in gesprek 6
66e jaargang, juni, juli, augustus 2008
werk- en informatieblad van de protestantse vrouwen organisatie
BEHOED UW VOET LEDENONTMOETINGSDAG VOETSTAPPEN IN...
Colofon
In dit nummer
In Gesprek
De zomer komt eraan! U heeft nu alweer het laatste nummer van jaargang 66 in uw handen. De vakantie staat voor de deur, u gaat op reis, ver weg of dichtbij, een dagje op stap of u blijft lekker thuis. Het is er de tijd weer voor. Als groep komt u nu een paar maanden niet bij elkaar. Toch is het aan te raden om een of twee keer in deze vakantieperiode een koffiemorgen of theemiddag te organiseren. Of u kunt met elkaar eens ergens gaan eten na een (mid)dagje uit. Op die manier blijft u met elkaar in contact, en het wordt bovendien vast heel gezellig. Als laatste ‘onderdeel’ bij het jaarthema Met lijf en ziel is de ‘voet’ aan de beurt. - Ds. Evert Hoogerwerf schreef de bijbelstudie die als titel meekreeg Behoed uw voet. In de Bijbel wordt het beeld van de voeten vaak gebruikt, maar altijd is daarmee bedoeld een weg die we gaan of hoe we in het leven staan. Een boeiende bijbelstudie met eigentijdse vragen. - De landelijke Ledenontmoetingsdag werd 24 april gehouden in de Kruiskerk te Nijkerk. De meditatie van onze voorzitter Hetty van Weeghel staat op pagina 3. Een verslag van de dag, geschreven door Atie en Heleen, vindt u vanaf pagina 6. Op pagina 8 geeft dhr. Leo Fijen, spreker van deze dag, antwoord op de vragen die gesteld werden n.a.v. zijn referaat en waarvoor geen tijd meer was. Daarnaast natuurlijk ook heel veel foto’s van deze dag. - Voetstappen in… is de titel die wij aan enkele reisverslagen gegeven hebben. Zo heeft Betty Boiten eindelijk samen met haar man de reis naar Australië gemaakt (daar had zij als eindredacteur van In Gesprek niet eerder de tijd voor), vertelt Adri Hoogerwerf over wat hen ditmaal in Indonesia is wedervaren en was onze Atie Jongejan vorig jaar op vakantie in Israël. - De afgelopen twee jaar hebben we via Kruis en Munt gespaard voor zonneovens, eerst voor de vluchtelingen uit Darfur in Tsjaad, daarna voor Buthanese vluchtelingen in Nepal. Op pagina 15 vindt u een verslag dat Tirsa Hofstee maakte van haar reis naar Nepal. Daar heeft zij gesproken met de mensen die de zonneovens dagelijks gebruiken. Ook het eindresultaat van Kruis en Munt wordt hier vermeld. - Tot slot vragen wij nog even uw aandacht voor het Nieuws van het Hoofdbestuur en natuurlijk niet te vergeten de Zomerpuzzel die weer gemaakt werd door mevr. Rie Roubos. Rest mij aan het einde van dit seizoen u allen veel leesplezier toe te wensen en een fijne vakantieperiode om uit te rusten en nieuwe krachten op te doen voor het volgende seizoen! Tiny van de Biezen
werk- en informatieblad van de Protestantse Vrouwen Organisatie Bezoekadres/ Bureau PVO: p/a ABOZA Kon. Wilhelminalaan 21, Amersfoort Postadres PVO: Postbus 1496, 3800 BL Amersfoort Telefoon 033 - 422 82 68 (ma., di. en do. 09.00-14.30 uur) e-mail:
[email protected], Internet: www.pvo-nederland.nl Gironummer Protestantse Vrouwen Organisatie: 515473 Gironummer Kruis en Munt: 3336259, t.n.v. Protestantse Vrouwen Organisatie Vlissingen. Dagelijks Bestuur PVO: Voorz.: Hetty van Weeghel-de Boer Sommelaan 6, 5627 WK Eindhoven. Tel. 040-2623979 Secr.: Gonny Elema-de Lange Boerdijk 13, 7918 TA Nieuwlande. Tel. 0528-351257 Penn.: Katie Schiewold-Wilbrink Paul Krugerstr. 70-634, 4381 WG Vlissingen. Tel. 0118-417934 Alg. adj.: Henny de Graaf-Hopman, Dorpsstraat 114-120, 3751 ET Bunschoten. Tel. 033-2987225 Redactie In Gesprek: Tiny van de Biezen-Kamphorst, eindred. Atie Jongejan, Jopie van de Kleut-Waanders Heleen Koekoek-Dethmers, Titia Lindeboom-Bruning Brieven voor de Jubileumrubriek: Nelie Rijkers, J.C. Pieckstr.14, 4251 ZR Werkendam e-mailadres:
[email protected] Kringberichten: Jopie van de Kleut, Rondweg 25, 3785 LB Zwartebroek e-mailadres:
[email protected] Overlijdensberichten: Bureau PVO, zie boven Overige kopij: 6 weken voor verschijnen van het blad bij de eindredactie: Tiny van de Biezen, A. v. Meerveldstr. 5, 3785 LP Zwartebroek. Tel. 0342 - 462095. E-mail:
[email protected] Lidmaatschap van de PVO: € 16 per jaar. Daarbij is het abonnement op dit blad inbegrepen. Opzeggen alleen schriftelijk voor eind december bij het Bureau. Gesproken cd: In Gesprek verschijnt ook op cd als een uitgave van de CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden te Ermelo, tel. 0341-565 499 Druk: Grafifors B.V. Amersfoort ISSN: 0921-447
Doelstelling De Protestantse Vrouwen Organisatie heeft als doel: - lokale gespreksgroepen en de leden daarvan te stimuleren, te adviseren en toe te rusten. - Krachten te bundelen en stem te geven. - Dit alles om landelijk en plaatselijk te komen tot ontmoeting en gesprek, bezinning op Bijbel en persoonlijk geloof, en een bewuste inzet voor een rechtvaardige en veelkleurige samenleving. 2
Hoofdartikelen: juni, juli, augustus 2008
Behoed uw voet Bijbelstudie bij Prediker 4: 17 door ds. Evert Hoogerwerf te Woerden ................................................... 4 Ledenontmoetingsdag, 24 april ........................................ 6 e.v. Voetstappen in... .................................................................. 10 e.v.
Meditatie Handen bij Psalm 139: 1-18, 23 en 24 Psalm 139 is een prachtige Psalm van David. ‘U legt uw hand op mij,’ zegt hij. Hier wordt mee bedoeld, dat Gods hand als teken van zijn nabijheid, als een signaal van liefde op mijn hoofd komt. Het heeft iets vertroostends, iets van een moeder, iets van je geliefde, die een arm om je heen slaat. Het gedrag van onze handen heeft een eigen taal. Met je mond kun je laten horen, wat er diep binnenin je leeft. Met je hand kun je dat ook nog eens onderstrepen, laten zien. Je kunt er alle kanten mee uit. Iedere aanraking van de hand is veelzeggend: een moeder die haar kind streelt; de omarming van twee verliefde mensen; maar ook de klap die de een de ander geeft; de handbeweging waarmee men elkaar uit de verte groet; de gevouwen handen bij het gebed; het op handen gedragen worden, zoals een kind door moeder of vader gedragen wordt. Een kind dat er blindelings op vertrouwt, dat het nooit uit die handen zal vallen. Op de eerste bladzijde van de Bijbel staat: ‘God schiep de mens.’ Gods handen waren het die ons vormeloos begin hebben gemaakt. God zegt tegen ons: ‘Zoals een moeder haar kind toch ook nooit zal vergeten, zo zal Ik jullie nooit vergeten.’ Altijd en overal is Hij bij ons. Hij laat ons niet los en Hij zal ons niet uit zijn handen laten vallen. In Jesaja staat: ‘Ik heb je in Mijn handpalm gegrift.’ Je naam in Gods hand gekerfd, dat krijg je er dus nooit meer uit. Wat hebben onze handen in ons leven al niet gedaan! We staan er zelden bij stil, hoe onze handen elke dag bezig zijn. Wat we niet allemaal aanpakken, wat we dragen, wat we maken en ook wat we breken. In de Bijbel wordt er van Jezus verteld: wat is dat toch, al die wonderen die zijn handen tot stand brengen. Zijn handen hebben nooit anders dan goed gedaan. Die handen hebben mensen geleid op de goede weg en dat doet Hij nog steeds. Woorden zijn belangrijk, maar de taal van onze handen niet minder! En dan moet ik denken aan de handen van Jezus. Als je aan zijn handen denkt, dan denk je aan twee doorboorde handen. Handen die aan het kruis genageld werden voor ons! Maar wat heel speciaal was, als Jezus zieken genas, dan raakte Hij ze aan. Hij omarmde hen of legde zijn hand op hen. Hij deed het bij iedereen, bij blinden, bij melaatsen, Jezus raakte hen heel bewust aan. Als wij ons door Hem laten leiden, is ons leven in goede handen! Gekend worden met het hart door God. David weet ervan en hij raakt daarover niet uitgezongen in deze Psalm. ‘Heer, u kent mij, u doorgrondt mij, niet alleen wat ik doe en laat, maar van verre begrijpt u mijn gedachten. U zag zelfs mijn vormeloos begin, toen ik in de schoot van mijn moeder werd geweven en geen mens mij nog kende.’ Wij mogen Hem leren kennen. Door zijn woord. Door open ogen en oren te hebben. Door opmerkzaam te zijn op zijn aanwezigheid in ons leven. Als ik aarzelend mijn handen bezie, dan vraag ik mij af, doen ze iets tot Gods eer of eerder tot mijn schande? Hebben ze helpen bouwen dit afgelopen jaar, of eerder iets afgebroken? Iemand geholpen uit een gevaar of een opdracht ontdoken? Een eenzaam mens eens naar voren gehaald? Een ander vol liefde gehuldigd? Of hebben ze keer op keer gefaald en de ander, de naaste, beschuldigd? Hebben mijn handen impulsief de ander, mijn naaste, ontweken? Of heb ik met die handen de ander lief over rimpels gestreken? ‘Heer, ik vraag U, gebruikt U mijn handen dit jaar om te helpen, te bouwen, te geven. Bevestigt U dan, in een zegenend gebaar, het werk wat mijn hand heeft geweven.’ Wij kunnen elkaar de hand reiken en elkaar moed geven. God heeft geen andere handen dan onze handen. God legt Zijn hand op ons en zegt: ‘Ik ben met je al de dagen van je leven.’ Het zijn handen, die houvast, bescherming en moed geven. God houdt van ons en Hij kent een ieder van ons, heel persoonlijk. Hetty van Weeghel, voorzitter PVO 3
Ds. Evert Hoogerwerf
Behoed uw voet als ge naar Gods huis gaat Bijbelstudie bij Prediker 4: 17 NBG ‘51: Behoed uw voet als ge naar Gods huis gaat; immers naderen om te horen is beter dan het offer der dwazen, want die weten niet dat zij kwaad doen. NBV: Betreed Gods tempel met bescheiden tred. Je kunt er beter heen gaan om te luisteren, dan om er het offer van een dwaas te brengen. Zo iemand weet niet eens dat hij een slechte daad verricht. De mensen zouden vreemd opkijken als ze ’s zondags bij de kerk een bord zagen staan: Pas op! Niet binnengaan! Ze zouden eerder een aankondiging verwachten: Bijzondere dienst. U bent van harte welkom. Ja, waarom doen we dat eigenlijk niet vaker? Een spandoek ophangen met een pakkende zin? Een beetje meer propaganda kan toch geen kwaad? Maar een waarschuwingsbord zie ik nog niet verschijnen. Vraag 1: Voelt u voor meer reclame voor onze kerkdiensten? Bijvoorbeeld advertenties? Toch geeft die filosoof uit het oude Israël wel een waarschuwing door. Behoed uw voet… Het thema van deze maand is: voeten. Daarom bleef mijn aandacht bij dat woord van de Prediker hangen. De Bijbel gebruikt vaker het beeld van de voeten, o.a. Paulus doet dat. Maar altijd is daarmee bedoeld een weg die we gaan of hoe we in het leven staan. Uit al die beelden heb ik de keus laten vallen op die woorden van Prediker. Hij zegt het heel dichterlijk: Bewaar uw voet… De NBV maakt het bepaald niet hedendaagser met: Betreed… met bescheiden tred. Maar de bedoeling van die dichter is nog altijd duidelijk: Weet wel wat je doet! Stap niet zomaar binnen.
