris: Gré Popping-Hoekzema Veerstraat 45, 8181 VV Heerde. Tel. 0578-697069 Penningmeester: Tjitske Rinsma-Kuperus Marktweg 81/13, 8444 AC Heerenveen. Tel. 0513-632284
Redactie In Gesprek: Tiny van de Biezen-Kamphorst, eindredactie Jopie van de Kleut-Waanders Heleen Koekoek-Dethmers Titia Lindeboom-Bruning Jubileumrubriek en Kringberichten: Jopie van de Kleut, Rondweg 25, 3785 LB Zwartebr oek e-mail:
[email protected] Overlijdensberichten: bureau PVO, zie boven Overige kopij: 6 weken voor verschijnen van het blad bij de eindredactie: Tiny van de Biezen, Albert van Meerveldstraat 5, 3785 LP Zwartebroek Tel. 0342-462095. e-mail:
[email protected]
Lidmaatschap van de PVO: € 16 per jaar. Daarbij is het abonnement op dit blad inbegr epen. Opzeggen alleen schriftelijk voor eind december bij het bureau van de PVO. Gesproken cd: In Gesprek verschijnt ook op cd als een uitgave van de CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden te Ermelo, tel. 0341-565 499 Druk: Mailfors Amersfoort ISSN: 0921-447
Doelstelling De Protestantse Vrouwen Organisatie heeft als doel: - lokale gespreksgroepen en de leden daarvan te stimuleren, te adviseren en toe te rusten. - Krachten te bundelen en stem te geven. - Dit alles om landelijk en plaatselijk te komen tot ontmoeting en gesprek, bezinning op Bijbel en persoonlijk geloof, en een bewuste inzet voor een rechtvaardige en veelkleurige samenleving. 2
In dit nummer We zijn alweer aardig op weg naar het eind van het seizoen 2011-2012. Nog een of twee bijeenkomsten en dan stoppen de groepen zodat de leden van een, hoop ik, mooie en warme zomer kunnen gaan genieten. En als u dat kunt, kan ik het ook! Met het jaarthema Routeplanner zijn we aanbeland bij Exodus 20: 16: Leg over een ander geen vals getuigenis af. Ook al denken we daarbij als eerste aan een getuigenis voor de rechtbank, toch zijn er heel wat manieren waarop we onze woorden ‘vals’ gebruiken. Het ergste is misschien wel, dat we het zelf soms niet eens in de g aten hebben! - In de bijbelstudie legt ds. Gerbrig M. Arends- Alkema uit wat dit gebod vertellen wil. Goed om er met elk aar over te praten, alhoewel: Let op uw woorden! - In het tweede hoofdartikel leest u de gedachtegang van ds. Evert P. van der Veen uit Nunspeet, als antwoord op ons verzoek om onze en Jezus’ woorden naast elkaar te leggen. - Pagina 10 is weer gevuld met allerlei zaken die we van u ontvangen hebben n.a.v. ons verzoek om uw herinneringen of anekdotes uit de 75-jarige geschiedenis van onze organisatie te delen. Daar gaan we in ieder geval tot het einde van dit jaar mee door, dus als u nog iets hebt, w eet u waar u terecht kunt! - Op onze Ledenontmoetingsdag werd ook afscheid genomen van Henny de Graaf. Zij was jarenlang voorzitter, eerst in de provincie Utrecht en later van Regio West. U vindt een verslag op pagina 11 van de dag in Amersfoort waar zij in het zonnetje werd gezet onder Nieuws uit de Regio’s. - Ook op deze pagina vindt u al vast een vooruitblik op het nieuwe seizoen, dat onder de titel ‘Schijnwerpers’ in september van start gaat. We wensen u fijne bijeenkomsten op uw groep en veel leesplezier! Tiny van de Biezen
Hoofdartikelen: mei 2012
Leg over een ander geen vals getuigenis af bijbelstudie bij Exodus 20: 16 door ds. Gerbrig M. Arends-Alkema te De Krim ................................. 4 Ja of nee moet voldoende zijn, door ds. Evert P. van der Veen te Nunspeet .......................................... 8
Meditatie Leg over een ander geen vals getuigenis af Eens las ik het verhaal over de drie zeven: Op een dag kwam een goede k ennis van Socrates opgewonden bij hem. ‘Luister, ik moet je vertellen hoe je goede vriend…’ ‘Stop,’ zei Socrates. ‘Heb je wat je mij wilt vertellen al door de drie zeven gezeefd?’ ‘Drie zeven?’ zei de ander verbaasd. ‘Ja, drie zeven. Laten we eens kijken of jouw verhaal door de drie zeven komt. De eerste zeef is die van de waarheid. Heb je gecontroleerd of alles wat je me wilt vertellen waar is?’ ‘Nee, ik heb het gehoord.’ ‘En hoe zit het met de tweede zeef, die van de goedheid? Het gaat toch wel over goede dingen?’ ‘Nou nee, integendeel,’ zei de kennis. ‘Dan,’zei Socrates, ‘kijken we nog eens naar de derde zeef: is het noodzakelijk dat je het mij vertelt?’ ‘Noodzakelijk? Nou nee, maar...’ ‘Juist,’ glimlachte Socrates, ‘als jouw verhaal niet waar, niet goed en niet noodzakelijk is, praat er dan niet meer over en val mij en anderen er niet mee las tig.’ Het negende gebod verbiedt iets te zeggen ten nadele van je naaste zonder goede reden. Het verhaal hierboven legt er de lat langs. Het is heerlijk om eerlijk te zijn. Je zegt gewoon altijd en overal de waarheid – zo eenvoudig is het! Maar een leugentje om bestwil dan? Is het dan werkelijk zo erg de waarheid een beetje t e verdoezelen, of als er bijvoorbeeld gevaar dreigt? In de Bijbel vind je daar talloze voorbeelden van. Abraham liegt tegen de farao over Sara. Hij doet alsof zij niet zijn vrouw, maar zijn zuster is. De vroedvrouwen in Egypte liegen tegen de farao over de wijze waarop de Hebreeuwse kinderen werden geboren. Rachab liegt als ze zegt dat ze de v erspieders uit Jericho heeft zien vertrekken. Toch wordt in de Bijbel over al die leugens niet negatief gesproken. Het gaat in de Bijbel altijd om de waarheid en soms mag een leug en de waarheid dienen. Maar als wij naar Jakob kijken dan weten we ook welke treurige gevolgen het afleggen van een vals getuigenis kan hebben. Hier gaat het niet om een leugen om bestwil, maar ronduit om bedrog, een vals g etuigenis: doen alsof je een ander bent. Zo ga je niet met elkaar om! Soms moet je door een dal van t eleurstelling, afwijzing en minachting heen. Maar het spreekwoord zegt: ‘Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel.’ Uiteindelijk zullen recht en waarheid zegevieren. Dat te geloven is een Bijbels oerthema. Op bijna elke bladzijde in de Bijbel gaat het over ‘gerechtigheid’. God zelf zal ervoor zorgen dat uiteindelijk de gerechtigheid zal zegevieren. Het negende gebod wil dus eigenlijk zeggen: je hebt een God waar je van op aan kunt, zorg dan dat je zelf ook iemand bent, waar de mensen van op aan kunnen. Pr aat zo over je vrienden, dat zij je kunnen vertrouwen. Verraad ze nooit. Dan kan het zelfs wel eens gebeuren, dat je móet liegen om een ander niet te verraden. Denk maar aan de T weede Wereldoorlog, als mensen Joden in hun huis v erstopt hadden! Een couplet over de Tien Woorden luidt als volgt: Roddel duld Ik niet, het doet v eel verdriet, spreek geen leugentaal, laat dat allemaal. Woorden zijn tot eer, van jouw God de Heer, vriend’lijk moet je wezen, zo word Ik geprezen. (te zingen op de melodie van psalm 99) Doe dan wat je moet doen, als je g elooft in God. Hetty van Weeghel voorzitter Regio Zuid 3
Ds. Gerbrig M. Arends-Alkema
Leg over een ander geen vals getuigenis af Bijbelstudie bij Exodus 20: 16 Dit gebod is misschien wel het minst bekende van de Tien Geboden. Ik heb thuis een steekproefje gehouden, niemand noemde dit gebod. En ik denk dat dat bij u thuis niet veel anders zal zijn. Toch heeft het ‘oude papieren’. In de Joodse traditie althans, de Noachidische Geboden. Wij christenen hebben het daar eigenlijk nooit over, hoewel ze wel speciaal voor ons bedoeld zijn! U weet natuurlijk dat de Joden de Thora van God kregen toen Hij een verbond met hen sloot, als hulp of ‘ric htlijn’ om de Israëlieten te leren leven als Gods volk. De Thora, dat is: de Tien Geboden, maar ook de vijf boeken van Mozes (Genesis t/m Deuteronomium). Een groot geschenk voor de Joden. Maar ook voor ons? Nee, zeggen veel Joden, christenen, of beter: niet-Joden, hoeven de Thora niet te houden. Die is alleen voor Joden. Maar hoeven de heidenen, de niet-Joden, zic h dan nergens aan te houden. Mogen die maar doen wat ze willen?