Evert Hoogerwerf, emeritus-predikant te Woerden
4
Luisteren naar de stem
Toegegeven. De kerk vandaag is wat anders dan die tempel in Jeruzalem. Maar waarom zouden we het niet naar onze tijd mogen trekken? Denk er om dat je niet zomaar naar de kerk gaat! Dat je daar niet zomaar zit! Je kunt dat niet vrijblijvend doen! Wat komen we in de kerk eigenlijk doen? We komen er bidden en zingen. Maar vooral komen we om samen te luisteren. Dat bedoelde die man meer dan tweeduizend jaar geleden al: Je moet naderen om te horen. Horen? Horen naar wie? Naar God natuurlijk. Indirect dan. Via de Bijbel en de uitleg daarvan. Als Hij inderdaad nog altijd iets tegen ons wil zeggen en we luisteren niet? Dat zou natuurlijk wel heel erg zijn. Vraag 2: Vindt u dat luisteren centraal moet staan in onze kerkdiensten? Kan dat alleen via de voorganger of zijn er mogelijkheden een monoloog van de voorganger te voorkomen? Soms zegt een man tegen zijn vrouw (of omgekeerd): ‘Je luistert niet naar mij! Je hoort niet eens wat ik zeg!’ Als dat vaak voorkomt gaat het echt mis. Wie luistert is op de ander gericht. Die wil horen wat de ander bedoelt. Maar vaak komen we in een gesprek alleen maar met ons eigen verhaal. Zo kun je ook in de kerk uitglijden. Als je niet speurt naar wat de Heer, ondanks alle menselijke verpakking, ons wil zeggen. We kunnen persoonlijk uitglijden. De hele kerk kan ook uitglijden. Als de kerk niet meer speurt naar wat God ons wil zeggen voor ons persoonlijk leven en voor de samenleving van vandaag. Ik denk dat dit laatste er zeker bij hoort. Vraag 3: Wordt in onze diensten voldoende aandacht gegeven aan vragen die in de samenleving spelen?
Getto of woestijn
Prof. Hoenderdaal heeft eens geschreven: Soms komt de kerk in een getto
terecht, en soms in de woestijn. Het getto is een eigen afgesloten wereld. Dan worden kerkdiensten een soort uitvoeringen, volgens mooie, historisch verantwoorde liturgieën. Mensen met gevoel voor schoonheid kunnen daar nog wel van genieten. Maar de verbinding met het leven van alle dag ontbreekt. Dan wordt de taal van de kerk een geheimtaal voor buitenstaanders. Onbegrijpelijk voor wie niet in het getto is opgegroeid. Vraag 4: Ziet u het gevaar van een kerk in het getto? De woestijn is het andere uiterste. Dat is een geseculariseerd en individualistisch christendom waarin geen plaats meer is voor het loflied, de aanbidding, voor meditatie en verkondiging. Dan hebben gelovigen ook geen boodschap meer door te geven. Dan probeert ieder voor zichzelf te overleven. Vraag 5: Kent u mensen die echt christen zijn maar in een ontkerstende wereld hun geloof individueel willen beleven? Wat zegt u dan tegen hen?
Geen absolute tegenstelling
Ik denk dat de tegenstelling tussen getto en woestijn niet absoluut is. De kerk hoeft zich niet wereldvreemd terug te trekken in een getto, waar het leven tot stilstand komt. We hoeven ook niet onbeschut door de woestijn te dwalen, waar ieder voor zich probeert iets van geloof vast te houden. We kunnen een luisterende gemeente zijn. Samen luisteren is meer dan wanneer al die mensen elk voor zich luisteren. Dat merken we toch ook in elke vrouwengespreksgroep en bijbelkring. Het
Kapstok Hartelijk welkom allemaal. Hoe gaat het met ons? Kunnen we kort vertellen wat ons bezighoudt? Zingen: Gezang: 351 samen luisteren werkt ook samenbindend. Vraag 6: Voelt u in uw gespreksgroep dat ‘samen luisteren’ samenbindend werkt? Naderen om te horen is het belangrijkste volgens Prediker. Natuurlijk is er in de kerk ook plaats voor discussie, een echte gedachtewisseling. Maar de kerk is geen discussieclub. In de kerk is het laatste woord niet: Ik vind en jij vindt. In de kerk moeten we samen zoeken: Wat zou de Heer er van vinden?
De grondhouding
In de geloofsbeleving van Israël speelde en speelt het horen een belangrijke rol. Niet voor niets wordt Deuteronomium 6: 4 vaak de geloofsbelijdenis van Israël genoemd. Hoor, Israël, hoor. De Heer onze God, de Heer is één. De grondhouding van het geloof is niet in de eerste plaats hard werken of veel offeren of krachtig getuigen. Dat zijn gevolgen die eruit voortkomen; de vruchten. Het begint allemaal met horen. De grondhouding van Gods gemeente is de luisterhouding. Echt intensief luisteren voorkomt ook te veel grote woorden van onze kant. Hoe zullen we als kerk onze weg vinden? Vraag 7: Kunnen we als kerk niet beter zwijgen als goede woorden moeilijk te vinden zijn?
Sterker nog dan Prediker
De zuiverheid van woorden en daden zien we nergens sterker dan in het leven van Jezus. Hij gebruikte geen te grote woorden. Hij schepte niet op over zijn bijzondere relatie met God Maar Hij verzweeg de naam van God ook bepaald niet. En bij Hem waren woord en daad één. Na zijn optreden is dat naderen om te horen alleen nog maar belangrijker geworden. Want bij Hem valt voor ons nog heel wat meer te horen dan bij die Prediker, over God en over onszelf. Vraag 8: Wat leren we meer bij Jezus dan bij Prediker? Wij staan vandaag voor vragen die in de Bijbel nooit genoemd worden, omdat ze buiten de horizon van die tijd lagen. Dan hoeven we de Bijbel niet weg te schuiven. Nee, we kunnen proberen ons met elkaar de sfeer waarin Jezus leefde in te denken. Hoe zou Hij tegen deze vraagstukken aankijken?
Gebed Dank U Vader in de hemel, dat we weer bij elkaar kunnen komen. Dat U ons bewaard en gespaard hebt en dat wij ons samen met Uw woord gaan bezighouden. Mag het tot eer van Uw naam zijn en tot opbouw van ons als groep? En daarmee ook voor Uw hele gemeente? Wilt U zijn bij hen die door ziekte of anderszins verhinderd zijn om te komen? Wilt U hen zegenen en ook ons? Uit genade. Amen. Lezen: Romeinen 10: 15b (NBG) Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen. Deze tekst wordt in de Messiah van Händel prachtig gezongen. Daar klinkt het alsof er een engel speciaal naar ons toekomt om de goede boodschap van de vrede te komen brengen. Maar het gaat over een mens! En eigenlijk kun je pas achteraf zeggen dat het liefelijke voeten waren, wanneer je de boodschap gehoord hebt en je er blij mee bent. In Jesaja (52: 7) gaat het over de boodschapper die komt zeggen dat er vrede is voor Sion. Paulus gebruikt het voor zijn tijd, en mij ontroert de tekst bij elke poging tot vrede stichten door wie en waar dan ook ter wereld. Wie vrede wil stichten gaat met God, in alle nederigheid. Zingen: Gezang 381: 3, 4 en 5 Aan het einde van de bijeenkomst: Zingen: Gezang 380 (Alle coupletten zijn prachtig, maar het eerste is waarschijnlijk niet zo toepasselijk.) Gebed Ga met ons mee Heer, wij gaan weer uiteen. Blijf met een ieder, laat ons niet alleen. Geef ons Uw rust en Uw vrede vannacht, Uw liefde en genade is wat ik verwacht. Amen. HK
Hoe ging Hij met de ethische vragen van zijn tijd om? Heel voorzichtig, tastenderwijs, en vooral met elkaar, kunnen we dan een richting ontdekken. Daarvoor gaf God ons zijn gemeente. Tempel van de levende God, noemt Paulus die. Wij stappen soms zo maar de kerk binnen. Moslims doen hun schoenen van hun voeten als ze de moskee binnengaan om te bidden. Dat drukt een
diepe eerbied uit. Bij eerbied denk ik aan Mozes bij de braamstruik. Zo dicht bij God kreeg hij de opdracht zijn schoenen uit te trekken. Eerbied en spontaniteit moeten onze diensten kenmerken. Voor God is zijn gemeente de plaats waar Hij vreugde kan beleven aan zijn kinderen. Voor ons een plek van bemoediging. Soms zelfs een schuilplaats in de wildernis.
5
Ledenontmoetingsdag in woord Donderdag 24 april werd de Ledenontmoetingsdag van de Protestantse Vrouwen Organisatie gehouden in de Kruiskerk in Nijkerk. Onze voorzitter Hetty van Weeghel begroet de aanwezigen, ongeveer 190 vrouwen en enkele mannen, hartelijk en stelt de medewerkers en gasten aan ons voor. Na de liturgische opening die in het teken van het jaarthema Met lijf en ziel staat, krijgt Leo Fijen het woord. Zijn thema is: ‘De kans om te groeien als vrouw, wie je ook bent, wat je ook hebt meegemaakt, hoe oud of jong je ook bent.’ Hij begint zijn verhaal met ‘Een gebed om stilte’ en vertelt dat hij in november 2005 zijn moeder verloor en vorig jaar zijn vader. ‘Wat betekent dat sterven voor mij? Welke vragen roept het bij mij op?’ In het klooster van de Clarissen in Megen maakte hij kennis met zuster Kiara. Zij werd staande op de ski’s door God geroepen. Een krachtige vrouw, die ook abdis werd. Maar in de tijd dat zij het klooster leidde verlieten vijf jonge zusters het klooster. Zij kreeg voor haar gevoel de kous op de kop. Ze werd zo door de problemen in beslag genomen, dat het haar helemaal leegzoog. Geen energie meer, geen creativiteit. Ze trad af als abdis, nam afstand en leerde weer kijken naar zichzelf: ‘Waar ben ik mee bezig, wie ben ik?’ Als God niet meer bij jou kan komen stokt alles, dan worden er geen schilderijen en beelden meer gemaakt. Na geruime tijd kwam haar creativiteit terug en ze maakte weer een beeld. Als je alleen met de buitenkant bezig bent, met plichtplegingen, hoe nuttig ook, schiet de binnenkant van je leven erbij in. Zij zocht de stilte, leerde wachten en luisteren naar haar eigen hart. Dan komt er ruimte voor God en kun je jezelf weer ontplooien. ‘Mijn moeder hield veel van ons. Maar
6
ze droeg een oude teleurstelling met zich mee. Ze studeerde voor onderwijzeres, werd teruggeroepen naar de boerderij omdat haar hulp daar nodig was. Ze is nooit over die teleurstelling heen gekomen. Als je de dingen die je overkomen niet los kunt laten, blokkeer je. Als je iets van je jeugd wilt behouden, zul je bij jezelf thuis moeten zijn. Zul je moeten leren naar binnen te kijken en in de eenzaamheid van je eigen hart durven zijn. Dan kun je je verzoenen met het leven, met de teleurstellingen, die je overkomen. Mijn vader kon dat wel, de dingen loslaten en zich onthechten. Daardoor bloeide hij op en kon alles aan God over geven. Kunnen wij bij onszelf wonen? Zijn we thuis in ons eigen hart? Dan kunnen anderen ook bij ons terecht en is er ook plaats voor God. Heel belangrijk is de tijd die we voor onszelf uit durven trekken. Om aan de ander toe te kunnen komen, zullen we eerst voor onszelf moeten zorgen. Anders is er bij ons te weinig plaats voor de ander en voor God. Dan kan God ons niet bereiken. Regelmaat, stilte en aandacht voor jezelf zijn het begin van de ruimte voor God en voor de ander. De diepste eenzaamheid van je eigen hart onder ogen durven zien, maakt je vrij. Vrij voor God en voor de ander.’ De aanwezigen kunnen schriftelijk vragen indienen. Leo Fijen beantwoordt er een paar, helaas is er niet genoeg tijd om ze alle te beantwoorden (op pagina 8 vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen), dus onderbreekt Hetty hem. Ze bedankt hem met een bloemetje. Dan is Katie aan de beurt met de spaaractie Kruis en Munt. Zij heeft een soort spel gemaakt om de opbrengst bekend te maken. We hebben € 30.220,41 bij elkaar gespaard (het uiteindelijke bedrag werd € 30.882,10, zie ook pagina 15), een applaus waard! Mevr. Tineke Ceelen en mevr. Tirsa Hofstee, beiden van Stichting Vluchteling, vertellen over het zonneovenproject dat deze dag afgesloten wordt en over het nieuwe project in Oeganda (u las daar al over in het meinummer). Alle aanwezigen krijgen een Uitslag Kruis en Munt stripboekje
Tineke Ceelen van St. Vluchteling
over Suske en Wiske met als titel: de vergeten vluchtelingen. Een leuk cadeautje! Tijdens de lunchpauze kan iedereen de stands bezoeken die in de hal van de kerk opgesteld staan. Bij de stand van Stichting Vluchteling is er gelegenheid om informatie over hun werk te krijgen, bij de Wereldwinkel kunnen heel leuke cadeautjes gekocht worden en Leo Fijen verkoopt zijn boeken en zet er voor die dat wil iets in. Atie
Het middagprogramma De middag beginnen we met het zingen van het PVO-lied: Hij woont in ons midden, God die wij aanbidden. Naar aanleiding van het jaarverslag wordt de vraag gesteld: ‘Hoeveel leden hebben we?’ Waarop Gonny antwoordt dat het er mede dankzij de HVGvrouwen een kleine 5000 zijn. Bij het financieel overzicht van Katie zijn geen opmerkingen.
Ria Scheltens wordt bedankt door Gonny Elema
Er wordt afscheid genomen van Ria Scheltens, lid van de werkgroep Toerusting. Zij heeft mede de Studiedagen, nu Themaochtenden voorbereid en er vele van geleid. Haar blijmoedige en humoristische bijdragen maakten de vergaderingen tot een feest, en haar grappige invallen zullen gemist worden. Ze wordt hartelijk bedankt voor haar inzet, en geeft nog een staaltje weg van haar probleemoplossend ver-
en beeld
Een gebed om stilte Wij bidden U, God, om in onszelf een stem van stilte te mogen horen zodat ons zwijgen zich mag vullen met uw ondoorgrondelijke aanwezigheid. Doorbreek onze woordenstroom onze gedachten die ons beheersen. Maak ons leeg en ontvankelijk zodat stilte, die sprekender is dan al onze woorden, ons in bezit mag nemen. Stem van de stilte, spreek in ons. Laat uit ons wegvloeien alle lawaai van zelfhandhaving en geldingsdrang, van zelfzucht en eigenbelang, zodat in ons zich een ruimte opent, waarin de leegte en het zwijgen ons opnieuw leren luisteren naar wat boven onszelf uitgaat. Stem van de stilte, spreek in ons. De regelingscommissie in de bloemetjes gezet