De Noachidische geboden
Nee, zegt Israël, niet-Joden moeten zich houden aan de geboden die God direct na de zondvloed, ver voordat Israël bij de Sinaï kwam, heef t gegeven. De zgn. Noachidische Geboden. Toen de wateren van de zondvloed opgedroogd waren sloot God een verbond met Noach en al zijn nakomelingen – alle mensen dus, want we stammen allemaal af van Noach. U kunt dat nalezen in Genesis 8 en 9, daar s taat het heel duidelijk. Alleen zult u die Noachidische Geboden niet vinden. Hoe die precies uit de tekst van Genesis gelezen worden, is een zaak van ingewikkelde, voor ons vaak onnavolgbare, regels van Joodse uitlegkunde. Waar het nu om gaat is dat er dus wetten zijn waar ook alle niet-Joden zic h aan moeten houden, en als ze dat doen dan worden zij ‘rechtvaardigen uit de volken’. Er zijn zelfs mensen die zich de ‘benei Noach’ (kinderen van Noach) noemen en die door de Joden ook erkend worden als zodanig. Wat houden die Noachidische Geboden dan in? Daar zijn heel verschillende opvattingen over, en ook het aantal varieert van drie tot dertien. Ten tijde van het Nieuwe Testament waren het
er kennelijk vier, want Jacobus, de broer van de Here Jezus, besluit dat heidenen die in Jezus geloven zich niet aan de hele wet van Mozes hoeven te houden, maar wel aan vier specifi eke geboden (Handelingen 15: 19 en 20). Geboden die hij kennelijk ontleent aan de Noachidische Geboden. Tegenwoordig hebben de meesten het over zeven geboden: over afgodendienst, diefstal, seksuele relaties, moord, dieren, eten van bloed en (en daar g aat het mij natuurlijk om) dat er een rechtsorde gehandhaafd moet worden. En een van de voorschriften die van dit gebod zijn afgeleid is het verbod om een vals getuigenis te geven. Kortom, het negende gebod hoort bij de fundamenten van de nieuwe wereld, na de zondvloed, waar wij allemaal op leven.
Zonde tegen God!
Ds. Gerbrig M. Arends-Alkema is PKN-predikant in De Krim
4
Het is zelfs zo belangrijk dat het een zonde tegen God genoemd wordt als je een vals getuigenis geeft (Leviticus 5: 21). Waarom? Dat heeft te maken met het wezen van God zelf. God, die de God van liefde is, van vrede, maar ook van recht! Hij, die door Abraham de Rechter van de hele aarde wordt genoemd, hij is de Heilige die geen onrecht kan velen. Dat botst met heel zijn wezen!
Daarom is ook het onvoorstelbare gebeurd dat hij, de rechtvaardige Rechter die de zonde niet door de ving ers kan zien, zijn eigen Zoon gaf om met het offer van zijn leven, zijn bloed, de zonde uit te wissen en de weg tot hem weer vrij te maken. Alleen door Jezus kunnen wij vrij tot God gaan, en dat heeft alles te maken met zijn rechtvaardigheid die geen compromis, geen uitzonderingen toelaat. Maar ook Jezus, die wij vooral als de lijdende Knecht des Heren kennen – tot hij terug zal komen in heerlijkheid – ook hij is niet alleen gekomen om te lijden en te sterven, maar ook om ‘alle volken het recht te doen kennen’ en ‘het recht op aarde te vestigen’ (Jesaja 42: 1-4). En hij zal terug komen om te oordelen de levenden en de doden. Dat wil zeggen, ieder die zich niet heeft laten rechtvaardigen door het bloed van Christus. God is de rechtvaardige Rechter en de mens is geschapen naar zijn beeld en gelijkenis, en moet daarom eerlijk rechtspreken. Zonder aanzien des persoons (Deuteronomium 1: 16-18). Je mag de rijke niet voortrekken, maar ook de arme niet! (Leviticus 19: 15 en 16).
De getuigen
En in die rechtspraak waren de getuigen belangrijk, nog meer dan nu. Immers, wij hebben tegenwoordig vele manieren om aan bewijzen te komen. Bewakingscamera’s, DNA enz. En getuigenverklaringen kunnen dus (vaak) getoetst worden aan andere gegevens. Destijds waren er eigenlijk alleen de getuigen. Dus was het nog belang rijker dat deze volkomen eerlijk waren. En om daar voor te zorgen geeft Mozes al instructies om zo zeker mogelijk te
kunnen zijn van de eerlijkheid van de getuigen. Bijvoorbeeld: één getuigenis is niet rechtsgeldig, er moeten er tenminste twee zijn (Deuteronomium 19: 15). We weten dat om Jezus te kunnen veroordelen, gezocht werd naar twee (valse) getuigen die precies hetzelfde over hem moesten verklaren. En in Johannes 8: 18 lezen we dat ook de Here Jezus zich aan deze regel houdt door er op te wijzen dat niet alleen hijzelf, maar ook de Vader van hem getuigt. Bovendien bepaalt Mozes dat iemand die een vals getuigenis heeft gegeven over een ander, de straf moet krijgen die hij de ander had toebedacht, zelfs tot de doodstraf toe. Zonder medelijden te betonen! Het ging er immers om het kwaad in de kiem te smoren en anderen af te schrikken (Deuteronomium 19: 18-21).
Is dat alles?
Maar voordat u denkt: Ach, ik kom toch nooit in de rechtbank, het gaat niet alleen over getuigenissen voor de rechtbank, het gaat verder, n.l. ook over roddel en laster. Ook dat valt onder het negende gebod (Leviticus 19: 16) en dan komt het ineens wel dichtbij want dat doen we (bijna) allemaal! Ook al weten we best dat het niet mag. We denken dat het wel even kan, je vertelt het immers alleen aan die ene vriendin. Ja maar, aan wie vertelt zij het weer? En wat komt er dan misschien nog bij het verhaal? Woorden, zeker in de Joodse traditie, in de Bijbel, woorden werken, hebben gevolgen. Goede woorden doen goed, slechte woorden doen slecht en kunnen dodelijk zijn. Niet voor niets waarschuwt dezelfde Jacobus in Jacobus 3: 8 ons voor onze tong, dat ‘onberekenbare kwaad, vol dodelijk venijn’. En roddel
reikt verder dan wij zelf kunnen overzien. Een Joods spreekwoord uit de Talmoed zegt: de roddelaar staat in Syrië en moordt in Rome! Nog een mooi beeld wil ik u niet onthouden: roddelen staat gelijk aan het uitkloppen van een kussen in het open raam. Het kussen scheurt en de veertjes vliegen er uit en je zult ze er nooit meer allemaal in terug krijgen. Geen vals getuigenis geven, een onbekend gebod, maar toch heel belangrijk voor heel ons leven, met elkaar, met onze God die aan Israël zijn Thora heeft gegeven, en zijn voorschriften aan alle mensen, nakomelingen van Noach. Om ons te helpen de mens te worden die hij in gedachten had toen hij ieder van ons maakte!
De Noachidische Geboden of de Zeven Wetten van Noach zijn een rabbinale constructie op grond van de Hebreeuwse Bijbel (Genesis 2: 16 en 9: 4 en verder), die speciaal bestemd is voor niet-Joden die willen leven zoals God het bedoeld zou hebben. Men noemt dit ook w el Briet Noach, het Verbond van Noach. De Noachidische Geboden zijn als volgt verwoord: 1. Gebod om rechtvaardigheid te betrachten, rechtbanken in te stellen en in stand te houden om de volgende verboden te kunnen handhaven. 2. Verbod om de Schepper te vervloeken of Zijn Naam te gebruiken of om (iets van) het geschapene te vervloeken. 3. Verbod op afgoderij (schepselen dienen of aanbidden). 4. Verbod om te doden. 5. Verbod op onzedelijkheid zoals incest.