mogen. ‘Wanneer iemand je elke week iets komt brengen, en jij vindt dat fijn, dan mag je blij zijn met haar komst, wát ze komt brengen is minder belangrijk!’ Aldus Ria. Ook wordt de regelingscommissie feestelijk bedankt. Vijfentwintig jaar hebben ze meegeholpen om de Ontmoetingsdagen soepel te laten verlopen. Ze krijgen bloemen, een cadeautje van Katie en een warm applaus voor al het werk dat zij hebben verzet. Titia Lindeboom en Atie Jongejan, beiden nieuw lid van de werkgroep Redactie, worden voorgesteld. Dan komt Titia Verboom aan het woord. Haar voordracht kreeg als titel mee: Het is maar betrekkelijk. Zij begint met het gedicht van Marsman: Denkend aan Holland… Daarna heeft ze een gedicht met dezelfde naam van een onbekende dichter die haarscherp onder woorden brengt, hoe Holland er later uit zal zien met al die wegen vol met auto’s. Na het verhaal van de soepsteen vertelt ze het verhaal van de uitgepikte veertjes, dat, hoe is het mogelijk, door onze Titia (Lindeboom) in het meinummer is gezet! Tussendoor speelt Joke van der Zee heerlijke muziek op de piano. Titia Verboom vertelt ook een prachtig verhaal over Harm en Aaltje die hun vaste plekje in de dorpskring hebben. Zolang ze nog niet aanwezig zijn, valt er altijd heel wat om het duo te lachen. Deze keer komt het gesprek op ‘emansepatie’, en dat maakt de ton-
gen los. Aaltje is wel geëmancipeerd, maar Harm?? Dat vragen de buren zich plagend af. Dat komt hard aan. Harm is woedend op Aaltje die hij tot dan nederig diende. Hij rijdt boos weg in hun autootje en blijft de hele nacht weg. Wanneer hij aan het einde van de volgende middag terug komt, is Aaltje enorm opgelucht, maar Harm stelt: Ik bin de boas! Dat is wennen voor Aaltje. Het stel brengt een aantal dagen zwijgend door, maar dan is het weer tijd voor een visite in de buurt. Door de zwijgende Aaltje valt het niet mee het gesprek gaande te houden. Wanneer het tijd wordt voor het borreltje eist Harm een jonkie in plaats van het fris dat Aaltje vroeger gepaster vond voor hem. Aaltje moet even slikken, maar dan proosten ze met elkaar en is alles weer goed, of eigenlijk beter. Tot slot het verhaal van een heel rijke man die een prachtig huis hoog op de berg heeft laten bouwen en er door de beste kunstenaar een haan op wil laten tekenen. Als de tekenaar na heel lange tijd eindelijk komt, tekent hij in één grote vloeiende beweging een schitterende haan op de muur. De eigenaar is tevreden maar tegelijk ook zeer verontwaardigd dat het zo gemakkelijk ging. Hij wil maar de helft van het toegezegde geld betalen. ‘Ga eens mee naar mijn huis’, vraagt de kunstenaar. Dat doet de eigenaar en in het huis ziet hij alle muren, deuren, het plafond en zelfs op de vloeren hanen getekend. Wat zo simpel leek, verraadt een enorme voorstudie. Niets gaat zomaar vanzelf. De eigenaar van het huis is diep onder de indruk en
Dat stilte ons van harte vrijmaakt van de afgoden in onszelf om, open voor uw geboden, te verstaan welke weg zich voor ons opent wat de plaats is die we innemen hoe we onze aandacht willen richten en waarvoor we echt willen gaan. Stem van de stilte, spreek in ons. Gerard Zuidberg Uit De reis van je hoofd naar je hart door Leo Fijen
betaalt de tekenaar het dubbele van het afgesproken bedrag. Mooi verhaal, niet dan? Titia Verboom en Joke van der Zee worden allebei hartelijk bedankt. Ook mevrouw Noortwijk, die vandaag weer het orgel bespeelde en de koster Jan van der Kieft worden bedankt, en verder iedereen die een steentje heeft bijgedragen, ook door gewoon aanwezig te zijn. De dag wordt besloten met een liturgische viering die al een beetje in het teken van het nieuwe jaarthema Vruchtbare aarde staat. Een prachtige geloofsbelijdenis en tot slot worden enkele verzen gezongen van Gezang 44: Dankt, dankt nu allen God. Het was een mooie dag. Tot volgend jaar! Heleen 7
Leo Fijen antwoordt… ‘Het positieve proberen te halen uit gebeurtenissen en accepteren. Daarmee kan ik de gebeurtenissen een plaats geven in mijn leven. Maar ik realiseer me dat niet iedereen dat kan.’ Het was één van de vele schriftelijke opmerkingen die ik kreeg na mijn verhaal op de Ledenontmoetingsdag 2008 van de Protestantse Vrouwen Organisatie in Nijkerk. Ik ontving zoveel vragen en opmerkingen dat ik in de prachtige Kruiskerk tijd tekort kwam om iedereen recht te doen. Daarom ga ik nu alsnog in op alle vragen en probeer opnieuw de reis van je hoofd naar je hart te maken.
Stilte
Die reis begint in de stilte. Daar gingen een aantal vragen over. Wat moet je doen om het stil te laten worden in je hart? En hoe lang duurt het voordat de onrust uit mijn hart verdwenen is? Waarom is het zo moeilijk om met enige regelmaat stil te zijn? Al die vragen ben ik ook zelf op mijn levensweg tegengekomen. Het enige antwoord is: zoek een weg naar de stilte die bij je past en ga gewoon aan de gang. Bij mij past het beste om in de ochtend wat eerder op te staan en het eerste half uur niet te spreken, geen tv of radio aan te zetten en ook bij het brood klaarmaken in de stilte te blijven. Dat zorgt eerst voor veel onrust, maar heeft uiteindelijk hetzelfde effect als een fles water die wordt geschud. Dan blijven de troebele deeltjes eerst hangen om daarna heel langzaam naar beneden te zakken. Zo zakt de onrust ook weg als consequent de stilte wordt gezocht. En die goede stilte schept dan een bodem van rust in het eigen hart, geeft ruimte in de ziel en creëert zo de voorwaarde om de echte vrijheid te veroveren. Die vrijheid woont onder de onrust, onder de tegenslagen uit
het leven en onder de eenzaamheid. En die vrijheid begint in de stilte.
Regelmaat
Er waren nogal wat vragen over regelmaat in het bestaan. Hoe houd je enigszins de regie over je eigen leven? En wat kun je doen om niet opgeslokt te worden door de vragen van je kinderen, je kleinkinderen, je vrienden en je collega’s? Ook daar is maar één antwoord op: kiezen, elke dag weer kiezen voor structuur in het leven. Het is zo belangrijk om iedere dag weer ruimte over te houden voor jezelf. Uiteindelijk gaat het erom dat een vrouw bij zichzelf kan wonen. Als een vrouw dat niet kan, kan God ook niet bij je wonen en je naaste evenmin. Die ruimte wordt veroverd door regelmaat aan te brengen in de dag: op vaste tijden eten, stil zijn, genieten van het nutteloze, bidden, weer eten, wat lezen in de bijbel, op tijd naar bed gaan, een meditatieve tekst lezen voor het slapen gaan. Zo wordt de eigen tijd bewaakt, dat vereist echt discipline.
Je eigen hart
Wie tijd maakt voor zichzelf, durft stil te zijn en te wachten, kiest voor regelmaat, leert zichzelf te relativeren en heeft de moed om de moeilijkste reis te beginnen: naar binnen in je eigen hart. Daar wachten de teleurstellingen van je leven, daar moet je niet voor weglopen, die moet je aankijken, daar moet je het uithouden, daar ben je echt eenzaam. Kun je die reis alleen
Jubileumrubriek Gelukkig mag ik weer een jubileum vermelden, want het is maar dunnetjes wat ik aan post ontvang de laatste maanden. De vrouwenvereniging ‘In ‘s Konings Dienst’ te Apeldoorn, is op 2 maart 1948 opgericht: dat betekent dat de leden hun 60-jarig jubileum hebben gevierd. Dat is in eigen kring gehouden. De vrouwen maken graag gebruik van de onderwerpen uit dit blad voor hun bijeenkomsten. Eigenlijk altijd een leidraad om in gesprek te komen. Daar zijn we blij mee en we wensen deze vereniging dan ook na deze mijlpaal, nog vele fijne waardevolle jaren toe. Van harte gefeliciteerd namens de Protestantse Vrouwen Organisatie. Nelie Rijkers-van der Sar 8
maken, vroegen nogal wat vrouwen in Nijkerk zich af. Nee, die reis kun je niet op jezelf maken. Daar is een tegenover voor nodig, een gemeenschap waar je deel van uitmaakt. Een mens ontdekt zichzelf vooral in de confrontatie met de ander. Daar leert een mens zichzelf kennen, die ander houdt de spiegel voor. Juist in een overvolle zaal of kerk kan een mens zich dodelijk eenzaam voelen.
Eenzaamheid
Om die eenzaamheid uit te houden, zijn stilte, wachten, verlangen, afstand, regelmaat, kiezen en aardsheid nodig. Wie dat allemaal kan opbrengen, heeft de ruimte om de eenzaamheid onder ogen te zien in het eigen hart. Dat is zo pijnlijk, maar onvermijdelijk. Niemand vindt het leuk om de eigen tekorten tegen te komen. Maar ieder mensenleven leert ons dat door de tekorten heen er iemand is die op ons wacht. Voor mij is dat Christus. Ik durf in mijn hart te kijken omdat ik heb geleerd dat Christus op mij wacht en mij ondanks mijn tekorten leven geeft. Ik leef van de barmhartigheid van Christus. En ik kan die ontdekking pas doen als ik stil wil zijn, durf te wachten, iedere keer weer kan kiezen, mezelf relativeer in de aardsheid, mezelf ruimte schenk in de regelmaat en dat allemaal doe op een manier die bij mij past.
Tot slot
Ik heb dit allemaal geleerd in het klooster. Maar ik hoef hun levens niet kopiëren. Ik kan wel hun waarden in mijn leven integreren, zoals vrouwen dat ook kunnen doen in hun leven, zoals dat bij hen past. Uiteindelijk is er dan de bevrijdende ervaring dat dwars door de pijn van de mislukkingen in het leven God of de ander op je wacht. Dat is echte vrijheid. Je hoeft niets meer te verbergen, je mag zijn zoals je door God bedoeld bent. Dat is toch de opdracht voor ons allemaal. Leo Fijen Enkele titels van boeken van Leo Fijen: - De reis van je hoofd naar je hart, uitgeverij Ten Have Kampen, zesde druk 2007 - Het jaar dat mijn vader stierf, uitgeverij Ten Have Kampen, derde druk 2008
Voetreis van een vlegel In het Zeeuws-Vlaamse Hulst lopen ze weg met Reinaart de Vos. Het schijnt dat de dertiende-eeuwse schrijver Willem zijn dierenepos over ‘Reintje’ liet afspelen in de omgeving van dit vestingstadje. Maar de dieren uit het verhaal zagen Reinaart liever gaan dan komen. De vos liep ze voortdurend voor de voeten. Hij loog, stal en stroopte, maar wist altijd weer listig te ontsnappen. Op een dag houdt koning Nobel hof onder het bladerdak van een vorstelijke eikenboom. Alle dieren moeten bij hem komen, maar Reinaart treedt dat gebod met voeten. De aanwezigen klagen steen en been over de vos. Uiteindelijk wordt hij bij verstek veroordeeld tot de galg. De leeuwenkoning stuurt Bruin de Beer erop uit om hem te halen. Bruin echter laat zich verleiden door zoete praatjes van Reinaart. De vos wijst de beer een gespleten boom aan waarin honing te vinden zou zijn en de beer hapt toe. Vervolgens trekt Reinaart de wiggen uit de boom, waardoor Bruin pijnlijk klem komt te zitten. Tibeert de kater moet het dan maar eens proberen. Reinaart belooft met hem mee te gaan naar het hof, maar wijst hem eerst nog fijntjes op een plek waar een heleboel vette muizen zitten: de schuur van de koster. Tibeert is te gulzig om voet bij stuk te houden. Hij loopt het schuurtje in, rechtstreeks in een strop. Die had de koster er neergehangen na een eerder roofbezoek van Reinaart. Tenslotte weet Grimbeert de Das de sluwerik mee te tronen naar de koning. Reinaart komt voor de troon met gebogen hoofd en vleiende praatjes. Hij draait het zo dat Bruin, Tibeert en de wolf Iezegrim de echte boeven zijn. Bovendien, zo zegt hij, ligt er in het bos Hulsterloo een schat op de koning te wachten. Zelf
zou de vos berouw hebben van zijn zonden en is hij daarom vastbesloten een voettocht naar Rome te maken. Koning Nobel gelooft er eerst niets van, maar laat zich toch overhalen door de koningin, bij wie Reinaart een wit voetje heeft gehaald. De beer, de kater en de wolf worden veroordeeld. In dit prachtige, Middelnederlandse verhaal spat de moraal van de bladzijden af: beoordeel iemand op zijn daden, niet op zijn vrome praatjes en schijn-heilige handelingen. De dieren van het bos waren in ieder geval verlost van hun kwelgeest. Want Reinaart de vos? Die maakte zich snel uit de voeten... Titia
Zomerpuzzel We gaan weer op reis door ons kleine land van Groningen tot Limburg. Gaat u mee? Vul de plaatsnamen in achter de bijbehorende letters. Daarna zet u de cijfers in de balk en er ontstaat een ons bekende spreuk. Veel plezier! Rie Roubos A B C D
Havenplaats in Groningen Watersportcentrum in Friesland Kom liever naar …… (Drente) Daar studeer je voor dominee (Overijssel) E Een beetje Amsterdam in Flevoland F In Gelderland stroomt ongeveer bij …… de Rijn ons land binnen G In Utrecht staat daar een mooi kasteel H Het Noord Hollandse halfeiland …… heeft een bijzondere klederdracht I In …… staat een (oude) Nieuwe Kerk en maakt men beroemd porselein J Daar haal je de Zeeuwse mosselen K In Noord Brabant is geen betere plaats! L In het Limburgse …… stroomt de Roer in de Maas
12
A
C
10
E
12
G
I
K
1
9
12
7
2
3
9
4
D
F
4
7
H
6
3
3
4
5
2
1
11
6
5
L
J
1
11
4
10
3
1
2
7
2
2
6
8
B
7
8
9
10
1
11
2 8
12
Doet u mee? Stuur uw oplossing vóór 1 augustus naar: Jopie van de Kleut, Rondweg 25, 3785 LB Zwartebroek. De prijswinnaars krijgen hun prijs thuisgestuurd. De oplossing en de prijswinnaars worden in het oktobernummer vermeld. 9
VOETSTAPPEN IN… (1) Tussen de tegenvoeters in Australië Op 29 maar arriveren we ‘s morgens op de luchthaven van Sydney, na een wat onrustige reis. ‘Eindelijk,’ is de spontane reactie van mijn oudste nicht, die ons met man en broer verwelkomt. We gaan regelrecht naar een familiebarbecue in Blacktown, een buitenwijk. We voelen ons meteen welkom, ook bij familieleden die we niet eerder ontmoetten. We zitten half overdekt buiten. Het is zonnig, maar niet warm. Daarna gaan we naar ons ‘eigen’ onderdak, dat van de familie met wie we van huis hebben geruild. Kort daarop worden we opgehaald voor de middagdienst in de Christian Reformed Church van Blacktown, de eerste van vele diensten die we meemaken. Wij hebben moeite onze ogen open te houden. Gelukkig gaan we voor ieder lied staan.
Church market
De Christian Reformed Church van Australië
In plaats van een kerkorgel is hier een wisselende groep musici en voorzangers. Ook heel andere liederen dan we gewend zijn: veel praise, weinig hymns (= kerkelijke liederen), en een enkele psalmtekst op andere wijs. De preken zijn heel persoonlijk en direct. De gebeden zijn lang en gaan vooral over onze persoonlijke relatie met God via Christus. Ook kaarsen ontbreken hier. Een Avondmaalsdienst in Blacktown en een leerdienst in Macarthur zijn nog het meest herkenbaar. De taken van de vrouw zijn beperkt. Na elke morgendienst is er koffie buiten, met eigengebakken koek. Steeds worden we aangesproken door Nederlandse emigranten en is er een lijntje naar een bekende persoon of plaats. Vaak worden we uitgenodigd om mee te komen en wordt ons een maaltijd aangeboden. Op een zaterdag gaan we mee naar een jaarlijks evenement, de church market, op een kamp van de kerk. Er is van alles te koop, net als bij onze bazaars, maar vooral in trek zijn de Hollandse kroketten en oliebollen. Zo’n ‘kamp’ is een ideale plek voor familiereunies, cursussen en jeugdkampen, en is tegelijk een camping.
twee weken thuis bijeen, zomer en winter, om te zingen, te bidden en een video te bekijken. Nu gaat het over Corrie ten Boom, die vertelt over haar leven en de film ’The Hiding Place’. We lunchen met circa twintig mensen van Nederlandse afkomst en met namen als Bouma en Kruik. Door een andere familie wordt ons voor enkele dagen een vakantiewoning aan zee aangeboden, waar we met zijn vieren dankbaar gebruik van maken. Het water is nog lekker warm… We maken een uitstapje naar de havens van Sydney en het beroemde operagebouw, en genieten vooral van de tocht per boot over de Paramatta-rivier. Ook gaan we de Blue Mountains in, maar bewolking en mist maken echte vergezichten onmogelijk. Wel zien we in een natuurpark kangoeroes van dichtbij vrij rondlopen. Dagelijks hoor en zie je bij huis bontgekleurde papegaaien en kaketoes.
Naar Melbourne
En dan is het tijd voor de familie rond Melbourne. Een flinke reis van ruim 1000 kilometer. We rijden via Orange, waar onze familie in 1955 als emigranten zijn begonnen. Nieuwkomers met een kerkelijke achtergrond hadden veel voor op de anderen. Zij werden vanaf de boot opgevangen. Er stond meestal een huisje voor hen klaar, en ze kregen hulp bij het zoeken naar een baan. Toch was de start zwaar en de overgang
groot. De kerkelijke gemeente vormde de nieuwe familie, waar je op kon terugvallen. Nog steeds is de kerk een sociale factor van belang, al zijn veel kinderen en kleinkinderen lid geworden van andere kerken. Onze reis voert door grote delen die zwaar lijden onder de jarenlange droogte. We zien weinig dorpen, wel veel boerderijen, met schapen en koeien. Ze worden al tijden bijgevoerd. Elk huis heeft zijn eigen opslagtank voor regenwater buiten, maar ze zijn leeg, net als sommige meren. Rivieren zijn nu maar smalle kreken. Met smart wordt op regen gewacht, en als wij er zijn, komt die ook… Ook in Mt. Evelyn zijn we bijzonder welkom. En al gauw is daar eveneens een grote barbecue gepland, met al wie er aan familie maar kan komen. We maken een uitstapje naar de stad Melbourne en varen door de havens. Op zondag gaan we mee naar de kerk en maken ‘s middags een bijeenkomst mee in een verpleeghuis waar Nederlandse ouderen wonen. Er worden ook wat Nederlandse liederen gezongen, vooral van Johan de Heer. Verder maken we nog een uitstapje de bergen in, waar we genieten van de herfstkleuren. Hier staan veel meer Europese bomen, die nu hun blad verliezen. De echt Australische gombomen zijn het hele jaar grijsgroen, en verspreiden een karakteristieke eucalyptusgeur. We rijden naar Sydney terug via Canberra, de hoofdstad, met een bijzonder mooi parlementsgebouw in een royale setting. Nog een zondagse barbecue, nu aan het water in Sydney, en enkele rustige dagen. Er is nog veel meer te vertellen en te zien, want we zagen nog geen tiende deel van het land! Maar onze tijd zit erop! We moeten afscheid nemen. Betty Boiten
Gastvrijheid en ontmoetingen
Op een donderdag gaan we mee naar een soort seniorengroep van Blaxland, de YYY, Yester Years Young, zoiets als 10 ‘Jeugd van toen’. De groep komt elke
Uitzicht op de haven van Sydney
VOETSTAPPEN IN… (2) Vanuit Indonesia
Voor elkaar Anna, Anna en Annabell