Laten wij ermee aan de slag gaan. Zorgen dat we snel zijn met het doorgeven van goede berichten, goede woorden, en heel langzaam met de slec hte. Dan, al doende ontdekken hoe ook dit gebod ons leven kan heiligen en verrijken. Tot eer van God en tot heil van onze naaste. Gespreksvragen: 1. Hieronder vindt u de Noachisische Geboden. Vergelijk ze eens met de Tien Geboden. Wat valt u op? In deze bijbelstudie kunt u lezen wat de achtergronden zijn van beide Geboden. Welke heeft uw voorkeur en kunt u uitleggen waarom? 2. Kijk met elkaar naar het negende gebod. Wat denkt u als eerste aan? Wat kan er volgens u ook onder verstaan worden? 3. Reageer eens op de stelling: ‘Kortom, het negende gebod hoort bij de fundamenten van de nieuwe wereld, na de zondvloed, waar wij allemaal op leven.’ 4. In Leviticus 5: 20 e.v. wordt eerst God genoemd en dan de naaste i.v.m. het negende gebod (en anderen). Wat zegt het over de betekenis van dit gebod? Welke kernwoorden vindt u in dit gedeelte die direct onder dit gebod vallen? 5. Zijn liefde en gerechtigheid elkaars tegengestelde?
6. Verbod om te stelen of iemand te ontvoeren. 7. Verbod op het eten van het vlees van een nog le vend dier.
6. Kunt u zich voorstellen waarom het verbod om te roddelen valt onder het negende gebod?
5
Shalom !
שלום
Niet de leugen, wél de waarheid Jezus zegt dat Hij de waarheid is (Johannes 14: 6) en ook: ‘de Geest van de waarheid’, hij zal ons ‘de weg wijzen naar de volle waarheid’ (Johannes 16: 13). Ik moest aan het thema van deze In Gesprek denken in verband met mijn werk hier in Israël. Ik begeleid al vijftien jaar overlevenden van de Holocaust. Je verdiepen in de Holocaust is je verdiepen in iets wat niet te begrijpen is. Ik denk dat het ook t e maken heeft met het loslaten of het niet kennen van de waarheid zoals die in de t eksten hierboven genoemd wordt. Teveel mensen geloofden (en geloven ook nu nog) dat het Joodse volk niet deugd als volk en daarom uitgeroeid moet worden. God heeft dit volk echter uitgekozen om daarmee aan de wereld te laten zien wie hij is en wat hij door hen wil doen. De Joden geven ons de Bijbel en ook via hen komt Messias Jezus. God gaat dagelijks door met dit volk om hen ook te gebruiken voor de toekomst. Ik schrijf dit stukje terwijl Israël zich opmaakt om het Purimfeest te vieren. Men ziet niet veel verschil tussen Haman en Iran.
Voordat ik met het werk voor de Holocaustoverlevenden begon, heb ik eerst een cursus gevolgd. Daar leer je waarom Holocaustoverlevenden anders zijn dan gewone bejaarden en ook anders dan mensen die ook een trauma hebben doorstaan. Het trauma van de Holocaust duurde jarenlang. Het begon al voor 1933 en het hield niet op bij 1945. Het was dan ook het tr auma van het hele volk. Jouw hele familie was erbij betrokken. Het lijkt of het dan makkelijker moet zijn. Als je echter je opa geslagen en geschopt ziet worden of je ziet de ogen van je moeder als je bij haar wordt weggerukt, dan draag je ook hun lijden met je mee. Elk verhaal is uniek en de overlevenden 6 kunnen het alleen zelf verwoorden
(als ze al woorden kunnen gebruiken). Ons wordt geleerd om niet hun leed te beschrijven door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Het was zeker wel heel erg.’ Dan zitten we ernaast want het is niet met woorden te beschrijven en zeker anders dan elke voorstelling die wij kunnen maken. Ik heb ook nog een cursus gevolgd aan de Bijbelschool en daar was ook een reis naar Polen aan verbonden. Deze reis was heel ing rijpend. De Stichting Amcha omschrijft een Holocaustoverlevende als een iemand die leefde onder het regime van Hitler. Er leven in Israël nog 200.000 overlevenden waarvan 20.000 in Jeruzalem. Het kunnen mensen zijn die ondergedoken waren, die vluchtten of die een van de kampen hebben overleefd. Op dit moment ‘loop ik op’ met iemand die van zijn vijfde tot zijn achtste jaar de proeven van ‘dokter’ Mengele in Auschwitz heeft ondergaan. Hij liep daardoor een hersenbeschadiging op en zit nu in een rolstoel. Zijn ouders overleefden maar zijn inmiddels overleden. De rest van de naaste familie kwam om. Ik werk ook voor de Stichting Elah. Zij werken alleen met overlevenden met een Nederlandse achtergrond. Amcha werkt met overlevenden uit heel Europa. Beide organisaties zijn Joods maar hebben mij als christen geaccepteerd. Daar ben ik dankbaar voor omdat ik op deze manier een vorm van schuld kan belijden in wat de christelijke naties (Nederland was dat zeker) het Joodse volk hebben aangedaan. Teveel Nederlanders waren passief of hebben de Nazi’s geholpen. Gelijktijdig denk ik aan die mensen die hun leven in de waagschaal hebben gesteld. Toch maakt dit het foute niet goed. Ook mijn vrijwilligerswerk niet. Israël doet veel moeite om mensen die geholpen hebben te erkennen en te eren. Ik ben ook betrokken bij een proces waarin twee Nederlandse families deze erkenning zullen krijgen. Één van deze families is een lezer van In Gesprek! In Jesaja 56: 5 worden de woorden Yad en Shem genoemd. Ik zal hem ‘een hand en een naam g even
en groter dan zonen en dochters, een eeuwige et naam onder het Joodse volk’. Je kunt hand ook vertalen met ‘teken’. Het werk met de overlevenden is boeiend en over het algemeen niet droevig. We doen dingen samen die de overlevenden fijn vinden. Met één, die veel muziek geschreven heeft, heb ik meegewerkt aan een cd. Ik werk er ook aan mee dat ze de best mogelijke zorg krijgen en kom op voor hun rechten. Het moeilijkste vind ik het defi nitieve afscheid. Bij de meeste blijf ik tot hun dood en iemand in eenzaamheid zien sterven, vind ik wreed. Ik heb een heel intensieve relatie met de drie waar ik nu nog kom. Het klinkt vreemd, maar ik kan geen nieuwe mensen meer aan vanwege het moeilijke afscheid dat onvermijdelijk aan dit werk verbonden is. Een heel mooi moment vond vorig jaar plaats. Samen met nog een c hristen mocht ik voor Elah een krans leggen tijdens de officiële herdenking van de Holocaust in Yad Vashem. Ik heb dit namens Elah gedaan met in mijn hart de diepe verbondenheid van ons als christenen met het lijden van dit volk. En met mijn gebed: NOOIT WEER!
Wilma van de Biesebos woont en werkt al jaren in Jeruzalem en schrijft voor In Gesprek de column Shalom!
VROUWEN - GELOVEN - WERELDWIJD Op de wereldranglijst van landen waar christenen het meest vervolgd worden, staat Noord-Korea nummer een. Daar werd op 15 april jl. de geboortedag van de ‘Grote Leider’ Kim Il-Sung gevierd. De man die de vervolging van christenen in zijn land in gang zette. Hij zag het christendom als één van de grootste bedreigingen van zijn eigen ideologie. Zijn zoon Kim Jong-Il en, na zijn dood in december 2011, ook diens zoon Kim Jong-Un zetten het regimee voort. De leiereerd. Wie ders van het land moeten als goden worden vereerd. niet buigt voor het standbeeld van Kim Il-Sungg wordt gezien als landverrader. Het bezitten van een religieus boek, in het openbaar uitkomen voor je geloof of religie delen met vrienden is illegaal, omdat dergelijk gedrag het regime ondermijnt. De Kerk in Noord-Korea is volledig ondergronds. Het bezit van een Bijbel kan er al toe leiden dat een christen met andere familieleden in een strafkamp terechtkomt. Naar schatting zitten er tussen de 50.000 en 70.000 christenen in heropvoedingskampen of gevangenkampen. Een uitzichtloze situatie? Nee. Noord-Koreaanse christenen laten veldwerkers van Open Doors weten dat de Kerk ‘vitaler is dan ooit’. Ze hebben het over kerkgroei, dwars door het lijden heen. Noord-Koreanen komen tot de ontdekking dat Christus Koning is, in plaats van de Kim’s. Ze willen hun le ven aan hem wijden. Laten wij in gebed naast deze christenen gaan staan én bidden voor verandering in dit land.
In het Midden-Oosten en met name in Syrië is het geweld nog steeds hevig en daardoor neemt het aantal slachtoffers en vluchtelingen toe. De behoefte aan hulpverlening is groot. Eind maart zijn het Rode Kruis en Stichting Vluchteling een gezamenlijke campagne voor hulp aan de slachtoffers van het geweld in Syrië gestart. Onder de titel ‘Nederland helpt Syrië’ werden radio- en televisiespotjes uitgezonden. Andere organisaties die zijn aangesloten bij de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) zijn niet of nauwelijks actief in Syrië. Daarom pakten het Rode Kruis en Stichting Vluchteling het voortouw in deze inzamelingsactie. Het Rode Kruis gaat het geld gebruiken voor de aanschaf van n noodhulpgoederen, ambulances en m medische posten in en rondom de ge getroffen Syrische steden. Stichting Vluc Vluchteling verzorgt de opvang van de Syrisch Syrische vluchtelingen in de buurlanden Jordanië en Libanon. Het opgehaalde geld d d d stichting ingezet voor onderdak en wordt door de de aanschaf van matrassen, dekens, medicijnen en andere hulpgoederen. Laten wij bidden voor de mensen in het Midden-Oosten, daarnaast kunnen wij hen steunen met een bijdrage. Zo vinden ‘woord’ en ‘daad’ elkaar.
Afslag: Assisi (Italië) Wij razen maar door op de snelweg van het leven. In deze column nemen we zomaar eens een afslag, naar een plek die een speciale betekenis heeft voor het christelijk geloof. De bel gaat, een man staat voor de deur. Of er bij ons iemand binnen is met een g rijze Volvo, hij kan er niet langs met zijn aanhangwagen. Tegelijk zie ik een spin vrolijk naar binnen wandelen, eentje die ik nooit eer der heb gezien. Een beetje bont, hoog op de poten. Die zet ik straks wel buiten de deur, denk ik, en ik maan onze g ast om zijn auto te verzetten. Met grote passen loopt hij de deur uit - en plet mi jn spinnenvriendje. De gast merkt het niet eens! T reurig veeg ik de resten bij elkaar. Het is maar een spin, je bent v eel te gevoelig, zou mijn man zeggen. Nou ja, dat zij dan maar zo. Ik houd van dieren. Ik houd van de manier waarop God dieren en mensen geschapen heeft, zo verschillend en toch zo verwant. Ik houd van de manier waarop wi j kunnen communiceren, knuffelen, geruststellen, door alle ‘soortverschillen’ heen. En daarom houd ik ook zo van F ranciscus, dierenvriend uit Assisi. Geboren in 1182 was hij voorbestemd om een rijke stoffenhandelaar te worden. Hij koos er echter voor een leven van armoede te leiden, aangespoord door de woorden van Jezus. Franciscus trok zich het lot aan van de leprozen. Dieren behandelde hij als volwaardige medeschepsels. Volgens de legende preekte hij voor vogels en wolven. De werkelijkheid is misschien nog wel wonderlijker: juist door zich zachtaardig en bescheiden op te stellen, ontketende Franciscus een revolutie in de kerk van zijn dagen. Ooit bezocht ik in Assisi de aan F ranciscus gewijde basiliek.
Een overweldigend mooi bouwwerk, tegen de heuvels van Umbrië aangebouwd. Toch kon ik de gedachte niet van mij afzetten dat Franciscus het allemaal veel te groot en rijk zou vinden. Hemzelf zou ik eerder hurkend aan de kant van de weg verwachten, in gesprek met een worm. Het verhaal gaat namelijk dat hij ooit een worm van de weg raapte en zei: ‘Maar broeder worm, wees toch voorzichtig bij het oversteken; straks komt er een kar die je onder zijn wielen verplettert.’ Franciscus zette het diertje héél, héél voorzichtig in de berm. En ik? Als ik net zo door tastend had gehandeld als hij, had ‘mijn’ spin nu vast nog geleefd. itia Lindeboom Titia
7
Ds. Evert P. van der Veen
Ja of nee moet voldoende zijn! ‘Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daar aan toevoegt komt voort uit het kwaad,’ zegt Jezus in Matteüs 5: 37. Dat is een krachtig en ook noodzakelijk woord dat iedereen zonder uitleg kan beg rijpen. Recht door zee, een vrouw een vrouw, een woord een woord! Dit woord roept ons op om integere mensen te zijn; onze woorden zijn belangrijker dan wij vaak beseffen. Hoe gemakkelijk beloven we niet iets, bijv. bij een condoleance, en zit de ander tevergeefs op het bezoekje te wachten dat wij in het vooruitzicht hebben gesteld? Zelf zijn we het allang weer vergeten – er is intussen alweer van alles gebeurd en we zijn al weer met andere dingen bezig – maar de ander klampt zich aan die belofte vast en vergeet dat niet zomaar.
Betrouwbare mensen
Jezus vraagt dat wij betrouwbare mensen zijn in de omgang met elkaar en dat we op de ander aan kunnen. Woorden zijn in onze tijd een vluchtig medium, in de constante informatiestroom zijn ze al gauw vergeten en niet meer actueel. Maar het ontslaat ons niet van de verplichting om zuiver te zijn in ons taalgebruik. Ja en/of nee. De rest is overbodig, zegt Jezus. Je zou kunnen zeggen: het is een zwaktebod. We herkennen dat wel: mensen die met veel omhaal van woorden hun betoog kracht bij zetten. Er wordt van alles bijgehaald, het is een vloed van woorden en uiteenlopende onderwerpen. Zakelijk klopt het misschien wel en is er geen speld tussen te krijgen. Toch kun je als toehoorder het gevoel hebben: er klopt iets niet! Ja of nee is blijkbaar niet voldoende; de ander heeft méér woorden nodig. Heeft dat ten diepste niet te maken met het feit dat de ander niet op z’n ene woord wordt geloofd? Al die woorden verhullen dat er sprake is van een gebrek aan vertrouwen. Maar dat maak je met taal alleen niet goed. Het gaat ten diepste om jezelf, om de onderlinge relatie. Wanneer daar iets aan mankeert, helpen al die woorden niet. Tenzij het eerst over dat onderliggende probleem gaat.
Wat is waarheid?
Pilatus stelt deze vraag wanneer Jezus bij hem wordt voorgeleid (Johannes 18: 38), nadat Jezus heef t gezegd dat
Ds. Evert P. van der Veen is predikant in de Protestantse Gemeente Nunspeet. Hij schreef: ‘Mensen van voorbij. Leven met een verlies’ en is beschikbaar voor lezingen over dit onderwerp.
8
hij gekomen is om van de waarheid t e getuigen en dat mensen die daarvoor openstaan naar hem luisteren. Wij leven in een tijd waarin de waarheid open en eerlijk wordt gezegd. Ons taalgebruik is directer geworden, minder omzichtig. We zeggen waar het op staat; de taal in het parlement is ten opzichte van vroeger ingrijpend van karakter veranderd (‘doe normaal man!’). We willen de waarheid horen wanneer we bij de arts komen voor de uitslag van het onderzoek en al k an die ingrijpend zijn, dan weten we in elk geval waar we aan toe zijn. Daar kunnen we ons dan op instellen en die waarheid proberen we een plaats in ons leven te geven. Waarheid is nodig in de rec htspraak en de journalistiek. Waarheid is wezenlijk in je relatie. Het gevoel om de tuin te worden geleid, ondermijnt menselijke verhoudingen. Wie door z’n partner wordt bedrogen met ‘een ander’ houdt daar een pijnlijk gevoel aan over dat maar moeilijk herstelt. Waarheid is k te wezenlijk maar kan soms ook hard zijn. Ja of nee is wel eenss te zwart-wit. Hoe juist dat ook iss en n, hoezeer de feiten ook kloppen, waarheid kan pijnlijk en con-fronterend zijn. Soms zijn woorden gewoon te hard en beschadigen ze de ander onnodig.