Twee jaar geleden las u, rond deze tijd, een column over ons verblijf in Indonesia. Dit jaar, op tien januari, zijn we weer in Palembang neergestreken. Nu niet in de stad Palembang, maar op de campus van de Theologische Hogeschool. De Hogeschool ligt ver buiten de stad. De eerste zeven kilometer naar de stad is de weg heel slecht, de laatste 20 kilometer heel druk. Een rit naar het stadscentrum kost daardoor anderhalf tot soms twee uur. Het wonen op de campus is heel apart. Je leeft heel erg mee met de studenten en alle activiteiten van de school. Omdat er geen openbaar vervoer is en hier geen taxi’s willen komen, leven we hier erg geïsoleerd. De campus is nog grotendeels woeste grond, behalve rond de gebouwen die inmidHoofdgebouw Theologische Hogeschool Palembang dels klaar zijn. Die woeste grond heeft als nadeel dat we ook kennismaken met allerlei dieren, zowel kruipend als vliegend, die we in Woerden niet hadden. Hier glibberde onlangs een slang over ons voorterrasje. Gelukkig ben ik niet bang van insecten en andere dieren. We hebben een gezellig huis, niet groot, maar groot genoeg. Het lekt niet, het heeft een witte tegelvloer, stromend water en elektriciteit, die nogal eens uitvalt. Nadelen zijn er ook, maar daar zijn we inmiddels aan gewend, die vallen dus niet meer op. Evert, mijn man, voelt zich als een vis in het water. Hij geniet van het college geven. Hij doceert Kerkgeschiedenis en het vak Hermeneutiek aan de oudste groep, de derdejaars. Wat kan hij hier met zijn theologische kennis en zijn vakervaring veel van zichzelf kwijt. Hij draagt ook graag kennis over. Met Hermeneutiek leren de studenten hoe je een tekst moet benaderen. Eerst goed lezen wat er staat, in welke tijd speelt het verhaal, wie is de hoofdpersoon en wat betekent de tekst in die tijd enzovoort. Ze leren met andere ogen naar een tekst kijken. Dat is voor het maken van preken heel belangrijk. Het is heel boeiend om hier tussen een groep zeer gemotiveerde mensen uit een andere wereld te leven. Op de campus heerst een vrij strenge discipline en dat wordt zonder mopperen geaccepteerd. Ik verbaas mij daar wel eens over. Jonge mensen in Nederland zouden daar op zijn minst veel moeite mee hebben. De eerste maand vond ik de leefregels ook nogal overdreven. Nu denk ik dat het wel moet zo. De schoolleiding draagt een grote verantwoordelijkheid voor ruim 50 studenten in de leeftijd van 18 tot 30 jaar. We leven hier op de campus heel geïsoleerd en deze jonge mensen trekken elke dag van 6 uur ‘s morgens tot 10 uur ‘s avonds met elkaar op. Dan moeten er ook wel goede regels zijn. Ook ons leven is anders dan twee jaar geleden toen we in de stad woonden. Daar leefden we tussen allerlei mensen, rijk en zeer arm. Dat wil niet zeggen dat de armen er niet meer zijn, 50 procent van de bevolking leeft van minder dan € 1,35 per dag, per persoon. Hier wonen we ver van de ‘echte’ wereld en horen of zien we heel weinig van wat er in die wereld gebeurt. Toch zijn deze maanden onvergetelijk voor ons, vooral ook omdat we het werk zo zinvol vinden. Deze school bestaat drie jaar en probeert onder moeilijke omstandigheden jonge mensen goed op te leiden tot predikanten, die straks voor een zware taak staan, want dit land zit niet op christenen te wachten. Jammer dat ik beperkt ben in het aantal woorden dat ik mag gebruiken. Ik zou nog veel meer kunnen vertellen, maar ik laat het hier nu maar bij. Ik wens u allen een mooie zomertijd. Adri Hoogerwerf
Ons dochtertje Anna houdt van Grieg en Tsjaikovsky. Kinderliedjes vindt ze best aardig, maar van klassieke muziek gaan haar ogen stralen. Als peuter neuriede ze Morgenstimmung, terwijl ze haar driewieler voort trapte. Nu komt ze dikwijls bij me met een muzikaal verzoek. ‘Mama, wil je de Ganzenvijver (= Zwanenmeer) opzetten?’ Of: ‘Doe eens die cd van de Krakenoter, dan ga ik lekker balletten’ en terwijl ze het zegt draait ze een onhandige pirouette op haar tenen. Bij de plaatselijke balletschool mocht ze laatst komen kijken. En kijken deed ze, haar ogen uit. We stapten binnen in een echte danszaal, met spiegels en barres. Een enorme ruimte, zeker voor een meisje van vier. Twee jongetjes en een hele rits meisjes in maillots en balletpakjes kregen er dansles. De juf wenkte Anna. ‘Kom maar. Doe maar mee.’ Maar Anna verborg verlegen haar neus in mijn trui. Ik kon haar niet overhalen naar het groepje kinderen te lopen, hoewel ik wist dat ze dolgraag mee zou doen. Plotseling slaakte ze een verrukte kreet van herkenning. ‘Kijk mama! Annabell uit mijn klas is er ook. En Anna, van de andere groep 1. ANNA! ANNABELL! Kijk es naar mij! Ik ben hierzo!’ Alsof ze het hadden afgesproken, huppelden de dametjes naar mijn Anna toe. Ze staken hun handen uit. ‘Kom maar, Anna. Het is heel leuk, hoor.’ En veilig, tussen haar vriendinnetjes in, durfde Anna haar eerste balletpasjes te maken. Ze bleef hun handen de rest van de les stevig vasthouden. Als drie vlindertjes fladderden Anna, Anna en Annabell samen rond op de pianomuziek. Anna en Annabell leefden zich in in mijn dochter Anna en hielpen haar haar gêne te overwinnen. Gewoon, voor elkaar. Ontroerd heb ik gekeken naar de pure en prille hulpvaardigheid van deze kleutermeisjes. Titia 11
In-druk Diverse auteurs
Woestijnpost ‘Vorige week werd onze kerkdienst wreed onderbroken door een bunkeralarm. Dat had ik nog niet eerder meegemaakt, dat je de liturgie moet afbreken, het kerkje in een ogenblik leeg is en iedereen zijn heil moet zoeken in de bunker, omdat er weer mortieren op ons afgeschoten worden...’ Dat schrijft aalmoezenier Ron van der Vring in het boekje Woestijnpost. Naast hem vertellen nog drie predikanten over hun ervaring tijdens de missie in Afghanistan. Deze dagboeknotities zijn eerder door hen voorgelezen in het radioprogramma ‘Schepper & Co’ van de NCRV. Het is een bundeling van indringende, persoonlijke verhalen. Het verre Afghanistan komt door deze ooggetuigeverslagen een beetje dichterbij. De teksten worden begeleid door vele foto’s. Ark Boeken, Amsterdam, 2008. 80 pagina’s ISBN 978 90 338 1508 9. Prijs € 9,95 Sharon Hinck
Het verborgen leven van Becky Miller De afgelopen jaren zijn de zogeheten chicklits populair geworden. Boeken voor jonge vrouwen óver jonge vrouwen, die dynamische levens leiden. Door de humor, de vaart en het gebrek aan literaire pretenties knabbel je ze weg als een schaaltje gesuikerde pinda’s. ‘Het verborgen leven van Becky Miller’ van de schrijfster Sharon Hinck kun je een christelijke variant van zo’n chicklit noemen. De dynamiek van Becky Millers bestaan ligt in het opvoeden van haar drie jonge kinderen, het veeleisende kerkenwerk, haar man die zijn baan verliest en een wasmachine die voortdurend 12 kuren heeft. Terwijl teleurstellingen
zich opstapelen in haar leven, blijft Becky haar imago van supervrouw hooghouden. Totdat ze letterlijk wordt stilgezet om te luisteren naar de stem van God. Sharon Hinck schreef een onderhoudend boek. Hier en daar erg Amerikaans - qua situatie en geloofsbeleving - maar toch herkenbaar genoeg voor Nederlandse jonge moeders. Een aanrader voor moeders die hun (schoon-) dochter zien worstelen met gezin, werk en huishouden, en haar een beetje ontspanning cadeau willen doen. Uitgeverij Kok, Kampen, 2008. 320 pagina’s ISBN 978 90 5977 294 6. Prijs € 13,95 TL Cees Pols
En het werd stil Een onthutsende roman die in sobere maar doeltreffende taal het dramatische leven van de hoofdpersoon invoelbaar maakt en de lezer tot op het bot raakt. Aan het rauwe leven in de Biesbosch rond 1900 ontkomt ook Janus niet. Er valt niets te kiezen: griendwerker zal hij worden. De hele week van huis, slapen in de schrankkeet op de plaat, kloven in zijn handen, zo zal zijn leven eruitzien. Zijn griendwerkerskist is het enige wat hij echt voor zichzelf heeft. Aanvankelijk is Janus vol goede moed. Hij wil een goede griendwerker zijn. Hij zal laten zien dat ze op hem kunnen vertrouwen. Maar al gauw begint de wereld om hem heen te wankelen. Zonder dat hij er iets aan kan veranderen, komt Janus langzaam maar zeker in een isolement terecht. De Biesbosch wordt zijn thuis, de stilte zijn muziek. Een kooiker met een kwade dronk, die ook op de plaat woont, drijft Janus tot het uiterste. Als het na vele aanvaringen tot een confrontatie komt, ziet Janus maar één oplossing. Hij moet het vonnis voltrekken. Verward, en door springtij volledig geïsoleerd in het kooihuis, wordt Janus gedwongen de balans van zijn leven op te maken. Hij komt tot een verbijsterende ontdekking. Uitgeverij Mozaïek Zoetermeer, 2007. 232 pagina’s ISBN: 9789023992455. Prijs: € 17,90 Philip Keller
Lessen van een herdershond In dit persoonlijke verhaal vertelt Philip Keller over zijn band met de Border collie Charlie. Als hij de hond voor het
eerst ziet, is het een wild, ontembaar en agressief dier. Jaren van verwaarlozing en slechte behandeling hebben hun sporen nagelaten en niemand wil haar meer hebben. Maar Keller ziet wel mogelijkheden in deze hond en neemt haar mee naar zijn ranch om haar als herdershond te gebruiken. Daar verandert ze langzaam in een harde, trouwe werker voor Keller. Charlie leert haar baas te vertrouwen en te gehoorzamen. Net als Charlie kunnen wij de persoon worden zoals we bedoeld zijn, als we naar de stem van onze Meester luisteren. In dit boekje staat de rol van de hond van de herder centraal. Dit geeft weer een nieuwe kijk op de aloude bijbelse beeldspraak over de herder en zijn schapen. Uitgeverij Ark Boeken, Amsterdam, 2007. 96 pagina’s ISBN 9789033814945. Prijs: € 8,95 TB
Het zomernummer van juli/augustus gaat over: Orde en chaos Chaos is eng: je kunt erin verdwalen en ten onder gaan. Maar chaos kan ook creativiteit met zich meebrengen. Orde is eng, is kort houden en drillen. Orde is ook een levensvoorwaarde, van alsmaar improviseren word je doodmoe. Hoeveel chaos kunt u hebben? Hoeveel orde zit er in uw leven? Met onder andere: Hebben mensen vooral orde nodig? – Een beeldend kunstenaar over creatieve chaos – Chaos als teken van een persoonlijke (spirituele) crisis – Hoe schep je orde in alle informatie die op je af komt? – De orde van de sterrenhemel – Aangeharkt of woest? Over natuurbeleving - Bijbel: genezing van een bezetene – Benedictijnse tijdsbeleving – Puzzel, verhaal en lezersbijdragen. Open Deur is een oecumenisch maandblad over vragen van geloven en leven, geschreven voor een breed publiek van mensen binnen en buiten de kerken. Een jaarabonnement kost € 27. Wilt u Open Deur eerst proberen? Een proefabonnement (4 nummers) kost 5 euro. U kunt schrijven naar Administratie Open Deur, Postbus 29, 2700 AA Zoetermeer of mailen naar
[email protected].
VOETSTAPPEN IN… (3) Israël Als je door het Heilige Land reist ga je op zoek naar ‘bekende’ namen. Je hoopt iets terug te vinden uit de Bijbel, die de meesten van ons al hun hele leven hebben gelezen. Als je je niet realiseert, dat we ondertussen 2000 jaar verder zijn zal je reis op een teleurstelling uitlopen. De moderne tijd heeft ook Israël niet onberoerd gelaten. Realiseer je het je wel, dan kan er toch een vertrouwde én vreemde wereld voor je opengaan.
Uitkijken over Jeruzalem
De woestijn is een plek waar je herkenning kunt vinden. De woestijn, symbool van verlatenheid en onherbergzaamheid. Maar ook een plek waar op de meest onverwachte plaatsen water uit de rots stroomt. Verkoeling en lafenis biedend aan de verhitte reiziger. Jeruzalem mag een moderne stad geworden zijn, maar in de oude stad waan je je gerust terug in Jezus’ tijd. De hobbelige smalle straatjes, de schreeuwende kooplui, je zou er zomaar Jezus en zijn discipelen tegen kunnen komen. Kijk maar door de toeristen heen, je bent één van hen. Dat Jeruzalems straatjes dan weer omhoog en dan weer naar beneden gaan verraste me. Ik had me blijkbaar nooit gerealiseerd dat het bergland van Judea niet zo vlak is als de Hollandse polder.
Ook bij de berg Karmel moest ik mijn voorstelling ernstig bijstellen. Karmel is een gebergte met meerdere toppen. Voor m’n gevoel stond Elia op een losse berg met het volk om zich heen. Karmel is een mooi gebergte. Na het woestijnachtige Judea is het een verademing. De bergen zijn bedekt met bossen en er stromen riviertjes doorheen. Op de laatste bergen kijk je uit over de moderne havenstad Haïfa, aan de baai van Haïfa, mooi om te zien. Gaan we verder naar het noorden dan komen we in Galilea, de streek waar Jezus opgroeide. De kerk in Nazareth, versierd door kunstenaars uit alle delen van de wereld, maakte op ons grote indruk. Het is een moderne kerk. De aankondiging van de geboorte aan Maria wordt er op vele manieren uitgebeeld. Verder het al vertrouwde straatbeeld van een stadje in het Midden-Oosten. Druk, lawaaierig en met allerlei soorten mensen. We logeren in Tiberias en verkennen van daar uit de omgeving. Eén van de hoogtepunten van onze reis is het meer van Galilea/de zee van Tiberias. Middenop het meer zet de schipper de motor af. Het waait stevig en we worden teruggezet naar waar we vandaan komen. Als het dan ook nog nacht zou zijn wordt de angst van de discipelen
Kerk in Nazareth
wel heel herkenbaar. Eén van de prachtigste plekjes van het land vond ik de omgeving waar de Jordaan ontspringt. We waren er in mei en er stonden veel bomen en struiken in bloei. Zo groen kan Israël ook zijn. We wandelden langs de oever van deze snel stromende rivier, die ons ook nog een prachtige waterval voortoverde. Een reis naar het Heilige Land, een aanrader wat mij betreft. Er valt veel te genieten, maar probeert u wel door de reclame en de moderne tijd heen te kijken. En laat u leiden door een deskundige gids met hart voor zijn land. Ook het hedendaagse Israël is een bezoek waard. Al is het maar om de geuren op te snuiven en de zon te voelen. Want dit soort details zullen we in de Bijbel vergeefs zoeken. Atie Jongejan
Speciale aanbieding voor leden van de PVO Siebren van der Zee
Psalmen vandaag
Persoonlijke verwoording bij veelal knoestige Psalmen Siebren van der Zee, geboren in 1937, is predikant en woont in Zwolle. De bewerking van de bekende Psalmen is tot stand gekomen uit de behoeft om de oude taal in eigen woorden
om te smeden. Een bijna meditatief proces dat de schrijver met zichzelf is aangegaan om de kern nog eens te proeven. Alle 150 Psalmen in een ‘ander’ jasje, om naast en bij de ‘oude’ te gebruiken. Uitgeverij Narratio, Gorinchem biedt dit boek (ISBN 978 90 5263 808 9) aan tot 1 augustus voor € 10,= (exclusief verzendkosten). Na deze datum betaalt u er € 16,= voor. U kunt het bestellen per e-mail:
[email protected] (onder vermelding van uw naam en adres) of per telefoon: 0183 62 81 88. Vermeldt bij uw bestelling de volgende code: IG zomer.
Hieronder een bewerking van Psalm 122, dat goed aansluit bij het thema van deze In Gesprek.
samen met God laten wij opgaan íngaan de stad van God onder de vrede-poort doorgaan al die pelgrims, zie ze gaan voeten die hier thuis komen over de bergen heen ze zegenen elkaar ze roemen het recht ze rusten in vrede TB 13
Achterklap Opgeruimd Hoe kan het ook anders, met dit prachtige weer heb ik enorme zin om van alles op te ruimen. Ik doe het met één oog dicht en één oog open. Anders kan ik niets weggooien. Kan ik een trui die iemand 10 jaar geleden voor mij heeft gebreid weg doen? Natuurlijk niet. Een vest dat ik 25 jaar geleden heb gemaakt, kan dat weg? Natuurlijk niet. Een sinterklaasgedichtje van 50 jaar geleden, moet dat bewaard worden? Ach het is al zo lang bewaard, het kan nog wel even. Mijn oude pannenset, met glazen deksels die allemaal kapot zijn, wat moet ik daarmee? En de voor-oude pannenset: oranje email met bloemen en blutsen, moet die juist bewaard? En onze koelkast, gaan we die wegdoen en een nieuwe kopen, of gaan we die alleen maar wegdoen, of houden we hem gewoon? Het lampje doet het niet, de sluitstrippen zijn aardig vergaan en we moeten zo bukken om te kijken wat erin zit, dat ik nu broodbeleg heb dat 6 weken over datum is. Ik zei tegen mijn man: ‘Let even op, ik eet kipkerriesalade die ver over tijd is, hij ruikt nog goed en smaakt ook niet verkeerd, maar als ik opeens doodziek wordt moet je het tegen de dokter zeggen.’ Het is goed gegaan. We hebben de koelkast nu op een verhoging gezet. Dat scheelt. En het lijkt ruimer, ook omdat de container nog even goed vol moest. Het geeft zo’n voldoening met zoiets bezig te zijn en het kost geen cent. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar er zijn veel cadeautjes bij. Uit kerstpakketten, relatiegeschenkjes, ‘kunnen jouw kinderen dat nog gebruiken?’, ‘ik weet niet waar ik er mee heen moet- nou geef maar mee’ en dergelijke. Mocht u ooit wat van mij hebben gekregen, gooi rustig weg hoor!
Het volgende nummer van
in gesprek verschijnt op 2 september.