Waarheid als persoon
Waarheid staat altijd in relatie tot de ander. Dat is de zin van het gebod over het mense-lijk getuigenis. Woorden kunen nen een mens maken of breken en daarom zijn ze levensreddend of ondermijnend. Jezus maakt de waarheid nog persoonlijker wanneer hij zegt: es ‘Ik ben de waarheid.’ (Johannes 14: 6.) In zijn tijd is het Grieksee d. begrip van waarheid bepalend. Zo kijken wij er nog vaak tegenaan: waarheid wordt
gevormd door kloppende feiten, de onderste steen moet boven komen, het gaat om een zuivere beschrijving van de werkelijke toedracht. Maar dat begrip waarheid kunnen wij niet altijd op de ander loslaten want dan staan mensen soms in hun hemd. Jezus betrekt de waarheid op zic hzelf, maakt die tot een persoon. De waarheid is geen zakelijke definitie van de werkelijkheid maar een méns die de waarheid vertegenwoordigt. Dat doet Jezus in heel zijn leven; hij laat in zijn stijl van omgaan met mensen zien hoe waarheid uitwerkt. Daar staat hij persoonlijk voor in met als uiterste consequentie het proces voorafgaand aan zijn dood waar Pilatus die vraag naar de waarheid stelt.
God in onze woorden
‘Voert u het woord, laat dan Gods woorden doorklinken in wat u zegt,’ lezen we in 1 Petrus 4: 11. Een mooi woord met een lastige opdracht! Daar zijn we ons meestal niet van bewust, want zo diep denken wij daar niet over na. Als wij het woord voeren – praten, teuten, discussiëren – dan gaat het om ónze dingen die wij belangrijk vinden. De nieuwtjes van de dag, wat ons hoog zit of na aan het hart ligt. Er is altijd wel wat om over te praten. Spreekt daarin de stem van God? Alleen wanneer het direct op ons geloof betrekking heeft waarschijnlijk. Dan zijn we speciaal met
2. Kunt u voorbeelden bedenken waarin u absoluut de waarheid niet zou zeggen? Waarom wel of waarom niet? 3. Waar gaat uw voorkeur naar uit: waarheid die de ander liefdevol ontziet of waarheid die de ander eerlijk confronteert? Kunt u daarvan voorbeelden geven? Kunt u het verschil ertussen uitleggen? 4. Heeft u zelf wel eens een belofte gedaan of gehoord die niet werd nagekomen? Wat ‘doet’ dat met je, zowel positief als negatief? 5. ‘In de beperking toont zich de meester’. Geldt dat ook voor uw woordgebruik? Kunt u uitleggen hoe dat zit?
God bezig en dan gebruiken we soms andere en speciale woorden. Maar daarbuiten? We gaan onze eigen gang en God heeft daar niet echt mee te maken. Dit bijbelwoord houdt ons voor om onze woorden wél met God te verbinden. Zou dat iets aan onze taal v eranderen? Het kan ons bedachtzamer maken en bepalen bij Psalm 141: 3: ‘Zet een wacht voor mijn mond, Heer, een post voor de deur van mijn lippen.’ Wat zou onze samenleving en onze gemeente er anders uitzien wanneer we dit gebed vaker zouden bidden! Er zijn zoveel overbodige, gedachteloze, slordige, pijnlijke, zinloze, lege woorden die de ander geen goed doen. Zoveel gemiste kansen waarin Gods woorden níet kunnen doorklinken!
Klein maar veelzeggend
Ja en/of nee. Het zijn slechts korte woordjes, maar wat kunnen ze in bepaalde omstandigheden veel betekenen. In het jawoord bij een huwelijk, doop of belijdenis spreek je je trouw uit en wanneer je er getuige van bent, kan het je ontroeren. Het kortaf gesproken ‘nee’ is een scherpe afwijzing waarin iemand laat merken dat zij dit contact niet wil. Je komt soms niet door dat woordje heen en zult erin moeten berusten dat de feiten zo liggen. Onze tong is maar klein, zegt Jakobus 3: 5, maar wat kan hij niet teweeg brengen. Woorden van troost, liefde en geloof maar ook woorden van verbittering, boosheid en cynisme. Ja en/of nee. Wat is wijsheid? Soms zwijg je: om iets met de mant el der liefde te bedekken. Een andere keer aarzel je: is het verstandig om te zeggen wat ik denk? Maar je wilt ook w el eens bemoedigen: tegen de feiten in iets hoopvols inbrengen. Een enkele keer ontken je de waarheid: je neemt de ander liefdevol in bescherming. Wat is waarheid en wat is wijsheid?
Gespreksvragen: 1. Inspireren de woorden van Jezus u als hij zegt: ‘Ik ben de waarheid’? Kunt u uitleggen op welke manier? Zijn er situaties te bedenken dat Jezus uw waarheid is? Waarom is dat moeilijk of juist niet?
6. Heeft u een persoonlijke herinnering aan een ja-woord of neewoord in een speciale situatie? Wat gebeurde er toen? Wat betekende dat ja of nee toen en heeft het nu nog dezelfde waarde?
Kapstok Lieve dames, welkom allemaal. Fijn dat we er weer er mogen zijn, ondanks drukte en beslommeringen.. Ik hoop dat we een goede tijd met elkaar zullen hebben. Laten we Gezang 51 zingen: Lieve Heer, Gij zegt ‘kom’ en ik kom Dit komt heel dicht bij het onderwerp van de bijbelstudie: Laat jullie ja ja zijn en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad (Matteüs 5: 37). Het: ja maar… wordt daarom het: nee, dat heb ik niet tegen je gezegd. De Here Jezus zegt dat dat voortkomt uit het eid kwaad. Het geeft inderdaad een stuk onoprechtheid is aan, wat je tot een onbetrouwbaar mens maakt. Het is wat anders als niet goed nee durv en zeggen. Laten we samen bidden: Lieve God, Vader van ons allen. Wees hier bij ons. Open ons voor uw aanwezigheid. Wilt U geven dat wij iets leren over U, over uw liefde en trouw. Dat we zullen ontdekken dat U ons altijd hoort. En ook verhoort, al is het vaak op een andere manier dan wi j ons gedacht hadden. Laat ons elkaar tot steun zijn in het zoeken naar uw liefde voor ons. Om Jezus uw Zoon, Amen. Als afsluiting kunnen we zingen Gezang 95: Nu bidden wij met ootmoed en ontzag HK 9
1937
75 jaar
2012
Protestantse Vrouwen Organisatie voorheen
Gereformeerde Vrouwenbond Dit jaar vieren we feest, want 2012 staat in het teken van het 75-jarig bestaan van onze organisatie. Stuur uw bijdrage per post of per e-mail: we kunnen nog genoeg gebruiken!
Ingang van het Hedwig-Pfeiffer-Haus in Weimar. Het huis van het Evangelisch Luthersfrauenwerk waar we heel goede contacten mee hebben gehad, ook in de DDR-tijd.
Van mevrouw Freerkje Wildschut-de Jong uit Balk kregen wij de volgende bijdrage: ‘Als pasgetrouwde dochter, die in het zelfde dorp bleef w onen, werd door mijn moeder van mij verwacht dat ik lid zou worden van de vrouwenvereniging. Zo moeder, zo dochter. Met twee vriendinnen heb ik de stap gezet, maar niet na onze eisen t e hebben gesteld. Het zou wel een studievereniging moeten worden en we wilden niet de hele avond breien. De leden gingen akkoord. Het leverde immers wel drie jonge leden op! Het theelichtje stond de hele avond op de tafel en sommige leden zaten tijdens de bespreking van het onder werp uit het maandblad verwoed te breien. Eén keer per jaar werd er een verkoping gehouden, met de opbrengst voor de kerk. Ik voelde mij destijds veel te jong voor deze groep. Na vijf jaar werd ik door de kerkenraad gevraagd leiding te geven aan de jeugd van 12 tot 16 jaar. Dit leek mij een goede gelegenheid om het lidmaatschap van de vrouwenvereniging te ruilen voor de jeugdclub, wat ik 16 jaar met veel plezier heb gedaan. Na onze verhuizing naar een ander dorp ben ik t och weer samen met een vriendin lid geworden van de vrouwenvereniging, die nu vrouwengespreksgroep heet. Nu voelt het beter. Ik ben dan inmiddels ook wat ouder, met het gevolg dat ik de voorzittershamer mee naar huis mag nemen voor de volgende vergadering. Dit leverde een aardige uitspraak van één van onze kleinkinderen op. Toen ik de la open deed en F reerk (8 jaar) de voorzittershamer zag liggen, vroeg hij: ‘Is Beppe ook dominee geweest?’
Mevrouw Els Mulder-Hidding (1920) uit Assen stuurde het volgende komische verhaal: ‘Het jaar dat de Bondsdag in Ams terdam werd gehouden, vergeet ik niet weer. Mijn schoonzuster woonde ook in Amsterdam en nadat de Bondsdag was afgelopen, kon ik haar mooi een bezoekje gaan brengen. Ik wilde de laatste trein naar huis nemen, maar als noordeling was ik niet al te zeker van mijn zaak en dus vroeg ik aan de conduct eur: ‘Gaat deze trein naar het noorden?’ Waarop de man zei: ‘Ja, mevrouw.’ Dus stapte ik in. Toen de conducteur mijn kaartje kwam controleren, bleek dat de trein maar tot Zwolle ging. Gelukkig zaten er ook een paar dames (Bondsvrienden) in de trein die van de Veluwe kwamen en spontaan zeiden: ‘Gaat u maar met ons mee.’ Maar ik wilde naar huis, want daar wac htten mijn man en zes dochters op mij. Dus, door naar Zwolle. Omdat er in die tijd nog geen mobieltjes waren, belde ik mijn man vanaf het station. Volgens hem had ik in het verkeerde gedeelte van de trein gezeten. Er zat niets anders op dan in een hot el te overnachten. Ik kreeg een wekker mee omdat ik de eerste trein moest halen. Ik heb niet veel geslapen want de hele nacht onweerde het. Om zes uur heb ik de trein gepakt en toen ik in Assen aankwam en naar huis liep, vroeg een buur man: ‘Komt u nu zo vroeg ván of gaat u net náár huis?’’ 10
De GVB organiseerde en liep in de t achtiger jaren geregeld mee in de Stille Tochten voor de dwaze moeders in Argentinië.
Hebt u ook een mooie herinnering of een leuk e anekdote? Stuur het per post of e-mail naar ons toe, dan staat uw verhaal misschien de volgende keer wel hier!
Nieuws uit de Regio’s Henny de Graaf neemt afscheid van Regio West Op woensdag 29 februari had Regio West een prachtige dag in Amersfoort. Meer dan tachtig vrouwen hadden gehoor gegeven aan de uitnodiging om naar de Opstandingskerk te komen. ’s Morgens ging ds. Overvliet uit Nijkerk in op het onderwerp ‘Onderweg zijn met de ander/ Ander’. Hij deed dit aan de hand van de T ien Woorden en de gelijkenis van de verloren zoon, waarbij hij ook vooral aandacht besteedde aan de rol en gevoelens van de oudste zoon uit het verhaal. ’s Middags liet straatpastor Bernadette van Dijk ons een andere manier van onder wegzijn zien, namelijk met dak- en thuislozen in Amersfoort. Belangrijk werk! In de pauze tussen deze boeiende ref eraten stond uiteraard de lunch op het programma, maar ook het afscheid van Henny de Graaf. Na twaalf jaar presidente te zijn geweest van de provincie Utrecht en later Regio West vond zij de tijd gekomen om haar taak aan iemand anders over te dragen. Een opvolgster vond zij op haar eigen gespreksgroep in de persoon van Janny Hugenholtz.
Penningvrouw Teikje Veerman, die vele jaren samen met Henny in het bestuur heeft gezeten, sprak haar lovend toe en vervolgens stuurde ze alle vrouwen de deur uit… Die kwamen in een lange optocht door een andere deur weer binnen en overhandigden Henny onder het zingen van een danklied op de wijs van ‘Oh when the saints’ rozen met bedankkaarten namens de groepen van Regio West. Deze bloemenhulde heeft Henny dubbel en dwars verdiend! Ze heeft zich twaalf jaar lang enthousiast en betrokken ingezet voor provincie en regio en deed dat op een kundige en waardige manier. We bedanken haar nogmaals en wensen haar Gods zegen voor de toekomst. Henny’s opvolgster Janny sloot de dag af met het lezen van een gedicht. Ook haar wensen we alle goeds en veel plezier als presidente van Regio West. Sjoukje van Zuylen, secretaris Regio West
Schijnwerpers In mei brengen wij u traditiegetrouw op de hoogte van het nieuwe jaarthema. Meer dan een jaar geleden kwamen de leden van het Hoofdbes tuur, de werkgroep Toerusting en de werkgroep Redactie bij elkaar om te brainstormen over een nieuw jaarthema voor het seizoen 20122013. Dat heeft ertoe geleid dat we vanaf september aan de slag gaan met een thema dat we de naam Schijnwerpers hebben meegegeven. Negen vrouwen hebben naderhand negen subthema’s uitgewerkt en deze werden in een volgende vergadering in november met elkaar besproken. Samen met de vrouwen van de Redactieraad zijn de eerste vijf inmiddels al zover besproken, dat we nu op zoek kunnen gaan naar schrijvers voor de bijbelstudies. Het thema valt uiteen in twee delen. Als eerste willen we in de bijbelstudies de minderbekende bijbelboeken belichten, afwisselend uit het Oude Testament (OT), het Nieuwe Testament (NT) en uit de Deuterocanonieke Boeken (DB). Hieronder alvast de verdeling van de bijbelboeken per nummer: september Amos, OT oktober Filemon, NT november–december Habakuk, OT januari Judith, DB februari Haggaï, OT maart Titus, NT april Obadja, OT mei Wijsheid, DB juni-juli-augustus Micha, OT Daarnaast richten we de schijnwerpers op christenvrouwen wereldwijd in het tweede hoofdartikel. Hier willen wij u laten kennismaken met vrouwen vanuit alle windstreken, die een ding gemeen hebben, n.l. dat zij net als u en ik c hristenvrouwen zijn. We hebben (in willekeurige volgorde) gekozen voor vrouwen uit: Amerika uit de gemeenschap van de Amish en de Quak ers, Bolivia, China, Duitsland, Indonesië, Israël, Zimbabwe en ‘een geheime missie’. Over deze laatste kunnen we nog niets vertellen… Op de achterkant van ons blad vindt u mees tal een gedicht. Voor het komende seizoen vragen wij uw medewerking daarvoor. Wij willen de schijnwerper zetten op ‘eigen talent’ en bieden u daarmee de mogelijkheid om een gedicht, door uzelf geschreven, geplaatst te zien op deze pagina. Vindt u het leuk om mee t e doen? Stuur uw gedicht naar de eindredactie, per post: Tiny van de Biezen, A. van Meerveldstraat 5, 3785 LP Zwartebroek, of via e-mail:
[email protected]. De negen mooiste gedichten komen in het seizoen 2012-2013 op de achterkant van In Gesprek. We zijn heel benieuwd naar ‘ons’ talent, we wachten vol spanning af! Tiny van de Biezen, eindredacteur
11
In-druk Mariël le Roux
Kathryn Bolkovac en Cari Lynn
Het waargebeurde verhaal van een meisje dat de jappenkampen overleeft
Vrouwenhandel en machtsmisbruik bij de VN
Sterretje