Thema: Ploegen Bijbelstudie: mw. ds. Henriëtte Bouwman Introductie van het nieuwe jaarthema 14
Wij herdenken Mevrouw A. Hengeveld-v.d. Wal
- Damwoude
Mevrouw T. de Jong-Kroeze
- Dokkum
Mevrouw D. van der Velde-Postma
- Suwald
Gelukkig wie wonen in uw huis, gedurig mogen zij u loven. (Psalm 84: 5)
Tirsa Hofstee in gespek met vluchtelingen
Nieuws van het hoofdbestuur Als u dit leest genieten velen van ons van een welverdiende vakantie. Even er helemaal uit zijn, en zoals dhr. Leo Fijen op onze Ledenontmoetingsdag zei: ‘Wees nooit bang om het stil te laten worden in jezelf.’ Want soms kan een kaars, een bloem, een mooie afbeelding of muziek ons tot rust brengen. En in die rust, die stilte, ontvangen wij de moed, de kracht en de energie om verder te gaan. Dit jaar hebben we met z’n allen weer veel werk verzet. De werkgroep Redactie heeft veel gedaan om een goed blad samen te stellen. De vrouwen van de liturgiecommissie hebben een heel mooie Kerst– en Paasliturgie samengesteld. De werkgroep Toerusting heeft acht themaochtenden belegd in de maand februari. De commissie Reizen is met zestig vrouwen naar het stadshotel in Ootmarsum geweest. Ook onze Ledenontmoetingsdag was een fijne, inspirerende dag. Een dag van herkenning en ontmoeting. Nu hebben we dus even een rustige periode, even ‘niets’ doen. Misschien gaan we op reis en dan is het net of wij een beetje anders worden. Wij worden mensen met tijd en ruimte voor plezier; wij zullen blij zijn met de vrijheid om ons heen; genieten van een ander landschap, onbekende steden en haast vergeten stilte. Soms zullen wij maar klein zijn in al die vrije tijd,
die verre ruimte en het gescheiden zijn van hen en dat wat vertrouwd is in ons leven. Maar ook als wij thuis blijven en niet weggaan, dan is het net of wij een beetje anders worden. De veiligheid in onze huizen met de kleine en vertrouwde dingen, die ons zo lief zijn, staan ons dan zo helder voor ogen. Maar toch ook de vrees voor nooit meer weg gaan, van achter blijven en alleen gelaten worden, de vraag of wie op reis ging terug zal keren, houdt ons bezig. Ik moest na de Ledenontmoetingsdag ineens denken aan dit gebed, wat ik eens ergens gelezen heb: Heer, zo maar buiten in de vrije natuur, onder de open hemel, zachtjes praten tegen U! Vol bewondering, want wie laat dit allemaal groeien en wie heeft dit allemaal geschapen. Wie anders dan U? Vol verwondering, want wat bent U goed voor ons. Zoals U alles bestuurt en onderhoudt door Uw machtige hand. Zoveel kleur om ons heen, zoveel licht om ons heen, zoveel moois om ons heen. We worden gelouterd en gezuiverd door Uw openbaring in de vrije natuur onder de open hemel. Ik wens u allen, ook namens het bestuur, een fijne zomervakantie toe. Met een lieve groet, Hetty van Weeghel
Kruis en Munt De afgelopen twee jaar hebben we via Kruis en Munt gespaard voor zonneovens; eerst voor de vluchtelingen uit Darfur in Tsjaad, daarna voor Buthanese vluchtelingen in Nepal. Tirsa Hofstee schreef erover voor Stichting Vluchteling, u heeft haar artikelen kunnen lezen in In Gesprek. Dit voorjaar reisde zij af naar Nepal. Hieronder een verslag van deze reis en de indrukken die zij daar opdeed.
Op weg
Met een klein vliegtuig vliegen we vanuit de hoofdstad Kathmandu naar het oosten van Nepal. Met mijn collega Liesbeth Volkert ben ik op weg naar de Bhutanese vluchtelingen, vlakbij de grens met India. Bhutan grenst niet direct aan Nepal, een klein stukje van India ligt tussen deze twee landen in. Vanuit de lucht kan ik de Himalaya zien. Prachtig om te zien, die bergketen. Na een uurtje vliegen komen we aan in het stadje Damak, van daaruit gaan we de komende dagen de verschillende vluchtelingenkampen bezoeken. Damak is een stadje met een paar duizend inwoners en heel anders dan in het drukke Kathmandu rijden er amper auto’s. De meeste mensen verplaatsen zich lopend of met een riksja.
De zonneovens
Het eerste vluchtelingenkamp dat we bezoeken ligt vlakbij Damak. Nog voor we het vluchtelingenkamp bereiken, zie ik vanuit de verte al overal de glimmende zonneovens. In het kamp zijn vrouwen druk in de weer met het snijden van groenten, anderen roeren geduldig in de pannen. Een van de vrouwen pakt mijn hand en laat me haar zonneoven zien. Ze heet Geeta en woont al zeventien jaar als vluchteling in Nepal. De oven staat voor haar huis, waar kinderen op de grond aan het spelen zijn. De pan met kool en tomaten staat in de zon te pruttelen. De kinderen kunnen veilig spelen naast de zonneoven. In andere vluchtelingenkampen waar mensen koken op een
vuurtje, liggen bijna altijd kinderen in het ziekenhuis met brandwonden omdat ze tijdens het spelen gewond raakten. Haar hutje van bamboe is heerlijk koel van binnen. Het is er ook donker, mijn ogen moeten even wennen aan het licht. Er ligt een matje op de grond waar zij en de kinderen slapen, aan de muren hangen kleren en doeken. In een hoekje staan wat kookspullen. Ze wil me graag haar hooikist laten zien. In de houten box zit een pan met rijst, die ze eerder op de dag al heeft klaargemaakt. De rijst blijft urenlang warm in de hooibox.
Verhuizen naar Amerika?
Geeta kan zich niet meer zoveel van Bhutan herinneren. Haar vader vertelt wel vaak verhalen over Bhutan, over hun oude huis, hun oude dorp, het land. Geeta kan daar uren naar luisteren, vertelt ze. Graag zou ze ooit terugkeren, net als haar oude vader. Maar dat lijkt bijna onmogelijk. Bhutan wil niet dat de vluchtelingen terugkeren. Het aanbod van Amerika en Australië voor ruim 60.000 vluchtelingen om te emigreren is voor velen een aantrekkelijke mogelijkheid. Geeta zou ook graag verhuizen, ver weg van de armoede in het vluchtelingenkamp. Maar haar vader wil niet mee, hij wil wachten tot hij terug kan naar Bhutan. En Geeta wil niet vertrekken zonder haar vader. Een moeilijke beslissing voor Geeta, die haar kinderen graag ziet opgroeien in een normale situatie, waar ze geen vluchtelingen zijn. Ik neem afscheid van Geeta en haar kinderen.
Brand
We bezoeken ook het kamp Goldhap, waar enkele weken geleden meer dan 1300 van de 1500 hutjes werden verwoest door een hevige brand. Zeven vluchtelingen raakten gewond, wonderwel kwam niemand bij de brand om het leven. Wel zijn meer dan 10.000 vluchtelingen direct getroffen. De door Stichting Vluchteling gefinancierde zonneovens in het kamp zijn bijna allemaal onbruikbaar geworden. Het kamp is totaal verwoest, er is helemaal niks meer van over. Overal waar ik kijk, zie ik verbrande hutjes. Een heel triest gezicht. De vluchtelingen leven in erbarmelijke omstandigheden, hebben niet meer dan een plastic zeil om onder te slapen. De mensen zijn ontzettend kwetsbaar in een vluchtelingenkamp. De bamboehutjes stonden allemaal dicht op elkaar, waardoor de brand zich snel kon verspreiden. Het is echt verschrikkelijk om te zien dat deze mensen voor de tweede keer in hun leven alles zijn kwijtgeraakt.
Stichting Vluchteling helpt de slachtoffers Goldhap is ontstaan in 1992 en is een van de zeven Bhutanese vluchtelingenkampen in Nepal, waar in totaal zo’n 107.000 vluchtelingen wonen. Stichting Vluchteling heeft er de afgelopen jaren voor gezorgd dat 85.000 Bhutanezen in de zeven kampen kunnen koken op zonneovens. Stichting Vluchteling bekijkt samen met Stichting Vajra, de uitvoerende partner, hoe de verwoeste zonneovens vervangen kunnen worden voor nieuwe zonnekokers. Het prachtige bedrag dat u dit jaar heeft gespaard voor de mannen, vrouwen en kinderen in Tsjaad en Nepal kunnen we hier heel goed bij gebruiken.
Ik wens u een heel goede zomer en ik kijk ernaar uit om het volgende jaar over Oeganda te schrijven en u op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in het project waar u voor gaat sparen. Een ander land, andere problematiek en een heel ander project. Tot na de zomer! Veel groeten, Tirsa Hofstee Esther-Gilah Schneider, foto’s In totaal werd er door u de afgelopen twee jaar een bedrag van € 30. 822,10 gespaard voor Kruis en Munt. De opbrengst is ten goede gekomen aan vluchtelingen uit Darfur in Tsjaad en Buthanese vluchtelingen in Nepal. Stichting Vluchteling zorgde ervoor dat deze mensen de beschikking kregen over zonneovens. 15
Ik danste in de ochtend Ik danste in de ochtend toen de wereld begon en ik leidde de dans van de sterren, maan en zon. En ik kwam naar de aarde voor een nieuw begin; in Bethlehem zette de dans weer in. Refrein: Dans maar en schaar je in de rij; Ik ben de Heer van de dans, zegt Hij. Ik leid je wel, dus kom er ook maar bij, ik leid jullie allen ten dans, zegt Hij. Ik danste voor de priesters en de leraars van de wet. Maar niet één van hen heeft ook maar een voet verzet. Bij eenvoudige vissers vond ik wel gehoor, zij sloten zich aan en de dans ging door. Refrein. Ik danste op de sabbat en genas een man, maar het vrome volk sprak daar schande van. Ik werd aan het kruis genageld, naakt en berooid; daar lieten ze mij aan de dood ten prooi. Refrein. Ik danste ook die vrijdag toen de zon was gevlucht, maar je danst niet lang met de duivel op je rug. Ze begroeven mijn lichaam en toen scheen alles uit maar ik ben een danser die niemand stuit. Refrein. Hoewel ik leek verslagen ben ik opgestaan; nooit meer kan de dood mij nog naar het leven staan. En ik leef in jou wanneer jij leeft in mij, want ik ben de Heer van de dans, zegt Hij. Refrein: Dans maar en schaar je in de rij; Ik ben de Heer van de dans, zegt Hij. Ik leid je wel, dus kom er ook maar bij, ik leid jullie allen ten dans, zegt Hij. Herman P. Romer Oorspronkelijke titel: I danced Uit: Vieren en feesten, 1984