Sterretje is het debuut van Mariël le Roux waarin het verhaal van Nederlandse Willy van Halewijn verteld wordt. In 1938 verhuist Willy samen met haar moeder en twee zusjes naar Roemenië waar haar vader ondanks de crises werk gevonden heeft op een scheepswerf. Wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt vlucht het gezin naar Java, waar haar vader weer werk vindt in de scheepsbouw. Al gauw bezetten de Japanners het eiland, de vader kan het eiland ontvluchten en komt terecht in Zuid-Afrika, waar hij de rest van de oorlogstijd doorbrengt. De rest van het gezin wordt, met alle andere Nederlandse vrouwen en kinderen bij elkaar in een concentratiekamp gestopt. Daar moeten zij de strijd aangaan om dag voor dag te overleven onder de meest gruwelijke omstandigheden. Wanneer de bevrijding een feit is, kunnen Willy en haar moeder en zusjes terugkeren naar Nederland. Daar valt het niet mee om weer te wennen. Het verschil in beleving van de oorlogstijd van de vader en moeder leidt t ot echtscheiding. Het boek is gedeeltelijk fictie en gedeeltelijk een beschrijving, gebaseerd op geschiedkundige feiten, van de gebeurtenissen in de Japanse interneringskampen op Java, Indonesië, tijdens de Tweede Wereldoorlog. In deze tijd van het jaar staan we stil bij alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Toch heeft het lezen van dit boek mijn ogen geopend voor de omstandigheden waarin Nederlanders overzee zich bevonden tijdens de oorlog. We hebben al die feiten geleerd op school tijdens de geschiedenisles, maar op deze manier komt de werkelijkheid wel heel dichtbij. Een aanrader! Uitgeverij Mozaïek, Zoetermeer, 2011. 340 pagina’s ISBN: 978 90 239 9390 2. Pri js € 18,90 12
Klokkenluider in Bosnië
Kathryn Bolkovac is politieagent in Nebraska. Dan treedt zij in dienst van een ingehuurde veiligheidsdienst om in het door oorlog verscheurde Bosnië te helpen bij de door de Verenigde Naties gereguleerde wederopbouw. Daar wordt zij instructeur van het nieuwe Bosnische politiecorps. Algauw ontdekt zij dat er achter de schermen corrupte en criminele activiteiten plaatsvinden, waarbij VNmilitairen, regeringsfunctionarissen en de maffia betrokken zijn. Wanneer zij zelf in contact komt met een vrouw die ontsnapt is aan een mensenhandelaar, gaat zij op onderzoek uit en ontdekt een ondergrondse, brute seksindustrie waarvan honderden jonge vrouwen het slachtoffer zijn. Met gevaar voor eigen leven luidt zij de klok! Het is werkelijk ongelooflijk te lezen hoe zij in haar streven naar recht en gerechtigheid van en voor deze vrouwen tegengewerkt wordt. Zelf wordt zij om dit streven ontslagen en wanneer zij dit ontslag aanvecht, heeft zij een lange strijd te voeren voordat zij haar gelijk krijgt en schadeloos gesteld wordt. De haren rijzen je te berge als je leest over deze zeer verwerpelijke praktijken van zowel de militairen als van de functionarissen en de vrouwenhandelaren, alsmede over de misselijkmakende manier waarop multinationals winst menen te moeten maken, zonder zich te bekommeren om de consequenties. En dan te bedenken dat dit anno NU nog steeds gebeurt! Onvoorstelbaar! Uitgeverij Kok, Utrecht, 2011. 256 pagina’s ISBN 978 90 435 1934 2. Prijs € 18,50 TB Gerard Dekker (samensteller)
Dietrich Bonhoeffer Een thematisch dagboek
Wat een origineel idee: een dagboek, met iedere dag een tekst van Dietrich Bonhoeffer. De Duitse predikant en verzetsman Bonhoeffer liet een groot oeuvre na aan inspirerende en meditatieve teksten. Gerard Dekker, emeritus-hoog-
leraar Godsdienstsociologie en kenner van het werk van de theoloog, bundelde 366 van diens teksten in dit boek. Dekker gaf iedere maand een bepaald thema mee, zoals ‘Leven van Genade’ (juli) en ‘Over tijd en eeuwigheid’ (december). Het dagboek biedt een goede gelegenheid om kennis te maken met de spiritualiteit van Dietrich Bonhoeffer. Het is fraai uitgevoerd met harde kaft en leeslint. Boekencentrum Uitgevers, Zoetermeer, 2011. 400 pagina’s ISBN: 978 90 211 4300 2. Prijs € 25,-Thomas à Kempis
Gelijk het gras
vertaald en ingeleid door Rudolf van Dijk In de vijftiende eeuw was Thomas à Kempis een productief schrijver van religieuze teksten. Zijn bekendste werk is ongetwijfeld de ‘Navolging van Christus’, maar Thomas heeft veel meer werk nagelaten. Daaronder bevindt zich het werkje ‘Erkenning van onze broosheid’. Dr. Rudolf van Dijk, karmeliet en wetenschappelijk medewerker van het Titus Brandsma Instituut, maakte er een geheel nieuwe vertaling van, wat resulteerde in dit boekje: ‘Gelijk het Gras’. Overigens verscheen in 2008 van zijn hand al een nieuwe vertaling van de ‘Navolging van Christus’. De eigenlijke tekst van ‘Gelijk het gras’ is maar kort, de inleiding van Rudolf van Dijk telt meer bladzijden. Dat vond ik niet bezwaarlijk. Van Dijk zet in zijn inleiding heel helder uiteen wat de Moderne Devotie was, hoe de laat-middeleeuwse kerk functioneerde en welke rol Thomas à Kempis daarin speelde. De teksten van Thomas zelf zijn vertaald in begrijpelijk Nederlands. Uitgeverij Kok, Utrecht, 2011. 96 pagina’s ISBN 978 90 435 0338 9. Pri js € 14,90 TL
In gesprek met... (door u en voor u) Van mevr. Aartje van Strijland van de Gereformeerde Vrouwenvereniging Bennekom-Dorp kregen we het volgende berichtje: ‘Het was op 14 december 2011 60 jaar geleden dat onze club werd opgericht. Op 1 maar t jl. vierden wij dit jubileum op een besc heiden wijze met een High Tea. Het was tevens onze jaarvergadering. Omlijst met meditatie en zang werden er naast jaarverslagen, en tussendoor de lekkere hapjes, ook allerlei leuk e stukjes ten gehore gebracht door verschillende leden. Zelfs het vaandel, lang geleden gemaakt door een lid van onze vereniging, had nog een ereplaats. We pronken ermee op de groepsfoto die deze avond gemaakt werd. Alle leden vonden het een reuze gezellige en geslaagde avond.
Met grote dankbaarheid mogen we terugkijken op deze 60 jaar, waarin wij altijd lief en leed samen deelden. Vertrouwend dat God ons moed en kracht zal geven voor de tijd die nog voor ons ligt.’
Mevr. Freerk van der Heide van Vrouwenvereniging Rondom het Woord uit Kornhorn (Gr.) mailde ons het volgende: ‘Op 21 februari 2012 is het 65 jaar geleden dat onze vereniging werd opgericht. Op zondag 26 februari jl. werd in de Gereformeerde Kerk van Kornhorn, waarvan de huidige tien leden allen lid zijn, aandacht geschonken aan dit heuglijke feit.
Elk jaar hebben we een uitstapje, zoals bij het 60-jarig jubileum een boottochtje, waarbij we ons realiseerden, dat we al die jaren geprobeerd hebben om te varen op ’s Heren kompas. Een andere keer brachten we een bezoekje aan de museumboerderij van ‘Ot en Sien’. Prachtig om te zien, hoe er vroeger in zo’n klein huisje werd gewoond als gezin met twaalf kinderen. De tekeningen van Cornelis Jetses zijn heel treffend en geven veel weer van de dagelijkse omstandigheden van toen. Ook de oud-Hollandse spelletjes pasten in die sfeer en de tocht met een huifkar, al zingend genieten van de Gronings-Friesche wouden en af en toe zuigend op een botersnoepje of babbelaar was een feest op zich. Als dan ook nog de zon heerli jk schijnt, kan zo’n dagje niet meer stuk en is de onderlinge band als zusters in het geloof weer eens bevestigd.’
Uit Aalten van Vrouwenclub ‘Present’ kregen we de onderstaande foto’s van zes heel trouwe leden. Zowel bij het 25-jarig jubileum als bij het 40-jarig jubileum werden deze vrouwen op de foto gezet, zij waren lid vanaf de opric hting in 1969.
Aalten 1994: 25 jaar lid.
Aalten 2009: 40 jaar lid. Hebt u ook iets te melden voor deze rubriek? Schrijf of mail ons, misschien staat uw verhaal dan hier de volgende keer! 13
Achterklap
Wij herdenken
Vastenactie Voor iemand die al een halfjaar aan het vasten is, is een vastenactie niet zo’n vernieuwend idee. Maar wat met dat halfjaar vasten te maken heeft, is dat ik meer beweging neem. Ik probeer elke week of toch minstens een aantal dagen per week mijzelf uit te laten, in een pittig tempo en genietend van alles om mij heen. Maar wat zie ik als ik om mij heen kijk? Blikjes, flesjes, plastic zakken, koekjesverpakkingen en kartonnen dozen. Dat kun je toch niet laten gebeuren, dacht ik eerst. Dus ik begon te rapen. De handen vol? Dan bij de eerstvolgende afvalbak dumpen. En de volgende dag weer. Zo krijg je een steeds groter stuk schoon. En als het dan (bijna) helemaal schoon is, voeg ik een ander stuk aan de wandeling toe. Ach, het geeft zo’n goed gevoel! ‘Kijk mij nou eens!’ En er zijn ook mensen die je een pluim geven, vooral oudere dames. Meestal loop ik met mijn man, die doet niet mee. Hij loopt gewoon door. Ik ren als een jonge hond heen en weer, ondertussen luisterend naar wat hij vertelt. Hij vertrouwt dat niet helemaal. Dus wacht hij met praten als ik wegren. ‘Wat zei je ook alweer?’ vraag ik om hem weer op gang te helpen na de onderbreking. Vaak is hij het al kwijt, maar dat hindert niets. We zijn net als twee duiven die tegen elkaar koeren, je hoeft de woorden niet altijd te verstaan als je de melodie maar kunt volgen. Het geeft enorm veel voldoening om zo bezig te zijn. En het mes snijdt aan veel kanten. Ik kan heel snel uitkijken bij het oversteken. Mijn rechterhand kan razendsnel iets oppakken en de linkerhand houdt het voortreffelijk vast. Soms wilde ik een derde hand, maar dat kan niet. ’t Is mijn actie. Vast.
Het volgende nummer van
in gesprek verschijnt op 18 juni Het thema van dit nummer: Exodus 20: 17 14
Mevrouw M. Baldee
- Bilthoven
Mevrouw M. Hazekamp-de Hoog
- Sauwerd
Mevrouw J. Platje-Blom
- Vlissingen
Eens als de bazuinen klinken uit de hoogte, links en rechts, rest er niets meer dan te zingen, Heer, dan is uw pleit beslecht. Gezang 300 uit vers 1
Bondslied Komt zusters, gezongen, tot danken gedrongen voor alles wat God in de Bond aan ons schenkt. Eendrachtig te werken, ’t geloof te versterken. De kennis te verdiepen is ’t doel dat ons wenkt. In lied en in leven, steeds samen te streven naar ’t geen ons beginsel ons zegt in Gods Woord. Dat richtsnoer te kiezen, ons zelf te verliezen, wij kennen niets schoner dat meer ons bekoort. Wil ons daarbij, Here, steeds helpen en leren en maken tot alle goed werk ons bekwaam. Tot w’ eenmaal hierboven, U prijzen en loven, En roemen en danken Uw Heilige Naam. De oorspronkelijke tekst, geschreven door mevr. W. van Ravenstein-Schipper, van het Bondslied op dezelfde melodie, van G.B. van Krieken, als ons PVO-lied.
Kruis en Munt
Handen Handen vertellen soms een prachtig verhaal. Wie kent niet de tekening van de ‘biddende handen’ van Albrec ht Dürer? Maar kent u ook het indringende verhaal achter deze tekening? In de vijftiende eeuw woonde in een klein stadje, dichtbij Neurenberg, de familie Dürer: vader, moeder en achttien kinderen. Om zijn kroost aan het eten te houden, werkte de vader, die goudsmid was, 18 uur per dag in zijn atelier. Twee zonen – Albert en Albrecht – hadden een droom. Ze konden allebei heel goed tekenen en wilden graag naar de kunstacademie in Neurenberg. Maar ze wisten heel goed dat hun vader nooit zo’n dure opleiding k on betalen. Daarom bedachten ze een plan. Eerst zou de ene broer naar de kuns tacademie gaan en de andere broer zou dan in de mijnen gaan werken en met het verdiende geld de opleiding van zijn broer betalen. Na vier jaar studie zouden de rollen omgedraaid worden, zodat ook de andere broer naar de kuns tacademie kon gaan. Ze besloten dat Albrecht als eerste de opleiding in Neurenberg zou volgen. Broer Albert werkte dag in dag uit in de g evaarlijke mijnen en betaalde de opleiding van zijn broer. Albrecht deed het heel goed op de kuns tacademie; zijn werk was als snel een sensatie op kunstgebied. Zijn etsen, houtsnijwerk en zijn olieverfschilderijen overstegen vaak het werk van zijn leermeesters en tegen de tijd dat hij afstudeerde, kon hij al veel geld verdienen met zijn kunstwerken. Toen de jonge kunstenaar na vier jaar studie naar huis terugkeerde, hield het gezin Dürer een groot feest ter gelegenheid van het feit dat Albrecht met succes zijn studie had afgerond. Na een lang en gezellig diner stond Albrecht op van zijn plaats om een toost uit te brengen op zijn geliefde broer: ‘Albert, jij hebt voor mij vier jaar lang grote offers gebracht en hard gewerkt zodat ik kon studeren. Daar ben ik je intens dankbaar voor. En nu, Albert, geliefde broer van mij, nu is het jouw beurt. Nu kun jij naar Neurenberg om je droom te vervullen en zal ik voor jou zorgen.’ Iedereen keek naar Albert, die aan het andere eind van de taf el zat. De tranen stroomden over zijn bleke gezicht terwijl hij zijn magere hoofd heen en weer schudde en hij zei : ‘Nee, nee, nee.’ Albert stond op en veegde de tranen van zijn wangen. Hij hield zijn beide handen omhoog en zei: ‘N ee, lieve broer, ik kan niet naar Neurenberg. Het is te laat voor mij. Kijk wat vier jaar in de mijnen hebben gedaan met mijn handen. Bijna elke vinger is wel een keer gebroken geweest, en de laatste tijd heb ik zo’n last van artritis in mijn rechterhand, dat ik nog niet eens een glas kan vasthouden, laat staan dat ik nog zou kunnen t ekenen en schilderen. Nee, voor mij is het te laat…’ Op een dag tekende Albrecht, als eerbetoon aan zijn broer, diens kapotte handen: de handpalmen samen en de ving ers naar de hemel gestrekt. Hij noemde dit werk simpelweg: ‘Handen’. Die handen herinnerden hem aan het grote offer dat zijn broer had gebracht… voor hem! Die handen hadden het mog elijk gemaakt dat hij elke dag kon tekenen en schilderen. Misschien vindt u het vreemd, maar dit v erhaal doet mij denken aan de doorboorde handen van Jezus aan het kr uis. Zijn handen hebben ervoor gezorgd dat wij gered zijn van de dood… Hij heeft geleden en heeft zijn leven gegeven opdat wij eeuwig leven mogen ontvangen. Ik zie dat mensen die geraakt zijn door Jezus’ opofferende liefde hun handen uit de mouwen steken om anderen te helpen, te redden, te dienen, te troosten, te zegenen en te dragen. In gedachten zie ik de handen van broeder Dima uit Molda vië. Vanwege spasmen is het voor Dima moeilijk om zijn handen goed te gebruiken. Desondanks gaat hij tot het uiterste en gebruikt hij – met uiterste krachtinspanning – zijn handen om gehandicapten op alle mogelijke manieren te steunen: hij belt, hij schrijft, hij bemoedigt en hij legt handen op zieken en bedroefden. Met zijn gehandicapte handen is hij heel veel mensen tot zegen! Lieve dames van de PVO, door uw gulle hand zorgt u erv oor dat Dima zijn handen uit de mouwen kan blijven steken en dat vele arme gehandicapten in Moldavië de helpende hand toegestoken krijgen! Graag zou ik u allemaal uit dankbaarheid de hand schudden… Ds. Egbert van Beesten, Stichting Mensenkinderen
Op de Ledenontmoetingsdag in Nijkerk werd het tot dus toe gespaarde bedrag voor Gehandicapten in Moldavië’ bekendgemaakt. Ook komend seizoen is dit het doel van Kr uis en Munt. Van harte aanbevolen! 15
Liedje Lieg alsjeblieft niet tegen me niet over iets groots niet over iets anders. Liever hoor ik het vernietigendste dan dat je liegt want dat is nog vernietigender. Lieg niet over liefde iets dat je voelt of iets dat je zou willen voelen. Liever word ik bedroefd dan dat je liegt want dat is nog veel bedroevender. Lieg niet tegen me over gevaar want ik voel toch je angst en wat ik gewaar word is waar of ik ken je niet en dat is nog gevaarlijker. Lieg niet tegen me over ziekte liever kijk ik die diepte in dan dat ik mij verlies in één van jouw lieve verzinsels want daarmee verlies ik me dieper. Lieg niet tegen me over sterven want zo lang we er nog zijn vind ik dat toegangsloze niet mededelen wat je denkt erger en zo veel doder. Judith Herzberg Uit: Zoals Uitgeverij De Harmonie, Amsterdam, 1992